tuui m i 5. +*' ' :v^m ':Y«' .■" ■ tmmwB '•■•-:':'< BI|j III III m t »•-'•'■ ■'-'.■• IRf» BBlfl I ■ l ■ ' • - PRODROMUS FLORAE BATAVAE. PRODROMUS FLORAE BATAVAE. VOLUMEN I. {Phanerogamae et Cryptogamae vasculares). Pars II. Dicotyledoneae — Calyciflorae. EDITIO ALTERA. NIEUWE LIJST DER Nederlandsche phanerogamen en vaatkryptogamen. TWEEDE STUK. DICOTYLEDONEN - CALYCIFLOREN. UITGEGEVEN DOOR DE Nederlandscke Botanische Vereeniging. NlJMEGEN, F. E. MACDONALD. 1902. Bij het verschijnen van dit Tweede Stuk neem ik gaarne de gelegenheid te baat om mijn dank te betuigen voor de welwillendheid, waarmede het eerste stuk werd ontvangen. Verschillende leden gaven blijk van hunne belangstelling door mij hunne opmerkingen toe te ver- trouwen, van welke ik in het laatste deel een dankbaar gebruik hoop te maken. Meer in het bizonder betuig ik myn dank aan de Heeren C. A. Backer, J. D. Kobus en D. Lako voor hunne zeer gewaardeerde medewerking. In dit deel heb ik weder gebruik kunnen maken van de particuliere herbaria van de reeds vroeger gemelde leden, terwyl my tevens de gelegenheid werd geschonken inzage te nemen der verzamehngen van de Heeren E. J. M. de Haas S. J., C. J. Koning, F. J. Struijkenkamp en voor het laatste gedeelte ook van de opgaven van den Heer B. P. van der Voo. Een aanvulling der opgave van woonplaats enz. der ver- zamelaars zal mede in het laatste stuk worden opgenomen. Ook voor de volgende stukken beveel ik mtj aan voor de medewerking van allen, die belang stellen in deze uitgave. Leiden, November 1902. L. VUYCK. Calyciflorae. Ordo Celastrinaceae B. Br. Euonymus L. 301. B. europaeus L. In boschrijke streken, langs we- gen en heggen, tusschen andere struiken: vaak aangeplant. "t?. Mei—Juni. In Herb. : Tusschen Smeerling en Onstwedde, v. H. ; Haren 1828, v. H.; — Meppel, v. Heijn.; Erm 1859, Lac. en S.; - Zalkerbosch 1845, T.; 1850, R. B.; Deventer, Twello 1876, K. ; — Tonsel by Harderwyk, Harderwijk, R. B. ; Voorst 1834, W 1 1. ; Zutphen, Buse; Arnhem, Thomson; S.; Ubbergen, Beek, Hatert, Groesbeek, N. en Th. Abel.; Overasselt, Un. 1853; — Birkhovenby Amersfoort, C. A. Bergsma; Amers- foort, R. B.; - Hilversum 1892, V.; Naarden 1864, 0.; Aardenhout, v. d. T.; Groot Bentveld, Meerenberg 1887, V.; Overveen, Exc. 1878; Haarlem, Velserend, Zandpoort 1842, v. H.; Zandpoort 1871, 0.; Bloemen- daal 1836, Mb.; 1872,0.; 1873, Boerl.; Exc. 1883; 1897, V.; Velsen 1860, S.; Zomerzorg, Kerb.; - Leiden, Dz.; huis ten Deyl, 1851, S.; Wassenaar 1833, S. S.; Leiderdorp, Kipp; Backershagen 1833, S. S.; 1842, de Vriese; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; Destree; Scheveningsche boschjes 1895, R. B.; Scheveningen , S. S. ; Louterbloemen by Dordrecht (verwilderd) 1883, V.; - Kapelle (Z.-Bev.) 1896, Dom- burgsche Manteling 1897, Ogt.; — Ulvenhoutsche bosch, v.A.; - Simpelveld 1896, G. (Groningen, E. J. V. Evenhuis, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; - Zwolle 1873, v. T. in herb. pr. ; 1886, L. in herb. pr. ; Olst en Plantsoen de Haere 1901, K. A. in herb. Rieter; Denekamp, . 23 JLOlll 352 EUONYMUS. RHUS. J. B. Berni nk; — Gendringen, Mej. M. S. Rust inherb. Heukels; Oosterhuizen bij Beekbergen 1881, Woudhuis bij Apeldoorn, K. A. in herb. pr.; Ruurlo 1886, L. in herb. pr.; Culemborg, Wageningen, C. A. Backer; Bergendal, F. J. Bevort; Muiderberg, F. Hulk in herb. Heukels; tusschen Veenenburg en Hillegom 1881, Schipper; — Domburg 1876, L. in herb. pr.; — Hamert 1899, Venlo langs den Vel- denschen weg 1896, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Emmen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Steenwykerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe Wetering en Ton- geren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); - Bergen, v. E. (Arch. 2. I. p. 374); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 374); — Walcheren, Schouwen en Duiveland, West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 116); - Plasmolen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 268); Valkenberg, H. d. V. (Arch. 2. 1. p. 135); Arcen, Wan- sum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Gronsveld, Gulpen, Epe, U n. 1 86 1 ; tusschen Erjsden en Rykholt, St. Pietersberg, Gulpen 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld by Pelletier, Munting en B r u m a n. Ordo Terebinthaceae D.C. Rhus Tourn. 302. R. Toxicodendron L. Noord-Amerikaansche plant, vaak in tuinen aangeplant en nu en dan ver- wilderd. ~£. Mei—Juni. In Herb. : Talryk in het bosch van Leyduin 1878, v. E. 303. R. typhina L. Noord-Amerikaansche sierboom, al- gemeen in tuinen en parken gekweekt, een enkele maal verwilderd. -£. Juni—Juli. In Herb. : Doetinchem, Un. 1885. RHAMNUS. 353 Ordo Rlianiiiaceae R.Br. Rhamnus Tourn. 304. Rh. catarctica L. In vochtige bosschen en op be- groeide plaatsen, soms tot hagen aangeplant, naar het schijnt bij voorkeur op klei of kalk- bodem. "£. Mei—Juni. In Herb. : Haren 1855, v. H.; — Meppel, v. Heyn. ; — Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Agnietenberg bij Zwolle 1893, L.; - Voorst, Wtt.; Zutphen, Wtt.; Hoffmann; Wildenborch bij Lochem 1881, K. A.; Leesterbroek, Un. 1897, Beekbergen 1846, S. S. ; de Vriese; Bosch bij Meyerswijk te Hatert, N. Abel. ; Weurt, Beuningen, Th. Abel.; Polder van Erlekom bij Nymegen 1865, Persingen 1864, Groesbeek 1867, v. H.; — Amersfoort 1801, Garj Woudenberg, Scherpenzeel omtrent Beekhorst, v. d T.; Renswoude 1884, K.; Veenendaal en Rens woude 1898, G.; — duinen Wassenaar, Jb v Dissel; 'sGravenhage 1834, v. H; G. B.; S. S. Proefveld by 's Gravenhage, V. Z.; Zorgvliet (culta) V. Z.; 1833, Wtt.; Scheveningsche boschjes, R. B. Scheveningsche weg, Forsten; Kerb.; Schevenin gen 1836, Buse; 1836, Mb.; 1837, Buse; 1840, V Z.; 1843, de Vriese; - Oisterwyk, 1894, Ogt; - Plasmolen 1864, V. H; Well, Un. 1893; St. Pieters- berg 1885, K. en G. (Groningen, R. d e B o e r en H. K o o i in herb. H e u- kels; — Bronsbergen by Zutphen 1897, Schipper in herb. pr. ; Ruurlo 1886, L. inherb. pr. ; — tusschen Venraai en Wel, Un. 1893 in herb. V. Suringar, Costerus.) Bovendien: Hengelo, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 219); — Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); — Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570). Voorts vermeld bij Pelletier en Munting. 354 FRANGULA. Frangula Tourn. 305. T?. Alnus Miller. (Rhamnus Frangula L. en Prodr. Ed. I. p. 57.) Op dezelfde plaatsen als de voor- gaande, doch algemeener. f- April—Juni. In Herb. : Lijklamabosch, Gaasterland 1853, S.; Kuikhorne 1864, Scharstenbrug bij Joure 1873, J. M. de Boer; Oranjewoud 1872, Hoek; — Pekel-A, en Harendermolen 1828, v. H.; — Meppel, v. Heyn.; Odoorn, Dalen, Valthe, Weerdingen 1859, Lac. enS.; - Bosch te Zalk 1845, T.; Zwolle 1892, L.; Okse 1877, K.; - Voorst 1863, H. d.V.; Zutphen,B.; G. B.; 1882, C. v. d. Br.; Doetinchem, Un 1885; Lochem 1886, V.; Wildenborch, Staring; Winterswjjk 1874, R. E. de Haan; Beekbergerwoud 1869, S.; Apel- doorn 1852, K. A.; 1858, 0.; Hoenderloo, Un. 1890; Harderwyk, R. B.; Hemelsche berg bij Arnhem, B o e r 1. ; Arnhem, T h o m s o n ; Ubbergen, Beek, Hatert enz., N. enTh. Abel; Beek 1853,0.; St. Annabosch, Un. 1852; — Amersfoort, R. B.; Bosch te Lockhorst 1891, Garj.; Grebbe, Fockema; 1851,0.; Soestdjjk 1851, Coll.Nat.; Driebergen 1829, Wtt.; 1832, Wtt.; v. H; 1837, Buse; Driebergsche bosch 1838, 0.; 1839, B u s e ; Ryzenburgsche bosch 1865, S. S. ; Zeist, Rjjzen- burgl859, A.W. Hartmann enR. B.;Steenentafel bij Doorn, v. d. T.; Doorn, v. d.B.; Zeist, D. S. ; Renkum, B u s e ; - Naarden 1864, 0. ; Oud Valkeveen 1892, V. ; Hilversum 1884, Boerl.; - Wassenaar 1833, S. S.; Kerb.; Jb. v. Dissel; 1833, Wtt.; 1835, Mb.; - Clinge 1865, A. W.; — Mastbosch by Breda, v. A.; 1876, 0. ; Liesbosch by Princenhage, v. A. ; Terheyden 1882, V.; Roozendaal, Un. 1860; Vucht, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; - Limburg, Un. 1861; Well, Un. 1893; Maastricht, v. Hov.; Wolfhaag 1896, G.; Meerssen 1885, Lac; Eperheide 1889, V. (Heerenveen, en Rottevalle, J. Kuipers in herb. Heukels; bosch Olterterp 1868, v. T.; Huis FBANGULA. 355 ter Heide bij Langweer, Holk.; — tusschen Schar- men en Slochteren en in het Kalhornsterbosch 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Laan bij Oudewerf, Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — de Belten by Zwolle 1881, Posth. in herb. pr.; Dene- kamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Ruurlo 1881, L. in herb. pr.; Rozendaalby Velp 1886, Posth. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; Rijswyk, B. J. van Wagens- veld in herb. Heukels; Bennekom 1892, V. Su- ringar; — Driebergen, C. A. Backer; — Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Sprang, Besoijen, C. A. Backer inherb. Heukels; Bergen op Zoom 1874, S. Lako in herb. L.; Esch 1886, Costerus in herb. pr. ; Oisterwyk 1894, Ogt. in herb. pr. ; — Venlo op vele plaatsen 1898, Rieter in herb. pr.; St. Pietersberg 1892, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Drente op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); — Steenwyk, Gie- ten, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Almelo, Albergen en Vriezeveen, Un. 18 70 (Arch. 2. 1. p. 194); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hen- gelo, Oele, Bekkum, Brinkhuis, Haaksbergen, Lan- gelo, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Winterswyk, Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); Terborg. Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Elburg, Nykerk, R. B. (Arch. 1. V. p. 297); - Dui- nen te Bergen, Castricum, Heemskerk en Haarlem, v. E. (Arch. 2. I. p. 374) ; Scheveningsche duinen, de W. Hamer (Arch. 2. II. p. 120); Voorne en Rockanje, v. E. (Arch. 2. I. p. 374); Walcheren, Zuid- Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 116); Zuiddorpe in 356 FRANGULA. ULEX. bosschen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 274); — Woens- drecht en langs de Zoom, Un. 189 6 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 7); Blerik, Arcen, Hamert, Un. 18 93 (Arch. 2. VI. p. 570); Epen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861; Sittard, Wylre, Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310); Beek-Elsloo, St. Pietersberg 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld door Vorstius, Munting en Bruman. Eindhoven en Vucht in Prodr. Ed. I. p. 57. Ordo Papilionaceae L. Tribus Loteae D.C. Subtribus Genisteae Koch. Ulex L. 306. U. europaeus L. Plant van de Atlantische kust van Europa, op dorre zandige plaatsen, in dennen- bosschen en op heiden, doch vaak gekweekt als voedsel voor het wild of tot veevoeder en waar- schijnlijk uit dezen grond in onze streken meestal overblijfsel van oude culturen. t>- Mei — Juli, doch wordt ook op andere tijden van hetjaar bloeiend aangetroffen. In Herb. : Boksbergen op den weg naar Raalte 1851, Tijhaar en K. A.; Delden, Boerl. ; — Ruurlo by de Meene 1882, Ensink; Apeldoorn 1851 en 1873, K. A.; Hohenheim bij Apeldoorn 1878, K.; tusschen Harderwijk en Ermelo 1865, R. B.; Middachten 1838, Buse; Onzalige bosschen by Middachten 1884, C. v. d. Broek; Rauwenberg by de Steeg 1836, de Vriese; Arnhem,T.; 1850, R.B.; Thomson; Nymegen 1833, Wtt.; Abel. en Pas; Hatert 1833, Wtt.; Hatert- ulex. 357 sche broek, N. en Th. Abel.; G. Deyn. ; Sijsselt onder Ede, Buse; Ede 1901, v. Vloten; — Amers- foort 1837, de Vriese; 1891, Garj.; C. A. Bergs- ma; tusschen Amersfoort en Leusden 1860, R. B. ; Leusden 1861, 1862, R.B.; Leersum, Hoffm.; 1868, v. Tuinen; Leersumerveld 1896, V.; tusschen Leer- sum en Woudenberg, v. d. T.; tusschen Amerongen en Leersum 1866, 0. ; tusschen Kranenbrug en Dom- brug 1828, (D.S.?); Darthuizerberg, W.K.; 1896, V.; Baarn 1835, D.S.; - Vogelenzang 1870, Hoek; 1873, Boerl. ; Waterleidingsmeertje onder Vogelenzang 1862, H.d.V.; 1887, V.; Veenenburg 1894 V.; Heem stede, 0.; — Hillegom, Thorbecke; 'sGravenhage v.H; 1840, V.Z.; Zorgvliet, V. Z. ; 1836, Mb.; Beek laan 1840, V. Z.; Eikenduinen 1836, Buse; G. B tusschen Eikenduinen en Scheveningsche weg, Kerb. tusschen den Haagen Loosduinen, R. B.; Loosduinen v. H; Destree; - Walcheren 1839, 1842 en Oranje zon 1839, v. d. B.; — Galdersche heide, v. A.; St Michiels Gestel, v. Hov.; Raukesveen by Valkens waard 1901, Rovers; — Mheer 1897 en Herkenrade 1894, V. (Ter Apel; — Brummen, K. A. in herb. pr. ; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; Denekamp, J. B. Bernink; Bennekom, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Hoenderloo by Doetinchem 1896, Dr. P. de Koning in herb. Posth.; Beekhuizen bij Velp 1896, Ogt. in herb. pr.; — Noordwykerhout 1900, Struyken- kamp in herb. pr.; — Vrouwenpolder 1877, L. in herb. pr. ; duinen tusschen Vrouwenpolder en^Veere 1898, Ogt. in herb. pr. ; — Putte, P. J. Verhoeven in herb. Heukels.) Bovendien: Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Bekkum, Twikkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); — Schoonbroek in de buurt Ankelaar, K. A. (Arch. 2. III. p. 181); 'sHeerenloo, Oostermeen, R. B. (Arch. 1. V.* p. 424; — binnen- 358 ULEX. SAROTHAMNUS. duin Heilo, Castricum, Vogelenzang, - binnenduin Wassenaar, v. E. (Arch. 2. I. p. 374) ; - Mook, Plas- molen. Th. Abel. (Arch.2. V. p. 7. en268); Urmond, Lac. (Arch. 2. V. p. 7); St. Pietersberg, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 310). Voorts vermeld door Pelletier en voor Olde- berkoop, Fl. Fris. Sarothamnus Winm. 307. S. vulgaris Winm. (Genista scoparia Fl. B. S.). Op dorre beschaduwde zandgronden, meestal langs de wegen; wordtook verbouwd bijv. in Zeeuwsch- Vlaanderen. t>. Mei-Juni. In Herb.: Texel 1860, Lac; - Oranjewoud 1842, Tilanus (P. N. S.); 1869, v. Tuinen; Gaasterland 1865, H. d. V.; — Mickelhorst bij Haren en Haren 1856, Strat.; Groningen, v. H.; — Meppel, v. Hey n.; — Kamperveen op Wittenstein 1854, T.; Konynen- belten bij Zwolle 1848, R. B.; 1901, L.; Diepenveen, 1876, K.; - Gorssel 1846, T.; Ruurlo 1885, Ensink; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Apeldoorn 1852 en 1881, K. A.; Roozendaal 1840, D.S.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Thomson; Harderwijk, El- burg, Hattem 1864, R. B.; Station Ede 1900, G. en Jongmans; Renkum, Buse; Culemborg, H. S. (0 o 1 1. Nat.); - Amersfoort, R. B.; 1892, Garj.; Ryzenburg 1857, Knuttel; 1859, R. B.; Zeist, v. H.; R. B.; 1863, Coll. Nat.; Doorn 1869, 0.; Neer- langbroek, v. d. T.; - Laren 1842, Romb.; Oud Bussum 1876, Boerl.; Naarden 1864, 0.; Oosterbe- graafplaats Amsterdam 1868, 0. ; Velsen, Exc. 1860; Bloemendaal 1846, P. A. Richard; 1860, S.; Haar- lem, Splitg.; Haarlemmerhout 1846, Buse; Kerb.; - Hillegom 1857, S.; Hillegommerbeek 1845, 0.; Noordwykerhoutl870, Hoek; Noordwjjk, Dz.; Pie- rot; 1872, Boerl.; Sassenheim, Perin; Haagsche SAROTHAMNUS. 359 weg, Forsten; 1825, de Vriese; Mb.; Perin; Wassenaar 1832, S.S.; 1832, Wtt.; Perin; Bakkers- hagen 1835, Mb.; 's Gravenhage, Buse; 1835, Lac; G. B.; 1893, R. B.; Clingendaal, Zorgvliet, V. Z.; tus- schen den Haag en Loosduinen, R. B.; Eikenduinen 1851, S.; — Walchersche duinen, v. d. B.; Oranjezon, B. W.; 1839, v. d. B.; Eede 1861, A.W.; Zuiddorpe 1863, A.W.; - Breda, v. A.; 1882, C. v. d. Broek; Terheijden 1882, V.; fort Isabel by 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Stramproy 1900, G. en Jongmans. (Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer;- Gen- dringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Be- vort; Culemborg, C. A. Backer; — Heemstede, Bergen, C. A. Backer; Rotterdam, F. D. J. Risch; Dordrecht, W. H. Wachter en P. Jansen, alle in herb. Heukels; Spoorbaan Dordrecht 1899, Posth. in herb. pr. ; - Vrouwenpolder 1874, L. in herb. pr. ; — Kruisland, F. Janssens; Mastbosch by Breda, Mej. Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels; Teteringsche heide 1879, Posth. in herb. pr.; Spoor- weg Boxtel— Eindhoven 1899, A. C. J. v. Goor, in herb. pr.). Bovendien: Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Hoogeveen, Zwinderen, Dalen, Sleen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Steenwy kerwolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI p. 346); Heino, tusschen Heino en Nieuwe Wetering Stationsterrein Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. IV. p 407); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2 I. p. 198); Oele, Woolde, Borne, Carlshave, Haaks bergen, Tankenberg, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3 1. p. 219); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p 403); Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un 1859 (Arch. 1. IV. p. 220); - Doorn, H. d. V. (Arch 2. II. p. 69); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch 2. I. p. 271); binnenduinen Heilo, Haarlem, Heem stede, Velserduin, Aardenhout, v. E. (Arch. 2. I. p 360 SAROTHAMNUS. GENISTA. 375); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235) — Lisse, Noordwykerhout, Noordwijk, Wassenaar Loosduinen, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); — Haamstede Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Walcheren Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Vlaanderen A. W. (Arch. 3. III. p. 116) ; Hulst, A. W. (Arch. 1 IV. p. 275); — Bergen op Zoom en langs de Zoom Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885- 1887, Butaye en deHaas (Arch. 2. IV. p. 544) - Velden, Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2 VI p. 570); Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Epe, Valken berg, Sittard , Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tus schen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV p. 310). Voorts vermeld bij Pelletier, Knrjf, Vorstius Munting en Bruman. Genista L. 308. G. pilosa L. In heidestreken. t>. Mei—Sept. In Herb.: Bergumerheide, Hinxt; 1864, J. M. de Boer; Gaasterland 1865, H. d. V.; — Vlachtwedde 1863, Lac; - Zuid Laren, Strat.; Rolde 1863, H. d. V.; Borger 1832, Forsten; Valthe, Emmen, Odoorn 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Rheezer zandduin 1868, v. d. Scheer; Tubbergen 1891, L. en Carm.; Deventer, Halbertsma; Die- penveen 1845, 1846, T.; 1876, K.; - Trtfsselberg 1853, Kros; 1870, v. Tuinen; Hattem 1846, Harderwijk 1852, Oldebroek, Hoevelaken, R. B.; Njjkerk 1894, Garj.; Uddelermeer, Un. 1849; Hoenderloo, Un. 1890; Voorst 1846, S. S.; de Vriese; Hummelo 1845, P. A. Richard; tusschen Bathmen en Gorssel, Un. 1850; Gorssel 1846, T.; 1863, v. H; Doetin- chem, Un. 1885; Eibergen, Ruurlo 1886, Ens.; Arnhem, Thomson; Nrjmegen, B.; Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Nieuwe klooster te Wychen 1897, GENISTA. 361 G. en V.; Groesbeek, Un. 1847; Bennekom 1856, v. H.; Renkum 1849, Buse; Spoorbaan Culemborg 1890, C. A. Backer; — Amersfoortsche berg, v. d. T. ; Amersfoortsche heide, v. d. B.; tusschen Amersfoort en Woudenberg, v. d. T.; Amersfoort, R. B.; 1894, Garj.; Woudenberg, herb. 0.; Darthuizen 1838, v. H.; Darthuizerberg 1870, Hoek; tusschen Doorn en Maarsbergen, v. d. T. ; Doorn 1833, Wtt. ; Driebergen 1837, Mb.; 1857, Coll. Nat.; Driebergerbosch 1865, Kniittel; tusschen Driebergen en Zeist, S. S.; 1847, 0.; Zeisterbosch 1857, Coll. Nat.; Zeisterheide, W. et K.; Zeist 1838, Lac; G. Deyn.; Kerb.; de Bilt 1838, Buse; v. H.; huis ter Heide 1859 en 1861, v. H.; — Hilversum 1835, deVriese; M. (herb. B. W.); Laren 1842 en Blaricum 1842, Romb.; Oud Valkeveen 1894, V.; Naarden 1864, 0.; - Zuiddorpe 1845, B. W. en v. d. B.; Zelsate 1845, B. W.; - Putte, Un. 1860; Terheyden 1882, V.; Galdersche heide v. A.; Wouwsche plantage, Un. 1896; Hoogerheide, Un. 1860; Vucht, Vuchtsche heide, v. Hov.; Eind- hoven, Dz.; — Maastricht, v. Hov.; Meerssen 1866, H. d. V.; Heerlen 1896, G. (Heide bij Suameer 1866, Holk. in herb. v. T.; - Eelde, De Punt, Oosterbroek, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Meerselo, Lonneker 1891, L. in herb. pr.; Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr. ; 1878, L. in herb. pr. ; J. K o o r n n e e f in herb. Heukels; Berg en Dal, F. J. Bevort; - Huizen 1894, Struyk. in herb. pr.; - Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; — Bergen op Zoom 1874, S. Lako in herb. L.; 1884, Post. in herb. pr.; Gin- neken 1884, Posth. in herb. pr.; heide Gilze-Rijen 1877, L. in herb. pr.; 1879, Posth. in herb. pr.j Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; - Velden, Un. 1893; Ogt. in herb. pr.). Bovendien: Drente op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Vaassen, Hoen- 362 GENISTA. derloo, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Winterswyk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); - langs de Zoora, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349 en in herb. Ogt); Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Middelaar, Lac. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld by Dodoens (1618), de Lobel. 309. G. tinctoria L. In zandige boschrijke streken, hier en daar misschien als overblijfsel van vroegere culturen. "£>• Juni — Sept. In Herb.: Texel 1860, Lac; Koog op Texel 1868, Oosteind 1868 en de Westen aldaar 1869, Holk.; Meent op Texel 1867, J. P. Huizinga; Midsland Terschelling, U n. 1886; Buren op Ameland, B r u i n s- ma en Hinxt; Ameland, Bruinsma; — Ooster- broek, Strat.; 1852, v. H.; - Deventer 1846, v. Gron.; Diepenveen 1845, T.; 1876, K.; Zwolle, Wtt.; Berkumerbrug bij Zwolle 1883, L.; Vilsteren 1865, H. d. V.; Brugt 1868, v. d. Scheer; Bergentheim by Hardenberg 1893, en tusschen Losser en Olden- zaal 1891, L.; - Voorst 1899, K. A.; Zutphen 1833, Wtt.; halte Warken 1886, V.; Doetinchem, v. d. Souw; tusschen Doetinchem en Zeddam 1897, K. A.; Slangenburg bij Doetinchem 1900, K.A.; Didam 1856, Lac; Hoog Keppel 1899, K. A.; Uilenpas bij Hum- melo 1833, Wtt.; 1882, K. A.; Epe 1864, S.; Ooster- meent by Harderwyk en Harderwyk, R. B. ; Klaren- beek 1899, K. A.; Nijmegen, Hoffm.; Abel. en Pas; Neerbosch 1850, Th. Abel.; Wychen, B.; Grint- weg naar Grave over het huis den Duikenburg by Nymegen 1850, Th. Abel.; Renkum 1897, V; - Emelaar by Hoogland (wie?); — Grafelykheidsduin 1870 en Castricum 1870, H. d. V.; Wyk aan Zee 1834, v. d. B.; Kerb.; 1835, Mb.; Breesaap 1833, S. S.; 1839, Buse; v. d. T.; v. H.; 1840, Buse; Velsen, V. Z.; R. B.; 1848, 0.; - Noordwyk 1848, Perin;- Groot Deuteren en Vlymen, v. Hov.; Nuenen 1850, GENISTA. 363 v. Hov.; Grave 1840, Lac; — Pietersberg bij Maas- tricht 1864, A. W.; 1892, de Haas; Amstenrade 1864, H. d. V. (Borculo, Mej. G. J. Kerbert; Arnhem, Mej. A. A. L. Pelgrim in herb. Heukels; Brummen 1899, Enghuizen 1898, K. A. in herb. pr.; — Alfen, Jhr. E. Everts in herb. v. Tuinen; - Baardwijksche overlaat, H. A. van Roessel.) Bovendien: Dalfsen, Kros (Arch. 1. IV. p. 197); — Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Heem- stede, — 's Gravenhage, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); — Geulem, Lac. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld by Pelletier en Munting; Heemse, Gorter; Gaasterland, Fl. Fris. 310. G. germanica L. In boschrijke streken. ~£. Juni. In Herb. : Heide tusschen heb Aardhuis en Meer- veld onder Apeldoorn 1882, en Soerensche heide 1882, K.A.; Hoenderloo 1879, K.A.; Un. 1890; in de dennenbosschen te Groesbeek 1839, B.; — St. Maartensberg by den Plasmolen 1897, G. en V. 311. G. anglica L. Op vochtige heiden en in veenstreken. t>. Mei—Sept. In Herb. : Texel 1860, Lac; Hoorn en Midsland op Terschelling, Holk.; Midsland 1896, V.; Terschel- ling 1886, Wouters; 1887, V.; Hallum en Ballum op Ameland 1868, Holk.; Ameland 1896, V.; - Wolvega, Bergsma; Bergumerheide, Hinxt; 1849, S.; Bosch bij Kuikhorne 1864, J. M. de Boer; — Groningen, v. H.; Harendermolen, Strat. — Weer- dinge 1859, Lac. en S.; Hoogeveen 1865, H. d. V Ane, Gramsbergen 1859, L a c en S. ; Meppel, v.Hep — Deventer, Romb.; Halbertsma; 1876, K Borne 1891, L.; tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop; Hardenberg 1853, Kros; — Gorssel 1845, v. d. T.; 1888, C. v. d. Broek; Hengelo 1863, H. d. V.; Dieren, M. D.; Rouwenberg brj Rheede, 364 GENISTA. v. H.; Ruurlo 1884, Ens.; Voorst 1846, S.S.; 1846, de Vriese; Hoenderloo, Un. 1890; Harderwijk 1832, J. Valk; 1866, R. B.; Hulshorst 1850, R. B. tusschen Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; 1891, Garj. Nymegen, B.; Abel. en Pas; Beek, N. en Th Abel. ; 1853, 0.; Renkum, Buse; Spoorbaan Culem borg 1899, C. A. Backer; - Amersfoort, R. B. 1863, Coll. Nat.; Amerongen 1863, H. d. V.; tus schen Driebergen en Woudenberg, E. B. Asscher Driebergerbosch 1865, Kniittel; Driebergen 1833 Wtt.; 1871, Hoek; Ryzenburg 1859, R. B.; Doorn Fockema; Darthuizerberg 1847 en 1851, 0.; tus schen Zeist en Driebergen, Reims?; Zeisterbosch 1863, Coll. Nat.; Zeisterheide 1842, Wenck; Zeist, W. en K.; 1851, 0.; de Bilt 1839, Lac; v. d.T.; - Blaricum 1842, de Vriese; Laren 1843, Tilanus (P. N. S.); Hilversum 1877, Boerl.; Naarden 1864, 0.; Overveen, v. H.; Bloemendaal 1836, Buse; Bergen, Kerb.; S. S.; 1835, Mb.; 1870, H. d.V.; Pet- terduin 1870, H. d. V.; Zwanenwater 1899, Struyk.; tusschen Schoorl en Bergen 1886, V.; — duinen Katwrjk 1899, Jongm. ; 's Gravenhage, G. B. ; Eiken- duinen 1836, Buse; 1840, B. W.; Un. 1851; Exc. 1883; 1895, Barger; duinen 's Gravenhage, V. Z.; Loosduinen, Destree; — tusschen Zelsate en Zuid- dorpe 1845, B. W.; St. Jan Steen, B. W. en v. d. B.; — Mastbosch bjj Ginneken 1876, 0.; Ulvenhoutsche bosch, v. A.; Terheijden 1882, V.; Breda, v. R. (herb. v. H.); Loon op Zand, Thomson; Vuchtsche heide en Rosmalen 1846, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; v. d. B.; Boxmeer, Un. 1853; Deurne 1871, Lac; — Maas- tricht, v. Hov.; tusschen Ambjj en Rothem 1894, V.; Meerssen 1864, H. d. V. (Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; Kippenburg in Gaasterland 1864, Holk.; heide by Suameer 1869, v. Tuinen in herb. pr.; - Haren 1863, Holk. in herb. v. Tui- GENISTA. 365 nen; Eelderwolde, Paterswolde, Anlo, R. de Boer en H. Kooi; - Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; Culemborg, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; Apeldoorn 1850, K. A. in herb. pr.; Beekhuizen 1894, Ogt in herb. pr.; - Leersum 1887, Struy k. in herb. pr.; — Overlangbroek, J. W. Kennephaas; — Bussum, J. Koornneef; — Bodegraven, J. C. Ceton; - Kruisland, F. Jans- sens in herb. Heukels; Liesbosch by Princenhage 1901, Posth. in herb. pr.; Gilze-Rn'en 1877, L. in herb. pr.; Oisterwyk 1894, Ogt. in herb. pr.; Boxtel, A. C. J. v. Goor in herb. pr.). Bovendien: Veen Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III, p. 422); - Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 194); Koevorden, Emmen, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Steenwykerwolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Hasselo, Borne, Langelo, Oldenzaal, »U n. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - tusschen Winterswyk en Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Vaassen, Hoenderloo, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); — tusschen Schoorl en Bergen, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Eikenduinen, Westland, v. E. (Arch. 2. I. p. 375) ; - Woensdrecht, langs de Zoom, CJn. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Hoogerheide, Un. 1860 (Arch. 1. V*. p. 232); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Vel- den, Arcen, Oostrum, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Gennep, Geulem, Lac. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld bij Pelletier, Knrjf, Vorstius, Munting en Bruman en voor Kampen in Prodr. Ed. I. p. 59. 366 CYTISUS. LUPINUS. ONONIS. Cytisus Tourn. 312. C. sagittalis Koch. (Genista sagittalisL.). Opdroge weiden, in boschrijke streken. Plant uit de berg- streken van Midden- en Zuid-Europa ; nu en dan in noordelijker gebied ingevoerd. "£. Mei—Juni. Niet in herb. , doch afgebeeld in Flora Batava Dl. XVII. Pl. 1312, als gevonden in Zuid-Limburg. Lupinus Tourn. 313. L. luteus L. Zuid-Europeesche plant, omstreeks het midden der 19e eeuw voor het eerst als cultuur- plant aangewend en nu algemeen voor groen- bemesting vooral op zandgronden gebruikt. 0. Juni—Sept. In Herb. : Terborg 1878, K.; — tusschen haver verwilderd by Haamstede, Un. 1894; - Eindhoven 1886, V. (Nymegen 1893, F. J. Struykenkamp, in herb. pr.; — Waalre, P. Sloots in herb. Heukels). Bovendien: Op hooge zandgronden om Nymegen, b. v. Heumen, Overasselt, Hatert, Groesbeek, Meer- wyk enz., Th. Abel. (Arch. 2. II. p. 200); - Woens- drecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Venlo, Blerik, Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310). Subtrib. Anthyllideae Koch. Ononis L. 314. O.spinosa L. Langs wegen en dijken, vooral op kleihoudenden bodem. %. Juni—Sept. In Herb.: Texel 1857, Coll. Nat.; Burg op Texel en "Hoorn op Texel 1869, Holk.; 'Midsland, Un. *) Met witte bloemen. ononis. 367 1886; Hollura 1865, H. en W. Albarda; Rottum 1898, Schipper; — Franeker, Bergsma; Leeuwar- den, v. H.; Workum 1862, en Wommels 1863, J. M. de Boer; Giekerk en Roodkerk 1849, S.; — Hoog- Watum 1856, S t r a t. ; Leutingewolde 1895, S a n d e r s ; Delfzijl, G. Staggemeyer; — Gramsbergen 1853, Kros; 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; — Kampen, R. B.; 1869, Hoek; T.; Zwolle 1846, S. Schutte; Hoevenbrug by Zwolle 1892, en Vollen- hove 1893, L.; Wilsum 1853, T.; Deventer, Romb.; Halbertsma; Diepenveen 1876, K. ; Wrjhe 1842, Tilanus (P. N. S.); - Harderwyk, R. B.; haven Nijkerk 1895, Garj.; Zutphen. Fockema; 1881, C. v. d. Broek; G. B.; 1839, Romb.; 't Joppe 1832, (D.S.?); Leesten 1850, Groneman; * Leesten en Vierakker, Groneman; Baak bjj Zutphen, M. D. ; * de Steeg 1863, H. de V.; "Rheede 1837, 1838, Buse; Brummen 1833, Wtt.; Lochem 1865, 0.; * Arnhem 1863, H. d. V.; Thomson; * tusschen Elst en Wa- denoyen, v. d. T.; 1836, D. S.; Nymegen, B.; herb. Kipp; N. en Th. Abel.; Dz.; * Lent, Th. Abel.; tusschen Nijmegen en Ubbergen, v. d. T. ; Griend te Weurt (als hircina), N. en Th. Abel.; " Weurt 1849, Th. Abel.; 1847, G. Deijn.; Beek, S. S.; Herwynen 1859, S. ; Wageningsche berg 1882, K. ; Renkum, Buse; Culemborg, H. S.; — Wijk bij Duurstede 1857, Kniittel; Kromme Rijn tusschen Hardenbroek en Kothen, v. d. T.; Houdringen 1834, D. S.; Schalkwyk 1827, Wtt.; de Bilt, D. S.; Eem by Soest 1895, en Amersfoort, Garj.; — Naarden 1864, 0.; 1874, Boerl.; Wieringen 1856, Lac; Petterduin 1870, H. d. V.; Velsen, Buse; Breesaap, Kerb.; — Leiden, Perin; 1832, S.S.; de Vriese; Mb.; 1835, Wtt.; 1838, Buse; Dz.; Haagsche Schouw, Pierot; 1880, B.W.; Katwijk 1842, en 1843, 0.; Scheveningen, Destree; 's Gravenhage, V.Z.; Ryswyk 1866, H. d. V.; 's Gra- vezande, V. Z.; 1870, H. d. V.; Hoek van Holland, 24 368 ononis. Destree; Barger; Rotterdam 1850, 0.; Eiland Ro- zenburg, Stortenbeker; Dordrecht 1878, Posth. ; 1881, V.; '1883, C. v. d. Broek; * Brielle 1894, V.; Vianen, v. H.; - Zuid-Beveland 1838, en '1842, en Oosterhavendyk Goes 1840, v. d. B.; Vrouwen- • polder, B. W.; Zoutelanden 1873, L.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buysman; Zeeuwsch Vlaan- deren 1862, en Aardenburg 1861, A.W.; - * Zwa- luwe 1882, V; Werkendam 1835, en * Molendyk te Beest 1837, Lac; Orte, v. Hov.; Hervensche dijk bij 's Hertogenbosch , v. Hov.; * Engelen; Fort Crevecoeur 1847, v. Ho v.; Stationsterrein Waalre 1901, v. Roessel; — St. Pietersberg, v. Hov. ; * Maas- tricht, Gulpen, Un. 1861; Mesch 1885, K. en G.; Gronsveld 1884, Lindo; Meerssen, Un. 1861. (}. mitis L. In Herb.; Beek bij Nymegen 1833, Wtt.; - Velsen 1835, B. W.; duinen bij Overveen 1834, de Vriese; — Noordwykerhout 1845, B. W.; Haagsche Schouw, (B. W.?); Valkenburg, Kerb.; 's Gravenhage, V. Z.; — duinen bij Vlissingen 1880, Buijsman. (St. Nicolaasga 1865, Holk.; tusschen Oldeboorn en Akkrum 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; Mur- merwoude, Akkerwoude, J. Botke en J. de Groot; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; - Hattem 1869, v. Tuinen in herb. pr.; - Gors- sel 1897, Struyk. in herb. pr.; Voorst 1876, 1882, en Apeldoorn 1885, K. A. in herb. pr. ; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Ryswyk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels; Wamel by Tiel, Posth. in herb. pr.; Zand Spoel Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; — Rhenen 1887, Struykenkamp in herb. pr.; — Huizen 1899, Koning in herb. pr.; — Willige Langerak, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Uselmonde, W. H. Wachter en P. Jansen; Rotterdam, F. D. J. ononis. 369 Risch; Numansdorp, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Woudrichem 1885, J. J. Smith in herb. Costerus; Lekdyk by Everdingen 1844, Alpherts in herb. pr. — Oudelande, L. B. v. d. Slikke; IJzen- drjke, P. J. Roosendaal; Waarde, M. v. Weele; Middelburg, Mevr. Snellen, alle inherb. Heukels; Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr.; "1877, L. in herb. pr.; - Sleeuwyk, Biesbosch, Aalburg, Poeder- oyen, Beusichem, Schalkwyk, Everdingen, Werkho- ven, C. A. Backer, tendeele in herb. Heukels; Langs de Maas te Venlo 1896, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); — tusschen Nieuwe Wetering en de School te Tongeren, tusschen Heino en Wyhe, Un. 1888 (Arch. 1. V. p. 407); - Nybroek, K. A. (Arch. 2. III. p. 182); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403) ; Winterswyk, Varsseveld, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); Beek, Lent, Bemmel, Beuningen, Mook, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 268); - Petten, Castricum en Egmont, Bennebroek in een weiland op afgezan- den duingrond, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); Urk 1884, S. (Arch. 3. I. p. 319, 324); — Scheveningsche duinen, de W. H. (Arch. 2. II. p. 120); Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2 III. p. 116 en VI. p. 110); Haamstede, Renesse Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Bergen op Zoom Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Ouden bosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2 V. p. 544); Blerik, Hamert Un. 1893 (Arch. 2. VI p. 570); St. Pietersberg, Gronsveld, Roermond, Un 1861, Sittard, tusschen Beek en Valkenberg, Maas tricht, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenberg Un. 1883; * Gulpen, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p 310). 370 ONONIS. Voorts vermeld door Pelletier, Kny f, Vor stius, Munting en Bruman. 315. O. repens L. (0. arvensis Fl. B. S. p. 522). In zandige streken, vooral in de duinen. 2J.. Juli- Aug. /?. mitis G-mel (= (0. maritima; 0. repens Fl. B. S. p. 522). In Herb. : den Hoorn op Texel 1860, Lac; 1869, Holk.; Texel 1866, D. Huizinga; Vlieland 1858, Lac; Ameland, Bruinsma en Hinxt; Nesserduinen op Ameland 1869, en Schiermon- nikoog 1867, Holk.; — Hunnerberg bij Nijme- gen 1847, Th. Abel.; Nijmegen, B.; Gelderland, Hoffm.; - Haarlem 1842, Tilanus (P. N. S.); v. H. ; Haarlemmerduinen, v. H. ; Overveen 1839, Buse; v. d. T.; Aardenhout 1843, de Vriese; Splitg. ; Bloemendaal 1845, 0.; tusschen Bloe- mendaal en Brederode 1840, Romb.; Meerenberg 1868, v.T.; 1870, Hoek; Velserend 1871, Boerl.; Zandvoort, V. Z.; Velsen, M. D. ; Breesaap, V. Z.; Vogelenzangl871, Barnaert van Culemborg; - Hillegom 1845, 0.; Noordwijkerhout 1858, S. en v. d. B. ; Katwijk, Broers; Perin; Leiden 1835, Mb.; Persijnspan, Perin; Groot Berkhey 1833, S.S.; Wassenaar, Pierot; 1832, S.S.; Dz.; Waalsdorp 1842, v. Hov.; duinen 's Gravenhage, G.B.; 1834, v. H.; 1895, R. B.; Scheveningen, Un. 1851; 1883, C. v. d. Broek; 1884, V.; Destree; 1895, R. B.; Loosduinen 1851, en ter Heide 1851, T.; Hollandsche duinen, Forsten; — Haamstede 1887, L. ; Walchersche duinen 1839, en 1840, v. d. B.; duinen Vlissingen 1863, A. W.; Wemeldinge 1840, v. d. B. (Vechten, W. C. v. Embden; — tusschen Zand- poort en IJmuiden 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; tusschen Beverwyk en Wrjk aan Zee 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; — Monster 1886, Struyk. in liorb. pr.j Rotterdam, H. v. d. Linden ONONIS. 371 in herb. Heukels; Oostvoorne 1894, Posth. in herb. pr. ; duinen Domburg 1892, Ogt. in herb. pr.; Middelburg, Mevr. Snellen in herb. Heukels; Zoutelande 1881 , L. in herb. pr. (als 0. maritima) ; — St. Pietersberg 1892, de Haas in herb. pr.; Epen 1883, L. in herb. pr.). Bovendien: *) Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 255); - Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Callantsoog, Petten, Velsen, Haarlem, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Voorne en Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 110); - Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Meerssen, Gronsveld, Elsloo, Valkenberg, Sittard, Maastricht, Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310); tusschen Eysden en Rykholt 1885, K. en Gt. (Arch. 2. V. p. 7). Voorts vermeld bij Pelletier en Vorstius. De opgaven voor de hoofdsoort in de vorige editie van den Prodromus n.l. Nymegen Dz. enCulemborg vindt men onder 0. spinosa terug. De eenige ver- melding der hoofdsoort vind ik by Lako, die haar voor Epen vermeldt aldaar verzameldin 1883; ik heb dit exemplaar echter niet gezien. [Aanm. : Het is mjj uiterst moeielijk gevallen aan het Herbariummateriaal 0. spinosa en 0. repens te scheiden. Het eenige kenmerk dat schijnt te beslissen over deze soorten bestaat in de lengte van de peul, die bjj 0. s p i n o s a grooter dan de kelkslippen of even groot als deze is, bij 0. r e p e n s daarentegen kleiner. Het eenige vruchtexemplaar in het stam- herbarium van 0. r e p e n s is af komstig van den Heer T h. H. A. J. A b e 1 e v e n, gevonden btf het opgaan van den Hu- nerberg over de Looijerij, aan den weg naar Ubbergen bjj Njj- megen. Hier zijn inderdaad de peulen korter dan de kelk- slippen, doch de takken hebben de typische beharing van 0. spinosa; zelfs de jongste takken z\jn eenzijdig behaard. *) Opgaven als 0. r e p e n s, zonder vermelding van varieteit. 372 ononis. De plant was volgens mededeeling van den Heer Abeleven kruipend en sch^jnt dus ook hierin met 0. repens overeen te stemmen. De beschrijvingen van 0. repens vermelden alle bjj dezen een ver-kruipenden wortelstok, b\j 0. s p i n o s a wordt nergens van den wortel gesproken, het oude bezwaar btf bijna alle beschrijvingen van naverwante soorten. Ik geloof dat 0. spinosa en 0. repens werkeljjk de- zelfde soort zyn, doch slechts verschillende vormen, waar- schynlyk afhankelijk van de bodemgesteldheid. Volledig materiaal en nauwkeurige onderzoekingen zyn voor eenjuiste appreciatie dezer soorten hoogst noodzakelyk. Volgens het herbarium-materiaal schjjnt btf ons te lande van 0. repens alleen de doornlooze vorm voor te komen, behalve de hier- boven genoemde uitzondering, terwjjl ik sommige andere onbewapende vormen, wat beharing en groeiwyze betreft, onder 0. spinosa heb gerangschikt als var. mitis L. Ik wensch echter de aandacht op deze beide soorten te vestigen en geef hierom ten slotte de onderverdeelingen, zooals die in Lange's Haandbog p. 822 voorkomen, die naar m\jne mee- ning deze soorten op de meest kritische wijze heeft onder- scheiden. 0. campestris Koch et Ziz. Stengels recht of opsrijgend, evenals de gedoornde takken eenzydig klierig-dunharig, bladen enkelvoudig of drietallig, ljjn- of lancetvormig-ovaal, scherp getand, nimmer glad; steunblaadjes ei-lancetvormig; bloemen alleenstaande in de bladoksels, de hoogere tot een tros vereenigd ; peulen even lang als of langer dan de kelk; zaden 2—4 ruw puntig. Kroonbladen rozenrood met witte kiel, zelden geheel wit. /?. microphylla P. Nielsen Msc. Doorns zeer zwak. Bladen klein, lijn-lancetvormig, minder gezaagd. y, villosa Knuth. Stengels alzydig behaard. 0. procurrens Wallr. Wortelstok kruipend, stengels neer- liggend of opsrijgend, alzydig door kleverige haren behaard ; takken meestal gedoornd ; bladen enkelvoudig of drietallig, blaadjes breed-ovaal, getand, klierharig, aan de ondervlakte vlak ; steunblaadjes breed-eivormig ; bloemen alleenstaand in de bladoksels; peulen korter dan de kelk, 2— 4zadig; zaden als by de voorgaande soort evenals de bloembladen. Zeer veranderlyke soort, waarvan de belangrijkste vor- men zijn : /?. mitis (0. spinosaa. L.). Takken zonder doorns; bloemen dikw\jls b\j paren byeen. y. spinosissima Lange. Doorns krachtig, vaak ver- takt; bladen rond-ovaal, evenals de bloemen kleinerdan ONONIS. ANTHYLLIS. 373 hij a, (= 0. arvensis /?. spinescens Ledeb. = 0. pseudohircina Schur.). Hiervan is onderscheiden 0. r e p e n s L. hoewel deze door de meeste schrtjvers als synonym wordt beschouwd met 0. procurrens "Wallr. (Cfr. L a n g e Vid. Selsk. Overs. 1873 p. 109). Deze laatste in geheel Europa alge- meene soort werd door Linnaeus deels gebracht tot Oi arvensis, deels tot 0. s p i n o s a, terwijl de echte 0. repens door Linnaeus aangegeven van Engeland, meer algemeen wordt gevonden langs de zandige kusten der Atlantische Oceaan (Belgie, West-Frankrijk en Noord- Spanje : Nederland noemt L a n g e niet) en zich wezenltfk onderscheidt door de geheel neerliggende, doch nimmer kruipende, meer kleverig behaarde stengels, omgekeerd eivormige of ovaal-cirkelronde, aan den top eenigszins uit- gerande, scherper getande bladen met sterk uittredende nerven, met kleinere bloemen en kortere kelkslippen, die gelyk aan of korter dan de peulen zn'n. 0. hircina Jacq. Stengels opgericht of opstijgend, even- als de doornlooze takken alz\jdig kleverig behaard; bladen drietallig; blaadjes elliptisch-ovaal, getand; steunblaadjes eivormig: bloemen by paren in de bladoksels, tot trossen opgehoopt aan den top der stengels en der overige takken; peulen korter dan de kelk, 4—5 zadig; zaden als bjj de vo- rige soorten. In alle deelen grooter dan de voorgaande. De geheele plant kleverig behaard met een onbehagel\jke geur. Kroon- bladen als by de vorige soorten. Wisselt af met enkelvou- dige bladen. Het schjjnt mtf toe dat een nader onderzoek onzer inland- sche Ononis-soorten naar levend materiaal zeer gewenscht is. Anthyllis L. 316. A. Vulneraria L. In droge, zandige streken, gaarne op leem- en kalkhoudende gronden; in soramige streken buiten ons land als voedergewas gekweekt. %. Juni—Sept. In Herb.: Hoorn op Texel 1860, Lac; Texel 1866, D. Huizinga; Ameland (algemeen) 1897 V.; Schier- monnikoog 1867, Holk.; 1897, V.; Rottum 1896, Schipper; - Diepenveen 1850, R. B.; 1878, K.; - Zutphen, herb. v. A.; Station Oosterbeek laag 1897, 374 ANTHYLLIS. V.; Nijmegen, B.; Oosterhoutsche bosch 1844, 1847 en 1849, Th. Abel.; - Haarlem 1841, de Vriese; 1843, 0.; v. Heijn.; Zandvoort, v. d. T.; Overveen 1871, Hoek; 1842, D. Bierens de Haan (P. N.S.); Bloemendaal, V. Z.; Kerb.; 1835, Buse; Velsen, v. H.; 1848, T.; Velserend 1842, v. H; Zomerzorg, M. D.; v. d. T.; Schoorl 1881, B. Jelgersma; Spoor- drjk Enkhuizen 1895, Sanders; - Noordwijk 1876, 0.; duinen Leiden 1835, Wtt.; Katwyk 1825, de Vriese; 1828 en 1830, Wtt.; v. d. T.; v. H. (zeld- zaam); 1832, S. S.; Pierot; 1835, Mb.; 1836, Lac; 1836, v. d. B.; 1837, Buse; 1839, B. W.; Wassenaar, Dz.; Mb.; 1856, S.; Perin; Waalsdorp, V. Z.; Sche- veningen, Un. 1853; HS. (Coll. Nat); 1861, de Br.; 1884, V.; Destree; duinen bij 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; 1854, v. H. Jr.; R.B.; ter Heide, Un. 1851 ; Nieuwland achter 's Gravezande 1845, v. d. T. ; weiland bij Louterbloemen onder Dubbeldam 1884, V.; Rockanje, Exc. 1884; — Walcheren, G. v. Hen- nekeler; 1840, v. d. B., Westkapelle 1841, v. d. T.; Koudekerke 1863, B. W.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buijsman; — 's Hertogenbosch, v. A.; Hoe- ven, de Haas; — Venlo 1901, Rieter; Watersleij- hof by Sittard 1896, G.; Beek, 1872, Lac; Un. 1883; Beek-Elsloo, Un. 1883; Keutebron 1889, V. /?. polyphylla. Een vorm afkornstig uit Boheme, Istrie, Neder-Oostenrijk en Moravie, naar het schijnt hier uit Sicilie ingevoerd. In Herb. : Apeldoorn. Op met Sumacafval be- mest klaverland 1877, K. A. (Midsland op Terschelling, J. B. Tijm; — Leens, J. Borgman; — de Bilt, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — duinen Castricum 1883, Hein- sius in herb. pr. ; tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee 1887, J. J. Smith, Stationsemplacement Kwa- dijk 1887, Costerus in herb. pr.; Wijk aan Zee, A. C. J. v. Goor inherb. pr. ; Noordwijk 1900, en Kat- ANTHYLLIS. 375 wijk 1885, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Oostvoorne 1878, K.A. in herb. pr.; 1894, Posth. in herb. pr.; - duinen Domburg 1891, Ogt. inherb. pr.; Mevr. Snellen in herb. Heukels; Zoutelande 1874, L. in herb. pi\). Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V. p. 229 en 256); - Hunerberg bij Ooizicht, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 269); - Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. 1. p. 271); Callantsoog, Petten, Castricum, Vogelenzang, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); Parkweg Amsterdam 1890, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 688); - Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2.1. p.375); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - St. Pietersberg, Un. 1861; 1885, K. en G.; Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 8). Voorts vermeld brj Dodoens, Lobel, Pelletier en Munting. [A a n m. : De meeste exemplaren en alle, die aan de kust gevonden worden, behooren tot de var. maritima Schweigg. Volgens Kerner Schedae II. p. 13—19 zou men bjj ons de volgende varieteiten kunnen aantreffen : a. VulnerariaL. Stengel over de geheele lengte op tnjna gelyke afstanden met bladen bezet, bovenaan evenals de bladonderzijde aangedrukt kort grtjs zpeachtig behaard; omwindselbladen iets korter dan dehoofdjes; vruchtbegin- sel eivormig, 2maal langer dan breed, met recht afstaande, zacht zjjdeachtige beharing; bloemen dikwjjls met bleek- gele vlag en vleugels en purperen kiel; vleugelschyf7m.M. lang, het middenveld eivormig; peulen geljjkmatig gezwol- len, 5 m.M. lang. b. p o 1 y p h y 1 1 a Kit. Stengel recht, tot 50 c.M. hoog, over de geheele lengte op gelijke afstanden, doch rjjkelyker dan by a bebladerd, aan het onderste derde deel afstaand ruw- harig, bovenwaarts door aangedrukte en afstaande haren witviltig; stengelbladen van onderen afstaand-dichtwollig; omwindselbladen even lang als de hoofdjes; vruchtbeginsel lang, weinig gezwollen, bgna buisvormig, meer dan twee- maal langer dan breed, afstaand dicht witwollig; kleur der bloemen wisselend als bij a; bloembladen nu eens alle goud- 376 ANTHYLLIS. MEDICAGO. geel, dan weer van lichter of donkerder roode kleur, vooral de vlag en vleugels vaak bleekgeel en de kiel aan den top donkerrood; vleugelschyf 6 m.M. lang en 5 m.M. breed, middenveld rondachtig ; peulen slechts boven de zaden sterk gezwollen. Verspreidingsgebied hierboven reeds vermeld. c. maritima Schweigg. Stengels dunner, dikwyls 60 c.M. hoog, behalve de wortelbladen bovenaan nog 3—4 bladen dragend, meestal zeer vertakt, met talrjjke, vaak kleine hoofdjes, evenals de bladonderzjjden grys zvjdeachtig be- haard; wortelbladen bvjna enkelvoudig ; blaadjes der sten- gelbladen smaller dan by a; kelk ongekleurd, wit wollig; bloemen zuiver geel. d. vulgaris Koch. Stengels meest 10-30 c.M.hoog, bochtig opst\jgend, krachtig, slechts aan het benedeneinde van 1—2 bladen voorzien of ook over de geheele lengte naakt, zwak z\jdeachtig grijs. Bladen van boven kaal, onderwaarts aan- gedrukt behaard ; kelk wit, door korte aangedrukte haren glanzig, b\j vruchtrijpte lang eivormig; kroonbladen in de meeste gevallen geel of goudgeel; vlagschyf iets korter dan de nagel, 7—8 m.M. lang en 5—6 m.M. breed, het midden- veld eivormig, de opgebogen rand 2 m.M. breed. L a n g e (Haandb. p. 825) vermeldt nog eene varieteit : stenophylla. Blaadjes alle even groot, lynvormig, aan de onderztfde evenals de stengel zacht en aangedrukt zy- deharig. e. Dillenii Schultes (A. vulneraria y. rubriflora D.C.) als volgt beschreven: „Plant geljjkend op de var. c. ; stengel rechtop, dun, stjjf, slechts aan de onderste helft bebladerd, nu eens lager, dan hooger; kelk van voren steeds vuil violet, recht en af- staand fijnharig; bloemen meestal bloedrood; vlagsch\jf iets korter dan de nagel, 5-6 m.M. lang, 3-4 m.M. breed, haar opgebogen rand slechts 1 m.M. breed." Zy wordt opgegeven van de Oostenrjjksche kustlanden, Rheinpaltz en het groothertogdom Hessen, doch wordt ook opgegeven door Lange op Bornholms Oostkust. Ofschoon onwaarschynlyk, zoude deze varieteit ook b\j ons kunnen aangetroffen worden. Subtribus Trifolieae Koch. Medicago L. 317. M. sativa L. Zuid-Europeesche plant, doch vaak als MEDICAGO. 377 veevoeder verbouwd en hierdoor allerwege ver- wilderd. %. Juli—Aug. In Herb. : Eierlandsche polder op Texel 1869, Holk.; molen op Vlieland 1858, Lac; — Midwolde, en klooster ter Apel, Strat.; — Deventer 1897, V.; Kampen 1854, R. B.; station Wijhe, Un. 1888; - Harderwyk 1865, R. B.; Epe 1864, S.; Zutphen 1877, K.; station Oosterbeek laag 1897, V.; Nieuwe haven Nijmegen 1874, en Hees bij Nijmegen, Th. Abel.; 1880, Posth.; Beuningen, B.; Broers; - Amers- foort 1894, Garj.; de Bilt 1835, D. S.; Blauwkapel, C. A. Bergsma; — Amsterdam 1875, en Ooster- doksdyk de Liefde 1844, Lac; Fl. Amst.; Pe- troleumhaven by Amsterdam 1897, V.; Enkhuizen 1895, Sanders; Haarlem, v. d. T.; Berkenrode 1877, v. E.; Groot Bentveld, v. d. T.; — Leiden, de Vriese; R.B.; 1847, 0.; Zijl bij Leiderdorp 1840, B. W.; Zoe- terwoude 1898, V.; kanaal Katwyk, Wtt.; 1833, S. S.; 's Gravenhage, en Scheveningsche weg, V. Z.; Hoek van Holland, Barger enCool; 1882, P. L o e f f ; 1894, Destree; Dordrecht, Lac; — Zuid-Beveland, en Westerscharre 1833, v. d. B.; Middelburg meel- fabriek 1896, en Vlissingen 1893, L.; station aldaar 1880, Buysman; - Werkendam 1886, en Woens- drecht 1884, V.; - Beek, Un. 1883; Gulpen 1871, Lac (Prins Hendrik polder Texel 1894, V. Suringar in herb. pr.; - Voorst 1892, K. A. in herb. pr.; Elst, A. H. Blaauw; Rijswyk (Gld.), B. J. v. Wa- gensveld; Berg en Dal, F. J. Bevort; Culemborg, C. A. Backer; - Vechten, W. C. v. Embden in herb. Heukels; tusschen Abcoude en Baambrugge 1899, A. C. J. v. Goor; Sparendam, C. A. Backer; IJmuiden, Mej. G. J. Kerbert; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; H. v. d. Linden; F.D. J. Risch in herb. Heukels; station Zwyndrecht 1886, en Goes, Posth. inherb. pr.; IJzendijke, P. J. 378 MEDICAGO. Roosendaal inherb. Heukels; Koudekerke 1874, L.; Oostkapelle 1877, Frederiks in herb. L.; - Sleeuwijk, Werkhoven, C. A. Backer inherb. Heu- kels; Opslag onderste molen Venlo 1899, Rieter in herb pr.; Schaesberg 1893, V. Suringar inherbpr.). Bovendien: Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 211); Oosterhoutsche bosch bij Nijmegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 269); - Abcoude, E. B. Asscher (Arch. 1. I. p. 442); - Brederode, v. E. (Arch. 2. III. p. 419); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 116, VI. p. 110); - Bergen op Zoom, Un. 1896 Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Baarle, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570). * M. media P. (M. falcata X sativa). Bastaard, som- tijds even als M. sativa gekweekt en verwilderd langs dijken en wegen. %.. Juni — Sept. In Herb.: Station Wyhe, Un. 1888; - Brons- bergen by Zutphen, Un. 1897; station Culemborg 1899, C. A. Backer; -? Amersfoort 1895, Garj.; - havendijk Goes 1848, v. d. B.; Wilhelminadorp Z.-Bevel. 1841, v. d. T.; - Klopperwaaad Werken- dam 1886, 1887, V.; - Venlo 1899, Garj.; St. Pie- tersberg bij Maastricht 1885, K. en G. (Zutphen 1888, L. en Ensink in herb. L.; Nijme- gen P. v. d. Burg, Heukels in herb. pr.). Bovendien: Vogelschorre, Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 275, ofschoon deze opgaaf later niet meer voorkomt. Arch. 2. III. p. 116). 318. M. falcata L. Aan wegen, op droge, grazige plaatsen. 2J.. Juni—Aug. In Herb. : Leeuwarden 1872, Cayaux; — Meppel, v. Herjn.; - Kampereiland 1847, R. B.; 1870, Hoek; Zalk 1844, T.; 1891, Carmiggelt; Kampen 1849, R. B.; Zwolle, Thorbecke; v. H.; 1865, H. d. V.; MEDICAGO. 379 1901, L.; op den weg naar Deventer, v. H. *); Deven- ter, Halbertsma; 1840, Buse; v.H.; Un. 1850; 1876, K.; 1897, V.; Katerveer 1839, v.H.; Wijhe bij Zwolle 1842, Tilanus (P. N. S.); - Zutphen, For- sten; Hoffm.; 1882, C. v. d. Broek; Leerserbosch bij Zutphen, Un. 1897; wallen Zutphen, G. B.; Voorst 1876, K. ; Doesburg 1871, 0. ; Arnhem, H o f f m. ; 1835, de Vriese; 1860, v. H; S.; Thomson; 1897, V.; Nymegen, B.; 1864, v. H; N. en Th. Abel.; Dz.; Ooische waard, N. en Th. Abel.; Vestingwer- ken Nijmegen, N. en Th. Abel.; 1853, 0.; Groes- beek 1900, Jongm.; Lobith 1837, V. Z.; Culemborg, C. A. Bergsma; Redichemsche en Schalkwjjksche waarden 1899, C. A. Backer; Bommel 1833, Wtt.; — Amerongen, C. A. Bergsma; Zandplaat by Wjjk brj Duurstede 1857, Knuttel; tusschen Wijk en Schalkwyk 1833, Wtt.; Amersfoort 1860, R. B.; - Bloemendaal, Kerb.; Bloemendaalsche bosch 1872, Boerl.; Overveen, V. Z. ; — Noordwijk binnen aan den molen naar Noordwijkerhout, Mb.; 1833, S. S.; Noordwijk 1840, B. W.; 1848, 0.; Oud Poelgeest, de Vriese; Leiden 1835, Mb.; 1843, 0.; Wassenaar, v. d. B.; Dordrecht 1882, V. ; Gorinchem, Wtt.; 1864, H. d. V.; Lek by Vianen 1839, v. d. T.; Oud Slijker- veer by Vianen, v. H; 1835, D.S.; v.d. T.; - Wer- kendam 1836, Lac; 1897, V.; Breda, v. A.; Orten- sche schans bij 's Hertogenbosch, v. Hov. ; Asten 1901, Rovers; — Maas te Heijen bij Gennep 1876, Lac. ; St. Pietersberg 1893, de Haas. /?. angustifoliolata Vuyck. Blaadjes lijnvormig; een aangevoerde vorm, die zich met geleidelijke overgangen bij de hoofdsoort aansluit. Juli— Aug. (Cfr. Arch. 3. I. p. 586). In Herb.: Deventer 1897, V. — Lucifersfabriek *) Het etiquet vermeldt: Est eadem quae delineata est in Fl. Batava sub nomine Trigonellae corniculatae, v. H. 380 MEDICAGO. Apeldoorn 1897, K. A.; IJsel btf Doetinchem 1901, des Tombe; IJsel bij Rhederveer 1874, 0.; rech- ter Rijnoever bij Arnhem 1897, V.; — Amersfoort, Garj.; — 's Gravenhage, R. B.; Hoek van Holland 1894, Destree; - meelfabriek Middelburg 1896 en 1898, en haventerrein Vlissingen 1886, L. en Brakman in herb. L. a. (Midsland, J. B. Tym in herb. Heukels; — Olst 1892, Ogt. in herb. pr.; 1901, L. in herb. pr.; — Gorssel 1899, V. Suringar in herb. pr.; Rjjswijk (Gld.), C.A. Backer; B.J. v. Wagensveld; Berg en Dal, F. J. Bevort; Elst, A. H. Blaauw in herb. Heukels; — Rhenen 1886, Posth. in herb. pr.; 1887, Struyk. in herb. pr.; Utrecht, W. C. v. Embden; — Zaandijk, J. F. Wichard in herb. Heukels; Naarden 1894, Struyk. in herb. pr.; Overveen, Haarlem-Schalkwyk, Everdingen, C. A. Backer; Overschie, F. D. J. Risch in herb. Heu- kels; Villapark Venlo 1895, Rieter in herb. pr.). £. Useldjjk bjj Zwolle 1875, v. Tuinen in herb. pr.; — Zutphen 1888, L. en Ensink inherb. L.; — Merwedekanaal bij Nichtevecht, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; dokken Amsterdam, B. Boon; houthaven aldaar, J. Koornneef; stationsemplacement Vlaar- dingen, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; station Sliedrecht 1895, Posth. in herb. pr.; tusschen Andel en Veen 1887, J. J. Smith in herb. Costerus). Bovendien: (a.) Vlieland op puinachtigen grond langs aardappelland aan den voet der duinen 1858, Lac. (Arch. 1. V. p. 77); — Holst aan den IJsel, Ogt. (Arch. 2. VI. p. 322; [drukfout voor Olst?, zie groeiplaats hierboven]); — Hamert, Un. 1893 en in herb. V. Suringar (Arch. 2. VI. p. 570); Elsloo, Lac. (Arch. 2. V. p. 8). 319. M. Lupulina L. Allerwege op grazige gronden langs wegranden en op bouwlanden. 2J.. Juni — Sept. MEDICAGO. 381 In Herb. : Eierland op Texel 1860, Lac. ; Prins Hendrikpolder aldaar 1869, Holk.; Vlieland (zeer zeldzaam) 1858, Lac; — Leeuwarden 1859, S.; Fra- neker, v. H. ; Giekerk 1850, S.; — Groningen 1856, Strat.; — Meppel, v. Heyn.; Assen, * Forsten; 1859, Lac. en S.; Odoorn 1859, Lac. en S.; — Kampen 1844, T.; v. Heyn.; 1849, R. B.; Zwolle 1885, L.; Vechtdyk in Geune by Zwolle 1891, L. ; Deventer 1839, Halb.; 1876, K.; - Harderwyk, R. B.; Zutphen 1849, Gronem.; * Apeldoorn 1872, K. A.; Njjmegen, B.; Th. Abel.; - Utrecht 1837, D.S.; * 1840, Lac; * v.H.; 1851 A. W. Hartm.; 1849, A. W. Hartm. en R. B.; * v. d. T.; tussohen Utrecht en Houten, v. d. T.; Schalkwyk 1833, Wtt.; - Naarden 1864, 0.; Ooster begraafplaats 1867, en 1868, 0.; Amster- dam, Fl. Amst. ; * v. H.; Oosterdoksdyk en het Funen, M. D.; Slooterweg 1845, P. A. Richard; Amstelveensche weg 1836, v. H.; * Amstel by Am- sterdam 1845, Romb. ; Uithoorn 1872, Boerl.; Zaan- dam 1897, V.; Haarlem 1834, Buse; 1871, 0.; Haar- lemmerhout 1840, Buse; Overveen, Exc 1883; Bloemendaalsche bosch 1872, Boerl.; Zandpoort, Buse; Haarlemmermeer 1853, S. en Hartm.; — Noordwyk 1872, Boerl.; Lisse, Exc 1888; Leiden 1832, S. S.; 1833, Wtt; Dz.; 1835, Mb.; B.W.; 1842, 0.; Perin; Pierot; de Vriese (P.N.S.); For- sten; 1854, Kramer; Haagsche Schouw, Pierot; Perin; Vinkweg bjj Leiden 1826, de Vriese; *Kat- wijk, v. H. (villosissima) ; Spanjaardsbrug bij Leider- dorp 1842, 0.; Wassenaar 1873, Boerl; Haagsche bosch, V. Z.; Kerb.; 's Gravenhage, R. B.; Monster, Un. 1851; Delft, v. S. V.; * 1845, de Br.; Rotter- dam 1836, (Miq. ?); tusschen Kralingsche veer en Rotterdam 1901, Jongm.; Dordrecht 1850, M. J. Cop; 1882, V.; Willemsdorp 1884, V.; 1884, C. v. d. Broek; * Gorinchem 1840, Lac; — Zierikzee 1873, P. Schuringa; Zuid-Beveland (als forma gracilis), 382 MEDICAGO. v. d. B. ; Zuid-Beveland 1839, en ■ Wilhelminadorp 1838, v. d. B. ; Kleverskerke 1886, L.; Vlissingen 1880, B u ij s- man; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, Hoek 1853, en St. Kruis 1861, A. W.; - Loopschans Breda, v. A.; v. Rees; Werkendam 1897, V.; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Asten 1901, Rovers; — station Beek, Boerl. (Midsland, J. B. Tym inherb. Heukels; Hollum 1864, H. v. d. Ley; - kerkhof Suameer 1866, v. T u i n e n in herb. pr. ; — Winschoten 1884, S c h i p p e r in herb. pr. ; — Denekamp, J. B. Bernink; Gen- dringen, Mej. M. S. Rust; Arnhem, Mej. A. A. L. Pelgrim; Ryswyk, B. J. v. Wagensveld; Cu-» lemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; de Haas in herb. pr.; Dreeft aldaar 1844, Alpherts in herb. pr.; Overlangbroek, J. W. Kennephaas in herb. Heukels; — Merwedekanaal, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Velsen, Spaarndam, C. A. Backer; — Oegstgeest 1892, V. Suringar inherb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. J. Slingerland; Rot- terdam, W. H. Wachter en P. Jansen; H. v. d. Linden; F. D. J. Risch; - Middelburg 1874, L. in herb. pr.; 1891—94, Ogt. in herb. pr.; Oudelande, L. B. v. d. Slikke; Spykenisse, J. Koornneef; Uzendyke, P. J. Roosendaal; Waarde, M. v. Weele; — Werkhoven, Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Ameland 1854, Dr. Kros (Arch. I. IV. p. 83); al de Noordzee-eilanden, v. E. (Arch. 2. 1. p. 375); - Rolde 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 198); — straatweg tusschen Zutphen en Brons- bergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 614); Zevenaar, Winterswyk, Eibergen, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 220); - Urk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293, 3. I. p. 318 en 324); duinen den Helder, Callantsoog, MEDICAGO. 383 Kennemerland, Velsen, duinen en binnenduinen van Haarlem, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); Beverwijk, H.d. V. (Arch. 2. II. p.69); - 's Graven- hage, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - al de Zeeuwsche eilan- den, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 116, 2. VI. p. 110); — Mallenburg, station Woensdrecht, Un. 1896(Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Venlo, Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); St. Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Epen, Valkenberg, Sit- tard, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, Bunde- Valkenberg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310). [A a n m. : De met * gemerkte planten stellen voor de var. /?. Willdenowiana Bluff et Fingerhut (Bonnigh. Prod. Ed. I. non /?. Fl. B. S.) die aldus beschreven wordt: Steun- blaadjes gegolfd-getand, peultjes klierig behaard, met afstaande gelede haren, vooral aan den voet der vruchten. Een tweede varieteit, onder den naam stipularis Wallr. in Linnaea 14. p. 630 als soort beschreven, nioet zich onder- scheiden door breed-eivormige, getande steunblaadjes. Ik heb echter gemeend deze verscheidenheden niet te moe- ten onderscheiden. 320. M. orbicularis L. Algemeen in de Oostenrijksche kustlanden en van daar vaak ingevoerd in andere streken. ©. Mei — Juni. In Herb. : Op klaverland met uit Palermo afkom- stige Sumac bemest 1877, K. A. 321. M. intertexta Gdrtn. var. echinus Arc. (M. echi- nus D.C.). Zuid-Europeesche plant. 0. Mei— Juli. In Herb.: Amsterdamsche vaart bij Haarlem Juli 1887, P. van der Lijn. 322. M. arabica All. (M. maculata Willd. et Prodr. Ed. I. p. 60). Langs dijken en wegen. Plant van de kusten der Middellandsche Zee en den Atlanti- 25 384 MEDICAGO. schen Oceaan, nu en dan ook meer landwaarts in aangevoerd. 0. Mei—Juni. In Herb.: Groningen, Strat.; — Langenhollenweg bij Zwolle 1992, L.; - Apeldoorn 1872, K. A. (in herb. K. A. van 1852-1896); 1878, K.; - Eem by Amersfoort 1893, Garj.; — Amsterdam, Lac; v. d. T.; 1868, Hinxt; Zeedyk aldaar 1858, Romb.; Oos- terdoksdijk 1846, M.D. ; F 1 o r. A m s t. ; Schans te Am- sterdam 1867, 0.; 1873, Lac; Amstelveensche weg 1839, Romb.; Enkhuizen 1895, Sanders; — Haag- wegLeiden, Pierot; Mb.; Perin; 1897 V.; de Vink by Leiden 1882, S.; Vest aldaar 1833, S. S.; de Zyl by Leiderdorp 1833, Hinxt; 1835, Mb.; Dz.; 1838, Buse; 1839, B. W.; 1845, 0.; Spanjaardsbrug aldaar 1845, 0.; tusschen Leiden en Valkenburg 1833, Wtt.; Haagsche Schouw 1832, S. S.; Morssebelsche polder onder Oegstgeest 1833, Wtt.; 's Gravezande 1892, V. ; Exc 1899; Hoek van Holland 1892, V.; 1895, Bar- ger; tusschen Hoek van Holland en Maassluis 1894, en Maassluis 1894, 1895, V.; West-Frankenlandsche dyk bij Schiedam (byna de eenige plant) 1898, V.; Zwyndrecht 1840, Lac; Brielle 1894, V.; Goerree 1894, Boerl. en V.; — Schouwen, Dz.; Goemans; Zierikzee, Un. 1894; St. Philipsland 1890, L.; Noord- Beveland 1869, H. d. V.; Zuid-Beveland, v. d. B.; Westendam 1837 en Westerhavendyk, Stoofweide 1838, v. d. B.; Noorddyk tusschen Goes en Katten- dyke 1841, v. d. T.; Breskens 1839, Lac; - Bergen op Zoom, Thomson; - Vaals 1899, G. en V. (Reitdiepsdyk Groningen, F. de Boer; — Vechten, W. C. van Embden; — Monster, J. F. Wichard in herb. Heukels; Delft 1876, L. in herb. pr. ; Rot- terdam, F. D. J. Risch; - IJzendyke, P. J. Roosen- daal; Spykenisse, J. Koornneef in herb. Heu- kels; Wissenkerke (N.-Bev.) 1886, Schipper in herb. pr.; Veersche weg Middelburg 1894, Ogt. in herb. pr.; — Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. MEDICAGO. 385 Heukels; boomkweekery Oudenbosch 1899, Posth. in herb. pr.; — Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); - Kenesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); geheel Zee- land behalve Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 116 en 2. VI. p. 110). 323. M. hispida Gaertn. a. apiculata Willd. Algemeen in IstriS, nu en dan echter ingevoerd. ©. In Herb. : Zwijndrecht bij de Zoutkeet, Lac. /?. denticulata Willd. (M. denticidata Willd. en Prodr. Ed. I. p. 61 ; M. muricataYX. B. S. p. 840). Zuid-Europeesche plant, oorspronkelijk op koornvelden en op ruigten, van daar echter veelvuldig ingevoerd. 0. Mei—Juli. In Herb. : Apeldoorn, 1872 en op met Sumac, uit Palermo afkomstig, bemeste heide aldaar 1877, K. A. (reeds in herb. K. A. van 1852 en 1854); op een mesthoop aan den Graafschen weg bij Nymegen, M. Coenen ex herb. Abel. ; — Zee- burgerdyk Amsterdam, V. Z.; Oosterdoksdijk aldaar, Lac; 1839 en 1841, v. d. T.; Wetering- schans aldaar 1873, Lac; — Aschschuur Leiden, Dz.; 1838, Mb. (als muricata); 1839, B.W.; Span- jaardsbrug onder Leiderdorp 1843, 0.; Groenoord by Leiden 1898, Struyk.; - Wateringen op een mesthoop 1876, L.; - Oranjepolder brj Klevers- kerke 1883, A. W. en L.; Stationsterrein Vlissin- gen 1880, Buijsman; — Biesland bij Maastricht 1894 en Maasoeverbij Wyk 1894, de Haas; Meers by Elsloo, hooilanden langs de Maas 1872, Lac (Middelburg 1900, Mevr. Snellen in herb. Heu- k e 1 s). Bovendien: St. Lavante, H. d. V. (Arch. 2. III. p. 310); eiland Schouwen, Dz. in Bydr. VII, p. 34, wellicht verward met M. arabica. 386 MEDICAG0. TRIGONELLA. M. muricata Lam. werd door Meese voor Fries- land opgegeven; waarschijnlijk zal ook deze plant tot M. arabica gebracht moeten worden. 324. M. sphaerocarpa Bertol. Plant van de kusten der Middellandsche Zee; een enkele maal ingevoerd. 0. Mei—Juni. In Herb. : Apeldoorn, op klaverland met uit Palermo af komstige Sumacafval bemest 1877, K. A. 325. M. minima Lam. Op zandige grasgronden. 0 of Q. Juni—Aug. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac uit Palermo * afkomstig bemest klaverland 1877, K. A.; Ooster- houtsche bosch by Nijmegen, Th. AbeL; Spoel by Culemborg 1839, Lac; 1839, v. d. T.; Kraamw.; 1842, G. Deyn.; 1843, v. d. T.; - tusschen Utrecht en Houten, L. Marchand; — Nieuwlandsdijk by Hoek van Holland 1879, S.; 1880, herb. 0.; 'sGra- vezande 1899, V.; - Tholen, Dz.; Zuid-Beveland, Mb.; 1840, v. d. B.; Driewege 1837 en 1839, v. d. B.; West-Kapelle 1876 en Hulst 1857, A. W. (Spoel Culemborg 1846 Alpherts in herb. pr.; - Hoek van Holland 1892 V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Bloemendaal, v. E. (Arch. 2. I. p. 375); voorts by Munting volgens Oudemans. [Aanm.: De plant van de Waal by Nijmegen 1864 v. H., is een jeugdig exemplaar van Medicago falcata.] Trigonella L. 326. T. ornithopoid.es D. C. Weiden van Zuid- en West- Europa, doch zich langs de kust verspreidende tot Engeland en Denemarken. 0. Juni. In Herb. : In vroonen achter Overduin te Oost- Kapelle 1879, L. en J. C. Prederiks. Bovendien: Bergen by Alkmaar in groote hoeveel- heid 1878, H. d. V. (Arch. 2. III. p. 234). 327. T. orthoceras Karel. et Kiril. Plant der trans- TKIGONELLA. MELILOTUS 387 caucasische Russische Provincien ; een enkele maal in Europa ingevoerd. 0. Juni—Juli. In Herb. : Voormalige buitenplaats Groenhoven bij Leiden 1898, F. J. Struykenkamp. 328. T. coerulea Ser. (Melilotus coeruleus Desr.). In het gebied der Middellandsche Zee inheemsch, in noor- delijker landen nu en dan verbouwd en somtijds in talrijke exemplaren verwilderd; ook hier en daar met granen ingevoerd. 0. Juni — Juli. In Herb.: Kampen 1854, R. B.; Wallen Deventer 1880, K.; Pothoofd aldaar 1879-1884, v. d. Veen en K.; 1882, K.; 1893, K. A.; - Nieuwe haven brj Nymegen 1898, Docters van Leeuwen; haven "Wageningen 1901, des Tombe; - tramdijk Grebbe- Rhenen 1901, des Tombe; 'tHoogje bij Amersfoort 1898, K. A.; — huis ter Rivier bij Overschie 1894, V. ; Teunis van Wijngaardenpolder brj Dordrecht 1835, Lac; - Meelfabriek by Middelburg 1896, Ogt; 1896, L.; Stationsterrein 's Hertogenbosch 1891, Wakker; Hinthamerweg aldaar 1897, Heinsius. (Tuin Driebergen 1896, Posth.; - ruigte Schie te Rotterdam, F. D. J. Risch). Melilotus L. 329. M. dentatus Pers. Aan kanten van wegen en akkers, doch steeds op zouthoudenden bodem in Europa zeer verspreid. 0 en Q. Mei—Sept. In Herb. : Op bagger aan de Weteringschans te Amsterdam 1873, Lac. 330. M. indicus All. (M. parvi flor a Desf.). Vochtigewei- landen langs de kust der Middellandsche Zee, doch reeds vroeger waargenomen langs de kust van Bretagne en nog noordelijker; ingevoerdmet Lucerne klaver. 0. Juli—Oct. In Herb.: Amersfoort 1865, Garj.; - Bloemkwee- 388 MELILOTUS. kery van Ballego by Leiden 1898, V.; voorraalige buitenplaats Groenhoven aldaar en braakland langs de Haarlemmertrekvaart 1900, Struyk. ; duinkant brj 's Gravenhage 1879, A. J. de Brurjn; moestuin by Dordrecht 1896 en Proefveld aldaar 1899, Posth.; — Meelfabriek te Middelburg 1895, Ogt.; — Biesland bij Maastricht 1894, de Haas. (Stoommeelfabriek Deventer, H. W. Peteri; — Amsterdam, J. Koornneef; — Stationsemplacement Vlaardingen, W. H. Wachter en P. Jansen'in herb. Heukels). 331. M. altissimus Thuill. (M. officinalis Willd. in Prodr. Ed. I. p. 61 ; M. macrorrhiza P. Koch.). Op voch- tige plaatsen, aan rivieroevers, gaarne op zout- houdenden bodem. O- Juni—Aug. In Herb.: Coxdorp 1869, Holk.; - Zalk, R. B.; Zalkerbosch 1870, Hoek; Kampen 1847, R. B.; Kam- pereiland 1848, T.; Herkuloergrintweg by Zwolle 1853, Dr. Kros; v. H.; Deventer 1846, v. Gron.; Pot- hoofd aldaar 1876, R.; - Bronsbergen bij Zutphen 1897, L.; Doesburg, L. Buckler; Harderwyk, R. B. ; Arnhem, Thomson; Nymegen, B.; 1849, Th. Abel; Leeuwenberg 1821, B.; Herwynen 1889, S.; Wage- ningen, Forsten; Culemborg 1832, Wtt.; op het eiland Kandia in de Lek by Culemborg 1850, P. A. B.; — Amersfoort 1895, en Eem by Amersfoort 1891, Garj.; Utrecht, v. Dyk; Zeisterbosch 1897 Jongm.; - 't Gooi 1828, Wtt.; Amsterdam 1843 0.; Oosterdoksdyk 1847, Romb.; M. D.; Fl. Amst. 't IJ bij Amsterdam, Lac; Nieuwe Diep 1842, Ti lanus (P. N. S.); Alkmaar 1871, S. en Abel.; Over veen 1878, S. ; Zandvoorderlaan 1839, B u s e ; — Noord wyk, B. W.; Lisse, Exc. 1897; Leiden 1835, Mb 1845, Perin; 1846,0.; Katwyk, G. B.; S. S.; 1835 Mb. ; Kerb. ; Haagsche bosch, V. Z.; 'sGravenbage R. B.; Loosduinen, Destr^e; den Haak, V. Z.; Fy enoord 1834, v. II.; 1870, 0.; tusschen Kralingsche MELILOTUS. 389 veer en Rotterdam 1901, Jongm.; Zwijndrecht 1878, Posth.; Dordrecht 1881, 0. v. d. Broek; 1882 en 1886, V.; Sliedrecht 1835, Lac; - Kleverskerke 1884, A. W.; Vlissingen 1880, Buijsman; Oosterland (Dui- veland) 1887, L.; Hoek 1863, A. W.; - Boschpoort Breda, "V. A.; Werkendam 1897, V.; - Maastricht, Un. 1861; Beek, Un. 1883; Oud Valkenberg 1864, H. d. V. (Winschoten 1894, Schipper in herb. pr.; — Zwolle 1893, L. in herb. pr.; - Apeldoorn 1817, K. A. in herb. pr.; Heelsum, Mej. S. v. Cleef in herb. Heukels; Zand Spoel Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; — Merwedekanaal, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; IJmuiden 1896, Struyk. in herb. pr.; Haarlem, C. A. Backer; - Stolwijk, H. A. West- broek en J. Slingerland; Vlaardingen, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; — Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; - Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; Poederoijen 1886 J. J. Smits in herb. Costerus; 's Hertogenbosch 1888, Struyk. in herb. pr.; - Venlo 1893, Geulle 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Ooische waard, Oosterhoutsche bosch, Uiterwaarden Lent, Weurt, Beuningen enz., T h. A b e 1. (Arch. 2. V. p. 269); - Parkweg btf Amsterdam 1890, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 688); - Schevenin- gen de W. H. (Arch. 2. II. p. 120) ; Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Zuid-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 116); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 110); - Venlo, Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Beek - Elsloo, Maas- tricht, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310). Voorts vermeldbij Pelletier, Hondius, Knyf en B r u m a n ; Wijk bij Duurstede, Oorsprong, Prodr. Ed. I. 332. M. offlcinalis Desr. (— M. arvensis Wallr. et Prodr. Ed. I. p. 61). Aan kanten van wegen en akkers, gaarne op leembodem. 0 en G. Juni—Sept. 390 MELILOTUS. In Herb. : Coxdorp 1860, Lac; — Metslawier 1860 S.; - Pothoofd Deventer 1877, K.; - Zeist 1896 Jongm.; Utrecht en Bunnik, v. d. T. ; — Diemer brug 1870, Hoek; Muiderpoort 1866, J. M. de Boer Amsterdam 1873 en Weteringschans aldaar 1873 Lac. ; Uithoorn, Boerl.; Enkhuizen 1894, San ders; — Leiden 1843, 0.; huis ter Rivier by Over schie 1894, V.; — Zuid-Beveland 1848 en Driewege 1840, v. d. B.; Nieuw en St. Joosland 1887, A. W. en L. ; Zuiddorpe 1855, A.W.; — Deuteren, v. H; Asten 1901, Rovers; - Valkenberg, Un. 1861; Gulpen 1871, Lac. (Terschelling, Heukels in herb. pr.; — Gronin- gen, R. de Boer en H. Kooi; Leens, J. Borg- man; — Denekamp, J. B. Bernink; Kampen, J. Boldingh; — Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rrjs- wrjk (Gld.), B. J. v. Wagensveld inherb. Heukels; Westerbouwing 1893 en Station Wageningen 1893, V. Suringar in herb. pr.; Tiel, Posth. inherb. pr.; — Amersfoort 1893, Heinsius in herb. pr.; tusschen Duivendrecht en Abcoude, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Utrecht, W. C. v. Embden; — halte wedren- nen heide brj Bussum 1899 en Muiderberg Un. 1901, Koning in herb. pr.; Zandvoort, J. Swart inherb. Heukels; Station Alkmaar 1894, V. Suringar in herb. pr.; — voormalige buitenplaats Groenhoven Leiden 1899, Struyk. in herb. pr.; Stolwjjk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Middelburg, Mevr. Snellen in herb. Heukels; Wissekerke (N.-Bev.) 1877, L. in herb. pr. et Ogt.; Groede 1877, Brakman in herb. L.; IJzendijke, P. J. Roosendaal; — Breda, Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels). Bovendien: Deventer 1877, K. A. (Arch. 2. III. p. 116); Zutphen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 614); - op Voorne zeldzaam, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); — Oost- en West-Vlaanderen, A. W. (Arch. 2 III. p. 116); MELILOTUS. 391 - Maastricht, Un. 1861 (Arch. 2. IV. 310); langs den kolenspoorweg naar Simpelveld 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 8). 333. M. albus Desr. (M. vulgaris Fl. B. S. p. 534 ; M. alba Prodr. Ed. I. p. 61). Aan wegen, op bouwlanden en op ruige plaatsen. Q. Juni-Juli. In Herb.: Stationsterrein Leeuwarden 1872, Ca- yaux; — Pothoofd Deventer, Romb.; 1877, K. Deventer 1846, v. Gron.; Station Hengelo, Un 1895; - Zutphen * 1888, L. en Ensink; Arnhem Un. 1859; Kops; v. H.; E. B. Asscher; Nijme gen 1833, Wtt.; 1849, Th. Abel.; Thomson Ooische waard, Oosterhoutsche bosch, Lent, Beunin gen, N. en Th. Abel.; tusschen Rhenen en Wage ningen 1901, des Tombe; aan de Waal onder Hee renwaarde, v. d. T.; Culemborg, Wtt.; 1857, Knut tel; station aldaar 1899, C. A. Backer; - Eem bij Amersfoort 1894, Garj.; Wikkenburg 1829, Wtt. Breukelen, Nyhoff; tusschen Nieuwersluis en Loe nersioot 1837, D. S.; - Amsterdam 1874, Lac. 't Punen by Amsterdam * 1865, J. M. d e B o e r Willemspark aldaar 1884, J. J. Smith Jr.; Ooster doksdijk, Pl. Amst.; Buiksloot 1856, Lac; Noord zeekanaal Velsen 1900, Wouterlood en Jongm Kraantje Lek bij Haarlem 1838, Romb.; Vogelen zang, Kerb.; - Leiden 1839, Buse; 1840, B. W. 1843, O. ; Spanjaardsbrug onder Leiderdorp 1841, S. S. 'sGravenhage ]889, R. B.; Scheveningen, Destree 1895, R. B.; Delft en Maassluis, V. Z.; huis ter Rivier by Overschie 1894, V.; Rotterdam, S. S.; de Vriese (P. N.S.); Fijenoord 1834, v. H.; Heer Oudelands- ambacht 1882, V.; Zwijndrecht 1878, Posth.; Dord- recht 1882, C. v. d. Broek; - Vlissingen 1880, Buijsman; 1888, L; Middelburg 1888, L. (reeds in 1874 L. in herb. pr.); - Breda, Un. 1852; Bosch- *) F o r m a t e n u i s. 392 MELILOTUS. poort Breda, v. A.; Werkendam 1888, 1897, V.; Vucht, v. H o v. ; - Sibbenerweg Valkenberg 1901", V. (Station Deventer 1897, Struyk. in herb. pr.; Diepenveen 1851; - Zutphen 1877, K. A. in herb. pr.; Westervoort, K. F. W. Rooseboom; RyswUk, B. J. v. Wagensveld; Geldermalsen, C. A. Backer; Spoel Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; - de Bilt Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heu- kels; - Station Zaandam 1876, Schipper inherb. pr.; Station Koog-Zaandijk, J. F. Wichard; Zaan, W. H. ten Seldam; Zandvoort, J. Swart; Over- veen, C. A. Backer in herb. Heukels; Umuiden, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; 1896, Struyk. in herb. pr.; - Oranjelust Leiden 1901, Struyk. in herb. pr.; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland; Gorinchem, Giesen, C. A. Backer in herb. H e u k e 1 s ; — Kaldenkircherweg stationsterrein 1895, Rieter in herb. pr.). Bovendien : Station Heine en stationsterrein Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); - Gooische vaart by Hilversum 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 526); Duinvlakte achter Volmeer (Overveen), v. E. (Arch. 2. I. p. 375); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — Oudenbosch 1885—1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Maastricht, Un. 1883 (Arch.2. IV. p. 310); langs den kolenspoorweg naar Simpelveld 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 8). Voorts vermeld by Munting en Bruman. 334. M. sulcatus Desf. Bouwlanden aan de kusten der Middellandsche Zee; een enkele maal ingevoerd. 0. Juni—Juli. In Herb. : Apeldoorn, op met uit Palermo afkom- stige Sumac-afval bemest klaverland 1877, K. A. l'> soortcn v:in lict geslaeht Melilotus gaven dikwijls a&nleiding l"t verwarring. Ik heb daarom gemeend do in ons laml gevondene, vooral M. altissimus, officinalis, albus MELILOTUS. 393 en i n d i c u s, iets nader te omschryven, waartoe ik gebruik heb gemaakt van 0. E. S c h u 1 z' Monographie. *) Bij aanwezighaid van versch materiaal kan de volgende determinatie-tabel gelden : 1. Poulen dwars en boogvormig generfd of rimpelig . . 2 Peulen concentrisch generfd . . . . M. s u l c a t u s. 2. Peulen netvormig generfd 3 Peulen dwars of boogsgewyze generfd. M. officinalis. 3. Steunblaadjes gaaf of onduidel\jk getand .... 4 Steunblaadjes ingesneden getand . . . M. dentatus. 4. Vruchtbeginsel glad 5 Vruchtbeginsel en jonge peul behaard. M. altissimus. 5. Bloemen wit M. a 1 b u s. Bloemen geel M. i n d i c u s. B\j aanwezigheid van gedroogde exemplaren zou de volgende tabel gebruikt kunnen worden: 1. Steunblaadjes van het middengedeelte van den stengel getand 2 Steunblaadjes van het middengedeelte van den stengel gaaf of aan den voet onduidelyk getand 3 2. Bladen scherp en dicht getand . . . M. dentatus. Bladen verwijderd getand M. sulcatus 3. Steunblaadjes aan den voet getand. Bloemen zeer klein 2.2-2.8 m.M. lang M. i n d i c u s. Steunblaadjes gaaf. Bloemen 3—8 m.M. lang ... 4 4. Ovarium behaard M. altissimus. Ovarium glad 5 5. Ovarium 5— 8 eiig M. officinal is. Ovarium 2—4 eiig M. albus. M. a 1 1 i s s i m u s Thuill. Steunblaadjes met versmalden voet priem-borstelvormig, gaaf. Blaadjes der onderste bladen om- gekeerd-eivormig, der bovenste langwerpig, alle aan den voet versmald, iets wigvormig, aan den top stomp, afgeknot of eenigszins uitgerand, byna tot aan den voet ter weerszn'de met 8—13 tandjes. Bloeitrossen 2—4,5 c.M. lang, dicht, (onderste bloemen vaak verwyderd), tweemaal langer dan het onder de tros staande blad, 25—60 bloemig. Bloemen 5—7 m.M. lang. Bloemkroon geel of goudkleurig; vlag bruingeel gestreept, even lang of iets (0,5 m.M.j langer dan de vleugels, vleugels de kiel in lengte evenarend of iets overtreffend. Vruchtbeginsel gedurende den bloei lancetvormig in den lY2 maal langeren of even langen, iets gebogen stijl versmald, aan den voetkort *) Monographie der Gattung Melilotus von 0. E. Schulz in Engler's Bot. Jahrbucher. Bd. 29. Heft. 5. p. 660 en v. 1901. 394 MELILOTUS. en onduidelijk gesteeld, 2— 3-eiig, met korte haren bezet. Peu- len met verspreide aangedrukte haren, 3,5—5 m.M. lang, 2,5—3 m.M. breed, ongeveer 1,5 m.M. dik, scheef eivormig of bolvormig, aan den lmiknaad samengedrukt, aan den top kort toegespitst, zwartachtig ; de 3—5 ongeveer dwarsloo- pende, netvormig samenvloeiende nerven vormen onregel- matige putten. Zaden 1—2; 1,8—2,2 m.M. lang, 1,7—1,8 m.M. breed, 1,2 ni.M. dik, glad of onduideljjk en met ver uiteen- staande wratjes bezet, bruingeel; worteltje '/4 — l/3, zeldzannr '/2 korter dan de zaadlobben, naar boven toe iets afstaand. Wortel dik. Stengels boogvormigopstygend, opgericht,0,60— 1,50 M. hong, ripi-di.-vnrmig. Steunblaadjes 5—8 m.M. lang, aan den voet somtyds met een korte of langeren tand voorzien. Blaadjes zeer kort aangespitst, van onder blauwgroen, aange- drukt en kort behaard of kaal wordend. Tros tweemaal lan- ger dan zijn steel (vruchtdragend het blad 3— 4 maal in grootte overtreffend (de vorm longiracemosue Rouy Fl. Fr. V. 52—53) of evenlang (de vorm breviracemosus Eouy 1. c); bloemstoeltjes 1,5—2 m.M. lang, behaard, kelk 2—2,5 m.M. lang, slippen met breede driehoekig-lancetvormige basis, spits, on- geveer van gel\jke lengte, b\jna tweemaal korter dan of even lang als de kelkbuis. Vlag uitgespreid iPint;ekeerd-eivormig, aan den vni't wigvormig, van boven iets uitgerand; vleugels van boven weinig verbreed, aan den top iets versmald; nagel : schyf = 1 : 2l/A; kiol van boven iets ingebogen; nagel : schjjf 1:2. Meeldraden negen tot een weinig verwyde buis ver- groeid, de tiende overal met de buis samenhangend. Peultjes hangend of atstaaml-haiigend aan boogvormig teruggeslagen steeltijes; buiknaad iets verdikt, opliggend-kielvormig, naast de kiel gevoord, de rugnaad draadvormig, iets verdikt, duide- lyk zichtbaar. Bloeit: Juli-September. Eene soort die zeer varieert wat betreft de grootte van de bladschijf, de tandeii van den bladrand, de lengte en de dicht- heid van de bloeiwjjzen en de grootte der bloemen. Opvooral aan de zun blootgestelde plaatsen is de plant rood getint (de vi nin e i y t h r o c a u 1 i s Ludw. Richter Msc). Zij onderscheidl zichvan M. officinalis Desr., met welke zii verwisseld zou kunnen worden, door langwerpige blaadjes, bloembladen van geljjke lengte, breedere, rhomboidische, be- haarde penlen en een vruchtbeginsel dat byna altyd slechts 2 zaadknoppen bevat. Van deze soort worden drie hoofdrassen genoomd, met de iiaari.ij beschreven vnrmen. 1. Eualtissimus 0. E. Schulz. MELILOTUS. 395 Takken opgericht. Blaadjes groot, meestal 3 c.M., zeld- zamer, 4,5 c.M. lang; de onderste omgekeerd-eivormig, de bovenste langwerpig, bjjna tot aan den voet verw\jderd scherp en grof getand. Bloeitros dicht, bloemen 5—7 m.M. lang. /?. borealis n. var. 0. E. Schulz. Stengels dik, kort takkig. Blaadjes grooter. Bloemen 8—9 m.M. lang. Vruchtbeginsel 2— 4-eiig. Peulen 8 m.M. lang, 3-zadig. Zaden 3 m.M. lang. y. t e n u i s n. var. 0. E. Schulz. Stengels van de basis af zeer vertakt, 0,30—0,40 M. hoog, 1 — 1,5 m.M. dik. Blaadjes klein, langwerpig, aan den top een weinig verbreed, van onder duidelijk be- haard. Bloemtros 2 c.M. lang, ongeveer 30-bloemig ; bloe- men citroengeel. Peulen eenzadig. d. micranthus n. v. 0. E. Schulz. Stengels dikwyls btfna onvertakt, teer, scherphoekig, naar boven meer behaard. Blaadjes klein. Tros dicht- bloemig, 1,5 c.M. lang, ongeveer 20-bloemig; bloemen klein, 3,5—4 m.M. lang. Peulen behaard. f. pseudopaluster Menyhardt. Blaadjes smaller, de bovenste bijna gaaf of vol- komen gaaf, langer, lynvormig. II. Macrorrhizus Pers. Stengels hooger, dikwyls talrijk uit denzelfden wortel, met liggende sterk vertakte takken. Blaadjes kleiner, 1,5— 2cM. lang, smaller, getand. Bloemtros iets losser, korter, meestal ongeveer 30-bloemig. Peulen vaak eenzadig, veelal grijs. /?. paluster Schultes. Blaadjes der bovenste bladen bijna of geheel gaaf, langer. y. latifolius Wiesbaur. Blaadjes iets grooter, de onderste 3,8 c.M. lang, 2 c.M. breed, alle getand of gaaf. III. linearis Cav. Struikachtig; stengels zeer vertakt. Blaadjes klein, 10 m.M. lang, ongeveer 1,5 m.M. breed, zeer smal, gaaf of bjjna gaaf. Bloemtros los, weinig (10—25-) bloemig. Peulen meerendeels 1-zadig, grijs. M. altissimus (eualtissimus) Thuill. X officina- 1 i s Desr. n. hybr. 0. E. Schulz. M. Hausknechtianus O. E. Schulz. Blaadjes langwerpig-elliptisch, aan beide zijden verwyderd, grof getand. Trossen 40— 60-bloemig. Bloemen 6,5—7 m.M. lang. Bloemkroon geel, vlag, vleugels en kiel alle even lang. Ova- rium 5-eiig, gesteeld. Peulen in onrijpen staat dwars rimpelig, 396 MELILOTUS. met weinige doch onder de loep goed ziehtbare haren bezet. Schulz merkt op dat deze bastaard, die bvjna volkomen de habitus van M. altissimus Thuill bezit, — slechts de bovenste blaadjes houden wat hun breedto betreft het midden tusschen de ouders — door hem aan de onrype peulen werd herkend, die niet als b\j M. altissimus in hun karakteris- tieken rhombischen, toegespitsten vorm uit den kelk treden, maar door hun kleinere, tamelrjk ovale gedaante en het iets langere steeltje aan M. officinalis Desr. herinneren. De korte, met een sterke loep waarneembare haartjes laten geen twrjfel over dat de bovengenoemde oorsprong de juiste is. Melilotus officinalis (L.) Desr. Steunblaadjes met lancetvormigen voet, lang priemvormig, gaaf. Blaadjes der onderste bladen rhomboid-eivormig of om- gekeerd ei-wigvormig, die der bovenste langwerpig-lancetvormig, aan den top stomp of afgeknot, bjjna tot aan de basis ter weerszijden met 13 scherpe of iets stompe ongelijk verdeelde tandjes voorzien. Trossen 4—10 c.M. lang, gedurende den bloei het blad 3—5 maal in lengte overtreffend, 30— 70-bloemig. Bloemen 5,5—7 m.M. lang. Kroon geel; vlag van gehjke lengte als of iets langer dan de vleugels, die grooter zvjn dan de 0,7—0,8 m.M. lange kiel. Vruchtbeginsel gedurende den bloei lancetvormig in den lVj maal langeren, weinig teruggebogen styl versmald, duidelyk gesteeld, meestal 6-, zeldzamer 5 of 7, nog zeldzamer 4- of 8-eiig, glad. Peulen 3—4 m.M. lang, 2—2,5 m.M. breed, 1,2—1,5 m.M. dik, eivormig of omgekeerd eivormig, aan den top stomp, door den 0,3—0,5 m.M. langen blvjvendon stylvoet, gekroond, kort gesteeld, zeemleerachtig, zeldzamer zwartachtig (f. melanocarpus); nerven 5— 8 ter weerszyden van den naad uitgaando en onderling netvormig samenvloeiende, met dwarse plooien gestreept. Zaden 1, zelden 2; 1,7—2 m.M. lang, 1,3—1,6 m.M. breod, 1—1,2 m.M. dik, kort-eivormig, geel- groen of vuilgeel, soms purper gestreept; worteltje '/3 korter dan de zaadlobben, vrrj wel aangedrukt. Stengels recht of opstvjgend; 0,40—090, zelden 2,5 M. hoog, aan den top weinig behaard. Steunblaadjes 7—8 m.M. lang, zelden aan den voet 2— 3-tandig. Blaadjes ter weerszyden met 10—11, flauwe, vertakte zjjnerven, van onder spaarzaam en kort behaard. Bloemtros gedurende den bloei meestal twee- maal langer dan de bloeisteel; bloemstelen 1—1,5 m.M. lang. Bloemen byna hangend. Kelk in z\jn geheel 2—2,5 m.M. lang; tanden driehoekig-lancetvormig, spits, brjna gelrjk, tweemaal korter dan de buis of aan deze byna gelrjk. Vlag uitgespreid omgekeerd eivormig, aan den voet iets wigvormig, aan den top MELILOTUS. 397 uitgerand; vleugels naar boven weinig verbreed, afgerond, nagel : sclnjf — 1 : 2'/2 ; kiel van boven afgerond, nagel : schijf = 1:1%. Meeldraden 9 tot 2/3 van de hoogte vergroeid, de tiende samenhangend. Peulen afstaand hangend aan boog- vorraig teruggekromde steeltjes; buiknaad dik, rimpelig, iets gevoord, rugnaad kielvormig uitstekend. Bloeit van Mei— September. Terstond te herkennen aan het karakteristisch gesteeld, slank ovarium, dat van alle Melilotus-soorten het grootst aantal eiknoppen bevat. Ook biedt de meestal duidehjk dwarsge- streepte en gesteelde peul een goed kenmerk. Van M. altis- simus, waarmede zy vaak verwisseld is geworden, onder- scheidt zjj zich buitendien door de bovenste elliptische, nooit langwerpige blaadjes, door kortere bloemsteeltjes, door het kieltje, dat korter is dan de overige bloembladen en eindeljjk door de kale peulen. Een witte varieteit dezer plant is nimmer gevonden, niet- tegenstaande dit "by verschillende schryvers wordt opgegeven. Hoogstens verbleekt de vlag eenigszins na het verwelken, wat bovendien van groote vochtigheid afhankeljjk schijnt te zjjn. Misschien wordt dit verbleeken ook verklaard door hy- bride vormen tusschen M. albus Desr. en M. officinalis Desr. aan te nemen, zooals door Haussknecht wordt aan- gegeven (Cfr. Mitt. Thiir. Bot. Ver. VIII. 38 (1890)). S c h u 1 z onderscheidt de volgende ondersoorten : II. laxus Boiss. Stengels tenger, sierlijk, zeer vertakt. Blaadjes smaller, die der onderste bladen lancetvormig, de bovenste bijna Hjnvormig, naar voren toe scherp getand, met uitsprin- gende nerven. Trossen los, 30—50 bloemig. Bloemen 4,5—5 m.M. lang. Kroon citroenkleurig. Ovarium 6-eiig. Peulen 4 m.M. lang, stomp, boven den buiknaad in een zeer scheef aanhangsel verlengd; nerven meer verheven en gebogen, meer netvormig-gerimpeld. Zaden bruingeel met rood ge- streept. III. armenius Boiss. Blaadjes der bovenste bladen lijnvormig, gaaf, spits. Bloei- trossen losser dan in de type-soort. Bloemen 6—6,5 m.M. lang. Kroon geel. Ovarium 6-, somtyds 4— 5-eiig, st\jl meer gekromd. Peulen 4 m.M. lang, spits, voorzien van dikkere, verheven meer regelmatig geplaatste nerven. /?. maximus Legrand. Plant forsch, 1—1,50 M. hoog. Blaadjes duidelijk getand. Bloemen groot, 7—8 m.M. lang. Peulen grooter. y. micranthus n. v. 0. E. Schulz. Stengels somtyds 398 MELILOTUS. tot 1,50 M. hoog. Bloemen klein, 4—4,5 m.M. lang. Ova rium 5— 8-eiig. Peulen kleiner. S. V a t k e a n u s n. v. 0. E. Schulz. Stengels opgericht, tenger, laag, 0,10—0,20 M. hoog, zeer vertakt. Bladen klein, 1 c.M. lang, ongeveer 0,6 c.M. breed. Trossen pl. m. 20- bloemig. Bloemen 4m.M. lang. Peulen 3 m.M. lang, grijs. h. argutus n. v. 0. E. Schulz. Bladen diep en grof ongeluk getand. Bloemsteel gedurende den bloei even lang als of iets langer dan de tros. Ovarium vaak 8-eiig. c. luxurians Shuttlew. Stengels laag, ongeveer 0,20 M. hoog, bebladerd. Blaadjes breed, naar voren toe getand, overigens gaaf. Bloemtrossen dicht. Bloemen 8 m.M. lang. Peulen 4 m.M. lang, iets scheef verlengd. d. confertus n. v. 0. E. Schulz. Stengels kort-ver- takt of byna onvertakt, aan den top kort behaard. Bloem- on vruchttrossen dicht, 3—5 c.M. lang. Bloe- men klein, 4—5 m.M. lang. Styl afgekort. e. arvensis Wallr. Plant laag. Stengels van den voet af zeer sterk liggend, opstygend. Peulen iets grooter. 2. s u p i n u s Sennen. Stengels liggend. Melilotus albus Desr. X officinalis (L.) Desr. M. Schoenheitianus Hauskn. in Mitt. Thur. Bot. Ver. VIII. 37. Stengels 0,50—0,60 M. hoog, sterk vertakt. Blaadjes der onder- ste bladen omgekeerd-eivormig, die der bovenste langwerpig, getand. Trossen losbloemig, ongeveer 20-bloemig. Bloemen 5 m.M. lang. Kelktanden lancetvormig, spits, even lang als de buis. Kroon geelwit, vlag iets langer dan de kiel in lengte gelykende of iets overtreffende vleugels, tamelvjk breed; vleugels aan den top verbreed (= M. officinalis), voorzien van een teruggeslagen oortje (-- M. albus); kiel van voren vaneen wjjkend ( = M. officinalis); styl zeer sterk gekromd (= M. albus); ovarium kort gesteeld, 3— 4-eiig. Peulen grys, 3 m.M. lang, eivormig, bijna dwars netvormig geaderd, 1-zadig. Zaden geelgroen, 2 m.M. lang. Deze bastaard komt dichter l>y M. albus Desr. dan b\j M. officinalis (L.) Desr. Melilotus albus Desr. Steunhlaadjea priem-borstelvormig, gaaf. Blaadjes der onder- ste bladen omgekeerd-civormig rhomhisch of omgekeerd-ei- wigvormig, die der bovenste langwerpig-lancetvormig, aan den top stump of afgeknot, bjjna tot aan den voet met 8—12 ongelyke tandon voorzien. Blociwyzen tros-aarvormig, 4—6, meestal 5 c.M. lang, los, gedureude den bloci 3—0 maal langer MELILOTUS. 399 dan het bloeiblad; vruchttrossen verlengd, 40-80, — zelden 105-bloemig. Bloemen 4—4,8 m.M. lang. Kroon wit, vlag iets (0,8 m.M.) langer dan de vleugels, deze even lang als of iets langer dan de kiel. Ovarium gedurende den bloei lancetvormig, in den lx/2 maal langeren gebogen stijl verlengd, zittend, 4-, zelden 3-, zeer zelden 5-eiig, glad. Peulen klein, 3—3,5 m.M. lang, 2—2,5 m.M. breed, 1,5—2 m.M. dik, eenigszins seheef eivormig, aan den top stomp, gekroond door de blijvende, nauwelijks 0,5 m.M. lange stvjlbasis, zwartachtig; door de 3—6 van iedere naad uitgaande nerven meer of minder duidelu'k dwars netvormig geaderd. Zaden 1-2, zelden 3; 2—2,2 m.M. lang, 1,5 m.M. breed, nauweljjks 1 m.M. dik, eivormig, vuil-geel of geel-groenachtig, glad of ternauwernood wrattig; worteltje Y3 korter dan de zaadlobben. De geheele plant levendig groen. Stengels opgericht, 0,30— 1,50 M. hoog, somtyds roodachtig, aan den top kort behaard. Steunblaadjes 8-10 m.M. lang, zelden de onderste voornamelijk aan den voet getand. Blaadjes ter weerszijden met ongeveer 10 flauwe nerven voorzien, van onder spaarzaam en kort be- haard. Bloemstelen gedurende den bloei even lang als de tros of iets korter; ten laatste veel korter; bloemsteeltjes kort, 1—1,5 m.M. lang, gedurende den bloei eenigszins opge richt-afstaand. Bloemen teruggebogen of zeldzamer horizon taal. Kelk in 'tgeheel 2 m.M. lang; tanden driehoekig-lancet vormig, somtijds lang toegespitst, bijna borstelvormig, onge lyk, bjjna tweemaal korter dan de buis of zelfs iets langer Vlag uitgespreid omgekeerd eivormig, aan den top uitgerand nagel der vleugels zeer gekromd, half zoo lang als de schijf; nagel van de kiel: de schjjf = 1 : l1/,. Meeldraden 9 tot 3/s der hoogte tot een weinig verwjjde buis samengegroeid, de 10" geheel met de buis samenhangend. Peulen afstaand te- ruggebogen aan gebogen, betrekkelijk korte stelen, buiknaad vrjj dik, gevoord, rugnaad draadvormig, somtijds iets gevoord. Bloeit Juni— September. Gedroogde exemplaren dezer soort van ouderen datum zijn vaak moeielijk van kleinbloemige vormen van M. officina- lis (L.) Desr. te onderscheiden. M. albus Desr. toont de vol- gende, over t algemeen subtiele kenmerken: 1. De blaadjes der bovenste bladen zijn smaller. 2. De trossen langer. 3. De bloemen korter gesteeld dan fojj M. officinalis (L.) Desr. De vruchten z\jn b\j M. albus Desr. over 't algemeen zwart gekleurd, ofschoon ook licht gekleurde worden aangetroffen ; by M. officinalis zijn zvj meestal lederbruin, doch er komen ook donkere voor. Zeer zeker worden beide soorten door het vruchtbeginsel van elkander onderscheiden : 26 400 MEIJLOTUS. M. albus Desr. Ovarium zittend, 3—4 eiig, styl gekromd. M. officinalis (L.) Desr. Ovarium gesteeld, 5-8 eiig; stijl b;jna recht. Ik moet hier echter bjjvoegen dat uit de teekeningen (Taf. VIII. fig. 54 en 55) het laatste verschil zeer weinig sprekend is. Van deze hoofdsoort onderscheidt Schulz de volgende afwjjkingen. II. parviflorus Boiss. Stengels tenger, met uitgespreide takken. Blaadjes kleiner, getand of gaaf. Bloeitros los of zeer jjl. Bloemen 3—4 m.M. lang. Ovarium 2— 3-eiig. Peultjes verbreed, groenachtig-grys, met een scheef topje voorzien, glad met zeer zwakke of nauweljjks zichtbare nerven. (}. arboreus Castagne. Stengels hooger, zelfs zeer hoog (—6 M.). Blaailjes smaller, getand, de bovenste lijnvor- rnig, vaak gaaf. Bloemen klein, 3—4 m.M. lang; kelk- tanden korter, zelfs zeer kort, driehoekig; vlag weinig langer dan de vleugels en de kiel. Ovarium meestal 3-eiig. B. u t i 1 i s n. v. 0. E. Schulz. Peulen grooter, eenzadig, 4—4,5 m.M. lang of tweezadig en 5—5,5 m.M. lang; zaden 2,5—3 m.M. lang. 2. oxycarpus n. v. 0. E. Schulz. Peulen grooter, 4—4,2 m.M. lang, langzaam tot een spitsen top versmald. Stengels meestal hooger. Tros gewoon- lyk langer. b. lamprocarpus u. f. 0. E. Schulz. Peulen geel-bruin of geelgrtfs. ± argutus Beichb. Plantkrachtiger. Stungels pijpvormig. Bladen grooter, scherp en onge- lyk getand. Trossen langer, bloemen 5—5,5 m.M. lang. 3. i n t e g r i f o 1 i u s n. f. 0. E. Schulz. Alle blaadjes gaaf of geheel onderaan oen 'weinig getand. 4. latifoliua n. f. 0. E. Schulz. Blaadjes langwerpig, breed, getand. Bloemtrossen kort, nauwelyks langer dan het blad. II. tencllus Wallr. Stengels enkelvoudig. Bloemen klein. Vlag, vleugels en kiel even lang. Melilotus indicus (L.) All. Steunblaadjes met verbreeden voet, min of meor duideln'k 1—2 tandig, lancetvormig. Blaadjes der onderste bladen om- gekeerd ei-wigvormig, der bovensto langwerpig- of lun-wigvor- mig, aan den top stomp of afgeknot; zeldzamer teruggeslagen, ter weerszyde tder en boven van 8— 9stompe, somti,ids iets MELILOTUS. 401 scherpere of ook onduidelyke tanden voorzien, aan den voet gaaf of getand. Trossen 8—20, zelden 5, zeer zelden 40 m.M. lang, dicht, zeldzarner losbloemig, meestal gedurende den bloei op het blad gelijkend, vruchtdragend sterk verlengd, 10—60 bloemig. Bloemen klein, 2,2—2,8 m.M. lang. Kroon geel of goudgeel na den bloei snel verbleekend; vlag bijna even lang als de de kiel iets in lengte overtreffende vleugels. Ovarium gedurende den bloei lancetvormig, of eivormig lancetvormig, tot een l1/^ maal langeren, bijna rechten stjjl versmald, byna zittend, 2-eiig, glad. Peulen kloin, 1,8—2,5 m.M. lang, ongeveer 2 m.M. breed, 1,3 m.M. dik, byna bolvormig, aan den top zeer stomp, kort toegespitst, geel of bruingeel; met enkele (onge- veer 5) uit de naden ontspringende, iets bochtige, hier en daar vorkswys vertakte, weinig samenvloeiende nerven, rimpelig gestreept, by rijpheid eenigszins putrimpelig. Zaden 1, zeer zelden 2; 1,3—1,5 m.M. lang, 1,2—1,5 m.M. breed, 1 m.M. dik, kort eivormig, geelgroen of bruingeel; worteltje een vierde van de lengte der zaadlobben, van boven aangedrukt. Stengels recht, 0,15—0,50 M. lang, van den voet af vertakt, bochtig, aan den top kort behaard. Steunblaadjes 4—6 m.M. lang, half stengelomvattend, onduidelyk tweenervig. Blaadjes van onder verspreid behaard. Bloeisteel meestal even lang als de tros, zelden iets langer, zeer zelden half zoo lang; bloem- stelen 0,5—1 m.M. lang, gedurende den bloei bijna opgericht. Bloemen horizontaal. Kelk in z\jn geheel 1—1,5 m.M. lang; tanden ei-lancetvormig of driehoekig, ongelijk, stomp, even lang als de buis of iets korter. Vlag uitgespreid byna recht- hoekig, aan den voet kort wigvormig, van boven tameljjk diep uitgerand; vleugels met een sterk gekromde nagel voorzien, nagel : schyf - 1 : l*/2. Meeldraden 9 tot ll2-~3U van de hoogte vergroeid tot een niet verwijde buis, de tiende steeds vrtf, draadvormig, van boven knievormig gebogen. Peulen door de gave, vliezige kelk gesteund, hangend aan teruggebogen stelen, aan de buiknaad byna scherp; buiknaad dik, iets gegolfd, ge- voord, in de voor dikwflls weer iets gekield; rugnaad draad- vormig, smal; pericarpium zacht, papierachtig, witachtig, po- reus, breekbaar, aan het zaad vastgehecht. Zaden een weinig glanzend, zeer klein wrattig. Bloeit (Jan.-) Febr.-Mei (-Nov.). Bezit onder alle soorten de kleinste bloemen en vruchten. De laatste vergelijkt Reichenbach met mosterdzaden. De kelken zijn zelden bruinrood gekleurd. Zeer variabel, waarby men de volgende afwjjkingen kan op- opmerken : II. Tommasinii Jord. Stengels lager, 0,10-0,30 M. langr,- 402 MELILOTUS. TRIFOLIUM. vaak uitgespreid. Trossen kort, 10—20 bloemig, vrucht- dragend even lang ;ils of tweemaal langer dan het bloei- blad, los. Peulen grooter, l-zadig: 3 m.M. lang, eenigszins eivormig-bolvormig of 2-zadig en dan 4 m.M. lang, lang- werpig rimpelig met dikke, iwr verwijderde nerven. Za- den ongeveer 2,5 m.M. lang. Dit ras, dat tot zyn ontwik- keling weinig tyd noodig heeft, draagt reeds rype vruch- wanneer de hoofdsoort pas begint te bloeien. /?. permixtus Jord. Plant hooger. Trossen 30—50 bloe- mig, het bloeiblad in lengte verre overtreffend. III. Bonplandi Ten. Stengels vaak hooger dan bjj de typi- ache soort, eenigszins sty f, dik, hoekig-gevoord. Takken kort, recht. Blaadjes naar voren toe dikwyls scherp ge- tand. Bloeitrossen 30— 50bloemig; bloemen dakpansgewijze opeengedrongen. Kelktanden langer dan de buis, scherper. Peulen zeer klein, 1,5 m.M. lang, kogelvormig, nauwelnks uit de kelk uitstekend, meestal dicht opeengehoopt. Zaden 1,3 m.M. lang. /?. confertus Hausskn. Peulen zeer dicht opeen, iets grooter. y. laxiflorus Rouy. Peulen zeer los. b. parvulus Rouy. Stengels 0,05—0,18 lang, uitge- spreid, dikwyls liggend. Trosson weinig bloemig. c. validus n. f. O. E. Schulz. Stengels dik, zeer ver- takt, tot 1 M. hoog. 2. ang ust ifoliu s n. f. O. E. Schulz. Blaadjes der ondersto bladen lancetvormig, der bovenste lynvormig. 3. latif olius n. f. O. E. Schulz. Alle blaadjes groot, breed eivormig. Trifolium L. 335. T. agrarium L. (T. aureum Poll.). Op droge wei- landen, in boschrijke streken, niet op akkers. 0 en 0 0. Juni—Aug. In Herb. : Sporttent Deventer 1895, K. A. ; — Nrj- megen, B. ; — Spanbroek 1896, G. (Apeldoorn 1895, Ogt. in herb. pr.). [Aanm.: Z\\ wordt in den Prodr. Ed. I. p. G3 opgegeven voor Maastricht, uit het herb. van Franquinet dat aan Dr. van den Bosch ter inzage was verstrekt. De opgaven van de Sorter en van llail hebhen waarschyniyk alle betrekking TRIFOLIUM. 403 op T. procumbens var. a. maius Koch. zooals reeds in de eerste uitgave van dit werk werd vermeld]. 336. T. procumbens L. (T. procumbens L. a. maius Koch T. procumbens a. maius et /?. minus Prodr. Ed. I p. 63 ; T. campestre Presl. et Fl. B. S. p. 540 ; T. agra rium Poll. Gorter p. 196 et Fl. B. S. 1. c. Op gra zige gronden, in bouwlanden, aan dijken en wegen in geheel Europa wijd verspreid. 0. Mei—Aug In Herb.: Texel 1860, Lac; de Mok aldaar 1867 J. P. Huizinga; Hoorn op Texel 1869, Holk. Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; Terschelling, Un 1886; Nes op Ameland 1869, Holk. ; Schiermonnik oog 1867, Holk.; - Groningen 1856, Strat.; - Meppel, v. H e ij n. ; — Kampen, v. H e rj n. ; 1848, T. 1849, R.B.; Zandberg brj Kampen 1849 en 1850, T. R.B.; Vollenhove 1897, L; Deventer 1837, v. H. 1846, T.; 1878, K.; Pothoofd aldaar 1898, J. R. Katz Soestwetering te Wijhe 1885, L.; — Harderwijk 1864 R.B.; Apeldoorn 1877, K.A.; Warnsveld 1884, C. v d. Broek; Heelsum 1850, S.; Renkum, Buse; Arn hem, Thomson; S.; Nrjmegen, B.; N. en Th. Abel 1840, D.S.; 1897, G. enV.; Uilenput bij Nijmegen 1864 en Groesbeek 1864, v. H. ; — Kalfsveld bij Amersfoort 1893, Garj.; Driebergen, C. A. Bergsma; 1827, Wtt.; de Bilt, v. H.; Bunnik 1842, Bierens de Haan, (P.N.S.); Utrecht, J. Nijhoff; 1859, R.B.; D.S.; v. H.; Werkhoven 1833 en Schalkwyk 1833, Wtt.; Huis ter Heide 1859 en 'tGooi 1829, v.H.; - Hilversum 1872, en Naarden 1864, 0. ; Muiderberg 1839, R o m b. ; Hoedemakerspad, P 1. A m s t. ; Oosterbegraaf - plaats Amsterdam 1867, 0.; Enkhuizen 1895, San- ders; Bergen, Un. 1891; Velsen, v. H.; Buse; 1872, Boerl.; Velserend, v. H.; Bloemendaal 1833, S. S.; 1870, Hoek; Exc. 1883; Bloemendaalsche bosch, Kerb.; Overveen en Haarlem 1838, Romb.; 1848, v.H.; - Noordwijkerhout 1848, 0.; Exc 1883; tusschen Sassenheim en Lisse, v. d. T.; Ruine van 404 TRIFOLIUM. Teylingen, Exc. 1882; Noordwyk 1835, Mb.; 1897, V.; tusschen Noordwijk en Katwijk binnen, v.d. T. Katwijk, S. S.; 1829, Wtt.; Mb.; Pierot; Leiden S. S.; Dz.; 1845, Perin; Spanjaardsbrug bij Leider dorp 1845, 0.; Leiderdorp 1826, Wtt.; Wassenaar Pierot, Leidschendam, Dz.; Waalsdorp, v. S. V. V.Z.;'sGravenhage, V.Z.; 1845, de Br.; R. B.;. Sche veningen 1882, S. ; Loosduinen 1887, S.; Destree Hoek van Holland 1884, Destree; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; 1882, V.; Rockanje, Exc; Vianen 1830, v.H.; - Schouwen, Dz.; Zuid-Beveland 1840 en 1848, Biezelinge 1837 en Wilhelminapolder 1840, v. d. B.; Goes 1841, v. d. T.; Hoofdplaat 1839, Lac; 'sGravenpolder 1840, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, Koudenpolder, Hoek 1859, en Aardenberg 1861, A. W.; — Loopschans Breda en Ulvenhoutsche bosch, v. A. ; Sprang, Thomson; Bosschendijk en Vucht, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov.; 1885, Lac; Gulpen 1871, Lac; Valkenberg, 1900, V. (Midsland, J. B. Tijm; — Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Rottevalle, J. Kuipers; Wolvega, Blesdijke, Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; — Leens, J. Borgman; — Denekamp, J. B. Bernink; — Berg en Dal, P. J. Bevort in herb. Heukels; Ubbergen 1879, Posth. in herb. pr.; Wageningen, J. P. Lotsy in herb. Posth.; Culem- borg, de Haas in herb. pr.; — de Bilt, W. C. v. Embden; — Hilversum 1898, Koning inherb. pr.; Willemspark Amsterdam 1887, J. J. Smith inherb. Costerus; tusschen Vogelenzang en Hillegom 1894, V. Suringar in herb. pr.; Overveen, Heemstede, C. A. Backer in herb. Heukels; tusschen Bever- wyk en Wyk aan Zee 1900, A. C. J. v. Goor (in herb. pr.); Zantpoort 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Huizen, P. Beemsterboer; Stolwijk, H. A. West- broek en J. Slingerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; F. D. J. Risch in herb. TRIFOLIUM. 405 Heukels; Herkingen 1871, Costerus inherb. pr.; - Kadzand 1878, Clinge 1886, Middelburg 1874, 1897, Walcheren 1883, Krabbendyke 1884, L. in herb. pr. ; — Breda, Th. W. v. Scherrabeek; Sleeuwyk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Heringerberg by Venlo 1895, Rieter in herb. pr.). Bovendien; Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V.* p. 255); Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 367); - tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden, Twikkeler- bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Borne, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 614); - Parkweg Amsterdara 1888, Smith (Arch. 2. V. p. 689); Alkmaar, Bergen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 271); tusschen Alkmaar en Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 116 en VI. p. 111); Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. 1. p. 49) ; — Oudenbosch 1885—1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — St. Pietersberg, G-ronsveld, Amby, Meerssen, Gulpen, Valkenberg, Slenaken, Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV p. 311). Voorts vermeld by Pelletier, Munting en Bruman. [A a n m.: Men onderscheidt by deze soort : a. oampestre Schreb. (T. agrarium Gmel., T. procumbens a. maius Koch). Hoofdstengel rechtopstaand,5— 30c.M. hoog, meer of minder vertakt met afstaande takken, dikwtjls en- kelvoudig; stelen der hoofdjes even lang als of iets langer dan het schutblaadje ; hoofdjes 8—12 m.M. lang en 8—10 m.M. breed, goudgeel, later bruinachtig; bloemen tamelijk groot. /?. minus Koch. (T. procumbens Schreb.) Stengel 15—30 c.M. lang, meest liggend; stelen der hoofdjes vaak tweemaal langer dan het schutblad ; hoofdjes kleiner, 6—12 m.M. lang en 6—10 m.M. breed, eitroengeel, later bruinachtig geel; bloemen kleiner. Al deze kenmerken zijn echter zeer veranderlyk en overal 406 TRIFOLTUM. zjjn er overgangen tot de varieteit a. Ik heb daarom gemeend deze onderseheiding niet te moeten maken. De Heer Lako teekende dan ook by ztjne exemplaren dezer soort aan „hetal of niet behaard zijn der kelktanden, de betrekkeljjke lengte der bloemstengels en der kelktanden, het al of niet gesteeld zijn der middelste blaad.jes, het spaarzaam of vlokkig behaard zyn en het meer of minder liggen der stengels zyn kenmer- ken die zelfs aaa 6en exemplaar zoo weinig standvastig met elkaar verbonden zjjn, dat ik daarin geen aanleiding hebkun- nen vinden om varieteiten te onderscheiden. Ik beschouw- die afwjjkingen als zeer wisselvallig in verband staande met de groeiplaats van elk individu afzonderiyk"]. 337. T. minus Relhan (T. filiforme Koch. en Prodr. Ed. I. p. 63; T. procumbens Poll. n. L.). Op bouwlan- den, langs wegen en op grazige plaatsen. 0. Mei - Sept. In Herb.: Texel 1857, Harting; 1869, Holk.; Vlieland 1869, Holk.; Midsland op Terschelling, Un. 1886; Rottuml861, Lac. en Kniittel; 1897, Schip- per; — Bergumerheide 1864, J. M. de Boer; — Nieuwe werken Groningen, S. J. v. R. (herb. 0.); Groningen 1827, v. H.; Strat.; Nieuw Stadskanaal 1827, v. H.; Pekel-A 1827, v. H.; - Meppel, v. Herjn.; - Kampen 1849, T.; R. B.; 1850, T.; Kampereiland 1848, R, B.; Zandberg 1848, T.; Kolonie N°. 6, v. H.; Diepenveen 1846, T.; Zwolle 1901, L; Wierden en Vrieseveen 1892 en Hardenberg 1892, L. en Carm.; — Harderwijk 1864 en Hulshorst bij Harderwijk, R. B.; Apeldoorn 1850 en 1877, K. A. ; Ruurlo 1885, Ensink; Rheede, v. H.; Arnhem, Tliomson; Nijmegen, B.; Bennekom 1856, v.H.; Renkom, Buse; - Woudenberg 1894, Garj.; Darthuizen 1848, v.H.; Zeist 1835, de Vriese; Maarsbergen 1833 en Wik- kenburg 1828, Wtt.; Utrecht 1835, D.S.; 1858, R. B. ; wallen Utrecht en Vossegat bij Utrecht, v. d. T.; v. H.; de Bilt 1835, D. S.; v. d. T.; huis ter Heide 1839, v. H.; Kromme Rrjn 1864, Coll. Nat.; - Ooster begraafplaats Amsterdam 1867, 0.; Funen Oosterdoksdrjk, M. D.; Weesperzijde bij den Omval, TRIFOLIUM. 407 Fl. Amst.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Bergen, Un. 1891; Haarlem en Haarlemmerhout 1841, v. H. ; Bloemendaalsche bosch 1871,0.; Velsen, Buse; Overveen, Kerb. ; Vogelenzang 1870, Hoek - Lisse, Exc. 1888; Noordwyk, Perin; 1860, S. Katwijk binnen, Mb.; Leiden, v. d. B.; B. W.; Dz. 1836, Mb.; Meerburgerpolder 1833, Wtt.; Haagsche Schouw, S. S.; Leiderdorp, Mb.; Wassenaar 1832, Pierot; S. S.; 's Gravenhage, G. B.; V. Z.; R. B.; Scheveningen, Forsten; Leidschendam, Mb. (als /?. minimum, kleinevorm); Raaphorst en Langenhorst onder Wassenaar, Perin; Zandery Bakkershagen, Pierot; Loosduinen, de Br.; Hellevoetsluis, C. A. Bergsma; Dordrecht 1850, M. J. Cop; 1880,Boerl.; 1882, V.; Louterbloemen bij Dordrecht 1882, V.; - Zuid-Beveland (als filiforme) 1841, 1848, Kwaden- damme 1840, Biezelinge 1837, Westerhavendyk 1838, Noorddijk 1840, Dijkwelle 1839, v. d. B.; Oost-Zeeuwsch Vlaanderen 1863, Waterlandskerkje 1861, Kouden- polder by Hoek, A. W.; — Breda, v. Rees; Loop- schans aldaar, v. A.; Werkendam 1835, Lac. ; Vucht- sche weg bij 's Hertogenbosch, v. Hov.; Stratum 1901, Rovers en v. Roessel; — Maastricht 1894, de Haas. /5. minimum Gaud. Fl. Helv. 4. p. 600. (T. pro- cumbens p. Gmel. Fl. Bad. 3. p. 241. T. fili- forme Sur. Zakflora nec L.). Stengel 1^—8 c.M. lang, nederliggend ; hoofdjes 2 — 8 bloemig; gemeenschappelijke bloemsteel haarvormig, bochtig, afzonderlijke bloemsteeltjes langer dan de kelkbuis; alle blaadjes van het blad even groot en zeer kort gesteeld. In Herb. : Lisse 1881, S.; — Vroon Oostkapelle 1877 en Clinge 1886, L. [Aanm.: De plant werd gekweekt door den Heer Kok A nkers m i t, waarbjj de normale vorm weder optrad, zoodat 408 TRIFOLIUM. hieruit ten duidelykste bleek dat het een verarmde vorm van de gewone soort is. (Zie Arch. 2. IV. p. 27.) Men moet deze vorm niet verwarren met T. filiforme L.; een soort van Zuidel\jk Istrie. Reeds 0 ud emans wees er op dat alle exemplann, in het herbarium opgenomen onder den naam van T. filiforme tot T. minus Eelhan moes- ten gebracht worden. (Cfr. Arch. 2. 1." p. 61.)] form. aggregatum de Bruijn. In Herb. : 's Gravenhage 1850, de Br. [ A a n m. : Deze vorm werd door d e B r u ij n in 1851 onder bovenstaanden naam beschreven in het Kruidk. Archief (2. I. p. 247) met de volgende diagnose: ..Folia superiora ad 3—6 ag- gregata, capitula in eorum axillis subverticillata; pars supe- rior caulis aphylla; capitula numerosa (20—30) in apice caulis umbellato-racemosa; pedunculi communes basi stipulis.muniti." Het schijnt m\j toe dat dit een zelfde vorm is als door Knaf als T. u m b e 1 1 a t u m beschreven werd. (Cfr. Cel. Prodr. p. 662 en Koch Ed. III. p. 564). Hier toch wordt deze vorm aldus omschreven: ..Bladen plaatseljjk aan den stengel sterk byeen- gedrongen, zijdelingsche hoofdjes dragend. De stengel wordt door een hoofdje afgesloten, welks onderstebloemdeeltjesdoor gesteelde hoofdjes worden vervangen, van welke het onderste nog door een blad gesteund wordt." Deze vorm werd door den auteur in vele exemplaren btf Oberleitensdorf in Boheme waargenomen. Ik heb geen exemplaar van deze afwyking ge- zien, doch zjj schynt mjj wel overeen te komen met onze in- landsche afwijking. Hoogst waarsrhynlijk zijn beide vonnen door parasieten veroorzaakte monstrositeiten]. (Tusschen Burg en Hoorn 1894, V. Suringar in herb. pr. — Oranjewoud bij Heereveen 1869, v. Tui- nen in herb. pr.; — Voorthuizen 1890 J. J. Smith in herb. Costerus; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; — Willige Langerak, H. A. West- broek en J. Slingerland in herb. Heukels; Rijngeest onder Oegstgeest 1891, V. Suringar in herb. pr.; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jan- sen; Spijkenisse, J. Koornneef; — Kruisland, F. Janssens in herb. Heukels; West-Souburg 1894, Ogt. in herb. pr.; Walcheren 1877, L. in herb. pr. ; — Boxtel, A. C. J. v. Goor in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 256); - Wolvega, U n. 1 88 1 (Arch. 2. III. p. 422); - TRIFOLIUM. 409 Koevorden, Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1 V. p. 245); - Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p 293); Kallenkote, Un. 189 2 (Arch. 2 VI. p. 346); tus schen Nieuwe Wetering en Tongeren, Wijhe, Un 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Hengelo, Borne, Haaks bergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219) Diepenheira, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); - Win terswijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V p. 221); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403) Bronsbergen, Warnsveld, Ruurlo, Un. 1897 (Arch 3. 1. p. 615); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI p. 96); Parkweg Amsterdam 1888, J. J. Smith Jr (Arch. 5.V. p. 689); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch 2. VI. p. 235); Brielle, Oostvoorne, Un. 1887 (Arch 2. V. p. 399); - Al de Zeeuwsche eilanden, A.W en L. (Arch. 2. VI. p. 111); - Hoogerheide, Un 189 6 (Arch. 3. I. p. 349); - Araby, Meerssen, Grons veld, Valkenberg, Sittard, Roermond, Un. 1881 tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2 IV. p. 311). [Aanm. : Hiervan werd voorts een verscheidenheid waar genomen met hoogroode bloemen bjj Apeldoorn door den Heer Kok Ankersmit (Cfr. Arch. 3. I. p. 344). Dezelfde nam deze plant tevens waar met roode blaadjes (Arch. 3. I. p. 570)]. 338. T. hybridum L. Op vruchtbare vochtige weilanden zeer plaatselijk. Meestal gekweekt en aldus op verschillende plaatsen ingevoerd. %.. Mei—Sept. In Herb.: Meppel 1865, H. d. V.; - Zwolle 1865, H. d. V.; Pothoofd bij Deventer 1885, K.; 1897, V.; Meelfabriek aldaar 1897, V.; - Brummen 1884, C. v. d. Br.; Apeldoorn 1899, K. A.; molen St. Anna by Nijmegen 1898, Docters van Leeuwen en Th. Abel.; Zalt Bommel 1897, Heinsius; Culem- borg 1891, de Haas; — Amsterdam 1874, Lac; G. Barger; Abbenes 1897, Haarlemmermeer 1893, Spaarnwoude 1887 en Spaarndam 1886, V.; Spaarne 1893, S.; Assendelft 1878, F. de Boer; - Leiden, 410 TRIFOLIUM. 0.; 1846, Mb.; 's Gravenhage, G. Barger; huis ter Rivier brj Overschie 1894, V.; Naaldwyk 1848, v. d. T.; Dordrecht 1886, Kop van 't Land onder Dubbeldam 1886 en Biesbosch 1886, V. ; - Sint Philipsland 1890 en Krabbendyke 1884, L.; Nieuwerkerk, Un. 1894; - Werkendam 1886, V.; - Maastricht 1889, V.; Gronsveld 1894, V. en v. Vloten; Kerkrade 1885, K. en G. (Prins Hendrik Polder Texel 1894, V. Suringar in herb. pr. ; Midsland, J. B. T jj m in herb. H e u k e 1 s ; - Heino 1888, in herb. Struyk.; - Zutphen 1885, Ensink in herb. L.; kasteel Middachten 1895, Ogt. in herb. pr.; Logement Berg en Dal 1890, Posth. in herb. pr.; Borculo, Mej. G. J. Kerbert; Putten, C. A. Backer; Ryswijk, B. J. v. Wagensveld; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Voorthuizen 1890, Costerus in herb. pr.; Station Ede 1883, Heinsius in herb. pr. ; - Zandbergen, Naarden 1899, Koning in herb. pr.; boomkweekery Amsterdam 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Merwedekanaal, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Breesaap 1896, Struyk. in herb. pr.; Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Meststalen Leider- dorp 1901, deKaagl893, Struyk. inherb. pr.; Aals- meer 1893, V. Suringar in herb. pr.; Rotterdam, Katendrecht (elegans?), F. D. J. Risch; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; Vreeswijk, Alm- kerk, C. A. Backer; Spijkenisse, J. Koornneef; — Waarde, M. v. Weele; IJzendijke, P. J. Roosen- daal in herb. Heukels; Nieuw en St. Joosland 1877, L. in herb. pr.; kanaal Middelburg 1896, Ogt.; — Breda, Th. W. v. Schermbeek in herb. Heu- kels; Andel 1886, Costerus in herb. pr.; Waalre, P. Sloots; Valkenswaard, H. A. v. Roessel in herb. Heukels; — onderste Molen Venlo 1895, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Groenlo, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p.614); TRIFOLIUM. 411 — Oosterdoksdijk Amsterdam 1847, Wenck(Arch. 1. II. p. 102); Ringdijk Horstermeer 1888, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 526); - Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544). /?. elegans (Tr. elegans Savi). Op droge heuvels en kalkrotsen ; op verschillende plaatsen inge- voerd. %.. Juni—Juli. In Herb. : 's Gravenhage, R. B. ; — Oostkapelle op bouwland 1877, Frederiks. (Arnhem, Elst, A. H. Blaauw in herb. Heukels; Renkum 1900, Wageningen 1900, V. Suringar in herb. pr.; — Soestdijk, Utrecht, W. C. v. Embden; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; — Nieuw en St. Joosland 1877, Krabbendijke 1884, St. Philipsland 1890, Middelburg 1898, L. in herb. pr.) [A a n m. : De hier opgegeven groeiplaatsen z;jn onbetrouw- baar, daar de verschillen tusschen T. e 1 e g a n s en de hoofd- soort niet altjjd even goed opvallen, vooral niet aan onvolko- men exemplaren]. 339. T. repens L. Algemeen aan wegen, in weilanden enz. ; dikwijls ook verbouwd (vooral de vormen met 5-7 bladige donkerrood gekleurde bladen voor mozaik-bedjes). %. Mei—Sept. In Herb.: Texel 1857, Harting; Midsland op Ter- schelling, Un. 1886; Grint 1869, Holk.; Rottum 1898, Schipper; — Hichtum 1864, en tusschen Roptazyl en Wynaldum 1861 (foliis purpureis macu- latis), J. M. de Boer; "Dokkum 1865, H. d. V.; Leeuwarden 1850, S.; — * Veenwouden, Spree; — "Haren 1865, H. d. V.; Helpman, Strat. (fol. 5 rubris); Haren, v. H.; Winschoten 1899 (fol. atris), Schipper; — Koevorden 1859, Lac. en S. ; Meppel, v. Heijn.; * Assen 1848, P. G. Wijers; - ' Zwolle 1865, H. d. V.; 1901, L.; * Mastenbroek bij Zwolle 1894, L.; Deventer 1876, K.; Kampereiland 1870, * spicis proliferis Prodr. 412 TRIFOLIUM. Hoek.; Kampen 1847, R. B.; 1848, T.; tusschen Al- melo en Delden, Un. 1870; * Vecht in Rheeze 1893, L.; - Harderwijk, R.B.; ' Nykerk 1860, Th.Stolz; Nymegen 1833, Wtt.; '/Beuningen, Th. Abel.; Beek 1853, 0.; * Heumen, Wtt; 'Renkum, Buse; — Amersfoort (en fl. rubellis), R. B.; Eemdal, Garj.; Utrecht,A.W. Hartm. en R. B.; 1835, D.S.; Wtt.; 1879, A. C. Oudemans; »v.d. T.; * Wijk by Duur- stede, C. A. Bergsma; — * Hilversum 1872, 0.; Berg en Dallust by Hilversum, v. d. T. ; 't Gooi 1827, W 1 1. ; Naarden 1864, 0. ; * Hilversum 1872, T h. A b e 1. ; Oosterbegraafplaats Amsterdam 1867, 0.; Wester- doksdyk aldaar 1842, Tilanus (P.N. S.); Weesper- poort, Romb.; Hemmeland by Monnikendam 1886, Boerl.; Marken 1886, Boerl. en V.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; (Coll. Nat.); " Zand- voort, Buse; Bloemendaal, M. D.; Overveen, Buse; * Heemstede 1838, Mb.; Haarlem(5. phijllum), Buse; - Holland, Forsten; Leiden 1835, Lac; 1836, Mb.; Dz.; 1840, S. S.; B. W.; 1843, 0.; de Vriese; 1845, Perin; 'Katwyk 1832, Wtt.; 's Gravenhage, R. B.; Hoek van Holland, Kerb.; Destree; Stadsmest- vaalt Schiedam 1895, V.; * Zwyndrecht 1838, Lac,; Dordrecht 1882, V.; C. v. d. Broek; 'Lac: - Zuid-Beveland, en "1848, v. d. B.; Middelburg 1880, en Vlissingen 1880, Buysman; Hoek, 1853, Sassche gat 1854 en Waterlandskerkje 1861, A.W.; - Kaats- heuvel, Thomson; Dongen 1842, v. d. T. (maculat); Loopschans Breda, v. A. ; Vucht, v. H o v. ; — * Weert 1864, H.d.V.; 'Beek 1885, K.enG.; • Wyk bij Maas- tricht 1894, de Haas. y?. rubente (Ser.) D.C. 's Hertogenbosch 1897, H e i n s i u s. [Aanm. : Waarschijnlyk dezelfde als de afwyking C. ro- * * f o r m a littoralia. *.* forma vivipara. TRIFOLIUM. 413 seum Peterm. (Clav. analyt. p. 90), met bloemen die voor en na den bloei mooi en diep rozerood zijn. (Cfr. Koch. Ed. III. p. 569)]. (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Olde- holtpade, Blesdijke, Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer; — Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rijswijk (Gld.), B. J. van Wagensveld; Culemborg, C. A. Backer inherb. Heukels; de Haas, in herb. pr.; Apeldoorn 1851 -1884, K.A.inherb.pr.; Tiel, Posth. in herb. pr.; — Overlangbroek, J. W. Kemphaas in herb. Heukels; tusschen Houten en Utrecht, Alpherts in herb. pr.; — Duivendrechtsche weg bij Amsterdam 1898, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jan- sen; — Uzendijke, P. J. Roozendaal; Waarde, M. v. Weele in herb. Heukels; Koudekerke 1873, •Zwolle 1894, * Vlissingen 1876, L. in herb. pr.; - Breda, Mej. Th. W. v. Schermbeek; Waalre, P. Sloots; Almkerk, Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Venlo 1898, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Vlieland, Lac. (Arch. 1. V. p. 51, 78); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 2. V*. p. 256); Rot- tum 1896, Schipper (Arch. 3. I. p. 357); - Wol- vega, Terissert, tusschen Knijpe en Heereveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); Drenthe 1859, Lac. en S. op alle bezochte plaatsen (Arch. 1. V. p. 245); — tusschen Steenwijk en Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 292); Heino, Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Markelo, Diepenveen, Enter, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 614) ; Hengelo, Borne, Hasselo, Haaks- bergen, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Zutphen, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 614); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Ter- borg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. 414 TRIFOLIUM. p. 221); - Driebergen, Odyk 1874, H. d.V. (Arch. 2. II. p. 70); - Urk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293); Alkmaar, Bergen 1871, S. en A b e 1. (Arch. 2. 1. p. 271) ; Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); tusschen Brielle en Rockanje, Un. 1897 (Arch. 2. V. p. 399); - al de Zeeuwsche eilan- den, A.W. en L. (Arch. 2. III. p. 116, VI. p. 111); Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. 1. p. 49); — Bergen op Zoom, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Baarlo, Velden, Arcen, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, St. Pietersberg, Gronsveld, Amby, Meers- sen, Valkenberg, Roermond, Un. 1861; Sittard, Beek — Elsloo, Maastricht, tusschen Wylre en Slena- ken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310). Voorts vermeld by Munting en Bruman. 340. T. glomeratum L. Plant van de kustlanden der Middellandsche Zee en van West- en Midden- Frankrijk. 0. April—Mei. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac-afval bemest klaverland 1877, K.A. (Cfr. Arch. 3. I. p. 309). 341. T. fragiferum L. In weiden, aan wegen en dijken en langs rivieroevers, gaarne op zilten bodem. 2J.. Juni—Sept. In Herb. : Eierland op Texel 1860, Lac; deNeder- landen op Texel 1868, Holk.; Koog-deNederlanden 1867, S. P. Huizinga; tusschen Burg en Hoorn aldaar 1869, H o 1 k. ; Vlieland 1858, L a c. ; 1868, H o 1 k. ; Midsland op Terschelling, Un. 1886; 1886, K.; Rot- tum 1898, Schipper; — Leeuwarden 1859 en Blrja 1851, S.; Bolsward 1864, J. M. de Boer; Holwerd 1865 en Lemmer 1865, H. d. V.; Molkwerum, Coll. Nat.; — Groningen 1865, v. H.; Pieterbierum, herb. v. H.; Uitwierde 1856, Strat. ; — Meppel, v. Herjn.; - Kampereiland 1860, de Br.; R. B.; 1870, Hoek; TRIFOLIUM. 415 Sevelingen bij Kampen 1845, T.; Mastenbroek by Zwolle 1894, L.; Carlshave, Un. 1895; - Zutphen 1859, de Br.; tusschen Zutphen en Bronsbergen, en tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897; Vieracker 1851, Gronem.; Heelsum 1850, S.; Wage- ningen 1881, K.; Zevenaar 1833, Wtt.; de Ooi 1865, v. H.; Vestingwerken Nymegen en Beuningen, Th. Abel.; Nijmegen, B.; Griend by Weurt, G. Deyn. ; Harderwyk 1833, Wtt.; 1864, R. B.; - Spakenbrug en Eembrug 1836, D. S. ; de Bilt 1833 en Bunnik 1873, de Br.; Utrecht 1858 en 1859, R. B.; 1859, Hartm. en R. B.; Blauwkapel en Maartensdijk 1835, Kraamw.; Wijk bij Duurstede 1833, Wtt.; Vrees- wijk 1842, G. Deyn.; - Naarden 1864, 0.; tusschen Naarden en Muiderberg 1901, G. enV. ; Weesperzyde by den Omval, Fl. Amst.; Slooterweg 1857, Kniit- tel; Amsterdam, v. H.; V. Z. ; den Helder en Werf aan het Nieuwe Diep, V. Z.; Alkmaar 1871, S. en Abel.; Assendelft 1878, F. de Boer; Schalkwykby Haarlem 1835, Buse; Brouwersvaart by Haarlem 1874, Boerl.; Heemstede, aan de Haarlemmermeer, v. d. T.; — Noordwijk, J. A. v. Dissel; tusschen Noordwijk en Katwijk, v. d. T.; Katwjjk, S. S.; Mb.; Dz.; Kerb.; Leiden, Buse; 1842, 0.; Spanjaards- brug Leiderdorp, Dz.; Eikenduinen, Fockema; Hoek van Holland 1866, H. d. V. ; 's Gravezande, V. Z.; eiland Rozenburg 1899, Jongm.; Voorne en Rockanje 1871, 0.; Brielle en Rockanje, Un. 1887; Brielle 1894, V.; Ouddorp 1894, Boerl. en V.; Zwyn- drecht 1883 en Dordrecht 1883, V.; Willemsdorp 1884, C. v. d. Broek; Oud-Slykerveer by Vianen, v. H. ; — Zeeland, Dumortier; Duiveland, Dz.; Zuid-Beveland 1839, Wilhelminapolder 1838, Ellewouts- dijk en Hoedekenskerke, v. d. B.; Walcheren 1839, B. W.; Middelburg 1880, Buysman; Vlissingen 1845, v. d. Cop; Serooskerke 1893, L. ; Zeeuwsch Vlaanderen 1863 en St. Kruisl861, A. W.; - Bergen 27 416 TRIFOLIUM. op Zoom 1834, Wtt.; Forsten; Thomson; Werkendam 1836, Lac.; Loopschans Breda, v. A. ; Oud-Heusden, v. Hov. ; — Broekje bij Maastricht, v. Hov.; langs de Jeker by Maastricht 1885, Lac; Geul by Geulhem 1901, V. (Oostereind Texel 1894 en Groene strand Terschel- ling 1894, V. Suringar in herb. pr. ; - Jelsum 1872, v. Tuinen in herb. pr. ; - Putten 1876, K. A. in herb. pr.; Waaloever Lent, de Wit H. in herb. Posth.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; langs de Lek aldaar 1846, Alpherts in herb. pr.; Uiter- waarden Renkum 1886, Heinsius in herb. pr.; Opheusden 1874, v. Tuinen in herb. pr.; - Utrecht; Oud-Valkenveen by Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Alkmaarderhout 1890, Costerus in herb. pr.; — Leidschendam, W. C. v. Embden; Biesbosch, Schalkwyk, Beusichem, Everdingen, Werk- hoven, C. A. Backer; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, F. D. J. Risch; — IJzendrjke, P. J. Roosendaal; Waarde, M. v. Weele, Sprjkenisse, J. Koornneef, alle in herb. Heukels; - Dyk Wissenkerke (N.-Bevel.) 1880, Schipper in herb. pr.; St. Laurens 1874, L. inherb. pr.; — Rivierdjjk tusschen Moerdyk en Lage Zwaluwe 1901, Posth. in herb. pr.; Andel 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; — Langven by Beegden, Un. 1900, Rieter in herb. pi\). Bovendien: Ameland 1854, Dr. Kros (Arch. l.IV. p. 83); Rottum 1896, Schipper (Arch. 3. 1. p. 213, 214 enz.); - Urk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293); Wieringen 1856, Lac (Arch. 1. V. p. 233); Petten, Heilo, Castricum, Zandvoort, v. E. (Arch. 2. 1. p. 376) ; Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 235); - Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch.2. III. p. 116 en VI. p. 111); Varendyk by Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Roermond, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 310); Meers aan de Maas, Lac (Arch. 2. V. p. 8). TRIFOLIUM. 417 Reeds vevmeld bij Clusius en Dodoens. 342. T. resupinatum L. Plant uit het gebied der Mid- dellandsche Zee, op droge, grazige streken langs de kust en vaak ingevoerd. 0. Mei — Juli. In Herb.: Apeldoorn, op met Sumac afval bemest klaverland 1877, K.A.; 't Hoogje bij Amersfoort 1898, K.A.;- Meelfabriek Middelburg 1899, Ogt.; - Venlo 1898, L.; Rieter. Voorts een var. /?. maius van onbekende groeiplaats, herb. Heukels. [Aanm. : De plant, in het Vereenigingsherbarium aanwezig door. Perin by Njjmegen gevonden, is waarschjjnltjk om vroe- ger vermelde redenen niet echt. Perin heeft alle duhieuse planten, die h\j waarsdnjnljjk uit 'sRjjks Herbarium ontleende, als btf Njjmegen gevonden opgegeven. Het is zelfs twijfelach- tig of Perin ooit een voet b\j Njjmegen gezet heeft. De vroe- gere opgave is ontleend nan de Gortor; Oude Usel bjj Ui- lenpas]. 343. T. tomentosum L. Grazige streken van de landen waar de olijf groeit. 0. April—Mei. In Herb.: Apeldoorn, op klaverland bemest met afval van Sumac, uit Palermo afkomstig 1877, K. A. — (Cfr. Arch. 3. I. p. 310). 344. T. vesiculosum Savy. Plant van het Middelland- sche Zeegebied en van Hongarije; nu en dan in noordelijker streken raet granen ingevoerd. 0. Mei — Juni. In Herb. : Molen te St. Anna brj Nrjmegen 1898, Docters v. Leeuwen en Abel. 345. T. arvense L. Op bebouwde en onbebouwde gron- den, voornamelijk in zandstreken. 0. Juli—Sept. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, Lac. ; Ameland, Spree; Nes op Ameland 1869, enGrintl869, Holk.; Schiermonnikoog 1867, Holk.; Rottum 1896, Schipper; — Haren, Strat.; 1835, v. H.; — Meppel 1846, v. Heijn.; Koevorden 1859, Lac. en S.; - Kampen 1846 en 1848, T.; 1848, R.B.; Zwolle 1846, S. Schutte; M. Dassen; 1847, v. 418 TRIFOLTUM. Tuinen; 1897, L.; Katerveer bij Zwolle, Un. 1888; Deventer 1840, Halb.; 1876, K.; Brinkgreve bij De- venter, Romb.; — Zutphen, Fockema; 1881, C. v. d. Broek; tusschen Zutphen en Lochem 1857, Spree; Ruurlol884, Ens.; Sillevolde, Un. 1885; Apeldoorn 1872, K. A.; Voorthuizen 1833, Wtt.; Twello, P. v. Delden; Harderwijk, R. B.; tusschen Harderwijk en Elburg 1833, Wtt.; Groevenbeek brj Putten 1853, v.IL; Arnhem, Thomson; Doorweerth 1857, K n u t- tel; Wageningen 1850, S.; Renkum 1865, Buse; Grebbe, Fockema; 1851, 0.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Zoelmond 1836, herb. 0. ; Culemborg 1857, Kniittel; H.S. Coll. Nat.; - Amersfoort 1861, R. B.; 1891, Garj.; Maartensdijk 1835, D.S.; - Naar- den, Wenck; 1864, 0.; Puikendam, tusschen 'sGra- veland en Bussum 1869, Hoek; 'tGooi 1827, Wtt.; Hilversum, v. d. T.; Muiderberg 1839, Romb.; Oos- terbegraafplaats Amsterdam 1867, 0. ; Wieringen 1857, Harting; tusschen Alkmaar en Heilo, V. Z. ; Zant- poort, de Vriese; 1846, Buse; Bloemendaal 1871, Boerl.; Brederode 1871, 0.; Overveen 1842, Hey- brock (P. N. S.); Haarlem, v. H. ; Kerb.; Aarden- hout, M. D.; Haarlemmerhout 1843, 0.; 1854, v. H. Jr.; - Noordwijk 1841, B. W.; Katwijk, Dz.; 1835, Mb.; 1842, 0.; Forsten; Perin; Leiden, Mb.; Perin; Alfen 1882, V. ; tusschen den Deijl en Leidschendam, S. S.; Wassenaar 1832, S. S.; Pierot; 's Gravenhage, G. B.; R. B.; Kanaal den Haag, V. Z.; Scheveningen, Destree; Loosduinen, V. Z.; Voornel835, (?), Ever- dingen 1834, D.S.; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Haam- stede, Un. 1894; Domburg en Kapelle 1838, v. d. B. ; Meelfabriek Middelburg 1897, L.; Vlissingen 1881, B u ij s m a n ; Walchersche duinen 1874, L. ; Hulst 1859, A.W.; Eede 1861, A. W.; wallen Breda, v.A.; Bergen op Zoom, Un. 1860; Klopperwaard bij Wer- kendam 1836, Lac; Vuchtsche heide, v. Hov.; — TRIFOLIUM. 419 molen bij den Plasmolen 1897, G. en V.; Brunsum 1872, Lac; Wessem 1900, G. en Jongm. /?. tenuis (T. gracile Thuill.). Sept. — Oct. 's Gra- venhage, R. B. (Rottevalle, J. Kuipers; — Groningen, R. de Boer en H. Kooi; — Steenwjjk, M. Kramer; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Hattem 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Terborg 1885, Struyk. in herb. pr.; Gendringen, Mej.M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; Rijswyk, B. J. v. Wa- gensveld; — Utrecht, de Bilt, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Baarn 1884, Heinsius inherb. pr.; — spoorbaan Hilversum 1898, Koning in herb. pr.; tusschen Diemen en Muiden, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Haarlemmertrekvaart Leiden 1900 en Groenhoven aldaar 1898, S t r u y k. in herb. pr. ; Gouda, H. A. Westbroek enJ. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; F. D. J. Risch; Vlaardingen, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; zandplaat brj de spoorbrug Zwijndrecht 1893, Posth. in herb. pr.; — Waalre, P. Sloots in herb. Heu- kels; tusschen Pettelaar en Vuchtl871, Costerus in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 256); — Steenwijkerwolde, Kallenkote, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, tusschen Heino en Wrjhe, Wjjhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Carlshave, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); — Lichtenvoorde, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Markelo, Enter, Groenlo, Zutphen, Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 614); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Alkmaar, Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p.235); Callantsoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); - Brielle, Un. 420 TRIFOLIUM. 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); - Schouwen en Duive- land, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 116); - Bergen op Zoom, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Venlo, Blerik, Arcen, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Valkenberg, Meerssen, Gronsveld, Sittard, Un. 1861, Beek-Elsloo, Gronsveld, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 310). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Vorstius en Munting. 346. T. striatum L, Op droge, grazige zand- en leetn- gronden, niet algemeen. (T. scabrum Fl. B. S. p. 538, cfr. p. 840). 0. Mei-Juli. In Herb. : Aan den dijk by den Polder Waal en Burg naby de Sluis, Texel 1860, en Hoorn op Texel 1878, Lac; — Platvoet by Deventer 1878, K.; - Apeldoorn, op klaverland bemest met afval van uit Palermo afkomstige Sumac 1877, K. A.; Nymegen, B.; vestingwerken aldaar 1840, Lac. ; 1852, Th. Abel. ; Nieuwe haven aldaar 1874, Th. Abel. ; — 'tHoogje by Amersfoort 1898, K. A.: — Zandhoeve by Naar- den 1851, Lac; Beverwijk 1865, en Haarlemmerhout 1861, H. d. V. (sedert verdwenen); — Noordwyker- hout 1840, Mb.; 1846, Dz.; Leiden, Perin; 'sGra- venhage, Barger; aan greppels en de kanten van een stuk land aan het Galgwegje bij Naaldwijk 1846, en hakhout in het zoogenaamde bosch van Breemen by Naaldwijk 1844, v. d. T.; Loosduinen 1887, S. (als scabrum); Hoek van Holland, buitendijk Nieuwland 1879, S. ; - Koewacht 1855, 1856, A. W. ; - Bergen op Zoom, Toolsche dyk, Un. 1860; - Beek 1872, Lac. var. p. tenuiflorum Ten. Door krachtiger bouw zeer opvallend, tot 100 stengelig; stengels afstaand behaard; blaadjes lang omgekeerd TRIFOLIUM. 421 eivormig wigvormig versmald; steunblaadjes kort toegespitst, gaffelsgewijze 7 — 9 nervig; hoofdjes lang-rolrond, langer dan bij dehoofd- soort, dicht bloemig; kelk aangedrukt behaard, weinig opgezwollen; kelktanden bijna doorn- vormig, onder elkander en met de buis bijna even lang ; kelkkeel behaard ; kroonbladen hel- der rozerood, slechts met het voorste deel van de vlag buiten de kelktanden uitstekend ; vlag aanzienlijk langer dan de vleugels en de kiel. In Herb. : St. Pietersberg 1894, V. en v. V 1 o t e n. (Diepenveen 1878, K. A. in herb. pr.; - Monster V. Suringar in herb. pr.; Oostkapelle 1878, Fre- deriks inherb. L,; - Halsteren, P. J. Verhoeven in herb. Heukels). Bovendien: Velsen, Marquette by Heemskerk, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); duinen bij Katwyk, v. Hen- nekeler (Arch. 2. I. p. 233). [A a n m. : De door v. Hennekeler als T. s t r i a t u m voor Westkapelle opgegeven plant (Arch. 2. I. p. 233) behoort tot de volgende soort; misschien ook de Katwtfksche ?] 347. T. scabrum L. Plant van de landen der Middel- landsche Zee, op droge, steenige en grazige plaat- sen; ook noordelijker hier en daar verspreid. 0. Mei—Juli. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac-afval bemest klaverland 1877, K. A.; Wageningsche berg, Exc. 1899; - duinen Westkapelle 1857, G. v. Henne- keler; 1876, A. W.; Domburg 1877, K. A. (van hier nog in herb. Ogt. van 1897). 348. T. supinum Savi (T. reclinatum Kit). Zuid-Euro- peesche plant, enkele malen in noordelijker streken ingevoerd, zoo o. a. sinds langen tijd bekend bij Hamburg. 0. Mei— (Meelfabriek Middelburg 1898, L. in herb. pr.). 349. T. maritimum Hucls. (T. ochroleucum Fl. B. S. 422 TKIFOLIUM. p. 838 et Fl. Leid. p. 71). Weilanden in de nabij- heid der Zee. 0. Mei-Sept. In Herb.: Het Fune Amsterdam 1860, Hartsen; Gradeermachine Katwijk 1832, Wtt; bij de tweede Zeesluis te Katwijk 1832, 1833, Wtt.; 1833, S. S.; 1839, v.d.T. [Aanm.: De door de Vries gevonden plant, destrjds be- sproken als waarschrjnlrjk T. ochroleucum var. flor. ro s e i s (Arch. 1. V*. p. 452 en 2. II. p. 200) heb ik niet terugge- vonden; het is my derhalve niet mogelrjk geweest om uit te miken of deze plant werkelrjk tot T. ochroleucum of tot T. maritimum behoorde]. 350. T. alexandrinum L. Afkomstig uit Egypte, doch op weiden en akkers hier en daar ingevoerd en ook naar noordelijker streken overgebracht. 0. Juni—Juli. In Herb.: Houtloodsen te Zwolle 1899, E. Hei- mans. 351. T. lappaceum L. Zuid-Europeesche plant op grazige plaatsen, langs wegen enz. 0. Mei — Juni. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac-afval bemest klaverland 1877, K. A. (Arch. 3. I. p. 309). 352. T. stellatum L. Plant van de kustlanden der Mid- dellandsche Zee; een enkele maal in noordelijker streken met granen ingevoerd. Droge weiden en op bouwlanden. 0. Jnni — Juli. In Herb. : Apeldoorn, op dezelfde plaats als de voorgaande 1877, K. A. (Cfr. Arch. 3. I. p. 309). 353. T. incarnatum L. Plant van Zuid-Europa, doch in het groot verbouwd en nu en dan verwilderd. 0. Mei — Aug. In Herb.: Deventer 1877, K.; - Stroe 1881, L. ; Warnsveld 1886, V.; Bronsbergen bij Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Sillevolde, Un. 1885; Hees, Heu- men, Beek, Tli. Abel.; (Cfr. Arch. 1. III. p. 241); Groesbeek 1900, des Tombe; — Zeeuwsch Vlaan- deren 1869, A. W. (gekweekt als veevoeder), Sas TRIFOLIUM. 423 van Gent 1858, A. W.; - Beek, Maastricht 1869, 0.; Gronsveld 1866, H. v. V.; Valkenberg 1889, V. Ludit fl. albis. Proeftuin Deventer 1878, K. (Ondersma State Hallum 1865, H. R. v. d. Ley in herb. v. Tuinen; — Leens, J. Borgman in herb. Heukels; — Apeldoorn 1873, K. A. in herb. pr.; — Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Heerjansdam onder T. pratense uitgezaaid 1887 en Rysoord 1894, Posth. inherb. pr. ; — LJzendjjke, P. J. Roosendaal; — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Verwilderd langs wegen Venlo 1895, Rieter in herb. pr.; Maastricht (/?. fl. albis) 1893, de Haas in herb. pr.; Gulpen 1889, Struyk. in herb. pr.). 354. T. angustifolium L. Dorre kusten der Middelland- sche zee en in West-Frankrijk. 0. Juni—Juli. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac-afval bemest klaverland 1877, K. A. (Cfr. Arch. 3. I. 309). 355. T. medium L. Bosschen en dorre weiden langs de kanten van wegen en bouwlanden. Hier en daar verbouwd. 2J.. Juni — Aug. In Herb.: Zutphen 1838, Buse; 1835 Ensink; Voorst 1834, Wtt.; 1840, Buse; 1846, S.S.; Laag- Keppel 1870, H. d. V. ; fort Sterrenschans bjj Nijmegen 1872, en Ooische waard, Th. Abel.; Groesbeek 1873, C; Heumen 1840, Lac; - Utrecht 1834, W 1 1. ; 1836, v. H.; v.d. T.; 1837, D.S.; 1859, R.B.; 1872 en 1874, de Br.; Houten Wtt.; Schalkwyk 1833, Wtt.; Mb.; Werkhoven, Meent, Wtt.; - 't Gooi 1833, Wtt.; - Vianen 1836, v. H.; - St. Jansberg, Un. 1873, Th. Abel.; Sint Pietersberg, Un. 1861; Geulhem 1871, Meerssen 1885, Lac; Meerssen, Houthem en Slenaken 1885, G. en K.; Kerkrade 1885, Lac (Teuge onder Twello 1853, K. A. in herb. pr.; Culemborg nabij den Bol, de Haas in herb. pr.; 424 TRIFOLIUM. C. A. Backer; - Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels). Bovendien: Brederode, v- E. (Arch. 2. III. p. 302); — Zuid-Beveland, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 110). 356. T. pratense L. Algemeen op grasgronden, alge- meen gekweekt. ©. Mei — Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1869, Holk.; Terschelling, Un. 1886; Rottum 1861, Lac. en Kniittel; 1898, Schipper; - Leeuwarden 1850, S.; tusschen Wommels en Tzum 1863, J. M. de Boer; tusschen Arum en Pingjum ') 1875, J. M. de Boer; - Noordpolder 1829, Haren 2), 1833, v. H; Gronin- gen, Strat. ; — Weerdinge en Emmen 1859, Lac. en S.; Meppel2) 1865, H. d. V.; - Kampen, R. B.; 1847, 1851, T.; 1869, Hoek; Deventer 1876, K; Pot- hoofd bij Deventer 3) 1878, K.; Zwolle, 1901, L.; - Leesten 1851, G r o n e m. ; Harderwijk 1864, R. B. ; Har- derwyk «), R.B.; Voorst ») 1876, K. A.; Winterswyk 1872, R. E. de Haan; Nymegen, N. en Th. Abel.; Hees en Beuningen '), Th. Abel.; Zoelmond, D. S. (4 en 5-bladig) ; - Amersfoort, R. B. ; Schothorst 1892, Garj.; Utrecht, v.d.T.; 1835, D.S.; C. A. Bergsma; 1853, R. B.; A. W. Hartman en R. B.; Doorn 1833, W. H; Schalkwyk 1833 en tusschen Schalkwyk en Hou- ten2) 1833, en Houten 4) 1833, Wtt,; Bunnik 1842, B. de Haan (P.N.S.); Vossegat 1863 enVleuten 1859, Coll. Nat.; Vecht by Loenen >), - 't Gooi 1827, Wtt.; Naarden 1864, 0.; 'tFunen, Oosterdoksdyk, M.D.; zeedyk by Amsterdam 1838, Romb.; Wester- doksdyk aldaar 1842, Teengs (P. N. S.); Funen ]), Kalfjeslaan, Fl. Amst.; v. H; Oosterkerkhof Am- sterdam 1867, 0.; Spoorweg by den Ringdyk 1846, P. A. Richard; Legmeerpolder, Boerl.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Haarlem, Kerb.; de 1) flor. albis. 2) capitulis proliferis. 3) 11. roseis. i) fol. variegatis. TRIFOLIUM. 425 Vriese; 1871, Boerl,; Haarlemmerhout 1840 en Heemstede, Buse; Ruine van Brederode 5), — Leiden 1832, S. S.; 1835, Mb.; Dz.; 1836, Lac; 1839, B.W.; 1840, S.S.; 1843, 0.; 1854, Kramer; Oegstgeest 1854, Kramer; Katwyk 1833, Wtt.; 1845, Perin; Ro- denburgerlaan Zoeterwoude ') 1895, V.; Voorschoten 1898, Jongm.; Wassenaarsche weg 1865, H. d. V.; huis den Deyl 1832, Wtt.; 's Gravenhage, V.Z.; G. B.; Honsholredijk •), v. d. T.; Hoek v. Holland, V.; Dor- drecht 1882, en Willemsdorp x) 1868, V. ; Holland, F o r- sten; - Zuid-Beveland v. d. B.; *) v. d. B.; Goes, We- meldinge 1840, v. d. B.; Koudekerke 1863, A. W.; Vlis- singen 1880, Buysman; Middelburg 1897, L.; — loopschans en wallen Breda, v. A. ; *) 1841, Lac; Sprang, T h o m s o n ; Vucht, v. H o v. ; — Elsloo, U n. 1861. var. expansum Hauskn. (T. pratense var. ameri- canum Harz.). Steviger; stengel neerliggend op- stijgend, in een kring uitgespreid, van den voet af vertakt, ruwharig. Verbouwd uit Amerikaan- sche zaden. In Herb. : de Lutte, Un. 1895; — algemeen tus- schen Amsterdam en Zaandam 1897, V.; Rozenburg blj Rotterdam 1901, Wachter en Jansen. (Midsland, J. B. Tym; - Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; — Buitenwerken Groningen 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; - Apeldoorn 1851 en ') 1877, K. A. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Ryswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; Culemborg J), C. A. Backer; — Overlangbroek, J. W. Kennephaas, Utrecht '), W. C. v. Embden in herb. Heukels; de Haas in herb. pr. ; Lekdijk aldaar 1846, Alpherts in herb. pr. ; — Blauwkapel 1846 Alpherts in herb. pr.; — Bussumerweg bij Hilversum 1898, Koning 5) var. roseum 0. 426 TRIFOLIUM. in herb. pr.; tusschen Muiden en Naarden, Un. 1901, Rieter in herb. pr.; tusschen Amsterdam en Diemerbrug 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Hillegom 1900, Oegstgeest 1884, Struyk. in herb. pr.; Bodegraven *), J. C. Ceton; Stolwrjk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; 2) F. D. J. Risch; — Spykenisse, ook !), J. Koornneef; IJzendrjke, P. J. Roosendaal, Waarde, M. v. Weele in herb. Heukels; Kapelle (Z.-Bevel.) 1893, Ogt. in herb. pr.; Oostkapelle >) 1877, Frederiks in herb. L. (waarschrjnlijk de var. villosum Wahlb.); — Halste- ren, P. J. Verhoeven inherb. Heukels; — Venlo 1895, Rieter in herb. pr. b. villosum Walhb. Zeedijk brj Monster, J. F. Wichard in herb. Heukels; Zeedijken Walcheren 1877, Frederiks in herb. L.). [Aanm.: Deze verscheidenheid (T. pratense mari- timum Zabel, T. ochroleucum Aschers. non L.) onder- Bcheidt zich van de type door neerliggende opstygende ruwharige stengels, slanbere vorm ; blaadjes der boven- ste bladen lancetvormig; hoofdjes meestal alleenstaande, dikwyls boven het omwindsel gesteeld ; bloernkroon vaak helderrosa, wit of geelachtig wit. Zy komt o. a. voor aan de Oostzeekant]. Bovendien: Tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Alle bezochte plaatsen in Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); — Steenwrjk, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Oldemarkt, Giethoorn, Un. 1892 Arch. 2. VI. p. 346); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 198); Hengelo, Borne, Weusthag, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 407); - Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Terborg en Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 310); Apeldoorn K. A. (Arch. 2. III. p. 182); Zutphen, TRTFOLIUM. 427 Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 614); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Marken 1886, Boerl. en V. (Arch. 2. V. p. 58); Urk 1853, Bakker de Wit (Arch. 3. I. p. 319); Alkmaar 1871, S. enAbel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 346); Zandpoort, Duinvliet, Odijk, Kleverlaan bij Haarlem 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 69); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399) ; - Algemeen in Zeeland A. W. (Arch. 2. VI. p. 110); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); — Bergen op Zoom, onbebouwd terrein aldaar, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Baarlo, Velden, Arcen, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, St. Pieters- berg, Gronsveld, Amby, Meerssen, Valkenberg, Gulpen, Sittard, Roermond, Un 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. VI. p. 310); tusschen Eijsden en Rijkholt 2) 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 8). Voorts vermeld bij Pelletier, Knijf, Munting en Bruman. 357. T. diffusum Ehrh. Plant van de landen aan de Middellandsche Zee, van Hongarije en Zuid-Rus- land en van daar met granen nu en dan inge- voerd. 0. Juni—Juli. In Herb. : Pothoofd Deventer 3) 1881, K. ; 1894, K. A.; 1897, V. '); 1898, J. R. Katz; - Apeldoorn 1878, K. A.; St. Annamolen bij Nijmegen 1898, Doc- ters van Leeuwen en Th. Abel. ; — huis ter Rivier bij Overschie 1894, V.; — Meelfabriek Middel- burg 1896, 1897, L. 358. T. ochroleucum L. Langs kanten van wegen, in boschrijke streken, gaarne op kalk. 0. Mei — Juli. 1) In Arch. 3. I. p. 305 abusievelijk als T. m e d i u m vevmeld. 2) Reeds van daar verzameld in 1879 door K. en L. J. v. d. V e e n (Arch. 2. IV. p. 409). 428 TRIFOLIUM. LOTUS. In Herb. : Wilhelminapark Haarlem 1900, C. A. Backer. (Zie de Aanm. bn' No. 349). 359. T. subterraneum L. Zuid-Europeesche plant, vooral thuis behoorend in Istrie, op zonnige heuvels, langs boschranden en op grazige plaatsen, doch ook in West-Frankrijk voorkomende. 0. April— Juni. In Herb.: Apeldoorn, op met Sumac-afval bemest klaverland 1877, K. A. *); - Duin te West-Kapelle (1835?), en 1847, Blaas; 1857, G. v Hennekeler; 1876, A. W. (ook L. in herb. pr.). (Domburg, J. v. d. Velde Olivier; Retrancbe- ment, J. de Hullu Jr. in herb. Heukels). [Aanm.: In Tjjdschrift Dl. XII. p. 11 (Enum. Zeel. III) wordt gemeld : „in ruderatis prope West-Kappeile copiosum legit Blaas!"] Lotus L. 360. L. corniculatus L. Algemeen op grazige zand- gronden. 2J.. Mei-Sept. In Herb.: Texel 1857, Harting; 1860, en Vlie- landl858, Lac; West-Terschelling, Un. 1886; Ame- land 1896, V.; Schiermonnikoog 1867, Holk.; Rot- tum 1861, Lac. en Kniittel; 1897, Schipper; Grint 1869, Holk.; - Trienwouden 1849, S.; - Haren, v. Heyn.; — Valthe 1859, Lac. en S.; Meppel, v. H e y n. ; - Kampen 1855, R. B. ; Vollenhove 1893, L. ; Deventer 1840, Halbertsma; Diepenveen 1876, K.; Grafhorst 1851, T.; - Harderwijk 1852, R. B.; tusschen Hulshorst en Hierden 1890, Beinz; Apel- doorn 1852, K. A.; Arnhem, S.; Thomson; Beek 1853, 0.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Renkum, Buse; Tiel, Post; - Amersfoort, R. B.; 1893, Garj.; Rhenen, Grebbe 1851, 0.; de Bilt 1834, de Br.; Drie- 1) Werd ingezonden ondor den naam van T. globosum (Cfr. Arch. I. p. 308). lotus. 429 bergen 1827, Wtt.; Utrecht 1835, Wtt.; D.S.; Schalkwyk 1832, Wtt.; - Berg en Dallust Hilver- sum, v. d. T.; 'tGooi 1832, Wtt.; Valkeveen 1864, 0.; Funen, Weesperzyde, en Oranje-Nassau , Fl. Amst.; Oosterbegraafplaats Amsterdam 1867, 0.; Wieringen 1856, Lac. ; 1857, Harting; spoordijk Enkhuizen 1895, Sanders; Schoorlsche duinen 1869, Hoek; WykaanZee 1860, S.; Haarlem 1834, K e r b. ; M. D.; 1854, T.; Bentveld, Kerb.; Overveen 1842, Teengs (P. N. S.); 1838, Buse; 1845, P. A. Ri- chard; 1872, Boerl.; Exc. 1878; - Noordwijk, Mb.; 1835, Lac; Leiden 1835, Mb.; Perin; 1843,0.; Katwyk, Perin; 1837, Mb.; Exc. 1888; Wasse- naar, Pierot; Perin; 1856, S.; B. W.; Voorschoten, Forsten; Raaphorst, Perin; 's Gravenhage, C. A. Bergsma; V. Z.; 1845, de Br.; G.B.; 1882, V.; duinen den Haag, Destree; tusschen Scheveningen en Wassenaar 1844, de Br.; tusschen den Haag en Scheveningen, R. B.; Waalsdorp, Fockema; 1834, v.H.; Zorgvliet, V.Z.; Terheijde, Un. 1851; Nieuw- land, 's Gravezande, v. d. T. ; de Mijl bij Dordrecht 1882, V. ; Vianen, v. H. ; - Walchersche duinen 1839, en Middelburg 1839, v.d. B.; Domburg 1841, v. d. T.; Middelburg (als intermedia) 1883, K.; Vlissingen 1880, B u ij s m a n ; Breskens 1878, L. ; St. Kruis 1861, A. W. ; — Wallen Breda, v. A., herb. v. H.; Vuchtsche heide, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov.; Kerkrade 1885, K. en G.; Beek, Boerl. /?. ciliatus Koch. Stengel kaal; blaadjes en kel- ken door lange haren gewimperd. In Herb. : Hulshorst, Beinz.; — duinvalleien Wassenaar 1879, K. A. y. hirsutus Koch. Plant meer rechtopstaand, grijsgroen, overal met lange, aan den stengel vaak loodrecht uitstaande haren bekleed. In Herb.: Hulshorst, Beinz. 430 ' LOTUS. 8. crassifolius P. Behaard; de blaadjes eirond, eenigszins vleezig, stengels bebladerd, neer- liggend, wortels dik. De gewone duinvorm, reeds in de Fl. B. S. opgegeven voor Wasse- naar, P i e r o t ; duinen achter Waalsdorp, V. Z. en v. H. In Herb. niet verder onderscheiden. [Aanm. : De Heer Lako vond overgangen tusschen dezen vormenden typischen, aan d\jken naar den zeekant, niet in de duinen. De blaadjes waren wel betrekkelijk dik, maarlang niet zoo vleezig als by de var. crassif oli us, zooals d'-ze in de duinen voorkomt; ook z\jn de blaadjes niet grijsgroen, gelijk bvj den duinvorm. De Heer Lako vond de blaadjes kleiner en dikker, naarmate de plant dichter by den zeedyk groeide; hoe verder landwaarts in, des te sterker naderden de plantjes tot den typischen vorm van L. corniculatus. Waarschijniyk vertegenwoordigden deze exemplaren een over- gang van den typischen vorm voor binnenwaarts gelegen gronden tot de bepaald aan de zeekust en aan zand gebonden vorm crassif olius. Deze overgangsvormen werden waar- genoraen aan den zeed\jk bij Zype 1887, L.; zandige dyken te Zuiddorpe 1854 en dyk te Hulst 1853, A. W.]. (Midsland, J. B. Trjm; - Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; Rottevalle, J. Kuipers; - Leens, J. Borgman;- Paterwolde, Eelde, de Punt, — Harendermolen, Zuid Laren, R. de Boer en H. Kooi; - Denekamp, J. B. Bernink, alle in herb. Heukels; Zwolle 1900, L. in herb. pr.; - Terborg 1885, Struyk. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rrjswyk (Gld.), B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr.; Plantage aldaar 1844, Alpherts; C. A. Backer; Borculo, Mej. G. J. Kerbert; Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels; - Zanderij Hilversum 1898, K o n i n g in herb. pr.; Willemspark Amsterdam 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Zandpoort 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Zaandam, W. H. ten Seldam; Bloemendaal, J. Swart; - Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, LOTUS. 431 F. D. J. Risch; W. H. Wachter en P. Jansen; H. v. d. Linden; — Oudelande, L. B. v. d. Slikke; IJzendyke, P. J. Roosendaal; — Kruisland, F. Janssens; Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; — langs de Maas te Venlo 1896, Rieter in herb. pr. S. crassifolius. Oostvoorne 1894, Posth. inherbpr. Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 256); - Wolvega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Drente op alle bezochte plaatsen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); - Steenwy- kerwold, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Heino, Nieuwe Wetering, Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); - Urk, Schokland, 1884, S. (Arch.2.IV.p.293); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 219); Markelo, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 615); - Winterswijk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); — Parkweg Amsterdam 1888, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 689); Alkmaar, Bergen, Un. 1871 (Arch. 2. V. p. 271);- Brielle, Oostvoorne, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — Al de Zeeuwsche eilanden, be- halve Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 117 en VI. p. 111); Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Blerik, Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, St. Pieters- berg, Gronsveld, Valkenberg, Meerssen, Gulpen, Epen, Slenaken, Un. 1861; Sittard, Beek— Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 311). Voorts vermeld bij Pelletier, Vorstius en Munting. 361. L. tenuifolius L. Op grazige plaatsen, meestal op zilten bodem. %.. Juni- Aug. In Herb. : Winschoten 1894, Schipper — Kam- 28 432 lotus. pen 1854, 1855, R. B.; - IJ bij Amsterdam 1856, Lac; — tusschen 's Gravenhage en Loosduinen 1845, de Br.; Glasblazery Zwijndrecht 1837, Lac; Brielle strand 1894, V.; Ouddorp op Goerree 1894, Boerl. en V.; - Yersekendamme 1834, Wtt.; Hoek 1863, Ter Neuzen en St. Kruis 1861, A.W.; Zuid-Beveland 1838, 1845, v. d. B.; - Bergen op Zoom, Un. 1860; Oudenbosch, Hoevenaars. (Hallum 1864, H. R. v. d. Ley in herb. v. Tui- nen; — Muiderberg 1901, K. A. in herb. pr. ; Her- kinge 1871, Costerus in herb. pr.; — Koudekerke, de Man in herb. Posth.; Wissenkerke 1877, L. in herb. K.A. et pi\; torenpolder aldaar 1885, Schip- per in herb. pr. ; Middelburg 1873, L. in herb. pr.; Mevr. Snellen; IJzendijke, P. J. Roosendaal; Houthaven Hekelingen, J. Koornneef in herb. Heukels). Bovendien : Al de Zeeuwsche eilanden, behalve Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 117 en VI. p. 111); Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349). 362. L. uliginosus L. Algemeen op vochtige weilanden ; langs sloten en in bosschen en op moerassige zandgronden. %. Juni—Sept. (L. cornkulatus fi. uliginosus Fl. B. S. p. 542). In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, Lac; Midsland op Terschelling, Un. 1886; — Terissert, Un. 1881; Bolsward 1875, J. M. de Boer; — Harendermolen 1856, S t r a t. ; — Meppel, v. H e y n. ; Valthe 1859, Lac en S.; - Kampen 1847, 1849, 1854, R, B.; Oosterholt bjj Kampen 1848, T. ; Witten- stey n bij Kamperveer 1872, H o e k ; Zwolle, v. H e y n. ; tusschenZwolleenDalfsenl891,L. ;Heino, Un. 1888; Diepenheim (monstr.), Un. 1897; - Harderwyk, Hulshorst 1852, R. B.; Apeldoorn 1872, K. A.; Ruurlo 1882, Ensink; Boroulo 1877, K.j tusschen Arnhem IiOtus. 433 en Nijmegen 1835, herb. v. d. B.; Nymegen, B.; Th. Abel.; Beek, Weurt, Beuningen, Th. Abel.; Loenen 1848, Lac; Culemborg, H. S. ; - Amersfoort, R. B.; 1891 Garj.; Soest 1843, v. d. T.; Grebbe, Fockema; Doorn 1869, en Zeisterbosch 1851, 0.; Utrecht 1859, A. W. Hartm. en R. B.; 1879, W. A. Oudemans; Schalkwyk 1830, Wtt.; Rhoodestein by Neerlangbroek, v. d. T.; - Naarden 1864, 0.; Uithoorn 1870, Boerl.; Legmeerpolder 1886, en Zijdelmeer, Boerl.; Schenkel, Fl. Amst.; Ringdyk 1839, Romb.; Bloemendaal 1871, Boerl.; Haarlem 1839, R o m b. ; Haarlemmerhout, K e r b. ; 1841, B u s e ; Oud Karspel 1882, B. Jelgersma; - Noordwyk, J. A. v. Dissel; Leiden 1835, Mb.; 1842, B. W.; 1843, 0.; Perin; Leiderdorp 1899, Jongm.; Ryns- burg, Perin; tusschen Katwyk en Wassenaar 1832, S. S.; Persjjnspan, Perin; Wassenaar, Forsten; Leimuiden, E x c. 1 8 8 3 ; 's Gravenhage, G. B. ; Scheve- ningen, Destree; Nootdorp 1845, deBr.; 's Graven- zande, V. Z. ; Binnendyk tusschen Delfshaven en Schiedam 1901, Jongm.; Dordrecht 1882, V. ; 1884, C. v. d. Broek; Crabbehof onder Dubbeldam 1882, V.; Heikop, v. H; Duinvalleien Schouwen 1843, 1845, v. d. B.; Oosterland (Duiveland) 1887, L.; Walcheren 1840, v. d. B.; Oranjezon 1879, L.; Zwake, v. d. B. ; Zuiddorpe 1863, Sas van Gent 1855, A. W. ; - Bergen op Zoom 1874, S. Lako; Breda, v. Rees; Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; Loop- schans Breda, v. A. ; Westendam 1835, Lac; Ros- malen, v. Hov.; — Maastricht, Coll. Nat. (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Oranje- woud 1872, Costerus in herb. pr.; — Oldeholtpade Bleidijke, Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; - Winschoten 1897, Schipper in herb. pr.; Oosterbroek, Haren, Onnen, Glimmen, R. de Boer- en H. Kooi in herb. Heukels; — Paterwolde 1853, Holk. in herb. v. Tuinen; Pater- 434 lotus. wolde, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heu- kels; — Denekamp, J. B. Bernink; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; — Ryswyk (Gld.), B. J. van Wagensveld; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Roosendaal by Velp 1886, Posth. in herb. pr. ; — Zeist 1872, v. T u i n e n in herb. pr. ; Werkhoven, Schalkwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; Baarn 1883, Heinsius in herb pr.; — IJsbaan Hilversum 1898, Koning in herb. pr. ; tusschen Schoorldam en Bergen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; — Ryngeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr. ; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; F. D. J. Risch; H. v. d. L i n d e n in herb. H e u k e 1 s ; Oud Alblas 1898, — tusschen Breda en Oosterhout 1894, Posth. in herb. pr. ; Almkerk, C. A. B a c k e r in herb. H e u k e 1 s). Bovendien: Ameland; Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V. p. 256); — Knype, Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Koevorden, Sleen, Weerdinge, Odoorn, Borger, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 245); — Steenwyk, Steenwykerswold, Gieten, TJn. 1892 (Arch. 2. VI. p. 236); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Almelo, Albergen, Vrieze- veen, Un. 18 70 (Arch. 2. 1. p. 194), Hengelo, Hasselo, Woolde, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); — Winterswyk, Breevoort, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Zutphen, Brohsbergen, Groenlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p.615); Terborg, Un. 1885 (Arch. 5. IV. p. 403); Kannenburg, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. IV. p. 236); - Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 239) ; Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Alkmaar, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 271); Castricum, Velserkanaal, v. E. LOTUS. TETKAGONOLOBUS. GLYCYRRHIZA. 435 (Arch. 2. I. p. 376); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Ouden- bosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch.2. V. p. 544); — Mook, Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 8); Blerik, Baarlo, Velden, Station Venraai, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, Amby, Meerssen, Valkenberg, Gulpen, Sittard, Un. 1861; Gronsveld, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 311); Simpelveld, Spekholzerheide, Kerkrade 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 8). Voorts vermeld door Vorstius en Munting. 363. L. angustissimus L. Plant van het Middellandsche Zeegebied; zelden ingevoerd. Q Mei—Aug. In Herb. : Pothoofd bij De venter 1880, v. d. V e e n en K. Tetragonolobus. Scop. 364. T. siliquosus Roth. (Lotus siliquosus Fl.B. S. p.542). Vruchtbare weiden, gaarne op zilten bodem. 2[. Mei—Juli. Niet in Herb. Haagsche bosch V. Z. (Prodr. Ed. I. en Arch. 1. II. p. 39, alwaar Dr. v. d. Bosch getuigt de plant zelf gezien te hebben); als sierplant bekend aan Pelletier en Munting. Subtribus Galegeae Koch. Glycyrrhiza L. 365. G. glabra L. Plant van Zuid-Europa ; wordt noorde- lijker hier en daar verbouwd en is door haar lange uitloopers een moeielijk uit te roeien onkruid. 2J.. Juli—Aug. Niet in Herb. Behalve vermeld door Pelletier enMunting 436 GLYCYRRHIZA. GALEGA. COLUTEA. ROBINIA. vinden wij opgaven over het voorkomen dezerplant door v. d. Bosch in Prodr. Ed. I. p. 64 (Zuid-Beveland) later aangehaald door A. Walraven, die haar ook voor Oost-Zeeuwsch Vlaanderen meldt. Bovendien in de omstreken van Zevenbergen bjj een molen, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 278). Galega L. 366. G. officinalis L. Plant van Zuid-Oost-Europa, in moerassige weiden en langs oevers; vroeger als geneeskrachtige piant gekweekt en nu nog als sierplant; misschien hierdoor op enkele plaatsen verwilderd. %. Juli—Sept. In Herb: Zwolle in hooiland 1832, M. Dassen; — Hilversum en Zeist, C. A. Bergsma; - Proefveld Dordrecht 1899, Posth. Voorts alleen vermeld door Pelletier en M u n t i n g. Colutea L. 367. C. arborescens L. Struik uit Zuid-Duitschland, in boschrijke bergstreken; vaak als sierplant ge- kweekt en daardoorlj nu en dan verwilderd. "£• Mei—Juli. In Herb. : Treek by Amersfoort (culta) 1895, Garj.; Chartrorjse brj Utrecht, R. B.; — Maastricht, v. A.; Sint Pietersberg 1866, H.d.V.; 1869,0.; 1875, de Br.; 1885, K. en G.; Exc. 1889. Robinia L. 368. R. Pseud-Acacia L. Sierboom uit Noord-Amerika, doch aigemeen op lichten bodem aangeplant. Doordien de zaden vaak kiemen, heeft de plant zich hier en daar volkomen ingeburgerd. t>- Juni. KOBINIA. ASTRAGALUS. 437 In Herb. : Deventer (verw.) 1878, K.; — Arnhem 1885, V.; aangeplant op hooge zandgronden om Nymegen, hier en daar verwilderd, Ubbergen, Neer- bosch, Hatert, N. en Th. Abel.; — Sint Michiels gestel, v. Hov. (Apeldoorn 1879-1897, K. A. in herb. pr.; Lochem 1895, Posth. in herb. pr.; Utrecht 1977, Schipper in herb. pr.). Bovendien: Bronsbergen bij Zutphen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); — Walcheren, Zuid-Beveland, Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 111); — op den Pettelaarschen dyk en langs de Vuchtsche heide, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 278); - Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 9); tusschen Beek en Valkenberg, Gronsveld, tusschen Wijlre en Slenaken, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 311); tusschen Eysden en Rykholt 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 11). Subtribus Astragaleae D.C. Astragalus L. 369. A. glycyphyllus L. In heggen, tusschen kreupel- hout, in bergachtige streken. %.. Juli—Aug. In Herb. : Tusschen Nijmegen en Beek, B. ; bosschen by Beek 1833, Wtt.; Ubbergsche weg Nymegen 1897, G. en V.; Nymegen, Buse; 1837, D. S.; G. Broers; 0.; 1846, G. D e y n. ; Thomson; Hezel- poort by Nymegen 1864, v.H.; Vestingwerken buiten de Hezelpoort, Molen te Ubbergen, N. en Th. Abel; Vestingwerken aldaar 1833, Wtt.; fort Kraijenhoff 1841, v. d. T.; bij Weurt, N. en Th. Abel; - Jachtlust by Hilversum 1886, H. d. V.; — Katsop by Beek 1872, Lac; Valkenberg 1883, K.; 1887, V; Schaesberg aldaar 1900, Rieter; Oud-Valkenberg 1864, H. d. V.; 1889, V.; Hulsberg by Valkenberg 1900, E. A. Rovers en V. 4:>S ASTRAGALUS. CORONILLA. Voorts reeds door Munting verraeld. ' 379 A. Onobrychis L. Plant van Zuid-Oost-Europa, en den Levant, soms als sierplant, nu en dan ingevoerd. 2J.. Juni- Juli. In Herb. : Ruigte Schie brj Rotterdam, F. D. J. Risch. Tribus Hedysareae D. C. Subtribus Coronilleae 5.C. Coronilla L. 371. C. varia L. Zonnige heuvels, weiden, op droge, opene en grazige gronden. %.. Juni—Aug. In Herb.: Pothoofd bij Deventer 1893, K. A.;1897 V.; Usseldijk aldaar 1833, Wtt.; Station Zwolle 1895, Carmiggelt; tusschen Deventer en Zutphen, v. Heijn; — Zutphon 1833, Wtt. ; Spankersche brug kanaal Dierenl886, Ensink; Zevenaar, G. Broers; Laag Elden en Zevenaar, G. Broers; Lobith 1837, V. Z.; Waaldijk bij Loenen, 1879, K. A.; Duno bij Arnhem 1897, V.; Velp 1840, D. S.; Nymegen, B.; Thomson; Oosterhoutsche bosch bij Nymegen, N. enTh. Abel.; 1843, 1845, Th. Abel.; 1846, G. Deijn.; (ook fl. albis) 1865, Th. Abel.; Spoel te Culemborg 1828, Wtt.; 1835, D.S.; 1837, Lac; Mb.;v.d.T.; 1841 (fl. albis), v. d. T.; 1857, Knuttel; Culemborg 1836, Dz.; 'tZand en Station Culemborg 1891, de Haas; Wageningsche berg 1833, Wtt.; 1848, 1849, Buse; — Groenhoven bij Leiden 1900, Struyk. ; Houtloods lynbaan Dordrecht 1894, Posth.; — Genoy 1899, Garj.; Stationsterrein Venlo 1900, Rieter; Sint Pietersberg bij Caestert, de Marres; Maasoever te Wyk bij Maastricht 1894, de Haas. (Winschoten 1895, Schipper in herb. pr.; — Berg en Dal, F. J. Bevort; Ryswyk (Gld.), B. J. v. CORONILLA. ORNITHOPUS. CV.) Wagensveld; — Rotterdam, W. H. Wachteren P. Jansen; H. v. d. Linden; — Sleeuwyk, C. A. Backer, alle inherb. Heukels; — Middelburg 1895, L. in herb. pr.). Bovendien: Ooische waard, langs het riviertje het Meer tegenover Ooizicht, T h. A b e 1. ; langs den Waal- oever in de Millingsche waard, M. Coenen (Arch.2. V. p. 270); — Haventerrein Vlisingen, L. (Arch. 2. V. p. 650). Voorts waarschijnlijk als sierplant reeds opgegeven door Bruman. 372. C. scorpioides Koch. Plant van Zuid-Oost-Europa op kalkbodem op akkers, in wijnbergen en olijven- aanplantingen. Noordelijker hier en daar inge- voerd. 0 Juni—Aug. In Herb. : Op moesland by Apeldoorn 1872, K. A. ; Op met Sumac-afval bemest klaverland bij Apeldoorn 1877, K.A.; - 'tHoogje bij Amersfoort 1898, K.A.; — Amsterdam, Heukels. Ornithopus L. 373 O. perpusillus L. Op open en bebouwde zandgron- den. 0 Mei—Sept. In Herb.: Texel 1860, Lac; Koog op Texel 1868, Holk.; - Rijs 1853, S.; 1867, J. M. de Boer; - Haren bij Groningen, v. H.; Harendermolen, Strat. Jipsinghuizen, Un. 1899; — Bosch bij Emmen 1859 Lac. en S. ;Meppel, — Kampen, Staphorstsche bosch v. Heijn; Deventer 1877, K.; Generaalsbosch by Deventer 1840, Halbertsma; Brinkgreve 1845, T Diepenveen 1846, M. J. Cop; tusschen Diepenveen en Twello 1846, Top; Zwolle, Thorbecke; Heino, Un. 1888; tusschen Lenthe en Dalfsen 1891, L. Hellendoorn 1892, L. en Carm. ; Lonneker 1891, L. Rijssen 1892, L. en Carm.; - Hattem 1854, R. B. 440 ORNITHOPUS. Harderwyk 1852, 1866 R. B.; Twello T.; Zutphen 1833, Wtt.; Vorden 1851, Gronem.; Lochera 1832, Miquel; 1886, V.; Arnhera, S.; Thomson; Velp, v. H.; Rosendaalsche weg, Boerl.; Wolfheeze 1856, S.; Nymegen, B.; Bergendal, Groesbeek, Malden, Hatert en by Nijmegen; N. enTh. Abel; Groesbeek 1886, v. H.; Renkum, Buse; Spoel bij Culemborg 1835, Kraamw.; Nijkerk Rijzenburg, R. B.; tus- schen Nykerk en Amerfoort, D. S.; — Amerongen, v. d. B.; Amersfoort 1847, v. d. Roemer; 1860, R. B. ; 1892, Garj.; tusschen Amersfoort en Oud Leusdenl836, D. S.; Darthuizerberg 1839, v. H. ; Soest 1836, D. S.; Rijzenburg, v. d.T.; Driebergen, v. H.; 1829, Wtt.; Forsten; Station Driebergen 1871, Hoek; Doorn, Fockema; Maarsbergen 1865, en tusschen Zeist en Driebergen 1857, K n u 1 1 e 1 ; Zeist, v. H.; W. K.; Westbroek en N.-Loosdrecht, v. d. T.; kanaal voor de Westbroeksche kade 1900, G. en Jongm.; huis ter Heide 1859, v. H.; - Meent te Naarden 1864, 0.; Oud Valkeveen 1894, V.; Hilver- sum, Romb.; 1884 S.; tusschen 's Gravenland en Bussum 1869, Hoek; Muiderberg, M. D. ; Ooster- begraafplaats Amsterdam 1867, 0.; Wieringen 1856, Lac. ; Heilo, Un. 1891, Haarlem, Buse; Haarlem- merhout 1872, Boerl.; - Hillegommerbeek 1845, 0.; Noordwykerhout 1833, S. S.; 1885, V.; Pietgyzenbrug 1846, v. Dissel; Noordwyk binnen, Dz.; 1860 S.; Langeveld 1860, S.jKeukenhof 1889, V.; Lisse 1835, K e r b. ; Warmond, d e V r i e s e (P. N. S.) ; Leiden 1835, Mb.; Dz.; 1839 en 1840, B. W.; 1846, 0.; tusschen Katwyk en Wassenaar, Mb.; Wassenaar, Pierot, Destree; 's Gravenhage, V.Z.; R.B.; 1835, Lac; G. B.; Eik en duinen 1893, Borst Pauwels; — Clinge 1845, B. W. en v. d. B.; duinen Haamstede 1894, V.; Zuiddorpe 1854, en Sint Kruis 1861, A. W.; - Breda, v. A.; 1882, C. v. d. Broek;Bavel 1883, V.; Gilze-Rye 1877, L.; Eindhoven, Dz.; ORNITHOPUS. 441 Deurne 1871, Lac; — Stramproy 1900, G. en Jongm.; Jabeek 1896, G.; Hussenberg 1885, K. en G. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Olde- holtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; tusschen Beetsterzwaag en Wijnjeterp 1866, in herb. v. Tuinen, tusschen Veenwouden en Bergum 1866, H o 1 k. in herb. v. T u i n e n ; — tusschen Donderen en Norg 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; aan de Garstte Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Paterwolde, R. de Boer enH. Kooi inherb. Heukels; — Agnietenberg bij Zwolle 1872, Posth. in herb. pr.; Denekamp, J. B. Bernink; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; — Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Apeldoorn 1851 — 1897, K. A. in herb. pr.; Beekhuizen bij Velp 1893, Ogt. in herb. pr.; — Oud Leusden 1846, Alpherts in in herb. pr.; — Bergen, C. A. Backer in herb. Heukels; — Voorschoten, de Wit Hamer in herb. L.; Monster 1892, V. Suringar in herb. pr.; — Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Venlo 1898, Rieter in herb. pr.; Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p 422); - Weerdingen, Gieten 1859, Lac. en S. (Arch 1. V. p. 245); Steenwijkerwold, Kallenkote, Eeze Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Delden, Twikkeler bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Bekkum, 01 denzaal, Un. 189 5 (Arch. 2. I. p. 219); Markelo Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); - Zevenaar, Winters wijk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Doe tinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - West land, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); - Woensdrecht, Un 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-1887 Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Gennep Afferden, Lac. (Arch. 2. V. p. 9); Blerik, Velden Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570). Voortsvermelddoor Knijf, Vorstius en Bruman 442 ORNITHOPUS. ONOBRYCHIS. 374. O. sativus Brotero. Plant van Zuid-West-Europa, voornamelijk in Portugal. Sinds een halveeeuw als voedergewas gekweekt en daardoor nu en dan verwilderd. 0. Juni—Juli. In Herb.: Epse 1878, K.; - Beek 1868, 0.; Mal- den tusschen graan 1894, V.; — Hilversum, J. K. B. herb. R. B.; — Breda, v. A.; Deurne, Lac; — Stamp- roy 1900, G. en Jongm. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Groot; Apel- doorn, J. Koornneef in herb. Heukels; 1872, K. A. in herb. pr.; Uilenpas, Doesburg, Zeddam 1901, Struyk. in herb. pr.; Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels; — Zanderij tusschen Bussum en Hilversum 1899, Koning in herb. pr.; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; - Venlo 1893, V. Sur. in herb. pr.; 1897, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Hohenheim en Mheen bij Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 182); Nymegen, Abel. (Arch. 2. II. p. 201); - Doorn 1869, 0. (Arch. 2. 1. p. 61); - tusschen Hilversum en Loosdrecht, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 526); — Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 111); Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 117); - Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Ble- rik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570). Ook reeds bekend aan Munting en enkele andere der oudere schryvers. 375. O. compressus L. Plant uit het gebied der Middel- landsche Zee; nu en dan met Seradelle ingevoerd. ©. Juni—Juli; somtijds Oct. en Nov. In Herb. : Weg naar Rith, 1 Nov. 1874, v. A. Subtribus Euhedysareae D.C. Onobrychis Tourn. 376. O. viciaefolia Scop. (0. sativa Lam. et Prodr. Ed. I. ONOBRYCHIS. CICER. VICIA. 443 p. 65). Midden-Duitschland, op kalkhoudenden bodem. Als cultuurgewas hier en daar verwil- derd. %.. Mei — Juli. In Herb.: Proefveld Dordrecbt 1899, Posth.; - Zuid-Beveland [colitur), v. d. B.; — Savelsch bosch bij Gronsveld 1894, Lindo. (IJseldijk btf Zwolle 1876, v. Tuinen in herb. pr.; duinen Zandvoort 1899, A. C. J. van Goor in herb. pr.). Bovendien: Oudenbosch 1885—1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544). Ook bekend aan Pelletier en Munting, die volgens Kent opgeeft Tolbert, Grootegast en Leek. Tribus Vicieae Bronn. Subtribus Cicerideae Alefeld. Cicer Tourn. 377. C. arietinum L. Zuid-Europeesche plant, alwaar zij om hare zaden gekweekt wordt. Bij ons slechts als ingevoerd waargenomen. 0. Juni — Juli In Herb.: Pothoofd Deventer 1899, F. D.J. Risch; — Langs de Eem bij Amersfoort 1894, Garj.; — Opslag uit Calcutta-tarwe by Dordrecht 1899, Posth. Subtribus Ervoideae Gren. et Godr. Vicia Tourn. 378. V. Cracca L. Algemeen langs akkers, in heggen, kreupelhout en op grazige plaatsen. %. Juni—Aug. InHerb.: Texel 1857, Harting; 1860, Lac; Oost- eind en Oude Schild op Texel 1868, Holk.; Burgen Koog aldaar 1869, Eierlandsche polder 1868, Holk.; Midsland, TJn. 1886; Schiermonnikoog 1860, S.; Rot- tum 1861, Lac. en Kniittel; — Leeuwarden 1849, 444 vicia. S.; Huisum, Goutum, Jelsum, S. ; Bolsward 1875, J. M. de Boer; Veenwouden, Spree; — Groningen, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1845, T.; 1847, R.B.; v. Hep.; Pothoofd by Deventer 1876, K.; Deventer 1840, Halb.; Romb.; Zwolle, M. Das- sen; 1897, L. ; tusschon Wierden en Vriezeveen 1892, en Hardenberg 1892, Carm.; Almelo, v. Lennep; — Harderwyk, Elburg 1833, Wtt.; R.B.; Apeldoorn 1853, K.A.; Leesten 1850, Gron.; Uselby Velp 1840, D. S.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; - Grebbe, Fockema; Amersfoort, R. B. ; Garj.; Utrecht, v. H. ; R. B.; 1859, Hartm.; Driebergen 1857, Kniittel; Doorn 1869, 0.; Vossegat, v. d. T. ; Vecht bij Loenen, Exc. 1884; Wikkenburg 1827, Wtt.; - Naarden 1864, 0.; 1869, Hoek.; Uithoorn 1879, en Zydel- meer 1884, B o e r 1. ; Amstelveensche weg 1842, H e y- brock (P.N.S.); Sloterweg 1846, P. A. Richard; Romb.; Sloten, Fl. Amst. ; Schinkel 1857, Kniit- tel; Wieringen 1856, Lac ; 1857, Harting; Bloe- mendaal 1864, Hartsen; Haarlem, Buse; 1835, Mb.; 1838, Romb.; — Holland, Forsten; Leiden 1832, S.S.; 1835, Mb.; Dz.; 1840,1841, S.S.; Pierot; Porin; 1846, v. Dissel; 1846, 0.; 1872, Boerl.; Haag- sche bosch, Destree; 's Gravenhage, v. d. Cop; G. B. ; R. B. ; 's Gravezande 1879, S. ; Fyenoord 1846, Groshans; Oud Alblas 1850, M. J. Cop; Dordrecht 1835, Lac; 1847, M. J. Cop; 1882, V.; C. v. d. Broek; Lek by Vianen 1835, D. S. ; - Wemeldinge 1840, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijsman; Middelburg, B. W. ; Zuid-Beveland 1838, 1840, 1848, v. d. B. ; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, Sint Kruis 1861, A. W. ; - Broda, v. A.; Waalwijk, Thomson; Rosmalen, v. Hov.; — Gulpen 1871, Lac. (Ondersma 1864, H. R. v. d. Ley; tusschen Olde- boorn en Akkrum 1863, Holk.; 1868, v. Tuinen in herb. pr.j Oldeholtpade, Blesdyke, W. R. Bouma en T. de Boer; — Leens, J. Borgman; - Dene- vicia. 445 kamp, J. B. Bernink; Borne, Mej. H. v. d. Pau- wert in herb. Heukels; Rrjssen 1892, Carm. in herb. L.; - Bronsbergen bij Zutphen 1897, Ogt. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rijswijk, B. J. van Wagensveld; Culemborg, C. A. Backer (ook in herb. de Haas en 1844, Alpherts in herb_ pr.);BergenDal, F. J. Bevort inherb. Heukels; - Abcoude, W. H.ten Seldaminherb. Heukels; tus- schen Naarden en Huizen 1877, (var. incana) K. A. in herb. pr.; Zaandam 1876, Schipper in herb. pr.; - Oegstgeest 1885, S t r u y k. in herb. pr. ; 1893, V. S u r i n- gar in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Naaldwijk, Monster, J. F. Wichard; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; F. D. J. Risch in herb. Heukels; - Goes 1874, Posth. in herb. pr.; Waarde, M. v. Weele; Sprjkenisse, J. Koornneef; Oudelande, L. B. v. d. Slikke; IJzendijke, P. J. Roosendaal; — Kruisland, F. J a n s- sens; Almkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Boxtel 1898, A. C. J. v. Goor in herb. pr.). Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); — Wolvega, Knype, Heereveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Dalen, Koevorden 1859, Lac. en S. (Arch 1. V. p. 245); — Steenwijk, Steen- wijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, Heino, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Delden Twikkelerbosch, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 199); Almelo Albergen, 't Vriezeveen, Un. 187 0 (Arch. 2. I. p. 194); Hen- gelo, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); Markelo, Diepenheim- Groenlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Breevoort, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Zutphen, Bronsbergen, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 615); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - 446 vicia. Parkweg Amstcrdam 1888, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 689); Alkmaar, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Brielle en Oostvoorne, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. (Arch. 2. III. p. 117); behalve St. Philipsland, L. (Arch. 2. VI. p. 111); — Woensdrecht, station aldaar, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Blerik, Baarlo, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, St. Pieters- berg, Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Epen, Valkenberg, Sittard, Roermond, U n. 1861; Beek — Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 311). [Aanm.: De Heer D. Lako vestigt er de aandacht op dat Vicia Cracca langs de zeekust voorkomt in cen smalbla- dige, gr\jzere vorm, zoo o. a. duinvalleien Walcheren 1883, Oranjezon 1883, Souburg 1873, Zierikzee 1883, L. in herb. pr. Dit is de vorm incana Thuill., zooals die door den Heer Kok Ankersmit voor Naarden-Huizen wordt aangegeven. Deze verscheidenheid komt ook voor aan de duinen der Oost-Zee]. 379. V. tenuifolia Roth. In struikgewas en op akkers in Midden Europa. 2[. Juni—Aug. Nrjkerk 1857, Stolz. in herb. K. A. [Aanm.: De plant kwam reeds voor, echter zonder num- mer in de eerste editie van dit werk, een opgave steunendu op eene medcdecling van Favrod de Fellens. In de Flora Batava l>y Plaat 178 van Vicia Cracca vermeldt hvj: „Ik hel> zelfs ln dit land twee andere soorten waargenomen, die zich duideluk genoeg onderscheiden, om ze niet onder de ver- scheidenheden te rangschikken : d>ze ztfn le V. Gerardi Willd." ( V. tenuifolia Roth.) Nadere groeiplaats werd echter niet aangegeven]. 380. V. villosa Roth. Midden-Europeesche plant op akkers, vooral op zandigen leembodem ; de laatste jaren verbouwd als voederplant; bij ons echter meestal met granen ingevoerd. Q en ©. Juni —Aug. vicia. 447 In Herb.: Zwolle 1899, E. Heimans; Pothoofd bij Deventer 1885, K.; meelfabriek aldaar 1898, K. A.; Herculo by Zwolle 1891, L.; Wijhe, Un. 1888; - Harderwyk 1832, Wtt.; Weurt 1884, F. A. Coenen; Wychen 1897, G. en V.; - Amersfoort 1895, Garj.; molen brj de Bilt, v. H.; v. d. T. en D. S.; 1835, Kraamw.; 1835 en 1842, v. d. T.; - Oosterbegraaf- plaats Amsterdam 1867, 0.; Amsterdam 1874, Lac; G. Barger; Haarlemmermeer by Heemstede 1872, 0.; — Kroonestein 1895, V.; Groenhoven bij Leiden 1898, Struyk.; - Middelburg 1895, Ogt.; meel- fabriek aldaar 1897, L.; - Bergen op Zoom 1834, Wtt.; Oudenbosch 1893, J. Stein S.J.; molenCup- pens te Astenl901, Rovers; - Weert 1895, G. en V. (Midsland, J. B. Tym; - Doornwerth, J. Swart; - Utrecht, W. C. v. Embden; - Helder, L. de Bruijn; Haarlem, C. A. Backer inherb. Heukels; — Staatsspoordijk Leiden 1886, S t r u y k. in herb. pr. ; Rotterdam, F. D. J. Risch, H. v. d. Linden; — Breda, Mej. Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels; — Onderste molen Venlo 1899, Rieter in herb. pr. ; akkers langs den weg van Roermond naar St. Odilienberg, Un. 1900, Schipper in herb. pr.). 381. V. faba L. Plant uit het Oosten, doch algemeen verbouwd, een enkele maal als opslag. 0. Juni—Aug. In Herb: Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Apeldoorn (var. equinum en var. columbinum) 1878, K. A; Nymegen (culta) Th. Abel.; - Noordwijk 1846, Perin; Dordrecht 1882, V.; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buijsman. (Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; Spaarne 1893, V. Suringar in herb. pr.; - Oegst- geest (opslag) 1885, Struyk. in herb. pr.; Westland 1892, V. Suringar in herb. pr.; Klaverwild Zwijn- drecht 1899, Posth. in herb. pr.). Bovendien: Zeeuwsch Vlaanderen A.W. (Arch. 1. 29 448 vicia. IV. p. 276) en overigens al de Zeeuwsche eilanden A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 117 en 2. VI. p. 111). Reeds door Dodoens en Pelletier vermeld. 382. V. narbonensis L. Bouwlanden in de streken om de Middellandsche Zee, een enkele maal als voe- derplant gekweekt; zeer zelden ingevoerd. © of Q. April—Juni. In Herb. : Vestingwerken buiten de Hezelpoort en den spoorweg by Njjmegen 1872, Th. Abel.; — Amsterdam, Fl. Bat. 383. V. lathyroides L. Op opene zandgronden, vooral in de duinen. ©. April—Mei. In Herb. : Terschelling 1869, Oostereind Terschel ling 1869, Ameland 1869, en Schiermonnikoog 1868 Holk.; Rottum 1897, Schipper; — Kampen R. B.; Zandberg 1846, 1849, T.; 1854, R. B.; De venter 1849, Cop; Platvoet aldaar 1848, Cop; 1877 K.; -■ Nymegen, B.; Voorst 1897, K. A.; Harder wijk 1871, R.B.; Amersfoort 1860, R. B. ; 1893, Garj. tusschen Driebergen en Doorn v. d. T.; Rhenen Th. Abel.; de Bilt 1837, D.S.; Vossegat bij Utrecht. Coll. Nat.; — Ananasbosch tusschen Schagen en Callantsoog 1901, G. en Jongm. ; Schoorldam 1869, Hoek; Bloemendaal, Wenck, v. d.T.; Benne- broek 1837, Buse; Overveen v.d.B.; 1841, Kerb.; Buse; 1897, V.; Meerenberg 1860, S. ; Haarlem 1843, Tilanus (P. N. S.); 1870,0.; - Hillegom 1833, Wtt. ; Hollandsche duinen, Forsten; Noordwijk 1872, Boerl.; v. d. T. (fol. lin.): Lisse 1835, Mb.; Kerb.; Rulne van Teylingen 1894, V.; Katwijk, Perin, 1851, S.; 1886, C. v. d. Broek; Leiden, Exc. 1860; Warmond 1833, Wtt; den Derjl, Pierot; 1833, S.S.; 1840 B.W.; Wassenaar 1843 0.; 1861, S.; tusschen Wassenaar en den Haag, S.S.; 'sGravenhage 1843, de Br.; tusschen den Haag en Scheveningen, R. B.; Scheveningen 1851, S.; Loosduinen, V. Z.; - Wal- vicia. 449 chersche duinen 1839, v. d. B.; Koewacht 1856, A. W. ; — Bergen op Zoom, Thomson. (Vlieland (fl. alb.), S. Boon; Midsland, J. B. Tijm in herb. Heukels; — Twello 1851, K. A. in herb. pr.; Zutphen 1882, L. in herb. pr.; BergenDal, F. J. Bevort; - Utrecht, W. C. v. Embden; — Muider- berg, F. Hulk in herb. Heukels; Walden Bussum 1901, Costerus in herb. pr.; Zandpoort 1885, Hein- sius in herb. pr.; Overveen C. A. Backer inherb. H e u k e 1 s ; — duinen Koudekerke 1892, 0 g t. in herb. pr.; — Breda, Mej. Th. W. v. Schermbeekin herb. Heukels; Grave 1892, J. Jorna inherb.de Haas; — in een Larixboschje tegenover de Lindeboom bij Venlo 1897, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Vestingwerken Nijmegen, en Spoordijk bij den weg naar Hees, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 271); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 376). 384. V. pannonica Jacq. Plant van Zuid-Oost Europa, op akkers en begroeide grazige gronden; vaak ingevoerd. 0 en 0. Mei—Juli. In Herb: meelfabriek Deventer 1898, K. A.; — Nieuwe haven Nijmegen 1872, en vestingwerken bij de Hezelpoort 1872, Th. Abel.; — Eem by Amers- foort 1894, G a r j. ; 't Hoogje bij Amersfoort 1898, K. A. ; — Willemspark Amsterdam 1884, J. J. Smith Jr.; Raaiweg by de Gooische vaart 1888, H. d. V.; •) — Langeveld bij Noordwijk 1900, v. Vloten; — zandweg Rotterdam 1901, Wachter en Jansen. /?. striata M.B. (V. purpurascens D.C.). In Herb. : Almeloosche kanaal te Zwolle 1899, H e i m a n s. (stoommeelfabriek Deventer, P. Westerhof en H. W. P e t e r i ; — Zeist, W. C. v a n E m b d e n in herb. Heukels; — Fijenoord 1901, Ogt. in herb. pr.; — 1) Werd ingezonden als V. lutea, door Prof. Suringar, later voor Vicia hybrida genouden. 450 vicia. meelfabriek Middelburg 1901, Ogt. in herb.pr.; — Breda, Mej. Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels. /?. meelfabriek Middelburg 1901, en fi. albis Middel- burg 1897, L. in herb. pr.). 385. V. hybrida L. Op bebouwde terreinen, in Zuid- en Midden-Europa. 0. Mei—Juli. In Herb. : Eem bij Amersfoort, Baarn, Garj.; — straatweg bij de Gooische vaart Hilversum, H. d. V. [Aanm: De in Kruidk. Arch. (2. II. p. 201) vermelde y. hybrida: tusschen rogge op den Hunerberg bjj Nymegen, B. in herb. 0. behoort tot V. angustifolia, zooals reeds door v. Hall werd aangeteekend (Cfr. Arch. 2. V. p. 606)]. 386. V. lutea L. Plant uit de landen om de Middelland- sche Zee en Midden-Europa ; doch vaak ingevoerd. 0. Mei—Juli. In Herb.: Kanaal bij de stoommeelfabriek te Deventer 1898 en 1899, Westerhoven en Peteri; — Nieuwe haven Nijmegen, Th. Abel.; — 'tHoogje bij Amersfoort 1898, K. A.; — Parkweg Amsterdam, J. J. Smith Jr.; — Huis ter Rivier bij Overschie 1894, V.; - Middelburg 1899, Ogt. 387. V. sepium L. Algemeen in heggen, langs sloot- kanten. %.. Mei—Oct. In Herb.: Texel 1860, Lac; - Leeuwarden 1862, J. M. de Boer; — Haren, v. H.; Groningen, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; — Nederl. Mettray 1878, K.; Kampen, T.; Zalk 1848, R. B.; Zalkerbosch 1870, Hoek; Vollenhoven 1897, L.; Zwolle, M. Dassen; Harderwyk, R. B.; Apeldoorn 1853, K. A.; Leesten, Gronem.; Voorstonden bij Voorst 1847, M. J. Cop; Arnhem, S.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Groes- beokl843, Th. Abel.; *1866,v.H.; Heumen 1897, en tusschen Heumen en Overasselt 1897, G. en V.; — Amersfoort, R, B. ; 1891, Garj.; Maarsbergen 1865, Kniittel; Doorn 1869, 0.; Bunnik 1842, Bierens *) var. /?. montana Koch. ( V. montana FrOl. =V.sepium i . a ngu sti fol i u in KitIi.) vicia. 451 de Haan (P. N. S.); Schalkwyk 1830, Wtt.; de Bilt, v.H.; Utrecht 1834, D.S.; 1835, Wtt.; 1858, R.B.; C o 1 1. N a t. ; 1880, E n g e r ; Vossegat bij Utrecht, v. d. T.; Wikkenburg "1829, Wtt.; tusschen Loenen en Vreeland 1900, Jongm.; - Naarden 1864, 0.; Muider- berg, Kerb.; Sassenheim 1846, v. Dissel; Warmond, v. d. B. ; Leiden 1835, L ac. ; D z. ; 1835, M b. ; 1839, B. W. Forsten; 1842, 0.; de Vink, Perin; Wassenaar Pierot; 'sGravenhage 1841, de Vriese; Exc 1883; 1895, Barger; Raaiweg aldaar 1826, V. Z. Ouddorp 1894, Boerl. en V.; Zwtfndrecht 1878 Posth.; 1880, V.; Dordrecht, v. Hov.; 1882, V. 1882, C. v. d. Broek; Vianen 1871, Schepman — Walcheren 1839, v. d. B.; Oost-Zeeuwsch Vlaan deren, A. W.; — Bergen op Zoom, CJn. 1860 Rosmalen, v. Hov. ; Ulvenhoutsche bosch, v. A.; — *St.Jansbergl864,v.H.; *Un. 187 3; Plasmolen, U n. 1853; Valkenberg 1889, V.; Gronsveld, Un. 1883. (Rottevalle, J. Kuipers; — Zuid-Laren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; Oude werf by Winschoten 1886, Schipper in herb. pr.; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Wilp, 1850 en — Vaassen 1853, K. A. in herb. pr. ; roggeveld de Steeg 1895, en Rozendaal 1893, Ogt. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, A. H. Blaauw; Borculo, Mej. G. J. Ker- bert; Ryswyk, B. J. v. Wagensveld; Doorn- werth, J. Swart; Culemborg, C. A. Backer inherb. Heukels; de Haas in herb. pr. ; — tusschen Dui- vendrecht en Abcoude, A.C. J. v. Goor in herb. pr.; Nieuwersluis 1885, H e i n s i u s inherb. pr; J. Koorn- neef in herb. Heukels; Laarderweg, Crailo, Laren 1899, Koning in herb. pr.; Bloemendaal, C. A. Backer; - Stolwrjk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Oegstgeest 1885, fl. al bis. 452 vicia. Struyk. in horb. pr.; Delft 1875, L. in herb. pr.; Rotterdam*, H. v. d. Linden; "W. H. Wachter en P. Jansen; F. D. J. Risch in herb. Heukels; Papendrecht 1894, Posth. in herb. pr.; - Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Venlo bij den Herungerberg 1895, Rieter in herb. pr.; Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: tusschen Heino en Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 219); - Zutphen, Bronsbergon, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Kannenburg, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Overveen-Haarlem, v. E. (Arch. 2. I. p. 376); Zandpoort 1874, H. d. V.; (Arch. 2. III. p. 70) ; - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 117); - Maastricht, Sint Pietersberg, Grons- veld, Amby, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Beek en Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. VI. p. 311). Voorts vermeld by Bruman. 388. V. grandifiora Scop. Plant van Zuid-Oost Europa en daar voorkomende op akkers, in heggen en in kreupelhout, nu en dan echter met zaden ingevoerd. 0 en ©. April—Juni. In Herb. : Kanaal naar de meelfabriek te Deventer 1899, E. J. A. Scholten en H. W. Peteri. 389. V. angustifolia Roth. Algemeen op open en be- bouwde gronden, meestal in zandige streken. 0. Aprii—Oct. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1868, Holk.; Burg op Texel 1869, Vlieland 1869, Terschelling 1869, Holk.; 1887, V.; Midsland, Un. 1886; West-Ter- schelling 1869, Nes op Ameland 1869, Holk.; Schiermonnikoog 1860, S.;1868, Holk.; Rottum 1896 Schipper; - Bergumerheide 1849, S.; Ureterp 1829, v. H. : tusschen Oenkerk en Oudkerk 1864, J. M. de Boer; Gaasterland 1853, en Hardegarjjp 184t>, S.; - Helpman, Strat.; Haren 1835, (3 fol.) vicia. 453 en Groningen, v. H.; Ter Apel, Un. 1899; .- Koevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; — Deventer, Halbertsma; 1876, 1878, K.;Kampen 1849, T.; 1847, 1848, R.B.; v. Hey n.; Zandberg 1846, T.; Zwolle 1888, L.; v. Heijn.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; — Apeldoorn, K. A.; Harderwijk en Nijkerk 1835, D. S. ; 1864, R. B. ; Zutphen 1840, B u s e; tusschen Zutphen en Gorssel 1833, Wtt.; Wildenborch 1834, S t a r i n g ; Ruurlo 1885, E n s i n k ; Rheede, v. H. ; Arnhem, S.; Nymegen, B.; Heumen 1846, Th. Abel. ; Beek 1868, 0.; Groesbeek 1897, G. en V.; - Amers- foort, R. B.; Hoogland 1854, herb. 0.; Eem 1892, Garj.; Utrecht 1834, D.S.; de Bilt 1828, 1830, v. H. ; 1835, D. S.; v. d. T.; 1836, v. H.; Fockema; - Vecht btf Nieuwersluis, Exc. 1884; Schinkel, Fl. Amst.; Willemspark Amsterdam, J. J. Smith; Oosterbegraafplaats Amsterdam 1867, 0.; Zandery Hilversum 1838, v. d. T. ; Muiderberg 1839, en 1841, Romb.; Marken 1886, Boerl. en V.; Wieringen 1857, Lac; Zwanewater 1901, G. enJongm.; Bree- saap 1872, Boerl.; Zandpoort 1868,0; WijkaanZee, Buse; Meerenberg 1860, S.; Kraantje Lek 1843, Tilanus (P. N. S.); Overveen 1839, Buse; v. H.; 1878, S.; Vogelenzang 1855, Dz. en v. d. B.; Boerl.; Heemstede 1870, Hoek; Haarlem 1843, 0.; 1872, B o e r 1. ; - Hillergommerbeek 1843, 0. ; Lisse, K e r b. ; Noordwijk aan Zee, v. d. T. ; Noordwijkerhout, B o e r 1. ; Teylingen 1894, V.; Leiden 1833, Mb.; 1835, S. S.; Dz.; 1836, Wtt.; 1839, B. W.; 1842, B. W.; 1860, S.; Spanjaardsbrug Leiderdorp 1843, 0.; Meelfabriek Zoeterwoude 1898, V. ; Morsch bij Leiden 1832, 1833, Wtt.; Katwijkl832, Wtt.; Dz.; 1836,Lac.;Pierot; 1860, S.; 1887, C. v. d. Broek; tusschen Katwyk en Wassenaar, Perin; Pierot; 1836, Lac; Dz. ; Duifhuislaan aan de Haagsche Schouw, Mb.; den Deijl onder Wassenaar 1835, S. S.; Scheveningen, Destree, 's Gravenhage, V. Z.; 1895, R. B.; Hoek 454 vicia. van Holland 1879, S.j Huis ter Rivier 1894, V. Ouddorp 1894, Boerl. en V.; Dordrecht 1882, V. *1882, C. v. d. Broek; Hollandsche duinen,Forsten — Haamstede 1869, Schuringa; Zuid-Beveland en Wilhelminapolder 1838, v. d. B.; Cortgene 1886 L.; Hulst 1845, Driewegen 1840, Domburg 1839 v. d. B. ; tusschen Vlissingen en Middelburg * 1880, B u ij s m a n ; Walcheren 1839, 1841, v. d. B. ; Zeeuwsch Vlaanderen, Aardenburg 1861, A. W. ; — Breda, v. R. Waterpoort en Loopschans aldaar, v. A. ; 1882, C. v d. Broek; Bergen op Zoom, Schelde 1834, Wtt. Ginneken 1876, 0. (als sativa n°. 1218); Rozendaal, Un 1860; Sprang, Thomson; Rosmalen en Vucht, v Hov.; Sleeuwyk 1836, Lac; 's Hertogenbosch, v Hov.;Boxmeer,Un. 1853; - Mook 1866, v.d.B.; Gen nep 1876, Lac; (N°. 1187 herb. 0. var. Bobartii), Roer mond 1900, G. en Jongm.; Craubeek 1866, H. d. V (Veendyk Oldeboorn 1863, Holk. in herb. v Tuinen; Rottevalle, J. Kuipers; - Zuid-Laren Noord-Laren, Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi iu herb. Heukels; Heiligerlee 1894, Schipper in herb. pr.; — Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; Dene- kamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Brummen 1879, K. A. in herb. pr.; Edesche veen 1892, V. Suringar in herb. pr.; de Bol by Culem- borg, de Haas in herb. pr. ; Borculo, Mej. G. J. Kerbert; Ryswyk, B. J. v. Wagensveldinherb. H e u k e 1 s; — Eemnes binnen 1872, C o s t e r u s in herb. pr.; - Bosch v. Bredius by Naarden 1899,enHilversum 1898, Koning in herb. pr.; Muiderberg, F. Hulk; Valkeveen, W. H. ten Seldam in herb. Heukels; — Ryngeest 1894 en Endegeest 1893 onder Oegst- geest, V. Suringar in herb. pr.; Wassenaar 1885, Struyk. in herb. pr.; Terheide, J. F. Wichard; Rotterdam, F. D. J. Risch; W. H. Wachter on *fl. albis. vicia. 455 P. Jansen; H. v. d. Linden; Gorinchem, C. A. Backer in herb. Heukels; - * Veersche weg Mid- delburg 1899, Ogt. in herb. pr., Groede, P. J. v. Roosendaal; — Kruisland, F. Janssens in herb. Heukels; - Venlo 1897, Rieter in herb. pr.). Bovendien: tusschen Nieuwe Wetering en Ton- geren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Almelo, Albergen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 194); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Brinkhuis, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 219); - Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); tusschen Alkmaar en Bergen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 271); tusschen Alkmaar en Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); — al de Zeeuwsche eilanden A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 117 en VI. p. 111); - Woensdrecht en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 96); tusschen Beek en Valkenberg, Maastricht, Gronsveld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 311); tusschen Eijsden en Rijkholt 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 9); Sint Pietersberg, de Haas (Arch. 2. VI. p. 566). Voorts vermeld door Pelletier en Knijf. A a n m. : Men onderscheidt hierby : a. segetalis (V. segetalis Thuill.) Blaadjesderbovenste bladen lyn langwerpig; peultjes ltfn-langwerpig, b\j qjpheid de kelk verscheurend. Op akkers. fi. Bobartii (V. Bobartii Forster). Blaadjesderbovenste bladen lynvormig; peultjes kleiner, l\jnvormig, de kelk niet verscheurend. In droge bosschen. Waar btf het herbarium materiaal veelal geen rjjpe vruchten voorkomen, kan men op den bladvorm alleen deze varieteiten niet onderscheiden. De meeste exernplaren zullen wel behooren tot a. s eg e t a 1 i s ; als V. a n g u s t i f o 1 i a /?. B o b a r t i i werden onderscheiden de planten van Ubbergen en Heumen, A bel. (Arch. 2. v. p. 271) Walchersche duinen, v. d.B.; — Ros- malen, v. Hov. Prodr. Ed. 1, p. 66; - Gennep, Lac. (Arch. 2. V. p. 9) en Sint Pietersberg 1894, de Haas in herb. pr. 456 vicia. De Heer Lako teekende bovendien bij zijne exemplarou van Zwolle afwrjkende vormen aanvan a. segetalis metkS). Opmerkelijk is het dat wel L. silvester, door de Betfer ))jj Nymegen verzameld, is teruggevonden in liet herbarium LATHYRUS. 471 v. Hall. Het is daarom ook niet waarsch\jnl\jk dat de Bejjer de plant te Weurt gevonden zoude hebben (in een heg langs het landgoed Rolland, doch aldaar uit den tuin ontvlucht) zoo- als de Heer Th. Abeleven veronderstelde (Arch. 2. V. p. 272). 402. L. heterophyllus L. /?• unijugis Koch. Plant van bergachtige streken van Midden-Europa. %.. Juli - Aug. Onder Akkermaalshout bij Ubbergen 1879, K.A. in herb. pr. Behoort misschien tot Orobus tube- rosus? 403. L. paluster L. Algemeen in moerassen en in veen- achtige streken. %.. Juni—Aug. In Herb. : Garijp, Tresling; Giekerk, S.; Sua- woude 1829, v. H.; — Onland brj Groningen, Eelder- wolde 1866, v. H.; Helpman, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; — Ossenzijl 1894, Carm.; bij de Beltonder Wanneperveen 1898, G. en L.; 1897, L.; Vollenhove 1894, L.; Zwolle, M. Dassen; — Oostermeen bij Har- derwjjk 1868, en Hierdermeen 1868, R. B.; Njjmegen, B.; Wageningen, Grebbe, 1882, K. ; Veenendaal 1898, V.; - Fort Spion Nieuw Loosdrecht 1884, en Loenen aan de Vecht 1884, S.; Nieuwersluis 1891, V. ; Vreeland, Kortenhoef 1892, V.; Achttienhoven, W. en Kraep.; 1840, G. Deyn.; 1841, v. d. T.; 1842, Lac; 1863, Coll. Nat.; Waverveen 1856, Lac; Tienhoven, Broers; - Kortenhoef 1898, G. en V.; Uithoorn 1870 enl877, Boerl.; rietlanden Muiden, Un. 1901; Amsterdam, v. H.; Fl. Amst.; 1868, 0.; Sloterweg, M. D.; Amsterdam, Amstelveen, Sloten, E. B. As- scher; deSchermer, v.H.; Heemstede, v. d. T.; Meer en Bosch bij Heemstede, v. d. T.; Liebrug bij Haar- lem 1888, v. E.; Moeras bij de Liede 1900, C. A. Bac- ker; Fuikvaart 1836, Buse; — Aalsmeer, Leimui- den 1834, S. S.; 1835, Mb.; Dz.; 1840, B. W.; 1863, 0.; 1865, S.; Exc 1882, 1883, 1888; 1897, V.; Haarlemmermeer bij Leimuiden, S. S. ; Haarlemmer- meer, Buse; 1836, Lac; Polder Nieuwkoop 1901, 472 LATHYRUS. G. en Jongm.; Leiderdorp 1835, S. S.; Kagermeer en Oude Kooi aldaar 1901, Jongm.; Eikenduinen 1865, H. d. V.; - Valkenburg? 1866, H.d.V. (Murmerwoude, J. Botke en J. de Grootinherb. Heukels; — kerkpad bij Eelderwolde 1866, v. H. in herb. v. Tuinen; Giethoorn 1893, L. in herb. pr.; - Bennekommermeent 1899, V. Suringar in herb. pr. — Loenersloot 1891, Struyk. in herb. pr.; 'sGraveland 1886, Heinsius in herb. pr.; Jaagpad Amsterdam, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Diemen 1880, K. A. in herb. pr.; 1886, J. J. Smith in herb. Costerus, 1890 in herb. pr.; Legmeer 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); — tusschen Voorschoten en den Haag, M. Treub. (Arch. 2. III. p. 101.) 404. L. montanus Bernh. (Orobus tuberosus L. et Prodr. Ed. I. p. 68). Droge bosschen, in heggen en langs wegen. 2J.. Mei — Juni. In Herb.: Apeldoorn 1872, K. A.; Gelderland, Dz. Pessink bij Lochem 1880, K. A.; Hoenderloo 1854 Lac; 1872, 1877, K. A.; Un. 1890; Ruurlo 1886 Ensink en L.; Beek, Berg en Dal, N. en Th. Abel. 1857, 0.; 1872, Lac; Hengstdal bij Ubbergen 1841 en Oliemolen achter Ubbergen 1841, v. d. T. Ubbergen 1882, K.; Groesbeek 1873, 0.; Beek by Nrjmegen, V. Z.; B.; F. Hartsen; Nrjmegen, v. d T.; B.; Abel. en Pas; 1833, Wtt.; Hoffm. Thomson; Holdeurn 1897, G. en V.; Hollerman onder Groesbeek 1866, v. H. ; — Liesbosch, v. A Exc. 1887; 1897 V; - Mook, Buse; Sint Maar tensberg 1897, G. en V. (foliis trijugis et 2-jugis latioribus et angastioribus) ; Plasmolenveen 1897 G. en V.; Plasmolen 1849, Th. AbeL; 1876, Lac, Meerssen, 1866, H. d. V.; St. Pietersberg 1893, de Haas; Gronsveld 1866, H.d. V.; Un. 1883; Savel- LATHYRUS. PHASEOLUS. 473 sche bosch bij Gronsveld 1897, V. ; Geuldal 1896, G. /?. tenuifolius Roth. Hoenderloo 1854, Lac; 1872, 1878, K. A. (Havelterberg, M. Kramer; - stoommeelfabriek Deventer, H. W. P e t e r i in herb. H e u k e 1 s ; tusschen Hoog Soeren en Asselt 1887, K. A. in herb. pr.; - /?. Apeldoorn 1872, L. in herb. pr.; Soerensche veld onder Apeldoorn 1876, K. A. in herb. pr.). Bovendien: Liesbosch bij Etten 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544). Reeds vermeld door Munting en Bruman en voor Maastricht, v. Hov. (Prodr. Ed. L). 405. L. vernus Bemh. {Orobus vernus L. et Prodr. Ed. I. p. 68). Op schaduwrijke plaatsen, zeer verspreid. %. April — Mei. Bij Sittard, v. Hov. [Aanm. : De plant bevindt zich niet in onze collectie, doch werd door Dr. v. d. Bosch gezien en als juist erkend (Arch. 1. II. p. 105]. Voorts vermeld voor Maastricht, Lej. Fl. Spa II. p. 101; L. niger Bernh. (= Orobus niger L.) wordt in de eerste editie van dit werk opgegeven voor Nrjmegen, B. Al de planten vande Beyerbehooren echter tot L. montanus, zoodat men hier aan een vergissing moet denken. Tribus Phaseoleae Bronn. Phaseolus L. Van de algemeen gekweekte boonensoorten komen nu en dan planten als opslag voor. Zoo wer- den reeds in de eerste editie van dit werk gemeld Phaseolus vulgaris L. ; en hare varieteit /?. nanus (Ph. nanus L.). Ook Ph. multiflorus werd als opslag bij Leiden waargenomen in 1898doorden Heer Struykenkamp ; Ph. vulgaris vond ik boven- 474 PHASEOLUS. PRUNUS. dien in het herb. van Dr. Posthumus uit de duinen bij Scheveningen, bij 'tKanaal. Ordo Rosaceae Juss. Subordo Pruneae Benth. et Hooker. (Ordo Amygdaleae Juss. et Prodr. Ed. I. p. 69.) Prunus Tourn. 406. P. spinosa L. Zonnige heuvels en boschranden, vaak als hagen aangeplant. t>. April—Mei. In Herb. : Veenklooster en Buitenpost 1850, S. — Groningen, Strat. ; Noord-Laren 1865, H. d. V. Haren 1826 en 1855, v. H.; 1864, Holk.; - Weer dinge 1859, L a c. en S. ; U n. 1889; Meppel, v. H e ij n Hooghalen 1865, H.d. V.; - Deventer 1846, T.; 1877 K.; Zalkerbosch, R. B.; 1873, Hoek; Zwolle 1893 L.; - Zutphen 1834, Wtt.; 1838, Buse; 1882, C v.d. Broek; Bronsbergen, Un. 1897; Voorst, Buse park by 'tLoo 1858, 0.; Epe 1864, S.; Harderwyk v. H.; 1864, R.B.; Doornwerth 1833, Buse; Arnhem Thomson; Winterswrjk 1874, R. E. de Haan Nrjmegen, N. en Th. Abel.; Beesd 1837, Lac. Drumpt bij Tiel 1872, G. Post; - Ham by Amers- foort 1836, D. S.; Hamersveld 1892, Garj.; Berkhoven by Amersfoort, v. H; Hardenbroek, v. d. T.; Utrecht, v. H.; Werkhoven 1833, Wtt.; - Naarden 1864,0.; Haarlemmermeer, Forsten; Aardenhout 1835, Mb.; Kerb.; — Wassenaar 1833, S. S.; — Zuid-Beveland 1839 , v. d. B. ; Goes, D z. ; Vlissingen 1882, B u rj s m a n ; kerkhof aldaar, v. d. Cop; Souburgl880, Burjsman; Zeeuwsch Vlaanderen en Hoek 1854, A. W.; — Speelhuis by Breda, v. A.; Rosmalen 1847, v. Hov.; - Sint Pietersberg 1897, V.; Wylre 1897, V.; Beek 1885, Lac; Houthemmerberg 1864, H. d. V. FRUNUS. 475 (Groningen, Haren, Onnen, de Punt, Zuid-Laren, Peize, R. de Boer en H. Kooi in herb Heukels; - Twikkelerbosch by Hengelo, Un. 1895, Posth. in herb. pr.; — Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr.j 1880, L. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; Culemborg, C. A. Bac- ker; Overlangbroek, J. W. Kennephaas in herb. Heukels; - langs de Vecht, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Kapelle (Z.-Bevel.) 1900, Ogt in herb. pr.; Veere, Mevr. Snellen; IJzendyke, P. J. Roo- sendaal in herb. Heukels; Haamstede en Noord- gouwe 1887, L. in herb. pr.; — Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Scheene, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Ane, Erm, Emmen, Odoorn, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); — tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Steenwijk, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Hengelo, Borne, Haaks- bergen, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); - Winterswyk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Meerenberg, Els- wout, v. E. (Arch. 2. I. p. 377); Bennebroeksche bosch, v. E. (Arch. 2. IV. p. 398); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 377) ; - Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 111); Renesse, Un. 1894 ( Arch. 3. 1. p. 49) ; Woensdrecht en langs de Zoom, U n. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544);- Venlo, Blerik, Velden, Hamert, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Sint Pietersberg, Gronsveld, Amby, Meers- sen, Valkenberg, Watersleybosch, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, Gulpen, Wylre-Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 311). Voorts by' Pelletier, Hondius, Munting en B r u m a n. 476 prunus. 407. P. fruticans Weihe. Metde voorgaande. t>- Mei — Juni. In Herb. : Gramsbergen 1859, Lac. en S.; — Apel- doorn, K. A.; — Zuid-Beveland 1837, v. d. B.; — Mast- bosch brj 't Ginniken 1880, Boerl. (Zwolle 1892, L. in herb. pr.). Bovendien: Bij den waterkorenraolen te Ooster- huizen onder Beekbergen 1875, K. A. (waarschijnlrjk de hierboven gemelde plant van dezelfde groeiplaats ; tevens K. A. in herb pr.). — Walcheren A. W. (Arch. 2. III. p. 117). [Aanm.: P. fruticans Weihe; niet te verwarren raet P. fruticosa Pall, wordt gehouden voor een hybride van P. i n s i t i t i a met P. spinosa]. 408. P. insititia L. In Zuid-Europa inheemsch, vaak aangeplant en tot hagen gebezigd; nu en dan verwiiderd. ■£. April. In Herb. : Erm, Weerdinge 1859, Lac. en S.; — Voorst 1833, en 1834, Wtt.; 1838, Buse; Huner- berg bij Nrjmegen, N. en Th. Abel.; Weurt en Beuningen, Th. Abel.; Wageningen 1833, Wtt.; — Utrecht, Kraamw.; Ameliswaard, v. d. T. ; Vleuten, v. H.; Bunnik 1839, Lac; Vossegat bij Utrecht 1838 D. S. ; — Brouwerskolk brj Haarlem 1835, Mb.; — Goes en Westerschans brj Goes, v. d. B.; — Herpt, Ros- malen 1848, v.H.; — Sint Pietersberg 1894, d e Haas. (Apeldoorn 1875 (culta), K. A. in herb. pr.;— Aar- denhout brj Haarlem 1886, Heinsius inherb. pr.; — wegje van Davidsen bij Middelburg 1899, Ogt. in herb. pr.). Bovendien: Winterswijk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 117); Hoek, verwilderd in heggen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 277). De opgave in den Prodr. Ed. I. Brouwerskolk by Haarlem, een plant trouwens nu nog in onsher- barium, is later niet bevestigd, daar thans aldaar alleen Pr. domestica L. gevonden werd. (v. E. Arch. 2. I. p. 377). • prunus. 477 409. P. domestica L. Af komstig uit Voor-Azie (den Kaukasus), bij ons algemeen aangeplant en een enkele maal verwilderd. ~b. April. In Herb. : Akkerwoude, Damwoude, Veenklooster 1850, S.; Terwolde 1877, K.; - Bronsbergen en Voorst, 1838, Buse; Nrjmegen, Hoffm.; - Utrecht, herb. v. H.; — Aardenhout, Buse; Brouwerskolk 1835, Mb.; Overveen 1840, Mb.; 1867, 0.; - Zuid-Beveland 1838, v. d. B.; - Herpt, v. Hov. (Apeldoorn (culta) 1881, K. A. in herb. pr. ; - Over- veen, C. A. Backer in herb. Heukels; - Haag- sche bosch, Vigelius in herb. Posth.). Bovendien: Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 377); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 117); - Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544). Voorts vermeld bij Bruman en Munting; bij de laatste als gevonden door K e n t bij Harendermolen. 410. P. persica Zucc. (Amygdalus Persica L. ; Persica vulgaris Mill.). Waarschijnlijk af komstig uit China, bij ons echter wegens de vruchten algemeen ge- kweekt, zeer zeldzaam verwildercl. tp. Begin Mei. In Herb. : In het Loenensche bosch brj Nijmegen (verwilderd) 1843, N. Abel. 411. P. avium L. In loof bosschen niet algemeen, echter algemeen aangeplant en een enkele maal verwil- derd. "b . April—Mei. In Herb.: Eelderwolde 1828, v. H.; - Weerdinge 1859, L a c. en S. ; - Helenhorst bij Zwolle 1893, L. ; - Terwolde 1877, K; Hunerberg bij Nijmegen en Ub- bergen, Th. Abel.; — Schothorst brj Amersfoort 1893, Garj.; Amelienweerdt 1857, en 1863, Coll. Nat. ; Utrecht, C. A. Bergsma; Nrjhoff en v. H.; den Hommel by Utrecht 1835, D. S. ; Vleuten, C. M. v. Dijk; Hardenbroek onder Neerlangbroek, v. d. T.; - Overveen en Bloemendaal 1835, Mb.; — Haag- 478 prunus. sche bosch 1837, Lac; 1864, H. d. V.; - Biezelinge 1839, v. d. B.; tusschen Vlissingen en Koudekerke 1880, Buysman; Hondsberg by Oisterwyk 1866, herb. 0.; Rosmalen, v. Hov.; Helmond, Dz.; - Sint Pietersberg 1897 en Gronsveld 1897, V.; Valkenberg 1866, H. d. V. (Oosterbeek by Arnhem, A. H. Blaauw; Gen- dringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; - Odyk, Werkhoven, Hemmen, C. A. Backer in herb. Heukels; Elswout, A. C. J. v. G o o r in herb. pr. ; - Wassenaarsche achterweg 1897, Struyk. in herb. pr.; Haagsche bosch 1876, L. in herb. pr.). Bovendien: Friesland, J. M. de Boer (Arch. 2. III. p. 228); - Sassenheim, S. (Arch. 1. V*. p. 382); - Breda, v. A. (Arch. 2. II. p. 144); Oudenbosch 1885- 87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Boxtel, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 277); - Schinnen, Hoensbroek, Lac; Slenaken, Gulpen 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 9). 412. P. Cerasus L. Af komstig uit Klein-Azie en den Kaukasus; bij ons algemeen aangeplant en nu en dan verwilderd. t>. April—Mei. In Herb. : Bosch van Weldam by Goor 1861, v. H. ; - Apeldoorn 1878, K. A.; Rademakerssteeg bij Ruurlo, Ensink; - de Bilt, v. H.; Vleuten,(?); - Biezelinge 1838, v. d.B.; Koudekerke 1845, v. d. Cop; - Watersleyhof by Sittard 1901, G. en V. (Diepenveen 1851, K. A. in herb. pr.; - Koude- kerke 1877, L. in herb. pr.). Bovendien: Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 112); - Gronsveld, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld by P e 1 1 e t i e r en M u n t i n g, welke laatste volgens opgave van Kent Harendermolen meldt. prunus. 479 413. P. Mahaleb L. Sierstruik uit Zuid-Duitschland, nu en dan verwilderd en volkomen ingeburgerd. f • Mei—Juni. In Herb. : Apeldoorn 1878, K.; — Bloemendaalsche bosch, Exc. 188 2; Brouwerskolk 1867, 0.; Elswout 1869, v.H.; - Noordwyk, Exc. 189 5. (Berg en Dal, F. J. Bevort; Rrjswrjk (Gld.), B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; — Hilversum 1893 en Spanderswoud brj 's Graveland 1901, Cos- terus in herb. pr.; Bloemendaal 1889, Struyk. in herb. pr.). Bovendien: Op een plaats achter Overveen, v. E. (Arch. 2. I. p. 377). Door Pelletier vermeld. 414. P. Padus L. Loofbosschen en kreupelhout, veelal aangeplant en hier en daar verwilderd. ~b\ April —Mei. In Herb. : Rijsterbosch 1872, J. M. de Boer; - Groningen, v. H.; Mickelhorst bij Haren, Strat.; Haren 1826, - en Paterswolde 1827 v. H.;? Sleen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Herjn.; — Gramsbergen 1859, Lac. en S.; Diepenveen 1876, K.; Weldam by Goor 1861, v. H. (fol. variegatis); - Twello 1846, T.; 1849, M. J. Cop; Harderwrjk 1864, R. B.; Apel- doorn 1875, K. A. ; Beekhuizen brj Arnhem, Veen- broek onder Brummen 1849, Gronem.; Ruurlo 1884, E n s i n k ; Beekbergerwoud 1869, S.; Zutphen, 0. ; Borcuio, Un. L859; Hatert,' Abel.; Berg en Dal, Hatert, N. en Th. Abel.; - Amerfoort 1861, R.B.; Coelhorst 1836, D. S.; Soest 1892, Garj.; Soudenburg onder Neerlangbroek, v. d. T.; Vleuten, v. Dijk; — Haarlem 1833, Wtt.; 1871, v. E.; Haarlemmerhout 1833, Wtt.; 1873, Hoek; 1873, BoerL; Overveen 1897, V; Bloemendaal, Exc. 1860; - Poelgeest 1846, Leiden, Perin; Endegeest 1872, Boerl.; bosch Gymnasium Katwrjk 1901, Jongm.; 'sGravenhage 1835, Lac; G. B.; Jodenkerkhof aldaar, V. Z.; Sche- 31 480 PRUNUS. veningsche weg 1835, Mb.; Scheveningsche boschjes, R.B.; - Doraburg, v. d. B.; Axel 1858, A. W.; - Speelhuis brj Breda, v. A.; Liesbosch, Un. 1852; Mastbosch bij 't Ginneken 1880, Boerl. ; den Dun- gen, 1848, v. Hov.; Budel 1883, Jelgersma. (Gendringen, Mej. M. S. Rust; — Wijk brj Duur- stede, B. J. v. Wagensveld inherb. Heukels; — Haagsche bosch 1886, Struyk. inherb. pr.; — Kruis- land, F. Janssens; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Sint Pietersberg 1892, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Wolvega en Terissert, Scheene, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Steenwykerwolde, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870(Arch. 2. I. p. 199); Twikkel, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p.220); Almelo, Albergen, Vrieseveen, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 194);- Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts als sierplant vermeld door Pelletier en M u n t i n g. 415. P. petraea Tausch. Bergvorm van de voorgaande soort, op rotshellingen der Sudeten, in Silezie en Boheme; evenals de vorige vaak gekweekt. ~b. April—Mei. In Herb. : Zwolle 1900, L. (met vruchten); Herfte brj Zwolle 1901, en Almelo 1891, L.; - Hillegomsche achterweg 1857, S.; Haagsche bosch, Exc. 1882; Stadwijk onder Voorschoten 1894, V.; — Domburg- sche mantehng 1897, Ogt. (Dalfsen 1895, L. inherb. pr.; — Apeldoorn 1851, K. A. in herb. pr. ; — Bunnik 1872, Costerus in herb. pr.; — Scheveningsche boschjes 1896, Struyk. in herb. pr.; — Breda 1901, Posth. in herb. pr.). 416. P. serotina Ehrh. Sierboom uit Noord-Amerika, vaak aangeplant en zelden verwilderd. b. Begin Juni. PRQNUS. ARUNCUS. SPIRAEA. 481 In Herb. : Alerdink onder Heino 1891, L. — Ton- geren bij Epe 1893, S. (zaaiplanten van dezelfde plaats), — tusschen Darthuizen en Maarsbergen, E x c. 1893; - Oud Valkeveen 1894, V.; Vogelenzang, E x c. 1893; Velserend (culta) 1894, Boerl.; - Noordwrj- kerhout 1898, G. (Ruurlo 1885, Ensink in herb. L.; — tusschen Haarlem en Bloemendaal 1894, Struyk. inherb. pr.). Bovendien : Verwilderd langs den Velserstraatweg, v. E. (Arch. 2. I. p. 377); - Veenenburg 1893, S. (Arch. 2. VI. p. 529). Subordo SpiraeaeD. C. Aruncus L. 417. A. silvester Korstel. (Spiraea Aruncus L.). Aan vochtige berghellingen in bosschen in bergstreken van Midden- en Zuid-Europa. %.. Juni—Juli. Arnhem, Mej. A. A. L. Pelgrim in herb. Heu- kels. Hier en daar op het huis Hulzen verwilderd, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 273). Spiraea Tourn. 418. S. salicifolia L. Algemeene sierstruik uit Zuid- Europa, niet zelden verwilderd. t> Juni — Juli. In Herb.: Mickelhorst bij Haren 1869, v. H.; tusschen Haren en Witteveen, Strat. ; — Coevorden, E. B. Asscher; 1859, Lac. en S.; 1868, v. d. Scheer; Nijeveen brj Meppel 1865, en Assen 1865, H. d. V. ; — Arnichem en Huis den Doorn bjj Zwolle 1891, en Haerst by Zwolle 1894, L.; Schalk- haar 1876, K. ; Deventer, Halbertsma; Giethoorn 1865, H. d. V.; Steenwijk, Cayaux; Hardenberg 1848, v. d. Scheer; 1894, L.; Delden, de Liefde; Hengelo 1835, de Vriese; — tusschen Nrjkerk en 482 SPIRAEA. Hoevelaken, en Hulshorst bij Harderwyk, R. B.; Voorst 1833, en Zutphen, Wtt.; Gorsel 1881, C. v. d. Broek; Voorstonden 1833, Wtt.; Apeldoorn 1872, K. A.; Beekbergen 1869, S.; Brummen, v. H.; Beekhuizen bij Arnhem 1844, Th. Abel.; v. d. B.; Arnhem 1833, Wtt.; Thomson; Ubbergen en Meerwyk 1851, Th. Abel.; - Amersfoort 1896, Garj.; de Bilt 1834, C. A. Bergsma; Maartensdijk 1835, D.S.; Neerlangbroek, v. d. T.; - Wijk aanZee 1835, en 1838, Mb.; Buse; Kerb. ; - Sas van Gent 1857, A. W. en Douw; — Ulvenhoutsche bosch, v. A.; Heeze, Dz. (Heerenveen, J. Kuiper in herb. Heukels; — Laren (Gld.) 1894, Posth. in herb. pr.; tusschen Terborg en Ulft 1901, Struyk. in herb. pr.; Water- meerwijk 1895, Posth. in herb. pr.; F. J. Bevort; Westerbouwing en — Odijk, C. A. Backer inherb. Heukels; Scherpenzeel 1887, S truy k. inherb. pr.; bosch te Breukelen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — slootkant Leiderdorp 1880, Schipper in herb. pr.; — Kruisland, F. Janssens inherb. Heukels; Veldhoven bij Eindhoven 1880, P o s t h. in herb. pi\). Bovendien: Dalen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); - Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 112); - Mastbosch bij Breda, 0. (Arch. 2. II. p. 145); - Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 9). 419. S. Douglasii Hook. Sierplant uit westelijk Noord- Amerika. ~fc>. Juni-Juli. ln Herb. : Meelfabriek Deventer, J. R. K a t z ; — Ruurlo 1899, J. R. Katz. 420. S. tonientosa L. Sierplant uit Noord-Amerika, evenals de voorgaande, doch minder vaak aan- geplant. b. Juli — Aug. Apeldoorn onder boomen 1850, K. A. in herb. pr. PHYSOCARPUS. ULMARIA. 483 Physocarpus Chambess. 421. P. opulifolius Maximw. (SpiraeaopulifoliaL.). Sier- struik uit Noord- Amerika ; vaak aangeplant en schijnbaar verwilderd. 1p. Juni. InHerb. : Doetinchem, v. Vloten; — Zanderijvaart Overveen 1900, C. A. Backer. Ulmaria Toum. 422. U. palustris Moench. (Spiraea Ulmaria L. et Prodr. Ed. I. p. 70). Algemeen in moerassige graslanden, langs sloten, beeken enz. 2J.. Juni-Aug. a. discolor. In Herb. : Bergumerheide, S p r e e ; — Haren 1856, Strat.; - Odoorn, Zwinderen 1859, Lac. en S. ; Meppel, v.Hep.; - Zandberg by Kampen 1848, T.; Oosterhout 1870, Hoek; Kampen 1848 R. B.; Deventer 1845, T.; Romb.; Zwolle 1897 L.; tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop Heemse 1868, v. d. Scheer; — Harderwyk 1864 R. B.; Apeldoorn, Thomson; Winterswijk 1872 R. E. de Haan; Nymegen, Th. Abel.; Ducken burg en Hulsen 1842, N. Abel.; Malden, Hatert Beek, Ubbergen, Neerbosch, N. en Th. Abel. Ubbergen 1868, v. H.; Spoel bij Culemborg 1834 D. S.; Renkum 1850, S.; - Amersfoort 1861, R. B. Wikkenburg 1827, Wtt.; Maartensdyk 1835, D. S. Utrecht en Blaauwkapel, v. d. T.; Loosdrecht M. D.; - Naarden 1864, O.; Sloterweg, M. D. Schinkel 1857, Kniittel, Ringdijk, Fl. Amst. Jaagpad 1839, Romb.; Zjjdelmeer, Boerl. : Leid sche vaart, Kerb.; Vogelenzang 1842, Tilanus 1871, Boerl.; Haarlem 1838, Romb.; 1834 Buse; 1842, de Vriese; Bennebroek, v. H.; - Leiden, Dz.; Mb.; B. W.; 1842, 0.; Perin Wassenaar 1832, S. S.; Pierot; Haagsche bosch, 484 ULMARIA. V. Z.; 's Gravenhage, G. B.; Perin; R. B.; Eiken- duinen, Un. 1851; tusschen Scheveningen en Waalsdorp, Un. 1851; Zwyndrecht 1882, V.; Rhoon 1871, Schepman; Dordrecht 1847, M. J. Cop; 1882, C. v. d. Broek; Lexmond 1832, v. H.; — Reigersbosschen Duiveland, Un. 1894; Zuid- Beveland, v. d. B.; Middelburg 1873, L.; Sas van Gent 1863, A. W.; - Werkendam 1836, Lac; Speelhuis Breda, v. A. /?. denudata Hayne. In Herb.: Kampen 1848, R. B. ; Deventer, Halbertsma; 1876, K.; Zwolle 1897, L. ; Heemse 1868, v. d. Scheer; — Leesten 1850, Gronem.; Zutphen, Un. 1897; Apeldoorn 1872, K. A.; Ruurlo, Ensink; Ubbergen 1850, en Neerbosch, Th. Abel; Groesbeek, v. H.; Bennekom 1850, S. ; Hulshorst bij Harderwijk 1852, en Harderwijk 1866, R. B.; - Amersfoort 1863, Coll. Nat. 1890, Garj.; Hamersveld btf Amersfoort 1847, M J. Cop; — Renesse 1845, v. d. B.; - Burgst by Breda, v. A.; Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852 de Pettelaar, v. Hov. (a. Rottevalle, en Heerenveen, J. Kuipers inherb. Heukels; — Groningen, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Paterswolde 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; - Steenwijk 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Heino 1901, L. in herb. pr.; — Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rijswyk, B. J. v. Wagenveld in horb. Heukels; Wageningen 1886, Heinsius in herb. pr.; — Overlangbroek, J. W. Kennephaas; Vreeswyk, Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Breukelen 1871, Costerus inherb. pr.; — tusschen Diemen en Weesp, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, F. D. J. Risch; Pernis en Rotterdam, W. H. ULMARIA. 485 Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; Leiderdorp 1885, Struyk. in herb. pr. ; Papendrecht 1878, Posth. in herb. pr.; — Seisweg bij Middelburg 1892, Ogt. in herb. pr.; - Venlo 1896, Rieter in herb. pr. /?. Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; Denekamp, J. B. Bernink; — Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels; — Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr.; — Waalre, P. Sloots in herb. Heukels). Bovendien: a. Zonder aanwyzing van varieteit — Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 377); - Scheene, Teris- sert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p.422); - Zwinderen, Coevorden, Gramsbergen, Ane, Sleen, Borger, Rolde, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); - Steenwykerwold Kallenkote, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe Wetering en Tongeren, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Markelo, Diepenheim, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Almelo, Albergen, Vrieseveen, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 194); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Twikkel, Borne, Woesthaag, Buurserbeek, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); — Winterswyk, Eibergen, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Groenlo, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615;; Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Kannenburg brj Vaassen, Un. 1890; (Arch. 2. VI. p. 96); - Bergen, Egmond, Castricum, Heilo, Velsen, Bloemendaal, Aardenhout, v. E. (Arch. 2. I. p. 377); - Noordwykerhout, Voorne, v. E. (ibid); Brielle, Rockanje, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Walcheren, Oost- en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 118); Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 277); - Roozendaal, Un. 1860 (Arch. 1. V*. p. 236); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Blerik, Arcen, Hamert, Wel, Un. 189 3 (Arch. 2. 486 ULMARIA. GEUM. VI. p. 570); Maastricht, Amby, Meerssen, Gulpen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861; Lemiers, Lac. (Arch. 2. V. p. 9); Beek — Elsloo, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vor- stius, Munting en Bruman. /?. Diepenheim, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 615); - Bronsbergen, Kuurlo, Un. 1897 (ibid.)\ — Sas van Gent, A. W. (Arch. 1. IV. p. 277). Eindehjk bevindt zich in herb. P. v. d. Burg een var. apetala, gevonden te Laag Soeren, terwrjldoor mrj 4-tallige bloemen werden waargenomen aan den Vinkweg bij Leiden. 423. U. f ilipendula J. Hill. (Spiraea filipendula L. en Prodr. Ed. I. p. 70). Droge weiden, heuvels en bosschen; bif ons slechts aangeplant en misschien verwilderd. 2J.. Juni—Aug. In Herb.: Nijmegen, Thomson; Perin (?); — G. Bisschop zonder vermelding van groeiplaats. Bovendien: Aan de Lek te Wjjk by Duurstede en Schalkwyk, de Gorter; Nymegen, Maarsbergen, Fl. B. S. en ook vermeld door Pelletier en Munting als sierplant. [Aanm.: Spiraca japonica L. f., sierstruik uit Japan, algemeen in tuinen gekweekt, 2[. Juli— Aug., werd door m(j in L897 onder hakhout te Zilk gevonden. Ofschoon veleandere verwilderde tuinplanten als indigenen zjjn opgenomen, wensch ik haar evomnin als Tropaeolum majua onder de wild- groeiende planten op te nemen]. Subordo Dryadeae Grisebach. Tribus: Eu-Dryadeae Vent. Geum L. 424. G. urbanum L. Algemeen op begroeide schaduw- r\jke][plaatsen. 2[. Juni — Auy. GEUM. 487 In Herb.: Burg op Texel 1860, Lac; — Leeuwar- den 1849, S.; Bolsward 1864, J. M. de Boer; His- sum, Spree; — Sterrebosch Groningen, Strat.; — Ane 1853, Kros; Zwinderen, Weerdinge 1859, Lac. enS.; Meppel, v. Heyn.; — Kampen 1848, T.; R. B.; IJselmuiden, R. B.; Deventer 1877, K.; Diepenveen 1846, M. J. Cop; Zwolle 1900, L.; Trrjselerberg 1851, T.; Heemserbosch, herb. 0.; — Harderwijk 1864, R, B.; Apeldoorn 1852, K. A.; Ruurlo 1885, en Middachten 1894, Ensink; Hatert, Heumen, Beek, Ubbergen, N. en Th. Abel.; Nrjmegen, B.; — Amersfoort, R. B. ; 1890, Garj.; Utrecht, v. H.; Baambrugge, v. d. T. ; Ameliswaard 1851, A. W. Hartm.; Westbroek 1835, D. S.; Wyk brj Duurstede, v. H.; - Muiderberg 1839, Romb.; Naarden 1864, 0.; Kortenhoef, 's Graveland 1869, Hoek; Amsterdam, Fl. Amst.; v. H.; Parkweg 1884, J. J. Smith Jr.; Haarlemmerhout, Kerb. ; 1838, Romb.; 1871, Boerl.; Haarlem 1843, de Vriese; 1836, Buse; Heemstede 1872, 0.; Overveen 1842, Tilanus (P. N.S.); - Leiden, Mb.; 1835, Wtt.; B. W.; 1843,0.; Forsten, Pierot, Perin, 1872, BoerL; Kager- meerl901, Jongm.; Wassenaar 1833, S. S. ; Haagsche bosch,V.Z.; S. S.; 's Gravenhage, V. Z.; G.B.; R. B.; Oude Plantage Rotterdam 1901, Jongm.; Dordrecht 1836, Lac; 1881, C. v. d. Broek; Crabbehof onder Dubbeldam 1882, V. ; Alblasserdam 1880, M. J. Cop; - ZuidJ3eveland, v. d. B.; Zierikzee 1873, Schuringa; Souburg 1880, Buijsman; Middelburg 1873, L.; Hoek 1864, en Kapitalendam 1861, A. W.; - Valkenberg brj Breda, v. A.; Sprang, Thomson; Vucht, v. H o v. ; — Maastricht, St. Pietersberg, v. H o v. (Rottevalle, J. Kuipers; Wolvega, Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Leens, J. Borgman; Groningen, E. J. v. Evenhuis; R. de Boer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Ber- 188 GEUM. nink; — Gendringen, Dinxperlo, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, P. J. Bevort, Rijswyk, B. J. v. Wagenveld in herb. Heukels; Culemburg, de Haas inherb. pr.; C. A. Backer inherb. Heukels; Plantage Redichera, Alpherts in herb. pr. — Over- langbroek, J. W. Kennephaas; Werkhoven, Odijk, C. A. Backer in herb. Heukels; Breukelen 1871, Costerus in herb. pr.; — Zandbergen by Naarden 1899, Koning inherb. pr.; — Rynsburg, V. Surin- gar in herb. pi\; Stolwrjk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, N. v. d. Linden; W. H. Wachter en P. Jansen; — IJzendijke, P. J. Roosendaal; Oudelande, L. B. v. d. Slikke; — Kruisland, F. Jansens in herb. Heukels; nieuwe Merwede by Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.; AJmkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. H e u k e 1 s ; - Venlo 1896, R i e t e r in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 377); - Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Gramsbergen, Erm 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); — Steenwijkerwold, Giethoorn, Eeze, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Delden, Twikkeler- bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Bekkum, Woolde, Twikkel, Haaksbergen, Borne, Oldenzaal Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220); - Winters- wyk, Lichtenvoorde, Varsseveld, Eibergen, Grol, U n. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Bronsbergen Warnsveld, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Kannenburg by Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Eendekooi bij Hypolitushoef op Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 239); Alkmaar, Bergen, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Brielle, Rockanje, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 388); - Noord-Beveland, A. W.; (Arch. 2. III. p. 118); Tholen, L. (Arch. 2. VI. p. 112); Renesse, Un. 189 4 (Arch. 3. I. p. 49); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas GEUM. 489 (Arch. 2. V. p. 544); - Haraert, Welsche hut, U n. 1893 (Arch. 2.' VI. p. 570); Maastricht, St. Pietersberg, Gronsveld, Arcen, Valkenberg, Un. 1861; Sittard, Beek— Elsloo, Bunde, Maastricht, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld brj Pelletier, Hondius, Knrjf, Munting en Bruman. 425. G. rivale L. Op vochtige beschaduwcle plaatsen. %. Mei — Juni. In Herb. : Kerkhof te Goutum bij Leeuwarden, S. S.; 1835, Lac; Hinxt; 0; Sloten, Hinxt; - de Mheen te Apeldoorn 1880 en 1893, K. A. ; Beekberger- woud 1834, Wtt.; 1846, S.S.; 1853-73, K.A.; 1872, K. A. inherb. 0.; 1869, S.; Middachten 1894,Ensink; 1897, K. A. en Posth.; — weg achter Warmond, Perin; Leiden, M. J. Cop; Oost Bos brj Voorschoten, G. Deijn. (Ulvenhoutsche bosch, Mej. Th. W. v. Scherm- beek in herb. Heukels). Bovendien: Ulvenhoutsche bosch, Gillemans (Arch. 2. I. p. 234); v. A. (Arch. 2. II. p. 95). Ook vermeld door Pelletier. Voorts nog vermeld voor Wijkel, Triens (F 1. Fris.); Warmond, Dordrecht, Fl. B. S.; Leidschen dam Fl. Leid. * G. intermedium Willd. (G. urbanum X rivale). Bij de stamouders. In herb. : In het Lage Bosch brj Middachten 1894, Ensink. (Apeldoorn, J. Koornneef in herb. Heukels). G. montanum L. in ravijnen en op rotsen in hooge gebergten. %. Juni—Aug. Bevindt zich in herb. Posthumus, in een tuin te Dordrecht 1896. Waarschijnlijk daar als tuinplant voorkomende. 490 RUBUS. Rubus L. (Het geslacht R u b u s is zeker een der lastigste van onze flora. Het heeft mtf een zeer langen t\jd gekost voordat ik eenigszins een inzicht kreeg in de talryke inlandsche vormon. In hoeverre ik er in geslaagd ben het herbarium materiaal naar behooren fce ordenen, is voor mijzelf nog twyfolachtig, waar men nog zoo dikwyls levend materiaal ontmoet, waar- mede men niet goed kan terecht komen. Waar echter in de oerste editie van dit werk een lofwaardige poging werd gedaan ons R u b u s-materiaal te ordenen, wilde ik in deze nieuwe uitgave daarb\j niet achterblyven en heb naar m\jn beste weten het materia^il bearbeid. Of mrjne determinaties altyd juist zyn? Ik heb reden dit te betwyfelen, doch wil dit overzicht opgevat zien als een tweede poging, die voor vorbetering vatbaar is. De determinatie-tabellon in Arch. 3. II. p. 129 v.v. zjjn als voorwerk dezer revisio te beschouwen; ik kan mii dus hier onthouden van nauwkeurige omschrijvingen. Het is te begrypon dat de mocielykheid van dit geslacht en de last van het inzamolen der sooi-ten weinigen aanlokt zich meer bepaald met dit geslacht bezig te houden; wie echter lust gevoelt R u b i te verzamelen, late zich nogmaals den raad gegeven zijn hot materiaal zoo volledig mogelvjk te verzamelen en op een excursie liever een goed exemplaar mede te nemen, dan vele brokstukken van meerdere soorten, die later toch niot te determineeren zijn. In hetgeen hier volgt wensch ik derhalve geen aanspraak ( -maken op volledigheid, noch op volkomen juistheid; het is zeer wel mogelrjk dat ik later op enkele determinaties terug kom. Had ik echter willen wachten totdat over alle exem- plaren voldoende zekerheid heerschte, dan zoude het geslacht Rubus in deze uitgave ontbreken of slechts prjjken mot de soorten R. i d a e u s, R. caesius en R. fruti cosus, onder welke laatste men oudtyds alle Rubi samenvatte, dieniettot de twee eerste konden gebracht worden. Men veroordeele m\j dus niot wanneer mjjn determinaties misschien niet altud juist zullen blyken, dochhelpolievermede doorhet vorzamelen v;in voldoende materiaal om onze batologische kennis te v. Mei—Aug. In Herb. : Slochteren, herb. v. H.; Sappemeer en Hoogezand 1827, v. H.; — Paterwolde, Strat.; Eelderwolde 1846, v. H.; Odoorn 1859, Lac. en S.; Meppel, Cayaux; — Deventer ") 1877, K.; Agnieten- berg brj Zwolle 1891, L.; Goor 1861, v.H.; - Har- derwjjk 1853, R. B.; Apeldoorn 1858, 0.; Ruurlo 1881, L.; Vorden 1879, Groll; Rheede, v. H.; Arnhem 1833, W 1 1. ; Ubbergen, T h. A b e 1. ; - Amers- foort, R. B.; Garj.; Schothorst 1891, Garj.; Wikken- burg 1832, Wtt; Zeist, C. A. Bergsma; tusschen Eemnes en Baarn 1873, 0. ; Maartensdijk 1835, D. S. — Naarden 1864, 0.; Ananasbosch by Schagen 1901 G. en Jongm.; Haarlem 1869, v. H.; Haarlemmer hout 1836, Mb.; Kerb.; 1836, Buse; - Noorwijker hout 1845, B. W.; Stadwyk by Voorschoten 1899 V.; bosschen by Oost Bosby Voorschoten, G. Deyn. Wassenaar 1833, S. S.; Perin; huis ten Deyl, 0. Haagsche bosch 1836, Lac; 1854, v. H. Jr.; G. B. G. Barger; 's Gravenhage, V. Z.; — Domburg 1839 1840, v. d. B.; - Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852 Zundert, U n. 1860; Boxmeer, U n. 1853; Eindhoven, *) fruct. al bis. 492 rubus. Dz.; Venbergsche molen Valkenswaard 1901,Rovers en v. Roessel; — Mesch 1885, K. en G.; Voeren- daal 1866, H. d. V.; Savelsche bosch 1900, V. (Winschoten 1898, Schipper in herb. pr. ; — bosch tusschen Ide en Donderen 1865, Holk.; Schopberg 1867, Holk. in herb. v. Tuinen; — de Bilt, Zeist, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Naardermeer 1899, Koning in herb. pr. ; — Ende- geest onder Oegstgeest 1899, V. Suringar in herb. pr.; — Koudekerksche weg by Middelburg 1892, Ogt. in herb. pr.; — Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — weg naar den ondersten molen te Venlo 1900, Rieter in herb. pr.). Bovendien: tusschen Wolvega en Terrissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Zwinderen, Erm, Weerdinge, Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); - Steenwtfkerwold, Kallenkote, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, U n. 1 888 (Arch. 2. V. p. 408); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch.2. 1.p. 199); Diepenheim, Un. 1897 (Arch.3. I. p. 615); Bekkum, Woolde, Twikkel, Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220); - Winterswijk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); tusschen Eibergen en Ruurlo, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 615); Terborg,Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); zeer enkel in het bosch van het park op het Loo, K. A. (Arch. 2. III. p. 183); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Hamert, Un.' 1893 Arch. 2. VI. p. 570) ; tusschen Wylre en Slenaken, U n. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld door Pelletier, Munting en B r u m a n. 1 B,. Idaeus vai. anomalus Arrhen. (= R. Leesii Bab.). Bekend van Freeburg, Bromberg, uit Skandinavio en Brittagne. b- Mei—Juni. In Herb. : By 'sGravenhage in een elzenbosch tus- schen de duinen en een weiland, de beeklaan van de Loos- rubus. 493 duinsche weg afkomende ter linkerzijde 1858, de Br. 429. R. odoratus L. Sierstruik uit Noord-Amerika. "£. Mei — Aug. In Herb.: Tuin te Vorden 1879, Groll. 430. R. suberectus Anders. Geheel Duitschland, West- Kusland, Zuid-Skandinavie, Brittagne, Noord- Frankrijk, Zwitserland, het alpengebied van Oostenrijk, in Boheme, zelden in Hongarije. Op vochtige plaatsen aan den boschzoom en op lichte plaatsen in bosschen. t>. Juni. In Herb. : Ellersinghuizen bij Vlachtwedde 1899, Schipper; - Putten 1885,0.; bosschen bij Rheede, v. H. ; - Haagsche bosch, R. B. ; - dennenbosch bij Valkenswaard 1901, Rovers en v. Roessel; - Plasmolen 1899, G. Voorts verschillende exemplaren van de Bruijn, zonder groeiplaats, een als R. vulgaris var. (Winschoten 1899, Schipper in herb. pr.; - ?Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels.). 431. R. fissus Lindl Hier en daar in Noord-Duitschland, in Denemarken, Noorwegen en Brittagne. Waar- schijnlijk een hybride, wellicht R. IdaeusXplicatus of R. suberectusy^plicatus. ~fc>. Juni. In Herb.: Tankenberg bij Oldenzaal, Un. 1895 (ged. als nemoralis Milller); - Hierden 1889, C. A. Beinz (door de Bruijn ged. als suberectus); tusschen Hulshorst en Nunspeet 1890, C. A. Beinz (det. de Bruijn als suberectus); Molenweg Nunspeet 1890, C. A. G. Beinz; het Hull te Nunspeet 1890, C. A. G. Beinz (det. deBruijn als suberectus) Nunspeet 1889, C. A. G. Beinz; Hulshorst 1890, C. A. G. Beinz (det. de Br. als suberectus); Apel- doorn 1858, 0.; — Baarn aan den zoom van kreupel- boschjes 1873, 0.; 't veen te Soest 1899, G. enV.; - Breda, Un. 1852; Ginneken langs de Aa 1896, V. (als suberectus) ; Oosterhout! 1854, de Br.; Valkenswaard 1901,Roversenv. Roessel; — Plasmolenl856,v.d.B. 494 eubus. (Waalre, P. Sloots in herb. Heukels). * R. fissusxsilvaticus. In Herb. : Kanaal Waalsdorp bij 's Gravenhage, de Br. 432. R. plicatus Wh. et N. Met uitzondering van een klein gedeelte in het Noord-Oosten in geheel Duitschland, zeldzaraer in de Zuidelijker streken ; voorts in Zweden, Denemarken, Oostenrijk, Zwitserland, Noord-Frankrijk en Groot-Brittagne. Op lichte zandige of humeus-zandigen bodem bij voldoende vocht in den grond ook op zeer zonnige plaatsen. t>- Juni—Juli. In Herb: Haarlumee by ter Apel (forma), Un. 1899; Winschoten 1899, Schipper; — Berkumer- belten by Zwolle 1901, L.; - Nunspeet 1890, C. A. G. Beinz (gedeeltelyk als affinis de Br.); 1889, C. A. G. Beinz (gedeeltelyk als rosulentus de Br.); Groote Bunte te Nunspeet 1890, C. A. G. Beinz; Doornspyk 1890, C. A. G. Beinz (als affinis de Br.); Hierden 1889, en Harderwyk 1890, C. A. G. Beinz; Apeldoorn, op heigrond op weg naar den Galgenberg 1858, O. (als R. fastigiatus); Watermeerwyk bij Beek 1847 (als doublet); — Amersfoort 1860, R. B. ; 1895, Garj. (als suberectus); Schoonoord by Doorn 1900, F. A. des Tombe; Baarn 1873, 0.; Gerritshoeve, weg naar het veen bij Soest 1899, en Drakenstein 1899, G. en V.; - Naarden 1864, 0. (als fastiagus N°. 479) - tus- schen Noordwyk en Noordwykerhout, Mb.; Wasse- naarsche zandweg by 's Gravenhage 1858, en hakhout aan den zandweg van 's Gravenhage naar Wassenaar 1857, de Br. ; Wassenaar 1899, V.; Haagsche bosch 1848, de Br. (als vulgaris var.); Naaldwyk 1845, v. d. T. (als fruticosus var. /?. fastigiatus); St. Michiel Gestel C. H. B.; Wanroy, Un. 1898; - St. Maartensberg by den Plasmolen rubus. 495 1899, en tusschen Stramproy en Millert 1899, G. (Rheederoord aan de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr.). 433. B. ammobius Focke. Op mageren zandgrond; bij Focke slechts bekend van Lengerich, Burgstein- fort en Delmenhorst, maar waarschijnlijk verder verbreid. t>. Juni—Aug. In herb.: Agnietenberg bij Zwolle 1891, L. (als fruticosus); — Hierden 1889, C. A.G. Beinz;Doorn- spijk 1890, C. A. G. Beinz (det. de Brujjn als suberectus); 't Hull bij Nunspeet 1890, (det. de Br. als suberectus) en Nunspeet 1890, (det. de Bruijn als suberectus); C. A. G. Beinz; — 's Gravenhage 1857, de Br. (det. als R. fastigiatus a. en /?.). 434. B. sulcatus Vest. Boschplant, meestal op lichte plaatsen en langs den zoom, ook in struikgewas in Midden- en West-Duitschland ; zeldzamer in het noordelijke vlakland, talrijker in de heuvel- en bergstreken ; voorts in Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk. L\ Juni—Juli. In Herb. : Haren 1826, herb. v. H. (misschien een der corylifolii) ; iNijmegen, B. in herb. v. H. (als R. fruticosus), „agter het Jagermanshuis" (verder onlees- baar; A. de Beijer in herb. v. H.; Wintelhey zwart zand, A. de Beijer in herb. v. H.; „Wijchensche Hei in 't zand", A. de Beijer herb. v. H. ; „van de Start te Wielderen berg op le pad regts om", A. d e B e ij e r herb. v. H. *) ; - dubieus R. frutlcosus herb. Bisschop (waarschijnlrjk omstreken van Zutphen of 's Gravenhage) ; Haagsche bosch, v. S. V. (is wegens het onvolledige materiaal nietjuistte determineeren). 435. B. nitidus Wh. et N. Op begroeide plaatsen, voor- namelijk op vochtigen, leemachtigen bodem, 1) Ik heb hier de volledige groeiplaats aanwijzingen overgenomen zooals die op de etiquetten voorkomen. Waarschyniyk zyn alle van dezelfde plaats ongeveer. Dit zyn een der -weinige handschrifteljjke etiquetten van d e_B e y e r zelf. 32 496 rubus. gaarne aan beekoevers, in Noord-West Duitsch- land, in Belgie en Brittagne. In Herb. : Deventer, herb. Hoffm.; — Vorden 1879, Groll; Nunspeet 1890, binnenweg naar de groote Bunte te Nunspeet 1890, en Hierden 1889, C. A. G. Beinz; Putten 1885, 0.; Bennekom 1901, des Tombe; Oude Kleefsche baan, Un. 1898; — Eiken- duinen brj Loosduinen, Un. 1851; de Br. ; — (Breda?), Un. 1852; Wanroy, Un. 1898; - Plas- molen 1899, G. (Hilversum 1899, Koning in herb pr.). 436. B. affinis Wh. et N. Langs begroeide wegkanten en in hagen ; in boschstreken slechts langs den zoom; de verspreiding is onzeker, behalve in bijna geheel Noord-West Duitschland, ook in Brittagne en waarschijnlijk ook in Belgie en Noord-Frankrijk. t>. Juni — Aug. In Herb. : Heerenweg tusschen Hee en Midsland 1869, Holk.; Midsland op Terschelling, Un. 1886; — Rozewinkel 1859, Lac. en S. ; — Zutphen 1861, de Br.; (forma umbrosa); 1862, 1863, de Br.; weg naar Laren 1862, de Br. ; Brummen (f. aprica) 1862, de Br.; heigrond by Apeldoorn 1858, 0. (R affmis var. lentiginosus) ; zonnige heining brj Apel doorn 1858, 0. (R. vulgaris de Br.); Nrjkerk 1843 W. K. (ingezonden als R. hirsutus, welke deter minatie door Wirtgen schrjnt bevestigd te zrjn. Er lagen echter in denzelfden omslag twee verschillende soorten, waarvan ik de andere met eenigen twrjfel tot teretiusculus heb gebracht); Bennekom 1890, G.; Maanderbroek 1890, en voetpad tusschen Bennekom en Renkum in het jonge dennenbosch 1890, G; — Amersfoort 1862, R. B.; heide Maarsbergen 1900, des Tombe; huis ter Heide 1859, v. H. (als R. fruticosus); Drakenstein 1899, ? 's Graveiand-Hilver- sum 1899, en Wykerhoek 1899, G. en V.; - Muider- rubus. 497 berg 1839, Romb. (als R. fruticosus) ; Naarden 1864, 0. (als vulgaris N°. 478) ; Haarlem, Buse; — Noordwijk 1842, B. W. (R. glandulosus); Leiden 1841, B. W. (als fruticosus y nitidus) ; 's Gravenhage in het hakhout aan den duinkant 1857, en 1855 en 1858, de Br. (als Wahlbergii); 's Gravenhage 1851, 1855, de Br.; — Goes 1845, en Duinwallen bij Haamstede 1844, v. d. B. (als R. fruticosus y = R. nitidus); Hulst 1845, B. W. en v. d. B. als idem); Sas van Gent 1857, A. W. ; — Bergen op Zoom, Un. 1860; Oosterhout 1854, en 1858, de Br.; - Mooksche bergen, Un. 1853. /?. Wiegmanni (R. Wiegmanni Wh.) ; Molenkatebrj Hattem 1854, R. B. (als R. fissus); — jachtlust aan de Bilt 1840-42, Lac. (als R. fruticosus). 437. R. Lindleyanus Lees. Op heuvelachtige kalkgronden van noordelijk Westphalen en in Engeland. £>. Juli. In Herb. : Beek bij Nijmegen 1874, 0. (ongedeter- mineerd; met enkele klieren. Vergeleken met Engelsche exemplaren.). 438. R. thyrsoideus Wimm. Bekend van Midden- en Oostelijk-Duitschland; gaarne op mergel- ofkalk- houdenden bodem. ~£>. Juli. In Herb.: Winterswrjk, Un. 1859; Arnhem 1878, Groll; - bosschen brj Oosterhout, 1853, 1854, 1855, de Br.; kanten van akkers aldaar, 1853. Voorts nog enkele door de Bruijn verzamelde specimina, doch zonder nadere vermelding van groeiplaats, onder den naam van R. vulgaris N°. 31. Bovendien: Heumen, Abel. (Arch. 2. V. p. 273). 439. R. ulmifolius Schott. f. Van Dalmatie tot Engeland in gehee] Zuid- en West-Europa, ook in Noord- West Afrika gevonden; in Duitschland slechts bij Eupen en Aken. In bebouwde streken algemeen in hagen en langs wegranden, in bosschen en in droge greppels tusschen het struikgewas 498 rubus. t>. Juli-Aug. (Een onzer meest typische soorten.) In Herb. : Katwrjk 1833. v. d. B.; — Rockanje 1900, des Tombe; Ouddorp 1894, Boerl en V.; - Zeeland, Ogt. (als geniculatus); Schouwen, Dz. (als fruticosus a. vulgaris); Haamstede Un. 189 4, (als discolor); Wester Schouwen, v. Dissel (als thyr- soideus c.fr. Prod. Ed. 1.); Drjkwelle, v. d. B. (N°. 32 indet.); Zuid-Beveland 1842, 1845, (als discoler), 1848, 1854, en Cloetinge 1840, v. d. B.; Noorddyk brj Goes 1841, v. d. T. (als thyrsoideus a genuinus); tusschen Goes en Wilhelminadorp 1841, v. d. T. (idem); Oranje- zon 1841, v. d. B.; fort Nassau bij Breskens 1839, Lac. (als argenteus) [cfr. v. Hall, Nieuwe Brjdragen p. 34]; Walcheren, Ermerins; Hoek 1857, en 1864, (als discoler) A. W. ; - Breda, U n. 1852 (als discolor) ; in heggen brj Oosterhout 1854, de Br. (als discolor); 1855, de Br. (als fragans); 1855, de Br. (als ulmi- folius); - Sittard 1883, K. (als discolor); veer te Mook, Un. 1853 (N°. 28 indet); Weert 1899, G.; Gronsveld 1881, Groll; Maastrichterweg brj Valken- berg 1901, V.; Vilt 1901, Rovers en V. (Uzendijke, P. J. Roosendaalin herb. Heukels; weg naar Schuddebeurs bij Zierikzee 1894, Posth. in herb. pr.; Seisweg Middelburg 1892, Ogt. inherb. pr.; St. Odilienberg by Roermond, Un. 1900, Schip- per in herb. pr.; 1901, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Berg en Dal, Abel. (Arch. 2. V. p 273); — Walcheren, Noord-Beveland, Oost-enWest Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 118) Zierikzee, Un. 18 94 (Arch. 3. I.p. 49); - Meerssen Gulpen, Epen, Valkenberg, St. Pietersberg, Un. 1861 tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). 440. R. leptargyrophyllus Forster. Wordt door F o r s t e r als niet zelden bij Maastricht opgegeven. -£. Juni—Aug. In Herb.: Maastricht, Franq. rubus. 499 441. R. macrostemon Focke. In Midden-West-Duitsch- land, in het Kijndal tot Bonn ; voorts in Zwit- serland, Slavonie" en waarschijnlijk in alle valleien der zuidelijke Alpen. ~£. Juli. In Herb. : Zutphen 1862, de Br. (als R. nemoralis P.J.M.). 442. R. argentatus P. J. Mitller (= R. Winteri Focke). West-Duitschland, zeer verbreid in de omgeving van Kleef. "£. Juli—Aug. In Herb.: Oude Kleefsche baan bij Berg en Dal, Un. 1898. 443. R. geniculatus Kaltenb. In hagen en langs bosch- randen. Slechts bekend van Aken en Bertrich. "£. Juli. In Herb. : Kale helling van een binnenweg bij Weert 1899, G. 444. R. rhombifolius Wh. Bekend van Hausberge en Mennighufen bij Minden; benevens een weinig bewapende vorm van Beverungen. t>. Juli. In Herb. : Zanderij Wassenaar, S. S. 445. R. villicaulis Koehl. Bijna geheel Duitschland, behalve het Noord-Oostelijk gedeelte. Voorts in Denemarken, zuidelijk Zweden. In Herb. : Hardenberg, v. d. Scheer (herb. 0. N°. 657 als discolor) ; — Twello 1877, K. (als thyrsoideus Schouwenburg onder Oldenbroek 1890, Beinz (als geniculatus det. de Br.); Harderwijk 1863, 1866, E. B. (als geniculatus det. de Br.); 1867, R. B. (als thyrsoideus), 1885, R. B. (indet.); Hulshorst 1890, Beinz (als geniculatus det. de Br.); Zutphen 1859, de Br. (als Lindleyanus); 1863, de Br. (als idem); Oorsprong 1847, v. d. B.; Velp enz., herb. v. H. (als R. fruticosus); Nymegen, B. (als R. discolorf); Beek 1847, v. d. B.; Malden 1840, Lac. (als thyrsoideus); Bennekom 1890, G.; Oud Vossenhol bij Bennekom ■ >' K l RUBUS. 1901, desTombe; - Wassenaar 1832, S. S. (als R. fruticosus) ; — Goessche polder, v. d. B.; — Oosterhout 1855, de Br. (als geniculatus); 1854, de Br. (als vulgaris var. viridis); Klooster Boxmeer, Un. 1853 (N°. 7 als geniculatus; N°. 20 als vulgaris var. viridis form. fol. laciniatis); St. Antonie, Un. 1853 (als vulgaris var. det. de Br.); — Mook 1856, v. d. B. /?. glandulosa. In Herb. : Spanbeek bij Boxmeer, Un. 1853. [A .'in m.: Beklierde vormen schynen niet zeldzaam te z\jn; als merfc,waardigheid kan ik mededeelen dat het authentieke exemplaar van Focke (Ruhi selecti no. 41) gesteelde klieren en stekelhorstels o. a. op de hladstelen heeft, ofschoon Focke dit exemplaar citeert onder de gewone R. villi- caulis. Cfr. Focke Synopsis p. 207]. (Heggen Beek 1890, Posth. in herb. pr.; Rozen- daalsche weg onder Velp 1893, Ogt. in herb. pr.). 446. R. gratus Focke. Noord-West Duitschland bij Lubeck, Bremen, Gummersbach, Kleef en Aken, op licht beschaduwde leem- en zandgrond, aan wegkanten, tusschen struiken en aan heggen. ~lj>. Juni—Juli. In Herb.: Ter Apel, Un. 1899; - Apeldoorn 1858, 0.; tusschen Berg en Dal en Beek 1899, en Benkum 1890, G.; Harderwijk 1867, 1884, R. B.; - Amers- foort 1894, Garj.; Grebbe 1853, 0.; Coelhorst bij Amersfoort 1893, Garj.; Westbroek 1837, Lac; ? Hilversum 1899, G. en V.; — Oud Diemen, Lac; Bloemendaal 1843, de Vriese; Naarden 1864, 0.; — Monster, Loosduinen, v. d. T.; — Breda, Un. 1852; Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; Boxmeer bij Lane- veen, Un. 1853; Sambeek, Un. 1853; — Plasmolen, Un. 1853; 1899, G. (Winschoten 1898, Schipper in herb. pr.) 447. R. maerophyllus Wh. et N. In Midden- en West- Duitschland, in Frankrijk en Engeland ; een echte boschplant, die veel schaduw verdragen kan. I>. Juni — Juli. RUBUS. 501 In Herb.: Beek, Un. 1898; - ?Bennekom 1901, station Sandenburgerlaan 1900, F. A. des Tombe; — duinkant bjj 's Gravenhage 1857, d e B r. (als R. vulgaris); Haagsche bosch 1854, de Br. (als pileto. stachys); 1857, de Br. (als vulgaris); — bosschen brj Breda, Un. 1852; Boxmeer, Un. 1853; Sambeek, Un. 1853; Valkenswaard 1901, Rovers en v. Roessel; — ?helling Rotspark Valkenberg 1901, V. /?. piletostachys Gren. et G-odr. In Herb.: Maanderbuurt 1890, G-.; ?Darthuizer- berg 1900, F. A. des Tombe; - Vest bjj de Hoogewoerdspoort te Leiden. (Stolwyk?, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels). 448. E. silvaticus Wh. et N. In Nbord-West Duitschland en Engeland in bosschen, aan boschranden en aan begroeide beekoevers. In Zuid-Holland de meest algemeene braam op boschrijke plaatsen. t>. Juli. In Herb.: Bosch klooster ter Apel, Un. 1899; boschjes Jipsinghuizen, Un. 1899; — Bennekom 1901, des Tombe; - Noordwyk 1900, Jongm.; Noorthey onder Voorschoten, Maart— April en Sept. 1899, V.; - Zuid-Beveland 1845, v.d.B.; - Breda, Un. 1852. /?. glandulosa. Ryzenburg 1859, R. B. (Heino 1888, L. in herb. pr. ; Laag Soeren, H e u k e 1 s in herb. pr.; - Liesbosch 1894, Posth. in herb. pr.). 449. B,. Sprengelii Wh. Noord-Duitschland en de Rijn- provincie; voorts Denemarken, Belgie, Noord- Frankrijk en Engeland, op lichten zandigen bodem in boschrijke streken, zelfs in niet te dichte naaldbosschen. In Herb.: Drachten 1829, v. H; - Haren, v. H.; Veele brj Vlagtwedde 1899, Schipper; - bosch by Paterwolde 1835, v. H.; Strat. (als caesiics); Sterre- 502 RUBUS. bosch by Assen 1879, K. A.; — Dal tusschen Berg en Dal en Meerwjjk, v. d. T. (a\s vulgarisa. genuinus); bosschen bij Apeldoorn 1858, 0; 1859, 1862, de Bi\; - Endegeest 1836, Lac; - Zuid-Beveland 1837, v. d. B. (als nemorosus). (Westinghuizen onder Westerwolde 1898, enbosch te Slochteren 1900, Schipper in herb. pr.). Bovendien: Terschelling, v. E. (Arch. 2. I. p. 378); - Groesbeek, Abel. (Arch. 2. V. p. 273). ? R. melanoxylon Muell. et Wirtgen. In de Rijn- provincie bij Bertrich en in Frankrijk in boschrijke streken. t>." Juli. In Herb.: Vlagtwedde 1899, Schipper (als R. vestitus.) 450. R. infestus Wh. Midden-Duitschland, Engeland en waarschijnlijk ook in Zweden, aan hagen en tusschen struikgewas. t>. Juni—Juli. In Herb. : Jipsinghuizen, Un. 1899; Haarlumede bij ter Apel, Un. 1899; - Oosterhout 1854, de Br. (als vulgaris glandulosus.) ? R. pyramidalis Kaltenb. In Noord- en West-Duitsch- land en Frankrijk, in bosschen op zonnige plaatsen en langs de zoom; voorts tusschen het struikgewas aan beekoevers enz. t>- Juli. In Herb. : ? Winschoten 1899, Schipper (als oulgaris); — ?Boxmeer. Un. 1853; - ?Plasmolen, Un. 1853. ? R. leucandrus Focke. Noord-WTest Duitschland, Bel- gie en waarschijnlijk Engeland. t>- Juni—Juli. In Herb.: ?Putten 1858, 0. 451. R. vestitus Wh. et N. West-Duitschland, Dene- marken, Tyrol, Frankrijk en Engeland. Op kalk- houdenden bodem, zoowel zand als mergelgronden. In Herb. : Harderwyk 1866, R. B. (als R. fruticosus y nitidus); Oude Kleefsche baan,Un. 1898; Heumen, Un. 1853; - Breda, Un. 1852; 1857, de Bi\; - RUBUS. 503 Plasmolen, U n. 1 8 5 3 ; Maastrichterweg bij Valkenberg 1901, V. 452. B. conspicuus P. J. Mueller. In West-Duitschland, waarschijnlijk ook in Zwitserland en Frankrijk, op zandigen bodem tx Juli. In Herb. : Duinvalleien Haamstede — Renesse 1844, v. d. B. (det. Wirtgen als E. macroacanthus); — Plasmolen 1899, G. 453. R. teretiusculus Kaltenb. In Duitschland en Zwit- serland, typisch bij Aken. t>. Juni—Juli. In Herb.: ?Nijkerk 1843, W. K. (door Wirtgen gedetermineerd als R. hirsutus ; het exemplaar bevond zich in een omslag, met een andere soort, die ik voor R. a f f i n i s houd) ; ? Beek 1847, v. d. B. ; — Burgst by Breda, Un. 1852. 454. R. rudis Wh. et N. Midden- en West-Duitschland, in bosschen en in het struikgewas, meest op steenachtigen, humusrijken bodem. t>. Juni — Juli. In Herb. : Boxmeer, Un. 1853 (behoort misschien tot de corylifolii). 455. R. radula Whe. In bosschen, vooral aan den zoom, ook onder naaldhout, gaarne in struikgewas aan berghellingen enz. In Noord- en Midden-Duitsch- land tamelijk algemeen verspreid, ook in Zuid- Duitschland, voorts in Denemarken, Zuidelijk Zweden, Engeland, Noord-Frankrijk, Zwitserland en zeldzaam in Oostenrijk. t>- Juli. In Herb.: Rheede 1838, Buse; Groesbeek 1868, v. H.; Kleefsche baan bij Berg en Dal, Un. 1898. 456. B. foliosus Wh. et N. In bosschen en schaduw- rijke plaatsen, door Focke slechtsin Westphalen en het Noordelijk gedeelte van de Rijnprovincie aangetroffen. ~b. Juli. InHerb. : Weende by Vlagtwedde 1899, Schipper; — hek villa Caroli aan den straatweg van Prins 504 RUBUS. Hendriksoord naar Soestdrjk 1899, G. en V.; - hakbosch tusschen Loosduinen en Monster 1857, de Br. (als R. thuringensis N°. 924 h. 0.); — helling Rotspark Valkenberg 1901, Rovers en V. (i. saltuum Focke. (Achter Oudewerf Winschoten 1899, Schipper in herb. pr.). [Aanm.: De plant van Loosduinen werd later door de Bruijn zelf tot R. pyramidalis Questier (R. Giintheri /?. pyramidalis Bab. R. saltuum Focke terug- gebracht, Cfr. Arch. 2. VI. p. 503)]. 457. R. rosaceus Wh. et N. In boschrijke streken, doch meestal in het licht ; in de Rijnprovincie bij Aken, Eupen en Malmedy. Ook in Belgie en Engeland. ~b. Juli. InHerb. : Onstwedde 1899, Schipper; — Hierden 1889 en Nieuwe land te Nunspeet 1890, C. A. G. Beinz. 458. R. Koehleri Wh. et N. subsp. balticus (== R. horridus Betcke). Bekend slechts uit Mecklen- burg, op de Basedomerheide bij Malchin. In Herb.: Harderwyk 1866, R. B. 459. R. Schleicheri Wh. Aan boschranden, in boschjes en dichte hagen, tot in de dorpen voorkomend, in vele streken algemeen. Zij groeit in Silezie, Neder Lausitz, in Saksen, Thuringen, Neder Saksen, Westphalen en aan den Nederrijn bij Aken. b. Juni—Juli. In Herb. : Tusschen Wageningen en Bennekom 1890, G. 460. R. caesius L. Deze soort verlangt een eenigszins kalkhoudenden bodem, van daar haar voorkomen op de duinen der zeekusten, maar niet in het kalkarme diluviaalzand in het binnenland. Zij is algemeen aan zwakken mergelgrond, aan bronnen, beeken en rivieren. Zij verdraagt overstroomingen RUBUS. 505 zoowel van beeken als der groote rivieren, wat met geen andere braam het geval is. Zij komt echter ook op dorren bodem voor, zooals bijv. op de duinen, waar zij het rijkelijkst vruchten draagt. In bosschen voornamelijk op vochtige plaatsen; ook op bebouwden bodem vindt zij haar plaats en zoo vindt men haar langs akkers, wegen, in hagen enz. ; somtijds zelfs in koren- velden. Zij komt in bijna geheel Europa en in het Noord-Westelijk deel van Azie voor tot aan Perzie. a. aquaticus Wh. et N. In He*b.: De Westen op Texel, Holk.; Texel 1857, Harting; Hoorn op Terschelling, Un. 1886; Schiermonnikoog 1860, S.; - Groningen 1856, S. E. Strat.; Haren 1826, v. H.; bosch de Wijerd ter Apel 1900, Schipper; (fl. semipleno) Haren 1835, v. H.; - Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1858, R. B.; 1873, Hoek; Brinkgreve by Deventer 1846, T.; weg kleine veer Zwolle 1901, L.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; - Harderwijk 1866 en 1885, R. B.; Hackfort bij Vorden 1879, Groll; Rheede en Rheederoord, v. H. ; brj 't Oude Kasteel achter de Waterstraat te Beek 1841, Th. Abel.; Per- singen, B.; Nijmegen, B.; v. H.; tusschen Ubbergen en Beek, Th. Abel.; Wageningen 1901, des Tombe;- deGrebbe, C. A.Bergsma; Soestdijk 1855, Coll. Nat.; Utrecht, v. H.; 1858, R. B.; Baarn 1873, 0. (door 0. en de Br. ged. als R. suberectus) ; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.) ; de Bilt, C. A. Bergsma; Maartensdijk, Lac; — Bussum,C.A. Bergsma; Sphagnetum bij Diemen 1857, Kniittel; Oud Diemen, Lac. ; Uithoorn 1870 en Vrouwenakker, Boerl.; jaagpad langs den Schinkel, Fl. Amst.; 506 RUBUS. Zeeburg, Romb.; Haarlem, Buse; 1843, de Vriese; 1871, Groll; Haarlemmerhout, Kerb; 1871, Boerl.; Aardenhout 1869, Hoek; Bloemen- daal, Romb.; duinen Overveen, Buse; v. H.; Zandpoort 1871, 0. (N°. 717); Velsen, v. H.; - Sassenheim, Leiden 1835, Mb.; Dz. ; 1842, 0.; Katwyk, Perin; huis ten Deyl 1839, v. d. T.; Wassenaar, Perin; v. S. V.; Scheveningsche boschjes 1895, en Scheveningen, R. B. ; 'sGraven- hage 1862, G. B.; Waalsdorp, V. Z.; Delft, v. S. V.; duinen 's Gravenhage, Destr6e; Staalduin 1844, v. d. T. ; Rotterdam 1855 en Oude Plantage aldaar, 0. ; - Goes 1839 en 1854, en Z.-Beveland 1839, 1841, 1854, v. d. B. ; tusschen IJzendjjke en Hoofdplaat 1839, Lac; Walcheren 1840, v. d. B.; St. Jansteen, 1858, A.W.; — Werkendam 1836, Lac. ; Valkenswaard 1901, Rovers en v. Roessel. P. arvalis Rchb. In Herb. : Rottum 1897, Schipper; — Kampen R. B. ; — Zutphen, Wtt. ; — Klein Ameliswaard by Utrecht, v. d. T.; — Jaagpad bij Sloten 1840, Romb.; Santpoort 1871, 0. (N°. 717); - Noord- wijk, Fockema; Vinkweg by Leiden 1842, 0.; Katwyk, B. W.; 0.; duinen 's Gravenhage, V. Z.; 'sGravenhage 1895, R. B.; Scheveningen 1851, v. d. B. (als vestitus); — duinen Schouwen 1844, v. d. B.; Walcheren, B. W.; 1840, v.d. B.; Zwake 1840 en Goes 1839, v. d. B. y. dunensis Noeldeke. In Herb. : duinen achter Zorgvliet by 's Graven- hage, V. Z. <5. innoxius (— R. innoxius Forst.). In Herb.: Ryngeest bij Oegstgeest 1899, V. (Noordpolderzyl by Warfum 1899, Schipper in herb. pr.; — Wageningen, Posth. in herb. pr. ; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Overlangbroek, J. W. Kennephaas; Utrecht, W. RUBUS. 507 C. v. Embden; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; station Breukelen 1871, - Alkmaar- derhout 1890, Costerus in herb. pr.; Amstelveen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Zandvoorder- laan, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Overveen, Zandvoort-Vreeswjjk, C. A. Backer in herb. Heukels; Leiderdorp 1885, Struyk. in herb. pr.; Rijngeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; akkerkanten Dordrecht 1898, enSliedrecht 1895, Posth. in herb. pr.; - Walcheren 1893 en St. Philipsland 1890, L. in herb. pr.; IJzendyke, P. J. Roosendaal; - Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels.). Rubi corylifolii. By Focke vormen de corylifolii de laatste groep waar- toe behalve R. c a e s i u s zelf, behooren de bastaarden van deze met de overige Rubi. Deze worden door hem verdeeld in de Orthacanti en de Sepincoli, waarvan de eerste z\jn mid- denvormen tusschen R. caesius en de glandulosi, de tweede van R. caesius en de groote klierlooze of zwak ge- klierde soorten. Vooral van de laatste kunnen wjj in ons gebied talryke voorbeelden verwachten, alle behoorende tot de species collectiva R. dumetorum "Wh. Reeds vroeger wer- den in ons land vermeld de hiertoe behoorende R. corylifo- 1 i u s Sm.; R. h o r r i d u s Schultz ; R. nemorosus Hayne; R. d umetorum Wh.; R. d i ver s if ol i us Lindl.; R. prui- n o s u s Arrhen ; R. W a h 1 b e r g i i Arrhen. Het schjjnt m\j zeer gewaagd op het aanwezig zjjn van aan verschillende soorten eigene kenmerken deze als hybriden te beschouwen ; somtjjds gaan enkele auteurs zoover in een vorm een groot aantal ouders te herkennen, omdat een plant met al deze kenmerken gemeen heeft. Ofschoon de mogelijkheid niet te ontkennen valt.ja de waar- schynlykheid zelfs zeer groot is dat we mengvormen zullen aantreffen, waarin een groot aantal soorten vertegenwoordigd zyn, heb ik echter te weinig vertrouwen op mijne kennis der grondvormen, om de hybriden tot hun vermoedelijke af komst terug te voeren. Daarom heb ik al de naar het mjj toescheen hybride-vormen onder de corylifolii vereenigd en heb slechts hier en daar het vermoeden uitgesproken omtrent mogelyke stamouders. In Herb. : Doodemanskisten Terschelling 1869, 508 RUBUS. Holk. (als R. Sprengelii); Drachten, v. H. (semi villi- caulis—macrophyllus X caesius?); — Vlagtwedde 1899, Schipper; — Paterwolde, S. E. Strat. (sdscaesius); Meppel, v. H e rj n. (semi villicaulis) ; — Oosterhout brj Kampen 1848, T.; 1848, R. B. (als vulgaris); De- venter 1876, K. (als vulgaris); — Harderwyk 1863, 1866, 1867, 1885, en tusschen Nykerk en Putten, R. B.; Bronsbergen by Zutphen 1838, Buse; Vorden 1878, G r o 1 1 ; 1879, G r o 1 1 (villicaulis X caesius) ; 's Hee- renberg 1866, v. H. (als Sprengelii); Uilenput 1866 en Groesbeek 1864, v. H. (als Sprengelii); Heumen 1856, v. d. B.; Ruine kapel brj Overasselt 1897, G. en V. [R. semi vestitus fi. R. Slesvicensis Lange); Bennokom 1890 en Hullenberg 1890, G. ; - Amersfoort 1893 en Hamersveld 1894, Garj. (semi villicaulis) ; Amersfoort 1861, R. B. ; station Maarsbergen en Darthuizerberg 1896, V.; Baarn 1873, 0. (R. caesiusx fissus?) Hou- ten Wtt; Achttienhoven 1863, Ooll. Nat.; - Mui- derberg, Wtt.; Naarden 1874, 0.; (n°. 478); Meeren- berg 1870, Hoek; Kortenhoef aan den Raaiweg, Exc. 1899; — Piet Grjzenbrug, Fockema; Sassen- heim 1839, v. d. T.; Valkenburg 1842 en Leiden, B. W.; Warmond 1861 (semi villicaulis); 's Gravenhage 1857 en Wassenaarsche zanderij aldaar 1857 de Br. (semi villicaulis) ; duingrond brj 's Gravenhage 1857, de Br. {R. villicaulisf.LangeiXcaesius); Waalsdorp, de Br. (als Wahlbergii); Haagsche bosch 1857, de Br.; Beeklaan bij 's Gravenhage, R. B. ; Loosduinen en Monster 1857, de Br.; Naaldwijk 1844, v.d.T.; Goeree 1894, Boerl. en V. (caesius xubmfolius); — Noord- gouwe en Schuddebeurs by Zierikzee 1844, Cloetinge 1840, Oosterland (Duiveland) 1844, Hoedekenskerke 1843, Zwake 1843, Scheldedijk bij Yersekendamme 1839 (caesius x ulmifolius) 1841, Westerscheldedrjk bij Hoedekenskerke 1843, 1844 en Goes 1854, 1855 (als pruinosus, schrjnt echter caesius x ulmifolius) Zuid-Beveland 1843, alle verzameld door v. d. B.; RUBUS. FRAGARIA. 509 Scheldedijk tusschen Yersekendamme en Wemeldinge 1841, v. d. T.; v. d. B. ; (caesius X ulmifolius) Oranjezon Walcheren 1841, v. d. T. (als vulgaris a. genuinus); Zijldijk bij Hulst 1845, v. d. B.; - Woensdrecht, Un. 1860 (caesius X ulmifolius) ; Rozendaal, Un. 1860 (caesius X een der suberecti?); Loopschans Breda, v. A. ; Oosterhout 1854, de Br. (ulmifoliusxaffinis?); Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; Wanroy, Un. 1898; klooster Boxmeer, Un. 185 3 (R. semi villicaulis) ; — weide achter den Plasmolenschen Hof 1899, G. (R. plicatus x macrophyllus ?). (Winschoten 1898, Schipper in herb. pr. (als dumetorum var. nemorosus); Domburgsche Manteling 1893, Ogt in herb. pr. (als nemorosus Hayne)). [A a n m. : Een E u b u s door de Brujjn in 1863 by Zutphen verzameld komt overeen met de beschrijvingin Suringar's zakflora van E. roseiflorus P. J. Mueller. Daar ik de oorspronkeiyke beschrnving van M u e 1 1 e r niet bezit en de soort noch in P o c k e 's Synopsis noch in diens bewerking in Koch's nieuwe editie of in andere nieuwere Flora's voor- komt, kon ik de soort niet op z;jn rechte plaats brengen en voeg haar dus hier aan het eind van het overzicht der inland- sche Eubi.] Fragaria Tourn. 461. F. vesca L. Op beschaduwde grazige plaatsen aan heggen enz. %.. Mei. In berb. : Bosschen van Friesland, Spree; Oen- kerk, S.; — Groningen, v. H.; Strat. ; Haren, v. H.; 1846, Holk.; - Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, Cayaux; de Wijk bij Meppel 1865, H. d. V.; — Kampen, R. B.; 1848, T.; Zandberg by Kampen 1848, T.; Zalkerbosch 1871, Hoek; Deventer en Brinkgreve 1876, K.; Pothoofd Deventer, (?); bosch v. Zandhove bij Zwolle 1895 en 01stl895,L.; Zwolle 1873, v. Tuinen; 1891, L.; Weerselo 1901, Almelo, Kuiperberg en Ootmarsum 1891 en Losser 1893, L.; - Twello 1845, T.; Harderwijk, R. B.; Doornspijk ' 510 FRAGARIA. 1890, C. A. G. Beinz; Apeldoorn 1850, K.A.; Park 'tLoo 1858, 0.; Uilenpas ' 1882, K. A.; 1882, Groll; Oene") 1881, K. A.; Jachthuis bij Zutphen 1847, M. J. Cop; * Hassink by Gorssel 1896, (ook zonder *), K. A.; Ruurlo 1882, Ensink en L.; Winterswijk 1870, R. E. de Haan; Beekbergerwoud, Wtt.; Ny- megen B.; N. en Th. Abel.; Berg en Dal, For- sten; Renkum, Buse; — Houtenburg Amersfoort 1894, Garj.; Amersfoort en Hoevelaken, R. B. ; Over- bosch Dennenburg te Driebergen 1843, v. d.T.; Zeist(?); tusschen Odyk en Bunnik 1867, Kniittel; tusschen Bunnik en Wulverhorst 1835, D. S.; tusschen Bunnik en Utrecht, v. H. ; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P.N.S.); Utrecht, v. H.; 1879, W. A. Oudemans; 1880, W. A. en A. C. Oude- mans; Vossegat by Utrecht 1835, Kraamw. ; Klop by Utrecht, C. A. Bergsma; Bosch op Noordheide tusschen Maartensdyk en Westbroek, * v. d. T. ; Ab- stede bij Utrecht 1835, D. S.; Ameliswaard 1851, A. W. Hartm.; 1883, Molengraaff; Wikkenburg 1831 Wtt.; - Naarden;i864, 0.; Weesperzyde, F 1. Amst.; Rozenburg en Diemermeer 1839 en Zeedijk Amster- dam 1828, Romb.; Enkhuizen 1895 en spoordyk al- daar 1896, S a n d e r s; Hoorn, B e r g s m a; Ananasbosch Schagenl901, G. en Jongm.; IJmuiden, Exc. 1881; Zandpoort, Exc. 1882; Velser kanaal 1873, Boerl.; Velsen, S.; Haarlem 1870, Groll.; 1872, 0.; Overveen, Buse; 1843, de Vriese (P.N. S.); - duinenNoord- wyk, Dz.; 1872, Boerl.; 1894, V.; Warmond 1846, en Oudpoelgeest 1846, Perin; Leiden 1835, Mb.; *) fruct. al li i s. **) Ingezonden als F. elatior, bloemsteeltje echter niet uitstaande behaard, doch met opgerichte en schuins aitstaande beharing. Do exem- plaren zyn echter moeieljjk te scheiden, zooals m\j ook bleek uit exem- plaren van F r. vesca door my in Zuid-Limburg verzameld. Het schjjnt dat boschexemplaren lange bladstelen krygen met lange gesteelde blaad- jes, dikwyls niet bloeiend. Cfr. Arch. 1. 2*. p. 3. FRAGARIA. 511 Perin; 1845, 0.; Katwijk 1836, Lao.;Perin; Exc. 1882; Endegeest onder Oegstgeest 1841, S.S.; Was- senaar 1833, S. S.; Kerb.; Pierot; B. W.; Groot Berkhey 1897, V.; Haagsche bosch, Exc. 1883; 's Gravenhage, V. Z.; 1833 I. de L. ex herb. Groll; G. B.; R. B.; Zorgvliet, V. Z. ; Loosduinen, Destr^e; rivierdijk Zwijndrecht 1880, B o e r 1. ; Groote Lindt 1879, Posth.; — duinen Zeeland, Forsten; Zuid-Beveland, Biezelinge, Wilhelminapolder, Baerland, Zwake enz. 1838, v. d. B.; Ter Boede (Walcheren), " d e Marree; Brigdamsche voetpad onder St. Laurens 1874, L.; St. Kruis 1861, Zaamslag 1864, Hoek, Axel, Ter Neuzen 1854, A. W.; - Breda 1882, C. v. d. Br.; Liesbosch en Ulvenhoutsche bosch, v. A.; Boxtel, v. Hov. ; Warande Helmond 1901, Rovers; — Beek, Boerl.; Valkenberg 1866, H. d.V.; Hermitage aldaar 1901, G. en V.; Bemelen 1897 en Gronsveld 1897, V.; Gockenraad bij Simpelveld 1899, tusschen Wylre en Oud Valkenberg 1899, G. en V. (Denekamp, J. B. Bernink; Zandhove bjj Zwolle, *H. Cieraad Jr. in herb. Heukels; - Teuge 1879 en Epse 1896, K. A. in herb. pr. ; Piantage Culemborg 1842, Alpherts in herb. pi\; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Huinen, Buren, — Werkhoven, Odrjk, C. A. Backer; Overlangbroek, J. W. Kennephaas in herb. Heukels; — Hilversumsche weg Bussum 1899, Koning in herb. pr. ; IJmuiden 1887, J. J Smith in herb. Costerus; Bloemendaal, C. A Backer inherb. Heukels; — Lisse 1889, Struyk in herb. pr.; Rijngeest en Endegeest onder Oegst geest 1893, V. Suringar in herb. pr.; Stolwyk, H A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam Rhoon, W. H. Wachter en P. Jansen; — IJzen dijke, Groede, P. J. Roosendaal; Oudelande, L. B v. d. Slikke in herb. Heukels; Koudekerksche weg Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; — Dussen, Sleeuwyk, C. A. Backer in herb. Heukels; — 33 512 I 1,'AGARIA. struikgewas bij den bovensten raolen Venlo 1895, Rieter in herb. pr.; Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.; Schaesberg, J. v. Melick in herb. Heukels.). Bovendien: tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI.p. 346); Delden en Twikkeler- bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Twikkel, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); tusschen Heino en Nieuwe Wetering en tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Kannenburg bij Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - tusschen Bergen en Schoorl, Heemskerk, v. E. (Arch. 2. I. p. 378); tusschen Alkmaar en Heilo, U n. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Westland en Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 378); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); al de Zeeuwsche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. III. p. 118 enVI.p. 112); - St. Pieters- berg, Amby, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld door Pelletier, Hondius, Munting en Bruman. 462. F. collina Elirh. Op kalkhoudenden bodera, in lichte loofbosschen in bergachtige streken. 2J.. Mei—Juni. (Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr.). 463. F. elatior Ehrh. Op beschaduwde plaatsen. %. Mei — Juni. In Herb. : Harderwijk 1850, R. B.; v. Heijn.; Cayaux; Hulshorst bij Harderwijk 1850, R. B.; Uilenpas bij Hummelo 1881, K. A.; - Cronestein onder Zoeterwoude 1866, H. d. V.; — tusschen Souburg en Abeele 1880, Buijsman; - Maastricht 1883, Groll; Sint Pietersberg 1866, H. d. V.; Valkenberg, Un. 1861; 1866, H. d. V. FRAGAKIA. COMARUM. 513 (Oene 1881, K. A. in herb. pr. (Cfr. Arch. 2. III. p. 418); Berg en Dal, F. J. Bevort; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; — Rotterdam op een kolenaschweg, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels.). Bovendien: Sas van Gent, A. W. (Arch. 1. IV. p. 277); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas Arch. 2. V. p. 544; (wordt hier als algemeen opge- geven, terwyl F. vesca niet genoemd wordt.) 464. F. virginiana Ehrh. Noord-Amerikaansche plant, wegens de vruchten algemeen gekweekt en som- tijds verwilderd. 2J.. Mei—Juni. In Herb.: Deventer 1876, K.; - ?Zandery Ois- terwijk 1896, Posth. * P. grandiflora Ehrh. Bastaard van F. chiloensis en virginiana, wegens de vruchten vaak gekweekt. %.. Mei — Juni. In Herb.: Hoogenberg op Texel 1839, S. T. Hoff- man; — Jepma by TJtrecht (onder Vleuten) 1880, K. A. en v. d. Veen (later ingezonden als F. elatior en in herb. K. A. als F. collina var. Ragen- bachiana Lange). Comarum L. 465. C. palustre L. Op moerassige plaatsen, aan sloot- kanten, vooral in veenstreken. %.. Juni—Juli. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1881, Groll; Burg op Texel 1867, H. d.V.; Vlieland 1858, Lac; Midsland op Terschelling, Un. 1886; - Heerenveen, v. H; Giekerk 1849, en 1882, S.; Dokkum 1865, H. d. V.; - Mickelhorst bij Haren 1856, Strat.; - Odoorn 1859, Lac en S.; Meppel, v. Herjn.; - Land van Vollen- hove 1894, L; zandberg by Kampen 1848, T.; 1848, R. B.; Kamperveen 1848 en Oosterhout 1846, R. B.; Deventer, Halb.; 1833, Wtt.; Bathmen 1878, K.; Diepenveen 1845, T.; Hardenberg, herb. 0.; Grams- 514 COMARUM. bergen 1859, Lac. en S. ; Almelo (/?. villosum), E. C. C. v. Lennep; - Oostermeen by Harderwyk 1865 en Nykerkervenen 1861, R. B.; Apeldoorn 1853, K. A.; Doetinchem, Un. 1885; kleine Weerse by Ruurlo, Ens.; Zutphen 1833, Wtt.; Beekbergerwoud 1858, 0.; 1869, S.; Fockema; Heelsum 1451, S.; Nymegen, B.; 1878, Groll; Hatertsche en Maldensche broek by Nymegen, N. en Th. Abel.; Wychensche venen 1897, G. en V.; tusschen Veenendaal, Ede en Lun teren 1894, V.; Lunteren, Buse; Wageningen 1882 K.; — Liniedyk bjj Driftakker 1890, Garj.; Maars bergen, Exc. 1883; Blauwkapel, C. A. Bergsma Westbroek 1835, D. S.; 1839, Lac; 1851, A. W Hartm.; Utrecht, v. H.; Waverveen, S. S.; G. B 1840, Romb.; Waverveen en Bokshol 1833, S. S Baambrugge, Mb.; B. W.; tusschen Baambrugge en Vinkeveen; v. d. T.; Abcoude, Romb.; 1845 en 1867, 0.; bij de 4 laatstgenoemde plaatsen, E. B. Asscher; Achttienhoven 1863, Coll. Nat.; — tusschen Nieuw Loosdrecht en fort Spion 1884, S.; Kortenhoef 1898, G. en V.; 'sGraveland, de Vriese (P. N. S.) 1869, Hoek; Bussum 1894, V.; venen Uithoorn, herb. v. d. B.; Petterduin 1870 en Grafelykheidsduin 1870, H. d. V.; Haarlem 1835, Mb. ; Graf van Rousseau by den Geleerden man 1835, Buse; — Polder Nieuwkoop 1901, Jongm.; Leiden, Hartm.; Mb.; Hazerswoude, S. S.; — Zundert, Un. 1860; Ulven- houtsche bosch, Un. 1852; Speelhuis Breda, v. A; Vucht, Thomson; Vuchtsche heide, v. Hov.; Eindhoven Dz.; — Plasmolen 1856, v. d. B. (Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; Oldeboorn 1863, Holk. en 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Harendermolen 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; Midwolde 1884, Schip- per in lierb. pr.; Groningen, E. J. V. Evenhuis; R. de Boer en H. Kooi; — Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; Denekamp, J. B. Bernink in herb. COMARUM. 515 Heukels; — Hattem 1891, Ogt. in herb. pr. ; Ben- nekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; Veenendaal 1887, Struyk. in herb. pr.; Berg en Dal, F. J. Bevort; — Bavoort, Mevr. Steinbach in herb. Heukels; — Bussum 1894, V. Suringar in herb. pr.; Meent achter Wattez aldaar 1899, Koning in herb. pr.; Naarden "1894, Struyk. in herb. pr.; — Gouda 1885, Posth. in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heu- kels; — Bavel 1883, Posth. inherb. pr.; Sleeuwyk, Besoyen, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots inherb. pr.; — Bulteveen enz. bij Venlo 1895, Rieter in herb. pi\). Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); - Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. 422); — Gramsbergen, Ane, Dalen, Sleen, Weer- dinge, Borger, Valtbe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); — Oldemarkt, Giethoorn, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Almelo, Albergen en 'tVrieze veen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo Bekkum, Woolde, Borne, Woesthaag, Buurserbeek de Lutte en de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220) station Markelo, tusschen Goor en Entersche veen Enter en Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615) — Vaassen, Epe, Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch 2. VI. p. 96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p 403); Winterswyk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V p. 221); - Callantsoog, v. E. (Arch. 2.1. p. 378); Un 1891 (Arch. 2. VI. p. 202 en 236); - Langs de Zoom bij Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); - Middelaar, Lac. (Arch. 2. V. 10); Velden, Arcen, Oostrum,Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570.) Voorts vermeld door Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. 516 POTENTILLA. Potentilla L. 466. P. fruticosa L. Sierstruik uit Engeland, Rusland en de Pyreneeen enz. t>. Juni — Juli. In Herb. : Arnhem en weg te Oosterbeek, v. H. ; op den berg bij den Oorsprong, Bergsma en Scheltema; Nrjmegen, B.; — bosch Doorn, v. H.; — Ingang Breesaap onder Velsen, 1835—37, Mb. * P. alba X fragariastrum (P. hybrida Wallr. = P. alba-sterilis Garcke), komt gewoonlijk tusschen de stamouders voor; bij ons is echter P. alba nimmer gevonden, terwijl P. fragariastrum zich tot Zuid-Limburg beperkt. In Herb.: Beekbergerwoud 1868, 1875, K. A. enz. [Aaiim.: Volgens schrifteljjke modedeeling van den Heer Kok Ankersmit werd de plant toevallig gevonden by de vrouw van een opkooper van hout uit 't Beekbergerwoud, die haar had overgeplant]. 467. P. fragariastrum Ehrh. (P. sterilis Garcke). In boschrijke streken, bij ons slechts op kalk. %.. April— Mei. In Herb. : Bosschen Vaeshartelt brj Meerssen 1892, de Haas; Geulem 1897, V.; St. Pietersberg 1870, GrolL; 1893, de Haas; 1897, V.; Lichtenburg 1897, Gronsveld 1897, Ulestraten 1897, Valkenberg 1897, Oud Valkenberg 1897 en Slenaken 1897, V.; Schaes- berg bij Valkenberg 1901 en Simpelveld 1899, G. en V.; Vaals en Vylen 1897, V.; 1900, G. en V. 468. P. supina L. Op vochtige, overstroomd geweest zijnde plaatsen, aan rivieroeversenz. Q.Juli — Aug. In Herb.: IJseloever bij Kampen 1850, (1 ex.), R. B.; zandhoogte aan den oever van den IJsel brj Brunnepe brj Kampen 1847, R. B.; - Nrjmegen, Forsten; zandplaten Waal bij Nymegen 1872, Groll; 1879, K.A.; Ooische waard bij Nrjmegen, N. Abel.; - Driebergen, G. Backer; Lek brj Leksmond 1832, v. H.; Lek brj Vianen, Dumortier; - Zandplaat Werkendam 1836, Lac. POTENTI.LLA. 517 (Kolenaschweg te Rottordam, W. H. Wachter en P. Jansen). 469. P. norvegica L. Vochtige, overstroomd geweest zijnde plaatsen, rivieroevers, slootkanten enz., bij ons slechts ingevoerd. 0 en ©. Juni—Sept. In Herb.: Pothoofd Deventer 1894, K. A.; Scheveningsche Kanaal 1897, v. d. Lek. (Zutphen 1897, K. A. in herb. pr. ; - Zandbergen bij Naarden 1899, Koning in herb. pr.). 470. P. recta L. Boschrijke, steenige plaatsen, zonnige heuvels, van midden Europa en den Kaukasus, van daaruit verwilderd. %. Juni—Juli. In Herb. : Molenberg Asten 1901, Eovers; - Maastricht 1883, G r o 1 1 ; St. Pietersberg, dicht by den Rooden Haan 1867, 0.; Port St. Pieter 1886, G.; St. Pietersberg 1894 en 1896, de Haas (culta in horto L. B. 1895 en 1896, V.); voormalige St. Pieters- poort langs St. Pieterberg 1871, Lac. (Pothoofd Deventer 1896, Heukels (ook als var. obscura); - Zeist 1900, W. 0. v. Embden; - Rotterdam 1898, H. v. d. Linden inherb. Heukels; — onderste molen bij Venlo 1899, R i e t e r in herb. pr.). Bovendien : Klarenbeek onder Voorst, K. A. (Arch. 2. IV. p. 35) en voorts reeds bij Pelletier. 470. P. recta L. subsp. pilosa (P. pilosa Willd.) Inheemsch in Midden-Duitschland ; in het Noorden vaak ingevoerd. %. Juni—Juli. In Herb. : Pothoofd Deventer 1894, K. A. (Apeldoorn 1899, K. A. in herb. pr.; - Berlicum 1900, L. v. Giersbergen; molenberg Asten 1899, v. Roessel in herb. Heukels). 471. P. intermedia L. (P. inclinata Vill. var. virescens Boiss., non P. inclinata Koch). Oorspronkelijk op zonnige berghellingen, ingevoerd uit Zuid- Rusland, thans langs wegen, ballastplaatsen en 518 POTENTILLA. spoorwegen veelvuldig voorkomend. 2J.. en O- Juni—Sept. In Herb. : Deventer 1885, Groll; Pothoofd aldaar 1885, K. (als P. norvegica) l); — Vluchthaven Zutphen 1894, K. A.; — Amersfoort (puinhoop bjj de Linie) 1894, Garj.; - (culta in horto L. B. 1895 -96, V.); - Wilhelminapark Haarlem 1900, C. A. Backer; - tusschen den Haag en Loosduinen 1895, v. d. Lek; - Venlo 1899, Garj.; Neerweert 1895, G. en V. (Boerentuin Ezelsdyk 1890, W. C. v. Embden; Breestraat Amsterdam, J. L. v. Eyndhoven in herb. Heukels; station Weesp, A. C. J. v. Goor in herb. pr. - Rotterdam, H. v. d. Linden; 1900, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. pr.). 472. P. argentea L. In opene en bebouwde zandgronden. 2J.. Juni—Sept. In Herb.: Coevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. H e y n. ; - Zandberg Kampen 1848, T. ; R. B. ; Kampen 1849, R. B.; de Pelikaan Zwolle 1891, L.; Almeloosche kanaal aldaar 1897, Heimans; Zwolle 1873, v. Tuinen; Platvoet Deventer 1878, K.; Pot- hoofd aldaar 1894, K. A.; Dalfsen en Frederiksoord 1855, Kros; Rijssen 1892, L. en Carmig.; Holten 1897, G.; - Harderwyk 1863, 1864 en 1873, R. B.; Garderen 1897, V.; Hoog Soeren 1879, K.A.; tusschen Zeddam en Terborg 1883, L.; de Steeg 1895, Ogt.; Heelsum 1857, K niittel; Rynoever Arnhem 1897, V. ; Arnhem S.; Nymegen, B.; Abel. en Pas; Thomson; Ves- tingwerken aldaar 1833, Wtt; Beek, Berg en Dal enz., N. en Th. Abel.; Heumen 1856, v. d. B.; tusschen Overasselt en Heumen 1897, G. en V.; Renkuml837, Buse; Wageningen 1856, v.H.; Wage- ningsche berg 1838, v. H. ; B u s e ; - Amersfoort, v. H. ; 1) Nug in 1896 aldaar, ll e u k e l a in herb. pr. FOTENTILLA. 519 1847, v. d. Roemer; 1860, R. B.; 1891, Garj.; Doorn, v. d. T.; Amerongen, Wenck; Zeist, v. Dijk; de Bilt 1870, Groll; wallen Utrecht 1838, Lac; - Hilversum, M. D.; Berg en Dallust Hilversum, v. d. T.; Laren, Huizen 1842, Romb.; Muiderberg, Asscher; Amsterdam, M. D.; Velsen 1871, Groll; Breesaap, v. H.; Zandpoort, Kerb; Bloemendaal 1836, Buse; 1845, 0.; 1871, BoerL; Overveen 1871, Hoek; - Hillegommerbeek 1845, 0.; Noordwyk 1842, B. W.; Fockema; 1872, Boerl.; tusschen Leiden en Noord- wijk, B. W.; tusschen Katwijk en Noordwijk, Exc. 1887; 1894, V.; Noordwijkerhout, S. S.; Katwijk 1835, Mb.; Bakkershagen brj Wassenaar, S. S. ; Groot Hazebroek aldaar, d e V r i e s e (P. N. S.) ; Wassenaar 1832, S. S.; Dz.; huis ten Deyl, Pierot; 'sGraven- hage 1832, I. d. L. in herb. Groll; V. Z.; v. H.; 1895, R. B.; Haagsche duinen 1851, S.; Scheveningen, Destree; Loosduinen 1854, v. H. Jr.; Exc. 1883; Naaldwijk, de W. Hamer; — Zuiddorpe 1860, A. W.; Hulst 1845, v. d. B.; Zandberg by Hulst 1845, B. W.; 1846, v.d.B.; Hulst 1845, v. d. B.; Eede 1861, A. W.; — Woensdrecht, Un. 1860; Bergen op Zoom, Un. 1860; Loopschans Breda, v. A.; Vlymen, v. Hov.; Oudekerk te Vlierden bij Deurne 1871, Lac; molenberg te Asten 1901, Rovers; — Plas- molen (korenmolen) Un. 189 8; Gennep 1875, Lac; onderste molen Venlo 1900, Rieter; heide bij Maastricht, v. H o v. ; Louberg aldaar 1892, d e H a a s. (Putten (Veluwe), C. A. Backer; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Heelsum, Mej. S. v. Cleef in herb. Heukels; Ubbergen 1879, K. A. in herb. pr. ; — Amerongen 1896, Posth. in herb. pr.; — 's Gravelandsche weg bij Bussum 1899, Koning in herb. pr. ; wallen Naarden 1894, V. Suringar in herb. pi\; tusschen Alkmaar en Bergen 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Zandvoorderlaan by Haarlem, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; tusschen 520 POTENTILLA. Vogelenzang - en Hillegom 1894 en tusschen Noordwrjk en Piet Gijzenbrug 1894, V. Suringarin herb. pr. ; Monster, J. F. W i c h a r d in herb. H e u k e 1 s ; - Koewacht 1886, L. in herb. pr.) *). Bovendien: Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 378); - Koewacht, A. W. (Arch. 1. IV. p. 278); - Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570) ; Valkenberg, U n. 1861 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts alleen vermeld door Pelletier. 473. P. verna Roth. **). In opene zand- en heidegronden. 2J.. Mei—Juni. *) In herb. Heukels komen voor een P. argentea var. virescens, door dezen gevonden in 1896 op het Pothoofd te Deventer. P. argentea var. t o m e n t o s a Doll = P. incanescens Opiz. Rijswijk (Gld.), B. J. v. W a g e n s v e 1 d. **) De naam P. v e r n a heeft aanleiding gegeven tot vele verwisse- Lingen. Het schijnt dat Linnaeus onder dien naam verschillende soorten heeft samengevat. Reeds heb ik hierover in Kruidk. Archief 3. I. p. 589 het een en ander medegedeeld. Het schjjnt mij thans gewenscht toe bij de beschouwing der onder deze soort gebrachte vormen A s c h e r- s o n 's indeeling te volgen, die deze samenvat onder de algemeene soort P. verna. Volgens dezen auteur (Cfr. B. V. Brand. XXXII. p. 139 en Flora des N.-O. deutschen Flachlandes p. 40'.»), kan men bjj deze collectief- soort ondorscln-idfn: a. SteunblaadjfS der wortelbladen lijnvormig; vruchtjes zwak rimpelig. P. cinerea, waarvan aldaar slechts voorkomt de ondersoort: P. incana. 2J.. Stengel 5-15 c.M. lang, opstijgend, evenals de bladen en deze roor&l van onderen sterharig grjjsviltig en met langere recht- uitstaande haren bezet; blaadjes wig-omgekeerd-eivormig, naar voren gekarteld-gezaagd; de onderste bladen 5-, de bovenste 3-tallig; bloem- bladen omgekeerd-hartvormig, langer dan de kelk, aan den voet vaak donkerder. llifrlijj de var. trisecta mei bijna allo bladen drietalli^. P. Tabernaemontani Aschers. (P. verna aut. pler.) 2J.. Stengel 5-15 c.M. lang. Deze en de bladstelen met schuins riitstaahde haren bezet, blaadjes zonder sterharen, groen, van onderen of aan beide iiijden POTENTILLA. 521 In Herb. : Kampen 1856, R. B. ; Zandberg aldaar, 1849, T.; Diepenveen 1850, M. J. C o p; Devenfcer, R o m b.; 1846, M. J. Cop; 1847, T.; v. Groningen; 1877, K. ; Useloever aldaar 1845, M. J. Cop; — tusschen station Teuge en de Kar by Apeldoorn 1899, K. A.; Watermolen te Voorst 1897, K. A. (als P. opaca); Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Griend te Weurt, Oosterhoutsche bosch 1865 en Ooische waard 1871, Th. AbeL; zand Culemborg, H. S. (Coll. Nat.); Spoel aldaar, W e n c k ; - Zandvoort 1870, H o e k; 1873, Boerl.; Velsen, S.; Velserend 1834, Wtt; Ruine Brederode 1860, S.; Bloemendaal 1843, Wenck; Exc. 1889; 1897, V.; Bloemendaalsche bosch, Fockema; Middenduin 1870, 1872, Groll; Over- veen, Mb.; Kerb.; 1839, Buse; 1843, de Vriese; 1872, Boerl.; 1878, S.; Aardenhout, v. d. B.; 1870, Groll.; Haarlem 1835, Mb.; 1839, Buse; 1840, de Vriese; 1868, 0.; tusschen Vogelenzang en Hille- gommerbeek, Exc. 1883; Bennebroek, v. d. T; — halfweg Haarlem en Leiden 1834, S. S.; Noordwrjk, Dz.; 1872, BoerL; Waalsdorp, S. S.; Forsten; 1833, Wtt.; 1895, G. Barger; 1897, V.; 's Graven- hage, V. Z.; 1834, Wtt.; Scheveningen, G. B.; 1843, de Br.; Exc. 1892; 's Gravezande 1847, v. d. T.; Rotterdam 1850, 0.; — Maastricht, de Marres; St. Pietersberg, v. Hov.; 1892, de Haas; Ruine Lichtenberg 1897, en Savelsche bosschen 1897, V.; Valkenberg 1886, K.; 1897, V.; 1901, G. en V.; Platte bosschen bij Simpelveld 1899, G. en V. met langere aangedrukte haren; blaadjes wig-omgekeerd-eivormig tot langwerpig, naar voren ingesneden gezaagd, die der onderste 5—7 tallig. /?. Steunblaadjes der wortelbladen ei-lancetvormig; vruchtjes duidelyk gerimpeld. P. ruhens (P. opaca.) 21. Stengel 5-22 c.M. lang. Deze en de hlad- stelen ruwharig door horizontaal uitstaande haren; hladen afstaand hehaard; blaadjes wigvormig-langwerpig. Deze soort zou zich bovendien van de vorige gemakkelyk onderscheiden doordesteedsrood aangeloopen stengel, de smallere blaadjes en de iets kleinere en donkerder bloemen. 522 TOTENTILLA. p. crocea Koch. In Herb.: Diepenveen bij Deventer, aan ruwe wallen, M. J. Cop. (Zwolle 1883 en 1901, L. in herb. pr.; - Renkum, C. A. Backer; - Zandpoort, F. Hulk; Hoek v. Holland, J. F. Wichard in herb. Heukels). Bovendien: Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 378). 474. P. Tormentilla Neck. Tormentilla erecta L. et Fl. B. S. p. 396). In opene zand- en heidegronden. %. Mei—Sept. In Herb.: Texel 1860, Lac; Burg op Texel 1867, H. d. V.; Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; West- Terschelling 1869, Holk.; Schiermonnikoog 1860, S.; 1868, Holk.; - Giekerk 1882, en Bergumerheide 1849, S.; — tusschen Groningen en Haren, Strat.; Broekhuizen en Oosterbroek, v. H. ; - Paterwolde 1834, v. H.; Assen, P. G. Wyers; Valthe 1859, Lac enS.; Wapsterveen 1842, Tilanus (P. N. S.) Meppel, v. Heyn.; - -Steenwykerwoud, Un. 1892; Willem- steyn by Kampen 1870, Hoek; Kamperveen, R. B.; Zwolle, M. Dassen; Deventer, Cop; Riele brj Deventer, Romb.; Middelwijk bij Deventer 1839, Halbertsma, tusschen Goor en Hengeveld 1847, Cop; Weerselo en Lonneker 1901 en Haaksbergen 1891, L.; - Twello 1846, T.j v. Delden; tusschen Nykerk en Hoevelaken, R. B. ; Apeldoorn 1875, K. A.; 't Loo, M. D.; 1858, 0.; Jachthuis Zutphen 1846, M. J. Cop; Vorden 1873, Groli; Lindemans boschje Winterswyk 1874, R. E. de Haan; Arnhem, S.; 1873, Groll; Wolfheze, Un. 1847; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Groesbeek, T h. Abel.; Beek 1868, 0.; Renkum, Buse; Spoorbaan Culemborg, C. A. Backer; — Amersfoortsche heide 1847, v. d. Roemer; Leusden 1890, Garj.; tusschen Amersfoort en Zeist 1847, M. J. Cop; Maarsbergen, Exc 1883; tusschen Doorn en Maarsbergen, v. d. T. ; Eyzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Eyzenburgerbosch POTENTILLA. 523 1857, Kniittel; Driebergen 1828, Wtt.; Drieberger- bosch 1837, Buse; deBiltl835, D.S.; Utrecht, v. H.; Abcoude 1846, Romb.; Westbroek 1851, Hartm.; Waverveen 1856, L.; Maartensdyk, v. H.; huis ter Heide 1847, 1859, v. H; - Laren 1842, Romb.; Zwanewater (5-tallig) 1901, G. en Jongm.; Castricum 1871, Boerl.; Wyk aan Zee, 1860, S.; Overveen, Exc. 187 8; Haarlem-Zandvoort, Kerb.; Haarlem 1841, de Vriese; 1871, Groll.; Rozewater 1843, Buse; Langeveld 1843, 0.; - Halfweg 1840, S.S Noordwtf kerhout 1858, S. en v. d. B.; Noordwyk 1843, 0. Nieuwkoop 1901, Jongm.; Pernijnspan bij Katwjjk Perin; tusschen Katwyk en Wassenaar 1835, Mb. Wassenaar, Dz.; 1833, S. S.; B. W.; 1845, 0.; 1865 H. d. V.; G. Barger; Waalsdorp, Forsten; 'sGra venhage, V. Z.; G. B.; 1832, I. de L. ex herb. Groll Loosduinen, Destree; — Haamstede 1854, v. D i s s e 1 1869, P. Schuringa; 1887, L.; Un. 1894; Zuid Beveland, Oost Kapelle 1835, Clinge 1845 en Wal chersche duinen, v. d. B.; Koewacht 1854, Sint Jansteen 1863 en Eede 1861, A.W.; - Breda, v. Rees (?); 1882, C. v. d. Broek; Loopschans Breda, v.A.; Ulvenhout, Un. 1852; Liesbosch, Exc. 1897; Sprang, Thomson; Vuchtsche heide, v. Hov.; — Maastricht, de Marres; Slenaken 1884, K. en G.; Eperheide 1871, Lac. (Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. deBoer Heereveen en Rottevalle, J= Kuipers in herb Heukels; Kippenburg Gaasterland 1864 en binnen weg tusschen Groote gast en Tolbert 1866, Holk in herb. v. Tuinen; tusschen Oldeboorn en Beet sterzwaag 1866, v. Tuinen in herb. pr.; - Gronin gen, de Punt, Zuid-Laren, R. de Boer enH. Kooi — Denekamp, J. B. Bernink; — Gendringen, Mej M. S. Rust inherb. Heukels; Halle 1901,Struyk in herb. pr.; Middachterbosch 1895 en Velp 1890 Ogt. in herb. pr.; Oosterbeek 1880, Schipper in 524 POTF.NTILLA. herb. pr.; Veenendaal 1894, V. Suringar in herb. pr.; — Amersfoort 1846, en tusschen Amersfoorten Oud Leusden 1846, Alpherts in herb. pr. ; Leer- sum 1887, Struyk. in herb. pr.; — Bussum 1898, Koning in herb. pr. ; boomkweekery Groenewegen Amsterdam 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Oud Diemen 1883, Heinsius in herb. pr.; — Stol- wrjk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rot- terdam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; Oost Kapelle 1876, L. in herb. pr.; — Kruisland, F. Jansens in herb. Heukels; heide Teteringen 1879, Posth. in herb. pr.; Boxtel 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Stryp 1880, Posth. in herb. pr.; Waalre, P. Sloots; — Schaesberg, J. v. Melick in herb. Heukels). Bovendien: tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); Steenwijkerwoud, Kallenkote, Eeze en Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346) ; tusschen station Heino en N. Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Almelo, Albergen en Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Brinkhuis, Borne, Haaksbergen, Hollenbergerveld, Nieuwkerkerveen, Buurserbeek en Oldenzaal, CJn. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); Markelo Diepenheim, tusschen Goor en Enter, Entersche veen; — Eibergen, tusschen Zutphen en Bronsbergen, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p.403); Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Amsterdam, (Arch. 1. I. p. 463); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); - Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); Venlo, Veldon, Arcen, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); POTENTILLA. 525 Valkenberg, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861 en tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld door Pelletier, Hondius, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. [A a n m. : Door van den Bosch werd bovendien een var. /?. p e t i o 1 a t a onderscheiden ; hiervan bevindt zich nog het exemplaar door v. d. B. in 1839 in de Walchersche duinen ver- zameld in het stamherbarium. Tevens merkt h\j op dat deze var. vaak verwisseld werd met P. procumbens, zooals bleek uit de afbeelding in Flora Batava No. 616 ; voorts citeert hy een exemplaar uit het Zeisterbosch in herb. "W e n c k. Ook v. E e d e n meent dat in de duinen en op de Noordzee- eilanden, behalve Rottum, alles tot deze var. (}. moet gebracht worden. Het blyft mogelyk dat een der hybriden tusschen deze soort en P. procumbens ofP. reptans algemeener voor- komt dan men vermoedt. Een nauwkeurig onderzoek is in deze zeer gewenscht. 475. P. procumbens Sibth. (Tormentilla reptans L. et Fl. B. S. p. 396.) Beschaduwde plaatsen, gaarne op vochtigen grond; aan den kant van moeras- sen. %.. Juni—Aug. In Herb.: Texel, 1860, Lac; - Tietjerk 1861, J. M. de Boer; Bakhuizen 1853 en Oenkerk 1851, S.; Oudega 1829, v. H.; Wolvega,J. W. R. Tilanus (P. N. S.); — Harendermolen, Strat.; — Berkum bij Zwolle 1892, L.; Kamperveen 1848, en Vollen- hove 1845, T.; Deventer 1846, v. Groningen; Oldenzaal 1837, V. Z.; - Harderwyk 1847 en Hulshorst bij Harderwyk 1847, R. B.; Nijmegen 1850, Th. Abel.; Hoevelaken, R. B. ; — Amersfoort 1890, Garj.; Darthuizerberg 1883, K.; Zeist, Kerb. ; bosch bij Zeist, G. Deijn. ; Wenck; tusschen Zeist en Driebergen 1837, Mb.; Doorn 1848, Buse; 1869, 0.; de Bilt, v. H.; S. S.; 1839, Lac; Baambrugge 1837, Mb.; Rhoodenstein bij Neerlangbroek, v. d. T.; — Koog aan de Zaan 1843, Zaan 1835 en Engewormer 1851, Mb.; — Leiden, Pierot; — Zuiddorpe 1855, 526 POTENTILLA. en Koewacht 1854, A. W.; Sint Jansteen 1886, L. en Brakman; — Rozendaal, Un. 1860; — langs de Maas by Afferden, Bergen, Well enz. 1876, Lac. (Veen bij Finsterwolde 1884, Schipper in herb. pr.; — Groningen, Haren, Glimmen, R. de Boer en H. Kooi; - Nunspeet, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Apeldoorn 1851-1897, K. A. in herb. pr.; Huissen, inherb. K. A.; tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, J. J. Smith in herb. Coste- rus; — tusschen Amersfoort en Oud Leusden 1846, Alpherts in herb. pr.; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Hollandsche kade bij Abcoude, A. C. J. van Goor in herb. pr.; Meent bij 's Grave- land 1899, Koning in herb. pr.; — Rotterdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; — Vucht 1895, Heinsius in herb. pr.). Bovendien: Wolvega en tusschen Wolvega en Te- rissert weergevonden, Un. 1881 (Arch. 2. III. p.422); - Steen wijkerwold, U n. 1892 ( Arch. 2. VI. p. 346) ; - Eem onder heggen bij de „Eendracht", K. A. (Arch. 2. III. p. 183). 476. P. reptans L. Op grazige gronden, aan kanten van wegen, akkers en sloten. %.. Juni—Aug. In Herb. : Hermanushoef Burg op Texel 1869, Jlolk.; - Reitdijk bij Groningen, Strat.; Haren 1850 en 1854, Groningen 1840 en Oosterhoek 1853 v. H.; - Hoogeveen, S. P. Amshoff; Meppel v. Heijn.; - Kampen, T.; 1849, R. B.; Vollen hove 1845, R. B.; Zwolle 1832, M. Dassen; Assen dorp bij Zwolle 1846, S. Schutte; Deventer 1876, K.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; - Harder wijk, Halbertsma; R. B.; Brummen 1879, L.; Nij megen, B.; Abel. en Pas; Nijmegen, Weurt 1850, Heumen, Berg en Dal, N. en Th. Abel.; Renkum 1850, S.; - Amersfoort 1892, Garj.; Zeist, C. A. Bergsma; 1859, v.H.; Blauwkapel, v. d. T.; Bun- nik 1842, B. de Haan (P. N. S.); de Bilt 1842, Lac; POTENTILLA. 527 de Br.; v. H.; Baambrugge, Mb.; Utrecht, v. H.; - 'tGooi 1828, Wtt.; Naarden 1864,0.; Muider- berg 1839, Romb.; tusschen Muiden en Hakkelaars- brug, M. D. ; Hoogendijk brj Zeeburg, Fl. Amst.; Engewormer, Kerb.; Oostzijde der Zaan 1836, Kerb. en Mb.; IJdrjk Amsterdam 1876, Lac; Begraafplaats Enkhuizen, F. d e W i t P z n. ; Overveen 1838, R o m b. ; 1870, Boerl.; Meerenberg 1868, v. Tuinen; 1870, Hoek; Haarlem, Kerb.; Forsten; Haarlemmer- hout 1836, Buse; - tusschen Hillegommerbeek en Noordwijk, Exc. 1886; Katwijk binnen, Perin; Katwyk 1832, S.S.; Leiden 1835, Mb.; Dz.; Perin; 1843, 0.; Waalsdorp, Barger; Wassenaar 1832, Pierot; Scheveningsche duin 1845, v. d. B.; 's Graven- hage 1832, I. d. L. ex. herb. Groll; G. B.; V. Z.; Loosduinen, Destree; Zwijndrecht 1879, Posth.; Dordrecht 1836, Lac; 1882, C. v. d. Broek; Haamstede 1869, P. Schuringa; Zuid-Beveland, Liefdestoof 1838, Linie bij den Zandberg 1845 en Domburg, v. d. B. ; Oranjezon en Oost-Kapelle, B. W. ; Vlissingen 1880, Buijsman; Hoek 1863, A. W.; - Loopschans Breda, v. A.; Kaatsheuvel, Thomson; Engelen, v. Hov.; — Maastricht, v. Hov. (fl. plenis); Gronsveld 1892, Hoevenaars. (Oldeboorn 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; — Dalfsen 1872, Posth. in herb. pr.; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; — Ryswijk (Gld.),B. J. v. Wagens- veld in herb. Heukels; Apeldoorn 1873-1897, Zutphen 1876, K. A. in herb. pr.; Culemborg, de H a a s in herb. pr. ; C. A. B a c k e r in herb. H e u k e 1 s ; Plantage aldaar 1844, Alpherts in herb. pr. ; — Overlangbroek, J. W. Kennephaas; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Breukelen 1871, Costerus in herb. pr.; — Willemspark, A. C. J. v. Goor in herb. pi\; Amsterdam, J. Koornneef; Zaandam, C. L. Vogelesang en M. de Vrootne in herb. Heukels; den Helder 1894 en Vogelenzang 34 ")L'S POTKNTILLA. 1893, V. Suringar in herb. pr.; Beverwijk enWijk aan Zee 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Brederode 1898, Borst Pauwels en Jongm. in herb. pr. ; Haarlemmermeer 1894, — en Noordwrjker- hout 1886, Struyk. in herb. pr.j Monster 1896, V. Suringar in herb. pr.; J. F. Wichard; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — Rithem 1873, Zoutelande 1881 en St. Jansteen 1886, L. in herb. pr.; - langs de Maas te Venlo 1899, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Terschelling, v. E. (Arch. 2. I. p. 378;; — Oenkerk, S. (Arch. 1. V. p. 40); — tusschen Heino en Nieuwe Wetering, station Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220) ; Entersche veen en tusschen Dalfsen en Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 239); Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — al de Zeeuwsche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 112); — Bergen op Zoom, Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); St. Pietersberg, Amby, Gulpen, Valkenberg, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p.312). P. reptans X Tornientilla (P. italica Lehm, P. adscendens Gremli). In Herb. : Clingendaal 1898, Borst Pauwels en Jongm. P. reptans X Tormentilla f. per- Tormentilla. In herb. : Wilhelminapark Haarlem 1900, C. A. B a c k e r. P. reptans x procumbens (P. mixta Nolte). POTENTJLLA. 529 In herb.: Apeldoorn 1880, K. A.; Zutphen, G r o n e m. 477. P. anserina L. Op grazige gronden en langs wegen algemeen. %.. Mei—Oct. In Herb.: Texel 1857, Harting; Coll. Nat.; Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; Terschelling, Un. 1886; Schiermonnikoog 1868, Holk.; Rottum 1861, Lac. en Kniittel; (/?. sericea) 1894, Schipper; — Workum 1853, S.; Leeuwarden 1849, S.; - Gronin- gen 1856, v. H; Onland 1856, Strat.; - Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1844, T. ; 1849, R.B.; 1869, Hoek; Assendorp bij Zwolle 1846, S. Schutte; Zwolle 1901, L.; Deventer, Cop; 1877, K.; - Harderwijk, R. B.; Apeldoorn 1873, K. A.; Zutphen 1849, Gro- nem.; Ruurlo 1884, Ensink; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Th. Abel.; (ook als sericea) Oosterhoutsche bosch en Weurt, Th. Abel.; Everdingsche dijk, H. S. (herb. Molengraaff) — Amersfoort 1890, Garj Blauwkapel v.d.T.; Utrecht, v. H.; 1835, D.S.; 1842 Lac; Jutphaas en huis te Haamstede, v. d. T. (se ricea); - 't Gooi 1830, Wtt.; Naarden 1864,0.; Slo ten, Muiden, M.D.; Uithoorn 1870, BoerL; Amster dam, de Vriese; Oosterdoksdrjk 1868 en 1871, 0. Fl. Amst. (als sericea); IJ by Amsterdam 1842 Teengs (P. N. S.); Zeedijk aldaar 1838, Romb Overtoom, Fl. Amst; Marken 1886, Boerl. en V Wieringen 1856, Lac; Urk 1852, B. de Witt; 1884 S.; Castricum 1871, Boerl.; Velsen, Exc 1860 Overveen 1835, Buse; Middenduin en Bentveld 1870 Groll; Haarlem, Kerb. ; — Katwijk en Oegstgeest Perin; Leiden 1833, S. S.; Forsten; Dz.; Mb.; B W.; 1856, S.; 's Gravenhage 1832, I. d. L. ex herb Groll; V.Z.; G.B.; R.B.; Loosduinen, Destree Delft 1842, de Br.; Rotterdam 1851, 0.; Zwijndrecht 1882, V.; Dordrecht, M. J. Cop; 1835, Lac (/?. se- ricea); 1880, Boerl.; 1881, C. v. d. Broek; - Zuid- Beveland 1848, en Wilhelminapolder 1838, v. d. B.; 530 POTKNTILLA. Grijpskerke 1873, L.j Vlissingen 1880 en 1881, Buys- man; Kapitalendam 1861, en Zeeuwsch Vlaan- deren 1863, A.W.; - Waterpoort Breda, v. A.; 1882, C. v. d. B r o e k ; - Maastricht bij den St. Pietersberg, v. Hov. (Rottevalle, J. Kuipers; Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; On- dersma 1864, H. 11. v. d. Ley, Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; - Leens, J. Borgman; — Denekamp, J. B. Bernink; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; - Gendringen, Mej. M. S. Rust inherb. Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr.; Hup- pelpad aldaar 1844, Alpherts in herb. pr.; C. A. Backer; Randwijk, - Vreeswyk, Werkhoven,Schalk- wyk, C. A. Backer in herb. Heukels; tusschen Jutphaas en Houten 1871, Costerus in herb. pr.; — Bussum 1899, Koning in herb. pr.; tusschen Diemen en Muiden 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Zaandam, C. L. Vogelesang en M. de Vroome; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. L i n d e n ; Monster, 's Gravezande, J. F. Wichard in herb. Heukels; Hoek van Hol- land 1892, V. Suringar in herb. pi\; - Middelburg 1889, Ogt in herb. pi\; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herbr. pr.; IJzendyke, P. J. Roozen- daal; — Kruisland, F. Jansens; Almkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels). Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); — Terissert, tusschen Knrjpe en Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Koevorden, Emmen, Sleen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 293); Steenwijk, Giethoorn, Eeze, Eesveen, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 346); Almelo, Albergen en Vrieze- veen, U n. 18 70 (Arch. 2. I. p. 195); Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hen- gelo, Haaksbergen, OMenzaal, de Poppe, Un. 1895 POTENTILLA. ALCHEMILLA. 531 (Arch. 3. I. p. 220); Markelo, Goor, Enter, Entersche veen, Diepenheim, Groenlo, tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 1897 (Areh. 3. I. p. 615); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Eibergen en Winters- wijk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Abcoude, A s s c h e r (Arch. 1. I. p. 442); - Alkmaar, Bergen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 272); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); alle Zeeuwsche eilanden, A. W. (Arch. 2. III. p. 118) en L. (Arch. 2. VI. p. 112); - Bergen op Zoom, Wouw en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Venlo, Blerik, Baarlo, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Amby, Meerssen, Gronsveld, Valkenberg, Epen, Sittard, Un. 1861; tusschen Beek en Valkenberg, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 212). Voorts vermeld bij Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. Alchemilla L. *) 478. A. vulgaris L. Op grazige beschaduwde plaatsen langs wegen en in vochtige weiden. %.. Mei—Aug. In Herb. : Bolsward 1870, J. M. de Boer; tusschen Franeker en Harlingen, Hinxt; — wallen Gronin- gen, G. A. Stratingh; op den Mickelhorst bij Groningen 1836, v. H.; Esserweg, hoek van den straatweg naar Haren 1860, v. H. ; Buitenplaats te *) Ik heb met Ascherson het geslacht Alchemilla onder de Potentilleae gebracht, omdat de overeenstemming met Poterium slechts eene kunstmatige is, terwjjl het zich door het geslacht Sibbal- dia bij Potentilla aansluit, zooals door verschillende onderzoekers werd aangetoond. 532 ALCHEMILLA. Slochteren 1841, Spree; Haren 1867, v. H.; Win- schoterdiep bij Groningen, S. E. Stratingh; — Meppel, v. Heijn.; Steenwykerwold, Un. 1892; Kampen 1864, R. B.; Zwolle 1873, v. Tuinen; 1885, L.; Denekamp 1896, L.; - Warnsveld 1882, Groll; Cnlemborg 1890, de Haas; — weilanden langs de Eem bij Amersfoort 1892, Garj.; Utrecht, L. Mar- chand; Blauwkapel 1835, D.S.; Mb.; 1839, Lac; v. d. T. ; G. D e y n. ; Kooidyk 1865, K n u 1 1 e 1 ; tusschen Houten en Schalkwyk 1833 en Schalkwyk 1833, Wtt.; Chartroize, Achttienhoven 1863, Coll. Nat.; tusschen Harmelen enStadsdam, v. d. T. ; Nigtevecht 1864, Schoor; tusschen Zuilen en Maarsen, C. A. Bergsma; — tusschen Hilversum en Kortenhoef, Exc 1899; Oosterbegraafplaats Amsterdam 1868, 0.; Verwerspad aldaar, Fl. Amst.; Beverwijk 1879, en Haarlem 1878, Groll; — tusschen Zwammerdam en Nieuwkoop 1901, Jongm. ; Zoeterwoudsche weg Leiden, Hinxt; Ruigelaan Wassenaar 1832 en 1833, S. S.; Exc. 1897; Wassenaar, S.S.; 1833, Wtt; 1834, Mb.; Exc. 186 5; tusschen huis den Deyl en Wassenaar 1833, W 1 1. ; Kanaal by 's Hage, d e L i e f d e ; — Brouwershaven, Dz.; Zuid-Beveland 1837 en 's Gravenpolder 1839, v. d. B; - Breda langs den weg, Nagelvoort; Teteringsche dykby Breda, Un. 1852; weiland by de rivier de Aa bij Ulvenhout 1895, S. en V.; Loopschans Breda, v. A.; Wolfshaar onder Ginneken 1898, V.; Liesbosch 1864, H. d. V.; 1884, V.; Oorschot 1865, Lac; Vucht, v. A.; H. J. Betz; Nuenen 1846, v. Hov.; Leende 1873, Lac; Valkenswaard 1901, Rovers; - Weert 1873, Lac; Sittard, v. Hov.; Meerssen(wie?); Houtbemmerberg 1885 en Slenaken 1885, K. en G.; Epen, Un. 1883; helling langs de Geul by Geulem 1900, v. Sillevoldt en Jongm.; Vylenderbosch 1866, H. d. V.; tusschen Vaals en Gulpen 1883, K. (Laan achtor Oudowerf Winschoten 1887, Scliip- ALCHEMILLA. 5:53 per in herb. pi\; - Apeldoorn 1897, (1 ex.) K. A. in herb. pr. ; — Groeneveld Baarn 1853, Heinsius in herb. pr.; 1899, Koning in herb. pi\; — Rotter- dam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; voorma- lige Overtuin van de buitenplaats Rozenhof te Dor- drecht 1897 (1 ex.), Posth. in herb. pr.; - Middel- burg, Mevr. Snellen; — Waalre, P. Sloots; — Singraven, J. B. Bernink in herb. Heukels). Bovendien : Steenwijkerwold (Paaschlo) 1892, (Arch. 2. VI. p. 346); — plassen aan den Kwakelweg bij 's Graveland 1887, 1888, de Meentje by 's Graveland 1888, Groeneveld 1880, Boekesteijn 1886, Maartens- dyksche weg bij den Zwavelberg 1886, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 526); oprijlaan Marquette onder Heemskerk, Breesaap, v. E. (Arch. 2. I. p. 379); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); Slotbosch bij Oosterhout, v. d. T. (Arch. 1. V*. p. 437); — Sweikhuizen, Geulem, Lac. (Arch. 2. V. p. 10). Voorts bij Pelletier, Hondius, Knijf, Mun- ting en Bruman. 479. A. arvensis Scop. In bouwlanden, tusschen het koorn. 0 en Q. Mei — Aug. InHerb.: Texel 1860, Lac; 1881,Groll; tusschen Burg en de Westen en tusscheii Burg en Oude Schild op Texel 1869, Holk.; - Koudum 1867, J. M. de Boer; — Veenwouden, Spree; Haren bij Groningen v. H; - Peize, Strat.; - Zalk 1868, R.B.; Deven ter 1843, B.W.; v. d. Cop; 1878, K.; Spinnewiel by Deventer 1840, Halb.; Wierden 1892, L. en Carm - Harderwyk 1864, R. B.; Apeldoorn 1855, 0.; 1872, K. A.; Laag Keppel 1870, H. d. V.; Vorden 1874 en 1876, Groll; Ruurlo 1885, Ensink; Brummen 1879, L.; Arnhem, Thomson; S.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; 1850, Perin; 1878, Groll; Kapel Aveza- thebyTiel, G. Post; Grebbe, Fockema; Culemborg 1890, de Haas; - Amersfoort, R. B.; 1891, Garj.; Soestdijk 1833, v. d. B.; Utrecht 1835, Kraamw.; 534 ALCHEMILLA. 1839, D.S.; v. H.; 0.; 1858, R. B.; Houten, v. H.; tusschen Neerlangbroek en Kothen, v. d. T.; Amelis- waard 1851, A. W. Hartm.; - Naarden, 1864, 0.; Wieringen 1856, Lac; Breesaap 1837, Spree; 1867, H. d. V.; tusschen Aardenhout en Elswout 1873, H. d. V.; - Leiden 1836, M b.; 1 837, B u s e ; D z.; Hoogemorsch en Langeveld bij Noordwykerhout, S. S.; Zwijndrecht 1836, Lac; spoordijk Sliedrecht 1895, Posth.; Vianen 1836, v. H.; - Oosterland op Duiveland 1887, L.; Zuid-Beveland 1838 en Driewege 1840, v. d. B. ; Rithem en Welzinge 1887, L.; 5e district Zeeland 1845, B.W.; Westdorpe 1859, A. W. ; Hulst 1845, B. W. ; - Den- nenoord brj Ginneken 1898, V.; Princenhage, en speelhuis bjj Breda, v. A.; Gestel, Forsten; Wer- kendam, herb. Kerb.; Son 1850, v. Hov.; Eindho- ven, Dz.; - Beek 1869, 0.; Valkenberg 1866, H. d. V. ; Gronsveld 1881, Groll; 1894, V.; Gulpen 1871, Lac; Voerendaal 1866, H. d. V. (Suameer 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; - Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Oosterbeek 1886, Posth. in herb. pr. ; - Werkho- ven, Driebergen, C. A. Backer; Utrecht, Vechten, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - Andel 1886, J. J. Smith in herb. Costerus). Bovendien: Ameland, (Arch. 1. V. p. 52); Steenwij- kerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Wrjhe, Un. 1888 (Arch 2. V. p. 408); Weusthag, Un. 1895 (Arch. 3. I. p 220); - Winterswyk, Un. 1859 (Arch. I. V. p. 221) Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Naald wrjk, v. E. (Arch. 2. I. p. 379); - Zuiddorpe, A. W (Arch. 1. IV. p. 279); — Mallenburg brj Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — St. Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Epen, Sit- tard, Un. 1861 Gulpen, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). POTERIUM. 535 Tribus Poterieae. Rchb. Poterium L. 480. P. officinale Benth. et Hook (Sanguisorba officinalis L. et Prodr. Ed. L). Vochtige weilanden, zeer plaatselijk. %. Juni—Sept. In Herb. : Oranjewoud Schoterland 1872, Hoek; Ane 1859, Lac. en S.; — Meppel, v. Heijn.; 1898 G. en L.; - Kampen 1848 en 1850, T.; 1856, T. (fol. bracteatis); Kamperveen 1845, R. B.; bosch te Vilsteren bjj Ommen, D. S.; M. Verloren; Dalfsen*) 1865, H. d.V. ; Zwolle, *) Mb.; 1833, Wtt.; 1842, M. Dassen; Haasterveen bij Zwolle, Thorb.; Deven- ter, Halb.; Almelo, Staggemeyer; Hardenberg *) en Heemse 1868, v. d. Scheer; — Nijmegen, om- trent de Lennepekamer, B.; tusschen Kampen en Elburg, R. B. ; vlakte aan de Waal tusschen Heeren- waarde en Dreumel 1839, v. d. T.; — Haarlem 1879, Groll; — Kaatsheuvel, Thomson; Breda, v. Rees; Speelhuis aldaar 1875, v. A.; Prinsenhage 1897, V.; Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; 1876, 0.; Oister- wijk, v. Vloten; Pettelaar, v. Hov. ; Klopperwaard Werkendam 1837, Lac; 's Hertogenbosch, Wtt.; 1847, v. H o v. ; Vuchtsche heide 1847, v. H o v. ; — Hamert, Un. 1893. (Station Hattem 1898, K. A. in herb. pr.; — Kapelle, Nederhemert, Besoyen, C. A. Backer in herb. Heukels; — langs de Maas te Arcen, Un. 1893 in herb. Ogt. en V. Suringar; Roer bij Roermond, U n. 190 0 in herb. Schipper). Bovendien: Blerik, Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); Maastricht, Roermond, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Munting en Bruman. *) Ook in lierb. L. 1891, alle drie langs de Veclit. •">:;• i POTERIUM. 481. P. Sanguisorba L. (Sanguisorba minor Scop.). Op zonnige heuvelachtige plaatsen, gaarne op kalk, op verschillende plaatsenaangevoerd. %.Mei—Juli. In Herb.: IJseldijk by Zwolle 1851, T.; 1874r v. Tuinen; Katerveer Zwolle 1851, en Kolmschate 1847, T.; Deventer, v.d. Cop;1876,K.; - Gorselsche waardenl834, Staring; Zutphen 1833, Wtt.;Thom- son; Nymegen, B. ; Abel. en Pas; vestingwerken Hezelpoortte Nrjmegen, uiterwaard Weurt, Oosterhout- sche bosch, N. en Th. Abel.; rivierdyk Overasselt 1897, G. en V.; weiland Oude Maas tusschen Heeren- waarde en Lithoyen, v. d. T.; tusschen Oosterbeek en Wageningen, C. A. Backer; — uiterwaarden van den Rijn by Rhenen, Th. Abel.; — Amsterdam, V. Z.; op een ouden muur op het Funen aldaar, Fl. A m s t. ; Wijk aan Zee 1860, S. ; Zandvoort 1870, H o e k ; tusschen Zand voort en Velsen, S. S. ; Velsen, P i e r o t ; Exc. 1860; tusschen Velsen en Bloemendaal, S. S; Velserend 1835, Mb.; 1847, B.W.; Brederode, Kerb.; LTmuiden, Exc. 188 1; Breesaap, V. Z.; v. H.; 1872 en 1873, Boerl.; Bloemendaal, V. Z.; 1835, Buse; Sterrevlakduin aldaar, Exc. 1883; Zandpoort, S. S.; 1868, v. Tuinen; Aardenhout 1837, Lac; Midden- duin 1887, Groll; Exc. 1897; Overveen 1832, v. H. ; 1846,0.; 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); duinen Haarlem, Romb. ; — spoorbaan Zoeterwoude 1894, V.; - Oudenbosch 1888, de Haas; — spoorbaan Beek-Geulle 1900, v. Sillevoldt en Jongm.; wallen Maastricht, v H o v. ; Valkenberg 1866, H. d. V. /?. dictyocarpon Spach. In Herb. : Ommen 1891, Carmigg.; lage wei- landen langs de Vecht by den Agnietenberg Zwolle 1887, L.; - Zutphen 1882, C. v. d. Broek; — Amsterdam, V. Z. ; Velserduinen 1868, 0.; — Gulpen en Beek 1873, Lac. [Aanm.: By het nazien van het herbarium-materiaa] heb ik geen varieteit onderscheiden, omdat <1it niet was uit te POTERIUM. AGRIMONIA. 537 maken, wegens gebrek aan r\jpe vruchten. Volgens Oude- m a n s (Cfr. Arch. 2. I. p. 95), zou waarschynljjk al wat in onze herbaria onder den naam van P. Sanguisorba berust, tot P. d i c t y o c a r p o n behooren]. (Redichemsche waarden Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; — Singel Breda 1881, Posth. in herb. pr.; de W. Hamer in herb. L.; — Venlo, Un. 1893, V. Suringar in herb. pr.; Well, Un. 1893 in herb. Ogt.; /?. Deventer 1850-1879, K. A. in herb. pi\; Zutphen 1882, L. in herb. pr. ; — Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Pettelaar, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 227); — Hamert, Wansum, Welsche hut, Un. 1893 (Arcb. 2. VI. p. 571); St. Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Un. 1861; Sittard, Beek— Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld bij Pelletier en Munting. Meppel, v. Heyn. Prodr. Ed. I. p. 81, Elspeet, Valkenburg, Fl. B. S. Agrimonia Toum. 482. A. Eupatoria L. In weilanden, aan dijken en wegen enz. %. Juni — Aug. InHerb. : Kollum 1873, Schuringa; — Oudwoude 1841, Spree; Scheemda, Strat.; — Kampen 1849, en Zalk 1846 en 1855, R. B.; Zalkerbosch 1870, Hoek; Zwolle 1871, v. Tuinen; 1894, L.; Zwarte waterbij Zwolle 1871, v. Tuinen; Riele bij Deventer, Romb.; Deventer, Halb.; 1877, K.; - Tweilo, v. Delden; 1877, K.; Zutphen, M. D.; 1882, C. v. d. Broek; Winterswrjk, Un. 1859; Arnhem, Thom- son; Boerl.; Nijmegen ? B.; Nijmegen,N. en Th. Abel.; Heumen, Un. 1853; Beek 1868, 0.; Renkum 1850, S.; 1867, Buse; Culemborg, Cayaux; — Amersfoort en Soest 1895, Garj.; Rhijnwijk bij Utrecht 1857, Kniittel; tusschen Utrecht en Bunnik, v. d. T.; Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Utrecht 538 AGRIMONIA. 1835, Wtt.; 1858, R.B.; 1872, v. Tuinen; 1879, A C. en W. A. Oudemans; Everdingen, H. S. (Coll Nat.); Wikkenburg 1826, Wtt; - Naarden 1864, 0. Muiderberg 1841, Romb.; Weesp 1863, Coll. Nat. Weesperzyde, Fl. Amst.; Velsen 1848, T.; Bloemen daal, Kerb.; 1871, Boerl; Overveen, Wtt.; Groll Bennebroek, v. H.; — Noordwijkerhout 1858, v.d. B en S.; Leiden, Pierot; Dozy; 1835, Mb.; 1843, 0. Perin; Valkenburg, Perin; Wassenaar, Pierot Groot Hazebroek aldaar 1832, S. S.; 'sGravenhage 1832, I. d. L. e. h. Groll; V. Z.; G. B.; 1854, v. H. Jr.; R. B.; tusschen 's Gravenhage en Loosduinen 1894, R. B.; Loosduinen 1854, v. H. Jr.; Destree; Rotterdam, Groshans; Oostvoorne 1871,0.; Brielle, Un. 1887; Dordrecht 1835, Lac; 1850, M. J. Cop; 1879,Boerl.; 1881, V.; - Zeeland, Forsten; Tholen, Dz.; Zuid-Beveland en Walcheren. v. d. B. ; Seroos- kerke aldaar 1873, L.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buysman; Rithem 1839, B. W.; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, Waterlandskerkje 1861 en Hoek 1857, A. W.; - Ginneken 1876, 0.; Speeltuin Breda, v. A. ; Heusden, v. Hov. ; — St. Pietersberg, v. Hov.; Amby, Un. 1861; Beek, Un. 1883. §. elatior Wallr. Beitr. 1. p. 47. Zuid-Beveland 1853, v. d. B. (Cfr. Arch. 1. III. p. 451). (Groningen, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; Nybroek 1850-1877, K. A. in herb. pr.; Gorssel 1892 en Westenbroek bij Arnhem 1893, V. Suringar in herb. pr.; roggeveld de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr.; Wageningen 1882, W. F. v. Hell in herb. Heinsius; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; Elst, A. H. Blaauw; Ryswyk (Gld.), B. J.v. Wagensveld; C. A.Backer; — Werkhoven, idom; Overlangbroek, J. W. Ken- nephaas in herb. Heukels; — tusschen Kerver- dyk en Ankovoen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; AGRIMONIA. 539 Valkeveen 1899, Koning in herb. pr.; Weesp, Muiden, J. F. Wichard in herb. Heukels; — Vogelenzang 1888, Struyk. in herb. pr. ; tusschen Beverwyk en Wijk aan Zee 1887, J. J. Smith Jr. in herb. Costerus; Umuiden, Mej. G. J. Kerbert; — Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen, in herb. Heukels; tusschen Heerjansdam en Baren- drecht 1886, Posth. in herb. pr.; Herkingen 1871, Costerus in herb. pr.; Giesen, C. A. Backer in herb. pr. ; — Nieuw en St. Joosland 1875, S c h i p p e r in herb. pr.; schietbaan Middelburg 1891, Ogt. in herb. pr.; Oudelande, L. B. v. d. Slikke; IJzendijke, P. J. Roosendaal; — Almkerk, Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.). Bovendien : Ameland, v. E. (Arch. 2. I. p. 378) ; — Weerdinge, Uffelte, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); - Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Hengelo, Carlshave, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); - Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); in de Ooi, te Lent, Weurt en Beuningen, tusschen Heumen en Over- asselt en in het Oosterhoutsche bosch, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 274); - Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. 1. p. 272) ; — Scheveningen, de W. Hamer (Arch. 2. II. p. 120); - Haamstede enRenesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. (Arch. 2. III. p. 118) en L. (Arch. 2. VI. p. 112); - Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 544); — Venlo, Blerik, Arcen, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch.2. VI. p. 570); St. Pieters- berg, Gronsveld, Meerssen, Valkenberg, Gulpen, Epen, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 188 3 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld door Pelletier, Knb'f, Vorstius, Munting en Bruman. 540 AGRIMONIA. BOSA. [Aanm.: In berb. Heukols kwam een exemplaar voor met-5 meeldraden, verzameld door J. Heidema bjj Groningen]. 483. A. odorata Mill. Op grazige gronden, aan bosch- randen. %. Juli—Sept. In Herb.: Winschoten, Schipper; - Borne en station Oldenzaal, Un. 1895; - Harderwijk 1885, Joh. K. Bondam; Nybroek bij Voorst 1879 en Wildenborch b\j Lochem 1881, K.A; - Noordwijker- hout langs een droge duinsloot 1858, S. en v. d.B.; - Hoek en Zuiddorpe 1855 en Lamsweerde 1861, A. W. (Oldenzaal, J. B. Bernink in herb. Heukels; - Amerongsche berg 1887, Struyk. in herb. pr.). [Aanm.: De goudgele zittende klieren aan de onderztfde van het blad by beide soorten vormen slechts een differentieel kenmerk; ook de kelkcn hebbon slechts by rijpe vruchten hun characteristieken vorm]. Tribus Roseae Gambess. Rosa Tourn. 484. R. arvensis Huds. In heuvelachtige streken en in berglanden, in de Rijnprovincien tamelijk algemeen. t>. Junl. In Herb. : In het bosch links van het begin der laan komend van Enghuizen, die recht aanloopt op het kasteel van Uilenpas, onder hooge boomen 1898, en bosch Hoog Keppel 1900, K. A.; - St. Pieters- berg 1893, de Haas (als pimpinellifolia); Valken- berg 1864, H. d. V. (als pomifera); Savelsche bosch brj Gronsveld 1894, V. (als forma canina). 485. R. gallica L. Sierstruik van Midden-Duitschland, echter in vele varieteiten gekweekt en daardoor de stamvorm onzer meeste tuinrozen; nu en dan verwilderd. t>. Mei—Juni. In Herb.: Havelte, v. Heyn.; - 'sGravenhage 1874, G. B. Bovendien: Noordwrjk aan Zee, de W. Hamer ROSA. 541 (Arch. 2. II. p. 118). Voorts tusschen Groet en Schoorl, B. in Fl. B. S.). 486. R. rubiginosa L. Op zonnige heuvels, langs bosch- randen, liefst op zandig leemigen bodem; vaak aangekweekt. t>. Juni—Sept. In Herb. : Haren 1833, v. H. (overgeplant in Hortus); Groningen 1843, v. H.; — Borger 1859, Lac. en S. (als pimpinellifol); Meppel, v. Heyn. ; — Staphor- sterbosch, v. H e jj n. ; Deventer 1850, K. A. (als pimp. ?) 1845, T.; — bosch van Leuveren btj Harderwijk 1850, R. B.; wallen Groenlo en Eibergen, Un. 1859; tus- schen Hoog Elten en Zevenaar, G. Broers; Beek- bergen (als sepium) 1833, Wtt; tusschen Arnhem en Nijmegen, Thomson; Nijmegen, B.; Weurt 1849, Th. Abel. (als pomifera?); — Maartensdijk 1850, Lac; Houten 1863, Coll. Nat.; Utrecht 1838, D.S.; — Naarden, weg naar Jan Tabak 1894, V.; Zwane- water by Callantsoog 1896, V. (als collina); Velsen, M. D.; 1879, Groll; achter den Kruidberg in duin- pannen en tegen de helling der duinen 1839, S. S. (als R. canina y. collina); Kruidberg in duinpannen 1839, Mb. (als idem); Groot Bentveld 1836, Mb. (als floribunda); 1836, Kerb. en Mb.; S. S.; 1837, Lac. (als Jloribunda) ; 1835—1838, Buse; duinen achter Groot Bentveld, Mb. *); Woestduin bij Haarlem, v. H.; Haarlem, Mb.; B. W.; Buitenplaats Groenendaal Heemstede,' Meerenberg 1870, Hoek (als canina); Bloemendaalsche bosch 1836, Mb. ; Kerb. (als mi- crantha); — Endegeest, Perin (als collina); duinen Wassenaar 1833, S. S. ; (als canina) Perin; Un. 1851 en T.; 1845 en 1846, 0.; 1897, V. (als collina); tusschen Wassenaar en Scheveningen, Destree; Waalsdorp, V. Z.; S. S.; duinen 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; G. Barger; Staalduin 1845, v. d.T. (als col- *) Proprie referendum esset ad varietatem floribundam Echb. vel ad Eosam floribundam Stev. propter sororas glabras. (in sched. Msc. M b.) 542 rosa. lina); Oost-Voorne 1871, 0. (als canina collina); Rockanje 1884, S.; Un. 1887; - Bruinisse 1887, L.; Schouwen, Dz.; Zuid-Beveland, Noorddijk 1839 en Goes 1859, v. d. B. (als canina sepiuin); IJzendyke 1839, Lac; Westerscheldedijk 1847, v. d. B.; Schelde- dijk, v. d. B. (als umbellata); Walcheren, v. d. T. ; 0.; duinen Domburg, Forsten; 1840, v. d. B.; 1883, K.; Waterlandskerkje 1861, A. W. (als pomifera); Hoek 1865, A. W.; - St. Anthonie, Un. 1853 (als pomifera, echter reeds in het eerste supplement tot den Prodromus onder den juisten naam vermeld Cfr. Arch. 1. III. p. 498); Helmond, Wtt; - St. Pietersberg 1870, Groll; 1893, de Haas; Savelsche bosch by Gronsveld 1894, Lindo; Gulpen, Un. 188 3 (als canina collina); tusschen Vaals en Gulpen 1883, K. /?. echinocarpa (R. echinocarpa Crep.). In Herb.: De Wijk bij Meppel 1865, H. d. V.; — duinen achter Overveen 1872, v. E.; — Was- senaarsche duinen 1833, S. S.; Waalsdorp, V. Z.; G. B.; - Domburg 1883, K.; tusschen Domburg en Oost-Kapelle 1877, 0. [Aanm.: De opstaande blflvende kelkslippen doen by het lantste specimen aan een kruisingsprodukt met R. spino- sissima denken; de bestekeling en alle overige kenmerkm ztfn volkomen aan R. rubiginosa gelyk. Misachien ook R. rubiginosa x tomentosa. De opgave Arch. 2. VI. p. 566 st. Pietersberg de Haas Ls gebleken betivkkin hebben op R. a r v e n s i s]. (Winschoten 1886, Schipper in herb. pr.; - Vollenhove 1893, L. in herb. pr.; - Hilversum 1886, Heinsius in herb. pr. ; 1898, Struyk. inherb. pr.; tusschen Castricum en Beverwyk 1884, Costerus in herb. pr.; — wallen Delft, de Wit Hamer in herb. Postli.; — Koudekerksche en Domburgsche duinen 1889 en 1894, Ogt. in herb. pr.). Bovendien : Twikkel, U n. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220) ; - Noord-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 118); - Genneperhuis, S. en Lac. (Arch. 2. V. p. 10); Hamert, ROSA. 543 Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 312). Voorts vermeld bij Munting en bij Sondel Fl. Fris. * R. rubiginosa x pimpinellifolia, een hybride of tusschenvorm, ook in den Rhein-Pfalz waar- genomen. In herb. : Bij de hooge brug onder Markelo 1898, G. en V.; — Velsen, S. S. (sepiumf); Aardenhout bij Haarlem, duingrond tusschen eikenhakhout 1871 en Volmeer achter Overveen 1872, v. E.; Overveen 1897, V.; Koningsbosschen achter Elswout bij Haar- lem 1896, V.; Vogelenzang, Hinxt; — Waalsdorp (als R. sepium), V. Z.; Wassenaar 1833, S. S. [Aanm.: E. pimpinellif olia d. adenophora Gren. et Godr. T. p. 554: „Feuilles couvertes de glandes, pedoncules et calices semblablement hispides, glanduleux," (E. myria- cantha DC.) schu'nt rajj dezelfde plant toe. In de duinen is een kruisingsprodukt vr\j gemakkol\jk ; de exemplaren uit Markelo (Mei nognietinbloei)z\jn misschien echt myriacan- tha. Door v. Eeden werden nog afzonderlyk onderscheiden E. spinosissima X rubiginosa (Aardenhout Fl. Bat. No. 1101) en E. rubiginosa X spinosissima (Volmeer. Fl. Bat. No. 1131). Waarschunljjk behoort hiertoe ook een exemplaar van Bierviiet 1881 L. in herb. pr.]. 487. R. agrestis Savi (R. sepium Thuill. et Fl. B. S. p. 388 et 808. R. canina d. sepium Koch, Prodr. Ed. I. p. 81). Zij wordt gehouden voor R. rubi- ginosa x canina. Zonnige begroeide hellingen en in heggen. t>- Juni. In Herb. : Zuid-Beveland, v. d. B. (Bloemstelen bijna zonder stekels en klieren). 488. R. pomifera Hermann- In bergstreken, zelden wild ; in Midden-Duitschland inheemsch, elders wegens de vruchten gekweekt en nu en dan verwilderd. ~£. Juni- Aug. In Herb. : Groningen 1843, v. H.; — Bosch van Leuveren Harderwijk 1885, R. B.; Vorden 1878 en 1879, Groll; bosch bij de Laatste Stuiver tusschen 35 .".14 rosa. Zutphen en Vorden 1881, lierb. 0.; Uilenput in de Meerwyk bij Nymegen 1851, Th. Abel.; 1864, v.H.; Nrjmegen, B.; Ubbergen 1847, v. d. B.; tusschen Beek en Groesbeek 1868, 0.; - Velsen 1848, B.W.; 1880 en 1881, Groll; - Haagsche bosch 1834, v. H.; - Zundert, Un. 1860; - Amby, Un. 1861. Bovendien: Bergerduinen, Heerenduin brj Wester- veld, Jachtlust, Velserduinen, Boekenrode bij Bent- veld, v. E. (Arch. 2. I. p. 379); Hartekamp en Bennebroek, v. E. (Arch. 2. III. p. 302); - Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 118); - Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 10). * R. pomifera x pimpinellifolia. In Herb. : Niet bloeiend en zonder vrucht. Zand- poort 1871, Groll. 489. B. tomentosa Srn. In bosschen, heggen, op lichten grond. t>. Juni — Aug.; vruchtrijpheid Oct.—Nov. In Herb.: Voorst 1834 en Zutphen 1833, Wtt; Vorden 1887, Groll; Winterswijk, Un. 1859; Nrjmegen, B.; Weurt 1850, Th. Abel. (ingezonden als tomentosa, echter etiquet veranderd in canina collina scrips. S.); — Haarlemmerduinen 1847, 0.; 's Graveland, G. Backer; — Zeelandia, Dumortier; Zuid-Beveland*), Noorddrjk 1839, weilanden brj Kloe- tinge tusschen de twee zandwegen naar Kattendijke 1839, weilanden Hollandsche hoeve 1839, Kloetinge 1838 en bosschen onder Kapelle 1838, v. d. B. ; (forma gracilis) Zuid-Beveland, v. d. B.; Goes, Wtt.; 1834, Wtt. (als canina 8 sej^ium); Kloetinge 1841, v. d. T.; Middelburg, herb. v. H.; Waterlandskerkje 1861, en Zeeuwsch Vlaanderen 1859, A. W.; Zaamslag 1859, J. C. Douw; langs Kapitalendam Biervliet 1839, Lac; — Oude schans Bergen op Zoom 1834 en Park Helmond, Wtt. (Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels). *) Van daar nog van 1874 in herto. Pos1 n. rosa. 545 Bovendien: Willinkhof by Winterswyk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 199); - Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 279). 490. E. dumetorum Thuill. Tusschen struiken en aan heggen. %. Juni. Is door talrijke tusschenvor- men met R. canina verbonden. In Herb.: fl. plen. Amersfoort 1895, Garj; - Zuid-Beveland, en Hollandsche hoeve 1839, v. d. B. 491. R. canina L. In bosschen, heggen, tusschen struik- gewas, aan kanten van wegen, akkers enz. -£• Juni—Juli. a. vulgaris Koch. (R. canina Fl. B. S.). In Herb.: Terschelling 1887, V.; - Goutum, S.; Oosterwolde (fl. albo), v. H.; - Haren 1833, v. H.; - Meppel, v. Heijn.; - Kampen en zandberg by Kampen 1849 en Zalkerbosch 1848, R. B.; Grafhorst 1849, T.; Deventer 1876, K.; Almelo, Un. 1870; - Harderwijk 1849, R.B.; tusschen Elburg en Harderwyk 1833, Wtt.; Zutphen 1881, C. v. d. Broek; Bronsbergen 1828, G. B. ; Vorden 1878, Groll; Winterswyk, Un. 1859; Beekber- gerwoud 1869, S.; Rheede, v. H; Lobith 1837, V. Z.; Beek bij Nijmegen 1853, 0.; Oosterhoutsche bosch (sepium), Th. Abel.; Doorwerth, Buse; Hoevelaken, R. B.; - Amersfoort 1892, Garj.; Vossegat by Utrecht, D. S. ; Bunnik 1842, B i e r e n s de H. (P. N. S.); Klein Ameliswaard, v. d. T. Grebbeberg 1851, 0.; Wikkenburg 1827, Wtt.') - Muiderberg, Exc. 1882; Naarden 1864, 0. Velsen, v. S. V.; Bloemendaalsche bosch 1836, Mb. Kerb.; — duinen Holland, Forsten; Noordwyk, Mb.; Lisse, Dz.; Wassenaar, Un. 1851; duinen 's Gravenhage, V. Z.; — Bruinisse (Duivel.) 1887, *) Met Rhodites rosae, de Bedeguar. Het etiquet vermeldt: „Zy worden veel om Zutphen gevonden. De uitwassen worden door de boeren genoemd weegedoorn en op Genever als bitter getrokken." 546 ROSA. L.; Zuid-Beveland, v. d. B.; Goes (forma gracilis), v. d. B. ; Zwake, Noorddijk, weiland Holl. hoeve voorby Schipper Wezeling 1839, Scheldedyk by IJersekendamme 1839, Driewegen 1840, 's Graven- polder 1838 en Kloetinge 1838, v. d. B. ; Walcheren, de Witte van Citters; Waterlandskerkje 1861, en Hoek 1854, A. W.; - Boxtel, v. Hov. (als rubiginosa). (Tusschen Suameer en Nyega 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Rottevalle, J. Kuipers; - Groningen, Haren, Onnen, de Punt, Oosterbroek, Eelde, Pater- wolde, Peize, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; tusschen Harendermolen en Haren 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; - Hardenberg 1892, L. in herb. pr.; Heino, Un. 1885, Struyk. in herb. pr. ; Zwolle 1901, L. in herb. pr.; Denekamp, J. B. Ber- nink; - Gendringen, Mej. M. S. Rust; - Rjjswyk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Ruurlo 1881, Ensink in herb. L.; Garderen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Zeddam 1901, Struyk. in herb. pr.; — Westerbouwing 1878, L. in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; — Werkhoven, — Overveen, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; Oud Valkeveen 1894, Struyk. in herb. pr.; - Devel by Heerjansdam 1885, Posth. in herb. pi\; — Uzendyke, P. J. Roosendaal in herb. Heukels; Koudekerke 1874 en Biervliet 1881, L. in herb. pi\; - Cuyk aan de Maas 1897, Rieter inherb. pi\; St. Pietersberg, Exc. 1889, Struyk. in herb. pi\). Bovendien, zonder opgave van varieteit: tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Ane, Emmen, Odoorn, Weerdinge, Valthe, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); - Steenwykerwold, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. \>. 346); Nieuwe Wetering, tus- kosa. 547 schen Heino en Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408) ; — Almelo, Albergen, Vriezeveen, Delden en Twikke- lerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195 en 199); Hengelo, Twikkel, Borne, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220) ; Markelo, Bnter, - tusschen Eibergen en klooster Zwilbroek, tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Ruurlo, Un. 1897 (Arch.3.1. p. 615); Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Callantsoog, Petten, Bergen, Schoorl, Overveen, Vogelenzang, Heemstede- Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 379); — Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p.49); St. Philips land, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 112); - Woens drecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 349); - Ouden bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V p. 544); — Velden, Blerum, Hamert, Wansum, Wel Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 570); - Sint Pietersberg Gronsveld Amby, Meerssen, Valkenberg, Gulpen Epen, Sittard, Un. 1861; Beek— Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 188 3 (Arch. 2. IV. p.312). Voorts vermeld door Pelletier, Hondius, Bru- man en Munting. /?. ADdegavensis (R. Andegavensis Bastard). In Herb.: Haren 1826, v. H. (als psilophylla); 1854, v. H. (als ambigua?) y. dumalis Bechst. In Herb.: Gramsbergen 1859, Lac. en S.; — Zuid-Beveland, v. d. B. (als form. squamosa Rau en form. glandulosa Rau). (Hardenberg 1893, L. in herb. pr.). d. urbica Leman. (R. can. var. platyphylta Rau). In Herb. : Paterwolde, v. H. ; — Luttekersteeg by Zwolle 1895, L.; Aane 1868, v. d. Scheer (herb. O. n°. 221 als /?. dumetorum) by enkele ver- anderd in urbica) ; Deventer, — Twello, Terwolde 1845, T. (als dumetorum); Vorden 1878, Groll; Voorst, Wtt.; Rheede, v. H.; Nymegen, B.; N. 548 rosa. en Th. Abel.; - Marienweerd 1837, Lac; Klein Ameliswaard by Utrecht, v. d. T. (a.\s dumetorum); Achttienhoven 1842, Lac. (als dumetorum) — Was- senaar, V. Z.; Wassenaarsche duinen 1833, Wtt.; — Schouwen, Dz.; Kloetinge 1838, weilanden Hollandsche hoeve voorby schipper Wezeling 1839, Driewegen 1838, 1840, Galghoek 1839, Zuid-Beve- land 1845 (als dumetorum) en Noorddyk 1839, v. d. B.; Domburg 1892, B. Jelgersma; Nieuw en St. Joosland 1878, L.; Hulst 1845 (als dumetorum), en Linie aldaar 1845, v. d. B. ; — tusschen Bern en Herpt, v. Hov. (als sepium). [Aanm.: Hardenberg, L. (Arch. 2. VI. p. 321) schijnt my te zyn R. canina dumalis]. (Steenwijkerwold 1892, L. en Bruinisse 1887, L. in herb. pr.). £. ramosissima Rau. In Herb. : Zuid-Beveland, v. d. B. #. collina Jacq. In Herb. : Sloot bij Boxtel, v. Hov. Bovendien: In een heg te Weurt, Th. Abel. (Arch. 2. V.p.274); - Gulpen, Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 10). V. insignis. Voorst 1832, Wtt. 492. B. cinnamomea L. Sierstruik van Zuid-Duitsch- land, somtijds op heuvels en in heggen verwil- derd ; veelal met half gevulde bloemen. b. Bloeitijd wordt opgegeven van Mei — Juni, bij ons echter later. Juli—Aug. In Herb. : Apeldoorn 1877, v. V e e n ; Oosterhoutsche bosch by Ny'megen(fl.jpZ.) 1847, Th. Abel.; - Berger- bosch(fl.pJ.) 1836, Kerb. e. h. Mb.; Bever\vyk(fl.j)Z.) 1865, en Velsen (fl.pl.) 1865, H. d. V; 1872, Groll; Bree- saap (fl. pl.) 1837, Buse; 1837, Mb.; Duin en Kruid- berg by Zandpoort 1839, Mb.; Lindenheuvel by Bloe- mondaal (altyd f\.p>l.) 1869, v. H. ; - duinenKatwyk (fl.pl.), Perin; 1836, Lac; Gradeerwerk bij Katwijk ROSA. ">I'.J 1834 en 1835, Mb.; Leiden 1838, Buse; - Steenber- gen by Bergen op Zoom 1832, Wtt.; tusschen Lies- bosch en de Beek 1897, V. /?. foecundissima Milnchh. Gradeerwerk Katwijk 1839, v. d. T. (Bergen op Zoom 1834, Wtt.; - Brummen 1891, Ensink in herb. L.; — Zuid-Beveland, de Wit Hamer in herb. K. A.). Bovendien : St. Jansteen, v. d. B. en B. W. (Arch. 1. IV. p. 279) - Fort Isabel bij Vucht en Boxtel, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 277); - bosch te Wylre, Lac. (Arch. 2. V. p. 10). Voorts vermeld by Pelletier, Hondius en M u n t i n g. 493. R. pimpinellifolia L. (R. spinosissima L. en Fl. B. S. p. 386). Zonnige heuvels op zandbodem, voor- namelijk in de zeeduinen. t>- Mei — Aug. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1869, Holk.; S. P. Huizinga; Hoorn op Texel 1868, Holk.; Miente aldaar (met roode bloemen) 1882, Groll; Terschelling 1886, K.; Midsland en Hoorn aldaar, Un. 1886; Ame- land, S. P. Kros; Hollum op Ameland 1868, Holk.; — Borle bij Deventer 1846, T. ; — Nijmegen, P e r i n (?); — Amersfoort, v. H. ; Beerschoten by de Bilt, en Hardenbroek by Neerlangbroek, v. d. T. ; — Bergen, v. d. Veen; Wijk aan Zee, Exc. 1860; Beverwijk 1860, S.; IJmuiden, Exc. 1881; Velserbosch, Exc. 1882; Velsen, M. D.; 1848, T.; R. B.; v. d. B.; Breesaap, v. H. ; Velserend 1869, H o e k ; Santpoort 1867 en 1868, 0.; 1868, v. Tuinen; Bloemendaal 1845, 0.; 1872, Boerl.; Overveen 1832, v. H.; Mb.; 1836, Buse; 1870 en 1872, Groll; 1872 en 1873, Boerl.; Exc. 1878 en 1883; Haarlem 1837, de Vriese; Kerb.; 1838, Romb.; Cayaux; 1839, C. D. L. W. herb. B. W.; 1842, Heybrock(P. N.S.); Aardenhout, v. d. T. ; — Noordwyk, v. H. ; 1853 en 1894, S. ; Katwyk 1832, S.S.; 1832, Wtt.; Mb.; Dz.; 1838, Lac; B. W.; 550 ROSA. CEATAEGUS. Exc. 1886; Wassenaar, Dz.; Zorgvliet, 1826, V.Z.; 's Gravenhage 1836, V.Z.; G. B.; R. B.; Schevening- sche boschjes en Loosduinen, Destree; — "Walcher- sche duinen, v. d. Feen; Hulst 1835, v. d. B.; B.W. en v. d. B. Bovendien: Callantsoog, Petten, Castricum en Heemskerk, v. E. (Arch. 2. I. p. 379), ook Un. 1891 als var. intermedia met groene en bruinroode blade- ren (Arch. 2. VI. p. 236). Deze varieteit bevindtzich ook in herb. L. van Katwrjk, 1876; — Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 118). Voorts vermeld by Dodoens (Stirpium enKrurjdt Boeck), v. Voorst en Munting, Maurik de Gor- ter, Baarn Pl. B. S. [Aanm.: De opgavon Borger en Rnldc zyn, wat eerstge- noemde groeiplaats betreft, gebleken te zijn R. rubiginosa (zie aldaar); cvenzoo de opgave van de Haas, St. Pietersberg bu Slavante lAich. 2. VI. p. 566), die betrekking heeft op R. a rvensis]. 494. R. multiflora Thurib. Sierstruik uit China en Japan, wegens zijn rijkbloemigheid hier en daar in tuinen gekweekt. ~t>. Juni. In Herb. : Bjj de Kennemerbrug Haarlem 1894, v. E. Subordo Pomoideae Focke. (Ordo Pomaceae Lindl. et Prodr. Ed. I. p. 81.) Crataegus L. 495. C. Oxyacantha L. (G. Oxyacanthoides Fl. B. S. en v. H. Bijdragen II. p. 116). In heggen, bosschen enz. ; de gewone heggenplant ; in tuinen ook met dubbele bloemen. t>- Mei — Juni. In Herb.: Groningen, v. H.; 1832, Wtt.; Sterre- bosch aldaar 1845, (wie?); Glimmen brj Groningen 1870, en Essen by Groningen 1835, v. H.; - Valthe 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Herjn.; - Kampen 1849, R. B.; Zwolle 1893, en Haerst by Zwolle 1894, CRATAEGUS. 551 L.; Delden, Un. 1895; Apeldoorn 1882, K. A.; Voorst 1840, Buse; Zutphen 1838, Buse; Wtt.; Vorden 1887, Groll; Ruurlo 1885, Ensink; Win- terswijk, Un. 1859; Beekbergerwoud 1869, S.; Arn- hem, Thomson; Heumen 1850, Lac; — Beugen, Un. 1853. (Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; — Leiderdorp 1885, Struyk. in herb. pr. ; tusschen Wassenaar en Katwijk, 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; - Brigdamme 1899, Ogt. in herb. pr.). /?. fol. bi-serratis. Ruurlo 1885, Ensink in herb. L. Bovendien: Goutum, S. (Arch. 1. V. p. 192); — langs de Oude Wetering tot aan den weg Raalte — Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); - Ubbergen, Beek en Berg en Dal, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 275); Doorn 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 70); - Bergen (talrijk), v. E. (Arch. 2. I. p. 380); - Walcheren, Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 118); — Epen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld bij Pelletier, Hondius? Mun- ting en Bruman. 496. C. monogynus Jacq. Langs boschranden, in heggen en in duinvalleien ; meestal als heggen aangeplant ; in tuinen met roode bloemen. t>. April—Juni. In Herb. : De Koog op Texel, Holk.; Oostereind Terschelling, U n. 1 886; - Arum 1875, J. M. d e B o e r ; — Groningen, v. H.; — Meppel, Cayaux; - Kam- pen, R. B.; 1847, T.; Katerveer bij Zwolle 1851, T.; Ittersum bij Zwolle 1894, L.; Deventer 1877, K.; Almelo, Buse; — Harderwijk 1864, R. B.; Leesten 1849, Gronem.; Rheede (fl. rubr.), v. H.; Nijmegen, N. en Th. Abel; Berg en Dal 1866, v. H. ; - Schot- horst bij Amersfoort, Garj.; Utrecht 1835, Wtt.; (met kiemplanten) O.; Houten, v. H.; - Naarden •V>_ I RATAEGUS. 1864, 0.; Brederode en Bloemendaal 1847, B. W.; Bloemendaal 1868, 0.; Bloemendaalsche bosch, Buse (met kiemplanten); Woestduin 1873, Vogelenzang en Overveen 1872, Boerl.; Brouwerskolk brj Haarlem 1835, Mb.; Haarlem 1872, Groll; - Keukenhof by Lisse, Exc. 1887; Leiden, D z. ; 1839, B. W. ; Katwyk, Exc. 1886; Haagsche bosch, V. Z.; Wassenaarsche duinen 1833, S. S.; Scheveningsche boschjes, R. B.; Staalduin 1845, v. d. T.; Voorne 1899, Jongm.; - Zeeland, Forsten; Zuid-Beveland, v. d. B. ; Koude- kerke 1845, v. d. Cop; Vlissingen 1881, Buysman; St. Kruis 1861, Hoek 1854 en Zeeuwsch Vlaanderen 1864, A. W.; - wallen Breda, v. A.; Groot Deuteren 1847, v. Hov.; St. Jansbeek, Boxmeer, Un. 1853. (Haren, Eelderwolde, Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Apeldoorn 1878 en Voorst 1878, K. A. in herb. pr.; - Culomborg, de Haas in herb. pr.; Odijk, Slijk-Ewijk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Muiderberg 1885, H e i n- sius in herb. pr. ; — Stolwrjk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; tusschen Lisse en Sassenheim 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Noordwyk 1886, Struyk. in herb. pr.; — IJzendyke, P. J. Roosendaal; — Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Boxtel 1899, A. C. J. v. Goor in lierb. pr.; — Plasmolen, U n. 18 98 Schipper in herb. pr.). Door den Heer Lako werden verzameld exomplaren a. met vinlobbige bladen: Apeldoorn 1882; - Zwolle 1894, en - Koude- kerke 1878, L. in herb. pr. b. met vindeelige bladen: Zwolle 1893 en 1894, - Koudekerke 1874, L. in herb. pr. e. met vinspletige bladen : Zwolle 1894, - Oostkappelle 1877, Frederiks on Koudekorke 1874, L. in herb. pr. ORATAEGUS. MESPILUS. 553 Bovendien: Steenwijkerwold, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Giethoorn, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 346); — tusschen Oude Wetering en den weg Raalte — Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); • tusschen Zutphen en Bronshergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); -■ St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 113); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Velden, Hamert, Wansum, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 57); Valkenberg enz., Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Mespilus L. 497. M. germanica L. Inheemsch in Midden-Duitschland, elders als sierstruik of ter wille van de vruchten gekweekt en somtijds volkomen verwilderd. Deze vorm is altijd gedoornd, terwijl de gekweekte exemplaren de doorns veelal missen. ~b. Mei—Juni. In Herb. : Kamperveen 1854, R. B.; — Beekmans- dal bij Ubbergen 1843, Th. Abel.; Meerwijk by Ny- megen 1850 en 1867, Th. Abel.; 1867, v. H.; Ma- rienboom by Nymegen, Th. Abel.; Ubbergen 1882, K. ; — Mook, T h. A b e 1. ; Koningsveen bij den Plasmo- len 1898, G.; Meerssen 1866, en Wylre 1866, H. d. V.; Slenaken 1885, K. en G.; tusschen Valkenberg en Houthemmerberg, G. (Ruurlo 1885, Ensink in herb. L.; — Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Noordwijk 1885, - en Geulem 1889, Struyk. in herb. pr.). Bovendien: Walcheren en Oost-Zeeuwsch Vlaan- deren, A. W. (Arch. 2. III. p. 118); Zuid-Beveland, Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 113). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. 554 ' VDONIA. PIRUS. Cydonia Tourn. 498. C. vulgaris Pers. Af komstig uit het Oosten ; bij ons wegens de ingemaakt eetbare vruchten bij- na altijd langs slooten gekweekt; misschien i ( 11 enkele maal verwilderd. t>. Mei — Juni. In Herb.: 'sGravenhage 1833, I. d. L. e. h. Groll. (Slootkant by Sint Laurens 1899, Ogt. in herb. pr.). Pirus L. 499. P. communis L. Loofbosschen, hier en daar in heggen verwilderd, algemeen aangeplant in vele verscheidenheden. "b. April—Mei. De wilde soort is bekend als P. communis L. glabra Koch. In Herb. : Bosschen tusschen Beek en Berg en Dal 1848, Th. Abel.; - duinen Scheveningen, V. Z. Bovendien: Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W. (Arch. 2. III. p. 119), behalveSt. Philipsland(Arch. 2. VI. p. 113). Voorts vermeld door Pelletier, Munting en Bruman; Zalkerbosch brj de Gorter en wouden van Friesland bij Meese. 500. P. Malus L. Als de vorige; algemeen aangeplant in vele verscheidenheden, nu en dan verwilderd. I). Mei. De wilde soort is P. Malm L. acerba — P. acerba D.C. In Herb.: Meppel, v. Herjn.; — Houten, v. H.; tusschen Houten en Schalkwjjk, D. S.; — Bloemen- daalsche bosch 1835, Mb.; - Wassenaar 1833, Wtt; duinen brj Waalsdorp, V. Z. ; — Noorddrjk bij Kat- tendijke 1840, heggen brj Oostkapelle 1840, en heggen Domburg, v. d. B. (Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; - llaarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; - 'sGravenhage 1872, Posth. in herb. pr.). PIRUS. SORBUS. 555 Bovendien: Bergerduin, v. E. (Arch. 2. V. p. 380); Duinenberg, v. E. (Arch. 2. III. p. 302); Vogelenzang, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); - al de Zeeuwsche eilan- den, A. W. (Arch. 2. III. p. 119) behalve St. Philips- land, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 113); - Rosmalen, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 277). Voorts vermeld door B r u m a n ; Zalkerbosch en Gro- ningen, de Gorter; wouden van Friesland, Meese. 501. P. arbutifolia L. f. var. erythrocarpa. Noord-Ame- rika, bij ons gekweekt en nu en dan verwilderd. I >. Mei. Meestal wordt P. arbutifolia melanocarpa aangekweekt, die elders in verwilderden toestand werd aangetroffen. In Herb. : Buitenplaats de Bult bjj Steenwyk 1892, G. en Heinsius; — Binnenzijde der duinen tus- schen houtgewas te Domburg 1875, A. W.; 1876, Frederiks; kreupelbosch bfj Oostkapelle 1877, L. Sorbus L. 502. S. aucuparia L. In bosschen en tusschen struik- gewas. Vaak aangeplant als sierboom. ~£. April —Juni. In Herb.: Texel 1860, Lac; - Haren 1832, v.H.; Groningen, v. H; — Meppel, v. Heijn.; — Deventer, T. ; Diepenveen 1877, K. ; — bosschen Hulshorst bij Harderwyk 1850, R. B.; Voorst 1834, Wtt.; Ruurlo 1882, E n s i n k en L. ; Wolf heze 1856, 0. ; Nymegen, B. ; N. en Th. Abel. ; tusschen Beek en Ubbergen 1853, 0.; — Amersfoort 1847, M. J. Cop; Liniedyk Amers- foort 1891, Garj.; Hoevelaken 1862, R. B.; Drieber- gen, v. H.; Doorn 1869 en Zeist 1869, 0.; bosch aan de laan van Rhoodestein bij Neerlangbroek, v. d. T. ; — Naarden 1864, 0. ; Uithoorn tuin 1872, B o e r 1. ; Ana- nasbosch tusschen Schagen en Callantsoog 1901, G. en Jongm. ; Kruisberg 1840, Buse; Zomerzorg 1840, Romb.; Bloemendaal 1845, B. W.; 1868, 0.; Woest- 556 sorbus. duin 1873, Boerl.; Vogelenzang 1870, Hoek; Aar- denhout 1837 en Haarlemmerhout 1840, Buse (kiem- planten); - Keukenhof Lisse, Exc. 1887; Sassen- heim, Kerb.; Postbrug aldaar, ftlb.; Warmond, For- sten; Leiden, Dz.; Wassenaar 1832, S. S.; J. A. v. Dissel; S. ; Backershage, Pierot; Haagsche bosch 1835, ftlb.; 1836, Lac; G. B.; Fockema; 's Gra- venhage 1826, V. Z.; 1832, I. de L. ex herb. Groll; Zorgvliet, V. Z.; Scheveningsche boschjes, R. B.; — Walcheren 1841 en Domburg 1840, v. d. B.; Axel 1858, A. W.; - Ginneken 1880, Boerl. (jonge plant); Ulvenhoutsche bosch, v. A. (Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heukels; — Heino 1890, L. in herb. pr.; — bosch Terbeek bij Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; Apeldoorn 1851 — 1877, K. A. in herb. pr.; Door- werthsche bosschen 1880, Schipper in herb. pr.; Zandbergen bij Naarden 1898, Koning in herb. pr.; Spaanderswoud by 'sGraveland, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; ftluiderberg 1885, Heinsius in herb. pr.; Sphagnetum Diemen 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Overveen,Sleeuwijk en Werkhoven, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots inherb. Heukels; — bovenste molen Venlo 1896, Rieter in herb. pr.; Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422) ; - Hoogeveen, Zwinderen, Emmen, Sleen, Valthe, Weerdinge en Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 2. V. p. 246); - Steenwrjkerwold, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 346); Ahnelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, U n. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Bekkum, Twikkel, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 220); fttarkelo- Kibergen, Un. 1897 (Arch.3.I.p.615); Kannenburg by Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Apel- doorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 184); Terborg, Un. SORBUS. AMKLANCHIEK. 551 188 5 (Arch. 2. IV. p. 403); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. 1. p. 272); Bergen, tusschen Alkmaar en Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Heilo, Heemskerkerduinen, Velsen, — Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); — Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 113); - Hoogerheide, Un. 1896 (Arch.3. 1. p. 350); Oudenbosch, 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 10); Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 10); Epen, Un. 1861; Sittard,Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld bij Pelletier. Amelanchier Medikus. 503. A. vulgaris Moench. Sierstruik van Midden-Duitsch- land; vaak aangeplant en nu en dan volkomen verwilderd. t>. April—Mei. In Herb. : Onder hakhout langs den weg van Heino naar Nyenhuis 1890, L.; Nijenhuis, U n. 1888; — schijnbaar in het wild op den Uilenput by Nijmegen (in de ster, niet ver van de preekstoel „wit appeltje") 1870, v. H.; — tusschen 's Gravenhage en Wasse- naar, R. B. ; — St. Pietersberg boven de Roode Haan 1894, de Haas. (Aardenhout, A. C. J. v. Goor in herb. pr.). Bovendien: Ubbergen 1872, Th. Abel. (Arch. 2. II. p. 203). 504. A. canadensis Torr. et Gray. Sierstruik uit Noord- Amerika, bij ons aangeplant en een enkele maal verwilderd. t>- April — Mei. In Herb.: Apeldoorn 1874, K. A.; 1878, K.; - Doorn 1874, H.d.V.; - Aardenhout 1871 en 1872, (v.E.?); Haarlemmerhout 1862, H. d. V.; 1870, Groll; 1872, v. E.; 1874, H. d. V. (nog in 1897, herb. Ogt.). (Kreupelhout naby den Bentheimschen straatweg AMEI. A NCHIRR. BPILOBIUM. bij Almelo 1882, Dr. W. G-leuns in herb. Posth.;- Twello 1877, K. A. in herb. pr.; Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels; - Sphagnetum Diemen 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; als a. Botrya- pium D.C. 1884, Heinsius in herb. pr.). Bovendien: Meerwjjk, v. H. (Arch. 2. I. p.239); - Bentveld, Boekenrode, Marienbosch, achter Elswout en Haarlemmerhout, sedert 1866 zeer vermenigvul- digd, v. E. (Arch. 2. I. p. 380). Ordo Ouograceae Juss. Tribus Onogreae D.C. Epilobium L. 505. E. angustifolium L. Op beschaduwde plaatsen, vooral in zandige streken; hier en daar aange- voerd. 2J.. Juni— Sept. In Herb. : Coxdorp Texel 1860, Lac; Schiermon- nikoog 1860, S. ; - Oudega 1829, v. H. ; Oenkerk, S. ; Joure, herb. v. II.; Ileerenveen, Dz.; Wolvega, Un. 1881; Hardegaryp 1838, Buse; Kollum 1873, Schu- ringa; Ibbenburen 1837, V.Z.; Zwaagwesteind 1865, H. d. V.; - Slochteren, v. H.; Boven Eexta, Strat.; tusschen Oosterwolde en Appelscha 1828, v. H.; — Odoorn 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Zalk 1846, T.; Vilsteren 1865, H. d. V.; Zwolle, Wtt.; Herfte naby Zwolle 1891, L. ; Agnietenberg aldaar 1870, Hoek; Deventer, Halb. : Schalkhaar 1876, K.; Brinkgreve, Romb. : Heino en Raalte 1901, L.; Ampsen 1875, 0.; - Huttem 1865, H. d. V.; Twello, P. v. Deldon; Essenburg brj Ihudciwijk 1866, bosch vau Leuveren 1850 en Hulshor«t btf Harderwjjk 1852, K.B.; Voorthuizen 1897, V.; Hoenderlo, Un. 1890; Apcldoorn 1872, K. A.; Park 't Loo, M. D.; 1858, 0.; Gors.sil 1881, C. v. d. Broek; Zutphen, Wtt.; 1863, EPILOBIUM. 559 d e B r. ; tusschen Zutphen en Vorden 1850, G r o n e m . Vorden 1873 en 1875. Groll; Ruurlo op het molen bergje 1885, Ensink; Rosendaal Arnhem, v. H. Sonsbeek 1842, Tilanus (P. N. S.); Velp 1896, Ogt. Hoevelaken, R. B. ; — Dennenbosch Hertekop, Garj. den Heem bij Amersfoort 1837, D. S.; Soesterbosch 1837, Stegerhoek; Zeisterbosch 1851, 0.; Soestdijk (fl. albis), L. Marchand; Amerongsche berg, herb. v. H; deBilt, v. H; 1837, Mb.; bosch van Westreene, Kerb. en Mb.; Utrecht (fl. albis) 1833, de Br.; Wikkenburg, W 1 1. ; Sphagnetum Diemen 1857, K n ii t- tei; Berg en Dallust Hilversum, v. d. T.; Naarden 1844, 0.; Bergerduin 1870, H. d. V.; Uitgeest 1893, Groll; Breesaap 1840 en 1842, Buse; Groot Bent- veld, E. B. Asscher; Haarlem, de Vriese; duin Heemstede, Kerb.; — Bennebroekerduin 1835, Mb. Hillegom, S. S.; Noordwijkerhout, Dz.; 1840, B. W. Wassenaar 1834, V. Z.; G. B.; 1857, Coll. Nat. 's Gravenhage, R. B.; in de goot van een oud huis Prinsenstraat Dordrecht 1879, en spoordijk Sliedrecht 1895, Posth.; - Haamstede, Un. 1894; Zuid-Be- veland, Wilhelminapolder 1846, en Oost-Kapelle 1840, v.d. B.; Zuiddorpe 1855, A. W.; - Breda 1841, Lac. ; Liesbosch, v. A. ; Sprang, Thomson; Ros- malen, v. Hov.; Valkenswaard 1901, Roversen v. Roessel. (Tusschen Terhorne en Akkrum 1868, v. T u i n e n in herb. pr. ; huis ter Heide by Langweer 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; Oranjewoud 1872, Cos- terus in herb. pr.; 1892, V. Suringar in herb. pr. ; Rottevalle, J. Kuipers; — Groningen, Onnen, — Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi; — Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Gramsbergen 1894, L. in herb. pr. ; Nijenhuis, Un. 1888 in herb. Struyk.; — tusschen Garderen en Uddelermeer 1890, J. Schook in herb. J. J. Smith; Huinen, Culemborg, C. A. 36 560 ICPILOBIUM. Backer; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Wester- voort, K. F. \V. Rooseboom in herb. Heukels; Hatert 1881, Posth. in herb. pr. ; - Maarsbergen 1893, S tr u y k. in lierb. pr. ; Oudwijk by Utrecht 1846, Alpherts in herb. pr.; de Bilt en Utrecht, W. C. v. Embden; Werkhoven, C. A. Backer; Overlang- broek, Driebergen, J. W. Kennephaas in herb. Heukels; - zandertf Hilversum 1898, Koning in herb. pr.; Haarlem, Overveen, C. A. Backer; Zaan- dam, C. L. Vogelesang en M. de Vroome in herb. Heukels; - Endegeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; Kotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; - Kruisland, F. Janssens in herb. Heukels; Oranjezon onder Vrouwenpolder 1892, Ogt. in herb. pr.; Koudekerke 1876, L. in herb. pr.; — Grave 1889, J. Jorna in herb. de Haas; Boxtel 1898, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Venlo 1895, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Steenwykerwold, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Un. 1892 (Arcli. 2. VI. p. 346); tusschen Heino en Nieuwe Wetering en tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 408); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 18 70 (Arch. 2. 1. p. 195); Hengelo, Borne, Nieuw- kirkerveen, de Lutte, Un. 1895 (Arcb. 3. I. p.220); Markelo, tusschen Diepenheim en Goor, - Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Willinkhof by Winters- wijk, Varsseveld, Groenlo, Borculo, Un. 185 9(Arch. 1. V. p. 221); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Ubbergen, Beek, Oosterhoutsche bosch, tusschen Lent en Oosterhout, Tli. Abel. (Arch. 2. V. p. 275); - Groeneveld 1880, Trompenberg 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 526); - Schoorl en Vogelenzang, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); Balsche straatweg by Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. EPILOBIUM. 561 2. V. p. 545); - Blerik, Hamert, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Meerssen, Gulpen, Epen, Un. 1861; Oud Valkenburg, H. d. V.; Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. 313). Voorts bij Pelletier en Munting. /?. minop. Gehakt dennenbosch te Hoenderlo btf Epe, Un. 1890. [Aanm.: Yolgens Be;jerinck een geval van dimorphie, aangezien de helmhokjes niet openspringen, dus een physio- logisch vrouweljjke plant]. 506. E. hirsutum L. Langs rivieren, beken en sloten ; op moerassige plaatsen. 21. Juli—Sept. In Herb.: De Westen op Texel 1868, Holk.; tus- schen West Terschelling en Midsland, Un. 1886; duinen Ballum op Ameland 1896, V.; boschje by 'tdorp Schiermonnikoog 1860, S.; tusschen het Bad- huis en den vuurtoren Schiermonnikoog 1897, V. — Pikmeer bij Grouw 1840, (wie?); Beetgum, S. Bergum, Spree; Bolsward 1867, J. M. d. B.; Rijper kerk 1849, S.; - Groningen, v. H.; Eexta, Strat. - Meppel, v. Heyn.; - Kampen, T.; 1847, R.B. 1869, Hoek; Deventer, Halb.; - Harderwrjk 1866, en Essenburg bij Harderwijk 1863, R. B.; Twello 1876, K.; Apeldoorn, Thomson; Beekbergerwoud 1850, en Beekbergen 1881, K. A.; Borculo 1877, K. Nijmegen, B.; Lent en Hatert, N. en Th. Abel. Culemborg, H. S. (Coll. Nat.); - langs de Eem bij Amersfoort 1892 Garj.; Zeist 1853, 0.; Vossegat btf Utrecht 1835, D.S.; Utrecht 1835, Wtt.; 1856, Coll. Nat.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Luneburg bij Neerlangbroek, v. d. T.; - 't Gooi 1828, Wtt.; Naarden 1864, 0.; Amstelveensche weg 1842, Heij- brock (P. N. S.); Jaagpad 1839, Romb.; Schinkel, Fl. Amst.; Uithoorn 1870, Boerl.; Oud Loosdrecht, P. A. Richard; Zijdelmeer Uithoorn, Boerl.; Klokkewiel bij Hoog Carspel, M. D.; Breesaap 1871, 562 EPILOBIUM. Boerl.; Spaarndammerweg, Kerb. ; Haarlemmerliede 1838, Buse; Haarlemmermeer bij de Crucquius 1852, D. J. Coster; Overveen, v. H.; Haarlem, Splitg.; — Leiden, Dz.; Mb.; Leiderdorp 1842, 0.; Katwyk, B. W.; Wassenaar zanderij 1832, S.S.; 's Gravenhage, V. Z.; I. de L. ex. herb. Groll; R. B. ; Loosduinen, Un. 1851; Destree; Voorne 1835, v. Rees; Fjjen- oord 1846, Groshans; 1870, 0.; Devel Groote Lind 1882, V.; Dordrecht, M. J. Cop; Biesbosch by Dor- drecht 1882, C. v. d. B r o e k ; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buysman; Zeeuwsch Vlaan- deren 1864, A. W.; — Werkendam 1835, Lac; Moerdijk 1862, de Br.; Oudenbosch 1889, deHaas; Bernsche dyk 1847, v. Hov.; Stratum 1901, Rovers; - Maastricht 1870, Groll; Pieterberg, Beek enGulpen, Un. 1883; Oud Valkenberg 1864, H.d. V.; Geul by Geulhem 1901, V. (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1863, Holk.; tusschen Terhorne en Akkrum 1868, Bergumerdam by Bergum 1868, v. T u i n e n in herb. pr. ; — Leens, J. Borgman; — Denekamp, J. B. Berninkinherb. Heukels; — Terwolde 1851, K. A. in herb pr.; Ryswijk, B. J. v. Wagensveld; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; — station Bussum 1899, Koning in herb. pr.; 't Gein 1898, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; boomkweekery v. Groenewegen Amsterdam 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Velserend 1884, Heinsius in herb. pr.;Haarlem, C. A. Backer; Haarlemmermeer, F. Hulk in herb. Heukels; — Lisse 1893 en Leiden 1892, V. Suringar in herb. pr.; Voorschoten 1885, Struyk. in herb. pr. ; Gouda 1885, Posth. in herb. pr. ; Stolwyk, H. A. West- broek en J. Slingerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; 1874, K. A. in herb. pr.; waterkanten Rysoord 1892 en Papendrecht 1878, Posth. in herb. pr. ; Herkingen EPILOBIUM. 563 1871, Costerus in herb. pr.; — Walcheren 1873, L. in herb. pr. ; Nieuw en St. Joosland 1875, Schip- per in herb. pr.; Middelburg 1891, Ogt. inherb. pr.; Mevr. Snellen; Uzendyke, P. J. v. Roosendaal in herb. Heukels; — onderste molen Venlo 1896, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Rottum, Holk. (Arch. 2. I. p. 380); - Giethoorn, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 346); de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); - Eibergen, Un 1859 (Arch. 1. V. p. 222); Ubbergen, Beek, Beuningen en Oosterhout, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 276); — Bergen, Heilo, Castricum, Bloemendaal, Vogelenzang, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Schou- wen en Duiveland, Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 119); Haamstede, Renesse, Un. 1864 (Arch. 3. I. p. 49); St. Philips- land, A.W. en L. (Arch. 2. VI. p. 113); Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 279); - Arcen, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Meerssen, Gulpen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861, Beek-Elsloo, Wylre-Slenaken, Un. 188 3 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld bij Munting. 507. E. parviflorum Schreb. Langs slootkanten en op moerassige gronden. %.. Juli—Sept. In Herb. : Eierlandsche huis op Texel 1868, Holk.; Texel 1857, Harting; Koog aldaar 1860, Lac; — Leeuwarden 1849, S.; — Eexta, Strat.; - Meppel, v. Heyn.; Borger 1859, Lac. en S. ; — Steenwyker- wold, Un. 1892; Kampen 1847, R. B.; Zalk, T.; 's Heerenbroek tusschen Kampen en Zwolle 1872, H o e k ; Ittersum bij Zwolle 1900, L. ; Deventer, S. S. ; Halb.; Pothoofd aldaar, K.; Borne, Un. 1895; - Harderwyk 1866, R. B.; Zutphen 1863, de Br.; Leesten bjj Zutphen 1850, Gronem.; Vorden 1875, Groll (fol. variegatis); Ruurlo 1883, Ensink; Bor- culo, Un. 1859; Beekbergerwoud 1869, S.; Claren- 564 EPILOBIUM. beek bij Arnhem 1842, Tilanus (P. N. S.); Ny- megen, B.; Abel. en Pas; Beek 1849, en Ooische dyk 1847, Th. Abel.; - Amersfoort 1893, Garj. tusschen Bunnik en Driebergen 1857, Kntittel Bunnik, C. A. Bergsma; Odijk 1867, Kniittel Utrecht, D.S.; 1835, Wtt.; v. H.; 1857, Coll. Nat. 1859, A. W. Hartm. en R. B.; tusschen Utrechten Houten 1827, Wtt.; 1839, v. d. T.; Wickenburg 1828, Wtt.; — Kerkhof Muiderberg 1861,0.; Amstelveen- sche weg, v. H.; Amsterdam, Fl. Amst. ; (fol. temis) v. H. ; Funen aldaar 1845, Richard; Sloterweg 1830, Romb. ; Hoogkarspel en Zwaagdijk 1894, Sanders Hoorn, Bergsma; Velsen 1870, Groll; Breesaap (Buse?); Bloemendaal 1835, en Zomerzorg, Mb. Overveen 1872, Boerl.; Woestduin by Haarlem (fl alb.), v. d. T.; Haarlem, Buse; 1841, de Vriese v. H.; 1871, Groll; Heemstede 1872, 0.; Vogelen zang 1871, Boerl.; Haarlemmermeer 1851, Miquel - Leiden, Pierot; B. W.; 0.; Katwyk 1842, B. W. Mallegat Katwijk 1832, S. S.; Mb.; Spanjaardsbrug Leiderdorp 1846, 0.; zandery Wassenaar 1832, Pie- rot; 's Gravenhage, R. B.; Kanaal aldaar, V. Z.; duinen bij 's Gravenhage, G. B.; tusschen den Haag en Loosduinen, v. d. T.; Loosduinen, Un. 1851; Rotterdam 1850, 0.; Rockanje, Un. 1887; Dordrecht 1836, Lac; M. J. Cop; de Myl Dubbeldam 1883, C. v. d. Broek; Heikop bij Vianen, Mb.; 1834, D.S.; - Haamstede, Un. 1894; Zuid-Beveland 1839, Wilhel- minapolder, Zwake, Kloetinge enz. 1838, v. d. B. ; Oranjezon 1879, L.; Domburg, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; tusschen Axel en Hulst 1838, v. d. T.; - Wouw, Un. 1896; Loopschans Breda, v. A. ; Sprang, Thomson; Oudenbosch, de Haas; fort Crevecoeur, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; Stratum 1901, Rovers en v. Roessel; — Sittard 1883, K.; Susteren 1895, G. en V.; Maastricht 1870, G r o 1 1 ; Beek, U n. 1 8 8 3 ; Oud Valkenberg, E x c. 1 8 8 9. EPILOBIUM. 565 p. verticillatum v. d. Bosch Enum. In Herb. : Leiden, Mb.; — 's Gravenpolder 1845, v. d. B. (Jelsum 1872, v. Tuinen; Hallum 1866, H. R. v. d. Ley in herb. v. Tuinen; — bosch te Winscho- ten (fl. albis) 1898, Schipper in herb. pr. ; Leens, J. B o r g m a n; — Oldenzaal (fl. albis), Mevr. Snellen in herb. Heukels; — Laag Soeren 1895 en 'tWoud 1850, K. A. in herb. pr. ; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rrjswijk, B. J. v. Wagensveld; - Drieber- gen, C. A. Backer in herb. Heukels; Oudwijkbrj Utrecht 1846, Alpherts in herb. pr.; — Naarden 1899, Eoning in herb. pr.; Zaandam, C. L. Voge- lesang en M. de Vroome in herb. Heukels; — Rijnsburg 1885, Struyk. in herb. pr.; Valkenburg 1893, en Endegeest onder Oegstgeest 1892, V. Su- ringar in herb. pr.; Rotterdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; Rijsoord 1892; Posth. inherb. pr.; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; - Middelburg 1878, L. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper; Dom- burg 1881, L. in herb. pr.; Oudelande, L. B. v. d. Slikke; Uzendrjke, P. J. Roosendaal — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Geldersche beek, Hamert, Un. 1893 in herb. V. Suringar; Geulle 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Terschelling, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); - Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Gramsbergen, Dalen, Weerdinge, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); - Steenwijkerwold, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Nieuwe Wete- ring en Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Hengelo, Woolde, Nieuwkerkerveen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 220); Markelo, - tus- schen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Terborg, Un. 188 5 (Arch. 2 IV. p. 566 EPILOBIUM. 403); Lichtenvoorde, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 221); - Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); - Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. YI. p. 113); Hoek, A. W. (Arch. 1. V. p. 279); - Oosterwijk, Ogt (Arch. 2. VI. p. 559); — Venlo, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). 508. E. montanum L. Aan heggen en op beschaduwde plaatsen. %. Juli—Aug. In Herb. : Park by de Burg op Texel 1860, L a c. ; — Leeuwarden Prinsentuin 1849 en 1859, S.; Bosch bjj Rys 1867, J. M. de Boer; - Haren 1833, v. H Strat.; Nietap, Sanders; — Weerdinge, 1859, Lac en S.; Meppel, v. Heyn.; — Kampen, 1850, T.; Zal kerbosch 1848, R. B.; Zalk, T.; Oosterhout by Kam pen 1849, R. B.; Staphorsterbosch, v. Heyn.; Bosch wijk by Zwolle 1892, L.; Diepenveen 1878, K.; De venter, Halb.; Delden, Un. 1870; Hertme bij Borne 1901, L. ; Gramsbergen 1859, Lac. en S. ; — Harder- wyk 1865, R. B.; Apeldoorn 1872, K. A.; Zutphen 1864, de Br.; Leesten 1850, Gronem.; Ruurlo 1883, Ensink; 'tWoold bjj Hyink 1875, R. E. de Haan; Beekhuizen by Arnhem, v. H.; Westerbouwing 1879, L.; Ubbergen, N. en Th. Abel.; Beek 1865, v. H.; tusschen Beek en Ubbergen 1853, 0.; Nymegen, B. ; - Amersfoort, R. B.; Plantsoen aldaar, Garj.; Doorn 1867, 0.; Bunnik 1857, Coll. Nat.; 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Zeist en Bunnik, v. H.; Amelis- waard, A. W. Hartm.; Utrecht, v. H.; 1874, 0.; Rhoodestein by Neerlangbroek, v. d. T.; — Naarden 1864, 0.; Muiderberg 1870, Hoek; Diemermeer 1840, Romb. ; Amsterdamen Hoedemakerspad, Fl. Amst.; Alkmaarderhout, Un. 1891; Breesaap, Buse; Bloe- mendaal 1867, 0.; Brederode 1840, Romb.; Aarden- hout, Buse; Haarlem, de Vriese; 1836, Buse; 1838, Romb.; 1872, Boerl.; Haarlemmerhout, Kerb.; — Leiden, Dz.; Forsten; Pierot; 1846, 0.; E verts; Katwijk 1832, S. S.; Wassenaar, M b.; zandery EPILOBIUM. 567 aldaar 1832, P i e r o t ; Haagsche bosch 1835, M b.; 's Gra- venhage, R. B.; Loosduinen, Destree; op eenmuur Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; - Zuid-Beveland Biezelinge, 1840, 1843, Noord-Beveland 1837, Walche ren 1840, v. d. B.; B.W.; Oranjezon 1841, v. d. T Nieuw en St. Joosland 1876, L.; Vlissingen 1880 Buysman; St. Kruis 1861 en Aardenburg 1861, A W. ; — Loopschans Breda, v. A. ; Sprang, T h o ra s o n Oudenbosch, de Haas; Oisterwijk 1884, Ogt. (als parvijlorum); Pettelaar, v. Hov.; St. Pietersberg 1870, Groll; Beek, Un. 1883; Gronsveld 1894, V. (als parviflorum). /?. verticillatum. v. d. Bosch. In Herb. : Deventer, Halbertsma; — Huner- berg te Ubbergen 1849, Th. AbeL; - Klein Ameliswaard, v. d. T. (cum Aec. Epilobii). * y. gracile. v. d. Bosch. In Herb.: Zuid-Beveland 1841, v. d. B. (Bergum, 1869, bosch Heremastate te Joure 1866 v. Tuinen in herb. pr.; Wolvega, Blesdijke, Olde holtpade, W. R. Bouraa en T. de Boer in herb Heukels; — Peize 1865, Holk. in herb. v. Tui nen; - Kolmschate 1857, K. A.; - Twello 1850 K. A. in herb. pr.; Apeldoorn 1881, L. in herb. pr Middachterbosch 1897, Posth. in herb. pr.; Arnhem Mej. A. A. L. Pelgrim; Berg en Dal, F. J. Be vort; Ryswijk, B. J. v. Wagensveld in herb Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr.; — Groeneveld, Baarn 1899, Koning inherb. pr.; Groe- neveld bij Eemnes 1884, Heinsius in herb. pi\; Overlangbroek, J. W. Kennephaas in herb. Heu- kels; tusschen Breukelen en Nieuwersluis 1871, Costerus inherb. pi\; — Vogelenzang 1890, Posth. in herb. pr.; - Leiden 1887, Struyk. in herb. pr.; Rjjngeest 1892 en Wassenaar 1893, V. Suringar in herb. pi\; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. H e u k e 1 s ; Park Merwestein Dordrecht 1898, P o s t h. 568 EPILOBIUM. in herb. pr. ; — buitengoed Rozenburg bij Middelburg 1892, Ogt. in herb. pr.; Uzendyke, P. J. Roosen- daal; — Kruisland, F. Janssens in herb. Heu- kels; - onderste molen Venlo 1898, Potkuilen, Te- gelen 1898, Rieter in herb. pr.).' Bovendien: Sleen, Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 246); Steenwijkerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Nieuwe en Oude We- tering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Hengelo, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); - Kannenburg Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); tusschen Bronsbergen en Warnsveld, U n. 1897 (Arch. 1. III. p. 615); Berg en Dal, Hatert, Oosterhoutsche bosch, Th. Abel. (Arch. 3. V. p. 276); - Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2 VI. p. 236); Vogelenzang, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. VI. p. 113); - Wouw en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); - Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Gronsveld Meerssen, Gulpen, Epen, Valkenberg, Un. 1861; Beek — Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, U n. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). 509 E. palustre L. Langs sloten, in venen en op moe- rassige plaatsen %., Juli—Sept. In Herb. : Texel 1860, Lac; de Nederlanden op Texel 1867, H. d. V.; tusschen Koog en de Westen aldaar 1868, Holk.; Hooge berg 1869 en de Westen aldaar 1869, Holk.; Vlieland 1858, Lac. ; tusschen West Terschelling en Midsland (by Hee), Un. 1886 Schiermonnikoog 1897, V.; — Groningen 1833, v. H. 1856, Strat.; de Scharmer by Groningen 1829, v. H. — Coevorden, Odoorn en Weerdinge 1859, Lac. en S.; Oldendijk by Weerdinge, Un. 1889; Meppel en Staphorsterbosch by Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1847, Zwartendijk bij Kampen 1848, en IJselmuiden 1848, T.; Kampereiland 1846, R. B. ; Giethoorn Zuidveen, Un. 1892; Almelo, Un. 1870; Borne, Un. 1895; EPILOBIUM. 569 Hardenberg 1868, v. d. Scheer; — Nijkerkerveen, Th. Stolz; Uddelermeer 1849, v. d. B.; Park 'tLoo 1858, 0. ; lage veen bij Emst 1876, K. A. ; Apeldoorn K.; Wisselsche venen, Un. 1890; Zutphen 1863 de Br.; Warnsveld 1885, Groll; Doetinchem, Un 1885; Eibergen, Borculo, Winterswijk, Un. 1859 Beekbergerwoud 1869, S.; Sijpenberg bij Arnhem Hoffm.; achter het Spijker te Beek, Th. Abel. (als E. parvijlorum glabrescens); Wageningen 1882, K. - Amersfoort 1839, en Hooglandsche venen 1839, D. S Rijzenburg, R. B.; tusschen Zeist en Rijzenburg 1859 A. W. Hartm. en R. B.; Zeist, Un. 1847;Abcoude Baambrugge, Vinkeveen 1850, Lac; Utrecht 1835 Wtt.; — Naarden 1864, 0.; rietlanden Muiden, Un 1901; Sloterweg, E. B. Asscher; 1838, Romb. Jaagpad, Romb.; Kalfjeslaan Amsterdam 1842, Heij brock (P. N. S.); Schinkel, F 1. A m s t. ; Bergen bij Alkmaar, U n. 18 71; Egmond aan Zee 1870, H. d. V. Breesaap, Kerb. ; Haarlemmermeer bij Heemstede v. d. T.; Overveen, Buse; Haariem 1870, Groll Westzaan 1851, Kerb.; — Noordwijkerhout, Dz.; Half weg Haarlem 1841, B. W.; Katwijk 1842, B. W.; Malle gat aldaar 1842, en Leiden, Dz.; Leimuiden 1863, 0. Exc. 1883; Wassenaar, Perin; 's Gravenhage, G.B. Eikenduinen, V. Z.; tusschen den Haag en Schevenin gen, R. B.; tusschen Delft en Maassluis, V. Z.; Dubbel dam 1836, L a c. ; Heikop bij Vianen, v. H. ; - Wilhel minapolder 1844, en Zuid-Beveland, v. d. B. ; Haamstede 1887, L.; Oosterzwake 1844, v. d. B.; — Woensdrecht, U n. 189 6; Oudenbosch, d e H a a s ; Heusden, v. H o v. ; vennen Someren 1838, de Br.; Deurne 1871, Lac; Peel bij Oploo, Un. 1856; Samdijk 1847, Lac /?. Schmidtianum Koch. (Epilobium Sckmidtianum Bostk. wordt voor een hybride gehouden tus- schen E. palustre en virgatum.) In Herb.: Oostereind Terschelling, Un. 1886; - Rolde 1865, H. d. V.; - Sijpenberg bij Arnhem, 570 EPILOBIUM. Hoffm.; — boomkweekerij Rhoodenstein by Neer- langbroek, v. d. T. : duinvalleien Oranjezon 1879, L. y. hyssopifolium (Epilobium simplex Tratt.). In Herb. : Oosterbroek 1853, v. H. (Leeuwarden 1892, V. Suringar in herb. pr. ; — Eelderhooiweg Groningen, R. de BoerenH. Kooi; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; tusschen Steenwrjk en Vledder 1869, v. Tuinen in lierb. pr. ; Diepenheim 1897, L. in herb. pr.; - Apel- doorn 1877-1878, K. A. in herb. pr.; Berg en Dal, F. J. Bevort; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr. ; - Naardermeer 1899, Koning in herb. pr.; 'tGein 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Oud Diemen 1881, Heinsius in herb. pr.; - Legmeer 1893, V. Suringar in herb. pr.; Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Gouda, Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Rijsoord 1892, Posth. in herb pr.; tusschen Oud Alblas en Lekker- land 1886, V. in herb. Posth.; - Nieuw en St. Joos- Iand 1875, Schipper in herb. pr.; - by de Water- leiding te Venlo 1895, en Broekmolen onder Stram- proy, Un. 1900, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Ameland, Bruinsma en Kros (Arch. 1. IV. p. 83); - Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Valthe, Sleen, Rozewinkel 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); - Steenwykerwold, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Hengelo, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 220); Markelo, Enter, - Slink bij Groenlo, tusschen Bronsbergen en Warns- veld, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 615); Terborg, ')Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); - Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Haarlemmermeer- *) In herb. wel Doetinchem van dezclfde excursie, niefc van Terborg; in de opgavo Archief echter wordt Doetinchcm niet vermeld. EPILOBIUM. 571 polder 1851, A. W. Hartm. (Arch. 1. III. p. 287); — Staalduin, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); ■ Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 119); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); - Velden, Arcen, Oost- rum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Over-Geul, Lac. (Arch. 2. V. p. 11); Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). 510. E. tetragonum L. Aan slootkanten en op moeras- sige plaatsen. %.. Juni-Juli. In Herb. : Texel 1860, Lac; Schiermonnikoog 1860, S.; - Oudega, (met byvoeging: zie het journaal); — Onland bij Groningen 1835, en Slochteren 1826, v. H.; — Staphorsterbosch bij Meppel, v. Heyn.; - Zalk, R. B.; T.;Schalkhaarl878, K.; - Gelderland, Bergsma; Harderwyk 1863 en 1866, R. B.; Epe 1885, K.; Zut- phen 1863, de Br.; Ooische dyk bij Nijmegen, Th. Abel.; Beek, Th. Abel. (als Ep. parvijlorum gla- brescens v. d. B.); — Liniedyk Amersfoort 1893, Garj.; Amersfoort, R. B.; huis ter Heide, en Zeist 1859, v. H.; tusschen de Bilt en Zeist Kerb.; Wikkenburg 1827, Wtt; Neerlangbroek, v. d. T.; - Verwerspad, Fl. Amst.; Haarlem 1835, Mb.; Wil- helminapark aldaar 1900, C. A. Backer; — Leiden, 1840, B. W.; de Vriese; Pierot; Studentenpad aldaar 1845, Mb.; Spanjaardsbrug Leiderdorp 1846, 0.; Hazerswoude 1832, S. S.; Katwyk 1842, Dz.; Wassenaar 1832, Pierot; Waalsdorp, en Zorgvliet, V. Z.; Haagsche bosch 1837, Lac; 1854, v. H. Jr.; Oranjepolder Westland 1846, v. d. T.; — Duive- land, Dz.; Noord-Beveland 1837, Zuid-Beveland 1842, 1845, 's Gravenpolder 1838, Wilhelminapolder 1838, Zwake 1838, Oosterzwake 1841 en Driewegen 1840, v. d. B.; Groede 1878, L.; Santdyk 1848, Lac; Hoek 1874, A. W.; tusschen Axel en Hulst 1838, v. d. T.; — Oudenbosch, de Haas; Helvoirt en Engelen 1847, ~> i - EPILOBIUM. v. Hov.; Eindhoven, v. d. B.; Boxmeer, Un. 1853; - Plasmolen, Un. 1853; Amby 1870, Groll. (Koudum 1864 en — Harendermolen 1866, Holk. in lierb. v. Tuinen; Winschoten 1884, Schipper in herb. pr. ; — Apeldoorn 1853 en Wisselsche veen 1885, K. A. in herb. pr.; Velp 1896, Ogt. inherb. pr.; - Berg en Dal, F. J. Bevort; - Zeist, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - Boomkweekery Groenewegen Amsterdam 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Zaandam, C. L. Vogelesang en M. de Vroome; - Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Hoek van Holland, de Wit Ha- mer in herb. K. A.; — IJzendyke, P. J. Roosen- daal in herb. Heukels; Hof van Domburg aldaar 1899, Ogt. in herb. pr.; Middelburg 1879, L. in herb. pr.). Bovendien: Terschelling, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); Ameland, (Arch. 1. V. p. 52) - - Steenwyk, Steenwy- kerwold, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); - Broek- land by Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 184); Terborg, Un. 1885 (Arch.2. IV. p.403); Bemmel, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 276); - Maastricht, Meerssen. 511. E. virgatum Fries. Op moerassige plaatsen. %.. Juli—Sept. In Herb.: Texel 1868, Holk.; tusschen Burg en de Westen op Texel 1869, Holk.; tusschen Burgen Koog aldaar 1869; Terschelling en Midsland 1868, Ame- land 1869 en tusschen Nes en Burg op Ameland 1869, Holk.; — Groenesteijn by Helpman, Strat.; — Schrevenweg bij Zwolle 1891, Berkum by Zwolle 1891 en Zandhove aldaar 1891, L.; Gramsbergen 1859 Lac en S. - Harderwy'kl866, R.B.; Apeldoorn 1879,Groll Amersfoort 1861, R. B.; Doorn 1869, 0.; Blaauw kapel en Maartensdyk, herb. v. H; - weiland Zydel meer, Boerl.; Amsterdam, Lac; - boschvanHaam stede, Dz.; Walcheren 1840, Oranjezon 1841 en Oost kapellel841,v.d.B.;-Hoogerheide, Un. 1896;Ulven houtsche bosch, Un. 1852; Oudenbosch, de Haas BPILOBIUM. 573 (Heerenveen, J. Kuiper inherb. Heukels; Oran- jewoud 1872, Costerus in herb. pr.; — Geitenkamp onder Arnhem 1892, Rozendaal bij Velp 1896, Ogt. in herb. pr.; — Rijn en Schiekade Leiden 1899, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; — Clinge 1866, L. in herb. pr.). Bovendien : Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); - Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350). 612. E. roseum Schreb. Op vochtige, beschaduwde plaat- sen. %. Juli — Aug. In Herb.: Friesland, Tresling; Joure v. H. (als alpinum) *) ; - Groningen 1828, v. H. ; - Meppel, v. Heyn.; — Kampen, R. B.; - Harderwijk 1864 en 1866, R. B.; Apeldoorn 1879, K.A.; Zutphen 1863, de Br.; Lichtenvoorde, Varsseveld en Winterswijk, U n. 1859; Arnhem, v. H. ; Wageningen, 0. ; — Amers- foort, D. S.; Soest 1891, Garj.; Zeisterbosch, (v. Heijn.?); Bunnik, C. A. Bergsma; - Verwerpad Amsterdam 1857, Knuttel; Fl. Amst.; Muider- poort aldaar 1867, 0.; Amsterdam, v. H.; Romb.; Haarlem 1847, Buse; Spaarne aldaar 1865, H. d. V.; — Leiden, Perin; 1845, Mb.; Groenhoven Leiden 1898, Struyk.; Clingendaal, V. Z.; Haagsche bosch 1834, Wtt.; 's Gravenhage, R.B.; Delft 1855, v.S. V; Rotterdam 1850, en Fijenoord 1870, 0.; Louterbloe- men onder Dubbeidam 1882, V.; Leksmond 1832, v. H. ; - Duiveland, D z. ; Noord-Beveland 1837, v. d. B. ; Segeermolen Middelburg 1897, L.; - Oudenbosch, de Haas; - Sittard 1883, K. (Leens, J. Borgman; - Denekamp, J. B. Ber- nink; — Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; - Utrecht, W. C. v. Embden; *) E. alpinum L. werd door Meese opgegeven voor Bakkeveen en Stfgerswolde ; het is echter waarschjjnHjk een vergissing, zoodat deze soort dan ook reeds by Bruinsma met een ? werd aangeduid en zy ook niet in den vroegeren Prodromus als indigene werd opgenomen. 574 EPILOBIUM. ONOTHERA. Culemborg, Haarlem en Sleeuwijk, C. A. Backer; — Rotterdam, F. D. J. Risch; H. v. d. Lindenin herb. H e u k e 1 s ; Leiden op Groenhoven 1898, S t r u y k. in herb. pr. ; tuinonkruid Dordrecht 1890, Posth. in herb. pr.; Haagsche bosch 1876, L. in herb. pr. ; — Nieuw en St. Joosland 1892, Ogt. in herb. pr.). Bovendien : tusschen Knype en Heereveen, U n. 3 881 (Arch. 2. III. p. 422); - Bloemendaal en - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); - Maastricht, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 312); Gulpen, Lac; Simpel- veld, Spekholzerbeide en Kerkrade, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 11). Voorts vermeld bij Bruman, misschien ook by Vorstius en Munting. [Aanm.: Yan de verschillende ook b\j ons voorkornende E p i 1 o b i u m-soorten z;jn vele hybriden bekend ofalthansals zoodanig beschrcven. Bijv. : E. hirsutum x parviflorum — E. intermedium E c h b. E. hirsutum X montanum = E. erroneum Hausskn. E. parviflorum X montanum = E. limosum Schur. E. roseum X tetragonum = E. Borbasianum Hausskn. E. roseum X palustre — E. purpureum Fr. E. tetragonum X palustre = E. Laschianum Hausskn. E. virgatum X palustre = E. Schmidtianum Rostk. E. hirsutum X tetragonum = E. brevipilum Hausskn. E. parviflorum X roseum = E. persicinum Rchb. E.paxviflorum xtetragonum E.W^issenburgenseF. Schultz. E. parviflorum X virgatum = E. Dacicum Borbas. E. parviflorum X palustre = E. rivulare Wahlenb. E. montanum X roseum = E. heterocaule Borbas. E. montanum X tetragonum = E. Beckhausii Hausskn. E. montanum X palustre = E. montaniforme K n a f. E. montanum X virgatum = E. aggregatum Cel. Ik heb gemeend de bescbruvingen dezer hybride-vormen hier achterwege te kunnen laten, doch bjj de bewerking eener nieuwe Flora van ona land meer dan tot dusver het geval was op deze tusschenvormen te moeten wjjzen]. Onothera Saint Lager. (Oenothera L.) 513. O. biennis L. Sinds 1614 uit Noord-Amerika in ONOTHBEA. 575 Europa ingevoerde plant; thans algemeen op zandige vochtige plaatsen. Q. Juli — Sept. In Herb.: Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1847, T.; Zalk, R. B. ; Zalkerbosch 1870, Hoek; Katerveer brj Zwolle 1839, v. H. ; 1875, v. Tuinen; Agnietenberg by Zwolle 1874, v. Tuinen; 1897, L.; Zwolle, v. H Deventer, Halb. ; Brinkgreve bij Deventer, P. v Delden; Platvoet aldaar 1879, L. ; tusschen Deventer en Gorssel 1845, T. ; — Bosch van Leuveren, R. B. Teuge by Apeldoorn 1853, K. A.; Park 'tLoo 1858 0. ; Zutphen, Wtt. ; C. v. d. Broek; Fockema Dieren, v. H. ; Winterswijk 1873, R. E. de Haan Arnhem, Thomson; huis de Duckenburg te Hatert Lent, de Ooische waard en Oosterhoutsche bosch N. en Th. Abel.; Renkum, Buse; 1850, S.; Wage ningsche berg, Forsten; 1832, Wtt.; Zand by Culemborg, H. S.; Coll. Nat. ; — Amersfoort R. B. station Staatsspoor aldaar 1893, Garj.; Doorn, v. d. T. Utrecht, v. H.; — Naarden 1864, 0.; Willemspark 1884, J. J. Sm.it h; tusschen Bentveld en Zandvoort 1890, v. E. (fasciatie); Santpoort 1868, v. Tuinen; 1871, 0.; Velserend 1871, BoerL; Kraantje Lek 1838, Romb. ; Overveen 1842, Bierens de Haan (P. N. S.); Rozewater 1872, Groll; Renbaan 1890, v. E. ; Bentveld 1846, Buse; Haarlem, Splitg. ; v. H.; 1834, Mb.; 1871, Groll; - Noordwyker- hout, Dz.; 1845, B. W.; 1845, 0.; 's Gravenhage 1832, I. d. L. e. h. Groll; G.B.; 1845, de Br. (als sinuata); Persynspan Katwijk 1832, S. S.; Kanaalweg by Scheveningen, Destree; tusschen den Deijl en Leidschen dam, Perin; — tusschen Haamstede en Renesse 1887, L.; Domburg 1841, v. d. B.; St. Kruis 1878, L.; Hoek 1864, A. W.; - Loopschans Breda, v. A.; Klopperwaard Werkendam 1835, Lac. ; 's Her- togenbosch, v. Hov.; Peel by het Staartje, Un. 1898; — Schaesberg bjj Valkenberg 1901, V. Var. grandiflora. (Misschien 0. LamarckianaSer.). 37 576 ONOTHERA. Maasbracht Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Var. parviflora Abrom. Ginneken 1895, S. en V. (Vermeld in Arch. 3. I. p. 162 als 0. muricata L). (Ruurlo 1891, L. en Ensink in herb. L.; Gendrin- gen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; langs de spoorbrug Culemburg, de Haas in herb. pr.; Spoel aldaar 1846, Alpherts in herb. pr.; - spoordijk Baarn-Hilversum, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — zandbergen bij Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Haarlem, Sloterdp, Overveen, Giesen, Werken- dam, Wadenoyen, Sleeuwijk en Vreeswjjk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Noordwrjkerhout 1886, Struyk. in herb. pr.; Keukenhof bij Lisse 1895, en Katwyk 1893, V. Suringar in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Papendrecht 1884, V. in herb. Posth.; - spoorbaan Moerdyk 1901, Posth. in herb. pr.; de Pettelaar brj 's Hertogenbosch 1872, Costerus in herb. pr.). Bovendien: Duinvalleien Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 230); Ameland, v. E. (Arch. 2. I. p. 380); - Uffelte 1859, Lac. en S. (Arch. l.V. p. 247); — Lichtenvoorde, Breeveld, Groenlo, Un. 18 59 (Arch. 1. V. p. 222); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 403); - Velsen, Bloemendaal- Westland, v. E. (Arch.2.I. p. 380); ■■ Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); St. Pietersberg, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 313), Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 11). * O. biennis x muricata (0. biennis var. muricato- macrantha. 0. Braunii Doll). In Herb. : Hilversum, de Vries; Bloemendaal, Kerb. 514. O. muricata L. In Europa in 1789 uit Canada ingevoerd door John Hunnemann ; bij ons slechts in de duinen aangetroffen, naar het mij schijnt thans vrij algemeen door 0. biennis verdron- gen. %. Juli — Aug. ONOTHKRA. CLARKIA. 577 In Herb. : Kraantje Lek by Santpoort 1870, 0.; Haarlemmerduin, Boerl.; Aardenhout 1875, Groll; Overveen 1836, Buse; 1892, Boerl.; tusschen Over- veen en Bloemendaal, v. E.; Bloemendaal 1877, L. J. v. d. Veen; - Waalsdorp 1845, de Br.; 's Graven- hage, V. Z.; de Br.; Un. 1851; tusschen den Haag en Scheveningen 1843-45, de Br.; 1895, R. B.; Scheveningen, Un. 1851; 1861, de Br; Destree; R. B. (Afgegraven weiland Oudewerf te Winschoten, Schipper in herb. pr.; — Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; — Vogelenzang 1888, Struyk. in herb. pr.). 515. O. laciniata Hill. Op drogen, zandigen bodem, in Noord-Amerika, tot Zuid-Amerika verspreid. Q. Mei — Juni. Tuinplant. Oranjelust by Leiden, Juli 1901, Struyk. (Stoommeelfabriek Deventer 1900, E. J. H. Schol- ten in herb. Heukels). 516. O. Lamarckiana Ser. Noord-Amerikaansche plant, ofschoon onbekend van waar ingevoerd; bij ons slechts als vluchteling uit tuinen. (Cfr. Hugo de Vries. Mutationstheorie I. p. 313).© Juni—Oct. In Herb. : Deventer 1876, K.; - Sporadisch hooiland Harderwijk 1873, R. B.; — zanderjj Six Hilversum 1893, Ritsema; duinen Bentveld en Rozewater, v. Vloten; Renbaan 1890, v. E. (Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels). Clarkia Pursh. 517. C. pulchella Pursh. Noord-Amerikaansche tuin- plant; zelden verwilderd. 0 Juli — Aug. (Meelfabriek Middelburg, Mevr. Snellen in herb. H e u k e 1 s). 578 ISNARDIA. CIRCAEA. Tribus Jussieueae D.C. Isnardia L. 518. I. palustris L. In langzaam vlietend water, in veen- en heidestreken. %.. Juni—Sept. In Herb.: Dinkel by Oldenzaal 1895, Groll; de Lutte, Hasselo en Haaksbergen, Un. 1895; (Nieuwen- huis bij Bentheim 1835, Miq.); - Nijkerk 1890, Groll; tusschen Putten en Nykerk 1872, Stolz; Heunmerveen by Nijkerk, Heinsius, G. enLotsy; Loenen op de Veluwe 1832 en 1844, Wtt. ; Apel- doorn 1898, K. A.; Halle op de Veluwe 1834, de Vriese (P. N. S.); lage wal tusschen Barneveld en de Hartskamp 1838, D. S.; Eibergen, Un. 1859; Nymegen B.; ten Hoet; 1835, Mb.; huis Hulsen by Nijmegen 1793, B.; Over het huis den Ducken- burg by de herberg 'tZwaantje, N. Abel. ; Hatert, Th. Abel.; Hatertsche broek, B.; Thomson; — Rietven brj Oosterwyk, G. Broers; Oosterhoutsche heide 1841, Lac; Heusdenhout, Un. 1852; Geldrop 1838, de Br.; Tongreep by Valkenswaard 1874, Lac; - Valkenswaard 1901, Rovers; — tusschen Pan- heel en Wessem, 1901, G. en Jongm.; Vlootmolen onder Stramproy 1899, G. en des Tombe. (Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; - Eindhoven 1901, Posth. in herb. pr.). Tribus Circaeeae D.C. Circaea L. 519. C. lutetiana. L. In boschrijke streken, onder heggen, onder boomen enz. 2J.. Juni — Sept. In Herb. : Beetgum, S.; - Groningen, Forsten; Visser; Sterrebosch te Groningen, Strat.; 1867, Holk.; bosch te Slochteren 1855, v. H.; de Leek 1895, Sanders; - Paterwolde, bosch van Hesselink CIRCAEA. 579 1839, v. H.; kerkhof Ruinerwold, v. Hetfn.; Assen "Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Deventer, Halb.; 1846, v. Gron.; 1846, T.; Twik- kelerbosch bij Delden 1857, Spree; Botermansvonder in een boschje nabij de Dinkel onder Losser 1898, G. en V.; - Barneveld 1894, Garj.; Park 'tLoo 1858, 0.; Groote Meen Ruurlo 1883, Ensink; Ruurlo 1881, C. v. d. Broek; Zutphen, v. A.; Vorden 1874, Groll; bosch te Bingerden, bosch onder Uilenpas bjj Doesburg, en Hardenbroek 1833, Wtt; Beekbergerwoud 1869, S.; Beekbergen 1850, K. A.; Rozendaal, Velp en Beekhuizen, M. D.; Middachterbosch 1840, Buse; Arnhem 1877, K.; Angerenstein bij Arnhem 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Oorsprong bij Arnhem R. B.; Beek en Ubbergen, N. en Th. Abel.; Beek 1853 en 1868,0.; 1866, v. H.; Ubbergen 1850, Th. Abel.; Thomson; — Zeist, E. B. Asscher; tusschen Bunnik en Driebergen 1857, Kniittel; Abstee bij Utrecht, v. d. T.; Vossegat bij Utrecht, v. Dijk; Utrecht, v. H.; 1851, S.; 1859, R. B.; 1874, v. Tuinen; — Nieuwe St. Bavokerk Haarlem 1898, Borst Pauwels en Jongm.; Elsbroek onder Hillegom 1884, v. E.; Stadwijk onder Voorschoten 1897, V Haagsche bosch, V. Z.; 1835, Mb.; Kerb.; 1840, B W.; 1854, v. H.Jr.; Buse; G. B.;v. S. V.; Destree 1896, V.; R. B.; tuin Walevest Dordrecht 1882, V. — Walcheren 1833, Forsten; bosschen van West hoven Walcheren 1873, Hoek; Domburg 1839, v. d B.; - Oudenbosch 1893, H. Verhoeven S. J. Grienden Werkendam 1835, Lac; - Maastricht, v Hov.; Geulle, Un. 1883; St. Pietersberg 1870 en Heughem 1870, Groll; Gulpen, Un. 1861; Val kenberg 1901, V. (Bosch te Weende onder Vlachtwedde 1899, Schip- per in herb. pr.; - Borne, Mej. H. v. d. Pauwert; — Laag Keppel, R. d e B o e r en H. K o o i in herb. 580 CIRCAEA. TRAPA. Heukels; Loenensche bosch Betuwe 1879 en Enghuizen 1882, K. A. in herb. pr.; Uilenpas 1901, Struyk. in herb. pr.; - Sleeuwijk, Odyk, Utrecht, Werkhoven, Nieuw Ameliswaard, Cothen, Oorsprong, en Nieuwersluis, C. A. Backer inherb. Heukels; - Amerongen 1887, Struyk.; Breukelen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Wyk bij Duurstede, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; — Endegeest 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; 1892, V. Suringar inherb. pr.; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; Park Merwestein Dordrecht, Posth. in herb. pr.; - Domburg 1873, L. in herb. pr.; - Singraven, J. B. Bernink in herb. Heukels). Bovendien: Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Brinkhuis, Twikkel, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 220); - Willinkhof by Winterswyk, Un. 1859 (Arch. 2. V. p. 222); — Duinvliet en Berkenrode bij Haarlem, v. E. (Arch. 2. I. p. 381); - Beek-Elsloo, Gronsveld, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld door Pelletier en Vorstius. * C. intermedia Ehrh. (C. lutetiana X alpina). Voor- namelijk in beukenwouden. %.. Juni- Sept. Niet in herb.; doch opgegeven voor Maastricht in Lej. Fl. de Spa (Cfr. Arch. 1. II*. p. 19). Tribus Hydrocaryes Link. Trapa L. T. natans L. In stilstaande en zachtstroomende niet te diepe wateren met slijkigen bodem. ©. Juni—Sept. In Herb. : Hortus Leiden 1834, S. S. Voorts vermeld by P e 1 1 e t i e r, misschien gekweekt. (Cfr. Arch. 2. II. p. 367). TRAPA. MYRIOPHYLLUM. 581 [ A a n m. : Wordt nog door d o G o r t o r als indigeen opge- geven; thans echter zeker verdwenen, waarschijnHjk tengevolge van het als voedsel gebruiken der noten, misschien ook door het verminderen van het aantal plassen. Ik geloof dat we thans in tegenstelling met hetgeen v. d. Bosch schreef in de eerste editie van den Prodromus wel mogen aannemen, dat onze meeren en moerassen met de noodige zorg zjjn door- zocht en dat wy het ontbrekon van Trapa dus als een vast- staand feit mogen beschouwen. Trouwens ook in naburige landen heeft de plant een zelfde lot ondergaan. Een bewys van haar vroeger voorkomen leveren de subfossiele vruchten. Het verdient aanbeveling de plant b;j ons weder in te voeren]. Ordo Halorrhagidaceae R. Br. Myriophyllum L. 520. M. verticillatum L. In vaarten, slooten enz. %.. Juli—Aug. In Herb. : Dokkum 1865, H. d. V.; St. Jansga en de Gaast 1839, (wie?) - de Leek 1895, Sanders; Eelderwolde 1839, v. H.; Boveneexta, Strat.; On- land bij Groningen, v. H. (als altemifol.); — Borger, Un. 1889; Meppel, v. Heijn.; - Kampereiland 1849, T.; 1849, R. B. ; Noorddiep bij Kampen 1845 T.; Spoolde bij Zwolle 1891, L.; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Entersche veen bij Rijssen 1897, G. ; Almelo, Stag- gemeijer; Broek te Borne, Un. 1895;— Ankelaar bij Apeldoorn 1876, K. A.; Zutphen 1833 en Voor- stondenby Zutphen 1833, Wtt.; Vorden 1884, Groll; Terwolde en Bathmen, Un. 1850; Nijmegen, B.; kolk te Lent, Th. Abel. ; Beuningen, G. Broers; 0.; Wychensche veen, Spaan; v. d. T. ; tusschen Wychen en Hatert 1841, v. d. T. ; Keijenberg bij Wa- geningen 1833, Wtt. ; de Bilt, v. H.; Amersfoort, R. B.; Neerlangbroek, v. d. T. ; Baambrugge 1850, Lac; tusschen Abcoude en Baambrugge (wie?) — Haarlem, Buse; - Warmond 1840, Mb.; Dz.; 1842, B. W. ; 's Gravenhage, v. S. V. ; Loosduinen 1866, H. d. V. ; Spoelwijk bij Boskoop 1834, en Rotterdam, S. S.; •~'^_ MYRIOI'HYLLUM. — St. Jansteen 1865, A. W.; - Bergen op Zoom, Thomson; Woensdrecht, Un. 1860; Mastbosch Breda, Un. 1852; Drimmelen, Verkouteren; Wer- kendam 1836, Lac. ; Oisterwyk, v. Vloten; Pette- laar 1847 en Rosmalen 1847, v. Hov.; Dommelen 1901, Baken; Valkenswaard 1901, Rovers; - Plasmolen, Th. Abel. (Oldeboorn 1863, Holk. en Tjalliberd 1869, v. Tui- nen in herb. pr.; Paterwolde 1884, Heinsius in herb. pr.; - tusschen Zweelo en Westerbork 1887, Posth. in herb. pr.; Emmen, Un. 1889 S.,inherb. Struyk.; Drenthsche venen, Un. 1889, Ensink in herb. L.; - Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Ittersum by Zwolle 1891, L. inherb. pr.; - Gendringen, Mej. M. S. Rust; Ryswyk, B. W. v. Wagensveld; - Veenendaal, W. C. v. Embden in herb. Heukels; 1898, Struyk. in herb. pr.; - Eindhoven 1888, Posth. in herb. pr.). Bovendien: Steenwyk, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Haaksbergen, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3.1. p. 220); - Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); — Gulpen, Lac. (Arch. 3. V. p. 11). Voorts vermeld door Munting: Tiel, Loenen, de Gorter; Naarden, Raamsdonk, Prinsenmeer, Delft en de Bilt, Fl. B. S. 521. M. spicatum L. Op gelijke plaatsen als de voor- gaande, doch algemeener. %. Mei — Sept. In Herb.: Eyerland Texel 1860, Lac; Vlieland 1896, V.; Terschelling, Un. 1886; - aan de Linde in Friesland, v. H.; Blya 1851, S.; - Groningen 1833, v. H.; Strat.; 1865, Holk.; Koevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Richterdiep Kamper- eiland 1872, Hoek; Kamperbroek 1848, en Kampen 1846, T.; Beulakerwydo by Vollenhoven 1894, Vecht by Zwolle 1893, en slooten Wipstrikkerallee te Zwolle 1892, L.; Deventer, Halb.; - Zutphen 1859, de Br.; Overvelde bij Zutphon 1876, en Apeldoorn 1872, K. A.; MYRIOPHYLLUM. 583 Nijmegen, B.; Veenendaal 1898, V.; Epen 1864, S. ; Lockhorst bij Amersfoort, Garj.; tusschen Drieber- gen en Bunnik 1857, Knuttel; Utrecht, D. S.; Merwedekanaal by Nigtevecht 1901, G. en V. ; — Naarden 1864, 0.; Diemermeer, v. H. ; Fl. Amst.; Sloterdijk 1845, Romb.; Amsterdam, v. H.; 1872,0.; Marken 1886, Boerl. en V.; Enkhuizen 1896, San- ders; den Helder, Romb. ; Spaarndam 1836, Buse; tusschen Spaarndam en Schoten 1894, V.; Zomer- zorg, Kerb.; Haarlem , Buse; 1870, Groll; — Noordwijk, Perin; 1843, de Vriese; Bjjweg Sas- senheim, v. d. T.; Rijnsburg 1837, Lac; Leiden 1835, Mb.; 1843 en 1844, 0.; 1846, B. W.; Fockema; Mallegat Katwyk 1729, A. v. Rooyen; Mb.; Room- burgerpolder 1832, en Boterpolder bij Hazerswoude 1832, S. S.; Vijvers Haagsche bosch, G. B.; Nootdorp, Destree; Loosduinen, Barger; Rijswijk, v. H; Rotterdam 1851, Gronem.; Rhoon 1871, Schep- man; Dordrecht 1883, C. v. d. Broek; — Zuid- Beveland 1838, Goes 1838, 1845, v. d. B.; Sas van Gent 1854, A. W.; — Zuid-Willemsvaart 's Hertogen- bosch, Ven bij Fort Crevecoeur 1847, en Nuenen 1850, v. Hov. (Noorderbuurt Oostereind Texel 1894, V. Suringar in herb. pr. ; — Dinkel, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Battery Vossegat 1846, Alpherts in herb. pr.; — Weesp 1886, Costerus inherb. pr.; Muiden, Un. 1901, Rieter in herb. pr.; 's Grave- land 1899, Koning in herb. pr.; Amsterdam 1882, Heinsius in herb. pr.; A. C. J. v. Goor; Uitgeest, M. Kramer in herb. Heukels; Spaarndammerdyk, A. C. J. v. Goor in herb. pi\; — Voorschoten 1885, Struyk. in herb. pr.; 's Gravenhage 1872, Posth. in herb. pr.; Delft 1876, L. in herb. pr.; Rotterdam, F. D. J. Risch; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Zwijndrecht 1894, en Alblasserdam 1887, Posth. in herb. pr.; — ;,s i MYIMmi-jivlluM. slooten Kapelle (Z.-Beveland) 1894, en vijvers West- Souburg 1896, Ogt. in herb. pr. - Waterplas van het Broek te Broekhuizen 1894, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 381); - Zwinderen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); - Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Entersche Veen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); — Winterswijk en Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); in de Grift bij Lent, Th.Abel. (Arch. 2. V. p. 276); -? Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 239); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399) ; - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 119); - Plasmolen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 11); Meerssen, Amby, in de Geul brj Gulpen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld bij Bruman. 522. M. alterniflorum D.G. In plassen, in heide en veen- streken. %. Mei — Juli. In Herb. : Koog op Texel 1868, en Liesterplak Ter- schelling 1869, H o 1 k.; Terschelling 1881 , G r o 1 1; Doode- manskisten by Westterschelling 1869, Holk.; Un. 1886; Vlieland 1858, Lac; - Haren 1837, en Haren- dermolen 1835, v. H.; - Sandinkshoek byGoorl898, G.enV.; - Uddelermeer 1849, Mb.; Un. 1849; Park 'tLool858, 0.; Hierderbeek bij 't huis Staverden 1855, Lac; Ruurlol886, Ensink; Voorst, Wtt.; Lunteren 1846, Lac; veen bij Ede 1884, K.; tusschen Veenen- daal en Rhenen 1898, V.; - Zeisterbosch 1851, 0.; Voorbosch by Zeist, W. K.; Biltsche molen (aan- gedreven) 1838, Lac; Bilt 1833, Wtt.; - Bavelsche Loop brj Breda, Un. 18 52; Nuenen 1850, v. Hov.; tusschen Leende en Sommeren 1837, en Boxmeer 1838, de Br.; - Blerik 1899, Garj.; Pastoorshuis by Weert 1900, G. en Jongm. (Barneveld, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Nybroek 1881, en Apeldoorn 1870, K. A. in herb. pr. ; MYEIOPHYLLUM. HIPPURIS. 585 Veenendaal 1898, Struyk. in herb. pr.; Culemborg en vyver plantsoen aldaar, de Haas in herb. pr. ; — Oostkapelle, Frederiks in herb. L.; — Rijnbeek by Lovendaal onder Venlo 1900, Rieter inherb. pr.). Bovendien: Delden — Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); — zeer algemeen in slooten en in het kanaal by Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 184); - Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 113); - Montfort, Lac. (Arch. 2. V.p. 11). 523. M. proserpinacoid.es Gill. Plant van Chili en Uru- gay, in warme kassen gekweekt; een enkele maal van daar ontvlucht. %.. In herb. : Singel by Leiden (ontvlucht uit den Hor- tus slechts een jaar), 1898, V. Ordo Hippuridaceae Link. Hippuris L. 524. H. vulgaris L. In ondiepe slooten, moerassige wei- landen. %. Mei—Sept. In Herb. : Burg op Texel 1860, Lac; Oostereind en elders op Texel 1868, Holk.; Midsland Terschel- hng, Un. 1886; Schiermonnikoog 1868, Holk.; - Foudgum bij Dokkum 1865, H. d. V. ; - Bidam 1829, v. H.; Horensche diep by Helpman, Strat. (als palustris); — Meppel, v. Heyn. ; Kleine Vecht by' Coevorden 1859, Lac. en S.; — Kampen 1846, 1854, R. B.; Zwartendyk 1847, T.; Vollenhove en Blokzyl 1894, L.; Gracht Schipbeek Deventer 1877, K.; - Nymegen B.; N. en Th. Abel.; Thomson; Dreu- mel en Zoelen, Post; — Zevenhovensche weg 1894, Garj.; de Klop by Utrecht 1835, Kraamw.; Utrecht, Marchand; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Zuilen, v. d. T.; Tienhoven, J. C. Broers; Werkhoven, C. A. Backer; — Sloten, Fl. Amst.; Amstelveensche weg 1842, Teengs (P. N. S.); Legmeer-wetering, 586 hippuris. Boerl.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Hart.; Velsen 1873, Hoek; Velserduin 1873, Boerl.; Haarlem 1870, 0.; 1871, Groll; 1872, Boerl.; Haarlemmer- hout, Buse; — Sassenheim 1833, Fo rsten; Nieuw- koop 1901, Jongm.; Leiden, Dz.; Mb. ; Zijlsloot by Leiden, Kerb.; Hazerswoudsche wetering by Zoeter- woude 1833, S. S.; Hazerswoude, Pierot; Water- polder aldaar 1832, en Morsebelsche polder Oegstgeest 1833, Wtt.; Valkenburg 1846, Perin; deKaagl836, Lac; den Deyl 1832, S. S.; Wassenaarsche weg bij 's Gravenhage, Destree; Waalsdorp, V. Z.; 's Graven- hage 1833, I. d. L. e. h. Groll; G. B.; 1847, de Br.; Delft, v. S. V.; Abstwouderweg aldaar 1875, L.; meeren achter de Heemraadschuur te 's Gravezande, V. Z.; Rhoon 1871, Schepman; Rockanje 1884, S.; — Noorderkerke 1845, (wie?); Haamstede 1883, L.; Colynsplaat N.-Beveland 1886, L.; Goes 1842, v. d. B.; Koudekerke 1863, A. W.; Domburgsche watorgang bij Aagtekerke 1881, L.; Sas van Gent 1854, A.W.; — de Maas bij fort Andries, v. S. V. /?. fluviatilis. In Herb. : Valburg, T h. A b e 1.; - tusschen Man- nepad en Batenbrug onder Bennebroek, v. d. T.; — 's Gravenhage 1847, en Hoek v. Holland 1845, d e B r. (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1868 en Leppe- dijk by de Bokkepolder onder Oldeboorn 1863, Holk.; Hallum 1864, H. R. v. d. Leij in herb. v. Tuinen; — Groningen, Peize en Groningen, Roodeschool, R. d e Boer en H. Kooi; Leens, J. Borgman; — Ryswyk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Ooi by Nymegen 1879, K. A. inherb. pr.; — Bunnik, Vechten 1846, A 1 p h e r t s in herb. pr. ; — 's Graveland 1892, V. Suringar in herb. pr.; Naardermeer 1899, Koning in herb. pr.; Uitgeest 1883, Heinsius in herb. pr.; Vogelenzang 1863, V. Suringar in herb. pr. ; — Oegstgeest 1886, Struyk. in herb. pr.j Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Spjj- HIPPURIS. CALLITRICHE. 587 kenisse, J. Koornneef; Koudekerke, Mevr. Snel- len in herb. Heukels; — Kapelle (Z.-Beveland) 1893, Ogt. in herb. pr.; - Lage Zwaluwe bij het Station 1897, Posth. in herb. pr.). Bovendien: Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 548). Voorts vermeld door de Lobel, Vorstius en B r u m a n. Ordo Callitrichaceae Lk. Callitriche L. 525. C. obtusangula Le Gall. (?) Over de verspreiding enz. zie de aanmerking aan het eind van dit geslacht. In Herb.: Noordwijk, Everwijn (als stagnalis); Leiden 1844, 0. (als stagnalis); - Tholen 1877 L. en A. W. (Domburg 1877, L. in herb. K. A.). [A a n m. : Wellicht dat onder de hierna te noemen groei- plaatsen van C. stagnalis nog wel enkele C. obtusangu- lae schuil gaan; sommigen zyn onvruchtbaar en veelal is de vrucht niet volkomen tot ontwikkeling gekomen, zoodat een nauwkeuriger onderzoek te lang zou ophouden met te weinig zeker resultaat. Trouwens het geheele geslacht heeft voor ons land een nauwkeurige hewerking noodig]. 526. C. verna L. p. p. In Herb. : Dorkwert, 0. de Gavere; Onstwedde, v. H.; Helpman, Strat.; — Sleen en kleine Vecht bij Coevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen, T.; 1847, R. B.; Broek 1848, T.; Vollenhove 1898, L. en 0.; Ittersum bij Zwolle 1894, L.; - Har- derwijk 1865, R. B.; 'tLoo, Wtt.; Park aldaar 1859, 0.; Ruurlo 1886, Ensink; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Persingen, B.; Ooi en Weurt, Th. Abel.; — Amersfoort 1894, Garj.; de Bilt 1838, D. S.; v. H.; Blaauwkapel, Bergsma; Utrecht, v. H.; — Naarden 588 CALLITRICHE. 1864, 0.; Diemerweg, Diemermeer en Eindmeer, Fl. Amst.; Overveen, Dz.; Haarlem 1875, G r o 1 1 ; Heem- stede, v. d.T.; 1841, v. H.; — Noordwyk, Everwyn; tusschen Noordwijk en Katwyk 1897, V.; Katwrjk 1833, S. S.; Valkenburg, S. S.; Rynsburg 1833, Wtt.; Leiden, S. S.; 0.; Dz.; 1846, Perin; Maredijkje al- daar 1844, 0.; Zoeterwoude 1833, S. S.; Wassenaar, Dz.; 1897, V.; tusschen Loosduinen en Ter Heide, Un. 1851; Rotterdam 1850, 1851, 0.; Coll. Nat.; Dubbeldam 1848, v. Hov.; Dordrecht, H. K. Houn- nes; Heikop en Vianen, v. H.; - Zuid-Beveland en Walcheren, v. d. B.; Middelburg 1883, Buysman; Kapitalendam bij Biervliet 1861 en Philippine 1854, A. W.; - Bergen op Zoom, Thomson; tusschen Cromvoirt en Groot Deuteren 1847, v. Hov.; — Amby, Un. 1861. (Oldeboorn 1866, Holk. en 1868, v. Tuinen in herb. pr.; - Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; - Culemborg, de Haas in herb. pr.; - Zeist, W. C. v. Embden; - Naarden, J. Koorn- neef in herb. Heukels; Naardermeer 1899, Ko- ning in herb. pr. ; Schoorl, Mej. M. J. de Verwer in herb. Heukels; Schoten 1894, Struyk. inherb. pr.; - 'sGravenhage 1872 en de Myl by Dordrecht 1892, Posth. in herb. pr.; - Kapelle (Z.-Beveland), Ogt. in herb. Heukels; — Vucht by Roucoulere 1886, Costerus in herb. pi\). Bovendien: Texel, Ameland, v. E. (Arch. 2. I. p. 381); - Terborg, Un. 188 5 (Arch. 2. IV. p. 403); (var. caespitosa foliis lineari-lanceolatis) de Ooi, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 277); - Sas van Gent, A. W. (Arch. 1. IV. p.280); - Gronsveld, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld door Munting. 527. C. hamulata Kutz. In Herb.: Peize, Strat; - Apeldoorn 1872, K.A.; 1879, Groll; Neerbossche broek by Nymegen 1865, CALLITRICHE. 589 Th. Abel.; — Vijvers Rijzenburgerbosch 1847 en 1851,0.; Blaauwkapel,Bergsma; de Bilt 1838, D. S.; — vyvers Haagsche bosch, v. d. Cop. ; Rotterdam 1850, 0. ; — 's Hertogenbosch, Boxtelsche heide 1847, en Berlicom 1847, v. Hov.; Sambeek, Un. 1853. (Tegelen sloot kasteel Glazenap 1898, Rieter in herb. pr.) 528. C. stagnalis Scop. In Herb.: Midsland 1887, V.; - Terissert, Un. 1881; - Waterhuizen Groningen 1865, H. d. V.; Reitdyk te Groningen 1856, Strat.; Groningen 1846, v. H. (als platycarpa?); — Peize, Strat.; tusschen Roswinkel en Weerdinge 1837, v. H.; Vecht bij Coevorden 1859, Lac. en S. ; Meppel, Cayaux (als platycarpaf); — Kampen, R. B.; Broek 1848 en 1849, T.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; - Twello 1848, M. J. Cop (als platycarpa); Harderwjjk 1864, R. B.; Hierderbeek bij Staverden 1855, Lac; Epe, Un. 1890 (ook als platycarpa); Apeldoorn 1883, en Ruurlo, Groll; Arnhem, Thomson; Lent 1852, en Hees 1851, Th. Abel. (als platycarpa); Bennekom 1890, G. (als platycarpa); Renkummerbeek 1897, V.; tusschen Ede en Wageningen 1877, K. ; — Amersfoort 1894, Garj.; de Bilt 1847, v. Hov.; Vreeswyk, v. d. T.; — Wieringen 1857, Lac. (vermeld als vernalis) Aardenhout, Buse (als platycarpa); Velsen 1871 Hoek; Schooten 1870, Haarlem 1877 en Haarlem merhout 1871, Groll; - Noordwyk 1830, Forsten 1847, Dz. (als platycarpa); Everwyn; 1872, Boerl. Katwijk binnen, Kerb.; Rijnsburg 1859, S. ; 1887 C. v. d. Broek; Valkenburg 1827, herb. de Haan Warmond 1841, S.S.; Leiden,S.S.; Mb.; 1836, Lac. v.d.B.; 1842, de Vriese; 1847, 0.; 1853, S.; Mare dijk en Wittepoort aldaar 1846, Perin; 1901, G. den Deyl, M b.; Wassenaar, Mb.; Dz. (als platycarpa") *) Reeds v. d. Bosch merkt hieromtrent op : „De specimina, onder 590 CALLITRICHE. 's Gravenhage, v. Hov.; Waalsdorp, Exc. 1897; vijver Haagsche bosch, v. S. V. ; v. d. Cop; Delft, v.S. V.; Rotterdara 1856,0.; Dordrecht 1879, Boerl. ; 1882, C. v. d. Broek; Noordendijk aldaar 1850, (ook als platycarpa) en Zandweg aldaar 1849, v. Hov.; Jagerpolder onder Dubbeldam 1838, Lac; — tusschen Renesse en Haamstede, Un. 1894; Kloetinge 1886, L. en C. Brakman (als platycarpa); Zuid-Beveland 1843, v.d. B.; St. Kruis 1861, en Sas van Gent 1855, A. W.; - Rozendaal, Un. 1860; Liesbosch bij Prin- cenhage, v. A.; Bavelsche loop bjj Breda, Un. 1852; Oude Maasje by Heusden, de Aa brj 's Hertogenbosch 1847, Berlicum 1847, Vucht 1847 en 's Hertogenbosch, v. Hov. (als platycarpa); Boxmeer, U n. 1853; — Koningsveen by den Plasmolen 1897, G. en V.; Eysden 1894, V. en v. V 1 o t e n ; Valkenberg, U n 1 8 6 1. (Hardenberg 1892, en Land van Vollenhove 1894, Carm. in herb. L.; - Apeldoorn 1851, K. A. (als platycarpa); — Utrecht, de Bilt en Zeist, W. C. van Embden inherb. Heukels; - Weesp ? 1886, C o s- terus in herb. pr.; Uitgeest 1883, Heinsius in herb. pr.; — Papendrecht en Zwyndrecht 1892, P osth. in herb. pi\; - Rijnbeek bij Lovendael onder Venlo 1900, Rieter in herb. pi\). Bovendien: Tusschen Wolvega en Terissert, Un 1881 (Arch. 2. III. p. 422 en IV. p. 24); - Ane Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); - Won ningen bij Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 184) Hees, Th. Abel. (Arch. 2. V.p.277); - Bergen 1871 S. en Abel. (Arch. 1. I. p. 272); - Voorne, v. E (Arch. 2. I. p. 381); - Philippine, A. W. (Arch. 1 IV. p. 280); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en dezen naam in bet herbarium aanwezig en door den Hoer Dozy brj Wassenaar verzameld, schijnen mij fcoe de vereischte kmmerken niet te bezitten. Aangeziei hter de bestemming wellichl naar de levende ex. is gescbied, durf ik in dezen aan nnjn bevinding geene afdoende waarde hechten." Cfr. Axch. l. IL'. p. 20. CALLITRICHE. 591 de Haas (Arch. 2. V. p. 548); - Wel, Lac. (Arch. 2. V. p. 11). [Aanm.: Over het verschil tusschen C. stagnalis en platycarpa zie hieronder]. 529. C. autumnalis L. In Herb.: Meppel, v. Heijn.; - Staphorsterbosch, v. Heijn.; - Kannenburg bij Vaassen 1874, K. A.; 1885, K.; Bennekom 1890, G.; - Amersfoort 1894, Garj.; de Bilt, v. H.; Utrecht 1836, D.S.; v. d. T.; Ezelsdijkje aldaar, v. d. T.? Haarlem 1870, Groll; - Warmond, S. S.; Leiden 1835, Mb.; S. S.; Voor- schoten 1833, S. S.; 's Gravenhage, v. S. V. ; Naaldwijk, 1847, v.d.T.; - Moerdijk, Un. 1860; Zuid-Willems- vaart bij 's Hertogenbosch 1847, v. H o v. (Apeldoorn 1872, K. A. in herb. pr.; - Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels.) Bovendien: Texel, Terschelling, Schiermonnikoog, lijst v. E. (Arch. 2. I. p. 381); - Griftbeek Apel- doorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 185); Neerbossche broek, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 277); - Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 119). B|j het nazien der Callitriche's in ons herbarium gold nog hetzelfde bezwaar als brj de eerste uitgave van dit werk: „Genus hoc apud nos prorsus revidendum est juxta specimina viva; sicca vix tuto detenninantur." lk moet dan ook eerlyk bekennen aan dit geslacht niet al te veel tyd opgeofferd te hebben, omdat werkelijk de meeste gedroogde specimina niet te herkennen zyn en ik, ofschoon ook dit plantengeslacht, zoo algemeen in onze wateren, my niet ontgaan is , geen genoegzame kennis der uitwendige vormen had om ze met eenige zekerheid te kunnen bepalen. Ik heb daarom b\j de opsomming der groeiplaatsen met eenig vertrouwen de naamsbepalingen der verzamelaars overgenomen daar deze volgens de levende plant waren geschied. Vooral de Heer van Hoven heeft deze afdeeling nauwkeurig onder- zocht, gelyk zjjne vele aanteekeningen bewyzen. Toch is voor een juiste kennis der in ons land voorkomende soorten en vormen een goede beschrtfving der bekende soorts- verschillen noodig, waarom ik het niet ondienstig heb geoor- deeld deze hieronder te doen volgen, ontleend aan Hegel- 38 592 I ALLITRICHE. maier's Monographie. *) Ofschoon niet geheel nieuw, schynt m\j, voor zoover bekend, deze bewerking de meest nauwkeu- rige, waaraan wel niemand zal twyfelen die de vele nauwkeu- rige onderzoekingen van dezen auteur heeft leeren waardeeren. In de allereerste plaats ontleen ik aan dit werk de volgende determinatic tabel: 1. In hc-t water of amphibisch levende of drtjvende kruiden, met huidmondjes op de oppervlakte der bladen en van den stengel; voorzien van sterharen en weinigcellige schub- vormigc haren in de oksds derhladen. Bloemen met schut- hladen of door 't ontbreken van deze naakt. Antheren met draadvurmige cellen voorzien. Stuifmeelkorrels ovaal of byna rond, met dubbele memhraan. Bevruchting in de lucht. Beide hrlften der rjjpe vrucht samengegroeid. Bladen veelvorniig, aan den voet versmald of Hjnvormig, met z\j- nerven voorzien. Eucallitriche . . . . 2 Ondergedoken kruiden zonder huidmondjes en sterharen, met veelcellige schubvormige haren in de bladoksels. Bloemen naakt; wand der helmhokjes uit niet draadvor- mige cellen gevormd; stuifmeel bolvormig, glad, zonder buitenwand. Bevruchting onder water. Rijpe vruchthelften door een diepe naar de as gerichte inham gescheiden. Bladen gelykvormig, de bovenste nooit rozetvormig, lrjnvormig of lancetvormig, aan den voet breeder, eennervig. Pseudocallitriche . . . . 6 2. Vrucht over de geheele lengte op de rugvlakte der vrucht- bladen samengedrukt, aan den voei niet gezwollen . 3 Vruclit aan het hovenste deel rugwaarta samengedrukt, aan den voet gezwollen. Hiertoe behooren geen inlandsche soorten. 3. Hoeken der vrucht afgerond. C. obtusangula Le Gall. Hoekcn der vrucht kort gekield 4 Hoekin der vrucht breed gekield, gevleugeld .... C. stagnalis Scop. 4. Vruchten langer dan breed. Deelvruchtjes op den rug hol, aan de hoeken kort en scherp gekield. Stempels opgericht of uitstaand, lang blijvend . . . C. verna L. p. p. Vruchten bijna bolvormig of iets lireeder dan lang. Vrucht- h>lften op den rug vlak 5 5. Kiel scherp, bvjna rechthoekig. Stempels zeer lang, terug- gebogen aangedrukt, afvallend . C. hamulata Kiitz. *) Ifonographie der Gattung Oallitriche von Friedrich Hegelmaii-r. Stuttgart 1864. UALLITRICHE. 593 Kiel kort, plotseling aan de hoeken uit de zjjden van de vrucht te voorschijn tredond. Stempels teruggebogen-af- staand, spoedig verdwunend . C. pedunculata D.C. G. Vruchten scherp gekield. Stempels teruggeslagen-aange- drukt. Bladen aan den voet breeder, lancetvormig. C. autumnalis L. p. p. Vruchten ongekield. Stempels teruggeslagen-afstaand. Bla- den ljjnvormig C. trun cata Guss. Callitriche obtusangulaLe Gall. Vruchten groot, op de hoeken afgerond, met onduidelflke voren. Stempels bluvend, opgericht of afstaand. Bovenste bladen omgekeerd eivor- mig, veelnervig, dikwnls rozetvormig, de onder- ste meer verwtfderd staande en smaller. Stuif- meel byna kogelvormig. De bekende exemplaren bezitten deels bladrozetten en leven druvend of schtjnen voor te komen op half overstroomde plaatsen. Hare nog niet met zekerheid vast te stellen geogra- flsche verspreiding schnnt voornameluk oceanisch te zun. Zij was reeds van "Wetteren in Oost-Vlaanderen door Scheidweiler verzameld als C. verna /?. latifolia. Callitriche vernaL. p. p. Vruchten langer dan breed, eenigszins hartvor- mig, op den rug der deelvruchtjes bol, op de hoeken kort en scherp gekield; voren op de voegzude zacht, op de rugznde middelmatig. Stempels opgericht ofafstaand, lang bluvend. Stuifmeel elliptisch. C. verna L., C. vernalis Kiitz., C. pallens Goldb., C. cophocarpa Sendtn. De soort heeft de kleinste vruchten onder de europeesche soorten; de kielen zjjn btf volkomen rnpe vruchten spits, bfl onrtipe afgerond. De stempels blijven tot na de bevruchting, vallen echter meestal nog voor de volkomen vruchtrtfpheid af. Het stuifmeel is eigenl\jk alleen bfl deze soort onder de meer verbreide van bizonderen vorm. De vruchten varieeren eenigs- zins ten opzichte van de betrekkeltjke lengte en breedte, zun echter in 't algemeen langer dan by de andere soorten, even- zoo verschillen zij in de mate der samendrukking. Vooral echter met betrekking tot de vegetatieve deelen is deze plant buitengemeen variabel. Op uitgedroogde modderige plaatsen is de plant vaak slechts I c.M. hoog, eenjarig, heeft zy slechts kleine, lfinvormige, onduideluk drienervige blaadjes, bloeit en fructiflceert rykelijk en vormt dan de C. minima Hoppe, C. radians Portenschl. Een iets krach-tigere eenige centi- 594 CALLITRICHE. meters lange, meest gezellig in zodeh gr<>eiende, rykelyk wor- telende vorm met eveneens ltjnvormige bladen is C. caespi- tosa Schulz.; dez<- is zeer algemeen op matig vochtige plaatsen, Ln sloten, aan tijdelijk overstroomde gronden. Komt de plant in tameljjk diep water voor, zoo verlengen zich de stengels, i > die van C. verna, De doorsnede der smalle zijden varieerl eenigszins, de vruchten z;jn metandere CALLITRICIIE. .7.1.", woorden nu eens minder, dan meer op den rug afgeplat. Ook is de soort zeer verschillend in habitus, ofschoon vaak gekenmerkt door een bizondere neiging tot het vormen van lange internodien zonder bizondere uitwendige aanleiding, zooals byv. diep water enz. Breedbladige vormen schrjnen meer in slooten, die door vetten of veenachtigen bodem ver- loopen, smalbladige daarentegen in klare, aan organische be- standdeelen armere en sneller vlietende wateren voor te komen. De bladen z\jn nu eens meer of minder breed eivormig (o v a 1 i f o 1 i a Ktz.), spatel vormig (s p a t u 1 a e f o 1 i a Ktz.), dan weer lancetvormig, lang lancetvormig of lrjnvormig (tricho- phylla Ktz.). De laatstgenoemde vorm met slanke, sterk verlengde internodien en zeer smalle lange bladen is zeer eigenaardig in habitus en voor C. hamulata eigendommelrjk. C. brutia Petagna is volgens exemplaren uit Calabrie, door G-ussone ingezonden, een kortere lynbladige vorm van deze soort, zooals K u t z i n g reeds meende, terwrjl daarentegen op Tab. 4749 der Icon. fl. germ. onder dien naam een vorm van C. autumnalis afgebeeld werd. Een kleine op de var. caespitosa van C. verna gel\jkende landvorm (Linnaea VII. p. 174), met dikwijls duideljjk ontwikkelde vruchtstelen, kleine l\jnvormige blaadjes is de var. brachyphylla Ktz. en microphylla Ktz. De toppen der takken vormen ook brj deze soort aan de oppervlakte van het water dikwyls rozetten met okselstandige bloemen, toch echter verlengen zich de internodien zeer snel. Ruprecht (Fl. Ingr. p. 373, waar overigens de soort „fructi- bus plerumque alatis" beschreven wordt) en Lebel (Calli- triche, esquisse monogr. p. &5) geven aan dat bij deze soort de bevruchting onder water plaats vindt. Dat zjj onder water in bloei kan komen, evenals de verwante soorten, is aan geen twjjfel onderhevig, dat echter zulke ondergedoken vormen vruchtbaar zouden zvjn, daarvan is nooit iets gebleken, zoo- dat men dit ten zeerste in twtffel moet trekken. In ieder geval bewvjst het bloeien in drrjvende rozetten en het voor- komen van vruchtbare landvormen in verband met de be- kende organische samenstelling dat de voor de soort normale plaats der bevruchting de lucht is. Overigens schrjnt zy zeer waterminnend te zjjn, waarby landvormen niet algemeen z;jn. De bloeitrjd valt in den zomer. Zrj komt 't meest voor in vlakke streken, ofschoon z\j toch ook in het montane gebied wordt aangetroffen. Callitriche pedunculata DC. Vruchten groot, brjna bolvormig of iets bree- der, kort oflanggesteeld, metafstaande vrucht- 596 CALLITRICHE. steel. Deel vruchtjes op de rugvlakte afgeplat, door een flauwe voor ingedeukt;kielkort, plot- seling aan de hoekenuitdezrjdenuitspringend. Stempels ter uggeslagen- ui t st aand, van gemid- delde lengte, verdwijnend. Pollen brjna kogel- v o r m i g. De geheele omtrek der vruchten komt met die van dik- vruchtige vormen van G. hamulata overeen, maar de eigenaardige vorm van de kiel «nderscheidt deze soort van de laatste, met welke zrj overigens wel verwant schijnt. Landvormen van deze soort vormen dunstengelige ei- of om- gekeerd eilancetbladige zoden; in het water verleiigen zich de stengels sterker, de ondergedoken bladen zrjn dan lancet- Ivjnvormig en de stengeltoppen krrjgen drrjvende bladrosetten. Het soortkenmerk ligt niet juist in de aanwezigheid van een vruchtsteel, want dio komt aan den eenen kant ook in ge- ringe mate byj andere soorten (CL stagnalis, hamulata) voor, aan den anderen kant blrjft deze somtvjds ook bij C. pedunculata kort (var. /?. s<>ssilis Lebel.), waarte- genover hy in gunstige omstandigheden een lengte van 1 c.M. kan bereiken. Hij ontwikkell zich, zooals G-ussone reeds opgaf, eerst bij hei begin dervruchtrvjpheid; deonderste vruchtstelen strekken zich het sterkst, die der later ontwik- kelende steeds zwakker, zoo dat de bovenste bvjna zittend blvjven. De bloeitijd der soort is volgens Gussone Maart en A]>ril. Eind Mci is zjj in Zuid-Europa in vrucht. Volgens Hegel- maier's opgaven is haar vadrrland West- en Zuid-Europa; zy werd gevonden in Groot-Brittanje, Frankrrjk, Sardinie, Beneden-Italie en Sicilie. Callitriche stagnalis Scop. Vruchten groot, bij na bolvormig (>>f ie t s langer of iets breeder), byna zittend of eeer kort ge- s t e e 1 d. D eel vr u cht j es o p d e n r u g zach t b o c h t i g- convex, insnyding aan d<' voegz\jde wi,jd uit- staand, diop, met breede en scherpekiel. Stem- pels opgericht of uitstaand, blrjvend. Pollen b\jna bolvormig. C. stagnalis Scopoli fl. Oarniol. II. p. 251. C. stagnalis et platycarpa Ktz. Linnaea \ II. p. 174, Reichenb. Iconogr. (ii Icon 11. Germ. C. Wightiana WalL (Wight Icon. pl. Ind. or VI. 1947). C. Kiitzingii Rupr. fl. Ingr. C. platy- c a r p a Lebel. De groote breedgekielde, door de stempds gekroonde vruch- ten doen deze soort in al oare vormen van al de overige zeer CALLITRICHE. 597 gemakkeluk onderkennen. De dikto der vruchten varieert eenigszins op dezelfde wijze als b;j C. hamulata en zelfs is dit bij een en hetzelfde exemplaar niet overal gelyk, ook vindt men alle tusschenvormen tusschen de dikke tot de meer samen- gedrukte vruchtvormen. De op vochtig sluk levende landvorm vormt kleine lage zoden met kleine ei- of eilancetvormige bladen (var. microphylla Ktz.) ; een dergelijke vorm met kortgesteelde vruchten is C. minor Bellk. fi Namur. In 't water wordt de plant krachtiger, vetter, de bladen behouden de eivorm en ontwikkelen een sterk adernet, de bovenste blijven altijd rozetachtig opeengedrongen. (var. vulgaris en rivularis Kutz.). In dieper water verlengen de stengels zich aanzienlijk, er komen drijvende bladrosetten; de onder water komende bladen strekken zich in de lengte, de plant wordt in habitus de op dergelyke plaatsen groeiende C. v e r n a volkomen gelykend, fructiflceert in ondergedoken toestand niet en stelt aldus C. platycarpa in haar verschillende onder- soorten voor. Kutzing beschruft de vruchten van C. stagna- lis en C. platycarpa volgenderwijze: C. stagnalis; fructu breviter pedicellato basi subattenuato magno, carpidiorum marginibus alatis divergentibus ; C. platycarpa: fructu subsessili vel subpedicellato suborbiculari, carpidiorum mar- ginibus alatis subdivergentibus. Het onderscheid, dat door de woorden subdivergentibus en divergentibus uitgedrukt wordt, komt overeen met hetgeen over de geringere of sterkere samendrukking der vruchten aangegeven werd. Werkelijk divergeerend zjjn de vruchten noch by de originele exemplaren van Kiitzing, noch aan andere exemplaren van C. stagnali s. Lebel heeft zich, naar het schijnt, voornameiyk door de geenszins juiste afbeeldingen in Reichenbach's Iconogr. en Icon. fl. Germ. laten verleiden, inC. stagnalis een in Frankrijk ontbrekende, een in bouw van de vrucht aan C. a u t u m n a- lis verwante vorm te zien. De vorm van biaden varieert bovendien naar gelang van de groeiplaats in 't oneindige. Kutzing's C. platycarpa is overigens zooals h\j zelfaangeeft, zeer dikwijls steriel en van vele vormen, die hij hiertoe bracht, is het niet met zekerheid uit te maken of zjj niet tot C. verna behooren. De bloeitijd is van het begin van den zomer tot den herfst, terwrjl de plant een zeer groot verbreidingsgebied schijnt te hebben. C a 1 1 i t r i c h e a u t u m n a 1 i s L. p. p. V r u c h t e n z i 1 1 e n d o f b ij n a z i 1 1 e n d, g r o o t, b r e e d, aan de hoeken scherp gekiold. Stempels zeer lang teruggebogen-af staand, afvallend. Bladen 598 (.ALLITBICIIE. a a n d e b a s i s b r e e d e r, lancetvormig, a a n d e n t o p uitgesneden. C. autumnalis L. fl. Suec, II. 4. p. p. C. decussata Link. Jahrb. d. Gew. 8. p. 31. — C. virens Goldb. Mem. Mosc. V. 1817. Kutz. Linnaea VII. p. 186. De plant varieert in haar uitwendig Y">>rkomen zeerweinig, toch hangt de graad der verlenging van de internodien (do stengels zyn 2 c.M.— 1 d.M. lang) van de diepte van het water af, daar zjj niet aan de oppervlakte komt. De kiel der deel- vruchtjes komt voornamel\jk daardoor tot stand dat aan de hoeken de ten deele verhoute vruchtparenclnjmlaag zich van de steenschaal afscheidt en onder vorming van een smalle uitzakking naar buiten uitspringt; deze uitzakking bl\jft door zachtwandig parench\jm gevuld. Brj de volgende soort treft men deze eigenschap niet aan. De rjjkelijk wortelende stengels zyn betrekkel\jk stevig, doch het minst b\j die exemplaren, wier internodien zich sterker verlengen. De fructiflcatie is uiterst r\jkel\jk en betrekkel\jk zelden komt het voor dat slechts een deel der vruchthelften, door niet bevruchting der andere helft, tot ontwikkeling komt. De bloeitijd begint in Noord Duitschland ongeveer in de tweede helft van Juli. Ontwikkelde vruchten vindt men vau Augustus tot October. Haar standplaats z\jn binnenmeeren en langzaam stroomende wateren van noordel\jk Azie en Europa. Merkwaardig is, dat H e g e 1 m a i e r uit Holland geen exem plaren kende (anno 1864), ofschoon zij toen reeds lang hier ver- zameld was. Callitriche truncata Gussone. Vruchten aanzienlnk, zittend ofkorteroflan- ger gesteeld metafstaande stelen, zonderkiolen. Stempels teruggeslage n-a fstaand, afvallend, zeer 1 a ng. Bladen ly n v orm ig, aa n de n t up u i t tres n eden. C. t runcata Guss. pl. rarior. 4. fl. Sic. 9. C. graminea Lk. (Jahrb. d. Gew. III. p. 31), C. pe d u nc u 1 a ta Miiller in Sched. pl. Sard. non D. C, — C. ambl y ocarpa Scheidweiler in Sched. De stengels z\jn zeer zwak en de internodien meestal langor gestrekt dan by de voorgaande soort. De vruchten gelvjken in algemeenen omtrek op die der vorige soort, onderscheiden zich echter door de niet gekielde, afgerond stompe hoeken. Men treft gewoonlijk slechts onvolkomen ontwikkelde vruch- ten aan, doordat 1—3 hokjes verongelukt z\jn. Deze verschil- punten getuigen naast den afwijkenden bloeitijd voor de zelfatandigheid der soort, die bovendien een andere geogra- fische verspreiding heeft ala de voorgaande. De door den CALLITKICHE. CERATOPHYLLUM. 599 auteur ingezonden voorwerpon hadden vruchten met horizon- taal afstaande tot teruggeslagen stelen van % —5 m.M. lengte ; de belgische exemplaren hebben echter zittende of mjna zittende vruchten. De bloeitijd begint in het vroege voorjaar. De vruchten rijpen in Zuid-Europa in April, in Belgie vallen zy midden Augustus af. De groeiplaats der plant z\jn beeken, bronnen en andere stroomende of staande wateren in Westelijk- en Zuid-Europa. De groeiplaats b\j Gent, aldaar verzameld door Scheidweiler, zou het vermoeden wettigen dat zy ook in ons land kan worden aangetroifen. Ordo Ceratophyllaceae Gray. Ceratophyllum L. 530. C. submersum L. In slooten, vaarten, grachten enz. %. Mei—Juli. In Herb. : Franeker en Sexbierum 1829, v. H.; Sexbierum , Oayaux; — ? 's Gravenhage , R. B. ; * Zwijndrecht 1837, Lac; - * Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; *Zwake brj 's Gravenpolder 1841, v. d. T.; * Noordwelle 1844 en * Stadsingels brj Galghoek 1838, v. d. B. (Vijvers Oranjepark Apeldoorn 1901, K. A. in herb. pr.; — grachten en slooten bvj Culemborg, de Haas in herb. pr.; - Katwijk a/zee 1882, K.A. inherb. pr.; vijvers Steenekamer bij Dordrecht 1848, Alpherts in herb. pr.; — Nieuw en St. Joosland 1874, L. in herb. K. A.; 1876 L. in herb. pr.; - sloot achter de kerk te Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog, Lijst v. E. (Arch. 2 I. p. 381); - Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI p. 347); Diepenheim, Un. 1897 (Arch. 3 I. p. 615) - Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p 236); Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2 I. p. 272) Heilo, v. E. (Arch. 2. I. p. 381); - Katwjjk, v. E (Arch. 2. I. p. 381); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V p. 399); — Walcheren en Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen, Met vrucht. i;ni) CERATOPHYLLUM. A. W. (Arch. 2. III. p. 119); Schouwen en Duiveland, Tholen, West Zeeuwsch-Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 114); - Amby, 1890-94, de Haas en Hoevenaars (Arch. 2. VI. p. 566). [Aanm.: By de laatste opgaven z\jn waarschynlijk wel eenige onjuiste, evenals b;j die van C. d e m e r s u m, aangezien het dikwjjls moeielijk is de beide soorten op het eerste ge- zicht uit elkander te houden. schleiden (Cfr. Linnaea XI. p. 538) vereenigde beiden tot een soort C. vulgare; de meeste auteurs houden beide voor goede soorten, terwijl de hoofdsoort (gesammtart) C. demersum nog te onderschei- den zoude z\]n op de vol^inli- wyze: Vruchten langwerpig-eivormig, meer of minder bultig, on- gevleugeld, beneden met naar onder gerichte of gekromde, ;i.in den voet niet verbreede stekels; de tot een stekel ver- vormde stjjl even lang of langer dan de vrucht .... C. demersum L. Eiervan kent men een varieteit apiculatum, waarvande ondersto stekels der no<>t kort en bultvormig zijn. Vruchten eivormig, tusschen de stekels aan beide zjjden mel iiiin of meer breede, meestal getande vleugela ; ter weerszijilen niet een langen, meest recht uitstaanden, aan den voet ver- breeden en samengedrukten stekel; stylstekel meest lanpr . Mei — Juni. In Herb. : Diepenveen 1876, K. (Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.). Ordo Cucurbitaceae Juss. Cucumis L. 536. C. sativus L. Aziatische plant, bij ons algemeen gekweekt. 0. Mei—Sept. In Herb. : Op de slikken Zuid-Westhoek van het eiland Goeree, ver van menschelyke woningen ver- wyderd. Sept. 1894, Boerl. en V. 39 608 BRYON-IA. Bryonia Tourn. B. alba L. In heggen en tusschen kreupelhout, waarschijnlijk overal als sier- of geneeskrachtige plant aangekweekt en daarna verwilderd. %. Juni-Aug. Schijnt in Duitschland algemeener dan de volgende soort. Ontbreekt in herb., doch wordt door de G o r t e r vermeld vi.ur vele plaatsen in ons Land. (Fl. VII. prov. Belgii foed. p. 269). Deze soort is echter nimmer gevonden in ons land, zoodat de opmerking Ln de eerste uitgave van dit wei-kweljuist is, dat met B. alba door de Gorter B. dioica is bedoeld geworden, te meer daar hy deze vrij algemeene plant in het geheel niet vermeldt. 537. B. dioica Jacq. Als de voorgaande ; in geheel West- en Zuid-Duitschland algemeen. %. Juni—Juli. In Herb.: Vlieland 1881, Groll; - Koudum 1867, J. M. de Boer; - Deventer 1840, Halbertsma; 1846, T.; 1876, K.; Hellendoorn 1892, L. en Carm.; - Harderwijk 1863, R. B.; v. A.; Zutphen, C. A.Bergs- ma; Rheede, v. H.; Ubbergen, Thomson; Waaldijk bij Weurt 1846, G. Deijn.; Lekdijk bij Culemborg 1829, Wtt.; - Lekdijk (?) bij Amerongen 1827, Wtt,; Coelhorst bij Amersfoort 1895, Garj.; — Zaagmolen- poort Amsterdam, G. Backer; Buitengasthuis, Fl. Amst.; Schoorl 1881, Jelgersma; Zandpoort 1867, 0.; Bloemendaal 1871, Boerl.; 1873, Groll; Velsen 1839, Buse; R.B.; 1818, T.; 1872, Groll; tusschen Overveen en Bloemendaal 1871, Hoek; Ruine Bre- derode 1832, S.S.; Haarlem, Kerb.; 1838, Romb.; 1842, J. L. Tilanus(P.N.S.): Haarlemmerhout 1843, 0.; ■ Bennebroek-Lisse 1894, V.; Noordwykerhout, 0.; Zilk, Exc. 1897; Noordwijk 1836, Lac; Katwijk, Pierot; 1832, Wtt.; Dz.; 1835, Mb.; Leiden 1840, B. W.; brug Rijnspoor aldaar 1886, C. v. d. Broek; Wassenaar 1836, Lac; Cayaux; Waalsdorpsche weg, G. Barger; 's Gravenhage, V. Z.; 1836, D.S.; (i.B.; 1854, de Br.; Jodenkerkhof aldaar 1851, S.; BRTONIA. 609 Loosduinen, Un. 1851; Destree; Op 'thofte Hons- holredyk, v. d. T.; 's Gravezande, V. Z.; Staalduin, Exc. 1879; tusschen Brielle en Rockanje, Un. 1887; Rockanje 1871, 0.; Exc. 1884; - bosch te Haam- stede, v. Dissel; Zierikzee, Dz.; Zuid-Beveland 1841, v. d. B.; Koudekerke (Walch.) 1863, A. W.; Souburg 1880, Buysman; - Plasmolen 1864, v. H.; 1897, G. en V.; Meerssen (wie?); Gronsveld, Un. 1883; St. Pietersberg, v. Hov. {unicum); tusschen Beek en Geulle 1900, Sillevoldt en Jongm. (Koudum 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; — Bolwerk wallen Elburg 1847, Alpherts inherb. pr.; Terwolde 1850-77, Doetinchem 1897, K. A. in herb. pr.; Zeddam 1901, Struyk. in herb. pr.; Hees 1881, Posth. in herb. pr.; Oosterhout by Nijmegen, Wageningen — Breesaap, C. A. Backer in herb. Heukels; Meerenberg 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Velserend 1882, Heinsius in herb. pr.; — Scheveningen 1872, Posth. in herb. pr.; Kijkduin 1887, S t r u y k. in herb. pr. ; Westland, J. F.Wichard in herb. pr.; Herkingen 1876, Costerus in herb. pr.; — heg Domburg 1892, Ogt. in herb. pr.; Haamstede 1883, en St. Laurens 1874, L. inherb. pr.; — Venlo 1895, Rieter in herb. pi\). Bovendien : Texel 1881, G r o 1 1 (Arch. 2. IV. p. 36) ') ; — tusschen Zutphen en de Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 615); Ooi, Beek, Hees, Beuningen, Lent enz., Th. Abel. (Arch. 2. V.p. 277); - Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 120) ; Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 114); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Velden, Arcen, *) Deze opgave berust misschien op een vergissing; in het herb. bevindt zich alleen een plant van Vlieland, waarschyniyk door Groll verzameld. Ook in Arch. 2. IV. p. 145 is de plant slechts voor Vlieland vermeld en niet voor Texel. 610 BRYONIA. PORTULACA. Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Pieters- berg, Amby enz., Un. 1861; Sittard, Beek— Elsloo, Beek-Valkenberg, Gronsveld, Wylre-Slenaken, Val- kenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vor- stius en Bruman. [Aanni.: Zoowel B. alba als dioica zyn waarschynlyk ingevoerde planten; aangeplant als sier of voor geneeskrachtige doeleinden zyn zy reeds sedert eeuwcn verwilderd. Het alge- nieen voorkomcn, althans van de laatste, in ons land, gaf zelfs v. d. Bosch de opmerking in de pen: „Mir.or plantam apud nos vulgarem, a multis auctoribus dici prae caeteris esse incolam regionum A.ustraliorum." Z\j waren reeds aan de ouden bekend en daar B. alba zwarte bessen draagt noemde Dios- coridos haar ufijreloc ftekatva, Plinius alsgetrouw volger Vitisnigra; de tweede die roode bessen voortbrengt heette oudtjjds witte wjjnstok, dfUieXog Xevterf by Dioscorides: men vindt deze namen in de Glossaren somtyds zeer verminkt teiug; in Italie groeit echter B. dioica en wordt aldaar nog behalve brionia ook vite bianca genoemd, dezelfde naam die de plant ook in de middeleeuwen voerde. Ik heb deze bizonderheden in het kort aangehaald om te doen zien dat de Gorter's opgaven vrij waarschynlijk op B. dioica betrek- king hebben. Cfr. Fischer-Benzon, Altdeutsche Gartenflora 1894. p. 55]. Ordo Portulaceae Juss. Portulaca Tourn. 538. P. oleracea L. In Zuid-Europa inheemsch; echter als groente algemeen gekweekt en nu en dan als opslag. 0. Juni — Sept. In Herb. : Op een ouden muur Katwijk 1837, Mb. ; Waalsdorp, V. Z.; Naaldwijk, v. d. T.; — Maastricht, Groll. Bovendien : Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 114); Walcheren, Blaas (Arch. 2. III. p. 120). Voorts vermeld door Pelletier en voor Haarlem, PORTULACA. MONTIA. 611 Wassenaar en Gelderlancl Fl. B. S. en reeds voor Maastricht in Lej. Fl. de Spa I. p. 213. Montia Micheli. 539. M. minor Gm. Op vochtige akkers en zandgronden ; vaak tusschen het koren. 0. Mei — April. In Herb.: Texel, Groll; Burg op Texel 1860, Lac. ; Terschelling, Midsland 1887, V.; Liesterplak Terschelling, Un. 1886; tusschen Nes en Buren op Ameland 1869, en Kooi by Nes 1869, Holk.; Hal- lum 1869, V.; — Groningen, Cayaux; Haren 1856, Strat.; Slochteren 1841, Spree; — Eelderwolde 1869, v. H.; Weerdinge, Un. 1889; - Deventer, M. J. Cop; Hengelo, Oldenzaal, Ootmarssum, Denekamp, Delden 1896, L.; de Lutte, Un. 1895; Haaksbergen 1891, L.; Achterhoekerveld, Markelo en Enschede 1898, G. en V.; weg Espelo-Enschede te Lonneker 1901, L.; - Hierderveen by Harderwijk 1864, 1866 en 1877, R.B.; de Grift bij Uchelen 1854, Lac; Ud- delermeer, Un. 1849; Apeldoorn 1878, K.; achter 'tLoo 1834, Wtt.; 1858, O; onder rogge Teuge btf Apeldoorn 1875, K.A.; Ruurlo 1885, Ensink; Doe- tinchem 1899, v. Vloten; Rheede, v. H.; Sypenberg bjj Arnhem, v. H.; Thomson (a. en/?.); Hatertsche broek, M. Coenen; Wychensche veen, N. Abel. en D. J. Bosch; St, Willebrordskapel Overasselt 1897, G. en V.; Veenendaal, Exc. 1899; — Amersfoort, C. A. Bergsma; Houtenburg 1893, Garj.; Over- bosch van Dennenburg bij Driebergen, v. d. T. ; Blaauw- kapel bij Utrecht 1835, D. S.; Princenhage bij Zuylen, v. A.; — Hilversum 1877, Lac. (936 0. als rivularis, zaden echter grof korrelig) ; Zorgvliet aan den Amstel by Amsterdam 1849, Lac; Fl. Amst. ; Voetangelbij Amsterdam 1845, L a c; Haarlem (Bronsteen), S p 1 i t g.; Haarlemmerhout 1841, Kerb.; 1871, O; 1872,Groll; — Langeveld bij Noordwijkerhout 1836, D. S.; S. S.; 612 MONTIA. Warmond 1874, S.; Leiden, Mb.; 1862, (wie?); Mor- sebelsche polder, Un. 1846; B. W.; S.S.; 0.; Oegst- geest 1836, Mb.; 1836, Lac; S. S.; Kerb. e. h. Mb. *); Voordorp bij Leiderdorp, v. d. T. ; Zuidwijk, S. S.; Papelaan Wassenaar 1873, Hoek; Wassenaar, Buse; Haagweg 1873, Boerl.; Haagsche bosch, Exc. 1895; Vijver aldaar 1899, V.; Naaldwyk, v. d.T.; Heikop, v. H.; - Axel 1859, A. W.; Sas van Gent 1855, A. W.; ■■ de Beek Breda, Exc. 1897; Oirschot 1839, de Br.; Vuchtsche heide 1848, v.Hov.; Eindhoven, Forsten; Deurne 1873, H. d. V.; - Rog- geland Ottersum 1897, G. en V.; heidesloot Schin- veld 1901, G. enV.; Schinne en Beek 1869, Lac. (Tusschen Groningen en Paterwolde 1868, Holk. in herb. v. Tuinen; Groningen, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Peize, C. de Ga- vere in herb. v. Tuinen; - Zwolle 1900, L. in herb. pr.; — Groeneveld by Eemnes 1885, Hein- sius in herb. pr.; — Vondelpark Amsterdam 1901, Ogterop in herb. pr.; Amsterdam, J. Koornneef; Haarlem, C. A. Backer; - Stolwyk, H. A. West- broek en J. Slingerland in herb. Heukels; — Oost-Kappelle 1877, L. in herb. K.A.; Domburg 1877, L. in herb. pr. ; - Oudenbosch 1893, J. S t e i n in herb. de Haas; — by den onclersten molen Venlo 1899, Rieter in herb. pr.). Bovendien : Groeneveld 1885, en aan den Raaiweg by den Loosdrechtschen Grintweg 1886, H. d. V. (Arch.2. V. p. 527); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 120); — Middelaar, Bunde, Lac. (Arch. 2. V. p. 11). *) Hiertyj de volgende opmorking: ..In woilanden bjj Oegstgeest, Obs. Op de opgegeven plaats Btaat M. minor op het drooge, terwjjl dezelvo naar de watorkant langzamorhand zich grooter voonloot, totdat eindelijk de M. rivularis langs de slootkant en byna in het water voorkomt. Het schynt alsof daar de M. minor langzamorhand in M. rivularis overgaat. Ofr. Mertens en Korh. I. p. 403 die eonzelfde meening zrjn toeged;uin." MONTIA. CLAYTONIA. 613 540. M. lamprosperma Charn. Op open vochtigen veen- bodem. 0. Mei. In Herb. : Wenum bij Apeldoorn 1899, K. A. 541. M. rivularis Gm. In heldervlietend water. %. Mei — Aug. In Herb. : tusschen Glanerbrug en Losser, Roter- mans vonder onder Glanerbrug en Aamsveensche weg bij Enschede 1898, G. enV.; - tusschen Putten en Ermelo, v.d. T.; Schoonderbeek bij Putten 1835, D.S.; Loenen op de Veluwe 1880, K. A.; Apeldoorn 1853, K. A. ; 1858, 0. ; beekjes 't Loo 1834, W 1 1. ; Hoenderloo, Un. 1890; Wormingen bjj Apeldoorn 1875, K. A.; Wolfheeze, Un. 1847; B. W.; 1856, 0.; Heelsum 1838, Buse; Sijpenberg bij Velp, v. H; Beekhuizen aldaar 1844, Lac; Velp, Bergsma; Nijmegen, B.; Renkumerbeek, Exc. 1897; Renkum 1849 en 1851, Buse; beekje Keijenbergbij Wageningen 1833, Wtt.; Kraal te Ede 1901, v. Vloten. ( Vlieland (landvorm), S. B o o n in herb. H e u k e 1 s ; - Harderwijk 1899, K. A. in herb. pr.; Laag Soeren, H. Heukels in herb. pr.; - Boomkweekerij v. Groenewegen Amsterdam 1887, J. J. Smith inherb. Costerus (misschien M. minor f. elongataf). Bovendien: Gooiersgracht bjj Laren 1882, Maatlan- den bij Huizen 1886, H. d. V. (Arch. 2. V. p.527); - Ottersum in stroomend water, La c. (Arch, 2. V. p. 11). Annm.: De opmerking door v. d. Bosch by deze soorten gegeven schjjnt nog altyd van kracht; de genoemde planten worden tot de algemeene soort M. fontana L. samengetrok- ken; het zoude zeer wenschelijk zijn na te gaan of we hier ook met door verschillende levensomstandigheden gewyzigde soorten te doen hebben. Claytonia L. 542. C. perfoliata Donn. Inheemsch in West-Indie en Noord-Amerika; bij ons als groente verbouwd en hierdoor op verschillende plaatsen verwilderd. ©. April—Juni. 614 CLAYTONIA. In Herb.: Glimmen 1870, v. H.; 1885, Ensink; - Zwolle 1887, L.; Deventer 1878, K.; - Vorden 1876, 1887, Groll; Bennekom en Berg en Dal 1882, K.; - • Amersfoort, R. B.; Puntenburg brj Amersfoort 1893, Garj.; - Duin- en Kruidberg brj Velserend 1873, H.d.V.; 1898, V; 1900, C. A. Backer; Haar- lem, Exc. 1882; - Leiden, S.; Maredijk aldaar, Boerl.; Katwijk brj de Waterleiding, Exc. 1897; Wassenaarsche achterweg, Exc. 1882; Stadwyk Voorschoten 1897, V.; Haagsche bosch, Exc. 1879; tusschen Monster en Loosduinen 1867, v. H. Jr.; — Zandberg bij Ginneken, v. A.; Oudenbosch 1893, J. Jorna S. J.; Kasteel de Heeze 1901, Rovers. (Agnietenberg brj Zwolle 1877, v. Tuinen in herb. pr.; — Apeldoorn 1873, K. A. in herb. pr.; Rheederoord 1895, Ogt. in herb. pr.; Rijswrjk (Gld.), B. J. v. Wagensveld; - Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - Hilversum 1882, Heinsius in herb. pr.; Laren 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; Zandbergen tusschen Naarden en Bussum 1899, Koning in herb. pr.; Bussum 1894 en Naarden 1892, V. Suringar in herb. pr.; 1894, Struyk. in herb. pr.; - Noordwrjkerhout 1901, Struyk. in herb. pr.; Ryngeest onder Oegstgeest 1893, V. Suringar in herb. pr.; Wassenaar 1885, Struyk. in herb. pr.; 's Gravenhage, Mevr. Snel- len; Monster, J. F. Wichard in herb. Heukels; moestuin Dordrecht 1896, Posth. in herb. pr.). Bovendien: Gorssel, J. Kroon (Arch. 2. IV. p. 398); Nymegen 1873, Th. Abel. (Arch. 2. II. p. 203); - Utrecht, R. B. (Arch. 1. V. p. 295); - Larenberg 1886, Hilveroord (Hoorne boeg) 1882, 1887, 's Grave- landsche straatvveg brj Quatrebras 1887, Corverslaan 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 527); Ouderkerk aan den Amstel, Graaff; Hulsterkamp, Naaldeveld, Zandvoort, v. E. (Arch. 2. IV. p. 398). CALANDRINIA. CORRIGIOLA. 615 Calandrinia H B. K. 543. C. compressa Schrad, Chileensche plant, hier en daar in tuinen verwilderd (waarschijnlijk syn, met C. pilosiuscula D.C., die ook in het buiten- land op gelijke wijze werd aangetroffen). In Herb: Op uitgebaggerden grond Eem by Amers- foort 1895, Garj. (Opslag tuin Apeldoorn 1901, K. A. in herb. R i e t e r). Ordo Parouychiaceae St. Hil. Tribus Te I e p h i e a e D.G. Corrigiola L. 544. C. littoralis L. Op vochtige, overstroomde zand- gronden, aan de oevers van rivieren. 0. Juli- Sept. In Herb. : Station Leeuwarden 1872, Cayaux; — Harendermolen 1827, v. H; 1856, Strat; Haren v. H.; Jipsinghuizerveld, Un. 1899; — Ane, Hooge- veen 1859, Lac. enS.; Weerdinge, U n. 1889; Assen 1865, en Zuidwolde by Meppel 1865, H. d. V.; Mep- pel, v. Heyn.; Emmen, Un. 1889; - Epse 1877, K.; Havelte, v. Heyn.; Deventer, Halb.; Bathmen, Un. 1850; Hellendoorn 1893, Carmigg.; Haaks- bergen, Un. 1895 (weg van den Mirsinkhofbrug naar het Nieuwkerkerveen); Delden 1853, Buse; tusschen Goor en Hengevelde 1893, L.; - Harder- wyk, Forsten; 1832, Wtt.; 1832, J. Valk; bosch te Leuveren 1852, en Hulshorst 1852, R. B.; Putten 1885, 0.; Elburg 1846, T.; Oldebroek, R. B. ; Apel- doorn 1852, K. A. (Cfr. Arch. 2. III. p. 185); 1858, 0.; tusschen Bathmen en Gorssel," Un. 1850; Zutphen 1835, Mb.; Warnsveld 1845, de Vriese; Vorden 1873, Groll; Ruurlo 1883, 1885, Ensink; Borculo 1833, Hoffm.; Varsseveldsche venen, Un. 1859; Lichtenvoorde 1883, Ensink; Beekbergen 616 CORRIGIOLA. 1846, S.S.; Beek 1853, 0.; Nymegen, N. en Th. Abel. ; "Wageningsche berg, Buse; Renkum, de Haan; Buse; - Amersfoort, Splitg.; Amersfoort- sche berg 1847, M. J. Cop; Soesterbinnenweg 1895, Garj.; Leusden 1861, R. B.; tegenover het huis ter Heide tusschen Utrecht en Amersfoort, v. H.; Darthuizen 1838, v. H.; Baarn 1893, Garj.; Zeist, D. S.; Austerlitz, W. K.; Loenen 1840, Buse; Utrecht (wie?); - Laarderberg en Tafelberg, v. d. T.; - Lek by Vianen 1831, v. H. ; - Klopperwaard Werkendam 1836, Lac; Elshout by 's Hertogenbosch, v. Hov. '); Engelen, v. Hov.; Eindhoven en Oirschot, Dz.; Geldorp 1835, de Br.; Boxmeer, Un. 1853, Deurne 1871, Lac; Mill 1898, G.enV.; Overloon 1876, Lac; — Mook, Buse; Roermond, Un. 1861. (Tusschen Peize en Vries, R. de BoerenH. Kooi in herb. Heukels; - de Lutte by Oldenzaal, Un. 1895 Schipper in herb. pi\; Dinkel aldaar, Un. 1895 Ogt. in herb. pr.; Denekamp, J. B. Bernink; - Borculo, Mej. G. J. Kerbert inherb. Heukels; Baarn 1889, Costerus in herb. pr.; Zandery Bus- sum-Hilversum 1899, Koning in herb. pr.; Hilversum 1883, en - Hintham 1895, Heinsius in herb. pr.). Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. I. IV. p. 83); — Zwinderen, Gramsbergen, Erm, Odoorn, Exloo 1859, Lac en S. (Arch. 1. V. p. 247); Gieten, H. d. V. (Arch. 2. 1. p. 136); - Hasselo, Hollenberger- veld, Dinkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); - Lichtenvoorde, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); St. Anna, Hatert, Wychen, de Meerwyk, Waal- oever in de Ooi en te Weurt, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 278); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en *) Waarschvjnlvjk Elshout h{\ Amrrsfoort, daar in herb. Alpherta voorkomt een plant door v. Hoven tusscheu Elshout en Oud Leusden gevondi'n. CORRIGIOLA. IIERNIARIA. 617 de Haas (Arch. 1. V. p. 545); - Roosteren, Lac. (Arch. 2. V. p. 11). Voorts vermeld door Bruman. Tribus lllecebreae D. C. Herniaria Tonrn. 545. H. glabra L. Op droge zand- en heidegronden. %. Juli—Sept. In herb. : Meppel, v. Heyn.; Ane 1859, Lac. en S.; — Deventer 1846 en 1847, en Brinkgreve bij Deventer 1846, T.; Diepenveen 1846, M. J. Cop; 1901, L.; Romb.; Vilsteren 1865, H. d. V.; Bathmen, Un. 1850; Nederl. Mettray 1877, K.; Frederiksoord 1855, Kros; tusschen Hardenberg en Gramsbergen 1859, Lac. en S.; — langs de Vecht by Hardenberg 1893, L.; Dinkel, Un. 1895; Heemse 1868, v. d. Scheer; — Molencate bij Hattem 1855, Kros; Epse 1876, K.; Exc. 1897; Twello 1843, B.W.; 1849, T.; Epe, Un. 1890; Wissel voor de Venen, Un. 1890; 1885, K. A.; Zutphen, v. H; Bronsbergen 1833, Wtt.; Sillevolde, Un. 1885; Terborg,Un. 1885; Eibergen, Un. 1859; Heelsum 1849, Buse; 1850, S.; 1857, Knuttel; Arnhem, Thomson; V.Z.; Biljoen brj Arnhem. V. Z.; laag Elten, D. S.; Eltenberg 1833, Wtt; Lobith 1837, V. Z.; Nymegen, B.; Abel. en Pas; 1883, G. Molengraaff; Bergendal, St. Anna, N. en Th. Abel.; Heumen, Un. 1853; Herwynen 1859, S.; Renkum, de Haan; 1843, de Vriese; 1850, S.; Wageningen 1883, K.; — Amersfoortsche berg, R. B.; Amersfoort, Bergsma; 1861, R. B.; Soesterweg aldaar 1895, Garj.; Heteren, Buse; zandplaat by Wijk by Duurstede 1857, Kniittel; — tusschen Vianen en Culemborg, v. d. T.; Vianen 1835, D. S.; tusschen Vianen en Oud Slijkerveer, v. d. T. ; Lek bij Leksmond 1828, v. H. ; Gorinchem 01« HF.RXIAI.IA. ILLECEBBUM. 1864, H. d.V.; Giesen, C. A. Backer; - Werken- dam 1835 en 1836, Lac; Orterfort, v. Hov.; Ortsche dijk 1846 en Hervensche dijk, v. Hov.; Geldrop 1835, de Br.; - Mook 1856, v. d. B.; Venlo 1896 en 1901, Rieter; Roermond, Un. 1861; Uiterwaarden Wessem 1900, G. en Jongm.: Wijk 1894, de Haas; Maastricht 1881, Groll. (Deventer 1897, Struyk. in herb. pr.; Platvoet aldaar 1878, K. A. in herb. pr.; Denekamp, J. Ber- nink in herb. Heukels; — Doetinchem 1895, Posth. in herb. pr.; buurt Wissel onder Epe 1875 en zandplaat aan de Waal by Nymegen 1879, K. A. in herb. pr. ; Ryswyk (Gld.), B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; — Vogel- of Waswater Oud Leusden 1847, Alpherts in herb. pr.). Bovendien: Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); ■■ Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); - Middelaar, Afferden, Lac. (Arch. 2. V. p. 11); Baarlo, Arcen, Hamert, Wel, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). Voorts vermeld by Pelletier, Munting en Bruman. 546. H. ciliata Bab. Op droge zand- en heidegronden. %. Jnli, Aug. en Sept. In Herb. : Op heidegrond onder Diepenveen (specim. lect. unicum) 8 Sept. 1849, M. J. Cop. (Diepenveen 1851, K. A. in herb. pr.). 547. H. hirsuta L. Zandige akkers, droge grazige plaat- sen en langs kanten van wegen. 2J.. Juni — Sept. In Herb. : Opslag tuin Marrocco Apeldoorn 1889, K. A. (var. puberula); — St. Antoniuseiland Maas- tricht, de Haas. Illecebrum L. 548. I. verticillatum L. Op vochtige zand- en heide- gronden. %. Juni — Sept. ILLECEBRUM. 619 In Herb. : De Boekhorst, Spree; Oosterbroek, Strat. ; Harendermolen 1829, v. H.; — Assen, Forsten; Zweeloo, Un. 1889; Hoogeveen 1859, Lac. en S.; 1865, H. d. V.; Meppel, v. Heyn. ; — Deventer, M. J. Cop.; 1848, T.; 1876, K.; Vilsteren 1865, H. d. V.; Heino 1901, L.; Twikkel 1863, H. d. V.; tusschen Coevorden en Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Hardenberg 1853, Kros; 1892, L. en Carm.; Saasveld gem. Weerselo 1901, L. ; Hengelo, I. d. L. e. h. Groll; — Harderwijk 1832, I. Valk; 's Heerenloo by Harder- wyk 1867, en Hulshorst aldaar 1852, R. B.; Voorthuizen, Coll. Nat. ; Wisselsche venen, U n. 1890; Apeldoorn 1851, K.A.; 1858, 0.; Beekbergen 1846, de Vriese 1846, S. S. ; tusschen Leesten en Vorden 1850 Gronem.; Voorstonden 1833, en Voorst bij Zutphen Wtt.; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1875 Groll; Ruurlo 1882, Ensink; Kruisberg bij Doetin chem, V. Z.; Hoeve bij Borculo 1842, J. L. H. Haer ten (P. N. S.); Ellekom en Dieren (wie?); Ratum 1872, R. E. de Haan; Rheede, v. H. ; Heelsum en Wolfheeze 1840, Bu se; Arnhem, R. B. ; Nymegen, B. N. en Th. Abel.; Renkum 1841, Buse; 1850, S. Wageningen 1850, S.; - Leusden R. B. ; 1892, Garj. Amersfoort 1835, Kraamw.; 1840, de Vriese Ryzenburg, v. d. T.; 1847, 0.; 1859, R.B.; Rijzen burgerbosch 1847, Knlittel; Doorn 1833, Wtt. Darthuizerberg 1835, D. S. ; tusschen Zeist en Ryzen- burg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; tusschen Zeist en Woudenberg, v. d. T. ; Driebergen 1871, Hoe k; Drie- bergerbosch 1837, Buse; Zeist 1836, M b. ; 1839, Lac; 1847, T.; 1847,0.; Voorbosch te Zeist, v. d. T.; de Bilt 1835, D. S.; 1838 en 1846, Buse; 1872, de Br.; — Hilversum, I. K. Bondam; M. D.; R. B.; heide bij Laren 1835, D. S.; Naarden 1864, 0.; — tusschen 'sGravenhage en Loosduinen 1 ex., H. v. d. Lek; — Roozendaal 1874, S. Lako; Mastbosch, v. A.; Un. 3 852; Bakel 1873, H. d. V.; Vuchtsche heide, en 620 ILLECEBRUM. Ortensche schans, v. Hov.; Eindhoven, Dz. ; 1832, Wtt.; v. d. B.; Geldrop 1835, de Br.; Valkenswaard 1827, v. H.; Deurne 1871, Lac; - Katert bij Grathem 1900, G. en Jongm.; Maastricht, v. Hov. (Tusschen Beetsterzwaag en Wynjeterp 1866, v. Tuinen; tusschen Beetsterzwaag 6n Ureterp 1866, Holk.; — heide bij Suameer 1866, Holk., enHaren, C. de Gravere in herb. v. Tuinen; — Pater- wolde, R. de Boer en H. Kooi inherb. Heukels; tusschen Donderen en Norg 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; heide bij Eexst 1893, Schipper in herb. pr.; — Haaksbergen, Un. 1896 Ogt. in herb. pr. ; Azelo, Hertmen, Mej. H. v. d. Pauwert; — Ede, H. A. Westbroek enJ. Slingerland in herb. Heukels; Elburg op Westbroek 1843, Alpherts in herb. pr.; Halle 1901, Struyk. in herb. pr.; Rozendaal (Gld.) 1889, Ogt. in herb. pr.; — Maars- bergen 1887 en 1895, Struyk. inherb. pr.; - Hooge Vuursche 1883, Heinsius in herb. pr.; - Zanderij Hilversum 1898, Koning in herb. pr.; - Clinge 1886, L. in herb. pr.; — Ginneken 1893, en Strijpsche heide 1880, Posth. in herb. pr.; Vuchtsche heide 1895, Heinsius in herb. pr.). Bovendien: Zwinderen, Dalen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p.247); - Willemsoord, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Oele, Woolde, Hasselo, Borne, Hollenbergerveld, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); Markelo, Diepenheim-Eibergen Zwilbroek, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Epe, Wissel, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 96); Doetin- chem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Hooger- heide, langs de Zoom en Woensdrecht, Un. 1896 ( Arch. 3. 1. p. 350) ; - Venlo, Velden, U n. 1893 ( Arch. 2. VI. p. 571); Valkenberg, H. d. V. (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld bij Bruman. SCLERANTHUS. 621 Ordo Scleranthaceae Link. Scleranthus L. 549. S. annuus L. Op bebouwde en opene zandgronden. 0 en 0. April—Aug. In Herb.: Texel 1860, Lac; 1870 en 1881, Groll; Burg aldaar 1869, en Hee op Terschelling 1869, Holk.; Midsland aldaar 1896, V.; -- Giekerk 1850, S.; Heeren- veen, Un. 1881; Tjerkwerd 1862 en Wolvega 1869, J. M. d e B o e r ; Harich (Gaasterland) 1865, H. d. V. ; de Gaast, Spree; - Oosterbroek, Strat.; Hornhuizen 1835, v. H.; - Drenthe, Un. 1889; Valthe 1859, Lac. en S.; Assen, Forsten; Meppel, v. Heyn.; - Kampen, R. B.; algemeen in Overijsel 1853, Kros; Oosterhout bij Kampen 1846, R. B.; Deventer 1877, K.; Spinnewiel bij Deventer 1840, H a 1 b. ; Diepenveen 1847, T.; Enck by Deventer 1847, M. J. Cop; Hellendoorn 1892, Carm.; Hengelo 1835, herb. v. d. B.; Haaksbergen 1891, L.; Hardenberg 1868, v. d. S c h e e r ; Gramsbergen 1859, L a c. en S. ; - Hattem 1872, Hoek; Harderwyk en Veluwe, R. B.; Hoen- derloo, Un. 1890; Hummelo, Keppel, Drempt 1842, J. W. R. Tilanus (P.N. S.); Apeldoorn 1851, K.A.; Voorstonden bij Voorst 1847, M. J. C o p ; Leesten 1850, Gronem.; Vordenl876,Groll; 1888, C. v. d. Broek; Zutphenl882, C. v. d. Broek; Arnhem, Thomson; Nymegen, B.; Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Beekl853, 0.; Heumen, Un. 1853; Renkum, Buse; Ede en Bennekom 1856, v. H.; Grebbe 1833, v. d. B.; — Amersfoort, R. B.; Amersfoortsche berg 1847, M. J. Cop; Soestdijk, G. Deyn.; Doorn 1830 en Driebergen 1833, Wtt.; Utrecht, v. H.; 1834, D. S.; 1835, Kraamw.; - Naarden 1864, 0.; Hilversum 1884, Boerl.; Berg en Dallust bjj Hilversum, v. d. T.; Wieringen 1856, Lac; Wrjk aan Zee 1871, Boerl.; Breesaap 1835, en Bloemendaal 1845, Buse; Haar- 622 SOLJSRANTHOS. lemmermeer 1853, S. en Hartm.; Bennebroek 1835, Mb.; - Noordwykerhout 1839, v. d. T.; 1840, B. W.; 1848, Mb.; 1867, 0.; Hillegommerbeek 1845, 0.; Noordwyk binnen, Exc. 1860; Lisse, 1894, V.; Endegeest 1835, Lac; koren te Rynsburg, Mb.; Wassenaar 1833, S. S. ; Zuidwijk langs den Haagweg, Perin; 's Gravenhage 1833, I. de L. e. h. Groll; R. B.; Pyletuinen by Naaldwyk 1845, v. d. T.; huis ter Rivier by Overschie 1896, V.; Hoek van Hol- land 1879, S.; - Zuid-Beveland 1838, Evertsdyk 1838 en Westdorpe 1845, v. d. B.; Kapelle (Z.-Beve- land) 1894, Ogt.; Zeeuwsch Vlaanderen 1860, A.W.; Hulst 1845, v. d. B.; Aardenburg 1861, A. W.; - Loopschans Breda, v. A.; Mastbosch 1880, Boerl.; Gilze-Rye 1877, L.; Vuchtsche heide, v. Hov.; Eindhoven, Dz. ; Geldrop 1835, de Br. ; - Beek— Elsloo, Boerl.; Gronsveld 1894, en tusschen Hazen- kuil en Ulestraten 1897, V.; langs de Geul by Geulle 1900, Sillevoldt en Jongm. (Suameer 1866, Holk. en 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Murmerwoude, J. Botke en I. de Groot; — Harendermolen, Zuidlaren, — Paterwolde, Eelde, R. de Boer en H. Kooi inherb. Heukels; Gieten, C. de Gavere, en Schipborg 1867, Holk. in herb. v. T u i n e n ; - Zwolle 1883, L. in herb. pr. ; Denekamp, J. B. Bernink; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert in herb. Heukels; - Hattem 1874, v. Tuinen in herb. pr.; Westbroek by Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Ryswyk, B. J. v. Wagensveld; Ede, H. A. Westbroek en J. Slingerland inherb. Heukels; Oosterbeek 1886, Posth. in herb. pr.; Velp 1893, Ogt. in herb. pr. ; — Oud Leusden 1846, Alpherts in herb. pr.; Overlangbroek, J. W. Kennephaas; Werkhoven, C. A. Backer; — Huizen, P. Beemsterboer in herb. Heukels; tusschen Valkeveen en Naarden 1899, Koning in herb. pr. ; tusschen Bussum en SCLERANTHUS. 623 Hilversum 1889, J. J. Smith in herb. Costerus; - Hillegom 1886, Struyk. in herb.pf.; Rotterdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; Stationsempla- cement Dordrecht 1901, Posth. in herb. pr.; - Berlicum 1890, de Haas in herb. pr.; Kruisland, F. Jansens in herb. Heukels; - Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Dalen, Gramsbergen, Erm, Emmen, 1859, Lac. en S. (Arch. 2. V. p. 247); - Steenwijker- wolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Heino, tusschen Heino en Nieuwe Wetering en tusschen deze plaats en Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Brinkhuis Langelo, Tankenberg, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3 I. p. 221); Markelo, Diepenheim, - Eibergen, Win terswyk, Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p 616); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404) Winterswyk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222) Vaassen, Epe, (Arch. 2. VI. p. 96); - Parkweg Am sterdam, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 689); - Sche veningsche duinen, de W. Hamer (Arch. 2. II. p 120); - Zuiddorpe, A. W. (Arch. 2. IV. p. 281) - Bergen op Zoom en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Venlo, Baarlo, Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Meerssen, Epen, Un. 1861; Sittard, Wylre-Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld bij Munting. [Aanm.: Een zeer vormenrvjke soort, waarvan bvj ons voor- namelijk voorkomen a. comosus Dum. Fl. Belg. p. 23 (Scl. annuus a. fastigiatus Celak. Prodr. p. 487, vorm metver- lengde takken der gaffeltuilen) met zoowel eindelingsche als zydelingsche tuiltjes, bovenste bladen boven de bloemen uit- stekend; kelkslippen lynlancetvormig en toegespitst of priem- vormig, ongeveer half zoo lang als de met de slippen mee- gerekende 4—5 m.M. lange, kale of zwakbehaarde vrucht. Deze 40 624 SCLERANTHUS. vorm werd Dumortier opgegeven: ..In arvis arenosjs Campiniae Limburgensis." b. d i v a r i c a t u s Dum. 1. c. (S c 1. b i e n n i a Reut. Catal. pl. Genev. EJ. 2). Kelkslippen eivormigtoegespitst, breeder vliezig berand, half of nauweljjks half zoo lang als de met deze ge- kroonde 3^-4 m.M. lange vrucbt. De andere vormen zijn bergvormen, welke hier niet voor- komen. Dat deze soort, zoowel als de volgende bizonder njk is aan vurmen l.ewijst wel het feit dat beide soorten in den z.i.lencatalogus van deii Dresdener Hortus van 1871 door Rei- chenbach in U7 s....rten werden gesplitst. Ook de Eeer Lako onderscheidt twee bepaalde vormen; een meer groene vorm: Zwolle 1883, Haaksbergen 1891 en Ruurlo 1888, L. in herb. pr. en een meer gry ze vorm: Keppel lss:; .n Kuurln 1888, L. in herb. pr.]. 550. S. perennis L. Op droge heide- en zandgronden. %. Juni—Aug. In Herb. : Groningen en Vlachtwedde, v. H.; — Ane 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kam- pen 1846, R. B.; Agnietenberg 1870, Hoek; Schalk- haar 1877, K.; Diepenveen 1846, M. J. Cop; 1846, T. ; Romb.; Hellendoorn 1892, L. en Carmigg.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; Hardenberg 1893, L.; Haaksbergen, Un. 1895; - Harderwijk 1865, bosch van Leuveren 1850, cn Hattem 1854, R. B.; Hezen- bergersluis bij Hattem, K. A. ; Twello, P. v. Delden; Apeldoorn 1851, Nieuwe Enk bij Apeldoorn 1881 en Pessink te Epse 1880, K. A. ; Zutphen, E.; Leesten 1850, Gronem.; Ruurle 1885, Ensink; Lichten- voorde-Varsseveld 1883, L.; Nymegen, Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Hunerberg aldaar, Thom- son; Heumen 1856, v. d.B.; Bennekom 1879, K. A.; Renkum 1849, Buse; 1850, S.; 1871, Groll; Ede 1856, v. H.; Grebbe 1833, v. d.B.; - den Ham 1836, D. S.; Amersfoort, R. B.; Doorn 1833, Wtt,; Rijzen- burg 1859, K.B.; tusschen Zeist en Ryzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Driebergen 1829, Wtt; tusschen Zeist en Driebergen, E. B. Asscher; Zeist 1837, Mb.; S.; Coll. Nat.; tusschen deBilten SCLERANTHUS. bZO Zeist 1830, v.H.; deBilt, v. H.; Utrecht 1834, d e Br.; 1834, D. S.; — tusschen Hilversum en Bussum, v. d. T.; Puikendam, S. S.; Breesaap, Buse; 1835, Mb.; 1872, Boerl.; — Hillegom, S.; Hillegommerbeek 1840, B. W.; 1845, 0.; 1856, Dz.; Noordwijkerhout 1867, 0.; duinen Noordwrjk, Dz.; Wassenaar, For- sten, S. S.; duinen bij Raaphorst, P e r i n ; 's Graven- hage, V. Z. ; G. B.; 1836, Buse; tusschen den Haag en Loosduinen, R. B.; Loosduinen 1848, S. ; Destree; Terheyde, Un. 1851; Ouddorp 1894, Boerl. en V.; — Oirschot 1837, d e B r. ; Vucht, B. ; Vuchtsche heide, v. Hov.; 's Hertogenbosch, B. ; Eindhoven, Dz.; Vierlingbeek en Overloon 1876, Lac. ; — Gennep, Afferden en Bergen 1876, Lac; Velden, Un. 1893; Beegden 1900, G. en Jongm.; Heerlen 1896, G. *) (Lutjegast 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; — heide tusschen Wedde en Vlachtwedde 1889, Schip- per in herb. pr. ; — Zwolle 1873, v. Tuinen in herb. pr.; 1883, L. in herb. pr.; Deventer 1851, Gorssel 1880, K. A. in herb. pr.; Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Garderen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; — Oud Leusden 1846, Alpherts in herb. pr.; — Naarden 1894, V. Suringar in herb. pr.; — Noordwijkerhout 1899, *) Twvjfelaclitig ; misschlen Scl. perennis X annuus. Kelktanden niet stomp, niet b\j vruchtrijpheid samengebogen, doch wel Lreed berand. Waar beide soorten by elkander voorkomen is de hybride ook in ons land waarschynlyk niet zeldzaam. Ter vergemakkelijking der waarne- ming laat ik hier de beschryving van dezehybride volgen: (Scl. inter- m e d i u s Kittel Taschb. Ed. 2. p. 1009) Plant grjjsgroen tot geelgroen, van den voet af zodevormig vertakt; schutblaadjes korter dan de bloemen; kelkslippen langwerpig of ei-lancetvormig, gekield, naar den top ver- smald, stomp, met eenigszins napvormig naar binnen gebogen top, langer dan de buis, tamelyk breed, (ofschoon smaller dan bjj Scl. perennis) wit berand, steeds schuins uitstaand ; meeldraden ongeveer % zoo lang als de kelkslippen; helmknoppen vaak onontwikkeld ; vruchten zelden ryp wordend; de plant nadert nu eens meer den eenen, dan weer meer den anderen stamvorm. (•)— 2J.. Mei— Sept. 626 SCLERANTHUS. TILLAEA. SEDUM. Struyk. in herb. pr.; - Breda, Mej. Th. W. v. Schermbeek in herb. Heukels; Kosrr.alen 1895, Heinsius in herb. pr.; - Venlo, Blerik Un. 1893 V. Suringar in herb. pr.; St. Pietersberg 1892, de Haas in herb. pr.). Bovendien: Erm 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); - Hengelo, Langelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 321); Markelo, Dieponheim-Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Varsseveld, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 197); Zevenbergen, Winterswyk, Groenlo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); - Heems- kerk, v. E. (Arch. 2. I. p. 382); - Wel, Lac; Beek -Elsloo 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 11). Ordo Crassulaceae D.C. Tillaea Micheli. 551. T. muscosa L. Op vochtige zandgronden, bij voor- keur op platgetreden voetpaden. ©. Mei — Sept. In Herb.: Hees by Nijmegen, G. Broers; - Driebergen, Six; 1865,0.; Broekbergen te Driebergen 1860, F. A. Hartsen (reeds van 1857 vandaaraan- wezig, verzameld door H a r t s e n in herb. v. T u i n e n) ; Driebergerbosch 1853, Kraep.; Dennenburg, Drie- bergen, Buse; Zeist 1854, Kraep.; — Rhijngeest onder Oegstgeest 1891, S.; 1891-1901, Struyk. in herb. pr. ; Huize Stadwyk Voorschoten, 1894-1902, V. Sedum L. 552. S. purpureum Link. (S. Telephium Fl. B. S. p. 352, S. purpurascens Koch. et Prodr. Ed. I. p. 9i). In boschrijke, zandige streken, tusschen kreupel- hout, aan bouwlanden enz. ; veelal verwilderd. %.. Juli-Aug. In Herb. : Kerkhof Vlieland 1858, Lac; - Goutum S.; Oranjewoud (Schoterland) 1872, Hoek; - bosch te Slochteren, Strat.; Helpen 1855, v. H.; - Wallen SEDUM. 627 van Coevorden 1859, Lac. en S. ; Meppel, — Kolder- veen en tusschen Nijeveen en^Meppel, v. Heij n.; Deventer 1846, v. Groningen; 1876, K.; Voorst 1876, K.; Agnietenberg, Gramsbergen en Hardenberg 1853, K r o s ; tusschen Hengelo en Delden, v. V 1 o t e n ; — Trijselberg by Hattem 1853, Kros; Hulshorst by Harderwijk 1852, en Molenkate by Hattem, R. B.; 'tLoo 1850, K.A.; Zutphen 1883, C. v. d. Broek; Lochem, Un. 1859; Ruurlo 1885, Ensink; Klarenbeek by Arnhem, Thomson; Rheederoord, 0. ; Biljoen by Velpl842, Tilanus (P. N. S.); Hemelsche berg M. D.; Ubbergen, Beek, Oosterhoutsche bosch en Weurt, N. en Th. Abel.; Beek 1847, B.W.; 1868. 0.; Ede 1901, v. Vloten; — den Ham by Amersfoort 1836, D. S. ; Eemnes, M. D.; Coelhorst aldaar, Garj.; Zeist, 0.; Utrecht, v. H.; 1859, R. B.; Oudwyk by Utrecht, v. H.; Schalkwyk 1833, Wtt.; tusschen Neerlangbroek en Doorn, v. d. T. ; — Naarden 1864, 0. ; Uithoorn 1872, Boerl. (verwilderd); Muiderberg 1896, V.; Overveen, v. d. B. ; Aardenhout 1870, G r o 1 1 ; Haarlem, Romb.; Haarlemmerhout 1837, Mb.; — Hillegom- merbeek 1845 en Hillegom 1845, 0.; Hazerswoudsche rietveld 1832, S. S.; den Deyl, Forsten; Raaphorst 1832, S. S. ; Haagsche bosch, v. d. B. ; 's Gravenhage, G. B.; Hooge dyk buiten Rotterdam 1837, Lac; — Nieuwerkerk Duiveland, Un. 1894; Oosterzwake 1841, Zuid-Beveland 1840, Walcheren en Oranjezon 1836, v. d. B. ; Domburg 1842, B. W. ; - Pettelaarsche dijkenVucht, v. Hov.; Valkenswaard 1901, Ro vers; — Maastricht, v. Hov.; Valkenberg Un. 1861; 1866, H. d. V. (Rijs in Gaasterland 1864, Holk., kerkhof Sua- meer 1866, v. Tuinen in herb. pr.; Rottevalle, en Heerenveen, J. Kuiper; — Groningen, — Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi, — Denekamp, J. B. Ber. nink, — Rijswyk (Gld.), B. J. v. Wagensveld, alle in herb. Heukels; Apeldoorn 1850 en Barneveld 628 SEDUM. 1894, K. A. in herb. pr.; Laren (Gld.) 1894 en bouw- land Tiel, Posth. in herb. pr.; zand Goilberdingen 1846, Alpherts in herb. pr.; Langsmeersche polder Culemborg, de Haas in herb. pr.; — Baarn 1883 Heinsius in herb. pr.; - tusschen Laren en Naar den 1900, Koning in herb. pr.; Hilversum 1894 Struyk. in herb. pi\; — Stolwijk, H. A. West broek en J. Slingerland; — Yzendyke, P. J Roosendaal; — Waalre, P. Sl oots in herb. Heu kels; — bovenste molen Venlo 1896, Rieterinherb pr.; Velden, Un. 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Scheene, Terissert, Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p.422); - Steenwykerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Raalte- Wyhe, tusschen Heino en Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); - Willinkhof by Winterswyk, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); Bronsbergen en tusschen deze plaats en Warnsveld, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 616); Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p.97) Ankelaar en het Broekland brj Apeldoorn, K. A (Arch. 2. III. p. 185); - Alkmaar 1871, S. en Abel (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Heemskerk Velsen, Bloemendaal, — Noordwyk en 't Westland v. E. (Arch. 2. I. p. 382); - Oudenbosch 1885-87 Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545; — Ha mert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Watersley bosch, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313); Neerbeek, Gulpen, Simpelveld, Lac; Sint Pietersberg 1885, K. en G. (Arch. 2. V. P- 11). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Vors- tius, Munting en Bruman. 553. S. Cepaea L. Op rotsachtige beschaduwde plaatsen, zelden. 0. Juni — Juli. In Herb. : Arnhem, Perin(?); — St. Pietersberg, SEDUM. 629 0.; 1870, Groll; 1885, K. en G. •); Valkenberg, Dr. Hallegraaf. Voorts vermeld door Pelletier en Munting. [Aanm.: Het is terecht zeer twjjfelachtig wat met de oudere opgaven bedoeld werd. Langs de kusten van Holland, veel op 't Koegras omtrent den Helder en aan de Muiderberg Haller, Elem. Phys. tom. 7. p. 172, volgens de Gorter is een opgave voor S. Cepaea even zonderling als by Leiden Vorstius en aan het strand niet ver van Katwjjk, voorhjj de vuurbaak volgens N. M u 1 d e r en aangehaald in de Flora Leidensis. Terecht merkt van den Bosch op dat deze soort een bergplant is, die allerminst langs onze zeekust thuis be- hoort. Voor den St. Pietersberg was zjj reeds bekend aan Lejeune (Fl. Spadina I. p. 204 en Comp. II. p. 107), terwyl zich reeds een exemplaar van die groeiplaats bevond in het herbarium van Franquinet. test. v. d. Bosch]. S. annuum L. Inheerasch in de Vogezen, het Schwarzwald en in Beieren. 0. Juni—Aug. In Herb. : Arnhem, Perin. [Aanm.: De reeds meergemelde liefhebbery van Perin om ook de foutieve opgaven van vroegere schrijvers door exemplaren in het stamherbarium vertegenwoordigd te zien, heeft hem ook by deze soort verleid uit 's Etfks Herbarium een exemplaar in dat van de Vereeniging te doen overgaan en er ditmaal als groeiplaats Arnhem bjj te fantaseeren. De oudere opgaven, vermeld in de eerste editie van dit werk, zyn tot de ware soorten kunnen teruggebracht worden; de ver- gissing berustte op een verkeerde synonymie. Zoob\jv. deplant van Oosterbeek door Bergsma ingezonden als S. saxatile, bleek echter te zjjn S. acre (= S. sexangul are); de plant van Wageningen Bergsma als S. rupestre, bleek te zyn S. Boloniense; de plant Arnhem v. H. is waarschu'nlijk S. album. De opgave van de Flora Leidensis berust op een groeiplaats bjj Forsten gevonden en ontnomen aan 's Ryks Herbarium. De eenige plant b\j Leiden door Forsten gevon- den n.l. bjj Wassenaar is een S. acre; de opgaven der Flora Frisica zijn door het verloren gaan van het materiaal niet meer te controleeren]. 554. S. oppositifolium Sims. Eotsbewonende plant van den Caucasus en Noord-Perzie, echter als tuin- plant ingevoerd en nu en dan ontvlucht op muren. %.. Juni—Juli. ') Nog aldaar gevonden in 1892 de Haas in herb. pr. en 1894 in herb. L. 630 SEDUM. In Herb. : Muur Thorn 1900, G. en Jongm. 555. S. album L. Op rotsen in Midden-Duitschland, vaak als sierplant gekweekt en hierdoor zeer dikwijls verwilderd op daken, muren en op zand- gronden. %.. Juni — Juli. In Herb. : IJselmuiden, Cayaux; Bolwerk Kam- pen, T.; Kampen 1848, R. B.; Agnietenberg Zwolle 1892, L. en Carmigg.; Tongeren, Forsten; De- venter, Halb.; wallen aldaar 1877, K.; Usel by Deventer, v. H.; — Epserheuvel, Exc. 1897; Zut- phen, Forsten; Wtt.; G. B.; Tonderen 1877, K. A.; Warnsveld 1833, Wtt.; tusschen Oosterbeek en Arnhem, v. H. ; Arnhem, Forsten; S. ; Oude Vel- perpoort Arnhem 1836, de Vriese; Lobith 1837, V. Z.; Nymegen, N. en Th. Abel.; Thomson; 1878, Groll; Waaldyk aldaar, G. Deyn.; Heumen 1856, v. d. B.; wallen Tiel 1836, herb. 0.; Bommel 1835, Wtt.; Renkum 1848, Buse; Merwedyk bij Dalem 1899, G.; — wallen en muren Utrecht 1834, D.S.; v.d.T.; Mb.; v. H.; Manenburg Utrecht 1834 en 1835, D.S.; Wyk bij Duurstede 1827, Wtt.; - Ruine op Frankendaal by Amsterdam 1835, (wie?); Ruine Brederode, Mb.; Kerb. ; 0.; — Leiden, Perin; Gouda, J. F. Hoffman; rots Diergaarde Rotterdam, V.; rietendaken Sliedrecht 1835, Lac; — Sas van Gent 1861, A. W.; - Wyk bij Heusden, v. Hov.; Vuchtsche dyk bij Gameren, V. Z.; Boxmeer 1838, de Br.; Un. 1853; Beugen, CJn. 1853; - huis te Middelaar 1899, G.; Gennep, Heyen, Afferden, Beugen, Arcen 1876, Lac; muur te Steyl, Un. 1893; Fort St. Michel aan de Maas 1899, Garj.; muren Thorn, Wessem 1900, G. en J o n g m. ; St. Pietersberg, v. H o v. ; 1870, Groll; Savelsche bosch 1894, Lindo; Valken- berg 1864, H. d. V. (Wolvega op een dak, L. T. v. d. Zweep; — Gen- dringen in het gazon van een buitenplaats, Mej. M. SEDUM. 631 S. Rust; Rijswijk, op strijkdam in de Lek, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Twello 1850, K. A. in herb. pr. ; muur slotpoort Culemborg 1842, A 1- pherts in herb. pr. ; stadsmuur aldaar, enhetZand, Doorwerth, C. A. Backer in herb. Heukels; — Rijsenburg 1889, A. de Wit in herb. de Haas; — Kralingen, F. D. J. Risch; muur Kralingsche veer, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; muur dijk Kralingen— Rotterdam 1899, Posth. in herb. pr.; — tusschen Woudrichem en Sleeuwijk op den Merwedijk, C. A. Backer in herb. Heukels; daken te Veen 1886, J. J. Smith inherb. Costerus; — Venlo langs de Maas tegenover St. Albanus 1899, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Hamert,Un. 1893 (Arch. 2. VI. p.571); Roermond, Gulpen, Un. 1861; tusschen Beek en Valkenberg, Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts vermeld door Pelletier en Munting en volgens Flora Leidensis ook door Vorstius; van daar weder het exemplaar van Perin voor Leiden. 556. S. dasyphyllum L. Plant inheemsch op rotsen in de Vogezen, het Schwarzwald, in het Beiersch Obeiiand en de Alpen; noordelijk nu en dan op muren aangeplant en dan vaak verwilderd. 2J.. Juni—Juli. In Herb.: St. Pietersberg 1870, Groll. Reedsvoor Maastricht gemeld in Lej. Rev. p. 87. [A a n m. : De plant in het bosch van 't Overvelde b\j Warns- veld, spaarzaam en zonder bloem, K. A. (Arch. 2. II. p. 158) is gebleken te zyn S. reflexum (Cfr. Arch. 2. III. p. 82)]. 557. S. acre L. Op muren, op opene en grazige zand- gronden en in de duinen algemeen. %.. Juni — Juli. In Herb.: Texel 1857, Hart.; Vlieland 1858, Lac; Vuurtoren Terschelling, Un. 1886; Grint 1869, Holk.; Ameland, Spree; 1865, v. d. Leij; Rottum 1869, Holk.; 1897, Schipper; - zeedyk Workum 1864, J. M. de Boer; — Helpman, Strat.; - Ane 632 SKDUM. 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Zalk, Ca- yaux (als saxatile); Kampen 1849, R. B.; Deventer 1876, K.; Barrieremuur Deventer 1839, Halb.; Kater- veer by Zwolle 1839, v. H.; kerkhof Hardenberg 1868, v.d. Scheer; — Harderwijk, R. B. ; Zutphen 1833 en 1834, Wtt; Winterswijk 1875, R. E. de Haan; Ei- bergen, Un. 1859 {&\s Boloniense) ; Arnhem, Thom- son; S.; spoorbrug Oosterbeek, Exc. 1897; Ooster- beek, Bergsma (als saxatile) ; Nijmegen, N. en Th. Abel.; Heumen 1856, v. d. B.; - Amersfoort, R. B.; Oud-Leusden 1836, D. S.; Spakenburg, Garj.; Zeist 1844, Wenck; Utrecht 1834, D.S.; walmuur buiten de Tolsteegpoort Utrecht, v. d. T. ; v. H. ; - Blaricum, v. H; Urk 1852, Backer de Wit; haven aldaar 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; spoordrjk Enkhuizen 1895, Sanders; Haarlemmer duinen, Kerb.; 1843 en 1868, 0.; Bloemendaal 1869, Boerl.; Velserend, Groll; Ruine van Brederode 1842, Herjbrock (P. N. S.); 1869, Hoek; Vogelen- zang 1901, V.; - Katwjjk 1828, en 1832, Wtt. Piorot; Mb.; Leiden en Raaphorst, Perin; Wasse naar, Forsten; Scheveningen 1895, R. B.; 's Gra venhage, V. Z.; 1842, J. de L. e. h. Groll; G. B. 1895, R. B.; muur binnenkalkhaven Dordrecht 1S82 V.; 1882, C. v. d. Broek; - Haamstede 1869, P Schuringa; Walcheren, B. W.; Zuid-Beveland v. d. B.; Neuzen 1859, A. W.; - Klopperwaard Wer kendam 1835, Lac; Ortenscho dijk, v. Hov.; — Maastricht, G r o 1 1 ; St. Pietersberg, v. H o v. (Zeedrjk Lemmer 1863, Holk.; — Poelepoort stads- wal Groningen 1867, Holk. in herb. v. Tuinen; — Zwolle 1883, L. in herb. pr.; Yseldyk bij het Kater- veer aldaar 1874, v. Tuinen inherb. pr.; Denekamp, J. B. Bemink in herb. Heukels; - Twello 1876, K. A. in herb. pr.; stationsterrein de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr. ; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Bergen Dal, F. J. Bevort; Rrjswijk, B. J. v. Wagensveld SEDUM. 633 in herb. Heukels; Lekoevers Redichemsche waar- den bij Culemborg, de Haas in herb. pr.; Goilber- dingen 1842, Alpherts in herb. pr. ; Culemborg, — Schalkwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Watertoren Bussum 1899, Koning in herb. pr.; Oost- en Westzaan, J. F. Wichard in herb. Heu- kels; Helder 1893, V. Suringar inherb. pr.; Sant- poort 1868, v. T u i n e n in herb. pr. ; Haarlem, Over- veen, C. A. Backer; F. Hulk in herb. Heukels; — ter Horst onder Wassenaar 1893, V. Suringar in herb. pr.; Terheide 1886, Struyk. in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden, en Kralingen, W. H. Wachter en P. Jansen inherb. Heukels; spoor- dijk Hardinxveld 1899, Posth. in herb. pr.; — dui- nen Domburg 1874, L. in herb. pr.; 1900, Ogt. in herb. pr.; — Sleeuwjjk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Venlo algemeen 1898, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. l.V*. p.256); - Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p.422); - Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); tusschen Heino en Wijhe, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Delden, Twikkelerbosch , Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 199); Markelo, Enter, — Bronsbergen en tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3 I. p. 616); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p.236); - Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); - Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 114); — Hoogerheide, Woensdrecht en station aldaar, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Grons- veld, Valkenberg, Un. 1861, Beek-Elsloo, Un.1883 (Arch. 2. IV. p. 313). Voorts btf Pelletier, Knyf, Vorstius, Bru- man en Munting. 634 SEDUM. [Aanm.: Hiervan worden iwee vormen onderecheiden. Volgens Grenier et Godron a. genuinum Godr. Feuilles des tiges fleuries eparses; plante tres-acre. fi. sexangulare Godr. (= S. sexangulare L., Lois. gall. ed. I. p. 207). Feuilles des tiges flouries etroitement imbriciuues; fleurs de moiti£ plus petites, moins nombreuses (1—2 sur chaque rameau de la cyme); plante a peine acre. Het schjjnt dat deze vorm fi. is wat Linnaeus onder S. sexangulare heeft beschre- v- April—Mei. In Herb. : Bosch van den Essenburg bij Harderwjjk 1850, R. B.; Rheede, v. H. ; boschje achter het loge- ment 'tSpjjker te Beek. Th. Abel.; - Heiligenberg by Amersfoort, v. d. T. ; 1846, W. K. ; Utrecht, C. A. Bergsma; v. H; V.Z.; 1832, de Br.; v. S.V.; G. Deyn.; Oostbroek bu Utrecht, C. Broers; 0.; Ab- stee, v. H; - Meerdervoort (Zwijndrecht) 1837, Lac. (Apeldoorn 1878, Voorst 1877 en Twello 1897, K. A.inherb.pr.; — Hilversum 1893 en 1901, Costerus in herb. pr.; - Rjjswijk (Z. H.) 1876, L. inherb. pr.). Bovendien: Vilsteren, H. d. V. (Arch. 2. I. p. 136); — bosch achter Sonsbeek te Arnhem, v. d. T. (Arch. l.V.p. 438); — Binnenduinen Heemstede — Leeuwen- horst Noordwyk, v. E. (Arch. 2. I. p. 382). Voorts vermeld door Pelletier. 564. R. nigrum L. In vochtige bosschen, aan slooten en beeken. t». Mei. Wegens de vruchten in tuinen gekweekt. 642 RIBES. In Herb. : Onland tusschen Groningen en Eelder- wolde 1839, v. H.; Mickelhorst by Haren, Strat.; C. de Gavere; Haren 1832, v. H.; tusscben Weddeen Vlachtwedde, Dr. J. A. W. Pott; - Valthe 1859, L a c. en S. ; Meppel, v. H e y n. ; - Kamperveen, R. B. ; Agnietenberg bij Zwolle 1891, L.; gracht Deventer, Romb. ; tusschen Oostmarsum en Denekamp 1891, L.; Almelo, Un. 1870; Twikkel by Delden, Un. 1870; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; - Twello 1846, T.; Zutphen en Voorst, Wtt.; Ruurlo 1883, L. en Ensink; Beekbergerwoud 1833 en 1834, Wtt; 1864, de Br.; 1869, S.; Eibergen, Un. 1859; achter het hotel 'tSpijker te Beek, Th. Abel.; Oude muur Herveld, M. Coenen; Doornwerth 1838, Buse; — Hamersveld 1891, Garj.; tusschen Leusden en Hei- ligenberg by Amersfoort 1836, D. S.; laan Rhoodestein Neerlangbroek, v. d. T. ; knotwilg Zaagpad Amsterdam, Fl. Amst.; Haarlemmerhout 1839, Dz. ; Kerb.; — Leiden 1835, Mb.; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; Haagsche bosch 1826, V.Z.; G. B.; S. S.; Mb.; 1864, H. d. V. ; Vianen en Heicop, v. H. ; Schollevaars- eiland 1864, (Krecke?); - Zonstoof 1839, v. d. B.; — Rosmalen, v. Hov.; Boxtel, v. H.; - St. Pieters- berg 1897, V.; Oud Valkenberg 1866, H.d. V. (Eelderwolde 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; - Weerselo 1901, L. in herb. pr.; Apeldoorn, K. A. in herb. pr.; - Voorschoten 1888, Struyk. in herb. pr. ; - Horsten bij Vucht 1887, Costerusin herb. pr.). Bovendien: Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Coevorden 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); - Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); - Overveen, - Staalduin, v. E. (Arch. 2. I. p. 382). Voorts vermeld door Pelletier. 565. H. rubrum L. In vochtige bosschen en in hagen, op beschaduwde plaatsen; allerwege gekweekt om de vruchten. De wilde vorm heeft roode RIBES. 643 vruchten (var. erythrocarpum), de tuinplant dik- wijls met lichtgele vruchten (var. leacocarpnm). ~£>. April—Mei. In Herb. : Oenkerk 1850, S. ; — Groningen, v. H. ; Sterrebosch aldaar, Strat.; Haren 1842 en tusschen Groningen en Eelderwolde 1839, v.H.; — Valthe, Un. 1889; Meppel, Cayaux; v. Heyn.; — Twik- kel bij Delden, Un. 18 70 (met witte bessen Cfr. Arch. 2. I. p. 199); - Twello 1877, 0.; Harderwijk, R. B.; op de „Beele" by Voorst 1877, 0.; Zutphen 1834 en Voorst 1834, Wtt.; Vorden 1876, Groll Beekbergerwoud 1833 en 1843, Wtt.; 1846, S. S. toren Herveld, M. Coenen; — Utrecht 1835, Wtt. C. A. Bergsma; Klein Ameliswaard tusschen Utrecht en Bunnik, v.d. T.; — Breesaap 1864, H. d. V. ; Velserbosch, Buse; Bloemendaal, V. Z. ; Elswout 1894, en Duin en Kruidberg 1881, Groll; - Keuken- hof by Lisse 1901, V.; Leiden 1835, Mb.; Hoogemorsch aldaar, Kerb. ; Haagsche schouw 1854, v. H. Jr.j Valkenburg 1837, Lac; Wassenaar en huis den Deyl, v. d. B.; Haagsche bosch 1833 en 1834, Wtt.; G. B.; duinpannen 's Gravenhage 1846, de Br.; Schevening- sche weg, V. Z. ; — Zuid-Beveland, v. d. B.; — St. Pie- tersberg 1885, K. en G. (Zwolle 1891, L. in herb. pr.; - Apeldoorn 1878, K. A. in herb. pr.; — Leiden 1888, Struyk. inherb. pr. — bosch van Cannes 1892, d e Haasinherb. pr.). Bovendien: Beverwijk, Velsen, Meerenberg, Over- veen, - Staalduin, v.E. (Arch. 2. I. p. 382); - Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 114); — Oudenbosch 1885—87, Butaye ende Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Wel en Kerkrade, Lac, G. en K. (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. 644 SAXIFRAGA, Ordo Saxifragaceae Vent. Saxifraga L. 566. S. hypnoides L. Rotsspleten in de gebergten van West-Europa, vooral op kalk; echter ook als tuinplant gekweekt en een enkele maal verwil- derd. %. Mei — Juni. In Herb. : Bergumerheide bij liot huis ter Heide 1824, Hinxt; - Harderwijk, T. ; — op eenige woeste zuddelanden tusschen elzenhout langs de Haarlem- mermeer, beoosten Leimuiden, op slechts eenige plaatsen, doch daar in overvloed 1834, S. S.; Buse; by Amsterdam 1834, S. S. herb. Wtt. (vermoedelijk dezelfde groeiplaats als hiervoor). (Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels). 567. S. Hirculus L. Op veenachtige weiden en in de venen, zeer verspreid. 2J.. Juli — Sept. In Herb. : Aan den Oldendijk in boschrijk weiland, tusschen Vaccinium Oxycoccus, te Weerdinge 19 Juli 1859, zeer zeldzaam, Lac. en S. [Aanm.: De plant werd reeds vroeger voor de Drentsche venen opgegeven en wel in het a°. 1611 verschenen werk v.-m Olusius „Curae Posteriores". Hierin meldt Clusius „Typis iam expressa mea Rariorum Plantarum Historia, Joannis Dortma nni pharmacopoei G-roeningensis celebris et eruditi epistolam, accipieham cum paucis quibusdam Plantarum iconi- bus ipsius in.iiiu satis scite delineal is, quarum neminem adliuc meminisse existimahat, el Groeningensi agro vicinisque locis peculiares esse credebat." Na een beschrijving dezer soort gegeven te hebben vermehU hy als groeipla^vts : ..Nascltur in palustrihus siccioribus locis, permixta Gramini Parnassi vulgo dicto, prope .n nissimum quendam pagum in comitatu Drentiae." Deze beschrtjving werd overgenomen in Dodoens' cruy.lt, Boeck van UilS. Cfr. Oudemans in Arch. 2. II. p. 812 eu 346]. 568. S. tridactylites L. Op vochtige zandige gronden, en de duinen, op muren en op kalkbodem. 0. April Juni. SAXIFRAGA. 645 In Herb. : Ameland 1869, Holk. (aldaar zeer ge- meen en sedert onheugelijke tijden kandelaartjes genoemd); 1896, V.; - Meppel, v. Hefjn.; — Kam- pen 1849, R. B. ; 1851, T. ; Staphorsterbosch, v. H e rj n. ; Zwolle 1884, en Herculo 1884, L.; Deventer, M. J. Cop; 1845, T.; 1877, K.; Olst 1896, L.; - Rivierduin onder hooge dennen 4e Voorst, buurt Berg en Dal 1882, K. A.; Nijmegen, B.; vestingwerken buiten de Hezelpoort, Ubbergen, Beek, Oosterhoutsche bosch en tusschen de plaveisels op den Doddendaal by Nijmegen, N. en Th. Abel.; stadsmuur Buren, C. A. Backer; — zandweg tegenover station S. S. Amers- foort, Garj.; wallen Utrecht, C. A. Bergsma; v. H; v. d. T.; — Wijk aan zee, Exc; Groot Bent- veld en Zandvoort, E. B. Asscher; Bloemendaal 1870, Groll; Brederode, Kerb.; Overveen 1832, v. H; 1843, J. W.R.Tilanus (P.N.S.); 1848, Buse; 1872, B o e r 1. ; 1872, H o e k ; duinen Oranjewater 1900, C. A. Backer; Haarlem, Splitg.; de Vriese; 1867, 0.; 1870, G-roll; - Hillegommer duinen 1857, S.; muur te Lisse, V. Z.; Katwijk, Dz.; 1840, en 1846, B. W.; 1846, v. Dissel; 1849, A. W. Hartm.; 1854, v. H. Jr.; 1860, S.; 1886, C. v. d. Broek; muur Haagsche Schouw 1832, S. S. ; Oegstgeest, Forsten; Leiden, Pierot; 1870, Boerl.; muur hortus aldaar 1841, S. S.; Wassenaar 1832, Wtt.; 1835, Mb.; 1836, Lac; 1843, en 1846, O.; Waalsdorper vlakte 1897, V.; duinen 'sGravenhage 1824 en 1826, V. Z.; G. B.; 1846, de Br.; Thomson; R. B.; G. Barger; Zorg- vliet 1840, V. Z.; Loosduinen, Destree; de Mljl bij Dordrecht (boomkweekery) 1882 en 1883, V.; - Zuid- Beveland 1839, en Domburg 1839, v.d. B.; 1894, Ogt.; Zeeuwsch Vlaanderen 1860, en dijk tusschen Nieuw- en Oud-Westerrijk over de hofstede van Thomas 1853, A. W.; — op de borstwering van de Lancierskazerne te 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Singels Maastricht 1897, V.; St. Pietersberg 1869, 0.; 646 SAXIFRAGA. 1897, V.; Schinnen 1869, Lac; Valkenberg 1866, H. d. V.; Oud Valkenberg 1897, V.; Geleen 1896, G.; Eygelshoven 1899, G. en V. (Windesheim 1884, L. in herb. pr.; Zalk, R, B. in herb. L.; Schalkhaar 1850, - Zutphen 1877 enApel- doorn 1882, K. A. in herb. pr.; - Rietlanden Am- sterdam, op aangevoerden zandgrond 1882, Hein- sius in herb. pr.; — Lisse, J. Wesselo; Terheide, J. F. Wichard; — Breskens, F. D. J. Risch in herb. Heukels; Oostkapelle 1877, L. inherb. K. A.) Bovendien : Schiermonnikoog - Naaldwyk, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 120); - Schinnen, Geulem, Lac. (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld by Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. [Aanm. : De plant verschilt zecr in grootte. Kleine exem- plaren met gave bladen werden als /?. inbegrifolia onder- scheiden ( = S. cxilis Poll. Fl. ver. II. p. 31)]. 569. S. granulata L. Op grazige beschaduwde plaatsen, langs wegen en in zandige weilanden. 2J. . Mei — Juni. In Herb. : Matenastate Cornjum 1862, J. M. de Boer; 1874, v. Tuinen; — 'tusschen Gronin- gen en Haren, Strat.; 1830, Miq.; 'Groningen, Cayaux; 'Winschoten, Hennekeler; — ves- tingwerken bij de Hertogspoort te Njjmegen, N. Abel.; tusschen Molen- en Hezelpoorten en Ooster- houtsche bosch, Th. Abel.; Nymegen, B.; * Pasch te Apeldoorn 1853 en 1873, K. A. ; - * Eem by Amers- foort 1894, Garj.; * Vredenhoeve by Maarssen 1828, Suerman; - * Hoorn, C. A. Bergsma; * Velsen, de Vriese; " westelyk deel Haarlemmerhout 1836, Dz.; 1836, Kerb. en Mb.; 1862, H. d. V.; 1870, Groll; 1875, Boerl.; Exc. 1880; * Vogelenzang * Met dubbdr blonnen. Als zoodanig wordt de plant gekweokt en scliyut zy op de goostgronden algemeen vorwilderd te zyn. In Holland draagfc z\j don aaam van Haarlems klokkenspel. SAXIFRAGA. 647 1900, C. A. Backer; - ' singel Leiden 1840, B. W.; 1844,0.; v.d.Tr.; Perin; Hinxt; 1871, Boerl.; 'Valkenburg 1836, Mb.; * Wassenaar 1833, Wtt.; in een elzenboschje op den kerkweg te Wassenaar, S. S.; 1833, Wtt.; 'Haagschebosch, V.Z.; G. B.; 'Berken- pad Dordrecht 1837, Lac; - * in het bosch van Ipen- hoven te Zierikzee 1872, Schoor; * Domburgsche manteling 1897, Ogt.; - * Bergen op Zoom, Thom- son; speelhuis Breda, v. A.; TJlvenhout, Exc. 1896; langs de Aa by Princenhage, Exc. 1897; Ginneken 1880, Boerl.; Eindhoven 1831, J. F. Hoffm.; Dz.; 1839, de Br.: 1873, Moll; - Venlo 1898, K. A.; 1899, Rieter; Sittard 1896, G.; Maastricht 1892, de Haas; St. Pietersberg 1866, H. d. V.; Beek-Geulle 1900, v. Sillevoldt en Jongm.; Beek 1867, 0.; Valkenberg 1866, H. d. V.; 1869, Lac; 1897, V.; Heerlen 1896, G.; Umkoven onder Meerssen 1863, J. P. N. Land; tusschen Simpelveld en Kerkrade 1899, G. en V. ( * Leeuwarden, Hinxt in herb. K. A.; — * Haren, C. de Gavere in herb. v. Tuinen; * Ouderwerf- laan Winschoten 1897, Schipper in herb. pr.; — 'Breesaap, Mej. G. J. Kerbert; "Heilo, M. Kra- mer; * Bentveld by Haarlem, Heukels in herb. pr.; - Berkenpad Dordrecht 1849, Alpherts in herb. pr.; Park Merwestein aldaar 1896, Posth. in herb. pr.; — Moesbosch Walcheren, W. Blaas in herb. L. ; — Mastbosch, Mej. Th. W. v. Scherm- beek; Ulvenhoutsche bosch, C. A. Backer inherb. Heukels; Breda 1896, Struyk. in herb. pr.; sta- tion Boxtel, A. C. J. v. G o o r in herb. pr. ; — Houthem 1899, Costerus in herb. pr.; Valkenberg (forma laciniata), H. A. v. Roessel in herb. Heukels). Bovendien: Overveen, v.E. (Arch. 2. I. p. 383); — Gulpen, Geul, Wylre, Lac (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld brj Munting. 048 CHRYSOSPLENIUM. Chrysosplenium Tourn. 570. C. alternifolium L. Op vochtige beschaduwde plaat- sen, aan beekjes enz., in bosschen. %.. Maart—Mei. In Herb. : Groningen, Schroeder v. d. Kolk; — weg naar Denekamp bij Ootmarssum 1891, L.; tus- schen Losser en Oklenzaal 1898, G. en V. ; — Nijkerk- sche venen 1868, R. B. ; Nykerk, T h. S t o 1 z ; Apeldoorn 1853, K. A.; tusschen Zutphen en Apeldoorn 1877, K.; Beekbergerwoud, Buse; Mb. ; tusschen Beek- bergen en Nijbroek 1872, K. A.; Nymegen, Abel.en Pas; Wtt.; Berg en Dal 1873, v.H.; Philosophendal te Berg en Dal 1873, Th. Abel.; - Hamersveld 1891, Garj.; 1892, Heinsius; - Aardenhout 1837, Buse; Leijduin 1837, Buse;*) Vogelenzang by het opgaan der duinen, v. d. T.; 1837, Mb.; 1837 en 1839, Buse; Haarlem 1832, v. d. T.; - Zilk, Buse; - bosschen bij Geulle 1900, Ulestraten ") 1897,' en Geul by Slenaken 1889, V.; Slenaken 1889, S.; Voeren- daal, Thomson; langs de Selzerbeek by Vaals 1900, G. en V.; Vaals 1866, en Kerkerade 1866, H. d. V; (Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Teuge onder Twello 1853, en langs de Wetering by de Kar Apeldoorn 1877-1899, K. A. in herb. pr.; — Heemstede, C. A. Backer in herb. Heukels). Bovendien: Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). 571. C. oppositifolium L. Op gelijke plaatsen als de voorgaande, somtijds met deze samen voorkomend. %. Mei-Juni. In Herb. : Buurtschap Engeland te Beekbergen 1853, K. A.; •") Middachterbosch de Steeg 1898, K. A.; Beekhuizen,0.; G. Broers; 1840, D.S.; 1896, Ogt.; *) Volgena v. Eedcn (Arch. 2. I. p. 383) in 1871 aldaar te vergeefs terug gezocht. •*) Reeda van hier bekend «loor Lacoste (Arch. '2. V. p. 12). ***) A.ldaar echter verdwenen, K. A. in Arch. 2. III. p. 185. CHRYSOSPLENIUM. IIYDROCOTYLE. 649 Beekbergerwoud 1832, en 1834, Wtt.; S. S.; 1869, S.; Arnhera, Keiser; S. ; tusschen Arnhem en Velp 1845, W. K. ; Oosterbeek 1850, Buse; Oorsprong by Oosterbeekl856,S.; 1857,Kniittel; 1882, K.; Ntfme- gen, B.; Beek 1833, J.F. Hoffm.; 1840, Lac; 1844, N. Abel.; 1878, Groll; Kastanjebosch teBeekl841, v. d. T.; 1870, v. H.; tusschen Beek en Ubbergen, N. en Th. Abel. ; 1897, V.; vijvers op de buitenplaats van den Heer Dommer van Poldersveld te Beek 1853, 0.; bosch der Wed. Dommer te Ubbergen 1865, v. H. ; in het mormerdal te Beek, Un. 1847; Ubber- gen 1847, G. Deijn.; 1871, Th. AbeL; 1873, v. H.; huis Ubbergen 1882, G. Molengraaff; Keijenberg en de Doornwerth 1833, Wtt. ; — Utrecht, L. Mar- chand; - St. Jansberg, Un. 1898; Venlo 1895, Kieter; tunnel station Beek, Un. 1883; Bunde 1870, Groll; bosschen Geulle 1900, V.; Ulestraten 1873, Lac; Kerkrade 1866, H. d. V.; Epen,Un. 1861. Bovendien: Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852(Arch. 1. III. p. 500). Voorts vermeld by Pelletier en Vorstius. Ordo Umbelliferae Juss. Subordo Orthospermae Koch. Tribus Hydrocotyleae Spr. Hydrocotyle L. 572. H. vulgaris L. Op vochtige plaatsen, aan kanten van vijvers en slooten, vooral in heide en duin- gronden, op veenachtigen bodein. %.. Juni—Aug. In Herb. : Meentegronden Texel 1860, Lac; Koog op Texel 1868, Holk.; Liesterplak Terschelling, Un. 1886; duinvalleien Vlieland 1858, Lac; Rottum 1861, Lac en Kniittel; - Oenkerk 1851 en 1857, S.; Terissert, Un. 1881; - Haren, v. H.; Scheemda, t .",< ) HYDROCOTYLE. Strat.; - Paterwolde 1826, v. H.; Hoogeveen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Diepenveen 1876, K.; Vilsteren 1865, H. d. V.; Bathmen, Un. 1850; Borne 1901, L.; Hardenberg, Gramsbergen 1853, Kros; Loozen 1868, v. d. Scheer; - Hulshorst by Harderwyk en by deze stad, R. B.; Vorden 1885, Groll; Rusthout by Leesten 1851, Gronem.; Gors- sel 1886, C. v. d. Broek; Apeldoorn 1872, K. A.; Velp, v. H.; Rozendaalsche weg, Boerl.; Sypenberg by Arnhem, C. A. Bergsma; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Broek by Hulsen,B.; Wychen, Th. Abel.; Hatertsche broek en Wijchensche venen, N. en Th. Abel.; Wageningen 1833, Wtt.; — tusschen Amers- foort en Leusden, R. B.; 1835, Kraamw.; Leusde- nerweg by Amersfoort 1847, v. d. Roemer; Oud Leusden, v. d. T.; Kraamw. ; Lockhorst bij Amers- foort, Garj.; Driebergen 1834, v. H.; v. d. T. ; Maars- bergen 1895, V.; bosch van Rysenburg 1859, A. W. Hartm. enR. B.; deBilt, 0.; 1870, Groll; tusschen de Bilt en Blauwkapel 1835, D. S.; Maartensdijk, v. H.; — Zijdelmeer, Boerl.; Amsterdam, Fl. Amst.; Halfweg 1857, Lac; Wieringen 1856, Lac; tusschen Callantsoog en Petten, U n. 1891; Wyk aan Zee 1860, S.; Zandvoort, Buse; Bloemendaalsche duinen, V. Z. Rozewater 1870, G r o 1 1 ; Exerci-tieveld Overveen, E x c 1897; - duinen Noordwijk, Exc 1883; Noordwy kerhout, Exc 1886; duinen Katwijk, Pierot Warmond 1842, B. W.; Zoeterwoude 1894, V.; Was senaar 1832, S. S.; 1835, Mb.; Dz.; 1851, T.; Waals dorp 1826, V. Z.; 1834, Wtt.; Barger en Cool 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; tusschen Monster en Loosduinen, Un. 1851; 's Gravezande 1824, V. Z.; - Haamstede - Renesse, Un. 1894; Haamstede, Oostkapelle, Kadzand 1887, L.; duinvalleien Walche- ren 1838, v. d. B.; Sas van Gent 1863, A. W.; - Loopschans Breda, v. A.; Vlymen 1847, v. Hov.; Valkenswaard 1827, v. H. HYDROCOTYLE. 651 (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Kuyps- laan te Kollum, C. de Gavere in herb. v. Tuinen; Wolvega, Blesdrjke en Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; — Eelde, Peize, Oosterbroek, de Punt, Onnen, Noord- en Zuidlaren, R. de Boer en H. Kooi; - Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; — Voorthuizen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; — Putten; — Driebergen, C. A. Backer in herb. Heukels; sloot Fockserlo Maars- bergen 1892, V. Suringar in herb. pr.; Baarn 1883, Heinsius in herb. pr.; — Loosdrechtsche heide Hilversum 1886, Costerus in herb. pr.; Swanen- burg 's Gravelandsche weg 1898, Koning in herb. pr.; Naardenl892, V. Suringar in herb. pr.; Noor- der IJ en Zeedyk 1901, Struyk. in herb. pr.; Wil- lemspark Amsterdam, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Stolwrjk, H. A. Westbroek en J. Slin- gerland; Monster, J. F. Wichard; — IJzendrjke, P. J. Roosendaal; — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; Woensdrecht 1884, vennen Oister- wrjk 1897, Strypsche heide Eindhoven 1880, Posth. in herb. pr.; — Bulteven Venlo 1895, Rieter in herb. pi\). Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 84); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. I. V*. p. 256); - Wolvega, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — alle bezochte plaatsen in Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); — Steenwykerwolde, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, tusschen deze plaatsen de School Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Almelo, Albergen en Vriezeveen, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 195); Beckum, Woolde, Hasselo, Buurserbeek, Oldenzaal, de Lutte, Un. 18 95 (Arch. 3. I. p. 221); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen, Enter — Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616;; Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 •i;">- HYDROCOTYLE. SANICULA. (Arch. 1. V. p. 222); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Epe, Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Nykerk, (Arch. 1. V. p. 299); - Cal- lantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - - Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); - Zierik- zee, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 47); Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); Koewacht, A. W. (Arch. 1. IV. p. 282); — Woensdrecht en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Plasmolen, Th. AbeL; Stramproy, Lac. (Arch. 2. V. p. 12); Velden, Arcen, Venraai, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vor- stius, Munting en Bruman. Tribus Saniculeae Koch. Sanicula L. 573. S. europaea L. In schaduwrijke, vochtige bosschen. voornamelijk in bergstreken. %.. Mei—Juni. In Herb. : Vrij menigvuldig bosch te Assen 1830, E. Bloembergen; — bosch van den Uilenpas, Hulsebosch; in groote hoeveelheid indebosschen van Enghuizen bij Hoog Keppel 1882, K. A.; bosch Willinkhof by Winterswyk, Un. 1859; Watermeer- wyk (unicum), G. K. van Gulpen"); — Zuid Lim- burg 1883, K. ; St. Pietersberg 1866, H. d. V. ; 1897, V. ; Beek, Un. 1883; Bunde 1870, Groll; Maastricht, Ploem; Bemelen 1897, V.; Meerssen, Ulestraten 1897 en Gronsveld 1894, V.; Valkenberg, Un. 1861; 1869, Lac; 1898, Rieter; Schaesberg, Exc. 1889; Gulpen, Un. 1861; bosschen tusschen Simpelveld *) De c>i>gave als zoude de plant door D. Pas gevonden ztfn, berust op een vergissing van van Ball in zfjne Bjjdragen 71, p. 161. Hieruit is de groeiplaats overgenomen in de eerste editie van dit werk. SANICULA. ERYNGIUM. 653 en Overeijs 1899, G. en V.; bosschen onderste Locht 1896, Gk; bosschen Mesch 1885, K. en G. (Hummelo onder Enghuizen, P. v. d. Burg; — Singraven, J. B. Bernink in herb. Heukels; Geulle 1883, L. in herb. pr.). Bovendien: Amby 1840, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 213); Epe, Un. 1861, Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315). Voorts vermeld door Pelletier, Hondius en M u n t i n g. Eryngium Tourn. 574. E. campestre L. Op onvruchtbare gronden, aan dijken, wegen en langs de rivieren, op zand- en kalkbodem. %.. Juli—Aug. In Herb. : Kampen, T.; R. B.; Cayaux; Zwolle 1873, v. Tuinen; 1897, L.; Diepenveen, Romb.; IJseldijk, Trrjselberg, Agnietenberg en Kamperweg by Zwolle 1853, Kros; tusschen Zwolle en Masten- broek 1870, Hoek; Deventer 1877, K.; - Zeestrand Harderwijk 1863 en 1864, R. B.; Bronsbergen by Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Zutphen 1834, Wtt; Fockema; Arnhem, E. B. Asscher; Ryn aldaar 1876, Lac; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Wageningen 1833, Wtt; — Wyk by Duurstede, C. A. Bergsma; 1833, Wtt; Schalkwijk, v. H.; Hondswyk, C. A. Bergsma; Eem bij Soest 1893, Garj.; - Naarden 1864, 0.; Urk 1884, S.; Haar- lem, I. de L. ex herb. Groll; Zandvoort 1835, Buse; - Noordwyk aan Zee 1833, S. S.; 1843, 0.; Perin; Noordwijkerhout 1836, Mb.; Katwijk 1845, B. W.; tusschen 's Gravezande en Monster, (wie?); Brielle Un. 1887; Oud Slrjkerveer bjj Vianen, v. H.; — Schouwen, Dz.; 1873, Schuringa; Zuid-Beve- land 1845, v. d. B.; Hoek en Neuzen 1863, A. W.; - Klopperwaard Werkendam 1835, Lac; Hervensche 654 EKYNGIUM. dyk 's Hertogenbosch, v. Hov.; Waal by Heessel 1839, v. d. T.; - Scharn en tusschen Limmel en Borchare, 1870, Groll; Roosteren en Meers 1873, Lac. (Rivierdyk tusschen Hattem en Zwolle 1897, Posth. in herbr. pr.; - Gorssel 1894, Winter 1892 en Voorst 1892, K. A. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust, Ryswyk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Lent by Nymegen 1886, Posth. in herb. pr.; Kesteren 1874, v. Tuinen in herb. pr.; Wage- ningsche berg 1883, Heinsius in herb. pr.; Spoel Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; Redichem- sche waarden, de Haas in herb. pr.; Culemborg, — Vreeswyk, Werkhoven, Schalkwyk, C. A. Backer in herb. pr.; Rhenen 1887, Struyk. in herb. pr.; — Valkeveen 1899, K o n i n g in herb. pr. ; - Willige Lan- gerak, J. J. Schep; Spykenisse, J. Koornneefin herb. Heukels; - dyk Wissenkerke (N.-Bev.) 1881, Schipper in herb. pr.; dyk Vrouwenpolder naar de Oranjezon 1892, Ogt. in herb. pr.; Vrouwenpol- der 1873, L. in herb. pr.; - rivierdyk Moerdyk— Lage Zwaluwe 1901, Posth. in herb. pr.; Giesen, Werkendam, Slyk-Ewyk, C. A. Backer in herb. Heukels; - Venlo 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Wyhe, Oist 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); — tusschen Zutphen en de Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Terborg Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Zevenaar, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); - Egmond, - Hoek van Holland, v. E. (Arch. 2. 1. p. 383); Loosduinen, de Wit Hamer; (Arch. 2. II. p. 120); - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Philippine, A. W. (Arch. 1. IV. p. 282); alle Zeeuwsche eilanden, A.W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Mook, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 12); Blerik, Arcen, Hamert, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Roermond, Gronsveld, Un. 1861 Maastricht, Gulpen, Valkenberg, Un. 1883 ERYNGIUM. I •,.'.", (Arch. 2. IV. p. 314); tusschen Eijsden en Rijckholt 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld in Dodoens Cruydeboeck 1554 en Stirpium Historiae Pemptades, ontbreekt echter in Kruydt Boeck 1608; Pelletier, Vorstius en M u n t i n g. 575. E. maritimum L. In de Zeeduinen. 2J.. Juli-Aug, In Herb.: Eierland Texel 1857, Harting; Koog opTexell869, Holk.; Grie Terschelling, Un. 1886 Nes op Ameland, Bruinsma en Hinxt; Nesser duinen algemeen 1868, Holk.; Ameland 1869, V. Kobbeduinen Schiermonnikoog 1867, v. Diest Lor gion; Rottum 1897, Schipper; - Vollenhove, T. Cayaux; - Harderwyk, R. B.; v. A.; Nijkerk Garj.; - Naarden-Huizen 1864, 0.; Muiderberg C. A. Bergsma; Urk 1852, P. Backer de Wit 1884, S.; tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891 Zandvoort 1877, L. J. v. d. Veen; 1879, Groll; kolk Overveen 1869, Boerl.; Middenduin 1839, Buse Haarlem, v. H.; Kerb.; - Noordwijk, S. S.; 1876,0. Katwijkl832, S. S.; 1832, Wtt.; Pierot; 1835, M b. Dz.; 1836, Lac; B. W.; 1843, 0.; Perin; 1853, A W. Hartm.; 1873, Hoek; Scheveningen, C. A Bergsma; 1883, C. v. d. B r o e k ; 's Gravenhage 1836 D.S.; Terheide, v. d. T. ; 1851, T.; Walchersche duinen v. d.B.; Breskens 1857, A. W.; Domburg 1883, K. Vlissingen 1880, Buijsman. (Wijk aan zee, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Wassenaar 1885, Struyk. in herb. pr.; — duinen Koudekerke 1875, Schipper in herb. pr.). Bovendien: Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); den Helder, Schoorl — Wassenaar, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); — Schouwen en Duiveland, Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 121); Noord- Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115). Voorts in al de geschriften van Dodoens (1554— 42 r',C, ERYNGIUM. CICUTA. 1644), Clusius, Pelletier, Knijf, "Vorstius en Munting; Schagen by Alkmaar, de Gorter en Friesland, Meese. Tribus Ammineae Koch. Cicuta L. 576. C. virosa L. In moerassen en venen, aan kanten van slooten, vaarten enz. %.. Juli—Aug. In Herb. : Texel 1897, V.; - Dokkum en Sneek 1865, H. d. V.; Tietjerk, v. H; - Onland bij Eelder- wolde, Strat.; Harkstede bij Groningen, v. H; — Assen 1832, Forsten; Valthe 1859, Lac. en S.; - Kampen, R. B.; Trekvaart aldaar 1851, T.; Yselmuide, R. B.; kolk Diepenveen 1878, K.; Ketelkolk enz. Zwolle 1885, L. ; — Nymegen, B. ; Perin; Malden- schebroek, N. Abel.; Veenendaal 1882, K.; - Eem by Amersfoort, G-arj.; tusschen Maarssen en Tien- hoven, v. d. T.; tusschen Vreeland en Kortenhoef, E. B. Asscher; - Naarden 1864, 0.; Bussum 1894, V.; Fort Spion by Nieuw-Loosdrecht 1884, S.; Ring- vaart by Sloten, Fl. Amst.; Zydelmeer, Boeii.; Spaarnwouderpoort Haarlem, Kerb.; Zanderyvaart Overveen 1900, C. A. Backer; — Ringvaart by Lisse, Exc. 1894; Leymuiden, S. S.; Warmond 1835, Mb.; B. W.; Leiden, en zandery by Groot Hasebroek onder Wassenaar 1832, S. S.; Wassenaar 1843, de Vriese; Boterpolder Hazerswoude 1832, Wtt.; Rjjswyk 1865, H. d. V.; Beeklaan 's Gravenhage , R.B.; 'sGravenhage 1832, I. d. L. e.h. Groll; V. Z.; 1865, H.d. V.; Plassen Rotterdam 1856, 0.; Develby Zwyndrecht 1894, Posth.; Dordrecht 1837, Lac; - Bergen op Zoom, Un. 1860; Speelhuis Breda, v. A.; grachten van Heusden, v. Hov. ; Soerendonksche Goor 1901, Roversenv. Roessel; - Plasmolen en Mook, Th. Abel.; Velden, Un. 1893. CICUTA. APIUM. 657 /?. tenuifolia Froh. In Herb. : Dokkum 1860, S.; -- tusschen Ros- winkel en Weerdinge 1837, v. H. ; Weerdinge 1859, Lac. en S.; Oldendijk aldaar, Un. 1889. (Sloot Oldeboorn 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Heerenveen, J. Kuiper; Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer; — Groningen, Haren, — Pater- wolde, R. de Boer enH.Kooi inherb. Heukels; - Nijeveen 1881, "Voorst 1878, Apeldoorn en Uddel 1876-1880, K. A. in herb. pr.; - Vaart Klop naar Westbroek 1846, Alpherts in herb. pi\; — Oud Valkeveen 1894 en Vreeland 1892, V. Suringar in herb. pr.; 1892, G. en Heinsius in herb. Hein- sius; Naarden 1892, Struyk. in herb. pr.; 1899, Koning in herb. pr.; - Leimuiden 1897, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Dubbeldam 1894, Posth. in herb. pr.; — Halsteren, P. J. V e r h o e v e n ; Sleeuwijk, Besoijen, C. A. Backer in herb. pr.; - Venlo, plas aan de 4 paardjes en bij Jentjes 1896, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Scheene, tusschen Wolvega en Teris sert, Terissert, tusschen Knjjpe en Heerenveen, U n 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Meppel, («) Weer dinge, Veerschut aan de vaart naar Assen 1859 Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 247); - Oldemarkt, Ees veen, Giethoorn (bekend als Dollewortel), Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Nieuwkerkerveer, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); Entersche veen, tusschen Brons- bergen en Warnsveld, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 616); Grift te Elden, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 280); Blee- kermeer bij Uttel 1875, K. A. (Arch. 2. II. p. 158); - Blerik, Arcen, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). Voorts vermeld bij Pelletier en Bruman. Apium Tourn. 577. A. graveolens L. In zilte streken aan slootkanten 658 apium. op moerassige plaatsen, tusschen het riet enz. Ook gekweekt en somtijds verwilderd. ©. Juli -Sept. InHerb. : Eierland Texel 1860, Lac; Zeedyk Schier- monnikoog, H o 1 k. ; zilte weilanden Schiennonnikoog 1860, S.; -- Zeedyk Workum, Hindelopen 1853, en Metslawier 1860, S.; — Dingerweg bij Uithuizer- meeden 1856, Strat.; — boerenwoning Diepenveen 1877, K.; - tuinen Culemborg, H. S. Coll. Nat.; Harderwijk (verw.), R. B. ; tusschen Elburg en Har- derwijk, Cayaux; — Spakenburg, 0.; Eemdyk by de Schans Amersfoort, Garj.; — Blaricum by de Eembrug, Bergsma; rietlanden Muiden, U n. 1901; Amstel by Wilna 1835, Mb.; Zeedyk 1866, 0.; Oos- terdoksdijk Amsterdam 1851, T. ; Weesperzyde, v. H.; Ringdyk en Zaagpad, Pl. Amst.; IJ Amsterdam 1839, v. d. T.; 1875, 0.; tusschen Amsterdam en Haarlem 1842, Heybrock (P.N.S.); Zaan, Kerb. Hemmeland bij Monnikendam 1886, en Marken 1886 Boerl. en V.; Hoorn, Bergsma; tusschen den Hel der en Nieuwediep, V. Z.; Spaarndam 1870, Groll Spaarne 1872, Boerl.; Schalkwijkerweg, en Haar- lemmerpark, Buse; — Katwyk 1835, Mb.; kanaal aldaar 1833 en 1834, Wtt.; S. S.; Gradeermachine aldaar 1832, S. S.; Sluis aldaar 1837, Lac; tusschen Leiderdorp en Hazerswoude, Perin ; stalen Spanjaards- brug 1843, 0.; 's Gravenhage (verw.), R. B.; de Hel by 's Gravezande, V. Z.; Fyenoord 1834, v. H.; Voorne en Rozenburg, V. Z.; tusschen Brielle en Rockanje, Un. 1887; Ouddorp 1894, Boerl. en V.; Noorden- dyk Dordrecht 1886, C. v. d. Broek; - Duiveland, Dz.; Zierikzee, Un. 1894; Zuid-Beveland, v. d. B.; Middelburg 1883, K.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; — Bergen op Zoom, Thomson; Loopschans Breda, v. A. ; Heusbeensche weg Heusden 1847, v. H o v. (Leens, J. Borgman in herb. Heukels; — Ny- kerk aan Zee 1870, K. A. in herb. pr.; Wamel by APIUM. PETKOSELINUM. 659 Tiel, Posth. in herb. pr.; — vaart 's Graveland 1899, Koning in herb. pr.; tusschen Amsterdam en Am- stelveen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; tusschen Buiksloot en Schouw, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Zaandam 1876, Schipper in herb. pr.; C. L. Vogelesang enM.de Vroomein herb. H e u- kels; Monnikendam 1901, Alkmaar 1898, — Leiden 1896 en Brielle 1900, Struyk. in herb. pr.; Spijke- nisse, J. Koornneef, Hollandsche diep, W. C. v. E m b d e n ; — Uzendijke, P. J. Roosendaal in herb. Heukels; Walcheren 1873, L. in herb. pr.; — Almkerk, Geertruidenberg, C. A. Backer in herb. Heukels). Bovendien: Urk 1884, S. (het ex. uit het herb. S. was door insecten vernietigd) ; Zandvoort, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); — Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); Hoek, Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 282); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. Arch. 2. VI. p. 115); - Oudenbosch 1885-87, Butay e en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld bij Pelletier en Bruman. Petroselinum Hoffm. 578. P. sativum Hoffm. Zuid-Europeesche plant, in het wild van Spanje tot Macedonie, ook in Algiers, doch overal als groente gekweekt en vaak ver- wilderd. 0. Juni—Juli. In Herb.: Dokkum 1860, S.; — onder de Linden bij Deventer 1878, K.; Vorden 1878 en 1879, Groll; — mesthoop Weurt 1844, N. Abel.; Waaldyk by 't Oosterhoutsche bosch, Th. Abel.; — Haarlem 1879, Groll; — Wassenaar, v. Dissel; 's Gravenhage, R. B. ; — Loopschans Breda, v. A. (Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — moestuin Dordrecht (verw.) 1896, Posth. in herb. (>('.<» PETROSELIKUM. HELOSCIADIUM. pr.; — haventerrein Vlissingen 1888, L. inherb. pr.). Bovendien: Walcheren, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 121). Voorts vermeld door Pelletier, Knrjf en Mun- ting. Helosciadium Koch. 579. H. nodiflorum Koch. (Sium nodiflorum Fl. B. S. p. 250) Aan kanten van slooten, vijvers, beeken en in moerassige weilanden. %.. Juli-Aug. In Herb. : Nijmegen, B.; Eenkum 1833, Wtt.; - weilanden tegenover Zandlust Baambrugge, v. d. T.; Baambrugge 1837, D. S. ; — Amsterdam, Bergsma; v. H. (als H. repens); Sloterweg aldaar 1847 en 1875, L a c. ; weiland bij het huis de Vraag, F 1. A m s t. ; Sloterweg 1842, P. Heybrock (P. N. S.); Velsen 1848, T.; 1871, Hoek; Spaarne 1842, Buse; Buiten Spaarne, K e r b. ; Haarlem, Perin; Buse; — Leiden, V. Z.; Wtt.; Dz.; 1835, Mb.; buiten de Rynsburger- poort aldaar, Hinxt; Rijnsburg, 0.; Katwyk, B. W. ; duinen aldaar 1827, G. Broers e. herb. A. S u e r m a n < als repens) ; Mallegat aldaar 1842, 0. ; Jodenkerk aldaar 1828, Wtt.; Leugebrug, v. Rorjen; Wassenaar 1832, S. S. ; trekvaart 's Gravenhage, V. Z. ; Eikenduinen, G. B.; Eiland Rozenburg, v. d. T.; - Zuiddorpe 1854 en Sas van Gent 1857, A.W.; Eede in den Eecloosche watergang brj Spitsbroek 1878, L. ; - Moerdyk, Un. 1860; Woensel, Forsten; Stratum 1901, Rovers en v. Roessel; — Amby 1870, Groll. (Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Abcoude by het Station 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Amsterdam, W. H. ten Seldam in herb. Heukels; Zandvoort, Un. in herb. K. A.; Vaart by Overveen, Ogt. in herb. pr.; - Leiden 1885, Struyk. in herb. pr. ; tusschen Oegstgeest en Rynsburg 1895, V. Suringar in herb. pr.; Stohvyk, HELOSCIADIUM. 661 H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotter- dam, H. v. d. Linden; F. D. J. Risch; Spijkenisse, J. Koornneef in herb. Heukels; weiland langs de rivier te Papendrecht 1878, Posth. in herb. pr.; - Phillippine 1863, A. W. in herb. L. ; - aanlegplaats stoombooten Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.; - Kruisdonkby Meerssen 1891, deHaasinherb. pr.). Bovendien: tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); - Over- veen, Haarlemmerhout, — Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); - West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); - Gronsveld, Epen, Valkenberg, Sittard, Maastricht, Un. 1861 (Arch. 2. V. p. 12). 580. H. repens Koch. (Sium repens Jacq. et Fl. B. S. p. 252 et 784) Op moerassige plaatsen, voor- namelijk in veenstreken. %.. Juli—Aug. In Herb. : Aan het diep te Sleen 1859, L a c. en S. ; - tusschen Heino en Wijhe, Un. 1888; Markeloo- sche veen, Entersche veenen Diepenheim, Un. 1897; - Harskamp Veluwe, Buse; Espen tusschen Otter- loo en Barneveld, Buse; Knollenbroek bij Eibergen en Lochem, Un. 1859; in de Slink te Groenlo, Un. 1897. (In Brekkelenkamp, langs de Dinkel, J. B. Ber- nink; Enschede, Mej. P. S. L. van Deinse; - Westkapelle 1877, Schoonenboom in herb. L.). Bovendien: Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 121). Aanm. : Voorts vermeld door van Hall in B\jdr. VI. p. 163: ,.is verscheidene malen te Haren, Harendermolen en Pater- wolde, tnj Groningen door m(j wedergevonden." Ik vermoed dat hiermede de volgende soort zal bedoeld z\jn, althans van genoemde plaatsen komen daarvan exemplaren uit het her- barium van van Hall voor, terw\jlhij H. inundatum niet schynt aan te geven. De groeiplaats Amsterdam uit van Hall's flora vindt men terug onderH. nodiflorum, terwijl de opgave in de eerste editie Prodromus „Maastricht v. Hov. in herb. pr." wegens gemis aan bewjjsmateriaal thans niet fjf.j HELOSCIADIUM. meer is n:i te gaan; zy lykt m\j echter vordacht, tenz\j de plant op Belgisch grondgebied gevonden werd. 581. H. inundatum Koch. (Meum inundatum Sprg. et Fl. B. S. p. 242). In slooten en moerassen. in veen- putten, heiplassen enz. 21. Juni — Aug. In herb.: Texel 1881, Groll.; 1895, V.; Burg aldaar 1860, Lac; Hoorn Texel 1868, Alloo bij de Koog 1869, Holk.; Hoornsche vlak aldaar 1867, H. d. V.; Terschelling, Un. 1886; Groene plak aldaar 1869, Buren op Ameland 1869, Holk.; Hollum op Ameland, Spree; — Veenklooster 1866, Holk. Groningen, v. H.; 1865, H. d. V.; Harendermolen v. H.; — Paterwolde v. H.; Coevorden 1859, Lac en S.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen, T.; Kamper veen , R. B. ; Schoonheeten bjj Raalte 1901 , L. Zwarteveen by Harreveld 1890, G.; A.lmelo, Un. 1870; Delden, Un. 1870; tusschen Enschede en Haaksbergen 1891, en Boekelerhoek onder Lonneker 1893, L.; Hardenberg 1892, L. en Carmigg.; - tusschen Nijkerk en Putten, v. d. T. ; C. A. B e r g s m a Putten 1835, D. S.; Halle op de Veluwe 1834, Wtt. Princenmeer Veluwe, v. H.; Apeldoorn 1833, Wtt. 1851, en 1872, K.A.; tusschen Apeldoorn en Zutphen 1833, Wtt.; S. S.; Zutphen 1834, en Voorst 1832, Wtt.; Wolfheeze 1852, Buse; Maldensche broek, Th. Abel.; Wychen 1897, G. en V.; Wageningen 1882, K.; tusschen Ede en Veenendaal 1894, V.; Lage veen bjj Ede 1890 en Kraal Ede 1901, v. V 1 o t e n ; Renkum 1852, Buse; — Amersfoort en Hoevelaken 1896, Garj.; Beerschoten, W. K. ; Rijzenburgerbosch 1870, Hoek; 1873, H. d. V.; Driebergen, 0.; 1884, Groll; tusschen de Bilt en Zeist 1844, G. Deijn.; 1846, Buse; Zeist, J. Nyhoff; v. Dijk; de Bilt, V. Z.; Maartensdyk 1850, Lac; — Sloten, Lac; Wieringen 1864, H.d. V.; Zwanenwater 1899, Struyk.; — Haagsche Schouw, Perin??; — Bergen op Zoom, Verkouteren, Zundert, Un. 1860; Galgenberg by HELOSCTADIUM. 663 Heusdenhout, Un. 1852; Oirschot, Forsten; Scha- peven Oisterwijk 1894, Ogt. ; tusschen Rije en Dor- sten 1842, v. d. T.; 's Hertogenbosch, Pettelaar 1847, Fort Isabel en Vuchtsche heide 1847, v. Hov.; Eind- hoven, Dz.; St. Anthonies 1895, G. en V.; Poel bij Helmond, S. S.; vloeiweiden Valkenswaard 1901, Rovers en v. Roessel; — St. Jansbeek, Un. 1853; Genooil899,Rieter; Broek bij Thorn 1900, en veen noordwesteiijk van Weertl900, G. en Jongm. (Drinktobbe tusschen de Waal en Burg op Texel 1894 en tusschen Oostereind en de Waal aidaar 1894, V. Suringar in herb. pr.; — sloot Aadijk Blijham 1899, Schipper in herb. pr.; Eelderwolde, R. de Boer enH. Kooi inherb. Heukels; — Almelo 1897, V. Suringar in herb. pr.; Denekamp, J. B. Ber- nink; — Hulshorst, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Barneveld, A. C. J. v. Goor inherb.pr.; Epe 1875 en Beekbergen 1882, K. A. in herb. pr.; Edensche veen 1894 en Driebergen 1898, V. Surin- gar in herb. pr.; — Meent Bussum 1900, Koning in herb. pr.; — Oost Kapelle 1876, Frederiks in herb. L.). Bovendien: Kallenkote, Willemsoord, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 3. VI. p. 347); Hasselo, de Lutte en de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); - Winterswijk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); — Westbroek 1881 en Gooiergracht bij Laren 1882, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 527) ; - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 121); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); - Plasmolen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld bij Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman, en Aardenhout volgens de Gor- t e r en Friesland Meese, bij de Gorter aangegeven voor Kuikhorne, Bonte — Bok, Ureterp, Deurswolde, Haule. liljl FALCARIA. AMMI. AEGOPODIUM. [Aanm.: De opgave bjj Leiden is ontleend aan Vorstius; van daar dat Perin de soort heeft gevonden, echter in de vorzameling van 'sRiJks Herbarium]. Falcaria Rivin. 582. F. vulgaris Bernh. Langs kanten van akkers en wegen, voornamelijk op leem- en kalkbodem, bij ons meestal ingevoerd. 0. Juli — Sept. In Herb.: Klaverland, bemest met afval van uit Palermo afkomstige Sumac 1877, K. A. ; — Maas- triclit 1883, Winckler e. herb. Groll. Ammi Tourn. 583. A. maius L. Zuid-Europeesche plant, doch clders veelal mot zaden, voornamelijk van Lucerne- klaver ingevoerd. 0. Juli — Sept. In Herb. : Op akkers met Medicago sativa in den Middelburgschen polder onder Nieuw en St. Joosland 1877, A. W. en L.; 1880, A. W.; Oostkapelle 1877, J. C. Frederiks; 1877, Groll. Voorts vermeld brj Munting. Aegopodium L. 584. Ae.Podagraria L. Op beschaduwde plaatsen, aan heggen, heiningen enz. %.. Juni—Juli. In Herb.: Burg op Texel 1860, en Vlieland 1858, Lac; - Groningen, v. H.; Strat.; - Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1849, T.; R. B.; Deventer 1839, Halb.; Un. 1850; 1877, K.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; — Harderwrjk, R. B.; Apeldoorn, K. A.; Winterswrjk 1873, R. E. de Haan; Arnhem, Thom- son; Nijmegen, en Hulsen brj Nijmegen, B.; Valk- hof, Kelfkensbosch Nrjmegen en Beek, N. en Th. Abel.; Tiel, G. Post; - Amersfoort, R. B.; Garj.; Abstee by Utrecht, v. d. T.: Vleuten 1835, D. S.; - AEGOPODIUM. (')•',.") Amsterdam, v. H.; Zeeburg aldaar 1842, Bierens de Haan (P.N.S.); Ringdijk 1827, Romb.; Over- veen 1884, Groll; Haarlem 1831, Buse; — Lisse 1870, Hoek; Noordwyk, Fockema; Leiden 1827, Forsten; 1835, Mb.; 1835, Wtt.; Dz.; 1842, 0.; Haagsche bosch, V. Z. ; Destree; Exc. 1886 (kiem- planten); 's Gravenhage, R. B.; 's Gravezande, V. Z.; Dordrecht 1835, Lac; 1882, C. v. d. Broek; - Zuid- Beveland, v. d. B.; tusschen Souburg en Vlissingen 1880, Buijsman; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, en Aardenburg 1861, A. W.; - Breda, Valkenberg, v. A.; Vlrjmen, v. Hov. (Oldeboorn 1869, v. T u i n e n in herb. pr. ; — Leens, J. Borgman in herb. Heukels; — Zwolle 1900, L. in herb. pr. ; — Garderen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; tuin Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr.; de Haas in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rrjswyk, B. J. v. Wagensveld; Oosterbeek, Mej. A. A. L. Pelgrim; — Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; — Galgenberg Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Zaandam, C. L. Vogelesang en M. de Vroome; Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Leiden 1885, Struyk. in herb. pi\; Rrjngeest 1892 en Endegeest onder Oegstgeest 1893, V. Suringar in herb. pi\; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, F. D. J. Risch; H. v. d. Linden; W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; Park Merwestein Dordrecht 1894, Posth. in herb. pi\; — IJzendijke, P. J. Roosendaal in herb. Heu- kels; Middelburg 1874, L. in herb. pi\; — Almkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heu- kels; — Maastricht 1892, de Haas in herb. pi\). Bovendien: Rottum, Holk. (Arch. 2. I. p. 383 en 3. I. p. 213); — Zwinderen, Coevorden, Sleen, Rosewinkel 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); Steenwijkerwolde enz.; Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 666 AEOOPODTUM. CARUM. 347); tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Delden, Twik kelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo Bekkum, Borne, Carlshave, Weusthag, Haaksbergen Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 221); Diepenheim — Groenlo, Meddo bij Winterswijk, Ruurlo, Un 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Terborg, Un. 1885 (Arch 2. IV. p. 404); Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch I. V. p. 222); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI p. 97); - Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 235) Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p.272); Alk maar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Zand poort 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 70); Brielle, Un 1887 (Arch. 2. V. p. 399;; - alle Zeeuwsche eilan den behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2 VI. p. 115); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Venlo, Blerik, Velden, station Venraai, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Amby, Meerssen, Gulpen, Valkenberg, Sittard, Roermond, Un. 1861, tusschen Beek en Valkenberg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf en Munting. Carum Koch. 585. C. Carvi D. C. In weilanden, langs wegen en dijken ; in het groot verbouwd en vaak verwilderd. 0. Mei — Juli. In Herb.: Eierlandsche polder Texel, Holk.; Prins Hendrikpolder aldaar 1881, Groll; - Leeuwarden en Franeker, S. S.; Franeker 1863, M. de Boer; — Groningen, v. H; dijk buiten de Kranepoort Gronin- gen 1830, v. H; Winschoterdiep aldaar 1827, v. H.; Strat.; — Sevelingen 1847, T. (waarschijnlijk Sche- veningen?); Kampen, v. Heijn.; Kampereiland, R. CARUM. 667 B. ; Deventer 1878, K.; Olst 1896, L.; Hardenberg 1825, R.B.; - Harderwyk 1863, R.B.; Zuiderzeeby Harderwljk 1855, Lac. ; IJseldijk Zutphen, Wtt.; Vorden 1876, Groll; Terwolde 1876, K.A.; Rheede, v. H.; Broek by Arnhem, Thomson; Oosterbeek 1872, H. d. V.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Wageningen 1856, v. H; Renkum 1849, Buse; Tiel, G. Post; — Utrecht, C. A. Bergsma; Rrjn by Utrecht 1835, Wtt.; tusschen Utrecht en Houten 1840, v.d.T.; 1872, de Br.; - station Velsen 1881, Groll; - Leidenl841,B. W.; Dz.; 1839, Mb.; Ryns- burgerweg aldaar 1843, de Vriese; de Vink by Leiden, S. S.; 1841, B. W.; Ringdyk Haarlemmer- meerpolder bij de Leeghwater 1894, V. ; 's Graven- hage, G. B.; R. B.; Kanaal aldaar, V. Z.; Delft, V. Z.; v. S. V. ; Mestvaalt Schiedam 1898, V. ; - Bergen op Zoom, Un. 1860. (Groningen, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; 1883, L. in herb. pr.; - Apeidoorn 1878 — 1895, K. A. in herb. pr. ; (forma flor. roseis) Har- derwyk 1877, K. A. in herb. pr.; de Steeg 1897, Posth. in herb. pr.; kasteel Middachten 1895, Ogt. in herb. pr.; Onderlangs Arnhem 1897, V. Suringar in herb. pr.; Lekkendyk brj Aappenshoef 1847, Alpherts in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; Ryswijk, B. J. v. Wagensveld; - Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Amsterdamsche polder, A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; Zaandam, CL.VogelesangenM.de Vroome; IJmuiden, Sparendam en Haarlem, C. A. Backer; — Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slinger- land; ter Heide, J. F. Wichard; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen, H. v. d. Linden; F. D. J. Risch in herb. Heukels; Spoorbaan Dor- drecht, Willemsdorp 1880, Posth. in herb. pr.; — Groede 1877, Brakman in herb. L.; — Almkerk, C. 668 CABUM. A. Backer in herb. Heukels; — Maaswaarden Venlo 1896, Rieter in herb. pr.). Bovendien : Terschelling, v. E. (Arch. 2. 1. p. 383) ; - Op het Ossenveld en in de Eierstreek brj Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 186); tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); - Vel- serend, S. (Arch. 2. III. p. 420); — Westland, Voorne , v. E. (Arch. 2. I. p. 383); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Walcheren, Zuid-Beveland, Schou- wen en Duiveland, West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 121); Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Gennep, Lac; Bunde 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 12). Voorts vermeld by Pelletier en Munting. Zie voorts aanm. by Peucedanum Ghabraei. 586. C Bulbocastanum Koch. (Sium Bulbocastanum Sprg. et Fl. B. S. p. 252.) Op kalkhoudende bouw- en weilanden. %. Juni — Aug. In Herb. : Opdedoor de Gorter opgegeven plaat- sen achter Zandpoort en Velsen, langs het geheele voetpad van daar naar Wyk aan Zee door de Bree- saap in menigte, Kerb. en Mb. ; Velsen, Buse; Breesaap, Kerb.; Buse; de Vogelenzang, achter Zandvoort aan de kanten der akkers, T. T. Hinxt; — Noordwjjk 1836, Lac; Noordwijkerhout in 't ko- ren, S. S. ; 1839, v. d. T. ; 0. ; einde van het Langeveld tusschen Noordwijk en Noordwykerhout, S. S. ; in een weiland achter Noordwijkerhout, Hinxt; Zilk 1833, S. S.; Katwyk 1837, Mb.; Noordwyk binnen, G. en J. C. Broers; Orchisland Katwyk 1840, S. S.; Waalsdorp 1865, H. d. V. ; boschje by Waalsdorp, V. Z. ; 1834, v. H.; 's Gravenhage, G. B.; Noordlandsche dijk achter 'sGravezande 1845, v. d. T. ; — bouwland Gul- pen 1873, Lac; 1885, K. (Arnemuiden 1876, A. W. en L. in herb. L. en K. A.). CAEUM. PIMriNELLA. (>69 Bovendien: Naaldwijk, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); - Walcheren, k. W. (Arch. 2. III. p. 121). Voorts vermeld bij Dodoens, Pelletier en Vor- stius en voor Loosduinen en Monster by de Gorter. 587. C. verticillatum Koch. (Sium verticillatum Lam. et Fl. B. S. p. 784.) In moerassige weilanden, in vochtige bosschen. %.. Juli. In Herb.: Leende, '/4 uur van 't dorp naar den kant van Maarhees, Dz. (1830); Langs een heipoel genaamd de Aardbrand te Maarhees (zeldzaam) 1874, en Sterksel 1874, (zeldzaam) Lac; Valkenswaard 1900, en langs de Dommel onder Borkel en Schaft 1900, Rovers; - Broekmolen, gem. Stramproy en op eenige plaatsen langs de Tongelrooische beek 1899, G. endesTombe; Stellenboschbrug onder Stram- proy; Weerterbosch (de lagere weilanden zien er geheel wit door); veentjes noord-westelijk van Weert en Broekmolen als boven 1900, G. en Jongm.; Un. 1900. [A a n m. : Het is vreemd dat in de Ijuitenlandsche Flora's de groeiplaats als droge weilanden staat aangegeven; terwyl in ons land een groote vochtigheid een voorwaarde voor het voorkomen dezer soort schynt te zjjn, zoo zelfs, dat volgens mededeeling van den Heer Rovers de plant in tllie jaren buitengemeen rtfk optreedt, wanneer de hooge waterstand vethinderd heeft de weilanden te maaien, zoodat de soort zich dan ongestoord kan ontwikkelen, terwjjl zjj anders voor den hloei afgemaaid wordt en dan niet in het gezicht valt]. Pimpinella L. 588. P. magna L. Op beschaduwde grazige plaatsen. %.. Juni — Aug. In Herb. : Meppel, v. Herjn.; — Kampereiland, Kampen en Zandberg bij Kampen, R. B.; Agnieten- berg bij Zwolle 1897, L.; Grafhorst 1855, R. B.; Staphorsterbosch, v. Heyn.; Oldenzaal, Un. 1895; - Nykerk 1393, Garj.; Apeldoorn 1872, Hoek; 1877, K. A. ; Wiertjes-voort gem. Vorden 1884, r.To PIMPINELLA. Ensink; Lochem, Un. 1859; Rheede, v. H.; Doorn werth 1838, Buse; Nymegen, B.; Ooi, Beek, Ubber gen, Heumen en Waaldyk by Weurt, N. en Th Abel.; — tusschen Vleuten en huis ter Haar, v d. T.; - Ringdyk, Fl. Amst.; Breesaap, Kerb. Velsen 1835, Mb.; - Leiden 1832, Wtt.; B. W. Dz.; Vinkweg by Leiden 1833, Wtt.; 1833, S. S. Perin; Zoeterwoudsche wegby Leiden, S. S.; Zoeter woude 1833, Wtt.; Haagsche straatweg, V. Z. duinen 's Gravenhage, G. B.; R. B.; Loosduinen 1865 H. d. V.; Rotterdam 1850, 0.; Dordrecht, C. v. d Broek; Lek by Leksmond 1828, v. H.; - Zuid Beveland 1840, v. d. B.; - Woensdrecht, Un. 1860 Klopperwaard Werkendam 1836, Lac; fort Creve- coeur 1847, v. Hov.; - Maasoever by Roermond en Wessem 1900, G. en Jongm.; Beek, Un. 1883; Arnby 1870 en Valkenberg 1887, Groll; Ravelsbosch by Schimmert 1901, V. /?. laciniata Wallr. In Herb. : Weerdinge 1859, Lac. en S.; — Kampen 1849, T.; 1855, R. B.; - Laagkeppel korenakker 1898, K. A.; Ooische waard 1850, Overasselt, Malden, Ubbergen, vestingwerken Ny- megen, Th. Abel.; - Kanaal Katwijk, Dz. y. dissecta Wallr. In Herb.: Kampen 1847, T.; 1847, R. B.; v. Heyn.; Zwolle, Thorbecke; Olst 1901, L.; - 't Joppe 1832, Staring; kasteel de Ooi, Th. A b e 1. ; — Wassenaar, D z. ; Zorgvliet, V. Z. ; Scheveningsche weg 1884, de Br.; — Engelen en fort Crevecoeur 1847, v. Hov. (Apeldoorn 1879, 't Loo 1879, K. A. in herb. pr. (ook met rosebloemen); Ellekom 1895, Ogt. in herb. pr. ; Voorst by Zutphen 1879, L. (var. dissecta, Zwolle 1883 en 1897, L.) in herb. pr.; Arnhem, Mej. A. A. L. Pelgrim; Ryswyk, B. J. v. Wagensveld; Wageningen, C. A. Backer in herb. Heukels; PIMPINELLA. 671 zand Goilberdingen 1846, Alpherts in herb. pr.; - Zeist, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - Oegstgeest 1890, Struyk. in herb. pr.; Rotter- dam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; Willems- dorp 1886, Posth. in herb. pr.; - Oost Kapelle 1877, L. in herb. pr. ; binnenweg van WestSouburg naar Koukerke 1895 en Veersche weg Middelburg 1889, Ogt. in berb. pr.; - Nederhemert, C. A. Backer in herb. Heukels; - Beekbij denHoogmolen Venlo 1895, Rieter in herb. pr.; Arcen, Hamert, 1893, Gulpen 1893, Valkenbergen St. Pietersberg (als forma dissecta) 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Huffelte 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Bloemendaal-Katwrjk, Scheveningsche weg, Wassenaar, Brielle, v. E. (Arch. 2. I. p. 383); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 121); West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); Breda, v. A. (Arch. 2. II. p. 144); - Maastricht, Pietersberg, G-ronsveld, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. [Aanm.: Behalve enkele bergvormen wordt er nog een var. pinnatifida M. et K. beschreven; blaadjes der onderste bladen byna ingesneden-gelobd, die der stengelbladen vinspletig ingesneden. Tusschen dezen vorm en de beide boven genoemde komen echter alle overgangen voor]. 589. P. Saxifraga L. In zandige streken op opene grazige plaatsen, in bouwlanden enz. %.. Juni—herfst. In Herb.: Valthe 1859, Lac. en S.; Drente, Un. 1889; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1848, T.; 1854, R. B.; Zandberg bij Kampen, R. B.; Zwolle, Thor- b e c k e ; 1839, v. H. (als nigra) ; 1899, L. ( var. dissectifo- lia); Staphorsterbosch, v. Heijn.; Deventer, Halb.; Vestinggronden aldaar, Un. 18 50 Th. Abel.; Oot- marsum, Miq.; — tusschen Harderwijk en Leuveren 1865, en bosch van Leuveren, R. B.; Hoenderlo, 672 PIM1'INEI,LA. Un. 1890; Apeldoorn 1873, K. A.; Zutphen 1833, Wtt.; 1882, C. v. d. Broek; Bronsbergen 1877, K.; tusschen Terborg en Doetinchem 1883, L. ; Drempt brj Doesburg, L. Buchler; Angeren 1876, Lac. ; Beek 1853 en 1856, 0.; Kasteel de Ooi 1843, Th. Abel.; Groesbeek, Un. 1847; Persingen 1864, v. H.; Nijmegen, Abel. en Pas; - Lockhorst 1893, Garj.; Araersfoortsche berg 1861, R. B. ; de Grebbe 1827, v. H.; 1838, v. H. (als nigra?); 1866, 0.; ■- tusschen Naarden en Huizen 1864, 0.; Muiderberg v. d. T.; Huizen 1893, Garj.; Bergen brj Alkmaar, Un. 1871; Breesaap 1843, Buse; v. d. T.; Velsen, Buse; 1870, Groll; Overveen 1845, B. W.; Elswoutl871, Groll; Haarlem 1874, Boerl.; - Noordwjjk 1835, Lac; 1853, S.; 1894, V.; Katwyk 1835, Mb.; Kerb.; 1842, 0.; 1846, Perin; Persynspan by Katwijk 1832, S.S. ; duinen aldaar 1833, S. S. (als nigra); Leiden, Broers; Wassenaar 1841, de Br.; 1842, de Br. (als nigra); 'sGravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; G. B.; 1837, Buse; duinen aldaar 1827, V. Z. (Zorgvliet Brjdr. III. p. 52, ais dissectifolia), ook V. Z. (als nigra) ; 1842, de Br.; G. B.; tusschen den Haag en Scheveningen 1891, R. B.; Scheveningen, Thorb.; Eikenduinen, V. Z.; Ouden Drjk Schouwen 1845, v. d. B.; duinen Haamstede 1882 en haventerrein Vlissingen 1893, L.; Bergen op Zoom, Thomson; Un. 1860; Son, v. Hov.; Maas brj Cuijk 1838, de B r. *) ; - Maastricht 1870, Groll; algemeen Valkenberg 1901, V. (Annen-Ansloo 1900, Schipper in herb. pr.; — Zwolle 1883, L. in herb. pr.; Oldenzaal en Denekamp, J. B. B e r n i n k; — Apeldoorn, J. Koornneef; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Berg en Dal, F. J. Bevort; — Utrecht, W. C. v. Embden; — Am- sterdam (met var. dissectifolia), H. H. Zerjlstra in herb. Heukels; tusschen Naarden en Laren 1899, *) 1 ii Prodr. Ed. [. p. 98onder P. magna v. dissecta forma pumila. PIMPINELLA. 673 Koning in herb. pr.; duinen Schoorldam en Bergen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; duinen IJmui- den 1894, Ogt. in herb. pr.; tusschen Umuiden en Wn'k aan Zee en duinen Santpoort, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Katwijk 1892, V. Suringar inherb. pr.; - Arcen, Un. 1893 Ogt. in herb. pr.; Genooi 1895, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Hengelo, Hasselo, Langelo, de Poppe en langs de Dinkel, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 221); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Winters- wijk, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); - tusschen Bergen en Schoorl, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Bloemendaal, Bentveld, v. E. (Arch. 2. 1. p. 384) ; - Venlo, Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Sle- naken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. [Aanm.: Vooral in bladvorm een zeer veranderltjke plant; bjj een aanzienljjk materiaal loopen echter al de verscheiden- heden ongemerkt in elkander over. De hoofdvormen worden aldus onderscheiden : a. rotundifolia Scop. (maior a. i n tegr i f ol i a Wallr.) Blaadjes der wortelbladen rond, enkelvoudig, die der sten- gelbladen vaak ingesneden. /?. dissecta Eetz. (d i s secti f ol ia Wallr.; P. hircina Leers). Blaadjes der wortelbladen 1—2 maal vinvormig ingesneden met lancetvormige slippen. y. p oteriifolia Wallr. Kleiner; blaadjes rondachtig eivor- mig, gekarteld; zoo op de meest dorre gronden. De drie genoemde varieteiten zijn 6f kaal 6f zachtharig. <5. nigra Willd. (P. nigra Willd. et Prodr. Ed. I. p. 98; P. saxifraga/?. nigra Fl. B. S. p. 236). Hooger en krach- tiger dan alle andere varieteiten ; bladen stevig, leerachtig, wortel dikker, op dwarsdoorsnede aan de lucht meest blauw wordend; stengei, takken en meest ook de schermstralen en bloemsteeltjes kort grysharig. — Behalve de hierboven vermelde groeiplaatsen werd zjj opgegeven in de Flora van v. Hall, voor Lochem Rainv. en bjj Velsen in overvloed v. H. Eindelijk kent men nog een bastaard P. magna X 11,1 riMPlNELLA BERULA. Saxifraga il'. intermedia Figert in D. b. Mon. VII. p. 85))- 590. P. Anisum Adans. Plant uit het Oosten, zelden in het groot verbouwd, een enkele maal aangevoerd als opsiag. ©. Juli — Aug. In Herb.: Vuilnisbelt by Haarlem 1900, C. A. Backer; - stalen Spanjaardsbrug bij Leiden 1843, 0. Berula Koch. 591. B. angustifolia Koch. (Sium angustifolium L. et Fl. B. S. p. 250). In slooten, vijvers, moerassen enz. %. Juni — Juli. In Herb.: Texel 1857, Harting; 1860, Lac; Elsenboschje de Westen op Texel 1869, Holk.; Mids- land, Un. 1886; - Peize, Strat.; Borger 1889, Lac. en S.; Rivier de Recht bij Meppel, v. Herjn.; - Kampen 1847, T.; 1848, 1855, R. B.; 1872, Hoek; tusschen Deventer en Raalte 1894, L.; - Hulshorst brj Harderwrjk, en Harderwrjk 1864, R. B.; Loenen op de Veluwe 1893, K. A. (fl. roseis); Beekbergen 1853, K. A. (als Helosc. nodiflorum); kasteel de Ooi, huis Ubbergen, tusschen Weurt en Beuningen, Th. Abel.; WTageningen 1882, K.; Hamersveld 1891, Garj.; Doorn en Maarsbergen, v. d.T.; Utrecht, v. H.; Oudwijk bij Utrecht, C. A. Bergsma; - Uithoorn 1871,Boerl.; Oud Diemen, Fl. Amst.; Diemen 1857, Knuttel; Sloterweg, v. H.; Amsterdam, Bergsma; 1875, Lac; aan de Zaan, Kerb.; Breesaap, Buse; Overveen 1872, Boerl.; Heemstede 1872, 0.; Haar- lem, C. A. Bergsma; 1842, Buse; - Leiden 1835, Mb.; Dz.; (kiemplanten) 1835, Wtt.; Zoeterwoude 1881, Boerl.; Aalsmeer, Exc 1897; Katwijk 1833, de Haan; Perin; Wassenaar 1845, B. W.; 0.; Zorgvliet, V. Z.; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; R. B.; Eikenduinen, G. B.; Delft, v. S. V.; Fyenoord L870, O.; Dordrecht 1880, Posth.; 18S2, BERULA. 675 C. v. d. Broek; Westmaas 1840, Lac.; Lok bij de Vaart 1832, v. H.; — tusschen Renesse en Haam- stede 1882, L.; Zuid-Beveland 1840, v. d. B.; Sas van Gent 1857, A. W. en Douw; — Woensel, Porsten; Mark by Bouvigne, v. A.; Heusden, v. Hov.; — Elsloo, Un. 1883; Amby 1870, Groll. (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Heeren- veen, J. Kuiper; — Leens, J. Borgman; Gronin- gen, R. de Boer en H. Kooi; — Oldenzaal, Hen- gelo, J. B. Bernink; — Rrjswijk, B. J. v. Wa- gensveld in herb. Heukels; Apeldoorn 1875, en Zalt-Bommel 1878, K. A. in herb. pr.; Bennekom 1897, V. Suringar in herb. pr.; Culemburg, de Haas in herb. pr. ; C. A. Backer; — Werkhoven, Cothen, C. A. Backer in herb. Heukels; — 'sGra- veland 1899, Koning in herb. pr.; Muiden, Ilp, W. H. tenSeldam; Amsterdam, J. Koornneef in herb. Heukels; Alkmaarderhout 1890, Costerus in herb. pr.; — Leiden 1885, Struyk. in herb. pr. ; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. Heukels; Delft, de Wit Hamer in herb. L.; Zwyndrecht 1878 en 1897, Posth. in herb. pi\; — Stavenisse 1883, en Kloetinge 1886, L. in herb. pr.; duinen Vlissingen 1892, Ogt. inherb. pr.; IJzen- dijke, P. J. Roosendaal; — Almkerk, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; Andel 1887, J. J. Smith in herb. Costerus). Bovendien : Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 384); — Zwinderen, Coevorden, Gramsbergen, Sleen, Rosewinkel 1859, Lae. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Mar- kelo, Diepenheim, Un. 1897 (Arch. 4. I. p. 616); - Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); Terborg, Un. 188 5 (Arch. 3. I. p. 404); Beemte, Ankelaar, K. A. (Arch. 2. III. p. 186); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 239); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 676 BERULA. SIUM. 2. VI. p. 236); Velsen, Haarlemmerhout, (Arch. 2. I. p. 384) ; - Naaldwyk, Voorne, v. E. (Aroh. 2. I. p. 384); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 399); - Zuiddorpe, A. W. (Arch. 1. IV. p. 282); Tholen, Oost- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 121); al de Zeeuwsche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 542); - Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Rompen by Brun- sum, Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 12); Sittard, Un. 1861, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). Voorts vermeld by Pelletier, Vorstius en Munting. Sium Tourn. 592. S. latifolium L. Aan de oevers van stilstaande of zacht stroomende wateren, aan slooten, vijvers, in moerassen enz. 2[. Juni—Juli. In Herb. : Tusschen Bolsward en Leeuwarden 1875, J. M. de Boer; — vestingwerken Groningen 1856, Strat.; - 'Paterwolde 1831, v. H.; Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1848, R.B.; Deventer 1877, K.; * bjj de Gasfabriek te Goor 1898, G. en V. ; - broek- land by Apeldoorn 1852, K. A.; Zutphen 1882, C. v. d. Broek;" Leesten 1850, Gronem.; Lochem 1875, 0.; Doetinchem, Thomson; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Culemborg, H. S. (Coll. Nat.); Beest 1837, Lac. (monstr. met bladvormig omwindsel); — Amersfoort, R. B.; Hamersveld, 1890, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma; 1832, Wtt.; 1835, D. S.; "1832, v. d. T.; 1870, Groll; Laan van Croese aldaar, (wie?); Schalkwijk 1833, Wtt.; Rhoodestein brj Neerlang- broek, v.d.T.; - Sloterweg, Fl. Amst.; 1838, Romb.; * Exemplareii nut wortelbladeo. sium. 677 Uithoorn 1870, Boerl.; *Spaarne bij Haarlem 1840, Buse; Haarlem, 'Perin; 1871, Boerl.; Meerzicht 1872, Hoek; - Leiden 1832, S.S.; *Dz.; *Mb *Perin; 1843, 0.; Leiderdorp, Kerb.; Wassenaar Perin; 's Gravenhage, I. de L. e. h. Groll; Loos duinen, Destree; Delft, v. S. V.; Fyenoord 1870,0 Zwijndrecht 1835, Lac; - Zierikzee * 1873, P Schuringa; Sas van Gent 1863, A. W.; Hulst *1845, B. W. en v. d.B.; - Speelhuis, v. A.; 's Her togenbosch, v. Hov. (Leeuwarden 1892, V. Suringar in herb. pr.; Avetering Oldeboorn 1863, Holk. en Prikkeweg aldaar 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer; Rottevalle, J. Kuipers; — Groningen, R. de Boer en H. Kooi; — Dene- kamp, J. B. Bernink in herb. Heukels; Haaks- bergen, Un. 1895 Ogt. in herb. pr. ; Land van Vollenhove 1898, L. in herb. pr.; — Brummen 1873, Nybroek 1879 en kanaal te Apeldoorn 1894, K. A. in herb. pr. ; Redichemsche Wetering 1843, A 1 p h e r t s in herb. pr.; Culemborg, C. A. Backer; Rijswijk, B. J. v. Wagensveld; Gendringen, Mej. M. S. R u s t in herb. H e u k e 1 s ; Veenendaal 1886, S t r u y k. in herb. pr.; — Utrecht, W. C. v. Embden; Over- langbroek, J. W. Kennephaas inherb. Heukels; tusschen Duivendrecht en Abcoude, A. C. J. v. G o o r in herb. pr. ; — Vaart 'sGravenland 1899, Koning in herb. pr.; Amsterdam, J. Koornneef in herb. Heukels; Vogelenzang 1893, Ogt. in herb. pr.; — Oegstgeest 1892, V. Suringar inherb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland in herb. HeukeJs; Papendrecht 1878, Posth. in herb. pr.; — Oosterwijk 1894, Ogt. in herb. pr.; Vucht achter villa Erica 1886, Costerus in herb. pr.; — gracht fort St. Michel brj Venlo 1897, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 384); — Terissert, tusschen Knype en Heerenveen, 078 SIUM. BUPLEURUM. Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422,» ; - Coevorden, Bor- ger, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347i; tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, tus- iien Raalte en Wyhe, Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Carlshave, Weust hag, Buurserbeek, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I p. 221); Markelo, Diepenheim, - Slink by Groenlo tusschen Zutphen en Bronsbergen, CJn. 1897 (Arch 3. I. p. 616); Breevoort, Lichtenvoorde, Varsseveld Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222) Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Beekber gen, Ankelaar, K. A. (Arch. 2. III. p. 186); Wissel sche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Ken nemerland-Naaldwyk, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p 384); - kanaal Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 282) Oudenbosch 1885-1887, Butaye en de Haas (Arch 2. V. p. 545); - Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI p. 571). Voorts vermeld by K n y f , V o r s t i u s en M u n- ting. Bupleurum Tourn. 593. B. tenuissimum L. Op zilte, grazige plaatsen. ©. Juli—Sept. In Herb.: Zilte weilanden Zuid-Oostzyde Scliier- monnikoog 1860, S. ; *) - Hilhaak aan den Hoek van Holland 1844, v. d. T.; - Duiveland, Dz.; Bruinisse, Un. 1894; Groll; Korkenweg bij Reigerskerke, Un. 1894; Biezelinge 1834, v. d. B.; Evertsdyk, Dz.; (e. herb. v. Hall: aan den voet van dendyk by hetdorp Evertsdijk in Z.-Beveland gevonden door F. Dozy ■i Reeds v.-ui daar bekend van 1837 door II i n x ( rolgens een exem- " oerbarium Kok Ankersmit. BUPLEURUM. 679 med. et Phil. nat. Cand. en v. d. Bosch med. stud.); Noorddyk tusschen Goes en Kattendijke 1841, v. d. B.; 1841, v. d. T.; 's Gravenpolder 1840, v. d. B.; Goes, v. d. T.; Zuid-Beveland 1839 en 1840, v. d. B.; 1877, K. A.; Scherpenisse 1877, Groll; Kleverskerke (Walch.) 1883, L.; Hoek 1859 en 1860, A.W. (Dijk Arnemuide 1886, Schipper in herb. pr.; Kruiningen 1884, L. in herb. pr.; Zierikzee, Ogt. in herb. pr.). Bovendien : Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaan- deren, A. W. (Arch. 2. III. p. 121). 594. B. Odontites L. Zuid-Europeesche plant op bouw- landen, een enkele maal ingevoerd. 0. Juli — Aug. In Herb.: Haarlemmerweg by Amsterdam 1860, Hinxt e. herb. 0. Cfr. Arch. 3. I. p. 310. Bovendien: Klaverveld, bemest met afval van Su- mac uit Palermo afkomstig 1877, K. A. (Arch. 2. III. p. 224). 595. B, protraetum Lk. et Hoffmgg. Plant van bouw- landen bij Triest en Istrie. ©. Juli-Aug. (Op met Sumacafval bemest weiland bjj Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr. Cfr. Arch. 2. III. p. 212 en 224). 596. B. rotundifolium L. In koornvelden en bouwlan- den van zuidelijk Europa, meermalen met zaad aangevoerd. 0. Juni—Aug. In Herb. : In de Nederlanden tusschen koren, v. Roijen; *) - Pothoofd Deventer 1883, K. (met vrucht) ; 1884, K. ; meelfabriek aldaar 1898, K. A. ; - braakland by Graanpakhuis Apeldoorn (unicum) 1899, *) Dr. v. d. Bosch bespreekt uitvoerig deze plant in Arch. 1. I. p.520 en volg., waartoj hjj tot het vermoeden komt dat de plant van v. Ro;j e n een geschenk aan dezen is geweest van de Gorter, die haar dan zou gevonden hebben „in de koornlanden bjj Ulenpas en Hunderen", zooals in de Gorter's Flora is aangegeven. Later schynt M. J. Cop deplantook op den Uilenpas gevonden te hebben, ofschoon materiaal daarvan in het herbarium ontbreekt. Cfr. Arch. 1. III. p. 212. 680 BUPLEUHUM. OENANTHJS. K. A.; Nijmegen, Perin (?); molen St. Anna 1898 W. M. Docters v. Leeuwen; — 'Groenhoven by Leiden 1898, Struyk.; 's Gravenhage 1873, de Br Delft, L. Marchand; huis ter Rivier 1893, L. E Steenhuizen; in tuinen Dordrecht 1896, Posth. — Stationsterrein Middelburg 1894 en Meelfabriek aldaar 1901, Ogt; — Maastricht, herb. v. H. (Groningen, J. Mulder in herb. Heukels; — Oranjelust by Leiden 1901, Struyk. in herb. pr.; - Tilburg, P. A. Willems; Valkenswaard, P. Sloots in herb. Heukels). Bovendien: In een ga/.on in het Vondelpark te Amsterdam 1874, Lac. en Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 675). Voorts reeds vermeld door Pelletier. Tribus Seselineae Koch. Oenanthe Tourn. 597. Oe. fistulosa L. In en larigs slooten, vijvers, in moerassige weilanden. 2J.. Juni—Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; - Bolsward 1875, J. M. de Boer; Leeuwarden 1849, S.; — Groningen, v. H.; - Zwinderen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Hep.; - Kampen 1847, T.; 1847, R. B.; Vollen- hove 1894, en Zwolle 1900, L.; Deventer 1876, K.; Steenenkamer aldaar 1840, Halbertsma; Harden- berg 1868, v. d. Scheer; - Harderwyk 1864, R. B.; Vorden 1880 on 1883, Groll; Doesburg, Thomson; Ruurlo 1883, Ensink; Apeldoorn 1851, K. A.; Ny- megen, B.; Neerbosch, Hatert, Weurt, in de grift te Lent, N. en Th. Abel. ; - Amersfoort, R. B.; Eem aldaar, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma; v. H.; Rhoodestein by Neerlangbroek, v. d. T. ; — Sloter- weg Amsterdam 1840, Romb. ; Sloten, Pl. Amst; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Enkhuizer- polder 1895, Sanders; Sparendam 1894, V.; Haar- OENANTHE. 681 lem, Buse; 1842, Teengs (P. N. S.); - Warmond 1827, Wtt.; Valkenburg, Kerb.; Leiden, Mb.; S. S.; Dz.; Perin; 1842, 0.; 1872, Boerl; Hazerswoude, Pierot; Wassenaar, Un. 1850; Bonte paal by 's Gra- venhage, V. Z.; Delft, v. S. V. ; moeras achterHeem- raadschuur te 's Gravezande, V. Z.; Loosduinen, Destree; G. Barger; Zwijndrecht 1879, Posth.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; Heikop by Vianen, v. H.; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Middelburg 1839, B. W.; Zuiddorpe 1855, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; 's Hertogenbosch, v. Hov. /?. Tabernaemontani Gm. Maastricht, Dumortier. (Reeds vermeld in Lej. Rev. p. 62 en overgeno- men in Prodr. Ed. I. p. 99). (Oldeboorn 1863, Holk. en 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Wolvega, L. T. v. d. Zweep; Rottevalle, J. Kuipers; — Groningen, R. de Boer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Bernink in herb. Heu- kels; Lonneker 1893, L. in herb. pr.; - Twello 1898, Ogt. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Rijswijk, B. J. v. Wagensveld; Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; de Haas in herb. pr.; langs Huppelpad naar Beusichem 1845, Alpherts in herb. pr.; — Utrecht, W. C. v. Emb- den; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Baarn 1889, en station Breukelen 1871, Costerus in herb. pr.; — vaart Keverdijk Ankeveen, A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; Bussum 1894, V. Suringar in herb. pr. ; Meent 's Graveland 1899, Koning in herb. pr.; Amsterdam, J. Koornneef in herb. Heukels; — Hillegommerbeek 1886, Struyk. in herb. pr.; Rrjngeest onder Oegstgeest 1892, V. Su- ringar in herb. pr.; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; - Middelburg, F. D. J. Risch; IJzendijke, P. J. Roosendaal in herb. Heukels; Domburg 1881, Ogt. in herb. pr.; Koudekerke 1877, 682 OENANTHE. L. in herb. pr.; - Almkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; Andel 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Oisterwjjk 1894, Ogt. in herb. pr.; bossche veld by Deuteren 1895, Hein- sius in herb. pr.; - Tegelen, sloot by 'tkloosterde Munt 1897, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Terschelling, v. E. (Arch. 2. 1. p. 384); Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 84); - Ane, Sleen, Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Heino en Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Almelo, Albergen en Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Hasselo, Carlshave, Buurserbeek, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 221); - Breevoort, Lichtenvoorde, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 18 59 (Arch. 1. V. p. 222); Slink bij Groenlo, Meddo by Winterswijk, Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Ooi, Ubbergen, Beek, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 281); - Haarlemmermeer 1853, Hartm. (Arch. 1. III. p. 354); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 384); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); - Moerdyk, Un. 1860 (Arch. 1. V*. p. 236); Woensdrecht station, Un. 1896 (Arch. 3. I. p.350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Montfort, Susteren, Lac. (Arch. 2. V. p. 12); Blerik, Baarle, Oostrum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). Voorts vermeld brj Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. 598. Oe. Lachenalii Gm. (Oe. pimpinelloides Poll. et Fl. B. S. p. 240.) Aan slootkanten en op moerassige plaatsen naar den zeekant, %. Juni—Sept. In Horb. : Polder de Waal on Burg op Toxel 1860, OENANTHE. 683 Lac; Polder de Nederlanden Texel 1867, S. P. Hui- zinga; 1867, H.d. V.; 1868, Holk.; bij 't Eierlandsch huis 1868, in het beekje by de Mok op Texel 1868 en Nes op Ameland 1869, Holk. ; Zuid-Oostzyde op zilte weilanden Schiermonnikoog 1860, S. ; — Frane- ker, C. A. Bergsma; stadswallen Harlingen 1871, v. d. Ley; Sneek, C. A. Bergsma; Workum, Hindelopen enz. 1853, S. ; — Warfumervaart bij Onderdendam 1856, Strat.; — Kampen, R. B. ; Noorddiep Kampereiland 1840, R. B. (als pimpinell.) ; — tusschen Nykerk en Spakenburg, Stolz; — monding Eem 1895, Garj.; in een bosch by Spaken- burg, W. K.; - strand Naarden 1901, G. en V.; Oud Diemen 1859, Lac; 1863, 0.; Amsterdam 1875, Lac; IJkant aldaar, G. Backer; schutsluis Ooster- doksdyk, Fl. Amst.; Halfweg Sloterdyk, v. d. T. (als pimpinell.) ; IJdyk bjj Houtryk en Polanen 1846, Buse; Spaarndam 1835, Buse; 1835, Mb. (als pim- pinell.); 1845, Buse; Spaarndammerdijk by 't IJ 1833, S. S.; Kerb.; Callantsoog 1877, Lac; Zwane- water, Un. 1891; zand bij den Helder, Dumor- tier; Hemmeland bij Monnikendam 1886, Boerl. en V. ; — kanaal Katwijk, Dz.; drassige vlakte in het Nieuwland Westland, v. d. T. ; Hoek van Holland 1866, H. d. V.; - Nieuwerkerk Duiveland 1887, L. Zierikzee, Dz.; Un. 1894; Duiveland, Un. 1894 Schouwen, v.d. B.; Dz.; Zuid-Beveland 1841, v. d. B. oude Veersche weg Walcheren 1834, v. d. Feen (als pimpinell); Middelburg 1879, Groll; 1883, K.; 1894, Ogt.; St. Laurens 1834, Wtt.; - Schelde by Bergen op Zoom, Wtt. (Tusschen Burg en Hoorn en bij Hoorn 1894, V. Suringar in herb. pr.; - Sphagnetum Diemen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; A. C. J. v. Goor; Zeedyk naar Muiden, W. H. ten Seldam in herb. Heukels; Alkmaar 1898, en Monnikendam 1901, Struyk. in herb. pr. ; — IJzendyke, P. J. v. Roo- 684 OENANTHE. sendaal in herb. Heukels; Nieuw- en St. Joosland 1877, Schipper in herb. pr.; Arnemuiden 1876, en Hoofdplaat 1881, L. in herb. pr.). Bovendien: Egmond- Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 384); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - kanaal van Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 283). Voorts vermeld by Pelletier. Oe. pimpinelloides L. Op droge weilanden, vooral naar den zeekant. Plant van Zuid-Europa. %.. Mei. Behalve de planten onder den naam Oe. pimpinel- loides Poll. en Sm., welke men onder de voorgaande groeiplaatsen terugvindt, werd deze soort opgegeven door de Beyer voor Nymegen. (Cfr. Dum. Fl. Belg. p. 80). Zij schynt echter nimmer wedergevonden te zyn, ontbreekt zoowel in ons eigen herbarium als in dat van den Heer Abeleven. 599. Oe. peucedanifolia Poll. In vochtige weilanden. %. Juni—Juli. In Herb. : Op vochtige plaatsen in een polder en elders by Dordrecht 1837, Lac; aan den dijk bjj Meerdervoort, Zwyndrecht 1837 en 1838, Lac. (waar- schynlyk dezelfde groeiplaats) — zeer overvloedig in laag gelegen land tusschen Lith en Lithoyen, v. d. T. (Uiterwaarden by Rotterdam vry veel 1899, F. D. J. Risch in herb. Heukels). Voorts vermeld door Pelletier (volgens Oude- mans in Arch. 2. III. p. 369) en voor Maastricht, Lej. Fl. de Spa. 600. Oe. aquatica Lam. (Oe. Phellandrium Lam. et Prodr. Ed. I. p. 100). In slooten, moerassen, in stilstaande wateren enz. qj. en ©. Juli—Aug. In Herb. : Texel 1857, Harting; - Glimmerbrug Horensche diep, Strat; Haren 1830, v. H.; — Meppel, v. Heyn.; - Kampen,T.; 1848, R. B.; 1872, Hoek; Deventer 1881, K.; — Harderwyk, R. B.; Hoevelaken 1861, R. B.; Apeldoorn 1851, K. A.; Zutphen 1882, OENANTHE. 685 C. v. d. Broek; Vorden 1879, Groll; Lochem 1875, 0.; molenbeek Ruurlo 1885, Ensink; Doesburg, Thomson; Eibergen, Un. 189 7; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel. ; — Amersfoort 1890, Garj.; Doorn, Fockema; tusschen Bunnik en Driebergen 1857, Kniittel; de Bilt 1837, Mb.; Bunnik, D. Bierens de Haan (P. N. S.) (als Sium angustif.); Biltstraat Utrecht 1835, Kraamw. ; Biltsche molen, v. d. T. ; Utrecht, C. A. Bergsma; 1835, Wtt,; 1842, v. d. T. (als Sium latifolium); — Legmeerpolder, Boerl.; Amstelveensche weg 1842, J. L. Tilanus (P. N. S.); Sloten, Fl. Amst. ; Wieringen 1857, Harting; het zand te den Helder (als Lachenalii), Dumortier; Haarlem, Kerb. ; Haarlemmerhout 1853, S. en Hartm.; Overveen 1838, Buse; — Lisse, v. H.; Oegstgeest 1832, S. S. ; Katwyk, Mb. ; tusschen Kat- wijk en Wassenaar, P e r i n ; Leiden 1836, M b. ; B. W. ; 1842, 0.; Haagsche bosch, Perin; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; Loosduinen, V. Z.; Rot- terdam, Groshans; Zwijndrecht 1882, V. ; Dordrecht 1836, Lac; Heikop, v. H.; — Zeeuwsch Vlaanderen 1863, en Aardenburg 1861, A. W.; Zuid-Beveveland, v. d. B. ; Haamstede 1887, L. ; — Loopschans Breda, v. A.; Sprang, Thomson; Rosmalen, v. Hov. ; St. Anthonie, Un. 1853. (Hallum 1864, H. v. d. Ley en Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Rottevalle, J. Kuipers; Groningen, R. de Boer en H. Kooi; Leens, J. Borgman; — Oldenzaal, J. B. Bernink; — Gen- dringen, Mej. M. S. Rust; Rijswijk, B. J. v. Wa- gensveld, alle in herb. Heukels; Lunteren 1892, V. Suringar in herb. pr.; Spoel Culemborg 1850, en plantage aldaar 1846, Alpherts in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; — Werkhoven, C. A. Backer; Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — 'sGraveland 1899, Koning in herb. pr.; Alkmaar 1890, Costerus in 686 "IXANTHE. herb. pr.; — Piet Gyzenbrug 1886, Struyk. inherb. pr.; Oegstgeest 1894, V. Suringar in herb. pr.; Stolwyk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; H. v. d. Linden; — Uzendyke, P. J. Roosendaal inherb. Heukels; Biezelinge (Z.-Bevel.) 1896, Ogt. in herb. pr.; Middelburg 1892, Ogt. en 1897, L. in herb. pr.; — bossche veld bij Deuteren 1895, Heinsius in herb. pr. ; — Venlo, sloot brj Jentjes aan den Straal- schen weg 1896, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Terschelling. v. E. (Arch. 2. I. p. 384) — Wolvega, Terissert, tusschen Knype en Heeren veen, TJn. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - alle be zochte plaatsen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch 1. V. p. 248); — Steenwijk, Steenwykerwolde, Giet hoorn, TJn. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, tusschen hier en school Tongeren en by Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Almelo, Albergen en Vrieseveen, TJn. 18 70 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, U n. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Borne, Haaks- bergen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); Diepenheim, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); - Breevoort, Lich- tenvoorde, Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); Terborg, U n. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); de Beemte, Ankelaar, Broekland, het Loo, Beekber- gerwoud, K. A. (Arch. 2. III. p. 186); - Kennemer- land-Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 384); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - Walcheren, Tholen, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 121); Hoek, Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 283); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Ou- denbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Plasmolen, Abel. (Arch. 2. V. p. 12); Blerik, Oostrum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). Voorts vermeld door Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. AETHUSA. 687 Aethusa L. 601. Ae. Cynapium L. In moeshoven, bouwlanden en op ruige plaatsen. 0. Juni—Sept. In Herb. : Hoorn en Hoogeberg op Texei 1869, Holk.; Texel 1860, en pastorie Vlieland 1858, Lac. — Leeuwarden 1859, S.; Bolsward 1861 en Wit marsum 1875, J. M. de Boer; Franeker, A. Everts — Groningen, 1856, v. H.; C. de Gavere; Eexta Strat.; — Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1846 R.B.; 1847, T.; 1872, Hoek; Zwolle 1833, Thorb. 1897, L.; Deventer 1877, K.; Gramsbergen 1859, Lac en S.; Heemse, v. d. Scheer; — Harderwyk 1863 R. B.; Rusthout te Leesten, Gronem. ; Ruurlo 1885 Ensink; Lochem, Un. 1859; Doesburg 1863, H. d V.; Winterswijk, Un. 1859; Angerenstein bij Arn hem 1842, Tilanus (P. N. S.); Nymegen, B.; v. H. stadswallen, Ooische waard, Hees, Weurt, Beunin gen enz. N. en Th. Abel.; — Amersfoort, R. B. Schothorst 1892, Garj.; Meern 1870, Groll; tusschen Bunnik en Driebergen 1857, Kniittel; tusschen Jutphaas en huis te Haemstede, v. d. T. ; Doorn 1869, 0.; moestuin Schalkwijk 1833, Wtt.; Utrecht, v. H.; 1833 en 1835, Wtt.; Bergsma; 1837, Kraamw.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Tolsteegpoort Utrecht, v. d. T.; — tusschen Naarden en Huizen 1864, 0.; Schagerlaan en Verwerpad, Fl. Amst.; bolwerk Monnikendam 1886, Boerl. en V.; — Leiden, Dz.; 1834, Mb.; 1839, B. W.; 1841, 0.; Hooge Morsch al- daar, S. S.; Delft, v. S. V.; Rhoon 1871, Schepman; pastorie Heerjansdam 1838, Lac; — Zuid-Beveland, v. d. B.; — Werkendam 1836, Lac; Ginnekenpoort Breda, v. A.; wallen 's Hertogenbosch, v. Hov. /S. elata Friedl. Stengels zeerhoog, blauw berijpt. In Herb. : IJsel by Deventer 1879, K. A. ; - Win- terswyk, Un. 1859. (Kerkhof Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; 44 688 AETHUSA. - Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; Leens, J. Borgman; Haren, Eelde, R. de Boer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Bernink; - Kijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Apeldoorn 1879 en Bruramen 1873, K. A. in herb. pr. ; Dieren 1893, V. Suringar in herb. pr.; Nymegen 1894, Struyk. in herb. pr.; Opheusden 1874, v. Tuinen in herb. pr.; Slotpoort Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; - Werkhoven, C. A. Bac- ker; Utrecht, W. C. v. Embden; - Muiderberg, F. Hulk in herb. Heukels; Alkmaar, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Leiden 1888, Struyk. in herb. pi\; Stolwijk, Schoonhoven, Willige Langerak, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden; en Katendrecht, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; Heerjansdam 1886, en Dordrecht 1897, Posth. inherb. pi\; Sptjke- nisse, J. Koornneef; - IJzendijke, P. J. Roosen- daal in herb. Heukels; Goesl887, Posth. inherb. pi\; Nieuw- en St. Joosland 1877, L. in herb. pr.; - Waalre, P. Sloots in herb. Heukels). Bovendien : Terschelling, v. E. (Arch. 2. I. p. 384) ; Ameland, (Arch. 2. V. p. 53); Schierrnonnikoog 1896, Schipper (Arch. 3. 1. p. 606); - Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - al de bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Steenwykerwolde, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Nieuwe Wetering en school Ton- geren, Wrjhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 221); Diepen- heim, - Groenlo, Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 61(5); Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 222); Eierstreek te Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 186); - Bergen AETHUSA. 689 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Naaldeveld bij Bentveld, - Wassenaar, Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 384); - al de Zeeuwsche eilanden, A.W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115); Oudenbosch 1885 -87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. 545); on- bebouwd terrein te Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); - Venlo, Blerik, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 571); Maastricht, St. Pietersberg, Gronsveld, Amby, Meerssen, Gulpen, Epen, Valken- berg, Sittard, Roermond, Un. 1861; Beek-Valken- berg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). Voorts vermeld bij Munting en Bruman. /?. Overal bij Hengelo 1895, K. A. in herb. pr. (Cfr. Arch. 3. 1. p. 44) en Deventer 1879, K. A. in herb. pr. [Aanm.: Behalve de genoemde var. elata worden er nog eenige onderscheiden, die misschien ook btf ons kunnen voor- komen. a. domestica Wallr. Stengels 30-60 c.M. hoog, evenals de takken rond, met talrjjke streepen, naar boven toe vertakt, bladslippen spits of toegespitst, aan den voet wigvormig; schermstralen mjna alle even lang; buitenste vruchtsteel- tjes der schermpjes tweemaal zoo lang als de vrucht- schermpjes, daarom iets losser; striemen der voegz(jde aan de basis een weinig uit elkander staand ; omwindselblaadjes veel langer dan de schermpjes, teruggeslagen. De meest algemeene vorm. (). pygmaeaKoch. Stengels 2% -15 c.M. hoog, meestal van den voet af in takken verdeeld, evenals deze kantig; blad- slippen aan den voet versmald, overigens dikwtfls draad- vormig; schermstralen meest korter dan het tegenover- staande blad; de buitenste vruchtsteeltjes der schermpjes bjj zeer kleine exemplaren dikwjjls niet langer dan de vruchten, schermpjes daardoor meer gedrongen; omwind- selblaadjes zoo lang of weinig langer dan de schermpjes, afstaand of hangend ; overigens als ct. Hiertoe Ae. segetalis Bnngh. Stengel 5-10 c.M. hoog, onderste bladen langgesteeid, enkelvoudig of driedeelig; bladslippen breed-wigvormig, stomp, aan den top drie- spletig; bovenste bladen aan de middelste gelu'k of 3-tallig; 690 AETHTJSA. FOENICULUM. hun blaadjes t " <-.M. dik, grysgroen berypt, dikwyls van den voet af vertakt met lange, veeltakkige twjjgen; bladslippen stomp, van voren fljn uitgetand gezaagd; omwindsel dikwjjls 1 bladig: om- windseltjes 1—3 bladig, 2 maal langer dan de schermpjes: schermen klein, buitenste stralen veel langer dan de bin- nenste; kroonbladen volkomen wit, aan de basis alzoo niet groen, zeer klein; vruchtsteeltjes dubbel zoo lang als de vruchtjes]. Foeniculum Tourn. 602. F. capillaceum Gilib. (F. offwinale All. et Prodr. Ed. I. p. 100.) Plant van Zuid-Europa, op rotsen, zonnige steenige heuvels, wijnbergen enz. , bij ons wegens de vruchten gekweekt, een enkele maal verwilderd. 0 en %.. Aug.—Oct. In Herb.: Pothoofd Deventer 1878, K.; - IJdijk Amsterdam 1833, S. S.; 1835, Buse; Willemspark aldaar 1888, J. J. Smith Jr.; Overveensche duinen 1836, Mb.; Haarlem 1873, Groll; - Leiden, Perin; Alfen 1882, V.; Wassenaar 1832, S.S.; 's Gravenhage, R.B.; - Venlo 1899, Garj. (Bussum, Koning in herb. pr.; Naarden 1893, V. Suringar inherb. pr.; — Noordwrjk 1894, Struyk. in herb. pi\; Rotterdam, H. v. d. Linden; W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; — Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.). LIBANOTIS. SILAUS. 691 Bovendien: "Walcheren, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 121). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. Libanotis Crantz. 603. L. montana Grantz. Op grazige zonnige rotsen langs wegranden, aan den zoom van bosschen en wijnbergen. 00. Juli—Sept. In Herb. : In de Ooische waard by Nijmegen 28 Juni 1850, Th. Abel. Voorts reeds vermeld door Pelletier. Silaus Bernh. 604. S. flaveseens Bernh. (S. pratensis Bess. et Prodr. Ed. I. p. 100.) Op vruchtbare grazige gronden, langs dijken, bij ons vooral langs de Maas. 2J.. Juli—Aug. In Herb.: Ooische waard 1839, N. Abel.; 1847, Th. Abel.; - Park Merwestein Dordrecht 1895, Posth.; tusschen Sliedrecht en Giesendam, Lac; Biesbosch bij Sliedrecht 1882, C. v. d. Broek; - sloot langs bouwland te Bruinisse (Duivel.) 1 ex. 1887, L.; - waarden Werkendam 1835, 1887, Lac; algemeen uiterwaard aldaar 1897, V.; Herptsche poort Heusden, en Singelkade 's Hertogenbosch, v. Hov. ; MaasbijCuyk 1838, de Br. (als Pimp.saxifragav&r. dissecta?); — Maastricht, de Marres; Un. 1861 (als Peucedanum Ghabraei); 1870, Groll. (Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; — Sleeuwijk, Giesen, Uitwijk, C. A. Backer; Heeze, H. A. van Roessel in herb. Heukels; tusschen Engelen en 's Hertogenbosch 1888, Struyk. in herb. pr.). Bovendien: Aan de Maas te Meers, Lac (Arch. 2. V. p. 13). 692 CMTHMUM. CjBVISTICUM. Voorts vermeld by Pelletier. [Aanm. : Dc andere in het Archief vermelde groeiplaatsen hebben meest alle betrekking op Peucedanum Chabraei]. Crithmum Tourn. 605. C. maritimum L. (Cachrys maritima Sprg. et Fl. B. S. p. 242.) Plant van rotsige en steenige zee- kusten, groeiend onder het bereik der golven, langs de Middellandsche- en Adriatische Zee en aan de Westkust van Frankrijk. %. Aug. — Oct. In Herb.: Tusschen de keien der zeewering te Huisduinen Sept. 1899, L. de Bruijn, in 4 exempl., thans (1901) echter weder verdwenen door herstel- hngen aan de zeewering. Bovendien vermeld door Hondius en wellicht heeft ook de G-orter zjjne opgave aan dezen auteur ontleend. De opgave van Lejeune en Courtois wordt door Kickx in twijfel getrokken. Tribus Angeliceae Koch. Levisticum Koch. 606. L. officinale Koch. (Ligusticum Levisticum L.-etFl. B. S. p. 252.) Vermoedelijk afkomstig van de Alpen van Zuid-Frankrijk en de Pyreneeen, echter vooral bij boerenwoningen gekweekt en hiereen enkele maal verwilderd. 2[. Juli-Aug. In Herb. : Nieveen, A. Vos Houwink; Meppel, v. Heijn.; - Deventer 1877, K.; — Hoog Soeren 1877, en Bronsbergen 1880, Groll; boerderjj te Groes- beek 1897, G. en V.; - Beerschoten, 0.; - Bode- graven, 0.; - tuin Valkenswaard 1901, Rovers en v. Roessel. (Zuid-Beveland, de Wit Hamer in herb. L.). Voorts vermeld door Pelletier. SELINUM. ANGELICA. 693 Selinum L. 607. S. Carvifolia L. (Angelica Carvifolia Sprg. et Fl. B. S. p. 256.) Op vochtige, beschaduwde gras- gronden. %.. Juli—Aug. In Herb. : Langs de beekjes in het bosch van Scheidius, aan den weg van Berg en Dal naar Wielderen, over de pannenbakkerij 1899, K. A. ; tus- schen Varik en Hees, v. d. T.; — aan de Lek brj Vreeswijk 1840, de Br.; — Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852. [Aanm.: De plant van de Brup werd door Dr. v. d. B o s c h (Cfr. Verslag 1849 Arch. 1. II*. p. 6) voor S i 1 a u s p r a- tensis gehoudon. De opgaven „in sommige hooilanden op t Kampereiland 1816, R. B. (Arch. 1. I. p. 160) en slooten by Rosmalen, v. H o v. ( Arch. 1. I. p. 275)" hebben waarschjjnljjk betrekking op Peucedanum Chabraei]. Angelica Tourn. 608. A. silvestris L. Algemeen op beschaduwde, voch- tige plaatsen. %. Juli—Aug. In Herb. : Joure 1873, J. M. de Boer; - Weer- dinge 1859, Lac. en S.; — Kampen 1855, R. B v. Heijn.; 1872, Hoek; Deventer 1877, K.; Zwolle 1901, L.; - Harderwijk 1864, R.B.; Zutphen 1882 C. v. d. Broek; Winterswijk 1873, R. E. de Haan Nijmegen, B. ; Ooische dijk, bosschen Ubbergen, Beek Hatert,Ewijk, N. en Th. Abel.; - Amersfoort 1861 R. B.; Randenbroek 1890, Garj.; de Bilt, v. H. Utrecht, Bergsma; Rhoodestein bij Neerlangbroek v. d. T.; Wikkenburg 1826, Wtt.; - Naarden 1864 0.; Legmeerpolder en Zrjdelmeer 1884, Boerl.; Ring dijk Amsterdam 1842, J. W. R. Tilanus (P.N.S.) Sloterweg 1838, Romb.; Schinkel, Fl. Amst. ; de Zaan, Kerb.; Haarlem, Splitg.; 1870, Groll; Zo mervaart aldaar (met kiemplanten), Buse; — tus schen Voorhout en Sassenheim 1839, v. d. T. ; Oegst 694 ANGEMUA. geest 1842, 0.; Leiden, Dz.; 1834, Wtt. (met kiem- planten); 1835, Mb.; 1843, Haagsche Schouw 1854, v. H. Jr.; Haagsche bosch 1834, v. H.; 's Gravenhage, R. B.; Frjenoord 1870, 0.; dyk buiten de Waterpoort te Gorinchem 1842, v. d. T.; Dubbeldam 1837, Lac; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Neuzen 1864, A. W.; - Loopschans Breda, v. A.; Rosmalen , v. Hov. ; — Mook en Plasmolen, N. en Th. Abel. (Oldeholtpade, Bleidjjke, Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer, Groningen, R. de Boer en H. Kooi, — Denekamp, J. B. Bernink, — Gendrin- gen, Mej. M. S. Rust; Rijswyk, B. J. v. Wagens- veld, Culemborg, C. A. Backer, alle in herb. Heukels; 1846, Alpherts in herb. pr.; de Haas in herb. pr.; — Baarn 1889, Costerus in herb. pr. ; Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Abcoude, Hollandsche kade, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Meent 's Graveland 1899, Koning in herb. pr.; Vogelenzang 1893, Ogt. in herb. pr. ; — Leiden 1898, Struyk. in herb. pr. ; Groenesteeg 1893, en Rijngeest onder Oegstgeest 1892, V. Surin- gar in herb. pr.; Delft, de Wit Hamer in herb. L.; Papendrecht 1892, Posth. in herb. pr.; Stolwijk, H. A. WestbroekenJ. Slingerland; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Schouwen 1882, L.; - Waalre, P. Sloots). Bovendien: Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Gramsbergen, Dalen, Sleen, Borger, Huffelte 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); -- Steenwyker- wolde, Eeze, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892(Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Nieuwe Wetering en school Ton- geren, tusschen Nieuwe en Oudo Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 409); Almelo, Albergen en het Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hen- gelo, Twikkel, Hasselo, Weusthag, Haaksbergen, de Lutte, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 221); Markelo, Die- ANGELICA. PEUCEDANUM. 695 penheim en veen tusschen beide plaatsen, — Groenlo, tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Winterswrjk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Kannen- burg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Noord Apel- doorn, Beemte, Ankelaar, Uttel, K. A. (Arch. 2. III. p. 186); - Loosdrecht, Overveen 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 70); Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2.1. p. 272); Haarlemmermeer 1853, Hartm. (Arch. 1. III. p. 287); - Westland, Voorne, v.E. (Arch. 2. I. p. 384); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 399); - dtfken Hoek, A. W. (Arch. 1. VI. p. 283); Walcheren, Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 115);Haam- stede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 49); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Venlo, Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Meerssen, Gulpen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861; Beek — Elsloo, Maastricht, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p.314). Voorts brj Pelletier, Knijf, Vorstius en B r u m a n. Tribus Peucedaneae D.G. Peucedanum Tourn. P. offlcinale L. Op vochtige grasgronden. 2J.. Juli — Aug. In Herb. : Ubbergen, Perin(?). Voorts vermeld door Pelletier en Muntingen in de Flora Frisica van Meese voor Bergum, Oos- termeer enz. 609. P. carvifolium Vill. (P. Chdbraei Rchb. et Prodr. Ed. I. p. 101.) Op vochtige, vruchtbare weiden. %. Juli-Aug. In Herb. : Ganzendiep brj Grafhorst 1849, R. B.; 696 PEUCEDANUM. uiterwaarden langs den IJsel bij Kampen 1868, R. B.; IJseldyk Zwolle 1895, L.; idem Deventer, v. Gron.; — tusschen Deventer en Zutphen 1879, K. A.; Bronsbergen 1880, Groll; 1881, K.A.; IJseldyk bij Zutphen 1833, Wtt.; Zutphen 1866, de Br.; 1882, C. v. d. Broek; Apeldoorn 1858, 0.; Epe, Un. 1864; Rheede, 1823, v. H. (als Selinum Carvifolia) ; uiter- waarden Arnhem 1879, K. A. (als Silaus); Ryn by Arnhem 1875 en 1876, Lac; 1897, V.; tusschen Arnhem en Elten 1879, K. A.; tusschen Varik en Hees, v. d. T.; Ooi, Nymegen 1839 enz., Th. Abel.; Wageningen 1884, K. en Beyerinck; — weiland buiten de Wittepoort Leiden, S. S.; 's Gravenhage, R. B.; drjk bij Maassluis 1894, V.; tusschen Vianun en Vreeswyk 1841, G. Deijn.; tusschen Vianen en Everdingen, v. d. T.; - Heumen, Un. 185 3; Maas- dyk by Wessem 1900, G. en Jongm.; Maastricht, de Marres; Un. 1861; Heugem 1894, de Haas. (Deventer 1897, Struyk. in herb. pr.; Grafhorst, R. B. in herb. L.; Boksbergen 1898, K. A. in herb pr. ; Bennekom, W.C.v.Embden; Oosterbeek, Driel Elden, Huisen, A. H. Blaauw; Wageningen, Doorn werth, Culemborg, - Vreeswijk, Giesen, C. A. Bac ker in herb. Heukeis). Bovendien: Uiterwaarden Weurt, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 282); - Wtjk aan Zee talrijk, v. E. (Arch. 2. I. p. 384). [Aanm. : Het schijnt dat deze plant vaak miskend is ge- worden en zij onder vele andere namen werd ingezameld. Zoo vermoodden Lejeune en Courtois dat de afbeeldlng in Flora Batava IV. j>. jr,7 onderdennaam van Carum Carvi hiertoe zou behooren; waarom zie ik niet in, ofsehoon di kening geen behoorlijke details geeft, waaruit de juistheid zou moeten Myken. Kops geeft echter niet aan waar de afge- beeM'' planl (Carum (,'arvi) gevondon werd; als groeiplaatsen dezer soort vermeldt liij: „Op Ameland, te Gronin^on. buiten de Ebbingepoort, in weiden bij Franeker, bij Amsterdam, buiten de Utrechtsche poort aan het Molenpad, bij Stadlander, ook aan den Muiderdijk; bij Houten in Utrecht en aan den PEUCEDANUM. 697 Lekkendijk, tegenover Everdingen; in het broek brj Arnhem, brj Nrjmegen, in de weiden om Tiel en te Meinderswijk in de Betuwe." Eenige dier groeiplaatsen vindt men werkelijk terug onder Carum Carvi, andere schynen op Peucedanum carvifolium te wijzen. Ookinhunne ,,Aanteekeningen over oenige planten der Zuid-Nederlandsch' Flora" en voornamelijk in de Flora van de omstreken van Spa merken Lejeune en Courtois op: (Cfr. Brjdragen I. p. 294): „Het scmjnt, dat deze schermbloemige plant algemeen voorkomt in het dal van den Rijn bij Keulen en dat zrj ook in het Koninkrijk der Nederlanden als eene inlandsche plant kan beschouwd worden. De Heer D u m o u 1 i n heeft ons dezelve gezonden van uit de weiden tusschen Maastricht en Eijsden, de Heer de Cloet van de boorden van de Maas brj Dinant, van waar zij zich waarschynlijk tot in Holland uitstrekt, zoo ver men uit de afbeelding in de Flora Batava van den Hoogleeraar Kops kan oordeelen." Volgens de eerste editie van dit werk werd ook de afbeel- ding Flora Batava IX. p. 706 eveneens tot Peucedanum carvifolium gebracht, hoewel de plant daar onder den naam Selinum Carvifolia L. afgedrukt, met de volgende groei- plaatsen: „De Hoogleeraar v. Hall trof dezelve op weilanden te Rheede boven Arnhem aan; door den Heer v. d. Sande Lacoste werd zrj op de waarden onder Werkendam, Giesen- dam en Sliedrecht gevonden ; door mrj (v. d. T r a p p e n) zelven overvloedig op de waarden aan de Waal omtrent Tiel en Bommel en op eenige plaatsen tusschen die steden ; ook komt zy voor in den omtrek van Breda." Uit alles bljjkt dat men Carum Carvi, Silaus praten- sis, SelinumCarvifoliaenPeucedanum carvifolium vaak met elkander verwisseld heeft. By het samenstellen eener nieuwe Flora behoort op het scherp onderscheiden dezer soorten wel gelet te worden]. 610. P. palustre Monch. (Thysselinum palustre Hoffm. et Prodr. Ed. I. p. 102.) Aan vijvers, slooten, in moerassige weilanden en in de venen. 2J.. Juli—Aug. In Herb. : Murmerwoude 1865, H. d. V. ; - Nietap 1894, Sanders; Zuid-Laren, Strat.; Haren 1833, v. H; — Assen 1832, Forsten; 1589, Lac. en S.; Sterrebosch aldaar (forma robustior) 1879, K. A.; Valthe 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Eeze gem. Steenwijkerwolde 1893, L.; Staphorsterbosch, 1 >'■ ,s PEUCEDANUM. v. Heijn.; Zwolle 1865, H. d. V.; Markeloosche veen by Diepenheim, Un. 1897; Enschede, Kerb.; - Harderwijk 1865, en Barneveld 1862, R. B.; bosch van Ampsen 1875, 0.; Doetinchem 1878, K.; Vorden 1871, Groll; Nijmegen, B.; Beek, Un. 184 7; 1847, B. W.; Hatert, v-jver Meerwijk, N. en Th. Abel. Renkum 1854, Buse; - Amersfoort 1862, R. B. Liniedijk Amersfoort, Garj.; Driebergen 1833, Wtt. Maartensdyk Utrecht, v. H. ; Tolhek bij Houderingen 1860, Hartsen; — Naarden 1864, 0. ; Legmeerpolder 1886, Boerl.; Waveren, Bokshol en Uithoorn 1833, S. S. ; Amsterdam 1875, L a c. ; Oud-Diemen, F 1. A m s t. ; IJ bjj Spaarndam 1870, Groll; meertje bij Zomerzorg 1838, Buse; Zomerzorg, en Bloemendaal 1833, Mb. (aan het meertje bij Bloemendaal in 1880 terugge- vonden door v. Eeden, Cfr. Arch. 2. III. p. 302); Meerenbosch aan de Haarlemmermeer bij Heemstede, v. d. T.; Moeras de Liede 1900, C. A. Backer; - Kamerik Woerden 1846, v. Hov.; venen Leimuiden 1894, V.; kanaal 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; veentje de Kooi onder Veur 1894, V.; Rotterdam 1837, en Zwijndrecht (monstr.) 1839, Lac; - Hulst 1845, B. W. en v. d. B.; - Bergen op Zoom, Un 1860; U n. 1 8 9 6 ; Speelhuis, v. A. ; 's Hertogenbosch, v. H o v. ; Eindhoven, Dz.; Boxtel, 1847, v. Hov. (Oudeweg Tjalleberd 1868, v. T u i n e n in herb. pr. ; Heerenveen, J. Kuiper; — Groningen, R. deBoer en H. Kooi; — Denekamp, J. B. Bernink iriherb. Heukels; Markeloosche veen, Un. 1897; V. Su- ringar in herb. pr.; - Berg en Dal, F. J. Bevort in herb. Heukels; Varsseveld 1883, L. in herb. pr.; Apeldoorn 1851-1875, K. A. inherb. pr.; Beekhuizen bij Velp 1893, Ogt. in herb. pr.; tusschen Veenen- daal en Lunteren 1894, V. Suringar in herb. pr.; Veenendaal; — Maarsbergen, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Westbroek 1846, Alpherts; — Bussum 1894, V. Suringar inherb. pr.; Zandbergen PEUCEDANUM. 699 by Naarden 1899, Koning in berb. pr. ; Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Hillegommerbeek 1893, V. Suringar in herb. pr.; Stolwijk, H. A. Westbroek en J. Slingerland; Delft 1373, en - Clinge 1886, L. in herb. pr.; - Oosterwijk 1897, tusschen Aalst en Eindhoven 1901 en Helenaveen 1901, Posth. in herb. pi\; tusschen Cromvoirt en 's Hertogenbosch 1888, Struyk. in herb. pr.; — algemeon Venlo 1896, Rieter in herb. pr.; Venlo Velden, Arcen, Un. 1893, V. Suringarin herb. pr.) Bovendien: Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p 422); — Hoogeveen, Zwinderen, Koevorden, Sleen Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p.347) Almkerk, Albergen en het Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Borne, Carlshave, Lan gelo, de Poppe, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 221); Goor, Entersche veen — Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I p. 616); Winterswijk, Lichtenvoorde, Varsseveld Groenlo, Borculo, Un. 185 9 (Arch. I. V. p. 223) Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Apel doorn; K. A. (Arch. 2. III. p. 186); — Nieuw Loos drecht, Exc. 1884 (Arch. 2. IV. p. 290); - Ouden bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V p. 545); — Plasmolen, Th. Abel. (ook in herb Jongm.) (Arch. 2. V. p. 13); Blerik, Welsche hut Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571). Voorts vermeld door Dodoens (1618, 1644), de Lobel, Pelletier, Vorstius, Munting en Bru- man. [Aanra.: Door de Gorter werd nog een Selinum syl- vestre onderscheiden: ,.aan de kanten van de boomgaarden, op vochtige sohaduwachtige plaatsen buiten Haarlem, Utrecht, Zwolle en elders." Van Hall noemt deze soort als var. /9. bjj zyn Thysselinum palustre, met de groeiplaatsen : „b\j Hulshorst en Oldenbroek op de Veluwe, v. G- e u n s ; bjj Baarn, Vr.; by Nrjmegen, B.", en zegt er voorts van: „groeit op den grond, is kleiner, met minder samengestelde bladen^ >Vo°os *o,- Mei-Juni. In Herb. : Grie Terschelling, Un. 1886; Ameland 1897, *) V.; - Groningen, v. H.; - Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1847, *) Een onder het zand bedolven vlierstruik (Fleyar), aldaar bekend onder den naam van Ritskemooi, overblyfsel van het vroegere dorp Oert; reeds door Bruinsma vermeld als blrjkt uit Arch. 1. IV. p. 83. 734 SAMBUCUS. R. B.; Brunepe by Kampen 1872, Hoek; Deventer, Halb.; Marienheuvel brj Zwolle 1901, L.; — Harder- wrjk 1864 en 1865, en Hoevelaken, R. B.; Arn- hem, Thomson; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Culemborg, H. S. Coll. Nat.; — Eem by Amersfoort 1891, Garj.; Soestdijk, v. d. B. ; Schoonoord Doorn v. d. T.; Utrecht, 0.; huis ter Haar Utrecht, C. A Bergsma; Ameliswaard 1863, Coll. Nat; — Uit hoorn 1870, Boerl.; Ouderkerk 1843, Tilanus (P N. S.); Oosterdoksdyk, Westerdoksdyk en Schansby 't Kruithuis, Fl. Amst.; Ringdyk, Romb.; Sloter- dijk 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); kerkhof Marken 1886, Boerl. en V.; Overveen en Velsen, v. d. B. ; Haarlem, de Vriese; Splitg. ; 1873, Boerl. 1884, Groll; Bentveld, Buse; — Sassenheim 1841 S. S.; Leiden, Dz.; 1834, Wtt.; 1844,0.; Oegstgeest Boerh; Wassenaarsche duinen 1833, S. S.; Perin 'sGravenhage 1833, I. d. L. e. h. Groll; G. B.; 1896 R. B.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; - Zuid-Beve land, v. d. B.; Middelburg, B. W.; Rammekens, For sten; Kleverskerke (Walch.) 1883, A. W. en L Waterlandskerkje 1861, en Hoek 1865, A. W.; - Ginneken, v. A.; Vuchtsche heide, v. Hov. (Groningen, Onnen, Haren, Harendermolen, — Zuid- laren, Eelde, Paterwolde en Peize, R. de Boer en H. Kooi; - Eibergen 1879, L. in herb. pr.; Apel- doorn 1878, Groenlo 1851-1879, K. A. in herb. pr.; Wamel brj Tiel, Posth. in herb. pr.; tuin Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr.; C. A. Backer; - Werkhoven, Vreeswyk— Overveen, C. A. Backer; — Bloemeudaal, V. Suriugar inherb. pr.; Amsterdam, J. Koornneof in herb. Heukels; Huizerweg Bus- sum 1899, Koning in herb. pr.; - Leiden 1887, Struyk. in herb. pr.; Schiebroek, Schiedam, langs den IJsel in herb. v. d. Voo; Hoek van Holland, V. Suringar in herb. pr. ; - Almkerk, C. A. Backer; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; - SAMBUCUS. 735 onderste molen Venlo 1897, Rieter in herb. pr.) /?. laciniata L. InHerb. : Begraafplaats Sneek 1842, J. L. Tilanus (P. N.S.); - Deventer 1876, K.; - achter het loge- ment 't Spjjker te Beek, Th. Abel.; — Utrecht, C. A. Bergsma; Cayaux; Westbroek 1835, D. S.; Ameliswaard 1863, Coll. Nat.; Baarn 1842, Tilanus (P. N. S.); — Haagsche bosch, G. B.; 's Gravenhage, 1. de L. ex herb. Groll; R. B. (Rijswijk (Gld.), B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; — Walcheren 1877, L. in herb. pr.) Bovendien: a. kerkhof Vlieland, Lac. (Arch. 1. V. p. 53); Hooge berg Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 386); - Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Grams- bergen, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p.248); — Steenwijkerwolde, Kallenkote, Eeze, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 187 0 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Un. 189 5 (Arch.3.I. p. 221); - Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Winterswijk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); — Alkmaar, Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W.en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Baarlo, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Pietersberg, Un. 1861; Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 314). Voorts vermeld door Pelletier, Munting en Bruman. p. Steenwykerwolde, Kallenkote, Eeze, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p.347); Hengelo, Un. 18 95 (Arch. 3. I. p. 221). y. leueoearpa Koch. Vermeld brj Hondius. 8. foliis bipinnatis. Kleverskerke 1883, L. in herb. pr. s. foliis variegatis (aitromarginatis). Middelburg 1874, L. in herb. pr. 47 736 SAMBUCUS. VIBURNUM. 641. S. racemosa L. In bosschen in bergachtige stre- ken; somtijds aangeplant en verwilderd. ~b.April —Mei. In Herb. : Wageningsche berg 1885, K. en G.; — Vaals 1900, G. en V. Bovendien: Ravelsbosch by Valkenberg, Franq. in herb. pr. Prodr. Ed. I; ookinherb. Rieter 1901. [Aanm.: Ook Symphoricarpus racemosus schynt een enkele maal verwilderd voor te komen, byv. Fijenoord in herb. v. d. V o o.] "Viburnum L. 642. V. Opulus L. In boschrijke vochtige streken, langs uiterwaarden, in venen en indeduinen. Ookaan- geplant en dan met geheel onvruchtbare bloemen. t>- Mei — Juni. In Herb. : Haren bij Groningen, v. H.; — tusschen Eelderwolde en Paterwolde, Strat.; 1863, Holk.; Coevorden, E. B. Asscher; Meppel, v. Heijn.; — Zalk 1849, R. B.; Zalkerbosch 1873, Holk.; Agnieten- berg, Haerst en Genne by Zwolle 1891, L.; Deventer 1876, K.; Hengelo, Un. 1895; Almelo, v. Lennep; Hardenberg in 't Holt 1868, v. d. Scheer; Grams- bergen 1859, Lac. en S.; — Apeldoorn 1875, K. A. ; Beekbergerwoud 1869, S.; Nymegen, B.; BergenDal, Beek, N. en Th. Abel; Konynenwal Tiel 1872, G. Post; — Grebbe, Bergsma; Hoevelaken 1861, R. B.; Hoogenwelbij Amersfoort, Garj.; Hoogland 1836, D. S.; Utrecht, herb. 0.; Gageldyk en Westbroek, v. d. T.; Achttienhoven, W. K.; — Kosterak Haar- lemmerduin, Exc. 1883; Haarlemmerhout 1870, Groll; Overveen, S.; - Keukenhof 1887, V.; Was- senaar 1833, S.S.; 1833, Wtt.; 1835, Mb.; B.W.; 1843 en 1845, 0.; Buse; Houtrust, Destree; 's Gravenhage, I. deL. e. h. Groll (il.plenis); duinen aldaar, V. Z.; G. B.; Haagsche bosch, Ke rb.; tusschen den Haag en Loosduinen, R. B.; Voorne 1835, de VIBURNUM. 737 Vriese; Rockanje 1825, (v. Rees?); Un. 1887; griend Zwyndrecht 1884, Posth.; - Zierikzee 1887, L.; duinen Walcheren, v. d. B.; Sas van Gent 1858, A. W.; - Breda 1882, C. v. d. Broek; Speelhuis aldaar, v. A.; Liesbosch, Un. 185 2; grienden Wer- kendam 1835, Lac; Crevecoeur en Vucht, v. Hov.; - St. Pietersberg 1900, v. Sillevoldt en Jongm. (Oldeholtpade, Blesdijke, Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer; Oudetrijne, K. de Boer; - Onland, Paterwolde, de Punt, Zuidlaren, Essen, Haren, R. d e Boer en H. Kooi in herb. Heukels; in de buiten vestingwerken van Groningen, C. de Gavere en Onnen by Haren 1867, Holk. in herb. v. Tuinen; - Barneveld, A. C. J. v. Goor inherb. pr.; Wester- veen by Epe 1847, Alpherts in herb. pr.; Voorst 1882, K. A. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; - Kortenhoef 1891, Struyk. in herb. pr.; 1882, V. Suringar in herb. pr.; tusschen Weesp en Nichtevecht 1886, J. J. S m i t h in herb. C o s t e r u s ; zoom Naardermeer 1885, Heinsius in herb. pr.; 1899, Koning in herb. pr.; Elswout 1893, Ogt. in herb. pr.; duinen Zandvoort 1868, v. Tuinen in herb. pi\; - Hillegom 1881, Schipper in herb. pr.; Wassenaar 1893, V. Surin- gar in herb. pr.; Heerjansdam 1885, Posth. in herb. pi\; - Koudekerke 1874 en 1887, L. in herb. pr.; - Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — on- derste molen Venlo 1897, Rieter in herb. pr.; St. Pietersberg 1894, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Sleen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - Eeze, Un. 18 92 (Arch. 2. VI. p. 347); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2.1. p. 199); Hengelo, Borne, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); Diepenheim, - Eibergen, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Winterswjjk, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Hulshorst, R. B. (Arch. 1. III. p. 172); Meerwyk, Neerbosch, 738 VIBURNUM. DIEKVILLEA. Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 284); - Bergen, Castricum, Bloemendaal, Bentveld, Haarlemmerhout, — Staal- duin, v. E. (Arch. 2. I. p. 386); — Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); Pettelaar, Rosmalen, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 276); - Blerik, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Gronsveld, Meerssen, Epen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315). Voorts vermeld door Pelletier en Bruman. 643. V. Lantana L. In bergwouden, voornamelijk op kalk- en gipshoudenden bodem, echter vaak als sierstruik aangeplant en nu en dan verwilderd. t>. Juni. In Herb.: Santpoort achter Kruidberg 1893, Groll; Heerenduin en bij Haarlem 1879, v. E.; — Valken- berg 1869, 0. (Oegstgeest 1886, Struyk. in herb. pr.) Bovendien: Jachtlust bij Velsen, v. E. (Arch. 2. III. p.419); - St. Pietersberg, Un. 1861 (Arch. 2. V. p. 13). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. Diervillea Tourn. 644. D. trifida Moench. (D. canadensis Willd.). Sierstruik uit Noord-Amerika; een enkele maal verwilderd. I>. Juni—Juli. In Herb.: Diepenveen 1877 en 1878, v. d. Veen; tusschen Heino en Nrjenhuis 1890, L.; Nyenhuis, Un. 1888; bosch Lonneker 1891, L.; - Twello 1882, K. A.;*) Uilenpas by Hummelo, v. L. Hulsebosch; 1882, K. A. (reeds sedert 40 jaar); Vorden 1880, G r o 1 1 ; *) Reeds 1880 door denzelfden aldaar verzameld, in de bosschen van het Zaiul "lnliT Twrllu. DIERVILLEA. LONICERA. 739 - Wulverhorst by Bunnik 1835, D.S. "); Sanden- burg 1835, C. A. Bergsma. Lonicera L. 645. L. Caprifolium L. Sierstruik uit de bergstreken van Zuid-Europa, echter vaak aangepiant en dik- wijls verwilderd. f- Mei—Juni. In Herb.: Brigdamme (verw.) 1893 en 1894, Ogt. (Onder hakhout langs het voetpad van West Sou- burg naar den Abeele Mei 1874, L. in herb. pr.). [Aanm.: Door den Heer Lako werden behalve de ge- noemde groeiplaats nog genotcerd: straatweg bij „Der Boede" by .,Ter Linde'', onder Rithem, voetpad van „Klein Termee" naar de ,,Oranjezon", alles op Walcheren]. 646. L. Periclymenum L. In bosschen, aan slootkanten en heggen, somtijds gekweekt. ~b- Mei—Juli. In Herb.: den Burg op Texel 1860, Lac; Midsland, Un. 1886; 1896, V.; - Wolvega 1869, J. M. de Boer; - Haren 1865, v. H.; - Odoorn 1859, Lac. en S.; Meppel v. Heijn.; - Zalk 1848, T.; Zalker- bosch 1848, R. B.; Deventer, Halb.; 1845, T.; 1876, K.; — Harderwijk, R. B.; Uddelermeer, Un. 1849; Apoldoorn 1875, K. A.; 'tLoo 1843, M. D.; 'tJoppebij Gorssel 1883, C. v. d. Broek; Vorden 1876, Groll; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Rheede, v. H.; Velp 1840, D. S.; Ubbergen, Beek, Groesbeek, N. en Th. Abel. ; Hatertsche broek (virescentie) 1891, Th Abel. en G. Molengr.; Renkum 1850, S.; — Arners foort, R. B. ; 1889, Garj.; Bosch van Lockhorst by Amersfoort 1863, Coll. Nat; Doom 1867, 0.; Rhoo destein by Neerlangbroek, v. d. T.; de Grebbe, Foc kema; de Vuursche 1879, Coll. Nat.; Utrecht, C A. Bergsma; — Naarden 1864, 0.; Muiderberg 1842 Romb.; 1870, Hoek; Uithoorn 1872, Boerl.; kerk *) Blijkt daar gevonden te zjjn door v. d. Trappen. Cfr. Tydschr. VIII. p. 218. 740 LONICERA. hof Marken 18S6, Boeii. en V.; Bergerbosch 1835, Kerb.; Velsen 18(39, Boerl.; Pierot; Zandpoort 1835. Mb. ; Overveen 1845, 0.; Aardenhout, Splitg.; 1842, J.W. R. Tilanus (P.N. S.); 1870, Groll; Ley- duin 1836, Buse; Haarlem 1845, 0.; - Katwijkl835, Lac; Leimuiden, Exc. 1883 en 1897; Wassenaar, Dz.; 1832, S. S.; 1845, 0.; 1876, Groil; Zorgvliet, Y. Z.; duinen 's Gravenhage, R. B.; 's Gravenhage, G. B.; R. B.; Ouddorp 1894, Boerl. en V.; - Zuid- Beveland, v. d. B.; duinen Domburg, Forsten; B. W.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; St. Jansteen 1865, A. W.; — Ulvenhoutsche bosch, v. A.; Ginniken 1876, 0.; Helvoirt, v. Hov. (Oudeweg bij Tjallebird 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Oranjewoud 1892, V. Suringar in herb. pr.; Oldeholtpade, Blesdijke, Wolvega, W. R. Bouma en T. de Boer; - Helpman, Haren, de Punt, Onnen, Zuidlaren, — Paterwolde, Eelde, Peize, R, de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; - Agnietenberg bij Zwolle 1872, Posth. in herb. pr.; Heino 1901, (tl. Jlavis) L. in herb. pr.; - Twello 1895, K. A. in herb. pr.; Garderen 1890, J. J. Smith inherb. Costerus; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; — spoordijk Baarn-Hilversum, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Hilversum 1886, Heinsius in herb. pi\; zandbergen Naarden 1899, Koning in herb. pr.; - Noordwijkerhout 1886, Struyk. in herb. pr.; - Yrouwenpolder 1873 (fl. Jlavis) en 1877 (fl. rubris), L. in herb. pi\; — bovenste molen Venlo 1895, Rie- ter in herb. pi\; Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: tusschen Wolvega en Terissert, Un. . 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - alle bezochte plaat- sen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 223); - Steenwijkerwolde, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Eenden- kooi Giethoom, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tus- schen Heino en Nieuwe Wetering, tusschen Nieuwe en LONICERA. 741 Oude Wetering, tusschen Heino en Wrjhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Almelo, Albergen, Vrieseveen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkeler- bosch, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 199); Oele, Borne, Langelo, Oidenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 221); - Eibergen, Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 616); Winterswijk, Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 187); Kannenburg, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Meerwyk, Neer- bosch, Beuningen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 284);- Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. 1. p. 272); - Hillegom, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 386); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 122); Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); Zuiddorpe en Sas van Gent, A. W. (Arch. 1. IV. p. 284); — Woensdrecht en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p.545); - Blerik, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Valkenberg, Epen, Sittard, Un. 1861; Beek— Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vor- stius, Munting en Bruman. 647. L. Xylosteum L. In bosschen en heggen, voorna- melijk in Noordelijk en Oostelijk Europa. "£. Mei—Juni. In Herb.: Haagsche bosch (wie?); — St. Pietersberg 1885, K. en G.; Caestert aldaar 1881, Groll; Ooste- lrjke helling St. Pietersberg veelvuldig 1894, de Haas. (Valkenberg 1899, Costerus in herb. pr.) 648. L. Ledebourii Eschscholtz. Algemeene sierstruik uit California, echter zelden verwilderd. t>- -^e* — Juni. In Herb. : Overveen 1900, C. A. Backer. 742 SHEKARDIA. Ordo Kubinceae D.C. Subordo Stellatae L. Sherardia Dillen. 649. S. arvensis L. Op bouwlanden, voornamelijk op klei en kalkbodem. 0 en O. April — Aug. In Herb.: Eierland Texel 1868, Holk.; - Frane- ker, C. A. Bergsma; — Apeldoorn 1871, K. A. Voorst 1877, K.; Zutphen, Forsten; Buse; Arn hem 1879, Groll; Nijmegen, B. (een breedbladige afwykende vorm); Wtt. ; Thomson; 1879, Groll muur kasteel de Ooi 1869, v. H; Beek 1853, 1868, 0.; Uilenput 1864, v. H. ; de Biezen te Hees, bij de Meerwijk, Marienboom en Groesbeek 1849, Th Abel.; St. Anna, N. Abel.; — Utrecht, C. A. Bergs ma; Wtt.; 1835, D. S.; Cayaux; Werkhoven, C. A Backer; Wikkenburg 1829, Wtt. ; — Noordpolder 1879, Boerl.; Enkhuizen 1885, Sanders; Haarlem 1887, Groll; dijk by Spaarndam 1900, C. A. Backer; - Noordwyk 1833, S.S.; Leiden, Buse; 1835, Mb.; 1844, B. W.; steenenplaats Rrjks Herbarium 1860, Smeets; Stalen Spanjaardsbrug 1841, Mb.; 1845,0.; Kerb. ; Zoeterwoude, Perin; Leimuiden, V.; kanaal Katwijk, E x c. 1 89 7 ; Wassenaar, S. S. ; P e r i n ; 1886, Destree; 's Gravenhage, V. Z.; G.; Barger en Cool; 's Gravezande, V. Z.; Zwyndrecht 1836, Lac; Dordrecht 1881, V.; - Zuid-Beveland, Dz.; 1846, v. d. B. ; Scheldedijk bij Yersekendamme 1839 en West- dorpe 1835, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862 en Hoek 1856, A. W.; Axel 1838, v. d. T.; - Bergen op Zoom, Un. 1860; Breda, v. A.; Rosmalen, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; v. d. B.; — Grathem 1900, G. en Jongm.; St. Pietersberg, Un. 1861; 1870, Groll; Sibbe 1897, V.; Houthemmerberg 1864, H. d. V.; Gul- pen 1871, Lac.; Gronsveld, Un. 1883. SHERARDIA. ASPERULA. 743 /?. maritima Grisel (S. arv. /J. mutica Wirtg. ; 5'. Walraveni Wirtg. en S. arv. /?. Walraveni Baguet) (vruchtjes stomptandig, bijna onbe- haard). Men zie over deze varieteit en de vraag in hoeverre Sherardia als geslacht moet be- houden worden: Ascherson in Ber. d. deut- schen bot. Ges. XI. (1893) p. 29. In Herb.: Klaverland Apeldoorn 1877, K. A.; - Hoek 1856 en 1862, A. W. (akker bij Winschoten 1887, Schipper in herb pi\; - Voorthuizen 1890, J. J. Smith in herb. Cos terus; Culemborg, de Haas in herb. pr.; tus schen Bussum en Hilversum 1899, Koning in herb pr. ; Nieuwendam 1885, Heinsius in herb. pi\; Vel sen 1885, Costerus in herb. pr.; Haarlemmermeer 1 888, S t r u y k. in herb. pr. ; Westiand; J. F. W i c h a r d Rotterdam, H. v. d. L i n d e n ; Fijenoord, W. H. W a c h- ter en P. Jansen; Spijkenisse, J. Koornneef in herb. Heukels; Rockanje 1900, Struyk. in herb. pr.; hooikade Dordrecht 1848, Alpherts in herb. pi\; - Oudelande, L. B. v. d. Slikke in herb. Heu- kels; Poldersche weg by Goes 1896, Ogt. in herb. pi\; Oostkapelle 1875, L. in herb. pr.) Bovendien : Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 122); Noord-Beveland, Tholen, A. W, en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Plasmolen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 284); Blerik, Baarlo, Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Valkenberg, Meers- sen, Epen, Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1863 (Arch. 2. IV. p. 315). /?. Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571), ook in herb. L. Asperula L. 650. A. arvensis L. Op bouwlanden. 0. Mei-Juni. 744 ASPERULA. (Wolvega, L. T. v. d. Zweep in een tuin; - Kolenaschweg bij Rotterdam, W. A. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; aan een vijvertjein den recreatietuin Rusthoek tusschen het grint (1 ex.) 1899, Posth. in herb. pr.) Bovendien vermeld voor Maastricht, door Le j e u n e, Fl. de Spa I. p. 75. 651. A. cynanchica L. Op zonnige plaatsen in zand- en heidegronden. 21. Mei — Juli. In Herb. : Zwolle 1842, M. Dassen; — sluizen bij Katwijk 1833, de Haan. Bovendien vermeld voor Velsen en Utrecht bij de Gorter en voor 'sGravenhage door Kops in Fl. B. S. 652. A. odorata L. In dicht beschaduwde loofbosschen; vaak echter aangeplant en wellicht verwilderd. %. Mei — Juni. In Herb. : Diepenveen, Romb. ; — huis Ubbergen, B.; Th. AbeL; 1846, G. Deyn.; Beek, v. d. B.; - Binkhoven bij Amersfoort, C. A. Bergsma; Maar- tensdijk, D. S.; bosch op Noordheide tusschen Maar- tensdyk en Westbroek, v.d.T.j 1837, D.S.; Utrecht, D. S.; Wtt.; wallen aldaar, C. M. van Djjk; Wicken- burgh by Schalkwyk 1829, Wtt.; 1833, S.S.; 1899, C. A. Backer; Schalkwyk 1833 en 1834, Wtt.; - bolwerk Haarlem 1879, Groll; - Delft 1845, de Br.; bosschen op Meerdervoort 1837, Lac. ; — Limburg 1875, Lac; Watersleyhof by Sittard 1901, G. en V.; Geulhem en Gulpen, Un. 1861; Wylre enLandraad 1871, Lac; Eperbosch, Un. 1883; Wagelderbosch 1889, V.; Gockenraad by Simpelveld 1899, G. en V.; tusschen Vaals en Gulpen 1883, K.; Vaals 1866, H.d. V. (Stowensche bosch by Salzbergen 1901, Bernink in herb. Rieter; - Winterswyk 1888, W. Grim- melt inherb.de Haas; — Scheveningsche boschjes 1876, L. in herb. pr.; Rotterdam (verw.), H. v. d. ASPERULA. RUBIA. GALIUM. 745 Linden in herb. Heukels; - Geboschke Valken- berg 1900, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Vogelenzang, Elswout in het hakhout (verw.?), v. E. (Arch. 2. I. p. 386); Valkenberg, "Wylre, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Epen, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315); Trap, Vijlen, Lac; Slenaken 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 13). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. 653. A. Aparine M. Bieb. Plant van Oost-Europa, Voor- Azie en altaisch Siberie, echter nu en dan inge- voerd, doch onbestendig. 2J.. Juli — Aug. (Pothoofd by Deventer, Tj. Sterringa in herb. H e u k e 1 s). Bubia Tourn. 654. R. tinctorum L. Plant van Zuid-Europa en West- Azie, eertijds veel gekweekt, vooral in Zeeland, alwaar zij nu en dan verwilderd voorkwam onder heggen enz. Met het te niet gaan der meekrap- cultuur is ook de plant als toevallige indigene verdwenen. %.. Juni—Juli. In Herb. : Noordwijk, H. S. ; C o 1 1. N a t. ; — Schou- wen 1841, I. K. de Bruyne; Zierikzee, T.; Zuid- Beveland, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1864, A.W. (Hofstede Dirksland 1871, Costerus in herb. pr.) Bovendien: Al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116). Voorts vermeld bij Dodoens (1554), de Lobel (1581), Pelletier, Vorstius en Munting. Galium L. 655. G. Cruciata L. Op grazige plaatsen, langs wegen, heggen. 2J.. Mei-Juni. Somtijds ook als aan- gevoerde plant. In Herb. : Meppel, v. Hep.; - Zalk, R. B.; 746 GAUUM. Kampen 1847 en 1856, R. B.; 1849, T.; badhuis by Zwolle 1872, v. Tuinen; Boschwyk by Zwolle 1865, H. d. V.; Herfte en Zwolle 1901, L.; Deventer 1840, Halb. ; Romb.; v. d. Cop; de Vriese; L.; 1876, K.; Vollenhand by Deventer 1845, T.; Tongeren, Un. 1888; - de Teuge by Twello 1875, K. A.; Gorssel 1884, C. v. d. Broek; Zutphen 1833, Wtt.; 1882 en 1884, C. v. Broek; Warnsveld 1876, Groll; Voorst 1834, Wtt; 1846, S.S.; V. Z.; Voorstonden 1833, W 1 1. ; 't Velde by Zutphen 1857, S p r e e ; Beekhuizen, v. d. B.; Middachten 1866, v. H.; Westerbouwing 1878, L. ; Arnhem-Nymegen, S.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Thomson; 1874, Groll; Griend bij Weurt, G. Deijn.; Heumen, Un. 1853; Beek 1872, en Neerbosch 1865, v. H. ; Ryswyk, B. W. ; Culem- borg, H. S. Coll. Nat.; 1890, de Haas; C. A. Bac- ker; Spoel aldaar, W. K.; 1835, D.S.; 1839, Lac; 1842, G. Deyn.; Lekdyk buiten Culenborg 1839, Lac; tusschen Culemborg en Beusichem, v. d. T.; Randwijk 1896, C. A. Backer; Renkum 1883. Molengraaff; Wageningen, v. H.; Wageningsche berg, Forsten; 1848, Buse; Veenendaal 1898, V.; — Amerongen 1872, H.d. V.; tusschen Soest en Soestdyk, Garj.; Grebbe, v. H.; Fockema; 1848, Buse; 1851,0.; Utrecht 1835, Wtt.; Beusichem, Bergsma; — Groenhoven by Leiden 1900, Struyk.; — Lithoyen, v. Hov.; Boxmeer 1871, J. M. de Boer; - St. Pietersberg 1866, H. d. V.; 1869, 0.; 1870, Groll; 1897, V.; Geul by Meerssen 1900, v. Sillevoldt en Jongm.; Amby, v. Hov.; Gronsveld 1894, en rurae Valkenberg 1900, V. (Binnenpad van Deventer naar Twello 1850, K. A. in herb. pr. (als var. chersonense); Arnhem 1887, Struyk. in herb. pr.; kasteel Middachten, de Steeg 1891, Ogt. in herb. pr.; Bronsbergen 1882, L. in herb. pr.; Doorwerth 1897, V. Suringar in herb. pr.; Wageningen 1882, W. F. v. Hell Jr. inherb. Hein- GALIUM. 747 sius; tusschen Brummen en Laag Soeren, H. Heu- kels; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Zutphen, W. H. Wachter en P. Jansen; Heteren, Randwyk, Hem- men, Valburg, Opheusden, Slijk-Ewijk, Culemborgen - Schalkwyk, C. A. B a c k e r in herb. H e u k e 1 s ; bui- ten de Slotpoort Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr.; — Grebbesluis 1880, Schipper in herb. pr.; — Geldersche beek by Hamert Un. 1893, V. Surin- gar in herb. pr.; Venlo 1895, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Tusschen Oude Wetering en grintweg Raalte, Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); - Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 616); - Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 571); Meerssen, Gulpen, Epen, Un. 1861; Beek-Elsloo, Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315). Voorts vermeld bij Pelletier en Bruman. 656. G. tricorne With. Plant voornamelijk in het gebied der Middellandsche Zee, van Zuid-Rusland en Hongarije, doch zeer dikwijls noordelijker inge- voerd. Bouwlanden. 0. Juli — Aug. In Herb.: Pothoofd Deventer 1878, K.; - Nykerk, Stolz; - achter 't Hoogje bij Amersfoort 1898, K. A.; Amersfoort 1835, Kraamw. (als saxatile); Utrecht, v. d. T.; achter klein Ameliswaard by Utrecht, v. d. T. ; - Leiden 1837, Mb.; Stalen Spanjaardsbrug, Dz. en Mb.; 1842, B. W. ; Steenplaats Dordrecht 1887, Zwyn- drecht 1839 en Westmaas by Dordrecht 1840, La c; - Schouwen, en Zierikzee 1830, Dz.; Hoofdplaat 1839 Lac; Zuid-Beveland, v. d. B.; Goessche polder 1840 Oosterzwake 1840, Westdorpe 1845, BiezelingeenEver dijk 1838, v. d. B.; Walcheren, Lac; Hoek 1864, A W.; Axel, v. d. T.; - 's Hertogenbosch Hinthamer weg 1897, Heinsius. (Neerlangbroek, v. d. T. in herb. v. Tuinen; — Westkapelle 1876 en Westdorpe 1886, L. in herb. pr.) Bovendien: Naaldwijk, v. E. (Arch. 2. I. p. 386); - Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 122). 74S GALIUM. [Aanm.: In de Gorter's Florakomt vooreeneG. Aparine /?. met de syn.: Aparine semine coriandri saccharati Park. theat. p. 547; dit zou dan moeten zyn G. Vaillantii Web. — G.sacrh a r a t u m Gmel. Dr. v. d. B o s c h vermoedde waar- schynlijk zeer te recht dat onder dezen naam de hier behan- delde soort zou moeten verstaan worden, waarvan d e G. aan- geeft: ..Algemeen te Overmaas in 't koorn." De groeiplaatsen Breskens herb. Lac. en Sas van Gent B. W. en v. d. B. in herb. pr. heb ik niet terug gevonden]. 657. G. Aparine L. In bouwlanden en moeshoven, tus- schen kreupelhout, aan heggen enz. 0. Juni — Aug. In Herb. : Eierland 1857, Harting; Eierlandsche polder Texel 1869, Holk.; Pastorie Vlieland 1858, Lac; Rottum 1897, Schipper; — Frieswouden 1849, S. ; — Sterrebosch Groningen, Strat. ; — Valthe 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; -- Kampen 1848, R. B.; LTselmuiden 1849, T.; Giethoorn enZuidveen, Un. 1892 (&ls uliginosum); Dieze by Zwolle 1887, L.; Deventer 1846, T.; 1876, K.; - Harderwijk, R. B.; Apeldoorn 1850, K. A.; 'tJachthuis te Zutphen 1847, M. J. Cop; Ruurlo 1886, Ensink; Arnhem, Thom- son; Nijmegen, N. en Th. Abel.; — Lockhorst bij Amersfoort, Garj.; den Ham bjj Amersfoort 1890, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma (als Vaillantii); wallen aldaar 1830, v. H; Houten 1828, en Wikken- burg 1829, Wtt.; Neerlangbroek, Klein Ameliswaard en Vleuten, v. d. T.; — Naarden 1864, 0.; Uithoorn 1870, Boerl.; Amsterdam, v. H.; 1844, Lac; 1845, Romb.; 1870, 0.; Urk 1852, P. Backer de Wit 1884, S.; Marken 1886, Boerl. enV.; Schooten 1871 Groll; Haarlem 1835, Buse (met kiemplanten) Haarlemmerhout 1871, Boerl.; 1871, Hoek; Voge lenzang 1871, Groll; — Leiden, Pierot; 1835, Mb. Dz.; 1835, Wtt. (kiemplanten); B. W.; Perin; Poel geest, Fockema; Haagsche Schouw, Kerb.; 's Gra venhage, V. Z.; R. B.; Haagsche bosch, G. B.; Delft de Br.; Dordrecht 1836, Lac; M. J. Cop; 1882, C v. d. Broek; 1882, V.; Steenplaats aldaar 1838, Lac GALIUM. 749 Holland, Forsten; — Goessche polder 1840, Drie- wegen 1840, Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1880, Buysman; Zeeuwsch Vlaanderen 1864, A. W.; — Zuid Willemsvaart bu 's Hertogenbosch, v. Hov.; Vucht, v. A.; - Platte bosschen by Vtflen 1899, G. en V. P. Vaillantii D.G. In Herb.: Kampen 1849, R. B.; IJselmuiden, R. B.; — ? Jutphaas-huis te Haemstede 1841, v. d. T.; -! Amsterdam, Fl. Amst.; -! Delft, de Br.; - ? Zuid-Beveland, v. d. B. 7. spurium Rchb. In Herb. : Maastricht, de Marres (pl cnlta); G-ronsveld, de Marres. (Ondersmastate 1864, H. R. v. d. Ley en tusschen Bergum en Veenwoude 1869, v. Tuinen in herb. pr. ; — Groningen, Helpman, Haren, Harendermolen, Onnen, Zuidlaren, R. de Boer en H. Kooi inherb. Heukels; — Diepenveen 1850, en - Voorst 1879 (als macrocarpum), K. A. in herb. pr.; Zutphen 1879, L. in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Randwijk, Vreeswyk, Werkhoven — Haarlem en Bloemendaal, C. A. Backer in herb. Heukels; Galgenberg Naarden 1898, Koningin herb. pr.; Diemen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Ryngeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; Rijns burg 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Katen drecht, Zevenhuizen enz. in herb. v. d. Voo; Rotter dam, H. v. d. Linden; Oude Plantage aldaar, W. H Wachter en P. Jansen; F. D. J. Risch; Dubbel stein onder Dubbeldam 1849, Alpherts inherb. pr, — Vlissingen 1879 en Middelburg 1879, L. in herb pi\; — Sleeuwyk, Almkerk, C. A. Backer; Waalre P. Sloots in herb. Heukels; - Venlo 1898, Rie ter in herb. pi\). Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. V. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 257); - 750 GALIUM. Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Hooge- veen, Zwinderen, Coevorden, Gramsbergen, Odoorn, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 248); - tus- schen Nieuwe Wetering en School onder Tongeren, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Almelo, Al- bergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden.Twikkelerbosch, Un. 187 0 (Arch.2. 1. p. 199); - Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); - Eendekooi tusschen Westerland en Hipolitushoef op Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 235); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - al de Zeeuwsche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - St. Pietersberg, Gronsveld, Amby, Valkenberg, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861; Maastricht, tus- schen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. 658. G. parisiense L. Op bouwlanden, vooral op klei- en kalkbodem in zuidelijker streken, nu en dan van elders aangevoerd. /?. leiocarpum Tausch. (G. anglicum Huds. G. anglicum a. Koch. Syn. Ed. I.) In Herb. : Opslag in een tuin te Apeldoorn 1879 en 1881, K. A. misschien vanzadenoorspronkulijk met Sumacbemesting meegevoerd. [Aanm.: De andere aanwezigo exemplaren vindt raen meest alle terug onder O. uliginosum; de groeiplaats Groevenbeek b\j Putten heeft betrekking op Gr. verum ochroleucum; de groeiplaats duinen brj Haarl.'in <;. vrum]. Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 2. IV. p. 83); Wildhoef onder Bloemendaal, Haarlemmerhout, v. E. (Arch. 2. I. p. 386). De planten van v. Hall „duinen bij Haarlem naar de zijde van Overveen en Zandvoort" (Cfr. Bijdr. 1. p. 142 en Fl. B. S.)zijnge- GALIUM. 751 bleken tot G. verum te behooren. De hierboven ge- noemde planten van Kros en v. Eeden schynen mrj eveneens twyfelachtig toe. 659. G. uliginosum L. Op moerassige plaatsen, vooral in duin- en heidestreken. %.. Mei — Sept. In Herb. : Haren 1838 (als palustre) en 1862, v. H.; klooster ter Apel, v. H.; — Eelderwolde, Strat.; Zwinderen en Valthe 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Okse 1877, K. (als palustre), Almelo 1870, 0.; - Oostermeen by Harderwyk 1865, R. B.; Nykerk, Stolz (als G.parisiense); Zutphen, G. B. (als G. Molhigo); karpervyver Wildenborch 1833, Staring; Winterswyk, Eibergen, Un. 1859; tusschen Hatert en Heumen, Th. Abel.; — heide bij Hoogenwel Amersfoort 1893, Garj.; veengrond by Abcoude 1844, Lac; tusschen Gageldijken Westbroek 1841, v. d. T.; Waverveen 1860, Lac; tusschen Westbroek en Nieuw Loosdrecht 1839, Lac (als G. anglicum); — Amstel- veen 1836, v. H.; Kalfjeslaan, Fl. Amst.; Velsen 1871, en Bloemendaal 1871, Groll; Zandvoort, de Vriese; Buse; Overveen en tusschen Zandvoort en Overveen, v. H. ; Exercitieveld aldaar, Exc 1897; duinen Haarlem, v. H. (als G. anglicum); — Noord- wykerhout 1840, B. W.; 1858, v. d. B. en S.; duinen Katwyk, Mb.; 1842, Pierot; Wassenaar, Dz.; 1842, de Br.; 1846, 0.; v. d. B.; tusschen Wassenaar en 's Gravenhage, T.; tusschen Wassenaar en Scheve- ningen, Un. 1851; Waalsdorp, V. Z. ; 1834, v.H.; 1866, H. d. V.; G. Barger en Cool; Gouda 1836, Hoffm. (herb. C. J. Prince, eerst ingezonden als G.Aparine, door v. Hall veranderd mG.anglicum); Voorne 1870, H. d.V.; Rockanje, Un. 1887; - Duin- valleien Schouwen 1845, v. d. B. ; Oranjezon 1840, v. d. B.; - Esch bij Boxtel 1847, v. Hov.; - Plasmolen, Un. 1898; Bunde 1870, Groll; tusschen Mechelen en Gulpen 1872, Lac (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1869, v. T u i n e n 48 752 GALIUM. inherb. pr.; — Nunspeet, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Bennekomsche Meent 1892, V. Surin- gar in herb. pr.; — Naarden 1896, Struyk. inherb. pr. ; tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee, A. C. J. van Goor in herb. pr.; — Lisse 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — Vroon by Oostkappel 1899, Ogt. in herb. pr.; Schouwen 1882 en Walcheren 1879, L. in herb. pr.). Bovendien: Weerdinge, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. I. V. p. 249); - Almelo, Albergen en het Vrieseveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 187 0 (Arch. 2. I. p. 199); Mar- kelo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); - Noord-Apel- doorn, Ankelaar, Beemte, K. A. (Arch. 2. III. p. 187); — Haarlemmermeer 1853, Hartm. (Arch. 1. III. p. 287); - Mallenburg bij Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885--87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545). 660 G. palustre L. Langs slooten, op vochtige plaatsen algemeen. %. Juni — Juli. In Herb. : Texel 1857, Harting; langs de Alloo by Koog op Texel 1869, Holk.; Meent aldaar 1881, Groll; duinvalleien op het Vlie 1869, Holk.; Vlie- land 1858, Lac; 1881, Groll; Terschelhng 1887, V.; Midsland aldaar, Un. 1886; Hee by Westterschelling 1869, en Westterschelling, Holk.; Eendekooi de Grie op Terschelling 1896, V.; Liesterplak aldaar, Un. 1886; Ameland, Bruinsma; Schiermonnikoog 1860, S.; - Sneekermeer 1865, H. d. V. (als saxa- tile); — Groningen 1856, Strat.;H. Reilingh; — Eel- derwolde, Strat. ; Odoorn 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1846 en 1849, R. B.; singels aldaar 1847 en Roskam by Kampen 1850, T.; De- venter, Halb.; Haaksbergen, Un. 1895; Almelo 1870, 0.; - Wisselsche veen, Un. 1890; Apeldoorn 1872, K. A.j 1879, Groll.; de Poll by Voorst 1850, GALIUM. 753 M. J. Cop; Winterswyk, Lichtenvoorde en Koren- bergerveen by Winterswyk, Un. 1859; Nymegen 1878, Groll; Lent, Warddam in de Ooi, Th. Abel.; Wychensche venen 1897, G. en V.; - Hoogenwel Amersfoort 1894 en heide by Leusden 1892, Garj. (als saxatile); Amersfoort 1861, R. B.; Hoogland 1854, herb. 0.; den Ham by Amersfoort 1838, D. S.; tusschen Zeist en Ryzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Doorn 1869, 0.; Houten 1830, Wtt.; Utrecht 1838, Buse (als saxatile); Bunnik 1842, B. de Haan (P. N. S.); Houderinge, v. d. T. : - Uithoorn 1870, Zydelmeer en Legmeerpolder 1886, Boerl.; Oud-diemen, Fl. Amst.; Naarden 1864, 0.; veen- achtig weiland te Sloten 1856, Lac. *); Amsterdam, v. H.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Vel- serend, Kerb. (als saxatile); Petterduin 1870, H. d. V.; Bentveld 1870, Groll.; Overveensche weg 1872 en Haarlemmerhout 1871, Boerl.; Haarlemmermeer 1870, G r o 1 1. ; - Holland 1830, F o r s t e n ; Leiden 1829, Wtt.; 1835, Mb.; 1842,0.; Valkenburg,Kerb.; Katwyk 1898, Jongm.; Wassenaar 1835, Mb. (als saxatile); S. S.; Waalsdorp 1832, S. S.; 's Graven- hage, V. Z.; G. B. (als Mollugo); tusschen 's Graven- hage en Scheveningen, R. B.; Haagsche bosch 1836, Buse; (ook als sylvaticum Buse); Voorburg, V. Z.; Rotterdam 1850, 0.; Fijenoord 1870, 0.; Overschie, Coll. Nat.; Hoek van Holland 1870, H. d. V. (als saxatile); eilandje Hoek van Holland 1886, V.; Oost- Voorne, Un. 1887; Papendrecht 1882, V. ; Dordrecht 1835, Lac; 1882, C. v. d. Broek; Strijen 1850, M. J. Cop; - Schouwen, v. d. B.; Walcheren, Ermerins; Oranjezon 1839, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W. ; - Liesbosch, v. A. ; Sprang, T h o m s o n ; Vucht, v. Hov.; Mill en Wanroy, Un. 1898; - Plasmolen- veen 1897, G. enV; Un. 1897; Amby 1870, Groll. *) Als /?. repens Meyer Chlor. Han. Zeer klein, het tegenovergestelde van G. elongatum. (Syn. b. Caespitosum Meyer Fl. Han. Excurs.). 754 GALIUM. p. elongatum Presl. {G. elongatum Presl.). In Herb. : Schiermonnikoog 1897, V.; - Sneek 1864, J. M. de Boer; Terissert, Un. 1881; Leeu- warden 1849, S.; - Coevorden 1859, Lac. en S. - Zwolsche straatweg bij Kampen 1871, Hoek Spoolde by Zwolle 1846, S. Schutte herb. Cop - Vorden 1882, Groll; Winterswyk, Un.1859 Lent en Ooische waard, Th. Abel.; — Amers foort, Garj.; Doorn 1869, 0.; Grebbe, Fockema - Callantsoog-Petten, Un. 1891; spoordijk Enk huizen 1896, Sanders; Haarlem, Buse; - Lei den, Dz.; Pierot; Kerb.; Voorne 1835, de Vrieze; Rotterdam 1843, 0.; Zwijndrecht 1839, v. d. T.; spoorwegviaduct Dordrecht 1882, V.; Crabbehof onder Dubbeldam 1847, M. J. Cop; - Zuid-Beveland, v. d. B. (als pallidum); Middelburg, B. W.; - Moerdyk, Un. 1860; Liesbosch, v. A.; - Amby 1870, Groll; Wylre, Un. 1883. (a. Hoorn op Texel 1894, V., Suringar in herb. pr.; — tusschen Scharmer en Slochteren 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Prikkeweg buiten Oldeboorn 1867, v. Tuinenin herb. pr.; Oudetrijne, K. deBoer; — Oosterbroek, Eelderwolde, Paterwolde, Peize, Zuidlaren, Eelde en Onnen, R. de Boer enH. Kooi in herb. Heukels; - Zwolle 1888, L. in herb. pr.; tusschen Hengelo en Borne, Un. 1895, Costerus in herb. pr.; - Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr.; - tusschen Utrecht en Houten 1846, Alphertsin herb. pr.; tusschen Utrecht en de Bilt 1898, V. Surin- gar in herb. pr.; Utrecht, W. C. v. Embden inherb. Heukels; — Ankeveensche plassen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Vreeland en Bussum, V. Suringar in herb. pi\; zandbergen Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Weesp 1886, J. J. Smith in herb. Cos- terus; Haarlem, C. A. Backer in herb. Heu- kels; — IJselmonde, Charlois, Schiedam in herb. v. GALIUM. 755 d. Voo; Rotterdam, F. D. J. Risch; Rotte aldaar, H. v. d. Linde; 's Gravezande, J. F. Wichard in herb. Heukels; — Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr.; Oost-Zeeuwsch Vlaanderen 1886, L. in herb. pr. p. Oranjewoud 1872, Costerus in herb. pr.; — Hardenberg 1894, L. in herb. pr. ; — Apeldoorn 1878, K. A. in herb. pr.; — Usel bij de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr. ; Veenendaal 1898, Struyk. inherb. pr.; — Baarn 1889, Costerus in herb. pr. ; Ezelsdijken Vossegat bij Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - muurbinnenkalkhaven Dordrecht 1880, Posth. in herb. pr.; — plas by West Souburg 1895 en Domburg 1893, Ogt. inherb. pr.; Vlissingen 1874, L. in herb. pr.; — Esschenveen bij Oisterwijk 1898, Ogt. in herb. pr.). Bovendien: a. Rottum, Holk. (Arch. 3. I. p. 213); veen by Terissert, tusschen Knijpe en Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - al de bezochte plaatsen in Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); — Steenwijkerwolde, Kallenkote, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Nieuwe Wetering en school onder Tongeren 1888, (Arch. 2. V. p. 410); Hengelo, Hasselo, Haaksbergen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, Diepenheim, Entersche veen — Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - al de Zeeuwsche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Meerssen, Sittard, Un. 1861; Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315); Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 14). Voorts vermeld bij Vorstius. 756 GALIUM. /?. Tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 188 8 (Arch. 2. V. p. 410). 661. G. boreale L. Op droge, zonnige heidegronden. %.. Juli—Aug. In Herb. : Beplante heide tusschen de Watermeer- wijk en Malden 1841, v. d. T. 662. G. verum L. Op droge zandgronden. % . Juni — Juli. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland 1858, Lac; Midsland, Un. 1886; Ameland 1865, v. d. Ley; Nes op Ameland, Bruinsma en Hinxt; Schiermonnikoog 1860, S.; 1867, Holk.; Rottum 1896, Schipper; - Ane 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Kampen, R. B.; Zalk 1847, T.; Wilp- sche dijk bij Deventer 1840, Halb.; Deventer 1876, K.; Zwolle, Thorbecke; - Twello, P. v. Delden; Harderwyk 1863, R. B.; Groenenbeek by Putten 1853, v. H.; Zutphen 1830, Wtt; 1881, C. v. d. Broek; Almen, Staring; Soeren brj Ugchelen 1850, K. A.; Ruurlo 1884, Ensink; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Thomson; Oosterhoutsche bosch 1851, Th. Abel.; Beek 1867, v. H; Heumen 1856, v. d.B.; Wageningsche berg, W. K.; C. A. Bergsma; - de Grebbe, Bergsma; Amersfoort 1892, en Linie- dijk aldaar 1891, Garj.; Doorn en Utrecht, C. A. Bergsma; Schalkwyk 1829, Wtt.; - Muiderberg 1839, Romb.; Naarden, (wie?); kerkhof Urk 1884, S.; Enkhuizen 1896, Sanders; Haarlem, v. H; 1845, 0.; Wijk aan Zee, Kerb.; Velsen, v. d. T.; Overveen 1835 en 1837, Buse; 1842, B. de Haan (P. N. S.); 1870, 0.; Bloemendaal 1871, Boerl.; - Noordwyk 1837, Mb.; 1843, 0.; Katwyk, v. H; 1835, Mb.; Dz.; Pierot; 1843, 0.; 1870, Hoek; Voorschoten 1830, Forsten; Wassenaar 1832, S. S.; Mb.; 1832, Pie- rot; Dz.; 1853 en 1856, S.; 1882, V.; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; v. H; 1838, D.S.; de B r. ; G. B. ; 1895, R. B. ; Scheveningen 1886, D e s t r e e ; R.B.; Maassluis, V. Z.; Lek bij Vianen, v. H; — GALIUM. 757 Zeeuwsche duinen, B. W.; Haamstede 1872 en Lever- dijk (Schouwen) 1868, P. Schuringa; Schaardijke 1845, v. d. B.; Vlissingen 1880, Biujsraan; — (Breda?), v. A.; Werkendam 1886, V.; Vuchtsche heide, v. Hov.; Asten 1901, Rovers. (Zwolle 1897, L.; Schalkhaar 1850, - Bronsbergen 1877, Apeldoorn 1892 en Doetinchem 1897, K. A. in herb. pr. : Vorden, C. de Gavere in herb. v. Tui- nen; Terborg 1885, Struijk. in herb. pr.; de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. R ust in herb. Heukels; Wamel by Tiel, Posth. inherb. pr.; Lekdijk Culemborg 1844, Alphertsinherb. pr.; de Haas in herb. pi\; aldaar, Beusichem-Schalkwyk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Huizerwegbij Bussum 1898, Koning in herb. pr.; Amsterdam, J. Koornneef in herb. Heukels; tusschen Be- verwijk en Wyk aan Zee 1887, J. J. Smithinherb. Costerus; Santpoort 1868, v. Tuinenin herb. pr.; Haarlem en Overveen, C. A. Backer; - Terheide en Hoek van Holland, J. F. Wichard; tusschen Delftshaven en Schiedam, F. D. J. Risch; Rotter- dam, W. v. d. Linden; Fijenoord enkerkhofaldaar, W. H. Wachter en P. Jansen, alle inherb. Heu- kels; — Domburgsche duinen 1891, Ogt. in herb. pr.; Walcheren 1876, L. in herb. pr.; - Nieuwaal Sleeuwjjk, C. A. Backer in herb. Heukels; Pet- telaar by Vucht 1871, Costerus in herb. pr.; — St. Pietersberg 1893, V. Suringar in herb. pr.). Bovendien: Gramsbergen, Olst 1859, Lac. en S. (Arch. 2. V. p. 249); tusschen Diepenheim en Goor — tusschen Zutphen en de Bronsbergen en op deze laatste, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 616); Winterswyk, Varsseveld, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 2. V. p. 223); buurt Engeland bij Beekbergen, Hoog Soeren en Loenen, K. A. (Arch. 2. III. p. 187); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Bergen 1871, S. en Abel.; Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p.236); , oX GALIUM. - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - wallen Sas van Gent en Hulst, A. W. (Arch. 2. IV. p.285); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Venlo, Blerik, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Grons- veld, Pietersberg, Amby, Meerssen, Valkenberg, Gul- pen, Sittard, Roermond, Un. 1861, Beek-Valkenberg, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. VI. p. 315). Voorts bij Pelletier, Knyf, Vorstius, Mun- ting en Bruman. [Aanm.: Van deze soort werd nog een var y. gracile (corymfculis axillaribus paucifloris) opgenomcn, gevonden b;j Scheveningen 1845, de Br. ; 1851, U n. S., terwul een forma compactum werd onderscheiden : Oosterhoutsche bosch by Nymegen 1851, Th. AbeL; — tusschen Scheveningen en Wassenaar Un. 1851, Th. AbeL; Loosduinen U n. 1851, Th. Abel.]. * G. verum x Mollugo Schiede (G. ochroleucumVfoU; G. verum /?. ochroleucum Fries, Novit. p. 23. (Neilreich in Flora von Wien p. 307 is van later datum Cfr. Koch. Ed. III. p. 1194). In Herb. : Groevenbeek bij Putten 1853, v. H. (als G. anglicum); Oosterhoutsche bosch 1851, Th. Abel.; Renkum 1867, Buse; — Naarden 1864, 0. (alwaar G. Mollugo ontbreekt volgens opgave 0.); Zand- voort, en Haarlem, Buse; — duinen 's Gravenhage 1845, de Bi\; 1854, v. H. Jr.; Scheveningen 1845, de Br.; Un. 1851. (Van laatstgenoemde plaats, tusschen de stamouders, W. C. v. Embden in herb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); — omstreken van Haarlem, Un. 1854 (als G. vero-Mollugo en G. MoUugo-verum), Arch. 1. IV. p. 51). 663. G. Mollugo L. Op grazige plaatsen, aan dijken en wogen, in kreupelbosschen. 2J.. Juni — Aug. GALIUM. 759 a. elatum Thuill. In Herb. : Oertop Ameland 1897, V.; — Emmen 1859, Lac. en S.; - Kampen 1847, R. B.; 1849 T.; Boschwijk by* Zwolle 1892, L.; Deventer, Halb.; . ... Un. 1895 (als erectum); — Apel doorn 1875, K. A.; Vorden 1886, Groll; Wilden borch 1832, Staring; Zutphen 1882, C. v. d Broek; Terborg, Un. 1885 (als palustre); Win terswijk, Un. 1859; Beekhuizen, v. H.; Rozen daalsche weg 1873, Groll; Arnbem, v. H.; 1873 Groll; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel; 1864, v H.; Heumen 1856, v. d. B.; Beek 1853, 0.; aan de Waal tusschen Heerewaarden en Rossem 1839, v. d. T.; — Amersfoort, R. B. ; Monnikenpad aldaar 1893, Garj.; Oud Leusden 1847, v. d. Roemer; Doorn 1869, 0. ; Grebbe, F o c k e m a ; Utrecht en — Amsterdam, C. A. Bergsma; v. H.; Midden duin bij Overveen 1870, Groll; Santpoort 1871 0.; Bloemendaai 1871, Boerl.; Heemstede 1871 Hoek; - Noordwijkerhout 1839, v. d. T.; Valken burg en Katwijk, v. d. B.; Leiden 1832, S. S. Dz.; Wassenaar 1856, S. ; 'sGravenhage, R. B. - Zuid-Beveland 1839, v.d.B.; Vlissingen 1880 Buijsman; — Breda, v. A.; Werkendam 1836 Lac; Valkenswaard 1901, Rovers; — Venlo Un. 1893; Beek, Un. 1 8 8 3 (als erectum) ; Schaes berg 1889, V.; Gulpen, Un. 1861. (Schiermonnikoog 1897, Schipper in herb. pr.; — buitenvestingwerken Groningen 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Zwolle 1893, L. in herb. pr.; — Gendringen, Mej. M. S. Rust inherb. Heukels; — Keverdjjk Ankeveen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Vreeland 1892, V. Suringar in herb. pr.; Zeeburg bij Amsterdam 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; — Houthem 1889, Struyk. inherb. pr.; Meerssen 1883, L. in herb. pr.). Bovendien: Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 760 galium. 422); — Markelo, — Meddo bij Winterswijk, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); - Epen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 315). fi. erectum Huds. In Herb.: Schiermonnikoog 1867, Holk.; Rot- tum 1896 en 1897, Schipper (als elatum); — Weerdinge 1859, Lac. enS.; Drenthe, Un. 1889; Meppel, v. Heijn.; — Kampen,R. B. ; Zwolle 1832, Thorbecke; Posth.; 1901, L.; Deventer 1876 en Frieswijk 1878, K.; - Harderwyk, R. B.; Apeldoorn 1880, K. A. (als sylvestre) ; Voorst 1864, de Br.; Ruurlo 1884, Ensink; tusschen Lichten- voorde en Varsseveld, Un. 1859; Rozendaalsche weg, Boerl. ; Nijmegen, Coll. Nat; Renkum 1851, S.; Culemborg, H. S. (Coll. Nat); Spoel aldaar 1835, D. S. (als sylvaticum); — Oud Leus- den en Maartensdijk 1836, D.S.; Utrecht 1859, A. W. Hartm. enR.B.; 1839, Lac; Wyk by Duurstede, C. A. Bergsma; Wikkenburg 1830, Wtt; Bunnik 1842, B. de Haan (P.N.S.); - Amsterdam, Pl. Amst; 1871,0.; Ringdyk aldaar 1838 en Sloterweg 1840, Romb.; Nieuwe Diep, V. Z.; Zandvoort, P. A. Richard; Zomerzorg 1840, Romb. ; Overveen 1837, Buse; Heemstede 1872, 0. ; Haarlem 1842, v. H. ; 1834, v. H. (als anglicum); — Noordwijkerhout 1858, v. d. B. en S.; Noordwijk 1837, M b. ; Katwyk, Dz.; Kerbert; 1835, Mb.; 1841, v. Dissel; Leiden,S. S.; Pierot; Rodenburgerlaan by Leiden 1894, V.; Wassenaar, 0.; 1840, B. W.; duinen 's Gravenhage 1845, de Br.; 's Gravenhage, V. Z.; 1834, v. H.; R. B.; Scheveningsche kanaal 1843, de Br. ; havenmuur Dordrecht 1837, Lac; eiland Merwede by Dordrecht 1848, Alpherts; Louterbloemen Dubbeldam 1881, V.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; - Zuid- Beveland 1843, Middendyk (Goes?) 1844, Schelde- GALIUM. 761 dyk bij Yerseke, Zwake enz. 1839 en havendyk "Wilhelminadorp 1839, v. d. B.; Vlissingen, Ogt. ; Sas van Gent 1863, A. W.; - Bergen op Zoom, Un. 1860; wallen 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Maastricht, v. H o v. ; St. Pietersberg 1896, G. (als sylvaticum) ; Meerssen 1864, H. d. V. ; Kruisberg by Gulpen en Trap 1871, Lac. (Olst 1901, L. in herb. pr.; - Parkeler te Twello 1897, en de Steeg 1893, Ogt. in herb. pr.; Gendrin- gen, dijk Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr. ; — „de Hommel" by Utrecht 1877, Schipper in herb. pr.; — Amsterdam 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; duinen IJmuiden 1894, Ogt. in herb. pr.; Overveen 1893, V. Suringar in herb. pi\; — Hillegom 1887, Struyk. in herb. pr.; Vrijenban 1875, L. in herb. pi\; Hoek van Holland 1892, V. Suringar in herb. pi\; kerkhof Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels; Zwyndrecht 1894, Papendrecht en Oud Alblas 1886, Posth. in herb. pr.; Oosterland 1887, L. in herb. pr.). Bovendien: tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Boekelo, Brinkhuis, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Diepen- heim, — tusschen Zutphen en Bronsbergen, U n. 1897 (Arch. 3. I. p. 616); Weurt, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 285); — Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572). Voorts vermeld bij Pelletier. Als Galium Mollugo, zonder aanduiding der onder- soort worden bovendien nog de volgende groeiplaat- sen opgegeven: Coevorden, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249) (beide vormen werden door hen in 1859 ge- vonden); — tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren; tusschen Heino en Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Delden en Twikkelerbosch, Un. 762 GALIUM. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); - Bergen 1871, Abel. en S. (Arch. 2. 1. p. 272); Schoorl, Velsen, Vogelenzang, — Naaldwyk, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p.386); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Gronsveld, Amby, Valkenberg, Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 315). Voorts vermeld door Pelletier, Munting en B r u m a n. 664. G. silvaticum L. In bosschen. %.. Juni — Juli. In Herb. : Beek 1832, Hoffm.; de Haan; 1839, Lac; 1840, Kraamw.; B.; 1857, 0.; 1866, v. H.; 1868, O.; tusschen Beek en Ubbergen 1833, herb. v. d. B.; 1840, Buse; tusschen Beek en den Olie- molen achter Ubbergen 1841, v. d. T.; Duivelsberg by Beek, K.; (Wielderen 1865, v. H.); Groesbeek 1866, v. H.; G. Deijn.; Groesbeek, Berg en Dal, Beek en Oosterhoutsche bosch, Th. Abel. ; Philosophendal bij Berg en Dal 1897, G. en V.; Berg en Dal 1870, Groll; Spoel bij Culemborg, D. S. ; - Plasmolen, Th. Abel.; Un. 1853; 1897, G. en V.; Un. 1898; St. Jansberg bij den Plasmolen 1864, v. H; 1878, Groll. 665. G. harcynicum Weiy. (G. suxatile K. et Fl. B. S. p. 110.) Op heide- en duingronden. %.. Juli — Sipi. In Herb. : Oranjewoud, Bruinsma; — Ooster- wolde 1828, Nieuw Stadskanaal 1827 en Klooster ter Apel 1837, v. H.; - Paterwolde, v. H. ; Eelde 1865, Assen 1863 en Hoogeveen 1865, H. d. V.; Meppel, v. Heyn.; Hoogeveen, Valthe, Emmen, Odoorn, 1859, Lac. en S.; - Zwolle, Thorbecke; Oldeveen ambt Hardonberg 1893, en Eesveen 1893, L.; Delden, Un. 1870; - Nykerk en Hoevelaken, en Harderwyk 1864, R. B.; Putten, Un. 1860; Hoen- derloo, Un. 1890; Uddelermeer, Un. 1849; Apel- doorn 1852, K. A.; Rheede, v. H.; Thomson; Wolf- heeze, Un. 1847; Nymegen, B.; Beek 1868, 0.; Ha- tert, Th. Abel. ; Watermeerwijk, N. en Th. Abel.; 1853, 0.; heide by Groesbeek, Forsten; de Haan; GALIUM. 763 tusschen Ede en Wageningen 1877, K.; Renkum 1850, S. ; bosschen van Beekhuizen bij den Keyen- berg, v. H.; Keyenberg by Wageningen 1833, Wtt. ; Veenendaal 1898, V.; Leersum, Hoffm.; Leersumer- bergl832, Hoffm.; Grebbe, Fockema; Darthuizer- berg, Wenck; Maarn 1865, Kniittel; Beerschoten by de Bilt, v.d. T.; de Bilt 1839, Lac; Amersfoort. R. B.; bosch by 't huis ter Heide 1859, v. H.; — wal- len van Naarden, Exc. 1896; Hilversum 1898, V.; - Hillegom 1836, v. d. B.; Wassenaar 1835, Dz.; eiland Rozenburg 1895, V.; - Zuiddorpe 1854, A. W.; Eede 1861, A. W.; - Roosendaal, Un. 1860; Lies- bosch, Exc. 1897; Mastbosch by Ginneken, Un. 1852; Vuchtsche heide 1847, v. Hov.; Liesel 1873, H. d. V.; - Meerssen 1870, Groll; Epen, Un. 1861; Houthemmerberg 1885, K. en G. (Oldeboorn 1869, v. Tuinen; - tusschen Schar- mer en Slochteren 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Jipsinghuizen, Un. 1899, veen by Winschoten 1886, Schipper in herb. pr.; Eelderwolde, Paterswolde, Eelde, Peize, Haren, Onnen, de Punt en Zuidlaren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; — Staphorst 1898, L. in herb. pr.; - Apeldoorn 1880, L. in herb. pr.; Jachthuis by Zutphen 1852, K. A. in herb. pr.; Middachter bosschen de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr. ; Renkum 1897 en Meent Bennekom, V. Suringar in herb. pr.; — Utrecht, W. C. v. Emb- den in herb. Heukels; — Trompenberg 1898, Ko- ning in herb. pr.; Amsterdam, spoorbaan door de bloemistery van Groenewegen 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; — Alkmaarderhout 1870 - en muren 's Hertogenbosch 1871, Costerus in herb. pi\; — Bulteveen Venlo 1897, Rieter in herb. pr.). Bovendien: Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Sleen, Rozewinkel, Weerdinge, Coevorden 1859, Lac. en S. (Arch. I. V. p. 249); - Almelo, Albergen en 't Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 764 liALIUM. VALERIANA. 195); Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Huls- horst, 'sHeerenlo, Ermelo, R. B. (Arch. I. V\p.424); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 122), later als twufelachtig opgegeven A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Plasmolen, Abel; Bergen, Lac; Kerkrade, Valkenberg 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 14). 666. G. silvestre Poll. In droge bosschen en op dorre heuvels. %.. Mei—Aug. a. hirtum M. et K. In Herb.: St. Pietersberg 1870, Groll; 1894, de Haas; Cadier 1882, Lac; Geulhem, Valkenberg, Gulpen, Slenaken, Bemelen enz. 1873, Lac; Oud Valkenburg 1866, H. d. V.; Trichtergrub bij Val- kenberg 1889 en Geleenderbosch 1900, V.; Gulpen, Un. 1861; Wylre 1866, H. d. V. /?. glabrum ScJirad. In Herb. : Meerssen 1864, H. d. V. ; Kruisberg bij Gulpen en btf Trap 1871, Lac (als G. erectum). Ordo Valerianaceae D.C. Valeriana Tourn. 667. V. ofhcinalis L. Aan slootkanten, op moerassige plaatsen, in vochtige bosschen enz. %. Jimi — Aug. In Horb. : Tusschen Leeuwarden en Marssum 1862, J. M. de Boer; — Groningen en Haren, v. H.; Reitdyk bu Groningen, Strat.; - Meppel, v. Heijn.; - Kampen, R. B.; Devcnter 1876, K.; Worp by Deventer 1839, Halb.; * Nieuwe werk btf Zwolle * Bevonden zich als V. sambucifolia Mikan als afzunderlijkt> sooi-t. Ik lii-li liiu langen tyd bezig gehouden met het opsporen dezer VALERIANA. 765 1895, Carmigg.; - Harderwijk 1864, R.B.; Nijmegen, N. en Th. Abel.; - ' de Grebbe, Fockema, Linie- dijk Amersfoort, G ar j. ; Amersfoort, R. B. ; Utrecht, C. A. Bergsma; v. H.; Rhoodenstein bij Neerlang- broek, v. d. T.; - ' Naarden 1864,0.; Uithoorn 1870, Boerl.; Oud Diemen 1877, 0.; jaagpad, Sloterweg 1838, Fl. Amst.; 1842, A. N. Teengs (P. N. S); Muiderberg 1870, Hoek; Haarlem, Kerb.; 1884, Groll; - Leiden 1830, Forsten; 1833, Mb.; Dz.; soort, thans .ils V. excelsa Eoir. bekend. Gaat men de beschrnvingen na, dan wordt het er niet duideljjker op. Hock in Koch's Synopsis onderscheidtdebeidesoorteninhoofdzaakaldus: V. officinalis: „meist mit kurzen, unterirdischen auslaufern Blatter 6-11 jochig mit kleinerem Endblattchen" en V. excelsa: „Grundachse mit langen, oberirdischen ausliiufern; Bliitter 3-5 jochig, Endblattchen am grossten." Bij Ascherson Fl. der Prov. Brand. II Aufl. vindtmenom- trent V. excelsa: „Grundachse langere, unterirdische Auslaufer treibend." Bti Garcke zfln ze weer bovenaardsch, terwijl ook hier V. officinalis heeft: „Wurzelstockmitkurzen unterirdischen Auslaufern oder ohne Auslaufer." Hetzelfde trouwens vindt men bfl de overige Duitsche en Oostenrijksche auteurs terug. In Frankryk schynt de plant niet voor te komen, althans noch Grenieren Godron noch meer recente schrflvers noemen deze soort. In Engeland beschrjjft ook Ba- b i n g t o n haar en waar hy b\j V. o f f i c i n al i s van geen wortelstok spreekt, zegt hfl bfl V. sambucifolia: „root with long stoles usually not b u- ried." In Joh. Lange's Haandbog heeft V. officinalis weer wor- telstokken met of zonder onderaardsche, kortere uitloopers, terwjjl V. sambucifolia afgeschilderd wordt als te hebben wortelstokken met boven- of onderaardsche, lange uitloopers. In het getal der bladjukken stemmen alle schryvers overeen. Uit alles blflkt dat een van de kenmerkende verschilpunten, het al of niet onder den grond zjjn der uitloopers, vervalt; alleen blykt dat V. excelsa lange uitloo- pers heeft en b\j V. officinalis, indien aanwezig, die uitloopers kort zyn. Wat aangaat het getal der bladjukken, schflnt my dit niet zulk een gewichtig kenmerk om daarop een soortsverschil te bouwen. Het schynt mij toe dat jonge, of slecht gevoede exemplaren over 't geheel kleinere bladen met minder jukken hebben dan oudere, krachtigere planten. Voor nnj zfln derhalve twee dingen mogelflk, 6f V. excelsa bestaat niet als soort, en hiermede wyk ik dan af van de meeste auteurs, 6f w;j hebben deze plant niet onder onze indigenen. Volgens Beeky in Journ. of Bot. XXVI. p. 340 is V. sambucifolia veel algemeener dan V. Mikanii, zooals aldaar de Kochsche V. off icin al is heet. 766 VALERIANA. 1834, Wtt. (met kiemplanten); Perin; B. W.; 1842, 0.; Fockema; Warmond, Perin; Wassenaar en Scheveningen, Un. 1851; Clingendaal, V. Z.; 'sGra- venhage, G. B.; R. B.; Schollevaarseiland 1864, Coll. Nat.; ' Oude Plantage Rotterdam, v. A.; Rhoon 1871, Schepman; Dordrecht 1836, Lac; 1879, Boerl.; 1882, V.; * 1882, C. v. d. Broek; Crabbehof onder Dubbeldam 1847, M. J. Cop; - Zuid-Beve- land 1838 en 1839, v. d. B.; ' Oost-Kapelle 1894, * Sas van Gent 1855, en Aardenburg 1861, A. W.; - Burgst bij Breda, Un. 1852 (ook als "); * Bavel- sche loop Ginneken, Un. 1852; Vucht, v. A; v. Hov. ; Nuenen, v. Hov.; — Gronsveld en Valken- borg, Un. 1861. /?. angustifolia Tausch = minor Koch. Zuid-Beve- land 1841, v. d. B.; Bavelsche loop Ginneken, Un. 1852. (Oranjewoud 1872, Costerus in herb. pr. ; tusschen Joure en Akkrum 1869, J. Krot in herb. v. Tui- nen; Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; Oudetrijne, K. de Boer; — Onland, Paterwolde, Eelde, Peize, Oosterbroek, Haren, Onnen, de Punt en Zuidlaren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; Drentsche punt 1853, Holk. in herb. v. Tuinen; - Zwolle 1881, L. in herb. pr.; - Plan- tage Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr.; de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Vreeswijk, Valburg, Slyk Ewrjk, C. A. Backer; * Laag Soeren, Doch reeds Schlec h tendal heeft beide soorten aan een uitvoerig ondorzoek onderworpen (Cfr. Bot. Zeit. 1847 p. G25), waarin hy er op wijst hoe de stoloncn vaak afbreken en de plant dan schijnbaar geen uitloo- i„.rs hrrft. iirt herbariuin-materiaal 18 echter meeataJ niet in /,ulk een toestand, dat deze versehillen hieryaii mot juistheid kunnen uitgemaakt worden. Ik wil het dus in het midden laten of wij V. samhucifolia met Ho ck als een varieteit van V. officinalis zullen beschouwen, dan wel beide planten als afzonderlyke soorten moeten beschouwen. 11« het samenstellen eener Flora van ons land moet de soort V. offi- cinalis een punt van critisch onderzoek uitmaken. VALERIANA. 767 H. Heukels in herb. pr.; Apeldoorn 1884 en " 1888, K. A. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust; Bennekom 1892, V. Suringar inherb. pr.; — *Ezels- dijk brj Utrecht, Zeist en elders, W. C. v. Embden; *Wijk bij Duurstede, B. J. v. Wagensveld inherb. Heukels; tusschen Jutphaas en Houten 1871, Cos- terus in herb. pr.; — Meent bij 'sGraveland 1899, Koning in herb. pr.; Sphagnetum Diemen 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; duinen Zandpoort 1868, v. T u i n e n in herb. pr. ; — Leiden 1891, S t r u y k. in herb. pi\; Rijngeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pi\; Boskoop, Vlaardingen, langs Rotte, IJsel en Maas by Rotterdam, in herb. v. d. Voo; Rotterdam, F. D. J. Riseh; *H. v. d. Linden; Naaldwrjk, J. F. Wichard in herb. Heukels; — Oranjezon 1898, Ogt. in herb. pr.; St. Laurens 1874, L. in herb. pr.; — Venlo 1895 Rieter in herb. pr. ; "St. Pietersberg 1893, V. Suringar in herb. pr. Bovendien: Wolvega, tusschen Knijpe en Heeren- veen 1881, (Arch. 2. III. p. 422); - Zwinderen, Coe- vorden, Gramsbergen, Sleen, Odoorn, Weerdinge, Ro- zewinkel 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); - Steenwjjkerwolde, Kallenkote, Oldemarkt, Giethoorn Eeze, Eesveen, Un. 18 92 (Arch. 2. VI. p. 347); tus schen Nieuwe Wetering en school Tongeren, Wijhe Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Delden, Twikkeler bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Almelo , Alber gen en 't Vrieseveen, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 195) Hengelo, Borne, Weusthag, Haaksbergen, Buurser beek, de Lutte, de Poppe, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p 222); Markelo, Diepenheim— Zutphen, Bronsbergen Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Aaltensche beek bij Lichtenvoorde, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V.p.223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); — Haarlemmermeer, Hartm. (Arch. 1. III. p. 487); — Voorschoten, S. (Arch. 2. I.p. 319); Haagsche bosch, de W. Hamer 49 768 VALERIANA. (Arch. 2. II. p. 121); Westland, Voorne, v. E. (Arch 2. I. p. 387); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400) - Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 122) Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116) kanaal ter Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 285); — Oudenbosch 1885 — 87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Amby, Meerssen, Sittard, Un. 1861; Beek — Elsloo, Maastricht, Gulpen, Wylre-Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316). Voorts vermeld bij Pelletier, Knyf, Vorstius, Munting en Bruman. 668. V. dioica L. Op vochtige plaatsen op grazige gron- den, in duinpannen enz. 2J.. April- Juni. In Herb.: De Hoorn op Texel 1869, Holk.; - Hardegarijp 1850, S.; 1864, J. M. de Boer; Zwarte- wegseind 1850, S.; — Groningen 1856, v. H.; Oos- terbroek, Strat.; Haren 1844, v. H.; — Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1847, T.; R.B.; 1869, Hoek; Almeloosche jaagpad by Zwolle 1873, v. Tuinen; Deventer, Romb. (als V. Phu); 1876, K.; Brink- greve 1847, T.; Ahnelo 1891, L.; Markelo 1898, G. en V.; Denekamp en Losser 1896, L.; — 's Heerenloo bij Harderwyk 1864, en tusschen Hoevelaken en Nykerk 1861, R. B.; Ederveen 1894, V.; Apeldoorn 1873, K. A.; Ruurlo aan de molenbeek by de Visch 1887, Ensink; Beekbergerwoud 1869, S.; Winters- wyk 1873, R. E. de Haan; Arnhem, Thomson; Nymegen, Abel. en Pas; Ubbergen, N. en Th. Abel.; — Hamersveld 1892, Garj.: tusschen de Grebbe en Rhenen, Th. Abel.; Maarsbergen, v. H.; Bunnik 1842, B. de Haan (P.N.S.); Utrecht, v. U; Kraamw.; Waverveen, Houten en Harmelen, Abcoude, Baam- brugge, Vinkeveen, E. B. Asscher; Achttienhoven, C. Rijns; 1863, Coll. Nat.; 1871, 0.; Loenersloot, v. d.T.; — Amstelveensche weg, Jaagpad, Sloterweg, Fl. Amst. ; Schinkel 1857, Kniittcl; aldaar achter VALEKIANA. 769 't huis de Vraag, M.D.; Slofcen 1846, en Amstelveen 1838, Romb.; Haarlem 1866, 0.; Len'duin by Heem- stede 1900, C. A. Backer; Zegveld bjj Vogelenzang 1887, V.; Vogelenzang 1864, H. d. V.; Rozenwater 1870, Groll.; Groot Bentveld 1836, Buse; Midden- duin Overveen 1897, V,; - Noordwijk 1898, v. Vlo- ten; Langeveld 1848, 0.; Hillegommerbeek, Exc. 1883; tusschen Sassenheim en Lisse, Exc. 1883; Lisse 1851, S.; Leiden 1830, Forsten; Leiderdorp, Kerb.; tusschen Nieuwkoop en Zwammerdam 1901, Jongm.; tusschen Wassenaar en Katwijk, v. d. B.; 1845, Perin; Exc. 1897; Katwyk 1835, Mb.; Was- senaar, Pierot; Perin; 1836, Lac; Dz.; 1841, B. W.; Groot Berkhey 1898, V.; Waalsdorp, G. Barger; R.B.; 'sGravenhage, V. Z.; G.B.; Nootdorp, (v.S.V. ?); Schollevaarseiland 1864, Coll. Nat; Rockanje, U n. 1887; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; rivierdijk aldaar 1880, Boerl.; - Breda, v. Rees; tusschen Haag en Waterpoort aldaar, v. A.; - Plasmolen, N. en Th. Abel.; 1897, G. en V. (Tusschen Scharmer en Slochteren 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; - Onland, Harendermolen, Peize, Onnen, - Paterwolde, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; - Zwolle 1901, L. in herb. pr.; - Gendringen, Mej. M. S. Rust; Huinen, C. A. Backer in herb. Heukels; - Maarsbergen 1887, Struyk. in herb. pr.; Eemnes binnen 1872, Costerus in herb. pr.; Vleuten, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - Naardermeer 1899, K o n i n g in herb. pr. ; Sphagne- tum Diemen 1886, J. J. Smith in herb. Costeru s; jaagpad Amsterdam, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Overveen en Haarlem, C. A. Backer; - tusschen Delftshaven en Schiedam, F. D. J. Risch; Rhoon, W. H. Wachter en P. Jansen inherb. Heukels; griend brj het station Sliedrecht 1895, Posth.; - Grave 1888, J. Jorna in herb. de Haas; 770 VALERIANA. VALERIANELLA. Oosterwijk 1894, Ogt. in herb. pr.; Almkerk, Sleeu- wyk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Tegelen 1897 en Bulteveen by' Venlo 1899, R ie te r in herb. pr.) Bovendien: Zwaagwesteinde, S. (Arch. 1. V. p. 40); veen bu Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — tusschen Heino en Nieuwe Wetering, tusschen Oude Wetering en straatweg Raalte, Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); veen tusschen Markelo en Diepenheim, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 617); - Esschenburg, Hulshorst, R. B. (Arch. 1. V*. p. 424); huis Ubbergen, Neerbossche broek, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 285); -- Velsen, Castricum, Marienbosch, Leyduin, - Oranjepolder by Naaldwrjk, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p.545); — Plasmolen, Abel.; Lac. (Arch. 2. V. p. 14). Voorts vermeld bu P e 1 1 e t i e r en K n rj f. Valerianella Tonrn. 669. V. olitoria Poll. {Fedia olitoria Gm. et Fl. B. S. p. 34). In bouwlanden en moeshoven, aan dijken en wegen, ook gekweekt. 0. April—Mei. a. leiocarpa Krok. (waartoe de gekweekte veld- sla als forma oleracea Schl.). In herb.: Galgenzak bu Leeuwarden 1860, J. M. de Boer; Franeker, Spree; — Groningen, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; — Kampen 1849, R. B.; Zalk 1851, T.; tusschen Kampen en Elburg 1869, Hoek; Deventer 1877, K. ; Spinnenwiel by Deventer 1840, Halb.j Olst 1896, L.; - Harder- wy'k 1865, R. B.; Putten 1876, Oene by Epe 1876 en Apeldoorn 1873, K. A. ; Zutphen 1834, D. A. S 1 o e t; Voorst 1879, L.; Arnhem 1880, Groll; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; Hatertsche broek bu Nij- megen, Th. Abel.; 1878, Groll; Ubbergen, Thomson; Tiel, Post; Renkum, Buse; Spoel VALERIANELLA. 771 by Culemborg 1844, Wenck; — langs deEembij Amersfoort, Garj.; Doorn 1869, 0.; Utrecht, v. H.; 1835, D.S.; C. A. Bergsma; 1851, A. W. Hartm.; 1880, de Liefde; Vossegat by Utrecht, v. d. T.; de Bilt 1830, v. H.; ruine huis ter Haer 1859, Coll. Nat.; - Uithoorn, Boerl.; Amstel bij Wilna 1842, B. de Haan (P. N. S.); Sloten 1840, Romb.; jaagpad Sloterweg, Amstelveensche weg, M. D.; Enkhuizen 1895, Sanders; Breesaap 1843, Buse; Kerb. (als carinata); Kleverlaan by Overveen, Kerb. enMb.; Overveen 1840, Romb.; Bloemendaal 1889, V.; Meerenberg 1860, S.; Spaarndammerweg 1894, V. ; Haarlem 1870, Groll; — tusschen Hillegommerbeek en Noordwijk 1886, Boerl.; Hillegom, Exc. 1887; Piet Gyzenbrug, Perin; Fockema; Noordwyk 1889 en Noord- wijkerhout 1894, V.; Leiden 1830, Forsten; Kerb.; 1835, Mb.; S. S.; B. W.; Dz.; 1843 en 1846, 0.; 1859, 1860, S.; 1872, Boerl.; Hazers- woude, Pierot; 's Gravenhage, V. Z. ;G. B.;R. B.; Scheveningsche boschjes 1895, Ogt.; langs de Kaai by 's Hage 1829, V. Z. (door v. H. gedeter- mineerd als carinata); Scheveningen 1841, B.W.; Schipluiden 1875, L.; Zwyndrecht 1836, Lac; 1879, Posth.; Groote Lindt 1879, Posth.; 1882, V.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; Willemsdorp 1880, Boerl.; de Waal bij Gorkum, G.B.; - Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Kapelle aldaar 1894, 0 g t. ; Hoek, Neuzen 1864, A. W. ; — Haagpoort en Loopschans Breda, v. A.; wallen 's Hertogen- bosch en fort Isabel aldaar, v. Hov.; -• Beek en Meerssen 1872, Lac; Gronsveld 1894, V.; Wylre 1866, H. d. V.; tusschen Simpelveld en Overeys 1899, G. en V. (Zwolle 1872, v. Tuinen in herb. pr.; 1884, Mas- tenbroek 1901, Heino 1888, L. in herb. pr.; - Ter- wolde 1897, Ogt. in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. 772 VALERIANELLA. S. Rust in herb. Heukels; tuin Culemborg 1843, Alpherts in herb. pr.; C. A. Backer in herb. Heukels; — Keverdijk 1900, Koning inherb. pr.; jaagpad Amsterdam, A. C. J. v. Goor; Sloterdijk 1882, Heinsius in herb. pr. ; — Hillegommerbeek 1893, V. Suringar in herb. pr.; Leiden 1885, Struyk. in herb. pr. ; Protestantsch kerkhof aldaar 1894, V. Suringar in herb. pr.; Wassenaar 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Moordrecht, Delfs- haven, Zevenhuizen in herb. v. d. Voo; Delft 1876, L. in herb. pr.; Terheide, Naaldwyk, J. T. Wi- chard; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Veere, M e v r. S n e 1 1 e n in herb. H e u k e 1 s ; Domburg 1897, Ogt. in herb. pr.; dyk Arnemuiden 1876, Schipper in herb. pi\; — Ahnkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; Venlo 1896, Rieter in herb. pr.; Maas- tricht 1892, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Njjbroek en Twello, K. A. (Arch. 2. III. p. 188); — Castricum, Vogelenzang — Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); - Walcheren, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 122); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 316); Gulpen 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 14). Voorts brj Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. (Aanm.: De var. /?. lasiocarpa Rchb. schtjnt bjj ons niet voor te komen]. 670. V. carinata Lois. (Fedia carinata Stev. et Fl. B. S. p. 750). Op bouwlanden, aan wegen. 0. April — Mei. In Herb. : Nykerk 1893, Garj.; — onder Abstede, op den weg naar Bunnik, en Rhoodenstein brj Neerlangbroek, v. d. T.; — korenland Velsen 1837, Mb. ; — Leiden, Dz.; Wassenaar, 0.; duinen 's Gra- venhage, G. B.; 1834, V. Z.; Schevoningen by het VALERIANELLA. 773 Ververschingskanaal, R. B.; Houtrust, Destree; wilde hoef Loosduinen 1896, v. d. Lek; Zorgvliet G. B.; Noordpolderdyk Dordrecht 1879, Boerl. (Villa Marocco Apeldoorn 1872, K. A. in herb. pr.; - Serooskerke (Walch.) 1877, L. in herb. pr.) Bovendien: Overveen, v. E. (Arch. 2. I. p. 387). [A a n m. : De enkele andere opgaven vindt men terug onder Valerianella o 1 i t o r i a. Evenzoo heb ik niet opgenomen de twyfelachtige plant door C. de Gavere Toy Groningen gevonden (in herb. v. T u i n e n) en de exemplaren in herb. Heukels: Schiedam, F. D. J. Bisch en Rhoon, Vlaardingen — Maassluis, W. H. Wachter en P. Jansen, daar deze exemplaren nog veel te jong zu'n]. 671. V. rimosa Bast. (V. Auricula D.C. et Prodr. Ed. I. p. 111). Op bouwlanden. 0. Juni — Auy. a. leiocarpa Krok. In Herb.: Zalk 1844, R. B.; Zandberg bij Kam- pen 1848, T.; Kampen 1848, R. B.; 1855, T.; - Voorst 1877, en Enghuizen bij Hummelo 1882, K. A.; Zutphen 1838, Buse; Ensink; Leeuwen- stein onder Brummen, Ensink; Terborg 1883, L.; Harderwijk 1866, en 1874, R. B.; Arnhem 1880, Groll; Heumensche molen, Un. 1853; Heumen 1856, v. d. B.; Marienboom, St. Anna en Hatert, Th. Abel. (als dentata); Hatertsche pad, Th. Abel.; Renkum 1838, Buse; - Grebbe, Focke- ma; Amersfoort, R. B.; - Zwijndrecht 1839, Lac; — Eindhoven, Dz.; Boxmeer, Un. 1853; — tus- schen HeumenenMook,"Un. 185 3; Gulpen 1885, K. en G. fi. dasycarpa Krok. (= P. lasiocarpa Koch.). In Herb. : Utrecht 1859, R. B. ; Amelienweerdt 1863, Coll. Nat.; - Zuid-Beveland, v. d. B. (Station Hattem 1899, K. A. in herb. pr.; Harder- wijk, Stolz in herb. K. A.; Voorst 1879, L. in herb. pr.; Oene 1876, K. A. in herb. pr.) Bovendien : Bouwlanden onder Torsel, R. B. (Arch. 1. V*. p. 424); - Oost-Zeeuwsch Vlaanderon, A. W. 774 YALKWIAXELLA. (Arch. 2. III. p. 122); - Gronsveld, Gulpen, Epen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 316). 672. V. Morisonii D.C. (V. dentata Poll. et Prodr. Ed. I. p. 111; Fedia dentata D.C. et Fl. B. S. p. 712 en 750). Op bouwlanden. ©. Juni — Awj. a. leiocarpa D.C. In Herb.: Meppel, v. Heijn.; - tusschen Mep- pel en Staphorst, v. Heijn.; Kampen 1848, 1855, R. B. ; zandbergen bij Kampen 1848, T.; Kater- veer by Zwolle 1839, v. H.; - Harderwyk 1863, 1864 en 1879, R. B.; Voorst 1877, K.; Zutphen 1838, Buse; Nijmegen, B.; Uilenput 1864, v. H.; Buren, Hoffm.; — Amersfoort, R. B.; Darthui- zen by Doorn 1836, v. H.; de Bilt 1830, C. A. Bergsma; v. H.; 1837, Kerb.; Utrecht, C. A. Bergsma; 1835, Wtt; 1860, Hartsen; Wijk by Duurstede 1828, v. H.; - Breesaap 1837, Buse; Kerb.; 1842, v. H.; Velsen 1837, Mb.; - Wassenaar 1844, 0.; 's Gravenhage en 'sGrave- zande, V. Z.; zanderij bij de Braakwoning Naald- wyk, v. d. T.; Zwijndrecht, Lac; tusschen boo- men aan de Myl by Dordrecht 18S2, V.; Vianen 1836, v. H.; - Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, en Zevenpolder brj Hoek 1853, A. W.; - Breda, v. Rees; St. Michiels Gestel, C. A. Bergsma; Eindhoven 1831, Wtt.; Dz.; - Sittard, Un. 1861; Zuid-Limburg 1885, K. en G.; Meerssen, Un. 1861; St. Pietersberg 1878, G r o 1 1 ; 1889, V. ; Ravelsbosch 1864, H. d. V. ; Oud Valkenberg 1900, V.; Beek en Gulpen 1872, Lac; Gulpen, Un. 1861; Gronsveld 1881, Groll; tusschen Eijsdcn en Mheer 1894, V.; Ejjsden 1894, V. en v. Vloten; Simpelveld 1866, II. d. V.; Vilt 1886, V. /?. lasiocarpa Koch. In Herb.: Kampen 1851, T. (tusschcn leio- carpa); — St. Teunismolen bij Nijmegon 1841, VALERIANELLA. DIPSACUS. 775 v. d. T.; Renkum 1849, Buse; station Kesteren 1894, Garj.; — Amersfoort, Garj.; Darthuizen, v. H.; Meijenhagen achter de Bilt, v. d. T.; — Breesaap 1842, Buse; Velsen 1871, Groll; — Leiden 1835, Mb.; 's Gravezande, V. Z.; — Zuid- Beveland 1839 en 1843, en Driewegen 1840, v. d. B.; Kloosterzande 1845, B.W.; Hoek, A. W.; - Eind- hoven 1831, Dz.; - Plasmolen, Un. 1853. (a. Elst, A. H. Blaauw en Randwyk, Heteren, Heumen, C. A. Backer in herb. Heukels (als V. Auricula); Eede 1878, L. in herb. pr. en Groede 1877, Brakman in herb. L. /?. Ruurlo, L. en Ensink in herb. L.) 673. V. eriocarpa Desv. Op bouwland ; Zuid-Europeesche plant, een enkele maal ingevoerd; verbouwd als Italiaansche veldsla. 0. April—Mei. var. /?. leiocarpa Koch. (Apeldoorn 1877, K. A. in herb. pr.). 674. V. coronata D.C. Op bouwland. Plant uit de landen rond de Middeliandsche Zee en van Istrie' en Zuid- Rusland; elders als adventiefplant. 0. Mel — JuU. In Herb. : Apeldoorn, op met Sumac-afval bemest klaverland 1877, K. A.; — 's Hertogenbosch, Hein- s i u s. [Aanm.: De Apeldoornsche plant werd in Arch. 2. III. p. 212 opgegeven als Valerianella eriocarpa Desv. ; het blykt (Arch. 3. I. p. 311) dat onder de werkelyke V. eriocarpa 1. ex. van V. coronata zich bevond]. Ordo Dipsaceae D.C. Dipsacus Toum. 675. D. silvester Mill. Op kleibodem, langs dijken, slootkanten en wegen. 0. Juli — Sept. In Herb.: Kampen, T.; 1847, R. B.; Zalk 1869, Hoek; Zwolle, Thorbecke; Terwolde 1876, K.; - 776 dipsacus. Harderwyk 1863, R. B.; Nybroek 1874, K. A.; Zut- phen 1840, Buse; Doesburg 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); de Ooi, Bemmel, Beuningen, N. en Th. Abel.; Biesheuvel by Andel 1888, V.; Hardenbroek bjj Kothen, v. d. T.; Wageningen 1863, H. d.V.; - Beusichem, C. A. Bergsma; Houtensche wegbyde Lunetten 1834, D. S. ; tusschen Zeist en Bunnik, Kraep. ; Utrecht Vossegat 1835, Kraamw.; 1835, Wtt.; D. S.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; - Naar- den 1864, 0.; Oud Valkeveen, Un. 1901; Weesper- zijde Amsterdam, Fl. Amst.; — Leiden 1832, S. S.; 's Gravezande, Destree; Fyenoord, S. S.; Oost-Voorne, Un. 1887; Rotterdam 1852, 0.; Dubbeldam 1836, Lac; 1884, V.; - Zierikzee 1873, Schuringa; Maartensdyk 1883, J. Dorst; Zijpe, Un. 1894; Zuid-Beveland, Dz.; 1845, v. d. B.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1881, Buysman; Middelburg 1842, B. W. ; Domburg, F o r s t e n ; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — Empelsche dyk - en Maastricht, v. Hov.; Gulpen, Ploem. (Tusschen Deventer en Gorssel 1894, V Surin- gar in herb. pr.; - Heelsum 1886, Heinsius in herb. pr.; Opheusden 1873, v. Tuinen in herb. pi\; Kerkwyk 1893, V. Suringar in herb. pr.; Andel 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; langs den Prysschen weg Culemborg, de Haas in herb. pr.; — battery Utrecht 1845, Alpherts in herb. pr.; — IJselmonde, in herb. v. d. Voo; — St. Maartensdijk Tholen 1884, Posth. in herb. pr.; Biggekerke 1873, en St. Annaland 1883, L. in herb. pr.; — St. Pieters- berg 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Wyhe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); - Zeddam, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Lent, Weurt, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 286); - Bruinisse, Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 47 en 50); al de Zeeuwsohe eilanden behalve DIPSACUS. KNAUTIA. 777 St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 116); - Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — St. Pietersberg, Gronsveld, Valken- berg, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 188 3 (Arch. 2. IV. p. 316). Voorts vermeld door P e 1 1 e t i e r, K n ij f, V o r s t i u s, Munting en Bruman. [ A a n m. : Door den Heer C. A. G. B e i n z werd nog een var. /?. glaucus onderscheiden: ..tusschen eenige struiken van Doornspyk naar zee gaand" 1890, leg. Beinz]. 676. D. fullonum L. Zuid-Europeesche plant, hier en daar als kaardebol gekweekt en een enkele maal verwilderd. Volgens sommigen zou deze soort een cultuurvorm zijn van de voorgaande soort of van D. ferox Lois. Q. Juli—Aug. In Herb.: Spoorweg by Kerkrade 1885, K.; Beek 1901, Rovers en V. Bovendien: verbouwd Beek, Meers (Arch. 2. V. p. 15). 677. D. pilosus L. Op vochtige beschaduwde plaatsen. Q. Juli—Aug. In Herb. : tusschen Nymegen en Elst 1833, en Nymegen 1834, Wtt.; - Zeist, Petif; Schalkwyk 1834, Wtt.; - Valkenberg, Un. 1861; Un. 1883; 1887, V.; Epen 1872, Lac; Schaesberg 1900, Rie- ter; 1900, Rovers. Voorts vermeld door Pelletier en door de Gor- ter voor Arnhem, Naarden en Utrecht. Knautia Coulter. 678. K. arvensis Coulter. (Scabiosa arvensis L. et Fl. B. S. p. 130). Op zandige bouwlanden, langs dijken en wegen, en op dorre weiden. %. Mel-Aug. In Herb.: Haren 1838, v. H.; 1856, Strat; C. de Gavere; — Meppel, v. Heyn. ; — Kampen 1846, R. B.; Zandberg by Kampen 1850, T.; Zwolle, 778 KNAUTIA. 'Dassen 1887 en 1900, L. (bloemen paars en purper) ; Deventer 1847, T.; 1876, K.; - Harderwijk 1865, R. B.; tusschen Harderwijk en Nykerk 1835, D.S.; Elspeet 1872, K. A.; boerdery 'tWoud teBeekbergen 1875, K. A.; Miste by Breevoort, Un. 1897; Nyme- gen, Thomson; Ooische waard 1850, vestingwer- ken te Nymegen en Oosterhoutsche bosch "1845, Th. Abel.;Griendte Weurt, N. en Th. Abel.; - Amers- foort, R. B.; Garj.; Rinkhoven by Amersfoort, C. A. Bergsma; Leusden 1895, Garj.; Driebergen 1869, Hoek; tusschen Doorn en Neerlangbroek, v. d. T.: - Naarden 1864, 0.; Schoorl 1883, en Oudkarspel 1882, B. Jelgersma; Heilo, Un. 1891; Zomerzorg 1836, Buse; Bloemendaal 1838, Romb.; 1845, 0.; 1847, B. W.; 1875, Groll; "tusschen Bloemendaal en Overveen, v. d. T.; Overveen 1842, J. L. Tilanus (P.N.S.); 1843, 0.; "Kerb.; Haarlem 1848, v. H.; - Hillegom 1853, S.; Noordwykerhout, Hinxt; Noord- wijk, v. H.; 1835, Lac; B. W.; 1870, 0.; tusschen Noordwyk en Katwyk 1894, V. (hen and chickens); Katwyk, v. d.B.; 1835, Mb.: *Mb.; Leiden,Dz.; Pie- rot; Forsten; Wassenaar, Destree; Waalsdorp 1832, S.S.; 's Gravenhage, v. H. ; G. B.; Loosduinen en Hoek van Holland, Destree; Rockanje 1835, v. Rees; Schollevaarseiland 1864, F. W. Krecke; — Reigersweide Duiveland, Un. 1894; Schouwen 1844, v. d. B.; Noordgauwe 1844, v. d. B.; 1887, L. ; tusschon Brouwershaven en Dreyschor 1845, en Walcheren onder Koudekerke, v. d. B. ; Koudekerksche zandweg 1836, v. d. Feen; Hoek 1863, A. W.; — Bergen opZoom, Un. 18 60; Breda, v.A.; 1882, V.; Ulvenhout 1883, V.; Heerenwaarden, v. Hov.; — Roermond 1900, G. en Jongm.; Maastricht, v. Hov.; St. Pietersberg * fl. albis; doze afwyking schynt door Heuff als soort beschreven ondcr don naam K n. carpatica (Scabiosa arvenais /S. flore albo Whenbg.). KNAUTIA. 779 1864, H. d. V.; Stibbe 1889, V.; Rotspark Valkenberg 1901, V. /?. integrifolia W. et Grab. In Herb. : Overveen, Mb. (a. Wansbergen by Zutpben, U n. 1897, Schip- per in herbr. pr.; Redichemsche waarden bjj Culem- borg, de Haas in herb. pr.; tusschen Veenendaal en Lunteren 1894, V. Suringar inherb. pr.; — Amers- foort 1846, Alpherts in herb. pr.; — Wittebrugby Jan Tabak onder Naarden 1899, Koning in herb. pr.; 'sGraveland 1892, V. Suringar in herb. pr.; duinen Santpoort 1868, v. Tuinen inherb. pr.; 1882, Heinsius inherb. pr.; 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pi\; Vogelenzang 1894, V. Suringar inherb. pr.; — Piet Gijzenbrug 1886, Struyk. in herb. pi\; Ter heide en Monster, J. F. Wichard in herb. H eu- kels; Staalduinen, H. J. Betz inherb. v. Tuinen; — duinen Haamstede, Un. 1894, Ogt. in herb. pr. ; Koudekerke 1876, L. in herb. pr.; — Venlo, Un. 1893, Ogt. in herb. pr.; Houthem 1892, Posth. in herb. pr. /?. Noordgouwe 1887, L. in herb. pr.; — Valken- berg 1881, Costerus in herb. pi\; Geleenderberg by Oud Valkeiiberg 1900 en langs de Maas by Venlo 1900, Rieter in herb. pr. y. glandulifera Koch. Elspeet 1872, K. A. in herb. pr. ; form. met alle bladen vindeelig ingesneden : Zwolle 1887, L. in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); - Wyhe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); de Poppe langs den Dinkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); - Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Doornspyk, Elburg, R. B. (Arch. 1. V. p. 299); - Alkmaar 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Bergen, Schoorl, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Egmond, Wimme- 780 KNAUTIA. SUCCISA. num, Heilo, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); Beverwijk 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 71); - Scheveningen, de W. Hamer (Arch. 2. II. p. 121); - Bergen op Zoom langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 525); - Bierik, Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Gronsveld, Meerssen, Valkenberg, Gul- pen, Epen, Sittard, U n. 1861; Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p.316). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Vor- stius, Munting en Bruman. Succisa Vaill. 679. S. pratensis Moench. In bosschen, vochtige weiden en in de venen. %. Aug.—S&pt. In Herb.: Texel 1857, Harting; Burg op Texel 1860, Lac; tusschen den Burg en de Westen aldaar 1868, Holk.; - Oranjewoud 1842, J. W. R. Tila- nus (P.N.S.); Joure 1873, J. M. de Boer; Gaaster- land 1865, H. d. V.; - Groningen, v. H.; Harender- molen * 1841, v. H.; 1856, Strat.; Haren, v. H.; - Assen 1832, Forsten; Valthe, Weerdinge, Assen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Kamper- veen 1848 en 1854, R. B.; T.; Vilsteren by Zwolle 1865, H. d. V. ; Brinkgreve 1845 en 1846, T. ; 't Joppe bij Deventer, Un. 1850 (fl.cameis); Deventer 1876, K.; Bathmen, Un. 1850; Wyhe 1901, L.; tusschen Hengelo en Enschede 1872, Hoek; * tusschen Hen- gelo en Delden, * Haaksbergen, Un. 1895; Lattrop in Overysel, Miq.; - Twello, P. v. Delden; Huls- horst by Harderwyk 1852, en Barneveld 1862, R.B.; Apeldoorn, * K. A.; 1863, H. d. V.; 1882, C. v. d. Broek; Beekbergen 1869, S.; Vorden 1878 en 1885, en '1882, Groll; Zutphen 1834, Wtt,; Lochem 1875, O.; Wildenborch, Staring; Borculo 1894, V.; Nyme- • fl. al bis. succisa. 781 gen, Abel. en Pas; Beek 1874, 0.; vestingwerken om Nijmegen, Malden, Meerwijk enOosterhontsche bosch bij Nijmegen, N. en Th. Abel.; Groesbeek 1868, v. H.; Hees, Dz. (raisschien Heeze?); Ederveen 1894, V.; - Amersfoort 1861, R. B.; Eemdijk aldaar 1892, Garj.; Driebergen, W. K. ; Maarsbergen 1869, 0. ; Veenendaal 1899, Jongm.; Rijzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Rijzenburgerbosch 1847, v. d. B.; Zeist, 0.; Beverweerd 1832, Wtt.; Tienhoven 1870, Groll; Baambrugge en Vinkeveen, v. d. T. ; 1837, D. S.; — tusschen Hilversum en Laren, v. d. T.; Castricum 1875, Groll; Breesaap 1835, Mb.; Kerb.; 1836, Buse; Velsen 1835, Mb.; — Lisse 1853, S.; Katwyk 1836, Lac; tusschen Katwjjk en Wassenaar 1832, S. S.; Wassenaar, Perin; 0.; Waalsdorp, V. Z.; 1864, H. d. V.; G. Barger; Scheveningen, B. W. ; - Koudekerke en Steenhove op Walcheren 1836, G. B. C. v. d. Feen; — Bergen op Zoom, CJ n. 1860; tusschen Haag en Waterpoort Breda, v. A.; Breda 1881, V.; 'sGravemoer, Thomson; Vuchtsche heide, v. Hov.; Stryp 1880, Posth.; Valkenswaard 1827, Dz.; — Maastricht en St. Pietersberg, v. Hov. /?. pinnatifida Hsm. Haren 1828, v. H. (Natte vlak achter Hoorn op Texel 1894, V. Surin- gar in herb. pr. ; — Oldeboorn 1863, Holk., tus- schen Oldeboorn en Beetsterzwaag 1868 en "veendjjk Oldeboorn 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Oude- tryne, K. de Boer in herb. Heukels; — Win- schoten 1896, Schipper in herb. pr. ; — Onnen, Ha- rendermolen, Zuidlaren, — Onland, Paterwolde, Peize en Oosterbroek, R. de Boer enH. Kooi; — "Losser 1895, L. in herb. pr.; — Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Beekbergen 1893, Ogt. in herb. pr. ; Bennekomsche meent 1892, V. S u r i n- gar in herb. pr.; Wageningen 1886, Heinsius in herb. pr.; — Amersfoort 1846, Alpherts in herb. pr. ; villa Schothorst onder Hoogland 1871, Costerus , 82 succisa. in herb. pr. ; — meent te Bussum 1899, K o n i n g in herb. pr.; - Gouda 1885, Posth. in herb. pr.j Boskoop in herb. v. d. Voo; Wassenaar 1885, Struyk. in herb. pr.; - Wouw 1874, S. Lako in herb. L.; Ginneken 1884, Posth. in herb. pr.; Oisterwijk 1894, Ogt. in herb. pi\; Chaam, Mevr. Snellen in herb. Heukels; fort Isabel by 's Her- togenbosch 1871, Costerus inherb. pi\; — algemeen Venlo 1897, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Coevorden, Emmen, Odoorn 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); - Steenwijkerwolde, Giet- hoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195) ; Hengelo, Hasselo, Weusthag, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, "tusschen Hengelo en Delden, *de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen, - tusschen Brons- bergen en Warnsveld, Ruurlo, Un. 189 7 (Arch. 3. 1. p. 617); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Kannenburg, Wisselsche veen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Winterswjjk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Loosdrecht, Naarder- meer 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 71); Bergen, Egmond, Zandvoort, Rozenwater, Vogelenzang, - Noordwijkerhout, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); — West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - langs de Zoom, U n. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); - Blerik, Velden, Arcen, Wansum, 'Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); St. Jans Geleen, Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 14); Valkenberg, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 316). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Vor- stius en Bruman. SCABIOSA. 783 Scabiosa Toum. 680. S. Columbaria L. Op droge, zonnige grasgronden. %■. Juli—Sept. In Herb.: Zalkerbosch 1870, Hoek; Zalk 1841 en 1846, R.B.; 1850, T.; 1866, R.B.; Kampen 1849 en 1854, R. B.; Zwolle 1839, v.H.; Dassen; Kranen- burg bu Zwolle, Thorbecke; Katerveer aldaar, Un. 1888; Olst btf Deventer 1842, J: L. Tilanus (P. N. S); 1901, L.; Brinkgreve 1846, T.; station Deventer 1878, K.; Generaalsbosch aldaar 1840, Halb.; — Gorssel, Exc. 189 7; Voorst 1838, Buse; de Biele by Voorst 1833, en Zutphen 1834, Wtt.; wallen aldaar 1883, C. v. d. Broek; tusschen Voorst en Apeldoorn 1838 en Apeldoorn 1838, Buse; Huissen aan den Rijn 1876, Lac; Nijmegen, B.; Holst; 1832 Hoffm.; 1874, Groll; Hunerberg Nymegen, Thom son; wallen aldaar 1864, v. H; 0.; vestingwerken weg naar Marienboom en Groesbeek en in 'tOoster houtsche bosch by Nijmegen, N. en Th. Abel. Oosterhout (Betuwe) 1879, K. A.; Zand te Culemborg 1850, (P. A. Richard?); Spoel aldaar, v. d. T. tusschen Culemborg en Everdingen 1835, D. S. ; — Amersfoort, C. A. Bergsma; Utrecht, Mb. ; — Thomaswaard bij Werkendam 1837, Lac; — Maas- tricht, v. H.; 1870, Groll; St. Pietersberg, U n. 1861; Houthemmerberg 1864, H. d. V.; Valkenberg 1900, Rieter; Gulpen 1872, Lac; 1885, G. en K. (Zwolle 1892, L. in herb. pr. ; Agnietenberg aldaar 1872, Posth. in herb. pr. ; Platvoet bij Diepenveen 1879, K. A. in herb. pr.; - Bronsbergenbu Zutphen, Un. 1897, Ogt. inherb.pr.; Goilberdingerzand 1846, Alpherts in herb. pr. ; — Wylre en St. Pietersberg, Un. 1883, L. in herb. pr.). Bovendien: Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617j; — duinen brj 's Gravenhage, de W. Hamer (Arch. 2. II. p. 121). Voorts vermeld by Pelletier en Bruman. 50 784 EUFATORIUM. Ordo Compositae Adans. Subordo Tubuliflorae Bartl. Tribus Eupatorieae Less, Eupatorium L. 681. Eu. cannabinum L. Aan slootkanten, op begroeide moerassige plaatsen. %. Juli—Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; — Gaasterland 1853, S.; - Onland voor Eelderwolde, Strat.; Schar- mer 1829, v. H. ; Leeuwarderstraatweg aan het bosch- huis, Spree; Eexta, Strat.; — Assen. Sleen 1850, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Zalk 1850 en 1855, T.; 1850, R. B.; Kampen en Kampereiland, R. B.; huize Wittenstein 1870, Hoek; Zwolle 1900, L.; Diepenveen 1876, K.; Deventer 1846, v. Gron.; Overyselsche kanaal bij Hardenberg 1874, L.; — Hulshorst bij Harderwijk 1852, Harderwyk, Ny- kerk en Hoevelaken, R. B.; Apeldoorn, K. A.; Zut- phen 1867, Fockema; 1882, C. v. d. Broek; Ampsen 1875, 0.; Beekbergerwoud, Thomson; Ruurlo 1882, Ensink; Winterswyk 1875, R. E. de Haan; Velp, v. H.; Nijmegen, N. en Th. Abel.; - Amersfoort 1862, R. B.; Eemnes 1872, 0.; Eemdyk 1893, Garj.; Ranouwen by Utrecht, v. Dyk; C. A. Bergsma; tusschen Rhoodenstein en Lunenburg by Neerlangbroek, v. d. T.; - Naarden 1864, 0.; Uithoorn, Boerl.; Oud-Diemen, Fl. Amst.; Leg- meer, Boerl.; Amsterdam, v. H. ; Zaankant, Kerb.; tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891; Wyk aan Zee 1871, Boerl.; Aardenhout 1836, Buse; 'Zandvoort, v. d. T; Overveen 1842, Heybrock (P. N. S.); Velserend 1875, Groll; Haarlem, Splitg.; 1838, Romb.; do Vriese; - Warmonderhek 1859, fl. albis. EUPATORIUM. 785 S.; Valkenburg 1832, S.S.; Leiden, B. W.; Dz.; Mb.; 1842, 0.; Katwijk 1833, Wtt. (foliis subindivisis); Wassenaar 1835, Pierot: 1843, de Br. (fol. infer. indivisis); 1882, V.; Haagsche bosch, G. B. ; 's Graven- hage 1832, I. de L. e. h. Groll; 1850, S.; duinen aldaar 1850, S.; Beeklaan aldaar, R. B.; Loosduinen, Destree; Dubbeldam 1835, Lac. ; Devel by Groote Lindt 1882, V.; Brielle, Rockanje, Un. 1887; - Zierikzee 1873, Schuringa; * Haamstede, Un. 1894; Zuid-Beveland en Walcheren, v. d. B.; Vlissin- gen 1845, v. d. Cop.; 1880, Buijsman; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — Speelhuis bij Breda, v. A.; Vucht, v. Hov.; Eindhoven 1835, de B r. (fol. omnibus indivisis); — Maastricht, v. Hov.; Oud Val- kenberg 1864, H. d. V. (Tusschen Oldenboorn en Beetsterzwaag 1866, Holk.; 1866, v. Tuinen in herb. pr.; — tusschen Haren en Paterwolde 1863, Holk. in herb. v. Tui- nen; — Elburg 1843, Alpherts in herb. pr.; Tiel, Posth. in herb. pr.; Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr. ; Huinen, — Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; — Naarden 1899, Koning in herb. pr.; tusschen Beverwijk en Wijk aanZeel887, J. J. Smith in herb. Costerus; ruine Brederode, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Haarlem, Heemstede, C. A. Backer in herb. Heukels; — duin Kat- wyk 1893, V. Suringar in herb. pr.; Leiden 1885, S t r u y k. in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. L i n d e n in herb. Heukels; Heerjansdam, Hendrik Ido Am- bacht, Zevenhuizen, in herb. v. d. Voo; Vaal by Rijsoord 1892, Posth. in herb. pr.; dijk Herkingen 1871, Costerus in herb. pr.; - Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr. ; Walcheren 1873, L. inherb. pr.; — Sleeuwijk, C. A. Backerinherb. Heukels.) Bovendien: Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Borger, Rolde 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. 7sc, EUPATORIUM. SOLIDAGO. p. 249); - Eeze, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347; ; station Heino tot Nieuwe We tering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Almelo, Al bergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195) Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 199) Hengelo, Borne, Carlshave, Haaksbergen, Buurser beek, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 2. I. p. 222); Mar kelo, Diepenheim — Eibergen, Meddo bij Winterswyk tusschen Bronsbergen en Warnsveld, spoorbaan Zut phen, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Win terswijk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch 1. V. p. 223); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p 97); Oldenbroek, Elburg, Doornspyk, R. B. (Arch. 1. V p. 299); - Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2 VI. p. 236); Haarlemmermeer 1853, Hartm. (Arch 1. III. p. 288;; Bergen, Velsen, Bloemendaal, Boeken rode, Heemstede, Vogelenzang — Noordwykerhout Westland, v. E. (Arch. 2. I. p. 387); - Haamstede Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al deZeeuw sche eilanden behalve St. Philipsland, A. W. en L (Arch. 2. VI. p. 117;; - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Velden, Arcen, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); St, Pietersberg, Meerssen, Valkenberg, Gulpen, U n. 1861; Beek— Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316). Voorts vermeld by P e 1 1 e t i e r, H o n d i u s, V o r- stius, Munting en Bruman. Tribus Astereae Cass. Subtribus Solidaginae O. Ho/fni. Solidago L. 682. S. Virga aurea L. In droge bosschen, in heuvel- achtige streken op ruige plaatsen. 2|. Aug. — Sep(. In Herb.: Harendermolen, v. H.; Strat.; — Weer- SOLIDAGO. 787 dinge, Assen 1859, L a c. en S. ; Assen 1832, F o r s t e n ; Drente, Tresling; Un. 1889; Nietap 1894, San- ders; Meppel, v. Heijn.; — Staphorstsche bosch, v. Heijn.; Zwolle, S. S.; Thorbecke; Agnietenberg aldaar 1870, Hoek; Dalfsen, H. Verloren Jzn.; Deventer, v. Gron. ; Bathmen, Un. 1850; Diepen- veen, Uilenpas 1877, K.; Enter, Un. 1897; Haaks- bergen, Un. 189 5; - Hattem, R. B. ; Cayaux; 'sHeerenloo 1885, Trijselenberg 1846, Hulshorst bij Harderwijk 1852 en Hoevelaken 1860, R. B.; Soeren- sche bosschen 1852, K.A.; Zutphen 1837, V.Z.; Gors- sell883, C. v.d. Broek; Vorden 1874,Groll; Ruurlo 1885, Ensink; Winterswijk 1859, Kniittel; Arn- hem 1850, T. ; Thomson; Nymegen, B.; Abel. en Pas; Ubbergen, Beek, Berg en Dal, Meerwijk bij Ntf- megen, N. en Th. Abel.; Beek, Un. 1847; 1847, B. W. ; 1868, 0. ; Groesbeek, R o m b. (als Senecio sa- racenicus); Wageningen, Wtt.; Wageningsche berg 1848, Buse; - Grebbe 1833, Wtt.; 1837, Buse; Ta- felberg aldaar 1837, Buse; Driebergen, C. A. Bergs- ma; v. H.; Amersfoort, de Vriese; R. B.; Utrecht- sche straatweg Amersfoort 1892, Garj.; huis ter Heide tusschen Utrecht en Amersfoort 1837, D. S.; v. d. T.; 0.; - Naarden 1864, 0.; Amsterdam, Coll. Nat.; — Zuiddorpe 1864, A. W. — Liesbosch, v. A.; Teteringen 1882, V. ; Esch onder Boxtel 1847, v.Hov.; Oirschot en Bergyk 1837, de Br.; — Gronsveld 1870, Groll; Ravelsch bosch bij Schimmert 1901, en Valkenberg, V. ; St. Pietersberg, v. H o v. ; Wylre 1872, Lac. (Groningen, G. A. Stratingh in herb. v. Tui- nen; Westerwolde 1895, Schipper in herb. pr.; — Noordwillemskanaal tusschen de Punt en Vries 1867, Holk. in herb. v. Tuinen; - Frederiksoord 1874, Jongkindt Coninck in herb. v. Tuinen; Ha- velter en Woldberg, M. K r a m e r in herb. Heukels; Dalfsen 1891, Staphorst 1898 en Raalte 1901, L. in 788 SOLIDAGO. lierb. pr. ; — Apeldoorn 1852, Hoenderloo 1880 en Duno bij Arnhem 1878, K. A. in herb. pr.; 1893, V. Suringar in herb. pr. ; Hengelo (Gld.) 1883, L. in herb. pr.; — Baarn 1883, Heinsius in herb. pi\; Hilversum 1893, Struyk. in herb. pr.; - West-Ka- pelle 1877, K. A. in herb. pr.; - St. Pietersberg 1893, V. Suringar in herb. pr.; 1894, de Haas in herb. pr. ; Schaesberg 1893, V. Suringar in herb. >pr. ; J. v. Melick in herb. Heukels; Gronsveld 1883, L. in herb. pr.) Bovendien: Steenwrjkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 572); Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Oele, Woolde, Borne, Haaksber- gen, Langelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Enter, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); - Eibergen, Lichten- voorde, Un. 1859 (Arch. 2. IV. p. 223); - Koewacht, A. W. (Arch. 2. IV. p. 286); - Hoogerheide, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Gulpen, Epen, Un. 1861; Maastricht, tusschen Wylre enSlenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316); Gennep, Schinnen, Nagelbeek, Landrade, Vylen, Lac; tusschen Beek en Valkenberg 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf en Mun- ting. 683. S. canadensis L. Uit Virginie en Canada. 2J.. Juli —Aug. In Herb. : Wild op de Eiberskamp te Oosterbroek 1854, v. H. ; Bruinmen, v. H.; — Limburg, verw., Hallegraaf. (Tuintje Wylre 1893, V. Suringar in herb. pr.). Solidago flexieaulis L. bevindt zich in herb. van Zeist leg. C. A. Bergsma. BELLIS. 789 Subtribus Bellidinae 0. Hoffm. Bellis L. 684. B. perennis L. Allerwege op grazige plaatsen. %.. Bloeit 't geheele jaar. In Herb.: Texel 1857, Harting; - Vlieland 1858, Lac. ; Hoorn op Terschelling, Un. 1886; Rottum 1897, Schipper; - Leeuwarden 1850, S. ; Franeker, Spree; Bolsward 1874, J. M. de Boer; - Helpman, Strat.; - Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1847, 1849, R. B.; Deventer 1876, K.; Worp bij Deventer 1839, Halbertsma; Zwolle 1901, L.; — Harderwjjk, R. B.; Apeldoorn 1875, K. A.; Wissel, CJn. 1890; Win- terswjjk 1872, R. E. de Haan; Arnhem, Thomson; Nijmegen, N. en Th. Abel.; Bennekom 1856, v. H.; Renkum, Buse; Culemborg 1899, C. A. Backer; — Amerfoort, R. B.; Garj.; Bunnik 1842, B. de Haan (P. N. S.); tusschen Bunnik en Utrecht, v. d. T.; Utrecht, C. A. Bergsma; v. H.; 1839, D.S.; 1859, Coll. Nat. ; — Amstelveen en Diemermeer 1838, Romb.; Ringdijk 1846, P. A. Richard; Am- sterdam. Fl. Amst.; 1867, 0.; 1869, Hoek; Marken (tuin docter) 1886, Boerl.; Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Haarlem, Splitg.; Buse; — Hillegom- merbeek 1897, V. (forma depauperata); Leiden 1833, S. S.; Mb.; Dz.; 1837, Lac; 1842, 0.; B. W.; 1854, v. H. Jr.; BoerL; Exc 1879; Wassenaar 1866, H. d. V. (prolif.); Haagsche bosch, V. Z. (caulescens) ; 'sGravenhage 1832, I. de L. in herb. Groll; G. B.; R. B. ; Dekkersduin bij 's Gravenhage 1836, B u s e ; Schollevaarseiland 1864, Coll. Nat.; Rhoon 1871, Schepman; Dordrecht 1881, V.; 1882, C. v. d. Broek; Nieuwpoort 1898, V.; — Zuid-Beveland, v. d. B.; Vlissingen 1881, Buijsman; Zeeuwsch Vlaan- deren 1862, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; Til- burg, A. Hersch; 's Hertogenbosch, v. Hov. (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Halluni, v. d. Ley in herb. v. Tuinen; — Zwartsluis 1893, L. in herb. pr.; — Nijkerk 1876 (met 18 c. M. lange bloemstelen, terwijl de bladen zeer kortensmalzrjn), K. A. in herb. pr.; Vreeswrjk, Randwrjk, Valburg, Siyk-Ewyk, Culemborg, C. A. Backer inherb. Heu- kels; Culemborg, de Haas inherb. pi\; — JanTabak by Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Overveen, Haarlem, C. A. Backer; Rotterdam, H. v. d. Lin- den; Gorinchem, C. A. Backer inherb. Heukels; — Middelburg 1874, L. in herb. pr.; 1890, Ogt. in herb. pi\; — Almkerk, C. A. Backer inherb. Heukels; — Venlo 1895, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 257); — Hoogeveen, Gramsbergen, Ane, Sleen, Odoorn (zeldzaam) 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); — Steenwrjk, Steenwrjkerwolde, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 347); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, en "Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Almelo, Albergen, Vrieseveen, Un. 187 0 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Delden, Borne, Hasselo, Weusthag, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); — Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen, Enter, — Groenlo, tusschen Zutphen en Brons- bergen, tusschen deze en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch.2. VI. p. 97); Driebergen 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 71); - Urk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Callants- oog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 400); - al de Zeeuwsche eilatulen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Bor- gen op Zoom, Woensdrocht, langs de Zoom, Un. BELLIS. CALLISTEPHUS. ASTER. 791 1896 (Arch. 3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Blerik, Hamert, Baarlo, Velden, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Maastricht, St. Pietersberg, Gronsveld, Amby, Roermond, Un. 1861; Sittard, Beek—Elsloo, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316). Voorts vermeld door P e 1 1 e t i e r, H o n d i u s, K n ij f, Munting en Bruman. Subtribus Asterinae 0. Hoffm. Callistephus Cass. 685. C. chinensis Nees. Welbekende uit China afkom- stige sierplant ; een enkele maal op vuilnishoopen en aan heggen verwilderd. 0. Aug.—Nov. In Herb. : Aan den pas aangelegden straatweg van Oldeboorn naar Beetsterzwaag 1866, Holk. e. h. v. Tuinen. Aster L. A. Biotia D.C. 686. A. corymbosus Ait. (A. divaricatus L. ; A. macro- phyllus L.) Uit Noord-Amerika ; een enkelemaal verwilderd. In herb. : Kruisberg by Doetinchem, Un. 1885. B. Euaster Asa Gray. 687. A. laevis L. Sierplant uit Noord-Amerika, een en- kele maal verwilderd. 2J.. Sept.— Oct. In herb. : Barchem by Lochem 1886, L. en E n- sink; — Venlo bij den bovensten molen; op een plaats aan het water in groote hoeveelheid Sept. 1899, Rieter. 688. A. leucanthemus Desf. Noord-Amerikaansche plant. 792 ASTER. in Europa langs rivieren verwilderd. %. Aug. — Oct. In Herb. : Aan een beekje in een veenachtige streek bij Nykerk 1894, Garj. (? Venlo Un. 1893, L. in herb. pr.; misschien A. salignus ?) [Aanm. : De eerstgenoemde plant komt overeen met de bi ^chryvingen; in 's Rjjks Herbarium bevindt zich als A. leu- canthemus slechts 1 specimen, dat het zeker niet is ; toch is ook de Nukerksche plant twjjfelachtig.] 689. A. parviflorus Nees. Noord-Amerikaansche plant, in Europa verwilderd. %.. Aug.-Oct. In Herb. : Ooidijk by Nijmegen 1897, Docters v. Leeuwen; Rijn bij Wageningen, Lotsy; — Eem by Amersfoort 1892, Garj. (aisA. A7ov. Belg.); — aan de rivier de Mark by Bouvigne 1874, v. A.! (als salignus); — aan de Maas bij Maastricht, Un. 1861 (als A. miser = lanceolatus); zinkwitfabriek te Lim- mel 1893, de Haas. (Maas Roermond, Un. 1900 in herb. Ogt. , L. en Schipper.) [Aanm. : De beide voorgaande soorten worden door Asa Gray (Synopt. Fl. of North Amer. I. 2. p. L87) tot A. Trades- canti gebracht. Zy schynen my zeer nauw verwant niet A. salicif olius.] 690. A. salicifolius Scholl. (A. salignus Willd. et Prodr. Ed. I. p. 114). Langs vaarten en rivieroevers, tusschen het riet; waarschijnlijk ook aangeplant en op verschillende plaatsen verwilderd. 21. S&pt. In Herb. : Sondel (Gaasterland) 1805, H. d. V. ; - sloot by Carlshave, Un. 1895; - langs den rechter Rijnoever beneden Arnhem 1897, V.; — aan den Amstel bij het in aanbouw zynde Amstelhotel 1866, J. M. deBoer; — waterparty Scheveningsche bosch- jes, Barger; Sliedrecht, Lac; aan de Merwe by Sliedrecht aan den kant eener griend tusschen het riet 1841, Lac. (1 plant); langs wilgenhout aan de Merwede bjj Sliedrocht, en aan de Merwede by Slie- drecht, Lac; aan de Merwedo by het huis te Merwe ASTER. 793 by Dordrecht en aan de Noord by Dordrecht 1882, C. v. d. Broek en V.; langs de Noord 1884 en 1888, V.; Merwede by Dordrecht 1841, Lac; — Venlo by den watermolen langs de spoorbaan naar Kalden- kirchen, Un. 1893, L. {A. leucanthemus?). (Bemmel, A. H. Blaauw in herb. Heukels.) [Aanm.: Aster salicifolius komt niet in Amerika voor, altans niet in de ons bekende vorm; men vermoedt dat het een in Europa ontstane vorm zou zijn eener vroeger reeds ingevoerde soort. Door Asa Gray wordt de soort onder A. paniculatus Lam. gebracht, waarvan men tevens als cul- tuurvorm afieidt de A. bellidifl or us Willd.] 691. A. Novi-Belgii L. Amerikaansche plant, in tuinen gekweekt en van hieruit langs beeken en rivier- oevers verwilderd. %.. Sept. — Oct. In Herb. : In bosschen by Deventer, v. G r o n. (als puniceus); gracht bij Deventer 1878, K. '); — Huls- horst by Harderwijk 1852, R. B. (verwilderd) ; - sin- gels Leiden 1859, S. (als A. salignus Cfr. Arch. 1. V. p. 191); 1860, Fries; 1886, Boerl.; - ?Hazendonk by Zevenbergen, Un. 1860 (onvruchtbare exempl.); aan slooten by Middelrode en veel tusschen elzenhak- hout by Berlicom, v. Hov. /?. laevigatus A. Gray. {A. briimalis Nees et Prodr. Ed. I. p. 114; hiertoe ook de Aster puniceus Ait. en Prodr. Ed. I. p. 114, Fl. B. S. p. 600.) Als sierplant in tuinen gekweekt en vaak verwilderd. In Herb. : "Wateren in Drenthe (als puniceus); — Kampen (punlceus), Cayaux; — Harderwyk 1865, 1866 en 1861, R. B. (zie brief aan Prof. Oude- mans); griftbeek tusschen de Ram en de Jonas onder Apeldoorn 1876, K. A.; Vorden 1882, Groll; Brummen (als puniceus), v. H.; Terborg, Un. 1885; — tusschen Maartensdijk en de Bilt, v. *) Komt ook voor in herb. Heukels; gracht bij het Pothoofd leg. F. Westerhof; ingezonden als salignus. 794 ASTER. Dijk; - Oudenbosch 1893, P. v. Luyk; buiten de boschpoort Breda, v. A.; Pettelaar by een ver- vallen huis, v. Hov. Bovendien: de Cloese bij Lochem, v. E. (Arch. 2. III. p. 87). Subtribus Linosyris Cass. 692. A. Linosyris Bernh. Op droge, zonnige heuvels en op heiden. %.. Aug. — Sept. In Herb. : Op de heide en in de bosschen van Zeist, Kraep. [Aanm.: Een var. /?. linifolius X"ees met strtuilbloenien wirdt in tuinen gekweekt en verwildert vaak ; misschien dat onze soort op dergelu'ke w\jze in ons land gekomen is. Een exemplaar onder dezen naam in herb. H e u k e 1 s , ge- vonden door Mevr. Snellen bjj Middelburg, durt" ik wegens de onvolledigheid van het specinnMi niet met zokerheid hier- by rekenen.] Subtribus Tripolium Nees. 693. A. Tripolium L. Aan kanten van slooten en op moe- rassige plaatsen op zilte gronden. G- Juli — Awj. In Herb.: Texel 1857, Harting; 1881, Groll; 1895, V.; eendekooi Oosterend aldaar 1868, Holk.; Dellewal Terschelling, Un. 1886; 1887, V.; Rottum 1897, Schipper; - Harlingen, C. A. Bergsma; Donjum en Boer, Sexbierum, Oosterbierum 1839 en 1840, Spree; - Vierhuizen 1856, Strat.; - Meppel, v. Heyn.; - Zwartendyk by Kampen 1847, T.; Kampen 1847, R. B.; Vollenhove 1892, K. A.; - Harderwijk 1883, Wtt.; 1835, D. S.; 1852 en 1865, R. B. ; tusschen Harderwijk en Elburg 1833, Wtt.; — zeedyk Spakenburg, Garj.; Zeisterheide 1850, J. M. v. Bemmelen; - Oud Diemen 186'.), Holk.; Naar- den 1864, 0.; tusschen Naarden en Muiden, v. d. T.; Exc. 1882; Zeeburg 1838, Romb.; 1842, B. do Haan (P. N. S.); Amsterdam, Pl. Amst.; Ooster- ASTER. 795 doksdyk 1845, P. A. Richard; 1867,0.; IJdyk aldaar, S. S.; 1843, 0.; Sloterdijk, v. d. T.; Zaan, Kerb.; Marken 1886, Boerl. en V.; Hemmeland by Monni- kendam 1886, Boerl. en V.; Hoorn 1884, K.; Wie- ringen 1856, Lac; 1857, Harting; Urk 1852, B. de Wit; 1884, S.; Nieuwe Diep 1845, Buse; Spaarn- dam 1838, Buse; 1870, Groll; 1887, V.; IJ aldaar 1835, Mb. ; Haarlemmermeer by de Crucquius 1852, D. J. Coster; Spaarne bij Haarlem 1872, Boerl.; — Rijn by Leiderdorp 1833, S. S.; Hoek van Holland 1886, Destree; 1894, V.; algemeen langs het kanaal naar den Hoek van Holland 1894, V.; Goedereede 1894, Boerl. en V.; Zwijndrecht 1873, Lac. (bij de Zoutkeet aldaar nog in herb. Posth. 1895); — Zee- land 1828, Forsten; v. A.; Schouwen Dz.; Un. 1894 (fasciatie); Zuid-Beveland, v. d. B.; West Ka- pelle (Walch.) 1841, v. d.T.; Vlissingen, v. d. C op; 1880, Buysman; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; tusschen Axel en Hulst, v. d. T.; — Schelde bij Ber- gen op Zoom, Thomson; Woensdrecht 1884, V. f. floribus albis. Amsterdam, v. H.; — slootkant bij Middelburg 1897, L. in herb. pr. f. diseoideus (fl. jlosculosis in Prodr. Ed. L). Goede- reede 1894, Boerl. en V.; — Dreischor 1901 en fort Rammekens op Walcheren 1878, L. ; Veergat aan 'tstrand, Buysman. (Aan het strand Roode klif 1864 en Galamadam- men, Holk. in herb. v. Tuinen; — Putten 1876, K. A. in herb. pr.; — Valkeveen 1899, Koning in herb. pr.; Naarden 1896, Struijk. inherb. pr.; Wees- per trekvaart Amsterdam 1890, Costerus in herb. pr.; Noorder IJ en Zeedyk 1901, Struijk. in herb. pr.; Krommenie 1873, v. Tuinen inherb. pr.; Noord- zeekanaal Velsen 1888, Posth. in herb. pr.; IJmui- den, Mej. G. J. Kerbert in herb. Heukels; — Hellevoetsluis 1900, Struyk. in herb. pr.; Rotter- dam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. 796 ASTEE. Heukels; Zwijndrecht 1848, Alpherts in herb. pr.; Herkingen 1871, Costerus in herb. pr.; - St. Maartensdijk Tholen 1884, Posth. in herb. pr.j - Middelburg 1892, Ogt. in herb. pr.; Veere, Mevr. Snellen in herb. Heukels; Nieuw en St. Joosland 1875, Schipper in herb. pr.; Hoofdplaat 1887, E. Luypen in herb. de Haas; - (meest zonder straal- bloemen) slikken Bergen op Zoom, A. Reclaire in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. III. p. 476); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 257); - Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); - Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Zijpsche dijk, Hondsbossche - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 400); Zierik- zee, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117). Voorts reeds vermeld door Dodoens (1553), Pel- letier, Hondius en Munting. [Arinm.: De indeeling der soorten, althaus voor de onder- afdeeling Eu-aster, zooals die hier gegeven is, is waar- schijnlijk niet geheel juist; een latere nauwkeuriger revisie zal misschien een betere rangschikking goven. Voorloopig was het mij niet mogelijk het herbarium-materiaal met vol- komen zekerheid onder de goede soortnamen te vereenigen. Deze moeielijkheid wordt niet weinig verhoogd door de eigen- aardigheid, dat in Europeesche Flora's tal v.-m Noord-Ameri- kaansche soorten worden beschreven die aldaar niet schijnen voor te komen. De Illustrated Flora of the Northern United tes. Canada and the british Possessiona by Lord Britton and Brown (1898), maakt geen melding van Aster parvi- florus, Aster leucanthemus en Aster brumalis. Dit schijnon in Europa ontstane vormen te zijn, misschien door hybridisatie, die zich moeielijk mot de in Amerika naar wildgroeiende planten beschreven Boorten laten identiflceeren. Ik wenschte dua de nummers 687-691 als een voorloopige beworking te boschouwen. In het stamherbarium komt hovendien nog een plant voor onder den naam Aster cernuus, door Perin bij Nijmegen gevonden. De plant is mij vorder onbekend, evenala de ge- heele groeiplaats onbetrouwbaar.] ERIGER0X. 797 Erigeron L. 694. E. annuus P. (Aster annuus L. et Fl. B. S. p. 850; Stenactis bettidiflora A. Br. et Prodr. Ed. I. p. 114.) Noord-Amerikaansche plant, in vroeger tijd in tuinen gekweekt ; verwilderd op vochtige bescha- duwde plaatsen, op weiden, in de nabijheid van onze groote rivieren en langs spoorwegen. O en 00. Juli-Sept. In Herb. : Noorddiep Kampereiland 1849, R. B.; 1849, T.; Zwolle, Cayaux; - Harderwijk 1864, en oude muur aldaar, 1863 en 1866, K.B.; langs den IJsel bij de Steeg 1895, Ogt; kerkhof Zutphen 1872, Hoek; tusschen Arnhem en Nijmegen, v. d. T.; Ooische waard, N. en Th. Abel.; Oosterhoutsche bosch, N. en Th. Abel.; G. Deijn.; Uiterwaarden Beuningen, B.; Spoel te Culemborg 1834 en 1835, D.S.; v.d.T.; 1857, Knuttel; - Baarn 1879, H. d. V. *); muren en wallen Utrecht, v. Dijk (Bijdr. 1. p. 149); G. Broers; Mb.; 1837, D.S.; 1839, Lac; 1840, v.d. T.; 1842, G. Deijn.; 1860, Hartsen; - Beusekom tusschen de Lek en het dorp 1833, Wtt. (Langs den IJsel by de Steeg, P. v. d. Burg in herb. Heukels; Apeldoorn 1897, K. A. in herb. pr.; Spoel te Culemborg 1845, Alpherts in herb. pr.; - zandbergen Naarden 1899, Koning in herb. pr.; — Delftshaven, v. d. Voo in herb. pr.) 695. E. pulchellus Michl. (E. bellidiflorus Michl.) Plant van Amerikaanschen oorsprong, waarschijnlijk met granen aangevoerd. (© ?). Juli—Aug. *) In vrij talryke, grootendeels bloeiende exemplaren, op het terrein aan den Amersfoortsehen straatweg, nabjj den tol btf Groeneveld, op den hoek van den grintweg naar Baarn, Juni 1830 (1883 in herb. H e i n- sius). Op dit driehoekige terrein is sedert een muziektent geplaatst en een klein park daar rondom aangelegd, zoodat in 1885 de Stenactis verdwenen was. Cfr. Arch. 2. V. p. 527. 7'.IS ER-IGER0N. In Herb.: 's Hertogenbosch 1901, E. J. Kempees. 696. E. acer L. Aan dijken en wegen, aan kanten van bouwlanden, op muren en onbebouwde terreinen. O- Juni- S&pt. InHerb.: Texel 1881,Groll; Vlieland 1868, Holk.; Ameland 1894, V.; Schiermonnikoog 1867, Holk. : 1897, V.; Rottuni 1896, Schipper; - buitenwerken Groningen, Spree; Strat.; Helpen 1833, v. H.; - Meppel, en de Wyk bij Meppel, v. Heyn.; - zand- berg Kampen 1847, T.; R.B.; Zalk 1850, T.; Zalker- bosch 1872, Hoek; muren bolwerk Kampen 1846, R. B.; Deventer, v. Gron.; 1877, K.; - Harderwyk 1866, en Hierdermeen aldaar 1877, R.B.; park Kan- nenburg Un. 1890; Vaassen en 't Loo 1874, K.A. : Putten 1885, 0.; Lochem 1832, Miq.; muurArnhem, Thomson; Arnhem, S.; Nymegen, B.; Abel. en Pas; Oosterhoutsche bosch 1850, Th. Abel; Berg en Dal 1872, v. H; Ellekom 1885, Ensink; Spoel Culemborg en Everdingen 1835, D. S.; spoordyk Culemborg, C. A. Backer; - Amersfoortsche berg, R.B.; spoordykAmersfoortl892,Garj.; Houderingen bij de Bilt 1834, D.S.; 1841, v. d.T.; batteryen buiten de Tolsteegpoort 1859, k. W. Hartm. en R. B.; Houten 1856, Coll. Nat.; - Berg en dallust Hilver- sum, v. d. T.; muur aan 'tFunen Amsterdam, Fl. Amst.; Velsen 1846, T.; Zandvoort 1851, S.; tus- schen Haarlem en Zandvoort, v. H. ; Haarlemmerduin, Exc. 1883; Bloemendaal 1846, 0.; Bentveld 1870, Groll; Overveen, Buse; Kerb.; Vogelenzang 1871, 0.; Haarlem, Splitg.; 1886, V.; Zandpoort, Buse; 1851, S.: Heemstede 1872, 0.; - Noordwykerhout 1835, Mb.; 1858, v. d. B. en S.; Lisse 1894, V. ; Noord- wyk 1872, Boerl.; duinen Katwyk 1830, Wtt.; 1836, Lac; Perin; stadswallen Leiden 1832, S. S.; 1839, B. W.; de Vriese; Wassenaar 1829, Wtt,; 1830, Forsten; Dz.; 1846, 0.; Waalsdorp 1865, H. d.V.; R.B.; 's Gravenhage, V.Z.; G. B.; 1S36, D.S.; ERI0ER0N. 799 1891, R.B.; Scheveningen 1886, Destree; 1895, R. B.; kanaal aldaar, Exc. 1882; overkant van Hoek van Holland 1886, V.; duinen Rockanje 1871, 0 Exc. 1884; — zeedijk bij de Ossesluis op Schou wen 1887, L. (als corymbosum Wallr.); zeedyk Brui nisse 1887, L.; bietenveld Kerkwerve, Un. 1894 Zuid-Beveland, Dz.; 1839, v. d. B.; Goes 1845, v. d B.; IJzendyke 1888, C. v. d. Broek; West Sou burg en Vlissingen 1879, L.; Vlissingen 1845, v. d Cop; 1882, Buysman; Hoek 1863, A. W.; Axel en tusschen Axel en Hulst, v. d. T. ; — Loopschans, v. A.; station Cuyk 1894, V.; tusschen Asten en Vosselen 1901, Rovers; — muren Weert 1886, V.; pastoorshuis Weerterbroek 1900, G. en Jongm.; Maastricht op muren 1894, de Haas; Meerssen, Un. 1861; Over-Eys 1896, G.; Wylre 1899, G. enV.; Valkenberg 1901, V. (Bolwerk Groningen 1865, Holk. in herb. v. Tui- nen; - Dieren 1897, Pessink 1894, Twello 1894, Epe 1890 en Apeldoorn 1894, K. A. inherb. pr.; Spoel by Culemborg 1845, Alpherts in herb. pr.; Culem- borg, — Overveen, C. A. Backer in herb. Heu- kels; duinen Castricum 1883, Heinsius in herb. pr.; duinvalleien IJmuiden 1894, Ogt. inherb. pr.; — tusschen Overveen en Bloemendaal 1893, V. Surin- gar in herb. pr.; Breesaap 1896 en — Leiden 1885, Struyk. in herb. pr. ; — Torenpolder Wissenkerke (N.-Bevel.) 1885, Schipper in herb. pr.; Kessel 1898 en Venlo langs den spoorweg aan den Kaldenkircher- weg bij den Lindeboom 1897, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Al de Noordzee-eilanden, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); -- Waterloo, Wenum, K. A. (Arch. 2. III. p. 188); - Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Staalduin, v. E. (Arch. 2. 1. p. 388); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); Haamstede, Un. 189 4 (Arch. 3. I. 51 800 ERIGERON. p. 50); al do Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en dc Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); St. Pietersberg, Valkenberg, Maastricht, Sittard, Un. 1861; Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316); Simpelveld-Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld door Pelletier, KnyfenBru- man. [ A a n m. : Men onderscheidt hierb(j eene subvar. a c e r Weihe met wit- en een subvar. serotinus Weihe met rossig vrucht- pluis. Oudere herbariumplanten krftgen alle rossig vruchtpluis zoodat het onderscheid by gedroogd materiaal niet uit te maken is. 697. E. canadensis L. Noord-Amerikaansche plant, doch reeds in de 17e eeuw in Europa ingevoerd en thans algemeen op bebouwde en onbebouwde zandgronden. 0. en 0. Juli — Sept. In Herb.: Rottum 1869, Holk.; 1896, Schipper; — stationsterrein Leeuwarden 1872, Cayaux; — Zalk 1850, T.; 1855, R. B.; zandberg by Kampen 1848, T.; R. B.; Staphorsterbosch, v. Heijn.; Zwolle 1872, Hoek; Wipstrik by Zwolle 1891, Garm.j Ran- den by Diepenveen 1849, M. J. Cop; Deventer, v. Gron.; 1877, K.; - Harderwyk 1864, R. B.; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1881, Groll; Warns veld 1833, Wtt.; Klarenbeek by Arnheml842, J. W R. Tilanus (P.N.S.); Arnhem, v. H.; M. J. Cop Thomson; 1851, S.; Eltenberg 1833, Wtt.; Nijme gen, Abel. en Pas; Ubbergen, Beek, Berg en Dal Ooische waard, Lent en Weurt, N. en Th. Abel Beek 1868, 0.; zandbank by Herwijnen 1859, S Wageningsche berg 1833, Wtt.; - Amersfoort 1860 R. B. ; Garj.; tusschen Doorn en Maarsbergen, v. d. T. Zeist, Rijzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B. Zeisterbosch, Cayaux; Utrecht, C. A. Bergsma Grebbe, Fockema; Rhenen, C. A. Bergsma; Hou EEIUERON. 801 ten 1856, Coll. Nat.; - Naarden 1845 en 1864, 0.; Weesperzyde, Fl. Amst; Breesaap 1871, Boerl.; Haarlemmerduinen, Buse; Haarlem, Splitg.; 1842, de Vriese; Haarlemmerhout 1854, v. H. Jr.; Benne- broek 1838, Buse; Heemstede, Kerb.; — Hillegom en Lisse 1853, S.; Katwijk, B. W.; Leiden, Dz. ; Mb.; 1844, B. W.; Wassenaar, W. de Haan; 's Graven- hage, G. B.; Scheveningen, R. B.; braaklanden en op Vredenburg bij 's Gravezande, V. Z. ; brug dok Dor- drecht 1882, V.; Voorne 1835, v. Rees; — Reigers- bosschen, U n. 1894; Zuid-Beveland, v. d. B. ; Vlis- singen 1845, v. d. C o p ; Hulst, A. W. ; — Werkendam 1836, Lac; buiten de Ginnikenpoort, v. A.; wallen 's Hertogenbosch, v. Hov.; - Maastricht 1870, Groll. (Apeldoorn 1875-97, K. A. in herb. pr. ; 1878, L. in herb. pr.; J. Koornneef in herb. Heukels; Twello 1872 en Terwolde 1851, K. A. in herb. pr.; Terborg 1885, Struyk. inherb. pr.; spoordyk Culem- borg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Rys- wijk, B. J. v. Wagensveld; Geldermalsum, C. A. Backer in herb. Heukels; — Biltscbe batterjj Utrecht 1846, Alpherts in herb. pr.; — Hilversum 1872, v. Tuinen in herb. pr.; 1883, Heinsius in herb. pr.; 1898, Koning in herb. pr.; 1901, Coste- rus in herb. pr.; station Santpoort 1894, Ogt.; Over- veen, Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Groenhoven brj Leiden 1898, Struyk.; Overmaas en Oude Plantage Rotterdam, v. d. Voo in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden; Gorinchem, Giesen, C. A. Backer in herb. Heukels; — Souburg 1873 en Westkapelle 1875, L. in herb. pr. ; - Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); - Wyhe, station Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); - Hengelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); tusschen Diepenheim en Goor, Enter, — Groenlo, molen Winterswijk, tusschen Zutphen en M I- EBIGBRON. HVAX. Bronsbergen en te Bronsbergen, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 617); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); ■■ Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Parkweg Amsterdam 1884-1890, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 688); -■ Staalduin, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Neuzen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 286); - Bergen op Zoom, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch.3. I. p. 350); Oudenbosch 1885-87, Butaye ende Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Venlo, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); St. Pietersberg, Meerssen, Gulpen, Sittard, Un. 1861; Beek — Elsloo, tusschen Beek en Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p.316); tusschen Simpelveld en Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 15). [Aanm.: Tusschen de beide v<>rige soorten is nog een bastaard bekend onder den naam van E. Huelsenii Vatke (Cfr. Oest. Bot. Zeit. XXI. p. 340) ; bjj ons echter nog niet aangetroifen.] 698. E. linifolius Willd. (Conyza ambigua D.C.) Op bouwlanden, op zandige plaatsen en langs wegen in Zuid-Europa en Noord-Afrika ; doch ook elders ingevoerd. 0. Mei — Sept. In Herb. : Opslag tuin Marocco Apeldoorn 1881, K. A.; opslag uit zaad herkomstig van Calistoga, Napacounty North California, Apeldoorn 1898, K. A.; op braakland by het graanpakhuis van Drjk aldaar 1898 en 1899, K. A. Tribus Inuleae Gass. Subtribus Filagineae Uoffm. Evax Q-aertn. E. pygmaea P. Op droge zonnige rotsige plaatsen in het Middellandsche Zee-gebied. 0. Mei — Jiili. Werd door Boerhaave als indigene opgegeven. FILAGO. 803 Filago Tourn. 699. F. germanica L. (Gnaphalium germanicum Huds. et Fl. B. S. p. 590.) Aan dijken en wegen, op bouwlanden. 0. Juli—Aug. In Herb.: Texel 1867, S. P. Huizinga; Burg op Texel 1860, Lac; 1867, H. d. V.; Limietwegen in Eierland op Texel 1869, en Spang by Oostereind op Texel 1869, Holk.; - Gelderland, Dz.; Arnhem, V. Z. ; 1877, G r o 1 1 ; Oorsprong bij Arnhem 1833, W 1 1. ; liijn aldaar, Thomson; Westerbouwing 1882, K.; Heelsum 1850, S.; Nymegen,B.; Beek 1853, 0.; 1867, v. H. ; korenveld aldaar, Hoffm.; Hengstdal te Ub- bergen 1848, Th. Abel.; Overasselt, Un. 1853; laagte aan de Waal tusschen Wamel en Dreumel 1839, v. d.T.; Wageningen, d e Haan; Wageningsche berg 1833 en 1834, Wtt.; - Amersfoort 1860 en 1861, R. B. ; tusschen Doorn en Driebergen, v. d. T. ; Soestdyk 1834, v. d. B.; Driebergen 1834, v. H; - Hilversum, Exc. 1884; 1872, 0.; 1872, v. Tuinen; G. Barger; Wieringen 1857, Harting; — Noord- wijk 1844, D z. ; 's Gravenhage, v. Son; tusschen 's Gravezande en Hoek van Holland 1866, H. d. V. ; drjk bij Colijnsplaat 1886, L. ; — Sint Philipsland 1890, L.; Zuid-Beveland 1833 en 1842, v. d. B.; Noord- dijk bij Kattendyke 1840, v. d. B.; 1841, v. d. T.; tusschen St. Kruis en St. Laurens 1878, L.; — Werkendam 1836, Lac. (onder F. arvensis); Rosmalen 1845, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; — Limburg 1871, Lac; Sint Pietersberg 1886, V.; 1892, de Haas; Maastricht 1870, Groll; Meerssen, v. Hov. ; Un. 1861; 1864, H.d.V.; 1870,Groll; Elsloo 1872, Lac; Vaesrode 1861, Buse; Gronsveld 1894, V.; Valken- berg, Un. 1861; Kerkrade 1864, H.d. V.; Mesch 1885, K.enG. (Diepenveen 1850, K. A. inherb. pr.; — Muiderberg, Un. 1901, Koning in herb. pr.; tusschen Bussum 804 FILAGO. en Hilversum 1889, J. J. Smith in herb. pr.; den Helder, L. de Brurjn in herb. Heukels; — drjk naar Kattendyke bfj Goes 1894, Posth. inherb. pr.; binnenweg van Scherpenisse naar Poortvliet 1877, K. A. in herb. pr.; Colrjnsplaat 1886, L. in herb. pr.) Bovendien: s' Heerenloo, de Gorter (Arch. 1. V*. p. 424); - Sittard, Gulpen, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld bij Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. [Aanm. : Hen onderscheidt brj deze soort de navolgende vorrnen : o. 1 u tescen s Jord. (F. apiculata Sm.) Stengel meestal van den voet af vorksgewrjze vertakt; takken recht op- staand; bladen afstaand, aan den voet niet versmaM: bloeiwrjzen met 15—30 hoofdjes; vilt geelgroen, zelden wit- achtig groen; toppen der omwindselblaadjes rood. /?. virescens Wirtg. Plant brjna kaal, bleekgroen. y. canescens Jord. Stengel naar boven vorksgewvjzi' ver- takt; takken rechtop; bladen aan den voet niet ver- smald, opgericht of aangedrukt; bloeiwuzen mel 10- 16 hoofdjes ; vilt meer witachtig en de toppen der binnenste kale omwindselblaadjes geelachtig. Wat men vroeger voor F. apiculat a lieeft gehouden, heb ik echter t«>t «le volgende s«>«>r( gebracht. Door Oudemans wenl F. s p a t h u 1 a t a tot api c u 1 a t a gerekend, Cfr. Axch. 2. I. p. 68.] 700. F. spatulata Presl. Op bouwlanden, zonnige heu- vels, meestal op klei of kalk. 0. Juni — Aug. In Herb. : Arnhem, Thomson; Nijmegen 1854, Th. Abel. (als apiculata); Geldersch Hof bij Nfjme- gen 1855, vestingwerken buiten de Molenpoort 1871 (als apiculata), Berg en Dal 1871 (als apiculata), en Hengstdal bij Nymegen 1848, 1865 en 1867, Th. Abel.; brouwerij te Heumen, Un. 1853 (als apicu- lata); Renkum 1833, Buse (als apiculata); - Lek bij de vaart Vianen 1832, v. H.; - Rosmalen 1845, v. Hov.; - Mook 1856, v.d.B. Va\s apiculata); tusschen den Heumenschen molen en Muok 1856, v. d. B. en Th. FILAGO. 805 Abel. (0. 762 als apiculata); 1871, Th. Abel. (0. 762 als apiculata); Montfort en Maasbracht 1873, Lac. (als apiculata); Sittard, Un. 1861; Meerssen 1840 v. Hov. [Aaum.: E. de Halacsy onderscheidt in zyne Conspeet. Floiac Graecae II. p. 36, van deze soort de volgende vormen: a. typica: simplex vel a collo pluricaulis; caulibus erectis vel basi adscendentibus, 30 c.M. usque altis, apice vel a medio ramosis. /?. prostrata Parl. Prostrata, ramosissima, glomeruli nu- merosi, saepe contigui, phylla praeter cuspidem lanata. y. siria Heldr. Pusilla, a collo ramosa, glomeruli parvi, involucri basi lanata phyllis glabriusculis, nitidis, brevius acuminatis vel tantum acutis. Eindelyk komt nog een hybride voor van F. germanica var. canescens X spathulata(F. intermedia) Haussk.] 701. F. arvensis L. (G-naphalium arvense L. et Fl. B. S. p. 592.) Op droge zandige zonnige plaatsen; bij ons schijnbaar derivieren volgend. 0. Juli—Aug. In Herb. : Gelderland, Hoffm.; Hoog West bij Zut- phen, G.B.; Nymegen,B.; 1840, D.S.; 1843,Krecke; de Br.; 1848, Buse; 1878, Groll; Hengstdal bij Ubbergen 1865, Th. Abel.; Spoel by Culemborg 1837, Lac. ; — Bennebroeker duinen 1835, Mb. (1 ex.); — Wassenaar (op vele plaatsen), v. d. B.; Leksmond 1832, v. H. ; — Veerdam Werkendam 1836, Lac. (Bouwland 't Loo 1881, K. A. in herb. pr.). Bovendien : Voorne, Giethoorn en Velden, waarvan misschien de laatste groeiplaats werkelijk tot F. ar- vensis zou kunnen behooren, ofschoon waarschijnlijk al deze planten, evenals de hier niet vermelde, die men by F. minima zal terugvinden, tot deze laatste soort behooren. F. gallica L. Op vochtige klei- en mergelgronden, somtijds metandere zaden ingevoerd. 0. Mei—Aug. Niet in Herb. : werd echter door Boerhaave als inlandsch opgegeven. 702. F. minima Fries. (Gnaphalium montanum L. et Fl. 806 FILAGO. B. S. p. 592 en Gn. minimum Lob. et Fl. B. S. p. 592.) Op opene en bebouwde zandgronden. 0. Juli—Sept In Herb. : duinen Vlieland 1858, Lac; duinei) Terschelling 1869, Holk.; Un. 1886; Kievitsplak aldaar 1868, Holk.; Terschelling 1887, V.; - Sua- meer 1866, Holk.; Bakhuizen 1853, S.; Gaasterland 1865, H. d. V.; Rysterbosch 1870, J. M. de Boer; Roode klif by Stavoren, Bruinsma; -• Groningen, Strat.; Bockhorst 1857, Spree; Boertanje 1863, Lac; - Paterwolde 1826, v. H.; Assen 1832, Forsten; Drenthe, U n. 1889; Erm en Hooge veen 1859. L a c en S.; Meppel, v. Heyn.; — Kampen 1846, R. B.; Zand- berg, T.; 1848, R. B. (Prodr. Ed. I. als arvensis); Ooster- hout bij Kampen, T. ; Steenwijkerwold, Un. 1892; L. ; Zwolle 1839, (v. H.?); 1840, Buse; 1892, L; Heino, Un. 1888; Deventer 1846, T.; 1877, K.; Eaalte 1894, L. Hoonhorst (gem. Dalfsen) 1891, L; Wierden 1892, L.; tusschen Ommen en Hardenberg en tusschen Ommen en Gramsbergen 1853, Kros; Collendoorn by Hardenberg 1894, en Hardenberg 1892, L.; Rother- mansbrug onder Losser 1898, G. en V.; Delden, Un. 187 0; - Trysselenberg, T. ; Wezep 1846, Oldenbroek, Harderwyk 1852, 1865 en 1868, R.B.; v. A.; Huls- horst by Harderwyk 1852 en Elburg, R. B.; Hum- melo, Un. 1850; Apeldoorn 1852 K. A.; 1858, O.; 1872, Hoek; Twello 1846, T.; Gorssel 1884, C. v. d. Broek; Zutphen, E.; M. D.; C. v. d. Broek; Ruurlo, 1883, Ensink en L.; Lochem 1842, v. H.; Middach- ten 1838, Buse; Velp 1S40, D. S.; Arnhem 1837, Buse; R.B.; 1874,Groll; Kapellenberg by Roosendaal, v. d. B.; tusschen Arnbem en Nymegen, S.; Nijmegen, B.; 1840, Lac; St. Annaen Groesbeek, Th. Abel.; Beek, B. W.; Un. 1847; 1853, 0.; Berg en Dal, T h. A b e 1. ; Waaldijk Nijmegen 1833, Wtt.; Renkum en Wage- ningen 184S, Buse; spoorbaan Culemborg, C. A. Backer; de Grebbe, v. H.; 1851 en 1852, 0.; FILAGO. 807 Fockema; Amerongen, Bergsma; Darthuizen 1838, v.H.; Darthuizerberg 1835, D.S.; Woudenberg 1889, V.; Amersfoort en Leusden bij Amersfoort, R. B.; den Ham 1892, L.; Soest 1870, Groll; huis ter Heide 1859 en 1861, v. H; Lage Vuursche 1831, v. H; Zeist, Rijzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Zeisterheide 1863, H.d. V.; Oude Kamp aldaar 1865, Kniittel; Doorn, Neerlangbroek, C. A. Bergsma; de Bilt 1826 en 1830, v.H; 1834, v. Ryn v. Alkemade; Houten 1832, S. S.; 1840, Buse; - 'tGooi 1827 en 1829, Wtt; Blaricum, C. A. Bergsma; tusschen Hilversum en Bussum, v. d. T.; Hilversum, v. d. T.; 1845, Richard; 1884, Exc. ; V.; Muiderberg en Valkeveen, v. H. ; tusschen Laren en Naarden 1843, Tilanus (P. N. S.); Naarden, M. D.; 1844 en 1864, 0.; 1894, V.; Bergerduin 1870, H. d. V.; Noordwykerhout 1836, Mb.; Dz.; 1839, Buse; 1840, B.W.; 1858, S. env. d.B.; 1867,0.; Noordwijk 1848, 0.; Warmonderhek, en Leiden, S. S.; Wassenaar 1833, S. S.; Pierot; Wtt.; de Vriese; 1836, Mb.; 1886, Destree; duinen 'sGra- venhage, R. B.; Eikenduinen, V. Z.; 1836, Buse; Loosduinen 1836, Buse; tusschen Loosduinen en Monster, V. Z.; duinen Terheyde, Un. 1851; Oud- dorp 1894, Boerl. en V.; - duinen Schouwen 1883, L.; duinen Haamstede, Un. 1894; Walcheren 1840, v. d. B. ; Zeeuwsch Vlaanderen 1860 en Eede 1861, A. W.; - Rozendaal, Un. 1860; Mastbosch, v. A. ; Ulvenhoutsche bosch, Un. 185 2; Liesbosch by Prin- cenhage, Exc. 1897; Breda 1886, V.; Heusdenhout, Un. 18 52; St. Michielsgestel 1847, v. Hov.; Vucht- sche heide, v. Hov.; Eindhoven 1832, v. d. B.; 1831, Wtt.; Dz.; Deurne 1871, Lac; Valkenswaard 1837, v. H; - Mook 1856, v. d. B. (Vlieland 1894, Terschelling 1894, V. Suringarin herb. pr.; — tusschen Beetsterzwaag en Wynjeterp 1866, v. Tuinen in herb. pr.; tusschen Beetster- 808 KII.AGO. zwaag en Ureterp 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; — Eext 1894, Schipper in herb. pr.; — Trrjzelen- berg bij Hattem 1887, Posth. in herb. pr.; Vorden, C. de Gavere in herb. v. Tuinen; Roozendaal 1889 en Ellekom 1896, Ogt. in herb. pr. ; Grebbeberg by Rhenen 1873, v. Tuinen in herb. pr. ; Rjjswijk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; — Wou- denberg 1889, Struyk. in herb. pr.; — Bussum 1891, Costerus in herb. pr.; 1894, V. Suringar in herb. pr.; 1898, Koning in herb. pr.; — Oost- Kapelle 1875, L. in herb. pr.; - Gilze-Rye 1879, Posth. in herb. pr.; — tusschen Baarlo en Helden 1898; Venlo, stalberg naar de groote heide 1898, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); - alle bezochte plaatsen in Drenthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); - Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen station Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Oele, Haaksbergen, Nieuwkerkerveen Tubbergen, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, Die- penheim-Groenlo, Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Winterswjjk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Nijkerk, R. B. (Arch. 1. V. p. 300); - Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Vogelen- zang— Staalduin, Voorne, v. L. (Arch. 2. I. p. 388); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Zuiddorpe, Koewacht, A. W. (Arch. 1. IV. p. 286); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 236); — Woensdrecht, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Plas- molen, Th. Abel.; Montfoort, Lac; tusschen Sim- pelveld en Kerkrade 1885, Lac. ; K. en G. (Arch. 2. V. p. 15); Velden, Hamert, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. FILAGO. ANTENNARIA. 809 VI. p. 572); Meerssen, Epen, Valkenberg, Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld by Pelletier. Subtribus Gnaphalinae Hoffm. Antennaria Gaertn. 703. A. dioica Gaertn. (Gnaphalium dioicum L. et Prodr. Ed. I. p. 118.) Op droge zand- en heidegronden. %. Mei—Juni. In Herb.: Meen te Texel 1881, Groll; Texell895, V.; — Bergumerheide 1853, S.; — Haren, v. H.; Glimmen 1855, Strat.; Nieuw Stadskanaal, v. H.; - Drenthe 1859, Lac. en S.; 1890, L.; Ane 1859, Lac. en S. ; MeppeL v. Heijn.; - Vilsteren, Agnie- tenberg Frederiksoord, Havelterberg 1855 en 1856, Kros; Vollenhove, R. B. ; Diepenveen 1846, Cop; Romb. ; Deventer 1876, K; Schalkhaar bjj Deventer 1846, M. J. Cop; Twenthe 1891, L; Goor en Henge- veld 1847, M. J. Cop; Oldenzaal en Ootmarsum 1896, L.; Hardenberg 1867, v. d. Scheer; — Tryselenberg bij Hattem 1850, T.; 1850, R. B.; Hattem, R. B.; 1870, v. Tuinen; erf Westbroek tusschen Elburg en Oldebroek 1847, A 1 p h e r t s ; Apeldoorn 1850, K. A. ; Gorssel 1845, T.; Vorden 1865, Groll; Ruurlo 1882, L. en Ensink; Gorsselsche heide, T.; Aaltensche weg Winterswjjk 1874, R. E. de Haan; Roosendaal, Fockema; Galgenberg Arnhem, Thomson; Nij- megen, B.; Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; — Leusden 1891, Garj.; Zeist, Driebergen, Doorn 1867, Kniittel; heide Zeist 1847, B. W. ; 1863, Coll. Nat. Darthuizerberg 1853, 0.; 1870, Hoek; de Bilt 1835 D. S. ; Utrecht, 0. ; tusschen Maartensdijk en Hilver sum, v. d. T.; — Tafelberg by Laren 1877, Boerl Zwanewater 1901, G. en Jongm.; Zuursop by Vel sen, (wie?); Overveen 1839, Wtt.; 1840, Kerb 1873, BoerL; Exc. 1878; Zomerzorg 1830, For- 810 ANTKNWAUIA. sten; Haarlem, Splitg.; Buse; M. D.; 1842, Teengs (P.N.S.); 1846, P. A. Richard; 1847, Al- pherts; Exc. 1883; Middenduin 1870, Groll; Mee- renberg 1872, Boerl.; - tusschen Leiden en Haarlem 1836, Lac; Wassenaar 1833, S. S.; 1835, Mb.; Pierot; Dz.; 1841, B.W.; v. Son; 1886, Destree; duinen Wassenaar 1833, Wtt.; tusschen 'sGraven- hage en Wassenaar, G. Barger; Waalsdorp, V. Z.; 1833, Wtt; S.; kanaal Scheveningen, Exc. 1882; 's Gravenhage, G. B.; 1882, V.; R. B.; - Zeeland, v. d. B. ; — Bavel en Oosterhoutsche weg, v. A. ; Vucht- sche heide, v. Hov.; Budel 1883, B. Jelgersma; - Mookerheide 1897, G. en V.; Stramproy 1900, G. en Jongm.; Meerssen 1862, Land; St. Pietersberg 1892, de Haas; Vylenderbosch 1866, H. d. V. (Tusschen Groote gast en Tolbert 1866, Holk.; heide Suameer 1866,— Harendermolen 1863, Holk. en — Bumaveen onder Emmen (aldaar zevenjaars- bloein geheeten) 1868, A. C. Vrieze in herb. v. T u i n e n ; — Borne, M e j. H. v. d. P a u w e r t in herb. Heukels; Staphorst 1901, L. in herb. pr. ; — Gar- deren 1890, Mevr. M. W. Smith — Nagel in herb. Costerus; Barneveld, A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; Velp 1889, Ogt. in herb. pr.; heide Heelsum 1880, Schipper in herb. pr. ; Mej. S. v. Cleef in herb. Heukels; — Leersum 1887, Struyk. inherb. pr. ; — Trompenberg brj Hilversum 1899, Koning in herb. pr.; Naarden 1892, V. Suringar in herb. pr.; tusschen Zwanewater en Callantsoog 1899, en Bloemendaal 1897, Struyk. in herb. pi\; duinen brj Santpoort 1868, Holk. in herb. v. Tuinen; — Teteringsche heide 1879, Posth. inherb. pi\; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — heidegrond bij het klooster te Venlo 1898, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Emmen, Sleen, Weerdinge 1859, Lac. on S. (Arch. 1. V. p. 249); — Stecnwrjkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Heino en Nieuwe Wete- ANTENNARIA. ANAPHALIS. GNAPHALIUM. 811 ring, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); - Winterswyk, Un. 185 9 (Arch. 1. V. p. 223); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); — van Castricum zuidwaarts vooral op de Bloemendaalsche duinen algemeen, zui- delijker dan 's Gravenhage niet vermeld, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); - Walcheren, Zuid-Beveland, A. W. en en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546). Voorts bij Pelletier, Knijf, Vorstius, Mun- ting en Bruman. Anaphalis D.G. 704. A. margaritacea R.Br. (G-naphalium margaritaceum L.) Sierplant uit Noord-Amerika en Centraal-Azie, een enkele maal verwilderd. %. Juli—Aug. In Herb. : In menigte in het bosch van Slochteren, Strat.; 1855. v. H.; — Aarsche veld bij Assen, H. d. V. (als Filago arvensis) ; — Ubbergen 1833, W 1 1. (Ontvlucht uit de Pastorietuin te Finsterwold, Schipper in herb. pr.) Voorts vermeld bij Pelletier. Zie over afkomst en verspreiding in andere landen Arch. 1. V*. p. 455. Gnaphalium L. 705. G. norvegicum Gunner. Plant op grazige plaatsen in de Alpen. %. Juli—Aug. (In het park 't Loo 1875, K. A. in herb. pr.) 706. G. purpureum L. Noord-Amerikaansche plant, met zaden ingevoerd. %.. Juli- Sept. In Herb.: Onder zaad van Calistoga Napa-county North California afkomstig, Apeldoorn 1898, K. A. 707. G. silvaticum L. Op beschaduwde gronden in zand- en heidestreken. 2J.. Juli—Sept. In Herb. : Kuikhorne 1867, J. M. de Boer; Harich Gaasterland 1865, H. d. V.; Veenwouden - en Haren 812 GNAPHALIUM. bjj Groningen, v. H.; Oosterbroek, Strat. ; Oude Pekel-A, v. H.; - Drente, Un. 1889; Weerdinge 1859, Lac. en S.; Assen 1832, Forsten; V.; Mep- pel, v. Heyn.; — Steenwijkerwolde, Un. 1892, L.; Hengsforderveld by Olst 1901, Berkendyk en Knol- lensteegHeinol901,L.;Nijenhuis, Un. 1888; Hoorn- horst gem. Dalfsen 1891, L.; Frederiksoord 1848, v. H.; Diepenveen 1878, K.; tusschen Bathmen en Gorssel, Un. 1850; - Harderwyk 1865 en 1866, R. B.; T. ; tusschen Harderwijk en Nunspeet, Elburg, R. B.; Lunteren 1897, V.; Apeldoorn 1873, K. A.; 'tLoo 1858, 0.; Zutphen 1837, V. Z.; Vorden 1877, Groll; Voorst 1833, Wtt.; Didam 1856, Lac; Ruurlo 1885, Ensink; Brummen, v. H.; Arnhem 1833, Wtt.; B. W.; 1847, T.; 1863, H. d. V.; 1873, Groll; Oorsprong bij Arnhem 1857, Knuttel; Doornwerth 1833, Wtt.; Thomson; tusschen Arn- hem en Nymegen, S.; Nymegen, B.; Abel. en Pas; 1846, G. Deyn.; Meerwyk 1853, 0.; Beek, W. de Haan; 1868, 0.; tusschen Beek en Groesbeek 1849, Th. Abel.; Hatert, G. Deijn.; Huis Ubbergen, N. en Th. Abel.; Uilenput onder Beek, Un. 1847; Groesbeek, Un. 1847; tusschen Groesbeek en Ub- bergen 1849, Th. Abel.; Wageningen, Wtt; Ren- kum 1837, Buse; - veenweg by Amersfoort 1895, Garj.; tusschen Doorn en Driebergen, v. d. T.; bosch te Ryzenburg 1839, Lac; Driebergen, v. H.; Baaru 1826, v. H.; de Bilt, (wie?); Zeist, Wenck; - tus- schen Hilversum en Loosdrecht, v. d. T. : Breesaap 1837, Buse; 1866, H. d. V; Heemstede, Kerb.; Haarlem, Splitg.; - Hillegom, v. d. T.; Noordwyk, Dz.; 1874, H. d. V; Noordwijkerhout 1833, S. S.; 1835, Mb.; 1839, Buse; 1858, v. d. B. en S.; Oegst- geest, S. S.; — Clinge St. Jansteen en Zuiddorpe 1886, L. en C. Brakman; - Wouwsche plantage en vestingwerken Bergen op Zoom, Un. 189 6; Ber- gen op Zoom, Un. 1860; Mastbosch. Un. 1852; GNAPHALIUM. 813 weg naar Dorst, v. A. ; Liesbosch 1882, V.; Oirschot, Dz.; Vucht, v. Hov. ; Boxtel 1845, v. Hov.; Deurne 1871, Lac; Valkenswaard 1827, v. H. ; 1901,Rovers en v. Roessel; — Plasmolen by Mook, Th. Abel.; veen by Velden Un. 1893, L.; Valkenberg 1864, H. d. V.; Schaesberg aldaar 1901, V.; Oud Valken- berg 1864, H. d. V. ; Hulsberg by Valkenberg 1900, V. (Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Pa- terwolde 1863, H o 1 k., en Beilen 1865, H. d. V. in herb. v. Tuinen; — station Heino, Un. 1888, Posth. in herb. pi\: Oldenzaal, Un. 1895, Ogt. inherb. pi\; - Mariaheuvel Bussum 1899, Koning in herb. pi\; — Berlicum 1889, de Haas in herb. pi\; — Bulteveen bjj Venlo 1897, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); - Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - station Heino tot Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Oele, Bekkum, Borne, Un. 18 95 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, - Meddo bij Winterswijk, Un. 185 9(Arch. 1. V. p. 223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Wissel, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Huls- horst bij Harderwijk, R. B. (Arch. 1. III. p. 172) ; - Jachtlust aan de Zanderij 1886, Loosdrechtsche bosch 1888, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 527); Aardenhout, - Staalduin, Voorne, v. E. (Arch. 2. 1. p. 388); — Bergen op Zoom, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Gulpen, Un. 1861; Meerssen, Kerkrade, H. d. V. (Arch. 2. IV. p. 317); Weert, Wylre, Land- rade, Trap, Vylen, Lac. ; Hulsen 1885, K. en G-.; Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld bij Bruman. 708. G. uliginosum L. Op vochtige, vooral zandige gron- den, langs rivieroevers op van tijd tot tijd over- stroomde plaatsen. 0. Juli - Sept. 814 (iNAPHALlUM. In Herb.: Texel 1847, Harting; West Texel 1868, Holk.; Burg op Texel 1860, Lac. ; dorp Vlieland 1868, Lac; Midsland op Terschelling, Un. 1886; - Bolsward 1862, J. M. de Boer; Wolvega, Un. 1881; Oosterbierum 1853, S.; - Oude Pekel-A 1853, v. H.; Groningen 1856, Strat.; — Coevorden en Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Karapen 1846, R. B.; 1848, T.; Giethoorn 1893, L.; Vollen- hove 1845, R. B.; 1893, L.; Berkum bjj Zwolle 1891, L. ; tusschen Bathmen en Gorssel, Un. 1850; den Ham 1892, L. en Carmigg.; Tongeren, Un. 1888; Dalmsholt bij Heino 1831, L. ; tusschen Gramsbergen en Anerveer 1853, Kros; Hardenberg 1892, L. en Carmigg.; Heemse 1868, v. d. Scheer; — Harder- wjjk, R. B.; Elburg 1846, T.; Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Hummelo, Keppel, Un. 1850, Apeldoorn 1873, K. A.; Zutphen 1838, Buse; Ruurlo 1881 L. en Ensink; Doetinchem, Un. 1885; Rheede, M. D.; 1845, P. A. Richard; Arnhem, Thoms on; Draken- berg 1835, (wie?); tusschen Arnhem en Ede (var. nu- dum), Buse; Nijmegen B.; Abel. en Pas; Waal by Nijmegen 1833, Wtt. ; Hatertsche broek, Wijchensche venen, Steenoven in de Ooi, Th. Abel.; Herwijnen 1859, S.; Waal tusschen Varik en Heessel, v. d. T.; Beek 1853 en 1868, 0.; - Amersfoort, S p 1 i t g. ; R. B.;1892, Garj.; Nijkerkerweg aldaar 1891, Garj.; den Ham boven Amersfoort 1836, D. S.; Soest 1870, Groll; Ryzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Maartens- dyk, C. A. Bergsma; tusschen Maartensdyk en Blauwkapel 1835, D. S.; Baambrugge, Kerb.; Utrecht Wtt.; 1859, R. B.; Rhoodestein by Neerlangbroek v. d. T.; Schalkwyk 1833, Wtt.; - 't Gooi 1829 Wtt.; Naarden 1864,0.; Amsterdam, Romb.; Ring dyk, Fl. Amst.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Har ting; Breesaap 1839, Buse; Beverwijk, Buse Buitenspaarne Haarlem 1845, Buse; — Rijnsburg 1835, Mb.; Leiden,Dz.; 0.; Hooge Morsch 1833, S. S. ; GNAPHALIUM. 815 Katwijk, V. Z.; Mb.; Papenlaan Voorschoten 1842, 0.; 's Gravenhage, G. Barger; tusschen Loosduinen en Monster, V. Z. ; Dordrecht en Zwijndrecht 1897, Posth.; griend by 'thuis te Merwe en langs de Mer- wede 1888, V.; Heikop by Vianen, v. H.; — Zuid-Bevel. 1838, en Biezelinge 1838, v. d.B.; Kapelle (Z.-Bevel.) 1898, Ogt.; St. Kruis 1878, L.; Axel 1860, A. W.; - Hal- steren 1884, V.; Werkendam 1835, Lac; Werkhoven, C. A. Backer; Hondsberg bij Oisterwijk 1865, Lac; Boxmeer, v. A.; Vlrjmen, v. Hov.; Eindhoven 1827, Dz.; — Broek by Thorn 1900, G. en Jongm.; Weert 1873, Lac; Valkenberg 1887, V.; Amby, v. Hov.; Gulpen 1871 en 1872, Lac; Heughem 1870, Groll. (Koudum 1864, Holk. en Prikkeweg bij Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — Winschoten 1884, Schipper in herb. v. Tuinen; — Ryswyk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Laag Soeren, H. Heukels in herb. pr.; IJsel by Dieren 1893, Ben- nekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; — buiten de Waardpoort Utrecht 1846, Alpherts in herb. pr.; — kweekery Richard Naarden 1900, Koning in herb. pr.; — Noordwijk 1886, Leiderdorp 1901 en Groenhoven by Leiden 1898, Struyk. in herb. pr.; Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden, Nieuw Beierland, J. Koornneef in herb. Heukels; - Stryp 1880 en Eindhoven 1888, P o s t h. in herb. pr.; — algemeen Venlo 1897, Rieter in herb. pi\; Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.; Schaes- berg 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); — alle bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac en S. (Arch. 1. V. p. 249); — Steenwijkerwolde, Kallen- kote, Eeze, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Delden, Twikkelerbosch, Un. 52 816 (iXArHALIUM. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Bekkum, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 222); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Enter- sche veen, — Groenlo, tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Winters- wijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Vaassen, Epe, Wissel, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Weurtsche dyk, Th. Abel. (Arch. 2. V.p. 288); — Abcoude, Asscher (Arch. 1. I. p. 442); Velser- kanaal, Overveen, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); Hulst, A. W. (Arch. 1. IV. p. 286); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Mallenburg, Woensdrecht en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — tusschen Mook en den Plasmolen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 288); Blerik, Velden, Oos- trum, Welsche hut, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 572). Voorts vermeld by Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. 709. G. luteo-album L. Op vochtige zandgronden, aan wegen, slootkanten enz. 0. Ang. — Sept. In Herb.: Koog op Texel 1867, D. Huizinga; Hoornsche vlak op Texel 1867, H. d. V.; Vlieland 1868, Holk.; Meeuwenduinen aldaar 1869, en ach- ter 't dorp 1869, Holk.; Ameland, S. P. Kros; - Okse 1877, K. ; - Laren in Gelderland, v. H. ?) ; Ny- megen, B.; 1897, G. en V.; Heumen, G. Deyn.; - Doorn, Fockema; Zeist, C. Petif; heide by Holten 1840, Buse; tusschen Baambrugge en Vinkeveen 1841, v. d. T.; — Petterduin 1870, en Bergerduin 1870, H. d. V.; Castricum 1875, Groll; Zandvoort 1842, Buse; 1851, S.; Vogelenzang 1893, Groll Breesaap 1836, Buse; Bentveld, v.H.; Kerb.; Buse Haarlem, Splitg.; v. H.; Noordwijk aan zee, v. d. T. GNAPHALIUM. 817 Katwrjk binnen 1864, H. d. V. ; Katwjjk aanzeel838, Buse; Leiden 1836, Mb.; Dz.; (ook als /? depressum, Mb.) 1844, B. W.; aangeplempten grond in den Hor- tus Leiden 1859, S.; den Dey'1, V. Z. ; Wassenaar 1833, v. H.; Forsten; 1833, S. S.; 1874, H. d. V.; zanderij achter Wassenaar, Pierot, 1832, S. S.; Leidsche weg brj 's Gravenhage, V. Z. ; Waalsdorp 1879, K. A.; Scheveningen 1869, H. d. V.; 's Gravenhage, V. Z.; Monster, G. B.; tusschen Monster en Loosdui- nen, V. Z.; Hoek van Holland 1870, H. d. V.; Staalduin 1845, v. d. T. (als depressum); tusschen Brielle en Rockanje, Un. 1887; - Sir Jansland, Un. 1894; Zuid-Beveland 1829 en 1845, v.d. B.; Westerhavendijk ter Neuzen 1860, A. W.; — veerdam brj Werkendam 1836, Lac; Hervensche drjk bij 's Hertogenbosch, Ortensche dyk, Hintham en Rosmalen 1865 aldaar, v. Hoven; Helenaveen 1871, Lac; Mill, Un. 1898; klooster te Velp brj Grave 1841, Th. Abel; - St. Anthonies-eiland, Maasoever bfj Wjjk — Maastricht 1894, de Haas; Ravelsbosch 1864, H. d. V. (Oostereind op Texel, Hoogeberg en de Mokaldaar 1894, V. Suringar in herb. pr.; — onder Diepen- veen 1850, K. A. in herb. pr.; - Velp bij Grave 1891, de Haas in herb. pr. ; — Oostkapelle 1876, Schoo- neboom en — Baarlo, Un. 189 3 L. in herb. pr.; Maas brj Hamert, Un. 1893 V. Suringar in herb. pr.; In het stamherbarium komt nog een plant voor gevonden te Middenbeen (?) 1874, L.) Bovendien: Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); - Arcen, Un. 1893 (Arch. 3. VI. p. 572); Ingber, Lac; Valkenberg, Un. 1861 (Arch. 2. V. p. 15.) Voorts vermeld door Pelletier en Munting. 710. G. undulatum L. Afkorastig van de Kaap, doch ook in Frankrijk op een paar plaatsen genatura- liseerd. 0. Aug. — Sept. In Herb.: St. Anthonieseiland brj Maastricht 1894, de Haas. 818 HELICHRYSUM. INULA. Helichrysum Gaertn. 711. H. arenarium D.C. {Gnaphuliiun arenarium L. et Fl. B. S. p. 588.) Op droge zand- en heidegronden. %. Juli—Aug. In Herb.: Coevorden, v. d. Scheer; — straatweg bij Oldenzaal 1865, H. d. V.; Carlshave bjj Hengelo 1892, Pauline S. L. v. Deinze; 1895, K. A.; Un. 1895; — Nijmegen, B.; Vestingwerken aldaar, 0.; — Lingen 1837, V. Z.; Miq.; - kerkmuren van Hersel, Kerb. (waar?). (Halfweg Oldenzaal en Denekamp aan den weg, J. B. Bernink in herb. Heukels.) Subtribus Inulinae Hoffm. Inula L. 712. I. Helenium L. Inheemsch in Voor-Azie, echter bij ons sinds de middeleeuwen gekweekt wegens den aromatischen wortel (Alant) en op vochtige grasgronden somtijds geheel ingeburgerd. %. Juli—Aug. In Herb. : Boerenerf ter Neuzen 1863, A. W. ') (Noordwijk buiten, de Wit Hamer in herb. L. (Cfr. Arch. 2. II. p. 121).) Bovendien: Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 123.) *) A. Walravon, in ..Waarnomingen omtrent eenige kritische in- landsche planten'" Arch. 1. IV. p. 150, merkt over deze plant t navol- gende op : ,, Voor B o e r h a v e en Linnaeus reeds door Dodonaeus als inlandsch opgegeven, in lateren tijd door van Geuns b\j Almelo verzameld, werd door my omtrent ten getalo van 1-2 — 14 planten op een boerenerf ter weersayden van een Bloot aaagetroffen, welke planten aldaar reeds gevonden waren door den vader van den tegenwoordigen eigenaar, mogel(jk veertig of meer jaren gelodon, en bjj hem bekond r den naam van kampagne, welke naam herinnert aan Enula campana, van oude apotheken. (Zie Dodon. Kruydtboeck Ed. li'44 p, ."iT.) INULA. 819 Voorts vermeld door Pelletier en Munting en volgens A. Walraven ook by Dodoens. 713. I. brittannica L. Op vochtige grasgronden langs de rivieren. %.. Jali — Sepit. In Herb. : Schiermonnikoog, Hinxt; 1860, S. ; 1867 en 1869, Holk.; - Wommels en Joure, C. A. Bergsma; — Onlandsche dykbjj Groningen, Strat.; Warfumervaart brj Onderdendam 1856, Strat.; — - Ane 1859, Lac. en S.; - Zalk, R. B.; 1845, 1846 en 1850, T. ; v. Heyn. ; Greente bij Kampen 1854, R. B.; Zwolle, Thorbecke; S. S.; Willemsvaart brj Spoolderberg te Zwolle 1899, Heimans; — Vecht bij Vilsteren 1865, H. d. V.; oevers Vecht in den Marshoek gem. Dalfsen 1892, L. en Carm.; Okse 1878, L. J. van der Veen; vestingwerken Deven- ter, Un. 1850; Brugt 1868, v. d. Scheer; - Lich- tenvoorde en Varsseveld, Un. 1859; Arnhem, S.; 1873, Groll; Nymegen, Abel. en Pas; 1833 en 1835, Wtt.; Ooische waard 1849, Th. AbeL; Ubbergen, N. en Th. Abel.; 1833, Wtt; Herwijnen 1859, S.; tusschen Wamel en Dreumel, v. d. T.; Bommel 1833, Wtt.; Neer-Andel weiland by 't kasteel Negenhoven 1888, V.; Wageningen 1881, K. ; Redichemsche waar- den Culemborg, C. A. Backer; — tusschen Grebbe en Rhenen 1900, desTombe; Hondwijk 1857, K n ii t- tel; — 's Gravenhage, V. Z. (als I. Oculus Ghristi); Monster 1845, V. Z. ; Rotterdam, v. d. Looy; Maas by Fijenoord 1834, v. H.; 's Gravendeelsche dijkDor- drecht 1886, V.; Vianen, B.; G. Deyn.; v. H.; ka- naal tusschen Vianen en de Lek, v. d. T.; tusschen Vianen en Oud Slykerveer 1831 en Leksmond 1828, v. H.; - Werkendam, 1836, Lac; 1886, V.; 's Her- togenbosch, tusschen 's Bosch en Vlijmen 1847 en Groot Deuteren 1847, v. Hov.; Maas brj Boxmeer, Un. 185 3; — Hamert, Un. 1893; Maasoever Roer- mond 1900, G. en Jongm.; Maas by Maastricht, 820 INULA. Un. 1861; Varkensweerdje 1870, Groll; Gulpen 1864, Jacques. (Maadlanden bij Oldeboorn tegen de zoog. zomer- dykjes 1863, Holk. en Prikken te Oldeboom 1868, v. Tuinen in herb. pr.; - Zutphen 1882, V. Su- ringar in herb. pr.; stoombootenveer Druten 1895, Posth. in herb. pr. ; Rijswijk, B. J. v. Wagens- veld in herb. Heukels; overkant Veerhuis Culem- borg 1846, Alpherts; — Oegstgeest op een Con- vallariaveld 1892, V. Suringar in herb. pr.; — fort Isabel 's Hertogenbosch 1871, Costerus in herb. pr.; — Venlo aan de overzijde, maar vlak bij de brug 1897, Rieter in herb. pr.; langs de Maas Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 2. V. p. 249); - Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI.p. 572). I. Oculus Christi L. Zuid-Europeesche plant, in tuinen als sierplant gekweekt. %. Juni — Aug. Bij oudere schryvers als inlandsch vermeld bijv. door d e G o r t e r voor Haarlem, Zorgvliet en Katwyk, door Meeze op sommige wegen en heiden by Hee- renveen; waarschynlijk een vergissing met de voor- gaande soort. 714. I. vulgaris Trevisan. (1. Conyza D.C. et Prodr. Ed. I. p. 116, Conyza squarrosa L. et Fl. B. S. p. 594.) Aan dijken en wegen op droge gronden, langs zonnige heuvels, vooral op kalkbodem G. Juli— Sept. In Herb. : Groningen 1843, v. H.; — Nymegen, B.; — Bentveld 1837, Lac; Zandvoort, Splitg.; S. S.; 1836, Buse; Bloemendaal, Kerb.; Buse; Bloemen- daalsche bosch 1895 en duinen Haarlem 1888, V.; tusschen Haarlem en Zandvoort, v. H. ; — duinen Wassenaar 1833, S. S.; 1835, Mb.; duin 'sGravenhage, S.S.; 1896, R.B.; Naaldwyk en Staalduin, v.d.T.;- Zeeland, v. d. B.; Schouwen, Dz. ; duinen Haamstede, INULA. PULICARIA. 821 Un. 1894; Reigersweide, Un. 1894; Zuid-Beveland 1839 en 1845, v. d. B.; Nieuwland Walcheren, K.; tusschen Axel en Zaamslag en Spui in het land van Axel, v. d. T.; Hoek en Neuzen, A. W. ; — Zuid-Lim- burg, Un. 1883; Beek 1869, Lac; Un. 1883; Maastricht 1882, Posth.; St. Pietersberg, v. Hov.; 1870, Groll; 1875, de Br.; Oud Valkenberg 1864, H. d. V.; Rotspark en Maastrichter weg brj Valken- berg 1901, V. (Zandpoort 1886, J. J. Smith inherb. Costerus; — Wassenaar 1893, V. Suringar in herb. pr.; — Schansdijk by Goes 1894, Posth. inherb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, L. in herb. pr.; Mevr. Snel- len in herb. Heukels; Oosterland 1877, L. inherb. pr.; - Sittard 1883, K. A. in herb. pr.) Bovendien: Castricum, Meerenberg, v. E. (Arch. 2. 1. p. 388); — Meerssen, Gulpen, Un. 1861; tus- schen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316); Lutterade, Bertsenholt 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld door Hondius. Pulicaria Gaertn. 715. P. vulgaris Gaertn. (Inula Pulicaria L. et Fl. B. S. p. 604.) Op vochtige, grazige plaatsen in zandige streken. 0. Aug. — Sept. In Herb. : Gaasterland 1865, H. d. V.; - Groningen, Stud. v. d. Weide; — Nrjmegen, B.; N. Abel.; Waaldijk bij 't fort Kraijenhoff, Th. Abel; in de leemkuil te Beek 1869, Lac. (misschien Limburg?); Waaldijk Weurt, Th. Abel. ; tusschen Varik en Hee- selt 1839, en vlakte aan de Waal tusschen Heeren- waarde en de schans bij Rossum 1839, v. d. T.; — Werkendam 1836, Lac; tusschen 's Hertogenbosch en Vlrjmen 1846, v. H.; - Weert 1873, Lac; Maas- tricht, v. Hov. S-J'2 PULICARIA. (Culemborgsche veld 1849, Alpherts in herb. pr. ; — St. Anthoniuseiland bij Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.) Bovendien : Langs den provincialen klinkerweg brj Groot Deutoren, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 277.) Voorts vermeld door Pelletier. 716. P. dysenterica Craertn. (Inida dysenterica L. et Fl. B. S. p. 604.) Aan wegen, slootkanten en op vochtige plaatsen. %. Juli—Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; Coxdorp 1868, Hoorn en duinvlakte de Nederlanden op Texel 1869, Holk. ; - Jelsum brj Leeuwarden 1859, S. ; — Hove- landsche weg bij Uithuizermeede 1856, Strat.; St. Jacobl854, Spi'ee; - Meppel en Nyeveen, v. Herjn.; — Kampen 1847, T.; 1847, R. B.; Zalk, M. Dassen; Vollenhove, Cayaux; Spoolde brj Zwolle 1897, L.; "Wilsum 1870, Hoek; Zwartewater bij Zwolle 1871, v. Tuinen; Deventer, v. Gron.; 1878, K.; Weldam by Goor, Diepenheim en Entersche veen, Un. 1897; — Harderwijk 1863, en Hulshorst brj Harderwyk 1852, R. B. ; Vaassen en Epe 1852, K. A. ; molenbeek bij Ruurlo 1884, Ensink; Corle bij Bredevoort, Un. 1897; Nrjmegen, B.; Abel. en Pas; Ooische waard Ubbergen, Lent, Elst, Weurt en Beuningen, N. en T h. A b e 1. ; Druten 1863, v. H. ; - Amersfoort, R. B. ; Eem bij Amersfoort, Garj.; Zeist 1859, v. H; 1872, v. Tuinen; tusschen Zeisten Bunnik, v. H; Utrecht 1858, R. B.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Rhoode- stein bij Neerlangbroek, v. d. T.; tusschen Utrecht en de Bilt 1835, D. S.; - 'tGooi 1828, Wtt.; Schin- kel 1842, Heybrock (P. N. S.); 1867, Knuttel; Funen, Fl. Amst. ; Zandvoort 1871, Groll; Zand- voortsche weg 1873, en Breesaap 1871, Boerl.; Vel- sen 1900, Wouterloot en Jongm.; Overveen, Kerb.; tusschen Overveen en Haarlem 1840, Buse; Overveensche weg 1835, Mb. ; Buse; Leidsche vaart, M. D.; Haarlem, de Vriese; Splitg.; - Noordwrjk PULICARIA. 823 1886, Destree; Valkenburg, S. S.; Rrjnsburg 1897, Jongm.; Mallegat Katwrjk 1832, S. S.; Katwrjker duin 1843, 0.; Katwyk, Dz.; S. P. Kros; 1842, 0. B. W. ; Katwijk binnen, Gradeermachine 1839, v. d. T. Schouw, — Zuidwyk, S. S.; Wassenaar 1853, S. Zorgvliet, V. Z.; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h Groll; G. B.; duinen 's Gravenhage, Thomson Monster, V. Z.; Loosduinen, R. B.; tusschen Rotter- dam en IJselmondsche veer 1870, 0.; Dordrecht 1837, Lac; 1878, Posth.; 1882, C. v. d. Broek; 1882, V.; Vianen 1831, v. H.; - Zierikzee 1873, Schuringa; Schouwen 1887, en St. Laurens 1874, L.; Vlissingen, v. d. Cop; 1880, Bujjsman; Zeeuwsch Vlaanderen, A. W.; Zuid-Beveiand, v. d. B.; — Kaatsheuvel, Thomson; Breda, v.A.; Heusden, v. Hov. ; Valkenswaard 1901, Rovers en v. Roes- sel; - langs de Maas by Baarlo, Un. 1893; Maas bij Maastricht, v. Hov. forma floribus plurimis ligulatis: Overveensche weg 1835, Mb. (Elburg 1843, Alpherts in herb. pr.; tusschen Hall en Voorst 1899, K. A. in herb. pr.; Ryswyk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Goilber- dingerpolder Culemborg, de Haas in herb. pr.; Wageningen 1883, H e i n s i u s in herb. pr. ; - Schoorl- dam 1868. P. H. Bon in herb. v. Tuinen; - Zevenhuizen, Charlois, Rhoon, Barendrecht, v. d. Voo in herb. pr.; drjk te Herkingen 1871, Costerus in herb. pr.; — Scherpenisse 1877, K. A. in herb. pr.; Koudekerke, Ogt. in herb. pr. ; Nieuw en St. Joos- land 1875, Schipper; Oudelande, L. B. v. d. Slikke; Middelburg, Mevr. Snellen in herb. Heukels; — langs de Maas bij Venlo en te Genooi 1901, Rieter in herb. pr.; Valkenberg, Un. 188 3 L. in herb. pr.; Gulpen 1893, V. Suringari n herb. pr.) Bovendien: Hengelo, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 222) ; - Callantsoog, Petten, Un, 1891 (Arch. 2. VI. p. 824 PULICARIA. BUPHTHALMUM. AMBROSIA. 236); Alkmaar, Bergen 1897, S. en Abel. (Arch. 2. V. p. 249); Zypsche dyk, Egmond, Wijk aan Zee, Yclsen, Vogelenzang, — Noordwykerhout, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); — Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p.351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Amby, Meerssen, Valkenberg, Gulpen, Sittard, Un. 1861; Beek — Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 316). Voorts vermeld door Pelletier, Vorstius, Munting en Bruman. Subtribus Buphthalminae Ho/fm. Buphthalmum L. 717. B. speciosum Schreb. {Telekia speciosa Baumg.) Zeld- zame sierplant uit Zuid Oost-Europa, een enkele maal in oude parken en tuinen verwilderd. %. Juli—Aug. In Herb. : In een tuin Zuid Zype, P. Stadt te Schagerbrug (ingezonden aan de Wetenschappelyke commissie der M« voor Tuinbouw en Plantkunde); - Endegeest 1893, V. Suringar; Ryngeest 1896, V., beide onder Oegstgeest. Tribus Heliantheae Hoffm. Subtribus Ambrosiinae Ho/jm. Ambrosia Tourn. 718. A. artemisiifolia L. Afkomstig uit Noord-Amerika, met klaverzaden en granen ook elders ingevoerd ; echter onbestendig daar de zaden bijna nimmer rijp worden. 0. Aug. — Scpf. AMBROSIA. XANTHIUM. 825 In Herb. : Pothoofd brj Deventer 1893, E n s i n k en L.; 1893, K. A.; de Lutte tusschen Amerikaansche klaver, Un. 1895; — weiland Apeldoorn 1875—77, K. A.; opslag scheepsvuil (rogge) Apeldoorn 1898, 1901, K. A.; weide bij den Batavierenweg op den Hunerberg te Nijmegen 1900, J. Sterk en Th. Abel. ; Culemborg 1875, L. Hulsebosch; — Infanterie- kazerne Amersfoort 1897, Garj.; — ruigte Over- veen 1900, C. A. Backer; — buitenplaats Rozenburg Rotterdam 1901, Wachter en Jansen; — meel- fabriek Middelburg 1896, Ogt.; 1900, L.; - Ouden- bosch 1894, P. v. Luyck; 1895, de Haas. (Deventer aan de nieuwe stortplaats 1896 en over- vloedig bij 't station H. IJ. Spoorweg, K. A. in herb. pr.; molen te Kampen, J. Boldingh; — Rotterdam, onder een heg, H. v. d. Linden; rots Diergaarde aldaar, W. H. Wachteren P. Jansen; Rozenburg, G. P. Moerman; — Haanwijk bij Vucht en boek- weitpelmolen te Vlijmen, J. v. Giersbergen, Val- kenswaard, H. A. v. Roessel, alle in herb. Heu- kels.) 719. A. triflda L. Op vochtigen grond in Noord-Amerika ; in Europa met zaden ingevoerd. ©. Aug. — Sept. In Herb. : Groenhoven bij Leiden 1900, Jongm. en Borst Pauwels (opslag uit kippenvoer). (Middelburg, Mevr. Snellen in herb. Heukels.) Xanthium Tourn. 720. X. spinosum L. Waarschijnlijk Zuid-Amerikaansche plant, doch reeds lang in Zuid- en Zuid-Oost- Europa ingeburgerd en van hier vroeger met Spaansche en Hongaarsche wol ook elders inge- voerd, thans veelal met granen geimporteerd. Door het laat rijpen der zaden bij ons geen blij- vende plant. 0. Aug. — Sept. In Herb. : Apeldoorn 1866, K. A. (aldaar ingevoerd 826 XANTHIUM. IVA. met wol van schapenvellen uit Buenos Ayres);Ben- nekom 1895, V.; — Persijnspan bij Katwrjk 1865. H. d. V.; - meelfabriek Middelburg 1896, Ogt.; - Hintham 1895, Heinsius; — Maastricht 1884, Groll; St. Pieter 1864, H. Jacques. (Lange Bleekerspad Amsterdam 1893, Costerus in herb. pr.; — meelfabriek Middelburg 1901, L. m herb. pr.) 721. X. strumarium L. Waarschijnlijk een Zuid-Oost- Russische steppenplant, met wol en zaden inge- voerd en hier en daar volkomen ingeburgerd, aan wegen, ruigten en vuilnishopen. ©. Juli — Sept. In Herb. : Oude Worp over de IJselbrug Deventer 1846, J. Tijhaar Cz.; Pothoofd Deventer 1877, K.; — brj een veer over de Oude Maas in het Maas- en Waalsche 1802, J. Kops; — buiten de steenplaats te Dordrecht 1837 en op een puinhoop te Dordrecht 1839, Lac; — Groot Deuteren in menigte 1847, Klein Deuteren 1847, buiten de Vuchtsche poort 1847 en Maren ten oosten van de Kerk 1847, v. Hov.; — Maastricht 1884, Clumper. (Stoommeelfabriek Deventer, E. J. H. Scholten in herb. Heukels.) Voorts vermeld brj Pelletier, Munting, Bru- man en voor Kampen en Utrecht door de Gorter. X. macrocarpum D.C. Zuid-Europeesche plant, in Suringar's Zakflora voor Limburg opgegeven. Het is mij onbekend waaraan deze groeiplaats ontleend is. Iva L. 722. I. xanthiifolia Nutt. In rivierbekkens der prairien van Noord-Amerika; elders wel uit botanische tuinen ontvlucht. In Herb. : Scheepsvuil (boekweit) Apeldoorn 1898, K. A. IVA. RUDBECKIA. HELIANTHUS. BIDENS. 827 Bovendien: op opgevoerden bouwgrond buiten de voormalige duinpoort te Vlissingen, L. en Ensink. Subtribus Verbesininae Hoffm. Rudbeckia L. 723. R. laciniata L. Noord-Amerikaansche plant, hier en daar aan rivieroevers verwilderd. %.. Juli — Aug. In Herb.: tusschen Raalte en Wezepe 1892, L. (Langs het kanaal naar Hattera bij de Jonasbrug 1873, Twello, veel onder hakhout 1871, K. A. in herb. pr.) Bovendien: verscheidene jaren achtereen in een bosch te St. Kruis, voor welke groeiplaats zij ver- meld is in de lyst van Zeeuwsche planten in Arch. 2. VI. p. 117. 724. R. hirta L. Noord-Amerikaansche plant, in tuinen gekweekt, zelden verwilderd. %. Aug. — Oct. In Herb. : Denekamp 1899, J. B. Bernink. Helianthus L. 725. H. tuberosus L. Noord-Amerikaansche plant: sinds 1617 in Europa ingevoerd; bloeit echter zelden. %. Sept.-Nov. Meelfabriek Middelburg 1898, Ogt. in herb. pr. Subtribus Coreopsidinae Hoffm. Bidens L. 726. B. cernuus L. Aan slootkanten en op moerassige plaatsen. 0. Juni—Aug. In Herb.: Midsland 1868, Holk.; Un. 1886; - Leeuwarden, 1849, 1859, S. ; Joure 1873, J. M. d e B o e r ; - Kloosterholt by Scheemda, (wie?); - Meppel, 828 BIDENS. v. Heijn.; — Zalk, R. B. ; Oosterholt bij Kampen 1848, T.; 1848, R. B.; Wezepe 1846, T.; 1846, R. B.; IJseldyk by Wilsum 1873, Hoek; Langenholte bij Zwolle 1888, L. (met geleidelijke overgangen van den vorm zonder straalbloemen tot dien met een volko- men ontwikkelden krans van straalbloemen /?. ra- diatus); Hardenberg 1868, v. d. Scheer; - Harder- wijk 1865, en Oldebroek, R, B.; Apeldoorn, K. A.; 1878, K.; Hees, Hatertsche broek, N. en Th. Abel.; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Culemborg 1837, Lac; Amersfoort 1891, Garj.; - tusschen Utrecht en Blauwkapel, C. A. Bergsma; Schalkwijk 1833, Wtt.; laan van Schoonoord onder Doorn, v. d. T. ; — Kalf- jeslaan, Fl. Amst.; Overveen, Kerb.; Haarlem 1875, Groll; Haarlemmermeer 1853, Hartm. en S. ; - Leiden 1835, Mb.; 1842,0.; 1844, B.W., Mallegat 1833, S. S.; Persijnspan, Perin; Wassenaar, Dz.; 1832, S. S.; Haagsche bosch, Destree; 'sGraven- hage, G. B. ; Fyenoord 1870, 0. (n°. 582 als B. tripar- lifum var. minor Prodr. Fl. Bat.); Rozenburg 1899, Jongm.; Dordrecht, M. J. Cop; 1883, C. v. d. Broek; Dubbeldam 1882, V.; straatweg de Mjjl brj Dordrecht 1880, Posth.; - Vleertpolder 's Hertogenbosch, v. Hov.; Deurne en Helenaveen 1871, Lac; — Velden, Un. 1893 L.; Neerweert 1895, G. en V. var. /5. radians G. Beck. (floribiis radiatis Prodr. Ed. I.)* In herb. : Kinnem, Kaart, Midsland en Hee op Terschelling 1869, Holk.; - Haren 1855, v. H. (bloemen echter verloren gegaan) - Pater- wolde 1841, v. H.; Strat.; Eelderwolde, v. H. ; - tusschen Bareveld en Gieten 1890, Schipper; - Kampen 1855, R.B.; - Oldebroek, R. B.; - *) Het klinkt eenigszins vreemd, wanneer Hugo de Vries in zjjn Mutations theorie zegt, dat deze verscheidenheid in Nederland nog nimmer gevonden i-> '. BIDENS. 829 Utrecht, L. Marchand; Middelvaart bij Baam- brugge, v. d. T.; — Kortenhoef, G. Backer; — de boschjes Dordrecht 1884, V.; Maas onder Steenenkamer te Zwyndrecht 1849, v. Hov.; — achter de kerk te Werkendam 1835 en 1836 Lac; St. Maartenspolder Oudenbosch 1895, de Haas (ingezonden als B. tripartitus /?. flor. radl- atis); - Oostrum, Un. 1893. y. minimus D.C. In Herb. : Oldendijk en Emmen, Un. 1889; — (tusschen Neueschans en Lathrop in Overijsel 1831, Miq.); — Wisselsche heide bij Epe, Un. 1890 (als trip. minimus) ; lage veen te Emst 1875, K. A. (als idem); Uddelermeer 1897, V.; riviertje 't Meer tusschen Ooizicht en Ubbergen, N. AbeL; Abel. en Pas.; N. en Th. Abel.; - tusschen Utrecht en Blauwkapel 1832, de Br.; Utrecht, v. H.; — Leiden, B. W.; S.; kanaal Scheveningen, en Meerdervoort 1846, V. Z.; — Velden, Un. 1893. (Kladden Friesland en Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr. ; - Winschoten 1883, S c h i p p e r in herb. pr.; — Uddelermeer 1852, K. A. in herb. pr; Goilberdingerpolder bij Culemborg, de Haas inherb. pr.; — tusschen Schalkwijk en Houten 1846, Al- pherts in herb. pr.; Eemnes 1883, Heinsius in herb. pr.; — Vogelenzang, — Lisse en Leiderdorp 1893, V. Suringar in herb. pr.; Rijn en Schiekade Leiden 1893, Struyk. in herb. pr.; Delft 1875, L. in herb. pr.; langs de Rotte, eiland IJselmonde, v. d. Voo in herb. pr. ; p. tusschen Venraai en Well, Un. 1893 Costerus in herb. pr.) Bovendien: Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); Ame- land 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); - Scheene, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Weer- dinge, Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); s:m BLDENS. - Steenwyk, Steenwijkerwolde, Eesveen, Zuidveen by Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Mar kelo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); - venen Win terswyk, Eibergen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223) Ankelaar, Broekland, 'tLoo, K. A. (Arch. 2. III. p 188): - Bergen, Schoorl, Un. 1891 (Arch. 2. VI p. 236); - Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p 388); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p 351); - Arcen, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2 VI. p. 572); Brunsum, Gulpen, Lac. (Arch. 2. V. p. 15) Voorts vermeld door B r u m a n. 727. B. tripartitus L. Op gelijke plaatsen als de voor- gaande. 0. Juni-Sept. In Herb.: Texel 1860, Lac; Midsland, Un. 1886; - Leeuwarden 1849, 1859, S.; Kollum 1873, Schu- ringa; Franeker, C. A. Bergsma; — Groningen 1856, Strat.; 1856, v. H.; Slochteren 1829, v. H.; - Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1848, T.; R. B.; tus- schen Kampen en LTselmuiden 1871, Hoek; Mas- tenbroeker polder 1891, Carmigg.; Deventer 1877, K.; - Harderwyk 1863, 1864, R. B.; Apeldoorn 1852, K. A.; Zutphen, Fockema; Ruurlo 1881, L. en Ensink; Winterswijk 1874, R. E. de Haan; Nijmegen, B.; Abel. en Pas; Waaloever Ooische waard 1849, Th. Abel.; Ooische waard, Hees, Neer- bosch en Hatertsche broek, N. en Th. Abel.; - Amersfoort, D. S.; Beek bjj Amersfoort 1894, Garj.; Doorn, v. d. T.; Utrecht, v. H.; 1838, D. S.; Schalk- wyk 1832, Wtt.; - Berg en dallust Hilversum, v. d. T.; Zydelmeer, en Uithoorn 1872, Boerl; Amstel Amsterdam 1845, Romb.; Amsterdam, Fl. Amst.; Overveensche weg 1838, Buse; Sloten 1842, Heybrock (P. N. S.); Haarlem, Splitg.; 1875 en 1879, Groll; Spaarne aldaar 1872, Boerl.; Haar- lemmermeer 1853, S. en Hartm.; - Lisse, v. H.; Leiden 1830, Wtt.; 1838, Mb.; 1842,0.; 1844, B.W.; P e r i n ; Leimuiden 1899, J o n g m. ; Wassenaar, S. S. ; lilDENS. 831 's Gravenhage, R. B.; Papendrecht 1882, V. ; Dordrecht 1836, Lac. ; — Nieuwland, Tholen en Zuid-Beveland, v. d. B.; — station Woensdrecht 1884, V.; Ginneken, v. A.; 's Hertogenbosch, v. Hov. ; — Erjsden, v. Hov. var. /?. integer Koch. In Herb.: Hoevelaken, R. B.; Beekbergen 1896, S.; Winterswjjk 1873, R. E. de Haan; — Amers- foort 1838, D.S.; Soesterveen 1895, Garj.; - Dordrecht 1882, C. v. d. Broek. forma pumila Roth. (/?. niinima Wimm. et Prodr. Ed. I. p. 117.) InHerb. : Veenachtigegronden Meppel, v. Heij n.; - Utrecht 1832, de Br. [ A a n m. : Alle andere vroeger onder den laatsten naam ver- zamelde vormen behooren tot integer; het eerst genoemde specimen gel\jkt volkomen op B. cernuus minimus, daar deze ook opgerichte bloemhoofdjes heeft, echter heeft B. tri- partitus sterker gestekelde omwindselblaadjes en B. c e r- nuus 4—5 vruchtpluisstekels. — De door Oudemans onder No. 582 uitgegeven plant als B. tripartitus var. minor, Fyenoord bjj Rotterdam 1S70, 0., is B. cernuus.] (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr. ; — Zwolle 1888, L. in herb. pr.; — Culemborg, de Haas in herb. pr. ; — Baarn 18S3, H e i n s i u s in herb. pr. ; 't Gein, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — suiker- fabriek Naarden 1899, Koning in herb. pr. ; — Leiderdorp 1885, Struyk. in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heuke ls; langs de Rotte aldaar en eiland Uselmonde, v. d. Voo in herb. pr.; — Kapelle Zuid-Beveland 1892, Ogt. in herb. pr. ; Oudelande, L. B. v. d. Slikke in herb. Heukels; — Wouw 1874, S. Lako in herb. L.; Eindhoven 1878, Posth. in herb. pr.; -- Venlo 1897, Rieter in herb. pr. fi. In 't lage veen te Emst 1875, K. A. in herb. pr.; Katendrecht en Uselmonde, v. d. Voo in herb. pr.) Bovendien: Ameland, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 257); - 53 832 BIDENS. GALINSOGA. Wolvega, Terissert, tusschen Kntjpe en Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Hoogeveen, Zwinderen, Gramsbergen, Ane, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); - Steenwykerwolde, Kal- lenkote, Eeze, Eesveen, Zuidveen by Giethoorn, U n. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Almelo, Albergen, Vrie- zeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twik- kelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Bekkum, Borne, Weusthag, Haaksbergen, Oldenzaal, de Poppe, Un. 18 95 (Arch. 3. I. p. 222); tusschen Diepenheim en Goor, Entersche veen — Slink brj Groll; tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 617); Eibergen, Groenlo, Bor- culo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 223); Lent, huis Ubbergen, Wychensche venen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 287); - Alkmaar, Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Bergen, Sandpoort, Overveen — Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 388); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); Noord- Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); Schou- wen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaan- deren, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); Hulst, kanaal Neuzen, Hoek, Axel, A. W. (Arch. 1. IV. p. 286); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 545); — Venlo, Blerik, Baarlo, Velden, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Maastricht, Meers- sen, Roermond, Un. 1861; Sittard, Gulpen, Un. 1883; Simpelveld, Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld door Pelletier, Vorstius, Mun- ting en Bruman. Galinsoga Ii. P. 728. G. parviflora Cav. In westelijk Zuid-Araerika, noor- delijk tot Mexico, voornamelijk in Peru; reeds GALINSOGA. ANTHEMIS. 833 in het begin der 19e eeuw in Duitschland als vluchteling waargenomen en sinds dien tijd zich meer en meer uitbreidende als een lastig onkruid. 0. Juni—Oct. In Herb.: Vollenhove 1892, K.A.; 1893, L. (in den moestuin van Oldruitenborgh en op aandappelvelden te Vollenhove overvloedig); — Harderwijk 1863, R. B. (in dit jaar voor 't eerst hier opgemerkt, groeit in verbazende menigte op bouwland om deze stad, R. B.; ook in Wirtg. Herb. pl. sel. crit. fl. Rhen. Fasc. XIII N° 722); C. A. Backer; Vorden 1875, Groll; — tuin van den watermolenaar buiten de Haarlem- merpoort te Amsterdam 1882, H. J. Calkoen Az. (Cfr. Arch. 1. IV. p. 143). [ A a n m. : Volgens Mr. L. H. B u s e zou het nieer dan waar- schjjnlyk zjjn „dat zy b\j ons is overgekomen uit de tweedo hand, te weten by den invoer van Duitsche pootaardappelen, die een paar jaar geleden, bjj het weder verheffen van de ziekte in onze oude pootsoorten, in ruime mate heeft plaats gehad." Cfr. Arch. 1. V*. p. 415.] Tribus Anthemideae Hoffm. Subtribus Anthemidinae Hoffm. Anthemis L. 729. A. austriaca Jacq. Zuid-Oost-Europeesche plant, een enkele maal ook elders ingevoerd. 0 en 0. Jull—Aug. In Herb. : Duinvlakte Overveen 1878, S. ; 1878, K. A. ; braakliggend aardappelveld Middenduin 1879, Groll. [Aanm. : De aanwezigheid dier plant wordt verklaard, door- dien de mest eener wagonlading varkens, uit Hongarye af kom- stig, werd opgekocht door iemand, die in een der duinpannen op bovengenoemde plaats, aardappelen kweekte. Van gelVjken oorsprong waren aldaar Sisymbrium pannonicum en meer andere Pothoofdplanten.] /2. Triumfetti JJ.C. (Anthemis Triumfctti AU.) In Herb. : Pothoofd bij Deventer 1895, K. A. 834 ANTHEMIS. [Aanm.: In 18'. »4 w>-rd door den Heer H. .). K««k Anker- Bmit aan het Pothoofd bij Deventer een composiet verzaineld. die blijkbaar tot het geslacht Anthemis behoorde, ofschoon de soortsbepaling toen niet mogelijk was. Inmiddels had de Heer Ankersmit deze plant in zijn tuin overgebracht en daarvan exemplaren medegebracht op de zomervergadering in 189") te Hengelo gehouden en nogmaals een aantal bloeiende stengels ingezonden voor het herbarium der Vereeniging in Juni van het volgende jaar. Bij een voorgaande keer meende ik met vrij groote zekerheid deze plant v<>or Anthe mis austriaca Jacq. te kunnen houden; volgens den Heer A n- kersmit rchter zoude het Anthemis Triumfetti All. moeten zijn. Om deze vraag op te lossen heb ik nogmaals een nader on- derzoek ingesteld en heb de plant vergeleken met de beschr\j- vingen van bekende auteurs en met de exemplaren uit 'sRijks Ilirbarium. Welke is nu echter de plant van Allioni? In diens werk „Flora pedemontana" T<>m. I. p. 187 (a° 17S5), vindt men het volgende : „680. C h a m a e m e 1 i o n t r i u m f e 1 1 i n. Icon Taur. Vol. XXVII tab. 19. A n t h e m i s Tr i u mf e tt i n. misc. Taur. Anthemis austriaca Jacq. Fl. Aust. tab. 444. Tanacetum montanum tenuifolium flore <;m Bocc. mus. part. II. ]>. 33 tab. 25. Chrysanthemum tanaceti folio, flore albo montanum italicum Barr. icon. 466. B u )> h t a 1 m u m tunaccli minuris f> >lio exoticum Plick. alm. 73. Buphtalmum alpinum flore candido Triumf. obs. 79. M a fcr i cari a pyrenaica B u p h t a 1 m i folio T< >urn. Inst. p. 493. Chamaemelum Tanaceti minoris folio, fiore albo maiore. Vaill. act. parie. 1720. Loc. Frequens in apricis saxosis et pascuis collium Tauri- nensium. Annuum. Obs. Ab Anthemi fcinctoria disfcinxi (misc. Taur. loc. cit.) Cl. Jacq. A n t h e m i m austriac a m dixit.'- De hier gegeven besrhrijving is al eeer weinig zeggend ; het moeste moet men opmaken uit de als svnonvmen opgegeven namen; toch zegt Allioni dat zy is een eenjarige plant. De omlerhavige plant sch;jnt echter overblijvend te zijn, altans stdlig tweejarig en derhalve zou de Pothoofdplant zeker niet gebracht kunnen worden onder de opgave van ANTHEMIS. 835 Allioni, te meer omdat Boissier in zyn Florti orientalis by deze afdeeling van het geslacht Anthemis eeu hoofd- splitsing maakt tusschen eenjarige en twee- of meerjarige planten. Gaan wjj echter na hoe het met A n t h e m i s T r i u m f e 1 1 i gegaan is bij andere schryvers, dan blykt, voor zoover ik over de noodige bronnen k<>n beschikken, dat zy b« de meesten als varieteit of als een vorm onder een der andere soorten is gebracht. In de eerste plaats De Candolle in zyn Prodromus (VII. p. 11), alwaar men van A. austriacade volgende beschry- ving vindt: ,,Caule erecto ramoso apice villoso-canescente, foliis bipinnati-partitis villoso-subcanescentibus, lobulis den- tatis acutissimis, invol. squamis dorso villosis margine hya- linis obtusis, recept. convexi squamis lanceolatis apice in cuspidem flosculos aequantem rigidulam angustates. 0. Ach. compresso-tetragona, coronula membranacea integra superata, demidiam paleae longitudine aequantia." Hierby brengt hfl onder: „/?. Triumfetti, caule stricto rigidiore apice glabriore, foliis paulo latioribus achaeniis distincte coronatis. Habitus fere A. tinctoriae, sed glabrior et radio albo donata." Reichenbach daarentegen (Icon. Fl. Germ. et Helv. XVI. p.63) brengt A. Triumfetti als varieteit tot A. tinctoria, met de korte toevoeging: radio albo. Alzoo wil hy behalve dit verschil zijn geheele diagnose van A. tinctoria doen gelden, die h\j aldus beschrijft: „A. tinctoria L. pilis appressis sericea subglabra, biennis surculisque radicantibus quasi perennans, foliis carnosulis pectinato bipinnati partitis, partitionibus remotis, rhachiden- tata (laciniis raro 1-2 dentatis), paleis rhombeis mucronatis. Cota tinctoria Gay. Fl. Dan. DCCXLI. Engl. bot. 1472. Rami sub angulis parvis arrecti apice longe nudi, macroce- phali. Ligulae vulgo luteae seu croceae. Pappi corona abbre- viata, denticulata, nunc lobulata." Gelyk de Pothoofdplant reeds op het eerste gezicht van A. tinctoria verschilt, evenmin past de hier gegeven diagnose op onze plant, want noch de beharing, noch de bladslippen, noch de ruitvormige strooschubben komen by de ingezonden plant voor. Doch ook met Reichenbach's beschr^jving van A. aus- triaca komt onze plant niet overeen ; veeleer past de be- schrij ving die Reichenbach van A. r i g e s c e n s geeft op haar, n.l.: „recedere videtur paleis oblongis mucronatis (nec 836 ANTHEMIS. rhombois), pappo breviore, foliorum partitionibus approximatis, lacinulis bi-tridentatis rhachi rarius dentata. Ligulae magnae, albae." Ook de teekeningen op plaat MIX komen zeer goed overeen, beter dan die welke van A. Triumfetti op de vol- gende plaat worden gegeven. Volgens dezen sehrijver zou derhalve onzo plant A. rigescens zijn. Dit zou trouwens overeenkomen met de opgaven van B o i s- sier, die achter zijn boschrijving van A. rigescens ver- meldt: „A. varietate pallida A. tinctoriae glabritie maiori, foliorum rachide dilatata segmentisque latioribus minus profunde partitis." Volgens Do Candolle komt echter onze plant veel ineer met A. austriaca dan met A. rigescens Willd. (hort. berol. I. t. 62) overeen en ik heb daarom de oorspronkeljjke beschrijving van A. austriaca Jacq. (austr. t. 444) geraad- pleegd, die ik hier vollodigheidshalve overneem: „Ex radice annua ramosa et pallento unicus ut plurimum caulis enascitur, ereetus, vix pedalis, teres, in ramos panicu- latus. Folia sunt bipinnata, brevia, erassula, subsessilia; pin- nulis minutis, eonniventibus, lanceolatis; mucronatis, inte- gerrimis ad lentam albide ciliatis, sessilibus. Flores solitarii erecti et pedunculati ramulos terminent. Calycis hemisphae- rici squamae sunt ad oras pilosae. Radii petala sunt alba, tridentata denticulo intermedio minimo, patentissima noctu reflexa. Discus lutous. Eecoptaculum conicum vestitur paleis oblongis, mucronatis et semina longitudine superantibus nec pungentibus. Semina oblonga, angulata, pappo destituta. Cau- lis, rami, folia et calyccs sunt lanugenose villosula. Folia, imprimis, vero fiores, valido pollent odore Matricariae offici- nalis, cui quiddam de Chamonilla junctum est; sapore autem amaro. Crescit passim inter segetes et ad vias; in arvis res- tibilibus ita nonnunquam abundam. ut sata videatur. Floret totam aestatem. Si in aybernaculum transferatur, in olla croscens, saope perennat, totamque Qoret hyemem." Het blijkt dat de eon- of moerjarigheid van de soorten van het geslacht Anthemis, althans b\j enkele aan geroeden twijfel onderhevig is; immors bij don eenen auteur wordt een plant als zuiver eenjarig opgegeven, waar een ander haar als overblijvond beschouwt. He1 s< hijnt mij derhalvo gerechtvn.ir- digd de Pothoofdpl.-mt onder die soorl te rangschikken waar- aan zij hot nauwst verwant is on haar te beschouwen als A. a u stri a c a Jacq. var. T r i u mfet ti D. C. 730. A. tinctoria L. Op zonnige plaatsen op droge zand- gronden, op inuren. %. Juli — Sept. In Herb.: Muur Kampen 1846, T.; 1846, R. B. ANTHEMIS. 837 (ingezonden als A. Valentvna); Pothoofd bij Deven- ter 1877, K.; 1893, K. A.; 1893, L.; stoommeelfabriek aldaar 1898, K. A.; - Zutphen 1885, Groll; Arn- hem, Thomson; Nijmegen, Abel. enPas; Ooische waard en tusschen Heumen en Mook, N. en Th. Abel.; Ooi Nijmegen, J. B. Spaan; Spoel tusschen Culemborg en Vianen, v. Dijk; — Utrecht, Kerb.; wallen aldaar 1830, v. H.; 1835, D. S.; v. d.T.; 1830 en 1872, de Br.; - Udijk Amsterdam 1833, S.S.; parkweg aldaar 1884, J. J. Smith; — Katwijk 1844, Mb.; tusschen Oegstgeest en Katwijk 1842, Dz.; 1842,0.; 1842, S.S.; B. W.; Ftfenoord, S. S.; Hoek van Holland 1894, Destree; opslag tuin Dordrecht 1900, Posth.; - kanaal Middelburg 1876, N. M. la Fonteyn; — veerdam Werkendam 1835 en 1836, Lac. ; — bovenste molen Venlo 1899, Garj. /?. discoidea Vahl. In Herb. : Pothoofd Deventer 1893, L. (Zutphen 1888, L. en Ensink, Berg en Dal, de W. Hamer in herb. L. ; Utrecht, W. C. v. Embden; — Santpoort, G. H. Japikse; — Rotterdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; — langs de Maas te Hamert, Un. 1893 Ogt. in herb. pr. /S. Kolenaschweg Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels.) Bovendien : tusschen Heerenwaarden en schans te Rossum, v. d. T. (Tijds. VIII p. 253 en Arch. 1. V*. p. 438); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 123) berustend op de opgave van Pelletier. [Aanm.: Er is een hybride bekend A. austriaca X tinc- toria — A. o c h r o 1 e u c a Celak.] 731. A. arvensis L. Op zandige bouwlanden. 0. Juni-Sept. In Herb. : Oosterbierum 1853, S.; Holwerd 1865, H. d. V.; — Zuid Laren 1850, v. H.; Groningen 1856, Strat.; Haren 1859, v. H.; - Weerdinge 1859, Lac. en S.; Gieten 1862, H. d. V.; Meppel, v. Heijn.; — Zalk, en — Harderwijk, R. B.; Hoef 838 ANTllKMIS. by Nijkerk 1872, Stolz; Hoevelaken 1893, Garj.; Putten 1866, 0.; Apeldoorn 1873, K. A.; Twello 1877, K.; Epe, Un. 1890; Zutphen 1834, Wtt; 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1834, Wtt.; de Pol by Voorst 1850, Cop; Warnsveld 1897, L.; Sillevolde, Un. 1885; Groenlo, Un. 1859; Terborg 1861, v. H.; Laag Keppel, Un. 1850; Winterswijk, Un. 1859; Plekenpol by Winterswyk 1872, R. E. de Haan; Arnhem, Thomson; Exc. 1897; Lobith 1837, V. Z.; Nymegen, B.; Coll. Nat.; Hees, Neer- bosch, Hatert, Beek, St. Anna, Heumen, N. en Th. Abel.; Beek 1868, 0.; Groesbeek 1897, G. en V.; Ubbergen 1847, v. d. B.; Renkum 1848, Buse; Ben- nekom 1856, v. H.; - Amersfoort, R. B.; Maarsbergen Exc. 1883; Soest 1870, Groll; Darthuizen 1836, en 1839, v. H.; Doorn, A. Schaeff; Driebergen 1838, Buse; C. A. Bergsma; Zeist 1S53, 0.; de Bilt, Kerb.; Bunnik 1842, B. de Haan (P. N. S.); G. Deijn. ; achter Vollenhoven naar Bunnik, v. d. T. ; Utrecht, C. A. Bergsma; 1834, Wtt.; 1858 en 1859, R. B.; — Hilversum, G. Broers (als Anth. austriaca); Bergendallust Hilversum, v. d. T.; Naar- den, v. H.; 1864, 0.; strand Oud Valkeveen 1894, V. ; Muiderberg 1841, Romb.; Urk 1884, S.; Wierdyk Enkhuizen 1894, Sanders; Haarlem 1871, Groll; — Katwijk, Perin; 1898, V.; Leiden, Mb.; Zoeter- woude.Hooge Rrjndijk 1898, V.; 's Gravenhage, R. B.; Nootdorp 1865, H. d. V.; Dordrecht 1881, B. Jelgers- ma; Dubbeldam 1837, Lac. ; — Driewege 1840, 's Gravenpolder 1840, Zwake 1839, Ellewoutsdyk 1838, en Kloosterzande 1845, v. d. B. ; Zuidzande 1846, B. W. en v. d. B.; Koewacht 1863, A.W.; Eede 1861, A. W.; — Boxmeer, Un. 1853; Deurne 1871, Lac. ; Geldrop 1845, en tusschen Nuenen en Geldrop 1835, v. Ho v. Mook 1857, v. d. B.; Sittard bouwland 1896, G. Maastricht 1870, G r o 1 1; St. Pietersberg 1864, H. d. V. 188V), V.; Schinveld 1901, G. en V.; Eysden 1894, V. ANTHEMIS. 839 (Deventer 1851, K. A. in herb pr.; Wesepe onder Olst 1901, - Apeldoorn 1879 en Hasselt (?) 1894, L. in herb. pr.; Velp 1893, Ogt. in herb. pr.; Beek bij Nymegen, de W. Hamer in herb. L. ; Bennekom 1892, V. Suringar inherb. pr.; Goilberdingerpolder Culemborg, de Haas in herb. pr.; Beusichem, Cu- lemborg — Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heu- kels; bouwland Vleuten 1877, Schipper in herb. pr.; — zanderij Bussum 1898, Koning in herb. pr.; tusschen Hilversum en Bussum 1891 en 1901, Cos- terus in herb. pr.; spoordijk Hilversum — Bussum 1899, en tusschen Diemen en Weesp 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Hilversum 1898, Struyk. in herb. pi\; - Rotterdam', H. v. d. Linden in herb. Heukels; spoordijk Sliedrecht 1895, Posth. in herb. pr.; — Haamstede 1894, Ogt. in herb. pi\; — onderste molen Venlo 1897, Rieter in herb. pi\; Velden, U n. 1 8 9 3, V. S u r i n g a r in herb. pr. ; Schaes- berg, J. v. Melick in herb. Heukels.) Bovendien: Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); - tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen, Vriezeveen Un. 187 0 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Tubbergen Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); - tusschen Brons bergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I p. 617) - Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 389) Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. IV. p. 404); - Blerik Arcen, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572) Gronsveld, Un. 1861; Beek-Elsloo, tusschen Beek en Valkenberg, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p.317); tusschen Simpelveld en Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 16.) Voorts vermeld bij Vorstius en Bruman. [Aiinm.: Ook van A. tinctoria en A. arvensis is een hy- bride bekend r A. a dulterin a Wallr.] 732. A. ruthenica M. B. Zuid-Europeesche plant, doch eklers vaak ingevoerd en ingeburgerd, langs spoor- 840 AXTHEMIS. banen, bij graanpakhuizen, molens enz. 0. Mei — Aug. In Herb. : Apeldoorn 1895, Groll; graanpakhuis aldaar 1894, K. A.; — Hamersveld tusschen rogge 1891, Garj.; — ruigte by station Vogelenzang 1901, V.; — huis ter Rivier Overschie 1896, V.; Kolen- aschweg Rotterdam en stationsterrein Vlaardingen 1901, Wachter en Jansen; — spoorbaan by sta- tion Breda, Exc. 1897. [Aanm.: Ook A. tinctoria X ruthenica is bekend.] 733. A. Cotula L. Op bebouwde en onbebouwde gronden, aan ruigten enz. 0. Juni—Oct. In Herb. : Coxdorp 1860, Lac. ; — Leeuwarden 1849, S.; 1865, H. d. V.; Bontekoe bij Leeuwarden 1859, S.; — Nieuwe Beerta 1843, enGroningen, v. H.; — Hooghalen 1865, H. d. V.; Meppel, v. Heyn.; — Kampen 1847 en 1855, R. B.; Zalk 1848, R. B. (ook als arvensis); Oldemarkt, herb. v. H.; Zwartendijk 1848, T.; Mastenbroekerpolder by Zwolle 1897, L.; — Beek, St. Anna, Hatert, Hees, N. en Th. Abel.; — Kalfsveld by Amersfoort 1894, Garj.; Utrecht, Wtt.; C. A. Bergsma; - Fune Amsterdam 1845, P. A. Richard; Haarlem, deVriese; — Leiden 1842, 0.; Leiderdorp 1845, Mb.; Stalen aldaar, Dz.; korte broekweg Naaldwijk 1845, v. d. T.; tusschen Vianen en Leksmond 1835, Kraamw.; — Schouwen, Dz. ; Zuid-Beveland 1839, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaan- deren 1862, A. W.; Waterlandskerkje 1885, L.; - Zevenbergen, Un. 1860; Breda, v. A.; Leur 1846, E. Engelberts; Eindhoven, Dz.; - Meerssen 1864, H. d. V.; Gronsveld, Un. 1883; tusschen Simpelveld en Kerkrade 1885, K. (Rouveen by Meppel 1865, H. d. V. in herb. v. Tuinen; — Apeldoorn 1878, L. in herb. pr.; — Wou- denberg 1889, Struyk. inherb. pr. ; Tolsteeg barriire Utrecht 1846, Alpherts in herb. pr. ; — Amsterdam bloemisterij Groenewegen 1877, J. J. Smith inlierb. ANTEMIS. ACHILLEA. 841 Costerus; korenveld Hilversum 1895 en — koren- veld tusschen Monster en Ter Heide 1896, V. Surin- gar in herb. pr.; Kijkduin 1887, Struyk. in herb. pr.; Delft, de "W. Hamer in herb. L.; — bouwland Goes 1894, Posth. in herb. pr.; Koudekerksche weg by Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; - Maastricht 1892, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Neerbosch, Beuningen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 289); — Castricum- Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); - Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en deHaas (Arch. 2. V. p. 546); — Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld bij Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting. De opgave (Arch. 1. I. p. 277) van van Hoven voor Nuenen en Geldrop heeft betrekking op A. arvensis. Anthemis Valentina L. Opgegeven door de Gor- ter voor de muren van Kampen, zal wel een vergissing zijn voor A. tinctoria, welke op die plaats door Bondam verzameld werd. Natuur- lijk heeft P e r i n deze plant bij Nijmegen gevonden. [Aanm.: Hybriden zyn voorts bekend tusschen A. Cotula en A. tinctoria = A. Bollei Aschers., benevens hybriden tusschen Anthemis arvensis en A. Cotula met Matricaria inodora.] Achillea L. 734. A. tomentosa L. Op zonnige, onvruchtbare heuvels en hellingen in Wallis, Zuid-Tirol, Piemont en Lombardije. %. Mei-Juni. In Herb.: Pothoofd Deventer 1893, K.A.; - Hoofd te Zutphen 1890, Groll. 735. A. nobilis L. Op zonnige, steenachtige heuvels, op muren en in de nabijheid van rivieren ; in noordelij- ker streken met zaden ingevoerd. %. Juni—Sept. 842 ACHILLEA. In Herb.: Pothoofd 1881, K.; 1894, K.A.; 1897, V.; haven Deventer 1877, K.; — haven Zutphen 1888, Groll; Waaloever Beuningen, B.; Ooische waard, N. en Th. Abel.; 1843, N. Abel.; (1840-43; door verzanding van het terrein verloren gegaan. Cfr. Arch. 2. V. p. 289); Berg en Dal 1894, Th. Abel.; — meelfabriek Middelburg 1896, L. (eerst als A. odo- rata ingezonden); — Oudenbosch 1895, de Haas; Moergestel 1898, Ogt. (Kolenaschweg Rotterdam, Wachter en Jansen in herb. Heukels.) [Aanm.: Een plant onder dezen soortsnaam door C. A. Bergsma by Haarlem verzameld is A. Hillefoliu m.J 736. A. Millefolium L. Algemeen op grasgronden, aan wegen, dijken enz. %. Juli — Auy. In Herb.: Texel 1857, Hart; Vlieland bij 'tdorp 1858, Lac; tusschen Midsland en Westterschelling 1869, Holk.; Terschelling, Un. 1886; Rottum 1897, Schipper; — Bolsward 1875, J. M. de Boer; Leeu- warden 1849 en 1859, S.; — Sterrebosch Groningen, Strat.; — Coevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1847, R. B.; T.; 1854, R.B.; 1870, Hoek; tusschen Wyhe en Olst 1833, Wtt.; Deven- ter 1846, v. Gron.; 1876, K.; Riele by Deventer, (wie?); — Harderwyk, R. B.; Apeldoorn, K. A.; Gorssel 1833, Wtt.; Lochem 1875, 0.; Rheede, v. H; Nijmegen, B.; 1851, N.en Th. Abel.; vestingwerken, Waaldyk te Weurt, Beuningen (purpxreum), N. en Th. Abel.; Renkum, Buse; Culemborg, H. S. Coll. Nat.; — Liniedyk Amersfoort, R. B.; Garj.; Ame- rongen, C. A. Bergsma; Utrecht, v. H.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; — Bergendallust Hilversum, v. d. T.; Naarden 1864, 0.; Uithoorn 1870, Boerl.; Amsterdam, v. H.; de Vriese; Fl. Amst.; Wees- perzyde aldaar 1846, P. A. Richard; Urk 1853, Backer de Wit; 1884, S.; kerkhof Marken 1886, Boerl.; Wieringen 1856, Lac. ; 1857, Hart.; tus- ACHILLEA. 843 schen Bergen en Alkmaar, Kerb.; Haarlem, C. A. Bergsma; 1833, Kerb.; 1838, Buse; Haarlemmer- hout 1871, BoerL; Overveen, Buse; Vogelenzang 1842, J. L. Tilanus (P. N. S.); Leiden 1832, S.S.; Pierot; 1835, Mb.; Dz.; 1842, 0.; B. W.; 1853, S.; Oegstgeest, Boerl.; 's Gravenhage 1832, I. de L.; G.B.; 1848, S.; v. d. Goes; Loosduinen, Exc. 1887; Brielle 1835, v. Rees; Rhoon 1871, Schepman; Alblasserdam 1850, M. J. Cop; Dordrecht 1835 en 1837, Lac; 1848, v. Hov. {purpureum) ; 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, en Aardenburg 1861, A. W.; — Sprang, Thomson; wallen Breda, v. A.; Tilburg 1870, Groll; wallen 's Hertogenbosch , v. Hov.; — 'tHaantje langs de Maas, v. Hov. p. collina Bckker. 2. pannonica Scheele. In Herb. : Koudenberg by Rheede, v. H. [ A a n m. : Deze vorm geiykt zeer veel op tomentosu m, versohilt echter terstond door de kleur der bloemen.] (Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr. ; — Ruurlo 1888, L. en Ensink in herb. L.; Tiel, Posth. in herb. pr.; Culemborg 1844, Alpherts in herb. pr. ; Valburg, SLijk Ewijk, — Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; Amersfoort 1894, Heinsius in herb. pr. ; — Huizerstraatweg Bussum 1899, K o n i n g in herb. pr. ; Zandpoort 186S, v. Tuinen in herb. pr.; Bloemendaal, Overveen, Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Overmaas en Schieland algemeen; vorm met vleeschkleurige bloemen; Per- nis, IJselmonde, Kralingsche veer, v. d. Voo in herb. pr.; Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Ryn- geest onder Oegstgeest 1892, en Wassenaar 1895, V. Suringar in herb. pr4; Brouwersdyk en Spuiweg Dordrecht 1848, Alpherts in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875 Schipper in herb. pr.; 1877 (met roode bloemen), 844 ACHILLEA. L. in herb. pr.; Koudekerke 1873, L. in herb. pr. • — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 257); - Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - alle bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Wrjhe, station Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Del- den, Twikkelerbosch, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Woolde, Borne, Haaksbergen, Langelo, Oldenzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, tusschen Goor en Entersche veen, — Groenlo, tusschen Zutphen en Bronsbergen, tusschen Brons- bergen en Warnsveld, Ruurlo, Un. 189 7 (Arch. 3. 1. p. 617); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 185 9 (Arch. 1. V. p. 224); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 271); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Willemspark Amsterdam, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 688); - Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 400); - Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilan- den, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Bergen op Zoom, langs de Zoom, Un. 189 6 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Baarlo, Velden, Arcen, Hamert, Wansum, Wel, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Maastricht, Pietersberg, Gronsveld, Amby, Roermond, Un. 1861; Sittard, Beok-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Valken- berg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Vorstius, Munting en Bruman. [Aaiim.: Vorschilt zeer in de kleur der bloemen; in herb. AOHILLEA. 845 L. komt bovendien nog een vorm met langgerekte hoofdjes voor, gevonden by Zwolle 1886.] 737. A. Ptarmica L. Aan kanten van rivieren en op moerassige plaatsen. %. Juli—Sept. In Herb.: Coksdorp op Texel 1869, H o 1 k. ; - Wol- vega, Un. 1881; — Onland bij Groningen, v. H.; Groningen 1856, Strat. ; — Coevorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen, R. B.; 1850, T.; Zalk 1855, T.; Zandberg bij Kampen 1869, Hoek; Steenwtfk, Un. 1892; Deventer 1833, S. S.; Halb.; 1846, v. Gron.; Romb.; 1877, K.; Zwartewater aan de Riezebosbij Zwolle 1901, L.; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; 1894, L.; Diepenheim (grandiflora), Un. 1897; — Harderwijk 1864, en Hoevelaken, R. B.; Apeldoom 1858, 0.; K.A.; Zutphen, M. D.; Fockema; 1881, C. v. d. Br.; LJsel aldaar, G. B.; Locheml875, 0.; Winterswijk 1875, R. E. de Haan; Rheede, M. D.; Arnhem 1873, Groll; Rijnoever Door- werth, Un. 1847; Nijmegen B.; Abel. en Pas; Waalwijk aldaar 1833, Wtt; Beek, Ooische dijk, Ooische waard, Oosterhoutsche bosch, Weurt, N. en T h. A b e 1. ; — Maas ? by Amersfoort, d e V r i e s e, R.B. ; 1896, Garj.; Hoogland 1854, 0.; Veenendaal 1899, Jongm.; Driebergen 1833, Wtt.; Doorn 1869, 0.; de Bilt 1842, Wenck; Blokkerberg bij Zeist, W. K.; Westbroek 1835, Zoelmond 1836, en Maartensdijk 1836, D. S.; Neerlangbroek, Wtt.; Utrecht 1843, Romb.; G. Deijn.; Loosdrecht, M. D.; 1845, P. A. Richard; aan de Zuwe tusschen Baambrugge en Vinkeveen, v. d. T.; - Naarden 1864, 0.; tusschen Amsterdam en Muiden, E. B. Asscher; Vrouwen- akker en Legmeerpolder, en Uithoorn 1870, Boerl. ; Parkweg Amsterdam 1884, J. J. Smith; Weesper- zjjde, Pl. Amst.; Haarlemmermeerdijk 1842, P. Heybrock, Fl. Amst.; Bergen bjj Alkmaar 1871, Th. Abel.; Breesaap, B u s e ; Overveen, S.; — Leiden 1833, S.S.; Kerb.; Dz.; 1836, Mb.; 1843, 0.; Voor- 846 ACHILLEA. schoten 1900, Jongm. en Borst Pauwels; Was- senaar 1833, S.S.; 1840, B.W.; 1853, S.; 1886, Des- tree; Waalsdorp, V. Z. ; G. B. ; 's Gravenhage 1865, H. d. V.; R. B. ; Eikenduinen, V. Z.; Alblasserdara 1850, M. J. Cop; nieuwe haven Dordrecht 1882, en Kop van 'tLand Dubbeldam 1882, V.; Leksmond 1832, v. H.; - Vlissingen 1888, L.; Hoek, Neuzen, A. W.; — Speelhuis, v. A.; Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; Werkendam 1835, Lac; Sprang, Thom- son; Oirschot 1865, Lac; 's Hertogenbosch, en Vuchtsche weg, v. Hov.; — Plasmolen, Un. 1898; Maasoever Roermond 1900, G. en Jongm.; Maas- tricht 1870, Groll; Maas brj Slavante, v. Hov. (Tusschen Haren en Paterwolde 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; Winschoten 1898, Schipper in herb. pr.; — tusschen Steenwijk en Vledder 1869, v. T u i n e n in herb. pr. ; Zwolle 1881, K. A. in herb. pr.; - Terborg, Un. 1885; Struyk. in herb. pr. ; Bennekomsche Meent 1892, Kerkwyk 1894, V. Su- ringar in herb. pr.; veerhuis Culemborg 1846, Al- pherts in herb. pr.; aldaar en - Schalkwijk, Drie- bergen, Doorn, Vreeswijk, C. A. Backer in herb. Heukels; tusschen Zuylen en Tienhoven 1871, Costerus inherb. pi\; — spoorweg Diemen- Weesp, A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; Spanderswoud 1899, Koning in herb. pi\; - Leiderdorp 1885, Struyk. in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; langs Rotte, IJsel en Maas aldaar, Bos- koop, en veenpolders Schieland, v. d. Voo in herb. pi\; - rivierdijk tusschen Moerdrjk en Lage Zwa- luwe 1901, Posth. inherb. pr.; Almkerk, Sleeuwuk, Nederhemert, Besoijen, C. A. Backer in herb. H e u k e 1 s.) Bovendien: tusschen Wolvega en Terissert, Teris- sert, tusschen Knype en Heerenveen, Un. 188 1 (Arch. 2. III. p. 422); - Hoogeveen, Gramsbergen, Ane, Sleen, Odoorn (Arch. 1. V. p. 250); - Steen- ACHILLEA. MATRICARIA. 847 wijkerwolde, Oldemarkt, Eeze, Eesveen— Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkeler- bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Borne, Hasselo, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen, — Groenlo, tus- schen Zutphen en Bronsbergen aldaar, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 617); Eibergen, Groenlo, Lochem, Bor- culo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Alkmaar 1871, S. en Th. Abel.; Schoorl, Heilo, - Westland, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); — Woensdrecht, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, B u- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Venlo, Baarlo, Velden, Hamert, Venraai, Wansum, U n. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Weert, H.d. V. (Arch. 2. I. p. 138); Amby, Meerssen, Un. 1861; Sittard, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317;; Meers, Mechelen, Lac; tusschen Simpelveld en Kerkrade 1885, Lac, G. en K. (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld door Dodoens (Cruijdt Boeck' 1618), Pelletier, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. 738. A. macrophylla L. Alpenplant, doch ook in tuinen gekweekt. %. Juli — Aug. (Bosch te Rhoon, W. H. Wachter en P. Jan- sen in herb. Heukels.) Subtribus Chrysantheminae Hoffm. Matricaria L. 739. M. inodora L. (Clirysanthemum itiodorum L. et Prodr. Ed. I. p. 122; Pyrethrum inodorum Moench et 54 848 MATKICARIA. Fl. B. S. p. 610). Aan wegen, slootkanten, kanten van akkers enz. ©, 0 en zelfs %.. Juni — Aug. In Herb. : Texel 1857, Harting; Coxdorp 1860, Lac; tusschen Burg en de Westen Texel 1869, en Ter- schelling 1869, Holk.; tusschen Oostereind en de Grie Terschelling 1897, V.; de Grie aldaar, Un. 1886; Schiermonnikoog 1860, S.; — de Lindedyk Friesland, v. H. (als maritima); — tusschen Groningen en Stroobos 1829 (als marit.), Adorp 1834, Hornhuizen 1835, en Haren 1832, v. H.; Groningen, Strat.; C. de Gavere; — Coevorden 1859, Lac. en S. ; Mep- pel en Hoogkerk, v. Hejjn.; — Wittenstein bij Kam- pen 1870, Hoek; Kampen 1855, R. B.; Zwolle, S. S.; Thorb.; Pothoofd Deventer 1877, K.; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; - Harderwyk 1864, R. B.; An- kelaar, Apeldoorn 1873 en boerderij het Woud Beek- bergen 1875, K. A.; Nijmegen B.; Ooische waard, N. Abel.; Hees, Neerbosch, Th. Abel.; St. Annamolen 1898, Docters v. Leeuwen en Th. Abel.; Hoe- velaken 1861, R. B.; (als Anthemis Gotula); — Amers- foort, Garj. (als marit); langs de Eem tegenover Coelhorst Amersfoort 1836, D. S.; - Naarden 1864, 0.; Muiderberg en tusschen Naarden en Muiderberg, v. d. T.; Muiderpoort en Zeeburg, W. de Haan; Amsterdam, Splitg.; 1845, Romb. ; Fl. Amst.; IJ by Amsterdam 1834, v. H.; Sloterweg 1839, Romb.; Uithoorn 1870 en 1877, en Zijdelmeer, Boerl.; Enk- huizen 1894, Sanders; Spaarndam 1870, Groll; Spaarnwoude, V.; Haarlem 1871, Groll; Bentveld, v. H.; Haarlemmermeer 1853, S. en Hartm.; Leid- sche vaart 1870, Groll; Bloemendaalsche bosch 1871, Boerl.; - Katwijk, Mb.; 1833, S. S.; 1859, S.; Groenhoven 1898, Struyk.; 's Gravenhage, V. Z. (als marit.); 1895, R. B.; Scheveningen 1872, Boerl. (als Matr. Ghamom.); Voorburg, Destree; Eikenduinen, G. B. (als marit.); Fyenoord 1846, Groshans; Dor- drecht 1836, Lac. (van daar ook 1894 Posth. in MATRICARIA. 849 herb. pr.); Ouddorp 1894, Boerl. en V.; aan de Lek by Leksmond 1832, v. H. (als marit.) ; - Zuid-Beve- land, v. d. B.; St. Philipsland 1890, L.; Vlissingen 1880, Buysman (als Mat. Ghamom.); Biggekerke 1873, L.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; - Breda en Mark aldaar 1874, v. A.; Moergestel 1898, Ogt.; kasteel Oud Heusden 1847, v. Hov.; Poede- roijen 1888, V. /?. maritima L. (Chrysanthemum maritimum Sm. et Prodr. Ed. I. p. 122; Chrys. inodorum p. salinum Wallr. ; Matr. inodora /?. salina Fries ; Pyrethrum maritimum Sm. et Fl. B. S. p. 612.) In Herb.: Texel 1867, S. P. Huizinga; Via- mensche veldje Vlieland 1869, en Grient 1869, Holk.; — Lemmer 1865, H. d. V. ; — zeestrand Harderwijk 1852, R. B. ; - Spakenburg 1837, D. S.; — Oosterdoksduk Amsterdam 1851, Th. Abel.; I.J bij A.msterdam 1828, v. H.; Schokland 1884, S. (als inodorum); kerkbuurt Marken 1886, Boerl. en V.; Wieringen 1857, Harting; - sluis Katwijk 1836, Lac; kanaal aldaar, Dz.; Nieuwe Waterweg, Barger en Cool; - Schou- wen, Dz.; Zuid-Beveland 1840 en Wilhelmina polder Zuid-Beveland 1845, v. d. B. ; Vlissingen 1879, L.; Zeeuwsch Vlaanderen 1859, A. W.; Cadzand 1878, L. (a. Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1866, v. Tui- nen in herb. pr.; — Borne 1901, L. in herb. pr.; - Blauwkapel Utrecht 1846, Alpherts in herb. pi\; Loenen, V. Suringar inherb. pi\; — Duivendrecht- sche weg 1898, A. C. J. v. Goor in herb. pi\; Muiderberg, Un. 1901 Koning in herb. pr.; Zaan- dam 1876, S c h i p p e r in herb. pr. ; Haarlemmermeer 1888, en 's Gravenzande 1892, Struyk. in herb. pi\ ; — Middelburg 1895, Ogt. in herb. pr.; — onderste molen Venlo 1898, Rieter in herb. pr. S.M l MATRICARIA. fi. Haven Texel en Prins Hendrik polder aldaar 1894, V. Suringar in herb. pr. ; Terschelling, H. Heukels in herb. pr.; - Elburg 1879, en - IJmui- den 1879, K.A. in herb. pr.; Noorder IJ en Zeedrjk 1901 - en Hellevoetsluis 1900, S t r u y k. in herb. pr.) Bovendien: «. Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); - Terissert, CJn. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Steenwykerwolde, Kallenkote, Giethoorn, Un. 1892; Delden, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Briuk- huis, Hasselo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Enter, - Groenlo, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 617); Winters- wijk, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); - Wieringen?') (Arch. 1. V. p. 54); Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); - Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p.389); - Haamstede, U n. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); - Bergen op Zoom, Woensdrecht station, langs de Zoom, U n. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Woensdrecht, Un. 1860 (Arch. 1. V*. p. 232); - Amby, Un. 1861; Beek- Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317). 0. Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 389). Voorts vermeld door Pelletier, Knjjf, Vors- tius, Munting en Bruman. 740. M. Chamomilla L. Op bouwlanden, langs wegen, aan ruigten enz. 0. Juni—Sept. In Herb.: Burg op Texel en de Waal aldaar 1860, Lac; Eierlandsche polder Texel 1868, Holk.; pas- torie Vlieland 1858, Lac; Midsland, Un. 1886; Nes op Ameland 1867, Holk.; Rottum 1897, Schipper; - Tjongerzijl, v. H.; Leeuwarden 1859, S.; - Aduard, Strat.; Groningen, v. H.; - Coevorden 1839, Lac en S.; Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1849, T. *) In herb. geen andere dan ^, maritima gevonden ; noch A n t h e- mis, noch Matricaria berusten van Wieringen in bet stamher- barium (Cfr. Arch. l. v. p. 64.) MATRICARIA. 851 {prolif.); 1847 en 1855, R.B.; Zwolle 1001, L.; Deven- ter, Romb. ; 1876, K.; - Harderwijk, R. B.; Hummelo bfj Keppel, Un. 1850; Epe, Un. 1890; Apeldoorn 1873, K.A.; Ruurlo 1885, Ensink; Middachten, v. H.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel; Herwijnen 1859, S.; - Amersfoort, R. B.; Garj.; Soest 1870, Groll; Bunnikl842, Bierens de Haan (P. N. S.); Utrecht, C. A. Bergsma; 1830, v. H.; 1833, Wtt.; 1837, D. S.; 1840, v. d. T.; 1851, A. W. Hartm.; 1858, R. B.; — Naarden 1864, 0.; Amsterdam, v. H.; Oosterdoks- dijk, Fl. Amst. ; Urk 1884, S.; Hemmeland Monni- kendam 1886, Boerl.; Schoorldam 1869, Hoek; Haarlem, de Vriese; Buse; — Warmond 1859, S. ; Oegstgeest, Boerl.; Rijnsburg, Valkenburg, Was- senaar 1840, B.W.; Leiden, Perin; Dz.; Mb.; B. W. (als Anthemis Colida); 's Gravenhage, R. B.; Voor- schoten, Jongm.; Hoek van Holiand, Destree; Rockanje, Exc. 1884; Dordrecht 1837, Lac; 1850, M. J. Cop; 1881, V; 1882, C. v. d. Broek; Bles- kensgraaf 1850, M. J. Cop; Heikop, v. H.; — Zuid- Beveland, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, en Eede 1861, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; Sprang, Thomson; 's Bosschendijk, v. Hov.; - Roermond 1900, G. en Jongm.; Mesch 1885, K. en G. {vivipara). (Tusschen Oldeboorn en Akkrum 1868, en Jelsum 1872, v. T u i n e n in herb. pr. ; — Voorst, K. A. in herb. pr.; Vorden, C. de Gavere in herb. Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer in herb. Heukels; — Tolsteeg barriere Utrecht 1846, A 1 p h e r t s in herb. pr. ; — tusschen Diemen en Weesp, A.C. J. v. Goor in herb. pr.; Trompenberg 1899, Ko- ning in herb. pr.; — Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; Overmaas en Schieland algemeen, v. d. Voo inherb. pr.; Zwijndrecht 1879, Posth. in herb. pr.; - Mid- delburg 1873, L. in herb. pr. ; 1893, 0 g t. in herb. pr. ; 852 MATKHARIA. 741. - Oosturhout 1887, J. J, Smith in herb. Costerus; Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V. p. 257); Gramsbergen, Erm, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Steenwijk, Steenwijkerwolde, Kallenkote, Eesveen, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, tusschen Heino en Wijhe, U n. 1 888 (Arch. 2. V. p. 410); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. 1. p. 199); Hengelo, Brinkhuis, Delden, Borne, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 222); Diepenheim — tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); - Winterswijk, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Haarlemmermeer, Hartm. (Arch. 1. III. p. 288); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Bergen op Zoom, Mallenburg, Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p.351); Oudenbosch 1885--87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); St. Pieters- berg, Gronsveld, Amby, Meerssen, Sittard, Un. 1861, Beek — Elsloo, Beek, Valkenberg, Maastricht, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vor- stius, Munting en Bruman. M. discoidea D.G. Plant van Oost-Azie" en West Noord-Amerika, doch in Europa, vooral in de nabijheid van groote steden, op onbebouwd terrein verwilderd. 0. Jimi — herfst. In Herb.: terrein afgebroken Lucifersfabriek Apel- doorn 1897 en 1898, K. A.; - stationsterrein Vlaar- dingen 1901, Wachter en Jansen; - stations- terrein Venlo 1899, Rieter. MATRICARIA. CHRYSANTHEMUM. 853 (Kolenaschweg Rotterdam, F. D. J. Risch; Wach- ter en Jansen in herb. Heukels.) [Aanm.: De M. su aveolens L„ door de Gorter als in- digeen opgegeven, behoort als vorm met kleinere hoofdjes tot M. chamomilla; evenzoo de M. suaveolens D.C.; terwyl de plant onder dezen naam van Koch's Synopsis een vorm is van Anthemis Cotula. Matricaria discoidea wordt door Ascherson met het geheele geslacht Matricaria onder Chrysanthemum gebracht, als Chr. suaveolens Aschers.] Chrysanthemum Tourn. 742. C. coronarium L. Sierplant uit Zuid-Europa, vaak met gevulde bloemen. 0. Juli — herfst. In Herb. : weide te Veenklooster, in de bosschen bij Vogelenzang (buitenplaats), I. Wtt. 743. C. segetum L. In zandige bouwlanden. 0. Juni -Oct, In Herb.: Terschelling 1897, V.; tusschen West- terschelling en Midsland, Un. 1886; Ameland 1869, Holk.; - Tjerkwerd 1867, J. M. de Boer; Holwerd 1865, H. d. V.; Oudkerk 1849, S.; Dokkum 1865, H. d. V.; Veenwouden 1838, Spree; — Haren 1856, Strat.; - Eelderwolde 1838, v. H.; Ter Heijl 1894, Sanders; Meppel, v. Heijn.; — Steenwrjkerwold, Un. 1892; Wittenstein bij Kamperveen, T.; 1854, R. B.; Diepenveen 1876, K.; St. Agnietenberg 1870, Hoek; Deventer, Halb.; 1846, v. Gron.; Cop; T.; Weldam bij Diepenheim, Un. 1897; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; 1893, L.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; - Harderwyk 1866, R. B.; Epe 1864, S.; Apeldoorn 1852, K. A.; Hummelo, Un. 1850; Voorst, G. B.; Zutphen 1829, 1833 en 1834, Wtt.; G. B.; Brummen, v. H.; Ruurlo 1885, Ensink; Rheede, v. H.; Wolfheeze, Groll; Clarenbeek bij Arnhem 1878, Groll; Lobith 1837, V. Z.; Nijmegen, N. en Th. Abel; Beek 1853, 0.; Ubbergen 1840, D. S.; 1847, v. d.B.; — Hamersveld, Garj.; Amersfoort 1861, R. B.; 854 (IIKYSANTHKMUM. de Bilt 1872, Stolz; Utrecht tusschen laan van Hardenbroek en die van Sterkenburg, v. d. T.; — Enkhuizen 1894, Sanders; tusschen Alkmaar en Bergen 1871, Th. Abel.; Bergen, Un. 1871, Castri- cum 1842, J. W. R. Tilanus (P.N. S.); Wijk aan Zee, Kerb.; Beverwrjk 1842, Buse; Haarlem, Mb.; Buse; 1875, Groll; - Noordwyk 1843, B. W. ; War- mond 1871, Boerl.; Stalen Leiden 1843, 0.; koren- land aldaar 1835, Mb.; bouwland Endegeest 1836, Lac; Rrjnsburg, v. d. B.; den Derjl 1841, S. S.; Was- senaar 1833, S. S.; 1840, B. W.; 1853, S.; Voorscho- ten 1859, S.; Terheiden 1882, V.; Hoornbrug by 's Gravenhage, V. Z.; Loosduinen 1886, Destree; Maassluis 1895, V.; Hoek van Holland 1892, Des- tree; - Hoek 1865, A. W.; - Woensdrecht 1874, S. Lako; Loopschans Breda, v. A.; 's Hertogenbosch, v. Hov.; Engelensche dijk aldaar 1846, en Son, v. Hov.; Haren (N.-Br.), Thomson; Eindhoven, Dz.; 1886, V.; Boxmeer, Un. 1853; - Roermond 1900, G. en Jongm.; Maastricht, v.Hov.; Gulpen 1889, V. (Tusschen vlas Garjjp 1869, v. Tuinen in herb. pr. ; Blijham 1884, Schipper in herb. pr.; - Pater- wolde 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; 1884, Hein- sius in herb. pr.; — Zwolle 1887, en — Apeldoorn 1878, L. in herb. pr.; Velp 1886, Posth. inherb. pr.; Rrjswijk (Gld.), B. J. v. W agensveld in herb. Heu- kels; tusschen Bennekom en de Grebbe 1893, V. Suringar in herb. pr.; — tusschen Schoorldam en Bergen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; — Overschie 1894, L. E. Steenhuizen inherb. Struyk.; - Oisterwijk 1894, Ogt. in herb. pr.; Boxtel 1888, Struyk. in herb. pr.; - Velden, Un. 1893, Ogt. in herb. pr.; Venlo 1897, Rieter in herb. pr.; Hout- hem 1892, Posth. in herb. pr.; Schaesberg, J. v. Melick in herb. Heukels.) Bovendien: Texel, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); - Zwinderen, Dalen, Gramsbergen, Emmon, Sluen, CHRYSANTHEMUM. 855 Weerdinge, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch.2.VL p. 348); Hengelo, Bekkum, Borne, Haaksbergen, 01- denzaal, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, Diepenheim — spoorbaan Eibergen, Meddobij Winterswyk, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 617); Winters- wijk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Alkmaar, Bergen 1871, S. en Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Bergen, Schoorl, Un. 1891 (Arch.2. VI. p. 236); Heemskerk, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); — Walcheren, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); — Bergen op Zoom, Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p.351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Arcen, Oostrum, Un. 1893 (Arch. 3. I. p. 351); Mook, Th. Abel.; Berghem, Lac; Eijsden— Rjjkholt 1885, K. en G.; tnsschen Simpelveld en Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 16); Epen, Un. 1861; tus- schen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld door Pelletier, Munting en Bruman. 744. C. Leueanthemum L. In weilanden, langs wegen en dijken. %.. Mei — Juli. In Herb. : Terschelling 1887, V. ; — Leeuwarden 1850, S.; — Sterrebosch, Groningen, Strat.;— Coe- vorden 1859, Lac en S.; Meppel, v. Heyn.; — Kampen 1850 en 1854, R.B.; zandberg Kampen 1848, T.; Voorst te Vollenhove 1894, en Zwolle 1891, L.; Worp bij Deventer 1839, Halb.; Deventer 1877, K.; - Harderwijk, R. B. ; Apeldoorn 1873, K. A.; Zutphen, Fockema; Winterswijk 1874, R. E. de Haan; Ny- megen, N. en Th. Abel. ; Renkum 1850, S.; — Amers- foort, R. B.; Garj.; Zeist 1838, Lac; Utrecht, v. H.; 1835, Wtt.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; 1879, 856 CHRYSANTHEMUM. A. C. Oudemans; tusschen Utrecht en Amsterdam, v. d. T.; Zuilen, v. A.; Wikkenburg 1832, Wtt.; - Oosterdoksdijk, Romb.; Diemermeer 1842, P. Hey- brock (P. N. S.); IJdijken, buitensingels; stadspa- den, Fl. Amst.; Amsterdam, v. H.; tusschen Velse- rend en Bloemendaal 1869, Hoek; Bloemendaal 1871, Boerl.; Overveen, Exc. 1878; Kraantje lek 1845, P. A. Richard; Haarlemmerhout, Buse; Haarlem, Splitg.; - Leiden 1829, Reinw.; 1832, S. S.; Dz.; 1835, Lac; B. W.; Perin; Warmonderhek 1859, en Wassenaar 1856, S.; Haagsche bosch, V. Z. ; 'sGra- venhage, G. B.; 1895, R.B.; Loosduinen 1886, Des- tree; Rotterdam 1850 en 1853, 0.; 1851, Coll. Nat.; Papendrecht en Louterbloemen Dordrecht 1882, V.; Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; spoordijk aldaar 1880, Boerl.; Everdingen, H. S. (Coll. Nat.); - Zuid-Beveland en Oosterzwake 1839, v. d. B.; Wal- cheren, Forsten; Veere 1894, Ogt.; Vlissingen 1881, Buijsman; Zeeuwsch Vlaanderen 1861 en Sint Kruis, A. W.; — tusschen Loon op Zand en Kaatsheuvel, T h o m s o n. £. discoideum Koch. In Herb. : Langs de Nieuwe Wetering bij Zwolle 1894, L.; - Nijkerk, Stolz. (Vestingwerken Groningen 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; — Ruurlo 1885, Ensink in herb. L.; Voorst 1892, K.A. in herb. pr.; Lent, Valburg, Slijk- Ewijk, Culemborg, C. A. Backer inherb. Heukels; Culemborg, de Haas in herb. pr.; - Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels: Vossengat batterij Utrecht 1845, Alpherts inherb. pr.; Vreeland 1892, V. Suringar in herb. pr.; - Blaricum 1899, Ko- n i n g in herb. pr. ; Willemspark Amsterdam 1887, J. J. Smith inherb. Costerus; Haarlem, Overveen, Spa- rendam, C. A. Backer in herb. Heukels; — Oegst- geest 1885, Struyk. inherb. pr.; Overmaas en Schie- land vooral in voenpolders algemeen, v. d. Voo in herb. CHRYSANTHEMUM. 857 pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden; Spijkenisse, J. Koornneef in herb. Heukels; - Souburg 1890, Ogt. inherb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1875, Schip- per in herb. pr.; Koudekerke 1874, L. in herb. pr.; — Almkerk, Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; Breda 1879, Posth. in berb. pr.; 's Her- togenbosch 1872, Costerus in herb. pr.; spoorweg Boxtel-Eindhoven, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Venlo 1897, Rieter in herb. pr.; muren Wylre 1893, V. Suringar in herb. pr. y. maritimum. Plant vleezig en sterk vertakt. Vollenhove 1893, L. in herb. pr.) Bovendien: Eierland Texel, v. E. (Arch.2. 1. p. 389); — Gramsbergen, Ane, Emmen, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - station Heino tot Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Delden, Twikkelerbosch, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 199); Hen- gelo, Borne, Lochem, Oldenzaal, de Lutte, de Poppe, Un 189 5 (Arch. 3. I. p. 222); Markelo, Diepenheim, Enter, - Groenlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Kennemerland- Voorne en Westland, v. E. (Arch. 2. 1. p. 389) ; Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); Haamstede, Un. 189 4 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, behalve St. Philipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); - Woensdrecht, Hoogerheide, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); - Baarlo, Velden, Welschehut, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 572); St. Pie- tersberg, Gronsveld, Meerssen, Amby, Valkenberg, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861; Beek-Elsloo, Maastricht, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld door Pelletier en Knijf. p. bouwland te Velp, Ogt. [Arch. 2. VI. p. 322]. • 745. C. Parthemum Bernh. (Pyrethrwn Partheniuiu 858 CHRYSANTHEMUM. Smith. en Fl. B. S. p. 610). Zuid-Europeesche plant ; vroeger als artsenijgewas gekweekt, meestal echter als sierplant, vooral met gevulde bloemen ; tegenwoordig meestal ineenlaagbhjvenden vorm, met goudgele bladen voor mozaikperken. 2J.. Juni - Juli. In Herb.: Park bij de Burg op Texel 1860, en tuinen Vlieland 1858, Lac; Terschelling 1887, V.; — in het bosch van Matenastate te Cornjum 1874, v. T u i n e n ; - Haren 1862, v. H. ; Groningen, S t r a t. ; Eelde, v. H.; — Meppel — IJselmuiden en Zwolle, v. Heyn.; Deventer 1877, K.; - Harderwyk 1872, R. B.; Broekland by Apeldoorn 1853, K. A.; Nijmegen, B.; Beek 1866, v. H.; -■ Amersfoort, Splitg.; 1893, Garj.; Heiligenberg bij Leusden 1836, D.S.; Ame- rongen, C. A. Bergsma; Utrecht, v. H.; spoorweg by de Catharijnepoort te Utrecht 1841, v. d. T.; — tuin Uithoorn 1877, Boerl.; Amsterdam, Asscher; F 1. A m s t. ; Legmeerpolder bij Uithoorn 1886, B o e r 1. ; Spaarndammerweg 1894, V.; Haarlem, Asscher; Buse; Overveensche weg 1872, Boerl.; Haarlem- merhout, Kerb.; - Leiden, Dz.; 1835,Mb.; Kerb.; Zomerlust aldaar, v. d. B.; Spanjaardsbrug Leiderdorp 1840, B.W.; 1843 en 1846, 0,; Ryksdorp 1832, S.S.; 's Gravenhage, G.B.; Delft, v. S. V.; Dordrecht 1837, Lac; 1882, C. v. d. Broek; 1884 V.; - Zuid-Beve- land, v. d. B. ; tuinen Hoek, A. W.; - Ulvenhoutsche bosch, v. A.; Oud-Heusdensche kasteel 1847,enZuid- Willemsvaart brj 's Hertogenbosch, v.Hov.; - Tho- renroth 1900, G. en Jongm.; Bunde 1870, Groll; Heerle (misschien bij Breda?) 1864, H. d. V.; Holle- weg by Hussenberg 1885, K. en G. ; Valkenberg 1887, V.; Vaals 1866, H. d. V. /?. discoideum C. H. Schultz B. i. p. In Herb. : Uilenput by Nymegen 1864, en Berg on Dal 1872, v. H. CHRYSANTHEMCJM. 859 (Diepenveen 1851, en — Beekbergen (als lasiocarpa) 1879, K. A. in herb. pr.; Hoog Soeren 1879, L. in herb. pr.; — Haarlem, C. A. Backer; Elswout, J. Koornneef; — Voorburg, Mevr. Snellen in herb. Heukels; Kijkduin 1887, Struyk. in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden; Wachter en Jansen in herb. Heukels; Breeweg Dordrecht 1848, Al- pherts in herb. pr. ; — Sleeuwijk, Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Schaesberg 1889, Struyk. in herb. pr.) Bovendien: Westland, v.E. (Arch. 2. I. p. 389); - Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118)*); - Amby, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 317); Schinnen, Nut, Simpelveld, Lac; Beek — Elsloo, Slenaken, Pesaken 1885, K. enG.; tusschen Simpelveld en Kerkrade 1885, Lac; K. en G. (Arch. 2. V. p. 16). Voorts vermeld door K n ij f, Munting en Bruman. C. corymbosum L. P. discoideum. Plant van berg- achtige streken, een enkele maal elders ingevoerd. %.. Juni—Aug. In Herb.: Aan den weg van Naarden naar Soestdijk, C. A. Backer. [Aanm.: De determinatie dezer plant was nrij niet zeker genoeg, om haar met een doorloopend nummer te voorzien ; misschien een vorm van de volgende soort.] 746. C. vulgare Bernh. (Tanacetum vulgare L. et Prodr. Ed. I. p. 120). Algemeen langs muren, aan dijken en wegen. 2J.. Juli — Oct. In Herb.: Coxdorp Texel 1868, Holk.; kerkhof Vlieland 1858, Lac; Hollum op Ameland 1868, Holk.; Rottum 1898, Schipper; — Bergum 1838, Spree; Hardegaryp 1849, S.; — Haren, Strat.; — Dalen, Erm 1859, Lac en S.; Hooghalen 1865, H. d. V.; *) De opgave zou van Pelletier afkomstig ztfn, ofschoon de plant volgens 0 u d e m a n s niet t>\j dien schry ver als inlandsch vermeld wordt. 860 CHRYSANTHKMUM. Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1847, R. B.; 1869, Hoek; zandberg Kampen, T.; Zwolle 1897, L.; Dalfsen 1865, H. d. V.; Deventer 1846, v. Gron. (door de wormen! opgegeten, volgens aanteekening Dz.); Romb.; 1877, K.; Pothoofd Deventer (f. gigantea), K. A.; langs den IJsel (ubi?) 1845, P. A. Richard; - Harderwyk 1864, R. B.; Apeldoorn 1850, K. A.; Zutphen 1881, C. v. d. Broek; Ruurlo 1883, L. en Ensink; Lochem 1875, 0.; Ratumsche weg Winters- wrjk 1873, R. E. de Haan; Arnhem, Thomson; Boerl.; Rrjn boven Arnhem, V.Z.; Nijmegen, B.; N. en Th. Abel.; Culemborg, Wtt.; - Amersfoort 1890, Garj.; Soestdrjk, de Vriese; Baarn 1835, D. S. ; Rhoodestein bjj Neerlangbroek, v. d. T. ; Everdin- gen, H. S. (Coll. Nat.); - 'tGooiland 1874, Boerl.; Naarden 1844 en 1864, 0.; Muiderberg 1839, R o m b. ; buitensingel, Fl. Amst.; Velserhout, V. Z.; station Velsen 1874, H. d. V; Vogelenzang 1833, S. S.; Klever- laan 1837, Buse; Haarlem 1875, Groll; — Leiden, Dz.; Vestwal aldaar, S. S. ; Rijnsburg 1835, Mb.; 's Gravenhage, G.B.; R. B.; Dordrecht 1883, V.; Lek bij Vianen 1828, v. H.; - Goes 1847, en Oosterhaven- drjk, 1838, v. d. B.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; ge- sloopt fort Frederik Hendrik te Breskens 1878, L.; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; 1878, L.; - Werkendam 1835, L.; Geertruidenberg, Verkoute- ren; loopschans Breda, v. A.; citadel 's Hertogen- bosch, v. Hov. (Tusscben Bergum en Veenwouden 1866, v. Tui- nen in herb. pr.; Oosterwolde 1892, V. Suringar in herb. pr.; - Groningen 1867, Holk. in herb. v. Tuinen; Hoog Buurlo 1850, Apeldoorn 1879-84, K. A. in herb. pr.; Terborg 1885, Struyk. in herb. pr.; Ede 1892, V. Suringar in herb. pr.j Tiel, Posth. in herb. pr.; Culemborg 1843, Alphorts in herb. pi\; aldaar, Valburg, Zalt Bommel , C. A. Backer in herb. Heukels; - Schothorst onder CHRYSANTHEMUM. 861 Hoogland 1871, Costerus in herb. pr.; — Naarder- weg by Bussum 1878, Koning in herb. pr. ; Mui- derberg, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Bergen, C. A. Backer; — Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Zwyndrecht 1898, Posth. in herb. pr.; aldaar en Katendrecht, v. d. Voo in herb. pr.; Hellevoetsluis 1900, Struyk. inherb. pr.; Vreeswyk, Giesen, — Almkerk en Sleeuwijk, C. A. Backer in herb. Heukels; — Wissenkerke (N.-Bev.) 1883, Schipper in herb. pr.; Koudekerke 1893, Ogt. in herb. pr. — tusschen Andel en Veen 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; - ruine Valkenberg 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien : Terschelling, v. E. (Arch. 2. I. p. 389) — Wolvega en tusschen Wolvega en Terissert, Un 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Coevorden, Grams bergen, Ane, Weerdinge, Emmen 1859, Lac. en S (Arch. 1. V. p. 249); - Steenwykerwolde , Kallen kote, Eeze, Eesveen, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 348) tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, U n 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Delden, Twikkelerbosch Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Borne Weusthag, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, de Poppe, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 222); Markelo, Diepen heim, Enter, — Groenlo, tusschen Zutphen en Brons bergen, Un. 1897 Arch. 3. I. p. 617); Winterswyk Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch 1. V. p. 224); Vaassen, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97) vestingwerken Nijmegen, Ooische waard, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 288) ; - Alkmaar, Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Bergen, Schoorl, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); Heilo, Bergen, Egmond, Heemskerk, Beverwyk, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); — Noordwyk binnen, de W. Hamer (Arch. 2. II. p. 121); - Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117); Noord-Beveland , Oost- en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 123); 862 OHRYSANTHEMUM. COTULA. ARTEMISIA. - Bergen op Zoom, langs de Zoora, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Arcen, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Maastricht, Gulpen, Roermond, Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. VI. p. 317). Voorts verraeld door Pelletier, Hondius, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. Cotula L. 747. C. coronopifolia L. Zuid-Afrikaansche plant, reeds in 1739 in Noord-West Duitschland ingevoerd, alwaar zij nog heden langs de Noordzeekust van Embden tot Holstein algemeen schijnt te zijn. ©. Juli-Oct. In Herb.: Dijk naar Zeeburg, Groenewegen; Amsterdam, T.; 1839, v. d. T.; aan de balken in de Stadsgracht achter den Hortus Bot. te Amsterdam 1839, v. d. T. [Aanra.: Het etiquet van v. d. Trappen bevat nog deze opgave: „door den broeder van Groene wegen, Hortulanus te Amsterdam aan Zeeburg indertyd gevonden, waarvandaan dezelve in den Hortus gekomen is. Ook op balken in de Muider- gracht langs den Hortus, dus spontanea e horto Arastolaed.] Artemisia L. 748. A. campestris L. Op droge zandgronden. %.. Juli -Oct. In Herb.: Zalk 1850, T.; Cayaux; dijk Zalk 1850, R. B.; Zwolle, Beucker Andreae; 1885, L.; Ag- nietenberg aldaar 1872, Posth.; 1874, v. Tuinen; tusschen Deventer en Olst 1846, M. J. Cop; onder de linden Deventer 1877, K.; Deventer, M. J. Cop; Diepenveen, Romb.; — Gelderland, Hoffm.; Brons- bergen, C. v. d. Broek; Zutphen 1833, Wtt.; 1886, ARTKMISIA. 863 Groll; Arnhem, E. B. Ascher; 1851, v. H. ; S.; ves- tingwerken Nijmegen, Ubbergen, Weurt, St. Anna, Heumen, Oosterhoutsche bosch, N. en T h. A bel.; Waal tusschen Heerenwaarde en Dreumel 1839, v. d. T Spoel bij Culemborg, v. Dijk; Golberdingen, v. Hov - Rhenen 1842, J. L. Tilanus (P. N. S.); Wyk bij Duurstede 1857, Kniittel; Amersfoortsche berg 1894, Garj.; — Zandvoort, ruine Brederode 1846, Buse; 1873, Boerl; 1894, V.; Bloemendaal, S. S.; Kerb.; Overveen, Dumortier; 1833, de Haan; S. S.; Splitg.; 1839, Buse; 1845, B.W.; v. d. B.; 1871, Groll; Haarlem 1835, Mb.; 1847, 0.; - Oud Shj- kerveer bij Vianen, v. d. T.; — Kloppewaard Wer- kendam 1836, Lac. (Trijselenberg bjj Hattem 1878, en Epse 1851, K. A. in herb. pr.; Nijmegen 1894, Struyk. in herb. pr.; Rijswijk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Wageningen 1883, Heinsius in herb. pr.; — Ouden- bosch 1895, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Coevorden, Valthe, Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p.249); - Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199). [Aanm. : De plant kerkhof Vlieland, Lac. (Arch. 1. V. p. 54) bleek te ztfn A. vulgaris. Zie aldaar. A. coerulescens L. een plant van de rotsige kusten der Adriatische Zee, werd door de Gorter als inlandsch opge- geven: zee- en Maasstrand in Delfland volgens Schwencke; hoogst waarschijnlijk werd hiermede een vorm van A. mari- tima bedoeld.] 749. A. maritima L. Op kleigrond langs de zeekust. 2J.. Aug.-Oct. a. typica Buchenau. In Herb.: Texel 1833, Hoffm.; 1857, Harting; Prins Hendrikpolder 1865, D. Huizinga; zee- wering Vlieland 1858, Lac; Dellewal Westter- schelling, Un. 1886; Terschelling 1886, K.; Zuid- buurt Schiermonnikoog 1860, S.; zeewering aldaar 1867, 1868, Holk.; Rottum 1897, Schipper; - 55 864 AKXEMISIA. Harlingen, Bergsma; Bruinsma; Hinxt; 1856, B. W.; 1871, S. B. v. d. Leij (als hooikruid); tusschen Harlingen en Makkum 1868, 0.; Stavo- ren, Coll. Nat.; tusschen Workum en Hinlopen 1873, J. M. de Boer; Lemmer 1865, H. d. V.; zeedijk Blrja 1851, S.; - Noordpolder Groningen 1829, v. H.; Vierhuizen 1856, Strat.; Zoutkamp, v. H.; — Willemsvaart (Overijsel), v. H.?; — Harderwijk, v. Herjn.; — Noordwestkust entus- schen vuurtoren en haven Marken 1886, Boerl. en V.; Urk 1852, Backer de Wit; 1884, S.; zeedijk Enkhuizen 1894, Sanders; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Nieuwe diep 1833, Hoffm.; Splitg.; Willemsoord 1845 en 1846, Buse; — nieuwe sluis Katwijk, B. W.; Helle- voetsluis, C. A. Bergsma; Hoek v. Holland, en Sekken aldaar, V. Z. ; muur tusschen Maassluis en Hoek van Holland 1883, en Maassluis 1883 V.; - Zeeuwsche dijken 1846. Dz.; Schouwen Un. 1894; Dijkwater Schouwen 1870, Schu ringa; Zuid-Beveland, Dz.; 1839, v. d. B.; Wester schelde dyk Zuid-Beveland 1841, v.d.T.; Walche ren, Forsten; Veere 1883, K.; Domburg 1877 K.A.; Nieuwehaven Middelburg, v. d. B.; tusschen Oost- en West-Kapelle, v. d. T.; West Kappelsche dijk, Forsten; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buijsman; Oranjezon, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaan- deren 1862, A. W; Kapitalendam Biervliet 1839, Lac; - Woensdrecht 1876, Groll; 1884, V.; Bergen op Zoom 1834, Wtt. £. gallica Willd. (A. gallica Willd. et Fl. B. S. p. 586). In Herb. : Harlingon, Bruinsma (als depaupe- rata); - Delfszyl 1832, G. Staggemeyer; - - Noordkust Marken 1886, Boerl. en V.; (1893, in herb. V. Suringar); Zand bij den Helder, v. d. Ende; — Holhaak bjj Hoek van Holland ARTEMISIA. 865 1849, v. d. T.; Ouddorp 1894, Boerl. en V.; - Zuid-Beveland 1840, v. d. B.; Westerschelde aldaar 1841, v. d. T.; schorren Leeuwerkepolder 1837, en Zandkreek 1838, v. d. B.; Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. ; - Bergen op Zoom, T h o m s o n. y. salina Koch. In Herb. : Zuid-Beveland 1843, v. d. B. ; Schelde- dijk Zeeuwsch Vlaanderen 1841, v. d. T.; Kapi- talendam by Biervliet 1839, Lac. [Aanm. De var. Salina schijnt mij zeer onzeker. Trouwens alle drie deze varieteiten zyn zeer lastig van elkander te scheiden; doch meer dan varieteiten zyn het zeker niet. Het zou m(j niet verwonderen wanneer de A. gallica Willd. een geheel andere plant was, ook de verspreiding wjjst daarop (Cfr. GrenieretGodron). De planten groeien alle door elkan- der; missehien dat /?. en y. oudere exemplaren zjjn. Ook deze soort zou door kweeking nader moeten bestudeerd worden.] (Zeedijk Stavoren en Roode Klif 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; - Nieuwe diep 1894, G. en Heinsius in herb. H.; Helder, L. de Bruyn in herb. Heukels; Wieringen 1894 en Marken 1893, V. Suringar in herb. pr.;. IJmuiden 1896, en - Hellevoetsluis 1900, Struyk. in herb. pi\; Scher- penisse 1877, K. A. in herb. pr.; - strand Wisse- kerke 1885, Schipper in herb. pi\; Schelde by Kattendijke 1894, Posth. in herb. pi\; Rammekens 1878, L. in herb. pr.) Bovendien: a. Ameland 1884, Kros (Arch. I. IV. p. 83); Hondsbossche, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); - Zierikzee, Haamstede, Un. 1894 (Arch. 2. I. p. 50); Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 286); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 117). y. Zuiderzeestrand Helder 1893, V. Suringar in herb. pr. Voorts vermeld door Dodoens (1553), Pelletier, Vorstius en Munting. 750. A. annua L. Zuid-Europeesche plant, bij ons slechts ingevoerd. 0. Aug. — Oct. 866 ARTEMISIA. In Herb. : Rechter Rynoever beneden Arnliem 1897, V.; - de Bilt 1902, Mej. Boissevain. (Apeldoorn 1872, K.A. in herb. pr.) 751. A. Tournefortiana Rchb. Plant uit het Oosten van Armenie" tot Thibet; elders somtijds ingevoerd. 0. Aug.— Oct. In Herb. : In vrij groote hoeveelheid aan de buiten- zrjde van het rasterwerk van het rangeerterrein der stoomtram Deventer— Borculo te Deventer Sept, — Oct. 1897, K. A.; — Bennekom, opslag uit kippenvoer op de buitenplaats van den Heer H. W*. Dros 1895, V. (Pothoofd Deventer, Tj. Stcrringa in herb. Heukels.) 752. A. Abrotanum L. In Zuid-Europa inheemsch, elders wegens den aangenamen citroengeur der bladen in tuinen gekweekt. %. Sepi.—Npv., doch bij ons meestal niet bloeiend. Beekbergen 1876, K. A. in herb. pr. (volgens Arch. 2. III. p. 84 ook voor het herbarium ingezonden). (Pothoofd brj Deventer, Tj. Sterringa in herb. Heukels.) 753. A. vulgaris L. Aan wegen, in heggen, tusschen kreupelhout. %. Juli — Aug. In Herb.: Kerkhof Vlieland 1858, Lac. (als camp.); Schiermonnikoog 1860, en — Hemelum 1853, S.; Franeker, Spree; Veenklooster 1873, P. Schuringa; — Beerta 1840, v. H.; Haren, Strat. ; — Meppel, v. Hejjn.; - Kampen 1848, R. B. ; T.; Oosterhout 1870, Hoek; Zwolle 1900, L.; Deventer, v. Gron.; 1877, K. ; Pothoofd R o m b. ; Op 't holt by Hardenberg 1868, v. d. Scheer; Harderwijk 1864 en 1865, R.B.; Apeldoorn 1851, K. A.; Warnsveld 1882, C. v. d. Broek; Lochem 1875, 0.; Velp, v. H.; Angerenstein brj Arnhem 1842, Tilanus (P. N. S.); Rljnoever beneden Arnhem, Thomson; 1897, V.; Nrjmegen, B. ; vestingwerken en zandgronden om Nrjmegen, N. ARTEMISIA. 867 en Th. Abel.; — Grebbe, v. H. ; tusschen Kothen en Wijk bij Duurstede, v. d. T. ; hobbelpad naar Beusichem H. S.; Doorn, Fockema; Eemdijk Amersfoort 1890 Garj.; Amersfoort, R. B.; — Naarden 1864, 0.; Leg meerpolder, Boerl.; Amstel bij Amsterdam 1845 R o m b. ; Amsterdam, v. H. ; Funen aldaar, F 1. A m s t. Hemmeland bij Monnikendam 1886, Boerl. en V. Keetendijk Enkhuizen 1894, Sanders; Heilo, V. Z. duin en kruidberg Santpoort 1894, V.; Bloemendaal V.Z.; Bentveld 1871, Groll; Overveen, S.; Haarlem V. Z.; Splitg.; de Vriese; 1838, Buse; 1871 B o e r 1. ; — Lisse, v. H. ; Katwyk 1879, B. W. ; duinen al daarl842, 0.; Rijnsburg 1846, S.; Leiden 1840, Wtt. Dz.; 1835, Mb.; Perin; 1842, 0.; 1859, S.; Boerl. Hooge Rijndijk aldaar 1832, S. S. ; Wassenaarsche slag 1900, G. en Jongm.; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; v. H.; G. B.; R. B.; Scheveningen, V. Z.; 1882, V.; Overschie 1894, V.; Lekskesveer 1850, S.; Vianen, v. H.; - Haamstede 1887, L.; Goes 1846, v. d. B. ; Koudekerke bij Ter Hooge 1875, L.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; Werkendam 1835, Lac; 's Hertogenbosch, v. Hov.; — Beek, Boerl. ; Maastricht, v. Hov. £. pallidum Fl. Bat. In Herb. : Apeldoorn 1890, 1892, K. A. (Tusschen Bergum en Bergumer Nieuwstad 1866, v. Tuinen in herb. pr.; — Helpman 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; Winschoten 1890, Schipper inherb. pr. ; — Tiel, Posth. inherb. pr.; nabu de Lek, spoordijk enz. bij Culemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer; Rijswijk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels; Wageningen 1883, Heinsius in herb. pr.; — Jan Tabak by Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Zandpoort 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; - Noordwijk 1893, V. Suringar in herb. pr.; Wassenaar 1885, Struyk. in herb. pr. ; Willige Langerak, J. J. Schep; Rotterdam, H. v. d. SIVS ARTEMISIA. L i n d e n ; Dordrecht, K. D e k k e r in herb. He u k e 1 s ; Zwijndrecht 1898, Posth. in herb. pr.; Fyenoord en kerkhof Hillegersberg, v. d. Voo in herb. pr.; Mid- delburg, Mevr. Snellen in herb. Heukels; Dom- burg 1891, Ogt. in herb. pr.) Bovendien: Ameland, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); - Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); Steenwijker- wolde, Oldemarkt, Kallenkote, Eeze, Eesveen, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Wyhe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); tusschen Nieuwe Wetering en Schoorl, Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 410); Hengelo, Borne, Carlshave, Oldenzaal, dePoppe, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); Enter - tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 617); Winterswyk, Breevoort, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Eendracht, Uttel, Beekbergen, K. A. (Arch. 2. III. p. 189); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Alkmaar, Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Bergen, Schoorl, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 236); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 414); - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); Walcheren, Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 123;; - Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butayo en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Baarlo, Arcen, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Meerssen, Roermond, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 317). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Hon- dius, Vorstius, Munting en Bruman. 754. A. Absinthium L. Zuid-Europeesche plant, doch als geneeskrachtige plant sinds lange tijden ge- kweekt en vaak verwilderd, aan dijken, wegen, bij ruigten enz. %. Ju/ni—Aug. In Herb. : Zeedijk Stavoren, C. A. Bergsma; ARTEMISIA. M','1 Gaasterland 1865, en Gieten 1865, H. d.V.; — kloos- ter Ter Apel 1837, v. H.; - Erm 1859, en Drente 1859, Lac. en S.; Meppel Zwartsluizerweg en tus- schen Meppel en Genemuiden, — Staphorsterbosch overvloedig, v. Heijn.; Vollenhove 1845, T.; R. B M. Dassen; Oldemarkt, v. H. ; Pothoofd Deventer 1877, 1885, K.; Deventer 1885, Groll; - boeren plaatsen Hoenderloo, Un. 1890; Zutphen 1886 Groll; Lochem, Raedt; Arnhem, Wtt; tusschen Elst en Nijmegen, Wtt.; Nijmegen, B.; 1833, Wtt. Beek by Nymegen 1867, v. H.; Heumen 1847, G Deijn. ; Venen aldaar, Th. Abel.; Ooische waard N. Abel.; Schovenhorst brj Putten 1884, 0.; Nykerk Th. Stolz.; — Eem bij Amersfoort 1893, Garj.; wallen Utrecht, v. Dijk; — Oosterdoksdijk, Fl. Amst.; Zandvoorderlaan, v. d. T. ; Lindenheuvel Overveen 1864, Hartsen; Haarlem, N. Anslyn; — Noordwijk, H. S.; duinen Katwijk 1833, S. S.; 1836, Lac; Kerb.; 1837,Mb.; 1838,Buse; 1842,0.; 1842, B. W.; handelskade Dordrecht 1887, C v. d. Broek; — Zuid-Beveland, Dz. ; Goes, op de Terpen en zee- dijken Zuid-Beveland 1842, v. d. B.; meelfabriek Mid- delburg 1896, L.; Oosterschelde dijk 1840, v. d. B.; duinen Breskens 1878, L.; Hoek 1863, A. W.; tus- schen Axel en Zuiddorpe, v. d. T.; — weg naar Dorst, v. A.; Vlymen 1846, v. Hov. ; Helenaveen 1873, H. d.V.; - molen St. Jansberg, Un. 1898. (Zeedijk achter Hemelum 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; — Pothoofd Deventer, P. Westerhof; Twello 1851, Beekbergen 1875, en Apeldoorn 1873, K. A. in herb. pr.; Culemborg 1846, en Spoel aldaar 1845, Alpherts in herb. pr.; Ryswijk, B. J. v. Wagensveld; -- Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Jachtlust de Bilt 1893, Costerus in herb. pr.; — bloemkweekerij Groenewegen Am- sterdam 1886, J. J. Smith in herb. Costerus; — Noordwrjk 1893, V. Suringar in herb. pr.; Scheve- 870 ARTEMISIA. PETASITES. ningen, de Wit Hamer in herb. L.; Rotterdam, Wachter en Jansen in herb. Heukels; — Mid- delburg 1897, L. in herb. pr.; - Venlo 1898, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 389); — Rozewinkel, Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 249); - Hasselo, Langelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 222); - Eibergen, Zwilbroek (culta), Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 617); Winterswijk, Eiber- gen, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); - meelfabriek Zoeterwoude, V. (Arch. 3. I. p. 578); — Vucht, v. Hov. (Arch. 1. I. p. 277); - Hoogkruts, Lac. (Arch. 2. V. p. 15). Voorts vermeld door P e 1 1 e t i e r, H o n d i u s, V o r- stius, Munting en Bruman. *) Tribus Senecioneae Hoffm. Subtribus Senecioninae Uojfm. Petasites Tourn. 755. P. niveus Baumg. Aan oevers en vochtige bescha- duwde plaatsen in het Alpengebied, echter ook als tuinplant gekweekt. %.. Maart—Mei. (Buitengoed Endegeest en aldaar thans niet ge- kweekt 1894, V. Suringar in herb. pr.) [Aanm.: Vermoedeljjk toch eBn overblijfsel van vroegere cultuur ; ik heb de plant met een afzonderljjk nummer op- genomen, omdat zij m\jns inziens evenveel recht hoeft als zoovele andere tuinrelirten.] 756. P. officinalis Moench. (Tussilago Petasites L. en Fl. B. S. p. 608). Langs dijken, aan slootkanten, langs beeken en rivieroevers. 2J.. April. ') i>. A. cr i t.h m i f" I i .-i i.., iii ■ i" . ■.Tst litie van dit werk onder No. 528 opgenomen, wegens de opgave van Dumontier „zandgronden langs iepenveen 916 CIRSIUM. 1878, L. J. v. d. Veen, Abcoude 1846, Bomb. en Vinkeveen, M.D. ook gemengde eigenschappen te vertoonen, die misschien een menging met C. palustre mogen doen aannemen. Hy- briden van C. anglicum met een andere Cirsiumzyn echter, voor zoover ik weet, niet bekend, daar C. anglicum elders een vr\j zeldzame plant is. Waarschijnlijkbehoorthier- toe Cirsium helenioides, uit Noord-Brabant, by Grave ? verzameld door een apothekersleerling te Kampen. Zie over C. h e 1 e n i i ' i (1 e s Arch 1. I. p. 394. Dit exemplaar heeft lange onverdeelde bladen, doch is veelhoofdig. Misschien een andere hybride.".' Cfr. Fl. Batava. Ook de vorm uit de Wychensche venen 1897, G. en V. vertoont niet de zuivere kenmerken van i . anglic u m. Dit alles bl\jft nog te onderzoeken.] 790. C. oleraceum Scop. Op vochtige, grazige plaatsen. 2J.. Juli—Sept. In Herb. : De Hoven bij Leeuwarden 1880, Bruins- ma; — singel tusschen Witte en Koepoort Leiden, Dz.; 1836, S. S.; 1837, Dz.; 1838, Mb.; 1842,0.; 1859, S.; Leiden 1833 en 1861, Bruinsma; 1876, Groll; Zijlweg bij Leiderdorp, Hartevelt en Cosrjn; 1899, Jongm.; — Zuid-Beveland 1845, v. d. B. (n. 1. brj Goes Prodr. Ed. I. p. 126); - Gulpen 1864, H. Jacques; Voerendaal 1866, en Vaals 1866, H. d. V. 791. C. arvense Scop. Algemeen langs dijken en wegen, op bebouwde gronden enz. %. Juni—Sept. In Herb.: Texel 1857, Harting; Coxdorp 1868, en Prins Hendrikpolder 1869, Holk.; Westterschelling, Un. 1886; — Leeuwarden 1859, S.; tusschen Leeu- warden en Huizum, S. (forma laxior); - Groningen, Strat.; — Meppel, v. Heijn.; * Drente, Un. 1889; — Kampen, T. ; R. B.; tusschen Kampen en Zwolle 1872, Hoek; Deventer, K.; (Schuttorf 1852, v. H. ; Isterberg bij Bentheim 1852, v.H.); — Harderwijk 1864, 1865, R. B.; ' Putten 1885, 0.; Apeldoorn 1873, K. A.; * haventerrein Zutphen, Un. 1897, * tusschen Doetinchem en Zeddam 1897, K. A. ; Nrjmegen en tussphen Hatert enWychen 1843, N. en Th. Abel.; *) flor. al bis. CIRSXUM. 917 * Hatert en * Ubbergen, Th. Abel; Wageningen, 0. Grebbe, Fockenia; — Amersfoort, R. B.; G-arj. Doorn, Fockema; Bunnik 1857, Coll. Nat. Utrecht 1835, D. S.; Wijk bij Duurstede 1833, Bergs- ma; — Bergendallust Hilversum, v. d. T.; Naarden 1864, 0.; Legmeerpolder 1886, en Uithoorn 1872, Boerl.; buitensingels Amsterdam, Splitg.; Sloter- weg 1839, R o m b. ; * Schinkel Amsterdam, F 1. A m s t Marken 1886, Boerl. en V.; Urk 1884, S.; Wierin gen 1857, Harting; Overveensche weg, Kerb. Haarlemmerhout 1870, Boerl.; — Poellaan Sassen heim 1894, V.; Oegstgeest, Boerl.; Vink, Perin Leiden, Dz.; Mb.; v. Dissel; B. W.; 'sGravenhage R. B.; Scheveningen, V. Z.; * Rotterdam 1850, 0 Dordrecht 1882, C. v. d. Broek; "Noordendijkaldaar v. d. T.; — Zeeland, Forsten; "Bruinisse 1887, L. Zuid-Beveland, v. d. B.; tusschen Goes en Wilhelmina dorp 1841, v. d. T.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A W. ; — Loopschans Breda, v. A.; Ginneken 1876, 0 Zuid-Willemsvaart, v. Hov.; — Maastricht 1870, Groll. £. setosum G. Beck (— /?. integrifolium W. et Grabner). In Herb. : Meppel, v. Heijn. ; — Pothoofd De- venter 1893, K. A. ; Deventer 1885, en — Vorden 1879, Groll; rechter Rijnoever beneden Arnhem 1897, V.; Ooische waard 1850, Th. Abel. (ver- meld in Arch. 2. V. p. 290als^. mite); — Scheve- ningen?, Un. 1851 (als /?. mite) ; Park Merwestein Dordrecht 1887, V.; — meelfabriek Middelburg 1895, Ogt.; 1895, L.; — station 's Hertogenbosch 1890, Wakker; Stratum 1901, Rovers en v. Roessel, — Sint Anthonieseiland Maastricht 1894, de Haas. (a. tusschen Akkrum en Terhorne 1868, v. Tui- nen in herb. pr.; — Winschoten 1897, Schipper in herb. pr. ; — * Voorst 1897, K. A. in herb. pr. ; 918 CIRSIUM. Velp 1896, Ogt. in herb. pr.; Bennokom 1892, V. Suringar in herb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; * aldaar 1888, de Haas - Laren 1899, Koning in herb. pr.; Merwedekanaal en spoorweg Diemen Weesp, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Vel- serduin 1894, Ogt. in herb. pr.; - Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Rijswijk 1876, L. inherb. pi\; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; algemeen Overmaas en Schieland, v. d. Voo inherb. pi\; Zwyndrecht 1879, Posth. in herb. pr. £. Deventer 1893, L. in herb. pi\; - Elst, A. H. Blaauw, - Utrecht, W. C. v. Embden - dokken Amsterdam, H. Boon in herb. Heukels; - onder- ste molen Venlo 1900, Rieter in herb. pi\). Bovendien: a. Ameland 1884, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V\p. 258); Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 368); - Scheene, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Zwin- deren, Coevorden, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); Steenwykerwolde enz., U n. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348) ; tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Wyhe, station Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Al- bergen enz., Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hen- gelo, Borne, Hasselo, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo, Diepenheim, tus- schen Goor en Entersche veen, Enter, — Groenlo, tusschen Zutphen en Bronsbergen, U n. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Bor- culo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); ■ ■ Alkmaar, Heilo, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Velserend, Aarden- hout 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 72); Parkweg Amsterdam, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 689); Haar- CIRSIUM. SILYBUM. 919 lemmermeer 1853, Hartm. (Arch. 1. III. p. 288); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Zierikzee, Kenesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuw- sche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); - Bergen op Zoom, langsdeZoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Hamert, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Gronsveld, St. Pietersberg, Amby, Un. 1861; Sittard, Beek- Elsloo, Gulpen, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 318); tusschen Simpelveld enKerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 16). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf en Mun- ting. p. Ruurlo, Ensink (Arch. 2. V. p. 384). [Aanm.: Onder vele vormen, die b;j deze soort worden on- derscheiden, bevinden zich in herb. Alpherts eene var. horridum en eene var. vestitus; beide aan de batteru langs den Krommen Ryn te Utrecht 1846, Alpherts. In het algemeen schijnen bastaarden geconstateerd te ztfn tusschen bjjna alle soorten. De uitvoerige beschrjjvingen dier hybriden vindt men in K o c h 's Synopsis Ed. III. p. 1554 en volgende. Ook ons land moet van deze een aantal bezitten, waarop bjj eene eventueele bewerking eener Flora dient gelet te worden; aan herbarium materiaal is dit moeielijk uit te maken, te meer daar de bloemhoofdjes b\j deze geslachten bi- zunder veel van insekten te lu'den hebben.] Silybum Vaill. 792. S. Marianum Gaertn. (Carduus marianus L. et Fl. B. S. p. 576). Aan wegen, in moeshoven meestal als verwilderde tuinplant. 0. Juli—Aug. In Herb. : tuinen Westterschelling, Un. 1886; - Beetguml861,J. M. de Boer; - Groningen, Strat.; - Asserbosch, H. d. V.; - wallen Deventer 1878, K.; - Zutphen 1882, C. v. d. Broek; Winterswijk 1874, R. E. de Haan; - Utrecht 1835, D.S.; - Meeren- bosch Heemstede, v. d. T.; - Leiden, Dz.; 1836, v. 920 SILYBUM. ONOPORDON. d. B. ; zeeduinen Terheide, G. B.; tuinen Heerjansdam 1837, Lac; moesland Dordrecht 1882, V. (De Steeg 1891, Ogt. in herb. pr.; Apeldoorn 1852 — 1878, K. A. in herb. pr. ; in en bij moeshoven Culemborg, de Haas in herb. pr.; — Naarden 1894, V. S u r i n g a r in herb. pr. ; — Delft 1876, L. in herb. pr.; — meelfabriek Middelburg 1895, Ogt. in herb. pr.) Bovendien: Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 124); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546). Voorts vermeld bij P e 1 1 e ti e r, K n rj f en M u n t i n g. Onopordon Vaill. 793. O. Acanthium L. Langs wegen en op onbebouwde plaatsen. Q. Juli—Aug. In herb. : Kerkhof Vlieland 1858, Lac; Ameland, Bruinsma; — Leeuwarden, Hinxt; — Pothoofd Deventer 1877, en Diepenveen 1877, K.; — Harderwrjk 1863, R. B. ; tusschen Elburg en Harderwijk, v. H e rj n. ; Arnhem, Dz.; Nrjmegen, N. en Th. Abel; 1864, v. H. ; - Rhenen, D. S. ; v. d. T. ; - Urk 1852, B. d. W i t; 1884, S.; tusschen Beverwijk en Wrjk aan Zee 1860. S.; Breesaap, Kerb.; 1835, Mb.; 1846, Buse; Over- veen 1836, Buse; Zandvoort 1846, Buse; 1865, v. H.; - Katwrjk 1839, v. d. T.; B.W.; duinen Leiden 1834, W 1 1. ; Haagsche Schouw Leiden 1900, J o n g m. ; Wassenaar, S. S. ; Scheveningen, V. Z. ; v. d. Cop; Scheveningsche boschjes 1896, en station Zwijndrecht 1888, V; - Zuid-Beveland 1840, v. d. B.; S.; - Valkenswaard 1901, R o v e r s; — St. Pietersberg 1870, Groll. (Deventer 1852, K. A. in herb. pr.; — Wyk aan Zee, A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; — Katwrjk 1892 en 1805, V. Suringar in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; Hoek vanHolland 1892, Struyk. in herb. pr.; — badhuis Domburg ONOPORDON. CRUPINA. SEREATULA. 921 1891, Ogt. in herb. pi\; Vroon Zoutelanden 1881, Schipper in herb. pr.; Walcheren 1884, L. inherb. pr.; - Dommelen, H. A. v. Roessel in herb. Heukels; - Maastricht 1891, de Haasin herb. pr.) Bovendien: Kennemerland, - Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 390); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 400); — Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); Walcheren A. W. (Arch. 2. III. p. 124); Koewacht, Sas van Gent, Axel, v. d. T. (Arch. 1. IV. p. 287); - Middelaar, Gennep, Lac. (Arch. 2. V. p. 17); Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 572); Grons- veld, Un. 1861 (Arch. 2. VI. p. 318). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. [Aanm.: 0. ill y ricumL., doorBoerhaave als iulandsch vermeld, is een zuideiyke plant die bij ons nimmer werd aan- getroften. De exemplaren onder dien naam verzameld behoo- ren alle tot 0. A c a n t h i u m.] Subtribus Centaureinae Hoffm. Crupina D.C. 794. C. vulgaris P. Dorre heuvels in Zuid- en Zuid-Oost Europa. ©. Juni — Aug. In Herb.: Spoordyk Haarlem 1899, Greshoff. Serratula L. 795. S. tinctoria L. In boschrijke streken op droge, zonnige plaatsen. %. Jull — Aug. In Herb.: Groningen 1865, H. d. V.; Onland bij Eelderwolde 1854, Strat. (unic); — Meppel, v. Heij n; A. Vos Houwink; — Havelterberg, v. Heyn.; — Nymegen, B.; Ubbergen, Malden, Meerwijk 1842, en oliemolen achter Ubbergen 1841, v. d. T.; tus- schen de Meerwijk en Malden 1843, Th. Abel.; tusschen Malden en Groesbeek. G. D e ij n. ; Hengstdal bij Ubbergen 1841, v. d. T.; - tusschen de Bilt en Zeist, E. B. Asscher. 922 SERRATULA. CENTAUREA. (Tusschen Meppel en Steenwijk 1865, H. d. V. in herb. v. Tuinen.) Voorts slechts vermeld door Pelletier. Centaurea L. 796. C. Jacea L. Aan wegen en dijken, in droge wei- landen enz. 2|. Juni—Aug. a. genuina Koch. In Herb. : Vestingwerken buiten de Hezelpoort en Ooische waard Nijmegen, N. en Th. Abel.; — Doorn, Fockema; Rijnkant de Grebbe 1827, v. H.; — Overveen, Buse; langs het kanaal duinen bij Bentveld 1890, v. E.; — Noordwyker- hout 1858, v. d. B. en S.; Leiden, Dz. ; — Nieuw- land Walcheren 1883, K.; — Kloppewaard bij Werkendam 1835, Lac. /?. commutata Koch. In Herb.: Apeldoorn 1852, K. A. y. pratensis Koch. In Herb. : Meppel, v. Heyn. ; — Hellendoorn, G.; — Beekhuizen, v. H. ; — Zeist, Kraep.; Houtensche fort Utrecht, v. d. T. (als nigra); Utrecht, v. H. ; tusschen Utrecht en Houten 1840, v. d. T.; — ?Amsterdam 1848, Lac; Haarlem, de Vriese; Haarlemmerhout 1871, Boerl.; Heemstede 1862, 0.; — Leiden, Mb.; vlakte van Waalsdorp, Pierot; 's Gravenhage 1891, 1892 en 1895, R. B.; Lek by Vianen en Everdingen 1845, Wenck; — Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W. ; — Bergen op Zoom, Un. 1860; Maasoever Box- moer, Un. 1853. 8. vulgaris Koch. In Herb. : Groningen 1829, v. H.; — Meppel, v. Heyn. (als nigra); — Lek (Rijn?) bij den Oor- sprong, Un. 184 7; — Utrecht, v. H.; — Muiden, Naarden, Exc. 1882; Muiderberg 1839, Romb.; CENTAUREA. 923 Ringdijk 1848, Fl. Amst.; Heilo 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Vogelenzang 1855, v. d. B.; — Noordwijkerhout 1858, S. env. d. B.; Leiden, Mb. tusschen Vianen en Oud Slijkerveer 1839, v. d. T. — Oudendijk Schouwen, — Kloppewaard bij Werkendam 1835, Lac. s. lacera Koch. a. met straalbloemen = C. decipiens Rchb. In herb.: Ter Heijl 1894, Sanders; - De- venter 1877, K.; — Harderwijk en Leuveren 1865, R.B.; Zutphen 1886, V.; Vorden 1880, Groll; Lochem 1875, 0. ; Arnhem 1888, G r o 1 1 ; Nijmegen, B. ; Maaskant bij Heumen, Un. 1853; Waarden tusschen Heerenwaarde en Dreumel 1839, v. d. T.; Wageningen 1882, Groll; - Amersfoort 1881, Garj.; Utrecht nabij 'tfort Vossegat 1879, A. C. Oudemans; Houten 1829, Wtt.; - Halfweg 1836, en Houtrijk en Polanen 1837, Buse; - Leiden 1835, Mb.; 's Gravenhage, R. B.; — Breda, v. Rees; Wan- rooij, Un. 1898; tusschen Boxmeer en St. Anthonie, Un. 1853; - Roermond 1900, G. en Jongm.; Broekmolen bij Stramproy 1899, G. en d. Tombe; station Beek, Un. 1853; Zuid-Limburg, Un. 1883; Lauberg 1893, de Haas; Valkenberg 1864, H. d. V.; rotspark aldaar 1901, V.; St. Pietersberg 1870, Groll. b. zonder straalbloemen = C. decipiens Thuill. InHerb.: * Texel 1857, Harting; "tusschen Burg en de Westen op Texel 1868, Holk.; * Waalenborgerdijk aldaar 1869, S. P. Huizin- ga; — 'Dokkum, I. Cock; - Groningen, v. H.; 1856, Strat.; - Meppel v. Heijn.; Coe- vorden, Un. 1859; - Kampen 1847, 1848, *) Planten, die als C. nigra waren ingezonden. 924 CENTAUREA. 1854, R. B.; T.; Noorddiep by Kampen 1872, H o e k; Voorst by Zwolle 1897, en langs de Voorst by Vollenhove 1893, L.; "LTselbrj 't Katerveer, v. H.; Overijselsche kanaal bij Raalte 1894, en Raalter straatweg brj Heino 1901, L.; stads- wallen Deventer, Halb.; 1846, v. Gron.; tus- schen Deventer en Olst 1846, M. J. Cop; Gramsbergen 1853 en 1855, Kros; * Diepenheim, Un. 1897; - Harderwyk 1852, Hulshorst bjj Harderwyk 1852, Nijkerk en Hoevelaken 1861, R. B.; Wildenborch 1828 en 1832, Sta- ring; Ruurlo 1885, Ensink; Eibergen, Un. 1897; Winterswrjk, Un. 1859; Arnhem, Thomson; Oorsprong, Un. 1847; Nijmegen, N. en Th. Abel.; *B.; *1833,Wtt.; Renkum 1850, S.; — * Amersfoort, Garj.; Zeist, Un. 1847; "Bunnik, G. Deyn.; Utrecht 1859, A. W. Hartm. enR. B.; batteryen Vossegat 1841, v. d. T.; - Naarden 1864, 0.; 'Muiderberg 1841, Romb.; Un. 1901; Amsterdam 1848. Lac; * v. H.; * C. A. Bergsma; "ringdrjk by den Amstel, Fl. Amst.; Oosterdoksdyk 1846, P. A. Richard; * Enkhuizen 1896, Sanders; Velsen 1848, T.; * ruine Brederode 1871,0.: Zandpoort, herb. B. W.; Zandvoort 1843, M. D. ; Haarlem, Splitg.; Haarlemmerhout, Kerb. ; - 'Noordwyk 1872, Boerl.; Leiden, Dz.; B. W.; Perin; ? 1836, Lac; ? 1842, 0.; Stalen Spanjaardsbrug by Leiderdorp 1844, 0.; Kat- wyk 1832, S. S.; 1854, v. H. Jr.; Wassenaar, S. S. ; " 's Gravenhage, G. B. ; ' Beeklaan aldaar, V. Z.; * Scheveningsche weg, W. de Haan; " Scheveningen, de Vriese; (P.N.S.); drjkmuur Maassluis 1894, V.; * duinen Rockanje 1871, 0.; Rockanje, Un. 1887; Kralingsche veer brj Rotterdam 1901, Jongm.; Zwrjndrecht 1888, V.; Dordrecht 1882, V.; *C. v. d. Broek; Lek CENTAUREA. 925 brj Vianen, v. d. T. ; Vianen 1835, D. S. ; * R. B. ; "1871, Schepman; — Zeeland en Schouwen, v. d. B.; * Schouwen en Duiveland 1887, L.; Zierikzee 1873, Schuringa; * Zuid-Beveland 1839, v. d. B. ; * Koudekerksche breeweg 1834, G. B. C. v. d. Feen; Vlissingen 1880, Bufis- man; * Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; — * Bergen op Zoom, Un. 1860; "wallen Breda, v. A.; Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; Lith, en * Vuchtsche heide, v. Hov. ; Boxmeer, Un. 1853; - Mook, Un. 18 53; stadswallen Maastricht 1864, A. W. (als pratensis); Amby, v. Hov. (y. Deventer 1850, K. A. in herb. pr. 8. Groningen, C. de Gavere inherb. v. Tuinen; Oudewerf bjj Winschoten 1900, Schipper in herb. pr.; — Vollenhove 1893, L. in herb. pr.; Pothoofd Deventer, Heukels in herb. pr. (als Sadleriana). s. deeipiens Rchb.: Buitenwerken Groningen 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; - Zwolle 1871, v. Tui- n e n in herb. pr. ; — Culemborg, d e H a a s in herb. pr. ; — tusschen Duivendrecht en Abcoude, A. C. J. v. G o o r in herb. pr.; — Amsterdam 1892, en — Wassenaar 1892, V. Suringar in herb. pr.; Loosduinsche weg 1879, Posth. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Lin- den in herb. Heukels; Oud Alblas 1898, Posth. in herb. pi\; — Arnemuiden 1892, Ogt. inherb. pi\; haventerrein Vlissingen 1888, L. in herb. pr. ; — Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.; Oisterwijk 1894, Ogt. in herb. pi\; — Venlo algemeen 1897, Rieter in herb. pi\; Zuid-Limburg 1883, L. in herb. pr. s. deeipiens Thuill. : Tusschen Steenwrjk en Vled- der 1869, v. Tuinen in herb. pr.; — Gramsbergen 1894, L. in herb. pi\; Diepenveen 1851, K. A. inherb. pr.; 1894, L. in herb. pr.; — tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; 926 CENTAUREA. — Tolsteeg Utrecht 1846, Alpherts in herb. pi\; — zandbergen by Naarden 1899, Koning in herb. pr.; — eiland IJselmonde, Boskoop, Schiedam en langs den IJsel bij Rotterdam, v. d. Voo in herb. pr.; Spijkenisse, J. Koornneef, — Oudelande, L. B. v. d. Slikke in herb. Heukels; Bergen op Zoom 1884, en Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.; tusschen Engelenen 's Hertogenbosch 1888, Struyk. in herb. pr.) Bovendien : (zonder nadere aanwyzing der varieteit) Scheene, Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); — Steenwijkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Delden, Twikkelerbosch, U n. 1871 (Arch. 2. 1. p. 199) ; Beckum, Woolde, de Lutte, (flor. pallidis) de Poppe, U n. 1 895 (Arch. 3. 1. p. 223); Terborg U n. 1 885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Alkmaar 1871 (Arch. 2. I. p. 272); Kennemerland, v. E. (Arch. 2. I. p. 391); Beverwijk 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 72); Bentveld, v. E. (Arch. 2. VI. p. 70); - Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 391) (waarschrjnhjk decipiens Thuill.); — Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Baarlo, Velden, Arcen, Hamert, Wel, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Maastricht, Pietersberg, Gronsveld, Meerssen, Gulpen, Valkenberg, Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tus- schen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 318). Waarschijnlijk behooren al deze Limburgsche planten tot C. decipiens Rchb. Voorts vermeld bu Pelletier en Munting. Afzonderlijk vermeld werden nog: /?. Voormalige vestingwerken en Ooische waardby Nrjmegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 291). d. Algemeen in droge rietlanden, langs wegen en duken Nijmegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 291). 797. C. nigra L. Aan wegen, in begroeide bergachtige streken. 2J.. Juli — Aug. In Herb.: Ittersum bij Zwolle 1894, L.; - Renkum, CENTAUREA. 927 Buse; — Utrecht, v. d. T.; — Haarlem, Splitg.; 1891, Groll; - Hillegom 1870, Hoek. (Avereest 1898 - en Delft 1876, L. in herb. pr.; — Nieuw en St. Joosland 1877, Schipper in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog 1897, Schipper (Arch. 3. I. p. 606); - Steenwijkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Twikkel, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo - tusschen Zutphen en Bronsbergen, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 190); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Alkmaar, Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); - Zierikzee, Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); - Bergen op Zoom, Woens- drecht en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); - Arcen, Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vor- stius en Munting. [Aanm,: Vermoedel(jk hebben de meeste dezer opgaven be- trekking op C. Jacea, evenals de hier niet vermelde groei- plaatsen, in het archief opgegeven, onder C. Jacea worden teruggevonden. Er zijn enkele planten, die steeds slechts in bloem worden verzameld, zelden in vrucht, wat zeer te bejammeren is wan- neer, zooals hier het geval is, aan de rype vruchten een der voornaamste kenmerken moet waargenomen worden. Voorts hebben deze planten, meer nog dan andere composieten, te lrjden van insecten, die ongestoord in de dikke bloemhoofdjes hun vernielingswerk kunnen doen, zonder dat zy opgemerkt worden. Vele der oudere exemplaren, afkomstig uit parti- culiere herbaria, z(jn hierdoor voor nader onderzoek geheel waardeloos geworden. Vele der Centaurea soorten zonder straal- bloemen werden waarschjjnlvjk zonder nauwkeurig onderzoek tot C. nigra gebracht, terwyl de C. Jacea met stralende hoofdjes algemeen tot C. Jacea gerekend werd. C. nigra schrjnt volstrekt geen algemeene plant te zrjn; Grenier en G o d r o n noemen haar algemeen in Frankrrjk, alwaar in de 59 928 CENTAUREA. PyreneeSn ook een stralende vorm wordt aangetroffen, in Duitschland beperkt zij zich tot het westen; Garcke b. v. - eeffc op slechts in de Rijnprovincie tot aan ons land en door Nassau en Westphalen tot aan Miinden en voorts in de bos- schen der Vogezen en algeraeen in Baden en "Wurtenberg. Een nauwgezet onderzoek dezer b< ide en aanverwante soor- ten, die wellicht in ons vaderland kunnen worden aangetrof- fen, blijft voor een toekomstige bewerking eener Nederland- sche flora zeer aanbevolen, waarvoor een groote hoeveelheid versch materiaal zal moeten verzameld worden. Waarschijnlijk zal dan ook deze voorloopige bewerking nog wijzigingen on- dergaan, gelijk zrj nu reeds in vele opzichten afwijkt van dn- in de eerste editie van dit werk.] C. amara L. (C. serotina Boreau.) Wordt opgegeven door v. Eeden voor het Heemskerkerduin en afge- beeld in Fl. Bat. XVIII. t. 1392: ik heb het oor- spronkelijk exemplaar niet gezien en durf daarom geen oordeel te vellen over de juistheid der deter- minatie. Er bestaan vormen van G. Jacea, die op C. amara gelijken, zooals een plant door den Heer de Haas op de wallen van Maastricht (1893) ver- zameld en door dezen ook als G. amara ingezonden. Het zou trouwens niet onmogelijk zijn dat zij bij ons gevonden werd, daar G. ama?'a in midden Duitsch- land op den linker Rynoeveralgemeen schijnttezijn. 798 C. Cyanus L. Tusschen het koren en op bouw- landen in zandige streken. 0 en O- Mei—Juli. In Herb.: Tusschen Rinsumageest en Akkerwoude 1860, J. M. de Boer; Oenkerk 1849, S.; Harich in Gaasterland 1865, H.d. V.; - Haren 1856, S t r a t. ; — Meppel, v. Heijn.; — Kampen, R. B.; * Kampen 1846, R. B.; Zandberg 1848, T; Deventer, Romb.; 1840, Halb.; 1876, K.; Generaalsbosch brj Deventer 1839, Halb.; Zwolle 1901, L.; Hardenberg 186S, v. d. Scheer; Gramsbergen 1859, Lac. enS.; - Twello, v. Delden; Harderwijk, R.B.; '"Hulshorst brj Har- * uor. albis. **) flor. ]> u rp u re i>. CENTAUREA. 929 derwjjk 1849, R. B.; Oldenbroek 1850, T.; Zutphen 1834, Wtt.; 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1875, Groll; Ruurlo 1884, Ensink; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Arnhem 1859, Romb.; Nijmegen, Th. Abel.; ¥ Heesby Nymegen, Th. Abel.;-Hoog- land, Garj.; Amersfoort, R. B. ; Bunnik, Bierens de Haan; Utrecht 1835, Wtt.; v.H.; "* boekweit- veld tusschen de laan van Hardenbroek en die van Sterkenburg by Utrecht, v. d. T. ; Houten 1827, Wtt.; Wikkenburg 1828, Wtt.; Neerlangbroek, v. d. T.; — Gooiland 1874, BoerL; Laren 1843, en Muiderberg 1841, Romb. ; Weesperzijde Amsterdam, Fl. Amst.; Urk 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; 1857, Harting; Schoorl 1869, Hoe k; Breesaap 1846, Buse; Haarlem, Splitg.; Haarlemmermeer 1853, S. en Hartm.; — Noordwijk 1836, Lac; Sassenheim 1841, S.S.; Katwykerduin 1852, 0.; Perin; Per- sijnspan aldaar, (wie?); Haagweg, Perin; Leiden 1835, Mb.; Dz.; Rijnsburg 1841, B. W.; Kerb.; Was- senaar 1832, S. S.; 1840, B. W.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.;R. B.; Scheveningen 18S6, Destree; Dordrecht 1882, V.; — IJersekendamme (1 ex.) 1839, en Sand- berg 1845, v. d. B.; Hulst 1846, B. W. en v.d. B.; Koewacht 1863, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; Prinsenhage, Exc. 1897; Kaatsheuvel, Thomson; 's Hertogenbosch, v. H o v. ; — Voerendaal 1866, H. d. V. (fl. roseis Ofr. Arch. 2. I. p. 139). (Tusschen Oldenboorn en Beetsterzwaag 1869, v. Tuinen in herb. pr. ; Hallum 1865, H. R. v. d. Ley en — Steenwijk 1869, v. Tuinen in herb. pr. ; Borne 1897, Coster us in herb. pr.; * Deventer 1851, - Apeldoorn 1850, " 1851, " Gorssel 1880, K. A. in herb. pr.; Middachten 1895 en Velp 1890, Ogt. in herb. pr.; Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; Wamel bij Tiel, Posth. in herb. pr. ; Huinen, *) flor. rubi'0-brunneis, 930 CENTAUREA. Culemborg, Randwijk, — Werkhoven, Driebergen en Houten, C. A. Backer inherb. Heukels; tusschen Utrecht en Houten 1846, Alpherts in herb. pr.; Vleuten 1877, Schipper in herb.pr.; — zandbergen by Naarden 1899, Koning in herb. pr. ; Heilo en Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Bergschen hoek en Overmaas, v. d. Voo in herb. pr.; spoorbaan Zwijndrecht 1884, Posth. in herb. pr.; Giesen, C. A. Backer in herb. pr. ; — Oosterhout tusschen haver 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; — Venlo 1896, Rieter in herb. pr.; Schaesberg, J. v. Melick in herb. Heukels. In herb. Lako komen nog verscheidenheden voor, met rose bloemen : Zwolle 1896, met bruin-rose bloemen ("*): Heeten onder Raalte 1901 en met paars-rosebloemen: Hert- me onder Borne 1901, alle drie L.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p 391); — al de bezochte plaatsen iu Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); — Steenwykerwolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, Wijhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen, Vrieseveen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Bekkum, Brinkhuis, Haaksbergen, Langelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Diepenheim, Enter, - Groenlo, tusschen Bronsbergen en Warnsveld, U n.,1 897 (Arch. 3. I. p. 618); Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p.224); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404) ; Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 391); Odijk 1874, H.d.V. (Arch. 2. II. p. 72); - Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 391); - Walcheren, Schouwen en Duiveland, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); meelfabriek Mid- delburg, L. (Arch. 3. I. p. 202); Zuiddorpe, Sas van OENTAUREA. 931 Gent, A. W. (Arch. 1. IV. p. 288); - Woensdrecht en station aldaar, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Blerik, Velden, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Gronsveld, Amby, enz., Un. 1861; Sittard, Beek— Elsloo, Gulpen, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 318). Voorts vermeld door Pelletier, Knyf, Mun- ting en Bruman. 799. C. montana L. In bergstreken, vooral op kalkgrond, in Midden- en Zuid-Duitschland, doch vaak als tuinplant gekweekt. %. Mei-Oct. In Herb. : Bosschen tusschen Olst en Diepenveen 1877, L. J. v. d. Veen; Oud-Rande 1876, L. J. v. d. Veen, en 1883, v. d. Veen en K. (Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. H e u k e 1 s.) 800. C. Scabio8a L. Langs wegen, op droge, grazige gronden. %.. Juni—Oct. In Herb.: Deventer, Cop; 1833, Wtt.; Wallen al- daar 1846, 1847, T.; Un. 1850; 1851, Hartm.; 1877, K.; Platvoet bij Deventer 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Wilpsche dijk bij Deventer 1847, M. J Cop; tusschen Deventer en Olst, v. Heijn.; — Zut phen 1834, Wtt.; havenhoofd aldaar 1887, Groll Bronsbergen 1833, Wtt.; 1859, de Br.; 1879 en 1880 Groll; 1880, Sntfders; 1882, C. v. d. Broek; CJn 1897; Harnsel brj Voorst 1884, Ensink; Nn'megen Hofmann; Oosterhoutsche bosch 1843, N. en Th Abel.; G. Deijn.; Tolkamer by Lobith, V. Z.; — tusschen Asten en Vosselen 1901, Rovers; — Venlo, Buse; 1899, Garj.; St. Pietersberg 1875, de Br.; Lauberg bij Maastricht 1895, de Haas; Gulpen 1861, Un. en Lac; Eijs 1871, Lac; Valkenberg 1864, H. d. V.; 1901, V. 932 BNTAXJBBA. (Voorst 1877, K. A. in herb. pr.; - Gulpen, Un. 188 3 L. in herb. pr.) Bovendien: Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546). 801. C. rhenana Boreau (C. paniculata Jacq. ; C. maculosa Aut.). Langs wegen, op dorre heuvels, muren enz. O- Juli—Sept. In Herb.: Pothoofd Deventer 1883, L. J. v. d. Veen; — bermen Grintweg tusschen Asten en Vosselen 1901, Rovers; — onbebouwd terrein Venlo, en on- derste molen Venlo 1899, Rieter. 802. C. diffusa Lam. Plant uit Hongarije, Zuid-Rusland, het Balkan schiereiland en den Levant, elders ingevoerd. O- Juli—Sept. In Herb. : Deventer 1877, Groll; Pothoofd aldaar 1877, K. A. (door Oudemans als G. trichacantha gedetermineerd, Cfr. Arch. 2. IV. p. 34); 1877, en 1882, K.; meelfabriek Deventer 1900, K. A.; - meel- fabriek Middelburg 1896, Ogt.; - Oudenbosch 1895, P. v. Luijck (reeds van daar in 1892 door J. Jorna in herb. de Haas); tusschen hennep te Dommelen bij Valkenswaard 1874, Lac. {trichacantha 0.); tus- schen Asten en Vosselen (zoowel met purperen als met witte bloemhoofdjes) 1901, Rovers; — onderste molen Venlo 1899, Rieter. 803. C. Calcitrapa L. Aan dijken en wegen. O- Juli — Sept. In Herb. : Ameland, Bruinsma en Hinxt; ach- ter de Hiemen op de oude dyken bij Nes op Ame- land 1869, Holk.; Ameland, stud. B. B. de Boer herb. v. H.; 1896, V.; - Holwert, B. B. de Boer; 1866, H. d. V.; v. Heijn. ; — tusschen Laag Elten en Zevenaar 1828, Suerman; G. Broers; 1833, Wtt.; Eltenberg 1837, D. S.; Waaldijk by Oosterhout, B.; Arnhem, Thomson; — Hellevoetsluis, herb. B. W.; de Vriese; 1900, Struyk.; Rockanje 1884, CENTAUREA. 933 S.; Un. 1887; - Philippine 1863, A. W.; Zuid-Beve- land 1839, 1847, en Goes, v. d. B.; Oosterscheldedijk tusschen Wemeldinge en Yersekendam 1841, v. d. T.; Biervliet en Breskens, Mb.; herb. Lac; Breskens 1839, Lac; 1857, A.W.; Kapitalendam 1839, Lac Sluis 1864, H. d.V.; Sas van Gent 1845, B. W. en v. d. B. ; 1846, B. W. ; - St. Pietersberg, v. H o v. (unic); 1886, V.; Maastricht 1870, Groll; Louberg Maastricht 1893, de Haas; Gronsveld, Un. 1861; Gulpen 1871, Lac (Rammekens 1876, Breskens 1878, L. in herb. pr.; Groede 1876, L. en dyk onder Rithem (Walch.) Ogt. in herb. pr.) Voorts vermeld door Dodoens (Pempt 1583), Pel- letier, Knijf en Munting, ook tusschen Muiden en Naarden, Kampen bij de G o r t e r Tholen en Steen- bergen, Kops in Fl. Bat. 804. C. solstitialis L. Zuid-Europeesche plant, op akkers, elders voornamelijk met Esparsetfce en Lucerne- klaver ingevoerd. O- Juli—Sept. In Herb. : Pothoofd Deventer 1877, K. ; - Zutphen 1885, Groll; St. Annamolen Nijmegen 1898, Doc- ters v. Leeuwen; — Zuid-Beveland 1845, v. d. B. ; vlasland Wissenkerke (N.-Bev.), Schipper; Nieuw- land 1876, A. W. (met Medic. uit Zuid-Frankryk); meelfabriek Middelburg 1898, Ogt.; - station Breda 1886, V.; Werkhoven 1899, C. A. Backer (lucerne- akker). (Deventer 1892,Ensink inherb.L.; — Rijswijk(Gld.) op klaverakker, B. J. v. Wagensveld; — Utrecht, W. C. v. Embden; — spoorwegterrein Rotterdam, F. D. J. Risch in herb. Heukels; proefveld Land- bouwcursus Dordrecht (1 ex.) 1899, Posth. inherb. pr.; — Nieuw en St. Joosland 1876, L. in herb. pr.; - onderste molen Venlo 1898, Rieter in herb. pr.) Voorts vermeld door Pelletier. 934 CNICUS. CICHORIUM. Cnicus Vaill. 805. C. benedictus L. Op akkers nu en dan verbouwd. 0. Juni-Juli. In Herb.: Bouwland achter het prjnboschje over Zuidwijk, gelegen langs den Achterweg naar Was- senaar (als Helminthia ecliioides), Perin. [Aanm. : Ofschoon een Perin'sche plant, boezemt en de foutieve determinatie en de nauwkeurige omschrijving der groeiplaats wel vertrouwen in. Het is trouwens een plant uit het gebied der Middellandsche Zee, die vroeger hier en daar verbouwd werd, doch zeldzaam verwildert.] Subordo Liguliflorae Lessing. Tribus Cichorieae. Subtribus Hyoseridinae. Cichorium L. 806. C. Intybus L. Langs wegen en dijken, meestal op leem- en kleibodem. 2J.. Juli—Aug. In Herb.: Leeuwarden 1849 en 1859, en Goutum, S.; Franeker, de Joure, C. A. Bergsma; - Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1848, R. B.; Kampen en Zalk 1869, Hoek; Deventer, Halb.; 1846, v. Gron.; 1876, K.; Pothoofd aldaar, Rorab.; - Zutphen, G. B.;1882, C. v. d. Broek; IJsel by Doesburg 1842, J. L. Ti- lanus (P. N. S.j; Rheede 1838, Buse; Nijmegen, N. en Th. Abel; vestingwerken Nijmegen, Th. Abel.; aan de Waal tusschen Heerenwaarde en Dreumel 1839, v. d. T.; Wageningen 1834, Wtt,; Culemborg, v. Herjn.; - Rhenen, Bergsma; Eem bij Amersfoort, Garj.; Utrecht 1835, Wtt.; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; - Amsterdam, v. H.; 1836, Mb.; - Noord- wijkerhout 1899, Jongm.; Leiden 1843, 0.; Mare- poort aldaar 1843, 0.; 's Gravenhage, G. Barger; Lekdijk Vianen 1832, Wtt.; - Zierikzee, Dz.; 1841 CICHORIUM. 935 en 1S45, v. d. B.; Zuid-Beveland, "Westkapelle, Wal- cheren, Zwake 1842, v. d. B. ; meelfabriek Middelburg 1896, L.; Meliskerke, G. B. C. v. d. Feen; Hoek 1865, A. W.; Neuzen 1861, A. W.; — Loopschans Breda, v. A. ; Kloppewaard Werkendam 1835, Lac; Wer- kendam 1886, V.; hooge Maasdrjk Heusden, v. Hov. ; tusschen Asten en Vosselen 1901, Rovers; — Mook 1894, V.; St. Pieter, v. Hov.; St. Pietersberg 1887, Groll. (Kerkhof Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; — klaverland Winschoten 1887, Schipper in herb. pr.; - 'tLoo 1879, Apeldoorn 1880, Voorst 1892, K. A. in herb. pr.; Voorst 1879, L. in herb. pr.; Westerbouwing bij Oosterbeek 1893, V. Suringar inherb. pr.; Tiel, Posth. in herb. pr.; Opheusden 1873, v. Tuinen in herb. pr.; Lingebosch Beesd 1885, Schipper in herb. pi\; Spoel by Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; langs de Lekdijk aldaar, de Haas inherb. pr. ; — Houtstapelplaats van H. W. Ketjen Amster- dam 1899, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Leiden 1886, Struyk. in herb. pi\; — Brouwershaven 1876, Costerus in herb. pi\; — tusschen Andel enVeen 1887, J. J. Smith in herb. Costerus.) Bovendien: Harderwijk, R. B. (Arch. 2. III. p. 428); tnsschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); tusschen Winterswijk en Lichtenvoorde, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); — Haarlemmermeer 1852, Hartm. (Arch. 1. III. p. 291); — Schouwen en Duiveland, Tholen, Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 124); — Woensdrecht station, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); - Venlo, Blerik, Baarlo, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Maastricht, Gronsveld, Valkenberg, Gulpen, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 188 3 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door P e 1 1 e t i e r, K n ij f, V o r s t i u s en Bruman. Komt bovendien voor in kleurver- 936 CICHORIUM. LAMPSANA. scheidenheden, voor welke deGorter reedsopgeeft (fl. albis et roseis) Brummen en Zuideras. 807. C. Endivia L. Indische plant, doch overal gekweekt. O- Juli—Aug. In Herb.: Haarlem 1899, Buisma; - Zwijndrecht 1882, V. (culta). (Leeuwarden 1892, V. Suringar in herb. pr.) Subtribus Lampsaninae. Lampsana Tourn. 808. L. communis L. Algemeen op bebouwde en onbe- bouwde gronden, tusschen kreupelhout, op muren. 0. Juni — Aug. In Herb.: Park bij de Burg op Texel 1860, Lac; - Leeuwarden 1859, S.; Bolsward 1875, J. M. de Boer; Veenwouden, Spree; - Groningen 1856, Strat.; 1858, v. H.; - Hoogeveen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1841, T.; R.B.; Zal- kerbosch 1891, Carmigg.; Zwolle 1900, L. ; Deventer, Halb.; 1878, K.; - Harderwyk, R. B.; Apeldoorn, K. A.; 'tLoo, M. D.; Leesten 1850, Gronem.; Am- hem, Thomson; Westerbouwing 1878, L.; Beek 1853, 0.; - Amersfoort, R.B.; 1890, Garj.; Doorn 1869,0.; Bunnikl842, Bierens de Haan (P. N.S.); Utrecht 1835, D. S. ; Rhoodestein by Neerlangbroek, v. d. T.; - 't Gooi 1826 en 1829, Wtt.; Ringdrjk 1838, Romb.; Naarden 1864, 0.; Uithoorn 1870, Boerl.; Amsterdam, Fl. Amst.; kerkheuvel Mon- nikendam 1886, Boerl.; Alkmaarderbout, Kerb.; Bloemendaal 1871, Boerl; Haarlem,Splitg.; Buse; Haarlemmerhout 1871, Hoek; Leiden, B. W.; 1835, Mb.; 1835, Wtt; Forsten; 1840, S.S.; 1842, 0.; Oude Wetering 1897, V.; Wassenaar 1832, S. S.; Zorgvliet, V. Z.; Scheveningsche boschjes 1886, Des- tree; 's Gravenhage, G. B.; R. B.; Alblasserdam 1850, M. J. Cop; Dordrecht 1836, Lac; 1850, M. J. Cop; LAMPSANA. 937 1878, Posth.; 1882, C. v. d. Broek; 1882 en 1883, V.; Heicop, v. H.; - Zuid-Beveland, v. d. B.; Seis- weg by Middelburg 1873, L.; Zeeuwsch Vlaanderen 1853, en Aardenbnrg 1861, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; Heusdensche wallen, v. Ho v.; — Maas- tricht, v. Hov.; Amby 1870, Groll. (Oldeboorn 1863, Holk. en 1868, v. Tuinen in herb. pr.; - Twello, K. A. in herb. pr.; de Steeg 1895, Ogt. in herb. pr.; kerkhof Tiel, Posth. in herb. pr.; Wageningen 1883, Heinsius inherb. pr. ; Culemborg 1843, Alpherts in herb. pr.; de Haas in herb. pr.; - Valkeveen bij Naarden 1899, Koning in herb. pr.; Bloemendaalsche bosch 1898, A. C. J v. Goor in herb. pr.; — Rijngeest onder Oegstgeest V. Suringar in herb. pr. ; Haagsche bosch 1889 en Monster 1886, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam H. v. d. Linden in herb. Heukels; Charlois, Delfs haven, v. d. Voo in herb. pr.; Pastorietuin Herkin gen 1871, Costerus in herb. pr.; — Haamstede 1887, L. in herb. pr. ; langs wegen Middelburg 1892, Ogt. in herb. pr.; Mevr. Snellen; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Venlo 1897, Rieter in herb. pr.) Bovendien : Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 391, niet door S. aangetroffen) ; — Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - alle bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Steenwijkerwolde, Oldemarkt, Kallenkote, Eeze, Giet- hoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Nieuwe Wetering en school Tongeren, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Woolde, Borne, Hasselo, Haaksbergen, Oldenzaal, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 223): — Winterswijk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); tusschen Zutphen en Bronsbergen, Ruurlo, U n. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Terborg, Un. 1885 (Arch.2.IV. 938 LAMrSANA. AENOSEBIS. p. 404); Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p.97); algemeen Nymegen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 291); - Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Heilo, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); Kenne- merland, v. E. (Arch. 2. 1. p. 391); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); — Noord-Beveland, Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. 1. p. 50); Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 422); Oost-Zeeuwsch Vlaan- deren, A. W. (Arch. 1. VI. p. 288); - Rozendaal, U n. 1860 (Arch. 1. V*. p. 236); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Blerik, Velden, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p.573); Pietersberg, Gronsveld enz., Un. 1861, Sittard, Beek— Elsloo, tusschen Beek en Valkenberg, tusschen Wylre en Slenaken, Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 318). Voorts vermeld door P e 1 1 e t i e r, K n ij f, V o r s t i u s, Munting en Bruman. Arnoseris Gaertn. 809. A. minima Lk. (A. pnsilla Gaertn. et Prodr. Ed. I. p. 130; Lapsana minima L. et Fl. B. S. p. 572). Op zandige bouwlanden. 0. Juni — Aug. In Herb.: Hemelum 1853, S.; Koudum 1870, J. M. de Boer; Harich, Gaasterland 1865, H. d. V.; Schoter- land 1872, Hoek; — Harendermolen, Strat; Win- schoten, Schipper; — Hoogeveen 1865, H. d. V.; Drente 1859, Lac. en S. ; — Hardenberg 1894, L.; Gramsbergen 1850, Lac. en S.; Oosterhout bij Kampen 1852, R. B.; 1852, T.; Deveuter, Halb.; v. d. Cop; Diepenveen 1878, K.; Bathmen 1843, B. W.;Nyenhuis, Un. 1888; - Twello 1845, T. ; Gorssel 1833, Wtt.; Harderwyk 1847 en 1849, R. B.; Vaassen 1878, L.; WoesteHoeve Veluwe, Un. 1849; Zutphen, E. do Vriese; Wansveld 1886, V.; Leesten, Gro- nem.; Doosburg, Thomson; Winterswijk 1874, R. ARNOSEEIS. 939 E. de Haan; Rheede, v. H.; Wolfheze, Un 1847; Nijmegen, N. en Th. Abel. ; Uilenput bij Nijmegen 1864, v. H.; Heumen 1894, V.; Renkurn 1848, Buse; Meent bij Veenendaal, R. B. ; 1898, V.; — den Ham bij Amersfoort 1836, D. S.; Amersfoort 1833, Wtt.; Splitg.; C. A. Bergsma; 1892, Garj.; Soest 1870, Groll; Driebergen, Splitg.; Maarsbergen 1895 en 1896, V.; Doorn 1869, en Zeist, 0.; wallen Utrecht 1830, v. H. ; Grebbe, Fockema; - Hilversum, M. D.; tusschen Berg en Dallust Hilversum en 's Graveland, v. d. T.; Blaricum 1864, 0.; Breesaap, Kerb.; 1842, Buse; - Noordwijkerhout 1845, B. W.; 1846, Mb.; 1867, 0.; Leiden 1832, Forsten; Hillegom 1827, S. S. ; 1845, 0.; Voorschoten 1836, Lac; Wassenaarsche duinen 1833, en Groot Berkheij, S. S. ; Zorgvliet, V. Z.; spoorbaan tusschen Zwijndrecht en Barendrecht 1880, Posth.; - Olinge 1845, 1846, v. d. B.; Eede 1861, A. W.; - Zundert, Un. 1860; mastbosch bij Breda, v.A.; Gilze-Rije 1879, Posth.; Tilburg 1870, Groll; Rosmalen, v. Ho v.; Eindhoven, Dz.; tusschen Eindhoven en Weert 1886, V.; Deurne 1871, Lac; — Thorn 1900, G. en Jongm.; Sint Pietersberg 1893, de Haas. (Tusschen Oldeboorn en Beetsterzwaag 1866, Holk. en Suameer 1869, v. Tuinen in herb. pr. ; — Garst te Winschoten 1885, Schipperin herb pr. ; — Ide 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; - Zwolle 1883, L. in herb. pr.; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert, — Huinen, Putten, C. A. Backer inherb. Heukels; Garderen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus; Epe 1847, Alpherts in herb. pr.; Apeldoorn 1850, K. A. in herb. pr.; Velp 1893, Ogt. in herb. pr.; tusschen Veenendaal en Lunteren 1894, Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr. ; — Driebergen, Werkhoven, C. A. Backer in herb. Heukels; — Laren 1899, Koning in herb. pi\; — Oosterwijk 1894, Ogt. in herb. pi\; - Strypbij Eindhoven 1880, 940 ARXOSERIS. THRINCIA. Posth. in herb. pr. ; Maarheeze 1886, V. in herb. Posth.; Venlo, Genooi 1896, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 391); — Erra, Emmen, Sleen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Steenwrjkerwolde, Kallen- kote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI p. 318); tusschen Nieuwe en Oude Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. 1'. 411); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. 1.195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Brinkhuis, Borne, Tub- bergen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); - Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); tusschen Eibergen en Zwilbroek, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 618); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Marquette, - Hillegom, Westland, v. E. (Arch. 2. I. p. 391); - Zuiddorpe, Hulst, v. d. B. en B. W. (Arch. 1. IV. p. 288); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, (Arch. 2. III. p. 124); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); Blerik, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Epen, Lac. (Arch. 2. V. p. 17). Voorts vermeld door Pelletier en Vorstius. Subtribus Leontodonteae SchuUz. Thrincia Roth. 810. T. hirta Both. Aan wegen, in droge weiden, in zandige streken. %. Juni — Oct. In Herb.: Texel 1860, Lac; Prins Hendrikpolder aldaarl869, Holk.; Vlieland 1858, Lac; 1869, Holk.; Terschelling 1887, V.; Vuurtoren aldaar, U n. 1886; Midsland, Un. 1886; duinen Westterschelling 1869, Holk.; - Joure, C. A. Bergsma; Koudum 1867, en stadswal Leeuwarden 1861, J. M. de Boer; Gaas- terland 1853, S.; Terissert, Un. 1881; - Noordpol- derzrjl achter Usquert 1856, en - Peize, Strat. (als THRINCIA. 941 Leont. hispid.); Emmen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; — zandberg by Kampen 1848, en Kampen 1850, T.; IJsel bij Zwolle 1893, L.; Deventer, Halb.; 1877, K.; Gramsbergen 1859, Lac. en S. ; — Harder- wyk, R. B.; Apeldoorn 1872, K. A.; Vorden 1879, Groll; Ruurlo 1885, Ensink; Doetinchem, Un. 1885; Korenbergerveen bij Winterswijk, Un. 1859; Ryn bij Arnhem 1876, Lac. ; Oosterhoutsche bosch by Nymegen, Th. AbeL; Uilenput bij Nymegen 1864, v. H.; — Eem bij Amersfoort, Garj.; huis ter Heide 1859, en Austerlitz by Zeist 1859, v. H. ; Utrecht, C. A. Bergsma; 1859, Hartm. en R. B.; de Zuwe tusschen Baambrugge en Vinkeveen 1841, v. d. T.; Baambrugge, Kerb.; Schalkwijk 1827, v.H.; — Naar- den 1864,0.; tusschen Hilversum en Bussum, v. d. T.; Amsterdam, v. IL; E. B. Asscher; Overtoom, Pl. Amst.; Enkhuizen 1894, Sanders; Zaan 1835, Mb. (als hispida); Kerb. ; Halfweg 1836, Buse; Velsen 1870, Groll; 1870, Hoek; duinen Zandvoort, As- scher (als hispida); v. H. (als idem); duinen Haar- lem, v. H.; Buse; 1839, de Vriese (als hispida); Overveen, v. H. (als idem); 1839, Buse; Zandpoort, Mb. ; Haarlemmermeer, Kerb.; Haarlemmerhout 1847, Mb.; Groenendaal, Heemstede 1872, 0.; Mee- renbosch aldaar, v. d. T. ; — Leiden, Mb. ; Eorsten; Perin; 1859, S.; duinen Katwyk 1833, Wtt. (als hispida); kanaal Katwyk 1842, Dz. ; Leimuiden, Exc. 1882; 1894, V.; duinen Wassenaar, Pierot; S. S.; 's Gravenhage, V. Z. (als hispida); 1895, R.B.; Waals- dorp 1834, v. H.; Scheveningen, V. Z.; Loosduinen, Exc. 1883; Zwet by Weteringen 1876, L.; Oude Maas tusschen Kralingsche veer en Rotterdam 1901, Jongm.; Lek by Leksmond 1828, v. H. (als hispida); — Schouwen, Dz.; Duiveland, Un. 18 94; Zuid-Be- veland en duinen Walcheren, v. d. B.; Waterlands- kerkje 1861, A. W.; Oranjezon, B. W.; landvanHulst 942 THRINCIA. 1845, v. d. B.; - Breda, v. A.; Werkendam 1836, Lac; Vucht, en Cromvoirt, v. Hov. (Tusschen Burg en Hoorn op Texel 1894, V. Su- ringar in herb. pr. ; - Oldeboorn 1868, v. Tuinen inherb. pr.; — Twello 1897 en Middachtersteeg 1891, Ogt. in herb. pr.; spoordijk Culemborg, de Haas in herb. pr. ; — dtfk lokaaltrein bij Soest, A. C. J. v. Goor; Houten, Alpherts in herb. pr.; — Muider- berg, Un. 1901, Rieter in herb. pr.; Amstelveen by Amsterdam 1890, J. J. Smith in herb. Coste- rus; Vogelenzang 1893, - Rijngeest onder Oegst- geest 1893, V. Suringar in herb. pr.; Leiderdorp 1883, Schipper in herb. pr.; Haagsche bosch 1872 Posth. in herb. pr.; Overmaas en IJselwal Kraling sche veer, v. d. Voo in herb. pr. ; Oranjepark Dor drecht 1894, en de Mijl onder Dubbeldam 1892, P o s t h in herb. pi\; — Walchersche duinen en NieuwenSt Joosland 1879, L. in herb. pi\; - Wolfsven bij Wel Un. 1893 in herb. V. Suringar; St. Pietersberg Maastricht 1894, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V* p. 258); Rottum, Holk.; (Arch. 3. I. p. 362); - Coe vorden, Odoorn, Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch 1. V. p. 250); - Delden, Un. 1871 (Arch. 2. 1. p 199); Hengelo, Un. 189 5 (Arch. 3. I. p. 223); tus schen Markelo en Diepenheim en bij Diepenheim — tusschen Bronsbergen en Warnsveld, U n. 18 9 7 (Arch. 3. I. p. 618); Eibergen, Un. 1859 (Arch. I. V. p. 224); Epe, U n. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 240, echter niet verder vermeld op 1. V. p. 55); Bergen 1871, S. en Th. Abe). (Arch. 2. I. p. 272); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - al de Zeeuwsche eilan- den, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); Hoek, A.W. (Arch. 1. IV. p. 288); - Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. p. 351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Wel, Welsche THRINCIA. LEONTODON. 943 hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Sittard, Un. 1861, Beek— Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319); Gulpen, Lac; Sim- pelveld-Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 17). Voorts vermeld door Bruraan. [Aanm. 1: Al naarrnate de omwindselblaadjes glad of stfif behaard zijn, worden de vormen leiolaena en lasiolaena onderscheiden. De eerste komt o. a. voor van Apeldoorn 1873, K. A. en Oranjezon 1879, L. ; de laatste van Terwolde 1850, duinen Katwvjk 1853, Apeldoorn 1880, allen in herb. Kok An- kersmit. Daar ik eerst later kennis kreeg van deze vormen, heb ik het herbarium-materiaal er niet op nagezien, Aanm. 2: T. hispida Roth. et Pl. B. S. p. 560 werd in Koch's Synopsis le editie verkeerdeltfk als inlandsche plant aangevoerd; in de Fl. B. S. schjjnt alles onder dezen naam betrekking te hebben op Th. hirta, zooals uit debtfvoegingen hierboven genoegzaam blijkt.] Leontodon L. 811. L. autumnalis L. (Apargia autumnalis Willd. et Fl. B. S. p. 558). Aan dijken en wegen, in wei- landen en op grazige plaatsen. 2J.. Juli—Oct. In Herb.: Burg op Texel 1860, Lac; Oostereind aldaar 1869, Holk.; Vlieland 1858, Lac; Rottum 1869, Lac. en Knuttel; 1897, Schipper; - Wor- kum 1864, J. M. de Boer; Leeuwarden 1859, S.; - Groningen 1829, en 1856, v. H.; 1856, Strat.; Vierhuizen 1835, Oude Pekel A, Harendermolen 1853, en Sappemeer 1847, v. H.; spoorbaan Winschoten (virescens) 1898, Schipper; — Valthe en Coevorden 1859, Lac en S.; Assen 1832, Forsten; Odoorn, Borger, Un. 1889; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1847, R. B. ; tusschen Giethoorn en Zuidveen, Un. 1892 (tispalustris); Deventer 1840, Halb.; 1846, T.; 1877, K.; Wilsum 1870, Hoek; Zwolle 1892, L.; Schoklandl884,S.; - Harderwyk 1864, R. B. ; Rnurlo 1885, Ensink; Zutphen 1833, Wtt.; Vorden 1879, Groll; Ooische waard 1849, Oosterhoutsche bosch 60 944 LEONTODON. en Beek bij Nijmegen, Th. Abel.; — Eemby Amers- foort 1891, Garj.; Eemnes 1872, 0.; huis ter Heyde 1853, v. H.; Werkhoven, Wtt. (als minor); Drieber- gen 1834, v. H. (als minor) ; Doorn, Wtt. ; Zeist, Pe- tif; 1859, A. W. Hartm. en R. B.; batterijen aan den Krommen Ryn bij Utrechtl840, v. d. T.; Schalk- wijk, Wtt. ; tusschen Maartensdijk en — Hilversum 1843, v. d. T. ; Naarden 1864, 0. ; Ringdyk 1838, R o m b. ; F 1. A m s t. ; Amsterdam, F 1. A m s t. ; Sloterweg 1842, P. Heybrock (P. N. S); IJ by Amsterdam 1875, 0. ; Hemmeland by Monnikendam 1886, en Marken 1886, Boerl. en V.; Wieringen 1856, Lac. (als Thrincia hirta?); Urk 1852, P. Backer de Wit; 1884, S.; Haarlem, v. H. (als minor); 1872, Boerl. ; walmuur by de groote Houtpoort aldaar, v. d. T.; Bentveld, Buse; v. H. (als minor); G-roenendaal te Heemstede 1872, 0.; Haarlemmerhout 1836 en 1838, Buse; Haarlemmermeer 1870, Groll; - Noordwykerhout 1848, Mb.; tusschen Hillegommerbeek en Noordwijk 1886, Boerl.; Leiden, Pierot; 1835, Mb.; Dz.; 1842 en 1843,0.; 1842, B. W.; 1853, S.; Wassenaar, B. W.; laan van Nieuw Oostinje, Kerb.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; R.B.; Haagsche bosch, v. S. V. ; Delftl845, de Br.; Rhoon 1871, Schepman; spoordijk Slie- drecht 1888, V.; - Schouwen en Walcheren 1836, v. d. Feen; Leverdijk Schouwen 1871, Schuringa (als minor); Zuid-Beveland, v. d. B.; - Bergen op Zoom, Un. 1860; Speelhuis bij Breda, v. A.; Rosma- len, wallen 'sHertogenbosch en — Maastricht, v. Hov. (Hooge Berg op Texel 1894 - Oosterwolde 1892, V. Suringar in herb. pr.; Hallum 1863, H. R. v. d. Ley en Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb. pr.; - Diepenveen 1851, K. A. in herb. pr.; Vollenhove 1893, en Zwartsluis 1893, L. in herb. pr.; - Twello 1897, Ogt. in herb. pr.; Apeldoorn 1881, L. in herb. pr.; 1892, K. A. in herb. pr.; Westerbouwing bij Oosterbeek 1893, V. Suringar inherb. pi\; tuin Culemborg 1846, LEONTODON. 945 Alpherts in herb. pr.; aldaar, de Haas in herb. pr.; — Naarden 1899 en Bussum 1898, Koning in herb. pr.; tusschen Schoorldam en Bergen 1890, J. J. S m i t h in herb. Costerus; — Leiden ] 886, S t r u y k. in herb. pr.; Boskoop, Bleiswijk, v. d. Voo in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heu- kels; Noordendijk 1892, en Oranjepark 1894, bij Dor- drecht, Posth. inherb. pr.; - tuin Middelburg 1898, Ogt. in herb. pr.; - Vucht 1886, Costerus in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V. p. 258); — Wolvega, tusschen Wolvega en Terissert, Knijpe, Heerenveen, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Hoo- geveen, Zwinderen, Emmen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); — Steenwijkerwolde, Steenwijk, Giet- hoorn (hondebloem) , Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1871 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Brinkhuis, Borne, Haaksbergen, Nieuw-Kerkerveen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Enterveen - tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); Terborg, Un. 188 5 (Arch. 2. IV. p.404); Win- terswijk, Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p.97); Weurt Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 292); - Baarn, Doorn, Driebergen, — Bussum, Loosdrecht, Beverwijk, Overveen, Vogelenzang 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 72); Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); Parkweg Amsterdam 1884, J. J. Smith Jr. (Arch. 2. V. p. 689); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - al de Zeeuwsche eilan- den, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 118); Zierikzee, Re- nesse, Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); 946 LEONTODON. Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 288); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Baarlo, Wansum, Wel, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Amby, Valkenberg, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Roermond, Un. 1861, Beek — Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier, Knrjf, Vor- stius, Munting en Bruman. /?. pratensis Koch. In Herb. : Terschelling 1887, V.; - Franeker, Spree; tusschen Tjerkwerd en Dedzum 1875, J. M. de Boer; — Groningen 1841, v. H.; — Schok- land 1884, S.; Kampen 1852 en Harderwyk 1866, R. B.; — Eem tegenover Coelhorst brj Amersfoort 1836, D. S.; - Amsterdam, Fl. Amst. y. uniflora v. d. Bosch. In Herb.: Eiland Rozenburg 1845, de Br. Bovendien: Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. V. p. 55). 812. L. hastilis L. a. hispidus L. (L. hastilis a. vulgaris Koch ; Apargia hispida Willd. et Fl. B. S. p. 560). Aan wegen en op grazige plaatsen. %. Juni -Oct. In Herb.: Apeldoorn 1888, Groll; Rheede, v. H.; Arnhem 1876, Lac; uiterwaarden tegen- over Arnhem 1879, K. A.; vestingwerken buiten de Hezelpoort te Nrjmegen 1852, Oosterhoutsche bosch en Waaldrjk by het fort Krayenhoff, Th. Abel.; Heumen 1897, G. en V.; Oude Maas brj Heerenwaarde, en tusschen Heerenwaarde en Rossem 1837, v. d. T.; - langs de Zoom brj Ber- gen, U n. 1 896; tusschen Boxmeer en St. Anthonie 1895, G. en V.; - Well, en tusschen Well en Ven- raai, Un. 1893; weg onderste molen Venlo 1900, Rieter; Roermond 1900, G. en Jongm.; Weert LEONTODON. PICRIS. 947 1899, G. en des Tombe; Maastricht, U n. 1861; kanaal aldaar, Un. 1883; St. Pietersberg, Un. 18 83; langs de vijver van 't Halder te Valkenberg en Koningswinkelbruggetjealdaar 1900, V.; Gulpen, Un. 1861. (Olst 1880, K.A. in herb. pr.; - kasteel Boxmeer, A. C. J. v. G o o r in herb. pr. ; - Venlo 1899, K. A. in herb. pr.; in een weiland bij het huis „de Koel" aldaarl901, Rieter in herb. pr.; Baarlo, Un. 1893, L. in herb. pr.; Hamert, Un. 189 3, V. Suringar in herb. pi\; tusschen Valkenberg en Berg Terblijt 1901, Rieter in herb. pr.; Schaesberg 1889,Struyk. in herb. pr.) Bovendien: Vijver Plasmolen, Un. 187 3 (Arch. 2. V. p. 17); Amby, Meerssen, Un. 1861; Beek-Elsloo, tusschen Beek en Valkenberg, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). [Aanm. : De opgaven bjj de Gorter hebben waarschtfn- lyk alle betrekking op Thrincia hirta, evenals ook door v. Hall enkele planten als Thrincia hispida werden vermeld, die tot T. hirta behooren.] Picris L. 813. P. hieracioides L. Aan wegen, akkerkanten en op begroeide plaatsen in zandstreken, in de duinen. %. Juli-Oct. In Herb.: Kampen 1847, T.; Zalk enz., R.B.; Zalk 1846 en 1866, en Kamperveen 1854, R. B.; Zwolle, v. Heyn.; Thorbecke; 1846, R. B.; IJseloever aldaar 1895, L.; Randen, het veerhuis bij Diepenveen 1849, M. J. Cop; bosschen van de Poll bij Wilpe 1878, K.; - Apeldoorn 1872, Hoek; Zutphen 1833, Wtt.; Fockema; Voorst 1876, K. A.; Doesburg 1833, Wtt; Arnhem 1842, Thomson; S.; 1876, Lac.;Nijmegen, B.; Abel.enPas; N. en Th.Abel.; wallen aldaar 1864, en Ubbergen 1868, v.H.; Maas- dijk Heumen, Un. 18 53; Oosterhoutsche bosch {fas- 948 picris. ciatie) 1897, Doctersv. Leeuwen; — Amersfoort, Garj.; — spoordrjk Enkhuizen 1896, Sanders; Sant- poort 1871, 0.; Brederode 1840, Romb.; Bloemendaal 1845, 0.; Overveen 1835, (fasciatie) Buse; Kerb.; 1839, Buse; v. H.; 1872, B.oerl.; Middenduin, Buse; 1870, Groll.; Zandvoort, V. Z.; duinen Haarlem, v. H.; Heemstede, v. d. T.; — Noordwyk aan Zee, v.d.B.; v.d. T.; Katwijk 1832, S.S.; B.W.; Perin: 1836, (fasciatie) Mb. ; Leiden, Dz. ; Wassenaar, Pie- rot; 1835, Mb. ; tusschen Wassenaar en Schevenin- gen, Un. 1851; Scheveningen 1878, K.; R. B.; T.; duinen 'sGravenhage 1878, K.A.; 1891, R.B.; Loos- duinen 1854, v. H. Jr. ; — Velp by Grave 1893, J. J o r n a ; - Maastricht 1870, Groll; Gulpen, Un. 1861; Lim- burg, Un. 1883. (Deventer 1851, K. A. in herb. pr.; Olst (fasciatie) 1896, L. inherb.pr.; Katerveer Zwolle 1888, Struyk. in herb. pr. ; — Zutphen, Un. 1897 Costerus in herb. pr.; Jachthuis aldaar 1879, K. A. in herb. pr.; Opheusden 1873, v. Tuinen in herb. pr.; Spoel en Langsmeersche polder Culemborg, de Haas inherb. pr.; Spoel aldaar 1846, Alpherts in herb. pr.; — tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891 Coste- rus in herb. pr.; Vogelenzang 1893, Ogt. in herb. pr.; Overveen, Breesaap, C. A. Backer in herb. H e u k e 1 s ; — Noordwijk 1893, V. S u r i n g a r in herb. pr. ; Wassenaar 1874, L. in herb. pr.; — Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr. p. cpepoides Sauter (Picris pyrenaica L.) boschje by Waalsdorp 1879, K. A. in herb. pr.) Bovendien: Winterswrjk, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); tusschen Zutphen en Bronsbergen, haven- terrein Zutphen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Lent Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 292); - Parkweg Amster- dam 1884, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 688); Urk 1853, P. BackerdeWit (Arch. 3. I. p. 317); Alk- maar, Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. PICRIS. HELMINTHIA. 949 p. 272); Beverwp, Vogelenzang 1874, H. d. V. (Arch 2. II. p. 73); Kennemerland — Staalduin, Voorne, v E. (Arch. 2. I. p. 391); - Walcheren, v. d. Tr.; Oost Zeeuwsch Vlaanderen, Lac; A. W. (Arch. 2. III. p 124, Tijdschr. IX. p. 262); - St. Pietersberg, Grons veld, Valkenberg, Un. 1861; Beek, Un. 1883(Arch 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier en Bruman en voor Muiderberg, Hattem en Harderwijk door de Gorter en voor Dordrecht in de Fl. B. S. Helminthia Juss. 814. H. echioides G-aertn. Aan dijken en wegen, aan akkerkanten ; met zaden ingevoerd, af komstig uit Zuid- en West-Europa. 0. Juli—Sept. In Herb.: Haarlem 1880, Groll; - Zuid-Beveland 1839, 1848, v. d. B.; 1877, K. A.; Cassandria, Goes, Dumortier; tusschen Yersekendam en Wemeldinge 1841, v. d. T.; Kapitalendam bij Biervliet 1839, Lac; Klaverland Kapelle (Z.-Bevel.) 1898, Ogt.; Breskens, IJzendrjke, Mb.; West Kapelle en Domburg 1833, Forsten; 1834, v. d. Feen; de Marres; 1834, Wtt.; St. Achtenkerke op Walcheren 1834, Middel- burg en Vlissingen 1834, Wtt.; Hoek, 1853, 1860 en 1867, en Neuzen 1860, A. W.; St. Laurens 1834, Wtt.; - Sint Pietersberg 1892, (tusschen Medicago sativa) de Haas. (Dijk Wissenkerke N.-Bevel. 1881, Scbipper in herb. pr.; Arnemuiden 1875, en Zuidzande 1878, L. in herb. pr.) Bovendien: Noord-Beveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 124). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. /c ' > 950 TRAGOPOGON. Subtribus Scorzonereae Schultz. Tragopogon Tourn. 815. T. porrifolius L. Zuid-Europeesche plant; hier en daar als groente verbouwd, in moeshoven en op akkers en somtijds verwilderd langs wegen en kanten van akkers. ©. Juni—Juli. In Herb. : Leeuwarden, Hinxt; tusscben Winsum en Mensingewier, C. de Gavere; kant van koren- landen tusschen het dorp Holwerd en den zeedijk, Hinxt; — korenland Marienboom bij Nymegen, D. J. Bosch ex herb. Th. Abel. ; - batterijen Nieu- wersluis 1837, D. S.; v. d. T.; — Diemermeer, Kerb.; Ringdijk brj Amsterdam 1893, Mb.; Fl. Amst; E. B. Asscher; — Leiden. v. d. B. *); Boskoop, v. Son; - Zierikzee 1872, Schoor; Zuid-Beveland 1838, 1839 en 1848, v.d.B.; Yersekendam 1834, Wtt.; Goes 1875, Posth.; Strasdorp bij Goes 1839, v. d. B.; moes- tuin Kapelle 1894, Ogt.; — Bergen op Zoom, Dz. ; Thorason; wallen 's Hertogenbosch, v. H o v. (Andel 1887, J. J. Smith in herb. Costerus.) Bovendien : Noord-Beveland, Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 124). Voorts vermeld door Pelletier. Vervolgens komen nog als groeiplaatsen voor Beet- gum en Marsum Meeze; Breda Kops in Fl. Bat.; Bolsward v. d. Kolk in F 1. B. S.; PietersbierumFl. F r i s i c a. [Aanm. : In de oerste editie herinnert v. d. Bosch er aan dat in dien tyd (1860) niemand de plant in Zeeland als cul- tuurplant kende, doch meent toch dat zjj ook daar eenmaal ingevoerd moet z\jn.] 816. T. pratensis L. Langs wegen, op grazige plaatsen en weilanden. 0. Jimi — Juli. *) Ook als T. pratensis. By Leiden algemeen v. d. B. Waarschyn- lijk vergissing, daar de plant ondcr den oaam van T. pratensis lag. TRAGOPOGON. 951 In Herb. : Grasveld brj de R. K. kerk te Bolsward 1870, J. M. de Boer; — Groningen, Strat.; — Coe- vorden 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Herjn. ; — Kampen 1849, R. B.; T.; Deventer 1877, K.; - oever Zuiderzee tusschen Harderwyk en Nijkerk 1835, D. S.; Harderwijk 1864, R.B.; Apeldoorn 1872, K. A. ; Rheede, v. H. ; Arnhem, Thomson; Nymegen, Th. Abel.; Ubbergen, Th. Ab e\.(Henandchickens); — Amersfoort, Garj.; Utrecht, C. A. Bergsma; Vossegat Utrecht, Kothen en Wijk brj Duurstede, v. d. T.; - Diemermeer 1842, Teengs (P. N. S.); ringdyk Amsterdam 1868, 0.; Amsterdam, Lac; zeedijk aldaar 1838, Romb.; zeedijk Monnikendam 1886, Boerl. en V.; Haarlemmerhout 1870, Groll; — Leiden 1853, S.; B. W.; Leiderdorp 1889, V.; de Zijl, Coll. Nat.; Woerden C. A. Bergsma; Wasse- naar, Pierot; Noordwijkerhout 1858, v. d. B. en S.; 's Gravenhage, G. B.; Bergsma; G. Barger; Sche- veningen 1850, S.; spoordijk Dordrecht 1880, Boerl.; Groote Lindt 1882, V.; Dordrecht Louterbloemen 1882, C. v. d. Broek; - Werkendam 1886, 1887, 1888 en 1897, V. ; Breda, v. A. (Veerallee by Zwolle 1874, v. Tuinen in herb. pr. ; Zwolle 1893, L. in herb. pr.; — Cuiemborg, de Haas in herb. pr.; Dreeft aldaar 1842, Alpherts in herb. pr.; Slijk-Ewyk, Lent, C. A. Backer; — Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Valkeveen 1899, Koning' in herb. pr.; Zeeburg, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Amsterdam 1883, Heinsius in herb. pr. ; Alkmaar 1880, Costerus in herb. pr. ; — — Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Hoek van Holland, V. Suringar in herb. pr.; Barendrecht, Pernis, Schiedam, Zevenhuizen, Overschie, langs den IJsel, v. d. Voo in herb. pr.; — Kapelle (Z.-Bevel.) 1894 en stationsterrein Middelburg 1893, Ogt. in herb. pr.; — Loevesteyn 1886, Costerus in herb. pr.; Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; 952 TRAGOPOGON. - Venlo, weg onderste molen 1896, Rieter in herb. pr.; Schaesberg by Valkenberg 1893, V. Surin- gar in herb. pr.) Bovendien: Coevorden 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 250); - Schokland 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); - Bronsbergen, Ruurlo, Un. 189 7 (Arch. 3. 1. p. 618); - Parkweg 1884, J. J. Smith (Arch. 2. V. p. 689); Zypsche dijk bij Callantsoog, Heemstede, Heemskerk, Overveen, Vogelenzang, - Noordwrjker- hout, Westland,Voorne, v.E. (Arch. 2. 1. p.391);Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p.400); - Walcheren, Noord- Beveland, Tholen, A. W. (Arch. 2. III. p. 124); tus- schen Hoek en Neuzen, A. W. (Arch. 2. IV. p. 288); — Oudenbosch 1885—87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Wansum, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Amby, Roermond, Un. 1861; Beek-Elsloo, Maastricht, Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vors- tius, Munting en Bruman. foraia tortilis. In Herb.: Coevorden 1859, Lac. en S.; — Pothoofd Deventer 1895, K. A. ; - Amsterdam 1847, F 1. A m s t. ; Overveen, Exc. 1882. (Apeldoorn 1894, K. A. in herb. pr.) /?. minor Fr. (T. minor Fr. et Prodr. Ed. I. p. 133). In Herb. : Kampen 1847, R. B.; — Harderwijk 1865, 1866 en 1867, R. B.; - dyk Hoorn 1896, G.; Velserbosch 1848, B. W.; Haarlem, Buse; — Leiden 1835, Mb. ; Leiderdorpsche weg 1846, 0.; Zoeterwoude 1889, Boerl. ; tusschen Waalsdorp en Scheveningen, Un. 1851; 's Gravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; Loosduinen, Exc. 1883; Poeldijk, Exc. 1896; Dordrecht, C. v. d. Broek; - St. Philipsland 1890, L.; Zuid-Beveland 1839 en 1848, v. d. B.; Kapelle bij Goes 1894, Ogt.; Wal- cherscho duinen 1840, v. d. B. TRAGOPOGON. SCORZONERA. 953 (Slijk-Ewijk en Lent, C. A. Backer in herb. Heukels; — tusschen Vogelenzang en Hillegom 1894, V. Suringar in herb. pr.; — 's Gravenhage 1872, Posth. in herb. pr.; Monster 1886, Struyk. in herb. pr.; St. Anna ter Muiden 1887, en Vlissin- gen 1879, L. in herb. pr.) Bovendien: Noord-Beveland, Tholen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); Oost- en West-Zeeuwsch Vlaan- deren, A. W. (Arch. 2. III. p. 124); dijken Hoek, A. W. (Arch. 1. IV. p. 288); - Beek-Elsloo, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). y. orientalis L. (T. orientalis L. et Prodr. Ed. I. p. 133). In Herb.: Zutphen 1887, Groll; - R. C. be- graafplaats Biltstraat Utrecht 1898, W. C. v. Emb- den; — ?Oudenbosch 1895, de Haas; Merwedijk Sleeuwyk, C. A. Backer. (Fort Loevestein 1886, J. J. Smith in herb. Cos- terus.) Bovendien: duinen Scheveningen, Dz. (Arch. 1. III. p. 161). Scorzonera Tourn. 817. S. hispanica L. Op grazige plaatsen, zonnige heu- vels. %. Mei—JuU. a. denticulata Lam. In tuinen en opakkersals groente verbouwd ; wordt thans ook aanbevolen als voedsel voor zijderupsen. In Herb. : Vorden 1879, Groll; — Haarlemmer- vaart Leiden 1900, Struyk.; — langs de vaart tusschen Delft en Maassluis, V. Z. — Breda, v. A. fi. glastifolia Willd. y. asphodeloides Wallr. ; beide dooreen groeiend. In Herb. : Hoenderloo 1872 en 1899, K. A. ; veel- vuldig onder boomen op hooge heide op de zoo- genaamde Hooge duivel tusschen de Hoog Soeren- 954 SCORZONERA. HYPOCHAERIS. sche bosschen en Elspeet 1875, K.A.; opdeheide tusschen deWoeste hoeve en Ter Let, zoomede veel op het Rozendaalsche veld onder Rozendaal bij de Imbosch 1879, K. A. (a. Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; - Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; — St. Pietersberg 1892, de Haas in herb. pr.; terwijl in herb. K. A. nog de volgende nadere aanduidingen voorkomen: by Ughelsche bosch op de heide 1874; Hooge duivel 1876; Kootwykerheide 1877. Later op de heide by Terlet, heide bij Loenen op de Veluwe, heidevelden langs den Amersfoortschen straatweg achter de voormalige Soerensche tol enz. Hoenderloo Mei 1899, op nieuw ingezameld; er stonden overal massa's, in alle vormen en grootten.) Bovendien vermeld door Pelletier en Munting. Subtribus Hypochaerideae Less. Hypochaeris L. 818. H. glabra L. Langs wegen en op bouwlanden, op zand- en gemengde gronden. 0. Juni—Juli. In Herb.: Texel 1857, Harting; polder de Neder- landen aldaar 1867, en tusschen hier en Koog 1867, H. d. V.; Terschelling 1869, Holk.; tusschen West- terschelling en Midsland 1898, V.; Hee aldaar 1869, en tusschen Nes en Buren op Ameland 1869, Holk.; — Haren 1843, v. H.; — tusschen Eelde en Paterwol- de, Strat.; Assen, Forsten; — Hoogte vanOoster- hout Kampen 1848, en kerkhof Kampen 1848, T.; Kampen, en Zandberg aldaar 1848, R. B.; Zwolle 1886, L.; Agnietenberg aldaar 1881, Posth.; Lonne- ker en Haaksbergen 1891, L. ; tusschen Rjjssen en Enter 1897, G.; - Harderwyk 1865, R.B.; Apeldoorn en 'tLoo 1878, K. A.; Epe, Un. 1890; Vorden 1891, Groll; Terborg 1861, v. H.; Beek, Berg en Dal, Heumen, N. en Th. Abel.; Hatert 1832, F. Hoffm.; HYPOCHAERIS. 955 Groesbeek 1864, v. H.; — Amersfoort, R. B.; berg- helling aldaar 1892, Garj.; de Grebbe 1838, en Darthuizen 1838, v. H. ; tusschen Zeist en Rijzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; de Bilt, Zeist en Driebergen, Asscher; Leersum, v. H. ; — Naarden 1864, 0. ; Meerenbosch Heemstede, v. d. T. ; Breesaap 1835, Mb.; 1842, Buse; - duinen Noordwijkerhout 1858, S. en v. d. B.; Zilk, Exc. 1897; Leiden, Dz.; bouwland Endegeest 1837, Lac; Zuidwijk onder Wassenaar, Perin; Wassenaar 1833, S. S.; 1853, S. ; Voorschoten, S.; Scheveningen 1866, H. d. V.; duinen Loosduinen, V. Z. (als Senecio viscosus); — Haamstede, Un. 1894; Clinge 1845, B. W.; 1846, v. d. B.; - Rozendaal, Un. 1860; Ossendrecht 1834, Wtt; Galder, v. A.; Ginneken 1876, 0.; heide Teteringen 1882, V.; Vucht, v. Hov.; Helmond, Wtt.; Eindho- ven, Dz.; 1834, Wtt.; Boxmeer, Un. 1853; Deurne, 1871, en 1876, Lac; - Weert 1895, G. enV.; Eper- heide 1871, Lac (Tusschen Burg en Hoorn 1894, V. Suringar in herb. pr. ; - Deventer, E x c 189 7 in herb. S t r u y k. ; - Lochem 1878, K. A. in herb. pr.; Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr.; - heide bij Bussum 1889, Costerus in herb. pr.; — Hamert, Un. 1893, V. Suringar inherb. pr.; Sint Pietersberg, Exc 1889 Struyk. in herb. pr.) Bovendien: Kallenkote, Un. 189 2 (Arch. 2. VI. p. 348); Hengelo, Bekkum, Hasselo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); - Winterswyk, Groenlo, Un. 18 59 (Arch. 1. V. p. 224); Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Aardenhout 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 73); — Zuiddorpe, Koewacht, A. W.; Hulst, v. d.B. en B. W. (Arch. 1. IV. p. 288). Als /?. vivipara vermeld voor Berg en Dal, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 292). Voorts aangegeven voor Hulst (niet in herb. terug- gevonden); Leersum, Fl. B. S. en Wolvega, Fl. Fri- sica. 956 HYPOCHAERIS. 819. H. radicata L. Aan dijken en wegen, op graslanden. %. Juni—Sept. In Herb.: Terschelling 1887, V.; tusschen Midsland en Westterschelling, Un. 1886; kerkhof Vlieland 1858, Lac; Schiermonnikoog 1860, S.; Rottum 1896, Schipper; — Donderen 1828, v. H.; Harendermolen 1856, Strat.; Winschoten 1896, Schipper (fasc); — Valthe, Odoorn 1859, L a c. en S. ; Meppel v. H e y n. ; - Zandberg Kampen 1848, T.; Kampen 1847, R. B.; wallen Deventer 1848, T.; Deventer 1878, K.; - Hat- teml854, en Harderwijk 1864, R. B.; Apeldoorn 1876, K. A.; Vorden 1879, Groll; Ruurlo 1885, Ensink; Njjmegen, B. ; de Ooi, N. Abel.; Beek en huis Ub- bergen 1850, Th. Abel.; Renkum 1848, Buse; - den Ham bij Amersfoort 1836, D. S. ; Amersfoortsche bergl891, Garj.; Driebergen, C. A. Bergsma; Doorn 1833, Wtt.; Rijzenburg 1859, Hartm. en R. B.; huis ter Heide bij Woudenberg 1859, v. H. ; Zeist, (v. d. B. ?) ; de Bilt 1838, D.S.; Utrecht, 0.; 1870, Groll;- Mui- derberg 1871, R o m b. ; Amsterdam, v. H. ; Diemerbrug en IJdijk bij Sloterdijk, Fl. Amst.; Oosterbegraaf- plaats Amsterdam 1863, 0.; Zandpoort 1842, (wie?); Breesaap, Buse; v. H.; duinen Overveen, v. H.; Haar- lem, Perin; 1872, Boerl.,- Groenendaal Heemstedo 1872, 0.; Meerenbosch aldaar, v. d. T.; Haarlemmer- hout 1841, Buse; Kerb.; Bennebroek 1894, V.; — tusschen Hillegommerbeek en Noordwijk, E xc. 1886 Warmondl859,S.; Katwijk, v. d. B.; 1836, Lac.;Zoe terwoude 1846, 0.; Leiden, Forsten; Dz.; 1836 Mb.; Wassenaarsche duinen 1832, S.S.; 1833, Wtt Pierot; Haagsche bosch, V. Z.; v. S. V.; 's Graven hage 1832, I. de L. ex herb. Groll; V. Z.; R. B. Scheveningen, V. Z.; Oostvoorne, v. Rees; Baren drecht 1886, V.; - Zierikzee 1873, Schuringa Noorddijk 1840, en Zuid-Beveland, v. d. B.; Middel burg 1878, L.; Sint Kruis 1861, en Hoek 1863, A W.; - Breda, v. A.; Ulvenhoutsche bosch 1883, V. HYPOCHAERIS. 957 Vucht, v. Hov.; — tusschen Gulpen en Slenaken 1889, V. (Oldeboorn 1863, en Veenklooster 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; (zonder bloemen, doch alleenraet ontwikkelde strooschubben) ; — Paterwolde, H. Kooi in herb. Heukels; - Zwolle 1897, L. in herb. pr. ; - Culemborg, C. A. Backer in herb. Heukels; — boomkweekerrj Groenewegen Amsterdam 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Bergen, Haarlem, C. A. Backer in herb. Heukels; Vogelenzang 1893, Struyk. in herb. pr.; — Rijngeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.; IJselmonde en Terbregge, v. d. Voo in herb. pr.; veerweg Papen- drecht 1894, Posth. in herb. pr.; - Domburg 1894, Ogt. in herb. pi\; Zoutelande 1881, Schipper in herb. pr.; — Vucht 1886, Costerus in herb. pr. ; spoor Boxtel— Eindhoven, A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; zandig weiland bij Genooi 1897, R i e t e r in herb pr.) Bovendien: Texel, (Arch. 1. V. p. 55); Ameland 1854, Kros (Arch. 1. V. p. 83); - Wolvega, Teris- sert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Coevorden, Emmen, Sleen, — Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); Steenwrjk, Steenwykerwolde, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. V. p. 348); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, tusschen Nieuwe Wete- ring en school Tongeren, Wijhe, station Zwolle, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen, Vrieze- veen, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twik- kelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Bekkum, Borne, Haaksbergen, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 223); - Winterswrjk, Eibergen, Groenlo, U n. 1859 (Arch. 1. V. p. 224); spoorweg Eibergen, tus- schen Zutphen en Bronsbergen, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); Nrjkerk, R. B. (Arch. 1. V. p. 300); - Alk- maar, Heilo, Callantsoog. Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); - Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. 958 HYPOCHAERIS. TARAXACUM. p. 124); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); — Bergen op Zoom en langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I.p.351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Velden, Venlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Maastricht, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier. H. maculata L. (Achyrophorus maculatus Scop.). Op grazige begroeide plaatsen op droge, steen- achtige gronden. %. Juli—Aug. Ontbreekt in Herb. ; werd echter vermeld: „in beschaduwde duingronden R.; Fl. B. S.;" en volgens Wirtgen Prodr. der Flora der Rheinl. p. 102 komt de plant voor by Nijmegen in een handschrift over de Flora van Kleef. Subtribus Chondrilleae Koch. Taraxacum Juss. 820. T. offlcinale Weber. (Leontodon Taraxacum L. et Fl. B. S. p. 558). Algemeen op bebouwde en onbebouwde gronden, tusschen hetgras. %. Aprll — herfst; bloeit echter algemeen in Mei. a. genuinum Koch. In Herb. : Dorp Vlieland 1858, Lac; Rottum 1896, Schipper; - Bolsward 1874, J. M. de Boer; Leeuwarden 1859, S.; — Groningen 1856 Strat.; — Valthe 1859, Lac. en S.; Meppel, v Heyn.; - Kampen 1849, R.B.; 1851, T.; zand berg bij Kampen 1848, T. (var.); Hoog Erve by Zwolle 1900, L.; Deventer 1876, K.; - Harderwyk R. B.; Apeldoorn 1875, K. A.; Nymegen, Th Abel.; Thomson; — Amersfoort, R. B.; Garj. Utrocht 1833, Wtt.; Zeist, 0.; tusschen Baam brugge en Vinkeveen, en Rhoodestein by Neer langbrook v. d. T. ; — Amsterdam 1842, J. W. R TARAXACUM. 959 Tilanus (P. N. S.); Fl. Amst.; 1857,Kniittel; 1871, 0.; 1877, K. A. (fasc); Marken 1886,Boerl. en V.; Urk 1852, Backer de Wit; 1884, S.; Wieringen 1856, Lac; Zwanewater 1901, G. en Jongm.; Haarlem 1834, Kerb.; Buse; 1872, Boerl.; v. E. (fasc); Aardenhout 1870, Groll; Haarlemmermeer, (wie?); - Katwijk 1840, Halb.; 1860, S.; Leiden 1834, Wtt.; 1835, Mb.; Dz.; 1846,0.; Perin; 1874,Boerl.; Haagsche Schouw, v. d. T.; Roodenburgerlaan Zoeterwoude 1894, V. (fasc); 's Gravenhage, V. Z.; G. B.; R.B.; Zwijn- drecht 1839, v. d. T. (fasc); Dordrecht 1881, C. v. d. Broek; 1882, V.; - Zuid-Beveland, v. d. B. ; Zeeuwsch Vlaanderen 1863, A. W.; — wallen Breda, v. A. ; wallen Heusden, v. Hov. p. glaucescens Rchb. b. corniculatum D.C. In Herb.: Zwolle 1900, 1901, L.; -? Naar- den 1864, 0.; Overtoom, Romb.; Overveen, B u s e ; - duinen Katwijk binnen 1854, v. H. Jr. ; singel Leiden 1860, herb. A. C. Oudemans; Wassenaar, Dz.; duinen aldaar en Katwijk, v. d. B.; Scheveningsche weg, V. Z.; duinen 's Gravenhage 1840, V. Z. ; R. B. ; vlakte de Bonnen achter Staalduin 1847, v. d. T.; - Wal- chersche duinen 1838, v. d. B.; — Oirschot 1836-39, de Br. [Aanm.: 't Verschil tusschen Taraxacum officinale /?. glaucescens b. coiniculatum en c. erythrosper- mum is mtf niet duidelijk geworden. Er waren veel rood- vruchtige vormen Inj, doch het kenmerkend verschil wordt in de verschillende flora's niet scherp omschreven. Ascher- son btfv. geeft aan voor b.: „binnenste omwindselblaadjes onder den top met een hoorntje of een aanzwelling en c: kleiner, bladen dieper gedeeld, vruchten roodbruin." Ik ver- moed dat de laatste de gewone duinvorm is, een vorm van onvruchtbaro, schrale zandgronden ; deze vertoonen echter alle de hoornachtige aanzwelling op de binnenste omwindselblaad- Jes, zoodat ik alles tot b. c o r n i c u 1 a t u m gebracht heb.] 61 960 TARAXACUM. y. laevigatum D.G. In Herb. : Domburgsche Manteling 1895, Ogt. (ingezonden als T. officinale var. taraxacoides = Leontodon taraxacoides Hoppe). Deze vorm wordt ook thans nog door sommigen als afzonderlijke soort opgevat. 8. paludosum Grepin. a. palustre D.C. 1. erectum Koch. In Herb. : Paterwolde, v. H. ; bosch van Trip te Paterwolde 1828, v. H. ; - Groote Whee by Goor 1898, G. en V.; - Baambrugge 1839, Kraamw.; — Haarlem 1870, 0. ; — Dordrecht langs de rivier 1838, Lac. 2. salinum Kocli. In Herb. : Groene strand Terschelling 1897, V.; — Zwarte broek by Nrjkerk, Stolz; Loe- nen op de Veluwe 1834, en Zutphen, "Wtt.; heide bij Halle 1834, W 1 1. ; Wychensche venen 1897, G. enV.; - Sloten, Fl. Amst; - vlakto van Waalsdorp, V. Z.; 1844, de Br.; - Zuid- Beveland 1842, v. d. B. ; Nieuw en St. Joosland 1877, A. W. en L. (als lividum); Hoedekens- kerke 1861, en Hoek 1854, A. W. (a. Prikkeweg Oldeboorn 1868, v. Tuinen in herb pr.; - Zwolle 1900, L. in herb. pr.; - tuin W. J Alpherts Culemborg 1844, Alphertsin herb. pr. ; Cu lemborg, de Haas in herb. pr.; C. A. Backer Randwijk, — Werkhoven, Vreeswyk, — Haarlem Overveen, Bloemendaal, C. A. Backer in herb. Heu kels; 'tGein, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Naar den 1899, en Laren 1898, Koning in herb. pr.; Be verwrjk, Costerus in herb. pr.j — Leiden 1883 Struyk. in herb. pr.; Oegstgeest 1892, V. Surin gar in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in lierb. Heukeis; algemeen Overmaas en Schieland, v. d. Voo in herb. pr.; - Domburgsche manteling TABAXACUM. 961 1895, en Middelburg 1890, Ogt. in herb. pr.; Koude- kerke 1874, L. in herb. pr.; - Almkerk, C. A. Bac- ker in herb. Heukels; - Venlo 1897, Rieter in herb. pr. p. b. Rijngeest onder Oegstgeest 1894, V. Surin- gar in herb. pr.; - duinen Oranjezon en Westkapelle 1877, L. in herb. pr. 8. a. 2. Walcheren 1877, L. en een cultuur exem- plaar 1857, A. W. in herb, L. •) ) Bovendien : Zonder vermelding van varieteit, waar- schijnlijk alles genuinum: Texel, (Arch. 1. V. p. 55); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V. p. 258); - veen Terissert. Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 422); - Winschoterbosch, Schipper (Arch. 3. I. p. 204); - Hoogeveen, Coevorden, Emmen, Odoorn (zeldzaam) 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Steenwijk Steenwijkerwolde enz. , Un. 1892 (Arch. 2. VI. p 348); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 18 70 (Arch 2. I. p. 195); Hengelo, Borne, Haaksbergen, Olden zaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo, Die penheim, Enter, - Groenlo, tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); Win- terswijk, Varsseveld, Eibergen, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 18 59 (Arch. 1. V. p. 225); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Driebergen, - Diemerbrug, Schapenduinen bij Haarlem 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 73); Alkmaar, Heilo, U n. 1 89 1 (Arch. 2. VI. p. 237); - Noordwijk 1874, H. d. V. (Arch. *) De exemplaren door Walraven in 1854 verzameld, werden nog datzelfde jaar uitgezaaid en gaven in het volgende jaar planten, die in April bloemen voortbrachten en 15 Mei weder r;jpe zaden. In 1857 was de plant bjj uitzaaiing nog onveranderd gebleven. Een tegen- overgestelde ondervinding deed v. Hall op, die de var. 8. a. 1. in 1828 b\j Helpen en Haren vond (Cfr. Bjjdr. III. p. 61.) waarschyniyk dezelfde groeiplaats als hierboven vermeld, doch waarvan hy de planten op drogen, niet beschaduwden, vruchtbaren bodem zag overgaan in een jaar tijds in den gewonen vorm. Men zie vooits Arcli. 1. IV. p. 157 en 289. 962 TARAXACUM. CHONDRILLA. PRENANTHES. 2. II. p. 73); Briclle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p.400); - Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); — Bergen op Zoom, Balsche straatweg, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 351); Woensdrecht, Un. 1860 (Arch. 1. V*. p. 236); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Blerik, Baarlo, Ha- mert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Maastricht, Gronsveld, Arcen, Gulpen enz., Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier, Hondius, Knijf, Vorstius, Munting en Bruman. [Aanm. : Er wordt nog beschreven een var. /?. arcuatuin Wimm. et Grab. Fl. Siles. II. 2. p. 225, Walcheren, in dunis: ,,foliis aequaliter runcinatis, laciniis triangulari-integris, mar- gine superiore deorsum arcuato" Cfr. Tydschr. VIII. p. 28. Het is waarschynHjk dezelfde vorm als nu vermeld onder /?. glaucescens Koch. b. corniculatum, onder welken naam h;j recds in de eerste editie van dit werk voorkwam.] Chondrilla Tourn. 821. Ch. juncea L. Op droge, zandige bouw- en gras- landen, aan wegen, waarschijnlijk bij ons slechts als ingevoerde plant. 21. Juli—Aug. In Herb. : Aan wallen langs bouwland op den Zand- berg bij Kampen 1846, 1847, R. B.; 1854, 1855, T.; Hoogte van Oosterholt bij Kampen 1848, R. B.; 1848, T.; Kampen, v. Heijn.; — Nijmegen, B. (volgens Arcb. 2. V. p. 293, zandgrond buiten de Hunerpoort.) Subtribus Lactuceae Lcssing. Prenanthes L. 822. P. purpurea L. In bergwouden, voornamelijk aan beeken. 21- Juli — Aug. In Herb.: Kapelle by Goes 1899, v. Wyngen. LACTUCA. 963 Lactuca Tourn. 823. L. sativa L. Algemecn in moeshoven aangeplant en een enkele maal verwilderd. G en 0 0. Juli—herfst. In Herb.: Wittenstein Kamperveen 1870, Hoek; - Vorden 1879, Groll; Mannendaal langs den straat- weg te Ubbergen 1851, Th. AbeL; - Doorn 1869, 0.; Utrecht, D. S.; - Haarlem 1874, Groll; - Noord- wrjk binnen, (wie?); Leiden, Perin; 's Gravenhage, Kerb.; R. B.; Loosduinen 1836, Mb.; Bomkade Dor- drecht 1882, V.; - Noord-Brabant, Un. 1860. (Moestuin Rrjngeest onder Oegstgeest 1893, V. Su- ringar in herb. pr.; - Zierikzee 1887, L. inherb. pr.; - verwilderd langs bouwland Venlo 1901, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Bouwland Hatert, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 293); - Schouwen en Duiveland, L. (Arch. 2. VI. p. 119); - Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573). Voorts vermeld door P e 1 1 e t i e r, K n ij f en M u n- ting. 824. L. virosa L. Langs slooten in rotsachtige streken en in zonnige bosschen. 0 en 0. Juli-Aug. In Herb. : Meelfabriek Middelburg 1901, L. (Onderste molen Venlo 1 ex. 1898, Rieter in herb. pr.) 825. L. Scariola L. Langs wegen en op onbebouwde terreinen. 0 en ©. Juli—Oct. In Herb. : Westervoortsche dijk bij Arnhem 1873, Groll; - Haarlem, Perin(?); - Sleeuwrjksche drjk nabrj de kerk (Werkendam) 1836, Lac; - Maastricht 1870, Groll; langs de Maas aldaar 1864, Henri Jacques; St. Pieter 1891, de Haas; Meerssen 1870, Groll. (Fjjenoord, W. H. Wachter en P. Jansen in herb. Heukels.) 964 LAOTUCA. Bovendien: Langs het raster bij het station Maas- tricht, Lac. (unic.) (Arch. 2. V. p. 17). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf en Mun- ting. 826. L. saligna L. Aan dijken, wegen en op onbebouwde plaatsen. 0 en 0. Juli—Sept. In Herb.: Zuid-Beveland 1840, 1842, v. d.B.; dyk bij Krabbendamme , en Noorddijk tusschen Goes en Krabbendyke 1841, v. d. T.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, A. W.; (volgens Arch. 1. V. p. 289 zeedijken te Hoek); Groede 1885, L. (Kleverskerke 1881, L. in herb. pr. etK. A.; meel- fabriek Middelburg 1897, L. in herb. pr.) Bovendien: Breskens, Dum. (Fl. B. S. p. 727); - St. Antoniuseiland bij Maastricht, de Haas enHoe- venaars (Arch. 2. VI. p. 566). 827. L. muralis Lcsving. {Chondrilla muralis Lam. et Fl. B. S. p. 558). Aan muren, in beschaduwde zand- gronden, aan heggen. 2J.. Juli — Sept. In Herb. : Oosterbroek bij Groningen 1855, v. H. - Drente, Un. 1889; Weerdinge 1859, Lac. en S.; — dennenbosch by Kolmschate 1847, T.; Deventer 1876, K.; Nieuwe werk by Zwolle 1895, L. ; Twik- kelerbosch bij Delden 1857, Spree; Oldenzaal, Un. 1895; — Trijselenberg bij Hattem 1854, T. ; bosschen aldaar 1846 en Hattem, R. B. ; Epserheuvel by De- venter, Exc. 1897; langs de beek in de bosschen bij Gorssel, Exc. 1897; Essenburg bij Harderwijk 1852 en 1866, R. B. ; park 't Loo 1858, 0. ; Apeldoorn 1872, Hoek; bosch de Eendracht aldaar 1853, K.A.; Middachterbosschen 1838, en Oorsprong by Arn- hem 1840, Buse; Angerenstein by Arnhem 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Biljoen by Arnhem, v. H.; S.; 1875, Groll; Doorwerth, Buse; Wolfheze 1856, S.; 1857, Knuttel; Ubbergen en huis Ubbergen, N. en Th. Abel.; Uilenput in de Meerwyk 1864, v. H. ; LACTUCA. 965 Tafelberg by de Grebbe, Kerb.; Grebbe, Fockema; — Amersfoort, R. B.; Zeisb, Driebergen, C. A. Bergs- ma; Doorn 1869, 0.; Wulverhorst bij Bunnik 1835, D.S.; Maarsbergen 1823, Wtt.; Exc. 1883; Tjepma onder de Meern 1842 en Kallenbroek by Bunnik, v. d. T.; oude stadsmuur van Sonnenburg te Utrecht 1839, Lac; - Elswout Haarlem 1866, H. d. V.; - muur Rynsburg, v. Son; binnenplaats by den Hortus te Leiden 1840, S. S.; 1889, V.; Wassenaar, S. S. ; 1846, Mb.; 1845, B. W.; 1846, 0.; - Wemeldinge 1841, v. d. B.; - Mastbosch, Un. 1852; Liesbosch, v. A.; 1864, H. d. V.; Engelsche djjk bij 's Hertogen- bosch 1847, v. Hov.; Eindhoven, Dz.; park te Hel- mond 1834, Wtt.; - Houthem 1889, V.; Bemelen by Maastricht 1873, Lac. (Rozendaal 1891, Ogt. in herb. pr.; Lichtenstein langs de beek bij Arnhem en Duno 1893, V. Surin- gar in horb. pr. ; Westerbouwing 1878, L. in herb. pr.; Redichemsche waarden in knotwilgen Culemborg, de Haas in herb. pr.; - Grebbeberg by Rhenen 1873, v. Tuinen in herb. pr.; 1883, Heinsius in herb. pr.; Amerongen 1887, Struyk. in herb. pr.; — Baarn 1889, Costerus in herb. pr. ; Zeist, W. C. v. Embden in herb. Heukels; - Valkeveen 1899, Koning in herb. pr.; - Geulhem 1892, de Haas in herb. pr.) Bovendien: Hoogeveen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Twikkel, Borne, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Willinkhof by Winterswyk, Un. 1869 (Arch. 1. V. p. 225); tusschen Bronsber- gen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); — Groeneveld 1880, en Hilverbeek 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 528); Overveen, v. E. (Arch. 2. I. p. 392); - Plasmolen, Th. Abel.; Geulhem, Vylen, Lac. (Arch. 2. V. p. 17); Maastricht, Valkenberg, Gulpen, Un. 1861; tusschen Beek en Valkenberg Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). 966 LACTUCA. MULGEDIUM. SONCHUS. Voorts vermeld door Pelletier en Bruman en muren van Franeker, Fl. Tris. Mulgedium Cassini. 828. M. macrophyllum D.C. Plant uit den Kaukasus, vroeger als sierplant en hierdoor op oude buiten- plaatsen talrijk verwilderd. %. Juni-Aug. In Herb.: Bloemendaal 1887, Groll; 1887, v. E.; 1887, V. [A a n m. : In Arch. 2. V. p. 380 staat verkeerdelyk Dimmen- daal, dit moet zyn Duinendaal, alwaar de plant sinds jaren onder hakhout voorkwam, zonder ooit te bloeien. Het kort- hakken van het hout heeft de plant in 1887 in bloei doen komen. Van daar zyn planten overgebracht op Rjjngeest en in den Leidschen Hortus, alwaar zy zich sterk vermenigvul- digen en telken jare bloeien.] Sonchus Tourn. 829. S. oleraceus L. Op bebouwde gronden. 0. Juni -Sept. a. integrifolius Wallr. In Herb.: Texel 1857, Harting; Vlieland (tui- nen) 1858, L a c. ; Hoorn op Terschelling, U n. 1 8 8 6 ; - Leeuwarden 1859, S.; - Eexta, Strat.; - Hoo- geveen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1849, R. B.; Gameren bij Deventer 1878, Le Roy; - Harderwyk 1864, R. B.; Apeldoorn 1876, K.A.; Kannenburg, Un. 1890; Nymegen, B.; Ooische waard, Hees, Weurt, Beuningen, N. en Tb. Abel.; Beek 1849, Th. Abel.; Culem- borg, H.S.; 1832, Wtt; Poederoyen 1888, V.; - Amersfoort 1861, R.B.; Utrecht 1835, Wtt; 1859, A. W. H a r t m. en R. B. ; - Uithoorn 1872, B o e r 1. ; ringdijk Diemerbrug 1841, Romb.; Fl. Amst; 1873, H o e k ; Hoogendijk Amsterdam 1840, R o m b. ; Westerdoksdijk 1842, Heijbrock (P.N. S.); zee- dtfk Amsterdam 1866, 0. (als /?. rioicinatus); kerk- sonchus. 967 hof Urk 1852, Backer de Wit; 1884 S.; Haar- lem 1870, Groll; 1872, BoerL; Overveensche weg, Buse; Haarlemmermeer 1853, S. enHartm.; — Leiden 1846, wie?; 's Gravenhage, R. B.; ka- naal aldaar, V. Z. ; Dordrecht 1882, C. v. d. B r o e k; — Tholen, Dz.; Wilhelminapolder 1837, Kloetinge 1837, en Zuid-Beveland, v. d. B.; — loopschans Breda, v. A.; Vucht, v. Hov. /?. runcinatus Koch. In Herb. : Eexta, Strat.; — Meppel, v. Heyn.; — Landlust bij Baambrugge, en Rhoodestein brj Neerlangbroek, v. d. T.; — Leiden, Dz.; — Zuid- Beveland, v. d. B.; Hoek 1855, A. W. y. lacerus Wallr. In Herb. : Leiden 1835, Mb.; Dz.; muren Delft 1845, de Br.; stadsmuur Vest Dordrecht 1850, M. J. Cop; - Zuid-Beveland, v. d. B. (a. Winschoten 1884, Schipper in herb. pr.; — Zwolle 1892, L. in herb. pr.; — Goilberdingerdijk Culemborg 1846, Alpherts in herb. pr.; — Laren 1899, Koning in herb. pr.; Amsterdam 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; — Leiden 1896, Struyk. in herb. pr.; Delft 1875, L. in herb. pi\; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Dubbeldam 1880, en veer Papendrecht 1894, Posth. inherb. pr.; — Domburgsche Manteling 1894, Ogt. in herb. pr.; Nieuw en St. Joosland 1879, L. inherb. pi\; — Venlo 1897, Rieter in herb. pr.) Bovendien: a. Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 258); - Zwinderen, Emmen, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Steenwijkerwolde, U n. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Hengelo, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch.3. I. p. 223); - Winterswijk, Lichtenvoorde, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225); Groenlo, tusschen Zutphen en Bronsbergen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Alkmaar 1871, S. 968 sonchus. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); - Westland, Voorne, v.E. (Arch. 2. I. p. 392); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); — al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); - Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p.361); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Baarlo, Welschehut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p.573); Grons- veld, Maastricht, Amby, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861; tusschen Beek en Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vorstius en Munting. $. Ooidijk, bouwland Weurt, Maasdijk Heumen, Th. Abel. (Arch. 2 V. p. 293). 830. S. asper Allioni. Op gelijke plaatsen als de vorige, doch meer op vochtige plaatsen. ©. Juli — Aug. In Herb.: Texel 1857, Harting; Prins Hendrik- polder 1869, Holk.; Midsland, Westterschelling 1869^ Holk.; Rottum 1869, Holk.; 1897, Schipper; -' Dokkum 1860, S.; wal Sneek 1842, J. W. R, Tilan us (P. N. S.); Bolsward 1875, J. M. de Boer; wallen Leeuwarden 1849, S.; - Groningen, v. H.; 1856, Strat.; Onland bij Groningen 1835, v.H.; - Odoorn 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1849, 1850, 1854 en 1855, R.B.; T.; 1872, Hoek; Vollenhove, Cayaux; Pothoofd Deventer 1877, K; Schelle bij Zwolle 1900, L. ; - Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Ooische waarden Beuningen, N. enTh. Abel.; Warddam in de Ooi, Beek, Weurt en Beunin- gen, N. en Th. Abel. (als arvensis); dijk tusschen Vreeswijk en Oud Slijkerveer, v. d. T. (als laciniatus); - Hoogland 1891, Garj.; Grebbe, Fockema; Utrecht 1856, Coll. Nat.; Bunnik, C. A. Bergsma; Vleuten 1835, D. S.; Wijkbij Duurstede, C. A. Bergs- ma; - Uithoorn 1872, en Legmeerpolder 1886, Boerl.; Naarden 1864, 0.; Amsterdam, v.H.; IJdijk aldaar Romb.; Zeeburg, Fl. Amst.; muur aan'tIJ sonchus. 969 ] 1836, Buse; Ringdijk 1838, Romb.; Marken 1886, Boerl. en V.; Haarlem, Kerb.; 1870, Groll; Haar- lemmermeer 1852, Coster; 1853, S. en Hartman; - Leiden D z. (als laciniatus) ; 1836, M b. ; 1842, B. W. ; Wassenaar 1833, S. S.; 's Gravenhage, G. B.; 1895, R. B.; Dordrecht 1882, V.; 1882, C. v. d. Broek; Noor- dendijk aldaar 1837, Lac; singel aldaar 1850, M. J. Cop; Heikop aan de Lek, en Vianen, v. H.; tus- schen de Kanze en Arkelpoort Gorinchem 1842, v. d. T.; - Zuid-Beveland 1838, v. d. B.; 1847, v. d. B. (ook als laciniatus); — Bergen op Zoom, Thomson; Loopschans en speelhuis bij Breda, v. A. ; tusschen 's Hertogenbosch en Vucht, — Maastricht, v. H o v. (Kerkhof Oldeboorn 1868, en tusschen Oldeboorn en Akkrum 1868, v. Tuinen in herb. pr.; Leeuwar- den 1892, V. Suringar inherb. pr.; — Winschoten 1884, S c h i p p e r in herb. pr. ; - Apeldoorn 1851 — 1897, K. A. in herb. pr.; Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr. ; tuin Culemborg 1843, A 1 p h e r t s in herb. pr.; aldaar, de Haas in herb. pr.; — Bussum 1899, Koning in herb. pr. ; Amstelveen 1884, Heinsius in herb. pr.; — Leiden 1895, Struyk. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — Wissekerke 1877, L. in herb. pr.; - Andel 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; — bouwland brj den Hoogmolen Venlo 1897, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); Schiermonnikoog 1860, S. (Arch. 1. V*. p. 258); - Terissert, Wolvega, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); — Valthe, Borger, - Gramsbergen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); Steenwijkerwolde, Giet- hoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Hengelo, Borne, Haaksbergen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo, Diepenheim, Enter, — Groenlo, Un. 1897 (Arch. 3. 1. p. 618); Winterswijk, Varsseveld, Lichten- voorde, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859(Arch. 1. V. p. 225); Kannenburg, Un. 1890 (Arch. 2. VI. 970 SONUHUS. p. 97); - Urk bij de kerk 1884, S. (Arch. 2. IV. p. 294); Wieringen 1856, Lac. (Arch. 1. IV. p. 240); Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Kennernerland, — Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 392); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 400); - al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); Oost-Zeeuwsch Viaanderen, A. W. (Arch. 1. IV. p. 289) ook als laciniata; — Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p.351); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Baarlo, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Gronsveld, Valkenberg, Epen, Sittard, Un. 1861; Beek — Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld bij Dodoens {Pemptades 1583) Pelletier, Knyf en Munting. [Aanm.: Van doze soort met S. oleraceus is een bast- aard bekend ; b\j ons echter nog niet waargenomen.] 831. S. arvensis. In bouw- en weilanden. %.. Juli—Sept. l\\ Herb.: Westterschelling 1869, Holk.; Midsland, Un. 1886; Terschelling 1887, V.; Grint, 1869, Holk.; Schiermonnikoog 1860, S.; 1867, Holk.; — Leeuwar- den 1859, S.; - Groningen 1856, Strat.; - Drente 1859, en Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1847, T.; 1849 en 1854, R. B. station Mastenbroek 1870, Hoek; Scbokland 1884 S. ; Deventer 1876, K. ; Hardenberg 1868, v. d. S c h e e r - Harderwrjk 1864, R.B.; Hoevelaken 1891, Garj. Apeldoorn 1850, K. A.; Zutphen, G. B.; Arnhem 1897 V.; Nijmegen, B.; Uilenput Nijmegen 1869, v. H. Culemborg, H. S. (Coll. Nat.); - Amersfoort, R. B. Zeist, Wenck; Bunnik 1857, Coll. Nat.; Utrecht 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Tolsteegpoort aldaar v. d. T.; — strand Muiderberg, v. H.; Naarden 1864 0.; Jaagpad 1839, en Zeedrjk 1838, Romb.; Amster dam, Fl. Amst.; 1866, 0.; Haarlemmerweg Amster dam 1842, H e rj b r o c k, (P. N. S.) ; Hemmelanden Mon SONCHUS. 971 nikendam 1886, en Marken 1886, Boerl. en V.; Urk 1852, BackerdeWit; 1884, S.; Zaan,Kerb.; Zand- voort, v. d. T.; v. H.; 1846, Buse; Breesaap, v. H, Haarlem 1870, Groll; 1872, Boerl.; duinen Bloe mendaal 1845, 0.; Spaarndammerweg 1894, V.; Over veen 1872, Hoek; - Noordwrjk 1872, BoerL; 1889 V.; Leiden 1835, Mb.; 1853 en 1859, S.; wal te Lei den 1840, B. W.; Poelgeest en Endegeest bij Leiden wie?; Leiderdorp 1832, S. S.; Katwijk, Dz.; Wasse naar 1833, S. S.; Perin; duinen 's Gravenhage, V Z.; G. B.; Scheveningen, Un. 1851; 1895, R. B 's Gravenhage 1832, I. de L. ex h. Groll; R. B.; ka naal aldaarl840, V. Z. (als S.paluster) Delft, v. S. V Lagewaard 1850, Cop; Dordrecht 1837, Lac.;— dui nen Haamstede, Un. 1894; Zuid-Beveland, v. d. B — speelhuis Breda, v. A.; wallen 's Hertogenbosch, en — Maastricht, v. Hov. forma: leptophylla. In Herb. : Zandgronden Hoek van Holland, 1845, de Br. fi. uliginosus Asch. (S. arvensis y. laevipes Koch et Prodr. Ed. I. p. 136, y. glabrescens Fl. B. S. p. 842.) In Herb. : Franeker, C. A. Bergsma; — Haar- lem, v. H.; — tusschen Wassenaar en Schevenin- gen, Un. 1851; Scheveningen 1845, de Br. y. hieracioides Grantzow. (S. arvensis p. foliis integris Koch. S. arv. p. angustifolia Prodr. Ed. I. p. 136.) In Herb.: Leeuwarden 1859, S.; — Meppel, A. Vos Houwink; — Kampereiland 1850, T.; — Lei- den, Pierot; Postbrug by Sassenheim, Boerl.; tusschen Wassenaar en Scheveningen, Un. 1851; Scheveningen 1845, de Br. (Hallum 1864, H. v. d. Ley in herb. v. Tuinen; — Mastenbroek 1891, en Ittersum 1891, Carmigg.; Zwartsluis 1893, L. in herb. pr. ; - Teuge by Twello 972 sonchus. 1852, Hattera 1878, K.A. inherb. pr.; Redichem 1843, Alpherts inherb. pr.; Opheusden 1874, v. Tuinen in herb. pr.; - Naarden 1899, Koning inherb. pr.; Weesp 1876, K. A. in herb. pr.; tusschen Schoorldam en Bergen 1890, J. J. Smith in herb. Costerus;- Leiden 1885, Struyk. in herb. pr.; Delft 1876, L. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heu- kels;Dubbeldam 1880, Posth. inherb. pr.; - West Souburg 1894, Ogt. in herb. pr.; Oudelande, L. B. v. d. Slikke in herb. Heukels; - Venlo by Stalberg 1897, Rieter in herb. pr.; Maastricht 1883, L. in herb. pr.; Valkenberg 1893, V. Suringar inherb. pr.) Bovendien: Texel, (Arch. 1. V. p. 55); Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 368); Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - Steenwjjkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Woolde, Haaksbergen, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 2. I. p. 223); Markelo, Un. 1897 (Arch. 3. I.p.618); — Winterswrjk, Lichtenvoorde, Borculo, Un. 1859 (Arch. l.V. p. 225); op kleigrond om Nymegen, N. en Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 293); - Haarlemmermeer 1853, Hartm. (Arch. 1. III. p. 288); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Zierikzee, Haamstede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. 1. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); - Bergen op Zoom, Woensdrecht, station aldaar, Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 352); Moerdyk, Un. 1860 (Arch. l.V. p. 235); - Baarlo, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 1. IV. p. 319). Voorts vermeld door Pelletier, Hondius en Munting. * Sonchus oleraceus x arvensis. Ofschoon, voor zoover mjj bekend, nergens anders vermeld, bevindt zich een plant onder dien naam in ons herbarium, govonden bij Zwolle door den Heer D. Lako in 1900. SONCHUS. CREPIS. 973 832. S. paluster L. In rietvelden, langs rivieren en vaar- ten, in veenstreken. %.. Juli—Aug. In Herb. : Meppel, v. Herjn.; - Zalk 1845, en Kamperveen 1854, R. B.; Beulakerwijde by Vollen- hove 1894, L.; - Essenburg by Harderwyk 1867, en Hierderbeek aldaar 1871, R. B.; Bronsbergen bij Zutphen, Un. 1897; Nybroek by Terwolde, Un. 188 5; - Nederhorst den Berg, C. A. Bergsma; Utrecht, Bergsma; - Muiden, v. H.; tusschen Muiden en 't Muiderslot, Exc. 1896; dykhuis beoos- ten Muiden 1837, v. H.; Uithoorn, en Zydelmeer, B o e r 1. ; Jaagpad 1839, Rorab.; Schinkel by 't Nieuwe meer, Pl. Amst.; Halfweg 1835, Mb.; Haarlemmer- liede 1836, en 1840, en Haarlemmermeer 1841, Buse; Schalkwyk by Haarlem, v. d. T.; - Leiden, Dz.; 1846, Mb.; Leimuiden 1863, 0.; tusschen Aalsmeer en Leimuiden, Exc. 189 7; Zandvoortsche vaart, (?) 's Gravenhage, V. Z.; Westeinderplas 1899, Jongm.; Delft 1844, de Br. (Rottum, Schipper in herb. pr.; - Nybroek 1881, K. A. in herb. L.; Naardermeer bij Naarden 1889, Koning in herb. pr.; Noorder IJ en zeedyk 1901, Struyk. in herb. pr.; — Legmeer by Leimuiden 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Terschelling, v. E. (Arch. 2. IV. p. 398); Ameland 1854, Kros (Arch. 1. V. p. 83); - op het „Tooneel" in het Baarnsche bosch 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 528) ; - Meerenberg by Bloemendaal, v. E. (Arch. 2. 1. p. 392); - Dordrecht, herb. Lac. in Prod. Ed. I. p. 136. Subtribus Crepideae Koch. Crepis L. 833. C. foetida L. (Barkhausia foetida D.C.) Langs we- gen en akkers, op steenachtigen, vooral kalkhou- denden bodem. 0 en ©. Jwii-Sept. 974 UREFIS. In Herb.: Houtwal bij Deventer 1877, L. J. v. Veen; - Hoofd Zutphen 1885, Groll; - Valken- berg 1883, K.; Oud Valkenberg 1864, H. d. V. Bovendien: Walcheren, Noord-Beveland, Tholen, Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 125); tusschen klaver te Nieuw en St. Joosland 1878, A. W. (Arch. 2. III. p. 303); Zuid-Beveland, Schouwen en Duiveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119). [Aanm.: Reeds Walraven en Lako geven in een noot (Arch. 2. VI. p. 119) de opmerking of deze opgaven niet moeten worden overgebracht op Barkhausia taraxacifolia D.C.] 834. C. setosa Hall. /'. (Barkhausia setosa D.C) Plant uit het gebied der Middellandsche Zee, ook elders met zaden ingevoerd. 0. Juni—Juli. In Herb.: Klaverland bij Apeldoorn 1876, K. A.; — onderste molen Vonlo 1900, Rieter. 835. C. taraxacifolia Tliuill. (Barkhausia taraxacifolia D.C.) Kalkminnende plant, op woeste gronden, langs wegen en akkers, in wijnbergen en op dorre weilanden; bij ons ingevoerd. 0. Mei—Juni. In Herb. : Utrecht 1834, D. S. (als Grep. biennis); — Dordrecht, v. Hov. ; — Graauw 1845, v. d. B.; Bruinisse en Oosterland 1887, L.; havendijk Goes 1838, v. d. B. (zand Vreeland 1895, V. Suringar in herb. pr. ; Rotterdam, H. v. d. Linden inherb. Heukels; — Nieuw en St. Joosland 1877, A. W. en L.) Bovendien: Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546). [Aanm.: Waarschynlijk behooren tot deze plant de opgaven in Arch. 2. VI. p. 119, <>mtrent Barkhansia foetida.] 836. C. biennis L. In bouw- en weilanden, langs wegen. tusschen kreupelhout enz. 0. Juni—Juli. In Herb. : Snippelingsdrjk Deventer 1878, K.; — Harderwijk 1865, R. B.; Twello, P. v. Delden; Ruurlo 1885, Ensink; Nymegen, B.; Ooische waard, Oosterhoutsche bosch, fort Krayenhoff, N. en Th. ckepis. 975 Abel.; Wageningen 1856, v. H.; — Amersfoortsche berg 1891, en Hoevelaken 1893, Garj.; Utrecht, Marchant; 1858, R. B.; - Ringdijk, Fl. Amst.; 1840, Romb.; Amsterdam, v. H. ; Splitg.; 1875, Lac; Zeeburg 1866, 0.; tolhuis Diemermeer enZee- burg, v. H; 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Uithoorn 1872, Boerl.; Haarlem, v. H. ; 1882, Groll; Bloemendaal 1842, Buse; — Ringdijk Abbenes, Exc. 1897; Leiden 1838, Wtt.; 1835, Mb.; Dz.; Forsten; 1837, Lac; 1838, Mb.; Hinxt; 0.; 1859, S.; Hooge Ryndijk Zoeterwoude 1898, V.; 'sGravenhage 1840, V.Z.; v.H; R. B.; Schiedam 1891, Jongm.; Nieuw- land by Hoek van Holland 1879, S.; uiterwaarden tusschen Delfshaven en Rotterdam 1901, Jongm.; Dordrecht 1837, Lac; 1881, V.; 1883, C. v. d. Broek; huis te Merwe 1848, v. Hov.; Lek by Vianen 1831, v. H. (als scabra); 1835, D.S.; Vreeswyk 1832, v. H. ; — Zwake 1839, Scheldedyk bij Yersekendamme 1839, v. d. B. ; tusschen Middelburg en Brigdamme 1880, Buij sman; tusschen Oost-Kapelle en Oranjezon 1840. v. d. B.; IJzendijke 1851, en Oost-Zeeuwsch Vlaan- deren 1863, A. W.; — Loopschans Breda, v. A.; — Maastricht 1893, de Haas; Gronsveld 1894, V. /?. lodomiriensis Besser (a. runcinata Koch et Prodr. Ed. I. p. 136.) In Herb. : Waarden onder Rijswijk, v. d. T.; Nijmegen, Abel. ; — aan den Dortweg bij Hons- holredijk 1846, en Vianen, v. d. T.; — Zuid-Beve- land, v. d. B. (Zwolle 1885, L. in herb. pr.; Deventer 1851, K. A. in herb. pr.; — Gorssel 1897, Oosterbeek 1897, V. Suringar in herb. pr.; Lent, Shjk-Ewyk, Culem- borg, C. A.. Backer in herb. Heukels; Lekdyk aldaar 1847, Alpherts in herb. pr.; 1881, K. A. in herb. L.; de Haas in herb. pr.; — fort Kijkuit 1891, Struyk. in herb. pr.; kruislaan Diemermeer, A. C. J. v. G o o r in herb. pr. ; — Lisse 1894, S t r u y k. 62 976 cbepis. in herb. pr.; Delft 1875, L. in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden; — Almkerk, C. A. Backer in herb. Heukels; Nieuwe Merwedijk Werkendam 1886, Posth. in herb. pr.; - Arcen, Un. 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien : Veendam, Bareveld, Stadskanaal, K e n t (Arch. 2. III. p. 345); - Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch.2.III.p.l25); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); — Baarlo, Hamert, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Amby, Un. 1861; Gulpen, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Knrjf en Munting. /?. Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. IV. p. 290). 837. C. tectorum L. Op bouwland op droge zandgron- den. 0. Juli-Aug. In Herb. : Duinen achter Hollum Ameland 1840, Spree; — Haren 1859, v. H. ; — Meppel v. Herjn.; - Zalk 1848, T.; Kampen 1855, R. B. (ook als C. virens); St. Jansklooster Vollenhove 1893, L.; Zwolle 1832, Thorbecke; Langenholte bij Zwolle 1886, L.; Agnietenberg by Zwolle 1881, Posth.; Brinkgreve bjj Deventer 1846, T. ; Hardenberg 1868, v. d. Scheer; — Harderwyk 1865 en 1866, R. B.; roggelanden IJsel brj Gorssel, Exc. 1897; Apeldoorn 1850, K. A.; Rheede, en Beekhuizen brj Arnhem, v. H; Lobith 1837, V. Z.; Beek, Ooische waard 1849, en berg te Beek, T h. A b e 1. (als C. tectorum p. segetalis) ; Hatert 1833, Wtt.; - Amersfoort, D.S.; R. B.; tusschen Doorn en Maarsbergen, v. d. T.; bouwland Zeist 1838, Lac; de Bilt 1838, D. S.; — Willemspark Amsterdam, J. J. Smith Jr.; IJmuiden 1881, S.; duinen Zand- voort, Splitg.; v. d. B.; — Katwrjk 1835, Mb.; dui- nen Wassenaar, Pierot; Rockanje 1884, S.; Lek brj Leksmond, v. H.; — Kloppewaard by Werkendam crepis. 977 1835, Lac; bouwland Orten brj 's Hertogenbosch, v. Hov. (ook /?.); tusschen Vucht en Boxtel 1827, v. H. ; — muren Thorn 1900, G. en Jongra.; leem- helling tusschen Thorn en Ittervoort 1900, G. en J o n g m. Bovendien: Zuid-Beveland (met bijvoeging minime rara, Tijdschr. VIII. p. 28); Schouwen en Duiveland, A. W. (Arch. 2. III. p. 135); - Sittard, U n. 1883, (Arch. 2. IV. p. 319). 838. C. virens Villars. Algemeen aan dijken en wegen, op akkers, in weiden enz. 0 en ©. Juni—Nov. In Herb.: Ballum Ameland 1896, V.; - Reitdijk Groningen 1856, Strat.; C. d. Gavere; — Meppel, v. Heyn.; - Kampen 1848, T.; 1848 en 1855, R. B.; zandberg by Kampen 1848 en 1886, T.; Zwolle 1832, Thorbecke; Dassen; v. Heijn.; Wipstrik bij Zwolle 1891, Carmigg.; Nyenhuis, Un. 1888; De- venter 1877, K.; Gramsbergen 1869, Lac. en S. ; — Harderwyk 1864, R. B.; Halle op de Veluwe 1834, Wtt.; Apeldoorn 1850, K. A.; Zutphen, G. B.; Vor- den 1879, Groll; Ruurlo 1335, Eusink; Arnhem, Romb.; Nymegen, B. ; Abel. en Pas; Bemmelsche dijk, Ooische waard, Beek, T h. Abel.; Heumen 1856, v. d. B.; Waaldijk by Gameren 1833, W 1 1. ; — Amers- foort, R. B.; Garj.; huis ter Heide 1859, en Darthuizen 1838, v. H. ; Doorn 1879, O. ; de Bilt 1830, v. H. ; Schalk- wyk 1829, Wtt; Vechten 1859, Coll. Nat.; -- Hil- versum, Bergsma (als tectorum); Naarden 1864,0.; IJdykby'Sloterdyk,Pl. Amst; Ringdykl838, Romb.; Legmeerpolder, BoerL; Velsen 1879, Groll; Haar- lem, S p 1 i t g. ; 1840, B u s e ; 1872, B o e r 1. ; Marienbosch by Haarlem 1866, H. d. V. {prolif.); Bloemendaalsche bosch, Kerb.; tusschen Overveen en Bloemendaal, K e r b. (als tectorum) ; 0 verveen 1838, B u s e ; tusschen Bloemendaal en Zomerzorg 1840, Romb.; Zandpoort 1842, Buse; Zantvoort, v. H.; Haarlemmerhout 1838, Mb.; Meerenbosch te Heemstede, v. d. T.; — Noord- 978 crepis. wyk 1842, B. W.; Lisse, v. H.; Warmond 1859, S.; Aalsmeer 1897, Jongm.; Leiden, Forsten; 1836 en 1838, Mb.; Kerb.; Perin; 1853, S.; Haagwegbjj Leiden 1856, en Rynsburg 1853, S.; Katwijk 1832, S. S.; 1838, Buse; tusschen Katwijk en Wassenaar, v. S. V.; Voorschoten 1859, S.; Wassenaar 1843, 0.; v. Dissel; Zandery aldaar 1833, S. S. ; Clingendaal 1834, en Haagsche bosch, V. Z.; 'sGravenhage 1832, I. de L. in h. Groll; 1891, R. B.; kanaal aldaar en Raamweg aldaar, V. Z.; de Zwet bij Wateringen 1876, L.; Dordrecht, M.J. Cop; 1882, C. v. d. Broek; Maasdyk bij Bolnes 1901, Jongm.; Lekdijk, Wtt.; - Schuddebeurs by Zierikzee 1870, P. Schuringa; Oosterland Duiveland {prolif) 1887, L.; Zuid-Beveland, Wemeldinge 1840, Kapelle 1837, Nieuw kanaal 1839, oude havendijk Walcheren, v. d. B. ; zeedijk Vlissin- gen 1880, Buysman; St. Kruis 1878, L.; Zeeuwsch Vlaanderen 1862, en Aardenburg 1861, A. W.; - Breda, v. A. ; Sprang, T h o m s o n ; Groot De uteren bij 's Hertogenbosch, v. Hov.; wallen aldaar, v. H.; Boxmeer, Un. 1853; Eindhoven 1827, v. H.; - vestingwerken Maastricht, v. Hov.; St. Pietersberg 1870, Groll; Gronsveld 1894, V. fi. agrestis Koch. In Herb.: Kampen 1849, R. B.; Zandberg by Kam- pen 1848, T.; - Hulshorst bij Harderwijk, R. B.; - Leiden 1836, Mb.; 1846, 0.; Ter Heide 1851, T.; - Breda, v. A. y. diffusa D.C. In Herb.: Nymegen, B.; Abel. en Pas; - Dart- huizen 1838, v. H.; - Middenduin 1879, Groll; Sche- veningsche boschjes R. B.; - Tholen, Dz.; Arnemui- den 1833, v. d. Feen. (Vorden, C. de Gavere in herb. v. Tuinen; Voorst by Zutphen 1879, L. in herb. pr.; Velp 1893, Ogt. in horb. pr.; Culemborg, de Haas in herb. pr.; - Baarn 1884, Heinsius in herb. pr.; 1889, crepis. 979 Costerus in herb. pr.; keverdyk bij Ankeveen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Laarderweg by La- ren 1898, Koning in herb. pr.; - Rijnsburg 1885, Struyk. in herb. pr.; Scheveningen 1885, J. J. Smith in herb. Costerus; Brouwersdijk Dordrecht 1848, Alpherts in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. Heukels; — duinen Haamstede 1894, en Kapelle 1898, Ogt. in herb. pr. fi. Culemborg 1881, K. A. in herb. pr. y. Schalkwijk 1846, en Brouwersdijk bjj Dordrecht 1848, Alpherts in herb. pr.; Leidschen dam, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — ?Oranjezon 1879, L. in herb. pr.) Bovendien: Texel, (Arch. 1. V. p. 55); Vlieland, Terschelling, Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 392); Rottum, Holk. (Arch. 3. I. p. 213); - Steen- wykerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tus- schen Heino en Nieuwe Wetering, Wyhe, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Hengelo, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Diepenheim-Groenlo, tusschen Zutphen en Bronsbergen, tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); Winters- wijk, Breevoort, Groenlo, Borculo, Lochem, Un. 1859 (Arch. 1. V. p.225); Terborg, Doetinchem, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); - Alkmaar 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Kennemerland- Westland, Voorne, v. E. (Arch. 2. I. p. 392); Brielle, Un. 188 7 (Arch. 2. V. p. 400); - al de Zeeuwsche eilanden, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); - Bergen op Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 352); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Arcen, Un. 1893 (Arch. 2. V. p. 573); Grons- veld, Amby enz., Un. 1861; Sittard, Beek-Elsloo, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319); Beek, Valkenberg, tusschen Eijsden en Ryk- holt 1885, K. enG.; Simpelveld Kerkrade 1885, Lac; K. en G. 980 CEEPXS. Voorts vermeld door Pelletier en Knijf. y. Haamstede, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50, ookin herb. Posth.). [Aanm.: De genoemde varieteiten zjjn slechts typische afwijkingen van deze uiterst veranderlyke soort, die "W a 1 1- roth zeer juist C. polymorpha noemde. De meening van v a n d e n B o s c h, dat C. a g r e s t i s een afzonderljjke soort zoude z;jn, heeft geen bevestiging gevonden. Cfr. Prodr. Ed. I. p. 137.] 839. C. paludosa Moench. (Hieracium paludosum L. et Pl. B. S. p. 564). Op beschaduwde moerassige plaatsen, aan waterkanten. 2J.. Juni — Juli. In Herb. : Sillevolde, Un. 1885; huis Ubbergen 1850, Th. Abel.; 1879, K.A.; Philosophendal bij Berg en Dal 1897, G. enV.; Beek bij Ubbergen 1881, K. A.; - Grebbe 1833, Wtt.; - Haarlem 1887, Groll; Boekenrode 1887, v. E.; 1889, V.; Haarlemmerhout 1836, Mb.; - Haagsche bosch 1836, V. Z. ; 1836, Buse; G. B.; Perin; 1840, V. Z.; 0.; 1854, v. H.Jr.; Rot- terdam 1837, Lac; Groote Lindt 1880, Posth.; Steenenkamer Zwijndrecht, v. d. T.; Dordrecht 1837 en 1838, Lac; v. Hov.; Gorinchem 1839, v. d. T.; - Ulvenhoutsche bosch, Un. 1852; - Plasmolen 1856, v. d. B.; 1897, G. enV; moeras Roode beek 1901, G. en V. ; Bunde 1887, G r o 1 1 ; Ravelsbosch 1866, H. d. V. ; Wylre, Un. 1883; Kerkrade 1866, H. d. V. (Haagsche bosch 1875, L. in herb. pr. ; 1895, S t r u y k. in herb. pr.) Bovendien : Schinnen, Hussenberg, Ulestraten, Val- kenberg, Lac (Arch. 2. V. p. 18). C. Dioscoridis D.C. door Reinwardt inFl. B. S. p. 568 voor zandige akkers bij Harderwijk en elders opgegeven, zal wel een vergissing zijn vooreeneder voorgaande soorten. HIERACIUM. 981 Hieracium Tourn. A. Pilosella Koch . 840. H. Pilosella L. Op opene en begroeide zandgronden. 2J.. Mei-Aug. In Herb. : Texel 1860, Lac; vuurbaak op Vlieland 1858, Lac; Terschelling, Un. 1886; Ameland 1840, Spree; Schiermonnikoog 1860, S.; Rottum 1897, Schipper; — Bakhuizen 1853, S.; zeedijk Workum 1862, J. M. de Boer; - Stadskanaal 1827, en Groningen 1856, v. H.; tusschen Groningen en Haren 1856, Strat.; — Nieuw Dordrecht, Odoorn, Weer dinge, ook stolon. scapigeris 1859, Lac. en S.; Mep pel, v. Heyn.; — zandberg Kampen 1886, T.; Kam pen 1847, R. B.; Generaalsbosch brj Deventer 1840 Halb.; Platvoet aldaar 1845, M. J. Cop; Deventer 1878, K.; langs de Dinkel bij Lonneker, Un. 1895 — Harderwijk, R. B.; Nijkerk, Stolz; Apeldoorn 1834, Wtt. (ook als dubium); 1873, K.A.; Vorden 1876, Groll.; Gorssel 1846, T.; huis te Voorst brj Zutpbenl846, Cop.; Ruurlo 1885, Ensink; Lochem- merberg 1886, V.; Terborg 1861, v. H. (sarmentis jlorigentibus); Ellekom 1870, H. d. V.; Arnhem, v. H.; Nrjmegen, Abel. en Pas; N. enTh. Abel.; Huner- berg aldaar, T h o m s o n ; Hatertsche broek 1865, T h. A b e 1. (form. minor) ; Hatertsche bosch 1898, G. ; wallen Zalt Bommel 1837, Lac; Renkom 1848, Buse; Ren- kommer heide 1850, S. ; — Amersfoort, R. B.; tus- schen Woudenberg en Scherpenzeel, v. d. T. ; Rijzen- burgerbosch 1857, en Driebergerbosch 1865, Kniittel; Doorn, Fockema; de Bilt 1836, D. S.; 1836, v. H.; Zeist 1830, v. H.; Utrecht 1858, R. B.; 1879, A. C. en W. A. Oudemans; - 't Gooi 1828, Wtt.; Hilver- sum, M. D.; Naarden 1864, 0.; Laren 1842, Romb.; Zandvoort 1841, Buse; 1850, Hoek; Vogelenzang, Boerl; Overveen 1832, v.H.; Buse; Exc 1878; Haarlem, Splitg.; 1833, Kerb.; 1842, Teengs (P. 982 HIERACIUM. N. S.); Haarlemmermeer 1870, Groll; — Langeveld by Noordwyk 1869, S.; tusschen Hillegommerbeek enNoordwyk, Exc. 1886; Noordwyk, Pierot; 1872, Boerl.; Exc. 1883; Katwyk, Perin; 1829, Wtt.; Dz.j Wassenaar 1830, Wtt.; 1832, S. S.; 1835, Mb.; 1845, 0.; 1857, S.; 1882, V.; tusschen Wassenaar en 's Gravenhage, B. W.; 's Gravenhage, V. Z.; G. B.;R. B.; Scheveningen 1886, Destree; Westland 1828, Wtt.; Zuid-Beveland 1842, v. d. B.; Vlissingen 1883, Buijsman; Zeeuwsch Vlaanderen 1863 en Sint Kruis 1861, A. W.; — Bergen op Zoom, Un. 18 60; Breda, v. A.; 1882, C. v. d. Broek; Vuchtsche heide, v. Hov.; Maarhees 1874, Lac; - Watersley- hof bij Sittard 1901, G. en V.; Eysden, v. Hov. fi. robustum Koch. Zutphen 1846, T.; - 'sGra- venhage, en Scheveningen, R. B.; — Welsoorde (Z. Vlaanderen) 1845, B. W. (Beetsterzwaag en Wijnjeterp 1866, v. Tuinen in herb. pr.; — Haren 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Ter Apel 1897, K. A. in herb. pr.; - Diepenveen 1851 en — Ampsen bij Lochem (als var. coronopifolium) 1876, K. A. in herb. pr.; kasteel Middachten bij de Steeg 1895 en Velp 1892, Ogt. in herb. pr. ; station Veenendaal 1894, Bennekom 1892, V. Suringar in herb. pr. ; Culemborg, de Haas in herb. pi\; Spoel aldaar 1846, Alpherts in herb. pr.; Oosterhoutsche bosch, — Odrjk, Werkhoven, — Overveen en Haar- lemmermeer, C. A. Backer inherb. Heukels; Hil- versum 1872, Costerus in herb. pr.; Bussum 1898, Koning in herb. pi\; duinen Castricum 1883, Hein- sius in herb. pr. ; — Lisse 1889, Struyk. in herb. pi\; weg station Sliedrecht 1894, Posth.; — Wal- chersche duinen 1883, L. in herb. pi\; Kapelle (Z.- Bevel.) 1893, Ogt. in herb. pi\; - Sleeuwyk, C. A. Backer in herb. Heukels; spoorweg BoxtelEind- hoven, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; — Schaesberg 1893, V. Suringar in liurb. pr.) HIEEACIUM. 983 Bovendien : tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - alle bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 351); - Steenwtfkerwolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 18 70 (Arch. 2. I. p. 199); Oele; Borne, Haaks- bergen, Oldenzaal, Tubbergen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo, Diepenheim, Entersche veen, — spoorweg Eibergen, Bronsbergen, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225); Waaldijk Lent, Weurt, Beuningen, Th. Abel.; {stolon. scapigeris) Lent, N. Abel. (Arch. 2. V. p. 293); - Alkmaar, Heilo, Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); - Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - Haam- stede, Renesse, Un. 1894 (Arch. 3. I. p. 50); al de Zeeuwsche eilanden, behalve St. Phillipsland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); - Bergen op Zoom, Woensdrecht en langs de Zoom, Un. 189 6 (Arch. 3. I. p. 352); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V.p. 546); - Venlo, Blerik, Velden, Arcen, Hamert, station Venraai, Wansum, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Amby, Valken- berg, Meerssen, Gulpen, Epen, Sittard, Un. 1861; tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). Voorts vermeld door Knyf, Vorstius, Munting en Bruman. 841. H. Auricula L. (H. dubium Willd. et Auricula Fl. B. S. p. 564). Op droge begroeide zand- en heide- gronden. %.. Juni — Juli. In Herb. : Wildervank 1830, en Oosterbroek bij Groningen, v. H.; - Kamperveen 1848, R. B.; straat- weg bij 'ttweede tolhek te Kampen 1848, T.; Mars- weg in 't groot Weezenland by Zwolle 1886, en Wijhe in de bosschen van „de Gelder" 1885, L.; Vilsteren 984 HIERACIUM. 1865, H. d. V.; Tankenberg by Oldenzaal, Un. 1895; tusschen Gramsbergen en Hardenberg 1891, Car- migg.; - Harderwyk 1866 en 1872, R.B.; v.Heijn.; Hulshorst bij Harderwyk 1847, en Essenburg aldaar 1872, R. B.; Apeldoorn 1833, Wtt.; V. Z.; 1873, E. A.; 1888, Groll; Wormen by Apeldoorn 1876, K. A.; heide achter 'tLoo, Wtt.; 0.; tusschen Apeldoorn en Voorst 1833, en Voorst 1834, {stol. Jlorigeris), Wtt; Zutphen 1833, Wtt.; Ruurlo 1887, Ensink; Westendorp by Terborg 1861, v. H.; Beekbergerwoud 1869, S.; Bemmelsche dyk bij Ny- megen, N. Abel.; Willebrordskapel bij Overasselt 1896, en tusschen Wychen en Heumen 1897, G. en V.; Kochelt by Ede 1890, v. Vloten; Wageningen 1882, K.; — Amersfoortsche berg, R. B.; huis ter Heide 1859, v. H.; Darthuizen, C. A. Bergsma; - Studentenpad Leiden 1840, Mb.; - Zuid-Beveland 1838 en 1839, tusschen Goes en Wilhelmina- dorp 1839, en Goes 1840, v. d. B. ; - Putten, U n. 1860; Breda, v. Rees; Liesbosch, v. A. ; Oudenbosch 1888, de Haas; tusschen Eindhoven enGeldrop, de Br.; spoorweg bij Deurne 1873, H. d. V.; - Plas- molen 1897, en Mook 1897, G. en V.; heidesloot Schinveld 1901, G. en V.; Beek langs den spoorweg 1873, H. d. V.; Rothemerberg by Geulem 1893, de Haas; Meerssen 1864, H. d. V.; Tongeren bij Epen 1893, S.; Wylre, Ravelsbosch en Vylen 1866, H.d. V. (Diepenveen 1851, K. A. in herb. pr. ; - Apeldoorn, J. Koornneef in herb. Heukels; Dieren 1898, Veenendaal 1892, V. Suringar in herb. pr.; Culem- borg, de Haas in herb. pr.; - Gulpen 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Bekkum, de Lutte, Hasselo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223). Voorts vermeld bij Pelletier. 842. H. aurantiacum L. Op bergweiden in Midden- HIERACIUM. 985 Duitschland, cloch als sierplant ook gekweekt. 2J.. Juni—Juli. In Herb.: Groesbeek 1868, v. H.; — Studentenpad Leiden 1840, B. W.; in het gras hortus Leiden 1899, V.; Leidsche straatweg bij den Haag 1897, H. A. A. v. d. Lek; grasveld buitenplaats De Kat Dordrecht 1894, Posth.; - Breijell by Venlo 1900, Rieter. (Bolwerk Groningen 1865, Holk. in herb. v. Tui- nen; - Apeldoorn by den kopermolen de Vlyt 1898, K. A. in herb. pr. ; — langs den Oosterspoorweg bij Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Rijngeest onder Oegstgeest 1896, V. Suringar in herb. pr.) 843. H. pratense Tausch. Langs wegen, in weilanden, in opene bosschen. 2J.. Juni—Aug. In Herb.: Kjjnswerd bij Harlingen 1866, B. J. Lycklama a Nyenholt; Weidum, Hinxt; tus- schen Ried en Menaldum 1863, J. M. de Boer; — Oosterbroek onder Eede 1853, 1856 en 1867, v.H.; — tusschen Zeist en Woudenberg 1838, Lac; Utrecht, Wtt. (als H. Bauhini Schult); tusschen Utrecht en Vossegat 1859, Hartsen; — singels Leiden, Dz. ; 1864, H. d. V. ; Hooge Rijndijk tegenover Rhijnvreugd onder Zoeterwoude 1894-1901, V. (Winschoten 1894, Schipper in herbpr.; — Har- melen, W. C. v. Embden in herb. Heukels; — Rijngeest onder Oegstgeest 1892, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien : Wormen bij Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 84). B. Aurella Tausch. 844. H. cerinthoides Fr. Alpenplant, waarschijnlijk ge- kweekt in tuinen. 2J.. Juli—Aug. In Herb. : Muur hortus Utrecht, v. Hov. 845. H. amplexicaule L. Op rotsen en muren. Wordt 986 HIERACIUM. echter ook in tuinen gekweekt en verwildert een enkele maal. %. Juli—Aug. In Herb. : Algemeen muren van Haarlem tusschen de kleine Houtpoort en de Amsterdamsche poort (dezelve komt in geen tuin daaromtrent voor, Kerb. en Molk.) 1836, Mb.; Buse; 1837, Lac; 1837, Mb.; Haarlem 1865, H. d. V.; 1866, v. E.; 1876, Groll. C. Pulmonarea Koch. 846. H. murorum L. Op muren, rotsen, in boschrijke streken. %.. Mei-Juli, soms ook later. In. Herb. : Wallen Groningen, v. H.; - Schalkhaar by Deventer 1851, M. J. Cop (alssylv.); Schoonheeten Raalte 1901 en Deurne by Weerselo 1901, L.; bosch brj Bentheim 1847, M. J. Cop; — park Apeldoorn 1873, K. A.; Vorden 1876 en 1880, Groll; Winters- wijk, Un. 1859; Rheederoord 1838, Buse (waar- schijnlijk vulgatum); Doorwerth 1838, Buse; vesting- werken en oude muren Nijmegen 1849, Th. Abel. (als sylvat.); Ubbergen 1872, v. H. (ingezonden als y. rotundatum); bergen brj Beek 1847, v. d. B. *); Beek, Un. 1847 (schijnt vulgatum); 1874, 0.; huis Ubbergen brj Ntjmegen 1849, Th. Abel. ; — Amers- foort, Splitg.; Grebbebosch, Fockema; — vestmuur Leiden, de Vriese (P. N. S.) (waarsch. vulgatum); Leidsche straatweg brj 's Gravenhage 1897, H. A. v. d. Lek; — Oisterwijk 1894, Ogt. ; — St. Jansberg 1873, 0. (als caesium); Watersleyhof bij Sittard 1896, G.; 1901, G. en V.; Bunde 1870, Groll; Beek 1868, 0.; 1897, G. enV.; St. Pietersberg, Un. 1861; 1867, 0.; Un. 1883, 1889 en 1894, V.; Geulhem 1896, G.; Mheer 1894, en Savelsch bosch Gronsveld 1894, V.; Gronsveld, Un. 1861; Valkenberg 1866, H. d. V.; 1900, V.; Schaesberg, Exc. 1889. (Ruurlo 1888, L. en Ensink in herb. L.; 1897, *) In Prodr. Ed. 1. p. L39 als H. caesium. HIERACIUM. 987 Schipper in herb. pr.; Oosterbeek 1897, V. Surin- gar in herb. pr. ; Ubbergen 1898, L. in herb. pr.; — Baarn 1889, Costerusin herb. pr.; muur Pieters- kerk Utrecht 1846, Alphertsinherb. pr.; — Venlo, tusschen onderste en bovenste molen 1900, Rieter in herb. pr.) Bovendien: Ruurio, Un. 189 7 (Arch. 3. I. p. 618); - Plasmolen, Th. Abel. (waarschynlyk dezelfde groeiplaats als St. Jansbosch); Simpelveld, Lac. (Arch. 2. V. p. 18). De opgave Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 125) wordt door Lako en Walra- ven iater (Arch. 2. VI. p. 119) terecht in twyfel getrokken; de opgave de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223) vindt men terug onder H. caesium. [Aanm.: Hieracium murorum is my een zeer vage soort gebleven ; ik vermoed zelfs dat wjj de echte H. m u r o- r u m in ons gebied niet bezitten. Nog erger is het gesteld met de varieteit /?. silvaticum. Byna al onze exemplaren komen overeen met de bfl A s c h e r s o n genoemde B. a n g u s- tatum. Het zoude zeer gewenscht zjjn dat ook het geslacht Hieracium in ons land eens een nauwgezet onderzoeker vond. Voorts komt in ons herbarium voor een vorm van Hieracium, die geltikt op een hybride van murorum of amplexicaule; het schjjnt my echter H. amplexicaule fol. eglandulosis. In Herb: Muren fortiflcaties van Maastricht 1892, de Haas.] 847. H. caesium Fries. In bergstreken, langs akkers. 2J.. Juni—Aug. In Herb. : Oosterbroek, v. H.; — de Lutte, Un. 1895; Lonneker, Haaksbergen 1891, L.; — Rheede, v. H. (als sylvaticum); Vorden 1875, Groll; — de Grebbe, v. H. ; Baarn, (wie ?) ; Zeist, Wenck; Doorn 1869, 0.; walmuren Utrecht, G. Deyn.; muur aldaar 1874, 0.; Utrecht 1834-35, D. S.; Westbroek, Ny- hoff; - Hulst 1845, v. d. B. en B. W.; - Ulven- houtsche bosch, v. A.; — Gulpen, Un. 1861. Bovendien : De in het Archief vermelde groeiplaat- sen vindt men terug onder H. vulgatum en murorum. De plant H. caesium /?. nemorum Fries, heide achter 988 HIERACIUM. Vollenhoven Wenck heeft betrekking op de groei- plaats brj Zeist; het hier bedoelde Vollenhove is de naam van den eigenaar eener buitenplaats. [A a n m. : H. c a e s i u m, H. murorum en H. v u 1 g a t u m hebben by ons veel gelykeinsmet elkander; verinoedeltjk komt bjjna nergens de typische H. murorum voor, doch een tus- schenvorm tusschen murorumenvulgatu m. H.cacsium l\jkt een klierlooze vorm van vulgatum. Dit zou nader in de natuur moeten onderzocht worden.] 848. H. vulgatum Fries. In boschrijke streken, op be- schaduwde plaatsen; op muren. %.. Juni — JuU. In Herb. : Slochteren 1826, Hoogezand 1827, wallen Groningen 1826 en Haren 1829, v. H.; Mickelhorst brj Haren 1855, Strat.; - Meppel, v. Heyn. (als Grepis paludosa); Kranenburg bij Zwolle 1894, L.; Deventer, v. Gron. ; Wilpe 1878, K.; tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop; Hengelo, Un. 18 95; — Harderwijk 1849 (ook als caesium), en Hulshorst brj Harderwijk 1849, R. B.; Elburg, v. Heyn.; park van Salentijn bij Nykerk, Stolz;? Apeldoorn 1858, 0.; park 't Loo 1851, M. J. Cop; Hoenderloo, Un. 1890; Epe 1864, S.; Zutphen, M. J. Cop; jachthuis 'tVelde by Zutphen 1846 en 1851, M. J.Cop; Voorst 1833, Wtt.; Voorstonden bij Voorst 1847, M. J. Cop; huis de Pol by Voorst 1851, K. A.; Vorden 1882, Groll; Uilenpas, (wie?); Winterswijk, Un. 1859; Doesburg 1833, Wtt.; Rheederoord 1838, Buse (als murorum): Rheede en Middachten 1838, Buse; Arn- hem, S.; Nymegen, B.; Uilenput by Nijmegen 1864, v. H.; koepel te Beek 1850, Th. Abel. (a\s caesium). muren Bommel 1837, Lac; Wageningsche berg, Buse; - Grebbe 1851, 0.; 1882, Groll; Amersfoort 1861, R. B.; Amersfoortsche berg 1894, Garj.; huis ter Heide 1859, v. H; Lockhorst by Amersfoort, R. B.; Darthuizen 1847, v. H; Maarsbergen 1895, V.; Baarn, v. H; de Bilt, v. H; 1843, v. d. T.; muren Utrecht 1839, Lac; walmuur by de Tolsteegpoort te Utrecht en Rhoodestein by Neerlangbroek, v. d. T.; - HIERACIUM. 989 Restauratie Muiderberg 1896, V. ; Bergendallust Hilver- sum 1838, v. d. T. ; — vestmuur Leiden, S. S. 1836, Lac. ; Zorgvliet, V. Z. ; Scheveningsche wegl836 Buse; Scheveningsche boschjes 1891 en 1895, R.B. muur Nationale tuin 's Gravenhage 1836, Mb. ; V. Z. G.B.; Reyneveld b« Delft, v. S. V.; - Clinge 1845 v. d. B.; — Hoogerheide, Un. 1860 (als sylvaticum) Zundert, Un. 1860; Ulvenhout 1864, H.d. V.; 1883 V.; Liesbosch, Exc. 1887; - Plasmolen 1897, G en V.; St. Pietersberg, Un. 1861; 1870, Groll Gronsveld 1894, V.; - Mheer 1894, V. en v. Vloten. (Avereest 1901, Staphorst 1901, Wijhe 1885, en Twenthe 1895, L. in herb. pr.; - 't Loo 1873, en Apeldoorn 1879, K. A. in herb. pr.; Doetinchem 1895, Posth. in herb. pr.; Leuvenum bij Elspeet 1849, Alpherts in herb. pr.; — oude stadsmuur Culem- borg, C. A. Backer; Hummelo, A. H. Blaauw; Laag Keppel en — Muiderberg, E. Heimans; Bus- sum, C. J. Koning in herb. Heukels; zandbergen bjj Naarden 1899, Koning in herb. pr.; — 'sGra- venhage 1865, H. d. V. in herb. v. Tuinen; — Mid- delburg 1894, en - Oisterwijk 1894, Ogt. in herb. pr.; — Maastricht 1892, de Haas in herb. pr. en L.) Bovendien: Steenwijkerwolde, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); Bekkum, Twikkel, Un. 189 5 (Arch. 3. 1. p. 223); — park bij de groote vjjver op 't Loo, K. A. (Arch. 2. III. p. 191); - Doorn 1874; H. d. V. (Arch. 2. II. p. 74) ; - Walcheren, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); Hulst, v. d. B. en B. W. (Arch. 1. IV. p. 290, (waarschijnljjk H. caesium, zie aldaar); — Woensdrecht, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 352); Ouden- bosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Venlo, Blerik, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573,; Valkenberg, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 319). 990 IIIERACIUM. D. Accipitrina Fries. 849. H. silvestre Taasch. (H. strictum Fr. fi. granulatum Fr. ; H. Prenanthoides Eng. Bot. inProdr. Ed. I. p. 1 40 en H. boreale Fries = H. sabaudum Eng. Bot. ibid. p. 141). In bosschen en op beschaduwde plaatsen, ook op muren. %.Juli-0ct. In Herb.: Diepenheim, Un. 1897; — Harderwijk 1866, R.B.; Apeldoorn 1882, Groll; - Amersfoort 1895, Garj.; batterijen bij 't Vossegat nabij Utrecht 1835, 1837 en 1838, D. S.; 1898, W. C. v. Embden, (deze plant werd afgebeeld in Flora Batava Dl. XXI. N°. 1638 onder den naam van H. strictum Fries.); — Funen Amsterdam 1860, Hartsen; muren Am- sterdam 1847, Lac; - Putte, Un. 1860; Hooger- heide, Un. 1896; Breda 1864, H. d. V.; buitenplaats van Martini bij Vucht, v. H o v. ; — St. Jansberg, U n. 1898; Ravelsch bosch bjj Schimmert 1901, V. (Borne 1901, Gramsbergen 1894, - Apeldoorn 1878 en Ruurlo 1891, L. in herb. pr.; 1886, Ensink in herb. L.; - Naarden 1899, Koning in herb. pr.; - Vucht 1886, Costerus in herb. pr.; - Venlo, Un. 1893, Costerus in herb. pr.; Schaesberg 1893, V. Suringar in herb. pr.) 850. H. laevigatum Willd. {H. rigidum Hartra. et Prodr. Ed. I. p. 140). Op droge gronden, tusschen hak- hout en in lichte bosschen. %■. Juli — Aug. In Herb. : Oosterbroek 1859, v. H. ; de Boekhorst, Spree; - Hoogeveen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Herjn.; — tusschen Steenwijk en Kallenkote 1893, L. (als tridentatum); Steenwijk 1892, G. en Hein- sius; muren Kampen 1849, R. B. (als vulgatum); Heino, Un. 18 88; Carlshave 1887, v. Vloten; - 't Joppe 1832, Strat.; Harderwyk 1866, R. B.; Essen- burg aldaar 1866 en 1867, R.B.; Sillevolde, Un. 1885; Winterswijk, Un. 1859 (als tridentatum); Korenber- HIERACIUM. 991 gerveen aldaar, Un. 1859; Arnhem 1878, Groll; tusschen Arnhem en Loenen 1833, Wtt.; Ubbergen, Th. Abel.; Groesbeek, Un. 1847; - Soestdyk 1847, Lac; Ryzenburgerbosch 1847,0.; de Bilt, Kerb.; G. Deyn.; Utrecht 1870, Groll; - duinen Noordwijk 1848, 0.; Noordwyk 1848, en Leiden, Mb.; - Roo- zendaal, Zundert en Putte, Un. 1860; Gilze — Rije 1879, Posth.; Pettelaar by 's Hertogenbosch, V. Z.; Eindhoven, Dz.; Vucht, v. Hov.; — Gulpen, Un. 1861. (Oud Bussum, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Borger 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Hengelo, Langelo, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); - huis Ubbergen, Berg en Dal, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 294); Hulsb, v. d. B. (?) (Arch. 1. I. p. 107); Zuiddorpe, Koewacht *), A. W. (Arch. 1. IV. p. 290). /?. tridentatum Fries. (H. tridentatiim Fries et Prodr. Ed. I. p. 140, H. rigidum Koch. Enum. Zeel. IV. p. 107). In Herb. : Oosterbroek, v. H. ; — Emmen, Un. 1889; Odoorn en Assen 1859, Lac. enS.; Meppel, v. Heyn.; — Paeslo 1892, G.; Steenwyk, Un. 1892; tusschen Steenwijk en Meppel 1865, en Vil- steren 1865, H. d.V. ; Oldemarkt, Un. 1892; muur Kampen, R. B. ; bosschen bij de Wilp 1878, K.; Rys- sen 1897, Hellendoorn en Hellendoornsche berg 1897, G.; Carlshave, en de Lutte, Un. 1895; Har- denberg 1867, v. d. S c h e e r ; Achterhoek bij Almelo 1897, G.; - Hattem 1965, H. d. V.; Harderwyk 1864 en 1866, R.B.; Hoevelaken 1861, R. B.; 1894, Garj.; Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; park Apel- doorn 1858, 0.; Voorstonden by Voorst 1849, de Pol by Voorst 1850, en 'tJoppe bij Gorssel 1849, *) In herb. Lako bevindt zich een ex. van Koewacht onder den naam H. rigidum, dat m\j bleek te z(jn H. umbellatum. 63 992 HIERACIUM. M. J. Cop; Gorssel 1897, V.; Doetinchem 1885, Groll; Lochem 1875,0.; Winterswyk, Un. 1859; 1873, R. E. de Haan; Beekhuizen, Thomson; Arnhem, Un. 1849; Oosterbeek 1881, 0.; 1886, V.; Wolfheeze, Un. 1847 (als vulcjatum fi. nemo- runi Cfr. Podr. Ed. I. p. 139); Roozendaal by Arnhem, Un. 1849; tusschen Arnhem en Nyme- gen, S.; Oosterhoutsche bosch 1850, Th. Abel.; Wageningsche berg 1840, Buse; - Amersfoort, R. B. (1860, herb. Wirtgen n°. 142 bis); bosch te Ryzenburg 1859, A. W. Hartm. en R. B.; Doorn 1869, 0.; de Bilt 1837, Mb.; Grebbe, v. d. B.; - Naardenl864, 0.; - Leiden, S.; - Hulst 1845, v. d.B. en B. W.; Lamsweerde 1862, A. W.; - Zundert en Roozendaal,Un. 1860; langs de Zoom ondev Wouw, Un. 3 896; Vucht, v. Hov.; Eind- hoven, Dz.; Mill, Un. 1898; kasteel de Heeze 1901, Roversenv. Roessel; — Weert 1900, G. en Jongm.; Berg 1892, de Haas; Gronsveld, Un. 1861; rotspark Valkenberg 1901, V. (Beetsterzwaag 1896 - en Winschoten 1886, Schip- per in herb. pr.; - Heino 1888, Schoonheeten gem. Raalte 1901, L. - en Ruurlo 1888, Ensink en L. in herb. L.; Twello 1897, Ogt. in herb. pr.; Ooster- beek 1886, Posth. in herb. pr.; Ede 1892 - en Maarsbergen 1893, V. Suringar inherb. pr.; Baarn, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; - Bussum by Cruys- bergen 1889, Costerus in herb. pr.; - Oisterwijk 1894, Ogt. in herb. pr.; - Venlo weg onderste molen 1897, Rieter in herb. pr.; Geulhem, Un. 1883 L. in herb. pr.) Bovendien: tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - Steenwykerwolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); station Heino en van daar naar Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, HIERACIUM. 993 Twikkel, Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Diepenheim, — Ruurlo, U n. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. V. p. 404); Ubbergen, K. A. (Arch. 2. III. p. 286) ; Ooische waard, huis Ubbergen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 294); • Boekenrode bij Haarlem, v. E. (Arch. 2. I. p. 392); - Zuiddorpe, A. W. (Arch. 1. IV. p. 290) ; - Sittard, tusschen Beek en Valkenberg, Wylre, Un. 1883 (Arch. 2. V. p. 320). y. virescens Sonder (H. virescens Sonder et Prodr. Ed. I. p. 141). In Herb.: ?? Tafelberg bij de Grebbe, Lac. Bovendien: Walcheren, A. W. (Arch. 2. III. p. 125). In latere lysten echter steeds met een ? opgegeven. Cfr. Arch. 2. VI. p. 119. [Aanm. : De opgave in de eerste editie Prodromus Pet- telaar by 's Bosch, v. H o v. in herb. V. Z. (zie ook Arch. 1. II.* p. 19) ontbreekt als zoodanig in ons herbarium, doch vindt men vermoedelijk terug onder H. laevigatum a.] 851. H. umbellatum L. Op droge zonnige plaatsen, in heidestreken, in de duinen; op beschaduwde plaatsen, in bosschen enz. 2J.. Aug. — Sept. In Herb.: Mient op Texel 1867, S. P. Huizinga; duinen Vlieland (zeer zeldzaam) 1858, Lac. ; West- terschelling, Un. 1886; duinen Schiermonnikoog 1860, S.; 1867, Holk.; Rottum 1897, Schipper; - tusschen Haren en Witteveen 1856, en Mickelhorst bij Haren, Strat. ; Harendermolen 1828 en 1829, v. H.; Winschoten 1885, Schipper; — Drente 1859, en Weerdinge 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heyn.; — Steenwijkerwolde, Paeslo, Un. 1892; Zalk 1850, T.; bosch te Zalk, R. B.; havenmuur Kampen 1843, P. Vogelenzang; Vollenhove 1844, T. ; Zwolle, Thorbecke; Agnietenberg aldaar 1874, v. Tuinen; Berkendijk bij Heino 1901, L. ; Deventer, v. Gron. ; Brinkgreve bij Deventer 1846, M. J. Cop; (als /?. coronopifolium Bernh.); randen bij Diepenveen 1849, 994 HIEKACIUM. M. J. Cop; Achterhoek by Almelo 1897, G.; Weldam by Diepenheim, Un. 1897; Hardenberg 1853, Kros; 1868, v. d. Scheer; - Harderwijk 1864 en 1865, en Nunspeet, R. B.; tusschen Gorssel en Bathmen, Un. 1850; 't Joppe by Gorssel 1849, M. J. Cop; tusschen Apeldoorn en Deventer 1858, 0.; Hoender- loo, Un. 1890; Kootwykerveld 1876, K.A.; Soeren- sche bosch 1849, v. d. B.; jachthuis Zutphen 1849, M. J. Cop; Uilenpas, Un. 1850; Voorstonden bij Voorst 1849, M. J. Cop; Vorden 1874, Groll; Ruurlo 1894, V.; onafgegraven Corenbergerveen, Un. 1897; Arnhem, R. B.; 1872, Groll; Oorsprong bij Ooster- beek, Un. 1847; Angerenstein bij Arnhem 1842, J. L. Tilanus (P. N. S.); Nijmegen, B.; Beek, Ubbergen 1842, v. d. T.; 1849, Th. Abel; Beek, Un. 184 7; 1853, 0. (als vulgatum 0. minor); 1849, Th. Abel.; Ubbergen en Hatertsche broek, Th. Abel.; tusschen Groesbeek en Mook, Un. 1898; Spoel by Culemborg 1839 en 1843, v. d. T.; - Amersfoort, R. B.; Hoogen- wel bij Amersfoort 1894, en spoordijk aldaar 1890, Garj.; Ryzenburgerbosch, v. d. T.; 1847, 0.; Zeist, Ryzenburg 1859, A. W. Hartm. en R, B.; bosch Zeist 1847, T.; G. Deyn.; Doorn 1869, 0.; Darthui zen 1847, v. H.; Bunnik, G. Deijn.; de Bilt 1838, D S. ; de Grebbe bij Rhenen 1827, v. H. ; 1873, v. T u i n e n - Naarden 1864,0.; Muiderberg 1839, Romb.; Zand voort, V. Z.; Velsen, M. D.; R. B. (als dunense) Overveen 1835, Mb.; 1835, Buse; 1839, Romb. Kerb.; 1870, Groll; 1871, Hoek; 1872, Boerl. Vogelenzang, v. d. T.; Bloemendaal, v. d. B.; Haarlem v. H.; Buse; 1839, Mb.; v. Heijn.; 1872, Boerl. - tusschen Hillegommerbeek en Noordwyk, Exc 1886; duinen Noordwykerhout 1858, S. en v. d. B. duinen Katwyk 1835, Mb.; 1836, Lac; Fockema Persijnspan, Perin; Wassenaar 1830, Forsten Pierot; 1832, S.S.; J. v. Dissel; 1840, B.W.; 1845 0. ; tusschen Wassenaar en Sdicveningen, U n. 18 51 HIERACIUM. 995 Waalsdorp, v.S. V.; Scheveningen, C. A. Bergsma; 'sGravenhage 1832, I. de L. e. h. Groll; G.B.; V. Z.; 1836, D. S.; 1892, R.B.; Loosduinen 1854, v. H. Jr.; Oost Voorne, v. Rees; — duinen Schouwen 1845, en duinen Walcheren 1839 en 1835, v. d. B.; Koudekerke (Walch.) 1863, A.W.; Vlissingen 1845, v. d. Cop; 1880, Buysman (als Picris); — heide Teteringen 1882, en tusschen Breda en Teteringen 1886, V.; speelhuis Breda, v. A.; Boxtel 1827, v. H.; Vuchtsche heide 1847, v. Hov.; - Weert 1899, G. en des T.; St. Pietersberg 1892, de Haas; Grons- veld, Un. 1861. /?. uniflorum. In Herb.: Op den Uilenpas, Un. 1850 en Th. Abel.; — duinen Alkmaar 1871, S. en Abel. (Weg tusschen Ter Apel en Riittenbroek, Un. 1899, Rieter in herb. pr.; - Heino 1901, Steen- wijkerwolde 1892, Wyhe 1901, en Zwolle (fasciatie) 1897, L. in herb. pr. ; — Apeldoorn, J. Koornneef in herb. Heukels; Duno brj Oosterbeek 1894, V. Suringar in herb. pr.; Nijmegen 1894, Struyk. in herb. pr.; — Bussum, A. C. J. v. Goor inherb. pr.; bosch v. Bredius Naarden 1899, Koning in herb. pr. ; Valke veen 1886, J. J. S m i t h in herb. Costerus; duinen Bergen 1890, Costerus in herb. pr.; Bloe- mendaal, Vogelenzang 1893, — Noordwijk 1893, V. Suringar in herb. pr. ; 1891, Struyk. inherb. pr.; Wassenaar 1893, V. Suringar in herb. pr.; Rotter- dam op zand, H. v. d. Linden in herb. Heukels; Wassenaarsche duinen 1875, L. in herb. pr.; — haventerrein Vlissingen 1888, L. in herb. pr.; Koe- wacht 1863, A. W. in herb. L. (als H. rigidum); — — Bergen op Zoom 1884, Posth. in herb. pi\; Ber- licum 1889, de Haas inherb. pr. ; Voorburgbij Vucht 1886, Costerus in herb. pi\; Eindhoven, A. P. v. d. Briel in herb. Heukels; — tusschen Valkenberg en Berg Terblyt 1901, Rieter in herb. pr. ; St. Ger- 996 HIERACIUM. lach bij Valkenberg 1893, V. Suringar in herb. pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. IV. p. 83); — tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - Dalen, Sleen, Valthe 1859, Lac en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Hengelo, Carlshave, Borne, Langelo, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen, — spoorweg Eibergen, Bronsbergen, Corenbergerveen, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Winterswijk, Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225); Terborg, Un. 188 5 (Arch. 2. IV. p. 404); Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 191); Ntjkerk, R. B. (Arch. 1. V. p. 300); - Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Callantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 349); Brielle, Un. 1887 (Arch. 2. V. p. 400); - West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 125); Oost-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 119); - Woensdrecht, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3.1. p. 352); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Blerik, Welsche hut(ookin herb. L.) Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Heienraad, Lac. (Arch. 2. V. p. 18). Voorts vermeld door Pelletier, Knijf, Vors- tius, Munting en Bruman. [Aanm. : Behalve tallooze afwijkingen en verschillende vormen zjjn in de afzonderln'ke afdeelingen alle deukhnre hy- briden geconstateerd. Misschien dat ook verseheidene van deze in ons land voorkomen; ik heb mjj vooralsnogonthouden in bizonderheden af te dalen btj de hewerking vanditgeslacht en heb gemeend dat het ook van geen nut zou zyn hier de beschrtivingen te geven dier vormen en bastaarden, daar het geslacht Hieracium, behoudens enkele hoofdsoorten, niet rjjk b\j ons vertegenwoordigd is en in het algemeen de lief- hebbery voor H ieraci u m-vormen toj onze botanici niet groot schijnt. Btf de hewerking eener nieuwo Flora van ons land zal echter dit geslacht eene nauwkeurige studie vereischen.] LOBELIA. 997 Ordo Lobeliaceae Juss. Lobelia L. 852. L. Dortmanna L. Op clen bodem van plassen en slooten in heidestreken, alleen met de bloemen boven het water komend. %.. Juli—Sept. In Herb. : Nijenhuis, Miq.; ten Noorden van den Hellendoornschen berg 1897, G.; Almelo, Un. 1870; 0.; - Mijndergat op het kruishaarderveld bij Nijkerk (sedert eenige jaren is de plas uitgedroogd en de Lobelia verdwenen), Th. Stolz; Grijzeveen bij Koot- wyk 1875, K. A.; Stroe by Kootwijk 1885, Groll tusschen Voorthuizen en Millingen 1838, D. S. Uddelermeer 1855, Lac; Apeldoorn 1877, K. A. Beekbergen 1840, Buse; — tusschen Oud Leusden en het huis ter Heide bij Amersfoort 1857, D. S. ; tusschen Oud en Nieuw Leusden, v. d. T. ; op den Treek bij Amersfoort, v. d. B r i n k ; in 't zoogenaamde wasch- water onder Leusden, D. S. ; Vogelenwater te Oud Leusden bij Amersfoort 1846, v. Hov.; W. K.; J. C. Broers; Maarsbergen, Exc. 1889; — 's Graveland, herb. 0.; Bentveldsche heide(?); — Bergen op Zoom 1889, Groll; Hoogerheide, Un. 1896; Bavelsche heide, Un. 1852; Oosterhoutsche heide grenzende aan den Bosschen straatwegbuiten Breda 1811, Lac; op de hei aan den weg van Breda naar 's Hertogen- bosch tegenover Dorst 1842, v. d. T.; Galdersche heide, Un. 1852; 1874, v. A. ; Heusdenhout by Breda, Lac; Oisterwijk, v. Vloten; Rietven aldaar, J. C. Broers; Oirschot, G. Broers; heide tusschen Best en Boxel, v. Hov.; Eindhoven, Wtt.; Dz.; Helmond 1834, Wtt.; Valkenswaard, v. H.; Schaapsloot en Peters- ven bij Valkenswaard 1900, Rovers; Waalre 1873, Lac; Peel 1895, en zwarte water Peel 1895, G. en V.; — groote Peel by Beegden en baanbrug Stramp- roy 1900, G. en Jongm. ; Well, Un. 1893, Groll; 998 LOBELIA. JASIONE. Maastricht, de Marres; Breijvensroth 1899, G. en des Tombe. (Borne, Mej. H. v. d. Pauwert inherb. Heukels; — tusschen Garderen en Voorthuizen 1890, Cos- terus in herb. pr.; — Bergen op Zoom 1874, S. Lako in herb. L.; Ossendrecht 1896, Hunger in herb. Posth.; Wolfsven bij Well 1899, Rieter in herb. pr. ; Un. 1893, L. in herb. pr., en V. Su- ringar in herb. pr.) (Bovendien : Voor Stramproy reeds opgegeven door v. d. Sande Lacoste (Arch. 2. V. p. 18); Drente, Zwolle, Gort. ; tusschen Putten en Voorthuizen, Doorn, Fl. B.S.; Aerle, Dz. Prodr. Ed. I. p. 142.) Voorts vermeld door Clusius (1611); Dodoens, Cruijdt Boeck 1618 en Bruman. 853. L. inflata L. Noord-Amerikaansche plant. Op drogen bodera, van Labrodor tot het Noord-Westelijk gebied. 0. Juni — Aug. In Herb.: Apeldoorn 1901, K. A. 854. L. Erinus L. Zuid-Afrikaansche plant, in tuinen in vele verscheidenheden gekweekt, somtijds op vuilnishoopen opslaand. 0. Juli—Sept. In Herb.: Bunnik 1842, Bierens de Haan (P. N. S.). Campanulaeeae Duby. Jasione L. 855. J. montana L. Op droge heide- en zandgronden en in de duinen. O- Juni—Juli. In Herb.: De Westen Texel 1869, Holk.; Vlieland 1858, Lac; Terschelling, Un. 1886, ook *, Buren Ameland 1867, Holk.; ■• Oranjewoud 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Oenkerk 1849, S.; Rys 1867, J. *) 11. albis. JASIONE. 999 M. de Boer; - Harendermolen 1827, v. H.; Strat.; Haren, v. H.; — Emmen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; — Kampen, R. B.; Oosterholt bij Kampen, 1848, R.B.; 1848, T.; Spinnewiel bij Deventer 1840, Halb.; Deventer 1845, T.; Wythmen bij Zwolle 1900, L.; Dalfsen " 1865, H. d. V.; Diepenveen 1878, K.; Heeten en Schoonheeten bij Raalte 1901, en Har- denberg 1894, L.; Gramsbergen 1859, Lac. en S.; - Harderwyk, R. B.; Apeldoorn 1821 en 1873, K. A.; Zutphen 1882, C. v. d. Broek; tusschen Zut- phen en Vorden 1850, Gronem.; Vorden * 1873, Groll; Winterswijk 1872, R. E. de Haan; Arnhem, Romb.; Nymegen, B.; Th. Abel.; Beek 1873, Groll; — Amersfoort, R. B. ; Amersfoortsche berg 1890, Garj.; Driebergen 1857, K nuttel; tusschen Zeist en Driebergen 1828, v. H.; tusschen Zeist en Rijzen- burg 1859, A. W. Hartm. en R.B.; Rijzenburger- bosch,v.d.T.; Zeist,W.K.; 1859, Coll. Nat.; Doorn, v.d. T. (fasciat.); " v.d.T.; 1869, 0.; Fockema; Utrecht, herb. v. H.; heide bij de Bilt 1834, de Br. (als perennis); — Hilversum 1845, P. A. Richard; »1872,0.; Exc. 1884; Naarden 1864, 0. ; Muiderberg, G. Backer; 1839, Romb.; 1870, Hoek; Wieringen 1857, Hart; Overveen 1836, Buse; * 1838, Mb.; 1874, GrolL; Bloemendaal 1871, Boerl.; Haarlem 1835, Romb.; 1843, 0.; Meerenberg, H. d. V.; - Noordwijkerhout 1897, v. Vloten; Katwyk 1836, Lac; Dz. ; Pierot; S.; Wassenaar 1882, V.; achter Backershage heideveld, en Waalsdorp 1832, S. S.; duinen 's Gravenhage, G. B. ; V. Z.; R. B.; Schevenin- gen 1845, de Br.; Loosduinen 1886, Destree; spoor- baan Zwyndrecht 1884, Posth. ; — duinen Walcheren, v. d. B.; 1863, A. W.; B. W.; Vlissingen 1880, Buys- man; Oranjezon, v. d. B. ; Eede 1861, A. W.; — Bergen opZoom 1860, Lac; Un. 1860; Breda, v. A. ; *) fl. roseis. 1000 JASIONE. Sprang, Thomson; Vuchtsche heide, en — Maas tricht, v. Hov. (Twijzel 1866, Holk. in herb. v. Tuinen; - Ha rendermolen, De Punt, Haren, Onnen, Zuid Laren — Eelde, Paterwolde, Peize, R. de Boer en H Kooi in herb. Heukels; - Agnietenberg 1872 Posth. in herb. pr.; - Twello 1897, K. A. in herb pr.; Terborg 1885, Struyk. in herb. pr.; Gendrin gen, Mej. M. S. Rust, Ryswjjk, B. J. v. Wagens veld in herb. Heukels; — Holle Bildt Houdring sche bosch 1846, Alpherts in herb. pr. ; Amsterdam spoor door de boomkweekery van Groenewegen 1885 J. J. Smith in herb. Costerus; Bussum 1898 Koning in herb. pr.; tusschen Diemen en Muiden A. C. J. v. Goor in herb. pr. ; Zandpoort 1868, v Tuinen in herb. pr.; - Katwijk 1895, Struyk in herb. pr.; Rotterdam, H. v. d. Linden in herb Heukels; Wassenaarsche duinen, v. d. Voo in herb. pr.; - Vrouwenpolder 1873, L. ; Koudekerke "1874, L.; — Chaam, Mevr. Snellen in herb. Heu- kels; Oosterhout 1894, Gilze-Rye 1879, en Liesbosch 1878, Posth. in herb. pr.) Bovendien: Schiermonnikoog, v. E. (Arch. 2. I. p. 392); Rottum, Schipper (Arch. 3. I. p. 223); - tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); — al de bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Steenwyker- wolde, Kallenkote, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 349); station Heino en van daar naar Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Bekkum, Haaksbergen, Nieuwkerkerveen, Langelo, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 223); Markelo-spoorweg Eibergen, Bronsbergen, Ruurlo, Un. 1897 (Arch. 3. I. p. 618); Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p. 272); Alkmaar, Heilo, Cal- JASIONE. PHYTEUMA. 1001 lantsoog, Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); Blaricum, Vogelenzang 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 74); — Schouwen en Duiveland, Oost- en West- Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 125); Zuiddorpe, Koewacht, Overslag, A. W. (Arch. 1. IV. p. 290); - langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 352); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Mook, Abel.; Bergen, Dane- ken, St. Jans Geleen, Lac; Simpelveld, Kerkrade 1885, Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 18); Venlo, Ble- rik, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Meerssen, Gulpen, Un. 1861; Beek-Elsloo, Un. 18 83 (Arch. 2. IV. p. 320). Voorts vermeld bn' Vorstius en Bruman. [J. perennis L. in de eerste editie van dit werk onder No. 629 opgenomen, bleek m\j een echte J. montana te zyn, met enkele neerliggende takken, doch zonder uitloopers. Het is ook in Duitschland een zeldzame plant, die slechts hier en daar voorkomt, op rotsen en op zandgrond in boschstreken.] Phyteuma L. 856. Ph. spicatum L. In bosschen en op schaduwrijke plaatsen. 2J.. Mei—Jwii, Wellicht op de meeste plaatsen met graszaden ingevoerd. In Herb. : Meppel, v. Heijn.; — Delden, Un. 1870; boschje over de spoorbaan Glanerbrug 1898, G. en V.; — Beekbergerwoud 1834, Wtt.; Arnhem, Beuc- ker Andreae; Nijmegen, Abel. en Pas; Beek 1833, Hoffm.; - Ulvenhoutsche bosch 1842, v. d. T.; 1874, v. A.; 1875, Groll; Exc 1896; 1898, V.; - Maastricht, Ploem. (Singraven, J. B. Bernink en — Ulvenhoutsche bosch leg. div. in herb. Heukels.) Bovendien: bosschen te Trap by Gulpen, Lac (Arcli. 2. I. p. 287); Gulpen, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 320). Voorts vermeld door Pelletier en Munting. 1002 PHYTEUMA. OAMPANULA. p. Rapunculus Pers. (Ph. nignim Schmidt et Prodr. Ed. I. p. 143.) In Herb. : Klooster de Glane bjj Glanerbeek 1844, Staring; - Beulekamp bij Nijkerk 1866, 1869 en 1870, Stolz; voormalig Beekbergerwoud 1872, K.A.; Beekbergerwoud 1834, Wtt.; Vorden 1875, Groll; Ruurlo op het Stapel 1885, Ensink; Nrjmegen, B.; Abel. en Pas; 1882, K.; bergen te Beek 1833, Hoffm.; G. Deyn.; Dz.; 1850, Th. Abel.; S.; Beek en Groesbeek, Th. Abel.; tusschen Beek en Wielderen 1846, G. Derjn.; Berg en Dal 1872, v. H. ; Philosophendal aldaar 1897, G. en V.; Heumensche bosch 1898, G.; - Liesbosch, v. A.; 1897, V.; Ulvenhoutsche bosch, Un. 18 52 (in vrucht!); - Plasmolen, N. en Th. Abel.; 1901, Rovers; Watersleyhof brj Sittard 1901, G. en V.; Bunde 1870, Groll; Gronsveld 1894, Lindo; 1894, V. en v. Vloten; Savelsch bosch aldaar 1900, V.; Kheer 1894, Hoe venaars. (Aan de Zeegzerloop bij Zeegzet en Oosten van Zuid Laren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; Beekbergerwoud 1876, K. A. in herb. L.; Apeldoorn 1879, L. in herb. pr.; overal om en brj de herberg de Kar, aan den straatweg Apeldoorn- Voorst 1884, K. A. in herb. pr.; - Vaals 1865, H. d. V. in herb. v. Tuinon.) Bovendien: Sittard, Un. 1861; Trap bij Gulpen, Lac. (Arch. 2. IV. p. 320). Campanula Tourn. 857. C. rotundifolia L. (C. rotundifolia et pusilla (?) Fl. B. S. p. 188; C linifolia Dum. (non Haenke) ibid. p. 718.) Op grazige plaatsen aan wegen, boschkanten. %.. Juni-Sept. In Herb. : Texel 1857, Harting; tusschen den Burg en Koog aldaar 1868, Holk.; - Franeker, CAMPANULA. 1003 Spree; — Haren, Strat. ; 1865, H. d. V.; Harender- molen 1827, v. H.; — Drente 1859, en Zwinderen 1859, Lac. en S. ; Meppel, v. Heijn.; — Meppeler- weg bij Zwolle 1892, L.; weg naar Hardenberg, Trjj- selberg, Nieuwwerk en Agnietenberg bij Zwolle 1853, Kros; Kampen 1850, R. B.; Oosterhout bij Kampen 1848, T.; Deventer 1834, Wtt.; Halb.; 1877, K.; tusschen Olst en Deventer 1840, M. J. Cop; Olst 1842, J. W. R. Tilanus (P.N.S.); Twellosche dyk bij Deventer 1846, T.; Schuilenburg by de rivier de Regge, v. Delden; Oldenzaal, de Lutte, Un. 1895; Gramsbergen 1859, Lac. en S. ; — Twello, v. Del- den; Harderwijk, R. B.; Nijkerk, Garj.; Apeldoorn 1853, K. A.; 1858, 0.; Zutphen, Wtt.; 1839, Romb.; 1881 en 1882, C. v. d. Broek; Vorden 1875 en 1891, Groll; Ruurlo 1884, Ensink; Winterswijk, Un. 1859; Rheederoord 1838, B u s e ; Rheede 1837, Buse; Velp, herb. v. H.; Arnhem 1860, v. H; Thomson; Oosterbeek bij Arnhem 1863, H. d. V.; Doorwerth, (wie?); Nijmegen, B.; Abel. en Pas; N. en Th. Abel.; Beek 1853 en 1874,0.; Persingen 1864, v. H.; uiterwaarden Wamel, G. Post; vlakte tusschen Heerenwaarde en de Schans bij Rossum 1847, v. d. T. (als d. lancifolia); Renkum, Buse; 1850, S.; Ede en Bennekom 1886, v. H.; op het eiland Randen en de Lek bij Culemborg 1850, P. A. B.; Spoel bij Culem- borg 1844 en 1845, Wenck; — Amersfoort, R. B.; Amersfoortsche berg 1890, Garj.; huis ter Heide 1861, en Soestdyk 1833, v. H.; Driebergen * 1837, Mb.; 1869, Holk.; Zeisterbosch, Mb.; heide by Zeist, Wenck; Doorn, v.d. T.; Darthuizerberg 1863. H. d. V.; Utrecht, v. H.; Naarden, v. H.; 1864, 0.; heide Hilversum 1845, P. A. Richard; Mijdrechtsche Zuwe 1877, en Uithoorn 1870, Boerl.; Zandvoort 1865, en Bergerduin 1870, H. d. V. (vruchten); - ringdijk fl. albis. 1004 CAMPANULA. Haarlemmermeer by Lisse 1894, V.; Leiden 1830 en 1833, Wtt.; Forsten; 1835, Mb.; Dz.; 1840, B. W. ; 1873, Boerl.; Zijlpoort Leiden 1842 en 1843, 0.; 1854, Kramer; Leiderdorp, en Endegeest, v. d. B. ; Vinkweg, Mb.; Zoeterwoude 1865, H. d. V. ; Waals- dorp 1833, S. S.; Haagsche bosch, v. S. V. ; 's Graven- hage, G. Barger; Scheveningen 1886, en Voorburg 1886, Destree; dijk Maassluis 1893, V.; Louterbloe- men Dordrecht 1882, straatweg naar Willemsdorp 1882, langs de Noord te Zwrjndrecht 1889 en spoor- baan Zwrjndrecht 1888, V.; tusschen Vianen en Oud Shjkerveer, v. d. T.; Lek by Vianen 1831, v.H.; 1835, D. S.; - Schuddebeurs 1844, v. d. B.; Bruinisse 1887, L.; Zuid-Beveland 1843, v. d. B. (unoloco); — Bergen op Zoom 1834, en langs de Schelde brj Woensdrecht, Wtt.; tnsschen Bergen op Zoom en Halsteren 1877, L.; wallen Breda, v. A.; Breda, v. H.; Ulvenhout 1883 en Terheijden 1882, V.; Thomaswaard Werken- dam 1835, Lac; 1886, V.; veer Poederoyen 1888, V.; Oisterwyk, v. Vloten; St. Michielsgestel, en tusschen Engelen en 'tfort Crevecoeur 1847, v. Hov.; Valkenswaard, en Waalderen brj Eindhoven 1827, v. H.; — bergen bij Mook, Un. 185 3; Maastricht 1870, Groll; St. Pietersberg 1864, H. d. V.; Meerssen, Un. 1861 (als C. patula). [Aanm. : Het is opmerkelyk, ofsehoon verklaarbaar, dat zich onder het zoo rjjke materiaal dezer soort, hoogst zelden vruohtexeiniilaren worden aangetroften ; natuurlyk is het als b(j meer andere planten de bloem die ons aanlokt.] (Gaasterland 1864, Holk. in herb. v. Tuinen; Oudetrrjne, K. de Boer; Blesdrjke, W. R. Bouma en T. de Boer; — Groningen, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; Adrjk tusschen Blyham en Wedde 1900, Schipper in herb. pr. ; — Schipborg 1867, Holk. in herb. v. Tuinen; - Steenwyker- wolde, W. R. Bouma en T. de Boer in herb. Heu- kels; Schoonheeten (met verdubbelde bloemen) 1901, CAMPANULA. 1005 D L. in herb. pr.; - Hattem 1869, v. Tuinen in herb. pr.; Beekbergen * 1853, Nagelpoel in herb. K.A.; Vorden * 1884, Ensink in herb. L.; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; plantage Cu- lemburg 1842, Alpherts inherb. pr.; Redichemsche polder Lekdijk Culemborg, de Haas in herb. pr. ; Wageningen 1883, Heinsius in herb. pr. ; Benne- kom 1892, Veenendaal 1893, - en Naarden 1892, V. Suringar in herb. pr.; Hilversum , A. C. J. v. Goor in herb. pr.; heide by Bussum 1898, Koning in herb. pi\; Haarlemmermeer 1894, Struyk. in herb. pr.; — tusschen Maassluis en 's Gravezande, v. d. Voo inherb. pr.; Rotterdam, W. H. Wachter en P. Jansen; H. v. d. Linden in herb. Heukels; weg naar Oud Alblas 1898, Posth. in herb. pr.; - Chaam, Mevr. Snellen in herb. Heukels; tusschen Andel en Veen 1887, J. J. Smith inherb. Costerus; Vucht 1888, Str uyk. in herb. pr.; — Roer te Roermond, Un. 1900 Schipper in herb. pr.; Schaesberg, J. v. Melick in herb. Heukels.) Bovendien: Mildam, Un. 1881 (Arch. 2. III. p 423); - al de bezochte plaatsen in Drente 1859, Lac en S. (Arch. 1. V. p. 251); Steenwykerwolde, Kallen kote, Eeze, Un. 1892 . Mei-Juli. In Herb. : Oosterbroek, Strat,; Haren, Spree; - - tusschen de Wyk en Meppel, v. Heyn.; Weer- dinge 1859, Lac. en S.; - Agnietenberg by Zwolle VACCINIUM. 1015 1896, L.; Okse 1876, K.; Markelo 1898, G. en V.; tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop; — Tryselenberg bij Hattem 1850, T.; 1850, R. B.; 1870, v. Tuinen; Harderwyk, R. R.; Barneveld 1847, S. S. ; Soerensche heide, Un. 184 9; Apeldoorn 1851 en 1876, K. A.; 't Loo 1846, S. S.; Ravenbosch Ruurlo 1883, Ensink; bosschen van Elekom bij Doesburg, S.; Wildenborch 1834, Star.; Groenlo, Un. 1897; Clarenbeek, Thomson; Tafelberg by Arnhem 1837, Buse; Arnhem, Romb. ; Nijmegen, N. en Th. Abel.; 1840, Lac; Uilenput 1867, en Berg en dal 1868, v. H.; Renkum 1849, Buse; - Amersfoort 1860, R. B.; Amersfoortsche berg 1890, Garj.; Coelhorst bij Amersfoort 1836, D. S.; Oud Leusden, v. H; Grebbeberg, Buse; 1851, 0.; Grebbe, v. H; Ame- rongsche berg 1851, 0.; Rijzenburgerbosch by Zeist 1847, 0.; v. d. T.; tusschen Driebergen enZeist, C. A. Bergsma; Driebergerbosch 1865, Knilttel; — bos- schen te Bergen 1896, V.; - Breda 1882, C. v. d. Broek; Mastbosch 1876, 0.; v. A.; 1880, Boerl.; Ulvenhoutsche bosch 1883, V. ; Hondsberg bij Oister- wyk, v. Hov. ; Helmond, Dz.; — Meerssen 1864, H. d. V.; Bunde 1870, Groll; tusschen Geulhem en Berg 1897, en Gronsveld 1897, V. (Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; Heerenveen, J. Kuiper; - Eelderwolde, Paterwolde, Peize, Oosterbroek, dePunt, Zuid-Laren, R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; Ommerweg bij Haren 1864, en - Paterwolde 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; — Almelo 1891, Costerus in herb. pr.; Weerselo 1901, L. in herb. pr.; — Erve West- broek by Elburg 1847, Alpherts in herb. pr.; Bar- neveld, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Velp 1891, Ogt. in herb. pr.; - Darthuizerberg 1887, Struyk. in herb. pr.j Baarn 1885, Heinsius in herb. pr.; Overbosch aldaar 1901,Costerus inherb. pr.; Baarn 1016 VACCINIUM. en Lage Vuursche, W. H. ten Seldam in herb. Heukels; Spaanderwoud by Hilversum 1898, Ko- ning in herb. pr.; — Liesbosch 1878, Posth. in herb. pr.; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; — Venlo, onderste molen 1895, Rieter inherb. pr.; — Schaesberg by Valkenberg, J. v. Melick inherb. Heukels.) Bovendien: tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - Hoogeveen, Zwinde- ren, Emmen, Valthe, Assen 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 349); Almelo, Albergen, Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Brinkhuis, Oldenzaal de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 224); - Win terswyk, Eibergen, Borculo, Un. 1859 (Arch. 1. V p. 225); spoorbaan Eibergen, Un. 1897 (Arch. 3. I p. 619); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404) Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546) — Plasmolen, Abel. ; Simpelveld, Kerkrade 1885 Lac, K. en G. (Arch. 2. V. p. 19); - Epen, Val kenberg, Un. 1861; Sittard, tusschen Wylre enSle naken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p. 320). Voorts vermeld door Pelletier, Munting en B r u m a n. 868. V. uliginosum L. In moerassige veenstreken, in veenbosschen. b. Mei — Ju/n. In Herb. : Bij het Aamsveen over de Glanerbeek 1898, G. en V.; - Lochem 1869, Mevr. Teding van Berkhout; Scholtens Ossenpas tusschen Groenlo en Borculo 1879, K. A. en L.; 1879, Groll; Borculo 1870, Mevr. Teding van Berkhout-de Ohal- mot; Corenbergerveen, Un. 1859, Un. 1897; Zwarteveen bij Winterswyk, Un. 1859; Varsseveld- sche venen, Un. 1859; - Helmond, Wtt. VACCINIUM. 1017 (Eibergen 1879, K. A. en L. in herb. L.; - den Helder, L. de Brujjn in herb. Heukels.) Bovendien: Tusschen Varsseveld en Lichtevoorde, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225). 869. V. Vitis idaea L. In heide bosschen en op veen- gronden. t?. Juni—Sept. In Herb. : Wolvega, C. A. Bergsma; Un. 1881; — Haarlumeede by Ter Apel, Un. 1899; Harender- molen, Strat.: - Assen 1832, Forsten; 1859, Lac. en S.; 1865, H. d. V.; Un. 1889; bosch aldaar 1859, Coll. Nat.; veen bij Nieuw Dordrecht, Hooge- veen en Weerdinge 1859, Lac. enS. ; - Staphorster- bosch, v. Heijn.; Avereest 1901, L.; tusschen Borne en Almelo 1891, L.; Oldenzaal, Un. 1896; Almelo 1897, G.; tusschen voorste broek en Ensinkgoorbrug by Markelo 1898, G. en V. (kroskes = kroosjes?) Twikkel 1864, H. d. V.; Delden, Boerl; tusschen Goor en Hengeveld 1847, M. J. Cop; — Govelsche bosch bij Harderwijk 1832, S. S. ; Speulden en Leu- verensche bosch, R. B. ; Elspeeterbosch 1846 en Elburg, T.; Gortelsche en Tongersche bosch op de Veluwe 1847, Alpherts; Hoenderlo, Un. 1890; Uddeler- meer 1833, en Soerensche bosch 1833, Wtt.; 1876, Groll.; Apeldoorn 1850, K.A.; 1870, 0.; 1877, K.; 1882, C. v. d. Broek; 't Loo 1846, S.S.; 1851, T.; 1858,0.; Hoek; Ruurlo 1885, Ensink; Eibergen en Corenbergerveen, Un. 1897; Arnhem, V. Z.; G. B.; S. ; Duivelsberg by Berg en Dal 1859, en Malden, Th. Abel.; Veenendaal 1882, K.; - Amers- foort, en den Ham by Amersfoort 1839, v. d. T.; Hoogland 1838, D. S.; Lockhorst en Treekerbosch, Garj.; huis ter Heide 1852, Buse; Maarsbergen, Un. 184 7 (als uliginosum p. p.); Leersum, B. W.; Baarn 1826, v. H.; — Drakenburg aan de Hilversum- sche heide 1835, de Vriese; — Leimuiden 1835, S. S.; 1839 en 1843, Mb.; duinen Noordwyk, Forsten; 1018 VACUINIUM. — Breda 1881, V.; - Kruisberg by Genooi 1899, R i e t e r. (Tusschen Beetsterzwaag en "Wijnjeterp 1866, bosch Olterterp 1867. v. Tuinen in herb. pr. ; Nieuwe Hoorn 1866, en bosch van Kolham 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Heerenveen 1892, V. Suringar in herb. pr.; Oldeholtpade, W. R. Bouma en T. de Boer; Heerenveen, J. Kuiper in herb. Heukels; — veen bij Pekela 1889, Schipper in herb. pr. ; - Paterwolde 1863, Holk. in herb. v. Tuinen; aldaar en Assen, R. de Boer en H. Kooi; Assen W. C. v. Embden in herb. Heukels; 1884, Heinsius in herb. pr.; - Almelo 1891, Costerus in herb. pr.; Borne, Mej. H. v. d. Pauwert in herb. Heu- kels; Meerselo 1901, L. in herb. pr.; - Sprielder- bosch bij Garderen 1889, Mevr. M. W. Smith- Nagel in herb. Costerus; Nunspeet, W. C. v. Embden in herb. Heukels; Hoog Soeren 1897, V. Suringar in herb. pr.; bosch te Ruurlo 1901, Struyk. in herb. pr.; Doetinchem 1895, Posth. in herb. pr.; - Utrecht, W. C. v. Embden in herb. Heukels.) Bovendien: Tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Steenwijkerwolde, Eeze, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 349); Delden, Twikkeler- bosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Oele, Brinkhuis, Twikkel, Hasselo, Haaksbergen, Langelo, de Lutte, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p.224); -■ Eibergen, Zwilbroek, Ruurlo, Un. 180 7 (Arch. 3. I. p. 619); — in het overbosch van het Baarnsche bosch nabij Eikendal 1886, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 528); - Mast- bosch bjj Breda, 0. (Arch. 2. II. p. 145). Voorts vermeld door Munting en Bruman. 870. V. Oxycoccus L. (Oxycoccos palustris Persoon en Fl. B. S. p. 316). Moerassige venen, raeestal op de Sphagnumbulten. b. Mei — Juni. VACCINIUM. 1019 In Herb.: Haren 1826, v. H.; 1869, Holk.; Onland by Groningen 1869, Holk. ; tusschen Zuid Laren en Tinaarlo, Spree; Noord Laren 1865, H. d. V.; Boks- hol, Groshans; Eelde 1865, H. d. V.; Eelderwolde 1883, Ensink; - Paterwolde 1843, v. H. ; Meppel, v. Heyn. ; Weerdinge en Zwinderen 1859, Lac. en S. ; Gieten 1865, H. d. V.; Hoogeveen 1859, Lac. en S.; 1865, H. d. V.; - Steenwyk, Un. 1892; Eezebij Steenwijkerwolde 1893, L.; tusschen Giethoorn en Zuidveen, Un. 1892; — Harderwijk, Bergsma; Wissel onder Epe 1875, K. A.; Kootwijkerveen 1897, V.; Gagelveld te Voorst 1833, Wtt; Doetinchera, Un. 1885; Varsseveldsche veen 1859, Lac. en S.; Arnhem 1833, Wtt.; Valkenhuizen brj Arnhem, Thomson; Wolfheze 1852, Buse; Wijchen, B.; G. Deyn.; Wychensche venen ]897, G. enV.; veenpoel by de ruine van de kapel St. Willebrord onder Over- Asselt, Th. AbeL; 1897, G. enV.; - Nieuw Leusden 1834, Kraamw.; venen te Bavoort 1895, Garj.; tus- schen Oud en Nieuw Leusden, en tusschen Oud Leus- den en Amersfoort, v. d. T.; Soesterveen 1848, Lac; Maarsbergen, Exc. 1883; het veld bij Darthuizerberg 1896, V.; Leersumerbroek 1833, Wtt.; Hoffm.; Exc. 1883; Zeisterheide, W. enK.; Pannegat achter de Bilt 1840, Lac; tusschen Houten en Loenen 1833, Wtt.; — aan het Haarlemmermeer, S. S. ; — Lei- muiden 1834-36, S.S.; Mb.; Dz.; 1840, B.W.; 1863, 0.; 1865, S.; Exc 1882 en later; Nootdorp, v. H.; - Hoogerheide, Un. 1896; Beugen, Un. 1853; - Koningsveen 1897, G. en V.; Bulteveen by Venlo 1899, Rieter; tusschen Meyel en Neerweert 1895, G. en V.; Beegderveen 1900, G. en Jongm. ; Otter- sum bij Gennep 1876, Lac; moeras Roode beek bij Schinveld 1896, G.; 1901, G. en V. (Witteveen Haren 1869, Holk.; C. deGavere; heide bij Harendermolen 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Eelderwolde, Zeegze, R. de Boer en H. 1020 VACCINIUM. ANOROMEDA. Kooi in herb. Heukels; — Steenwijk 1892, Hein- sius en G. in herb. Heinsius; Avereest 1901, — Asselt bij Apeldoorn 1878, Wisselsche veen 1878, L. — Valkenhorsterveen, Un. 1893, L. in herb. pr.; Hamert, Un. 1893, Costerusin herb. pr.; venen by Weert 1900, K. A. in herb. pr.) Bovendien: Odoorn, Valthe 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Winterswyk, Un. 18 59 {Arch. 1. V. p. 225); Hatert, Heumen, Malden, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 295;; — tusschen Velden en Arcen, Oostrum, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573). Voorts vermeld door Dodoens (Lnagines 1553), Pelletier, Vorstius en Bruman. 871. V. macrocarpum Ait. Noord-Amerikaansche plant, bij ons waarschijnlijk door schipbreuk op Ter- schelling gekomen en daar thans in het groot gekweekt ; ook elders wegens de bessen aangeplant en verwilderd. "t>. Juni — Juli. In Herb.: Vlieland 1869, Holk.; bu"t posthuis Vlie- land 1895, Heukels; - Terschelling 1881, Groll; 1886, K; M. J. Wouters; 1887 en 1897, V.; Stu- dentenpiak aldaar 1869, Holk.; Un. 1886; Groene- plak aldaar 1868 en 1869, Holk.; 1875, Hinxt; - duinvallei den Helder 1899, L. de Bruyn; Wee- v e r s. Ericaceae Lindl. Andromeda L. 872. A. polifolia L. In moerassige venen, op vochtige heiden. t>- Mei—Juli. In Herb. : Harendermolen, en Haren 1826, v. H.; Eelde 1865, Holk.; 1865, H. d. V.; Witteveen by Haren, Strat.; 1864, Holk.; Noord-Laren 1865, H. d. V.; Bellingwolde, R. Stuffken; - Paterwolde ANDROMEDA. 1021 1826, v.H.; Spree; Hoogeveen 1865, H. d. V.; Zwarte meer bij Nieuw Dordrecht, - Zwinderen en Roze- winkel 1859, Lac. enS.; Meppel, v. Heyn.; — Steen- wyk, Un. 1892; Avereest 1901, L.; Kolderveen, v. Heijn.; Hellendoorn 1897, G. ; Aamsveen 1898, G. en V.; — Kootwijkerveen 1876, K. A.; Beekbergen 1847, Buse; Doetinchem, Un. 1885; 1878, K.; Co- renbergerveen, Un. 1859; Un. 1897; Wychensche venen, B.; Thomson; veenpoelen bij de kapel van St. Willebrordus te Over-Asselt, T h. A b e 1. ; — Bavoort 1893, Garj.; tusschen Oud en Nieuw Leusden 1843, Wenck; Pijnenburg tusschen den Dolder en Soest- dijk, v.d. T.; Soestdyk, v. d. T.; Darthuizerberg 1896, V.; Leersum, Hoffm.; Leersumerbroek, Wtt.; Exc. 1887; Doorn, Wtt.; Kerb.; 1843, Mb.; Zeisterheide, W. K.; Utrecht 1835, Wtt.; - Boxtel, v. Hov.; Boxmeer, Un. 1853; Peel bij Deurne 1834, Wtt.; Deurne, Groshans; Peel bij Helmond, Wtt. ; Peel bij Oploo, Un. 1853; Peel 1873, H. d. V.; Jodenpeel 1895, G. en V.; Helenaveen 1871, Lac; — Konings- veen Plasmolen 1897, G. en V.; Gennep 1875, Lac. en S.; tusschen Meyel en Neerweert 1895, G. en V. ; Beegderveen 1900, G. en Jongm.; moeras Roode beek bij Schinveld 1901, G. en V.; Maastricht, v. Hov.; de Marres. (Gromngen, H. Reilingh in herb. v. Tuinen; R. de Boer en H. Kooi in herb. Heukels; veen Pekel-A 1889, Schipper in herb. pr. ; Zuid-Laren 1884, Heinsius in herb. pr.; — Diepenveen 1877, K. in herb. K. A.; Haaksbergen Un. 189 5, Ogt. in herb. pr.; — Wisselsche veen bij Epe 1877, K. A. in herb. pr.; 1878, L. in herb. pr.; — Soesterveen, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; Maarsbergen 1895, Struyk. in herb. pi\; — Hamert, Un. 189 3, Cos- terus in herb. pr.; poel tegenover de Groote Peel aan den wegHoelen — Ittervoort, Un. 1900, Schip- per in herb. pr.; Bulteveen Venlo 1899, Rieter in 1022 ANDROMEDA. CLETHRA. CALLUNA. herb. pi\; Wolfsven, tusschen Velden en Arcen, Un. 1893 V. Suringar in herb. pr.; venen bij Weert en Thorn, Un. 1900 K. A. in herb. pr.) Bovendien: Weerdinge 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); — Nieuwkerkerveen, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 224); - Hatert, Th. Abel. (Arch. 2. V.p. 295);- Ottersum, Lac. (Arch. 2. V. p. 19); Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573). Clethra L. 873. C. alnifolia L. Noord-Amerikaansche sierstruik, een enkele maal verwilderd. ~b Aug. — Sept. In Herb. : Tvvikkelerbosch bij Delden, I. de Liefde; 1859, v. H.; 1872, Hoek; Hengelo 1833, I. de Liefde '); — den Treek bij Amersfoort 1890, v. E. (Ruurlo 1891, L. en Ensink in herb. L. (in de bosschen van het huis te Ruurlo, Arch. 1. V. p. 384). Calluna Salisb. 874. C. vulgaris Salisb. Het hoofdbestanddeel onzer hei- den en op diluvialen bodem. b. Jali — Sept. In Herb.: Koog op Texel 1860, Lac; de Westen aldaar * 1869, Holk.; Vlieland 1858, Lac; Terschel- ling, Un. 1886; Bokkeplak en elders aldaar 1868, Holk.; - Bergumerheide 1849, S.; Wolvega 1869, J. M. de Boer; - Westerlee *, en Harendermolen 1856, Strat.; Groningen 1847, v. H. (£1. plenis); - Emmen ' 1859, Lac. en S.; Vatthe, Un. 1889; Meppel, v. Heijn.; Gieten 1865, H. d. V.; — Deven- ter, Romb.; 1845, T.; 1846, v. Gron.; Halb.; Die- penveen 1882, K. ; Dalfsen, P. Birnie herb. Romb.; Zuidloo onder Bathmen *, Un. 18 50; — Hattem 1846, en Harderwijk, R. B.; Barneveld, Coll. Nat.; 1.) I. do Liofde, van Amsterdara, morkt op het etiquet aan: „aldaai wildo syring genoemd cn in zulkeen monigtewassendedatde tuinlioden van omliggende plaatsen dozelve weghahn, ter vorsiering der tuinen." * fl. albis. CALLUNA. 1023 'tLoo, Kouwenberg enz., M. D.; Zutphen 1881, C v. d. Broek; Voorst * 1846, S. S.; Vorden 1873 Groll; Middachterheide 1845, P. A. Richard; Beek huizen 1842, J. L. Tilanus (P. N. S.); Arnhem Pierot; 1839, Romb.; Thomson; 1873, Groll Nymegen, Abel. en Pas; Beek 1868, 0.; Meerwijk en Malden * 1841, v. d. T.; Malden *, Hengstdal bij Ubbergen », Th. Abel; Groesbeek ¥ 1867, v. H spoorbaan Culemborg, C. A. Backer; — de Grebbe * v. H. ; Oud Leusden * 1860, Hartsen; Amersfoort R. B.; Garj.; Driebergen, C. A. Bergsma; 1828 v. H.; 1869, Hoek; Doorn 1825, Wtt,; Ryzenburg, v. d. T. ; tusschen Zeist en Ryzenburg 1859, A. W Hartm. en R. B.; Zeist, Nrjhoff; v. H.; Baarn 1872, 0.; - op het duin (?) by Naarden 1844, 0. wallen aldaar 1896, V.; sparrebosch tusschen Hil versum en 's Graveland, v. d. T.; Oud Diemen, Lac. Callantsoog * en Petten *, Un. 1891; Castricum 1875, Groll; Elswout 1866, H. d. V.; Overveen, en Haarlemmerhout, Buse; (zeer zeldzaam) 1881 v. E.; * Mb. ; Bennebroekerduin 1835, Mb.; — Rui genhoek, Exc. 1886; Lisserduin 1844, 0.; Noord wrjkerhout 1835, Dz.; Wassenaarsche weg'sGraven hage 1865, H. d. V.; duinen Wassenaar 1882, V. huis den Deyl *, Pierot; achter Groot Hazebroek aldaar 1832, S. S.; 's Gravenhage, Forsten, ook 1838, Buse; G. B. ; duinen aldaar 1846, Lac; Eiken- duinen 1840, B. W.; Zorgvliet 1847, V. Z.; duinen ten zuiden van den Haag 1862, H. d. V.; Loosduinen, U n. 1887; R. B.; Ockenburg tusschen Loosdirinen en Ter Heide 1896, V.; Monster, Un. 1851; - Zeeuwsch Vlaanderen 1859, A. W.; — Breda, v. A.; Terheyden * 1882, V.; Etten* 1841, Lac; Vuchtsche heide, v. Hov. ; Eindhoven, Dz.; — Houthem, V.; Houthem- merberg 1864, H.d. V.; Wylre, Un. 188 3. (Tusschen Beetsterzwaag en Wynjeterp 1866, v. Tuinen in herb. pr. ; huis ter Heide by Langweer 65 1024 CALLUNA. 1865, Holk. in herb. v. Tuinen; Oldeholtpade, Wolvega, Blesdrjke, W. R. Bouma en T. de Boer; Heerenveen, J. Kuiper; — Groningen, R. de Boer en H. Kooi; - Borne, Mej. H. v. d. Pauwert in herb. Heukels; Staphorst* 1898, L. in herb. pr.;- Westbroek brj Elburg 1843, Alpherts in herb. pr.; Elspeet* 1874, Apeldoorn (fol. varieg.) 1877, K. A.in herb. pr.; *J. Koornneef in herb. Heukels; 1837 K. A. in herb. pr.; Galgenheuvels Garderen *, E. C Smith in herb. Costerus; Bennekom 1892, V. Su ringar in herb. pr.; Putten, Wageningen, Culem borg, C. A. Backer; Gendringen, Mej. M. S. Rust Rijswrjk, B. J. v. Wagensveld in herb. Heukels Rozendaalsche heide bij Velp 1890, Ogt. in herb. pr. Nijmegenl894, Struyk. in herb. pr.; - Rijzenburg Baarn, de Vuursche, W. H. ten Seldam; Drieber gen, Amersfoort, de Bilt, C. A. Backer in herb Heukels; - Bussum algemeen 1898, Koning in herb. pr.; heide tusschen Bussum en Hilversum, A. C. J. v. Goor; Bergen, C. A. Backer; Ilp, F. Hulk; W. H. ten Seldam; - Rotterdam, W. H. Wach- ter en P. Jansen; spoorweg aldaar, F. D. J. Risch in herb. Heukels; - Clinge 1886, L.; - Bergen op Zoom 1874, S. Lako in herb. L.; Un. 1896, * Costerus in herb. pr. ; heide bij Amerika * 1901, Posth. in herb. pr.; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels; - Stramproy, Un. 1900 Ogt.inherb.pr.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. III. p. 476); Schiermonnikoog, Holk. (volgens Holkema zeldzaam, door Suringar in 1860 nietgezien) (Arch. 2. I. p. 392); - tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); - al de bezochte plaat- sen in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); — Steenwykerwolde, Kallenkote, Eeze, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 348); tusschen Heino en * fl. a 1 b i s. CALLUNA. ERIOA. 1025 Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch. 2. V. p. 411); Almelo, Albergen en Vriezeveen, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 195); Delden, Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Brinkhuis, Borne, Has- selo, Haa-ksbergen, Oldenzaal, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 224); Markelo, Diepenheim, tusschen Goor en Entersche veen — spoorweg Eibergen, tusschen Brons- bergen en Warnsveld, Ruurlo, Un. 189 7 (Arch. 3. 1. p. 619); Winterswjjk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225); Terborg, Un. 1885 (Arch. 2. IV. p. 404); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - Blaricum, Baarn 1874, H. d. V. (Arch. 2. II. p. 74); - Bergen 1871, S. en Th. Abel. (Arch. 2. I. p.272); Callantsoog en Petten, Un. 1891 (Arch. 2. VI. p. 237); - Walcheren, Oost- en West-Zeeuwsch- Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 125); Koewacht, A. W.; Hulst, v.d. B. en B. W. (Arch. 1. IV. p. 290, ook opgegeven in herb. Prod. Ed. L); — Woensdrecht, langs de Zoom, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 352); Ou- denbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546); - Plasmolen, Th. Abel. (Arch. 2. V. p. 19); Venlo, Blerik, Venraai, Oostrum, Well, Welsche hut, Un. 1893 (Arch. 2. VI. p. 573); Valkenberg, Meerssen, Gulpen, Epen, U n. 1861; Sittard, tusschen Wylre en Slenaken, Un. 1883 (Arch. 2. IV. p.320); Beek, Valkenberg 1885, K. en G. (Arch. 2. V. p. 19). Voorts vermeld door Knrjf, Vorstius, Mun- ting en Bruman. Erica Tourn. 875. E. Tetralix L. Op vochtige plaatsen in heidestreken en op diluviaal zand. ^. Juli — Aug. In Herb. : Meentegronden Texel 1860, en Vlieland 1858, Lac; Midsland, Un. 1886, ook*; Terschelling * 1897, V; - Bergumerheide 1849, S.; Noordwolde *, * fl. alMs. 65* 1026 EIUCA. C. A. Bergsma; Wolvega 1842, J. W. R. Tilanus (P. N. S.); Veenwoude 1860, J. M. de Boer; - Harendermolen 1856, Strat.; Waterloo * 1828, v.H.; — tusschen Roswinkel en Weerdinge * 1837, en Weerdinge', v. H.; Nieuw Dordrecht en Dalen 1859, Lac. en S.; Meppel, v. Heijn.; - Kampen 1848, T.; Zalkerbosch, R. B.; Vilsteren * 1865, H.d.V.; Deven- ter, Romb.; 1847, T.; 1877, L.; Diepenveen ' 1845, T.; Bathmen, Un. 1850; Middelwyk bij Raalte 1839, Halb.; Witteveen by Almelo 1870, 0.; - Harderwyk*, R.B.; Harderwyk, R. B.; Putten ■ 1885, 0.; Nijkerk en Hoevelaken, R. B.; Epe 1864, S.; Wisselsche venen (var. hirsuta), Un. 1890; Uddelermeer, * en 1833, Wtt.; Soeren 1849, S.; Apeldoorn *1846,S.S.; '1873, K. A.; 't Loo, M. D.; Zutphen 1839, Romb.; 1839, (onleesbaar); 1881, C. v. d. Broek; Vorden *1875, Groll; station Gorssel *, Exc. 1897; Ruurlo 1885, Ensink; Lochem 1886, V.; Middachten 1838, Buse; M. D.; Westendorp by Terborg*, Un. 1867; Wolfheze, Un. 1847; Buse; Rheederoord 1844, P. A. Richard; Beekhuizen, Pierot; Arnhem, V. Z.; Nymegen, B.; N. en Th. Abel.; ten Hoet; Heu- men en Hatert, Th. Abel.; Beek 1853,0.; kastanje- bosch aldaar, N. Abel.; spoorbaan Culemborg, C. A. Backer; Groesbeek 1847, B. W.; — Amerongen, v. H; Doorn 1842, Wtt.; v. d. T.; Renswoude 1839, D. S.; Zeisterheide 1847 en Zeist 1847, 0.; de Bilt *, v. H; 1835, D.S.; Soest 1870, Groll; huisterHeide * 1859, v. H; kerkhof Oud Leusden *, v. d. T.; 1861, Hartsen; Amersfoortsche berg, R. B. ; Utrecht 1839, Lac. ; Waverveen en Bokshol, S. S.; - Raaiweg bjj Hilversum 1899, V.; Hilversum, Exc. 1884; tusschen 'sGraveland en Naarden 1869, Hoek; Naarden 1864, 0.; Diemen 1857, Knuttel; Oud Diemen 1857, Lac; Uithoorn 1833, S. S.; Monnikendam 1870, Boerl.; n. ulbis. ERICA. 1027 Bergen, U n. 1891; tusschen Bergen en Schoorl 1896 V.; Castricum 1835, Mb.; Lindenheuvel bij Bloemen daal 1866, H. d. V.; Overveen 1835, Buse; - 'sGra venhage, Forsten; Buse; 1838, I. de L. e. h Groll; Scheveningsche boschjes, Destr6e; — Koe wacht 1861, A. W.; St. Jansteen 1846, v.d.B.; - Liesbosch 1863, H. d. V.; Breda, v. A.; Ginneken 1882, V. ; Sprang, Thomson; Vuchtsche heide, v. Hov. ; Eindhoven, Dz.; Nuenen, * 1850, en - Limburg v. Hov.; St. Joost * 1896, G. en V. (Tusschen Beetsterzwaag en Wynjeterp 1866, v. Tuinen in herb. pr.; Oranjewoud 1872, Costerus in herb. pr.; Wolvega, Oldeholdpade, Blesdyke, W. R.Boumaen T. de Boer; Heerenveen, J. Kuiper; - Groningen, R. de Boer en H. Kooi; — Borne, Mej. H. v. d. Pauwert in herb. Heukels; Steen- wyk * 1869, v. Tuinen in herb. pr. ; - Westbroek bij Elburg 1843, Hoedringsche bosch by Culemborg "1846, Alpherts inherb. pr.; Culemborg en Putten, C. A. Backer; Gendringen, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Dieren 1878, L. in herb. pr.; heide by Beekhuizen 1892, Ogt. in herb. pr.; - Amers- foort, Driebergen, C. A. Backer; Baarn, de Vuur- sche, W. H. ten Seldam in herb. Heukels; Leersum 1887, Struyk. in herb. pr.; — Bussum 1899, K o n i n g in herb. pr. ; Spanderswoud Hilversum 1896, Costerus in herb. pr.; Naarden 1892, V. Suringar in herb. pr.; Huizen 1894, Struyk. in herb. pr.; Sphagnetum Diemen 1887, J. J. Smith in herb. Costerus; Oud Diemen 1883, Heinsius in herb. pr.; Noorder IJ en zeedyk 1901, Struyk. in herb. pr.; Ilp, W. H. ten Seldam in herb. Heu- kels; tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891 L. in herb. pi\; Clinge 1886, - Bergen op Zoom 1874, S. Lako in herb. L.; 1884, en Gilse-Ryen fl. albis. 1028 BBICA. 1879, Posth. in herb. pr.; Boxtel 1898, C. A. J. v. Goor in herb. pr.; Waalre, P. Sloots in herb. Heukels.) Bovendien: Ameland 1854, Kros (Arch. 1. III. p. 476); Schiermonnikoog v. E. (Arch. 2. I. p. 393); - tusschen Wolvega en Terissert, Un. 1881 (Arch. 2. III. p. 423); — ahe bezochte streken in Drente 1859, Lac. en S. (Arch. 1. V. p. 251); - Steenwrjkerwolde, Kallenkote, Eeze, Giethoorn, Un. 1892 (Arch. 2. VI. p. 349); tusschen Heino en Nieuwe Wetering, Un. 1888 (Arch.2. V. p. 411); Delden en Twikkelerbosch, Un. 1870 (Arch. 2. I. p. 199); Hengelo, Borne, Haaksbergen, Nieuwkerkerveen, Oldenzaal, Tanken- berg, Un. 1895 (Arch. 3. 1. p. 224); Markelo, Diepen- heim, tusschen Goor en Entersche veen, — spoorweg naar Eibergen, tusschen Bronsbergen en Warnsveld, Un. 1897 (Arch.3. 1. p. 619); Winterswyk, Eibergen, Groenlo, Un. 1859 (Arch. 1. V. p. 225); Vaassen, Epe, Un. 1890 (Arch. 2. VI. p. 97); - tusschen Callantsoog en Petten, v. E. (Arch. 2. I. p. 393); - Oost- en West-Zeeuwsch Vlaanderen, A. W. (Arch. 2. III. p. 125); - Roozendaal, Un. 1860 (Arch. 1. V*. p. 237); Woensdrecht, Balsche straatweg, Un. 1896 (Arch. 3. I. p. 352); Oudenbosch 1885-87, Butaye en de Haas (Arch. 2. V. p. 546;; — Venlo, Velden, Arcen, Venraai, Oostrum, Well en Welsche hut, Un. 189 3 (Arch. 2. VI. p. 573). Voorts vermeld door Clusius (1601), Knrjf, Vorstius en Bruman. 876. E. cinerea L. Op heidevelden. 1> Juni — Aag. In Herb.: Oirschotscho heide 1853, Staring; - tusschen Reuven en Swahnen, Rieter; heidegrond in de nabrjheid van het militair schietterrein brj Venlo 1898 en 1899, L. Rieter; Maastricht, Marres. Bovendien: Naarden en de Bilt vermeld door de G o r t e r. E. mediterranea L. Oisterwijk 1872, Costerus ERICA. PIROLA. 1029 in herb. pr. "Waarschynlyk eon tuinplant; zij iszeer zeker geen indigeen, daar de plant de koude van onzen winter niet verdraagt. Dr. Costerus kon my niet juist meer opgeven, op welke wyze de plant daar gevonden was. Zy werd eveneens door de Gorter tegelyk met E. arborea L. opgegeven voor de Veluwe, Utrecht, Amersfoort en Zwolle. E. vagansi. Volgens de Gorter bij Harderwyk. E. multiflora L. Volgens Linnaeus, Amoen. Acad. VI. p. 52 eveneens by Harderwyk. De drie laatste planten uiterst dubieuze indigenen. E. confusa in herb. K. A. als groeiende by Elspeet 1879, is iny geheel onbekend. De Heer Kok An- kersmit citeert de Flore lyonaise p. 149. Ordo Pirolaceae Lincll. Subordo Piroleae Lindl. Pirola Tourn. 877. P. rotundifolia L. Op vochtige plaatsen in bos- schen en begroeide zandgronden, ook in de duinen. 2J.. Juli-Oct. In Herb.: Texel 1866, D. Huizinga; 1895, V.; Mient aldaar 1881, Groll; Vlieland 1869, Holk.; 1896, V.; Westterschelling 1896, V.; Terschelling 1869, Holk.; Un. 1886; 1887, V.; Midsland 1896, V.; Ameiand 1865, v. d. Ley; Spree; Kros; Coll. Nat.; Schiermonnikoog 1867 en 1868, Holk. ; - Valtherschans 1859, Lac. en S.; — in het bosch genaamd „de Hei" bij den windmolen van het dorp Diepenveen 1899, K. A.; in het bosch van den Heer Smyter onder Diepenveen 1847, P. T. Nieuwen- hurjs ex. herb. Cop; Generaalsbosch bij Deventer 1840, Halb.; Bathmen 1878, K.; - Twello, v. Del- den; bosch van Leuveren 1850, R. B. ; onder hooge dennen in een boscbje tegenover de kopermolen de 1030 PIROLA. Vlijt 1873, K. A. ; Poortenhofslaan in den Wildenborch 1832, Staring; Ruurlo 1885, Ensink; Brummen, Thomson; Arnhem, Romb.; Njjmegen, Kraep.; Oosterhoutsche bosch 1845, Th. Abel.; Zand brj Culemborg, H. S.; v. Heijn.; Spoel aldaar 1843, v. d. T.; bosch van Hoevelaken, Garj.; — Hooglandsche venen 1839, D.S.; 1854, 0.; de Bilt, W. de Haan; — tusschen Callantsoog en Petten, Un. 1891; Ber- gen, Un. 1851, Un. 1871; Wyk aan Zee 1835, (P.N.S.); IJmuiden 1894, V.; Breesaap, v. d. Brink; v. H.; 1871, Boerl.; Velsen, V.Z.; 1848, T.; R. B.; Zandvoort, Buse; 1851, S.; Rozewater 1870, Groll; Groot Bentveld, M. D. ; B. W.; Olmenvlak Haarlem- merduinen, Exc. 1883; Vogelenzang, v. d. T.; Bloe- mendaal, Kerb.; 1845, 0.; Middenduin 1870, Groll; Overveen 1832, v. H.; 1841. Kerb.; S.; 1877, L. J. v. d. Veen; Haarlem, Bergsma; Houtryk en Pola- nen 1855, en Halfweg 1857, Lac. ; — Langeveld bij Noordwijkerhout 1843, 0.; Noordwyk 1885, en 1894, V.; Noordwijkerduinen 1827, Wtt; Lisse Katwyk, Perin; Leimuiden, V.; Wassenaar 1833 v.d.B.; 1834, Mb.; Dz.; W. Kent; 1870, Groll 1873, Boerl.; Hoek; Groot Berkhey 1843,0.; 1897 V.; tusschen Wassenaar enScheveningen, Un. 1851 Waalsdorp, Pockema; R. B.; 's Gravenhage, V. Z. 1836, D. S.; G. B.; R. B.; Loosduinen, Destree Staalduin 1895, V.; Hoek van Holland 1882, F. Loeff Destree; Oost Voorne 1871, 0.; Rockanje, Bergs lii a; Brielle 1835, de Vriese; - Schouwen 1845 v. d. B.; Haamstede 1883, L.; Un. 1894; Oranjezon 1833, v. d. B.; - Vuchtsche heide, v. Hov.; - Meerssen, v. Hov.; ? Valkenberg, v. A.; Byebosch by Valkenberg 1.900, v. Musch; 1901, Rovers. (Hoorn op Texel 1894, V. Suringar in herb. pr.; Vlieland, Heukels in herb. pr.; - Eelde, J. P. Hartlief in herb. Heukels; - by de Ram 1872, op Laag Buurlo 1872, en de Pasch 1850, K. A. in herb. PIROLA. 1031 pr.j - Groeneveld bij Baarn (1 ex.) 1899, Koning in herb. pr.; — Heidepark bij Hilversum 1883, Hein- sius in herb. pr.; - WijkaanZee, A. C. J. v. Goor in herb. pr.; LJmuiden, Mej. G. J. Kerbert; Drie- huis, Overveen, C. A. Backer; - Leimuiden 1893, Wassenaar 1893, V. Suringar in herb. pr.; Scheve- ningen, W. C. v. Embden; Staalduin, J. F. Wi- chard in herb. Heukels; Rockanje 1900, Struyk. in herb. pr.; — Oost-Kapelle 1875, L. in herb. pr.) Bovendien: Bosschen van de Mheen by Apeldoorn, K.A. (Arch. 2. IIL p. 192); - Noord-Beveland, A. W. en L. (Arch. 2. VI. p. 120); Zuid-Beveland, v. d. B. (Tydschr. IX. p. 262); ■ Oudenbosch 1885-87, Bu- taye en de Haas (Arch. 2. V. p. 543); - Vylen, Lac. (Arch. 2. V. p. 19). Voorts vermeld door de Lobel Kruydtboeck 1581); Dodoens {Pemptades 1616,; Pelletier; Knyf, Vorstius en Munting. P. media Sw. In schaduwrijke bosschen. 2J.. Juni — Juli. Is door Dumortier in de Geldersche dennenbos- schen gevonden, blijkens zijne Fl. Belg. p. 105. De plant werd nimmer teruggevonden. Zij schijnt een oostelijke plant te zijn, zoodat haar voorkomen in ons land reeds hierdoor onwaarschijnhjk wordt. 878. P. minor L. In bosschen. 2J.. Juni-Juli. In Herb.: Terscbelling 1881, Groll; 1887, V.; Westterschelling 1869, Holk.; Groenestrand, Un. 1886; Vlieland 1881, Groll; tusschen Rijs en Balk 1867, J. M. de Boer; - Midwolde in het Oldambt, 'P. J. Huizinga; Oosterbroek * 1860, v. H.; - Die- penveen, T.; Brinkgreve 1847, T.; Deventer (als ro- tundif) 1846, T.; Colmschate 1846, M. J. Cop (als rotimdif); Schalkhaar 1876, K.; Wijnbergen by Olst 1901, bosch van Schoonheeten by Raalte 1898, * Als m e dia. 1032 PIROLA. Glanerbrug bij Lonneker 1893, L.; — Hulshorst by Harderwijk 1850, en bosch van Essenburg, bosch van Leuveren * R. B. ; bosch van Hoevelaken 1895, Garj.; Weenum bij Apeldoom * 1853, Apeldoorn 1853 en 1872, en Rotterdamsche kopermolen tus- schen 't Loo en Vaassen * 1872, K. A.; Gorssel 1884, C. v. d. Broek; Zutphen, Wtt.; M. J. Cop; Jacht- huis Zutphen 1846, Cop (als rotundif.); Vorden, A. Vos Houwink; bosch Kalfskamp bij Vorden 1832, Miquel; Voorstonden bij Voorst 1847, M. J. Cop; Fockema; Warnsveld, 1833 en 1834, Wtt.; Leesten 1850, Gronem.; molenbroek Ruurlo 1885, Ensink; Winterswijk 1875, R. E. de Haan; Rheede, v. H.; Klarenbeeksche bosschen bij Arnhem 1872, H. d. V. ; Velp, B. ; bosch te Beekhuizen (ook *) 1840, D.S. ; 1895 Ogt.; kasteel Roozendaal, BoerL; Arnhem, v. S. V.; Hulsen bij Nijmegen, B.; Oosterhoutsche bosch by Nijmegen, 1845, Th. Abel.; Spoel te Culemborg * 1837, Lac; — Amersfoort 1861 en Lokhorst bij Amersfoort 1861, R.B.; Doorn 1874, H. d.V.; Beer- schoten, v. d. T.; de Bilt, Bergsma; "1835, D. S.; 1843, G. Deijn.; 1835-36, D.S.;- algemeen duinen Zwanewater 1901, G. en Jongm.; Bergen, Un. 1891; Vogelenzang * 1845, Dz. en v. d. B.; — Wasse- naar 1834, Mb.; 1842, v. d. B. (?); - bosch bij het Choirven onder Oisterwijk 1894, Ogt.; — St. Pieters- borg 1889, S.; Valkenberg, 1900, V.; Vosbroek by Vaals 1866, H. d. V. (Tusschen Heerenveen en Oosterwoldc 1892, V Suringar in herb. pr.j Haarlumee bjj Ter Apel Un. 1899, Rieter in herb. pr.; — Diepenveen by Deventer Exc. 1897, V. Suringar in herb. pr Borne, Mej. v. d. Pauwert; — Apeldoorn, J. Koorn neef; Winterswijk, Th. J. Stomps in herb. Heu kels; Warnsveld 1879, L. in herb. pr.; — Zeister * Als m e d i a. PIROLA. RAMISCHIA. 1033 bosch, W. C. v.Embden; - Tilburg, P. A. Willems in herb. Heukels.) Bovendien: Borne, Un. 1895 (Arch. 3. I. p. 224); — Zeisterbosch, Hartsen (Arch. 1. V." p. 226); Groeneveld bij Baarn 1880, en Nieuw Loosdrechtsche weg nabij Eindegooi 1887, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 528). 879. P. uniflora L. In schaduwrijke vochtige bosschen, tusschen rottende bladeren of dennenaalden. %.. Mei—Juni. In Herb:? Appelscha 1849, W. Albarda. Exem- plaar zonder stempel, in bladvorm echter met deze soort overeenstemmend. [Aanm.: De plant werd door B oe rhaa ve als inlandsch vermeld. Een exemplaar uit de duinen by Overveen 1877, L. J. v. d. V e e n is werkeljjk 1-bloemig, behoort echter tot P. rotundifolia. In Arch. 1. V. p. 85 wordt bovendien Valtho als groeiplaats vermeld, doch deze opgave moet evenzeer ver- vallen volgens Arch. 1. V. p. 239.] Ramischia Opiz. 880. R. secunda Garcke. (Pirola secunda L.). In bos- schen verspreid. %.. Juni—Juli. In Herb. : In groote hoeveelheid met P. minor onder hooge boomen buiten langs de breede laan recht voor 't kasteel Enghuizen bij Hummelo 1898, E. Heimans; 1898, K. A. (Bosch van Hummelo 1899, des Tombe in herb. Struijk.) [A a n m. : Aangaande deze plant vindt men nog opgeteekend in Arch. 1. II*. p. 20 en 21: „Een exemplaar dezer plant is door mij aangetroffen onder eene menigte in de Hollandsche duinen (waarschijnl\jk Wassenaar), vroeger verzamelde exem- plaren van P. rot undifolia, met welke zij onopgemerkt moet medegenomen zijn. Hare indigeniteit berust derhalve op een zeer zwak argument; ik wilde ze echter niet met stil- zwygen voorbygaan, omdat er tegen hare indigeniteit geen argument a priori bestaat en ik integendeel vermoed dat zu', zoowel als andere soorten van dit geslacht, by ons slechts op eenen ontdekker wacht." De hier gemelde plant heb ik echter niet in ons herbarium teruggevonden.] l":il MONOTROPA. Subordo Monotropeae Nutt. Monotropa L. 881. M. Hypopitys L. In schaduwrijke bosschen, tus- schen rottende bladeren en dennenaalden. 2j.. Juli—Aug. a. glabra Bernh. (M. hypoxya Spr. et Fl. B. S. p. 720; M. hypophegea Wallr.). Meestal in beukebosschen. In Herb.: Gorssel 1883, 1884, C. v. d. Broek; bosschen de Hassink te Epse onder Gorssel, K. A.; - Wulverhorst 1843, Wenck; - duinen Castricum 1870, H. d. V.; Velsen, Un ; Vel- serbosch 1848, B. W.; tusschen Zomerzorg en Velserend 1847, 0.; tusschen Bentveld en Bever- wyk, Kerb. en Mb.; tusschen Zomerzorg en Velsen 1847, 0. ; Brakelbosch tusschen Bloemendaal en Zomerzorg, v. d.T.; Bloemendaal 1838, Buse; sparrebosch aldaar, S. S.; Bloemendaalsche bosch, Dz.; voetpad naar Brederode 1837, Mb.; Vogelen- zang, Buse; Dz. en v. d. B.; 1881, Groll; Den- nenheuvel bij Santpoort 1867, 0.; Meerenberg 1836, Buse; 1868, v. Tuinen; Overveen, For- sten; 1833, SS.; Dz.; 1839, B. W.; Blauwe trap- pen en Bloemenheuvel brj Overveen 1848, S. S.; Haarlem 1831, v. d. T.; 1833, S.S.; Heemstede, v. d. T.; - Wassenaar 1864, H. d.V.; 1886, Des- tree; Waalsdorp 1866, H. d. V.; Scheveningsche bosschen 1892, R. B. ; Leimuiden, B. W. ; - Lim- burg, Hallegraaf; Valkenberg 1866, H. d. V. /?. hirsuta Roth. (M. hypopitys L. et Pl. B. S. p. 720). Meestal in dennebosschen. In Herb. : Putten 1884, 0.; Schovenhorst, en bosch van Leuveren, R. B.; Hoog Soeren 1877, Soerensche en Wiesselsche bosschen 1873, Apel- doorn 1872, en park 't Loo 1881, K. A.; Mid- MONOTROPA. 1035 dachten 1838, en Rheederoord 1838, 6use; Plak- deelsche bosschen Rozendaal, v. H.; 1840, D. S.; Klarenbeek bij Arnhem, Thomson; Beekhui- zen 1840, D. S.; 1882, Groll; Arnhem, Groll; Hengstdal bij Ubbergen 1872, en Meerwyk bij Nymegen 1864 en 1874, Th. Abel.; - Korten- burg Renkum 1850, S. ; 1853, Buse; dennenbosch Bennekom 1898, H. W. Dros; - Darthuizerberg, C.A.Bergsma; v.d.T.; Amerongen, Bergsma; Amerongsche berg 1851, W. van Lookeren C a m p a g n e en T h. A b e 1. ; de Bilt, v. H. ; Utrecht, Bergsma; — Zwanewater bij Callantsoog, Un. 1891; Haarlem, v. Vloten; Zandpoort, Kerb. en Mb. (a. Grebbeberg by Rhenen 1874, v. Tuinen in herb. pr.; — Bennebroek en Bloemendaal, C. A. Backer in herb. Heukels; — Domburgsche Man- teling 1891, Ogt. in herb. pr. /?. Park 't Loo 1878, L. in herb. pr.; Ruurlo 1884, Ensink in herb. L.; Monferland, Mej. M. S. Rust in herb. Heukels; Groesbeek, v. H. in herb. v. T uinen.) Bovendien: a. Apeldoorn, K. A. (Arch. 2. III. p. 419). Zonder opgave van varieteit: Zwarten bergbyden Zwavelberg Hilversum 1888, H. d. V. (Arch. 2. V. p. 528); Bergen, Boekenrode, v. E. (waarschijnlijk a. glabra) (Arch. 2. I. p. 393); - Walcheren in berke- boschjes, Blaas (Tijdschr. XII. p. 14). E R R A T A. Bl. 439 r. 19: Amsterdam lees: Rotterdam, H. v. d. Linden in herb. bl. 448 r. 10: Amsterdam lees: Stoommeelfabriek Deventer, E. J. H. Scholten in herb. Heukels bl. 500 r. 9: glandulosa lees: glandulosus bl. 501 r. 11 v. o.: glandulosa lees: glandulosus bl. 858 r. 3. v. o.: Schultz B. i. p. lees: Schultz Bip. bl. 1002 r. 16 v. o. : Zeegzet en lees: Zeegze ten Bladwijzer der Geslachten. Blz. Achillea L. 841 Achyrophorus D.C. 958 Adoxa L. 731 Aegopodium L. 664 Aethusa L. 687 Agrimonia Tourn. 537 Alchemilla L. 531 Ambrosia Tourn. 824 Amelanchier Medikus. 557 Ammi Tourn. 664 Amygdalus L. 477 Anaphalis /3.C. 811 Andromeda L. 1020 Anethum Tourn. 700 Angelica Tourn. 693 Angelica Tourn. 693 Antennaria Gaertn. 809 Anthemis L. 833 Anthriscus Hoffm. 716 Anthyllis L. 373 ^lpargfia Scop. 943, 946 Apium Tourn. 657 Arctium L. 899, 900 Arnica L. 877 Arnoseris Gaertn. 938 Artemisia L. 862 Aruncus L. 481 Asperula L. 743 Blz. Aster L. 791 ,4ste>- L. 797 Astragalus L. 437 Barckhausia Monch. 973, 974 Bellis L. 789 Berula Koch. 674 Bidens L. 827 Bifora tfo/fm. 726 Bryonia Tourn. 608 Buphthalmum L. 824 Bupleurum Tourn. 678 Cachrys L. 692 Calandrinia /T. 5. A. 615 Calendula L. 897 Callistephus Cass. 791 Callitriche L. 587 Calluna SaJiso. 1022 Campanula Tourn. 1002 Carduus L. 903 Carduus L. 913, 919 Carlina Tourn. 898 Carum Aoc/*. 666 Caucalis Tourn. 709 Centaurea L. 922 Ceratophyllum L. 599 Chaerophyllum Tourn. 720 Chaerophyllum Tourn. 716 Chondrilla Toum. 962 HCJS BLADWIJZER DER GESLACHTEN. Blz. ttlz. ChondriUa Tourn. 964 Ervum Tourn. 458 Chrysanthemum Tourn 853 Ervum Tourn. 458 Chrysanthemum Tourn. 847, 849 Eryngium Tourn. 653 Chrvsosplenium Tourn 648 Euonymus L. 351 Cicer Tourn. 443 Eupatorium L. 784 Cichorium L. 934 Evax Gaertn. 802 Cicuta L. 656 Falcaria Rivin. 664 Cincraria L. 878 Fedia Monch. 770, 772, 774 Circaea L. 578 Filago Tourn. 803 Cirsium Adans. 908 Foeniculum Tourn. 690 Clarkia Pursh. 577 Fragaria Tourn. 509 Claytonia L. 613 Frangula Tourn. 354 Clethra L. 1022 Galega L. 436 Cnicus Vaill. 934 Galinsoga B. P. 832 Colutea L. 436 Galium L. 745 Comarum L. 513 Genista L. 360 Conium L. 723 Genista L. 358, 366 Conyza L. 802, 820 Geum L. 486 Coriandrum Tourn. 725 Glycvrrhiza L. 435 Cornus Tourn. 728 Gnaphalium L. 811 Coronilla L. 438 Gnaphalium L. 803, 805, 809, Corrigiola L. 615 811, 818 Cotula L. . 862 Hedera Tourn. 726 Crataegus L. 550 Ilelianthus L. 827 Crepis L. 973 Helichrysum Gaertn. 818 Crithmum Tourn. 692 Helminthia Juss. 949 Crupina D.C. 921 Helosciadium Koch. 663 Ciifumis L. 607 Heracleum L. 703 Cuminum C. Bauh. 705 Herniaria Tourn. 617 Cydonia Tourn. 554 Hieraciuin Tourn. 981 Cytisus Tourn. 366 Hieracium Tourn. 980 Daucus Tourn. 706 Hippuris L. 585 Diervillea Tourn. 738 Hydrocotyle L. 649 Dipsacus Tourn. 775 Hypochaeris L. 954 Doronicum Tourn. 875 Jasione L. 998 Epilobium L. 558 Illecebrum L. 618 Erica L. 1025 Inula L. 818 Erigeron L. 797 Inula L. 820, 821 822 BLADWIJZER DER GESLACHTEN. 1039 Isnardia L. 578 Ornithopus L. 439 Iva L. 826 Orobus L. 472, 473 Knautia Couller. 777 Pastinaca Tourn. 700 Lactuca Tourn. 963 Peplis L. 605 Lampsana Tourn. 936 Pcrsica Tourn. 477 Lappa Tourn. 899 Petasites Tourn. 870 Lapsana L. 918 Petroselinum lloffm. 659 Lathyrus Tourn. 463 Peucedanum Tourn. 695 Lens Tourn. 458 Phaseolus L. 473 Leontodon L. 943 Philadelphus L. 607 Lconlodon L. 958 Physocarpus Chambess 483 Levisticum Koch. 692 Phyteuma L. 1001 Libanotis Crantz. 691 Picris L. 947 Ligusticum L. 692 Pimpinella L. 669 Lobelia L. 997 Pirola L. 1029 Lonicera L. 739 Pirola L. 1033 Lotus L. 428 Pirus L. 554 Lupinus Tourn. .366 Pisum Tourn. 463 Lythrum L. 601 Pisum Tourn. 469 Matricaria L. 847 Portulaca Tourn. 610 Malricaria L. 849 Potentilla L. 516 Medicago L. 376 Poterium L. 535 Medicago L. 383, 385, 387 Prenanthes L. 962 Melilotus L. 387 Prismatocarpus D.C. 1012, 1014 Melilotus L. 387, 388, 389, 391 Prnnus Tourn. 474 Mespilus L. 553 Pulicaria Ga,ertn. 821 Meum Tourn. 662 Pyrelhrum Sm. 847, 849, 857 Monotropa L. 1034 Ramischia Op. 1033 Montia Micheli. 611 Rhamnus Tourn. 353 Mulgedium Cassini. 966 Rhamnus Tourn. 354 Myriophyllum L. 581 Rhus Tourn. 352 Myrrhis Tourn. 723 Ribes L. 639 Oenanthe Tour>i. 680 Robinia L. 436 Oenothera L. 574 Rosa Tourn. 540 Onobrychis Tourn. 442 Rubia Tourn. 745 Ononis L. 366 Rubus L. 490 Onopordon Vaill. 920 Rudbeckia L. 827 Onothera Saint Lager. 574 Sambucus Tourn. 732 Orlaya Hojfni. 706 Sanicula L. 652 1H40 BLADWIJZER DER GESLACHTEN. Blz. Sanguisorba L. 535, 536 Sarotharanus Wimm. 358 Saxifraga L. 644 Scabiosa Tourn. 783 Scabiosa Tourn. 777 Scandix Toum. 714 Scleranthns L. 621 Scorzonera Tourn. 953 Sedum L. 626 Selin uin L. 693 Sempervivura L. 638 Senecio Tourn. 878 Serratula L. 921 Sherardia Dillen. 742 Silaus Beraft. 691 Silybuni Vaill. 919 Sium Toum. 676 Smw Tourn. 660, 661, 668, 669, 674 Smyrnium Toum. 725 Solidago L. 786 Sonchus Toum. 966 Sorbus L. 555 Specularia Ueister. 1012 Spiraea Toum. 481 S>>at>« Tourn. 481, 483, 486 Stenactis Cass. 797 Succisa Xaill. 780 Blz. 859 958 824 435 940 697 626 710 522, 525 950 Tanacetum L. Taraxacum Juss. Telekia Bmg. Tetragonolobua Scop. Thrincia lioth. Th ysselin um Hoffm. Tillaea Micheli. Torilis Adans. Tormentilla L. Tragopogon Tourn. Trapa L. 580 Trifolium L. 402 Trigonella L. 386 Turgenia Hoffm. 710 Tussilago Toum. 873 Tussilago Tourn. 870, 871 Ulex L. 356 Ulmaria Tourn. 483 Vaccinium L. 1014 Valeriana Toum. 764 Valerianella Toum. 770 Yilmrnum L. 736 Vicia Toum. 443 Viscum L. 730 Wahlenbergia Schrader. 1014 Xanthiura Toum. 825 Xeranthemum Toum. 897 PRODROMUS FLORAE BATAVAE. VOLUMEN I. (Phanerogamae et Cryptogamae vasculares). Pars II. Dicotyledoneae — Calyciflorae. EDITIO ALTERA. • NIEUWE LIJST DEE Nederlandsche phanerogamen en vaatkryptogamen. TWEEDE STUK. DICOTYLEDONEN - CALYCIFLOREN. UITGEGEVEN DOOR DE Nederlandsche Botanische Vereeniging. N IJ M E G E N, F. E. MACDONALD. 1902. Bij denzelfden uitgever is verschenen: PRODROMUS FLORAE BATAVAE. VoLUMEN I. (Phanerogamae el '.ryplorjamae vascvlares.) PaRs I. Dicolyledoneae — Thalami/lorae. EDITIO ALTERA. flieuwe lijst fler MerlaMscle phaiieropieii en Yaattryjtotainen. Ekrste stik. DICOTYLEDONEN — THALAMIFLOREN. UTGKGKVKN DOOE DE Nederlandsche Botauische Vereeniging. PRODROMTJS FLORAE BATAVAE. Volumkn II. Pars I. (Plantae cellulares. Musci frondosi et Hepaticae.) EDITIO ALTERA. Nieuwe lijst der Nederlandsche Blad- en Leyermossen. UTGKGKVEN DOOR DE Nederlandsche Botanische Vereeni»iiig\ PRODROMTJS FLORAE BATAVAE. Volumen II. Pars II. (Plantae cellulares. Lichenes.) EDITIO ALTERA. Nieuwe lijst der Ncderlandsche Korstmossen, UITGEGEVEN DOOR DE Nederlaudsche Botauische Vereeniging'. HANDLEIDING TOT HET BEPALEN VAN DE in Nederland wild groeiende Hoogere Zwammen. i;i:\m.i;kt doob CAROLINE K. DESTREE BS htgkgkvkn door de Nederhundsche Botauische Vereeniging'. (Mel L29 Figuren.) Typ. I'. K. Bfacdonald, Nijmegen. ? ?&$& K . :." ' >.* V i *tv* ***: 7** >^%»i •6 JH?"8 *■ *• * *" &&- '-■'■" ffiffil 1» ffl -•':•■;• •".•.-'. «rfW^iAC