Nd et AN ker, ke ke dá Ll6, 2 | Library of the Museum Ì E COMPARATIVE' ZOOLOGY, | | AT HARVARD COLLEGE, CAMBRIDGE, MASS. Founded bp private subscription, In 1861. deugt No. 2 {L. | mnd - mmm ‘ « n ie pe n ' IN ' ‘ d é ‘ had pn se Ô ‚ ‚ K e _ n ld ad u - _ - . N n = Ld _ . f. e pe „4 . . _ N N ‘ 1 nt hd LI * P | % . ks ie - on ' dl , = â _ %e « \ » rd - . * ‚ is Et - . … . 2 " ” 6 a è - es 1 nd . « EN ‘ . ‘ € ‘ SA . dr … " _ À ei ; . ë . ‘ 4 me, : . _ , is b « KD L DN _ . =| hf " a . 1 1 £ E … Ee r Ed ' he ” % Ke Ak + 4 5 J pere EN q 8 ‚ oe p a - » je …, he Pp . nae ie, een 7 ” u in s re ne ON ee td é - at OR GEVE IN hk Dad Aa Ne as ara el kie Se DE \ ph dE Leite KK Vl 7 De PER Kd AB dar be re je ver 8 pr f, d Ì 7 \ ON er A erk, bh, hee MR wir : h. srid Serle AL "21 É K ee f PEN ite Se 7 1E4 À, he _ } 4 | Ane l AE hat 5 2 Át s GRIN En dn Ad r „ik v p : E k za ln hal | hd den - ‘ A », Ei Dee he deed WI oe de Pe bende ee a h, EN Ki K'S n de ze ee Ed me „ E, N ® * Ed er zen An Ë Ld PA, f Ad . ip hb bh | fi $ Ne Ad ï p. } Pl K Ì ht { bil, d 8 ê ,„? en k / Fy * nt BES MRE LAM Ds 200 ef Np, AK ee . A) eel: | â af Ek sr … bled er Ar in Vars, A0 wd NE Kes Va Are f 3 Pi Rf 4 AE A | vd Art Med vak 2 " Á PR 4 4 AD en 2D ekke pf d ki] 40 TI OE DME st pe GTA EN | VERHANDELINGE EN VAN HET _ BATAVIAASCH GENOOTSCHAP à D ER KUNSTEN en WEETENSCHAPPEN, DERDE DE Ke TE ROFRER DAM; BE REINIER ARRENBERG,; E N LTE AM-MSTER DAM, E Br JOHANNES ALLART, | DEE LEE EV EL ; —AasthieAaTan Û her VEER Vl je _ 4 aks de ord A pn Li ar : ws pet N ets 4 ht Hi A cb te ende rie hide Sort eh N âr k es A W, N 2 8 gar 5 _ À k : Kes _ eN ’ 5 b4 Laad san ee ’ Ne f HV VI EE AAE LEENT Ip nia . we Pt kg ze 4 & jin) Ee ti EN Ei % ii ype he et hk 4 ph zp pags gan En mad eN vend ze pe ves en, df à , Sb y " ge, MK à ON ha 4 pred hurt N 4 (8 | f fe Ô Ee - ® . «. N Ee) % Ee me. oe Ts rj A k jh lana hatad ge GEN B mz leden: lk A Ted 5 ON LN ss he Pik 4 ‚ f , er « Li he 5 4 : PE he ’ \ „eb Er | “Ik IN Lek ie G, ' br : - gA et í r DA ä B ue GERE * ee - en Le In 8 | E AES „ an E ‘ R on : id KA Pir he Ja { “ Á Dd: di É . he. d pe . mr ri ‘ í 8 À Ie 4 ef ER wk & 4 As: hb je L 4 Ka nd : RER Lv, í ät ú : a $ k KREK AD WEE PS ig en Ee é ki er prp bee di AEN ad, j af . j . p y hi p 1 - * mn / Ô 8 pe ‚ nà IJ « ‘ ey N wed I - k ‚ Kk ede é Ak hr en ' Pp . , 3 ’ 1 « Lj Î hs, ej D) î ei eN 4 2e Í Dn hg Î é 7 f VOORBERICHT, WEGENS DEN TEGENWOOEDIGEN STAAT VAN HET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP. RA B (4 fi K A q mits er Por VEL pes Ôkp enge ger kN 6 k hide aide ks a A ze % win _ ed * ve js Ank ; of PN ef aur „ard ns TAR ad Li 3 N s dek» rf b ‚. hd Af | Ep 5 n ni 4 4 mm Ed » + fi Ne Í nn td | Le vid - lis 4 d CE Ld v, or TA bran rd Ke, EE oh ef ‘ bf p % “ Ee ae en slk Pd * p 'e Ô ja N ed 27 „ VOORBERICHT. - 6.1 y de Uitgaave van dit derde DeelUitgaave der Verhandelingen, moet het Ge-ye n° nootfchap wederom beginnen met Deel. herhaaling van Dank -betuigingen, voor de hulp en byftand, zoowel in ons Vaderland, als alhier aan het zelve beweezen. se LE. De goedkeuring van de Hoog aan-Byftand zienlyke Vergadering van Zeventie- ii gieder nen , reprefenteerende de Neder- landfche Oost Indifche Compagnie, deed onzen iever opwekken, om ons Genootfchap meer en meer tot hut van deezen Staat en deeze Colonie te doen zyn; waartoe wy wenfchen, dat de voorgeftelde Prys- Vraagen, ‚zoo alhier, als in Nederland, door de Genootfchappen van Maarlem Rotterdam en Vlisfingen, iets nut- tigs zullen opleveren. . Gec L Beed De Hoog Edelen Geftrengen Heer ainies, Mr. WILLEM ARNOLD ALTING, onze Gouverneur Generaal en Op- : x JN sl | 3 pek. / 6 VOORBERICHT. per- Direéteur van het Genootfchap , heeft hetzelve befchonken met Rds. 5oo.; Eene gelyke Somma vereerde de Wel Edele Geftrenge Heer Davio JoAN SMITH: Ook ontfing men van een onbekende hand een Gefchenk van 275 Ryksdaalders; En zoo van vlntoenD ens alhier, als op de Buiten omptoiren, veelërly Atlasfen, Boe- ken en Naturalien, waaronder uit= munten de Atlasfen, door den Wel Edelen Geftrengen Heer DaAvip Joan SmrruH gefchonken; de Japan- {che Kleederen en Rariteiten, door den Heer Mr. Isaac Trrsine, Op- perhoofd van Japan, ErnNsr Rv- DOLF CHRISTIAAN VAN BEK- STEIN, Boekhouder op Japan, en den Gezaghebber van Sumatras West- Kust JAcoB vAN HEEMSKERK. S. IV. Hierdoor is het Geriootfchap in = ftaat geraakt , haare Bibliotheek en ‚ Cabinet, te vermeerderen ‚ ente ver- grooten ; ‘tgeen oorzaak is, dat men de Uitgaave der Catalogus tot, au toe heeft uitgefteld. [ 5 VOORBERICHT 3 rgeN 2 ede Á De geleerde Maatfchappyen in Ne- Corres- derland, hebben by haare Program-Pontentie ma's van 1780. weder eenige Vraa-genoot- gen, voor Rekening van dit Genoot- chappen en Geleer- íchap voorgefteld. _ | den in Ne- derland ea De Hollandfche Maatfchappy*“** te Haarlem. Om voor pri- mo January 1785. beant woord te worden; De Vraag >, Nademaal een zuivere Damp- > Kringvanzoo groot belang iS voor de > Gezondheid der Jngezeetenen, en >, dezelve by’tfraande of te langzaam 5» Afloopende Water inde Rivier, (die >> dagelyks in den omtrek van BATA- 3 VIA met veele duizende ponden Vui-- lisheden aangevuld wordt :>) onmo- > gelyk kan verkreegen worden : Welk 5» is het beste middel , om eene flerke- 5 re Schuuring en afvoering deezer > vuile floffen te verkrygenenteonder- „> houden, en aan BATAVIA een zuive- …… fe en gezonde Lucht tebezorgen?” ikt! En \s \” hd | 53 b/ \” „29 Eb) 2 Ë Et. 23 25 EE) 5 EE) 59 VOORBERICHT. En om te beantwoorden voor. primo January 1786. ss Wermits men, vit gebrek van eene goede inrichting ter opvoedinge van ‚de Jeugd te Batavia, genoodzaakt iszyne Kinderennaar het Vaderland ter opvoedinge te zenden, of, 200 men hen. aldaar houd, zy als dan doorgaans eene goede opvoeding mis- fen; zoo vraagt de Maatfchappy 3 Welke isdebesteinrichting, om aan. de Jeugd te Baravia eene opvoeding te geeven, die het meest gefchikt is , om hun Verftand tebefthaaven , hen. in nutte Kunfteren Weetenfthappen bedreeven te maaken , en hun goede zedelyke gevoelens in te boezemen?”” Door het Bataafsch Genootfchap te Rotterdam, is Bekroond het Antwoord met de Zinfpreuk : Nog ratiocinan- dum „fed tentandum, guid natura fa- ciat aut ferat? ingekomen op de. Vraag: „, Door Proeven. te toonen, 29 2 2 2 \» \s As welke Luchtverhevelingen van de Werking der Natwurlyke Eleërict- teit af hangen: hoe dezelven 'er door worden voortgebragt,enwelke de Be- kwaamfte middelen zn, Ot ONZE. 5 Hui VOORBERICHT. 9 ‚ Hwizen, Scheepen en Perfbonen te- gens den fchaadelyken invloed der » zelve te beveidigen ? *” Voorgefteld den g. van Augustus 1779. uit Naam van dit Genootfchap , om beantwoord, te worden , voor den 1. Maart 1780. ’t welk alzins voldaan heeft; waarom de Gouden Medaille aan deszelfs Schryver is toegeweezen , en by het openen vanhet billet gebleeken is te “zyn. den Heer MARTINUS VAN! Marum, Á. L. M. Philof: ©&® Med. Doëor, Philof: & Math. Letor , Di- reteur van het Cabinet Naturalia , en Lidt van de Hollandfthe Maatfchappy der Weetenfthappen te Haarlem, Hebbende nog voorgefteld Drie Vraagen: Twee om Beantwoord te worden voor primo Maart 1781. als: 1. Welke nuttige en voordeclige ‚… gebruiken zyn'er te maaken van het ‚ Roet van Turf , Houten Koolen , het 2» %y voor den. Land- bouw; het zy: voor. „ Fabryken ; het zy tot het vervaerdi- > gen van Ammoniac - Zout of inan- … dere opzichten. „En welke zyn. de 2 beste middelen daar toe? ns T de tio VOORBERICHT. IH. „, Welke invloed heeft de Na- , tuurlyke Eleêriciteit en derzelver „> verfchillende verdeeling in onzen >> Dampkring , op gezonde en zieklyke >> Lishaamen? In welke Ongefteldhe- „den en Ziektens is de Konftige ‚ Eleêriciteit dienftig tot Geneezing » of Verlichting? Op wat wyze werkt >» 3y tot dateinde? En welke is de beste. > manier om ‘er zich met dat Oog- 5» merk van te bedienen ? ” ___Enomte worden Beantwoord voor den r. Maart 1782. Een, namentlyk, > Zyn er geen andere middelen als „ Teer , waar door men het Hout der s, Scheepen even goed kan bewaaren, en „… waar van de Ingrediënten voor het Se- „… heelof gedeeltelyk in ons Vaderland, „ of in de Colonien van den Staat der „, Veréenigde Nederlanden te vinden 5 RPT Het Zeeuwfche Genootfchap ze Vlisfingen , om voor den 1. van Louw- maand 1782. toetezenden „, et kort- „> fie, zaakelykfteen zekerfte Bericht, 5 belangende de Bouwinge der Schee- „Pen, en 't geene daar toe behoord, >» voor zoo veel zulks zyn invloed heeft , op VOORBERICHT. u „op de Gezondheid en't Goedder Zee- vaarenden. — De onderhouding der „, Manfthap, zoo aan Landen op de … Rheede als in Zee, tenaanzieneener > goede Huisvestinge, Kleedinge, Spys „> en Drank. — De bestewyze , om de „, Mondkost inteleggen, te bewaaren, s> en te bereiden; aan Land en op > Zee. — De heilzaamfte Dranken „ voor daselyks gebruik,tot voorkoming ‚… van het Scorbut, en andere op de …… Schepen heerfchende Ziektens, met > de Voorfchriften daarvan ‚en derzel- „> ver maaten. — Denoodigeverbeterin- > ge van het by ons in gebruik zynde 3» Scheeps-Brood. — De beste manier , >> om de Scheepen en het Kooygoed zuie >> ver tehouden. — Het afzonderen der ss gezonden van de Zieken , 200 op > Auil- als driedeks Schepen. — En > # geeneverder hier toe kan enn moet 5» beirekkelyk gemaakt worden, ” En ter Beantwoordinge voor den 1. van Louwmaand 1783. dee- ze tweeledige Vraage: Vooreerst: „, Hoe groot moet de Cir- » kelboog zyn van het Voor - Schip, of > de zoogenaamde Boeg, indien dezelve zal 22 re VOORBERICHT … zal zefthikt zyn, om het Water zagt- „… teklieven , ter bevordering van eenen »» Vaer digen voortgang, en teffens be- „… fland te weezen ‚ om het te diep în- » Sinken der zwaarte van Schipen La- >» ding , door de drukkende kracht der 5 byftaande Zeilen, voorbekomen ? Corres- ponden- ten in Ne- derland. Ten Tweeden: „, Hoe groot moet de „… Boog van het geheele Scheeps lighaam 3 yn, op de Lyn van het neergeladen 5 Schip, ter bevordering van het fpoe- „ dig wenden , zoo wel vóór als dóór > den Wind?” | Voorts onderhoud het Genootfchap eene goede Correfpondentie met alle andere Maatfchappyen in de Zeven Verëenigde Nederlanden , opgericht: En met veel geleerde Mannen zoo in Nederland als in de andere Gewesten van Europa. & VE Tot haare Gemagtigdens in Neder- land , heeft het Genootfchap verkoo- zen,de Heeren REINIER ARREN- BER G, Secretaris van het Bataafsch Genootfchap, Boekhandelaar te Rot- ter- VOORBERICHT. 13 terdam, En JonANNes ALLART , Boek. handelaar te Amfterdam + aan wienal- le Brieven voor het zelve; zoo me- de de Antwoorden op de Vraagen, kunnen ter hand gefteld worden. 6. VIL „Op ieder Comptoir van de Compag- corres- nie in Indië, heeft het Genootfchap Peen. een Correfpondent, by de hier achter aia. gevoegde Lyst genoemd : En onder- houd voorts met de Misfionarisfen te Pecking, te Franquebar , en met ver- fcheide Geleerden zoo Nederlanders als van andere Natiën, eene“naauwe | VEREEN IRE ED TT Teh opzicht van de Prys- -vraagen, Beant- die. voor ultimo December 1780, woorde en weer voor=- _moeften-beantwoord worden, en Op gerede Pag. 18. van het Tweede Deel voor-Prys-vraa- gefteld zyn, is maar één Antwoord" ingekomen; op de Vraag: „… Welke >, Synde vorzaaken van de danfpoeling », der Modder aan de Zee-ftranden van „BATAVIA:s En welke ayn de beste ss middelen, om die weg te krygen?” Dit Voorge- ftelde Vraag, in ra VOORBERICHT. Dit Antwoord, onder de Zinfpreuk: Nihil fwadio quam quod imitari posfe confido. Zagen Dirigeerende Leden inhet Algemeen aan , als met een prys- zelyken Yver en Kundigheid inge- richt; doch hoe zeer de Schryver voor zynen Yver en Kunde Lof ver- diend „zoo heeft dezelve in geenen deele aan de Vraag voldaan en konde dus ook den Gouden Eerpenning niet worden toegeweezen. _$. IX. Dan, dewyl deeze Vraag van het uiterfte gewigtis , vooräl , indien daar 1784. te door eenige middelen tot ‘de Gezond- beant- woorden. de dus ook de Kahdeninnattss in Euro- heid van Batavia; en het wegrreemen of verminderen der Bank, konde be- dagt worden: Zoo proponeerde de Heer Direc- teur van wegens het Genootfchap, een Gouden Medaille te ftellen , waar by zyn Wel- Edele Geftrenge vyf Hon- derd Ryksdaalders zoude voegen, om de volgende Vraag voor ultimo Febru- ary 1784. te beantwoorden, hebben- Pa VOORBERICHT: 15 _B8 tyd; om naar. den. geftelden Prys te dingen. iN Welke eynde Oorzaaken pe ged 93 fboeling van de Modder aan het Zee- on firand omtrend Batavia? Zoude de Uitlesgins van het ze Cen ” hoofd daartoe annen gesven: 2 zo Welke zyn de hast Middelen om … de Zand-bank voor de Bataviafthe ‚ Rivier teverlaagen ? doortefngden. ó „, of geheel, Heg. te HECMEN. st is En wat voor verandering zoude >» menkunnen brengen imde Aanfpoe- en ling der Stranden? De Schryver van het evengemelde Antwoord , wordt, nevensalle andere yverigeen kundige Ingezeetenendee- zer Colonie, en der Veréenigde Ne- derlanden aange{poordt, tot het beant- woorden deezer Vraag: En het Ge- nootfchap verzoekt,hen voorälin acht te neemen, dathet op het eerfte deel der Vraag „of het onderzoek der Oor- _Íprong, het minfte anakomt, dewyl - de 16 VOORBERICHT. de ondervinding vooräl in de twee laatfte jaaren toonden , dat zedert de zwaare Aardbeeving van den 22. Janu- ary 1780. meer water uit de Bergen vloeit, of dat de Beddingen van onze Rivieren door de geduurige afvoer van Modder zoo verhoogen, dat in de goede Mousfon de binnen - en buiten Gragten der Stad verlamt en droog liggen, en in de kwaade Mousfon overftroomingen te vreezen zyn; doch dat het voornaamentlyk op het Tweede Lidt aankomt , om praCticaal en met voorbeelden aantetoonen , wat middelen men in Europa gebruikt, om diergelyke gebreken te verhelpen: naamlyk, om de Graägten in de goe- de Mousfon genoegzaam Water te gee- _ ven, en in de kwaade, voor over- _ ftroomingen te behoeden, en de aan- fpoeling van Modder aan onze Zee- ftranden te beletten. En dewyl het eene bekende zaak is , dat alle Zee- fteden haare Banken ‘hebben; dater by ons weeten noch nimmer één, ge- heel is weggenomen; maar wel vêr- laagt of doorgefneeden geworden, welk laatfte het aanneemelykfte riad alzoo de Kil, die midden in de VOORBERICHT. 37 de Bank -blyft, klaar toondt , dáf het opperwater kragt genoeg heeft; daartoe de bekwaamfte middelen aan» tewyzen. 1 | 6. X. De befchryving van een Werk: Aigemée: tuig „om de Moker-vaart op Calië-S wenn dras-en- Batoe Tjippeer te verbreeswoord, den, onder de Zinfpreuk : Labor 17. Probus vincit omnia: oordeelen Di- rigeerende Lieden al meede zeer prys- _ lyk; doch behalven het gebrek van verband dat in de Machine zelve is; hebben eenige Dirigeerende Leden __by oculaire Infpectie aangemerkt , dat de zoogenaamde Calie-dras of drooge Rivier aan de rede Paal by hêt Land: goed Westervreeden, beftaat uit een grond van klippen, die in de Oost- mousfon byna droog liggen; doch dat zulks best te verhelpen zoude zyns-als men een doorgráaving van iso. Roeden naast dezelve maakte: mits men alvoorens-verzekerd was door booring, dat zich,» gelyk dé bezichtiging der plaats doet denken, aldaar geene klippen bevinden. Even zoo, is het gelegen met de p pn * & Ba- De Inên- ting. j 18 VOORBERICHT. Batoe-Tjippeer of de naauwe Stce- nen aan de 16%° Paal , alwaar het Wa- ter door een opening van 30. voeten wordt vernaauwt, en dus zoo een fel- len loop heeft „dat ‘er meenig Vaar- tuig blyft, vooral in de West-mous- fon en zwaare afwatering. Een wei- nig. meer fteedewaards, vindt men een Eiland, dat aan de kant van de Trekweg klippen heeft, doch aande Zuidkant eene ‘naauwe doorvaart en dus zeer moeyelyk. Deeze beide plaatfen zouden mede best met een doorgraaving naast aan, te verbete- ren Zyn. | | S-XL . Ì De Inênting der Kinderziekte , door het Dirigeerend Lidt Jan Hooy- MAN , de Gemeente onlangs in eene Kerkelyke Redevoering nadruklyk aangepreezen, is in dit verloopen jaar aan verfcheidene met eenen goeden uitflag weder aangewend. Op Java heeft de Oppermeester BoNNEKE, 178. Menfchen, zoo klein als groot ingeënt, waaronder het jongfte Zoontje van den Heer Gouverneur. JOHANNES SIBERG, ge e VOORBERICHT. 17 alle gelukkie herfteld zyn , behalven een oude Slaaven Jongen. | Op Sûümatras West-Kust heeft Jo- HANNES TEN VREDINGOOR,een aântal van 7i4 Perfoonen ingeënt. 13, van deeze, waarop de Inénting geen vat heeft gehad, hebben de Pokjes naderhänd natuurlyk gekree- gen en zyn daaraan overleeden. Ondertusfchen ftierf byna- alles rondsomi, aan eend zwaare Epidemie, die de scheele Niasfe Campong ont- volkt heeft, | _$. XIL In voldoening van dat geen, het weeven welk pág. 443: in het Tweede Deel vaar de ld 6 . Vs à wvze der onzer Verhandelingen ; ‘omtrent het ruropee- Weeven naar de wy zen der Europeâ- zen, nen is gezegt, heeft het Dirigeerend Lidt JAN HooyMan, een fchriftelyk « Bericht, verzeld van’ vyf onderfchei- detie proeven , medegedeelt, dewelke Dirigeerende Leden overtuigden , dat de Schryver zich veel moeite hadt gegeeven „ de nuttige oosmerken van het Genootfcheap ook: nier in, naar vermoogen te voldoen. Men vleid aen de voornaamfte hinderpaalen te ee heb- Î oo VOORBERICHT. hebben overwonnen, terwylzyn Ed. alles, het welk tot het werktuiglyke eener Wevery behoort, niet alleen zelf laat vervaardigen ‚, maar ook reeds twee Slaaven heeft die redelyk goed werken, en drie der bovengenoemde proeven hadden gereed gemaakt. Het eenige, dat nog moeite geeft is het Blad, het welk op veelêrlei _wyze is beproeft, zóo wel met fyn Staalriet, als dunne Bamboes : beiden egter ongefchikt voor de gebrekkige manier van fpinnen deezer Gewesten 3 waarom men zich beter heeft bevon- den, by de harde ftyl van het blad des Arreenbooms. In Europa wordt hiertoe fy Con- das-Riet by LiNNmus drundo fa- tiva Domeftica gebezigd, waar van men ook een proef uit Europa zal ont- bieden. ‚Thans tracht de Schryver eene be- tere manier van fpinnen in te voeren, die vaerdiger gaat, en fterker Gaarn leevert, ten einde was het mogelyk, het zoo ver te brengen , dat men den aanvoer van Chinees Lywaat, waarin de Maatfchappy niet handeld, en hetwelk deeze Volkplanting jaar- lyks voo RBERI CH Tr: ot Iyks ten minsten so,ooo. Ryksdaal- ders kost, door eene toereikende - voorraad te beletten. SEN Op den 1;-September: 1780. verwisfel- Opper- ° de het Tydelyke met het Eeuwige de Hoog- Direêteur. Edele Geftrengen Heer. Md REYNIER pre KLERK, | Gouverneur Generaal en Opper- Direltenr van dit Genootfchap, in den Ouderdom van, byna Zeventig Jaaren. Zyn doodt wierde in de Gereformeerde Kerk op Woensdag „den zesden dier Maand, bedagt door Ds. JAN NuroorT; en zondag den 17 daar aan volgende door Ds. Jan HooyMmanN, inde Lutherfche kerk; alwaar teffens een frgay Freurmuzyk ‘wierdt geëxecuteert. Ook is de Lykrede van zyn Eerwaarde door den druk gemeen gemaakt. Op den 20. September hadden Dirigee- rende Leden de Eer, den Hoog-Edele Ge- , ftrengen Heer Mr. WILLEM ARNOLD ALTING, als Gouverneur Generaal en Opper Direleur van het genootfchap, te felicitec- ren, onder aanbieding van eef Gouden medaille op de oprechting van het Genoot- fchap afladen en werden met byzondere vriendelykheid en Aanmoediging doorzyn Hoog-Edelheid ontfangen. ‚Sl | ist Gn AT Voerroe ‚ Onder de Heeren Directeuren zyn over- pireêteu- leeden; …»: | ze. rd "De. 2 VOORBERICHT. ‚De Wel-Edele Geftrónge: Heeren Mi. THOMAS SCHIPPERS, op.den 16, Septemb er-1780. En | JACOBUS JOHANNES CRAAN,' op den 18. wenk Leden;dië Onder de Lieden zyn overleeden: overlee Mr. PIETER-RAS. Water fiscaal. den zyn. Mr. JAN HENDRIK TREVY N, Oud Drosfaard: De. Heer--EREDRIK TACOB AL :„BREGT STEENWEG, Opperkoop- manen Geheim-fchryver van zyn Hoog „Edelheid den Gouverneur Generaal. Mr. FLORIS van STYRUM, Schepen. _ De Heer JOHAN THEODORUS VISSCHER van GAASBEEK, „Oud Schepen enz: JACOB WITTEVRONGEL, Schipper. JOSUA DE WOLPF van IPEREN, Schipper. SCHIPIO CORNELIS van RIEMS. „DYK, Onderkoopman. In Ambon. | JOSIAS ALEXANDER pre VILLENEU- VE, Opperkoopman. À | _ «In Banda. » Mr. LEONARD beper Op- - gt In Fernaten / JACOB ROELAND THOMAS- VSEN: Gouverneur en Direéteur. Op Macasfar. | PAULUS GODOFREDUS van per- VOORT , VvooORB ERICHT. 23 VOORT, Gelert en Dire&teur. Op Ceylon. Mr. JOHAN WILLEM SCHORER, Opperkoopman.; | De Gerepatrieefde Leden zyn | HERMANUS. WACHTER, Predikant. JAN van per POLDER, “Heemraad ND, . Daar en tegen zyn op jan verzoek LO Aangenos Leden benoemd. mene Le- Alhier den, JOHANNES WIEHELMUS CROSE, Onderkoopman en tweede Adminiftra- teur in het Yzef-magazyn, - JOHAN CASPER SPERL ING; tweede Praêtizyn en Verbandmeester in het bin- | nen Hospitaal. ABDIAS ELISA VELIN GIUS Widáts koopman en tweede Adminìftraveur in -het Proviziesmagazy 3, JACOREIS DE WAREM. junior, Onder- koopman en Esfayeur, | JAN MICHIEL KRASBERGE, Obi, meester. JOHANNES ADRIANUS WASMUTH, rustend Predikant, LAMMORAAL vans GEUSAU, Onder- koopman en tweede Adinitrateur in de Suiker-pakhuizen:. j | Op: Maecasfar. … JOHAN CHRISTIAAN KIRSTEN; Opper- -Chirurgyn. | Op Sumatra. JAQUES TEXIER, Onderkoopman. “4 Op: â4. VO ORB ERICHT. Op dader: | JOHAN GODLOB WILLEM HEIN. _ RICH, Capitain en Hoofd van de Militie, KOENE KOENES, Koopman en Fiscaal. HENDRIK AMELIUS pr CHALMOT , Onderkoopman en Difpencier. | GEORGE FREDRIK DURR, Onder- koöpman, Op Ceilon. ARNOLDUS Be LY, Commandeur vart DANIËL BURNAT;, Opperkoopman en Desfaven te Mature. MAT THEUS van per SPAR, Koopman _en Adminiftrateur, te Gale. JOHANNES HER MANUS FRANC- KEN, Capitein Commandant te Gale. JOHAN LODEWYK SCHEEDEN, Ca- | itain Militair. . GERRIT JOHAN pe MOOR, Onders „koopman Fiscaal en Casfier te ‘Gale. . MATTHIAS TIETGENS, Confnmptie Boekhouder te Matura. * b4 (VII. Alphabeti- Tot gemak der Leezers, heeft het Ge- {che Tafels nootfchap noodig geoordeelt, aan het Ein- ppd ei tie de van dit derde Deel een Alphabetisch Re- gister der drie Deelen te geeven, ingefteld door dén Correétor en het Medelid van ait Genootfchap JAN GROOT pe Jonge. Baravia den 31. Augustus BREA D: NAAMLYEST D EE. KR \ Ee B RI BTIN Ee | VAN BR sE EN) BATAVIAASCH GENOOTSCHAP D E KR _ KUNSTEN eN WEETENSCHAPPEN ENZ, EE ceesre DPL HO 4 OPPERDIRECTEUR: Zn Edèlheid, de Hoog- Edele Groot Achtbaare Heer | M“ WILLEM ARNOLD. Anke UREN NG; | GoUvERNEUR GENERAAL VAN ARE, „BANDS INDIE) \ „DIRECTEUREN: Dre Wer-Epere GrooT- AcHTtTBAaRE HEER HENDRIK BRETON, Lerffe Raad en Direêteur Generaal. an AR earsgnds ‚dadië. | | | ER De ’ hed 26 ve A Nd De Werc an Kie kn: Mr. IMAN WILLEM FALCK, Raad Or- dinair van Nederlands Indië „mits aderen Gouverneur en Direëcur EULA Ceibor. « JOHANNES VOS, Raad Ördinair van WE derlands Indië, Ontfanger Generaal. ADRIAAN MOENS, Raad Extra Or die __mair van Neder lands Indië, DAVID JOAN SMITH, Raad Extra Ordi- nair van Nederlanids Ludië, Prefideht vard he eel 2 Collegievan Heemraadender Batavia- fche Ommelanden,mitsgaders Commntsfa- risvan de Verftrekkingen der Soldyen. Mr. JACOB CORNELIS MAFTHEUSRA- DERMACHER, Raad Extra Ordinair van. N ederlands Indie ëPrefidentvarntCol. degie wan Heeren Schepenen. ;mitsgaders vanCuratoren enScholarchenover deStâds Schoolen, Colonel de er BaraviaftheBur ZON JACOB PELTERS, Raad Boira Ordina van Neder lands Indië, Diweteur van de Bank Courant en Bank-van, Leening. — HENDRIK van STOCKUM , Raad Extra- Ordinair van Neder lands Andië, Prefi- dent van’tCollegie van Weesmeesteren. en JAN HENDRIK POOEK, kaad Extra Ops dinaîr van Nederlands Indië „ Diretteur vande Amphioen Societeit enComprisfaris “van't klein Zegel. WILLEM en VAN DE GRAAF", Raad Ex- Ce D … ExtraOrdinair van NederlandsIndië „en: Direeur van Souratte. — ‚nn > | JOHANNESROBBERT van perRBURGH, Raad Extra:Ordinair. vun Nederlands Indië. « > Arnad Shete ‚ Mr: -JOACHIM ‘van PLETTENBERG ,, Raad Extra Ordinatr.van Nederlands Indië titulairs. mitsgaders Gouverneur …_ en Diretteur van Cabo de Goede Hoop. VOORZITTEND. DIRECTEUR. —… De Wel Eedele Geftrenge Heer — ‘Mr. JACOBCORNELISMATTHEUSRA- — DERMACHER, Raad Extra Ordinair wan Nederlands Indië” ” DIRIGEERENDE LEDEN. JAN HOOYMAN , Bedienaar des Goddely-. ken Words in de Lutherfthe. Gemeente. SIRARDUS BARTLO , Schtepen der Stad | Batavia. A nhar Ligney Pen Mr. WILLEM vaN HOGENDORP, Koop- menen Eerfte Adminiftrateur op Onrust. HENDRIK NICOLAAS LA CLE, Koopmaz en secretaris van Weesmeeteren. JACOBUS van per STEEGE, Medicine” _ Doctor, Regentvan het Buiten Hospitaal. Mr. EGBERTBLOMHERT.,Dr4s/uart der: …_ _BatavlaftheOmmelanden, Vice-Prefident ij van Heemraaden. de Mr. hd C 28) Mr. PAULUS GEVERS, Koopman en Eerfte dAdminiftateur inde Suikerpakhuizen. FREDRIK Baron vaN WURMB, Onder- koopman en tweede Adminiftrateur in de Waterpoort Secretaris.) JACOB CASPER METZLAR, Bedienaar des GoddelykenlVoordsin deGereformeer de Gemeente alhier ( Secretaris.” ORDINAIRE LEDEN. De E Heer DIRIK GOETBLOED , Eerffe Secretaris van de Hooge Indiafche Re- geering. | De E. Heer ADRIAAN pEBOCK;, Tweede Se- cretaris vande HoogelndiafcheRegeering. De Achtb. Heer Mr. JOHANNES GABRI- . EL van GEHREN , Ordinair Lidt in den Achtbaaren Raad van Fuftitie. De Achtb. Heer Mr. PIERRE POELMAN, Oud Ordinair Lidt van Fuftitie en geweer ___sen Water- Fiscaal. De Manh. Heer CHARLES LOUIS COL- MOND , Colonel en Hoofd over Comp, „Militie in Indië; Buiten- Regent van de Hospitaalen en Lidt van Heemraaden. De Heer DAVID JULIUS van AITSMA,- Baljuw , Kerkmeester „en Kasfier van de Amphioen- Societeit. De Heer GEORGE THEOHEEREN, Zer- fte Opperkoopman des Kasteels wind e C 29 ) De:Heer GERRIT van GROL, Tweede Op- perkoopmandes Kasteels Batavia. De Manh. Heer JAN DIEDERIK SCHRY- _ VER, Schout by Nacht „Opper Equipagie- meester , Buiten Regent van de Hospitag- | len en Postmeester. _ De Heer JAN VERMEULEN, Boekhouder ren Generdab, «5 De Heer CAREL F REDRIK SEVERIN, Vifitateur Generaal. De Heer ARNOLDUS CONSTANTYN MOM, Opperkoopman en _Opperhoofd van het Geaeraale Soldy comptoir en Cy- rator ad Lites. De Manh. Heer JAN ANDRIES DUUR- KOOP, Oud Majoor vitulair van de In- fanterie. | De Manh. Heer JOHANNES RACH , M/a- goor der Artillery en Buiten-Regent van De Hospitaalen. | De Manh. Heer FRANCOIS van ARDEN- NE, Ritmeester van de Dragonder Lyf- waat van den Heer Gouverneur Generaal. De Heer JAN HENDRIK WIEGERMAN, f Vice Prefident van Schepenen. …—_— DeEerw.Heer THEODORUS VERMEER, „Bedienaar des Goddelyken Woords-în,de NederduitfcheGemeentete Batavia, mitse gadersLidtvanCuratoren enScholarchen over Stads Schoolen, be | | De C 30 ) De Eerw.HeerERICUSJOHANNES WIT.- TENAAR, Bedienaar des Goddelyken _Woords inde Maletdfche en Portugeefche Gemeente te Batavias mitssaders Lidt van Curatooren en Scholarchen over Stads Schoolen. | De Eerw.Heer JAN NUPOORT, Bedienaar des Goddelyken Woords in. de Neder duit- _fche Gemeente te Batavia. | De Eerw. Heer JOHANNES ADRIANUS WASMUTH, Awustend Predikant. De Heer WILLEM VINCENT HELVE- 'TIUS van RIEMSDYK, Opperfoopman enGecommiteerde tot en overde zaakenvan _den Inlander , Buiten Regent van de Los- =…… Pitaalen, en ‘Heemrad. | De Heer CAREL JAN BOERS ‚ geweze Opperkoopman en Sabandhaar, Eheebl …… patrieerd in Ao. 1779.) ° De Heer ADRIAAN BOESSES , Opperkoop- man Sabandhaar en Prefident van Boc- __… delmeesteren. De Heer PIETER JOSEPH pz VIENNE, Oud Opperkoopman en Heemraad. De Manh. Heer WILLEBOORT PEU- SENS, Commandeur en Onder - en, | agiemeester. De liver JOHANNES THEMANS , Hoofd van de Chirurgie, Buiren-Regent van de __ Hospitaalen. si 8 GELE ME De Heer LAMBERTUS DANIEL KREBS, Opperkoopmam en Hoofd-Participant van de Amphioen Societeit. De Heer CORNELIS pe KEYZER £ horiok en Keurmeestêr van Kalk en$ jeon, Buiten Regent van de Hospitalen, en Lidt van … Heemraaden. De Heer CASPARUS HARTMAN, Koop- man enBerfte Adminiftrateurin Teer Ma- “gazyn, mitsgaders Schêpen van Batavia. De Heer M. JOHANNES CHRISTOFFEL SCHULTZ Oud Scheepen van Batavia, confwleerend Advocaat en Eerfle Vendu. mmeester. De Manh. CHRISTIAAN MARTIN 1 BROE N., Capitein der Granadiers van ot eerfte Bataillon Infanterie. De Manh. JOHAN ZACHARIASENGEL- HARD, Cupitein in het eer fte BN/De Infanters. _ De Manh. SWEN JOHAN WIMM ER- CRANZ , Capitein Luitenant-Ingenienr Eerfte Landmeter; Opsiender over de Rivieren en Slokkanen T. axateur der vas- ‚ degoederen. | De pen DANIEL DIEDERIK van HARK 5 Koopmnanen Eerfte Gezwooren Klerk ter Secretarye van Hunne Hoog-Edelheden De E. FREDRIK HENDRIK BEYNON, Koopmanen Negotie Boekhouder. “ jj De (32) De E. WILLEM KRAANE , Koopman er Groot Winkelier. De E. STEEVE POELMAN , Koopman en Eerfte Adminiftrateur in de Pakhuizen aan de Westzyde. De E. JAN REY NIER COORTSEN, Koop- man en Eerfte Adminiftrateur in het Graan - Magazyn. De E.HENDERIKPIETERBANGEM AN Koopman en Tweede Adminiftrateur in de Pakhuizen op Onrust. De E. JOHAN FREDRIK BARON vAN RHEEDE ror pe PARKELER , Koop- manen Eerfte Adminiftrateur in de Pak- —_ hwizenbezyden de Waterpoort. De E. WILLEM ADRIAAN WILLEMS, Koopman en Eerfte Adminiftrateur in het nieuwe Kleeden Pakhuis, Secretaris wan het Collegie van Curatoren én Scho- _darchen over de Stads Schoolen, mitsga- ders buiten Regent van het Wees- en Ár- men huis. | De E. FRANS HENDRIK. VROOM, Koopman en Eerfte Adminiftrateur in de Medictnaale Winkel. De E. JAN DANIEL BEYNON, Koop- man en Secretaris van de Raad van Fuftitie. De E. DANIEL ADRIAAN BEEKMAN ; Koopman en Secretaris van Schepenen. e _ C 293 ) E: HENDRIK AUGUST ROSSEL; Koopman en Eerfte Confrontist der Bá- taviäfche Adminiftratie - Boeken. E. PETRUS ALBERTUS ván DER PARRA; Koopman en Boekhouder in “het Ambachts Quartier. E: JOSEPHUS. GORDON, Koöpman Translateur in de Javaanfthe Taal, en Waasmeester. — | E. WILLEM BARON VAN DANKEL- MAN , Koopmar. ‚ E: LEENDERT GOOSSEN , “Koóf- man Translateur in de Maleidfthe Taal en Waagmeester: E. DANIEL KRYSMAN ; Baas ter Eilande Onrust. E. HERMANUS SIEDENBERG ; 4 Schipper. E. GEORGE JACOB MEYER, - Schipper. E. PLEUN van per KUIL, Schipper. f ‚E: PIETER HAMMINK, Schipper.” ‚E. JAN SMITH, Schipper. ie E. EWALDUS RYNVAAN „ Wees mêester en Opziender van de R ysrmar ki,’ _E. DAVID pv FAU De LA EONGUÊ, Oud Weesmeester. Ss E. THOMAS VAN SON, Tweede Vijf dumeester, ós dd De C 34 ) E. JACOBUS pe WAREM, Junior; Esfaieur. E. JOHANNES MACOR, Regent van het Moorfche Hofpttaal. E. DAVID BYLON , Stads Chirurgyn. E. JOHAN CASPER SPERLING , Tweede Praëigyn en Verbandmeester in het Binnen Hospitaal. E. EZECHIEL LOMBART, Opper- meester in het Ambagts - Quartier. E. LEENDERT -ROLFF, Notaris. E. JAN BAPTIST PILON, Ordinair- Luitenant der Artillery en Ingenieur. E. JACOB EILBRACHT , Order. Koopman op 't Comptoir van ‘den Heer Gouverneur Generaal. E. PHILIPPUS pr ELW YK, Drdás: Koopman en Adjunêt gezwoor en Klerk ter Secretarye van Hunne Hoor - Edel- heden , mitsgaders Colleêteur van het Klein Zegel. E. ABDIAS ELIZA VELIN GIUS, Onder - Koopman en Tweede Adminiftra- teur in het Provifie- Magazyn. E. GOSE THEODORE VERMEER, Onder - Koopman, en Tweede van de groote Geld- Kas. E. GERARD JOHAN RUNSTORFF, Onder - Koopman en Marginalist. D dd 21 C 35 Ì De E. JOHANNES WILHELMUS De „Onder - Koopman en tweede Adminiftra- vw tegr in de Suiker - Pakhuizen. De „CROSE, Onder - Koopman en tweede Adminiftrateur in het Yzer - Magazyn. Es ARY-HUYZERS, Oxder- Koopman en tweede Adminiftrateur in het Graan- Magazyn. KE LAMMORAAL vAN GEUSAU; E‚ CORNELIS POTMANS,: Onder: Koopman en tweede Adminiftrateur., in de Medicinaale Winkel. De E. MARTEN CORNELIS WEYER- MAN, Onder - - Koopman en Secretaris „van't piek Waarde Collezie van Heemraa® eden der Bataviafche Ommelanden. De E.GEORGIUS EVERHARDUS MUNNIK, Order - Koopman en _Ôverdrager op ’p Eguipagie-Comptoir; mitsgaders Regent vanhet Vrouwen- Ti wethuis. _E- CHRISTIAAN HENDRIK von ERATH, Onder - Koopman en Casfier op't Kostgeld Comptoir. E. HERMANUS pr ROO, Ouder- Koopmgn en tweede Landmeeter. E. ELBERT ELIAS, Onder - Koop- v…man en-Secretaris van ‘Commisfarisfen va ahh globe en jehte Gerichtzaaken. De 5 Se De E. Mr. WYBRAND pe JONG, Onder- Koopman en Secretaris van Boedel- meesteren. De E. DANIEL FREDRIK van RIEMS: DYK, Onder - Koopman. De E. TACOBUS HENDRIK PARIN- GAUW, Onder Koopman en Gecom= mitteerde in het Provifie -Magazyn. De E. WILLEM POPKENS, Procureur. De E. JAN GROOT de Fonge, Procureuf: De tk. CHRISTIAAN HOLLENHAGEN, Onder - Koopman, gezworen Klerk en | Boekhouder van Weesmeesteren. De E. FRANS HAKKER. gezworen Klerk. aan het Collegie van HeeremSchepenen. De E: JOHANNES NICOLAAS BEST- BIER, AZdjunêt gezworen Klerk van Heeren Scheepenen. De Eerzaame PIETER JOHAN vaN RHE- DE, Opperftuurman. — EXTRAORDINAERE : LEDEN. IN A MBON. De E. Heer BERNARDUS van PLEU- REN, Gouverneur en Direëeur. | De nl C 8 } De E. LAMBERTUS JANSOON HAGA, Onder - Koopman en Secretaris-van Po- litie, mitsgaders Correfpondent van het Bataviaasch Genootfthap. BAN DÁ De E. Heer JOHAN LEBREGT SEIDEL- De De MAN, Gouverneur en Direëeur. Heer JOSIAS RAKET, Secunde Pro vifioneel. EA dn E. CORNELIS KLOEK, Secretaris van Politie, en Correfpondent van het Bataviaasch Genootfchap. ME RN ATEN: Heer ALEXANDER CORNABE , Opper - Koopman en Gezaghebber.. Heer FRANCOIS BARTOLOMEUS HEMMEKAM, Koopman en Secunde. Manh. JOHAN GODLOB WILHELM HEINRICH, Hoofd van de Militie. E. KOENE KOENES, Koopman, Fis- caal en Winkelier. - E/ GEORGE FREDERIK DURR, Onder- Koopman, Secretaris van Po- Zitie en Corref/pondent. % Kx 3 De € 38: De FE. HENDRIK AMELIUS pr CHAL- MOT , Onder - Koopman en Dispencier. MaAcAssER. De E. Heer BAREND REYKE, Gouver- ___neur en Direeur. De E. Heer CLAAS CRAANE, Opper-Koop- ___man, Secunde en Hoofd- Adminiftrateur. De E. JACOBUS LEONARDUS pr VOS, | Onder - Koopman em Licentmeester , mitsgaders Correfpondent van het Ba- taviaasch Genootfchap. MALrACEC A. De E. Heer PIETER GERARDUS pe BRUIN, Gouverneur en Diredeur. De Heer ANTHONY ABRAHAM WERNDLEY , Opper - Koopman , Se- cunde, en Hoofd - Adminiftrateur. Pe E.‚. CHRISTIAAN GODFRIED ___ BAUMGARTEN, eerfle Klerk van. Politie, en Correfpondent van het Ba- taviaasch Genootfchap. | | CoroMANDEL. De E. Heer REYNIER van VLISSIN- GEN, Gouverneur en Diretteur. EE OT Re ed Cap) De Heer PHILIPPUS JACOBUS DOR De gee De _MIEUX, Opper - Koopman, Secunde en Hoofd- Adminiftrateur. E: GEORGE FRANCOIS JACQUES pe RAVALET , Onder - Koopman, en secunde în Fagernapatnam. — | E. MARTINUS STOFFENBERG, Onder- Koopman , Secretaris van Pa- litie, Kasfier en Correfpondent. Cerron. > Wel-Edele Geftr. Heer Mr. IMAN WILLEM FALK, Dire@eur, A a Heer BARTHOLOMEUS JACOBUS RAKET, Commandeur van Jaffenapats RAI. Heer ARNOLDUS pe LY, Comman- deur van Gale. | 3 [eer DANIEL BURNAT , Opper- Koopman en Desfave te Mature. E. ADRIANUS JOHANNES FRAN- KEN , Koopman en Opperhoofd te Bat- — ticalog. hp E. MATTHEUS HERMANNUS FRANKE, Major Kapitein te Gale. | | Td De C 40 ) De Manh. JOHAN LODEWYK SCHIE DE. De E‚ RUDOLPH SAMUEL TAVEL, Onder - Koopman en Difpencier. De E. JOHANNES REINTOUTS, Onder- Koopman „ Kasfier en Corr efpondent. De E. GERRIT JOHAN pe MOOR, On- _ der - Koopman, Fifcaal en Kasfi jer. De E. MATTHIAS TIETGENS , -Coz- Sumptie- Boekhouder te Mature. | CABO DE Gorpe Hoor. De Heer PIETER HAKKER , Opper-Koop- | man, Secunde en Hoofd-Adminiftrateur. De Heer Mr. WILLEM CORNELIS _ BOERS, Opper - Koopman Indepen- “ dent Fifcaal. De Eerw. Heer JOHANNES FREDERI- ___CUS BODE, Bedienaar des Goddely- ken Woords. De E. JACOBUS JOHANNES re SUEUR, Koopman en Kasfier , mitsgaders Cor- refpondent van het Bataviaasch Genoót- garen. | JAva's Noorp-OosrT-Kusr. De E. Heer JOHANNES SIBERG , Ge- —_ éligeerd Gouverneur en Direteur, ds GK Kk Biden De C ár ) De Eerw. Heer FREDERICUS MONTA: ____NUS, Bedienaar des Goddelyken Woords ie Samarang. De Heer JOHAN MICHIEL van PAN- HUIS, Opper - Koopman en Refident te apara. — De Heer RUDOLPH FLORENTIUS van _pER NIEPOORT, Opper - Koopman en Gezaghebber in de Oost- hoek. De Heer JACOB van SANTEN, Opper- _ Koopman en Hoofd- Admriniftrateur de Samarang. De Heer JAN MATTHYS van RHYN, Opper - Koopman in Rang, en Refident in de Mattarn. De Manh. FREDRIK LODEWYK VAN STRALENDORFF, Capitein van de Cavallery en Eerfte Refi dent te Soura- carta. De Manh. LEENDERT HENDRIK VER- MEHR, Capitein van de Infanterie en Commandant der Militie. De E. ISAAC CORNELIS DOMIS,, Koopman en Refident te Tagal. De E. Mr. NICOLAAS ALEXANDER LELYVELD, Pakhuismeéster en Ne- gotie- Boekhouder te Samarang. De E‚. BAREND WILLEM FOCKENS, Koopman en kx dent te Grisfle, 5 ie De De De C 42 ) E. REYNIER HOUCQUE, Koopman en Fifcaal te Samarang. E. ABRAHAM van HEMERT , Koop- man in Rang, Tweede Refident , Scriba en Soldy Boekhouder te Souracarta. E. JAN FREDERIK AUGUST BON- NEKEN , Opper -Chirurgyn te Sama- rang. | | Manh. FREDERIK SOESTMAN, Luitenant Ingenieur te Samarang. | E. WILLEM ADRIAAN PALM, Onder-Koopman en Refident te Renbang. E. ANTHONY BARKEY, Ornder- Koopman en Secretaris van Politie te Samarans „ mitsgaders Correfpondent van het Batavia:s Genootfchap. E. AMBROSIUS PIETERS TUL- LEKE van HOGENHOEK, Ornder- Koopman en Refident te Paccalongang. E. CAREL PHILIP BOLTZE, Opr- der - Koopman titulair en gezworen Tranflateur. Manh. CAREL FREDRIK von BOOZE; Cornet van de Cavallery te Samarans. Manh. PAUL PAULSEN, Vuendrig te Salatiga. ERDER A - | De E. GERARDUS ROGHE , Boekhouder. en eerfte Klerk van Politie te Samarang. ES der C 43 ) De E. WILLEM KERKMAN, Boekhhuder De De De en Secretaris van Fuftitie te Samarang. E. ANDRIES HARSTING, Onder- Koopman en Adminiftrateurte S0u- _rabaja. É. WOUTER HENDRIK van YS- _SELDYK, Onder - Koopman en Scriba te Sourabaja. E. JACOB van GEERLE, Boekhou- der te Grisfée. BE NG ALE. Heer JOHANNES MATTHEUS ROSS, Direteur. Heer GREGORIUS HERKLOTS, _Opper- Koopman en Secunde, mitsca- ders, Opperhoofd en Pakhuismeefter te Casfi mbazaar. E. JAN PIETER HUMBERT , Koop- man eneerfte in de Kledezaal te Houzly. _E. ANTONY BOGAARD ANTHO- NYSZ., Koopman en eedt Boek- houder aldaar. E. SAMUEL RADERMACHER, Koopman, en Opperhoofd te Pattena. E. GOSEWYN WILLEM HENDRIK pE VRIESE, Onder - Koopman en dweede te Pattena. De C 44) Ë De E. CASPARUS LEONARDUS EIL- BRACHT, Boekhouder en Translateur in de Perfiaanfche en Moor fche Jaalen en Correfpondent. van 't Haraois Ge- nootfchap. | ralf en jie DS De Wel- Edele Geftr. Heer WILLEM JACOB vaN pe GRAAF, Directeur. Lis EAD HE UN, De Heer Mr. ABRAHAM JOSIAS SLUYS- KEN , Opper - Koopman en Hoofd- Ad- miniftrateur , mitsgaders Correfpondeut > van het Bataviaasch Genootfchap. SUMATRAS- WesTKusST, De E. JACOB van HEEMSKERK , 0 per - Koopman en Gezaghebber, mitsga- ders Correfpondent van het Bataviaasch _ Genootfchap. De E. JOSEPH CHALLIER, Koopman en eerfte Adminiftrateur te Padang. De EK. JESAIAS EHRENTROUT, Ox- der- # oopman Fiscaal , Kasfier en Sold Boekhouder aldaar. 5 e De _ „GELBEEK, Commandeur. En. Cor- … #ootfchap. C 45 jÌ „EE. THOMAS van KEMPEN TANSZ; Onder - Koopman en fe er bo Poulo - Chinco. B. JACOB SAMUEL DE RAAFF Onder - Koopman én Secretaris van Po- litie te Padang, mitsgaders Correfpon= dent van het Bataviaasch Genootfchap. sE. JACQUES TEXIER, Onder-Koop- _mamentweede Admmni Brûttur te Padang. Manh: JAN MARTIEN SCHEFFER; Vuendrig en Commündant te Padang. Manh. LUDE WICH KAYZEL ; Vaen- drig en Commandant te Priamans. E. ANTHONY JOHANNES LEUF- TINK, Boekhouder en eerfte. Klerk ‘san’ Politie en Secretaris van Jopie \ dg Padang. HENDRIK RAZOUX, Boethor- ‚ dek Negotie- Overdrager en AN lg er te Padang. b. JOHAN F REDRIK ZU GEL, Boek- | houder, en Refident te Adjer hadja. OMÁirapaar dE oC Heer jo AN GERARD! VAN AN! refpondent. va het PE ld Ge- me De E De De C 46 ) REINIER van HARN, Opper: Ama Secunde en Hoofd - Adminî- ftrateur. E‚ Mr: NICOLAAS WENDELIN BEITS , Koopman Fiscaal en Kasfier. E. JOHAN ANDRIES DAYMI- CHEN , Onder - Koopman en Secreta- ris van Palitie ‚ mitsgaders Correfpon= dent van het Bataviaasch Genootfchap. E. JOHAN ADAM CELLARIUS, Onder - Koopman. en Opperdhaofd “ Cranganoor, B ret eeen Heer LIEVE. NICOLAAS MEY- BAUM, Commandeur. En Correfpon: dent van het. Bataviaasch Genootfchap:- E. WILLEM CHRISTOFFEL EN- GERT, Koopman en Adsminiftrateur: fe A P À Fe Ns Heer AREND ‘WILLEM “FEITH; Opper - Koopman en Opperhoofd. Heer Mr. ÍSAAC TITSING ; Opper: Koopman en Opperhoofd , mitsgaders Correfpondent van het Bataviaasc Ge- nooifchap. hi, n C 42) De E. DIRK VINKEMULDER, Koop: man. en Pakhuismeefter. _— C HrE-R 1 B ON. De Heer Mr. WILLEM van per BE- KE, Opper-Koopman en Refident. Boto 0 auk De E. WILLEM ADRIAAN van ESTE, Onder - Koopman en Opperhoofd. BANJERMASSING. De E. ‘PIETER WALBEEK , Opper- Koopman en verfte Refident. P AL-EMBANG. De E. Mr. GYSBERTUS HEMMY, Koopman enveerfte Refident. De E. Mr. PHILIPPUS JOHANNES VAN. DER STENG, Onder - Koopman en tweede zt dent. | _Puxrria NA De E. WALTER arg dinnde Refidenk 6 8 À- SAMEN TREKKING. OpperditB KEEL LT LAREN 11 Direéteuren. KA ie NG GER. Dirigeerende Rlen. He Ordinaire. Leden te Batavia. . 87. Extra-Ordinaire Leden in . rog: Amboina. ) Banda. Ad KOPRALGN Ce TEN ste ne el ler ge EE: Malacca. sr sk _ Coromandel. Ze iT PER, IL. Caab de goede Hoop. Ae Java’s Noord-Oostkust. 27. srahengale — sarai. PE BREE Ere OT rn RES rd Sumatra’s Westkust. rr. Mallabaar. …. - « ©, 5. Bantam. En tenen te gr Pepans ed eten df …_ Cheribon. … 7 r. LIERSE za B Banjermasfing. j … re Paiembang. … < … % | PURana AE Te Extra-Ordinaire Leden, . 98. - ” te Zaans: oft RO VERHANDELINGEN, VAN HET BATAVIAASCH' GENOOTSCHAP. p ILT PEBE - + . as h B m8 CHR YVIEN Gt 18 “V AN HR E ik EIL AND SU-M-A TR A, ‚IN ZO VERRE HET ZELVE TOT ‚Ts NOG TOE BEKEND IS, | nrd ted < v doeran Mi. A CM. RADERMACHER. etepeerhia van ordre Eiland: | Sumatra, en. deszelfs verdeling. Sn He Biland Sumatrá a 1) in de Gelegens taal der Inwooners.dndelo ge- heid, naamd,ligetusfchen het Schier-Eiland — Malacca’ en het Eiland Java enftrekt ” u azdch 4 { (1) Zie Palentyn oud en nieuw Oost - Indien” s.d, _ X.ftak, 7de. boek in 1723. gefchréeven, en, in 1726 gedrukt, ende Tegenwoordige Staat van alle Volkee Een Eden pag. 219. KN A a Geberg- tens. Op veele plaatfen onbe- — woonbaar. Leevens- „middelen. va Befchryving van het zich Noord-West en Zuid-Oost van omtrent 6 gr: Zuider tot 5 en 1 half gr: Noorderbreedte; de lengte is dus aanmerkelyk, en beflaat byna goo duit- fche mylen , doch op zyn breedfte is het nog geene 40 mylen. S. 2. Een hooge fchaakel van ber- gen, die zich midden in het Eiland door zyne lengte ftrekt, verdeelt het in twee deelen ; de West- en Oostkust, ‘welken aan ieder kant niet boven de 17 myten breed zullen zyn. S. 3. Het land ís vol moerasfen en poelen , die met kreupel-bosfchen be- groeid zyn, en het heeft verfcheidene bosfchen en wildernisfen , ter bewoo- ning van menfchen onbekwaam ; het geen egter weder vergoed wordt door de vruchtbaarheid der ftranden. S. 4. Het land is wel voorzien van Bifeh Rund- en Pluimvee. Inde bos- fchen vindt men ookO/iphanten, Reno- ceresen Tygers, ende Zeeleeverteen overvloed van Visch. Alle Boom-Aar- de enVeld-vruchten,die aan Javaecigen zyn , komen hier ook weelderig wi „5 Eiland Sumatra. the S. s. Doch de Peper , Campher en Canibhet, Benzuin zyn de hoofd produéten , die isd niet het kostbaar Goud den handel hier” trekken. S. 6. Het Goud wordt op veele Myn: ftof« plaatfen gegraaven , en is van verfchil- @n- lend gehalte. De Myn Caye,gelegen in de Tigablas, naast de Douapoulo Cottas, diep 8 vadems, levert Stof- Goud. goud van circa 18 caraat. | Doch die van Sipini, elst by en omtrent de voorenftaande aan de voet van den berg, gegraaven in de diep- te van io vadems , levert Goud van circa 19 en 1 half caraat. Men vind op fommige plaatfe Goud van 22 caraat. Ook vindt men ‘er Zhin- Ertes ge-Thin. graaven uit den berg Songipatgo , gele- gen een dag reizens noordwaards bo- ven Songitrap; deeze eenen berg is maar bekend en leevert weinig op. Er wordt Îzer- Ertz uit den bat Yzer, _ Toerawang, gelegen een dag reizens noordwaards, beneden Songitrap, twee voet diep gegraaven. 3 Swa à _Befchryving van het Sf ‚) „Swavel-Aarde uit een vuurberg, ge- „legen-een/dag-réizens-van.Priamang s “oostwaarts,zynde dit de horde Cp_y- matra, ende twee andere zyngelegen totPasfaman g‚en de Tigablas cottas;de- zei ebs, WETPaR, „een goeie: gldatieeint. ib … nt er eaf { Vert: aar- Bak ares of de gfönd. in de Ne- gorie Schitadie , by eh omtrent den beo vuufberg gelegen ;-dezelwe-wordt by den Maleier voorverwe gebruikt, na, alvoorens fyn gemaalen, en met het wit van eer Ei en” Ciapper Oty dd moaget te dberhesn ne 3 Zouteaar. Tanna diane. sp zoute Jae Zyn- en dede grond van eenige heuveltjes tot. Cottabaroe , welke aarde van die uit- „werking.is, dat. byna daar in niets wil groeien, waarom men die noemt Zaz- na Jeha, a Pottebak. _ 7; ann, Gibe. of Hard- SE, de-. kers aar zelve wordt op de meeste plaatfen van het gebergte gebruikt tot het maaken van potten: en. Prdaen, te de ander nge Î ge ak 7 Dit Eiland is Bia) € n on "Eiland Sumatra 7 (2) niet, als men het wel befchryft , en de -ziektens verfcheelen veel naar tyd en plaats. Baros door zyne veele Campher boomen-en Indrapoura door ‘zyn drabbig water „ zyn zeer onge- zond „daar en tegen weet men op Padang van geene Ziektens, _$-8. De Inwooners kunnen in twee Inwooners « ene onderfcheiden worden; de Berg-volkeren zyn de oude Inwooners Berg - vol. van ‘die Eiland ‚, en hunnen oorfprong keren. ligt in-de duisternisfesder aloudheid dusdanig diep begraavén , dat dezelve nauwlyks kan opgedolven worden; voor al, dewyl zy in de grootfte on- weetendheid, byna zonder de minfte Letter- of Schryf -kunde , leevende, van htünne oude Hiftorien geene de minfte gedenkftukken weeten aan te wyzen, en hunne mondelinge over- leveringen uit loutere beuzelingen , en lompe verfierzelen beftaan , die geene de minfte opmerkzaamheid ver- dienen. | Dee- (2) Zeker Schryver, Elias Hesfe, noemt de West- kust k Pest - kust, 8 Befthryving van het Deeze Volkeren zyn onbefchaafd, meest Heidenen , of liever zonder Godsdienst , degroote uitgezonderd, die voor Mahometaanen willen gere- kend worden; voorts zyn zy moord- …__daad1g roofziek ‚ verraaderlyk „ doch teevens lafhartig en bevreesd. Die ge- woon zynmet hun Goud na de ftran- demafte komen, en het zelve tegen ‚andere benodigdheden, inzonderheid Linnen, Yzer en Zout te vermangelen, zyn; door den omgang met de ftrand- volkeren en vreemde handelaars, eeni- ger maate befehaafder en handelbaar- der geworden. (3) | Sbrinddete 24420 07 and: volkeren zyn meest uit- keren, _heemfche. en waarfchynlyk van. ver- fcheiden land - aart. Men wil, dat ten - tyde het ryk van China door de Tartaa- ren ten onder gebragt was, veelen van de Inwooners de wyk paar dit Eiland genomen, en de ftranden voor een. ge- deelte bevolkt hebben. En vermits Sumatra, zoo wel als Java, in overou- de tyden , onder de Koningen van Siam, is cynsbaar geweest , ftelt men niet (3) De voornaame zyn de Batasfers waar van Wy in hohe de zeden zullen befchryven. < Eiland Sumatra. 9 niet-onwaaffchynlyk , dat ook veele volk-plantingen , uit dat overheer- fchend Ryk, herwaards overgevoerd zyn, en zich langs de ftranden neder- gcflagen hebben ; een vermoeden, dat, ten opzichte van Java, nog merk- lyk gevestigd is door de fteenen Afgod- beelden, die men’aldaar op meer dan eene plaats gevonden heeft. Maar dat inzonderheid ook verfcheiden van de _paby liggende Maleidfche volkeren, van den vasten overwal van Azië,over- geftooken zyn, en de ftranden in me- nigte bevolkt hebben, geeft hunne | he ekhist in taal en zeden ge- noegzaam te kennen : hoe het zy, “de flrand - volkeren van deeze Kust zyn van de ftrand-Javaanen weinig onder- fcheiden en de groote gelykvormig- heid van geftalte, kleeding , zeden, en Gemoedsneigingen fchynt ons niet duister op eenen gemeenen oorfprong van beiden te wyzen. $. 9. De Inlander verdeelt het Ei-Verdee- land in drie Hoofd- Landfchappen „nggerlne die genoegzaam even groot Zyn. Het eerfte Deel, dat Ballum Ary zita | en ook Kampang genaamd wordt , isdeel. As het zo Befchryving van het het zuid-oostelyke derde van het Ei- land, en begintaan den oostkant met het Koningryk Palembang ‚ en eindigt aan den westkant by het ryk van Ma- jatta 5 zoo dat daar onder gehooren het Koningryk Palembang „de gehee- le Kust van daar tot de ftraat Sunda toe; al ‘tgeen aan die Straat ligt, ookde _ Lampons, en Bankahoeloe. De voor- naamfte voortbrengzelen van dit land- fchap beftaat in de peper,en. het thin dat Palembang levert , fchoon dit Me- taal eigenlyk niet op. Sumatra maar op ‘tEiland Banka t'huis hoort. Het tweede. Deel is het middelfte derde van ’t Eiland, en wordt Ma- ningcabo genaamd; het begint aan den oostkant van ’t Koningryk van Palem- bang noordwaards tot de rivier Siak, en aan den westkant met het Ryk van Majatta mede noordwaarts tot de ri- vier Sinkol , en behelst dus het Ko- ningryk Jamby en Andragiri, en het __Keizerryk van Maningcabo , en-op. de westkust het Keizerryk van Indra- poura met alte de verdere plaatfen, die tans onze bezittingen. op, deeze Kust uitmaaken. Dit Land geeft pe- per E NX Eiland Sumatra. Er __per,ryst, goud; .benzuin; kampher, en-heeft ook zilver-mynen ;-die niet beärbeid, wórden, om dat de: kosten niet goedte maaken zyn:-ook- wordtje hier veel klapper-oly-geperst; wilde kaneel valt’er mede, en veel katoen, en dat het fukkerriet hier ook „wel voortwil, hebben de Engelfchen door ë aanleggen van Plantagien-op: Ban- kahoeloe beweezen. “Het derde’ Deel is het noordelyke Nöörder- van ’tEiland, en wordt Balla gehee- in, 5029 ten. Het begint aan denoostkäht met 2% de rivier Siak en ‘aan den westkant, «ox met die van Sinkol, tot aan de erigte vab van Malacca: ' Het bevat in zich het Konihgryk Atchin en de daar onder. hoorende Ryken, als Peder „ Pacem en Dely, en is mede zeer vruchtbaar | in EE peper, en reukwerken. HE Aloe Koningryk-x van. Aschin, _ eigenlyk-.Arsfeh. „$. to. Beftaat thans nog in het ge- Atchin. … heele noorder gedeelte van het Eiland zo even Balla genaamd. . Red ke) oen v4 | t: Befchryving van het Toende Europeezen het eerst in In- diën kwamen regeerde hier een Slaaf, die zich in den Jaare 1547. , door den dood van zyn meefter , tot Koning hadde opgeworpen. _ Zyne opvolgers veroverden in 1621. de geheele Kust, zuidwaards tot Padang toe. Aangomst Sir. In 1506. kwamen de Portu- ezen geezen reeds op Atchin „ de Engel- Engel- fchen in 1602; de Hollanders zyn ze- Nederlag: dertden 2 April 1595. reedsop deeze ders, Kust en kwamen in 1599. te Atchin. Ja, zelfs zondt de Vorst in 1602. een ge- zantfchap naar Nederland. In 1606. lag hier ook een Koopman als Opper- hoofd, in 1616. is dit Comptoir weder opgebroken, en zedert noch eenige _ reizen herfteld, tot dat in den jaare 1667. de Nederlandfche Compagnie de Atchinners deeze geheele Kust tot Baros toe, weder afnam en deszelfs Hoofd Comptoir op Padang plaatfte. DeStad. $. 12. De Stad Atsfch ligt aan eene fchoone breede rivier, die met een arm door dezelve loopt; en met het laag- Eiland Sumatra. 13 laagfte water noch vier voet op de bank heeft, en een fnaphaan-fchoot daar buiten is de Rheede. _ De Stad ligt op eenen vlakken grond drie mylen van het gebergte: zy be- {taat uit omtrent 8ooo huizen , die op ftaaken gebouwd zyn, tegen de over- ftroomingen der rivier. S. 13. Deeze Stad is niet meer in dien ftaat , door de vermindering ha- rer handel , die thans eeniglyk beftaat _ in eenige Engelfche Schepen en Chi- neefche Jonken, die ‘er Goud en Pe- per, voor Amphioen, Slaaven en Chi-_ neefche waaren, komen verruilen. TIL Het Land der Batasfers. S. 14. Bezuiden Atchin trekken zich uit de gebergtens van Papa en Deira, befaamd door de Benzuin en Batacheeft drie Ryk- « jes. Kampher, die daar in groote menigte vande edelfte foort ingezaameld wor den, door de bewooners dier bergen, die onder den naam van Batasfers be: kend zyn. | au Befchryving van het | „Dit Ryk der Batasfers, of eigenlyk Data: ftrekt zich midden door het, Eiland, tot aan de oostkust „enfchynt nog.bewoond te worden doöt de na- tuurlyke inboorlingen. Het zelve is verdeeld | in drie Rykjes. Ë eRykie “Gts. Het Ryk Simamora ‚dat Simamore. Jandwaards in , oostwaards, een groot aantal „van Negeryen bezit , „onder anderen Batong, Ria, Allas, Batâ- dera, Kapkap, daar het land begint, waar „de -kampher en benzuin groeit, Bátaholberg , Kotta Tingi, de zetel- plâatfe des Konings, en van daar komt menvâantwee. Negeryen , aan” het oosterftrand liggende, Suitara male en Jamboe ayer genaamd. Levert Hetzelve levért uit de mynen van Goud van | za caraat. a ie en, goud van 22 9% eRykje gie tret Rykje pacafiindong serie. heeft mede eene gróote menigte Ne- geryen waar van fommigen benzuin anderéft zeer hoog goud geeven.: De zetel van den Koning is te Silindong; en ge Negery Bato Hopit ligtaanden . voet * _ : . / ) “Eiland Sumtira 35 woet van een brandenden berg Van grandende dien naam, waar uit de Batasfers op Bers. zekere-tydefì, wanneer dezelve uit- fcheidt met branden,de zwavel haalen; die zy in hun buskruit gebruiken. $. 17. Het Rykje Boetar ligt ten rytje noordoosten van het voorige, en ftrekt Boetar, zich uit tot aan de oost-kust van Su- _matra „ doch het zelve heeft noch campher noch benzuin, noch goud en de Inwooners leeven er alleen van de landvruchten en ryst. “De Negery Boetar is de zetel der Negery Koningen. Aan het oosterftrand heeft gr het de Negeryen Poelo Serony, en °“eet Batoe Bara, dat een groote handel ‚ plaats is. Lontong en Sirigar liggen mede aan de oost-kust, aan den mond van ee- ne groote rivier, Asfahang genaamd. S. 18. De Inwooners deezer Ryken coas- hebben verfcheidene verdichtzelen „dierttige die men kortelyk zal-aanhaalen. Zy er- bin kennen drie Goden, die- de waereld: regeeren „ -Battara Goeroe , Sorie Pada, en, Mangalla hoelang; fie: De „16 Befchryving van het De eerfte regeert (zeggen zy) in den Hemel, -en is de Vader van het ganfche Menschdom, en gedeeltelyk de Schepper der Aarde , namentlyk - in diervoegen , dat de Aarde, van den beginne af, door eenen , Nagapadoha genaamd , op het hoofd gedragen is geworden, doch dat die Nagapadoha, dien lastmoede zynde , zyn hoofd ge- fchud hadt, en dat de Aarde toen ver- zonken,en niets anders dan water in de waereld overgebleeven was. Zy weeten niet waar deeze cerfte Aarde en het water van daan gekomen zyn, of wie dezelven gefchapen heeft; doch zy zeggen, dat, wanneer ’er niets anders dan water was, de voornaam- fte hunner Goden , naamelyk Batarra Goeroe , eene dochter met naame Poe- ta Orla Boelan hadt, die uit den He- mel verzocht naar beneden te mogen daalen , en dat dezelve , op eene witte Nagt-uil, met een Hond by zich, af- kwam en dewyl zy hier beneden , we- gens het water „ niet konde duuren à zoo hadt haar Vader Batarra Goeroe, eenen zeer hoogen berg genaamd Ba- karra, in het Land van Bara liggen- de, . à n ENEN NEEN EN ET 25 „Eiland Sumatra, i7 de, uit den Hemel laaten vallen , tot eene wooning voor zyne dochter; dat van dien Berg al het overige Land al- lengskens dangegroeid-is; de waereld nog door den voormelden- Nagapa- dohagedraagen wordt ;en BatarraGoes roe zynen Zoon Layang Layang Mans di genaamd, die vliegen kon, uit den Hemel gezonden heeft, om Nagapa- doha handen en voeten te kluisteren , opdat hy de Aarde nimmer weder konde laaten verzinken, , Pietì Orla Boelan hadt vervolgens, na eenigen tyd op aarde gewoond te hebben, drie Zoonet en drie Dochters gebdart, die het ganfche Menfche= lyk geflacht voortgeplant hebben, Detweede hunnerGodenSoriePadg genaamd, zeggen zy, dat het beftier der lucht tusfchen den Hemelende de Aarde waarneemt „ en aan den derden van hunne verdichte Opperwezens, eigenen zy het beftier der Aarde toe 4 doch deeze twee worden genoegzaam als.af hanglyk van hunnen eerstges noemden afgod aangezien. Voor het ndi). Deel. B overie Aardbee- vingen. Kwaa ze Geetten. 18 « _Befchryving van het overige hebben zy nog zoo veele Go: den,als ‘er verfcheiden voorwerpen op den Aardbol en omftandigheden in de menfchelyke zaamenleeving te vin- den zyn; overdezee, over de rivie- ren, over de bosfchen , over den oor- log en meer anderen, die ik kortheids- we hd voorby zal gaan. | De oorzaak der aardbeevingen fchry- ven zy aan den voormelden Nagapa- doha toe, die de Aarde op zyne drie hoornen draagt, en als dan zyn hoofd’ fchudt. Godsdienst - oeffeningen zyn henlieden onbekend; zy ftellen vier booze Geestén in de waereld, wien zy al het kwaad, dat den Menfchen overkomt , toewyten, Deeze vier Duivels woonen op vier onderfcheidene Bergen van het land- fchap Bata ,en zyn genaamd $ombaon Marapalon „ Sombaon dolok Godan; Sombaon dolok Lesfa, en Sombaon do- lok Pitoe, en wanneer zy iets nadeeligs, van welken aart het ook moge zyn; ontmoeten, gelooven zy , dat de be- dienden van een dier Goden daar aan fchuldig zyn. Weshalven zy zich by | EI | pe Eiland Suùmaotrô: Peen een van hunne Priesters of Leermees- ters, en kundige in hunne verdicht- zelen vervoegen , die zich als dan aan het toveren begeeft, en uit een door- gefneeden Limoen of Citroen onder- zoekt, wie van hen het kwaad te we- ge gebragt heeft en welke, midde- len”er moeten dangewend worden „om dien boozen Geest te bevreedigen3 het welk altoos uitkomt op het offeren van een buffel, varken, geit, of op. dat geen , het welk de ‘Priester dien wi het meeste wenfcht te eeten. LDoch vooraf terdoekee zi de drie ofrerhan- Eóteri om hulpe, en offeren hen centr paard, een koebeest, een hond , een varken, een hoen, of dat geen; het welk de Priester hun oplegt 5 dit {tuk vee, voor deeze opperste Goden; moet geheel wit Zyn. De Batasfers hebben ook een, doch Onfterfe- zeer gering en verward’ denkbeeld van de onfterffelykheid der menfchelyke““ ziele, en van een toekomend gelukkig of ongelukkig leeven , het welk zy op deeze wyze befchryven., dat de ziel der ftervenden uit de neusgaten Pe be r Ziele, B 2 uit- 20 Befthryving van het uitvaart , en door den wind wegge- voerd wordt, te weeten : + De Ziel van iemand die wel geleefd heeft, naar den Hemel, en die der kwaad- doeners „ naar eene groote Kwalie of Pan, alwaar zy met vuur geftookt en gekweld worden , tot dat de opperfte hunner Goden Batarra Goeroe oordeelt , dat zy genoeg voor hunne zonden geleeden hebben , zich. over dezelven ontfermt, en hen by zich in den Hemel neemt. En dat ’er eindelyk een tyd zal komen, dat de ketenen en bánden van Nagapadoha verfleeten zullen zyn 5 als wanneer hy al wederom de waereld zal laaten ver- zinken, en dat de zon als dan maar één el lang van de aarde zal zyn; mitsgaders dat de zielen der geenen ; die wel geleeft hebben , en die by dee- zen jongften dag nog in leeven zul- len zyn, insgelyks ten hemel zullen vaaren , en die der boozen, door de onverdraagelyke hitte , der genaaken- de zon, naar de voorfchreevene Pan of Ketel , om daar in dooreen dienaar van BatarraGoeroe, Siraija Goeroe ge- naamd , df …_ Eiland Sumatra. 21 naamd , met vuur gekweld te worden , tot dat zy , voor hunne boosheden ge- noeg geboet hebbende , door den op- perften der Goden in den hemel wor- den opgenomen, S. 19. Ieder der drie Batasft Konin- Regering, gen regeert in zyne Refidentieplaats volftrektlyk , geeft zyne bevelen om- trent alles, wat tot bevordering der welvaardt van zyne Negery kan ftrek- ken , en beflischt alle twist- en rechts-. zaaken, De Koningen hebben van hunne Re- fidentieplaats geene andere inkomsten dan, wanneer zy iemand over éénig uitgevoerd kwaad , in eene boete be-_ flaan , het welk altoos op een buffel, koebeest, varken of eenig kleener ftuk vee , naar maate van de grootheid der misdaad , uitkomt, Over hunne onderhoorige Nege- ryen voeren zy byna geen het mins-_ te gebied. leder Negery heeft haar Hoofd, | die uit des Konings geflacht moet zyn, it 0 en ee _ Befthryvingswvan het en even-zoo volftrektlyk over zyne onderhoorige regeert, als de Koning in dehoofdplaats doet. Edoch wan- neer het Hoofd der Negery in zyne regeering of in de beflisfing van ftryd- zaaken tegenftand ontmoet , wend hy zig tot den Koning om hulp, die als dan zyn Spiets of Piek , waar op zyn Wapen gegraveerd is, derwaards zendt, om de onderdaanen te bewee- gen, naar het Hoofd der Negery te luisteren „ en indien men daar ook niet om geeft, dan zendt de Koning bevel aan het Hoofd der Negery , om de onwilligen door de wapenen tot gehoorzaamheid te dwingen , dit is al het gezag, dat de Koningen buiten hunne Refidentie-plaatfen over de on- derhoorige Negeryen oeffenen. Zy hebben ook geene de minste in- komsten uit die plaatfen , en moeten, gelyk alle Hoofden der mindere Ne- geryén, beftaan uit hunne eigene mid -delen-en landeryen. De Succesfie of opvolging der Ko- ningen, zoo wel als die der Hoofden van mindere Negeryen, is alleen in | ak: ‘ de “Eiland Sumatra. 25 de mannelyke nakomelingen erflyk , de Vrouwen zyn daar van uitgefloten en wanneer een. Koningof een Hoofd van de onderhoorige plaatfen geene mannelyke erven nalaat , volgt de Broeder of des Broeders Zoon of Kleenzoon op. N De voornoemde Koningryken heb- ben met elkanderen een verbond, om zich gezamentlykerhand te verwee- ren, wanneer een van de drie, door vreemde ‚Natien, vyandlyk aangetast wordt, “en dit is ook alle zaamenhang , die deeze drie Rykjes onder elkande- ren hebben en onderhouden. S. 20. Hunne gemeene Taal is be- Taal4 halven eenige weinige woorden,die zy met de maleyers gemeen hebben, ten eenemaale van alle andere Taalen van het Eiland Swmatra onderfcheiden. Zy fchryven, gelyk de Europeezen, van: vin tinker naar de rechter hand. S.ar. Ze gebruiken de bast van Batare boomen om op te fchryven, of zy Brief graveeren hunne fchriften op Bam- rai ‚Men zal hunnen ftyl best kun- dd > RD 4 nen 54 Befchryving van het ge en leeren keinen uit den volgendes rief, ie Radja Le âmoe Poeni Maìma ay rohani ‚ranapoeang inanon ani dagnada ibana loepa di parbochi- tan na de Báta di gienjang ay ado hant loepa di Radja Baros dohot di Gompom oelanda alam ay ado dape roham Radja nami di parhi hami toetano horlangon ya goe-an-ah nîni ongorts toetoe- ma Silangdidi taban dohot nafòg rata tano ‘horlangon bato penoe madi ranoe ongoris. Dat. wil zeggen: Radja Lelo (Koning over de maleid- fche Inwoonders van korlang) is al’£ gedert lang van voorneemen geweest, Poeni Maïma (Koning der Batasfers van korlang) te vermoorden ; doch hy (Poeni Maïma)) zal in eeuwigheid niet vergeeten , wat hy voor den opperften der Goden, die inden Hemel regeert „ beloofd heeft , en indien hy het ver- geet , dan vergeet hy ook den Koning van Baros, en de Hollandfche Com- pagnie. Daarom verzoekt hy a NE Elland Sumatra. 25 Koning (van Baros) om ons korlangers indien het hem behaagt, te helpen, indien wy geen hulp erlangen , zal on- ze Vyand Silongdidi zekerlyk , uit naam der Europeezen , het ganfche Land van korlang komen inheemen , en die van Bato penoe in kettingen d luisteren, $e2a. Oorfpronglyke boeken heb- Hunne ben de Batasfers niet, om dat zy niet Boeken. fchryven dan op bast van boomen , en rondsom bamboezen, echter hebben zy eenige van hunne oude fabelen, die alle op kinder-vertelzelen uitko- men „ op bast van boomen opgete- kend, ‚ Wanneer zy iets willen aanteke- nen, neemen zy de bast van zekeren boom, dien zy Aliem noemen, en fchaaven dezelve zoo fyn en dun als papier, vervolgens beftryken zy de- zelve met Rystwater; de Inkt die zy gebruiken, om daar op te fchryven, maaken zy van roet van Dammêrof _inlandfche harpuis, gemengd met de zap van zuiker-riet, en met dic van (paaatehe peper. B. [ \ B 5 $-23, Heilig Boek, Zeden. 26 Befthryving van het ‚9.23. De Heer StBere , Gouverneur van Java „heeft aan het Genootfchap vereerd een van hunne Heilige boe- ken,‚omtrent drie duimlang, even breed en dik in een lederen band, vol met hunne Caracters gefchreeven, en waar- mede zy in alle gevallen van ’t leeven eerst raadpleegen , door middel van een klein ftuk bamboes , waar op , ins- gelyks eenige Caraters gefchreeven zyn en met hetwelk zy dit Raadzel- boek vergelyken; doch de Batasfer , die hem dit heeft gegeeven, heeft hem ’t zelve niet voldoende kunnen uitleg- gen, waartoe men in het vervolg ech- ter geene moeite zal fpaaren. S. 24. De Inwoonders zyn Heide- nen, en hunne leevenswyze is ook _ volmaakt heidens: zy eeten alle die- ren, zonder de minste uitzondering 5 zy ééten ook Menfchen , doch niet anders als misdadigers , en in Oorlogs- tyden, de vyanden „die gevaarlyk ge= kwetst, of gefneuveld zyn ,endie zy machtig kunnen worden; ligt gekwets= te, of ongekwetfte gevangene wor- dentot goedmaaking der et pe 76 ap ten verkocht. 19q | …D AL: Wan: Eiland Sumatras, 27 „Wanneer een getrouwd man, met Wetten. eene getrouwde vrouw” overfpel pleegt , betrapt en door getuigen overtuigd wordt, dan laat-de Koning of het Hoofd der Negery den over- fpeeler aan een paal binden, en geeft zyne toeftemming aan den beledigden man, om hem te vermoorden, die zulks ook zeer gretig ten uitvoer brengt, endaar na het doode Jighaam. aan ftukken fnyd , een ftuk- daar van. voor hem en zyn huisgezin behoudt, en de overigen aan de aanfchouwers,_ uitdeelt : vervolgens word ’er vuur ge- maakt, en een ieder braad het zyne met zout en peper, en eet het op; dusdanigleven zy ook metde vyanden die in den oorlog gevangen worden. … Het hoofd van den misdaadiger „wordt alleen door den beledigden be- waard, om het te verkoopen aan zyne naastbeftaanden, die het begraaven; doch een jongman met eene gehuwde „vrouw echtbreuk bedryvende, wordt alleenlyk door zyne ouders gebannen, om de wraak van den beledigden te ontgaan. | Nacht- 28 Befthryving van het Nachtdieven en Huisbrekers wor- den by hun op de zelfde wyze als dub- belde echtbreekers geftraft, doch de misdaad welke by hun het meeste verfoeid wordt, is ‘de onnatuurlyke zonden , welker bedryvers in een zak ‘gebonden, en in het water verftikt, „worden. Een dief, als by nacht fteeldt, kan volftaan , met het geftolen goed ‘dub. beld te vergoeden, Op doodflag ftaat by hun geene andere ftraffe , dan dat de daader den. nedergeflagenen Op Zy- ne kosten moet laaten begraaven en dat hy een feest moet aanrichten , om de vrienden van den overleedenen te ‘onthaalen; en indien de doodflager zooarmis, dat hy die kosten niet kan doen, wordt het door zyne naast be- _ftaanden vericht,die hem daar voor tot re ken, Slaaf maaken , en indien die ook arm zyn, zoo wordt hy door de naafte vrienden van. den nedergeflagenen voor Slaaf verkocht, en in zelfder voege worden alle overige misdaaden by hun geboet, S. 25. Wanneer een ni “Tánziaes wil trouwen en hy genegenheid voor ee- ne „Eiland Sumatra 29 ne jonge dochter heeft, gaat zyn Va- der by de Ouders van dat Meisje , omze voor zyn Zoon te vragen; in= dien zy genegen zyn. haar dochter te _geeven, wordt ’er een tyd bepaald , wanneer en waar de dochter zig gansch naakt zal gaan baden; De Jongman, van dit tydftip verwittigd zynde , be- geeft zich naar die plaats, om zyne naakte Braidte befchouwen en te zien, of zy ook eenige uiterlyke lighaame- Iyke gebreken aan haar lyf hebbe. Indien de Jongman eenig gebrek; het zy wonden , kwaden -uitflag , _krommeleden, of iets anders dat hem van het meisje afkeering maakt, aan haar lyf ontdekt, als dan heeft het huwelyk geenen voortgang; doch de Jongmanin tegendeel geene gebreken of ten minften geene zulke gebreken, die hem een tegenzin inboezemen, aan haar lyf vindende, gaat zyne Ouders daar van kennis geeven; als dan wordt ‘er tusfchen de wederzyd- fche Ouders gehandeld over denprys;, - waar voor de Bruidegom zyne ‘aan- ftaande Bruid zal moeten koopen, en hier in overeengekomen zynde; gee- Gu e 5 ven ee) Befthryving van het ven zy elkander over en weder een onderpand tot bewys, dat het Huwe- Iyk zynen voortgang zal hebben. Het pand, dat de Vader van den Bruide- gom geeft, is een houwer, die van de Bruid geeft, gewoonlyk, ‘een kris of dolk, en eenig linnen tot kleeding 3 hier na wordt ‘er een dag tot de vol- trekking des Huwelyks bepaald, en die dag verfcheenen zynde, worden alle inwooneren der Negery door den Vader der Bruid verzocht, om tegens den avond te komen eeten , en vreug- debedryven te oeffenen. Wanneer de gasten aan het huis van der Bruids Vader vergaderd zyn, wordt de Brui- degom door twee Mans. en twee Vrouwsperzoonen afgehaald, en die verfcheenen zynde , treedt men tot de voltrekking des Huwelyks in deezer voege; de Bruidegom en Bruid wor- den nevens elkanderen geplaatst ; voor den Bruidegom ftaat eene oude, en voor de Bruid eene jonge Vrouw ; ‘dan komt de Vader van de Bruid met een ftuk Linnen, en hangt het over de fchouders van Bruid en Bruidegom,die ieder een punt daar van vast houden; bier na wordt hun een fchotel met ú dd e- “EiidSumora) 3 kele gekookte Ryst voorgezet; de voormelde oude vrouw neemt döhand van den Brúidegom; en lest ‘dézelve op de Ryst, en de jonge vrouw doet het zelve met de hand van de Bruid, en na dat zylieden twee keeren: een mond vol daar van te-zaamen geproefd hebben , wordt die fchotel weggeno- men, en eene andere » met Nasfi-kbe- ning, of geele Ryst, aangebragt; waar van zy insgelyks met de zelfde plegtigheid twee keeren iets moëten eeten 5; dit gefehied zynde , wenscht hun een ieder geluk met hunne ver? binding, en hiër’ná worden zy. door de oude en de j: jonge vrouw na hünne flaapplaats geleid, alwaar zy eerst met hun, vieren te zaamen hunne maaltyd doen, en vervolgens zig te fläapen leggen. De bejaarde en de jonge Vrouw blyven deezen eerften nacht over. a de ett erkende a 7 DeBruidi is nooit Glide dtbevaaid in sar huwelyks - plichten , want de Ouders - die een Dochter hebben, zyn gewoon dezelve: by tyds te laaten ondefrich- ten, ten einde zy-niet bevreesd moge zyn, wanneer Zy moet trouwen. Op he den 84 Befthryving van het den dag na de Bruiloftsnacht is ’er wederom een Feest en vreugdebedry= ving aan het huis van de Bruids Va- ner, en op den tweeden dag brengt de eg zyne Vrouw naar zyn Vaders uis, waar mede alle welness: tigheden een einde neemen. - | Zy kunnen ook zoo veel Vrouwen „neemen, als zy willen, en in ftaat zyn op voorengemelde wyze plegtig te Huwelyken ente onderhouden; dat is te zeggen, daar behoeft juist by alle Huwelyken zoo veel omflag en kosten, als hier vooren befchreeven is, niet gemaakt te worden, als zy maar de weezenlyke plegtigheid , die de voltrekking des Huwelyks uit- _ maakt, in acht neemen. ‘Er is gezegd, dat de Bruidegom zyne Bruid moet koopen; hier door komt het, dat de Man, na de vol- trekking des huwelyks . ‚ volkomen Eigenaar van zyne vrouw wordt, en dat hy dezelve, zoo wel als de kin- deren, die hy met haar geteeld heeft , naar Zyn goeddnnken , kan a verpanden of verkoopen, IE LEN En Eiland Sumatra. 33: „En alzoode Batasfers „groote lief- hebbers van „dobbelen ‚zyn „ ge- beurt hetal dikwyls, dat zy, al hun geld en. goed. verfpeeld. hebbende, vrouw en ‘kinderen verkoopen, ja zich zelfs in laaverny moeten over- geenen, | … Indien een Batasfer iets zn een e dar leent,-het-zy geld of goed, ryst of beesten, en hy geen zorg draagt, omhetfchielyk te betaalen, of in na- tura wederom te geeven.: loopt’erie- der jaar een capitaal intresfen op, en wanneer de fchuld-eisfcher niet langer wachten » wil, en de fchuldenaar bui- ten ftaat iste voldoen , wordt hy ins- gal ykavoor de fchuld alsllaaf verkocht. „9.26. By de ien van een kind Geboorte hebben zy geene andere plegtigheden en gewoontens, alsdat de kraam vrouw ‚ na het kraamen, zeven dagente huis moet blyven , en geduurig met den rug tegens een vuur Zitten ,„ om den boo- zengeest, zoo als zy zeggen ‚ van haar af te weeren; op den agtften dag wordt er een gaftmaal aangericht, waar op eene meenigte meníchen ‚ benêvens keda Deel. he ‚een _ se Bekbrpink vanBe een: Priestêr 3’ verzogt worden „Om het kind*éenen naam te g&öven ; doeh de Priester moet voor af uit’ eene le- vendig opehgefneedene zwarte henne onderzoeken ; of het kind in het lee- ven: zal- ben: of niets ín het eerfte geval ontvangt het kind eenen faam doch indien de Priester zegt, dat het nietoud-zal worden , acht'mèn het der moeite. niet waerd, het°Zelve eenen naam te geeven ; de naam afordt door het gezelfehap- uitgedacht en wan neer ’etsedn-voorgeflágón is; neemt men , om te-beflisfchen’of “den naam plaats zal hebben of niet, blindelings eenige korrels uit een-zak met ryst / en telt dezelven: Indien ‘de korrels een effen getal uitmaaken ; wordt de __ naam goedgekeurd „doch ZOO dikwyls zy onëffen zy, moet hêt gezelfchap eenen anderen naam opgeeven, to ‘er eens een effen getal korrels gegree- pen iwordesh aart HImESTA Jt KI ' ee si n 3 EHVN LA FROULL s Begraave- — $- #7 Wanneer een Batasfer-komt nis, te fterven ; wordt zyn geheelé Fami lie byelkanderer geroepen; om dem overleedenen te befchouwen; dan worden?êr eenige Menfchen ban de ISS … tes de 5e “Eùlond SimraS 33 bosfchen gezonden , om eenen dikkên boom’te zoeker, bekwaam om et eén deodkist uit’ te’ maaken: van ‘dëezen boom kappen zy een {tükaf’, het welk zy in de lengte door middert’ klooven; beide deeze'ftukken worden dusdanig uitgehold „dat er plaats genoeg in is, omhet Lyk daar inteleggen , ‘en aan de kanten zoo effen en glad gemaakt; dat Zy op elkanderen weeet CT fri VRG od AD 10 GO Ede SDelmhidens van di Kist reertiën al- ed én jong “varken mede naär het bosch; -gedeêltelyk ‘om het dadr' te geren; engedeeltelyk, om de dood- kist met epe wad van bIlten te be- red A lan ANS Bi 1u. „4u dai MOT) rwaabende? kbs klaár is „wörat zij tiaár Bet Perf - huis: gebrägt’, én/de overleedenë met een matje van onde. ren, en met een ftrook linméri vn böe ven toegedekt, daar in gelegt; als dan worden de” Bil klosfen hóùt } waar ùîtde kist gemaakt is. „aan beide ein- déiten in het midden méet/bindföttink gen’aan malkanderen gefjord,' et dê vóëgen met harptis befimeérdes hier AA blyít de kist met het Lyk nog’ Me, Te C 2 had id 9 ’ 36 Befchtyving van het | dagen in huis „geduurende dewelken ’er. groote feeften en, gastmaalen aan het fterf-huis gehouden worden , waar toe een teder van des overleedenen naaftbeftaanden, de eene- een buffel, de andere een kocbeest, de derde een varken „hond, geit, en zoo ver- der, ieder naar. zyn vermogen, toe- brengt en, vereert. | IJ Een dag voor de begraaving wordt de kist, met het Liyk daar in, buiten het huis gezet, als wanneer de. gan- fche familie van den aflyvigen. met mufiek rondom de kist danst enfpringt. Dit gefchied zynde, wordt zy-we- derom in huis geborgen , en den vol- genden of den ro. dag, na het fterf- geval, wordt het Lyk plegtig en met groot gevolg naar het gra gedragen en begraaven. 43 _Het graf obzedemd. zynde „wordt ‘er, op en rondsom het zelve, door een ieder van het gevolg, gegeeten en gedronken; nadeeze maaltyd wor- den de kinnebakken van alle de. bees- ten , die voor de festiviteiten van dee- ze Eiland Sumatra, 37 ze begraavenis geflagt en: genuttigd zyn, aan ftokken op het graf opge- hangen, om te toonen hoe veel by die begraavenisis verbruikt geworden. hier mede. ror, in deeze vn den. — De Batasfers, “die één, twéé à â drie dagen gaans van de wester -ftranden wóonen, alwaar kamfer en benzuin groeit , hebben de zelfde gewoonte en plegtigheden by de geboorte , 't hu- welyk en de begraavenisfe „ uitgeno- dat zy hunneLiyken in dekist met kam. pher beftrooijen. | Het zal voor het overige onnoodig zyn, by alle de hier vooren verhaalde plegtigheden, aan te merken ; dat de- zelve alleeniyk door de voornaamste en gegoedste inwooneren in acht ge- nomen worden,en datde geringe men- fchen, het met veel minder, of ook wel zonder de minsten kosten en om- ta digheden, weke ‚ $.28. Dekleeding der waare Bátas- Kleedinge, 6 ers, die diep landwaards í in woonen, is ook ten uiterften eenvoudig ‚en be- ig _ftaat 38 Befchryving van het | {taat „voor al daags; in een enkeld Kleeding der Vrou- wen. ftukje linnen van vyf (4 ) astaas lang en twee astaas breed, het, welk Zy zelfs van de kapas-die in hun land groeit vervaardigen „en: Zoo ee is als zeildoek. ‚Zulk eenen lap linnen-binden zoo wel vrouwen als mannen óm de heu- pen, om de fchaamtê te bedekken, , nege Doch op feesteyden dragen ‘de vrouwen eenige goudwerken van allerhande fatzoen; waar mede zy zich behangen, als, in de ooren , zoo wel in het bovenfte als onderfte Tapie; in het hair een pen met de gedaante van een vogel daar op, opde borst een drie- hoekige plaat , en om de bovenste le= den van de armen , een dikken doch hollen goudenring: voor het overige gaan Zoo wel de vrouwen als man- nen ; met. het overige gedeelte van hun “lighaam ten cenemaale naakt, uitgenoomen de ongehuwde dogters, en jonge vrouwen , die „alhoewel ge- EON, nog, geen k kind Bebgard heb- ben, 5 ee € 4) De Aten is dezelve als Gobido, dat is twee derde El. Ì pr an en dd hink sad Eiland, Sumat ra | 39 ben „-en.die., buiten het voorfchree- ven flukje linnen. om „haare „heupen nog een der. over haare borsten Mads Bo) 4 ROAS 021108 Wy. RD ove dte 16. 30. N De re Sie’ ERG» zn, in aan het Genootfchap een, Mans-Kleed hd raes gefchonken. „tewelk beftaat, in reen kleedje, dat zy om het. lyf dragen; een, diergelyk over. de. fchouders met eens buikband. vast gemaakt en ‘een ftuk linnen om. het: hoofd; ‚een fjerp. van- allerlei Koralen, ie ZV over de, fchouders, draagen „ „als, zy | Hasan. en Sen koperen armring., geek ETS Op den buik dragen Zy. ce- Ean nen lederen patroontas , op de borst een. kruidhoorn en kogel - vorm, „en een kegelvormige gedraaide, font aag den linkerduim,- Aan de linkerhand dragen zy een kris,-en aan de rechter een, koperen . 7 tabaks- pyp en een vuurflag ; >. met de ste-houden.zy ook hun fnap pied hun land zelfs gemaakt. Rad zynde. de loop, van.inlandsch. yzer, t flot van geel gisrder kopers. de- ff 6, 40 Befthiyvint wan het 8 delyk wel gewerkt, moetenide met een lont aangeftoken worden. k Marfer 6. 32. Wanneer zy ten oorlog gaan, 4 vech- hebben Zy, boven dien, nog eene halve Piek , doch zy verweeren zich eerst met hunne Snaphaanen : ten dier eiride dragen zy eene groote party fcherpe bamboesjes , drie duimen lang by hun, zy fchieten op de knie, alleen in een rye; en fteeken telkens die fcherpe bamboesjes voor hun, zo dat zy in eene afdeinzing door die bamboesies, die de vyand eerst uit „den grond moet haalen , Calzo hy met de bloote voeten daar over niet kan loopen ) gedekt blyven, ___$. 33. Dat de Batasfers- niet verre in de kunsten en handwerken gevor- derd zvn, blykt uit de hier voren be- fchreevene doodkist, Handwers Zy bewerken het fraaie: goud, dat Kl op fommige plaatfen van hun land gegraaven wordt, enkeld om het voor de pracht aan het lyf te hangen , doch hetis ligt te begrypen, dat het werk zeer lòmp moet Zyn, daar het-hun - AA oe aan Eiland Sumatra. At aan de noodige gereedfchappen, en alle andere hulpmiddelen ek ijs er Has: 34. Het Goud en een weinig Thin | Thin zyn de eenigfte metaalen , die hun land voortbrengt, de andere me- taalen; als koper en yzer, bekomen Zy by inruiling tegens kampher en ben- zuin, of waar geen kampher en ben- zuin groeit, tegens goud, vee of dard vruchten 5 het eenigfte linnen, dat Zy maaken is het hier vooren’ befchree- ‚ ven grof Iynwaat van vyf astaas lang en twee astaas breed , waar mede zy hunne heupen, ter bedekking der Schaamte omwinden, . $. 35. De weinige andere iedere pee en fynere Lyvnwaaten, die zy gebrui- ken, om op hoogtyden het hoofd te omwinden, worden zy op dezelve wyze als de evengemelde Ne magtig. TS 36. Her eenióite gebed, dat yzer. zy van het Yzer maaken, is ter ver- vaardiging van hunne gereedfchappen, | als bylen, hamers, beitels „ disfels ere of. hakmesfen én om hunne: Cs ploe- der Buskruit maaken, a _ Befhrgving vanhet ploegen, en fchoppen „tot den land- bouw ‚van voren ‚daarmede te be- flaan , mitsgaders om hunne wapenen „voor. den. oorlog en were al voor de: bergwerken, te: berei fpykers,hengfels, floten,en allerlei, ans der werk , dat men van yzer, kan maa; kens ishuaonbekend;. en ‚om dat zy al dit werk niet hebben „noch, kunnen maaken ‚zoo draayen hunne deuren , en vensters alle van achteren met hou- te punten onder, en bovenin: balken, en beftaan uiteen enkelden breeden plank 5 de planken van de wandender ° huizen-Joopen ook aan beide de ein- den tüsfchen „twee lysten, die door de mania van de huizen heenen gaan. "é 37. Har Kruit dat kn gebruiken wordt ook door hun zelfs vervaardigd, doch.op een zeer eenvoudige wyze. Zy neemen;,den ruwen zwavel, die zy uit den brandenden berg van “Bato Gopit haalen, en ftampen denzelven tot, dierfyn- wordt; vervolgens nec- men Zy; om, Salpeter te bekomen, de. aarde van onder de oude huizen, die lang bewoond zyn geweest , weg; dee ze vermengen zy, met den-grond van. FN gei” HULLE ? J „Eiland Sumatra. 43 geiten ftallen, en doen die in: eenen grooten trechter, van bast van boomen gemaakt, van - onderen ‚met seen fyn roosterwerk van fyn gefpleeten Bam- boezen voorzien, waarop de zo-even befchreevene zärde rust; deeze trech- ter hangttusfchen vier balken ; die aan deeinde op vier paalen-rusten:onder het vat ftaat een groote. pan, om het water opte vangen, dat-zy-boven op die aarde gieten; dit gefilereerde water. laaten zy zakken , tot dat het geheel uitgedempt. is; “wat ‘er-damin ie pan overblyft Ás. hun Salpeter; « iet _ Om nu Buskruit te OEE neemen zy een gedeelte falpeter , en cen ge- deelte fyn gemaakte houtskoolen, het welk zy met: gedeelte van boven gé- melden zwavel vermengen , dit alles wel door malkanderen ger oerd zynde, wordt in het rystblok wel tc zaamen geftampt, vervolgens fyn gewreeven, gezift, en inde zon gedroogd. Het is ligt.na te gaan , dat Buskruit van zulke ruwe en- ongezuiverde ftof- fen gemaakt, op verre na, zoo veel kracht niet kan-hebbeng als het geen door de vr ges vervaârdigd 4 wordt. De Aä Befthryving van. het „De reden, waarom zy de aarde van onder de lang bewoonde huizen nee» men, om Salpeterte maaken, ís, om dat de Batasfers , wanneer zy wateren: moeten , zich de moeite niet geeven, om het huis af te klimmen, maar dat zy het daar, waar zy zich op hunne huizen in daf oogenblik bevinden, door de Lanteefen of Bamboefen waar uit de vloeren van hunne huizen ge- maakt zyn laaten loopen. ED +$. 38. Al hún land bouw beftaat daar, waar Benzuin (5) groeit, inhet voortkweeken van dien boom ; en waar die niet meer groeien wil, in hoogland- fche en laaglandfehe ryst- velden, en in het planten van allerhande andere „veld - vruchten. | ai inn hep (5) De Benzuin, ook Lubien Java, of Javafche Wierook, Menjan in ’t Maleids genaamd, valt ook in de westerdeelen van het Jaccatrafche, en is dezel- ve, die by den Ridder Linneus Laurus-Beozuin genoemd wordt, echter met dit onderfcheid-dat, daar Linneus. derzelver bloemen zonder kelken befchryft,deeze Bloe- men een kelk hebben; ook , past het folium enervum , Ongeriht blad niet op unze Benzuin „die dezelve zicht-, baar heeft; misfchien heeft Linneus cen onvolkome- exemplaar gehad. ER Eiland Sumatra 45 4 geeven hun geene moeite tot.de voort- kweekings-alzo-die-op de Bergenin het wildgroeyen. ‚Zy bewerken het land opddezelfde wyze „als in Europa, | | $-,397 De Kampher-boomeng (6) Kan t gefchiedt „namenlyk ;-zy ploegenen — eggen het, met Buffelso Hunne Ploe- gen zyn zeef eenvoudig, en beftaan. _uviteenenenkelen balk , aan welks ein- de een weérhaak , by wyze van eenen: langwerpigen fchop van vooren met Yzer beflagen , vastgemaakt is; van, boven aan dien fchop is-een lange: fteel , om-de ploeg teregeeren, doch: hunne-eggen zyn volkomen van het. zelfde fatfoen , als de Europifche, be- halven dat. de. pennen van hout ge- maakt zyn. | S. 40, NSP (6) De Japanfche Kampher Boom waar van op Pondok Gede in de bovenlanden een boom ftaat, diede Laurus Camphorata van Zinneusis, is by Kem- Pher, in zyne Amoenirates befchreven en afgebeeld, pag. 770. de Kampher word uit het hout en den wortel, _ in kleine ftukjes geeeden, gekookt, volgens Kem ‚ Pher in zyne befchryving van Japan pag. 31. „De Kampher Boom der westkust, waar uit de * Inlander. zonder moeite de Kampher haalt door infny- ‚ dinge,is van een geheel ander geflacht, het“blad is geheel ongeribt ende bloemen zyn zonder kelk, doch het eenige exemplaar my door-den- Heer S1Ben sin 1778. bezorgd,was onvolkomen omhet te beoordeelen en zedert heeft die Heer, niet tegenftaande alle aan- gewende moeite, 'er geen kunnen krygen, 46 Beftheyving van her Tydiexe: / S.40, De Batasfers weeteh van gee- ning, ne andere otpdrekening als dat zy — hunne” jaaren ‚rin twaalf: maanden vers deelen „waar van een ieder dertig da- gen heeft, en-genaamd zyn-Paha fada, Paha doea „Paha tolo , Paha opat;, Pa- ha lima; Pahá onom, Pahe: pitoe „ Pa- hawado. „Pahe fia, Paha fepoelo.„ : Pa- ha eie, en Paha hoerong,” Paha bete- kend een Maand „en. de byvoegzelen betekenemeen, twee „drie „enz. Op. den eersten-dag van Paha ada, vieren zy; hún Nieuwjaar met groote tracte- menten en gelukwenfchingen. . Het geluk dat zy malkanderen toewenfchen komt aleyd hiestop uit ; datde vruch- ten van hun land pin heb nieuwejaâr’ web mogen uitvallen, en-de- oogst overvloedig zyn; doch zy deevenuit het eeneJaarin het andere, zonder hunne Jaaren „vaneene zekere tydftip! afte téllen) éélyk alle befchaafde Vol- keren: doen: Hun danftaande Nieuwe= jaar val ín onze maand April, doch dit gaat niet wast; om-dat-zy: alle jaaren, vyf Hege, mirider’, k ie wy Rb | valer den? Stetren-hemel hebben a geene eed bend hahals, pe ie „Zelfsniet. 1 Rag: 12 „gens, \BiendSunidira Ár Eensovan (pyden loop” der Zon) en Mat. SUI IK VIKBWXE IDD 1oob FRE ZVU aif TO « RVT hlaimvov 1oiwi sk geonoynendioord M8 „bwuodog oan f EN 4 O8 4 bek BS 25 el zo breid bi Stranden ten EEn A9 DID VIOE Atchin. ob navisded ther jas! skihal AIAWV--IMN kit d ja ek 41e Deeze Stranden tot Indrapous; _ratoe,„zyn doorde Koningen-van. At chin-of Atchie ten. ondergebragts. en Na rvalgens-onder. de befcherming der, ederlandfche Compagniesgekomen: 3 de voornaame Negeren zullen wy alleensopnoemen, als. „brow zornT \ “Sinkot vaan” eene gren ens an X ij \ e ie in Pae) amo KBV SOMLEEGT Ge JE "a 3 „Agt Ket ligt Baros deBaros fd-Negery van het Koningryk van, dien naam,alwaar de Maatfchappy haas: re han ie Factory kain ; ki €) In n den Teggawoorigen Sea van als Volks ki a.d. p‚ 3. 1. door-Salmon, ftaat de; s worden als Menfchen-eeters bfberctiidla. ie men - ‚ | „-behoeftgeen bericht van hunne zeden veverwache „‚ ten, Zoolan tp eer agen „Dit is wak ) Ene Bezier” 48 __Befchryving van het en die ín ’t: jaar 1732. na dat de oude door eene zwaare afwatering van de Rivier vernield was, op nieuws van fteen gebouwd, en weerbaar genoeg tegen den Inlander i is gemankt, | Behalven de Hoofd-Ne hang jen een half uur van ftrand ligt, vindt men twee — uúren bovenwaards 4 nog agt andere gehuchten , welker In oóners "de benzuin en kampher-van afkomen de’ berglieden opkoopen „en te Baros ter mârkt hrengen, zl Mans wordt geregeerd door eenen” Radja of Koning, eenen Bandahara of Ryksbeftierder en agt Pougoeloe.of. Ryksraaden. De Radja wordt by beur-, ten uit de familien van Douloe en D” —- Hheer genomen, en wanneereen van, de eerstgemelden Radja is, bedient: iemand van de tweede sarin het’ ampt van Bandahara. Hun gebied ftrekte zich bevoorens wel tot voorby Natter uit; maar de Re- genten dier landftreeken hebben dit Jok vantydtot tyd weetenafte fchud-… den, ‘t geen die van Baros, om hun- ne \Eilmnd Sumawa)\ 45 ne machteloosheid, met vgendesdeen moesten aanzien. | DK iS: VEK EE pes | rin be it AS WENT TA RN, ed B: zieh aDe Koning en verdere Ribeneeri véil basgs gaven zichsteeds in 1668. onder de! 90° Nederlandfche Maatfchappy.t zedett? welken tyd het Tractaat veele rëizen vernieuwd is, en noch onlangs niet den Aanvang! van ’e-jaar 1756. In den” jaare 1775. heeft de Nederlandfches Compagnie Baros, or uti” angezohid. de at verlaten. … e tamari HO Wd lp va 21 AUT ED aide naod vO fia ‘Surkamp. ligt drie ser Korlang och Serkenp. drie ntylen zuidlyker:, Deezé Negery- Korlart. en hebben beiden in 1755. hun voorige* | verdragmerdeMaatfcheppybevestigd, … si W ads DUOS T9VIJS Surt „Die haven uraenjker MARA part Tapanoely aan eene zeer gerieffelyketdy aan de en veilige Baai; de Engelfehen heb dek can _ben/er% zedert eenigen tyd’, opeen”, Eilandje’voor de Baai gelegen, eeuê” bezetting gelegd „tôt het- dryven van! den Kamphier- wee en ed Zeer groot is, A ie B es bk RD Martie £ NEE da den jare. do: hebben äë Pri, fchen, onder den Graaf B-E-s T AN e5° Winn Reel Pr | dit So. Befihrgsiag van het die Comptoirtje verwoest, doch het zelve is naderhand weder opgebouwd. verihei. _S. 42. Siboelang twee mylen zuide- Strand- lyker en Badieri', noch twee mylen Negeryen. laager,, verdienengeene befchryving om derzelver geringheid: „Pinang Soree, twee mylen zuidely- ker, heeft eerie bevaarbaare. rivier die goede Kampher, doch-geen- Ben- zuin geeft, De. Negeryen van Batang. Eeman) Batoe Mondoe ‚ Sinkoang „ Taboejong: en Koenkoen hebben niets byzonders. Tot achter deeze Strand- Negeryen {trekt zich ii Koningryk der. Batas fers uit. Natar of $ 43. Nattêr of Nattal geeft zeer. Each 5 zuiver Goud, ’t geen deeze plaats van fchen. veel gewigt maakt, de Regenten heb- _ ben zich noch tenovervloede ‚in den jaare 1693 „by een plegtig Tractaat aan” de Nederlandfche Compagnie verbon- den: maar-het was, en bleef, tenallen. tyde, een fchuilplaats van ‘Smokke- laars. ’t Zedert 1751. hebben de En- gelfchen’er eeneRefidentie opgericht, die 'erhet Goud inzamelt, ftaande zo „ welals Zapanoe/y onder hetGouverne- ment van Bagcahoelo. ht S- 44: n « , mna tn en dn B ee on en ted en en ad Suúmatra sr  JANAS op S. 44. Biftihán;, Ewée mylen van Battahan. Natter, “levert ook Goud , welk door’ de Berglieden naar laatstgemelde plaats , of naar. d Ajerbangis, Zo als Zy best hun getiëf mêenen te vinden, te koop gebragt wordt. Detwvee Re- genten van Battahan hebben zich, i in 1693, zal ons verbönder, | | nf 45. Ajerbangis > eenige «1 uuren Ajerban zuidelyker geléegen , heeft eene goe-8's- de ligging voor Scheepenjemeene wy- de vaarbaare: Rivier, ’t geene deeze plaats, fchoon de eigentlyke bewoo- nefsozich:-fterkomet den Akkerboùw geneeren , tot-eene goede markt voor de berg-bewooners maakt, dieter humr Gouden Kampher te koop brengen; Î De Inwooners, die door een Hoofd. Regent, en drie mindere Hoofden gé- regeerd ‘worden, ftaan, %t zedert het jaar 1693. onder , Ons g gebied, en heb- ben zich doorgaans als getrouwe On- derdaanen gedragen, gelyk het oude Verbond ook nochin 1755. vernieuwd is, mn, “Sikarbougp Heen: twee Re göntèrs, en Sikars is int jaar 1693. inVerbond getreeden. | Ds ESL / bouw. l Sikilang. Pasfaman. Se Befchryving van het ” Sikilang, dat niet verzevan Zeeligt, en vyfandere Negoryen, die een dag, reizens verder liggen, worden door een Radja en vyf Pongoeloes beftierd. - Van hier tot Ajerbangis waren voor- heenen veele Peper-tuinen , welker E p . 4 \ ee pe vrúchten in den fchoot derMaatfchap- pye kwamen, mgar’t zedert zyn Zy in het verval geraakt; de Inwooners hebben zich-op andere dingen begin- nen toe te leggen, of hun Peper by: de Sluikers van Atsjien of elders wees ten aan den man te helpen. - 6. 46. Pasfumarneene Landftreek, door vier rivieren befpraeid , ligt vlak onder de even-nagt lyn „en wordt in: tweeRegentfchappen verdeeld, in het eerfte hebben een Radja en veertien Pongoloes het gebied, over vyftien Negoryen die aan de rivieren JZoara Pasfaman , Loeboo , Poeding , en Tan-. jong Moaraliggen ; en de vyftien Ne-. goryen, die aan de Moara Patapan- gang zyn , hebben haar eigen Radja. onder den naam van Soetang diekinalt. bekend , en veertien Pongoeloes. Ach- ter Sikilang en Pasfamau ftrekt het | É Goud- î “Eland Sumatra 3 Goudryk (8) Beer van de Rau- wers. 8 / gn SE 47. Vyf mylen van Pasfuman Tikoe, volgt Tikoe , hebbende aan eene be- kwaame rivier eene Hoofd-Negory en negen andere Dorpen onder het ge- zag van twee hoofd Rêgenten en vyf minderen; die mede gezag voeren o- _ vereen Kóute en zeven mindere Re- genten van Mangoppo, in welke land- ftreek vyf Goudmynen zyn, en waar omtrend mien ook de fapoeloe Kottas, of de tie Steden vindt, zynde zoo veelen met;elkanderen verbondene gemeenfchappen. | | S. 48. Gâsfang eene ; Negery ander Gasfang. half myl van’ 7ikoe geleegen, heeft niets merkwaardigs, en wordt door drie Regenten beftierd. 5 SsengieLiemoe of Tanna Mirra, om de roode klei, waar uit de grond be- ftaat, is een Zeer vruchtbaare land- _‚D 3 . aen „1 nT ‚(8) Het Goud wordt aldaar aan de kanten dêr Ri- vier in ftukken gevonden, zomtyds een Onze zwaar £9 van 2. Caraat gehalte, en is het beste van de ge: heele Westkust. FPriaman. 54 __Befthrgving. vanhet ftreek „ bevattende de twaalf.Negery- en onder den naam van doeablas kottas bekend , die door drie hoofden twaalf mindete Regenten beflierd worden, en zich op nieuws in 1755. met ons verbonden hebben, Deeze ftreek be- gint een paar mylen bezuiden Gasfang en pas een half myl verder ontmoet. men derivier van Narras. Nederlandfche Bezittingen. S. 49. Een halve myl Zuidelyker komt men aan de Bezittingen der Ne- derlandfche Compagnie op- Priaman, eene Negery even boven gelegen, en waar onder veertien an- dere behooren, die door twee hoofd- Regenten en tien mindere, geregeerd worden. Al van den jaare- 1664. zyn die van Priaman met ons in Bondge- nootfchap geweest; maar hebbenook _ vân tyd tot tyd blyken van hunnen wispeltuurigen aart gegeeven. Wy hebben ’er meer dan eens een Logie gehad en ook weêr opge bieken. den mond van derivier van dien naam “Eiland Súmatra 55 In het jaar 1709. hadden zy zelfs de ftoutheid van die in den brand te fteeken , maar de fchans Vreedenburg, die ’er in ’t jaar 1712. gelegd is en door eenen Vaendrig gecommandeerd wordt, heeft ’t ried tot, wiee be- teugeling gediend, ge In 1755. zyn. de caae! verbode „ook met Priaman vernieuwd, en zo mede met de toejoe Kottas’, zynde Ze- ven Dorpen, eenen halven dag reizens Landwaarts in gelegen, die door een hoofd en zeven Pongoeloes” Beregeerd Worden.” | $. so. Bihor ‚een bm bendehij „ Sounost, waarin vyf gehuchten zyn , die door een Hoofden vyf mindere Regenten geregeerd worden, ligt ander halve mylvan Priaman, eneen myl verder ontmoeten nat A 5 Oerend. waar in ook een Hoofd Oelakkan. en vier mindere Negeryen geteld wor- den; de Hoofd Regent heeft tien Pori- goeloes onder zich. Al van't jaar 1666. af, fläanzy metons in een verbond, t welke” Zy echter, gelyk de meesten, Ee D 4 meer Tapakie. 55 _ Befolwgving. van fet meer „dan.-eens; verbroken hebben, zynde het in 1755 vernieuwd. Onder her hooger, Beftier van. Oelakkan re- eren, twee Pongoeloes de Negery. zé an zpakit „welke. drie abd eet der ligt, en weinig landwaards, in onf- moet men de beneden Salappan Cottas ende,beneden Sambilang Cottas, twee | ftreeken, van agt en negen Negeryen, die al ’t zedert 1666. met ons verbon den zyn, en onderfcheiden.: moeten worden vande boven Salappan Cottas en boven. Sambilang Cottas. 2 welke dieper het land inliggen, en‚in geen Bondgenootfchap met ons zyn. Drie | vierde myl vanTapakit ligt Zellau boen- Hannay. Kotta. Tenga- 24; eene Negery, die in 1712..door onze. Wapenen verwoestis, en thans wt weinig, huizen beftaat , gelyk ook _Hannay $ anderhalf uur verder, me- de eene armoedige plaats die door een Pongoeloe. beftierd wordt. In ’t „Jaar 1667, hebben wy ‘er rechter ven Weinig ves, gens F aktory, BPUad: 6 8Ls Kota Ten enga, komt meer dan eens in de, Efstogie van de Westkust 139: __voorg bn es “Eiland Sumatra 57 voorzenisal’t zedert 1665 ondet-de befcherming der-Maatfchappy -aange- noomen„hoewelhet’ermeer darneens van geweeken zy.» -De tien Regenten hebben toezigt overeene Hoofd-Ne- gery,en zes mindere. „uynde de oude Verbonden noch onlangs in 1755: met an vernieuwd. a | — Oedjönkarrang. een myl dd. | Padang; heeft niets aanmerkelyks-en wordt door zes, ins renrign q maar iS 3 KAN so 6 52. Pan 6 de Hoofdplaats vr van Dn Paduog: de Nederlandfche bezictingen en van onzen Commandeurs vis, van denbe- _ginne onzer Vesting langs de. West- kust „de flandvastigfte van alle,onze Bondgenooten geweest, ook worden om-die rede, de Regenten die uit;een Panglima of Stadhouder van den Kei- zer van Maningcabo, welke door de Compagnie als befchermlieer bevest tigd wordt, en uit een Bandaharaof Ryksbeftierder, benevens elf Pongoe- loes of Raaden beftaan , met eenig on- derfcheid boven de- andere ‘Hoofden behandeld. Zy genieten ook: eenigé iki rech- $3 Befchryving van het rechten van den in-en- uitvoer; eh zelfs betaald de Maatfchappy van ie* der Thail Gouds , dat'er voor ly waa- ten geruild wordt een vierde, en van een BhaaruitgevoerdePeper drie vier- de Ryksdaalder. | Onze Vestin is welken ligt een vierde myl wg hed aan de Rivier, die voor kleine vaartuigen vaarbaaris, en een half uur hooger komt men aan de Inlandfche Negery, die zeer volkryk is, door dien de Regenten en Afge- zanten van Maningcabo daar woonen. … Delnwooners zyn laf hartig endaar is weinig ftaatop te maaken, hunne eenigfte kunst is het gouddraat-werk, ‘geen zy. byzonder fraai maaken en _waarinzy zo wel gefleepen zyn, dat zy zelfs de goud-ertz namaaken en vervalfchen; van ruwe Chinafche zyde en ook van cattoen maaken zy de kleedjes, die zy met den wortel van den: Bancoedve-bbom en citroen - fap rood verwen. Padang isgezond „’t ze- dert eenige jaaren,’t geen toegefchree- ven wordt aan de mi ir ride Wera icsi bee ek „O7 EEKE, / A Eiland S umaira, 59 Alin den jaare 1660. hadden wy hier een Comptoir maar het duurde tot 1669. eer de Padangers het Atsjien- _fchejukaffchudden, en zich onder de „Nederlandfche heerfchappy begaven. Vyf jaaren daar na is het ons Hoofd- comptoir geworden, en ook tot heden _gebleeven. “_$. 53. Pauw eene Binnelandfche Pauw. ftreek, vier mylen Noordwaarts van Padang gelegen, en ’t geene ons van tyd tot tyd zo veel fpels gegeeven heeft, bevacttien Negeryen „die onder veertien Pongoeloesftaan, en in 1755. onze heerfchappy by een nieuw ver- bond erkend hebben. | | _$. 54. Door hun Land moeten de Tigables Kooplieden van de Tigablas Cottas, Cot die een dag reizens van Padang begin- nen „daar een groot Binnelandsch meir Dano genaamd, gevonden wordt en die zich, Zuidwaards tot achter Sil- lida uitftrekken , en noodwendig naar mees hun Goud af brengen. (Oe ob kek, ige (9) De voornaamfte mynen in Zigablas Cortas zyn die van Sengipago, Songiaboe, en die van Sipaijerig ge- Pre legen Keje) Befchrjvine van het ’ Deeze Tigablas Cottas , welken in 1714. een’ verdrag van Bôndgenoot- fchap-met ons aangegaan hebben, ’t geen ift'1727. vernieuwd is „ beftaan ROE uit 4 legen drie dagen gaans oostwaards van Padang in het gebergte van Tigablas Cottas» a'waar men by het op- fpeuren van Goud het volgende in acht neemt, zoo als in het byzonderby een aldaar jongst geopende Myn gefchied is. ade nr 3 4 Veor eerst wordt in eene roode klei- grond, met veele klippen en witte Ertz-{teenen bedekt, een vadem diep gegraaven, wanneer men een witte klei - grond ontmoetter dikte van twee vadems, deeze door gegraa- ven zynde ontwaart men een fwarte zand- grond by % graaven; een vadem diep, en daar op onmiddelyk een geele harde fteen-grond , van boven van!den Berg na voorenftaande omíchryving en de diepte van vyf vadem, en deeze fteenachtige grond aangemerkt wôr- dende als de hoofd-ader van eene te verwachtene ryke Goud-myn, fpoortden arbeider by ontdekking aan om met het werk voort te vaaren, en noch vyf vadem; ofte de gewoonlyke dikte van dien geelen fteen- rond, door te graaven; waar na men een blauwen mend d, on befpeurt, hebbende de dikte van een vadem: deezealmede zynde doorgegraaven zoo bevindt men de Goud! ader, dus die na het hier bo- ven aangetekende gegraaven wordt op de diepte van kr. vadems, en waaruit het zuivere Goud van 21 a 22, Caraat gehaald wordt; ondêr het graaven wordt de aarde geduurig mét water begooten. In een goed jaar geeven de Tigablas Cottas, omtrent 3200, Thails-zynde6. Thaileen-Mark, dus omtrent 500. Mark, Goud, van ’t gehalte van 19. tot 22, Ca- ie ets EE n | an pr SPA PET „Eiland Sumarra.s óï, uit dertien. Negeryen, (10) die met. elkander, wel verbonden-zynssdoch- iederop zich zelfs geregeerd worden: door eigene Regenten „ dierdikwils on-. der malkanderen overhoopliggen , en | hungefchilmerdewapenenbellechten: „De Goud- mynen „ hier te vindert,, eerie zuiver Nfetdal , waar. voorde Maatfchappy by vreddzaame | tyder een goed deel harer Aardaeen, | te Padang veruild.”- hg | S. 55. Oostwaards van de’ Tibi Mania: __Gottas ligtheteertyds zoo beroemde qed _Keizerryk evans Manincdbon,! welks. Voorst zich: zulke hoogdraavende eer- naamen aanmaatigde „dat men “ervan. walgen moest, doch, 'tzedert het j jaar 1780: is dit Ryk, door onénigheid on- det de opvolgers:vanidenrtoen geftor-. venen Keizer lpha; indriëngedeeld „ te weeten: SSougitrap,Soeroeasfa en PaggerOejong. Songitrap grenstaande. Tigablas Cottas,‚maar Soeroeasfu, heeft de eigenlyk genaamde plaats Marinca- do onder zyne habits Bekreegen, s en (io) Men' rekent deeze derden Niegerven.o op 71508. Huisgezinnen „’t geen op s. bprsoonsn lek 38750, menfchen uitmaakt. iod:5 Bongusp Troes- fang. 62 Befëhryving van het en wil zich’ daarom noch wel als Op- _perheerfcher van alle de Stranden , ge- lyk de Keizers van Maningcabo bevoo- rens gezegd worden geweest te zyn, aangemerkt hebben; zendende noch’ dikwils zyne gezanten mettrotze brie- ven naar Padang , daar zy dan met een kleingefchenk, te vrede gefteld wor-: den, om den Inlander, die in ’t. huis van Maningcabo eene hooge, priester- Iyke Heiligheid erkend, € a, te, ver- genoegen. S. 56. Twee mylenten dan van Pidang komt men aan de baai Bongus,. welker bewooners zich met den land- ‚bouwen vischvangst geneeren , bren- gende hunne waaren naar Padang. Hunne Regenten zyn éenige Pongoe- does, die bevoorens vande Padangfche Hoofden af hingen , doch ’t zedert het jaar 17os. onder de Een ge-. fteld Zyn. S. 57. 7 roesfung , de Het, ie op volges plaats, ES is eene ftreck van : tien (r 5) De Rivier van ‘Andragiry heeft: zyn ‘oorfpronk in het Manincabofche en loops oostwaarps langs deze Rivier komen veele volkeren van de oostkant door bet Manincabofche om op Padang te handelen, Eiland Sumatraos, 63 tien Negeryen ; dierdooreen: Komings- ker met. eenige Pongoeloes: beftierd worden. « Dit Land is in't jaar1682 door opdragt aan des Maatfchappy eis gen geworden, en wy wierpen ”er toen ook een Paggerop , wêlke- ech- ter om ’t weinig nut , twaalf jaaren daar na verlaaten werdt. De Tractaaten _met Zroesfang zyn in 1715. vernieuwd: zowel als met Baj jang dopvinden. pemheeft. ; ark» | AJ, Ga „$ 58. Lompo , een ‘Landichapje terpo int gebergte , en meest door. Land- bouwers bewoönd, wotdt door vier eigen Pongoeloes onder het Neder- landfche, oppergezâg beftierd, hoewel die van Bajang en-Sillida. beiden 1 Jer eischop gemaakt hebben. ° hi ad ” de … Poelut-Poelut,, modded es: te gelegen, heeft mede zyneigen Aad- ja, vier Pongo eloes en drie mindere Re- SonEne YR Ui sehoneli.d dato Fre pn en O d Pa \ d eh 7 hb JLN 5 Sg. Sillidas.v vier nie van» Ba-Silida jangs-heeft een Panglima en agtPon- oeli en is ’t zedert 1667: een” ei-: gendom van de MEE pappa Wor- dende Poelo- chinco. óp Befchryving van het dende toen de Landftreek vande ri- vier van Lompo ten hoorden, tot Py- nan omde zuid ;bénevens het Eiland Chinko jaan haar afgeftaan , welke. af. {ltandin-Ao. 168r. en onlangsin 17s 5. vernieuwd is. De-kleine fterkte, «die erin 1674. gelegdswerdt, isin’t: jaar: 1703 weder Yerlaaten;- Twee. mylen” benoorden Sillida ligt» de beruchte: Tambang:of (Goudmyn , welker bear: beiding aande Maatfchapye zoo duur; is te ftaan gekomen. Rp „De Pynan, een baai tegen over het. EilandChinko,is in 1681: t zaamen met. dit Eiland door den Hoofd Regent aan ons opgedrägen, en wordt door vier Regénten, welkers Hoofd den eer- naam van Radja Kárbouw voert, be- _ 3 ftierd, -2$6o: -Poelochimen, vlak over de Py- nan, en-pas een vierde myl van de wal gelegen; is een door de’ Natuur: verfterkt Eilandje; rondom klippigs het heeft aan de oost-zyde eengoede _Reéde sem ins’t midden een rotzig Bertje waar boven eene beknopte. fterktess en beneden: eene gepallifa-. deerde. logie ligt.) -h u, move: shash ” _ Hier | Eiland Sumatra, 65 „Hier is de gemeene Koopplaatsvan , t zuider gedeelte der westkustipwor- dende voornaamlyk bezogt door de handelaars van $ongi Pagoe, …— ss _$. 61. Drie mylen wan dé Py- Sapoelo nan beginnen de Säpoeloe-bod band- plead hars;zof zoogenaamde tien handelplaat- zen;diein 1680. by de opdragt doorde _gezamentlyke Regenten van de Lan- den van Sablatkattaoen vot djerbangis ons eigen zyn geworden; en genaamd Batang Kopas, Tello, Taraka, Siranti, Priamanpara, Kambang Sakitan; Pa Jangit, Songie hi bemoe en BA EN | De Ronenten:st van deeze tien ‘han- dellaatzen. worden alleen door: den Commandeur en-Raad te Padang.vers kooten uit zekere vier p gSllacjten var, „$- 62. Sone lpaane, eene ete Boke ge-Landftreek „die zich achter;of bes8° oosten de tien handelplaatzen , en Ajerhadja uitftrekt „en zeer goud k is. 7 De. eeroónmee dryven Apslijen del op Poelo Chinco of te. Ajerhadfa: en worden door eem, Groot ‘Vorsten, JIL Deel. NE vier 66 __Befchryving van. het vier mindere Vorsten geregeerd. Om ’ hunneninvloed opden-handel , enter oorzaake men de Regenten van de Sz- poelo-bod bandhars als gezegt sis, uit Songi Pagoneefthe Geflachten kiest , » „wórden zy altyd met eenige beleeft- ‘heid aangezogt."Aân het gebergte vari Songi Pagoe grenst dat van Korinti, welker bewooners mede hunwerk maa- ken van het goudgraaven, en daar mes de, ‚hun geryf te Ajerhadja rep e10 Ajerhadja. S. 63 Ajerhadjaa Rele wins: van Poòngasfan , was eertyds een gedeelte van het rvkvan /d) apoura,doch maakt: ‘tzederd 1682. een afzonderlyk re- gentfchap uit „’t-welk door een Radja enagt Pongoeloes beftierd wordt. Wy” _phatíten ’ er, in Ao. 1685, eenige Sol-” daaten, *t zedertis’erin 1711. eeryRe- fident gelegd, die ‘er tot heden toe zyn verblyf houdt; drie mylen vän car komt men mtr de rievier” van | Indrspou- tBlarogours, wenen een ger pe ga. roemdfte ryken van de westkust, dat- zich tot aan Kattaaen zuidwaards uit- ftrekt, en eene menigte Peper uitle- verde : doch zedert den indrang Ks >| ad. Nssthkh -IRe Eiland Sumatra. € Engelfchen hebben zich de zuidelyke plaatfen’ daar van afgefcheurd, en hier door, en door geduurige Oorlogen is - de peper-planting verachterd, het land van inwooners ontbloöt, en 'de over- B geblevene in eenen armoedigen {taat gebragt” De-berg volkeren worden hier Corentesgenaamd ; zy worden geo regeerd.door eenen Sw/than en twintig Mantris; die-zich in- 1755: op 't krachtigfte- aan ons’ verbonden heb- ben, hoewel zy reeds eene Eeuw ge- leeden met ons in ’t verbond getree-, den zyn, en in’t jaar 1680. hun gan- fcheland dat noch onder de Refiden- tie van dAjerhadjaftaat,aan de Maat- TEMPS ne seen rid | E: De aA aid ee der Engelfchen. | S. 64. Majutta tien mylen van. (»- Rtdiocs, drapoura , wordt door agtien Mantris beftierd, die zich in ‘tgeheel niet meer aam den. ‘Selrhan van tgene ii bee Ee kreunen; HOV BINC OT TR rror YS IT OND hi | E 2 De. ‘ Mokko- Mokko. Andere Negeryen. | dà Befthryving van het De Engelfchen ‘hebbenhier geene Logie, doch de Inlanders, brengen hunne waaren by hen te fers ) 6. 65. Op Mokko-Mokko, de en een halve myl -zuidelyker gelegen „wierpen zy in 1717. eene vastigheid op ‚en daar door trokken zy naar zich „: de peper vande Lima Kottas „ zynde vyf Negeryen , dies Landwaardsi in van Majuttagelegen zyn, en vanalle „daar! omtrent liggende itreeken;, „alwaar zy! ook een voordeeligen handel met: Ly waaten dryven. 25 s. 66. Ajer-dikits Bantal, ear on Ratta, poe, Sablat, Kattasen en Oe- rei zyn plaatzen, die oudstydsmede tot het ryk van Indrapoura, en dus on- Banca: hoelo, Sillebar. Ook hebben zy de posten van Salloe- der het gebied der Maatfchappye be- hoorden : doch de Engelfchen hebben de ryke Peper- Oogsten weeten tot zich te trekken, en zelfs fterktens te dpoe ‚ Kattaoen an Lajo opgericht jk, Hier op volgt Baneahaelo:, hunne: hoofdplaats „en zuidwaards lige i indit diftrict de hooge berg van Sillebar mâ nde Eiland -Swmatra” ___óg maof Sacâtidat vyfidagenreizens van Bancahoeloe., en evenzo verte van _ Manna en-Croë ligt „welk laatfte de Croë, | toheidiog is.by-de. Lampongs. tiu AS3ert nn f 6. 67 De Heer Edward Coles laatst Enget- Gouverneur, van Bencole , in drie me- gencanoer moriënaanzyne. principaalen denStaat lovroeg van. Bancahoêlo befchrywende , zal ik 8ezeten. … denzelven in de meeste zaaken vol- gen, en alleen hier „aanmerken, dat de Engelfchen in het jaar,1685. reeds op Bancahoelo zyn gezeten geweest : vervôlgens iù: 1719. door den Ínlan- der. verjaagd: (12) door. de Franfchen, á in Bäncahoelo, in 1760, ingenomen, | echter hebben zy zich ’t. zedert dien … tyd zoo verre weder herfteld, dat zy behalven-de zo evengengemde kost- baare Peper plaatzen, van Zupaoely fchoone Kampher en van Natter of Nattal fraai goud krygen, ’tgeeneen Schip van de Oost - Indifche Compag- nie, het Store Schip genaamd, dat Batavia gemeenlykaandoet, em één à twee Scheepen ‘van Bengale. en Ma- dras longen af handen:o Lo vt ióvrf bedie ph opn 5.68: (12) Zie Tegenw. Staat 2. d. p. 219, ad, _ Marl- … bourg. 7o Beföhryving vanhet $. 68. Het Fort is Marlbourg ge- ite: en wordt door den Heer Co- zE s geheel’ onweerbaar befchreeven; Kiland Rat. en de lasten vanhet zelve zóo zwaar gefteld, dat zy de winsten ruim Re } win cr ‚als hebbende” In 1775. bedraagen vóór 2 1000. Slaaven,-- Sp: Rear, 4465! | Hospitaal. » - - - 5505 Repaâratien, -- == 28816 Onkosten van Koop manfchappen. - + — 2 25074 Nattateri T apanoely. —- 23684. beden husidh Sp: Reaï,. 89744. In 1775. Winsten berekent op de Peper: Sp: Rea”. 5852, mn Tollen, - == 3736. e—- Nattal en Ta- En 2520. Adi | 12108. Dus de Lasten meer Sp: Rea”. 77636. {. 69. Het Eiland Rat, in de Baai gelegen, zoude eene goede Anker- plaats zi: indien men ‘ereen hoofd maakte ae dat is tot heden vere waarloosd, | Sz. …EilandsSumatra zi 39 Yoo. Tothedenheeft men” er: geen Geen Jus- _ Justitieel. Collegie- qpgerichtrn adr ie. supreeis veele klagten ien 1 ät ‚ Het Geld, dat ’er gangbaar Munt. be wt Reut kleinefilv ren ftuk- E s"Öp’, Cormafdel; gemunt, ‘van een ubbeltje tot genrRopy, fpotgewyze Rigo Riso, ‘tgeen Koraalen betekend genaamd; doehrdeslaatfte zyn'erzeld- zaam. Zy. betdalem elkander -met-Pa- pieren-geld; dat omtrent anal: per- cento. verliest. ot gen iet me he A 7e. ‚De Heer Corrs bela Klagten , A zeerover de flechte behandeling or, der Refidenten , voorimamentlyk van ten. Croë, die den Inlander de Engelfchen doet fchuwen., “haalende daar het vol- gende van aan; ‘opCroë betaaldt de En- elfche Compagnie ro. Rds. vooreen Bháe Pep jer, en heeft omtrent sood, in onkosdnvan de “are in fi _fander meest in js goed en berekent Een 532 5, Zout Een Sps, Reaal, 577 ‚Een Kranjang Tobak 15. dito, ond Een javaas meere: a, ditosoolgo vil Ü 4 a ve) Befchrysing van het En door de behandeling ís de Peer r- leverantie van 320. Ton van 2000. tb of 6'4o'ooo, op’1oo. Ton of 2'oo'ooo ib gekomen. | __Daaren tegenzegt ed betalen de Nederlanders is. Spaanfe Reaalen ‚voor de Bhár Peper aan den Kpaiek van Bantam. De Planter krygt agt Spaanfe Re- aalen de Bhár; doch hy koopt - 320 tb Zout voor een Sps. Renal, Een Cranjang Tobak 5 dito. Een Kleedje EN en Inwoo-,, G. Ja: Het hd 6 deet nein. MEE _genis niet zeer vruchtbaar, en de Kust klippig ‚de Bergvolkeren, die hetbe- woonen Baly Boegies of overberg Vol- keren genaamd,zyn{fterk en onvernuf- tig, houdende zich me@st ap met Pe- per-planten, terwyl de Kust meest door Maleiers wordt bewoond, Peper S. 74. Wanneer zy een Peper-tuin tuinen, aanleggen, kappen zy een Bosch om, planten ‘er Ryst en tusfchen dezel- ve fteeken zy ftekken van den Doorn- boomBatang dado,daar de Peper langs oploopt 15 à 16: voeten hoog. 5 ne, _ Y y wiu Sumâtrá 73 boeten Hina hab) twee vakke en draagen tot twintigjaar, men rekent en Ber zeer Emgeljkrie mdk mag 1606. Boomen geeven, zomtyds sooo. doch inflechte j de maar 500. ER Oer stalkns, In fn ‘heeft het g gantthe vebiad | 1070,” hongeren atd 21 mes pon- den. | a A | 4 en A S. 75. Zedert eedige jaaren zync dg er veelen Chineezen, die ’er ook” Zuiker Plantagien, cn ‘Araksbrander ryen hebben, 6. 76. De Zuikeri is flechter als de pe zui derde zoort Javafche ; men kan dezel-ker- ve niet herkooken en witter maaken , als dezelve een Maand i in de Camasfer is, wordt zy ftroopig , 't geen groo- tendeels. moet toegefchreeven wot- den aan de roode klei daar die Zui- ker-ingeteeldt is, | S. 77. De Arak is dui; en heelanar, dien aangenaamen fmaak vande Bata: viafche niet, en verliest by na de geni: es de proeve. Bj Hb 6-78, 4 Befehsyoing, van het Handel. 59:78. Metdeeze, twee {lechte, waa- ren dryven Zyxechter noch handels doch men zegt dat-huane meeste wins, ten beftaan , in de rwisfelen-van hun keet das Geld Heer, OL „ES Ker ui, Gn lk arf: Jaob OORZ 100. Spaanfe Reaalen is op. Batavia boi x: fd: Dedi, ‚of Kr of 248 Ropy en, X: uivers, En deeze te ene naaf Bancàhoe- _lo doen tegens 2Ropyen deSpaan- arjen oo ‘ fche. Reaal 1» 4 Spaanfche Réaa- d09 Ten :> dus kaamenin tweb in vorden ad percento winnên, AIS, VIL DEAN ID a f Role aodfos „Eilanden. Nias. en 2D. 08 eénigen derde: van sûr atra geen. Heheiderië Eilanden onder dewelke! Nias de- grootfte is. Het zelve is. vruchtbaar en Keien en ligt 12. mylen buiten de wal, by _Sinkol, waar op meer dafi vyftig Ne- zeigeryen geteld. worden „welker Regen- ten geduurig overhoop. liggende, het land zelden buiten Oorlog laaten; ver- koopsnin hunne wrd „„oflies Vit Ì ver « Eiland Sumatra. 75 ver geroofde Lamdsgerootën. afs Slaa- 7. ven aan den Handelaars die tetr-dien einde dit Eiland. bevaaren. In “ró66oë hebben wy.reedsmerde Hoofden van 33- Negeryen een Verbond geflotens 't welk in 1693. niet alleen bekrach- tigd, maar ook: doorde bykóming — z van. de overige Negeryen vergroovis Ertdeeze Tractaaten zyn in 175 5. op | hot in eend vor gaf tE geamod 16) De ‚Niaisfers zyn zeer wit van sati 'egeen met {chubben bezet is, er zy: hebben lange Ooren ; wanneer dezeis ven als Slaaven verkogt worden, wor= den de Ooren gefneeden „en- ‘men bez dient zich van bytende middeten/om de ruwheid van hun vel te doen vers liezen, waarom zy blanken glad worà den doch eid eene inne ensrik hous EMIS Dire. ‚he 5 Wijks 6. En Hei Eiland Miantaarop destawen ke jn van Pasfaman en $, 81, Het Eiland Goedfortuin ‘OP Goedfor de hoogte van Priaman hebben niets! tuin, merkwaardigs. … 6. 82, „Nasfauw. Engano. 76 Befchryving van. het …_ 6 82.-Tegen over: den hoek van dndrapoura liggen deNasfaufche, ei, landen „twee in getal „welkers Inwoo- ners, Bancaho gron met & pend Sar er derd hoo Fey wns S- 83. dh is e oindelchen gelen gemeen noch weinig bekend: v Int „jaar. 1770. hebben de Engelfchen van Bancoelen het zelve-doen: ‘opneemen door een Barcq, Chialoup en Pantjal-_ liùgsete zaamen behoorlyk ‘gemón- teerd, en bemandmet Circa 80, kop+ pen „werpende; het „Anker omtrend: eenhalve mylvan het Eiland tusfchen, den vasten wal van Sumatraen het Ei land:,-op een fynen zandgrond, vern mengt met graauwe aatde ; aldaar zyn, de aangekomen vonden-zy den Inlan-! der Onhandelbaar, en wierden tcffens, by de eerste voet aan Land-zetting verjaagt, doorcirca 200. koppen, die „edn. onverftaänbaare Taal fpraaken en ewapend waren met Zoembaks van: hout, met een punt van doornen van vevis: Zy-Zyh middelmatig van postuur „ ‘hebbende lange hairen diezyrondsom: een weinig affnyden en in den: midden, laaten groeien, en in elkander draaien ; iig | “ … han Eiland StmairaS 77 zy beroofderindie geenen, welken zy konden dehterkaléruvan alles, fcheurs de de Kleederen aan: ftukken, „die: zy onderelkanderen verdeelden;hebs; bende by die:gelegenheid-de Capitain, vanderBareq zyn Zydegeweer verloo= ren. Na drie dagen vertoefd te heb- ber, vondenzy zich genoodzaakt te vertrekken, zooom dat ‘er geen drink=- water waste bekomen, als’ om:-dat. men het onmogelyk vondt „met de: Inwooners iets uit te richten , terwyl daar. by kwamhet gevaar, dat menliep door de NW: winden’, die: fterk» waaiden op. ’t‘midden vant Eiland, daar -zy geankerd-lageú. (23) no: » … Dienderdendag va gekend den-zy:6 Man op egenderreeven, be- zig zynde. met visfen, en die Zy mee-, __de namén, waar van twee des nachts wegliepen, en de overige vier; be- flaande, in 2 Mäns en 2 Vroüwen, SUE kort, ‚na hunne „komste tot € he Rd Ais id DT : ORR AE ME, __ mg (3) In de eemetne Nederlandfche Letteroette.’ ningen eerste deel Mengelwerk pag. 267 en 363. vindt men eene Befchryving van Sumatra en Engano, daar gezegt wordtdar ‘er aan de Zuid-Oost-kant een goes de Haven is. Men hoopt binnen kort dit met mess zekerheid te kunnen zeggen. ! Rraka. touw en Slebezee. …, 78 Befchryvikg van het Bancahoeto , dewyl zy zich niet kon- den gewennen aanRyst,en ander voed- zel, dan een zeker kroost op de klip= pen groeiënde „en ‘t‚welk tot hunne dagelykfche onderhoud nevens den al- can perangen wordenden visch dient. De dragt van de. Vrouwen beftaat in een zoort van Zeegewas , om haar fchaamelheid geflagen, en- de en epa geheel naakt. 43 ant Dier Vrucht-geevende Boomen, ali Clappers; Piefang &c. zyn ’er niet ontdekt , en al:wat het Land voor ’t oog ten voorfchyn bragt, beftont in bosfchagies van wilde boomen, bi 84. Als men langs den vlakken hoek, ftraät Zunda inkomt, vindt men, onder de wal van Lampong, 4 noch twee hooge Eilanden Krakatouw en Slébezee, waar onder de Scheepen. op se. à 6ò. vaêmen wel eens ten an-” ker komen , zynde echter alleen zand- Degen. onvruchtbaar. en area ed At » Î ‘ . Ae ed : - EE …. _ \ dh f Ee “IRE WT ARME a ane KAR pe ; u ' tai v n - N D, p Li JN ehiad gs ekh bier litte de dd VL Se en he x wEsandsSomiria „ $ô haet ar ga VIE wnd Kerêry rt P\ {Id 3105 lar ke rie = =De Lampongs. md’ SO LI 7 ded 7 {in . 85. Ostwraards' wan rdölbenieridk gen ‘der Engelfchen komen de Lam- pongs, in eigendom stoebehoorende 27" áan de-Nederlandfche: Oostindifchà. Compagnie ; doch den. 1. September: 1777. inleen gegeeven aan den tegen<í wootdigen- Koning van Bantam , Sirò Sulthan- Abel papa rm Mahomen et ei gende | | ST 14 Ha: ti Ì Kn ‘86. Het- Kanis is fbenamaldisee bewoond langs de volgende Rivieren: die zich zelve in deezes orde vant Westen naar ' Oosten. volgen : | Lärpong Samanca, “** AED ek dito. Calanda. & a 0 Sd Boh … ‘Silleboe.. RE gur Poeti ziel ‘ leen ' ar __ Poegong. ‘en ” ie Raerd _ Toelang dhg: ooit í ' Ì Jan 6. 87. Let westelykfte, ambt CN eaapene manca genaamd, isvan de Engelfche "STi | bezigen afgefeheiden, dâ de Ri-. hidde a0owod boys wogeork at cls ib VLeRZ NE: id NT besanlin Á go Befchryving van hef vier Moeara Seleman; de Nederland- fche Compagnie heeft ’er in1762.een. Fortje gelegd aan de Rivier Borne, t geen den naam draagt van hes jonge Petrus Albertus, | Lampane 16: 88. Aan de. Rivier vau Eampong Bauang, Zvelong bauang heeft de Compagnie mede een Fort, 'tgeen in 1737. is ge- bouwd,de naam van//a/ken-Oog draagt, en 36. vuren opwaards de Rivier gele- genis ‚inde Negery Mangala, daar de Regent van wegens Bantam zyn ver- blyf houdt; voornamentlyk aangelegd, om de grens-fcheiding tusfchen Bax- tamen Palembang die door de Rivier Mafdefi gemaakt wordt, te bepaalen. EE, S. 89. Alle deeze Landen zyn laag petra, ‘en moerasfig aan ’tZeeftrand, de mees- te Negeryen, liggen o Bergen, om dat het water in Taiuss en February zomtyds wel twintig voetenineen Ét- maal ryst, en ’t geheele. Land over- ftroomt voornamentlyk langs de zwaa- re rievieren van 7% velang-Bauang (14) …Wajompoen Comoryn. Met | C a) Palenêyn fpreekt van-een Stad Dampin ù in de bogt van Lampong gelegen, doch 't is een kleine Negery dic niet alsin droogen tyd bewoond wardt, “Eiland Sumatra. Si Het binnenland is met zwaar Gc- bergte en Bosfchen bedekt, die met Eliphanten „Renocers en ander wild gedierte vervuld zyn. „$.go. Ieder Negery of Dorp heeft Gebou- - een Eere-poort , daar niemand dan de …_ oudften door mogen gaan, ( Lawang Coere genaamd) nevenseen Balle , of Vergader-Zaal , die zoo als de meeste Huizen, op paalen van yzerhout , agt voeten hoog gebouwd is; voor ieder Negery ligt een vlot van zwaare balken, daarieder een gaat wasfchen, $. 91. Hunne Vaartuigen zyn ge-Vaartui. bouwd van zwaare uitgeholde boo-ser- men uit één ftuk, en worden Canoos genaamd, men heeft ’cr gezien, die tot Dertien Duizend Ponden konden Jaaden. | $. 92. De grootfte handel is in ranael, zout, by. de Coyang van 4ooofb, Ly- waaten , en Neurenburger waaren, Doch de Goederen ‚die hier vallen zyn kostbaarder, een weinig Goud, Starfteenen of Maas-ourong, zynde soddd. Deel. F een Peper. Grenzen. 8à _ Befehryving vanhet een zoort van Finfteen „die gefleepen wordt Bindrottings ,„, Handrottings Capas of Boomwolen- ne doot particulieren vervoerd. : $. 93--Al de "Peper wordt aan den Koning van Bantam geleverd , die voor de Bhaâr van37s:Ponden,op Mangas la, betaald zeven Spaanfche-matten ; doch aande geenendie dezelve opBan- tam brengen, negen-Spaanfche-Reaa- len,wordende dePeper op Bantam alle weder aan de Compagnie geleverd , en van daar naar Batavia vervoerd, ter verzending naar Nederland en China. …… | IX. Het Ryk van Palembang. $. 94. Het Ryk van Palembang grenst ‘ten -Noorden enten „Westen aan de Ryken van Zudragiri en Ma= nincabo, en ten Zuiden aan het Lams ponfche,men kan van deszelfs weste- lyke grenzen in één dag an Banvane loe merge | ie od 4 _ he Bad Het u” EN me iS nde ek ä En … eine Pen vbs 8} Het wordt door ech inerfigte Rivie- ren befproeit , waâr van de voorhaam:- fté zyn de Mousfy die” vóorby Comt _pagnies Kogie ftroomt, de Ozang , de Bangoegsfung . en de Comoryn. nf N Tot dit Ryk HERBereR) ook’ de, EL Banca en gade Banca, en Bliton. adat Blions ITS mn id al Deeze Eilanden hebben bevoorens ‘haar eigen Koning gehad,’ die in 1668, op..Zym verzoek ‘onder Compagtiës befcher rming is aangenomen , eehige jaaren, daarda’ zyn-dezèlve aan het Pa- lembangfche. Ryk gekomen , door hét huwelyiv van den Sulthan met de We- KE duwe var den Koning dier Eilanden, „Banca door de Straat van dienn aam, ; Leffe wel *° eén Berg van Thin-zand; en daar door REGIS van Sumafraafgefcheiden de wadre Rykdom der Palembangers te zyn, die 'ér ruim'o ooo. Chineezer jaar in jadf dit, aan‘ het Srdaven hel- ben; de vóornaame oto lann Zyn | in de bääfen van … ; 8 RDE Odlar; ned \ “ Aptang.” 50 flank cd eve ij od À n wv 8 ae ie: 2 _Blin- _ Het Ryk van, Pa- lembang. 84 Befchryving van het Blinjo. en . Tamblang. en _ 125. ponden Zand-Ertz geeft gemeen- lyk 7o. ponden Thin in Schuitjes. Men wil dat’er op Songi Poeti een Diamant-mynis, en verfcheide Goud- en Zilver-mynen, die het verboden is aanteroeren. AE Blitonligt beoosten Banca, ís flecht bewoont enftrekt meest tot een ver- blyf van misnoegde Vorstjes, die zich op Zeeroof toeleggen; echter is ‘er ook een Thin-berg gelyk te Banca, doch daar niets noemenswaardigs ge- graaven wordt, door gebrek aan In- wooners. S. 95. Het beneedenfte gedeelte van het Ryk van Palembang beftaat, uit laage landen , meest met moerasfen en zwaare bosfchen en, buiten eenige weinige diftricten, ten eenemaal onbe- kwaam ter voorzetting van eenige Cultuur, en men gelooft ook ‘in het algemeen , dat het in voorige Eeuwen de Zee-ftrand geweest en alles aan- gefpoelt lánd is; Want niet alleen de | tegen. ‘Eiland Sumatraì 85 tegenwoordige Zee-ftrand noch dage- Iyks meer en meeraanwint, maar zelfs hier boven, wanneer men diep graaft, vindt men dikwils Schelpen er andere Zeegewasfchsn en ook ftukken van vaartuigen en prauwen, S. 96. De gefteldheid der Boven Boven- landen die vol bergen eu zwaare bos- B\den. fchen zyn, is ten eenemaal onbekent, wyi de ongemeene wantrouwende aart der Palembangers (die al jalours zyn, als men een quart-myl boven de Logie komt) niet toelaat daar van eenige Elucidatie te bekomen, en zoo ze’er al eenige verhaalen van doen,-zoo zyndie met zoo veel fabelen en tegen- ftrydigheden opgevult , dat men ’er zelfs geen gisfing byna van kan maa- ken; doch uit de producten , die van daar afgevoert worden , meest beftaan- de uitde Peper,Vruchten, Groentens, zwaare Hout-werken , Handrottings , Drakenbloed, Benzuin , Campher en Wax, moet men opmaken, dat de- ze (uitgenomen de Provintie Bida, daar byna lover noch gras grocit, en _ derhalven toteen balling plaats ver- ftrekt)) noch ike zeten zyn ,en het iddelen E 3 te _% Perian vans dei hen dat-dezely DOEREE, en slak egvrin ee vor ad eny dieded hd, te‚kunneu gee, HES ena Lo dt oo zAsleawrar _N Verdee- _ 6. 97. Deeze “Bovenlanden zvn in ling …gverfcheidene Provintien verdeelt , de- ‚aab: atwelke,… evenredigheid ven, hare groofe. besta door: de. Palem= RLS „Bpinalen en-andere, Hofs, rooten „als „Gouverneurs ‚of, onder n andere. Tital geregeert, waden: d chdeeze gaan base zeer ze en 5 ago Jens toe, At laaten. €: ernc urs te vree- en Zyn, Le Al haar onderhgud en ERE eee Feed loorgaans weinig verders pe veen ekennDerens | Z00, in haar. aangefteld Hr oi N IK, & En AE meene Stee er „Bovenlanden en voomemen de derPeper slan 93 ak Pik Eiland Sumawras Sp wyl’er zichin gem: bovenländemrnöoch) een meenigte” Pangerangs bevinden, afkomelingen. van de zoude bezitters? van die landen , dewelke quafi; ee klein diftriëc ter beftiering onder hoo- _gefgezag van dereensof anderer Hofs- | ootes toevertrouwt wordenz-doch … dewelke onder zeer veel verdrukking ensarmoede-leeven, en als ze aanhet _ Hof moeten verfchynen , met zoo wei: ig-diftinctie behandelt worden ‚ dat’ zó by.de minftwHofsgrooten niet mo gen zitten; ja zelfs niet eens een Piek er Zonnefchermp mogen ° gebruiker, het‘welkeranders aan derminfteringe- f by toegeftaan worde, 19 SB ADANA DO RRV ARRI NOCH IAJ: HS LIEURBSDDINT er a De Irgezetenen vanhet Pa-Ingezete- mbangfeheRykzyn denklykafkom-"*?- ipvan de Malacfche:Kust en het vas= te land, en het zelve moet-al: vroeg zeer volkryk geweest zyn, indien men mag geloventegelti by VALENTYNG 5) aangetekendsis.;* datide-Mateiers:vart de:Rivier: Mulajo haaren qraamezoùde ontleenen „en aan-derboordeh van dieRivietby-der bergMahamero Lòur gi sosttnoJsteduisg 29 vd z1szadd aber zr Aare 9 heg Vri vlek rr ds 5, Deel, 1, Stuk, onder Malacca. 4 - Vorsten afkoinst, B8 _ Befthryving van hèt de gewoont hebben „en van daar in, 1260. of iets vroeger na de overwal,» tans de Maleidíche of Malacfche Kust. | overgeftoken zyn. mét, ' _$. 09. De tegenwoordige bezitters van het zelve, onder dien naam, zyn: van het Eiland Java af komftig , doch. hoedanig zy zich hier gevestigt heb- benen gekomen zyn, ismen het niet eens. Zommige verhaalen , dat eenen. Bro Wijojo, Sulthan van Majapait ;: door het Zwaerd des oorlogs het Pa- lembangfche Ryk overwonnenen ver- volgens een van zyne-Zoonen, Aria Damar geheeten, tot Koning ’er over zoude aangeftelt hebben, waar van de - tegenwoordige Palembangfche Vórs- ten zoude afkomftig zyn, en welke __afkomstde reine aan gmt fchyas aanteneemen, Dit is zeker dat Palembang in rend _noch onder Bantam forteerde , en dat de tegenwoordige Koninglyke Familie doot de Compagnie op den Throon is gefteld, uit welke reden de Palem- bangers by een exclufief Contract in 1777. getenoveerd, zich en É - Eiland Sumatra. 89 hebben’ geene andere Natien in het Ryk te accepteeren, alle haare Pro- ducten aan de Compagnie te leveren en jaarlykseen RE naar Bata- via te zenden. $. 100. De barn ea Sulthan Tegen: is-Rato Achmat Baharoedien, zynde veerde een Zoon vauden in 1728. verftorve- „nen Keizer, dezelve heeft een Oom Pangerang de Patty, en een Broeder Pangerang Soerie ‚en een Zoon Pan- gerang Rato, van tien jaaren oud. …$- ror. „Door de Staatkunde die de Surt Palembangers van den beginne af ge- kinde: bruikt hebben, en noch.gebruiken, | van haar land open te zetten voor alle _Natiendie'er zich met ter woon wil- len nederzetten , zoo- is het Ryk , of voornamentlyk de beneden landen , ook bewoond door verfcheidene zoor- ten van Volkeren; men vindt ’er uit China,Cochim China,Cambodia, Siam, Patanie en andere van de Maleidfche — Kust, Favaanen, Mandhareezenenan- dere OosterfcheV olkeren. Zoo meede die op andere plaatzen van de binnen en Noord-Kust van dit Eiland Suma- REN tra ge Befihnyving. kan\bàt trat huúissgehóóren;, Dochode boven” landen-zym meêest doorsde-eigen Nasr ttonaalen bewoont set Bánca , buiten de“ oude. Ingézetener), meest doom Chineezen. ch „LS batsxor riv Geestelye " > €112 Doch onder: de hier rwoo- Be +0” nende:Vreemdelingënwvindt'men géen: meerderszals.de Arabifche geestelyken Gdie pestênsvoor!dit vland; „welks aardsch Paradys het is).die. bedriegers hebben zichreen groot ontzag enveefs bied onder de Palembangers\ weeten. te verwekken, en noodzaakelyk te »retmaakén 5 alles wat zy bogébren» wotdt 2 haar? toegeltaan „vin:zooe verredzelfsg date Ze ripk , rende onderdâaren! arn wörden: duizenden engorfmagranbaare vonden hebben „zy rom haâre {chelm: {tukker uit té voeren „ren szao-zy:dens ken, ndaezyveetigens!tegenftand: òf moeilylahêden van ‘deb Patembarigers maantê verwachten hebbên )/dan maas ken zy haäasimaande ééDof Ándère-leus _gen\of.gewaánd:gerucht: vans oorlog wvs se waar, deors zy. tenweerften. bee vreest: woFdenson der -Paapen) hulp zoeken 5» dier ziel eavonderlyk; hier van weeten ‘te bedienen; ‘geen nieus DN EA weling vFilbed mal Ds a... baar, tegen en En Te ten uiterften bevteest Sar avs asbl dog rf nolo Tass nent 2e NeR OR gi$i03.. De zoo genaamde ad ar De Stad lembang ligt op-de Z. B. vane, gr. en ed 49 minin een.laage, en. móerasfige | vlakte, 18.goede mylen vande, zeeen To Heng. vandehgeb jergte, dat-men ‘er erzelf enten n‚van zien, kan. Zy | is langs de beide oevers vande rieviër __Mousfy gebouwt „en zal twee jd inde lengte. bêflaan , terwyd ‚de meer | nigvuldige, kreeken, en fpruiten die hier omtfent in deezen- ftrooma MEN. ook -alle „bewoondt. „worden. waadoor” ze een meenigte moer ders heeft, Deeze verblyf. plaats id | Konings heeftgeen de minste aanzien, want doordivenniemand buiten denKo- „ming een {tec?a gebouw, mag hebbes es 92 Befthryving van het zoo zyn alle wooningen van Planken of bamboezen, op paalen gebouwt en, uitgenomen eenige weinige , die pannen-daken hebben, met adap ge- dekt ; ook vindt men in meenigte langs de rivier aan de oevers, naast el- __kanderen liggen, een zoort van woo- ningen, ranketten genaamd, dewelke van gevlogten bamboezen, op zwaa re vlotten van dat riet opgeflagen en aan Paalen vastgebonden zyn, welke wooningen meest uit winkels beftaan en zoo de bewoonder zyn legplaats niet langer aanftaat , zoo dryft hy maar met zyn vlot de rivier op of af, om een betere en bekwaamerte zoeken. Ook heeft deeze hoofdplaats niets bekoor- - lyk of aangenaams by en om zich, by narondomligtze beflooten in de bos- __fchen, men vindt’er geene wegen of wandel-plaatzen, en men kan geen mensch gaan fpreekenof ergens naar toegaan, zonder ‘er vaartuigen toe te gebruiken om derwaartste komen; zoo dat men alle dagen eenige honderden Vaartuigen, geduurig de rivier ziet op enaf vaaren , ten diensten van ZOO- danige verrichtingen, als mede om lee- vens middelen en andere waaren uit „Eiland Sumatra; _ 93 te venten , wyl men buiten een eeni- ge marktplaats , die zeer onveilig is enmet hoog water onderloopt, geen __andere publicque plaats vindt om ’er _zynegoederenter verkoop te brengen. S. roy. Twee aanzienlyke gebou- Tempel _ wen vindt men maar op gansch Pa- » lembang, te weeten des Konings Tem- pelen Paleis; het eerst-gemelde ftaat achter den Dalm op een groot plein, en zoude door een Europeesch ge- maakt zyn, gelyk de bouworde daar van, dat ook fchynt te bevestigen 5 het zelve is een cierlyk langwerpig gebouw „ met twee uitftekende vleu- gels, de muuren zyn met groote glas- raamen en gladde halve pilasters ver- ciert, en het dak beftaat uit een vlak. ke vierkante koepel , dewelke met fierappen gedekt is. | S. zos. Des Konings Paleis is rond= Paleis. om binnen een zZwaare muur gefloten, zoo dat men van de daar in ftaande gebouwen, wyl geen Europeesch’er in komen mag, de minfte kundigheid niet kankrygen,doch zoo veel menvan buiten oordeelen kan, fchynen dezel- | ve __ ôî Befchryving van het ve groot en hoog ‘te zyn, en’allemêt fierappen gedekt; het eenigfte dat men ’&tr-van büiten noch van zien kan, is een zwaare en ‘breede poort, dewelke deftig gebouwd is. Aan de beneedert kant des Dalm „ftaat een hoge en dik- Kévie rkante batterge, met een dak op het zelve. ‚ waar onder een meenigteé ftukken Canons liggen, dewelke al leen op byzondere plegtigheden ge- lost worden ; aan de beneede kant van deeze battery ligt langs de rivier me= de eén diergelyke fterkte, dewelke 8 á 9. voeten hoog zal Zyn, mede met een dak voorzien, en in de muur met zwaare val- deuren voor de fchietga- ten, ‚ dewelke nooit” open gedaanwor- der, ten zy het gefchut van deeze bat* tery moet gebruikt worden. Tusfchen déeze twee batteryen loopt een plein, daar een meenigte gefchut onder een afdak ligt, en aan het einde van dit plein Vindt men de Audientie-plaats ds Konings, als hy ín Ket openbaât gehoor geeft; dit is een open vierkant vertrek niet een adappe dak, en aan de wâfiden verciert met eenige geweeren; dochhet wordt ook vóor een werk-en pêrgpláats van zommige goederen ge- bruikt „ “bilondStmabrd 98 bruikt, zerwjl het voor-hêt óverige weinig aanzien heeft, en‘zoomiors is) dat het eerder cen beestenttal ge- Iykt , dan eén” plaats ; gefchike voot É ate plegtigheden.” KRO TAR \ Eep H AN 3 Pd ri sle: 106: oFliersoudie Hen. Heth Rail negrast nen-by » oe de Koniglyké Begraaf. pn plaatzenop P embang Lama, (voor? heen de verblyfplaats dêr oude Vors: ten) omtrent een myl van hier naar be- needen geleegens dezelwe liggen op eene verheevêfie grond, éfi geen Et ropeefch is hèt geoorloft te naderentot _ dé graven zelve, ‘over ieder vân wel: keeen byzonder tamelyk hoog gebouw geftigt is, alle van elkanderen in {maak ( onderfchieiden; ‘en waar vande pracht afhangt na de’ hoogheid’ van de-over- leedenhe ; of-de achting diemen voor dezelve geliad/heeft ; hier wordèn ook maar alleéfilyk begraaven ‘de Konin- gen , derzelver echte Gemaalinnen eft Kinderen, terwyl de overige Koning- op lyke Familie h nele lenta Eren. anstgrld npe zin et wete, (ODA - eh gak io, RGolt ian. paisnod og 5 pe Wel de Rivier Mi) dEriier „welke voor *s- Compagnies Logie ‘&elMoust. aA quart- 4 96 __ Befchryving van het quart - myl zal breed zyn, zeer diep en bevaarbaar is voor zwaare barken en ligte fcheepen, die niet dieper als 14. voet gaan , zwaare fcheepen het thans- zeer moeyelyk hebbende om boven te komen, wegens het aanneemen der droogtens,zoo is het op dezelven inde Oost - mousfon zeer leevendig, door de menigte van handel Vaartuigen , dewelke als van Java en Madura alhier met ryst, zout, allerhande zoorten van Javafche lywaaten en andere produc- ten komen: in vroegere jaaren plagt deeze plaats veel bloeyender te zyn, den handel neemt van-dag tot dag af, het welk veroorzaakt wordt door de _ meer en meef toeneemende armoede der Inwoonders; want, daar men in voorige tyden hier veele gegoede par- _ticuliere Menfchen hadt, daar zoude Sterktens. men ‚de meeste Arabifche geestelyke — uitgefloten, dezelve thans wel met lantaarns mogen zoeken. _$. ro8. Buiten de Fortificatie wer- » ken by ’sKonings paleis , eneen gerin- ge benting aan de Sonfang of aan de mond van de Mousfy, vindt men zoo als gezegt wordt,‚noch maar eene fterk- te te-in het Ryk, tamiike in hevGe: bergte:zoude ligger „waar in , na Zom- miger verhaal , des Konings voornaam: fte Íichatten-goude geborgen zyn;doch zooandere-willen, zoude het een Mas gazyn voor kruit en. eenige -ammuni- tie van Oorlog zyn.;:welk Jaatfteiook het) meeste; geloof verdient; wylde wantrouwende aart der Palembâángfchie Vorsten niet toelaat » zich zoo verrê van haare. fchatten.„ vodaarze fecuure Bergplaats genoeg voor in den. Dalm hebben ;te verwyderen; ook {preekt den opneem daar van, na den;dood van den OverleedenSoufoehoenang; zulks tegen;en voorhet naast geloof ik „dat het,verhaal van en fterkte maar Reem iS wider arbo” swuatoied zok Ho d ted dd DÌ S. 109. De Regeerings-form heeft Regete uiterlyk de gedaante vaneen geregu- rigs. leerdsbeftier; men!vindt?er eemeer= fte. Minister , mitsgaders-hooge en laas ge Amptenaaren „ dewelke het bewint hebben ovef de politiess.de burgerly# ke Regeering; de aankomende vreem: de handelaars; de belangen van. het. Ryk; en de huishouding van het zel= ve, Ook heeft men’er een waereldly: all, Deel. 6 kee kl 98 Befthryving van Shet ke jen geestelyke rechtbarik ‘en eeni- ge zoo genaamde. Ryks- wetten-,’ waar na men zich moet reguleerten / enant dere ordonnantiën : zoo ter bewaarin- ge-der algemeene rust „-als-waar na het recht gehandhaaft most worden 3 doch weinige van deeze Inftructiën zvn, ten zy dezelve op -de-Gods- dienst betrekking hebben en inden Alcoran aangetekent ftaan, befchree- ven; maar de meeste berusten op mon- delyke ordres.; mitsgaders: overleve- ringen en gewoontens’der voorige ty- den, waar doorze langzaamerhand of vergeeten , of verbasterd wòrden : ent de flechte- opvolging » van: dezelve maakt , dat”er geen fchaduw vangoede ordre ‘overblyft, en men geenvongc- SRENRen DERier befchouwen kan. 2e 5 este | epe bE OAT S- LTO ; Dewyk weende dcezerAmp: tenaaren eenigevbezolding vanden Koning trekken, en het haar eers ge- noeg moet zyn in dienst” van haaren Vorst te weezen; (die ‘er zich ook doorgaans weinig na informeert , hoe zy haar departement waarneemên ) zoo moeten zy haar beftaan door an- Een ves zoeken, en No be- er harti- „Eiland Sumatrás 99 hartigen zy haar beftier, na-dat eigen belang het meede brengt; en nademaal dit algemeen is, zoo durft den een-o- ver denander by den Koning niet kla- gen, tenzy het 'er een mogtezyn; die by den Verst ineen meer als gemeene gunst ftaat, en verzekert is,dat zyne klagten , het zy recht of onrechtvaer« dig ‚na zyn genoegen zullen: aange. hoort en beflist worden; welke gunst zy zeer: wel dooraanzienelyke pre{fen- ten of het vermeerderenvan’sKonings kas weeten te bejaagen , want die het meeste daar inbrengt, die kan zichook … het meeste van zyn Hoogheids genade verzekeren ten zulk-een- Minister vindt derhalven weinig of geentegen-. fpraak ín zyn goedvinden; ; wyl hy anders zyn beklag ‘er over zoude in brengen, dat een ander in tegendeel over hem niet doen durft; 8 rin. Zoo gaat het ook in de Rechtbaùe Rechtbanken ; fchreeuwende i isde on-kene. rechtvaerdigheid die ’er in gebruikt wordt, al zyn de bewyzen noch zoo klaar ‘zoo weeten zy dezelve te ver- draven : al was het zelfs dat dezelve mes de Aicarpgegrond en het gefchil + Ma Vreemde. roo B efthryving van het nadat Wêt-boek moest gevonnist wors den: die-de fterkfte arm heeft ;.de vers mogenfte vrienden bezit, en de aan: zienlykfte prefenten geeft; dryft bo- ‚ven: en wyl’er geen appél op is, zoo moet “men zich welin het vonnis ge= trooster, wyl niemand als een guns- teling ’er over by den Koning durft klagen ; want „ zoo …het:al eens een ander onderneemt; zoo-wordthy-door den Vorst maar weder tot zes tech ter We mage ri, «- _ A 4 ol re. De midde ser, ogen Wel Handelaars zyn de eenigfte particulies ren, dewelke-noch al rechtwedervaart; men vindt Sabandhaars over de Chi neefen, Javaanen en Maleiërs, het » welk gefchikei is, niet naar de natiewaar van hetVaartuig is,„maar naar het hoofd over het zelve ,:zoo dat een Java ’s Vaartuig, als’er eenChineefche Schip- per opis, zich by den Sabandhaar over de Chineefen moet aan geeven; en zoo gaat het ook met de anderen. Die Sabandhaars moeten, zoo ver- re de Koning aanbelangt, deeze han- delaars voor alle molesten zyner. on- d der- — Eiland Sumatra roï derdaanen befchermen ; ‘haare handel en zaaken bevorderen „en bezorgen dat haare uieftaande gelden inkomen; mitsgaders van die marchandeurs de tollen ontvangen, doch nadien die _menfchen onder het bewind en de Ju- dfcatuuren van’s Compagnies Opper- hoofd behooren, zoo durft” men de- zelve ciótkhévelenheck onrechtdoen; _ want by klagten daar over aan den Ko- ning , zoude het voor zulk een Saban- dhaar niet welafloopen , gelyk er om die reeden ovér drie jaaren noch een afgezet „en door den Sulthan-by na tot den verdienen is gebragt messe SL € 113. De handel, armmiebile ike Fandel bifche Geestelyken , die vry van. alle dryvende eestely- inposten zyn, hebben met deeze li- ren, centmeesters niet van nooden; maar > … {taan , voor. zoo verre zy onder’ 'sKo- nings gebied behooren, onder twee daar toe aangeftelde Opper-Priesters, „voor wien zy ook te recht moeten ko- men en haare zaaken afgedaan wor- -den;-doeh zoo zy het hier niet eens — kunnen worden , moeten zy haare: be- zwaarnísfen inbrengen by den ‘Pange- $ fn Ponghoulou of phone ps | G 3 Ope To2 Befthryving van het Opperriehter , die dezelve dan nà de Mahometaanfche. wetten beflist, fchoon 'ér ook dikwils door de hoog- moedige Paapen weinig « om 1 gegeven wordt, \ Geestely. —_$. 114. Deeze sie Onee Richier richter is ook gehouden alte duister: en zwaarigheden in de Mahometaan- fche wetten op te helderen en uit te ieggen , alle dubbelzinnigheden in dezelve, en iemands bezwaarnisfen daar omtrent, te onderzoeken en op te losfen 5 en Zoó hy omtrent huwely- ken of zaaken van een andere natuur, daar de Wetten van den Aleoran by te pas komen, vmeer re wordt, zyn advis te geeven, Hoofdder SQ, rr 15. Men vindt ook. in ait Ryk her een Amptenaar , wiens gelykheid van ; dienst ik niet geloof dat in de gan- fche waereld, ten minften zeer {chaars, zal te vinden zyn; te weeten, een hoofd der zoo genaamde gepermit- teerde Gauwdieven, Sumbauwaree- fen genaamd; en dit hoofd ftaat in-dit opzicht ook weder onder den ryks Fis- k caal, dewelke ‘er mede zyn portie wan heeft. | Dee- \ EilandSumatra, — „tog Deeze Sumbauwarcefen zynibehal- ven eenige weinige nooddruftige vrye lieden, meest flaaven, “van de arme en behoeftige Pangerangs. en Hofse grooten, die haar aandeel in het geroof= de hebben, ener een groot middel van haaf‘beftaan uitvinden. Zy zyn onverbeeldelyk brutaal en ondernee- mêndef laaten zich totalle fchelmftuk: ken, zelfstot hef ombrengen van ie: mand, omkoopen, voeren haare dieve- ryen zoo wel-By dag als nacht uiten ontzien zelfs de goederefivan de groot- Ate in hetryk niet;kiet geroofde moeten zy by-dit hoofd brengen, die ‘er de verdeelifig van maakt en zyn aandeel _ van heeft: men heeft verlof , zoo Zy op. de daat betrapt worden ‚ haar ten eerften van het leeven te beroo- beej ven, doch zoo zy by den Koning of den rechter gebragten overtuigd wor- den ; moet dat hoofd bezorgen, dat het geftolene weder te recht komp, en den daader. wordt-de vingers. en toonen of ook zomtyds de handen en woetenafgekapt, doch: zelden is‘het daf ze zwaarder geftraft worden; ad go RRS RDDR ak dom aiobiax ‘brow 9 „baog ad Rev a9vson oooTbow 99 Te $. 116. « vos Befbhrgving van het Moord wordt zel. den ge- raft. „$. 116. Moorden Doodflag var de eene vrye Mahometaan omtrent den anderen, (want zyn Slaaven mag men vry om het leeven brengen) wordt by bevinding , als het met opzet gefchied is, en men geen vermogende arm heeft, met de- dood geftraft 5 doch hier van zyn uitgezondert de Prinfen en. voornaamfte …Hofsgrooten-; de- welke zulks ftrafloos omtrent haare Overfpel. onderhoorigen en den gemeenen man mogen verrichten, doch, zoo een -Ma- hometaan ecn Chinees van het leeven heeft berooft, en het aangeklaagt wordt, zoo kan hy zulks doorgaans met een ligte boete afmaaken , om ek de daad aan een heiden gefchied is. S. 117. Overfpel moet men ach _ met de dood boeten; gelyk ook bloed- fchande., waar van de fchuldige lee- vendig , ‘half of met het onderlyf; in deaarde begraaven en vervolgens dood | gelheenieg worden, DPievery. 6 m8. Dievery en huisbraak als het voor den Rechter gebragt wordt, wordt zelden met de dood , maar met vaan venen. van het ‘goed, en een Eiland Sumatrá… zes een boete geftraft: of zoo als onder. ‘de befchryving der Sumbauwareefen „$. 119. Die valfche Munt flaat „of Valrche de pitjes na maakt , diens handen wors Munte den afgekapt, terwyl misdaaden van een mindere graad, ook met ftraffen van een mindere ftrengheid geboet worden, « hk soort A | Dine ede A) aki t S. ree, Doch die tegen den Koning misdaad misdoeten door den Vorst, het zy tertegen den, dood „ of tot ballingfchap verweezen”°2 7 wordt, deszelfs Vrouw en Kinderen als zy in het leeven blyven , worden Slaaven voor den Koning 5 “al zyn vermogen vervalt aan denzelven , en al'laat hy fchulden na, en middelen genoeg dat dezelve betaald kunnen worden, zoo kan den Crediteur-’er geen penning van krygen; dit laat- fte heeft men ook meestentyds te vere wachten, by aldien een onderhoo- rige van de Prinsfen. of Hofsgrooten, tegen zyn Heer misdaan heeft, en doorhem uit zyn dienst gezet of van het leeven berooft werdt. — rel ien EE Ek. n pay > | BREN, j E 5 $. 12ie Veele soorten van Na- den. u . a E nao 2eg23 " to6 Befchrgving van het zo$vaet, Mensheeft in dit Ryk een wonderlyke-vermengeling van onder: daanen, dewelke alle wel van het hooz ger gebied des Konings afhangen, _„dochsechter veroorzaaken; datrieder “-zynaanhang heeft, en in tyd vanex- peditienof opftandweet, hoe veel hy kanleeveren ; of wie hem behulpfaam zyn moet, „leder Pagerang „Hofs: grooten, of die maar van eenig aans zien of vermogen is, heeft de zyne, „want,buiten” desonderhoorige in haar ouvernement òf directie ‚, wordt ie= “der, die van haâr geld leent , of der- Munt Pitjes. zelver protectie verzoekt, haar onder- daan, en, zoodanig een, moet danook nachten dag‚stot alle. werk , voor zulk-een Gusti, of Heer , ten dienfte ftaân, en kan niet-dan. met zeer veel _ moeite weder van hem ontflagen wor- den ;-doch deeze verkeerde toelaating veroorzaakt, dat veele boosdoenders haar gebruik ‘er van‘ maaken , en zulk een: befchermheer een ganfche vamp ar ari onder zich.heeft, - IS FEARS FIRE 0 eg Giorse „Eén „Muntfpecie moot maar alle enlykänddit Ryk geflagen „het welk de pitjes, en dunne ronde met en Karl e à _ lood Eiland Sumatra, xoz lood vermengde tinneplaatjes Zyn , waar op eenige caracters , eneen vier- kant gaatje in hetzelve , en welke cara- cters verandert worden,zoo dikwils als ’er een nieuwe Koning op den Throon- klimt ; niemand mag dezelve flaan; dan die een uitfluitend privilegie daar toe van den Vorst heeft. Vyf hondert aldi van worden 'er aan een bos ge- reegen , en die gaan voor vier ft. Hol- landsch; en zestien zulke bosfenkrygt … men voor een Spaanfche-mat, doch — buiten deeze pitjes roulleeren hier geen andere geldfpecien, als gecar- telde Ducatons, ronde en vierkante Spaanfche Reaalen, en de Kopdaal- ders; doch deeze laatíte zo wel als de nieuwe Spaanfche Kopdaalder , doet maar vyftien bos pitjes, en by leverantie van producten alhier aan de Compagnie , willen zy geen ander geld dan de oude ronde Spaanfche Re- aalen voor’s Konings kas accepteren. _$. 123. In het Gewigt Dane onder. zy zich inden handel onder elkande- ren, hetmeest na de Chineefe datjing. Een Coyang Ryst of Zout is48oo. cat- jesof 4g: picol ‚en een picol roo. cat- oe jes Maat; ro8 Böfchryving van het jes of rss. B. De groote Ryst en Zout maat; Sjap genaamd, houd in 6o, cat= jes, en de kleine maat of gantang, 6. catjes, gaande dus van de eer- fte 80: én van de laatfte 800. op een Coyang, doch met deeze maaten ge- fchied veel bedrog ; want , fchoonze volgens 's Konings ordre geykt moe= ten zyn, en by de Sanbandhaars ge- haald worden „zoo vindt men door- gaans als men niet op zyn hoede is, tweederlei zoort van maaten by de Hofsgrooten en Kooplieden , met wel- ke ééne zy in, en met de pet tind wederom ride S. 124. Onirrent de Peper hebtsdin zy een-andere maat, waar van 1000. koppen gezuiverde ‘Peper gerekend ‚wordt 125. picoluit temaaken, en by het verkoopen van ftuk - goederen wordt de by-ons gewoone El gebruike, dan wel by de Asta verkogt. 1 1A8 én opzichte var het Goud ; houdt ' een catje daarvan ro. thail;of de: zwaaf- te van 22% Spaanfche- matten. . Een thail weegt 24 Spaanfche-matten , „en “zoo daalt ten af tot ‘een: Schelling , 8 en Eiland Suman, og en vervolgens:tot. „een-Zoort- van roode boontjes.-waar. van „twaalf ‚de zwaarte vaneen Schelling: uitmaaken ; doch omtrent het Zilver.-weet men hier van,geen ander gewigt, als het ea zelve tegen Spaankche. Reaalen „ops ' Weegen: soiël s; Bb ri „$ Ens: „Ao denia 5 „wiens: 5 Rykkonings cash is op zyn oudfte wettige Zoon, mast. _ of by gebrek van zoodanige Spruiten, op de naaste mannelyke,Bloedver- want, is volftrekt onbepaalt in zyn heerfchappy 5'-zyn wil is de hoogfte wet „en. zoo hy iemand-ter, dood vof tot eerie andere ftraf- verwyst ;-ver- mag mem zelfsvoor de zoodanige niet ‘ eens pardonof vermindering, van ftraf affmeeken.… Behalven dervolgens de | Mahometaanfche wet toegeftaane. ech- teVrouwen,heeft hy. een meenigte by- wyven., en wordt volgens-.de Ooster- fche wyze in zyn Paleis, alleen van Vrouwen gedient,en opgepast, doch als-hy in het publicq verfchynt, be- hoorenze;niet onder zyn gevolg: ten zy hy zyne Vrouwen mogte.mede- neemen , om dezelve wat te vermaa- ken, en zoo hy met dezelve uit vaa- De ren tes Befdheywing van het ren gaat, em eene van de roeyers of temandder voorby vaarende, na dee= ze zyne Gemaalinnen, en Bywyven, dieachter een behangzel zitten, om- kykt, die wordtten eerften daar over eer Geene Mansperfoonen als al- en des Konings naaste Bloedverwans ten, en die hy deeze gunst wil be- “wyzen, mogen in het binnenfte van hete Paleis komen „en alle dienften van hét zelve worden door Vrouwen ver- richt, uitgenomen het waterdraagen; waar toe de Provintie Blida alle maan- den een bepaalt getal Mansperfoonen moet leeveren , welke volkeren bui- ten gemeen onnoozel en eenvoudig „mer heeft zelfs. geen één voor: eeld ;, ‘dat eene-van dezelve zich 6oit inden Dalm, onder den drom van zoo veel honderden Vrouwlieden, tot tets onbehoorlyks heeft laaten verlei- den3-Ja, het vertrouwen des Konings, omtrent deeze waterdraagers gaat zelfs zoo verre, dat hy zynVrouwen-timmer toeftaat , zoo wel in zyn by-alsafzyn; _dezelve te plaagen ener aen er verd te vermaaken. se darmrr * ‘ _ … 1 £ -d 4 nd id Jah 14 wd Ter daw WTA ma on « GTE WS ek a Kaas: | n Uit « venom sumor EAO 5 5 „Wiechet werhaalde blykt? Aus 3 aat zerkaeh byzondere ampterfaaten zyn3 die tot de hof houding of prâal-des Kou aings behooren; de Tecos of zaakbe* zorgers zyn de'een iefke ; Waar van hief wie zál pere ede worden: > ie me | 3 HED 243: 15 A8RTD NS os: re6. De pracht die ' (desi Koning Koning bij ‘Ötdinaire werfchyning ‘Omringt-, PAC _ vertoont weinig Mäjesteit , twee vás: te dagen zyn ‘er inivide week tidat hy buiten komt, en anders „Zoo dikwils hy het goed windt valssdan ziften!'er 1="” âchter en op’zy vanhem op dengfofid * zes die dofiderbosfen!in-de hánd heb: ben met de kolven nd zich toëgekeert, | ágt pieke-dragers}óén dië een {child en één die een Zwaerdtinde hand heëft; mitsgaders’ die zyn pienang = 'äóos’, firiebakje “ett “watêr-gofgelet ‘drâágt: | terwyl-de: Vörst-zZelve zeer gekléed is; doch op plegtige dagen èn als”er een Compagnies brief afgaatof ontvangen wordt ; is de praal % Mod: | ter: By ‘geleegenheid van dé laatíte wierd “het: voorplein « deplane” met een meenigte flaridaarden:, “én ”er - By detachement “Milicafren’ wel: _Granadiers ‘zullen verbeelden, | “but raa _ Befchryving van het buiten, de. ordinaire. donderbos -dra- gers, deeze zitten dan achter den Ko- ning, die behalven pieken van het ge- meene maakzel , ook pieken van {laat , mitsgaders de Staf, het Schild, en Zwaerdt van ftaat „en andere ornamen- ten draagen ; — Alles is dan van goud of fawasfen „ met diamanten verciert tot ’s Konings water-gorgolet toe , terwyt de brief op een goude fchotel den ko; ning aangeboden. wordt. Severn Koning? ei 127. Die door den. Kaniei in nister. eene waerdigheid verheeven wordt, of van hem eene dienst van maar eenig aanzien erlangt; krygt als dan vanden: zelven een kris, en na evenredigheid vanzyn Ampt eenige eerteekenon, het welk de zoodanige , Zoo dra hy tegen den Vorst eenige misdaad. van aanbe= Jang begaan heeft zof dezelve op hem vertoornt wordt; sverplicht is, ten tee- ' digheid aan.zyn Hoogheid. weder:te laaten aanbieden (want voor rde ven vermag hy dan nietverfchynenjen zoolang hy die ornamenten niet te rug krygt, kan hy ook verzekert zyn dat des Konings misnoegen noch.niet op- gehouden is. | Mg 128, ‘Eiland Sumatra HJ „6. 128 In ’s Konings tegenwoor-Le'bied digheid zitieder op zyn rangen hade Ben ouderdom van zyn aanftelling, nie-_ mand mag hem, dan kruipende nade= ren, en ZOO hy tegen iemand {preekt zoo moet denzelven, na het eindi- | Ee van zyn verhaal „ zyn twee han- ente zaamen gevouwen aan Zynvoor- hoofd brengen „doch voor het overige zyn de uiterlyke tekenen van ontzag, op Java zelfs by de Grooten en Regen- ten aldaar, vry wat geftrenger en eer- biediger, danze hier voor den Vorst ad worden. | | ’s Konings böveelen ogen niette- gengefprooken worden; doch-dewyl, gelyk reeds gezegtis, de hofsgrooten genoegzaam willekeurig handelen en eigen belang gebied , elkanders bedry- ven te verzwygen , Zoo wórden dezel- ve niet verder in acht genomen dan; als zy ze voor zig zelven nuttig rekenen } terwyl de Vorst niet beter weet of dezelven worden opgevolgt: Ja zelfs gaat dit zoo werre; ‘dat: de Ministers áls het haare ‘belangens mede bren- gen , dikwils des Konings naäm om- trent de eene of andere gewaande or-_ Ul, Deel, H dre zig Befehrgving van Ket -dre durven gebruiken; en niemand heeft moeds genoeg zich hier oms trent, by zyn Hoogheid te informees ren, ‘dewyl. als het een bevel van hem was, de zoodanige zich zeer te- gen den Vorst zoude misgrypen; wes- halven de vrees hen maer voor te in | _ houd. Konings Krygs- magt. Belasstin. gen. ‚S. 129. De Konink hoek C zelfs Ees ‚orps Zoo genaamde Granadiers’er ons der. gereekent ) geen gereguleerde Krygs-magt: in tyd van nood moet ieder na zyn vermogen , een getal zy- ner onderhoorigetot den kryg leeve- ren: en zoo gaat het ook met de Zee- armade, in welken geval de Prinsfen en Grooten ‚ ieder eenige V enn ten dien einde moeten toerusten. ‚ $.13o. De onderdaanen des Kenner betaalen geene de minste belastingen; en brengen ook geene Contributien op, als alleenlyk by de komst eenes nieuwen Konings tot den throon. Het uit-einde der Poeasfa of Mahome- thaanfche. vasten; het befnyden en „trouwen vaneen ‘Pangerang Rathoe, of Kroon- Prins, en nn eu | NS oe Eiland: Suimùttâ, \ as ordinaire gevallenswanneer ieder pro= vintie of grooten verplicht is, by-het: Compliment van Felicitatie een ges fehenk op te brengen van alle leevens=: middelen „dewelke: dat Landfchap geeft, ofhet geen een Koninglyk ges fchenk waardig gekeurd wordt ; wes= halven des Konings inkomsten voor naamentlyk voertvloeyen ; uit den verkoopvan Peper en Thin; en wel van! dit Jaatfte: het meeste ; wyl de wins= terr daar op, zeer groot zyn; eir-de van deeze producten voortvloeyende” gelden; worden ook maar alleenlyk in zyn Hoogheids cas geteld ,; want dà - pachten en ankeragie gelden, die de aankomende vreemde handelaars ver= plicht zyn te betaaleu „ blyven onder de Sabandhaars der Javaanen en: Ma= leiërs; die daar voor, het Hof; var Ryst, Oly, Zout, Tammerindeeirdiers gelyke huisfelyke benoodigthedent png aveer: oemet rs C De KON zage pn „De (hecliee Palitie- én hers willekeurig, gedrag der Remne, Koningen , is dlleen de oorzaak , waat=iniddelens om de kroon vairmeerdere inkotnsten berooft wordt; dewelke anders hetRyk sj Ha ges | m6: Befchryving van hét gemakkelyk-kondesopbrengen: andes anderen wordt verhaalt, dat de groot- Vader des tegenwoordigen:Konings , alleen wegens: de Verpachting: der. Visfcheryen en Buffelvangst, hier om-. trenten inde bovenlanden, dertig-dui- zend Spaanfche-reaalen in zyn cas kreeg, hetwelk ter dier tyd veeleande- re toen ook een winstje opbragt„en die. leevênsmiddelen in overvloed en goedkoop deede zyn, doch onder den: overleeden Keizer en deezen tegen” _ woordigen Koning; is dit langzaamer- hand belet, en deze twee vangsten na= derhand scheel verboden; het welke hare Hoogheden: voor derzelver uit= fpanning alleen aan „zich behouden. hebben „ en thans een fchaarsheid- voornamentlyk omtrent het Buffel vleesch, veroorzaakt ; want de Visch mag hier voor de rivier en beneeden in de kreeken , noch al gevangen wor- den, en zoo zyn 'er meer Articulen, dewelke by een goed beftier de in- „komsten des Kooingd ren Aen | “den vermeerderen. og Bilk, ü rest a rec ad Soninge He Ale Doch: met dit alles. zeer eer wp „dat de Koning zeer veele {fchat- en ten “Eiland. Sumätra tij tem heeft; maär. de Overleedene. Keit zeiheeft. dezelver vry wat, ‘vermin dert, dewyl-hy een zeer goedaartigen milden Vorst was, en ’er niet veel maar vraagde3 hoe of zyne! zaakbezorgers of-Casfiers’er mede tes fdens ‘want de boedel: van eene, die kort na den Kei- zer overleed, kwam welwvyfmaalshone derd duizend Spaanfoire-matten op de Administratie te kort; doch deszelfs Zoon, de tegenwoordige Koning, is zooveeltegieriger pdeeze tracht maar _ rykdommen te vergaderen, bewaart zelfs de fleutel van het vertrek ; daar het Geld in bewaartwordt, en ‘houd aantekeningen van het. geene ‘er in- komt; doch wan het geene ‘er inge? bragewordt , komtzelden of nooitiets EN ten voorfohgu,” Bega eb ned il er mn ms ' me f € c e k: IC led ssort se En: Maar het: Paleintahpsohre Konings Hof heeft teffens een zeer ftaatkundi- Casfier | ge en listige ftreek, zoo.wel om kaare rvkdommen te vermeerderen, als-om geene zeer vermogende” onderdaaneh te hebben, namentlykszoo draiemand bekendis veele middelen te bezitten, zoo wordt hy:tot Fexo;, dat ís Casfier in zZaakbezorge1 des Kanin aange- var H 3 … es 3 vig Befthnyving van het stelt „ en deeze Eer, wordt fia -miaate dat zy bekwaamheid. hebbên ; “Geld voor deh Vorsten „en hief doot ’s;Ko- nings. gunst: en vertrouwen Winnen, met de eéne- of andere rang onderrde hofsgrooten , en bewind over. -deeze en geene-districtén vergunt. Zoo-dra zy tot deeze dienst verheeven-wor- den, het welke:niemand durft afflaans;, wordt alles wat, zy bezitten, tot Vrou- weren Kinderentoe , des-Konings-ei- gendom : Zy zyùgehouden-alle-extra- ordinaire depenfes van den Koningte betaalen; Juweêlen én andere door hem voor zyn Perfoon en Familie ge- ordonneert wordende kostelykheden te bezorgen; zyne naar Bataviarver- trekkende gezanten uit te rusten; heb- ben de meeste Thin-mynen onderzichs moeten ’s Konings cas zoo veel haar —mogelyk is’ vermeerderen ; en gelyk „fêeds gezegt is, niet alleen alles wat zy bezitten, te ftellén in eigendom des Konings; maar als zy komén te fterven , worden ook geene van haare _ ‘Schulden betaald, terwyl daar en te- gen alles wat den boedel van de de- ‘biteuren moet hebben, niet alleen moet voldaan worden ; maar zelfs ten e tie: cx twee- “Eland Sumatra, zig gwbede maalals men’ zech fchriftelyk bewys van de svoldoening. heeft , al was’ het, dat men nog Zoo veel getui- gen ter ' ‘bevestiging 3 dat het beraald was, “kónde by brengen. — ip kiel „De Kroon-Prins heeft ubla zoodanig den Fexo, gelyk ook de Prinsfen, de- 3welke eenig aanzien hebben, “doch / vaän deeze laätfte wil het weinig zeg- gen3 wyl. het meest gefchied ‘om aan haaren hoogmoed te voldoen ‚een an- der voor haare huishouding te laten “zorgen en een ng pi fchyn van danzien! en ‘vermogen te geeven, ’ oe S. 134. Zoo de Koning iets laät Middelen bouwen, eefì doofgraaving van deee-om goed fie fivier in derandére laat maaken , of vouwen. - andere werken van’die natuur onder- neemt „ zoo betaalt hy nietsanders alg de daar’ tóe benoödigde BoüwAma- —— * terialen, iedef Pangerang- éh. hofs- | “gróoten; buiten der eersten Miriister, derSectêtaris-en de Ryks fubftitut Fis- k “Eadl, worde den gedeelte in de vol- 6 ®Brenging van hetteonderneemen werk ‘angeweezen: deeze moetemten haa- ten’ kosten de arbeïders bezorgen en_ Yerder zorg draagen,dathèthaartóe- bedeelde: Twenbort wórden v sle Siete H 4 $. 135, Taal, Boeken. 120 Befchryving. van het $. 135. AanchetHofen by den Kor ning wordt het. Hoog - javaans. ‚ ver. mengt met eenige eigene, uitgevon- dene woorden gebruikt; met vreem- delingen doorgaans, het Maleidsch;, waarin zy met de Javaanen. mede de letter-A. als de O. uitfpreeken4s „doch onder malkanderen-een vermenging vanlaatstgemelde Taal,met de gemee- ne Javaanfche , terwyl zy in het fchry- ven.zoo onder elkanderen de Maleid- fche Caracters bezigen , dan, als het _ een-zaakis ; die den Koning aangaat of een temporeeld. ordre (swant perma- nente gefchieden maar mondelyk))van hem behelst, en daar zyn Zegel by ge- „drukt wordt. zoo wordt as de Je vaanfche gebruikt $--136. Zy hebben geene gedrukte Boeken , en weeten ook bynaniet van | gefchreevene , als de Mahomethaan- {che Alcoran ; ook vindt men onder - haar geene Jaar-boeken, of eenige Ge= denkfchriften. Des Konings eerfte Minister bewaart de{fuccesfive Con- tracten, en de Brieven die aan of van den Vorst gefchreeven worden hy is de vraagbaak in zaken, die hier om= … Eiland. Sumatra ei omtrent eenige betrekking. hebben; - dewylalde overige’erdoorgaans or - kundig van-zyns; voorts worden alle gewigte zaaken en befluiten; mits- gaders merkwaerdige gebeurtenisfen; alleen aan het geheugen en de over leevering toevertrouwt: „€. 137x-Aan de beneeden Kust in Mabame de Salang; vindt men noch Heidenen fn” die Orang Coeboe genaamd worden; „en als wilden in de bosfchen leeven; doch anders zyn de Palembangers en de verdere onderdaanen van het Ryk; vande-Mahomethaanfche- Godsdienst, doch vermengt met noch veele hei- denfche bygeloovigheden, dan hoe enkundig-zy-ook doorgaans Zyn,om- … trentde voornaamfteleerftukken daar van, zoo houden zy zich zeer ftreng aan de plegtigheden , dewelke de Al- coran gebied, weshalven de Solemni- teiten, by. Geboorte ‚ Huwelyk en Be- graavenisfen„ volgens dat-Wet-boek geregeld worden, terwyl, watdedaar — - by in-acht genomen wordende uitter= - lykheden aangaat, dezelve meest over- eenkomenamet de , by de Javaanen in gebruik zynde gewoontens, en verders af ca vaneenieders vermogen. ted Hs" $. 138 tan Befonopmihdswuier Huwely- «29-138. Byiden Koning, de Prins ken. fen en verdere” Grooten „ mitsgaders perzoonen van eenig aanzien en verl ‚_ mogen; is by geleegenheid van een Huwelyk imgebruik, dat het jong Paâr, zoo wel voor als nade voltrekkiùg van het huwelyk,gewasfchen en gewoogen 2e, motten worden; en by dezelye Zoo ronsbisHt wel als by de mindere; dat eenige da- gen nade echtverbintenis4 de jongge- trouwdehaare naastbeftaanden;patróo- menen verdere vrienden r eltui- gen emee groot gefleep gan bezoe: ken, ‘wannker zy van ieder ‘een ge- fchenkinhaarhuwelyk krygen.” … god esb „nobedriveolegyd arotaan Aart der “*'$e 139: Wat haare aart verder aan- Strand- a pg tot den Koophandel Voikere, ge egefij en! doorgaans ”ervook frie- _ dig op âfgericht ; doch verders vol on- deugden, namontlyk „ loos en: arglis- tg , doch zondér doorzicht of óverleg, wat gevolgerbhet kan hebben salshaar desfein’ mislukt; Gierig’; onbermhâr- tig, trouwloos ; bedrieglyks meesters in de geweinstheid „1uîsowedakzüg- tig, verradderlyk ; en in den Koogtten graad lafhartijf; “ten uitterften tróts in voorfpoed, doch, on whaha 6 $ è e Ä \ eid Eiland Sumatrd 123 heid zyn, „weder flaafachtig' onder- werpêlyk en demoedig , ‘bovermaa- ten wellustig, ‘knevelaars ; en” epe drukkers , ligt- en by-geloovig,’ want je Zy laaten zich alles door de Arabifstie | geestelyken wysmaaken; die hier hadr rekening zeer wel by: viriehen, enzich ?ervan weeten te bedienen , ftyfkop- pig mitsgaders -onbefchaamt, Jeugen- achtig, en zy weeten haare zaakeh zoo fchoonfchynend voor te ftelletien al- tes in: haar voordeel’ “zoodanig …uit te leggen ;-dat-die haar miet-kent, zode denken de eerlykfte enbraafftermen- fchen van de waereld voor zich te heb- ben; inéén woord; ik weet haar geen een deugd toe te fchryven; Ja, een deugdzaam en braaf man, is zoo-zeld- zaam onder haar ‚dat zy zelfs nietals met verwonderin gen achting van Zoö- Are bd hae eeen | s: wild Doch de boventihdlelde As der Volkeren, zynin het gemeen domme go; en eenvoudige menfchen ; ten uiter- ftenonderdanig aan, en verdraagzaath omtrent der Palembangeren verdruk- kende Regeerings-vorm; maat dewyl men zeer weinig omgang metdie vol- € __keren wo Befchrgoing vanhet -keren heeft „ zo kan men haare ‘verk -derergeaaftheïdenzeêdenniet leeren kennen enderhalven ook geene nat ‘dere befchryving 'ér van geeven : want ede verhaalen deswegens van de Palenr- sbangers (dewelke doorgaans met ver «achting, van deezemenfchen fpreekên) -verdiefien weinig geloof ;en zyn ook „metveele verdichtzelen vermengt; ykonderanderen van de gewoonte „dewelke de inwoonders vande Pro- vintie-Blida zoude hebben, nament- dykzrdat als-ter een Kind gebooreh „wordt „de Vader het zelve zoude neé= amen ; in de hoogte werpen en vervol- gens op cen piekVarngen ; als het Kind miet gewond raakt; zoude hy het voor het-zyne erkennen; doch ingeval van - shettegendeel , voor een Kindin over- {pel geteeld houden; Zoo verhaalen zy ‚De ook vanNe geryen;bewoont door men= fchen, die een buitengemeen groot hoofd hebbe ‚„-doch byzonder klein 0! vanlighaam „-en-byna-zonder-handef em beenen ‚dewelke des niette min haaren arbeid doen,en zelfs boomen kunnen opklimmen 3 doch: dit sis-waar, en-Zoodanige -bovenlanders heb: ik verfcheidenmaal:by-den Koning ge- nötoÁ Zien, | wi Eiland Sumâtraë. 1ògt Ko Ziens-dewelke over het ganfche lig-s haam ongemeen. blank zyn; bezet” met-fchurft - ziekte-en een zeer vies fche reuk hebben: ook zoude er eet: - landfchap zyn, waarvan de meeste» den dit eigen zyn zoude, p iq Bl rend oe 6. vs B Nae dem Land-bouw heb=Land- ben zy geene de minste: kennis, zy9° weeten van geen ploegen nog mesten; en in het aanleggen van haare-Rysto velden hebben zy in het igeheel geen” overleg #-als-zy twee of drie jaaren zulk een akker gebruikt -hebben ; vers! laaten zy dezelve en zoeken weder: onverfchillig hoe het geftelt of waar het gelegen is, (@ensanderseigendom “ uitgezondert ) een ander ftuk Lands, iN of kappen in een, bosch eenige boo- men om;-doch laaten de wortels in’ de aarde blyven „en‚nazulk een veld van de ruigtens wat gezuiverd te heb= ben, bezaayen zy het zelve „ laaten’ het vervolgens zoo maar. opgroeyen; enbeveelen de verderebezorging 3 tot; den tyd dat het {nydenvaankomtjaan. — de natuur over ;-van waar ook komt; dat hunne Ryst, klein; ligtven-maget is, mitsgaders weinig voedfel geeft; ar ke \ « 7 Ambach. ten. 126. _ Befthryving van het en {choonzealtyd in den dop bewaard wordt, zoo kan dezelve niet wel bo= ven het half jaar goed blyven , want als dan begintze te. hage en inden dop te veiteeren. | | 5. rote De gefteldheid < van den d doet hier veel toe, doch ook n onverfchilligheid;, om dat: zy Ryst genoeg van Java bekomen en:dus zoo een/;zwaaren arbeid niet behoeven te verrichten , brengt ’er zeer veel by; dat zy dit gebrek niet zoeken te ver. een en de datud» te aan te ko= seen | | f 6. 143: mhd pe letnfeg ete al eergierigheid genoeg, om zich in andere konften te oeffenen, en ook _ fnedigheid om ze te begrypenen vor-= deringen ‘er in te maaken ; want men vindt onder haäar Goud en Zilver- {meeden ; Koperflagers „ Timmerlie- den; Schryn-werkers, Metaal-gefchut= ada in voorige- tyden hadden zy opeefen noodig; om: häare Vaars tuigen!toe te tuigen , doch tegenwoor- dig doen zy het zelve, tot Zeilmaa- kerr :toe: … Thans begirinen zy pe ge Oox ook „zeer. toe te leggen; ophet maaken van. Huis-en- Snaphaan;- ten; zoo mede om de veerkracht ui te vinden: ja zelfs maaken Zy. Sna haanen „dewelke zy liever als Europifche gebruiken , om ane ge loopenhebben, dewelke de Chinee= fen in een,vierkant ftuk yzer booren; en die. zy verder volmaaken:-dezelve worden ook met Gouden „Zilver in gelegt, en zommige moeten wel, hons derd Spaanfche-reaalen. en-meer gels den. Buskruit hebben ZY ook getracht te maaken, doch dit, is haar als den _eerften Uitvinder daar van ‘bekomen; waar na. Zy het in den fteek hebben gelaaten, In het Weeven van Zyde Stoffen, doch maar met kleine bloe- menos ruiceB, en nm ded oane ek pop ‚ maar het geweefde zal kamu gamers worden. | Stade De eere end Mans. beftaar in, een-Kleedtje-om den ““r Mak midde) vast gemaakt, met een Hosk | iaB _ Befehryving van Ter om het hoofd en het bovenlyf door: gaans bloot; doch de grooten en die maar eenig aanzien of vermogen heeft, pere een Buik-band over dat Kleed- ie, met een Goude of Zilvere plaat ‘er voor: tusfchen welke band de Kris fteekt, terwyl zy het hoofd ge- meenlyk met een klein rond Mutsje Copiâ genaamd , dekken, en het bo- venlyf meteen korte Cabay van Chits of andere ligte ftof, dewelke «om de armen vast geknoopt is; doch als de Koning een Festein geeft, moeten zy zich naar de Javaanfche manier van Kleeden , by diergelyke plegtigheden fchikken, en dan zyn zy gemeenlyk met kostbaare’ Europeefche of andere Stoffen gekleed, Wd e HOHO] Kleeding ° $. 145. De dragt der Vrouwen is der Vrou-eenkleedtje, het welk van den middel WE tot de voeten hangt, mitsgaders een hembd of lang baytje, dan wel zoo- danig eencabay , alsde Mannen draa- gen; doch anderzints loopen-Zy met de armen en fchouders bloot „en heb- ben over het bovenlyf maar een borst- kleedtje, het welke onder ‘de armen doorloopt, en opde borstväst gemaakt ee wordt, Eiland Sumatras 129 wortdt,hoedanig men ookszegt „ dat alle. Vrouwen in’s Konings paleis ge- kleed gaans,-en ook geen één als in _die- geftalte- voor. hem mag verfchy-= * nen, doch zy. zyn zeer flordig op haar hoofd; het:hair ís maar zoo wat op- gerold, en eenV rouw, ten minsten van maar eenig aanzien , zoude zich fchaa- „men , -hetalle dagen te laaten kammen en kappen; wyl die na haare gedachten te ligtvaardig is, fchoon zy anders waarlyk, alsze ‘er maar gelegenheid toe hebben, doorgaans geene Suzan na’s Zyn;-Zy zyn ook (het geen de Palembangers eigen is) ongemeen morsfig,en vuil in haare Huishouding,, zoo dat men zelfs een afkeerheeft , om byna iets-in haare huizen, of van het geene zy bereid hebben te nutti- „gen, doch. by gemeene Vrouwen is „die in te fchikken, want deeze arme ‚Schepfels moeten doorgaans niet al- leen haare Mannen en Kinderen be= zorgen en haare Huishouding alleen „waarneemen s maar ook daar by voor „dezelve-het. ‘onderhoud zoeken „ters Î _— wylde Man den luiaart fpeelt en zyn ë vermaak naar: genen neemts …jù. M ei iT Deel 7 nl EN “Doch 136 __ Dêfthryving van het Doch zeer zeldzaam zal men zien; dat als zy getrouwd of toteenige jaa ren gevordert zyn, zy als dan met veel Gouds of Edele gefteenftens zich zullen vercieren; Ja zelfs het tot de Pienang -doos behoorend tuig is ge- meenlyk van Koper: haare Kinderen derhalven zyn alleen het voorwerp hier toe, die zy met goude armrin- gen , hals-en andere cieraaden, met of zonder Edel-gefteentens, na haar Bh bn opfchikken. In den eerften opflag zoude men „denken , dat dit een deugd in haar was en een ‘verzaaking van de waereld, doch dit iser verre van daan: maar het is, om dat de Arabifche geestelyken haar wys gemaakt hebben , dat het te- _ gen de Mahomethaanfche. wetten zou- —de ftryden, want ‘niet tegenftaande dit), die maar eenig vermogen heeft , maakt ook dat hy goude Vaten en “andere werken van dat Metaal heeft ; hoe meer hy bezit, hoe trotfcher hy ’er ook op ís: en alvis het ‚dat zy zelfs gebrek aan leevensbenoodigthe- den moêten lyden, waaronder zelfs zich veele Prinsfen bevinden, zoo Kà SE CC kun- Eiland Sumattmss 13t zy het sechter van haâr hoovaardig: hartniet verkrygen , Om 4 ter vervul ling van die. egte het Ei te Ae fs | ik, ráó: kpeineén veel odes. tot Wapenet by geloovigheid. toe, hebben de ‘Pa- lembaúgers voor haare Krisfen, Die het maar: kan uitvoeren „ heeftze in een ‘goude fcheede emvook zomtyds. onder aan de greep een bändje, met diamanten bezet: zy geeven dezelve trotfche eernaamenen naar evenredig- heid van den ouderdom, of vân wiens ze afkomftig zyn; danwel, nade Fraais heid vân het lemmet „durven zy 'er veel geld voor betalen ; zelfs by de grooten. als zy gaan. laapen wordt ‘er voor haar Bedeen matje gefpreid met een Kusfen, daar zy de-Krits als dan op nederleggen om te rusten ; en zy ftel- len in de dragt daar van;zulk een waars de,‘dat men Kinderen van vier â vy£ jaaren ze al ‚op! ne ziet hebben, S. 147. De: Palembangers hebben tzer- ile weinig Wundigheid in het bewerken? van het Yzer,-tén minsten zy fchynen ‘er zich nietveelop toete leggen; miss Tern 12 {chien Thin-my- - nen. 132 Befthryvinig van het fchien, om ‘dat het te zwaar is; zy vergenoegen zich maar met kleine werken daar vante maaken, en laaten alle groove en grootere , daar i in, aan de Chineefen over. Hoe zy het Me- taal bearbeiden is een geheim, waar achter men niet komen kan, terwyl , wat het Thin aanbelangt, zy den ar- beid dáar in meede den Chineesch aanbeveelen,om dat haare ee: daar te zwak toe is. 6. 148. De Thin-mynen nde al- tyd in het gebergte gezocht , ter plaat- fe daar een zwaare afwatering van, of omtrent is, en men hout bekomen kan; als men dezelve onderzocht en tyk genoeg bevonden heeft „ wordt nagegaan ofze hooger of laager ligt, dan gemelde waterloop, «en in het laatstgemelde geval begint men:als dan handen aan het werk te flaan : men. graaft omtrent de myn, als dezelve wat verre van den waterloop afgelegen is, eenkom, van een tamelyke diep- teen zeer groote uitgeftrektheid , ver- volgens maakt men een aff{nyding in het riviertje , het welke gemelde wa- terloop formeert, en leide het grs | 2 aar Biland Sumatra.” — 133 daar van; in de voorzegde! kom , waar na de-anders gewoone loop van het riviertje met hooge dyken opgeftopt wordt, om al het water-in die kom'te verzaamelen; aande laagfte kant van, die kuil ter diepte van “dezelve en breedte-van vier „vyf of zes voeten; wordt-als dan een canaal gegraaven 4 welke zyn wateruit die kom ontvangt, en wederom in een valei of ander ri- viertje uitftort, en op een genoegfaa- me afftand van den oorfprong van dit ° canaaltje, wordt een dwars flootje ger maakt, dewelke zyn water uit het zelve erlangts, doch blind loopt ; maar by aldien de myn digt by.de waterloop zelveligt, zoo graaft men geen kom om het hein daar in te verzaamelen, in she triene. met een wil enna ia de-mond van die: affnyding, om in het gegraaven canaaltje zoo. veel water in’ te laaten als men noodig heeft, en we- derom droog te laaten loopen, als men het hebben wil. Na dat: dit een en ander t tot volke: menheid-gebragtsis. en men de daar br behoorende opftallen klaar gemaakt Ì 3 heelt 8 £34 _ Boföhwyving van hèt heeft, (metalhet welke wel twecof drie jaaren verloopen) begint men äán het graaven, Het Thin-Ertz wordt in het vootzegde cúnaaltje gewor- pen; daar arbeiders byftaan, dewelke fet fchoppen het geduurig roeren, têrwyl de fterkedrift van het water al het zant en verdere: vuiligheden , met zich neemt, en het âldus zuivert ; waaf nä het’er uit genomen, in hét dwafs: | flootje geworpen; en aldaar bewaard worde: Ko zate nek men pe in veh, beide ter tyd toe; rdt men ge- toeg heeft om het verder te bearbei- den of té fimelten, ' id ri KG ARERATNEND OAN ARLES ú st | Es De behasdeling get meting: is zeer | seavoedig En” onkostbaar, de oven is gemaakt van kle1 of” andere aar- de, dewelke door de zon hart ge- maakt wordt; in de bovenfte opening of het fornuis wordt beneeden een fterk vuur van- hout en koölen ge- maakt, het welke van achteren het zelve „, dooreen Blaasbalk in vlâm ge- houden wordt, boven dit vuur wordt de gehen, st hin- Ertz zoo maar 5e ze det } Eiland Sumarmras «135 geworpen;-en het,gefmoltene loopt dan svervolgens door een-gát „ het welk vooraan, onder het {fornuis is, in een-beneeden-het zelve. in den grond gegraavene kuil, waar uit het vervolgens gefchept en overge- gooten wordt in de Vormen, de- welke daar- na by; ook maar-in het zand gemaakt -zyn, en waarsin Zy het dan koud laaten worden. Van een Picol ongezuiverd Thin- Ertz wordt gerekend dat-7o Câtjes Thin komt. Het flooken begint-des:a- vonds om zeven en eindigt des mor- gens: om negen uuren „en in dien tyd kan:een oven na deszelfs groo- gn es zÂâr 50. ptmijes uitleeveren. $ 149 „Haare HT ydrekeninel is, Tydreke- volgens. de Mahomethaanfche „na “i8- sde Hergira of vlucht van- Mahomet’, het welke thans (in Ao. -r77g. ) 1192. jaar is en zy rekenen. by __Maan-jaaren ; doch voor het overi- ge zyn zy vande oudheid der-fchep- ping‘ des “waerelds- even onkúndig vals van den Sterren -Hemel , waar “Var Zy. in, het nn erf ‘begrip | „hebben. ö | i kok Il $. Iso 136 Befthrgving van het Ongeftae ___$. 180: „Dewyt: Palembang Zoo: | de WEE! naby- den even nacht-lyn,geleegem is, Zoo is ‘er-het weeder ook doors gaans’ zeerzongeftadigychetveene uur kan het buiten gemeen heet;ven het ander uur kil koud zyn ;doch dit heeft men meestvin de West-mousfon-te wachten; gelyk ook „dat «als dans uit de? moerasfen” des morgens ZOO* danige dikke en ‘zwaare dampen op- ítygen, dat men geen honderd tree+ den ver zien kan.» De West- mous- fon begint in November-en eindigt im April, als wanneer ; voornament- Iyk in December, January. en Fe- bruary , het gemeenlyk zeer fel waait en ftormt, vergezelt met zwaare Rukwinden, geweldige Slag - regens en Donder - “buiën: sterwylde Oost- - mousfon ‚dewelke van Mei tot October aanhoudt „ doorgaans droog weeder ,. uitgenoomen eenige. gerin- gen Regenbuiën uitleevert. QI n Doen Be oo rt. Niettegenftaande. rn onge- \*___ftadigheid van het Climaat ; ís Palem- bang in lang zoo ongezond niet; als ‘er wel van verhaald wordt , integen- deel is het zelve zeer gezond enmên _ $ ze ys w Eiland Sumatra; 132 vindt hier.veele oude Menfchen : zel den ontftaan-hier -befmettende. ziek» tens, ten zy. de Kinder ziekte; die hier- zeer gevaarlyk is „en veele meníchen _voornamentlyk, bovenlanders. uit het leeven rukt. By de kenteringen der Jaargetyden, is men gemeenlyk. aan verkoudheid en koortfen onderwor pen „doch dewelke zelden “gevaar- lyk zyn; daar en tegen,isde roode loopen persfing Z00 veel te meer te vreezen; welke men hier. zeer. veel onderhevig i is. - Men vindt hier ook dek Te mên- $chen, die:met -zbongenaamde Koek of Mildt Ziekte-gequelt-zyn, inter — gendeel;-die van elders;met deeze kwaal alhier aankomen worden door- ‚gaans ‘er van herftelt, met,zich in de rivier „dikwils te wasfchen ‚ en het water van die ftroom te drinken, het geen een _Mineraale {maak heeft en voor iemand die hier-pas aanland , en het noch. niet gewoon is, tot. een Zagt Buik-zuiverend middel ver- ftrekt.. | Voor het overige zyn de meeste -Palembangers doorgaans befmet met dr Venus- Amalen. „ja zelfs aan 5 Kw Dieren. 438 _ Befthryvine wan hèt kinderen en Zuigelingen ziet: men zeer dikwils de aankleeving en ge volgen van deeze befmetting, ook Ziet men zeer. veele bovenlanders: met groote kropgezwellen, en dit zoude aan eene.der Provintiën eigen zyn; terwyl als eene byzonderheid noch aan te merken is, dat de mens fchen , zoo Europeefen als Inlanders; Hier” zoo vroeg grys worden , want men” vindt 'er die nauwlyks: 25. je 26. jaaren oud zyú, of st hebben al al boe: hairen. Aers: rhis saas A51 Fen Ed Sr ge Buiten deeoereinike caminè Rundvee vindt men een. meenigte wilde Buffels-en Koebeesten „ Har- ten , tamfte”en wilde Varkens , vzer- Varkens; “Oliphanten;, de Rhino-. _ceros Tysers, de Civet-kat, Lui- aards, Mierëeters ;, Eekhoorntjes, Apen -van- verfcheidene” zoorten’, waar onder Zeer groote ;”ja-ook vlie- gende, gevonden worden, “Kroko- dillen, Lequanen Slangen ; Schor- pioen en duizendbeenen. Hoenders, Ganfen- en“ Eendvogels vindt men in geen grooten overvloed „en zelfs tomtyds zeer ze id doch ander- zints _Eildnd Sümatra. 155 zints Onthouden zich in de Bosfchen een grooten overvloed ‘van ander Pluim - gedierte ;-de meeste van die Zoorten zoo als op Java gevonden worden: men zegt ook dat ’ér zeer . fraye zich onder zouden bevinden, doch men kan door den luyen âart der … Palembangers “-hier omtrent niets krygen. a eer ate ef ROO Ten opzichte wats alde Visfehien windt Visfchen, men meede al dezelfde Zee en Ri- vier Visch, als op Batavia, doch niet in ‘zoo veel zoorten, daar en tegen vindt men in”deêze- Rivier ee- ige weinige ‘andere, alsde lánge Lys „ Jouara, en de Pattinig , welke alle: noch al tamelyk van fmaak zyn, en ‘inzonderheid de laatfte zeer vet is; doch anderzintsis‘de Palembang- fche- Riviervisch niet zeer aangenaam, Zy is doorgaans grondig, en de ‘Goe- ik dewelke in overvloed hier is ‚ heeft geen gêlykenis by de Ba- tiafche. wylze zeer dik van hùid, grondig en droog is. j _ Inde Palembamgfche Rivier vindt men groote dents. en wel tot | 18, Planten, Ees 149 _ Befchryving vanhet _ 7 18. voeten lengte;-en zommige-heb- ben een zwaerd en andere een zag voor op het hoofd „van welke laate fte zommige. de, lengte. van ij hs | meer. voeten hebben. 5e | siehe: wss: In de. beneeden lamdsn vindt men de zelfde zoorten--van Boomen , Planten , Vruchten , en Inlandfeche Moes-kruiden als op Ja- 7 va en Batavia , doch -in-zoo een-o- vervloed en ook zoo fmakelyk niet als‚;op, laatstgemelde plaats, „Uit de Bovenlanden komen zeer zwaare en verfcheide zoorten- van Houtwer- ken, ZOO “tot Timmerwerk, als het maaken van Masten en Stengen: mitsgaders Schep -Vaaxtuigen , „waar van-ik ‘er een gezien heb, dewelke de lengte: van 66 en breedte van 6. 7. voeten hadt 3:e-uit-de amie Stan van een boom, gemaks WAS. Buiten de Poes vonkd en hok Riet daar: de, handrottingen uitgehaalt wor- den, mitsgaders, zoo een: confidera- bel ‘getal Areek- Boomen, dat ’er ganfche laadingen van: derzelver vrucht naar Java en elders verzonden WOr Eiland Stûmatras vab wörden, vindt trien ookin debo- venländen: de boomen, dewelke:de. Benzuin, Draaken- bloed, Gomlak, Gamber en Cámpher uitleveren; ook heeft men ’erSappan, Sasfafras-. boomen ; wilde Caneel en:buiten dien ook fraai gevlamt hout, en an- dere “voor ons onbekendePlanten , welke de Palembangers ten uiterften. zorgvuldig voor een Europeesch ver- bergen en verbloemen, of door haare luiheid verönachtzaamen ‚ waar door men ze niet te zien krygt; zoo dat ‘er geen mogelykheid is, om’er een grondige en genoegfaame we van te nabi eu EN I s4. Bebe an het Thin op netia Mineras. _ea-en Bliton, vindt men, zoo daar ; als hier: in: de bovenlanden;, „„Goud- mynen ; ook zoo gezegd wordt Zil versen op eerstgemelde Eiland-aan de Nootdzyde,-zoude «een Goud+ myn te Banca, Masfo zyn; dewelke, ongemeen ryk is , doch in geene van alle mag op leevensftraf gearbeid. worden, en‘er wordt ten fcherpften by gewaakt. Dit verbod zoude voort- vloeyêén uit een ftaatkundige regel.van tax Befchryving van het het Palembangtche-Hof , zoo out dier plaatfen en de rykdom van haar land voor vreemdelingen bedekt te hou= den „als om dat de Vorst zegt, in= komsten genoeg te hebben , en dit een Schat is die de Aarde voor hem bewaart en-hy ‘er dus geen zorg voor behoeft te draagen: ja zelfs gaat dee- ze omzichtigheid zoo verre, dat al het Goud, het welk voor den Koning en -zyne Familie--gebruikt wordt, ingekogt. wordt van het geene van Andragiery en elders aangebragt wordt. ged | Voorts wordt ‘er op Bliton Yzer \___gegraaven, en in het Gebergte in de 2e bovenlanden alhier gevonden. Ziva- vel, Aluin en Arfenicum. Edel- ges fteentens worden hier niet gevonden; doch wel op Banca een zoort van Chriftal „het welk ‘by de Thin-my- nen gegraaven wordt,-en hoe ryker de mynis hoe meerder het ‘er ook gevonden wordt. … 5{T0 Djanbi. S. 155 > sBenoorden Pälembang ligt pe het Ne _ Eiland Sumatrais 143 het Rykje van Djambi, aan eenzeer groote Rivier; die Zeer diep land- waards onfpringt; het zelve geeft weinig Peper en is van zeer weini- ge waarde, /als „alleen om:het ver- maagfchap- van; den Koning, door het Huwelvk aan de Vorsten van Riouw. IIi fo oon DTS ss we , E bert r - - IJ der dd nd _ id 3 1 e _ ke ' „3 <= me hed edn E ed » crd 3 ed ’ S. 156. De Rivier van Zudragiry Andrgis ontfpringt noch verder Landwaards”* in het Manincabofche, en dus han- delen deeze, Volkeren met gemak op de Westkust ,.daarze dikwils by vyf- tig te gelyk komen. Op de Kust wordt ‚in zommige tyden van ’t jaar een visch gevangen Shiadesgenaamd, die niet gegeeten wordt, doch de Kuit, die wel eenderde van de Visch weegt, wordt Troeboe genaamd en is Zoo goed als de Rusfifche Caviar. XII. 6. ï 57. Camper Dit Rykje is het Camper _Kleinfte vanalle. | | Siac. 144. Befthr.van hêt Eiland Sumatra. pm 8 Erg Ì sd nf a én 4 N E Ke aid. d n 8 err ’ 8 « _ Î \ vett E S. 158. Side, Het Noordelykfte aan deeze Oostkust, grenst aan de Landen der Batasfers en wordt thans geregeerd door een Maleids Prins; Radja Ismaël genaamd , een der groot- fte Zeeroovers in deze Zee: en hier mede is het geheele Eiland Sumatra VERRES dn | dk Ged ! j Ne m . kN S Er ij BR A ben / ie : , 4 db RN B E: BESOHRYVING VOGELNESTJES, =2T ACN “HO OY MAN. oe zeer men in onze Eeuw, de Nartuurlyke Hiftorie tot volmaaktheid “tracht te brengen, en geene moeite fpaart, den oorfprong, aanwas en weezentlyke hoedanigheid , aller ‚ voortbrengfelen deezer aarde, naau- keurig te onderzoeken, ontmoet die nuttige beoefening echter zulke ver- mogende hinderpaalen, dat de naau- keurigfte navorfcher dikwils niet dan ten hoogsten onvolmaakt , van veele zaaken kan gewagen. Onder deeze beletzelen , komt my, als geene der geringste voor, den Verren afftand, tusfchen het voorwerp en tusfchen den onderzoeker, die maar’ al te dikwils Pii heeft , en waar door hy, hoe y- MI. Deel. K ver 4 146 > SBefkheyving derd. + verig en verlicht, echter a 4 ken van die zinlyke bevinding , die het uiterfte der a ae <5 over- tuiging is. In welk een helder licht zoude een LINNWBUuS,een vANHALLER, een BurroN, en meer andere ver- _maarde tydgenooten , den arbeid es Natuur niet hebben uitgetekent , | dien zy ‘alles in Perfoon hadden me nen onderzoeken , en niet dikwils wa- ren genoodzaakt geweest, hun op vreemde berichten te verlaaten ? Hoe dikwils voert de lust, door zeldzaamheid te behaagen , een reizi- ger van het {poor der waarheidaf! hoe … dikwils tracht hy zyne achteloosheid ofzyn traagheid,door eenen opgefchik- ten voordragt, te verheelen! hoe dik- wils tracht hy door gewaande kundig- heden, eer en aanzien, te bekfaalen:, terwyl hy in den grond, egen het voorwerp zyner befpiegeling niet op gewasfchen is, Dit;is zoo waar, ZOO menigvuldig en zoo fchadelyk,, dat alle echte voorftanders van nuttige en toepasfelyke ontdekkingen, zulksniet genoeg hetreuren Kunnen, siet Het “Hogblnestjes 149 Het begrip deezer waarlicid fpoort het Genootfchap aan} zulke zaäken ; - die binnen den ommetrek onzer Per= foonlyke ‘Onderzoeking kunnen val+ len, naaukeurig na te Baan, En vantyd tot tyd; in haare Verhandelingen, dé proeven hier van mede te deelen! niet met Thet haatelyk oogmerk andere te berispen , maar alleen ofn/ den atbeid: der natuur , zoo veel in, haar vermo- gen is, in klaarder licht te ftellen. Dus leverde de Hier Baron Hi | Wurms, reeds in het Zerfle Deel (1) deorder der Palmbaamen en voeg- de by den voortgang, van desfelfs aan-. merkingen, over di Vorstelyk plants geflacht, in het Zweede Deel (2 ) de, Befchtyvingen van den en Gryzen Otters de Jup Vogel, en den Kuikendief, ter- wyl alle Íngezetenen der. Oosterfe vòlkplantingen, toen wierden aarige- moedigd, dit Hoofddeel ‚ met hunn& bydrigen te verryken, ë IK Dd nnemed i) afde 5 p eci Hr 5)» \ - Ca) P. 457. Ek Valt Ke 148 Befchryving der Ik volg ‘dit. loftelyk voorbeeld mn , ‚en deel thans.het gemeen eene vol- ledige Befchryving- mede, -der-kost- baare en thans zoo hoog geachte Vo- gelnestjes, die doorde Chineezen by- na tegens Zilver werden opgewogen en door de milde natuur-als „een by- _ zonder voorrecht, aan de,Eilanden van Indië zyn gefchonken. | Het Vogeltje, waar door dezelve worden toegeftelt, noemen onze Berg- Javaanen Waled of 308, Dayä en op Java Lawit. (3), cen PI Het behoort tot de it der les luwen, en heeft een gedrukt hoofd, het welk zich echter, met de veeren, dik , rondächtig en in vergelyking van het Lighaam, groot vertoont. De bek is breed en wyd, met eene zwarte, elsvormige kleine neerwaards gebo- gene punt, wordende de wydte van de bek noch vergroot door eene naak- te, PErgam an ENE: huid, die, als de (3) Boerorig betekent iu het nn eert ita zOnder onderfcheid, / Er. e fr “Vogelnestjes. E49 debek gefloten is; tezamen gevouwen ligt, maar geopend zynde , eene aans zienlyke ruimte beflaat , dewelk ze dit Diertje tersverkryging van zyn voed= fel, zoo als hier onder blyken zal , ten hoogsten noodig heeft. De oogen zyn Zwätt en redelyk groot. De tong is engedeelt en pylvormig. De ‘ooren zymrondächtige platte-en naakte pleks ken met: een langachtie: gaatje en lig- gen gelieel onder de veeren vanhet Hoofd verborgen. De hals is zeer kort; _ zoo welalsde beenderenindevlerken _ en beenen. De zybeenen zyn geheel begraeif met veeren en het zeer ten» gere beneeden gedeelte der beenen; is zoo welalsde voeten ‚met eene zwar- te pergamentachtige ‘huid ‚ bekleed, De voeten beftaanuitvier vingeren; daar van drie voorwaards en een ach- terwaards; allen tot de wortel van elkander gefcheiden, de middelfte is met de nagel ruim zolang als het be- needenfte gedeelte vanhet been. Alle de vingers hebben zwarte, kromgebo- gene; fcherpe en tamelyk lange nas gels, die het Vogeltje veel gemak toe- brengen , om zich overalaan de rotfen en klippen vast te kunnen houden. De K 3 {taart ma / tse BefAnping der ftaart is genoegfaam 4oo larig s alshet geheele Lyf met-de- Hals-en-de- Kop. Uitgefpreid. zynde, heeft dezelve eene wigvormige. gedaante en wagen: uit 10. roelpenRdn poi alge In de vleúgelen zn 66 1 en flag: en. dekpennen.-De- 4: eerste’ flagpen= nen zyn zeer lang , en reiken te zaa- mengevouwen zynde, bynaeen duim Rhynlands- over -de taart. Dey vol- gende pennen worden geftadig‘kor- ter, tot de-s-of-6. laatfte ; die gelyk zyn en met de, breedte van: “de vleu= gel, omtrent de: lengte v van Engen shan aeg slet — ik 4 Pi ‚De coulgtn van hetVogeltje is gifys: achtig zwart, een weinig inhetgroene trekkende, doch zonder tippen of plekken ; achter: op «de. rug naar de ftaart - aan het beneeden lvf , valt dit zwartachtige in het muisvaale. Dege- heele lengte vande bek tot de. ftaart is. 4: duim, de- hoogte van de bek tot de ‘punt van de middelfte voorvinger 3î duim, de uitgeftrektheid der. vleu- gelen, van de-eene punt tot de an- ar 104, Zynde de dt der groot- fte “Vagelmestjes es I5f fte agent gn Omtrent 4) duim. ‘Tien deezervogeltjes Weegen 2 onee en } dragme. trois. Cad OS Aat In de nabuurfchap van Batavia zyn twee vermaarde plaatzen; alwaar dec- iks e Vogeltjesi ineene zeer groote me- _nigte huisvesten: De eerfte Calippa Nongal genaamd, ligt omtrent 1o. uu- ren ‚gaans, Zuid. Oostwaards van. de Stad, de tweede Sampia geheeten, een weinig verder ten Zuid-westen, maar beiden inde rei der voor of vlotber- gen, die van den zwaaren rug, doog ons Eiland ‚alhier geformeert, BER nelyk onderfcheiden is. Behalven deeze, zyn’er nach v vec- Ie ie plaatzen alleni in wing zelven freek ‚ (4) Behalven deeze, houden in , fommige gaten , eenige wilde foorten. huis, Momomo , Boerong Team, Boerong Zoekost en Lintje geheeten. Zy gelyken gezamentlyk zeer veelnaar dezelve, behalven dat van detweede, de Kop grooter en de Veeren van allen „ geheel zwart zyn: _„: DeNestjes die zy maaken , zynzwart en bros , meest beftaande uit ligte dons, ook ftrekt het verblyf dee. zer Diertjes zeer tot bederf der gaten ; waarom „die zoo veel mogelyk worden uitgeroeite KES 5 K 4 | ts2 Befthryving der ‘ftreek of verre van de kusten, die of weinig titleeveren, of door de Javaa- nen zorgvuldig verzweegen. worden 3 en maar bekend Zn aan zommige. Deeze beide Wogeldwerde rs door de Javaanen Goa , dat een Spelonk be- teekent, geheeten, zyn alleenftaan- de klippen, van binnen hol envoorzien „met een zeer groot getal openingen, Zommige zoo groot, dat men zeer ge= makkelyk daat in kan komen, andes re moeilyker en eenige-zoo klein, dat de natuur aldaar voor de veilig- heid dier diertjes, zichtbaar ZOrg heeft Bedraagen- Paese honken: zyn uitwendig digt begroeit, met eene menigte zwaar op- gaande boomen, van verfchillende _zoorten, «en, beftaan inwendig uit gtaauwe kalk: fteen en wit marmor, van welk laatfte ik € een zeer Íchaon: sak boete 4d Aan deeze wanden hechten de Vo- geltjes hunne nesten in horizontaale laagen, digt by elkanderen; zoo datde opgebogenzyde van de eene „ meest aan had Ld —Hogelnestjes.” MK DDM aanzit, tegen,de vlakke van: de an-: dere. Zy plaatzen zich op onderfchei- demdieptens van so. tot goo. voeten, minder en. zomtyds noch meerder „ naar dat zy ruimte vinden , en laaten geene. holligheden of bekwaame ruim- tens open, mits die ‘maar zuiver en droog zyn, het geen zo volftrekt nood- __zaaklyk is, dat wanneer de wanden nat worden, zy die ten eerften ver- laaten , zo0 dat eerie onverwachte ont- lasting of doorzypeling van water, altoos ten hoogften fchadelyk | len DeVogeltjes vliegen ‘smorgens met het aanbreeken van den dageraad , uit de gaten met een groot gedruis, en ftygenin het Oost-faizoen of de droo- ge tyd, wanneer zy op afgeleegene plaatfen hun voedfel moeten zoeken, terftond zoo hoog inde lucht, dat men hen ten eenemaaluit het gezicht ver- liest ; maar in de regentyd begeeven zy zich niet verre van honk,het welk op myn byzonder verzoex, ook i in het Gouvernement Java, alwaar eenige klippen , aan of zeer na by het ftrand liggen, naaukeurig is waargenomen. Des nademiddags omtrent 4. uuren, àl) | K 5 be- ‘154 Befthryving der beginnen zy weder te. rug te keeren, en verbergen zich haastigin hun vér» blyf, zonder dater eenige andere af en. aan vliegen: dan: die broeyen. Zy voe- den zich met allerhande zoorten bloes: delooze diertjes, bowen ftilftaande wa- teren zZweevende, waar toe hunne wydöpengiandebek zeer dienftig is. Hun groot{te vyand is de Kuiken- dief, die 'er veele. vangt by het op- komenuit de gaten, waarom-deêze ro- ver „met Schiet-geweer vlytig wordt opgepast. | | ‘Zy bereiden de Nestjes uit het krachtigfte-en beste overblyfzel van het door hun genoten voedzel, en zeker niet uit zeefchuim 5; want de twee bovengenoemde rotzen liggen veel nader by onzen Noorder-Oevers als by het zuider-ftrand. Nu worden die diertjes in onzen ‘omtrek, die ongemeen. talryk bevolkt is, niet alleen nooit vernomen, maar het is ook geheel onmogelyk dat zy in den bepaaldeh:tyd van eenige uuren dé lange togt naar de Zuid-zyde, heen en weder kunnen doen , niet zoo zeer om den.verren afftand, als wel om Vogelmestjes. #58 de aanmeêrkelyke hoogtevan Ons zwaar gebergte ende hevige winden dië zeer dikwils aldaar regeeren. Behalven dat men deeze diertjes, aan de overzyde ook hier sen daar vespa nimmer pre gangen Sowden is | Het weezen der. kern beftaat derhalven, uit niets anders,als „Zoo even isgezegt, en. hier in wordt ik noch. meer. bevestigd door het groot verfchil in het voorkomen derzelven, Die men vindt op het land-goed Calap- pa Nongal, in de-Goagadja, zyn zeer graauw en wel een derdesminder. waer; dig. als die , dewelke het land-goed Sampia uitlevert, en deeze kunnen _niet vergeleken worden by een zeer voortreffelyke zoort.die jaariyks: van Termaten en Pasfier. worden -aange- voert en op de daar omtrent geleegen Eilanden, vooral oostwaards Lianen, zyn.te vinden. EARN zontt. habo …_ Deverwe en waarde hangt derhal- venaf, vanden overvloed en hoeda- nigheid der Infecten , die deezedier- tjes tot nh mit fttekken , en mogelyk | ook 5) Verhandel. a. Deel Pag. 128. | 156 ___ Befthryving ver ook van -de- mindere of meerdere een. zaamheid - des oords;! alwaar zy> dit aas gaan zoekers Seeka CMER: E „Tot het heid ee Nest es; hieis gen ZY doorgaans twee maanden ,ven leggen dan 2. eieren, die uitkomen binnen 15. of 16. dagen. Zoo dra de Jongen vlug worden’, begint men de Nestjes te ftooren, het welk regelma- tig gedaan wordt-om de 4. maanden’ en de oogst is van den eigenaar. ash Dit ftooren of” uithaâlen gefchied door vast volk , hetwelk van jongs aan gewend wordt, deeze klippente: be- ke vtide op de navolgende Wyzé. Men maakt een ladder van BEL rotting lang naar goedvinden, en bind aan denzelven op eene behoorlyke afftand , dwars ftukjes bamboes om op te treden ‚langs deeze daald men he= der, doch wanneer de gatenalte diep zyn, is Scheeps-touwerk:beter ;-afges klommen zynde , plaatst men, zoo-de ruimte zulks toelaat, getakte bamboe- zen langs de wanden, om by de Nest- jes te kunnen komen, doch wanneer re CRE ade Fagelnestjes 5 57 dit; dusdanig hiet. zriògeljk 1S, “wor- dem die; ftaande op den ladder, met eenen daartoe gefchikten bamboes, afgeneomen. . Ook: zyn ‘er fommige gaten tot dewelke meh nadert met een vlot van bamboes, doch deeze zyn-hier zeldzaam. | … Het uithaalen is Eeen gevaarlyk werk, dat veelen den Hals doet bree- ken, vooral de Dieven, die by on- gelegen tyden, de. gaaten trachten te berooven, waarom ’er overal Wagt „Huisjes zyn bygebouwd. Het Berg-volk hier toe gewoon, imdine dit uithaalen niet , zonder het flagten van een Buffel, de gewoone voorbereiding derJavaanen, by alle on- derneemingen van eenig aanbelang: ook prevelen zy vooraf hunne Gebe- den „befmeeren zich met welriekende Oly; ‚ en berooken het gat met Ben- fin „ Doepa (6) en andere aangenaa- me (6) Ik zal de Dwaaze bygelovigheden en buiten- fpoorige vertellingen der Javaanen hier niet byvoe- genen maar enkel zeggen dat 'er by de voornaamfte BE Ds 4) 158 , __ Befthryving der meReukwerken, het welk naar hun be= grip ten uiterften noodzaaklyk is. (7) By het nederdaalen gebruiken zy een Flambouw , gemaaktuit de harst, vloeiende uit eenen zwaaren en groo- ten boom; (8) Caretgenaamd. Deeze gom eenigetydin de zongelegt zyn- de, wordt ter dikteván een dunnehand te fadm gerolt, in het gedroogde blad van de wildeRotting, bovengenoemd, vast gemaakt aan een ftokje en daar bo- Ve] OI: els " | IJ gaten op Javaeene byzondere Befcherm-Godin, on- der den Naam van Ratoe Laut Kidul of Princesfe der Zuider-Zee, geëerbiedigt wordt. Deeze heeft aldaar eene byzondere hut, met een gedekte Slazp-plaats en veele fraaye kleederen, waar toe niemänd dan een Priester naderen mag; die “er altoos Vrydags en‚ wanneer men de Nesten uithaalt, gedaurig Reukwerk brand, ook moet hy ‘het Lyf ett de Kleederen” ven een jeder danraaken, die in de Klippen gaat, maar onze Berg- Javaanen, maaken zo veel omflag niet. vides eretinken lig “ (7) Rumphius Herbarium Amboinenfe Lo 2. Cap: 204 (8) De behoorige Befchryving van deezen Boom kan hier niet worden bygevoegt, alzoo men desfelts Bloemen, niet tegenftaande alie moeite, tot noch toeniet heeft kunnen, bekomen : Rumphius zegt ‘er niets vari, ook vindtmeu dien by Linneus of Hout- tuin niet, zoe dat wy van denzelven , onder onze bydragen nader’ zullen gewagen. — 5 …= — „Vogelnestjess. 159 vengebonden: de. gedroogde binnenfte bast van den drak- -boom, die eens vuur gevat hebbende, niet ligtuitgaat , ten einde hun fambouw, door de vochtig- heid en orideraardfe dampen dikwils uitgebluscht, weder te ontfteeken. Dit uithaalen duurt niet langer dan een Maand , en wordt, gelyk reeds is gezegt, regelmaatig driemaal in een jaar herhaalt, hoe wel fommige mee- nen dat zulks el viermaal zoude kun: nen gefchieden, het welk my niet waarfchijnlijk is ; te meer, kundigen, hier by opgebrast, my verzekeren, dat eenNestje ongeftoord gelaaton, door de Vogeltjes geduurig wordt vergroot of-dikker gemaakt, tot-zoo lang het van binnen „droog of. haari g wordt, wanneer zy het verlaaten. Met de Nestjesis, na het uithaalen geene an- dere moeite dan,dat ze gedroogt en ge- _ zuivert worden,wanneer men dezelve. in mandenofkranjangs afbrengt en ver- koopt aande Chineezen, doch. voor zeer ongelyke pryzen „wel van 8;tot 14oo.Rds. dePicolof tas. f£ „hetwelk als boven gezegt ‚afhangt van derzel- ver fynbeid en witheid, zynde fom- mi- t6o Befthryving der mige zeer graauw , andere roodach- tig en de beste foort zeer fchaacs. Deeze hooge prysen de onverzaa- delijke winzugt der Chineezen, ver- oorzaakt veele dieveryën, alzoo de laatfte niet fchroomen, de Berg-wag- ters door Geld , Amfioen enL‚ywaaten om te koopen, het welk by alle fcher- pe toezigt, niet ten eenemaal belet kn worden. De bovengenoemde plaatfn Calap- pa Nongal en Sampia, behoorden voor deeze aan de Maatfchappy , maar de- wyl de meeste voordeelen derzelve, door de Javaanen verduistert wierden, of weinig bekent waren, befloot de HOOGE REGEERING in het jaar 1778. die beide Land-goederenopen- ’ baar te laaten verkoopen , haalende te zamen byna Honderd duizend Rds. welk aanzienlyk bedraagen,deverwag- ting der meesten verre te boven ging. Nog zyn’er behalven dezeveele ande- re , doch minder merkwaerdige plaat- fen, indenzelven rei der Vlotbergen ; ook: twee pf eN inde B rt an- =schogelnestjes _ — 16i landen, „alle, te faamen, „na a gisfing twintig Pikols of iets meerder 5 art yk: BRS leNeRONES, | Op dit zelve Eiland, maar onder het Gouvernement S Samaran 5, zyn aan het zuider-ftrand drie voornaame Vo= _gel-bergen,Gaä Dahar , Gede en Na: go/arigeheeten; deeze worden door de zee befpoelt , die in de laatfte zoo diep doordringt, dat men’er binnen kan visfen. en op deeze,plaats is het foort zeer goed „maar het uichaalen is behalven de fteilte noch zeer gevaar: lyk, ‚door de opftuivende zeebran- ding „ zoo dat men ’er een hangwerk van bamboes heeft moeten maaken, De Vorstenzyn bezitters deezer gaten en genieten derzelver voordeelen; waar meede zy in‘allen opzichte han: delen naar hun welgevallen, Doch be= halven deezen, zyn ’ernoch veele an- dere mindere plaatfen , die-zoo veel mogelyk verzweegen blyven, wor dende de uitgevoerde hoeveelheidvan Java, iets,hooger dan hier begroot: Bömtlmen Sumatra myn mede hier vânvoofzien, doch de Inwceonders vân ‘het c&tstgetoemde Koningryk, zyh ve UIT Deel. L Zoo 162 Befthrgving der Zoo overgegeeven traag en onder eet _zoo gebrekkige Regeeringsvorm, dat _menzelfderysttot levenisotiderhoud; neffens veele andere noodige zaaken, van hier moet haalen: en nademaal de Chineezen Zich, in de binnendeelen niet durven wagen en dus met het Bergvolk geene verkeeting kunnen maaken , is voor eerst van daar, in dit opzicht. ; be te verwachten. De Togervopetijds worden door dé Javaanen en ook door ons gegeeten. maar zyn fchaarste krygen; men hou dit voedzel zeër verhettende, doch de Nestjes tot een lymachtig weezen gekookt, ’s nacht in den daauw gezet en mét fuiker vermengt, als zeer ver- koelende , waarom de Javaanen die, in de heete koorts met veel nut ge- bruiken : ook hebik die op deeze wy- ze zien voorfchtyven voor een zeere keel en heeschheid, niet zonder goe- de uitwerking, mogelyk in navolging der Chineezen , want een vermogend Koopman ‘dier natie, hier in fterk handelende, heeft my ‘verzekert; dat men in China de Vogelnestjes veel ge- bruikt in de winter, dewyl het zitten by am er a Ed By Hét vant, in dé” hoordefdeelen vän dat uitgeftrekte Keizêtryk, de keel-ziektens aldadt menigvuldig doet FEBELEN: as on gtt; =De Z00 geroemde voedende en vet: fterkende kracht, heb ik ’er nimmer * fn kunnen Vinden, of fchoon ik de= zelve, ot my hier van te Overtuigen; óp veëlerlei wyze , en in eene adtiimer- kelyke hoeveelheid toebereid, zeer dikwils heb’ gegeeten: ook heb ikdië — doot fchéiktindigen laatén onderzot: Ken; ‘máaf ’öt niets âhders van kun- nèh Ontdekken, dän dat het 'laatfte óverblyffel in eene wátetachttge Gor beftond , vän geene ddngetadime ftnaak En wâarfehynlyk ook voor niets nut: tig dan indigte borst-kwädlen.Dit vóor- werp ftrekt derhalven op de Táfels dèf vermogetide , tot niets änders als een kerimerk vh overdand en pfacht, maär de Chineezen zyn náar dit ge: tegt uitzinnig greetië. Ná dát de Nest- jes geweekt èn wel gezuivert zyn, doen zy dit met een vette Capoen of Eend, itt eef welgefloteti pot, eh laa- ten dié op een langfaam vuur ruim 24 muren kookeh, het welk zy Zimmjen MER ‘Ja 8 nog” ea nm 164 Befchryving der noemen; dit is om het bygevoegde een. fmaakelyke kost en alles het welk ik ‘er van kan zeggen. Nl De handel in Vogelnestjes ‚ was eenige jaaren geleeden „niet zeer aan- merkelyk , maar is zederd ongemeen aangewakkert. De hooge prys die men hier voor in China geeft en eer toe dan afneemt, maakt Batavia tot een ftapelplaats van dit voortbrengfel der natuur , het welk , door onze Ingeze- tenen, alzo de Maatfchappy hier niets in doet, zeer. voordeelig. wordt aan- gewend, ter vermindering der fchaade- lyke uitvoer van gemunt Zilver , zoo dat het te hoopenis, dat deeze Jeug- dig bloeiënde handeltak , altoos eene aanmoedigende befcherming zal bly- _ ven genieten. Het ontdekken der Vogelnest-rot- fen in ons vlotgebergte , heeft myne oplettenheid, in het pasfeeren dier ftreeken gaande gemaakt en my dan- leiding gegeeven , uit het befchouwen van den grond te befluiten „ dat aldaar meer andere fchatten der natuur ver- borgen liggen, doch voor eerst is’er wei- 4 Vagelnestjer Cl 165 weinig hoop , hier van nader kundig- heid te verkrygen , alzo het voor- naamfte gedeelte, tot noch, toe der Maatfchappy- behoorende , ‚ meest woest en verlaaten ligt, waarom het mogelyk voor deeze Volkplanting en derzelver Ingezetenen zeer voordee- lig zóude-weezen, die plaatfen;, by matige ftreeken , voor eene betaamely- ke waerde , aan kundige ‚ vermogende en, werkzdame liedenaf te-ftaan sten einde door eene vlytige bearbeiding derzelver waerde te vergrooten, dat van den Land-zaat alleen, nooit te hoopenis, gelyk ik breedvoeriger zal toonen wanneer ikvan den Landbouw der Javaanen koom tefpreeken. BERICH pi k ANG RE Be nd GOUD-MY NEN us „OR RE/KUST nn „€ Ek, ta, K. Hes BE ne ek 0 Ò R_ À BET ‚et baas FREDRIK DOHR, (SECRETARIS VAN JUSTITIE TE 9; TREND et TL zal in deeze befchryving der Goud-mynen, niet zoo zeer te werk gaan naar het verhaal van den Inlan- der, als wel naar de eige ondervin- ding , die ik daar van gehad heb, en maake een agnvang mer te berichten, dat ik de Kust van Celebes aan de N. W.enZ.0O.of N. enZ. zyde, zoo ver de bergen , die eenen dusdanigen ryk- dom in haaren fchoot verbergen. zich ftrekken, langs 8 gekomen ben , dat de- zel Bericht. aangaande deGoud-m. ENZ.167 zelve beginnen op de hoogte aan de. Zuidkant van Boelang, en aan de N. zyde van Kotta-Boena of Mogondo,en van daar voortloopen tot Dowdoraan de Z. W. en Zumperana aan de N. ANG zyde, in de bogt ven Tomini. | | Alle de niuditei ie van het eas) tot het andere einde bekend zyn, en waarin, door verfcheide. natien, die de Kust van Celebes-bewoonen ; ge- mineert wordt, optenoemen , zoude hier te veel ‘omflag maaken, ik’ zal daarom alleen „als ter zaak dienen- de aanhaalen, aangemerkt te hebben , dat op alle de -plaatzen ‚ tusfchen die beide ftreeken liggende, meer of _min Goud gevonden wordt, en dar die rei bergen voor by Dondo op” eeft plaats ij wligrell ririn wie | Op Aids hoogte, ‘alwaar de Kusbvan Celebes een” zoo” fmallen hals uit- maakt, en zoo laag van Gebergte is, dat men in een halve dag van het ee- ne ftrand tot het ander komen kan, zonder zich te vermoeiën , ‘eindigen ook de Goudgeevende bergen; want men vindt „voorby Páârigy en Tom- L 4 cie PE- 68 Bericht aangaande de Goud-mynen perana „ophet heelesandere einde: van de „Kustvan Celebes, geen een Goudgeevende plaats meer, tor rige casfac voer. Oâ ERESONTOGWERLD AV O0 WENN ME LID RT ) Hoewel ertusfichèen diebeidevoor- melde flreeken, reeds ontallig veele Goud- mynen ontdekt zyn, geloove ik echter dat ’er-noch veele ryke Goud- mynen zyn ‚die tot hiertoe, nimmer ontdekt wierden;degroote fchaarstieid doch van Inwoonders, verhindert hun op die Negoryën, daarde Goudgee-= vende bergen Ans groote vorderin- gen in dat werk te-maaken , "ook doet het bygeloof , waar aan die ‘menfchen verflaaft-zyn',-veel nadeel aan hunne onderneemingen: nooit doch zulten zy het waagen cp eenige plaats’, daar Zy vermoeden ‘dat rykelyk Goud te vins denis, daar van een proef te neemen, of eerst moet een Waarzegger, wiens kn 6 mv het luisteren na een zeket vann el en uitleggen van deszelfs ftem aat „ zonder eenig gezelfchap, ge- we alleen vooruitgezonden werden; om behoorlyke toebereicfelen op die plaats te maaken , die voornamentlyk beftaan „inden vogel te vraagen of ‘er Iy- f op de Kust van Celebes: | 169 rykelyk Goud op die plaats te vinden is ?of de graavers daar ter plaatfe fom-' wylen «ook. door: ziektens® aangetast zullen worden? of ’er rykelykrGees=. ten en Berg-fpooken zyn, waardoor de rgraavers in hun. werk-gehindert zouden konnen “worden ?ren of die: zomtyds het Goùud voor de oogen; der graavers zouden verbergen? 4 sttosintas nmTeIrker vant JOSH CI Indiende vogelop alle deeze vraa-, gen een gewenscht antwoord geeft, ‚dan moet die Waarzegger of Taleriga, zoo alsze hem in haar fpraak-noemen „ eerst zyn ‘best doen om; doorvaller- hande Offeranden de bewaargeesten: van het Goud aldaar te bevreedigen„ en dan mogen noch»maar eerst-eenige weinige graavers-dldaar: arbeiden; die dan , na verloop. van zoo veel Maan- den of Dagensvals.de vogel: geliefd te-bepaalen 3 - vermeerdert worden ; maar geeft: de vogel op eenvan alle de, voormelde; vraagen. éen kwaad voorfpellend antwoord ,dan-zal zich, niemand onderftaan een enkeld gat, van een fpan diep op die plaats te graa- ven, welk verregaand by-geloof me- nigmaal oorzaak is, dat veele ryke Meynen onbewerkt blyven. hat | Ls Dan ' Ka NE zo Bericht aangaande de Goud-wynen _ Danvoornaimeritlykis.de reden van het weinige Geud , hetgeene Litzul- ke ryke „en uitgeftrekte Mynen ge- haald vwordt , de groote vegenzin die: ik byzonder in de Goroudaalders en Limbotters, alwaar de: beste Mynen, gevonden worden , tegens: hetGoud= graaven „Ontwaard hebbes waar by: komthet gebrek aanveeleÏnftrumen> ten die tot het mineeren „vereischt wide on EE ARE, De manier, op welke zy daar de Mynen bewerken, zal blyken uit het: volgende voorbeeld van de Myn Po= pajatoe, die by myn-komst pâs ont dekt was; en waar in men nu flechts een maand gearbeid ‘hadt — Zy ligt Circa zo. mylen vanGorontalo „en van de mond van haar rivier aan ftrand „ tot op de plaats-daar het-eerfte Goud ge= vonden wordt, zal mede omtrent der= tig mylen vaarens „met een Botlottos zyndeeen Vaartuig uitoéén ftuk hout gehouwen; bedraagen.: >: « Wanneer nu de afbeiders in den omtrek gekomen zyn, daarze door den Talenga gewaarfchouwdzijn, dat het Goud gegrâaven billes | Wint arakenebieenikle Ma- Î ve Op de Kust van Golèlies, st waak noehmaals eerst‘ met in voe gel, wat plaats zy. eigentlyk.kiezen moeten, omde Myn ofhet gat te maat ken; dit, gedaan zynde', gaan zy-vers de rivier-op,"en zoekpahet-was ; gar uitde riyies naar de plaats te-leiden; garze bezig zyn: Hier-moetoik nies vergeeten te melden-dat de Inland zelden of nimmermeer zullen min ren„.of zy moeten kans gezien. bois ben„om het-water uit een maby ge+ legene :rivier, ter plaatfe te konnen brengen; daar zyraan-hêt: werk! Zyn ; want dit is baar voltrekt moodzaakes kyk; om den ground enide klei weg te doen. {poelen ‘en-de {teenen met bet fyne zand, waarvin-het Goud fchuild; alleen de doen blyven ;indienhet was ten, wins over, den grondskan geleid worden en dat'ervaleiën zyn,tusfchen de rivieren derplaats daarze werken ; maaken zy Riölen van uitgeholde Wakka-boomen,'waar vande bosfchen volftaan en einser an ng tar vaten” aiitótf-eod 67 ab Ai A bed Orta: | „Het ones haplatie. pks aanges legde Myn. gebragt zynde:; gaan Zy aan %% werk en graaven „nadajze Sterk Jij ZVN t72 Bericht aangaande deGoud-mm gren zyn, want fomwylenvervoegen. zich 8. fomwylen- ro. fomwylen 20: Man by elkander ; maakende „een gat van 20 ; 30. &40. voeten in ‘het vierkatt, _enlatende , zoolang zy het water kon= nen doen afloopen, door: omroeren, den grond geftaadig met het watêr wegfpoelen: Dan zoo diep gevordert zynde, dat het water “niet. meer kan aflopen, moeten zy het uitputtetr, het geene zoo lang duurt, tot datze op de fteenen komen deeze: wasfchen zy fchoon af, en metfeten daar mê- „de, rondom ‘het gat, doch zonder eenige kalk , die fteenen i in een juiste order op elkander ftapelende „tot een zoort van een muur voor het invallen van «den grond; en als het gat diep wordt, flutten zy-die fteenen ook wel met bos- planken of balken: onder die fteenen zyn 'er zomwylen, die ik heb gezien, volgens myn gisfing van 3, 4.  soo. Ponden zwaar, die de -ar- me menfche zonder eenig ander werk- tuig als eenige bos-rottings «en boo- men , alleen met hunne handen uitde gaten moeten opwerken; zoo verre gevordert zynde, dat al de grond, modder, klei, en fteenen uit het gat uit- op de Kust.van Celebes - in 6473 | uitgewerkt: zyn en Zy. op het, zwarte / zand, het vaste kenmerk dat” er Goud Át is,en zoo te zeggen de moeder van het Goud (want daar dat zand niet gevondee wordt is ook geen Goud) gekomen zyn, dan fcheppen zy die zwarte of „geele grond, met. zwart zand vermengd, in daar toe gemaak- te ballast mandjes, gaan, daar mede aan het water zitten ‚en neemen hand voor hand vol, op een houten rond bord, of zoo als zy het-noemen doe- lang, die omtrent 18. duim in zyn iameter 1s eninhet midden eenig- zints holen dik toeloopende , juist in zyn Centrum, in het-dikfte, een gat heeft, waar op zy een klein dekfeltje van hout maaken 5 wanneer nu. al de gronden zand „door de beweeging die zy met haar handen maaken , met- het watet van de doelang afgefpoeldi is, blyft het Goud ; het geene zwaar is en niet ligt weg fpoeld, alleen liggenen dan bergen zy die buit in het gat, het geene in het midden van de doelang is, zoo lang tot dat het gemelde gat vol is „wanneer „zy. - het. Goud op. een klapperdop leggen „boven het „vuur, «houden, zoo. lang. wb er 194 Bricht ânzddnde deGoud-nyner, het dróokid „dan het hoët rdsteerende Jwarte Baird, #06 veel zy können daat witblaazen: en zoo vervolgens in hâate ’bâmBboefen betgen “_Noèk eeft tweede manier ván tis heérèn-hébben zy, wanneer Zy aan een Heuvèlof Berg werken, die vlak han &ct rivier ligt, dan maaken Zy éeti fchoonë” plaats dan de kant vän dé rivier ;leiden HEt wâter, 200 veël zy noodig hebbee daar heen ,en werke dan de aárdé in-de riwiër op die plaats, die zy geprepareerd hebben , wanneet ál de grond en klei teh eerften miet het water wegfpoeld ; blyvende het zwars te zänd mét het Goud liggen , dien zy fa datze de fteénen eerst uitgewerkt hebben, in maniere als vooren, op haar doelangs uitwasfchen 5; dit is de higtfte manier van graaven, en zóo lang zyineenftreek daar Goud gevonden wordt practicabelis, zullen zy de eerst befchrevene manier niet by de hand / Nóch éeri mâniët, die alleën in Een nieuw ontdekte Myti, gelyk Po: pajatoéz gebruikelykis; zy gaan en opde Kadt van Colbe. Us ballastthatidjës op haar rug eneen tuk {pits yZef, in form van een dikke by- telmiëtecn hafidvat van hott, ‚ latigs de rivier; ett zoeken in de fcheurétt van de klippênaan de boorden van dé rivier , wanneërze dikwils heele ftuk- ken Goud ván 2,3. en méer Reales Zwiat vinden. 2 AC, ikl ‚De manie vl abe! is if iem: gef en by álle volkeren op die Kust _éveneéns, behalven dát zy op fommi- ge plaatzên maar 10, à 12. voet diep noodig hebben té graaveti „daar Zy op andere tot 12. ja meer vadems, inde grond moeten delvetten haáte gaten, gelyk in Europa , mét mas en zel ar 5 an Katten. i Op Papajosde heb ik gezie; 3 dt zy: maar 6. Â8. voet diep groeven, op Bätodoelang, Dalodajoenoe enBomböe- | Joe 13, en meer voêten, en op Ank É 176 Berichtvaangaande de Goud-mynen Ik heb aangemerkt, dat de klippen aan de boorden van de rivieren, en zelfs de meeste fteenen, die Zy uit de Mynen haalen , op plaatfe daar het Goud hoog van Alloy ‚ Zoo alsop Pa- pajatoe , Ankahoeloe en Tamallas is ; fommige blaau en fommige geel en: heel week zyn, zoo dat men ‘er verf van zoude konnen maaken; daar de fteenen en klippen op plaatfen, daar het Goud laag van Alloy is, alsop Batodoelang , Dalodafoenoe en Bom- boe'a, meest grys, hard „en wit zyn, en ook die week zynals kalkfteenen. Dit kan tot een vast kenmerk in _een Myn verftrekken, of ’er hoog of laag Goud in zat gevonden worden ; WanneereenGoud-Myneerst ontdekt wordt, zoeken zy ,-zonder zich in het begin aan het mineeren te binden, maar hier en daar inde rivier , de ftee- nen wegneemende en het water ten deele afleidende , en vinden dan , wan- neerze het zand paseen voet diep om- gevoerd hebben, meest grooteftukjes, fomwylen tot veele Reâlen ‚die den- kelyk met zwaare ‘afwatering van de Bergen moeten afgefpoeld zyn. __ Haá- von op de Kust van Celebes. 177 … Haare werktuigen, die zy in de Goud-mynen gebruiken, beftaan flegts in een langwerpig yzer, als een breek- bytel, Circa anderhalf voet lang en twee duim in het vierkant dik, aan het eind iets fcherp en puntig, met een oor waar in een houten fteel wordt geftooken van omtrent een vadem lengte; voorts, die het hebben of koopen kan, een haak, zynde een krom yzer, in form van een vuut-haak; met eén korte houten fteel, om den grond in de kleine fteenen om re roe- ren; een Byl, een Parring of Pedak ; en een doelang , die ieder zelfs maakt; en een Goud fchaaltje: Inállé de Goud-myhed, maar voor= al in de geene die zoo ver van ftrand afleggen, als Popajatoe, Ankahoeloe en Pogiamais het buiteh gemeen koud na den ondergang eh voor den opgang der Zonne , waar door die arme graa- vers veel moeten uitftaan, die van ‘smorgens tot ‘savonds in het water moeten zitten , wanneer haar geheele lighaam ‘savonds, na gedaan werk {chier geheel wit van de falpcter ger beeten is; | ej We « AIA Deel. M Wan- 178 Bericht aangaande de Goud-mynen Wanneer de graaversin-de Mynen aan het werk zyn, is. het water van de rivier, waar aan-zy werken, tot aan ftrand toe modderig en rood geel; en dit water veroorzaakt den afgang en zelfs de roode loop, aan de geene die de onvoorzichtigheid hebben ‘er van te drinken. De graavers zyn niet altoos even gelukkig in het mineeren , want het gebeurd dikwils dat zy een maand, en wel langer graaven , en voor 10. en meer Rds. mondkost verteeren, terwyl zy, na voltoying van haar werk, noch geen één Rdr. kad hebben, en dan zyn. zy genoodzaakt weder een andere plaats op te zoeken, en van vooren af aan, aan het werk te gaan. In een nieuw ontdekte Myn gaat het meest altoos voorfpoedig , maar in een Myn, die reeds lang bewerkt is, hebben zy vast een maand werk, eer zy zoo ver komen, dat zy het Goud konnen uitwasfchen. A In de Goud-mynen van Palel/a, wel- ke rivier zichi in verfcheide armen ver- de elt d vroprde Kust van Celebes, 195 deetef ven welke My wei: zeer uitges | ftreke Zyn, vindt men plaatzen , daâr het Goud zeer meenigvuldigis; maät hetis, daar hetin de grootfte meenig- te gevonden wordt, zeer ne en haalf | geen 18. Karaaten. J Het de Goud vindt men in de Goud-mynen van Popajatoe en Molos fipat op Ankahoeloe, Tolodinki Lems boeno, Sousfo en Tamperana, voorts aan de Z. en Z. W. kant op Pogias ma, Wongo ,Tomollas , Bwool en Tons doly, haalende het Goud uital-die mys _nen meest over de 21, Karaaten, Het overige is meest laag , ef haalt niet bovén de 18. Karaaten, Behe der voorndamfte redenen; waarom de Gorontaalfe en Limbotfë onderdaanen zoo weinig lust totGoud: graaven hebben, is. datze van haat Vrouwen en Kinderen moeten afge fcheiden zvn;dewyl de Mynen ver van de händliggen; en wel voornaament: lyk,om dat zoo dra eene arme gemeene man het geluk heeft , cen goede y ond M' 2 N 180 Bericht aangaande de Goud-mynen te doen, het hem door de in de My« nen zich onthoudende meenigvuldige Hoofden, half afgebeedelt, en half af= gedwongen wordt; en-indien ze dan noch genereus met hem willen han=” delen, dringen zy hem het een of an= der voor eendubbelden prys op. _ Ik heb juist niet konnen merken, dat het in de Goud-nrynen zeer onge= zondis, indien men zich maar warm houdt en eenigzints van mond-kost voôrziet; want het gebrek aan het taatfte , gepaard met de moeilykheden om over Klippen en Bergen te klim- men, heeft my, op Popajatoe, eene ligte koorts op den hals gehaald. - ’Er is nooit voor my, een Euro- peaan in alle de Gorontaalfe Mynen geweest , en die ‘er omtrent zyn geko- men hebben nooit het Goud zien graa- ven,maar zynalleen terplaats geweest; daar het voornaamfte Opperhoofd zyn verblyf heeft, het geene altoos noch verre van de plaats af is, daar de mi- neurs eigentlyk werken; want zelfs de voornaame Hoofden der Inlanders „ en vooralder Gorontaalders en Lim- bot- be / p e AA bii op de Kust van Celebes. … 18t botters 5 zyn veel te gemakkelyk om een zoo moeilyken en gevaarlyken weg, daar men dikwils gevaar loopt, door. het afvallen van de ftyltens , dem hals te breeken, te pasfeeren. In-de ftreek wan «de Goud- Myn van. Ankahoeloe is een plaats, Longt genaamd „ alwaar Goud gevonden wordt, het geene zoo hoog is, dat het zelfs het Goud van Popajatoe en Ankahoelge overtreft ;. maar dewyl de fpruit; of het riviertje naar der- waarts niet bevaarbaar is; en de Ínlan= ders dierhalven hun mond-kost over een moeilyken en gevaarlyken weg op hunnen rug moeten draagen: en ook op die plaats teffens veel Koper gevonden wordt, het geene, indien men geen fterk-water heeft, den bes+ ten bedriegen zoude, wordt die plaats weinig bezogt. Dit is in de Gouds mynen aan de N. of N. W. zyde de eenigfte plaats, daar men Koper vindt, zynde aan de 4, of Z. W. kant digt by Bwool,noch- een dierge= _lyke Myn, alwaar goed rood - Koper gegraaven „wordt, het. geene zoo. M 3 _ Klein zôa Bericht aangaande de Goud-mynen klein wanidiali is, als: behe fuftesftof goud, ‚nv5o det In de Mysen van Homnibelde Bato- doelang en- Ankahoeloe vindt men veel berg-kristal en een zoort van Staal fteen, gelyk ook in de Mynen van Palellás xhaar in de Mynen van Popajatoe: md me, die {teenen. niet pede be be ropa in alle de Mynen heb ik ge- zien, dat de graavers „ Wanneerze in zommige plaatzen op 5, in anderen op 8.en inzommigeoptwaalfen meer vadems diepte gekomen zyn, daneen gelyke vloersvan heele klippen ont- moeten „waar doór zy met hunne werktuigenniet konnen komen , en zy hebben my-dikwils te kennen. gegec- ven, dat „.alsze kans zagen‘ om daar door te komen, zy ftaat maakten sid Goud: te zullen vinden. | Op Ankahaeloe, dáar men in de aagtens die.klippen zomwylen reeds op de diepte van ro. â 15. voet ont- moet , heb ik ontwaard, dat door die klippen wandeld of vitae aad van, twee | op de Kust van Celebes. 183 twee drie vingers breed langs liepen, waar in een zoôrt van zwartigheid , als yzer-rokst gevonden wierdt, die fterk met brokjes Goud gemengd was, en/die de gravers , nadatze die zoort van vloer eerst zeer fchoon afgewas- fchen hadden, tet haar Yzer, zoo ver Zy komen konden, uitwerkten. Het Goud is in alle de Mynen van Celebes, wanneer het eerst van het zand gezuiverd is, redelyk fchoon, ‚vindende men alleen op Pogtama en Palella hier en daar Góud@rts „ het geene „ onder des fteenen. gemengd, zeen laag. van Alloy: is,’ en “door het fyn ftampen: derdteenen „die niet al te hard Zyn, uiBehaald wordt. Dewyl ik offemenden hebbe , dat de eene mineur voor den anderen ge- lukkiger in het graaven is, kan men niet net bepaalen , hoe veel zy in éen Myn vinden konnen , want ik heb op Popajatoe zommige graavers gezien, die, om dat het een mieuw ontdekte Myn was, in veertien dagen wel 200. Rds. aan waarde hebben gevonden, daar ik) „er op Ankahoeloe, Batodoes is Zilk M 4 lang 184 Bers aang. de Goud-amynen. Sc. lang en_Bomboela gezien hebbe , die in een rond jaar , volgens haar zeg- gen, noch geen twintig Rds. opge- - daan hadden. En dit was het, dat ik kortelyk, volgens eigen waarneemine gen, aangaande de Goud- mynen op de Kust vam Celebes „ te berich- ten hadt. - ’ WE R{V-OrRGy. ve VAN EE NESS JAVAANSCHE HISTORIE SADJARA RADJA DJAWA; MET DE AANMERKINGE VAN WYLEN. JOSUA van IPEREN, He gebeurde gens dat de An Een Tournoy-fpel: aanregtten, Jjioeng — Wanarahet vreemd gejuig en het ge- luid der Gom-goms (a) hoorende , vroeg zyn’ Baas of hy derwaards gaan. mogt doch de Baas wilde het niet ge doogen, zeggende, het past u niet we- gens uw iongheid derwaardste gaan. Maar (a) Gom- -goms zyn kopere bekkens van verfchils lend geluid en grootte, Entritn ioas N 186 Vervolg van eene Fav. Historie Maar Zjioeng Wanâra eene heer- fchende drift gevoelende, om ‘er zich heenen te begeeven, zei daar op , ik zal en wil ‘er naar toe gaan : ja al bondt AA my vastzalik er evenwel heenen even. En’ welke moeite de Smit ook aanwendde , met goede en met kwaade:woorden , alleskon niets baa- ten, hyliep‘er evenwel heenen. ‚Zoo drahynu aan de Pasfebaan DN gekomen was , ging hy aan de Zyde des Konings nederzitten, zonder dat hem de Koning , in het eerst gewaar wierd. Kort daar op ginghy naar het hof van den Koning ; en als hy ’er binnen trad, zag hy welhaäst een Mufykfpeelwerk genaatnd Bale/nwee tt geen, zoo dra men het‘danraakte , begon te fpeelen, Maar niemand dan de Kóning alleen , durfde. dat doen: en fiet te min ver. ftoutte zich Tjioeng Wánarû, om het aan te raaken. ge dt Ed as De (5) Deeze drife was eene „zoeft var ; mtvuriyke geestdryvery, welke de Smit niet kon , noch durfie wederftaan. Men kent nach niet genoeg van zulke opkomende en onweerftaanbaare geneigdheden , om cezelve, op eene wysgeerige wyze, te verklaaren, DeHelden, zoo wel als de Poëeren, fchynen gange- blaazen te worden. Maar dit verfchynzel blyft- noch: een raadfel inde Geestkunder De Pasfehaan of Pas- feerbaan , is zoo zeel alsde Renbaan. Dd Sadjara Radja Djawa. 1% «De Koning, die met groot vers maak hetTournoy-fpel had aangezien; ditSpeelwerk nu hoorende, verfchrik- te, zeer,en gaf aanftonds bevel aan zyne Lyfwacht, om deezen jongen Knaap opte vatten. Dan, zoo draa de Manfchappen binnen kwamen, fchud- de hy zynlighaam, viel op hen aan , verfloegze , en joeg de overige zul- kenfchrik aan, dat zy voor doód ne- dervielen: terwyl de overigen hunne toevlucht tot den Koning namen, hoewel zwaarlyk gekwetst zynde: 6) want de een had zynen arm , de twee- de zyn been „de derde zyne ribben gebroken ; en ‘den vierden hingen de oogen uit het hoofd; en ettelyke wa- ren in het aangezigt ‘deerlyk gewond. De Koning die uit dit alles eeni- ge kwaade vermoedens had opgevat, maar het aan Aierand durfde Jaa: „ten md eN ki, ) Hy gedroeg zich derhalven ‚ten naaften by; | als Simfon , omtrent de Philifteinen, en als eenige Heiden van David, die links en rechts, al wat zy - aanraakten, verpletterden. Even het zelfde vermo- gen hebben de Leeuwen : al wat zy met hunnen flaan- den klaauwtreffen „is verbryzeld. Dit was het ge- val van den ouden Man Gods met zynen -ezel- buiten Bethel sr Kon, XIII. v. 24, Zie Kouss Befchryv. vande Kaap. 1, D. bl. 184. 188 Vervolg van eert Jar. Historie ten blyken: vroeg aänftonds aan zZyne Mantries , Cd) wat of dat voor een jongeling mogt zyn; die zoo ftoutmoe- dig zich durfde gedraagen ? waar op deRyksbeftierdersantwoordden,hy is de zoon van Zyner Hoogheids Smit. Toen gaf de Vorst onmiddelyk bevel , om dien Smit te roepen. Hy ver- fcheen voor den Koning, en de vraage was , wiens kind de jongeling was „en hoe hy genaamd wierdt ? De Smit ant woordde, hy is myn zoon en is ge+ naamd Tjioeng Wanara. De Koning ‚ hernam toen : roep dan uw kind hier. Hy riep hem; ZioenglWanara gehoor zaamde , en verfcheen ten fpoedigften voor den Koning. Toen vroeg de Ko- ning nochmaals, of dat zyn eigen kind was?'t geen de Smit met ja. be- _ antwoordde. De Koning zei vervol- gens,dat hem zulks onmoogelyk voor- kwam , als nooit gehoord hebbende , dat de Smit kinderen hadt gehadt, die zoo groot zoude kunnen zyn: want voegde hy ’er by ‚gy zZyt daar toe noch te (d) Mantries ‚is eene pr onlgemieens eerbenaaminge der Hof- grooten van Java. \_… „Sedjara Radja Djdwa, 189 te jong , enzytnoch zoolangniet ges trouwd geweest. (e ) De Smit dus ge- drongen, kwam tot bekentenis, en zeide , neen! hy is myn zoon niet; maar een zoon van eenen goeden vriend, die my denzelven heeft over=- gegeeven. Goed! zeide Vorst , ik zal dan uw kind by my aan het hof nee= men. De Smit fcheen daar uitterlyk zeerwel mede te vreeden; maar inner- Iyk was hy ’erover bedroefd, Tjioeng Wanara, eenigen tyd by den Koning geweest zynde, wierdt ; als Veldoverfte;van hem ten ftryde gezondensenin dien veldtogt flaag- de hy twee en driemaalen zeer geluk- kig, veröverde ettelyke fteden, en, hk bi, bragt (e) Deeze langmoedigheid in ‘het ondervraagen ; drukt zeer welhet doorgaand caracter der meeste Ja- vaanen uit. Zyblyven vraagen, zoo lang zy twyfe- len:en zy,blyven , met de grootfte vriendelykheid ; onwrikbaarop hun ftuk ftaap ; wanneer zy geld be- dingen , of by andere gelegenheden. En wordt deHlol- lander moeilyk, dan gaan zy heenenen komen’s an= deren daags, om even als gisteren, op hun voorftek te blyven ftaan , én door die vriendelyke en onverzet- telyke ftandvastigheid; eindelyk def, korfelen Eu- ropees te overwinnen ,en hunnen zin te krygen. De Chineezen hebben dit ook eigen, en voegen ’er ten geduurig vriendelyk lachje by , daar de Javaanen een ernstig gelaat vertoonen: Ed AL 1ga Vervolg van eene Fav. Historie bragt veele veröverde goederen by den Vorstte rug. Hier door kreeg de Vorst zoodaanig een toegenegenheid voor hem , datfhy hem niet alleen voor zynen eigenen zoon aannam ; (_f)maar hem ook het bevel toevertrouwde over tien duizend mannen, onder de eerbenaaminge van ria BanjakWide. (2) Hy liet hem ook aan de noordzy- devan de Pasfer woonen; en ’t werd hem geoorloofd , om des avonds op het Gammelanfpel genaamd Loakanu- ta (h)te mogen fpeelen: daar anders niemand op mogt fpeelen of laaten fpeelen, danalleen de Koning. Ook maakte hy hem zynen eersten Raads- heer „en het Hoofd van de Justitie. „Deeze Aria Banjak Wide was, ; een (f) De aanneeminge tot kinderen wasdus ook by de Javaanen , toen reeds, in zwang; ten ware men wilde toeftemmen, dat de Koning. zynen Veldovers ften Aria Banjak Wide-voor zynen eigenen zoon ere kende, voor den zelven, die hy voormaals in de Rie vier geworpen hadt. En dit laatfte is vry wat aans neemlyker. (£) De eerbenaaminge van Aria Banjak Wide vin- den wy niet onder de eernaamen der Javaanfch® Grooten, by VALENTYN bl. 55 « 56. b) Loeka-nauto, deeze benaamingen hangen af va ‘Vorsten verkiezinge , die zeer vruchtbaar in hetver* menigvuldigen van bentamingen en eertiselen iss …— Sadjara Radja. Diawa. 191 een geruimen tyd-vervolgens aan het hof geweest.,wanneer hy den Koning verzocht, om alle de Smits van 'tge- heele land vanPadjajaran by zich aan huis te mogen ontbieden, om eenen srooten-voorraad van geweer in ge- reedheid te laaten brengen; Want, zeidehytegen den Koning ,men kan fomwylen niet,weeten, wat ‘er voor kan vallen. De Koning keurde dit goed; en gaf hem teffens de magt over alle die Smits. Toen nu alle die Smitsby hem in huis waren , beval hy hen midden in zyne wooninge , eene yzeren kamer te maaken: maar zeide hy ;het moet noch heden deezen dag in gereedheid zyn. (4) Zy namen dat werk aan en volbragten het: en toen. de kamer voltooid was , fchikte Aria Banjak Wide die kamerop , zet- ten 'er in een kostelyk ledekant , van | | | t welk (i) Hier úit is lichtlyk op te maaken, dat men oudtyds veel yzer uit de grond healde, en het ver- fmeedde; want het aanzien ven den grond hier sen - daar in de Bovwenlandenen in de killen der Rivieren by laag Water in den drooeen Mousfon „toonen over — vloedig „dat’er-yzer-ertgin menigte te vinden iss wat men daar ook aan mocht twyffelen, Tegenw. ‚Staat, IL, D, bl, 193) Als mede 1, D. pr) _ tos Vervolg van eene Jay. Historie ’t welk de kusfens en behangzelen alle van zyde waren; en hy berookte de- zelven met allerhande reukwerken: zoo dat heter binnen was ; als in een hemel op aarde. Toen dit alles volbragt was; ging hy naar den Koning, en verzekerde hem, dat, toen hy tenftryde uittoog , hy eerie gelofte gedaan had, om; zoo hy mocht overwinnen, Zyne Majes- teit adn zyn huis te verzoeken, cm daar te willen fpyzigen : gelyk hy nu ook de eer hadt, den Vorst daar omte verzoeken. Dees antwoordde daar op; goed ! gaa naar huis en ik zal aanftonds byuzyn. Aria Banjak Wide ging haar huis „en de Koning volgde hem. Toen deKoning binnen was, plaatfte hy hem vlak in't gezicht van de yzeren kamer. Men was vrolyk onder de maaltyd , en toen zag de Koning de yzeren ka: mer: vraagende teffens, waarom hy die hadt laaten maaken ? „Aria Banjak Wide gaf toen voor, dat hy die ge- bruikte tot zyne flaapkamer : want, zeide hy , als ik heet ben, worde ik er in verkoeld;en ben ik koud , dan wordeik’erin verwarmd; benik ziek, dan wordeik er in gezond ; en ben ik ___honá Su djara Radja Djawa. … 185 hoifgerig dan worde ik ’er in» verza- digd. GA) De Koning hernam hier op „ik ben nu cenigen tyd niet wel geweest: koom, lage my ‘ereens in gaan. Zeer goed! ‘fprak daar op Arid Bonjak Wis” de: want al,wat ik bezitte, behoort den Koning in eigendom: Nin De Vorst derhalven , geen } kwaad „vermoedende , ging er: aanttonids in: en zoo draa, hy’ erin was ; floot Aria Banjak Wide: de deur van gemelde Koentara, maakte de kamer rondom gloeiend, en toen ’erde. Koning half gebraaden uitgehaald. was, wierp. hy hem in de rivier Crawang. De Vorst sdeeze wreedheid ondergaande; vroeg hem ‚‘ wat hy toch misdrceeven hadt, dachy , Heeren Vorst zynde, op zul- ke eene wreede wyze mishandeld „wierdt? Maar dria Banjak Vide ant- „woordde daar op: die fchuldig is moet - betaalens en die van iemand iets ge- leend nnen nnen en Le { menemen - nnen \ LÀ (k) Deeze laafite eigenfchap. vande yzer en kamer vinde ik onbegrypelyk. Misfchien zal dit in het Jä- vaansch iets anders beduiden en zyne betrekking heb- „ben op den minnehandel. In *t vervolg, van ‚dit Boek leeze ik noch iets vad een yzeren verwek: L geen tot _ en gevangenisfe verfirekte, ij Deel. ik” N : 186 Vervolg van eene Fav. Historie leend heeft, moet het wederom gee« ven : want toen ik noch klein was, hebt gy my in de rivier Crawang laa- ten werpen. (/ _ Zeker Opperhoofd of Foera, met naame Ong-andaga was daar tegen- woordig; die het gezien hebbende, aanftonds, al fchreiënde naar den zoon des Konings heenenliep, en die Prins, genaamd Soefderoeghboodfchapte, dat Arta Banjak Wide den Koning des- zelfs Vader, om het leeven gebragt hadt. Waar op de Prins op ftaande voet op de Bindee (mm) liet flaan, om zyne volkeren by een te vergade- ren; en toen die byeen gekomen wa- ren, ging hy-’er fluks Zria Banjak Wide mede opzoeken, leverde hem flag, en het gevecht duurde eenige dagen: zoo dat Soef/veroegh zoodanig in den oorlog gewikkeld wierdt dat ’er vir (4) De weerwraak , in geval van moord, was cene verplichtinge d-r Oosterlingen. De Konirg hadt hem willen dooden; en de wille wordt hier voorde daad genomeu. Hy was de naaste aan zich zelven. Men zie over den Bloedwreeker der Arableren en de Wet- ten van Mofis daar omtrent J D.MrcrAmLis Mof, Recht $. 131. enz IL De, bl. 334 en verv. in$. 275. Ë me IV. D: bl. 40. (Cm) Bindee, eene groote Gom, om Gen te an Sadjara Radjà Djawa. — 18 Eene groote ménigte van zyrie land- zaâten {neuvelden, en hy eindelyk ge- noodzaakt wierdt te vluchten , en een goed heenkomen te zoeken, ‚ Oost- waards heenen; tot dat hy eindelyk aan eene Negory , genaamd Caligoenting; aankwam. Aldaar woonde eene vrou we, met naame Niay Randa Caligoen: ti7g,welke vrouw hy tot zyne moeder; gelyk zyhem tot haaren zoone dannam. C#) Zy leefde ook met hem, als met haar eigen kind; en dus bleef Soefbes foeghi, op deeze Desfa, of Negory; eenigen tyd woonen. Maar Aria Banjak Wide liet zich ondertusfchen alomme voor Koning van Padjajaran uitroepen: en nies mand durfde hem tegenftand bieden, Ook liet hy een gebod uitgaan, dat wie gen Prins Soefvervegh zou herbergen ; of in eenig ding behulpzaam zyn enon- derfteunen , zulk een met zyn geheel geflagt, zou worden uitgeroeid; om dat hy (7) Uit deeze byzonderheid blykth het klairdeg. dat. de aanneeminge tot kinderen , eenígzins ten minften, fchoon juist niet in de fmaak der Romeinen, by de Javaanen is in gebruik geweest ; vooral by menfchen’ die geene kinderen hadden, Af N 2 188 Vervolg. van eene Fav. Hiftorie hy, als een vyand van den Koning zou worden aangezien. | Niay Randa Caligsenting was juist. op de Pasf/ar van Padjajaran, toen dat placaat werdt afgekondigd, en zeer, verfchrikt geworden zynde, liep zy. ylings in de grootíte verbaasdheid, naar huis, en daar komende , maakte zy dit nieuws aan haare drie broeders bekend, teweeten aan Way Wirafù- rie, Kiay Bader en Kiay Tambi ; wel- n ke derhalven aanftonds, met haare-zus-… ter, naar Radien Soefoeroegh gingen, en hem het zelve bekend maakten. Soefderoegh bedankte hen zeer he- leefdelyk „en fprak zyne aangenome- ne Ooms aldus aan: (0) Al hadt ik ME _(e) Deeze taal van Soefoernegb is zeer leevendig en, poëtisch, en den Perfiaanfchen Dichter Ferdifi waardig, daar hy Rustem befchryft. Zie over het Perftaansch Heldendicht G. Jones Hittoire de. Nader Chah, Tom IL. p. 245 en 249. In het boek van Job vindt men eene Befchryvinge van den Behemoth, welken de Heer Scuu t TENs voor den Oliphant, en anderen voor het Nylpaard houden, met deeze bewoordingen ; Zyne beenderen zyn als wast koper: zyne gebeeniten zyn, als yzeren bandboomen. Maar hier dunkt my, dat de Vorst toefpeeldt op de krachten van den Rhinoee- KOS ‘Sadjara Radja. Djasa N 189 beenen van vzer, zenuwen van ko- ‚ perdraad en eenen koperen huid, zoo zou ik doch tegen dien Kotfing. niet aan kunnen. Én wat zoude wy toch kunnen uitvoeren met z60 éen hand vol volks; áls-wy op de been kunner brengen; tégen zulk e@n magtig Ko- ningryk? Maar ; zoo het u lieden be=. lieft, ik zal my op de vlucht begeeven. Hier op nam hy de wyk;en zyne z00- genaamde moeder en haate drie broes ders volgden den Prins; hein niet wil lende verlaaten: Riad aan! met zich omtrend honderd mannen; met welke zy rechtftreeks voordtoogen naar den berg Coembang: (pyalbwaar de Prins zich wilde afzonderen, «… Op deezen berg Crémaia was cert vermaarde ;Tovenaarfter , met naatne Niay Tjamara Toengal, die vante voo- ren al geweeten had, dat de Prins ko= are od esn mên Á | ij nemend ros, dien men kan aanmerken, als eenen koperen huid te bebben» zenuwen van koperdraad en beenen van waer, beter dan de Olipbante, My -dunktdat de. Be. - hemoth van Job Cap. XIL. ze-19 en onze Rhenoce-. ros, geene vergezochte. overeenkomst hebben. Mis fchien hier van elders nader. (2) De Berg. ads $ dat is de Bloemberg. B. Pad 4 ed too Vervolg van eene Fav. Hiftorie men zou. (4) Zy hadt eene volftrek: te magt over alle de Duivels en kwaa- de Geesten, Aan deezen hadt zy be- kend gemaakt, dat de Prins op reis was, om by haar te komen ; met last om haare wooninge fchoon te maaken; enten fraaiften op te fchikken. Trou- wens zy was ryker , dan eenig Koning. Ook zorgde zy en gaf last „ dat ’er by zyne aankomst op haare fpeelwerken gefpeeld wierdt. Maar zoo drade Prins aan den voet van gemelden berg kwam , begon het vreezelyk.te ftormen en verfchrikke- lyk te regenen, zoo dat’er veele boo- men uit den grond geflagen wierden: en het weerlichtte zoo fterk , als of de geheele waereld in vuur en vlamme ftond, ook epen de rivieren over, door de menigvuldige plasregenen. | Men Cq) Boven beloofden wy, iets van de Toveres- fen en Tovernymphen der Oosterlingen te berde te brengen Maar thans weet ik dit niet beter te doen, dan met den Leezer te wyzen naar de Gefchiedenis van den Prins Akmedt en vande Tovernymphe Paribanoy; alwaar men ook het onderfcheid tusfchen de Tove- tesfen en Tovergodinnen of Tovernymphen leeven. dig zal vinden voorgefteld. Arab, Vertell. IV. D. bl. 314. 396, De Tovergodin Pari banou was ook magtig ryk. Zie Arab. Vertell. als boven. hek Radja Djawa, 191 Men hoorde ook een afgryzelykg ge. Schreeuw der duivelen, ’t geen een geluid maakte , als of de bergen fpron- gen, en de hemel van een barstte (7) , hoewel dat gefchreeuw alleenlyk ont- ftond uit eene overmaatige blydtchap der booze geesten ;om dat de.Tove- naarfter, van dien Prins een bezoek ontvangen zou. Straks hoorden zy het geluid van eene bel ;en-daar door werdt de lucht zeer ‘klaar: | Toen nude Prins op den top van den berg gekomen was , zag hy eenen grooten boom , met naame Zjamara; en in dien boom hoorde hy een zoet muzyk, Dit hoorende zeide hy tot zyne Ooms, ik geloove, dat deeze boom de verblyfplaacs is van Niay Zja- mara Toengal: mompelende ondertus= fchen en wenfchende, dat zich de To- venaarfter aldaar aan hem vertoonen mogte. ‘tGefchiede: wantzy ver- toonde zich aanftonds , met eene groo- te (r) Zulk een verfchrikkelyk geraas en gedaveront- - ftond ’er ook in het paleis van e@nen boozen geest, by geleegenheid dat de Calender, die by de Prinfes der Ebeenfche Eilanden gekomen was ‚eenen Zalis- man brak, Arab. Vertell L.D. bl 1505 N 4 192 Vervolg. van aatie. Jornraorte te boraalftatie, deed den Prins nevens zien nederzitten, verwelkoomde bom; en vroeg kwanswys „-wie hy was en wat hy kwam doen, en hoe zva naam was? Dan, Soefver peëh antwoordde daar op, met den diepften eerbied: Mevrouw ! ik behoeve u dat nict te zeggen „want gy weet het immers ZOO goed alsvik, — Niay- Thamara Toengal begontoente verklaaren en té zeggen: ja! gy hebt gelyk; (5) want waarom zou ik anderszoo veel hebben behoe- ven uit te {taan , indien ik datoniet konde weeten.' Noch. voegde zy ’ er by: gy zyt ook van zints ;om u, op deezen berg ids te zonderen, om: dat > | 87 (s) Deeze wetenfchap van geheimen wordt in de Arabifche Vertellingen insgelvks aan de Tovernym- „phen toegefchreeven. Denkelyk was zy met eenen Koning der boozen geesten gerrouwd. Hoe veel zulke Jufers moeten uitflaan, volgens de denkbeelden der Oosterfche Fabel - histoire, biykt uit het geval van de _ Juffer in de Glazen Kist, op-den grond der zee dóor eenen reusachtigen geest bewaard. Arab. Vertell. 1. D: … bl 14. maar vooral- van de Prinfes deydochter van Epinarus , Koning der Ebeenfche Eilanden. bl. 157. éh 158, Men moet zulke vertelzelen niet verachten: want de hedendaagfche Oosterlingen , en zelf de Grier ken verachten die niet, maar, blyven ers tot heden toe, zeer op verlekkerd. Zie Mr.G uws Lettres fur la Grece, Lettre 24, Tom. 1 P. 298 — 4 „a En hd \ Sadjara Radja Dyawa. tog _8y deu ftryd tegen wert broeder ver- fooren hebt. Dan dit zow: ik-u niet faaden: want indien gy dit deed „zoudt ey zekerlyk geen Vor st van „Java kun- _ nen worden. Hierop hor aRidven S oefberoegh: al wat gy my gebiedt , zal ik naarko- men.Zy gelastehem derhalven naauws keuriglyk naar haare woorden te luis teren; Zyzei hem dan, dát hy maar. Oostwaards heenen zou trekken tot dat hy eenen boom vond , genaamd Poohn Madja, (&) welks vruchebitter van fmaak” was, en dat hy daar zyne Hofplaats moest aanleggen en zyn pa“ leisbouwenswant, zeide zy,hetisbyde Goden befloten, dat gy Koning vanJa- va zult zyn: en uw geflacht zal vervol- gensnau„altyddentrhoonbeklimmen. ……_Niay TamaraToengal verhaalde de Prins-wyders,-dat- zy eene-Oudmoet van hem was,"en dus zoo” wel eene Prinfes , als hy een Prins van het zelf- de Padjajaran: Want vervolgde zy , Uw, Overgroot- vader de Konitg Moe- | | „ding wt Ee Ten nnd emeente (t) Een boom ‘genadmd Poobn Madja, dát is een, Naja boom, „zynded de vrucht korrelige en zuur. Ns 194 Vervolg van eene Fav, Hiftorie ding Sarieis myn Vadergeweest. En dereden waarom ik zoo van de waes reld ben afgezonderd, is-deeze ; om dat ik in myne jeugd zoo eene over- fchoone Prinfesfe was, die van ieders een bemind werdt; en om dat alle:de Vorsten van Java my ten huwelyk vers zochten. Daarentegenhad ik geene ge- negenheid en liefde voor het manne- lyk geflacht, En-om datk beducht was; dat er misfchien oorlogen overmy zou- den ontftaan ‚(#)) en dat myne ouders daar door maar verdriet ftonden teheb- ben , hebbeik myop dusdanige wyze van de waereld afgezonderd , en daar door zulkeeene magt gekreegen. …„Ditgezegd hebbende veranderde zy zich voor zyne oogen ,en nam de ge- daante aan van een fchoon vrouwsper- 8 foon 5 r en, “(v) De Trejaanfche oorlog ontftond ,gelvk wy weeten , uit het fchaaken van de fchoone Helena, door Paris, gelyk zy te vooren , noch'een jong meisje zynde, van Tbefeus was gefchiakt geworden. Dit fchaaken. werdt altyd wreedelyk gewrooken. Reeds ten yde van Dina, Jacobs dochter. pr Maar de afzonderingen, en toewydinge aan den dienst der Geesten, maakte Niay 7 jamara Toengal be- veiligd voor alle de aanvallen der waercldfche Prinfen. Jephtas dochter kwam. indien zy nietswerkelyk ger agt en geofferd is, omtrentin het zelfde geval, Sadjara Radja Djawa,” 198 foon ;zoo dat de Prins in een-groote mymeringe viel ;en daar op met zulke eene brandende liefde bevangen wierdt, dat hy zich zelven naauwlyks wederhouden kon; maar haar in de armen nam ; en vergat , wat Zy-hem ge- zegd hadt ;om dat hy nooit zulk een fchoon en bevalligvrouwsp erfoon met zyne oogen aanfchouwd hadt. Maarzy, dit merkende, veranderde zich we- derom van gedaante, zich vertoonen- de , als te vooren. Rädeen Soefveroech dat ziende, verzocht haar aänftonds om vergiffenisfe , en begon zeer:bitter te fchreiën.Zy vergaf hem de onvoor- zichtigheid, en, hem befiraffende, zei zy: gy Zzyt een mensch, die” ge- woon zyt verkeerde wegen iú te flaan: en verwonderu niet langer ; want ik kan my veranderen in oud en in jong in man of in vrouw: en ik:kan niet fterven , voor enaleer de jongfte dag aankomt. (w) Ook zal ik by u ko- men, eme meenen hee omne hennne (w) De gedaantewisfelingen vanOviprus, zyn niet anders, dan Oosterfche vertellingen, door de Grieken overgenomen en op hunne eerftePatriarchen en helden taegrpast Men gelooft nochaandie Ge- daan. 106 Vervolg van eeniè. Jäv. Liftorie men ‚als gy Koning van Java zit. Na- derhand zal ik” van hier verhuizen, en Koninginne worden over alle-de duivels en kwaade geesten; en pn on na ERGAE GOA 1 RN bi re daantewisfelingen, zoo als die door betoveringen kunnen veroorzaakt worden. „De Arabifche en Per- fiaanfche Vertelhngen levéren ‘er veele Voorbeelden van op: Ondertusfchen is decze Van ‘oud im jongen « van man in vrouw te veranderen vry zeldzaam. Heg eerfte waseen kunstje van Medea, Euripides Argum, Medee , en het audere een van Jupiter. Ovid. Lib.1T. 65-425. In dit favaansch.Boek: zal men rach meet zulke toverkunstjes aantreffen, De Druidenin-O ud Gallië verftonden die kunstjes ook. ZieMr.Per 1 ov. Bs eR..Nouv: Bibl. Germ. Tom XXIIL P. 96. De hofhoudinge van Niay Tjamara Totugal zou dan moe- ten zyn omtrend op het eiland Camban of Poela _Neeifa Gede; en das in de nabuurfchap van het hof; 2t geen de nazaaten van Soefoeroegh houden zouden, tusfchen den brandenden Berg van Matarum en tusfchen de Zuiderzee, Denklyk waren dit de ge- westen, daar de booze geesten. te vooren woonden; en daar Batara Wisnoz over hen «heerschte: zynde zy vervolgens naar de Zuiderzee wertrokken, ë ‚_ Datd2 Tovenaars en booze geêsten party trekken iu den oorlog én de eene of andere helpen en onder- fteunen, Îs een gemeen, denkbeeld der Oosterlingen vanhet vaste land.,Fernrst zegt van Afrafrab Ko= ning van Tartarye, die het ryk van Perfie had over- weldigd:: Hy werd geholpen van den Keizer der Indi- ën en van den Keizer van China, zoo wel als van de beoze Geesten, Reuzen-en Tovenaars van geheel Afie. Zie G. Joxes Hist. de Nader Chak. Tom. 11. p. “248. Hier by kwaamen foldaaten en leegers uit de grond der zeesen dit Oostersch bygelovig denkbeeld van epi ho het A geetonsor MEN Sudjara Radja Djawa, 197 dan zalik myn hof houden inde Zui- der-zee „en aan de Zuidzyde van den brandenden berg, die by Mattara ligt: _ endicailes zal, zonder fout gefchie- den. En wanneer gy zwaare oorlogen moet voeren, zal ik u te hulpe komen, indien gy my roept. Én indien uwe nazaaten denftrydeens verliezen, dan moeten zy verzekerd zyn „dat Zy my« ne hulp nietverderte verwachtenheb- ben. Derhalven gelaste en verzoeke - ik u, zonder. vertoeven ‚maar. oOst- waarts aan te trekken. De Prins nam zynaffcheid, gehoorzaamde; en nam zynen weg Oostwaards heenen, gatje zy hem bevolen hadt. / De onderwarerfche menfchen en koningryken „ Even zoo als Niay Tjamara Toengal zich iets diergelyks aan- matigt, vindt men omftandig, in de gefchiedenis van Beder Prins van Perfien, en van Gianhare Prin(es van het Koningryk Samandal. Arab. Vertell. III, D. bl. go, en verv: inzonderheid ook bl. 167. De Fabel der Meermannen en Meerminnen is uit dat aloud vere dichtzel ontftaan; en dar verdichzel fcheen de waar- heid tezyn , zoo lang de Wysgeerte en de verbeter. de Natuurlyke Hiftorie niet toonden, dat het een leugen was, De getuigenisfenvan V ALENTYN, over het be- ftaan der Zee- menfchen bygebrag: HIT. D. bl 330-332 _ Verdienen wel een ander onderzoek; om dat men dé verfchynzelen van welke hy preekt, nog niet bes hooilyk verklaard heeft, rd E 108 Vervolg van een Fav. Hiftorie De Radeen Soefberoegheindelyk zeer vermoeid geworden zynde , zat neder Onder een grooten boom; waar van eenige vruchten op den grond afgeval-- len lagen, raapteeen derzelve op, en ze proevende , vond hy de fmaak der- zelven zeer bitter te zyn: Hy vroeg derhalven zynen Oom Wiefùrie , wel- ke vrucht het was? hoe deeze plaats geheeten wierdt? en wien die toebe- hoorde? Op deeze vraagen antwoord- de KiayWierafarie : de vrucht, welke gy daar geproefd hebt, hiet Madja, de plaats Astina; ( x) uwe voorouders hebben hier hun hof gehouden ; maar nu behoort het dan uwen Broeder, den Koning van Padjajaran.Hier op zeide Soefderoechsalsditzoois, zal ik dee- ze plaatze noemen Madjapait; en hiet zal ik myn hof houden. En deeze plaats kwam, door eenen geduurigen toevloed van menfchen , binnen kor= ten tyd, in eenen bloeyenden ftaat. - Toen deeze Koning van Madjapait | …— äl- Km neh _(x Te vooren hebben wy aangeteekend, dat Pan» dode Wanataen zy 2 op olgers, in dat /stina hun hofgenouden hebben , Buiten twyffel wordt dit hiet bedoeld, hé | Eed - is p a dn Ge Sadjara Radja Djawa. ‚ 199 aldaar eenigentyd zyn verblyf gehou» den hadt, kwam zyn broeder.driaBans jak van Goeloeh, (y) al vluchtende, by hem ; teffens verhaalende , dat Zjioeng Wanara hem was komen beoorlogens en dat hy, Aria Banjak den ftryd verlooren hadt, en dus genoodzaakt / was geworden, herwaarts te vluch- ten: maar niet weetende, dat zyn broeder daar als Koning regeerde, Ook berichte hy „dat Tyioeng Wana- razynhof overrompeld, en het zelve verwoest hadt. Ratoe Goeloeh voegde daar by , ZjioengWanara wil u ook ko- men opzoeken. Dat verneemende,zei Radja Madjapait: indien dit zoo is, dan zal het beter zyn, dat-wy hem te gemoete trekken, dan dat wy hem hier zouden afwachten ; Want, voegde hy ‘er by, ik heb nu al by de driedui- zendftrydbaare mannen. Ook maakte hy herten eerfte werk- __ftel- men Cy) Goeloeb, in deszelfs gelegenheid is by de heden- daagfche |avaanen genoeg bekend Hetlag in de vlak. tens rusfchen Bandong eu’ / racamontjang boven deu „oorfprong van de rivier Grawan3. En de Regenten van Tjanjoer en Grawang geeven voor dar zy van de oude oude Vorsten van Goeloeh afitammen, aoo Vervolg Van eere Jar. Hiflorie [ ftellig, en verzocht-zynen broeder Aria Banjak Wide, dat, hy met hem zoude mede gaan. Zy toogen met deeze krygsvolkeren regelregt naar Padjaran, veroverden het land in korten tyd , floegen den Koning op de vlucht, maakten eene groote me- nigte volks krygsgevangeu; ’t geen de Koning naar Madjapait liet ver- voeren; en toen maakten dus zyne onderdaanen een getal uit van zeven- en-veertig.duizend huisgeginen, € Als toen zeiden kiayWirafuba, ‚Ki ay Badaren Kiay lambie tot den Ko- ning, als wordende deeze hy hem voor zynegrootfte Raadslieden g gehou- den , dat „aangezien zyn vader. alleen « als Vorst van geheel Java geregeerd hadt,hy nu ook alleen, als Koning ak ai dr + kk en am Me en _d over ‘gansch Java behoorde te regee- ten, en zyn hof te blyven houden te Madjapais: om dat het oude hof te Pa natheid Î (2) Zevenen-veertig duizend huisgezinzen, ieder op zes perfoonen berekend maken 282000 Inwoo- ners die Radja Madjapaie onder zig had, zynde | din Sadjara” Radja Djdwü. _ +02 Padjaran verwoest en verdelgd was. Dit alles kwam de Koning ook haar; en hy gaf toen zynen broeder den naam van Pangeran dria Panoelar. Maar Kiay Wirafaba maakte hy zy- nen eerften ryksbeftierder , onder den naam van Adepatty Wahan : Kia Ba- dar daar en tegen maakte hy tot zyne Hofwidono. En deeze waren in groot aanzien by den jongen Vorst. Deeze Koning van Madjapait,eeni- ge jaaren geregeerd hebbende, gewaù eenen zoon, welke hy noemenlief Paraboë Anom Lorring Pasfúr, die . den eee WWahan overwon; Den daar dit getal omtrend cen vierde gedeelte der inwoo- ners van Javas irdien men ‘er het eiland Madura uitzondert. „ Behalven dat men veilig kán ftellen, dat Java federt Radja Madjapait wel twee derde meer bevolkt zal zn geworden, in welke vooronderftel- linge de rekeninge onzer Javaanfche Hiftorie zeef wel uitkomt, en Radja Madjapait als de algeïneene Koning van Java oudtyds befchouwd kon Worden. *t Ryk Madjapait weeten wylag aande rivier Kaderi, ten Zuiden van het Prinsdom van Sourabaya, en aan den Oostkant van het zelve. (*) Men zou hief uit mogen befluiten, dat Adz= patty Waban na den dood des Konings aan ’t mui en geflagen, den Erfprins uitgefloten en zich zelven het Koningryk had aangematigd. Waar van hy echicf wel haast moet vervallen zyn, door eene nederlaag, welke … JI Deel, O goa Vervolg van eene Fav: Histor. enz. daar benevens noch eenen zoon ; met naame-Joendara, die, zoo dra hy groot geworden was; tot -Opper- hoofd. van Kadir werdt aängefteld. En als de Koning kort daar na over- leed, werdt hy opgevolgd door gemel- den zyvnen zoon Parabdoe nom Lors ring Pasfar. eee. welke hem Paraboe Anom LEorring Pasfar toebragt, om zich in de wettige opvolginge, tegen den gewel- denaar te handhaven, lets B Cet Vervolg hier na.) B y- | | ne” BYDRAAGEN OO TOT DE BESCHRYVING VAN Bn Te ade Wi f Mr: j.C-M: RADERMACHER: mpm DPT KEMPHER; die Bercht je in 16gi.en 1692. als Geneesheer inving vaï dienst der Nederlandfche Maatfchap- Semiir py in Japan is geweest; heeft de be- chryving van Japan in 1733: te Am- fterdam uitgegeeven. (4) Kort daarna of in den jaare 1736; gaf de Jefuit CraRLEvoOrx een befchryving bars: van Japan uit, in 9. Deelen in Oc- véi% tavos | " In Westphateii in 1778, © tweede druk uitgegeven; á q, « al 204 Bydraagen tot de Salmon. _ Inhet zelvejaar gaf SALMON, in de tegenwoordige Staat van alle Vol- keren, die van Japan, in het Eerfte Deel pag. 203. iE. Dealge. De Schryvers der algemeene His- Eiftorie, torie uit het Engels in het Neder- duits overgezet,hebben in het 9. Deel eerfte {tuk , in 1777. de Hiftorie van Japan gegeeven. DeRusfen. Vande Rusfifche Reizen van Kam- fchatka naar Japan, die zedert 1742. gedaan zyn, is weinig bekend ge- maakt; men vind egter, in de Staats Secretaris van juny 1776. dat ‘er ze- dert 1774. te fers in Siberien , een Japans School is,en dus moeten ’er nu en dan Japanders’t zy by toeval of met willens. opde Kusten van Kam- __fchatka aanlanden. Eindelyk heeft de Heer CAREL Tunberg, PIETER TUNBERG,die in 1775. als _Geneesheerin dienst der Nederland- fche Compagnie is geweest, by zyn intrereeden als Profesfor te Upzalen Lid vande Koninglyke Zweedfche A- cademie , eene verhandeling over de Japanfche Munten gefchreeven. 4 | k Befchryving van Japan. 205 „Ik fpreeke hier niet van het Werkje kin A van den Heer O. Z. van HAREN, in ° 1775. uitgegeeven, ten Titul voeren- de Van Fapan; met betrekking tot de Hollandfche- Natte , en de Christelyke Godsdienst: als tot de hiervoorgenome befchryving niets nieuwsopgeevende. Men kan den iever van de opge- noemde Schryvers niet genoeg roe- men: doch by naleezing derzelve, ondervindt men wel haast , dat ’er noch veele zaaken overblyven ten onderzoek. _ Om hier toe te komen,verzocht ik den Heer Mr, Isaac Trirsing, Opper- koopman en Opperhoofd van Japan, ‚by zyn vertrek in Juny 1779. zich nauwkeurig naar veele zaaken te infor- meeren, ’t geen zyn Ed. by zynete- rugkomstop den 24. December 1780. met veele goedheid zoo veel hem de gelegenheid hadde toegelaaten, be- zorgde. | / tij: KrmrHeRr heeft in zyn tweede Hitoric. boek, en CHARLEVOIX in het tweede tot het zevende deel, de Hiftorie van Japan gegeeven vande eeafte be-' kende tydenaf‚tot den jaare 1687. Van U de AN het Geogra- phifche Befchry- ving. Regee- gingsvorm. so6 … — Bydraagen tor dè het vervolg der tydrekening en de op- volging der Geestelykeen Wereldly- ke Keizers, hebbe ik in de verhande- lingen van ‘het Genootfchap 1. deel pag. 131.en2, deel pag. 149. eene lyst gegeeven, en men zaltrachten-dezel- ve met de gebeurtenisfen, in dien tyd gefchiedt, te vermeerderen; terwyl ik hier noch aanmerke ‚ dat KEM- PHEREeN CHARLEVOrXx in de be- — noemingen der laatfteKeizers daar-me- de volmaakt overeenftemmen. Wat de Geographifche beïëhrvvine aangaat, die Kempher in't eerfte boek 4. hoofddeel en Charlevoix 1 deel rt. boek en Salmon 1. deel r, hoofdftuk geeven, dezelve is tamelyK volmaakt; doch de Kaarten zyn alle met Japan- fche Caracters: de geene die het Ge- nootfchap bezit, zyn alle met eene Hollandfche overzetting der naamen , en daar door van waerde, zynde ’er veele by gevoegd, die by geene Reis- befchryvers bekent zyn. De Regeerings- vorm heeft Kem- “pher inhet 4. boek , en Charlevoix in zyn 1. deel nauwkeurig befchreeven. On- Befthryving van Japan. 207 „ Onder de Godsdiensten is de voor- Gods- naamfte die derSintos,„haare voorname dienst. Afgod in den Tempelder 33333. beel- den te Meaco , en haare Pelgrimíchap te Fsfe, zyn wel befchreeven, maar de tekeningen komen in geen vergelyk by die, die het Genootfchap magtig is. _ De Budf/òs haare voornaame Afgod is Amida , door de Indiaanen , Bud/o, in Siam Xaxa „in China Fo genaamt en haare Pelgrimfchap naar zyne Tempel — van Äuxa, is ook weinig van gezegt en zal nader opgehelderd worden. Haare gewoontens , manier van Leevens- kleeden, eeten, drinken en de berei- WJ ding vandien, is ook noch zeer on- volmaakt , haare gemeene fpys is Ryst met drooge Vis, doch zy eeten daar by veele verfnaperingen , als Coune- mon , Miefò, ingezoute Vruchten van veele foorten , en Soya: en haare ge- meene drank is de Saki, welke twee laatfte door den Heer T1TsiNc be- fchreeven zyn. | Van haare Taal vindt men geene Woorden-fchat, en deeze is ook aan het Genootíchap meede gedeelt. O 4 De 208 …—_ Bydraggen tot de …— Handel, De Handel ús altoos zeer gehêim gehouden, en men heeft tot heden toe, geene befehryving der Munten en Gewigten. Want het geene Char- levoix in het 1. deel 2. ftuk er van zegt, en Kempher op de 19. plaat verbeeld, is zoo duister dat men ‘er weinig licht uit kan fcheppen. En dit ftuk is door my alhier op- gehelderd. | n Nuonrly- De Natuurlyke Hiftorie der Die- keliforie, en ‚ Planten en Mineraalen „is by Kempher in zyn Aanhangfel verhan- deld: en men verwacht vanden Heer Profesfor TuNBERG eene nauwkeu- __ rige befchryving, der Japanfche Plan- ten. Over de Mineraalen zalik in het volgende Deel, iets mede deelen, , Dus zal ik my hier bepaalen, 1.) Tot eene nauwkeurige Be- fchryving der Japanfche Mun- ten... | | 2.) De bereiding der Soya en S4- ki, door den Heer TirTsiNG medegedeeld. | 3.) Lyst van Japanfche Woorden _ in het Nederduits, | VAN Befthryving van Japan. 209 VAN DE JAPAN SCHE MUNTEN, ENGELBERT KeMPHER, heeft op de ee 19. plaatveen aftekening ‘der Munten ven. ‚ gegeeven;»die door zyne navolgers gecopieerd. is., zonder daar eene be- fchryving by te voegen ; de Heer Pro- fesfor TuNBERre, heeft,eene betere befchryving ‘er by gevoegd: zedert noch eenige Munten daar by. gekree- gen hebbende, doorde goedheid van de Heer Tirsinc, en gelegenheid ge- _ hadt hebbende het gehalte en het Ge- wigt daar by tevoegen ,denk ik dat dit” van nut zal kunnen zyn. 4 In geheel Japan zyn maar twee Kei- Munt: zerlyke Maunthuizen, te MMeaco enhuisct- edo, daar gouden en zilveren Mun- ten geflaagen en gegooten worden, doch ider Landheer flaat een munt , die alleen in zyn Land gangbaar is ; en ook gemeenlyk maar van Koperis. De zorg der Japanders , omalles zoo veel mogelyk geheim te houden, heeft niet toegelaten tot heden , eene volkome- nebefchryving van haare manier van munten te krygen , waartoe men eg- ter nader moeite zal doen. Os Van Gehalte, Gewgit,; 210 — Bydraagen tor de”. Van het gehalte-van het Goud en Zilver „hebben dep ders. weinig denkbeeld , en beoordeelen het zelve na de kleur. De Munten zyn alle hier geësfayeerd door den gezwooren Zs- fayeur , Jacobus de Waarem „het fyne Goud houd 24. Karaaten van 12. grein, en het fyn Zilver 12. Penningen van 24. grein, werdende het mark fyn Goud guld 375.en het mark fyn Zil- ver Guldens 26 by de mgee be- rekend. Het Gewigt heeft men meede a. hier laaten neemen na de Nederland- fche Munt-gewigten, rekenende Een Pond trois twee Mark, Een. Mark agt Once, Een Once twintig Engels. | EenEngels twee-en-dertig Aazen. Alhier op Batavia rekend men een Mark opg. Reaal, en ieder Reaal op 48. Stuivers. __ In alle zoogenaamde slonidenk- jes, ja zelfs in de Intreerede van den Heer Profesfor TunrBere „is het Ge- wigt zeer verkeert opgegeeven , om dat men de Japanfche en Chineefche Tail verward heefr, inde overeen- komst in den naam. De Befchryving van Jfapan, ori ‚De Cineefche Tail weegd oo. %, Engels, en is verdeeld in ro. Maas „de „Maasin ro.Condryn, of roode Boont- Jes, alhier #aga Timban genaamd. De Tapanfche Tail, weegd ro. 2 Engels, en isverdeeldin o. Maas de Maas in IO Condryn, ‘Dewyl nu de Oost-Indifche Comp. il het Mark fyn Zilver rekendt-op’26. ** Guldens, zoo loopt de Chinafche “Thail by de boeken voor 72. Stuivers, Nederlandfche; Of 88, Stuivers Iû- disch ; ende japanfche T'hail, op 58. Nederlands of 40. Stuivers Indisch: | deeze wordenCompagniesT hailen ge- noemd. De Compradoors die de-pro- vifien op het Eiland bezorgen, reke- nen de Thailen op 36. Stuivers, en de Cambang of Keizerlyke Geldka- mer op 48, stuivers in den Handel. Ap ej vel re amd 4 =| In” t alemde zyn de Japanfcheo Gedzante Munten eenvoudig en flecht gefla-der Munt. sen, voor ’t groötfte gedeelte onge- — | karteld, en zonder die cieraaden , de- welke men op de Europeefche Mun- ten B vinde, ook zyn de meesten van | geen Gouden Munt. Obang. ore …… Bydraagen tot de geen vaste waerde „en worden dierhal- ven vanieder Koopman gewogen „die ’er ordinair zyn Stempel op flaat , tot een bewys , dat dezelve munt oprecht en zonder bedrog is; dus ziet men veel zulke Stempels op de oude en nieuwe Kobangs, en de meeste mun- ten van Zilver, in ’t byzonder -de groote. Geen van deeze Muntfoorten , be halven Daikokogin, zyn getekend met een beeld of het jaargetal , wanneer ze geflagen zyn , en buiten de nieuwe goude Kobang, is ‘er geen een, die buiten Japan in eenige quantiteit rou- leerd. 5 De munten in Japan zyn van vier- derleiftoffen , als Gouden, Zilveren N _ Koperen en Yzeren, De gouden Munten zyn plat, van driederlei figuur , namentlyk langwer- pig, vierkant en rond, 1. Obang, isde grootfte Munt in ’t geheele Land, en eerder voor een Medaille als een ordinaire munt te houden, Dit Befhryving van Japan. 213 _Ditiseen langwerpig ronde en plat- te goudenMunt, dik als eenSchelling, s duim lang, 2: duim breed: aan de eene zyde.- met fubtile gebrokene dwarsftreepen en vier Stempels bin= nende kant van de vier zyden , ieder Stempel met het Wapen van Dairos. Op de andere zyde die glad is, wordt de naam van den Lands-heer gefchreven ,die de munt heeft laten flaan , verfcheide groote zwarte Let- ters, ‘die wat hooger als het midden van de benede kant beginnen. DeezeObang houdomtrent de waer- de van Tien oude Kobangs. By de Hoofd - Stad Jedo zynze meer alge- meen en minder in waerde ; maar ver- der af, binnen ’t Land, zynze meer raar en hoger in prys. In Naga/akt geldenze wel ao. Kobangs. Het Goud isfyn en van een\brand „geele couleur, doch door de zeld- zaamheid hebbe ik die, niet magtig kunnen worden, om dezelve jte laas — ten esfayeeren en weegen. EZ: Kobang i is een langwerpig. tonde Kobang, plat- eik _-Bydräagen tot de platte Gouden munt, byha drie dui- men langen wat meer dan een en een half duim breed, byna zoo dikals een Schelling; Daar van zyn twee foorten: | Ca.) Oude Kohang , beftaat uit fyn Goud, wat breeder en langer als een nieuwe Kobang , en brand geel ; zynde dan de overzyde getekend met inge= drukte gebrokene dwarsftreeper ; en aan byde einde met een langwerpig vierhoekig figuur van een Z//ybu , heb- bende verhoogde Letters, en buiten dezelve een figuur gelyk de Maan; met een verheven bloem-figuur. Op de andere zyde in ’t midden; een Cirkelronde Stempel met verhe- vene Letters , en binnen de kant; by het eene einde twee kleine inges drukte Stempels, mede met verhe= vene Letters, die op ieder Kobang malkander ongelyk zyn: Dezelve verfchillen veel in gewigt en gehalte ; vantwee die ik hebbe la- ten esfayeeren woog de eene befchres ven Keytiokin 6. Engels en3. Aazen en hield 19. Karaat ros Grein, de andere Ko Kin genoemt, hield 3 d- Befthryving van Jdpan. 18 Karaat 8. Grein, en weegd 11 En- gels 19 Aazen, zoo dat men op had- re wâerde geene de minfte ftaat kan maaken; die ook in Japan van zes tot Tien Thail verfchild. (ON ieuwe Kobang , is van het zelf- de aanzien als de voorige, maar wat fmalder en korter, zynde het Goud ook niet zoo goed,maar van een bleek- geele couleur. Aan de boven en bene= den kant is deeze munt de oude Ko- bang geheel gelyk, behalven datze niet vervan de groote Stempelen ma- deraan dekant een minderStempel met verhevene Letters heeft. Deeze houd ordinair de waerde van 6o. Japanfche Maas, Vier van dezelve hebbe ik laaten beproevenen hielden ider, by het Esfai 15. karaat 5. gr. en woo- gen 8. Engels 16. Aazen, dus is des- zelf intrinfique waerde inNederlands Geld omtrent twaalf Guldens of Bata- vias Rds. 6-6. werdende fomtyds tot Rds. 6-24.betaald, als het Goud zeer- duur is, tervervoer na de Kust Cor- mandel, ‘en dit is deeenige Japanfche Munt die opBatavia een Negotie-pen- ning is, terwylalle de andere alleen tot liefhebbery bewaard worden. - Tefybu, 21ó Bydraagen tot de O. beduid in de Japanfche Taal Groot. Ko Klein. en Bang Munt of Penning. Dus betekend Obang een groote en Kobang een kleine munt. Men vindt dikwils âan de beneden en ook wel aan de bovenkant van de Kobangs, behalven de befchre- vene groote Stempels , menigvuldige heel kleine, door de Kooplieden daar op geflagen ; ten bewyze „dat dezel- ve geprobeerd , en in gewigt en waer de goed bevonden zyn: á. Jifjbu, of Goude boon, ís een langwerpig vierkante en platte Gou- den munt, wat dikker als een Schel- ling, met zeer verhevene Letters, aan de eene, en twee verhevene Bloem-figuuren op de andere zyde. „Van deeze Li/ybus heb ik twee diffe- rente foorten gevonden. (a) Oud Itfybu, is wat langer ; breeder en dikker als de overige; _ van bleek Goud; by Esfai hield dee: ze 13.karaat 8. gr.en woog 2. Engels: 08. Aazen : dus intrinfique waerd om- trent vier guldens Nederlands , Bata- viaans Rds. 2-2,dog thans ongangbaar. (b) Gang- PS alt= 3x Ee Mand ik, kj ; se € f me Befehiyving van Jpan. A33 as Ch) Garigbaare bej is den vôóó: rigemzeer gelyk, doch” wat ‘körtêrs {mallererdunnersinsgelsks, van bleek göBd.n Iemier oe natdoqsles slosr ob enntesAett ebattekrer aoBosn 48 _‚Deezg heeft. ook, boven, aande rechtergyde gen, Caractêrdar op. de bude Jijbus niet te vindensis „gel, dende ordinair 15. mas; zynde dus vier van,de gangbaare /iybus zooveel als eennieuws Aobang: By deeze, 15, caraat.…9., Blo EN WOO, 2, Engels 4, Aazen;,dus infrinfique VE a A a ER) se $ …& pr Andndek. ch, waerd drie guldens Nederlands, Bata: viaas Rds, 1, 25:. Stuiver, gn vrat à ank ens vts cal Ges aderaarrt ES à | DEE Ly us zyn getekend met werhdewend ‘punten binnen de ba ex dikwyls, zoo welaä de vlakte ‚a op de kantén, met kleine flempels, door de Kooplieden gemerkt, tén be= wyze, van haare egtheid, ed 4 ks A ' k _ ) 3 „asKosjikin,Kosjubangof Kosju itiby Kosju kin. en Sjunak, is een kleine {oort van goude munt, voor deezen meer , maar tegenwoöordig-minder gangbaar; ge- Ì } s13vl; . hd Kak ‚sfai hield ern vens 4 &. Ar WL de Ne flagem ins trlaandfchap Kosju of Kats en. ontleenende daar van .zyn.naam, Het goud: is. bleek, en de munt plat JAL Deel Ë met \ 226 … Bydraagen: tot de met twee, ftempels- aan de eene ») eff vier aan de andere zyde. Van. deeze zyn heele > halve, quarten enagtften ; de heele esfayeeren 20. caraat 45. gr; en weege n 2. Engels 13. Aazen , dus“ intrinfig” waerd vyf gùldens , tien {tuivers , Nederlands geld. Be- taviaas Rds. 3: 39. Se ie, Zilvere «* Dé Zilverë weave? ef Hin vee- Munten. je forten; alle van een onzekere waerde; * ‘behalven: Gomome - Gin en Nandiogin , en dierhalven worden zy when gewogen, Wi de | _ De meeste zyn tin. ef. Bilde ier en beftaan uit flecht Zilver. Behalven | Gomoine en Naadiogia, zyn zy alle _ dikke, langwerpige of ronde klómpen, alleen op de eene zyde geftempeld. Gomome en Nandioein zyn ‘buiten twyffel gegooten, en hebben ed ters op beide zyden. —_ Omtrent de gedaante is de mikant munt de veranderlykfte in.’t geheele Land, zynde dan langwerpig „rond, vierkant, det: enz. en sepaet clals $ ë Beftlrgsing van Japan. ôa7 de goude’ munt, en, ten bewyze van haare echtheid , met de ej a derispplieden getekend. “ Werfekeidene. föorten van Zilver: mut, werden by grooter of rrd fomimen in” “papier gewikkeld, door den Munt-meester of uitgcever verzegeld: rte dee isdelgdee:, wen) de waar: de: aangeteekend is, rouleerd door veele handen,zonder ‘geopend: te wor- denjenì zoolang hetzelve toegezegeld blyí, loopt’het voor rekening des Uitgevers, die by het openen de min- dere waarde moet betaalen,welke vol- gens het: opfchrift bevonden wordt, (8 Go Mome Gin, inde Japanfche taal Go More beduidende vyf Mas of een halveer … Thail Zilver, is een, vierkante, lang- werpige en platte zilvere Munt „byna twee duim lang en een duim breed, met afgekapte hoeken, zo dik als een Dueaton, van lech Zilver; Op ad kanten zyn vorfdnotteus fter- ren, 4 lg gierige handen het fnoeyen P 2 te pl Nandice Gin. / 228 _„Bydraagen-tòt de te beletten 5 binnen de kanten is deez Munt neder gedrukt. Op-beide zyden heeft dezelven op de grootfte-onders helft een verhooging, als of eene Naz- diogin daarin gelegd was ;-en daarop een, groote {tempel met ‘verhevene Letters. De. overige mindere, helft is opde eene zyde glad „en op de ande? re vercierd met twee ryen;punten y twee regte dwars ftrecpen, en daar tus- fchen een geflingerd-Lint alles ver- heven». geldende vy£, Mas zo en. Was voor „deezen gangbaar -in- Jedo -eny Miaco-‚-maar is thans buiten gebruiks en. moeielyk te bekomens, tool „Jiyid 3 Er f k ij sj sh _ kid 4 et ik Nandiogin. ‚is een pen ef Lai werpige‘en platte zilvere Munt ; zo’ dik als een Ducaton, een duim lang en éen halve duim breed, van fyn Zil ver: Op den rand zyn fterren,, om het fnoeyente beletten, én binnen dezels ve zyn verheven punten t te: Zien. IN De eene zyde is in’t geheel ; en de: andêre op de benedenfte en grootfte helft opgevuld met verheven Letters. zynde. bovenaan „een de-Maan gern | ‚kens : pe er Befthryving: van Japan 229 kende gladde en. verhevene figuur | mes, een dito punt aan Bale adel ed Op de linker zyde van dit figuur is een caraëter gedrukt, nadat de munt gegootenis. Dezelve heeft eetie vas- te waarde van 7. Mas s. Konderins, en rouleerd meest op het Eiland Nipon, en byzonder i in de twee Keizerlyke Hoofd -fteden Jedo en. Miaco. Het Esfai is 11. penn. 18: gr. weegende 6. Engels 19. Aazen, dus intrinfique waardeen Gulden en dertien Pennin- | genNederlands, Bataviaas Rds. REED 5. 7 Jtaganne of rosa int Neder- Ita genne. lands Sehwtt, is-een langwerpige aan de einde geronde , heel dikke en plat ‘te zilver-munt, aan den bovenkant hol gemaakt, met agt groöteftempels en verheven letters gemerkt ; aan de an- dere zyde wat bol of verheven „ on- effen en niet Bemerkts hee Zilver à is Load- ger ES Dsleg ue 20 ta, beduid Id be donne en bearin Metaal; ‚Tioo betekend het Lândfchap Ee „alwaar de Munt is dn en Gin nek | ters P. 3 en _ Hier 430 wer … Bjdraagen “orden” _… Hier van zyn tweefoorten. De Groote Zraganne, iseen ves dik, drie duim lang en wat meer dan een duim breed , aan de kanten inge- drukt, houdende de waarde van 62. apanfché Mas, meer of min; dezel- ve Esfayeerd 5. pen. 13. gr. “weegd 5. Oncen 8. Aazen dus intrinfiquë waard zeven Guldens, Deep ftu i ivers: Bataviaas Rds. Li 37: ber Kodama 8. ens of Zilvere Boon, is een ‘algemeene gangbaare zilver-munt, ge- lyk een Boon of Etwt;bol, meer of. mingerond en kogelrond, zelden plat, aande eene zyde mêt meer of min verheven Letters, en enkelde met de figuur van: Daikokos, na derzelver grootheid getekend. De hdd zyde i is glad of oke B en op @nkelde getekend met klei- ne ftempels door de Kooplieden, Rat Zilver i is flecht en selen & | Van ais Munt zyn veele foorten, onderfcheïden in grootte , gedaante’, È gewigt en waarde > dikwyls ongelyk 6e Befehtgving van z Japan 23 getekend. met de verhévén Letters! ín den Stempel, echter overal dezelfde ; doch-vermits de: Stempel groot is, | heeft hy geen plaats op die kleine munten, maar is daar op alleen tot de helft, ’t ‘vierde gedeelte en ook min- der, na derzelver verfehdidene groot- te. De heele esfayeeren 5 pen. 6: gr. : enweegën 1e. Engels ió, Aazen ,zyn- de: des- intrinfig waard zeventien ftuivers REN data 0 A De Shefijes op de eis: eri dame beftaan uit twee deelen. Ter regterzyde is de gedaante van, Daika- kos, en terlinker verfcheidene ver-_ heven Letters. Van deezen Stempel hebben Jtaganné en Kodama hunne naamen ontleend van. Daikokos-gin of | Daikokos ganne. | | Duikorf: wordt by. de hints ge- noemd de God des Rykdoms of Koop- manfchap, zynde afgebeeld als zitten: de op twee zakken Ryst, met een ha- mer in de rechterhand, en, een Zak aan de linkerzyde, | „nes 4 pn 2E BIA ik 4 De Japtiners geloovën, dat vat: P 4 Zyn Kopere en yasre. 232 Bydkaagen tobsden, Zyn hamer aanflaande alhet geen by wil, kan voortbreng, de als.Ryst en andere, eetwaaren 5 SR: il sih'a [O. -23n0A . Zil vere RE nu ss Blier. en door de Heer Trrsine, aan „het ‘Genootfchap vereerd, ter footte van een Schelling,met vierCa- rs eneen gat in het midden 5 dee- zeworden door deRegeering eigenlyk tot een model der Kopere geflagen, en zyn niet gangbaar; dezelve „esfayee- ren 8. pen. 22 z8r. Weegen: 2, Enge 24 HEE alens | Alle Men van. geel en rood koper , als mede yzere , grooten klein, worden i in ’talgemeen. Seni ge- noemd, zynde gegooten „ en hebben int midden een vierkant gat, van circa twee Lynen diameters. ‘door welke dezelve op een touw van ftroo kunnengeregen worden, om gemak- kelyk by betaaling, te kunnen. worden geteld en, by. zich. gedraagen, Men vindt in ’t gemeen aan zulk een touw, roo, ftuks, of zoo als meest in “gebruik is 05, De, eerfte, orden DEE … V4S- Ì - vr: eee a ne en ig Befehrgwingvan Hakan 233 tasfiakf, en, de andere Z warokkufjakf; delaacfte iswaardig 1 Mass. Konderins. Het gebeurd zelden, dat-deoMunt — op„zoodanig, touw, geregen. alle van eene foortis, ‚ mar beftaat. emeenlyk intwee, ‚drie en ‚meerdere, L e grootfte Seni worden aan het eene einde ge- Pe daarna volgen de kleine,; van leine zyn ‘er zelden meer;aan, als 5. of ‚6. ende waarde van het Touw blyft dezelfde ‚, dewyl, naar. maate va an de grootte , het getal der Seni ZOO. veel minder is. ' _Deeze Seni- “touwen Tissen Keiler in de meeste Winkels Eelt in de Steden als Dorpen klaar „om dérRy- zenden fchiëlyk met kléin geld'te kun- nen gerieven ; zphaer ien op te houder”; 19’, °FuM sinscaden zr ey In Nagafakki, de Hahaër plaats der Chineezen, rouleeren ook Chinee- fehe Duiten ‘van ‘geel Roper; „moêten- de dezelve nochtans niet aangemerkt worden als»een “Japanfehe Münt. Schoon zy in alles-naaf de” Japanfche Seni gelyken „hebben zy echter ande- re Letters, de, Stedelingen RAERENLS, Canton Seni. » Kelarre tif sort Ho ie  ERE, Ps, dre Alle Wd Kopere Seni, 834 ““Bydraagentorde Aïle Seni zyn rond, dik als eè feheepjes- Schelling „met dikke kane ten), „en van verfcheidene grootte. fo: Senf van koper, die zeer oud zyn, en’ dus zeet raar, daarvân heeft de opperfte Tolk Kofuk, aan den Heer. TUNBERG, >er verfclieidene bezorgd, zynde alle van rood kopet; en in grootte de overige Seni gelyk; als mede i in de dikte m het vierkante at, ‚echter met Hd Letters ge: ekénd. ej en gbaare Sent zyn ade volgende: var | Ga) Siumon Seri, haalt tien seni waar van zes 1. Mas uitmaaken; dit is een. oude en tegenwoordig niet gangbaare Munt,ter grootte van een halve Ducaton, en dikte van een | Schelling, zynde vanlicht rood koper, „Aanden eenen kant van het vierkan” te, gat ftaan verhevene Letters, en binnen de kant op de ‚andere zyde vier {tempels met. verhevene „Letters CB) ‘Sitnòni Sent is vier Sent; én éen algemeene gangbaare. Múünt, bye zonder op het Eiang pb, vangen í Befthrgving van Japan _b3s koper, omtrent zoo groôt als een hal- ve Ducaton; en dun als een an jes Schelling. € 3d Op de eene kant ftaan dezelfde (bt ef als opde Siumon Seni, maar op e andere zyn verfcheide verhevene heele e en gebrooken boogen te zien. 0 Too Sen „of Ou Too Seni, is zoo- we een ‘Japanfche als Chineefché munt, van geelachtig koper, dik ge- lyk een Schelling’, maar wat grooter! waardig twee Seni. Deeze Munt ftamt naar alle BRON van, 48, Chinee- Zelter Ko 5 (4) Seri of. be atgemindte gang: bare Seni, zyn zoo: groot als een Schelling , van rood koper, met de= zelfde Letters op de eene zydeals dé voorige; 6o. van deeze zyn een Mas. Ik heb hier van twee foorten, De eerfte zonder Caraêters op de eene zy- de; en de tweede met een Caracter op de andere zyde. Deeze wordt ook on Seni genaamt, en is een, dep gangbare „Munt. pen regen ek: Er NE! Van yzere: varrrgpin is er maàr: cefyzere foort, namentlyk. insë- ostanikpd Matt Î N, Ee 4 3 1 1. al Doofa Seni. Órdinaire Seni en Doófa-Seni. » ; ” A - 236 ver Bydraagen-erië. ï rr. Doofa Seni, sin-grootte „ gedaan: ve te en waarde de ordinairesSeni gelyvks Ik heb echter by dezelvetwee onder: fcheidenheden geobferveerd, als: 7 Ca) Zonder Caraêter op de eene zyde, en; 5 @ Met een Cara@er op do zetsel Deeze Munt is gegooten ‚en zoo bros, dat zy van. malkander breekt, indien zy op iets hards komt te val- len, gevolgelyk. « een EEN * Munt. Over eenige jaaren wibra His: dé Japanfchen Gouverneur te Nagafäkt, een meenigte, daarvan gegooten, in een Munt-huis, aan de andere zyde van de Haven, en fchuins over het Eiland gelegen , alwaar de Holland- {che Compagnie haare Factory heeft, _en welk Huis aldaar noch ftaat. Vanalle voorfchreevenéMunt- ee _cien, rouleeren hedendaagsi in de Ne- gotie alleen. de nieuwe Kobangs, de gangbaare Itybs , de beide foorten Ita- ganne , de meesten foorten Kodama, Nandiogins Siümon Seni,;Too Seni, BEREIDEN Gehe J&ff PRREHSRE Er aen oRSGE Wb ett Pe hij XF ii & Azara VAN. Dr ZOT Zn 4073 jr Bloed ARBIEN ornbersorten 49 Ji Wal B No Dt be Sr Ke UT, : | ke ab Hom : pn Teisd wel Bel, zieë DROVRI „A HOSTA DILO WA DOOR DEN HEER, nabond ns. Gn n We F ° ay JS NG WAE IAR, NAD AKS IE YE de BN Tad TIESEN c N 4 N AAS d gl zj d n 14 Jolie 4 a: vier eeu ; abt rak Roast 19b, sqgad is 30 RL Jel ID D > enne drank der Tapannert Eerfte dek „Suchis genaamd. welk; woord Ontder- afkomftigvis van „Safa: een: Bamboes wis en-Soefoemt'een ‘Moschy of Vogel; doelendeópdeeerfteoorzaak „die tot deszelfs ontdekking ‘aanleiding ‚zou gegeeven: rid ME aldus verhaald, gt IDD Me; wek Pd ms saaan vd aaa sKenige ‘bóeren”in de oudfte ofdat voörby een- Bosch van Bamboefen gaande , “ontwaarde” een “vreemde; doeh ’aangenaamie reuk; de purzaak daar van nafpoorende,ontdekten. zy eenige afgekapte Bamboezen, in wel, …… ; ker, bovenfte holte, een vocht beflo- so ___ten- WE ek 1 Ie 238 Bereiding van de'Sachi was dat deeze geur van zich gaf het geen zy proefden , en van een fterke en aangenaame fmaak bevönden. ‚Het ger ucht daaf van ‚ vêrfpreidde zich fpoedig ; men deed het noodig Onderzoek, en vond fommige Bam- boefen waarin dlleen befchimmelde Ryst,anderen waar in deeze met ver- fche Ryst vermengd, en weder ande- ten die mét water gevuld, dit vocht op- leverden : waar uit men veronderftel- de dat, na hetaf kappen der et ine fen, door den regen inchaare top eenig wâter was gebleeven;- ien et “_ gevogelte in denoogst ,„fommige Rys- tajeren naar het Bosch. „voerende ; eenige. inr-deeze Bamboefen waren gevallen; die door de hitte der Zon opdroogderr , tot befchimmeling „kwamen, en dat de Vogels daar weder andere halmen by fleepten , dat deeze “daar een tweede regen wa- ren bevochtigd, en-doorde zonne, {traalen tot een gesting gebragt , die ar uitgewerkt te - enen; 3 desas drank: na liet. JCO je Bereiding.“ Tfaar natuúrlyke demertouaenrierd deed my wanhoopen; wegens de wy- _ ze jé Bereiding vande. Sackî. 8839 Ze waarop zy dezelve bereidden’, ee- migesonderrichting te erlangen ; doch door een lang-aanzoek „hadt ik ein- delyk het geluks; een van hen daar toë tevoverreedens;ren zooverre: te bren- gen som zein myn byzyn te vervaar- digen „waar tdechy op eén beftemde dag , nevensseen Sgckù- brouwer’, die zichals een Coelie: deverkleed, op-myn wooning kw „ brengende met zich» eengedeelte. artnr ‚de en een gedeelte versch gekookte __Ryst. De befchimmelde naauwkeurig befchouwende, en proevende, om te'onitwaaren of zy meteenige vreem- ‘de. ftoffen was vermengd; was daar aam zo \verreomy toedacht niets-te ontdekken „na deeze nu in» een daar stóe- vervaardigde Balie , met ;derge- „gekookte Ryst zorgvüldigamgeroerd ener vier Spoel-kommen- zuiver: Wa- ter by gedaan te hebben, floot hy _deeze Balie digt ‚bond dien in een ftuk-Lywaäd;, en zend die, ineen shout ’kasje ‘befloten, lop den ‘afftand van drievoeten van een kacheloven , -Om-daar geduurende vier dagen door „eene maatige warmte ; een behoorly- gene te ondergaan';na verloop. van nt wel- o zo Berêidingevan de Saëki. welken tyd hyide Balie kwam opener, én hetwvocht:door eendoek gezeigd hebbênde:; my aanbood om te drin- ken szynde van een melkteouleur ; en niet’ onaangenaam 7vanfmaak : deeze betuigde hy; dat door eenieder wordt vervaardigd; om vop-Feest-dagen-en Vrolykhédensté gebruiken, zynde Ama'Sacki of heilige Sacki genaamd * dochmoet binnen den tyd van twee Étmaalen:worden- verbruikt eid anders:een! zuure fmaak aanneemt „en tor bederf overgaat.” natod ot de AA m0 „Sbnovsorg A9, ,outowbodsted Der Ryst- hiertoe benoodigd, be- petan in 12 ganting befchimmelde „en eemganting verschgekookte(‘bedraa- „gende een Japanfe ganting citcatwee vansonze-ponden )plwäar- meede hy _ vervolgens 15 F lesozuivér ring ed bri mmoï-loogd Tor 191 eú! ooi " Ke, e Oni data vba tót. E/berchiindelingt te beers: doetmenze na gekookt te zyh'in een balies die wél gefloten-en _metcStómafven omwonden, in een “oven gezet wordt gewaar in een mati- ge. warmteoverblyft:na verloop. van vier of vyf. dagen haald mende 'er 4 we- Bereiding vön de Sackt si weder uit, wanheet de Ryst in een behoorlyken {taat bevonden, met ge= kookte „en noch laauw zynde Ryst wordt vermengd; doeh wäar omtrend men moet verdagt zyn datze niet te warm is; wyl de Sack{ anderfints eeri_ bittere fmaak” zou aanneemen: nd vervölgens met het noodige wäter omgeroerd , en meteen fchoòne houte lepel gelyk gedrukt tezyn, levert dit door de werking var hetvuur, deeze by hen zo zeer geliefde drank-op: Men heeft één tweede foort, ge: naamd Sieuw , en eenderde en betef foort genaamd Meisfieuw , doch. de- wyl zy in couleur en fmaak veel van de gewoone Sacki verfchillen; die doot het geheele Ryk verbruikt , en; zoo door ons als de Chineefen wordt vervoerd, zal ik my alleen tot de bereiding van } deeze rad ran P- 8o. gantings beste wit igst Re | die men,na gekooktte zyn, laat kout worden, 32. gantings befchimmelde Ryst, én 96: gantings versch zuiver Water; welk mengzel men in agt-Ba- MI Deel, HEA lies 242 Ber ig: van de Sacki. lies verdeeld; vyf â zes maalen in een etmaal omroerd, en dus vyf-en- cwintig dagen. lang, laat rusten ; om tot gesting te komen; men ftort het daar na te Zaamen in een groote, Pot waarin bet veertien à vyftien. da- gen blyft overftaan „tot heteen foort van fchuim opgeeft, nit welke het in een groote tobbe , hoog drie voe- ten en zeven duimen ‚ wordt over ge- ftort: Den volgenden dag mengt men hier onder.160. gantings witte gekook: te Ryst, bloedwarm ; 64. gantings be- fchimmelde Ryst,en 150. gantings zui- ver Water. Na dus een dag gerust te hebben , wordt het den volgenden dag uit detobbe genomen, en indrie dee- len verdeeld , waar van ieder in eene byzondere tobbe vyf voeten in hoog- te en diameeter, drie dagen blyft ftaan, terwyl men het intusfehen van tyd tot tyd, met een houten fchepper omroerd en vervolgens te zaamen in een groo- tere tobbeftort , wanneer ‘er 240. gan- tings witte Ryst , iets beneden bloed- warm , 96. -gantings befchimmelde Ryst, en 180. gantings Water meede vermengd worden ; dit alles weder in drie deelen verdeeld, „in groote tob- bens Tr en „& ‘Bereiding van de Sacki. 943 bens;geduurehde eenetimaalongedekt overftaande ; wordt in een nog groo- tere geftort, waarna meh-er nogmaals by doet-320: gantings; doch geheel koud gewordene Ryst ; 128. gantings befchimmelde Ryst 5; en 240. gantings water, ‘tgeen te zaamen de laatfte ges= ting veroorzaakt [Nà vlet daden dus geftin te hebben; roerd men het weder met een groo= te fchepperom , proefd het „en , goed. bevonden zynde 5 laätsmien het circé vyftien dagen rusten , waar na het in linne zakken wordt geftort , van wel ‚ken ieder vier gantingsinhoud , die in een groote Bakworden uitgeperst : in= _tusfchen wast. menalle deeze tobben zeven â agt maalen met kokend Wa= ter uit „en droogt dezelve , naauwkeu- rig toeziende, dat ‘er geen vuilnis of vochtigheid in blyft, waar na Zy met dit uitgeperste vocht-worden ge- vulden zorgvuldig gedekt, om hette „doen Zakken, dat doorgaans binnen den tyd van veertien dagen gefchied 3 menfteekt'er vervolgens, vier duimen — boven den bödem, een kraan í in, waar- goor mende heldere Sacki in gemeene . | Q a Ba- 244 _Bertiding van de Sacki Balies aftapt ; wanneer ‘er van deeze geheele quantiteit elfhonderd gan- tings zuivere klaare Sacki zullen ko- men, doch geduurende de bewerking, moet men verdacht zyn, geene Lie- den die met eenige Ziektens befmet zyn , toe te laaten;wyl de Sacki anders terftond tot bederf overgaat, en het geheele Brouwfel verlooren is. De Sackiisde gewoone Drank der Japanners, en wordt meest warm en me Water vermengt , on der de Maal- tyd genuttigd. Dog op Bataviaen el- ders, wordt dezelve voor den Eeten gedronken, enis ruim zo verhittend als de Brandewyn. De bruine Sackê helder zynde, is van geen onaange- naame fmaak , en zooveel men mer- ken kan, niet ongezond; doch de witte ‚die veel heeter is , fchynt krim- pingen in de Maag tetveroorzaaken , ‘t geen door de Japanners ook beves- tigd wordt. BE: BEREIDING AVAN DE (rd Ss 0 | EA Agf BEV D.0.O R DEN, HEER Mr. ISAAC TITSING. De bereiding van de Soyais eef. voudig en wordt op de volgende sed ze iej ‘Meén neemt een ganting beftoöfde Mifoibsdden: Een ganting geftoofde Tarwe of Gort, en zoo veel gebrande en daar van gemaale Tarwe of Gort, als men voldoende oordeeld , om er de benoodigde couleur aanby te Zet- ‚ten welke drie foortenmen met elkan- der vermengd , en in een kas fluit „ om te befchimmelen, waar toe een tyd. van agt daagen wordt vereischt : na dat dit mengzel dogr het fchimmel geheel groen gewordênis, neemt men het uit de Kas ‚en laat het een geheelen. dag in de Zon droogen.-. | Aer Q 3 Ver Bereiding. van ek al bt neemt men 2 ‚ ganting gekookt Water, eneen ganting zui- ver Zout , dat in ‘dit Water volkomen wordt opgelost; daar na Aaat men het eem etmaal ftil {taan, tot de vuiligheid van het Zout gezonken en het Water koud geworden is ,’t geen‘ tien klaar afgiet ; men ftort * cr vervolgens de bo- vengemelde fpecies by , en roert het met een Schop , geduurende veertien dagen telkens om, bl _ Men rebanint” er Bare, lof. Gort toe: het verfchil is , dat, wanneer de Soya van Gort gemaakt wordt ‚zy veel dunner „en die van Tarwe dikker en Zur Ad ee Iyviger is „en ‘er als Inkt uitziet. _De Sûya, ERR de Elineasen ker, jap genaamt , wordt , als een zeer lek- keren fmaakelyk zout by gebraad ge- bruikt, zoowel op Batavia alsin Ne- . derland, Brik > DEENL OEREN TGE JA PA N Ss CH E WOORDEN. L den voorleden Jaare heeft men alhier uitgegeeven een. Woorden-Schat, in het Hollands, Maleids en Portugees; de Ver- handelingen van het Genootfchap , hebben nu en dan ook.Schetfen gegeeven, van de Inlandfche Taalen; dus vindt men in het eerfte Deel pâg. 118. een Naamlyst der Dieren, Planten en Mineraalen ; en in het tweede ‘Deel op pag. 102. veele Timoree- fche Woorden. pag. 115. Banjareefche pag. 138, Biajos. pag. 292. Javaanfche ; tanslate ik hier volgen eenige -Japanfche Woorden die ’t GREED GEN worden. Hollands. | Sapanfche Aal. Oenagi. Aalmoes Fodokofoe. Aanbidden. Ogamo , of Fayi. Aangeficht. > . Kawo, Omote , Min. Aanhebben. .sies / … Alae,iev wus Q 4 _Aan- 248 Eenige Fapanfthe Woorden. Lollands. Aanktoppen. Aankyken. Aanpryzen. Aanraaden. Aanraaken. Aanfteeken. „ Aantekenen, Aantrekken, Aap, _ Abricoos. pe Pen Aarbeeving. Aardbyen. Aardkloot. Adem. Afgang. Afgang, buikloop, Aderlaaten. Affchrift. Affpraak. Ägt. Agtien. Allerlei. Altoos , altyd. Ambachtsman. Amber. Ambyen. Ampt-íchryver, ‚Hans. Tifing. tiet Hag Er ‚_ Tetfigo. NA Japan, — “_Tatako. Miroe. ke „Fomero. … Fasfimoroe. Kakaroe. Tomoes.. EE Sjiroefoe , Otoes, Kiroë. À, Sarroe , ‚Sar, Soefi, Tú, Sekaï. Medtner at Ikie. | â „Foen, Kerr Bibio. Soefi , Jori, Tjietorro. he Oetfoëfi. — Ifanaroe, Ifanas. Taats , Fats. Sjoe, Fats. : . Sootee, Sinafina.. Soofo. : Soonien. Koefera no Thon. Dfie, Gigits. Viesja. | | ; An- Eenige Fapanfche Woorden. | Hollands. | Anker. _Anys.' Antwoord, - Appêl. Apotheeker, Arbeid, ArreER,2 91070 Arm. Azyn. Armozynen. Baard. Baard van Walvisch, Bay. Bad. Warmbad. Bakker Br oodbakker, Barnfteen: Bedriegen, _Bedroefd. Bedelaar. _ Beek , Rivier. Been ‘of Knooken. Beer. Beetje, weinig, Beginnen. Begraafplaats. Begraaven. Bekwaam. Bekyken. 249 Japanfth. Ikarri. | _Koefanona. Treeji, Fento. Koedamono.naimono Koefoerija. Sinroò. __ Bin bofi Oedee, MORT | Kaaiki. … k Fige. Koefera no Fige, Minato. 70010 Ísoemi ‚Oenfing. Panjakf. ) Kowakf, Diet Baindiioe. tabakaroe, _Quiamo , kinnodakò. Fining , Koski. Nogari , Cawa. Fone , Fonnee. ê. | GE bakarri , Sjoefi. Fasfimaroe; Fasfimar. Fakka , Ska. Sorin , ‘Okoeroel Ei Soeka waroeroe. Midwasfoeroe. Be- aso Hollands. Bekyven. - „Beleefd. Beftraffen, kaftyden, Bellen. Schellen. Belofte. Beloonen, Beminnen. Benyden. _ Bergwerkers, Berispen. Beroemd. Best. Betaalinge. Betoveren. Beul. Bevel. Bevriezen. Bezeeren. Bezem. Bezien. Bezig. Bezweet. Bezwymen. ‚ Bidden. Bitter. Blaauw. Befchaamd. 7 Eenige Yapanfche Woorden. SYapanfth. Ftoni ayja mariwo, Teeineei. Sekanfoeroe, Foeroe. Jakfok, Vonwovofoeroe, — Tavfitnivomo. Vrajamoe, Sonemoe. Kanewoforoe. ORE Uttajoeroe. Meijonaroekoto. Fatskasfi. | Sjoo, Fakes 77 bed Boefan , Koekoe, Majoeteeo. Tasfidorri, Jako , Sokoe. Fije kogojoeroe. - Koefoetfoekoero, Fookioon# 45 Miawasfoeroe. Tori kami. Sami Joriafewo. _Jafoemge, Tannomoe , Koo. - Nigakikoto, Nigaka. Awo, Fanairo. | Blan- „Eenige fapanfthe Woorden. Hollands, Blanketten, Blik. Blikfem. Bloed-Coraalen, | _ Blind. ï Bloed. Bloeme. Bloeyen, Bloofen, Boek, Boer. | Boodfchap. Boon. Bootsgezel. Bord, Tafelbord, | Borg. „koi Booter. STe Braaden. Brand.’ Breed, Bruine »1505: 135 Buffel. Kef reg Buik. K Burger. Burgermeester, Bye. Byten. _Bywyf, SN Japanfch. Keesjoefoeroe, sum, Soemoe. Ina forra, Inabikai, Sjaefta. | id a: Cf Kjets, Tjie. « Fana no fakarri, Moeno fasfi, Samots. Fjakfo. DTE” 500 Mame, Mami. Soeisfi. Fatji. Oekejai , Booter. Iroe Jakoe , Agoer. Kwasíi. Firofa, Firoi. Fannajomi. Tjairo. Soeiil. Stabara. ipsa alsa. Tosfijorifi, » Soba, Moto. Koeifakf. Soteekakií. | | Cas- he as2 _ Eenige Japanfthe Woorden. … Hollands. Caftanjen. Caret. Camphur. Campher-boom. Capitein, Schipper. Colyk. Chits. Canneel. Calambak. Comcommer. Compas. - Damast. Dank. Dans. Dertig. Deur. 9O Dief. Dienaar. Dier. Dobbelaar. Dochter. Dol. Donder. ‚Dood. Doof, Doétor. Drie. Fapa nfch, Koeri. Beckogammi. Tfoono. Koesnoki. Sendo , Sindo. Senkì. “ Sarasfa. Nikee. Kiarra, - Kioeri. Fobarri. Dans. Katosje nai. Odori. Sansjoe, Too. Noesabito. Noesto … Kefai. Kedamono , Soroci, Bakoetfieoetfie, - Moesmee. Kietfigai, Kaminarie. _ Sinda, Sinnoroes d. Osfi, Tfumbo. - la. | Miets, San.» r Eenige Fapanfthe W oorden. _ 3s3 Hollands. Drinken. Droog. Drop. Duif. Duivel. Duizend. Duecaton. Eed. Eenhoorn. Eenmaal. Eer. Eeten. … Ega, Gemaal. Eind. EIÉ. End-vogel. (wilde) — — tamme, Ey, Eyeren. Ezel. Eergisteren. Eliphants- tand. Fackel. _ Fles, of Bottel, Fluweel. Fricadellen. Fyn._ Fraay. Gaaf, Prefent, Fapanfch, Nomoe. _ Kawakf, Firoe. Tankiri, Fato Fatto. _ Oni. Iquan, Sen. Ducoton. Seifi. Unicorn. Itjido. Bako. ‚ Kwoe. Niobo, Jomego. Oari, Sime , Simai. Sjoe iets. Kamo. Aphier. Tamago.. Loba. Ototoi „, Ifäkoefiets, | Sogí. Taaymats. Widro , Tukkoeri- Birodo. Kamaboko. Komákánaa. Kikko. | Okoero,miogi,fmots - Gaan fp) 54 Eenise Sapanfthe Woorden. | Hollands. Gaan ; wandelen: Gaan heen. Gaauw. Gal. Galdery. Gans. Garen. Garst. Garnaalen: . Gebed. Geduld. Gehoor. Geit. Geld. _ Geluk, Gember. Gemeen. Genoeg. Gefchiedenis. Gevangen. Gierig. Glas. God. Goud. Groen. Gy, A Lieden: Haan. Hoen. Haaring. Japanfch. | Îta, Joekf, Aroek:’ „Modderi, Kairi, | Fajoo. Tang. Liníi. Gang: VEDA Omoeg!. jebi. Kjojomi. Takoetfoeroë, Kiekf. DE in Kanni. Siawasfé. ‚„ Sioga „ Soogdi Tjoe. Joeroes. Fanosfi. Soemebito. Nigiri , Swambo. Fidroo of Bidroo. Sin; Cami. ge Kin. Mojogi, Oo. > Omay , Omaygata: Ondorri , Mindorrí. Konofiro, | Haas- _ Eenige Japanfche Woorden, 155 Hollands. Haas. p Hazel-nooten. Haast. Haat. Hagel. Fair. Hand. _Harfenen. Hart, Hartebeest. Haven: Heer. Herfst. Hiel of Hieten. Hoed. . Hoer. Hoer of Byzit. Hoest. _Hond.. Honderd. Honger, . Hoofdpyn. Huilen: Hy. | Hoere-waard. Hoertje. Fa: Jaar. Jaloers. 255 Oe, Oefagi. Thin Bay. Ifogoe. Akf, Kirawos Arari. A Kami, Kee. ‚Tee. Ita datkie , fiatkoeje, Kano Sis. | Irie, minato. Samma, Kimi. _Aki Kibis, kibies. Kofo. Teys,Tórofi,Togioe. Theekaike. Siwamoeki. | Inoe , Otoko, Beu. Fjakf. Fimofe , Fidaroki. Atamanna itama. | Jogore, Nakf. Anofito. Mikwaino nakadasfi, Joegio, hen Hay, Ay. Toofi. Dingfoeroe. | DR Ie 236 Eenige Fapanfthe Woorden, — ‚Hollands. „Kaars. Kaars-fnuiter: Kaas. Kalf, Kam. Kampher. Kanasfer. Kapmes. Kasteel. Kerk. Kist, kleerkist. Kist. ( Dood-)) Kittelen. Kleed, tafel-kleed. Klei. Klein, Klok. Kloppen: Knie. Koek; Konyn. Kooken. Koopman. Koorts. àl; _ Sum. Nets, Nitfoe: « and Japân ft he | Wataks, if Wakai. Bo, Fagoeroe: Bofakf. Sinkiri; Boter no Kaas. Oesnoko, Kooes: Koeoeft; Sono , Tfoono. Fio, Tawara. Debafootjo. Siro ,- S0, Tera. ‚ Fago, Nagamoets; Kwanoki, _ Koefogoeroe. Kimono’skimmomen: Sirasfoemi, - Ko, Komaka. ‚ Soeriganni. Oets, Tatakkoë. Fifa, Fifa no farra, Takf. | Oefagi. | Takf, Niasfoe. Akibito, Sonim, Koft 3 / Eênige Yapänfthe Woorden. 257 Hollands. / Kost, Spys. _Kruid-nagel. Kruid, buskruid: _ Kryg, Oorlog. « Kurk. Kus, Zoen.- Kwik. Kwispeldoor. yvem.” Laars. — Lach. Lakenen. Lakwerk; Lam: Beroert. Lam, Schaap. Lamp-oly. Land, Landfchap; Lands-heer. - Lang: Langfaani: Ledig. Leeg. Leeuw: Lever. Liegen. Lighaam. Ligt. > Linker. … - JI. Deel. R Fepanfch. „Soekoemots:- Tjoofi. « Jenfo. Ikoefa, DEN Gd on Oema Koetíi. Mieskani. Feefki. Jjo-oe. Kiafang. Warouo. « Basfia, Basfa. « Makiitono. Tjoeki fito. Fietfoe firoko; Fomofiabra. Kokf, Koeni. Kokffi, Daimio. Nagai, nanka. Sifoekanni. Aki, Akji. Dis, « ke Kimo, “Soerogoto. Juusta: Gotat. rte Karoekoe; Fidarri; Ligt- 258 Eenige Japanfche Woorden, Hollands. Ligtmis. Lood. Loopen. Lugt. Lui. Luis. Luiaard. Lyk. Maag. Maagd. Maaltyd. Maan. Maan. Nieuwe. Maand. Maar. | Maat, Maatítok. Mal. … Mantel. Mafelen. Melk. Merg. Mes, Knipmes. Scheermes. - Middag. __Middernagt. Mild, Milddaadig. Miloenen. Japanfcht. Hadfira mono. Namari. Aij oeboe. Sora. Hasfoera. Sirami. Fionasfi. Sining , Sigajo. Fara atta , Fieri. Imada, Kimoesme, Siboerdaki. Tfoeki. Mica Tfoeki. Goeats, Tfoeki. Saredomo. "_Sjakf , Monofafoe. Afo, Baba. Fawori. Fasfika, Faska. Tji, Tjietji. Tsjio. Taka, Orifaka, Sarri. Firoe. Jonaka. Fatsnarmono. Kwasfiwoer. Milt Eenige Fapanfthe Woorden, Hollands: Milt. Minder: Moeder: Moëite; Molen. Mond; Moord; Morgen: Morfig. Mostaart; Mug. ‚Muis. Muscus: Muskaaten-hoot. 255 sie | Fainofo. Skoenai, Fafä, Kaka. Kietska, moetskasfi; Oes, Koeroema. Köets: id Tatakoerasfoe: Migotto, Kikkona; Asta, Mioeniets. Kifane , Jogore: Karafi. SEN a Konifoemi. Jako ° Nikoefoek. (lg | Wataks; Ar Fadaka. | _Fari. Nas Aat Semaka. En Tfume, Jasfoegoe. | Nóroeroe. . Fosfo , Fefo, Bisföì Oi. Ine , Jaija. —- Koekonoots ike, Ra Ne- 260 _ Eenige Fapanftche Woorden: Hollands. Negentien. Negentig. Nek. | Neus. | Neusdoek. Niemand. Niet. Niefen. Nicht. Nooten Muscaat. Noord. Oester. Of. Olie. Olyfant. Omtrent. Onbeleefd. Onbefchaamd. Ondankbaar- Onder-broek. Ongeestig. Ongejuk. Ongelyk. Ongetrouwd. Ongezond. Onmogelyk. Onnut. k Joni tatasfoe.” Japanfth. Sjoekoe. Koe Sjoe. _ Goenokoebo. Fanna. Ben Tenogoi. Daremonai. _Naka. Akfing, Fana filkoe: Mé, Mei. . k Nikoefoekoe. Kieta. Ootjigaki. Mattawa. Abra. m0 OON Ojofa , Okata. Boerei, Opheet: Fats kasme. Kataske mo Karasfoe' Feko , Momofiki. Feta. Foefaiwai. Moeri. Gotaifen. Biofa. À Sofaarme. Ons. „Eenige. Yapanfthe Woorden. Bollands. Ons. Ontvangen, Onweer. Oog. - Oogenblik, Oom. Oor. Oorzaak. Open. Opperrechter. Os. Otter. Oud. Paard, Hengst, Merrie Paarl. oieM Paarlemoer. | Papegaay. Papier. Paruik. Pasfer. Pik. Pen. Penfeel. Perfiken. Peper. Pis. Plerfier. Poeyer-Suiker. R 3 aÓ6k Japanfth. Me, wataksdomo, Oeketoroe. Narrifioeri, Mé, Metatak. Onji, Oft, Onsjí. Mimi. Wanjiets. Akoeroe , AKÉ, Ofoefi, Kinkiri Oes. Kawa oefo. Tosfi; Jori. | Oema Koma,Damma, Kainotamma. Sinfoe, Omoe. Kami. Katfoera. Boemawasíi. Tjan. -…< Foede, Kemomo. Tíoebo Kosjoe. Sobing. »… —_ Asfoebi. Siro Satto. | Pok. 262 Eenige Japanfthe. Woorden. Hollands. _Pokjes. Pols. Poort. Priester. Prins, Kroonprins. Purpur. Pyl. Pyn. _ Pynigen. Pyp, tabakspyp, Piering. Quartel. Quik-zilver. Raad. Raadzel. Rasp. Rabarber. Radys. Regen. Regt. Rechter-zyde. Reiger. Rein , Schoon. Reis, Reken-kamer. Reuk. Rib. Ì 0 Japanfih. Fofo, Vofo. Miakf. | Mang. | Boos. __Daynagon Sámma.- Moerafakki iroe. Jtami. Jtanda, tin Kiferoe „ Kifier.. Sara | "_ Oefoera. Mieskanni. Daimio. Nafo. Wasfabi Orofi Daiwo. Dayko. Íq Amé. Te on Ookf. j | id Mig. Saggi, Sagi, Sakgis Kireino. Talei. Sanjo bea. Nioi, Koefamoe. Tokobara. | Ring. Eenige Yopanfthe Worden. Hollands. Ring. (goude) Rogge-vellen. Rood. Rook. Roofen-water. Rotting. Rivier, Ryst. Savonds. | Dabel, of Houwer. Satyn. Sammereel, Salpeter. Schaap. Schaar. Schaduwe. Saffraan. Scheidbrief. Schildery , Schilder. Schilpad. Schildwagt. Schip. Schipper. Smorgens. Schoen. School. Schreeuwen. R 4 Ar he 263 Japanfth. — _ Ibiganni. __ Sammé. Akai. _Fegoera, Soem. Fanna no Mies. Tfoeje. | Kawa. Kome. _Joofarri. Wagi Sasfi. Soes. _ Karakasfa. Siroo, Jinfoo. Fietfoefi. Fafammi. Kagi of Kaki. Saffraan. Sarrifoo. Tjee, Ijee Kâkoe. Kammi. Ban. Finee. Sindo. Asfa. Koets, Koetfoe. Teera. Oemiko , Oemiekf. Schrik. 204, Eegige Fapausche, Woorden Hollands. Schrik. Schryver. Schuldig. Schrift. Secrétaris. Slaan. ’ Slaap. Slang. Slot. Smaak. Smal. Smit. Smorgens. Snaphaan. ‚ Sneeuw. Somtyds. Spaanegroen. Speelen. Speld. Spiegél. Spinnen. Spion. Spook. Spreeken. Btadseie Stank. Star of Ster. ° Ld EN sns | Japanfthe, Tamagaroe. - Fiefa.” Siakogin. _ Kasfaar. Jonin. Oers, tatakf.… Noer. — Oetsnawa, Feebi. Sjoo. …_ _Asfie. Semaka, Sebaka. Kasfia. „Ì Asfa. Tippo. Jenki, Jouke” "_ Arroe toekiwa, Bokaoesjioo. Karta oetfoe. , Sift fori , Tomebarri, Kagami. | | Fiekf. Jing. Bakke mono., Joeree, Monojoe, Moesmas- Matfi, Matjie. (foe Koefaka, Koefai. Fos é Fofi_ Stee: Eenige:apanfche Woorden 265: Hollands. Steelen. Steen. Sterven, Sterk, Stil. Stinke nd, Stom. Storm. Straf. Stryken. Suiker. Suiker. Candy. Suiker Poeder. Suiker Zwarte. Suiker gebak Vaal + Tabak. Tachentig. Tand. Tandvleesch. je Tandpoeder. Tandpyn. Tarwe, Teer. Te genwoordig. Tempel. ) Rs „Jepanfth. ' Nofoemoe. “…aorT fi, Iwa. 7 Sinnoroe of Sinoe. r Soeoka , Kietska, Damere, Tamagi, | Koefaka. Oes of Ies. Okafi. tT Niquoemi, Sika Finosfoeroe,Noebor. Satto. bus Kori fatto. _ Sro fatto. _ Koero fatto. Satto jaki. Kotoba. Tababo. Fats Sjoe. Kemono. Fa. À Fagies b Ï Famigaki. …— Fa no Itami. Komuggi. — Tjan. Kanogoroe, Tera. ke 27 | Thee. 266 _ Eenige Japanfthe Woorden Hollands. Thee, Teriac. Tien. - Timmerman, Tin. Tintwyn. eeen. Tol. Tólk. T ohvelfpeerdeis” | Trom. Trompet. « Trouwen, Tuin. Twaalf. Twee. “Twintig. Tyd. Tyding. Tyger. U, UE. 18, lieden. Uur. Vaam. Vader. Vaderland. Varken. pe Japansch. — Tja. Theriac. Fowo, Sjoe, Daikoe. Soefoe, Tjinta. Dida. Kokfing. Tfoefii. Sibajo, Taiko. Tjammero foeki. Konrefoeroe. Fanabataki , Fadang. … Sjioeni. Staats, ni, Nisjoe. | Toki. Si Sitfo.- Tjoefing, Tjong Tora. Anata. Omay gatta. Toki. Firo, Fito Firo. Tete, Toto. Foeng gobf. __Wild- Eenige Japanfthe- Woorden 267 Hollands Wild-varken, Vasten. Veertien. - Veertig. Venster: Verbieden, Vergeeten. Vergelyken, Vergiffenis, Vergift. Vergrooten, Vereeren, Verjaardag. Verkoudt. Verlakken. Verlakt goed. Verlieft. Verlies. Verlooren, - Vermaak. Verminderen; Vernuft. Verryker. Vertellen. \ -- Verwen. Verzoek. Vet. Vier. Japanfth Inoe fis. Sofimoe. Sjoefi. Si Sjoe. Mado , Samma, Fato foeroe. Wasfoeroe. Onaskararoe. Joekroef. Soemire Dokoé, Tookf foeroe. 7 Kfoereroe, Jarroe, Tansjonitji. Kafe foekf. Maki foeroe. Maki mono. há Foreta, Soeita.'” « Sang, Sanfoer. Oefoer, Oefina woo. Asfoboe. | S’ kono foeroe. Gateng. To megani. Kafoe bk Irotskoeroe. - Tannomi. Kojoeroe, Kojoer. Joors, Si. | Vier- e6B Kenige Japanfthe- Woorden. Hollands. Yapanfth. Vierkant. … _Sikakf. Vinden. __Midasfoe. à Vinger. ‚soië 2 soebi. Bies Nis. „chniA ‘Two, Sakana. __Vis-net.. Ami. Vlag. … Ì „Kata, Vleermuis. __Komoeri, | Vleesch. .Goouisct SNiekf, Misganiet Vlieg. moos Rais Fe, : JMV: Vloo. r „Nomi. …rszoorn1oW Vogel. Tori, Tio. astosraW Vogelnest, Torrinofoe. Vos. _ _Kitsne. Vreede. | Seifits.… »„rraakaiia Vry. | Fima, Lakoe., Vyf.. rs: … Tetfoets, | Waagsocinad, Tembin. Waarom. «>= Nasfe, Nasjeni. Wayer. BoddsA Sins, Opt. Walvis. Koefira, EF koefera,. ‚Warm. | AEK Re chr ons Wasfen. : Araoe, Arrao, Wat. …— 1 Nani. Water. … - Mies. Weeskind. Minasfigo. Weeten. Siroe. West. Niefi. | Wind Eenige. Japanfche Woorden. _ 269 Hollands. Wind. Winst. Winter, Wit. Wol. Wolf. Wyn- tint. Weyn, Spaans: ens 1uf Zee ziëk. Zee-hoorn. Zeep: & Zes. Zeven. Ziek. Ziel. Zien. Zilver s Zingen. Zoet. Zon, Japanfth. Koefe. OA Katta. … \, Foejoe: SEO STO. Kemono. Kedamono, Okamé: Tjinta. Boedoos. Mootjoe: Koori. „Tets; Foergannis ° Tanne. Wakoe, Wako. Taanbroakot: Oeme. =Föehin Jooc. Foranokai; Savon. Moots, _Nanats, (tamiì. Oto, Sirio. _ Miroe. Gin. Oetaoe. | Amaka, Amai. Fi, Nitji. | Zonne- 2jo enige Yapänfthe Woordei Hollands. Zonnefcherm: Zonnewyzer: Zoon: Zout. Zuid. Zuur: — Zweep. Zweeters Hapanfth. Fifasfi. Wivoke,*. ‚>, Segare; Mosko;. Siwo, S’woo: Minami. Soeika. Mootfi. Asfifoeroe;- Damateoroe, Anofito. Kinno. / _ Anofitono, ind BERICHT. WEEGENS EENE DOODELYKE. Pred DOOR „JACOBUS VAN DER STEEGE. Sc zeeker Heer te Batavia, zoo bekend door zyne verdienften, als betreurd weegens zynen ongelukki- gen dood, liet my op den 22. Decem- ber jongftleeden , des namiddags ver- zoeken , eens by hem te‘komen, ver- mits hy ziek was. Ik vondt hem een fterke Koorts, met een harde Pols; een opgezet weezen, drooge, maar weinig beflagene Tong, een fterke hik, die reeds meer dan vierentwin-. tig uuren geduurd hadt , en met gefta- dige braäaking en pyn beneeden het Borstbeen ‘verzeld ging: Ik fchreef hem een ruime Aderlating voor , na welke een Voetbad, en een gemeen Koeldrankje , met verzoek van zeer | dik- 272 Bericht weegens éene dikwyls, maar by kleine hoeveelheid te gelyk te drinken. Des anderen daag ’s morgens, verftond ik , dat hy door de Aderlating van de hik en braaken was bevryd geworden, de Koorts wás noch aanweezig , maar in verre na ZOO fterk niet; Tong en Huid waren vochtig, ’t welk hy dien dag _doorfterk drinken bevorderde ; ’t Wa- ter welk hy lopsde was zeer dik en troebel. Den 24. des morgens was alles be- daard, de Zieke verhaalde my, dat deKoorts dien nacht ten drie uurenvol-* komen geweeken was; dat hy zedert geflapen , en nu bereids wat gekookte Ryst met zeer veel {maak gegeeten hadt; de Tong was even als die van een gezond Mensch, de Huid zagt met eene ruime uitwaafleming,en de Pis ci- troen geel. Dus bleef de omftandigheid den geheelen dag ,tot des nachts ten r.uuren, wanneer de Koorts; doch zonder hikof braaking , zich wederom verhefte. Ik vondt hem des morgens van den 25. by tusfchenpoozen ylen- de , met een fterk Zweet , en weder: om ‘even zulk wit en troebel Water; als by den voorigen aanval: Des nachts terì 1, UU: vnss Aer -PrAARS\ 273 k. vue liëp die Koorts af, en des morgens van den 26. klaagde hy over: „eenige ligtheid in ’t Hoofd, en wat bezettinginde Keel; hy plaatfteé zich voor ’t venfter , waar ik geene de mins= te ontfteeking in de Keel zag, maar wel datde Tong tans beflagén was ; de Pols was zagt en langzääin: Ik fchreef hem toen eén Zagt Laxans voor , en kwam desavonds ten 5. uu- ren te rug; wanneer ik verham , dat de‘ Lyder, dien ik maar twee of drie fedes hadt willen bezorgen, ’er wel zes of zeven had gehadt, en om de bezet- ting de Keel geen Théé had kunnen drinken; ík wildehem eens in myne te- genwoordigheid doen flikken en zag tot, myne grobte verbaastheid; dat; toen het Kopje ten minften nog wet io; of 12, duimen van den Mond*af was, de Zieken even als een zwaarte \eleétrifche fchok kreeg , mettrekkin- gen in ’t aangezicht gelyk aán die, wanneer ‘t Diaphragmia gekwetst is; met veelmoeite bragt hy’t aan dé rech- terzyde des Monds, en kreeg eenige weinige droppelen doors ‘ik liet hem gekoûkte Ryst geeven; die hy met volle leepels en zeer fmaakelyk at: MU. Dee - 8 Zien: 274 Bericht weegens. eene _Ziende,dat-dit waarlykde Water: vrees was; vernam ik by zyne Huisge- nooten, of hy ook van eenHond gebe- ten was? waarop meù my het. volgen: | de verhaalde, ETV 30fln9 Het wasop den 11. January an Cen dus -Elf maanden en Elf dagen geleeden , )-dat zyn Hond dierdes nachts los liep en des dangs. dan de Ketting lag , des morgens vroeg de Thuin uieflipte, en daarop zwaar! ge- wond weder binnen kwam, Zyn Mee- fter liet hem door de Slaaven verbin= den: eenige oogenblikken daarna wil- hy zelve iets aan dat verband fchik- ken ,maar de Hond vattede eensklaps zyn rechterhand in de Muil, doch liet dezelve op het noemen van zyn naam weder los, en ftierf kort daar __ na. De hand was meer gekneusd dan gewond , en volgens bericht van den Heer F. ScH ou w MAN, Zyn gewoo- ne Praétizyn (en daar tegenwoordig } hadden de Wondjes weinig geëtterd en warenligtelyk geneezen: na dat dit voorby was kree ghy een tusfchenpoo- zen- ver Pater -vreese 275, zende nes) die hem zeer vermager- de en waar van hy pas herfteld, in ’t Huwelyk trad in April 1780. Hy bleef vervolgens gezond (uitgezondert wat _Steenpuisten ) tot in de:maand Octo- ber deezes Jaars wanneer‘hy weder een geringe Koorts kreeg; f . Ik onderzogt de hand waar geen lidteeken aan te zien was, Ik onder= vroeg hem of hy ook zedert eenige dagen, Pyn in den rechterarm gevoeld had, máar hy Kon zich zulks niet erin- « neren. (*) De oorzaak , welke de Ly- der dacht dat hem dit toeval gegeeven hadt, was een Uitflag, welke hy op den Rug, tusfchen de Schouderbläden ge- voeld hadt, en die weder fpoedig ver= dweenenwás: ik verzocht tot myn Ad- fftentie in dit geval te mogen hebben de Heer Krers,een Mandieeen reeks van Jaaren, de Praêtycq te Batavia met Succes geoeffend heeft, en met wel= ke ik dien avond beraamde, om een BTOO* ee ne (5) Na, de dood, zyn wy vn veele geloofwaars dige Menfchen onderticht, dat de Lyder eenige da- gen te vooren van een jeukende pyn, onder der. Oxel geklaagd heeft, die hem belette der Arin ops teligten ; en welke hy aan een zinking toefchreef 2 276 Bericht weegens cent grooteSpaanfe-vliegplaaster, tusfchen de Schouderbladen te laten leggen; voorts geduurende den nacht om de twee uuren een Clyfteer ; van vyf of zes Oncen uit Rystwater en Olie zaa= mengefteld , te laten inbrengen , gee= vende nu en dan eenige droppeten van de Lig. Anod. Min. Jloffm, op een ftukje zuiker, ih te neemen. Des morgens van den 27. vonden wy geen Koorts, hoewel de Pols har-. der was dan des daags te vooren; de Clyfteeren waren binnen gebleeveri, maar het gezicht vaneen bekken met water hadt verveeld, en eenige drop- pelenopdenvoet gevallen, haddeneen Schok veroorzdakt. In deeze omftan- digheid proponeerde ik eene ruime Aderlaating en de Kwikwryving: De’ _Aderlaatingwierdt aanftonds tot flaauw wordens toe in t werk gefteld, bragt zooveel verligting aan , dat twee kop- jes Vleeschnat met weinig moeite in- genomen wierden; echter wierden te- gens de wryvingen met Kwik zoovee- le bedenkingen ingebragt dat wy bes floten, dewyl de Lyder nu zoo merke- lyk bedaard was , het dien dag onder 6 nn tee e Water - vrees. 277 B gebruik van ’t Pynftillend Hofmans- gogt inte zien : edoch de avond ftel- de onzò hoop te leur „de toevallen verergerden hand over ‘hand; het ge- zicht niet alleen van Water , maar van … alles waar het in bewaard kan worden; het noemen zelfs van Vocht, was on- dragelykenvereorzaakteStuiptrekkin- gen: tevergeefs tragteden wy door de Campher en door het Opium , eenige verligting toe te brengen; doch het konde niet ingenomen worden, en de Lyder overleed ten 3. uuren des nachts, jammerlyk gefolterd zynde , enftikte als ‘t waarein het Slym , dat zich met brokken ontlasttes _ Uit aanmerking der zeldzaamheid van't voorverhaalde geval, zy het my geoorloofd , noch deeze ééne aanmer- king hier by te voegen. Wy hebben te Batavia geen voorbeeld van dolle Hon- den, hetwelk den Lyder vry onacht- zaam, en den ‚Chíirugyn wat zorge- foos maakte, í in’t geneezen der gebee- tene Wonden. Immers leert ons de ondervinding „bevestigd-door het Ge- zag derberoemdfíte Mannen inde Ge- neeskunde , dat Mensch of Beest, en wel voornamentlyk een Hond , niët 93 bee, 278 _ Bericht-weegens eene behoefd dol te zyn , om iemand dien hy byt, de-Watervrees: te geeven. De Hooggeleerde Heer GAuBius, — zegtin eene zyner Redevoeringen; dateenJongeling,doortoornvervoerd., zich zelven in de Vinger beet, waar van hy een doodelyke Watervrees kreeg. De BARON VANSWIETEN, in zyn Aanteekeningen op de Spreu- ken van BOERHAVEN „haalt dit zelfde, en meer andere Gevallen teffens aan. Voor vyfof zes Jaaren , hebbe ik hier iemand aan de Hondsdolheid zien fter« ven „die eenige dagente vooren door een gezonde, doch kwaadaartige Hond gebeeten was; men zegt, dat dit geval, en het boven verhaalde, de eenige zyn did in deeze Eeuw alhier zyn voorgevallen: ik geloove zulks; „maar teffens dat men deeze: Ziekte zoo veel moet trachten voor te ko- men als mogelykis: het beste daar toe is,dat men de gebeetene Wonde zoo lang openhoude als men kan ‚en die dagelyksmetdeKwikzalf verbinde. In’t kort , dat men zich gedraage naar de raadgeeving van den. Heer Tissor, beftempeld door het gezach van den Bgroemden Rotterdamfchen vaa be / … heet Wii VW adel - Vreksyl À £ 279 heer BikKkER.…. Ik ben zeer wel over- tuigd van het kwaad, het welk de Mercurius hier, in zommige Lighaa- men tot rotting geneigt, uitvoerd; maar ook teffens, dat men het door eene voorzigtige beftiering veel kan voorkomen. Ineen versch gebeetene Wond behoeft men niet te driftig te werk gaan, doch is de Water- vreeze reeds daar, dan geloove ik , alles ten ergften genomen, dat het zeker eene weldaad zoude zyn, als men iemand uit die ysfelyke Ziekte konde redden ,en dezelve tegen een. Rotkoorts te verwisfelen, ee AANMERKIN GEN ne ik oves DE. VRAAG E: Welt zyn de beste en fpredigss voortkomende Wortelen, om het behoeftig Gemêen , by misgewas van Graanen te fpyzigen? | _ e em 7 7 L dit gelukkig en vruchtbaar Eiland Java, weet men niet, dat immermeer. eenen alles vernielenden}Hon gersnood. is gevoëld geworden’, gelyk in Benga- len en andere Gewestenvan het Oos- ten; en voormaalsin Egypten zelfs er Syrië. Evenwel gebeurd het weleens, dat, vooral door eene ontydige droog- tes de Graanoogst niet al te voordee- lig uitvaldt. Doch in zulk een geval, verleend ons de goedevoorzienigheid, eene menigte van Boom - Veld- en- Aard-vruchten, die {chamele en be- hoef: ‚ “aanmerkingen, k 28r hoeftige Menfchen niet verlegen laa- ten‚maâar hun daarenteegen eengezond. en aangenaam voedzel verfchaffen. _ Het Bataviaasch Genootfchap, kan bezwaarlyk door de Graanen iets an- ders verftaan , dan de Ryst en de ver- ‘fchillende foorten derzelve ; als gee- vende dit het voornaamfte voedzel voor Menfchen , Huisdieren en wildt Gevogelte. Op de ldage Landen wordt die ín April gezaaid, en in Augustus ingeöogst, om dat zy anders te veel Waterskrygt: en op de hooge Landen wordtzy in November gezaaid, enin — Maart ingeöogst, op dat zy niette weinig Waters zoude hebben. Want elk weetdat deRyst met haare Wortels onder Water goeyen moet. Ende Na- tuur geeft hier eene natte of West- mousfon ,en eenen droogen of Oost- mousfon, waar naar zich de wyzeLand- man in de verordeningen van Zaay-en- Oogsttyd regeld ; en áls hemzyne gis- fingen , omtrend den Regentyd en de droogte mislukken, dan volgt door- aans eene fchaarsheid van die noodi- Ee Graanen by de inzaamelinge der- _ zelve, Ss __GRAA: GRAANEN. | aa Mir, | Orva. oet. De Ryst Padi. genaamd, zoo b. 475 lang-Zy somtrend in,de- gedaante van onze pij 2 pe in de Airen a.s Peet ‚even EE de Heves: maar uit- -gedorsfcht en ontbolsterd hiet zy by den Inlander Bras, en gekookt zyn- de Nasfjjen wordt vanryken en armen als Brood genuttigd , nadat zy te voo- ren door ‚het langduurig ftampen in eenen houten Mortier.„zuiver en wit „geworden-is. Van de. verfchillende foorten-deezer, Graanen behoeven wy niet omftandig te fpreeken „alzoo het Genootfchap-die kundigheden voor- onderfteld , en alleen eene nette Ber fchryving van andere voedende Spy- zen vordert, die in plaats van de Ryst, __ aan arme Menfchen im tyd van nood ten Spyze kunnen verftrekken, [19 -YRES raSemna Eris eene foort van Ryst; die niet wel zoo veel ‘Graanen op. eenen Helm _draagt ‚vals: de Padi, en «ook „ge- droogd» zynde „ een weinig bleeke ‚van coleur fchynt te zyn. Ook vin ik eenig onderfcheid in het afhangen AAD te | der _Graanen.— 283 Jt zylingfche draaden en derzelver _‚Graanen ; want de-Rysthalm heeft aan wederzyde. van zynen Hoofdfteel twee , drie-en vier, byeen uitfchie- tende zydraaden , maar die foort van welke hier fpreeke,enby den Inlan- — der Poeloet of Ketag genoemd wordt, heeft de zydraaden en derzelver Graa- - nen, over ’s hands linksen rechts. zoo dat omtrent derzelver omtrek van den Steel telkens maar eene zydraad of zyhalm uitfchiet. Die Poeloet of Ketan wordt tot Meel gemaalen, en levert aldus bereid , eene aangenaame verfnaperinge op. De Rystis onder de naam van Oryza by LiNNzus Sp. Pl. befchreeven, p. 475. en de Poeloet Oryza gelutinofa genaamt , Maar be- ‘halven de Ryst en de Ketan zyn 95 oeh vierderhande foorten. 2 De Spaanfche Tarws, of het Zea. Turkfche Koorn, in de West-Indienk* 1378 _Maiss-by LINNzUS Species Plantarum P--1378. Zeagenaamd, en by de Ja- vaanen en Inlanders Jagon, iste.over bekend; dan dat wy ’er breedvoerig over fpreeken zouden. Men heeft dezelve elders-korter van Air, wit, ‘bruin Holcus. 1484, 284 Graanen, > bruin gevlamd, en geel; maar die, welke ik hier gezien heb ;is meer dan een voet Rhynlands lang , bevattende twaalf doorgaande ryen ‘van- helder- fchynende roodgeele en volmeelige Graanen; draagende dus dit GewasZes honderd- én-zestigvoud, Het is hier binnen den tyd van drie Maanden Typ, en kan, ryp geworden zynde., zeer gemakkelyk een vol jaar bewaard worden. Ook wordt dit Graan op drie- erlye wyze toebereid. Te weeten;, men roofterd de geheele rist en eet de _ korrelen dusgepofd , of men doet de korrels los enkooktze, of-mdn maald dezelve tot Meel, om ‘er cata van te rn id 8. De Brak ander om de West van Indië Fouary ‚en Nely „ook Bowl genaamd „heeft eenige gelykvormig- heid met onzeEuropeefche Boekweit, enis eene foort van Holcus., by Lix- NEUS P. 1484. befchreeven: hier ín on- derfcheiden van de J4gon of Spaan- {che Tarwe, dat hy zyne Graan- korrels aan trosfen draagd. De Steng vande Batar heeft vier en meer le- den, uit-welke. 153-200, 25, en meer tros Graanen. 285 trosfen; telkens rondöm uitfchieten „ zoo als ’er tusfchen dieledennochete telyke andere voorkomensendus zaa= men gerekend; meer danhonderd tros- fen, Deeze:Hoofdtrosfen:hebben we- derom 8. of; io. kleinere. zytrosfen ; « "omtrendinde gedaante van Aalbezië- trosjes; en aan de middelmatige ftaan 15. 163717. Zaadkorrels ,diede groot- - te ; verweipeneenigzints-ook de ge- daante hebben van Boekweit -koorn, behalven, dat zy rond, en-door de bast; gelyk ín de meest ryp zynde ; een-blinkend: kastanje bruin vertoo- nen: „Men mag-de vermenigvuldi- ging van dit,Graan , wel bereekenen, op zestien tot agtien-honderdvoud, Binnen de korrel zit eene zuivere wit- te zelfftandigheid, welke gebroken zynde goed Meel kan uitleeveren „en vaneen zeer voedzaame kracht fchynt te zyn. Misfchien zoude 7. of 8. zulke groote trosfen „zoo äls 'er eene tans voor my ligt , een pond Meel-bloeme kunnen uitmaaken. Dit washet voor- naamfte voedzel, van ‘twelk de Javaa- nen gebruik maakten ,eerzy de Ryst haddén leeren kennen, endat om de West van Indiënhet algemeen voed- zel is, | | âe Coix. L. 1378. 286 Graanest. 4. De Jalie ook Simporan „by- Lin: Naus Coix. Species pl. ps 1378 fchiet uit dengrond , vier voeten hoog „en draagt eene foort van Erwten „die ‘er als groote Paerlen uitzien. Uit. drie leden van de Steng,{chieten achter een groot langwerpig Blad”, nog eenige zeer kleine , die binnenwaards “aan den grond van het lid, eene {oort van koker vormen ; uit welken vyf of zes flukjes opwaards, zich verheffen; die vervolgens op hettweede lid; de vruchtdraagende ftengeltjes ; ten ges talle wederom van vyf of zes , meestäl van vyf uitlaaten; aan welke men meer dan een , of twee Graanpaereltjes aan: treft. Even het zelfde is waar van de twee volgende leden der ftenge op- waards „ behalven dataan den top , de Graanpaereltjes iets kleiner worden. De langwerpige Paereltjes ten gehal- te van 72 tot 80. en meer „hebben de grootte van een klein wit Boontje. De _ bolfter is hardt en ongevaareene linie dik. Het Graan is bleekbruin van fchil De inwendige : zelfftandigheid wit en vast van ftoffe; en moet dus ook zeer voedzâam zyn. Boven op veele van die Zaadpaereltjes Steekt alBradrem sk 587 fteektseem kroontje uit.dats nuen dan, eene nieuwe Boon gebaard heeft: Van deeze iseen tweedefoort Das le Bate of Dyale Lasfibeb „ om dat het _tot Paternosterssgebruikt wordt, en onöetbaar vis „ wordt: genaamt Caju Nafly; by Romèrius:4./p. 1do Pere larius; brengt meede. zulke’ vrucht- jes voort , doch onëetbaar. tv. osgirtêrt =D: 1sbrn0 5. De Warelgietsrs een foor ret en 2 Panictúm; LiNNmus Sp::Pl.-p.-80. welke men onze. Kanarievogeltjes i in hiet Vaderland tot eene verfnaperinge geeft ,-en vant welk ettelyke kleine Vogeltjes, zoo hier, als dán de Kaap - teeven, wordt van den Inlander ge- naamd Java ook Jegamoutsen Botton: ’t welk van hen pappig gekookt en met Îmaak gegeeten wordt. Ik ed Bft oo eene ftèng 120. kleinere Giet SER ósfen „v- geteld,en men mag wel reken nop GEN middeltal van $0.-Graantjes in ieder trosfe; om dat ‘er benedenwaards zyn, - die over detweehionderd, en náâaf den top. ‚ die beneeden de 40. Zaadkorrel- tjes hebben : behalven eenige kleinde- te,die aân de voeten der grootere Zaad. trosjes af hangen. En dus-moet- er zaad- at À 288 Boom- Vruchten. zaadje van die Vogel-Gierst ; bykans tien duizend voud uitleveren. * Eene verbaazende vruchtbaarheid, voor- waar! die daarom noch meer te bewon: deren is, om dat van het uitfchieten van de Steng ; tot aan de volkomene rypheid der Vrucht,flechts vierMaan- den verloopen. | Onder de menigte van | ___BOOM-VRUCHTEN, gelyk vooral de Kalappus, die min of meer tot voedinge gebruikt, en op verfchillende wyze worden. toege- maakt, munt uit, de zoogenaamde. . “BROOD-BOOM sockoen. in't Maleidsch Soekon; en in de Ko- Rumph. ningl. Zweedfche Weetenfcháps Aca- Lp. HO. demien Handlingàr 1776. bl, 230. | Ü RADERMACHIA genaamd ,(*)) naar dén Heer Direc- d | „teur _- ike, (*) Dezelve is in de uitvoerige befchryving der Dieren, Planten en Mineraalen , doorden Heer Hoùur- _ TUIN ook befchreeven, Il, D. so, ftuk, pag. 433. - Boom Vruchten: 289 reéteur van het Bataviaasch Genoot- fchap RADERMACHER, die aan den Heer Carr Perer THUNBERG; M.D. uit Zweeden gezonden, om hier te botanizeeren, den weg getoond ên de gelegenheid verfchaft hadt, om de gebrekkige’ Befchryving van Rumraruste verbeteren, en denBoom in het Syftema van den beroemden LinNzus de rechte plaats te geeven. De Heer Tuuneere onderfcheid drie foorten, die op Java, Amboinaen el- ders, zoo welals die van de tweede foort , eene voedzaame Spyze verzor- gen:te weeten de Lanofà en Grano- fa en de Sylwestris. By Rumeuius vindt men dit Geflacht Svceus ge- naamdt ‚na het Maleidsch Soekon. ’t geen ook door THuNBERrGis gevolgd, ‚met den algemeenen naam van Sog- kong, of gelyk hy fchryft door de Zweedfche uitfpraak , Swkkong. Van de Sowkong 1 anofis, Soekon Radja zyn de onrype Vruchten groen en hardt, en als Zy ryp zyn worden zy week * van zelfitandigheid ; en groeien als dán fomwylen zoo groot als een Kinderhoofd; geevende eenen aan- ern geur van zich. Men ge: JIL Deel T bruikt ago. Boom -Vruchtéri. bruikt die in deezer voegen: gefnbid. zynde worden. zy aan ftukken gefnee=, den, en in Water gekookt, en dus met, of zonder Suiker gegecten. Men nuttigd ze ook raauw en wel gefchild, Vande Soukong Granofus of. Saukong Timboel, worden de Pitten tot fpyze. gemaakt, en dit op twee onderfchei- dene manieren, braadende men dezel- ve als Kastanien, aan welke zy in fmaak „ eenigzins evenaaren ; of men kooktze inWater met watSuiker of Sy- roop, wanneer zy als geconfyte Aman: delen tot lekkerny verftrekken ; doch van de, Soekong Sylwestris of outan 4 zyn de Vruchten onbruikbaar , maar deeze Boomen hebben vyf of zes jaaren groei noodig, eer zy eenige Vruchten geeven, welke tot vervuúl- linge -der mondbehoeften s zouden kunnen verftrekken: ‚Wat de Sagoe- Boout aanbelangd , hier, te lande Kirgi genaamd, Zys ne Vrucht wordt hier: op. Java: wei- nig tot Spyze gebruikt, enhoordt ook meest op Amboind ’t huis : van dee- zen; zoo min als van andere foort- gelyke „ zullen wy hier fpreeken, z a hp - | Aard Vruihiene abt dat ‘het “Geflacht” der” Phlm-boomen” vooral opzettelyk onderddVerhande-- lingen van het Bataviadsch Genoot*: fchap: verfehynen zal, et wy hier al-” leenlyk over de Spyzea der ek be bie ien Sr 00 Ik verffat önder dezelve Alle foor” ten van Erwtene en Boonen, vän aller, lei Figuuren en geddantens, waâarvan veele foorten bekend Zyti, die meest álle een goed voedfelgeeven, en ge- noemd. worden Cadjong , by Lin-, NEUS Dolichus en Phafvolus: | Wy komen dan eindely k tot de AARD: VRUCHTEN, _Die by. onze. Javaanen, onder den, algemeenen naam van Oebies voorkos, men , „en. by. den, Ridder LiNNzus; E: onder. die-van Didscorea „volgens de. opgave. van Rumeiius „geplaatst WOrs, den „doch ZOO, onvolkomen, dat men, cn aar.8., f en = . part Gd Kek à > … Fat _VELD- vRULETEN. hs $ rten genoemd vindt, die, | bl aileoiden 24; alhier opgenoemde ik foorten befc reevenpiat Menzoudg | © zel R Ld St pr ak 292 Aard-Vruchten, zelve onder den.gemeenen naam van Aardäppelen kunnen fchaaren. De meeste foorten hebbe zeven Maanden noodig om tot volkomen wasdom te geraaken ; maar zy kunnen een Jaar goed blyven : Zy worden gefchild , en _bygebrek van Ryst, geroost of ge- kookt tot leevens onderhoud gebe- zigd ; maar wanneer men die uit lek- kerny tot eene verfnaperinge ger | bruikt, “worden dezelve met Suiker be en Cläppermelk gekookt. tem Onder alle de Oebies „is de lek-_ L. 1462. K@rfte en gezondfte de Oebie Boeton , _ ook Ubi Fay en Soccan, by LiNNzus Sp. Pl. p. 1462. Dioscorea alate; heeft de'omgekeerde gedaante van eene Va- derlandfche Winterpeer; van buiten is hy bruin, eenigzints glad, en gea- derd, gelyk ‘onzeVaderlandfche Aard- peeren of Aardärtichokken. Inwendig is de bast wat rooder, en niet ongelyk aan die van onze Nederlandfche roode’ Aardäppelen. De zelfftandigheid ís van binnen fraai, wit, en fappig,' t geen dezelve, gekookt, wat kleeverig doet fmaaken; doch geroost Zeer na aar Brood doet komen. oa, De “Aard. Vruchten. 203 o, De Kalady, Timbòetof Mallas en ‚donkerbruin van fchil en ruuw , om. geeven met ettelyke vezelachtige bé- kleedzelen, die in allerlei kronkels omloopen, en'hier en daar dunne Wor- teltjesuitgeeven. In Surinaame wor dezelve Tayer genaamt, en by Lin- Naus Sp: Pl: p. 1367. Arum Colocafia. Het Exemplaar, 't geen ik voor my heb,isvan gedaante en gróotte bykans gelyk aan een van onze grootfte Ram- menasfen,; De Schil is dun; en de in- wendige zelftandigheid aschverwig, en ligtelyk tot poeder te brengen , in- dien ‘er niet eene zekere kleevende | vettigheid i in voorkwam , die de voed- zàame ftoffe als Kaas doet faamenrot- ten en âan-een-kleeven: dezelve word 3 in de Bovenlanden uit gebrek van de | voorige , welgekookt gegeeten, doch meest tot verfnapering met Suiker en, Clapper-melk gekookt, jk 3. De Oebi Merra, of roode Pa- couvol- tatter dus genaamd, by. LinNmus Con-fäl% volvulus Sp. Pl. 220. van wegens de “ f _— roode Schors. Heeft omtrent de ge- _daante van een kort ineeng gedrongen Komkommer; eenlange fteel, en éen, KRS ANN Convol-_ vulus. L. 220. c294 ae ii: ry. Jan A5 tel, De ors,Äs,, 4 -zelfftandigheid,, witächtig rospiets minder, fapperig ‚dan de voorgaande, en vry, maby ko- Ji aan, de; vastighaidslorgeseens FGAPREISn 72 ot err oonrinaoitier urk vd arg dga n es WAE Nt 15 kre of witte Patatter ver- fehiidby LanNus Sp: ab de voorgaande alleen.in kleur: „De vier) „voorgaande. ‚zoorten;, worden meestgepoot tusfchen’ de Ananas-vel- den, worden ingroottdimeesigte. ge bruikt,en voor zeer. gezond. geh ou Se od rieox. ong ein 19 ADI | mb oov ni biorigia397 _De overige foortenz Zyn er, goed en worden weinig gecultiveerd, alzoo ge MeeR ‚eenige prscadnnestelse ne STIJL 37 (60:59 aiow Sricdind Et sbr Opako of Biajon„ofd ot aak tige Wortels ter ern van een Ee oe geapene ”: D scu ri dd 1462, Og Oebi rl 3 bs rs ii LINNEUs: werden dezelve i0sCO- reaAculeata genaamdt, Sp, PL. p 1462, eene foort van Aardakers, ong: hire deld, 2407 aj E | Arde Vruchten 298 ig, ey Dioscorea zg. Oebi Lilis ing, is langw tpi Baden niet ongelyk van gedaante aan eenen Ede dikkenBloedbeuling,by Linneus Sp. Pl. 1462. Dioscorea Sativa. De bui, tenbast heeft kloven, rimpels, on- gelykvormigheden „en fchilferachtige dunne, vervellingen; van binnen is deeze Aardvrucht geelachtig wit, kle- verig en wordt uitgeperst bevoorens dezelve ke Wordt, aan Oebi zt ook riëköt en ° ‘Caftella genaamt, heeft ‚een „roode Schil en is fmaakelyk om te eet en, in den flSCH BEDJE, 4 0 vid Oebi Cajou. : ook Capoer en Sim- pon, is byna oneetbaar en 409 HRe als hout. dm gj Kar 10. De Oebi Boulait „ vân gedaante als eene lange Komkommer, heeft zeldzaame flingeringen:, ‘hoogtens en laagtens in de Bast ; met zwartachtig en bleeker bruin doorweeven. Zy „groêit in vier Maanden tot volkomen- cheid, doch kan hiet bewaard worden. Deeze wordt dezelfde. Vrucht gére- ix ln vr er 2 296 _… ‘Aard-Vruchtên. kond, die mente Punaaen eangon ‚is de ‘Tammes te noemen. . Bancouan heeft eenen dikken feel en wordt raauw gegeeten. De bast is geelachtig en van binnen wit, latende zy zich gemakkelyk affchil- len, gelyk als onze Vaderlandfche Knolten, aan welker fmaak de Bar- couan het naaste bykomt. Dioscorea ro, De Gadong, by LinNaus Di- Lun oscorea.Trifilla p. 1462. heeft eene | gansch andere eigenfchap ‚ want men weekt de inwendige zelfftandigheid, droogt dezelve vervolgens, en eetze als Ryst. Deeze Vrucht is dies te nuttiger, om dat men haar lange voor bederf bewaaren'kan.: De buiten-bast. is met tepels en langdraadige vezels, vervolgens met eene bruine onregel- _ matige ruwigheid bezet:het uitgepers- te rik is fchadelyk. 13. De Oebi Calappa; ter r grootte van een Cocos - noot. 14 De Oebi Manare, oneetbaar, dan na dat dezelve afgefchild , het Sap ùitgedrukt en gekookt is. EL hide he. ij: … hd _Aard-Pruchtan. 297 15. Oebi 7 velor ‚ter groottevan pen Ey ‚daar het den naam. van MGE $ 16. Oebi Bongle, witte. Wortel, | 17, Oebi. Corbou 5 Buffel- Wortel, 18. Oebi Oular, \Slange „Wortel Dioscorea _by LinNzus p. 1462. Dioscorea op- gepofte pofite Folia. L. 1462 19, Oebi Gorita, Veelvoetige. ao. Oebi Soefde, Melk wortel, SL in- Conval- vulus. NEUS t Copvobrules 221. in PA L. zer. OEM Balle ‚ of she ha N- Dioscoreg cie SRE rime Ied ann D. eng 1403, Dioscorea oo. Oebi oli roi Sp. Pl. wentsphi- Pp. 1462. Dioscorea Pentaphila. la L.1462 23. Oebi Toe bery, of Zali bans Dioscores LiNNzus 1462. Dioscorea villofa. erk o4. Oebi Soak, by Rumeurus p. 324. Draconti- Tacca genaamdt by Linneus Dracon-j 137% tium, 1372. wordt alleen voor de aar- Es dig- ke 895 Hard: Vruchten, | &igheid bewaard: dezelve fchièt-ëarst een. bladeryke {tam 35m 6 voeteft hoog bovenden grond, die, verwelkt mn door eene zeer fraayé) Bloem, evolgd wordt, en uit den Wortel ie nieeidì wötafderele uicden Grónd gepraaren, en ín een AAS: op ri rt er pele ae aatoas ; ar zr Ì ‚4e be OAT s à pek 3 4% A7 kn. f (4e, dek kriot 29° :500 ams - _ { je Îe } J al Ì / Ë he op! : ï t E EN Pe eq \ _… ie) ge \ EL E kk ier E hd 8 IJ . : il Ti rk _ y \ ! „ _ 10e, X n 3 nei dl in: rbrager” \ Wk, € rv 3 Ee MARE _ èn : ek Ì we „ Bg - ij dl & p ko pn A \ N- à AANTEKENINGEN oc 2 Tober 0 Vi BR Die) eStijbe fag we! How nedoact Kk PRA AK) PELENSCHAREEN, inbe ENeKogn alt Erw ohnf ooh gens, IO SRE DE R OOV. EB ES nere LIS on hk Holst AR aldi auvi- MALLABAAREN. d ib VOPGEST BLD ir í se hb er e ‚Do o R, stinobrrer JOHAN A ADAM CELLARIUS, Oypt as opnnaar EN Orrrënoórn ma Se Ore Cr ANG al oor 10 ZEGT ‚ we Ad ree 5D …Îf op at kot 5 oh hé 5 ne aofist D Marranaanscne de sc e Mallabaarfche Spraak, behélst twee Hoofddiatecten : „de- Tamulfche en de eigentlyke Mallabaarfthe. …— De Zamulfche, die zeer veel, van de eigentlyke Mallabaarfche Taal ver- fchilt, en die voornaamlyk vin de Zuidelyke deelen van deeze he kt a» 300 (antekehingen:ovèr de Spraak, Madure, et ew Cormandel ge- Doper wordt, is door. Koninglyke eenfche Misfionariste óp eene vols doende wyze bekent gemaakt; en wy zyn tans voorneemens van de eigent- Iyke Bahri Taal, een denk- beeld te geer: ETE N/ Deeze Taat wordt wederom in drie. Hood-deelen verdeelt, naamlyk, de. Grandonifche; de Sämferudonifche, ensde:gemeene Mallabaarfche Taal. De ‘Grandonifche , van de Indous Gani genoemt, is de al-oude In- difche Taal, en wordt van de Brami- nes als heilig. gehouden , om dat de- zelve gezegt wordt van den Opper- ften God Bramava, oorfpronkelyk te zyn, en uitdien hoofde alleen tot ver- heven dingen mag gebruikt worden. De Samferudonifche Taal C welk woord-zoo veel betekent , als de taal der Wyzen) ís meede zeer oud, en byde erges in onse. gekieing J | „b Hist hadde Wet-boek der nabi: js bekent onder de naam van Jrucha Sa EL IWeètenfthappen en Kunften, end. zor sa Fagiur Bedant , is in deeze Taal gefchreeven;, die voor het overige vart het Grantham’s niet zeer verfchilt 5 behalven, dat aan deeze laatfte , ee- nige geheiligde Woorden „en Spreek- wyzen eigen Zy , die in het Samfcru- donisch niet voorkomen 5 ook komen de-Caraéters van beide Taalen: weel met malkander over eens _De gemeene Mallabaarfche Taal o: die van alle Inwooners der Mallabaar- fche Küst, van den uithoek Komoryn, totaan den Berg Delly gebruikt wordt; _isflechtseen dialeét van het Samferu- donisch , en nog onderfcheiden van het laag ‘Mallabaarsch , Maleaime ge- paamt, | De Mallábaaren hebben twee foors ten van Schriften; de Mallabaarsch- Samfcrudonifche, en de Mallabaarsch- á k amulfche, „ f —_ | De vdnte foort, waar van wy tut delen , wordt gebruikt’ in den Gods- dienst, en de Geleerdheid. Ende Ta- mulfche Schrift in gemeenzaame Bries ven, in publieke Aétens , enz, De goa, Aamtekeriingén over de Spraak; De Mallabaaren fchryven met een yzeren Styl; genaamt Ezustani of Nd-- rajam ‚op Palm-bladeren , die vaneen Palma ,Pana genaamt , genomen wor-! „def: zy houden deeze bladeren ftaan- deinde hand, en fchryven: zonder _ denArmteonderfteunen, cierlyk en» vaerdigvan de linker naar de rechter» hand, echter-zonder. eenige onder- fcheidings- tekenen vanPunéten,Com- Bima s of wrr van woorden. TIERT baile dm ‚de gemeene Taal worden de woorden weinig of niet gedeclineert „ maar welt in het hoog: Samferudonisch. peen Singularis, st ‘genaamt Bacenam; en de Pluralis , genaamt Behubacenam, zynin de gemeene Taal alleen in ge- bruik zechter heeft men in het Sam- | ferudonisch ook een Er Duibace- nam genaamt: j 19 „5 ' ” ! De Mallabaaren hebben ágt Cafùs; dietezaemen Pericham genaamt wo E dem; “maar in het Granthams heeft ies der Cafus. zyn byzonderen naam. Zy hebbembehalven de zes bekende Ca: fus , hanne en derden: Abe Héfrus. En Weetenfchappeiten Kunften > €nZ. 303 edit ae enamp wor= den VE genera Ei & gemeene Taal df ‚hèt Mi mnelykd het Vrouwelyke en ‘het Onzydige, of Pulinsam, Striliigam én Napanfe galingam. _ Men zegt, dat de Syataëtifche re- gulen der. Mallabaaren zeer veel overeenkomst hebben met de Latyn fche Taal; en de Kenners willen, dat de Samfcrùdonifche Taal, zoo welals | de voornaamfte Oosterfche Taalen, verdient geleert te worden , uit.hoof- de van de, buiten - gemeene woofd- rykheid „ „cierlykheid , majesteit en tevens edele eenvoudigheid deezer Taal. one uud Í De Mal baare hebben st on 16. Klinkletters en 35. Meedeklin- kerszuit walken zy anderen formeer: Dy waar meede inkers, metde! Hesi den worden’, ! 6 dat diergelyke Caracters, geheelé Let- tergreepen, en, Woordensverbeelden, Hier volgt het Alphabeth, de Cy- ferletters, en Ae Symbolum Aposto- dorugd à zr oi) ikt aar ee am | werk T MALLABAARSCH KLPHARER HEEFT 16. KLINKLETTERS: Naam. neen Beduiaents. _ pe A, kort. A, lang. ie % kort; 1, lang. — U, kort, U, lang. Ru, kort: Ru, lang. Lu. kort: Luu, lang. AÉT 8, A, & U... A, & M. 4 35: Meede-klinkers. / pe Weetenfthappen en-Kunfièm-enz. 308 „Naar. _Beduidenis. Neh. Neh Gies C. Cciha. Cc Gia. G Ggiha. Gg Gna: £ Gn Ta. T4 Tthá. Tt. Da D. Ddha. Dd. Na. N. “Ta. er T'tha: Tt; Da. D: Ddha; Dd. Na. N. Pa: P. Ppha. Pp. Ba. B. 200! Bbhd. t-Hbj- Ma. M:- Ja. IL. ‚Vas xr Vee La. Ela, NER NI, Vo Scia. dr S, cie UZ, Deel. a of Sza; 306 Aantekêningen over de Spraak Naain. Beduidenis. et _— = ae Sza. SZ Sa. 5. Ha. H. He, La. 1: sf | Kcia Kc; | MALLABAARSCHE CYFFER- LETTERS Onna. is) Randa. 2. _ Munna. 3e Nâla. 4e Angia. Ef Arra. 6. Eza. 1: Etta. 8. _Onbada. 9. __Patta. | IO, Padinnona. E Es Pandranda. 19. Padiminma.. _ 13. Padinala. 14. El Padinangia. IS. EN Padinarra. 16. Od Padinneza. 17. s Padinetta. 236, je Pate Pattombada. > Truvada. 2 Mupprada. «> Nalpada. « Anbada.: 7 n OR riad: | |-.Ezurada. _Enbada, _Tonnurra. ‚N urra. _Munnurrâ, … _Nanurra, - „Agguurra. _Arranurra. Ezanurra. Ennurra. _ Tollâiram. Airam. Bachus N Ni | le Econ bo ‘Oruvadinuai- … Tam _Nurrairam of ; 8 Ve Lakciam, . a! NN ve Ame k dk « « AEN ER Se Nine Trunura ek ten, en . < . n e. net E den df E \ E E N VEEN AN Do ie À | NV ih Weetenfchappen zu -Kunften.enzs307. EAR TANN B 20; BOO TE reervere voo « 181 Pi hid ts k ks KN ariel ‘todògood. 35 hi U zer P, | 1] ij h 4 d kapen | ‚} eg VN & E id „4 DP es rrA H dd dart dl \ Fé ef ah BAANT S TT 308 _Aanèekeningén bver“de:Spralik j SYMBOL UM: gran AP ost 0. L O R U Latyn: ie Mallabaars. permen Celum & terram gafpastiarin Bbohum & qui creavit om- | wip Sruszticcia faruy nipotentení Patrem | dum kajanda bava Ta Deum fupra eredo | buran melwm biscitth „cius Filium unicum | fikkunnen tante Patr noftrum Dominum | wrgven nunimuidê kar Jesum Curistum } tava Ib misctha melt fupra & credo ifte | Zisciuvafikkunnen iP Filius Sanêtum Spi- | ren fciuddliamana Re ritum per concep- | haddak kudufiwaja le 8 tus virgine Maria | nikkapetta karia ff ex natus eft, Ponti { Mariattil sina Cira Pilati diebus _in { #d PantiozaPilatto fi pasfus -eruxi affixus | de naluehielil dukk nij mortuus fepultus. 1 etta kuriscinmel' inferos in defcen- ikea ppetta marie dit mortuorum me- | addakkapetta Padal dio ex tertia dieoh ge/if errenchi maricti refurrexit celos in | verude $deil. ninna mh afcendit Patris dei } nam nal# yrtta agaft dextera' infedit în- | 47 chelil karejerri B de vivo fed. mor- | va Tanburande valat tuos & indicaturus al irikkunnen v WWeetenfthappen en Kunflen. ens. 309 eniet eredo +6 |vide winna uyraverejunt anétum Spiritum aricciaverejum bidd, Wupra nr Serrreredo Yhippaa varumeund bis jSanétum : Catholi- feiuvafd kunnen fciudde leam Eecléfiam &/| hamana Ruhada:kkuda- [Sanétorum “ Com- { /wa melum bifciuvafikks Jun ic wanen ftiuddhamana. Rai tolikka „Pällum -punias pem & mortuorum | valen marude orimba- refurreétioriem-& f dum Piraghelude pofru- in «et diunvamart. „cciaverude oft vitam & effe ; uyrppam ennannekka credo Amen. julia isfium: uaudennum LR deer ikkunner Am tt, Res de» Eitrapeetht maalen pwenirb ntbreeken den Mallabaaren vyf Letters, naamelyk: £,Q, 1, Ken Z: iníteede van F ebruikenze cen- P; in fteede van een O, Ö in plaats van X, Scia; voor de Yr, een Jen voor. de Z, haar Sza. lett dad _—_ IL Over DE WEETENSCHAAPEN EN | eN “DER MIADEAD AARAN, aÒ, Gelyk de meeste oude Wölkeren haare eerfte. Schriften in: dichtmaats en: niet in pro- fa BR recten hebben, Zoo kan ook van de BENN Yv ren Mal- Meltatvaaree: gere woiden chebbende it alle tyden veele Dichters voorrgebragt dié de Historie en Theologie van haar: land ,ú vaerzen ‘hebben uitgedrukt 3 ‘en”men- wil dat ‘kunne beste Dichters veelwetbeeldings krachten geestigheid. getoond hebben , € haare Mythologie bd pc sch, sn dei. die „der Grieken,’ | Jg WEDI MON Nor: „ond Wy void end ons es bokt vo cd saamfte baan er end PKR te maaken. E | “De Eerfte gemaame Parwany-befaatn i TA voeten. Aak De Tweede, geeft aan het eerfte vae 16. voeten, en et hèt Ek zij 12» en)  ger HA de Dde Sberkidds, ed n | de Letter van het vi rn | | fl volgt e een voorbeeld; van ie Eerft foort. kk Saami bohakdi nitiam en 1 puid „Devam. e an nt Pi a fs 5 fj eden sh ” r = Suamida we edt ; predì fihicvivannien dum oo Weetenfchappenen Kunflen, enz. 3u | Admal Deva danamr ic ocninen „keianam BOTY. __Adinal najaca daharmma xarggan behubiddham. _ Mana feiuddhium ahangara hina. yum ddharsstiam. Mana feiubbha. anurittivin Deva _ bbhidium Pinne. fe vb MH _Suvarnam tanil mani fiobbhikkumn _enna pole. _ Suvarna kaniaghul adharmablha Jehiobbhieciertam. k Mattulla Porna loha PR enna pole, _Mawulla daharmma pan genas „regal CCiC6. De Theologie, of doven Mytholo- gie der Mallabaaren, is zoo uitge- ftrekt, dat dezelve de paalen deezer korte aantekeningen , verre overtreft: wy zullen dus flechts- het hest pi daar van danroeren: … KAL De Mallabaaren hebben aast J nun V4 ften hd si2 Aantekeningen over de Spraak; fteù God, “genaamt: Páarabraman : voorts 332000 halve Goden, die zy Devagel noemen en die nog onder. éen byzonder Hoofd of Vorst ftaan, a Indr en of Devindr en. Ver der hebben de Meilinasen met de meeste IndifcheV olkeren gemeen, » eene zoort van Drietal in het Go- dendom, die zy Zr imurttigol noemen, en die als de grond van. haare geheele ythologie aangezien wordt; want de Bramines leeren dat 'er van eeu- wigheid eene Vrouw was, met naame Parafaëi, Cof-de eerfte algemeene voortbrengende kracht :) dat uit dee- ze Vrouw drie Zoonen gebooren zyn» waar van de eerfte Brama of Bramara, de tweede Viscnu of Visznu, ook Hart en Narajanen en de derde Ho of. î Rudren en Sciven, Mahefvaren Pa. tama hesnaren genaamt. wordt, | vaAhe Ades drie welde Zobnlë hire, gemeene Moeder, verfcheide. ne eigenfchappen gegceven hebben als de magt van voortbrengen ( Frus- ti) ;van beftieren ( Sticht ); en van Verne enn C a zeeen Dalia Hun- a en ee en eee Weetenfchappen en Kunstenènz: 813 _ Hunne ‘uitterlyke Godsdienst be- ftaat inLôfzangen, Offérhanden; bran= den van Lampen. wasfen vanhet Lig- Haäm 3 en saf de Bramines betreft; onthouding van alles , wat een dierlyk B ven gaen heeft. | Eee “hebben geheiligde plfoniëie en geheiligde Vyvers, en houden deKoe- beesten in eene byzondere hoogach- ting, die nooit mogen gedoodt wor- den: het welk egter niet van de laag: fte klasfe te verftaan. Ag arg; k | Zy hebben veele openbaare Fees: ten, en maaken een groot onderfcheid tusíchen BR EES, en orgel nnES dagen. rg Haare Pagoden zyn ba Ee bouwd, gemeenlykin ‘tvierkant, met bedekte gangen rondomdezelve , de Buiten- -muuren Zyn bedekt met zinne- beelden, waar onder veele zeer on- eerbaar zyn. | Het licht valt in ‘de Pagodenflechts - door eenige kleine ‘openingen in het dak, en-door- de Voordeur, zynde dus van binnen vry duister, de Op s14 dantekeningen overde Spraak, „Op-de wier hoeken, van de Pago- densvinde.. „men in ‚t gemeen kleine reeden, „of Offer-huisjes , waar on- er eenige, met een menigte vanlam: pen voorzien. Ayse: rr Niet ver van de Pagode is een gov: Ever: | De. Pagoden Breg ae dal groote inkomften, en worden bedient door Namboerys en mindere Brami- nes. Een groote Cilindrifche Steen , die in het binnenfte der Pagoden, gt, over eind ftaande, gevonden „wordt, en meest altoos met’ Bloem- Kranfin verciert is, fchynt de voor- naamfte devotie der Mallabaaren te verwekken. Dit Hdmikdori fiat geielanb: on- der een laag verwulf, op wiens bine nenfte oppervlakte een Spiraal - linie , wel een duim diep ingekorven is. AE Mensch sin deeze. Bnei: ftaande ‚en fpreekende, fchynt op eenigen, afftand met eene donderen- de ftemme te fpreeken, . | Ì De Weetenfthappen en Kunsten. enz. 31 5 „De Taal-en Dicht kunst-der Malla- haaren, mitsgaders. derzelver- „Theo- logie aangeroert. hebbende,gaan. wy. tans; over tot de-keunis die dic Volkin de natuurlyke- Weetenfchappen en Kunsten merke en heeft. ad de Hoeleden: zyn. it Mallakaa- ren zeer onkundig „en zullen, ‚gaerne de hulpe vanEuropeefche Chirurgyns zoeken; maarsmen, vindt „in tegen- deel een groote menigte Genees- meesters, die eene empyrifche ken- nis hebben van-de, ziektens, „en‚de kracht der Geneesmiddelen, die. het land oplevert, dewelke zomwylentot verwondering, van kenners 5 RR sande giokbens. geese | Het is dake daf het Planten-tyk in dit land, voortreffelyke eenvoudi- ge middelen uitlevert, en hét was te wenfchen-;-dat de Mallabaaren met meerder oprechtheid hunnePractifche kennis wilde meede deelen; maar zy «zynin het tegendeel i in den hoogften graad misgunstig, en zullen aan een Vreemdeling s niets van. belang b REKER Maakte “ro ab ë wd „ + ° SiJ fy 1 H 316 Aäntebkeningen overde Spraak In de' Katten zy niet geheel Onkundig , Eh men ziet ‘er’ nogwel’ eenige Anatomifche Tekeningen ;vari het geheelóf van eén serie van het menfchelyke. Lighaam® t te ee 3 — ef Aas Van de hedendaagfche Philofophie der Mallabaarfche Bramînes, hoewel in’ alle tyden’zoo hoog geprezen ; kan men; Zoo verre men de zaak heeft kunnen’ bi ek beenderen roe: oftèt Îs’ waar, Batt dente ábftraek te metaphyfifche' denkbeelden „en ook vande Godheid’, on het Heel-Al, gezonde begrippen hebben; “maat dit hie meet; eené van ouds geleerde les, of overlevering te zyn, als de vrucht van cenlige wysgeorige befpie- BRE ei ac nest Ee \ Men kan in het algemeett Zeggen, dat de Btamines, die in de: Pagode, ofin dé eenzaamheid leeven „ en zich aan eéne ‘zeer ‘harde leèvenstvyze en onthouding , voorts aan ‘de befpiege- ling overgeeven’, elendige Enthufias- ten worden; terwyl de overigen ; die n zich Weetenfchappen en- Kunsten; enz 317 _zich aâni de Hoven der Vorsten , ofin de “groote „waereld ophouden; de ga weer erpen ian ine dv, rt _—_ v/ Of der Métempfychofid, of Ziels: verhuizing; welke de Mallabaaren ze- dert onheuchelyke: tyden-gelooven eenGeloofpuntvan haarenGodsdienst Zy dan wel eene wysgeerigeftelling, kan men niet met zekerheid zesgen. eier efrgeod:b of | Het i is bekent hoe verre de ver râtie “der Maltabaaren- gaät „woor 7 rde Koeyen ; enhoe gevaarlykohet: iss deeze Dieren zelfs bytoeval:te,doo- den’, in het ;gebied. der-keidenfche Vorsten; egter worden. degiedjeren hiet als: Goden men gevat: ERO EN, MFI IILEOG Â. De nAderbndmifehe halssiis der Mal- alseen. is gering; hochtânsOnder- fcheiden’zy de Gefterntens;-de vaste en dwaalfterren; zy weeten ‘hún jaat, _ênj ook; “hoewel: zeer “gebrekkig; de: Zon zen Maan- Elipfèn ,teiybere- kenen’; maarhet oritbreekt hen/aandde Inftrumeniten }-die den voortgang dee- zer Weetenfchappen vonder: andere volkeren aidan hebbensaaord 55 De Si8 Aanteekeningen: overde Spraak, … De Tyd-rekening der Mallabaaren is: zoo” veel “men daarvan weeten kan, befchreeverivinede vyfde Band vande Verhandelingen derZeeuwfche Societeit der. Weetenfchappen , ter gelegenheid. van de, „Mallabaarfche oodentvenmen is buiten flat, iets sene hier. by te en } | Maar Bindels: is dis dit Volk nog in de hoogfte msg saostod ei +0] ‚De Koningen zullen niets van ge- ok onderheemen ; zonder de goede en kwaaderdagen op de bygeloovigfte wyze; aftewachten. Ook vindt men een. enigtebedriegers, die-voor To venaars gehouden wordens:en veele boosheeden uitvoeren : Zy bedienen zich van bezweeringen „ het indagen der -Dooden Giftmengen, „byzon= dere Caracters , het) begraaven.- „van Doodshóofden „en andere diergelyke eleridighieeden, binnen de-huizen, van de. geene, die zy bezweeren wlllen;; egterweet men, dat zy-alle middelen zoekenzom de voorwerpen van huns ne zwarte ‘Konst pe nrden: by | te brengeagdded Lnohroved aorltof 9, De Weeren happen er Kunsten hs. $1Ô _Degemeéntte ùitwerking van haäre boosheids is ; dat Zy hunne Slagtoffers van het verftand’ berooven’; offi éen kwynenden ftaatvan uiteeesilgftorten: ooindorl ys iERW „0121 VeeleMilnibaritehé Geneed-abor: ters maaken zich aan deeze bygeloo- vige- misdaden” fchuldig3 en hetis zeeker j dat dit: Jand/eet? meenigte droogeryén- oplevert , dier hEPmen? fchelyk ebk” geméldé-ainper. king doen. | ú: IS VS IRD Se JJ ivid ster Buiten diem; weeten de Mat1s baart fche T ovenaare:l „zich behendig te be- dienen, vânde byzondere “verfchyn« zelen der Natuûf, ent Scheikunde dië van het onkuridig Gemeen overal Tig- telyk aan bovennatúurlyke krachtés toegefchreeven worden. — EenigeBraminesoeffenendeAlchy = mie met zoo veel yver,als het hunne bekrompen vermogens toelaten„en zy bedienen zich nagenoeg van de- zelve enthufiastifche Taal ,als de A- depten in Europa; egter ‘blykt het niet, dat zy iets nuttigs uitgevonden hebben; ook ene 5 zich wei- E Ì 320 Aantekeningen over de Spraak; nig met de gezonde Clrymie „hoewel men niet ontkennen kan , dat zy vee- le natuurlyke voortbrengzels zoo wel van-het Planten-als Steenen-ryk ken: nen, waar van Zy het meeste gebruik in. de- Genees-kunde maaken: „Meerder opmerking verdient de Re- kenkunst der Mallabaaaren , waar van wy de voornaamfte Cyffer-letters reets opgegeeven hebben Hier uit blykt , dat zy zich bedie- nen ‘vande Decimaal-Rekening , mis- fchien zedert onheuchelyke jaaren; en men moet bekennen dat zy alles wat in, het, gemeene -leeven voorvalt ; metreene. byzondere vaerdig heid en nauwkeurigheid weetente berekenen; Weeienfchappen-en-Kunften;enz. sei TAFEL vAN DE MULTIPLICATIE, waar na de Mallabaaren haare gantfche Reeken - Kunst opmaakens Maal is (Maal _ is ï rd 4 I 2 2 10% f de Io 9) 20 2 Ë Panss 2 a € vRÁ 25 I 20 20 2 4Q 3 ERR 3 Ee 6 30 Es Boot 3e: Lo 69 4 EET, 4 2 8 40 40 bf Bake ie 80 das B ee Es rene 50 ï 50 5o 2 10 GON <7 69 6 wie Ê en 6o ï 69 6o 0, 2e * / i 7 7 2 14 79 ë Zo 70 ) 140 8 1 8 8 a 16 je Saenden go fe) , de) 9 Ï 9 9 °, iS GO Ga go go rs 185 1Ö8 or He | 150 nar E05 _ HL Deel. NX ge Maal 322 Aantekeningen voorde Spraak; Maal --is* Ke) va Us UI UO UI Ue UI UI UI U$ u WW U WW OU VW VO U wp 150 2r0 240 300 r di re Dn NE Ae k peer g id sn gp ede ‚Aye a _ 1S- lem dh Od Ane „ = NE « gn ij _ „radi! bád | 44 r La | Eh we 4 De en ik KiM Mi A ot ee _ and hes EU 4 40 Maal Jend @ “ nr DO OO Or A Oem: Or Or A MW bn en MOM Mn MU Is et | aaan DN on Weêtenfthappen en Kwiüfteùs ens. 325 ma AA a ea anda Kedde A: r 324 Aantekeningen over de Spraak, Is 6 3 e a ©, ö co 0 \Ö NS + 4 Pe 8 3 a, 5 Tok pn 8 nn nn 4 € Pt @@ 0 VO En Ke GO a CO co oo co GO EO GO vo LO ‘oo CQ 00 en co oo co ce | je) ) le e Oo o 8 E: Tr & on 65 dt 4% WW Wh O B EN Ee OO GO OA A = Pi ee fe) fe) le) e) EN o o Q Ee sn co co lp CR AO Nr En RCN Re aa a an Bir F «© Lis Bio Wte ENEN Be DN De De Be De De De ee IN Oe Ee De Ee De o ee o 8 o e) RE : o | e a B dl WS OO AB Ke Dv CO GO OGA A ME Maal | Weetenfthappen en Kunften > Enz. - JAS Maal Oo © ov voo ov ° is „ SS EN EO AR 70 \Q Dd Maal Io io ro MED IÖ 8e) IO fiks ie, Io He, ger IO „_ IQ Re) Ke) Io KO Lo 10, Kin 520. Aantekeningen over deSpraak,” { Maal | innig 3 kri wer ad Ke) Io cn A zoo -C 100 Io fooo 'o Fo0o « «7 10 10000 10000 IO _ : 100000 „Maal is “+ pMäal * «is I ERA ete 509 ON 125. dl KEN ET Gif If aft, 60 BNF Sig Sos For BORN iDEAL 0 8 En 5 Tere LT OR horses tt Tt Mee u B B Bidet Hal ROER AOC OEE UA 360 zz ae 80 20 4 KT eh WR ee. #85 EOL ro oef 40 E 100 VOO ei AE 5 5 1: gaas f LC asf Fte, Vor 1% 199% Qi, 200 : : % z || dh. WWeetenfchappen en Kunflenenz. 327 „Maal #®'is « \Maal © is deinen: 2 1 dh: ts \ 107 : 5 TO 8 15 ROE Ee 50° ido ë 12% 9) d I 2 8 Kn pe) 3 LO 20 x at gods: Et 100 200 3 25 dent ë 15 REAR $ d 30 8 BA 39 8 33 300 ï 150 320 ë 372 4 : 2 4 kts 40 4 20 40 5 5 400 2 200 _ 4090. 5 zo "115 3 23 5 heks 50 5 25: do 5 15 500 x 250 50013 zp ee 6 5 3 6: 8 À 6o Ee zo 6o Bens ojele) Re, 600 15 | | R Er RE Ay, 8 é et df Sk PE reerd LD cle af 8 4 ARA Wed 80 1 40. 80 3 IO 800 8 490 goo Ì 100 9 E 7 9 EE. 4 48 9 8 115 328 __dantekeningen-oversde Spraak, Maal is Maal is ; | goo; sg P4do 1 JE Hoor Re: rr 109 rs 5oa 1000: ss 19505 E Î doehi ph BOE} 315 onse 6 RE KOOL JRR 9o/oi | E46 | 3 jd: 6oo … à 450 20 : 15 7 ; 5: aoo À 150 70 â 52; 3 â 23 Joar 4 2 155 go 4 ‚22; 8 $ 6 300 3 225 ‚go Bl bo A À zn SOR A on COB 49 ì 30 9 ì 6; 40Q7Y + 300 go, 8 671 5 bh ant dak sd NAC 50 â 340 pe VOR IE 459 De Musiek der Mallabaaren, is nog zoo ruuw als mogelyk: zy. hebben Blaas- Inftru- menten, of een foort Chalmyen van Sjankos, en andere {tof gemaakt; een foort van Lier; voorts twee kopere ronde plaaten , die tegens malkander geftooten worden; en de bekende Castagnetten : op welke Inftrumenten zy een verward gedruis maaken, zonder de minfte Harmonie of Melodie , onderfeheidende nauwlyks drie Tóonen. … Ure) AAO Zy nm Weetenfchappen en Kunsten, ens. 329 ‚Zy bedienen’ zich intusfchen van dezelve, voornaamlyk by den Goden- dienst, by Huwelyken, en inden Oor- _ log; hoewel de hedendaagfche“Vors-_ ten, onder haare beste op Europee- _ fche wyzegewapende en geöeffende Krygs s-volkeren, Famboers enFluiters gebaaiken, In de Paleizen der Grooten vindt ‚men hier-en daar Schilderyen , groote Hiftorifche Mythologifche ful ken, met heele grouppen van Beelden, en Pourtraiten van. de Goden en halve Goden. Indien menvan het weinige, zooverre men gelegenheid gehadt heeft te zien, „de vordering der Mallabaaren in deeze Edele Kunst , mag beöordeelen, zoo moet men bekermen.: dat de tekening, in-haare Beelden, oneindig beter iss \ als die der Chineezen : men ziet zom- wylen Kinderen van de laagfte Klas- fen, met Koolen of diergelyke dingen, omtrekken vanbeeldenmaaken die een byzondere blyk geeven van de Genie, _ waar meede dit Volk ten minften voor de tekening begaaft is ; ook is de Jma- nf EN OR gi. 330 Aanteekeninger over de Spraak, \ ginatie van de Mallabagren, ryk en vuurig , hoewel zy zonder de minfte” kennis van regelen, en alleen aan haa- re Verbeeldings kracht overgelaatent zyndë, meer monsters voortbrengen , ' als ei fchoone ema rhenen Hun Colores is walk: Zy hebben maar weinig Water-verwen , waar on- der zy cgter zomtyds eenige Gommen mengen, en verftaan de konst nog niet, om door vermenging van twee of meer eenvoudige Kleuren , andere nieuwe voorttebrengen ; veel minder kennen zy het zoogenaamde Clair obfcur, fchoon zy van licht en fcha- duwe eenig gebruik maaken. Zy fchilderen op Kalk -muuren, Hout en Koper; en haare Beelden heb- ben in Historifche ftukken meer ver- fchillendheiden leeven, als men wel zoude vermoeden; zy weeten in tus- fchen nog niets van de konst van Grouppeering; ook niets van de bet De Beeld-houw Konst der Malla- baaren , moet men in de Tempels of ra Pa- Weevenfchappen en Kunften. ens. 331 Pagoden zoeken; men vind aldaar heele Beelden der Afgooden uit Me- _taal gegooten; uit Steen en Fout ge- fneden; of uit Plysterwerk half ver- even geformeert: Zy zyn doorgaans : {legt gemaakt, egter niet flechter als de Beelden der Afgoden in de Chineefche Tempels. _De Bouw-konst der Mallabaaren is niet groot, en het vermogen der Lands heeren om kostbaare Gebouwen te la- ten vervaerdigen, is nog geringer. _ Alleen de Huizen der Grooten , en de Tempels, zyn van Steen gebouwd, gemeenlyk van de bekende Kapok- fteen, met Kalk uit Schulpen gebrand; ester vindt men eenige oude Pago- den, waar van de Muuren en Portaa- _Jen uit groote ftukken Hard-fteen , die het naaste gebergte uitlevert , zonder Kalk of Cement te zamen gevoegt 4 beftaan , en met Koper bedekt zyn. _De buiten Muuren der Pagoden; en voornaamlyk de voorgevels, zyn bedekt met half verheven Beelden, i in dezelfde fimaak als men Beg: in vee- ”4 le Ee a Aanteekening over de Spraak, le Gottifche Kerken-en Gebouwen in Europa vindt. De wooningen der Vorsten zyn geenfints prachtig, zel- den meerals twee verdiepingen.hoog, de Deuren en Vengfters doorgaans klein, en de buiten-zyde der Muuren zelden beplystert : voor het overige woont het Volk in Huizen van Palm- blaaderen Bamboefen of Arreek-boo- men gemaakt; alle gelyks grond met één verdieping , hoewel de wyze der Malleyers en Javaanen, die hunne Wooningen op paalen van 6. of 7. voe- ten hoog zetten, voor de gezondheid der Mallabaaren in-dit water- ryk Land, het welk grootendeels jaarlyks overftroomt wordt , zeer vaiensg zoude zyn. De gemeene of Mechanifche cous ten, die de Mallabaaren oeffenen, zyn eigenlyk maar vier „die ook aan vier byzondere Kasten bepaald Zyn: Kasten, zyn Geflachten ; naamlyk de Kaste der Timmerlieden, Atsjarte; der Smits Peringolun; der Geelgieters Moefarie; en der Goud-en- ag | Smeeden, Zatans. | Onder de T mmerieden|o of Hout- wer- Weetenfchdppen en Kunsten. enz. 333 werkers vindt men veele, die naar _ Europeefche modellen of tekeningen, zeer welwerken ; zy hebben weinige _ __doch goede en wel getemperde Staale Gereedfchappen ; voornaamlyk zeer breede en ook zeer kleine bytels , en een allereenvoudigfte toeftel , om het Hout tedraayen: Zy zyn vaerdig van begrip „en zouden zeer goede Werk- lieden worden, als Zy eenig onderwys hadden ie | DeSmits Eernkedek 5 hen de Yzer-aarde ; die het Land if menigte uitlevert; en bewerken het Yzer. Zy maaken de Gereetfchappen der Tim- merlieden , en alle andere Yzer wer- ken, die onder de Maltabaaren in ge- bruik zyn ; onder anderen ook Sloten, goede Mesfen en Houwers. De Goud-en-Zilver Smeeden C Ta- tans, ) maaken kleine Afgoden -beel- _den, van Zilver of Goud; Arm-rin- gen, Kettingsen ander gemeen werk, voor de Tafels der Vorsten. De Geelgieters ( Moefari) ; bewer- ken het Koper , en maaken meede kleine kopere Beelden; Arm-ringen Hals- 334 Aanteekeningen over deSpraak 3\ Hals -kettings;-en alterlei- Huis=en- Keuken - Kee hap Je Buiten hae siheinde men nóg goede, Metzelaars, die Steenen kappen goede Mor tel maaken, en ook Cement: bereiden, van de jonge bast der Ko= kos- nooten.;het Water van dezelve ; en de zwarte Palm fuiker ‚die. zeer. goed is. Dit Volk werkt zeer wel, en zoude, eenig onderwys genietende „ Zege bekwaam kunnen worden, DeAatderwesliere def Mallahaireri; | die ook een byzonder Geflacht, ge- naamt Coseweer, uitmaaken; bewers ken de Klei:-Zy » maaken Potten; Pannen ; Vloerfteenensenz. en zous den zekerlyk beter werk maaken, ‘zoo zy wat meer age MURAIE wiers den. / pend | Fiscale fabriëken:en NE tuuren hebben de Mallabaaren niet 5 uitgezondert, dat ‘er in het Land, Katoene, en meest witte Kleedjes gemaakt worden, van de laagfte Kafte der Näyrs, genaamd Targemarre,die ‚hoewel echt tot. gebruik. van het „Volk Weetenfthappen: er: Kunsten. enz- 3390 Volks voereikende zyn; bedienende zich de Lands - Grooten van vreemde Manufaêtuuren , als van fyne Lsywaa-s ten, Fluweelen, en andere: Zyde-; {toffen „Europiefch- Laaken , Hoeden, Goud-en-Zilver-Gâalon &c. die voor- namelyk door de Militairen en Staats- ministers der geken et gebruikt wór- den.» ores STe ere De aka bouw “der Mailabiatt zoude oneindig beter Kunnen Zy. „Het Land is, over het geheel geno- men, vruchtbaar; en, hoewel het in, eenige maanden van het jaar by uitftek heét endroog is, Zoo wordt ‘t zelve in de Regen-tyd fterk bewatert, en bui- ten des door gen menigte Rivieren, en Binnenwateren doordfongen 5 maar’ de Landbouw is overgelaaten aan de laagfte Geflachten , die weinig of geen eigendom hebben, en inde uiterfte ar- moede „flaverny,en vefachting leevén, | _Intusfchen wordt‘zoo veel Ryst zoo wel in hooge als laagen Landenge-. bouwd:, dat men in goede Jaaren nog al een tamelyke quantitcit zoude kun- nen uitvoeren: | | | EEE De 36. Aantekeningen-over de Spraak ; De Akkers worden met weinig moeite bereid ; door Buffels en Osfen, die-egter de fterkften niet zyn bes ploegd;sen het Water wordt van het: eene veld op hetander , door een-zeer. eenvoudig Water-Rad afgeleid. | 4 evi redken Ì …_ De Ploeg der Mallabaaren , zoude eene groote verbetering kunnen.ly- den, indien dit Volk een gedeelte van hunne oude vooroordelen, kogds, op=. offeren. | Buiten de Ryst, in dit. varkteike Land, by uitftek wel geleegen voor de Kokos en andere Palmboomen:, die, ookinmenigte gevonden en door de woonders Zoo,veel als mogelys ge- nuttigt worden. Met de zoogenaamde Palm: of Sury, die uit deeze Boomeu getrok- „ken wordt, met de daar van gedistil- teerde fterke drank „of Zuger , (zynde de gemeene drank der laage. Kasten ’) „de Noot,dieeen menigte Olie uitle- vert; en de Kayer,-of bereide: bast , van de Noot, wordt een fterken han- del gedreven. An- x Woetenfchappen en Kunflen,enè. 3 Andere Boomvruchten ; aan hééte Elimaaten eigen, zyn hier te vinden zoo verre dezelve door de Natuur voortgebragt worden ; echter in geen overvloed: ook maaken ’er de Mats labaaren niet veel werk van, ten minften is het zeker, dat het Land bekwaam is’ voor alie foorten van Boonivruchten, die in andere warme Landen groeijen. Men heeft de Ananas, de Pifang s Kafchu- Appel , eenige foorten van Jambos , de Zuurfak, Water-Meloen; Arreek , en meer andere, maar rie Mangiftangs noch Durions. Bergwerken hebben de Mallalsaaren: hiet; ook zyn de meeste Bergen van: het Land, van de voet tot.de toppen; met Boomen en Kreupel- -Bosch bezet. Dat dezelve égter niet geheel van Metaalen ontbloot zyn, blykt uit het _Goud-Zand, dat men hier em daar fomwylen in de Rivieren vindt; ook opgezogt, en vaii de Mallabaarfche — Goudfmeeden gefmolten , en tot Armringen, Halskettingen en andere gegen bewerkt wordt, dIE Deel, D li A De 338 Aantekeh; over de Spraak, enza De Schei-Vogtensowaar van de Mallabaaren zig in de, Metallurgie bedienen; zyn nagenoeg dezelfde die. mén-in Europa gebruikt; maar meh heeft nog niet kunnen nagaan, of deeze Konst niet van de Europee- zen. overgenomen is. - IJ Wat het ree van Yzer- Enz; ‘t welk hier in ’t Land veel gevon- den wordt, en de bewerking van Yzef ‘en-Staal aangaat „ daar van heb- ben wy reeds boven, het weinige wat 'er van-gezegt kan worden , aan- gemerkt. -En het Koper ;”t welk de Mallabaaren mede bewerken, wordt zoo veel men weet in dit Land niet gevonden. BYDRAAGENs Ï TOEN DE NATUURLYKE HISTORIE É DO 0 R F,‚ BÁRON van WURMB } K Ee ij Po EEN KLEIN EN SIMEETRISCH WAN: SCHAAPEN MENSCH, j PE ’t voorleeden’ Jaar zag men hief te Batavia eenen Baliër, Kitip ge- naamd ; die om zyne kleinheid en Si- meetrifche wangeftalte ; ónder de zeldzaame verfchynfelen in de dier- gelyke huishouding der Natuur , dient aangemerkt te worden. Aa À … Zyne geheele lengte bedraagt 1 maat voeten: 11, duim Engelfche maat, u of omtrent 33. duimen. Rhynlands 5 # Zyne „wenGhapenheid. is zoo vol- hak 4 ko- 540 „Bydraagen tot de komen gelyk aan beide zyden, of Sí- meetrisch , dat hy, volgens den Heer VAN BurroN, op het duidelykfíte „ van de naar beiden zyden gelyk wer- kende kragt der eenvoudige deelen getuigt, uit dewelke de gedubbelde deelen, by de ontvouwing van 't dierlyk Lighaam uitfpruiten. Het Hooft, fchoon veel te groot voor de maat van deezen Dwerg , en evenredig tot eene lighaams lengte van 6 voeten, heeft voor het overige niets byzonders; Zyn Aangezicht ís voor zynen landaart welgemaakt, too- nende een ernítig , en teffens niet on- bevallig weezen. Zyn Hair is lang en zwart, en een weinig met grys ge- mengt; ook is hy reeds 40. Jaaren oud. Hy heeft, zoo als de meeste — _ van zyne Landslieden, geen Baard, en eene bruinachtig geverfde Huid. __De Schouders zyn breed en de Borst fterk. Het Lyf is volgens de gemeene vorm gefchaapen, behalven dat het zich naar beneden toe fterk verkleind. De Armen zyn naar evenredigheid van ‘t Lighaam te lang, en daarby iets buitenwaarts gewonden of ai e Natuurlyke Hiftorie.) _ 3ax De Elleboogen zyn maar half zoo lang als de Opper- Armen, en de Handen. kort, breed en van vooren rondachtig. _ De Vingeren beftaan uit rondachtige „klompjes, die als los, of zonder vaste verbinding met de Beenderen der naa- Hand ‚„ voorop de Handen ftaan, en daar geen beweeging in is. Ze zyn van Nagels voorzien, en maaken gelyk- zaam de derde en eenigfterye der Vin- . gerleden uit; de eerfte en tweede rye ontbreekende. Aan ieder Hand ftaan — 6. van deeze klompachtige Vingeren, 2 digt by malkanderen, op de plaats vanden kleinen Vinger en4. enkeld, op de plaatfen van den Duim, van den Toon-Middel- en- Goud-Vinger. De Beenderen der Voor- Hand, zyn een weinig naar. buiten gebogen, waar door zich de palm der Hand rondach- tig, en derzelverrug iets hol vertoond. Deeze geringe holte komt Atip by „zyne kleine, en onbeweegbaare Vin- geren zeer van pas, voornaamlyk by het eeten, daar hy de rug der Hand als een fchop gebruikt, om de Ryst en ander voedzel aan de Mond te bren- gen. Zyne Beenen zyn buiten gemeen _ kort. De Voeten fchynen aan de NU Dy- ä4a > Bydraagên tok dé Dye -Beenén vast gegroeid, "iranE; fchoon uit de. beweeging: der Voe: ten de ‘aänweezendheid ler Scheen- en Kuit -Beenen veronderfteld moet Worden echter zyn dezelve niet te bemerken. De Knië ontbreekt mede. De Voeten zyn korten breed; iëder Voet heeft 6. teenen van Iyke gedaante: als de Vingers de: Handen en op gelyke wyze geplaatst, verfchillende dezelve alleenlyk maar ‘daar in, dat ze door een kleiner ge- deelte ‘hunner rondachtige opper- vlakte met den Voet verbonden zyn en dat de twee, die op de plaats van de kleine Toon ftaan, iets aan mal- kanderen vastgegroeid zyn. 4 Deeze Dwerg wierdt in ’t jaar 1740. te Sguòatiop ‘t Eiland Baly, van wel- gemaakte Ouderen gebooren, die veel Kinderen teelden , daar hy het eenigst mismaakte van is. Hy heeft nooit gemeenfchap gehadt met Vrouwen, noch genegenheid voor dezelve: ech- ter fchynt hy niets minder, dan door de Natuur tot deeze koude onver- fchilligheid gedwongen te zyn. Ze zal eerder voor een aanwendzel moeten ge- Naruurlyke Historie. 2343 gehouden worden, en vogr de uitwerking “van een bygeloof, het welk, op het ver- heugelyke en alle redelyke. Schepzelen san- _gebooren voorgevoelen van: een, toekomen-’ de beteren Staat, fchynt te fteunen, > Hy | gelooft aamentlyk, dat hem deeze- onthoù- ding in het toekomende Leevensde volmaak- te Meníchen. gedaante zal verwervens.in plaats, dat hem de genieting der Geflachts- vreugde „ ‚ook nog aan de overzyde: vän het G: af, een. wanfchapen ‘Dwerg zoude Pl dpen blyven. Maar fchoon hy weet; hoe- zeer hem de Natuur, by ‘zyne> formieerifig „verongelykte „ester verbeeldt-hy- zich „-dat- ze kort na zyn geboorte ‚haar. ihachtún. te boven ging, om, hem dooreen, Wonder te behouden: Waût hy verhaalt, dat zynie Moe- der, befchaamt, van zoo een, mrismaakt-kifd ter Waereld gebragt:te hebben; zich. fchie- lyk weder van hem wilde ontdoen ,„ maar datze hem onkwetsbaar. bevond; het ‚geen deeze ontaarde Moeder, met verbaastheid tot haar pligt te A6 deed: eerd 344 … Bydraagen tor de Mo Ar A TP: De geheele Lengte. Van de’ Voetplant tot het be- f gin van de Heup. . Lengte van de Voet. Hoogte van de Voet. Breedte vande Voet van voo- rens, Lengte van den Arm. Lengte van d’ Elleboog tot het | lidt der Hand. ’ Van hetlidt der Hand, tot de punt van de Miädelvinger. „Lengte en breedte der Vinger. Lengte en breedte van den Duim. Van de punt des Duine tot de punt van de zesde Vinger. Breedte over de Schouder. Hoogte van ’t Hoofd. Omtrek van den Boven-arm. Omtrek van ’t lidt der Hand. Omtrek van de Hals. Omtrek van ’t Lighaam over de Borsttepels. Omtrek van ’t Lighaam over den Navel. Omtrek van ’t Dybeen boven. „Omtrek van ’t Been over ’tlidt van den Voet, Voeten. 2 IN ams LÁ Duimen. 11 oel va vit \O \O GI UI | ie, lt DE | D euî K AH A UG EEN LANG-STAARTIGE AEN P. EK 0E Deeze lang-ftaertige Aap’, tot nog toe niet zeer bekend geworden , trekt door veelerlei byzonderheden , en voornaamlyk door de zeldzaamheid — van Ennn heem) (a) In het Tweede Deel onzer Verhandelingen, pag. 144 is reeds kortlings van deezen Aap melding ‘gedaan onder de naam van Kabau, die men tans in Kabau verandert, om dat dit woord beter het ge- luid uitdrukt met het welk hy zich op een zeer ver- re afftant laat hooren. De volgende Befchryving wierdt het Bataviaasch Genootfchap, in ’t voorleden jaar van Pontigna aangebracht, met twee Voorbeelden van dit Aapen zoort; het één in Arak bewaardt, en het ander gedroogd opgezet waarvan het eerfte voor het Kabinet van (onzen DooRLUCHTIGEN ERFSTADHOUDER, naar het Vaderland “overge- zonden is, en het tweede hier in her Huis van het Bataviaasch Genootfchap bewaardwordt. Het eerfte of het in Arfk aangebragte Voorheeld, heeft de Be- fchryver by zyn opftel in ’t oog gehadt, maar het geen ik in de aanmerkingen bygevoegt hebbe, is van het opgezette genomen, zynde weegens de (poe. dige verzending geen tyd geweest, om het andere - te bezien. F. v. W, BS EN NS 346 Bydraagen tot de van zyne tronie , de oplettenheid van den Waarneemer na zich. Zyn voor- komen heeft iets, dat verwondering verwekt, gelykende hy-doôr@enc bui- ten gemeen lange Neus, en door de verfchillende couleuren , zoo vam zy- ne tronie als van hét Vagt, veel raar een gemaskerd Mensch. (4) d rn | U 5e e a à (5) Het Hoofd maakt in waarheid eene zeer by- zondere vertooning. … Deszelfs:bovengedeelte: is heel plat, als afgefneeden, en amet donkerbruin, kerte en zeer digt op elkander liggénde wTáfren gedekt: „welker firekking van een gemeen middelpunt, om- trent een duim achter de tronie naar alle kanten ‘uitgaat. De voorfte deezer Hatfen maaken een” kort toupet over-de,trouie, en het achterfte. deel van de platte kruin Eindigt in een duim breede Rreep, die, ‘over den nek, heepen loopédë , Zich met de” haifén van den tug vereent. Ter zyde van de Oogeú, ‘én digt by. dézelve „beginnen aan weerskanten ‘andéte ftrekkingen, van, icht-bruine, minder digt op él- kander liggende, .hairen „ die allengskêns grooter worden, hoe verder hun afftand van deeze plaatzen is. Het grootfte. gedeelte der Wangen, de Kif, de zyden van het Hoofd, het meeste van deszelfs achtergedeelte, de Keel , de Borst en de Schouders, zyn door-deeze Hairen als met een kraag bekleed, en Onder de Kin vormt defzelver tegens malkan- der aanloopende ftrckking een kleine, fpitfe , dig- têsen opwaardsftaanden Baard. Ter wederzyde “_ van de bruine platte die het Hoofd dekt, loopen deeze hairen meest regtlyns naar achteren, tot aan _ de fimalle ftrcep, die zich van ’t Bovenhoofd over de nek heenen ftrekt; de Ooren liggen ” r Beheel onder verborgen, fchoon zy ze pe by het plât- im te bovengedeelte van 't Hoofd 'fta ‘De boorden C van "_» ___Natuuriyke Historie. 347 „De deor my gefchoten „vatr welke de volgende aanmerkingen met alle gagar “eurisheid. genomen Zyn; ‚was zeer fraay. hed Pils vooren te zien, Is de kruin van de Kop, - bruin: vod en volkomen plat. Het Gezigtisvaakt en-koperächtigroed van couleur. De “Winkbrauwen (Gc) zyn donkerbruin, de Oogappel i isicht kastanjebruin „en rde. boog of iris-zwart. De randen, der ‘Oogleden zyn mer zwarte Hairen be- ‘zet , ook ftaan eenige enkelde Hairen -om de Lippen , en op andere plaatien van Het, Gvacht, | De ennen) van de door deeze hairen gevormde kraag, fleeken merkelyk uit boven het ander gedeelte van ’c vagt voornaamlyk achter op het Hoofd en in den nek, daarze ‘mede iets rondachtig gekruld, of als omge- flagen zyn. Uit deeze ze}dzaame krdag vertoond zich de nog Zeldzaamer tronie, als een masker of „Mom, met heel bovenftaande Oogen, eene iets uitfteekende Snuit, en met eene lange Neus ,-die wegens haar lengte, en om dat haar voordergedeelte maar uit eene dunne flappe huid beftaat, verre over vde Sruit heenen hangt, zynde het fchot der Neus, van vooren mede maar een zeer dunne huid. (ce) Onder de Winkbrauwen „zat -de- Opftelter na \ Ennes „vermoeden het korte. toupet verftaan, dat de na « vooren gekeerde hairen der platte kruin, digt over nde Oogen komen te maaken, en-waar van in de ade Aanmerking reeds: melding gedaan is. an. 348 Bydraagen tot de De Neus van bovengezien, gelykt ten vollen naar een Menfchen-tong , meteen ftreep in’t midden. De Neus- gaten zyn langwerpig rond. Hy kan de Neus uitzetten of opblaazen, en dan zyn de Neusgaten ruim een duim open. De Kin is rondächtig en heeft een kleine witte korte Baard. In de Mond ftaan 32. geelächtige Tanden, daar van de uitfteekende Honds - tan- den lang , ronden fpits zyn. De Hai- ren omde Oogenenaan den Hals zyn bruinachtig; de Ooren gelyk die van „een Mensch, maar zwart en geheel door de Häâiren bedekt. De Borst- tepeltjes zyn zwart. De Voor-Armen ende Borst zynlichtbruin, zoo als ook de Buik tot aan den Navel; maar de Onder-buik , de Armen en de Beenen zyn aschcouleur. Het binnenfte der Handen en Pooten is zwart en naakt. De ronde enfcherp uitfteekende Na- gelen zyn mede pik zwart. ( J) Het Teeldeelislichtrood , en het balzakje zwart. Van Cd) De Nagelen zyn hoornsgtige platten gelyk die der Merfchén; maar aan de beide zyden iets fterk omgeboogen of omgekruld, De Vingeren zy mede geheel zwart en naakte del Nanvurlyke Hioris. | | 349 twin achteren de zien | | Ba aont zich. de Kop bruinachtig. ak en deeze cguleur ftrekt tot in het midden der Schouderen; achter de Ooren en ach- ter de Armen, ontwaard men een eenig- __zints witte couleur. De rug is tot aan de Lendenen rosachtig bruin. Het achterfte gedeelte der lendenen is wit, vertoonende zich als of ’er een aan de eene zyde rond- achtig, en aan de andere, hoekig gefnes den ftuk papier op geplakt was waar van,de hoek zichjin den Staert verliest, zynde de Staert mede geheel wit. (e) Deeze witte plek wordt by de jonge Aapen niet gevons den, maar alleenig aan de ouden, en hoe ouder ze Zyn „ hoe verder zich. dezelve verfpreid. De Billen zyn bruin, en de kaale (eeltachtige ) plaats daar hy op zit; is Zwart. Van eenige inwendige Deelen. De Harszenen gelyken ten vollen na VER, die Te (e) By het gedroogde “Voorbeeld: , is- maar omtrent ds helft van den Staert wit” zvnde deszelfs Voordergederlte gechtigg ys--de witte plek boven den Staert heeft heel korte. aîren. 35 | Bydraagen var, de. die van een „Mensch: , „De Long is fneeuw wit. Het Hart met veel vet bedekt, en dit ishook de eenigfte plaats daar vet gevonden werd. De Maag is buitemaaten groot, en van een onvormige ‘gedaante; op de Borst Hgt tusfchen ‘het vel’ een zak, die zich van de Onderkaak tot de Sleutelbeenderenftrekt, MACA De lengte van deeze Aap als “hy regt over eind op Zyn …_Achterpootenftaat;bedraagt | 9-na Rhynlandfche Maat. + De hoogte ‘ván de Kruin van | chet Hoofd tot den Staert. Órhtrek van het beneedentte “gedeelte van de Buik, Omtrek vande Buik by de kor- | te Ribben. Omtrek van ’t Lighaam over de Borst-gemeeten. » „j- Omtrek van de Hals. Dikte der Beenen: * #7 Dikte der Dyen by de Billen. Dikte vanden Asi by. den El- leboog. Dikte van er Ar by de SSCHOUELE ne ef ‚ Voeten. j Duimen. mm rammenas — Î | / Natuurlyke Historît. se Am Voeten, Lengte derVoeteh van de Hiel tot het eind der Teenen: Lengte derBeenen van hetOn- derlyf tot aande Hielen. .… Lengte der Armen van de Schouders tot het emd der Vingeren. — … bok Lengte. van-den Stigt, hg Dikte van-den Staert by de Wortel. é- | Dikte van den Bani by het HE & eind. _s e Breedte van de eeltachtige plekop ieder Bil. … . … Lengte van-den Kop „van de Wortel der, Neus, totaan ’tOndergedeelte van ‘tach- ter- hooids been. aast. Verheid van ’teene Oorgattot het ander, ‘dwars over de Kopgemeeten. sE Verheid van de Wortel der | Neus tot aam het Oorgat. …. Verheid van den. Wortel des Neus tot het midden van het Oog- …… Lengte derNeys van denWar tel tot het eind. 4 — € . mA 352 B ydraagei tot de Lengte van het hangende ge- | deelte der Neus. Dikte van 't hangende gedeel te der Neus. … [s Breedte der Neus - gaten. Lengte der Neusgaten: vk _ Breedte der holte daar de Oo- _ gen in ftaan.- . ; Opening der Oogleden. € Afftand van ’t midden der Oo- gen, van de flaapen daar de Hairen beginnen, Voeten: Breedte van den Mond van âé | eene hoek tot de andere. Lengte der Boven-lip. .« .… Afftand des rands der Onder- lip, van het gedeelte der Kin, daar de Baard begint. Verheidvan de rugge der Neus tot het gedeelte der Wan- gen daar de Hairen Re Bens 2 Breedte van de rug over de Schouders gemeeten. Lengte van het Teeldeel. Dikte van het Teeldeel. Dikte der Ballen. … … « 8: [ IE t Duiméns 15 va hed Dd PI walm das ETL kama BLR UI Natuurlyke Historie. © 353 „ Deeze Aapen woonen in groote troepen by malkanderen. Hun ge= fchreeuw dat zeer zwaar is, laat heel duidelyk het Woord Kahau hooren, en mogelyk komt het door de verande= ring vande MZ. ineen B. dat zommige Europeefen dezelve Kabaus noemen: _ De Inlanderste Pontiand , geeven hun wegens de hoedanigheid hunner Neus; den naäm van Bantangan. (f') Ze verzaamelen zich’'smorgens vroeg; en ‘savonds by Zons ondergang , aan de kanten der Rivieren, op de takken van groote Boomen, en dan is hef zeer vermaaklyk hun met de grootfte ge- zwindheid vanden eenenBoom op dert anderen te zien fpringen,zelfs op eene hoogte en verheid van 15.tot 20. voe- ten. Datze hunne Neus vasthouden wanneerze den {pong doen, hebik niet bemerkt ; maar wel datze dan àlle vier de Pooten wyt uitftrekken. | Haar (f) Om deeze langftaertige Aap in her Systema’ van LiNNZEUS in te voegen zoude men hem wees gens deszelfs gemaskerd voorkomen de Latynfche naam van Cercópbitecus larvatus kannen geeven, iù ’t Nederduitsch konde hy de Maskerdraager ges noemt worden. Ë HE-Deel. Z IN 354 Bydraagen tot de Nat. Hift. Hun Voedzel, dat ín Wortels en Bladeren beftaat, is nog Onbekend, en daarom is ook alle moeite omze in tleeven te bewaaren, te vergeefsch. Men zietze van zeer verfchillende grootte voortteelen , zelfs zulke, die — nog geen voet hoog zyn; hebben reeds jongen. | HET DWERG -BOKJE LSR HN LIL AN D | het Eerfte Deel van SehaasThefai: rus, op de q3fs Plaat , vindt men afs beeldirigen van drie kleine Har tjes; waar vanhet met No.-1: betekende; zeer wel gelykt,naar de Leevensgroot= te gedaante vaneen klein Beestje ; dat vry. gemeen is in onze Bovenlanden 3 3 _endoordenlInlander Kantjil genoemd . wordt. Na allen aanfchyn behoord dit diertje zoo wel,als het by.Seha verbeels de tot-den zelfden aart-„-die BRISSON by ‘zyne Araeuli. befchryft, ern die LiNNmzus onder den,naamvan Pigs meen by de Muscus- Dieren plaatst. In ‘t Nederduitsch … draagenze de naam van Guineefche Hartjes; en-Guineer fche Bokjes; haare. nette Voetjes s die in-Goudof Zilver gezet, dikwyis een Huisraad der Tabakrookers uif- maaken, zyn alöm bekend: E babe + 0 hara manen Z 356 Bydraagen tot de Maar omtrent de waare gedaante deezer Diertjes, ontmoet men egter nog veel duisternisfe en tegenfpree- king, want eenige geeven dezelve op als volmaakte Harten in ’t klein, an- dere als Rheeën, en nog andere als Geiten. Sommige Natuur befchryvers geeven hun digte en getakte Hoornen, zoo als die der Harten en Rheeën , an- dere doenze holle en puntige Hoorns hebben, gelyk de Geiten, en nog andere, laatenze geheel ongehoornd zyn. LiNNzus zelfs is van het laatfte gevoelen. De Heer vaN BurronN fchynt het beste middel gevonden te hebben, om de verfchillende berich- ten, omtrent deeze Dieren te veref- fenen , met tweederly foorten van de- zelverte veronderftellen , de eene met Geite- hoorns fen de andere zonder Hoorns. Voegt men hier nog by, het Guineefche Bokje, daar KorBe melding van maakt , (*)) het welk, zoo als hy op geeft, getakte Harthoorns draagt , zoo zoude ’er reeds drie zoor- ten bekend zyn; de eene met getakte Hoornen, deandere met holle punti- ge C*) Befchryving van de Caap ID. p. 198. Natuurlyke Historie. 357 ge, en de derde zonder Hoorns. Het Kantjil dat nooit met Hoorns gezien wordt , behoord in dit opzicht zonder tegenfpraak tot de laatfte foort: maar vergelykt men het met het ongehoorn- de Guineefche Bokje of Chevrotain van den Heer vaN BurroN , zoo zal men ‘er wegens het aanmerkelyk ver- fchil, misfchien nog een nieuw foort by moeten voegen , en dan vier foor- ten hebben; twee gehoornde, en twee ongehoornde. Want het jonge Che- vrotain , dat by den Heer vAN BUFFON. afgebeeld is,gelykt weinig of niet naar: het Kantjil , en het Hoofd van een vol- wasfen deezen Diertjes, in deszelfs Natuurlyke Historie afgefchetst , __fchoon meerder overeenkomende met dat van het Kantjil, toont egter mede veel weezentlyk verfchil: waar om- trent ik hier maar zal aanhaalen, dat het bovengedeelte vande Bek van het Kantjil, verre over het beneden -ge- deelte uitfteekt, en dat men daaren- tegen deszelfs Hoads-tanden nooit buiten de Mond ziet uitftaan, Een nog veel aanmerkelyker ver- fchil, leevert de Befchryving, die men Lg by $58° __-Bydraagen tor de by den-Heer va rBurroN findé.” Het Chevrotain heeft volgemsdezelve maar.26, tinden,-waar van 89 $Snytan-” den voorin «de: Onderkaak ftaans- o. Hondstandengter zyde in de boven-” kaak, en 16. Kiezenachter „ter weef- Zyden , 4. boven en 4. beneeden. Ver- ders zyn deszelfs eerfte bovenkies , en” detwee voorftebeneeden kiezeti,maar fnydendes, rende voorlaatite kiês , díe: van voren naar agteren langer is als de anderen, heeft eene Kroon met 6. punten ing. ryen. Het Kantjil daar en tegen, heeft 34. Tanden’; 8 Snytan- den voor inde beneeden Kaak , 2. bo- ven Honds-tanden, en 6.- Kiezen, ter wederzyden vamtieder Kaak. Boven en beneeden zyn de 3. voorfte Kiezen fnydende en de laatfte beneeden Kies is van vooren: naar achteren langer als de andere; hetgeen uit de hier volgen- de befchryving nader blyken zal. „De Lignaams gedaante van het Kant- fil gelykt veel naardie van de Rheeën en geeft de behendigheid en°fchigtig- heid te kennen, die-de Natuur, gan dit kleine ongewapende Diertje ; tot het eenigfte verweerings- middel te- | gens Natuurlyke-Hiftorie. _ 359 gens zyne Vyanden ben voegedeeld | tehebben. Het is van naekerdn hoogen te van j vooren ; de Beenen zyn lang en duns de Hals iskort; de Kop klein en fpits- toeloopende ; en het Lighaamfimal. De Oogen zyn grooten leevendig , en „zonder de holligheden of traangeuten, diemen -beneeden de Oogen der Har ten vindt, -De- Ooren ftaan ftyíf; ze. zynfterk geopend, en naakt. Het bo-, ven gedeelte van de. Bek, trekt, voor het beneeden gedeelte uit. In-de be- needen Kaak kaan voor -8»;Snytan= den. De middelfte deezerVoortanden zyniets van malkanderen afgefcheiden enals fchoppen gevormd; de vier daar, op volgende zyn fmab en puntig en detwee buiteníte weder breedsegter: minder-dan’die in ’tmidden, De Bo- ven-kaak heeft geen Voortanden;maar o. enkelftaande fpitfe Hondstanden, en op ieder zyde-6, Kiezen, "De Be- needen-kaak heeft mede 6. Kiezen;op ieder: zyde. Boven en beneeden zyn de 3. voorfte Kiefen fnydende, rde ans dere hebben Kroonen met 4-punten, ee twee ryen geplaatst, behalven.de | RENE twee 260 _ -Bydraagen tor de twee achterfte van … seneeden-kaak , : die van vooren naar achteren langer zynals de overige , en kroonen heb- ben met 5. punten in 3. reven. De Tanden , en voornaamlyk de Kiezen; zyn meest geheel overtrokken met ee- ne zwarte glinfterende ftoffe. Eene kraakbeenige fcherpte , ftrekt zich van de Kiezen des beneeden- kaaks tot aan de Voortanden. Het verhemelte is als gekorven; de Tong: isdikenglad. Aan de Bek ftaan enkel- de korte Steekelhairen, en beneeden dezelve in 't midden van de Kaak vindt: men een naakte plek , die breeder by het Mannetje als by het Wyfje is. De Achterpooten zyn veel langer als de voorfte, en het Hielbeen fteekt zeer uit, waar door het Diertje een buitengemeen vermogen bekomt om te fpringen. De Voeten zyn gefpleeten ; ieder is met twee zwarte puntige hoeven ge- fchoeid, en heeft van achteren nog twee Bastaard klauwen of korte Na- gels. De korte Staert vertoond zich door den groey der Hairen breedach- tig. Natuurlyke Hiftorte. 36 on tig. Het Wyfje heeft achter aan de Buik 4. Teepels: By het openen van een, dat bezet was , vondt men maar een eenige Vrucht, die reeds verder dan ter helfte ge- dragen fcheen. „De Coleur deezer Diertjes, is op de rug - meest een grysagtig bruin. De Buik, het binnenfte der Dijebeenen, en de Keel zyn wit. De Hals ís grys, eh beneeden met 3. witte ftreepen geteekend. Boven de Oogen, en beneeden dezelve , ftaan geelachtige plek- kenen over het midden van het Hoofd ver- fpreid zich-eene zwart- bruine Coleur. Het bovengedeelte der Beenen, is geelachtig 3 het beneedengedeelte vaal. De Ooren zyn van binnen licht grys, en buiten zwartach- tig. De Staert is bruinachtig geel, van bo- ven, en van onderen, en by de punt wit. De oogen zyn zwart. Achter aan de Dije- beenen en by den Staert, ftaan geelachtige Hairen , die langer zyn als die van de andere gedeeltens van ’t Lighaam; wordende het- zelve meest doorgaans van korte glinfteren- re en digt aanliggende Hairen gedekt. By het beneedengedeelte der Beenen zyn de Hairen zoo kort, dat dezelve meest naakt fchynen. Ns Het 362 > Bydraagen tot-de- > „Het Kantjil eet gras ven! bladeren ;! maar» gevangen zynde treurd het-zoo fterk om zyne vryheid dat ’t maar korten tyd “in: ti leeven blyft, en misfchien meerder hier aan,’ als aan de ongemakken der Zeetogt zal moe ten worden toegefchreeven , dat men ’er nognooit een leevendig naar waer; hee kunhen overbrengen. oct Ss viesta: d | M tho lk Te t Ra lA'/ An rd Lengte van ‘het’ Kantjilv van ach glt 3Bek af tot’ dan den Stuit. «|- Hoogte van vooren. Lof OI Hoögte van gehteren. oijoshdges Lengte van’ Hoofd van de ‚ “Bek tot achter”. jrs Omtrek van de: Bek digt achel « “terde: Neusgaten.' ERS Bente van ’t bovetigedeclte| . “des Beks 4 vân- de: Neus aff rgemeeten tot inde hoek» -yâ den Bela” qev sr, 8 Lengte van ’t bendeden ge- Ii! deelte des- Beke; van de pint der beneeden'- Kaak: oor [7 tot in de hoek van de Bek JL t gemeëtefls °C -C6t 25E gf el Iä À eN Breedte Naruirlyke Hiftorde. 65: Ì en | Breedte x van den Bek tusfchen, bi Bab oh deszelfs- beide hoeken. .,'E: Afftand der twee Neusgaten | = vân elkaar … # IR dn Lengte der Neusgaten. et ZO Breedte der News), boven.” iid Doôórmeeter van't Oog van vs beke qe eene hoek, naar de andere. ! Hoogte van de ‘epentng vant 427 fp '&-Oog- tusfchen - de twee! _ -DAOpEL- Oogleden. AG 4 pO -MET JEE Verheid tusfchen de binnenfte Et hoek van 't’ Oog, tot de ie punt: der „Neuss 4 —e Ml Vertheid tusfchen de hiiinoutte’ |__ 19 hoek van ’t Oog, en de}! “=> Achterhoek vanden Bek. … —- Verheid tusfchen de buitenfte | hoek van ’t Oog in ’t be-| needen gedeelte der ope=|- úing vant Oor. zj ae Verheid tusfchen de twee bint úenfte Ooghoeken in-een) _ -” regte yn. … | en Omtrek van ’t Hoofd hy het hoe | begin der Ooren. … .… iik deter al Rense der Ooren van ‘t be- vs | sÓ4. & Dydraagen tot de needen gedeelte hunner; opening, tot de punt. … . Lengte der Ooren achter van 't Hoofd tot de punt. Breedte van’tOor in’t midden, _Afftand der. beide Ooren bo- ven op ‘t Hoofd. Lengte van den Hals. Omtrek van den Hals digt by ’t Hoofd. Omtrek van den Hals digt by _ t Lighaam. Doormeeter vanden Hals i in’ midden ,- van vooren naar ACHCSTER, …» Omtrek der Voorpoot dige by het Lighaam. Omtrek der Voorpoot over het bovenfte Lidt. Omtrek van ’tbovenfte gedeel- te der Voorpoot,in't midden. Omtrek der Voorpoot ‘over de Knië. Lengte van ’t bovengedeelte der Voorpoot. Omtrekvan'tbeneeden gedeel. te der Voorpoot in't midden. r Delden NE nde _ Natuurlyke Hiporie | Engelfche Omtrek Boomen dd ter de Bastaard- klauwen. . Lengte der Voorpoot van de Knië af tot aan de edn der Voeten. Lengte der Voorpoot van de Knië tot aan de punt der) Klauwen. Lengte der Voorklauwen. Breedte der beide Klauwen van de Voorpoot. wt os Lengte der Voorpoot van de Bastaard - Klauwen tot de punt der Klauwen. Verheid tusfchen de twee Bas- taard - Klauwen. Omtrek van ’t Lighaam achter de Voorpooten. Ki Voeten: mmm a 1 Omtrek van ’t Lighaam in % midden. ; Omtrek van ’t Lighaam digt by de Achterpooten. Lengte van’tLighaamtusfchen de Voor- en Achter-pooten. Omtrek derAchterpoot boven. Omtrek „der Dyë in haar, midden | OmrekderDyëdigrbydeKnit, | Lengte der Dyë.. … | 365 Duimen. Ii K 2 ou. ea 366 Bj di zag tot de Naruariykë Hiftorie. Dd de Knië genomen. Lengte der Achter - poot van | de Knië af tot de punt van den Voet. Lengte der Achter- poot’ van de Knie af tot de ‘plyting Jp der Voeten. Omtrek van ’t beneden- ge- deelte der Achter- zin in ‘tmidden, … … 2 Omtrek van den Achter - voet. Lengte van den Achter - voet beneden van. de. Bastaard- klauwen, tot de punt der Floevens- … Lengte der Achter- klauwen. Grootfte breedte van de bei- de Achter-klauwen. Afftand der twee Biak) | klauwen van elkanderen. Lengte der-Bastaard-klauwen. Lengte der alg de van het Heil - been. k Lengte der fplyting van de Achter - voet beneden. » Lengte der fplyting van de Achter -voet boven. ” / 4: Lengte van den Staert. «ef Engelfche Voeten. Olie der Achter -poot over | Duimen: ml) 23 Be Ferus be Mi lab ID eeze Valk by onze Inlanders Lang {genoemdt, is minder gemeen als de, in ‘t Tweede Deel deezer Verhande- lingen befchreeven Áuiken-dief. Ook ishy minderftout by zyne rooveryen, en fchynt de woonfteden der Men- {chen te fehuwen; wordende dezelve meest gevonden op eenzaame plaatzen aan Zeeftranden, daar hy voor ’t groot- fte vie gren van Visfchen leeft. Zyn Hoofd is van vooren vlak en breed. De Oogen die groot en leeven- dig zyn, hebben een zwarte Oogappel inseen bruine boog. De Bekisgroot en wydt. De fcherp gepunte haak van _ deszelfs boven - gedeelte is verre over het beneeden-gedeelte heenen geboo- gen; en by het beginvandeeze haak, wd | ftaat 386 Bydraagen tot de ftaat ter weerskanten eene iets puntis ge fcherpte, of hoek. Het Achter= gedeelte van de Bek , heeft boven een Hoorn-vliesof Neuswasch, dat voor enter zyden zwart is , zooals de Bek ; maar daar Zich acliterin ’t midden een ongeregelde geele vlek op vertoont. Achterde Bek haar de Oogen toe , en aan de wortel van de beneeden- kaak „ ftaan eenige borstelachtige Hairen. De rondachtige Neusgatenftaan in het Neuswasch , digt aan deszelfs voorfte rand; De Tong is geutächtig gevoor en van vooren iets ingekorven; de fpleet of opening der Luchtpyp'is mins der zichtbaar op dezelve, als by den Kuikendief., De Hals is dik met Vee- ren begroeid. De borst is fterk. De Vleugelen zyn lang. De Staert mid- delmaatig. De Dyen zyn met lange Veeren begroeid. De Beenenen Voe- « ten met eene geele gefchubde Perga- ment huid betrokken; Aanieder Voet — ftaan vier Vingeren; drie voor en een achter; .die allen beneeden iets ge= kwabt ; en met zwarte fterk gekrom- _ de ; en zeer fcherpe Nagels gewapend zyn. De Vleugelen hebben 24.Slag-en- dek-pennen. Destaert ra.roeipennen. De / ENEN … Natuurlyke Hiftories bide 3óg De Couleur der Veeren van Hoofd ; Hals ; en Borst is licht bruin ; zynde mede. ieder deezer Veeren in ’t midden: iets lichter van Coüleur „-als aan de beide kanten. De Rug en het boven-deel der Vleugelen is met donkerbruine Veeren. bezet, waar‘ van de puhten lichtbruin zyn. De. Slag - Fennen zyn.rosachtig zwart, donkerder van vooren, dadr ze zig mede mal en als met gedeelte: lyk. afgefchoren baarden. vertoonen. … De Veeren der Dye- Beenen „en van Onder: lyf, zyn rosachtig wit, z00 als mede de be- nedenkânt van 't achter - gedeelte der Slag- Pennen’, en dé benedenzyde der Stacrt- Pennen, De benedenzyde der Dek- Pennen is macht hd MA A Lis VEER Engelfche) Duimen, Lengte van de Bunt vän derì Bek tot]. | het einde van den Staert. …,. „49 Van de punt van den Bek , tot de _ punt vande middelfte Voorvinger.| 17 Van de eene punt der bs tot bi de dnBBEer. 10 48 Lengte der Beenen ; tot de puat var id: de middelfte Voorvinger DAE BEEN … ten Re Bes HIE Deel — Aa Lengte ve Lengte van de middelfte Voorvin- 7) | ger met den Nagel. . . Rl Lengte van den Nagel van de mid-| delfte Voorvinger PS vink Bovenfte lengte van den Bek. 1ë Van de punt van den Bek tot achter het Hoofd 2% Van de punt van den Bek tot aan den Rug. … LE Wydte of breedte ‘van den Bek achter in de hoeken. m Lengte van rde Oeser ie ale: MA Pond p D E Al í PRN ANKE NACHT: UIL, Ne TAR: E _ vgl cbr Nb D 1). eeze ‚Vogel, ne an inlander Koekeploek genaamd „fehynt het meest overeen te komen metde Strix Flam. mea, van den Ridder LINNEUS, die de Heer HourTuyN den náâm van Kérk-Uil geeft. Mede doof de Leevenswyze gelyken.ze ‘naar füâl= känderen , en dooreen haat fchor ge- fchreeuw dat het bygeloovig Ge- … meen,-.in de Middernacht- ftonden hier geen minder angst baart als in Europa, | Detronie van deezen Uil, is plat achtig , en hartvormig. Hals en Kop zyn even dik enrol-rond. De Bekis vuil wit, en de Boven- Kaak met een fcherpe haak gepunt. De Neusgâten _zynrondachtig en groot. Aan de Wor= tel van den Bek, ftaan nâar voorenge= nd 6 4 B A 372 _Bydraagen toi …e kedkdänbater- hairen. De „ Òogen zyn grooten zwart. leder Oog ftaat in een veld van lichtgryze borftelachtige Veeren; die rondom hetzelve, als ftraalen gerigt zyn. Deeze Velden, bovendby de Wortel vanden Bek; ef- fen faamen ftootende , loopen benee- den de Keel in een, en geeven het „Aangezichtdie hartvormige gedaante, ‚dewelke van,de dikke ronde Kop af- „gezondert wordt, door een rand van kleine, digt zaamengeftelde , oranje- ‘kleurige, zwart gefpikkelde Veeren. De Ooren beftaan uit groote, meest vierkante gaten, naast dewelke van vooren een halfrond Klap-vlies ftaat, dat op de zyde van het Oor- gat naar een Visch - Vin gelykt ; maar op de an- dere zyde , digt met kleine witachtige Veeren begroeid i is, en geheel onder de Veeren van *t Hoofd verborgen ligt. De Tong is van vooren gefpleê- ten. De Hals, Rug, en de Achter- _boven- gedeeltens der Vleugelen zyn _grys, hier en daar mede iets ros- achtig geel, en doorgaans als bezaaid met witte. en zwarte fpikkels; met dewelke ieder Veer van ’t bovenge- deelte deezes Vogels geteekend ïs, | be- Natuurlijke, Liftorde. 373 behalven de Veeren van ’t Voorhoofd en van den Staert. Hetsmeeste rosachtige geel, ontwaard men op het Achtergedeelte der Vleugelen; haar Voorgedeelte is boven met Zwart ensgeelachtig, grysij-als ‚gebandeert „ zoo als mede ook het bovengedeelte van sve Staert. De-naar buitengekeerde bovenzyder der Slag- en Dek - Pennen is geelachtig grys, met zwart gefpikkeld;„de--binnenfte gedeel, telyk grys, en gederleeijk wit met, Zwar- te vlaklien, … : vase wb Brood | Haar henepdenzyde. is ‚Zoo als die ga Staert- Pennen, wit en grysachtig. De Cou- leur-der Keel en van't benedengedeelte van ’t Lighaam,, is een» „vuilachtig wit. Mets zwarté fpikkels ; mede op zommige plaatfen iets rosachtig geel. „De Dyen en bovenhelf— tens-der Beenen, zyn met witachtige kor- te Veeren begroeid. Het benedengedeelte „ en de Voeten zyn overtrokken met een rimpelige, fegrynächtige huid, daar enkelde Steekelhairen, opftaan. De Voeten hebben 4. Vingeren, waar van één achterwaarts ge- richt is, en die allen met lange. fcherpe en iets gekromde Nagels. gewapend Zyn., Het getal der Slag- en Dek - Pennen is 21 - 29. buiten de 3. kleine Slag- Pennen in het bastaard Vlerkje. De Staert heeft 11. Roei- Pennen, | A 3 “MAAT ed bra —Bjdraogen tor de | hed dba ME Arbeo ON AIA d ar Pp mgelche bodrood weert : 14 REN Lengte van de puntVäû den Bek goe ho zok het einde van def Staart, ooo 17 Van de punt van ‘de Bek tót boven JL} «op het Hoofd,“ #52. 08 205 Dikte van ’t’ ‘Hoofd. van boven naar | Rd beneden: 21%, ALPIAPIE A9: HA di Dikte van ’t Hoofd Aes, ages nâ Ai) Ss Lengte der Boven - Kaak vande Ee tot de hoek van-den Bek; 4 RS A Lengte der Beneden - Kaak van de - punt tot de hoek’ ván den Bek. . |’ Breedte van ded Ne Bek van |. achteren, ' SOL, | Afftand der Ooren va de punt van hik den Bek, 2 13 Doormeeter at open van hee SMS og: 4 03 G229Q HP. 3D Lengte van den. Hals. BEDOEL Jel Dikte vaú dea Hals; sarto te 4 Lengte van ieder Vleugel,“ , «45185 > Lengte’ van den Stáeft. * 2 „0 gei ge Uitseftréktliefd’ der Vieugeten’ verijj <30l de eene fpiës tot de ándere, 72 si nie Dikte van ’t nec e Borst-{ gj} , „been tot den Rug NEA ri Natuurbyke Hiftorie. — 875 et A7 OR LL Emgelfche Duimen, Lefidte vän t Tidhaaui.. A55 SA 4 Kehdme der Dven. 4, a ot Lengte der Beenen. 35 Lengte van den middelfte en langften| Vinger met den Nagel” Er Lengte van den Nagel. î Lengte vanden achterften en korften| N TOR. de wg Ba at pneu) van deszelfs Nagel es ief Krk DE / ied rd ENE aaan KLEINE WITTE | RET GER "VAN Bd E I LA) N D: À ee - IJ _ _ 8 - - B onze reld en RAW elanden. KR laaten zich heele troepen van witte Steltloopers zien, die men hier de. naam van Kleine witte, Reigers zal geeven, omze te onderfcheiden van de Ardea Alba of Groote Witte Reiger; 5 de 24*° foort by LiNnNmus (*) met dewelk ze niet minder door haar gecle Bek, én door de groenächtig geele Per- gament-huïd, omftreeks de Oogen, als door de witte Couleur van haar ge- pluim , eenige overeenkomfte toonen. Het Hoofd van deeze Kleine Witte Reiger is van vooren als plat gedrukt. De Bek is lang , meest regt uitftaande , | ‚ en mmm gn (*) Volgens de rade Uitgaave van het Sy/iema Wasure. Bydraagen tot de Nat if, 377 en maar weinig naar beneeden: gebo gen, fpits-en geel van Couleur; de punt van't Boven-gedeelte is zwart. De __Neus-gaten zyn langächtig , en ftaan meest by. de Wortel van de Bek in vooren. die fchier tot deszelfs punt heenen loopen, Van’t Boven-gedeelte van de Bek, ftrekt zich ter weerzyden van ’t Hoofd eene groenächtige geele Pergament-huid, waar door twee kaale vlakken gemaakt worden, in welke.de _Oogen iets voor de achterhoek van de Bek geplaatst zyn. De Oogen hebben zwarte.Oog-appels., ingeele kringen, en twee geeläichtige Nik-vliezen daar van. het -beneedenfte zeer doorfchy- _nendis. De Tong i is pylvormig en van voren heel fpits, Bovenop het-Hoofd fteeken eenige dunne Hairen uit, dat hairachtige Baardfpitfen. der Veeren van ’t‚ Voorhoofd zyn. De Hals is lang, en ligt:in verfcheide bogten, _zaamen gevouwen als het Dier in rust zit. De Veeren van deszelfsbe- needen - gedeelte zyn langer als gie, van ’t boven- eind. Het Th Atae is kot De gin ten die lang en {mal zyn, hebben 23. Aa s à 24 328 / \ Bydradgen worde vC Aah. Slag-oir-dek. pennen; het bastaard vlerkje heeft 3. pennen. In de korte wigvormige Staart ftaan 12. Roeipen- nen. De Beehen zynlang. De Dyen zy tot derzelver middel vleesfig , en met Veeren begroeit s haar beneeden: gedeelte is naakt en met eene Befchub- de Pergament- “huid betrokken, die boven geelichtig , maar heneeden blatwächtig’grys'is.« De Beenen en Voeten zyn mede met eene blauwächië Ég bryzePergament huidovertrokken! DeVoetén hebben vierVingeren,waat vanù’er drie voor „en ec achter ftâan. De buitentte Voorvinger is vyfledig; de middelfte#ierledig:, jénrde jinrten- waArts fáätide- drieledig de achter: {taande ’Vinger, heeft mâar twee Let den: De Napels Zyn dotikér-Brys. De twee achiterfte leden van de buitenfté en middelfte Voorvingër ; zyn” doof éen zwem-vlies veréénd? De Couleur der Védren is doorgaaifs wit alléen far hiër-en daar ièts in”’€ geclë trek- kende: ‘By fommige ‘deezer Vogels vindt men achter op den Rug; méest _tusfchende Vleugelen, een party Vee- reninet lange dúnne baarden, diefchier totaan heteindé val nn. C € Natuurlijke Hiftorie. — 3g De Inlanders noemen deeze Reiger Kor- do; hy leeft van de Visfchen en Geworm- tens, en maakt zyn! Nest op:de Boömen def aan Zeeftrand.- geleegene Bosfchen.’ ‘Daar worden 'er ook van deeze Reigers gevon- den met geheel donkergryze of zwartäüchtigé Beenen, zonder’ éenig- geelz” én met een Bek van dezelfde Couleur, die alleen. maar aan de Wortel geel is, ek Ae ì rr CL M° Pe Er Te EAN > Voeten. Duimen, 3 De geheele lehrd vande punt _… van den Bek, tot hét einde | © ván den Staart pedrmast.: hr sert, 0 & de punt van den Bek, over} 75 : de Hals en ’t Lighaam „tot | „de punt van de middelfte| | “ Vinger” „ Hit en brl Van de punt van def Bek tot Le ú _ achter het Hoofd. . Midas 51 3 Van de punt van den Bek tot| * … aan het Oog: | el 3, 6 Van de punt van dak Bek tot) ee _indeszelfs hoek, … EEV DE Van, de punt van den Bek tot t dan de-Neus=gaten,.. IfSvsent PHR e Tenge der Neus-gaten. …J =— ' 0,6 / Pd 350 _„Bydraagenstot. der „pEngelfchef ST Voeten, Duimen, Va an rde bat van eid Bek te tot iter, _xshet begin der Veeren van “t | ;- em Voorbgefd ovoeh er zj | Van de punt van den Bek. tot _ shet begin der. Veeren aan? sbeneeden - „deel van de Bes| _needen-kaak. er doonsih Dikte van den Bek of ioodreg- te doorfneesby het begin der: Veeren van 't Moorhoofd. Breedte vanden Bek of waag- regte doorfhee ®by het, bee} gin der Veeren van #Voor-|_ heofd. » … ee ef 4 ikte van ’t Hoofd. of. is zelfs loodregre dooie K É achter de Oogen by de hoek van ! den,Bek, | reedte van ’t Hoofd of des- ik zelfs waagregte doorfnee Ë -bovén de Oogen; lieht Doormeeter der opening van | ’t ‘Oog. ki iet el Lengte van den Hals. Pat Omtrek van den Hals; in, den , ‚ zelfs midden. RENTE, Lengte van ’t Lighaam, 6 geen lo en Lui ” gr - . E \ „Anr even nh garmrrmtarr “mr he u e 4 nf EA was dk ál \ Nindübbké fobie, | È nergens ig en, Lengte der hie RU | de Lengte der Beneeden- dyen. „Lengte der Beenen. ;. „Afftand der.punt. van de mid-| _delfte Voor-vinger tot de punt des Achter - vingers. …|- „Lengte vande middelfte Voor- vinger. 5 Je i z| „Lengte vande buitenfte Voor: Winger te kp Lengte van de binnentte Voor: vinger. le Lengte van de achterfte Vin: BEF Var Lengte van de ‘Nagel van de |” Achter - vinger. „Lengte van de Nagel van de| buitenfte Voor- vinger, ; „Lengte vande Nagels der ove- rige Vingeren... „Omtrek der Beneeden: dvenn he Beoie: ‚ Voeten. tmidden vandezelverbeen-| achtige naakte gedeelte. Omtrek der Beneeden-dyen, in 't midden van derzelver vleesachtig gedeelte. . Oitrek der Knien.e MWE, 28e ‚Duimen: 382 net: tod de, Engelfche Voeten. ‘Omtrék der. Beenen in't mid- > ene ion es dal Omtrek van ’% middel Lidt ‘van de middelfte Vinger. | pia van ’t Voor-arm -been. Lengte van tAchter-arm-been Lengte van ’t voorfte Lideder Vleugelen. Lengte van ’t bastaard vlerkje «mét de DEHN”, 1 10E VOP Lengte van de Staert. «. ‘Lengte van de voorfte Slag- pennen Lengte der achterfte Slag-pen- nen. 7 „Lengte der Dek- -pennen by het Lidt, tusfchen-de Voor-en wi achter-arm. — : _ \Omtrek “van ’t Lighaam over de Botsb. 4% 7.4 nd Omtrek van ’tLighaam achter de Beenen. . , Mira DE ef mr 3 & _ p r p beat. Wot 0 " hd fa 6 À N À hl ed EA à 6 ha” ij p Î NN he ‚ pn Ss) pe 8 \ , p: EN aar worden op ons. Eiland vers fcheide Vogelen gevonden,die tot het bonte, Geflacht der %5-Vogelen behoo- ren. Die geene , welke by den Inlan- der ‚denkelyk wegens de fraaye Cou- - leuren waar meede hy pronkt, Rad- ja Owtang of Bos- Koning genoemd wordt, is de grootfte van alle , én heeft daarom de NederduicfcheBynaam ver- kreegen, waar onder men hem hier bekend maakt. | | | ‚Zyn Kopis dik. de Nek fterk. De Bek. lang «en- regt uitloopende , “van achteren dik, van voren fpits, hoo- ger dan breed, glad , glanfig , en bo- vendrie- -zydig, „of mét een platte Rug, | aar 884 Bydraagen tot de waarop ter weerzydeeen niet zeer die= pe vóór, tot voorby de Neus- gaten heenen loopt: Het Beneeden-gedeelte van den Bek is fchuitvormig , tot aân het begin vande Keel, daar het zich in twee platte ftukken verdeeld , die, door de met Veeren begroeide Huid der Keel, faämen gebonden worden, De Couleur van de Bek, is bloedrood totaan deszelfs punt, die uit het dons kerroodein’t zwarte trekt. De Vee= - ren van het Hoofd beginnen digt by de Neus-gaten, en maaken van vo- ren, ‘twee voorfpringende hoeken ; vermits de platte rug van den Bek, ach- ter, iets tusfchen dezelve infchiet. De Neus-gaten zyn rondächtig, eri heel digt onder de boven-zyde van de Bek geplaatst. De Couleur derVeeren bovenop het Hoofd en om de Oogen is een grys , B, in ’t groenächtige trekt. De Tong isplaten beenächtig ; van voren iets ingekorven. De Keel is geelächtig wit. De Hals , de Borst „ het Beneeden-lyf, en de beneeden- zydeder Vleugelen, is bleek-geel. De Veeren aan den Hals eindigen met een fmal zwartächtig randje. Het boven- gedeelte der Vleugelenfpeeld naar ö p Ì ved kj Natuurlyke Biftorie, \ 385 _afwisfeling van“ licht, met groene eni blauwe Couleuren. De buitenfte baar- den derSlag- endek-pennen,zyn blauw tot vooren toe , daarzeeene donkere lood - couleurhebbens De binnenite baarden deezer Pennen zynboven me- derdonker lood - couleurig, Eet derzelver, bedekt liggend achter-ge-… deelte „dat wit is.Het achterdeel gr den Rug is licht blauw, dat ter zyden zj lende Couleur. van dé bivenkatit der» Vlerken trekt. ‘De Staertis ongedeelt … …/ en wigvormig; hy beftaat-uit 11- VON sot Pennen ; die vaal boven mêtblauween ; loodverwige g slanfen fpeelen, en be-o> needen heel donker loodverwig Zyn. De Vlerken hebben 20-22. Pennén. Pe Dyen zyngeheelmietgéelachtiges Veeren bekleed. De Beeren zyn: zeef kort. DeVoetenbeftaanuit 4. virigerer, SE waar van er 3. naar vooren gerigt Zyn, en één naarachteren. Van dé voorsvine geren, die meest geheel aanmalkande- ren vastgegroeid zyn, is de middelfte de langfte. De Beénén et de Vöëten zyh met eene bloedroode Pergamenit- huid, overtrokken, de-korte Nagels on der Vingeren zyn zwart. . Di 105 sld Deel. «Bh MAAT, 886 _«!r Bydraagen tot des” E E 4 fr 4 . £ \ ke Ke Ì É Het 4 14 - Dn te p K M'n AT PA EL. 1 _ ir! Ì Es « j { | EE. sE ket kj LE « en oa 4 TEn zelfche et En ri Duimen. De geheele lengte van. de. pent dé: Pae Beks, tot het einde » van den Staert i iS. : e . e „ Ea Ì © ALS Van de" punt vatù Rr Bex, tot de, | 4e | punt des langften Vingers. Berend hee Verheid tusfchen detwee duin 108 der uitgefpanne Vleugelen. . …{’ dij Van de punt van den Bek tot achter ! het Hoofd. RANGE 1 54de Lengte van den Bek boven. (Egel Lengte ° van den Bek ter rak * ij vg Lengte: van den Bek beneeden. ak Van de punt des Bek ot de ER: te gaten, Eras voe deh ne SA ze | ef Omtrek-van den Bek in 5 midden. fauve Van de punt der Beneeden - kaak, sali tot de Keel daar de Veeren, be- | ginnen. es he A, Lengte van ’t pylvormige gedeelte | der SAVE RS HY OOTIPREN 15 dr Kh | Breedte Nûruurlyke Hiftorie. NS ed Ä Bitreld vant t Hoofd achter de Oogen Ë gemeRtEH. : st ong Aigork ah Lengte van den Hals. esus Omtrek vaù. den Hals in 1 midden. Omtrek van ’ Lighaam digt achter ’ de Vlerken. nk ER ate Aak en Lengte van ’t Dye-been. & 4 ie dl Lengte. van, t Beneeden- been. á | Oimtrek der Dye in.’t middens.’ op 05 Omtrek van 't Beneeden-been. Emarië van den achterften Vinger. à Lengte van den middelften én, lang- _ften Voorvinger. EN NEL Lengte vanda Buitenften Voorin ger, van des punt tot, deszelfs tweede Lidt bef, oören, daar RAe van den hy met het de middelften zaamen gegroeid is. . Lengte van den binnenften Voor- vinger , tot het einde van deszelfs EQ Bb a 887 Enge’ fche Duimen. sr D twee 388 Bydraagen: dak der, “tweede Lidt, daar hy. met het vierde’ Lidt vant der Middel- vin- ger famen is gegroeid. sas pls Lengte der Nagels van dén middel-| ften Vinger. À pel ob asupot Omtrek der vier-Voor - vingeren bet [> needen, daarze faamen gegroeid|, ZY EBEN Wins EN et ee: Lengte. van den Staert. ene Kast 8 Lengte, der buitenfte Slag - pennen, ven derzelver punt tot aan t Lide | van de Vleugel. sera rrab K Erge'fche Duimen. on r end D:E Natùurlyke Hidde 85 | Bk os ed ln NE STP ES „B Wait A3 W. 3 VAN EsdicEsrAelNiDomoos don aekool dend ain dink 1 jg à Ain SEL Sytema der. A | tuur , wordt voor een onderfcheidend- kenmerk der Mirundo efculenta. opge: geeven, dat haar Staert- pennen se met witte plekken geteekend zyn. > De kleine bereidfter der- eeb Vogel-Nestjes van ons Eiland , (waar van hier vooren pag. 148. de befchry- ving is) heêft deeze plekken niet; haar Staert-pennen zyn genoegzaam effen- couleurig , boven zwartachtig Brys en beneeden iets lichter. 9D AGV | $ Rumenius geeft van, zyne armere marine mede op , dat, de, Staert-pen- nen met witte plekjes. geteekend ZYNy en hy laatze nog daarenboven wit en zwart gefpikkelde borften hebben.; _ VALENTYNí in de Befchryving der! k Bb er KOR 899 _ Bydraagen tot. de kleine Zwaluwe , diê de eetbaare Vo- gel-nestjes! maakt; noch van fpikkels noch plekken fpreekende , geeft haar een witten, Buik eenigzints met zwart gewaterd 5 Zoo mefidit als wezentlykeverfchil- len moest aanmerken , zoo zouden er ten minften twee foorten van eetbaare Nestjes- bereidende Zwaluwen zyn, het eerie met gefpikkelde borsten en witte plekjes op de roei-pennen, en hetafider , zonder fpikkels en plekjes. Een derde foort van Nestjes-Zwalu- wen zullen dan de Momos of Boerong- dtams komen uittemaaken die haar Nestjes mede uit een eetbaare ftoffe bereiden „fchoon ze egter wegens de veele daaronder gemengdeVeertjesen andere vuiligheid niet te nuttigen zyn. De Vogeltjes van de laatfte foort vers fchillen van de hier. vooren pag. 148. befchreevene , alleenig daarin , datze iets grooter zyn, en de Beenen tot gan de Voeten met kleine NEriSn bEGrDEN hebben, Dat de Nestjes- zalde in r China niet valt, is thans bekend. genofs: - Natuurlyke Hiftorie. _39r 6 Rt ù ol een T oe A _D:D-E_R viel ve moi aria. ET REN gende eN DD. grootfte onzer Slangen is een zeer fraay geteekende, die ‘de In- lander Ou/lar Sawa, de Slang a pr | velden’, noemt. OAEy BEhodrt voletis de LiNNigiscte Clasfificatie, by de Adders ; om dat haar Buikalleenilyk met fehilden” ge- dekt is, en de Staert maar fchubber heeft… Het getal-haarer‘Buik- fchil- denis g312.en dat der paarwys ftaande fchubben onder den Staert 93: pi te faamen 405. 86 1 de-zwaare e Botfefich Dhzemorak landen zalze,hoewelzeerzelden,ter grootte van een Pinang - „boom. gevon- | Bt 4 en 302 - ‚B ydräagen tot de°!, den worden, en dân zelfs voor groote beesten gevaarlyk Zyn; maar in de be- needen-lariden daar ze zich meest by de „Sawas, of Ryst- velden oplioud, ziet men.ze nooit zoo graoit ,en het Exemplaar van het welk deeze Be- fchryving genomen is „ was maar wy- nig langer als g. voet. Het was een Wyfje, , / 4 Haat Kop was plat en breed , enmet fchubben van verfcheidenerly ‘gedaan- tegedekt. De Neusis dik; boven op dezelve iets achterwaerts. liggen de’ langwerpige Neusgaten. „Het Voors dergedeelte der Neus is met eene fchubächtige huidbekieed; daar twee langwerpige gaten in zyn, die zich omtrent als de Neusgaten van een Hond vertoonen. Aan weerskanten ‘vandeeze voorfte bekleeding derNeus ftaan nog 4. fchubben. met gaten; langs den Mond, zeer veel gelykende _ naar die dewelke men ter zyden der Neus van de Slang ontwaard, die Seba onder den naam van Phytifthe Cerenda Konno (9) Baten dBA loopen ie ‚nog (a) Seb: Tij Pp. 93 t. 62, f, 2, N / Natwurlyke- Historie. _ 393- nogv11. andere fchubben in eene rei tot inden hoek van den. Mond , waar van die ‚welke digt onder het Oog ftaat «de grootfte is. Tusfchen de Oogen op de Kop liggen 3. groote fchubben: van ongeregelde gedaante. Van de middelfte deezer 3, fchub- __ ben ftrekken zich 4. paar fchubben naar vooren , tot aan de 2. fchubben daar de boven op de Neus geplaat- fte Neusgaten in zyn. Het achterfte- paar deezer fchubben is het kleinfte. Ter weerzyden van deeze 4. paaren. vertoond zich «een drietal fchub- ben, dat een driehoek maakt, on- der het welk zich verder-van -het Oog af tot aan het vooreind der Neus eene rei van Se fchubben heenen ftrekt; de voorfte en grootfte fchub- ben deezer beide reien, komen voor op de Neus naast malkaar te liggen, en zyn met de langwerpige Neus- gaten:doorboord : naast dezelven iets achterwaarts „ontwaard men. nog een enkelde fchubbe aan weerskan- ten van de Neus. Het. Oog wordt in allen van 8. fchubben omgeeven. Aan de beneeden - Kaak bevinden zich ter wederzyde van den Mond Bb 5 6. fchub- SO4: „Bydraagen dot de ó.fchubben , met iets vert diepingen, waar in eene zwarte aaz- dachtige ftoffe «zat. © De rest van den Kop is met kleine fchubben ge: dekt, behalven een fmalle naakte of onbekleede ftreep aan de Keel; in ’t-midden van de beneeden - Kaak. De Oogen hebben ‘langwerpige regt op-en nederftaande Sterren,” De Mond is groot, ende Kaaken met veele fpitfe, achterwaarts gekeerde en! in het Tandvleesch verborgen lig= gende, Tanden bezet, welke van de voorfte de langfte zyn. De Kaak- beenderen zyn van vooren niet zaas mengegroeid, maar fcheiden zich in % midden in twee deelen , ‘waar van ieder ch rat eigen. beweeging ren orn het werhemelte ftaan naast de Kaak nog twee andere fchier gelyk- vormige beenderen , mede beweeg- baar, en met fpitfe- achterwaarts lig= a bien bezet stadt die een "ide e 08) Diergel yke met Tanden bezette Beentjes heeft er HasserQqursT mede aan hèt verhemelte al de Coluber Cerastes of REDE Adder Waar: geomen, de > &. … _Nûtwurlyke Hiftorie. _ 395 de vof binnen - ‘boven - kaak komen uittemaaken. Als de Mond toegaat zoo fluit de Beneden- Kaak , tusfchen de twee Boven - Kaaken in. ‘De Tong is zwart, van achteren rolrond , maar van vooren in twee lange fpitfen ge- deelt, Ze komt voor in den Mond, uit eene fcheede, digtonder de ope- ning van de Lucht-pyp voort. De Hals is merkelyk dunner als de Kop, en rondachtig, zoo als de rest van ‘t Lighaam em ook de korte en {pits toeloopende Staart. Van dea Hals tot aan het begin van de Staart ftrekt zich eene rei van 312. breede fchub- ben of fchilden over den Buik hee- nen, en 93. paar fchubben ftaan met deeze fchilden in eene rei , langs het beneden - gedeelte van den Staart, van deszelfs begin af tot in zyn fpitfe.. Het overige van ‘t Lighaam is met driehoekige fchubbén gedekt ; die ter zyden van den Buik, langs de Buik- fchilden, het grootte zyn De Kop heeft van boven eene grysachtige couleur „ die met blauw- achtige glansfen flikkerd. De Neus is iets BEG /ACHEIGDE grys , en de fchub- bew ben, langs.den Boven -Kaak zyn nog iets lichter als deeze. De Boog van het Oog is geel, en -de: langwerpig ronde ‚fter zwart.» Van ieder Oog loopt ter zyden van het -Hoofd-een: fmallè donkerblauwe « ftreep achter- waarts, en beide deeze ftreepen ko- men op den Hals, omtrent een duim achter het Hoofd, in een boog zaâ- men. Een derde donkerblauwe fmal= le ftreep „ loopt. van, -de Neus-af.j midden. over het Hoofd ; zich achter hetzelves in„de vlakte voor voorge= melde ftreepen in tweën fplitfende … eneen hartvormige geele „ met eení- ge blauwe fpikkels. bezerie wiek ard perkenes, rd vdok sea .ren Deeze tekening. vanhet Hoofd, ge- lykt veel naar die, van: de twee Slan-” gen die men. in Sehaas-Thefaurus, de benaaminge van Asmodeus Prins ceps-(c) en Tetzaucnatl Cd) vindt: hebbende het Hoofd der Jaatíte , me- Se On gie met dat van de rod _Ontar _ ER .r & | Pe kh dr | vz — ‚ ; Hey Selì Pef. ALL ypitt AIMO OPE -{d) Seb. Tref. IL m80, fig, HILLIE 2I5L 00 Ei 3d \ 5e 4 Natuur lyke Hiftorien 367 Oular Samba; doof de drie tusfchende Oogen seplaatfte fchubbenjen doorde gaten hébbende!{chubben terbzyden _van de Neus. De couleurvan de Keel, Hals en Builo3 is een. geelachtig „wits >. Het bovengêdeelte van ’t Lighaanris : met donkerblauwe linten, diegeele of; - goudcouleurige boorden ‘hebbem, also: omvlogtens @mdaar door „ zoo alshet”- voorgedeelteodes Lighaams vande by DEBA afgebeelde coluberde Jarara- ka,of Adder- Slang van JavaGe) jind : Schier A ruiten verdeelt. # | „De couletr der sanbonse Lin- ten heeft een fpiegelende glans, gelyki blauw Emauslof Amathist.. De, Cou- leur der ruiter is boven opdensugeen: donker grys ,\datsmade-verfchillende … weerkaatfing ‘der ftraalen,, penn ra io blauwe en geele Verwen fpeeld-: ter. zyden van het Lighaant zyndeêzerui- ten iets lichter grys. Op de-plaatfen; »o daar zich de blauwe lintemxter weer-: _zyde van het Lighaam kruisfen , ftaan Tr Li ° Tet eert IP ox | 6) | $, ae, sh diit 4 Li9 V Ar Ee langwerpige, en-langs-het Lighaam… da {trekkende witte vlakken. „De-Staart (e) Seb. The/. I t. 7o. fI2, is, ed N Ea 398 _— Bydraagen tot de __is meest geheel en al met deeze-don- kerblauwe lintemoverftrikt, De plaats - fen tusfchen-dezelve zeer: kein val- lende, zyn meest witachtig of licht - grys, en-vertoorien de Figuur der ruis ten niet meer. Beneden is de Staart - meest geel en-wit, De beet van-dee- ze Slang wordt niet voor venynig ge- houden: Ze leeft. meest van: Voger EEE len, Muizen ‘en Rotten; egters wat » 770 Gedierte ze. maar wgrecther pe deb dat is haar Gropius} van Zislë Joy M A A Sp, | rogeiene 4 „Vesten: , Duimen. De aile lengte der Slang aow skap 93, is. edad EOS |V: tE Lengte: van den Kops 5700 24 podust ipv 1gat Breedte van-den Kop achter.|- -— [2 Verheid van 30 eene „Oog, tot p ds het ander.’ dy  t.HPI LO sid Verheid van 'ecene Neusgat ve tot het anderen 00 coap EE Verheid van de; Neus tot het | s arb Oog. Rods DUS Verheid: valt ide: Neus tot in wael de hoek van-de Mond.” |” — 2% Afftand der boven op de Neus liggende Neusgaten, vanf — het fpitfe der Neus. . . AN aas Blifforieaox 399 . AP IT A CI ( - En elfche 1) H] 4 ), KANE 4 ) vee Duimen, Hoogte of diktewant achter- gedeelte van ‘den Kop. à .| — € _ Heegte of pe Mi de Mond, Be 4 KD oten we ek d- d Á ‘ d _Dootmeeter der Oogholtens.| _— î Omttek vanden Staart bysher Aärsdât. Seen AT en 32 Omtrek van het Liehaam by „het begin van den Staart. , — EN K-van rsi Ji | den Kop. : ke 35 Omtrek van het Lighaam op ET B ‚ de: dikfte plaats. sie 5 = 8 Gmtrek van het’ achrergedoel.| or | ua wa NA te van re zE aen ogidpiommrt S E _ rc ‘ r r4m nt) + rn 7 ern J (ro! 310 3 fi Kie « 2N1 Ds bd ir r „ . £ he d „ _ _ ) „nn Pe! 4 Ed " RENT en eig he atd Jan JO OTT Diks /i èe F 8 [ s Dn A44 AS mstf 2 p 15 i pe r Ede ED Fe} Ì O1 / rr TA f art mer A. ed if dâ 39 i ALSI Syvtartor 0239130} NDT - =KBABUL vO 1901 It 4 OOV EBV 413 taj. Ì fe Pp HEA ve pij EE VOKE-TOIA IDA Ais ZEIAEICHS OPI 4 Pa -, _ mf _ n n ed de d J kildedes Ne | J een De ne an ne a aman ee „A ê Î k 400" _Bydraagen tot de GOUDACHTIG nn E y L A K 5, EO T en Ee K, OP DE GROOTE ADDER VAN dj EILAND TAVA' GEVONDEN. | He Lighaam van deeze Zeek is rondachtig en plat of linsvormig „ ach- ter-iets breeder dan vooren. Zy heeft geen Borstítuk , en van het Hoofd ont- waard men met. het bloote Oog-maar enkeld de Snuit en de digt daar aan ftaande fprieten, als drie geringe ve- zeltjes of draaden. Vier «paar Beenen ftaan beneden aan het Lyf, van vooren naar achte- ren tot iets overde helft van hetzelve, en van vooren iets digter by malkan- der geplaatst als achter. De breedte van ‘t Lighaam dwars over het midden ge- mee- Natuurlyke Historie. —_ 4öi gemeeten , bedraagt een tiende duim: Het Lighaam is boven zwartbruin; met een goudverwig ringetje in 't hidde geteekend, en met nog zes goudverwige vlakjes , die rondom dit ringetje gefteld zyn ; te weeten, een vlakje aan ieder zyde van het rin: getje, twee achter hetzelve digt naast malkánder, en twee vooren iets van malkander afftaande. | Het benedén-gedeelte van't Lig- haam is licht bruin , zoo als mede de Voeten. Door het Vergrootglass, toont de Snuit van deeze Teek, veel overeenkomst, met die van de A4- cinus of Honds-luis; dewelke zeer _keurlyk afgebeeld is, in de uitge- zogte Verhandelingen D. IX. PL. óo. De fprieten van de onzê zyn egter knotsachtig , of dik en rondachtig van vooren , en mede alleenlyk maar langs derzelver zydwaarts gekeerde kant getakt, of raspächtig met pun- ten bezet; ook zyn ze iets langer, als de Snuit. Aan het Beneden -lyf iets achterwaarts vindt zich eene rondachtige verdieping, met een JIL Deel, Ce kleine 402 ___Bydraagen tot de kleine uitpuiling in haar midden, dat den anus fchynt te zyn. | De 7 eek „ die hier zeer a ie in de Bosfchen, en mede dikwyls aan ons Huis - Gedierte gevonden wordt, verfchilt door haar effen Couleur veel , met de zoo even befchreeven, en fchynt meerder overeen te komen met de Aicinus. Misfchien is onze Goudachtig gevlakte Zeek, hetzelfde Infeét, het welk SrBa aan zyne Ame- ricaanfche Luizen - Slang vondt. Natuurlyke Hiflorie. 403 D E | | EEE eN ME vn OET, T UIN-SPI N; VAN °T pn alie Pa IG Fo trordin zovrialfocagnatdg Dae wordt in onze Tuinen, op de Heiningen der Velden en fomtyds ook wel in onbewoonde gebouwen; een groote Spinnekop gevonden, die men hier den naam van Groote 7wi- Spin zal geeven;, fchoon, ze egter ’ voor ‘t overige zeer van lighaams ge= ftalte verfchilt met de „Aranea Cu: curbitina, die in de natuurlyke Hi- ftorie van den Heer HourTTUIN de Tuin- Spin genoemd is. Ze maakt een web uit zeer flerke draaden , die ze in verfcheiderichtin= gen opftele ‚ en die vastigheid gè« noeg heeft om de grootfte vliegende Infeéten te verftrikken; zelfs kleing Vogels, zullen ’er dikwyls in. gevan= gen raaken. Haar borstftuk is voor zen rondachtig en verheven; achter "Cea plat | had 404 “Bydraagen tot de plat en breed. Het Lyf is lang endik. De Beenen Zyn fchaalachtig en lang ; het derde paar is merkelyk korter als de anderen. De Knypers, de Voel- Armen , het Borstftuk en de Beenen zyn zwart. Het Lighaam is bruinach- tig zwart; boven in ’t midden met drie, langs en meest regt uitloopen- de geele ftreepen; ter weerzyde van deeze ftreepen geel gemarmeld, en beneden wit en geel’ gevlakt. Het tweede lidt der Voel- Armen en ’t eerfte lidt van ieder Poot, zyn mede geel van onderen; ook heeft ieder regt op en neder beweegend £» wricht der Pooten beneeden een geele vlak. Het borstftuk is boven begroeid met goudachtig glinfterende hairtjes. Des- zelfs voorder gedeelte loopt vooren, daar de oogenftaan, meest regt uit. Het platte achtergedeelze is rondachtig, en als met een gezoomden rand om- B achter int midden ,ter plaat- e daar het borstftuk met het lyf zaa- men hangt, iets ingekorven. Agt bolronde oogen, ftaan aan de rond- achtige, regt uitloopende voorkant van ’t borstftuk; vier in ’t midden vierkants gewys geplaatst en twee op se Natuurlyke Hiftorie. 498 Op ieder zyde naast malkander. De plaats daar de vier middelfte oogen opftaan is maar weinig verheven, waartegen de plaatfen der zy - oogen fterk uitpuilen en zich aan ’t bloote oog als kleine hoorntjes, of knoop- jes vertoonem. Indeeze knoopjes zyn de zy-oogen, iets benedenwaarts, zoo digt naast malkander ingevoegt , dat haar affcheiding zelfs met het ver- grootglas moeielyk waarteneemen is. Hetachterfte der zy -oogen ftaat een weinig rugwaarts,; Zoo -dat -de-Spin ;, met deeze oogen, zywaarts, benee- denwaarts en achterwaarts ziet: daar haardevierin’tmiddenftaande oogen, teffens al het geen doen gewaar wor- den, dat voor en boven hgar is. Be- needen de oogen komen vooren in ’t borstftuk twee dikke , kegelachtig ge- vormde, gladde, glansfige knypers voort , waar van ieder met een bewee- gelyke , kromme en zeer fcherpe na- gel gewapend is. Onder deeze kny- pers ontwaard men drie beenachtige fchaalftukjes, die het beneeden ges deelte van denmond-uitmaaken , waar van de twee terzyden ftaande , voo- ren iets breedachtig zyn en langerals Ok eid het 4656 _- Bydraagen tot de het in'tmidden ftaande langachtig half- ronde ftukje. By het openen van den — mond, vindt men in dezelve een ftyf vlies ; dat breed is en vooren rondach- tig gelyk een tong. Ter zyden van den mond ftaan de voel-armen , die uit vyf leedjes faamen gefteld zyn. Het eerfte deezer leedjes , dat heel kort is , heeft op de plaats, daar het met het borstftuk faamen hangt, eene waag- regte beweeging. Het tweede leedje ishet langfte ,en heeft een loodregte beweeging op het eerfte. Het derde dat het kleinfte van alleis, beweegt zich mede toodregt op het tweede. Het vierde is iets korter als het tweede en heeft een waagregte beweeging op het derde. Het vyfde leedje fchier zoo lang zynde als het tweede be- weegt zig loódregt, is iets geboogen enftomp van vooren. De twee voor- fte leedjes van ieder voel-arm, zyn digt bezet met fteekelhairen , aan ’t bloote oog zichtbaar. Beneeden in het borstftuk zyn vier paar pooten in- gevoegt. De twee voorfte pooten aan weder zyde zyn de langften; het tweede en vierde paar ís omtrent een vyfde korter als het eerfte , fe Ci= Natuurlyke Hiftorie. -407 derde paar meet fchaars de helft der dengte van het eerfte. leder poot be- {taat uit zeven leden. Het eerfte, of achter aan het borstftuk zittende lidt, is diken kort, en heeft een zy- lingfche of waagregte beweeging. Het tweede, dat nog korter is als het cerfte , en minder dik , beweegt zich loodregt, of op en neder. Het der- de lidt fchier zoo lang zynde als het zesde, beweegt zich mede loodregt; egter meerder naâr boven als naar be- needen. Het vierde lidt is niet veel langer als het eerfte, en van eene fehulpächtige- gedaante; het beweegt zich mede loodregt, maar meerder naar beneeden als naar boven. Het vyfde lidt, iets korter zynde als het derde, beweegt zich waagrest. Het zesde en langfte lidt isdun en boogach- tig, en heeft een loodregte bewêe- gingop het vyfde. Het zevende lidt omtrent zoo lang zynde , als het vier- „de, heeft weinig beweeging „ en fchynt eerder eene voorzetting van hetzesde, din een byzonder lidt uit- temaaken.” Ieder poot is aan het ein- de gewapend met twee kleine fcherpe geren of haakjes ; dewelke gelyk ook | de Cc 4 408 __- Bydraagen zor de de doorfien en fteekelhairen diè langs de pooten ftaan en alleen voorwaarts gericht zyn, alleenlyk maar door het vergrootglas duidelyk waargenomen worden. Het beneeden gedeelte van ’t borst{tuk,heeft tusfchen de pooten ee- ne hartvormige gedaante. Het achter- lyf, by het dikfte einde , maar met een klein gedeelte van deszelfs benee- denzyde, aan het borstftuk vastge- groeid zynde,fteekt verre boven het _ borstítuk uit. By het wyfje is het achterlyf rolrond , iets dikker egter by het borstftuk als achter. Het achter- lyf van ‘t mannetje, valt tegen het midden fchielyk af, en ís veel dun- ner by het eind als: by het voorftuk. Het mannetje gelykt veel naar de af- beelding van de Oost- Indifche Spin- nekop in S$ebaas Thefaurus T. 4. tab. 99. fig. 9. dewelke buiten twyffel, van de hier befchreeven foort genoo- men is. Aan het eind van ’t achter- lyf, ftaan beneeden, digt aan mal- kander vyf langachtige teepels, daar de fpindraaden uit voorkomen. Het achterlyf is weekachtig, en met een dunne huid overtrokken; alleenlyk maar b beneeden, digt by deszelfs ver- ee. N Natuurlyke Historie. 409 “eeniging met het borstftuk zit’er eene fchier halfronde ‚hoornachtige platte, ef fchild op. Het borstftuk, de poo- ten, de knypers de voel-ärmen zyn hoornachtig hard. Op de ronde rug van het verheven voordergedeelte van het borstíftuk , ftaan ter plaatfe daar zich deeze rug met het platte ach- ter gedeelte-van’t borstftuk vereffend, twee knobbeltjes, die zich door het vergrootglas alstwee kleine naar voo- ren GERO hoorntjes vertoonen. Engelfche Duimen. Lengte van ’t borsftuk. . . 5 Lengte van ’t achterlyf. kvele Breedte van t borstftuk voo-|_ TEI . 55 Breedte van’t borstftuk op de breedfte plaats. _. . Lengte der knypers. Dikte der knypers vooren. Dikte der knypers achter. … Lengte dernagels aande kny- pels; s… Jet & Ze Lengte der voel-armen. et te fo Lengteder voorpooten. . ‚| 3% Lengte der tweede en vierde poot. , …|_ 3% ck Bere Leng- val me gee ge o an gio --Bydraagen tot de” sint WS at pd, j r hd opl pe Sd eenn 14 je Engelfche Duimen. 101 Lengte der derde poot. ie ï de n Dikte der achterleden van de | voorpooten. IJ An ix Grootfte dikte » van 4 7 achter- lyf. n is. Doormeeter van't achterlyf meh ‚ by’ eind. od tere saties ‚a Deeze meetingen zyn vaneen wyf je genomen dat taamelyk groot was maar echter nog van de grootfte niet. Natuurlyke Hiftofie. 41 KR WED VLEEL NDE MOESPALM. ded adre Boom aan dewelke Ru M- “prius, den naam van Moeskruidige Calappus, Olus Calappoides en Cycas -geeft,vindt men onder deeze laatíte benoeming in het Linneifche Syftema als de eerfte gevindbladige Palm ge- plaatst. Ze wordt daar voor den Am- boinfche Sago- boom uitgegeeven en meest alle de opvolgers van het Lin- neifche Syftema hebben dit gevoelen overgenomen. Egter fchynen ver- fcheiden de zwaarigheid wel gevoeld te hebben van het opgegeeven ken- merk der Cycas: „eene drooge fleen- s> vrucht, met eene tweekleppige noot, 5» en eene vaaren- kruidachtige krul. >» ling der bladen” met dat geen faa- mente pasfen,het welk een zoo naauw- keurig onderzoeker als RuMmrHrus van den Amboinfchen Sago-boom fchryft, haar hem zoo lange jaaren opde plaats _ zelfs via Byadrdagên tot. de. zelfs waargenomente hebben daar hy te huis behoord, en aan duizenden van -menfchen tot voedfel verftrckt. Door deeze zwaarigheid mede in ver- leegenheid gebragt, zochte ik in de orde der Palm-boomen „in ’t if Deel deezer verhandelingen uitgegeeven, ‘hier omtrent te verhelpen met de Sa- go - boom van RuMmrPHius in plaats van deszelfs moeskruidige Calappus aantehaalen , en het kenmerk der bla- den naar de Sago- bladen te fchrik- ken. Maar dit was mede als vande eene dwaaling tot de andere over- gaar; want. de Mallabaarfche Todda panna en meerder aangehaalde foor- ten van Olus Calappoides pasfen zoo min:by de Sago-palm , als de opgegee- venkenmerkender vruchtmaaking van de Cycas. Déeze fout zal verfchoo- ning vinden, in een fchielyk ontwor- pen opftel „met het welk niet anders bedoelt wierdt , alsalleenig, de lief- hebbers der kruidkunde , in onze on- derden lommer der Palmboomen ver- fpreide volkplanting , tot het onder zoek van dit edel plant-geflacht uitte- noodigen, en hun het gemak aante- van van by ieder ontdekking in ’t kort Natuurlyke Hiftorte. _ âïg kortte kunnen Overzien, wat reeds be- kend is en wat ‘er nog aan ontbreekt. Byzonder aangenaam is het my egter, van thans te kunnen verbeteren wat ik verzien had, en mede van de dwaa- ling een eind te maaken in dewelke veele Botanisten door de Linneifche Cycas gebragt zyn. Want gelegenheid gehadt hebbende van de Cycas of OlusCalappoides zelfs waarteneemen, zoo zal met derzelver befchryving buiten twyffel ftellen , dat de kenmer- ken die onzen grooten LINNEus van deeze Palm opgeeft, tot geen ander palmfoort kunnen betrokken worden, en dat het maar by verzien gebeurt mag zyn, dat by deszelfs Cycas, de AmboinfcheSago-boom is aangehaald. Deeze Amboinfche Sago-palm hier omftreeks mede enkeld vallende zoo. hoope van derzelver vruchtmaaking ook nog wel, in een der volgende deelen deezer Verhandelingen bekent te kunnen maaken, en tot zoo langè mag de plaats van de Meelpalmin dê orde der Palm-boomen voor open aan- gezien worden. “Thans zal ik tot de befchryving det Aid of Moespalm overgaan. De 414 Bydraagen tot de. „De Wortel is eene knolachtige voortzetting van den ftam, met wit= achtige vezelen bewasfen. De Stam is regtopftaande, rond, beneeden dikker als boven, boven dikker als in ’t midden, met eene ruuwe grysachtige oppervlakte over= trokken en boven door de overbly- vende rondachtige ftoelen der bladen; en by ’'t Wyfje mede door de einden — der vruchtfteelen met knobbels en rimpelen omgeeven , 2 - 3 mans leng- tenshoog , fomtyds in twee en meer- der regt opfchietende dikke takken verdeeld, en beftaande uit een vast hout, het welk een groote kern van wit, voos, flymachtig merg in fluit. De Takken-worden niet altoos ge- vonden, en zyn gelyk aan het bo- ven einde der enkelde ftammen , me- de regt opftaande en aan haare ein= den, meest op een gelyken afftand van de grond, met de bladeren be- zet. De Bladeren ten getalle van 40-60 in verfcheide kringen naast malkander ftaan= Natuurlijke Hiftorie. aas ftaande„‚op.de toppen der.ftammen, zynmeestgelyk breed,4-6 voeten, lang en overhoeks gevind,, met fabel- vormig rugwaarts geboogen, fmalle , gelyk breede egter vooren en achter {pits toeloopende blaadjes,die eenrib- big, glansfig „ gras-groen , omtrent een fpan lang en een halve duim breed zyn, zich ter wederzyde van de blad- {teel met haar platte zyde in dezelfde vlakte uitfpreidende. De Bladfteel is rondachtig, groen, beneden aan we- derzyde met kleine doorntjes bezet; met een rondachtige knol aan de ftam vastgegroeid, van buiten bontachtig, en binnen opgevult met een wit flym- achtig merg. De binnenfte bladeren ftaan meest regt op en neer, de bui-- tenfte fchier waagregt uitgefpreid. By haare uitbotting zynze in eenge- kruld , zoo als het vaaren, kruid, en nog jong zynde „ wordenze als groen- te genooten,, die veel na aspergies fmaakt. | De Bloemen zyn eenflachtige Man- netjes en Wyfjes bloemen, die van malkander afgezondert op verfchillen- | de boomen gevonden worden, hes 00 416 __-Bydraagen tot dé — …_ De Mannetjes Bloemis een grootê; geelachtige , naar een Anânas zonder kroon gelykende Pynappel, regt op= ftaande boven op den ftam, tusfchen de fcheut der nieuwe bladeren en de kring welken de oude bladeren maa- ken, en faamengeftelt uit veele kraak- beenachtige , langwerpige , platte, wigvormige , lighaampjes , die boven glansfig , als met geel lak overtrokken enbeneeden als honinggraat , in klei- ne met geel ftofmeel aangevulde vak- jes verdeelt zyn. Het fmalfte ge- deelte deezer, de ftelle der meel- draatjes vertreedende lighaampjes ; zit vast aan een ronde omtrent 2 dui- me dikke fpil, die beneeden waarze den bloemfteel komt uittemaaken ; iets gevoord, en met geelachtige fcheerwol overtrokken ís. Kelk en bloemkrans ontbreeken. De lengte der bloem bedraagt veeltyds meerder dan 2 voeten, by een omtrek in 't_ midden daar ze het dikfte is, van 14 voet. Ze verfpreid een fcherpe door- dringende en door zyn hevigheid onaangenaame reuk. DelWyfjes-Bloernen mede noch kelk | noch Natuarlyke Ei ifrie | 417 noch kroon hebbende ; ‘beftdan eenig uit de naakte . vruchtbeginfelen , dat donker bruine fondachtige- ligbaamp= jes zyn; met een klein puntje:boven op, hetwelk het ftampertjeuit« maakt; -enzichdoor het vergrootglas alseen buisje of uitgeholt rolletje ver- toond, met een breede wrong van boven. Ze zyn vastzittende en over+ hoeks geplaatst „meest. ten getale: van 6. aan bloemfteelen ; ‚die in meenigte boven in ?t midden van denftam 3 tuss fechen de bladeten uitfpruiten‘en int beginals ze noch digt/aan malkander gefloten „en opwaarts gericht, ftaan ; een beneedenwaarts iets buikachtige kegel voofftetlen, die vän verre wel fets naar de ananas = vormige Mânne- tjes bloem gelykt. Ouder geworden; ópenen Zich deezeé Vruthtfteelen en zonderen haat ván tmalkafder, af, en op’ 't laatst, doorde Zwaarte derVruch- ze rondom de kruin vän de Palm tusfchen de bladeren, zn Deeze' JEN zyn alek en weest tot haar midden’ als vierkant ; boven het midden iets breedachtig „ Br Deel, Dd als 418 | … Bydraagen iet de. als gegolfd, ‘en met langachtige ter wederzyde overhoeks geftalte hol- tens ‚daar de Vruchtbeginfels in zit- ten; haarbovengedeelte is eene bree- de fponton-vormige punt , vooren ge- tand sven eindende met eene lange {lappe fpits.. De breede punt der bloem:fteelen is alleen maar gedeel- telyk groen, zynde deeze fteelen voor de rest geheel met eene geelachtige fcheerwol overtrokken. Ze beftaan uit een wit. voosvleesch ; « volwas- fchen zynde bedraagt haar lengte fom- tea by de 2, voet. o- De Vrijcht is een langachtig ronde Steenvrucht „ van groote als eene groote, „Okkernoot „ ter zyden iets plat, beneeden puntachtig, ‚ en bo- ven met eene geringe fcherpte. Ryp zynde heeft ze van buiten eene brui- ne , dikke , leerachtige , fterk gerim- pelde „ egter glanfige - huid „ vastzit- tende op een dunne, houte, zeer taaye , geelachtige , cweekleppige fchil-, met een fcherpe rug van boven, langs ‘dewelke zich de noot opend om den. kiem door te laaten. „Deeze dunne houte {chil is van 3) We - Kk -bin- Nütvarlyke Hiftorie, ard binnen äls uitgevoedert, met een Kastanien bruine viltachtige ftoffe ; dewelke beneeden veel dikker als ter zyden en heel boven zich ver- liest in. eene dunne donker - bruine huid: In deëze viltichtige ftoffe ligt de pit; die rondachtig , beneeden iets plar 18, en wit vancouleur, met een bruin vläkje van boven ; beftaan- de uit een'{witachtige {toffe naar die der Kaftanien gelykende „ mdar voor zer Zynde ; en een fterke olieachtige reuk van zich geevende. De Vruch- ten wordên weinig geacht, fchôon- ze door kooken en roosteren tot fpys ze toetcbereiden Zyn; vise De Nederduitfche naam Sie men aan deeze. Artin geeft, fteunt op. het hd rard t welk van derzelver. jon= ge bladeren gemaakt wordt. In de ord der Patmboomen kan dit Palm- geacht als. € de Loïs Sh gevi indbladi- mèn, naar ag tic t de 5 leng gep a Een den. EEC | HaAG 1 153 id rs e Á _ vo hpt ed rond [ tok Sal er dek Ani 4° at. yrlsoib gain “hrnoól. Tissen moodeserty! ir ah ury Cf € bn 5 2 ef st pn  WW 4e NR ad N Dd ze Jo. A2O „Bydraagen. tot, de, IQ. CICA4S. „MOESPALM. _Mannèijdë Ploem. RE regtopftaande pyn-appel, uit vee- le wigvormige lighaampjes zaa- ‚ mengefteld, die aan haar bene- denkant in vakjes verdeeld ich: N daar het ftofmeel in zit, eh _Wyfjes- Bloem. Geen kelk nóch bloemkraus. Een enkelde ftam- _perophet naakte vruchtbeginzel. Eene ‚drooge fteenvrucht met. eene tweekleppige noot. d Cychs a INALIS- Rub Sb Depan. Maleissch ‘Sajor 5 Calappa. „359 zt Mét gekruld uitb des gevind bladen, wiers gel Sh bgetdenad- „Jes, fabelvornijg. Bebe e, , REN EERE Befchiryving an ‘dee ze Palm verfchilt ha eenige DRS die egter van wéinig belang zyn, met het hier opgegeeven, en de afbeel- ding die hy in ’t Herb. Amb: 1. Tab. 22. vande ge” esboom geeft , gj Natuurlyte Hiftorie. _ aat de altenaauwkeurige overcenkomfte met onze krullende Moespalm, om met waarfchynlykheid te mogen ver- onderftellen, dat hy een andere boom in Zyne befchryving zoude bedoelt hebben. Alleenig de met B gemerkte figuur, die de doorgefneden vrucht in derzelvér pit ovaal rond, en de fpon- gieufe of viltachtige ftoffe in welke de pitligt, boven en beneeden van gely- ke dikte vertoond , fchynt verteekend te zyn 5 het welk reeds door derzelver vergelyking met de afbeelding der vrucht by. A: en C : blykbaar wordt. By de Mannetjesboom. op. ZUb, er. zyn de bladeren niet Zoo wel ver- beeld als op Zub. 22, Ook wordt ‘er de ftami en de Anapasvormige bloem , hier ten onrechte als gefchubd afge- fchetst, De Mannetjesbloem die 745. so. met haar fteel afgebeeld is, komt meest geheel en al met die van de krullende Moes-palm overeen, als ‚men de doorns wegneemt, die opde vooreindens der x wigvormige lighaam- — pjes gezet zyn. Blykens vruchten van Mauritius Ì ontyangen , valt deeze Palm meede op - D d 3 E dat 422 Bydraagen tot de. Nats Hift, dat Eiland; de Heer Cossin ydie de goedheid heeft gehadtom’er vruch ten van overtezenden fchryft datze te Madagascar. te huis behparg, en Samble genaamd wordt. “Schets N u EN nd " adt Lek nad den er en en ee In de Befchryving der heefterachtige Poelpalm, Verhand. IL ieës Pag. 482. derde regel van beneeden, in fteedé van 26, - - « == - = e = Ie Pag. 483. de en zesde geel van boven; : en je in ftéede vÂn in de eene of andere, - = in nog eene andere ; Pag. 484. zesde regel, in fteede van, of | zo afgedrukt: rondachtige, - - « == of rondachtige, Pag. 487. elfde zegel ‚ in ftecde van 7 e PIOOZEN, == «es === a == Plooyen, dertiende rêgel, in fleede van, een afgedrukte duim, -— == e= = e= eER duin: / of” 8 423 Schets van de uitbotting der Bloemkatjes, aan de eerfte groote Zy- tak van de Bloergfteng der ‘heefteragtige Poelpalm. Verhand, II. pag. 480, | A.A. h. Nare Emeis of Bewaarzakken met puntt- fe Toppen. __B.B.b. b.b. Scheeden met een platte Zool, en rondagtige Toppen of Vooreinden. A. Eerfte puntige Scheede, die den Zy-tak en Hoofd- tak zamen heeft in gehad. B. Eerfte gezoolde rondagtige Scheede, tak wit voortkomt. -- daar de Zy- a2. Puntige Scheede, daar het vervolg van Ein Hoofd: | tak en deszelfs verdere Zy-takkem uit voorkomen. kee OK K. De twaalf Bloem- katjes. De Cyffer- letters geeven te kennen, de hoeveelfte _ Scheede van ’ eigenfte Zoort , die Scbeede in de aancengefchakelde uitpotting is, daar de Letter by ftaat. Zo is by voorbeeld, (A6) de zesde puntig toe- loopende Scheede, der uitpotting van A. tot (A6) en (53). is de. derde gezoolde rondagti- ge ORE der uitpotting van A. tot (43) Mrs „pag: 423 BYVOEGSELS EO A DE BESCHRYVING, | sd lt ak SUNDASCHE EILANDEN JAVA, BORNEO zw SUMATRA. ° T EILAND JAVA. | L. de de korte fchets der bezittingen van de Oost-Indifche Maatfchappy » in het Eerfte Deel der Verhandeling, is de bevolking vanhet Eiland Háva veel minder opgegeeven. als dezeive wezentlyk iss -de nadere berichten _ hebben my in ftaat gefteld,-ditte vers beteren in erder byvoegfels. zwoor: eerst moet ik aaamerkën, dat men op geheel Java, alleen voor Tjat- | jas rekend de Boemies, zynde óor- fpronglyke Ingezetenen ‘en Nonpans een volkuit nabuurige diftricten. over-, gekomen, ““welkerhuisgezinnen «op Dd 4 2 mans 424 Byvoegzels tot de Befthryving | a mans-2 vrouwen en 2 klders w wor- den gerekend. En dusblyven de Böèjangs, onge- trouwde en alle die vreemd zyn, hier onder niet begreepen, 3 Benus dat ík op sooo. Tjatjas, of gogoo. Menfchen fchatie, is be- volkt met omtrent 300ö0. Mans, en dus kan men het zelve op goooo. (5) Inwooners rekenen,behalvèn’hetPrin- fen Eiland Pulofeelan of Pulopaneetan genaamt , dat aan deszelfs Noord - West kant ligt, en omtrent 2oo. Ín- wooners heeft , onder een Hoofd Kiey ea Alipan genaamt. | HetGaéatrafche is op 29ooo Ljatjas of 230388. Menfchen berekend, (4) waar van deStad.met derzelverZuider- voorftad 2501, huizen zoude hebben , ane , peen ca) 1 Deel Verb: pag. 6. Doch deeze nadere op- gaaf is door den Heer Bantams Commandeur L. Mei baum, mede gedeeld. De Strand -of Zoom - Negoryen Zaiadaug genaamì, zyn 84-in’ getal en hebben alleen, 15000. Mans in fraat tot den arbeid; de binnenland- fche Negoryen neemt men op even zoo veel; „de groot, te der Tjatjas zyn niet zeker. Ch, L Deel Pag: 6 20, 4Ben 6e o D der Sundafthe Eilanden. as _Ínwooners: sdolsdist. De Stads Ommelanden. „131895. „De Regent{chappen. . 39575. „De Preanger-landen. 116787. Of het Jacatrafche ( E). 230388. Nochtáns blykt door een accuraater opneming, die egter nog niet voldoen- deis, dat in 1779. de Inwooners van be Stad en” barda eig waren, (47) é ERTMS OPE: dt de Gindietnden. et 160986. Regentfchappen1 111 hui- *_ vi on aa Benraad __Boejangs. » 1325. te Tâmen 68351. Preangerlanden1s72g hui- zen. ‚__…, …* 94344 Boejangs. + 5103, te faamen 99447. „rlanped in't geheel 340915. „Zyn- Ce) De nnanen: Gemert A Moss telde in 1754- de Stad en Ommelanden op -_ 11816. De Bovenlanden op - - «oee 1696165 De Preangerlanden - « == « 31470. Of te-{aanen op-Inwooners. - - _« 212902, (d) Onder deeze Inwooners in de Stad en Om- melanden , zyn ruim 20000. legen, en Page Slaaveni, Zie II, Deel pag. 61, - | Dd: 426 Byvoegzels tot de Befthryving Zynde hier onder geen-een van de Dienaaren der Compagnie begreepen. De dooden ín 1780, hebben beloo- pen, Kuropeele eN Bur- gers, «120 Inlandfche Dltkenons mans , vrouwen. en kinderen. … — .- 375 "‚Chineezen mans , vrouwen en kin- deren, : ma drij: we tard 670 Mahomedaanen. ENE ANR Slasven: ai: ÛY 3EIHO In de Gereformeerde en Luterfche Kerk zyn 113 paar getrouwt. En 245 kinderen gedoopt. Cheribon is berekend op rsooo Tjatjas of goooo menfchen en door geene nadere berichten bepaald. Ce) SFavaas Noord-Oost- Kust dat zieh uitftrektvan deRivierLosfary dewelke het van Cheribanfcheid, tot Caap San- dana aan Straat baly , is in't geheel op 94000. Tjatjas gerekent, of 565200. menfchen ; (f) en dewvl men geene egte: optelling daar van heeft, kan men alleen by y vergelyking oordeelen. | In = R - ned Ce) Dit is na de rekening van den Heer } Moss ser in 1754 en Ì. Deel Bamav. Gender). Po 6 (£) 1, Deel Verh. Prg: 7 RR ’ verder: Suôdaftha Eilanden ax zainiadsne 1738, toenden Keizer al- leen Meester van dit uitgeftrekte land was, waren de Inwooners verdeelt 94500 Tjatjas onder Cartafoera, 86ooo Wester Binnelanden. 63200 Ooster Binnelanden, 22600 Westerftranden, 33400 Oosterftranden. ___1oooo Eiland Madura, 309700 Tjatjas of 18 58200 Inwoo= ners. En hoewel men niet kan onderftel- len dat het veel minder bevolkt is, zoo kon menin 1774. niet meer tellen als 6goooTjatjas onder deCompagnie: _ 85450 °.>… Onder den Keizer. 870oso . . onder den Sulthan, 10000 «OP. Madura. 251500 Tjatjas of 1 5ogooo Inwoe- ners. _Na dit voorgaande. zoude Bantam hebben. goooolnwooners. Saccatra +. 3409I5. | Chéribon —… - .- goooo. Favaas Oost-Kust 15Ogooo. of het geheele Eiland gava enn neren ee IE RZGOLS, Inwooners. Jesban MSntoe Ief dt 5 428 Byvoegzels tor de Bäfchryving, Zedert de Aartbeevingen den 25 Ja- nuary 1769. 10 May 1772. 4 January 1775.en den 22. January 1780. voor- gevallen (zg), heeft men nog eenige ligte fchuddingen gehadt. Op Zondag den oo. EN on: 1783. om elf uuren favonds. Donderdag den 29. Juny met’t eer» fte quartier , om 7 uuren fmorgens , en een uùür namiddag Aardbeeving. In July drie Aardbeevingen. Donderdag den 13. om 2 uuren 30 min. namiddag „ op laatfte quartier, Saturdag den 15. om o uuren 30 mjn. namiddag. Dingsdag den 18. om 8 uuren 15 min. fmorgens. Den 7 Augustus rookte deBerg Ln erango. Woensdag den 13. December om rr. uyren favonds Aardbeeving. Hier uit meent men te kunnen aflei- den, dat de Aardbeevingen hier meest voorvallen omtrent de Solfticien en. dat wel met volle maan. rex | Ì Dit (2D L Deel, pag. zi, én IL Deel achterfte gedeel. Ee Pe5. SL X … der, Sundafthe. Bilanden” 429 aidan ook: de reden dat men den 1o.,February 1781. een dag na volle maan, toen de maaniin zynen naasten ftand aan de aarde was, daar voor vreesde, doch zonder dat men iets daar van gewaar is geworden, _ “Het Noórder en Zuiderlicht, is zedert veelmiaalen geobferveert; ja zelfs fomtyds tot aan het Zenith, En het Zodiacaal-licht fomtyds aan zeeftrand, wanneer-de lucht helder en koel was5- gaande perpendiculair inde breedte van. Io. tot 30; graaden tot eene hoogte van meer ie 50. genas deOpsosnr sb zo | FP geen ik over de dolle fisher gezegt heb , dat dezelve op Batavia nooit” gezien” “waren (A) is “in “dit Derdé Deel nader aängetoont door twee ongelukkige gebeurtenisfen bin- nen weinige jaaren hier voorgevallen. „Inde befchryving van de Stad Ba- taviaftelde ik , dat om de zeven jaaten gemeenlyk eene overftrooming ge- anedde, gelyk in 1 256 PR 1778.(i) EE ol In: 7 nam mmm dgn {b)T. Deet. Pig: 37. | £i) L Deel pag. 45. : U (RP. ‘ 430 Byvoegsels tor de Befthryving ” In:den jaaré 1780.» heeft men var den is tot den 29. January ; zwadré overftrooming geldt in de benegdert pla we | > jm k) hadieth 5 ln In F Februäry s April en Met zi aned donder en regen, en den 17. van rid gemelde maand hoog. water. Het jar 1781. is tot heden zönder Aardbeevingen en zWwaare: donder , doch den 3: January begon het te rege= fien ên te waaijen zonder ophouden, on ee eed van in Ie 5 WEDFEOGE OLEN IR }oj De Benedenftad en de meeste Tui: nen lagen den 28. „January al-onder ; tgeen-tot den 9. February. duurde 3 Zoo, dat de oudfte. lieden. verklaarenz zedert het jaar, 1738. nimmer ‘zulk hoog water. en, awagtrpauing. 5 „by aanhouding, te hebben gezien, … ‚pan En hier tit moet ‘men Beffuitdn , ofdat made Lwáäte AardbEeving và den 25} January 1780. teer water uit fe Bergen vloeit’, ‘of dat de beddir= 3 Eer (£) HK. Deel. pag» Si: k Mr hk. wider Sundafche Eilanden: 43t gen van Onze rivieren verhoogen , ’t geen in de drooge mousfon „ eene ver= Jamming in de Stads binnen-en - bui- ten gragten moet geeven, en in de kwaade mousfon overftroomingen die niet dan met zeer veele kosten en moeiten ARMEE siber or-EiLAND Borneo. Zedert de uitgaaf van het Twee= de Deel dezer Verhandeling, heeft de Luitenant Ingenieur 9. B. Pi- lon, het Genootfchap verfcheidene aantekeningen medegedeelt, die hy in zyne reis derwaards in 1780. ge: maakt heeft. « De Rivier van Pontiana die Onder de Evennachtslyn in zee valt, ont= fangt zyn water vyf mylen boven de mond van twee Rivieren, die ver- re uit de binnenlanden (7 ip komen; die van Landas is de Noordelykfte , en die van, Safango de Oosteljkfte Un _{) Zie s, Des, Veik, Pag. 117 Á32 Byvaegzels tor de Befthryving … Puntiaga, de refidentie plaats van den Sulthan. Sarief ‚ ligtaan de ver- eeniging dezer beide Rivieren; dit Land was in 1773. nog woest en on- bevolkt, wordende fomtyds door Zee- roovers bezogt; die.zieh onder den hoek fchuil hielden „, omde af komen- ‚de Vaartuigen te berooven : het zelve is thans een welbewoonde plaats „ rondont: met Campongs van Boegi- neezen en Chineezen voorzien, ge in de Mynen werken, Alle PRA zyn op zyn Maccas- en op ftutten gebouwd, van Nie- boemen (4) en met Bamboefen door- vlogten wegens de, jaarlykfe over- ftrooming en moêrasfige grond. „De Refidentie van onze Oost la: fche Comp.is vlak op den hoek , daar de beide Rivieren faamen vloeijen, én waar voor een Eilandje ligt „ daar de Vorst ‘zyn Tempel heeft. Door dé ziwaare moerasfen is ie lacht meestbeneveld, en hèt rèegen | k , 'er EE Cm) Zie 1, Deel. Pag. 35% der Sundafthe Eilanden. 433 ‘er meest alle morgen, de Thermometer is. meest tusfchen de 80 en go, graá- den „doch.de zuide wind is zeer koud; de plaats isanders gezond , maar in de drooge mousfon heeft men gebrek aan drinkwater door de zwaare vloed, en in de kwaade mousfon is het land | overftroomt. ME Bie He Rrwide van Lamdac: N. Oost waards op vaart Rian men: omtrent s. mylen boven Puntiana , de Rivier Qualla Tambaga, die noord= waards voorby de Negory-Trap , langs de Goudmynen, naarMampawa loopt. Omtrent vyfmylen verder „de Lan, | dafche Rivier op, vindt men Salat Madoera en Qualla Jeloe. Hier boven komt mien te Jerye; de oude Negory der Landakfche Vor- ften, en van daar over veele Klippen. aan deNegory Mangou , zynde tansde verblyfplaats van den Prins Saya Nata: _deze Rivierloopt verder noordwaards op, en heeft zynen ooriprong in het ‘_Sambaafe ryk. js Als (n) Zie 2, Deel Pag. 120. *- E 6 MAKEN BEE 434 Byvoogeels tot de Beftlinyving Als men de Rivier van Safangotof Sangouw oostwaards van Puntiana op- vaart, vindt men Omtrent 6 ‘mylen hooger, eén Rivier Qualla Pongpaw genaamt , diein zeeftort,: 5 „Twee mylen verder deRivier Tran: tang, die in zee ftort by de rard Padang Tikar. En 5 mylen daar boffen de duier Suceadann; daar deeze, zeewaards loopt heeft Sulthan Sariëf den Fortje op Poelo Jamboe , daar hy de vaart der Bovenlanders-naar Succadatia, kan be- letten, of onder zekeren tol. toeftain. Als men de Riviervan Safango ver- der landwaards- 18. uuren:opvaart „ komt men te Tayang , daarmeneerst kan zeggen vaste grond te hebben: hier wordt gehandelt in Juweelen, Goud, Wax, Vogelnestjes en Bind- rottings. KP Twintig mylen, opwaards liet San- gouw , onder Sulthan Sarief ftaande , dat eene zeer volkryke plaats is ‚daar ’ zeer ryke Goud-mynenzyn, die, door Chineezen bewerkt worden. d Schadouw ligt eenige myleti hoo- ger,en words doorBiajos of Dajakkers bewoont. By de Inlander ook Bou- kies genaamt. | Hier der Suúriddfchè Eilanden: as fche Ryk'komende, die men drie da- ren fteen vindt; op, ‘dewelke zeven Pi-- ramiden uit: gehiótwen en met let-- [ters en cyffèrgetallefr gevult zyn: mett - vindt hier eùì daat inde wildernisfen ook nog anderefteene beelden, on- - gen dat voor dee zen hier Javaanen zyn woonachtig gëweest, daar men nog werken en gebäkke hoppen van vindt.” GE rende tot Tawang, vindt men geene c eeze Rivier uit een groot meir: Zh oorfprong neetit, si De Refident-Stwárt van Pantikieg® my een Ìyst van woorden gezonden jos (p), tien- dagen reizens boven S volgen. & x (o) Zie 2. Deel Baie 19. € 2 Hier valééenRivier, uit het Matan= | Goude en ZivereOrnamenten, aarde- 138. Mylen*dê Rivier nog opvaa- - ’ Mahomedaanen meer,maar alleen Bia j jos, tot aan het gebergte toe „daar … hebbende van de Dayakers of Bia- » E derandere twèe bokken; deBiajos pare Ë angouw gelegen; heat ik dezelve hier ob _(#) Zie be Deel. Pag. „85 of jn 6 ORE ED * ‚ < Ja ke dt gen moet opväarètt om te-Cascaro te-“# {komen (0), daat.men een zeer zwaa- - GEN at " x 436 _Byvoegzels tot de Befthryvi ns _ HorLANDs. vi DAYAKS. Lucht. SOUAN. Vuur. Ca tabYe oe Water. … Danonr, Aarde. Boenue. Godheid. „ Sempoelout, Son. Matafeu. Maan. _Bolan. Sterren. _Bientang. Wind. _Soennieng. Reegen. nin Soerans Storm. SOUANJUE. Onweeder. Datak. Licht. lala. Donker. Dom. Warm. „ Seflak, Koud. Dingang. _Goediartig. _ Mam. | Kwaadäartigs « jouw. Wegjaagen. … … Majertou. Leeven. Thio. Dood. Matty. Vorst. Aban. Vrienden. _Separandk. Vyanden. Panajoe. Dief, 4 Manalid. Man ollie Bebaka. Vrouw. Bebynje. Zwangere Vrouw. Rontien. t der Sundafthe Eilanaen. | 437 HoLLANDs Maag. Sterk Mensch. Swak — Lighaam. (Part. Buik. NouwelvkheE Mannelykheid, Billen. | Hoofd. Ooren. Hairen, Hals. Mond. Tong. 0 Neus. Handen, Voeten. B N Eeten. Stoelgang. Pisfen. Zoenen. Slaapen. Waaken. Gaan. Schreeuwen, Roepen. | en. uik DAvAKS. Anak Bynje. Bekajon. _ Belon Tolaw. Aro. Athé. _ Batan. Palak. Pareer. Adon. Oeloe. Telinga. Boek nere ee Kalon. | Baba. Lilas” dfte. Jngher, Fefass Ser Kakki. Menjarom. _: Ankan, Antan, Futhea. REN Sikapoean. Tiendok. Nana Tiendok. ve Lamba. Menjarawan. Menalon. — Hen or Blas 433 _ Byaoggmels votsde. Bins MES Daans: Zwygen.. kau, De Jako. N Gooyen. “ “ua 4 1 Malen. Slaan. — witct sais Mahal. Ziek. …__ Mekar. Kraamen. tas Ërandk. Vechten. …_Rarafie. Kappen. Menjapa.: Piek. __Oelies. Kapmes. | Wasfé. Mes. it Bafie. Goed, ai Mam. Kwaad. dAjouw. Breeken. Pole; » Lang. Belanké. Kort. Pandak. Groot, ®” Bara. Klein. Katjil Middelmaatig. Pedaha. Rond. Goelon. Boven. …_ _Diafit. Onder. | …__ ffawa. In ’t midden. ………… Zengha. Veraf zyn. ix” Bajouw. Digt by. _… Mino. Te huis komen, ‚ Lamba difawin. Waar gaat, uweiheen, Waar\komt uwe: Kaa daan. … #%/ ik Neusdöek.. Bafuka Lambain. - Mondok zidlags on Dataive, n " a PV LO ij Lak er Er & - ” , d Kl & 5 | we Wade RE a EN arl ader. Dt Pe DP af der Suridafthe Eilanden: » _ 439 » HoLLANDs Mâatjes. Kusfens. Huis. - Adap. « Zuur. Zoet.” Zout: Bitter. Sterk. ° Lekker, Zwart. - Wit. É Rood. Geel.” Groeaûs Kaeyman. Kute1g Hond. Varken. Hoef”: Haan. DE Hartebeest. Steekel-varken,- Aap. Hagedis. « Muis. f Zee | Slang, … vr Vis. | Alee | …Kalang oeloe, DAyaxs. Souw. Toedoen; fame Manues. “” Garam. Kolat. Melelé. — „Kinjaman. © Menarom, 5 Toeté. Dedar AN Bee Tantarm OUA, Dadahan. | Boerawin. yr í Sie. Afbu. Bawie. | Jndoe manok, _Manok rg: Piang. “% VAER EON, ee OE Karrak. 5 d Oeklan. vb Balauw. —”» Boet, zig ia erar os ey Lauk, aaa EE nd HET 4a0-Byvoegzels tot de Befthryving HET EILAND SUMATR A. De Heer JAcoB vaN HEEMSKERK my onlangs toegezonden hebbende eene Befchryving van déchin , en een woorden-boek der Batasfers: en de Refident van Poelo Chinco , vAN KeM- PEN, eeneBefchryving van het Eiland; hebbe ik daarvan, zoo wel als van eenige aantekeningen van den Predi- kant alhier, de Heer fAcoB CAsPaRr MErTzLAR, gebruik gemaakt, om de Befchryving van Sumatra optehelde- itt | Het Ryk Atchee, maakt de Noord- Westhoek van Sumatra (g) ‚de Stad van denzelvennaamligtomtrenteenuur vanStrand, aan de zoom van een groote Rivier, die voor deezen , zelfs voor. groote Schepen bevaarbaar was, doch tans een bank heeft, die het inkomen, alleen aan kleine Vaartuigen toelaat : aan de mond van die Rivier ligt een Vesting van klippen opgeworpen, met: veel Metaal-en Yzer Canon, zonder Affuiten, alwaar de Tollen worden eheven. 8 f Het ” a - 3 á „ ° (@ Zie, II, Deel page tr, Befchryving van Su: der Súndafthe Eilanden. aar | \ i , „Het zoogenaamde Paleis van den Koning, ligtaan den Zuid-Oostkant der Stad , is van hout gebouwd, over een kleine Rivier, die ‘er onder door- loopt, en rondom met een wal om- cingeld , vol Canon zonder Affuiten. __In het zelve komen nimmer anders als Vrouwen, diete zaamen e.a 300, beloopen; deeze Koning heeft twee echte Vrouwen, geen Byzitten : het Paleis heeft geen trap, en wanneer de Koning naar de Mosquee gaat, word ‘er uit het zelve een trap neer gela- ten, die vervolgens weder ingehaalt wordt. Op Nieuwe Jaarsdag vervoegd hy zich met veel ftatie naar de Hoofd- Mosquee buiten dé Stad; de trein. wordt geopend door 6o. Raads-Hee- ren Oeloe-Ballang of V oorvegters ge- naamdt : Voorts al het Geweer en Huisraad vanden Koning , dan de Ko- ‚ning op een Oliphant. en wordt ge- floten door Muficanten en Postuur- maakers, wordende na dat de treinuit de Vesting is het Canon gelost, Deeze Stad is in een groot verval, door dien de Handel alleen in han- | B eng arten den _f ‚NK ere vr van pen vanen is, à westi bloot gefteld is aan. de ftrooperyen van de Inwooners van zekere 22. Negoryen, een halve dag gaans landwaards in ge- legen. ‚die de zelve in 1770. nog a geloopen hebben. De Koning bezit ook het Ryk van Pedis aan de Noord-West-hoek „en Párla aan de Oost-hoek van Sumatra, met verfcheide Strand- -negoryen tot aan, het land der Batasfers. “Om aan den Lezer de onderfchei- ding der Taalen vande Atfchinders en Batasfers (Cr) te toonen, laat ik hier eenige der gemeene Woorden volgen, eerst in het, Atchees en dan in het Batasch. De dsl WooRDEN ZYN: HOoLLANDs. ‚ ‚ _ATCHEEs.; Achter. _‚_… Delikot, Afhouwen, afhakken. Kog. — Kfklimmen. hi ER Sp GA Appel boom. Tie Bakoramis. Bekomen , ontvângen. aje ming, al in F 4 FEE com Deel pag. es dà, der Sundafche Eilanden, A43. Horzanps. ATCHEESs Berg. Glée. / Berg. Cklim de) op. Lade glbe. … Berg. (klim de ) af. Tronglée, Bevoorens. _ Dileuw, Bok. Ceen. 5 | Kaming agam; Boom. (een.) Ba. Boom. (Pompelmoes). Ba anagierie. _ Boom. (Mangaas.) . Ba Mamplam. Boom.(Mangiftangs) Ba Mangosta, Boom, (Cocos of Bae. Clappus. ) Boven. -s __Diateas. Braaden. _ Renang. Broeder of Zuster. … Sowcara. _Buffels-vleesch. SLQUw keubuouw. Bul of Ster: Lemo Agam. Dag. Oruy. Dagen. C alle ”) SUOrUyY. OrUY. Dat. Njan. Deeze of dit. Njeuy. Dikwils. | Eeufven. Digte by. _ Rap. Doet de Deur toe. Toop piento. — open. Boek piento. Donker, duister. Sepot. Donkere: Maan, _Sepot boelium. Dorst. _ Graag. ZED „Eeten. | Padjoe. — (komt hier ryst) Jakeneu padjoe hoe. Ti Ho r- 4â4 Byvgegzels tot de Befthryving HorLANDs. Eend. Eenhoorn. Ey. (een Eende ’) .—— (hoender) Gaan. Geeven. Gisteren. Goud. Goud. (Stof) Gras. Groot. _ Gyt. Gy. Gylieden. Gy ontvangt, Gy hebt het ont- vangen. _Heerof myn Heer. ATCHEESs, dtee. Lonkée. Boh etée. — Boh mans, Dyja. Brée. | Orwy bareuy. \ Ales. db | Moes oery. Naluung. Raya. Kaming. Gatta. Gatta orung. Gatta temung. Gatta ka te temung, Toko. Dir Is DE TITUL WAAR MEEDE MEN ALLE FATZOENLYKE ATSJEERS AANSPREEKT. Heet. Heet water. _ Hebt gy ’t gehoord? Hebt gy ’t gezien? Hoort gy het ? Hooren, Hond. Hoën: Sewom. Ié fewom. Katalingen ? Katakalun? Na talingeu ? __Lingeu. Asfenouwe, Mana. - Hor.- ge ‚_ Honger. „der Sundafche Eilanden, HOLLANDS. Hout. Houtklooven. Hun. | Hy. ’ Ket Hy kwam na my. ' Hy gaat achter se Hy gaat voor. ee ke nd ontvang. | Ik heb ’t ontvangen. Ik heb honger. | Is myn Heer ’t hik, Ik wil. Kamer. Kat, Kind. Kindskind.. Klapper. fchillen. Klim de:trap op. Komt hier. Koe. Ceen) Koebeest. Koebeeste vleesch 445 „rÄTCHEES. Due. Kajeeuw. “_Plakajeeuw. … Dé orung po. : Dié, _Loedeuw oelon tatikka Didja dilikot, oelon. _ Didja dinap. glans No. Oelon. Oelon te mung. Oelon kate Lem Uung Oelam deden. Na Toko di roemo. Oelon tetim. Bilikern--: Mienjouw. Annu. Tjocija. _Poelië og. Taëe ringg. jakeneu. Lemo (ong. ) 19 Lemo. Sy Siou Lemo. Komt morgen jat Takka keneuy fj ing. „Koper. — | Aummaga. Koud. … „xSidjoa. ve otaidl Hor- 446 _ Byvoegzels bot de Be}thryving HorLANDs. Leenen. Linnen. Ly waat. Liggen. Lood. 5, Maan. (de) ; Maanefehynheldere) Mes: (een) Morgen. …—- * Muus. Myn. Myn Vadèêr. —_ Moeder. Na. Naast err: Neef, st e£ Nooit, nimmer. Onze. is Onder. de Onder het Huis. Op het Huis. Op zy van het Huis, Over. Over de-Rivier, Overvaaren. Kadt Peper. Rennen ‚ wegloopen. re bk | Tjampli. … ÄTrcrees. Brée znot. % 1dja. Js. Tima tam. Boelium. Pingus Boelium. Sskkierm: ion sao vil Oruy sSingo. «e Torap. Oelon dippo. Caa oelon.” Maas Loedeuw. Blade. Sampeur. Stanteum. Kameuy po. Di op. _Di op roemo. » Dt ateas roomo. Bladée FOeIO, perd Moranêe.: Krobng:o” hi Dit MOTANE Padée, — 972 Lada noga Ploe ONZ. HoLr- RE, Ee, GER Na En Ak A 0% \ der Spdnfthe Eilanden. B, _HoLvANDs. Arcriees. Rivier. «© _&roong. wins) Rotting. gi Auwe, boen Maken: GCN: Ti AN A Ryst. dn ner} Breur Se Ryst kooken.” * Tagoan Boe. > Ryst, geoon À Boe. rd: û Schaap.” © * Boebirie. z% Slaapen. Or Lind gen ae Slaaf. Erk eN hr INWE in en Slaavinne: “°° *°\> Orung bihbug. Slaaf, (myn) ie >__Namié velon” ià des | gedrost. | | Dlocong., ie Staan. Gs Dong, LAM 4 Slagten of myers Sil de Schielyk, ___\“° Pantas. De Schillen. “OND Poelië. Afi Somtyds. ae Adang adang.” … Stief-vader. ___… Patjoan, en Moeder ONES APRA DELE k — Zoon of Dochter, pr hoar Pd SHOOT Poepo. s Stygen, Klimmen, mi EEE: en Trap. … Rinjung. Tin. 1 Tima rook). . RENK „Uwe. Gattú a aaien Vangen, vatten. “ Drop, gen Varken, Pee kh EON ee: Veel. | eN Lede Es learn Bs | | Ho x- 448 HoLLANDs. Vleesch. Ver af. Vertoonen. Verzoeken. Voor. Vuur. —— maaken. Waarom. „ Wagten, — A Na ly, Wat zegt gy. Water. —_— drinken. Weinig. Willen. « Zelden: __ Zeggen. of fpreeken. Zien. Ziet gy het. Zitten. Zilver. Zon. (de) Zonneíchyn. (heete) Zout. Zy of zylieden. Zyn. Dé po. Byvoegzels tot de Befthryving ATCHEES. Siou. Doa. Plumma. Lakkeeuw. Dinap, … -« poi. | _ Poboé at apot. Peuëe. _Prai. „Prai oelon. | Poég takhuu. vld, zi Hip il batjoed. Tim. Kameuy. Bisfuy. Djaruung. Khun. Kalun. Na gakalun. Doa. _ Pera. Matta Oruy. Kree Matta oruy. … 49774. han Dé orung. De / —der-Sundafthe Eilanden: â48 DE DAGEN DER:WEEK: HorLANDS: Zondäg. __Määndag; Dingsdag: Woensdag: Donderdag: Vrydag: Saturdag: «e Ed | ATcHegs. Re Orúy alba KAN en Sineyens — — ar Sclasfdsyi. — Raboe Gri hami set ara or Djoemaäts dan mts Sapiokp ZOER DE COULEUREN, nd __ HOLLANDS. Arcres: vpn Wit. | Poeti.” HER Zwatb: enn Mam. pest Be) ee POE Ere Grôen: shite 0 ritten kp Geel: MOERLNEL ar Ser Rood. Mera, ded DE LEDEMATEN. ard HoLLANDs, <° ATCHEBSi —_. Het Hoofd. > Oeleeuw. pe Hair Ootoadrsonsd Jort nil Oor ' Gluunjungg je, ol Mond: Babba, oor aj Biebi. eene ) was hd Hok zi Deel F f Hói RN Pa aso Byvoegzels tot“ de Befchrjving. HOLANDIA VH Alin Es Tand. De Keel. denn jk —- Kin. —- Neus. —- Nek. — Schoudèr} — _— Ruggraad. —- Hand. —— Rechter and, —- Linkerhe —- Vinger. _— Elleboog. - — Arm. Een Nagel. Het Hbtstheen Een Ribbe. De Borst. _— Buik. — Lendens 7 / —- Dyê. _… Knie, 2r Kit NURIS, Het Scheenbeen. De Enklguwen. nT Voet. md —- Hiel. Een T oon. „Gigeuy. Reukoöng. | Keuuns. dons. Koedo. Baho. Roöng. -— Toelwung Roön. Jareuy. _Jareuy Oenun, “ Pgreuy Oeiël. dnnu Jaren Ay] man ee Sappay. Gakecuw. Dada. Rosfo. Soefteuw. …_ « Proot. _ Keien. Pha. Ta of. Betis. Toeluung Gasfië ng Toemeé, Gakkt. Kenoë. Annu Gakki. AST D = Ke | vedo “Suridafthe Eilanden: > g5t DE GETKLDENS" Porthos. * A Arenas” RC EES >. Zoedfoeploh. RS Tagtentig. >). Lappanbloh. owusr Negentigas voe …… Siekoerwngploh. > Honderd, \ STrAEEUS. han . \ hed alte / ì Duizend. > Siri beeuw. zat. Tien duizend. - Siploh ri beeuws pr Hondetd duizend. Sirattus ribeeuw. Een Millioen.. »- Siplohrattus ribeeuw, A Re E ARAS E E aol Ff 2 EENI- 4sa Byvoegzels tot. de Befthryving EENIGE Er ut BA TA AS CME We @ 40 R D Bak HoLLANDs. Groot. Klein. Hoog. Laag. Lang. Kort. Vol. Leeg. Heet. Koud. Vet. Mager. Wydt. __Naauw. ‚Ryk. Arm. Lui. Gelukkig. Ongelukkig. Geeven. Zeggen. Leeren. Schryven. BaraascHl 1 Naboulon. | Nate. Ginjan. Di tourog. Ganjang. Pindik. Gook. Roemar. Las. Natie. …_Mokmor. Berniang. Loenbans. „ Eneek. (Cnas. Mamoera bana, jefi- Namagamago. Perzoufò. Madalaïn. Nan madalaïn. deon. soit: Modok. Adjar. q Manoerab. Hor- veder Sundafchê Eilanden. Hoörranps, Vraagen. Antwoorden.” Leenen. Zenden. Belooven. Wedergeeven, Kennen. Zoeken. Vinden. Ontmoeten. Aanzien. Bedriegen, Wagten: ‘Verftaan. Vergeeten, Wasfchen. Jalours. _ Kammen. Gaan. Slaapen. _ Leugen. er zene Komen. Beeven. Wys. Ee Tegenwoordig. Altemets, Zelden. 453 BATAASCH. Soukoum. Ed. Pinjang. Tongous. Zaimmafolo. Paoula.. Botodo. > Zelahd. | ___Noenmadap. „+ Padoepan. > Noema ouwa. Mootg. Paima. Nandolo.' Loepa. … Meridt.. _— Panjboero. - oe Marfoerie. … “& Mardallang. Modum. oi Pargagap. >e Martata..e _…… Rodoago. Goemoetar. … Paudés-, el) Satoekin. Ns Barcalie noema. …—— Hor- Dau. F f 9 Ps 454 _Bywvorgeelstofde Befdhrysing ARE pe Zaamen. \ od Zonder twyffel. Gisteren; „ant 1 Morgen. | adt Overal. . rme an Á, Altyd. gd Ter Zee reizen; 3 Te voet gaan. ne ie Paard. ryden vo /i Zwemmen, v.sernhnd Hen uurs werd Een dag. 00 Een nacht. — nin Den morgen.o.…vafi Avond. Een half uur. tn Morgen namiddag.” N Middag. oant Van daag.or Gisteren avond, Overmorgen, » Eergisteren.» Een maand. … Een Jaar. „non Na nieuwe Jaar. Reegen. | Een. arsow oinswaë Twee. al 4 L …_ Na tougri Sada e 11 BARAASOHTI Kappé. nogssiV Totoudo. vobroovrs: rÀ, Natoari. nao Berfogo. ‚nobeoS. Manglia. _„ovoolst Loulout,… ‚oonobe Belayer. ech Mardallang Bars. or Margoda Radja; Marlange, voren Satulpan Limhago,: h Sa darie. nsosiy Sada borniems— zor} Marfogo. Ns: opt Borniem., „Gago Satouna tulpan Hee) Mottan mar fogo,… Gosmantarari arn Á n pee * Ti > „Sadarie oun. (da) Borniem natougri fas A douan. asen. nt Sada bowlang.” Smo; 4 Sa toung. A eít VS Toung naen baroe f/ _Owdang. oovnnourt Sada. etomor Dono. asbis.s Hors _der Suurdafthe Eilanden: manni Drie. Vier. VyÉ. Zes. Zeven. Agt. Neegen. un se Tien. EI. Twaalf. Dertien, Veertien, Vyftien. Zestien. RANI Zeventien. 455 BATAASCH- | AT f Toloe, Sí En ) ue + D HH … Lim. vis ve Ono. aqoN A bk Oualoe. TAN 4 re 14. nt P Agtiemsnnoouwmt vhn? Negentien, Twintig. Dertig. Veertig. Vyftig. Le 8 el ed Zestig. „ale Zeventig: Tagtig. Negentig. Honderd. Duizend. Ti ien duizend. . Ken LO Ì Sapoulge, viel re … Sapouloe fada, 57 AR e= dOU0. oord a NV ser 0l0eS. _ „nank A === Opal. _ uernld Kate PT lim4â. Jog A m0 opn ant mn dIOE nd PETN ouglor… MIG G | SAE arro a S10. bod „a Douo Poutagss —-551T se Zoloe, — Hosold We …… Opat me 493 RR Lima —=* nos etl A nam —saralN Soc Jitoe, srmeM ovungi/1 wer Owaloe=mhed «do7 at Sia amb do Jol Wi Sarâtoe. ……baivs vv Sariboe. biaracs? -— x Sapoula ribog.;, De Se Ff 4 | Hous 456 HerLANDS: Hondert ent Goud. Zilver. Koper. „Lood. Yzer. AO Staal. | Wit. or SOM Rood. el) \, AN oa Groen, Zwart. Re OTA Ol marenm: Blaauw. «950 =——=r Malimlong. « gov Geel. „Wk en RR ie ord roi Zingen. +©% ——— Marinde. _— aeK Een Brief; — Sada foerabsolonons Een Scnrfvenp “_ Sada manoerats God. „Oi oJ: | 9 Heere God. © . Batada finjang. De Hemel. Een Ster, 2777 De Zon. —- Maan — ® Nieuwe Maan: Volle Maán— *°: Rook of damp. - De Wind. Ms — Waereld. — >, Grond Keet 1 E Byvoögaels zonde Befchryving Sclane. _BAFAascH,… _„Saratoe. ie OE > Maas. 5, … Perak. ‚ Tambago. Timbora. IVN + _Bofte. JRA + Bofie dila, _nogoed, … Botar. leif id Errara. { 54 Marata. pred — Na zon. atol Bintang. zina à Matanarie. si AA . Boelan. ide k ok Boelan baro: voro > Toula. Bigs T h Fimmis. + Doga Allogo. obrtol Banoa. Ln € | Tanno, iT AS der Sundafthe Eilanmen. KE HoLLANDs. - BATAASCH. De Blixem, Malalein, — Donder, _ Rongoer. » — Duivel, vv \ Begow: 8 °T Vuur, pie. dln — Water. ek Ayk. De Zee... * Laut. Een Golf. …__… Galoembans, PES Het Leeven, … Manoula, 5 Baaren. > Baranak. Ber, Sterven. vete Matse. ee Een Land. Nani SA0utg. DS A —= Tuin. Porla. del —_— Berg. … Dolok. - Stad. ‚ Sada inanang. — — Huis. _ Roema. —_ — Hut. Pondok. En Straat, Aevs) Out. Slips — — Brug. vn Jie De. STI Vader. „ Daman. Moeder. …_… Pnans. E Zuster. vi Dokahit ketter. Broeder. \ Dalahien. Een Kind. ‚_nako. NS, —_ — Maagd. pret Ue —_— Man. Dalahie. DEL — — Vrouw. … Prompoeang. Dig —- Zwangere vrouw. lak na Boentine. hin _—_ Slaaf. > dtobat delahies — "Ees Ff s HoL- 456. Byvoegzels tot de Befchryving HorLLANDSs.” BATAASCH. Een Slaavins set. Atobat boroe,boroe. — — Hoere Peer ) Anak gampange… — — — Dief. ga Allak panakoy, —— Blinde, … sh Namapitoe. „7 — — Doove. ‘(-ägh Minoel, — vor — — — Stomme, Aan \ auto; ze 00} —— Aap …) Bodat. HEN ia TT Neen! Kaayman: a Boeaja. _navoo.l soH —— Slang. — vt Oulok. n878 "Kat, arn … Koetieng. 0991952 —_— Paerd. «vwo nt Koda. bas T 65% —_ Hond. mrt Zsfou. ig T Td Het Lighaam. Aco Pamantun. on De Zielgwvent dand Kosfan. an nde. Het Hart. made Atie. Batten == Hoofd. …\ohuo% -Gouloun. Ht _— — Hoofd- hair Obook.> angie — Hersfenen. sik Ogtok. en En De ne vna” \ „Saliboun. the —— Oogappel: ven, Anak malta. 5 Iv mm Oogen. vC Mata. TEEN wm NGUBAEL aider dâhacis —— Wangen. « „ Gouroum. bat not ine, Wippen.o\veh. Bibier. bossM — _— B) peerd \ ee Injte. EEN mms Tongen mart Liela. woo —— mf Hals. KON HEEN, Roukens OBE kp nn Nek... \ \ Olie olie. Trol iijn rok c 11 H ore „der Sundlafche Eilanden: 439 HorLANDs. De Borst. —_— Borften. «- di Armens — — Elleboog. ‚……?, Sowie. br082D —— Buiken osn Boutoug. IAN mn Navel, ancsodt Poerokearmmion «do Deyen. … _Häyhay. „ujol q nel —_— Knien. Ô > Louni tokina — mii Kuitemwnsren A BIT WEREN — Voet. . \ Palak niepap —— Teenen... ………, jarie miepats mien Fiielem: Lambiegoel.” =22 Darmen. — 799 Boete) annête” „O zaal gendenen> rd. 19% {Are Al -loa iz) Rug. — „Tangouron.o; sf adtz Ae Schouders. _ outbarg entgabe.l 105 as huit; zion ‚-Koelit. koelt cO gren wedn nQarR nom zr Aderen,: oon ditoson 90} Liefde. Maloenoems” £ ue ein nok LZ Haat. Índa jok. or —__— Hoop. Adon giroa. GOS an Wanhoop. > dudananasss — Liere; 7 SOrodk. no Est Droef heid. „Deugd. — men » Gm aen Ees «A Moedars or “4 Soefde, piadayi Handen. x AN ‚ie _ Vingers LN _ BATAASCH. … Tangansn voors “dito. elan RES „ " Jarie Jarno or Atie dora. en vpe j 460 _Byvoegzels tot de Befchryving HorLANDS. , BATAAscH, De Ondeugd. 32 _Jnda NOP — Wysheid. » _Pandé, Eenes Dwaasheië*” Nauto. ° Cen Een Droom. ft ja … Marnips: TREE en — Woord, #5 Marata. jaars mes Gezond. EEN SOA0. vins Ziek. De Aifie tang. —— Een quetfuur. ____boegan. gf Een Deur. et Pimtoe. - kl — Venfter. « *“_ > Sanella, «on —- Kamer. … Podomanko, —- ——- —- Sleutêl. 5 Kontfie. „tool. — Spiedeto” “… Sormind. —_ *- Op ‘Padang Di is een Nieuw Geant Koe- pel- Kerkje , onder.het beftier van den Heer Siberg gebouwt — in A°, 1778, het: getal. der Ledemaaten wäs toen Op Padang. 3 Chinco en Aderhadik. za- men ' we) 121 Perfoonen.. Het getal der. Ghilstitien zoo Europee-_ fen als Inlanders … … 278 Het getal van die in dat Jaar gedoopt ZD, zoo bejaartals-kinderen. „ 100 Het geul van alle de Christen ‘Kinde-_ ren . dep — nd _—_ ik AREN be Te Et ern 6) Zie UL Deel. Pag. 59. der Sundafthe: Eilanden 461 „Twee:zeldzaanre. gewoontens he bes op Padang plaats, ab rarwa ‚De eerfte op de ifs gol ne van de Maleyers , of Inlanders, wel-, ke „zy , onder, anderen ook „met de volgende zeldzaame plechtigheid: vieren. | Wy gingen Zeef Je Heer daan à met den Heer Commandeur „en ande- re vrienden ’s morgens om 7 uuren „ met een fchuit, de rivier op ; naar de- Konings; of Parigelimas Negory 5 doch deeze ziek zynde ; wierden wy door den Bandara, of vice Gouver- - neur, ontvangen „ alwaar wy eeni-, gen tyd vertoefden — wyders-gingen | wy van daar, naaf een open veld, in welkers midden een zoort vaneen Preekftoel, of ftellagie gemaakt.was „ waar op een Maleyer heden tot Prie- fter ftond bevordert te worden,: voor die ftellagie lagen.o8;andere Priefte- ren ‚ vooraf te. Sumbaayen, of te bidden; voor welke 28 weder. een voornaamer Priefter , of een, man lag, die de andere in Devotien voor; tij cin — na daa eenigen tyd huabgofd 462 Byvoegzels tot de Befchryving gens den grond geflägen te hebben, kwam de Candidaat op de lappen, en klom fchoorvoetende den gemel- den Kanzel op, na dat hy derwaards door een Oude Priefter, die op een der trappen ftond, verfcheide maa- len genodigt was, wanneer zyn ge- heel Examen daar in beftond, dat hy 5 een half uur lang, een grooten rol pergament , in het Arabisch befchree- ven, kon-afleezen: doet hy dit voor de vuist; dan wordt -hy toegelaten; en van de vergader. voor bekwaam geöordeelt „en dan is hy nog maar Gattúiph , of Proponent; wil hy ‘vers volgens” verder, avanceeren’, “dan moet hy eerst de geheele Alcoran verftaan, doch zulke vindt men hier weinige „ nadien haar aart veelal te hui is, om wat eee: te onder- zoeken; | | Wanneer nu onzen didnat zyn tol uitgeleezen heeft ‚loopt hy, zoo ra mogelyk van zyn ftellagie aar Zyn wooning, doch dan wordt hy gedekt door een Commando var 12. onzer Europeefche Soldaatendie geduurende het zwaarwigtig Exas men > vdeSundäfche. Eilanden.” 463 Fien tonidora” den Kanzel: geposteert. ftaan)-anders zou het gemeene volk hem de lappen van het Lyf haalen, am dat zy hem dan als eenen groo= ten heiligen reeds aanmerken , en een ieder dus “zyn best! doet ; om een — tapje'-van ‘zyn gewaad , of zelf van zyn vel magtig te worden, denken- de daar door „dat geheele jaar geluk kig te zullen zyn — en hoe meer hy gehavend !wordt, hoe grooter de Inlanders, gelooven, dat den Oogst zyn zal. = Deeze fnaako kwam ’er nogal reddlyk wel af; — ’s-Jaarlyks maaken Zy, op zulk eene wyze een Priefter , en met deeze plechtigheid vieren zy annen haare Nieu» wer eagen SO ob 4 oZeldaaand) werelt die ‘Heer; is hier ook:de gewoonte, waar me- dede Inlanders rare bp den ade boyw openen. Wy gingen heden morgen met de Heer Commandeur eneen groot ge- zelfchap van andere Heeren en Juf- vrouwen , naar het Land van de Ca- pitein Chinees, of het hoofd de Chi- neefe #64. Byvoegzelstot de Befthryving Sc: neefe natie; liggende een half uur van het Fortres — hier floeg de Heer Commandant mêt een houweel eerst de handen aan het werk; om het pa- die, of Rystland te bearbeiden, — Wy ‘deeden ieder met de houweel ook twee hakken in -den grond — dit is eene plechtigheid ;, die jaarlyks om deezen tyd gefchied, terwyl de Inlanders zeggen , dat zy nooit eenen goeden Oogst kunnen hebben; ten zy de Commandeur (die zy mèt den naam van een Stedehotider Gods be- ftempelen ) eerst het land ‘begint te bewerken — voor dienstyd willen zy ‘er ook geen hand aan flaan , om het zelve te beploegen; == doch zoo dra de Heer Commandear begonnen heeft, beginnen zy ook vervolgens _ den arbeid doof te zetten — zoortge- lyk eene gewoonte, Zou ook jaar- Iyks in China met opzicht tot den Keifer plaats hebben. | fr f ® FED 4 ol car OR pn à li hd id & De VERs VOE R VO L“Ó D E R VERHANDELING. OVERRR Me TEGEN WOORDIGEN STAAT VAN DE N LAND-BOUW; IN. DE. DOMMELANDEN. VAN Br Aco DeosÂe, Verido0As D 0 0 R JAN HOOYMAÁN. nn à OET EN ee „NDB IGO, WS enaiven de Suiker- Molens en Karjang- Thuinen in het Eerfte en Tweede Deel uitvoerig befchree- ven, leggen de Chineezen hun , zoo- wel na by de Stad; als in de Boven- landen , ook zeer fterk toe op het aankweeken van de Zuil of dndiga Plant, door de Maleyers naar eene verbasterde Arabifche uicfpraak A= ja, van de Javaanen Tom , maar in het Chinees Z/theen geheeten:” . AI, Deel. G g Toë A66 Pervols der Verhandeling Tot deezen by alle Kruid - kundi- gen zeer welbekenden Heester , ver- kiezen zy altoos eene nieuwe, zeer vette en zoo veel mogelyk luchtige aarde, die met veel meerder zorg , dan voor eenig ander gewas wordt be- ploegt en fchoon gemaakt, ten ein- de de tedere wortelen niets in den grond ontmoeten, het welk derzel- ver uitbreiding zoude kunnen hinde- ren. Op myn Landgoed worden hier toe met den besten uitflag die plaat- fen gebezigt , alwaar het Hoornvee eenigen tyd geftald is, en waar op ík buitengemeen ryke inzaamelingen heb zien winnen. Het zaad ligtgroen en van korl, uite terlyk zeer gelyk aan Buskruit, wordt op den afftand van omtrent twee voe- ten, met veele korrels te gelyk , in regte liniën gezaait, en voor de vóó- ren zes voeten, of zoo veel ruimte gelaaten , dat de buffel met de ploeg behoorlyk kan pasfeeren , om het fchoon houden te bevorderen. De eerfte blaadjes vertoonen zich by vochtig weder binnen weinig da- gen, en in drie maanden, iets vroeger. of laater , is-het gewas voor de a maa wan den Land- Bouw, \ 467 raal bekwaam te fnyden. Zoo lang de plant klein is, wordt het onkruidmet de grootfte zorg gewied , maar middel- maatig opgefchooten zynde, bedekt zy zelf de aarde, het welk de op- komst der bygewasfen genoeg ver- hindert. De hoogte van de plants hangtaf van de deugden beärbeiding van den grond, en is voor het foort het welk men hier gebruikt, ten min=- ften twee en een half of drie voeten. Voor het kenmerk der rypheid hou- den de Chineezen het wreedachtig gevoel der blaadjes , als die zagtelyk met de hand geftreeken worden, het welk egter veel uitzondering Iyd n zoo als hier na zal blyken. De plant ryp zynde, wordt kort by den grond afgefneeden , wanneer men de aarde op nieuw beploegt en zuivert, het welk den groeij , by ree- genachtig weêr , andermaal en een weinig fpoediger bevorderd , kunnen- de dit tot drie reizen herhaalt wor- den , maar meerder, wordt het gewas treurig , krachteloos , houtachtig en onbekwaam tot de bereiding. De weelderigfte en fterkfte planten worden aken: om ‘er zaad van 2 G5 2 189 468 Vervolg der Verhandeling te winnen , het welk ryp is; wanneer de peultjes beginnen geel teworden : dan fnyd men de ftruik af en bewaart die te faamen met de zaadhuisjes , de- welke benodigd zynde , worden uit- geftampt. De afgefneeden takken worden voorzichtigte faamen gebon- den en gelegt in een houte kuip van onderfcheiden groote , doorgaans vyf voeten hoog en wyd , geplaatst aan de rivierkant , wanneer ’er zoo lang wa- ter wordt opgegoten, tot het kruid een duim of drie onderftaat, terwyl een zwaar heut , kruiswyze in de kuip gelegt, het opryzen der gistende In- digo belet. Deeze gisting duurt 18 of 20. uuren , of van d'eene morgen tot de andere, wanneer de uitgetrokken bosfen worden weggeworpen , en het vogt gekarnt met een ftok , aan wel- kerseinde vier dwarshoutenzyn. Dit karnen doet een Chinees, boven op de kuip ftaande en duurt zoo lang , tot dat het fchuim weinig en klein wordt „ wanneer men het zakken of fcheiden bevorderd , door het inftorten van ge- bluschte kalk, doorgaans 3. gangtans op de hoeveelheid van ruim een Lieg- ger vocht, het bovenfte water aftapt ” | en “van den Lond-Bouw.. 469 | Ee en het dikke zetzel , door een ftroo- zak gezeegen ; bewaart in een andere kuip, omte gebruiken of te verkoo- pen aan de Blaauw-verwers „ die voor een mansdragt, of twee groote em- mess, in het reegen- faizoen door- gaans 5 Rds: maar in de.drooge tyd wel 8. en meer betaalen, kunnende dit zetzel of zoogenaamde, Indigo , bewaart worden zoo lang-men wil, als het maar-van tyd tot-tyd, door byvoeging-van een weinig afgetrok- ken water vochtig, wordt gehouden. Na-het karnen, wordt de ‘kuip op _ nieuws gevult. als boven gezegt, en dit duurt zoo lang tot dat het gehee- de veld is afgefneeden , alzoo de plan- ters ook:teffens de bereiders Zyn. Men ziet uit deeze korte befchry- ving hoe truuw de Chineezen met die edele verwítoff handelen en van hoe weinig invloed dit gedeelte hunner Land-bouw, op d'algemeene welvaart deezer volkplanting is ; waarom ik my miet kan onthouden op dle verhaal, eenige aanmerkingen te laten volgen, Hetis bekent, welk eeneaanmerke- lyke hoeveelheid Indigo , Amerika op levert, voor het gebruik van ons wae- relddeel. De Abt Raynal, begroot dit oe B 3e on al « \ 470 Vervolg det Verhandeling alleen voorSin? Domingoop byna twee Millioenen Ponden (#), en mogelyk zoude men wel kunnen bewyzen dat dit noch niet de helft uitmaakt van”t geheel. Hoe moet dan deeze Plant niet zynaangemoedigt in dieGewestens al- waar dezelve ten eenmaal een Vreem- deling was? ten minften op het zoo even genoemde Eiland , alwaar die in het Jaar 1644 eerst is ingebragt (4) en in 1724 reeds zulk eenen aanziene- lyken voortgang hadt gemaakt , dat ‘er volgens Charlevoix toen voor drie mil- lioenen Livres van wierdt uitgevoert. Voorzeeker dit moet ons een-weinig eG ps EL be- (a) Hift. Philofoph. & Polit. T. s. p. x15. In de aanhaaling van dit Werk maak ik gebruik van de Franfche Uitgaave te Maastricht 1775. die verzekert wordt egter te zyn en waar na mogelyk de Neder- duitfche Vertaaling by SCHALEKAMP in dat zelve jaar, begonnen is. Veelligt zal ik dat geen, het welk de welfpreekende Schryver zegt, van de Nederlandfche Bezittingen in Azia met zoodanige aanmerkingen laa- ten herdrukken die de ongegrondheid en onvolmaakt- heid zyner Berichten ontegenzeggelyk toonen. Ik heb hem in veele ftukken, deeze Oosterfche Gewes- ten raakende gevolgt ‚en vinde zeer dikwils meerder cierlykheid dan waarheid; meer beflisfende uitfpraa- ken dan naauwkeurige befchryvingen. Het blykt ook genoeg dat hy uit de egte bronnen niet heeft kunnen putten, hoewel ik, ín hetalgemeen niet kan weige- ren te bekennen; dat de Schryver eene uitgeftrekte beleezenheid , zeer dikmaais gelukkig heeft toegepast. (b) Mr. pe Beauvais DE Rasrau art de E'Indigoterie, p. & wan den Land- Bouw. 471 befchaamen , daar oaze gronden onze gelegenheid in allen opzichten , zulke aanzienlyke voorrechten , boven de Westerfche Volkplastingen aan biedt. Sedert de voorige eeuw (c) of lie- ver, reeds federt onze aankomst in ‘deeze Gewesten, heeft men Indigo op Java (*) geplant en nochtansis men er niet verder meede gevorderd , dan dat de Maatfchappy eene geringe hoeveel- heid, voor eene matige betaaling , niet vrywillig,maaralsecenebedongene vet- plichting, neffens andere ld. CO | | __Cont- nennen Cc) Rumrarus Herbar Amboinenfe. T 5.p 220. (*) Het zy ter onderrichting van den buitenland- chen Leezer eens vooral gezegt: dat wanneer men van Java fpreckt, in tegenftelling ven Batavia, hier- door begreepen wordt al het Land, tusfchen de rivier Lesfarie de oostelyke fcheiding der Cheribonfche Re- fidentie aan de Noordzyde en Caab Zandaria. Via daar door Straat Baly tot de witerfte 4,0. Hoek en weder westwaards langs de Zuid-zee en het ftrand vän Antang tot de groote bogt by Nvefa dn El. — Dit zeer volkryk en voorn aam gedeelte van ons Tand, ftaat voor de Binnenlanden onder de beheeri van twee Vorften, beide Leenreerig aan de Id. Maat- | fchappy: en voordeftranden, neffens het uitgeftrekte Oostelyke gedeelte Balamboangan genaamd onder het beftier van den thans alhier aanwez:g zyride Heer Raad Esxtraordinair JOHANNES RongERT VAN DER Bogen, na ‘groote moeite eindelyk door de Wapenen dier Maat. fchappy geheel bedwongen, en de daar-by gelegen Eilanden, onder het gezag van een Gouverneur die binnen de Stad Samarang zyne Refidentie houd, Ge 4 472 Vervólg de Verhandeling ontfangt ‚ want de ruwe bereiding der Chineezen is naaulyks Indigo te noe- men, De beroemdeOpperland-Voogdt Mosfel, die men in allen opzichten, als een waardig V ooritander van den Land- bouw moet betrachten, poogde die Natie, tot de verbetering hunner bee reiding over te haalen , maar vruchte- loos „'en federt dien, is er niets van belang weder aangedaan , als nu /on- … langs in het jaar 1778, wanneer de Hooge Regeering deezer gewesten. eene gedrukte onderrichting voor het aanplanten en bereiden der Indigo heeft uitgedeeld, (4) waar uit men kanzien , hoedanig die fyne verwftof- fe die naast de Gwatimalo thans de be- roemdfte is, en mogelyk door eene „verbeterde bereiding met dezelve, nog wel eens om den prys zal din- gen CG e) alhier wordt nii” | | 6 (d) Inftruêtie tot het aanplanten en bereiden der __Imdigo, uitgegeeven te Batayia den 22 May 1778. . (e) OF fchoen de Provintie Guatimalo „ als ten hoogfte vruchtbaar wordt voortgedraagen , twyffel ik egter zeer, of die wel het minfte voorrecht boven- den bodem van dit Eiland heeft? en wanneer men de traage indiaanen en Slaaven, die aldaar de Indigo aanteelen en bereiden, vergelykt met onze ieverige en winstgierige Chineezen, die geheel en al voor hun zelven werken, zie ik geen reeden waarom ik zoude moeten twyffelen, dat de Jaccatrafe ger ’ | vp niet ‚ “vanden Land-Boúw. 473 De Heer Mr. WirLEM VAN DER Bere , thans Refident in het nabuurig Cheribons heeft geduurende zyn veel- jaarig vérblyf in een gelyke post op het Comptoir Japara, zich byzonder veel moeite gegeeven de bereiding te volmaaken en is daar in ook redelyk wel geflaage;- maar niet-op een ma- nier , die andere ter navolging zal kun- nen beweegen alzoo het voordeel de moeite tot nog toe niet-kan opwee- ‘gen; want alles het welk van daar , zoo wel als van onze andere bezittingen langs dit-vruchtbaar Eiland wordt ge- Jevert ,-moet den bezorger boven de vl ‘ontfangene prys, nog geld toe kosten, ten zy hy den Landzaat uit vérplich- ting zonder loon laat werken. Het voortbrengfelegter, is zoofchoon , de winst zoo overvloedig en de vertiering zoo gemakkelyk , dat de aanmoediging niet. genoeg kan worden -aangepree- zen; wantaltes , het welk ons Vader- land van-deeze en foortgelyke waaren, uit haare volkplantingen wordt toe- ijk open ge- niet door den tyd die van Guatimalo zoude kunnen overtreffen, indien.de eerfte onderneemingen door kundige Landheeren aangevangen, maar joereikends. ongerfteuningen vonden. Ge 5 474 Vervolg der Verhandeling gevoert, dient men -optemerken als de gefchiktfte middelen, onzenhandel Actif te maaken, en‚de gelid Balans paar onze medeburgers te doen hellen. ‚ Hier toe zoude het waarfchynlyk niet ondienftig zyn, de zoo evenge- noemde aanwyzing een weinig uitge- breider, ook hier en daar verbetert , in het Chinees te laten vertolken , om dat winstgierig volk, door aanzien- lyke belooningen, tot de eerfte proe- ven te beweegen. Immers vinden wy dat zy niet zoo zeer ftruikelen in hun veld -werk met deeze. plant, als wel in de-bereiding, die aldaar dusdanig | wordt opgegeeven. Men. ínyd ’s morgens vroeg, z00 veel men voor de bearbeiding van eenen dag behoeft , en brengt de afge- fneeden Planten, in doeken of ftroo- zakken voorzichtig te zaamen gebon- den , naar de gebouwen, gefchikt tot de bereiding, alwaar dezelve gelegt worden in eene groote ton of fteene bak. Deeze vult men met het gewas , ‚tot op omtrent twee voeten , wanneer dit, door twee zwaare ftukken hout voorzichtig vastgemaakt , geperst wordt, ten einde by de gisting het uitryzen te verhinderen. Dan wordt er _ ad ke VAM den. Land- Bouw, : 475 water opgeftort „tot dat alles. zes of agt duimen onderftaat, het welk wel dra begint te. werken; zelfs zodanig dat het „met het vallen van den avond, reets. tot den rand gereezen is, en dikwils des nachts, door ont- lasting. voor. overftorting. moet be- waart worden. Men tapt dit water ’s morgens af, werpt de afgetrokken planten weg ; maakt de bak {choon en vult denzel- ven op nieuw , alsboven gezegt. De gisting tragt men te bevorderen, door de ton. of bak in de opene lucht te plaatfen,en denzelven door een goe bedekfel , voor deal te zwaare daauw of re genbuiën te bewaaren. Wanneer het water zeer vet grasgroen , met. een j geelachtig fchuim opborreld, en tot st komende blaauw wordt, oordeeld ar hier de gisting wel geflaagt te mi, en eene fyne verwftoffe te mo- gen verwachten. Hier tae acht men tenhoogften dienftig, dat het water er niet langer dan 19. of 20. ‘uurên o blyft ftaan , terwyl het anders niet al- leen zwarten ftinkende wordt, maar ook eeneflegte verwftoffe en dat nog in eene geringe hoeveelheid oplevert; egter kan men het water, indien de se. 476 Vervolg def Verhandeling geleegenheid niet toe laat terftont té kernen , zonder gevaar van bederf drie of vier dagen if een koele plaats bewaaren. Maar vooral diend ’er ge- zorgt te worden dat het uitgefchepte rivjerwater zuiver zy, dewyl de min- fte vermenging met vreemde deelen ap d’Indigo een fchaadelyken invloed heeft , waarom het ook hoodig is in het ‘drooge jaargetyde’, de afgefnee- den’ plânten voorde ‘gisting “wel te fpoelen en de bak of” ton voor alle in= Waajende vuiligheid, zorvuldig te bewaaren. Hier op én wát verder tot de zindelykheid behoort ; is men ten uiterften oplettend in onze Indigo be- reideryen langs Java > terwyl de Chi: neezeén alhier, daar meede zeer on- verfchillig te werk gaan en nietalleen _ de Planten, zondert den*minften ome’ meflag in ‘hunne tonnèén we: maar ook Rivierwater fcheppen fchoon dit door zwaare ftortreegen het gebergte, meentigmaal zeer drab- big is. Het afgetrokken water met de Zout-en-Oly-deelen van de Plant belaaden, wordt op Java in kopere potten even gekookt en van het op- vliegende fchuim wel gezuivert, het gp men oordeelt tot de deugd der Verw: „vanden Land. Bouw. â77 Verwftoffe zeer veel toe te bfengen: hoe wel egter die kooken niette lang moet duuren, dewyl zulksanders:eene. zwartachtige donkerheid , aan de Indi- go zoude geeven. Eene behandeling die dit Eiland byzonder eigen is, en nergens anders plaats heeft, gefchie- dende dezelve alhier uit nood „om dat men ’t niet verftaat dit water zonder te kooken, tot een voorfpoedig flaan of kernen te bereiden. Men ontlast het gekookte water van alle onzuivere deelen, met het te laaten zygen door drie onderfcheidene doeken en {tort dit, kookend heet over inde kernpot , alwaar het,matig laauw geworden zyn=- « de zoo lang gekernt of geftampt wordt, tot dat het eene leevendige donker- blaauwe verwe aanneemt. De bepaa- ling der juiste tyd, hoe lang dit kernen duren moet is zeer moeilyk „ ook kan men hier in ligt zondigen door te zwak ofte hevig „te kort of te lang. Voor het beste kenmerk houd men hier, wanneer het water groote bellen ge- kreegen hebbende , zonder weeder op te borrelen, nederflaat. Dan in een helder glas gefchept zynde „ vertoo- nen zich de oly , zout en zwaveldee- 3 len 478 Vervolg der Verhandeling len bezig te fcheiden en te zinken 3 dat niet gefchied wanneer het water te kort geflagen is; ook vermengen zy zich weder indien-men het kernen te lang of te hevig voortzet. Het gekern- de vocht behoefteen etmaal om te zak- ken , wanneer het bovenftaande water voorzichtig wordt afgetapt en het dik- ke gedeelte uit verfcheide potten by een gezamelt in een grooten pot ge= daan, nog eens fterk wordt doorge- werkt, waar na men het zonder ftil te ftaan nochmaals laat doorzygen;om’er alle onzuivere deelen ten eenemaal van te fcheiden. Dan lekt dit door gezeegene , door een fyne doek , waâr na de Indigo zich begintte vertoonen, die in Linnenzakken wordt opgehan- gen ‚om weluit te druipen, het welk twee of drie dagen duurt. _ Hier na fchept men de Verwftoffe uit de zak- ken, in een groote kom , alwaar die met een glad ftuk hout, zoo lang ge- wreeven wordt , tot dat alles gelykis , wanneer die nogmaals op een natte doek wordt uitgefpreid, om door de Zon en Wind verder van alle vochtig= heden te worden gezuivert, ’t welk egter voorzichtig moet 0 e Vai-der-Land- Biuvs 459 de verwftoffe nog niet te ftyf te laas ten worden ; dewyl die nogmaals moet gewreeven worden „eer dezel: vé tot kleine hoekjes kan worden ge- vormt: in welke geftalte die op eene evenreedige afftand worden nederge- legt, op een nat gemaakte doek , ten einde eenige uuren in de Zon zoo lang te droogen , tot dat ze zonder te breeken of de vingeren merkelyk te befmetten, kunnen worden opgeno-= men , om geplaatst te worden op tas fels of bakken van bamboes onder een luchtige loots en aldaar zoo lang te liggen , tot dat ‘er de minfte vochtig: heid niet meer aan te befpeuren is. Op deeze wyze wordt de Indigo _ behandeld in onze bezittingen, langs de Noord-Oost-Kust van dit vrucht= baar en volkryk Java ; maar dewyl men met die ‘verwftoffe meest alleen. te werk gaat volgens het gebruik der overlevering en zeer zeldzaam naar beproefde of beredeneerde gróndbe- ginfels, zal het mogelyk niet ondien- ftig zyn, de bereiding van dit edel plantgewas thans nog wat nader opte= __klaaren, te meer nadien ik waarfchyn- yk geduurende myne Verhandeling over : 480 Vervolk der Verhandeling over den Landbouw ;geen geleegen= heid zal vinden, dit pian & weder aan te roeren. Men kan niet wel meer dat twee= maalen op denzelven grond , met ce- ne goede verwachting de Anil of Indi- go zaayen ; want behalven'datze reets voor de eerfte maalde verfte en vrucht- baarfte aarde vordert, is het gewas niet digt genoeg en ook te kort, om uit de luchtftroom die deelen te onder- fcheppen en aan den bodem door we- derkeering aante bieden, die ter ver- kryging eener fraaye en overvloedige verwftoffe worden gevordert. Om deeze reeden is het veel nuttiger de plaats voorhet gewas te verwisfelen , dan die door eene fterke bemisting te willen dwingen. Het verzuimen dee- zerreegel, verwekt den planter , dik- „wils groote moeite en klein profyts Het is fchaadelyk, te vroeg en nog fchaadelyker het gewas te laat te {ny- den. In het eerfte geval zyn de blaad- jes niet ryp „ hoch krachtig genoeg gevoegd; in het tweede , is de plant te houtachtig en ook dikwils reets ont- bloot van veele blaadjes , waar in, en niet in de takken, de verwftoffe is ops van den Land- Bouw. — A81 ópgefloten. De al té fterke broeying van de plant; zoo wel als de rypwor- ding van het zaad. zyn beide fcha- delyk aan de deugd, en hoeveelheid van het voortbrengfel; zoo dat men in het fnyden diend voorzichtig te zyn „ en‘zich niet Zoo: zeer moet verlaaten op befchreeven teekenen , als wel op het gezieht en de onder- | PRE, "ä Het i is niet bidrtene df fchoon dit in den eerften opflag eene klei- fiigheïid fchynt te weezen, hoedaa- nig men de-Planten legt te gisten. leder) weezen het welk tot den ftaat van gisting kan-worden gebragt, bé- geert eene evenredigheid der Water- deelen, tegen dat geen het welk'door gisting ‘zal worden opgelost: ‘te veel. vöeht bevorderd de verrotting , byna Fm het zelve oogenblik wanneer de eerfte'graad van gisting begint. Behal- ven dit, maakt te veel water het kar- nén moeijelyk, de verwdeelen if gee: ne -evenreedigheid met het vioei- Haarwveezen ftaande { ontmoeten -el- Kander te weinig vereeniger zich bezwaadrlyk Er zinken ongaarne. en Deel, ER Niets 482, Vervolg der Verhandeling Niets is van zoo veel belang „maar, teftens is ook niets zoo moeijelyk, dan de gisting naauwkeurig af te pasfen, en gelukkig te doen flaagen. Schraale Planten behoeven minder tyd dan vet- tes ook verfchilt de gisting zeer aan= merkelykin het boveníte of beneeden- fte gedeelte van de bak of ton Hier om is het nadeelig de gisting over het algemeen aan een vastén tyd te willen verbinden, en Planten van verfcheiden foorten;vette enfchraale, befchaadig- de-en onbefchaadigde, door wind of ongedierte beleedigde , vooral vande eer ite of tweede faeede, die, gelyk de ondervinding zulks op Sint Domin: go ookleert, aanmerkelyk in deugden kracht van ‘elkander verfchillen, te vermengen. Het is my onbewust of men in onze „Indigo - Bereidereïen langs Java, met genoegzaame oplet- tenheid heeft opgemerkt , hoe zeer het vocht in dezelve bak of ton van elkander. onderfcheiden is: Egter is dit verfchil zeeker „en het moet door de ongelykheid der broeying zeer dik- wils gebeuren, dat de bovenfte plan: ten nog niet genoeg, zyn opgelost; terwyl de onderfte de verrotting ee Ì 6 van. den Land. Bouwe 483 beginnen te naderen: Hoe nadeelig moet deeze invloed zyn; op de fraaiheid en menigte. der verwftoffe ? Het is dierhalven fchaadelyk; dat de bakken te. diep zyn, alzoo de natuur: wet vordert „ dat de breedte en wyd- te in dit opzicht „ naar de hoogte moet geëvenredigt worden ; maar dit is nog riet genoeg, ook. voldoet het niet, door het bedekfel eene gelyke gematigheid der Lucht, boven de bak te bewaren. Men kan door C4- troen-fap of een ander hier mede overeenftemmend vocht, de gisting beneeden een weinig vertraagen , en die van boven, door bygieting van reets wel gegist Zudigo-water ; bevor- deren. De Bereider diend de hoe- „veelhéid door ondervinding nä te fpooren , want hy moet zich geene moeite läten verdrieten, dit gewig- tig punêt in de uiterfte volmaaktheid | te ontdekken. De ontbinding en verdunning van de vaste lucht, die de plant bevat,isde _ oorzaak van het fchuim en fterk op- iyzen van het wäter, dat; gelyk hier voor gezegtis,dik wijls zoo fterkwerkt; Hh 2 dat a 484 Vervolg dep Verhandeling dat men genoodzaakt is cen godetie Ì van het wateraf te tappen. ““Ik twyf- fel zeer of deeze aftapping de berei- ding der verwfítóffe wel-bevordert, „waarom dit-door proeven dient. be- zogt en niet zegg gewoonte nn behandelt worden. - Door het flaan of karnen van het uitgetrokken. water, mede een zeer gewigtig gedeelte in de bereiding „ wordt de uitwaasfeming der vlugge loogachtige zouten zeer bevordert; terwyl die, welke vlug worden door de beweeging. en door verandering der oppervlakte van het water , onophou- delyk aan de inzuiging der ° vrye lucht _wordenaangeboden. Door deeze be- weeging geraaken de verwdeelen in {taat , elkander menigvuldig te ont- moeten, die zich, door het eigenaarti- ge van hun weezen, vereenigen en vergrooten, wanneer ZY ‚ indien de ftilftand op de. beweeging van pas volgt, zich affcheiden en verzinken. Is de beweeging te kort, dan zyn de vlugge loogdeelen niet genoeg- zaam aangedreeven en blyven veree- nigt met de onbereide plantdeeltjes, Waat \ ‘ van den Land- Bouw, 485 waar van eene traage en gebrekkige verzinking het gevolg moet worden. Duurdt de beweeging te lang , of is ze te fterk , dan worden de verwdeelen, die reets vereenigt waren , weder van elkander gefcheiden en voegen zich op nieuw te zaamen metde aardäch- tige plantdeelen, het geen voor de leevendigheid der Couleur , ten uiter- ften nadeelig is. Indien de proef met een gevuld glas van dit gekarnde wa- ter beflisfend was , zoude het niet moeilyk zyn, de juiste tyd en kracht deezer beweeging af te pasfen; maar „dewyl de ondervinding leert , dat de vereeniging en verzinking der verw- deelen inhetglas, veelvaerdiger ge- fchied dan in de karnpot , het welk veroorzaakt wordt, eensdeels dewyl ‘er in ’t glas een ruimer oppervlakte van het water voor de uitwaasfeming ‚der zoutdeelen wordt aangeboden : anderdeels, dewyl de verzinking der verwdeelen door de mindere ruimte fpoediger plaats heeft, dient men om te zien naar een middel het welk in deeze duifterheid een klaarder licht vertoont. De uiterfte evenredigheid inde beweeging is hiertoe ten hoog- . Hh 3 ften 486 Vervolg der Verhandeling {ten dienftig , en dat men-dezelve laat gefEhteden , niet gelyk thans en- kel met handen , maar door een be- kwaam werktuig , het welk door Men- {chen , Dieren of Water, wordt ge- dreeven; dat men, de beweeging toe- reikend” oordeelende , een weinig vocht ftort op een wit bord; het welk zich terftond van de verwftoffe zal fcheiden en helder bruinachtig gely- ken, zoo dra het karnen is gebragt, op de juifte maat, die men door alle mogelyke toezicht moet ede te pasfeeren, In de reets aangehaalde Inftruêtie , zoo ik meen naarhet voorfchrift van den Heer van der Beke, ingericht, wordt niets gezegt van een fcheid- Pracipi- middel;integendeel, men wagt de ver- dans. zinkingaf vanden tyd die aldaar Pag. 475. op byna vier en twintig uuren wordt gereekent: ’t is zeer waarfchyn- _lyk dat eene zoo langduurige te zaa- menvoeging der bewogen deelen, om veeleriei redenen, niet nuttig wee zen kan, vooral niet, wanneer het juifte tydftip der gisting en karning niet zeer r naauwkeurig is afgepast if AEP ALS … Van den Land-Bouw.. 487 als men uit het boven gezegde ligte- lyk kan befluiten. Men behoorde der- shalven om te zien naar een bekwaam fchiftmiddel , het welk het zakken der verwdeelen bevorderd , voornamelyk wanneer ’er op de eene of andere wy- ze eenig gebrek in de bereiding is voorafgegaan. Ik beken datde ge- lukkige bepaaling van dit middel niet zeer gemakkelyk is, zoo welom des- zelfs beflisfende kracht, als zuivere bewerking, die ligtelyk op-de lee- vendigheid der Couleur een fchade- - Iyken invloed hebben kan ; maar be- hoort dit een planter af te fchrikken , die aan de nuttigheid deezer bewer- king niet mag twyffelen en weet, dat shet verzuim dagelyks nadeelige ge- volgen te voorfchyn brengt ? De Indigo is een harstächtig wee-- Zen, zoo dat het waare praecipitaat, een vast loogzout , (f) het zy uit het ryk der fteenen of der planten, weezen moet. Het voornaamfte in dit opzicht is dus niet alleen, dat het voor eene SSHEe ‘waerde voor een ieder lig- te- ee me ne tee ET TTE gE EEE ed ‚ \ „ f) Alkali Fixum, BE 488 Vervolg der Verhandeling telyk te bekomen zy „ mmaàr ook , dat het de couleur niet. hindere en moge- lyk dat dit in de vermenging van asch met ongebluschte kelk, kan gean- den worden, ge) orod N j { Ik zóude Ries nog.veele aanmer kingen kunnen -byvoegen,-over de verbetering van het mislukte aftrekfel, het zy door eene alte lange gisting ; of kwalyk geflaagde beweeging , die den bereider , ontbloot vande vereischte kundigheid , noodzaaken het Indigo- water weg te werpen, of zich anders _metseene fchraale verwítoffe te ‘vere, noegen ; over de verbetering der ge- meene Indigo, zoo als de Chineezen die hier bereiden , door vitriöol zuu- ren; over een voorfpoediger droo ging der bereidesverwftoffe , en ein- delyk over het werktuigelyk ‘gedeelte der middelen, die hiertoe in het alge- meen behooren : ware het niet, datik hief door vervallen zoude, tot eene ohaangenaamewydloopicheid, die het bepaald beftek deezerVerhandelingen niet kan dulden, “Ik-wys derhalven — den weetgraagen Leezer, die-lust of geleegenheid tot den „Land-bouw heeft / ’ van den Land- Bouw. 439 heeft, tot het voortreflyk werk van Charpentier. de Cosfieny onder den ti- tul £ffai fur la Fabrique de U Indi- go in het: jaar 1779. op L'Zsle de „France gedrukt, — Niemand kan voor de aanplanting en bereiding van dit gewas meerder moeite doen , dan dee- ze vlytigeen geleerde Landman heeft beweezen. Ditegter moet ik uit zyn werk; nog melden, dat van de veer- tien foorten Indigo planten, die hy van pag. 197. tot 209. heeft opgenoemt en befchreeven, ‘er niet een is, die overeenftemt met de Zom Dallam of Lom Dyjantie, door den Heer van der beke in een hand{chrift aan ’t Ge- RHO chan gezonden, tidérdelijk al- dus afgebeeld, las d'Indigo-plant is een Heester ge- 5 Was, groeijende gemeenlyk drie à „> vier voeten hoog, en zoude hoo- ger opfchieten , indien niet wierde s> afgefneden. Zoo drahet zaad klei- ‚sne wortels en de wortels een klei- 5, ne ftam hebben geformeert ; ftoot > het verfcheiden takjes uit, en ver- ‚… deelt zich dus niet verre boven de » grond, in veele knobbelächtige | h 5 ‚5 ftruik- \s \s kad Ago Vervolg der Verhandeling „‚ ftruikjes, voorzien met uitfchieten- ‚‚ de Looten , welke ieder zes of zee- „, ven paaren parareMe of evenwydige „, bladen hebben , doch aan het ein- s, de van de loot met een enkel blad »„ toeloopen. De ftam en, uitfchie- tende takjes zyn circa d’eerfte : duim (min of meer) dik; de laat- fte: duim in den omtrek rond ; re- ‚> delyk effen en van eene vermeng- deaschverwige en groene coleur. - Deeze bladen , die veel overeen- komst hebben met de Ke/oor. boom op Java, zynbyna een duim lang, ‚ breed, fchier eirond van for- maat, van onder ftomp, van bo- ven iets fcherp toeloopende , zyn zagt, vleesfig en teêr van aart, meest met eene fluweele waasfem of fyne ítof‚die het edelfte gedeelte van de plant, evenals in Europa de ‚, blaauwe druiven, bedekt (2), van boven donker groen, van onder 3, iets lichter, doch overal dof en è ri; dòn- 23 27 (g) Ik ben ook in bet begrip dat deeze Fluweele waas Jem bet beste gedeelte der Verwftoffe is, en kan derbal- ven bet gevoelen dier Planters niet tegenfpreeken die willen, dat men bet Gewas nimmer onmiddelyk na een swaare regenbuismoet fnyden, dewyl dië een zeeker werlies Voorfpelt. 99 29 93 22 22 99 23 9 29 \s 25 bb, 23 22 393 97 29 93 bb 29 99 P) bb) 22 99 92 53 22 5 32 \s wan den Land -Bouw. X 491 zonder glans, dikwils door de kou- de of vochtigheid, naar de boven- zyde als toegekrompen , met een kort fteeltje aan het takje vastge- hegt, welk fteeltje, zich op het blad. verfpreidende, eersteen regt door- loopendeader, by wyze van eene klein opgaande ribbe maakt, en daar na verfcheiden kleinere adertjes naar bovén loopende , die van on- deren het zichtbaarfte zyn. „De {maak van het blad als men heteen “weinig kaauwt , isfcherp bitter en zeer walgelyk. Uit het ondereinde van deloot, welke de bladendraagt, - fchietenwederanderelootjes voort, en uit dezelve eenige zeer kleine bloemen, gelyk die alle hunne zaad- huisjes langwerpig maaken, veel gelykende naar de brem of Linfe bloempjes in Europa, uit vier blaad- jes te zaamen geftelt, van klaau- achtige gedaante , die naar benee- den omvouwen, extra {choon, zagt, rood en eenigfints witachtig van Couleur, en van onderen in een foort van witgroen beekertje. flui- tende. ieder van deeze bloemtjes, ftoot een dun langwerpig fyn peult- 92 je; 492 Vervolg der Verhandeling je uit, omtrent 1 à 1 duim lang en krom omgebogen aân heteinde , in het eerst groenachtig , tegens de volle rypheid bruin roodachtig van Couleur. In deeze peultjes of zaad huisjes vindt zich het klein, fchier niervormig zaad , geelachtig bruins ook daar onder veele zaad korrel- tjes wat donkerder van Couleur, eenigfints glinfterende „’t welk , als inde Linfen of boonen, ieder met een wit vlies afzonderlyk is afge- floten en met een foort van naveltje aan het peultje vast gegroeit. Dus is de Zudigo-plant aan dewelke men alsde beste en waare,op Java by- zonderlyk de naam vân Tom Dal- lam of Tom Djantie geeft, zynde zoo fyn van aart dat zonder ver- menging van’ mindere foorten van Tom, dan wel Zom Ginjak of wil- de Tom , onmogelyk tot eene vas- te fubftantie te brengen is.” Deeze befchryving „komt in veele ftukken redelyk wel overeen, met de foort die de Chineezen hier böuwen, en. mogelvk kan dit de liefhebbers der Kruid-kundeaanleiding-geeven , deer Ze dan de Land Bom \ 493 kh zè inhet algemeen zeer Ki bekende heester , in-deszelfs: byzondere vers: delingen wat nader te bemerken. „De groote. waerde van dit plantge- was, opent tansde oogen niet alleen — des kundigen landbouwers, maarzelf der geleerde verzaamelingen.. Het Ko- ninelyk Genooifchap der Weetenfchap- pen te Parys, bekroonde in het jaar 1777. een Verhandeling over dêeze ftoffe door MR. QUATREMERE Dyons VAL „ meteen eere prys; ook is het * Loflyk Oeconomisch Gezelfchap, onder zoo veel andere nuttige poogingen „ ter vermeerdering vande welvaart van ons geliefde Vaderdand’. zelf in hun-. ne, eerfte, uitgeloofde belooningen, hier voornietonverfchilliggebleeven, waar door, zoo wel als door de ver- plichting „die my aan het land myner geboorte heeft verbonden , ik my ge- houdenacht, myne gedachten opente- leggen, hoedanig de Indigo ter ver- grooting onzer rykdom kan verftrek- ken en om welke reeden men deeze gewigtige-tak-van den Land -bouw , by ons met alle krâcht dient aantemoe- digen, | bard _De eee nn ee mere ik, ConceptVraagen p‚ 40, en aangeboden pryzen p, EG, De agr. Vervolg der Verhandeling „De mânier waarop deeze verwftof- fe tans aan de Maatfchappy gelevert wordt, zal altoos tot een vermogen= de hinderpaal, tegen deszelfs ver- meerdering ftrekken, niet alleen om den geringen prys die ’er voor betaalt wordt, dewelke of fchoon door gee- ne willekeurige magt als een haatelyke dwang den Land-zaat voorgefchree- ven, egter altyd als een last wordt aangemerkt, die men op alle mogely« kewyzetracht te ontwyken ; maar ook, dewyl die geenen die ter toezicht over de aanplanting en bereiding zyn ge- telt, zulks houden voor een plicht die met hunne byzondere belangens ; weinig gemeenfchap heeft. Hier uit volgt noodzaakelyk gebrek aan yver en oplettenheid , die de vermeerde- ring en verbetering van het voort- ‚ brengfel ftuit, ten zy den eenên of anderen der Refidenten onzer Kantoo- ren, aan wien de inzaameling is op- gedragen, zich hier omtrent, meer dan gewoone moeite geeve. Alles , het welk de Maatfchappy , in de laatfte ro Jaaren , van deeze verw- ftoffe zoo wel uit onze bovenlanden | als van den Land Bouw. 495 als van Java (4) heeft ontfangen en na de noodige uitzondering naar Eu- ropa overgevoert , bedraagt niet meer dan 131411 ponden. „Welk eene ge- ringe- hoeveelheid „ vergeleeken met denjaarlykfchen uitvoer van Sint De- mingol! en welk eene geringe hoeveel- heid voor de menigvuldige fabriquen van ons Gemeenebest ! | Ik ben zeker nog lang niet boven de waarheid, wanneer ik ftel, dat dit geheele voortbrengfel i in verre na niet toereikt voor de Nederlandfche huis- houdelyke benoodigheid van eèz en- kel jaar ‚ìk zwyge datwy op: deeze wy- ze , niets van ons zelven hebben, om bier in tot ons voordeel met onze na- buuren te kunnen handelen.’ Is zeker datde Indigo in deeze gefteldheid, jaars lyks geene geringe tak uitmaakt in ien y= K eeinamensensmnamnal Tse ET (hb) Het groote Nut van Colonien voor een Moe. derland beftáar nietalleen daarin , dar men veele han. den werk verfchaft; maar ook dat men dooreeneme- nigte van gewilde Produêten, den a&tiven handel van het Moederland vermeerderd. Onder de zoodanigen beflaan altoos eene eerfte piaa's diegeoneun , de welke” in weinig ruimte veel waerde hebben, dewyl den overvoer anders te kostbaar wordt, zoodat de Indigo vin uit dit arte waomoediging behoort te vinden. 496 Vervolg der Verhandeling Eydenden handel van ons Vaderland, daar het tegendeel plaats kan vinden „ ja behoort te hebben , indien men zy- ne oogen flaat op de voortreffelyke bezittingen van-het Gemeenebest in deeze gewesten. Men kan met dies te vaster grond noch aandringen op dee- Ze aanmoediging , wanneer men over- weegt, dat onze volkplantingen in America zich weinig (#) omde Indigo bekommeren, en dat dus-onze vlyt en voorfpoed in dit geval, tot hun na- deel í in het minst niet {trekt. „De aammierkelyke poogingen vr de magtige Britten , tans voor den Land- bouw in Bengalen doen , alwaar , Zy behalven de Suikerplantagien enRum- ftookeryen , zich ook nog byzonder beginnen toe te Jeggen op de Indigo; de aanmerkelyke poogingen , ik her- haale hetnoch eens, van dat kunstlie- vend en zeer magtig;volk, in een zoo _ vruchtbaar en volkryk Land, persfen ons, hoe eer hoe liever, hun voorbeeld na te volgen en doór alle mogelyke middelen, kan het zyn, hun hier in n | voor- _(à) HaRTsINCK Befchryving van Geldû Pp. 64+ Fermin defcription de Surinam T Up.7& Ren mm. n ene an dn edi or ene A en ned vûnden Land: Bouw: — 497- voorby teftreeven: Immers, zoo et eenig volk op aarde is, dat door de lief= de voor-hun Vaderland wordt aange= “ fpoort, om zich zoo veelmogelyk van - allen tribut aan andere: natien te ont heffen, gewis! het zyn de Engelfchen: en dewyl zy zien , dat hunne Eilanden. in Americahen niet buiten de nood- zaaklykheid kunner brengen; Indigo: van hunne nabuuren te koopen; be, yveren zy zich thans, dit gebrek , uit „hunne Oosterfe bezittingen te vervul len. „Niemand kan hun in dit gevak - een tegenwigt formeeren , dan ons Nederland, en nergens met gegronde: hoop dan op dit vruchtbaar en volk= ryk Java: ja mogelyk pmet uitzondes ring aller andere plaatfen; alleen de Jaccatrafche bovenlanden; Immetsis onzelndigoreets beroemt door geheel Europa; en ik {ta geen oögenblik in twyffel te bepaalen; dat eene meer dere kundigheid in de bereiding ; het voortbrengfel van ons Eiland , die'van Guatimalo ; wel dra Zaldoen evenaas ten. De plant die wy bezitten; is fchoori;s de grond vruchtbaar ; de bes handeling zindelyk 5; het eenige wäat in wy mogelykachter zyn; betreft de LLL Deel. “E 1 g1s= en 498 Vervolg der Verhandeling gisting , het karnen, en de fcheiding. Dit dient door meerder kennis , erva-, renheid en vermogen , dan Onze ge- meene Land-bouwers bezitten,tewor- * den onderzogt: en zeker zullen er onder de aanzienlyke Landheeren wel gevonden worden, die zich hier aan niet willen onttrekken. Maar het fpreekt van zelf dat de belooning na de moeite moet geëvenredigt worden, en dat by de aanmoediging het groote nut , het welk hier uit , zoo wel voor ons Gemeenebest als deeze volk plan- ting , volgen zal, werde in het oog gehouden. Veelligt zoude het in dit opzicht dienftig zyn , de inkoops prys , by den eerften aanvang tot een Ducaton , of na de geldeours deezer landen 80 ftuivers het pond, eerfte foort , te verkoogen ; wanneer ’er voor de Maatfchappy nog ruim so. percent tot goedmaaking der onkosten zal overfchieten: kunnende deeze be- paaling een weinig verminderd wor- den, zoo dra de planters eene aan- merkelyke hoeveelheid beginnen te leveren ; en mogelyk zal het Genoot- Schap wel een middel vinden, de on- kosten der aanplanting en ri ec- vanden. Land . Bouwe 499 deezer verwítoffe , gereekent. na alle voordeelen en hinderpaalen ; waar aan dit gedeelte van den Land-Bouw onderworpen is, duidelyk aantewy- zen; ten einde het te faamen gaans _de belang der Edele Maatfchappy en der Ingezeetenen: deezer, volkplans ting, met wederzyds genegen kan bevorderd worden. _Mogelyk zoude men hier, toe met veel vrucht die. uitgeftrekte onbe, boude ftreeken kunnen bezigen, die de. Maatfchappy in eigendom behoo- ren; maar zonder eenig aanmerkelyk- voordeel voor ‘talgemeen belang tot nog toe weinig bewoond worden; Deeze fterk begroeide gronden; zyn door de milde natuur veele eeuwen achter een gemest en dus verkiesbáar - boven de ontbloote landen; te meer „ wyl men aldaar het water na genoegen en zonder merkelyke kosten kan res geeren, De Indigo-teelt, dewelke de Chineezen oeffenen naby de ftad; of langs de ftroomende rivieren ; ‘die met de ftad gemeenfchap hebben ; dunkt my in veelerlei opzicht zeer has deelig; want behalven dat de gron | | Tia deg Soo Vervolg der Verhandeling den niet’krachtig genoeg Zyn'en dus door ‘dit gewas fpoedig worden uitge- puút , kunnen dezelve met meer profyt tot andere zaaken worde gebezigt: vooral loopt hier by zeer in ’t oo8,- het werpen der uitgetrokken plant- bosfen op de oevers, en het uitftor- ten van het afgegiste water in den {troom : beide zaaken , die met dete- genwoordige beyvering , voor de ver- betering onzer lucht en vermindering der ongezondheid, beer ed De voornaamfte hinderpaalen waar’ - mede de voortzetting vaa deezen tak’ in ons Climaat moet ‘worftelen , zym behalven een klein wormpje , dat fom- tyds de blaadjes knaagt, en ligt door ’t waterte overwinnen ís, (CZ) hevi- ge flagreegens én fterke winden. Ik heb door deeze toevallen een fchoon veld met Indigo op myn Land-goed na- (k) De Heer van DER Beke, fteld in het reets genoemde Handíchrift voor , als een gefchikt middel tegen dit Infeêt het Veld te “aten ondervloeien, om de groei van de plant, daar door zoo fterk te be= Kn bel dat het overtollige voedfel de Wormpjes, dood, door hunne eigen gulzigheid. Ik kan over deze uitwerking niet oordeelen, maar zeer waar- fchynlyk is het beter dan het geen Vader Dit ess / — vanden. Land- Bouw. sor naby myn huis, het welk ik tot een voorwerp van waarneeming hadt ver- kooren, in korten tyd, zodanig zien havenen , dat ‘er maar een gering ge- deelte van te gebruiken was; maar thans, terwyl ik dit fchryf , of omtrent zeven weeken na dat voorval, is-de gemelde. plantagie voor. de, tweede maal uitgefchooten en zoo fchoon ge- flaagd , dat de inzaameling zeer over- vloedig zal weezen , en waarfehynlyk eene voottreffelyke verw{ftoffe uitle- veren. Om de hevige flagregens , in het westfaizoen, of de twee eerfte maanden van het jaar, dit Eiland by- zonder onderworpen, te ontwyken, diend men het zaaijen uit te fteller tot Maart, wanneer men ook-minder van de winden heeft te duchten, en mo- gelyk zoude men tegen dezelve ‚met ‘het gewenschte nut, fchutheggen kun- zegt, om namentlyk de befmette plänterì hoe jong zy ook zyn, af te nyden en in-de Gistbäk te wer- pen, als of de rupfen, de ingezwolgen zelfftandig- heid der Indigo, dus weder zouden losfen, Een vreemd gevoelen! Want behalven-dat het lymachtig weezen , het welk alle bloedeiooze Dieren by zich hebben, de Verwftoffe volftrekt moet benadeelen, kunnen de planten zoo vroeg afgefneeden, ook van weinig nut zyn in de bereiding. ar Fies 8 he 5o2 Vervolg der Verhandeling kunsen planten, zoodanig als dit in de nabyheid van de ftad Amersfoort, in de tabaksvelden gebruikelyk is. Doch wy fcheiden van deeze ftof- fe; om nog kortelyk te zeggen, hoe- danig de Chineezen de flechte Indigo door hun bereid, gebruiken tot ver- wen; dat niet verder gaat als voor de huishoudelyke benoodigdheid, zoo voor hun zelf als voor de Javaanen, die zich alle byzonder gaarne in don- ker blaauw of zwartachtig Lywaat kleeden, | de Men menst onder dertig emmers ri- wierwater, twintig ponden natte onbe- teide Indigo; drie of vier pond asch van de wilde pifangboom uit China komende , of „-zoo die niet te krygen is, dan fyn gezifte houtasch ; drie pond gebluschte kalk en één gantang Katan-ryst met ragie, hier voor reets befchreeven „ toebereid. Dit alles wel door een geroert , blyft agt of tien dagen ftaan te gisten. Wanneer de verwer uit het fehuim oordeeld dat deeze loogachtige zelfftandigheid, tot de gepaste graad gebragt is, ir ed van den Land- Bouw. so3 het Lywaat eenige keeren daar in, en laat het telkens eerst weder droo- gen, het welk voldoende is, indien de couleur licht moet zyn; maar wan- heer men die zeer donker of byna zwart begeert , wordt het Lywaat gekookt in water , vermengt met het binnenfte affchraapzel der buffels- huiden, by de Leertouwers te beko= men alzoo de Indigo zonder dit hulpmiddel de begeerde ae and niet kan geeven. De Chineezen verwen in het alge- meen zeer fchoon, en vaerdig , ook verfchiet de couleur niet; maar de behandeling ís tot nog toe te duur, om met eenig voordeel, alhier in nde fabriquen te gebruiken. RysrT-EN RysT-MoLENs. Nog houden zy zich in de boven- landen, behalven met de reetsgemelde voortbrengfels , redelyk fterk bezig met de padiebouw : niet , of ten min- ften zeer zelden , op ondergevloeide. velden of fawaas , maar alleen op hoo- ge gronden of tipar. Op myn Land- li A goed, So4 Vervolg der Perhändeling goed; alwaar zeer veele Chineezem woonen, is ‘er maar-één die in het water werkt ; alle andere zorgen zoo veel mogelyk, dat zy by hunne Kat- jangtuinen zoo veel ryst teelen als hun gebruik noodzaaklyk vordert. Het eenig onderfcheid, waar door men hun werk van de manier der Ja- vaanen kan onderkennen , is, dat zy het graan in regte liniën ftrooijen , het welk het fchoonhouden met de ploeg gemaklyk maakt en de vruchtwording zeer bevorderd, ook zyn zy altoos een weing vroeger als de landzaat; maar het ínyden en wat hier verder by valt waar te neemen, is van het inlands gebruik , hier na te verhande- len, in het minst niet onderfcheiden. Het voortbrengfel is tagtigvoudig en zoude by hunne nyverheid nog ry- ker zyn, indien zy hiertoe nieuwe gronden wilden bezigen. Veel breeder kunnen wy gaan om- trent de Ryst- molens, die nuttige werktuigen voor de bovenlanden « door hun van China tot ons overge- bragt en tot nog toe: ten eenemaal onbekent by de Europeaanen, E n van den. Land- Bouw. SOS In een cirkel van ruim veertien voeten middellyns , beweegt. een. vierkant van negen. voeten. aan ie-, der zyde 5 aan elke hoek van dit vier- kant is een dikke ftyl van 36 duimen hoog , waar onder houte fchyven-zyn geplaatst van 19. duimen middellyn en 1; dik. Vier deezer rollen zyn beflagen met dikke yzere banden en vier andere niet. De eerfte wordt zoo lang gebruikt tot dat de, pady van het ftroo ten. eenemaal is -afge- wreeven, wanneer men dezelve af- neemt en verwisfelt met de tweede, die de pady ontbolftert en ten eenc- maal zuiver maakt. | _In de bovengenoemde Cirkel is een gang offneede, 7. duimen diep en 63 wyd, waar in de padie gelegt wordt, kunnende men wel 15o. pond te gelyk maalen. Tot deeze hoeveelheid zyn twee of drie Buffels nogdig, die met verwisfeling worden gefpannen voor een fchuins nederhellende boom 4r. duimen lang , vastgemaakt aan een der reetsgenoemdefteilen ; ook is 'er-nog een klein ftokjen in een der ftylen de- plaatst, het welk de pady in de gang odt, Ei eel 6 Of so6 Vervolg der Perhandeling of holligheid geduurig oproert , endit is de geheele toeftel deezer zeer nut- tige en eenvoudige behandeling. (/’) Een man beftiert het werk, maar zoo men den geheelen dag begeert door te maalen , worden ‘er twee ge- vorderd. Hy dryft de Buffel en draagt teffens zorg dat de pady niet buiten de Molen valt; ook moet hy de uitge- maalen Ryst wannen , het welk ge- fchied meteen houte wan, geplaatst in een kas, onder een houten tregter, waar door men, met behulp van een houte klep, minder of meer open te Zetten, veel of weinig teffens laat } pas- (7) Onder dit fchryven valt my te binnen de ma- pier; hoedanig de Japanners hun Graan pellen en, zoo ik meen, nog nergens aangetekent Zy doen dit met een Hand-moolen, beftaande uit twee ronde blokken van greenen hout De onderfte is ro duimen dik en 20 gend In de midden een weinig ver= _ heeven, fteekt eeinPen, die tot een As verftrekt en waar om het bovenfte {tuk ‚ 14. duimen dik , zich be- weegt. Dit is van binnen uitgeholt en oek doore boort met een vierkant gat van Ó. duimen: De Pady wordt ’er boven in geftort, na dat die alvoorens van het Strao is afgetrapt. Men maalt met een houte kruk 4- voeten lang, vastgeftoken met een pen in een plat hout, dwars door het bóvenfte ftuk heen loo- pende, Een Man zuivert 15. of 20. ponden in eén uur, de arbeid is zwaar; doch het werktuig heeft dit voordeel dat weinig"korlen breeken, | vaar an Dank Bô. sop pasfeeren. De uitgewande Ryst, valt door eenleider in de mand, terwyl het kaf of de zemelen, door de wan ter- ftont naar buiten worden geworpen, die om deeze reeden, naby het Bam- boes - befchot geplaatst i is. Men kan „met vier Buffels van ’s morgens tot ’s avonds ruim soo. f maalen: maar door- gaans bepaalen de Chineezen zich tot 400. om de trekdieren niet te veel te vergen. De ryst verliest by. dit maa- len niet zóo veel , maar breekt meer , als by het gewoone ftampen der Javaa- nen, het welk de Vrouwen verrich ten, doch die in een geheelen dag , naauwlyks Honderd Ponden kunnen zuiveren. « De Chineezen gebruiken de zemelen tot voedfel voor hunne Varkens , die zonder dit niet kunnen beftaan 5 insgelyks geeven zy er van aan de Buffels , want hoe fterk die log- ge dieren ook zyn, deeze arbeid valt hun egter zeer zwaar, waarom de. al fergrootfte foort, daar toe wordt ge- bezigt. De kundige Luitenant Inge- nieur Jar Baptist Pilon, van wien het Genootfchap veele fraaye ftuk- ken heeft ontfangen en aan wien ook hier voor; meer dan eene beloo- ning \ Ì so8 Vervolg der Verhandeling ning (2) is toegeweezen, heeft dit Werktuig naar de voetmaat, naauwe keurig afgetekent, doch het gebrek van een bekwaam Plaat{nyder ftelt my buiten ftaat, deeze af beelding hier in te voegen. Het getal Molens zoo wel naby de ftad, als ín de Bovenlanden, is groot , maar niet naauwkeurig te be- paalen. Ik meen dater wel Tweehon- derd zyn, ook heb ik ondervinding, dat dit Werktuig voor het huishoude- lyk gebruik zeer dienftig is, Sedert het invoeren. deezer Mo- lens in de Bovenlanden, dat naauwlyks dertig jaaren is geleeden, isde Ryst- teelt zoo aanzienlyk toegenomen , dat, daar men voorheen, by eene veel mindere bevolking, graan naar boven zenden moest, thans in tegen- deel eene ZOO aantmerkelyke hoeveel- heid van daar wordt afgevoert, dat de ftilftand in de benoodigheid van Ba- tavia terftont te bemerken is, zoo als men dit, in de jongfte zeer Zwaa- re westmousfon heeft ondervonden, _ wan- nne ee een Ee eeen ES Cm) Voorbericht Il, Deel. p‚ 12 & 16 =d … van den Land- Bouw. Sóg © wanneer de ongemeen hoog’ bets lén rivieren, het vervoeren der pady uit het gebergte onmogelyk maak- te (7) en de Chineezen noodzdakte de ryst op de molens te bewaren. Ee _Deeze hinderpaalen, deeden dit graan in weinig dagen zoo aanmerke- lyk fteigeren , dat men duurte vreesde en reets aanving maatregelen te nee- men, tegende ongemakken, daar uit te ducheen. het — , Ik geloof te kunnen bewyzen dat de gezamentlyke bovenlandfe Ryst- molens , ten minften 6ooo. lasten jaat- Iyks uitleveren ; want op deeze wyze ftel ik, dat Zy maar agt maanden in een jaar werken en niet eens dagelyks dertig gantangs-maalen ; het geen zee- ker zeer gering sercekene i is. Deeze hoeveelheïidis 25oooo. Rds. waerdig, die (u) Alleonze groote Rivieren zyn, uitgezonderd in de nabyheid van de Stad, tot nog toe zonder Brug- gen , het welk de gemeenfchap zeer bezwaart, en de Javaanen met hun goed bloot ftelt, aan veele onge: makken, Wanneer iemand van aanzien naar boven gaat, maakt men een brug van gefpleeten Bamboezen Safak geheeten, die veor het gebruik fterk genoeg is, maar niet lane kan duuren en ook door de Buf. Selkarren niet mag gebruikt worden, sto Vervolg der Vorhandeling | EE, door duizende handen rond wan=. delen en ongemeen veel toebrengen tot de levendigheid der bovenlanden ; want offchoon. dit graanaltoos rs. of 20. percento duurder is als de. voor= raad die ons van Java wordt toege- voert „is het egterom deszelfs zuiver- heid ongemeen fterk getrokken; de Chineezen eeten geen ander, ook vee- le, Javaanen niet, indien zy het maar immers kunnen betaalen, Om deeze reden verwonder ik my overhet gevoelen vanfommige lieden, die de Ryst-molens, voor de alge- meene welvaard onzer Land-bouw {chadelyk achten, en hunne ftelling gronden op de fpilzugt van fommige {avaanfe boeren , die de winst van hun ingezamelt graan in Zmfioen. Co”) ver- kwisten en dus zich neffens hunne Huisgezinnen bloot ftellen aan hon- | ger Ennn de o) *t Is hier genoeg bekent, maar mogelyk inEu- topa niet, hoe zeer veele Tavaanen aan. het gebruik Yan Opium zyn overgegeeven. Ik kan my over deeze fchadelyke gewoonte en de middelen wvaâr door dezelve bevorderd wordt, thans niet verklaaren; maar hoop dit, met de noodige vryheid te doen. ‚ wanneer ik in ’t vervolg over het Ae van den Land: Bouw. Sit ger-en gebrek, «Want of fchoon ae zeeker wel eens gebeurt, is het geta der. zorgeloozen zeer gering tegens de voorzichtigen , die het overgewon-_ nen geld fpaarzaam aanwenden, of ter uitzetting van hunnen Akkerbouw befteeden. Behalven dit, wanneer hethun een en andermaal overkomt, enzy 'er egter meede blyven aanhou- den, toont zulks ten overvloede, dat _zy-nog andere uitkomften weeten voor hun beftaan , gelyk wy in 't ver- volg, van deeze natie fpreekende , zullen toonen.” Het eenig misbruik het welk een wakker Landheer diend. voortekomen; is, dat de Chineezen de Javaanen geen geld voor uit ver- trekken op het gewas; want dit ge- fchied niet zonder hooge woeker en {trekt dierhalven altoos tot nadeel van den Akkerman : behalven dat het mee- de geleegenheid tot twist en doodflag geeft; dit uitgezondert, is ’er niets met mn ej vt EE gedelyk Caraêter deezer Landaart hendele, Genoeg voor dit maal dat de Chineefe Landbouwers hier aan geheel onfchuldig zyn , en door eene treurige en lang- duurige ondervinding onderweezen, wel hartelyk w nfchen, «dat ‘er niet een Amfieen Schuiver, (zoo noemt men deeze verkwisters) in de Bovenlanden wierd gevonden, ste Vervolg der Virhandeling met grönd tegen de Rystmolens aans temerken. Zonder deeze werktuigen,” zoude de Pady in het gebergte. (p) og veel minder waerdig zyn en dus den Landman aldaar maar alleen doen zorgen voor Zyn Eanmondeljk be= hoefte,” p upd _ Duizende lieden die thans hun bes ftaän verdienen, door dit Graan met karren én Schuitjes aftevoeren, moes- ten. dan iets anders beginnen ;ook zou de de waerde veeler Landgoederen. niet alleen aanmerkelyk daalen , maar ook‘ die Koopmanfchappen. dewelke thans boven fterk' gewilt en niet zon- der merkelyken invloed zyn op den handel der Edele Maatfchappy , zeer in prys verminderen. Het is alleen door vermeerdering der Rystmolens, dat men, vermeerdering van den Land- bouw in dit gedeelte heeft te hoopen } en hoe fterk fommige dit ook tegen-= fpreeken , van de tyd met grond kan ver= _ _ 8 E _ = Î 2 (p) Sedert het oprichten det Rystmoleus, is het getal der Karten in de Bovenlanden zeer vermeerderd, dewyl veele Javaanen zich van tyd tot tyd toeleggen 4 om tusfchei hunne andere bezighèdén Pady in het ges bergte optekoöpen eù weder aan de Chineezen té verhandelen. _ van den Land-Boùw. _ stâ werwagten dat Batavia, CCompagnies | benoodigheid uitgezonderd) zich zels ven kan voorzien, gelyk ik overtui- gend aan zal wyzèn, wanneer ik, van _ de Javaanen ‘handelende ‚ de uitge- | breidheidván den réets bebouden en noch bebouwbaaren grond „tegen het getal der Inwoonders zal vergelyken; ä en vooral, wanneer men de Padies bouw in het wâter in de Westmouse fon, fterker doorzet; ih welk op= zicht ik bezig ben op myn Landgoed een proef inhet groot te doen, die my tans in aanzienlyke uitgaven ‘wike 4 kelt, maar waar van ik eerlang de ges wenschte vruchten be te zullen | plukken. Ik heb boven gezegt dat de winst met deeze werktuigen niet groot is ; voor de Chineezen;en ditkanblyken door eene korte vergelyking der voors deelen én odkosten, Ken nieuwe Mos len komt met de noodige toeftel ende Bamboeze loots, wädr onder dezelve wordt geplaatst , op honderd Ryxdaal- ders; : vier Buffels kosten ook Zoo veel; Een “Molénáar verdiend in het Jaar , honderd-en- twintig Ryxdaaalders; ALL Deel. Kk de | 5 14 Vervolg der. Verhandeling de Buffels wagter , mede eenige hand-- reiking doende, tagtig ;- het ‘onder=: houd van den toeftel en. trekdieren N beloopt ten minften op vyftig in het- Jaar; of de gezamentlyke. onkosten ongerekent; de eerfte uitgaaf 250, a iden rated Geftelt nu: rde: zy: in een. jd 30: k Last vermaalen en hier toe 6os Fjay- eengs (4), Padie van 16, Ryksdaalders noodig hebben; dat zy. voor-eert Last naar aftrek, der vervoer: onkosten 40. Ryksdaalders. ontfangen , zoo-is hun winst niet meer dan 24o.Ryksdaalders, en dus nog, beneeden den uitgaaf ; waar van ik gaarn wil toeftaan, dat ongerekent het overwigt, hun over- leg en oplettenheid iets weet te be- fpaaren ; vooral „wanneer zy de Ryst- n mo __{q) Men reekent de Padie hier by Tjayeengs, dat eën getal van 200. ‘bosfchenis, maar van werfchillend gewigt. Compaghies of Heeimraaden bosfchen , zyn in demaatde grootfte en moeten 22. ponden: of 16. Kattis houdea „ maar de Chineezen ontfingen de Pa- die doorgaans i inbosfchen van ro of 12: Kattis waar by zyeenig voordeel hebben ; want hun gewigt is tee- gen het onze geftelt wel cen quart zwaarder. De Ja- vaanen weeten dit en hebben ’erook nietsteegen, de= wylzy het nut der Rysumolens voor hun Graanbouw’ , zeer wel kennen, wdn den Land. Bouw sis olens by de Katjanig - Euièr aan- houden ; maar doorgaans gaan de’ on- kosten tegen de contante voordeelen op, en de eenige winst beftaat in de Zeemelen; die zy anders moesten koo- pen; want by hunne Akkerbouw kwee- ken zy zoo veele Verkens’ aan’, als hun maar immers OP is, „De Befchouwing van de Molen} heee my opgewekt, op eenige verbe- tering van dit werktuig te denken,doch tot nog toe oordeeld men’er niets an- ders op te kúnnen. vinden ; - dan dat, meên infteede van ééne; twee gangen maakte , het welk de ‘dubbele hoe- veelheid Padie teffens kan: bewerken; naar in ditgevalmoet de’ Molen door. witter gedreevenen de geliëele toeftel véel flerkér gemaakt. worden „ waar. van de proef mogelyk wat kostbaar zoude vallen. Cr ok enn . rr kh (r2 Deeze Vethandeling reeds’ in arne ge- brast zyüùde, ftelde de Heer P ri on my. têr hand het- Mödel van eeh Molen, die door een zeer eenvoudig Horizontaal Watêr- rad, met een ftraat van 8. duimen in het vierkant in beweeging wordt gebragt, en zon- dêr groote moeite in den id van 24 uuren, rin 6e00. Kk 2 sió6 Vervolg der Verhandeling Nu laaten wy de Chineezen in de Bovenlanden vaaren (want het wei- nige het welk zy aldaar tot hun onder- houd aanteelen , verdiend geene be- {íchryving ) en ‘zullen nog kortelyk zeggen, wat zy hier rondom de Stad verrichten. … Allerlei foort van tafel- groentens „zoo weldie dit Land by- zonder eigen zyn, al van Caabfe of an- dere uitheemfe Tuinzaaden , worden gewonnen, kweekt dat ieverig volk , in een verbaazenden. overvloed aan. Allerlei Europisch moes , ‘( Bloem. koolen enArtichokken uitgezònderd,) komt zeer weelderig voort; maar de fmaak-is-door de hevige: bewerking van dit warm en vochtig Climaat, merkelyk minder aangenaam. Over- al naby de ftad, maar wel het aller- meest. 6oco ponden Pady pellen kan. Dit Model neeft my zeer voldaan en fcheen veel overeenkomst te hebben, met de Koorn-molens die in Provence en Dauphiné gebruikt worden en afgebeeld zyn by BeLinor Archite- ture Hydraulique T. p- 3or. De Heer Land-Cam- misfaris WiLLeM VINCENT HELVETIUS VAN RIEMSe DYK heelt my verzeekert deeze Molen op zynfraay en vrugtbaar Landgoed ZJampia, te zullen laaten maaken, zoo dat ik den uitflagdeezer verbeterde bewerking mas gelykin een volgend Deel, zalkannen berichten, van den Land- Bouw. 517 meest aan de Westzyde , AZnkêé ge- naamt , alwaar doorgaans eene laage en zwarte kleigrond is, hebben Zy, zich met dit oogmerk zeer talryk neêr ge- zet. Duizende bedden met allerlei | foorten , regelmaatig beplant en zeer zindelyk onderhouden, vertoonen aan den wandelaar een verrukkelyk ver- fchiet gezicht, dat nog behaagely- ker zoude z yn, indien de wyze hun- ner bemesting anders was, — Hier toe houden zy altoos een groo- te kuip of tobbe , gevult met allerlei - vuiligheid zonder onderfcheid , doch meest met £4y-minjak „of uitgeperste Katjang-koeken, in water opgelost , het welk gistende een verfchrikkelyke ftank verwekt, voorät wanneer zy dit vocht by droog weeder, op de groene bedden ftorten, Of fchoon de ondervinding leert, dat deeze wyze van bemesting het ge- was zeer bevorderden het ongedierte . dood, is dezelve egter niet alleen ftrydig met de Hollandfche zindelyk- heid , maar ook met de algemeene volks-gezondheid; want wat fommi- | Kk 3 ge 51 8 Vervolg der: Verbandeling ge ook mogen zeggen, ik heb my tot nog toe niet kunnen. ovefreeden , dat zulk eene verrotte uitwaasfeming , va onze dierlyke vochten heilzaam „Men kan ’er egter tot nog toe ke buiten; want de Chineezen Zeg- gen eenpaarig en ik twyffel ’er ook nietaan, datalle mist van Hoorn-vee, voorhettafelgewas niet alleen te heet is, maar ook de voortteeling van het Ongedierte. zeer bevorderd, Van hoe veel invloed deeze hunne arbeid op het algemeen behoef van geheel Batavia is , blykt op die plech- tige feestdagen, geduurende dewel- ke men geen Chinees, als hy maar een Schelling in zyn zak heeft zal zien werken, en waar onder hun Nieuw- jaár wel ‘de voornaamfte is, In de on- gelukkige en voor deeze Volkplanting ZOO verderffelyke opftand van het Jaar 1740, was 'er in langen tyd niets te krygen, want de Javaanen houden zich met de groenteteelt in 't geheel nietop : en het weinige wat fommi- ge Slaaven voortbrengen, ftrekt niet verder als de tafels hunner Heeren; ook is zulks niet noemenswaardig. | Waar- vanden Land:\Bouw. Stg Waarlyk, hoe meerik der Natie on- derdeezenarbeid gade fla, hoe meer ik my moet verwonderen over hunne ongemeene vlytigheid, die gewis door de ieverigfte Landbouwers in. Europa niet wordt overtroffen en weinig fchynt te lyden door de zoele lucht vandit warm gewest. Hebben zy het ongeluk „ dat een hooge, afwatering der rivieren in het regen-{aizoens hunne Tuinen overftroomt, zy zyn terftont-gereed, het eerfte hodkje het welk zich ‘droog vertoont „op nieuw te bewerken en te beplanten. In de heete dagen der Oest Mousfon, vooral van July tot October, wan- neer het zeer zelden regend en de Zeewind heevig doorblaast, loopen Zy onophoudelyk met hunne groote gietëmmers langs de bedden en leve- ren in dien tyd, niet tegenftaande: ed ne alles verzengende droogte, de fchoonfte groentens, vóor eene gerin- ge prys, zoodatwy voor hunnen yver groote verplichting hebben ; want ik ftel vast dat onze ingezetenen, met nog veel: heviger ‘en ‘langduuriger kwaalen zouden moeten worftelen, indien de verfrisfende zuuren uithet Kk 4 plan: $2o Vervolg der” Verhandeling plantenryk, niet op deeze WYyZe 200 mildelyk op onze tafels wierd gelee- vert, ; Mogelyk zal men in A , nieuws- gierig zyn naar de werktuigen , waar mede de Chineezen den Akkerbouw verrichten? Deeze zyn weinig, zeer eenvoudig, en verdienen, de ploeg en trappomp uitgezonderd geene befchryving, / | Het eerfte bied ie Le genaamt, is een driekant fpits toeloopend yzer, lang 14. duimen , en boven zes breed, onder door een fcheede vastgemaakt, is een regt ftuk hout, lang 24, dik en hoog 3. duimen. Hier boven loopt een krom gebogen boom, byna 7. voe- ten lang, in welkers einde een yzere haak zit, waar door de ploeg met het tuig verbonden wordt. Door deeze boom, juist in de bogt, fteekt een regt Opftaand hout, ruim 2. voeten lang, ’t welk diend ter vereeniging van het ___bovenfte en benedeníte gedeelte ; de Kruk is wat meer dan 4. voeten lang, aan het einde vande boom , en loopt fchuins door, tot het benedenfte ftuk, waar meede men het werk beftier | en vanden Land-Bouw. 52 „Een Buffel trekt de ploeg en is ’er voorgefpannen met een ftrop van bind- rotting , onder een klein juk op den hals gelegt , ’t welk de geheele omme- flag is. (5). Men ziet hier ligtelyk hoe veel dit werktuig verfchilt van de ploeg der Europeaanen, die in allen opzichte ligter gaat en dieper treed 5 maardeChineezen behandelen de hun- ne zeer behendig.-Meer dan eens heb ik ‘er myne Koffy en Indigo Plantagien mede laaten fchoon maakerr, zonder dat ik konde zien dat de minfte plant beleedigt was, Doch dewyl men er niet dieper dan 6 of 8 duimen mede __kan werken en de Figuur zeer. hin- derlykis , de grond om te leggen , al- | ten Zoo Cs) Wien deeze en foortgelyke Befchryvingen one aangenaam of wel geheel noodeloos mogte dunken , die weete, datde nieuwfte en beste Reizigers, alle werktiiigen, tot de Landbouw behoorende, en in hun Vaderland onbekent, niet ongemerkr lasten pas- feeren, Dus vindt-men by” den beroemden: Natuur= kenner HassrLQurisT; de Befchryving van een zeer zonderlinge Ploeg gebruikelyk in PALESTI- NAs Reizen TJ. D.p.' 1365. om van andere thans niet te gewagen. Wat is beser eenige onleesbaare , dik- wyls niet waardige Opfchriiten en meest verwoeste overblyfzels afteteekenen, of zoodanige ontdekkin- gen, die ten nutte van het Meuschdom in -den-eer= ften graad verftrekken, aan’t wysgeerigven ondere zoek -lievend Europa te bedeelen? BANT, : Dae | KO De 522 Vervolg der Verhandeling zoo die maar alleen gebroken wordt, fchat ik het werktuig van onswaereld- deel, boven dit deezer Aziaanen. _ Vande Trappomp heb ik reeds ge- wag gemaakt , by myne verhandeling over de Suikermolens (#) en kan het ontbreekende ligtelyk aanvullen met den Lezer over te wyzen, naar de Architeture Hydrautigue van Beli dor , alwaar (w) een werktuig is befchreeven en afgebeeld, het welk met dat der Chineezen veel overcen- komst heeft, en, zoo ik meen, by het uitpompen van afgedamde wer- ken, zelf in Nederland, meenigmaal wordt gebezigt. Het eenig onderr fcheid beftaat aldaar in de rede der beweeging , die aldaar verbeeldt wordt te gefchieden door een kam- rad, met trekdieren ; terwyl in te- gendeel hier aan de ronfel, klosfen fteeken, die men aan de gang houd. door treden: en dit gaat zoo onge- __ meen vaerdig dat de opgedreeven wa- terftraal al zeer aanmerkelyk W en | | | | | ik- \ Ì Har oden Land, Bouw. r ‚ 52 hs dikwils in het hie faizoen , an zeer veel vrucht gebezigt wordt’, ter bewatering - der Suikertuinen. Op dat men ‘er egter een duidelyker denkbeeld van kan yoïmen, door het gezicht, gaat een model, volgens «de verkleinde voetmaat , door den Inge- nieur Pilog naauwkeurig uitgewer kt, op de _ begeerte van een voornaam Regent ee het genoegelyk Land-leeven, boven het gewoel van ’t ftaatsbewind, verkozen heeft, van wegen eenen onzer Dirigeerende Le dan ‚ dit J jaar naar Engeland, over. Dewyl de Drukpefs na deeze verhande- ling wagt, ben ik thans verpligt te eindi- gen; om in een. volgend Deel de verdere Onderneemingen der Chineezen in deeze volkplanting te befchryven, waar by ik meen te voegen eenige aanmerkingen over hunne gefchiedenis op dit Eiland, Gods- dienst plechtigheden en zeedelyke gebrui- ken: indien geene onverwagte hinderpaalen my beletten, deezen aangevangen taak , met genoegen te befluiten. BLADWYZER VAN E ReRten DERDE DENN. VOORBERICHT. . . . pag. 1 Lyst der Heeren Direfteuren en Leden. —- 7 VERHANDELINGEN, Befchryving vanhet EilandSumatra, door Mr. J. C.M. RADERMACHER. mar Es Befchryving der Vogelnestjes , door — _Je HOOvMAN. …. .… van Celebes, door G.F. Dorr. Vervolg van eene Favaanfche Histo- rie, door Wylen J. VAN IPEREN- Bydraagen tat de befthryving van Japan, door Mr. J. C. M. Ra- DERMACHER.P Sb mee Bericht wegens eene doodelykelWater- Vrees, door J. VAN DER STEEGE. ‘Aanmerkinge op deVraage, welke zyn de fpoedigfte voortkomende Worte- lenom het behoeftigGemeen by mise gewas van Graanen te fpyzigen? — 280. Aantekening over de Spraak , Wee- tenfchappen enKunften der Malla- Haaren , door J. M. CeLLaRIUs. — rt erk tree IS. Bericht aangaande de Goud-mynen _- — 166, \ _— 185. —— 203. —- 271. J BLAD WYZER. Bydraagen tot de Natuuriyke Hi foe | rie, door. F. BARON VAN WurMB. pag. 339: Als: Kitip een Dwerg. nt te De Kahau een lanafiaervig dap — 345. Het Dwerg-Bokje. — 355. De Havik. … Re De SON De: Nacht srsa ain len heated Mi De Kleine Wijte Saen en De Groote N-Vogel. es == 383. De Nestjes-Zwaluw. _ … … … == 389. De Groote Adder. … be —— 39e De TBE heo orne hel ae VAR ed 400, De Tuin-Spin. 0 been 403 De Krulilende Moes- palm. ono ee I Byvoegzels tot de Befchryving van Fava, Borneo en Sumatra. 423. Vervolg van den Land- Bouw, door J. HOOYMAN., 3 mits th de oee 465 BOREN enne nes eend SAR. \ % _ zi. b ALs: ALPHABET SCH “TOP DE 11. BERSTE DEELËN DEEZES' WE een B Bkk iid dieje dee deedeetee nd sk - As ps (deka een ì lahgfteerdige: DA 3 Aanmerking-op-de.Vraage , welke | zyn de fpoedigfte voortkomen de. Wortelen; om “het behoef- tig Gemeen by misgewas van |: „Graanen te fpyzigen? #4 sl} 8 Aanmerkingen wan -JÓZUA*VAN|- IPrEREN, Op het begin van eene Javaanfche Hiftorie. …. …| r | Aantekening over de Spraak , Wee- tenfchappen en Kunften der Mal- labaaren, door J. À. CELLA RIUS. … 3 Aardbeeving C Bericht wegens de zwaare ) van den 22, grt ges door Mr. J.C. M. R a- DER- ALPHABETISCH REGISTER: pramacnmn, zie, Nabe- richt: is E, Adder (de grodte) Befchreeven Ambon. Antwoorden Cingekomene) zie ’t. Naberichten Antwoord (Bekroond) der. reais „Algemeene Prys- Vraage , door JA: DuurkKoor, pat EEN om het toe- greien Houtgebrek der Sui- | ‘ker - Molens fpoedig, en duur- zaam te verhelpen; door C JACOB; zie.’ grakericho Arak Aziakifchd Kahenins ‘verfchil hide ner Tydrekening en derzelver| — vergelyking ; voor de Jaaren |” 1779. em 1780, door Mr. J. pâ RADERMACHER. aÁnig E Banda. « woad Banjermasfing. … Bantam: KE. Banjareefche W Hehe s - hiken Genootfchap (aan het en Deel. KO te ee ragek sf Dd 124 ALPHAB EDES CH? | | Deel. Paginá, W cen Toezang;doorJ.vANIPEREN.{ à | 161 Begin van eene Javaanfche Hifto-| rie, door:denzelven. >. 1 [134 Bekroonde Antwoorden en Berich- ef ten. e & ‘s ' Le À 49E Belemmeringen Laer “Treurzang | JT. VAN ÍPEREN: GION F2 tst Bengalen. zoos | RE jk I4 Bereiding van een foomo van Ca ak toen uit-de’ Pifangboom , door | T. H.. PARáN ela U wilen va 1 | 83 Bericht nopens’ de Kinder: ziekte) jn te Batavia : “en” tot” hoe verre| „men met de Inënting » gevor- dert, en wat daar by waarge- nomen is, door J. vAN DER alde STEEGE. OE Ep 4 Bericht van-de Proefneemingen, met den door ‘Kunst ge- maakten. Magneet , door | denzelven. ’ RN 6 de netnadkann: Aangaande de Gamber, | door: A;-CouPErRys tes. € | 356 ee — Omtrent het Catoen- fpin- nen en Weeven, door J. HOOYMAN. e | 416 hmm en Wegens de zwaare Aard- beeving van den 22. Ja-lt 4 / nuary Rr Ee GTS K HET RA nuary- 1780, zie „Nabe: ntv ppt zich dre | Bericht wegens de. hoogte. der _ Baromeeters en _Ther-|- mometers. op … briggs 5 Cabo. de Goede 3 en Naganzaki. Zie Ne- | oei Hike 20 pk rte — — aangaande. de» Goudmy- nen van Celebes; door G. | F. DURR: ad. ‚wegens eene daedetyke Watervrees, door J. VAN .DER/STEREGBo. 1e Befchryving van het Koningryk Jaccatra, en de Stad: Batavia, | door Mr.J. C‚,M. RADEr-p » df» MACHER en Mr. W, VANjo ooft: HOGENDORP: KR —-— van de Stad BatemieC ' —-—- van het Eiland Timor, door Mr, W. vaN HoE N- DORP: , ME SMSen. ——-—- van. een witten Neger; door J. VAN IPEREN) « —— (Vervolg der) van het Eiland Timor enz. door Mr. Wi VAN HoecENDoORrP, scol 2d 63 L 1 | Be- ALPHÁ ei BSC A Deel. Pagina. Befchryving ván éene:blanke Ne- ‘gerin, door denzelven.- . oi 229 _ van de groote ortie ged RE dn Ì fché Orang - Outang ‚ door F. BARON vaN Wurms. van de Wouwouwen door J. vAN IPEREN en, ä CSCHOUMAN: « 2 van het Eiland Suriated: 5 4 en „door Mr.J. -C>M. Rap ër- MACHER. … — der Vogelnestjes, door | _J. HooyMmaAnN.. ;| Bezittingen der Nederlandfche | Pi Maatfchappy , door J. C.'M. RADERMA- heks en Mr. W. van Ho- GENDORP. - «« . Biadjoos of Draken: Be Bokje (het wert ) befchree- wel 11 Borneo (Befehryving « van. het Eiland) door Mr. J.C. M RADERMACHER, /{ ©.) d Bydragen tot de Naruuriykd | Hiftorie , door” F. B. VAN Wurms. ' door deuzewen. eH EE 0 al By- vo ROE IG A GATE Deel, Paginà. Bren tot de nc van Japan, door MrJ. C _M. RA DERMACHER; > > 5 Byron, (D.) korte: hemeho-| „ning over de Knokkel - koorts, | zie Nabericht. * » Erber? ‚ Byvoegzels tot de Besehrieniee dab d van HVAs ies en B AAN 3 | 423 AK iks} Cabo de Goede Hoop. ss seal tele 17 Cantonrin China. Indo ts Catoen (een foort van) uitden| Pifang- Boom bereid, door J. H: PARINGAUW.-r…. zen ard 83 Ceilon. jn, npe, OE i5 CELLARIUS, CJ. A.) over de | Spraak , Weetenfchappen en #5 Kunften der Mallabaaren. . | 3 | 239 Cheribon. Heorot ge red Ì Coromândel, (verhaal van een} “|7 Deenfche zending op de de Fe PO _ door |. HooyYMAN. « 2 | 298 Courerus (A. ) Bericht over | | de Gamber. VERWRIET VE BEES ALPHABETISCH | _ Deel. Pagina, Deenfche zending (Kort verhaal van de ) op de Kust Coroman- d 2 |. 298 Doodlyften van ke Stad Batavia, PE _ van A.1759 tot 1778. rs KI EAS Nabericht: - = … : 2 |e7Ó0 Doodftraffe (Verhandeling ‘over de) en het Pynigen, door Mr. J.C. M. RADERMACHER. 319 Durm CG. F.) over de Goud-| „tmygen van Cêlebes. . Dwerg: (Kitip,; een) „tf F. Fluxus Ventris (Verhandeling over de ) of Buikloop, door| “ | B. Worr. Zie Nabericht. 2 sí G. Gamber, (Bericht aangaande de) | 2 | 356 Goud- mynen (Bericht van de ) van Celebes , door G. F. Durr. \ 3 | 166 Graanen , (by misgewas van) wat dan de baets en ne ] or GI UI | Se) \Ö ROE GILS TERS Deel. Pagina, Gewasfen Zyn, our * behoef-| ‚ Eg Gemeen te fpyzigen? , . ’ . - » … . _ e kes Handleiding t tot het Weide van Naturalien. Zie ’t Nabe-| ank FICHE, FSB df E el A) |- Havik.” Cdeep roi LES „od sta Hiftorie- kennis C Verhandeling RJ over de)-sdoor J. VAN IPEREN:| -2_ Hiftorie- Sl ge tot de Na- _tuurlyke) ot, Oe ADVO Ce Zit ook kk REN Hod nBoEP (Mr. W. vaN Befchryving van het Eiland Timor. en (== En) over r'tzelve: . Oane ze Verzameling van eenige Timoreefche Woor- | den. è en () Redenvoaring der Inêntinge tot de rijd dijn ten van Batavia. * Ce)! Hiftorifche- op” heldering over 1 Ed et We i4 ip Holiandche Zeckhstie Cie ge-l Hafs s 164 Eis Pad ALPHA B B TASCH Deel. Pagina. nnentmnenn mame - “breken der) aangetoond eon CR VAN [PEREN sv HooyMAN (JAN) over den Linde | bouw en de Suikermolens. etek (. eend. vervolg over de- zelve. [5 bs Ke VO eo Kie 66k 575" oi mn (ee) Kort verhaal van! „de Deenfche. Zending op. de Ô Kust Coromartdel. ) We ‚| 2 a (&- -e) over het Catach: | b fpinnen en Weeven. =n (ar) over de Vogel « _Nestjes. Reh | é seh B Taccatra; JacoBï, CC) Verhandeling | over het toeneemend Houtge- - brek der Suiker - molens, 4e ‚Nabericht. j Japan e= CLyst der Geeftelyke e en Waereldlyke Keizers van) zyn- de een vervolg op de Befchry- ving van den Heer E. Kem PHER, ° r DIER .l FS | 263 ï | 173 vl 163 3 465 21298 9%: 416 „RBE GsS,T Erk. Deel, Paginas Fenema) Tik T nmlanid, koumloddefcheyt | eV INE VAN Jr: anarrenws od 0 127% # „203 “Javas Oost „Kust. Ala Id-—7 Javaans. C Proeve van Hoog +: Ge- Lag vg meen -ten Berg-) . 289 Inéntinge , (Redenvoering der ) tot de | Ingezetenen van Sehk via. Laery 17382 Ingekomgne, ‘Antwoorden Zie f | Nabericht. is och « vórraks lnda 4 deer eN) ed VAN) Peek: ‚N gen op! eene, Javaanfche,blifto- | Ä „rie. Eel, 134 (+). Verhandeling over rak 16 dT dé gebreken, onzer nblelaad: roda {che Zieekaartens yaw. save) : Pane nn Ct Befchryving van EN dh “een witten,Neger.io ne 1 )e 09, |iskolfngò Chari over de iftorie- nd 43 … Kennis. Cr) Een Dichtftukje, - genaamd de Belemmeringen. rn Cra) ‘Toezang aan Bar Laals tavia's Genootfchap.” «4 zoo _ (--) Befchryving van | _ een blanke, Negerin, nes zooo: rr (+) vervolg: van, reen Td bemtean Hiftorie. « «50 > 1925115262 - j Li hi Ir ÁLPHABETISCH : hes Deel. Pagina, IPEREN (Jr v.)?en’ F‚Scnouw: fj __ MAN, Over de Wouwouwen: 2 Sempele Jee VERGOED een. ak „ Javaanfche’Hiftorie. RENS verg N 3 - Ì er rra” p wats 4 … A p «Kaarten CHollandfcheZee. a waar- neemingen over ‚de verbete- ze ringen derzelve, door Mr. id ‚G. Ma RADERMACHER.- Ee Kahau Cider) eene langftaartige + Aap: ECN: et WORD Katjang - moie her | Katoen - Spinnen en Weeven. Keizers (-Lyst der Geeftelyke|- en Waereldlyke®): te Japan. … Kinderziekte ( Bericht over de”) te Batavia, ‘door HvaNn| DER STEEGE 5 | Kitip (een Dwerg) genaamd -:befchreeven. … 4 Knokkelkoorts Cde) befthtee- “vens door D. BYLóN. Zie Nabericht. …, Korte fchets van de bezittingen der Nederlandfche Oost - In- difche Compagnie > en eenel REG TE S-P E NR. _Jaccâtra- en-de Stad Batavia, df dode Mr. J. C. M. RApEr- MACHER’êf Mr: W. vaN Deel. Pazina, befchryving” van ’t Koningryk | HOGENDORES OLON ADG P Kust Coromandel, …à bd L Kh IJ » ! re Land-bouw (Verhandeling over |_ den) door Js rn Tyst der Stukken van het K Deel. — — der Geeftelyke en Waereld- lyke Keizers van Japan. — . CNaam-)- der Heefen Di- hk recteuren “én Leden deezes)| Genootfchaps. ek’ 44 TOR Dito," | …_ Dito. 6 “e= (Dood) van ‘de Stad Bata ___via, van Anno 1759 tot seknt j Ln bee Md a Zie Nabericht. Jente} pog-pb _Macasfar. 5; 1) IGO 4 PID Magneet, -( Proefneemingen met den door kunst gemaakten) | : Ll 5 ALP HABE TLS CHI mckit Deel. Pagina. se J. VAN:;DER STEEGE,|1 Malaccafche. Kust. E | Mallabaar. —: …… « Mallabaaren And var 5 de Spraak, Kunften en Wee-l . _ tenfchappen. PS sad Moespalm (de kruilende), kajn Nabericht. ot Kaar / np je Nacht -Uil (de) lob 3% Naturalien ( Handleiding ) … over, te zenden. Zie Naber} Natuurlyke Hiftorie (Bydragen) c_tot de) deor F.B. v. WurMB:j ‘Zie ook van-denzelven. Neger (een Witten) befchree- ven, door J. VAN IPERENs|. 1 Negerin (een Blanke >befchree- [7 … ven, door denzelven. 2 | O7 &. Orde der Palmboomen , door F‚j _BARON VAN WuRrMB. . … Orang Outang (befchryving van ‚de Groote) door denzelven. | Orter Bg veter, ad leet te RP Da ® LD 4 | 4 ‚ROE ,G 18 Maree P ET an te | wi | bn | ERE Palembang. « Palm- boomen, Cade Orde der) | door F. BARON VAN WurMB. , PARINGAUW (J. H.) over de be=j. reiding van een foort.van Ca- toen, uit den Pifang - boom, …!_ Poelpalm (de Heefterachtige ) |. befchreevem rf sern is Proefneemingen, met den. war der kunst gemaakten ‚Magneet door.J. VAN DER STEEGE; ak 1, Proeve over de verfcheidene Ge- daante en Couleur der Men: fchen, door Mr. C. M. Ra- | DERMACHER. ward van Hoog-;, ‘Gemeen - en, __ Berg-Javaans. , . ô Prysvraagen. ( Bekroonde hu Pynigen (Verhandeling over fs d Doodftraffe en het) door Mr. od C. M. RADERMACHER, R. RADERMACHER (Mr. 7 ko M. ) we en Mr. W. vaN HOEF korte fchets van de Nederland-| Ee n _ Deel. Pagan. fche ALPHABETISCH eN & er | Deel. Pagira. - gcheOost-Indifche Bezittihgeti; _enBefchryvifg van het Koning- _tyk Jaccátra, en de Stad Bâtavia: work (Mr.J.C.M.) Ver- | gelyking van het vetfchil der BRE Cons dd de Aziatifche ‚ Volkeren, voor A.1769 en 178o. |t | Ee (ee) Befchryving, van Het ds Eiland Borneo. Re in ie ae (——) Proeve over de Cau} hert en rA rs leuren der Menfchen. «>. . …ò- (——) Verhandeling over _de Doodftraf en ’t Pynigen. ) — (— —) Waarneemingeuover) | de verbêteringen onzer Hof? pes … Jandfche Zeekaartén: in (——) Over de zwaare Aard- _…beeving van den 22, January | <0 1780. (Zie vNaberieht. See = (——) Befchryving _ over ’t Eiland Sumatra. — (—-—) Bydragen tot de be- rehirfvid van Japan. N —- (—-—) Byvoegzels tot de befchryving van Java, „Borneo en Sumatra. — Redenvoering der Inënting « “door ‚Mr. WVAN HoceENDoRrr.l 2 RIE GT K'S ATH Rf Deel. Pagina: Register det Geflachten van de} - drie Ryken der Natuur, in het _ Maleidsch, Hollands en Latyn. 1» | 87 Reiger (de. kleine Wie) be- | | fchreevensov /_ 85 177 Relaas van het voorgevallene , ) geduurende de Reize van de Heer Pam, haar Landak. .} 2 | roo Rolpalm (deDoorn- -)befchreeven. 2 | 469 k S, hi r STEEGE dicks VAN DER) | over de veurne hak Ni I Wi han TOEN 9 332 _ (—- —) Bericht van ee proef- 4 neemingen met den door kunst gemaakten Magneet. … 8 l FI3 == (==) Bericht van een | | doodelyke Water - vreés. . .| 3 | 27L É. | Teek (de) befthreeven, Te Ternaten. , , il va ader Timor. | I 8 vervolg 5 der Bettivin en 73 _ van het Eiland) ál, 63 _ Timoreefche Woorden. lt: A03 ‘Tituls der aangehaalde Werker. ek) 284 _ ALPHABETISCH | Deel. Pagina. Toezang aan’tBatavia’sGenootfch:| 2*_ 16% Tuinfpin (de) befchreeven. ….l 3 de Aziatifche Volkeren; en derzelver vergelyking, voor _{ 493 Tydrekening (verfchil der) by) x de Jaaren 1779 en 1780. „ …| 1 | 124 Verhaal (kort) 4 van de Deenfche, | …— Zending op Coromandel. . | 2 | 208 Verhandeling over den Landbouw en de Suiker- molens , door J. | HoovyMAN. N î ooh: nne ey Zie ook lt 21 T62 Hollandfche Zee-kaarten , door J. vAN IPEREN. p over de Hiftorie - kennis, door denzelven. over de Doodftraffe. en het __Pynigen, door Mr. J. C. M. _ RADERMACHER. , om het Hóutgebrek te ver- | helpen. ‘Zie Nabericht. — over de Fluxus Ventris, of Buikloop , door B. Worr. Zie Nabericht. … Vervolg der ON van Ti- En N KE 3 | 465 over de gebreken onzer | mor ARE? IO IS PAER nd mor enz. door Mr. W: va fi ‘HOGENDORP. -… el, Vervolg van eene Tävaantéhe Hiel ftorie Radjara Radja Jawa ,| hd door f. VAN PEREN. Zie ook. ie, Verzameling van eenige Timó-| reefche Woorden, door Mr. | W. vAN.- HocENDOR?. Voorbericht — / . LERAAR ad D Î E ' n ehetn E e rd Vogel iede Haay van Midas. | _befchreeven. Vogelnest es(de) befchreeven, iN door Jì. HooyMAN.- „ w. | Waarneemingen over de ehhen: ringen onzer’ Hollandfche Zee- kaarten, door Mr. J. CG: M. RADERMACHER. Water- vrees (eene doodelyke | befchreeven door JAco BUS VAN DER STEEGE. Weeven (Bericht omtrent het ) en Catoenfpinnen , door “MTOOVMAN.s: „US Deel. bind 2 63 2 | 563 3 285, a | 'tOg EE je 2 I 3 ti u 2 | 461 3 | 145 2 | 327 3, 27E ej En Ì arg „AbBmeR REGISTER. - „peel Pagind Worr (B.} over de Buikloop. | | Zie Nabericht. ' 2 31 Wortelen (welke Spys- )het nae: d digst voortkomen, om het be- „hoeftig Gemeen, by misgewas van Graanen te ‘{pyzigen. | 3ik28d Wouwouwen (Befchryving van de) door |. VAN sc rdk en SCHOUMAN. *» rr (383 Wurms (CF. BARON VAN) / overde Orde der Palmboomen. ks 1337 _— (——) Befchryving van de | STE, groote Borneofche Omg Ou- | / ‚tang. . -l-2 1245 _ (=-—) Bydragen tot. del -„Natuurlyke Hiftorie. __Zie ook eg RD Ys-vogel (de Groote) befchreven: | Es Zeekaarten (de allendiche) befchreeven. - mn CWaarneemingen over de verbetering onzer Holland- fche ) door Mr. J. C. M. Ra- -:DERMACHER. Zwaluw (deNestjes) befchreeven. to ne en an. ao LS} co: hdd E han} KS jz r % Ke WK Le il Ere ay an es dn Ay} IAR he} 5 H N a nt Ee Dn din & id af ve EE edn