M A G A Z Y N VAN TUIN-SIERAADEN. CEKOLBURD. N". i8. TE AMSTERDAM J tij JOHANNES ALLART. Digitized by the Internet Archive in 2009 with funding from Research Library, The Getty Research Institute http://www.archive.org/details/magazijnvantuins18laar VOOR DEN BINDER. Het agter die Stuk geplaatste Qaarcje moet bij het inbinden gevoegd worden in N°. 17. en daarentegen het geen daar nu in gefield is wegge- laten worden, om een ingeflopen abuis len aanzien der Afbeelding vao JSI«. CXXXV. VERKLAARING der PLAATEN. <>3 PLAAT CXXXVÏL Een Gochisch Gebouwtje. Dit ontwerp is zeer gefchikt, om op een Plat Schot gefchilderd te worden, en wel tegen over eene groep Boomcn , waarvoor eene vlakte van Wei- of Bouwland. V/ezenlijk uicgevoerd, kan het voor eene Tuinmans Woning, Stalling of iets der- gelijks dienen. R PLAAT CXXXVIIL i>4 ^' ER KLAAR ING der PLAATEN. PLAAT CXXXVIII. 1. INIenagerie. Dit Gebouwtje is in eenen bevalligen y doch zeer eenvoucligcn fmaak , met een Balkon vcrfierd, en met riet of flroo gedekt. 2. Platte Grond. De verdeeling daarvan hangt af van de keuze, die men .-oet, omtrent de hoeveelheid ea» foorten van Vogelen en andere dieren, die men daarin wil onderhouden. De hier bijgaande verdccling is gefchi'ut voor Landvogels , Konijnen en Har.fen.. A. Kleene Zaa!.. B. Twee Kasfen voor Theegoed" enz.. C. Nachtverblijf voor het Vee. D. Voeder en Waterbakken. E. Afgefchoten Hokken voor Leg- en Broeiplaatfen. F. Konijnen-hokken.. G. Opene Plaats aan beide zijden van het Gebouw. Indien men 'er ook Watervogels in verkiest te houden , kan men in de twee voorde hoeken kleine Waterkommen maaken. H. Tweede afdeeling voor Faifanten. I. Voeder- en Waterbak.. K. Hokken voor Broei- en Legplaatfen, M. Hokken voor Haafen. F. Derde afdeeling, voor Duiven en kleine Vogeleci. O. Zaad- en Waterbakken., P. Hokken. FLAAT CXXXIX. VER KL AARING der PLA ATEN. 55 PLAAT CXXXIX. N*. 1 , 2. Twee eenvoudige Modellen van Yzeren Hekken. 3. Een agthoekig Pavilloen , in eenen grootfchcn fmaak. PLAAT CXL.. N'. I. Ingang tot eene Surprife. De Omtrek worde door een paar Walvischbeenen gevormd. 2. Eene fchijnbaar oude en vcrvallene Brug. PLAAT CXLL N*. I. Prieel, door Walvischbeenen gevormd, waaraan klimmende Heesters gephnt zijn.. De tusfchenboogen zijn met Schelpen bezet, a. Platte Grond. Ra PLAAT CXLÏL ^e VER KLAAR ING dek. PLAAT EN, PLAAT CXLII. N'. 1. Cfaineefche Tempel. Eenc kleine verhevenheid, bij eene partij Water, is des- celfs plaats. * 2. Platte Grond. PLAAT CXLIII Een kleine Engelfche Aanleg, A, B, C, D, E, F, G, H. Partijtjes voor onderfcheide foorten van Bloemen en Heesters. L Partijtje Roezen. K, Zitbanken bij de Bloemen. L. Zitplaatfen, waarvoor een Grasveld, mee verfchillende fooi'tcn van Pijnboomen beplant-» PLAAT CXLIV. Twee kleine Aanleggen, gcichikt voor eenen Tuin in de Stad. N'. I. A. Graspartij, waarop hooge Boomen, met vier uicgcdoken klompjes voor Bloemen. B. Vruchtboomen. C. Prieeltje. D. Zitplaatfen. N". 2. A. Zitplaats, vvaaragter ecne groep van Sparren. B. Partij voor Bloemen in Potten. C, D. Hooge Heesters. F. Prieeltje. G. Graspartij met lommergevcnde Boonjen; waaronder Zitbanken, 'PLAAT CXLV. Pi. cxxx\^n. pi. CXXXMIÏ Ti. CXSXIX. ♦ -f (^ ■1/ Pi. CXL. / J?l. CXLI. éé^ :pI cxj.ii. Z ^ .J V^ .5 ^ 7 pi. CXI. III. p1. C'XLIV. a