M A G A Z Y N

T A H

T UI N-S I E R A A D E N.

OSKOISUHD.

N^ 19.

Tft AUSTXR.3AM, bij JOHANNBS ALLART.

Digitized by the Internet Archive

in 2009 with funding from

Research Library, The Getty Research Institute

http://www.archive.org/details/magazijnvantuins19laar

V E R K L A A R I N G D E R P L A A T E N, r-

PLAAT XLV.

N*. !. Ingang tot eene Chineefche Partij,

De verdere verfiering , in die partij , behoort in dien zelfden fniaak bewerkt te zijn.

Indien men den fmaalc der Cliineefen niet overdrijft, (zoo als dikwijls gebeurt) bevat dezelve
veel fchoons. Vooral in eenen kleinen netten Aanleg , bevalt die beter , dan de Gothifche of
Rustieke, welke alleen voor groote en ruwe partijen gefchikt is.

ft. Rustieke Bank.

3 en 4. Stoelen in dien zelfden fmaak.

PLAAT XLVI.

N". I. Eene kleine Menagerie, en Duiven-huis. Het onderfte gedeelte is gefchikt voor lïoen»
deren , Paauwen <f«2. , en het bovenfte voor Duiven. De daarin aangewezene EngelfcheVenfters
zijn alleen tot fieraad, en men kan, om nodclooze kosten te fpaaren, dezelve fchilderen,

2. Platte Grond-,

PLAAT XLVI.

^i VERKLAARING der PLAATEN.

PLAAT XLYII.

N". I. Kabinetje, In eencn bevalligen fmaak,.
2. Platte Grond.

PLAAT XLVIIL

Over het algemeen is de natuurlijke gefleldheid van ons Land niet zeer gefchikt voor Water*
vallen. Evenwel zijn hier en daar uitzonderingen, alwaar de natuur, door kunst geholpen, of wel
de kunst alleen , ons zoodanige bevalligheden kan. leveren.

Op een lief lagchend Plekje, onder eene Groep Populieren, een Postameat te vinden , waar-
op eene kwelende Nimphe, die uit eene Unie eenen reinen waterftraal giet, welke aan een klein kron-
kelend Beekje het aanzijn geeft: dit zal zeker bevallen. Het fuifelen van den wind door de ligt
bevvogene bladeren der populieren,* en het ruifchen van het water, nodigen den wandelaar,
onj op de, daarbij ftaande Zitbank eenige oogenblikken te vertoeven.

PLAAT XLïX.

VERKLAARING &ERPLAATEN. 5^

PLAAT XLIX.

Eene Brug, en agter dezelve een gebogen INIuur in de gedaante van een Gebouw, van flukken
blaauwen en geelen (leen zonder kalk , zoo vast mooglijk op eikanderen geftapeld.

PLAAT L.

Een uitgefloken vlak Schot, als eene Ruifie van een Gothisch Gebouw gefchilderd..

S 2 PLAAT Lï;

lojo VE Tv KLAARING der PLAATEN,

PLAAT LI.

Platte Grond van eenen kleinen Aanleg.

A. Zitbanken.

B. Opene Plaats tusfchen eene Groep van lommergevende Boomeir.
-C. Sparren- Groep.

D. Kleine Heuvel.

E. IMoestuintje.

F. Twee gefpaarde Boomen.
C Tempeltje.

P L A A T LIL

Platte grond van een gedeelte van eenen groeten Aanleg.

A. Plaats van het Hoofdgebouw.

B. Ingang.

C. Hoogte op het Eiland.

D. Brug.

PLAAT Lin.

ilE3

c <^^ '40

^TTt

■<■<"-
-»->?

fTTÏI

F^

^

^L

lEUC

p1 . CXL^.

*^#

*

S?3P

pcqpnQgn

^!«*S**-

4

3

Tl. CXJ.YI.

Pi cxLvri

' ■ — -"

j ^ ,'> -/ .'

^> o - AC l± 12

.J:^Ay?2/a}z^cAe. /oe^Tt^.

Tl . CXLYni.

Pi. CXLIX,

h:' j^^

Pi. CL

l:Juit/7zCa,7iayc/u> J::JL(?-eii!c7iJ'

p1. cj.ii.

foUo

^'6