1 ' , 1" • *> v * ■■■*- *" ^7 ' .^- Vj * I «<•«* ■% * . V* ff. . \i * ■' m? ^vw jp y<3? PRODROMUS FLORAE BATAVAE. YOLUMEN I. {Phanerogamae et Cryptogamae vasculares). Pars I. Dicotyledoneae — Thalamijlorae. EDITIO ALTERA. NIEU¥B LLJST DER Nederlandsche phanerogamen en vaatkryptogamen. EERSTE STUK. DICOTYLEDONEN - THALAMIFLOREN. UITGEGEVEN DOOR DE Nederlandsche Botanische Vereeniging. « — « ' NlJMEGEN, F. E. MACDONALD. 1901. AAN DE NAGEDACHTENIS VAN Dr. W. F. R. SURINGAR, HOOGLEERAAR TE LEIDEN, OPGEDRAGEN DOOR DE NEDERLANDSCHE BOTANISCHE YEREENIGING. VIII — bezittingen der Nedeiiandsche Botanische Vereeniging, ge- deeltelijk eene opgave van groeiplaatsen van planten uit cle herbaria van enkele personen, die hun eigendom tijdelijkter bewerking afstonden en eindelijk een kritische bewerking van de opgaven, verspreid in vroegere werken over inland- sche planten handelende en in het Nederlandsch Kruidkun- dig Archief. Dus weer een catalogus, een tweede voorlooper en geen Flora? zal men kunnen vragen. Het antwoord werd reeds gegeven in de 68e Vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging (zie Arch. 3. II. p. 52). Inderdaad was er tot voor kort weinig bekend van hetgeen in het herbarium onzer Vereeniging verborgen was. De grondslag van het Stamherbarium werd gevormd door hetgeen bij de oprichting der Vereeniging werd verzameld, welk materiaal door den toenmaligen Voorzitter Dk. R. B. van den Bosch met bewonderenswaardigen ijver en nauw- gezetheid werd bewerkt, waardoor reeds in 1850 het eerste deel van den Prodromus het licht zag. Sinds dien tijd is het Herbarium hoofdzakelijk door schenking, voor een klein deel door aankoop steeds in uitgebreidheid toegenomen, ter- wijl van die aanwinsten slechts gedeeltelijk kon melding ge- maakt worden in het Kruidkundig Archief, waar alleen de zeldzamere planten of nieuwe indigenen konden besproken worden. Zoo lagen er dus vele planten, meestal zooals de collectie was ingekomen, waarvan niemand het bestaan wist. Mijn eerste werk als Conservator is geweest deze collecties bijeen te voegen, maar ook de determinaties te toetsen; alzoo het materiaal niet alleen in te schikken maar ook te bewerken. Hieruit moest een nieuwe Prodromus geboren worden, die in handschrift voor mij persoonlijk voldoende zou zijn, maar die ook voor anderen nut zou kunnen heb- ben, wanneer ze in druk verscheen. Een voorwerk dus van een ware Flora, doch een werk dat in zyn geheel in een IX Flora niet thuis behoort. Bovendien aan een Flora schijnt mij niet zulk een groote behoefte te bestaan, daar het tegen- woordig niet aan handboeken, determinatietabellen en spe- ciaalflora's ontbreekt. Wat men wil weten is meestal of de plant reeds vroeger gevonden werd, waar en door wien en op deze vragen moet de Nederlandsche Botanische Vereeni- ging antwoord kunnen geven, omdat anders het herbarium dezer Vereeniging een dood kapitaal zou zijn. Dat zou niet de wensch zijn der schenkers, die ons hunne herbaria by leven of na overlijden hebben toevertrouwd. Onder deze wil ik herinneren aan G. Bisschop, R. Bondam, A. J. de Beuijn, M. J. Cop, L. H. Buse en H. D. Gildemeestee Buse, J. J. F. H. T. Meekus Dooenik, F. Dozy, B. van Geoningen, C. A. J. A. OUDEMANS, J. G. H. ROMBOUTS, J. H. SCHUUE- mans Stekhoven, H. Bouesse Wils en T. D. Veijdag Zijnen, personen die reeds aan de samenstelling van den vroegeren Prodromus meewerkten, aan de botanici, wier verzamelingen later in ons bezit kwamen zooals van R. B. van denBosch, H. Cayaux, A. A. Doenseiffen, H. W. Geoll, H. C. van Hall, J. v. Heijningen, F. Holkema, J. D. Kobus, C. M. van dee Sande Lacoste, W. F. R. Sueingae, B. H. Thomson, W. G. Top, J. E. van dee Teappen en J. Wttewaal en anderen, terwijl ook de thans nog levende leden, die ons steeds van hunne collecties mededeelden, zeker niet zullen wenschen, dat hun ingezonden materiaal slechts bewaard wordt zonder dat het ook meer algemeen nut zou stichten. En de laatste zijn vele, wier namen hierachter afzonderlijk vermeld zullen worden. Doch ook indirect werd het onderzoek naar onze in- landsche flora bevorderd. Dit geschiedde door de publicatie van een drietal werken, te weten: Neerlands Plantenschat of Landhuishoudkundige Flora door H. C. Hall in 1855, de Flora van Nederland door C. A. J. A. Oudemans in 1859 — 1862, met een tweede druk in 1872-1874, en eindelijk Su- VERKLARING DER AFKORTINGEN en Opgave van woonplaats, waardigheid of beroep, voor zoover bekend, van de verzamelaars der in het eerste en tweede stuk ge- noemde planten. N. Abel. = N. Abeleven. Apotheker, Nymegen. Th. Abel. = Th. H. A. J. Abeleven. Oud-Apotheker en Leeraar, Nijmegen. C. Abels. Leeraar Kweekschool voor Onderwijzers en On- derwijzeressen te Amsterdam. v. A. = N. van Aken. Apotheker, Breda. H. Albarda. = Mr. J. Herman Albarda. Rechter, Leeuwarden. v. Rijn van Alkemade. = J. van Rijn van Alkemade. Milit. Apotheker en leeraar aan 'sRyks kweekschool voor militaire geneeskundigen te Utrecht. Alpherts. = G. A. Alpherts. Geexamineerd Apotheker, later Med. et Art. Obst. Dr. te Wageningen. — XV Fl. Amst. = Flora Amstelodamensis. Bijeengebracht door M. D. , Romb. en Lac. *). K. A. = H. J. Kok Ankersmit. Oud-Industrieel, Botanicus te Apeldoorn. Anslijn. = N. Anslijn Nzn. Apotheker, Haarlem. Arkenhausen. Leiden. Asscher. = Dr. E. B. Asscher. G-eneesheer, Amsterdam. G. Backer. Eerst Student te Groningen, later Med. Doct. te Amsterdam. C. A. Backer. Onderwijzer, thans te Haarlem, vertrekt 1 Juni 1901 naar Batavia. N. Bakker. = N. J. A. Bakker. Particulier, Apeldoorn. Barger. = Geo Barger. B. Sc. King's College Universiteit, Cambridge. Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland. P. Beemsterboer. Hoofd der School te Huizen. C. A. G. Beinz. Tuinman, Nunspeet. J. v. B. = Dr. J. van Bemmelen. Vroeger Directeur H. B. S. Arnhem, thans Oud-Hoogleeraar Leiden. J. A. van den Berg. Hoofd der School te Benthuizen. Berghuis. = Samuel Berghuis. Amanuensis der Academie te Groningen. Bergsma. = Dr. C. A. Bergsma. Eerst Med. Student te Franeker, later Hoogleeraar Utrecht. J. B. Bernink. Onderwijzer Denekamp. H. J. Betz. Med. Stud. te Leiden, thans Geneesheer 's Gra- venhage. Beucker Andreae. = Mr. D. H. Beucker Andreae. Griffler bij de rechtbank van eersten aanleg enz. te Leeuwarden. *) Flora Amstelodamensis, byeengebracht door de Heeren Dr. C. M. van de Sande Lacoste, Dr. J. J. F. H. T. M e r k u s D o o r n i k en Dr. J. G. H. Rombouts. Het herbarium werd door den laatste ook mede namens zyne medewerkers in 1875 aan de Yereeniging ten ge- schenke aangeboden. De planten zyn het bewysmateriaal van de in 1852 uitgegeven Flora Amstelodamensis door J. G. H. R o m b o u t s en J. J. F. H. T. Merkus Doornik. XVI — F. J. Bevort. Hoofd der School te Berg en Dal. M. W. Beijerinck. = Dr. M. W. Beijerinck. Eerst leeraar te Warfum en Wageningen, thans Hoogleeraar te Delft. B. = Mr. A. de Beijer. Particulier, Ubbergen. G. B. = G. Bisschop. Apotheker, 's Gravenhage. Blaas. = J. Blaas. Bloemist te Middelburg, en als inzender vermeld in de eerste editie van den Prodromus, waar- mede echter bedoeld wordt W. Blaas, tuinman op Moesbosch onder Koudekerke. A. H. Blaauw. Gymnasiast, Elst bij Arnhem. J. F. Bleij. Ambtsvoogd op 't eiland Borkum. E. Bloembergen. Apotheker, Leeuwarden. J. M. de Boer. Apotheker, Bolsward. S. de Boer. R. de Boer en H. Kooi. Onderwijzers, Groningen. Boerl. = Dr. J. G. Boerlage. Eerst leeraar H. B. S. Dordrecht, daarna Conservator ?s Rijks Herbarium, naar Indie vertrokken als Adjunct-Directeur van 's Lands Plan- tentuin. M. Boks. Onbekend. J. Boldingh. H. B. S. Kampen. D. Bolten. Milit. Apotheker, thans te Delft. P. H. Bon. Oud-Apotheker en leeraar Amsterdam. R. B. = R. Bondam. Wijnhandelaar teKampen; laterteHar- derwijk en 's Gravenhage. S. Boot. Onderwijzer, Doorn. J. Borgman. Hoofd der School te Leens. v. d. B. = Dr. R. B. van den Bosch. Geneesheer, Goes. D. J. Bosch. Apotheker, Nijmegen. J. Botke en J. de Groot. Onderwijzer en Hoofd der School te Murmerwoude. C. Brakman. Eerst Onderwijzer West-Zeeuwsch Vlaande- ren, thans Leeraar Sneek. Brantsma. A. P. van den Briel. Med. Stud., Amsterdam. v. d. Brink. = J. van den Brink. Hortulanus, Utrecht. — XVII v. d. Broek. = C. van den Broek. Overleden als Med. Stud. te Leiden. Broers. = J. C. Broers. Hoogleeraar, Utrecht en G. Broers, overleden als Med. Stud. te Utrecht. (De initialen van Broers zijn in de eerste vellen van het eerste stuk nu en dan verward met C. A. Bergsma.) de Br. = A. J. de Bruijn. IA Kolonel Paardenarts, hetlaatst te *s Gravenhage. L. de Bruijn. Leeraar Normaallessen, den Helder. Bruinsma. = J. J. Bruinsma. Apotheker, Leeuwarden. L. Biichler. P. H. B u i s m a. Assistent Laboratorium Koloniaal Museum te Haarlem, thans Onderwijzer te Oude Tonge. E. A. van der Burg. Hoogleeraar Pharmac, Leiden. P. van der Burg. Med. Docts. Arts, thans te Utrecht. Buse. = H. D. Gildemeester Buse te Haarlem en Mr. L. H. Buse en Mevr. Buse-Koppiers te Renkum. Buijsman. = M. Buijsman. Klerk en eigenaar van den Hortus Plantarum Diaphoricarum te Middelburg. Butaye. = R. Butaye S. J. Eerst te Oudenbosch, thans Mis- sionaris te Kimuenza, Belgisch Congo. Mej. A. S. Bijl. Leerares Groningen en Mej. P. S. L. van Deinse, Leerares Groningen. Carmiggelt = Ch. Carmiggelt. IJker der Maten en Ge- wichten, eerst te Zwolle thans te Leeuwarden. J. W. ten Cate. Cayaux. = H. Cayaux. Militair Apotheker te Meppel, daarna Ned. Indie. La Chapelle. = Mej. H. P. La Chapelle. Particulier 's Gravenhage. H. Cieraad Jr. Onderwijzer, Utrecht. Claessen. H. L. Clumper. Maastricht. J. Cock. Coenen. = M. Coenen. Geexamineerd Apotheker, Nymegen. Coll. Nat. = Herbarium van het Studenten-Gezelschap Na- tura Dux Nobis et Auspex te Utrecht. XVIII — (De bezittingen van dit gezelschap, waarschijnlijk onder leiding van Prof. Harting opgericht, werden onder de leden verkocht; het herbarium werd eigen- dom van G. Molengraaff, die tevens de particuliere verzameling planten van de Heeren A. C. en W. A. Oudemans kocht. Deze collecties werden met de planten door Molengraaff zelf verzameld aan de Vereeniging ten geschenke aangeboden.) Mej. D. van Assendelft de Coningh. Particulier, Lei- derdorp. Cool. = W. Cool. Ingenieur. Cop. = Dr. M. J. Cop. Hoogleeraar, Deventer. v. d. Cop. = W. J. van de Cop. Milit. Apoth. le kl., Breda. D. J. Coster. = Dr. D. J. Coster. Geneesheer, Amsterdam. Costerus. = Dr. J. C. Costerus. Directeur H. B. S., Am- sterdam. Cramer. P. J. S. Cramer. Student, Delft. v. Dapperen. = J. W. van Dapperen te Haarlem, thans geemployeerde bij een suikeronderneming op Java. M. D a s s e n. = Dr. M. Dassen. Eerst stud. te Groningen, later Geneesheer Hoogeveen. Herb. Dav. Herbarium toebehoorende aan het voormalig Athenaeum te Deventer, is daarna overgegaan aan de H. B. S. te Deventer en verloren gegaan. v. Delden. = P. van Delden S.zn. Destree. = Mej. C. E Destree. Particulier, 's Gravenhage, thans te Brussel. H. C. Dibbits. = Dr. H. C. Dibbits. Geneesheer, Amsterdam. E. J. Diest Lorgion. Theol. Hoogleeraar, Groningen. v. Dissel. = J. v. Dissel. Beambte 'sKyks Herbarium te Leiden. M. D. = Dr. J. J. F. H. T. Merkus Doornik. Geneesheer Am- sterdam, thans Oosterbeek. D. S. = Dr. A. A. Dornseiffen. Geneesheer, Amsterdam. J. Dorst. = Dr. J. Dorst. Geneesheer, Zierikzee. Douw. = J. C. Douw. Geneesheer, Zaamslag. — XIX A. L. de Grient Dreux. Destyds Phil. Nat. Cand. te Fra- neker. Dz. = Dr. Med. et Phil. Nat. F. Dozy. Geneesheer, Leiden. Dubois. Dumortier. = B. C. Dumortier Rutteau. Lid van de Ka- mer der Gedeputeerden, te Doornik. v. Dijk. = C. M. van Dyk. Apotheker, Utrecht. J. H. Edelman. Hoofd eener School, Voorst. v. E. en v. Eeden. = F. W. van Eeden. Directeur Koloniaal Museum, Haarlem. E g e 1 i n g. E g g e r s. W. C. van Embden. Utrecht. v. d. Ende. = W. P. van den Ende. Destijds Med. Stud. te Utrecht. E. Engelberts. E n g e 1 s. Ensink. = J. Ensink A.J.zn. Particulier te Ruurlo, thans Uitgever te Doetinchem. Dr. F. Z. Ermerins. Geneesheer, Middelburg. Dr. v. Es. E. J. V. Evenhuis. Groningen. Everwijn. = Dr. J. Everwyn. Kweeker van medicinale planten te Noordwijk. Exc. = Planten verzameld op botanische excursien door Prof. Suringar en L. Vuyck met studenten der Uni- versiteit te Leiden. v. d. Feen. = G. B. C. van der Feen. Geneesheer te Mid- delburg. Fockema. Overleden als Phil. Nat. Stud. te Leiden. Forsten. = Dr. E. A. Forsten, van Middelburg. Eerst Stud. te Leiden, vertrok 1838 naar Indie. F o n t ij n. Franken. Franquinet. = J. L. Franquinet. Apotheker, Maastricht. Frederiks. = J. C. Frederiks. Kunstschilder, later Oeco- noom te Oostkapelle. XX — Garj. = Dr. A. J. M. Garjeanne, thans leeraar Amsterdam. Dr. C. de Gavere. Eerst Phil. Stud. te Groningen, later leeraar WMlem III te Batavia. G. Deijn., Gev. Deijn. = P. M. E. Gevers Deijnoot. Par- ticulier, Nijmegen. Giltay. = Dr. Ed. Giltay. Leeraar, Wageningen. W. Gleuns. = Dr. W. Gleuns. Leeraar, thans Meerenberg. Goemans. L. Goesker. Apotheker Amsterdam, vertrok 1899 naar Transvaal als leeraar Gymnas. te Pretoria. G. = Dr. J. W. Chr. Goethart, thans Conservator 'sRijks Herbarium, Leiden. • A. C. J. van Goor. Onderwijzer, Amsterdam. Gouka. = A. J. Gouka Jr. te Nijmegen, thans student te Delft. Greshoff. = Dr. M. Greshoff. Onder-directeur van het Koloniaal Museum, Haarlem. Groll. = H. W. Groll. Particulier, Haarlem. Groneman. = Dr. J. Groneman, Geneesheer Zutphen, na 1863 in Ned. Indie. v. Gron. = B. van Groningen. Particulier, Deventer. A. de Groot. Onderwijzer, Maasbommel. Dr. G. P. F. Groshans. Geneesheer, Rotterdam. de Grijs, waarschijnlrjk Chr. F. M. de Grijs, bevond zich 1857 te Amoij. Dr. J. N. van der Grijp. Geneesheer, Zierikzee. Bierens de Haan. = Dr. D. Bierens de Haan. Lid van het gezelschap P. N. S. *) te Amsterdam, later Hoog- leeraar in de Wislmnde te Leiden. *) Het Studentengezelschap „Philosophiae Naturali Sacrura" besloot in 1842 tot het byeenbrengen van een inlandsch herbarium. Volgens een daarby berustend document werd reeds terstond door het honoraire lid D. Bierens de Haan, eerst Phil. Nat. Stud. aan het Amsterdamsche Athenaeum, daarna aan de Leidsche Universiteit, en door de leden A. N. T e e n g s, Med. Stud., later aan de Utrechtsche Universiteit en P. Heybrock, Med. Stud. planten byeengebracht, van wie de laatste nog later talryke bydragun leverde, die met de inzendingen van de — XXI W. de Haan. Conservator Museum Nat. Hist. Leiden. (Zijn herbarium ging over in dat van Schuurmans Stekhoven.) R. E. de Haan. Directeur H. B. S., Winterswijk. v. Breda de Haan. = Dr. J. van Breda de Haan. Stud. te Leiden, in 1891 naar Indie vertrokken. de Haas. = E. J. M. de Haas S. J., thans leeraar R. C. Gym- nasium te Amsterdam. Halbertsma. = Dr. H. Halbertsma. Hoogleeraar Anatomie, Leiden. v. H. = Dr. H. C. van Hall. Med. Docter, Utrecht, later Hoogleeraar, Groningen. v. H. Jr. = Dr. H. van Hall. Conservator RijksHerbarium, later Leeraar te Middelburg. Hallegraaf. de W. H. = Dr. H. M. de Wit Hamer. Geneesheer, Delft. J. J. van der Harst J.J.zn., destijds hulp-Apotheker te De- venter. Harting. = Dr. P. Harting. GeneesheerteOudewater, later Hoogleeraar te Utrecht. J. P. Hartlief. Onderwijzer, Eelde. Hartmann. = A. W. Hartmann. Apotheker, Utrecht. Hartsen. = Jhr. F. A. Hartsen. Med. Dr., Utrecht. E. Heimans. Hoofd eener School, Amsterdam. H. Heinsius. = Dr. H. W. Heinsius. Leeraar, Amsterdam. Heinsius-Prikken. = Mevr. Dr. H. W. Heinsius. Am- sterdam. M. J. van Hell. Tabaksonderneming, Deli. W. F. van Hell Jr. Offlcier van Gezondheid 0. I. Leger. (t 1893.) Ant. Hersch. Leeraar te Helmond. J. van Hertum. Veearts der le klasse te Zierikzee. gebroeders I. L. T i 1 a n u s en J. W. R. T i 1 a n u s, destijds Med. Stud. aan het Athenaeum, de grondslagen vormden voor het herbarium der Vereeniging. Ik weet niet wat er van de Vereeniging geworden is, doch het herbarium, dat sinds dien tyd niet sterk vermeerderd schijnt te z\jn, kwam in ons bezit uit de nalatenschap van Dr. J. C. Coster. In deze revisie wordt die collectie aangeduid door de letters P. N. S~. XXII — Heukels. = H. Heukels. Leeraar Kweekschool voor Onder- wijzers en Onderwijzeressen te Amsterdam. v. Hennekeler. = Dr. H. C. van Hennekeler. Geneesheer, eerst Amsterdam, later Middelburg (in het Archief somtijds verkeerdelijk G. van Henneleker genoemd.) Heybrock. Lid van P. N. S. (zie p. xx) Amsterdam. (In het eerste stuk nu en dan verkeerdelijk Heybroek geschreven). v. Heijn. = J. van Heijningen. Apotheker, Meppel, later naar 0. I. vertrokken. Hinxt. = T. T. Hinxt. Oud-Apotheker, Leeuwarden. Hoek. = Dr. P. P. 0. Hoek. Rijks-Adviseur der Zeevis- scherijen, den Helder. Hoevenaars. = J. J. Hoevenaars S. J., thans Pastoor te Padang. Hoffm. = J. F. Hoffmann. Med. Dr. te Gouda, later Hoog- leeraar, Deventer. Hoffm. = J. C. Hoffmann. Hortulanus, Groningen. (Zie v. Hall. Fl. Belg. Sept. I. 2. p. 777.) Holk. = F. Holkema. Overleden als Phil. Nat. Docts te Groningen. J. E. Honcoop. Leerling H. B. S. 's Hertogenbosch, uit Vlijmen. L. V. Hoog. = Dr. L. V. Hoog. Geneesheer, Katwijk. A. Vos Houwink. = Dr. Albert Vos Houwink. Genees- heer, Meppel, (overl. 1863.) v. Hoven. = F. J. J. Slingsby van Hoven. Offlcier van Gezondheid, 's Hertogenbosch, later Dordrecht. A. G. E. Hoyer. Hoofd der School te Wehl brj Zevenaar. S. P. Huizinga. = Dr. S. P. Huizinga. Leeraar, Leeuwarden. D. Huizinga. = Dr. D. Huizinga. Hoogleeraar, Groningen. P. de Hullu. St. Laurens. Hulsebosch. = Q. L. M. van Ledden Hulsebosch. Apothe- ker, eerst Culemborg, later Amsterdam. Hunger. = Dr. F. W. T. Hunger. Stud. te Leiden, vertrok naar Ned. Indie. Huijsman. = J. C. Huijsman. Apotheker, Brielle. — XXIII J a c q u e s. Maastricht. F. Janssens. Kruisland, gem. Steenbergen. G-. H. Japikse. Bakker te Haarlem. B. J e 1 g e r s m a. = Dr. B. Jelgersma, thans geneesheer, Pur- merend. Jongmans. = W. J. Jongmans. Phil. Stud. te Leiden. Jorna. = J. Jorna S. J., thans Maastricht. Kakebeke. E. J. Kamphuis. Onderwijzer te Groningen. J. R. Katz. Phil. Stud., Amsterdam. K e i s e r. Kerb. = Dr. C. Kerbert Jacz. Geneesheer, Zaandijk. G. J. Kerbert. = Mej. G. J. Kerbert. Onderwijzeres Umuiden. P. Keijzer, eerst leeraar Wageningen, thans Apeldoorn. Kipp. = P. J. Kipp. Apotheker, Delft. Klobbie. = Dr. E. A. Klobbie, thans Leeraar H. B. S., Nij- megen. F. Knake. Onderwijzer, Amsterdam. S. C. Knappert. Oud-Apotheker, Schiedam. Knlitte]. = S. Kniittel. Driebergen, later Amsterdam, na 1873 in het buitenland. K. = J. D. Kobus. Deventer, thans Pasoeroean. J. van Koeveringen. C. J. Koning. Apotheker, Bussum. Dr. P. de Koning. Leeraar, Doetinchem. Dr. de Konnigh. F. J. L. Schroeder van der Kolk. Directeur der Vee- artsenijschool te Utrecht. Dr. J. L. C. Schroeder van der Kolk. Leeraar Deven- ter, thans Hoogleeraar Delft. J. Kops. = Jan Kops. Hoogleeraar te Utrecht. Kraamw. = Dr. P. J. Kraamwinkel. Geneesheer, Utrecht. Kraep. = C. F. Kraepelin. Apotheker, Zeist. M. Kramer. Voorschoten, destijds Med. Student te Leiden. Krecke. = Dr. F. W. C. Krecke. Directeur Meteorol. Insti- tut, Utrecht. Krecke. = Dr. F. W. Krecke. Utrecht. XXIV — J. Kroon. = Mej. Just. Kroon. Deventer. Mr. Krot. Was geen botanicus. H. M. M. v. d. Kroon. Onbekend. Dr. Kros. = Dr. S. P. Kros. Geneesheer, Zwolle. Kuhl. = Dr. Heinr. Kuhl. Geb. te Hanau, Stud. te Gronin- gen, vertrok 1820 naar Indie. J. Kuipers. Hoofd der School te Rottevalle. I. d. L. Onbekend. Lac. = Dr. C. M. van der Sande Lacoste. Geboren te Wer- kendam, later geneesheer Amsterdam. Lagaay. L. = D. Lako. Leeraar, Zwolle. S. Lako. Leeraar, Wageningen. W. M. Docters van Leeuwen. Phil. Stud. te Amster- dam. v. Lennep. = E. C. van Lennep. v. d. Ley. = S. B. van der Ley. H. van der Linden. Rotterdam. L i n d o. = Mej. Car. Lindo. Vroeger Conservatrice Kol. Museum Haarlem, thans particulier te Bennebroek. Longepee. Onbekend. v. d. Looy. = C. H. van der Looy. Med. Cand. te? (Zie v. Hall. I. 2. p. 787.) J. P. Lotsy. = Dr. J. P. Lotsy. Thans Ned. 0. Indie. v. Luyck. = P. van Luyck S. J. Thans Maastricht. P. v. d. Lyn. Onderwijzer, destijds Haarlem. Maaldrink. W. R. de Maarees van Swinderen. de Man. = J. G. de Man. Vroeger Conservator Mus. Nat. Hist. te Leiden, thans geneesheer te Ierseke. L. Marchand. (Membre de la Societe Linneenne de Paris). Utrecht. de Marree. = Dr. L. J.deMarree. Geneesheer, Middelburg. de Marres. Maastricht. Martens. J. van Melick. Onderwijzer, Schaesberg. C. van Merrebach. — XXV Miquel. = Dr. F. A. W. Miquel. Eerst Math. et Phil. Nat. Stud. te Groningen, later Hoogleeraar Utrecht en Direc- teur van 's Rijks Herbarium te Leiden. G. Molengraaff. = Dr. G. A. F. Molengraaff. Hoogleeraar Amsterdam, daarna Staats-Geoloog te Pretoria. Mb. = Dr. Med. et Phil. Nat. J. H. Molkenboer. Geneesheer, Leiden. Mulder. = Claas Mulder. Hoogleeraar Franeker, daarna Groningen. Mulder. = Dr. L. Mulder. Deventer. J. Mulders. J. Nyhoff S.zn. (zie v. Hall. I. 1. p. IX). Ogt. = Mej. A. Ogterop. Particulier te Middelburg. Okhuizen. Te Abcoude, H.B.S. Amsterdam, daarna techno- loog, thans onbekend. 0. = Dr. C. A. J. A. Oudemans. Eerst lector Clinische School Rotterdam, later Hoogleeraar Amsterdam, thans Arnhem. A. C. Oudemans Js.zn. Leeraar, Arnhem. W. A. Oudemans. Destrjds Pol. Stud., Delft. P. N. S. Studenten gezelschap Plilosophiae Naturali Sacrum. Zie hierover bl. xx. Pas. = D. Pas. Apotheker, Nymegen, later te Amsterdam. Borst Pauwels. = W. M. J. Borst Pauwels. Pharm. Docts Leiden. H. van de Pauwert. = Mej. H. v. d. Pauwert. Borne. A. A. L. Pelgrim. = Mej. A. A. L. Pelgrim. Leerares Kweekschool voor Onderwrjzers te Arnhem. Perin. = A. Perin. Beambte aan 'sRrjks Herbarium te Leiden. (Zie p. 179.) Petif. Piaget. = Dr. E. Piaget. Leeraar Rotterdam, thans Aux Bayards brj Neuf Chatel. Pierot. Leiden. Ploem. = Dr. S. C. Ploem. Geneesheer te Sindanglaia. Pompe van Meerdervoort. C. Popta. = Mej. Dr. C. L. Popta. Conservatrice Mus. Nat. Hist. te Leiden. XXVI — Post. = G. Post. Apotheker, Tiel. Posth. = Dr. L. Posthumus. Leeraar te Dordrecht. D. Posthumus. = Mej. D. Pothumus. Leerares te G-oes. J. A. W. Pot. C. J. Prince. v. R. Onbekend, Brielle? M. Rademaker. Raedt. A. Reclaire. Phil. Nat. Stud. uit Rotterdam. v. Rees. Reinwardt. = Dr. C. G-. C. Reinwardt. Hoogleeraar, Leiden. P. A. Richard. = Dr. P. A. Richard. Geneesheer, Am- sterdam. L. Rieter. Industrieel, Venlo. F. D. J. Risch. Rotterdam. C. Ritsema Czn. Conservator Mus. Nat. Hist. te Leiden. v. d. Roemer. = G. C. F. van de Roemer. H. A. van Roessel. Onderwyzer, Valkenswaard. Romb. = Dr. J. G. H. Rombouts. Geneesheer Amsterdam, later Groesbeek. P. J. van Roosendaal. Hoofd der School te IJzendijke. E. A. Rovers. Oud Raad van Indie, Valkenswaard. J. J. Le Roy. Directeur H. B. S., Deventer. v. Roijen. = David van Roijen. Hoogleeraar in de Kruid- kunde en directeur van den Leidschen Hortus 1754— 1786. Zijn vader Adriaan van Roijen bekleedde dezelfde ambfen van 1732-1754. M. S. Rust. = Mej. M. S. Rust. Engbergen bij Gendringen. Mej. v. d. Sande. Leerares 's Gravenhage. Sanders. = H. H. Sanders. Phil. Docts. Leeraar Enkhuizen, thans Kampen. v. d. Scheer. = C. J. van der Scheer. Apotheker te Coe- vorden. Schepman. = M. M. Schepman. Rentmeester te Rhoon. J. J. Schepp. Willige Langerak. Th. W. v. Schermbeek. Particulier, Breda. Schiettekatte, Hortulanus Clinische School te Middelburg. — XXVII Schipper. = W. W. Schipper. Leeraar, Winschoten. E. J. H. Scholten. Onderwijzer, Deventer. W. K. J. S c h o o r. = Dr. W. K. J. Schoor. Rustend Leeraar, Leiden. Schull. = Mr. P. S. Schull. Advocaat te Dordrecht. Schuringa. = Dr. P. Schuringa. Leeraar, Zierikzee. S. Schutte. W. H. ten Seldam. Onderwijzer, Amsterdam. P. A. Seret. Apothekersleerling, Nijmegen. Sillevoldt. = Dr. H. E. Th. van Sillevoldt. Assistent Pharm. Lab. te Leiden. H. Simons. J. Sirks. P. Sloots. Hoofd der School te Waalre. Smeets. = J. H. Smeets. Assistent 'sRijks Herbarium te Leiden. J. J. Smith Jr. Amsterdam, vertrok als ambtenaar aan 's Lands Plantentuin te Buitenzorg. Mevr. Smith-Nagel. Garderen. Mevr. Snellen. 's Gravenhage. v. Son. J. B. Spaan. Apothekersbediende te Nijmegen. Splitg. = Fr. L. Splitgerber. Kruidkundige, Amsterdam. Spree. = Dr. Thijs Spree. Geneesheer, Veenwouden. G. Staggemeijer. Leiden. Staring. = Dr. W. C. H. Staring. Directeur Geologische Collectie op het Paviljoen te Haarlem. Misschien zijn onder de aanwezige planten nog specimina verzameld door Mr. A. C. W. Staring van den Wildenborch. J. S. S. , S. S. = J. J. Schuurmans Stekhoven. Hortulanus, Leiden. Steenhuizen. = E. A. Steenhuizen. Apotheker, Edam. J. Stein S. J. Astronomiae Dr. Katwijk. Mevr. Steinbach. (R.) Amersfoort. A. E. Steeman. = E. Post Stheeman. Apotheker, Meppel. Stolz. = Th. Stolz. Gepens. 0. I. militair te Nykerk. Tj. Sterringa. Onderwijzer, Terschelling. XXVIII — Strat. = S. E. Acker Stratingh. Phil. Cand. te Groningen en G. A. Stratingh, Geneesheer, Groningen. Stuffken. Waarschijnlijk med. Stud., Leiden. F. J. Struykenkamp. Custos Botanisch Laboratorium, Leiden. B. F. Suerman. Hoogleeraar, Utrecht. S. = Dr. W. F. R. Suringar. Hoogleeraar, Leiden. Hugo S. = Hugo Suringar. Uitgever, Leeuwarden. V. Suringar. = Dr. J. Valckenier Suringar. Leeraar, Wa- geningen. J. Swart. Onderwijzer, Amsterdam. Teengs. = J. Teengs. Med. Stud., lid van P. N. S. (zie bl. xx) te Amsterdam. T h o m s o n. = B. H. Thomson. Dirigeerend offic. van Gezondh. le klasse bij de zeemacht, overleden te Nijmegen. (Het herb. Thomson werd door diens zoon le Luit. L. W. J. K. Thomson aan 's Rijks Herbarium afge- staan.) Thorbecke. Thijsse. = Jac. P. Thijsse. Hoofd eener School te Amster- dam. Tieke. (Geen botanicus.) Tilanus. = J. L. Tilanus en J. W. R. Tilanus. DestijdsMed. Studenten te Amsterdam, leden van P. N. S. (Zie bl. xx.) R. v. d. Tol. Onderwijzer Wyckel. des Tombe. = F. A. des Tombe. Gymnasiast, Leiden. T. = W. G. Top Jzn. Apotheker, Kampen. v. d. T. = Dr. J. E. van der Trappen. Geneesheer, Naaldwrjk. Dr. J. A. Tresling. Geneesheer, Zuid-Laren. v. Tuinen. = K. Bisschop van Tuinen. Leeraar, Zwolle. Tyhaar. J. Trjhaard. J. B. Tijm. Onderwijzer, Wyk aan Zee. Un. = (Unio.) Planten verzameld gedurende de excursien na afloop der Zomervergaderingen door leden der Ne- derl. Bot. Vereeniging. W. J. Vader. — XXIX v. d. Veen. = L. J. van der Veen. Apotheker, Zwolle. P. Verhoeven. Onderwijzer, Halsteren (N.Br.) Verkouteren. = Dr. Verkouteren. Geneesheer Geertrui- denberg. H. Verloren Jzn. = Mr. H. Verloren. Advocaat, Utrecht. v. S. V. = Dr. J. van Spijk Vermeulen. Geneesheer, Delft. M. J. de Verwer. = Mej. M. J. de Verwer. Schoorl. Vigelius. = Dr. W. Vigelius. Leeraar, 's Gravenhage. K. Canter Visscher. (Vermeld reeds in Bruinsma's Flora Frisica, overigens onbekend.) W. S. Visser. v. Vloten. = Dr. G. van Vloten. Adjutor Legati Warne- riani, Leiden. A. L. Vreeken. Hoofd der School te Rhenen. H. d. V. = Dr. Hugo de Vries. Hoogleeraar, Amsterdam. de Vriese. = Dr. H. W. de Vriese. Hoogleeraar Amster- dam, later te Leiden. V. = Dr. L. Vuyck. Leeraar, Leiden. H. de Waard. B. J. van Wagensveld. Hoofd der School te Rijswijk (Gld.). Wakker. = Dr. H. Wakker. Leeraar, 's Hertogenbosch. A. W. = A. Walraven. Geneesheer, Nieuw en St. Joostland. M. van Weele. Waarde. Th. Weevers. Assistent botanie, Amsterdam. W., Wenck. = Ed. Wenck. V. D. M. bij de broedergemeente Zeist, thans Bremen? W. K., W. en Kraep. = Wenck en Kraepelin. Zie aldaar. H. A. Westbroek en J. Slingerland. Stolwijk. P. G. Weijers, schrijrTout voor P. G. Wrjers. P. J. Willems moetzijnP. A. Willems. 's Hertogenbosch. B. W. = Dr. H. Boursse Wils. Geneesheer, Leiden. P. Backer de Wit. Apotheker, Enkhuizen. F. de Wit Pzn. Apotheker, Enkhuizen. Wouters. = Mej. J. C. Wouters. Groningen. Wtt. = Dr. J. Wttewaal. Particulier Voorst. C. D. Wtt. en enkele andere onleesbare initialen, waarschrjn- lijk Wttewaal. '<£/* ^*^ V<^ lujLIBRARY XXX — W ij e r s. = P. G-. W e ij e r s. L. F. v. d. Zweep. Wolvega. V. Z. = T. D. Vrftdag Zijnen. Apotheker, 's Gravenhage. Bij de samenstelling van bovenstaande lijst mocht ik de medewerking ondervinden van verschillende personen, dieik hierbij gaarne dank zeg voor de verleende hulp. Toch blijven er nog tal van namen over, waarvan mij geen bizonderheden bekend zijn. Mocht een der lezers mij omtrent deze nog kunnen voorlichten, dan zou hij mij ten zeerste verplichten en zeker wel zoo bereidwillig willen zrjn mij deze bizonderheden te willen mededeelen, opdat aan het eind van dit werk een aanvullingslijst zoude kunnen gepubliceerd worden. Phanerogamae— Angiospermae. Dicotyledoneae. Thalamiflorae. Ordo Ranunculaceae Juss. Tribus Clematideae D.C. Clematis L. 1. Cl. Vitalba L. In heggen, tusschen kreupelhout, soms verwilderd. t?- Juni—Juli. In Herb.: Wallen Deventer 1833, Wtt.; Zalker bosch 1845, T.; 1870, Hoek; Zalk *) 1846 en 1848 R.B.; — Terwolde 1876, K.; Zutphen, Bergsma;tus schen Doesburg en Dieren, Wijers; tusschen An delst en Wageningen 1850, Coenen; Duno, C. A Backer; Hunerschans bij Arnhem, Exc. 1897; Se venaar 1833, Wtt.; Nijmegen, B.; Uiterwaarden in de Ooi, Th. Abel.; Oosterhoutsche bosch 1850, Th. Abel.; Katwijk aan de Maas 1840, Lac; Heumen, G-. Deyn.; 1840, Lac; Batenburg, N. Abel.; Over- asselt, Un. 1853; — Plantsoen Utrecht, H. d. V.; Bunnik, G-. Deyn.; de Bilt, v. H.; — Zuid-Beveland, *) Van daar vermeld door Henricus Bruman: Index stirpium quae prope Zuollam in Transisalania nascuntur 1662, Cfr. Arch. 2. III. p. 370. 1 CLEMATIS. Dz.; Baarland 1834, v. d. B.; Sandenburg bij ter Veere 1834, v. d. B.; Middelburg 1879, L.; Hoek, A. W.; - Breda, v. A.; — tusschen Mook en Heumen 1841, v. d. T.; Mook 1857, Buse; Maastricht, v. Hoven; 1870, Groll; 1894, V.; Slavante, v. Hoven; Beek 1883, Boerl.; Valkenburg, H. d. V.; St. Pietersberg, G. Molengraaff; tusschen Simpelveld en Vaals 1899, G. en V. (Oosterbeek 1886, G. en H. in herb. Heinsius; — verwilderd in een heg te Krommenie 1868, P. H. B o n in herb. v. Tuinen; — Zandijk bij Veere 1885, L. in herb. pr.; — Wel Un. 1893, inherb. V. Suringar.) Bovendien : Twello, C o p in herb. D a v. (Arch. 1. III. p. 494); — Breesaap bij Velsen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 363); — Walcheren *) en Zeeuwsch Vlaanderen, v. d. B. (Tijdschrift VIII p. 5) en Walr. (Arch. 2. III. p. 110); Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 104); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); — Gennep, Lac. , (Arch. 2. V. p. 1); in de heggen van Zuid-Ne- derland vooral in de provincie Luik, Lejeune en Courtois, (Bijdragen II. p. 71); Hamert, Wansum, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 561); Gronsveld, Gulpen, Eysden, Sittard, CJn. 1861; tusschen Bunde en Valkenburg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 304); - Dubieusin Munti ng: Hortus et Universae Materiae Medicae Gazophyla- cium voor Groningen en omstreken (Arch. 2. III. p. 329, 364); evenals de opgaven van de Gorter: Overvloedig te Persingen bij Nijmegen, Bronkhorst in 't Graafschap Zutphen, aan den Useldijk by Ter- wolde en in de Herkeloerwaard in Overijsel. /?. crenata Jord. In Herb.: Zalk, R. B.; - Zeddam, Wtt.; Lo- *) Voor Middelburg reeds door Pelletier vermeld in: Plantarum sy^ nonymia 1610. p. 111. Cfr. Arch. 2. II. p. 357. CLEMATIS. 3 bith, V. Z. ; - Zuid-Beveland, D z. ; Hoek, A. W. ; - Voet van den St. Pietersberg, de Br. y. fol. basi ovatis Koch. In Herb. : Boxmeer, de Br.; — Slavante, de Marree; Schaesbergh, Exc. 1889; Maastricht 1882, Posth. [Aanm.: In de Verhandeling over de Ranunculaceen der Nederlandsche Flora van Lejeune en Courtois (Bydra- gen II. (1827) p. 71) wordt omtrent deze varieteit gemeld : Deze verscheidenheid schynt aan de kalkachtige gronden van de provincie Luik eigen te zyn.] 2. Cl. Flammula L. Op rotsachtige en schaduwrijke plaatsen; plant uit het kustgebied van Oosten- rijk en Istrie, dikwijls gekweekt. ~b. Juni—Juli. In Herb. : Weg naar Zandvoort 1851, S.; Aarden- hout 1866, H. de V. •) 3. Cl. recta L. In dorre weiden, op ruwe onbebouwde plaatsen. %.. Juni—Juli. In Herb. : de Bilt bij Utrecht, v. H.; ex horto acad., B e r g s m a. [A a n m. : De plant van Maastricht, door N jjj s opgegeven schynt twyfelaehtig. (Zie Comp. Fl. Belg. II. p. 212. Bydragen II. p. 72.)] 4. Cl. Viticella L. Tusschen struiken en in heggen. Plant van de Oostenrijksche kuststreek, vaak als sierplant gekweekt. %.. Juni—Juli. In Herb. : Aan de Maas bij Boxmeer, de Br. [Aanm. : In Arch. 1. I. p. 216 vermeldt van Hoven om- trent deze plant: „Alhoewel deze in meer zuidelyke streken van Europa thuis behoort, vond ik ze echter in het wild in menigte tusschen heggen en hout in de omstreken van Maas- tricht." Waarschijnlijk heeft hy steeds Cl. Vitalba gevon- den, die hy echter niet vermeldt in zjjn overzicht van de Flora van Maastricht (zie Dumortier Prodr. Fl. Belg. p. 126 en Tydschrift VIII. p. 238 noot.)] *) Vermeld in Arch. 2. 1. p. 132 en 150 als Cl. Vitalba /?, onder welken naam de plant ook in het herbarium voorkwam. THALICTRUM. Tribus Anemoneae D.G. Thalictrum L. Th. foetidum L., in de Fl. Belgii Sept. II. p. 415 reeds met een vraagteeken aangevoerd, als groei- ende volgens de Gorter achter het Joden kerk- hof bij 's Gravenhage, S c h w e n k en volgens P. S. Schull bij Dordrecht en bij Schijndel, is zeker niet inlandsch zooals later in Kruidk. Archief, (1. I. p. 389) door v. d. Bosch werd aangetoond. Zelfs een verwarring met Th. minus £. glan- dulosum is niet te veronderstellen. Th. pubescens L. en Th. collinum Wallr. door de Bruijn in 1847 ingezonden (zie Arch. 1. I. p. 418) zijn vor- men van Th. minus dunense. 5. Th. minus L. a. dunense. Op droge grasgronden ; in de duinen. %.. Mei—Juni. In Herb.: Araeland 1869, Holk.; Nes op Ame- ]and 1896, V. ; Schiermonnikoog 1867, E. J. D i e s t Lorgion; 1867, Holk.; Hinxt; 1897, V.; - Zutphen in de vestingwerken, de Br.; tusschenArn- hem en de Tolkamer 1837, V. Z.; •) Lobith 1837, V. Z.; Nijmegen, B. ; — tusschen Zomerzorg en Brede- rode 1836, Buse; Bloemendaal 1847, B. W.; Over- veen 1829, v. d. B.; Dz.; - Noordwijk, Exc. 1891; Wassenaar 1895, V.; den Haag, Perin; Loosduinen 1845, 1859, d e B r. ; tusschen Monster en Loosdui- nen 1847, v.d.T.; 1886, Destree; Un. 1851: Hoek van Holland 1895, V.; - Walcheren 1840, v. d. B. *¥); Domburg 1876, Groll; tusschen Domburg •) Zie Tpschrift VIII. p. 239, waar zy als grootbladige varieteit met /?. dumosum onder Th. minus wordt aangevoerd. **) Vermeld door v. d. B o s c h, in Tydschrift VIII. p. 5 als T h. m i n u s e, dumosum Koch. THALICTRUM. 5 en Oost-Kapelle 1877,0.; Vlissingen 1845, v. d. Cop.; 1880, Buysman; Koudekerke 1863, A. W. (Rottum 1896, Schipper in herb. pr.; — Ter Heyde 1896, V. Suringar in herb. pr.; — West- Kapelle 1882, K. A. in herb. pr.; — Zoutelande (Walch.) 1892, Ogterop in herb. pr.; — Vlissingen 1899, H e i n s i u s in herb. pi\). Bovendien: Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 363); Schier- monnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p.230en254); Rot- tum 1896, Schipper (Arch. 3. I. p. 213); - Bij de Punt, achter Haren, K e n t, (Arch. 2. III. p. 329); — Hardenberg 1854, D r. K r o s, (waarschijnlijk T h. f 1 e x u o s u m) (Arch. 1. III. p. 476); — Schouwen, A. W. (Arch. 2. III. p. 110). [Aanm. By de oudere schry vers vinden wij gewag gemaakt van deze plant by D o d o e n s : „De stirpium Historia Commen- tarorum Imaginis 1553" p. 133 als Latinis Hypecoum nonnullis Hypophacon. Officinis incognitum. Apud Zelandos nascitur sua sponte. (Arch. 2. II. p. 282). By Pelletier 1. c. p. 374 en voorts, by M u n t i n g in den omtrek van G-roningen (vermoede- ljjk T h. flexuosum). De by de Gorter opgegeven groei- plaatsen zjjn allen onder Th. flexuosum terug te vinden.] ^. flexuosum Bernh. Op gelijke plaatsen als de vorige, doch meer op diluviale gronden. %. Juni—Juli. In Herb.: Dijk bij Zalk 1846, R. B.; 1849, T.; De- venter 1843, de Vriese; wallen Deventer 1876, K.; Wilpsche dijk bij Deventer 1833, Wtt.; 1840, Hal- b e r t s m a; 1843, B. W.; 1847, C o p*); de Worp by Deventer 1844, v. d. Cop; Epserheuvel 1897, V.; Olst 1898, L.; - IJsel bjj Zutphen 1833, Wtt.; 1863, de Br. ; de Marsch bij Zutphen, v. d. Broek; Ton- deren 1881, K. A. ; Ooische waard, Weurt enz., N. en Th. Abel.; Oosterhoutsche bosch by Nijmegen 1850, Th. Abel.; Spoel bij Culemborg 1835, D S.; 1842, v. d. T.; Lek tusschen Vianen en Culemborg *). *) Beide groeiplaatsen vermeld in het verslag van Dr. v. d. B o s c h in de vergadering van 1848, waar zy onder de nieuwe indigenen werden opgenomen (Arch. 1. II. p. 97.). THALICTRUM. Heerenwaarden in een bosch (unica), v. H o v. — Lek bij Vreeswijk 1833, de Br.; Wijk bij Duurstede, W. E.; — Bloemendaal 1836, D z. en Mb.; Buse; tusschen Zomerzorg en Velserend, Kerb. ; tusschen Vianen en Everdingen 1840, deBr.; 1841, v. d. T.; — Klopperwaard bij Werkendam 1837, L a c. (Bennekomsche meent 1899, V. Suringar in herb. pr. ; Zomerkade bij Schalkwijk; tusschen Beu- sichemsche veer en Schalkwijksche wetering, C. A. B a c k e r in herb. H e u k e 1 s.) Bovendien: Hardenberg 1854, D r. Kros (Arch. 1. III. p. 476.) y. sylvaticum Koch. Op boschrijken zandgrond. %■. Juni—Juli. In Herb. : Tonderen 1878, K. A.; — Zandpoort 1868, 0.; Velserend en Bloemendaal 1858, en Bloe- mendaal 1861 en 1864, F. A. Hartsen *); J. S. S.; Overveen 1833, J.S.S.; Haarlem 1871, Groll; - Wassenaar 1846, M b. en 0. (Meerenberg bij Haarlem 1871, Groll inherb. Ogt.) 6. Th. ilavum L. Op moerassige plaatsen, aan water- kanten, op veenachtigen bodem. 2J.. Juni—Juli. In Herb. : Dokkum 1865, H. d. V. ; Hardegarijp 1865, H. de V.; - Waterhuizen 1865, H. d. V.; Gro- ningen, v.H.; 1841, Spree; 1865, H. d. V.; — Koe- vordenl848, v. d. Scheer; (M.) 1859, Lac. en S.;**) *) Als nieuwe indigena door Dr. v. d. Bosch vermeld in het verslag van 1861 (Arch. 1. V*. p. 238). Vruchtexemplaren werden in 1864 inge- zonden en op de Zomervergadering van dat jaar door den toenmaligen conservator Prof. Suringar besproken (Arch. 1. V*. p. 418). In datjaar vertrok Hartsen naar het buitenland. Volgens de eerste aanhaling werd de plant gevonden te Velserend (Arch. 2. II. p. 196. nieuwe indi- genen). De door v. d. Bosch in zijne Enumeratio (Tydschrift VIII. p. 5) genoemde groeiplaatsen Bloemendaal en Dorenwerd hebben waarschijn- lijk betrekking op T h. f 1 a v u m en T h. m i n u s d u n e n s e, ofschoon Th. syl vati cum toen reeds van daar bekend was door Schuur- mans Stekhoven. **) De onder den naam van Thalictrum Morisonii in het stam- herbarium gevonden planten, zjjn aangeduid met (M) vdor de groeiplaats. THALICTRUM. 7 Meppel v. Heijn. ; — Kampen 1848, R. B. ; T.; Giet- hoorn 1865, H. d. V.; Zwolle 1865, H. d. V.; Teugebij Twello 1890, K.A.; Vilsteren 1865, H. d.V.; Diepen- veen, Un. 189 7; - Zutphen 1823, Wtt.; Voorst, F o c k e m a; Vorden 1879, G r o 1 1; Vordensche beek 1861, Groll; Ruurlo 1881, L.; Apeldoorn 1854, K. A.; Harderwijk 1864, R. B.; Edensche veen 1894, V.; Dorenwerd 1829, v. d. B.; Wageningen, Bergsma; Oosterhoutsche bosch bij Nijmegen 1850, en Ooische waard, T h. A b e 1. ; (M.) Hatertsche broek, N. en T h. A b e 1. ; (M.) Heumen. U n. 18 5 3; - Eems bij Amersfoort 1891, Garj.; Breukelen 1892, V.; Baam- brugge, v. d. T. ; Westbroek, v. d. T.; Achttienhoven 1863, Coll. natura; 1831, de Br.; 1842, W. en K.; Vecht 1853, Dr. Kros; (M.) Loosdrecht, M. D.; Vecht bij Nieuwersluis, Exc. 1884; Grebbe, Fockema; — Legmeerpolder 1886, Uithoorn 1872, en Muiderberg 1870, BoerL; tusschen Muiden en Naarden, E x c. 18 8 2; Westervoort 1842, T i 1 a n u s; (M.) Amster- dam 1843, 0. ; 1855, L a c. ; Sloterweg bij Amsterdam, Fl. Amst.; Halfweg 1835, Mb.; Sparendam 1875, B o e r 1.; Fuikvaart bij de Lie 1836, B u s e; Haarlem 1833, 1865, H. d. V.; Elswout 1892, v. E., (forma um- brosa) ; Haarlem 1843, B u s e ; Ringdijk 1838, R o m b. ; Zaandijk 1835, Mb.; Zaan en Koog aan de Zaan 1851, K e r b. ; Tolweg en elders bij Enkhuizen 1896, S a n- d e r s ; - Leimuiden 1840, B. W. ; 1893, V. ; (M.) Leiden, Dz.; Perin; 1862, H. d. V.; Zoeterwoude 1865, Kat- wijk 1865, H. d. V.; Spoorbaan achter Noortheij 1894, V. ; Groot Berkheij 1897, V.; Haagsche bosch, V. Z.; 1864, H. d.V.; G.B.; 1895, Barger; denHaagl863, H. d. V.; Eikenduinen 1865, H. d. V.; duin by den Haag, V. Z.; Rijswijk 1865, H. d. V.; Delft 1865, H. d. V.; Hoek van Holland 1866, H. d. V.; 1894, Destree; Feijenoord 1870, 0.; Dordrecht 1880, Posth.; 1884, V.; Sliedrecht 1882, C.v. d. Broek; 1895, Posth. ; Brielle, v. R.; Lekdijk bij Vianen 8 THALICTEUM. 1829, Wtt.; - Walcheren 1839, v. d. B.; dirinval- leien Walcheren 1840, v. d. B. , Oranjezon 1840, v. d. B.; Renesse 1844, v. d. B.; Sas van Gent 1855, A. W.; - Moerdyk 1856, de Br.; Werkendam, 1836, Lac; 1897, V.; Breda, v. A.; 1864, H. d.V.; Ginneken 1896, V.; Oisterwyk 1894, Ogterop; Neer-Andel 1888, V.; Bossche dijk, v. Hov.; (M.) Vucht,Thom- s o n ; Boxmeer, U n. 1853; — Maastricht, U n. 1861; v. Hov.; 1870, Groll; 1886, V.; Gronsveld, U n. 1861; 1894, Lindo; Koebroek bij Heugen 1894, V. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Rotte- valle, J. Kuipers in herb. Heukels; Oldeboorn 1863, Holk. en 1867 v. T u in e n; Bergum 1869, v. Tuinen in herb. pr.; — tusschen Scharmen en Slochteren 1865, H o 1 k. in herb. v. T u i n e n; Onst- wedde 1898, Schipper in herb. pr. ; — Paterwolde, mej. A. S. Byl en P. S. L. v. D ei n s e in herb. H e u k e 1 s; — IJsel Deventer 1892, V. S u r i n g a r in herb. pr.; Bogelskamp bij Denekamp, J. B. B e r- n i n k in herb. H e u k e 1 s; — Teuge bij Twello 1890, K. A. in herb. pr. ; Vierweg Culemborg, A 1 p h e r t s in herb. pr. ; Rijswijk, B. J. van Wagensveld in herb. H e u k e 1 s; — Diemen 1886, J. J. S m i t h in herb. Costerus; Diemerbrug 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Zanderijvaart bij Overveen 1892 en 1900, C. A. B a c k e r in herb. pr. ; Watergraafs- meer 1882, Heinsius in herb. pr.; — Halfwegby Leiden 1892, V. Suringar in herb. pr.; Schipluiden 1875, L. inherb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; tusschen Delftshaven en Overschie, F. D. J. Risch; — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; 's Hertogenbosch 1871, Costerus in herb. pr.; 1897, Heinsius in herb. pr.) Bovendien : (M.) Giekerk en Leeuwarden, S. (Arch. 1. V. p. 39); Terissert, U n. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Giethoorn, U n. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 344); THALICTRUM. 9 Hardenberg 1854, D r. Kros (Arch. 1. III. p. 476); - Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 104); - Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. VI. p. 104.) Voorts vinden wij volgens de onderzoekingen van Prof. Oudemans van deze plant gewag gemaakt bij de oudere schrijvers o. a. bij P e 1 1 e t i e r 1. c. p. 374, Knijf (1621) p. 26 voor het Gooiland, Vors- t i u s (1633) Leiden ; M u n t i n g (1646) voor Gronin- gen en B r u m a n (1662) voor Zwolle De Gorter geeft nog op Tietjerk, Eghteld, Wijk bij Duurstede, Diemen-Abcoude. [Aanm.: Omtrent Thalictrum flavum en Th. Mo- risonii heeft sinds zeer langen tyd verwarring geheerscht, omdat beide geen verschillende soorten zyn, doch meer of minder uiteenwykende vormen derzelfde soort. Men vergelyke L e c o y e r. Ofschoon Dr. van den Bosch reeds in 1848 by zyne be- werking van den Prodromus de moeielykheden der Synonymie van de Linnaeaansche soort Th. flavum uiteenzet (Arch. 1. II. p. 57), neemt hy in datzelfde verslag (1. c. p. 97) Th. Mo- r i s o n i i als nieuwe indigena op, gevonden in het Haagsche bosch door Vrydag Zynen, en by Millingen Hoffm. in Herb. Dav., terwijl hiertoe ook gebracht werd de af beelding in de Flora Batava (Dl. V. No. 323). Men vindt dit alles even- eens terug in den Prodromus Ed. 1. p. 3. De plant werd het eerst voor het stamherbarium ingezameld op de excursie der leden in 1853 te Heumen en te Boxmeer, (Arch. 1. III. p. 440 en 442) en dan ook opgenomen in het eerste supplement tot den Prodromus Florae Batavae Vol. 1. (Arch. 1. III. p. 494).] 7. Th. aquilegifolium L. Op hooge weiden en bosschen in bergstreken ; plant in zuidelijk Europa in- heemsch, bij ons als tuinplant gekweekt. 2J.. Mei—Juni. In Herb. : Nijmegen, B. [A a n m. : Deze plant kwam voor onder den naam van T h. flavum. Daar de Beyer slechts in hoogst enkele gevallen een nadere groeiplaats aangeeft, is het niet zeker, waar en onder welke omstandigheden hy deze plant gevonden heeft. Daar hy haar echter onder den naam Th. flavum opgeeft en er dus niets bizonders aan opgemerkt schynt te hebben, ligt het 10 ANEMONE. vermoeden voor de hand dat hij haar ergens in het wild heeft aangetroffen. Daar Th. aquilegifoliumin tuinen gekweekt wordt, zullen wy hier te doen hehben met een vluchteling, die niet tot onze eigenHjke fiora behoort, doch vermeld dient te worden evenals zoovele andere in ons land verdwaalde planten.] Anemone L. 8. A. Pulsatilla L. Op opene, zonnige plaatsen op zand- en heidegronden. %.. April In Herb. : Deventer, R. B.; T.; Bergsma; Cop Veerhuis bij Deventer 1848, *) en Platvoet bij Deven ter 1849, C o p ; - Zutphen 1834, Wtt.; Forsten T h o m s o n; Bronsbergen bij Zutphen, B u s e; 1872 Lagaaij; 1874, J. J. v. d. Harst; 1876, Groll Groneman 1877, K. (bijna uitgeroeid in sched. ms.) 1882, v. d. Broek; Paaschheuvel bij Terborg, Foc kema; Paaschheuvel bij Doetinchem, C. van Mer rebach; Nijmegen, Abel. en Pas; — Zeist. [Aanm.: De opgave bij de Gorter: Bronsbergen werd het eerst bevestigd door van den Ende (v. Hall. Fl. Sept. I. p. 414), daarna werd zij herhaaldelyk op die plaats verzameld. Zy zal oorspronkelijk wel als sierplant zyn aangekweekt, in *) Het etiquet van den Heer Cop vermeldt het volgende: „in zeer groote menigte op hooge gronden tusschen den IJssel en den straatweg buitendijks, nabij het veerhuis bij Deventer. De landen worden 's win- ters veeltijds overstroomd en bieden (van de lagere tot de hoogere plaatsen) een overgang aan van weide tot heidegrond met Sarotham- nus Scoparius enz. ; naar dat verschil van grond schynen ook de planten eenigszins te verschillen; de grootste en sterkste exemplaren met grooter bloem worden op de eenigszins lagere plaatsen gevonden, de kleinere naar de hoogte aan den zoom van akkermaals bosch. 5 April 1848." In een brief van den Heer J. J. van der Harst J.J.z., destyds hulpapotheker te Deventer, aan Prof. 0 u d e m a n s, d°. 8 Mei 1874, komt het volgende voor: „De Bronsberg wordt steeds meer en meer bebouwd ; enkele plekjes zyn nog zanderig en herinneren aan wat men fcjj ons een berg noemt; men moet goed zoeken om ze machtig te worden." Hierbij sluiten zich de woorden van den Heer J. D. K o b u s aan, die de plant na 3 jaar byna uitgeroeid vond. ANEMONE. 11 welke hoedanigheid Pelletier haar dan ook voor Zeeland opgeeft. (Arch. 2. II. p. 357.)] 9. A. nemorosa L. In bosschen en op beschaduwde plaatsen. %.. April—Mei. In Herb. : Haren bij Groningen, v. H.; Spree; 1856, Strat; - Paterwolde 1827, v. H.; Meppel, v. Heyn.; — Heemsterbosch 1868, v. d. Scheer; Almelo 1893, Carmiggelt; Ootmarsum 1891, L.; Platvoet bij Deventer 1846, T.; Brinkgreve bij De- venter, R o m b. ; Diepenveen 1876, K. ; in het bosch bij Wyhe 1875, v. Tuinen; Wyhe 1886, L.;¥) - Zutphen 1834, Wtt; 1882, C. v. d. Broek; Twello 1846, T.; Winterswijk, R. E. de Haan; Doetinchem, Cop; Monferland 1845, Cop; Apeldoorn 1872, (1853 in herb.), K. A.; 's Heerenloo bij Harderwijk 1864, R. B.; Renkum, Buse; Nijmegen, B. ; N. en Th. Abel.; Ubbergen, Thomson; 1882, G. Molengraaff; — Maarsbergen, v. H.; Zeist, Kraep.; v. d. T.; Drie- bergen, v. d. T.; Amersfoort 1836; Leusbroek, G a r j.; Vleuten 1835, D.S.; - Haarlemmerhout, Kerb.; 1837, Buse; 1862, H. d. V. (sedert verdwenen); Haarlem 1840, R o m b. ; 1880, G r o 1 1 ; Rozenhage bij Haarlem 1892, v. Eeden; Bloemendaal, G. H. Japikse; 1876 en 1879, G r o 1 1 ; Bloemendaalsche bosch 1840, B u s e ; 1872, B o e r 1. ; - Sassenheim 1863, S. ; War- mond, P e r i n; Warmonderhek 1900, J o n g m a n s; Abspoel bij Leiden 1840, M b. ; Duifhuislaan bij Leiden, M b. ; 1835, K e r b. ; G. D e ij n. ; P e r i n ; Poelgeest 1843, 0.; Oegstgeest 1896, Jongmans; Cronestein 1843, H. d. V.; Valkenburg 1866, H. d. V.; Haagsche bosch 1833, Wtt.; Forsten; V. Z.; Kerb.; Dz.; 1840, B. W.; 1870, en 1875, Groll; Exc. 1883; *) Waarschijnlyk wordt ook dezelfde groeiplaats bedoeld bjj Brunian, Index Stirpium q_uae prope Zuollam in Transisalania nascuntur. Zuol- lae 1662. p. 19 (Arch. 2. III. p. 370). Volgens Arch. 2. V. p. 405 wordt zjj gevonden in de bosschen van „de G-elder" te Wyhe. 12 ANEMONE. Destree; - Ulvenhout, v. A. ; 1896, V.; Liesbosch, v. A.; Hilvarenbeek 1866, Knuttel; — Slavante, St. Pietersberg, v. H o v. ; zeer algemeen in geheel Zuid-Limburg 1897, V. f 1 o r. p 1 e n i s : In Herb. : Haren, v. H.; - Ab- spoel bij Leiden 1840, Mb.; en gekweekt bij den opzichter van het huis ten Bosch, afkomstig van planten gevonden onder Voorburg 1897, V.; tevens afgebeeld in de Flora Batava XVI. Pl. 1271. *) (Op een boerenheem te Akkerwoude, J. B o t k e en J. de Groot; — tusschen Eelde en Peize, Pa- terwolde, J. P. Har 1 1 i ef; - Hertmen bij Borne, H. v. d. Pauwert; Usselo, E. J. H. Scholten, alle in herb. Heukels; - (fl. purp.) Vaassen 1872, K. A. in herb. pr.; tusschen Nijkerk en Huinen 1895, C. A. Backer inherb. pr.; Doornwerdsche bosschen 1875 en 1878, Schipper in herb. pr. ; Wageningen 1882, W. F. v a n H e 1 1 J r. in herb. H e i n s i u s ; Gendringen, M. S. R u s t, — Broekhuizen bij Doorn, S. Bo ot; — Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; Park Merwestein te Dordrecht 1898, P o s t h. in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; Spoordijk Bergen op Zoom — Wouw, P. J. Verhoe- ven; Aalst, Gestel en Veldhoven, P. Sloots alle in herb. H e u k e 1 s). Bovendien: Hierden 1864, R. B. (Arch. 1. V. p. 423); Twikkelerbosch, U n. 18 70 (Arch. 2. I. p. 198); - Terborg, U n. 188 5 (Arch. 2. IV. p. 402); Boschje achter Willinkhof bij Winterswijk, U n. 18 59 (Arch. 1. V. p. 199 en 218); - Walcheren 1845, Blaas (hortulanus medioburgensis) [Trjdschrift XII. p. 9.] waarschrjnlijk Koudekerke, de groeiplaats die ookin *) Eenige exemplaren met vergroende kelkbladen werden gevonden in 1867 door de Heeren Suringar en Th. Abeleven te Poelgeest naby Leiden. Men vindt een nadere beschryving hierover in Arch. II. 1. p. 16. ANEMONE. 13 den Prodromus Ed. I. p. 3. is opgenomen. Zie ook P e 1 1 e t i e r 1. c. p. 34. - Oudenbosch 1885-87, B u- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 532); — Valken- burg, H. d. V. (Arch. 2. 1 p. 132; Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 304; Plasmolen, Abel. ; Lac; tus- schen Beek en Elsloo, K. en G. (Arch. 2. V. p. 2); Bij oudere schryvers vinden wy gewag gemaakt be- hal ve bij P e 1 1 e t i e r en B r u m a n, bij V o r s t i u s voor Leiden en bij M u n t i n g voor Groningen. Bij de G-orter en v. Hall komen slechts bekende groeiplaatsen voor. 10. A. ranu.nculoid.es L. In bosschen en op bescha- duwde plaatsen, zeldzamer dan de vorige. 2J.. Mei. In Herb. : Franeker 1839 en 1840, Spree; Philoso- phenpad aldaar 1863, J. M. d e B o e r, (in zeer wei- nige exemplaren); Leeuwarden 1850, S.; Matenastate te Cornjum 1860, J. M. de Boer; — Groningen, W. S. Visser; 1831, M i q u e 1 ; Helpen bij Gro- ningen, v. H.; Op de plaats van Jantje Bazuin bij Helpman, Strat.; *) — Staphorsterbosch, v. Heijn.; — Aardenhout ") 1831, Buse; v. d. T.; 1885, V.; Over- veen naar 'tklaphek 1859, Hartsen; Munterslaan en Haarlemmerhout 1862 (in 1863 verdwenen), H. d. V.; Oosterduin bij Aardenhout 1838. Buse; — Lei- den 1833, Wtt.; B. W.; Jaagpad bij Leiderdorp 1835, Mb., 1844, de Br.; 1888, V. (sinds aldaar ver- dwenen); Duifhuislaan 1843, 0.; Forsten; J. S. S.; Broers; 1855, v. H.. Jr.; Leidsche hortus 1873, B o e r 1. ; Valkenburg 1833, W 1 1. ; Haagsche bosch, V. Z.; 1851, S.; 1896, Barger; Exc. 189 7; Huis *) Schynt daar tegenwoordig nog voor te komen, volgens exemplaren in herb. Heukels verzameld door R. de Boer en H. Kooi te G-roningen. **) Reeds door de G-orter van daar opgegeven, die ook de Friesche groeiplaatsen Franeker, Oranjewoud, en klein Katlyk citeert. Van Hall noemt nog Zoeterwoude ("waarschynlyk de groeiplaats by Leiderdorp) en Leeuwarden, Beucker Andreae. Van de oudere schryvers vonden wij opgaven by Pelletier en Munting (G-roningen). 14 ANEMONE. ten Bosch 1879, K. A.; Exc. 189 7; Voorburg, de B r. ; Delfts-schouw 1831, v. S o n ; — Walcheren 1838, v. d. B.; Moesbosch op Walcheren 1882, P. Keyzer; Nadorst bij Middelburg 1895, 0 g t e r o p; Koudekerke 1877, L.; achter het pad van Nieuwenho- ven (bij Goes?), v. d. B.; — Bois de la Meuse pres de Maestricht (handteekening onleesbaar); Geulle 1900, V. (Kerkhof te Rinsumageest, J. B o t k e enJ.de Groot in herb. Heukels; — Varenkamp 1864, H o 1 k. in herb. v. Tuinen; Midwolderbosch 1887, Schipper in herb. pr. ; Noorderplantsoen te Gro- ningen, E. J. V. Evenhuis in herb. Heukels; — Zeer veel op Hartelust bij Bloemendaal 1900, C. A. Backer in herb. pr.; — Duifhuislaan 1892, V. S u- ringar in herb. pr.). Bovendien : Gronsveld, L e J e u n e, Flora de Spa. 11. A. Apennina L. Plant uit zuidelijk Europa, in tuinen verwilderd. %.. April. In Herb. : Onder de boomen van het kerkhof ach- ter de kapel van het Huis ter Haar bij Vleuten 1830, DS.; 1833, de Br.; 1835, DS.; 1835, Kraamwin- kel; W. en Kraep.; v. d. T.; Broers; *) de Bilt, v. d. T.; - Haarlem 1833, v. d. B.; Bloemen- daal 1886, Groll; - Leiden 1833, Wtt.; studenten- pad aldaar, M. J. Cop; Duifhuislaan bij Leiden 1836, Lac; 1844, 0.; 1845, A. Perin. (Op een plaats aan de Elswoudlaan bij Overveen in een klein kreupelboschje, grenzende aan een boe- rentuintje, even voorbij het brugje rechts. Reeds in 1891, 92, 93 en 95 waargenomen, ook in 1900, C. A. *) Dezelfde groeiplaats werd reeds opgegeven in de Flora Belg. Sept. van v. Hall, waar de plant door de Heeren Bergsma en Nyhoff werd gevonden. In de Bydragen tot de natnurkundige wetenschappen (II. p. 77noot) leestmen: „Deze zeldzame plant is, in 1826, wedergevonden door den Heer G-. Broers, student te Utreeht, die my exemplaren der aldaar vrij algemeene Italiaansche Anemoon heeft laten zien. v. H." ADONIS. 15 Backer in herb. pr. Waarschijnlijk dezelfde vind- plaats als hieronder vermeld). Bovendien : Elswout onder Overveen, op eene plaats, waarschijnlijk voor lange jaren verwilderd, v. E e d e n (Arch. 2. I. p. 363). Volgens mededeeling van den Heer P. v a n d e r L ij n komt zij aldaar nog voor, benevens op Rozenhage. [A a n m. : Komt waarschynlyk op buitenplaatsen meer voor, doch is dan byna zeker opzettelyk geplant, zooals Prof. S u r i n- gar voor eenigen tyd bleek op het voormalige landgoed Ende- geest het geval te zyn. Als tuinplant wordt zy dan ook by oudere schryvers genoemd.] Adonis L. 12. A. aestivalis L. In koornvelden, op kalk- of leem- houdenden bodem. Bereikt in West Pruissen haar noordoostelijkste grens. 0. Juni—Juli. (A. an- n u a ? Fl. B. S. p. 414.) In Herb. : Bij Niezijl in het Westerkwartier (Prov. Groningen) in 1853 ontvangen van den Heer F o 1- m e r, v. H. ; — Deventer, Westerhof-Peteri; — ex herb. A. d e B e ij e r, v. H. ; Vestingwerken bij Nijmegen 1851, Th. Abel. ; — Tegenover de meel- fabriek langs den straatweg onder Zoeterwoude 1898, V. ; Voormalige buitenplaats Groenhoven bij Leiden 1900, F. J. Struijkenkamp *). [A a n m. : In de Flora van Nijinegen door A b e 1 e v e n en Gevers Deynoot wordt de plant opgegeven voor Weurt en Beuningen, in den tweeden druk, van de hand van den Heer Th. Abeleven, wordt alleen opgegeven Vestingwerken by Nijmegen (Arch. 2. V. p. 253). In de Flora Batava pl. 883 (welke *) Deze wildernis, die weldra verdwenen zal zyn door bebouwing, dankt haar rijkdom aan „Pothoofd" planten, doordat de vroegere bezitter een groot hoenderliefhebber was en uithetmethet voervoordezedieren aangebrachte zaad voortdurend nog zaden ontkiemen. De hier verza- melde planten geven alzoo een beeld van hetgeen men elders mag ver- wachten en ook reeds gevonden heeft als opslag uit kippenvoer. 16 ADONIS. vry slechte afbeelding waarschynlyk Ad. autumnalis yoorstelt) vermeldt de Heer Gevers Deynoot, destyds re- dacteur der Flora Batava: „By Baarn vond haar de Heer V r o 1 y k, zelf (G.Ley n.) vond ik haar te Weurt by Nymegen." De Heer T h. A b e 1 e v e n, om wien ik naar deze tegenstry- dige opgaven om opheldering vroeg, schreef my : „ A d o n i s aestivalis, door Oudemans vermeld in Arch. 2. I. p.233, heeft hy overgenomen uit de leEditiederFloraN/oviomagensis, door my met Gevers Deynoot uitgegeven. Die plant had i k toen niet gevonden, maar is my door G. D. opgegeven en toen opgenomen. In den Prodromus heeft v. d. Bosch die groeiplaats uit de Flor. Noviom. overgenomen, tenzy Ge- vers hem 't exemplaar uit zyn herb*. heeft laten zien. In de tweede editie der Flora Noviom. heb ik dan ook maar alleen de vestingwerken buiten de Hezelpoort te Nymegen opgenomen. Waar de Beyer haar gevonden heeft, kan ik niet bepalen; deze geeft alleen maar „by Nymegen B." — onverschillig of de plant te Ubbergen of Beek, Weurt, de Ooi, Cuyk, Boxmeer of waar ook om Nymegen is gevonden. Ik heb o.a. ook te Weurt en Beuningen veel gesnuffeld, maar de A d o n i s aldaar nooit gezien. Dat d e B e y e r A. a e s t i v a 1 i s by Ny megen zal gevonden hebben is zeker, daarvoor was hy te betrouw- baar, maar hy wilde niet iedereen de juiste plaats aanwyzen en daarom gaf hy alleen op „by Nymegen." In het herb. van den Heer Valckenier Suringar kwamen my een paar authentieke planten onder het oog, waarby de Heer P. M. E. Gevers Deynoot eigenhandig schreef: „Jaarlyks verwilderd op een bouwland in groote menigte by Weurt by Nymegen". De plant heeft behoort tot de collectie van Prof. S u r i n g a r. Hieruit volgt dat de plant inderdaad reeds vroeger tot de Flora van Nymegen behoorde. De plant in het herbarium aanwezig, afkomstig van A. Pe ri n, als gevonden 1844 by Arnhem, is een, om nader te ver- melden reden, onbetrouwbare opgave. Het etiquet vermeldt: „komt van zelfs op onder het koren." 13. A. vernalis L. Op zonnige plaatsen op droge zand- en heidegronden. 2J.. April — Mei. In Herb.: Bosch bij het Veerhuis bij Diepenveen 1849, Tyhaar, comm. M. J. Cop; (zie Arch. l.III. p. 494. Eerste Supplement tot den Prodromus Florae Batavae.) MYOSURUS. 17 Tribus Ranunculeae D.G. Myosurus L. 14. M. minimus L. In koornvelden en op opene, voch- tige plaatsen, zoowel gras als bouwland. 0. Mei—Juni. In Herb.: Hee op Terschelling 1869, Holk.; Hoorn op Terschelling 1896, V.; — Jelsum, S.; Fra- neker, Spree; — Groningen 1826, v. H.; van Ha- ren naar den Mickelhorst 1856, Strat. ; Zuidhorn 1869, Helpen 1868, v. H.; — tusschen Meppel en IJhorst, v. H e ij n. ; — Z wartendijk bij Kampen,*) R. B. ; — Hierden bij Harderwijk ") 1877, R. B. ; Harderwijk 1877, 1898, K. A. ; Doetinchem 1899, v. Vloten; Nij- megen, B.; Heumen, Th. Abel; — Utrecht (me- nigvuldig), C. H. Broers;Wtt.; tusschen Drie- bergen en Bunnik, W. en K r a e p. ; Houten 1833, V. Z.; - Wieringen 1856, Lac; Schoorl 1870, Groll; Zandpoort 1867, H. d. V.; Haarlem 1870, 1872, Groll; - Hooge Morsch 1833, Mb.; Oegst- geest bij Leiden (Morsebelsche polder) 1836, Lac; 0.; 1846, P e r i n; enz. ; Hortus te Leiden (wild) 1890, V. ; Wassenaar, D z. ; 's Gravenhage, V. Z. ; — Kapelle 1839, Holtzstein 1838, Liefdestoof 1841, en Zuid-Be- veland 1838, v. d. B. ; Vlissingen 1845, v. d. C o p. ; — Oudenbosch, de Haas; Rosmalen bij 's Hertogen- bosch 1848, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov.; Beek 1869, 0. (Tusschen Murmerwoude en Dokkum, Akkerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; — Zuidhorn 1866 Holk. in herb. v. Tuinen; Win- schoten S c h i p p e r in herb. pr. ; — Oostkapelle en Koudekerke 1876 L. in herb. K. A.). *) Aldaar verzameld door R. Bondam 1846 (Arch. 1. I. p. 160.) **) Reeds voor Hulshorst by Harderwjjk opgegeven in 1850 (Arch. 1. III. p. 171.) 18 BATRACHIUM. Bovendien: Naaldwijk, v. d. T. (Arch. 1. V. p. 436); Voorne, v. E e d e n (Arch. 2. I. p. 363) ; — Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 304); Schinnen, Bunde, Lac. (Arch. 2. V. p. 2). Bij oudere schrijvers ver- meld bij P e 11 e t i e r, K n ij f voor 't Gooiland, en M u n t i n g voor Groningen. Voorts bij d e G o r t e r voor Zwolle, Hattem, Naarden en bij van Hall: tusschen Amersfoort en Soest, Rotterdam, K r o s; Baarn, V. Z. ; en Heikop bij Vianen, v. H. Batrachium Wimmer. *) 15. B. hederaceum L. In helder stroomend water of langs de kanten van beekjes. %.. Mei—Juli. In Herb.: Haren 1860, v. H.; tusschen Haren en Onnen 1856, Strat.; - Paterwolde v. H.; Eel- derwolde, Miquel; Drenthe, U n. 188 9; - De- venterl835, Wtt. ; 1835, Mb.; Oldenzaal 1879, Lac; Haaksbergen, Un. 189 5; - Zutphen, Wtt.; Apel- doorn 1834, Wtt.; 1850, 1872 en 1877, K. A.; 'tLoo, J. C. Broers; 1834, Wtt.; Beekbergen 1881, K. A.; Woeste hoeve, U n. 18 49; Arnhem, Dz.; Sypenberg bij Velp 1844, Lac; Ubbergen 1869, en Weurt, Th. Abel.; tusschen Putten en Ermelo, v. d. T.; Harderwijk 1863, 1864, en 1866, R.B.; Lun- teren 1846, Lac; tusschen Ede en Veenendaal 1894, V.; Bennekom 1882, K.; Keienberg en de Door- newaard bij Wageningen 1833, Wtt.; Renkum 1849, Buse; — Hoogland bij Amersfoort 1863, R. B.; Amersfoort, v. d.T.; 1835, DS.; 1844, W. en Kraep.; Baarn, W. en K r a e p.; — Bergen, U n. 18 91; tus- schen Schoorldam en Schoorl 1873, Hoek; — Woens- drecht, U n. 189 6; Oudenbosch, 1893, Jorna; tus- schen Bavel enUlvenhout, E x c 1896; Rosendaal, *) Het geslacht Batrachium is bewerkt door wylen Prof. W. F. R. Suringar. Ofschoon zjjne revisie niet geheel gereed was, heb ik de bewerking geheel volgens zijne aanteekeningen voortgezet. BATEACHIUM. 19 U n. 18 60; Geldrop 1835, de Br. ; — beeken om Venlo 1900, L. Rieter; Maastricht, de Marres; Ottersum 1897, G. en V. (Keijenberg 1897, V. S u r i n g a r in herb. pr.; Laag Soeren 1898, A. P. v a n d e n B r i e 1 in herb. pr. ; — Nieuwe molen en nabij Stapelakker te Halsteren, P. J. V e r h o e v e n; Ulvenhoutsche straatweg nabij Ginneken 1897, Th. W. vanSchermbeekin herb. H e u k e 1 s). Bovendien: Schiermonnikoog, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 383); — Almelo, Albergen en 't Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 184); Delden en 't Twik- kelerbosch, Un. 187 0 (Arch. 2. 1. p. 198); - Breda, V. A. (Arch. 2. II. p. 144) ; Gracht bij Mallenburg bij Bergen op Zoom , U n. 18 9 6 ( Arch. 3. I. p. 347). Volgens de G o r t e r ook bij Aardenhout. 16. B. aquatile Dum. A. Subsp. B. trichophyllum Chaix. In zoet- (en brak) water, meest op lagen zandgrond. %.. Mei—Aug. a. natans Sur. (B. radians Revel, B. paucistami- neum a. Petiveri Marsson, B. Petiveri maior Koch, B. heterophyllum a.peltatus Prodr. auth.). In Herb. : Giekerk, H. Albarda; — Kam- pen, R. B.; Zalk 1849, T.; Vollenhove 1898, L. en G.; Zwolle 1894, L.; de Poppe, U n. 189 5; - Zutphen, Wtt.; 1838, Buse; - Utrecht 1833, Wtt.; - Schoten bij Haarlem 1863, H. d. V.; Schalkwijk bij Haarlem 1864, v. Eeden; Klap- hek Zandvoorterlaan 1866, H a r t s e n; 1869, v. Eeden; Zomervaart bij Haarlem 1871, Groll; Overveen, Exc. 1882; Heemstede, v.d.T.; Ben- nebroek 1864, H. d. V.; — Noordwijkerhout, E x c. 1891; duinpan Noordwijk 1883, S.; Kou- wenburg bij Lisse 1894, S. en V.; Katwijk bin- nen 1860, S.; Leiden, B. W.; 1885, C. v. d. 20 BATRACHIUM. Broek; Morsch bij Leiden 1863, S.; 1866, H. d. V.; Zijl Leidenl844, Perin; 1835, Kerbert; Zoeterwoude, Boerl.; 1894 V.; Oegstgeest 1885, S.; Endegeest*) 1836, Lac; Rhijngeest*) 1894, S.; Valkenburg 1833, S. S. {B. heterophyllum pel- tatum Prodr. I); - Zuid-Beveland 1839, v. d. B. {B. het. pelt. Prodr.); Kapelle bij Goes 1894, Cool; tusschen Vlissingen en Koudekerke 1881, B u ij s m a n; — Liesbosch bij Breda 1884, C. v. d. Broek (ook gevonden E x c. 189 7, doch niet in herb.). (Noorderpolder Texel 1894, V. Suringar in herb. pr.; Duin bij Egmond Mevr. Steinbach in herb. H e u k e 1 s.) 2. forma parviflorum (Drouetii). In Herb. : Burg op Texel 1860, L a c. (Zieriksee 1894, Posth. in herb. pr.) fi. submersum Sur. 1. grandiflorum. In Herb. : De Koog op Texel ") 1869, H o 1 k. Eierlandsche polder**) 1868, Holk.; Texel 1860 L a c. ; Hee op Terschelling 1868, H o 1 k. ; Schier monnikoog 1868, Holk.; tusschen Nes en Bu ren op Ameland, H o 1 k. ; Oert op Ameland 1897 V.; — tusschen Wolsum en Nijlanderzijl 1874 J. M. de Boer; - Zwolle 1834, L.; - Har derwijk ") 1866, R. B.; Teuge 1894 en 1898, K A. ; — tusschen Driebergen en Doorn 1865, K n u t tel; tusschen Bunschoten en Schakenburg 1846 W.; Schalkwijk 1833, Wtt.; Utrecht, v.H.; Rui genhoek bij Utrecht 1872, de Br.; Sloterweg, ") Fl. Amst.; Sloten **), F 1. Amst.; Schooten 1862, H. d. V.; Exc. 1894; Haarlem, Splitg.; *) Deze exemplaren hebben den truncato-partiten bladvorm, byna al de overigen zijn peltato-tripartiet. **) Naderen zecr tot B. Bauduti. BATRACHIUM. 21 1836, Buse; Haarlemmerhout 1870, Boerl. : Aardenhout 1863, H. d. V.; Bentveld 1879, v. Eeden; Vijver Bloemendaalsche Bosch, Hart- s e n; Overveen, E x c. 18 8 2; Saxenburg 1866, v. Eeden; Heemstede 1866, H. d. V.; Water- leidingsbeek onder Vogelenzang 1896, V.; Enk- huizer polder 1894, Enkhuizen 1894, tusschen Hoogkarspel en Zwaagdijk 1894, tusschen de Hout en Hoogkarspel 1894, en tusschen Enkhuizen en Oostendijk 189*4, Sanders; Wieringen 1857, Harting; Huisduinen 1894, J. V. Suringar; — Lisse, Exc. 1886; Noordwijk 1872, Boerl.; tus schen Noordwijk en Rijnsburg, 1866, H. d. V. Valkenburg 1863, S. ; Perin; Katwijk binnen Exc. 1886; 1894, S.; Kanaal bij Katwijk, Exc 188 2; Rhijngeest 1894, S.; Oegstgeest 1894, S. Leiden, M b. ; P i e r o t ; A. W. ; H a r t m a n 1872, B o e r 1. ; Boschhuizer polder onder Zoeter woude, Boerl.; tusschen 's Gravenhage en Was senaar 1863, S.; Loosduinen 1864, H. d.V.; 1886 Destree; Staalduin, v. d. T. ; 1895, V. ; — Zuid Beveland ") 1849, Drinkput bij Goes 1855, Goes 1854, Nieuwe kanaal bij Goes 1832, Noorddijk 1838, Wilhelmina polder 1838, Arnemuiden 1838 en Oostkapelle 1839, v. d. B.; Middelburg, de Marree; 1882, P. Keyzer; 1894, Ogterop; Walcheren 1839, v. d. B. ; Goukum Nieuwland polder bij Zierikzee, U n. 1894; Zeeuwsch Vlaan- deren 1860, Koudenpolder bij Hoek 1854, Vogel- schorre bij ter Neuzen 1854, Hoek, 1857, 1862, Zuiddorpe 1855 en Isabellesluis 1861, A. W. ; — Bergen op Zoom, U n. 18 6 0. (Noorderpolder en Hoorn op Texel 1894, V S u r i n g a r in herb. pr. ; — Leens, J. B o r g man in herb. Heukels; Winschoten 1894 Schipper in herb. pr. ; — Borkelo 1898, G. J K e r b e r t ; Maasbommel, A. de G r o o t ; — Hel 22 BATRACHIUM. der, L. d e B r u ij n, in herb. H e u k e 1 s ; moe* ras bij de Liede 1900, C. A. B a c k e r in herb. pr. ; — IJzendijke, P. J. Roosendaal; — Hal- steren, P. J. Verhoeven, inherb. Heukels.) 2. parviflorum (B. Drouetii). In Herb.: Texel 1881, Groll; - Harderwijk 1866, R. B.; — tusschen Driebergen en Doorn 1865, Kniittel; - Sloten 1842, Tilanus (P. N. S.); Schoten 1894, S.; Bentveld 1869, v. Eeden; Cal- lantsoog 1878, Lac; Huisduinen 1894, V. S u- r i n g a r ; — tusschen Hillegora en Zilk, E x c. 18 9 4; Noordwijk 1894, V. S u r i n g a r ; tus- schen NoordwijkenKatwijk 1897, V.; Noordwyk- binnen, Exc. 1894; Rijnsburg, S. 1894; vlakte van Waalsdorp 1894, S. ; — Zuid-Beveland, v. d. B.; Kapelle bij Goes 1894, Cool; Kauter (Oost Zeeuwsch Vlaanderen) 1857, A. W.; -- Grons- veld 1894, Lindo. y. terrestre (B. trichophyllum caespitosum). In Herb. : Slagdijk bij Pietersbierum 1839, La c.; — Enck bij Deventer 1847, M. J. Cop; Almelo, v. Lennep; — Zutphen 1864, de Br. ; Culemborg 1839, W 1 1. ; — Driebergen, B e r g s m a; Rijzen- burg (R. B.?j; Schalkwijk 1833, Wtt.; Haarlem, Buse; — Noordwijkerhout 1897, v. Vloten; Noordwijk 1840, v. d. B.; 1847, D z. ; tusschen Katwijk en Wassenaar 1897, V.; Leiden 1842, B. W.; tusschen Wassenaar en Noordwyk, Dz. en v. d. B.; duinen bij 's Gravenhage 1851, T. ; — Zuid-Beveland, v. d. B.; Kloetinge 1837, v. d. B.; Oost Zeeuwsch Vlaanderen, A. W.; — Eindho- ven, D z. Bovendien, zonder nadere opgave van den vorm, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 363); - Tho- len, A. W. (Arch. 2. III. p. 110) en voorts ver- meld ook bij B r u m a n. BATRACHIUM. 23 16. B. aquatile Dum. B. Subsp. B. heterophyllum Wigg. In stilstaand en stroomend water, bij voorkeur in de diluviaal- streek. %.. Mei — Juli. a. natans Sur. 1. forma peltatum. In Herb. : Koevorden, Zwinderen, 1859, Lac. en S.; - Zwolle 1849, R. B.; Deventer, Hal- bertsma; Ootmarsum 1891, L.; — Teuge bij Twello 1894, K. A. ; het Loo 1851, T.; Halle (Ve- luwe) 1834, Wtt.; Zutphen, G. B.; Beekbergen, Wtt.; Doetinchem 1894, V.; tusschen Lichten- voorde en Varsseveld, U n. 185 9 *); Ooi bij Nij- megen, Hees bij Nijmegen, Weurt 1844, Th. Abel.; Wichensche venen 1897, G. en V. ; Wichen 1897, G. en V.*); tusschen Wichen en Heumen 1897, G. en V.; Wolfheze 1852 en Heelsum 1851, Buse; - Wikkenburg bij Utrecht, Wtt.; tusschen Utrecht en de Bilt, v. d. T. ; Houten 1833, S. S.; - Waalsdorp, v. S. V.; - drinkput Wilhelminapolder, v. d. B. (als Petiveri); Sint Jansteen en Hulst 1845, v. d. B; — Choorveen bij Oisterwijk 1894, 0 g t e r o p; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Budel 1880, B. Jelgersma; - Berg 1866, H. d. V. (Heelsum 1880, Schipper in herb. pr.; Cu- lemborg 1899, C. A. B a c k e r in herb. pr.) b. penicillatum. In Herb. : Goor 1898, G. en V.; — Lockhorster sloot, Garj.; Drieberger bosch 1857, Knuttel. 2. forma truncato-peltatum. In Herb. Hardenberg 1868, v. d. S c h e e r. 3. forma truncatum. In Herb.: Texel 1881, Groll; Terschelling *) Met overgangen tot den terrestrischen vorm. 24 BATRACHIUM. 1887, V. ; Liesterplak en Doodemanskisten op Ter- schelling, Un. 188 6; — Bergumerheide 1864, J. M. d e B o e r; Giekerk, H. A 1 b a r d a; — Mep- pel, v. Heyn.; Hoogeveen 1865, H. d. V.; Koe- vorden, Zwinderen 1859, Lac. en S.; - Zalk 1851, T.; Deventer 1876; K.; Haaksbergen, Un. 1895; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Delden, U n. 1870; — Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Bloemink in den Wildenborg 1834, Staring; Apeldoorn 1876, K. A.; Zutphen, F o c k e m a; Vorden 1876, Groll; Eng bij Wageningen, K.; Veenendaal, Exc. 189 4 en 189 9; Edesche veen 1894, V. ; Arnhem, T h o m s o n ; - Amersfoort, R. B. ; Lockhorsterbeek bij Amersfoort 1896, K. A.; Drie- bergerbosch 1857, Kniittel; Woudenberg, Exc. 188 7; tusschen Doorn en Driebergen 1865, K n ii t- tel; Zeist, W. en Kraep.; Utrecht 1833, Wtt.; v. H.; 1859, Hartsen; 0.; Ruigenhoek bij Utrecht 1872, de Br.; Kromme Rijn bij Utrecht 1879, A. C. Oudemans Jszn.; — Leiden, v. d. B.; Zorgvliet, v. S. V.; - Breda 1896, V.; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Hasseltsche weg bij Koudewater 1894, C. Popta; Son, Breugel 1850, v. Hov.; Boxmeer, Un. 1853; Deurne 1873, H. d. V.; - Weert 1886, V.; Thorn 1900, G. en J o n g m a n s. (Murmerwoude, J. Botke enJ.de Grootin herb. Heukels; Oldeboorn 1869, v. Tuinen; Lutjegast 1866, Holk.; - Haren 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; tusschen Eelde en Peize, J. P. Hartlief; — Steenwijk, M. Kramer; Usselo, E. J. H. Scholten; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Almelo, U n. 18 9 7 in herb. V. S u r i n g a r; Riele bij Diepen- veen 1898 L. in herb. pr.; — Doetinchem 1895, Posth. in herb. pr.; in den Ouden IJsel bij de brug van Engbergen, M. S. R u s t; tusschen Cu- BATRACHIUM. 25 lemborg en Everdingen, Buren, C. A. B a c k e r in herb. Heukels; — Blauwkapel 1872, C o s- t e r u s in herb. pr.; Oud Ameliswaard bij Utrecht, W. C. van Embden in herb. Heukels; — West Souburg 1893, Brigdamme 1894, Ogterop in herb. pr. ; — Kruisland, T. Jansens; In de Dommel en Tongelre bij Waalre, P. S 1 o o t s in herb. H e u k e 1 s ; Oisterwijk 1896, P o s t h. in herb. pr.; tusschen Boxtel en Eindhoven 1898, A. C. J. v a n G o o r in herb. pr.) b. acutilobum. In Herb. : Liesterplak Terschelling 1869, H o 1 k.; — G-iekerk, A 1 b a r d a ; — Helpman, S t r a t. ; — Zwolle, R. B.; - Utrecht 1835, D. S.; - St. Jan- steen en Hulst 1845, v. d. B.; — Ginneken 1880, B o e r 1. ; — Gronsveld 1894, L i n d o. c. penicillatum. In Herb. : IJsel bij het Katerveer 1851, T. ; — Twello, T.; Ruurlo 1883, Ensink; Renkum, B u s e ; Renkumerbeek, Exc. 1897; — Amers- foort, R. B. ; Lockhorst 1891, Garj.; Driebergen 1857, K n ti 1 1 e 1 ; Utrecht 1859, Hartsen; - Aa bij Prinsenhage 1897, V.; Hondsberg bij Ois- terwijk 1866, Kniittel. 4. form. truncato-quinquelobum (f. rivulare.) In Herb. : Hierderbeek bij het huis Staverden op de Veluwe 1855, L a c. 5. forraa quinquelobum. In Herb. : Giekerk, H. A 1 b a r d a; — Deventer, Halbertsma; — Harderwijk 1864, R. B.; Apeldoorn 1876, K. A. ; — Amersfoort, R. B. ; Rijzenburgerbosch 1870, Hoek; — 's Hertogen- bosch, v. H o v. ; Orten, v. H o v. (Tusschen Clinge en St. Jan Steen 1886, L. in herb. pr.) 26 BATRACHIUM. 6. forma tripartitam. In Herb.: Wolsum bij Bolsward 1874, J. M. de Boer; Oenkerk 1849, S.; - Utrecht 1835, Wtt.; benevens een ex. van V r ij d a g Z ij n e n van onleesbare groeiplaats. (Twello 1861, K. A. in herb. pr.) Al deze planten zijn met eenigen twijfel tot deze soort gebracht. /S. submersum Gren. et Godr. In Herb. : Koudum 1872 en Heindijk bij Tjerk- werd 1874, J. M. de Boer; Leeuwarden 1849, S.; - Meppel, v. Heijn.; — Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Weurt 1844, Th. Abel.; - Lockhor- sterbeek 1896, K. A.; Utrecht, C. H. Bergsma; v. H.; — Heerenweg bij Haarlem, Groll; — Rijnsburg 1833, Wtt.; Valkenburg, M. J. Cop; Leiden, v. Royen, 1833, S. S.; 1834, Wtt.; 1835, Mb.; 1844, 1845, Perin; 1845, B.W.; Wassenaar 1832, S. S.; — tusschen Vlissingen en Koude- kerke 1881, Buijsman; - Breda 1896, V.; Langs de Zoom bij Bergen op Zoom, U n. 18 96; — Meerssen 1892, Hoevenaars. 2. forma parviflorum. In Herb. : Gronsveld 1894, L i n d o. 3. forma penicillatum. In Herb. : Sloot Lokhorst, Garj.; Amersfoort- sche beek 1877, 1880, K. A.; - Leiderdorp, v. d. B. y. terrestre Gren. et Godr. In Herb.: Texel 1881, Groll; - Helpman, Strat.; Groningen, v. H.; - Kleine Vecht by Koevorden 1859, Lac. en S.; Roswinkel 1837, v. H. (overgang van terrestre tot submersum); — Zwolle 1891, L. (Overgang van natans tot ter- restre); Goor 1898, G. en V.; - Gorssel 1883, C. v. d. Broek; Lent bij Nijmegen 1865, Ooi bij BATRACHIUM. 27 Nijmegen 1851, T h. Abel.; — Rijzenburg 1859, R. B.; Vollenhoven bij Zeist 1844, W. (overgang van submersum tot terrestre); Oostbroek 1844, W. (overgang van submersum tot terrestre); de Bilt 1839, Lac; Houten, Wtt. ; — Leiden, D z. 1842, 0.; Katwijk en Wassenaar, V. Z.; Hei kop bij Vianen, v. H.; — Zeeland, v. d. B Zuid-Beveland 1838, 1839, v. d. B. ; Breskens 1880 Buijsman; - Mark bij Breda 1895, S. en V. 1896, V. ; Asten 1836 en Zomeren 1837, d e B r. - Berg 1866, H. d. V.; Heugem 1894, V. (Boekelerhoek bij Lonneker 1893 en Nieuw en St. Joosland 1876, L. in herb. pr.) Bovendien: zonder nadere aanduiding van den bizonderen vorm : Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V* p. 254);— Gramsbergen, Odoorn, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 242); — Winterswijk, Lochem, Groenlo, U n. 18 59 (Arch. 1. V. p. 218); - Vaeshartelt, Gronsveld 1890-94, de Haas en Hoevenaars ( Arch. 2. VI. p. 565) ; Voorts ook vermeld bij P e 1 1 e t i e r, M u n t i n g en B r u m a n. y. Terschelling en Vlieland, v. E e d e n (Arch. 2. I. p. 364). 17. B. hololeucum v. d. Bosch. *) In helder water, heide- en veenstreken van het diluvium. 2J.. Mei—Juli. In Herb. : Groningen, v. H.; Veenklooster, Holk.; — tusschen Hengelo, Oldenzaal en Ootmarsnm 1896, L.; — Doetinchem 1899, G. v. Vloten; Barre- winkel bij Apeldoorn, 1876, Apeldoorn 1875, 1877, *) Deze soort, door L 1 o y d (Fl. loir. inf. p. 3.) als R a n u n c u 1 u s ololeucos beschreven en onder dezen naam door Godron et Gre- nier in hunne flora overgenomen, werd, voor zoover my bekend, het eerst door D r. R. B. v a n den Bosch onder den door Dumortier opgestelden geslachtsnaam beschreven. Garcke voegt zyn naam ten onrechte als auteur achter die soort. (Zie Garcke's Flora Ed.XVII p. 10). 28 BATRACHIUM. en Stroe 1882, K. A.; Nijkerk, Stoltz; Lage- veld bij Ede 1890, v. Vloten; Hatert en Overasselt 1867, Th. Abel; G-roenendaal, Hoffmann; — Maarsbergen 1889, V.; E x c. 1896; Rijzenburg 1859, Hartsen; R. B.; 1867, H. d. V.; Driebergsche bosch 1866, K n ii 1 1 e 1 ; Schalkwijk 1829, W 1 1. ; - Zelsaete en Zuiddorpe 1845, B. W. en v. d. B. ; Zuid-Beveland, 0. ; — Teteringen, V. ; Roozendaal, Un. 18 60; Groot Zundert, U n. 1860; Son, 1850, Nuenen 1850, v. H o v. ; Deurne 1873, H. d. V.; tus- schen Boxmeer en St. Anthonie, U n. 18 5 3; Peel 1873, H. d. V. ; Koningsveen bij den Plasmolen 1897, G. en V. ; Pastoorshuis bij Weert 1900, G-. en J o n g- m a n s ; Beeken om Venlo 1900, L. R i e t e r. /?. terrestre. In Herb. : Maarsbergen 1855, Lac. ; Driebergen 1866, K n ii 1 1 e 1 ; - Boxmeer, U n. 18 5 3. 18. B. tripartitum D.C. Als de vorige. Komt evenals bij ons plaatselijk voor in Spanje, Frankrijk en Engeland. %. Mei — Juli. In Herb. : Texel 1881, G r o 1 1. 19. B. salinum Sur. In wateren van zilte gronden naar de zeezijde, een enkele maal binnenlands in de buurt van rivieren. %.. Juni — Aug. A. Subspec. Baudotii (B. Baudotii v. d. Bosch.) a. natans. 1. forma tripartitotruncatwm. In Herb. : Texel 1860, L a c. ; Dijk Dellewal by West Terschelling 1896, V.; Liesterplak bij Hoorn op Terschelling 1896, V.; Schiermonnikoog 1860, S. ; 1868, H o 1 k. , (als tripartitum) ; - Kampen, T. ; - Hattem, Hoevelaken, R. B.; - Spakenburg, Th. Stolz; - Schoten bij Haarlem 1888, V.; 1894, S. en V.; Huisduinen 1884, V. Surin- gar; - Hoek van Holland 1874, 1879, S.; - Ronde Weel brj Zieriksee, U n. 18 9 4; Hoede- BATRACHIUM. 29 kenskerke 1840, v. d. B. (als Petiveri); HeerHen- drikskinderen 1845, v. d. B. (als Petiveri); "Wil- helraina polder bij Goes 1855, v. d. B.; Kreek te Hoek 1853 en Zeeuwsch Vlaanderen 1861, A. W. 2. forma tripartito-peltatum. In Herb. : Sloot brak water by Goes 1846, v. d. B. (eerste gevonden exemplaar, en als zoodanig in den Prodr. Ed. I. opgenomen). 3. penicillatum. In Herb. : Spreng bij Uchelen, U n. 18 9 0. /?. submersum Gren. et Godr. In Herb. : Elzenbosch op Texel, S. P. H u i- zinga; Eierlandsche polder Texel 1868, Holk.; Schiermonnikoog, H. Albarda; — Yestingwer- ken Naarden 1864, 0.; Wieringen 1856, Lac. y. terrestre Gren. et Godr. In Herb.: Vlieland 1896, en Ameland 1896, V.; Eottum 1897, Schipper; - Warfhuizen 1835, v. H.; Kampen, R. B. ; 1848, T.; Zwartendijk bij Kampen 1849, Wilp 1845, T.; - Putten, 1876, K. A. ; — Breskens 1880, Buysman; Koewacht, 1855, en Hoek 1855, A. W. B. Subspec. Confusum (B. confusum Garcke, B. Petiveri Koch.) a. natans. 1. forma truncato-tripwtitum. In Herb.: Vlieland, 1869, Holk.; Terschelling 1897, V.; Hollum op Ameland 1896, V.; Buren op Amelandl897, V.; Rottnm 1897, Schipper;- tusschen Bolsward en Witmarsum 1875, J. M. deBoer; - Muiderberg 1882, S.; Vestingwer- ken Naarden 1894, 0.; Naarden 1896, V.; Wierin- gen, S. ; Enkhuizerpolder 1894, S an d er s; Ka- naal naar Bergen 1896, V.; Sparendam, V.; — Hoek van Holland 1887, V.; - Zuid-Beveland 1839, 1847, v. d. B.; 's Gravenpolder 1843, de Slagvelden 30 BATRACHIUM. 1837, en drinkput Wilhelminapolder bij Goes 1855, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1861, A. W.; — Dommel bij Son 1850, v. H o v. (Veenklooster 1866, Holk. in herb. v. Tui- nen; — buitengoed Schouwenburg bij Elburg 1847, A 1 p h e r t s in herb. pr. ; - den Helder 1899, L. de Bruyn in herb. Heukels; — G-oes 1899, Posth. in herb. pr.; Kapelle 1894, 0 g- t e r o p in herb. pr. 2. forma penicillatum. In Herb. : Terschelling 1869, H o 1 k. 3. forma quinquelobum. In Herb. : Slufferballen op Texel 1868, H o 1 k. /?. submersum Sur. In Herb. : Nes op Ameland, H. A 1 b a r d a ; Schiermonnikoog 1868, H o 1 k. ; — Teuge bij Apel- doorn 1872, K. A. ; Weurt 1865, T h. A b e 1. ; - Vestingwerken Naarden 1864, 0.; Enkhuizer polder 1894, Sanders; Wieringen 1856, v. d. B.; - 's Gravenpolder bij Goes 1843, v. d. B.; Philippine 1854, en Putten te Hoek 1860, A. W.; - Ber- gen op Zoom, Un. 1860. (Noord-Beveland 1877, L. in herb. pr.) y. terrestre Sur. In Herb. : Putten 1876, K. A. ; - Bergen 1896, V. Bovendien alleen vermeld B. Baudotii duinen onder Loosduinen, de W. H. (Arch. 2, II. p. 118). 20. B. fluitans Lam. In en in de buurt van beken en rivieren, voornamelijk in snelstroomend water. 9j. Juni — Aug. In Herb. : Waal tusschen Nijmegen en het fort Kraijenhoff 1864, Th. Abel., (forma Scoparium); Waal bij Nijmegen 1869, T h. Abel; Heelsum 1851, Buse; — Wijk bij Duurstede, Kraep. ; 1844, W. ; 1845, W. en K r a e p. ; Kromme Ryn by Utrecht, v. d. T.; 1839, Lac; v. H.; 1879, A. C. 0 u d e- BATRACHIUM. 31 m a n s J s z n. ; Vossegat bij Utrecht 1859, Hartsen; tusschen Nieuwersluis en Loenersloot, Exc. 1895; — Leiden (Alfen), M b. ; — Geldersche beek bij Hamert, Un. 1893; Beeken bij Venlo 1900, L. Ri e t e r; In de Maas bij Roermond en in de Roer aldaar 1900, G. en Jongmans; Meerssen, U n. 1861; Geul bij Valkenburg, Un. 1861; 1864, H. d. V.; 1887, Groll; 1883, K.; 1894, Lindo en V.; 1895, Hunger; Wylre 1889, V. ; Oude Maas bij Eijsden 1894 en Berg 1894, V. (j. natans. forma quinquelobum. In Herb. : Jeker bij Maastricht 1892, d e H a a s. 21. B. divaricatum Wimmer. Zeer algemeen in slooten en grachten. %.. Mei—Juli. In Herb. : Texel 1867, H u i z i n g a ; Midsland op Terschelling, U n. 18 8 6; — Tjerkwerd bij Bolsward 1867, J. M. d e B o e r ; Leeuwarden; H. A 1 b a r d a ; Oldeboom 1869, Van Tuinen; — Groningen, v. H. ; Aduard, S t r a t. ; Selwerdorp bij Groningen 1833, v. H.; — Meppel, v. H e ij n. ; — Kampen 1848, R. B. ; 1848, T. ; Deventer, Halbertsma; 1878, K. ; Dieze bij Zwolle 1895, L. ; Zwolle 1870, H o e k ; 1898, L. ; Grafhorst 1851, T.; - Twello 1845, T. ; Harderwijk 1864, R, B. ; Lent 1865, T h. A b e 1. ; Ooische waard, N. en Th. Abel.; Ooi 1851, T h. Abel.; Winters- wijk 1875, R. E. d e H a a n ; — Amersfoort, R. B. ; Zeist, Kraep. ; U n. 18 4 7; Houten 1829, W 1 1. ; Utrecht 1872, d e B r. ; v. H. ; Neerlangbroek, v. d. T. ; Zevenhuizen 1890, Garj.; Oud Loosdrecht 1900, G. en J o n g m a n s ; — tusschen Muiden en Diemen, R o m b. : Drecht 1894, S. ; Uithoorn, B o e r 1. ; Naar- den 1864, 0. ; Ringdijk, F 1. A m s t. ; Haarlemmermeer bij Sloten 1845, L a c. ; Hoogkarspel en Zwaagdijk 1894, Sanders; Wieringen 1857 Coll. Nat.; Cas- tricum, 1895 V.; Bloemendaal 1866, v. Eeden; 32 BATRACHIUM. Overveen 1872, B o e r 1. ; Hillegom, E x c. 188 2 Haarlem 1838, Buse; — Leimuiden, V. ; Half- weg, S. ; Zilk 1894, S. ; Erforderlaan bij Lisse 1894 V.; Rhijngeest bij Oegstgeest 1894, S. ; Leiden 1834 Wtt.; 1837, Mb.; D z. ; 1845, B. W. ; 1840, S. S. Perin; Fockema; Leiderdorp 1899, Jongmans Zoeterwoude 1832, S. S. ; Katwijk, S. ; Wassenaar Mb. ; Waalsdorp, Barger; 's Gravenhage, V. Z. Delft, v. S.V.; Rotterdam 1850,0.; 1851, Coll. Nat. Fijenoord 1836, M i q u e 1 ; Dordrecht 1882, C. v. d Broek; 1882, V.; - Zuid-Beveland, v. d. B Zuiddorpe 1845, B. W. en v. d. B. ; Isabellasluis 1841 en Zelsate 1845, B. W. ; Sas van Gent 1865, A. W. ; — Oudenbosch, de Haas; Zevenber- gen, U n. 186 0; — Vijver van den Plasmolen, Un. 185 3; Wylre 1866, H. d. V.; Maastricht 1892, d e H a a s. (Glimmen, C. d e G a v e r e in herb. v. T u i n e n ; — Singraven te Denekamp, J. B. B e r n i n k in herb. Heukels; — Culemborg 1900, C. A. Backer in herb. pr. ; — Loenen 1895, S t r u ij k e n k a m p in herb. V. S u r i n g a r ; — Amsterdam 1885, H e i n- s i u s in herb. pr. ; — Valkenburg 1894, V. S u r i n- g a r in herb. pr. ; Pijnacker 1895, 0 g t e r o p in herb. pr. ; Zwijndrecht 1894, P o s t h. in herb. pr. ; Stolwijk, H. A. Westbroek enJ. Slingerland in herb. H e u k e 1 s.) Bovendien : Giethoorn, U n. 18 9 2 (Arch. 2. VI p. 344) ; tusschen Heino en Wijhe, U n. 18 8 8 (Arch 2. V. p. 405) ; Almelo, Albergen en 't Vriezeveen Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 194); Delden en 't Twikke lerbosch, U n. 187 0 (Arch. 2. I. p. 198); - Apel doorn algemeen, K. A. (Arch. 2. III. p. 175); — Alkmaar, Bergen 1871, S. en A b e 1. (Arch. 2. I. p. 271); — Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 363); tusschen Brielle en Rockanje, Un. 188 7, (Arch. 2. V. p. 398) ; - Noord-Beveland, A. W. en L. BATRACHIUM. RANUNCULUS. 33 (Arch. 2. VI. p. 105) ; - de Vliet by Moerdijk, U n. 1860; (Arch. 1. V*. p. 235); - Sittard, U n. 1861 (Arch. 2. IV. p. 305) ; Gulpen 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 2). Voorts reeds vermeld door P e 1 1 e t i e r. Ranunculus L. 22. B. Lingua L. Aan waterkanten en in moerassen, voornamelijk op veenachtigen bodem. 2J.. Juli— Aug. In Herb. : Texel (zeldzaam) 1868, H o 1 k. ; - Har- degarijp 1849, S.; Giekerk 1882, S.; Heerenveen, C. A. B r o e r s ; Ter Issert, U n. 18 81; Sneekermeer 1865, H. d. V.; — Groningen, Oostwolde, v. H.; Haren*) 1829, v. H.;*) 1833, v. H.; - Rolde 1865, H. d. V. ; Borger 1859, L a c. en S. ; Meppel, v. H e ij n. ; — Kampen, R. B.; 1848, T.; Zalkerbroek 1865, R. B.; Giethoorn 1865, en Zwolle 1865, H. d. V.; 1870, BoerL; Deventer 1876, K.; Markelo, U n. 1897; Goor (met wortelbladen) 1898, G. en V.; Diepen- heim, Un. 1897; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; - Hattem 1866, R. B.; Wisselsche venen bij Epe 1878, K. A.; Apeldoorn 1850, K. A.; 1839, Halberts- ma; Zutphen, G. B. ; Beekbergerwoud 1869, S. ; Lochem 1875, O.; tusschen Lichtenvoorde en Vars- seveld, U n. 1859; Nijmegen, B.; Ooi, Persingen enz., Th. Abel.; Wychen 1897, G. en V.; Bommeler- waard, v. S. V. ; Veenendaal, K r a e p. ; — Amers- *) Deze planten kwamen voor onder den naam R. Flammula forma Bernhardi. In de „verhandeling over de Ranunculaceae der N/eder- landsche Flora" van Lejeune en Courtois (zie B\jdr. II. p. 69.) schryven deze auteurs aangaande de R. F 1 a m m u 1 a (1. c. p. 87). Deze plant wisselt af in de grootte der bloembladen, die gewoonlyk een weinig grooter dan de kelk zyn, maar somwijlen Mjkans die van R. L i n g u a evenaren. Deze laatste verscheidenheid, door den Hoogleeraar K o p s in de Flora Batava III. No. 239 onder den naam van R. F 1 a m- mula afgebeeld, schynt de R. Flamm ulaeformis van Bernhardi te wezen. Men zoude de rype vrucht moeten hebben, om hieromtrent iets naders te kunnen bepalen." 3 34 RANUNCULUS. foort 1890, Garj.; Schalkwijk 1832, Wtt; Jutfaas, 0.; Beusichemsche weg, Coll. Nat.; Westbroek 1835, D.S.; 1851, Halbertsma; v. d. T.; Acht- tienhoven, W. en K r a e p. ; 1847, B. W. met (wortel- bladen); - Kortenhoef **), G. B ack e r; 1892, V.; 's Graveland *), Haarlem 1836, Mb.; Bentveld 1836, *( Zie vorige noot. **) Onder den naam R. F lam mulaef ormis. In aansluiting met de vorige noot schrijft van Hall in zyne Nalezingen op Flora Belgii Septentrionalis (Bydragen III. p. 57): „Onder de talryke afwijkingen van de R a n u n c u 1 u s F 1 a m m u 1 a hebben de Heeren Lejeune en Courtois in hunne verhandeling over de Ranunculaceae der Neder- landsche Flora, eene verscheidenheid opgenoemd, met zeer groote bloe- men, bykans die der R. L i n g u a evenarende, welke door den Hoogl. Kops in de Fl. Batava No. 239 is afgebeeld. Deze zelfde verscheiden- heid is my, met rype vruchtjes, ter hand gesteld door den Heer G. B a c k e r, med. stud. te Groningen, die dezelve in de veenstreken van Kortenhoef bij Amsterdam had gevonden. De bloemen waren in deze exemplaren ruim tweemaal zoo groot als de kelk en dus met de af beel- ding der Flora Batava overeenkomende. De zamengedrukte vruchtjes waren evenals de bloemen tweemaal zoo groot als in de gewone R. F 1 a m m u 1 a, doch onbehaard en door dit kenmerk van R. L i n g u a onderscheiden, volgens de door L e j e u n e en C o u r t o i s bl. 86 opgege- ven kenmerken. De bladen waren lancetvormig en tweemaal zoo lang als in de af beelding der Flora Batava. — Men zoude geneigd zyn te gelooven, dat deze plant eene bastaard (hybrida) was van R. L i n g u a en Flammul a." V a n H a 1 1 onderscheidt haar als Ranunculus Flammula /? grandifl ora v. H. Als zoodanig neemt hy haar ook op in Deel I. Stuk 3 van zyne Flora (p. 810—811), waar hij nu ook citeert: „veel te Haren bjj Groningen, v. H." De Heer Abeleven zond in 1895 exem- plaren van v. Hall in, die reeds toen door Prof. Suringar in diens jaarverslag als R. L i n g u a, hoewel afwykend in vorm, werden beschre- ven (Arch. 3. I. p. 16). Later vond ik in de collectie inlandsche planten van 's Rijks Herbarium nog meerdere authentieke exemplaren, die een nadere bevestiging waren voor de door Suringar uitgesproken meening als zouden wy hier te doen hebben met afwijkende vormen van R. L i n g u a. Bovendien het punt van verschil, waarop v. Hall zyn determinatie grondde, bestaat niet, daar zoowel R. Flammula als R. Lingua onbehaarde nootjes hebben, zoodat ik zonder aarzeling de af beelding der Flora Batava, waar geen bepaalde groeiplaats genoemd wordt, als de planten van v a n H a 1 1 tot de onderhavige soort heb gebracht. BANUNCULUS. 35 Buse; tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891; — Loosduinen 1866, H. d. V.; Alblasserdam 1850, M. J. Cop; Bleskensgraaf 1882, V.; Dordrecht, M. J. Cop; 1882, V.; - Wemeldingen 1840, v. d. B.*); Sas van Gent 1857, A. W. en Douw; - Werkendam 1835, L a c. (met wortelbladen) ; Waalwijk, F o r s t e n ; Herp bij Heusden, v. Hov.; Vucht, v. A.; Eindhoven, Dz.; 1837, de Br.; - Weerterbroek 1900, G. en Jong- mans. (Murmerwoude, vooral in de Valom, J. Botke en J. deGroot in herb. Heukels; Oldeboorn 1863, Holk.; 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Paterwolde 1884, Heinsius in herb. pr.; Paterwolde, Eelder- hooiweg, Eelde, Peize, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Markeloosche veen 1879, Og- terop in herb. pr.; — Arnhem, A. A. L. Pelgrim; Borculo, Heuze en Lochemerweg, G. J. K e r b e r t; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heukels; Hum- melo 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Dreumel, Posth. in herb. pr. ; Bennekom, Grebbe 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Zuilen 1871, Costerus in herb. pr.; — duin ter Heide 1885, V. Suringar in herb. pr.; Heerjansdam 1886, Papendrecht 1894, Alblasserdam 1887, Posth. in herb. pr.; Stolwijk, In Arch. 1. V. p. 41 wordt nogmaals van deze verscheidenheid gerept. De Heer Stratingh zond namelyk planten in uit de omstreken van Groningen, waaronder ook de R. Flammula var. grandiflora v a n H a 1 1, uit het Onland bij Groningen en waaromtrent Dr. v a n den Bosch opmerkte : „De bloemen meten tot 2 Ned. duimen. Behalve dit zie ik echter geenerlei verschil. De bladeren zyn alle gaafrandig. Is de bestemming juist, dan moeten als Synoniemen by deze verscheidenheid worden aangehaald: R. Flammula Fl. Bat. tab. 239; R. L i n gua /?. flam- mulaeformis Lej. Comp. II. p. 198; R. intermedius Lej. Rev. p. 111." Ik heb dit exemplaar echter niet in het Stamherbarium teruggevonden. *) Vermeld in Tijdschrift VIII. p. 6 in zjjne Enumeratio Plantarum Zeelandiae belgicae. „Z. B. rarus; occurrit glaber (R. L. a. glabratus) et pubescens (R. L. /?. hirsutus Wallroth. Sched. crit. p. 288)." 36 RANUNCULUS. H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Alm- kerk, Steenwijk en Veen, C. A. Backer; Steensel en Valkenswaard, P. Sloots; Halsteren, P. J. Ver- hoeven in herb, Heukels; Andel 1887, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; - Velden, Un. 1893, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Kolde 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 218); - Almelo, 't Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Giethoorn, Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 344); — Lochem, Borkulo en Winterswijk, U n. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); Wisselsche venen, U n. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p.542); - Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568). [Aanm.: Bij oudere schrijvers is het niet altyd uit te maken of R. Lingua dan wel R. Flammula bedoeld is. Volgens Prof. 0 u d e m a n s (Arch. 2. III. p. 369) is B r u- man de eerste schryver, die van deze plant gewag maakt. Voorts vinden wy by d e G o r t e r nog aangegeven Buuren, huis te Brederode, Tietjerk, Bergum en Augustinusga, terwyl in den Prodr. Ed. 1. p. 8 en 9 nog genoemd worden: Gouda, Moordrecht, Schoonhoven, Hoffm. in herb. Dav.: Maastricht, Lej eune Fl.de Spa.] 23. R. Flammula L. Algemeen in vochtige weiden, langs veensloten en op moerassige plaatsen. %. Juni— Sept. a. genuina. In Herb.: Terschelling, Un. 1886; 1887, V.; - Bergumerheide 1849, S.; — Meppel, v. Heijn.; Zwinderen, Weerdinge 1859, Lac. en S.; — Giet- hoorn 1865, H. d. V. ; Zandberg bij Kampen 1848, T.; Heemse 1868, v. d. Scheer; Brinkgreve, Eorab.; Deventer, v. Gron.; Diepenveen 1846, M. J. Cop; T.; tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop; — Harderwijk 1864, R. B.; Voorston- den bij Voorst, M. J. Cop; Doetinchem, U n. 1885; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Arn- RANUNCULUS. 37 hem, Thomson; Nijmegen, Tli. Abel.; Ren- kum, Buse; Hoevelaken, R. B.; — Oude Kamp 1866, Kniittel; Zeisterbosch 1851, 0.; Houde- ringen bij de Bilt, v. H.; Achttienhoven 1865, Kniittel; Neerlangbroek, v. d. T.; Vinkeveen 1850, Lac; Nieuw Loosdrecht 1884, S.; - Uit- hoorn 1872, 1877, Boerl.; Amsterdam 1842, Ti- lanus (P. N. S.); 1843, 0.; BoerL; Fl. Amst.; Naarden 1864, 0.; Wieringen 1857, Harting; Wijk aan Zee, H. d. V.; Breesaap, V. Z.; Sparen- dam 1888, V.; Haarlem 1862, H. d.V.; Overveen, Exc. 18 73; Paalvlak Haarlemmerduin, E x c. 1883; — Jaagpad by Leiden, B. W.; Leiderdorp 1835, Mb.; Katwijk 1832, S.S.; Noordwijk 1860 S.; 's Gravenhage, V. Z.; 1865, H. de V.; Wasse naar, Dz.; 1836, Lac; Loosduinen 1886, Des tree; Exc 1883; Hoek van Holland 1879, S. Alblasserdam 1850, M. J. Cop; Papendrecht 1882 V.; Heikop bij Vianen, v. H. ; - Zuid-Beveland v. d. B.; Eede 1861, A. W.; Koewacht 1854 A. W.; — Ginneken, Un. 1852; tusschen Oos terhout en Rijen 1842, v. d. Feen; 'sHertogen bosch, v. H.; Vuchtsche heide, v. Hov.; — Wylre Un. 1883. p. serrata D.C. Bladen als in a, doch allen getand. In Herb.: Ane 1859, Lac en S.; — Deventer, R. B.; — Twello, v. Delden; Hoef bij Nijkerk, R. B.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; kapel Avezate, Post; — Zeisterbosch 1851, 0.; — Am- sterdam, v. H.; — 's Gravenhage, G. B.; Heikop bij Vianen, v. H.; — Walcheren 1839, v. d. B.; Zuiddorpe 1854, A. W. ; - Schinnen 1896, G. y. angustifolia Wallr. Stengels tenger, liggend; bladen klein, lancetvormig. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1868, Holk.; Ter- schelling 1887, V.; - Franeker, Spree; Giekerk 38 KANUNCULUS. 1882, S.; — Haren, v. H.; — Almelo, v. Lennep; — tusschen Nijkerk en Hoevelaken, Harder- wijk, R. B.; Zutphen, Lochem 1886, V.; Uddeler- meer, Un. 1849; — Hoogland bij Amersfoort, Utrecht, R. B.; Zeisterbosch 1851, 0.; — Am- stelveensche weg bij Amsterdam, Fl. Amst.; Castricum 1871, Boerl.; — Leiderdorp, Kerb.; Leimuiden, Exc. 1883; 1894, V.; Rockanje, Un. 1887; - Kolijnsplaat 1886, L.; -- St. Jansbeek, Un. 1853. d. arenaria D.G. Wortelbladen ovaal-lancetvor- mig, stengelbladen lijnvormig. In Herb. : Haren, v. H.; — Kampen 1847, R. B. ; — tusschen Wijk aan Zee en Beverwijk, Buse. s. ovata Pers. Alle bladen ovaal, gaafrandig of een weinig getand. In Herb. : Franeker 1840, Spree; — Diepen- veen 1876, K.; - Borkulo 1894, V.; Elburg, Alpherts; Wijchen 1897, G. en V.; Wychener- meer 1897, G. en V.; - Zeist 1838, Lac; - Naarden 1896, V.; Zandvoort, Buse. £. tenuifolia Wallr. Stengels tenger, kruipend; bladen bijna lijnvormig. In Herb. : Franeker, Spree; — Grebbe, Utrecht, R. B. ; — 's Gravenhage, R. B. ; — Oranjezon, A. W.; — Mastbosch, v. A. ; Halsteren, P. J. V e r h o e v e n. 7]. reptans L. (R. reptans L.). Stengel tenger, wortelend, tusschen elke knoop boogvormig, bladen klein, lijnvormig, bloembladen smaller ; vruchtjes weinig talrijk met rechten langen snavel. In Herb. : Vlieland 1858, Lac; — tusschen Nij- kerk en Hoevelaken 1850, R. B. ; — Amersfoort, R. B.; — Noordwijkerduinen 1819, Kuhl; — Haamstede, Un. 1894. RANUNCULUS. 39 (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; Oldeboorn 1863, Holk.; tus- schen Oldeboorn en Beets 1867, v. Tuinen in herb. pr.; — Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Eelde, J. P. Hartlief; Paterwolde Eelde, Peize, R. de Boer en H. Kooi in herb Heukels; — Dalfsen, Posth. in herb. pr.; De nekamp, J. B. Bernink; Usselo, E. J. H. Schol ten; — Engbergen, M. S. Rust in herb. Heu kels; Huinen 1895, C. A. Backer in herb. pr. buiten de Meinpoort te Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; Apeldoorn 1852 tot 1897, K. A. in herb. pr.; Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Sypenberg bij Beekhuizen 1890, Og- terop in herb. pr.; Hatertl881, Posth. inherb. pr. ; tusschen Bennekom en Rhenen 1892, V. S u- ringar in herb. pr.; — Blaauwkapel 1846, Al- pherts in herb. pr.; Zuylen 1871, Costerus in herb. pr. ; Amersfoort 1894, Heinsius — Prik- ken in herb. pr.; — Station Piet G-ijzenbrug 1894, V. Suringar in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland inherb. Heu- kels; — Vrouwenpolder 1876, L. in herb. pr.; Oost Kappel (/?. serrata) 1893, Ogterop in herb. pr.; — Teteringen 1879, Posth. in herb. pr.; Vucht 1895, Heinsius — Prikken in herb. pr. ; Spoorweg Boxtel — Eindhoven 1899, A. C. J. van Goor in herb. pr.; Kruisland, T. Janssens; Maasoever bij Veen, Sloten bij Almkerk en Be- soijen, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien, zonder dat de afzonderlijke vormen vermeld zijn: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 254); — tusschen Wolvega en Ter-Issert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421 en IV. p. 22); - Drenthe op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 2. I. p.242); - Heino, Un. 1888 (Arch. 40 RANUNCULUS. 2. V. p. 404); Steenwijkerwold, Eeze, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 344); Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 192); Hollenbergerveld, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 216); — Winterswijk, Eibergen, Borkulo, Un. 1860 (Arch. 2. I. p. 218); Terborg, Un 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Vaassen, Un. 1890 (Arch 2. VI. p. 95); Lent, Hatert, Heumen, Wijchen Abel. (Arch. 2. V. p. 254); - Driebergen 1874 H. d. V. (Arch. 2. II. p. 68); - tusschen Cal lantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 202 234); — Duiveland, Haamstede, Un. 1894 (Arch 3. I. p. 47); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); — Mook, Plas molen, Th. Abel. en Lac; Schinnen, Lac; tus schen Beek en Elsloo, K. en G. ; tusschen Simpel veld en Kerkrade, Lac; K. en G. (Arch. 2. V p. 2); tusschen Wijlre en Gulpen, Un. 1883 (Arch 2. IV. p. 305); Blerik, Velden, Arcen, Welsche hut Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568). Ook vermeld bij de oudere schrijvers Dodoens (Cruidtboek 1608) Lobelius, Clusius, Pelletier, Vorstius Munting en Bruman. 24. R. auricomus L. Op vochtige, beschaduwde plaat- sen, dikwijls zonder de typische wortelbladen en meestal met ten deele onontwikkelde bloembla- den. %.. April — Mei. In Herb. : Haren, v. H.; 1856, Strat.; Helpen 1827, v. H. ; Jantje Bazuin bij Helpman, Strat. ; zeer menigvuldig in een boschje bij Varenkamp bij Groningen 1866, Holk.; — Ootmarsum 1891, en Zwolle 1884, L.; Deventer 1846, T.; - Apeldoorn 1899, en Middachten 1898, K. A.; - Amersfoort 1862, R. B.; 1891, Garj.; Vleuten 1880, K. A.; - Haar- lemmerhout 1875, Boerl.; Elswout 1859, Hartsen; 1866, H. d. V.; 1897, V.; Hoorn, Bergsma; - Keu- RANUNCULUS. 41 kenhof bij Lisse, Exc. 1895, Exc. 1896; Valken- burg 1835, Mb.; 1866, H. d. V.; Hortus Leiden, S.; Stadwijk onder Voorschoten 1894, V.; Voorschoten 1900, (kiemplanten) V.; Delft, de Br.; Reineveld bij Delft 1844, d e B r. ; Wassenaar, F o r s t e n ; 1839, B. W.; Dz.; Perin; Rotterdam, v. d. Looy; Oude Plantage Rotterdam 1879, K. A.; Fijenoord 1835, (Miq.?); Zwijndrecht 1880, Boerl.; Groenendijk Dordrecht 1882, V.; Dordrecht, v. Hov.; Huis teMerwe, v. d. T.; Gorinchem 1839, D. S.; v. d. T.; - Zuid-Beveland 1841, v. d. B.; Oost Kapelle 1896, Ogterop. *) Scherpe- nisse 1877, K.; Krabbendijke, J. v. Koeveringen; — Werkendam, Mb.; 1836, Lac; — St. Pietersberg 1893, de Haas; 1896, G.; 1897, V.; Maastricht, Forsten; Lichtenberg bij Maastricht 1897, V.; Oud-Valkenburg 1900, V. en G.; Geulem 1897 V.; Valkenburg, L. Rieter; Eijsden 1897, Vaals 1897, Noorbeek 1897, Stibbe 1897 en Ulestraten 1897, V. (De Steeg 1898, K. A. in herb. pr. ; tusschen Eng- huizen en Hummelo 1898, A. P. van den Briel in herb. pr. ; — Rotterdam, zeer algemeen op uiter- waarden en in het Park, F. D. J. Risch; langsden Gouweweg en langs den Useldijk vlak bij Gouda, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Kerkhof Dordrecht 1849, Alpherts in herb. pr.; Oost Souburg 1893, Ogterop inherb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1876 en 1877, A. W. en L. in herb. L.; Waarde, M. v. Weele; - Ulvenhout- sche bosch, C. A. Backer in herb. Heukels.) Bovendien: Scheene (Friesland), Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Walcheren, de Marree (Tijdschrift VIII. p. 6. Enumeratio L); — tusschen Bunde en Hussenberg, Lac; Valkenburg, H. d. V.; Lac; K. en G.; Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 2). Bij vroegere *) In het Herb. van Mej. Ogterop bevinden zich exemplaren met typische wortelbladen afkomstig van deze groeiplaats. 42 RANUNCULUS. schrijvers, volgens Prof. Oudemans, bij Pelletier en Bruman vermeld. Voorts bij van Hall (Fl. B. S. I. p. 419). ;,Bij Leiden langs de Hooge-Morsch, Mul- der; bij Utrecht Bergsma". Meppel v. Herjn; Prodr. I. p. 9. 25. R. acer L. In weilanden, aan wegen. dijken enz. 21.. Mei-Jidi. In Herb.: Texel 1857, Coll. Nat.; Terschelling, Un. 1886; Schiermonnikoog, Holk.; — Leeuwar- den, S.; Joure 1894, L. ; — Slochteren 1828, en Gro- ningen 1853, v. H.; Sterrebosch bij Groningen, Strat.; — Meppel, v. Heijn. ; — Kampen, R. B.; 1848, T.; Heemse 1868, v. d. Scheer; Deventer 1839, Halbertsma; 1867, K.; - Harderwijk en Hoevelaken, R. B.; Apeldoorn 1875, K. A.; Winters- wijk 1871, R. E. de Haan; Zutphen 1850, Gronem Beek bij Nijmegen, B.; Nijmegen, B. ; N. en Th Abel. ; Culemborg, H. S. ; — Amersfoort, R. B. 1891, Garj.; Utrecht, v.H.; 1835, Wtt.; 1835, D. S. Tolhuis Utrecht 1835, G. B.; 1869,. de Br.; 1851 Hartmann; Vossegat bij Utrecht, v. d. T.; tus schen Odijk en Werkhoven 1865, en Drieberger bosch 1857, Knuttel; Darthuizen 1839, v. H Huis ter Haer, Bergsma; Baambrugge (als var. syl- vatica), v. d. T.; — Naarden 1864, 0.; Uithoorn 1870 en Amstelveen 1870, Boerl.; Wieringen 1857, Harting; Uitgeest 1894, V.; Zandvoort en tus- schen Haarlem en Overveen 1834, Buse; — Leiden, Dz.; 1835, Mb.; S.S.; Pierot; Exc. 1860; Hooge-Morsch brj Leiden, Kerb.; Leiderdorp 1897, Jongmans; Zoeterwoude 1881, Boerl.; Katwijk 1835, Mb.; 's Gravenhage, R. B.; Zorgvliet, V.Z.; Rotterdam 1861, Knuttel en Lac; 1881, Coll. Nat.; Dordrecht 1837, Lac; 1850; M. J. Cop.; 1880, Boerl.; Posth.; — Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlis- singen 1881, Buijsman; Hoek, Zeeuwsch A^laande- EANUNCULUS. 43 ren, A. W.; — Breda, v. A.; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Geldrop 1835, de Br. (Murmerwoude, J. Botke en J. de G-root; Rot- tevalle, J. Kuipers in herb. Heukels; Leppedijk by Oldeboorn, v. Tuinen in herb. pr. ; — Worp brj Deventer 1850, K. A. in herb. pr.; (glabrescens pe- talis 8, apice bijidis); Usselo, E. J. H. Scholten; Culenborg, C. A. Backer; Gendringen, M. S. Rust; in herb. Heukels; Ruurlo 1887, L. in herb. pr.; — Utrecht 1882, K. A. inherb. pr.; Houten, Alpherts in herb. pr.; - Muiderberg 1885, Heinsius in herb. pr.; — Rijswijk 1876, L. in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Waarde,M. v. Weele; St. Laurens, P. de Hullu in herb. Heukels, Koudekerke 1873, L. in herb. pr.; Middelburg 1890, Ogterop in herb. pr. ; Nieuw en St. Joosland 1875, S c h i p p e r in herb. pr. ; — Halsteren en Beymoer, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots inherb. Heukels.) Bovendien : Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V. p. 254); - Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 42); — Drenthe op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Heino, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 216); Steenwijkerwold, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 344); - Eiber- gen, Groenlo, Borkulo, Un. 1860 (Arch. 1. V.p. 218); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); Ter- borg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaarder- hout, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 234); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, Tholen, Zeeuwsch Vlaan- deren A. W. (Arch. 2. III. p. 110); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 105); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Venlo, Blerik, 44 RANUNCULUS. Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Sint Pietersberg, Maastricht, Gronsveld, Ambij, Meers- sen, Valkenburg, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Bunde en Valkenburg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305). Bij oudere schrijvers vermeld door Pelletier, van Voorst en Bruman. Volgens den Prodr. Ed. I. Delft, de Br. [Aanm.: De var. /?. sylvatica Thuill., vermeld in van H a 1 1 ' s Fl. belg. Sept. p. 420 werd niet wedergevonden ; wat als zoodanig in het herbarium voorkwam, gevonden bjj Baam- brugge door van der Trappen, bleek my de gewone vorm van R. a c e r te zyn. Deze soort varieert met gevulde en met stroogele bloemen ; met zwart gevlekte en meer of minder ingesneden bladen, in de hoogte der plant en in de beharing enz. R o u y et F o u c a u d, Flore de France, onderscheiden deswegen een drie- tal ondersoorten met een groot aantal vormen (1. c. p. 102. e. v.) R. lanuginosus L. door Boerhave (Ind. alt. I. p. 31. No. 8) als inlandsch vermeld, is by ons nimmer gevonden. Een exemplaar onder dien naam in het Stamherbarium voor- komende, gevonden door deBeyer te Beek btf Nymegen, behoorde tot R. a c e r.] 26. R. polyanthemos L. In bosschen en vruchtbare weiden. %. Mei—Juli. In Herb.: Stadswal Leiden 1849, S.; — Gulpen, Un. 1861 (Zie Arch. 1. V, p. 208). Bovendien: 's Gravezande, V. Z. (Arch. 1. II. p. 39 en Prod. Ed. 1. p. 10); Leeuwarden, S. (Arch. 1. V. p. 39); Stadspolder achter Winschoten, Kent. (Arch. 2. III. p. 330). De opgaven bij oudere schrijvers zyn onbetrouwbaar. Ook de Gorter ;,in vette weiden in de Betuwe" schijnt zich te vergissen. Van Hall kent alleen de plant van Vrijdag Zijnen, „aan den Maasdijk bij 's Gravezande." [A a n m. : De onder den haam van R. polyanthemos in het Herbarium aangetroffen planten, gevonden bjj Haarlem en by Bennekom 1856, v. H., behooren beiden tot R. a c e r. De voor R. polyanthemos gehouden monstrositeit is R. b u 1 b o s u s. Men zie onder deze soort.] EANUNCULUS. 45 27. R. nemorosu8 D.G. In bosschen der bergstreken. %.. Mei—Juni. In Herb. : Waterslejjberg by Sittard, Un. 1861 (Zie Arch. 1. V. p. 405). 28. R. repens L. Algemeen op vochtige, grazige plaat- sen, aan slootkanten enz. QJ.. Mei—Juli In Herb.: Vlieland 1858, Lac; Terschelling 1896, V.; — Lankum 1840, Spree; Winschoten, W. Schipper; — Heemse 1868, v. d. Scheer (als f. pratorum); Deventer 1877, K.; Kampen 1847, R. B.; 1849, T.; - Harderwyk, R. B.; Apeldoorn 1853, K. A.; Arnhem, T h o m s o n ; Nijmegen, T h. A b e 1. ; — Amersfoort 1891, Garj.; Utrecht 1835, Wtt.; C. A. Broers; 1851, Hartmann; 1870, de Br.; Abstede by Utrecht, v. d. T. ; — Amstelveensche weg, 1842, Tilanus (P. N. S.); 1847, Romb.; Amsterdam, v. H.; Fl. Amst. : Begraafplaats Amsterdam 1867. 0. (als f. arenaria, zie Arch. 2. I. p. 52); Marken 1886, Boerl. en V.; Haarlem, en Bentveld 1836, Buse; Overveen 3872, Boerl.; — Noordwykerhout 1843, 0. (als f. arenaria); Leiden, Dz.: 1835, Mb.;Forsten; B. W.: Perin; 1872, Boerl.; Haagsche Schouw, Pierot; Leiderdorp 1835, Kerb.; Wassenaar 1833, Wtt.; 's Gravenhage, V. Z.; Rotterdam 1851, 0.; Dordrecht 1880, Boerl.: 1882, V.; Zwjjndrecht (per- Jloratio (zie Arch. 2. IV. p. 145); 1883, V.; - Zuid- Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijsman; — Breda, v. A.; - Eysden 1894, V., Beek 1900, V.; Sillevoldt en Jongmans. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; — Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi; — Usselo, E. J. H. Scholten; — Gendringen, M. S. Rust; Cu- lemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; — tus- schen Jutfaas en Houten 1871, Costerus in herb. pr.; tusschen Utrecht en Houten 1846, Alpherts inherb. pr.; — Haagsche bosch 1872, Posth. inherb. 46 EANUNCULUS. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slinger- 1 a n d ; — Waarde, M. v. W e e 1 e ; St. Laurens, P. d e Hullu in herb. Heukels; Middelburg 1874, L. in herb. pr.; 1890, Ogterop in herb. pr. ; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Kruisland, T. Janssens in herb. Heukels.) /?. erectus D.C. Bloeiende takken opgericht, geen kruipende uitloopers. In Herb. : Leeuwarden 1849, Hugo S.; — Kampen 1849, T.; - Ruurlo 1887, Ensink; - de Bilt, v. d. T. ; - Zeeburg 1842, T i 1 a n u s (P. N. S.); Haarlem 1835, Buse; — Haagsche bosch 1845, de Br., 1899, Jongmans; Rotter- dam 1850, 0. y. prostratus D.C. Plant tenger; stengel neer- liggend, wortelend, zacht en kort behaard; bladen dieper ingesneden met wigvormige slip- pen, scherp getand. In Herb. : Hoorn op Terschelling, Un. 1886; — Leeuwarden 1849, S.; — Koevorden 1859, Lac. en S.; — tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop; Deventer 1846, T.; 1846, M. J. Cop; 1839, Halbertsma; — Westerdorp bij Terborg, 1861; Beekhuizen bij Arnhem, Dz.; Nijmegen 1864, St. Annabosch, Un. 1852; Kasteel in de Ooi bij Nijmegen, N. Abel.; — Amersfoort, R. B.; Abstede bij Utrecht, v. d. T. ; - Wieringen 1856, Lac; Zandpoort, Breesaap 1836, Buse (flore pleyio); Bentveld 1836, Mb.; - Waalsdorp, de Br.; 's Gravenhage, R. B. ; Monster, Un. 1851; Heikop bij Vianen, v. H.; - Zuid-Beveland 1841, v. d. B.; Oranjezon WTalcheren 1887, L.; — 's Hertogenbosch, v. Hov.; Geldrop, de Br.; — Gronsveld 1897, V. (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1868, v. Tui- nen in herb. pr.) RANUNCULUS. 47 Bovendien: Ameland (Arch 1. V. p. 48); Schier- monnikoog 1860, S. (Arch. 1. V* p. 254); - Wol- vega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 1. III. p. 421); — Drenthe op alle bezochte plaatsen, Lac. en S. 1859 (Arch. 1. V. p. 243); - Schokland 1884 (Arch. 2. IV. p. 293); Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. V. p. 194); Delden 1870 (Arch. 2. 1.198); Hen- gelo, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 216); Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); - Driebergen, Doorn, Hilversum, Odijk 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 68); — Haarlemmermeer 1851, Hartm. (Arch. 1. III. p. 287); Urk 1884 (Arch. 2. IV. p. 293); - Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. IV. p. 305); — Noord-Beveland, Schouwen enDuiveland,Tholen, geheel Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 105); Hoek 1856, A. W. (Arch. 1. II. p. 266); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); — Blerik, Velden, Arcen, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Maastricht, Sint Pietersberg, Ambij, Meerssen, Valkenburg, U n. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305). By oudere schrijvers o. a. Pelletier, Knijf en Bruman. [Aan m. : De in den Prodr. Ed. I. genoemde varieteit <5. gla- bratus Lej. et Courtois (Foliis cauleque glabris). Deven- ter, Cop. in Herb. Dav. is niet by onze verzameling aanwezig.] 29. R. bulbosus L. Langs dijken, wegen en grazige zandgronden. %. Mei—Juni InHerb. : Oostereind op Texel 1869, Holk.; Schier- monnikoog 1868, Holk.; — Dijkshoek 1840, Spree; - Sterrebosch bij Groningen, Strat.; Groningen 48 RANUNCULUS. 1827 en 1839 v. H.; Pekel-A., Pot: - Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Deventer, 1846, T.; 1877, K.; Zwolle 1874, v. Tuinen; Borne 1891, L.; Karapen, E.B.; - Harderwijk 1864, E.B.; Veluwe 1834, Wtt.; Dreumel bij Tiel, Post; Arnhem, S.; Nijmegen, B.; Thomson; dijken in de Ooi, N. en Th. Abel.; — Amersfoort, Garj.; Utrecht 1831, C. A. Broers; 1835, D. S.; 1870, de Br.; Bunnik, tusschen Zeisten Driebergen 1857, Kniittel; Zeist, 0., tusschen de Bilt en Zeist, v. d. T.; Utrecht 1880, L. J. van der Veen*); — Wieringen 1856, Lac; Alkmaar 1895, en Zuiderzeestrand bij Oud Valkeveen 1899, V.; Haarlem, Splitgerber; 1843, Eomb.; Zandpoort 1860, S.; Overveen 1842, Buse; 1872, Boerl.; Bloe- mendaal 1868, 0.; Velsen 1838, Buse; Kolkje 1841, Kerb.; Vogelenzang 1870, Boerl.; Langeveld 1843, (als kiemplanten) 0.; Haarlem 1888, H. de V.; — Noordwijkerhout 1835, Mb.: 1843, 0.; Noordwijk, S. Katwyk 1835, Kerb.; 1840, S. S.; Perin; 1898 Jongmans; 'sGravenhage 1826, V. Z.; G. B.; E. B. Scheveningen, Fontijn; Wassenaar 1832, Wtt. Pierot; Dz.: 1843, de Vriese (P.N.S.); 1844, 0. duinen Scheveningen, Destree; Haagsche bosch, Exc. 1861; Hoek van Holland 1879, S.; Maassluis 1895, V.; Louterbloemen bij Dordrecht 1882, V.; - Schuddebeurs bij Zierikzee 1869, Schuringa; Vlis- singen 1881, Buijsman; Hoek, Zeeuwsch Viaan- deren 1853, en Waterlandskerkje 1861, A. W.; Zuid-Beveland, v. d. B.; — Wallen te Woudrichem 1898 en 1899, C. A. Backer; Breda, v. A.; fort *) Dit is een var. apetala met kleine bloernen. Zy werd indertyd ingezonden als onvolkomen exemplaren, die zoowel tot R. r e p e n s als tot R. polyanthemos gebracht werden. Wegens gebrek aan normale bloemen was deze kwestie niet uit te maken. Een volkomen exemplaar met duidelyken bolvormigen stengelvoet, tusschen het gras in 1880 door den Heer van der Veen verzameld, laat geen twyfel meer bestaan voor de determinatie als R. bulbosus. RANUNCULUS. 49 Isabel bij 's Hertogenbosch 1847, v. Hov.; — Grons- veld, Un. 1883; 1894, V.; Sint Pietersberg 1897, en Ulestrate 1897, V.; Overeijs 1899, G. en V. (Apeldoorn 1870-1879, K. A. in herb. pr.; Eng- bergen, M. S. Rust in herb. Heukels; — Yeer- huis Schalkwijk 1846, Alpherts inherb. pr.; Baarn 1885, Heinsius in herb. pr. ; — Rotterdam, op aan- gevoerden zandgrond, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Herkingen 1871, Costerus in herb. pr. ; — In 't bosch van Elzenoord te Vrouwenpolder 1877, L. in herb. pr.; Middelburg 1890, Ogterop in herb. pr.; Fort Rammekens 1875, Schipper inherb. pr.; Waarde, M. v. Weele; tusschen Middelburg en Serooskerke, P. d e H u 1 1 u ; — tusschen Woudrichem en Almkerk, wallen te Woudrichem, tusschenWou- drichem en Steenwijk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Merwedijk, Steenwijk 1897 en 1898, C. A. Backer in herb. pr.; 's Herto- genbosch 1897, Heinsius — Prikken in herb. pr.; tuin postkantoor Boxtel 1898, A. C. J. van Goor in herb. prf; — Schaesberg bij Valkenburg, J. van Melick in herb. Heukels). Bovendien : Vlieland (Arch. 2. 1. p. 364) ; — Emmen 1859, Lac. en S. (Arch. 2. III. p. 243); - Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 176); - Doorn 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 68); — Parkweg bij Amsterdam 1884, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 688); - Valken- burg, H. d. V. (Arch. 2. 1. p. 132); — tusschen Brielle en Voorne (Arch. 2. I. p. 364); — Noord-Beveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Plasmolen, Abel.; Lac. ; Gennep, Schinnen, Bunde, Lac; Valkenburg, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 2.). Voorts vindt men opgaven bij P e 1 1 e t i e r, K n ij f en B r u m a n. 30. E. sardous Crantz. (R. Philonotis Ehrh., Retz., Prodr. Ed. I). Op vochtige leemachtige akkers 4 50 RANUNCULUS. cn op kleihoudenden bodem, vooral aan den zee- kant. 0, G en somtijds %. Mei — Juli. In Herb.: Texel 1869, Holk.; Coxdorp op Texel 1860, Lac; Midsland op Terschelling, Un. 1886 Hoorn op Terschelling 1896, en Terschelling 1887 V.; - Dokkum 1860, S.; 1865, H. d. V. ; Franeker Spree; Bolsward 1864, J. M. de Boer; - Marsum Hinxt; - Kampen 1848, R. B.; 1870, Holk.; Steen wijk, Un. 1892; Deventer 1879, K. A.; - Harder wijk 1863, R.B.; 1877, K.A.; Beuningen, B.; 1884 Th. Abel.; Nijmegen, B.; Heumen 1898, G-.; Rijn oever te Renkum 1896, C. A. Backer; — Utrecht 1839, D. S.; Amersfoort 1862, R. B.; Huis ter Heide 1861, v.H.; Neerlangbroek, v. d. T.; - Naarden 1864, en Huizen 1872, 0.; Oud Valkeveen 1892, V.; Wees- perzijde, Fl. Amst.; Wieringen 1856, Lac; Monni- kendam 1886, Boerl. en V.; Uitgeest 1895, V.; Vel- sen, Exc 1881; Breesaap, Buse; Schooten 1888, en Spaarndam 1886, V.; Bloemendaal, Exc 1882; Langerak Haarlemmerduin, Exc 1883; — Alfen aan den Rijn 1882, V.; 's Gravenhage, R. B.; Leiden 1835, Lac; Wateringen 1865, H. d. V.; Maassluis 1843, en 's Gravezande 1845, de Br.; 1892, V.; Hoek van Holland 1879, S.; 1886, en 1899, V.; Dor- drecht 1882, V.; Rotterdam 1857, Lac; Numansdorp, W. C. v. Embden; - Tholen 1834, Wtt.; Zierik- zee, Dz.; 1843, de Vriese (P.N. S.); Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Waterlandskerkje 1861, A. W.; Kloos- terzande 1845, B. W.; Hoek 1853, en 1863, A. W.; — Geertruidenberg, Verkouteren; Werkendam 1836, Lac; Bergen op Zoom, S. S.; - Maastricht 1894, en Gronsveld 1894, V.; Beek 1869, 0.; 1872, Lac; Un.1883; Gulpen 1889, V. ; Wijlre,Un. 1883; Vylen 1886, H. d.V.; Beitel 1899, G. en V.; Geleen- derberg gem. Wijlre 1900, L. Rieter; Kerkrade 1864, H. d. V.; Zuid Limburg 1885, K. en G. RANUNCULUS. 51 (Menaldum 1850, Hinxt in herb. K. A.; — wei- land de Mein b\j Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; — Klaverland bij Werkhoven, C. A. Backer in herb. H e u k e 1 s ; — tusschen Diemen en Muiden 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; Amsterdam 1882, Heinsius in herb. pr.; Overveen 1886, Posth. ; — Goes 1875, Posth. in herb. pr.; Kapelle (Z.-Bev.) 1894, Ogterop in herb. pr.; Wissenkerke 1884, Schipper in herb. pr.; Walcheren, L. in herb. K. A.; LJzendijke, P. J. v. Roosendaal; Waarde, M. v. Weele; St. Laurens, P. de Hullu; — Ulven- houtsche straatweg bij Breda, Th. W. v. Scherm- beek in herb. Heukels; — Meerssen 1892, de Haas; Yalkenburg 1900, K. A. in herb. pr.) ^. intermedius Poir. (bladen bijna kaal, lichaams- bouw tenger.). In Herb.: Moerassig weiland Zuid-Beveland 1848, v. d. B. (heeft gladder vruchten, onderscheidt zich overigens niet van a.). y. verrucosus Rchb. Vruchten met verheven wratjes, bouw tenger. In Herb. : Maas bij Maassluis 1844, de Br. (Zuiddorpe 1855, A. W. in herb. L.) 8. parvulus Lej. et Gourt. Stengel klein, onge- veer 1-bloemig, bladen eenigszins hartvormig- rond, grof gekarteld. In Herb.: Monnikendam 1858, Lac; — Kleigrond bij Goes 1843, v. d. B. (Nieuw en St. Joosland 1879, L. in herb. pr.) Bovendien: Ameland (Arch. 2. I. p. 364); Terschel- ling 1884, v. Eeden (Arch. 2. IV. p. 397); - Njj- megen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 42); — Doorn 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p.. 69); - Nieuwe Diep, Hoffm. in herb. Dav. (Prod. Ed. I. p. 10); Zand- voort 1893, S. (Arch. 2. VI. p. 306); - Voorne (Arch. 2. I. p. 364), Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); 52 RANUNCULUS. - Noord-Beveland, (Arch. 2. III. p. 111); St. Philips- land, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 105); - Bergen op Zoom, Wtt. (Prodr. Ed. I. p. 10). 31. R. sceleratus L. Op moerassige plaatsen, aan sloot- kanten enz. 0 en O- Mei — Sept. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, Lac; Midsland op Terschelling, Un. 1886; — Leeu- warden 1849, en 1859, S.; Giekerk, Bruinsma; Franeker, Spree; Oldeboorn 1868, v. Tuinen; — Groningen 1834, en 1856, v.H.; Helpman, Strat.; — Rozewinkel 1859, L a c. en S. ; Meppel, v. H e ij n. ; - Kampen 1848, R. B.; 1848, T.; Deventer, Hal- bertsma; 1876, K.; Zwolle 1891, L.; - Harderwijk 1864, R. B.; Apeldoorn 1853, 1880, K. A.; Arnhem, Thomson; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Ei- bergen, Un. 1859; - Maarsbergen 1865, en tusschen Driebergen en Doorn 1865, Kniittel; Utrecht 1835, Wtt.; C. A. Broers; Amersfoort, R. B.; 1890, Garj.; - Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Amsteldijk 1857, Kniittel; Zeedyk 1838, Romb.; Amsterdam 1877, 0.; Amstelveensche weg 1842, Bierens de Haan (P.N.S.); Zijdelmeer, B o e r 1. ; Haarlem 1835, B u s e ; Haarlemmerduin 1883, S.; Haarlemmerhout 1871, Boerl.; Haarlemmermeer 1851, Miquel, Lac; Heemstede, v. d. T.; Vogelen- zang, Boerl.; — Noordwijk 1860, S.; Sassenheim 1843, B. W.; Leiden 1827, 1832 en 1834, Wtt. Forsten; 1835, Dz.; Mb.; 1836, Lac; 1842, B. W. 1850, Kerb.; Pierot; Perin; Bezuidenhout, V. Z. 's Gravenhage, G. B.; Destree; Dordrecht 1870, M J. Cop.; Boerl.; 1882, V.; huis te Merwe 1888, V. Rockanje, Exc 1884;- Breskens 1880, Buijsman Zuid-Beveland 1848, v. d.B.; Aardenburg 1861, A. W. — Breda, v. A.; Vucht, v. Hov. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; — Eelde, J. P. Hartlief; - Usselo, E. J. H. Schol- EANUNCULUS. 58 ten in herb. Heukels; - Nijkerk 1898, K. A. in lierb. pr.; Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; gracht Slotpoort Culemborg 1844, A 1- pherts in herb. pr.; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heukels; — Station Breukelen 1871, Coste- rus in herb. pr.; - Zaandam 1877, Schipper in herb. pi\; Spaarndam 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pi\; — Rotterdam, H. v. d. Linden; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — St. Laurens, P. d e H u 1 1 u ; Waarde, M. v. W e e 1 e in herb. H e u k e 1 s ; Domburg 1874, L. in herb. pi\; Middelburg 1892, Og- terop in herb. pr.; — Halsteren (Theodoruspolder en Beijmoersche weg), P. J. V e r h o e v e n ; Zand te Steen- wijk, Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland, (Arch. 2. I. p. 364); Schier- monnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 254); Rottum 1896, Schipper (Arch. 3. I. p. 213); - Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); - Steenwijkerwold, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. YI. p. 344); Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); - Hees, Neerbosch, Hatert, Lent, de Ooi, Abel. (Arch. 2. V. p. 254); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. 1. p. 271); Haarlemmermeer 1852, Hartmann (Arch. 1. III. p. 287, 289); - Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 398); - Hoek, A. W. (Arch. I. IV. p. 266); Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, Tholen, Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); Renesse Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); Oudenbosch 1885—87, Butaije en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Klimmen, Lac. (Arch. 2. V.. p. 2). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. 32. R. arvensis L. In zandige koornlanden. 0. Juni— Juli. In Herb.: Franeker 1840, Spree; Leeuwarden 1849 en Jelsum 1849, S.; Kollum 1873, Schurin- ga; — Groningen, Strat.; — Zalk, R. B.; 1855, Dr. 54 EANUNCULUS. Kros; Staphorst, v. Heijn.; Deventer 1846, T.; Drempt 1876, K. ; Staphorstsche bosch en Graanpak- huis bjj Apeldoorn 1898, K. A.; Zutphen, Dz.; Leu- venheim by Brummen 1885, L.; tusschen Terwolde en Nieuwbroek 1851, M. J. Cop; Wageningen, Foc- kema; Tiel, Hoffmann; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Lobith 1837, V.Z.; - Utrecht, 1835, Wtt.; 1851, Hartmann; 1859, R.B.; 1871, de Br.; 1880, A. C. Oudemans; Houten 1833, Wtt.; tusschen Odjjk en Werkhoven 1865, Kniittel; Bunnik, v. H.; de Bilt 1839, Lac; Montfoort, Coll. Nat.; Ame- lienweerdt 1863, Coll. Nat.; v. d. T.; - Hilversum 1888, H. d. V.; Bovenkarspel 1896, Sanders; - Noordwyk 1866, H. d. V.; Leiden 1834, Wtt.; Duif- huislaan bij Leiden 1835, Mb.; Perin; 1837, Buse; Dz.; Rijnsburg 1845 en Endegeestby Leiden 1846, 0.; Hoogemorsch bij Leiden 1833, S. S.; M.; 1899, F. J. Struykenkamp; Groenhoven bij Leiden 1898, F. J. Struykenkamp; Delft, v. S. V.; Scheveningen 1886, Destree; Rhoon 1871, Schepman; Zwijn- drecht 1835, Lac; Dordrecht 1882, V.; - Zuid-Beve- land 1841, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W. ; — Moerdijk, Un. 1860; Geertruidenberg, Verkou- teren; Sprang, Thomson; Breda, v. A.; — Venlo 1898, Garj.; 1900, L. Rieter; Beek-Elsloo 1872, Lac; St. Pietersberg 1900, Sillevoldt en Jong- mans; Gronsveld 1864, V.; Valkenburg 1864 en Vijlen 1866, H. d. V.; algemeen in Limburg 1885, K. en G. (Oldeboorn 1864, Mr. Krot; Grijpskerk 1866, Holk.; — Zuidhorn 1866, H o 1 k. inherb. v. Tuinen; Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; Leens, J. Borgman in herb. Heukels; — Herculo by Zwolle 1884, L. in herb. pr.; Zwolle 1873, v. Tuinen in herb. pr.; — Voorst 1879, Brummen 1879, Apeldoorn 1899 en Winter 1880, K. A. in herb. pr.; tusschen Cu- lemborg en Beusichem, Spoorbaan by Culemborg en EANUNCULUS. 55 Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Amersfoort 1898, K. A. inherb. pr.; tusschen Zuylen en Maarssen 1871, Costerus in herb. pr.; Rotter- dam, H. v. d. Linden; Waarde, M. v. Weele; — Auvergnepolder, Westland Kruiskavel bij Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. Heukels.) /?. tuberculatus K, Vruchten aan beide zijden met vooruitspringende stompe tanden bezet. In Herb. : Groenhoven bij Leiden 1898, F. J. Struykenkamp. Bovendien: Wijhe (Arch. 2 V. p. 405); — Scheve- ningen, Destree (Arch. 3. I. p. 153); Naaldwijk, Voorne (Arch. 2. I. p. 364); - Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 266); Walcheren, Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542). Ook vermeld bij P e 1 1 e t i e r, van Voorst, Munting en Bruman. 33. R. muricatus L. Kustplant van zuidelijk Europa, bij ons ingevoerd. 0. Mei—Juli. In Herb. : Apeldoorn 1878, K. A. ; — In bouwlan- den bij Utrecht, L. Marchand. [A a n m. : De opgave by M e e s e, Flora Frisica p. 246 : „In Friesland het meest op de klei in laagten en aan uitwaterin- gen" berust stellig op een dwaling, daar deze plant in ons land een yreemdelinge is, zooals reeds voor lang door Dr. v. d. Bosch werd aangetoond (Arch. I. 1. p. 401). Ook de opgave bij van Hall (Fl. B. S. I. p. 425) „In de duinen van Waals- dorp bjj 's Gravenhage, Colitzi mss." is twyfelachtig. Van Hall zegt dan ook nadrukkehjk in zyn Bijdragen (II. p. 97 noot) „De plant van C o 1 i t z i is ook door my niet gezien, gelyk ik dit anders door het teeken ! in myne Flora zoude hebben aangewezen." De plant van Marchand moet omstreeks 1831 zijn gevonden (Zie Bydr. VI. p. 165). Van den Bosch denkt dat zy met zaden van Medicago sativazal zyn ingevoerd (Prod. Ed. I. p. 10). De plant uit Apeldoorn door K o b u s geschonken is volgens mededeeling van den Heer Kok Ankersmit in zjjn tuin Marocco gekweekt.] 56 FICARIA. Ficaria DilL 34. F. verna Huclson. (F. Ranunculoides Moench., Prodr. Ed. L, Roth.) Op vochtige, beschaduwde plaat- sen. 2J.. Jan.—Mei. In Herb.: Franeker, Spree; Leeuwarden 1846, Bruinsma; v. H.; 1850, S.; Bolsward 1875, J. M. d e B o e r ; — Helpen 1860, v. H. ; Meppel, v. H e ij n. ; — Kampenl848,T.; R.B.; 1871, Holk.; Deventer 1847, Top; 1876, K.; - Apeldoorn 1853, K.A.; Nijmegen, B.; N. enTh. Abel.; Thomson; Ubbergen 1882, G. Molengraaff; Winterswijk 1875, R. E. deHaan; — Amersfoort 1890, Garj.; Utrecht 1835, D. S.; C. A Bergsma; v. H. ; v. d. T.; — Amsterdam, Fl Amst.; 1839, Romb.; 1842, Tilanus (P. N. S.) 1871,0.; Haarleml836, Buse; 1870, Boerl.; Heem stede, v. d. T.; - Leiden 1835, Mb.; 1835, Wtt. Halbertsma; Dz.; Hoogemorsch bij Leiden 1846 Perin (bulbigera); 1836, Mb.; Rijngeest *) 1898, S. Valkenburg 1855, v. H. Jr.; Voorschoten *) 1898, en 21 Jan. 1899, V.; (kiemende bolletjes) 1900, V.; Haag- sche bosch, V. Z.; G. B.; Destree; 's Gravenhage, R. B.; Oude Plantage Rotterdam (bulbigera) 1850, 0. Rhoonl871, Schepman; Dordrecht *) 1880, Boerl. 1881, V.; 1882, C. v. d. Broek; - Walcheren (fruc tifera et bulbigera), Frederiks*); Schuddebeurs bij Zierikzee 1869, Schuringa; Vlissingen 1881, Buijs- man; Hoek 1854, A. W.; Zuid-Beveland, v. d. B. ; — Valkenberg bij Breda (fructifera et bulbigera), v. A.*); Vucht, v. Hov.; — Valkenburg 1866, H. d. V.; alge- meen in Zuid-Limburg 1897, V. (Murmerwoude, Damwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; Oldeboorn 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Eelde, J. P. Hartlief; — Usselo, E. J. H. Scholten in herb. Heukels; Zwolle 1870 v. Tuinen in herb. pr.; — Gendringen, FICARIA. CALTHA. 57 M. S. Rust in herb. Heukels; Culemborg 1847, Alpherts in herb. pr.; C. A. Backer in herb. pr.; — Doorn, S. Boot in herb. Heukels; — Be- verwijk 1885, Costerus in herb. pr.; Velsen 1890, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; — Nadorst by Middelburgl891, Ogterop in herb. pr.; Middelburg 1874, L. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; Valkenswaard, Aalst en G-estel, P. Sloots in herb. Heukeis.) Bovendien: Op al de noordzee-eilanden algemeen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 364); - Voorst*) 1876, K. A. (met rijpe vruchten) [Arch. 2. II. p. 158]; — Ou- denbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI p. 568) ; Beek, Spanbeek, Lac. (Arch. 2. V. p. 2). Voorts bij Pelletier, Munting en Bruman. [Aanm. : De met * aangeduide planten zijn allen vrucht- dragend, wat men tot voor korten tyd ook in ons land als een groote zeldzaamheid beschouwde. Keeds van Hall: „doet by de leden rondgaan F. Ranunculoides, met rjjpe vruchten, in Zeeland gevonden door den Heer J. C. Frede- riks." (Arch. 2. I. p. 300). Men meende algemeen dat Fica- ria ook by ons zich hoofdzakelyk door de bulbilli zou vermeerderen. Hiertegen pleit in de eerste plaats reeds het voorkomen van vruchten tegelyk met de bulbilli, maar ten anderen het algemeen voorkomen van vruchten indien men er slechts naar zoekt. De meest algemeene planten verheugen zich soms echter in de minste belangstelling. Men vergelyke overigens Arch. 3. I. p. 580.] Tribus Helleboreae. Caltha L. 35. C. palustris L. Vochtige weiianden, langs sloten en vaarten algemeen. %. April— Juni, bloeit som- tijds nogmaals in Aug. en Sept. In Herb. : Texel (zeer zeldzaam) 1860, Lac; Koog 58 CALTHA. op Texel 1869, Holk.; Westterschelling, Un. 1886; Hollum op Ameland 1869, Holk.; — G-aast, Spree; Leeuwarden 1850, S.; - Groningen, Strat.; Haren- dermolen (als /?. minor. Zie v. Hall. Fl. B. S. p. 425,) 1832. v. H. ; — Rosewinkel 1837, v. H. ; Meppel, v. H e ij n ; - Zwolle 1894 en 1898, L.; Kampen 1849, R, B.; Deventer, v. Gron.; 1876, K.; - Harderwijk 1864, R. B.; Uddelermeer 1857, Kniittel; Apeldoorn 1853, K. A.; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Ubbergen 1882, G. Molen- graaff; tusschen Wamel en Dreumel, G. Post; - Utrecht, v. d. T.; v. H.; 1880, A. C. Oudemans tusschen Driebergen en Odijk 1867; tusschen Hoe velaken en Amersfoort, R. B.; Garj.; Vleuten Achttienhoven, v. d. T; — Amsterdam 1842, Tila nus (P. N. S.); Pl. Amst; 1838, Rorab.; 1869 Boerl.; Schinkel 1857, Kniittel; Haarlem 1840 Buse; Bentveld;- Leiden, M. J. Cop Dz.; B. W. Pierot; Forsten; Endegeest bij Leiden 1870 Boerl.; Leiderdorp 1837, Lac; Kerb.; Katwijk 1837 Coll. Nat.; Exc. 1888; Valkenburg, Exc. 1854 Persijnspan 1845, Perin; Haagsche bosch, V. Z. 's Gravenhage, Barger; Destree; Delft, v. S. V. Rotterdam 1851, 0.;*) Dordrecht 1880, Boerl.; 1882 C. v. d. Broek; 1882, V.; Schollevaarseiland 1864 Krecke; — Renesse 1845, v. d. B.; Sas van Gent 1855, A. W.; — Loopschans Breda, v. A. ; 'sHerto- genbosch, v. Hov.; — Valkenburg 1866, H. d. V.; tusschen Vijlen en Vaals 1897, V. (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1867, v. Tuinen in herb. pr. ; Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; — Natte brug moeras bij Helpman 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; — *) Op hetzelfde vel bevindt zich een plant met het navolgend etiquet: „Deze Caltha palustris is de eerste plant die ik verzamelde t>y Leiden in Juli 1843 0." CALTHA. 59 Eelde, J. P. Hartlief; - Usselo, E. J. H. Schol- ten; Barclobeek bij Borne, H. v. d. Pauwert; — Needsche en Eibergsche weg by Borkulo, Drietelaar, G. J. Kerbert; Gendringen, M. S. Rust; Culem- borg, C. A. Backer in herb. Heukels; 1843, Al- pherts in herb. pr.; - Werkhoven en Houten, C. A. Backer; Doorn, S. Boot inherb. Heukels; — tusschen Ouderkerk en Abcoude 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr. ; Haarlemmerliede, C. A. Backer inherb. pr.; Beverwijk 1885, Costerus inherb. pr.; Groot Bentveld bij Haarlem 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; — Valkenburg 1879, Schipper in herb. pr.; Pijnacker 1891, Ogterop in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Veen bij Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Drenthe op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); Almelo, Un. 1875 (Arch. 2. I. p. 194); Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 344); tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Hengelo, de Lutte, langs de Dinkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217); - tusschen Lichtevoorde en Varsseveld, Eibergen, Groenlo, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Walcheren(?) A. W. ») (Arch. 2. III. p. 111); Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 266); *) Deze opgave is ontleend aan de Enumeratio plantarum Zeelandiae Belgicae indigenarum van vaDdenBosch. In Tijdschrift VIII. p. 6 wordt deze plant door van der Feen aangegeven. Mej. A. Ogterop, wie ik dienaangaande om inlichtingen verzocht, meldde my dat C. pa- 1 u s t r i s voorzoover haar bekend is niet op Walcheren voorkomt. In het Zeeuwsch herbarium zjjn alleen ex. uit Zeeuwsch-Vlaanderen en in haar eigen herb. alleen uit andere provincien afkomstige ex. aanwezig. Zij vermoedt dat C. alleen aan zoet water groeit en dat is op Walcheren, op enkele welputten na, niet te vinden. 60 CALTHA. ERANTHIS. HELLEBORUS. - Moerdijk, Un. 1859 (Arch. 1. V.Y p. 236); - Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Gennep, Schinnen, Lac; tusschen Beek en Elsloo, Slenaken, K. en G. (Arch. 2. V. p. 2). - Voorts vermeld bij Pelletier, Vorstius, Munting en Bruman. [Aanm.: De grootte van plant en bloem varieert zeer naar gelang van de standplaats van de plant en ook of men voorjaars- of latere bloernen onderzoekt. M. i. is er geen reden om een bepaalde var. fi. m i n o r af te scheiden zooals door van Hall is voorgesteld, in navolging van Miller. (Cfr. DC. Prodr. Syst. veg. I. p. 45., v a n H a 1 1, Bijdragen VII. p. 339.)] Eranthis Salisb. 36. E. hyemalis Salisb. In bosschen en op beschaduwde plaatsen, waarschijnlijk overal verwilderd. %. Febr. — Maart. In Herb : Zuileveld bij Zuilen 1883, 0. ; Paddenburg bij Baambrugge 1835, v. d. T. (ziev. Hall. Fl. B. S. I. p. 813); — tuin Uithoorn 1880, Boeri.; verwilderd tuin H. B. S. Amsterdam 1869, Boerl.; Haarlem 1885, v. d. Ley; - Leiden 1871, Boerl.; Weizicht bij Dordrecht 1881, V.; 1882, C. v. d. Broek; - Scherpenisse 1877, P. Keyzer; Koudekerke 1857, G. van Hennekeler; moerbosch bij Koudekerke 1845-1863, Blaas; 1877, L. Bovendien: Groningen en Winschoten Kent naar aanleiding van de opgave bij M u n t i n g ( Arch. 2. III. p. 330). De eerste vermelding van Eranthis voor Walcheren vinden wij bij Pelletier, daarop wordt zij aangegeven door van den Bosch in zijn Enu- meratio Plant. Zeel. indig. (Tijdschrift VIII. p. 7) als verzameld door de Marree in 1841 of vroeger. In Prodr. Ed. I. p. 12 wordt nog vermeld Wyhe en Heino, Tyhaar in herb. Dav. Helleborus L. 37. H. viridis L. Op beschaduwde plaatsen, waarschijn- HELLEBORUS. NIGELLA. 61 lijk niet inlandsch, doch uit oude culturen ver- wilderd. %. Maart—April In Herb. : Haren 1836, Berghuis; — Herkten bij Zwolle 1849, M. J. Cop; - huis ter Haer 1832, 1872, de Br.; Vleuten 1838, D. S.; slootkant in een boomgaard bij de ruiines van het huis ter Haer on- der Vleuten, v. d. T.; — Zoeterwoude aan het Schouwtje 1836, Lac; dijk te Arkel, v. H. ; — Kou- dekerke (Walcheren) 1863, Blaas; — Breda, v. H.; dijk tusschen Dussen en Almkerk, C. A. Backer. (Abcoude 1882, Okhuizen inherb. Heinsius; — Eotterdam 1899, H. v. d. Linden; — Duinvliet bij Domburg 1877, L. in herb. pr.) Bovendien : Rhoon, Schepman (Arch. 2. III. p. 92) ; — West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111). Deze groeiplaats is echter niet overgenomen in de lijst der Zeeuwsche planten van Walraven en Lako (Arch. 2. VI. p. 105). Voorts vermeld bij Pelletier, Vorstius en Munting. 38. H. foetidus L. Oorspronkelijk langs berghellingen, op steenachtige gronden, vooral kalkminnend. Bij ons waarschijnlijk een vluchteling. %. Maart- April. In Herb. : Bosschen bij Steenderen 1878, K. A. (Cfr. Arch. 2. III. p. 225). De juistere opgaaf vindt men in Arch. 2. IV. p. 132: „In het bosch van het huis te Bronkhorst aan den IJsel 24 Sept. 1848. In het eigen herb. van den heer Ankersmit komt de plant reeds voor van 1877. Nigella Tourn. 39. N. arvensis L. Op koornvelden. 0. Juli—Sept. In Herb.: Deventer, P. Westerhof en Peteri; - Doesburg, leg. Kuhl; - Venlo 1898, L. Rieter. [Aanm.: Van de oudere schryvers zoude ik geen melding maken, ware het niet dat Oudemans (Arch. 2. III. p. 371), 62 NIGELLA. AQUILEGIA. handelende over B r u m a n, Index stirpium quae prope Zuollam in Transisalania nascunter A°. 1662 p. 15) aanteekent: „zon- der twyfel tusschen graan gevonden." De opgave van Le- jeune: „omstreken van Maastricht" (Fl. de Spa en Comp. Fl. Belg. Cfr. Prodr. Ed. 1. p. 12) wordt nader bevestigd door de opgave eener groeiplaats by Valkenburg door H u g o d e Vries (Arch. 2. IV. p. 305.)] 40. N. damascena L. Tuinplant. 0. Mei-Juli. In Herb.: In de Ooi (verwilderd) 1859, P. A. Se- ret, Unic. ex herb. Abel.; - By de begraafplaats te Dordrecht 1882, V. (met vuilnis uit een naburige tuin opgeslagen en gedurende enkele jaren teruggevonden). (Opslag tuin Apeldoorn 1881, K. A. in herb. pr.) Aquilegia Tourn. 41. A. vulgaris L. In bosschen en op beschaduwde grazige plaatsen, bovendien vaak als sierplant gekweekt en waarschijnlijk vaak uit tuinen ver- wilderd. %. Juni—Juli. In Herb.: de Poppe bij Sluis 5, Un. 1895; — Ankelaar onder Apeldoorn 1850, K. A.; Harderwijk, K. B.; Uilenpas 1846, Wijers; op een ouden muur op Mark en Horst te Herveld, M. Coenen, Unic. ex herb. Abel.; — Utrecht {culta), Njj- hoff; muur van Zonnenburg te Utrecht, Coll. Nat.; Jachtlust bij de Bilt 1838, D. S.; tusschen Doorn en Maarsbergen, v. d. T.; Amersfoort 1862, R. B.; — Amsterdam op een ouden muuraanhetFunen, V. Z.; Fl. Amst.; Bergerduin 1870, H. d. V.; Haarlem, Kerb.; — Vianen, v. H. (var. ecalcarata); Vianen, v. H.; — Reigersbosch op Duiveland (veelvuldig), Un. 1894; Oosterland op Duiveland, v. d. B.; 1872, W. K. J. Schoor; Zevenaarpolder by Neuzen 1853, A. W.; St. Pietersberg 1892, Hoevenaars; Oud Valkenburg 1866, H. d. V.; Ruine te Valkenburg 1866, H. d. V.; Stockum 1896 G.; Eys 1896, G. (Wilsum by Olst (flor. albis) 1895, Ch. Carmig- AQUILEGIA. DELPHINIUM. 63 gelt in herb. L. ; — Putterbosch 1898, A. P. van den Briel in herb. Heukels; Putten 1895, C. A. Backer in herb. pr. „Deze plant komt in overvloed en in alle kleuren voor aan de zoogenaamde Schoonc- beeksche spreng kort bij het Landgoed Groevenbeek" ; bosschen van „de Poll" bij Voorst 1850, K. A. in herb. pr.; — Glip bij Haarlem, Vigelius in herb. Posth.) Bovendien: Steenwykerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 344); — Heerenduin bij Velsen, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 364); bosch te Vogelenzang 1888, v. Eeden (Arch. 2 V. p. 381); - West-Zeeuwsch- Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111). Voortsver- melddoor Pelletier en Munting, terwijlde Prodr. (Ed. I. p. 12) nog aangeeft Meppel, Krien; Baarn, Dordt en Schalkwyk, F. B. S.; benevens Huisum volgens de Fl. Frisica. Delphinium Tourn. 42. D. Consolida L. In koornvelden en op akkers. 0 en Q. Juni — Aug. In Herb.: Zalk 1841, E. B.; 1848, Top; M. Das- sen; Deventer 1846, Halbertsma; kerkhof Deven- ter, Romb.; Pothoofd bij Deventer 1883 tot 1885, K.; 1894, K. A.; 1898, J. R. Katz; meelfabriek De- venter 1898, K. A.; - Twello 1845, 1846, T.; P. van Delden; Zutphen, G. B.; 1834, Wtt.; Warns- veld, Voorst 1833, Wtt.; 1838, Buse; tusschen Terborg en Doetichem 1878, K.; Nijmegen, B. ; Beek brj Nijmegen, Th. Abel.; Brummen 1844, Staring; Tolkamer Lobith, V. Z. ; Tiel, G. Post; Bennekom, Kipp; - Amersfoort 1892, Garj.; Utrecht 1832, de Br.; C. A. Broers; Bunnik 1841, v. d. T.; 1863, Coll. Nat.; Vechten 1835, D. S.; - Leiden 1835, Mb.: Perin; 1894, V.: Groenhoven bij Leiden 1898, Struykenkamp; Huis ten Deyl, B.; duinstreek 64 DELPHINIUM. tusschen Wassenaar en 's Gravenhage, G. B. ; Was- senaar, Perin; Dordrecht 1882, V.; — Zuiddorpe (Oost-Zeeuwsch Vlaanderen) 1854, A. W. *); meel- fabriek te Middelburg 1896, L.; - Oudenbosch 1895, v. Luyck; Werkendam 1836, Lac; Wallen te 's Her- togenbosch, v. Hov.; — Roermond 1886, V.; 1900, G. en Jongmans; St. Antonies eiland bij Maastricht 1894, de Haas; Vaals. (Enk te Deventer, op bouwland in groote massa 1850, — Apeldoorn 1899, K. A. in herb. pr. ; - koorn- velden brj 's Gravenhage, N. J. Betz in herb. van Tuinen; — Kanaakhjk bij Vlissingen, de Man in herb. Posth.; — Station Aalst— Waalre 1899, A. P. v. d. Briel in herb. Heukels.) Bovendien : Hees, Meerwijk, Marienboom, T h. A b e 1. (Arch. 2. V. p. 255); — Oosterdoksdijk bij Amsterdam (Arch. 1. I. p. 458); — Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 2). Voorts vermeld bij de oudere schrijvers Pelletier, Hondius (velden vol van Riddersporen), Munting en Bruman. Volgens den Prodr. Ed. I. Maurik, de Gorter; Arnhem, F. B. S.; Koten en Wijk bij Duurstede, v. d. T. 43. D. Ajacis L. In tuinen gekweekt, nu en dan op akkers verwilderd, afkomstig uit Zuid-Europa. 0. Juni—Sept. In Herb.: Kampen 1854, R. B. (Cfr. Arch. 1. IV. p. 34 en 50); Pothoofd bij Deventer 1883, K.; Deven- ter, P. Westerhof en Peteri; - Ruurlo 1886, Ensink; — Amersfoort 1894, Garj. 44. D. orientale J. Gay. Plant van Zuid-Europa en Noord-Afrika, alwaar zij sporadisch voorkomt, van daar echter zich verbreidende tot Neder- Oostenrijk. Somtijds als tuinplant gekweekt. 0. Juni— Juli. *) Volgens Hondius kwam in zijn tjjd (omstreeks 1600) deze plant in menigte om ter Neuze voor. DELPHINIUM. ACONITUM. ACTAEA. 65 In herb. : Meelfabriek Deventer 1898, K. A. Bij een graanpakhuis te Apeldoorn 1889, K. A. Aconitum Toarn. 45. A. Napellus L. In boschrijke streken, vaak ge- kweekten bij ons alleen verwilderd. %.. Juni—Aug. In Herb. : Deventer 1877, v. d. Veen; tusschen Zwolle en Dalfsen (aufuga) 1864, H. d. V.; — Heem- stede bij Haarlem, v. d. T. ; — Studentenpad Leiden, Dr. v. Es ex. herb. Mb. Bovendien : Op een muur bij de kerk te Kerkrade, verwilderd, Lac, K. en G-. (Arch. 2. V. p. 2). 46. A. Lycoctonum L. In de bosschen der bergstreken. 2J.. Juni—Juli. In herb.: tusschen Gulpen en Wittem 1864, J a c q u e s ; Mechelen, H a 1 1 e g r a a f ; Geul te Epe 1872, 1873, 1874, Lac; Putje bij de Schaesberg en 'tHal- der bij Valkenburg 1900, V. (Houthem 1899, Costerus in herb. pr). Tribus Paeoniae. Actaea L. 47. A. spicata L. Beschaduwde plaatsen, boschrijke streken van Zuid-Limburg. %.• Mei—Juni. In Herb. : Mariendaal bij Arnhem, 1888; — Altena? — tusschen Meerssen en Valkenburg 1883, K.; Bijebosch bij Valkenburg 1900, V.; Gulpen 1885, K. en G.; Epen, Un. 1861; Valkenburg 1864, H. d.V.; Geulem 1889, V.; tusschen Jansbergen Stibbe 1889, V.; Maastricht, Hallegraaf; Wylre 1889, G. en V. (Sittard Un. 1883, K. A. in herb. pr.) Bovendien : Maastricht, Franquinet (Arch. 1. II. p. 105); 1883, H. L. Clumper (Fl. Bat. XVII. 5 66 ACTAEA. XANTHORRHIZA. BERBERIS. N°. 1321); Geulem, Un. 1861; tusschen Bunde en Valkenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305); Hus- senberg 1883, v. Eeden (Fl. Bat. 1. c.) Xanthorrhiza VHer. 48. X. apiifolia VHer. Inheemsch in de bosschen van Oostelijk Noord-Amerika. 2J.. April—Mei. In Herb. : In eiken hakbosch, 5 minuten ten Noor- den van Boksbergen gem. Olst, April 1898, K. A. [Aanm.: De exemplaren in ons herbarium zijn van 1899, terwtjl in het eigen herh. van den Heer Kok Ankersmit nog exemplaren voorkomen van Maria's lust te Apeldoorn, onder hakhout op tvvee plaatsen, door hem verzameld in Mei 1899.] Ordo Berberidaceae Vent. Berberis L. 49. B. vulgaris L. In bosschen en in de duinvalleien, in tuinen gekweekt en vaak verwilderd. 1p. Mei— Juni. In Herb. : Deventer (culta), Top; Diepenveen 1877, K.; - Twello, K. A.; Ruurlo (culta) 1887, Ensink; Paaschheuvel bij Terborg, Un. 1885; Nijmegen 1851, Th. Abel.; Thomson; — Utrecht, v. H.; Bunnik 1872, Bierens de Haan (P. N. S.); — Muiderberg 1870, Boerl.; Haarlem, v. H.; V.; Bloemendaal 1847, en 1872, 0.; Exc. 1883; Bloemendaalsche bosch 1868, 0.; Kerb.; Overveen 1837, Lac; 1845, B.W.; Vogelenzang, v. d. T.; — Noordwijk, Dz. ; duinvallei Kyfhoek, Mb.; Wassenaar 1833, S. S.; 1835, Mb. 's Gravenhage 1826, V. Z. ; 1833, W 1 1. ; 1833, F o r s t e n Destree; R. B.; Scheveningsche boschjes, R. B. — Walcheren, v. d. B. ; Koudekerke 1865, A. W. - Breda, v. A.; - Sint Pietersberg 1869, 0.; Geu- lem 1900, Jongmans. BERBERIS. EPIMEDIUM. NYMPHAEA. 67 (Velserduinen 1893, Ogterop in herb. pr.; Over- veensche duinen 1900, C. A. Backer inherb. pr.; — Domburgsche duinen 1900, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Velserend 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 69); tusschen Schoorl en Bergen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); — Monster, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); — Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); - Schinnen, Lac. (Arch. 2. V. p. 3); Gronsveld, Valkenburg, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, tusschen Bunde en Valkenburg, Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305). Bij oudere schry vers bij Pelletier, Munting en Bruman. Haren en Mickelhorst bij Groningen, de Gorter; "Warnsveld, Fl. B. S. Epimedium L. 50. E. alpinum L. In boschachtige streken der Al- pen; vaak aangeplant en soms verwilderd. %. April—Mei. In Herb. : Op het buiten van den Heer Rees onder de boomen bepaald verwilderd, v. Hov. (Dor- drecht?) Ordo JVymphaeaceae DC. Nymphaea (L.) Smith. 51. N. alba L. In veenplassen, vaarten, vijvers en sloten. 2J.. Juni—Aug. In Herb. : Hardegarijp 1849, S.; - Meppel, v. Heij n. - Giethoorn, Un. 1892; Kampen 1845, 1854, Top 1870, Hoek; 1848, R. B.; Entersche veen,Un. 1897 - LaagKeppell876,K.A.; Winterswijk, Un. 1859 Nijmegen, Th. Abel.; - Zeist 1857, Kniittel .Utrecht 1832, de Br.; C. A. Broers; Loenen aan de Vecht, v. H.; Neerlangbroek, v. d. T.; - Naarden, 68 NYMPHAEA. Thomson; Amsterdam, Fl. Amst.; Haarlem 1835, Mb.;Buse; - Leiden 1827, Wtt.; S. S.; 1833, Kerb. 1834, Wtt.; van Dissel; 1842, 0.; 1872, Boerl. Zoeterwoude 1881, Boerl.; Leidschendam, v. S. V. 's Gravenhage 1896, D. B o 1 1 e n ; Westland, D e s t r e e Dordrecht 1881, C. v. d. Broek; 1882, V.; Bleskens graaf 1838, M. J. Cop; — Zuid-Beveland, v. d. B. Sas van Gent 1854, A. W.; — Breda, v. A.; Vucht, v. Hov. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; Tjalleberd 1865, Holk.; Vleerbosch bij Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Barneveld 1878 en Apeldoorn 1894, K. A. in herb. pr.; Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; C. A. Backer in herb. Heukels; — Lisse 1894, V. Su- ringar in herb. pr.; Delft 1874, L. in herb. pr.; Choirven by Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr.; Dussen 1899, C. A. Backer in herb. pr.; Hulster- sche laag, Milanen en Huibergen, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels. forma depressa. In Herb. : Doornspijk 1890, C. A. G. Beinz. forma minor. In Herb. : Doornspijk 1890, C. A. G. Beinz. Bovendien: Scheene, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Hoogeveen, Zwinderen, Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); - Groenlo, Borkulo en Breevoort, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); Doe- tinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); - Ber- ger duinen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); - West- land, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); - Schouwen en Duiveland, Tholen, Walcheren, Zeeuwsch Vlaan- deren, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 3); Velden, NYMPHAEA. NUPHAR. 69 Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Valkenburg, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 305). Bij oudere schrijvers reeds vermeld bij Pelle- tier, Knyf, Vorstius, Munting en Bruman. [Aanm.: Al de tot dusverre by ons aangetroflfen voor- werpen behooren tot den hoofdvorm A: melocarpa Casp. met 8—24 meest eentoppige stempelstralen, tot den top met meeldraden bezet vruchtbeginsel en hjjna bolvormige vrucht. Van deze is ook de klein-bloemige vorm fl. door Beinz. aan- getroffen. De andere hoofdvorm B: oocarpa Casp. heeft alle helmdraden breeder dan de helmhokjes, 6—14 meest 3-toppige stempelstralen, den smalleren top van het vruchtbeginsel niet met meeldraden bezet en eene eivormige vrucht (zie Suringar. Zakflora 8e druk. p. 19). De forma /#. minorwordt door de Gorter verder nog opgegeven voor Muiden en Naar- den, ofschoon daar later niet weergevonden.] Nuphar Smith. 52. N. luteum Smith. In sloten, vaarten, grachten enz. %.. Juni—Aug. In Herb. : Rijperkerk 1849, S.; — Onland bij Gro- ningen, Strat.; Groningen, v. H.; — Paterwolde, v. H.; - Kampen, R. B.; 1845, Top; 1870, Hoek; Deventer 1876, K.; — Teuge bij Apeldoorn 1872, K. A.; Arnhem, Thomson; Nijmegen, N. en Th. A b e 1. ; — Amersfoort, G a r j. ; Utrecht, C. A. B r o e r s ; 1833, de Br.; Baambrugge 1850, Lac. (kiemende zaden); Neerlangbroek, v. d. T.; — Amsterdam, herb. A m s t. ; Haarlem, Splitgerber;Buse; 1834, Kerb Kleverlaan bij Overveen, B. W.; — Leiden 1827, Wtt. van Dissel; Dz.; 1835, Mb.; 1836, Lac; 1842, 0. 1872, Boerl.; Zoeterwoude 1899, Jongmans; Was senaar 1833, S. S.; 's Gravenhage, V. Z.; D. Bolten Rotterdam, Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; 1882, V. — Sas van Gent, B. W. en v. d. B. ; — Vucht, v. H o v. Boxmeer, v. A. (c. fructibus); — Maastricht, (als /?. minor). (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in 70 NUPHAR. herb. Heukels; Vleerbosch bij Oldeboorn 1868, v. T u i n e n in herb. pr. ; — in de gracht van de burcht Yerhildersum bij Leens, J. Borgman in herb. Heu- kels; — Zwolle 1900, L. in herb. pr.; — buiten de slotpoort te Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; Culemborg, C. A. Backer; Gendringen, M. S. Rust: Horssen, Posth. in herb. pr.; — Werkho- ven, Vreeswijk, C. A. Backer in herb. Heukels; Zuilen 1877, Schipper in herb. pr.; — tusschen Abcoude en Weesp 1885, M. Boks in herb. Coste- rus; Halfweg 1894, V. Suringar in herb. pr.; Kortenhoef 1886, Heinsius in herb. pr.; — Pijn- ackerl891, Ogterop in herb. pr.; Zwijndrecht 1894, Posth. in herb. pr.; Kotte bij Rotterdam, H. v. d. Linden; — Breda en Wolfslaar te Ulvenhout, Th. W. van Schermbeek in herb. Heukels; Ois- terwijk 1894, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Scheene, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Andsgracht, Koevorden, Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Oene, Borne, Dinkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217); Wijhe, Heino, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); tusschen Giethoorn en Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); - Groenlo, Borculo, Breevoort, Eibergen, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); - Westland, v. E e d e n ( Arch. 2. I. p. 365) ; - Wal- cheren, Schouwen en Duiveland, Tholen, Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); - Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Meerssen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 305). Voorts gemeld bij Pelletier, Knyf, Vorstius, Munting en Bruman. PAPAVER. 71 Ordo Papaveraceae D.C. Papaver Tourn. 53. P. Argemone L. Op zandige bouwlanden. 0, ©. Mei—Juli. In Herb. : Ameland, Spree; Nes op Ameland 1869, Holk.; — Menaldum 1863, J. M. de Boer; — Help- man bij Groningen; — Meppel, v. Heijn.; — Kam- pen 1848, T.; R. B.; 1851, T.; Deventer 1846, Top; Eng bij Deventer 1851, M. J. Cop; - Zutphen 1859, de Br.; Twello 1851, M. J. Cop*); Schalkhaar 1876, K.; Harderwijk 1866, R. B.; Renkum, Buse; Nij- megen, B.; N. en Th. Abel.; Uilenput bij Nijmegen 1864, Heumen 1856, v. d. B.; Bergendal 1881, Posth.; Tiel, G. Post; — Amersfoort 1893, Garj.; Doorn 1869, 0.; Blauwkapel, Utrecht 1835, Wtt.; v. H.; Bunnik, C. A. Broers; Neerlangbroek, v. d. T.; — Wieringen 1856, Lac; Enkhuizen 1896, San- ders; Velsen 1873, Boerl.; Hoek, Wijk aan Zee, Exc. 1860; Umuiden, Exc. 1881; Overveen 1835, Buse; — Noordwijkerhout 1846, Dz. en Mb.; Rui- genhoek onder Zilk, V.; Noordwijk 1847, Ever- wijn; 1860, S.; Warmond, Coll. Nat.; Katwijk 1835, S. S.; Pierot; Valkenburg 1833, Wtt.; 1836, Lac; Leiden 1833, Wtt.; 1835, Mb.; Kerb.; Dz. 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; R. B.; Loosduinen, V. Z. Monster, v. d. T.; - Zuid-Beveland, v. d, B.; Over zande 1840, v. d. B.; Breskens 1880, Buijsman Hoek 1865, A. W.; - Bergen op Zoom, Un. 1860 Breda, v. A.; Sint Michielsgestel, v. Hov.; Eindho ven 1840, v. d. B.; - Gronsveld en Valkenburg 1866 H. d. V. *) Petalis 3, digitato-pinnatisectis, spec. unic. lect. in campo rudi Twello 17 Maii 1851, M. J. 0 o p. 72 PAPAVER. (Rottevalle, J. K u i p e r s ; Murmerwoude, J. B o t k e en J. de Groot; tusschen Zuid- en Noordlaren, R. de Boer en H Kooi in herb. Heukels; — Zwolle 1873, v. Tuinen in herb. pr.; 1884, L. in herb pr. ; — 'tLoo 1873, Apeldoorn 1878, K. A. inherb. pr.; langs den Usel bij Rheede 1896, Ogterop in herb. pr.; tusschen Ulft en Silvolden, M. S. Rust; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Goilberdingen bij Culemborg 1847, Alpherts inherb. pr.; - Spoorvia- duct Zwijndrecht 1894, Sliedrecht 1895, Posth. in herb. pr.; — Oost Zeeuwsch-Vlaanderen 1853, A. W. in herb. L. (met kale zaaddoos, of slechts bovenaan met een paar haren. Cfr. Rouy et Faucoud. I. p 160. De var. p. glabrata van Coss. en Germ.) Waarde, M. v. Weele; — Kruisland, P. Janssens Waalre, Valkenswaard en Gestel, P. S 1 o o t s in herb Heukels; Pettelaarbij 's Hertogenbosch 1887, Cos terus in herb. pr.) Bovendien: Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V.p. 405); - Lochem, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 176); /ff. caule unijloro Waaldijk bij het fort Kraijenhoff en te Berg en Dal, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 255); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Heilo, Heemskerk, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); - Delft, de W. H. (Arch. 2. II. p. 32) ; — Walcheren, Noord-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Sittard, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305). Bij oudere schrijvers alleen door Pelletier vermeld. Pietersbierum volgens de Gorter. Rheede boven Arnhem Fl. B. S. [Aanm.: Van deze soort werden in het herbarium bewaard vormen als fi: floribus solitariis (P. maritimum) byv. Noordwykerhout 1846, D z. en M b. en als f o r m a depaup e- PAPAVER. 73 rata uniflora hjjv. Zuid-Beveland v. d. B. Een vorm door de Beyer by Nymegen gevonden, staat wat de vrucht betreft tusscben P. A r g e m o n e en P. d u b i u m in en is wellicht een h y b r i d e tusschen beide.] 54. P. hybridum L. Op akkers, verspreid en onbe- stendig. 0 en ©. MpA—JuU. Klaverland te Apeldoorn, dat met afval van uit Palermo afkomstige Sumac was bemest, 1877, K. A. 55. P. Rhoeas L. Algemeen op bouwlanden en aan ruigten, vooral op zandgronden. 0 en 0. Mei— Juli en herfst. a. genuinum. In Herb.: Eierland op Texel 1860, Lac; Texel 1868, Holk.; — Franeker, Spree; — Gro- ningen 1856, Strat.; — Kampen, R. B.; 1848 en 1851, Top; Deventer, Romb.; 1876, K.; - Harderwijk, R. B.; Zutphen 1882, C. v. d. Broek Renkuml850, S.; Nijmegen,B.; 1849, Th. Abel. Thomson; — Amersfoort, R. B.; 1890, Garj. Utrecht, v. H.; Bunnik, v. d. T.; - CJithoorn 1872 en Legmeerdijk, Boerl.; Amsterdam, Fl. Amst 1838, Romb.; 1842, Heybroek, P. N. S.; Wie ringen 1857, Harting; Zandpoort 1845 en Bloe mendaal 1837, Buse; — Noordwijk 1847, Ever wijn; Leiden, Dz.; 1842, 0.; Rynsburg, B. W Valkenburg, Mb.; 1854, v. H. Jr.; Katwyk 1897 Jongmans; Waalsdorp 1866, H. d. V. ; 's Graven hage, R. B. ; G. B.; Scheveningen, Destree Rotterdam 1851, Coll. Nat.; Dordrecht 1881, V. Dubbeldam 1850, M. J. Cop.; — Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Hoek 1853, A. W.; Driewege 1840, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; — Bergen op Zoom 1834, Wtt. ; Breda, v. A.; Gin- niken 1876, 0.; Rosmalen, v. Hov.; — Amby, v. Hov. p. strigosum Bonnigh. In herb. : Eng bjj Deventer 1851, M. J. Cop.; 74 PAPAVER. Pothoofd Deventer 1839, Halbertsma; — Apel- doorn 1850 en 't Loo 1873, K. A.; Nijrnegen 1849, 1850, Th. Abel.; Bloemendaal 1871, BoerL; Bentveld bij Haarlem 1838, Mb.; Voge- lenzang, v. d. T.; tusschen Schoorldam en Schoorl 1869, Hoek; — Noordwijk 1847, Everwrjn; Leiden 1847, 0.; Dz. ; Everwijn; 'sGravenhage (als y. ramosum Koch.) 1846, de Br.; — Zuid- Beveland 1839 en 1840, v. d. B.; Kloosterzande 1845, B. "W.; - Meerssen 1864, H. d. V. (Hallum 1864, H. v. d. Leij in herb. v. Tui- nen; — Apeldoorn 1877, Voorst 1879, (var. imma- culatum) Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr.; Tiel, Posth. in herb. pr.; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; — Muiderberg 1882, Heinsius in herb. pr. ; — Zwijndrecht 1898, Posth. in herb. pr.; langs de Gouwweg te Stolwijk, H. A. West- broek enJ. Slingerland; — Waarde, M. van Weele; St. Laurens, P. de Hullu in herb. Heu kels; Middelburg 1874, L. in herb. pr.; 1894, Dom burg 1890, Ogterop in herb. pr.; Nieuw en St Joosland, Schipper in herb. pr., (/?. strigosum) 1878 L. in herb. pr. ; — dijk bij Hintham 1895, Hein sius — Prikken in herb. pr. ; Vucht 1886, Coste rus in herb. pr.; Jachtrust bij Boxtel 1898, A. C. J van Goor in herb. pr.) Bovendien: Vlieland, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 365); - Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Hengelo, Un 1895 (Arch. 3. I. p. 217); - Ter- borg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar - Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 234); Bergen, Egmond, Heilo, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); — Hoek van Holland, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Wal- cheren, Noord-Beveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); Haamstede en Renesse, Un. 1894 PAPAVER. 75 Arch. 3. 1. p. 48); Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 105); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); — Blerik, Wans- sum, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Maas- tricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Valkenburg, Gul- pen, Epen, Sittard, Roermond, Un. 18 61; tusschen Beek en Elsloo, tusschen Wijlre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305). Voorts vermeld by Pel- letier, Knijf, Vorstius en Munting. In Arch. 1. IV. p. 51 wordt opgegeven P. Rhoeas albiflorum Haarlem, Un. 1854. [A a n m. : De verdeeling in a. ovale, /?. globosum y. strigosum en <5.commutatum is niet goed door te voeren. Wel komen er vormen voor, waarbjj de vruchtkapsels meer bolvormig, andere waarby deze deelen meer ovaal zjjn, doch die verschillen zyn te gering en loopen te veel in elkan- der, dan dat men daarvoor twee verschillende varieteiten zou aannemen. Natuurlyker schijnt het my toe deze beide als a. genuinum te vereenigen, waarby de bloemstengels lang afstaand behaard zyn, tegenover y. en 8. als /?. strigosum, "waar de beharing styf en aangedrukt is. De varietas com- mutatum in het herbarium, vertegenwoordigd van Zuid-Be- veland en van Leiden, zou zich moeten onderscheiden van y. strigosum door stompe, byna gave bladlobben. In de eerste uitgave van den Prodromus wordt voorts opgegeven een vorm met gevulde bloemen: Deventer Tyhaar, in herb. D a v.] 56. P. dubium L. In bouwlanden, aan wegen enz. in zandige streken. 0 en ©. Juni—Juli. In Herb. : kerkhof te Nes op Ameland 1869, H o 1 k. ; Ameland 1897, V.; — Helpen, Strat.; — Meppel, v. H e ij n. ; — Agnitenberg bij Zwolle 1881 , P o s t h. ; Kampen 1848, R. B.; Deventer 1876, K.; - Zutphen 1859, de Br.; Apeldoorn 1877, K. A.; Doornwert 1850, S.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Beek 1853, 0.; klooster te Wijchen 1897, G. en V.; Harderwyk 1863 en 1865, R. B.; Uilenpas 1833, Wtt.; - Amersfoort, R. B.; 1893, Garj.; HuisterHeide 1859, en Lek bij de Vaart 1833, v. H.; - Naarden 1864, 76 PAPAVER. 0.; IJdijk Zeeburg, Fl. Amst.; Valkeveen 1864, 0 spoordyk Enkhuizen 1896, Sanders; kerkhof Mar ken 1886, Boerl. en V.; Haarlemmerduin, Buse 1871, 0.; Vogelenzang 1871, Hoek; Hillegommer beek, V.; — Noordwijk, Everwijn; Noordwijker hoek, Mb.; Sassenheim 1845, 0.; Leiden, Dz.; Mb. Katwijk 1833, Wtt.; 1833, S. S.; 1899, Jongmans Valkenburg, Mb.; 1836, Lac; Rijnsburg 1853, S. Wassenaar, V. Z.; 1833, Wtt. ; 's Gravenhage, V. Z. G. B.; R. B. ; Loosduinen, Destree; — duinen op Schouwen 1844, Haamstede 1844, en Renesse 1845, v. d. B. ; — Breda, v. A. ; U n. 1852; Bergen op Zoom, Un 1860; Dongen 1842, v. d. T.; Vucht, v. Hov.; Boxmeer, Un. 1853; - Mook 1856, v. d. B. (Groningen en Haren, R. de BoerenH. Kooi; — Gendringen, M. S. Rust; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Putten 1876, K. A. in herb. pr.; Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; - Utrecht 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Kerverdijk, 's Grave land, A. C. J. van Goor in herb. pr.; Overveen A. P. v. d. Briel in herb. pr.; — Rotterdam, H. v d. Linden; nieuwe Maassluis te Giessen, C. A Backer in herb. Heukels; — Domburg 1897, Og terop in herb. pr.; Gestel en Valkenswaard, P Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Steenwijk, Un. 1892 (Arch. 2. VI p. 345); Hengelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217) Delden, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 198); Tongeren Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); - Winters wyk, Groenlo, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 218); Ter borg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); - Parkweg Amsterdam, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 688); Alk- maar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Bergen, Heilo, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365); - Delft 1873, de W. H. (Arch. 2. II. p. 32); Naaldwyk, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365) ; — Koewacht, Sas van Gent 1857, A. W. (Arch. 1. IV. p. 267); Walcheren, A. W. en L. PAPAVEE. 77 (Arch. 2. VI. p. 105); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); — Venlo, Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 305); tusschen Beek en Elsloo, K. en G. ; Simpelveld, Lac. (Arch. 2. V. p. 3). Bij oudere schrijvers alleen door Pelletier ver- meld. In de Fl. B. S. van van Hall wordt nog aangegeven Arnhem, Nootdorp, v. G.; Groningen, de Bilt, tusschen Zeist en Driebergen, Velp en Rheede, v. H. 57. P. somniferum L. In tuinen gekweekt en hier en daar in 't groot verbouwd *) en verwilderd. 0. Juli—Aug. In Herb.: West Terschelling, Un. 1886; - tus- schen Franeker en Harlingen, J. Cock; — Kolder- veen bij Meppel 1865, H. d. V.; — Vollenhove 1845, T. ; Kampen, R. B. ; Reistenborgerwandeling bij De- venter 1846, T.; Pothoofd by Deventer 1878, K.; - Warnsveld 1833, Wtt.; Zutphen, Wtt.; Nijme- gen 1850, Th. Abel.; Waal onder Heerenwaarde (/?.) ; — wallen bij Utrecht, v. H.; Amersfoort, Garj.; — Oud Naarden 1864, 0.; tusschen Valkeveen en Hui- zen, 0.; Amsterdam 1870, Hoek.; Haarlem 1835, Mb.; Aardenhout 1866, H. d. V.; Overveen, Posth.; duinen Meerenberg 1871, Boerl.; Haarlemmerhout, Kerb.; 1843, 0.; — Warmond, Forsten; — Mast- bosch bij Breda, v. A. ; — Valkenburg 1864, H. d. V. (Schiermonnikoog 1897, Schipper in herb. pr.; — Beekbergen 1877, K. A. in herb. pr.; Wijk aan Zee (verwilderd) 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr. — West Souburg 1894, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Beekbergen 1877, K. A. (Arch. 2. III. *) De voor medicinaal gebruik in het groot verbouwde P. somnife- r u m is de var. /?. a 1 b u m Prod. Ed. I. capsulis c 1 a u s i s , seminibus albis. 78 PAPAVER. GLAUCIUM. p. 176); Uiterwaarden in de Ooi en te Weurt, bouw- land te Beek, voormalig fort Sterreschans bij Nijraegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 256); - Zeeland, v. d. B. Enum. 1. „colitur" (Tijdschrift VIII. p. 7); a. in tui- nen verwilderd Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 1. IV. p.267); Zuid Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); Walcheren en West-Zeeuwsch Vlaande- ren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 105). [Aanm.: Deze plant, die vroeger misschien meer dan tegenwoordig gekweekt werd, is meestal als verwilderd te beschouwen en behoort niet tot onze eigenlijke Flora. Byna alle oudere botanisten, die over onze Flora hebben gehandeld, vermelden haar. Zoo o. a. volgens de onderzoekingen van Prof. Oudemans, vertelt Dodoens in diens „Kruydboeck" Ao. 1608 : „ende oock in Noort Hollant aen de zeedycken, daer hy seer groot wordt, met groote bollen ende veel saet, daer goede Olie wtghedouwt can worden." (cfr. Arch. 2. II. p. 305.) Evenzoo verhaalt deLobel in diens Cruydtboeck Ao. 1581 p. 334: „ende in Noordthollandt aen de dycken by de zee Oceane, daer de H e u 1 e n veel schoonder ende grootter groeyen ende vol melcks, om Heul sop te maecken." (cfr. Arch. 2. II. p. 326.) Ook Pelletier, Munting en Bruman geven P. somniferum op. Voorts Zwolle, Ulenpas, de G-., Warmond en Wassenaar, Mulder by van Hall.] P. erraticum, in 'sRijks Herbarium, gevonden door P e ri n bij Nijmegen, is een twyfelachtige opgave. Zie over Perin onder het geslacht Helianthemum. Glaucium Tourn. 58. G. flavum Grantz. {G-. luteum Scop.). Op zandige plaatsen en op heuvels. Q. Juni—Juli. Plant van de kusten van de Middellandsche Zee. In Herb.: duin bij Zandvoort 1866, H. d. V.; 1869, v. Eeden. Bovendien: Zandvoort 1880, v. Eeden (Arch. 2. III. p. 303.). [Aanm.: In Arch. 2. I. p. 132 en 147 wordt gezegd: „In 1866 in de Sandvoortsche duinen door den Heer v. E e d e n gevonden en beschreven;" van dezelfde groeiplaats, alzoojuist omgekeerd als de aanwyzing volgens het stamherbarium.] GLAUCIUM. CHELIDONIUM. 79 59. G. corniculatum Curtis. Op akkers. Oostenrijksche plant, bij ons met zaden ingevoerd. 0. Juni—Juli. In Herb.: Zwolle 1899, E. Heimans; Pothoofd bij Deventer 1877 -1884, K.; 1894, Schroeder van der Kolk; Tj. Sterringa; Deventer, P. Wester- hofenPeteri; — graanpakhuis bij Apeldoorn 1898, K. A.; — Nieuwe haven te Nijmegen 1898, W. Doc- ters van Leeuwen; — Velsen 1896, Bakker; — Groenhoven bij Leiden 1898, F. J. Struijkenkamp; Overschie 1894, V.; — Station Waalre, H. Heu- kels; — Venlo 1899, Garj.; Sint Anthonies eiland bij Wijk 1894, de Haas. /?. tricolor Bemh. De zwarte vlek der kroon- bladen door een gelen zoom omgeven. In Herb.: Pothoofd bjj Deventer 1877, K. y. phoeniceum. In Herb. : braakland bij de Haarlemmertrek- vaart 1900, F. J. Struijkenkamp. Chelidonium Tourn. 60. C. maius L. Algemeen aan heggen, ruigten enz. %. Mei—Juli. In Herb. : Vlieland 1858, Lac. ; — Leeuwarden 1859, S.; — Sterrebosch Groningen, Strat.; — Bor- ger 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn; Koevorden 1859, Lac. en S.; - Deventer 1839, Halbersma; 1846, van Groningen; 1876, K.; Enck bij Deven- ter, M. J. Cop; Kampen 1848, R. B.; T.; - Zutphen 1849, Groneman; Ruurlo 1886, Ensink; Apeldoorn 1873, K. A.; Harderwyk 1864, R. B.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Culemborg; v Heijn.; — Amersfoort, Garj.; Beefland, v. d. T. Utrecht, C. A. Bergsma; 1835, Wtt.; 1854, Coll Nat.; — Amstelveen 1870, Hoek; Amsterdam, Fl Amst.; 1838, Romb.; v. H.; 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Haarlem 1870, Hoek; Haarlemmer- 80 CHELIDONIUM. hout 1836, Buse; Bloemendaal 1889, V.; - Leiden 1828 en 1832, Wtt.; Dz.; 1841, S. S.; Perin; 1846, 0.; 1871, Boerl.; {fl. pleno) 1838, Buse; Haagsche bosch, Destree; Zorgvliet bij den Haag, V. Z.; G. B.; Scheveningen, R. B.; Rotterdam 1850, G-ro- nem.; Papendrecht 1879, Boerl.; Dordrecht 1882, V.; C. v. d. Broek; — Zeeland, Forsten; Zuid- Beveland, v. d. B.; Souburg 1880, Buijsman; Hoek 1863, A. W.; Sint Kruis 1861, A. W.; - Werken- dam 1835, Lac; Ginneken v. A.; Sprang, Thom- son; 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov.; Valkenburg 1866, H. d. V. ^. laciniatum Mill. In Herb.: Stadwijk b(j Leiderdorp 1845, Mb. (Suameer 1866, Bosch van Andringastate bij 01- deboornl868, v. Tuinen inherb. pr.; Murmerwoude en Damwoude op 't kerkhof, J. Botke en J. de Groot; Rottevalle, J. Kuipers; — Leens, J. Borg- man; Groningen, R. de Boer en H. Kooi; — Eelde, P. J. Hartlief; - dyk van de Aastrang en op den Zwanenburg te Gendringen, M. S. Rust; Culem- borg en Buren, C. A. Backer, alle in herb. Heu- kels; Hees bij Nijmegen 1881, Posth. in herb. pr.; - Doorn, S. Boot in herb. Heukels; - Mui- derberg 1885, Heinsius in herb. pr.; (flor. plenis) Nieuwe St. Bavokerk by Haarlem 1900, C. A. Bac- ker in herb. pr.; Alkmaar 1890, Costerus in herb. pr.; - Stolwp, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland in herb. Heukels; Oud Alblas 1898, Posth. in herb. pr.; - Middelburg 1875, Schip- per in herb. pr.; 1893 en West Souburg 1894, Og- terop in herb. pr.; Koudekerke 1875, L. in herb. pr.; Waarde, M. van Weele; St. Laurens, P. de Hullu; — Kruisland, F. Janssens; Halsteren, P. J. Verhoeven; Werkhoven, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots, alle in herb. Heukels; Almkerk, 1898, C. A. Backer in herb. pr.) CHELIDONIUM. ESCHSCHOLTZIA. CORYDALIS. 81 Bovendien : Texel, Ameland, v. E e d e n (Arch. 2. 1. p. 365); — Drenthe op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 242); — Steenwykerwold, Oldemarkt, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Tongeren, Heino, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. IV. p. 402); Winterswijk, Lochem, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI.p.95); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Un 1891 (Arch. 2. VI. p. 234); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaande- ren, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); Haamstede, Re- nesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); — Blerik, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 658); Sint Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Roer- mond, Un. 1861; tusschen Bunde en Valkenburg, tusschen Wijlre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 305). Voorts vermeld bij Pelletier, Hon- dius, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. Eschscholtzia Cham. 61. E. californica Cham. Droge en zandige gronden. Tuinplant uit Amerika afkomstig, in vele ver- scheidenheden gekweekt. 0 of ©. Mei—Oct. (Tusschen de rails aan het spoorwegemplacement te Dordrecht 1898, Posth. in herb. pr.) Ordo Fumariaceae D.C. Corydalis D.C. 62. C. cava Schwgg. et Korte. Op beschaduwde plaat- sen. Q\.. April—Mei. In Herb.: Cornjum, langs den kant van een stuk bouwland en aan de singels van het buiten van den 6 82 CORYDALIS. Heer Huber te Cornjum met C. digitata leg. K. Canter Visscher te Leeuwarden; Cornjum bij de kerk 1850, (v. d. B.?); 1871, 1872, Brantsma; Rin- sumageest, J. Botke enJ. deGroot; — Gronin- gen 1827, v. H. ; - Pastorie te Diepenveen 1876, K. ; 1880, K.A.; - Wehl bij Zevenaar, A.G. E. Hoyer;- Leiden, v. H.; Haagsche Schouw, v. d. B.; Dz.; S.S.; Valkenburg in een boschje 1832, Forsten; 1834, S. S. (Bosch van Old Ruitenborg bij Vollenhoven 1891, L. in herb. pr. ; (var. alba). Diepenveen 1881, K. A. in herb. pr.) [ A a n m. : Behalve by P e 1 1 e t i e r, vinden wy opgaven by V or sti u s (anno 1633), die, aangezien hy bepaald wildgroeiende planten aanteekent, de planten by Leiden reeds gekend heeft. Van Munting (anno 1646) is het niet zeker in hoeverre diens opgave betrekking heeft op in het wild groeiende plan- ten. Van Hall in Nieuwe Bydragen enz. (Tydschrift VIII. p. 249) geeft nadere aanduidingen : „Half in het wild by Gro- ningen, v. H. Evenzoo hjj Cornjum in Friesland, Bruinsma en Hinxt!" In een boschje by het Haagsche Schouw en tusschen hakhout langs eenen achterwal by het Marendykje by Leiden, J. Schuurman Stekhoven. *) By Valkenburg, Forsten (zieFlora Leidensis p. 14). Waarschynlyk op alle groeiplaatsen overblyfselen van oude culturen.] 63. C. solida Smith. (C. digitata Pers.). Op beschaduwde grazige plaatsen, in bosschen, vooral op buiten- plaatsen. %. April—Mei. In Herb.: Franeker, C. A. Bergsma; Cornjum 1861, J. M. de Boer; 1871, Brantsma; - Gronin- gen, Strat.; — Assen 1871, v. H.; - Deventer 1846, T.; 1847, M. J. Cop; 1877, K.; - Teuge bij Twello 1878, K. A.; Vierakker 1851, G-ronem.; Wagening- sche berg 1851, Buse; 1896, C. A. Backer; Mon- ferland bij Doetinchem, M. J. Cop; Ubbergen 1865, v. H.; Thomson; 1882, G. Mol engraaff; Beek *) Deze plant vond ik terug in het herbarium van den heer Valcke- n i e r S u r i n g a r en wel een witte varieteit. (In een houtwal by Lei- den J. S. S.) CORYDALIS. 83 1865, 1867 en 1870, v. H.; N. en Th. Abel.; Nij- megen, B.; Th. AbeL; — Amersfoort 1863, R. B.; Garj.; Huis ter Haar bij Vleuten, 0.; Walmuur te Utrecht, v. d. T.; - Uithoorn 1880, BoerL; tuin Lin- naeus Amsterdam 1870, Hoek; Weesperpoort Am- sterdam 1846, Romb. : Frankendaal brj Amsterdam 1850, Lac. ; tusschen Hoorn en Enkhuizen 1895, San- ders; Velsen 1864, H.d. V.; bolwerk Haarlem, Kerb.; Haarlem 1870, v. Eeden; 1872, BoerL; Aarden- hout, Haarlemmerhout 1837, Buse; 1871, 0.; — Lei- den Wtt.; 1835, Mb.; Dz.; B. W.; 1843, 0.; 1870, BoerL; Endegeest bij Leiden 1829, Forsten; M. J. Cop; Duifhuislaan 1833, Wtt.; 1833, S.S.; 1843,0.; 1854, v. H. Jr.; Waalsdorp 1866, H. d. V.; Zorgvliet 1851, V. Z.; Destree; 's Gravenhage 1896, R.B.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; 1882, V.; - pad van Nieuwenhoven (bij Goes?) 1836, v. d. B. ; Mid- delburg 1838, v. d. B.; Souburg 1869, Vlissingen 1881, Buijsman; — Gronsveld, v. Hov.; Sint Pietersberg 1893, Hoevenaars. /?. integrata F. Schultz. (G. intermedia Lois. FL GalL, Merat. Fl. Par. non Gaud.). Schutblaad- jes afgerond-ovaal, niet ingesneden, bladen dub- bel drietallig. In Herb. : Stadswal bij Franeker 1840, Spree; — Haarlemmerhout, Buse; — duin bij Zorg- vliet, V. Z. (Oldeboorn 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Pas- torietuin te Oosterlittens en Winsum, dokterstuin teWinsum, R. v. d. Tol: Rottevalle, J. Kuipers in herb. Heukels; — bosch de Gelder bij Wijhe 1894, L. in herb. pr. ; Watergraafsmeer 1890, J. J. Smith Jr.; Beverwijk 1885, Costerus in herb. pr.; — Rijngeest te Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; — Nieuwenhovensche voetpad van Brigdamme naar Middelburg, tusschen St. Laurens en Brigdamme, P. de Hullu in herb. Heukels.) 84 CORYDALIS. Bovendien: Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 225) - Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 365) Breda, v. A. (Arch. 2. II. p. 144); — Meerssen, H. d. V. Beek en Ulestraten, Lac. (Arch. 2. IV. p. 305). Voorts was de plant reeds aan Pelletier bekend, terwijl de G-orter aangeeft Alkmaar en v. Hall Wolvega en de Meijerij van den Bosch. 64. C. intermedia P. M. E. (C. fabacea Pers. en Prodr. Ed. L). In heggen, bosschen enz., niet algemeen ; in West-Europa zeldzaam. %. Maart—Mei. In Herb.: Haagsche bosch V. Z. (Zie Bijdragen V. (1830) p. 87.) 65. C. lutea D.C. Aan en op oude muren, ook in tui- nen gekweekt en meestal als vluchteling te be- schouwen. %.. Mei—Aug. In Herb.: Tusschen Terwolde en Deventer 1877, K.; Nijmegen, B.; Sint Maartenskerk te Tiel 1864 en 1867, G. Post; Mariaplaats Utrecht, G. Deijn.; v. d. T.; 1842, Lac. *); - muur te Haarlem, Kipp (Verslag 1863. Arch. 1. V*. p. 376); - Stolwijk, H. A. Westbroek; Hooge Rijndijk bij Leiden, verwilderd 1900, Jongmans; — Stadsmuur te Goes 1858, (in dat jaar afgebroken) v. d. B.; — Geertruidenberg 1840, Verkouteren *); Breda, v. A.; brug Box- meer 1871, J. M. de Boer; - muur te Maastricht, v. Hov. **) (als Corydalis acaulis); muren langs de Geul bij Valkenburg 1900, L. Rieter; muur Slenaken, Exc. 1889; 1896, G.; 1897, V. (Stadsmuur Deventer 1877, K. A. in herb. pr.; — oudemuurTiel 1883, M. J. van Hell inherb. Hein- s i u s ; — tuinmuur Dordrecht 1888, P o s t h. in herb. pr.) Bovendien: Walcheren (Arch. 2. III. enVI.p. 605). •) Cfr. Arch. 1. II. p. 105. **) Op eenen zeer ouden muur, in eenen tuin op Kalvarienberg in Maastricht (Arch. 1. I. p. 215). CORYDALIS. 85 [Aanm.: In laatstgenoemde ljjsten wordt Walcheren ge- noemd, ofschoon daarvoor geen bewys in het herbarium aan- wezig is, terwyl de groeiplaats te Goes niet vermeld wordt. De Heer D. Lako meldde my, dat Walraven in 1877 deze plant vond op een muur in de Kuiperspoort te Middelburg, welke plant aanwezig moet zyn in het herbarium van het Zeeuwsch Genootschap.] 66. C. glauca Pursh. Op rotsen en zandige streken. Sierplant uit Canada afkomstig. 0 en ©. Juni— Sept. (Pastorietuin te Oldeboorn, waarschijnlijkmetbloem- zaden aldaar heengevoerd 1868, Holk. in herb. v. Tuinen.) 67. C. ochroleuca Koch. Op gelijke plaatsen als de vorige. Zij behoort thuis in Oostenrijk en Italie, wordt echter somtijds gekweekt. 2|. Mei — Sept. In Herb. : Vluchteling op een muur van het Wal- ramsplein te Valkenburg 1897, V., 1900 K. A. en Rieter e. a. [Aanm.: De plant Werd door my in April verzameld voor- dat zy bloeide ; ik meende toen met C. 1 u t e a te doen te hebben en deed haar onder dien naam insereeren. Dit jaar kon ik nnj overtuigen van de juistheid der latere determinatie en verzamelde ik haar in gezelschap van de Heeren E. A. R o v e r s, L. R i e t e r en J. P. S c h o o n h o v e n. Zy is echter een vluchteling uit den tuin van het tegenwoordige hotel Palanka. Volgens mededeeling van den Heer E. A. Rovers zou de plant ook voorkomen aan een muur langs de Geul by het kasteel Schaloen.] 68. C. claviculata D.G. In heggen en op beschaduwde plaatsen in zandige streken. 0en 0. Juni — Aug. In Herb. : Heemstrastate Oenkerk 1851, S. ; Oud- kerk 1861, J. M. de Boer, Harich (Gaasterland) 1865, H. d. V.; Wolvega, Un. 1881; Rijsterbosch (Gaas- terland) 1870, J. M. de Boer; Hemelum 1853, S.; Oranjewoud 1842, Tilanus (P. N. S.); Oldeboorn, Un. 1884; — Groningen, v. H.; Glimmen, Strat. ; Haren 1865 en Slochteren 1865, H. d. V.; Veendam 1827, v. H.; — Emmen 1859, Lac. en S.; Drenthe, 86 CORYDALIS. Un. 18S9; Asserbosch 1865 , en Rolde 1865 , H. d. V.; Hoogeveen 1859, Lac. en S.; 1865, H. d. V.; De Wijk bij Meppel 1865, H. d. V.; Meppel, v. Heijn.; Coll. Nat.; — Kampen, v. Heijn.; Zwolle 1865, H. d. V.; Deventer, Halbertsma; Vollenhove 1845, 1854, Top; Rijssen 1892, L.; Hellendoornl891, Car- miggelt; Vilsteren 1865, H. d. V.; — Harderwijk, Wezep 1854 en Hoevelaken, R. B.; Elspeet 1846, Hattem 1854 en Molenkate bij Hattem 1854, T. ; Ber- chem, v. d. B.; Wtt.; Voorthuizen 1833, Wtt.; 1859, de Br.; 1897, V.; Epe 1864, S.; tusschen Lunteren en Otterloo, Buse; tusschen Ede en Frieswijk 1878, K.; Apeldoorn 1853, K.A.; 1846, de Vriese; 'tLoo 1858, 0.; Woeste hoeve 1869, S.; Arnhem 3885, V.; Dorenwert 1840, en Bermekom, Buse; Nijme- gen, Th. Abel.; Thomson; Ubbergen B. ; 1881, G. Molengraaff; Bergendal 1897, G. en V.; — G-rebbeberg 1838, B u s e ; Grebbe, F o c k e m a ; Doorn, Fockema; 1869, 0.; Driebergen 1865, Kniittel; de Bilt, v. H.; 1835, D.S.; Broekhuizen 1889, V.; Amersfoort 1861, R. B. ; Oud-Leusden bij Amersfoort 1843, Wenck.; Kraep.; 1890, Garj.; Houderin- gen bij de Bilt, Gev. Deijn.; tusschen Zeist en Driebergen, W. en Kraep.; Rhenen, Th. Abel.; — Gooiland 1864, B o e r 1. ; Muiderberg, E x c. 1882; kerk hof bij Laren, 0.; tusschen Bussum en Naarden, v d. T.; tusschen Naarden en Huizen 1864, 0.; Haar lem, Splitgerber; — Reigersbosch bij Lisse 1870 Hoek; Exc. 1882 en 1888; 1889, V.; Piet Gijzen brug 1881, S.; Noordwijk, V.; Haagsche bosch, V Z.; G. B.; 1835, Buse; 1835, Mb.; Dz.; 1885, V. 1895, Barger; tusschen Loosduinen en Monster, R B.; 1865, H. d. V.; — Domburg en Walcheren, v. d B.; — Ossendrecht, Un. 1860; Mastbosch bij Breda v. A.; Ginneken 1898, Ogterop; Oosterhout 1855 de Br. (Huis ter Heide bij Langweer 1864, Holk. in herb CORYDALTS. FUMARIA. 87 v. Tuinen; Rottevalle, J. Kuipers; Murmerwoude, Tjietjerk, Veenklooster, Joure in de tuinen bij groote villa's, J. Botke en J. de Groot; — Harendermo- len, — Oosterbroek, Paterwolde, Peize, Eelde, Zuid- laren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; tusschen Groningen en Paterwolde 1868, Holk. in herb. v. Tuinen; Assen 1887, Posth. inherb. pr.; — Zwolle 1883, L. in herb. pr. ; Agnietenberg bij Zwolle 1872, Posth. in herb. pr. ; Borne, H. v. d. Pau- wert; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heu- kels; — Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr. ; Garderen 1890, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; Westerbouwing bij Oosterbeek 1878, L. in herb. pr.; 1897 en Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pi\; Baarn 1883, Heinsius in herb. pr.) Bovendien: Hoogeveen, Zwinderen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); — Steenwijkerwolde, Kallenkote, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Heino, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); — Haarlemmerhout 1888, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 380). Voorts vermeld door Pelletier, Vorstius, Munting en Bruman. Fumaria Tourn. 69. F. ofncinalis L. Op bouwlanden, zoowel zware en lichtere gronden. 0 Mei — Sept. In Herb.: West Terschelling, Un. 1886; Midsland op Terschelling 1897, V.; — Praneker, Spree; Gaas terland 1865, H. d. V.; — Groningen, Strat.; v H.; - Meppel, v. Heijn.; Emmen, S.; — Wil sum, v. Heijn.; Hardenberg 1892, Carmiggelt Heemse 1868, v. d. Scheer; Gramsbergen 1859 Lac. en S.; Deventer 1840, Halbertsma; 1846 v. Groningen; 1876, K.; Pothoofd 1898, J. R Katz; Zwolle 1883, 1892 en Wijhe 1885, L. ; Kampen 1848, R. B.; Zalk 1855, T.; 1870, Hoek.; Haaks- 88 FUMARIA. bergen 1891, L.; - Harderwijk 1864, R. B.; Apel- doorn 1872, K. A.; Voorst 1879, L.; Zutphen, B.; Borculo 1894, V.; Didam 1883, L.; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Rheederoort 1835, D.S.; Arn- hem 1838, B. W.; Thomson; Nijmegen, B.; 1868, v. H.; N. en Th. Abel.; 1882, G. Molengraaff; Beek 1847, v. d. B.; Overasselt, Un. 1853; Renkum 1842, Tilanus (P.N.S.); 1850, S.; Culemborg, C. A. Backer; — Amersfoort, Splitgerber; R. B.; Garj.; Utrecht 1833, Wtt.; v.d.T.; Asscher; D.S.; 1835, Wtt.; Vleuten, v. d. T.; de Bilt 1830, v. H.; Houten 1828, Wtt.; - Oetewalersweg, Fl. Amst. ; Oosthuizen 1894, Sanders; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Bergen, Un.1871; Heilo 1895, V.; Overveen, Buse; Bloemendaal 1865, H. d. V.; 1872, Boerl.; Haarlemmerduin 1871, 0.; — Noordwijk,Dz.; Warmond 1837, Coll. Nat.; Valkenburg, Mb.; Lei- den 1835, Kerb.; 1834, S.S.; 1835, Mb.; 1846,0.; 1879 (als muralis); Noortheij onder Voorschoten 1894, V.; duinen bij 's Gravenhage, G. B.; Loosduinen, Destree; Hoek van Holland 1879, S. ; 1894, Pompe van Meerdervoort; Zwijndrecht 1835, Lac; Dord- recht 1882, V.; Vianen 1836, v. H.; - Zeeland, Forsten; Zuid Beveland 1841, en Koudekerksche Zandweg 1835, v. d. B.; Walcheren, B. W.; Koewacht 1863 en Sas van Gent 1863, A. W. ; - Woensdrecht, Un. 1860; Hintham, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; Breda, v. A. ; Boxmeer, U n. 1853; 1895, G. en V. ; — Sint Pietersberg, Un. 1883; Weert 1864 en Oud Valkenburg 1866, H. d. V.; Gulpen 1871, Lac; Gronsveld 1894, Lindo; Ambij, v. Hov.; Eysden 1894, V. (Koudum 1864, H o 1 k. ; Ondersmastate 1864, H. v. d. Leij; Suameer 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Rottevalle, J. Kuipers; Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Winsum, R. v. d. Tol; — Leens, J. Borgman; - Oest 1892, Ogterop in herb. pr.; FUMARIA. 89 Borne, H. v. d. Pauwert; — Borkulo, G. J. Ker bert; Gendringen, M. S. Rust; Culemborg, C. A Backer in herb. Heukels; Twello 1853, K. A. in herb. pr.; Grebbe 1893, V. Suringar in herb. pr. Wageningen 1883, Heinsius in herb. pr.; Wamel by Tiel, Posth. in herb. pr.; — Bunnik 1846, Al pherts in herb. pr.; — Rotterdam, H. v. d. Lin den; Overschie en langs de Schie, F. D. J. Risch Spoorbaan Zwijndrecht 1880, Posth. in herb. pr.; — West Souburg 1894, Ogterop inherb. pr.; SintLau rens, P. de Hullu; — Halsteren, P. J. Verhoe ven; Kruisland, F. Janssens; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Noordwal bij den Bosch 1895, Heinsius — Prikken in herb. pr.; — Wylre 1893, V. Suringar in herb. pr.) /ff. media Coutinho. [in Bolet. Soc. Brot. 10. p. 59]. (F. media Lois). In Herb.: Delden, Un. 187 0; Hengelo, Un. 1895; - Vorden 1888, Groll; - Hilversum, Exc. 1891 en Exc. 1892; - Zeedijk Amster- dam 1838, Romb.; (als confusa); — Oisterwijk, van Vloten (?). y. Wirtgeni Hausskn. [Beitrag zur Kentniss der Arten von Fumaria in Flora 1873 p. 491]. (F. tenuiflora Fries, F. Wirtgeni Koch). In Herb. : Harderwijk 1885, R. B. (als F. muralis); Beusichem, H. S. Bovendien a. F. officinalis: Texel, Ameland, van Eeden (Arch. 2. I. p. 366); - Emmen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); — Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 366); Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217); - Lichtenvoorde, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); — Venlo, Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Maastricht, Meerssen, Epen, Sittard, Roermond, Un. 1861; tus- 90 FUMARIA. schen Beek en Elsloo, tusschen Wijlre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). - Voorts vermeld bij Pelletier, Hondius, Knijf, Munting en Vorstius. Var. (}. en y. zijn niet verder vermeld. 70. F. densiflora DG. (F. micrantha Lagasca). Op klei- en leembodem. 0. Juni. In Herb. : Op een grasveld te Bolsward 1867, 1869 *), 1870 en 1874, J. M. de Boer; - Utrecht, C. A. Bergsma; v. H. — Nieuwe Neuzepolder 1856 "), A. W.; — 's Hertogenbosch 1897, Heinsius. 71. P. capreolata L. Akkers en aan heggen, zelden en overal slechts uit tuinen, op losplaatsen en groentevelden verwilderd. 0. Juni — Sept. In Herb.: Pothoofd bij Deventer 1877, K.; 1879, K. A.; — Welgelegen bij Apeldoorn 1875, K. A.; — aardappelveld bij Doorn 1869, 0. (Arch. 2. I. p. 53); tusschen »Zeist en Driebergen 1871, v. d. Brink (onder N°. 927 in herb. 0. als F. officinalis /?. minor Koch. uitgedeeld.). 72. F. muralis Sonder. Op muren. 0. Juni—Sept. In Herb. : Chartroyze bij Utrecht 1859, R. B. (zie Verslag 1860 Arch. 1. V. p. 191 en 204). [Aanm. : De plant van Kok Ankersmit (Arch. 2. III. p. 430) heb ik nog niet kunnen thuis brengen. Dezelfde soort van B o n d a m by Harderwijk (Arch. 2. V. p. 605) is F. t e- nuifl or a Pries. F. spicata L. (Platycapnos spicatus Bernh.) door de Gorter vermeld voor Katwijk en Wassenaar, gevonden door Meerburg, een plant der kusten van de Middellandsche Zee, is nimmer weergevonden ; de opgave berust waarschynlijk op een vergissing.] •) Cfr. Arch. 2. I. p. 53. **) In Arch. 1. IV. p. 267 vermeld als F. officinalis, zeldzaam op zwaren kleigrond. CHEIRANTHUS. 91 Ordo Crnciferae Juss. I. Siiiquosae L. Tribus Arabideae DC. Cheiranthus L. 73. C. Cheiri L. (C. fruticulosus Fl. B. S.). Op en aan oude muren. ~b. Mei — Juni. In Herb. : Kampen 1845, R. B. ; v a n H e ij n. ; Toren te Deventer 1849, Berghuis; muren Deventer 1877, K. ; — muren Harderwijk 1866, R. B. ; toren ruine Zutphen, Fockema; ruine op 't Valkhof te Nijmegen, N". en Th. Abel.; — stadswallen Rhenen, Th. Abel. ; muren fort Rammertjes 1845, v. d. Cop; wallen van Utrecht 1834, Kraamw. ; 1839, Lac. ; Dom te Utrecht, v. d. T.; — muren Amsterdam 1865, J. M. de Boer; Kleine Houtpoort Haarlem 1835, Buse;*) ruine van Brederode 1834, S.S.; 1847, 1867,0. enz.; — ruine van Teijlingen 1863, S.;*) kerkmuur Rrjns- burg, Perin; muren Leiden, Dz.; — Breda, v. A.; St. Janstoren te 's Hertogenbosch, v. H o v. (Ruine huis te Matenesse te Schiedam 1889, P o s t h. *) Van deze groeiplaats zyn exemplaren vertegenwoordigd, somtyds zeer rijkelijk, in elk herbarium door my gezien. Ofschoon de plant nog overvloedig voorkomt op de tegenwoordig onbereikbare plaatsen, zoo schjjnt het my niet ongewenscht de plant ter bescherming aan te bevelen. Als bizonderheid verdient het vermelding dat, nadat de Ruine van Teylingen als Ryksbezitting was overgegaan, van Rjjks wege de noodige herstellingen zjjn verricht, waaronder ook behoorde het verwyderen der op de muren groeiende muurbloemen. Prof. Suringar heeft van de hoogere autoriteiten weten gedaan te krygen, dat Cheiranthus er weer werd geplant, zoodat deze typische ruineplant op dezen bouwval geen voorbeeld is van verspreiding door vogels, maar zyn aanzijn ontleent aan de zeldzaam voorkomende interventie van Rijks wege ten opzichte van onze wildgroeiende planten. 92 CHEIRANTHUS. NASTURTIUM. in herb. pr. ; — muren van het fort Rammekens 1884, A. W. en L. in herb. L.; — St. Janskerk te 's Her- togenbosch 1896, Heinsius in herb. pr.) Bovendien: Groote kerk te Haarlem, v. Eeden (Arch. 2. III. p. 419); - kerk te Brielle, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); - Walcheren, Zuid-Beveland, Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 111); — Valkenburg, Un. 1861; Maastricht, Valkenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306); Maastricht, Thom- son. Bij oudere schrijvers genoemd door Pelletier en Munting. Van Hall (Fl. B. S. p. 495) geeft nog op: Abtdij van Rijnsburg. Nasturtium R.B. 74. N. officinale R.B. [Sisymbrium Nasturtium Fl. B. S.) In slooten, vijvers, moerassen enz. %. Juni — Aug. a. genuinum Gren. et Godr. Stengel wortelend; bladen met 3 — 4 paar ovale segmenten, deze uitgerand, het eindsegment grooter, vaak hart- vormig. In Herb.; Texel 1860, Lac; Terschelling 1869, Holk., Midsland op Terschelling, Un. 1886; - Leeuwarden 1849, S.; — Haren, v. H.; Gronin- gen, Strat.; 1856, v. H.; - Borger 1859, S. Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1847, T.; R. B. v. Heijn.; Mastenbroek bij Zwolle 1870, Hoek. den Ham 1882, L.; Diepenveen 1877, K.; Deven ter, Halbertsma; - Apeldoorn 1872, K. A. 1885, Groll; Harderwijk 1866, R. B.; Rheede by Arnhem, v. H. (/#. minor); Arnhem, Forsten Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; — Amersfoort Garj.; Blauwkapel 1835, D. S.; Odyk 1865, Knut tel; — Amsterdam, Fl. Amst.; Velsen 1871 Groll; Breesaap, v. H.; Haarlem 1842, Buse Haarlemmerhout 1870, Groll; Hillegom 1842 Tilanus (P.N.S.); - Noordwijk 1872, Boerl. NASTURTIUM. 93 Leiden, Dz.; 1839, B. W.; 1843, 1846, 0.; Valken- burg 1835, Mb.; Kerbert; 's Gravenhage, V. Z.; 1865, H. d. V. ; Haagsche bosch, V. Z. ; Loosdui- nen, K.B.; Exc. 1887; Hoek van Holland 1895, Destree; Zwijndrecht 1879, Posth.; Dordrecht 1850, M. J. Cop; 1882, C. v. d. Broek; 1882, V.; - Zuid-Beveland 1839, Kloetinge 1838, en Wal- cheren 1836, v. d. B.; Aardenburg 1861, A. W. - Heusden 1847, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov. *) p. asarifolium Kralik. Bladen gereduceerd tot de bovenste cirkel-hartvormige lob; lage plant. In Herb. : Middelbert bij Groningen 1840, v. H. ; - Leiden 1835, Wtt. y. intermedium G-ren. Stengels 3 — 4 decimeter hoog, wortelend; bladen met 3—4 paar lang ovale segmenten. In Herb.: Oosterhout bij Kampen 1851, T.; — Harderwijk 1866, R. B.; - Utrecht, v. H.; v. d. T.; A. C. Oudemans; — Bloemendaal 1871, Boerl.; - Leiden 1832, S.S.; 1872, Boerl.; Lei- derdorp 1829, Wtt.; Hazerswoude, Pierot; Loos- duinen 1854, v. H. Jr.; — Koudekerke 1845, v. d. Cop; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — Werkendam 1837, Lac; Loopschans bij Breda, v. A. <5. Siifolium Steud. Stengels lang, wortelend, bladen met 4—6 paar groote, lancetvormige, gelijke slippen. In herb. : Bij 's Gravenhage in de Maliebaan- polder 1844, V. Z. *) s. parvifolium Peterm. Stengel laag, opgericht; bladen met cirkelvormige segmenten, het bo- venste het grootst, hartvormig. *) By de plant van van Hoven uit Maastricht bevindt zich een eti- quet vermeldende : De Sisymbrium Siifolium heeft de Heer Vrjjdag Zynen. Zeer toevallig bevindt zich in diens herbarium de eenige plant dezer varieteit, echter als gevonden by 's Gravenhage. 94 NASTURTIUM. In Herb.: Rheede aan de Laak, v. H.; Waal tegenover Rossum, v. d. T.; de Waal bij Hees 1836, v. d. T.; - Hollandsche hoeve (Zuid-Beve- land?) 1838, v. d B.; - Werkendam 1865, Lac; Hiertoe behoort ook de varieteit p. brevisili- qua (= d. nanum Prod. Ed. 1. /?. minor Fl. B. S.). Werkendam 1865, Lac. (Jelsum 1872, v. Tuinen in herb. pr.; Winsum, R. v. d. Tol; — Usselo, E. J. H. Scholten; Dene- kamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Ootmars- sum 1891, L.; Vaassen 1878, L. in herb. pr. ; tusschen Nijkerk en Huinen 1894, C. A. Backer in herb. pr. ; Hoe velaken 1894, Heinsius — Prikken in herb. pr. ; Voorthuisen 1890, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; Volenkampen bij Culemborg 1844, Al- pherts in herb. pr.; — Amsterdam 1898, A. P. v. d. Briel inherb. pr. ; Uitgeest, M. Kramer inherb. Heukels; — Delft 1875, L. in herb. pr. , Stolwijk, J. Slingerland en H. A. Westbroek; — St Laurens, P. de Hullu in herb. Heukels; Zoute lande 1881, Schipper in herb. pr.; Goes (Walche ren) 1892, Ogterop inherb. pr.; Goes 1874, Posth in herb. pr. ; — Werkhoven, Besoijen, C. A. Bac ker; Halsteren, P. J. Verhoeven; Waalre, P Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. l.V\ p. 254); — Koevorden, Ane, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Hengelo, Woolde, Haaksbergen, de Lutte, Un. 1895 r(Arch. 3. I. p. 217); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Aaltensche beek bij Winterswijk, Varsseveld, Lichtevoorde, Lochem, Un. 1860 (Arch. l.V. p. 219); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); — Callantsoog, Bergen, Wrjk aan Zee, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); — Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. NASTURTIUM. 95 p. 267); Schouwen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p.48); Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 568); Meerssen, Grons- veld, Valkenburg, Sittard, Maastricht, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, "Wrjlre-Slenaken, Valken- burg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Voorts ge- meld door Pelletier, Knijf, Vorstius, Mun- ting en Bruman. Ook de Gorter geeft nog tal van groeiplaatsen op. (Fl. VII prov. p. 177 N°. 552.) [A a n m. : De hierhoven aangevoerde varieteiten zyn slechts standplaats verscheidenheden of meer of minder onvolkomen toestanden der plant. In jeugdigen staat komt zy overeen met /?. asarifolium, in welken toestand de plant waarschyn- lijk door hepaalde omstandigheden kan blyven bestaan (de var. /?. minor Prodr. Ed. 1 en v. Hall.). Gewoon ontwikkelde planten vormen de var. g e n u i n u m, krachtiger ontwikkeling voert tot de var. i n t e r m e d i u m, terwyl de weelderigste vorm als Siifolium onderscheiden wordt. 75. N. amphibium R.B. (Sisymbrium amphibium L. en Fl. B. S.). Aan en in slooten, moerassen enz. %.. Juni—Juli. a. indivisum. Bladen liervormig aan de basis, bochtig of getand, de bovenste ongedeeld, niet geoord. In Herb.: Texel 1881, Groll; - Wolvega, Un. 1881; - Harenl856, Strat.; - Deventer, Hal- bertsma; Raalte bij Deventer 1847, en Olst 1850, M. J. Cop; Kampen, R. B.; 1845, T.; Almelo, Un. 1870; — Arnhem, Thomson; Nij- megen, N. en Th. Abel.; 1897, G. enV.; Lichten- voorde, Un. 1859; — Amersfoort, R. B.; Garj.; Utrecht, v. H. ; v. d. T.; — Legmeerpolder bij Uithoorn 1886, Boerl.; Naarden 1864, 0.; Zaagpad bij Amsterdam 1840, Romb. ; Amstelveensche weg 1842, Tilanus (P.N.S.); Haarlem, Splitger- ber; Buse; 1871, Groll; — Lisse, v. H.; Lei- 96 NASTURTIUM. muiden, Exc. 1883; Leiderdorp 1829, Wtt.; Zoeterwoude 1881, Boerl.; Leiden 1833, S. S.; Dz.; Mb.; Perin; 1846, 0.; Loosduinen, V. Z.; Destree; Dordrecht 1882, V.; — Renesse 1844, v. d. B.; — Bergen op Zoom, Thomson; Loop- schans Breda, v. A.; — St. Jansbeek, Un. 1853; Maas brj Maastricht, v. Hov. p. variifolium DG. Onderste bladen vinvormig ingesneden, bijna liervormig, de bovenste on- verdeeld of weinig getand, alle ongeoord. In Herb.: Koevorden 1859, Lac. en S.; — Kampen, R. B. ; Enck bij Deventer 1847 en Olst 1850, M. J. Cop; - Ruurlo 1887, Ensink; - Utrecht, v. H.; — Haarlem 1838, Buse; — Pet- telaar en Hintham, v. Hov. y. auriculatum. Bladen aan de basis met kleine oortjes. In Herb. : Haren 1865, H. d. V. ; — Mastenbroek 1870, Holk.; Deventer 1876, K.; Kampen 1849, R. B.; — Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; — Utrecht, v. d. B.; Schalkwijk 1830, Wtt.; - Amsterdam, Fl. Amst.; — Leiden, Forsten; Leiderdorp 1829, Wtt.; Hazerswoude, Pierot; 's Gravenhage, R. B.; Dordrecht, M. J. Cop; — 's Hertogenbosch en Groot Deuteren, v. Hov. (Oldeboorn 1868, Holk.; (a) 1867, v. Tuinen in herb. pr.; — Winsum, R. v. d. Tol; — Eelde, J. P. Hartlief; — Barclo, Beek, Hertmen, H. v. d. Pau- wert; Usselo, E. J. H. Scholten in herb. Heu- kels; (y) Zwolle 1882, L.; - Twello 1895, Ogterop in herb. pr.; Diepenveen 1851, Voorst 1877, Apel- doorn 1897, K. A. in herb. pr. ; Bennekomsche Meent 1892, V. Suringar inherb. pr.; tusschen Culemborg, Beusichem en Schalkwrjk, C. A. Backer in herb. Heukels, Sloten 1890, J. J. Smith Jr. in herb. - Costerus; — Stolwyk, H. A. Westbroek en J. NASTURTIUM. 97 Slingerland in herb. Heukels; (y) Pjjnacker 1895, Ogterop in herb. pr.; (a) Delft 1875, L. in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; — Sleeuwyk, G-iesen, Werkhoven, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Texel, Terschelling, Schiermonnikoog, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); - Hoogeveen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); — Oldemarkt, Ees- veen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Hengelo, Borne, Un. 1895 (Arch. 3. I, p. 217); Del- den, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 198); - Aaltensche beek, Winterswijk, Varsseveld, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 176); var. a. Ooi, Persingen, Weurt, Hatert, var. p. algemeen om Nijmegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 256); — Haarlemmermeer 1853, Hartmann (Arch. 1. III. p. 354); Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); — Walcheren, v. d. B. (Tpschrift VIII. p. 8) ; Schouwen, v. d. B. (Tijdschrift XII. p. 9); Kanaal ter Neuze, A. W. (Arch. 1. IV. p. 267); - Oudenbosch 1886, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Venlo, Baarlo, Blerik, Ha- mert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Meerssen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 306). - Voorts vermeld bij PelTetier, Knijf, Vorstius en Munting. 76. N. sylvestre R.Br. (Sisymbrium sylvestre L. en Fl. B. S.). [Op vochtige plaatsen, in bouwlanden, op muren enz. %. Juni—Juli. a. dentato-incisum. In Herb.: Vlieland 1858, Lac; — Leeuwarden 1859, S.; - Groningen, Strat.; - Peize, Strat.; Ane 1859, Lac. en S.; - Kampen 1849, R. B.; T.; Zalk 1868, R.B.; den Ham 1892, L. en Car- miggelt; Wijhe 1842, Tilanus (P.N.S.); Carls- have., Un. 1895; Deventer 1840, Halbertsma; 98 NASTURTIUM. 1846, v. G-roningen; G-ramsbergen 1853, Dr. Kros; — Zutphen, Ensink; Rheede, Zevenaar 1833, Wtt.; Pannerden, V. Z.; (als 0. minor) Tol- kamer, V. Z.; Arnhem, Thomson; Nijmegen, B.; de Ooi, Th. Abel.; Vestingwerken Nijmegen, N. en Th. Abel; Katwijk a. d. Maas, Un. 1853; — Amersfoort, G-arj.; Utrecht, v. H.; 1870, G-roll; 1874, 0.; domplein Utrecht, v. d. T.; — Zaagpad, Fl. Amst.; Amsterdam 1844, Lac. ; G-. Bac- ker; Liebrug, Kerb.; Haarlem, Buse; Haarlem- merhout 1835 en Haarlemmermeer bij Halfweg. Mb.; Middenduin 1842, Buse; — Leiden, v. d. B.; Dz.; 1846, 0.; 1846, Perin; 1848 (Hoogewoerds- sluis als dentatum), 0.; Forsten; Hazerswoude, Perin; 's Gravenhage, R. B.; V. Z.; de Br.; Dor- drecht 1847, M. J. Cop; 1879, Posth.; 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; Lek bij Vianen, v. H.; Lex- mond 1832, v. H.; — Zuid-Beveland (zeldzaam), v. d. B.; Zaamslag 1863, A. W.; Ter Neuze 1845, Zwake 1843 en Sas van Gent 1845, v. d. B. ; — Loop- schans bij de Haagpoort Breda, v. A.; Engelen, v. H.; — Odilienberg bij Roermond 1900, G. en Jongmans. /9. rivulare. In Herb. : Zwolle, Thorbecke; — Renkum 1850, S.; Apeldoorn 1879, K. A.; - Haarlem, Bu- se; — Leiden, Perin; Feijenoord 1834, S. S. ; Dor- drecht, 1847, M. J. Cop; Lexmond 1828, v. H.; - Brigdamme, v. d. B.; — Bosschen dijk, v. Hov. (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; - Win- sum, R. v. d. Tol in herb. Heukels; - Zalker- bosch 1891, Ch. Carmiggelt; Vecht bij Hardenberg 1893, L. in herb. pr.; - Haventerrein brj Zutphen 1888, L. in herb. pr. ; Gendringen, M. S. Rust inherb. Heukels; (fi) Usel b\j de Steeg 1895, Ogterop in herb. pr.; - Hondswyk 1844, Alpherts in herb. pr.; Abcoude 1898, A. P. v. d. Briel inherb. pr.;- NASTUETIUM. 99 Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Uzendyke, C. P. v. Roosendaal in herb. Heukels; Goes 1874, Posth. in herb. pr.; — Neder-Hemert 1887, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien : Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 254); — Koevorden, Weerdinge, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); — Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Haaksbergen, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217); Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); - Eibergen, Un. 1860 (Arch 1. V. p. 219); — Alkmaar, v. Eeden (Arch. 2. I. p p. 366); - Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366) Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 398); - Ouden bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V p. 543), - Venlo, Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch 2. VI. p. 569); Maastricht, Sint Pietersberg, Grons veld, Amby, Roermond, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Bij oudere schrijvers bij Pelletier, Hondius, Vor- stius en Munting. Volgens de Gorter ook op den Uilenpas. [Aanm.: De door van der Sande Lacoste en Surin- gar als N/. anceps? bij N/oordwykerhout verzamelde plant be- hoort tot de var. a. dentato-inci su m, eveneens dezichin het herbarium bevindende plantals /?. dentatum, Leidenin muris, Dz., welke geheel met N. sylvestre a. incisum overeenstemt. Trouwens tusschen a. i n c i s u m en /?. d e n- tatum van den Prodromus Ed. 1 en vele andere schrjjvers is geen in het oog loopend verschil waarrjeembaar; zoowel de vorm der bladen als hunne insnydingen varieeren zeer sterk, waarom ik gemeend heb deze varieteiten tot een enkele te vereenigen en die dentato-incisum te noemen, de normale vorm dezer plant by ons te lande.] * Nasturtium brachystylum Wallr. In Herb. : Schiermonnikoog 1869, Holk.; - Rhoo- 100 NASTUETIUM. destein bij Neerlangbroek, v. d. T.; - Muiden 1832, Thorbecke; 1841, Romb. * Nasturtium brachycarpum (N. sylvestre y. brachy- carpwn Prodr. Ed. I. p. 17, N. anceps Rchb. in Sturm, Fl. XII. t. 47, Roripa terrestris Celak.). In Herb. : Meppel, v. H e ij n. ; — IJseloever bij Kam- pen 1873, Hoek; — Halfweg, Buse; — Leidschendam 1835, Mb.; Zanderij Wassenaar 1833, S. S.; - Zuid- Beveland, v. d. B.; kanaal Sas van Gent, v. d. B.; B. W. en v. d. B.; — Woensdrecht, Un. 1860. [Aanm.: Beide hybriden, gekenmerkt door de hauw, die 3—4 maal kleiner is dan de steel. Zij varieeren zeer en vertoonen alle tusschenvormen tusschen N. amphibium en N. sylvestre, en tusschen N. palustre ensylvestre. Waarschynlyk zyn er in ons land, waar de Nasturtiums zeer gewone planten zyn, zeer vele hybriden. Een opzettelyke kweeking zou ons de verschillende vormen kunnen toonen. Voordat men echter zoover is, zou het volgende overzicht van nut kunnen zijn, waarin de verschillende bekende hybriden, voor zoover zij in ons land kunnen voorkomen, opgenomen zjjn. De meeste toevallig ontstane hybriden werden met den naam N. a n c e p s begiftigd, ofschoon de meeste zeer afweken van de oorspronkelyke, door D e Candolle als soort beschreven N. anceps. Vandaar eenzeeringewikkeldesynonymie. Het is zelfs niet mogelyk uit de latere schryvers de zeer uiteenwy- kende beschrijvingen onder een gezichtspunt te vereenigen; van daar dat het my wenschelyk toescheen slechts een handboek te volgen, waarvoor ik koos de „F 1 o r e d e F r a n c e" van Rouy et Foucaud. De daar opgenoemde soorten, ondersoorten en hybriden kunnen volgens de hierbygaande tabel gerangschikt worden: 1. Bloemen wit. Hauwen lynvormig . . N. officinale. Bloemen geel 2 2. Vruchtjes ongeveer even lang als de steeltjes ... 3 Vruchtjes minstens tweemaal korter 7 3. Vruchtjes breed cilindrisch, dik, een weinig gekromd; bloem- bladen even groot of slechts weinig langer dan de kelk . 4 Vruchtjes lynvormig tot langwerpig, bloembladen langer dan de kelk 5 4. Vruchtjes 6—8 m.M., elliptisch-langwerpig, byna zonder styl N. p a 1 u s t r e. Vruchtjes 4—5 m.M., elliptisch, met een langere styl . N. a r v e n s e. 6. Bladen allen diep ingesneden of vindeelig .... 6 Onderste bladen langwerpig, gaaf of aan de basis met enkele NASTURTIUM. 101 9. 10. lobben, bovenste diep ingesneden. Hauw lynvormig-langwerpig. N/. Hyi. 6. Vruchtjes lynvormig, smal, iets opgebogen, ongeveer 1 c.M., soms iets langer dan de steel . . . . N. s y 1 v.e s t r e. Vruchtjes lynvormig, naar den top toe iets verdikt, meestal iets korter dan de steel N. G e r a r d i. 7. Vruchtjes ongeveer tweemaal korter dan de steeltjes . . 8 Vruchtjes 4—5 maal korter dan de steeltjes .... 11 8. Vruchtjes (altyd steriel) ongeveer 2 m.M., lang elliptisch; stijl V4 — V5 der lengte, stelen l}/2 — 2 maal langer dan de hauwtjes. Kelk ongeveer even lang als de bloembladen . N/. erythrocaule. Vruchtje meer lynvormig, langer 9 Vruchtje 4—5 m.M. lang 10 Vruchtje 3i/2 m.M. lang N. anceps. Vruchtje lynvormig, 3/4 m.M. breed, meestal iets langer dan de helft van zijn steel N. Maerei. Vruchtje breed lynvormig, 1 m.M. breed, een weinig verdikt naar den top, meestal kleiner dan de helft van het steeltje. N. brachystylum. 11. Stjjl even lang als het hauwtje; dit byna bolvormig, 5—6 maal korter dan zijn steeltje N. Gmelini. Styl korter dan het hauwtje; dit meestal meer langwerpig, nooit meer dan 5 maal korter dan de stelen .... 12 12. Hauwtje klein, ovaal, aan beide einden versmald, 3—4 maal korter dan de stelen; srijl l/a — l/s van ^e lengte van het vruchtje N. amphibium. Hauwtje met korter styltjes 13 13. Stijl nauwelijks de helft van het vruchtje .... 14 Styl 2/3 van de vruchtlengte ; vruchtje byna bolvormig, vrucht- baar, 4—5 maal korter dan het steeltje N/. subglobosum. 14. Vruchtjes elliptisch, 3—4 maal korter dan het steeltje N. terrestre. Vruchtjes breed ovaal; 4—5 maal korter dan het steeltje . N/. barbaraeoides. Volgens gemelde schrijvers is N. arvense een vorm van N. palustre; N. Gmelini een vorm van N. amphibium; en zyn de andere, behalve N. officinale en N. sylvestre hy- briden van deze afkomst: N. erythrocaule = N. amphibio-palustre. N. t e r r e s t r e = N. amphibio-sylvestre. N. barbaraeoides = N. amphibio-sylvestre. N. subglobosum = N. superamphibio-sylvestre. N. H y i = N. supersylvestri-amphibium. V OS Af o^ y uj| Li B R AR Y >- ' A S ' ty * k « a » 102 NASTURTIUM. N. Gerardi — N. supersylvestri-palustre. N. Ma e r e i — N. sylvestri-palustre. N. brachystylum = N. palustri-sylvestre. N. anceps — N. sylvestri-amphibium.] 77. N. palustre D.G. Aan slootkanten en op moeras- sige plaatsen. O en %.. Juni — Sept. In Herb.: Texel 1860, en Vlieland 1858, Lac; Midsland op Terschelling , Un. 1886; — Joure, Wiewerd 1853, S. ; — Haren, en Groningen 1856, v. H.; — Meppel, v. Heijn.; Zwinderen 1859, Lac. en S.; - Kampen, R. B.; 1847, Top; Zwolle 1832, Thorbecke; Hardenberg 1894, L.; — Harderwijk 1864, R. B.; Apeldoorn 1852 en 1877, K. A.; Arnhem, Thomson; 1877 en 1894, Groll; — Amersfoort, R. B.; Garj.; Utrecht 1874, 0. (N°. 1015 herb. 0. als N. sylv.); Schalkwijk 1842, Buse; Westbroek bij Utrecht, v. d. T. ; — Veenland bij het Zijdelmeer, Boerl.; Zaagpad, Fl. Amst.; Haarlem mermeer 1835, v. H.; 1852, D. J. Coster; 1853, S en Hartmann; Haarlem, de Vriese; 1871 Groll; 1872, Boerl.; Brouwerskolkje 1870, Hoek Buse; Velsen, Buse; - Leiden, Longepee; 1843 0.; Spanjaardsbrug Leiderdorp 1841, S. S. ; 1843, 0. Leiderdorp, Mb.; Hazerswoude, Pierot; Wassenaar Dz.; Voorburg (aan muren) 1835, Mb. ; 's Gravenhage V. Z.; Scheveningen, Mb.; Loosduinen 1894, Des tree; Delft, v. S. V.; Dordrecht 1838, Lac; 1850 M. J. Oop; 1880, Posth.; 1882, C. v. d. Broek Kalkhaven Dordrecht 1882, V. ; Heikop, v. H. ; — Zuid Beveland, Kapelle 1838 en Westdorp 1845, v. d. B. Domburg, Forsten; — Vucht 1827, ?; Vuchtsche heide, v. Hov.; Loopschans Breda, V. A. ; Roosen- daal, Un. 1860; - Wyk bij Maastricht 1894, de Haas. (Tusschen Schild en Burg op Texel 1894, V. Su- ringar in herb. pr.; — Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; Oldeboorn 1868; NASTURTIUM. BARBAREA. 103 v. Tuinen in herb. pr.; - Eelde, J. P. Hartlief; — Usselo, E. J. H. Scholten; — Beusichem, C. A. Backer in herb. Heukels; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heukels: Ruurlo 1883, L. in herb. pr.; Bennekomsche Meent 1892, V. Suringar in herb. pr.; — tusschen Keverdijk en Ankeveen 1899, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; Rijngeest te Oegst- geest 1892, V. Suringar in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; Breda, Th. "W. v. Schermbeek; Halsteren, P. J. Verhoeven; Besoijen, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; Almkerk 1897 en 1898, C. A. Backer in herb. pr.) Bovendien: Ameland, Schiermonnikoog, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); — Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); - Borkulo, Un. 1860 (Arch. I. V. p. 219); - Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); - Sas van Gent, v. d. B. en B. W. (Arch. 1. IV. p. 268); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Meerssen, Maastricht, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 306); Voorts bij de oudere schrijvers alleen vermeld bij Pelletier en Vor- stius. [A a n m. : Over Nasturtium anceps en andere hybri- den yergeljjke men bl. 100—102.] Barbarea B.Br. 78. B. vulgaris B.Br. Op vochtige plaatsen, in bouw- en graslanden. 0. Mei—Juli. In Herb.: Kollum 1865, H. d. V.; - Haren 1826, v. H.; — Paterwolde 1828, v. H.; — Kampen, R. B.; 1846, Top; Zwolle, R. B.; de Worp bij Deventer 1849, M. J. Cop; Deventer 1848, M. J. Cop; Win- desheimjl878, K.; - Zutphen 1834, M b. ; Wtt.; Apel- 104 BARBAREA. doorn 1873, K.A.; Harderwijk 1864, R. B.; Eibergen Un. 1859; Wageningen, G-iltay (als stricta); — Achttienhoven, v. d. T.; — Overveen 1843, Tilanns (P. N. S.); Bentveld, Kerb.; — Sassenheim, S. (als praecox); Leiden 1847, Ov (stricta); Dz.; Schiedam 1896, en Dordrecht 1882, V.; - Stavenisse (Tholen), A. W.; Zuid-Beveland, en Hollandsche hoeve (bij G-oes?), v. d. B.; Breskens 1880, Buijsman; Middel- burg 1882, Keyzer; Grauw, A. W. (0. Z. Vlaand.); tusschen ter Neuzen en Axel 1863, A. W. (als prae- cox); — Oudenbosch 1886, Butaye en de Haas; wallen te 's Hertogenbosch 1846, v. H o v. ; Maas bij Boxmeer, Un. 1853 (als stricta); — Roermond, Un. 1861; Maastricht 1869, 0. (N°. 421); 1885, Lac; Gronsveld 1894, V. en v. Vloten (als stricta); Sla- vante 1866, H. d. V. (als praecox); Slenaken, Exc. 1889 (als praecox) ; Gulp bij Pezaken 1885, K. enG.; Kerkrade 1899, G. en V. (Winschoten 1885, Schipper in herb. pr.; — De- venter (var. brachycarpa) 1873, - Apeldoorn 1874 en 1898, K. A. in herb. pr.; — IJpolder Amsterdam 1898, L. Goesker in herb. Heukels; Kapelle (Z. Bev.) 1894, Ogterop in herb. pr.; — Halsteren 1898, P. J. Verhoeven in herb. Heukels; 's Hertogen- bosch 1897, Heinsius— Prikken in herb. pr.) Bovendien: Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); - Delden, Un. 18 70 (Arch. 2. 1. p. 198). De opgaven brj oudere schrijvers zijn onzeker, daar de verschillende varieteiten nog niet werden onderschei- den. De opgave van de Flora van Nijmegen (Arch. 2. V. p. 257) heeft betrekking op B. arcuata en B. stricta. /?. arcuata Reich. (pro specie). In Herb. : Groningen, v. H.; — Deventer 1835, W 1 1. ; (P. N. S.) ; - Zutphen 1834 en Brummen 1834, Wtt.; Teuge 1898, K. A.; Ooische waard, Weurt, Th. Abel.; Maasbommel, A. de Groot; — Lek BARBAREA. 105 over AVijk bij Duurstede, v. d. T.; — Haarlem, v. d. T.; — Katwijk, de Br.; - Nieuw Maarsseveen 1900, G. en Jongemans; Maastricht 1887, V. (Winschoten 1885, Schipper in herb. pr. ; — de Teuge bij Twello 1898, K. A. in herb. pr. ; Groesbeek 1899, Costerus in herb. pr.: - meelfabriek Mid- delburg 1900, L. in herb. pr.) [Aanm.: De opgaven in het Kruidk. Archief (1. V. p. 202 en 219; 2. IV. p. 306 en V. p. 543), hebben waarschynlijk allen betrekking op B. vulgaris, althans er zijn geen exemplaren van in het herbarium, die als /?. arcuata kunnen gedeter- mineerd worden. De opgave by Eibergen Un. 185 9 wordt dan ook in de volgende lijst met een ? aangevoerd.] y. stricta Andrz. (pro specie, non Boreau). Bar- barea stricta Prodr. Ed. I. p. 18, Erysimum strictum. Bijdr. p. 42. Aan kanten van sloo- ten, vaarten en rivieren. G. April—Juli. In Herb.: ? Assen 1860, Lac; - Meppell859en Gramsbergen 1859, Lac. en S.; — Kampereiland 1843, en Kampen 1839 en 1849, E. B.; Zalk 1847 en 1849, T.; 1899, J. Boldingh; Vollenhove 1894, L. ; Zwolle 1898, E. H e i m a n s ; Hardenberg 1893, L.; Hengelo 1892, v. Vloten; Delden Un. 1870 (als praecox); Zwolle 1872, v. Tuinen; — Twello 1876, K. A.; Voorst, Wtt.; Apeldoorn, K. A.; Harderwijk 1863 en 1865, R. B. ; Doetinchem 1899, v. Vloten; Ooische waard, Th. Abel.; Wageningen 1884, K.; — Eem bij Amersfoort 1860, R. B.; 1898, K. A.; tegenover Keulhorst 1836, ?; Eem bij Coelhorst 1895, Garj.; Grebbe, v. d. B.; Utrecht, C. A. Bergsma; W. C. van Embden; Abcoude en Vinkeveen 1845, en Ab- coude 1846, Lac; — Vogelenzang 1882, v. Eeden (f. monstrosa); Hortus Leiden 1896, V. (als prae- cox); Dordrecht 1843, en Vreeswijk 1839, Lac; Gorinchem 1842, v. d. T.; langs de Waal, C. H. Bergsma; Stolwijk, H. A. Westbroek; — 106 BARBAREA. Zuid-Beveland, Goes 1839, v. d. B.; *) - Alm- kerk, C. A. Backer; — Arcen 1893, Groll; Nieuw Maarsseveen 1900, G. en Jongmans. (Almelo 1.893, Costerus in herb. pr.; — Teuge bij Twello 1898, Schipper in herb. pr. ; Bronsber- gen 1882, L. in herb. pr.; — Dordrecht 1896, Posth. in herb. pr.) Bovendien: Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); - Aan de Vecht tusschen Weesp en Nichtevecht 1881, H. d. V. ; 's Gravelandsche straatweg tegenover Wis- seloord 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p.524); - Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543). [Aanm.: De opgave Boxmeer, Un. 1853 (Arch. 1. III. p. 440 en 495) heeft betrekking op B. v u 1 g a r i s, evenzoo de groei- plaats Gronsveld 1894, V. en v. V 1 o t e n (Arch. 2. VI. p. 523).] 79. B. intermedia Boreau. Langs wegen, aan bouwlan- den, klavervelden en braakakkers. O. April — Mei. (Is zeer algemeen aan de oevers van den Rijn in Duitschland. Zie Garcke). In Herb. : Klaverland bij Apeldoorn 1874, K. A.; (Cfr. Arch. 2. III. p. 209: „In 1872 alhier op weiland in vele exemplaren gevonden." In herb. pr. nog in 1878 van daar aanwezig.) .80. B. praecox E.Br. (Erysimum praecox. Nieuwe Bij- dragen p. 44). 0. April — Mei. In Herb. : Groningen 1856, Strat.; — Paterwolde, v. H.; — Utrecht achter de Veeartsenrjschool 1840, Lac; v. d. T. (als arcuata); — Overveen 1835, Mb.; 1838, Buse; Bentveld 1836, Kerb. en Mb.; 1838, Buse; — Kleijpoel bij de Kaag 1888, v. Yloten; Naaldwijk 1846, v. d. T.; - Werkendam 1837-1839, Lac; Breda, v. A. ; ? wallen te 's Hertogenbosch, v. H o v. ; - Maastricht 1869, 0. (N°. 421 als B. lyrata). *) Zie Tydschift VII. p. 8. BARBAEEA. TURRITIS. 107 (Apeldoorn 1898, K. A. in herb. pr. ; — Rotterdam 1898, A. Reclaire in herb. Heinsius en Heu- kels.) Bovendien: Bloemendaal, Velsen, Exc; S. (Arch. 1. V\ p. 231). [Aanm. : De opgaven Sassenheim 1863, S. (Arch. 1. V*. p. 382) en Oud Valkenburg, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 133) hebben betrekking op B. v u 1 g a r i s. Van B. Tulgaris, arcuata en stricta werden ook bastaarden -waargenomen. Het blyft mjj echter raadselachtig hoe men deze als zoodanig op het vrye veld kan constateeren en ook wat byv. Garcke verstaat onder B. vulgaris X a r c u a t a, daar ook deze schry ver B. a r c u a t a tot de vormen van B. vulgaris brengt.] Turritis Dill. 81. T. glabra L. (Arabis perfoliata Fl. B. S.). In bosch- rijke streken, aan ruigten en op steenige plaat- sen. ©. Jani — Juli. In Herb. : Kampen, v. Heijn.; boschteZalk 1847, T.; 1849 en 1850, R. B.; - 't Joppe bij Gorssel 1833, Wtt.; G-orssel 1848, M. J. Cop; tusschen Gors- sel en Diepeveen 1877, K.; de Poll tusschen Deven- ter en Zutphen 1833, en Zutphen 1834, Wtt.; 1888, Groll; 's Heerenberg 1870, H. d. V. ; Beekhuizen, v. d. B.; Westerbouwing 1897, en Rijnoever beneden Arnhem 1897, V.; Arnhem, S.; Nijmegen, B.; 1846, G. Deijn.; Beek, Broers; Ubbergen en Beek, N. en Th. AbeL; 1897, G. en V.; Gelderland, de Vriese; Renkum 1848 en Wageningen 1848, Buse; Exc. 1897; Wageningsche berg [monstrosum) 1843, L a c. ; — Grebbe, v. H. ; 1851,0.; C. A.Backer; Spoel bij Culemborg 1837, Mb.; 1837, Lac; 1840, v. d. T.; Amersfoort, Garj.; tusschen Hilversum en 's Gra- velandl886, H. d. V.; - bergen bij Mook, Un. 185 3; Mook 1856, v. d. B.; Venlo 1898, Garj.; Ittervoort 1900, G. en Jongmans; Roermond, Un. 1900; Valkenburg, Un. 1861. 108 TURRITIS. ARABIS. (Twello 1851, de Pessink 1894, Bronsbergen, U n. 1897, K. A. in herb. pr.; Schipper in herb. pr.; Spoel te Culemborg 1847, Alpherts in herb. pr.) [A a n m. : Afgezien van de opgaven by P e 1 1 e t i e r en M u n t i n g wordt T. g 1 a b r a niet verder verraeld. In Fries- land volgens Meese, Maastricht Lej. Fl. de Spa.] Arabis L. 82. A. alpina L. Plant van rotsen en steenachtigen bodem, bij ons vaak als voorjaarsplant gekweekt en aldus nu en dan op muren verwilderd. 2[. April—Aug. In Herb. : Slot te Zuylen bij Utrecht, R. B.; — Apeldoorn, K. A. (culta); op een muur in den Leid- schen Hortus *), M. J. Cop; 1833, Wtt,; 1834, Mb.; Kerb.; 1841, B. W.; 1844 en 1845, 0.; 1847, Perin; 1873, Hoek; Boerl.; Wittepoort en Doelestallen 1833, Wtt.; 1841, S. S. 83. A. hirsuta Scopoli. a. hirsuta S. S. In bosschen, op heuvels, op grazige zand en kalkgronden. O en 2J.. Mei— Juni. In Herb.: Spoel bij Culemborg, W. en Kraep. de Br.; 1840, v. d. T. (zie Arch. 1. II. p. 98); hel ling Stationsterrein Culemborg 1899, C. A. Bac ker; Boerderij het Woud te Beekbergen 1875 K. A.; — Waalsdorp, V. Z.; 1857, S.; Loosduinen Destree; - St. Pietersberg, Un. 1861; 1870 Groll; Bemelen 1873, Lac; Yalkenburg, Un 1861; 1866, H.d. V.; Rotspark en elders te Val kenburg 1900, V.; Rieter; Maastricht 1894, V p. sagittata D.G. (als soort) A. planisiliqua Pers en Fl. B. S. p. 494). *) Eeeds in 1828 menigvuldig (zie Arch. 1. II. p. 106). Deze muur werd in 1876 afgebroken en daarmede deze groeiplaats verstoord. ARABIS. 109 In Herb. : Oosterhoutsche bosch, Th. Abel.; 1848, G. Deijn.; Nijmegen, Th. Abel.; — Haar- lern 1866 en 1867, 0. (N°. 28); *) Overveen, S.; 1833, Buse; 1872, Boerl.; . Velsen, Kruidberg Velsen, S.; Ruine Brederode, v. d. B.; Wijk aan Zee 1860, S.; Haarlemmerhout 1870, Hoek; — Noordwijk, Exc. 1886; 1894, V.; Katwijk, v. d. B.; Exc. 1888; koornland Duifhuis bij Leiden, Kerb.; 1835, Mb.; Leiden, v. d. B.; Mb.; Wassenaar, S.S.; Dz.; 1833, Wtt.; Waalsdorp 1895, Ogterop; Scheveningen 1882, V.; Barger; duinen 's Gra- venhage 1833, Wtt.; V. Z.; R. B.; 1865, H. d. V. (Culemborg 1899, C. A. B a c k e r in herb. H e u- kel s.) y. G-erardi Besser. (als soort) (A. hirsuta Fl. B. S. p. 494.) Vochtige weiden, muren en bosschen. 0. Mei—Juni. In Herb. : muren te Harderwijk, v. d. T. ; 1830, 1835, D. S.; 1864, 1865, R.B.; boerderij hetWoud bij Beekbergen 1875, K. A. "); Oosterhoutsche bosch, Th. Abel.; — walmuur Wijk bij Duur- stede, v. d. T.; 1831, C. A. Bergsma; 1829, 1830 en 1833, Wtt.; — Bloemendaalsche bosch 1846, Lac; duinen bij Haarlem, Kops; Overveen 1832, v. H.; Buse; Coll. P. N. S.; — Wassenaarsche duinen en vallei Langestrook 1833, S. S.; duinen bij 's Gravenhage, G-. B. ; ? muur te 's Gravenhage, v. Hov.; — muren te 's Hertogenbosch 1845, en 1848, v. Hov.; - St. Pietersberg 1869, 0.; 1885, K. enG.; 1894, de Haas; 1894, V. en v. Vloten; Gronsveld 1894, Lindo. (Apeldoorn 1891, K. A. in herb. pr.) [Aanm. : De eerste aanduiding dezer laatste varieteit *) Cfr. Arch. 2. I. p. 54, 148: „Ik zelf heb in onze duinen nooit iets anders dan A. h i r s u t a gevonden. 0." Vergeljjk ook p. 366. ") Cfr. Arch. 2. II. p. 149. 110 ARABIS. CARDAMINE vinden wij by van Hall in diens Fl. Belg. Sept., maar boven- dien in Bijdragen VII. p. 341, waar de Turritis hirsuta van de Gorter tot deze verscheidenheid wordt teruggebracht. Als ontdekker der groeiplaats by Harderwijk wordt hier de Heer M. Dassen genoemd.] 84. A. arenosa Scop. In opene zandgronden, aan we- gen enz. O en 2j.. April — Juli. In Herb. : Rijnkant bij het Lekskensveer 1882, K. (1 ex.); tusschen Rhenen en de Grebbe 1847, Ooische waard bij Nijmegen 1849 en Uiterwaarden bij Weurt 1850, Th. Abel.; — Glasfabriek de Schie te Schiedam, aldaar met cement uit het Brohlthal aangevoerd 1898, V.; Klopperwaard bij Werkendam 1838, Lac. Bovendien : In de bosschen van het huis te Ruurlo 1888, Ensink (Arch. 2. V. p. 384). *) A. verna B.Br. Vermeld : Weiland bij Apeldoorn met sumac bemest, afkomstig van Sicilie 1877, K. A. (Arch. 2. III. p. 211 en 223); — Deventer 1893, K. A. Deze plant is echter later gebleken te zijn Hesperis bicuspidata Willd. [Aanm.: A. Brassicaeformis Wallr., in van Hall's Fl. B. S. 1. p. 496 als Brassica alpina opgenomen, gevon- den bjj Harderwijk door Bainville, is waarschijnljjk een vergissing; volgens den Prodr. Ed. 1. heeft deze aanwyzing misschien betrekking op Turritis glabra, waarmede zy in habitus zeer veel overeenkomst heeft, misschien ook dat Arabis hirsuta y. Gerardi als zoodanig beschreven werd. In ieder geval is A. Brassicaeformisin ons land niet wedergevonden.] Cardamine L. 85. C. hirsuta L. In opene en bebouwde zandgronden en op beschaduwde vochtige plaatsen. 0, 0 en 0. Maart—Juni. *) De Heer C. A. Backer meldt my dat door hem in 1893 een exem- plaar dezer plant gevonden werd aan den Waaloever by Gameren, welk ex. echter verloren is gegaan. CAEDAMINE. 111 A. Subsp. C. hirsuta S. S. Op meer opene plaatsen. In Herb. : Vlieland 1869, H o 1 k. ; Lies op Terschelling 1869, Holk.; Terschelling 1886, K.; Nes op Ameland 1868, H o 1 k. ; - Hardegarijp 1840, S p r e e ; Jatrijp 1867, tusschen Bolsward en Nijland 1870, en Leeuwarden 1862, J. M. deBoer;- Groningen, v. H.; Haren 1856, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1848, R. B.; v. Heijn.; Zwolle 1849, R. B.; 1892, L.; Deven- ter 1846, T.; - Harderwijk 1866, R. B.; Twello 1877, K.; Apeldoorn 1873, K. A.; tusschen Nijmegen en Arnhem B.; Nijmegen 1863, Th. Abel.; - Utrecht, v. H.; batterijen Utrecht, v. d. T.; Baambrugge, Yinkeveen, v. d. T.; Breukelen, v. H.; — Legmeer- polder 1886, Boerl.; straatsteenen Amsterdam, Fl. Amst.; Amsterdam 1835, Haarlem 1870, Hoek; Velserend, Fockema; Haarlemmerhout 1870, Groll; Aardenhout bij Haarlem 1867, 0.; Heemstede 1872, Groll; — Hillegommerbeek 1886, Boerl.; tusschen Sassenheim en Lisse, Exc. 1883; Leiden, B. W.; 1840, Halbertsma; 1854, v. H. Jr.; 1872, BoerL; Katwijk 1846, B. W.; 1854, de Grijs; Poelgeest 1833, Wtt.; Kronestein onder Zoeterwoude 1828, Wtt.; huis den Deyl 1832, S. S.; Pierot.; Wasse- naar 1843, en 1846, 0.; M. J. Cop; 1860, S.; Exc. 1861 en 1865; 's Gravenhage, G. B.; 1870, Groll; 1894, R. B.; Haagsche bosch, v. d. Cop; Schevening- sche boschjes 1895, Ogterop; Rotterdam 1853, 0.; Dordrecht 1836, L.ac; 1879, Posth.; 1882, V.; Oud- dorp 1895, Boerl. en V.; - Nieuwland (Goes?) en Walchersche duinen 1839, v. d. B. ; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1883, Buijsman; NeuzenenHoek 1863, A. W. (als sijlvestre); — Fort Isabel, v. Hov. (Oldeboorn 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Murmerwoude, J. Botke en J. deGroot; — Pa- terwolde, Eelde, Zuidlaren, R. de Boer en H. Kooi; 112 CARDAMINE. Denekamp J. B. Bernink in herb. Heukels; — Plantage Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr.; Culemborg 1899, C. A. Backer in herb. pr.; bij 't fort 't Spoel, Station Schalkwyk enz. C. A. Backer in herb. Heukels; — Bunnik 1872, Costerus in herb. pr.; tusschen Amsterdam en Ouderkerk 1898, A. C. J. van G-oor in herb. pr.; Beverwijk 1885, Costerus in herb. pr.; Bloemendaal 1897, V. S u- ringar in herb. pr.; — Stolwyk, H. A. W e s t- broek en J. Slingerland; — SintLaurens, P. de H u 1 1 u in herb. H e u k e 1 s.) Bovendien: Breda, V. A. (Arch. 2. II. p. 144); — Schouwen en Duiveland, (Arch. 2. III. p. 112); Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543). B. Subsp. C. sylvatica Lk. (0. sylvatica Lk. et Prodr. Ed. I. p. 19.) Op beschaduwde plaatsen. «. genuina Gr. et Godr. Blaadjes der bovenste bladen langwerpig, geheel of bijna gaafrandig. In Herb. : Hoorn op Terschelling, Un. 1886; Terschelling 1887, V.; - Utrecht 1880, A. C. Ou- demans; — Eindmeer, Fl. Amst.; Plantage Amsterdam 1838, en Diemermeer 1846, Romb.; Zwijndrecht 1880, Boerl.; Dordrecht 1851, M. J. Cop; 1882, 1888, V.; - Vijlen 1896, G. fi. latifolia Prodr. Ed. I. Blaadjes bijna rond of eivormig. In Herb. : Leiden, Dz. y. umbrosa Gr. et Godr. Plant sterk vertakt; blaadjes alle breed ovaal, hoekig, getand en zelfs ingesneden. In Herb. : Oudkerk, Bruinsma; — Groningen, v. H.; Haren 1835, v. H.; 1843, P.N. S.; - Zwart- sluis 1892, L. en Carmiggelt; — Beek by Nij- megen, Th. Abel.; Apeldoorn 1874, K. A. (herb. 0. 1151); — Baambrugge, v. d. T.; Amersfoort, CAKDAMJNE. 113 R. B.; Garj.; Abcoude, Vinkeveen, Waverveen E. B. Asscher; — Overveen 1834, Buse; Haar lemmerhout, Buse; 1871, 0.; - Hillegom 1895 V.; Spoorweg bij Leiden met duinzand uit Kat wijk aangevoerd, Longepee; Leiden, Perin 1836, Lac; 1835 en 1836, Mb.; 1846, B.W.; Exc 1861; 1846, 0.; tusschen Leiden en Wassenaar 0.; Haagsche Schouw 1833, S. S.; Valkenburg, S Katwijk, Exc. 188 2; Wassenaar 1851, S.; Exc 1865; Noorthey onder Veur 1894, V.; 's Graven hage, G. B.; Scheveningsche boschjes, R. B. Haagsche bosch V. Z.; 1834, Buse; 1845, de Br. 1854,v.H.;Exc. 1861; 1870, Groll; 1873, Hoek Exc. 1882; 1883, 1887 en 1889, V.; 1894, Bar ger; Rotterdam 1851, Coll. Nat,; 1853 en 1880 0.; Dordrecht, Boerl.; - Zuid-Beveland 1839 1842 en 1843 (ook als latifolia), v. d. B.; — Lies bosch, v. A. (Midsland, J. B. Tijm in herb. Heukels; — De- venter 1852, K. A.; — tusschen Diemen en Muiden 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; — Park Mer- westein te Dordrecht 1898, Posth. in herb. pr.; — (a.) Oost-Kapelle 1877, L. in herb. pr.; (a.) Kapelle (Z.-Bev.) 1893 en (y) Domburgsche Manteling 1896, Og- terop in herb. pr. ; — Op 't Zand en 't Kraaien- veld te Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heu- k e 1 s.) Eindelijk een prolificeerende vorm van Nunspeet 1890, C. A. G. Beinz (zie Arch. 2. VI. p. 80) en een tusschenvorm G. hirsuta-sylvatica in een boschje bij Warmond 1900, V. Bovendien, zonder nadere aanduiding van varieteit: Walcheren, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); Schouwen en Duiveland, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 10, 48); — Meerssen, Gronsveld, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 306). 8 114 CARDAMINE. 86. C. pratensis L. Algemeen in weilanden op voch- tige plaatsen, aan slootkanten. %.. Maart—Mei. InHerb.: Texel 1860, Vlieland 1858, Lac; Terschel- ling 1860, Lac; 1869, Holk.; Amelandl869, Holk.; — Leeuwarden 1850, S. ; Friesland. S p r e e ; Bolsward 1875, *) Koudum 1872, en Niedummerpiepke (Frane- ker) 1863, J. M. de Boer; — Groningen, Strat.; Haren 1827, en 1831, v. H.; - Kampen 1847, R.B.; Deventer 1846, T.; 1876, K.; - Nunspeet 1894, •) en Apeldoorn 1882, K. A. ; Beekbergerwoud, Wtt.; Ruurlo 1884, Ensink; Winterswjjk 1872, R. E. de Haan; Arnhem, Thomson; Ubbergen, B.; N. en Th. Abel. ; - Amersfoort, R. B.; 1891, Garj.; Utrecht, v. H.; v. d. T.; 1863, Coll. Nat.; 1879, A. C. Oudemans; Maarsbergen, v. H.; — Sloten 1840, Romb.; Sloterweg 1842, Teengs (P. N. S.); Amsterdam 1857, Kniittel; 1869, Hoek.;Fl. Amst.; 1871, 0.; Wieringen 1856, Lac; Westzaan 1852, Kerb.; Haarlem, Buse; 1870, Boerl.; Haarlemmer- hout 1834, Kerb.; — Pietgijzenbrug, Exc; Noord- wijk 1865, B.W.; Warmond 1857, S.; Leiden, For- sten; 1835, Lac; 1834, 1835, Wtt.; 1842, 0.; 1854, v. H. Jr.; 1870, Boerl.; Katwijk, Jongmans; Wassenaar 1833, Wtt.; 's Gravenhage, R. B.; 1870, Groll; Haagsche bosch 1826, V. Z.; Delftshaven, V. S.; Rhoon 1871, Schepman; Dordrecht 1882, V. ; — Zuid-Beveland, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen *) Met witte bloemen. Voorts werden planten gevonden met dubbele bloemen in 1880 by Apeldoorn door den Heer H. J. Kok Ankersmit enin 1877 door Mej. Winkler bij Haaiiem (Arch. 2. IV. p. 132.) Ook bij Weurt (Arch. 2. II. p. 267). Een proliflceerende vorm door den Heer D. Lako in 1893 brj Zwolle. Zich ontwikkelende bulbilli, drijvend op het water in 1873 door den Heer K o k A n k e r s m i t, terwijl verdere stadien dier ontwikkeling met een teekening reeds vroeger door Prof. M. J. Cop waren ingezonden. Men zie voorts de verhandeling van Prof. Oudemans in Arch. 1. 1. p. 429. CARDAMINE. 115 1864, A. W.; - Breda, v. A.; Fort Isabel bij 's Her- togenbosch, v. Hov.; — Bunde 1870, Groll. /?. dentata Schultes. In Herb.: Texel 1894, V.; - Almelo 1891, L.; — Nijkerk, R. B.; — Batterijen by Utrecht, v. d. T.; — Leiden, Dz.; — Duiveland, Dz.; Vlissingen 1881, de Br. Bovendien: Kanaal van Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 268). y. acaulis Berg. In Herb. : Koudekerke 1882, Buijsman (cfr. Arch. 2. V. p. 608). (Oldeboorn 1869, v. Tuinen inherb. pr.; — Leens, J. Borgman; - Eelde, P. Hartlief; — Borne. H. v. d. Pauwert; Usselo, E. J. H. Scholten; — Gendringen, M. S. Rust; Voorst, J. H. Edelman; Borkelo, G. J. K e r b e r t; Culemborg, C. A. B a c- ker; — Doorn, S. Boot; — Stolwijk, H. A. West- broek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Sint Laurens, P. de Hullu; Waarde, M. v. Weele in herb. Heukels; (o.) Walcheren 1874 tot 1879, L. in herb. pr. ; Middelburg 1891, Ogterop in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; Halste- ren, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots inherb. Heukels.) Bovendien, zonder vermelding van varieteit: Koe- vorden, Ane, Odoorn 1859, Lac en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Steenwijkerwold, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Hengelo, Haaks- bergen, Buurserbeek, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 217); — Zevenaar, Varsseveld, Groenlo, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); - Driebergen 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 69); - Haarlemmermeer 1853; Hartmann (Arch. 1. III. p. 354); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 116 CARDAMINE. 2. VI. p. 234); - Walcheren, Noord-Beveland, Schou- wen en Duiveland, Tholen, geheel Zeeuwsch-Vlaan- deren, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); Plasmolen, Th. Abel.; Lac. (Arch. 2. V. p. 3); Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Meerssen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 306); tusschen Eysden en Rijckholt, K. en G. (Arch. 2. V. p. 3). Voorts bij oudere schrijvers vermeld door Pelle- tier, Hondius, Knijf, Munting en Bruman. 87. C. amara L. Langs slooten en waterkanten, op uiterwaarden en moerassige plaatsen. Q\..April— Mei. In Herb.: Paterwolde, Spree; — Ootmarsum 1896, L.; Zwolle 1892, L. en Carmiggelt; - Beekberger- woud 1834, Wtt.; 1869, S.; 1872, K.A.; Beekbergen 1879 en Apeldoorn 1853, 1873, K. A.; 1872, K. A. (herb. 0. N°. 814); Vaassen 1886, K. A.; tusschen Lichtevoorde en Varsseveld, Un. 1859; Middachten 1898, K. A.; - tusschen Vreeswijk en Hondswijk, v. H.; Gouda 1830, Hoffmann; 1831, Forsten; Alfen aan den Rijn 1878, Groll; 1890, V.; Zwijn- drecht 1879, Boerl.; 1882, V.; Dordrecht, v. d. T.; 1838 en 1839, Lac; 1888, V.; - Eindhoven, Dz.; - Venlo 1895, L. R i e t e r ; 1898, G a r j. ; Ter Hagen 1896, G.; Kerkrade 1866, H.d.V.; Simpelveld 1899, G. en V. (Eelderdiepje bij Eelde, J. P. Hartlief in herb. Heukels; - Dieren 1879, K. A. in herb. pr.; - Oud Diemen 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; - Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; langs de oevers van de Alm; uiterwaard bij Sleeuwijk, C. A. B a c k e r in herb. H e u k e 1 s.) Bovendien: Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 366); - Geul bij Mechelen, Lac. (Arch. 2. V. p. 3). De opgaven bij van Hall zijn onbetrouwbaar. [A a n m. : De exemplaren van het Haagsche hosch, ver- zameld door Vrydag Zijnen, hebben betrekking op Carda- CARDAMINE. HESPERIS. 117 mine syl vatica y. u mbr osa (Cfr. v. Hall Fl. B. S. en Prodr. ' Ed. I. p. 20). Hetzelfde is 't geval met de onder dien naam opgegeven planten van Utrecht, Bergsma en v. Hall.] * C. palustris Peterm. (C. amara X pratensis). In Herb.: Beekbergen 1880, K. A. (Arch. 2. III. p. 285, 288). Bovendien: Rivierdijk Zwijndrecht, Boerl. (Arch. 2. III. p. 297). [Aanm. : C. parviflora L., door de Gortervoorde duinen opgegeven en C. ImpatiensL. door Boer la ave als inlandsch opgegeven, zyn nimmerteruggevonden, ofschoon hare verspreiding in ons land niet onmogelyk is.] Tribus Sisymbreae D.C. Hesperis L. 88. H. matronalis L. Vochtige weiden. Vaak in tui- nen gekweekt en van daaruit verwilderd. © en %.. Mei — Juni. In Herb.: Buitenpolders Friesland 1866, v. H.; — in de Ooi bij de Protestantsche kerk 1841, T. Abel.; — Utrecht, C. A. Bergsma; Eem bij de Houtzaag- molen onder Amersfoort 1891, Garj.; tusschen Loe- nen en Vreeland 1900, Jongmans; — Gulpen, Un. 1883. (Garderen 1890, Mevr. Smith-Nagel in herb. Costerus.) Bovendien: Bosch bij Rijswijk 1876, L. (Arch. 2. III. p. 219). Als sierplant werd zij ook reeds door Pelletier en Munting genoemd. 89. H. bicuspidata Willd. Plant van de kusten der Middellandsche Zee; bij ons aangevoerd. In Herb. : Zwolle, H. Cieraad; Pothoofd bij De- venter 1893, en 1894, K. A. Ingezonden als Arabis verna en als zoodanig vermeld in Arch. 2. VI. p. 322 (Cfr. Arch. 2. VI. p. 531); 1898, G. en V. (Apeldoorn 1899, K. A. in herb. pr.) 118 MALCOLMIA. SISYMBEIUM. Malcolmia R.Br. 90. M. africana B.Br. Op bouwlanden, voornamelijk aan de kust der Middellandsche Zee. Bij ons aangevoerd. ©. Mei. In Herb.: Op puin bij de gasfabriek te Arnhem 1898, G. Boldingh. 91. M. maritima R.Br. Plant van de zandige kusten der Middellandsche Zee, ook als tuinplant ge- kweekt. ©. Mei — Juni. ln Herb.: In een haverland bij Koningslust nabij Utrecht, de Br.; Eem bij Amersfoort 1896, Garj. [A a n m. : Deze plant zou reeds door D o d o e n s (Stirpium Historiae Pemptades Ao. 1583 p. 160) voor de Zeeuwsche kus- ten opgegeven zijn, althans Miquel i) en van den Boschs) houden de „Leucoj on sylvestre angustif olium" voor Malcolmia, hoewel de laatste naderhand, nadat zy reeds in den Prodromus Ed. 1, ofschoon zonder nummer, was aan- gevoerd, hare indigeniteit betwjjfelde. ^) Oudemans meent dat door de plant van Dodoens Cakile maritima bedoeld is. 4) Wat ook wel waarschynlyk is, wanneer men nagaat, dat in al die jaren de plant slechts een paar maal sporadisch is aangetroffen.] Sisymbrium L. 92. S. officinale L. Aan wegen, heggen, ruigten enz. 0 en ©. Juni- Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; — Kampen,R.B.; 1846, T.; Zwolle 1870, Hoek; - Arnhem, Thom- son; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; — Utrecht, v. d. T.; 1835, D. S.; v. H.; Houten 1829, Wtt.; Rijzenburg 1859, Hartmann en R. B.; Eem bij Amersfoort 1890, Garj.; — Amsterdam, Fl. Amst. ; 1) Tydschrift I. p. 287. 2) Tydschrift VIII. p. 9. 3) Arch. 1. II. p. 107. 4) Arch. 2. II. p. 292. SISYMBRIUM. 119 G. Backer; - Leiden 1838, B. W.; Forsten; Pe- rin; 1843, 0.; Vink bij Leiden 1828, Wtt.; Leider- dorp, Hazerswoude, 's Gravenhage, G. B.; Rhoon 1871, Schepman; Dordrecht, M. J. Cop; 1882, V.; Dub- beldam 1850, M. J. Oop; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862 en Waterlandskerkje 1861, A. W. ; — Wallen 's Hertogenbosch, v. H o v. p. leiocarpum D.G. Hauwen kaal. In Herb.: Texel 1867, J. P. Huizinga; Vlie land 1858, Lac; Midsland op Terschelling, Un 1886; Ameland 1897, V.; Schiermonnikoog 1868 Holk.; — Franeker, Spree; Leeuwarden 1859 S.; — Meppel, v. Heijn.; — Groningen, Strat.; - Deventer 1876, K. ; — Harderwy k, R. B. ; — Am sterdam, v. H.; 1867, 0.; Amstelveensche weg 1842, T i 1 a n u s (P. N. S.) ; Sloterweg 1838, Eomb. Naarden 1864, 0.; Wieringen 1858, Lac; Haarlem 1836 en Overveen 1836, Buse; - Leiden 1832, S S.; Kerb.; Dz.; 1835, Mb.; 1837, Lac; Warmon derhek, B. W.; Haagsche bosch, Perin; 'sGraven hage, V. Z.; R. B.; Overschie 1894, V.; - Dom burg 1840, v. d. B. ; — Breda, v. A. fljff.] Akkrum 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Mur- merwoude, J. Botke en J. deGroot; — Usselo, E. J. H. Scholten in herb. Heukels> — Apel- doorn 1876, K. A. in herb. pr.; Golberdingen 1843, Alpherts in herb. pr. ; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; — Loenen 1892, — Oegstgeest 1893, V. Suringar in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Waarde, M. v. Weele; Sint Lau- rens, P. de Hullu in herb. Heukels; Middelburg 1893, Ogterop in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr.; - Oudenbosch 1899, Liesbosch bij Breda 1894, Posth. in herb. pr.; Hal- steren, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots; — Schierberg, J. v. Melick in herb. Heukels.) 120 SISYMBRIUM. Bovendien: Ameland, (Arch. 1. IV. p. 84, V. p. 48); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 254); - tusschen Knijpe en Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Drenthe op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Steenwijk, Steenwijkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Heino en Wijhe, Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); tusschen Almelo en Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Delden, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217); — Winterswijk, Groenlo, Bor- kulo, Lochem; Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219, 234); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Apeldoorn 1874, K. A. (Arch. 2. III. p. 177); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); Alkmaar 1871, S. en Abel. ; Alkmaar, Heilo, Kallantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. IV. p. 234); Urk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); — Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); Haamstede, U n. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543) ; — Venlo, Blerik, Arcen, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Amby, Meerssen, Koermond, Un. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elsloo, Valkenburg, tusschen Wylre en Sle- naken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 206). 93. S. Loeselii L. Uit het zuiden aangevoerde plant; zaden met graanafval hier en daar opgeslagen, op plaatsen waar deze weggegooid wordt, bij losplaatsen en langs de rivieren. 0 en O. Mei — herfst. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1877, v. d. V e e n ; 1885, K.; 1893, K. A.; 1898, G. en V.; Zwolle 1898, E. Heimans; molen Kampen 1898, J. Boldingh; - Arnhem 1897, V.; molen te Wychen 1897, G. en SISYMBRIUM. 121 V.; St. Anna molen bij Nijmegen 1898, W. Docters van Leeuwen; — Huis ter Rivier by Overschie 1894, V.; - Middelburg 1895, Ogterop; meelfabriek aldaar 1896, L.; — Yenlo 1898, Garj.; Maasoeverbij Sint Pieter 1894, de Haas. (Hinthammerweg 1897, Heinsius— Prikken in herb. pr.) Bovendien: Limmel bij de Zinkwitfabriek 1890 — 94, de Haas en Hoevenaar. 94. S. Irio L. Langs wegen en bij afval; ingevoerde plant uit 't Zuiden. 0 en ©. Mei — Aug. In Herb.: Pothoofd Deventer 1893, L.; 1894, K.A.; - Hilversum 1888, H. d. V.; Amsterdam 1873, 0.; 1874, Lac. en 0. (herb. 0. N°. 1011); - Loosduinen, V.Z.; - ? Sint Jan Steen 1858, A. W.; - 's Her- togenbosch 1891, Wakker. (Apeldoorn 1898, K. A. in herb. pr.) Bovendien: Maastricht, Lej. et Court. Comp. 95. S. orientale L. (S. Columnae Jacq.). Als de vorige uit Zuid Europa afstammend, bij ons dikwijls met granen ingevoerd. 0. Juni — Juli. In Herb. : Pothoofd Deventer 1877, v. d. Veen; 1885, K.; 1893, K. A.; 1898, G. en V.; Kampen 1898, J. Boldingh; - Arnhem 1892 en 1893, K.A.; 1897, V.; Wijchen 1897,G.enV.; Winterswijk, Un. 1897; - Noordwijk 1897, V.; 's Gravenhage 1894, R. B.; Schiedam 1895 en 1898, V.; - Middelburg 1896, L.; - korenmolen Prinsenhage, Exc. 1897; Breda 1895, S. en V.; 's Hertogenbosch 1890, Wakker; 1897, Heinsius; — Venlo 1898, K. A. (Winschoten 1895, Schipper inherb. pr.; — Apel- doorn 1899, K. A. in herb. pr.; — Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr.) Bovendien: St. Anthoniuseiland bij Maastricht 1890—94, de Haas en Hoevenaars (Arch. 2. VI. p. 531, 565). 122 SISYMBRIUM. 96. S. altissimum L. (S. pannonicum Jacq. S. Sina- pistrum Crantz.). Plant van Zuid-Oost Europa, met zaden en vee ingevoerd, op mestvaalten opgeslagen en van daaruit door het geheele land verspreid. 0 en O- Mei—Juli. In Herb. : Station Heerenveen, Un. 1881; — Win- schoten 1896, Schipper; - Deventer 1877, K.; 1877, K. A.; Pothoofd aldaar 1897, V.; Zwolle 1899, E. Heimans; — Harderwijk 1886, R. B.; Apeldoorn 1883, K.A.; Arnhem 1892, 1893, K.A.; Exc. 1897 vestingwerken Nijmegen 1871, Oude haven te Nrj megen 1872, en spoorwegviaduct Nijmegen 1896 Th. Abel.; Wijchen 1897, O. enV. ; molen te Groes beek 1900, Jongmans; - Overveen 1878, S.; 1897 V.; Umuiden, Exc. 1896; Enkhuizen 1894, San ders; — Groenhoven bij Leiden 1898, Struijken kamp; Zoeterwoude bij de meelfabriek 1898, V. 's Gravenhage 1889 en 1895, R. B. ; tusschen 's Gra venhage en Loosduinen 1892, en Scheveningen 1896 R. B. ; Scheveningsche weg, La Ohapelle; Huis ter Rivier by Overschie 1895, V.; -- Middelburg 1895 1896, L.; — Oudenbosch 1895, v. Luijk; 's Hertogen bosch 1891, Wakker; 1897, Heinsius; - Plas molen 1897, G. en V.; Venlo 1899, Garj.; Wijk bij Maastricht 1894, de Haas. (Terwolde 1898, Ogterop in herb. pr.; Bennekom, W. C. v. Embden; — korenlaadplaats van Korthals Altes te Amsterdam 1898, A. C. J. v. G o o r in herb. pr. • — tusschen Stolwijk en Haastrecht, H. Westbroek en J. Slingerland; Nieuwe Maassluis te Giessen, C. A. Backer; Rotterdam 1899, H. v. d. Linden in herb. H e u k e 1 s; Schiedam 1877, K. A. in herb. pr.; de Mijl bij Dordrecht 1897, Posth. in herb. pr.; — kanaal te Middelburg 1898, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Rotterdam 1877, K. A. (Arch. 2. III. p. 225 en 226). SISYMBRIUM. 123 97. S. Wolgense Bieb. Aangevoerde plant uit Zuid- Oostelijk Europa/ © en O- Juni—Aug. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1894, K. A. en daarna gekweekt te Apeldoorn 1895 — 1897, K. A. (Cfr. Arch. 3. I. p. 15, 203, 242 en 282); 1898, G. en V.; 1898, Sterrenga en Westerhof; 1899, V. 98. S. Sophia L. Aan puinhoopen, ruigten, in open zandgronden enz. 0 en ©. Mei—herfst. In Herb. : Texel 1857, Harti ng; Koog op Texel 1868, Holk.; West-Terschelling 1863, de Boer; 1869, Holk.; 1887, V.; Oostereind Terschelling, Un. 1886; Nes op Ameland 1869, en Hollum 1868, Holk.; Ameland, Spree; 1896, V.; Schiermonnikoog 1867, Holk.; — Hindelopen 1853, S.; — Helpman 1856, Strat.; Groningen 1831, v. H.; — Koevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen, R. B.; Zwolle, M. Dassen; Deventer 1840, Halbertsma; 1877, K.; - Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Apel- doorn 1893 en graanpakhuis bij Apeldoorn 1898, K.A.; Harderwijk 1863, 1872, R. B. ; Arnhem, T h o m- son; Nijmegen, B.; N. Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; — Amersfoort 1893, G-arj.; Tienhoven 1839, D. S.; — Sloterweg 1839, ?; Fl. Amst.; Amsterdam 1857, Kniittel; Naarden 1864, 0.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Enkhuizen 1896, Sanders; Haarlem 1888, V.; Schapenduinen 1872, Boerl. ; Santpoort 1871, 0.; Velsen 1900, Jongmans; Over- veen, Buse; — Noordwijk, Perin; Leiden 1835, Wtt.; Perin; 1843,0.; 1888, V.; Katwijk 1832, S. S.; 1832, Wtt.; 1835, Mb.; Dz.; 1836, Lac; 1873, Hoek; Wassenaar 1895, V. ; Waalsdorp 1857, S. ; 's Graven- hage 1836, R.B.; V.Z.; G. B.; Scheveningen, For- sten; Monster 1883, en Overschie 1896, V.; uiter- waard bij Hagestein 1832, Wtt; — Zuid-Beveland 1838, Sint Geertspoort (bij Goes?) 1836, en Goes, v. d. B.; Walcheren A.W.; Kouter 1858, A.W.; - 124 SISYMBRIUM. STENOPHRAGMA. Breda, v. A.; Hinthammerweg bij 's Hertogenbosch, v. Hov. (Kerkhof Suameer 1866, Holk.; 1869; v. Tuinen in herb. pr.; — molen te Ede 1900, V. Suringar in herb. pr.; — tusschen Beverwijk enWijkaanZee 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Velserend 1894, Ogterop in herb. pr.; IJmuiden 1898, A. C. J. van G-oor in herb. pr. ; — Dordrecht 1897, Posth. in herb. pr.; — Nieuw en St. Joosland 1875, Schip- per in herb. pr. ; Domburg 1874, L. in herb. pr. , — Hinthammerweg 1895, Heinsius — Prikken in herb. pr.; kerkhof Valkenswaard, P. Sloots inherb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 254); - Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 234); — Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); Noord Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 106); - Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Ook bij de oudere schrijvers, Pelletier, Knijf, Vorstius en Bruman genoemd. Stenophragma Gelak. 99. S. Thalianum Celak. (Sisymbrium Thalianum Gay et Monn.; Gaud. in Prodr. Ed. I. p. 21; Arabis Thaliana L. en Fl. B. S. p. 494.). Op bebouwde en opene zandgronden. 0. Mei~Juni. In Herb.: Texel 1860, Lac; Vlieland 1869, Ter- schelling 1869, Holk.; Nesserkerkhof Ameland 1869, Holk.; 1840, Spree; - Hardegarijp 1864, J. M. de Boer; — Groningen, Strat.; Helpen, v. H. ; — Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1847 en 1849, R. B.; 1846; 1848 en 1849, T.; Vollenhove 1893, Carmig- gelt; Deventer 1877, K.; Enk bij Deventer 1849, M. J. Cop; - Harderwijk 1864 en 1866, R. B.; Stadwallen Elburg 1847, G. A. Alpherts; Apeldoorn 1874, K. A.; Ruurlo 1882, L. en Ensink; Nijmegen, STENOPHRAGMA. 125 N. en Th. Abel.; Sint Antonismolen Nymegen (var. arvicola), N. Abel. ; tusschen Beek en Groesbeek, Th. Abel.; 11882, G. Molengraaff; Nijmegen, B.; Spoorbaan Culemborg 1899, C. A. Backer; — Amers- foort en den Ham 1836, D. S. ; Amersfoort 1891, G a r j. ; K. B. ; Zeist 1844, W. en K r a e p. ; Driebergen, v. H.; Blauwkapel 1835 en de Bilt 1837, D. S.; Maartensdijk, v. d. T.; — Naarden 1864, 0. ; Bussum, Naarden, v. d. T.; Zeedijk Oud-Diemen, Fl. Amst.; 1876, Lac; Rijnspoorweg Amsterdam 1847, Fl. Amst.; Amsterdam 1868, 0.; Posth.; Wieringen 1856, Lac; Velsen, Velserend, Fockema; Over- veen, 0.; Haarlem 1838, Buse; 1843, v. d. B.; 1867, 0.; Vogelenzang 1881, Boerl.; Hillegom 1857, S.; - Noordwijk 1889, V.; Lisse 1833, Wtt.; Leiden 1835, Mb.; 1836, Lac; Dz.; 1843, 0.; 1845, v. d. B.; Boerl.; Leimuiden, V.; Huis den Deijl 1843, 0.; Katwijk, Hartmann; B. W.; 1851, S.; Wassenaar 1833, S.S.; 1843, de Vriese (P. N. S.); 1855, v. H. Jr.; Dz.; 1873, Boerl.; 's Gravenhage, R. B.; 1889, V.; Monster, v. d. T.; — Walchersche duinen 1838, v. d. B.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; Domburg 1894, 0 g t e r o p ; Westdorpe 1865, A. W. ; Hulst 1855, A. W. ; B. W. en v. d. B. ; — Vucht en Rosmalen, v. Ho v.; Breda, v. A.; — Susteren 1895, G. en V.; Vijlen 1866, H. d. V.; Bocholz 1896, G.; Sint Pietersberg 1894, de Haas. (Rottum 1897, Schipper in herb. pr.; — Voorst J. H. Edelman; Gendringen, dijk langs de Aastrang M. S. Rust; Culemborg en Schalkwijk, C. A. Bac ker; — Doorn, S. Boot; — tusschen HeiloenLim men, M. Kramer; — Rotterdam, H. v. d. Linden F. D. J. Risch (kerkhof aldaar); — St. Laurens, P d e H u 1 1 u ; — Halsteren, P. J. V e r h o e v e n in herb H e u k e 1 s ; Noordwal 's Hertogenbosch 1895, H e i n sius — Prikken in herb. pr.) Bovendien: tusschen Delden en het Twikkelerbosch, 126 STENOPHEAGMA. ALLIAKIA. Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 198); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — tus- schen G-ennep en Schinnen, Lac; Gronsveld, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Alliaria Adans. 100. A. officinalis Andrzj. (Sisymbrium AUiaria Scop. en Prodr. Ed. I. p. 21. Erysimum Alliaria L. en Fl. B. S. p. 492.). Aan heggen en op bescha- duwde plaatsen. Q. April—JunL In Herb. : Leeuwarden 1859, S.; — Groningen 1855, Strat.; Haren, v. H.; — Meppel, v. Heijn.; — Kam- pen 1847, R. B.; Zwolle 1872, v. Tuinen; Deventer 1846, T.; in den achterhoek zelden 1898, G-. en V.; — tusschen Twello en Gorssel 1876, K.; Har- derwijk 1865, R. B.; Apeldoorn 1874, K. A.; Arnhem, Thomson; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Cu- lemborg, H. S. (Coll. Natur.); — Amersfoort, R. B.; 1890, Garj.; Utrecht 1855, (Coll. Natur.); Baam- brugge, v. d. T.; — Amstel, Fl. Amst.; Linnaeus bij iCmsterdam, Fl. Amst.; Ringdijk 1838, Romb.; Over- veen 1842, Tilanus (P.N. S.); Bloemendaal 1868, 0.; Haarlemmerhout 1840, Buse; — Leiden Krone- stein 1846, 0.; Hooge Morsch 1829 en Haagsche Schouw 1830, Wtt.; Endegeest 1841, S. S.; Leiden 1835, Wtt.; B.W.; Dz.; 1835, Mb.; 1832, S.S.; Foc- kema; 1843, 0.; Wassenaar, S. S.; Haagsche bosch, V. Z. ; D e s t r e e ; 's Gravenhage, R. B. ; Delft, v. S. V.; Papendrecht 1879, Boerl.; Dordrecht 1882, V.; C. v. d. Broek; — Zeeland 1828, Forsten; Zuid- Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1882, Buysman; Sint Kruis 1861 en Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — Breda, v. A.; 's Hertogenbosch, v. Hov. (Zuidhorn, E. J. Kamphuis; — Eelde, J. P. Hartlief; — Gendringen, M. S. Rust; Voorst, J. H. Edelman; Culemborg, C. A. Backer; — Doorn, ALLIAEA. BRAYA. ERYSIMUM. 127 S. Boot in herb. Heukels; Houten, Alpherts in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Sint Laurens, P. de Hullu in herb. Heukels; Middelburg 1875, L. in herb. pr.; 1891, Ogterop in herb. pr.; - Almkerk 1897, 1898, C. A. Backer in herb. pr. Bovendien : Schiermonnikoog ( Arch. 2. 1. p. 367) ; — Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); - Willink- hof by Winterswijk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 219); - tusschen Alkmaar en Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 234); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p.398); - Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Ble- rik, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p.569); Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Amby, Meerssen, Val- kenburg, Epe, Slenaken, Un. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elsloo, tusschen Beek en Valkenburg, tus- schen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Braya Sternb. et Hoppe. 101. B. supina Koch. (Sisymbrium supinum Lej. et Court Comp. II. p. 289.). Op vochtige plaatsen, aan rivieroevers. 0. Juli—Aug. In Herb. : Sint Pietersberg bij Maastricht, d e M a r- res; Maastricht, Martens; aan den voet van den Sint Pietersberg bij den Rooden Haan, v. Hov. Erysimum L. 102. E. cheiranthoides L. In zandige bouwlanden, aan wegen en rivieroevers. 0 en ©. Mei—Aug. In Herb.: Texel 1860, Lac, 1869, Holk.; Vlie- land 1858, Lac; Nes op Ameland 1869, Holk.; 128 ERYSIMUM. * Schiermonnikoog 1897, V.; - Giekerk 1850, S.; Veenwouden 1838, Spree; — Westerbroek, Strat.; Helpen 1836, v. H.; — Meppel, v. Heijn.; Nietap 1894, Sanders; Ane 1859, Lac. enS.; — Steenwijk 1865, H. d. V.; Kampen 1849 en 1855, R. B.; tus- schen Gramsbergen en Zwolle 1853, Kros; Grams- bergen 1859, Lac. en S.; Hardenberg, Deventer 1839, Halbertsma; M. J. Cop; 1846, T.; 1876, K.; Romb.; Enk bij Deventer 1846, M. J. Cop; Zwolle 1870, v. Tuinen; - Zutphen 1833, Wtt.; Groll; tusschen Voorst en Zutphen 1833, Wtt.; Warnsveld 1845, (v. d. B. ?) ; Apeldoorn 1874 en Doetinchem 1897, K. A.; Arnhem 1842, Tilanus (P. N. S.); Thom- son; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Heumen 1856, v. d. B.; Tolkamer bij Lobith, V. Z.; Herwijnen 1859, S.; Culemborg, H. S. (Coll. Nat.); 1850 Bergsma; — Amersfoort, R. B.; Garj.; denHaml836, D. S.; Grebbe v.d. B.; Utrecht, v. H.; 1835, D. S.; C. A. Bergsma: R. B.; de Bilt 1830, v. H.; Zeist, Kraep.; tusschen Baarn en Doorn, Fockema; tusschen Soest en Amersfoort 1847, M. J. Cop; — Angstel bij Nieuwersluis, Exc. 1891; Kortenhoef, Exc; tusschen Bussum en Naarden, v. d. T.; Naarden 1864, 0.; Ringdijk Am- sterdam 1841, R o m b. ; Diemerbrug 1870, H o e k ; Oos- terdoksdijk en Zeeburg, Fl. Amst.; Haarlem, de Vriese; Munterslaan bij Haarlem 1836, Kerb.; Haarlemmerhout 1843, 0.; Overveen 1846, Buse; Bloemendaal 1871, 0.; Hillegommerbeek 1886, Boerl.; - Noordwijkerhout 1876, 0. (herb. N°. 70); 1894, V.; Noordwijk 1895, Destree; Leiden, Dz.; Forsten; Mb.; Leiderdorp 1842, 0.; Valkenburg 1854, v. H. Jr.j Katwijk 1832 en 1833, S. S.; 1873, Boerl.; Rijnsburg 1839, Buse; 1853, S.; Hazers- woude 1832, Wtt.; Wassenaar 1835, Mb.; 1840, B. W.; 1859, S.; 's Gravenhage, G. B.; R. B.; Zwyn- drecht 1879, Posth.; Dordrecht 1836, Lac; 1882 en EBYSIMUM. 129 1884, V.; 1882, C. v. d. Broek; Oud Alblas 1850, M. J. Cop; Vianen, v. H.; Brielle, Un. 1887; - Noord- welle 1844 en 1845, Westdorpe 1845 en Middelburg 1836, v. d. B.; Sas van Gent 1863, A.W.; - Woens- drecht, Un. 1896; Breda, v. A.; Boerl.; Ginneken 1876, 0.; Bergen op Zoom, Un. 1860; Rosmalen 1847, en Hintham, v. Hov.; — Venlo 1898, Garj.; Roermond, Un. 1900; Maastricht, v. Hov. (Kollummerzwaag, J. Botke en J. de Grootin herb. Heukels; — Groningen 1865, Holk. in herb v. Tuinen; R. de Boer en H. Kooi; — Dene kamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Vollen liove 1897, L. in herb. pr.; — Gendringen, M. S Rust; — Huizen, P. Beemsterboer in herb Heukels; Ouderkerk, A. C. J. van Goor in herb pr.; Hilversum 1892, V. Suringar in herb. pr.; - Lisse 1894, Pynacker 1891, Ogterop in herb. pr. Delft 1875, L. in herb. pr.; Stolwijk, H. A. West broek en J. Slingerland; Rotterdam en Hille gersberg, F. D. J. Risch; Rotterdam, H. v. d. Lin den; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Waalre, P Sloots in herb. Heukels; Oosterhout 1887, J. J Smith Jr. in herb. Costerus; 's Hertogenbosch 1895, Heinsius — Prikken in herb. pr.; Vucht 1872, Costerus in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 84); — tusschen Heino en Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Hengelo, Un. 1895 (Arch. 2. IV. p. 217); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); - Park- weg Amsterdam 1890, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 688); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Baarlo, Hamert, Wansum, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 569); Meerssen, Roermond, Un. 1881 (Arch. 2. IV. p. 306). Bij oudere schrij- vers het eerst vermeld door Pelletier, later door Munting. 9 130 EEYSIMUM. 103. E. hieraciifolium L. Op muren en langs de oevers der rivieren. 0 en 2[. Juni—Juli. a. strictum (E. strictum Fl. Wett. en Prodr. Ed. 1. p. 21). Bladen breeder, uitgeschulpt getand. In Herb.: Zalk 1849, T.; 1849, 1868, R. B.; Kampen, J. Boldingh; uiterwaarden Deventer 1840, Halbertsma; Deventer, Wtt.; Zwolle, 0.; - Gorssel 1834, Wtt.; 1848, M. J. Cop; Exc. 1897; tusschen Zutphen en Zwolle 1833, Wtt.; 1877 en 1878, K.; Voorst 1833, Wtt.; Spoel bij Culemborg 1844 en 1845, W. en K r a e p. ; Ooische waard 1895, Th. Abel.; — Utrecht, en Zeist, W. C. van Embden; — Wassenaar 1900, Jongmans; — Werkendam 1897, V. (Nederlandsch Mettray 1881, K. A. in herb. pr.; Zwolle 1884, Bronsbergen 1882, L. in herb. pr.; Zut- phen, Un. 1897, Costerus in herb. pr.; Boschvan Oosterhout 1899, A. H. Blaauw inherb. Heukels.) £. virgatum (E. virgatum Roth. en Prodr. Ed. 1. p. 21). Bladen smaller, gaafrandig. Als zoodanig bevond zich een exemplaar in het herba- rium van van den Bosch, gevonden door Wenck en Kraepelin in het Spoel bij Culemborg (1844). Het bleek echter te zijn E. s t r i c t u m. Waarschynlyk is dit hetzelfde exem- plaar dat van den Bosch aanleiding heeft gegeven, deze plant in den Prodromus onder No. 79 op te nemen. Zie ook Arch. 1. II. p. 99. Reeds Grenier en Godron hielden deze soort en E. s t r i c t u m voor een en dezelfde ; met G a r c k e heb ik beide onder E. hieraciifolium vereenigd. 104. E. repandum L. Op akkers en bouwJanden ; af kom- stig van Stiermarken en Beneden Oostenrijk, met zaaizaad ingevoerd en op puinhopen enz. verwilderd. 0. Juni — Juli. In Herb.: Pothoofd by Deventer 1877, K.; Deven- ter 1899, H. Heukels; Meelfabriek aldaar 1900, K. A.; — Graanpakhuis bij Apeldoorn 1898, K. A.; ERYSIMUM. 131 Zuidermolen bij Groesbeek 1897, G. enV.; — Amers- foort 1896, Garj.; — Overveen 1878, S.; Middenduin by Overveen 1897, en Elswoutlaan bij Overveen 1897, V. ; — Hinthammerweg bij 's Hertogenbosch 1897, Heinsius; — Venlo 1898, Garj. (Molen te Kampen 1899, J. Boldingh in herb. H e u k e 1 s ; — Baarn 1889, Costerus in herb. pr. ; — Moestuin Dordrecht 1897, Posth. in herb. pr.) 105. B. crepidifolium Rchb. Aangevoerde plant van Zuid-Oostelijk Europa. O. Mei—Juni. In Herb. : Bij een graanpakhuis te Apeldoorn 1897, K. A. 106. E. canescens Roth. Op woeste, stijle gronden; afkomstig uit Oostenrijk enz. bij ons aangevoerd. 0. Juni—Juli. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1893 en meelfa- briek bij Deventer 1900, K. A.; - Venlo 1898, L. K i e t e r. E. ochroleucum D.C. In rotsachtige streeken. %. Juni — Aug. In Herb. : In Vlasland bij Rijnsburg, A. Perin. [Aanm. : Met eenigen twijfel en dan ook zonder nummer voer ik hier deze plant aan, omdat P e r i n haar misschien op vlasland by Rynsburg kan gevonden hebben, ofschoon alle plan- ten van Perin verdacht zyn. Zie onder Helianthemum.] 107. E. suffruticosum Spreng. Langs de kanten van wegen. ©. Mei—Juni. In Herb. : Bij Zutphen, G. Bisschop. [Aanm.: De plant komt in Duitschland niet voor, is echter door Lejeune tusschen Verviers en Limburg gevonden; zjj is ook in Frankryk niet inheemsch. De onder bovengemelden naam aangevoerde plant by R e i- chenbach: „Flora Excursoria" (p. 687) is klaarbljjkeltfk Cheiranthus Cheiri, daar de laatste plant, in den wilden toestand, in Linnaeus Mant. 94. C h. fruticolosus wordt genoemd, en de besproken Ery simum door 1'Heritier even- eens Ch. f r utic ol osus wordt genoemd. Deze synonymie zal tot de verwarring geleid hebben. In Prodr. Ed. I wordt deze veronderstelling reeds opgeworpen.] 132 EEYSIMUM. BRASSICA. 108. E. orientale R. Br. (Conringia orientalis Andrzj.) Op akkers, voornamelijk op leem- en kalkhou- denden bodem. Bij ons herhaaldelijk ingevoerd met granen. 0. Mei—Juli. In Herb. : Koog op Texel, S. de Boer; — Gronin- gen 1899, J. Mulders; — Pothoofd bij Deventer 1877 - 1884, K. ; Deventer 1877, L. J. vanderVeen; Denekamp, Bernink; 1898, J. R. Katz; — Hunde- ren bij Twello 1851, K. A.; Apeldoorn 1872, 1874 en 1876, K. A.; Station Ruurlo, Ensink; Arnheml897, V.; — Berg en Dal, F. J. Bevort; — Amersfoort 1895 en 1896, Garj.; Oudwijk bjj Utrecht, W. 0 van Embden; - Overveen 1878, S.; - Groenho ven bij Leiden 1898, F. J. Struykenkamp; 'sGra venhage, R. B.; Rotterdam 1898, Heinsius; F. D J. Risch; Stolwijk, H. A. Westbroek; - Ouden bosch 1894, J. Jorna; Zevenbergsche hoek 1896, H M. M. v. d. Kroon; - Venlo 1890, L. Rieter 1899, Garj. (Wolvega, L. F. v. d. Zweep inherb. Heukels; — Mastenbroeker polder bij een hofstede te Zwolle 1894, L. in herb. pr.; — Rijswijk (Gl.), B. J. van Wagens- veld; Rotterdam 1899, H. v. d. Linden in herb. H e u k e 1 s ; moestuin Dordrecht 1897, proefveld Land- bouwcursus aldaar 1899, mesthoop Alblasserdam 1899, Posth. in herb. pr.) [A a n m. : Hiervan werd met de normale vorm ook een vorm a p e t a 1 a gevonden te Koog op Texel, door den Heer S. d e B o e r.] Tribus Brassiceae D.G. Brassica L. 109. B. oleracea L. Komt alleen op Helgoland in het wild voor, wordt echter in verschillende varie- teiten, als koolsoorten, gekweekt en verwildert slechts zelden. ®, zelden 0. Mei—Juni. BKASSICA. 133 In Herb. : Voorst 1877, 0.; — tusschen Bussum en Naarden 1869, Hoek; Amsterdam, v. H.; — Lei- den, S.; Haagsche Schouw, Kerb.; Wassenaar 1835, M b. ; 's Gravenhage, R. B. (Maarssen 1872, Costerus in herb. pr.; — Asch- belt bij Haarlem 1900, C. A. Backer inherb. pr.; — spoorbaan Dordrecht 1898, Posth. in herb. pr.) 110. B. Rapa L. Wordt in vele verscheidenheden ge- kweekt. De wilde plant draagt den naam van B. campestris L. en Fl. B. S. p. 496. Het olie- zaad onderscheidt men als p. oleifera Koch, ter- wijl de knollen en rapen als b. esculenta Koch worden onderscheiden (= B. rapa y. rapifera Koch, B. asperifolia /?. Rapa Fl. B. S. p. 469). 0 en ©. April, Mei en Juli — Aug. In Herb. : Groningen, v. H. ; — Vossegat bij Utrecht, v. d. T.; — Haarlem, Buse; — Leiden 1859, S. ; Sche- veningen, Dz.; Schiedam 1896, V.; — meelfabriek Middelburg 1896, L. (Deventer 1879, L. in herb. pr.; — vuilnisbelt Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr.) [Aanm.: Een groot aantal der in het herbarium voorko- mende als B. R a p a geetiquetteerde planten heb ik tot de yoI- gende soort gebracht, omdat zy volgens de in de beschrijvingen opgegeven kenmerken daarmede het meest overeenstemden. Daar echter de levende planten reeds moeielyk van elkander te onderscheiden zyn, is dit in nog meerdere mate het geval by gedroogde exemplaren, waar de kleur verloren gaat en de groeiwyze door het samenpersen evenzoo niet juist meer te zien is. Ik moet dan ook eerljjk bekennen dat deze opgaven bjj my zelf wel eenigen twyfel hebben doen ontstaan, doch het was my niet mogelijk de gedroogde exemplaren met juist- heid naar de beschryvingen te determineeren. Ik heb boven- dien er van afgezien om de in het Archief vermelde groei- plaatsen op te nemen, daar deze my wat de juiste soort aan- gaat evenmin altyd betrouwbaar toeschenen. 111. B. Napus L. Ook deze soort wordt vaak verbouwd en komt nu en dan verwilderd voor. 0 en Q. 134 BRASSICA. Mei—Juli De Prodr. Ed. I onderscheidde a. an- nua Koch (B. asperifolia a. sylvestris? Fl. B. S. p. 496) Zornerkoolzaad, en /ff. biennis Koch (B. Napus Bat. 314?), Winterkoolzaad. Door Garcke worden deze beide varieteiten als a. oleiferaD.C. samengevat, in tegenstelling met fi. esculenta D.G. (B. Napus rapifera Metzger), de koolrapen. In Herb. : Hollum en Nes op Ameland 1869, Holk.; — Wouden, S.; — Groningen, Strat.; 3826, v. H.; Haren 1827, v. H.; - Kampen, 1849, E. B.; 1850, T.; Pothoofd bij Deventer 1876, K.; — LaagSoeren, P. van der Burg; Culemborg, H. S.; — Amersfoort, R.B.; 1890, Garj.; Utrecht 1835, D.S.; v.H.; Zui- len 1835, D.S.; Baambrugge 1839, Lac; 1841, v. d. T.; - Zeeburg, Heijbroek 1842, (P.N.S.); Amstel- veen 1838, Romb. ; Amsterdam, Romb.; v. H.; 1840 Sloterweg, Hoogendijk, R o m b. ; Willemspark Amster- dam 1884, J. J. Smith Jr.; Vogelenzang, Exc. 1878; — Noordwijkerhout 1848, 0.; Lisse 1870, Hoek; Noordwyk, Exc. 1887 en 1897; Poelgeest bij Lei- den 1832, Wtt.; Valkenburg, 1854, v. H. Jr.; Kat- wijk 1855, Meijer; S. S.; Leiden 1833, Hinxt; Pierot; Perin; Forsten; 1835, Mb.; Dz.; 1840, B.W.; 1846 en 1851,0.; 1859, S.; 1873, Hoek; Was- senaar 1833, Mb. ; 's Gravenhage, G. B.; R. B.; Sche- veningen, V. Z.; Delft 1848, v. d. T.; Naaldwijk 1850, v. d. T.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; 1882, V.; 1880, Boerl.; Gorinchem 1842, v. d. T. ; Barendrecht 1888, V.; Zuid-Beveland, v. d. B.; Middelburg 1880, Buijsman; — Rosmalen, v. Hov. (Keverdijk bij 'sGraveland 1899, A. 0. J. van Goor in herb. pr. ; Beverwijk 1885, Costerus in herb. pr. ; Haarlem, J. Swart in herb. Heukels; — Slie- drecht 1895, Posth. in herb. pr.; - Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels.) 112. B. nigra Koch. (Sinapis nigra Fl. B. S. p. 498.) BRASSICA. 135 Aan ruigten en puinhoopen, langs rivieroevers. 0. Juni—Juli. In Herb. : Leeuwarden 1859, S. ; - G-ramsbergen 1859, Lac. en S.; Kampen 1850, R. B.; - Elburg, v. Heijn.; Harclerwijk, R. B.; Apeldoorn 1877, K. A. ; Velp, v. H. ; Nijmegen, B.; — Utrecht, v. H.; — Muiderberg, D. S.; Uithoorn 1872, Boerl.; Zeeburg 1842, D. Bierens de Haan (P. N. S.); Oosterdoks- dijk 1871, 0.; Muiderpoort, V. Z.; Sloterweg 1839, Romb.; Amsterdam, V. Z.; 1860, 0.; 't Y, Buse; Zaandam 1897, V.; Haarlemmermeer 1853, S.; — Leiden, Dz.; 0.; huis ter Rivier bij Overschie, en Schiedam 1895, V.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; Zwijndrecht 1836, Lac; Gorinchem 1833, Wtt.; v. d. T. ; Leerdam 1833, W 1 1. ; - Vlissingen en Mid- delburg, v. d. Feen; Hoek 1854, A. W.; — Boxmeer, Un. 1853; - Beek en Elsloo, Un. 1883; Gulpen, Un. 1861. (Molenkamp brj Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Emst 1875, K. A. in herb. pr.; — tus- schen Ilpendam en Watergang 1898, A. C. J. van G-oor in herb. pr.; Enkhuizen 1894, V. Suringar in herb. pr. ; Vuilnisbelt Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr.; — Rotterdam, F. D. J. Risch; — Tram tusschen Schoondijke en Uzendijke, P. J. v. Roo- sendaal in herb. Heukels; Breskens 1878, L. in herb. pr. ; — Deuteren bij 's Hertogenbosch 1876 , Costerus in herb. pr.; Waalre, Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194) - Urk 1884; S. (Arch. 2. IV. p. 293); Velzerkanaal v.Eeden (Arch. 2. I. p. 367); Overveen 1874, H. d. V (Arch. 2. II. p. 69); Leyduin, Un. 185 4 (Arch. 1. III p. 495); — Noord-Beveland, West-Zeeuwsch Vlaan deren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 106); - Sittard Roermond, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo 136 BRASSICA. SINAPIS. Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306); Sint Pietersberg, K. en G. (Arch. 2. V. p. 3). 113. B. elongata Ehrh. (}. armoracioid.es Gzem. Met granen aangevoerde plant uit Zuid- Rusland. 0 en %.. Juni—Sept. In Herb.: Welle te Deventer 1877, K. A.; Pot- hoofd bij Deventer 1879 — 1893. K. A. en van hieruit te Apeldoorn gekweekt 1898 (Cfr. Arch. 3. 1. p. 243); meelfabriek te Deventer 1900, K. A.; — graanpak- huis te Apeldoorn 1900, K. A. * Brassica Napus X Sinapis arvensis. In Herb. : Meelfabriek bij Middelburg 1895, L. [A a n m. : De volkomen vermenging der kenmerken van beide planten in de by Middelburg gevonden exemplaren, heeft my aanleiding gegeven deze planten als hybriden tusschen deze soor- ten te beschouwen.] 114. B. lanceolata Lange. (Sinapis juncea Aut.) ©of©. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1885, K.; Grecul- tiveerd uit de zaden, waaruit de Indische raapkoeken worden geslagen 1885, K.; — Zaandam 1897, V.; bij 't station Vogelenzang 1897, G. en V. Suringar. [A a n m. : De naam Brassica lanceolata verdient de voorkeur, daar de hauwen 1-nervig zyn, dus met die van Brassica overeenstemmen. Men vergelyke Arch. 3. 1. p. 301. De beschryving by Lange Haandbog 4e Ed. p. 639 luidt: „ Alle bladen gesteeld, de onderste elliptisch bochtig-vinvormig ingesneden of getand, de hoogere lancetvormig, gaafrandig of getand, kelkbladen opgericht, ten laatste uitstaande; hauwen een weinig samengedrukt, met gekielden rug, evenals de bloem- stelen afstaande; zaden put-rimpelig. Bladen aan de boven- vlakte groen, van onderen blauwgrys, kroonbladen geel." Volgens Lange is het vaderland dezer plant onbekend.l Sinapis Tourn. 115. S. arvensis L. In bouwlanden. 0. Juni—Aug. In Herb. : Leeuwarden 1850, S.; — Assen 1865, H. d. V.; - Kampen, R. B.; Deventer 1847, T.; SINAPIS. 137 Almelo, Un. 1870; Pothoofd bij Deventer 1885, K.; - Zutphen 1834, Wtt.; Voorst 1877, 0.; Ooische waard, N. en Th. Abel.; Nijmegen, B.; N. en Th Abel.; Herwjjnen 1859, S.; - Utrecht 1835, Wtt.; W. A. Oudemans; Tolsteegpoort Utrecht, v. d. T.: — Mijdrechtsche zuwe 1877, Boerl.; ringvaart Am sterdam 1842, Tilanus (P. N. S.); hoogendijk Am sterdam 1840, R o m b. ; Amsterdam 1847, M. D. ; Zaan dam 1897, V.; Haarlem 1837, Buse; Zandvoortsche weg, Kerb.; — Aalsmeer 1899, Jongmans; Lei den, Mb.; v. d. B.; 1851,0.; Valkenburg 1836, Lac. 's Gravenhage, R. B.; Barger; Haagsche bosch, G B.; Eikenduinen, Un. 1851; Rotterdam 1851, Coll Nat.; 1846, 0.; Lagewaard 1850, M. J. Cop; - Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Hoekl865, A.W.; meel fabriek te Middelburg 1898, L.; - Moerdijk, Un 1860. (Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Apeldoorn 1881, K. A. in herb. pr.; Velp 1893, Og- terop in herb. pr.; Culemborgsche veld 1842 en Spoel bij Culemborg 1849, Alpherts in herb. pr.; C. A. Backer; - Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Lage Schouwby Leiden 1893, V. S u r i n g a r in herb. pr. ; Valkenburg 1879, Schipper inherb. pr.; Dordrecht 1898, Posth. in herb. pr. ; Middelburg 1895, Ogterop in herb. pr.; — Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. Heu- kels; Deuteren bij 's Hertogenbosch 1876, Coste- rus in herb. pr.; Waalre P. Sloots in herb. Heu- kels.) /?. orientalis Koch. In Herb. : Coxdorp op Texel 1860, Lac; — Westerbroek, Strat.; — Kampen, R. B.; Pothoofd bij Deventer 1883, K., Deventer, Halbertsma; 1847, M. J. Cop; - Zutphen 1834, Wtt.; Wik- kenburg 1826, Wtt.; - Amersfoort, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma; de Klop bij Utrecht 1839, 138 SINAPIS. Kraaraw.; — Hoogendijk bij Amsterdam 1840, Rorab.; 'tVinkje (bij Amsterdam ?), Kerb.; Am- sterdam 1872, 0.; Zeeburg, Fl. Amst.; Naarden 1864, 0.; Sparendam, Dz.; Zaandam 1897, V.; Zandvoort, Buse; Aardenhout 1836, Mb.; — Lei- den, Dz.; Mb.; 1840, B.W.; de Vink bij Leiden, Perin; Valkenburg 1836, Lac; vlasakkers Val- kenburg en Wassenaar, Perin; 's Gravenhage, R. B. ; Scheveningen, D z. ; Eikenduinen, U n. 1 8 5 1 ; Dordrecht, M. J. Cop; 1882, C. v. d. Broek; Hei- kop bij Vianen, v. H.; — Vlissingen, 1880, Buijs- man; Zuid-Beveland en Oosterzwake 1839, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen, A. W.; — Heusdensche wallen, v. Hov. (Jelsum 1872, v. T u i n e n in herb. pr. ; Lage Schouw bij Leiden 1893, V. Suringar in herb. pr.; Rijndijk by Valkenburg 1879, Schipper inherb. pr.; klaver- veld te Zwijndrecht 1899, Posth. in herb. pr.; — meelfabriek Middelburg 1898, L. in herb. pr. ; - Canne 1893, V. Suringar in herb. pr.) Voorts geeft de Heer Kok Ankersmit nog aan S. arvensis var. villosa Merat in 1877 te Deventer. Bovendien: Schiermonnikoog (Arch. 2. I. p. 367); Rottum 1896, Schipper (Arch. 3. I. p. 213); - Ane 1865, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 133): - Steen- wijkerwold, Kallenkote, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Hengelo, Brinkhuis, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 217); - Odijk 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 69); Urk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293); Haarlem- mermeer 1852, Hartmann (Arch. 1. III. p. 287); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 112); — Sint Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Valkenburg, Epe, Sittard, Un. 1861; Gronsveld, tus- schen Wijlre en Slenaken, Valkenburg, tusschen Beek en Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306); Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). SINAPIS. 139 ^. orientalis : G-ronsveld, tusschen Wijlre en Slenaken, Un. 1883; Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Voorts vermeld bij Pelletier, Knijf, v. Voorst en Bruman. 116. S. alba L. Verbouwd en verwilderd. 0. Juni—Juli In Herb. : Deventer 1877, K.; Pothoofd bij Deven ter 1878, K.; - Nijmegen, B.; - Zeeburg, Fl. Amst. Spaarndam 1888, V.; Aardenhout 1836, Mb.; Zand voortsche weg 1839, Buse; — Noordwijk, Perin Leiden, Perin; Mb.; Dz.; Sassenheim 1839, v. d. T. Katwijk 1846, B. W.; 's Gravenhage, V. Z.; S. S. 1896, R. B.; Scheveningen, v. S. V.; 1837, Lac. Rotterdam 1897, F. D. J. Risch; Stolwijk, H. A. Westbroek; proefveld Landbouwcursus Dordrecht 1899, Posth.; - Oranjezon 1841 en Zuid-Beveland 1846, v. d. B.; - Zuid-Limburg 1885, K. enG.; Val- kenburg 1866, H. d. V. (Bovenburen bij Winschoten 1887, Schipper in herb. pr.; — Zandvoort, Ogterop inherb. pr.; 1900 C. A. Backer in herb. pr.) Bovendien: Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 265); West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 106). Voorts vermeld bij Munting. 117. S. dissecta Lag. Zuid Europeesche plant, met granen ingevoerd. 0. April—Mei. In Herb. : Opslag bij den oliemolen de Aloe te Zwolle 1894, L. 118. S. pubesceDs L. Plant van de kustlanden der Middellandsche Zee, nu en dan aangevoerd met vreemde zaden %.. Mei—Aug. In Herb. : Bouwland bij Apeldoorn, dat met van Palermo af komstige Sumac bemest was 1877, K. A. [A a n m. : Als Parsetia clypeata B. Br. vroeger rnet een ? in het herbarium aanwezig en als zoodanig vermeld in Arch. 2. III. p. 211. Men zie voorts Arch. 3. I. p. 307 en 311.] 140 SINAPIS. ERUCASTRUM. 119. S. Cheiranthus Koch. Midden Europeesche plant, wier verspreiding door granen zich uitbreidt. 0, © en %.. Mei—Aug. In Herb. : Winsum 1898, R. van den Tol; tus- schen het nieuwe klooster en de korenmolen bij Wijchen. Overal op de bouwlanden rond dezen molen 1897, G. en V.; 1897, Th. Abel.; 1898, G. [A a n m. : De soort vertoont vele verscheidenheden en vormverschillen. De by Wijchen gevonden planten komen overeen met de var. propera van Kouy en Foucaud (Fl. de France T. II, p. 57).] Brueastrum Presl. 120. E. Pollichii Schmp. et Sp. (Sisymbrium obtusangu- lum Schleicher et Fl. B. S. p. 724, 826). In open en beschaduwde zandgronden, aan ruigten, vaak ingevoerd. %.. April—Sept. In Herb. : Leeuwarden 1872, Cayaux; — Kampen 1848, R. B.; 1848, T.; Zalkerbosch 1871, Hoek; Zwolle 1895 en Raalte naar Deventer 1894, L.; Olst 1846, M. J. Cop; Pothoofd bij Deventer, Sterrin- ga; — Zutphen, Doesburg, Hofmann; Dieren 1885, Ensink; Apeldoorn 1877 en 1879 K.; Oosterbeek 1872, H. d. V.; Arnhem S.; Thomson; 1860, v.H.; Exc. 1897; Huissen 1876, Lac; Pannerden 1824, V. Z.; Driel, A. H. Blauw; Lobith, Y. Z.; Nijmegen, B.; 1833, Wtt.; 1851, Th. Abel.; 1864, v. H.; Her- wijnen 1859, S.; Heerenwaarden, v. d. T.; Culem- burg 1890, deHaas;*) - Wyk bij Duurstede 1857, Kniittel; Amersfoort, Garj.; — Enkhuizen 1894, Sanders; Cartricum 1870, H. d. V.; Uitgeest, M. Kramer; — Leiden, v. d. B.; kanaal bij Katwijk (als Sis. Irio) 1845, Dz.; 1842, B. W. (als Diplota- xis tenuifolia) ; 's Gravenhage, R. B. ; Delft 1845, d e *) Keeds van daar van 1&19 in lierb. Alpherts. ERUCASTRUM. 141 Br. : Hoek van Holland, Barger en Cool; Maas- sluis 1895, V.; Zwijndrecht 1837, Lac; Dor- drecht 1880, Boerl.; 1882, V.; Sliedrecht 1883, C. v. d. Broek; Gorinchem 1842, v. d. T.; Lek bij de Vaart 1832, v. H.; Vianen, v. d. T.; Lexmond 1829, v. H.; — Vlissingen 1880, Buijsman; 1888, L.; — Werkendam 1835 en 1836, Lac; 's Hertogenbosch, v. H.; K. B.; Station en langs de Maas aldaar 1900, G. en Jongmans; — Vlijmen 1846, v. Hov.; Eind- hoven, v. d. B.; Helenaveen 1873, H. d. V.; — Ha- mert, Un. 1893; Maastricht, de Haas. (Station Harlingen 1894, tusschen Arnhem en Oos- terbeek 1897 en Dijk te Wageningen 1899, V. Surin- gar in herb. pr.; Merwedekanaal en stationsterrein Utrecht, W. C. van Embden in herb. H e u k e 1 s ; - Nieuwersluis 1896, Station Uitgeest 1894 en Dtfk te Helder 1894, V. Suringar inherb. pr.; Overveensche duinenl900, C. A. Backer inherb. pr.; — Rotterdam en Overschie, F. D. J. Risch inherb. Heukels; — steenbakkerij te Nieuw en St. Joosland 1893, Og- terop in herb. pr.; - Deuteren 1876, Costerus inherb. pr.; Helmond, H. A. van Roessel inherb. Heukels.) Bovendien: Pothoofd bij Deventer 1876-1885, K. en L. J. v. d. Veen (Arch. 2. IV. p. 408); - Ka- naaldijk bij Katwijk, Mb. (Arch. 1. III. p. 156); — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543). Diplotaxis D.G. 121. D. tenuifolia D.C. {Sisymbrium tenuifolium L. en Fl. B. S. p. 490, Brassica Erucastrum Gort. en Fl. B. S. p. 496 en 828). Op onbebouwde zand- gronden, vooral op zouthoudenden bodem, langs spoorwegen en vaak ingevoerd. QJ.. Juni — herfst. 142 DIPLOTAXIS. In Herb.: Franeker, Spree; Harlingen 1863, J. M. de Boer; - Zwolle, Wtt.; Deventer 1833, Wtt.; Halbertsma; 1892, v. H.; 1850, T.; Pothoofd bij Deventer 1876, K.; - Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Harderwijk, v. Heijn.; 1863 en 1865, R. B.; 1872 R. B. (herb. 0. N°. 975), Arnhem, Thomson; 1860, v. H.; Nijmegen, B.; Abel.; 1864 en 1865, v. H.; Dalhof bij Berg en Dal, Un. 1898; — Heerenwaar- den en Dreumel 1839, v. d. T. ; — Wijk bij Duurstede, G-. Deijn.; W. en Kraep.; Amersfoort, G-arj.; Utrecht, C. A. Bergsma; v.H.; v.d.T.; 1858, R.B.; Renswoude, v. d. B.; - Oosterdoksdijk, Fl. Amst.; muren Leiden, S.S.; Perin; Mb.; 1839, B.W.; 1843, 0.; Stalen by Leiden 1841, Mb.; Spoorbaan aldaar alge- meen 1894, V.; Voorschoten 1859, S.; 's Gravenhage, G.B.; 1834, V.Z.; 1837, Buse; 1891, R.B.; Katwtfk, de Haan; Zoeterwoude 1894, V.; Waalsdorp 1895, Ogterop; Scheveningen 1835, v. S. V.; GL Deijn.; Dz.; Fockema; 1843, V. Z.; Destree; Rotterdam 1871,Piaget: Groote Lindt 1882, V. : Dordrecht 1850, M. J. Cop; 1882, V.; — Brouwershaven 1844 en 1845 en Zierikzee 1845, v.d.B.; 1868, Schuringa; Sluis 1878, L.; — Bergen op Zoom, Un. 1860; Werkendam 1835, Lac; Breda, v. A.; 's Herto- genbosch, v. Hov.; — Wallen te Roermond, Un. 1900: Maastricht v. Hov.; Ruine te Valkenburg 1900, V. (Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — muur te Culemborg 1842, Alpherts in herb. pr.; — muur te Utrecht 1894, Ogterop in herb. pr.; Ruine Vredenburg, W. C. van Embden in herb. Heukels; — tusschen IJmuiden en Velsen, C. A. Backer in herb. pr.; — Oud Poelgeest bij Leiden 1880, Schipper in herb. pr.; — tusschen Werkendam en Sleeuwijk 1898, C. A. Backer; Waalre 1898, P. Sloots in herb. Heukels; Vucht 1872, Costerus in herb. pr.) DIPLOTAXIS. 143 /ff. integrifolia Koch. In Herb. : Nrjmegen, Abel. (Zeeburgerdrjk 1890, J. J. Smith Jr. en Coste- rus in herb. pr.) Bovendien: Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); Sas van Gent en Hulst, A. W. (Arch. 1. IV. p. 269); - Sint Pietersberg, Valkenburg, Sittard, Roermond, Un. 1861; Venlo, Montfort, L a c. ; Maastricht, Un. 1883; tusschen Bunde en Valkenburg, K. en G-. (Arch. 2. V. p. 4); tusschen Venlo en Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Voorts bij Pelletier, Knyf, Vor- tius en Bruman vermeld. De opgave Leeuwarden, Cayaux (Arch. 2. I. p. 301), behoort waarschijnlrjk tot de volgende soort. 122. D. muralis D.C. {Sisymbrium murale N. Bijdr. p. 42). Op muren, akkers, puin, vaak ingevoerd, zoo bijv. langs de spoorbanen. 0— %.. Mei—herfst. In Herb. : Leeuwarden 1872, Cayaux; Franeker, Un. 1886; - Deventer 1877, en Pothoofd bij De- venter 1878, K.; — Huissen 1876, Lac; Heeren- waarden en Rossum, v. d. T.; Nijmegen, H. Heu- kels; — Enkhuizen 1896, Sanders; Hoogesluis te Amsterdam 1857, Lac; 1866, J. M. de Boer; 1867, 0. (op de plaats van het tegenwoordige Amstelhotel); Amsterdam 1899, E. Heimans; — Leiden 1894 en Hoek van Holland 1895, V.; Station Dordrecht 1899, Posth.; - Werkendam 1835-1838, Lac; Woens- drecht, Un. 1896. (Winsum, R, v. d. Tol in herb. Heukels; — Station Harlingen 1894, V. Suringar in herb. pr.; — Helder 1894, Alkmaar 1894, tusschen Heilo en Uitgeest 1894, V. Suringar in herb. pr.; Handels- kade Amsterdam 1884, Heinsius in herb. pr.; Oosterduin bij Overveen 1900, C. A. Backer in herb. pr. ; Station Zandpoort 1894, Ogterop in herb. 144 DIPLOTAXIS. ALYSSUM. pr.; — Dordtwyk onder Dubbeldara 1899, Posth. in herb. pr.; — haventerrein Vlissingen 1888, L. in herb. pr.) Bovendien: Waalsdorp 1896, Ogterop (Arch. 3. I. p. 158); — De plant heeft zich langs de geheele lyn der H. LJ. Spoorwegmaatschappij in Holland verspreid, zoodat men haar aan alle stationsterreinen tusschen Rotterdam en den Helder aantreft. 123. D. viminea D.C. Op akkers en in de wijnbergen, bij ons waarschijnlijk door de rivieren aangevoerd. In Herb. : Oude haven te Nijmegen 1872, T h. A b e 1. ; Zandplaat in de Waal bij Nijmegen 1879, K. A. (Korenlaadplaats van Korthals Altes Amsterdam 1899, A. C. van Groor in herb. pr.) 2. Siliculosae L. A. Latiseptae Koch. Tribus Alyssineae D.G. Alyssum Tourn. 124. A. calycinum L. Op hooge, dorre zandgronden. 0 en ©. Mei—Juni en herfst. In Herb. : Coxdorp op Texel 1895, Y. ; — Deventer 1848, v.d. Cop; 1834, Wtt.; 1835, Mb.; meelfabriek Deventer 1900, K.A.; Wilp bij Deventer 1834, Wtt. Zwolle, Dassen; 1885, L.; Zalk, R. B.; 1851, T. Kampen, v. Heijn.; Windesheim 1877 en 1878, K. Diepenveen, Olst, Wijhe 1877, K.; Colmschate 1846, M. J. Cop; 1847, T.; - Yoorst 1838, Buse; Huis te Voorst by Zutphen 1846, M. J. Cop; Zutphen 1833, Wtt.; haventerrein Zutphen 1888, L. en Ensink; Brummen 1882, L.; Tolkamer bjj Lobith 1837, Y.Z.; Nijmeegsche veld (vilderskuil) B.; Nijmegen, Thom- son; Weurt, N. Abel.; 1846, en 1847, G. Deyn.; ALYSSUM. 145 Oosterhoutsche bosch, Th. Abel.; Wijchen 1897, G. en V.; Spoel bij Culemborg, W. en Kraep.; 1839, Lac; D.S.; 1840, v.d.T.; 1845, Wenck; - Grebbe- berg, J. Nijhoff Sz.; *) Driebergen; — tusschen Naarden en Huizen 1894, V.; Vogelenzang 1893, S.; Spaarndammerweg 1886, V.; 1888, v. Eeden; — Katwyk aan Zee 1860, v. H. Jr.; 1871, S.; 1887, V.; langs het Waterleidingskanaal 1898, V.; Waterleiding 's Gravenhage, B a r g e r ; kerkhof Delft 1871, d e W. H. ; Hoekvan Holland 1887, V.; strandweide Roozenburg 1895, en Station Zwijndrecht 1882 tot 1884, V.; Fort Everdingen 1897, C. A. Backer; — Havendijk Goes 1839, v. d. B.; 1845, B.W.; Goes naar Wilhelminadorp 1846, G. B.; Buse; Fort te Vlissingen 1900, Og- t e r o p ; — Klopperwaard bij Werkendam 1835, L a c. ; - Tilburg, P. J. Willems. (Blauwkapel 1898, W. C. van Embden;- tusschen IJzendijke en Schoondijke 1899, P. J. v. Roosen- daal; Waarde, M. van Weele in herb. Heukels; — Haventerrein Vlissingen 1888, L. in herb. Og- terop; Zie Arch. 2. V. p. 650; - Venlo Un. 1893, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Sint Anthonieseiland bij Maastricht 1890—1894, de Haas en Hoevenaars (Arch. 2. VI, p. 565). 125. A. hirsutum M. B Plant afkomstig uit den Levant, bij ons waarschijnlijk met granen aangevoerd. Q. Mei - Juni. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1887, K. en G. ; - Arnhem langs den Rijn, Groll. [A a n m. : De Pothoofdplant wercl als A. c a m p e s t r e L. ingezonden en ook als zoodanig vermeld in Arch. 2. V. p. 378. De vergissing is echter scbynbaar, daar verschillende auteurs haar als een varieteit van A. campestre beschouwen. Koch byv. noemt haar als y. hirsutum by zijn A. cam- pestre; Garcke geeft van A. campestre een diagnose *) Zie Arch. 1. V* p. 375. 10 146 ALYSSUM. BERTEEOA. die ook op A. hirsutum toepasseryk is, zonder van deze als varieteit te gewagen. Ik heb my echter aangesloten by B o s s i e r (I. p. 284), wiens gezag omtrent oostersche planten niet betwyfeld zal worden. In hoeverre de in hetzelfde deel (Archief 2. Y. p. 618), door den Heer Wakker, op het criquetveld by den Staatsspoor- weg te Utrecht als waargenomen vermelde plant met A. hirsutum overeenkomt, of dat dit werkelyk A. c a m p e s- t r e L. kan geweest zyn, is hjj gebrek aan materiaal bezwaar- lijk uit te maken.] 126. A. montanum L. Plant eigen aan heuvels enrotsen, ten onzent ingevoerd. 2J.. April—Mei en nog- maals herfst. In Herb.: Pothoofd bij Deventer 1877, K.; Dijk bij Wilp (2 ex.) 1877, v. d. V e e n ; — Thomaswaard bij Werkendam (1 ex). Sept. 1841, Lac. 127. A. maritimum Lk. (Lobularia maritimaDesv. ) Langs de kusten der Middellandsche Zee, op Yersey, Madera, de Azorische en Canarische eilanden, ook aangevoerd in Mexico. %.. Mei—Aug. In Herb. : Vestingwerken Muiden 1898, Rieter; — Rotterdam 1899, F. D. J. Risch; — Duinen Dom- burg 1899, A. Ogterop. (Apeldoorn als zuiver opslag 1900, K. A. in herb. pr.; zonder jaartal als Lepidium graminifolium van Zuilen bij Utrecht, leg. Stolz in herb. K. A.) Berteroa D.G. 128. B. incana D.C. (Farsetia incana R.Br. et Prodr. Ed. I. p. 24). Op droge, zonnige gronden, bij ons met zaaizaad ingevoerd en thans vrij alge- meen ingeburgerd. © en 0. Juni — herfst. In Herb.: Pothoofd by Deventer 1876-1885, K.; Station Deventer, Exc 1897; IJseldijk (waar?) 1835, Mb. ; Zwolle 1899, E. Heimans; — graanpakhuis bij Apeldoorn 1898, K. A.; Zutphen 1885, K. A.; 1885, Groll; Un. 1897; Harderwyk 1880 en 1885, R.B.; BERTEROA. LUNARIA. 147 Ooische waard 1847, Th. Abel.; Nijmegen Abel. en Pas; 1883, Th. Abel.; G-roesbeek 1897, G. en V. ; Culemborg 1891, de Haas; — Utrecht, W. C. van Embden; — Amsterdam 1881, 0.; Haarlem 1881, G-roll; — Wassenaar 1895, C. Eitsema Cz.; 'sGra- venhage, G. Barger; Dordrecht 1897, Posth.; Gorinchem, Perin; — Middelburg 1895, L.; - Ber- gen op Zoom 1834, Wtt.; Un. 1860; Oudenbosch 1894, Verhoeven; Prinsenhage, E x c . 1897, ; Alm- kerk, C. A. Backer; — tusschen Steijl en Tellegen, Un. 1893; Venlo 1898, Garj.; Heugem 1894, V. en v. Vloten; Maastricht 1894, de Haas. (Kampen, J. Boldingh in herb. Heukels; — Velp 1894, Apeldoorn 1899, K. A. in herb. pr.; Die- ren 1893, V. Suringar in herb. pr.; Druten 1895, Posth. in herb. pr. ; — Velsen 1888, v. Dapperen in herb. Posth.; tusschen Haarlem en Spaarndam, C. A. Backer in herb. pr.; Aschbelt Haarlem, J. Swart in herb. Heukels; — Rotterdam 1899, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — Heeswijk 1893, V. Suringarin herb. pr. ; Hinthammer weg bij 's Her- togenbosch 1897, stationsterrein aldaar 1895, Hein- s i u s — P r i k k e n in herb. pr. ; korenmolen Almkerk, C. A. Backer; Valkenswaard en Asten, in herb. H e u k e 1 s.) Bovendien : Op den oosterspoorweg bij het station Bussum viij talrijk en gedurende vele jaren, H. d. V., (Arch. 2. V. p. 525); — Vuchtsche heide, Hein- sius; 's Hertogenbosch algemeen, Wakker (Arch. 2. VI. p. 156). [Aanm.: Farsetia clypeata, doorden Heer Kok An- kersmit met een ? voor Apeldoorn opgegeven, later door Prof. Oudemans zeker als zoodanig vermeld, is gebleken te zijn Sinapis pubescens L. (Cfr. Arch. 2. III. p. 211 en 223 en 3. I. p. 307 en 311.) Vergelijk ook p. 139.] Lunaria L. 129. L. annua L. {L. biennis Moench.)- Algemeen in 148 DRABA. EROPHILA. tuinen gekweekt en van daaruit nu en dan ont- vlucht. 0. April—Mei. In Herb.: Buitenpost Friesland 1866, v. H.; *) — Dorenwerd 1882, K.; Zand bij Culemborg 1899, C. A. Backer; — Wassenaar 1899, F. J. Struyken- kamp; — Breda, v. A. ; Almkerk, C. A. Backer. Draba L. 130. D. muralis L. Op steenachtige plaatsen, aan muren enz. © . April — Juni. In Herb. : Zwolle, M. Dassen; — Gorinchem 1839-1841, Lac; 1840, G. Deijn.; dijk tusschende Karze en Arkelsche poort te Gorinchem 1843, v. d. T. ; Leerdam 1899, C. A. Backer; Rotterdam, F. D. J. Risch; Dordrecht, Mb.; - Venlo 1898, Garj.; 1898, K.A.; L. Rieter. Erophila D.C. 131. E. verna E. Meijer. (Draba verna L. et Prodr. Ed. I. p. 24), Op opene grazige gronden © en 0. Maart—April, soms reeds in het late najaar. a. vulgaris Prodr. Ed. I. (Hauwtjes langwerpig of ovaal-langwerpig.) In Herb.: Ameland 1869, Holk.; 1896, V.; Schiermonnikoog 1868, Holk.; — Franeker 1840, Spree; Giekerk 1850 en Oenkerk,S.; Sneek 1874, J. M. de Boer; — Groningen 1856, v. H.; — Oosterbroek, Strat.; Assen, Rolde, Tinaarlo 1860, *) In het herbarium van den Heer K. Bisschop van Tuinen vond ik deze plant, met het navolgende byschrift : „gev. 5 Juny 1866. In een onderwal tusschen elzen by Buitenpost. Drie exemplaren mogt ik daar verzamelen, eene van welke het herbarium vau Prof. H. C. van Hall frequenteert. F. Holkema." Van Hall schynt dus niet altijd den oorspronkelyken vinder vermeld te hebben. De beide resteerende exemplaren ^frequenteeren" nu nog het herb. van den Heer Bisschop van Tuinen. EROPHILA. 149 Lac; - Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Zwolle 1892, L.; Kampen 1847, R. B.; 1851, T.; De- venter 1847, T.; 1877, K.; Harderwijk 1872, R. B.; Ruurlo 1887, Ensink; Winterswijk 1873, R. E. de Haan; Arnhem, Thomson; Middach- ten 1870, Groll; Nijmegen, N. en Th. Abel.; - Utrecht, C. A. Bergsma; v. H.; 1835, D.S.; Beerschoten bij de Bilt, v. d. T.; — Amsterdam, Fl. Amst.; 1846, Romb.; 1868, 0.; Schooten 1870, Groll; Haarlem, Splitgerber; 1835, Buse; 1843, Tilanus (P. N. S.); 1887, Groll; Haarlemmerhout 1834, K e r b. ; Zand voort, B u s e ; — Voorhout 1900, Jongmans; Leiden 1827 en 1833, Wtt.; Forsten; 1843, 0.; 1857, S.; 1872, Boerl.; Katwtfk, Forsten; v. H.; 1846, B. W.; Zuidwijk bij Leiden 1841, S. S.; den Deijl 1833, S. S.; Perin; Voorschoten (Nov.) 1894 en (Dec.) 1896, V.; Waalsdorp, Wassenaar, Exc. 1861; Haagsche bosch, V. Z.; 's Gravenhage 1894, R.B.; 1870, Groll; Delft, v. S.V.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; 1882, V.; Louterbloemen bij Dordrecht, 1899, Posth.; Dubbeldam 1836, Lac; - Zierikzee 1872, Schuringa; Zuid-Beveland, v. d. B.; Mid- delburg 1882, Burjsman; Vlissingen 1845, v. d. Cop; Breskens 1880, Buijsman; Zeeuwsch Vlaanderen 1862 en Sint Kruis 1861, A. W.; - Breda, v. A.; Rosmalen, v. Hov.; Tilburg 1866, Kniittel; — Maastricht, v. Hov.; Sint Pieters- berg 1893, de Haas. fi. macrocarpa Prodr. Ed. I. Havrwtjes lang- werpig-lancetvormig. In Herb. : Meppel, v. H e ij n. ; — Kampen, R. B. ; - Nijkerk, R. B.; Apeldoorn 1873, K. A.; Ubber- gen 1882, G. Molengraaff; — Watergraafsmeer 1872, Romb.; Haarlem 1835, Mb.; 1871, 0.; - Leiden, Dz.; Exc 1860; Oegstgeest 1843, 0.; Warmond, Exc 187 4; 's Gravenhage, R. B.; 150 EROPHILA. Zwijndrecht 1880, Boerl.; Heugem 1897, V.; - 'tVelde (waar?) 1867, Fockema. y. praecox Stev. (y. Boerhaavii v. Hall, in Prodr. Ed. I. p. 25). Hauwtjes bijna bolvormig. In Herb. : Overveen 1836, Buse; Brederode, Mb.; — Noordwijk, Hinxt; Perin; Oegstgeest 1835, Mb.; Katwijk, Forsten; Leiden 1834, Wtt.; Vink bij Leiden, 0.; Waalsdorp, G-. B.; 's Gravenhage, V. Z.; v. S. V. ; Delft 1823, v. S. V. ; V.Z.; 1848, de Br. (Andringastate bij Oldeboorn 1870, v. Tuinen in herb. pr.; Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; — Usselo, E. J. H. Scholten; — Voorst, J. H. Edelman; Gendringen, M. S. Kust in herb. Heu- kels; Spoel bij Culemborg, C. A. Backer in herb. pr.; — Amersfoort 1894, Heinsius in herb. pr.; Doorn, S. Boot in herb. Heukels; — Vondelpark Amsterdam 1882, Heinsius in herb. pr. ; — Kapelle (Z.-Bev.) 1893, Ogterop in herb. pr.; Walchersche duinen 1874 en Nieuw en St. Joosland 1877, L. in herb. pr.; — Sint Laurens, P. de Hullu; Waarde, M. v. Weele; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Kruisland, F. Janssens; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Noordwal 's Hertogenbosch 1895, Heinsius— Prikken in herb. pr.) Bovendien zonder opgave van varieteit : Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 177); - al de Zeeuwsche eilanden, behalve St. Philipsland (Arch. 2. VI. p. 106) ; — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Schinnen, Lac; tusschen Beek en Elsloo, K. en G. (Arch. 2. V. p. 4). — Voorts vermeld bij Pelletier, v. Voorst, Mun- ting en Bruman. [Aanm. : Tusschen de hierboven genoemde variaties be- staan alle mogelijke overgangen; het meest typische is nog de var. Boerhaavii, ofschoon ook tusschen deze en de var. vulgaris de verbindingsschakels niet ontbreken. De var. microcarpa van den Prodromus Ed. L, gevonden COCHLEARIA. 151 in 1835 in een enkel exemplaar door van den Bosch, suhynt my niets anders dan een ziekelyke toestand toe, zoo- als v. d. B. zelf reeds aangeeft (siliculis hebetatis?) Prodr. I. p. 25.] Cochlearia L. 132. C. of&cinalis L. Langs de zeekusten, op aange- slibden grond. ©. Mei — Jimi. In Herb. : Linge bij Kuinre 1893, Carmiggelt; — Groningen 1861, v. H. ; — Kampen 1856, R. B. ; Zwartendijk bij Kampen 1849, R.B.; 1849, T.; Blok- zijl 1845, Staring; Vollenhove, Garj.; - tusschen Harderwijk en Elburg, Nijkerk en Sluis bij Nijkerk, Th. Stolz; Harderwijk 1865, R. B.; Bunschoten, 0.; Eembrug, C. A. Bergsma; tusschen Baambrugge en Vinkeveen, v. d. T.; Naarden, Thomson; — Muiden 1896, V.; Mijdrecht, A. L. Vreeken; Uit- hoorn 1870, Boerl.; Zeeburg bij Amsterdam 1838, Romb.; 1845 en 1860, 0.; Zeedijk Amsterdam 1838, Romb.; V. Z.; Oosterdoksdijk Amsterdam 1842, Heijbroek (P.N.S.); 1866, 0. (herb. 0. N°. 14 als anglica); 1870, 0.; Oosterbegraafplaats Amsterdam 1868, 0.; Amstelveensche weg 1839, Romb.; v. H.; tusschen Amsterdam en Sloterdijk, v. d. T. ; Hemme- land bij Monnikendam 1886, Boerl. en V.; Halfweg 1856, v. H.; Sparendam, v. Son; V. Z.; Buse; Spaarndamsche dijk, Pierot; 1832, S. S.; IJkant Velzen 1870, G-roll; — Hoogemorsch bij Leiden, M. J. Cop; Gradeermachine Katwijk, Perin; S.; sluizen Katwyk 1833, S. S.; 1834, Wtt.; 1835, Mb.; 1837, Lac; Kerb.; 1846, B.W.; Exc. 1888; 1887, V.; Destree; Zoeterwoude 1894, V.; Scheveningen, G. B.; kanaal 's Gravenhage en Sekken, V. Z. ; Maassluis 1883 en 1895, V.; den Briel 1872, Huijs- man (herb. 0. N°.815); 1894, V.; - Hoek 1853, A. W. (Midsland op Terschelling, J. B. Tijm; - Rijndijk bij Arnhem, A. A. L. Pelgrim; - Mprecht, A.L. Vreeken in herb. Heukels; - Duivendrecht 1896, 152 COCHLEAEIA. A. P. v. d. Briel in herb. pr.; den Helder, L. de Bruijn; N. Holl. kanaal bij Schoorl, M. J. de Verver in herb. Heukels.) Bovendien: Texel, Vlieland, Ameland, Schiermon- nikoog, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 367); Schiermon- nikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 254); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 112). Voorts werd van deze plant reeds bij de oudste schrjjvers gewag gemaakt o. a. Dodoens: Cruydeboeck 1554, Stirpium Historiae Pemptades, Kruydt Boeck 1608, 1618 en 1644. De Lobel: Kruydtboeck 1581, Pelletier, Hondius 1621, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. [Aanm.: De moeilykheid om deze soort van C. anglica te onderscheiden, is oorzaak dat de opgaven voor de eilanden, hierboven vermeld, betrekking hebben op de laatste soort. Bij oudere schrijvers, wier opgaven door geen materiaal ge- steund worden, is deze kwestie in het geheel niet uit te maken.] 133. C. anglica L. Aan de zeekust, op zwaren grond. ©. Mei—Juni. In Herb.: Texel 1869, Holk.; 1881, Groll; - zeedijk West Terschelling 1881, Groll; haven te West Terschelling 1887, V. ; Dellewal Terschelling 1869 en Grind 1869, Holk.; Grie Terschelling, Un. 1886; Ameland 1869 en Schiermonnikoog 1868, Holk.; — Uithuizermeeden 1882, Westerdijk; Plaat bij Zout- kamp 1869, H. de Waard; - Schokland 1884, S.; Nijkerk 1876, K. A.; Harderwijk 1864, R. B.; - Zee- burg Fl. Amst.; Oosterdoksdijk 1851, T. en T. Abel.; 1866, 0.; IJ bij Amsterdam 1844, Lac; Slo- terdijk (f. typica), Fl. Amst.; LJ bij Spaarndam 1870, Groll; Monnikendam en Marken 1886, Boerl. en V.; den Helder 1895, V.; kanaal bij Katwijk aan Zee 1835, Mb.; tusschen Leiderdorp en Zoeterwoude (met aangevoerden grond) 1894, V. (Midsland, J. B. Tijm inherb. Heukels; Rottum 1897, Schipper in herb. pr.; — Gaasterland op 't Mirdummer Clif 1894, L. in herb. pr. ; — Kanaaloever brj Sparendam 1900, C. A. Backer in herb. pr.) COCHLEARIA. 153 [A a n m. : Yoor Eottura werd de plant reeds door H o 1- k e m a opgegeven (Arch. 2. I. p. 367). Het niet terugvinden van vele voorjaarsplanten heeft zyn reden, omdat het eiland gedurende den broedtyd der vogels door geen vreemdeling bezocht mag worden. Zie S c h i p p e r Arch. 3. I. p. 359.] 134. C. danica L. Aan het zanderig zeestrand en in de duinen. Q. Mei — Juni. In Herb. : Texel 1860, Lac; Hoorn opTexelenbij den Vuurtoren aldaar 1881, Groll; Vlieland 1869 en Terschelling 1869, H o 1 k. ; Havenhoofd West Terschel- ling 1887 en 1896, en Dellewal 1896, V.; Grie, Hinxt; 1896, V.; Ameland 1869, Holk.; Hollum, Bruinsma en Hinxt; Schiermonnikoog 1860, S.; 1868, Holk.; Rottum 1869, Holk.; - tusschen Workum en Hin- delopen 1864, J. M. de Boer; Dijkshoek, Bruins- ma; Roptazijl 1840, Spree; — Groningen, Schroe- der v. d. Kolk; — Wieringen 1856, Lac; den Hel- der 1895, V.; Callantsoog 1877, Lac; Petten, Un. 1891; wallen van Haarlem, Buse; Breesaap 1860, S.; - Noordwijk, Exc 1860; 1872, Boerl.; 1889 en 1897, V.; Katwijk 1834, S.S.; 1835, Mb.; 1836, Lac; 1840, B. W.; v. d. B.; Dz.; J. C. Broers; 1842, B. W.; 1843, O.; 1846, B.W.; 1849, Hartmann; Exc 1882; 1885, V.; Stadsmuur Leiden, v. d. B.; Wasse- naar 1888, V.; 's Gravenhage en Houtrust aldaar, V. Z.: Scheveningen, V. Z.; v. Heijn.; Thomson: Terheijde 1844 en 1845, v. d. T.; Hoek van Hol- land 1895, G. Barger; Brielle (toren) 1887, S.; - Walchersche duinen 1839, v.d.B.; 1877, A.W.; Vlis- singen 1845, v. d. Cop; 1883, Buijsman; Westka- pel 1838, v. d. T. (Vlieland, S. Boon in herb. Heukels; — Op een weiland buiten den zeedijk bij Zeeburg 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; den Helder, L. de Bruin in herb. Heukels; — Domburgsche duinen 1894 en Koudekerksche duinen 1892, Ogterop in herb. pr.) 154 COCHLEARIA. Bovendien: West-Zeeuwsch Vlaanderen, v. d. B.; Enum. 1. (Trjdschrift VIII. p. 9). 135. C. Armoracia L. Aan waterkanten en op vochtige plaatsen, meestal verwilderd. %.. Mei — Juli. InHerb. : Texel 1857, Harting; Schiermonnikoog, 1869, Holk.; - Paterwolde 1829, v. H.; - Kampen, R. B.; - Warnsveld 1876, Groll; Ooi bij Nijmegen 1842, N. Abel. en D. J. Bosch; Fort Kraijenhoff bij Nijmegen 1865, Th. Abel.; Dorenwerd 1833, Wtt.; - Haarlem 1865, H. d. V.; duinen Over- veen 1871, 0.; Naaldeveld bij Haarlem 1878, K. A.; — Noordwijk-Binnen 1889, V.; Leiden 1838, Mb. ; 1839, v. d. T. ; Stadsvest Leiden 1834, S. S. ; 0. ; Steenplaats bij Dordrecht 1837, Lac; Vianen 1830, Wtt.; L. Marchand; — Zuid-Beveland en Walcheren 1841, v. d. B.; — Prinsenhage, G-. B.; — Maastricht, v. Hov. (Tuin Dordrecht 1891, Posth. in herb. pr.; — IJzendijke P. J. v. Roozendaal in herb. H e u- kel s.) Bovendien: Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 367); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 269); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); - op het fort Crevecoeur en bij de gemeente Empel, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 278); Voor W.-Z. Vlaanderen reeds door v. d. Bosch opgegeven (Tijdschrift VIII. p. 9). Verder vermeld bij Pelletier en Munting. [ A a n m. : De door H o 1 k e m a opgegeven soorten C. L e n e n- sis en 0. Groenlandica zyn vormen van 0. anglica en danica. Door het afgrazen der strandweiden door het vee komen daar steeds kleine verminkte exemplaren voor, die aanleiding hebben gegeven tot deze determinaties.] C. Batava Dum. (C. officinalis p. Fl. B. S. p. 478) te Katwijk, (Dum. Prodr. p. 120) is ook mij verder onbekend gebleven. CAMELINA. 155 Tribus Camelineae D.C. Camelina Crantz. 136. C. sativa Grntz. (Myagrum sativum L. en Fl. B. S. p. 476). Op bebouwde en opene zandgronden, vaak verbouwd en verwilderd. 0. Juni—Juli. a. pilosa Koch. In Herb. : Harderwijk 1871, R. B.; Apeldoorn 1883, (culta?) Groll; Rijnoever bij Arnhem, Exc. 1897; Groesbeek 1897, G. en V.; - Duinen bij Katwijk, Exc. 1882; — molen bij Prinsenhage, Exc. 1897; Ginneken 1898, V.; - Wijk bij Maastricht 1894, de Haas. (Zwollel881, Posth. inherb. pr.; Deventer 1877- 1880 en Apeldoorn 1883, K. A. in herb. pr.) p. subglabra Koch. In Herb. : Franeker 1863, J. M. deBoer; - Gro- ningen, v. H. ; Glimmen, Strat.; — Eelderwolde, J. P. Kros; — Zalk, R, B. ; Oosterhout bij Kam- pen 1848 en Kampereiland 1848, T. ; Zwolle 1840, Buse; 1899, E. Heimans; Pothoofd bij Deven- ter 1877, K.; 1898, J. R. Katz; Almelo, Un. 1870; - Gorssel 1884, C. v. d. Broek; Brons- bergen, Un. 189 7; Zutphen 1850, Dz.; Wtt.; Rheede, v. H.; 1837, Buse; Twello 1844, T.; 1851, M. J. Oop: Leesten 1851, Groneman; Eibergen, en Winterswijk, Un. 1859; Uilenput bij Nijmegen 1864, v. H.; Nieuwe haven te Nij- megen 1898, W. Docters van Leeuwen; Groesbeek 1900, Jongmans; Wijchen 1897, G. en V.; Rijnoever bij Arnhem 1898, Abel. en V.; Arnhem, Thomson; Harderwijk 1871, R. B.; — Eem bij Amersfoort 1893, Garj.; — de Zaan, Mb.; Overveen 1878, S.; Haarlem 1873 en Mid- denduin bij Overveen 1880, Groll; de Liede bij 156 CAMELINA. de Haarlemmermeer 1866 en Hilversum 1888, H. d. V.; - Leiden, v.d.B.; Perin; 1835, S. S. Rijnsburg, Kerb.; 1835, Mb.; 1839, v. d. T. Hoornbrug bij 's Gravenhage en kanaal bij 's Gra venhage 1832, V. Z.; 's Gravenhage, R. B.; Sche veningen, V. Z.; Monster, v. d. T.; Schiedam 1895 V.; Hillegersberg, A. Reclaire; Zwijndrecht V.; Kalkhaven Dordrecht 1848, v. Hov.; — Zuid Beveland, v. d. B.; Middelburg 1896, L. ; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; Hulst 1865, v. d. B. Sint Kruis 1861, A. W.; — Breda, v. A.; Dongen v. d. B.; 1842, v. d. T.; Eindhoven, v. d. B. Boxmeer en Sambeek, Un. 1853; Haren (N.B. 1861, Jacques; — Venlo, L. Rieter; 1899, Garj. Valkenburg 1866, H. d. V. ; Biesland bij Maastricht 1894, de Haas. (Bergum 1869, v. Tuinen in herb. pr.; — Win- schoten 1897, Schipper in herb. pr.; — Station Deventer 1879, L. in herb. pr.; Deventer 1850-1880 K. A. in herb. pr.; — Vieracker bij Zutphen 1897 Schipper in herb. pr. ; — kanaal Katwijk, V. Su ringar in herb. pr.) y. microcarpa (G. microcarpa Andrzs. et Prodr Ed. I. p. 26, v. Hall. Nieuwe Bijdr. p. 40.) In Herb. : Middenduin bij Overveen 1879, Groll — 's Gravenhage 1894, Destree; tusschen Schie dam en Overschie 1896, V.; Rotterdam 1898, F D. J. Risch; Stolwijk, Westbroek en Slin gerland; — Ginneken 1878, 0.; Nuenen, v H o v. ; Hinthammerweg bij 's Hertogenbosch 1897 Heinsius; — Wijk bij Maastricht 1894, de Haas (Apeldoorn 1898, Voorst 1876, K. A. in herb. pr.] Bovendien : var. a. : tusschen Beek en Elsloo 1885 K. en G. (Arch. 2. V. p. 4); Kerkrade 1866, H. d. V (Arch. 2. I. p. 133); Voorts genoemd door Do doens: Cruydeboeck 1563, Stirpium 1583, 1616 Kruidt Boeck 1608, 1618 en 1644); CAMELINA. SUBULABIA. 157 var. y.\ Borne, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 177); volgens v. Hall bij Groningen (Tijdschrift VIII. p. 242). 137. C. dentata P. (Myagrum dentatum Fl. B. S. p. 820; Tijdschrift VIII p. 242.) Op bouwlanden in het groot verbouwd, alleen onder het vlas. 0. Juni— Juli. In Herb. : Holwerd 1829, Bruinsma en Hinxt v. H.; - Groningen 1838, v. H.; Obergum 1836, v H.; Raskwert, v. H.; - Apeldoorn 1877, K.A.; Zut phen, Wtt.; - Rijnsburg 1835, S. S.; 1835, Mb. Kerb.; 1838, Mb.; 1839, Buse; 1839, v. d. T.; Lei den, B. W.; Goudsche wegbij Rotterdam 1879, Groll Zwyndrecht 1836, Lac; - Zuid-Beveiand 1838, v.d.B. Hontenisse 1845, B. W. en v. d. B.; Kloosterzande 1845, v. d. B.; — Eindhoven, Dz.; Geldrop, de Br.; — Kerkrade 1866, H. d. V. (Bij Schiedam 1876, K. A. in herb. pr.) Bovendien: Groesbeek, Lac. (Arch. 2. V. p. 259); - Kotterdam, K. A. (Arch. 2. III. p. 225). Voorts reeds vermeld bij Pelletier en Munting. [Aanm.: In Tydschrift VIII. p. 243 wordt gemeld : „Te Groes- beek, bjj Dubbeldam, Zwjjndrecht en Werkendam, L a c. By Leeuwarden, T. T. H i n x t. Te Obergum en dicht by de stad Groningen, steeds in Vlasland, v. H. „De als oliezaden bekende, doch zeer na aan elkander ver- wante soorten van dit geslacht nauwkeuriger vergeleken heb- bende, is mtf gebleken, dat het Dederzaad is Myagrum sati- v u m, de z. g. Huttentut, Karmil of Dodderzaad (gelijk het in Groningen genoemd wordt) daarentegen Myagrum micro- carpon. Dat de Huttentut door kweeking niet in Dederzaad overgaat, is mjj door eene veeljarige kweeking bewezen, v. H." Tribus Subularieae D.G. Subularia L. 138. S. aquatica L. Zeldzaam in vijvers en plassen, ondergedoken, bij laagwater langs de randen. 0. Juni — Juli (volgens Garcke). 158 SUBULAEIA. THLASPl. In Herb.: Tusschen Lunteren en Ede. Aug. 1881, M. "W. Beijerinck. [Aanm. : De Heer Beyerinck en anderen hebben de plant op de aangegeven plaats echter nimmer kunnen terug- vinden. Deze plant werd zonder nadere groeiplaats ook door den Zwitserschen Kruidkundige Burckhardt voor ons land opgegeven (Flora 1835 Beibl. p. 106). B. Angustiseptae D.G. Tribus Thlaspideae D.G. Thlaspi Dill. 139. Th.arvense L. Algemeen op bebouwden grond. 0 en O. Mei—herfst. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1868, Holk.; Prins Hendrikpolder Texel 1881, G-roll; Midsland op Ter- schelling 1896, V.; Ameland, Spree; Hollum, Nes en Buren 1869, Holk.; - Kollum bij Dokkum 1865, H. d. V.; Bolsward 1862, J. M. de Boer; — Scheemda, Strat.; — Meppel, v. Heijn. ; — Kampen, R. B. ; Deventer 1846, v. Gron.; 1847, T.; Diepenveen 1876, K.; - Harderwijk 1864, R.B.; Apeldoorn 1873, K. A. ; Ruurlo 1887, Ensink; Bronsbergen bij Zutphen 1876, Groll; Nijmegen, v. H.; Th. Abel.; Groes- beek 1897, G. en V.; Renkum, Buse; — Houten, v. H.; Utrecht, C. A. Bergsma; 1859, R.B.; v. d. B.; Amersfoort 1861, R. B.; Neerlangbroek, v. d. T.; het Gooi 1826, Wtt.; - Zeeburg bij Amsterdam 1842, Bierens de Haan (P.N.S.); B. W.; 1843 en 1868, 0.; Schouw en Broek 1886, Boerl. en. V.; Spaarn- dam 1888, V.; Rozewater, Boerl.; Haarlem 1837, Buse; Bentveld by Haarlem 1870, Groll;- Noord- wyk, Exc. 1887; Katwijk 1887, V.; Leiden, B. W.; Dz.; Forsten; 1832, S. S.; 1835, Mb.; Rynsburg, v. d. B.; Valkenburg, Perin; Hazerswoude, Pierot; Wassenaar, V. ; 's Gravenhage, G. B. ; V. Z. ; R. B. ; 1895, Destree; Scheveningen, R. B.; Hoek van THLASPI. 159 Holland, V. Z.; Schiedam 1895 en 1896, V.; Zwyn- drecht 1837, Lac; Dordrecht 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; — Zuid Beveland, v. d. B.; Biezelingen 1838, v. d. B. ; Vlissingen 1882 en Breskens 1880, B u y s- man; Neuzen 1854, A. W. ; — Hintham, v. Hov. ; Vucht, v. A.; — Maastricht, Ploem; v. Hov. P. hirsutum. In Herb. : Bleiswijk, J. A. van den Berg. (G-rijpskerk 1866 en Groningen 1864, Holk. ; Winschoten, G-. v. Hennekeler in herb. v. Tui- nen; Leens, J. Borgman; - Buren, Werckhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Beusichem 1899, C. A. Backer in herb. pr.; Plantage Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr. ; — Maarssen 1872, Costerus in herb. pr.; — Wijk aan Zee 1900, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; — Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; Delft 1874, L. in herb. pr.; Pijnacker 1893, Ogterop in herb. pr.; Rotterdam, N. v. d. Linden; Lopikerkapel, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; tusschen Leerdam en Heukelom 1869, v. Tuinen in herb. pr. — meelfabriek Middelburg 1900 en Biezelinge 1894, 0 g t e r o p in herb. pr. ; — Halsteren, P. J. V e r- hoeven in herb. Heukels; Plantsoen 'sHertogen- bosch 1895, Heinsius — Prikken in herb. pr.; — Baarlo, Un. 1893, L. in herb. pr.) Bovendien: Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); Voorne zeer talrijk, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 368); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); Hulst, Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 269); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); - Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Epe, CJn. 1861; G-ronsveld, tusschen Wylre en Sle- naken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Voorts ge- noemd door Pelletier, Vorstius en Bruman. 160 THLASPI. TEESDALIA. Th. Alliaceum L. door N y s t volgens L e j e u n e en Courtois (Comp. II. p. 318) op den Sint Pieters- berg bij Maastricht gevonden, is echter nimmer weergevonden. Reeds Lej. en Court. betwijfelden de juistheid dezer opgave; zij komt niet over- vloedig voor in midden Europa, van Frankrijk tot Rumenie. 140. Th. perfoliatum L. Op akkers en zonnige heuvels, voornamelijk op kalk- enleemgronden; in midden en Zuid-Duitschland, geheel Frankrijk, de landen om de Middellandsche Zee tot Perzie, Turkestan en klein-Azie. Bij ons ingevoerd. 0. April—Mei. In Herb. : Thomaswaard bij Werkendam 1837 en 1838, Lac. 141. Th. alpestre L. In bergachtige streken. %.. April -Mei. In Herb. : Vaals, v, Hov. (1 exempl.). p. calaminare Lej. etGourt. (Th. calarninareLej.) Plant van zinkhoudenden bodem, vrij algemeen in het Akener bekken. In Herb. : Langs de Geul bij Cottesen, Epen en Mechelen 1872-1874, Lac; tusschen Epen en Mechelen 1885, K. Teesdalia R.Br. 142. T. nudicaulis E.Br. (Iberis nudicaulis Fl. B. S. p. 478.) Op droge, opene en bebouwde zand- gronden. 0 en ©. April—Juli. In Herb.: Texel 1860, Lac; Burg op Texel, Ter- schelling en tusschen Hollum en Ballum 1869, Holk.; Ameland 1896 V.; - Hardegarijp 1864, J. M. de Boer; Gaasterland 1865, H. d. V.; Wolvega, Un. 1881; Ryperkerk 1860, S.; - Harendermolen 1829, v. H.; — Oosterbroek, Strat.; Dalen en Hoogeveen 1859, Lac en S.; Meppel, v. Herjn.; - Oosterholt TEESDALIA. 161 bij Kampen 1849 en 1854, Kampen en Zwolle 1848, R. B.; Deventer 1846, T. ; 1877, K.; Gramsbergen 1853, J. P. Kros; Hardenberg 1892, L. en Carmiggelt; Twente 1898, L.; Carlshave en Langelo bij Haaksbergen, Un. 1895; - Harderwijk 1864, R. B.; Nijkerk, Stolz; 'tLoo 1858, 0.; Brummen 1849, (?); Apeldoorn 1873, K. A.; Warnsveld 1845, v. d. B.; 1886, V. ; Ruurlo 1886, Ensink; Vorden 1891, Groll; Middachten 1840, Rheede 1838 en Dorenwerd 1848, Buse; Arnhem, T h o m s o n ; 1885, V. ; Renkum 1848, B u s e; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Groenewoud 1882, G. Molen- graaff; Meerwyk 1852, Th. Abel.; Heumen 1856, v. d. B.; Malden 1894, V.; — den Ham bij Amersfoort 1836, D. S.; Amersfoort, R. B.; v. d. Roemer; 1891, Garj.; fort aan den Slapersdijk bij Veenendaal 1900, G. en Jongmans; Maarsbergen 1895, V.; Doorn, Wtt.; Fockema; de Bilt, v. H.; Beerschoten, v. d. T.; - Naarden 1864, 0.; Hilversum 1884, S.; Bree- saap 1842, Buse; Heemstede 1872, Hoek; Aarden- hout bij Haarlem 1870, Groll; - Noordwijkerhout 1845 en 1848, 0.; 1848, Mb.; Noordwijk 1872, Boerl.; tusschen Sassenheim en Lisse, Exc. 1882; Katwijk, Dz.; den Deijl 1837, Lac; Wassenaar, Pierot; 1832, Forsten; Wtt.; 1833, S. S.; Exc. 1861; 's Gravenhage, B. W.; R.B.; G.B.; 1836, Lac; 1870, Groll; Scheveningen 1835, Mb.; Zorgvliet, Kerb.; Loosduinen 1848, S.; Exc 1887; Zwijndrecht 1880, Posth.; Dordrechtl888,V.; - Tholen 1844, Kops*); Walcheren, Hulst 1845, v. d. B.; Sint Kruis 1861, en Zuiddorpe 1855, A. W.; - Breda, v. A.; 1882, C. v. d. Broek; Prinsenhage 1880, Boerl.; Ooster- wijk 1867, Kniittel; Rosmalen, v. Hov.; - Sint Pietersberg 1893, de Haas; Maastricht, v. Hov. (Tusschen Beetsterzwaag en Wijnjeterp 1866, v. Tuinen inherb. pr.; — Murmerwoude, J. Botke en ') De vermeende Hutchiusia petraea zie p. 170. 11 162 TEESDALIA. J. de Groot in herb. Heukels; — de Punt bij Gro- ningen 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Harender- molen, R. de Boer en H. Kooi; — Eelde, J. P. Hart- 1 i e f ; Eelderwolde, Voorveld en Onneresch R. d e B o e r en H. K o o i ; — Usselo, E. J. H. S c h o 1 1 e n ; — Borkulo, G. J. K e r b e r t ; Gendringen, M. S. R u s t, allen in herb. Heukels; op de erve Westbroek tusschen Elburg en Oldebroek 1847, Alpherts in herb. pr. ; Angerlo (y. caulescens) 1895 en Velp 1896, Ogterop inherb. pr.; — Driebergen, C. A. Backer; — Heilo, M. Kramer in herb. Heukels; Merwedekanaal bij Diemen, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Ringdijk Haarlemmermeer tegenover het fort de Liede 1900, C. A. Backer in herb. pr.; Santpoort 1885, Hein- sius in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; Halsteren, P. J. Verhoeven; Galdersche heide bij Breda, Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels; Oudenbosch 1899 en Teteringen 1879, Po sth. in herb. pr. ; Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr. ; Vucht 1895, Heinsius— Prikken in herb. pr.; Station Boxtell898, A. C. J. van Goor inherb. pr.; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Sleen, Weerdinge, Odoorn, Emmen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Twickel, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); tusschen Heino en Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Steenwijkerwolde, Kallenkote, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345) ; Oele, Brinkhuis, Carelshave, Borne, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1860 (Arch. 1 V. p. 219); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. VI. p. 107); - Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Afferden, Lac. (Arch. 2. V. p. 4); Vel- den, Station Venraai, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). TEESDALIA. IBERIS. 163 Voorts gemeld door Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. [Aanm. : Als /?. integrifolia Fl. Leid. p. 28 werden in den Prodr. Ed. I. onderscheiden : Noordwykerhout en Was- senaar, M t>. ; Doorwerth 1848, B u s e. De var. y. caulescens kan niet op den naam van varieteit aanspraak maken, daar de ontwikkeling van stengelhladen afhankelijk is van den meer of minder krachtigen groei. Zjj wordt vermeld van Haaksbergen en in 1896 tusschen Hengelo, Oldenzaal en Oot- marsum, L. (Arch. 3. I. p. 201.) Volgens den Heer Lako is deze eigenaardige vorm algemeen in geheel Twenthe.] Iberis L. 143. I. umbellata L. Plant af komstig uit Spanje, Italie, Croatie, Dalmatie, Herzegowina, Montenegro en Albanie, vaak echter als sierplant gekweekt en verwilderd. ©. Mei—October. In Herb. : Uilenput bij Nijmegen 1864, v. H.; — Zeist, Wenck; - Y by Amsterdam 1845, (Wenck?); in de alloidale duinen bezuiden de zoogenaamde ring- muur bij Velsen 1832, S.S.; Breesaap 1835 en 1836, Mb.; Buse; tusschen Zandpoort en Velsen 1834, v. d. T.; Pierot; Velsen 1835, Pierot; 1838, Buse; Velserduin 1865, H. d. V.; duin achter den Kruid- berg onder Velsen 1881, Groll; Bergerbosch, Un. 1891; - Leiden, Perin. (Velsen 1888, van Dapperen in herb. Posth.). 144. I. amara L. Op zand- en kalkhoudende bouwlan- den. Vaak echter gekweekt en ook verwilderd. 0 en ©. Mei—Aug. In Herb. : Winschoten 1897, Schipper;- Zwolle, M. Dassen; - vestingwerken Nijmegen 1871, Th. Abel.; Putten 1884, 0.; - Ham brj Amersfoort 1836, D. S.; - Hilversum 1886, H. d. V.; Velsen 1832 en 1833, S.S.; - Stadwyk bij Voorschoten 1897, V.; - Wer- kendam 1836, Lac; Nuenen, B. Bovendien: Klaverland bijBeek(L.), Lac. (Arch. 2. IV. p. 306). 164 BISCUTELLA. LEPIDIUM. Biscutella L. 145. B. apula L. Plant van Zuid-Europa, West-Azie en Noordelijk Africa, bij ons ingevoerd. 0. Jnni. In Herb. : Pothoofd by Deventer 1878, K. Tribus Lepidineae D.C. Lepidium L. 146. L. sativum L. Allerwege gekweekt en verwilderd. 0. Juni—Juli. In Herb.: Franeker, Spree; — Deventer 1877, K. A.; - Vorden 1879, Groll; Nijmegen, E.; N. Abel.; - het Gooil829, Wtt.; - Oosterdoksdrjkl871, 0. ; 1878, v. d. V e e n ; Amstelveensche weg, B e r g s m a ; — Rijnsburg, v. d. T.; Leiden, Forsten; 1843, 0.; Spanjaardsbrug 1843, 0.; Stadwijk bij Voorschoten 1897, V.; 's Gravenhage, R. B.; Dordrecht 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; — Zierikzee, Dz.; Vlissingen 1883, Buijsman. (Huizen 1896, A. P. v. d. Briel inherb. pr.; Haar- lem 1900, C. A. Backer in herb. pr.; — Rotterdam 1899, F. D. J. Risch in herb. Heukels.) Bovendien: Pothoofd bij Deventer, K. en v. d. Veen (Arch. 2. IV. p. 409); - Zeeuwsch Vlaande- ren, in tuinen verwilderd, A. W. (Arch. 1. IV. p. 269). [Aanm.: Waarschjjnlijk alle verwilderde exemplaren, wat mede het geyal zal zyn geweest met de door de oudere schryvers vermelde groeiplaatsen.] 147. L. Draba L. Langs rivieren en stranden, vaak echter als ingevoerde plant als opslag. %.. Mei—Juni. In Herb.: Coxdorp op Texel 1868, 1869, Holk.; D. Huizinga; — Pothoofd by Deventer 1893 en 1894, K. A.; 1898, G. en V.; meelfabriek Deventer 1898, K. A.; Kampen 1898, J. Boldingh; - Haven te Harderwrjk 1877 en 1882, R.B.; dijk Westervoort LEPIDIUM. 165 1888, Groll; Arnhem 1898, V.; - Mydrecht, A. L. Vreeken; — Amsterdam 1870, S.; Oosterdoksdijk 1865, 0.; 1866, J. M. de Boer; 1873,H.d. V.; IJpol- der 1893, v. Eeden; - Voorburg 1898, Mej. v. d. Sande; Bleiswijk, J. A. van den Berg; Delfs- haven, F. D. J. Risch; Hoek van Holland 1887 en 1892, V.; 1894, Destree; 1894, Barger en Cool; 1895, Barger; 1895, V.; Rozenburg, Exc. 1895; Krabbeeiland langs de Kil by Dordrecht 1884, V. en v. d. Broek; — Kleverkerke 1887, A. W. en L.; Veere, L.; meelfabriek Middelburg 1898, Ogterop; — Halsteren, P. J. Verhoeven. (Apeldoorn 1899, K. A. in herb. pr. — Wilhelmina- park bij Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr.; — Hillegersberg 1898, A. Reclaire in herb. Hein- sius.) 148. L. campestre R. Br. (Thlaspi campestre L. en Fl. B. S. p. 482.) Op opene en bebouwde kalk- en kleigronden. © en ©. Juni—Juli. In Herb. : Deventer, Pothoofd bij Deventer 1893, en meelfabriek Deventer 1898, K. A.; — Harderwijk, R. B.; 1855, Lac; 1877, R. B.; tusschen Nijkerk en Hoevelaken 1860, R.B.; Twello 1876, K.; Apeldoorn 1875 en 1876, en graanpakhuis Apeldoorn 1898, K. A. ; Laag Keppel 1870, H. d. V.; Halle Veluwe, S. S.; Wtt.; Zutphen 1834, Wtt.; Beekbergerwoud 1873, K. A.; Didam 1856, Lac; Doetinchem 1900, v. Vlo- ten; Nijmegen 1847, G. Deijn.; Vestingwerken Nijmegen, Th. Abel.; Fort Krayenhoff, O.; Ub- bergen, Neerbosch 1863, Th. Abel.; Nijmegen, B.; 1843, N. Abel.; Heumen 1897 en Groesbeek 1897. G. en V.; - Darthuizen 1844, v. H.; Eem 1894, Garj.; Doorn, Neerlangbroek 1833, Wtt.; — IJdijk naar Zeeburg, Fl. Amst.; Amsterdam 1867, 0.; Westerdoksdijk 1842, Eggers; Bolwerk Haarlem 1871, Groll; - Noordwijk, Exc 1888; 166 LEPIDIUM. Teijlingen, E x c. 1882; Katwijk aan Zee 1887, G r o 1 1 ; Leiden 1840, B. W.; Spanjaardsbrug bij Leiderdorp 1835, Mb.; Groenhoven bij Leiden 1898, Struijken- kamp; meelfabriek onder Zoeterwoude 1898 en Leimuiden, V.; Wassenaar, Perin; 's Gravenhage, V. Z.; 1894, Destree; Scheveningen, La Chapelle; Naaldwijk 1844 en 's Gravezande 1845, v. d. T. ; Hoek van Holland 1894, V.; Nieuwland aldaar 1879, S.; Zwijndrecht 1880, P o s t h. ; 1882, V. ; Rotterdam 1837, Lac; Dordrecht 1882, V.; — Schouwen en Zierik- zee, Dz.; Zuid-Beveland 1838, 1839 en Liefdestoof 1839, v. d. B.; Middelburg 1896 en Vlissingen 1893, L.; Oudenbosch 1894, P. van Lurjck; Hinthammer- weg bij 's Hertogenbosch 1897, Heinsius; Zuid- Willemsvaart, de Marres; - Broek bij Thorn 1900, G. en Jongmans; Roermond, Un. 1900; Beek 1869, O.; Maastricht, v. Hov.; 1893, de Haas; Un. 1861; Elsloo 1874, Lac; Wylre 1866, H. d. V. (Katwijk (G.), Ogterop in herb. pr.; — Krom- menie 1870, P. H. Bon in herb. v. Tuinen; Vuil- nisbelt te Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr.; - Berkel 1898, F. D. J. Risch in herb. Heukels; Station Zwijndrecht 1879, Posth. en Numansdorp 1899, Kole in herb. Posth. ; — Nieuw en St. Joos- land 1876, A. W. en L. in herb. L.; 1877, Schipper in herb. pr. ; — Valkenswaard, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien; Zevenaar, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); — Loosduinen (Lijst v. Eeden Arch. 2. I. p. 361). [Aanm. : Als L. S m i t h i i Hook. (L. hirtum Fl. B. S. p. 482) hevonden zich in het Vereenigingsherbarium twee plan- ten van Frederiksoord 1864, Lycklama a Nyeholt en van Maarsbergen 1835, v. H. , die beide tot L. c a m p e s t r e behooren. De plant werd onder No. 108 in den Prodr. Ed. I. p. 28 op- genomen; de plant van van Hall, waarschijnlyk dezelfde als in den Prodr. Ed. I vermelde als door D u b o i s gevonden, LEPIDIUM. 167 en die niet aan y a n den Bosch bekend was, bewjjst vol- doende dat L. Smithii vooralsnog niet onder de indigene planten mag opgenomen worden.] 149. L. perfoliatum L. Plant af komstig van Zuid-Oost- Europa en Azie, bij ons ingevoerd. 0. Mei — Juni. In Herb.: Rottum 1897, Schipper; — Kampen 1897, J. Boldingh; Zevenbergen bij Deventer 1877, K.; Deventer, Westerhof en Peteri; Pothoofd bij Deventer 1877, K.; 1877 en 1893, K. A.; 1897, V.; — stationsterrein Ruurlo 1887, Ensink; — Amers- foort 1896, Garj.; - Overveen 1878, S.; 1897, V.; Middenduin bij Overveen 1879, 1880, Groll; Geest by Voorschoten en te Bleiswy k, J. A. van den Berg; Rotterdam, F. D. J. Risch; — Hinthammerweg by 's Hertogenbosch 1897, H e i n s i u s ; — Plasmolen 1897, G. en V.; onderste molen bij Venlo 1899, Rieter. 150. L. ruderale L. Aan wegen, puin, dijken, vooral naar den zeekant; ook met zaden ingevoerd. 0. Juni—Aug. In Herb. : Texel 1857, H a r t i n g ; 1895, V. ; Oostereind Texel 1868, Holk; Terschelling 1868 en 1869, Holk.; Un. 1886; Nes op Ameland 1869, Holk.; - Lem- mer 1866, J. M. de Boer; Gaasterland 1865, H. d. V.; - Kampen 1847, T.; 1870, Holk.; Zwartendijk bij Kampen 1848, R. B. ; Pothoofd bij Deventer 1877, K. A.; 1897, V.; - Elburg 1833, Wtt.; Harderwijk, R. B.; 1833, Wtt.; Apeldoorn 1883, K. A.; Zutphen, Un. 1897; Arnhem 1892, K.A.; 1897, V.; Nijmegen, Th. Abel.; — Amersfoort, Garj.; Utrecht 1859, R. B. ; Nigtevecht 1876, K. A. ; - IJdyken, F 1. A m s t. ; Amsterdam, Splitgerber: S. S.; 1835, Mb.; 1841, B. W.; 1843; 1867 en 1871, 0.; V. Z.; IJdijk 1833, S. S.; Spakenbrug, W. en Kraep. ; Ooster-kerkhof Amsterdam 1868, 0.; Westerdoksdijk 1842, Heij- broek (P. N. S.); 1859, v. H; Amstelveensche weg 1835, B u s e ; tusschen Naarden en Muiderberg, v. d. T. ; 1837, D. S.; Monnikendam 1886, Boerl. enV.; Zaan- 168 LEPIDIUM. daml897, G.; Spaarndam 1836,Buse: Pierot; 1866» H. d. V.; 1870, Groll; Marken 1886, Boerl. en V. Noordhollandsch kanaal V. Z.; Overveen 1886, V. Haarlem 1879, Groll; — Huis ter Rivier by Over schie 1894, V, ; Zwijndrecht 1837, L a c. ; 1848, v. H o v. Dordrecht 1848, v. Hov.; 1898, V.; Hellevoetsluis C. A. Bergsma; — Schouwen en Tholen, Dz. Zuid-Beveland 1839, v.d. B.; Middelburg 1834, Wtt. Vlissingen 1845, v. d. Cop; Kapitalendam 1861, A. W. Hoek 1853, A. W.; - Oudenbosch 1895, de Haas Hinthammerweg by 's Hertogenbosch 1897, Hein sius; — Venlo, Un. 1893; Roermond, Un. 1900; Maastricht, de Marres. (Oude Schild op Texel 1894, V. Suringar in herb. pr. ; — Harlingen 1860, Hinxt; — Putten 1876 en Nigtevecht 1876, K. A. in herb. pr.; Wierin- gen 1894, V. Suringar in herb. pr.; — Overveen 1886, Posth. in herb. pr.; - Delft 1876, L. inherb. pr.; Papendrecht 1895, Posth. in herb. pr.; - Rit- tem (Walch.) 1887, L. in herb. pr.; Vlissingen 1892, Ogterop in herb. pr.; IJzendijke, P. J. van Roo- zendaal; — Bergen op Zoom, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: achter Uithuizen, Kent. (Arch. 2. III. p. 332); — Beekbergerwoud 1872 en Wormingen 1875, K. A. (Arch. 2. III. p. 178); - Al de Zeeuwsche eilanden behalve Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 112). Voorts bij Pelletier en M u n t i n g. 151. L. apetalum Willd. (L. incisum Aut. non Roth, L. micranthum Ledeb.) Plant uit Zuid-Oostelijk Rusland, Songarie en Siberie, elders vaak inge- voerd; ook in Amerika. ©. Juni — Sept. In Herb. : Rijnoever bij Arnhem 1894, Groll; — mestvaalt bij Moerdijk 1899, Posth. , waarschijnlyk met Amerikaansch graan daar ingevoerd. LEPIDIUM. 169 (Kampertrekvaart bij de Rademakerszyl te Zwolle 1900, L. in herb. pr.) 152. L. graminifolium L. Aan wegen, muren, ruigten, enz. O- Juni — herfst. In Herb. : Op eene zandplaat in de Waal, v. d. T.; Alleen door v. Hall vermeld in Arch. 1. II. p. 106*). 153. L. latifolium L. In de zeeduinen en op vochtige plaatsen naar den zeekant. %.. Juni-JulL In Herb. : Kampereiland 1845, T. ; tusschen Kam- pen en Elburg, R. B.; 1872, Hoek; - Elburg 1848, T.; 1879, K. A.; tusschen Elburg en Harderwijk 1833, Wtt.; Harderwtjk 1879, K. A. (met rijpe vruch- ten); Reinwardt; — Urk 1852, P. Backer de Wit; Wyk aan Zee 1835, Mb.; 1837, Buse; - Lei- derdorp 1900, Mej. D. v. Assendelft de Coningh; 's Gravenhage, G-. B.; Scheveningen, S. S.; G. Broers; V.Z.; Dz.; 1837, Lac; 1843, de Vriese (P. N. S.); H. d. V. "); Gorinchem, Perin; - Zuid- Beveland, v. d. B.; Goes 1846 en 1847, v. d. B. Bovendien: Vollenhove 1892, K. A. (Arch. 2. VI. p. 354). Voorts vermeld door Pelletier. 154. L. virginicum L. Noord-Amerikaansche plant, echter in Europa ingevoerd en daar vrij algerneen ver- spreid. ©. Mei — Aug. ***) In Herb. : Apeldoorn 1898, K. A.; Rijnoever bij *) De Heer C. A. Backer, thans te Haarlem, deelde my mede dat hy in den nazomer van 1893 een drietal zeer schoone en zeer kenbare exemplaren yond aan den "Waaloever tusschen Zaltbommel en Zuilichem. Het gedroogde exemplaar ging echter verloren. De Heer B a c k e r houdt zich overtuigd dat als die streek gedurende eenige jaren nauwlettend geexploreerd wordt, de plant wel weer teruggevonden zal worden. Hy vond haar in gezelschap van Stenactis, Farsetia, Origanum, Arabis arenosa, Astersalignus, Potentillasupina enz. **) In het herb. van den Heer Dr. L. Posthumus bevindt zich nog een exemplaar van deze plaats van het jaar 1872. ***) Deze soort is van alle andere Lepidium's te kennen door zyn accumbente cotyledonen, en hierdoor ook van L. apetalum, waarop zy veel gelijkt. 170 LEPIDIUM. CAPSELLA. Arnhem 1898, Abel. en V.; Horstermeer bij de Brei- kade 1888, H. d. V. (Wilhelminapark Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr. ; — ruigte Schie bij Rotterdam 1899, F. D. J. Risch in herb. Heukels.) Hutchinsia petraea ~R.Br.(Lepidiumpetraeum Fl. B. S. p. 489) door B o e r h a v e als inlandsch opgege- ven, is echter nimmer weergevonden. De door Kops op Tholen als zoodanig verzamelde plant was echter Teesdalia nudicaulis. (Zie Arch. 1. V*. 436.) Capsella Vent. 155. C. Bursa pastoris Moench. (Thlaspi Bursa pastoris Fl. B. S. p. 482.) Op bebouwde en onbebouwde gronden; algemeen. 0 en ©. Maart—Nov. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, Lac; Schiermonnikoog 1868, Holk.; Midsland, Un 1886; - Leeuwarden 1849, S.; Bolsward 1874, J. M de Boer; — Groningen, Strat.; 1826, v. H.; — Kampen, R. B.; T.; Deventer 1876, K.; — Harder wijk, R. B.; Apeldoorn 1875, K. A. (als praecox) ; Arn hem, Thomson; Nijmegen, B.; N. enTh. Abel.; — Amersfoort, Garj.; Utrecht, v. d. T. (als praecox) v. H.; Meern bij Utrecht, v. d. T.; Vleuten 1859, (Ooll Nat.); — Amstelveensche weg 1842, Teengs (P. N. S.); Zeeburg 1869, Hoek; Amsterdam, Fl Amst.; 1871, 0.; Marken 1886, Boerl. en V.; Wie ringen 1856, Lac; 1857, Harting; Overveen 1872, Hoek; Haarlem 1834, Buse; 1870, Groll; - Lisse 1857, S.; Leiden, Perin; 1832, S.S.; Dz.; 1835, Mb. B.W.; 0.; Exc 1860; Valkenburg 1854, v. H. Jr. Poelgeest, Ex. 1874; Boskoop 1900, V.; 's Graven hage, Destree (als praecox); R. B.; 1870, Groll 's Gravezande, V. Z.; Rotterdam, Groshans; Dor drecht, M. J. Cop; 1837 en 1843, Lac; 1880, Boerl.; 1881, C. v. d. Broek; 1882, V.; - Middelburg 1882, CAPSELLA. 171 Vlissingen 1881, Buijsman; Sint Kruis 1861, A. W.; — Breda, v. A. var. p. integrifolia. In Herb. : Leeuwarden, S. (als praecox); Frane- ker, Spree (als pygmaea); Groningen 1839, v. H.; — Meppel, v. H e y n. ; - Kampen, R. B. ; v. H e y n. ; Zwolle 1894, L.; Deventer, K. (als praecox); — Nijmegen, B.; - Utrecht, C. A. Bergsma; 1879 A. C. OudemansJzn. ; tusschen Doorn en Maars bergen, v. d. T.; Amsterdam, Romb.; 1828, v. H. Oud Diemen, Fl. Amst.; Wieringen, 1857, Har ting; Urk 1852, P. Backer de Wit.; 1884, S. Haarlem 1837, Buse; — Lisse, Kerb.; Leiden Forsten; Pierot; Perin; 1832, Wtt.; 1835 Dz.; Mb.; Kerb.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B. Delft, v. S. V.; Rhoon 1871, Schepman; Dor- drecht 1837, Lac; Heikop bij Vianen, v. H.; — Zuid-Beveland, v. d. B.; — 's Hertogenbosch, v. Hov. (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1865, Holk.; 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; — Eelde, J. P. Hartlief; — Usselo, E. J. H. Scholten in herb. Heukels; Zwolle 1894, L. in herb. pr.; — Borkulo, G. J. Ker- bert; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heukels; Culemborg 1842, Alpherts in herb. pr. ; C. A. B a c- ker in herb. pr.; — Hilversum 1874, v. Tuinen in herb. pi\; — duinen Katwijk 1881, Schipper in herb. pr.; Katwijk 1892, V. Suringar in herb. pr.; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; — Neuzen 1853, A. W. in herb. L.; Waarde, M. v. Weele; Sint Laurens, P. de Hullu; — Kruisland, F. Janssens; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; 's Hertogenbosch 1895, Heinsius— Prikken in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 84); - Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. 172 CAPSELLA. CORONOPUS. p. 421); — Drenthe algemeen 1859, Lac. enS. (Arch 1. V. p. 243); - Almelo, Un. 1870 (Arch. 2. I p. 194); Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch 2. I. p. 198); Hengelo, Delden, Haaksbergen, Olden zaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Winterswyk Eibergen, Lochem, Un. 18 60 (Arch. 1. V. p. 210) Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); Vaassen Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p.95); - Haarlemmer meer 1853, Hartmann (Arch. 1. III. p. 285); Alk maar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Schok land 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293) ; Alkmaar, Heiloo Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235) - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - al de Zeeuwsche eilanden, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch 2. V. p. 543); — Venlo, Blerik, Baarlo, Arcen, Un 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Maastricht, Sint Pieters berg, Gronsveld, Roermond, Un. 1861; Sittard, tus schen Beek en Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken Valkenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Voorts bij de meeste oudere schrijvers vermeld. Tribus Brachycarpeae D.G. Coronopus Haller. 156. C. Ruellii All. (Senebiera Goronopus Poir. en Prodr. Ed. I. p. 29, Coronopus vulgaris Fl. B. S. p. 476.) In vochtige kleigronden, aan wegen, dijken, akker- kanten, ruigten enz. 0 en ©. Juni—Aug. In Herb.: Nieuwe Schild op Texel 1868, Holk. Texel 1867, S. P. Huizinga; 1895, V.; Vlieland Lac; — Oostmahorn 1860, S.; Leeuwarden 1859, S. 1865, H. d. V.; Harlingen, v. H.; Un. 1886; Bols ward 1864, J. M. de Boer; — Groningen, Strat. - Kampen 1847, T.; v. Heijn.; Wilsum 1845 T.; Zwartendijk bij Kampen 1854, R. B.; Gene muiden 1894, L.; Zwolle 1898, E. Heimans; — Apel CORONOPUS. 173 doorn 1873, K. A.; Arnhem, S. B. Spaan; Thom- son; 1897, V.; Lent 1852, Th. Abel.; Nijmegen, B.; Harderwijk, R. B.; Culemborg, C. A. Backer *); — Mijdrecht bij Uithoorn 1884, Boerl.; Baambrugge, v. d. T. ; Spakenburg, W. en Kraep.; — Amsterdam, v.H.; Fl. Amst; 1875, Groll; Zeeburg 1851, T. en Th. Abel; 1842, Bierens de Haan, (P.N.S.); Plan- tage Amsterdam, S. S.; Kolhorn, v. H.; Broek in "Waterland, Lac; 1886, Boerl. en V.; Wieringen 1856, Lac; Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Hoorn 1884, K.; de Zaan 1835, Mb.; Amstelveensche weg 1835, Buse; Muiderpoort 1867, 0.; Ymuiden, Exc 1896; Petten, Un. 1891; Spaarndam 1837, Buse; Slootervaart by Haarlem 1871, Groll; — Noordwijk 1848, Mb.; 1848, 0.; Rijnsburg, en Valken- burg, v. d. B.; Leiden 1833, S. S.; 1845, B.W.; Zoe- terwoude, Perin; 1877, K. A.; Oude Wetering 1897, V.; Woubrugge, Dz. ; 's Gravenhage , Fockema; Barger; Maasdijk btf 's Gravezande, V. Z.; Rozen- burg, Exc 1895; Oude Plantage Rotterdam, v. A.; Dordrecht 1848, v. Hov.; Alpherts; 1884, V.; Vreeswijk 1851, 0.; - Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; Waterlandskerkje 1861, A. W.; - Moer- dijk, Un. 1860; — Wessem 1900, G. en Jongmans; Maastricht, de Marres; Wijk brj Maastricht 1894, de Haas. (Op 't Strieperkerkhof te Midsland, J. B. Tijm; — Culemborg, Beusichem en Werkhoven, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; — Utrecht, W. C. van Embden in herb. Heukels; - den Helder 1894, vuurtoren Katwijk 1895, Lisse 1893 en Hoek van Holland 1892 V. Suringar in herb. pr.; Rijnsater- woude, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Papendrecht 1888, Posth. inherb. *) Reeds van daar van 1846, in herb. Alpherts. 174 CORONOPUS. pr. ; — Wissenkerke (N.-Bev.) 1885, Schipper in herb. pr. ; Goes, Posth. in herb. pr. ; Nieuw en St. Joosland 1876, L. in herb. pr.; 1893, Ogterop; meelfabriek Middelburg 1895, Ogterop in herb. pr.; IJzendijke, P. J. v. Roozendaal.) Bovendien: Araeland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 84); Terschelling, Ameland, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 368); - Velsen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 368); Marken 1886, Boerl. en V. (Arch. 2; V. p. 58); - Westland, Voorne, v. Eeden (Arcb. 2. I. p. 368); Brielle, Rockanje, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - al de Zeeuwsche eilanden, A. W. (Arch. 2. III. p. 112); - Oudenbosch 1885 tot 1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Meerssen, Maastricht, Un 1861 (Arch. 2. IV. p. 306). Voorts vermeld door Pelletier, Vorstius en Munting. 157. C. didymus Smith. (Senebiera didyma Pers. en Prodr. Ed. I. p. 29.) Op vochtige plaatsen en op bebouwde gronden. 0. Juli—Aug. In Herb.: Bolsward 1864, J. M. de Boer; — Nijmegen 1833, en Ubbergen, B. ; Apeldoorn 1853 tot • 1873, K. A.; 1878, K.; - Zaagpad Amsterdam, Fl. Amst.; moesland Amsterdam 1848 en tuin aldaar 1871,0.; Zaandijk 1851, Kerb.; — Leiden, v. Roijen; 1846, Perin; 1859, S.; zeer algemeen in den tuin van 's Rijks Herbarium Nov. 1900, G-. en V.; — Leiderdorp, Mb.; — Schouwen, Dz. (Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Amsterdam 1884, Heinsius in herb. pr.; — tus- schen Stolwijk en Haastrecht, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels.) Bovendien : Tholen (?), A. W. (Arch. 2. VI. p. 107). [Aanm. : Sommige der doorde B e jj e r gevonden exem- plaren waren als Lepidium petraeum gedetermineerd, als hoedanig deze plant dan ook in de Fl. B. S. van van H a 1 1 vermeld werd. De plant is oorspronkelyk een Ameri- kaan, die zich bijna over alle landen van de oude wereld verspreid heeft. Zie ook Arch. 1. V. p. 93 en volg.] ISATIS. MYAGRUM. NESLIA. 175 C. Nueamentaeeae D.C. Tribus Isatideae Desvaux. Isatis L. 158. I. tinctoria L. Op steenachtige , ruige plaatsen in kalkhoudende gronden; in de duinen. 0. Mei — Juli. In Herb. : Rijn bij Pannerden, V.Z.; Lobith 1837, V. Z.; — duinbij 's G-ravenhage, V. Z.; onderscheidene plaatsen bij den Haag 1832, V. Z. ; duinen brj Staal- duin en het Spui 1845, v. d. T. ; Sliedrecht, Lac; — Schuddebeurs bij Zierikzee 1869, P. Schuringa; - Werkendam 1837 en 1838, Lac; Sleeuwijk C. A. B a c k e r. (Amersfoort (gekweekt) 1894, Heinsius in herb. pr.) [Aanm.: Als cultuurplant werd zy reeds vermeld btf Pelletier en Bruman.] Myagrum Tourn. 159. M. perfoliatum L. Onder verschillende zaden inge- voerd, afkomstig van Midden- en Zuid-Europa en West-Azie. O- Mei—Juni. In Herb. : Deventer, Westerhof en Peteri; 1899, E. Heimans en J. Thijsse; meelfabriek De- venter 1898, K. A. Neslia Desv. 160. N. paniculata Desv. (Myagrum paniculatum v. G. p. 35, Bunias paniculata Fl. B. S. p. 476.) Piant van geheel Europa (met uitzondering van het noordelijk gedeelte), van West-Azie tot Indie en Noord- Afrika ; in Noord-Amerika ingevoerd, meest 17.6 NESLIA. SORIA. CALEPINA. overal onder zaden, en hiermede ook in ons land ingevoerd. 0. Mei — Juli. In Herb.: Meelfabriek Deventer 1898, K. A.; - Korenvelden tusschen Nijmegen en Sint Anthonie- molen 1792, B.; in een korenland bij den Pelmolen van Mertz buiten de Hertogspoort te Nijmegen 1838, M. Coenen (Unicaex.herb. Th. Abel.); Ede in een moestuin 1890, v. Vloten; — Hilversum 1886, H. d. V.; — Groenhoven bij Leiden 1898, F. J. Struij- kenkamp; 'sGravenhage 1879, de Br.; Gronsveld 1866, H. d. V. (Rotterdam 1899, H. v. d. Linden in herb. Heu- kels; moestuin Dordrecht 1897, Posth. in herb. pr.; — op gruis afkomstig van de meelfabriek te Middelburg onder Nieuw- en St. Joosland 1898, Og- terop in herb. pr.) Bovendien: Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Volgens van Geuns ook gevonden bij Harderwijk. Soria Desv. 161. S. syriaca Desv. {Euclidium syriacum R. Br.) Af- komstig uit Hongarije, Moravie en Klein-Azie, nu en dan ingevoerd. 0. Mei — Juli. In Herb.: Apeldoorn 1897, K. A.; — meelfabriek Deventer 1898, K. A.; Groenhoven bij Leiden 1899, F. J. Struijkenkamp. Trlbus Zilleae D.G. Calepina Adans. 162. C. Corvini Desv. Op braaklanden, zeldzaam. 0 en ©. Mei—Juni. Vermeld voor den Sint Pietersberg op Nederl. CALEPINA. BUNIAS. CAKILE. 177 grondgebied door Verheggen Bull. Soc. Royale de Botan. de Belg. XIV. p. 47 a° 1874. Voorts afgebeeld in de Flora Batava XVIII N°. 1371, als gevonden door den Heer H. W. Groll op den St. Pietersberg in 1885. [Aanm. : In het herbarium van den heer G-roll komt een exemplaar voor, echter gekweekt te Haarlem uit het zaad der te Maastricht gevonden plant.] Tribus Buniadeae D.G. Bunias L. 163. B. orientalis L. Afkomstig uit Midden- en Zuid- Europa, Klein-Azie, Syrie, Tunis en Algiers, vaak ingevoerd. ©. Juni — Juli. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1885, K.; Sport- tent bij Deventer 1894 en meelfabriek bij Deventer 1898, K. A.; - Nijkerk, Th. Stolz; Ruurlo 1887, E n s i n k ; St. Annamolen bij Nijmegen 1898, W. D o c- ters van Leeuwen; Wageningen, C. A. Backer; — bouwland bij het Rijnspoorstation te Amsterdam 1853, Lac; 1866, 0.; S.; - fort Isabel by 'sHerto- genbosch, 1891. (Molenberg te Asten 1899, H. A. vanRoessel in herb. Heukels.) Bovendien : Zutphensche weg, langs den IJssel bij Deventer, J. Kroon (Arch. 2. IV. p. 398;; — Venlo 1895, L. Rieter (Arch. 3. I. p. 63). D. Lomentaeeae D.G. Tribus Cakilineae D.G. Cakile Tourn. 164. C. maritima Scop. In de zeeduinen en langs het strand. Q. Juli—Aug. 12 178 CAKILE. CHORISPORA. In Herb.: Texel 1857, Harting; Coll. Nat.; Vlieland 1858, Lac; Grind 1869, Holk.; Ameland, Spree; Schiermonnikoog 1867, Holk.; - Hindelo- pen 1853, S.j 1873, J. M. de Boer; - Vollenhove 1898, L.; - Harderwjjk 1872, R.B.; 1875, R. B. en v. Heijn.; — Muiderberg, v. d. T. ; Nieuwe diep 1847, T.; Urk 1884, S.; Amsterdam 1882, V.; Velsen 1871, 0.: Wijk aan Zee, Buse; Mb.; Zandvoort, v. H.; 1843 en 1847, Buse; 1870 en 1876 Groll; 1889, v. Vloten; Haarlem, Buse; — Noordwijk, B. W.; v. d. T.; Katwijk, Pierot; 1832, S.S.; 1832, Wtt.; 1835, Mb. en Dz.; 1836, Lac; 1843, 0.; de Vriese (P. N. S.); R. B.; Scheveningen, C. A. Bergsma; v. H. ; G. B. ; 1845, v. d. B. ; 1846, T. ; 1846, d e B r. ; V. Z. ; 1850, S.; Un. 1851; 1878, K.; Destree; 1891, R.B.; Ter Heide 1846, v. d. T.; Hoek van Holland 1883, V.; 1882, C. v. d. Broek; 1887 en 1892, V.; Ouddorp 1894, Boerl. en V.; - West-Kappelsche dijk, For- sten; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buijsman; Breskens 1857, A. W. (Rietlanden Amsterdam 1881, Heinsius in herb. pr.; IJmuiden 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr. ; — Domburg 1877, K. A. in herb. pr.) Bovendien: behalve by de meeste oudere floristen Delft, de W. H. (Arch. 2. II. p. 32); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 113); Noord- Beveland, A. W. (Arch. 2. VI. p. 107). Chorispora D.C. 165. Ch. tenella Pall. Aangevoerde plant uit Zuid-Rus- land en den Levant. 0. Mei—Aug. In Herb. : Middenduin bij Haarlem 1890, Groll; Houthaven Amsterdam 1891, G.; — Boxmeer, Un. 1852. EAPISTEUM. 179 Tribus Raphaneae D.G. Rapistrum Boerh. 166. R. perenne All. Op akkers en langs wegen. Plant uit Hongarije en omliggende landen afkomstig, vaak ingevoerd met zaden. %.. Juni-Juli. In Herb. : Pothoofd bjj Deventer 1894 en 1898, K. A.; — Amsterdam 1874, Lac; — braakland langs de Haarlemmer trekvaart bij Leiden, F. J. Struij- kenkamp; duinen bij Wittebrug, La Chapelle; — 's Hertogenbosch 1891, Wakker. Bovendien volgens de Gorter bij Harderwijk als Cakile perennis (Fl. B. S. p. 474 en Prodr. Ed. I. p. 30). 167. R. rugosum Berger. Plant van Centraal- en Zuid- Europa, den Kaukasus, Klein-Azie, Syrie en Noord-Afrika. 0. Mei—Oct. a. scabrum Host. In Herb. : In vlaslanden bij Rijnsburg, herb. Perin. [Crambe maritima L. De indigeniteit dezer plant berust op een mededeeling van van Geuns dat zy volgens D e n t li a n langs de stranden van Holland zou voorkomen. Deze onderstelling berust waarschynlyk op eene vergissing. Crambe schynt in ons land nu en dan gekweekt te wor- den, echter nimmer langs onze zeekusten. Haar natuurlyke groeiplaats zyn rotsen langs de kust. Toch vind ik in de verzameling inlandsche planten op 'sRyks Herbarium berus- tende, een exemplaar dezer plant, gevonden door A. Perin by Katwyk. Het is my gebleken dat de Heer P e r i n, die op natuurhistorisch gebied liefhebberde en later een onderge- schikte betrekking aan 'sRyks Herbarium bekleedde, (zyn eigenlyk vak was stukadoor), voor het aanbrengen van zeld- zame planten, een kleine vergoeding ontving, waarschynlijk van den toenmaligen directeur, den Heer B 1 u m e. Hierdoor geprikkeld zocht P e r i n dikwyls zjjn nieuwe indigenen niet op het vrye veld, doch in de verzameling van 'sRyks Herba- rium, die hy dan met een passend etiquet voorzag en aldus in de collectie inlandsche planten deed opnemen. Deze ver- 180 RAPISTRUM. EAPHANISTRUM. moedens worden zeer versterkt door de aanteekening, die ik yond brj een exemplaar onder den naam van Helianthe- mum guttatum, door v a n D i s s e 1 "bij Wassenaar ge- vonden. Dr. H. van Hall, destijds conservator aan 'sEyks Herbarium merkte hierby 't volgende aan: Planta false determinata, minime guttatum sed Heli- anthemum Tuberaria Mill. Inscriptio in schedula adjecta „bij Wassenaar van Disse 1", etiam sine dubio falsa est et a v a n D i s s e 1, rei botanicae minime experto, scripta est ; quae porro hac in schedula leguntur, P e r i n scripsit, qui verosimiliter inter alias etiam hanc plantam ex herbario generali sibi eligerit. v. H. 18 April 1859. Ik ben daarom steeds voorzichtig geweest met planten door P e r i n gevonden, op te nemen, alleen de zoodanige heb ik opgenomen, die hy werkelyk zou kunnen gevonden hebben. Met de voorgaande soort is dit wel eenigszins twyfelachtig.] Baphanistrum Tourn. 168. R. Lampsana Gaertn. (Raphanus Raphanistrum L. en Prodr. Ed. I. p. 31). Op bebouwde zand- gronden. 0. Juni—Juli. In Herb. : Burg op Texel 1860, Lac; Midsland op Terschelling, U n. 1 8 8 6 ; Ameland (Nes) 1869, H o 1 k. ; - Mildam, Un. 1881; - Haren 1856, Strat.; Oos- terwolde 1829, v. H.; Groningen, Strat.; Winscho- ten 1888, Schipper; Ter Apel, Un. 1899; - Oos- terbroek, v. H.; Koevorden 1859, Lac. en S.; Mep- pel v. H e ij n. ; - Kampen *) E. B. ; 1847, R. B. ; Noord- diep Kampereiland 1872, Hoek; Brugt 1868, v. d. Scheer; Deventer, Halbertsma; 1876, K.; Pot- hoofd bij Deventer 1882, K. ; - Apeldoorn 1872, 1875 en 1895, K. A.; Zutphen 1833, Wtt.; Vorden 1879, Groll; Paaschheuvel bij Terborg 1861, v. H.; Lobith 1837, V. Z.; Ooische waard, N. en Th. Abel.; Nij- megen, B.; Harderwijk 1855, Lac; Dumortier; 1864, R. B.;*) R.B.; Grebbe, Fockema; Utrecht, C. A. Bergsma; Amersfoort 1892, Garj.; Eembrug, *) De vroeger als soort betitelde Raphanus maritima Sm., die ik niet meer als zoodanig heb onderscheiden. RAPHANISTRUM. 181 Bergsma; de Bilt 1826, v. H.J Vleuten, v. d. T.; huis ter Haer 1835, D. S.; - Muiden 1841, Romb.'); Amstelveensche weg 1842, Tilanus (P. N. S.); Zee- dijk 1838, Romb.; Valkeveen 1865, 0.; Amsterdam 1844, Lac. *); Wieringen 1856, Lac; Haarlem 1836 Mb. ; Zandpoortsche weg 1836, Buse; Haarlemmer meer, Kerb. ; — Noordwijk 1848, 0.; Noordwijker hout 1850, v. d. B. en S. ; Katwijk 1836, Lac; Kijns burg 1832, S. S.; Leiden, Forsten; 1839, B. W. 1846, S.S.; S.; 1894, V.; Voorschoten 1859, S.; Voor burg, B u s e ; 's Gravenhage, en duinen 's Gravenha ge, V. Z.*); R.B.; Scheveningen, G. B. *); 1833, S.S v. S. V. *); V. Z.*); Destree; Alblasserdam 1887 Posth.; Sliedrecht 1882, C. v. d. Broek; — Haam stede, U n . 1894; Vlissingen 1880, B u ij s m a n ; Mid delburg 1895, L.; Breskens 1880, Buijsman; Dom burg 1840, v. d. B.; Zuiddorpe 1854, A. W.; Hulst 1846, v. d. B.; - 's Hertogenbosch, v. Hov.; 1891, Wakker; Vucht, v. A.; 1847, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; — Roermond 1900, en Broek bij Thorn (fl. albis) 1900, G. en Jongmans; Valkenburg 1866, H. d. V.; Beek, CJn. 1883; Simpelveld 1899, G. en V. (Bergum 1869, Holk. in herb. v. Tuinen; — Zwolle 1894, L.; (var. alba) Zwolle 1882, L.; (var. sulfurea) Diffelen bij Hardenberg 1893, L. in herb. pr.; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Twello 1877, K. A. in herb. pr.; — Spoordijk tus- schen Diemen en Weesp 1899, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — tusschen Stolwijk en Gouda, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Waarde, M. v. Weele; Halsteren 1897, P. J. Verhoeven; tus- schen Gilze en Rijen, Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels; — Arcen, Un. 1893, Costerus in herb. pr.) Bovendien: Winschoten 1895, Schipper (Arch. *) Zie noot op de vorige bladz. 182 RAPHANISTRUM. RAPHANUS. 3. I. p. 160); — Gramsbergen, Odoorn 1899, Lac. en S. (Arch 1. V. p. 243); - Steenwijk, Steenwijkerwoud, Un. 1892 (Arch. 2. VI. d. 345); tusschen Heino en Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 405); Hengelo Haaksbergen, de Poppe, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p 218); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); Win terswijk, Eibergen, Borkulo, Un. 1860 (Arch. 1. V p. 219); - Alkmaar, Heilo, Petten, Un. 1891 (Arch 2. VI. p. 235); Wijk aan Zee, v. Eeden (Arch. 2. I p. 368); - Westland, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 368); - Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Baarlo, Velden, Arcen, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Sittard, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo enz., U n. 1883 (Arch. 2. IV. p. 306). Voorts genoemd door Munting en B r u m a n. Raphanus Tourn. 169. R. sativus L. In moeshoven gekweekt en nu en dan verwilderd. Afkomstig uit Azie. Q, Mei—Juni. In Herb. : Oosterhout bij Kampen 1848, T.; De- venter 1877, en Pothoofd bij Deventer 1883, K.; - Amsterdam, Mb.; Sloterweg 1840, Romb.; Spaarn- dam 1879 en Haarlem 1870, Groll; - KatwykDz.; Leiden, Mb.; Perin; 's Gravenhage 1895, R. B.; Zwy ndrecht 1882, V. ; Dordrecht 1883, C. v. d. B r o e k ; — Zuid-Beveland 1847, v. d. B.; Oosterzwake 1839, v. d. B.; Ter Neuzen 1845, v. d. B. (Haaksbergen, Un. 1895; — Westerbouwing bij Oosterbeek 1893, V. Suringar inherb. pr.; tusschen Elst enNijmegen 1899, A. H. Blaau winherb. Heu- kels; — Delft 1876, L. in herb. pr.; — Goes (/?. ni- ger), Posth. in herb. pr.; Middelburg 1892, Ogte- rop in herb. pr.; — Besoijen, C. A. Backer in herb. Heukels; Deuteren 1876, Costerus inherb. RAPHANUS. HELIANTHEMUM. 183 pi\; (var. radicula) Boxtel 1898, A. C. J. v. Goor in herb. pr.) Bovendien: Steenwijk, Un. 1892 (Arch. 2 VI. p. 345); - Nrjmegen, Abel. (Arch. 2. V. p. 260); - Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 107). Voorts bij Pelletier, Munting en Bru- man. Ordo Cistaceae Dunal. Helianthemum Tourn. 170. H. guttatum Mill. Op zonnige plaatsen op steen- achtige, dorre zandgronden. 0. Juni — Aug. In Herb.: Groote Slugte op Texel 1897, J. R. Katz; Vlieland 1868 en 1869, Holk.; 1897, V.; Ter- schelling 1869, Holk.; 1881, Groll; Un. 1886; 1876, Hinxt; 1887, V.; - tusschen het huis ter Heijden en Soesterberg, Jhr. Mr. Beelaerts van Blockland. [Aanm.: H. guttatum werd door van Hoyen opge- geven voor Haastricht (Cfr. Arch. I. 1. p. 216). Dit moet een vergissing zyn met de volgende soort.] 171. H. Chamaecistus Miller. (Helianthemum vulgare Gaertner en Prodr. Ed. I. p. 31.) Op zonnige plaatsen, op heiden, langs boschranden enz. %.. Juni — herfst. In Herb. : Sint Pietersberg bij Maastricht, v. H o v. ; Un. 1861; 1869, 0.; 1870, Groll; 1875, de Br.; 1881, Groll; Un. 1883; 1885, K.; Exc. 1889; 1894 en 1897, V.; — Cadzand zeldzaam 1898, Schiette- katte. Bovendien: Bosch van Canne op den Lauberg 1892, de Haas (Arch. 2 VI. p. 155). [Aanm. : Over H. Tuberaria en de opmerkingen reeds vroeger omtrent A. P e r i n gemaakt, zie men p. 179.] 184 VIOLA. Ordo Violaceae D.G. Viola Tourn. 172. V. palustris L. Op moerassige heide en veengron- den. 2J.. April—Juni. In Herb.: Texel 1867, H. d.V.: 1895, V.; Midsland op Terschelling 1869, Holk.; 1869, V.; Westterschel ling, Un. 1886; Liesterplak bij Hoorn op Terschel ling 1869, Holk.; — Bergumerheide 1840, Spree Giekerk, Bruinsma; Tietjerk 1850, S.; — Wester broek, Strat.; Haren, v. H.; — Paterwolde, v. H. Weerdinge 1859, Lac. enS.; Un. 1889; Valthe 1859 Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; Odoorn 1859, Lac en S.; — Kranenkamp 1878, v. d. Veen; Vollen hove, W. en Kraep.; Steenwijkerwold, Un. 1892 Deventer, Romb.; tusschen het Staphorsterbosch en Havelte, v. Heijn.; Zwolle 1894, L.; tusschen Borne en Ahnelo, Tubbergen, Denekamp 1891, L.; Goor 1898 en Markelo 1898, G.enV.; - Hattem 1865, H. d. V.; Apeldoorn 1878, K.; Ruurlo 1883, Ensink; Vorden 1876, Groll; Park bij 't Loo 1858, 0.; Arn- hem, Thomson; Wolfheeze, Buse; 1856, S.; 1856, 0.; Winterswijk Un. 1859; Eibergen, Un. 1897; Hatertsche broek 1843, Th. Abel.; Wijchensche venen, Th. Abel.; 1897, G. en V.; Beek 1847, v. d. B.; Edensche veen 1894, V.; — Renswoude, Vee- nendaal, Maarsbergen 1884—1885, K.; tusschen de Bilt en Amersfoort 1842, Wenck; Coelhorst bij Amersfoort 1894, Garj.; Amersfoort, Wtt. ; G. Deijn.; Soestdijk 1834, Wtt.; Zeist, Nyhoff; v. Dijk; 1840, de Br.; 1843, Wenck; de Bilt, v. d. T.; C.A. Bergsma; 1839, Lac; 1835, D.S.; Utrecht, v. d. Looy; Beerschoten, v. d. T.; 1844, W. en Kraep.; Baambrugge en Vinkeveen, v. d. T. ; — Naarden 1892, V.; Halfweg 1855, Lac; — Leimui- den, Buse; 1840, Mb.; S.S.; 0.; Exc. 1882 en VIOLA. 185 1883; 1893 en 1897, V.; - Hoeven en Oudenbosch, de Haas; Helmond, Wtt.; Peel bij Helmond 1834, Wtt.; Geldrop, de Bi\: - Plasmolen 1897, G. en V. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; Oldeboorn 1865, Holk.; — tus- schen Groote gast en Tolbert 1866, Holk. ; Veenland buiten de A-poort te Groningen 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Wedde en Onstwedde 1889, Schipper in herb. pr.; Onland bij Eelderwolde, Eelderhooiweg bij 'thuis te Glimmen en Voorveld, K. de Boer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Bernink; Usselo, E. J. H. Scholten; — Putten, Nijkerk en Harder- wijk, C. A. Backer in herb. Heukels; Borkulo langs het bosch van Bloemena, G. J. Kerbert; Erve Westbroek tusschen Elburg en Oldebroek 1847, Alpherts in herb. pr.; Hoenderloo 1899, K. A. in herb. pr. ; — Driebergen 1898, C. A. Backer in herb. pr. ; — Ankeveen 1899, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Duivendrecht 1885, Heinsius in herb. pr.; de Liede bij Haarlem, C. A. Backer; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — het Laag bij Halsteren, P. J. Verhoeven; Gilze-Rijen, Th. W. van Schermbeek; in herb. Heukels; Oisterwijk 1866, Posth. in herb. pr.; - Velden, Un. 1893, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Haaksbergen, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Sint Willebrord bij Over-Asselt, Un. 1853 (Arch. 1. III. p. 495); — Gennep, Lac; (Arch. 2. V. p. 4); Arcen, Oostrum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). 173. V. hirta L. Op beschaduwde plaatsen, voornamelijk in zandige streken. 2J.. April—Mei. In Herb.: Deventer 1834, Wtt.; - Zutphen 1834 en 1836, Wtt.; 1882, de Br.; 1882, C. v. d.Broek; Gorssel, Wtt.; Voorst 1834, Wtt.; 1878, K.; 1880, K. A.; - Haarlem, V. Z.; 1836, Lac; 1898, H. 186 VIOLA. Heukels; Kruidberg bij Velsen, Exc. 1860; Vel serbosch 1898 en Breesaap 1887, V.; Zandpoort Buse; Aardenhout 1867, 0.; Overveen, Buse; S. middenduin Overveen 1870, Groll; 1897, V.; Bent veld 1833, S. S.; Vogelenzang, v. d. T.; Rozewater bij Zandvoort 1833, S. S.; Hinxt; Zwartwater by Zandvoort, Pierot en Arkenhousen; — Hol landsche duinen, 0.; Forsten; Katwijk 1897, V. Berkhey, 1897 en 1898, V.; Schulpweg Wassenaar 1832, Pierot; 1833, Wtt.; 1860, S.; Mb.; S. S. Pierot en Arkenhousen; Halfweg Leiden, S. S. - Maastricht 1843, v. Hov.; Gronsveld, Un. 1861 1897, V.; Sint Pietersberg 1897, V.; tusschen Val kenburg en Beek, Un. 1861; 1873, Lac; Locht 1899, G. en V. (Beverwijk 1885, Costerus in herb, pr.; — Vo- gelenveld bij Hillegom 1893, V. Suringar in herb. pr.; Scheveningen, J. P. Lotsy in herb. Posth.; de Bol bij Willige Langerak, J. J. Schep in herb. Heukels.) Bovendien: tusschen Schoorl en Bergen, tusschen Castricum en Voorne, Lijst v. Eeden (Arch. 2. I. p. 368); - Haamstede (?), Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); — Oud Valkenburg, Lac; Terhagen, Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 4). 174. V. odorata L. Onder heggen, aan beschaduwde slootkanten, in bosschen enz. 2J.. Maart — Mei. In Herb.: Vlieland 1873, 0.; Midsland op Terschel- ling, Un. 1886; — Oosterbierum 1840, Spree; Bolsward 1869, J. M. de Boer; — Groningen, Strat.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1849, R. B.; 1871, v. Heyn.; Hoek; Deventer 1846, T.; 1877, K.; — Zutphen 1843 en Voorst, Wtt; Harderwijk 1866, R. B.; Nymegen, N.enTh. Abel.; Thomsqn; Meerwijk 1882, G. Molengraaff; Renkum, Buse; Culemborg 1854, Th. Abel.; - Rhenen 1854, Th. Abel.; Baarn 1895, Garj.; Utrecht, v. H.; 1835, VIOLA. 187 Kraamw.; C. A. Bergsma; 1863, Coll. Nat Baambrugge, J. Nijhoff; Vreeland 1873, 0.; Neer langbroek, v. d. T. ; — Muiderschans, Fl. Amst. Muiderboschje, Fl. Amst. ; 1840, Romb. ; Haarlem merhout 1836, Buse; Bloemendaal 1872, Boerl. Edam 1873, Hulsebosch; — Warmonderhek, S. S. Oegstgeest 1833, S. S.; 1836, Lac; Duifhuislaan 1843 0.; Katwijk, S. S. ; Valkenburg 1855, v. H. Jr.; Lei den, S. S.; 1835, Mb.; Dz.; 1836, Lac; 1842,0. 1851, S.; 1871, Boerl.; Wassenaar 1833, S. S. Mb.; Exc 1882; Haagsche bosch, Beeklaan bij 's Gravenhage 1840 en Zorgvliet, V. Z. ; Waalsdorp 1895, Barger; 's Gravenhage 1840, V. Z.; 1870, Groll; Houtrust, Destree; Delft 1844, de Br.; Rhoon 1871, Schepman; Zwijndrecht 1880, V.; 1882, C. v. d. Broek; Dordrecht 1882, V.; Everdin- genl835, D.S.; Kraamw.; — Duiveland, Un. 1894; Zuid-Beveland, Dz.; 1848, v. d. B.; 's Gravenpolder 1841, Kapelle, Albekerke Oudelanden, Zwake, Kwa- dendamme, Galghoek 1839 en Moesbosch 1846, v. d. B.; Souburg 1881 en tusschen Vlissingen en Koudekerke 1880, B u ij s m a n ; Zeeuwsch Vlaanderen 1864, A.W.; Nieuwland 1871, A. W. en L.; - Val- kenberg bij Breda, v. A.; wallen van 'sHertogen- bosch, v. Hov.; — Lichtenberg bij Maastricht 1897, V.; Zuid-Limburg 1900, G. en V. (Kerkhof te Rinsumageest, J. Botke en J. de Groot; — Winschoten, Schipper in herb. pr. ; 'tLoo 1877, K. A. in herb. pr.; Gendringen, M. S. Rust; - Doorn, S. Boot in herb. Heukels; — Beverwijk 1885, Costerus in herb. pr.; Haarlem 1885, Heinsius in herb. pr. ; Sparendammerdijk bij Sloterdijk 1899, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — Rijngeest onder Oegstgeest 1895, V. Suringar in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. pr.; Dubbeldam 1999, Posth. in herb. pr.; — Koude- kerke 1874, L. in herb. pr.; Middelburg 1893, Og- 188 VIOLA. terop in herb. pr.; Waarde, M. v. Weele; Sint Laurens, P. de Hullu; — Werkhoven, C. A. Bac- ker; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) ^. fl. albis. In Herb.: Zwolle 1896, L.; - Zand bij Culem- borg 1899, C. A. Backer; — Wijk bij Duurstede, v. d. T. ; - Muiderbosch 1839, R o m b. ; Edam 1873, Hulsebosch;— Leiden, P e r i n ; Oegstgeest 1833, Wtt.; S. S.; 1835, Mb.; 1840, B. W.; - Walcheren Ermerins, Middelburg 1839, v. d. B. (Bloemendaal 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr. ; — Zand bij Culemborg en kerkhofweg aan den ach- terweg aldaar, C. A. Backer in hefb. Heukels; — Sint Laurens 1877, L. in herb. pr.) Bovendien: Weerdingen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 243); - Park 't Loo, K. A. (Arch. 2. III. p. 178); Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); — Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 368); — Standaartbuiten 1885 — 87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); - Gronsveld, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 402); tusschen Eijsden en Rijkholt 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 4). Verder bij Pelletier, Hondius, Knijf, Munting en Bruman. fi. Culemborg, Th. Abel. (Arch. 1. V*. p.422); NJj- megen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 260); — Maastricht, de Haas en Hoevenaars (Arch. 2. VI. p. 565). 175. V. silvatica Fries. In bosschen en op beschaduwde plaatsen. 2J.. April — Mei. a. micrantha Doll. In Herb. : Groningen 1842, de Vriese; Haren 1826 en Smeerling bij Oostwedde, v. H. ; — Weer- dinge 1859, Lac. en S.; — Deventer, Romb.; 1848, v. d. Cop; Goor 1861, v. H.; Ootmarsum 1891 enDenekamp 1896, L.; Oldenzaal, Un. 1895; Lonneker 1891, L. ; Losser 1898, G. en V.; — Zutphen, Wtt.; 1882, C. v. d. Broek; Epserheu- VIOLA. 189 vel, Exc. 1897; Gorssel 1876, K.; Twello, T.; Apeldoorn, K. A. ; 't Loo 1858, 0. ; Soerensche bosch 1833, Wtt.; Beekhuizen 1844, Lac; Velp enPessink, K. A.; Hoenderloo 1879, K. A.; Bosch van den Uilenpas; Kuurlo 1882, L. ; Monfer- land, Cop; Winterswijk 1872, R. E. de Haan Un. 1859; Eibergen, Un. 1897; Rheede, Mb. 1838, B u s e ; Wolfheeze 1856, 0. ; Renkum, B u s e Arnhem, Thomson; Nijmegen, B.; Th. Abel. Beek 1847, v. d. B.; tusschen Beek en Groesbeek 1841, v. d. T.; Ubbergen 1833, Wtt.; Meerwtfk 1882, G. Molengraaff; Hulshorst 1835, D.S.; 1864, R. B.; Harderwijk 1866, R. B.; - Heiligenberg bij Amersfoort, v. d. T. ; Hoevelaken, R. B. ; Grebbe, v. H.; Rhenen, C. A. Bergsma; de Bilt 1839, Buse; Zeist, v. d. T.; - Haarlem 1833, Wtt.; 1835, Mb.; 1870,0.; Overveen, 1897, V.; Haarlem- merhout 1833, Wtt.; 1841, Kerb.; 1870, Boerl.; Aardenhout, v. d. B.; 1867, 0.; Bentveld 1870, G r o 1 1 ; Woestduin 1873, B o e r 1. ; Bloemendaalsche bosch 1880, L. V. Hoog; Vogelenzang 1855, Dz. en v. d. B.; S.; Boerl; Exc. 1883; 1896, V.; Zandvoort 1870, Hoek; Velsen 1843, de Vriese; - Lisse 1897, V.; Warmond 1857, S.; Katwijk, B. W.; tusschen Katwijk en Wxassenaar, Mb.; Persijnspan 1897, Stadwijk bij Voorschoten 1894 en Waalsdorp 1897, V. ; 's Gravenhage, V. Z. ; Haag- sche bosch 1833, Wtt.; G. B.; 1836, Lac; Dz.; Exc 1861; 1863, S.; 1895, Barger; Zorgvliet, V. Z. ; Scheveningsche boschjes 1895, Ogterop; — Zeeland, Oostkapelle 1838 en 1839, v. d. B.; - Breda, v. A.; 1882, C. v. d. Broek; Zundert, Un. 18 60; Geldrop, de Br.; Wintelre, Dz.; - Maas- tricht, v. Hov.; 1894, V.; Meerssen en Sittard, Un. 1861; tusschen Bemelen en Valkenburg 1897, V.; Gronsveld, Un. 1861; 1897, V.; Savel- sche bosch 1894, V.; Geulem 1900, van Sille- 190 VIOLA. voldt en Jongmans; Valkenburg 1866, H. d. V.; Un. 1861; Gulpen 1885, K. enG.; Slenaken 1897, V. (Vlachtwedde 1889, Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Paterwolde 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Rithem 1877, L. in herb. pr.; Olden- zaal, Un. 1895, Ogterop in herb. pr. ; tusschen Hengelo en Borne, Un. 1895, Costerusin herb. pr.; Usselo, E. J. H. Scholten inherb. Heukels; in 't bosch van het Hof te Appen te Voorst 1880, L. in herb. pr.; Voorst, J. H. Edelman in herb. Heukels; Hoenderlo (met ronde zaaddoos) 1881, Beekbergerwoud 1853, K. A. in herb. pr. ; Doornwerd- sche bosschen 1878, Schipper inherb. pr. ; — Doorn, S. Boot in herb. Heukels; — tusschen Haarlem en Zandvoort 1886, J. J. Smith in herb. Coste- rus; — Oost-Kappelle 1877, A. W. inherb. L.; Dom- burgsche manteling 1894, Ogterop in herb. pr. ; — tusschen Halsteren en Wouw, P. J. Verhoeven in herb. H e u k e 1 s ; Ulvenhoutsche bosch 1884, P o s t h. in herb. pr.; — Geulle 1893, V. Suringar in herb. pr.) ^. Riviniana (y. Riviniana Rchb. en Prodr. Ed. I. p. 33). In Herb. : Haren bij Groningen, v. H. ; — Beek- bergerwoud 1869, S.; Monferland 1845, M. J. Cop; Kastanjebosch te Beek, Th. Abel.; Nijmegen, B.; — Wickenburgh brj Schalkwijk 1899, C. A. Bac- ker; — Haarlemmerhout 1855, Buse; — Ginne- ken 1880, Boerl.; Rosmalen 1846, v. Hov. (Hoenderloo 1879-1881, Boksbergen 1898, K. A. in herb. pr.) Bovendien: a. Eeze, Steenwijkerwold, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 345); Delden, Un. 1870 (Arch. 2.1. p. 198); Oele, Bekkum, Twikkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Terborg Un. 1885 (Arch. 2. VIOLA. 191 IV. p. 402); — Castricum, Marquetten, Velsen, Lijst v. Eeden (Arch. 2. I. p. 369); - Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). /?. Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 107). 176. V. canina L. In opene en beschaduwde heide- en zandgronden. <2[. April — Juni. a. ericetorum Schrader. In Herb. : Texel 1860, Lac. ; Vlieland 1859, Lac. 1869, Holk.; West-Terschelling, Un. 1886 Ameland, J. P. Kros; 1869, Holk.; Schiermon nikoog 1868, Holk. ; - Boer, Spree; Wonsera deel 1864, J. M. de Boer; Gaasterland 1894, L. — Haren bij Groningen, v. H.; Oosterbroek Strat.; Harendermolen 1827, v. H.; — Meppel v. Heijn.; de Wyk bij Meppel 1865, H. d. V. Assen, Ane, Odoorn en Weerdinge 1859, Lac en S.; — Heemse 1868, v. d. Scheer; Grams bergen 1859, Lac. en S.; Agnitenberg bij Zwolle 1892 en Almelo 1891, L.; Kampen 1850 en Kam- perveen, R. B.; Vollenhove 1893 en Denekamp 1898, L.; - Harderwyk 1864, R. B.; Nijkerk, Garj.; Twello, R. B.; Uddelermeer 1849, v.d.B.; Hoenderloo, Un. 1890; 't Loo 1858, 0.; Gorssel 1878, K.; Arnhem, Thomson; Velp, v. H.; Lich- tenvoorde en Varseveld. Un. 1859; Nijmegen, B. ; N. en Th. AbeL; - Amersfoort 1860, R.B.; 1892, Garj.; Hoevelaken, R. B.; Soestdijk, v. H.; Rij- zenburg 1859, R. B.; Driebergen 1857 en 1865, Kniittel; v. H.; Zeist, W. en Kraep.; de Bilt, v. d. T.; de Grebbe 1847, Th. Abel.; - Naarden 1864, 0.; Haarlem, de Vriese; Overveen 1835, Buse; S.; Zandvoort, Vogelenzang, Exc. 1883; - Noordwijkerhout 1843, 0.; Noordwijk 1829, S. S.; 1848, Mb.; Sassenheim 1857, S.; Katwyk, Perin; 1835, Mb.; Kerb.; Duifhuislaan 1843, 0.; Wassenaar 1838, S.S.; Pierot; Dz.; Exc. 1887; 192 VIOLA. Waalsdorp, S. S.; 1897, V.; Haagsche bosch, S. S.; 's Gravenhage, V. Z.; 1836, Lac; Staalduin 1847, v. d. T.; — Walchersche duinen en Domburg 1839 en 1840, v. d. B.; Sas van Gent 1855, A. W.; Hulst 1845, v. d. B. ; — Ulvenhoutsche bosch 1884, Posth.; Rozendaal, Un. 1860; Vuchtsche heide 1847 en Bestsche heide 1850, v. H o v. ; — Velden, Un. 1893. (Murmerwoude, Kollumerzwaag, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; — tusschen Groote- gast en Tolbert 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; Onland, Eelde, Oosterbroek en Schipborg, R. de Boer en H. Kooi; Eelde, J. P. Hartlief; - Us- selo, E. J. H. Scholten in herb. Heukels; Hel- lendoorn 1892, Carmiggelt in herb. L.; - Ruurlo 1882 en Apeldoorn 1881, L. in herb. pr.; Trijzelen- berg bij Hattem 1870, v. Tuinen in herb. pr. ; Mid- dachten 1892, Ogterop in herb. pr.; Apeldoorn 1877-1881 en Voorst 1879, K. A. in herb. pr.; Gen- dringen, M. S. Rust; tusschen Culemborg en Drie- bergen, C. A. Backer; — Doorn, S. Boot, in herb. Heukels; — Duivendrecht 1884, Heinsius inberb. pr.; Amsterdam 1893, Costerus in herb. pr.; — Lisse 1881, Schipper in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland, in herb. Heu- kels; — Domburgsche duinen 1894, Ogterop in herb. pr.; Vroon te Oostkapelle 1877, L. inherb. pr.; — Steenbergen en Woensdrecht, P. J. Verhoeven; Kruisland, E. Janssens in herb. Heukels.) p. lueorum Rchb. In Herb.: Terschelling 1887, V.; - Rijp in Gaasterland 1872, J. M. deBoer; - Eelde bij Groningen 1865, H. d. V. ; — Koevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn. ; — Oldenzaal Un. 1895, Groll; Aamsveen en Markelo 1898, G. en V.; Staphorst 1834, Wtt.; - Hulshorst 1850 en Harderwijk, R. B.; Hoenderloo, Un. VIOLA. 193 1890: Zutphen; Wtt.; Winterswijk, Un. 1859; Arnhem, Thomson; 1879, G-roll; Nijmegen, B.; Meerwijk, Th. Abel.; Heumen 1856, v. d. B.; — Amersfoort en Hoevelaken, R. B.; Driebergen, C. A. Bergsma; Zeist 1822, Petif; de Bilt 1835, D. S. ; — Naarden 1864 en Haarlemmerduin 1847, 0.; — Keukenhof bij Lisse 1887, V.; tusschen Lisse en Hillegom, v. d. B, ; Clingendaal 1826, V. Z.; Groot Berkheij 1898, V.; 's Gravenhage, C. A. Bergsma; V.Z.; 1843 en 1849, de Br.; Loosduinen, V. Z. ; tusschen Loosduinen en Sche- veningen, de Br. ; Houderinge, v. d. T.; Hoek van Holland 1895, V.; — Bergen op Zoom en Zundert, Un. 1860; Vuchtsche heide 1847, v. Hov.; Geldrop 1835, de Br. (Tusschen Groningen en Haren 1898, H. Kooi in herb. Heukels; — Norg, Holk. in. herb. v. Tui- nen; — Hengelo Un. 1895, Schipper in herb. pr.; — Ruurlo 1882, L. in herb. pr.; — Breda 1881, Posth. in herb. pr. ; spoorweg Boxtel — Eindhoven 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — Valken- burg 1893, Sint Pietersberg 1893, V. Suringar in herb. pr.) y. flavicornis Smith. In Herb. : Terschelling Eendenkooi bij de Grie 1896, V. 8. montana L. In Herb. : duinen bij Noordwijk 1842, Dz. s. lancifolia Thore. (V. lancifolia Thore en Prodr. Ed. I. p. 33., V. lactea Smith en /?. Fl. B. S. p. 206. Cfr. p. 778. V. pnmila p. ericetorum.). In Herb. : Heide bij Deventer, Wtt. ; heide bij Bathmen 1834, Wtt.; Diepenveen 1878, K.; - Beekbergen 1834, Wtt.; Ruurlo 1885, L. en En- sink; Vorden 1876, Groll; Exelsche veld bij Lochem 1879, L. ; heide by Loenen op de Veluwe 13 194 VIOLA. 1834, Wtt.; Loenen 1840, Buse; heide bij Apel- doorn 1833, Wtt.; - Zeist, Wtt.; - Halsteren 1898, P. J. Verhoeven. (Okse bij Deventer 1882, K. A. in herb. pr.; Eemnes- binnen 1892, Costerus in herb. pr.) Bovendien : 1. Zonder opgave van varieteit: Veen Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — tusschen Raalte en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Nieuwkerkerveen, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Twikkel, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 402); - Alkmaar, Bergen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 271); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 398); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 113); — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Plasmolen, Abel., Lac. (Arch. 2. V. p. 4); Velden, Blerik, Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Voorts gemeld bij Pelletier en Bruman. 2. Afzonderlijke vermelding vonden: a. Heide bij Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 178); — Zuiddorpe, A.W. (Arch. 1. IV. p. 270); - Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); St. Pietersberg, de Haas en Hoevenaars (Arch. 2. VI. p. 565). £. de Lutte, Tankenberg, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); — Bloemendaal, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 369); - Sas van Gent, Zuiddorpe, A. W. (Arch. 1. IV. p. 270); - Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); - St. Pietersberg, Louberg, de Haas en Hoe- venaars (Arch. 2. VI. p. 565). s. Lochem, Staring (Arch. 1. IV. p. 168); Apel- doorn, O. (Arch. 1. V. p. 41); Wonningen 1852, K. A. (Arch. 2. III. p. 178). 177. V. persicifolia Schkuhr. p. pumila Chaix. (V. stagnina Kit. en Prodr. Ed. I. VIOLA. 195 p. 34. V. lactea Aut). Op moerassige plaatsen, in heide en veenstreken. %. Mei—Juni. In Herb. : Veenwouden, Spree; — Markelo 1898, G. en V. ; — tusschen Wageningen en Yee- nendaal 1885, K. en G.; 1899, V.; Empescheveld 1899, K. A.; Wijchensche venen 1897, G. en V.; — tusschen Rhenen en Veenendaal 1885, K. en G-.; Achttienhoven 1843, Wenck; 1843, v. d.T.; 1844, G. Deijn.; Kraamw.; — Nieuw Lekkerland 1881, V.; Sliedrecht 1895, Posth. (Vlijmensche veer 1897, J. E. Honcoop en Hein- sius in herb. Heinsius.) Bovendien: Zeist, Kraep. (Arch. 1. I. p. 418). [Aanm.: V. stagnina behoort nog nader in de natuur bestudeerd te worden. Het schijnt my toe dat deze soort niet van de voorgaande te scheiden is, tot welke meening ik aanleiding vond doordien ik met den Heer Goethart by Markelo in 1898 langs een slootkant een volledige reeks van overgangen vond tusschen de op den wal groeiende V. c an i n a en de bij het water voorkomende V. stagnina, die in haar typische ontwikkeling zeer gemakkelyk van V. canina is te onderkennen. Er schynen trouwens hybriden tusschen deze beide, tot nog toe als soorten bekende, vormen te bestaan, die bekend zijn onder den naam van V. nemoralis (= V. canina X stagnina). Ook hier kan de opzettelrjke cul- tuur ons nog veel leeren.] 178. V. tricolor L. In opene en bebouwde, voornamelijk zandige gronden. 0, © en 2J.. Mei—herfst. a- vulgaris Koch. In Herb.: Texel 1860, Lac; - Oenkerk 1849 S.; Tjerkwerd 1867, J. M. deBoer; — Frieswou den, S.; Groningen, v. H. ; Oosterbroek, Strat. — Dalen 1859, Lac. en S. ; Meppel, v. Heijn. Assen 1865, H. d. V. ; — Steenwijkerwold, Un 1892; Kampen 1849, R. B. ; Deventer, Halberts ma; Diepenveen 1876, K.; — Leesten 1851, Grone man; Zutphen 1834, Wtt.; 1856, de Br.; Vaassen 1878, L.; Putten 1835, D.S.; Barneveld 1894, Garj.; Harderwijk, E.B.; Lochem 1886, V.; Ruurlo 1882, 196 VIOLA. Ensink; Eibergen, Un. 1859; Arnhem, Thom son; tusschen Hees en Neerbosch, N. en Th A b e 1.; Ubbergen 1882, G-. M o 1 e n g r a a f f ; Renkum Buse; Culemborg, v. Heijn.; — Amersfoort 1836 D. S.; R. B.; Soestdijk 1856, Coll. Nat.; Maars bergen, v. H.; Utrecht 1863, Coll. Nat.; tus schen Kolken en Wijk bij Duurstede, v. d. T.; — Blaricum, v. H.; Oosterbegraafplaats Amsterdam 1868, 0.; Ringdijk 1841, Romb,; Zandpoort, F o c- kema; Overveen 1869, Hoek; Bloemendaal 1871, Boerl.; — Haarlemmervaart 1857, S.; Leiden 1843, 0.; Dz.; Wassenaar 1833, Wtt.; Haagsche bosch, v. H.; G. B.; Jodenkerkhof 's Gravenhage, V. Z.; 's Gravenhage, Exc. 1861; Staalduin 1845, v. d. T.; tusschen Zwijndrecht en Barendrecht 1880, Posth.; - Koudekerke 1863, A. W.; Hulst 1845, v. d. B.; — Breda, v. A.; Teteringen 1884, V.; Zundert, Un. 1860; Pettelaar bij 's Hertogen- bosch, v. Hov.; — Epen, Un. 1883. (Rottevalle, J. Kuipers; Wolvega, L. T. v. d. Zweep in herb. Heukels; Oranjewoud 1869, tus- schen Bergum en Suameer 1866, v. Tuinen inherb. pr.; - Platvoet bij Deventer 1879, Wythmen bij Zwolle 1883, Hardenberg 1894 L. in herb. pr. ; Usselo, E. J. H. Scholten; — Voorst in de Halmen, J. H. Edelman; — Doorn, S. Boot; — Rotterdam op aangevoerd zand, H. v. d. Linden; — SintLaurens, P. de Hullu, alle in herb. Heukels; Walchersche duinen 1874, L. in herb. pr.; Nieuw en St. Joos- land 1875, Schipper in herb. pr.; - Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels.) /?. chrysantha Koch. In Herb. : Diepenveen 1878, K.; — Hilversum 1838, Kraamw. ; v. d. T. ; Breesaap 1843, Buse. y. arvensis Murray. Steeds 0. InHerb.: West-Terschelling, Un. 1886; - Wol- vega 1869, J. M. de Boer; - Helpen 1826, v.H.; VIOLA. 197 — Eelderwolde, Strat. ; Meppel, v. Heijn.; — Steenwykerwold, U n. 1892; Kampen 1848, R.B.; Kamperveen 1848, T.; Deventer 1839, Hal- bertsma; 1846, T. ; Romb.; — Harderwijk, R. B. ; Apeldoorn 1882, K. A.; Zutfen, v. d. E nd e; Staring; 1859, de Br.; Ruurlo 1882, Ensink; Woeste hoeve, Un. 1849; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Velp, v. H.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Beek 1853 en 1868, 0.; Ubbergen 1882, G. Molengraaff; Heumen 1856, v. d. B. ; Ede en Bennekom 1856, v. H.; Renkum 1848, Buse; — Amersfoort, R. B.; 1892, Garj.; Eembij Amersfoort 1892, Garj.; Soestdyk 1856, Coll. Nat.; Driebergen 1865, Kniittel; de Bilt, Coll. Nat.; Utrecht 1828, v. H.; 1851, Hart- mann; Odijk 1857, Kniittel; Houten 1826, v. H.; Schalkwijk 1833, Wtt.; Forsten; Vechten en Bunnik, D.S.; Nijenhuis 1888, V.; - 'tGooil827, Egeling; Hilversum, v. d. T.; Amsterdam, Fl. Amst.; Wieringen 1856, Lac; Zandpoort 1868, 0.; Overveen 1842, Tilanus (P. N.S.); - Lisse 1835, Buse; Sassenheim 1835, Mb.; Warmond 1859, S.; Leiden 1840, B. W.; Perin; 1843,0.; Wassenaar, D z. ; Waalsdorp, V. Z. ; 's Gravenhage, V. Z.; Perin; R. B.; Naaldwijk 1847. v. d. T.; Zwyndrecht 1836, Lac; Dordrecht 1881, V.; - Zuid-Beveland, Kapelle 1838 en Oosterzwake 1839, v. d. B.; Zeeuwsch-Viaanderen 1862 en Sint Kruis 1861, A. W.; Breda, v. A.; Doveren, Thomson; Pettelaar bij 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Arcen, Un. 1893; tusschen Beek en Elsloo, Boerl.; Gronsveld, Un. 1883; Valkenburg, Un. 1861; Bunde, Un. 1883. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Rot- tevalle, J. Kuipers; — Usselo, E. J. H. Schol- ten; - Gendringen, M. S. Rust; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Ede, H. A. West- 198 VIOLA. broek en J. Slingerland in herb. Heukels; — Baarn 1884, Heinsius in herb. pr.; — Sliedrecht 1898, Posth. in herb. pr. ; — Waarde, M. v. Weele; SintLaurens, P. de Hullu in herb. Heukels; Se- rooskerke 1877, L. , duinen Breskens 1885, L., Oost- Kapelle 1876, J. C. F r e d e r i k s in herb. L. ; — Waalre, P. Sloots; Kruisland, F. Janssens; Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. Heukels; Bergen op Zoom, Un. 1896, Costerusin herb. pr.; Eindho- ven 1880, Posth. in herb. pr.) d. maritima Schweigger. (V. tricolor «. syrtica Prodr. Ed. I. non Florke, dat een vorm is met vleezige stengels en bladen van y. arvensis. In Herb. : Texel, Holk.; Vlieland 1858, Lac; - Epe 1864, S. ; Apeldoorn 1883, K. A. ; - Naar- den 1864 en Amsterdam 1867,0.; Haarlem, v. H.; Overveen 1832, v. H.; Vogelenzang 1845, Dz. en v. d. B.; Exc. 187 9; Zandpoort 1868,0; - Hille- gommerbeek, Exc. 1883; Noordwijkerhout 1858, v. d. B. en S.; Noordwijk, Wtt.; 1838, Romb.; 1872, Boerl.; Katwijk 1826 en 1827, Wtt.; Dz.; 1836, Lac; 1854, v. H. Jr.; 1860, S.; Waalsdorp 1833, Wtt. ; — Zorgvliet, en duinen 's Graven- hage, V. Z.; v. H.; G. B.; Bergsma; Schevenin- gen 1845 en 1849, de Br.; R.B.; 1882, V.; Was- senaar 1832, S.S.; Pierot; 1842 en 1843, 0.; Exc 1861; Loosduinen, Un. 1851; Terheide 1851, T.; — Walchersche duinen, v. d. B.; Vlis- singen 1880, Buijsman. (Rottum 1897, Schipper in herb. pr.; — Nykerk Th. Stolz in herb. K. A.) Bovendien : 1. Zonder vermelding van varieteit : behalve bij Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bru- man, al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 107); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398). VIOLA. 199 2. a. Tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); Heino, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); - Weusthag, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Bergen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 271); tusschen Alkmaar en Heilo, tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Sint Pietersberg, Gronsveld, Amby, Meerssen, Valkenburg, Gulpen, Epen, Slenaken, Un. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elsloo, tusschen Beek en Valkenburg, Maastricht, tusschen Wylre en Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307). y. Texel, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 369); Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 84); - Wolvega, Teris- sert, Un. 1881 (Arch. 2. VI. p. 421); - tusschen Almelo en Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 194); tusschen Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Heino, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Hengelo, Lonneker, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Kannenburg, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 95); - Blerik, Velden, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). 179. V. lutea Smith. /?. multicaulis Koch. {V. calaminaria Lejeune). De hoofdsoort komt voor op bergweiden, de var. p. is een vorm van zinkhoudenden bodem en menigvuldig in het Akenerbekken. %.. Mei—Juli. In Herb. : Gulpen 1837, Ploen; tusschen Cot- tesen en Gulpen 1872, Lac; Epen 1885, K.; tusschen Epen en Mechelen 1885, K. en G. 180. V. mirabilis L. Plant met welriekende bloemen, die evenals die van V. odorata onvruchtbaar zijn, later kleistogame bloemen. Verspreid in berg- wouden. %. April—Mei. Volgens het getuigenis van van den Bosch, die het 200 RESEDA. herbarium van Franquinet ter inzage heeft gehad, in- landsch n. 1. bjj Maastricht. Het zoude dus mogeljjk zyn deze plant weer te vinden. De opgave Rheede, v. Hall in Fl. B. S. is onwaarschynlyk en wordt ook niet bevestigd door eenige plant uit het herb. v. Hall. Ordo Resedaceae D.G. Reseda L. 181. B. lutea L. Langs wegen en op steenachtige gron- den, aan ruigten. © en %. Juni-Sept. In Herb.: Zalk 1846, T.; 1846, R. B.; 1891, Car- miggelt; Deventer 1843, B. W.; 1847, M. J. Cop; v. d. Cop; 1876, K.; - Zutphen, G. B.; 1833, Wtt.; 1864, de Br.; Un. 1897; Twello, v. Delden; Epe 1864, S.; Euurlo 1885, Ensink; Doesburg, R. B.; Arnhem, V. Z.; Velp, C. B.; 1840, D. S.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Thomson; 1850, S.; Ubber- gen 1897, G. en V.; Tiel, G. Post; Herwijnen 1859, S.; Rijndijk bij Opheusden 1874, v. Tuinen; Spoel bij Culemborg 1857, Kntittel; — Wijk bij Duur- stede 1857, Knuttel; — Willemspark Amsterdam, J. J. Smith; Haarlem, Kops; Pierot; 1847 en 1870, O.; 1848, v. H.; Overveen 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); 1835, D. S.; Asscher; Dz.; 1839, Buse; Kerb.; 1879, Groll; tusschen Bloemendaal en Brederode 1840, Romb.; G. Deijn; V. Z.; Meeren- berg 1870, Hoek; Vogelenzang 1833, S. S.; Benne- broek 1894, V.; Hillegom 1843 en Hillegommerbeek 1843, 0.; — Leiden 1848, 0.; Wassenaar, v. d. B.; 's Gravenhage, D e s t r e e ; 1895, R. B. ; Zwijndrecht 1883,V.; 1898,Posth.; Lexmond 1828, v. H. ; Vianen 1835, D. S.; 1842, v. d. T.; - Oosterhout, v. H.; Werkendam 1835, Lac. ; Opheusden 1874, B. v. Tuinen; — Wessem, Un. 1900; Wallen van Maas- tricht, v. Hov.; Sint Pietersberg 1886, V. (Voorst bij Zutphen 1879, L. ih herb. pr. ; Wamel bij KESEDA. 201 Tiel 1868, Posth. in lierb. pr.; Apeldoorn, als opslag 1881, K. A. in herb. pr.; Lent bij Nijmegen, H. A Westbroek en Slingerland; tusschen Game ren en Zuilichem, C. A. Backer; Ezelsdijk, Wil helminapark en Staatsspoorterrein Utrecht, W. C van Embden; — spoorweg Uitgeest 1883, Hein sius in herb. pr. ; — Rotterdam, tusschen Delftsha ven en Schiedam, F. D. J. Risch in herb. Heukels Noordwijk 1872, Costerus in herb. pr. ; terrein nieuwe Maassluis te Giesen 1898, C. A. Backer in herb. pr. ; — steenfabriek te Nieuw en St. Joosland 1892, Ogterop in herb. pr. ; — Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.; tusschen Werkendam en Sleeu- wijk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Hoornsche diep, Kent (Arch. 2. III. p. 333);*) - Zwolle, Kros (Arch. 1. III. p. 476); Pothoofd bij Deventer, (Arch. 2. IV. p. 409); Vollen- hove 1892, K. A. (Arch. 2. VI. p. 354); Wijhe 1896, L. (Arch. 3. I. p. 201); - Velsen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 369); - Vlissingen, L. (Arch.2. V. p. 383); - Maastricht, Sint Pietersberg, Un. 1861; Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307); Venlo, Blerik, Ha- mert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Voorts ver- meld door Pelletier en Munting. 182. R. Luteola L. Aan wegen en op akkers, vroeger als verfplant verbouwd en daardoor vaak ver- wilderd. 0. Mei — Aug. In Herb.: Groningen 1856, Strat.; Helpen 1856, v.H.; — Meppel, v. Heijn.; — Zwolle, Thorbecke; 1865, H. d. V.; Kampen 1845, T.; 1846 en 1849, R. B.; Deventer, Romb.; Terwolde 1877, K. A.; — Zutphen, G. B.; Fockema; V. A.; 1864, de Br.; 1881, C. v. d. Broek; Harderwijk 1863, 1864 en 1872, R. B.; Arnhem 1833, Wtt.; Un. 1859; Nijmegen, *) Van deze plaats van 1868 in herb. Alpherts. 202 RESEDA. B.; N. en Th. Abel.; fort KrayenhorT bij Nijmegen, niet zeldzaam, T. Abel. ; Tiel, Hofmann; G. Post Wageningen, W. A.; — Amersfoort en Hoevela ken 1892, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma; Wal len van Utrecht 1830, v.H.; 1833, W.A.; G. Dejjn. 1838, herb. 0.; Zomerkade te Schalkwijk 1899, C. A Backer; — Haarlem, Splitgerber; V. Z.; Dz. 1887, V.; Bloemendaal 1870, Boerl.; 1872, 0.; Over veen 1832, v. H.; v. d. B.; 1835, Buse; 1842, Bie rens de Haan (P. N. S.); 1846, B. W.; 1878, S. Zandpoort 1832, S. S.; Bennebroek 1835, Mb.; Kerb Hillegom 1843, 0.; — Sassenheim, S.; Oegstgeest 1842, 0.; Hoek van Holland, Destree; Dordrecht 1882, V.; tusschen Vianen en Oudslijkerveer 1835, D. S.; v. d. T.; - Kapelle 1894, Ogterop; Ylissin- gen 1887, L.; Sas van Gent 1854, A. W.; - Wer- kendam 1835, Lac; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Crevecoeur 1847, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov.; 1870, Groll; Oud Valkenburg 1864, H. d. V.; Mesch 1885, K. en G. ( Vollenhoven 1893, L. en E n s i n k, 1894 L. in herb. pr.; — Voorst 1880, K. A. in herb. pr.; Geldermal- sum, C. A. Backer; — Schalkwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; - Vogelenzang 1893, V. Surin- gar in herb. pr.; — 's Gravenhage 1872, Posth. in herb. pr.; — IJzendijke, P. J. vanEoozendaal in herb. Heukels; — spoorplein te 'sHertogen- bosch 1895, Heinsius-Prikken in herb. pr.) Bovendien: Hardenberg, S. P. Kros (Arch. 1. III. p. 476), Pothoofd bij Deventer 1876-1885, K. en v. d. Veen (Arch. 2. IV. p. 409); — tusschen Wijk aan Zee en Heemstede 1884, v. Eeden (Arch. 2. IV. p. 398); — Westland, Rockanje, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 369); Scheveningsche boschjes, de W. H. (Arch. 2. II. p. 119); — Gronsveld, Gulpen, Sittard, Maas- tricht, Roermond, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 307). 183. R. alba L. Piant van de kusten der Middellandsche RESEDA. DROSERA. 203 Zee; hier gekweekt en soms verwilderd. 0 en G- Mei—Sept. In Herb. : Tusschen Spanjaardsbrug en Leiderdorp 1835, Mb. en Kerb.; duinen bij 's Gravenhage 1831, V. Z. Ordo Droseraceae D.C. Drosera L. 184. D. rotundifolia L. In moerassige heide- en veen- gronden. 2j.. Juli—Sept. In Herb.: Texel 1868 en 1869, Holk.; 1867, H. d. V.; 1895, V.; Vlieland 1858, Lac; Terschelling 1868, Holk.; Un. 1886; 1886, K.; - Noordwolde, C. A. Bergsma; v. H.; Gaasterland 1865, H. d. V. ; Kuikhorn 1864, J. M. de Boer; Haren, Strat.; — Assen 1832, Forsten; 1848, Wijers; Leutinge- wolde 1895, Sanders; Drenthe, Asscher; 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; Westervelde, R. B.; Rozewinkel 1859 en Nieuw Dordrecht 1859, Lac. en S. ; — Deventer, v. H.; v. Groningen; Halberts- ma; tusschen Deventer en Zwolle, v. H.; Zwolle, Thorbecke; Oldeboorn, Un. 1892; Ommerschans 1871, Hulsebosch; Diepenveen 1877, K.; Hen- gelo 1843, de Vriese; Entersche veen 1897, — tus- schen Bathmen en Gorssel, Un. 1850; Gorssel 1883, C. v. d. Broek; Doetinchem, Un. 1885; Mon- ferland, v. H. ; Aaltensche weg bij Winterswijk 1874, R. E. de Haan; Warnsveld, Leesten, 1851, Grone- man; Emst bij Epe, K. A.; 't Loo 1858, 0.; Udde- lermeer 1833, Wtt.; Apeldoorn 1850, K. A.; Beek- bergerwoud, de Vriese; Velp, v. H. ; Arnhem 1833, Wtt.; Perin; Nijmegen, B. ; Hatert, Wijchen, Heu- men, N. en Th. Abel; Groesbeek 1847, v. d. B.; Harderwijk, S. S. ; R. B. ; Nijkerk en Hoevelaken, R. B. ; Nijkerkerveen, Garj.; Lunteren 1894, V.; Wagenin- 204 DROSERA. gen, v. S. V.; — Amersfoort 1841, de Vriese; Soest 1870, Groll; Maarsbergen, Fockema; Exc. 1883; Driebergen 1832, Wtt.; v. Rees; 1871, Hoek; Ro- zenburg 1847, 0.; v. d. T.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Doorn 1833, Wtt.; Oude kamp 1866, 0.; Zeist, Wtt.; 1847, 0.; de Bilt 1832, de Br.; 1839, Lac; 1835, D. S.; Beerschoten 1861, v. H.; Waverveen 1845, Lac; S. S.; — Naarden 1892, V.; Legmeer en Uit- hoorn 1873, Boerl.; 's Graveland, v. d. B.; Korten- hoef 1900, Jongmans; Ouderkerk aan den Amstel 1832, S.S.; Diemen 1857, Kniittel; Westzaan 1841, Kerb.; Liebrug 1888, v. Eeden; Haarlem 1855, Lac; Haarlemmermeer, S. S.; — Leimuiden, B. W.; 1835, Mb.; Exc 1882 en 1883; 1893, V.; - Zuid- dorpe 1845, B. W. en v. d. B.; — Galdersche heide, v. A.; Mastbosch bij Breda 1876, 0.; Teteringen 1882. V.; Sprang, Thomson; Vucht en Nuenen, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; v. d. B.; Station Beugen 1894, V. ; Maasheeze 1886, V. ; - Plasmolenveen 1899, G.; Langveen bij Beegden, Un. 1900; Maastricht, v. Hov. (Tusschen Beetsterzwaag en Wijnjeterp 1866, T i e k e 1874, v. Tuinen in herb. pr. ; Rottevalle, J. Kui- pers; in weilanden doch vooral op z. g. sompen of mospollen (drijftillen) bij Roodkerk, J. Botke en J. de Groot; — Onland, Zuidlaren, Schipborg, Zeegze, Tinaarlo, de Punt en Eelden, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Ruurlo 1881, L. in herb. pr.; Putten 1895, C. A. Backer in herb. pr.; tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Apeldoorn 1850, K. A. in herb. pr.; Sijpenberg bij Velp 1889, Ogterop inherb. pr.; Bennekomsche meent 1892, V. Suringar in herb. pr.; Veenendaal 1883, Heinsius in herb. pr; — Bussum 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr. ; — Aalsmeer 1899, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; DEOSERA. 205 Waalre, P. Sloots; Kruisland, T. Janssens, alle in herb. Heukels; Roosendaal 1874, S. Lako in herb. L.; Oosterhout 1894 en Bavel 1883, Posth. in herb. pr. ; Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Ameland (Arch. 1. V. p. 49); — Steen- wijkerwold, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Almelo, Albergen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Twickelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 198); Hengelo, Oele, Woolde, Borne, Hasselo, Nieuwker- kerveen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); — tusschen Winterswijk en Eibergen, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); Terborg en Doetin- chem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Wisselsche venen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Abcoude 1846, Asscher (Arch. 1. I. p. 440); — Woensdrecht, Balsche steenweg, Hoogerheide, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Plasmolen, Abel. en Lac; Rompen, Lac; tusschen Beek en Bunde, K. en G. (Arch. 2. V. p. 4); Velden, Arcen, Wel, Wel- sche hut, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. d. 569). [Aanm.: Somtyds is de bloeistengel aan den top in twee of meer takken verdeeld, welke vorm als D. rotundifolia L. /?. distachya D.C. bekend staat. Daar het echter een zeer veelvuldig verschynsel is, heb ik er by de opgave der groeiplaatsen geen gewag van gemaakt.] 185. D. intermedia Hayne. Met de vorige. Q\..Juli — Aug. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1895, V.; Meent op Texel 1867, H. d. V.; 1868, Holk.; Hoorn op Texel, Koog en de Westen 1868, Holk.; Terschelling, Un. 1868; Hollum op Ameland, Bruinsma en Hinxt; Ameland 1843, v. H. (P.N.S.); - Kuikhorne 1864, de Boer; Gaasterland 1865, H. d. V.; Tjonje 1872, Hoek; — Noordwolde, C. A. Bergsma; Haren- dermolen 1856, Strat.; Leutingewolde 1895, San- ders; Jipsinghuizen, Un. 1899; — Drenthe, Asscher; O.; Paterwolde, v. H.; Nieuw Dordrecht 1859 en 206 DROSEKA. Zwinderen 1859, Lac. en S.; Zweeloo, Un. 1889; Havelthe, v. Heijn.; Assen 1832, Forsten; 1848, Wyers; Hoogeveen 1859, Lac. en S.; 1865, H. d. V.; Meppel, v. Heijn.; — Hardenberg 1891, Carmig- gelt; Steenwijk 1892, G. en Heinsius; Lonniker 1891, L.; Witteveen Almelo 1870, 0.; tusschen Zwolle en Herfte 1832, Thorbecke; Diepenveen 1877, K. ; - tusschen Bathmen en Gorssel, Un. 1850; 1882, C. v. d. Broek; Warnsveld 1845, W. H. de Vriese; Oldebroek, R. B.; Harderwijk 1832, J. Valk; R. B.; Elburg 1846, T.; Nijkerk, R. B.; Uddelermeer 1833, Wtt.; 1843; Nijkerkerveen 1890, Garj.; 'tLoo 1872, K. A.; Doetinchem, Un. 1885; 1885, K.; Vorden 1879, Groli; Eibergen 1879, K.; Nijmegen, B.; Groesbeek, Un. 1847; Overasselt 1897, G. en V. ; Hatertsche broek, Wijchen, Heumen N. en Th. Abel,; Lunteren, en Bennekom 1853 Buse; - Maarsbergen 1833, Wtt.; Exc. 1883 1895, V.; tusschen Doorn en Maarsbergen, v. d. T Rijzenburg, Kerb. en Mb.; 1847, 0.; 1859, R. B 1839, Lac; tusschen Zeist en Rijzenburg 1859, A. W Hartm. en R. B.; Zeist 1847, 0.; Soest 1870, Groll Soesterveen 1847, L a c. ; Amersfoort 1836, d e V r i e s e de Bilt, G. Deijn.; 1835, D. S.; 1835, Mb.; 1835 Kraamw.; de Haan; 1838, Buse; 1842, Lac. W. C. van Embden; Doorn 1832, Wtt.; Utrecht v. H.; Leusden 1847, G. C. F. van de Roemer — Hilversum, P. A. Richard; 1845, de Vriese; — Mastbosch bij Ginneken 1876, 0.; Ulvenhoutsche bosch, v. A. ; Smolleveen bij Rozendaal, Un. 1860; Sint Michielsgestel, C. A. Bergsma; Bavel 1883, V. ; Nuenen 1850, v. Hov.; Sprang, Thomson; Vucht- sche heide, v. Hov.; Eindhoven, Dz. en v. d. B.; Val- kenswaard, v. H.; Leende 1874, Lac; Waalre, P. Sloots; Maashees 1886, V.; — Plasmolenveen 1899, G.; Weert, Beegden en Stramproy 1900, G. en J o n g- mans; — Maastricht, de Marres; Schinveld 1896, G. DROSERA. 207 (Rottevalle, J. Kuipers in herb. Heukels; Beetsterzwaag en Wrjnjeterp 1866, v. Tuinen en Veenklooster 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; — Vlachtwedde 1886, S c h i p p e r in herb. pr. ; — Haaks- bergen, Un. 1895, V. Suringar in herb. pr.; Us- selo, E. J. H. Scholten in herb. Heukels; — Huissen 1895, C. A. Backer in herb. pr.; Kootwrj- kerveen 1871, L. in herb. pr.; tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, J. J. Smith inherb. Costerus; Laag Soeren, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Apel- doorn 1873, K. A. in herb. pr.; - Clinge (Z. VI.) 1886, L. in herb. pr.; — Halsteren, P. J. Verhoe- ven; Galdersche heide, Th. H. v. Schermbeek; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Bergen op Zoom, Un. 1896 Costerus in herb. pr.; Gilze- Rije 1879 en Ginneken 1884, Posth. in herb. pr.; Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr.; — Velden, Un. 1893, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Steenwijkerwold, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Hengelo, Woolde, Borne, Has- selo, Nieuwkerkerveen, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 218); — tusschen Winterswijk en Eibergen, Un. 1860 "(Arch. 1. V. p. 219); — Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 113); — Abcoude, Asscher (Arch. 1. I. p. 441); - Hoogerheide, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Arcen, Wel- sche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Voorts reeds vermeld bij Dodoens, Knijf, Munting en Bruman. [Aanm.: Deze soort en de volgende werden vroeger n.l. door Linnaeus beiden onder den naam vanD.longifolia samengevat, welke naam ook door de Gorter en later in de Flora Belg. Sept. van van Hall werd behouden. Van daar dat vele der oudere opgaven onder den naam van Dr. longi- folia L. geboekt staan. Het eerst werd op die naamsver- warring door d e V r i e s e gewezen (Cfr. Arch. 1. I. p. 560) ; de D. intermedia en D. longifolia werden eerst later door 208 DKOSERA. PARNASSIA. Hayne gescheiden waarby de laatste synoniem bleek met Dr. anglica Huds. (Cfr. Arch. 1. V. p. 97). By hoog water komt van deze soort een hooge vorm voor, bekend onder den naam D. intermedia caulescens. Zij werd o. a. aangetroffen te Overasselt; de Bilt 1842, v. d. T.; Mastbosch by Breda en bij Eibergen (Cfr. Arch. 2. II. p. 305).] 186. D. anglica Huds. [D. longifolia Hayne en Prodr. Ed. I. p. 36). In turfvenen, zeldzamer dan de vorige. %. Juli — Aug. In Herb. : Oosterbroek 1854, v. H. ; — Nieuw Dor- drecht 1859, Lac. en S.; Drenthe 1834, v. d. Looi (herb. Wtt.); — Veenhuizen, Dr. de Konnigh; Entersche veen 1897, G.; Un. 1897; 1898, G. en V.; - Ernst onder Epe 1875, K. A.; Wissel 1875, K. A.; Wisselsche venen, Un. 1890; Nijkerkerveen (Zwarte broek) 1868, Th. Stolz;*) 1890, G.; Eiber- gen 1879 en Mallumsche veen bij Eibergen 1879, K. ; — Maashees 1875, Lac; Groot Broek bij Budel 1874 Lac; — Broekmolen bij Stramproy 1899 G.; Un. 1900; Roukensveen, Un. 1900. (Oevers Zwarte Meer (Drente) 1897, C. Abels in herb. Heukels; — Eersel 1899, A. P. van den Briel in herb. pr.) Parnassia Tourn. 187. P. palustris L. Op vochtige heidegronden, in veen- streken en duinvalleien. 2J.. Juli—Sept. (Volgens nieuwere schryvers wordt dit geslacht gerekend onder de Saxifragaceeen.) In Herb.: Texel 1868, Holk.; Ylieland 1858, Lac; Terschelling, Un. 1886; Ameiand, Coll. Nat.; S. P. Kros; Spree; 1865, H. d. V.; 1865, v. d. Ley; Schiermonnikoog 1867 en 1869, Holk.; - Noord- *) Het etiquet van Stolz bevat de volgende mededeeling: „Doorhet steken van plaggen op het Kruishaarsche veld bij Nijkerk, sedert eenige jaren geheel verdwenen." PAKNASSIA. 209 laren 1856, Kakebeke; tusschen Scheemda en Win- schoten, Strat.; Onstwedde, v. H.; — Drenthe, Un. 1899; tusschen Oldebroek en Meppel, Cayaux; Meppel, v. Heyn.; — Zwolle, M. Dassen; Kamper- eiland 1847, R. B.; Deventer, Halbertsma; Raalte 1894, L.; tusschen Wyhe en Raalte 1849, M. J. Cop; tusschen Deventer en Diepenveen 1845, T.; Die- penveen 1876, K.; Goor 1859, v. H.; Delden, Boerl.; - Winterswijk, Un. 1859; 1872, R. E. de Haan; Leesten 1851, G-roneman; Vorden 1873, Groll; Zutphenl833, Wtt.; Voorstl847, Buse; Apeldoorn, Thomson; 1850, K. A. ; 1858, 0.; tusschen Voorst en Apeldoorn 1872, Hoek; Uddelermeer, R. B.; Brummen, v. H.; Lunteren, Buse; Beekbergerwoud 1869, S.; Wezepe bij Oldebroek 1846, R. B.; Wis- selsche veen, Un. 1890; Harderwijk en 's Hee- renloo 1879, R. B.; Putten 1866, 0.; Nijkerk 1861, R. B.; Beulekamp bij Nykerk 1872, Stolz; Hoeve- laken, R. B.; 1893, Garj.; Huis Hulzen by Nijmegen, N. Abel. en D. J. Bosch; — Amersfoort, W. en Kraep.; — Hilversum, Groot Bentveld by Haarlem, M. D.; B. W.; 1856, Hartsen; Zandvoort, Buse; 1870 en 1871, Groll; Exercitieveld 1887, V.; IJmui- den 1894, V.; Breesaap, V.Z.; 1871, Boerl.; duin achter Velzen 1870, Groll; Wijk aan Zee 1835, de Vriese; Schoorl 1881, B. Jelgersma: — Noord- wijkerhout 1858, v. d. B. en S.; Noordwrjk 1885, V.; Katwijk 1832, S. S.; 1836, Lac; Groot Berkheij, Barger; Wassenaar 1835, Mb.; Dz.; S. S.;Pierot; 1843, 0.; 1900, Borst Pauwels en Jongmans; tusschen 'sGravenhage en Wassenaar, Barger en Cool; 's Gravenhage, G.B.; 1836, Kniittel; Sche- veningen 1849, de Br.; op den Haak, V. Z.; Hoek van Holland 1882, C. v. d. Broek; 1895, Destree; Eiland ten zuiden van den Nieuwen Waterweg, Barger en Cool; Oostvoorne 1871, 0.; Brielle 1894, V.; Voorne, de Vriese; tusschen Brielle en Roc- 14 210 PARNASSIA. POLYGALA. kanje, Un. 1887; — Haamstede, Un. 1894; Oran- jezon 1840 en Oostkapelle 1840 en 1841, v.d. B.; — Noord-Brabant 1871, Lac; Breda, v. A.; Boxtel- sche heide 1847, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov. (Hoorn op Texel 1894, V. Suringar in herb. pr.; — Winschoten 1886, Schipper in herb. pr.; — Denekamp, J. B. Bernink; Borne, H. v. d. Pau- wert in herb. Heukels; Un. 1895, Posth. in herb. pr. ; tusschen Hengelo en Borne, Un. 1895 Costerus in herb. pr.; Oldenzaal, Un. 1895, V. Suringar in herb. pr.; Almelo, Deventer, Laag Soeren, Heukels in herb. pr. ; Lochem, L. Biich- ler in herb. v. Tuinen; Ruurlo 1891, L. in herb. pr.; — Oranjezon op Walcheren 1892, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: behalve bij Dodoens, Pelletier Vorstius, Munting en Bruman, Schiermonnik oog 1860, S. (Arch. 1. V.* p. 255); Giethoorn, Un 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Hengelo, Bekkum Woolde, Borne, Haaksbergen, Weusthag, Langelo en de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Callants oog, Bergen, Castricum, v. E e d e n (Arch. 2. 1. p. 369) tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch. 2 VI. p. 235). Ordo Polygalaceae Juss. Polygala L. 188. P. vulgaris L. In opene, grazige zand- en heide- gronden. %.. Mei—Juli. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1868, Holk.; 1881, Groll; Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; 1881, Groll; West Terschelling 1869, Holk.; Terschelling 1881, Groll; 1887, V.; Midsland 1886, Wouters; Schiermonnikoog 1860, S. ; — Bergumer heide, POLYGALA. 211 Bruinsma; 1849, S.; — Leesten, G-roneman; Glimmen, v. H. ; Harendermolen 1827, v. H. ; Strat.; Oosterbroek 1852, v. H.; — Hoogeveen 1865, H. d. V.; Kolde 1831, v. H.; Meppel, v. Heij n.; Cayaux; — Zwolle 1893, L. ; tusschen Zwolle en Hattem 1856, Kros; Deventer, Halbertsma; T.; 1827, v. H.; P. van Delden; Brinkgreve 1847, T.; Diepenveen, Romb.; 1846, M. J. Cop; 1876 K.; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Almelo, E. C. van Lennep; 1870, 0.; Bergentheim bij Hardenberg 1893, L.; Schutterop bij Bentheim 1852, v. H.; Die- penheim, Un. 189 7; - Twello 1840, T.; Harder- wijk 1852, en Hulshorst bij Harderwijk 1852, R. B.; Leuveren en Oostermeent bij Harderwijk 1866, R. B.; (foliis variegatis) tusschen Barneveld en Voort- huizen 1899, K. A.; Hoevelaken 1860 en 1861, R. B.; Epe 1863, Lac; *t Loo 1858, 0.; Wisselsche venen, Un. 1890; Gorssel 1845, T.; 't Joppe 1832, Staring; Yoorst 1833, Wtt.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Thomson; Warnsveld 1876, G-roll; Ruurlo 1855, Ensink; - Amersfoort, R. B.; Garj.; Rijzenburg, v. d. T. en Kraamw.; tusschen Driebergen en Zeist, v. H.; Zeisterheide 1844, v. d. B.; de Bilt 1833, de Br.; 1835, D. S.; 1843, Wenck; v. d. T.; Darthuizen, C. A. Bergsma; - Haarlem, de Vriese; 1870 en 1874, 0; 1871, Groll; Overveen 1832, v. H.; 1842, Bierens de Haan; E. B. Asscher; tusschen Overveen en Bloe mendaal 1871, 0.; Bloemendaal, V. Z.; 1837, 0. Exc. 1878; Wildhoef 1871, Hoek.; Rozenwater 1871 Groll; Zandpoort 1868, en 1871, 0.; Velsen, Exc 1860; M. D.; Wijk aan Zee 1860, S.; Bergen 1851 Kerb.; Heemstede 1872, Hillegom 1843 en Hille gommerbeek 1843, 0.; — Noordwijkerhout, S. S v. d. T.; Noordwijk, Dz.; Fockema; 1872, Boerl Katwijk 1835, Kerb.; 1827, en 1828, Wtt.; 1832 S. S.; Coll. Nat.; S.; Wassenaar, Dz.; Mb., 1836 212 POLYGALA. Lac; B.W.; Waalsdorp 1834, v. H.; V. Z.; 1357, S.; duinen 's Gravenhage 1851, S.; V. Z.; R. B.; Scheve- ningen 1849, de Br.; Loosduinen 1854, v. H. Jr.; Staalduin 1895, V.; Rockanje, C. A. Bergsma; — Haamstede 1870, P. Schuringa; Schouwen 1883, L.; Walchersche duinen, v. d. B.; Sint Kruis 1861, en Zuiddorpe 1854, A.W.; - Breda, v. A.; 1879, Boerl.; 1882, C. v. d. Broek; Rozendaal, Un. 1860; Oudenbosch, de Haas; Bergen op Zoom, Un. 1860; Vucht, v. Hov.; — Meerssen 1885, Lac; Valken- burg, Un. 1861; Gulpen 1872, Lac; Sint Pieters- berg 1866, H. d. V.; 1869, 0.; 1885, Lac; Amby 1894, V.; Vaals 1899, G. en V. (Tusschen Zuid-Laren en Huneborg, Appelbergen, R. de Boer en H. Kooi; — Borne, Saasveld (Weer- selo), Hertmen, H. v. d. Pauwert in herb. Heu- kels; Losser 1893, L. in herb. pr.; — Borculo, Heuze en in het bosch van Drietelaar, G. J. K e r b e r t in herb. Heukels; tusschen Elburg en Oldebroek 1847, Alpherts in herb. pr.; — Hilversum 1882, Heinsius in herb. pr.; Ringdijk Haarlemmermeer bij 't fort de Liede, C. A. Backer in herb. pr.; — duinen te Oosterland 1894, Ogterop inherb. pr.; — Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr.; — Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Ameland (Arch. 1. V. p. 49); — Hooge- veen 1866, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 134); - Almelo, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Heino, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Hengelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); — Winterswyk, Eibergen, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); — tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Oost- en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 107); - Hoogerheide, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); — Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 5). POLYGALA. 213 Voorts reeds voorkomende bij Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. [Aanm. : Bijna alle exemplaren behoorende tot den vorm oxyptera Rchb., die zich van den hoofdvorm onderscheidt door de vruchten, die breeder dan de kelkvleugels zyn; de laatste spits. De vorm werd door Reichenbach beschre- ven (Icon. 145 II. b.). Meestal ztfn de exemplaren niet zoo kennelijk als bij de geciteerde afbeelding; vooral by de wit- bloeiende vorm komt deze bizonderheid voor en bovendien by alle duinexemplaren. Dikwjjls zyn de planten nederliggend, uitgespreid: de vorm P. dunensis Dum., die voornamelyk op de Noordzee-eilanden wordt aangetroffen. Men lette voorts op den vorm compacta Lange (Haandb. p. 708), laag, rijkvertakt, dichtbebladerd, met korte gedrongene bloeiwyze en grootte, witte kelkbladen met groene aderen.] 189. P. comosa Schkuhr. Boschkanten, weiden, doch zeldzamer dan de vorige, in het westen bijna ontbrekend. %.. Mei — Juni. In Herb. : In een bosch bij Cau, v. Hov.; Valken- burg bij Maastricht 1866, H. d. V.; Oud Valkenburg 1898, Th. Weevers. 190. P. serpyllacea Weihe (P. depressa Wender en Prodr. Ed. I. p. 37). Op vochtige plaatsen, in heide- en veengronden. %.. Mei — Juni. In Herb. : Giekerk, Bruinsma; — Appelscha 1828, v. H.; Harendermolen 1827, v. H.; - Valthe 1859, Lac. en S. ; — tusschen Hardenberg en Grams- bergen 1853, S. P. Kros; Zwolle 1841, Dassen; Wezep 1846, F. Schutte; — Essenburg bij Har- derwijk 1864, R. B.; Nijkerk 1844, Wenck; 1860, R. B.; tusschen Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Put- ten 1860, Lac; Uddelermeer, Un. 1849; Ede, v. Vloten; Zutphen 1859, de Br.; 1882, C. v. d. Broek; Voorst 1833, Wtt.; Beekbergerwoud 1869, S.; Beekbergen 1873, K. A.; — Amersfoort, Garj.; Driebergen, v. H.; de Bilt, W. en Kraep.; 1843, Wenck; — Hoogerheide, Un. 1896; Oisterwyk, 1867, Kniittel; v. Vloten; Bakel 1873, H. d. V.; tusschen Baarlo en Nassau 1885, Lac; Deurne 1873, 214 POLYGALA. FBANKENIA. H. d. V.; - Plasmolen 1874, Lac. en Abel.; 1897, G. en V.; Velden, Un. 1893; Grathem 1900, G. en Jongmans; Valkenburg 1866, H. d. V.; Amby 1891, E. de Haas; Eperheide, Exc. 1889; Vijlen 1866, H. d. V.; tusschen Meerssen en Berg 1894, V. (Ameland 1865, H. v. d. Leij; — Bosch te Olter- terp 1867, v. Tuinen in herb. pr.; — Erve West- broek tusschen Elburg en Oldebroek 1847, A 1 p h e r t s in herb. pr; tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, J. J. Smith inherb. Costerus; Uddelermeer 1890, Costerus in herb. pr.; Apeldoorn 1879, L. in herb. pr.; 1851 K. A.; Hoenderloo 1899, K. A. in herb. pr.; — Laren 1885, Heinsius in herb. pr.; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Oisterwijk 1895, Heinsius- Prikken in herb. pr.; Liesbosch bij Breda 1878, Posth. in herb. pr.) Bovendien: Zeist, Kraep. (Arch. 1. I. p. 418); — Berg en Dal, Abel. (Arch. 2. V. p. 261); — Ossen- drecht, Un. 1859 (Arch. 1. V.* p. 235). P. amara L. De opgaven van deze plant berusten op eene vergissing; zij werd het eerstdoor van G e u n s als inlandsch opgegeven ; de exemplaren van van Hoven (zie Arch. 1. 1 p. 276) behooren tot P. vulgaris. Bruinsma geeft nog Friesland op, waarschijnlijk slaat dit ook op P. vulgaris van de Bergumerheide. P. mutabilis Dum. (Eenmaal gevonden in Krepels- bosch, K. A.) is een vorm van P. serpyllacea. Over P. dunensis zie men onder P. vulgaris. Ordo Frankeniaceae St. Hil. Frankenia L. 191. F. pulverulenta L. Op zandgronden aan de kust der Middellandsche zee. 0. Juni—Aug. FRANKENIA. GYPSOPHILA. 215 In Herb. : puin bij Spanjaardsburg bij Leiderdorp 1841, Dz. en Mb. (Cfr. Bijdragen tot de Musci Lei- densis); Zwijndrecht 1840, Lac. [Aanm. : Op de laatste plaats werd zy gevonden in ge- zelschap van Chenopodium fruticosum, Medicago apiculata, M. maculata en Polypogon monspeliensis, waarschynljjk allen met klipzout aangevoerd.] Ordo Silenaceae D.C. Tribus Diantheae A. Br. Gypsophila L. 192. G. muralis L. Op zandgronden, aan muren enz. 0. Juli — Aug. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1878, L. J. v. d. Veen; — Bruramen 1861, v. H.; heide tusschen Hatert en de Kapel van Sint Willebrordus bij Over- Asselt 1844, Th. Abel. (Unica); Ooische waard bij Nijmegen 1865, Th. Abel.; — Werkendam 1835 en 1836, Lac. ([Fl. albis] Deventer 1898, H. W. Peteri in herb. pr.) Bovendien: Maarsbergen bij Doorn, Dubois (Tyd- schrift VIII. p. 231); Maastricht, Franq. volgens Prod. Ed. 1. p. 38. 193. G. paniculata L. Op onbebouwde, zandige plaatsen. 2J.. Juli—Aug. In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1885, K. en 0. ; 1885, Groll; - Nieuwe haven te Zutphen 1886, K. A. (Galgenbelt Hoog Keppel, F. Knake in herb. Heukels.) O. r i g i d a L. bevond zich in 's Eijks Herharium als ge- vonden door Perin in 1851 te Nijmegen. Merkwaardig is het dat al deze planten, wier indigeniteitaanernstigentwyfel onderhevig is, om redenen reeds vroeger vermeld, steeds bjj Nymegen werden aangetroffen. Van vele meer gewone plan- 216 GYPSOPHILA. TUNICA. DIANTHUS. ten heb ik daarom geen melding gemaakt, daar het twyfel- achtig is of P e r i n ooit te Eymegen geweest is. Zij werd waarschynlijk door P e r i n in de Nederlandsche Planten van 'sRyks Herbarium overgebracht, omdat de Prodromus Ed. I. haar vermeldt, als zoude Boerhaave deze in ons land ge- vonden hebben. Tunica Scop. 194. T. prolifera Scop. {Dianthus prolifer L. en Prodr. Ed. I. p. 38). Op opene zandgronden, op muren en steenachtige gronden. 0. Juli — Aug. In Herb. : Deventer 1847, T.; Epserheuvel bij Deventer, Exc. 1897; — Bronsbergen bij Zutphen 1878 K.; 1882, C. v. d. Broek; 1885, Ensink; Un. 1897; tusschen Doetinchem en Terborg 1882, K. ; Arnhem 1837, Mb.; 1838, Buse; v. H.; v. d. B.; 1849, R. B.; Eltenberg, v. H. ; Tafelberg bij Arnhem, S. S.; Rhenen 1898, V.; Nijmegen, B.; 1842, de Vriese; Weurt, N. en Th. Abel.; 1847, G. Deyn.; D z. ; Heumen , Oosterhoutsche bosch 1843 , T h. Abel.; Gr. Deyn.; 1879, K. A.; Spoel bij Culemborg 1843, v. d. T. ; Wageningsche berg 1833, Wtt.; 1882, K.; — G-rebbe, Buse; wallen van Utrecht, Broers; 1835, D.S.; v. d. T.; - Werkendam 1836, Lac. (Beekhuizen, H. J. Betz in herb. v. Tuinen.) Dianthus L. 195. D. barbatus L. Als sierplant gekweekt, afkomstig uit het Alpengebied, bij ons vaak verwiiderd. %.. Juli—Aug. In Herb. : Oenkerk 1850, S. ; — Bosschen van het veenhuis 1878, K.; Twello 1895, Ogterop; Vorden 1832, Miquel; 1874, Oroll; Ruurlo 1886, Ensink; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Heiligenberg 1863, Coll. Nat.; verwilderd op het huis Ubbergen DIANTHUS. 217 1870 Th. Abel.; - Utrecht 1859, R. B.; - Haag- sche bosch 1890, Destree; — duinen bij Vlissingen 1880, Buysman; — Boxmeer 1838, de Br. ('t Loo, onder akkermaalshout (verwilderd) 1872, K. A. in herb. pr.; — Groede (verwilderd) 1877, C. Brakman in herb. L. Bovendien: Talrijk in den Vogelenzang, v. Eeden (Arch. 2. IV. p. 398); - West-Zeeuwsch Vlaande- ren, A. W. (Arch. 2. III. p. 113). 196. D. Armeria L. Op beschaduwde,. grazige zandgron- den. 0 en %.. Juli—Aug. In Herb.: Diepenveen 1882, K. ; — Leesten 1851, G-roneman; Warnsveld 1875, Groll; Doetinchem v. d. Souw*); V. Z.; 's Heerenberg 1833, Wtt.; Eltenberg 1830, v. d. B.; Sevenaar, Bergsma; tus- schen Drempt en Uilenpas 1872, Hulsebosch; Harderwijk 1879, R. B.; Arnhem, S.; 1844, Th. Abel.; 1849, R. B.; Nijmegen, B.; Neerbosch, v. H.; Neer- boschebroek 1857 en 1865, Th. Abel.; Groesbeek 1900, Jongmans; Heumen 1841, v. d. T.; Un. 1853; — Reigersweide op Duiveland Un. 1894; wallen van Brouwershaven 1844, v. d. B. ; Zuid Be- veland, Mb.; 1847, v. d. B.; dijk achter de Liefde- stoof 1839, v. d. B.; Gravenpolder en Kwadendamme 1839, Lac; Hoek 1860, A. W.; - tusschen Torn en Hervoort 1900, G. en Jongmans; Un. 1900; Sint Pietersberg 1870, Groll; Un. 1883; 1885 K.; Valkenburg, Un. 1861. (Apeldoorn (als opslag) 1882, K. A. in herb. pr.; — Scherpenisse 1877, K. A. in herb. pr.; Goes 1900, D. Posthumus in herb. Posth.; aan een dtjk te Poortvliet op Tholen 1877 A. W. en L. in herb. L.) Bovendien: Nieuwe-Wetering, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); - Tholen, A. W. en L. (Arch. *) „Niet ver van de R. C. Kerk buiten Deutichem omstreeks 100 treden van den Ouden IJssel," 218 DIANTHUS. 2. III. p. 113); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); Gassel, Lac. (Tijd- schrift VIII. p. 231). 197. D. Carthusianorum L. Op droge, steenachtige gras- gronden. 2J.. Juni — Aug. In Herb. : Deventer, Halbertsma; kerkhof bij Deventer, R. B.; 1846, en 1847, T.; 1852, K. A.; Zevenbergen bij Deventer 1850, R. B.; 1850 T.; Pessink onder Epe 1851, K. A. (hier ook de wit- bloemige vorm). (Ezelsdrjk te Utrecht 1893, W. C. van Embden in herb. Heukels.) 198. D. deltoides L. Op beschaduwde plaatsen in zan- dige streken. %.. Juni—Sept. In Herb.: Vilsteren 1865, H. d. V.; Wedde, J. A. Tresling; W. Kent; Klooster ter Apel 1837, v. H.; 1897, K. A.; Haarluidermeede bij Ter-Apel, Un. 1899; West Woldingerland, A. E. Stheeman; Bourtange 1863, Lac; — tusschen Ane en G-rams- bergen 1894, L.; de Poppe, Un. 1895; de Lutte 1854, v. H.; 1879, Lac; Gramsbergen 1859, Lac en S.; Hardenberg 1853, Kros; Oldenzaal 1863, H. d. V.; 1881, Groll; Vecht, J. Cock; by den Schuilen- burg aan de Regge, P. van Delden; Ommen 1857, en Dalfsen 1861, T.; Klein Leugden 1879, K. A.; Grafhorst 1848, R. B.; 1848, T.; 1855, R. B.; Berkum bij Zwolle, 1832, Thorbecke; Zwolle , Meppel 1845, Wenck; 1870, Hoek; Zwolle, Das- sen; Wtt.; 1840, Buse; 1842, de Vriese; Cayaux; 1873 en 1874, v. Tuinen; 1881, Posth.; Deventer Halbertsma; — Ruurlo 1886, Ensink; Voorst 1885, Groll; Eltenberg 1833, Wtt.; v. H.; Harder- wijk 1874, R. B.; - 's Gravenhage 1854, v. H. Jr.; 1832, J. de L. (?) ex. herb. Groll; tusschen 's Gra- venhage en Loosduinen 1848, S. ; 1895, R. B. ; Eiken- duinen 1836, Buse; 1836, Mb.; Dz.: v. d. T.; G. B.; V.Z.; 1840, B.W.; 1848,S.; Un.1851; W.Gleuns; DIANTHUS. SAPONAEIA. 219 1854, v. H. Ji\; Destree; 1898, Jongmans; — Domburg 1883, K.; - Elsloo 1884, Lac. (Denekamp 1898, J. B. Bernink in herb. Heu- kels.) Hiervan werden onderscheiden : /?. glauca Duinen bij 's Gravenhage, v. d. T. y. procera Wassenaar, v. Son. 199. D. superbus L. Op moerassige plaatsen. O en %. Juli—Sept. In Herb. : Meppel, A. V o s H o uw i n k'; v. Heyn.j op zandruggen in een veenachtig hooiland op de hoogte van het tolhek ten Zuiden van Meppel 1870, E. Post Stheeman. 200. D. arenarius L. Op zandstuivingen. %.. Juni-Sept. In Herb. : Nijmegen B. Bovendien werd zij opgegeven door de G-orter voor Zwolle; en in de Fl. B. S. behalve voor Nij- megen ook voor 's G-ravenhage, wellicht dat in deze opgaven D. deltoides bedoeld werd. Saponaria L. 201. S. officinalis L. Op beschaduwde plaatsen in zan- dige streken. Ook in tuinen gekweekt en van daaruit verwilderd. 2J.. Juli—Aug. In Herb.: Mildam, Un. 1881; - Zwolle 1870, Hoek.; Wijthmen bij Zwolle 1892, L.; Deventer 1847, M. J. Cop; 1878, K.; wal te] Deventer 1846 T.; — Hulshorst bij Harderwijk 1852, en Harder wrjk, R. B.; Ankelaar bij Apeldoorn 1850, K. A. Doetinchem, Un. 1885; Leesten 1851, Groneman Voorst 1849, M. J. Cop; Brummen 1833, Wtt. Terborg 1861, v. H.; Velp, v. H.; 1840, S.; Arnhem 1839, B. W.; Nijmegen, N. en Th. Abel., Thom- son; vestingwerken aldaar 1865, Th. Abel.; Ham- sche brug bij Tiel, G. Post; tusschen Rossem en Heerenwaarde 1836, v. d. T.; Gameren aan den 220 SAPONAFJA. Waaldijk 1833, Wtt.; Culemborg 1827, Wtt.; 1899, C. A. Backer; Spoel bij Culemburg 1834, en 1835, D. S.; 1857, Kniittel, Gelderland, C. A. Bergsma; — Grebbe, v. d. B. ; Amersfoort 1895, Garj.; — Valkeveen 1864, 0.; Haarlem, Splitgerber; de Vriese; 1848, v. H.; 1862, H. d. V.; Overveen 1835, Mb.; 1837, Buse; 1847, 0.; Bloemendaal 1845 en 1847, B. W.; 1865, H. d. V.; 1877, v. d. Veen; 1897, V.; Vogelenzang, v. d. T.; Zandpoort, Kerb.; 1871, 0.; Velsen 1842, Tilanus (P. N. S.): v. H.; 1869, Boerl.; 1875, Groll; Beverwijk, Dz.; - Kat- wijk 1833, S. S.; Leiden, Mb.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; Scheveningen, Fockema; 0.; 1850, S.; 1882, V. ; D e s t r e e ; den Haak bij Haakshuis, V. Z. ; — Domburg, Forsten; Westkapelsche dijk, v. H.; Vlissingen 1888, L.; Schuddebeurs bij Zierikzee, v. d. B.; de Kouter 1858, A. W.; - Ginnekenpoort bij Breda, v. A.; Sleeuwijk 1835, Lac; 's Herto- genbosch, v. H.; — Armenbeemd bij Roermond, Un. 1900; wallen van Maastricht, v. Hov.; Sint Pietersberg, Un. 1883. (Wilp 1850, K. A. in herb. pr.; Zutphen 1879, Schipper in herb. pr.; tusschen Culemborg en Beusichem, C. A. Backer*) in herb. pr.; Rijswijk (Gld.) zeer veel aan den Rijnoever, ook op 't schier- eiland de Roodvoet, B. J. v. Wagensveld; Gen- dringen, M. S. Rust; — station Schalkwijk, Driel- scheveer, C. A. Backer; Utrecht, W. C. v. Emb- den in herb. Heukels; — tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee 1887, J. J. Smith in herb. Coste- rus; Wijk aan Zee 1900, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; — Loosduinen, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Domburg 1892, Ogterop in *) Eeeds de Gorter vermeldt die groeiplaats : „aan 't voetpad by den grooten Boeren-stal buiten Cuilenburg." SAPONAEIA. VACCAEIA. 221 herb. pr.; - Noord-Limburg 1893, K. A. in herb. pr.) Ludit fl. plenis. In Herb. : Vilsteren 1865, H. d. V. ; — Hoenderloo, Un. 1890; R. C. Kerk te Groesbeek, Th. Abel.; - Amersfoort 1894, Garj.; — tusschen Groenendaal en Bosbeek, Heemstede, v. Eeden; Meerenberg 1865, en Haarlem 1862, H. d. V.; - West Sou- burg 1893, L. Bovendien: Oldemarkt, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 354); Carlshave, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); tusschen Lichtevoorde en Varseveld, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 200); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Alkmaar 1871, S.en Th. Abel. (Arch. 2. 1. p. 271; - Zuid Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 113); - Grons- veld, Roermond, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, Valkenburg, Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307); Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). jl. plenis: Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Voorts vermeld by Pelletier, Knijf, Mun- ting en Bruman. Vaccaria Medicus. 202. V. parviflora Moench. (Saponaria Vaccaria L. en Prodr. Ed. I. p. 39). Onder het koren, vooral op leem- en kalkbodem. Bij ons met granen inge- voerd. ©. Juni—Juli. In Herb.: Pothoofd bij Deventer 1881, K.; 1898, J. R. Katz; meelfabriek Deventer 1898, K. A.; — Nieuwe haven bij Nijmegen 1898, P. J. S. Cramer; molen te Ede 1900, V. Suringar; — Amersfoort 1894, Garj.; - 's Gravenhage, Destree; 1889, R. B.; spoorbaan Leiden 1894, V.; glasfabriek de Schie te Schiedam, aldaar met Limburgsche kalk aange- voerd; onder Donaugerst opgeslagen te Dordrecht 222 VACCARIA. CUCUBALUS. 1899, Posth.: - Almkerk 1897 en 1898, C. A. Backer; Hinthammerweg bij 's Hertogenbosch 1897, Heinsius: - Venlo, L. Rieter; Beek 1883, Boerl.; Gulpen 1885, K. (Culemborg 1899, C. A. Backer; - Stolwijk 1898, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Berkel 1898, F. D. J. Risch; Rotterdam 1899, H. v. d. Linden, — nieuwe Maassluis te Giesen, C. A. B a c k e r, alle in herb. H e u k e 1 s ; opslag kweekerij Dordrecht 1900, Posth. in herb. pr.) Bovendien: In een moestuin bij Velp, Ogterop (Arch. 3. I. p. 204) ; — meelfabriek bij Middelburg, L. (Arch. 3. I. p. 340). — Beide in herb. Ogterop; de laatste ook in herb. Lako. [Aanm.: De groeiplaatsen in den Prodr. Ed. I. opgenomen, ontleend aan de Gorters Flora (by Brielle en op Staalduin) zyn inderdaad gebleken betrekking te hebben op Chlora perfoliata (Cfr. Arch. 1. IV. p. 36 v. v.), zoodat de Gorter terecht deze plant voor Brielle heeft opgegeven, terwyl E h r- hart (Beitr. 1. c. VI. pl. 47) zich vergist moet hebben.] Trlbus Lychnideae A. Br. Cucubalus Tourn. 203. C. baccifer L. Op vochtige, moerassige plaatsen in bosschen, aan de oevers van rivieren enz. gj, Juni—Sept. In Herb.: Voorst 1833, Wtt.; 1840, Buse; 1878, Groll; Voorst en Baak 1877, K.; Emperbrug bfj Voorst 1879, K.A.; Biele brj Zutphen 1833, Wtt.; Uilenpas bfj Doesburg 1842, Tilanus (P. N. S.); Pannerden 1833 en Waaldijk bfj Nijmegen, Wtt.; Nijmegen, Abel. en Pas; Weurt bij 't fort Krayen- hoff, (het eerst gevonden door N. Abel. *) daar ter plaatse echter verloren gegaan en later door N. *) Zie Bydragen VII. p. 31. CUCUBALUS. SILENE. 223 en Th. Abel. in 1847 wedergevonden te Weurt); 1847, G. Deijn.; Oosterhoutsche bosch bij Nijmegen 1851, Th. Abel.; in een doornenheg in den Milling- sche-Waalschen buitenpolder 1886, J. Tyhaard. (Achter Zutphen, aan den weg naar Keppel 1878, K. in herb. K. A.; tusschen Dieren en Brummen 1878, A. P. v. d. Briel in herb. pr.) [Aanm.: De opgaven bjj Pelletier en Munting zullen wel betrekking hebben op gekweekte exemplaren. Zie omtrent haar vroeger voorkomen by Maastricht: Arch. 2. III. p. 290.] Silene L. 204. S. gallica L. Op zandige bouwlanden. 0. Juni— Juli. In Herb. : Nes op Ameland, Dr. Kros; Ameland, Bruinsma en Hinxt; — Apeldoorn 1877, K. A.; Renkum 1852, Buse; Nijmegen, Abel. en Pas; Weurt 1847, Th. Abel.; - bolwerk Haarlem 1879, Groll; Leiden, Dz.; Perin; v. d. B.; in een vochtig weiland bij 't Nieuwe kerkhof te 's G-ravenhage en Scheveningen 1828, V. Z. ; *) — Oranjezon tusschen Axel en Hulst 1838, Hulst, Axel, v. d. T. ; - Geer- truidenberg 1840, Verkouteren; Rozendaal 1841, Lac; Un. 1860; Zundert, Un. 1860; Breda, v. A.; Dongen 1842, v. d. T. ; Heusdenhout en 's Hertogen- bosch 1846, v. Hov.; Nuenen 1839, deBr.; Oirschot 1831, F. Hartsen; Helvoirt 1846, v. Hov.; Hel- mond 1834, Wtt.; Eindhoven 1834, Wtt.; Dz.; Hoffman; 1842, de Yriese; Veldhoven 1879, Posth.; Best 1874 en Deurne (havervelden) 1871, Lac; - Plasmolen 1886, Th. Abel. (Akkerwoudsterbroek, J. Botke enJ.de Groot; — moestuin bij 't hotel te Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi; - Utrecht, W. C. van Embden; - Valkenswaard 1899, H. A. v. Roessel, alle in herb. Heukels.) Bovendien: Stramproij, Lac (Arch. 2. V. p. 5.) *) Zie Bydragen V. p. 81. 224 SILENE. [Aanm.: Verreweg de meeste exemplaren behooren tot de yroeger als afzonderlyke soort beschouwde S. anglica L., die zich van de grondsoort onderscheidt door meer vertakte en meer uitgespreide stengels. Als S. quinque vulneraria bevindt zich in het stam- herbarium een plant door B o n d a m in een tuin te 's Graven- hage gevonden. In 1899 kwam een tweede exemplaar in, gevonden door Dr. L. Posthumus op het proefveld van den Landbouwcursus te Dordrecht. Ook in het eigen herbarium van den Heer D. L ak o bevindt zich deze varieteit, door hem verzameld als opslag in een tuin te Ruurlo in 1888 en in het herb. van den Heer Kok Ankersmit als opslag te Apeldoorn in 1873.] 205. S. nutans L. Op beschaduwde plaatsen op zand- gronden. %. Juni—Sept. In Herb. : Ooische waard bij Nijmegen, Th. Abel.; Westerbouwing bij Oosterbeek, Exc. 1897; Wage- ningsche berg, W. en Kraep.; — Grebbe, Bergsma; Fockema; 1898, V.; Rhenen, Th. Abel.; Drieber- gen, Mb.; — Haarlem (duinen) 1870, Groll; Aar- denhout, v. d. B.; de Vriese; Bloemendaal 1871 en 1891, Boerl.; Overveen, v. d. T.; 1836, Buse; Zandvoort 1877, L. J. vanderVeen; Velsen, R. B.; Breesaap, V. Z.; 1842, Buse; — Noordwijkerhout 1835, Mb.; Noordwijk 1894, V.; Katwijk, V. Z. ; 1832, S.S.; Pierot; 1835, Lac; 1843, de Br.; 1844, 0.; 1853, S.; 1854, v. H. Jr.; 1887, Groll; Wassenaar, Dz.; 'sGravenhage 1883, J. v. L. ex herb. Groll; 1887, R B.; G. B.; Scheveningen, Forsten; 1844, de Br.; Un. 1851; Loosduinen, Destree; tusschen Monster en Loosduinen, v. d. T. ; — Sint Pietersberg 1869,0.; 1885, Lac; 1885,K.enG.; 1893, de Haas; 1894, V. (met 3, 5 en 6 stijlen); 1896, G. (IJmuiden 1878, K. A. inherb. pr.; 1894, Ogterop in herb. pr.; tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; — Goede- reede 1892, Posth. in herb. pr.; — Valkenburg 1881, Costerus in herb. pr.) SILENE. 225 Bovendien: Parkweg Amsterdam 1884, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 687); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 113); West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 109). 206. S. Otites Smith. Duinplant. %.. Mei — Aug. In Herb.: Schiermonnikoog 1870, E. A. van den Burg en Hinxt; — Huizen, G-arj.; Haarlem, Splitgerber; Kerb.; v. Heyn.; 1879, Groll. Overveen 1832, v. H.; de Vriese; 1835, Mb.; Dz.; 1837, Buse; 1837, Lac; 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); 1843, 0.; 1846, Asscher; 1870, 0.; 1871, Boerl.; 1879, K.; Bloemendaal 1879, K. ; - Noordwijk, Exc. 1887; Bakkershagen, Persijn, v. Roijen: Wassenaar 1832, S. S. ; Waalsdorp, Pierot v. S. V.; 's Gravenhage 1832, J. d. L. ex. herb Groll; 1854, v. H. Jr.; V. Z.; G. B.; 1887, R. B. Scheveningen 1840, B. W.; Dz.; Un. 1851; 1851 S.; v. d. T.; 1882, V.; 1883, C. v. d. Broek; R. B. Destree; Eikenduinen 1797 en 1798, B.; Focke- ma; Loosduinen 1848, S.; 1854, v. H. Jr. (Spoorweg Zandvoort bij Haarlem 1893, Ogterop in herb. pr.; Station Santpoort 1890, Costerus in herb. pr.; — tusschen Terheijde en Loosduinen 1896, V. Suringar in herb. pr.) 207. S. vulgaris Garcke. (S. inflata Smith en Prodr. Ed. I. p. 40). Op onbebouwde plaatsen aan ruig- ten. %. Juni~Aug. In Herb.: Groningen, Visser; — Pothoofd bij Deventer 1876 tot 1885, K.; 1897, V.; Zwolle bij de Aloe 1899, E. Heimans; — Harderwijk 1870 en 1872, R. B.; Voorthuizen onder Barneveld 1897, V.; Apeldoorn 1881, en 1897, en Beekbergen 1875, K. A.; Roosendaal 1881, Boerl.; Rijn bij Arnhem, J. B. Spaan; 1897, V.; Nijmegen, B.; vestingwerken Nijmegen 1871, Th. Abel.; Ooische waard, J. B. Spaan; 1866, Th. Abel.; Oosterhoutsche bosch, N. en Th. Abel. ; Groesbeek 1897, G. en V.; Wage- 15 226 SILENE. ningen, Renkum, Buse; Culemborg 1896, de Haas 1899, C. A. Backer; - Utrecht 1879, A. C. en "W A. Oudemans; Amersfoort 1892, Garj.; Zeist Dz.; Keppel by Zeist, B. W.; - Naarden 1864, 0. Uithoorn 1872, Boerl.; Oosterdoksdijk, Fl. Amst. Parkweg Willemspark 1884, J. J. Smith Jr.; Hel der, Kraep.; Zandvoort 1875, Groll; Haarlem 1888 V.; kerkhof te Heemstede 1835, v. d. T. ; Spaarne Exc. 1894; — Leimuiden 1899, Jongmans; Was senaar, Stuffken; 's Gravenhage, V. Z.; 1885, R B. ; Scheveningen, de Vriese; 1836, en 1837, Buse R. B.; Zorgvliet 1835, Mb.; Hoek van Holland Destree; Dordrecht 1880, Posth.; 1881, V.; 1894 Posth.; - Zuid-Beveland 1845, v. d. B.; Middel burg 1896, L.; Vlissingen 1880, Buijsman; Seroos kerke 1876, L.; Oranjezon (Oost- en Westkappelle) v. d. T.; — Wouwsche plantage, Un. 1896; Ulven houtsche bosch, v. A.; Almkerk 1897, C. A. Bac ker; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Hinthammerweg aldaar 1897, Heinsius; — St. Pietersberg 1870, Groll; Gronsveld, Un. 1861; Houthemmerberg 1864, en Wylre 1866, H. d. V.; tusschen Mesch en Kerkrade 1885, K.; Epen, Meers, Gulpen 1872 en Cottesen 1873, Lac. (Spoordijk Arnhem 1886, Posth. in herb. pr.; — IJpolder bij Amsterdam 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr. ; — Rotterdam 1898, F. D. J. Risch; H. v. d. Linden; Papendrecht 1894, Posth. in herb. pr.; — Blerik, Un. 1893, L. in herb. pr.; Schaesberg 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Haren, Kent, [reeds door Munting opgegeven] (Arch. 2. III. p. 333); — Bloemendaal en Zandvoort, v. Eeden (Arch. 2. III. p. 302); — Brielle, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 370); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); - Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Sint Pietersberg, Gulpen, Valkenburg, Maastricht, SILENE. 227 Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307). Voorts Franeker, Heerenveen, Meese; Weesp, Fl. B. S., Harlingen enz., Fl. frisica. 208. S. dichotoma Ehrh. Plant van Zuid-Oost Europa en Klein-Azie, in het overige Europa ingevoerd. 0 en 0. Juni—Aug. In Herb. : Nietap 1894, Sanders; — Pothoofd bij Deventer 1878-85, K.; 1885, Groll; 1898, J. R. Katz; 1899, K. A.; - (?) Ede 1890, v. Vloten; Havenhoofd Zutphen 1888, G-roll; St. Annamolen bij Nijmegen 1898, Th. Abel. en W. Doctersvan Leeuwen; Wijchen 1897, G. en V.; — Eem bij Amersfoort 1893, Garj.; — Groenhoven bij Leiden 1898, Struykenkamp; — Vlissingen 1887, L.; — Oudenbosch 1894, P. van Luijk; 's Hertogenbosch 1880, K. A. ; Hinthammerweg aldaar 1897, H e i n s i u s ; — Poermond 1900, G. en Jongmans; Maastricht 1892, de Haas. (Apeldoorn 1899, K. A. in herb. pr.; — Rotterdam 1899, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — meel- fabriek Middelburg 1898, Kapelle (Z.-Bev.) 1894, Og- terop in herb. pr.; — Moergestel 1898, Ogterop, in herb. pr. ; kunstwei aan de Alm bij Almkerk 1898, C. A. Backer in herb. Heukels.) Bovendien : stationsterrein Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); — stationsterrein Ruurlo 1890, En- sink (Arch. 2. V. p. 651). 209. S. pendula L. Tuinplant, nu en dan verwilderd. 0. Mei - Jnni. In Herb. : Eem bij Amersfoort 1895, Garj. — op- slag met graan Dordrecht 1899, L. Posth. (Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels.) [Aanm. : Werd reeds in den Prod. Ed. I. p. 40 zondernum- mer opgenomen, ingevolge de opgaven van de Gorter (Hol- landsche duinen), en van Mulder (Katwyk). Deze opgaven berusten klaarblykelijk op eene vergissing.] 228 SILENE. 210. S. conica L. In zandige bouwlanden, maar vooral in de duinen. 0. Mei — Juli. In Herb. : Galgenbelt Deventer 1878, K. ; Eng bij Deventer 1846, T.; - Gorssel 1848, M. J. Cop; Zutphen 1833, Wtt.; Nijmegen, Abel. en Pas; Hezelpoort bij Nijmegen 1873, Th. Abel.; Wijchen 1897, G-. en V.; — Oosterbegraafplaats Amsterdam (zand afkomstig van Naarden) 1868, 0.; Haarlem 1834, Buse; 1841, de Vriese; 1866, 0.; v. Heijn.; 1872, Groll.; Overveen 1832, v. H.; 1836, Buse; Asscher; 1842,Bierens de Haan (P.N.S); 1871, 0.; Exc. 1878; Bloemendaal 1845, 0.; Meerenberg 1860, S.; Velsen, Exc. 1860; Wjjk aan Zee 1897, Ogterop; Beverwrjk 1860, S.; Zomerzorg, v. d. B. Zandvoort 1836, Buse; Bentveld, V. Z. ; 1870, Groll 1888, V.; Vogelenzang 1881, Boerl. ; Bennebroek v. d. T. ; 1860, S. ; - Hillegom 1842 en Hillegommer beek 1843, 0.; 1886, Boerl.; Noordwijk 1833, S. S. Dz.; Mb.; Pierot; Kerb.; 1836, Lac; 1839, v. d. T. 1872, BoerL; Exc. 1883; Noordwrjkerhout 1835 Mb.; 1867, 0.; Katwijk 1830, Wtt.; 1886, V.; Was senaarl827, Wtt.;Forsten; Waalsdorp 1887, R. B. 's Gravenhage, V. Z.; 1832, J. d. L. ex herb. Groll. R. B.; Scheveningen, G. B.; Destree; 1871,Posth. R.B.; Terheide, Un. 1851; - Kadzand 1887, L. (Aangevoerd zand te Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels.) 211. S. noctiflora L. Op bouwlanden, voornamelijk op leem- en kleigronden. 0. Juni—Sept. In Herb. : Texel 1860, L a c. ; — Harlingen, B r u i n s- ma; Sexbierum 1862, Hinxt; — Kampen 1854 en 1864, R. B.; Pothoofd bij Deventer 1877, K.A.; 1877 en 1882, K.; 1885, Groll; Zwolle, v. Heijn.; 1899, E. Heimans; — Putten 1884, 0.; Haven te Zutphen 1887, Groll; - Klein Ameliswaard brj Utrecht 1841, v. d.T.; — Aardenhout 1866, H. d. V.; Haarlemmer- SILENE. 229 hout 1835, v. d. T.; Kraantje lek, B. W.; - Ringdijk Haarlemmermeer bij de Kaag 1897, V.; Stalen by Leiden 1839, Mb. ; Dz.; Katwijk, T. ; Wassenaar 1864, H. d. V.; 's Gravenhage, R.B.; Naaldwijk 1844, v. d. T.; Delft 1843, de Br.; 's Gravezande, V. Z.; Zwijndrecht, Lac; Dordrecht 1882, V.; Barendrecht- sche veer 1888, V.; Westmaas 1840, Lac; — Sta- venisse 1877, A. W. en L.; Zuid-Beveland 1843, v. d. B.; Hoek 1863, A. W.; - Werkendam 1835, Lac; 'sHer- togenbosch, v. Hov. (Zutphen 1883, K. A. in herb. pr.; — Rotterdam 1898, F. D. J. Risch; 1899, H. v. d. Linden; Nu- mansdorp, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Willemsdorp 1886 en Alblasserdam 1887, Posth. in herb. pr.; Middelburg 1895, Ogterop inherb. pr. ; — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; Andel 1886, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus.) Bovendien: Ruurlo, Ensink (Arch. 2. V. p. 651); Nijmegen, B., herb. Abel. , (Arch. 2. V. p. 262); — Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 370); — Walcheren, Schouwen en Duiveland, Tholen, Oost- en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 113). 212. S. Armeria L. In zandige streken tusschen hout- gewas, vaak in tuinen gekweekt en van daar uit verwilderd. 0. Juli—Aug. In Herb.: Holwerd 1865, H. d. V.; - Hengelo, J. W. ten Cate; — Harderwijk, R. B.; Hulshorst 1852, R. B.; Weezep, T.; Vorden 1879, Groll; Terwolde 1846, Top; Ubbergen en tusschen Beek en Bergendal 1863, Th. Abel.; Waal tegenover Rossum 1839, v. d. T.; - Amersfoort 1852, R. B.; 1893, Garj.; Doorn 1833, Wtt; Zeist. Wenck; Utrecht, C. A. Bergsma; 1849, P. G. Weijers; Achttienhoven 1835, D. S.; — Haarlem, Engels; Haarlemmerhout 1832, V. Z.; 1843, 0.; Amsterdam 1833 en Diemermeer, S. S.; — 's Gravenhage 1833, 230 SILENE. CORONARIA. Y. Z.; Scheveningen 1836, Mb.; Zwijndrecht 1839, Lac; Dordrecht 1884, V.; opslag in een tuinteDor- drecht 1899, L. Posthumus; — Vhssingen 1845, v. d. Cop; moestuinen Zuid-Beveland, v. d. B.; — speelhuis bij Breda, v. A.; Oudenbosch, de Haas; — tusschen Oud-Heusden en Wijk bij Maastricht 1894, de Haas. (Apeldoorn (opslag) 1878, K. A. in herb. pr.; Put- ten 1897, C. A. Backer; — Rotterdam, H. v. d. Linden; — (fl. albis). In een tuin tusschen tuin- boonen te Almkerk 1897, C. A. Backer; (fl. albis) Leij by Breda 1898, Th. W. v. Schermbeek, alle in herb. Heukels.) Bovendien: Twello, K. A. (Arch. 1. III. p. 496); - Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 270). - Voorts Wijk bij Duurstede, Wenck; Vianen, Fl. B. S. Coronaria L. 213. C. flos cuculi A. Br. (Lychnis flos cuculi L. en Prodr. Ed. I. p. 41). In vochtige graslanden, vooral op veenachtigen bodem 2J.. Mei—Juli. In Herb.: Texel 1860, Lac; Midsland op Terschel- iing, Un. 1886; — Oenkerk 1849 en Leeuwarden 1849, S.; Bolsward 1870, J. M. deBoer;- Gronin- gen, Strat.; — Hooghalen 1865, H. d. V.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1848, R. B.; v. Heijn.; De- venter, v. G-roningen; 1876, K. A.; — Apeldoorn 1873, K. A.; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Nijmegen, N. en Th. Abel.; Harderwijk, R. B.; — Amersfoort 1861, R. B.; 1890, Garj.; Utrecht 1835, Wtt.; v. H.; 1879, W. Oudemans; 1835, D. S.; Westbroek, v. d. T.; Vleuten 1859, Coll. Nat.; Achttienhoven 1865, ?; Loosdrecht Exc 1884; — Uithoorn, Boerl.; Amsterdam, M. D.; Sloterweg 1840, Romb.; Amstelveensche weg, Fl. Amst.; de Vriese; Haarlem, Splitgerber; Buse; Heem- CORONARIA. 231 stede 1872, 0.; Velsen 1869, Hoek; Wieringen 1856, Lac. ; 1857, Harting; - tusschen Lisse en Hille- gom, Exc. 1887; Piet Gyzenbrug, Exc. 1860; Noordwijk 1860, S.; Eingdyk bij Aalsmeer 1844 en 1846, V. Z.; Hooge Morsch bij Leiden, Kerb.; Haag- weg, Exc. 1883; Leiden 1827, Wtt.; 1835, Lac; Mb.; Dz.; B. W.; 1842, 0.; Forsten; Pierot; 1872, Boerl.; 's Gravenhage, 1832, I. d. L. ex. herb. GrolL; G. B.; 1857, V. Z.; R. B.; Haagsche bosch, V. Z.; Loosduinen 1889, Destree; Schollevaarsei- land 1863, F. W. Krecke; Nieuw Lekkerland, V.; Alblasserwaard 1882, V. ; Lagewaard 1850, M. J. C o p ; Dordrecht 1879 en 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; - Zuid-Beveland 1848, v. d. B.; Vlissingen 1881, Buijsman; Walcheren 1839, v. d. B. ; Sas van Gent 1845, v. d. B.; 1854 en 1865, A. W.; Aardenburg 1861, A. W.; - Breda, v. A.; Doveren, Thomson; 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Vaals 1866, H. d. V. (Ter Apel 1897, K. A. in herb. pr.; Leens, J. Borgman; — Borne, H. v. d. Pauwert; Gendrin- gen, M. S. Rust; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagens- veld in herb. Heukels; Twello 1897, Ogterop in herb. pr.; Wamel bij Tiel 1870, Posth. in herb. pr.; 'sHeerenhof bij Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr.; (ook C. A. Backer ; Randwijk, C. A. Backer in herb. pr.; — Zaandam 1876, Schipper in herb. pr.; 't IJ 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — West Souburg 1892, Ogterop in herb. pr.; Eilandje in de bosschen van Duinvliet bij Domburg 1877, L. in herb. pr. ; — Oisterwyk 1894, Ogterop in herb. pr.; Kruisland, F. Janssens in herb. Heukels; Vucht 1895, Heinsius-Prikken in herb. pr. ; station Boxtel 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.) 232 CORONARIA. floribus albis. In Herb. : Landerum op Terschelling 1868, Holk.; - Hardenberg 1893, L.: Zwolle (fl. carneis) 1893, L.; Oosterhout, T.; - Warnsveld 1884, Groll; Ub- bergen, Abel. en Pas; huis te Ubbergen 1850 en in de Ooi, Th. Abel.; — Heikop bij Vianen, v. H.; Jutfaas, v. d. T.; tusschen Blauwkapel en Westbroek 1835, D. S.; - Halfweg 1856, v. H.; Haarleramer- meer 1836, Lac; - Noordwijk, Mb.; Zwijndrecht 1894, Posth.; Voorschoten 1894, V. (Apeldoorn 1875, K. A. in herb. pr.; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; — Zwyndrecht 1894, Sliedrecht 1898, Posth. in herb. pr.) floribus plenis. In Herb. : Veenkampen op het Loo 1896, K. A.; - Utrecht, de Br.; - Naaldeveld 1836, Kerb.; 1836, Mb.; 1836, Buse; Groot Bentveld 1836 en 1837, Mb. Bovendien: Ameland, (Arch. 1. V. p. 49); Schier- monnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); — Scheene, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); - Hoo- geveen, Zwinderen, Koevorden, Ane, Sleen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); — Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Eeze, Eesveen, Giet hoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p.345); Almelo, Un 18 70 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Un. 1870 (Arch 2. I. p. 198) ; Hengelo, Woolde, Borne, Hasselo, Haaks bergen, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Winterswijk, Eibergen, Un. 1860 (Arch. 1. V. p 219); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403), Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arcb. 2. VI. p. 96); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271) tusschen Kallantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch 2. VI. p. 235); Spaarndam, Odijk, Overveen 1874, H d. V. (Arch. 2. II. p. 69); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); — Schouwen en Duiveland (Arch. 2. III. p. 113); Haamstede, Un. 1894 (Arch. CORONARIA. MELANDRYUM. 233 3. I. p. 48); - Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); - Venlo, Blerik, Velden, Arcen, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Sittard, Ambij, Gronsveld, Valkenburg, Epen, Un. 1861; Wijlre, H. d. V.; tusschen Wijlre en Slena- ken, Valkenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307). Voortsbij Pelletier, Hondius, v. Voorst, Mun- ting en Bruman. 214. C. tomentosa A. Br. (Lychnis Coronaria Lam. en Prodr. Ed. I. p. 41). Op oude muren en in tuinen, van daar uit nu en dan verwilderd. 0. Juni-Juli. In Herb.: Veensloot bij de Meeden, J. A. W. Pot; Nieuw Stadskanaal 1827, v. H.; - Arnhem 1829, C. A. Bergsma *); — duinen Piet G-ijzenbrug en Noordwijk 1895, Destree; Groenhoven bij Leiden 1900, Jongmans. (Oudwijk bij Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels. Melandryum Rohling. r 215. M. album Garcke. (Lychnis vespertina Sibth. en Prodr. Ed. I. p. 41, L. clioica L. p. p. etFl. B. S.) Aan wegen en dijken, op droge, grazige gronden. %. Mei-herfst. In Herb.: Ameland 1862, v. d. Leij; 1869, Holk.; — Midwolde 1895, S a n d e r s ; Schildwolde 1855 en Sap- pemeerl827, v. H.; Westernieland 1866 en tusschen Boven Eexta en Winschoten, Strat.; — Meppel, v. H e ij n. ; - Kampen 1848, R. B. ; 1848, T. ; Pothoofd bij Deventer 1893, L.; Deventer 1839, Halbertsma; v. Groningen; Diepenveen 1876, K.; Haerst bij Zwolle 1893, L.; - Apeldoorn 1853 en 1897, K. A.; Harderwijk, R. B.; Beekhuizen en Arnhem, v. H.; *) Zie Bijdragen V. p. 83. 234 MELANDRYUM. Arnhem, Thomson; 1873, Groll; Zutphen 1833, Wtt.; C. v. d. Broek; Eibergen 1897, G. en V.; Nijmegen, N. en Th. Abel.; Groesbeek 1897, G. en V.; — Amerongen, C. A. Bergsma; Amersfoort R. B.; 1894, Garj.; de Bilt 1826, v. H.; Blauwka pel bij Utrecht, v. d. T. ; — Sloten, Fl. Amst. Muiderberg 1839, Romb.; Exc. 1896; Naarden v. H.; tusschen Naarden en Muiden 1869, Hoek Uithoorn 1872, Boerl.; Kijkduin, Exc. 1887; Be verwijk 1860, S.; Velsen, Buse; Overveen 1878, v Rijn van Alkemade; Haarlem 1848, v. H. ; 1839 ?; Hillegommerbeek, V.; - Katwijk 1828, Wtt Noordwijk 1835, Lac; 1881, S.; Leiden 1842, B. W. 1843, 0.; Dz.; Mb.; Pierot; Hazerswoude Pie rot; Rijnsaterwoude 1882, V.; Leiderdorp, Kerb. Zoeterwoude 1898, V.; 's Gravenhage, V. Z.; 1834 v. H.; G. B.; Scheveningen, Buse; G. B.; Rozen burg, Exc. 1895; Dordrecht 1884, V.; - Middelburg 1896 en 1897 L.; Domburg, B. W.; Oosterzwake 1839, v. d. B.; Sint Kruis 1861, Zeeuwsch Vlaande- ren 1863 en Hoek, A. W. ; Zuid-Beveland, v. d. B.; — 's Hertogenbosch, v. H.; Breda, v. A. (Koudum 1864, Holk.; — Slochteren, C. de Ga- vere in herb. v. Tuinen; — Pothoofd Deventer (met kleine geelwitte bloemen) 1893, L. in herb. pr.; — Terwolde 1876, K. A. in herb. pr.; station Vee- nendaal 1894, V. Suringar in herb. pr.; station Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Spoel te Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; — Maliebaan Utrecht 1877, Schipper in herb. pr.; Zeist, Blauwkapel en Ezelsdijk te Utrecht, W. C. v. E m b d e n in herb. H e u k e 1 s ; aan een wal te Vrees- wijk 1892, C. A. Backer in herb. pr.; — 's Grave- land 1892, V. Suringar in herb. pr.; Merwedeka- naal te Amsterdam 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr. ; Spoordijk tusschen Amsterdam en Zaan- dam W. H. ten Seldam in herb. Heukels; Zand- MELANDRYUM. 235 poort 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — schietbaan Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Sliedrecht 1894, Posth. inherb. pr.; — Koudekerke (Walch.) 1890, Kapelle (Z.-Bev.) 1894, Ogterop in herb. pr.; meelfabriek Middelburg (//. roseis) 1896, L. in herb. pr. ; Brouwershaven 1876, Costerus in herb. pr.; IJzendijke, P. J. van Roosendaal; Waarde, M. v. Weele; - 't Zand bij Sleeuwijk, Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Pet- telaar 1871, Costerus inherb. pr. ; Hinthammerweg bij 's Hertogenbosch 1895, H e i n s i u s-P r i k k e n in herb. pr.) Bovendien: Texel, Schiermonnikoog, Rottum, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 370); - Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Koevorden, Gramsbergen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. I. V. p. 244); - Steenwijk, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); - Apeldoorn 1877, K. A. (Arch. 2. III. p. 211); Nieuw Millingen, K. A. (Arch. 2. III. p. 179); Winterswijk, Un. 1860 (Arch. I. V. p.219); — Parkweg Amsterdam 1890, J.J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 688); Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); tusschen Alkmaar en Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); tusschen Heilo en Zandvoort, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 370); - Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 370); Brielle Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); tusschen Haamstede en Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 48); Schouwen en Duiveland, Tholen A. W. (Arch. 2. III. p. 113); - Langs de Zoom, Un 1896 (Arch. 3. I. p. 348); Oudenbosch 1885-87 Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — tus schen Blerik en Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. IV. p 569); Meerssen, Un. 1861, tusschen Wijlre en Sle naken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307). Voorts ver meld door Vorstius, Munting en Bruman. 216. M. rubrum Garcke. (Lychnis diurna Sibth. et Prodr. 236 MELANDRYUM. Ed. I. p. 41, Melandryum silvestre Roehling, Lychnis sylvestris Fl. B. S. p. 358). Op bescha- duwde zandgronden. %.. Mei — Aug. In Herb. : Ballum op Ameland 1896, V.; — Haren- dermolen 1856, S t r a t. ; — Koevorden 1859, L a c. en S. ; Meppel, v. Heijn. ; — Zwoile 1892, L.; LJsselmonde 1848, R.B.; Kampen, R. B.; v. Heij n.; 1848, T.; Okse 1876, K.; - Harderwijk, R. B. ; Apeldoorn 1850, K. A.; Vordenl881, C. v. d. Broek; Gorssel 1845, T. ; Win- terswijk 1872, R. E. de Haan; Nijmegen, B. ; N. en Th. Abel.;- Amersfoort, R. B.; 1890, Garj.; Utrecht 1871; — Uithoorn, Boerl.; Parkweg Amsterdam, J. J. Smith Jr. ; Amsterdam, Fl. Amst. ; Velser- end 1869, Hoek; Velsen, de Vriese; Beverwijk 1860, S.; Haarlem, v. d. Lith. Coll. Nat.; Split- gerber; v. H.; Romb.; 1880, Groll; Overveen 1842, Teengs (P.N.S.); Exc. 1878; Aardenhout 1836, Mb.; 1838 en 1877, Romb.; Heemstede, v. d. T.; Vogelenzang, Exc. 1878; Bloemendaal, Haar- lemmerhout 1836, Buse; 1843 en 1871, 0.; 1870, Groll; Bentveld, Kerb.; Buse; 1870, Groll; - Katwijk 1832, Wtt.; Endegeest, v. d. B.; Leiden 1828, Wtt.; 1835, Lac; Dz.; Mb.; B. W.; For sten; 1854, Kramer; B. W.; Exc. 1860; 1870 Boerl.; Duifhuislaan bij Leiden, M. J. Cop; War mond 1837, Coll. Nat.; 1857, S.; Wassenaar, Pie rot; 1857, Coll. Nat.; Voorschoten 1854, Cramer 'sGravenhage 1832, I. d. L. ex herb. Groll; V. Z. R.B.; G. B.; Haagsche bosch, M. J. Cop; 1857, S. 1882, V.; 'sGravezande 1892 en Overschie 1894, V. - Walcheren 1839 en Domburg 1839, v. d. B.; Zuid dorpe 1855, A. W.; — Breda, v. A.; v. H. ; 's Herto genbosch, v. Hov. ; — Beek, Boerl.; Maastricht, v. Hov.?); 1870, Groll. [Aanm.: In het herb. Groll komen van deze soort nog voor een bontbladige vorm nit de duinen bjj Kraantje Lek (1870) en een virescentie uit den Haarlemmerhout van 1871.] MELANDKYUM. 237 (Oldeboorn 1863, Holk.; tusschen Oldeboorn en Beetsterzwaag 1866, v. Tuinen inherb. pr.; — Gen- dringen, M. S. Rust; Zand bij Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Epe 1847, Alpherts in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Dordrecht (aan- gevoerd) 1892, Posth. in herb. pr.; — Domburgsche Manteling 1893, Ogterop in herb. pr. ; -- Besoyen, C. A. Backer inherb. Heukels; 's Hertogenbosch 1895, Heinsius-Prikken in herb. pr.) floribus albis. Voorschoten 1894, V.; — Haam- stede, Un. 1894. Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); — Hoogeveen, Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Oldemarkt, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Nieuwe Wetering en Ton- geren, tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406) ; Oldenzaal, U n. 1895 (Arch. 3. 1. p. 218) ; — Nijkerk, R. B. (Arch. 1. V. p. 297); Kannenburg, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Ankelaar, Broek- land, Hoog Soeren, K. A. (Arch. 2. III. p. 179); Ter- borg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Varsse- veld, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 219); — Alkmaar, Heilo, Bergen, Schoorl, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 113); — Langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Ambij, Meerssen, Gronsveld, Valken- burg, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, tusschen Wijlre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307). Voorts vermeld door Pelletier, Vorstius en Bruman. Melandryum dubium Hampe. (= M. album x rubrum). (Apeldoorn 1882, Voorst 1877 K. A. in herb. pr.; 238 MELANDRYUM. AGROSTEMMA. Bij de vroegere Marokkijnlederfabriek te Apeldoorn 1882 L. in herb. pr. Plant met loos stuifmeel; eenige kliertjes, in de overige kenmerken oip Melandryimi rubrum gelijkend.) Agrostemma L. 217. A. Githago L. In koornvelden, op gemengde klei- en zandgronden. 0 en ©. Juni—Juli. In Herb.: Texel 1868, Holk.; Ameland 1869, Holk.; - Bolsward 1862, J. M. de Boer; - Mep- pel, v. Heijn.; - Kampen 1849, R. B.; 1848, T.; v. Heijn.; Oosterhout 1870, Hoek; Zwolle 1874, v. Tuinen; Deventer 1839, Halbertsma; Romb.; 1876, K.; Wijhe 1885, L.; Diepenveen 1851, M. J. Cop; — Twello, P. van Delden; Harderwijk 1866, R. B.; Apeldoorn 1853, K. A.; Putten 1885, 0.; Zutphen, Fockema; 1881, C. v. d. Broek; Leesten 1851, Groneman; Lochem 1885, V.; Montfoort 1837, Coll. Nat.; Winterswijk 1873, R. E. de Haan; Nijmegen, N. en Th. Abel.; - Doorn 1869, 0.; Wikkenbrug 1826, Wtt.; Werkhoven 1865, Kniit- tel; Amersfoort, R. B.; 1890, Garj.; Utrecht 1835, v. H. ; Wtt.; 1851, A. W. Hartmann; Meern bij Utrecht 1840, v. d. T.; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Montfoort 1837, Coll. Nat.; - Zeeburg bij Amsterdam 1843, 0.; Wieringen 1857, Harting; Naarden, Breesaap 1837 en 1839 en Bloemendaal, Buse; Haarlem, Splitgerber; — Ringdijk bij de Kaag 1897, V.; Noordwijk, Focke- ma; Leiden 18 Juli 1784, v. Roijen; Dz.; Mb.; S. S.; Katwyk, S. S.; 1887, Groll; Rijnsburg, v. d. B.; Wassenaar, S. S.; 's Gravenhage 1854, v. H. Jr.; Barger; Loosduinen, V. Z.; Destree; Zoeterwoude (meelfabriek) 1898 en Schiedam (mestvaalt) 1895, V. ; Zwijndrecht 1835; Lac; Dordrecht 1882, V.; - Zuid- AGROSTEMMA. 239 Beveland, v. d. B.; Kloetinge 1838, v. d. B.; Vlis singen 1889, Buysman; Axel 1869 en Aarden burg 1861, A. W.; - Moerdijk, Un. 1860; Breda v. A. ; G-eertruidenberg 1840, Verkouteren; Sprang Thomson; de Pettelaar bij 's Hertogenbosch, v Hov.; — Roermond 1900, G. en Jongmans; Sint Pietersberg, Un. 1883; 's Gravenvoer 1894, V. (Schettrum b\j Midsland, J. B. Tym; — Murmer- woude, J. Botke en J. de Groot; Rottevalle, J. K u i p e r s ; Winsum, R. v. d. T o 1 in herb. H e u- kels; Hallum 1864, H. v. d. Leij in herb. v. Tui- n e n ; — Leens, J. B o r g m a n ; Groningen, R. d e Boer en H. Kooi; — Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wa- gensveld in herb. Heukels; Laag Soeren 1899, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Beekhuizen 1872, Costerus in herb. pr. ; Velp 1886, Tiel, Posth. in herb. pr.; Oosterbeek 1897, V. Suringar in herb. pr.; Beusichem 1843, Alpherts in herb. pr.; Rand- wijk 1896, C. A. Backer in herb. pr.; — Vleuten 1877, Schipper in herb. pr. ; de Bilt en Vechten, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Bussum 1882, Heinsius in herb. pr. ; — Rotterdam 1899, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Zwijndrecht 1894, Posth. in herb. pr.; — Nieuw en Sint Joos- land 1894, Ogterop in herb. pr.; Uzendijke, P. J. van Roosendaal; Waarde,M. v. Weele; — Wer- kendam, C. A. Backer in herb. Heukels; Hint- ham 1895, Heinsius-Prikken in herb. pr.; — Valkenburg Un. 1883, L. in herb. pr.) Bovendien: Kallenkote, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Tongeren, Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); - Nijbroek, Voorst, Wormingen 1878, K. A. (Arch. 2. III. p. 179); Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); — Parkweg bij Amsterdam, J. J. Smith Jr. 1890 (Arch. 2. V. p. 688; - Schouwenen Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); Sint Phi- lipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 108); Middel- 240 AGEOSTEMMA. SAGINA. burg 1895, L. (Arch. 3. I. p. 202); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Epen, Un. 1861; Sittard, tusschen Bunde en Valkenburg, Wijlre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 307). Voorts bij Pelletier, Knijf, Vorstius en Munting. Ordo Alsinaceae D.G. Sagina L. [A a n m. : Daar de soorten van het geslacht S a g i n a menig- maal moeilijkheid opleveren by het determineeren en er in de flo- ristische werken dikwyls verwarring omtrent de soorten heerscht, wil ik aan de opsomming der groeiplaatsen een kort overzicht der systematische indeeling laten voorafgaan. I. Bloemen 4-tallig. A. De hoofdstengel eindigt in een sterile bladrozet, waaruit de bloeistengels zijdelings ontspruiten 1. S. p r o c u m b e n s L. a. forma nodosa Nolte (= humilis v.d.B.). Stengels altjjd neerliggend; bladen kort. /?. forma gracilis Nolte (— f ontana Fries). Stengels op- stygend ; bladen aanzienljjk langer dan de internodien. Schaduwvorm. y. forma crassifolia Nolte (— maritima Fr. en Gr. et G-odr., ofschoon die D o n als auteur aanhalen). Bladen vlee- zig, zonder stekelpuntje. Plant van zilten bodem. <5. forma s p i n o s a Gibson. Bladen langer, meestal voorzien van kleine wimperachtige tanden. B. De hoofdstengel ontwikkelt zich normaal en brengt bloemen voort. a. Bladen zonder stekelpuntje . 2. S. strict a Fr. *) (=S. maritima Don.). *) F r i e s, die aan deze soort den naam gaf van S. s t r i c t a, onder- scheidde: a. alpina: obesior, pedunculis brevioribus. fi. maritima: gracilior (— Engl. bot. t. 2195). De eerste schynt voor te komen in Zweden op rotsachtige plaatsen. Fries zelf geeft reeds den grond voor de latere naamsverwarring SAGINA. 241 b. Bladen met stekelpimtje. . 3. S. apetala Arduino. 1. Kelkslippen na den bloei kruiswys uitgespreid. Bladen aan den voet meestal gewimperd; bloemstengels steeds recht S. apetalaa. genuina (— S. inconspicua Eossmann). 2. Kelkslippen brj vruchtrypheid tegen het kapsel aange- drukt. Bladeren aan den voet meestal kaal; bloeistengels na den bloei haakvormig gebogen, by vruchtrijpheid weder recht. . . . S. apetala/ff. ciliata (=r S. depressa Schultz.) II. Bloemen 5-tallig. A. Bloembladen tweemaal grooter dan de kelkbladen ; bloemstelen kort, altrjd recht; bladen stomp of gepunt 4. S. n o d o s a Fenzl. a. forma g e n u i n a. fi. forma glandulosa Besser (= /?. pubescens Koch.) klierharig. y. forma moniliformis Lange (Haandb. p. 688) [— y. mari- tima Pers en Fl. B. S.) Uitgespreid neerliggend; bovenste stengelleden zeer kort, bovenste bladen van den hoofd- stengel en van de korte okseltakken vleezig, rond-eivormig. B. Bloembladen even groot als de kelkbladen; bloemstelen lang, na het uitbloeien gebogen, daarna weder recht, bladen elsvormig, lang genaald 5. S. s u b u 1 a t a F. et G.] 218. S. procumbens L. Algemeen. %.. Mei—Sept. a. nodosa Nolte. Op zonnige, dorre plaatsen, tusschen straatsteenen. aan, daar hy uitdrukkelijk zegt: „Videntur insuper angli huc etiam trahere S. procumbentem maritimam, caule distinguendam, licet externa facie satis conveniat. Has ob rationes equidem meum nomen (S. s t r i c t a e) servavi, sed non aegre feram, si alterum (S. m a- r i t i m a) ob maiorem S m i t h i i auctoritatem praeferendum videatur." Ofschoon inderdaad de naam van Don prioriteit verdient. schjjnt het my verkieselijker den naam van F r i e s te behouden en ook de var. y. van S. procumbens crassifolia Nolte te noemen, waardoor de naam m a r i t i m a geen aanleiding tot verwarring meer kan geven. Grenier et Godron geven aan (Fl. fr. I. p.246) bij hun S. maritima Don „tiges naissant des aiselles d'une rosette centrale sterile." Grenier de bewerker van die familie, heeft dezelfde vergissing begaan in zijn vroeger werk, waarop Babington reeds opmerkzaam maakt (Cfr. Man. of Brit. Botany 4th Edit. p. 49). 16 242 SAGINA. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1881, Groll; Vlieland 1858, Lac; 1880, G-roll; Schiermon- nikoog 1860, S.; 1868, Holk.; Terschelling 1881, Groll; 1887, V.; Rottum 1861, Lac; — Leeuwarden 1872, Boerl.; — Oude Pekela, v. H. ; Haren 1856, Strat. ; — Assen en Hoo- geveen 1859 en Nieuw Dordrecht 1859, Lac en S.; Meppel, v. Heyn.; — Zwolle 1887, L.; Kampen, R. B.; Deventer, Halbertsma; 1878, K.; Diepenveen 1846, M. J. Cop; Har- denberg 1892, L. en Carmiggelt; — Lobith 1837, V. Z.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel; Thomson; Maldensche broek, N. en Th. Abel.; Ruurlo 1887, Ensink; Culemborg, Cayaux; — Utrecht, Buse; Rijzenburg 1859, A. W. Hart- mann enR. B. ; Amersfoort, R. B. ; Garjeanne; — Amsterdam 1839 en 1844, Romb.; Fl. Amst.; 1863 en 1871, 0.; Enkhuizen 1894, Sanders; - Leiden, de Vriese; 1835, Mb.; Dz.; 1842, 0.; 1872,BoerL; Warmonderhek 1841, S. S.; 1844,0.; 's Gravenhage, G. B. ; R. B. ; Dordrecht 1848, M. J Cop; 1880, V.; — Zuid-Beveland en Goes, v. d. B. Middelburg, B. W. ; Vlissingen 1880, Buijsman Zuiddorpe 1863 en Sint kruis 1861, A. W. ; - Vucht sche heide, v. Hov. ; Werkendam 1835, Lac (Suameer 1866, Holk., Oldeboorn 1866, v. Tui- nen in herb. pr. ; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — station Kwadijk 1887, Coste- rus in herb. pr. ; Vogelenzang 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Delft 1875, L. in herb. pr.; Rotter- dam, F. D. J. Risch; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Waarde, M. v. Weele in herb. Heukels; Kapelle (Z.-Bev.) 1893, Ogterop in herb. pr. ; Zoutelande 1881, A. W. in herb. L.; Middelburg 1880, L. in herb. pr.; — Werkhoven C. A. Backer in herb. Heukels; — Geulle 1893, V. Suringar in herb. pr.) SAGINA. 243 0. gracilis Nolte. {— fontana Fries et Prodr. Ed. I). Op vochtige, beschaduwde plaatsen. In Herb.: Terschelling 1869, Holk.; 1887, V.; Ameland 1840, Spree; — Leeuwarden 1859, S.j — Groningen, v. H.; — Lonneker 1891, L.; Diepenheim, Un. 1897; — bosch Wolfheeze 1847, v. d. B.; Harderwijk, R. B.; Apeldoorn 1872, K. A.; heide bij Woelderen, Forsten; Meerwijk 1852, Th. Abel.; - Utrecht, C. A. Bergsma; Rijn bij het Vossegat, huis ter Heide 1859, v.H.; Rhoodestein bij Neerlangbroek, v. d. T.; — Leg- meerpolder, BoerL; Bentveld en kolk Over- veen, Buse; Rozewater 1833, S. S.; Haarlem 1871, Groll; - Warmond 1841, S. S.; 1847, 0.; Kat- wijk 1832, S. S.; 1837, Buse; Hazerswoude 1832, Wtt.; Leiden, Perin; 's G-ravenhage, V. Z.; — Haamstede 1844, Noorddijk 1834 en Walcheren 1840, v. d. B.; Sas van Gent 1861, A.W.; Breda, v. A.; - Maastricht 1870, Groll. (Texel 1894, V. Suringar in herb. pr.; Midsland op Terschelling, J. B. Tijm in herb. Heukels; — Zwolle 1885, L. in herb. pr.; — Bussum 1891, Cos- t e r u s in herb. pr. ; - Oranjezon 1877, L. in herb. pr.) y. crassifolia Nolte. Op zilte kleigronden. In Herb. : Terschelling, Groenestrand 1886, K.; Rottum,**) Bleij (Bijdr. III. p. 50); Vlieland *) 1869, Holk.; Hoorn op Texel *) 1878, Lac; - Marken *) 1886, Boerl. en V.; Hijpolitushoef op Wieringen *) 1856, Lac. ; Enkhuizen, F. de Wit Pz.; Nieuwe Diep, V. Z.; Petten *), Un. 1891. Bovendien zonder opgave van varieteit: Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 420); - Steenwijkerwold, Oldemarkt, Gieten, Eeze, Eesveen, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Almelo en Vriezeveen, Un. *) Waren in het herbarium opgenomen als S. stricta. **) In herb. als S. maritima Don., de overige als S. procumbens. 244 SAGINA. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Bekkum, Buurserbeek, Nieuwkerkerveen, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Vaassen, Epe, Un 1890 (Arch. 2. VI. p.96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk Eibergen, G-roenlo, Lochem, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); - Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 239); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); — Al de zeeuwsche eilanden behalve Sint Philipsland, (Arch. 2. III. p. 114 en VI. p. 108); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); Hoogerheide, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Velden, Hamert, U n. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Gulpen, Valkenburg, Sittard, Un. 1882 (Arch. 2. IV. p. 307). 219. S. stricta Fries. (S. maritima Don. et FI. B. S.). Zandige zeekust. 0. Mei — Aug. In Herb.: Texel 1860, Lac; aardappelland Vlie- land 1858, Lac; strandweide Terschelling 1881, Groll; Schiermonnikoog 1860, S.; - Urk 1884, S.; — Zuid-Beveland 1843 en Wilhelminapolder, aan zan- dige oevers van kreeken 1850—1857, v. d. B.; Wal- cheren 1877, Frederiks; Nieuw bedijkt poldertje in het Sassche Gat 1854, A. W.; — Bergen op Zoom, Un. 1860. (IJerseke 1884, L. in herb. pr.) Bovendien: Petten Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 203 en 235); Velserkanaal 1871, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 370). — De verdere opgaven hebben betrekking op de andere soorten van dit geslacht. 220. S. apetala Arditino. Op akkers en opene zand- gronden. 0. Mei-Sept. a. genuina (S. inconspicua Rossmann). In Herb. : Oostmahorn, Hinxt; — Westernie- land 1867, Schuringa; Hornhuizen, v. H.; — Meppel Cayaux; — Watermeerwijk bij Nijme- SAGINA. 245 gen 1864, v. H.; Ooische waard 1865, Th. Abel.; Culemborg, de Haas; — Utrecht 1825, Wtt.; 1839, D.S.; v. d. T.; Schalkwijk 1834, Wtt.; tusschen Schalkwijk en Westhoven 1833, Wtt. ; Bunnik, C. A. Bergsma; Houten 1833, Wtt.; tusschen Jutfaas en 't huis te Haamstede 1841, v. d. T.; — Leiden, de Vriese; Dz.; Buse; Rijnsburg op vlasland 1838, Mb.; Valkenburg, 0.; Endegeest, Perin; Dordrecht 1848, (op oude muren tegenover het magazijn van affuiten), v. Hov.; Vianen 1836, v. H.; — Kapelle btf Goes 1834, Wtt.; Goessche polder 1841, ak- kers bij Kapelle 1839 en Zuid-Beveland 1848, v. d. B.; Middelburg K. A. ex. herb. Groll; ') Zeeuwsch Vlaanderen 1859, A. W. '*) ; — Roermond 1900, G. en Jongmans; bij de kerk te Heel, Un. 1900; Sittard 1883, K.; Sint Pietersberg, Un 1861; Heerlen 1868, Lac; Geulen 1866, H. d. V.; Gronsveld, Un. 1861; Beek 1871, Lac; Epen, Un. 1861; Vijlen 1866, H. d. V.; Ambij, Un. 1861. (Tusschen koren te Leens 1898, J. Borgman in herb. Heukels; - Oost-kapelle (Walch.) 1877, K. A. in herb. pr.) /?. ciliata Fries (S. depressa Schultz.). In Herb. : Waalsdorp 1869, H. d. V.; op muren te 's Gravezande 1824, V. Z. ***) ; 's Gravezande 1870, *) Waarschjjnlyk dezelfde plant als in het eigen herb. van den Heer Kok Ankersmit voorkomt van Oost Kapelle. ") In een brief aan Dr. v. d . B o s c h, do. 17 Juli 1860 schryft W a 1- raven: „Ingesloten ontvangt U eenige exemplaren Sagina stricta of a p e t a 1 i s. Ik heb ze verzameld waar ik vroeger Sagina stricta gevonden heb en toch komen de exempl. mjj meer verlengd voor en hebben meer den vorm van apetalis, misschien maritima?" Alzoo in het ingedykte poldertje in het Sassche Gat. ***) Deze plant werd in 1824 gevonden door Vrpag Zpenenals Arenaria tenuifolia gedetermineerd, wat door van Hall beves- 246 SAGINA. H. d. V.; - 's Hertogenbosch 1895, Heinsius- Prikken; — bouwland Sint Jansberg 1877, Lac. (Zeeuwsch Vlaanderen 1860, A. W. in herb. L.) Bovendien : Eierlandsche polder op Texel, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 148). [A a n m. : De door Hugo de Vries verzamelde planten zyn zeer twyfelachtig, daar het slechts fragmenten zijn.] 221. S. nodosa Fenzl. (Spergula nodosa Fl. B. S. bl. 360). Op vochtige zandgronden in veenachtige weiden, 0. Mei — Aug. p. glandulosa Besser. (== p. pubescens Koch). In Herb.: Texel 1869, Holk.; Hoorn op Texel 1860, Lac; Ameland, Bruinsma en Hinxt; Schiermonnikoog 1867, H o lk.; — Schoterland 1872, Hoek.; Harlingen, Un. 1886; tusschen Hichtum en Wommels 1864, J. M. de Boer; Franeker, Bergsma; Bergumerheide 1849, S.; — Eelder- wolde, S. P. Kros; Helpen bij Groningen 1823, v. H.; Haren 1865, H. d. V.; - Dalen 1859, Lac. en S.; tusschen Roswinkel en Weerdinge 1837, v. H.; Odoorn 1859 en Ane 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Deventer 1833, Wtt. Ronib.; tusschen Deventer en Gorssel 1844, T. Kampereiland 1846, R. B.; Kampen, Cayaux tigd werd, zoodat deze haar opnam in zijne Flora Belgii Septentrionalis I. p. 350. Zoowel van Hall alsVrydagZynen zyn gaan twyfelen aan hunne determinatie ; de eerste schreef op het etiquet der door hem van V. Z. ontvangen plant : „non est". S a g i n a en later a p e t a 1 a. Vrydag Z y n e n voegde by zyn exemplaar : „Dit plantje in 1824 door my gevonden, gedetermineerd en door Prof. v. Hall als zoodanig erkend, schjjnt my toe te zyn Spergula nodosa en wel de modificatie gelyk zij in myn Herbar. uit de omstreken van Berlin aanwezig is door mijn confrater B a u e r verzameld. De verschillende lengte der bloem en kelk- bladen en de gedaante der laatsten zyn mij gebleken het meest constante verschil op te leveren tusschen Arenaria tenuifolia en Sperg. n o d o s a. V. Z. Sept. 1843.*' Ik vermeld dit i >mdat de opgave van v a n Hall in den Prodr. Ed. I. niet werd overgenomen. SAGINA. 247 Zwolle, v.H.; 1891, Carmiggelt; 1894, L.; tus- schen Wrjhe en Raalte 1849, M. J. Cop; Goor 1859, v.H.; Schutterop 1852, v. H.; Almelo, Un. 1870; - Hatteml865, H. d.V.; Gorssel 1897, V.; Leesten 1850, Groneman; Zutphen 1835, Wtt.; v. d. B.; 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1874 en 1875, Groll; Twello, P. v. Delden; Bathmen, Un. 1850; Twikkel 1863, H. d. V.; Epel864,S.; Harderwijk 1864, R. B.; Apeldoorn, Thomson; 1852, K. A.; 1858, 0.; Nrjmegen, B.; Bergharen en Weurt, Th. Abel.; Bennekomsche Meent bij Wageningen 1881, K.; Spoel bij Culemborg, D. S.; — Zeist, 0.; Amersfoort 1894, Garj.; Nieuw Loosdrecht, W. en Kraep.; — Muiderberg 1844, Lac; Amsterdam, E. B. Asscher; Fl. Amst.; 1839, Romb.; West Zaan 1851, Kerb.; Kallants- oog 1877, Lac; Breesaap 1835, Mb.; Buse; v. H. ; Velsen, v. H. ; Rozewater en Bentveld, K e r b. ; Buse; Zandvoort, S. P. Kros; 1837, Mb.; Over- veen, d e H a a n ; Middenduin 1843, B u s e ; Haarlem, Splitgerber; 1879, Groll; bij Slooten aan het Haarlemmermeer 1842, Heijbroek (P. N. S.); — Noordwrjk 1843, J. van Dissel; 1885, V.; Kat- wijk 1835, Lac; v. d. B.; Leiden 1842, 0.; Was- senaar 1831, S. S.; Pierot; Perin; Dz.; Waals- dorp, Barger; 's Gravenhage 1832, I. d. L. ex. herb. Groll; Scheveningen 1845, de Br.; V. Z.; Loosduinen, Destree; op den Haak brj 'sGra- vezande, V. Z.; Hoek van Holland en het Spui- Westland, v. d. T.; kalkhaven Dordrecht 1880, Posth.; 1882, V.; Rockanje, 1835; - Walche- ren 1840, v. d. B. ; Oranjezon, B. W.; Groede 1885, L.; Sas van Gent 1855 en Axel 1859, A. W. ; tusschen Axel en Hulst, v. d. T.; — Breda, v. A.; Werkendam 1836, Lac; Osten, v. Hov.; — Weert 1900, G. en Jongmans. (Texel, Noorderpolder 1894, V. Suringar in herb. 248 SAGINA. pr.; Midsland, J. B. Tijm in herb. Heukels; — Murmerwoude en Akkerwoudsterbroek, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; — Paterwolde 1884, Heinsius in herb. pr. ; — Borne, H. v. d. Pauwert in herb. Heukels; — Huinen 1895, C. A. Backer in herb. pr.; — Vogelenzang 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. West- broek en J. Slingerland in herb. Heukels; — Vlissingen 1875, Schipper in herb. pr.; 1892, Og- terop in herb. pr. ; — Vuchtsche heide, Costerus in herb. pr.) y. moniliformis Lange. (= y. maritima P. en Pl. B. S. p. 362). In Herb. : Terschelling 1886, J. C. Wouters; Vlieland 1858, Lac; Ameland, Spree; 1865, v. d. Leij; — Callantsoog 1877, Lac; Zandvoort en Haarlem, v. H.; — Wassenaar, Forsten; Ter- heijde, Un. 1851; — Walchersche duinen 1838, v. d. B. Bovendien, zonder opgave van varieteit: Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 366); — Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p.421); - Giethoorn (Zuidveen), Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Heino, Wijhe, Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Hengelo, Woolde, Haaksbergen, Weusthag, bij de Buurserbeek, Nieuwkerkerveen, Hollenbergerveld, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); Wisselsche venen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); tusschen Winterswijk en Eibergen, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); - Abcoude en omstreken, Asscher (Arch. 1. I. p. 441); - tus- schen Callantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Brielle en Oost-Voorne, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 398); - Mook, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 6). 222. S. subulata Torrey et Gray. Zandige bouwlanden. 2J.. Juli — Aug. SAGINA. SPERGULA. 249 In Herb. : G-inkel onder Ede 1890, v. Vloten; — Oud Bussum bij Naarden 1878 en Hilversum 1879, H. de V. (Bussum, C. J. Koning in herb. Heukels.) [Aanm.: In zyne „Bjjdrage tot de Flora van het Gooi" (Arch. 2. V. p. 524) schrijft Prof. de Vries naar aanleiding dezer plant: „Sedert deze soort in 1878 voor het eerst door mij in ons vaderland gevonden werd, heb ik haar niet alleen op dezelfde groeiplaats, op de heide bij Bussum, maar op ver- schillende andere plaatsen teruggevonden, o. a. op den Trom- penberg en in de bosschen van Spanderwoud. Zjj is in deze streek geenszins zeldzaam." In het herbarium van Dr. J. C. Costerus bevindt zich reeds een exemplaar van 1872 ; het was echter gedetermineerd als S. procumbens met pen- tamere bloemen.] Spergula L. 223. Sp. arvensis L. In zandige streken op bebouwde en onbebouwde gronden. 0. Juni—Herfst. a. vulgaris Boenningh. In Herb.: Texel 1860, Lac; Terschelling 1868, Holk.; 1887, V.; Midsland, Un. 1886; Nes op Ameland 1869, Holk.; - Franeker, Un. 1886; Leeuwarden 1850, S. ; 1861, J. M. de Boer; Gie- kerk 1849, S.; Joure 1842, Tilanus (P. N. S.); Friesland, Cayaux; — Slochteren 1829, v. H.; Helpen 1855, v. H.; Groningen 1856, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; Cayaux; — Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Deventer 1840, Halberts- ma; tusschen Deventer en Gorssel 1844, T. 1876, K.; Oosterhout 1870, Hoek; Kampen, R B.; - Harderwijk, R. B.; Zutphen 1833, Wtt. Ruurlo 1885, Ensink; station Ede, Fockema Arnhem, Thomson; Nijmegen, Abel. en Pas Renkum, Buse; Rheederoord 1835, de Vriese tusschen Nijkerk en Amersfoort 1835, D.S.; — Amersfoort 1847, v. d. Roemer; 1861, R. B.; 1895, Garj.; Baarn 1835, de Vriese; tusschen 250 SPERGULA. Zeist en Eijzenburg 1859, A. W. Hartmann en R. B.; tusschen Doorn en Driebergen, v. d. T. ; Driebergen, Zeist en Utrecht, v. H. ; — Naarden ■ 1864, 0.; Hilversum, v. d. T.; Uithoorn 1872, B o e r 1. ; Rijnspoor Amsterdam, F 1. A m s t. ; Mui- derberg, M.D.; Wieringen 1856, Lac; Helder, (V.Z.?); Schooten 1870, Heemstede 1870, Groll; Vogelenzang 1871, Boerl.; - Hillegom 1894, V. ; Noordwijkerhout 1858, v. d. B. en S.; 1886, Exc; Noordwijk, v. d. B.; Sassenheim, Kerb. ; War- mond 1846, Perin; Endegeest 1841, S. S.; Leiden 1827, de Vriese; 1835, Mb.; 1839, B. W.; Was- senaar, v. d. B.; 1832, S. S.; 1882, V.; Voorscho- ten 1859, S. ; 's G-ravenhage 1832, I. d e L. ex herb. G-roll; G. B.; Buse; R. B.; Monsterl851, Buse; Un. 1851; Dordrecht 1882, V.; - Domburg, For- sten; Biezeiinge 1838, Oostkapelle 1841, Dijkwelle 1840, en Hulst 1846, v. d. B.; Eede 1861, A. W.; — Breda, v. A.; Ulvenhout, Un. 1852; Wer- kendam 1835, Lac ; Vucht en Vlijmen, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; 1831, v. d. B. ; tusschen Oister- wijk en Tilburg 1866. 0. (Rottevalle, J. Kuipers; Murmerwoude, J. Bot- ke enJ. de Groot; — Leens, J. Borgman; — Gen- dringen, M, S. Rust; Rijswijk (Gld.) zeer veelop den Eikelenberg, B. J. v. Wagensveld in herb. Heu- kels; Apeldoorn 1877-1898, K. A. in herb. pr.; Velp 1886, Posth. in herb. pr.; Culemborg 1847, Alpherts in herb. pr.; — Driebergen, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; Baarn 1894, Heinsius — Prikken in herb. pr.; — Huisduinen 1881, V. Su- ringar in herb. pr.; Diemerbrug 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; tusschen Diemen en Muiden 1894, A. C. J. van Goor in herb. pr. ; Wilhelminapark Haarlem 1900, C. A. Backer in herb. pr. ; — Loos- duinen 1881, V. Suringar in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; Sliedrecht 1894, SPERGULA. 251 Posth. in herb. pr.; — Oost-Kapelle 1876, L. in herb. pr. ; F. D. J. Risch in herb. Henkels; — 's Hertogenbosch 1895, Heinsius— Prikken in herb. pr.) (S. sativa Bonningh. In Herb. : Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Kampen 1847, R. B.; - Ruurlo 1885, Ensink; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Renkum 1851, B u s e ; Beek 1868, 0.; - Leiden, D z. ; 1842, 0. ; War- mond 1859, S.; 's Gravenhage, V. Z.; - Haam- stede, Un. 1894; Hulst, v. d. B. (Kalkhaven Dordrecht 1879, Posth. in herb. pr.; Kapelle (Z.-Bev.) 1892, Ogterop in herb. pr.) y. maxima Weihe. In Herb. : Holwert tusschen 't vlas 1829, v. H. (Cfr. Fl. B. S. p. 804. Bijdr. V.p.83); Eelderwolde 1837, v. H.;? Baflo 1836, v. H.; - Zutphen, Un. 1850; v. d. B.; Kronestein bij Leiden 1827, Wtt. Bovendien, zonder vermelding van varieteit: Wol- vega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); - Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Steenwij kerwold, Kallenkote, Eeze, Un. 189 2 (Arch. 2. YI p. 345); Almelo Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Del den, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Borne Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p 218); Heino, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); -- Epe Un. 1890 (Arch. 2. III. p. 179); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); - Alkmaar, Bergen, S. en Abel. 1871 (Arch. 2.1. p. 27); Heilo; Breesaap, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Brielle, Rockanje, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 398); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543; Hooger- heide, Un. 18 60 (Arch. 1. V*. p.232); Woensdrecht, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Blerik, Wel, Velden, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 252 SPERGULA. 2. VI. p. 569); Meerssen, Gronsveld, Sittard, Un 1861; Slenaken, G-ulpen, Wylre, Valkenburg, Un 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts reeds vermeld door Pelletier, Vorstius, Munting en Bru man. 224. S. Morisonii Boreau. (S. pentandra Auct. et Prodr Ed. 1. p. 43). Op dorre zand- en heidegronden ©. April — Sept. In Herb. : Berkumerbelten bij Zwolle 1892, L. tusschen Wierden en Vriezeveen 1892, L. en Car miggelt; — Hoenderloo, Un. 1890; Gortelsche bosch 1882 en Westeneng bij Apeldoorn 1881, K.A.; Dieren 1878, L.; Klarenbeek onder Voorst 1882 en Ede 1883, K. A.; Oosterbeek, H. d. V.; Nijmegen, Th. Abel.; Wijchen 1897, K. en G.; Veenendaal 1900, G. en Jongmans; Renkum 1851, Buse; 1871, Groll; Bennekom 1879, K. A.; 1883, G. Molen- graaff; 1895, L.; — Amerongsche berg 1872, H. d. V.; Darthuizerberg 1896 en Maarsbergen 1895, V.; Rijzenburg 1859, R. B.; tusschen Zeist en Driebergen, E. B. Asscher; 1898, C. A. Backer; Drieberger- bosch 1865, Kntittel; Zeisterbosch, G. Deijn.; Zeist, C. A. Bergsma; 1851, 0.; de Bilt, v. d. T.; 1837, D. S.; Beerschoten 1837, D. S.; - Heide bjj Laren 1894, V.; — Oegstgeest 1836, Mb.; Endegeest 1836, Lac; Leiden, Dz.; — Oisterwyk 1867, Kniit- t e 1 ; Bakel 1873, H. d. V. ; - Mook, Middelaar 1870, L a c. (Doetinchem 1896, Dr. P. de Koning; Wagenin- gen, Lotsy in herb. Posth.; — Amersfoort, W. C. v. Embden inherb. Heukels; Utrecht, Th. Stolz in herb. K. A. ; — Hilversum 1885, Heinsius in herb. pr. ; Naarden 1894, V. S u r i n g a r in herb. pr. ; — Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr.; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Hamert, Un. 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Koevorden 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. SPERGULA. SPERGULAKIA. 253 p. 403); Berg en Dal, Neerbosch, Heumen, Malden, Overasselt, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 263); - Breda, v. A. (Arch. 2. II. p. 144); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. Y. p. 543); Vucht, v. Hov. (Prodr. Ed. 1. p. 43). Spergularia Presl. {Lepigonum Wahl. Prodr. Ed. I.) 225. Sp. segetalis Fenzl. Op korenvelden, somtijds als opslag. ©. Juni — Juli. In Herb. : Maasoever bij Wijk 1894, de Haas; bouwland tusschen Geleen en Spanbroek 1896, G. 226. Sp. rubra Presl. (Lepigonum rubrum Wahl. en Prodr. Ed. I. p. 43, Arenaria rubra L. en Fl. B. S. p. 350, 722). In zandstreken op bouwlanden, aan wegen. 0— 2J.. Mei—Sept. In Herb.: Burg op Texel 1869, Holk.; Texel 1860, Lac; — Gaasterland 1865, H. d. V.; — Stadskanaal 1827, v. H.; Westerbroek, Strat.; - Emmen 1859 en Weerdinge 1859, Lac. en S.; Gieten 1865, H. d V.; - Vollenhove 1845, T.; Wezepe 1850, R. B. Deventer, Halbertsma; Wierden 1892, L. en Car miggelt; Dinkel, Un. 1895; Heemse 1868, v. d Scheer; - Hattem 1865, H. d. V.; 1872, Hoek; Oldebroek, R. B. ; Hertskamp 1877, K.; Lichtevoorde 1883, L.; Vorden 1882, Groll; Ruurlo 1885, Ensink; Veluwe, Cayaux; Harderwijk, Hulshorst 1852 en tusschen Nunspeet en Nijkerk, R. B.; CJddelermeer, Un. 1849; Beekbergen 1840, Buse; Wildenborgsche molen 1832, Staring; Apeldoorn 1859, O.; Arnhem 1833, Wtt; 1835, de Vriese; 1873, Groll; Velp, C. A. Bergsma; Wolfheze, Un. 1847; Tafelberg 1837, Buse; Rheede, v. H.; Nijmegen, B.; 1878, Groll; Beek 1853, 0.; Beek, Hatert, Malden, Lent, Th. Abel.; Renkom 1848, Buse; 1853, S.; stations- 254 SPERGULARIA. terrein Culemborg 1899, C. A. Backer; — Grebbe, v. H. ; Grebbeberg 1837, Buse; Fockema; Amers- foort, Splitgerber; E. B.; Leusden, G-arj.; Kijzen- burg 1859, A. W. Hartmann en R. B.; Zeist 1847, B. W.; de Bilt, Utrecht 1830 en de Vuursche, v. H. ; — Hilversum, Naarden, v. d. T. ; 1864, 0.; tusschen Naarden en Muiderberg 1896, V. ; Marken 1886, B o e r 1. en V.; Wieringen 1856, Lac. ; Urk 1884, S.; Brees- aap, Wtt. ; Velsen 1835, Mb.; Haarlem, Splitger- ber; — Noordwijkerhout 1846, Dz. en Mb.; Rijns- burg 1845, Perin; Leiden, Mb. ; Spanjaardsbrug bij Leiderdorp 1840, B. W. ; Loosduinen, V. Z.; Zwijn- drecht 1886, V.; Vianen 1835, D. S.; - Zuiddorpe 1854, A.W.; Eede 1881, A. W.; Hulst 1846, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijsman; — Ulvenhout, Un. 185-2; Eindhoven 1832, v. d. B.; Forsten; Dz.; tusschen Osten en Deurne 1871, Lac; Helenaveen 1873, H. d. V.; Geldrop, Forsten; - Genooi 1900, Rieter; Wessem 1900, G. en Jongmans; Baexem, Un. 1900; Stibbe 1889, V.; Simpelveld 1865, H. d. V. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; Tieke 1874, v. Tuinen in herb. pr.; — Oudewerf Winschoten 1886, Schipper in herb. pr.; Onneresch, Eelderhooiweg, huis te Glim- men bij Haren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Zuid-Laren 1884, Heinsius in herb. pr.; tusschen Donderen en Norg 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Avereest 1898, L. in herb. pr.; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Groesbeek 1899, Costerus in herb. pr. ; station Cu- lemborg, C. A. B a c k e r in herb. H e u k e 1 s ; — Amster- dam 1885, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; — Kruisland, F. Janssens in herb. Heukels; Ouden- bosch 1898, Posth. in herb. pr.; Oisterwijk 1894, Og- t e r o p in herb. pr. ; - Blerik, U n. 1 8 9 3 L. in herb. pr.) Bovendien: Ameland, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); — Hoogeveen, Erm, Zwinderen, Gramsbergen, Odoorn SPERGULARIA. 255 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Steenwij- kerwold, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Almelo en Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 194); Bekkum, Nieuwkerkerveen, Langelo, de Lutte, de Poppe, bij den Dinkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Vaassen, Epe, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winters- wijk, Lochem, Eibergen, Groenlo, Un. 1860 (Arch.l. V. p. 220); - Delft, de W. H. (Arch. 2. II. p. 31); Oudenbosch 1885 — 87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Blerik, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Amby, Meerssen, Sittard, Koermond, Un. 1861; Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). [A a n m. : De soorten van het geslacht Spergularia leve- ren bij de determinatie eigenaai'dige bezwaren op. S p e r g u- laria segetalis en rubra geven betrekkelyk weinig moeite ter onderlinge onderscheiding; geheel anders is dit met de soorten Sp. salina, media en marginata. Hierby komt nog een ongeloofeiyke verwarring in de syno- nymie, weder als gevolg van de uiterst geringe verschillen der vroeger als soorten onderscheiden vormen, waarby de soort S p. m e d i a nu eens tot de eene, dan weer tot de andere vorm gebracht werd. Door sommige auteurs werden alle vor- men onder een enkele hoofdsoort vereenigd , zoo b. v. by Marsson (Flora von Neu-Vor Pommern, p. 77), die alle brengt tot Spergularia halophila Marss. of Grenier en Godron, die als grondsoort S p. m e d i a Gr. et Godr. aannemen. Deze auteurs verdeelen hun S p. m e d i a in twee varieteiten : a. heterosperma Fenzl. (met de synonymen Arenaria rubra /#. marina L. , Sp. salina Presl., Sp. marina Bartl. , Lepigonum medium Wahlb. , Ar. marina Roth.) en f$. marginata Fenzl. (met de synonymen Are- naria media L., Ar. marginataD. C, Lepigonum marginatum Koch.). Zoowel K o c h als G a r c k e beschouwen deze beide varie- teiten als afzonderlyke soorten, wat naar myn overtuiging ook het meest overeenkomstig de waarheid zal zyn ; de eerste noemt echter de verscheidenheid heterospermum van Grenier en Godron Lepigonum medium Wahlb. (met de synonymen Alsine marina a. D. fl. 3. p. 293, Are- naria marina Roth. , Ar. rubra /?. marina L. , Sp. 256 SPERGULARIA. s a 1 i n a Presl.), de var. marginata echter Lepigonum marginatum Koch. D. fl. suppl. (met de synonymen L e p. m a r i n u m Wahlb., Alsine marina Wahlenb., A r. m a r- g i n a t a D. 0., A r. m e d i a L. p. p., A r. m a r i n a /?. Smith. hrit. Fl.). Garcke daarentegen noemt haar in dezelfde volg- orde Spergularia salina Presl. (met de synonymen S p. marina Griseb., Ar. rubra /?. marina L., Ar. marina Roth., Lepigonum medium Wahlb.) en Spergularia marginata Kittel (syn. S. media Griseb. , Arenaria m e d i a L. (exc. syn.), Ar. marginata D. C, Lepigonum m a r i n u m Wahlb. , Lep. marginatum Koch.). De Prodromus Ed. 1. onderscheidde drie afzonderlyke soor- ten, n.l. L. medium Fr. , L. salinum Fr. en L. margi- n a t u m Koch , met de opmerking dat L. m e d i u m „differt a L. r u b r o : fol. carnosis, supra planis, pedunculis fructiferis (capsula vix longioribus) rectangulo-patentibus, effoetis erectis, sepalis (lanceolatis) capsula paulo brevioribus Fr. Mant. 111. p. 3. Semina alata in nostris non vidi." Dezelfde indeeling wordt ook door L a n g e (Haandbug i den danske Flora p. 661) toegepast, waarby hy echter L. m e- dium Fr. (Sperg. canina var. u r b i c a Hartm.) als onder- soort btf L. salinum brengt, L a n g e geeft de volgende nauwkeurige onderscheidingen : 1. L. salinum Presl. a. trachyospermum (L. neglectum Kindb. Bot. Not. 1857 p. 84, monogr. p. 36. Spergularia canina a s a 1 i n a Hartm. , Alsinella marina Fl. Danica 2231. Yruchten ruwpuntig, ongevleugeld. /?. leiospermum (Kdbg. monogr. p. 23. als soort L. salinum Fr.). Vruchten glad, nu eens gevleugeld (f. alata) dan weer ongevleugeld (f. aptera), of beiden in hetzelfde kapsel. (f. heterosperma). 1. Cymosum: Bloeiwyzen met tot aan den top blad- dragende takken. 2. Racemosum: Takken van de bloeiwyze verlengd trosvormig, met bladlooze toppen. * L. m e d i u m Fr. Laag en nederliggend met ver kruipen- den wortel; kapsel iets langer dan de kelk. 2. L. marinum Wahlb. Fl. Gothob. p. 47. (Arenaria ru- bra /?. marina L., Alsinella marina H. 497, A r e- naria marginata D. C). /?. fasciculare (L. fasciculare Lonnroth Observ. Crit. Ups. 1854. p. 13), met talryke rechtopstaande sten- SPERGULARIA. 251 gela, meer samengedrongen bloeiwtjze, met opgerichte, bjj vruchtrypheid rechtuitstaande (en niet neergebogen) vruchtstelen ; kapsel ongeveer de helft langer dan de kelk, vruchtjes omgekeerd-eivormig met verhoogden rand, doch zonder vleugels. Deze varieteit werd op Fohr door Schiotz verza- meld. Ofschoon het aanbevolen blyft na te gaan aan de versche planten, welke van deze vormen by ons voorkomen, heeft het mjj het meest gewenscht toegeschenen het herbarium-mate- riaal te verdeelen in:l. Spergularia salina Presl. met de ondersoort, vroeger als S p. m e d i a Fr. vermeld, en 2. S p. marginata Kittel. De exemplaren van S p. m e d i a ver- toonen dikwyls zulke gelydelyke overgangen tot Sp. salina, dat het niet immer mogelyk is, deze ondersoort met zekerheid af te zonderen. Vergelyk ook Arch. 1. II. p. 101.] 227. Sp. salina Presl. Op zilte zandgronden. 0 en ©. Mei—Sept. In Herb.: Texel 1860 en Vlieland 1838, Lac; Schiermonnikoog 1860, S.; — Tjongerzijl bij de Lem- mer, v. H. : Lemmer, v. H. ; Cayaux; Oostmahorn 1860 en Anjum 1860, S.; — Dronten bij Kampen 1873, Hoek; Vollenhove, R. B.; - Harderwijk 1864, R. B.; Nijkerk 1876, K. A.; - Eem 1895, Garj.; Spakenburg, W. en Kraep.; — Amsterdam, Hey- brock; 1842, P. N. S.; O.; 1875, Lac; IJdijk bij Amsterdam, Mb.; Zeeburg 1845, 0.; Kerb.; Broek in Waterland 1856, Lac; v. d. C; Marken 1886, Boerl. en V.; Nieuwe Diep, V. Z.; Spaarndam, Buse; 1870, Groll; Spaarnwoude, V.; Halfweg 1857, Lac; - Katwijk 1842, 0.; 1842, B. W.; Pe- rin; Leiden, Mb.; Spanjaardsbrug bij Leiderdorp, Dz.; Mb.; 1836, D. S.; 1843, 0.; Hoek van Holland 1894, V.; eilandRozenburg 1899, Jongmans; Zwijn- drechtl837, Lac; 1848, v. Hov.; Brielle 1894, V.; - Zuid-Beveland 1834, 1839, Grijpskerke 1840, haven te Goes 1838 en Oost-Beveland 1846, v. d. B. Serooskerke, v. d. T.; Vlissingen, Veere 1883, K. Middelburg, M.D.; 1877, L.; Zijpe 1868, Schuringa Hoek 1863, A. W.; - Ossendrecht, Un. 1860. 17 258 SPEEGULARIA. (Hindelopen 1869, J. M. de Boer inherb. K. A.;- Arnemuiden 1876, L. in herb. pr.; Uzendijke 1899, P. J. v. Roosendaal in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland 1854, S. P. Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 366); - Wieringen, (Arch. 1. V. p. 50); - Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 114); Schouwen en Duiveland, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 47); Zierikzee, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49). S u b g e n. Sp. media Fr. Op gelijke plaatsen als de vorige. 0 en 0. Juni — Juli. In Herb. : Vlieland 1858, Lac; G-roene strand Ter- schelling, Un. 1886; Rottum 1869, Holk.; - Leeu- warden 1859, S.; Harlingen, C. A. Bergsma; Dyks- hoek, v. d. Leij; Tjongerzijl bij de Lemmer, v. H.; — Zoutkamp en Vierhuizen 1855, Strat.; - Vollen- hove 1845, Noordpolder bij Kampen, Zwartendijk bij Kampen 1847 en 1850, R. B.; Richterdiep brj Kam- pen 1872, Hoek; - Harderwijk 1864 en 1865, R. B.; tusschen Harderwijk en Elburg 1833, Wtt. ; Putten 1876, K. A.; — Spakenburg 1895, G-arj.; — tus- schen Muiderberg en Naarden 1854, Lac; Exc 1882; Meent bij Naarden 1864, 0.; Oosterdoksdijk 1851, T.; IJpolder 1873, Boerl.; IJ by Amster- dam 1824, d.d. Dr. Schultes; E. B. Asscher; v. H.; 1842, Tilanus (P. N. S.); Hemmeland by Monnikendam 1886, Boerl.; Monnikendam 1856, Lac; 1873, Boerl.; Marken 1886,Boerl. enV.;Wie- ringen 1856, Lac; Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Petten, Un. 1891; Uitgeest 1893, Groll; - Katwyk 1832 en 1836, S. S.; 1842, 0.; Leiden, Dz. ; Stalen bij Spanjaardsbrug, Dz. en Mb.; Rots van Rockanje, V. Z.; — Duiveland, Zierikzee en Noord Kisserssnolle, Un. 1894; Schouwen 1883 en Sint Philipsland 1890, L.; Zuid-Beveland, Dz.; 1845, v. d. B.; Zeeland, v. d. T.; Walcheren 1834, Wtt.; B. W.; 1893, L.; Middelburg 1877 ex. herb. Groll; SPERGULARIA. 259 Zeeuwsch Vlaanderen 1853 en 1861, A. W.; Sassche gat 1863, A. W.; Zand? 1836? - Bergen op Zoom, Un. 1860. (Prins Hendrikpolder 1894 en — Nieuwe Diep 1894, V. Suringar in herb. pr.; — Goes 1874, Posth. in herb. pr.; Middelburg 1877, L. in herb. K. A.; Groede 1878, L. in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); - Tholen, L. (Arch. 2. III. p. 114). 228. Sp. marginata Kittel. Op zilte kleigronden. %.. Juli — Sept. In Herb. : Eierland op Texel 1857, Harting; Kok op Texel 1881, Groll; schorren op West Terschelling 1869, Holk.; 1881, Groll; Dellewal 1887, V.; deGrie, Un. 1886; Schiermonnikoog 1867 Holk.; - zeedijk Hinlopen 1853, S.; (Coll. Nat.); Workum 1864, J. M. de Boer; Tjongerzijl 1828, v. H.; Lemmer, v. H.; 1865, H. d.V.; Dokkum 1865, H. d. V.; Oostmahorn 1860, S.; — Uitwierde 1856 en Zout- kamp, Strat.; — Oosterdoksdijk, Fl. Amst.; 1867, 0.; IJ bij Amsterdam 1833, S.S.; Mb.; 1836, Buse; Zeeburg, de Vriese; 1845, 0.; Amsterdam, Split- g e r b e r ; v. H. ; Naarden 1842, d e V r i e s e ; Monniken- dam 1856, Lac; 1886, Boerl. en V.; Markenl886, Boerl. en V.; Wieringen 1856, Lac; Nieuwe diep, Petten, Un. 1891; - Zwyndrecht 1837, Lac; Hoek van HolJand, V. Z. ; 1894, V.; Destree; den Haak bij 'sGravezande 1886 en Brielle 1894, V.; - Zeeland, Dz.; Dumortier; Zierikzee en Duiveland, Un. 1894; Zuid-Beveland, Dz.; v. d. B.; 1877, K. A.; Walcheren 1893, L.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; Mid- delburg, Serooskerke en Nieuwe haven Middelburg, v. d. T.; Zeeuwsch Vlaanderen 1859 en Hoek 1862, A. W.; Zuid Watering 1839, B. WT. ; Loozenpoldertje by Hoek, 1853, A. W.; Sloe 1838, v. d. B.; - Ber- gen op Zoom 1834, Wtt.; Un. 1860, Thomson; 260 SPERGULAEIA. AMMADENIA. 1889, Groll.; Woensdrecht 1884, V.; - Tholen, Thomson. (Lemmer 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; — den Helder 1893, V. Suringar inherb. pr. ; Zeedijk Hoorn 1898, A. C. J. van Goor; — Strand te Her- kingen 1871, Costerus in herb. pr.; Wissenkerke, Schipper in herb. pr.; Scherpenisse 1877, K. A. in herb. pr.; Waarde 1898, M. v. Weele; — Schelde- dijk, Halsteren, 1898, P. J. Yerhoeven in herb. pr.) Bovendien: Vlieland, (Arch. 1. V. p. 50); Ameland, (Arch. 2. I. p. 371); Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 361, 363 en 366); - Noord-Beveland en Tho- len, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 108). Ammadenia Gmelin. (Halianthus Fr. et Prodr. Ed. 1.) 229. A. peploides Ruprecht. (Halianthus peploides Fr. et Prod. Ed. 1. p. 44 , Honkenya peploides Ehrh. et Fl. B. S. p. 848). Aan de zandige zeekust. 2J.. Juni — Juli. In Herb. : Texel 1860 en Posthuis op Vlieland 1858, Lac; Terschelling, Un. 1886; Grind 1869, Holk.; Ameland, Spree; 1896, V.; Schiermonnik- oog 1867 enl868, Holk.; Rottum 1897, Schipper; — Roode Klif bij Stavoren 1853, S.; — Vollenhove 1845, Top; R. B.; v. Heyn.; 1893, L.; - Harder- wijk 1850 en 1863, R. B. (No. 735 Herb. pl. sel. crit. fl. Rhen. Fasc. XIII); tusschen Nijkerk en Spa- kenburg 1894, Garj.; — tusschen Naarden en Mui- derberg, v. d. T.; Muiderberg, v. H.; 1841, Romb. ; 1882, Groll; 1896, V.; Oud Valkeveen 1892 en 1896, V. ; Naarden 1837, (D. S. ?) ; tusschen Naarden en Huizen 1864, 0.; Huizen 1872, 0.; 1894, Garj.; het IJ, Buse; Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; Nieuwe Diep, V. Z.; Petten, AMMADENIA. ALSINE. 261 Un. 1891; Wijk aan Zee 1836, Buse; Zandvoort 1872, Groll; - Noordwijk 1842, 0.; Exc. 1860; 1889, V.; Katwijk, Wtt.; 1832, S. S.; 1832, v. d.B.; 1833, S. S.; Dz.; G. B.; 1835;Mb.; 1835, Lac; 1842, 0.; 1842, B. W.; 1842, de Vriese; 1845, Perin; Scheveningen, Broers; 1844, V. Z.; ter Heide, Destree; Hoek van Holland, V. Z.; v. d. T.; 1887, V.; Barger; 1894 V.; Destree; Rockanje, Un. 1887; — Westerschouwenl845, v. d. B.; Zuid-Beveland 1845, v. d. B.; 1877, K. A.; Walcheren 1863, A. W. West Kappelsche dijk 1841, v. d. B.; 1864, v. H. 1864 en 1869, H. d. V.; Vlissingen 1845, v. d. Cop 1880, Buijsman; 1898, Ogterop; Op het strand by het fort den Haak in Walcheren 1837, G-. B. C. v. d. Feen; — Bergen op ZoomUn. 1860;Thomson. (Midsland op Terschelling, J. B. Tijm in herb. Heukels; — Harderwijk en Putten 1876, K. A. in herb. pr. ; Elburg 1847, Alpherts in herb. pr. ; — Huisduinen 1899, L. de Bruijn inherb. Heukels; den Helder 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Wis- senkerke 1886, Schipper in herb. pr.) Bovendien: Roode klif K. A. (Arch. 2. VI. p. 354); — Hondsbosschen v. Eeden (Arch. 2. IV. p. 398); — Noord-Beveland A. W. en L., (Arch. 2. VI. p. 108); West Zeeuwsch Vlaanderen A. W. (Arch. 2. III. p. 114). Alsine Wahlenb. 230. A. tenuifolia Wahlenb. (Arenaria tenuifolia Fl. B. S. p. 350 *) ). Op kalkhoudende en zandige ak- kers. 0. Mei — Aug. In Herb. : Terwolde, K. A.; Voorst 1840, Buse; 1879, K. A.; Zutphen, B.; Mb.; 1837, Wtt.; Oos- *) Zie aangaande de opgaven njj van Hall de noot bij Sagina apetala ft. ciliata opp. 245. 262 ALSTNE. MOEHRINGIA. terhout bij Nijmegen 1865, Th. Abel.; Heumen 1882, K.; Beek, Un. 1898; - Utrecht L. Mar- chand; Bunnik, v. d. T.; G. Deijn.; Odijk en Werkhoven, v. d. T.; - Zuid-Beveland, Mb.; 1834, Dz.; 1839 en 1840, v. d. B.; Kwadendamme 1834, Dz.; - Werkendam 1835 en 1836 Lac; - Weert 1899 en 1900 G.; Roermond 1900, G. en Jongmans; Sittard, v. Hov. ; Sint Pietersberg 1869, 0.; Valken- burg 1866, H. d. V.; 1900, V.; Geleen 1896, G. (Apeldoorn (als opslag) 1884, K. A. in herb. pr.; Leuvenheim bij Brummen 1885, Ensink inherb. L.) Bovendien: Vucht, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 298). [Aanm. : A. striata Gren. ( A r e n a r i a s t r i a t a L., Alsine Laricifolia Wahl. et Koch.) werd door B o e r- haave, waarschynlyk bjj vergissing als inlandsch opge- geven.] Moehringia L. 231. M. trinervis Clairville. (Arenaria trinervis Fl. B. S. p. 348). Bosschen en beschaduwde gronden al- gemeen. 0. Mei — Juli, In Herb. : Gaasterland 1894, L.; Rysterbosch in Gaasterland 1868, J. M. de Boer; Wolvega 1869, J. M. de Boer; Un. 1881; - Haren 1835 en 1836, v.H.; Sterrebosch bij Groningen, Strat.; — Valthe 1859 en Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Zandberg bij Kampen 1848, T.; 1849, R. B.; Zwolle 1884, L.; Deventer 1846, M. J. Cop; 1845, T.; Diepenveen 1876, K. ; Almelo 1891 en Lonneker 1893, L.; - Harderwijk 1866, R. B.; Apeldoorn 1879, K. A.; Voorst 1833, Wtt.; Rheede, v. H.; Schooner- beek bij Putten 1835, D. S.; Nijmegen, B.; Ubbergen, Beek, Hatert, Th. Abel.; Beek 1853, 0.; tusschen Ede en Veenendaal 1894, V.; — Amersfoort 1860, R. B.; 1892, Garj.; Hulshorst 1852, R. B.; Dennen- burg bij Driebergen, v. d. T. ; Bunnik 1883, G. M o 1 e n- graaff; Utrecht, C. A. Bergsma; Adegeest bij Bun- MOEHRINGIA. 263 schoten 1843, 0.; - Naarden 1864, 0.; Muiderberg, Exc. 1882; Amsterdam, Lac; Velsen, Exc; Over- veen, Bloemendaalsche bosch 1868, 0.; Aardenhout 1870, Groll; Elswoud 1886, V.; Haarlemmerhout 1839, Buse; 1842, de Vriese; 1870, Groll; 1873, Hoek; Brakelbosch bij Haarlem, v. S. V.; Haarlem 1836, Buse; Splitgerber; Vogelenzang, Exc 1878; - Lisse, Exc 1882; Exc 1887; Noordwyk, Dz.; 1872, Boerl.; Warmond 1843, B. W.; 1900, V.; Poelgeest, Endegeest, Lisse, Noordwijk, v. d. B. ; Poelgeest, Exc 1874; Fockema; Leiden, Mb.; 1839, B. W.; Pierot; Forsten; 1844, 0.; Ende- geest 1836, Lac; Haagsche Schouw, Exc 1865; Wassenaar, Kerb.; 1833, S. S.; 1842, de Vriese (P. N. S.); Haagsche bosch, v. Roijen; V. Z.; 1851, S. ; Exc 1887; Scheveningsche boschjes, R. B.; 'sGravenhage 1857, S.; Dordrecht 1882, V.; Dordt- stein bij Dordrecht, v. Hov.; — Haamstede, Un. 1894; Dijkwelle, Oosterzwake 1839, Zeeland, Zuid- Beveland en Domburg 1840, v. d. B.; Domburgsche Manteling 1894, Ogterop; — Breda, v. A.; — St. Jansberg 1878, Groll; Sint Pietersberg, (de Mar- res ?); Beek, Boerl. ; Limburg 1871, Lac; Maas- tricht, v. Hov. (Uithuistermeeden (/?. leptoclades» 1869, Holk. in herb. v. Tuinen; — Oosterbroek, Haren, R. de B o e r en H. K o o i in herb. H e u k e 1 s ; Bosch te Win- schoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Harden- bergerbosch, M. S. Rust; — Heuze bij Borkulo, G. J. Kerbert, in herb. Heukels; Roosendaal 1893, Ogterop in herb. pr.; Elburg 1847, Alpherts in herb. pr. — Baarn 1885, Heinsius in herb. pr.; — Huizen 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Sant- poort 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Mastbosch, Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels.) Bovendien: Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 264 MOEHRINGIA. ARENARIA. (Arch. 2. I. p. 198); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); WillinkhofbijWinterswijk, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 219); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en deHaas (Arch. 2. V. p. 543); Langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Wylre 1885, K. en G.; (Arch. 2. V. p. 5); Sint Pietersberg, Meerssen, Gronsveld, Epen, Valkenburg, Un. 1861; tusschen Beek en Elsloo, Gronsveld, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts vermeld by Munting. Arenaria L. 232. A. serpyllifolia L. Op bebouwde gronden. 0 en ©. Mei—Aug. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1867, S. P. Huizin- ga; Prins Hendrikpolder Texel 1881, G-roll; Hoorn op Texell868,Holk.; Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; Ameland 1869 en Grind 1869, H o 1 k. ; Schiermonnik- oog 1860, S.; 1868, Holk.; Rottum 1897, Schip- per; — Workum 1864 en Jelsum 1862, J. M. de Boer; — Helpman, Strat. ; Groningen, v. H.; — Meppel, v. Heijn.; Cayaux; Koevorden 1859, Lac en S.; -- Kampen 1849, 1855 en Zalk 1850, R. B.; Deventer, v. d. C; 1840, Halbertsma; Enck bij Deventer 184 6 en Diepen veen 1846, M. J. C o p ; Zwolle 1894 en Gramsbergen 1894, L.; — Harderwijk 1864 en 1866, R. B.; Bronsbergen, S. S.; Lochem, Un. 1859; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Arnhem, Thomson; 1873, Groll; 1886, V.; Beek, St. Anna enz. N. en Th. Abel. ; Nijmegen, B.; Tiel en Ave- zathe, G. Post.; Herwijnen 1859, S. ; tusschen Wa- geningen en Renkum, v. H. ; — Amersfoort, R. B.; Woudenberg 1891, Garj.; Utrecht 1858, R.B.; 1834, D. S.; 1879, A. C. Oudemans; Wallen te Utrecht, v. H.; Tolsteeg poort Utrecht, v. d.T. ; Ameliswaard 1851, A. W. Hartmann; Houten 1833 en Schalk- AKENAEIA. 265 wyk 1833, Wtt.; Wyk bij Duurstede, C. A. Bergs ma; de Bilt 1838, D. S.; - Naarden 1864, 0.; Am sterdam, Lac; Fl. Amst.; Muiderpoort, Fl. Amst. Funen bij Amsterdam 1866, J. M. de Boer; Haar lemmermeerpolder bij Halfweg 1853, Lac; Haar lemmermeer 1870, G r o 1 1 ; Haarlem 1841, d e V r i e s e 1872, Groll; duinen bij Haarlem, Splitgerber Bentveld 1873, Boerl.; Bloemendaal 1867,0.; Over veen 1837, Buse; 1871, Groll; Wijk aan Zee 1860 S.; Langeveld 1843, 0.; — Noordwijk, Fockema 1846, 0.; 1842, de Vriese; 1839, V.; Ruigenhoek 1886, Boerl.; 1886, V.; Leiden 1832, Wtt.; 1833, S. S.; 1859, S.; Forsten; Zoeterwoude 1895, V. Katwijk en Persijnspan, Perin; Rijnsburg 1853, S. Wassenaar, Dz.; Mb.; S. S.; Kerb.; 1833, S. S. 1897, V.; Voorschoten 1859, S.; 's Gravenhage G B.; R. B.; Monster, Ter Heide en de Geest bij Naald wijk 1845, v. d. T.; Hoek van Holland 1879, S. Staalduin 1846, v. d. T.; Barendrechtsche veer 1888 Heerjansdam 1886 en Dordrecht 1882, V.; Willems dorp 1880, Boerl. ; — Reigersbosch op Duiveland Un. 1894; Zuid-Beveland 1843 en Goes 1858, v. d B.; Kapelle 1894, Ogterop; Middelburg, B. W Vlissingen, 1845, Zeeuwsch Vlaanderen 1862 en Ka pitalendam 1861, A. W.; — Hazendonk bij Zeven bergen, Un. 1860; Breda, v. A.; Werkendam 1835 Lac ; wallen van Heusden, v. Hov.; — Onderste molen te Venlo 1900, Rieter; Maastricht 1870, Groll; Lauberg bij Maastricht 1894, de Haas; Gronsveld, Un. 1883; Beek 1871, Lac; Valkenburg 1866, H. d. V. ('tLoo 1885. L. in herb. Ogterop; Terwolde 1876, K. A. in herb. pr. ; Elst, A. H. Blaauw in herb. Heukels; Golberdingen bij Culemborg 1847, Al- pherts in herb. pr.; — Hilversum 1872, Costerus in herb. pr.; Castricum 1883, Heinsius in herb. pr. ; Ruine Brederode 1894, V. Suringar in herb. 266 ARENARIA. HOLOSTEUM. pr.; - Rotterdam 1898, F. D. J. Risch; 1899, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Heerjansdam 1886, Posth. in herb. pr.; — Brouwershaven 1876, Costerus in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1876, L. in herb. pr.; Koudekerksche duinen 1897, Kapelle (Z.-Bev.) 1894, Ogterop in herb. pr.; Waarde 1897, M. v. Weele; IJzendijke, P. J. v. Roosendaal; — Almkerk 1897, C. A. Backer in herb. Heukels; - Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Gieten, Rolde 1859, Lac. enS. (Arch. 1. V. p. 244); — tusschen Nieuwe Wetering en Tonge- ren, en tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 220) ; — Parkweg bij Amsterdam, J. J. S m i t h Jr. (Arch. 2. V. p. 688) in herb. Costerus; — Scheve- ningsche duinen, de W. H. (Arch. 2. II. p. 119); Delft, de W. H. (Arch. 2. II. p. 32); Rockanje en Oost Voorne, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Noord-Beveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 108); — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Maastricht, Sint Pietersberg, Meerssen, Valkenburg, Gulpen, Epen, Slenaken, Un. 1861; tusschen Beek en Valkenburg enz., Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts vermeld bij Pelletier, Hondius en Bruman. [A a n m. : Over het verschil tusschen A. serpyllifolia L. (= A. sphaerocarpa Ten.) enA. leptoclados Rchb., G-uss. (= A. serpyllifolia Ten.), zie Arch. 1. III. p. 449 e. v. Ik heb gemeend deze onderscheiding niet te moeten maken.] Holosteum L. 233. H. umbellatum L. In opene en bebouwde zand- gronden. ©. Maart—Mei. In Herb.: Zalk 1847, T.; 1847, R. B.; Kampen HOLOSTEUM. STELLARIA. 267 1849, T.; Wilsum 1849, R.B.; Deventer, Hoffman; 1845 en 1846, T.; 1877, K.; Brinkgreve bij Deventer, Romb. ; Watersteeg bij Zwolle 1894, Carmiggelt; Zwolle 1887 en 1888, L.; - Zutphen, de Vriese; 1837, Wtt.; v.A.; 0.; Wildenborch 1834, Staring; Twello 1848, Buse; Apeldoorn 1875, K. A.; Huls- horst, v. Vloten; Harderwijk 1864 en 1865, R. B.; Arnhem, Wtt. ; Thomson; Nijmegen, B.; 1873, v. H.; Hees; Neerbosch, Sint Anna, Hatert, Marien- boom, N. en Th. Abel.; St. Annabij Nijmegen 1898, G.; Renkom 1849, Buse; Stationsterrein Culemborg 1899, C. A. Backer; - Amersfoort 1861, R. B.; 1892, G-arj.; Maarsbergen, Dubois; Doorn, v. H.; de Bilt, v. d. T.; 1839, Lac; G. Deijn.; Utrecht, Wtt. ; 0.; muren van Utrecht, L. Marchand; Maartensdijk 1835, C. A. Bergsma; v. d. T.; Blauw- kapel 1835, D. S.; - Oud* Diemen, Fl. Amst.; 1876, Lac. ; Amsterdam 1868, 0.; Haarlem 1879, Overveen 1889, Groll; Bloemendaal 1867, 0.; Groenendaal bij Haarlem 1866, H. d. V.; - Kouter 1857, A. W.; - Oudenbosch 1893, J. Stein; — Lauberg bij Maas- tricht 1894, de Haas. (Bouwland Wageningsche berg 1896, C.A. Backer in herb. pr.; — tusschen Diemerbrug en Muiden 1886, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus.) Bovendien: Velserbeek bij Velsen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); — Gennep, Schinnen, Beek, Mechelen, Lac. (Arch. 2. V. p. 5). Stellaria L. 234. St. nemorum L. Op beschaduwde, vochtige plaat- sen. %. Mei — Juli. In Herb. : Heerewaarde bij 't veer naar Varik, v. d. T.; — Grebsche heuvel, de Vriese; — Leiden, v. d. B.; — langs de Geul bij 't Koningswinkelbruggetje te Valkenburg 1900, E. A. Rovers, K. A., V. en R i e t e r. 268 STELLARIA. Bovendien: Nijmegen, B. (Arch. 2. V. p. 264); Heumen, Mook 1856, v. d. B. (Arch. 1. IV. p. 438). - Voorts volgens de G-orter, Uilenpas, Harderwijk, Haarlem, Alkmaar, Groningen, volgens Meese, Hee- renveen en Oranjewoud. 235. St. media Cyrillo. Algemeen op bebouwde en on- bebouwde gronden. 0 en ©. Maart—Oct. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, Lac; Midsland op Terschelling, Un. 1886; Hollum op Ameland, S. P. Kros; Kottum 1897, Schipper — Oenkerk 1850 en Leeuwarden 1850, S.; — Gro ningen 1856, v. H.; - Odoorn 1859, Lac. en S. Meppel, v. Heijn.; — Kampen, R. B.; 1846, T. Cayaux; Deventer, K.; Zwolle 1892, L.; — Nijmegen B.; N. en Th. Abel.; Ubbergen 1882, G. Molen graaff; Winterswijk 1873, R. E. de Haan; Warns veld 1876, Groll; Harderwijk, R. B.; — Amersfoort Garj.; Utrecht, v. H.; 1835, D. S.; v. d. T.; 1827 L. Marchand; Zeist, Petif; Baambrugge, v. d. T. — Amsterdam, Fl. Amst.; 1869, 0.; 1870, Hoek Urk 1852, P. BackerdeWit; 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Haarlem 1870, Boerl.; Oosterduin 1871, Groll; Aardenhout 1843, Buse; Haarlemmermeer 1852, D. J. Coster; Excercitieveld bij Overveen (f. apetala) 1897, V.; — Leiden 1829, Wtt.; 1835,Mb.; Dz.; 1842,0.; 1897, V.; Fockema; Katwijk, S.; Haagsche bosch, G. B. ; V. Z.; 's G-ra- venhage, V. Z.; Forsten; Lagewaard 1850, M. J. Cop; Dordrecht 1837, Lac; 1882, C. v. d. Broek; — Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijs- man; Zeeuwsch Vlaanderen 1863 en Sint Kruis 1861, A. W.; — Sint Anthonie, Buse; 's Hertogen- bosch, v. Hov. (Rottevalle, J. Kuipers; — Denekamp, J. B. Ber- nink in herb. Heukels (var. maior); Deventer 1851, K. A. in herb. pr.; - Ruurlo 1882, L. inherb. pr. (var. apetala = St. pallida Crep.); Zutphen STELLARIA. 269 1877, Apeldoorn 1881-1897, K. A. in herb. pr.; Tiel, Posth. in herb. pr.; Putten, C. A. Backer in herb. pr.; Elburg 1847, Culetnborg 1846, Alpherts inherb. pr.; C. A. Backer; Gendringen, M. S. Rust; Rjjs- wijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; - Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotter- dam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; - Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr. ; West Souburg 1891, Ogterop in herb. pr.; Vlissingsche duinen 1877, L. in herb. pr.; Uzendijke, P. J. v. Roosendaal; — Kruisland, F. Janssens; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. I.V.* p. 255); — Mildam, Knijpe, Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); - geheel Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); — Steenwijk, Steenwij- kerwold, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Oldemarkt, Giet- hoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Heino, Nieuwe Wetering, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Delden, Borne, Hasselo, Haaks- bergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); — Vaassen, Epe, Un. 1890. (Arch. 2. VI. p. 96); Apel- doorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 179); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk, Eibergen, Borculo, Lochem, Un. 1860 (Arch. 1. V. p. 220); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heino, Kallantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Voorne, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 108); — Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Venlo, Baarlo, Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Maastricht, Sint Pietersberg, . Gronsveld, Amby, Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Verder reeds bekend 270 STELLARIA. aan Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en B r u m a n. 236. St. Holostea L. In bosschen en op beschaduwde plaatsen. %. Mei — Juni. In Herb. : Haren 1826, v. H.; Strat. ; — Assen, Un. 1859; Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Zal- kerbosch 1846, R. B.; Platvoet bij Deventer 1846, T.; 1846, M. J. Cop; Diepenveen 1876, K.; Heino 1895 en Ootmarsum 1891, L.; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Glanerbrug 1898, G. en V.; — Harderwijk 1864, R. B.; Nijkerk 1835, D. S.; Hoevelaken, R. B.; Barneveld 1896, Garj.; Apeldoorn 1853, K. A.; Zut- phen 1856, T.; 1846, M. J. Cop; 1882, C. v. d. Broek; Ruurlo 1887, Ensink; tusschen Lichten- voorde en Varsseveld, Un. 1859; Oosterbeek 1883, G. Molengraaff; Wolfheze, Boerl.; Ubbergen, Beek, Hatert, N. en Th. Abel.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Thomson; Hees, G. Deijn.; Renkom 1849, Buse; - Amersfoort 1844 en 1862, R. B.; Grebbe 1851, 0.; Driebergsche bosch 1833, v. d. B.; Zeist, v. d.T.; Chartroijse bij Utrecht ]859, R. B.; - Haarlem, Splitgerber; 1871, Groll; 1872, Boerl.; Haarlemmerhout 1833, Wtt.; 1835, Buse; For- sten; 1871, 0.; 1871, Hoek; Boerl.; 1889, V.; Vogelenzang, Boerl.; 1861, S.; Velsen, S.; — Teijlin- gerlaan bij Lisse 1894, V.; Leiden, Mb.; 1870, Boerl. ; Voorschoten, Dz.; Haagsche bosch, v. Roijen; V. Z.; 1833, S. S.; C. A. Bergsma; v. H.; 1836, Lac; Dz.; 1842,de Vriese; Kerb.; 1851, S.; Exc. 1857; 1873, Boerl.; 1882, V.; R.B.; 1895, Ogterop; 's Gravenhage, G. B.; — Breda, Boerl.; Liesbosch 1897, V.; Ulvenhoutsche bosch, v. A.; - Mook, N. en Th. Abel.; Sint Pietersberg 1897 en Gronsveld 1897, V. (Onnerweg 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; Gro- ningen, E. J. V. Evenhuis; Haren, Kluvingsbosch, Oosterbroek, de Reul, Zuid Laren en — Paterwolde, STELLARIA. 271 R. deBoer en H. Kooi; — Borne, H. v. d. Pau- wert; Denekamp, J. B. Bernink; — Borculo, G. J. Kerbert, alle in herb. Heukels; — Baarn 1885, Heinsius in herb. pr.; Eemnes Binnen 1872, Cos- terus in herb. pr.; - Hoogerheide 1885; Posth. in herb. pr.) Bovendien : Wolvega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 218); — Gronsveld, Valkenburg, Un. 1861; Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts alleen vermeld bij Bruman. 237. St. glauca With. Op vochtige, beschaduwde, gra- zige plaatsen. %. Juni — Juli. In Herb.: Texel 1868, Holk.; 1881, Groll; Mids- land op Terschelling 1896, V.; - Hardegarijp 1864, J. M. de Boer; Grouw 1840, Halbertsma; Leeu- warden 1850 en Giekerk 1882, S.; — Blijham, J. A. W. Pott.; Schildwolde 1857, Fockens; Ha- ren, v. H.; Aduard, Strat.; Veendam 1827 en Hark- stede bij Groningen, v. H.; — Nietap 1894, San- ders; Odoorn 1859, Koevorden 1859 en Zwinderen 1859, Lac. en S.; tusschen Meppel en Uhorst, v. Heijn.; Meppel, Cayaux; - Kampen 1849, T.; 1849 en 1855, R. B.; Zwolle, Thorbecke; 1885 en 1886, L.; Randen bij Deventer 1848, M. J. Cop; Platvoet bij Deventer 1878, K.; Almelo, Un. 1870; Goor 1859, v. H.; Enschede 1892, L. en Carm.; Hardenberg 1873, L.; - Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Eibergen, Un. 1859; Korenbergerveen, Un. 1859; Borculo 1879, L.; Zutphen, M. J. Cop; Voorst 1838, Buse; Apeldoorn 1873, K. A.; Ede 1890, v. Vloten; Harderwijk 1864, R. B.; Elburg 1847, Alpherts; Nijkerk, W. et Kraep.; Arnhem, S.; Thomson; Ntjmegen, B. ; Beek, Th. Abel.; Lunteren 1894, V.; Culemborg 1833, Wtt.; 1890, 272 STELLARIA. de Haas; — Amersfoort, R. B. ; Driebergen, Vosse- gat en Westbroek, v. H.; Driebergen 1867, 0.; Blauwkapel, v. d. T. ; Zwartewater bij Utrecht en de Klop, v. d. T.; Utrecht 1836, v. H. ; tusschen Nieuwersluis en Loenersloot 1891, V.; — Bussum 1892, V.; Uithoorn, B o e r 1. ; Amsterdam, F 1. Amst. ; v. H.; 1840, Romb.; Rozewater bij Zandvoort, S. S.; Bentveld bij Haarlem 1870, Groll; — Sassenheim 1845, 0.; S.; Noordwijk, Fockema; Leiden, de Vriese; 1836, Mb.; 1836, Lac; 1840, B.W.; Ende- geest, Perin; 's Gravenhage, G. B. ; V. Z.; de Br.; Rotterdam, Dumortier; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; — Hellendijk 1845 en Sint Jan Steen 1846, v. d. B. ; — Bergen op Zoom, Un. 1860; Breda, v. A.; Ginneken 1880, Boerl.; 1898, V.; Oisterwijk 1894, Ogterop; Engelen, v. Hov.; Deurne 1871, Lac; — tusschen Baexem en Stramproy, Un. 1900; Gronsveld 1866, H. d. V.; Beek 1900, van Sille- voldt en Jongmans. (Rottevalle, J. K u i p e r s in herb. H e u k e 1 s ; tus- schen Oldeboorn en Beetsterzwaag 1867, v. Tuinen in herb. pr.; — Midwolde 1884, Schipper in herb. pr.; — Eibergen en Zwolle, L. in herb. pr.; Dene- kamp, J. B. Bernink; - Rijswijk (Gld.) 1898, B. J. v. Wagensveld; Driel 1898, A. H. Blaauw in herb. Heukels; — Vreeland 1892, V. Suringar in herb. pr. ; Duivendrecht 1884, Heinsius inherb. pr.; Ankeveensche plassen 1898, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Zwyndrecht 1878 en — Werkendam 1886, Posth. in herb. pr. ; Andel 1887, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; Oister- wyk 1894, Ogterop in herb. pr.; Vuchtsche heide 1895, Heinsius— Prikken in herb. pr.) Bovendien: Texel 1858, Lac. (Arch. 1. V. p. 227); Ameland, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); — Ane, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Zuid- STELLARIA. 273 veen bij Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Borne; de Poppe, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 218); - Wormingen, Ankelaar, Broekland, Beekbergen enz.; K. A. (Arch. 2. III. p. 180); - Abcoude, E. B. A s- scher (Arch. 1. I. p. 441); — Hontenisse, B. W. en v. d. B. (Arch. 1. IV. p. 272); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); Woens- drecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Susteren, Montfoort, Lac. (Arch. 2. V. p. 5); — Amby, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 308). p. virescens: *) (Stellaria Dilleniana Monch et Prodr. Ed. I.) In Herb. : Hardenberg 1893; L.; Kampen 1855, R. B.; — Wrjchensche venen 1897, G. en V.; — Vreeland 1881, V.; Utrecht, de Br.; — Uithoorn, Boerl.; — 's Gravenhage 1846, de Br.; Loos- duinen, Exc. 1883; Heeroudelandsambacht 1882, V.; — Oudenbosch, de Haas. (Oranjezon op Walcheren, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Wolvega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 421); — Langs de nieuvve Wetering tot aan de school te Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); tusschen Nieuwkerkerveen en Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); — Apeldoorn, zeer algemeen, K. A. (Arch. 2. III. p. 180); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Leiden, Dz. (Arch. 1. II*. p. 85); - Walcheren?, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); — Beek aan de Leemheuvel, Lac. (Arch. 2. V. p. 5). [Aanm.: Bjj het geringe verschil dat er, vooral by ge- droogde exemplaren, bestaat tusschen deze varieteit en de hoofdsoort, is het mogelijk dat in het herbarium zich mis- *) Hieronder vereenig ik de als /?. parviflora, angustifolia Hornemann, Dilleniana enz. beschreven afwijkingen van St. glauca, die alle dit gemeen hebben, dat de bladeren groen zftn, nu eens smal, styf met een scherpe punt en slechts enkele groote bloemen (angustifolia Horn.), dan weer slappe bladeren en 1— 2-bloemige bloemstelen (S t. D i 1 1 e n i a n a) enz. 18 274 STELLARTA. scbien nog enkele exemplaren bevinden tot de var. virescens beboorende. Nog waarschijnlyker moeten enkele der hierboven geciteerde opgaven uit het Archief tot een der beide hoofd- soorten worden teruggebracht.] 238. St. graminea L. Aan wegen, slootkanten. kanten van bonwlanden. %.. Juni—Aug. In Herb.: Koog op Texel 1869, Holk.; Texel 1860, Lac. ; tusschen Nes en Buren op Ameland 1869, Holk.; Schiermonnikoog 1897, V.; Rottum 1897, Schipper;- Giekerk 1882, S. ; Franeker, U n. 1 8 8 6 ; Oenkerk 1851, S.; Wolvega, Un. 1881; Oranjewoud, Tilanus (P.N.S.); — Haren, Strat. ; Sappemeer 1827, v. H.; — Hoogeveen 1859, Lac. en S. ; Meppel, v. Heijn.; Cayaux; 1898, L. en G. ; — Grams- bergen 1859, Lac. en S.; Hardenberg 1853, S. P. Kros; Hellendoorn 1892 en tusschen Wierden en Vrieseveen 1892, L. en Carm.; tusschen Holten en Rijssen 1897, G.; Diepenveen 1877, K. ; Almelo, E. C. van Lennep; Heino, Un. 1888; Deventer, Halbertsma; 1846, T. ; Kampen, 1848, T.; 1849, R. B.; - Harderwijk 1864, R. B.; Twello, v. Del- den; Epe 1864, S.; Apeldoorn 1873 en 1878, K. A.; 1882, Groll; Vorden 1875 en 1884, Groll; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Rheede, v. H.; Wolf heze 1856, S. ; Lichtenvoorde, Un. 1859; Bathmen 1850, Abel.; Berg-en-Dal (als Dilleniana) 1863, Th. Abel.; Wijchen- sche venen 1897, G. en V.; tusschen Ubbergen en Beek, N. en Th. Abel.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; — Amersfoort 1894, Garj.; Hoogland 1892, Garj.; 1861, R. B.; Grebbe, Fockema; de Bilt, Kraamw. ; 1835, D. S.; Zeist, v. H.; tusschen de Klop bij Utrecht en Zuilen, v. d. T. ; Utrecht, v. H.; Nijhoff; 1833, de Br. (als brevifolia); Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Loosdrecht, Exc. 1884; - Naarden 1864, 0.; wallen te Naarden 1896, V.; Uithoorn, Boerl. ; Haarlem, Splitgerber; Haar- lemmerhout 1871, Boerl.; Aardenhout 1843, Buse; STELLARIA. 275 Vogelenzang 1871, 0.; 1871, Groll; - Noordwijker- hout 1886 en Keukenhof by Lisse 1887, V.; Sas- senheim, S.; Groenesteeg bij Leiden 1839, Mb. en Buse; Kerb.; Leiden, v. Roijen; de Vriese; 1828, Wtt.; 1842, 0.; v. d. B.; Perin; Endegeest 1836, Lac; Rodenburgeriaan onder Zoeterwoude 1894, V.; Huis den Deijl, Forsten; Wassenaar, S. S.; Voorburg, Dz.; 's Gravenhage, V. Z.; 1832, I. d. L. ex herb. Groll; G. B.; Barger; R. B. ; Loosduinen 1876, L.; Eikenduinen, Un. 1851; Beek bij Kijk- duin 1887, S.; Ouddorp bij Goeree 1894, Boerl. en V.; - Domburg, B. W.; Oostkapelle 1877, L.; Zuid- Beveland, v. d. B.; Sas van Gent 1860 en Water- landskerkje 1861, A. W.; tusschen Kloetinge en Evertsdyk 1838, v. d. B.; - Liesbosch, Un. 1852 (als /?. brevifolia); Rosmalen en Pettelaar, v. Hov. ; Boxmeer, v. A.; — Mook (als Dilleniana) 1856, v. d. B. en Abel.; Bunde 1870 en Borgharen 1870, Groll; Beek (als Dilleniana) 1885, Lac; Roermond 1900, G. en Jongmans; tusschen Gulpen en Sle- naken 1889, V.; Vaals, 1866, H. d. V. (Tusschen Burg en Hoorn op Texel 1894, V. Su- ringar in herb. pr. ; Midsland, J. B. Tijm; — Rotte- valle, J. Kuipers inherb. Heukels; — Winschoten 1885, Schipper in herb. pr.; Groningen, E. J. V. Evenhuis in herb. Heukels; — tusschen Pater- wolde en Eelderwolde 1863, Holk. in herb. v. Tui- nen; — Haaksbergen Un. 1895, Ogterop in herb. pr.; — Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heukels; Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briel; Arnhem 1872, Cos- terus in herb. pr. ; — tusschen Bergen enAlkmaar 1900, C. A. Backer; Alkmaarl886, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; — Rotterdam, F. D. J. Risch; — Waarde, M. van Weele in herb. Heukels; Kapelle bij Goes 1892, Ogterop in herb. pr.; — Halsteren 1898, P. J. Verhoeven in herb. Heu- 276 STELLARIA. kels; Breda 1879, Posth. in herb. pr.; Vuchtl895, Heinsius— Prikken in herb. pr.; Kruisland, F. Janssens; Waarde, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 82); Schiermonnikoog 1859, S. (Arch. 1. V*. p. 255); Terschelling, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); — Koe- vorden, Ane, Sleen, Odoorn, Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); -- Steenwijkerwold, Kal- lenkote, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Almelo, Vrieseveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 198); Hengelo, Hasselo, Woesthag, Haaksbergen, Heems- kerkerveen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 218); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Win- terswijk, Eibergen, Groenlo, Borkulo, Un. 18 60 (Arch. 1. V. p. 220); tusschen Vaassen en Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Nykerk, R. B. (Arch. 1. V. p. 297); — Castricum, Heemstede, v. Eeden(Arch. 2. I. p. 371); - Haagsche bosch, de W. H. (Arch. 2. II. p. 119); Naaldwijk, Rockanje, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); - Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); Zuiddorpe, A. W. (Arch. 1. IV. p. 272); - Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); - Blerik, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 369). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. 239. St. uliginosa Mnrray. Aan sloten en op moeras- sigen bodem. %. Juni — Aug. In Herb.: Burg op Texel 1869, Holk.; Texel 1860, Lac; 1881, Groll; Terschelling 1896, V.; Midsland 1869, Holk.; 1896, V.; - Oranjewoud, Hinxt; - Haren 1826 en Glimmen, v. H.; Ter-Apel, Un. 1899; — Paterwolde, Strat.; Nietap 1895, Sanders; Weerdinge 1859, Lac. en S.; 1889, V.; Oldendyk, Un. 1889; tusschen Sleen en Odoorn 1859, Lac. en S.; Hoogeveen 1865, H. d. V.; Meppel, v. Hep.; Cayaux; — Zwolle, Cayaux; Stoevelaar brj Goor STELLARIA. 277 1898, G. en V.; Lonniker 1891, L. ; Oldenzaal en Haaks- bergen, Un. 1895; tusschen Vollenhoven en Wanne- perveen 1897, L. ; — Winterswijk, Un. 1859; Kuurlo 1885, E n s i n k ; Warnsveld 1875, G r o 1 1 ; Uddelermeer, Un. 1849; Apeldoorn 1875, K. A. ; Tryselenberg bij Hattem 1850, T.; R.B.; Harderwijk 1866 en Hierden bij Harderwijk 1879, R. B.; Epe 1864, S.; Uilenpas 1880, Groll; tusschen Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Hoevelaken 1861, R. B.; Sijpenberg bij Velp 1833, Hartsen; 1896, Ogterop; Arnhem, Thomson; 1880, Groll; Nijmegen,B.; Beek, v. H.; 1847, v. d.B.; Groesbeek, Ubbergen, Th. Abel.; Holdeurnt bij Berg- en-Dal 1897, G. en V.; Wageningen 1882, K.; - Maarsbergen 1883, S.; Driebergsche bosch 1851, 0.; Driebergen, v. H. ; tusschen Driebergen en West- broek, C. A. Bergsma; Baambrugge en tusschen Westbroek en Blauwkapel, v. d. T. ; Utrecht, v. H.; tusschen Zeist en Rijzenburg 1859, A. W. Hart- mann en R. B. ; Bunnik, C. A. Bergsma; Nieuw Loosdrecht 1884, S.; — Overveen Excercitieveld 1897, V.; Ruine van Brederode 1882, S.; Bergen, Un. 1891; Haarlemmerhout 1846, Buse; Schooten 1871, Groll; Haarlem, Splitgerber; — Sassen- heim, S.; Endegeest 1836, Lac; Haagweg 1887, V. ; Noortheij onder Voorschoten 1894, V.; Waalsdorp 1897, V.; Klingendaal en 's Gravenhage, Barger; Haagsche bosch, de Vriese; 1835, Mb.; V. Z.; 1837, Buse; Kerb.; 1883 en 1887, S.; - Ulvenhoutsche bosch 1896, V.; Liesbosch, v. A.; 1864, H. d. V.; Ginneken, Un. 1852; Breda, v. A.; Valkenswaard 1871 en 1874, Lac; Eindhoven, Dz.; — Stramproy, 1899, G.; Maastricht, de Marres; tusschen Geulem en Slenaken 1889, V.; Slenaken 1889, V.; Vaals 1866, H. d. V. (Gaasterland 1894, L. in herb. pr.; — Winschoten 1894, Schipper in herb. pr.; Buitenpost 1866 en tusschen Groningen en Paterwolde 1868, 278 STELLAEIA. MOENCHIA. Holk. in herb. v. Tuinen; — Paterwolde 1884, Heinsius in herb. pr.; Eelderhooiweg, Zuid Laren, R. de Boer en J. Kooi; — Denekamp, J. B. Ber- nink; — Laag Soeren 1897, Heukels in herb. pr.; Apeldoorn 1875, K. A. in herb. pr.; Erf Pestbroek bij Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; — Nichte- vecht 1886, Costerus inherb. pr.; tusschen Nichte- vecht en "Weesp 1886, J. J. Smith Jr. in herb. Cos- terus; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland; Halsteren 1898, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Steenwijkerwold, Giethoorn, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 345); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I, p. 198); Hengelo, Haaksbergen, Nieuwkerkerveen, de Lutte, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); — Loenen, Hilversum, S.; Exc. 1883 (Arch. 2. IV. p. 289); - Gooiergracht bij Laren 1882-1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 525); - Loosduinen, d e W. H. (Arch. 2. II. p. 119); Naaldwijk, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 371); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); — Plasmolen, Lemiers, Lac. (Arch. 2. V. p. 6); Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). Moenchia Ehrh. 240. M. erecta Fl. Wett. In grazige en opene zand- gronden. 0 en ©. Ap?Hl~Mei. In Herb. : Nijmegen, Abel. en Pas; Watermeer- wijk, N. Abel.; — Beeklaan bij 's Gravenhage, V. Z.; — Lichtenberg bij Simpelveld 1899, G. en V. Bovendien: Sneek, Rainv. volgens de Gorter; Maastricht. Lej. Fl. de Spa. MALACHIUM. 279 Malachium Fries. 241. M. aquaticum Fries. Op vochtige, beschaduwde plaatsen, aan slootkanten. %.. Juli — Aug. In Herb. : Eierlandsche polder (var. procumbens) 1869, Holk.; Texel 1860, Lac; - tusschen Sint Jansga en Joure 1839, Spree; Wolvega 1869, J. M. de Boer; Helpman, Strat.; — Meppel, v. Heijn. Cayaux; - Zalk 1855, R. B.; IJselmuide 1855, R. B. Grafhorsterdijk 1872, Hoek; Kampen 1848, R. B. 1850, T.; Deventer, v. G-roningen; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; Heino 1888, Groll; Carlshaven 1895, v. Vloten; Borne, Un. 1895; Gameren 1878, J. J. le Roy; — Lochem 1879, K. A. ; Eibergen, Un. 1859; Ampsen 1859, v. H.; Apeldoorn 1876, K. A.; Voorthuizen 1897, V.; tusschen Voorst en Twello 1877, v. d. Veen; Arnhem, Thomson; Nijmegen, Abel. en Pas; de Ooi, Beuningen en Beek 1849, N. en Th. Abel.; Harderwijk, R. B.; Culemborg 1899, C. A. Backer (reeds van 1843 in herb. Alpherts); — Amersfoort 1893, Garj.; Maars- bergen 1865, Kniittel; Nattebosch bij Zeist, W. en Kraep.; Utrecht, v. H.; 1835, D. S.; 1835, Wtt.; Kniittel; Neerlangbroek, v. d. T.; Nieuw Loosdrecht 1884, S.; Nieuwersluis 1891, V.; — Legmeerpolder 1886, Boerl.; Amsterdam 1845, Romb.; Fl. Amst.; Bolwerk, Kerb. ; Lac; Haarlemmermeer 1853, S. en Hartmann; Haarlem, de Vriese; 1892, Boerl. ; Haarlemmerhout 1854, v. H.; Buse; 1870, Groll; 1872, Boerl.; Velsen 1839, Buse; — boschje bij de ruine van Teylingen, Lisse 1894, V.; Leiden 1835, Mb.; Forsten; v. d. B.; S.; 1842 en 1848, 0; B. W. Boterpolder bij Hazerswoude 1832, S. S.; de Vriese Hoogmade 1898, V.; Stadwijk bij Leiden, v. d. B. Wassenaar 1845, A. Perin; Haagsche bosch, V. Z. Destree; 's Gravenhage, G. B.; 1832, I. d. L. in herb. Groll; 1891, R. B.; Scheveningen, R. B.; 1898, 280 MALACHIUM. Borst Pauwels; Rotterdam 1850, 0.; Lagewaard 1850, M. J. Cop; Papendrecht 1882, V.; Zwijndrecht, V.; Dordrecht 1880, Posth.; 1882, C. v. d. Broek; Leerdam 1833, Wtt.; Oud Slijkerveer aan de Lek 1835, D. S.; Vianen 1839, v. d. T.; v. d. B.; Heikop, v. H.; — Zuid-Beveland 1847, v. d. B.; Oosterzwake 1847, v. d. B.; Sas van Gent 1856, A. W.; - de Dieze, v. Hov.; Poederoyen 1888, V.; — Limburg 1871, Lac; Roermond 1900, G. en Jongmans; oevers vande RoerenMaas, Un. 1900; Sint Pieters- berg 1885, Lac; Maasoever bij Gronsveld, Un. 1883. (Banjum 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; — Zwolle 1872, Posth. in herb. pr.; - Terborg 1883, L. in herb. pr.; Culemborg 1899, 1900, C. A. Backer in herb. pr.; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heu- kels; — Nichtevecht 1886, Costerus in herb. pr.; — Amsterdam 1882, Heinsius in herb. pr.; 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — Vrijenban 1875, L. in herb. pi\; Stolwijk, H. A. Westbroeken J. Slingerland in herb. Heukels; Wijngaarden 1892 en Sliedrecht 1894, Posth. in herb. pi\; - Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Hamert Un. 1893, Ogterop in herb. pi\; Maas- tricht Un. 1883, K. A. in herb. pr.) Bovendien: behalve volgens Oudemans bij Pel- letier, Hondius en Bruman: Ameland 1854, S. P. Kros (Arch. 1. IV. p. 83); - Oldemarkt, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Nieuwe Wete- ring en Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Hengelo, Borne, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Willinkhof bij Winterswijk, Borkulo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); - Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 108); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); — Blerik, Baarle, Venlo, Hamert, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Sittard, Meerssen, Un. 1861; tusschen Wylre en CERASTIUM. 281 Slenaken, Sittard, Maastricht, boorden Maas en Ka- naal, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Cerastium L. 242. C. glomeratum Thuill. (C. vulgatum L. en Fl. B. S. p. 358). Langs wegen en op bouwlanden op zandgrond. O en ©. Mei—Aug. In Herb. : Groningen 1856, Strat. ; v. II.; Haren 1826, v. H.; - Ootmarsum 1896, L.; Hierden, R. B.; Enschede 1898, G. en V.; Kampen 1848, T.; 1848, en 1853, R. B.; Haerst bij Zwolle 1892, L. en Carm.; Urksteeg bij Zwolle 1894, L.; Zwolle 1851, T.; - Terwolde 1877, K.; Apeldoorn 1873, K. A.; Warnsveld 1882, Groll; Nijmegen, N. en Th. Abel.; Harderwijk 1867, R. B.; — Amersfoort, R. B.; Groe- nekan bij Utrecht 1835, C. A. Bergsma; Utrecht 1835 Wtt.; Blauwkapel 1835, D. S.; Nederhorst den Berg, C. A. Bergsma; — Oud Diemen, Fl. Amst. ; Zeedijk Amsterdam 1876 en Amsterdam 1848, Lac; Haarlem, C. Dhtt.; Splitgerber; Perin; — War- mond 1839 en 1840, B. W.; •) 1839, Dz.; Leiden, Mb.; Dz.; 1839, B.W.; 1847,0.; 1848, B. W.; Lac; duinen Katwijk, Lac; Leiderdorp 1844, v. d. T. ; Rijnsburg 1860, S.; Duifhuislaan bij Leiden, *) Mb.; Persijnspan 1897, V.; Roodenburgerlaan onder Soe- terwoude 1897, V.; Stadwijk onder Voorschoten 1897, V.; Voorburg, V. Z.; Wassenaar, S. S. ; Clingendaal bij denHaagl899, Jongmans; Nootdorp brj Delft **) 1845, de Br.; Delft *) 1845, de Br.; station Zwijn- drecht 1899, Posth.; Dordrecht 1880, Boerl.; - Zuid-Beveland 1845, **) Goes 1839 en Noorddijk bij Goes 1840, v. d. B.; Zaamslag ") 1853, Hoek 1863 en Rithem 1874, A. W.; Vlissingen 1882, Buijs- *) Als C. brachypetalum Desp. **) Als var. y. eglandulosum Koch. 282 CEKASTIUM. man; — Rozendaal, Un. 1860; Vuchtsche heide 1847, v.Hov.; - Gulpen, Un. 1861; Vaals 1866, H. d. V.; Locht 1899, G. en V. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; — Denekamp, J. B. Bernink; — Culemborg, C. A. Backer; Maasbommel, A. de Groot; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; — IJzendijke, P. J. v. Roosen- daal; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Waalre, P. Sloots, alle in herb. Heukels; Prinsenhage 1898, Posth. in herb. pr.; Wolfaarsdijk (Z.-Bev.) 1897 en West Souburg 1893, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); - Scheene, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Steenwijk, Un. 1892 (Arch.2. VI. p. 345); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); - Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 372); - Grons- veld, Epen, Valkenburg, Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 308.) /?. apetalum Dum. Moestuinen te Kampen 1848, T.; R. B.; — Hees bij Nijmegen; — Nieuwe Noord- polder bij Dordrecht 1838, Lac. [Aanm. : De var. eglandulosum Koch, bestaat zoo zij al voorkomt, tenminste niet by onze inlandsche exempla- ren, daar alle zonder uitzondering in meerdere of mindere mate van klieren voorzien zijn.] 243. C. semidecandrum L. Algemeen op dorre zand- gronden. 0 en 0. April-Mei. a. glaudulosum (G. semidecandrum L. var. ^. glandulosum Koch. Prod. Ed. 1. p. 48. G. vis- cosum Fl. B. S. p. 358). In Herb.: Texel 1860, Lac; Eierland op Texel 1869, Oostereind Texel 1869, tusschen Burcht en de Westen Texel 1869, Vlieland 1869, Grind 1869 en Ameland 1869, Holk.; Rottum 1897, Schip- per; — Gaasterland* 1894, L.; — kleine meer by Hoogezand 1868, v. H.; — Haren 1835, en Nieuw CERASTIUM. 283 Stadskanaal ** 1827, v. H.; Paterwolde, Strat.; — Konijnenbelten bij Zwolle *, Zalk, T.; kerk- hof te Kampen 1848, T.; Kampen 1847, Zwolle 1849, en zandberg bij Kampen *, R. B.; wallen van Deventer 1847, T.; den Ham 1892, L. en Carm.; Yinkes bij Enterveen 1898, G. en V.; — Harderwijk 1864 en 1866, R, B. ; Voorst 1882, K. A. ; Oosterhout bij Nijmegen * 1852, Th. AbeL; Wa- geningsche berg 1882, K.; — Amersfoort 1860, R. B.; 1891, Garj.; Soestdijk 1848, Lac; Drie- bergen ", de Bilt ** 1836 en huis ter Heide ** 1859, v. H.; Utrecht, v. d. T.; v. H.; 0.; Njjhoff; wal- len te Utrecht, v.H.; BlauwkapeP 1835, D. S.;** C. A. Bergsma; Lonnenberg te Utrecht, v. d. T.; — Huis de Vraag 1857; Kniittel; Ouwerkerk bij Amsterdam 1843, Dz.; Luthersch Diaconiehuis te Amsterdam, Fl. Amst.; Plein werkhuis Am- sterdam 1857, Kniittel; Amsterdam 1848, Lac. ; 1867, 0.; Hilversum 1830, B.W.; Wieringen 1856, en Halfweg 1855; Lac; Velsen 1873, Boerl.; Schooten 1872, Groll; Bloemendaal, Hartsen (als glutinosa); 1889, V.; Bentveld bij Haarlem, Mb. ; Haarlem, Splitgerber; middenduin bij Overveen 1872, Groll; 1897, V.; Elswoud 1896, V.; Overveen, Buse; Heemstede 1870, Groll; Bennebroekerbosch 1835, Mb.; tusschen Vogelen- zang en Hillegommerbeek, Exc 1883; — Noord- wijk, Exc.1886; Katwijk, Lac; B. W.; Dz.; de Vriese; 1863, S.; Oegstgeest, Kerb.; v. Royen (indigena Hollandiae inveni in muro ad urb. Leids. moenia fere e regione de Naakte sluis); Leiden 1839, B. W. ; 1843, 0. ; Wassenaar * 1832, F o r s t e n ; 1839, Mb.; 1844, en 1845, 0.; vlakte van Waals- dorp 1897, V.; 's Gravenhage, V.Z.; R. B.; Naald- wijk 1847 en Staalduin 1847; v. d. T.; - Haam- stede** 1871, Schuringa; Zuid-Beveland 1845, dijken bij Goes 1839, havendijk te Goes 1841, 284 CERASTIUM. en Walchersche duinen 1840, v. d. B. ; Vlissingen 1845, v. d. Cop; Zuiddorpe (als glutinosa) 1854, en Hoek 1863, A. W.; Nieuw en Sint Joosland * 1877, L.; - Breda¥*, v. R.; Oudenbosch 1893, J. Stein; — Sint Pietersberg 1894, de Haas. (Midsland op Terschelling, J. B. Tijm; — Onland- tsche dijk, Appelbergen, de Punt, Noord-Laren, R. de Boer en H. Kooi; — Eelderwolde, Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Ber- nink; — Gendringen, M. S. Rust; station Culem- borg, Buren, C. A. Backer in herb. Heukels; Garderen 1896, Costerusin herb. pr.; Dorenwerdsche heuvels 1896, C. A. Backer in herb. pr.; — Drie- bergen, C. A. Backer in herb. Heukels; — Be- verwijk 1890, Costerus inherb. pr.; — Vlissingsche duinen 1894, Ogterop in herb. pr. ; Yzendijke, P. J. v. Roozendaal; — Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); - Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 180); — Scheveningen, de W. H. (Arch. 2. II. p. 119); — Noord-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); - Plas- molen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 6). [A a n m. : De met een * aangegeven opgaven hebben be- trekking op planten, die in het stamherbarium lagen onder den naam vaD C. semidecandrum /?. glandulosa. Hier- toe behooren echter alle specimina, zoodat men ze moeihjk als varieteit kan beschouwen. De met ' ' onderscheiden groeiplaatsen hebben betrekking op planten onder den naam C. v i s c o s u m ingezonden. De als y. glabrescens Gren. voorkomende plant, afkomstig van de Bilt (Cfr. Prodr. Ed. 1. p. 48) voerde dien naam zeker ten onrechte, daar zy wel degelyk, hoewel kleine, klieren bezit.] /?. glutinosum Fries. (G. glutinosum Fr. et Prodr. Ed. 1 p. 48. G. pumilum Curtis. Enum. Zeel. 1. p. 12). In Herb. : Bloemendaal, Buse; — duinen Wal- CERASTIUM. 285 cheren 1840, v. d. B.; Oranjezon op Walcheren 1877, L. ') ■ (Voorst 1882, K. A. in herb. pr.; — Rijngeest, Katwijk, V. Suringar in herb. pr.; — Koudekerke 1877, L. in herb. pr.) Bovendien: Emmen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 244); - Zuid-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); - Kheer, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 308). y. tetrandrum (C tetrandrum Curtis et Prodr. Ed. 1. p. 48). In Herb.: Vlieland 1869, Zwartduin op Ter- schelling 1869, Grind 1869 en Ameland, Holk.; — Bergen bij Alkmaar 1878, N. Bakker; **) Callantsoog 1877, Lac; — duin te Waalsdorp 1866, H. d. V. 244. C. triviale Link. Algemeen op beschaduwde, gra- zige plaatsen. ©, © en 2J.. Mei — Sept. In Herb.: Eierland opTexell857, Harting; 1869, Holk.; Oostereind Texel 1869 en Burg op Texel 1869, Holk.; Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; Terschelling 1869, Holk.; Un. 1886; Nes op Ameland 1869, Holk..; Schiermonnikoog 1860, S. ; Rottum 1861, Lac en Kniittel; 1869, Holk.; 1897, Schipper; — Jilsum 1850, S.; Leeuwarden 1859, S.; - Pekel-A, Onland bij Groningen 1835, en Groningen 1827, v. H.; — Koevorden 1859, *) ,,0-nderdeelen der bloem nu eens 4-, dan eens 5-deelig, bijv. de kelk 4-, de kroon 5-deelig of de eene bloem 4-, de andere 5-deelig of de eene plant met 4-, de andere met 5-deelige bloem. Schutbladen geheel kruid- achtig, evenals de geheele plant sterk behaard." Deze aanteekening door den Heer D. Lako zelve by het groot aantal ingezonden exemplaren bygegeven, doet ons duidelyk inzien, dat het getal der bloemdeelen zeer variabel is en men op dit kenmerk geen soort mag afscheiden. **) Cfr. Arch. 2. III. p. 226. De opgaven uit Zeeland zu'n allen zeer twijfelachtig, wat door van den Bosch voor de Schouwensche exem- plaren reeds zelf werd vermoed. Betrekkelyk C. tetrandrum en C. glutinosum vergelyke men voorts Arch. 2. I. p. 148. 286 CEEASTIUM. Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Zalk 1851, T. ; Kampen 1848, T.; R.B.; Zwolle 1894, L.; Welle bij Deventer 1876, K.; Deventer, Halbertsma; 1845, T.; Schokland 1884, S.; - Hulshorst bij Harderwijk 1852 en Harderwijk, R. B.; Apeldoorn 1873, K. A.; Vorden 1887, Groll; Nijmegen, B.; v. H.; Malden, Th. Abel.; - Amersfoort 1847, M. J. Cop; R. B.; Soestdijk 1848, Lac; tusschen Doorn en Driebergen 1865, Kniittel; de Bilt, Lac; Kromme Rijn 1863, Coll. Nat.; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Utrecht, C. A. Bergsma; 1858, R. B.; v. H.; 1851, Hartmann; Schalkwyk, v. H.; — Naarden 1864, 0.; Hilversum, v. d. T.; Uithoorn 1872 en Legmeerpolder 1886, Boerl.; Zeedijk, Oud- Diemen, Fl. Amst.; 1838, Romb.; Amsterdam 1875, Lac; 1875, 0.; 1870, Hoek; Oosterkerkhof Amsterdam 1867, 0.; Marken 1886, Boerl. en V.; Enkhuizen 1853, v. H.; Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; Haarlemmer hout 1839, Buse; Haarlemmermeer 1852, D. J. Cos ter; 1853, S. enHartmann; Overveen 1840, Buse 1841, Kerb.; Haarlem, Splitgerber; 1870, Groll - Noordwijkl897,V.; Sassenheim, v. d. T.; 1894, V. Lisse 1894, V. ; Katwijk, L a c. ; Poelgeest, F o c k e m a Warmond 1839, B. W.; Leiden, Mb.; Dz.; 1834 v.d.B.; 1827, Wtt.; Halbertsma; Perin; Pierot Forsten; 1842, B. W.; Zoeterwoude 1881, Boerl. Voorschoten 1884, B. W.; Wassenaar, S. S.; Perin 'sGravenhage 1832, I. d. L. ex herb. Groll; V. Z. 1854, v. H.; R. B.; Delft 1846, de Br.; Delfgau, v Son; Loosduinen 1854, v. H. Jr.; Rotterdam 1851 0.; Dordrecht 1847 en 1850, M. J. Cop; 1880 Boerl.; 1881, V.; 1882, C. v. d. Broek; Stryen 1850, M. J. Cop; Lekdijk bij Vianen 1835, v. H.; - Zuid-Beveland 1839, 1845 en Scheldedyk by Yerse- kendamme 1839, v. d. B. ; Serooskerke, L. ; Nieuw en Sint Joosland 1877, A. W. en L.; Zeeuwsch Vlaande- CERASTIUM. 287 ren 1862, en Sint Kruis 1861, A. W.; Vucht, v. A.; Eosmalen, v.H.; - Keer, Un. 1861. (Ondersmastate 1864, H. v. d. Ley; Oldeboorn, v. Tuinen in herb. pr.; Rottevalle, J. Kuipers; Murmerwoude, J. Eotke en J. de Groot; — Zuid- horn, E. J. Kamphuis; — Denekamp, J. B. Ber- nink; — Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; Borkulo, G. J. Kerbert; Maasbommel, A. de Groot; Culemborg, C. A. Backer, alle in herb. Heukels; Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; — tusschen Zuijlen en Maarssen 1872, Costerus in herb. pr.; — tusschen Diemen en Muiden 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Krommenie, Posth. in herb. pr. ; Schoorl, M. J. de Verver, in herb. Heukels; — Rijngeest onder Oegstgeest 1893, V. Suringar in herb. pr.; Delftgauw 1876, L. in herb. pr.; Stol- wijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rot- terdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; — Mid- delburg 1892, Ogterop in herb. pr.; Waarde, M. v. Weele; — Halsteren 1898, P. J. Verhoeven; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; station Boxtel 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; Vloeiweide bij de Dommel onder Valkenswaard 1899, H. A. van Roessel.) (Bovendien: tusschen Knijpe en Heereveen, Wol- vega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. I. V. p.244); - Heino, Un 1888 (Arch. 2. V. p. 399); Steenwijk, Steenwijker wold, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345) Hengelo, Borne, Nieukerkerveen, Haaksbergen, Olden zaal, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p 218); - Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96) Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winters wijk, Breevoort, Eibergen, Groenlo, Borkulo, Un 1859 (Arch. 1. V. p. 220); — tusschen Alkmaar en Bergen 1870, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alk- maar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 288 CEKASTIUM. 5. VI. p. 235); — tusschen Brielle en Rockanje, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - al de Zeeuwsche eilan- den, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 114 en VI. p. 108); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); — Breda, v. A. (Arch. 2. II. p. 144); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); Bergen op Zoom en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Roermond, Sittard, Gronsveld, Meerssen, Amby, Gulpen, Un. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elslo, Valkenburg, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts vermeld bij Vorstius en Bruman. 245. C. arvense L. Algemeen op grazige zandgronden. %.. April-Juli. In Herb. : tusschen Burg en de Westen op Texel 1869, H o 1 k. ; Texel 1857, H a r t i n g ; Nesserkerkhof op Ameland 1869, Holk.; — Rijp in Gaasterland 1867, J. M. de Boer; — Meppel, v. Heijn.; Cayaux; — Zwolle 1872; v. Tuinen; Kampen, v. Heijn.; 1847 R. B.; 1848 en 1849, T.; Deventer 1845, T.; 1876 K. ; Generaalsbosch bij Deventer 1840, Halbertsma Hardenberg 1868, v. d. Scheer; — Apeldoorn 1873 K. A.; Harderwyk 1864, R. B.; 1876, K. A.; Nijme gen, Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Dreumel bij Tiel, G. Post; Bennekom 1856, v. H.; - Grebbe 1851, 0. (glandulosum); Amersfoort 1860, R. B.; Garj.; deBilt, Bunnikl835, D. S.; Utrecht, 0. A. Bergsma; Vleuten, v. d.T.; - Urk 1852, P. Backer de Wit; Naarden 1864, 0.; tusschen 's Graveland en Bussum 1869, Hoek; Schooten 1870, Groll; Haarlemmer- hout 1841, v.H.; 1871, BoerL; Haarlem 1842, Tila- nus(P.N.S.); 1838, Romb.; 1870, Splitgerber; Bentveld 1870, Groll; Overveen 1836, Buse; Hil- legom, tusschen Vogelenzang en Hillegommerbeek, Exc. 1883; - Noordwyk 1860, S.; 1894, V; Lisse 1856, v. H.; Katwyk 1833, S. S.; 1846, B. W.; S.; CERASTIUM. 289 Exc. 1888; Haagsche Schouw 1828, Wtt.; Leiden 1835, Lac; 1835, Mb.; Dz.; 1842, en 1843, 0.; 1833, S.S.; Forsten; Perin; v. H. Jr.; v.d.B.; 1859, S.; F o c k e m a ; 1872, B o e r 1. ; 's Gravenhage, V. Z. ; R. B. ; Thomson; Loosduinen, Exc. 1887; Dordrecht, Boerl.; Louterbloemen bij Dordrecht 1879, Posth.; Willemsdorp 1880, Boerl.; Vianen 1835, v. H.; - Zuid-Beveland 1840, Goessche havendijk bij Wilhel- minadorp 1840 en Domburg 1839, v. d. B.; Vlissingen 1881, Buijsman; Sint Kruis 1861, A. W.; - Breda, v. A.; 1882, C. v. d. Broek; 's Hertogenbosch, v. H o v. ; - Wijk en Berg 1897, V. ; Schin op Geul 1897, V. (Midsland, J. B. Tijm; — Gendringen, M. S. Rust; Rijswijk (Gld.), B. J. van Wagensveld; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; 1843, Alpherts in herb. pr.; Putten 1895, C. A. Backer in herb. pr.; Middagten 1891, Ogterop in herb. pr.; — Castricum 1883, Heinsius in herb. pr.; Beverwijk 1885, Costerus in herb. pr. ; — Willige Langerak, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam(op aangevoerd zand), H. v. d. Linden in herb. Heu- kels; — Domburgsche duinen 1894, Ogterop in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels). Bovendien: Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Brinkhuis, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96) Parkweg Amsterdam, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V p. 688); Alkmaar, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235) — Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 372); — Schou wen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 114) Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Amby Meerssen, Eijsden, Valkenburg, Sittard, Un. 1861 Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (f. pet. qaadrifidis); Valkenburg, H. d. V. (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts schijnt Bruman deze plant het eerst als inlandsch geboekt te hebben. 19 290 ELATINE. Ordo Elatinaceae Camb. Elatine L. 246. E. Hydropiper L. Op moerassige plaatsen, aan de kanten van rivieren, sloten enz. 0. Juli-Nov. In Herb.: Utrecht 1834, Wtt.; 1836, Kraamw.; Oudwijk bij Utrecht 1834 en 1835, G. Broers; in stroomend water achter het zoogenaamde Ezelsdijkje achter Oudwijk 1836, D. S.; v. d. T.; in de vaart van Westbroek bij de Klop 1838, D. S. ; in de vaart van Utrecht naar de Bilt 1838, D. S. ; Utrecht 1843, G. Deijn. ; Zeist, S.; vijver Kijzenburgsche bosch 1860, Hartsen; Rijzenburg, S.; — aan den oever der Merwede over Papendrecht 1838, Lac; Dordrecht menigvuldig tusschen de balkengaten langs den Noordendijk 1848, G. A. Alpherts; 1848, v. Hov.; Noordendijk Dordrecht 1850, v. Hov.; Krimpen 1838, Lac; — in zacht stroomend water in een sloot bij het Wittehuis aan den straatweg tusschen Oosterhout en Raamsdonk 1845, Lac; in menigte in stilstaand water voorbij Groot Deuteren, een half uur van 's Hertogenbosch 1847, v. Ho v. ; Fort Tsabel bij 's Her- togenbosch 1847, v. Hov. 247. E. triandra Schk. Aan kanten van rivieren, sloten en vijvers. 0. Juli — Aug. In Herb. : Utrecht 1838, Lac; — aan den oever der Merwede over Papendrecht (met E. hexandra) 1838, Lac; kant van de Merwede tusschen Dordrecht en het huis de Merwe 1839, v. d. T.; Sliedrecht 1838 en Krimpen 1838, Lac 248. E. hexandra D.C. Langs sloten, vaarten en aan plassen. 0. Juni — Sept. In Herb. : Uddelermeer, Un. 1849; Gryze veen by Kootwijk 1875, K. A. ; kanaal tusschen Apeldoorn en Vaassen 1854, Lac; vaart te Apeldoorn 1877, K.; in een plas achter het kerkhof te Epe, aan den ELATINE. LINUM. 291 grindweg naar Elburg 1875, K. A.; - langs de Beers te Spoordonk bij Oirschot 1874, Lac. [A a n m. : De door v a n Hoven vermelde groeiplaats by fort Isabel bjj 's Hertogenbosch heeft betrekking op een exem. plaar van E 1. Hydropiper.] Ordo Linaceae. Linum L. 249. L. usitatissimum L. In vele streeken in 't groot verbouwd, somtijds verwilderd, meestal als opslag. 0. Juni — Juli. In Herb. : Meppel, v. Heijn.; — Deventer, Romb.; Diepenveen, T.; 1876, K.; Pothoofd bij Deventer 1876, K.; Volkspark te Enschede 1891, Carmig- gelt; — Harderwijk en Hulshorst, R. B.; Vorden 1879, Groll; Ruurlo 1883, Ensink; Brummen 1879 K.A.; Zandplaat in de Waal tegenover Rossum 1839 v. d. T.; — Amersfoort, Garj. ; - Amsterdam 1843, 0. - Leidenl842, B.W.; Perin; Leiderdorp 1833, S.S. 's Gravenhage, R. B.; Dordrecht 1850, M. J. Cop 1882, C. v. d. Broek; Kalkhaven te Dordrecht 1882, V.; — Noord-Brabant, herb. Anslyn; Oudheusden, v. Hov. (Rottevalle, J. Kuipers in herb. Heukels; — Oldenzaal Un. 1895, V. Suringar in herb. pr.; — Zuiderbuitenspaarne, C. A. Backer in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rottedijk bij Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; (fl. albis) Rijsoord 1895, Posth. in herb. pr.; — Goes 1874, Posth. in herb. pr.; (verwilderd) Middelburg 1894, Ogterop in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland, Schipper in herb. pr.) Bovendien : Berg en Dal bij Nijmegen, A b e 1. (Arch. 2. V. p. 265); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 273); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. 292 LINUM. (Arch. 2. III. p. 114 en VI. p. 109); - Breda, v. A. (Arch. 2. II. p. 144); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543.) 250. L. catarcticum L. Op vochtige, grazige plaatsen. 0. Juni—Aug. In Herb. : Texel, S. P. Huizinga; de Westen op Texel 1869, Holk; Hoorn op Texel 1881, Groll; Vlieland 1858, Lac; Terschelling 1886, J. C. Wou- ters; Ameland 1865, H. v. d. Leij; S. P. Kros; Schiermonnikoog 1867, Holk.; 1897, V.; Rottum 1861, Lac; 1896, Schipper; - Franeker, Bergs- ma; — Eelderwolde, Strat.; Harendermolen 1851, v. H.; — Weerdinge 1859, Lac en S.; Meppel, v. Heijn.; - Zalk, 1846, R. B.; Zalkerbosch 1872, Hoek; Kampen, R. B.; tusschen Giethoorn en Zwin- deren, Un. 1892; Zwolle 1891, L.; Deventerl877, K.; Halbertsma; Diepenveen 1846, Top; 1877, K.; Colmschate 1846, M. J. Cop; Brinkgreve 1847, T.; 01stl895, L.; Haersterveer bij Zwolle 1891 L.; Schut- terop bij Bentheim 1852, v. H.; — Hattem 1865, H. d. V.; Zutphen 1833, Wtt.; 1860, de Br.; Ruurlo 1884, Ensink; Gorssel 1897, V.; Terborg 1861, v. H.; Doesburg, L. Biichler; Fort de Pol bij Zutphen 1885, Ensink; Beekbergerwoud 1869, S.; Apeldoorn 1851, K. A.; 1858, 0.; Hierdermeen 1872, R.B.; Har- derwijk 1865 en 1866, R. B. ; tusschen Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Arnhem, S.; Nijmegen, B.; Oos- terhoutsche bosch ]844 en Weurt 1849, Th. Abel.; Neerbosch 1865, v. H. ; Edesche veen bij Veenendaal 1894, V.; — Amersfoort, D. S.; v. d. B.; Hoogland 1839; 1895, Garj.; Rhenen 1898, V.; Leusden 1892, H. W. C. Deelken; Utrecht 1859, R. B. en A. W. Hartmann; Westbroek 1829, Suerman*) — Am- sterdam, Fl. Amst.; Amstelveen 1836, v. H.; Haar- lem, de Vriese; Aardenhout, Rozewater 1843, *) Als Sagina erecta L. uitgedeeld; zie Arch. 1. V.* p. 377. LINUM. 293 Buse; Velsen, Buse; Pierot; 1871, Middenduin 1870 en 1871, Groll; Breesaap, V. Z.; v. H.; Wyk aan Zee, Buse; Callantsoog, Un. 1891; Zandvoort, 1851, S.; Spaarndam 1889, V.; Heemstede 1872, 0.; Vogelenzang, v. d. T.; Dijk ringvaart over Leimuiden 1894, V. ; — Groot Berkhey b\j Wassenaar, B a r g e r ; Wassenaar 1835, Mb.; 1843, 0.; 1851, T.; 1838, Buse; Kerb.; Noordwykerhout 1840, B. W.; Kat- wijk, Dz.; 1842, 0.; Persijnspan, S. S.; Waalsdorp, V. Z.; G. B.; G. Barger; Loosduinen, v. d. Cop; Sche- veningen, Exc. 1882; 's Gravenhage 1832, I. de L. ex herb. Groll; 's Gravezande, Destree; Louter- bloemen by Dordrecht 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; straatweg bij Dordrecht 1886, V. ; Haak bij den Hoek van Holland, V. Z.; Kockanje 1871, 0.; — Haamstede 1869, Schuringa; Un. 1894; Scheldedijk by Yer- sekendamme 1839 en Kruiningen 1837, v. d. B.; Domburg, Forsten; Zeeuwsch Vlaanderen 1860, A.W.; Neuzen 1853 en LJzendijke 1861, A.W.; - Breda, v. A.; Thomaswaard by Werkendam 1836, Lac; Vuchtsche heide 1847, v. Hov.; — tusschen Baexem en Stramproy, Un. 1900; Sint Pietersberg, v. Hov.; 1870, Groll; Beek 1900, van Sillevoldt en Jongmans; Meerssen, Un. 1861; Gronsveld, Un. 1861; Oud Valkenburg 1864, H. d.V.; Gulpen 1872, Lac. (Formerum op Terschelling, J. B. Tijm; — Dene- kamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Stroe 1881, K. A. in herb. pr.: Bennekom 1892, V. Su- ringar; Huinen, C. A. Backer in herb. Heu- kels; — Middenduin bij Haarlem 1893, Ogterop in herb. pr. ; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; IJzendijke, P. J. v. Roosendaal; Waarde, M. v. Weele in herb. Heukels; Zoute- lande 1881, Schipper in herb. pr.; — Almkerk, Sleeuwyk, C. A. Backer in herb. Heukels; Hel- voortsche heide 1897, Heinsius in herb. pr.) 294 LINUM. RADIOLA. Bovendien: Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Steenwrjkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Delden en 't Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); - Wisselsche venen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Winterswijk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 2. V. p. 220); - Noord-Beveland, Tho- len, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 109); - Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. VI. p. 235); Woensdrecht, Un. 189 6 (Arch. 3. I. p. 348); — Plasmolen, A b e 1. ; Sittard, Maastricht, U n. 1861; Sittard, tusschen Beek en Valkenburg, Un. 1883; tusschen Beek en Elsloo, Eijsden, Mesch, Rijkholt 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 6). - Voorts opgege- ven door Pelletier en Munting. Radiola Gmel. 251. R. linoides G-mel. (Radiola millegrana Smith et Fl. B. S.). Op vochtige plaatsen in zandige stre- ken. 0. Juli—Aug. In Herb. : Texel 1860, Lac; de Westen op Texel 1868, Holk.; Vlieland 1858, Lac; 1868, Holk.; Groene strand bij West-Terschelling, Un. 1886; Ameland, Bruinsma en Hinxt; Nes op Ameland, Hinxt; Terschelling 1881, Groll; Schiermonnikoog 1860, S.; - Wolvega, Un. 1881; Ureterp 1829, v. H.; Zwaag Westeinde, Hinxt; — Winschoten, Strat.; — Paterwolde 1826, v. H.; Koevorden 1859, Lac en S.; Meppel, v. Heijn. ; Weerdinge, Un. 1859, Lac en S.; Assen, Forsten; — Hardenberg 1892, L. en Carmiggelt; Leesten, Groneman; Carlshaven 1895, v. Vloten; Zwolle 1892, L.; Thor- becke; tusschen Zwolle en Deventer, v. H.; Diepen- veen 1849, M. J. Cop; R. B.; 1877, K.; Schutteroff 1837, V.Z.; Vilsteren 1865, H. d. V.; - Bathmen by Gorssel, Un. 1850; Warnsveld 1845, de Vriese; Gorssel 1884, C. v. d. Broek; Ruurlo 1881, L. en En- RADIOLA. 295 sink; Beekbergerwoud 1846. S. S.; Borculo 1894, V. ; Zutphen, v. H.; Yoorst 1847, Buse; Apeldoorn 1858, 0.; 1872, K. A.; Wissel, Un. 1890; Harderwijk en Hulshorst 1852, Nijkerk en Oldebroek, R. B.; Voort- huizen 1833 en Uddelermeer 1833, Wtt.; Wolfheeze 1848, Buse; Rheede, M. D.; Sijpenberg bij Beekhuizen, B e r g s m a ; Arnhem, Thorason; Lobith 1837, V. Z. ; Nijmegen, B. ; Hatertsche broek, Wijchensche venen, en Heumen, N. en Th. Abel; Heumen 1856, v. d. B.; — Amersfoort, Garj.; Soest 1870, Groll; Drieber- gen, Buse; 1867, 0.; Rijzenburg 1859, A. W. Hart- m a n n en R. B. ; Leersum 1896, V. ; Doorn 1848, Buse; de Bilt 1818 en 1839, Buse; 1839, Lac; 1837, D. S.; Zeist 1847, T.; 1847, 0.; Utrecht, v. H.; Nieuw Loosdrecht, v. d. T.; — Hilversum 1845, 0.; Bergen, Un. 1891; — Noordwykerhout, Dz.; Noord- wijk 1837, Mb.; duinen tusschen Halfweg Haarlem en Leiden 1840, B. W.; Lisse, 0.; Rockanje 1872, Hoek; — Haamstede 1845, Schouwen 1844 en Re- nesse 1844, v. d. B.; — Liesbosch, v. A.; Bergen op Zoom 1834, Wtt; Un. 1860; Hoogerheide, Un. 1896; Vuchtsche heide, v. Hov.; Eindhoven, v. d. B.; Strijp 1831, v. H., Helmond 1832 en 1834, Wtt.; Valkenswaard, v. H.; Boxmeer 1857, Buse; Deurne 1871, Lac; Geldrop 1835, de Br.; - Mook, N. en Th. Abel.; tusschen Baexem en Stramproij, Un. 1900. (Midsland, J. B. Tijm; -- Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot in herb. Heukels; tusschen Beet- sterzwaag en Wijnjeterp 1866, Holk.; 1866 Tieke en 1874 v. Tuinen in herb. pr.; — Haren C. de Gavere in herb. v. Tuinen; Wedde 1886, Schip- per in herb. pr.; - tusschen Donderen en Norg 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Huinen 1895, C. A. Backer in herb. pr.; Bennekom 1892, V. Surin- gar in herb. pr.; Wageningen 1886, Lotsy in herb. Posth.; Hilversum 1886, Heinsius inherb. pr.; — 296 RADIOLA. MALVA. Zoutendam 1898, P. J. Verhoeven in herb. Heu- kels; Woensdrecht Un. 1895, Ogteropin herb. pr.) Bovendien: Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Steenwijkerwold, Kallenkote, Eesveen, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 345); Almelo, Albergen en Vrieseveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Hengelo, Bekkum, Woolde, Hasselo, Weusthag, Haaksbergen, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 218); — Epe, Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96) ; Winterswijk, Eibergen, U n. 1859 ( Arch. 2. V. p. 220); - Westland, v. Eeden (Arch. 2. I. p.372); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Zoom, Balsche straatweg, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); — Daneken, Lac. (Arch. 2. V. p. 6); — Voorts vermeld door Pelletier, Munting en Bruman. Ordo Malvaceae B. Br. Malva L. 252. M. Alcea L. Op beschaduwde, ruige plaatsen, aan heggen enz. %. Juli—Aug. In Herb. : Nijmegen, B.; tusschen Mook en Heu- men 1842, v. d. T. ; Maasdijk tusschen Heumen en Mook, Waaldijk tusschen Weurt en Beuningen, op den Kweldam en in de Warthuizenstraat bij Beu- ningen, N. en Th. Abel. ; Beek, herb. Broers; Mook 1857, Buse; — Blauwkapel bij Utrecht, L. Marchand; Utrecht 1833, de Br.; — Kanaaldijk Katwijk, S. S.; - Beek 1840, Lac; 1883, K.; Un. 1883. (Spoel te Culemborg 1846, M. Rademaker; 1849, Alpherts in herb. pr.; - Terhagen Un. 1883, L. in herb. pr.) Bovendien: Harendermolen by Voorveld Kent, MALVA. 297 volgens Munting (Arch. 2. III. p. 334); — Ouden- bosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544). /?. fastigiata Cav. (M. fastigiata Fl. B. S. p. 832.) In Herb. : tusschen Beek en Ubbergen, B.; Beek 1826, B. *); over het kastanjebosch bij Beek, N. Abel. 253. M. moschata L. Op ruwe grazige plaatsen, aan heggen, langs wegen %.. Juli—Aug. In Herb.: Goutum, S.; - Ter Heijl 1893, San- ders; — Deventer '*), v. Groningen; — IJsel te Brummen**) 1873, K. A.; NijmegenB.; Thomson; tusschen Nijmegen en Elst 1833, Wtt.; Ubbergen B.; Berg en Dal 1873, v. H.; bosschen te Ubbergen 1833, Wtt.; Oosterhoutsche bosch, N. en Th. Abel.; 1846 en Waaldyk by Weurt 1847, G. Deijn.; - Schothorst bij Amersfoort **), Garj.; Doorn, Ems- klaar bij Hoogland, D. S. ; huis te Doorn **). v. d. T.; de Bilt, J. C. Broers; C. A. Bergsma; 1838, Lac; Utrecht 1833, de Br.; slootkant op Heentjes- waard tusschen Kothen en Wijk bij Duurstede, v. d. T.; Dwarsdijk bij Wijk bij Duurstede 1828, Wtt.; Blauwkapel, L. Marchand; Nieuwersluis 1837, D. S.; batterijen aan den kant van den weg naar Vreeland, v. d. T.; — weg Haagsche Schouw, Dz.; Kanaal tusschen Leiden en Katwijk 1833, S. S.; G. B.; Kerb.; 1835, Mb.; 1836, Buse; Zwijndrecht 1882, V.; — Klopperwaard bij Werkendam 1835, Lac; Breda 1875, v. A.; station Staatsspoorweg Breda 1865, Lac, Breda, 1832; - Beek, Un. 1883; Valkenburg 1889, V.; Sint Geertruid 1885, K. enG.; Zwijbergen (Terhagen), Un. 1883; spoorweg Kerk- *) De Heer d e B e ij e r heeft haar in de heggen aan den straatweg tusschen Beek en Ubbergen bjj Nymegen, in 1826, 1827 en 1828 steeds in geljjke gedaante "weergevonden. v. Hall. Bydragen V. p. 86. **) Witbloemig. 298 MALVA. rade 1885, K. en G. ; Gulpen, Holzet, Cottesen 1872, La c. (Westergeest, Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Leens, J. Borgman; — Apeldoorn, F. D. J. Risch in herb. Heukels; Sint Anna bij Nijme- gen 1896 en - Zwijndrecht 1878 en 1885 Posth. in herb. pr.; — Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; tusschen Valkenswaard en Apel 1899, A. P. v. d. Briel.) Bovendien: Goutum **), Hinxt (Arch. 2. III. p. 15); — West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 114). ft. intermedia Gr. et Godr. floribus albis. In Herb.: korenmolen te Voorthuizen 1897, V. 254. M. althaeoides Cav. Zuid-Europeesche plant, nu en dan met zaad ingevoerd. In Herb. : Apeldoorn op klaverland bemest met afval van Sumac, uit Palermo af komstig 1877, K. A. (cfr. Verslag 1897). M. ambigua Guss. Plant uit het gebied der Middel- landsche Zee, werd vermeld van Apeldoorn 1877, K. A. (Arch. 2. III. p. 211 en 223). Het exem- plaar dat van die plaats onder dien naam zich in het Stamherbarium bevond, bleek te zijn Lava- tera trimestris L. (Zie Arch. 3. I. p. 307). 255. M. sylvestris L. Op onbebouwde plaatsen, langs wegen, dijken enz. O- Juni — Aug. In Herb. : Hoorn op Texel 1869, Holk.; — Goutum, S.; Leeuwarden 1849 en 1859, S.; — Helpman 1856, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; — Steenwijk, Cayaux; Kampen, T.; 1848, R.B.; Pothoofd b\j Deventer 1839, Halbertsma; 1876, K.; - Harderwijk 1864, R.B.; Arnhem, T h o m s o n ; Nijmegen, B. ; N. en T h. A b e 1. ; Weurt 1846, Th. Abel.; Tiel, G. Post; - Amers- foort, Garj.; Biltsche molen Utrecht 1842, v. d. T. ; Manenburg Utrecht 1835, D. S.; Wijk by Duurstede MALVA. 299 1833, Wtt.; - Weesp 1862 (Coll. Nat.); Uithoorn 1870, Boerl.; Zeeburg 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Ringdijk LJdijken, Fl. Amst.; 1838, Rorab.; Amsterdam, v. H.; 1870, 0.; Ooster- en Westerdoksdijk, M. D.; 1842, Heijbrock (P. N. S.); Monnikendam 1886, Boerl.; Urk 1884, S.; Zaandam 1897, V.; Haarlem 1840, Buse; Kerb.; 1871,Groll; - Leiden 1835, Wtt.; 1835, Mb.; Dz.; Pierot; Forsten; 1839, B. W.; 1843, 0.; Leiderdorp 1832, S. S.; Valkenburg 1840, B.W.; Wassenaar 1850, S.; 'sGravenhage 1832, I. d. L. ex herb. Groll; V. Z.; G. B.; R. B.; Scheveningen 1896, R. B.; Schiedam 1848, S. C. Knappert {fasciatie); Dordrecht 1836, Lac; M. J. Cop; 1882, C. v. d. Broek; de Myl bij Dordrecht 1882, V.; - Zuid-Beveland 1840, v. d. B.; Walcheren, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijsman; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A.W.; Aardenburg 1861, A.W.; — Ginnekenpoort bij Breda, v. A.; Ortensche dijk en Citadel te 's Hertogenbosch v. H o v. ; — Sint Pietersberg. (Schiermonnikoog 1897, Schipper inherb. pr.; — Helpen, Esserweg, Haren, R. de Boer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Zwolle 1874, v. Tuinen in herb. pr.; — Borculo, G. J. Kerbert; Rijswijk (Gld.) en Maurik, B. J. Wagensveld inherb. Heukels; Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; — tusschen Schalkwijk en Houten 1843, Alpherts in herb. pr.; Wijk by Duurstede, B. J. v. W a g e n s v e 1 d in herb. H e u k e 1 s ; Grebbe 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Huizen, P. Beemsterboer; — Rotterdam, H. v. d. Linden; F. D. J. Risch; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Uzendijke, P. J. v. Roosendaal in herb. Heukels; kanaaldijk Middelburg 1874, L. in herb. pr.; Middelburg 1895, Nieuw en St. Joosland 1893, Ogterop in herb. pr. ; — Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. Heukels.) 300 MALVA. Bovendien: Koevorden, — Gramsbergen 1859, Lac en S. (Arch. 1. V. p. 245); — Kallenkote, Eeze, Un 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); tusschen Nieuwe Wete ring en Tongeren, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V p. 406); Hengelo, Langelo, Un. 189 5 (Arch. 3. I p. 218); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96) Boerenwoningen bij 't Loo, K. A. (Arch. 2. III. p. 180) Winterswijk, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220) - Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. 1. p. 271) Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 372); Brielle, Un 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); - al de Zeeuwsche eilan den, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 114 en VI. p. 109) Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 218) — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Venlo, Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Sint Pietersberg, Maastricht, G-ronsveld, Amby, Gulpen, Valkenburg, Sittard, Un. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elsloo, tusschen Bunde en Valkenburg, tusschen Wylre en Slenaken enz., Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voortsbij Pel- letier, Knijf, Vorstius, Muntingen Bruman. /?. triloba Deth. (conspect. p. 54). Warnsveld 1883, C. v. d. Broek. y. M. sylvestris fl. atro-violaceis. In Herb. : langs een sloot te Weurt 1846, Th. Abel. [Aanm.: Ook van deze soort komen planten met witte bloemen voor o. a.: Voormalige vestingwerken te Nymegen, T h. A b e 1. (Arcti. 2. V. p. 265.)] 256. M. nicaeensis All. Zuidelijke plant, met zaden ingevoerd. 0. Juli-Aug. In Herb. : Tusschen gerst uit Turkije 1846, v. H. (cfr. Arch. 3. I. p. 167); — Heidegrond bemest met Sumac, afkomstig uit Palermo, Apeldoorn 1877, K. A. 257. M. neglecta Wallr. (M. vulgaris Fries et Prodr. Ed. I. p. 50, M. rotundifolia Koch. et Fl. B. S. MALVA. 301 p. 508). Langs wegen, op opene en bebouwde zandgronden. ©. Juni — Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; Hoorn op Texel 1869, Holk.; Vlieland 1858, Lac; Terschelling, Un. 1886; Rottum 1896, Schipper; — Leeuwarden S.; — Meppel, Cayaux; Koevorden 1859, Lac. en S.; — IJselmuiden 1855 en Kampen 1848, R. B.; Deventer 1876, K.; - Meerveld bij Apeldoorn 1862, K. A.; Sillevolde, Un. 1883; Harderwijk 1864, R. B. ; Heelsum 1850, S. ; Arnhem, Thomson; Nijmegen, N. en Th. Abel.; Culemborg, H. S. (Coll. Nat.;)- Amersfoort, G-arj.; Rijzenburg 1859, A. W. Hart- mann en R. B.; Woudenberg, W. en Kraep.; Wikkenburg 1829, Wtt.; Utrecht, v. H.; Tolsteeg- poort Utrecht en Wijk bij Duurstede, v. d. T.; — Amsterdam, Fl. Amst.; T.; v. H.; 1838, Romb. Vondelpark Amsterdam 1871 en Muiderpoort Am sterdam 1867, 0.; Urk 1852, P. Backer de Wit 1884, S.; Haarlem 1871, Boerl. ; Overveen, Exc 1878; Brederode, Kerb.; Zandvoort 1835, Buse Schoorl 1873, Hoek; — Lisse, Dz. ; tusschen Rrjns burg en Katwijk, B. W.; Leiden 1833, S. S.; Pie rot; 1835, Mb.; 1843, 0.; Perin; 1842, 0.; meelfa briek Zoeterwoude 1898, V.; 's Gravenhage 1832, I d. L. ex herb. Groll; V. Z.; 1895, R. B.; Haagsche Schouw 1850, S. ; Huis ter Rievier bij Overschie 1894, V.; Rotterdam 1851, 0.; Zwtfndrecht 1882, V.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; Bleskensgraaf 1850, M. J. Cop; — Driewegen 1840, Walchersche duinen 1840 en Domburg 1840, v. d. B.; Hulst 1863 en Ede 1861, A. W.; - Werkendam 1835, Lac; Breda, v. A.; — Arcen, Un. 1893; Baarlo, Un. 1893; Gronsveld, Un. 1883; Maastricht, v. Hov. (kerkhof Suameer 1866, v. Tuinen inherb. pr.; — Winschoten 1889, Schipper in herb. pr.; — kerk- hof Denekamp, J. B. Bernink; — Gendringen, M. 302 MALVA. S. Rust; Rijswijk (Gld.); B. J. van Wagensveld; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; Hat- tem 1878, Uddelermeer 1852, Beekbergen 1875-1879 en Arnhem 1893, K. A. in herb. pr.; — Breukelen 1871, Costerus in herb. pr.; — Hilversum 1874, v. Tui- nen in herb. pr.; Amsterdam 1881, Heinsius in herb. pr.; tusschen Beverwijk en Wijk aanZeel887; J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; Ruigenhoek bij Lisse 1892, V. Suringar inherb. pr.; Scheveningen, Posth. in herb. pi\; Loosduinen 1876, L. in herb. pr.; Sliedrecht 1898, Posth. in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerlandin herb. Heukels; — Nieuw en St. Joosland 1887, L. in herb. pr.; Middelburg 1892, Ogterop inherb. pr.; — Maasdijk brj Veen 1898, C. A. Backer in herb pr.; Werkhoven, C. A. Backer; Halsteren P. J. Ver- hoeven, Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland 1854, S. P. Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); — veen te Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Gieten, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Zalk, R. B. (Arch. 1. V. p. 297); Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293); station Zwolleentus- schen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 406); Deldenen'tTwikkelerbosch,Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 219); - Nunspeet, R. B. (Arch. 1. V. p. 297); Beekbergen, Loenen, Uttel, K. A. (Arch. 2. III. p. 180); - Alkmaar, Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Scheveningen, de W. H. (Arch. 2. II. p. 119); Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 372); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 114); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Middelburg, L. (Arch. 3. I. p. 340); Sint Phi- MALVA. 303 lipsland, A. W. en L. (Arcb. 2. VI. p. 109); - Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Bergen op Zoom, Woensdrecht, Un. 189 6 (Arch. 3. I. p. 348); - Gronsveld, Amby, Meerssen, Gulpen, Valkenburg, Sittard, Un. 1861; Sittard, Bunde, Valkenburg, Maastricht enz. Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 308). Voorts door Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman vermeld. 258. M. parviflora L. Zuid-Europeesche plant, met zaden ingevoerd. 0. Juli—Aug. In Herb. : Winterswijk 1872, R. E. de Haan (ver- zameld als M. vulgaris Fr. cfr. Arch. 3. I. p. 168). 259. M. borealis Wallm. Zuid-Europeesche plant, reeds lang in noordelijker gewesten met zaden inge- voerd. 0. %.. Juni—herfst. In Herb.: Pothoofd bij Deventer 1893, K. A.; - haventerrein bij Zutphen, Un. 1897; Arnhem 1898, Abel. en V.; — Utrecht 1877 en Damlust bij Utrecht 1878, de Br.; — buitenplaats Groenhoven by Leiden 1898 en braakland bij de Haarlemmertrekvaart te Leiden 1900, F. J. Struijkenkamp; 'sGravenhage 1879, de Br.; 1895 en 1896, R. B.; - meelfabriek te Middelburg 1895, L.; 1895, Ogterop; 1896, L.; - Sint Anthoniuseiland by Maastricht 1894, de Haas. (Kampen 1899, J. Boldingh; - Culemborg 1899, C. A. Backer in herb. Heukels; Apeldoorn 1898, K. A. in herb. pr. ; — spoorwegdijk Amsterdam 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Rotterdam 1898, F. D. J. Risch in herb. Heukels; proefveld Dor- drecht 1899, Posth. in herb. pr.; Venlo brj Blerum Un. 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569). 260. M. crispa L. In moestuinen gekweekt, somtijds verwilderd. 0. Juli-Aug. In Herb. : Wikkenburg, herb. E g e 1 i n g ; Nichtevecht, C. A. Bergsma; — Amsterdam 1845, Romb.; Zui- 804 MALVA. ALTHAEA. derbuitenspaarne, Kerb.; Mb. ; Leidsche vaart bij Haarlem 1871, G-roll; - Leiden, Dumortier; Naald- wyk 1847, v. d. T. (Hilversum 1871, Costerus in herb. pr.; talrijk ruigte zanderijvaart te Overveen 1892 — 1900, C. A. Backer in herb. pr.; — Domburgsche duinen 1891, Ogterop in herb. pr.) Althaea L. 261. A. officinalis L. Op moerassige p]aatsen naar den zeekant, somtijds aan de oevers van rivieren. %.. Juni—Sept. . InHerb. : Franeker 1839, Spree; Mulder; Bergs- ma; — Greente bij Kampen, R. B.; Kampen, T.; 1854, R. B.; Vollenhove, v. He\jn.; Schokland 1884, S.; — Harderwijk, Reinwardt; Gorssel 1863, v. H. ; tusschen Elten en Kleef, v. H.; Waaldijk bij Vuren 1832 en 1833, Wtt.; - Spakenburg 1894, Garj.; - Urk 1884, S.; Oud Diemen 1863, 0.; Uithoorn 1833, S. S.; IJ bij Amsterdam, E. B. Asscher; 1828, v. H. 1834, de Vriese; 1873, Lac; Zeeburgerdijk, V. Z. Westerdoksdijk Amsterdam 1842, Heijbrock (P. N S.); de Zaan 1835, Mb.; Monnikendam 1870, Boerl. Marken 1886, Boerl. en V.; Sloterdijk, Fl. Amst. Spaarndam 1836, Buse; 1870, Groll; Krommenie 1874, v. Tuinen; Spaarndammerweg 1875, Boerl.; Schoorl 1882, B. Jelgersma; — Noordwijk, Perin; 1843, 0.; V.; 's Gravenhage 1832, I. d. L. ex herb. Groll; rots te Rockanje 1835, V. Z.; Sekkenbrjden Hoek van Hohand, V. Z.; Waaldijk bij Gorinchem 1833, Wtt.; — Zeeland, Forsten; Serooskerke, U n. 1894; Zierikzee 1893, Schuringa; Un. 1894; Schouwen, Dz.; Zuid-Beveland, S.; 1839, v. d. B.; Borsele en Ellewoutsdrjk 1839, Lac; Tholen 1834, Wtt.; Walcheren, v. d. B.; Middelburg 1842, B. W.; Souburg en Abeele 1880, Burjsman; Hoek 1862, ALTHAEA. LAVATERA. 305 A. W.; tusschen Gapinge en Schellagt, A. Blaas; Groede 1864, H. d. V.; - Maren, v. Hov. (Kerkwijk 1893, Y. Suringar in herb. pr. ; — tusschen Zeeburg en Diemen 1890, — Herkingen 1871, Costerus in herb. pr.; Numansdorp, W. C. v. Emden in herb. Heukels; — Cortgene (N.-Bev.) 1881, Schipper in herb. pr.; St. Maartensdyk (Tho- len) 1884, Posth. in herb. pr.; 1887, Scherpenisse 1877, K. A. in herb. pr.; Waarde, M. v. Weele; IJzendijke, P. J. v. Roosendaal; Duiveland, Tho- len, P. J. Verhoeven in herb. Heukels.) Bovendien : al de Zeeuwsche eilanden, behalve Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 109). Voorts reeds opgege ven door P e 1 1 e t i e r, K n ij f, V o r s t i u s, Munting en Bruman. 262. A. hirsuta L. Akkerplant, uit Zuid en Zuid- West Europa, nu en dan ingevoerd. 0. Juli—Sept. In Herb. : meelfabriek Deventer 1898, K. A.; zand- vlakte op eenigen afstand van de Waal, tusschen Heerenwaarde en Dreumel. Sept. 1839, v. d. T. (cfr. Nieuwe Bijdragen p. 45. Waarschijnlijk uit Zuidelijk Belgie door de Maas aangevoerd. Tijdschrift VIII. p. 246); Apeldoorn, op ontgonnen heidegrond, die met Sumac was bemest 1877, K. A. (?nonstrosus); - Breda 1899, Mevr. Snellen. (Langs de Rotte aan de zijde van het Weel te Hillegersberg 1897, A. Reclaire in herb. Heu- k e 1 s ; — meelfabriek Middelburg 1896, L. in herb. pr.) Lavatera L. 263. L. trimestris L. Plant uit Zuid-Europa en Klein- Azie, bij ons ingevoerd, Q. Juli—Sept. In Herb. : bouwland Apeldoorn, bemest met afval uit de marokijnfabriek aldaar, waar Sumac uitPaler- mo gebruikt was 1877, K. A. (vroeger vermeld als Malva ambigua Guss. [cfr. p. 298.]) 20 306 HIBTSCUS. TILIA. Hibiscus L. 264. H. Trionum L. Op onbebouwde plaatsen, langs wegen, afkomstig van de Oostenrijksche kust- landen. 0. Juli—Aug. In Herb.: moeshoven te Kampen 1848, R. B. ; — spoorweg Maredijk bij Leiden, Mb. (Pothoofd Deventer 1898, P. J. Sterringa en P. Westerhof in herb. Heukels.) Ordo Tiliaceae Juss. Tilia L. 265. T. platyphyllus Scop. ( T. grandifolia Ehrh. et Prodr. Ed. I. p. 51 ; T. Europaea /?. L. et Fl. B. S. p. 404; T. triflora Horn; T. pauciflora Hayne). Nu en dan in bosschen, meestal echter aangeplant. 1x Juni. In Herb. : Twello, P. v a n D e 1 d e n S. f. ; — straat- weg Ruurlo 1877, K. (met vrucht); bosschen bij Nijmegen, Th. Abel. ; Beek brj Nijmegen, v. d. B.; — Chartreuse bij Utrecht, C. A. Bergsma; — Leiden 1835, Mb.; Haagsche bosch 1864, H. d. V.; 's Gra- venhage 1833, I. de L. ex herb. Groll; V. Z.; G. B.; - Maastricht 1870, Groll. (Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr.; Laren (aan- geplant) 1894, Posth. in herb. pr.) Bovendien: Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 180); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); - Walcheren, Zuid-Beveland, Tholen, West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 115). 266. T. ulmifolia Scop. {T. parvifolia Ehrh. et Prodr. Ed. I. p. 51 ; T. Europaea var. L. ; T. microphylla Vent. et Fl. B. S. p. 404). In bosschen, doch vaak bij dorpen en in plantsoenen aangeplant. "£. Juni — Juli. TILIA. HYPERICUM. 307 In Herb.: Zwolle, Thorbecke; Deventer, Hal- bertsma; 1876, K.; - Vorden 1879, Epen 1880 en Nrjmegen 1878, Groll; Ubbergen, Th. Abel.; — Amersfoort, C. A. Bergsma; Lockhorsterbosch 1892, Garj.; Grebbe, Fockema; Zeist 1870, Hoek; Garj.; Houten 1829, Wtt.; - Naarden 1864, 0.; Sloterweg 1842, Tilanus (P. N. S.); Velserbeek, Spanjaardslaan Haarlemmerhout (volledig materiaal) 1840, Buse; Vredehof 1838, Romb.; Vogelenzang 1871, Boerl.; - Leiden 1834, Kerb.; Dz.; Mb.; Perin; 1841, B. W.; 1853, 0.; 's Gravenhage, G.B.; Schiedam, S. C. Knappert; — Zuid-Beveland 1848 en Kapelle, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — Lies- en Mastbosch 1832, v. d. B.; Ginneken 1876, 0.; - Sprang, Thomson. (Agnietenberg bij Zwolle 1881, Posth. in herb. pr.; - 't Loo 1877, Nijbroek 1879, Apeldoorn 1884, K. A. in herb. pr.; Rozendaal bij Velp 1890, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Terschelling 1884, v. Eeden (Arch. 2. IV. p. 398); - Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 180); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Beek 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 6). Voorts reeds gemeld door Pelletier, Vorstius en Munting. T. intermedia D.G. (T. platyphyllus X ulmifolia); T. vulgaris Hayne. In Herb. : Hardenberg 1868, v. d. Scheer; - kasteel van Bouvigne en Ginnekenweg, v. A. ('tLoo 1878, K. A. in herb. pr.) Ordo Hypericaceae D.C. Hypericum L. 267. H. perforatum L. Op droge, onbebouwde, grazige plaatsen. 2|.. Juli—Aug. y*rCGv\C47* 308 HYPERICUM. In Herb.: Giekerk 1849 en Wijkel, S.; Wolvega, Un. 1881; — Sterrebosch bij G-roningen, Strat.; — Drenthe, Un. 1889; Koevorden 1859, Lac. enS.; Meppel, v. Heyn; Cayaux; — Vilsteren 1853, Kros; Kampen, R. B.; T.; Cayaux; Zandberg bij Kampen*), R. B.; 1849, T.; wallen van Deventer 1876, K.; Leesten, Groneman; Brinkgreve bij De- venter, Romb. ; — Harderwijk, R. B.; Kessel, Claes- sen; Apeldoorn* 1862, K.A.; Zutphen 1881, C. v. d. Broek; Warnsveld 1884, Groll; Lochem, v. H. ; 1833, Wtt.; Ruurlol885, Ensink; Middachterbosch 1845, Richard; Rheederoord, M. D.; Arnhem 1835, (D.S.?); Nijmegen, N. en Th. Abel.; 1868,0.; Uilen- put bij Nijmegen 1867 en Berg en Dal 1864, v. H.; Beek 1853, 0.; Renkum, Buse; Wageningsche berg, Forsten; 1838, Buse; Wageningen, v. H.; — Amersfoort 1847, v. d. Roemer; R. B.; 1890, Garj.; Doorn, v. d. T.; 1869, 0.; de Bilt, v. H.; v. d. T.; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); 1857, Coll. Nat.; - Muiderberg 1870, Hoek; kerkhof aldaar 1839, Romb.; Hilversum, Exc. 1884; Naar- den 1845, Richard; 1864, 0.; Duinvalleien Haarlem 1838, Romb. ; Haarlemmerhout 1835, Mb.; Aarden- hout, Mb.; Bloemendaal 1871, Boerl.; — Noordwijk 1842, B. W.; Lisserduin 1884; 0.; Leiden, Dz.; Pie rot; Katwijk 1842, 0.; Scheveningen, Un. 1851 Scheveningsche boschjes 1895, R. B.; duin bij 's Gra venhage, V. Z.; 's Gravenhage, G. B.; 1847, de Br. R. B.; Waalsdorp 1832, S. S.; Zorgvliet, Destree *) In van HalTs Flora werd eene var. /?. micr oph yll um D. C. onderscheiden, die ook in den Prodromus Ed. I. p. 51 werd overgenomen. Ik heb deze varieteit echter niet vermeld, aangezien zy hoogstens op den naam van standplaatsvorm aanspraak kan maken. De aldus in het stamherbarium onderscheiden planten heb ik in deze lyst door het teeken * aangegeven. Nu en dan komen ook planten voor, wier bladeren niet van door- schynende stippels voorzien zjjn. HYPERICUM. 309 Rotterdam 1858, Lac; Dordrecht 1847, M. J. Cop; - Zuid-Beveland 1839, Walcheren 1839, Kapelle 1838 en Domburg 1838, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijs- man; Zeeuwsch Vlaanderen 1863 en Sint Kruis 1861, A. W.; - Bergen op Zoom, Un. 1860; Breda, v. A.; v. H.; Terheiden 1882, V.; Werkendam 1835, Lac. ; Sprang, Thomson; 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Beek, Un. 1883; Maastricht, v. Hov.; Amby 1870, Groll; Sienaken, Un. 1883. (Mastenbroek bij Midsland op Terschelling, J. B. Tijm; — Rottevalle, J. Kuipers in herb. Heu- kels; tusschen Bergum en Veenwouden 1869, v. Tuinen; St. Nicolaasga 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Denekamp, J. B. Bernink; — Gen- dringen, M. S. Rust; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wa- gensveld; Culemborg, Tiel, Duno, C. A. Backer in herb. Heukels; Hattem 1874, v. Tuinen in herb. pr.; Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; Nijbroek 1879, K. A. in herb. pr.; — Driebergen, C. A. Backer; — Huizen, P. Beemsterboer in herb. Heukels; spoordijk tusschen Diemen en Weesp 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — spoorbaan Zwijndrecht 1894, Posth. in herb. pr.; — Koudekerke (Walch.) 1888, Ogterop in herb. pr.; Serooskerke (Walch.) 1873, L. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland, Schipper in herb. pr.; Waarde, M. v. Weele; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Schalkwijk, Werkhoven, Sleeuwijk, C. A. Backer; Kruisland, F. Jansens in herb. Heukels; tus- schen Gilze en Rijen 1879, Posth. in herb. pr.; Waalre, P. Sloots; - Schaesberg brj Valkenburg, J. v. Melick in herb. Heukels.) Bovendien: Steenwrjkerwold, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 345); Heino, Nieuwe Wetering, Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden en 't Twikkelerbosch, 310 HYPERICUM. Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Borne, Haaksbergen, Langelo, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Terborg,Un. 1885(Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); Groesbeek*, v. d. B.; (Arch. 2. V. p. 266); - Alkmaar, Heilo *, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 115, VI. p. 109); Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Bergen op Zoom en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348) — Venlo, Blerik, Velden, Arcen, Hamert, Wansum Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 569); Gronsveld Meerssen, Valkenburg, Epen, Sittard, Roermond Un. 1861; Sittard, tusschen Beek en Elsloo, Grons veld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch 2. IV. p. 309). Voorts vermeld bij Pelletier, Hon dius, Knijf en Munting. 268. H. humifusum L. Op vochtige zandgronden. %. en 0. Juni-Aug. In Herb. : Veenwouden 1841, S p r e e ; Groningen en Haren, v. H.; Harendermolen, Strat.; — Paterwolde 1826, v.H.; — Staphorsterbosch, Cayaux; v. Herjn.; Hertskamp 1877, L.; Delden, Un. 1870; Ambt Del- den 1893 en Rheeze bij Hardenberg 1893, L.; Olden- zaal, V. Z.; - Hulshorst 1849, R. B.; Vaassen 1854, Lac; Voorthuizen 1833, Wtt.; Putten, Un. 1860; Epe, Un. 1890; Apeldoorn 1852, K. A.; Gorssel 1884, C. v. d. Broek; tusschen GorsselenBathmen, Un. 1850; Vorden 1860, de Br.; 1875, Groll; Does- burg, Nijhoff; Twikkel 1863 en Hengelo, H. d. V.; Winterswijk, Un. 1859; tusschen Lichtenvoorde en Varsseveld, Un. 1859; heide bij het Beekbergerwoud 1846, Mb.; Rouwenberg bij de Steeg 1835, de Vriese; Rheede, v. H.; Heelsuin 1857, Buse; HYPERICUM. 311 Wolfheeze 1847, v. d. B.; 1852, Buse; 1856, 0.; 1856, S.; Dorenwerd 1857, Kniittel; Sijpenberg bij Velp, v. H.; 1840, D.S.; Rosendaal 1840, D. S.; Arnhem, S.; 1873, Groll; Oorsprong bij Arnhem 1850, T.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Sint Anna, Beek, Berg en Dal, Un. 1898; Heumen, Malden, N. en Th. Abel.; Beek 1865, v. H.; tusschen Beek en Groes- beek 1868, 0.; Groesbeek 1897, G. en V.; Heumen 1856, v. d. B.; — Amersfoort, R. B. ; Bavoort, Garj.; Amersfoortsche berg 1861, R. B.; Maarsbergen, v. H.; Exc. 1883; Driebergen 1871, Hoek; Doorn 1848, B u s e ; Zeist, G. D e ij n. ; Zeisterbosch, K e r b. ; de Bilt, V. Z.; Utrecht 1833, Wtt.; Houdringen, Kraemw. v. d. T.; Houtem 1833 en Werkhoven 1833, Wtt.; Maartensdijk, C. A. Bergsma; Grebbe, Fockema; - Noordwijkerhout, S. S.; 1836, Mb.; 1846, Dz. en Mb.; Buse; 1887, V.; Noordwijk 1840, Dz.; Poel- geest, S. S.; — Clinge 1886, L.; Kapellenbrug Sint Jansteen 1863, A. W.; Hulst 1845, B. W. env. d. B.; — Liesbosch bij Breda, v. A.; Ulvenhout, Un. 1852; Teeteringen 1883, V.; Heusdenhout, Un. 1852; Thomaswaard bij Werkendam 1837, Lac; Kaatsheu- vel, Thomson; Son 1850 en Vuchtsche beide, v. Hov.; Eindhoven,Dz.; 1831, Wtt.; v. d.B.; Valkens- waardl827, v.H.; Geldrop 1835, de Br.; Deurne 1871, Lac; Boxmeer, Un. 1859; - Velden Un. 1893; Beegden 1900, G. en Jongmans; Maastricht, de Marres; Sint Pietersberg, Mesch, Kerkrade, Hul- sen, Gulpen, Slenaken 1885, G. en K.; Eperheide 1871, Lac; Kerkrade 1866, H. d. V.; Gronsveld 1894, V. (Oranjewoud 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; — Vlachtwedde 1886, Schipper in herb. pr.; — Pa- terwolde 1884, H e i n s i u s in herb. pr. ; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; - tusschen Hengelo en Borne Un. 189 5, Costerus in herb. pr.; Dierensche bosch 1893, tusschen Boekenhorst en Vee- nendaal 1894, V. S u r i n g a r in herb. pr. ; - heide bij 312 HYPERICUM. Bavoort, Mevr. Steinbach; - Putte, P. J. Verhoe- ven; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Ou- denbosch 1898, Posth. in herb. pr.; Oisterwijk 1894, Ogterop in herb. pr.; Rosmalen, F. v. Hoven in herb. Alpherts; — ArcenUn. 1893, V. Suringar in herb. pr. ; Venlo Un. 189 3, Costerusin herb. pr.) Bovendien: Steenwijkerwold, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 346); Borne, Haaksbergen, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 219); - Epen, Wissel, Un. 18 90 (Arch. 2. VI. p. 96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 115); - Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); G-ronsveld, Meerssen, Valkenburg, Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 309). Ook reeds genoemd door Pel- letier, Vorstius en Bruman. 269. H. quadrangulum L. Op vochtige, beschaduwde plaatsen, langs sloten. %. Juli — Aug. In Herb. : Boekhorst 1857, Spree; Vlachtwedde, J. A. W. Pott; — Paterwolde, Hinxt; — Zalk 1846, T.; Bosch te Zalk, R, B.; Kampen 1846 en 1847, R. B.; Wittensteijn 1870, Hoek; Deventer, Halbertsma; Steenwijkerwold, Un. 1892; Wyth- men bij Zwolle 1892, L.; Grafhorst 1894, R. B.; Die- penveen 1876, K.; Raalte 1830, M. Dassen; Wtt.; Heino,Un. 1888; Groll; Hellendoorn 1893, Carm.; Gramsbergen 1853, S. P. Kros; Haaksbergen, Un. 189 5; - Hulshorst 1852 en Harderwijk, R. B.; Apel- doorn 1853, K.A.; Zutphen, Nijhoff; 1862, de Br.; Ruurlo 1881, L. en Ensink; Brummen, v. H.; Wil- denborgh 1833, Staring; de Steeg 1874, O.; Beekhui- zen, v. d. B.; tusschen Lichtevoorde en Varsseveld, Un. 1859; Arnhem 1834, C. D. Wtt.; Thomson; Claren- beek 1839, Romb.; Nijmegen, B.; Waal teNymegen, 1864, v. H.; Beek 1868, 0.; tusschen Beek en Ubber- gen 1839, Lac; Groesbeek 1897, G. en V.; Ooische waard, Heumen enBeuningen, N. en Th. Abel; Ub- HYPERICUM. 313 bergen, Kraaraw.; Heumen 1848, Th. Abel; — tusschen de Yuursche en Soesterberg 1894, Garj.; Doorn 1869, 0.; de Bilt 1826, v. H.; Utrecht, C. A. Bergsma; Schalkwijk 1833, Wtt.; — Legmeer, Boerl.; Velsen 1835; - Noordwijk 1840, B. W.; Katwijk, S. S.; Zorgvliet, V. Z.; Maasdijk bij 'sGra- vezande, (V. Z.?); — Zierikzee 1873, Schuringa; Zuid-Beveland 1843 en 1846, Wilhelminapolder 1847 en Zwake 1841, v. d. B.; Axel en Terneuzen, v. d. T.; Sas van Gent 1845, v. d. B.; — Bergen op Zoom, Groot Zundert en Rozendaal, Un. 1860; Liesbosch en Mastbosch by Breda, Un. 1852; Oir- schot 1865, Lac; Werkendam 1886, V.; 's Hertogen- bosch, v. Hov.; Sint Michielsgestel, C. A. Bergsma; Eindhoven, Dz.; - Gulpen 1872, Lac; Mesch, 1885, K. en G.; Meerssen, Un. 1861; Amby 1870, Groll. (Tusschen Steenwijk en Vledder 1869, v. Tuinen in herb. pr.; - Dalfsen 1891, L. in herb. pr.; Dene- kamp, J. B. Bernink; Kolmschate 1851, K. A. in herb. pr.; — Gendringen, W. S. Rust inherb. Heu- k e 1 s ; Ruurlo 1881, L. in herb. pr. ; Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briei in herb. pr.; Oosterbeek 1886, Posth. in herb. pr.; - Geulle 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Delden, Twikkelerbosch , Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Langelo, Un. 1895 tArch. 3. I. p.219); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p.403); - Arcen, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Gronsveld, Amby, Sittard, Un. 1861; Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). Voorts vermeld bij Pel- letier, Knijf, Vorstius, Munting enBruman. 270. H. tetrapterum Fries. (H. quadrangulare Sm. et Fl. B. S. p. 406.) Aan slootkanten en op moeras- sige plaatsen. %. Juni-Aug. In Herb. : Texel 1857, Harting; Oudeschild op Texel 1869 en Hoorn op Texel 1869, Holk.; boschje 314 HYPERICUM. bij Burg op Texel 1881, Groll; Midsland op Ter- schelling, Un. 1886; — Leeuwarden, S.; — Ter Apel, Un. 1899; — Peize, Strat.; tusschen Nijeveen en Meppel, v. Heijn.; Koevorden 1859, Lac. en S.; — Steenwijkerwold 1892, L.; Kampereiland 1848, T.; 1848, R.B.; Zalk 1846, R. B. ; Huize Wittensteijn 1870, Hoek; Zwolle 1846, T.; Ittersum bij Zwolle 1891, L.; Goor 1859, v. H.; Hengelo, Un. 1895; - Har- derwijk, R. B.; Apeldoorn 1853, K. A.; Wisselsche venen, Un. 1890; Beekbergerwoud 1869, S.; Zut- phen 1861, de Br.; Didam, Doesburg, v. d. B.; Bor- kulo 1877, K.; Arnhem, v. H.; Ellecom, Uilenput bij Nijmegen 1860, v. H.; Hees, Beek, Beuningen, Weurt 1849, Th. Abel.; - Eemnes 1872, 0.; Amersfoort 1862, R. B.; Garj.; Doorn 1867, 0.; Nattebosch bij Zeist, W. en Kraep.; de Bilt, v. H.; 1835 en 1837, D.S.; Utrecht 1858, R. B.; Heikop, v.H.; Nederhorst den Berg, C. A. Bergsma; Neerlangbroek, v. d. T. — Uithoorn, Boerl.; Huis de Vraag, Fl. Amst. Houtrijk en Polanen 1835 en Halfweg 1857, Lac. Westzaan 1851, Kerb.; Haarlem, Splitgerber 1841, de Vriese; v. H.; 1875, Groll; Haarlemmer- hout 1872, Boerl.; Netebosch, Kerb.; Bentveld 1837, Buse; Breesaap, v. H. ; Haaiiemmermeerpolder 1853, S. ; — tusschen Hillegommerbeek en Noordwyk 1886, BoerL; Noordwijkerhout 1858, S. en v. d. B.; Noordwijk 1897, V.; Katwijk 1832, S. S.; Mb.; 1842, 0. ; Leiden, M b. ; Oegstgeest 1832, S. S. ; Hazerswoude 1832, S. S.; Wassenaar 1853, S.; 's Gravenhage, R. B.; Scheveningsche boschjes, Destree; Rotterdam, Mi- quel; Dordrecht 1835, Lac; 1847. M..J. Cop; 1882, V.; Heerjansdam, V.; tusschen Oud Alblas en Alblas- serdam 1850, M. J. Cop; tusschen Brielle en Rockanje. Un. 1887; - Haamstede, Un. 1894; Zuid-Beveland 1838, v. d. B.; Domburg, Forsten; Sas van Gent 1857, A. W.; Galder, v. A.; Rozendaal, Un. 1859; Heusdenhout, Un. 185 2; Vucht, v. A.; Eindhoven, HYPERICUM. 315 Dz.; — tusschen Baexem en Stramproy, Un. 1900; Meerssen, Un. 1861; Amby 1870, Groll. (Leens, J. Borgman; — Denekamp, J. B. Ber- nink in herb. Heukels; Steenwijk 1869, v. Tui- nen in herbr. pr.; — Borkulo, G. J. Kerbert; Gendringen, M. S. Rust in herb. Heukels; Laag Soeren 1898, A. P. v. d. Briel inherb. pr.; — spoor- dijk tusschen Amsterdam en Zaandam 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; den Helder 1893, Voge- lenzang 1893, V. Suringar in herb. pr. ; Santpoort 1882, Heinsius in herb. pr.; tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee 1887, J. J. Smith Jr. inherb. Cos- terus; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland in herb. Heukels; Zwijndrecht 1878, Pa- pendrecht 1886, Posth. in herb. pr. ; — Domburg 1891, Ogterop in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1879, L. in herb. pr. en K. A. in herb. pr.; Schudde- beurs bij Zierikzee 1887, L. inherb. pr.; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Almkerk, Sleeuwijk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Arcen Un. 1893, Costerus in herb. pi\; Geulle 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Huizum S. (Arch. 1. V. p. 192); Wol- vega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Dalen, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. I. V. p. 245); — Eeze, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Heino, Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden en 't Twikkelerbosch, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 198); Almelo, Albergen en Vrie- seveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Bekkum, Hasselo, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); — Kannenburg bij Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p.96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); -- Abcoude 1847, E. B. Asscher (Arch. 1. I. p. 441); - Callantsoog, Pet- ten, Un. 1891 (Arch. 1. VI. p. 235; ; - Koewacht, 316 HYPERICUM. Douw en A. W. (Arch. 1. IV. p. 273); al de Zeeuw- sche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 109); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 348); - Arcen, Ha- mert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Valkenburg, Sittard, Un. 1861; Sittard, Wylre-Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309); Brunsum, Gulpen, Eys 1884, Lac; tusschen Beek en Elsloo 1885, K. enG.; Simpelveld over Spekholzerheide naar Kerkrade, Lac. , K. en G. (Arch. 2. V. p. 6.) Bij oudere schrijvers alleen door Pelletier genoemd; voorts Haren, de Gorter; wouden van Friesland, Meeze; Delft, Maarsbergen, Fl. B. S.; huis ter Heide, Tietjerk, Kuik- horne enz. Fl. Frisica. 271. H. pulchrum L. In beschaduwde droge gronden. %.. Juli — Sept. In Herb. : Haren en Zuid-Laren 1858, Strat.; — Gieten 1852, Lac. en S.; — tusschen Zwolle en Deventer, v. H.; Deventer, Petif; Staphorsterbosch, v. Heijn.; Tankenberg bij Oldenzaal, Un. 1895; — Groevenbeek bij Putten 1853, v. H. ; tusschen Gar- deren en Ermelo 1833, Wtt.; Apeldoorn, 1877, K. A.; Spreelderbosch bij Harderwijk, S. S.; 1855, Lac; Hoenderlo, Un. 1890; Loenen op de Veluwe 1893 en Soerensche bosch 1873, K. A.; Ederbosch bij de Ginkel 1890, v. Vloten; Voorstonden bij Znt- phen 1833, Wtt; Terborg 1885, K.; Paaschheuvel bij Terborg, Un. 1885; Doetinchem 1885, Groll (waarschijnlijk dezelfde vindplaats als de beide voor gaanden); Winterswijk, Un. 1859; Beekhuizen bij Velp, Nijhoff; Arnhem, Thomson; Boerl.; S Roosendaal 1851 en Oosterbeek, Buse; Wolfheeze 1856, 0.; S.; Nijmegen, B.; Abel.; 1879, Groll Ubbergen 1840, Buse; Ubbergen, Beek, Meerwijk 'Groesbeek, Malden, N. en Th. Abel.; Groesbeek Beek, Wychen 1840, Lac; Beek, Malden, 1841, v. d HYPERICUM. 317 T.; Berg en Dal, F. Hartsen; Uilenput 1864, v. H.; Groesbeek 1847, B. W.; Un. 1847; 1890, v. Eeden; — Amersfoortsche berg 1861, K. B.; Maars- bergen, Exc. 1883; Zeist, Petif; - Koewacht 1866 en Sint Jansteen 1863, A. W.; Wouw, Un. 1896; Liesbosch, v. A.; Un. 1852; 1864, H.d. V.; Ulven- houtsche bosch, v. A.; tusschen Wanroy en Mill, Un. 1898; - Plasmolen, Un. 1853; 1868, 0. enTh. Abel.; G-rathem 1900, G. en Jongmans; St. Maar- tensberg, Un. 1898; St. Jansberg 1899, G.; Sittard, Un. 1861; Meerssen, v. Hov.; S. C. Ploem; de Marres; Geulem, Un. 1861; 1893, de Haas; Gul- pen, Un. 1861; tusschen Gulpen en Slenaken 1885, K. en G.; Sint Pietersberg, Beek 1885, K. en G.; Schuybergerbosch, Exc. 1889; Valkenburg 1866, H. d. V.; Savelsche bosch bij Gronsveld 1894, V. en v. Vloten; Gulpen, Slenaken, Vijlen 1872, Lac; Vaals 1883, K. (Hellendoorn, L. in herb. pr. ; — Hummelo bij 't Ven 1897, A. P. v. d. Briel in herb. pr.) Bovendien: Plasmolen, Th. Abel.; Lac. ; Epen,Un. 1861; Landrade, Heienrade, Trap, Sint Jans Geleen, Lac; tusschen Beek en Elsloo 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 6.) 272. H. montanum L. In droge bosschen, onder struik- gewas. %.. Juni—Aug. In Herb. : Hoenderloo, Un. 1890; Hunerschans 1897, V.; Dorenwerd 1840, Buse; 1877, K.; Arnhem, Dz.; Wageningsche berg, W. en Kraep.; Forsten; Grebbe, Fockema; Beek 1839, Lac; 1840, Buse; 1868, 0.; tusschen Beek en Ubbergen 1841, v. d. T.; Huis te Ubbergen, bij den Molengang te Ubbergen en Ubbergen 1871, Th. Abel.; Nijmegen, B.; Hoffmann; Groesbeek 1866, v. H.; Oude Kleefsche baan bij Berg en Dal, Un. 1898; — St. Jansberg 1899, G.; St. Pietersberg 1870, Groll; Meerssen, Un. 1861; Bisser brj Mechelen 1872, Lac 318 HYPERICUM. (Oosterbeek 1886, G. en Heinsius in herb. pr.) Bovendien: eikenhakhout te Hoenderloo, Lac; (Arch. 1. IV. p. 33); - Valkenburg, Gulpen, Un. 1861; tusschen Bunde en Valkenburg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309); Heisenberg, Lac; Sint Pietersberg 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 6). 273. H. hirsutum L. In loofbosschen en onder struik- gewas. %.. Juli—Aug. In Herb. : kasteel te Heumen 1840, L a c ; Kraamw,; Th. Abel.; 1842, v. d. T.; 1847, G. Deijn.; - Hou- ten 1829, Wtt.; — Gassel 1840, Lac; Boxmeer 1838 en 1839, de Br.; - Sittard, v. Hov.; Beugen, Un. 1853; S.; Zuid-Limburg 1883, K.; Meerssen 1864, H. d. V.; 1870, Groll; Gronsveld, Un. 1861; Un. 1883; Gulpen 1872, Lac; Houthem 1885, K. en G.; Epe, Un. 1883. (Valkenburg 1883, K. A. in herb. pr.) Bovendien: tusschen Bunde en Valkenburg, Maas- tricht, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). 274. H. helodes L. (Hypericum Elodes Prod. Ed. I. p. 53.) Moerassige veenstreken. 2J.. Juni—Aug. In Herb. : Bergumerheide, Keiser; Veenwouden, S p r e e ; — Assen, Forsten; — Deventer 1834, W 1 1. ; Bathmen 1878, K.; Loozen 1868, v. d. Scheer; Lon- neker 1893, L.; Oldenzaal, Un. 1895; Delden, Un. 1870; - Eibergen, Un. 1859; Doetinchem, Un. 1885; Voorst 1833 en Voorstonden bij Zutphen 1833, Wtt.; tusschen Zutphen en Loenen 1862, de Br.; Gorssel 1850, Vorden 1883 en Doetinchem 1885, Groll; Beekbergen 1840, Buse; 1846, de Vriese; Zwarteveen by Harreveld, Un. 1890; Ruurlo 1881, L. en Ensink; Apeldoorn 1853, K. A. ; 1863, H. d. V. ; tusschen Voorthuizen en Barneveld 1838, (?) ; Nijkerk, Th. Stolz; Nijmegen, B.; Thomson; Wychensche HYPEEICUM. 319 venen, G. Broers; 1840, Lac; N. en Th. Abel.; 0.; Hatertsche broek, Th. Abel.; — Woudenberg 1843, Wenck; 1889, v. Breda de Haan; — Maars- bergen, Dubois; W. en Kraep.; 1855, Lac; v. d. T.; Exc 1883; 1889, V.; de Bilt 1833, Wtt.; S.S.; 1837, D. S. ; Westbroek, Kraep.; — BergenopZoom 1834, Wtt.; Rozendaal, Un. 1860; Dongen, v. d. T.; Dorsten, v. A.; tusschen Rijen en Dorsten 1842, v. d. T.; Oisterwijk, G. Broers; v. Vloten; Gal- dersche heide, Un. 1852; 1876,0.; 's Hertogenbosch en Vuchtsche heide, v. Hov.; Chaam 1861, Buse; Eindhoven, Hoffmann; Dz.; v. d. B. ; Valkens- waard 1827, v. H.; Boxmeer 1857, Buse; Sint An- thonie 1857, Buse; Geldrop 1835, de Br.; tusschen Deurne en Helenaveen 1871, Lac; — Genooi 1898, L. Rieter; Neerpelt 1886, V.; Beegden 1900, G. en Jongmans; Maastricht, de Marres. (Tusschen Trijzel en Veenklooster 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; Ballagepoel te Vlagtwedde 1899, Schipper in herb. pr.; — Denekamp, J. B. Ber- nink; — Borkulo, landgoed de Kasteele, G. J. Ker- bert in herb. Heukels; Riel 1880, K. A. in herb. pr. ; Uilenpas 1898, A. P. v. d. Briel in herb. pr.; tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, J. J. Smith Jr. inherb. Costerus; — Halsteren, P. J. Verhoe- ven;Waalre, P. Sloots inherb. Heukels; Baard- wijk 1872, Costerus in herb. pr.; — Velden Un. 1893, Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Oele, Borne, de Lutte, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Zut- phensche weg bij Apeldoorn, Bleeke meer bij Uttel, K. A. (Arch. 2. III. p. 181); Zevenaar, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); — Hilversumsche Meent by Cruijsbergen 1886, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 525); - Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 109); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en 320 HYPERICUM. ACER. de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Hoogerheide, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349;; - Velden, Arcen, Wel, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Ber- gen, Stramproy, Lac; Venraai 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 7). Bij de oudere schrijvers reeds vermeld door Dodoens, Pelletier en Munting; ook nog enkele groeiplaatsen in de Flora Frisica. Ordo Aceraceae D. C. Acer L. 275. A. Pseudoplatanus L. In bosschen en kreupelbos- schen in en aan de duinen; vaakraangeplant "t>. Mei—Juni. In Herb. : Akkrum-Meppel, v. Heijn.; — De- venter 1877, K.; Staphorsterbosch, v. Herjn. ; — tusschen Gorssel en Zutphen 1847, T.; Beekber gerwoud 1834, Wtt.; Arnhem, Thomson; Ubber gen, Th. Abel.; — Amersfoort, Garj.; — Amster dam 1842, Romb.; Marken 1886, Boerl. en V. Haarlem 1873, Boerl. ; Haarlemmerhout, Splitg. E. B. Ascher; 1842, Tilanus (P. N. S.); 1842 Buse (al de toestanden der plant); Hillegom 1887 S.; — Hollandsche duinen, v. d. B.; Noordwijk 1887 V.; Leiden,Dz.; 1835, Mb.; 1840, B.W.; 1872, Boerl 1873, Hoek; Wassenaar 1833, Wtt.; Waalsdorp Fockema; Haagsche bosch 1833, Wtt.; Kerbert 0.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; v. H.; - Walche- ren 1839, v. d. B.; Domburg 1838, v. d. B.; - Breda, v. A. (Agnietenberg bij Zwolle 1897, Posth. in herb. pr.; — Culemborg, C. A. Backer; — Stolwijk, H. J. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heu- kels; Wassenaar, Posth. in herb. pr. ; — Werkho- ven, C. A. Backer in herb. pr.) Bovendien: Texel op den berg, v. Eeden (Arch. ACER. 321 2. I. p. 373) ; — 's Heerenloo bij Harderwrjk, R. B. (Arch. 1. V¥. p. 423); Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 181); - Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); Bergerbosch, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 373); - Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, Zuid-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 115); — Oudenbosch 1885— 87, Butaye en de Haas(Arch. 2. V. p. 544); — Sittard, tusschen Bunde en Val- kenburg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309); tnsschen Beek en Elsloo 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld door M u n t i n g. 276. A. platanoides L. In bosschen, vaak aangeplant. "£. April—Mei. In Herb. : Singel te Haarlem 1873, Boerl. Bovendien: Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 109). 277. A. campestre L. In bosschen en kreupelbosschen, in heggen en aangeplant. t>. Mei. In Herb.: Helpen 1867, v. H.; - Deventer, Wtt.; Diepenveen, R.B.; 1847, T.; bosch te Zalk 1846, R. B.; Kampen, v. Heijn.; - Twello 1877, K.; Voorst 1833 en Zutphen, Wtt.; Arnhem, Thomson; Weurt, tusschen Heumen en Mook, N. en Th. Abel.; — Amersfoort 1893, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma v. d. T.; Lac; — Haarlem singel 1873, Boerl.; dui nen, 1869; Haarlemmerhout 1843, Tilanus (P. N. S.) Heemstede, 1870, Groll; - Leiden, Dz.; B. W. v. d. B.; Voorschoten 1872, Boerl.; 1873, Hoek 'sGravenhage 1832, I. de L. ex herb. Groll; Mb. 1833, Forsten; G. B.; v. H. ; Haagsche bosch, S. S. Zorgvliet, V. Z. ; 1833, S. S. ; Scheveningsche boschjes R. B.; - Zuid-Beveland 1839, v. d. B. ; - Sint Michiels gestel, v. Hov.; - Sint Pietersberg 1870, Groll Geulem 1864, H. d. V.; Meerssen 1885, Lac. (Torenvliedt bij Middelburg 1892, Ogterop inherb. pr.; - tusschen WellenVenray Un. 1893, Coste- rus in herb. pr.) 21 322 ACER. AESCULUS. Bovendien: Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 181) - Doornl874, H. d. V. (Arch. 2. II. p.69); - Velsen, Bloemendaal, Overveen, v. Eeden (Arch. 2. 1. p. 373); - Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373); - Wal- cheren, West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 115); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Sint Pietersberg, Grons- veld, Valkenburg, Un. 1861; Sittard, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883; tusschen Beek en Elsloo 1885, K. en G. (Arch. 2. IV. p. 309). Voorts reeds vermeld door Pelletier en Munting. Acer opulifolium Vill. Acer saccharinum L. Acer Negundo L. Deze drie boomen, welke allentwege worden aan- geplant, werden opgegeven voor Walcheren in de lijst van Walraven en Lako (Arch. 2. VI. p. 109). Ordo Hippocastanaceae D. G. Aesculus L. 278. Ae. Hippocastanum L. In steden, buitenverblijven en tuinen allerwege aangeplant. ~fy. Mei — Juni. In Herb. : Kampen 1847, T.; — Arnhem, Thom- son; Ubbergen, Th. Abel.; Utrecht, C. A. Bergs- ma; v. d.T. ; Wulverhorst, W. en Kraep. ;— Haar- lem 1833, Wtt.; 1888, Groll; - Warmond 1833, Wtt.; Leiden, Perin; Dz.; 1835, Mb.; Waalsdorp, Zorgvliet, V. Z. ; 's Gravenhage 1833, I. de L. ex herb. Groll; - Ginneken, v. A.; Vucht, v. Hov.; en van onderscheiden andere plaatsen als sierboom. Bovendien: Velsen, Overveen (verwilderd) , v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373); Walcheren, Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, AESCULUS. VITIS. GERANIUM. 323 A. W. (Arch. 2. III. p. 115); - Oudenbosch (culta) 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544.) Ae. Pavia L. (Pavia rubra Lmk.) Ae. flava Ait. (Pavia flava D. C.) Beide noord-amerikaansche boomen, worden nu en dan als sierplanten aangekweekt. In het herbarium bevinden zich van beide soorten exemplaren door Top verzameld. Ordo Ampelidaceae H. B. K. Vitis L. 279. V. vinifera L. Door het geheele land aangeplant in verschillende varieteiten, somtijds verwilderd. ~b. Juni — Juli. In Herb. : Rotsspleten van den Sint Pietersberg 1885, K. en G. Bovendien: van dezelfde groeiplaats, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). Ordo Gerauiaceae D. C. Geranium L. 280. G. phaeum L. Op beschaduwde plaatsen. 2[. Mei — Juni. In Herb. : Prinsentuin te Leeuwarden 1849, S.; — Groningen, Strat. ; Ezinge, R. de Marees van Swinderen; — Ittersum bij Zwolle 1896, L.; — Bosch te Zuiien 1835, D. S.; 1838, Lac; Wtt.; de Br.; 1840, G. Deijn.; 1840, v. d. T.; 1863; Coll. Nat.; 1879, v. d. Veen en H. Simons; - Hoorn, C. A. Bergsma; Land- en Spaarnezicht by Heem- stede, 1894, 1895, Exc; Velserbosch 1843, de Vrie- se; Rampellaan en Overveensche weg te Haarlem 324 OERANIUM. 1870 en 1875, Groll; - Leiden, Dz.; 1860, Fries; 1861, S.; Studentenpad aldaar 1872, Boerl.; 1873, Hoek; Leiderdorp 1873, Boerl.; — Zuid-Beveland 1877, K. A.; Walcheren, 0.; Koudekerke 1845, v. d. Cop; 1877, L. ; tusschen Vlissingen en Koudekerke 1880, Buijsman; Moesbosch op Walcheren 1838, de Marree; Boxtel 1847, v. Hov. — Vucht, Thom- son; - 'tHalder bij Valkenburg 1800, E. A. Ro- vers en V. (Wallen Groningen, C. de Gavere in herb. v. Tuinen; op dehavezathe Oosterbroek bij Eelde 1898; tuin Winsum 1898, R. v. d. Tol; - Vecht en Ka- steel te Zuylen, W. C. van Embdenin herb. Heu- kels; Pastorietuin te Zuylen 1871, Costerus in herb. pr.; Breukelen, K. A. in herb. pr.; — Haarlem- merhout 1887, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; — Koudekerke (Walch.) 1889, Ogterop in herb. pr.; — Houthem 1899, Costerus in herb. pr.) Bovendien: Huis te Zuilen 1880 en Hijenoord bij Breukelen 1882, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 525). Voorts vermeld door Pelletier en Munting; en te Cornjum, Bergsma in Fl. B. S.; Wiewerd, Leeuwarden, Fl. Fris.; Maastricht, Lej. Fl. de Spa. Waarschijnlijk op alle groeiplaatsen een oude tuin- vluchteling. 281. G. nodosum L. Op begroeide rotsen, in midden- en zuid-Europa. %.. Juni-Juli. In Herb. : Op de voormalige buitenplaats het Halder bij Valkenburg (L.), waarschynljjk verwilderd, 1900, K. A., E. A. Rovers, V., Rieter, e. a. 282. G. pratense L. Op beschaduwde grasgronden. 2J.. Juni—Juli. In Herb. : Leeuwarden, S. ; Bolsward ') 1875, J. M. de Boer; — Kampen 1849, R. B.; Beltmolen Kam- *) De aldus gemerkte groeiplaatsen z\jn die van witbloemige verschei- denheden. GERANIUM. 325 penl846, T.; Zwolle, M. Dassen; Deventer, Romb.; 1876, K.; tusschen Deventer en Epse 1897, V.; - Zutphen 1840, Halbertsma; 1833, Wtt.; S. S.; Apeldoorn *) 1897, K. A.; Oorsprong enz. bij Arnhem 1836, R. B.; Hees bij Nijmegen, C. D. Boll, unica ex herb. Abel.; Culemborg, de Haas; — tusschen Zeist en Driebergen 1836, Mb. ; de Meern bij Utrecht 1840, v. d. T.; Wulverhorst, W. et Kraep.; Bunnik, G. Deijn.; Vossegat, Abstede bij Utrecht 1835, D. S. ; Neerlangbroek *), v. d. T.; — IJdijk bij Sloterdyk 1844, Lac; Fl. Amst.; 1872, Lac; 1874, J. Perk; tusschen Sloterdijk en Halfweg 1872, Lac; Hoorn, Bergsma; Haarlem, Mb.; Haarlemmerhout 1836, Mb.; 1837, Wtt.; 1839, Dz."); Overveen, Kerb.; - Noordwijk 1897, V.; Leiden, Perin; Ter Wadding bij Leiden, herb. Egeling; Scheveningsche boschjes, Barger; Delft, v. S. V. ; de Br.;w) Zwijndrechtsche dijk, P. S. Schull; 1836, Lac; dijk langs de Noord te Zwijndrecht 1900, Posth.; Vianen, v. H.; — Zuid- Beveland 1840 en Zwake 1838, v. d. B.; - Vucht 1845, v. Hov. ; — wailen Roermond, Un. 1900; 't Halder bij Valkenburg 1900, E. A. Rovers en V. (Haren 1884, Heinsius in herb. pr.; - Wilp en Terwolde 1851, K. A. in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. H e u- kels. — Wissenkerke (N.-Bev.) 1884, Schipper in herb. pr.) Bovendien: Voorveld achter Haren, Kent (b\j Munting) (Arch. 2. III. p. 335); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 115). Voorts alleen vermeld bij Pelletier. 283. G. sanguineum L. Op droge zonnige plaatsen. %.. Juni—Aug. '*) Volgens opgare van den Heer F. W. v a n E e d e n aldaar verdwe- nen (zie Arch. 2. I. p. 373). '*') Volgens Dr. de Witt Haraer kwam deze plant daarin 1874 niet raeer voor (zie Arch. 2. II. p. 31). 326 GKRANIUM. In Herb.: Utrecht, L. Marchand; - Gooiland 1874, Boerl.; Schermer 1840, Tresling; Heeren- duin by Velzen 1881, Groll; 1900, C. A. Backer. Bovendien: Bunnik, Bergsma Fl. B. S.; Maas- tricht, Lej. Fl. de Spa. *) [A a n m. : De opgaven bjj P e 1 1 e t i e r en M u n t i n g zullen wel betrekking hebben op cultuurplanten, zooals ook reeds door Prof. Oudemans vermoed werd. Haar geheele voor- komen in ons land als wildgroeiende plant is trouwens aan gegronden twyfel onderhevig.] 284. G. pusillum L. Op open en bebouwde zandige gronden. 0 en ©. Mei — Aug. In Herb. : Texel 1860, Lac; Eierlandsche polder op Texel 1868, Holk.; Vlieiand 1858, Lac; Hollum op Ameland 1869 en Schiermonnikoog 1868, Holk.; Wolvega 1869 en Folsgara bij Bolsward 1864, J. M. de Boer; — Groningen 1835, v. H.; Strat.?; Oos- terwolde 1854, R. B.; Haren 1833, v. H.; - Meppel, v. Heijn.; Cayaux; Koevorden 1859, Lac en S. ; - Oosterhout 1867, T.; Sevelingen 1873, Hoek; Kampen 1847, R. B.; tusschen Deventer en Twello 1844 en Deventer 1846, T.; Zevenbergen bij Deven- ter 1877, K.; Zwolle 1833, Thorbecke; 1892, L.; - Harderwijk 1865, R. B.; Zutphen 1833 en Yoorst 1834, Wtt.; Zevenbergen, Un. 1860; Arnhem, Thomson; Nijmegen, B.; Weurt, Th. Abel.; Ren- kum 1850, Buse; - Amersfoort 1860, R. B.; Doorn 1869, O.; de Bilt, v. d. T.; Grebbe, Fockema; Utrecht 1836, v. H.; 1851, S.; Biltsche weg, v.d.T.; tusschen Bunnik en Odijk, G. Deijn.; — 's Grave- land, G. Backer; Sloterweg, IJdijken, Fl. Amst.; Sloterweg bij Amsterdam, G. Backer; kerkhof te Urk 1884, S.; Haarlem, Buse; 1869, v. H.; Over- veen, Exc 1883; Bloemendaal en Velsen, Exc *) In het herbarium van den Heer G r o 1 1 kwam een exemplaar voor dezer soort ondor den naam G. pratense; zjj was echter uit eentuin, rom ik haar niet onder de indigenen heb opgenomen. GERANIUM. 327 1860; Heemstede, v. d. T.; - Noordwijkerhout 1886 en Noordwrjk 1872, Boerl.; 1886, V.; Rijnsburg 1839, B. W.; Katwijk 1833, S. S.; 1897, V.; Leiden, Forsten; 1838, Mb.; 1846 en 1848, 0.; 1853, S.; Haagweg bij Leiden 1853 en Voorschoten,S.; 's Gra- venhage 1891, R. B.; Loosduinen 1854, v. H.; Des- tree; Dordrecht 1837, Lac: — Schouwen 1843, de Vriese; Zierikzee, Dz.; Zuid-Beveland 1840 en 1848, v. d. B.; Middelburg 1897, L.; Breskens 1880, Buijs- raan; Zeeuwsch Vlaanderen 1863 en Waterlands- kerkje 1861, A. W.; - Susteren 1895, G. enV.; Maas- tricht 1870 en Valkenburg 1870, Groll; Geleender- weg brj Oud Valkenburg 1900, V. (Midsland en Strieperkerkhof, J. B. Tijm; — Zuid- horn, E. J. Kamphuis; Leens, J. Borgman in herb. Heukels; — Ane bij Gramsbergen 1894, L in herb. pr.; — Bronsbergen bij Zutphen Un. 1897 Posth. in herb. pr.; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wa gen sveld; station Culemborg, Lingedijk bij Gelder malsen; — Odijk, C. A. Backer in herb. Heukels Lekdijk onder Hondswijk 1849, Alpherts in herb pr. ; Jutphaas en Houten 1871, Costerus in herb. pr — Naarden 1885, J. J. Smith Jr. in herb. Coste rus; — Aalsmeer 1893; Wassenaar 1893, V. Surin gar inherb. pr.; Rotterdam, F. D. J. Risch inherb Heukels; — Wissenkerke 1886, Schipper in herb pr.; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Kruisland, F Janssens; Sleeuwrjk, tusschen Gorkum en Geer truidenberg, C. A. Backer in herb. Heukels; Vucht 1886, Costerusin herb. pr.; - Velden Un. 1893, tusschen Gulpen en Wylre 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, S. P. Kros (Arch. 2. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 2. V.* p. 255); - Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); -Kallenkote, Un. 1892 (Arch.2. VI. p. 346); Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden en 't Twik- 328 GERANIUM. kelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); - Apel- doorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 181); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 198); Heilo, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373); — al de Zeeuwsche eilanden, behalve Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 115, VI. p. 109); Haamstede, Renesse, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); - Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Bergen op Zoom, op onbebouwd terrein, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); - Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld Amby (niet te Epe), Un. 1861; Sittard, Gronsveld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). [Aanm. : Wisselt af in de kleur der bloemen, die van wit- achtig tot rose en paars varieei-t.] 285. G. dissectum L. Op bouwlanden, aan wegen en dijken op kleigrond. 0 en ©. Juni — Herfst. In Herb.: Eierland op Texel 1860, Lac; 1869, Holk.; Texel 1895, V.; - Bolsward 1862, J. M. de Boer; — Groningen, Wtt.; 1856, Strat.; Haren, v. H.; Eexta (?;; - Zalk 1846, T.; Kampen, R. B. 1873, Hoek; Vollenhove 1893, L.; Steenwijk, v Heijn.; Zwolle 1894, Carm.; Wyhe Un. 1888 Groll; - Harderwijk 1871 en 1885, R. B.; Hum melo, Terwolde 1877 en Apeldoorn 1877, K. A. ; Zut phen 1859, de Br.; Arnhem, S.; Nijmegen, B.; Beu ningen, Th. Abel.; - Utrecht, D. S.; 1849, P. G Wijers; 1859, R. B.; Vossegat Utrecht 1851, Hart man; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.) Ameliswaard 1863, Coll. Nat,; Jutfaas, v. d. T.; - Nieuwersluis, Exc. 1884; Legmeerpolder 1886 Boerl.; Oosterdoksdijk Amsterdam 1871, O.; Am sterdam, V. Z.; Plantage Oranje-Nassau, Fl. Amst. Zeedijk, Romb.; Monnikendam 1873, Boerl.; Wie GERANIUM. 329 ringen 1857, Harting; Haarlem, Buse; — Leiden, Dz.; 1885, Mb.; 1844, 0.; Roodenburgerlaan onder Zoeterwoude 1894, V.; Wassenaar, Destree; Haag- sche bosch 1835, Mb.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; Hoornbrug en 's Gravezande, V. Z.; Schiedam 1898, V.; Rotterdam 1851, 0.; Nieuwland Hoek van Hol- land 1879, S.; Zwyndrecht 1882, V.; Groote Lindt 1835, Lac; Dordrecht, M. J. Cop; Boerl.; — Zierik- zee, Dz.; Nieuwerkerk op Duiveland, Un. 1894; Zuid-Beveland 1848, Wilhelminapolder 1838 en Drie- wegen 1840, v. d. B.; Middelburg 1897, L.; Breskens 1880, Buij sman; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — Bergen op Zoom, Thomson; tusschen Heusden en Heesbeen 1847, v. Hov.; — Baarlo, Un. 1893 Thorn 1900, G. en Jongmans; Maastricht, v. Hov (Midsland op Terschelling, J. B. Tijm; — Murmer woude; J. Botke en J. deGroot in herb. Heu kels; Leeuwarden 1872, v. Tuinen in herb. pr. 1892, V. Suringar in herb. pr.; — Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; Leens, J. Borgman; Groningen R. de Boer en H. Kooi; — Rijswijk (Gld.), B. J. van Wagensveld in herb. Heukels; Nijkerk 1898, K. A. in herb. pr.; slotpoort Culem- borg, Alpherts in herb. pr.; 1899, C. A. Backer in herb. pr.; — tusschen Jutphaas en Houten 1871, Costerus inherb. pr.; — den Helder, L. de Bruijn in herb. Heukels; Spaarne 1893, Y. Suringar in herb. pr.; — Rotterdam, F. D. J. Risch; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. H e u k e 1 s ; — Goes 1874, P o s t h. in herb pr. ; Waarde, M. v. Weele; IJzendijke, P. J. van Roozendaal; — Halsteren, P. J. Verhoeven; Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. l.V\ p. 255); Terschelling, Ameland, v. Eeden (Arch. 2. I p. 373); Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p.422); — Raalte — Winterswyk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 330 GERANIUM. 220); Oosterhoutsche bosch bij Nijmegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 267); - Velsen, v. Eeden (Arch. 2. p. 373); - Brielle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p.399); - Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 115, VI. p. 109); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Meers- sen, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 135); Gronsveld, Maas- tricht, Gulpen, Epen, Valkenburg, Sittard, U n. 1861; Sittard, tusschen Bunde en Valkenburg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). Voorts genoemd door Munting. 286. G. columbinum L. Op opene en bebouwde gronden. 0. Juni — Aug. In Herb. : Apeldoorn op met Sumac bemest kla- verland 1877, K. A.; Wolkenberg bij Nymegen 1821, B.; - Utrecht, v. d. T.; Vossegat bij Utrecht 1836, Mb.; 1839, Lac. ; 1839, v. d. T. ; tusschen Bunnik en Odijk, G. Deijn.; Houtensche vlakte, v. d. Veen en Franken; op een klaverakker bij Werkhoven 1899, C. A. Backer; — Stadwijk bij Leiderdorp, v. d.B.; Zwijndrecht 1883, V.; - Zuid-Beveland 1840, 1842 en Oosterzwake 1841, v. d. B.; Nieuw en Sint Joosland 1877, A. W. en L.; - Sint Pietersberg 1870, Groil; Un. 1883; 1886, K.; 1894, de Haas; Oud Valkenburg 1864, H. d. V.; Geleenderweg bij Oud Valkenburg 1900, V. (Twello 1851, K. A. in herb. pr.; — Arnemuiden 1876, A. W. en L. in herb. L.; meelfabriek Middel- delburg 1898, L. in herb. pr.) Bovendien: Pothoofd bij Deventer 1885, K. en L. J. v. d. Veen (Arch. 2. IV. p. 499); - Oost- en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 115); — Maastricht, Gulpen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 309). Van oudere opgaven zijn te vermelden: Haarlem, de Gorter; Franekerenz. Fl. Fris.; 's Gravezande, V. Z. en Fl. B. S. GERAMIUM. 331 287. Gr. rotundifolium L. Aan wegen, ruigten in tuinen. 0. Juni — Sept. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac afval bemest land 1877, K. A.; 1896 (opslag) K. A.; - straatweg tusschen Leiden en Koukerk 1838, Lac; - Limburg, Un. 1861. [A a n m. : De laatste groeiplaats heeft betrekking op den Sint Pietersberg (zie Arch. 2. IV. p. 309). Van daar reeds be- kend door Franquinet (zie Prodr. Ed. 1. p. 55), alwaar ook aangeliaald worden de opgaven van de Gorter, Meese en Mulder, met de opmerking dat waarschyniyk slecht gedeter- mineerde exemplaren tot deze soort zullen zijn gebracht. Vol- gens 0 u d e m a n s hebben de mededeelingen over G. c o 1 u m- b i n u m bij P e 1 1 e t i e r, V o r s t i u s, M u n t i n g en B r u- man evenzoo betrekking op deze plantensoort.] 288. G. molle L. Aan wegen, dijken, in bouwlanden enz. allerwege. 0. Mei — Sept. In Herb. : Texel 1857, Harting; Koog op Texel 1868, Holk.; Vlieland 1858, Lac; Holk.; Terschel- ling 1869, Holk.; Hoorn op Terschelling, Un. 1886; Nesserkerkhof op Ameland 1869, Holk.; Rottum 1897, Schipper; — Leeuwarden 1849, S. ; — Gro- ningen, v. H. ; Strat. ; — Smilde, v. H.; Emmen 1859 en Koevorden 1859, Lac en S.; Kolderveen, v. Heijn.; — Zwolle, M. Dassen; Kampen 1849, R. B. ; Zandberg bij Kampen 1849 en Oosterhout bij Kampen 1851, T. ; Deventer, Halbertsma; 1832, Wtt., 1876, K.; Harderwijk 1864, R. B.; Apeldoorn 1850, K. A.; Terwolde 1849, M. J. Cop; Arnhem, Thomson; Nijmegen. B.; Abel. en Pas; 1883, G. Molengraaff; Beek 1853, 0.; Hees, Neerbosch, Weurt, N. en Th. Abel.; Renkum 1851, Buse; Culemborg, (Alpherts?); — Amersfoort, R. B. ; Hou- dringen, W. et Kraep.; Utrecht, v. d. T.; 1835, Wtt; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Kromme Rijn 1863, Coll. Nat.; Mijdrechtsche Droogmakerij 1877, Boerl.; - Muiderberg 1896, V.; Jan Tabak 1894, V.; Raaiweg van 'sGraveland naar 232 GERANIUM. Kortenhoef 1898, V. ; Zeedy k Amster dam 1.838, Komb.; Sloterweg, M.D.; Fl. Amst.; Amsterdam, v. H.; G. Backer; Amstelveen 1869, Hoek; Oosterbegraaf- plaats Amsterdam 1867 en Naarden 1864, 0.; Enk- huizen 1896, Sanders; Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Bloemendaal 1836, Mb.; Haarlem 1838, Buse; Middenduin 1870, Velsen 1870, Groll; Zandpoort 1839, C. Dutt; Heemstede v. d. T.; — Noordwijkerhout en Noordwijk, Exc. 1860; Leiden, Dz.; 1835, Mb.; Forsten; Pierot; 1835, Lac; B. W.; Fockema; Kerb.; 1843,0.; Boeri.; Warmond 1857, S.; Haagsche bosch, Exc. 1882; 's Gravenhage, V. Z.; R. B. ; Scheveningen, Destree; Dordrecht 1880, Boerl.; 1882, V.; - Zeeland 1838, v. d. B.; Nieuwland en Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buijsman; Zeeuwsch Vlaan- deren 1864 en Biervliet 1861, A. W.; — Speelhuis by Breda, v. A.; Bergen op Zoom 1834, Wtt.; 's Hertogenbosch 1847, v. Hov. (Midsland op Terschelling, J. B. T ij m ; — Murmer- woude, J. Botke enJ. deGroot; Rottevalle, J. K uiper s; — Winsum, R. v. d. Tol ; Leens; J. Borg- man; — Denekamp, J. B. Bernink; — Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; Gendringen, M. S. Rust, alle in herb. Heukels; Rheederoort 1895, Ogterop in herb. pi\; Culemborg, C. A. Backer; - denHelder, L. de Bruijn; Stolwijk, H. A. West- broek en J. Slingerland; Rotterdam, F. D. J. Risch; H. v. d. Linden; alle in herb. Heukels; Koudekerke (Walch.) 1874, L. in herb. pr.; IJzen- dijke, P J. v. Roozendaal; Waarde, M. v. Weele; - Almkerk, Werkhoven, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien : Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); - tusschen Steenwijkerwolde en Kallenkote, Un. 1892; (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. GERANIUM. 333 V. p. 407); Delden en 't Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); - Wieringen (Arch. 1. V. p. 50); Alkmaarl871, S. en Abel. (Arch. 2. 1. p. 271); Alkmaar, Heino, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 346); - Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 115, VI. p. 110); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Bergen op Zoom, Mallenburg, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); - Sint Pietersberg, Meerssen, Valkenburg, Sittard, U n. 1861; Sittard, Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). 289. G. lucidum L. Oorspronkelijk op rotsen en be- schaduwde bergwouden, komt zij zelden inge- voerd voor. 0 en ©. Mei—Aug. InHerb. : Bunnik, C. A. Bergsma; Maarssenbroek te Driebergen, v. d. T. *); In een bosch tegenover Dennenburg te Driebergen, W. en Kraep.; aan den straatweg tusschen Breukelen en Nieuwersluis onder het lommer van de boomen bij het hek van den huize Vechtvliet 1860, H. C. Dibbits. (Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr.) Bovendien: Nijenoord bij Breukelen 1882, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 525). G. divarieatum Ehrh., vermeld in Kruidk. Arch. (2. III. p. 211), op met Sumac-afval bemest klaver- land bij Apeldoorn, gevonden door den Heer H. J. *) De Heer van der Trappen geeft by deze groeiplaats de vol- gende rectiflcatie: „Op myne aanwyzing door de H.H. Wenck en Kraepelien ook gevonden in het overbosch van Dennenburg, onder Driebergen. Het is dus eene en dezelfde groeiplaats; het woord Maars- broek, dat de Prodr. heeft. komt daar vandaan, dat ik toen den naam van die plaats niet wist, en daarvoor maar aanteekende Maarsbroek, bu verkorting voor Maarssenbroek, — aldus benaamd naar den eigenaar, den Heer Vermeulen van Maarssenbroe k." (Arch. 1. V*. p. 487). 334 GERANIUM. Kok Ankersmit in 1877, is bij nader onderzoek gebleken te zyn G. Robertianum. „Det)ladvormen van beide soorten gelijken zeer op elkander, maar de bloembladen zijnbijG-. divaricatum nauwelijks grooter dan de kelk en de kluisjes missen de blaadjes aan den voet, die de andere soort eigen zijn." Zie Verslag van den Voorzitter 1897 (Arch. 3. I. p. 308). 290. G. pyrenaicum L. Oorspronkelijk in beschaduwde boschrijke streken, is zij bij ons waarschijnlijk langs de spoorbaan ingevoerd en komt nu langs wegen en spoordijken voor Q\.. Mei—Herfst. In Herb. : Leeuwarden 1860, J. M. de Boer;*) — Culemborg 1891, de Haas; **) 1899, C. A. Backer; — Pietgijzenbrug, S.; Morschpoort bij Leiden, S. ; ***) spoordijk Leiden 1878, K. A.; Warmond bij het station 1895, V.; - Plasmolen 1898, Gouka; Maasdijk, Petit Lanaye; Gulpen 1871, Lac. Bovendien: Duinvliet bij Overveen, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373). 291. G. Robertianum L. Algemeen in bosschen en op beschaduwde grazige plaatsen. 0 en ©. Mei—Aug. In Herb.: Terschelling 1887, V.; - Oenkerk 1850, S.; — Groningen, v. H.; Haren, Strat.; — Odoorn, Sleen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; -- Zalk *) Vuilnishoop achter de hoven te Leeuwarden, ingezonden door den Heer Hinxt (zie Arch. 2. II. p. 14 en 15). •*) Vrij algemeen langs den Lekdijk enz. (Arch. 2. VI. p. 79). ***) In het Verslag van den Conservator, Ao 1864, bespreekt Prof. S u r i n g a r deze nieuwe indigene nader. In een noot merkt S u r i n g a r op: „Later is mjj gebleken dat deze plant reeds vroeger door Dr. van der Sande Lacoste op eene andere groeiplaats in den omtrek van Leiden onder Hazerswoude is verzameld, maar toen gehouden werd voor eene grootbloemige varieteit van G. p u s i 1 1 u m, waarmede ztf in vele opzichten overeenstemt." (cfr. Arch. 1. V*. p. 420 noot). Deze plant heb ik in het Vereenigingsherbarium niet teruggevonden. In de ljjst van nieuwe indigenen (Arch. 2. II. p. 200) zyn de jaartallen eenigszins an- 9, n.l. Piet Gyzenbrug 1859, S. en Leeuwarden 1874, J. M. de Boer. Eet is my niet mogelyk deze verschiilen op te helderen. GERANIUM. 335 1848, R. B.; Oosterhout en IJselmuiden 1848, R. B.; 1870, Hoek; Deventer 1840, Halbertsma; 1876, K.; Boschwijk b\j Zwolle 1892, L. ; — Harderwijk en Hoevelaken 1861, R.B.; Apeldoorn 1851, K. A.; 1877, K. A. (vroeger als G-. divaricatum opgegeven); Winterswijk 1873, R. E. de Haan; Arnhem, Thom- son; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Renkum, Buse; — Doorn, 1869, 0.; Jutfaas, v. d. T.; Amelis- waard, 1851, A. W. Hartman; Bunnik 1842, Bie- rens de Haan (P. N. S.); Utrecht, v. H.; 1835, Wtt.; 1835, D. S.; 1849, P. G. Wijers; - 't Gooi 1826, Wtt.; Wieringen 1856, Lac; Brederode 1840, Romb.; Zandpoort 1839, C. Durt; Bloemendaal 1871, Boerl.; Overveen 1871, 0.; Middenduin aldaar 1871, Groll; Haarlemmerhout 1839, Buse; 1870,0. — Lisse, Exc. 1887; Leiden 1835, Wtt.; 1835, Mb. Dz.; Pierot; 1842, 0.; B. W.; 1872, Boerl.; Ende geest 1841, S. S.; Duifhuislaan, Exc. 1860; Haag sche bosch, V. Z.; v. H.; G. B.: 1886, Destree Exc. 1887; R. B.; 1895, V.; - Rotterdam 1851 Coll. Nat.; Dordrecht 1881, V.; 1882, C. v. d. Broek — Zuid-Beveland, Zwake en Walcheren, v. d. B. bosschen Domburg *) 1839, v. d. B. ; Domburgsche Manteling *) 1897, Ogterop; Vlissingen 1880 en Abeele 1881, Buysman; Zeeuwsch Vlaanderen 1863 en Aardenburg 1861, A. W.; — Werkendam 1835, Lac; Breda en Liesbosch, v. A.; Heusden, v. Hov.; — Beek, Boerl.; Maastricht, v. Hov. (Borne, H. v. Pauwert; — Borculo, G. J. Ker- bert; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; Maas- bommel en Megen, A. de Groot; Buren, — Schalk- wyk C. A. Backer in herb. Heukels; Houten *) Met witte bloemen, die door van den Boschals var. /#. 1 e u- cantha v/erden onderscheiden, ofschoon vroeger in zyne Enumeratio Plant. Zeelandiae belgicae indigenarum (Tydschrift VIII. p. 13) als /?. album onderscheiden, met de opmerking: „Disseminatione constans, teste L e J e u n e Flore de Spa, Revue p. 147." 336 GERANIUM. ERODIUM. 1846, Alpherts in herb. pr.; tusschen Jutphaas en Houten 1871, Costerus in herb. pr.; — Muiderberg 1885, Heinsius in herb. pr.; - Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; - IJzendijke, P. J. v. Roozendaal; Sleeuwijk, Neder Hemert, Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels.) Bovendien: Rozewinkel, Weerdinge, Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Steenwijkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Delden en 'tTwik- kelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Nieuwe en Oude Wetering, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407): Bekkum, Woolde, Twikkel, Borne, Nieuw- kerkerveen, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI.p.96); Winterswijk, Eibergen, G-roenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); Bergerbosch bij Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Westland, Voorne, v. Eeden (Arch. 2. I. p. 373); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — al de Zeeuwsche eilanden met uitzondering van Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 115, VI. p. 110); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Bergen op Zoom, Un. 1860 (Arch. 1. V.* p. 236); Woens- drecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); - Maastricht, Sint Pietersberg, Gronsveld, Amby, Un. 1861; Sit- tard, tusschen Beek en Elsloo, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenburg, Un. 1883 (Arch.2. IV. p. 309). Erodium VHerit. 292. E. cicutarium VHerit. Op zandgronden, vooral op bebouwde en grazige plaatsen. Qen©. Maart— Herfst. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, EEODIUM. 337 Lac; Terschelling, Un. 1886; 1887, V.; Schiermon- nikoog 1868, Holk.; Rottum 1896, Schipper; - Workum 1872, J. M. deBoer;- Haren 1843, v. H.; — Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1846, T.; 1847, R. B.; Zandberg bij Kampen 1868, T.; Grafhorst 1852 en * 1852, T.; Zwolle 1893, L.; Deventer 1846 T.; 1840, Halbertsma; 1876, K.; - Gorssel 1846 T.; Zutphen, Wtt.; 1882, C. v. d. Broek; Voorst Wtt.; Apeldoorn 1877, K.A.; Harderwyk 1864, R. B. Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; G. Molengraaff Renkum 1851, S. ; Wageningsche berg 1838, Buse — Amersfoort 1847, v. d. Roemer; Oud Leusden •v.d. T.;* v. Hov.; Grebbe 1851, 0.; Utrecht, v. H. 1835, D. S.; C. A. Bergsma; - 't Gooi 1829, Wtt. Naarden 1864 en Zeedijk Amsterdam, 0.; Sloterweg 1838, Romb.; 1842, Heijbrock (P. N. S.); 1846, Romb.; Fl. Amst. ; Amstelveensche weg, M. D.; Urk 1852, P. BackerdeWit; 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; den Helder, V. Z. IJmuiden, Exc 1881; Zandvoort, Boerl.; Midden duin* 1897, V.; Overveen 1832, v. H.; 1836, Buse 1870, Boerl.; * 1836, Mb.; Buse; 1864, F. A. Hart sen; Elswout 1869, (v. H.?); Zandpoort, Fockema — tusschen Noordwijk en Noordwijkerhout, Exc 1860; Noordwijk* 1860, S.; Pietgijzenbrug 1867, 0. Ruigenhoek by Lisse, * Exc 1891; Katwijk, Wtt. B. W.; Warmonderhek 1857 en de Vink 1856, S. Leiden, Pierot; S. S.; 1834, Wtt.; 1835, Mb.; Dz. Wassenaar, v. d. T. ; v. d. B.; 's Gravenhage, For sten; 1832, I. de L. ex herb. Groll; V. Z.; G. B B. W.; R. B. ; Scheveningen, Destree; Naaldwijk 1845, v. d. T.; Overschie 1894, V.; Dordrecht 1880, Boeii.; 1882, V.; - Schouwen 1845, v. d. B.; Haam- stede * algemeen, Un. 1894; Zuid-Beveland 1848 en Goes 1838, v. d. B.; 1841, v. d. T.; Walcheren 1839 *) Met witte bloemen. 22 338 ERODIUM. en 1841, v. d. B.; Domburg 1841, v. d. T.; Vlissingen 1880, Buysman; Sint Kruis 1861, A. W.; Sluiskil (als E. montanum) 1856 en Sas van Gent, A. W. ; — Werkendam 1835, Lac; wallen te Breda, v. A.; Vucht, v. Hov.; — Gronsveld (monstr.), Lindo; tusschen Heugen en Gronsveld 1897, V. (Rottevalle, J. Kuipers; — Zuidhorn, E. J. Kamp- huis; — *Ede, Utrecht, W. C. v. Embden; Culem- borg, Redichemsche waarden, Driebergen, C. A. Bac- ker; — Huizen, P. Beemsterboer, alle in herb. Heukels; Hilversum 1872, Beverwijk 1885, Cos- terus in herb. pr.; Zaandam 1876, Schipper in herb. pr.; Bloemendaal 1897, V. Suringar in herb. pr.; — kerkhof Gouda, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam kerkhof, H. v. d. Lin- den; F. D. J. Risch in herb. Heukels; station Zwijndrecht 1898, Posth. in herb. pr.; — duinen Westkapelle 1873, (glandulosum), Bruinisse 1887 L. in herb. pr.; IJzendijke, P. J. v. Roozendaal; — Kruisland, F. Janssens; Halsteren, P. J. Verhoe- ven in herb. Heukels; Zand by Sleeuwijk 1898, C. A. Backer in herb. pr.; Boxtel 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr. ; Waalre, P. S 1 o o t s in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V.*p. 255); - Wolvega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422) ; - Koevorden, Ane, Dalen, Emmen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Steenwykerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden, 't Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Tankenberg, Un. 1895 (Arch. 3. I. p.219); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winters- wijk, Eibergen, Groenlo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); - Doorn 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. [». 69); -- Alkmaar, Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. ERODIUM. 339 2. I. p. 271) ; Alkmaar, Heilo, Kallantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — al de Zeeuwsche eilanden, uitgezonderd Sint Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 115, VI. p. 110); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Arcen, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Gronsveld, Valken- burg, Gulpen, Sittard, Un. 1861; Sittard, Maastricht, Gronsveld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). Verder vermeld door Pelle- tier, Vorstius en Bruman. p. pimpinellifolium Wildd. In Herb. : Hoorn op Terschelling 1896, V.; - Zwolle 1887, Vollenhove 1893 en de Voorst bij Vollenhove 1893, L.; - Apeldoorn 1872 en 1877, K.A.; Winterswijk 1872, K. E. de Haan; Velp 1865, I. Sirks; Nijmegen, B.; Vestingwer- ken aldaar 1869, Th. Abel. *); — Amsterdam (aangevoerd) 1867, 0.; Overveen 1832, v. H.; — Huis ter Rivier bij Overschie 1894, V. ; Veer eiland Rozenburg 1895, V.; - Haamstede 1869, P. Schu- ringa; — Oudenbosch 1893, J. Stein. (Winschoten 1883, Schipper in herb. pr.; — Oos- terbeek 1897, V. Suringar in herb. pr.; Gendrin- gen, M. S. Rust; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagens- veld in herb. Heukels; — tusschen Utrecht en Blauwkapel 1846, Alpherts in herb. pr. ; — Schoorl 1886, J. J. Smith Jr. inherb. Costerus; - Rotter- dam 1899, H. v. d. Linden in herb. Heukels; spoorbaan Dordrecht 1880, Posth. in herb. pr.; — Meest bij Breda 1898, Th. v. Schermbeek inherb. Heukels.) Bovendien: Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); *) Volgens de Flora van N;jmegen van Th. A b e 1. (Arch. 2. V. p. 267) „om Nijmegen algemeener dan de soort.'' 340 ERODIUM. Delden en 't Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Haaksbergen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p.219); - Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); — Zuid-Beveland in cultis (als E. cicutarium, p. ma- culatum Koch. Syn. Ed. II. p. 155 (Arch. 1. I. p. 105 en Prodr. Ed. 1. p. 56); Axel, A. W. (Arch. 1. IV. p. 274); — Bergen op Zoom en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Baarlo, Blerik, Velden, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570). 293. E. moschatum VHerit. Op onbebouwde plaatsen langs wegen, aan heggen. 0. Mei—Juli. Waar- schijnlijk verwilderd. In Herb.: Groningen 1841, v. H.; — Apeldoorn (op met Sumac bemest heideland) 1877 en 1878, K. A.; — Utrecht, Th. Stolz; van den Ende; C. A. Bergsma; — Heemstede 1869, v. Eeden; Velsen 1872, G-roll; — heggen Wissekerke Noord-Beveland 1836, W. J. Vader; Dz. Bovendien : Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 115); en voorts reeds voorkomende bij Pelletier, Vorstius, Munting en Bruman; 's Hage, — achter den Kranenberg bij Zwolle, G-or- ter; Leiden, Fl. Leid. 294. E. malacoides W. Op ruwe plaatsen, aan wegen. 0. Juni—Juli. Plant van de kust der Middel- landsche zee, bij ons aangevoerd. In Herb. : Apeldoorn 1877, K. A. (op heidegrond, die was bemest met afval van Sumac uit Palermo afkomstig); — duinen achter Clingendaal bij 'sGra- venhage 1824, V. Z.; 's Gravenhage 1833, I. de L. ex herb. Groll. Bovendien vermeld brj Pelletier en Bruman. IMPATIENS. 341 Ordo Balsamiiiaceae A. Eich. Impatiens L. 295. I. Noli tangere L. In vochtige boschrijke streken, aan heggen enz. 0. Juli — Aug. InHerb.: Paterwolde, Schroeder van der Kolk; Strat.; Assen 1879, K. A.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen, R. B.; Zandberg bij Kampen 1844 en 1850, T. ; Oosterhout 1847 en Bosch te Zalk 1866, R. B. ; Zwolle, Wtt.; 1895, L.; tusschen Zwolle en Meppel 1870, Hoek; Deventer 1846, v. Groningen; Bath- men, v. d. Bosch; Leesten Vierakker 1851, Gro- neman; Giethoorn, Un. 1892; Oldenzaal, Un. 1895; Bentheim 1852, v. H. ; — tusschen Hattem en de Trijsselberg 1853, S. P. Kros; Zutphen, G. B.; Wtt.; 1863, de Br.; Berns 1882, C. v. d. Broek; Voorst 1864, de Br; Vorden 1873, Groll; Teuge bij Apeldoorn 1853, K. A.; Warnsveld, Wtt.; v. S. V.; 1876, K.; Ruurlo 1881, L. en Ensink; Nijbroek bij Terwolde 1879, K. A.; Romb.; tusschen Dieren en Rheede 1883, C. v. d. Broek; Middachten 1845, P. A. Richard; 1895, Ogterop; Oorsprong bij Arn- hem, Broers; Klarenbeek 1845, P. A. Richard; Angerestein bij Arnhem 1842, Tilanus (P. N. S.); Velp, v. H.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Ubber- gen, G. Deijn.; huis te Ubbergen, N. en Th. Abel. ; Beek 1866, v. H.; 1868, 0.; 1878, Groll; Berg en Dal 1897, G. en V.; Culemborg 1891, de Haas;*) — Bunnik, G. D e ij n. ; v. H. ; tusschen Breukelen en Nieuwersloot 1891, V.; — Haarlem, Buse; Bosch van Dolleman te Schalkwijkbij Haarlem 1838, Buse; v. d. T.; 1837, Mb.; Klooster te Heemstede 1856, Hartsen; Oosterduin 1835, Buse; Boekenrode 1891, Boerl. ; Schoorl, Jelgersma; — Haagsche bosch ") Reeds van daar in 1849 in herb. A 1 p h e r t s. (Rjjks Landbouwschool.) 342 IMPATIENS. 1882, Klobbie; 1894, V.; Alblasserwaard 1885, Heer- jansdam 1889 en Biesbosch 1888, V.; Schoonrewoerd bjj Leerdam 1833, Wtt.; - Breda, Un. 1852; v. A.; Werkendam 1835, Lac; 1897, V.; Bergen op Zoom, Thomson; Beersche dijk 1847, v. Hov. *); - Beek 1885, K. en G. (Sterrebosch Groningen 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; — tusschen Hengelo en Borne, Un. 189 5, Costerus in herb. pr.; Veel in het Misdorps boschje ten N. van Borne, H. v. d. P a u w e r t in herb. H e u k e 1 s ; - Grienden langs de Lek bij Culemborg, — Kraaienveld bij Sleeuwijk, ook Zand aldaar en Neder- Hemert, C. A. Backer in herb. Heukels; Baard- wijk 1872, Costerus in herb. pr.) Bovendien: Giethoorn, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 135); Delden en 't Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Bekkum, Twikkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Borkulo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); ■ Kerkrade, H. d. V. (Arch. 2. 1. p. 135) ; Wel, Gulpen, Nijborg, Lac. (Arch. 2. V. p. 7). Ook reeds vermeld brj Pelletier, Munting en Bruman, en volgens den Prodr. Ed. I. aangehaald van Tiel, Uilenpas, Ermelo, Paterwolde, Gort.; Wolvega, Vreeland, Bennebroek Fl. B. S.; Leeuwarden, Fl. Fris. 296. I. parviflora D. C. Plant afkomstig van Mongolie, thans op verschillende plaatsen door Europa ver- wilderd. 0. Juli—Aug. In Herb. : Sinds een 15tal jaren onder struiken langs een binnengracht uit zaad opslaande, Culem- borg 1896, de Haas. — Valkenburg (L.), Heimans. Tropaeolum maius L., de welbekende sierplant uit Peru, komt nu en dan werkelyk verwilderd voor; ofschoon zy hierdoor evenveel recht heeft op vermelding als zoovele andere aangevoerde, tjjdelyk opslaande planten, meende ik haar toch niet onder de indigenen te moeten opnemen. *) Waaischynlijk dezelfde groeiplaats als: ,,langs een sloot by de Uaarsteeg v. II ov. (Arch. 1. I. p. 278.) oxalis. 343 Ordo Oxalidaceae D. C. Oxalis L. 297. O. Acetosella L. In schaduwrijke, vochtige loof- bosschen. %.. April-Mei. In Herb. : Oldeberkoop, S p r e e ; Groningen, v. H. ; — Weerdinge 1859, Lac. en S.; Paterwolde, Strat.; — Staphorsterbosch, v. H e ij n. ; Heemsterbosch 1868, v. d. Scheer; Oldenzaal, Un. 1895; Groll; Oot- marsum, Denekamp 1891, L. ; Delden 1849, Maal- d r i n k ; T wikkel bij Delden 1857, S p r e e ; — Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1876, Groll; Ruurlo 1882, Ensink; Winterswijk 1873, R. E. de Haan; Apeldoorn 1853, K. A.; 'tLoo 1872, Hoek; Monfer- land bij Doetinchem 1845, M. J. Cop; Soerensche bosschen 1877, K.; Essenburg brj Harderwijk 1867, R. B.; Middachten 1897, K. A.; Sonsbeek, v. d. T.; Velp 1840, D. S.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Ub- bergen, Beek, Groesbeek, N. en Th. Abel.; Ubbergen 1882, G. Molengraaff; Beek 1853, 0; Renkum, Buse; Wageningen 1882, K.; — Vuursche by Utrecht, 1859?; — Hoorn, (Bergsma?); — Haagsche bosch, V. Z.; 1833, I. de L. ex. herb. Groll; 1833 Wtt.; S. S.; G. B.; 1835, Mb.; 1835, Lac; Kerb.; 1836 Buse; 1840, B. W.; 0.; 1847, de Br.; 1851, S. 1872, Groll; 1873,Boerl.; Exc. 1861; 1882; 1883 1886; 1882, V.; 1883, C. v. d. Broek; Destree R. B.; — Liesbosch, v. A.; Kaatsheuvel, Thomson — Plasmolen, N. en Th. Abel.; Zuid-Limburg, v. Hov.; Gronsveld 1897 en overal langs de Geul 1897, V.; Maastricht, de Marres; Epe, Un. 188 3; Houthemmerberg 1864, H. d. V. (Winschoten 1885, Schipper; Bosch achter Ha- ren 1864, Holk.; - Eelderwolde 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Assen 1893, Costerus in herb. pr.; — Hertmen, H. v. d. Pauwert in herb. Heu- 344 OXALIS. kels; - Beekhuizen bij Velp 1891, Ogterop in herb. pr.; Huinen 1895, C. A. Backer in herb. pr.; Grebbeberg 1882, W. F. van Hell Jr. in herb. Heinsius.) Bovendien: Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Vilsteren 1864, H. d. V.; (Arch. 2. IV. p. 309); Heino, Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden en 't Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Oele, Bekkum, Brinkhuis, Twikkel, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 219); - Beekbergen, K. A. (Arch. 2. III. p. 181); Willinkhof by Winterswyk, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); — Gronsveld, Meerssen, Valkenburg, Sittard, Eoermond, Un. 1861; Sittard, Gronsveld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 309). Voorts bij Pelletier, Vorstius, Munting en Bruman. 298. O. stricta L. Noord-Amerikaansche plant, sinds langen tijd ingevoerd en nu algemeen op bouw- landen en in moeshoven. %.. Juli—Sept. In Herb. : Vlieland 1858, Lac; — Leeuwarden 1859, S.; Bolsward 1875, J. M. de Boer; - Gronin- gen, v. H.; Eexta, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; Gramsbergen, Koevorden 1859, Lac. en S.; — Delden, Un. 1870; Deventer, Halbertsma; 1876, K.; Kampen 1846, T.; R. B.; Vierakker 1851, Grone- man; — Harderwijk 1864 en tusschen Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Apeldoorn 1850, K. A.; Sille- volde, Un. 1885; Vorden 1884, Groll; Winterswijk 1873, R. E. de Haan; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Arnhem, Thomson; Uilenput, Ubbergen, Nymegen, N. en Th. Abel; Tiel, G. Post; Culemborg, H. S. (Coll. Nat.); - Driebergen 1871, Hoek; tusschen Zeist en Driebergen 1859, A. W. H a r t m a n n en R. B. ; Broekhuizen 1889, V.; Doorn 1869, 0.; de Bilt 1835, D.S.; Utrecht 1848, Buse; 1869, de Br.; Beefland onder de Meers 1843 cn Neerlangbroek, v. d. T.; - oxalis. 345 'tGooi 1825, Wtt.; Naarden 1864, 0.; Uithoorn 1871, Boerl.; Amsterdam, Fl. Amst.; Sloterweg, B. W.; 1839, Romb.; Haarlem 1873, Boerl.; Haarlemmer- houtl839, Buse; - Leiden 1833, S.S.; 1834, Wtt.; Mb.; 1842 en 1846, B. W.; Perin; 1851 en 1856, S.; Katwijk 1828, S. S.; Hazerswoude, Pierot; 's Gra- venhage, G. B.; R. B.; kanaal naar Scheveningen, V. Z.; Rhoon 1870, Schepman; Zwijndrecht 1836, Lac; V.; Dordrecht 1882, V.; Heikop bij Vianen, v. H. *); - Zuid-Beveland 1837, v. d. B.; Domburg, Forsten; — Breda, v. A.; Hintham, v. Ho v.; Eind- hoven 1831 en Deurne 1834, Wtt. (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Rotte- valle, J. Kuipers in herb. Heukels; — Winscho- ten, Schipper in herb. pr.; — Paterwolde 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; — Velp 1892, Ogterop in herb. pr.; Tiel, Posth. in herb. pr.; Gendringen, M. S. Rust; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagens- veld; in herb. Heukels; — Baarn 1884, Hein- sius in herb. pr.; — Endegeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringarin herb. pr.; Delft 1875, L. in herb. pr. , Rotterdam, H. v. d. Linden; F. D. J. Risch; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland in herb. Heukels; — Souburg 1893, Og- terop in herb. pr. ; Waarde, M. v. Weele; — Kruis- land, F. Janssens; Almkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Strijp 1880, Posth. in herb. pr.) Bovendien: Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); Hoogeveen, Zwinderen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); — Steenwijkerwolde, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Delden en 't Twikkeler- bosch, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 198); Hengelo, Borne, Haaksbergen, Woesthag, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. *) Volgens het etiquet bjj een der planten zou deze plant het eerst ontdekt zijn, als inlandsch, door van Hall en van Rees bjj Vianen en het huis ter Heide. 346 oxalis. 3. I. p. 219); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswyk, Groenlo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); — Alkmaar en Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); — Schouwen en Duiveland, Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 115); Hoek, Hulst, A. W. (Arch. 1. IV. p. 274); — Oudenbosch 1885-87, ButayeendeHaas (Arch. 2. V. p. 544); Woensdrecht, Bergen op Zoom langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); - Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. IV. p. 570); Meerssen, Amby, Maastricht, Sittard, Un. 1861; Sittard, tus- schen Beek en Elsloo, Gronsveld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. VI. p. 309). 299. O. corniculata L. Op akkers, in tuinen en moes- hoven, minder verbreid dan de vorige. 0 en ©. Juli—Sept. In Herb. : Burg op Texel 1881, Groll; — Almelo 1852, v. H.; — Uithoorn 1872, Boerl.; Amsterdam 1848, Fl. Amst.; 1855 en 1871, Lac; - Hortus Leiden 1833, S. S.; 's Gravenhage, R. B.; Dordrecht 1884, V.; - Zwake by 's Gravenpolder 1841, v. d. T.; 1858, v.d.B.; Axel, Hoek 1862, A. W. (Klooster Denekamp, J. B. Bernink; — Ryswyk (Gld.) 1898, B. J. v. Wagensveld in herb. Heu- kels; Wageningen 1883, Heinsius in herb. pr.; — Oegstgeest 1893, V. Suringar in herb. pr.; Rotter- dam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; — Nieuw en Sint Joosland 1878, L. in herb. pr.; Ogterop in herb. pr.) Bovendien: Texel 1860, Lac. (Arch. 1. V.¥p. 227); - Dorkwerd, Kent volgens Munting (Arch. 2. III. p. 336); - tusschen Raalte en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p.116); Zuid-Beveland (Tydschrift VIII. p. 14); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Beek en Sint Jans Geleen, Lac. (Arch. 2. I. p. 130, IV. p. 310). RUTA. 347 Orrto Rutaceae Jass. Ruta Tourn. 300. R. graveolens L. Komt voor op rotsen, aan oude burchten en steenige heuvels, vaak echter in de hoven gekweekt, een enkele maal verwilderd. •2J. en t>. Juni—Aug. In Herb. : Breda, herb. v. A. Misschien dat deze plant nog elders verwilderd voorkomt. E R R A T A. Bl. 17 r. 15, bl. 45 r. 14, bl. 48 r. 7, bl. 52 r. 18, bl. 63 r. 4 v. o., bl. 67 r. 2 v. o., bl. 69 r. 13 v. o. en bl. 71 r. 16 staat: C. A. Broers, lees: C. A. Bergsma bl. 19 r. 14 staat: V. A. lees: v. A. bl. 21 r. 17 staat: A. W.; Hartman; lees: A. W. Hartmann; bl. 26 r. 14 staat: C. H. Bergsma lees: C. A. Bergsma bl. 28 r. 1 staat: Stoltz lees: Stolz bl. 49 r. 17 staat: Steenwijk lees: Sleeuwyk bl. 58 r. 18 staat: Bentveld lees: Bentveld bl. 60 r. 13 v. o. staat: moerbosch lees: moesbosch bl. 73 r. 16 v. o. staat: Heybroek lees: Heybrock bl. 91 r. 12 staat: Rammertjes, waarschijnlijk bedoeld: Ram- mekens bl. 105 r. 2 v. o. staat : C. H. lees: C. A. bl. 119 r. 9 staat: J. P. Huizinga lees: S. P. Huizinga bl. 151 r. 2 en 1 v. o. staat: Mydrecht, A. L. Vreeken in herb. Heukels, vervalt bl. 159 r. 19 staat: N. v. d. Linden lees: H. v. d. Linden bl. 167 r. 4 en 3 v. o. staat: Heybroek lees: Heybrock bl. 191 r. 10 staat: J. P. Kros lees: S. P. Kros bl. 199 r. 8 v. o. staat: Ploen lees: Ploem bl. 229 r. 4 v. o. staat: Weyers lees: Wyers bl. 247 r. 16 v. o. staat: Heybroek lees: Heybrock bl. 335 r. 9 staat: Hartman lees: Hartraann Bladwijzer der Geslachten. Blz. Blz. Acer L. 320 Cardamine L. 110 Aconitum Tourn. 65 Cerastium L. 281 Actaea L. 65 Cheiranthus L. 91 Adonis L. 15 Chelidonium Tourn. 79 Aesculus L. 322 Chorispora D.C. 178 Agrostemma L. 238 Clematis L. 1 Alliaria Adans. 126 Cochlearia L. 151 Alsine Wahlenb. 261 Coronaria L. 230 Althaea L. 304 Coronopus Haller. 172 Alyssum Tourn. 144 Corydalis D.C. 81 Ammadenia Gmelin. 260 Cucubalus Tourn. 222 Anemone L. 10 Delphinium Tourn. 63 Aquilegia Tourn. 62 Dianthus L. 216 Arabis L. 108 Diplotaxis D.C. 141 Arenaria L. 264 Draba L. 148 Barbarea R.Br. 103 Drosera L. 203 Batrachium Wimmer. 18 Elatine L. 290 Berberis L. 66 Epimedium L. 67 Berteroa D.C. 146 Eranthis Salisb. 60 Biscutella L. 164 Erodium VHerit. 336 Brassica L. 132 Erophila D.C. 148 Braya Sternb. et Hoppe. 127 Erucastrum Presl. 140 Bunias L. 177 Erysimum L. 127 Cakile Tourn. 177 Eschscholtzia Cham. 81 Calepina Adans. 176 Ficaria Dill. 56 Caltha L. 57 Frankenia L. 214 Camelina Crantz. 155 Fumaria Tourn. 87 Capsella Vent. 170 Geranium L. 323 350 BLADWIJZER DEK GESLACHTEN. Blz. Blz. Glaucium Tourn. 78 Parnassia Tourn. 208 Gypsophila L. 215 Polygala L. 210 Halianthus Fr. 260 Radiola Gmel. 294 Helianthemum Tourn. 183 Ranunculus L. 33 Helleborus L. 60 Raphanistrum Tourn. 180 Hesperis L. 117 Raphanus L. 180 Hibiscus L. 306 Raphanus Tourn. 182 Holosteum L. 266 Rapistrum Boerh. 179 Hypericum L. 307 Reseda L. 200 Iberis L. 163 Ruta Tourn. 347 Impatiens L. 341 Sagina L. 240 Isatis L. 175 Saponaria L. 219 Lavatera L. 305 Saponaria L. 221 Lepidium L. 164 Silene L. 223 Linum L. 291 Sinapis Tourn. 136 Lepigonum Wahl. 253 Sisymbrium L. 118 Lunaria L. 147 Soria Desv. 176 Lychnis L. 230—233 Spergula L. 249 Malachium Fries. 279 Spergularia Presl. 253 Malcolmia R. Br. 118 Stellaria L. 267 Malva L. 296 Stenophragma Celak. 124 Melandryum Rohling. 233 Subularia L. 157 Moehringia L. 262 Teesdalia R.Br. 160 Moenchia Ehrh. 278 Thalictrum L. 4 Myagrum Tourn. 175 Thlaspi Dill. 158 Myosurus L. 17 Tilia L. 307 Nasturtium R. Br. 92 Tropaeolum L. 342 Neslia Desv. 175 Tunica Scop. 216 Nigella Tourn. 61 Turritis Dill. 107 Nuphar Smith. 69 Vaccaria Med. 221 Nymphaea (L.) Smith. 67 Viola Tourn. 184 Oxalis L. 343 Vitis L. 323 Papaver Tourn. 71 Xanthorrhiza VHerit. 66 fi - < • , y • f -r- •.■>■ *& > # 5 >/ £ f J» -> . - y$% ^ *i 4/'. > *•-, ;^.»-- r Hk . s.