iN BaO Ar Eh ki _VERHANDELINGEN, VAN HET BATAVIASCH GENOOTSCHAP. (Ver DEEL, VERHANDELINGEN VAN: HET BATAVIASCH CENOOTSCHAP DER KUNSTEN zn WEETENSCHAPPEN. VEEDE DEEL Ti BATAVIA, Gedrukt in PE: Compagnies Boek - drukker} 3 “a By PIETER vak GEEMEN 3d, Ce) VWOORBEREGT: 87 bid ef Hie 19911 ded MRI S vii duls: ele sib y vindelyie ziet dit „Vee. Deel on. ud eer: Verhandelingen. het licht: de: „prysvraagen -vau tyd tot ze opgegeven bleeven onbeandwoor vanhier, her gebrek, aan ftof ;; fs dit ontvonkteste. fterker „den. yver: der Dirigeerende ‚Leden, eenigen van Hun. teegen)zelveaanhet werk s, en zo komt:dit Deel ‚voornaam- kyk wit ‚den veigen, boezem. van het: Genoodchagp te-voorfchyn.…, Jeflh Uit CTO ORN: De 2 g Dt > h Af gende koala by: het ft ° Programma aangekondigd eldt het: enootfcliap eene ge- meene: Vergadering opvden, Se Maart ‚den g2ften ene vanrdiye ne DosruwenrTiee Hoog HEID, NEDERLAN DSS PA4 HOUDER, Onzen: OPPERBEe- WINDHE BEER: Niets: ontbrak: prend den’ Juifter eraan ierd 3 ge Ah de tegènwabtdigheîd vah den voold ziutende Heer Direéteur MOENS, die ongelukkig ziek was: De Hee- rEPDitig de Bederr kwânten des ef Zeven úuren ’'morgehs ren huis ze van, dên Vice “prees Vr Rb MEER té Zanen en reeden-vers völgendsternsCorps- na het Gouvers _ Bement Gererkal inhet Kafteels als wâar zy de eer hadde Zyne-Hoag* Edelkeid:den-Heer-Gouvernenr! Ges feral gezamenlyk aande koets te Örftvangeri; end nw:het vertrek er voor de‘Hooge Regeering afgez derd was, te geleiden; De ande- fel Heerem:!ders-Hoóge, Indiafehe Regeerings werden: alle, eensgelyks door twees nsaansHunne koet Pen ontvangengensbinnen geleid; waarna dunne, Hoog. did lheden _zigo aa Hoaagft-derzelver; vergaders plaats begavens.sterwylsde Dirigees rende leden inseere daar roe cafe Bezonderdes: kamen vans 5t;Gouverr memént vebtoefden,, tot ‚dat,de, vers Pi \ aah gar | C3) gadering Hunner Hoog-Edelheden geeindigd en Dezelve weder in Hun voorig vertrek gekeerd zynde, zy Dirigeerende Leden de eer hadden hunne opwagting by Hoogft dezel- ve te maaken; en van daar te za- men na de beftemde vergaderplaats te treden, waat een zeer aanzien: ‚ lyk geral van Mede leden Hen ver- zelde: de Heet Vice-preles verzogt zyne Hoog Edelheid en de andere Heeren der Hooge Regeeting zig op de aangewezen eer- geftoelten te willen plaatzen; de verdere Hees ren Leden namen vervolgends mede zitting, en gemelde Vice-prefês gunstig verlof van zyne Hoog-Edel= heid verktegen hebbende; opende de vergadering met de volgende rede: | | Ava HOOG Ce D HOOG EEDEL GROOT ACTBAAR HEER OPPER BEST U- RER, WELEEDEL GROOT ACH EDA AR E N WEL EEDELE GESTRENGE HEEREN BESTURERS, ËN WELEEDELE ZEER GELEERDE HEEREN MEEDLELEEDEN VAN DIT GENOOTSCHAP. Ys de Mens, dat blinkend cieraad def na. | tuur, de Vorst deezer beneeden - Wee. reid „, ‘tbeeld der hoge, Godheid hier op aarde; deszelfs uitmuntendheid aan ’t eedel vernuft verfchuldigt, waar meede Hem de hilde hand zynes groten Makers befchonk ; Verheft Hy zig daar door boven alle dier» lyke weezens, boven den kring der aardfe broosheid zelv, om met zyne vlugge befpie= gelingen de kreitfen der onmeetbre Lugt gewesten te doorkruisfen , eene talloze mee= nigte van onzigtbre weerelden te init , pek | el (5) _de Natuur hare diepst verholene geheimen te ontwringen, en als tot in hare uicerfte gren= gen na te fpeuren, den God der natuur zelv in zyne luifterryke volmaaktheeden te be- fchouwen, te bewonderen en als in de reien der verheevene Heemel-Geeften te aanbid. den; Geen wonder dat Hy daar op boge , dat voortreffelyk vermogen hoog fchatte en tot ‘ttoppunt der volkomenheid poge te brengen: Daar dog die eedle gaaf , gelyk alle andere natuur-gefchenken door mens- _Iyke vlyt, oeffening en noesten arbeid bee fchaafd ; uitgebreid, en trapswyze volmaakt moet worden, hebben Zy die hunne eigene voortreflykheid gevoelden,zeedert de vroeg- fte Weereld-Eeuwen, onder alle befchaafde Natien zig bevlytigd , om door onderwysen oeffening hunne geest- - vermogens te be= Schaven, hunne kundigheeden uit te brei den, hunne denkbeelden te vermeerderen: Daar van daan, zo veele in de gryze Oud- heid beroemde Scholen der Wysheid; Daar van daan; die dankbare bewondering, die de. Weereld tot in hare Jongfte geflagten , der= zelver Hoofden en Stichteren gewyd heeft, els den uitmuntendften Weldoeneren van 'tMensdom; Daar van dean, die eed'le vay- „ver die zo veele Stervelingen aanprik kelde, „em anderen in vernuftige kundigheeden te nn A 3 Oyere C6) overtreffen en als fterren van eerfte grote, onder andere flonkerfterren uit te munten s Daar van daan, die weederkeerige invloed van verlichte Geeften op elkanderen; die door weederzydfe meededeeling van dendak ver Ligt en Glans als een zaam-vereend en helder fchitterend- Gefternte , defionkerend. dte glanfen verfpreiden. Dat toch de oeffe= ningen der Ouden zig niet, tot ‘tonderwys van de eeríte grondbeeinzelen der Weeten= fchappen bepaalden , dat die zelve Lustplaats van Atheenen die der jeugd ten hésaae) Ce {chole gedient had, naderhand in een oef- fenperk der wasliekt ae W vszeeren herfcha= pen wierd, en dus de inftelling van Kaníten en Weetenfchappen - minnende Genoote fchappen van eenen alouden oorfprong zy ; is U allen, myne zeer geöerde Horers be. kend. Dat zulke Genootfchappen naar den hof waarin zy, onder ‘toog vanden beroem. wk Plato gefticht wierden ‚ Academiën ge- aamd, de helderfte glanfen der. W ysheid werfbieid ‚ de gsrootfte Mannèn voortsebragt, de voortrefiykfte dienften aan: ’t Mensdom gedaan hebben, zal zeekerlyk ook van nie= mand uwer ontkend worden: Men zag met derzelver verval, de eedle Weetlust by latere geflagten uitgeblust, de driefte. onkunde over t mend: en alle mensfelyke geest. | | var (7 vermogens zeegenpralen , de vernuftige Weereld als in eenen Bajert van verwar. ring ftorten: Wat donkere Beuwen van on- weetenheid herinneren w'ons kier! wat akele toneelen zweeven ons voor den geest! Wat tyden voor 'tmensdom, toen de verz lichte Wysbegeerte de aardfe geweften ont. weeken ‚niets dan fombre duifterheid agter zig gelaten had; thoen ’tvlug en vry Ver- nuft door dweeperize vooroordeelen verby- fterd, aan keetenen van flaafs ontzag gee boeid lag, ‘en door de dikke Wolken-die ““beneevelden, niet dan van tyd coc tvd eenige flaaaweftralen fchieten konden! Aan uwe zaamvereende pogingen, berocmde Voorftanders en Beceffenaars der Wysheid, zyn de voortreflyke Weetenfchappen hare tweede geboorte verfchuldist, Uwe reeds, by den ryzenden dágeraad der verlichtinge epgerichte Genootfchappen , Roemruchtig Italie, hebben wyds en zyds die glanfen- vers fpreid die onze ogen zo zegt ftreelen; Aan, uwe toortfen ontftak Eurcpadesfelvs naderz band zo helder Hetendefakkelen. Wientoch mynegeëerde Horers, is’eniecbewusrt } hoe de Weetenfchappen-minnerde Maarfchape pyen in Italie, reeds vroeg in de 15 Eeuw herboren, vervolgens heren zeetel in Vrank- ryk, Engeland en Duitsland geplaatst hebe N  4 ben. ER bende, en daar allerweeligst gekoefterds; die fchatten voortgebragt hebben, die zo alges meen bewondert-en geroemd zyn geworden. Vreemd moet ’tfchynen , dat zulke heilzame inftellingen zo lange, van den noesten en thoen op de eerfte vernuften der Eeuwe zo billyk bogenden Neederlander, onbeproefd gelaten zyn geweest, en wy onder de aller laatíte der. Europife Natiën zyn, die dezelve ingevoerd hebben. - Dan, laat ons die nati- onale vlek, die „we toch niet. uitwisfen kunnen ‚ ongeroerd laten; Was de drift tot het ftichten van Genootfchappen; vervol. gens in laaiende vlamme onder ons uitgee barften , zo vrugtbaar in,uitmuntendheid als in meenigte van voortbrengfelen » we zouden ons, fchoonlaat ; nogtans billyk bo- ven veele andere Natien kunnen beroemen: althans wat win Europa t'agter gebleeven {cheenen, hebben we hier-pogen in te wins nen, door de eerfte inftelling van een Gee ‚nootfchap. in de buiten-Europite Volk- plantingen „ waar door ook indeeze, van de teegenweordige Zeetels der Geleerdheid zo verre afgeleegene Gewesten, de Weetlust aangeprikkeld. kon worden, de mensífe= Iyke kundigheeden uitgebreid , de eenzame Wysheid- minnaar dat zagt genoegen fma- ken, dat de weederkeerige invloed van, Co) verlichte, Geelten verfchaft ; ja den weg gebaand worden tor eene allerwens{felykfte nitbreiding en voortplanting van den beften Godsdienst. | Eene onderneeming waarlyk ftout, en die van * geletterd Europa bewonderd en aangejuicht, reeds van anderen nage evolgd, onzer natie, onzen geëerden Gezagvoe re= ren, den kundigen Stichteren geene geringe Eere aandped, Eene ondernceming, die zo veel te meer met fanggsengen yver ver. diende voortgezette worden, als zy van wees gens de gefteldheid van dit gewest, grotee re zwarigheeden ftond te ontmoeten. Daar toch die Stroom die al ’t onder- maanfe met zig voert, hier veel fn eller gaat dan elders, en de Onbeftendigheid die haren lugtigen fgepter over alle Weereld- oorden. zwaaid, hier haren hoofdzetel fchynd geveftigd te hebben; Is’ te ver- wonderen dat de rasfe afwisteling der Lotgevallen, de beroving van zo veele kundige en nyvere Mannen, de alvernie= - lende oorlogs-vlammen die Onze Steeden en bezittingen ‚ met eene uiterfte verwoefting bedieigden, de hartgrievende rampen van een, door tweedragt en.burgertwist zo deer- Íyk gefolterd Vaderland, den moed ter neer gedrukt. ‚ den yver vei faauwt 7 EN de aandagt A5 bn óp c3 Cra) op dringender voorwerpen geveftigd hebe ben? Een akele nacht , myn dierbaar Needere land, had deszelfs fale vleugels over u ver= fpreid ‚ de glans uwer heerlykheid was door eene ftik donkere wolk beneeveld; wat ftralen van aanmoediging konden dan van uwen trans op ons neerfchieten? Dan , treue rige herinneringen, Verdwynd hands van woor onsen Geest: Kwynend Genootíchap, Ge moogt op deezen dag, met ‘taanvanklyk herfteld Neederland ‘thooft weeder opbets ren ; Dees heuglyke Geboorte-dag van uwen doorlugtigen Betchermer, wiens dagen de Heemelgunst, onder eenen ryken zamens vloed van de eedelfte genoegens, verlenge en tot den hoogften Ouderdom doe opklimmen; zy de heugelvke dag uwer tweede geboorte 3 en doe u alle uwe vorige Rampen vergee. ten! Tot eene plechtige herftelling en ver. nieuwde inwyjing van Batavia's Lettera kundig Genootfchap, is toch Waarde Hoe rers, deeze dag en flatige zamenkomst ge. fchikt: We voelen eenen nieuwen gloed in onze aderen vlammen, We wyden onze pos gingen der algemeene nuttigheid met de welmeenendfte bedoelingen, We hebben reeds handen aan ‘t werk geflagen om 't vervallene te herftellen; En bedriegen ons onze’ vleiende voöruitzigten niet» fpaard de Cru de Engel des doods die zo meenigmaal onverhoeds de ysfelykite verwoestingen onder ons aanregtede, ons leeven en werke vermogen, We vertrouwen eerlang uwe gex &erde goedkeuring weg te zulien dragen. Dan W' erkennen 't,‚ We hebben hier toe eene kragtdadige onderfteuning en vermo- gende aanmoediging nodig ; Die verwagten W'ook; We verwagtenze allereerft , en po= gen ze door vurige fmeekbeeden-over ons te doenafcalen , Albeflurend Opperweezen, eenige peilloze Bron van alle wysheid en kennis; milde Schenker van alle goede ga= ven en volmaakte giften, wien w° onze pogingen needrig toewyen, en aan wiens alvermogende Befcherming. en eeuwige Goedertierenheid w’ onze ‘belangens oot.= moedig aanbeveelen! Dan, verwagten we ze ook ;, dezo hoog nodige onderfteuning en aanmoediging , van U, Luitterryke Beftue rers onzes Genoorfchaps, die niet alleen van blakenden yver voor de bevordering der eedle weetenfchappen. bezield zyts maar ook aan uw hoofd zulk eenen voors treflyken kunft- en weetenfchap - Minnaar geplaatst ziets Onze belangens mer kleme mende ‘reedenen-by ‚U aan te ‘dringen; onze, pogingen „uwer: befcherming aan te. beveelen, de ‘zaak der -weeteníchappea dj | krags Cr) kragtiglyk by U te bepleiten, was eene beleediging voor uwe eedle denkwys en zo meenigmaal ten tone gefpreide yver- zugt; We zyn Uwer gevoelens bewust; we maken op uwe befcherming volkomen ftaat, en zullen dezelve altoos met vere fchuldigden dank erkennen : Spare de Hee. mel alleen uw dierbaar leeven, Hy bes krone U met de keur zyner Zeegeningens Hy ftelle U tot egnen lang beftendigen zeegen in dit Land! De voortreffelyke Wysheid uit den fchoot der ware God- vrugt geteeld, zy uw fchat, Zy doe U beërven ‘t geen eeuwig beftendig is! En zouden we ook geene hulp en aan- moediging van U lieden verwagten, zeer Geëerde Meede-Leeden deezes Genoot- fchaps hier zo plegtig zaamgekomen ; Hebt Ge met ons ‘t verval onzer zaken; de flagen die ons troffen , de ‘werkeloose heid waar in we zo lange verkeerd heb- ben, billyk betreurd en beklaagd, zoud Ge onzen thands ontvonkten yver niet aanmoedigen; en door uwen voorzigtigen raad, noeften arbeid en nutte voortbreng- fels den Luifter van Batavia's Genootfchap herftellen en ten toppe voeren? Brave Konftgenoten, flaat met ons de handen aan ‘t werk, een ieder naar ’t vermogen dat ld | Hem C 13) Hem gefchonken is, en den kring waar id Hy zig geplaatst vind. Hee bly verwel« komen we U in die ftreelende verwagting, jongst verkorene Meede-genoten, die we thands ’t genoegen hebben, voor de eerfte reis met ons te: zien zamenkomen: Uwe welmeenende pogingen zullen zig met de Onzen vereenigen, dé eedle leer. én - wys= heidszugt zal onzen boezem, in de gulfte eensgezintheid en tot de verheeveníte be- doelingen zamen -ftrengelen, Zo zy Batavia, eerlang een zeetel van ware wysheid eh nutte konften, zo ver- dwynen de fombre neevelen der dweepe. ‘rige onkunde en grillige bygelovigheid uit deeze corden, zo werde ‘t Ryk der Waar- heid en Deugd doot ons uitgebreid; zo werde deeze Dag met blyde gevoelens her- dagt en gevierd tot in de laätfte geflagten! Heemel fchenk heil, fchenk voorfpoed, ge alle onze onderneemingen wel geluk. en! | Het behaagde zyner Hoog Edel- heid op de volgende wys te ant= woorden: Wel (i4) Wel Edele Geftrenge Heet en Heeren, de DireGteur, Dirigeerende , en verdere „Heeren Lieden van ’t Ba« taviafch Genootfchap ! ej het my voor de eerfte maal in myne qualiteit mag. gebeuren, om de aanfpraak:;van den Heer Direeur van ’t Bataviasch Genootfchap te beandwoorden 3 Zo voldoe ik daar aan met alle bereidwile ligheid, en met te meer genoegen; uit hoofde der opgevatte hoop en verwagting, dat een Genootfchap ,'’t welk in den hes ginne ; zulke aanmerkelyke progresfen fcheen te zitien maaken, doch door eenen te zamenloop van ongunftige omftandighee den zederd- eenige Jaaren buiten haare ge- woone aétiviteit is geraakt , en thands weder meuwe blyken geeft van haar yveren zugts om nuttig te zyn voor ‘t gemeen, daar in haare edelmoedige oogmerken zal bereiken, In ’t byzonder verheugt het my, op des zeit plegtigen dag, waar op wy het geluk hebben , de blyde verjaaring van Z. D. Hoocunerp, onzen hoog geachten Op- per Bewindhebber en Oppergouverneur Generaal te mogen vieren , het gemelde Batavia's Genootfchap, in de aanzienlvke tee C 15) tegen®oordigheid van de Hooge Regeee ring dezer landen alhier vergaderd te zien; om als ’t ware op ’t nieuw verlevendigd , openlyke betuiging te doen van de zui. vere geneigdheid en yver; die haar bezielt; em door aile mogelyke en werkzaame poo= gingen, den bloei van dit Genootíchap te bevorderen. | Ik bedanke derhalven het Bataviasch Gee nootfchap voor de deftige aanfpraak, die de Heer Direteur haarentwegen aan de Hooge Regering heeft gelieven te doen, ter bevesting van die edele voornemens, _em ongeacht alle zwaarigheden en ongunttie ge vooruitzigten , des niet te min, met vere dubbelde Kragten en vermogens werkzaam te zullen zyn, ter weder opbeuring van ’t gemelde Genootíchap en ter beantwoording aan het loflyk doelwit van deszelfs inrigting, ten einde nuttig te zyn arn het gemeen, in vertrouwen, dat, daar het oog van yder; thands weder, meer als ooit, op het Bara- viasch Genootíchap gevestigd is , men daar van eerlang weder de aangenaame vrugten mag zien te voorfchyn komen. Ik hebbe om die reden ook wrymoedige heid, uit naam van de Hooge Regeering , op “ verzoek van ’tBataviasch Genoo:fchap, het zelve van degunftige gevo lens van Hun Hoog Edelens te verzekeren, en aan ‘t Ba- CM % Batdviasch Genootfchap toe te zeggens die befcherming en onderfteuning, waarop het zelves by hunne yverige en werkdaame poogingen, ten nutte van * gemeen , met regt aanfpraak tnag maaken. Ik wentche ten dien einde aan het Batas fiasch Genootfchap.toe , eén’ milden in- vloed van 's Hemels Zegeningen , een heuch= tyk fücces in haare welmeenende oogmer- ken, en eene ftreelende vergelding ?n de toe- juiching van yder, die eer en deugd, kun- ften en weetenfchappen bemint, _Dit antwoord werd door den Heér Secretaris der Hooge Regeering Mr. VAN OVERSTRATEN der verga- dering voorgelezen ; waar naa het mede Dirigeerende Lid de Heer Le DuLx voorlas éené verhandeling; waar in de Kalappus-boomen, als natuurlyke aflleiders van denBlikzem. befchouwd en verdedigd werden welke verhandeling mede im dit deel gegevêën wordt. | | Vervolgens ftelde de Heer Vice Prefes uit naam van Dirigeerende' Leden der Vergadering voor deze twee Prysvraagen: | | er Eerfte (27) Berlé Prysvraag 5 Daar, ” tzy uit zwakheid, of anderé oors gaaken, de moeders hier zelden haare kin= deren zoogen ‚Een dic meest door Slaaven= meden verrigt wordt, die onmogelyk zulk Een bekwaam zog aan de tedere wichten geven kunnen , als derzelven: Jong- én Lwakheid vereischt, ‘daar boven al te dike wyls met Lighaams kwaalen en voor al ge- moeds gebreken besebt zyn, die den vera _ derflykften invloed op derzelver nacuurlyke en zedelyke‘ gefteldheid Kunnen maaken; daar tevens de aart van dir Clíimaat niet fchynt te gedoosen ; dat men van de andere wyze der opvoeding door Koemelk en daar van bereide pap, gebruik maake; zou ’er geen voedzel uit te vinden zyn; dt naarde tedere inaag der Jonge Kinderen gefchikt, en mifider aan bêderf, dan de melk etí ge- __woone.pep ; onderhevig ware, door welk gebruik met de minnen zou kunnen mis- zen, en de onnozele Wichten van de treus rige gevolgen van derzelver natuurlyke en zedelyke gebreken bevryden? Zo Ja;waar in beftaat t zelve? Hoe kan * beft en ge- _ miaklykst toebereid , en naar der aart van _ dit Climaat en aanwasen toeneming der Kine deren gebruikt en hun toegediend worden? B Tweedd Ci) Tweede Prysvraag, Weike is de beste, gemaklykfte en tes vens minft koftbaare wyze , om de Cacao hier in de Jaccatrafe Boven-en Beneden. landen aan te kweeken, en fpoedig tot vol» maaktheid te brengen? Welke ‘vraagen van de Hoog aanzienlyke Heeren Direéteuren en alle andere Medeleden werden goed: gekeurd, en befloten; om die uit tegeven, ter beandwoording voor den 1 November van dit Jaar alhier ; en wat de eerfte vraag betreft , wyl het Genootfchap daar ovef ook gaarn uit Nederland een voldoen- de antwoord ontfangen zou , zat men daar op wagten tot Septems ber 1792 ; onder toezegging van eenen Gouden EÉerpenning ter waar. de van één honderd Zilvere Duca tons , of naar verkiezing deze fom. « zelve. k M Ein. ES, Eiadelyk verzogt de Heer Vice Prefes alle de Leden om vriendlyk te willen mededeelen, het genezy ten befte van dit Genootfchap en ter meéfte bevoordering van Kuns ften en Weetenfchappen oordee- len aangewend te kunnen worden; Waar naa deze plegtige Vergade- ring met een eh rid tk fcheidde. | 53. | Wy kunnen by deze gelegen. =sheid niet nalaaten te melden, dat het antwoord op de Prysvraag door Wylen den Edelen Heer van Preve REN opgegeven, betrekkelyk de meest grafleerende ziekten op de Filanden Banda, welk ons uit Ne- derland was toegezonden, in Onze Byeenkomst van den zo May i 786 niet voldoende is bevonden; daar _het meest zaaken in zig bevat, die hehaand bekend zyn. Wy danken Bt ech. „C2.5 | / echter zeer den geëerden Schrys ver , wiens naam gefecreteerd blyft , voor zyfie attentie, en aangewen- den arbeid, dien wy met geene on- verfchilligheid behandeld hebben. bi Met genoegen bedeelt men den aanleg van een’ nieuwen Hortus Medicus in de nabyheid van Bata« via: Men is dit verpligt aan de goed- heid van het Mede - dirigeerende Lid F. SCHOUWMAN; de voorige Hor-. tus ver afgelegen , en daar door vera® vallen en verwaarloosd, werd: ook genoegzaam van niemand bezogt ; de Nieuwe ‘Tuin is geplaatst aan Molenvliet op een ftuk gronds ge= melden Heer zelven in eigendom toebehoorende „ welgelegen ; en onder her geduurig oog van zyn’ Befttierer, van verfcheiden plaatzen zo: uit de Oost. als West van in- dien ; heeft men reeds verfch: iden IRN Krui- Car) Kruiden en Planten bekomen; wan: neer door eene grooter menigte en verfcheidenheid de Hortus tot eene meerder volkomenheid zal ge= bragt zyn , zal men van dezelve eenen Catalogus maaken en uit= gered | | ait G8 Hadden Wy het genoegen by ons jongít Programma te mogen melden ," de edelmoedige gift van een honderd goude Ducaaten en eenige Boeken aan % Genootfchap ; _ Wy kunnen thands weder melden, hoe het Lid van dit Genootfchap H. JS. VINCENT onlangs ZOO goed is geweest , om aan dit Genoot- fchap ook te fchenken het belang- ryk Werk van BucrHoz, Premiere Centurie de Planches eninmnees E€£ non enluminees „ reprefentant an na- burel parmis les Avimaux, les Vege zaux © les Maneranx. „ pour fercir Gintelligence à 4’ Hifloire generale des | Ae MR wois C22) zrois Regues de la Natiúre, in twee fraaije geconditioneerde F olianten}, 96 Met minder genoegen vindt. men zig nog verpligt te melden, dat, met opzicht tot de Elucidarie van den gefpargeerden Virgift-boom by de Nieuwe Algem: V aderlandfche Letteroefveningen IV. Deel N°. aan Ons nu van agteren gebleken i is, j hoe de Origineele ftukken van die Elucidatie, dieeigen)yk by ons op= _gefpoord en beruftende waren, zon= der onze voorkennis heimelyk ver- vreemd zyn door den genen, aan wien dezelve ter ende RE waren tocbetrouwd. Men verkiest iiefst ’s Mans naam naa Zyne dood niet te noemen, en zou zig gaarn van deze bekendmaa- king verfchoond hebben, die wy nu noodzaaklyk oordeelen, dewyl de geleerde Waeseld dus vroeger is ot ; He (23) Jucideerd is, dan zy door ons geë- lucideerd zoude zyn geworden, en op dat zo veelen , als daar eeni- gen tyd na verlangd hebben , nu weeten mogen , waarom die Élu- Cidatie als nu bekend, by dit Vyf- de Deel niet geplaatst Is. 67 In dit Vyfde Deel zal men vinden t. De bereids gemelde verhandeling _ van den Heer Lie DuLx over de __Klappus- boomen als natuurlyke „ afleiders van den blikzem. 3. De befchryving van eene plant, - in ‚de Magleidíche taal genoemd Rafamala, doch in Kruid-kunde _ bekend onder den naam van $ty- BAN. | De plant is nu op dit Eiland voor het eerst ontdekt en be- „kend geworden voor den Styrax door den Heer NORONHA een’ Spaanfch’ Reiziger en Botanicus, meel B 3 die A id (24) die in de Manilhas ook ter opfpoas ring van Kruiden en ‘Planten ge weest zynde , tot het zelfde oog-= merk Her aarde kwam. De Héts NoRroNHa heeft aan deze plant de naam van Altingsa gegeven, ter erkennis van de hulp, die de tè= genwoordige Heer Gouverneur Generaal AL TING aan zyn E: in zyne nafpooringen bewezen heeft, Deze befchryving, die Wy van den Heer NoRONHa in het Latyn ontvingen , hebben Wy vervol- gends in het Nederduitsch laaten overzetten, Eene diergelyke befchryvigg van eene andere Plant, in het Ma: ‚ Jeidsch genoemd Ransas , en inde Botanie bekend onder den naam van Auacarduum , mede in het La- tyn.ook van den Heer NORONHA ontvangen, en eensgelyks alhier in ’t Nederduitsch an de edeeld. 4. Een’ aaa van de' verdere Plans C 25 3 Planten, die de Heer NorRoNHA alhier in ‘de Jaccatrafche Bover Ion- den opgefpoord heeft, aan de ee« ne zyde metde Latynfche,. aan de aiidere met de Maleidíche naa« men, welk een en ander het Gee nootfchap verfchuldigd is aan den Heer Gouverreur Generaal Ar- TING; die op ons verzoek aan den Heer NORONHA verlof en verderen byftand verleend heeft, om zig na de Boventanden te bes geven, alzo niemand , veel min s een vreemdeling, zo ver daar he. nen komen mag buiten byzon- dere vergunning vân den den Heer Gouverneur Generaal , waar door wy dan gemelde twee be- fchryvingen in dezen Catalogus bekomen hebben. -…— Wy hadden ons gevleid , dat de Heer No- _RONHA niet alleen iets van zyne Verzameling inde Manilhas , maar Mis Ge Are dik van alle de Plan= €26) Planten by den Catalogus vers meld ons mede gedeeld zoude hebben; dan de man „die het ge« maklykst humeur niet hadt, en met wien men een meer dan ge- woon geduld moest oefvenen, werdt naa zyne terugkomst uit de Bovenlanden gemelyk, droef- geeftig en zelfs zieklyk, zo dat hy eensklaps befloot te vertreke ken met een Fransch Schip na Mauritius , om vervolgends zyn Vederland op te zoeken , waar _ hy ongetwyffeld zyne verzame- 5. ling in het licht zou gegeven hebben , ware Hy niet, volgends erlangde tyding, kort naa zyne aankomst op Mauritius, aldaar overleden. _ b Een Berigt van Wylen den Heer HooxYMAN aan het Genoot- fchap gegeven wegens de Tarw gezaaid en geoogst in zynen tuin op Jaccatra. | 4 6. C 27) é. Een Berigt van den Heer Txs: SEIRE , aangaande het planten van onderfcheiden zoort van Tarw; zo als daar van nader- hand op ‘Ceribon en alhier proe- ven genomen zyn. Tot opheldering dezer Berigten dient het volgende. geweeten: Voor eenige Jaaren, doe noch van de Caap , van Brimatne: noch van elders Tarw aangebragt werdr, en dus hier gebrek aan dit graan “was , werdt de Heer HooxMAN een kenner en lief hebber van vanden Land-bouw, en zelf be. zitter van een uitgeftreke Land. geet in de Bovenlanden , door __het Genootfchap aangefpoord , om te beproeven, of hier geen Tarw van Caapsch graan zoude kunnen gewonnen worden ; waar van zyn E ten eerfte werk maak- te, met dat gevolg, dat den ro, _Juay 1784. van zyne bevinding | | aan C28) aan het Genootfchap verflag dcedt, welk het Berigt is, dat ‚nu in dit Deel geplaatft wordt 3 Zo dat men de eerfte proef van Tarw-bouw alhier in’ de daad aan den Heer HooyYMAN vere pligt is; fchoon het waar zy, dat zulks vervolgends door!den tegenwoordigen Heer Raad Extra Ordinair van der BEKE, toen R efie dent van Ceribon, ook onderno- men en verbeterd is, gely khet door den tegenwoordigen Refi- dent den Heer GoekiNGA , en op meer andere plaatzen van het Eiland Java, voor lief hebberei ook als nog gedaan wordt; waar van brood en befchuit gebakken zynde, zo goed bevonden wor- den , als of ze van Caapfche T'arw gebakken waren. | Dan dewyl men zederd zo te Ceribon als hier, niet alleen met _de Caapfche , maar ook met an- der Oofterfche Tarw, als onder He B 5 f an (29) anderen met Japanfthe , Sourat- fche of Perfraanfche , en met Ma- eausch of Chinasch graan al mede proeven genomen hadt, zo heeft men het Mede- dirigeerende Lid den Heer TeissrirE ook ervaren in den land- bouw verzogt, van die genomen proeven aan ons mede van berigt te dienen; waar aan zyn É: den r. Maart 1790 voldaan heeft, welk het tweede berigt is „dat hier voorkomt. >. Berigt vanden HeerlE Durux, wegens eene water-vrees ver. oorzaakt door de in hevige woe de toegebragte beet van een’ __Menfch. 8 8. Befchryving van den Paradys- vo- gel door den Heer CoRNABE Gouverneur en Directeur van Ternaten, _ Welke befchryving , hoe bee “_knopt ook, aantoont, dat juift ___piet alles waar is, het gene men _ van dien vogel verhaalt, om wel- ‚ke. (30) ke reden men dan ook in. dé Moluccos zig daar omtrend ope _ getlyk geinformeerd heeft, jp. Verhandêling over den tegen= woordigen {taat der Zuikermos lens rondom Batavia, benevens de middelen van redres voor dezele ven, in enige aanmerkingen „ zo over den ftäat der molens, als over de middelen tot herftelling. ‚ Hier omtrend dient men den Lezer te herinneren, dat in het 1. Deel onzer Verhandelingen ge= voegd is eene verhandeling. van wylenden Heer HooyYMAN ,over den tegenwoordigen ftaat van den Landbouw in de Ommelanden van Batavia, beginnende op pag: 173. waar by ook gehandeld wordt over de Zuikermolêns al- hier ; dan dewyl de Heer Hoòr- MAN „ hoe zeer ook een lief hebber en kenner van den Land- bouw, juist geene Zuikermolens “top C 3) Gp 2yn Lard-goed hadt , en dus die byzondere kennis daar vari niet hebben kon ; als een ander ; die Züiker -molens beftieft, zo heeft men den Heer Terisserre ; die op zyne Landgoederen wel vier Zütker-molens bezit, dangêzet, om het artikel van de Zuiker - mo- lens Eens afzonderlyk onder han- den te nêmen; €en omftandig uit tewerken, welke dan de aanlêiding is tot het fchryven van deze Vere handeling „die fchoon voor eeni. gen tyd reeds dfgewerkt, nu in dit Deel gegeven wordt. _ Men zou gdarn in dit Vé of volgende Deel volgends belofte by ons jongst Programma ge- plaatst hebben den Catalogus van alle de Rabbynfche Manu - {crip- ten, die in het Vatikaan te Ro- men bewaard worden; dan die zal niet kunnen gefchieden , voor dat men uit Nederland de benoo: digde Hebreeuwiche Letters be- | | ko- > dass komen heeft, Men achtte dit nodig hier te melden, zo wel, als dat in gemeld Programmd by misflag gefteld is, dat in ge- zegden Catalogus ook te vinden ìs akira van Gad, welke daar vergeefsch zou gezogt worden. | 8 By het inzien der ftraks vol gende Naamlyst,; die den tegen woordige ftaat der Leden van het Genootfchap vertoont , zal men een” merklyk verfchil ontdekken van die, welke voor het IL. Deel geplaatst is : Welke veranderin= en vielen zederd niet voor ; veel vuldige fterfgevallen ; vertrek, verplaatzingen der Lieden kon- den geen andef gevdlg hebben, Wy wyzen hier te rug na het laatst uitgegeven Programma, ef flippen flegts het volgende naa die uytgave voorgevallen , of ter onzer kennis gekomen aan. — C 33) Dé dood ontrukte aan ons …— Uitde Wel Edele Geltrenge Heet ren Direéteuren: PIETER GERARD be BRUIN, Raad Es tras Ordinair van Nedertanas Indië óp de reis na Nederland aan ae Caap overleden. BAREND REYKE, Raad Extra- Ordi nair van Ni derlands Indië, Uit de Dirigeerende Leden: Mr. GERLACH CORNELIS JOHAN. NES van MASSAU, Opperkoopman en Water - Fiscaal, Uit de Ordinaire Leden: CASPARUS HARTMAN, Zanddrost def Bataviafche Ommelanden. WILLEM ADRIAAN WiLLEMS; Ko dop- mán en eerfbe Adminiflrateur in hét nienw Kleeder - pakhuis. sf A Mr. WILLEM DANIEL VIGNON; Al ___ vócaat Fiscaal van Nederlands Indië. LEENDERT GOOSSEN, Koeopinan en Translateur în zi Maleidfche 1 aal, hi AvAES C34 5) Mr. GERHARD JACOB KEISER , en, man en eerflé Admimiftrareur in-bet 1 zer - magazyn JEAN LOUIS van NIMWEGEN, Koop. man , Groot Winkelier en Oud Schepen. Mr. S. ALOMON SCHOUTEN, Zerfte See cretaris van de Hooge Indiafche Regee. ing. ap Uit de Extra-Ordinaire Leden: Op Maccasfer, | JACOBUS LEONARDUS ps VOS, op __perkoopman en Secunde, „Op Ceilon, HENRIK. LEVIN MARTHEZE, Ope derkoopman buiten emploi. Op _Amboina, Mr. ABRAHAM LOUIS van HAMEL, Koopman en ree van nd €35) Op Bantam; | JOHANNES REYNOUTS, Commendeuëa Na het Vaderlard vertrokkens bes Uit de Ordinaire Leden: JAN JACOB MEYER, Owd hpa bitin hasr en Weesmeester. AE REE Extra - Ordinaire tak: ABRAHAM. GOBIUS. Koopman: ens inie nijdrateur te Sourabaya. _ Op zyn verzoek werdt wegenis ane Ouderdom ontflagen, Op. Öeilade En Á NICOLAAS BERNARDUS MARTUE. ZE, die ed en ‘Soidy- plc bi le der, te Gale, „Wederom zyn op ieuw wêrkorer; toë d: LJ or Dirigeeretide Leden: 5 GYSBERT. JACOB. WELGEVARE, Op: perkoopman en Graot Kasfier, Es er nn JE C 36 ) JEREMIAS SCHILL ; Predikant in de Lutherfche gemeente. HENDRIK ISAAC GUITARD, Opper koopman en Gecommitteerde tot en over de Zaaken van den Inlander. JOHAN THEODOOR ROSS , Predikans in de Daderdurijche gemeente. En is in fltede van Mr. CAREL SAXE, die wegens veelvuldige Ambts- bezigheden zyn Ontflag gevraagd en met dankbetuiging voor de bewezen dienften bekomen heeft ; aangefteld tot | Secretaris van het Genootíchap ; JOHAN THEODOOR ROSS , Predkans in de Nederdutifche gemeente, Kasfier van het Genootíchap , GYSBERT JACOB WELGEVARE, Ope perkoopman en Groot Ka: fier, dan Zyn Wel Edele Geftr: kort daar op Razd Extra-Ordinair van Nederlands Indië geworden, is ook in den rang der Heee ren Direéteuren he ade De C37)’ | NAAM LYXYST DER „2% HEZE KR zE N DIRECTEUREN, DIRIGEERENDE OO EN ANDERE EED ZEGN:: OVAN HET BATAVIASCH GENOOTSCHAP pER KUNSTEN en WEETEN- SCHAPPEN &c, OPPER-DIRECTEUR: Zijne Edelbeid, de Hong Edel Groot Acht- ___baar Heer Mr. WILLEM ARNOLD ALTING, GouveRNEUR GENERAAL VAN NEDER LANDS INDIE, Diresteur 1778. „Opper Direteur zederd September 1780. ú C 3 DL C38D „DIRE CTEUR EN: De wel Edele Groot Achcbaare Heeren 5 HENDRIK VÁN STOCKUM „ | Eorle __Raad en Direbteur Generaal van Ne derlands, Indië, 1778." ADRIAAN MOENS, Oud” Diretteur Ce! neraal van: Nederland dndië, 1778. De Wel Efele Geftrenge’ Heeren „ DAVID JOAN- SMITH, Raad. Ordinair _ wan Neder, lands Jaië, 1778. WILLEM JACOB vaN DE; (GRAAFF, _ Raad Ordinair van Nedérlands” Indië iere 6 Dircitar, van Ceilon, 1778 joran: GERARD VAN ANGELBEEK, Raad Ordinair. van Nederlands Indië, Gouverneur. en Direêtenr- ‚van Malla, baar, Lid 1779, Dirs 1784. be JOHANNES SIBERG , Raad! Ok ginair van Nederlands Indië, Lid 17785 Dir: 178 gen Mi. WILLEM van per BEKE, Raad” —… Eatra- Ordnair van Neder lanas Indië, 2 ltd v7r8. Di vang. | j ADRIAAN DE BCCK „ Raad. Extra: Or. gen van Neder laúdsindië. ‚Lid. 1 77 8 Dir ABZ. tn JAN GREÉV Es hiria Eras ( Ordinaïr Á dl C 39 3 van Nederlands Indië; Gouverneur en \: s…Diretteur van Favas Noord- ooft - Kut, Lid 17845 Dar. 1787. Ma. ISAAC TITSINGH, Hild Or _dinaîr van Nederlands Adie: Direêteur hin Bengalen, Lid 1778, Der. 1789. JAN HENRIK WIEGERMAN , -Raad Esxtra- Ordinair van Nederlands Indië 5 Lid 1778, Dir: in:1789. Ma. PIETER GERARDUS: VAN OVER- “STRATEN, Raad Extra-Ordinair van. Nederlands Indië; Lad v784, Dir. 2790. GYSBERT JACOB WELGEVARE, kaad . Estra- Ordinair Van ‘Nederlands Indië, Lid, 1778 Dir. 1791. Voor zittende Direéteur by. Disi- geerende Leden: « | ADRIAAN MOENS, Oud Directeur Gant ___ raal van ‘Nederlands Indië, zederd. 1783. DIRIGEERENDE LEDEN: THEODORUS VERMEER, Predikant in vde “Nederduitfche Gemene; Curátor en Scholarch „Vice Prafès, Lid 4778. Dirig. Lid. 1 1784, Vice- Pref. 1789. FREDRIK SCHOUWMAN, Koopman ij B 4 (40) en Eerfte Admsnsftrateur in den Media cinaalen Winkel, Lid 1778, Dir. Lid 1784. | GUILLIAM PIETER LE DULX, Medses, Doéfor , Opper-Chirurgyun van het Kasteel en Wifitateur vande’ Reede, „Lid 1788, Dir. Lid. 1789. | ANDRIES TEISSEIRE , Lid van bet Eerw: Collegre van Heemraaden, Lid 1783, Der. Lid 1785, | Mr, CAREL SAXE, Raad Deden in den Achtb, Raad van Fuflitie, en Prointerim Advocaat Fiscaat van Nee derlands Indië en Water Fiscaal à Lid 1784, Dir. Lid 1789. JEREMISS SCHILL, Predikant by de _… Lutherfthe Gemeente alhier, Lid en Dir. Lid 1790. HENRIK ISAAC GU!TARD , Oppers _ koopman, en Gecommitteerde tot en over de Zaaken van den Inlander, Lid 1784, Dear. Lid 1790, Jon: AN THEODOOR ROSS, Predikant ôn de Nederduitfche Gemdentst Secres taris van het Genootfchap, gla, Dir, detden Secret, Tijd: | meel d ’ hik dp LS 8 .k hf _ 0 É ' 2 | Car) ORDINAIRE LEDEN: Ingekomen in het Genootfchap in 1778, DIRK GOEDBLOED, Oud eerfle Secree taris der Hoge Indiafthe Regeerimg, CHARLES LOUIS COLMOND, Briga- dier, en Hoofd over Compagnies Mie litie in Uudië, „JAN AN DRIES DUURKOOP, Oud Ma- …_ Majoor. titulair van de araater) ze. ERICUS JOHANNES WILTENAAR, bn Predikant by de Portugeefthe Gemeen. pi te, Curator en Scholarch,. WIELEN VICENT HELVETIUS van SRIEMSDYK-s-Opperkoopman en Oud _Commisfaris tot en over de Laaken van den Inlander, —— JACOB. VAN HEEMSKERK, Opperkoope man en Vendumeelter.… — CORNELIS pe. KEY LER, Oud Fabriek. Mar JOHANNES CHRISTOFVEL ‚„SCHULTZ , Oud Schepen van Ba- ve fausa en eerfe Vendumeester. CHRISTIAAN MARTIN PROHN » Ma. oor der Infanterte. STEVEN POELMAN , Opperkoopman, en Drosfard der Bataviakhe Omme. Landen. WsAaC CORNELIS DOMIS, Oud V ij C Ì Ida had 2e C 42.) ztateur Generaal. thands 4 biased _… Curatoren Scholarch: … JAN REINIER COORTSEN » Kaopman, ì tweede Admiz iftratenr zn bet Zutkep pakhuis, en Schepen dezer Stad. HENRIK “ PIETER BANGEMAN-, Konpman en Ond Adniniftr ateur in de pakhuizen op Onruft. JOSEPHUS GORDYN , Kospmak'- en Translateur in de Stavòanfthe taal Mr. GYSBERT Us HEMMY, , Koopman, en groot Winkelier. JEAN BAPTIST PILON, Majoor vange ve Artillerie — PHILIPPUS per ELWYK/ Tweede Secre “taris der Hooge Regering. pe GOSE THEODORE VERMEER, Koop= manen Eerfle Adminiftratenr in de pakhuizen “bezyden de 1 5 ‘Schepen, Curator en Scholarch. “GERARD JOAN RUNSTOREFF; Onder. | “koopman, Adjuntt Eerfle gezworen Klerk ter Secretary van Hun Hoog LEaelheden, JAN DANIEL BEYNON ; Opperkonpe Sman en.Secretaris van den Achtb: : Raad van Fuftitie. MAR: TEN CORNELIS WEYERM AN 9 ig A00 Wils C43 ) WILLEM CHRISTOFVEL -ENGERT,; “cr Boekhouder generaal, Curator où | Scholarch GEORGIUS EVERHARDUS MUNNIK, , Oud Onderkoopman. HER MANNUS ps ROO, Koopman en __ Eerfte Landmeeter. Mr. WYBRAND ve JONGH, Koopman | en Secretaris van Schepenen. Me: JOHANNES NICOLAAS BEST. s.BIER, Motarzs. JACOBUS HERMANUS PARIN GAUW , …_< Koopman. — ARNOLDUS CONSTANTYN MOM, $ Oud Opperkoopman van het Kafteel, 27. December 1779. groe HARTSINK, Opperkoopman — Ss Bbraary 1780. — , DANIEL KRYGSMAN., Oud baas ten “ $ Eyland Onruft, 8. Maart 1780. Jd EZECHIEL LOMBARD; “Stads Chirure gyn, 1. April 1780. OHAN CASPER SPERLING, Zinzen __ Regent van bet buiten Hospitaal, 5. bFebraary 1781. NICOLAUS ENGELHARD, Opper koop. ___“wân; erwin en Liveatmeefier, 9. dead bre tr Vere ’ 3 C44) Verkoren den 5. November 1784. PHILIP HENDRIK DE HAART, Come mardeur ter Zee en Opper- Eguipagie meefter, — JOHAN HENRIK HOLLE, Onderkoop= man en Kaffier der Bank Courant en van Leenin £: Mr. SEN MATTHAEUS, Nota DIRK « VAN HOGENDOR P,. Koopman en eerfle Adminiftratenr in de pakhuizen __ op Onruft. JOHAN GOELE JONAS …_Philas. Dië. Opzichter der Bibliotheek van bet Genootfèhap, 13. July 1789. Verkoren den 4; February 1790. Mr. PAULUS ROSS, Raad Ordinair èn _ den Achtbaaren Raad van Fuftitie, / COENRAAD « MARTIN NEUN, Zifi- tateur Generaal der Indifthe Negotie boeken. JOHANNES CORNELIS van MASSAU „> Mazoor van de Cavallerie.- - CORNELIS SINKELAAR : Opperhoofd van bet Generaale Soldy-eomptor. …— % ALEXANDER AGERBEEK, Zice-pree fes van Heeren Schepenen: MANUEL MORGAPPA, Predikant A Cas) de Portugeefthe Gemeente, doch bere pen na Bafemapalkn op Gezlon. DIRK JANSZ NANNINGA, Predikant | in de Nederduitfche Gemeente. DANIEL BORGSTEIN , Predikant in de Nederduitfche Gemeente. ADRIAAN ZOMERDYK; Predikans is de Malerdfthe Gemeente: GERARD JACOB HAESBBROEK ; Pres dikant in de Nederduitfche Gemeente, BERNARDUS GYSBERT WURTEN. BERGER, Praikaut op ’t Eiland Onrufs. | WILLEM JACOB ANDRIESSE, Kapitein ter Zee en Onder Eqnipagie- meester. PIETER van pe WEERT, Zerfle Secres taris van de Hooge Regeer. | ic Testen CANTEBEEN, Hoofd van de herurgie. | JACOBUS ANTHONIUS BEYVANCK, Nl Fabriek. — YSBRAND HENRIK FRANCOIS VINCENT, Koopmans; Eerfte | Adminiftrateur i inhet Zuiker- -pakhüit en Schepen dezer Stad. CHRISTIAAN-LOUIS ARNOLD, Schee en dezer Stad. | CAREL PIETER REIGERSMAN, Koop» man, eerfte Adminiftrateur in de Westzydfche pakhuizen, C46) JACOBUS MARTINUS BALJE, "Sche en der Siad. JEAN. DAT, Oud Schepens Heemraad Curatoren Sébolarch: IGNATIUS AANZORG, Eerfte. Prati. esn in het: Binnet Hospitaal. JACOBUS THEODORUS KEYNST, Koopman en. Eerfte Adminiftratenr in bet Provifie-magazyn. PIETER van CAMPEN AEL- MANS, Koopmans Eerfle Admie nifwateur in bet Graaï-magazjn EB Schepen der Stad. WILLEM JACOB CRANSSEN; Tweés de Opperkoopman van het Kafteel. PIETER: BOTERKOOPER 5» Secretaris van Heeren Weêsmeefteren. Mr.-CORNELIS AD«IANUS CANTER VISCHER 5 Raad Ordinair in den, …___ dAchtbaaren Raad’ van Fuflitie. b NICOLAAS vaN BERGEN van pe GRYP;, Motaris, Curator en Scho larch. LOUIS WYBR AND VAN SCHEL: LEBEEK, Notaris. JACOB GEORGE DIE DES RIK PASCHEN, Stads 4e tri et | | Jo. Al (47) JOHANNES WILHELMUS BOVENS; … Praëticyn-in- het Wees -en Armbutrs. WILLEM MICHAEL DOCKERS,: Me. verdie. Doët. ‘Praäieyn in bet gefticht a woor de Penniften. STEPHANUS DOMINICUS OLDEN-. SOC ZEEL; ZEerfle Gézswooren Klerk ter „Secretary van- Hun Hoog- Edelbeden. SAMUEL van HOESEN, Onderkoopman erven tweede Adminijtrateur in het Pro- _wvifiie magazyn, . PETRUS ADxIANUS GOLDBACH, „> Onderkoopman en tweede Adminiftran | teur inde Weflzydfthe pakhuizen. PIETER CHRISTIAAN WILe LEM MOSSEL, Orderkoopman en tweede Adminiftrateur inhet Graane er magazjn. | Bs Mr. WILLEM ADRIAAN SENN van _… ‚BASEL, Orderkoopman en tweede Adminiftratenr in de Pakhuizen op, 2 Onur AE | GERARD JACOB TITSINGH, Koopman en Eerfte Adminiftraieur in bet nieuw ____Kleeder-pakhuis. | JACOB HACKER, Onderkoopman es Klein Winkelier. — EET an RE JACOBUS COENRAAD FELIX COX, | O nderkonpman en tweede - Adminijtre. Beur in den Medicinaalen Winkel. Wilke C 48) WILLÉM- BERNARD JOHAN CAR RISSON ; Oxderkoopman en Boets houder óp het Hospitaals Comptoir.” PHILIP LEONARD van EYS, Orders koopman en Boekhouder op. bet Koste eld Comptosr, JOHAN CONSTANTYN: vân SON; Sadee en Guarnizoens 5 chr je PIETER PHILIP ov PUY, Önderkoops man en $ ecretaris. van. Boedelmeeftes {EREMIAS OTTO CAULIER Onders koopman. D JAN ; JACOB VOGELAAR, Onderkoips ÁLBERTUS HENRICUS WIESE , Oxs derkoopman , en gezworen Kierk van … Weesmeelteren. Ù GYSBERT HENRICUS pe WITT; On — _derkoopman. JOSEPH DAT, Oud Onderling der Gee À rho neekk Gemeente: ; PAUL BERGMAN, Hoofd-Ingeland en Heemraad. GUILLIAJME ELIE TEISSEIRE, Burs ger CARÈL WILLEM van BOSE, Leidijk | … &ant van de Infanterie. a) mh 1 C49) a JAN TACOB van POLANEN bt BEVE- RE; Kropnan;. en Eerfte. Confrone tist der Bataviafche Adminèflratie- Boeken EXTRÁ- ORDINAIRE LEDEN; Verkoren den 4 F ebrüar. 179 me Op Ambòina, 4 JOHAN ADAM SCHILLING, Gouvep. geur en Direêtenr, Buien - Dirlzeeret- „de Lid, 8.- April 1792. | BALTH AZAR SMISSAART, Òpperkoop. man en Sechnde. JOHAN COENRAAD FEYE, Predikant, JOHDN FREDERIK ROUSSELET. Pree kant. Ma. DANIEL JACOB BLONDEEL; sta Koopman en Hoofd ap. Saparoea, “JOHANNES HOGERWAARD, Kips man en- Fiscaal. „Op Banda, 5 1 „LAMBERTUS JANSZ HAGÁ, Gouvy. neur en Dircêteur , Buitene „Dirigeerende | Lid, 8. April 1790. \ ' ADRIAAN ANTHONY ’s GRAVEZANs > DE; zede en Secunüe. …_ Ciso) SPETRUS DOROTHEUS “ MARIA wan sort DERTAËS Ves en Seorstaru aero Van Poliries adh 7 Op Ternaten; 5. ALEXANDER CORNABE, Gouverneur en Direêteur, Lid 1778, Buiten- Dirie geerende Lids 8. April 1790. JOHAN-GODLOB WILHEL vt HEIN RICH, Hoofd van de Mihtie, 4 Dee Ehh 1780. „GEOKGE, FREDERIK DURR, Fiscaal Sen Winkelier, 4. Ducembèr 1780, “° 5 Op Maccasfer , Vetkoren den 4. February 1799, WILLEM BETH JACOBSZ, ei. neur en Dieter, Binten- Agere „Lid, 8-“Aprilt7oo. Yoe: AN HENRIK HAEFFELY'; Pres dikant. BERNARD + SEBASTIAAN. WENT. HOLD, Koopman en Fiscaal. CORNELIS “MEURS, Onderkoop man èn K EE ke ere mk R3 A ‚ k Re rn r Pen ‘el k Ì did Ns \ va N OTA € ME PN OP Kk KR « wit Ve % E 6 < zé Car ei ete Op Malaccäj ” ABRAHAM COUPERUS, Góuverneiüf € en Bee Buiten Dargear ora Lid; F PRÄNGdETL TÚIERENS, Opperkoopman. en Secunde,. — AUGUST FREDRIK STAROSKY, Pre. ‚_… dikant. DAVID. RUHDE ; Koopman , Fiscaal en … _ Kasfier. Mr. JACOB VAN KAL ; « Onderkoopman, Secretaris van Politie „en Ontvánger der … … Doimeinen,, THEODATUS RYNHOLD CHRISTOF: VEL pe WINTER > Onderkoopiman. _Op Chormandel , L „NICOLAAS TADAMA ; Odd en Oud Gezagbebber te Paleacatta, 4. Feb. Wis Buiten. Dirigeerende Lid,8. April JACOB "SAMUEL DE RAAFF; Onder. koopman, Pakhuismeefter 3 Negdlie- =67 Toiboekbotder, 1778. WILLEM HENDRIK van BYLAND;, Koopman en Opperboofd te Jagernaïke poeram , 3478 4 D 2 | jAs C$2 ) JACOB EILBRACHT, Opperkonpmân en | Gezagbebber te Paleacatta, 1279 PAUL ENGELBERT van HALM, Krope __mán eh Hoofd- Admaniffrateur te Paleae catta, 4. Feb. 179o WILLEM HENDRIK HESHUSIUS, Onderkaupman en Opperboofd te Bimus- nd a Feb. 1790 _Öp Ceiton ij WILLEM JACOB van pe GRAAFF, -Góuwverneur ‘en DirtEteur , Direttear van bet Genootfchap „ 1778 -BARTHOLOMMUS JACOBUS RAKET, Consmandeur van Faffenaputrâm, 1778, RUDOLPH SAMUEL TAVEL; aL koopman 6. Sep. 1779 Verkoren den z. Mai 178t. JOHANNES REINTOUS, Koópman en Eerfte Pakhuismeefter „ te Colombo. DANIE!. BURNAT', Oud Opperkvopman; ze Colombn. | MATTHACUS, van DER SPAR, Kope CS man en Adminiflräteur te Gale. JOHAN -LODEWYK SCHEEDE, Kapi n tein Miltarte Gale. _ Verkoren den 4. Febr. 1790. AP 4 j PIE Cs3 PIETER SLUYSKEN ;, Commandeur van — Gale MATTHRUS PETRUS RAKET, Oppers koopman. en Huofd. HAdrmimidratèur te Cutombo. CAREL FREDRIK-SCHREUDER , Ope perkoopman en Desfave te Yaflenapate na, Mr CHRISTIAAN van ANGELBEER, __ Opperkonpman en Desfave te Mature, JOHANNEsLAMBERTUSHOFFMAN; A L. M.& Phil. Dr. Predikant te | Colomdo CAREL FREDRIK SCHRODER , Pres … drkant te Faffenapatnam. FREDEKICUS WILHELMUS CAPEL- LE, Predikant té Gade. OLKE ANDAINGA, Kapitein ter Zee en | Equipagiemeefter te Colombo. DANIEL Di TLOEF, GRAAF VAN RAN. ZOW, Koopman en Opterboofd te Ni gombo en Chilaunw WILLEM SEB:STTAAN BOERS, On: derkogpman en Dispenfier te Catombo. JAN DAVID DESTANDEAU , Onderz | koopman ; Fiscaal en Kasfier te Gale. ADRIAAN SEBASTIAAN vaN DE GRAAFF, Onzerkoopman en Op ppere | ‚ hoofd ge arn | | Ù 3 CE CH) Op Cabo de Goede Hoop, CORNELIS JACOB VAN DE GRAAFF; Gouverneur en Direbteur , Buiten - Dia rigeerende Lid, 8 Apr ib 1790. JACOBUS JOHANNES LE SUEUR, Op- perkoopman en Keldermeester , 1778. Verkoren den 4. Febr. 1790, JOHANNES ISAAC RHENIUS, Opper …_ koópman, Secumnde , on Hoofd Ads miniflrateur. JOHANNES NICOLAAS STEVEN. BARON. van LYNDEN van BLIT= „TERSWYK, Opper koopman u Indes _penaent Escaal, HOSPERUS RITZEMA VAN LIER , 4 £. M, on Phil. Dr. Predikant. | PHILIPPUS HERMANUS GILGUYN 4 s Colonel en Chef der Artillerie. Mr. CORNELIS van AARSEN, Koopt ‘en Secretaris van Politie. EGBERT US BERG, Winkelier en Ordis 5 pair Gecommitteerde by de Monftering, OLOF MARTINI BERG, Onderkoops wan, gezworen Klerk by Commis fis risfen uit den Raad van „flitie SLI C53N Op Javas Noord Ooftkuft, J AN GREEV Es Gouverneur en U | Directeur van dit Genoot fkhaps Kas „Verkorenin 1778. % JACOBUS vaN SANTEN „ Opperkoopman” en Hoofa-Adminiftrateur te Samarang. LEENDERT HENRIK VERMEER, Liz «. Colonel. der Infanterie 5 Commandant van de Milstie. Ma. NICOLAAS ALEX ANDER LELY4 VELD, Koopman en Res dent ie Pac- e calongang. _ Mr ANTHONY. SCHWENKE; „Koop- _ man en Refident te Grisfë. ANTHONY BARKEY „-Opperkoopman efp ___ Gesaghebber. in. den Oofthoek. MARTINUS LEONAR DUS GAASWYRs RE Onderhoopman en Refident. te Joana. ‚_ JOHANFREDRIK, BAKON van. RHEE. “os DE ToT DEN PARKELER, Oppere’ «koopman Eerfle ett te Sonrâe carta. WOUTER HENRIK van YSSELDYK, Opperkoopman en Berfle, Refsdent te | Dyocjocarta, 7. Febr. {78o. FREDER!CUS MONTANUS, Predikant) | se Samarang 3 Saly njso. (km ® @2 Dá4 jo- C 56 ) JOHANNES. WILHELMUS °CROSE ; Koopman, Eerfle Pakhuismeester , Negotie- boekhouder te $ Samaraig ; Feb. 1781. JAN LUBEERT UMBGROVE, Kvopman. weven Kefident te Tagal, 4 No. 17ö4e Verkoren den 4. Febr. 1790, BAREND JAN van NIEUKERKEN Cee: noemd NYVENHEIM, Koopman en Etscaal te Samarang. FRANCOIS VAN BOEKHOLD, Koopman | en Tweede Refsdent te Souracarta, ABRAHAM LODEWYK PALM ,°Oge __ derkoopman, ‘Ontvanger der Domeinen en Kasfier, GODOFRIDUS- van MASSAU, Orders koopman en Refident te Rembang. PIERRE GUILLIAUME JOSEPH BER« _—_ NARD pre CHASTEAUVIEUX, Kaa _pitein van de Infanterie, re Babsohkie! zj JOHAN GEORGE STEINMETS, Kapi Vo gein ter Zee en Eerfle Informateur | det Marine Schoof ie Samarang ' Op Bengalen, | Mr. ISAAC TITSINGH , Direteur, Die bad vanhet Gengifchop … 1778. CAR smd CASPARUSLEONARDUSE LPRACHT _Onderkoopman en Transbateur în de “Per ftaanfche en Moorfche Taal:n 1779. CORNE IS vaN CITTERS ARNOUDSZ, Opper koopman en- Opperhoofd te Case “fimbazaar, 4 Febr, 1790. | | ADRIANUS GERARDUS KRAYEN. ‚HOFF, Kopman, Fiscaal en Dorps meefter te Hougly, 4. Febr; Kie Op Souratte À Me. ABRAHAM JOSIAS SLUYSKEN, __ Direleur, 1778, Burten-Diri igeerens | de Lid 8. April 1790. | CAROLUS LYNIS, Onderkoopman, en Secretaris van Politie, 4 Kion 2799. Op Sumatras Westkuft, | CHRISTIAAN HENRIK von ERATEs Koopmait en Opperbeofd, 1778 , Bui- ___ten- Dorigeerende Lid, 8. Apr. 1790. _JOHAN FREDORIK ZUGEL, Boekhouder en Refident op Poelo Chinco, 1778. lr. PHIEIPPUS JOHANNES van DER, STENGH 5 per toine en Secuns de 17. | ‘ srwuse de sG ' k ph [ OQ EK P ê ; p 14 é 1 CSD proe Opt Mallabaät; MED JOHAN GERARD. van ANGELBEER, | Gouverneur en Direteur ’ì Dirar van het Genootfchap, 1779: JOHAN ADAM CELLARIUS „ Onder- dj en Pakhuismeester , 6. Sept, JAN LÄMBERTUS van SPAT; Opper. koopman , Secunde en Hoofd Adminis daar, 4. Febr, 1990. _Op Bantam, FREDERIK HENRIK. BEYNON Dn, mandeur, 1778. Buitene geer ende | Lid, 38 Aprèt 1790. | Werkoken den 4 Febr. 1799, JACOBUS van pen BOGAARD, Ln ___ man en Adminiflrateur. Op Japan. | HENRIK CASPER ROMBERG, Opper Koopman em Opperhoofd, PETRUS THEODORUS CHASSE, Or perkoopman en Opverboofd. HENRIK © WILLEM DRONSBERGH, ‚_funior, Oxderkooprnan , en Disperfser. HENRIK ANDRIES ULPS, Koopman en _ Pakbuismeester, op 1e €592 Op Cheribon ; iN « GODFRIED CAREL GOCKINGA, Op» perkoopmali e en Reft dent, 4 Nov. 1784 sn Op Timor, PRN: TIMOTHEUS WANJON ; Ouder ed „man, en GPDSEDOOR 4 ‘Febr. 1799, op Bantrmiinieen? A | | HENRIK pu. PONT, Onderkoopmaa en a, tweede Refs dent > 4-Ftbr. 1790. _Op Palembang. PIE TER WALBEEK , X aopman, en Eerfle enn Refdent 1779» | HENDRIK JAN SCHULER, Onder koope manen Tweede, 4. Febr. 1790, | Leden Correspondenten in het ‚ Vaderland: | | De Zeer Geleerde en Woydberoemde esra, f C.H VAN DER AA, Predikant der … Luth be, Gemeente, en Secretaris der He badje Haaf hap te Haar. 3 den. jk (60). J.. BICKER, Medic. Doëtor en Secretaris zan het Bataafsch Genoor fc hap te Roterdam. J. W- re WATER; Theol. Dr. en Pro. esfòr te Letden. M. TYDEMAN, FU. Dr. en _Profer frr, en Secretaris van bet Provine ce aal Gezootfchap te Ut echt. FT A ENGELHARD, Procureur Gene» raal , en Lid van het Genvot fchap te Gr oningen. A. VOSMAER , Raad en Direftenr van W5 Ber Natuur-en K Kurft Kabinet van Zyae Poort. Heogberd in 's Hage. N G. SCHROrEVER, 4 £ M Theol, €” Phet. Dr. en E. L. 0. 0. Profesa te Groningen, JF. HENNERT, 4 L- M. Phil Dr. en Profésfòr, te Utrecht. | E. SCHEIDIUS, £. L.O. O0. & Phil, …… Exeg. Profesfor, te Harderwyk, | S RAU, Theol Dr., Theol Typ. & Exeg. ug L L. O. 0. Profv sfor te Utrecht. H. A. SCHULTENS, £. 4. O0. 0. & Ant. Hebr. Profesfor te Leiden. …— ‚G. BONNET, Zheol. Dr. en Profesfor te Dei Orrecht, J.A VOS, Theol Dr. en Profesfar te Utrecht. « Koe rertirndente h P. | KID P. HOFSTEDE, Profesfor ìù de Kerkf; Gefchiedertszen en Oudheden , en …_ Honorair Predikant te Rotterdam. N. L. BUURMAN; Med Dr. en Profess for Botánices, tè Amfterdam. H.H. van ven HEUVEL, Grafier van het Hf Provinciaal te Utrecht. Ma. N. van ALPHEN , Burgermeesfler as de Leiden. P. M. vaN NIELEN , Med. Duttor , en Directeur van bet Utrechts Gez.ots tha _M. bree > Med. Doctor te Ame fleldam. > S. vr MONCHY, Med. Dr. en Profess for te Rorterdam. __ Jk H. van SWINDEN, 4. L M. Phil Dr. en Pròfesfor te Franeker. … Ws MUNNIKS, Med. Dr. en Profesfor te. Groningen. J.C. RADEMACHER , Controleur dep er witgaande. Rechten te Amfleldam. Mr. M. A. vaN GERWEN , Raad en Burgermeester te Leiden. Ks DE WILDE,” Boekhouder der O0. :E s-Compagnie te Amfleldam. | ‚ … « NOLTHENIUS, Eerfte Boekhondek „der O. L. Compa gnie te dmfieldam. « ° - DN \ C C 62) te R. RADEMACHER; fe Middelbard, à J. TEMMINK, Ontvanger van den 1ò8: en „roo, Penning it ed Oo. £ Cors e pögnig.” N, bj _W. vaN ek MEULEN. Ia, Es HOLTHUISEN. | G' STYGER, alle 7 vf te Zmfteldam. zh D. PARS, Colonel der. Burgery e e batumahdid,’ — Je P. FOCKER Lettor-zin= de Wis- Nae _Euwr-en Sterre- kunde te Middelburg. — Mr. A: G, SMITH, Aavocaat te Utrecht Buitenlandfche Correspondenten : Jr ede KS; Prefident van de Academie té | onde È:B, THUNBERG ; Prafisfor in de Boe tanie te Upfab. YA. EULER Secretaris van het Kk _ gerlyk. Gemootfthap te Perersburg A: F. BUSSCHING, Koninglyk Priifsfch Opper confitoriaat Raad, Direltor van bet Gwinnafiùmn in het Graauw Kloifier te Berlin. … MARQUIS pe CONDORCET, Scôrctäl taris va de Academie der Wieten. Yo fchappen, te- Par$s. d GARNIËR- DE St. JULIEN; Capiraine €65) weed: vberPrémier au Carps Rat dù Gere vove deFrances a Bayonnes- nn BARON-pe- HUPSCEL, Lid van riet. de Academien en geleerde Genoote fchappen, te Keulen. d J.A dode nie „Hanaay In Indien Heeft ‘hee Genöotféhap vop elk Cakproir- hee Correfpondent onder, de Leden, speen In China ; u. _De Heeren Supercargas, die zig daar bêe | vinden. | De Mi.fionarisfen op Pekin. Op: Tranquebar ; _De Deenfche Misfionarisfen, Op Mauritius, Ma. CHARPENTIER pe .COSIGNY;s Lieut: Colonel. ’s Genootfchaps Gemagtigden in Nederland; REINIER ARRENBERG, Côurantier eg boekhandelaar te Rotterdam. en Joe { C&) Jotr ANNES: ALLART j- Boekhandeland te Amfteldam,-aan welke -alle-brieven voor dit ending kunnen bezergd Lt Wwordené BAT Avetden’f Rs i7dts Ne Uit Naam van het Genootfchap; jon. THEOD. ROSS ; _ Secraaris. EN ‘NATUURKUNDIGE VERHANDELING | WAAR IN DE | CALAPPUS-BOOMEN VE Kr d de NATUURLYKE AFLEIDERS VAN D EN Befchouwd en Verdeedigd worden Voorgelezen op den gftea Maart 1790. by de __openbaare Vergadering van ‘t Bataviasch [ Genoodfchap., Î D OOR ROE LE DUT, Med: Do&t: mede Lid van de Natuur en Genees= kundige Correspondentie 1n °s Gravenhage, Dirigeerend Lid vant Batavinafch Ge= noodfchap … Vifitateur der Rhede wan Batavia Ge, AAN ZYNE HOOG’ EDELHEID, DEN HOOG EDELEN GROOT ACHTBAA- | REN HEERE Mr. WILLEM ARNOLD MEDING. GOUVERNEUR GENERAAL VAN NEDERLANDS INDIË DEN WEL-EDELEN GROOT ACHT- BAAREN HEER, ADRIAAN MOENS Raad en Oud Dirzeur Generaal van Neêrlands Indië EN DE WEL-EDELE GROOTACHTB: CEN GESTRENGE HEEREN DIRECTEUR GENERAAL En RAADEN van Nederlands Indië; OPBER- DDRE GRE DR: VOORZITTEND DIRECTEUR, en DIRECTEUREN van ’t Bataviu’s « | Genootíchap. Me een Hart s dat U weN hoogen Luifter vereert, en zich tot Dankvaarbeid op» oid OTP) DARMEG U opgewekt gevoeld voor de aanhoudende bly- | ken van toegenegenbeid; Met een bart, dat gebeel en al aan U we gunften en gunfti- ge Befeherming zich opdraagt ; Met eén bart » welks poging zich daar been inge rist gevoeld, om aan U w er hooge Weldaad te beantwoorden ; Met een bart eindelyk, dat zich opgewekt bevind om voor Uwe Hoos-EpeLHeims én Wer-Eperumpens Et- zegenden Welfland, aryzen. Ouderdom „ en _Welvaard ten nut van 't Algemeen te finee- ken en te werken, word deeze Werbandeling aan Uwer Hooe Eperuei én Wer EpeLar- DENS Mel nederigen eerbied opgedragen en zi Hi durislyk ies ‚ dat UwePersoo- NEN ‚ HUISGEZINNEN ; EN REGERING eene Jan- ge reeks van Jaaren ‚met Keur van Gops meeft | he je oP DRAAGT gelukkigmaakende zegeningen » InIgen geze gend worden, neme ik de vryheid van met alle onderdaanigheid my te noemen Uwe Hooc EperLneEID’s EN. UwerL-EDELHEDENS Geboorzaamen Dienaar G: P: Le Durx, “ Päg: 3 | Divers CALAPPUS-BOOMEN ALS N ATUURLYKE AFLEIDERS VAN DEN BLIXEM Befchouwd en verdeedigd se eeN ank zy den grooten Baco, dien de hedendaagfche weergierige Onderzoe- kers der prachtige Natuur als hunnen wet-= tigen Leermeefter hebben te befchouwen welke hun uit proeven; door. ondervin= ding beveftigd, de grondbeginzelen der Na= tuur heeft leeren nafpeuren, en langs dien weg vinden en door vergelykingen, of vergelykende gevolgtrekkingen, ftandvas: te wetten wysgeerig heeft leeren afleiden, __ Volgens’ diergelyke grondbeginzelen, „volgens. dusdanige vergelykingen; op ’t voetfpoor van beroemde Wysgeeren eenig- Zints hebbende leeren denken, viel my by de prachtige intrede in deeze Geweften op ‘t gezicht van de menigte hoog in de wol. ken uitlopende boomen, deeze volgende 2 vraag Nas J 4 Dt Calappus- Boomen als Natuurbyks _ vraag te binnen; vooral daar ik wift, dat milioenen-krachten op deeze waereld, weke kenwy bewoonen, beftendig zamenwer= ken; om de gunftige oogmerwen van’ den grooten Waereld- Monarch, toc liefdadig onderhoud van zyne fch-pfelen, ter uit voer te brengen; en te meer, daar ik meer dan eenmaal , door voorzigtige Natuur. onderzoekers, met recht heb hooren aan merken, dat de. Schepper der Natuur in byzondere oorden der Waereld; op eene byzondere wyze voor zyne Schepfêlen zorg draagt, en eindelyk daar de gelukkige ondervinding leert , dat onder alle voorte brengfels der Natuur, ’t Ryk der Planten gants sch niet ‘tkleinfte geral voortbrengt, ’twelk de Goedheid en Wysheid des Schep= pers verkondigt; viel my, zeg ik, by de intrede in deeze gewesten , deeze vraag te binnen: | | Waarom beeft de Goedertierene Schepper, byna alle ae Warmfte gedeeltens der Waereld met dusdanige prachtige, fchier regt opgaande ‚ boven de meeste andere boomen uitflekende en aan de kruin eerst met zulke menigvuldige punten gewapende ‚ Galappusboomen verziera ? Deeze vraag kwam my zeer gewigtig en door geene Natuurkundigen nog beant- woord voor, Jk wist zeer wel dat deeze Boo= hd Afleiders befihouwd em verdeedigd 5 Boomen wegens hunne groote nuttigheden welke dezelve aan den Inwoonder van byna alle de heete gewesten, aanbrengen, den aandacht der meefte en befte Natuur-on= derzoekeren hebben tot zich getrokken 5 geenzints nockthans, kon ik my te binnen brengen, dat dezelvereets befchouwd zyn; als natuurlvke Afleiders, door de hand der zorgende Natuur in byna alle warme luchte ftreeken der aarde geplant , om den geduurig fteliig geëletrizeerden dampkring of (op dat ik duidelyker fpreeke ) om ’t altoos ver- broken evenwigt der eleêtrifche vloeiftof tusfchen de Wolken en de Aarde te her. ftellen, en daardoor ook zyne goedheid en liefde tot zyne Schepfelen , op ’t luifter- Tykst te vertoonen. | Ik draalde nogthans geenzints om des aangaande by de voornaamften onderzoek te doen. Eerftelyk floeg ik de verhandelingen ops „door dit Genoodfchap uitgegeeven en vond daarin wel de befchryving van deezen boom, en de voornaamfte Nuttigheden van zyn vrucht, bladen of tygen , houten overige be- fand-deelen ; (a) Maar geenzints de nuttig- | | À 3 | heid fa) Zie verh. van ’t Batav. Genoodfch. by de hee Jibryving van ’t Koningryk Faccatra 1 Deel p‚ 24- dennis) in: 5 g De Catappus- Boomen als Natuurlyke heid van derzelver geftalte-gevonden hebe - bende, begaf ik my tot de Natuurlyke Hie ftorie van den Heer LiNN&us;en verwons derde my met den grooten Man, over ’tnut - dat dezelve aan Indiën aanbrengt; (4) … Hy befchouwt hem in verfcheide opzich= ten als de nuctigfte voor Oost. en West- Indiën; van zyne geftalte merkt hy aan, dat hy zyne Stam en Kruin boven de mee: fte andere boomen uicfteekt, dat hy totde hoogte van zo of 80 voeten opftyer; zyne bladfteelen, (vervolgt de Schryver, } die des» zelfs kroon vormen , zvn, drie of vier voten van hunnen oorfprong af, kaal , doch verder wederzyds bezet met lange fi nale, bladen, welke veel na die van riet gelyken, zy heb ben namelyk de gedaante van eenen degen, zyndetusfchen de twee en drie voete. lang; ruim twee duimen breed enfpits aan 'tein= de , door 't midden van ieder blad ag eene houte rib in de lengte Siles nae Uit de voorgelezene regels van den Heer LiNNausyleeren wy wel de geftalte vamp den boom kennen, maar vinden geenzints de vraag beantwoord,waaromdezelve dusdanig: eene geftalte, door de voorzorg van den: Alwyzen Beftierder verkregen heeft Eine Bn) GEN, ene REK AES? _®) E lar I fluk p. 305 Seqg.- ed Afliders beftbouwd ef verdeedisd 7 Eindelyk wierd ik gaande gemaakt om ze Kundigen Geneesheer RuMmePuaius in zyn Ambonsch Kruidboek na te gaan; geen antwoord vond ik op de reeds gedaane vraag; {choon daar de nuttigheden van deszelfs be ftanddeelen. voor den Inlander op ’t nau= keurigst te vinden zyn; welke alle hier ter plaatfe op te noemen ; my niet nodig voor- komt; alleen, ‚zal ik de korte befchryving van dien Natuurkundigen hier aanhaalen , om uit dezelve in deefe myne verhandeling nodig voordeel te trekken; oM kT Calappusboom i is dan, (c) Cdi t zyn nk _ woorden van Rumruius, ) een zeer hooge ftyle Boom, met zyne kruin boven de an- dere uicftekende, met eenen regten, fty- ven Stam eene opregte piek of fparreboom verbeeldende,- groêit tot 6o, 7o;-ëo en mee er voeten; doch meest tot 62. De bladen hebben eene flyve, houtag. tige zenuwe door haar midden loopen. 5 ‚ boven uitlopende en geelagtig. Uit % mid den van de kruin komt een lange regte fcheut of hoorn voort; men noemt took een pyl,by de agt voeten lang ,van vooren toegefpitst en fpits toelopende als een els. Ctot dus verre RÚMrPHrus,) * BREE mol ndtedeikgg arne natie Uit mms ne ne Cc) \1 Deel I Bock. Ì Hoofd, 8 De Calappus - Boomen als Natuurlyké Uit dit alles zien wy de voorgelielde vraag geenzinis beantwoord. Ík zal zonder de wefenlyke verdienften Van de aangehaalde Natuur-Onderzoekeren en van anderen welke zich over deszelfs nuttigheden bewondert hebben , eenigzints te willen verminderen, hier op vrymoedig | aatwoorder: Dat de nuttigbad van derzel- wer geftalte bier ingelegen Zy ; dat zy dienen en geplant zyn, tot natuur /yke afleiders „waar door 't gebroken vevenwigt van de ele@rike wloeiftof herfteld, en de nadeelige gevolgen voorgekomen word,door de meerdere hoeveel= heid van elebtriciteit van den Dampkring zicht aande Aarde weêr te geven. Het betoogen van deeze Waarheid is de taak, welke ik my heb voorgenomen by deefe gelegenheid te verhandelen, Om ordentlyk in dezelve voort te gaan, op dat de waarheid van ‘t betoog handtass telyk, overtuigende; dringende zal Zyn, zal het nodig zyn, dat ik my r°. Bepaale,. tot % betoog van de nau keurige overeenkomst, welke er plaats heeft tusfchen de eleêtrifche vloeiftof , welke men door vryving opwekt, en eleétriek vuur van den bligem, en ‚ De algemeene nuttigheden kort aan= haal van Eonductores, 5 Afleiders van den | blik- ‚ Afkiders Vefthouwd en verdeedind 8 blixem en door voorbeelden beveftige, en can g° De puntig uitlopende bover de ftompe ftelle en proefondet vindelyk be- tooge en, zal als dan 4° Uiers opsenoemde tragten te too. nen, dat de geftalte van meergemelde boo- men dienen, tot Natuurlyke Afieiders. Eindelyk zal ik eenige der voornaamfte nuttigheden, zo kort mogelyk, bepaalen, welke dezelve daar door aan denMenfch niec alleen, maar cok aan de minfte der dieren en plantente weeg brengen; Eenige nutuge aanmerkingen zullen ’t befluit van deeze verhandeling uitmaaken. Indien men met een wysgerig oog, vol gens den weg van Analogie, van overeen. komst en vergelykende gevolgtrekkingen, den Blixem , zynde ’t uitwerkfel der ftellig (dj geeleëtrizeerde wolken , met de eletri- Mog ssindolvids ke Gn nen Veen ee Wd (d) Alle lichaamen zyn met eene bepaalde hoevzel= heid van eie@rike vloeiftof, of e e&triek vuur, hunne nas tuur eigen, beladen; Indien een !ichaam in zich, door byzondere ‘omftandigheden,, een grooter gedeelte van dik huur, dan het natuurlyk toekomt, bevat, zegt men, vet ze:ve in meerderbei’ of selig of plus geel rizeerd te zyn; Indien een lichaam in tegendeel door andere toevalligheden van zeker’ gedeelte van dit e'eârick vuur ich beroofd vind, zegt men ’t zelve in miniderbeid of aaskennend of minus geeleêtrizeerd te zyn, Zi Zie xo De Calappus- Boomen als rte ke vonk door vryving opgewekt, nau. keurig vergelykt, kan men geen ander pefluit opmaaken, dan den Blixem en de elettrike Vonk voor. verfcheinfelen van eene en dezelfde Natuur aan te merken. 1°. De Blixem en de ele@rike Vonk brengen in een ogenblik uitwerkzelen, van gelyken aart, gelyke oorzaak hebben- de, voort. 2°, Even gelyk ’t vuur van den Blixem» eenen fchitterenden en verlichtenden glans voortbrengt, even ‘tzelfde gewrogt word door de eleétrike vonk geboren. °. Op eene gelyke wyze worden onze oden’ of liever, gezigt aid door beide aangedaan. 44°. Wanneer de in de geëlece trizeerde Wolk. zo wel--als „de. ftellig geelettrizeerde Conductor. of flefch. zich van ’t overvloedige „ontlaften, bemerken wy in beide een bn en. krakonks gee luid. | | smrachkaië: dd zat Ì vedan lo ek 5% Dé (8 | ontnemen De CEN: Zie verder ommige in de not. (s) opde eleétrifche Natuurkunde’ van” den. ABT JAcQWVET, naar 4 Franfch vertaald door.C: R: T: KR AYENHOEE C. 1. Zoon All M. Med, &° Phil, Doe. Pag, 13 hide vr Afleiders-befthouwd enn verdeedigd 5 De fnelheid vervolgens wan, beide ‘zvn zodanig verbaazend en wonderbaar, dat ze alle begrip fcheint te bowen. te gaan; daat, om een voorbeeld van’ derzelver {nelheid aan te toonen, een kring van 6O, 80 en meer perloonen , welke elkane deren ’% zy by de hand, ‘t zy by een an- der geleidend (€) lichaam, van wat Nd- tuur ‘t ook zou mogen zyr, vormeeren; dat. dan de flefch, waar mede men de proef nemen wilt, met de nedige oplet. tenheid en naukéurigheid g geladen werde; of met vuur uit den dampkring gehaald door. middel eener opgelaten vlieger, of ander werktuig ; of dat de flefch geladen werde met ’ eledtriek vuur door. vryving opgewekt; dat dan vervolgens op de ge- wone en bekende wyze de flefch ontladen én de fchok gegeven werde; In beide deeze gevallen zal men haare verbaazende kued- “_(e) Men noemt zelfftandigheden,' wiens eleêriek vuur niet dan door vryving kan, worden opgewekt electrieke lichaamen, aïs: glas, porcelein, harft, zwavel, gyde &c; en men noemt niet eleëtrieke of gelei dende licbaamen, zodanige, welke door enkelvoudig aanraaken van reefs ‘geeleâri teerde lichaâmen' gêe! leëtrizeerd wor den; zodanige zyn alle metalen, “het water ‚ levende lichamen gc. Bieden ABT JACQUET L. -C.poró. Sega. P4 za De Calappus- Boomen als Natuurlyke fnelheid bemerken, zodanig dat de laatfte, welke den kring vormt, den doorvloed van de ele@triciteit of zegenaamde fchok op gelyker tyd zal fcheinen te gevoelen als de eerfte. 6°. Beide, ’t Blixem vuur zo wel als de eleâriciteit volbrengen hunne uitwerkse- len in ‘tvernielen van zommige lichaamen door de fterke ontlafting der eleétrike vloeiftof ; en verfcheuren door de {nelheid waarmede dat vuur een voorwerp door- dingt; hier van de menigvuldige door den Bligem getroffen en gefcheurde boomen; hier ven de uitwerkzelen van de ele@trie citeit met een fterke machine en eene geëvenredigde battery, in 't verfcheuren en verbreifelen van lichaamen. '7°. Wanneer men vervolgens den Blixe em waarneemt, ziet men zyn loop, voors al wanneer dezelve uit een donkere wolk uitfchiet, golvende of ziegezagende; even die zelfde beweging neemt men by % eletriek vuur, vooral in eene ftik done kere kamer; waar. — 8. Op gelyke wyze volbrengen ze hunne bie in ‘ blinden van die- ren. ge Beide dooden dezelve ogenblikkig s En Affeiders befchouwd en verdedigd i3 @n laaten by dusdanige gevallen, de aade- fen zo wel als de flagaderen met bloed opgevult na, 20 dat ze als door kunft op- gefpoten fcheinen en hierom afgebeeld, ter plaat gebragt, waereldkundig gemaakt zyn. Cf) bee drie azen (f) By de opening der lyken vind men de flag of polse aderen bloedleuig, de aderen in. tegendee! worden met bloed opgevuld bevonden, en worden daar aan ook van den anderen onderfcheiden; doch met de groo'fte ver= wondering heeft de Ontleedkunde, by de opening van den door den Blixem getroffenen en gedooden menfch ontdekt, dat de aaderen niet alleen, maar ook de flag- aderen met bloed opgevuld waaren, en als door kunít epgefpooteh fcheenen. dane ie hier, naar myù gedagten de reden van dit ver- wonderens waardig verfcheinzel: De {nelle doorvioed van 't eleêtriek vuur veroorzaakt eene algemeene ver- Jamming in aile fpiervefelige deelen van ’ lichaam ; ’t Hart *t eerft levende en laatit ftervende fpier, is wel de voornaamfte, doch niet de eenige oorzaak van den om- loop des bloeds; de bloedvaten, aderen zo wel als flag- aderen bevorderen dezelve door de toetrekkende en uit= fpannende kragt van hunnen fpiervefeligen rok; In alle fpiervefelige deelen nu eene verlamming veroorzaakt zynde, is de fpiervefelige rok der bloedvaten ook in eenen ftaat van verlamming gebragt; Ín ’t hart nu en de bloedvaten, de beweeg oorzaaken des bloeds om-= loop, in een zelfde oogenblik by de algemeene ver‘am- ming, weggenomen zynde, moet de omloop des bloeds Diet stleen ogenblikkig ftilhouden en de gewifle dood te weeg brengen, maar alle b'oedvaten moeten ook die zelfde hoeveelheid bloeds behouden, welke dezelve ges had hebben op ’t ogenblik dat de menfch van den. Blixem getroffen en gedood wierd, en dus moeten de aderen zo wel als flagaderen zich opgevuld bevinden, | i4 De Calappüs „ Boomen-als Natuurlj be | zo. De metaalen worden door eik we in ‚Door “beide worde zeftenkragt nh st fraal mede gedeelt; *> | 2°. Zy bezitten beide eënen zwavels | ge ieder een genoegzaam bekend, ‚ Brandbaare zelfftandigheden wors | den door beide aangeftoken,. | 14° Beide verfpreiden zich byna op E telfde oogenblik dat ze uitbarften. 15° Beide verkiefen ze liever langs de Kronkels en omwegen van metaalen zich te ontlaften , dan langs den kortften weg tot de andere lichaamen over te gaan. 16° Beide doen hunne uitwerkfelen op de gewasfen bemerken, 17°. Beide zyn ze eveneens onderwor pen aan ‘t zonderling vermogen. der pun= tige of fpitfche voorwerpen van geleiden. de zelfftandigheden , gelyk nader op ’t duidelykfte zal aangetoond worden. Zie daar de fchoonfte en allernuttigfte. ontdekking voor ’t menfchelyk geflacht, welke wy aan den ontterfelyken Vader der, is e&riciteit den geoosen: FRANKLIN toes kens _Afkiders befchouwd en verdedigd 15 kennen; Na t doen van deeze ontdek= kingen was ’t, dat hy ons tegen de uit werkfelen van den Donder of liever van den Blixem leerde beveiligen, door eenen metaalen draad of ketting, gewapend met eene fpits, langs een gebouw of in 't wa- ter of diep in de ado te doen afdaa- len, om de overladene wolken of aarde van de overtollige eleêtriciteit te ontlaften en aan de aarde of wolken weder te ges ven, of wanneer zy uitbarft, op te van- gen en langs den metaalen draad over te voeren ; en hier door deszelfs vernielende kracht voor te komen. | De verfcheinzelen van den Blixem, zyn nergens anders aan toe te fchryven, dan aan 't verbroken evenwigt der electrieke vloeiftof tusfehen de wolken en de aarde $ wanneer de wolken zich ftellis geëleCtri= zeerd vinden, is de Natuur werkzaam in alles, om dit verbroken evenwigt op on= derfcheidene wyzen, ‘t zy door puntige afleiders, ’t zy door de zuigende kracht der puntige bladen van hooge boomen, zacht te herftellen, en hier door de uitberfting of vonk voor.te komen. Even zo is ’t gelegen „ wanneer de aarde flellig of plus eleétriek en de wolken ont- ken- 16 Dé Calappus: Boomen als Natuürljte kennend of irinus eleêtriek bevonden worden, dán is de- Natuuf wederom in alles werkzaam, om dat verbroken evenwigt, ’t zy door ’t ontlaftend vermogen der pun- ten, t zy door de uirdamping der aarde &c te herftellen, en 't overvloedige zacht den wolken weder te geven. Zie daar de eerfte nuttigheid welke wy aan de zuigende kracht van den puntigen afleider te danken hebben. | Een fpits voorwerp binhen den eleêtrie- ken dampkring geplaatst, trekt de over. vloedige eleëtriciteit, van ‘t geëleCtrizeerd lichaam , langzaam af. zonder eemgen vonk voort te brengen; even gelyk ze door de punt, wanneer dezelve aan ftellig geëleétrizeerde lichaamen geplaatft zy, by- wyze van een geblaas zachtkens ontlaft. En hier in is eene twede nuttigheid ge. legen, namelyk dat hier door, wanneer de aarde ftellig geêëlectrizeerd is, en de wolken ontkennend, de aarde, zacht, zon- der eenig nadeel te veroorzaaken, zich van haaren overvloed ontlaft. Deeze herftelling — van overvioedige eleétrieke vloeiftof gefchied niet altoos zacht 5 « S dlfldiders befchouwd en verdeedisd vz gacht; maar de door ’t Blixem- vuur overe Jaden wolk of aarde ontlaft. zich zomryds witbarfiende van derzelver overvloed. (5) In dusdanige gevallen, ziet men dat de Afleider door zyn vermogen, het Blixem= vuur tot zich lokt, en dat hy, by ’t uitbarftens zich langs den metaalen afleider in de aar= de, of in twater of moeras, waar dezelve ook moge uitlopen, ontlaft, en dus zonder. eenig nadeel ’ verbroken evenwigt hers fteld word. “kde menigvuldige, hier uit ef te leides ge, voordeelen, „welke de. Menfchens. Dieren en Planten dagelyks ondervinden; zy met betrekking tot ’t in flandhouden: bunner gezondheid, ” “zy tot hunlevens on- derhouwd ‚ hier op te noemen, fcheint my overtollig; te meer daar ik voornemens ben hier van met een woord in ’t vervolg te en erde B Hit De mn arme en ; (g- Langen tyd heeft men gedagt , dat het fchrik. Baarend doch grootfch vertoon van den Blixem, alleen” uit de wolken “ontftaat én den weg haar de aarde’ neer; ‚ doch uit’ geen hier gezegt is kan men zeer ligt opmaa- ken, dat de Blixem zo wel uit de aarde kan fchieten naar boven, als uit de wolken haar beneden. De ondervinding, heeft deeze ftelling meermaalen bee vestigt; een en ander beflisfend en bevestigend. vòor- bèeld zal ik in ’ vervolg deezer verhandeling op 293 plaats itn, | — ET 18 De Calappus- Boomen als Natuurlyke De gunftige uitflag der metaalen Afleia deren; is zo meenigmaalen ondervondens dat'er niemand myner G.L. zal zyn welke niet een voorbeeld daar vän zich zal kuanen te binnen brengen; Uit eene meenigte van voorhanden zynde gevallen zel ik de mer. digften, hier ter plaatze, opnoemen. De Tempel van Koning SALemo fcheint my een aanmerkelyk voorbeeld op te lees veren, wanneer men nagaat de redenenen, waatom dít trotfch en op een’ berg zo hoog verheven Gebouw, in Paleftina, daar de Onweders zo menigvuldig en gee weldiz waren; nooit door den Blixem be. fchadigt wierd; In de briefwisfeling tusfchen den Heer Ridder Mricraetis en den Heer Profesfor LICHTENBERG; over het oogmerk, of witwerkzel, van de Jpitfen op Salomo's Tempel, word zeer waar fcheinlyk aangetoond, dat aan de yzere en puntige fpitfen, welke van ‘t metaalen dak des geheelen Tempels uitftaken, er gevoegelyk met den grond vereenigd was ren, alleen de reden is toe te fchry- ven. (4) he f | | fa a en ne anne (hb) Liees de keurige reets genoemde briefwisfelin welke te vinden is, in ’t Algemeen Magaxyn van We. genfchap, Konst en fmaak, Deel z fluk p. $7 Seqg. Aflciders befchouwd en verdeedigd 19 În die keurige briefwisfeling vind men eene gefchiedenis aangetekend; der aans haling overwaaraig en welke hier. gevoe gelyk fchike: ’Er ftaaceen Kerktooren op eenen Berg in Karinthiën, op het Land= goed van den Graaf ORsINE VAN RoseNe BERG, Keizerlyvke Treforier ; van voor. langen tyd wierd nù en dan deeze Tooren van den Bligem gêtroffeii, Ee wel zo, dat men ’s Zomers dikwyls def openbaaren “Gods-dienft daarom moeft ftaaken; dewyl van tydtot tyd verfcheide efen war ren dood geflagen. In ’t Jaar 1730 wierd hy geheel doot den Blixem vernield, gelyk INGENHous óf zyne Mengelfchs iften p. 160. uitdrukt, Op die zelfde ek. wierd eenen nieu=- wen opgebouwd; doch deeze was even zo noodlottig, als den vorigen. De Blixem floeg daar ‘s Jaarlyks 4 of 5 maal in; daar is een Jaar geweeft waar in hy ro maal door ’t onweder werd getroffen; In ’ Jaar 1778 wierd hy 5 maal aangetaft; en de laatfte flag was zodanig, dat de tooren be- gon te zakken, en de Graaf hem moeft doen afbrekens Nu wierd de derde Too ren opgerigd, voorzien van eenen {pits fchen Afleider; zedert is alles in ru{t: een B a ec» zo De Calappus „Boomen als Natuurlyké eenige reis is ‘er de Blixem in geflagen ; maar de uitwerking was zo gering, dat zelf de fpitíche punt van den afleider daar niet van fmoltr;s de tooren zelf leed niets; bleef geheel ongefchonden. | Dé groote Martini Kerk der Stad Doeg= burg aan deû ysfel, wierd door den Blixen getroffen inde Jaaren 1737» 43» 475 if 1754 tweemaal, ú 1756, 63» 74-enop an- dere niet nau keurig. aangeteekende tyden. Door het aanpryzen déezer behoedmide ‘delen, en het gerucht, hunner voortreffee lyke dienften alom’ verfpreid, wierd einde. Jyk in ’tJaar-178z. van de Regering be- floten, om door middel van eenen wel in= gerigten Afleider, de-woede vanden. Bli xam, van den zo menigmaalen getroffenen Tooren af te weeren. De uitvoering dee» zer onderneming wierd aan den kundigen Genees- Heer en Mt in de Wysbegeerte KRAAYENHOF opgedragen en toebetrouwds Noch in ’t zelfde Jaar wierd de aide op den agften December geheel voitooid, Daar ru de ingewortelde vooroordeelen van byna de geheele Stad, door geene redeneringen, hoe krachtig en overtuigend ook, waaren op te ruimen; kan men zich zeer gemakkelyk verbeelden hoe de ges moe. { -Afleiders befchouwd en verdeedigd uz moederen der ftedelingen gefteld waaren; toen den 28ften Mey van ’t Jaar 1783 ruim Ss maanden na ‘é piaatfen des Afleiders, de Blixem des avonds omtrent 7 uuren op ’t gewapend kruis {prong, doch geheel on- verhindert tot den grond wierd overge bragt, zonder eenigzints deszelfs vernies lende uicwerkfelen na te laaten. (4) Uit Kärnthen verneemt -men,-dat de Kerktooren van Alhoven,-by Hultenborg , wegens zyne fpitfche hoogte «en blikken dak, zeer dikwy!s van den Donder is ge. troffen „ waar door de Kerk zelf zeer. dike wylsis befchadigd geworden. Na dat nu zulks in ‘t jaar 1783 op Eene Zeer gevaar- lyke wyze gefehiede, zo maakte men, om in ’t toekomende den Blixem af te leiden, aan den top des toorens eenen koperen draad, ter dikte van eeh veer, vaft, ’% welk men op twee plaatfen, rondom vere eenigde, en langs den muur behoorlyk ín dna ee je ni de „ WET TED F5 ies i 8 - BD orn i) Zie omftandiger de Onzydige Beproeving en Vere debiet der Meraalen Alita Bee GK, T. KrRAIJENHOFE C. |, Zoon A. L. M. Phil. & Med, Dot. te Amfterdam, te vinden in het Alge- Meene Magaxyn 1 Deel Il Stuk p g5a. Segg. en nog omftandiger in de Eleêtrifche Netvurkunde” van den ABT Jacquet L. GC. p. 297. Seqg- | pz De Calappus- Boomen als Natuurbyke de aarde leide. By een hevig Onweder zag men duidelyk, hoe de Bligem op den tooren viel, doch terftond de leiding des " draads volgde, zonder ook een {poor of kenmerk na te laaten. (k) | Van Munchen word woordelyk ’t vol. gend aanmerkelyk geval gemeld: den 5deg July 1785 ontftond’ een fchrikkelyk Onwee der, van Donder en Blixem, by het Kloofter Meyarn, 5 mylen van daar ge- lesen, welk binnen 3 minuten op den Af= leider viel, die in ’t laatftleden najaar op den Tooren van het Kloofter geplaatít was. De Bligemftraalen waren zo fterk, als of al de kracht van het onweer in dezelve vereenigd was Dit verfcheinzel was aller byzonderft. Door eene yzere ftaaf, welke ris voeten lang en eenen paryfchen duim dik was, had de blikke koepel van den Tooren met de aarde gemeenfchap, ‚in wel-. ke zy ter diepte van 3 voeten ; in eene groote menigte yzer- hamerflag en’ uitge. brande fteenkoolen ging, van hier werd ; dezelve onder den grond noch voortgeleid , 5 ter tere CR) Algem: Genees- Natuur. èn en EN 5 Deel Zld Stuk of No. IX, Afleiders befchouwd en verdedigd kes ter lengte van 130 voeten, tot in eene waterkom. De koepel van den tooren is met 2g1o vertinde blikke plaaten bedekt. Deeze koftbaare toeftel ícheint in den be= ginne de geheele kracht van t onweder naar zich getrokken te hebben, alzo hete zelve in minder dan to minuten geheel weg was, en men buiten twee felle flagen nog maar twee, op eenen grooten afftand ge= hoord heeft. By den eerften flag die den tooren trof, zag men een dikke Vuure $traal-langs den Afleider nederdaalen , en de geheele tuin was als een vuur, nade. maal ’t water uit de vyver of kom; door de menigvuldige regens, over de geheele tuin zich ontlaft had, (4) | Meer diergelyke voorbeelden aan te _ haalen, vereifcht ‘t oogmerk myner vere handeling niet, te meer daar in de aan. _ gehaalden, te gelyk de fchadelyke gevol. gen van't verzuim van denzelven ten dui _delykften blykt. Mogelyk zal iemand denken en uit on- dervinding weten, dat men eenige voor- DA beel. | (1) Algemeene Genees- Natuur- en Huisboudkundige Saarboeken IT Deel 1, Stuk of No. X. #4 De Cal appus- Boomen als Nafuurlyke beelden heeft van hoog uitftekende Gee bouwen», welke fchoon van eenen Cone dutor voorzien, nochthans door den Blix. em befchadigd zyn. | Deeze gevallen bekennen wy dat de ons | dervinding geleerd heeft; ’Er is meer dan een voorbeeld van, se \ Hier op zal ik WT jmOeI aanmerken ;. 1°. Dat flegts weinige voorbeelden daat van bekend zjn. (a) | o°, Dat in zodanige gevallen de Con= duétors dikwyls te dun, en uit te dunne ringen zamengefteld;, bevonden waren. 85, Dat de Conduêtor Zoms niet be. hooslyk voorzien was. ‚ Dat de fpits mogelyk te laag, zom. ids. zelf laager dan andere uitfteekende punten van een Gebouw, kan geplaatft ge= weeft zyn. 5 Dat (mm) ’Er worden vier, en misfchien de eenige bekende voorbeelden, in de Onzydige „Aeproeving en, Verdedië ging der ‘Metaalen Blivem- Afleideren L. L. Cit. aan: gehaald en wederlegd, 1 Afleiders befobouwd en verdeedigd 25 … 8° Dat vervolgens, in dusdanige geval» fen de fchaakel of leiding meer of minkan afgebroken zyn geweeft. (u) | 6°. Dat eindelyk zomtyds {lompe puns ten in plaats van fpitfche zyn gekofen en geplaatft „geworden; , Ten minften, de gelukkige gevolgen, welke men dagelyks heeft van byna alle wel en naukeurig în. gerigte Afleideren, doen ons befluiten, dat ‘er een of andere van de reets ge. noemde gebreken, by die weinige misluk- te gevallen, plaats gehad hebben. Dit leid my als van zelf tot t volgend gedeelte, namelyk tot ’t betoogen, dat de Jbifche Afleiders, boven de flomp-uittopen= de ie kiefen zyn. _ Tot ’t betoog hier van Zy my vergund eerftelyk, myne Lezeren te herinneren, de naukeurige overeenkomft van den Bliza em en % Eleétrik- vuur, welke wy te voo= ren betoogd hebben, en nu bekend vere | | B 5 onder. ED, ú 1 iN _ (nm) Dat de Schakel of leiding van den Conduêor Onafgebrooken moet zyn, om den Blixem zonder nade- ige gevolgen tot den grond over te brengen „ leert ten - duidelykften , ’z Proef - Huisje voor den Donder, uitge- Vonden door den Heer Door Linp te Edinburg; ‘welks befchryving, te vinden is in de Natuur=- kundige berhandslingen s ÂV, Deel Pr416=41g. 26 De Calappus- Boomen als Natuurlykè onderftellen; Nu kunnen wy met eene voudige doch naukeurige proeven ondere zoeken, en zo ik my niet bedriege, be= flisfend betoogen, dat de voorrang aan de puntige Geleiders in den volitrekften zin toekomt, en dat de voordeelen welke wy daar van hebben, hoofdzakelyk van des, zelfs Punt af hangt. Weet dierhalven r°. Dat wanneer een geleidend liehaam plus eleétriek en met zynen byzonderen; mett overtollig eleêtriek- vuur woorzienen dampkring, omringt is, gen fcherp punts het vuur uit denzelven op eenen grooten afftand trekt; Maar dat ’t zelfde punt, geene vonk uit denzelven kan trekken, van zeer naby den geleider, | 2°, Verzoek ik met my aan te merken, det een rond lichaam, geen of ten minften. zeer wynig eletricaal- vuur, uit den plus geeleërizeerden Conduétor of deszelfs Dampkring haalt, voor dat ’t zelve ‘er de vonk uit doet voortkomen; en dat de vonk ’er op eenen veel grooteren afftand uitkomt, dan wanneer ‘t lichaam met een punt eindigt, | 3°. Heeft men op te merken, dat de ges weldige en veeltyds fchadelyke uitwerke zelen voorkomen , wanneer de overvloedige arn eleétria „Apleiders befchouwd en verdedigd 97 electriciteit by gedaante van eene vonk zich ontlaft, maar dat dezeive zonder eenig nadeel of gekraak word overgebragt;, wanneer *t ontlastend lichaam met een punt gewaapend is _De Heer Le Ror getuigd, in zyne Ver- bandeling in de Openbaare Vergadering van de Koninglyke academie daer Wetenfckhap- pen te Parys voorgeemen im aen Faüre 1773» (0) dat hy een zeer fcherp punts op eenen afftand van 3 voeten, voor den geeledtrizeerden Geleider gehouden heeft; en een lichtend punt zag voor den dag ko- men; Maar dat men ’t zelve punt op eenen afftand veel nader, te weten van een derde _Jeins moeft brengen, om een zwak vonkje uit denzelven te trekken; Een ftomp _punt hielt hy op eenen zelfden afftand als het fcherp , en zag niets; Maar ten naas- ten by een duim van den geleider, alwaar de geleider moeft vonken uitgeven, wierd hy een licht gewaar, ë/ Pek Buts Zone (o) Zie Le Ror Verhandeling over de gedaante der Staaven of Metaalen- Geleiders , om de Gebouwen Voor de uitwerking van den Blixem te behoeden, door ber vuur naar de Aarde over te voeren; te vinden inde — | Natuurkundige Verbandelingen IV Deel p.4os Seqq 28 DeCalappus - Boomen als Natuurlyke _… Zonder verder uitvoerig betoog, ziet men hier uit zonnek laar, dat in alle ome ftandigheden, ’t punt, ’t eletricaal vuur van een geleidend lichaam, *t welk ftel= lig geeleCtrizeerd is, Op ON veel vers deren afftand uietrekt, dan een rond | lichaam; en dat de punt vervolgens geene vonk zal trekken, als op eenen veel kor- teren afftand, can pen rond lichaam. Nu weet men, ik de geweldige uitwer- king van de elericiteit, overeenkomt ‚met de kracht der, Vonk; door die zelfde kracht worden metaalen gefmolten, leven= dige dieren ogenblikkig van ’t leven bes roofd » ontvlambaare lichaamen aangefto= ken, en roo diergelyke geweldige -uita werkfelen voortgebragts Alle deeze wor den gebooren, indien men met een ftomp lichaam, een pofitief gelaaden vlefch ont- laad; Maar wanneer men een naald, of ander puntig geleidend lichaam, als by voorbeeld: een puntig- uitlopend blads vooral van den Calappus-boom, wegens Zyne byzondere gefchiktheid, tot dat ein= de, gebruikt en men trepswyze de gelaas den vlefch naadert, ziet men niets van diergelyke geweldige uitwerkzelen, of ina dien men dezelve fchielyk nadert, en Een vonk mer een puntig geleidend lichaam uig Afieiders befchouwden:verdeedisd 29 tuit dake trekt, merkt men geene zoda. nige geweldige uitwerkzelen, Niemand zal uit deeze beflisfende proe. ven, anders dan tot voordeel van de puns. tige Geleiders kunnen bêfluiten. Met ’t ophoemen. ek, eenige tegenwer- pingen, zal ik hier ter plaatze my niet op= houden, niet twyfelende of de voornaam- ften, welke hier tegen in gebragt worden , zullen hier uic zeer gemakkelyk te weder= leggen zyn. Uit * gezegde zullen wy ligtelyk de nuttigheden van de Geftalte van onzen | Calappus- boom kunnen bepaalen, “Daar is niets lichaamelyks in de Natuur, dat niet zyne bepaalde hoeveelheid elec- triek- vuur heeft; Vande Aarde, van de Oppervlakte der Wateren, van ‘tRyk'der Dieren zo wel als van dat der Planten ont- vangt de Dampkring, zynde eene verza. meling van dampen en uitwafemingen, on- ophoudelyk die dierbaare uíitvloeizels, welke-reets in -de Natuurlyke lichaarben beftonden. Het zy door de uitwaf&ming, door.de hitte van de gloeiende Zon ver- - oorzaakt, ’t zy door de Natuurlyke uit Ermoibs der „Planten » t Zy door de uit- wafe. so De Caluppus = Boomen als Natuirlyke wafeming der dierlyke zelfftandigheden,;, *% zy door de gistende verrotting of andere meenigvuldige oorzaaken, worden deeze uitvloeizels gebooren, en in de lucht wel- „ke wy inaademen overgevoerd, te gelyk met de eletrieke vloeiftof. Deeze uit- vloeizels met eleCtrik vuur belaaden, ligter dan onze atmospheer beneden, dryven; volgens húnne eenmaal ingelegde Natuur- Wet, opwaarts, vormeeren wolken, over- Jaaden, zo dezelve van hunne eleétriciteit op geenerlei wyze ontlast worden, met dat Blixem vuur; en bevinden zich dus Kans „geëlectrizeerd, De onderfcheide zelfftandigheden, van haare bepaalde en tot haar leven en onder- houd noodzaakelyke vloeiftof , ‘teleétricaal vuur, beroofd zynde, dus negatief of mi nus electriek zynde, zyn de wolken pofie- tief of plus, en dus 't groot evenwigt welke wy in ‘tgantích Gefchapendom aanrreffen, __en ons menigmaalen doet verwondert ftaan , verbroken. De natuur tracht zich te herftellen , doet ondeif" heide pogingen, om op de natuure lykfte wvze ’t noodzaakelyk vuur aan de menis vuldige lichaamen weder te geven ; barst blixemende los; indient op geenerly wyze Afliders befthouwd en verdedigd 3% wyze zacht ontlast word, en veroorzaakt verfcheinzelen en uitwerkzelen zo gewel» dig, zo vermogend, zo verfchrikkelyk, in de natuurkundige gefchiedenisfen overbes kend. Van deeze poging der Natuur ist, dat men in Frankryk en Duitschland heeft waare genomen, dat donder en bligem aanmerke. lyk minder werden, ja zomtyds geheei een einde namen, zo lang men met proefnee mingen bezig was, welke dienden om den dampkring van zyne overvloedige electri. citeit te ontlasten. Hier immers. vond de natuur een middel, waar door zy op eene zachte wyze’t verbroken evenwigt herftelde, De verfchrikkelyke uitwerkzelen van den Blisem, wanneer hy op deeze of geenerly wyze uitbarst, worden meest in de maa- tige Gewesten waargenomen, Gewesten daar ‘tevenwigt in opzicht van de electrike vloeiftof zo zeer niet verbroken word; wat zal ‘er dan, zou men zeggen, niet moeten gebeuren, in heete gewesten daar de aarde dan eens geheel uitgeput fcheint van wa- terige deelen, dan eens weder door ‘t zelve tot in. ’t hart doortrokken; Geweften dus daar tevenwigt op eene ontzaggelyke wyze, en maanden agter den anderen fcheint ver- bro- Ba De Calappuse Boomen als Natuurbjké broken te zyn, en daar de kunft op gener= ly wyze de Natuur te hulp komt? ‘t fcheint dus of wy de vernielende uitwerkzelen van den Blixem dagelyks moeften ondervinden. Dan de gelukkige ondervinding leert ‚dat juift deeze G eweften ‘et minft gangels vernielende kracht ondergaan, Het vermogen van fpitfche voorwerpen hebben wy te“ vooren zo duidelyk, op ftandvaftige en onverarderlyke Natuur- wêtten gegrond, betoogd, dar niemand thans niet met my, de min’ fehadelyke uitwerkzelen van den ftellig gëeletrizeer- den dampkring, aan de gedaante van de menigvuldige Calappus- boomen” op” eene zeer Natuurlyke wyze zal toefchryven, en dezelve befchouwen, en „ zo myne gedage ten ten vollen begrepen zyn, verdeedigen, als Natuurlyke, Afleiders, waar door ’% ge- broken evenwigt van de eleétrieke wloei- ftof herfteld, en: de nadeelige gevolgen voorgekomen. worden, door de meerdere hoeveelheid van eleétriciteit-des —damp- krings zacht aan de. Aarde weder. te gevens Dat myne G. L. zich met my de reets voorgele zene befchryving van derzelver gedaante herinnert; of met betrekking tot \ hunne Afviders befehouwd- en verdeedigd -33 kunne hoogte, ver boven de meefte andere boomen : uitftekende; of met betrekking tot deszelfs tygen, welke alle puntig niet alleen uictopen, maar eenen houtagtigen nerv door hun midden hebben, of met betrekking tor de reets‘befchrevene als een els toelopende py!, in 't midden van des= zelfs Kroon ftandväftig aanwezig; df mec betrekking tot zynen fpiervezeligen flam; welke met eene oneindige menigte van wá- tervaten vervult is. (p) Alle deeze in de wolken uitftekende punten hebben ’t reets befchreven puntig vermogen, waar door dezelve in den elec= _& trie= 4 na ee beid Er 5 sj En a Lind (p) Dat deeze boot met eene menigte van watervas ten voorzien is, behoeft men niet in twyfel te trekken, zodra men zich maar herinnert, 19, Dat alle de vruchten welke aan dien Boom hans gen voorzien zyn met een edel zap , als klaarwater, zeer zoet, koel en aangenaam van {maak, als of ‘er weinig zuiker onder verfch water gemengd was, er daar van zo vol, dat de noot gefpannen {taat, en het met geweld daar uit {pringt als men den jongen Noot opent, en zo veel, dat twee Perfoonen een dronk daar van hebben kunnen, | j 2e. Dat de Majang of ’teerfte uitfpruitfel- van ’% bloefel , noch in zyn fchede befloten zynde, aan deszelfs punt word afgefneden, en in ’t potje of bamboes, wel- ke ‘er aan gebonden word, in een etmaal byna een kan nats levert. ---- Zie °t Amhonjch kruid=boek van den Heer G: E: Rumrmius, Med. Do@. @. 1. Boek a. hoodft, ; GEen 24 De Calapput- Boomen als Natuurlyke trieken dampkring geplaatst, ’celeétriek … vuur zonder eenig geweld náar zich haalen , op zuigen, enlangs detzelver vefelvormigen ftam aan de aarde zonder nadeêlige ge. volgen wedergeven, En wanneer ’ ver- mogen dier punten niet genoegzaam is, of wegens de hoogdryvende wolken, of we- gens de ontzaglyke menigte van eleétrieke vloeiftof en de zwakke kracht der zuigende bladen door de aanhoudende droogte wel. ke hen de natuur of eigenfchap van gelei dende zelfftandigheden eenigzingts bee neemt , barst de eieétrieke vloeiftof in Blixem los, en zouhaare vernielende kracht uitoefenen 5; dan hier in beantwoord de meergenoemde Palmboom, ook. aan de eia genfchappen der metaalen afleideren; de losgebarsten blixem word door de {pits 3 als een els toelopende pyl in ’t midden der kroon altyd aanwezig, himmer door de warmte geheel en al verdroogt, opgevan. gens langs den ftam in de aârde overgebragt, en de fchrikkelyke gevolgen voorgekomen. Onze, zo ik my niet bedriege, overtuie gende redeneeringen worden door de gee lukkige ondervinding ten volfen bevestigd. Indien wy hier te lande in onze waarne- mingen naukeusig waaren, gpuden wy, ge- lyk ik meer dan eens door het gr zorg ê : Ca „$ Afleiders befchouwd en verdeedigd 33 delid deezes Genoodfchaps den Wel Eer- waarden Heer HooyMaN heb hooren aans merken, eene menigte aangaande de uitwerks= zelen vawerden Blixem op de Calappus= boo. men hebben; zyne nauwkeurige oplettenheid wist zich, toen ik deeze myne gedagten openleide „ eenige gevallen te herinneren. in onderfeheidene Jaaren op deszelfs Lande goed voorgevallen, waar uit de werking van den Blixem op denzelven naukeurig word getoond; eenige gevallen lieten gefcheur- de Calappus- boomen na; andere toonden ‘“deszelfs vernielende kracht, door den boom he geheel en al om ver te flaan; andere weder. om toonden dat dezelve den uitgebarsten Blixem häd opgevangeri, en langs.derzelver {chors overgevoert, zondef den boom zelf eenigzints te benadeelen, Andere geval- len zyn ‘erop ’t Eyland Ch/on waargeno- men, welke den Calappus-Boom onbefcha= digd fcheinen na te laaten, doch na eenige _dagen;doen verwelken, en by ‘tomkappen doen zien; dat de boom door den blixem, van top tot wortel, als doorboort is, (4 ) Byna dezelfde voordeelen genieten wy van deeze prachtige Conduêtors, wanneer pe C 2 de nende) venten > - se (q) Deeze laatíte waarneming ben ik verfchuidigd aan ons Medelid , den Wel Eerw, zeergel. Heer |. L. eene ee HorFrMAN , À. Lb, M.,et- Phil. Doct. en Predie vaût te Columbo Cic, 36 De Calappris- Boomen als Natuurlijke de aarde ftéllig en de Wolken ontkennend zich geëleêtrizeerd bevinden, … | Te vooren hebben wy niet alleen aangee merkt ‘tvermogen van de punten, met bes trekking tot derzelver zegende kracht , maar dat zy ook ‘tvermogen hebben ‘om den ftele lig geëleétrizeerden Conduétor by wyze van een geblaas te ontlasten; even dit vermogen welke wy in de metaalen Geleiders waarnee men, bezitten ook onze prachtige en van de gunftige Natuur daar toe geplante Boomen, en beletten daar door de ongunftige uitwerke felen welkendezelve aan menigvuldige zaas ken zouden te weeg brengen; Voorbeel den, welke onze gedagten ftaaven; wore den menigvuldig en Zyn van overlang reets gevonden, waargenomen en bewondert , zonder dat men eenige natuurkundige re» denen daar van wist op te geeven. Ziedaar wat de Natuur- onderzoeker RuMmrPnrus; daar hy van deezen Boom fpreekt, zegt: hoe zwaarder last deeze boom draagt, hoe vaster hy worteld , maar te verwonderen js het, dat die boom welke onbeweegt ftaat tegens alle geweld der winden, zomtyds by {til weder, inzonderheid als ‘tlang na den anderen geregend heeft, met den geheelen Klomp de wortel van zelf omvalt, als of hy van den blixem omgeflagen- wierd, da at Afleiders befchouwd en verdeedigd 37 dat tegenfpoed eene oorzaak yan zyn behou. denis , maar rust en ftilte zyn bederf is (tot dus ver’ RuMPHIUS) (r) _ Zie daar ’s Mans eenvoudige waarneeming welke ons volkomen van ‘t gezegde overe tuigd; weer, dat by aanhoudende regens de lucht van haare dampen en eleêtriaal vuur beroofd is en zich negatief geëleCtrizeerd bevind 5 de geleidende lichaamen poogen “verbroken evenwigt te herftellen; deeze taak nochthans word meest door de miljs oenen punten der Calappus- boomen uitges voert, en doorgaans ’t vuur Zacht aan de wolken of Dampkring wedergegeven , waar. om men ook zelden, geweldige uitwerkze- len ondervind ; maar zomtyds word dit -herftellen van verbroken evenwigt ook /os= „barftende ten uitvoer gebragt, en langsonze — natuurlyke Geleiders den wolken, met ag- terlating van deszelfs vernielende Kracht „wedergegeven, en op deeze wyze ‘t verbro- ken evenwigt herfteld ; en dit is ’tgevai van onzen fchryver natuurlyk en eenvoudig onte vouwd. vh E | Men vind Calappus-boomen ‚ wier kruin op eenmaal als afgeftoten word, en zich nn C 3 | als En ED TEE = y ë 5 (7) Zie 't Ambon/ch Kruidhoek BAD: cit. pag. 6, | -_ 33 De Calapp US. Boomen gls Natuurlijke “als opgerigte paalen vertoonen; ik durf ‘weronderftellen (en det aanmerking van Rumrnius, en tvolgend geval bevestin gen myne ge dagten) dat deeze vertoonin= gen niets anders zyn als uitwerkfels der fter= ke ontlascing van de in meerderheid geëlec- jrizeerde aarde, of (met andere woorden} van den overvloed der eleêtrieke vioeiftof, Waar f mede de aarde overlaaden was. De Heeren CHAPPE; Cassivú PRUNELAY en anderen, hebben beflisfende waarne- mingen medegedeelt, wegens’ ‘t opklimmen | van den Blixem van de aarde; dat is wegens de geweldige ghdasdne, der fhellig BeSlesr | trizeerde aarden De Heer CARMOY deelt twee waarnes | mingen mede, welke zeer beflisfende zyns van welke ik deeze zal aanhaalen, welke | hier gevoeglyk fchikt: Ik bevond my Cdus verhaald de fel ver) in den zomer, te Tancon, een. Dorp in Beawjolois, „waar eenige dagen te vooren een perfoon, die zich onder eenen boom ge. plaatst had; door ’t Onweer getroffen , dood was nedergeftort; zyne klederen waren in „{tukken gefcheurd,-zo waren ook die van zynen makker, die onder den zelfden Boom cen fchuilplaats gezogt had, doch ‘er met | eene / y „Afleiders befchouwd en verdeedisd. 39 eene … kortftondige bedwelming afkwam, Hunne hairen waren van ’t Hoofd gerukt, en. zaten boven Insden Boom. Eén yvzere band; die ter hegung van den holsblok van een hunners-diende, werd tot eenen hoo= “gen tak, van denzelfden Boom opgevoerd en hing ‘er aan.” 4 In den grond, onder eenen Booms, op eatien saenend: tusfchen de drie eh vier voeten, van dén Boot, waar onder deeen zo ongelukkig zyn einde vond, en de an= der bedwelmd wierd „ befpeurde ik een rond. gat, breed naar boven en vernauwende in de gedaante van eenen trechter. Kenige „voeten van beneden was de buitenfte boom. ‘gchors: “weggenomen, de binnenfte van on= deren‘ haär boven opgeligt, niet in groote ftrooken „ maar by kleine afdeelingen als- gefaazeld, | Ter zyde ösd de posi? onder grankeh het ofigeluk deezé lieden trof: “Hunne kle- deren in kleine’ ffukjes gefcheurd, lagen trondsom dien bööm verfpreid.' “Een zyden halsdoek, afs de éen aänhad, “was alleen van de vernieling uitgez Bderd. Het onderfte gedeelte vän dien Boom hed “geen letzel, “hoegenaamd: doch op dé hoôg- “te van tiëh. voeten was de Bast wergend. “men, en hàd de boom zelf. vry groote te- _Kêns van befchadiging, Een groot getal C 4 | “lan- 459 De Calappus- Boomen als Natuurbyké lange fplinters, van beneden naar boven ge- fpleten, hingen aan het bovenite gedeelte van den ftam vast. De Bladen waren aan den eenen kant gefchroeid, aan den ande« ren kant ftonden zy in völmaakte frisheid, Gemakkelyk viel het, den loop: des Blix» ems, in dit geval, te volgen. Dezelve is, aan den voet des eerstgemelden Booms, uit den grond gekomen door den evenge. melden trechter ; van daar opryzende, nam dezelve den fchors weg ; vervolgens ter hoogte van drie of vier voeten gekomen, verliet hy dien Boom en trof twee Lieden, onder de naby ftaanden zich verfchuilende, doode den eenen, bedwelmde den anderen, fcheurde hunne kieederen in ftukken , voer- de hun Hoofd - hair en ‘den Vzeren- band boven in den Boom, beroofde dien van den basten nam ’er in ’topklimmen ftukken uit mede, ligte de fplinters op, die, gelyk der- zelver ftand uitwyst, alleen van beneden naar boven gerukt waaren, Eindelyk trof dezelve de Bladen , die zich geheel ver- fchroeid vertoonden, en vervoegde zich tat de wolk, welke deezen Blixem-flag had aangetrokken. — Ik had vergeten u temel- den, dat eenige oogenblikken te vooren; de Donderflag, die kort.en fchor geweest was _Bfleiders befchouwd en verdedigd AX was ‚met eenen zeer zwaaren flag ; zich had doen hooren. Zou dit een onderfcheiden kenmerk weezen eens opklimmenden Blixe ems? Zou de eeríte flag de Wolk van eiec« trike ftof ontlast; en de tweede dezelve daar aan weder gegeven hebben? —(s) Zie hier, de nuttigheid ‘van de geftalze van onze Calappus-boomen betoogd , en hen als natuurlyke Afleiders van den Blixem be- fchouwd en verdedigd; j Ik zou dus hier gevoeglyk kunnen eindie gen, De nuttigheden, welke uit deeze be- fchouwing af te leiden zyn, zoude ik aan uwe overdenkingen kunnen overlaaten; dan daar ik beloofd heb deeze, met eenige, zo ik meen, nuttige aanmerkingen te fluiten, zal ik, zo kort my mogelyk;, de voornaam. ften aanhaalen. Voor eerst, dat dezelve de wolken van haare overvloedige eleêtriciteit beroovende, VS doen knee (5% Deeze brief van den WelEd: zeer geleerden Heer CarMmovy, Doftor in de Geneeskunde, ie PARY-LE, in BOURGOGNE, Correspondent van de Academie te Dyon,aan den MARGUISDEVicuvy, over den ops „Rlimmenden, Blizem , is te vinden in het PFournal de B Rr hv ed \ de De Calappus= Boomen als Natuurlyke “doen zamenvloeien, (#)- zwaarder dan de: __Jucht doen worden, en op deaarde in regens. droppelen doen vallen, en aan ’ Gefcha-=: pendom die oneindige voordeelen toebrene» gen, welke wy den Regen verfchuldigd zyn, Je oek 453 „Hier. EEE ERN oee Kd (£) Dat deontlafting van de overvloedige electriciteit de wolken doe: ‘zamenvloeien, or een wok door zvne zamenvloeing doet zwaarder dan“ de lucht worden, tul en mogelyk’ zommige myner G: L: niet, ogenblik- kig bevatten; waarom ik de vrymoedigheid gebruik , dit een weinig op te helderen ; Een “wolk ftellig geëleêtri= zeerd, laat zich; doot haare ylhe:d kennen, zodanig dat de minft ervarene aan de kouleur en. gedaante eene wolk zal befluiten en zeggen: "daar is donder aan de Zucht. | KOST SR Deere ylheid der. wolken ontftaat uit de waterdrop= pelen weke zich ftellig geëlectrizeerd bevindende door de afftootende kracht der electrieke vloeiftof , -elkanderen* niet kusnen aanraaken, Kh TAN ‘ Het zuigend vermogen der puntig uitlopende gel idens Ld de zelfftandigheden , te vocren proefondervindelyk bes toogd, trekt t overvloedig electriek vuur der ftellig geëe Jectrizeerde wolken af: naar maate nu de electticiteit van de wolken ontlaft word , naart.die maate naderen. d& waterdee'en, weke de woiken vormen, tot malkan= deren, en vloeien eindelyk, indien dezelve geheel van haare overvloedig. vuur ontlaft zyn, tf zaamen , en worden daar door zwaarder dan de lucht, en vallen in _regendruppelen op den aardbodem: Hiet van daan de mindere drùkking-der lucht na eenige Douderflagen. van hier is *tdatmen zeer dikwyls waaneemt jodat’er geen res. gen volgt, dan na eer hevig onweder. Hier vanrdaan eindelyk, dat men. 7 waare: regens: of zogenàamde walks: beuken, op: zwaarte Donderflagen , ziet volgens, eas Erg EE ok is, ‚5 Apsiders beftbowwd en verdeedigd 43 Hier uit-Zien wy , hoe noodzaakelyk ’tis dat ieder Inwoonder eenige Calappus- boo- men aankweeke , hoe nadeelig hy werkt voor zich en zZynen mede Mensch, indien ed om min Pe redenen dezelve uit- oeits Hier door immers zal men de wolken zien voor by dryven zonder ons te verkwikken, daar men integendeel door de gezegde voors zorg, de wolken tot zich zoude lokken , tot onze verkwikking en gezondheid in regen zien nederftorten , dezelve in de drooge Moufon zien vermeerderen , en de daar „uit afteleidene ontfchatbaare voordeelen , „ondervinden, en de algemeene klagte, van „droogte en gebrek aan water in dat Jaar« „gEty + zien ophouden , teu minften Vere minderen, | … ‚Deeze a kenen Bedr door de on- ‚ dervinding bevestigd, … Op ’t Eiland Curacao heeft men Walirse- „nomensdat door de vermindering van-Bose „fchen, om koft- - gronden te- vermeerderen , „ge regens ook fpaarzamer zyn geworden 3 en ‘er zomtyds een scheele regentyd ver- „loopt, zonder dat ’t aardryk genoegzaam pero word, en : à 44 De Calappus- Boomen als Natuurlijke De Eilanden St. Crux en Tabago leeren ook door ’t wegkappen der Boomen, de „nadeelige gevolgen van de Winzugt te laat kennen; in evenredigheid van ‘t uitroeien der Boomen, ziet men de wolken meer en meer over dryven, en de landen on- vruchtbaar worden. Si Domingo en Portorico, aan den weft- kant met menigvuldige Boomen beplant _zynde; zyn by uitftek vruchtbaar, aan den ooft kant in tegendeel, daar men weinige Boomen heeft, is ’tland dor en onvruchte baar. (w) Indien men overal dien aangaande waar- nemingen had , zou men menigvuldige dier- gelyke voorbeelden vinden; de opgenoeme de nochthans zyn tot faving van onze ges dagten genoegzaam, Behalven dit groot voordeel, brengt de aanplanting van Calappus- boomen ‚nog % volgende aan, … … Men, weet, proeven en orderwiddts beveftigen den invloed der eleêtriciteit op de oane) MEK (u) Deeze waarnemingen zyn te Bd in de reets enoemde Verhandeling over de onzydige beproevingjen _ verdediging der Metaalen Afleideren, / Afleiders befchouwd ei vórdeedigd as de boomen en planten, hier om is ’t dat wy aanraaden , de Calappus- boomen tuse fchen de andere vrucht - boomen en huttige planten te plaatfen, op dat hunne ontwike keling daar door bevorderd, en zy tot on= ze voeding en gezondheid gefchikter moge ten gemaakt worden, Ziet hier eindelyk eene danmerking , en deeze zal ’t flot deezer Verhandeling uite maaken, Hun als natuurlyke Afleiders bee {choud en genoegzaam bewezen zynde raa- den wy uit eene gepaste voorzorg, van de „gebouwen laager dan de Calappus- boomen te ftigten , en een Calappus-bosch op zy. of agter ’t zelve aan te leggen of op eenen korten afftand van ’t zelve; zo ’ zyn kan op de vier hoeken eenige van deeze natuur= Iyke Afleiders te plaatfen, op dat de, met _% Blixem-vuur overladene wolken door hunne puntig uitloopende kroonen zacht mogt worden ontlaft; en zo’tuitbarst, ’t nadeelige den Calappus-boom moge treffens of langs denzelven zonder nadeel aan de Aarde mogt worden wedergegeven, Uit t gezegde kan men zeer gemakke= & Iyk befluiten, dat ider een in tyden van onwèêer die voorzorg. moet gebruiken, van niet onder hooge boomen, vooral van den. bee \ 46 De- Calappus - Boomen als Natuu riyké behandelden Calappus-boom ‚hunne fchuil= plaats te zoeken; en dat ieder Landheers piicht vorderd zyn Volk, als ‘er Don- der aan de lucht is, ‘t klimmem(v)in den- zelven, op “ ernftigst te verbieden, Meer andere hier uit afteleidene voor- zorgen , laat ik aan de overdenking van. myne Geachte Lezeren over. _ Temand zal zoms denken, datde gegeven faad, van bosfchen zo kort by de Gebous wen te plaatzen , ongepaft en nadeelig „voor onzen welftand zy, wyl daar door de doorvloed der wind , de zuivering van de lucht , zo nodig in deeze gewesten , bes let word; ok Deeze bedenking verlieft, mynes ’er achtings, alleen door de gedaante van die boomen in aanmerking te nemen; a at kracht , als zynde boomen welke by den anderen {taande eeng lommerryke fchadu- | we eed r N fv) Deeze boom, de nuttigfte voor den Inlander, word, of om de nooteni, of om den wyn welke zy uit de bloeifem tappen, en towak noemen, of om de b'a- den, welke zy tot veele eyndens gebruiken, of om an= dere redenen, door de Tiffadores twemaal daags be- klommen en moeten daar eertigen tyd op blyven om hug werk te verrigten, Zie Rumeunius lb. L. Cit Afleiders befchouwd en verdedigd … az we geven, en door derzelver hooge, regtop= gaande en gantsch kaale ftammen den door- vloed der Wind geenzincs belecten , ten mins. ten niet zo, dat ze daar duor onze gezond. heid benadeelen; indien wy daar by deande. re reeds genoemde voordeelen in aanmer= king nemen, verdwynd deeze bedenking volkomen niet alleen, maar men zal zoda- nig een bofch als eene natuurlyke tent, bee ginnen te befchouwen, onder welke wy eene vrisfche en koele lucht kunnen aade= men, door dien dezelve van geene zyden den doorvloed der wind, de zuivering der lucht belet. « Mogelyk zal een ander zeggen: (endeeze is eene gewone tegenwerping by de Afllei- ders;) De: puntig. uitlopende kruinen’ onweer of den Blixem aantrekkende, word ob gebouw en de naby zynde voorwerpen meer aan ’t gevaar blood gefteld, Alleenlyk merken wy aan» dat de puntig _uitloopende blaaden en als een els toeloo» pende fpits van deezen boom geenzints den Blixem tot zich trekken ‚ maar dat derzelver vermogen gelegen zy in ‘t inzuigen der overe vloedige eleêtriteit, om daar door ’t verbro= ken evenwigt zacht te herftellen , en by ‘e uitbarften „ indien ’t zich op zoodanige eene 48 De Calap. - Boom. als afleid. bef. en verded. eene wyzè ontläst 4 5 Op te vangen , langs denzelven aan de Aarde weder te geven ; en de Cebouwen eh omleggende voorwer= - pen, voor de vernielende uitwerkfelen van ” zelve te beveiligen, | Meer tegenwerpingen op té losfen vine den wy onnodig, daar de meeste, uit ' gezegde op eene zeer gemakkelyke wyze te wederleggen zyn. Ìk zal deeze eindie gen met de gelukkige ftelling van den, ín het begin deezer, genoemden en geroem- den BAcos die alleen hier door nooit der vergetelheid zal onderworpen Zyn: Non fngendum aut excogitándum, quid natura faciat; Jed obfervandum. B Aco, DRUK-FEILEN ponde lees aande p.8. reg. 15. van onderen buur mn OUT SDi Os A met zelve — betzelve * 9. Kn en cen Michaelis — Michailise 18. — 1j. — mm / ALT NGIA EXCELSA “"MALAICE Et JAVANICE RASA MA LA LIG NU M PAPUANUM RUMPHI HERB AR. AMBOIN, ELAN 3 PRD Pag. 5 Arbor eft procera; excelfa , Hibin an ‚ eretisfima, ad altitudinem -da.= _centorum pedums,-vel magis, “majeftuofe _esfurgens. Radices- {unt craflisie, ter. _ram- prof fünde fodientes ;° cortice craffo , _eromatic0:s ‘tubro “telt; ‘odorem: graris- fimum ‘ftyracinum Spirante.Subftanciein- terior radicum En, evadit , edor Guafì ex Na fetsfo & Benzoino mixto pre- éita. Truneus terre proximus duodecim vel quindeerm ulnarem eraslieiem edimplet, güatuor vel quinque excavationtbus magnis fisfüê ; ascendens autem rotunditatem coa- fervat, equals, putchers albicans. Cor- tex tegens parum eft glaber, parcim ver- rucofus, externe cinereus. interne obfcure” rubens, cum libro ditute rufescente , odos rato; fed non tanta aromaticitate preedicus, ac in radice: Sapor corticis-teft asper , eers refiaofts IE balfamicus, Lignum D: eft Ca) ëff fubrubrums, glabrum, folidum , cotfis peétum , madidum, faceulentum , ponde- rofùm, oleo arcmatico refinofo imbutums quod fponte per rimulas varias ad fuper= fictem affluit , vel per incifiones acinaci- bus Javanorum faêtas, qui {edulo hanc res fina colligunt, ut odoramentis & topicis medicinalibus infer viat. Oleum aflluets confiftentiam mellis & colorem primum habet; poftea vero fisfùüris eorticis congrumatum , parum elbefcit , translucididumque apparet criftalli adin- ftar 5 gutte priefertim , que fcobem non tangunt, Omnem fere trunci longitudie nem varta occupant folypodia & Epiden= dra letisfime viridia , paraficarum modo 4 {ucco ejus enutrita, quia firmities, abun- dantia fucci nutritivìi & excelfitas arboris id commode exhibet Truncus foliis & ramis omnino nudus exultat ad cacumen ufgue ; ubt ín multos dispergitur ramos, coelum aspicientes ‚ frondofos ; in gvrum dispofitos ‚ crasfitiem femoris. âdequans tes: hi an alios minores fubdividuntur roe tundos ; glaberrimos , eortice füubrubro tenui obduêtos, odore fragrantisfimo , dum franguntar, imbutos. Folia exeunt alterna. ftipulis brevisfimis fuscis munitas & pedunculis teretibus , hemisphericiss {ubcannulatis , oo lite | | one REE löngis, affixa , qui 8 fi abrumpantur , füce tum refincfum melleum, odorem ftyras tis veri furdentem, guttulis lachrymofis extillant, Folia {ont oblorigo-ovata, tn acu- tum apicem fiftentia, per ambiturh ferratas teretia, cOoïiaceas abiit flexilid,, glabra, fplendentia, venofä , paruin rugofa, ad me dium ventricofa, magnitudine discrepan- tia, maxima vero qüatuof pollices cum di= midi habent in lorigitudine, vix duos la= ticudine , fuperne diluté viridia , inferne glauca , inodora dum integra; fi autem digitis perfrieentur , odotem grätisfimum Exhibent, ili refine trurici fimilem & fa. | porem habêat inacidüm, balfamicum, 2r0- jhaticum, aftrictivutn. ficea odore gratiori pollent, quam recentia, & arcis vel fcri- fis fervata, odore fuo linteamïina & indu- prenta imbuurrt. | __Menfibus Sept embre ; Otobre & No- vembri hec arbor fruêhficat, ture fumini. tàtibus excelfig ramorum ftipites tripollica. rês & quadripollicares egrediuntur, ramu- Jos terminantes, duibus duo, tres vel ma. gis conuli florigeri OE „ turbi- nati, pollicem longi, digitum crasfi, fquá- mis be eije plurimis imbricati, co=* rlaceis, ex viridi flaveftentibus;, fex Iineas lóngis & latis. Hec arbor flores maftulos & feminas diverfis ftipitibuús gerit, flores mefculi conis s prefatis s congregantur;, fimi- 2 ls C4j) iter aé int Pino: quivis conùs otto vel des cem fuftinet flores, globofos, parum tur- binatos + alium ecalicem vel corollam non habentes 4 quam, fquamulas quatuor breves, flavidas, coriaceas, membranaceas, inter fe obvolutas , ex initio autem feparatim prodeuntes. E centro fquamularum colum- nella turbinata affurgit, quatuor vel quin= que lineas Songa, ftaminibus tenuibus un- dique ecircumduêta, que indeterminate ex fexaginta ad centum usque diverfis arnentis variant, cum filamentis brevibus, capilla- ribus ,. fuftis, & antheris turbinatis in- ferne anguftatis ; fuperne ampliufeulis & planis » flavefcentibus , tantifper bifidis, biventribus ‚ polline {permatico , fulphus reo, globulofd, minutiflimo farétis Ans there in duas valvas disrumpuntur, polli nemque fundunt, ut flygmata hiantia Flo rum foemineorum , qui parte infera fub eodem ramulo in altero locantur, eum re= cipiant. Flores foeminei ín ftrobilos (ub. rotundos congregantur ex duodecim ad via gint quovis amento conjunéti, calycibus- qye Íquamofis, duris, lignofis implantati,, Ole fquama duos continet flores, five ut naturalius loq uar duo ovaria germinane. tia, cum ftylis incutvis ,- vix cuas lineas longiss fufcis, canaliculatis, ftygmatibus, fimplicibus , conicis exalbidis, fupernè a per Ca} perforatis, inftruêtis. Flores mafculi poft foecundationem exficcantur, & fponte de= cidunt : foeminei vero -incrementum affu- munt, aréte fibi conjunéti ‚ & reuniti, ftro- pilos fubrotundos formantes magnitudinis nucis communis, fufcos, finuofos, duros, compaêtos, fimiliter ac in: omnibus plantis ex familia Pinaceorum, . Fruêtus funt ipfifime {quame in ftrobie lum congregate , quarum quevis duos clau- dit nucleos oblongos cuneiformes, duross cartilaginofos, magnitudinis Phafeoli, ex ‚viridi Tufefcentes in duas partes eequales ‘abeuntes, ‚ Dum nuclei abrumpuntur, „due fubftantie. diverfe. videnturs quas diftina guere oportet.… Prima ex granulis flaves fcentibus ‚ angulofis ‚ parvis, lignofis , fplen= dentibus. conflatur , que-pro, germine: fes minali reproduêtivo nullo modo confiderari debent; potius autem pro involucro feeun- do» germen- affociante. „Germen verum eadem capfulâ- cartilaginofay includitur.s Amygdalaceum, parvum: falvum , depres- fum, inequale, pellicula pertenui obduc- tum, cum fubftantia interiori alba „car= nofa, tenera, faporis grati fubdulcis, in duas partes eequales difpenfeente , que {unt cotyledones:embryonis, Non eutem, uti in Pino, in lobulos multos exfcinduntur 3 Sunt enim ovati, equales ‚nec plusquam | RAON siam te 143dE- duas CP) duabus partibus conftant , eum radícula ro= túnda, deorfum inclinata, Granula angulofâ. femen comitantia, odorem fundunt aroma- ticum gratum, ad illum refine accedentem „ faporemque prebent afperum, oleofum : compacta fubftantia donantur ; nullumgue aliud corpus continent. Íta fe habet conformatio & ftruêtura no- bililime hujus arboris, à nemine , quod fciam , antea defcripte. Narursli ordine ad familiam Pinaceorum intrat, novurque genus conftituit {ub nomine Altingia in hono- rem & perpetuam memoriam perilluftris & magnifieentiflimi domini Arnoldi. Witlemi Alting ftatuum’ orientalis Indie à Natione Hollandica reétorum Preefeti & Ducis Ge= neralis dignifimi, cujus faventiffima libe- ralitate opusculum de prate Javanicis exa- rare licuit, id Malaici & Javani hanc arborem univoce Rafamaela vocant: montibus & fylvis Archia & loci diéti Chiapannas tam copiofe arbo= res Rafamala videntur, ut dicere áudeam plusquam duodeeim millia individuorum inveniri pofle, fi rite enumerentur „ nec ignorari poteft, qusenam arbores fint, quia odore aromatico «gratiffimo totas replent fylvas , unde ftatíim agnofeuntur. Si methodum Botanicam Linnei obfere ware aliquis intendat, hanc arborem redu- cats oportet inter Moncecia Monadelphia, ut C7ò ut fyftema fexuale adimpleat. Rumphiug in fuo Herbario Amboinenfi vol, 2. pag, 57° de ligno Papuano, Cafu Rafamala, commee morationem facit, fed defcriptionem & fie guram arboris nullo modo exhibet , quia eam punquam- vidit. Ille ait, hoc lignum ex Zeylona & ora Malebarica ad Infulam Jeave adferri, & in Ínfulis Papuanis five nova Guinea crefcere, fed {cire oporter in Zeylona & Malabaria hanc arborem nequis dem inveniris utigue autem in Java, terra de Papous, Cochinchina & nonnullis ma- ris Rubri infulis. Rumphius etiam addit 3 nullam refinam ex hac arbore fluere . lignume que nullum ferre odorem , credo potius, clariffimum hunc virum deceptum fuiffe, & relationibus fallacibus prefticiffe idem, Peritiimus Geoffroy in traêtatu de ma- teria Medica tom. 2. pag, 492. articulo de ftyrace liquido Authoritate Jacobi Petiver pharmacopei Londinenfis Act. Phil ofoph. Reg. Societ, Londinenfis num. 313. ait: s> ftyracem liguidum a Turcis & Arabibus > Cotteremifa. ditum, fuccum efle cu-« de jusdam arboris Rofa-mallos ditte, que …» in Ínfula- Cobros maris Erythrei ATR 5» turs trium dierum itinere ab urbe 5122 En diftante ” Huc usque deferiptio aroo- tis ftyracem liquidum exhibentis cmnes Jatuit, quam & ego ardentiflime videre cut- piebam » aliis notitiis evidencibus duêtus. | ‘4 Ho- Ce) Hodie dicere audeo,’ oculis meis fidem preeftans, ftyräcém } iquidum officinarum ex verd arbore Rufamala fluere ab Arabibus Raftin - malla legitime diëta';’“a Papuanis Ruffimal, a Perfianis Miha & dl Cochinchi. venfibus ‘Roza. malla. lachrymotum réfnotum fame en 6t6sulk mum, qui eft verus ftyrax liquidus ófici. narum, ab Arabibus depuratus & defcecas tus, aique ex Moka & Ispahan in Europam allatus. Javani, ut verum fatear;, hunc fucs cum refinofum depurare nesciunt, fed fi ar= ticulus bic , commercio nationali uulisfi- mus, in praxin mitteretur , haud dubito, magnum producere poffe luerum laboranti- bus ‚ maxime Cum arbor Kafamala majori inveniatur copia Infule Jave , ) quam aliis Afie Locis. Vietus medicinalis arboris “eft antifepti-, ca, vulneraria abfterfivas decóëtum folio- rum utiliter ufürpatur in contufionibus. „ Câ- fubus ab alto, febribus putridiss & utique convenire poteft ín omnibus morbisà ftdgna- tione humorum exortis , & dispofitione Sep- tica vel putrefaciente. “Refina apud omnes Natiornes Orientales magno habetur pretio: mulieres prefertim odoramenta varia grá- tisfima conficere noscunt, quibus femper fiyrax Rafamala primum’ obtinet locum, Hec ÏCe GOB tefina bene depurata & laeta intus exe hibetur ex gutc. UL, ad XI’ vel magis ad ulcera interna detergenda & folidanda op= time cenfetur de-ejus virtute ad putredinem arcendam , & fphacelum precavendum in uleeribus fcorbuticise Lignum Rafamala utilifimum etiam tige po videtur, propter‘foliditatem, duritiem & odorem gratum, quo imbuitur, „Omnibus fere, arboribus Rafamala que. dam fpecies fcarabei femper invenitur, qu» refinà eorum: folumimodo vefcitur, Hoc ani- malculum odorem jucundum pirat ftyraci- nums ideo nômen ei trikui Capricornius ftyracinus » Javani eum vocant Cacalum. da» … NB. Totgemak derleczers, brede Laryatthie taal niet verftaan, hebben wy nuttig. geoordeeld, om deze ‚ in het Latyn opgeftelde , befchryving : van de Rafamala «boom inde Wapen taal en @ enn volgen, hs _DE VOORTREFFELYKE ALTINGIA IN HET MALEIDSCH en JAVAANSCH „GENAAMD RASAMALA En by Rumphius in zyn Anboins kruid- boek tweede deel bladz: 57 genaamd LIGNUM PAPUANUM., DD: boom is zeer groot , hoog » recht | opgaânde, als ftreefde zy ra de wol- ken, ter hoogte van twee honderd of meer. der voeten aller fraaift op wasfende. De wortelen zyn zeer dik, de aarde diep’ door. graevende , met een lyvig, welriekend;, rood baft bedekt, het welk eene zeer aan- genaeme ftyrax-reuk van zich geefd, De binnenfte zelfftandighyd der wortelen a- dend een nog lieffelyker geur, hebbende eene reuk als of dezelve uit Narcisfen en Benzoin gemengd was. De ftam is heel dichte by de aerde twaalv tot vyftien ellen dik , en is in vier tot vyf groote holtens gefpleeten; dog hooger op fchietende ge” Cri hy zich rond, gelykftaltig ‚ fraay en wit achtig. De Bellers ‚ die den zelven dekt, is gedeeltelyk glat, gedeeltelyk vol wrat= ten , van buiten asgraauw , van binnen donker rood en de binnentte weeke bast heeft eene rosaguge kleur en lieffelyke geur ; doch niet zoo fterk riekende als de | Warte fmaak van de baft is wrang , bite ter , hars-en balzemagtig. Het hout is rood. agtig» glad, vast, ineengedrongen , nat , vol. Zappig s zwaer en met een fpecery-en hars: agtig Oly doortrokken, het welk of van zelfs door de verfcheiden in de oppervlak- te zynde fcheurtjes of uit de kerven"doot de Javaenen met hunne gewoone kapmes» fen in dezelve gemaekt; uitzypt, welke dic hars zorgvuldig verzaemelen , ten ein= de zich van het zelve tot-reuk-werken en plaetzelyxe heelmiddelen te-bedienen, De uitvloeyende Oly- heeft eerst de dike te en kleur van honig , maar naderhand word dezelve, aan de fpleeten van de baft verdikt zynde ,: een wynig wit, en vere toond zich doorfehynend als Crisral: voors naemelyk die droppels ‚ welke aan de vuie le ftof van de bast nier raaken. Verfcheie den blygroene Boomvaren en Boomplagen neemen bykans de geheele lengte van de ftam in, welke , gelyk als de- boomzuigers zich van zyne vochtighyd voeden; terwyl ge kragt, overvloed van zyn voedend fap en Cra) ende hoogte van de boom, zulks gemakkelyk voortbrengen. De ftam fchiet, van bladenen takken geheel ontbloot, regt op tor aan de kruin „alwaar hy zich in veele regt op gaende loofryke en, in eene ronde order gefchikie, twygen verdeeld eene dye dik. Deeze aline zen zich weder in andere kleindere „ronde, zeer kaale met eene roodagtige dunne bast bekleede (twygen) welke, by aldien zy wor= den afgebrooken , met een alleraangenaemse te reuk doortrokken zyn. De bladen fchie= ten na malkanderen uits welke voorzien zyn van zeer. kleine bruine ftoppeltjes en zyn vast gehecht aan ronde, gewelfde. pyp= agtige acht lynen lange fteelen , welke, wanneer zy afgebrooken worden, een hars= en honigagtig vocht droppels wyze uit- werpen volmaekt van reuk, als de opregte {tyrax. | ae bladen zyn langwerpig-eirond in een Scherpe {pits uitloopende rondom zaags- wyze gekerft, niet zwaer, lederagtig zacht , buigzaem » glad , blinkende, vol aderen , wynig gerimpeld» in het midden buikagtig, van verfchillende groote, doch de allergrootfte zyn vier en eene halveduim - Jang, en naauwelyks twee (duim) breed van boven ligt.groen, van onder zee groen: fonder reuk „ zoo lang als dezelve geheel blyven ‚ maer indien dezelve tusfchen de vingeren fterk worden Benzearen ‚ geven Zy | C13 ) Zy eene zeer aangenaeme geur, gelyk- heg hars van den (tam , en hebben eene zuure agtige 3 balzamifche, kruidige , t'zaemen« trekkende f{maak. Gedroogd zynde ruiken Zy aangenaamer als verfch, en in kisten of kasten bewaerd, worden het lywaet en de kleederen geheel en al van haere geur door- trokken. In de maenden feptember, Oétober en November draegd deeze boom vruchten, als dan botten aan de bovenfte hoogfte top- gen der takken drie of vier duim dikke fteeltjes uit, díe in takjes eindigen , aan welke twee of drie of meer bloemdragen- de kegeltjes vereenigd zyn, die peer-wy- zig van gedaente, een duim lang , een vin- ger dik, en vol zyn van zeer veele nagelvor- mige, lederagtige, groen-geele zes lynen lange en zoo veele lynen breede fchubben. Deeze boom draegd aan onderfcheidene fteelen mannelyke en vrouwelyke bloe= men; de mannelyke bloemen worden met de te voorengemelde kegels verbonden even als in de pyn-boom. leder kegel draagd acht of tien bolagtige iets naer eene peer gelykende bloemen, welke geen ander kelk of bloem-kroon hebben dan vier korte „ geele, leederagtige, vliefagtige in malkan. deren verborgene fchobbetjes, die zich echter in het begin ieder afzonderlyk vere toonen, | eega on | Uit Cuúj … Uit het midden der fchobbetjes koomt Ben peervormig pylaertje Op» van vier of vyf lynen lang , aan alle kanten omringd van fyne veeszel-draedjes , die onbepaeldes. lyk van tzestig tot honderd toe in ver{chil- lende katteftaertjes veranderen met klyne bruine , hairagtige veezeldjes en peervor- mige meel. knopjes, welke van onder naauw van boven eenigzints grooter en glad ; goude geel een weinigje in twee'en gefplitft , twee buixig en met zeer wynig allerfynft bollete jes gewvs zwavel-geel zaad meel-zyn ge- vuld. deeze meels koopjes of helmpjes bers= ten in twee hulzen en ftorten het zaad - meel ten einde de gapende (tempels der vrouwe , lyke bloemen, welke aan het beneden deel. onder de zelfde tak in een andere geplaetst worden, het zelve ontvangen, De vrouwely= ke bloemen , welke van twaaly tot twintig in ieder katteftaartje vereenigd en in fchub- agtige, harde » houtagtige kelkjes geplant Zyn, worden in rondagtige pyn-appel-vor- mige bolletjes vergaderd. Ieder fchobbe bevar twee bloemen, of, dat ik natuurly-. ker fpreeke , twee bloeyende Eyer-nesten met geboogen ftronkjes , die naauwelks twee Iynen lang , bruin, pypag:ig en van gelyk vormige kegel-astige , bleeke, van boven de temnels voorzien zyn; de mans nelyke bloemen worden na de bevruchting. doren vallen van zelfs af; maer de is 00 yke C 15) iyke heel dicht te zaemen gevoegd en her- eerigd zynde, vangen aän te groeyen, en vormen, ter groote van een gemeere noot; rondagtige ‚ pyn-appel- vormige bolletjes, die bruin, bogtig, hard en vast zyn gelyk als in alle gewasfen van het geflacht der pyn-boomen. De vruchten Zyn de in het bolletje vergaderde fchobbên zelfs, van welke ieder twee langwerpige ‚ bytelvor- mige , harde , kraekbeenagtige kernen in Zich bevat , ter groote van een turkíche boon, zynde van een rood-groene kleur en in twee gelyke deelen gebrooken. Wanneer de kernen worden opengemaekt, dan onte waerd men twee byzondere zelfftandig- heden, welke men behoord te onderfcheis den. De eerfte beftaat uit geele , hoekis ge, klyne, houtagtige, blinkende korrelt= _ jes 5 welke geenzints als een vrucht begin. nend zaed ter voortteeling-maar liever als een twede omwindzel, het welk het vrucht beginzel vergezeld , moeten aangemerkt worden, Het waare vrucht-beginzel legd beflooten in het zelfde kraekbeenagtige zàad-huisje , en is Amandelagtig, wynig tos , ongelyk, nedergedrukt en met een - zeer dun vliesje bekleed, met eene inwen= dig witte zelfftandighyd ‚ welke vleefig, zacht en van eene aangenaeme zoetag- tige fmaak is, zich iú twee gelyke deee len uitbreidende , gj de knopjes zyn van et (16) het kiempje, Maer zy verdeelen zich niet, gelyk als in de pyn-boom, in'veele hulzen; want zy zyn Ey-rond, gelykvormig en beftaen flechts uit twee deelen met een omlaag hangend klyn rond worteltje. De hoee kige Graentje8 , welke het zaed vergezel. len 5 verfpreiden eene aangenaeme fpece= ryaguige rcuk, byna als het hars en geëven eene olyagtige onaangenasme fmaek ; zyn, van eene vaste zelfltandighyd, en bevatten verder geen. ander lichaem in Zich, Zoo= daenig is het maekzel en geftel van deezen. zeer treffelyken boom, welke van niemand, zoo als ik weet; te vooren befchreven is. volgers de natuurlyke order koomt dezelve in het geflacht der Pyn-boomen,; én maakt „een nieuw foort uit onder de naam Altingia ter Eere en eeuwige gedachtenis van den Hoog Beroemden en,‚Hoog Achtbaeren Heer Mr. WirLLEM ARNOLD ALTiNG Gouverneur Generael van Nederlands Oost-Indiën , door wiens Hoogstgunttige Edelmoedighyd het my heeft mogen ge- beuren dit werkje nopens de Javaanfche _ planten te fchryven. | De Malayers en Javaanen noemen een- paerig deezen boom Rafamala, en op de, bergen en in de bofchen Adjar Thomas en_ van de zoogenaemde plaets Tjiepannas wor. den de Rafamala boomen in zoo groote mee. nigte gezien, dat ik durf zeggen, dat er meer €17) meer dan twaelf duizend kunnen gevondeis orden, indien dezelve regd, zoo als het behoord; eteld worden; men kan ook zeer er ried eeten, welke deeze boomen Zyn, om dat zy met heure zeer aängenae. me Speteryagtige reuk de geheele bosfchen vervullen , van wäar dezelve terftond gé- kend worden. Indien iemand van voornees men is om de kruid.kundigë Leerwyze van Linneus fogvuldig na te gaen en deezen boom op zyne regte ‚plaets wil brengen , het moet zyn by de Monecia Monadelphia om het zaemenftelzel der geflachten te vol maeken. Rumnpbius maekt í in zyn Aäboinsch krüid-boek op bladz; 57. van het tweede mal van het Papùuaaních hout Caja Rafa- ala melding; maer hy geeft op geender= ien wyze eene befchryving hoch afbeeld= zel van deezen boom, om dat hy dezelve nooit heeft gezien. Hy zegd: dat dit hout vaa Ceilon en van de Malabaarfchê kust op het Eiland Java word aangebragt en dat het zelve op de Papuaanfche Eilanden of op nieuw Guineagroeid, doch men moet wee- ten, datdeeze boom op Ceilon en Malabaar geenzins, gevonden werd, „maar wel op Ja- va, op het land van de Papous, Cochin= china en op fommige Eilanden van de roode Zee. Rumphius voegd ’er nog by: dat ’er geen hars uit deezen boom vloeid en dat het hout geen reuk, van zich gêefd; ik gee De CEB geloof véel meer, dat des zeér beroemde “man is bedtóogen gewordên ‘en «aan ver- keerde ‘en'bedtiegelyke begchten heeft geloof geflagen. De zeer ervâeren Geoffroy zegd in zyne afhandeling : de fnatêtia niedt- ‘ca twede “deel Blädz, 432”it’ Het hoofartuk Over de vloeybdare ftyrax wölgens het ge = ‘tuigenis pn bbb Pitipbr-Apdthecar te London in dé Phitófophifche afhandelingen van het Koninglyk Genooëftháp te Loù- don num: 313. Pander ende fiyrax!, pp welke ven de Tärken En Arabierscorter 5 mila geroerd’ ord, het vocht is van So den zeeket boom genaamd Rofimdios:, welké op ‘het Eiland Cobros by de Erythrei che Zee, “Atie "AAF -FEiZen 'Vân de Sradl ‘Suez gelegen, groeid, Tot hiet toe is de be. fehryving vane den boom’, “uit welke de vloeybaete' flyrax zZypt, by aller otk Bekend geweest, welken ook “ik Yuuriglyk begeerde te zien, “door ‘anderé ‘onwedër. Ípreekelyke kéffimèrken ove rre8l;- detf ak ‘thans zeggen, Verfifits ik myne oogen ge. doof, dat de Vlóëybaere ftyrax'der-Apothe. ken “uit de Waete’bobim Rafamala vloeid, Wordende vän'de Ardbiers mét ‘recht Re. {ein-tmalla , Vän dE Päpolfén Rusíi- mal, van de Perfiaenën Mihe ‘en ‘wari:de Chinee- fen Rozá- mal de Bea esta ooS- Alle afgehouwen deelen verdeezen boort geeven” leen zeëf” weltiekend „’wolfappig ke €29) harsagtig vocht van zich, welke de waere vloeybaere {tyrax der Apotheken ús „van ge Arabiers gezuiverd en gereinigd’ is,en van MokavenSspahamina Europa gebragt word, de-favamen, (op dat ák de waere hyd belyde,) weeten dit harsagug wocht mier te zuiveren, amaär indien dit, voor de Nationâle koophandel zoorzeer nuttig f uk, steruitvoer gebragt wierd, zoo twyfelsk niet, of her zoude groot. voordeel kunnen — banbrengen voor die beertes welke dit werk wenuuteeng temmeër, vermits: dees boom Rafamala- óp het: Biland Jerudân groover meerigte gevonden word . als vop ‘andeve Alidtifcheiplaetgen: > De igeneegende kragt gan ‘deeZèn)booin is om de verrotting tegen te geen, wondcheslend en zuiverend sreën afkookzel der bladen word met groovsùt gebruikt in kneufingen, in zwaere vallen, in rot-koortfen , en het kan zekerlyk nen voor alle ziektens van de verdik OE der vochten ontftaende en van een rotma- kende gefteldhyd. _ Het hars word by alle Oofterfche volken in groote waerde gehouden, voornaemelyk weeten de vrouwen verfcheiden, zeer aan- genaeme reuk-werken toe te bereiden, on- der welke de ftorax Rofamala altoos het voornaemfte is. Dit hars, wel gereinigd en gezuiverd zynde, word inwendig ge- bruikt van drie tot twaely droppelen of Od meer. hed C 29 ) meerder om inwendige verzweeringen té reinigen en te geneezen; het word wegens desfelfs kragt aller dienftig geoordeeld om de verrotting te beletten ; én het koud vuur in Schorbutifche. verzweeringen voor te koomen. Het Rafamala-hout word ook zeer diens= tig geoordeeld voor balken ; wegens des felfs vasthyd „hardhyd en aangenaeme reuk , met welke het zelve doortrokken is; __… Op by na alle Rafamala-boomen word al- toos een zeker foort van fchallebyter of kever gevonden, welke alleen maer derzel= ver hars eeten; dit diertje ademd een aan- genaeme ftyrax -reuk daarom hebik aan het zelve den naem gegeven van Capricornius ftyracinus ‚, de Javanen noemen het zelve Cacalum, | DESCRIPTIO ARBORISs RANGHA S. x radicibus crasfis diffusè terram ams bientibus, Arbos erigitur . procera, frondosifsima » ampla, ad altitudinem ferè quinquaginta pedum excrefcens. Truncus crafsifsimus ; inequalis, albicans, ‚nigri= cantibus magnis maeculis hinc illie intince tus. Rami, umbelle modo per amplitu- dinem disperguntur, fubrotundi, ver U- cosi, fulcis et excavationibus variegati,, Folia func oblonga, fubrotunda, basi inge quali, ad latera nervulis ornata coftas emulancibus, venà maximâ intermediâ exalbida, colore viridi atrefcenti, petio- lis longis appensa, foliis Mangifere- eduli guam proximè fimilia, tranfverfim ex ra- mulis exeuntias tribus, vel plus, CONZIEs. gatis. Flores funt ftellati, albicantes ‚ squallidis pufilli , racematim nascentes, thyrfi adinftar, Corolla monopêtala, quinquefids, foliolis ad intra recurvis, STAMINA oéto, capil- … laria, palida. Anthere colore aureo pre dite. Calyx monophyllus, retroflexus. Piftillum parvulum, reétiusculum, fruétums poft elapfum Hor „» fuftinens, mage Rn MA Ais il | PLTOEHA CQ nitydine vcaftange crdinatie , fcabridum, veriucofim, cordis figuram tantotiës alie guantulum. imitantem, telticuli aliquoties canis,‘ colore fubruffo claro:, longo (tipite affixum. … Hic fruêtus fimitis partim videtur Cynometre Linnei Nam-nam, et parti Marisa Silveftri. Pars ejus exterior eft car= nofa, mollis; fuccum virofum fundenss pii- mum albicantem, pofteá ruffefcenteim, ‘et demum nigticantem, Nucleus eft durins- culus 8 fubrotundus avellane magnitu- dinis, intus amygdglaceus, ficuti in Man- ga, Nam-nam, et aliis ad famili iam Pila. ciorúm fpeétantibus. Si ftruêtura et omnes ejus partes confti, tutive probe confiderentur, procul dubio inter Mangarum genus reêiflimè illi ftarue- tur locus. Cynometra LiINNEi, que ad loc etiam genus attinet , magnam hebet affi- nitatem cum Ranghgs egreflione prima fruêtuum ex trunco-exceptà. In colleétione Plantarum jäve âb “jluftri D. Raper- MACHER facta Fufus arboris meminifcitur nunguam faris. laùdendus CaRroLUS LIN- Neus fub nomine Ficus. At’ nefcio, cur ad ‘hoc gerius illam retulerit, cum nulla efds‘partium hare phalangem intrare poflic. Ficus caracter indefectibilis est, roceptacú- PK COMME turbinâtum, carnofum, conni Vellse k Ca) | Pens, loecultans=flosculos wel > in eoden we diflindo, habere.” Linn. … Syftem. Plant vol 4°. pag. 364, Ficus est ‘plante genus fporibus:in ipfius fruêtus cavitate- naftentibus ; capillamentis, Jcilicet ; terzuibus ex involucro qödam prodeuntibus, quod jensen coinpleilia (ur, &. Tournefort. vol, -pag. 662, ‚_-“Quatitas Ranglas-noxia,vadurens, haud pericùlo carenses Lac ‚et. hon. adefts. fed fufficit ramos-ejussampurtate s.{eu vicinitate. loci aliquo tempore manere, ut corpus intumescat, epidermis aduratur, eruptio= nes cutanee intolerabiles foperveniants et- idiofyncrafis recta vifcerum, vcvaporibus ejus intra corpus delabentibùs ,- invêrcatar, Ita evenit in Pagulo rurali D. D. Hoot- MAN Mecenatis mei diletiffimi quingue- Jeucis ex Bataviâ ad nemora fito, quatuor — Indigenis Malaicis, ejus emptig fervis, qui poft cefionem unius tantum arboris-acricer egrotarunt, | Nomen huic arbori â me inditum, @st, Manga deleieria Sylvefdris,. fruu parvo eordiforimi. ‚_ Rumphius Amboin. vol. 2° pag. 259, fig. 86, arborem vernicis exhibet, Cajus fanga, et ait, in Java eandem vocari Rangbas, Cum jJavanicâ equidem optimè figuracione convenit; si folia Moluccenfis Mie | CAI minùs longa et mucronata effent. Sinarum - verum vernicem arbotem exhibentem eam Rumph. conftituit , quanquam fe nun- quam plantam vidiffe, fincerè fateatur, Res centiores vernicis arbores plurés, quam unam, agnofcunt, Laccam, feu refinam gummofam prebentes, picture aptifimam, Inter has Toxicodendron Tournefort,- Vere nix vera Sinenfium, Croton Sinenfe ’Tsfue mi, et Ranghas PFavanica annumerari dee bent. eeen EE EEN En N: B: Voor den Nederduitfchen Lezer volgt hier infgelyks, de vertaling van den be{chrevenen Raugbas booms RG BESCHRYVING VAN DEN « BOOM GENAAMD RANGHAS. it dikke, den grond ongereegeld door. lopende wortelen word een zeer aan- zienlyk boom gevormt } voorzien met eene zeer uitgeftrekte- en bladenryke kruin, en groeiënde byna tot de hoogte van 5o voe- ten. Deszelfs ftam is zeer dik , ongelyk; witagtig, hier en daar met groote zwartag- tige vlekken geteekend, — De langwerpig-ronde, knobbelagtige , en hier en ‘daar met fleuven uitgeholde rak- ken verfpreiden zich in de ronte, in de ge= daante van eenen zonnefcherm. De Bladen zyn langwerpig-rond, onge. lyk aan deszêls fteel geplaast, aan beide zyden met zenuwen, by wyze van ribben; verzierd; hebben door het midden eene “zeer groote en witagtige ader lopen , zyn van eene donkergroene kouleur, aan lange bladfteeltjes vast en .zyn byna gelyk aan de bladeren van den eetbaaren Mangesboom en by drien of meer overe “hoeks aan de takken geplaats, _ Co) De Blóetmen zyn enne: witagtig glibberig ‚ fmal; by bosfchen groeiende; ee- nen verzierden Richie flaf gelykende (5). De Bioemblaadjes ( Corolla genaamd ) behooren onder de eenbladigen, in 5 deelen afgedeelden enzyn binnen waarts gekeerd, “De helmpjes of fneel knopjes zyn van eene goud geele kouleur.. dl De’ kelk is eEnbladig, agter of buiten- waarts gebogen. | Het ftampper tje óf ftyl is kort en regt opgaande de vrucht gaar, ’t afvallen der bloemen in zich behoudende, zynde ‘van de groote van eene gemeene Caftanje, rüw, met wratten, bezet, gelykende zao wel eenigzinst naar de gedaante vaneen hart, bals ook haar de ‘zaatbal van eenen hond ‚ zynde van Een toodagrige heidere BS AE EI gehept aan eenen langen Îtengel. De vrucht fcheint meer of min selyk te zyn aan de Cpnometra van EINNEUs Nam. nam,en ook gedeeltelyk aan de wilde gee Derzelver buiteníte gedeelte is vleezi Zacht; een vel vocht REE | | elk k we 1 Sa f "Ge , u en mar kr rt en de ‚4 D ï EPR EEN ì Pa rx ° à Ì Nd | ass Ee, 7 1, É Ne ) ade aren fla iden meemtcopsatddk ; “ointlochten en door de „Priefterelfen. van Bacchus op ú Bacchus feest gedraden = | 3 L (7) welk in den beginne, wiragtig „. daar ná roodagtig en eindelyk Zwaktagrig is. De noot is vriy-hard, rondagcig» van. de eroote van „cen haafenoots. van. binnen aar. die. van, eenen. amandel gelykende, evenals in de Manga, Natnnam en ande- re tot.de. Piftacia behoorendesnooten;: * Indien men. met-eên,naukeurig, oog EN | zelfs.zamenttel, en. alle..de beftanddeelen befchouwts.-moet. men. denzelvens. buiten twyffel onder: het- ‚Beflacht der anges boomen plaatfen. | De. Cynometra van ende. tot: dar zelvde zoort ook behoorende, heeft eenê groote „overeenkomst. met de Rangbas:s uitgenomen , dat de> vrucht op, eene an= dere. „wyze. uit. den. dhrga te voorfchein begint. te komen. me Inde verzameling. van. re Javaanfche nlanten door den, Wel-Ed: Gr: Agt: Geft:. Heer Radermacher bycengebragt, word. van -deezen boom. „gewag. gemaakts De nooit volprezen CAROEUS LINNAUS {preekt van deezen-onder-den naam. van fichs of vygenboom. | _ Doch ík weet niet, waarom LinNaus denzelven “tot dat=zoort gebragt “heeft; daar geene van zyn deelen eenig overeen- komst, Hier” „mede hebben: Her AAE ij fchede (8) fcheidelyk kenreeken des vygenbooms, is, sw solronde, vleezige, zamenluikende vrucht, die als een gemeen ontvanger [ receptaru= um | de bloemen, ‘t3y op den zelfden flam of op byzondere flammen, influit en verbergt (*° Linn: fsb: plant vol. 4: p: 346. De vygeboom Îs een geflacht van plans gen, de bloemen in de vrucht zelfs voortbren- gende, en een vynbaarig bosch uit eene zee- kere vergaderplaats [receptaculum J geven- de , welke t zaat bevat Po, TOURNEE RT vol rp: 652. __De Ranghas heeft eene fchadelyke hoe. danigheid, brandende niet zonder gevaar: Hy heeft geene melk in zich; maar zyne dikken fnoeiende of eenigen tyd: in zyne nabyheid zich ophoudende, word men ge- waar, dat ’t Lichaam begint te zwellen, de opperhuid brand, eene onverdragelyke uidflag zich op de huid vertoont en de natuurlyke werking der ingewanden, de. zelfs uitwafeming ‘binnen gekregen heb- bende, verkeert word; zoo is t by mynen waaárdften voorftander, den: Wels Berw: | hr EEEN Es Jes ee (*) Dus overge vinden in Re Hour Tuin's N: H „ Deel 3. fluk p: 691. fen. (9) Zeer Gel: Heer Hooyman op deffelfs Land- goed [’t welke 5 Meilen van Batavia in een bofchagtige, aangename ftreek, gele- gen Is] overgekomen aan. 4 gemeene maleiers, zyne gekogte flaaven,. die, na dat zy maar êen boom hadden om- gekapt, zwaar ziek zyn geworden. De naam welke ik deezen boom heb toegelegd, is, de wilde fchadelyke Manga, bebbende eene kleine, hartvormige vrucht. Rumraius in zyn Ambonsch kruidboek vol 2. Pp. 259. fig 86. fteld hem voor, on- der den naam van, vernis-boom Caju Sanga, en zegt dat hy op Java Rangbas genaamt word, Hy komt zeker met de Ja- vaanfche het best over een, indien de bla. den der Molucíche een weinig korter en minder gefpitst waaren, RumreHrius heeft _ heim voorgefteld als den waaren China- fchen Vernis-boom, fchoon hy rondbors- tig bekend, de plant \nooit gezien te heb- ben; De hedendagfche Natuurkundigen erkennen meer dan eene zoort van vernis- boomen: gevende de lac-of gumachtige hafst, die by de fchilder. kunst hoog- noodzakelyk iss onder dezen moeten de Toxicodendron, van TouRNiFoRT De waare vernis- boom van China. de Crinafche CrotonT (l4- mi en de Javaanfthe Rana, geteld worden. ‘ RELATIO,-PLANTARUM wg AES Oren N SIU M hiltertaatiode tai in pitlebei recors nitarum à Dao. Es De ERR Ie 87 GENERA NOVA LaAryn. _Altingia, Java ANSCH In honorem Kucellivtisfimt Domi. nt-ArRnorpt WiLrLEMr ‘ALTING!, Statunm Generalinm Hollandicorum in orientalibus rlagis Prefect et Gu= bernatoris Generalis, osd „duld, “4 merinas: -Ammonie: „Arachna, RA _Affronia, — Aprila, kel Pride ‘Balanza 5 „Bima E „Bispheria ; Biftanias Bembynia, Byrfa, * Camphorinag Canna, „a _‘Caju fale ” Fsjiulânsy HEEG Kistanhùms: nn „Gandafùli, ae CTA ten ik _ Camùning, Cuyùc, Vdaní:, AR 'Meninfo, Lev enju: >. sindhe …Vnine 3: | B | hed 4 urú-tsjabe Durènam, “-Oyft- Iämbu, Kichantùmy Rottäng, ‚NoRroNa. RE …-Caju Rafamâla, Sp: ze Spt a: …) e 0 LN \ Ld kel i led a EE L AT LN 2: Cardamomum, Carda , Carmenta, Cafeola, Caftronia , Celebnia;, Geraunia;, Gean. Chamula , Cinga, Ciftùla, … Citharella, Celina Corna, Crepula, Crocarias, Cymba,- Duania Eleêtra Erionia,. Fabrenias Galanga, Gemmaria , Harpagouia, Hauftrum , Horreola, Ibina, Tik. Kermula, Lethea, Menalia , Morphza, ink (2) JAVAANSCH, Bangles, _…Cúmiri, Gagaulàân, Tjacòa , Candùn ; Cambang =dedès, Trontòng , Boa-gòo, Zanec , 1 Kirahùts Kipi-igt, ‚vÂyàman, à Hurù ipis- cùlie, Api:apij Pâtar;/2 Droàk.; » Kipait ;3 ‚„Crumbis URâk-ràk, Cadäsfi Cajú-furèn, Laifcòass, Asfahäm;, Balùn viafùc, Gamiram, _ Vyàhany Catùc=mianuc, Lengfât ; Pochân; Tamiàn 4 cráÂkreéns:Kihurà, Binângan, LAT yi, Nautea;, Neoclia;, Nephrea, Nigrolea , Orbinda; Oxynia, Perafula;s Phelima;, Phylanthera;, Phylax, Plutea, Plutonia, Pompila, Pulcheria;, Pyragma:, Pyrecnia, Pyaa,- « Quadrania, Quinquedula, alas Rena, Rofaura ; Rubina, Datania 9 _Saterha, Scapha;, Scobia, Scorpaena; Schima,- Scubalia, Septina, Solia, e (3) JAVAANSCH, Jatti, Arrêy: oadòl, Anxânas Rindoc, Chanâr, __Blimbin 3» ‚_Pangàn, d € hampacaC eylòn, Kihapit, Catutùncul, Lanfa . Cacapàfan, Antàp; Hunfut- buhùt, Burahòl, Camado, Päâching, Kihayali elke Muh- màll, Tanjoom, Gâätp, Sarùni, Sohor, si > arrayàn Kilehò,” Bùngur, Chirarù „ Puspà s Rafùm, __ Hurù - mêra, Bumbulàn, en en ek 0 Vreten JE Sn en LArTYN. Spingula, Stellia, Strangula, Strania, Strobila;, Stropha;, Tabraca, Tarfina, T berebina; Tinnia, Torcula , Toxina, Tridalia, Trifax , Trigula, _Trima, _‘Tripha, Uitenia , (4) 'TAVAANSCH. Jùeùut has tòlod 9 Muhùn, | Crâs - tùlang, Kisfehèng , Kimenjàngan, Pompohàn , Caju- tùa, Jincòl, Monjenjem, Barräà ,- | Ranià, — Chumchùm, Contòl-monjèt , Kihoë, Kilâyu, ee) da. de 8 € die Ol et A an pr its Kr OR BO En CB LL Pt A TT ve bed @ 4 ak Ae SPECIES PLANTARUM. Abutilon arbores- cens‚ ‘Arum cadaveri- cum, Arum laceratum, Arum -bubalinum, Arum fagittatum, Arum crifoliatum, Arum cordifoli- um, Arum alatum, Dilùpang, | Cambàng-banki, Tirù, Cacäyar, Tingiling meftik „ Ruiì, r Charibù 2 Jllòs, == ee ee Arumaq uas LAATYNsau Arum aquaticumy Arum maximum, Anacardium occi- dentale, Anacardium cardium, Azedarâch {um en= tum, A zedarâch florum, dzedaräch nige rum Tamis Azedarâch edule Apoeynum teler latum „ Apoeynum ftylo- fpernum , Ápocynum folea= it, AO Apocynum flori- roftratum, Apocynumh Bad florum, ‘Amaranthoides, Acacia aurea, ‚Acacia gigantea Acacia prona, dE fchynomene vi= „olacea, gE {chynomene as= …peras recis $ Tericùftn, Azedaräch HES (5) JAVAANSCH, +. Klady,- Bira, ; Jambo- -monjet N Rin gas, â Gsken: »kikera, ï ’ «. -Pincù d Trùs-gunòng, Sontòl, Duduitàn b Cambang fait, f __Kikandòl, | | Angrèc-chiùlan nanda Angrec- -durion, B Kos aA nie ij np É wt: Zayanti, Turi; 8 € | Li ® 8 8 Beed 8 6 É COME aj LaryN. “ JAVAANscH" HEfchynomene lee << _viss Caju gabüs, Asclepias canina, Craknâfi, Asclepias argenta: ta, Bidùri, Adatoda BORE lata, Njalindòn, Adatoda magnifo- Ed BA Gagambùng, . Amygdalus perfte ca; Penúik, Anagallis (picata, Galudrà, Arbutus glaberri- ma, Caju- tugâl, Alcanaafpinora , Pächar, Allium commune, Baùang- púri, _Allipm finicum, Cuch: ye Aatehtm Se Adak, Apium, Saldri, Anguria indica, Semanca, - Acalypha rubra, Siric- ded Ee Alfine verticilla- Elam beid. dyem, Antirrhinum ros- marinifolium, Rafu, Arecca parva, Pinang- bimbin, Arecca commu: nis, o Pinâng, Re “ca alba, Pinâng finagâr, bfinthinm fpas" | thulacum, « -Zuaet- murrit, Sp: nova. Te GOED nova, Cogas nova. « LAT YNe Abfnthium fpicae tum , # nona reticulata, Anona tuberofa, Acorus, Anands, Arundo indica, Artocarpus ova- tus, Artocarpus inci- fus, Aftscarpus nanca, Aftocarpus” pilo- lus 9 Artemifiaprocum- bens, Amaranthus pyrá- midalis, Amaranthuscrifta- EUS » | Fbrus maculatus, Acanthus ilicifo- lius, £fpalathus volvu- faris. Arächidna quadri, folia , Bombax pentan- drum , Balfamina carnea, Ealfamina commye nis) (7) JAVAANSCH. Lòcat- mala, Nona, Siri- caja, Dringo, … Nanàâs, Bambù, R iandelica, Sucòn - timbùl, Nanca, Champtdàh., Zùcut-panurri, Zang-aràyan, Bayang cabeféti , Saga, Jerujù , Gando - laut, | Catiang- vana, Capòc; ‘Béreteàng dr Daün lacca, el | kc Pred IAN … nova. cogus- … NOVEL T 5 cogn: (8) LartN. JAVAANSCH, Ballote verticilla- | tum, Contùd-bâlu, Sp: nova, Brunella violacea, -Mayana mêra, it en Bombax plumôe : … rd (0 AND Chankirân, oi tE Bryonia tomentoe des Oyot-fiù, BT ee Begonia magni-_ | Je folia, Dee Blä-blù, | =d Begonia longifos aehdle , ETS Hariâng- duncùc ; de om Bryonta quinque- | GEO Oros keken ar Ard ters Balfamina repens, Esôr-esòr, Be ad Begonia repens, Huhurângan, aten Bingoniagigantea, Kipadali, herr nf Bidens pinnata, Harrugà, Bignonia tripinna- Pompooàn , ene bed eygene eN | en en Betaaibta, Bets | | Brunella bicolor, Zauerraë „ds eee Blechnum ferpen- _ HAU, Pacu salam gen Bidens Acmella,: Acheram, Barlerta _ Quadri- | p= COIFEG- {pinofa, vEandae, = = NOVA, Barleria bitumnio- abi ‚fa, Ländac- biru, EN Barleria glabra, Cambang:. China, -- --- Bixa orleana, © Gaâlugà, wi“ Cogn: Blitum, _. _ - Bàyam, | Bidens trifoliata, Siri-duàn, ‚== DOVA, tn Kar LArTYN. Capparis fpinofa, “Capparis longifos ha, Casfia obtufifolia, Casíia glandulofa ; ° Casfia fimbriata, Casfia mimofa, Gasfia fistula , Casfia alata, Casfia tarda, - Câsfia mimofoie des, Caprifolium ferie ceum, | Caprifolfum ovas tum, / Caprifolium reclie en AM Co) JAv AANSCH, ‚Caju-tuju, Casàng -kÀ, Ketepên, Turuyân, Cambàng-arrit, Gagabuüfan, Tangoli, Daun curàp, Zohär, Juâit- furri, Tùtup, Songùgu, - Cambäâng baiäl, Caprifolium {cara latinum , Caprifolium arbo= reum, Caprifolium pani- culatum , Caprifolium cri- {tatum , Caprifolium vitie cifolium , id, Cytisfus leriseus, Convolvulus brac- tcatus , Convolvulus pele tätus, Caju- bugân,. Cmabàng - ering, Cámbàng - bugàn, Zucut- pangòn, Ovyeet, | Catùang gude, Oyot-ampelàs „_ suit WN v Charrayòn 3 Id = - Ccogh. „incogn: novde = cogf: incogus = NOVA ‚Be noVvde LAT YIN. Convolvulus per- … foliatus , | Convolvulus trie cornutuss Convolvalus _ quamsdit, Convolvalus pilo- {us y Convolvulüs pes tigridis Convolvulus fere piculans, Colvolvulus caly- culatus , « Colvolvulus fubu- latifolius, Convolvulus- fol- _ danella, Convolvulus ba- ‚ tata, Cistus piperifolie … ‚us, zit Cistus - telephioie des , Cistus parafiticu s, Cistus _quinque= … nervisj Cistus albisfimus , Cytisfusdecaphyl- lus, pros myrti- _sefolia, (ro) JAVAANSC mi Lenn =pisfòc , Dores” id Cambang-rinchik 5 Cabovàn, Sp: Be idem, = „correc: nova. Oyot- tÀngan-tàne gan; > » correc: “Jucut-njaling-it, -- --- Arrèy - pùrís idem. Cancòng, = 5 éogur Bolén È idem. Rendòng, = = Cor: EX Lampany; ‚__melast: el = = NOV4. Manjäl, idem. Chalòn, idem, Arrendòöng - mas c fa, idem. Cabaù, = = nova Tay -àyam, te Ba. Cha LATyN. Champaca Miche- alias | Costus drabicus, Croton coCcinee= um, Conyza balfami= Eerd, Clttijs, Cotyledon lacinia- tas. Crotalaria auricu- lata, Celtis amplifolia, Czfalpinia _pul- cherrima, _ Coreopfis emarci- da, Coreopfis bitumi- tiofa, Carduus amplexi= caulis , Cucurbita purpu- Tea, | Caryop hyllus hor- tenfis, C:pficum, Cepa, Cepa 'alcaloniean! Carum ; " Cyminum, Coriandrum, Cucumis perpufile lus Cr J JAVTAANSC He Champhcas Tommo , Puris, Sambong banki. 5 Zercoò, Bus Ha Chacàr- bebèc E Catiàng - monijet 3 Kibuntár , Cambang = cùpu= | cùpu, Lampòn sloguòny. Nampòn, Zonhè-lampùn; Calayàrs | Telukik, Chabe, Drug, Lokiòk 5 Ö aroway ; Jintân, Catùimbar, Hamprù«bogò, Sp: cognf des we fi we ‘ee NOVA, ese Cogn: cum20 Sp? cogn: nova, ) hand hel ed LAT YNe Chamemelumnoe bile, Crinum Tum « Campanula rofeag Geltis anguftifolia , Costus Toeniculs- tus, Cefalpinia fapäng s Champäca turbi- nata albiflo- B Gabon. altheifoli= um ; Celtis orientalis maxima, Celtis glabra, Cucumis purpu- bet ven LEUS oo Calophylium odo= ratisfimum Cerbera, Croton ovatums Crotalaria- ftriatag Carthamus tinéto- rius, Commelina gra _ minea , Commelina nervoe ag Caffèa, Cleome viscofa, GCeropegia parafie tica, C 12} JAVAANSGHe Cambang- cravo D Bâcong ä Püching; Angrùng;, Tantàk Sechàng; Champaca loguon, Kilalây , Curày., Cafu-fufùm, Bobontèngan; Sulatrì, Bintàro, Tapê en 2 Zucut: meàn A Casfòmba;, Bayonda, Bredo-bambù, Cofy, Marin laganfa : Angrèc - monjet et ) hed « » cogn: -COITEG- = - nOva. Con novâ. Cog- ‚-_Cogns = = COITEC- Cors LATIN Croton pigmenta rum. Crotalaria fruticoë fa, Croton laurifolie EARN Cucumis _anguie __nus, | Cötindunt halicae EN chen Cyeometra caulie flora, Calophyllum ovae Colne, 5 Cannacorus kn Champâca fascicu- Jata, Pillenia Indica, DPracontium vio- ‘Jaceum, Dolichos mammo- fus; Dr acena venenata Pracena rubra, Dolichos’ pruri- ens, Durio ceus ; Dioscorea trifol ia. tas Dioscorea delete- ria, ftercora- (13) JAVAANCHS Talincùp, Hihirifan : Kimeòn, Paría pelùs \ | À rreghen zhe 4 Nam; nàm, Cafu njamplôn, Tasfibèb, | C hampàca - ban- dòc, Caju fempù, Radi tise, Bandi vi sbo Rarraueà, cogn, nova, coen: k sn, Dn ee @ cognë gen: cogn; “ ICOTEC: Bik Poe Sp: nova, = « Correct nova, e = COITECe- cogn: e = nOva. Ex. LATEYN. Excecaria ovati- - folia, Euphorbia botrye oides, Euphrafia cea , Epidendrum core nutum , Equifetum aquati- cum, Euphorbia penta- gona , ij Epidendrum cicas darium, Epidendrum pugie onatum, Ephemerum glaue ___cospernum, Epidendrum fru- mentaceum , Epidendrum bis- picatum, Epidendrum faue rurus, Epidendrum Cats iflorum, Epidendrum cate natum, Epidendrum aci- nacifolium , Eupharafia repens, Euphrafia laêtaci- t na, viola- C 14) JAVAANSCH. Buta- buta, Daun petilam, Juaite cambing, Orè orê, Haròt-hòt, Suru-{furù , angrêc=lolo, maleccà, mata puchàng;, mancrâc, amêe amê, Angrèc- vari, Angrèc _cambu- lan, Cadaka - buròng, Renrèk, Arrucù , Rerringhitan, Bju: …_N SS OO : COgN- OO. a lar sie Epidendrum tes- fulacum, Ephemerum races mofum, Epidendrum mul- tibulbe, Eaphrafia aroma- Wien, Erychrina Giichle lodendron, Eupatogium volu- bile 9 Euphrafia rosma= “rinifolia, Euphramrfia hel- minthospermum, Ficus aurantiata, Ficus deleteria, Ficus picta, Ficus parietaria, Ficus racemofa;, Ficus phyllosper- ma > Ficus, amara, Ficus gigantea, Ficus calycisper- sid Er Ca) JAVAANSCH, Cadäka , Choncòc, Bàua-uàngan , Ne Camulàng- pùti, Dâpdèps Oyot-pùct-lichigg, Phethoin, DD ' Gitedak ï diek Bae Auâr - guâr-, Oringhin , » Amis - mata , Oâlen , Pehèr, Pisforòh', XN Bunùc, Jayauai, * Ficus fubcalyptra= ta » ‘Filix ftipulacea, Filix auriculata, Filiz palmacea 5 Boa -loò, Pacù - boa, Pacu-charehàm, Pacù=tiham, U d ij 8 B 8 | L ï | ATF Foeniculum, Flageltaria _ neiflora, Gmelina , Gardenia florida, Galeopfis ' magnie orkelie sg Guilandina rotuns or RP Guayâba, Grevia racemofa;, Grevia Afiacica, Hedysarum trifo- liacum , Hedyfarum pul- ara= (16) JAVAANSC He Acar -aìning, Sunfân, Oäârren, Caja - piring, Ducut -ambùr, Matahiâng, tambo bichi, Kiläki, Talfò, Daun ringan-rin- 5, Kiching-gorân;, Sécamân, Cambâng=arring , Apa-apa, Cuyân- potòn;, Cada-tuân, Bontot - cuching, Chinchotàng, chellum, Hedyfarum humi- _fulum, Hedyfarum viola- ceugl ; iî Hedyfarum race- mofum , Hedyfarum nig: ‚rum, Hedyfarum — ova- «um, Hedyfarum capi= tatum, Hedyfaram trique- trum, Hedyfarum lans- fum, Hedy farum verti- “eiliacpm, Ekor= anomàng;, krflahá:, B 5 Sp: cognf ‘e = NOVA. cogas @ » & & == NOVA - « Correct gens coen, Pp: nOva. = » COgns ] LJ « 1 | B U} 8 Li 8 Sp: nova. Hee / LA TY Ne Hedyfarum zZonus lJatum, Hedyfaruw rosmar rinifolium , Hedyfarum inze quale , Hedyotis rotundi- folia, * Hedyotis longifo- lia, Hedyotis plicata, Hedyotis arbores- cens, Hedyotis lanceo- lata, Hibiscus tiliace= us» Hibiscus feviceus, Hibiscus trinitas _KIUSs | Hibiscus Abelmo- fchus , Hibiscus acetofus , Hibiscus pruriens, Hibiscus coelestis, Hibiscus malva- P rofa , Hibiscus fagitta- ERS, Hibiscus barbatis, Hemionics trifida, (17) JAVA ANsCH Sinòm, Sp: Jùcut-cacafirang, = - IN eht ie Ghengheân Mamaniram, len Mamaniram läkie läki, - Umbùl- umbòl, -- Catumpân, in Jucut « caranfee aje => Daun baro, sum mie Saits | jn Gandapùra-utàn, = = Gáändapùra, - Gâmat, kik Cabòrro, MS Chachankir » lans git, ' - Oribän, wie Chachankir, == Tisùe, ae (18) Jatropha, Jaràc-cofta, Lr ven JAVAANSCH, Hemionitis acro- | _fticha, Pâcu=manâng, Sp: nova Hydrocotyle afia= 1 ve Hi _tica, Pancâgan, == COZM Heliotropium ume | _-bejlatum, _Sambilâng, „ee Heliotropium lon= _gifolium, Tompalim; = = _NOVa, Heliotropium Siert fcandens; Oyot-gardù, ek. Holcus faccharae bels be 17 Batâr, == Cogas Hipocrepismimos | fas! _ _Bebefiân, == HOV4, Heliotropiumlane __ ceolatum, _Bunrtut-aiching, …-e === Helianthus trinere | vis, __Serenghènghe ss « - coga: Jufticia gandarù= had Gandarùfa, te wad Jufticia procume Ae | bens, Daun benàng , oil miste Jufticia fpicata, Jaròngan, == nOva, Jufticia violacea, Handulùm, ze --e Jafticia piëta, Daun prada, = « COg0s Jambuscalycinus, Heàs, = « nOva, Jambus ruber, - Jambu-âyer; =chtti eógis Jambus acidus, Còpo, ete trmÓvä. Jambus rofatus, „ Jamboàyeremàuar, = « cogns Ixiaenfifolia, Cambâng-mâäràk, «- - == Jberis calycina, _ Camandilàng, = e nOva, ==» cogu; La r'Y‚N. Jasminum odorae tum; Jasminum fylves- tre, Yasminum bicorol- latum , Koempheria pro- cumbens „ Lilium pendu- lùm, Laurus Casfia, Laurus. camphora, Laurus falfsfràz, Laurus. _ malabae thrum , Laurus crucifos lia, Laurus cinnamoe _ pmum, Larhyrus __pbyHlus, Lachryma job, Liguftrum race- mofum , penta- Leon todon acutise ‘fimum, Leonurus Indica, Leonurus marru- bifolta , Eeonurus cordifo. lia, Lycopodium lan- ceolatum , (ro) JAVAANSCH: Cambàng-gambir, Malàti=utùn, Malâti; Conchör, Cambâng - bedùl, Caju maanisg iis Câpur - baros , Caju = padàs, Sintôc, Hurù- gading 5 Kiamis, | Cambang tlàng, Jali- batu, Pandâc- pandàc; Rayàna, Daun heràn ‘Zùcut- pùlut; Zieùt- = fumilâng , Cadàca- ramè, Sp: cogns en en de = GOrrec; = cogn: ch ahem. LATYNe Lycopodium vere miculare , __Morindatinêtoria, Musfeenda frondo- fa, Mollugo pumila i Mollugò multiflo- Tas Melisfa hortenfis , Melisfa longifolia, ‚ Melisfa montana, Maranta. funcea, Mangoftâna, Myrtus hortenfis, Myrtus alba, Bai Morus longifolia, Morus laciniata, Matricaria 5 _Malva Europea; Muf: : Mirabilis Xaläpa;, Moringa paroifes lia, Manga, Manga acida, … Melochia fascicu- gn EE Momordica auri- CUlafa „aas Mimofa fcandens, Myrt, Caju= putì, Momordica rotun- _Corrèc =cotòc, (zo) TAVAANSCH Cuinpait, Bancùdo, Chenke labân, Gelàng - paûr | Jucut ridi,- Meliste, — , Dillam, Jäuer-cotòc-utàn, Bambân, Manguítàn, - Nangfi, Babe ârang , Serùni, Cambâng - fonkét, Pisàng cum „20 Cambang-fòre, Kellor, Genus cognitscum » Gandaria , Dendèk - poêë,. Oyot =Jagâc , Chariù, | e B Sp: nov ger cogus Sp: cognt NOV3 cogn: noVvae cogn: = =COrrec- cogn: „ „Correce Sp: cogns varietatibs …Cum4 var: „Sp:correcs 12 varietas Sp: nova, LarTyses Momordica furcúe rlâäta, Nipa, | Nym phea Nelum- bo, | Nephelium ec hi natum , Nepheliam gla- ibroms er Nicotiana fr uticos fa, Och: ys criftata , Oenothera quadrie columnata , Orobanche ftans , Orobanche bifloe ra, el Oenothere alba, Ophioglofum cul« trifolium, Ocymum, Oxallis Lujùla, Oxallis: recifa , Orchis cicadaria, _ Orchis ftercorarta, Orobanche hirta, Ophrys arundina= cea; Orchis cornuta, Ofmundalaciniata, Cz) JäAvÂanscH: Lpang 8 Nip Tractt ; Rambutàn, Rámbütàn- athe, Tabâco , Papechàn, Chabesmi … Camban Jápân, Takin, Mamariam, Simbar- et à Sùlasfi,s- Cancam- yùyu, | Haria-dac-âyer, Cambâng - chuc- hur, _ Tunot Cambàng - - tros pông, | Cambâng- yauêrr, Cuning - Padàng, 5 Zùcut- yalàc,” Xan w KÓva) gen: corrí Sp: cogn? gen: cort Sp: nota, iig eget. êe wöeal é « Corféce’ = * HOVa. SOL En gen. cogn, = _nóva., ee COfrEC* _Oxes LATYNe peis fenfitivag puntia magnifoe as Phyllanthus eme blica, Pbyllanthus rubra, Phyllanthus cot- cinea, Phyllanthus alba, Phyllanthus turbi- nata Phyllantus argene tata, | Pillaachüs pla CENIAEIS Phyllanthus aci disfima, Phyllanthus fpe- ciofa, Phyllantus utinas Mes Phyllanchus nirù Zucutsbefi, Elan. Phyllanthus _to- mentofa, Phyllanthus urceoe lata, Phyllanthus epi- phyllanthus, - Periclymenum jar \vanicum, (22 j JAVAANSCH, Tacote manufia, Boa - Malâca, Candri- nàfi, Mingit;, | Nafi - naft, Diparì, er Marremê Cheremaë , Catùc= manis; Daun cottè, Caju- mùca, Chichariniang, Lanfi-lakinà, | À Daun tamân , Phafeolusclitorius, Bonga birù; 2 = COFrêC. « nOva, en cogn; cogn- nOVas - cogns = NOV& = COITOCE « Poyl« LAATYN. Polygonum zonu- latüm, Plúmeriá arborea, Plumeria ” laurifo- liä; Fiumeria duplicí- (23) JAVAANscH. Titi- -boän Sp nov$, Cambodia, bedie 0/0 Mandacàki Kichil, == uór Hora; Mandacâli , E nov. corr, Pri tinétoria, Jirâc., ’ EEEN, Phytalis Halicaca- | je bum, Daun capo; @e cogn: Phyfalis crenata, Chechènder = … NOVa, Phafeolus cornu- tus „ Piper peltatum, Piper rotundum, Parieteria repens, Piper bombyca- tum, Polyanthes tube- KOR gn Polytrichum cae Iyptratum, Pederia corymbo- fa, Pederia magnifo= lia, Phafeolus _ pru- STIENS; Pyrus fativa, „Pyrus fcabiofa, * Papaya communis „ Pajaya cucumerì- ‚aa, Catiang-tamdòe 3 Se … Paun glhebedòn, - — cogui Lada, en @ mf mm ae Catumpangan, 1 — nova, Siri-uràn, k af nd Sùndál mâlamn, a cogu: Pâcu-ronche, e= ‘nová, Daün ON BEn nd caire Götitehg, Erpe = sie PE VE - côgnr _Lumpit -lumpin, - - nova, Zapiye DA gen: cogtr Papiva « dafedt É Sp: nova: 4- LATyN. * Paliurus efiaticus, Polypodium _ to- mentofum , Piper feetidum, Polygonum perfo- hatum, Polypodium gigane- _ teum, Por:ulaca repens, Plantago. quinque.: nervis, Polygonúm grami- neum, Panica nana Piper turbinatum, Polygonaum tomen tofum, Pandânus odoratise __Áimus, Pandânus paraíti- CUs , Phvfaliscorymbofa, Poly gonum fpirale, Poinciana puicher- Tima, Pavetta rubra, Piper obtufifolfum Piftia ftraziores, _ Palma coccus. Rieinus- peltatus, R icinus mo rifolius, (35) JAVAARsEN. Zeray, Pacu- cadal, Siri -bufòc, Gaâmat, _Câpat, Gelang : Urat-ùrat, Zùcut-charâng, Delima Papadàan; Babacòan ; Pudác, die -tanding, iór daki-la.i, Charáng- ghede, Mamerácan , Cam bange fantan- mèêra , ‚ Chabe- - parrahú, | Capo capo, Calapá, : Tútup, Ketúpuc, Rosmarinus com "_ munis, Rosmaryn, G Sp. , nova. Pr COZÏle Spec. cog., Sp. nova. Spec. Cos, Sp. nova Gen. corr; ‚Sp. nova, EER mn coga, 8 nOva, Spec. coz. Gen. corr. SDeC. COS Sp. Ova. Gen. corr. Rie Bomnw nen 4 F4 ' _Spec,lcog. . LATEN. "oc JAAVANSCH. Ricinus digitatus, Ricinus pulchellus, Rofa, Rukus trifoliatus , Ricinus piétus, Rubus polyandrus, Rubus cordifolius, Rhus trifoliatum, Gta communis, Rubus Ípicatus, Ricinus odoratus, RFamnus oppofiti- FOMA ne Sagittaria triflora, Solanum fpinatum, Solanum album, Soanum repens, Solanum rubrum, Solanum corymbo- fum, Solanum ‘racemo- faand — Solanum ferpenti- num, Solanum cardios- permum, Solanum ceeruleum Solanum Tubero- fum , Solanum Lycoper- {con, Solanum Triloba- Game, (26) Zaràc, Zarâc- gorita , „Mauar , Boa- mera, Daun - maas „ Aras, Aras Parampuân, Kisfampàng , Arrùda, Aras-barrac;, Hiandeòn, Caliägh:, Bia-bia, Tròng-aòr Tròng=tàfs, Luncha, Balùn, Tatàr, Chochoròcot, Cafu-gumi, Blom- pait, Luncha-anjin, Aard=äppel, Bondòt, \ ‘Tronge duri, e u e= LATYN Syfiriachium cul trifolium „ Sonchus fruticofus. Sycios peltatus’, Sinapis communis, Satvrium caminum, S famum orintale, Stranmonium datu- ra, Stramonium infer- Me: « Szmkucus angufli- fo ius, Sideris rigida, Scorzonêrä _com- munist, Senecio longifoltus. Sum crispum, Smilax laurifolia, Teucrium melifle- folium, Tanace:um — cris Erin: Trtumfetta tomen- fato . Triumfetta trilo- bata, > Triumferta lanige- ei Terminala ovati- folia, T amarindus, NVrena fiuata, ed JavaanrschH, (27 ) Tibu- brän- brün A, Blontas- china, Pancaä - fona N Safaùi, Churobugàn x Tlijen, Cuchubòn; Carrundùn , ‘Dola-dòlá, Cufifac, Cafenês;- Tesellual zi Zauer- papuà, Chanär babi „ Zucut „njartom, Caniki, Capuyàn=ghê, Pumpulutàn-lalaki, Caju-purùt, Catäpan, Affam, „Pupulután; C 2 a: vs NOVd, cor nova. » e= COENy == Kd - Spe. cort cogns = - „COED. Gen. corr, Sp. ‚cogn, Vibe LATEN Vinea rofea, Verbascum turri-… | _ Calamog -fà, … Culatum, * Verbascum repens, Vinca foetida, _ Vits verrucaria, Vvaria hortenfis, Vvaria montana, Vitis monosperma, Vitex negundo, Vius braCteata, Verbefina folitaria, Vinca fterilis, Vitis quinquefolia, Verbefina aquatica Vitis ftercoracea „ Verbefina biflora, Vrtica interrupta „ Vinca alba, Vitis triphylla, Vitis cineraceas Zingiber infipdum, Zingiber ramo- fum, Zingiber aquofum, Zingiber _amari- ‘cans, Zingiber aromatj- cum, Zingiber grami- peum, (28) JavaaNscH, Cambang montegà mera, Calamòg, Pachar- china, Barrerà, Cananga, Cananga -utân, ‚Bumburumän, Lagondi -laut, _„Bumburumàn ghe- de, Babalingan, Bambang - puri, Landòc, Serònie ayer, Chirùtu, Orang - aring; Pùlus- ayam, Camoâng mantega put , k Galing - gâling, „Angòr-utan, Pining- kifi, Pining- ranja, Balacatoàä, Lampuyàn-pait, ‚ Alèa- jay» d Aléa- pady , cogn. nOva. _COg nova, COIf. Sp. Gen. corr. Sp. ROVA. - cogn. Sp. nova | ( 4 BERIGT van. ee tie ri goeder aan het Genootfel! zap, wegens Tarwe, gezaait en ge- oogst in zyn Thuin op apeannd, _Aàn Den hk Wel deten Groot Agtbaren Heere Leo MOE NS; 4 oorzivend Direlleur Benevens De Heeren Derigeereride Lees den van het Genootfchap der Konften en Weetenschappen. alhier. Wel Edel Groot jonedke Heer sas Le 2 | wel Rele Heeren, LL. voldoening van ief befluie, in onze jongfte zitting, wegens de tarw, door my _ alhier gewonnen en toen vertoont, neeut ik de vryheid te berigten: zee A Dat C 30) Dat ik in de maand July jongít leeden eene geringe kwantiteyt heb laten zayens zo wel in myn ‘[huin als op myn tand, na dat de grond alvorens behoorlyk , op beie de plaatsen was bereid. Het gezaaide in myn Thuin, geftrooit in eene loffe en tamelyk goede aarde, kwam fpoedig op, maar op mynland, alwaar toen; eene buiten gewoone droogte heeifchte 5 zag ik nietste voorfchynkoomen, het welk aan de agteloosheid van myn volk, wegens de verzuimde befproeging, moet-worven toegefchreeven , alzodeuitgekooren p'aats aldaar, ín allen deele veel gunftiger was, dan de grond in myn thuin. Omtrent drie maanden na het zayen, begonnen de airen zig te vertoonen, fom= migen zeer wel geftel, andere in tegen: deel fchraal en aangeftooken, zo dat het ingezamelde koorn in omtrent t2ò daa: gen, ryp geworden, niet veel meet bes droeg dan het gezaaide. | Inmiddels had ik weder op een andere plaats een tweede proef genomen en de grond, fehoon ook zandagtig, egter zoe: danig doen verbeeteren, dat „de halmen terftont veel fieuriger en kragtiger op kwa« | men C31) men, dan de eerfte keer. Om niets on- ‘bezogt te laten, zaaide ík tweevoudig, het eene gedeelte wat digter als het ande- ’ re en zag by de uitkomft, dat tarw in een goede grond alhier niet te digt moet ftaan, alzo het minft gezaaide aanmerkelyk uit ftoelde en zig terftont verdeelde in drie vier en meer halmen, Toen dit koorn, ruim een voet hoog was opgefchooten, fneed ik het af om- trent een hand breed boven de grond, en herhaalde dit op dezelve wyze, nog eens, het welk den al te weelderigen groei be- ‚paalde, egter kwam het in den zelven tyd tot typheid als het eerfte, maar met veel _fchooner aairen. Het koorn was kleener en ligter van korl dan het Caabfè, gelyk het monfter toont, maar nogtans tamelyk vervult met de meelagtige zelfftandig- heid, zoo dat het my zeer {peet, de proef met geene grootere hoe veelheid te heb- ben kunnen neemen, Veele lieden , liefhebbers van den land. bouw, zyn.dit gering product, als eene zeldzaamheid by my koomen bezigtigen, en dewyl de ondervinding my heeft ge- ‚ Jeert, dat men alhier ten minften op eene À 2 | ê C 32) 8 â ro: voudige winft van „het gezaaide hoópen- mag, durf ik een ieder geruft animeeren, myn proef in het groot te on- derneemen, dewyt de oogft den arbeid overvloedig zal beloonen.… Hier voor behoort men zig voorname- Iyk te hoeden, om zoo min'te Zayen ge- äuurende het reegen fayzoen als inde Ooft- mouflon, want beide tyd peeken zyn nâ deelig. “ In-de eeffte verrot het zaad: dat heb ik ondervonden, in de Jaat{te zoude men onvermoogend weezen eene uitge- {trekte ruimte te befproeyen geduuren- de een reeks van drooge daagen „ die dik- “wils een, twee en meer maanden zonder een druppel reegen continuêeren, zelf heeft de Noord - Oofte wind,’ dan eene zodanig uirdroogende kragt, dat ‘de aller: fterckfte dikte tnd maar ve zoude DRALEN Voor de befte tvd mie ik’ dertaven de maand Maart, wanneer vogtig en droo weder behoorlyk atwisfelt, en dewyl E heb bevonden, dat het koorn by ‘na ryp z7ynde, geen réegen begeert, maar te vree. den is met de zwaare daauw die men Om- trent den Zonnen ftard, hier altoos heeft, is de maand’ Juny c de gefchiktfte tyd voór den aogft. Za C 33) Lo verik weet, heeft niemand voor my an Bende alhier beproeft, maar een geloofwaardig man heeft my verzee- kert te Samarang, eens,‚zeer goed brood, van aldaar gewonnen tarw te hebben ge- geeten; zoo dat ik dat verhaal, by myne bevinding voegende „ gedisponeert ben te gelooven, datde gepretendeerde onmoge- 1ykheid, farw alhier te zagven nergens an- ders exteert. dan in de overheerichende traagheid en onverfchilligheid van ’s lands Angezeetenen, die door. gaans weinig, tre hebben, iets te onderneemen , en datgeen, het welk een ander nog wild doen, op al- lerley.„wyze pogen te verhinderen. Im- mers toont de. Einen van den Heer Desfave de Cock , te Colombo, in ons jong{t befluyt opgetekent, \i, > al weeder aan, wat men met al. kan,- als men maar wild, ds A 3 ____daar- en ee ee et pe « re B Re bêdoelde de Heer Hooy yman, de preuve genomen door den Heer Deffave van Colombo. op Eiland Ceilon, Cornelis de. Cock,om Hennip, fan. EuropeesHen- nip zaad te kweeken, vaar van hy aan dit Genoortfchap had gezonden een ftreng, „gaarn gefponnên ut-het daar van gekweekte Hennip het geen zoo deugdzaam van aard bevonden is, dat 'er zeildoek van geweeven en touw erk van zouden kunnen gedraaid worden, C34 ) daarom repêteer ik nogmaals, dat alle wels gezinde Ingezeetenen, zig door den geeft van traagheid, met moeten laten overhe- ren, maar in tegendeel elk naar zyn fleet alles beproeve, wat nuttig en eerlyk is, terwyl ik geen ogenblik in twyfel ftaa te vertrouwen, dat de uitkomft in veele zaaken, de verwagting verre overtreffen, _ My vleyende hier meede agn de g'eere de intentie deezer respeêtabele vergade _ ring voldaan te hebben, neem ik de vry- heid, met de meefte Hoog agting my te doemen, bne Wel Edel Groot Asthaar Heer en Wel Edele Heeren _ Uw: Wel Edelens Zeer D: Ws Dienaar, J. HooyMman; BAVAVIA den zo Juny Ao: 1784: Bee C 35) BERIGT aangaande het Planten van Tarwe zo als daar. van te Chetribon en alhier proeven genoemen zyn. D. Caabfthe, Japanfe, Perfiaanfe en Maccaufò Varwe zyn beft opgekomen, wanneer zy droog en niet ingeweekt , wat wyd van elkanderen gezaayt wierden, op een bolvlakleggende vette fwarte kley- grond, die vyf tot fesmaalen omgeploegt, welgezuivert en g'egt is geworden, ter= wyl men het zayen heeft waargenomen by een maatig weer, als de grond niet te nat is, en zulks in het laafte van de maand February, of in de maand Maart, zorg= dragende, dat het onkruyd er wel uitge- wied werd, terwyl men het weelig op- fchieten, wanneer het een voet hoog was, bepaalt heeft door defelve een en ander- maal een hand boven de grond en iets hoo- ger aftefcheeren: na verloop van Een hondert en twintig daagen heeft men vole le graanen ingeoogft, en bevonden, dat cen Eernftige onderneeming van de cultuu- | re € 36) te van dat. graan; de- moeyte en n onkoften genoegaam. heeft : b'äntwoörd, waarom men, billyk meg verwagten, dat een alge- meenen onderneeming, meer ondervin- ding en verbetering er aan zal, toebren. gen en deze Collonie omtretid die behoef. te des levens des noods van geen anderen {taat zoude behoeven afte hangen. | Hbf ANDRIES Teisstine; BATAVIA den 1. Maart ‚Ao: 1790. B Erm T WEEGENS EENE WATERVREES; _ Veroorzaakt door den in tene hevige wòzde toegebragten keet van eenén Mensch, DOOR Dr. G: P. Le Duux, Med: Dot: Ges at de Beeten van Dieren van allerhans de zoorten, welke in eenen zekeren ginad van toorn. worden aangebragt; gee vaarlyke ja doodelyke gevolgen gehad heb __ ben; heeft de droevige ondervinding meer dan te dikwyls geleerd; gelyk wy niet zelden: by beroemde Waarnemers geboekt vinden, De wyäberoemde LeCar, heeft ons ees ne waarneming medegedeelt van eenen Boer, die door denbeet van. eenen Eend- _ vogel; welken hy in zyne minnedrift ge= ftoort en_daar- door vergramd had, onge- lukkig de dood met het leven had moeten kopen. - Het heugt my; eene waarneming geles zente hebben, aangaande de doodelyke ges volgen van eenen beet, door eenen Haans terwyl dezelve in ’t hevigfte van Zyn vechië ten was, erde Es Uit C2) Uit eene menigte van voor handen zyfis de voorbeelden, aangaande de gevolgen van eenen honds-beet , zal ik dit volgend te vinden in ’t Fournaal Encyclopedique van Venetien alleen aanhaalen: Een man in Venetien , wilde eenen hond, die aan eene teef vaft geraakt was, van elkande- ren fcheiden en ftelde daar toe geweldige middelen in ’t werk, en bereikte eindelyk zynvoogmerks door den hond geweldig in den ftaarc te knypen; het dier valt woe- dend op den ftoorder van zyne geneugdens zee en brengt hem eenen aanmerkelyken eet toe, De man word ogenblikkig van de Wartérvrees bevangen ; kreeg teffens vers fchrikkelyke opzettingen. der» mannelyke roede, en ftierf in weinige dagen. De Hydropbobta of watervrees volgt naar evenredigheid van de hoeveelheid en hoe- danigheid “van ’t venyn en hevigheid des. toorns op de beeten “der woedende dieren nietalleen; maar Ook op die „welke door den” Menfch in eenen zekeren graad dk toorn worden aangebragt. | Men vind een. enkeld geval aangetee- kend» aangaande eenen jongeling, die zich inveene vervoering van toorn ia den vins ger-gebeten heeft, en des anderen daags» alle de toevallen van dolheid had, en daar » aan Îtierf, | € 8 | De RE De vermaarde Marre LUS verhaalt var eene vreuw , die dol wierd ende watervrees kreeg van eenen beet, door haar Dochter toe= gebragt, imeene overval van vallende ziekte, De zeidzaamheid nochthans van dusdanie ge gevallen, ende liefde tot * bevorderen van ‘twelzyn van +t algemeen, hebben my genoopt het volgend geval thans te bee richten: - ; ‚Den 1yden Maart 17805 wierd aan’t Gee recht kenriffe gegeven, dat de Boekhouder Baltbajar van Vhet, zich in eene vlaag van „dolkeid mert een mes in den. onderbuik gee {token had; ’t gerecht begaf zich onmide delyk derwaar ts vergezeld van de ftads Chy« rurgus den wel ervarenen Heer Lome BART, enn vonden den leider, op laft van den over hem gepraêtifkert hebbende Chy- turgein,- gebonden en liggende in de hevig- fte convulfive bewegingen, vooral in de oo» ‘benzde Famielie ondervraagd zynde, verhaal den;datvoor4â ; dagen de leider met een zy- „per vrienden op eene aller woedendfte. ikben | was handgemeen geraakt, zodathy zich niet tegen den leider. beftand. vindende, hem in die vervoering van gramfch ap hevigin den opperarm gebeten, had; De gebetene wond ‚wás op de gewone wy?e verbonden. zone “der eênig echt te geven ‚op de. fchrikkee ‘Iyke gevolgen, welke dusdanige in woede toegebragte beeten , kunnen veroorzaaken. BE Né C4) Na drie dagen deeze wond dus bekätis delt te hebben, wierd de patiënt op een= maal door de koorts aangetaft, welke ook behandelt. wierd zonder op de gevolgen van zodanigen beet te letten. … De Chyfurgus, welke den patiënt behan- delde „ befpeurde in denzelven eene aanhou- dende eilhoofdigheid, in dewelke hy eene groote moeite niet alleen in ’t innemen der dranken, maar’ ook eenen afkeer van. water had beginnen op te merken; ’s daags na deeze ontdekking wierd de Chyrurgein geroepen en by den zieken gekomen zyn- de, vond denzelven bezig. zich aanhoudend met een mes in den onderbuik te fteken; het mes hem ontweldigd zynde; wierd hy „met veel moeite op eene ruftbank vaftgebon- den en eene aanmerkelyke dofis L. Le Syd. ingegeven, by welke de moeielykheid in ‘t flikken aanhoudend was, De voornoem- de ftads Chirurgus liet hem een lepel water inflokken; ’t welk hy in ’t eerfte weigerde, | tot dat men hem verzekerd had dat ‘t gene- ver was, ‘twelk hy toen met veel moeite inflokte; maar hem een glas water, voorge- ‘houden zynde, befpeurde men in ’t aange- „zicht en door % gantfche lichaam de eifche- lykfte fpasmodique trekkingen, verzeld met zodanigen angít, dat hy uitriep: veh al ; | | Gl- C5) Heere refus genade! Deeze vrees klom noch tot hoogeren graad, toen men hem met een in water gedoopt ferviet zyne bee bloede handen wilde reinigen, dat hy we= derom onder de aller vehementfte ftuipen uitriep: O God water! Toen ten duidelykften befpeurt hebben- de, dat door den in woede toegebragten „beet, hy doorde watervrees was aangedaan , „wierd befloten hem als zodanigen eênen te behandelen; doch dit voorneemen, te laat voor des leiders behopd genomen, wierd door zyn-dood ep den zelfden dach ’s mid. dachs ten vier uuren belet, T Lichaam fchoon nog maar 3 uuren „dood; verfpreide eenen zodanigen dood- fchen flank, dat ’t niet raadzaam, en in dit geval voor ‘t gerecht niet noodzakelyk ge. oordeelt wierd, hetzelve te openen, Reets heb ik aan myn Opfchrift voldaan, „Een zou hier moeten, en, nadien de nut. tigheid- iedereen genoegzaam in ’t oog doopt, zeer wel kunnen eindigen, Doch vergeef eenen uitftap dien ik maake, om ce- nen Drank “hier te Lande algemeen te maaken, die jaaren achter den anderen , al- toos met goed gevolg, gebruikt is, zo wel toen het als een geheim wierd gehouden, als ook zedert kundige Mannen zich daar van bediend hebben. Niemand kan onbekend zyn de onder. P\ 3 - fgheis C6) feheide Middelen, welke men heeft aanges wend ter voorkoming en genezing van deeze gevaarlyke ziekte,’ welke men te vooren als ongeneeflyk heeft opgegeven, waarom verfcheide Menfehen de daad hebben moe, ten ondergaan. AN Zommige hebben de olie, uivoreigdië ge. bruikt, aangeprefen. Andere hebben daze. ve inwendig toegediend, ‘Wederom andere vonden goed den leider, ‘doorde warter- vrees aangedaan, dagelyks een ian hit te laaten gebruiken. _ Zommige hebben gs aneh vliege pleie ftersopde wond gelegt; Andere hebben de- zelve in den nek en andere deeien van’ lichaam geplaats en daar door de watervrees | voorgekomen. De inwendige middelen welke men ter voorkoming gebruikt, zyn de Campber. Mercurius. Herba Ruth. Muscas. Rad vá- leriana Sylveflris. Rad. Serp. virg. Afa fozs tida. Caftoreum. Op:um, fal commune. act- tum theriaca. Sc. Men gebruike by-voor= beel: : Mufch. van X — XVI gr. Cinaber XXIV gr. gemaakt tot een poeder voor eene “gifte, en herhaalt dezelve om de vier, of indien het de nood vordert, om d2 twee uuren; by 't gebruik van deeze pulvis an« tily {us geeft men ” s morgens en ’savonds een brok, zamengefteld uit de Rad, Benp. es dn kod Cad dr. r. Campher en Afa foetida van ieder gr, X. Opium gr. 1. tot een bolus gemaakt met eene genoegzame hoeveelheid van vlier-gely, Of men gebruikt de Rad. Serp. virgin, dr. 1. Merc, vivus een half'dr. Camph. en Afa foetida van ieder een half fchrup. ge- maakt tot een poeder en met een weinig fy- roop of Rob. Juniperi ingenomen en om de vier of vyf uuren hervat, gevende daar by ‘smorgens en ’savonds X — XV druppels L. La. Sydenhamí, __Of men gebruik de Pulvis antilyffus lon- dinenfis, zynde een poeder zamengefteld uit de Lichen Cinereus terreftris en zwarte pe- per. Op de wond gebruik men of brandin- gen of vlieg pleifters of ook wel een fineer. fel van de Mere. vivus onc. 1. Venet. the. „reb. een halve dr. axung. porc. onc. 4. naar de kunít gemengt en om de randen der _wond gefmeert. Veelen hebben goed gedagr de wond uit te Myden, en indien dezelve aan den vin- ger of ander lid, tot de afzett ding gefchikt, plaats had, *t zelve aftezetten. | Niet lang geleden heeft menin eenen brief. aan de fchryveren van 't Journaal de th (te vinden in de aigem. Gen. Nar: Huishoukundige Jaarboeken N° X iv. ) | voorgelteld, den Menfch met de water- vrees aangedaan, door de eene of RS Ä 4 fchei (8) fcheikundige Middelen volkomen alle ge: voel te doen verliefen, of hem, de oogen geblind hebbende, zo lange onder warer te houden, tot dat hy in “den ftaat eenes {cheinbaar geftorvenen g geraakt was, waar uit men hem weder door dezel lfde ge len, welke men in zodanige gevallen aan- wend, moeft doen bekomen, op dat{de ge. zondheid daar door te gelyk moogt pn ke worden. Lommige taaden ter voorkoming der ra- ferny aan, den gebetenen op À onver wagis in ’t water te werpen en in % zel. ve “dikwyls te dompelen, en na de indom.- peling denzelven van de aangebragte fchrik te herftell len. Alle deeze en meer andere uit en in- „wendige geneesmiddelen, hoe verre dezelve met de ondervinding ftemmen of ftryden, js myn oogmerk niet te onderzoeken. Alleen wil ak hier te Lande eenen kruid. drank algemeen maaken, welke langen tyd als een geheim is bewaard gebleven en tee gen de uitwerkfelen der beeren van ra- ‚fende Dieren of Menfchen als een onfeil. baar middel, gegeven, en naderhand voor ‚een zommegelds door de Straaten vande Gel. _derfche: Provincie gekost en op Order van „de Edelmogende Heeren van de Rekening ‚door den druk gemeen gemaakt iS 5 tén einde andere Landen en Provincien mn dezel. ye bekendmaaking moogen deelen. Woors (9) „_Woordelyk volgt hier het middel zo als het door den druk ís bekend gemaakt: 7 R- Bubb IT 2 Voor Menychen en Beeften, die van râ- „> fende honden gebeten zyn. of den adem < van eenig creatuur dat de raferny int ge- z» bloed heeft, gefchept hebben, en 't eeen ‚… zodert Faaren herwaarts met goed fucces 45 deg iss gedrukt door ordre van de Ed: ‚ Mog: Heeren van de Rekening in Gelder- » land, op fpeciaale Auttorifitatie vande Ed: “3 Mog: Heeren Staaten derzebver Provintie. Dezelve beftaat uit deeze navolgende kruiden: le ‚> 1. Neegekragt of | meefter wortel, + Imperatorig. s 2. Roden byvoet, | geef a, »» 3. Betonie, | Betonica. 55 4e Schotkruid, -Abrotanum. De iN jen ruit, nin 53 Elft aturg. 55 7. Huislook ; | Sempervivum majus, > 8. Wilde kaarden, ; | Carduus fullonuus, 5 9 Lubfteek of de wortel daar van | Lewisticum. ed Men moet van eik van deeze bovenf? aande 429 kruiden. een band vol neemen, waar toe ” men doet fes kannen water , dat men famen ge. À 5 (ro) a geftadig laat koken tot op twee Barbies #7 33 3% 93 3’ 2 23 : 5 92 35 s 33 59 39 RS KE 55 te, hd een ketel dist toegedekt, waar na men bet koud geworden zynde avorflaat en op de volgende wWwyze inneemt: ‚> Eerfvelyk werd het gebruikt zo wel van Menftben ‚ als van Beeften, alleen. dat de ‚ Menfchem eene, en de beefden (hoe zy ook naan hebben) twee kannen daar van moee ten drinken. En moet een menfch van de eene en een beeft van de twee kannen ne- gen achtereen volgende dagen innemen, >» yder dag twee maal, dus verdeelt men de eene kan voor een menfch, en de twee voor een beeft, in 18 deeltjes. > Men moet het inneemen des ’smorgens nuchteren, en twee vuren daar op vaften, dan weiss des nademiddags om wier uus ren, en weer twee uuren daar op vaften, en twee uuren van te VOOren Ook niet ge- nuttigd hebben. ‚» Menfchen die geältereerd zyn word niet beter geraden, als een ader gelaten, s> De kleederen, die door een raafind dier befoetelt zyn, moeten opgekookt en klaar gewoffchen worden. a> Zo ook de beefden, daar van men 1Wy- felt, dat een bond onder geweefbis, daar van ze met fchuim befimet waren, moeten zo mogelyk is in vlietend water of anders in een diepe kolk over hals en kop, twee of drie maal gedompeld worden, drie Cerj) 55 De drank moet zuiver blyven zonder er. DE) as Ves ‚32 „guns mede gemengt te worden ; zoeen menf;h of beefl gebeten is, doet men miet anderss dar 300 dikwelsuls zv van den arunk drinhe 13 de wonde met denzelwen drank te waflchen, maar hier. toe moet” men zo Veel srank meer besben, die men byznnder doet, om dat den drank door de w nde onrein. en om te drinken onb: waart eu jchadelyr ge maakt Word. ‘ss Men moet de wonde zo lange, kn als mogelyk'is; daar. men 't zoo dikwyls, alsmen dezes ewafcht , met een houtjen, daar een doexken om is, apen fchraapt en de roof aflyst; een menfch lest‘ drie of vier dobbel geflagene doekskens daar op, die in „den drank gedoopt zyn, met eenige blaad- jes van de kruiden, maar men moet zich vooral wasten, drank daar. men mede wascht wiet. de vermengen «nt die men drinkt. >, Zo de Menfchen of beeften il mosten. raa. fen, mo:t men baar den: drank tuflèhen beiden als bed wat over is, Zien in 1e gee Ml Eee p ley Men moet: wel toezien. dat 'er je van gefburt. word. _s--Men mag. ook eeen reyfen over flaan om ) in ze kh 4 men zou weer op nieuws ge Cx) egen dagen vân den drank moeten drinken. Es ger dre ‘er omgaan; moeten ook van den 3 drank gebruiken. Zie daar eenen kruiddrank door eene veel- jaarige gelukkige ondervinding bekragtigt, en in de handen van den Wel Ed: Zeer gee leerden Heer Dr. M. J. pe Man, inleeven Leeraar der Geneeskunde en _Archiater der Stad Nymwegen, de volgende gelukkige ge= volgen gehad heeft: In ’t begin van ‘t jaar- 17593 wierd in een huisgezin van deezen drank bediend, waar van verfcheide perzoonen door eene rafende kat gebeten waren; en niemand hun- ner heeft eenig kwaad gevolg van water- vrees ondervonden, In ’t volgend jaar gebruikte Dr. pe MAN met even dezelfde gelukkige. uitwerking , dit onfeilbaar middel by eene Boerin, wel ke met haar gantfch huisgezin eenige da= gen de melk gebruikt had van eene koe, die, in de weide, vaneenen dollen hond gebeten, op ftal gehaald en wolkomen. ra- fende geworden ‘was; en-om die reden ger dood wierd, __Die beroemde-Geneesheer getuigt, noch van twee gevallen te weeten, in welke met even gelyke uitkomft hier: van is. gebruikt; in eenen jongeling díe van. eenen raafenden wolf, en in eenen Heer die van eenen dol- len hond gebeten waren, | Zone ERE Zonder de- verdienften van groote Mar= hen eenigzints te willen benadeelen; moet ik, welke van kindsbeen af in Gelderland geweest ben en weet, datdit middel, welke door zommigen noch vooreen geheim ges houden word, met de gelukkigfte gevolgen zedert verfcheide jaaren gebruikt is, be- kennen, datditgeneesmiddel, hoe zeer het een zogenaamd huismiddel fcheint, van my zonder de minfte verandering, by voor= komende gelegenheden, naden flangen {teen op de indifche wyze op de wond te hebe ben aangelegt, zal gebruikt worden. G: L: vooral GY die der Geneeskunde toegedaan zyt!, indien dit middel zoins in zodanig een geval door Uw mogt gebruikt worden, wenfch ik dit eenig genoegen, van deeze genomene moeite, te ondervin= den, dat my van hetzelve word kennifle gegeven, À pag. 1 BESCHRYVINGE VAN DE PARADYS VOGEL AAA N H ET BATAVIAASCH GENOOTSCHAP: bezorgd; door den Wel Edelen Heer ALEXANDER 'CORNABE; Gomvernenr en Direlleür van Ternaen. & Paradys vogels sille alle tatids waards in, en meeft ter plaaize gevaamd, Ambofvbakkin en gelegen op een der groote sek Eilanden en daar omftreeks. En ke De Papoën. noemén Rete vogel Mam. bo Soro, de Tidöreefen Softe, ce Ambot- neefen Burong Soepans en de Malyers Ma noe Dacurata, Of ze fterk voortteelen en op wat wvze, zo meede, welke ongemakken die fraay- gee C 15) | seveederde Vogeltjes onderheevig zyiús urnen de Inlanders niet zeggen, en bes oonen ook geen luft te hebben, om 'er derzoek na te doen, zelvs niet op my- e aangebodene beloninge. Zy willen, dat die vogel. nooyt leven- dig gevangen word, en alleen te krygen is, na dat het water, waar aan het dier zyn dorft koomt te leffen, vergiftigd is. De gewecfe Equipagie opziender in Banda, genaamd Cafper Tymen Brouwer, heeft voor eenige jaaren een. levendige Pae radys vogel gehad, en in gefchenk na ôg« tavia gefonden. (*) e mn n ï pe nn nd Ng zen een (*) Men heeft zig g’informeerd, of hier wel leven- dige Paradys vogels aangebragt zyn, en men is onder” tigt, dat wylen De Hoog Edele Heer Gouverneur Ge- neraal JEREMIAS van RIEMSDYK , niet lange voor desfelvs overlyden, eens twee leevendige Peradys vogels uit de Moluccos , zoude erlangd hebben, waar van d’ ee« ne, kort na dat hy aangebrapt was, geftorven is, terwyl d’ andere als een zeldzaamheid na Nederland verzon den zynde, kort daar op, onder wege, al mede geftor= ven zoude zyn: dit berigt hebben wy erlangd van den Opperkoopman en Oud Gecommitteerden tot en over de zaken van den Inlander WILLEM VINCENT HELVE- TIUS van RIEMSDYK, Zoon van voorfchres ven Heer Gouverneur Generaal vaN RIKMSDYK, zoo dat hier uit blykt, dat deze vogels wel levendig gevangen, In leeven gehouden en overgevoerd kunnen worden, indien de Inlanders maar moeite wilden doen, om dezelve te vangen. Dat ke C1ó) Dat de pootjes doorgaants afgefneeden worden, gefchied, zegt men; om het,bee. derf voor ce komen. Drie foorten’ van Paradys vogels zyn ser, Deeerfteof kleine, die hiet meer als eert {panlang is, en allerhande Couleuren heefts De tweede, die by na drie fpan lang — is, en ook onderfcheide Couleuren heeft; De derde, die git zwart en wel een vadem of zes. voeten lang is, VERHANDELING eren OWEIRS DE Nr 1077 TEGENWOORDIGEN, STAAT DER ZUIKERMOLENS OMSTREEKS DE STADT BATA VIA, Benevens «de middelen tot derzelver herftel, en eenige verdere daar toe. betrekkelyke aanmerkingen, OE — ni a El ANDRIES TEISSEIRE: NS en Vier Zaaken worden tot de Zuikers Steeld en toebereiding vereist. oe UITGEBREIDEN OMSLAG, GEVAREN, „… HANDEN,:EN Ho GELD. «, È er inwinning van Zuiker , moeten de” planten verfcheidene wyzen van bewerkingen ondergaan , en daar toe veele dingen gebezigt worden. j de A Ydes CE PTM Yder wyze van bewerking, nöë' ver- fcheiden ook, kan ester niet afgefcheie den ; maat er ‘gantfche- werk, moet on- der ’t beftier en toezigt van één hoofd verrigt worden. — En dewyl deeze onderfcheidene wyzen van be- werkingen, onderfcheidene kundighee- den vereisfchen; die, zoo ze al in den zelfden perzoon aangetroffen ) immers naar den. aard van 't werk, níet te ge- Iyk uitgeoeffend kunnen worden, Zo vorderen dezelve gevolgelyk ; ook vere Scheidene wetktuigen en benodigdhee- den , overeenkomstig hunne verrigtine gen, zulks dat de Zuikerteeld , noods wendig in ‘t groot moet gedreeven Wor den, zal men uit ‘t product de onkosr ten kunnen goed maaken; — Voorts heeft men tot 't aanplanten van riet voor éénen Molen, een, „uitgeftrekt bes ftek gronds nodig, tgeen men in de teegenwoordige gefteldheid der meeste Zuikertuinen, bepaalên kan op’ 35. tot 40. Laxa, dat is, van 56000. tot 64000. quadraat - roeden, óf tusfchen de 93. en 107. Morgen Lands; — Welke velden dienen omtuind te worden, ter afwees ring van alles -wat.-de- planten zoude kunnen befchadigens middelerwyle dat men deeze omheinde pleinen, naar de elecgengheid van derzelver legging , wees BEEN weeder in perken van eene matige ‘groote verdeelt, en daar in voiren ploegt ter lengte van 8. tot 15. roe. den, en 6. Ââ 7. voeten van den ande- ren. — Welke men vervolgens beplant met looten, ter lengte van 3. à 4. lee- den; genomen uit de toppen van gee noegzaam fyp , of maalbaar Zuikertiet , na dat ’t loof tot voeder der maalbees- ten 'ef van afgefneeden is : — En op dat men des te zeekerder flaage , bediend men zig van twee plantlooten neffens elkander, in de daar toe gefchikte voie ren: — Hoewel in min uitgemergelde gronden, deeze voorzorg onnodig is; en men met één plantloot tusfchen den anderen volftaan kan. _WYSE DER AANPLANTING: _ Na dat de voiren in den grond ges ploegt; en de velden vaor eene aan- planting bekwaam gemaakt zyn; wor= dende plantlooten , welke men vooraf van het los ‘er om zittend bekleedfel ontdoed ; äoof ’t daar toe benodige Werkvolk in manden derwaarts ges bragt , alwaar een of twee bevofens daar toe expres by elke voire geplaats fte Lieden ,de loatendragers met vastê {tappen volgen,en by ydertredt de plants dooten in de voiren werpen; zo dâ Kir reset boe ze ned En ze juist ter plaatfe leggen, B ze ges plant moeten worden: — De voiren dus allerweegen met plantlooten voor: zien zynde neemen de planters dezele ve,daar weeder uit, leggen zeter zyde, krabben de in de voiren los geploegde aarde op tot kuilen, en wryven met ‘hunne handen de aarde fyn 5. waar na zy. die, plantlooten , behoorlyk. in-de opgekrabde kuilen leggen, zorg dragen; de- dat de bottekens op zy de, en niet neederwaarts komen te leggen: als dan gaat de planter ftaan; en treed.de plant; jes zagjes met zyne vocten, overdekt dezelve met; fyne aarde, betreed zé andermaal, en brengt er. eindelyk, met het houweel nog wat aarde by. Uit yder dusdanig beplanten kuit komt een ftoel Zuikerriet voort, be- {taande in ‘eenen nieuwen, en Rog: wett ten grond in 18. tot 21. Rietftokken's dog inde: teegenwoordige gefteldheid der r Zuikertuinen,geeven de ftoelen, nief meer, dan '7. ‘of 8.-en tén hoogfte 9. ftokken; terwyl alles, wat in ’t najaar en word, ftoelen RENS van (legts 3  4e fokkén. HAR Meen den Ben beftek. van dede! te ttavaddl roe: den, dat is, ’t- geen men hier. een Laxá gronds noemt, word teegenswoordig met E53 met 20000. ftoelen beplant ,en vier zul« ke bettekken zyn thands niet toerei- kende,en kunnen zo veel Rietftokken niet opleeveren, als ‘erf voor ééne maand Malens nodig is,’ten zy by al- lergunftigfte Taargetyden: daar de plan- ters eertyds genoeg hadden, aan drie beftekken van dezelve groote. | Indien zulk een beplante-Tuin,voor dat de plantjes uitgefchoten zyn regen ontfangt , dan moet de-oppervlakte des gronds , die door de oppakking-der aar- de, de gedaante van een: {chors ver- krygt, met houweelen los gemaakt wor-= den, om de plantjes een gemakkelyke uitbotting te werfchaffen „en rna dat defelve, omtrend een halvenvoet bo-= ven den grond uitfteeken, met den ploeg ter wederzyden ‘beploegt , en ale zo aan de teedere veezeltjes der plant- Jooten , gelegendheid: gegeeven , om fig gemakkelyk uit te breiden: — Na verloop van-eene halve maand, word ’t uitgefchoten gras, en ander onkruid, dat hier weeliger dan elders opwascht, tusfchen de planten. met houweelen uitgeroeid, dog voor af de plaatfen der mislukte planten met nieuwe plantloo- ten aan gevuld , waar nà andermaal lings en regts, bezyden de planten, twee maalen geploegt word, en dit word na rde, ds ke Vere ie hed ) | CR verloop van eene halve maand , weder herhaald , na dat bevorens, gelyk hier boven gemeld is, ‘t onkruid tusfchen de plantjes is uit gehaalt. — Gemelde be ploegingen hebben twee oogmerken J — eerst om de uitbreiding der wortelen te bevorderen, — en ander deels om de plantftoelen te dekken, en alzo den grond. boven:-de wortels te verhogen, ten einde de tedere vezeltjes, teegen de verfichroeyende hitte te beveili gen: — hier na, worden de reyên tuss fchen de planten omgeploegt en here ploegt 5 «en. daar de meeste gronden thands vermagerd zyn,z0o worden dezele ve, na dat ‘t Riet twee of drie maans den. in «den grond geftaan heeft, met Buffelsdrek bemest „ en deze bemes- ting word op verfcheide gronden of tuinen; vermeerdert met de Olvkoe- ken , waar van 1o'oco.ftukken gebruikt worden voor ro. Laxa gronds, iets meer of minder, raar evenredigheid van derfelver gefteldheid, De tuinen op voorfchreeven wyzê beplant, en bewerkt Zynde, dat by gunstig weder in ’t voorjaar, dat is tot Ultimo Juny, al met 24. of 25. Laxa | moet, of kan gefchied zyn, (wanneer teen Planter aan geen volk cf beesten margelt, en hy zorg gedragen heeft; dat GRA dat ‘er in de maand February eenige tuinen tot de aanplanting bereid, ge. reed leg ggen; ). zoo word voor 't vers volg , ’t planten zo fterk niet ‘meer voortgezet, dan alleen by een tusfchen beiden vallenden regen: maar ‘er word als. dan, op de nog eenigfints verte gronden , Zuikerriet aangek weekt op de ftoelen van ’t afgekapte, ‘“t welk te= gen de droogte, ( welke men doors gaans in ’t begin van ’t najaar heeft ,) langer en aanhoudender wederftand bieden kaa, daa ’t nieuw geplante riet. Deeze laatfte wyze van aankweeking gefchied in deezer voege. — Na 20. of 22. dagen, dat zo een tuin ledig ge. kapt , en vervolgens door branding, van de oude en verdroogde rietbladen gezuiverd is, word de aarde tusfchen in, van de ftoelen los gehakt, en de ftoelen geheel en alaan de Lugten Zon bloos geftelt : — 7. of 8. dagen daar na, w worden. ze weder met aarde bes dekt, die ‘er met den ploeg tegen aan. gebragt , en met houweelen tusfchen beiden ingevuld word , als dan word „er mest van Buffelsdrek, en Olykoe- ‘ken, by gedragen, en zelv in meerder - “hoeveelheid dan by ’t aanplanten: waar pa lings en regts de grond word los geploese en herploegt; en zulks g-- B 4 fchied (89 fchied “doorgaande tusfchen eef de reyen der toeten. En. | Ingeval nu een Molenaar ' deere heeft, dat 'er in de maanden Maart tot July weinige regens vallen,en hy dog iets ter afmaling in 't naast volgend Jaar wil hebben, dan laat hy zyne tui- nen fterk begieten, met water, gehaalt „uit de in de na byheid derzelven ftfo- mende rivieren, of ftilftaande poelen, en dit moet hy zo lange de droogte duurd, om de agt of veertien dagen age tervolgen: nn Ook gefchied zulks in gevalle hy met aanplanten wil voort- „gaan5— Hoe overkostbaar deeze bear- beiding, en hoe gering zulk een aane planting dan moet zyn, kan men ligt begrypen : — De Molens op Salapedsans, Boeafoen -Riengiet , Tolk - Naga, en Caim- pon Malayoe, ftrekken daar toe in dit Jaar (1785, ) ten voorbeelde. — Enwan- neer eene aanplanting, dusdanig,moet verrigt worden ‚ dan mag de Mofenaar blyde zyn, als hy voor een molen-10. Laxa gronds beplant heeft tot Ultimo Junv , nadien hier .door, veroorzaakt word, dat eene geringe aanplanting: op ZO ‘veele-onkosten komt te ftaan, als eene, waar van men anders meer. dan eers zo veel, ter afmaaling zoude kun- „nen verkrygen, j 5 dater El Rd By. Coo DP « Bvaldien een Molenaar in't midden van ’t Jaar, te aanhoudende droogte heeft, is-hy genoodfaakt de aanplan- ting uicteftellen ; maar moet als dan riettuinen kweeken op ftoelen, van jongstafgekaptriet, daar de grond zulks toe laat: en dit is deeenigfte toevlugt, by een ongunstig Jaar- Saitoen, om eene aanplanting te hebben, waar van men nog- iets ter afmaling kan verkry- gen; hoewel ‘t doorgaans zeer gering is, om dat ’t aankweeken der laatst ge- melde tuinen , eenelyk moet dienen, „om daar meede ’t verlies der uitgegaane en door de droogte verfchroeide plan; ten te vervullen. In de maand September word ’t plan- ten nagelaten, om dat zulks maar ver- loren arbeid zoude zyn, doordien de planten geen tyd hebben, - om fterk genoeg te worden, tegens de als dan, voor handen zynde kwade of regen mousfon ; maar ’t is evenwel op deezen ed ZEN vervolgens tot December druk werk, om ’c geplant en op oude ftoelen aangekweekt riet, te bemesten, en met aarde aan te hogen, ten einde het zelve te beveiligen, teegen ’t op ’t Veld ftaande regen- bies overvloeiende Ririer- Water. | A5. | | | Aid (302) *T ophogen der aarde tegen de plan- ten, gefchied met breede yfere platen, waar meede de aarde die tusfchen de reyen der planten los gemaakt is, door twee wederzyds van de planten, tegen over elkanderen ftaande Arbeiders, 'er tegen op gehaald word, fteekende de een zodanig eene yzere plaat, zo diep hy kan in den los geploegden grond, terwyl de andere de plaat naarzigtrekt, zo dat de aarde tegens de ftoelen der pianten komt, en defelve aldus bedekt worden, en ‘trietfteevigheid verkrygts __— Hoedaanig aan elke plant twee malen gefchied, zo-dat ’t Zuikerriet als dan op beddingen komt te ftaan, die een en een halven „en fommig re twee voeten hoog zyn. Na de voorfchreeven bewerking, worden tusfchen de beddingen diepe groeven geploegt, om 't water td te geven. In December, moet ale wat tot de aanplanting behoort, afgedaan zyn: — T werkvolk word dan,alleen maar by droog weeder, tusfchen beiden uitge- zonden, om de watergangen te openen, en ’t opgefchoten onkruid tusfchen de paden af te maaien. Dus heb ik den omflag der aanplan- / ting Km ting afgehandele, en ga nu over om aantetonen die der | KAPPING EN AFMALING VAN 'T Zut- KERRIET , EN DE BEREIDING VAN DE ZUIKER,. Wanneer ’t Zuikerriet twaalf tot veer. tien maanden op 't veld: geftaan heeft, word ’t zelve afgekapt, en naar de Mo- lens gevoert, na alvorens ’t loof cot beestenvoeder, en de plantlooten uit de toppen ‘er van afgenomen te EE ben. Dog voor af, zal ik een denkbeeld tragten te geven, van de wyze hoe de _ Molens in ordre gebragt worden , om't Zuikerriet af te malen ,en wat 't werk- volk tusfchen beiden verrigt. De Combuifen of Fournuifen welke veel te Iyden hebben, en niet misfen jaarlyks gantsch in wanordre te gera- ken, worden in de maanden November of December,ook wel eerder of later, naarmate dat ’t gewas min of meer voor- deelig geweest,en ‘tFyPg geworden Riet fpoedig afizemalen is: afgebroken, en weder op nieuw met nieuwe ftsenen, _daartoeexpresgebakken,en meteen dun deeg van modder die fyn geklenst is opgemesfeld,en als dan tedrogen gela- ten den tyd van 4o, dagen, terwvl ’% werke CC aa } werkvolk , als-dan de paggers-der Zuie kertuinen met nieuwe binten voore ziet, de gebouwen van alle geringe gee breken , en de-bamboefe br usgen in de tuinen herfteld. Wanneer de gemetfelde Foufircen droog zyn, word ‘t Zand, (dat daar toe in de maanden Juny of July, by laag water uit de rivieren gehaald, en dus lange ter droging in 't Zuikerhuis bewaard is,)by droog weêr naar buiten gedragen: — Geduurende drie agter een volgende dagen op roo. tot 150. grote wannen , of ERE manden in de Zon gelest, tot dat *t zelve geheel droog is, en daar na in den Molen, deor eene mand gezeeft. — Inzelvervoegen neemt €en behandelt men eene zeekere quan- titeit kalk , alleen met dit onderfcheid, dàt men deeze door eene fynere zeef. mand laat lopen; — Welk zand en kalk, ter hoeveelheid van twee deelen zands ‘teegen drie deelen kalk vermengd wor- ‚den, en na dat men twee lange, uitge- holde- houten blokken in den Molen heeft doen brengen, laat men ‘t ver- engd zand en kalk daar by gedeeltens in dragen ‚ en door zo. of 80. zo Java- nen als Chineefen, (alle van eenen fterken. -en harden. {tok „ter. dikte van 4e duimen. circumferentie, en ter | | Ar 53 lengte van 1. â 5. voeten voorzien, en by de blokken ftaande , ) zonder eenige tusfenpozing scheel droog ftan:pen,en vervolgens met water waar in zout op= gelost is, van ogenblik tot ogenblik be: fproeien , en weeder zodanig {lampen ;, dat ‘er een kleeverig deeg van wore de , Cevgeen in. ectie” grote. houten tobbe gedaan word , tot dat de: ges heele masfa van gemengd zand- en kalk. dusdanig bereid zy; Een werk dat zulk eenen fpoed vereist, dat ’t ‘werkvolk zelf den tyd niet’ voor zig heeft, om naar huis te keeren, zelf niet om te eeten, maar de Opzister be: zórgt hen dan in den Molen, de nodí= ge Ryst tot voedzel met. wat Zuiker tot toefpys, 's morgens omtrend g. en 2s,middags ten 12. uuren, terwyl zy at eetende met ftampen voortgaan „ wor: dende dit Zo twee dagen agter ‘elkan: der, van 's morgens tèn half vyf tot ’s avonds ten half zeven uuren , aan deni gang gehouden onder. éen continueet gejoel en luidgezang. — En dewyl dif werk zeer zwaar is, en er ’t volk dus Zeer ligt van zoude afgefchrikt worden, zo diverteert men hen ’s avonds „ met een Ronging- of Inlands Dans- Spci, waar OP;Zy zo verzot Zyn, dat dit al- leen genoeg is, om hen al ’t leedt van den gepasfeerden dag te doen vergee- | ten. GN C m4 3 ten. —Op deeze wyze dan een genoege zame quantiteit van een dusdanig toe- bereid kalkdeeg verkreegen hebbende, zetten de Zuikerkokers. met alle de Hoofdbediendens, de ketels die in els ke. Combuis Vier, en in het vierkant gefchaart zvo, over de Foutnuifen , in de daar toegefchikte openingen of rin- gen: Terwvl 20. Man ‚ met gemeld deeg de bovenwanden der Fournuifen bepleifteren „ en zonder ophouden 2st en dag, gedurende drie of vier ag- tereenvolgende dagen ; zoo geftadig wryven; dat dé pleiftering daar door gehel droog word:—= En waaf voor zy door den Molenaar of Opzigter braaf’ onthaald „en ’s avonds met 't Ronging- fpel vervroly kt worden. — Na 18. of 20. dagen dat de koökketels ingezet zvn, worden de Molenfteenen, (die geduurende dat °t maalwerk til ftond, uit hunne fpilleù genoomen waren, ) weder opgeriet, en door den, Toekan Pedatie, (een werkman, wiens zaak ’t is de karren en alle de houte gereed- {chappen tot den Molen, en. „den Land: bouw behootende;, te onderhouden ‚) neffens elkanderen opgezet, waar voor hy,5. Rds: geniet, —- Dit pleeg met Zee veele by gelovige plechtigheeden te gefchieden; waar van flegts tut een faalde by, breng, ‘t nOg, werkel k ftande C 15 ) ffandhoudend gebruik by den aanvang van ’t malen; wanneer de Mandoor Bor- rong, (een der hoofdbediendens, dus genaamt om ’t opZigt, dat Hy over 't kappen en malen van ’t Zuikerriet ge- Iyk over ’t vuurftoken heeft, ) een le- vendig wit hoentje tusfchen de fteenen laat doorgaan en vermorfelen, tot een offerhande aan de boze geesten „ die 't maalwerk anders naar hun denkbeeld verhinderen zouden5 — En hoe zeer men dikwyls genoodzaakt zy, teegen beeter weeten aan ; dit Volk hier in toe te geeven , om dat ze anders be= zwaarlyk en niet dan met weerzin,tot hun werk te krygen zyn, zoo is ’t my nogtans op mynen Molen mogen ge- lukken, deeze en veele andere fuper:s ftitieufe gewoontens,: met een ges wenscht fucces te weeren „, zodat zy ziende, dat ‘tmy, in weerwil van het veronagtzamen deezer plegtisheeden wel ging „tot erkentenis van de dwaas. heid hunner vooroordeelen …wiere den gebragt. —- Ondertusfen is deze ceremonie niet min kostbaar dan ’t te vooren gemeld onthaal: want behalven een buffel , eenige gantings ryst, ‘en wat geld aan den MandoorBorrong ‚om zyn volk dat ‘hy ter verrigtinge van ’t werk in zyn kring, aangenomen heeft; te vergasten, geeft men op dien;tyd, as aan Lw aan alle de Chineefen op den Motert befcheiden, mede een traétement met ‘t Rongingfpel of Wayang Coeliet, of wel die beiden te gelyk: — Waar meede zomtyds wel drie tot vier dagen wot= den doorgebragt, ‘t geen alles ten laste van den Moolenaar geïchied, en dus tot bezwaar van de Zuiker Cultuur. — Den vierden of vyfden dag ‚gaan de loof- plant- en riet- kappers naar ’t veld ,-en verrigten als dan ‘t-werk;óm voeder voor de maalbeesten , Plantloo- ten tot eene nieuwe aanplanting ‚en Zuikerrietter maling te haalen.—’t Riet word twee dagemagter elkanderen „twee ipaal ’s daags in den Molen gebragt „tot: dat alie de vier hôeken van-den zelven vol zyn: — Op: den derden dag na de kapping van ’t Riet „gaan de Mandoors aan “towerk,==t Riet word by-deftee- nen aangedragen ; én. gaandeweg ‘er rus fchen geftoken : —-Middelerwyle dat dezelwen , ‘door: twee Buffels;, voor ee- nen houten boom,” ter lengte van Ii. ro. voeten , die‘aan’t fpil.van een der fteenen’; met eenen;yferen ring vastge- maakt is, gefpannen;en door.eenen dry« veraangezet, inbeweging gebragt,en dag en nagt; zondersverlet , dan: alleen wan» neet men de Buffels vertrisfelds gehou- den worden. — Op -deeze wyze word ‘eZap uit % Rietgeperst, en ontfangen an | in EMS. > €) " & Cm) in een gat, beneeden de fteerten in de grond, waar aan. een houten buis/ge: hegt is, die ‘t zelve naar ’t kookhuis, in „eene groote tobbe. van 195, duim hoog, en wyd 45%. voet middelleins voerd , ‚welke tobbe eene quantiteit van 360. kannen vogt kan bevatten: Hoedaanige tobben twee neffens el- kanderen , zodanig beneeden de buizen geplaatst zyn, dat 't fap gemakkelyk daar in aflopen kan : — Na dat men zo wvéel: Riet afgemalen heeft, dát ruim eene helft of twee derden van ééne dier tobben met fap vol geloopen is, word ’t reeds eens gemalen Riet her- malen; enzo al’” t overige fap ‘er uit= geperst, dog wyl ’t Riet nu zyne ftee- vigheid verlooren’ heeft, en te flap'ge- worden ís om zig voegzaam te laaten behandelen, zo gefchied dät door mid. del van een hout werktuig, juist voor de maalfteenen gehangen, 't welk de: gedaante’ heeft van een Triangel, be-. flooten binnen fes zyden en ‘twelk in ’t midden „een ‚vierkant. gat. heeft van omtrend 3.:tot-5. duimen. middellyns,: waar door de eenmaal gebrooken en- geperste Riecftokken, andermaal tus- fchen-de fteenen gebragt, door ’t draay- en van dezelven doorgetrokken , geheel uitgeperst, en de fappen als voo. ren, in die zelfde tobbe geleid wor- B den CB) den. — By ’t vol lopen wan eene dets zelven, is de taak voor één fpan Buf- fels afgedaan ‚dat nu vermoeid dóot een ander vervangen. word; 't welk dan ook eeven. zo’ veel ‘Riet moet afma- ten, om de andere tobben op gelyke Wwyze als de eerfte te vullen. By elke tobbe van dit fap; worde een Quantiteit van 2. Ponden „iets meer-of minder drooge kalk gedaan, en onder! de fappen om dezelven, te zuiveren, geroert: — Wanneer de-beide tobben, vol zyn, wotden ze door een-buis in, de twee-der agterfte.kookketels gele, digt, en weeder als te vooren met nieus. we fappen aangevuld, dewelke. in de. twee voorfte. kookketels gebragt, ende, vier ketels dus alle gevuld zynde, vers, rigt. de. vuurftoker zyn werk, fteeken«: da de. brandftoffen in. twee der four nuifen. te gelyk in den brand ;om-des. te fpoediger;den vereischten rap, van. hitte te hebben. | “Onder ’t koken- dezer fappén, word” met’ malen’ voortgegaan; „tot „dat ' 'er” nog voor vier tobben uit’: Riet ges” perst is, dat allengskeris- by de koken-* de fappeùv word: gedaan. Rad Middes' _lérwvl: dé “Zuikerkoker” ’er- van’ tyd° tot tyd, wat nt kalkwater inwerpt, Gi de” 8 add0i SHMDK idd id ep | C1ô 3 @pborrelende Onreinigheid ‘er van af Íchuimende dezelve in een tobbé fchept, iets vlakker en kleinder dan de eerst befchreevene , en dewelke daar toe expres in eene ruimte , tusfchen de vier ketels geplaatst Haat. A ALS nf vogt van één der ketels ruim half vers kookt is, fchept de Zuikerkoker ’t zelve over in een groote en by den in- gang van 't kookhuis seplaatfte kuip, agtervolgeride ’t verkoken der overige _fappen tot denzelfden graad, en daaf meede op dezelve wyze handelende, tot dat hy aan ’t läatfte komt, ’t welk hy iets meer dan ’t andere verkookt, om reede die Zo aanftonds gemeld ftaat te worden; en ‘t geen mên desweegens _ ook in een ketel doed; die naäst de kuip in den grond kaat, „waar: mee- de de eerfte koking van ’t-geene men een Combuis , of vooreen halven Mo: len noemt; ten halven verrigtis.— Ters wyl voorde andere Combuis, ‘t zelfs de, word: gedaan, door middel van viert anderen int Molenhuis ftaande ketels; en eenen anderen Zuikerkoker ; dië ook eén andere ploeg: van malefs en vuurftokers heeft ‚dan-de vorige. “Ofider Hèt verrigten van't werk voof deeze tweede Combuis ftaan voors Gehreever edere Zuiterfapperd te Reaal CC) te koelen „en,te klaren ‚ waar mee. de den tyd van 26. Ja zomtyds go. uuren word doorgebragt, dat is, Zo lange als ’t werk voor de “aridere halve Combuis poet gefchieden: ( Want de eerfte koo- king noemt men ’t werk van een halve Combuis, om dat ’t werk van eenen Molen „ dan ten halve verrigt is; ) waar na dezelve tot Zuiker worden verkookt. — Dog alvorens tot dit on- derwêrp over tegaân, zal ik reede gee- ven , waarom tot ’t malen van ’t Riet, en half verkooken en koelen der fap- pen voor één Molen, 26. tot 30. uuren nodig zyn, én. of zulks in geen minder tyd zoude kunnen gefchieden. Verfcheide Molens hebben doot proe ven doen zien, dat dit alles binnen 24, Uuren kan verrigt worden; dog daar toe moeten verfcheidene toevallige en werkdadige ‘byzonderheden te zamen EEE eid te weeten., — Een goed gewas van volfappig Riet en lange fokken ez — geduurige aanvulling van verfche Buf- fels om te malen, — en-eene nauw: keurige oplettendheid van den Karre- maker; dat de: maalfteenen wel ftaan en gemakkelyk draaijen : Het eerfte hangt af van de wyze fchikking der Voorzie- higheid, en is derhalven boven 't mens- 1y k bereik, en’ laacfte vindi inde RAD) L y. 6 Kl ' ‚ Cai Iyk trage, en daar uit voortvloeijen. de onagtzame geaartheid van ’t Ínlands werkvolk , eene byna onoverkomelyke in Be zo dat dit alles ,en altoos gelyk te hebben, zelden ’t geval is der meeste Zuikermolenaren. | °T ZUIKERKOKEN. Het eerfte half verkookte Zuikerriet- water, dat gekoelt en geklaart is, word uit de’ kuip gefchept in twee der vooraanftaande kookketels van de eer- fte Combuis, terwyl de twee agterfte gevuld worden, met op nieuws uit ’t Riet geperste nog raauwe fappen , de- welke voor een tweede kookfel moete n dienen; — en terwyl de eeríte hunne tweede of laatfte koking ondergaan , word by de jaatite alie de bezonkene fappen van 't afgefchuimde, en van de grondzerfels van T reeds gekookte en geklaarde gedaan: ‘t geen nu ander- maal gekookt word na het zelvealvoo- rens door eenen groven linnen doek, over twee wyde manden, even buiten nt kookhuis gefpreid , doorgezypt te heb- ben, De half hed vk dn verliest een Molenhouder hal- 5 Jä geheele Plantagien, door. aan: je van\te-oude, of:te jonge, of te lang gekapte plantlooten ‚ wadr van „niets tot volkomenheid komt , wind cn Ë RD énvis-dan genoodzaakt tot eenie-gedeel: telyke aavvul ling:;-of. naar:mâte dat :t kwaad erg is, tot eene volle aanplanting van nieuwe, looten. — De onkunde, onag zaamheid , AE onverfchilligheid f van êen Hof overde ploegers, kan in 't byzonder groot nadeel toe breun. gen, als‘ de ploezing te na by de jonge plantjes gefchied, en daar door de té- dere worteltjes gekwetst worden, waar door de plantjes kwynen en vergaan,’ en dit is my nog voor weinig dagen met, verfcheidene tuinen op Tjikokol overkoomen. — Een 'te ondiepe ploe*= ging berooft de planten van het noodige voedfel ‘tot derzelver wasdom; — en en te vroegtydige dekking der plant- fcheûten , belet de verdere Witfprui: ting der jonge looten; terwyl tte lahge uitttellen daar van, veele plantjes door de hitte der Zon doed verzengen. — Eene volie aanplanting voor êen Mo- len, kan &nkel door ’t gebruik van te veel mist geheel en al bedorven worden; voor al wanneer de dfoogte in’ voor- jaar te vroeg begint, en in % najaar te lange aanhoud. Z Zoortgelvké gsèvallen hebben meenige Molenhouders duizen- dem Ryxds: doen verliezen , waar van dit Jaar 1785. zelfs ; verfcheidene de fmer- telvkfte ondervinding hebben „immers 5 myne adnplamting op Tyikokol , en die G3 van C 38 jj van den huurder van de Molensteegen over Salapadjan „ leveren ‘er dadelyke bewyzen van op. —. Buiten alle opgenoemde defastres, loopt een Molenhouder gevaar , van een aanzienelyk gedeelte zyner aanplan- ting te verliefen , wanneer de regens in ’t najaar te vroeg en aanhoudend vallen , en in ’t voorjaar te lang blyven duuren; want daar door word men belet, eene volle aanplanting te doen, en ’t beplante volleedig te bewerken; en gefchied dit niet, dan zyn alle de ges daane moeiten en onkosten, tot ‘t be- planten van Zuikertuinen , voor dat Jaar te vergeefs en onherftelbaar ver- loren, nademaal dezelve dan ook on- voltooid, de kwade mousfon moeten doorftaan, — Veele Zuikermolens , in ‘t Westerquartier van Batavias Omme- landen , zyn dit Jaar de, droevige exempelen van de fchade, welke een te vroegtydige en ftrenge regen -mous- fon, (die jongst al vroeg, in °t najaar van Ao: - 1784, begon, en tot in de maand Maart van dit Jaar 1785. heeft aangehouden, ) aan de Plantagien kan veroorfaaken : Want daar door zyn uitgeftrekte Velden , die voor twee Molens overvloedig beplant waaren, „@m i5. of 16, maanden ve. kunnen ten r En, C- 30. Ì len, zodanig bedorven geworden, dat men ‘er nu op. zyn hoogst 9. of 10 maanden meede zal behoeven toe te brengen. Een te langdurende droogte ; belet insgelyks ’t doen van eene groote aanplanting;terwyl’t Riet datin ’tvoors gaande najaar geplant is, weinig op- fchiet, en daar en teegen dat van eene. voorjarige aanplanting, voor een groot gedeelte verzengt: voegd hier by dathet Riet, ‘t welk in zulk, een-droog Jaar afgemaalen word, ook weinig Zuiker geeft. — Des niet te min, de onkosten blyven beftendig dezelfde, onverfchil- lig of men een goed of een {legt plant- jaar heeft; de ftrydige faifoenen van de faaren 1773. en 1775. ;-Zyn-dieswece gen van ruineufe gevolgen , voor vere fcheidene Molenhouders geweest, — De bezittingen van de Molenhouders van Pondok- Poetjong ,„ en Priegte, bee neevens die van Batoe Tjepper , zvn daar door onder den Sequester geraakt „ en ik zelv heb in ‘tlaast gemelde Jaar, op myne twee Molens te Zjieledoef, ruim 8ozo; Rds: verlooren: — ‘T Vuur welk misnoegde en. kwaad- aartige menfchen , in 't ftaande Zuiker= riet ontfteeken „ vernield uitgeftrekte _Plantagien : dit ongelukkig lot troff onlangs „den Chinees TAN TBENKO, aan née a C 4 | vyf CWD Gyf zvner Zuikerriettuinen;, op Pi rangkoeda , dewelke hem'ín twee agter: een volgende dagen, “aan verfcheide hoeken, en elken tuin’ in ’t midden „ in brand’ seftooken wierden. — Op hoe- danige- wyze, my in 1783: insgelyks ver- fcheide tuinen zyn afgebfand , zonder. dat ik eene andere aanlcidende oor-= zaak daar ‘toe kan uitdenken, dan al< leen dat ik een los‘paard , dát in myn. jong geplant Zuikerriet -kwam geloos pen, en däaraan fchade deed, een (nap- haanfchoot” met hagel gaf | wvl ile geen ancer middel zag, om myn Zui- kerveld voor-grote°ruine te bevrvdens althans geen half -uur'daar ba, of my- ne Zuikertuinenftondeninvolle vlam. Op diergely ke wyzeis de Chineefe Mo-: tenhouder T sua TyjeNeGsauv in Ao 1782; totaal geruineerd ‚ wannneer het grootfte gedeelte zyner aanplantingen’ in 3. of 4. nasten agter elkander, beej den brand zyn verteerd geworden. — nk Branden dat de Javaanen door’ gaans doen, in de maanden Juny, Ji, Jy en Augustus ‚zo van de hoog opge- fchooten “atang alang, (een zoort van Riet, :) Of dé tot gagas ( een zoort van. Kyst- Velden ,:)- afgekaptebos=: fehen in de nabyheid der Zuikervel-. Ben zen ‘twelk meede gefchieddoor.de _ ie # dd Sla» C 4m Slaven - Koewagters metde alang alanej em aande Koebeesten „gel vk door de Jas vaanen ; om aan hunne Buitels, een nieu- we weide tegeeven van dejong g uitfchies ende alang, alang, hebben van verichei- den Mewlenhouders,- veele fchatten in rook enasfchedoeaverdwynen; veroor- zaakt door ’t vuur, ’t welk door den wind ; van de dusdanig-in brand gefto- kene wildernisfen, in de Zuikertuinen overgevoert wierd. — Dit heeft mm te Zjielliedoek-in Ao: 1774: neegen Zuiker: tuinen, waar aan-ruim voor 2. niaan den “te maalen was, gekost. — lat jongst gepasfeerde: Jaar zoudevik: op myne Zuikervelden: te-Babvakkan; geen minder fchade, uvt die Zelfde oorzaak s geleeden hebben, was ‘t niet, dat myn volk,’t vuur van verre ziendeaankoimen, deszelvs: voortgang belet had , „door met allen fpoed, alle. de brandvattende ftoffen ‚ tusfchen ‘t aannaderend vuur; en ’t Zuikerriet weg te ruimen „en den grond, tusfchen defelven met water uit: een naastgeleegene rauwa ( poel) ge- haald, te bevogtigen. — De Heer DE LaLoNGvE heeft in de eerfte 7. of 8. Jaa- ren. dat hy zyne Zuikermolens gehad heeft, altoos, dan om deeze, en dan weder om een andere reeden , brand in zjn Riet gehad, en ‘er is geen Molen» Celgiviav 5, AS done C 42 ) houder , die niet van de fchade vant brand, nu en dan wat geleeden heeft, — ‘TT Blixemvuur uit den Heemel, fteekt 't Riet ook menigmaalen in den brand, 't geen my voor ander halve maand geleeden , in een myner Zuikere tuinen te Zjiekokol overgekoomen is. En eindelyk , wat door ’t vuur niet kan befchadigt worden , gefchied door andere oorzaken, — de in de nabuur- fchap van veele Molens , gehouden wordende Koebeesten , van verfcheide Landheeren , regten veelmaals gant- fche verwoestingen aan in de jonge plantagien. —— In ‘t begin van 1784. zyn my drie Tuinen jong geplant, en fraai uitgefchooten Zuikerriet, door een troep Koebeesten van myne naaste Gebuuren, kaal gefchooren; en voor een maand. geleeden, weder vier zoortgelyke Tuinen; zelfs te deefer tyd dat ik dit fchryf, is my door des felfde troep beesten een jonge aanplan- ting bedorven geworden. — En wat {cha- vergoeding kan ’er dog al voor verkrees gen worden? En langs wat-weg is ze te bekoomen ? Op eene- minnelyke bekendmaaking, en verzoek van dedo- magement , langt men op zyn best goee de woorden, terwvl een dringender aanzoek , de vriendelyke harmonie ver- foort: CA _ftoort: en wie, die maar eenigfints nas denkende is, zal zig onderitaan , om zyn toevlugt tot de pleitzaal te nee- men ? Immers behoord de zelve, voor- al van den verafgeleegen Landman,gee fchuuwd te worden. — Men mogt zeg- gen, bewaar uwe Velden door omtui«< ningen: dog welke omtuiningen ges doogen de plantagien , die {terk genoeg zoudenzyn, om beftandte weezen, tee gen een uitgehongerde, en door het bee __koorlyke groen der jonge Rietplanten ;, uitgelokte troep van dat gulzig Hoorne vee? … | | | Hoe veele bestige , en tot maalen ryp gewordene Zuikerplantagien , wore den ‘er al niet beroofd van den voor- byganger? Hoe weinig ’t ook zy ,tel- kens. verliest men een Zuikerplangje, en de menigte maakt ’t verlies groot: onder de Molenhouderen zyn hier in, ‘t meest te beklagen dezulke, welker Molens en Velden in de nabuurfchap van een Basfaar ( Marktplaats ) gelee- gen zyn: want ’t gefingfte is, ’t geene de voetgangers met gantfche dragten ontfteelen; maar. ook worden de van de Basfaar , leedig te rug keerende Buf- felskarren , na dat de Eigenaars hun- ne koopwaaren „ aan de Marktlieden hebben omgezet, by een Zuiker- veld komende dat hun gevalt, en 7 Nn er C 44 ) der“ voorwendzel dat ze’ flests'-ver? toeven om te pleisteren , met Zuikers riet gevuld; ‘t geen, dan uit vrees van ontdekt en opgevat te zullen worden, zo fpoedig en ruuw toegaat,.dat de Planter niet alleen de fchade heeft, van “x geen door hen weggevoerd word; maar ook verliest, al ’t geene dat nog te jong is, om gegeeten, ‘of afsemaaleif te-worden ‚en daarom door hun op't Veld agter gelaten is 5 — de fchade hierdoor. veroorzaakt is zo aanmer- kelyk „ dateen Molenhouder- die dit ongeluk heeft, daar voor anderhalve maand maalens Riet, in één Jaar kan reekenen : en wat middel is 'er doeg, om zulks te weeren? zacte weegen baaten niet, en geweldige ontfteeken den toorn der Roovers „en fpooren hun tot wraak aan , welker verfchrikkelyke uitwer- king, gelyk reeds is aangeweezen, nog Êrger 15. — Wat !{chade de’ mieren; fprinkhanen, land- of veldmuifen, en andere ongedierten ’t Zuikerriet kun- nen toebrengen , hist in de, Jaaren TAS LAZAR AE meal LE zeer Belles ein — Eindelyk lyden de Molenhouders seen; minder-nadeel, door ’t hooge water, wanneer de Ri- vieren overvloeijen, — In ’t laatst van ‘t Jaar. 1779. ‚ en : bezin van 1780. en 1783. Zyn er witgeftrekce ltd jon 4 qa ( AD jong-en oud Riet jammerlyk verwoest, en ditis gcen ongewoon verfchynzels maar zulks ‚en alle foortgelyke en an- dere gevaaren ‚moeten de Zuiker -Mos lenaaren in hun bedryf, na dat de. ge- teegendheid-der; Molens-en plantagien is , de een min ende andere meer; van tyd tot tyd onvermydelyk onder gaans -terwyl zy aan,mindere toevallig” heeden, neffens andere Ingezeetenen, in hunne andere bezittingen insgely ks bloot gefteld zyn. | SCHADE AAN BUFFELS. _ De groote menigte van Buffels die op een Zuikermolen, en wel in geen min- der getal dan omtrend hondert ftuks, moeten gehouden worden, geeven over- vloedige gelegendheid aan den roof- zugtigen’ Inlander; om dezelven te ftees len, terwyl *t zwaar werk ;, dat die nut- tige dieren moeten doen, beneevens” t algemeen gebrek van eene goede weide; op. byna alle de Molens, voor al id droogeJaaren „ en de ziekten onder dezelven in ’t regenfaifoen , oorzaak — zyn,dat veele, en fomtyds meer dan dé belfte 'er van onbekwaam raken , en zelv fterven. — Dit heeft de Eigenaar van fes Molens op Cadavong en So: lavadjan „ in Ao: 1785. ruim 300. ftuks van die beesten doen verliezen: 5 — en Sd Molenhouder is dat-Jaar bevryd se ] C 46 ) gebleeven ; van een zeer groot verlies derfelven: — Op Boedjon- Riensiet , zy in ’tgepasfeerde Jaar (1784. ) over de 60, gecrepeerd,en ik zelf heb dit faar, in de maanden April en My te 7fiekokol , doot zwaaren arbeid en ziekten 48. ftuks verlooren: en daar ’t bekend is, dat op een Zuikermolen de zwaarfte foort van Buffels , moeten gebruikt worden, die teeg genwoordig ieder 18. tot 25. Rds: kosten, zo is ’t verlies van Zulk een getal derzelven niet gering te agten: Dr GEVAAREN VAN SCHADE _ VERZELLEN EEN MOLEN: HOUDER OOK IN 'T Huis- HOUDELYKE: Wanneer men op ’t getal der werke lieden agt geeft, die op een Zuikerino= len arbeiden ; zal door een ieder die de verfchillende geaärtheeden;, en ges woontens der onderfcheidene Natien ; waar van men zig moet bedienen , maar eenigfints kent „ligt kunnen opg emaakt worden, dat tot derzelver huisvesting, veele gebouwen; behalven. de Molen , H: Zuiker- pakhuis, en andere bygebous wen ,tot berging van verfcheidene goes deren ‚ gereedfchappen, en leevense middelen vereischt worden: waar vant veele, uit zeer ligt brand -vattende ftoflen zyn t zamengefteld „ ‘die des te | meet Cr meer gevaar loopen, door de algeinéee ne“ onagtzaamheid, die men in deeze gewesten doorgaans omtrend ’t vuur heeft; zo dat weinige Molens Jaarlyks van brand in de gebouwen bevryd bly- ven: gelyk. de Heer DE LALONGUE en my zulks in dit Jaar nog overgeko- men is, — De Heer DE LALONGUE verloor alle de gebouwen zyner Javaan. fe Boedjangers, ‚ CHuurlingen,) en ik de woningen der Chineefe hoofdbes dienden, en daar by een aanmerkely-_ ken voorraad van kostbaare houtwer. ken „ als. pedatie.- planken , asfen , ploeghouten , en‚wat dies meer is, be- neevens twee ftaale Zuikerpannen. en andere yzerwerken ‚die door den brand onbruikbaar zyn geworden. De fchaden die wy door fóottselike gevallen Iyden, worden door onkundi- gen inde huishouding der Zuiker- molens ‘doorgaans minder geagt, dan ze wezenlyk zyn: want behalven ’t geld, dat tot weeder inkoop der ver. loorenen verbrande goederen; of bouw. ítoffen , moet uitgefchooten worden, is men genoodzaakt ’t planten te ftaken , om in fteede der afgebrande gebouwen, nieuwen.te laten maken; en °t verlies van tyd „is by verfcheidene geleegende heeden op een Malen, eene der aan, meukelykite fchaden. IN C 48 J IN -DEN MOLEN ZELE, VEREENte GEN ZIGEEN ZAMENLOOP VAN GEVAREN TOT ‚NA DEEL, MAN; BEN‚Mg-. 4 LENHOUD EIR «yi begeerd Een onkundig Kärrenmaäker, dië gelvk tevoren reeds gezegt is, ook de maalfteenen in den Molén moetópzete ten’, heeft maar de teëgen elkander ftaan: de puntén; s; waar op de fteenen draaien; niet rest te zetten , Of de kegge van bo4 ven, niet wel, ofte weel aan -te-flaän 3 om den zwarén árbeid der arme aard. beesten, zodanig te vermeerderen „da niet alleen de Buffers bv de fteenen j onder ’t trekken dood ter neder’vald len; maar ook daar-door“t uitmalën van t Riet zeer vertraagt word.’ Behal: ven-dat ; wanneer-de fteenen niet. per- pendiculair ftaan, en niet genoegzaam: geflooten. zyn, dan. de, fappen, van ’ Riet niet ten vollen uitgeperst wors+ den, en men,dus hier dooreen .viers voudig verlies-heeft, zo van maalbees; ten. tyd, voortg gaande lasten. „der, ars beidslieden 5 EP inkomsten, — So „Wanneer de monden der Fötriuifen te wyd gemaakt‘ zyn, en de vloer te diep gelegt is, verfpild zulks nutteloos” veel hout, terwyl een gebrek ‘van ge? noegzaame ruimte, de kookketels MER : AAH ei  ie die-doot C 45} door te min of onvoeglyke fchikking der brandftoffen van de nodige hitte berooft, waar door ’tkooken vertraagt word. — Ook fchaad het, wanneer de kalk tot bepleistering der wanden bo= ven de kookketels, niet genoesfaam geftampt, of dat by ’t inzetten der. keetels de pleistering niet lang genoeg aangewreeven is, en dus niet genoeg- zaam droog en vast geworden zynde , fcheuren dezelve door ‘t vehement vuur, dat onder de ketels seftookt word, ’t geen lekkingen van ‘t Zuikers fap veroorzaakt, waar door men ges noodfaakt word , tot eene gantfche vernieuwing van de Combuis, en bee _halven deze onkosten verliest men daat meede ruim een maand tyds. — Een luie Buffeldryver verzuimd dike wils, en voor alin den nagt, de werk: beesten ’t nodige voeder voor te leg- gen, zo dat ze ongevoerd tot ’t zwaar maalwerk komende, zeer: traag Zyn, en dit verliest tyd in de maling ; — welk tyd verlies, zo in ‘t malen „als byzon- der in 't aanplanten, voor een Molen- houder, van grooter aanbelang is dan meenig een zig zoude kunnen voor: tellen; Dog alles op te noemen, in alle deszelvs omftandigheeden, zoude ad tot eene as uitbreiding; en lass C 50 lastige herhaling van ‘t geene ik reeds te voren gezegt RED » id engen. — Met boite woorden zal ik hier nog maar byvoegen, ’t verlies van geheele kook. fels met Zuiker, door de onkunde en onagtZaamheid van gel Zuikerkooker, ais hy te. veel of te, weinig. kalk by Zuikértietwater doet. — Terwyl de vuurftoker doer eigenbaat tot voor- deel, of door traasheid tot gemak aan- geareeven, meerhoutftooktdan noodig is, om ’er-ten. zynen profyte des te meer houtskoolen van te kunnnen be- komen, of om de moeite der uitdoo- ving, van ’t vuur, na ’t afloopen van de kookfels van de eene Combuis te onigaan, — SC Ae EN: 2TZ ÜIK EERH UAE „Wanneer een modderboer, uit lui- heid den modder niet genoegfuam be- reid heeft, die men ter zuivering van de Zuiker gebruikt, dan fcheiden de daar in zynde waterdeelen ‘er zig te fchielyk vanaf, en vloeïen te fterk door de Zuiker heét ; waar door te veel Zuikerdeelen fmelten, en met de Sen afgeleid worden; ook laat zulks de Zuiker te onrein; en 't ís hier door dav de Zuikerkoeken of brooden, by * uitftorten zodanie door de Siroop dgeverwe Zyn; deal men genoodzaakt is: K [ er C sr J Jer een aanmerkelyk gedeelte van af te fcheiden , ’t welk dan door een ander- malige modderdekking weeder een ver- lies ondergaat, — En dat is ‘t niet al- leen , maar de traagheid van den mod- | derboer veroorfaakt nog al meer ícha- de, waar van ik flegts een ftaaltje zal by brengen. —'T is bekend dat de deugd der Zuiker in de hardheid haarer deelen beftaat, ( en niet zo als veele ten onregten meenen in de grootheid der korrels, ) en dit verfchaft den raffinadeur eenen zwaren arbeid, om de oppervlakte van een met beste Zui- _ker gevulden-pot op te krabben ; waar- om veele van hun, om zig 't werk ge- _ makkelyk te maken, die oppervlakte, met water befproeien en dus ver- weeken. — De fchade hier uit ontftaan- de kan een yder daneen op maa- ken. — By” t kappen en droogen van de Zuie ker, dient de Molenhouder byna altoos teegenwoordig.te zyn, zo hy geen fchade wil lyden, welke hem door onagtzaamheid in ‘t kappen kan wor- den toegebragt; en wanneer zy te droo- gen gezet word, dient hy ‘er geftadig zyne oogen op gevestigd te houden, op dat de uit 't Zuikerhuis, inen uitgaan- de Siroopdraagers, en ander volk die : | D 3 'ei C se tef-onr verfchillende oorzaaken inmoeë- ten weezen, niet:telkens eenige vend ken ont tnéemden: + | - SCHADE IN DE Conesrë. | In ’t-beftek van tgeen men de Cong: fie noemt’, vitmakende. de huisvesting zo van den Molenhouder, als hy zelfs op zyne Molens woont, als ‘de hoofd- bediendens en de gemeene Chineefen;, (waar toe ook ’t Pakhuis: of: Magazyn behoord, daar Ryst, Oly, Zout, Bind= rottings Sroomatten, Spykers, Kai- jangimâtten en verfcheide andere be- nodigdheeden bewaard worden, ) moet niets-.de oplettendheid. van den Prin- cipaal Ontgaan,- of hy kan verzeekert zyn „dat teen “groot: gedeelte: dezer vereischtensin de? ruimte, en dus veel nutteloos uitgegeeven en. verfpild wor- den; behalven ’t geene door de onder= bediendens, lentings genoemd, geftoo- en „word. — De “ontvreemding van weinige klcinigheeden, die de oplét- tendheid, van den, allernaauwstziend- ften. ontflippen; kunnen zo zeer niet fchaden; niaar daär ’er op een Zuiker- molen een continueele' nitgaaf is, doët een aanhoudent verfuim groot nadeel. Dus:heb:ik-de gevaaren der. Lehadb, die de Zuikermolenaar, ij veelerlei Gpzigten in den kridg van zyn beftuur vers C 542 verzellef „voorgefteld „en zalnu-overs gaan, ter ontvouwing van't nadecl , dat uit gebrek aan Gekimiddelen óp zee kere bepaalde tyden, hun voor al in deezen geldelofen tyd nabylegt. SCHADE UIT GELD-GEBREK. _ Gelyk in de tesenswoordige gefteld- heid der menfchelyke zaamenleeving, in allerlei ftanden, ’t geld:te regt ’® reprefentatif is der goederen, als ‘t ges rieffelykfte middel ter vervulling: van de tydelyke behoeftens, zo is ’t zelve voor al niet te ontbeeren in zulke con- ditien , die door den Koophandel. Pen | ftaan. | Geld is ct de dryfveer, die arme menfchen tot den arbeid aanzet, om hunnen nooddruft te bekomen. —’T geld is ‘t gereedfte middel waar door in den koophandel alles kan verkree- gen worden. — Gereed geld is *t eigen: lyk middel, om veele dingen 5 goedkoop én fpoedig te bekoomen. — Met één woord, ‘t geld is de Ziel van de Ne- _gotie. | Ee | „Uitden hier vooren aangetoonden om- flag, welke aan de Zuikerteeld, en dere zelver bereiding verknogt is, volgt na- | tuurlyk, datmen daartoe veelearbeiders | en goederen nodig heeft, — °T getal id do | D 3 CRJ de kosten daar van te fpecificeeren ; zal ik uitftellen, tot dat ik die twee hoofdzaaken , ieder afzonderlyk zal verhandelen , onder de hoofddeelen, van dat ‘er tot den Zuikerbouw en dies aankleeven, VEELE HANDEN EN VEEL GELD, Moeten zyn, terwyl ik teegenwoor- dig maar in ’t algemeen zal voordraa- — gen, wat gevaren en {chaden cen Mo- lenhouder te wagten heeft, zo hy niet op zeekere bepaalde tyden , met bui- tengemeene fommen gelds voorzien is. Die tyden zyn, ’t Chineefe Nieuwe Jaar in January of ‘t begin van Februa- ry. — 'T vertrek der Chineefte Jonken in ‘t begin van July. —’ T Mahomedaan- fe Nieuwe Jaar, teegen ’t laatfte van July of ‘t begin van Augustus. — En eindelyk ’% vertrek der Javanen in De- cember, | SCHADE UIT GELD-GEBREK BY 'T CHINEESE Nieuwe JAAR. Dit tydperk noodzaakt den Molen: houder tot ’t fluiten van de reekenin- gen der Chineefe bedienden, en ’t af- betalen derzelven, beneevens eennieuw verfchot,’t welk zo veel als handgeld _ás, aan dezulken die de Molenhouder in Zyn dienst wil laten. EOD vAn dee d \ C 55 D of anderen die hy in zvn Henst wil aanneemen: — word dit op zvn tyd verzuiind, dan kan hy zis verzeekeren, voor zyne naastvolsende maalings en anplanting, niet anders ‘dan uittchot van werkbaafen en bedienden te zul len hebben „dewyl de goede reeds door anderen aansenomen, en voor ’thand geld verbonden zvn. —Dit articul heeft | te veel invloed op de belangen van een Molenaar , om ‘er onverfchillig om- trend te zyn; — en ’t is beeter een Zuikermolien te verlaaten, dan daarin onkundige werkbaafen en hoofdbedien: den te hebben ‚ wylhde zuülke in ftaat Zyn, door alles te verbrodden; een maatig gegoeden Molenhouder, in den tyd van €én jaar te ruineeren. De ruimte van geld in dit-ty dobeh te hebben ,is voor den Molenhouder zeer voordeelig , doordien hy. als dan ges leegendheid heeft, om van de Chinees fe en Javaanfe landbouwers s Cdie: uit hoofde van den ftilftand des akker- bouws, en daar uit, maar principaal uitde dobbelzugt der eerften, tedeezer tyd fpruitend geld - gebrek, ) zig goed- koop van buffels. te kunnen voorzien 5 en. wanneer deeze geleegendheid vers zuimd word, dan is hy verpligt, by zyne aanftaande maaling. met zwakke, ea in ‘t voorige Jaar door werken afs D 4 gen C 56 3 gefloofde Buffels, 't gantfche maalwerk van den aanvang tot ‘t einde-des faars, en zo als men ligt begrypen kan, met tragen voortgang te verrigten, weegens den overlast van ’t werk, dat naar even- reedigheid van 't minder getal maalbees- ten, en derzelver kragteloosheid ver- meerdert; alzo dat een aanzienlyk ge- tal Buffels,. waar van anders de helfte genoeg zoude zyn, indien dezelve vet en, fterk waren , binnen weinig tyds verdwynen. Ik heb uit gebrek van geld op den regten tyd, den inkoop van nieuwe Buffels in dit Jaar moeten agter „wegen laaten; waarom ik ook tc 47 kokol , zo als ik reeds gemeld heb, in twee maanden tyds 48 Buffels heb ver- oren. — En niet minder heeft ’t ges brek aan goede Buffels deszelvs nadee- ligen invloed op de aanplanting ; — Wie die maar eenig befef van de Zuiker- cul- ture heeft, kan ’t onbekend zyn , wat fchrale gewasfen eene ligte grond -bes ploeging geeft, en dit moet noodzake- Iyk altoos ‘t gevolg zyn, indien men met zwakke Buffels werkt. —- Zelfs ges voeld men hier van naderhand nog de naweëên : want ’t is notoir, dar de fchra« le gewasfen, welke hier uit geboren worden, in 't naast volgend Jaar ges finge afmaalingen uitleeveren’, en dat die de fchade. van den Molenhouder ik bed NE TOU Ais „vere 3 A vermeerdert; ’t geen te aanmerkelyker is, doordien de zwakheid.dier dieren niet toelzat, een uitgeftrek: gond aglten vroegtydig te beploegen, e n dit ver- zuim kan door een naderen in! Bik van fterke Buffels niet heriteld worden, om dat eer zig de geleegencdheid ERE toe prefentegrt, de juist'é “-hikte plant- tyd omtrend verloopen ís:-behalven dat zulk een laateren inkoop, ook by Has met Betis’ zo weéel-seldisefented:, en deeze- fuccesfive aanvulling der maalbeesten met fterke en goede Buf- fels, dan ook, niet veel ‘helpen kan; want, terwyl men den läst van ’t maal- werk van de zwakke beesten vermin- dert, moet dezelve noodwendig opde {terken. gelegt worden; dus deeze „hoe _fterk en fris ze ook zyn, door ‘tover: wigt van den last, bezwyken en ge- Iyk wordende aan de zwakken, met deezen.t’ zamen vergaan; — aldus loopt een Molenhoudergevaar, omeen groot gedeelte te verliezen van zyvne voor- jaarige aanplanting, die in ’t teegen- woordige moest afzemilen worden ; maar nu op ‘t Veld” verdroost en uit=_ gaat; waar door, boven 't verlies van de verfpilde uitgaaf, tot zulk een aan- plantig , de Molenaar nog bezwaard word met de vrugtelooze onkosten, voor ' afkappen van't verdorde Riet; Xe Ds en C 58 ) en ’t vervoeren van ’t zelve uit de Zuikertuinen. “TT ‘verval van ‘t algemeene crediet, t geen 'er anders altoos voor de Zui- kerteeld was, heeft in dit Jaar de mees- te Molenaars, gebrek aan geld doen hebben, en is ook oorzaak , dat ‘t maa- len op de meeste Molens, traag voort- gaat; ‘t welk door de Heeren Gecom- mitteerden uit het Collegie van Hee- ren Heemraaden, die deezer dagen ter opneem van de Zuikermolens afgezon- den zyn, en by die geleegendheid in- fpeCtie van de maalbuffeis genomen hebben, als ’t hun gees kan beves- tigd worden. Na voorfchreeven iele volgd dat van “T VERTREK DER CHINASE JONKEN. Dit is ‘t beflisfend tydperk van ruïne voor een Molenhouder , zo hy niet genoegzaam van geld voorzien is. ‘“T is overvloedig bekend , en door de Molenhouders, dikwyls met groote fchade ondervonden, dat de Chineefe hoofd- en onder-bedienden, en leve- rantiers van houtwerken, kalk , fteene potten, en andere goederen, zig op dien tyd d, metgeen uitftel laaten paaijen: — LY Oe e= Zy zullen eer geweldige middelen ter band neemen, om. betaling te er- langen , dan eenig uitftel geeven. —= ‘Alles moet dan niet alleen voldaan zyn, maar ‘er moeten op nieuws verftrek- kingen gedaan worden, aan de in dienst blyvende bedienden en werkbaafen; terwyl de leverantiers van oly en oly- koeken, ook verfchot van penningen begeeren: en doet men dit niet, dan loopt men gevaar, om de benodigde olykoeken niet in tyds te krygen, immers niet, dan met de grootíte moei-_ te, en dan nog wel ruim een capitaal hooger, als zeanders op deezen tyd, te bekoomen zyn. Nalatigheid in de voldoening van ’t geen men verfchuldigt is, niet alleen, maar ook in ‘t doen van verfchot, of beleening aan de hoofden , onderbe- diendens , en leverantiers verbitterd hen,en zy neemen daar uit geleegend- heid tot moedwil, om ’t Zuikerriet in den brand te fteeken en de Plantagien ten halven bearbeid , te verlaaten ; terwyl de Zuikerkookers en Kaffinadeurs ins- gelyks den dienst weigeren, — Dit laatfte is den Chineefen Molenhouder TAN TEENKOo dit Jaar, en TAN SONGKO die Tjikokkol, ’t zelfde Landgoed datik nu bezitte, had, in Ao: 1782. overgeko- men, — Zelfs zyn de ten halven gee dad (6) derne aanplantingen van den Heer De LALONGUE , en van my dit Jaar, door de groot Mandoors verlaaten ;, eenivk om dat wy betuigden „hun geen hooger foldy te kunnen geeven, wyl de prys van 't produêt zuiks niet toe- liet. Dirt verlaaten eener-ten halve gedaane aanplanting, is van de allernar deeligfte gevolgen voor een Molen- houder; wartom by zulk eene gelee- gendheid terftond een ander groot Man- door in dienst te neemen, (ceri-die ser nogtansnoodzaakelykweezen moet,)is bedenkelyk „… doordien,;de beste. en. kundige elders reeds dienst hebben, en de Ante end die. in groote mee- „pigte zouden kunnen verkreegen wor- den’, te fchadelyk zyn; ja alfchoon men dan toevallig, uit den een of an- deren hoek, een‘ goede groot Mandoor aantrof,” dan maakt deeze als dan mee- | de gebruik van de kennis die hy seft, van des Molenhouders verlee- gene heid, om, van hem veel handgeld, VEREEN boo ger loon te be dingen. — : En was dit da nog maar ’t eenigfte, dat hem doof zülk’ een toeval over- komt, mâar’teeen ‘tergfte van allenis, zulk een nieuw in dienst gekomen hoofde bediende, veronggtzaamt alles uit. on- verfchil hid heid, of door een verkeerde ambitie aangezet, Rs nj dikwyls goêd, | RP moed: | CR. moedwillig alles toe te brengen, om de aanplanting van zynen praedecesfeur zo te verbrodden, dat de-zyne,die hy ftaat te doen, dek te. beeter aanzien hebbe , en door al het nadeel en de fchade, welke uit de. vorige aanplan- tingen ‘voortvloeijen waan. den. vers keerden aanleg en bewerking, van den voorigen groot Mandoor toe te fchry- ven , Zig zelv ten koste van den Princie | paal, eenen goeden naam te verkrygens %-is.dog een fpreukje onder hun, dat de aanplantingen van voorige STOOE Mandoors, niet anders kunnen aange- merkt worden dan als’ friefkinderen. | én daarom “er ook niet meer aan moet gedaan worden, dan zulks in de betrag-t ting der tiefmoeders aan derzelver kins deren gewoonlyk plaats heeft. — On- vermoogen en uitftel van voldoening in dit tydperk, heeft veeltyds ten ge- volge gehad, dat de Zuikerriet- Velden uit eene laage wraakzugt in den ‘brand geftooken wierden, en zulks is den Chi- neefen Molenhouder Tyjua TjiNG- SAN in Ao: 1782. en -1783. weedervaa- ren; terwyl verfcheide andere Molen- houders; ook niet vreemd 2 van zoortgelyke ongevallen. | | Na’ t vertrek der Chineefe Jonken, is ’t gevaarlykfte tydperk, voor eenen. Onbemiddelden. Molenhouder. 4 C 62) *T MAHUMEDAANSE Nieuwe JAAR, Te deezer tyd moeten de Mandoors Borrong, denwelken ’t maalwerk is aan« befteed., worden af betaald, anders wei- geren zy ’t Riet te laaten kappen en _maalen, en ‘t reeds afgemaalen Sap-te _ verkoken. — Wanneer dit werk maar drie dagen ftil ftaat is zulks van eene alleraanmerkelykfte fchade , aangezien ‘t Rietfap , ’t welk reeds half verkookt is, beneevens ’t afgemaalene, dog nog onverkookte Sap, aan ’t gisten raakt en bedervd: — En duurt dit langer dan omtrend agtdagen, dan is al ’t reeds afgekapt, en in den Molen ter maaling in voorraad aangebragt Zuikerriet, met ‘t geene dat op ‘t veld ftaat, waar van het loof en de plantlooten,, afgefnee- den zyn, zo wel ’t een als ’t ander ‚geheel verlooren. — De Buffelhoeder, moet meede af be-= taald worden, of een buitengemeene groote verftrekking hebben; terwylde Javaanfe Mandoors voor hunne boed- Jangen dan almeede voldoeningeisfchen, ten minsten voor een paar maanden ar- beidsloon: — Worden hunne begeerten, niet voldaan, dan vermeenen zy daar: door gerestigt te zyn, om zig te. wree- ken op den Molenhouder, door hem. in zyne onb e{lotene bezitcin, BSE te An | en, C 63 den, op de reeds voorwaards aange toonde wyzen. — Eindelyk gebrek aan geld te deezer tyd berooft den Mo- lenhouder van een voordeeligen in- koop van Buffels, en Houtwerken tot ereedíchappen en Buffelkarren. — Hier na volgt de tyd van 'T NAAR HUISKEEREN DER JA- VAANSE BOEDJANGERS. Dezelve moeten in de maand De- cember afbetaald worden, wil men zig riet bloot ftellen , om in drie of vier astereenvolgende Jaaren geen Javaan- fe Boediangers, tot zyne aanplanting te bekoomen; en mist. men daar in; “dan zulten.-ze na dien tyd, nimmer kunnen verkreegen worden, dan tee-: gen zeer zwaare belooningen aan de- Wervers. — TFT verlies dat de Molen- houders geleeden hebben, by den laatiten en jongst geeindigden Oorlog, heeft hun buiten ftaat gefteld, om de af betaalingen op den bepaalden tyd te- doen, waar door de meeste Molens in deeze twee laaste Jaaren, gebrek aan Javaanfe Boedjangen hebben gehad, en die ze nog hebben kunnen krygen zyn op een zeer zwaaren prys van de- Wervers bekomen: men heeft in Ao: 1784. tot 2. Rds: voor ieder Javaanfen- messias ‚aan de Wervers masjen. Cs zom, C 4) betáalen , daar ze anders voor 24. of 3ö, ftuivers te bekoomen waaren; en hoe’ zeer de ondervinding dezer nadeelige gevolgen ‚ de Molenhouders bedagt maakt; noodzaken hen evenwel dik- wils, de op handen ftaande betaalin=. gen van Molenhuur en Intresfen , om de af betaaling der Javaanfe Boejangers uit te ftellen, en-zig daar door in deze en andere ongeleegenheeden te bren- gen. — Aldus heb ik ftuks- gewys afgehan- deld de gevaaren en de fchaden, die een Zuikermolenaar allerweegen, van. binnen en van buiten omringen: Wes-. | halven ik totmyn derde voor {tel overga, te-weeten | DaT TOT DE ZUIEDR AE LP VEREISCHT WORD DEN DIENST VAN ZEER VEEL MENSCHEN. “In de eerfte plaats komt in aanmer. king, een hoofd die “talgemeen beftier. heeft; ’t zy, dat. de Principaal, zulks zelf is, of een.befoldgde die onder de. _Chineefen Potiar genoemd word: dee ze heeft alleen de Jak en is geadfie. fteert vans Een Schryver die pertinent boel) houd, van alles wat inkomt en úitgaat „ met dies kostende; van de EE AAS C 65 ) aller bedienden en de verftrekkingen:, die: “aan dezelven gedaan “worden , hoofd voor hoofd , ieder by. een aparten post in ’t boek: daar by teffens formeerende: de generale” Casfa- en Winst -en - Verlies- Reekeningen; tee- vens Memorien der Restanten ; — Hy draagt zorg en is ook alleen aanfpree- kelyk „voor ‘thouten den kalk , welken op den Molen gebruikt worden , en ziet “toe ,… dat daar, altoos--een- ge- noegzame voorraad van zy. — Dagelyks moet hy alle de Zuikerpotten befchry- ven, aanteekenen ‘t hoeveelfte kook- fel; door welken. Zuikerkooker. ge- kookt; en hoe: veel. potten. elk kookfel afgeworpen heeft. — Hy moet van derzelver indraaging in ‘t Zuiker- huis;'en de uitdraaging ter drooging, Contra -boek houden; en by ’t afgaan van Zuiker en-Siroop „ altoos geleid- briefjes: meede -geeven.— Den -eisch van Zout, Ryst ,„ Steenen; Potten Pannen, Houtwerken , Kalk; Bindrot- tings en Stroomatten aan-deleverantiers doen ‚na. alvorens. daar van kennis aan “den Potiar. gegeeven-te hebben: Wordende hem een Cachet, onder de benaaming vant klein Zegul van den Molen „toevertrouwd ; „waar meede hy de eisfchen en brieven merkt, en by | C 66) de Teverantiers aanneemely k maakt. — Terwyl ’t groot Zegul, waar meede de Geld -eisch gefchied, alleen: in handen van den Potiar is. — De Schryver moet ook om den anderen dag, de uit- gegeeven lootjes aan de gemeene Chi- neefe arbeiders en Javaanfe Boejan-= gers, inneemen en derzelver getal op een Cedultje onderfcheiden noteeren: den arbeidsloon van een Chinees, voor een’ maand op 30. en die van een Javaan op 3r. dagen; en dit ge- fchied metmerkenin deezer voege ; men neemt een boek , waar in op elke blad- zyde, de naam van een gemeenen ar- beider gefchr&even ftaat, en teevens wanneer hy in dienst is-getreeden , ’t zy Javaan of Chineessalleen. met:dit . onderfcheid, dat indien 't een Javaan is, dan ook daar by bekend gefteld word, van welke troep hy is, onder wat Mandoor hy ftaat, en hoe veel Ryst en Contanten hy genooten heeft: op even dezelfde wyze befchryft men een ftrook papier, dat men in de lengte vouwt, óp ‘t boek legt, en met een „Cachet , dat ‘in roode verw gedopt „is, zodanig ftempelt, dat de helft van „%t afdrukfel van ‘t Cachet , op “t | boek, en de weederhelft op ftrook- je papier agter blyft, en en main Eis C 67 _ beiden een teeken laat: Zodanig brief: je word dan aan de arbeiders uitges deelt, dewelke op die wyze, alle de verdiende daggelden , om den anderen dag, ( onder. te rug gave der lootjes, die ze dagelyks ontfangen, ) van den Schryver ‘er op laaten drukken, zo dat zy niet alleen daar by altoos zien kun- nen, maar ook een voldingend bewys in handen hebben, van ‘'t geene zy by den Molenhouder te voren of ten agteren {taan : Terwyl deeze uit zyn boek ook altoos weeten , en beflisfend. aantonen kan, hoedanig de reekening van een iegelyk zyner huurlingen 3 gefteld is, en dus beide in de onmo- gelykheid gefteld worden „om in ver- fchil Ëé komen ; zelfs niet, in geval ‘er een van 't volk, zodanig briefje kwam te «verliezen ; in welk geval Hy direct een Copia uit ’t boek kan bekomen. — Voorders komt in de derde plaats in aanmerking, De groot Mandoor die de eerfte beftierder der aanplanting is , en wiens werk ‘t is de velden aan te wyzen, en den opzigter over de ploegers te ordonneeren , op wat manier hy die wil beploegt hebben ; mitsga- E 3 deze C 685 ders hoe diep of vlak de plantvoiren gemaakt, en hoedanig in elken reeds beplanten tuin, moet geploegt worden : Ook erdonneerd hy, na ingenomen advis en ontfangen lastvan den Potiar., den. Mandoor Gabees dat is die ’t op= zigto heeft dover? de yiRietkapperss trekkers; maalers, vuurftookers &a:; welken tuin afgekapt moet worden:5 en zend als: dan. in““den: door hem den Mandoor Gabee …dangeweezen tuin, zynveigen vwerkvolk:, dat bes dreeven isin ’t kappen der plantloo= ten, en laat die-doorander volk in mans den brengen ,zter plaatfe daar dezelve moeten geplant worden: en na dat, ges Iyk reeds bevorens by den: omflag ges zegtris, deeze looten voor af,‚van de {chillen , waar meede ze bekleed:waren gezuiverd Zyn „ op: elken -voetítap. twee, dans wel een à twee, in de ge- ploegde voiren werpen 5 voorts Rate: hy, dat and: „Hy. gelast. ook, ter, gep paster tyd, den. opzigter Ov ze de . ploegers „ om met zyn volk d de Oly koeken te laa- ten klein kapp: en „én voegd er twintig man van Zyn troep, of zo veel hy no= dig oordeelt, by ; „welke Olykoeken op „zyn“ bevel gehaald en gebragt Worden, ter plaatfe welke hy canne rl | OQ N \ KO Ook regeld hy de quantiteit daar van by ieder plant, en cindelyk zorgt hy nog, in de huishouding van den Mo- len „ dat ieder zig tot zyn werk bew geeve , et; doe. wat: moet verrigt worden; waar toe hy ’smorgens,quart rna vyven of om half fes‘ vuren „op een koper bekken flaat ‚en ‘t volk tot iden arbeid oproept 5 gelyk! hy» dit ook 'smiddags om een of half twee uuren doet , alleen: fchikken ‚de Mandoors over de Ploegers en Rietkappers, in dit-opzigt zig niet naar hem; maar die gaan ‘smorgens altoos een half of drie quart uurs vroeger naàr.’t veld; dog ‘snademiddags gaat de Mandoor Gas bee, gelyktydig met den groot Man- door uit, terwyl de Mandoor over de ploegers met zyn volk , meede ter zelver tyd hun werk hervatten : en wanneer de groot Mandoor ’s middags tegens half elf uur, uit het veld terug komt, dan houden alle de arbeiders, om en by de huishouding van den Mo- len , meede op met werken. — De groot Mandoor ‘smiddags te huis ge= koomen zynde, flaat om den anderen dag, op een trom, om ’t volk aan te duiden, dat ze Ryst kunnen haalen, en hun lootje teegens merken op hun- ne briefjes inwisfelen, — De Kok, dk std Be, ïC- en CC 700" reguleert zig meede dagelyks, naar de thuiskomst van den groot Mandoor, om dan op de trom te flaan , en het volk ter fchaft te roepen , dat gemeenlyk een half uur, na deszelfs t* huiskomst gefchied. — De groot Mandoor doed ‘savonds, als hy met zyn volk uit het veld komt, ( dat hy voor de woo- ning van den Potiar fchaard ,)aan dezen rapport hoe veel manfchap onder hem gearbeid heeft; waar na hy van den Potiar, zo veele lootjes ontfangt als ’t opgegeeven getal bedraagt ,en aanftonds aan de gefchaarde meenigte uitdeelt; terwyl hy onder ‘t uitdeelen gevolgt word, van een Jenting of eerften on- derbedtenden in de huishouding van den Molen, die een kruik met lamp-oly in de eene hand, en een klein dopje met een fteel in de andere heeft, met welke kleine maat, Hy aan ieder Boed- janger die op dien dag gewerkt heeft, zo van den groot Mandoor, alsaan de Mandoors der ploegers, en de geenen die onder hun gearbeid hebben, een kleine quantiteit Oly toemeet, en na dat de groot Mandoor, de lootjes uit- gegeeven heeft, begeeft hy zig naarde Rivier om te baaden, en by zyne te rug komst in de Congfie, flaat de Kok weder op de die. om het volk tot íchafs C zi fchafen te roepen: — Onder en nae afloopen der maaltyd, doet hy aan den Potiar, in tegenwoordigheid. van den Schryver, Ploeger Mandoor , en Man- door Gabee, verflag van zyne verrige tingen, en word daar in gevolgt van den Mandoor Gabee; terwyl ’er als dan ge- zamentlyk beraamd word, wat ‘er op den volgenden dag te verrigten ftaat 5 want in alles, moet het advis en bevel van «den Potiar ingenomen en geobe ferveert worden. — Daar na gaat ieder zyn’'s weegs; dog geene der Hoofdbedienden , mogen zig van de Congfie verwyderen , of bui- ten het beftek van de huishouding van den Molen gaan, zonder voorkennis ‚van den Potiar. — ’S Avonds teegens 9. uuren, flaat de groot Mandoor, weeder op een koo- per bekken , tot een teeken, dat ‘er geen pasfagie zonder ligt, by en om den Molen gedoogt word. —= Voorts is de groot Mandoor vers antwoordelyk , voor de gereedfchap- pen die tot zyn departement behoo=« ren „ en alzo ook ieder Mandoor in CAERE Volgens deeze en de volgende bee E 4 £chry: Cz) fehryving zyn de huishoudingen, van alle de Zuikermolens alhier ingerigt, en deeze, regel word ook by allen {tipt geobferveert. —-De minste afwy- king hier van voorfpeld niet veel goeds ‚en duid doorgaans aan „of des Principaals decadentie ‚ dan wel des Pötiars nònchalance en Wande voir, — Be Mandoor. over de ploegers „ heeft de ploegbeesten, beneevens de ploegen en kromme mesfen, waar van ieder der ploegeren met één voorzien is, onder zyne verantwoording: — hy “fluit de ploesbuffels ’s s avonds; in een „daar toeafgezonderde Kraal op,enhóud ver dei fleutel van 3 — smorgens tê half vieren , wanné@er de- Kok op de trom flaat „ enhet eeten opdist, voor hem en de gemeene Chineefe ploegers, roepthy zyne ploegers op, doed de Kraal ‚open, en: laat de beesten naar het water dryven +-vervolgens gaat hy met dezel- „ven en de ploegers, teegens half vyf of quart voor vyf uuren naar het veld , en verrigt het geene hem van den groot Mandoor geordonneert is, — ten half _neegen of neegen uuren komt hy weeder uit het veld, laatende de ploegbuffels in de weide , onder op en toezigt van U Mt | annet Een ern enn en « (93) een paar zyner vertrouwde ploegers, ‘die ook het oog moeten houden op de ploegen ,-welké meede op het veld, by. den tuin die men te beploe- «gen ftaät, gelaaten-worden; terwyl hy ‘de spite in gereedheid brengt, waar in mett ‘snademiddags de Zuiker die ergen word, zal inpakken; of zo zulks niet behoevd te gefchieden , dan. knutfeld: hy: het eên- of “an- der, het zy dat hy de ploegen herftelt, die maar geringe verbeeteringen nodig hebben, of iets anders. — °s Namid- dags , wanneer de groot Mandoor op He bekken flaat , fehike hy zig met zyn olk tot Zuiker ftampen, of zo dit niet befehieds dan gaat hy met zyn onder- horigen de brugzen herftellen , paggers binden, of oliekoeken in kleine ftukjes kappen. —— Al dit bywerk doen de ploegers onder hunne Mandoors ‚ tot dat ‘t drie of half vier uuren geflagen ‚ ts,als dan vertrekken ze weder naar 't „veld,.ter verrigting van hun hoofd- werk, te weeten ‘t ploegen, —— Met dat de groot Mandoor naar huis keert, volgt. de ploeger Mandoor met zvn troep hem na, laatende de Buffels naar het ‘water dryven, „en ae ploegen binnen de Congfie tt E 5 __dra- * C 24) dragen en bewaren; waar na hy alle de ploegbuffels teld, in de kraal laat loopen, en die toefluit. —- Als dan komt hy , eeven als van den groot Man- door en zyn onderhorigen gezegt is, met zvn volk voor de Congfie, daar hy ze fchaart, en geeft den Potiar het getal op, die hem daar voor zo veele lootjes uitlängt, als toereikende zyn, dewelke hy onder hun. verdeelt; ter- wyl de enting hem navolgt met de olie- kruik, en ieder een maatje ver- ftrekt. —- Wanneer ’s avonds op ‘t bekken geflagen word, roept hy zyn volk by een , om de Buffels voeder voor te leggen, ‘t welk elk hunner, des voormiddags als ze de ploeg - beesten in de wei los gelaten hebben, daartoe gaat fnyden. — Voorts „Een Mandoor Gabee, Deeze heeft onder den Potiar, het beftier over het geheele maal- werk. — Hy gaat °s mor- gens met de Rietkappers naar het veld, wyst de kappers van ’t loof aan, waar ze ‘t zelve moeten kappen , en verdeelt de Rietkappers in de reijen, die ze hebben af te hakken, draagt zorg dat het Riet wel by den grond, geheel ge- lyk en horifontaal gekapt worde, op dat door een fchuinfe kapping, de _ploeg- CP ploegbuffels op de ftronken niet traps pen , en zig kwetfen en bezeeren ; Teffens ook dat de Rietkappers een behoorlyke quantiteit Zuikerriet, gee êvenredigt naar de kragten der Buffels „ kappen en in den Molen brengen. — Dat ze het voosfe en de reeds half of geheel verftorvene en verdroogde Riet- ftokken , niet met de goeden te gelyk, in bosfen binden en naar den Molen voe= ren. — Dat de Rietkappers ieder voor zyne trekbuffels , een genoegzaame _quantiteit loof verzamelen , om die beesten 's middags en ’snagts daar me- de te voederen: dat de looffnyders daar toe een genoegzaame hoeveelheid kappen en haar den Molen voeren. — Hy moet de hoofden der beddingen in „de Zuikertuinen „ weghakken , de weegen waar over de Rietkarren ge- trokken worden, herftellen ; en alles doen wat maar eenigfints , tot facilitee. ring der trekbeesten, kan dienen;5 — Hy moet zorg dragen , dat de asfen der buffelskarren, behoorlyk ingefmeerd worden. — By eene langduurige droog. te, moet hy de karren om de 8. of 14. dagen, als dezelve van ’t veld ’s voor« middags t’ huis gebragt zyn, naar de ri= vier laaten brengen, en die aldaar tot 's middags in het water laaten ftaan, Dii de: Om | CRD om daar door het fplyten van het hout voor te komen en de kegpennen (forokkang genoemd ) door ‘tindroo- gen der wielplanken niet los raken: — Hy moet toezien en beveelen, zo by dag als 's nagts, dat aan de maalbeesten behoorlyk voeder. voorgelegd word : — En ‘wanneer de -maalfteenen niet wet {taan , moet hy daar van aan den Karre- maker kennis. geeven , en dit aan den Potíar rapporteerén ; — Hy moet zorgen , dat de bak, daar de Zutiker- potten in den Molen, in gelegt worden, altoos met water gevuld zy „ — dat de vuurftooker niet roekeloos ítooke, en de grondzetzels en het fchuim, van En half verkookte Zuikertap, niet g gedaan worde, voor dat ’t zelve aalst droog doorgezypd’ zy. —- De Fournuifen moet, hy van geringe ge- breeken herftellen, Hy moet ‘savonds de in en rondsom den Molen leggen- de „ verdroogde. Rietblaaden , verza- melen, dezelvenin den brand{teeken,en ‘er by blyven „tot-dat ze'geheel enal ver- teerd zyn; Hy moet de-trekbees- ten ’s avonds en ‘smorgens behoorlyk Jaaten wasfen ; en. dezelven ’savonds in een afzonderlyke kraal opfluiten , hun voeder doen voorleggen , ens morgens weder onhe ee VAN er een van an | é ln dee CL Band dezelven geftolen word, of dat ze ef- kanderen door ftooten kwetzen, dan. moet hy ’t verloorene of befchadigde aan zyn Principaal vergoeden ; Dog wanneer zulks voor ’t bekkenflag , C't welk ‘savonds omtrend ten ne- gen uuren gefchied , ) komt voor te val- len, dan is niet hy, maar de Mandoor Botrong desweegens aanfpreekelyk. Nu’ volgd een Karrenmaker wiens. hoofdwerk ís, de maalfteenen in een goeden ftaat te houden; — Hy moet 't minste gebrek daar aan terftond herftel- ten, by nagt zo wel als by dag ; — De Buf- felskarren ‚ Ploegen en Vaatwerken on= derhouden 5 — Alles moet diret en zonder uitftel gefchieden; de fchaakel van ‘twerk , waar meede’t een aan ’tan- der verbonden is, lydgeen den minsten inbreuk. — Is hy onpasfelyk of ziek „ hy moet zorg dragen , dat een ander het voor hem doe; — Andere zaken kune nen nóg wel eenige verfchuiving: vee= len, dog die van een Karrenmaker in het geheel niet. — Voorts heeft hy al. le de houtwerken , tot de maalfteenen „ karren en ploegen toe onder zyne be- Ree, en, verantwoording. — iFfier, by. ‘komd een Smit, deeze moet alle-de yzere gereedfchappen’ sen gebruike van den Molen, nieuw meae Caf) maken, en als ‘er iets aan manqüeett herftellen. —= Een Hoofd- Buffetwaster, dat altoos een Javaan is, heeft alle de maalbuf- fels, welke tot ‘t maalwerk gebruikt worden, beneevens die welke ter waar loopen , onder zyn opzigt en ver- antwoording 5 terwyl na de maalingtyd, ook die welke ’t Riet trekken, onder hem gefteld worden: — Hy moet voor dezelven zorg dragen; dat ze op de beste weide geleid worden: — Wanneer een derzelven ziek is, moet hy daar van in tyds, aan de Congfie kennis geeven, en zulks gedaan hebbende, is hy buiten aanfpraak voorde gecrepeer< den: alleen brengt hy dan , den met ’t teeken van den Molen gemerkten hoo- ren, in de Congfie, waar voor de reeke- ning zyner adminiftratie gecrediteerd word; daaren teegen moet hy vooralles , wat verlooren gaat, betaalen ; vooreen zwarten Buffel r5.en vooreen witten 10, Rds: — Overigens heeft hy met nie- mand anders te doen of uit ftaande, dan met den Potiar alleen. ——. Twee lentings: deeze menfchenmoee ten alles verrigten, en doen verrigten ; wat in de Congfie, den Molen , en de rg reDUMen te,doen valt. — Ze moe- ten, C 29 j ten boodfchappen doen, Ryst en Olie verftrekken; —- By ’t droogen van Zuiker, dezelve uit draagen, ftorten, en kappen ; nu en dan in de Zui kertuinen gaan, ’s Nagts de wagt hou- den , van alles wat voorvalt kennis geeven aan den Potiar; — Kort om, hunne bezigheeden ftrekken zig tot al- les uit, waar toe de Potiar goedvind, hen te emploieeren. — __ Twee Mandoors Borrong, aan wien voor een vast geld, by elke maand maalens, ‘t geheele maalwerk aanbe- fteed word; waar toe ze de vlgende perfoonen moeten bezorgen. — Twee Loofkappers en voerders , _ voor de Maalbuffels, Twaalf Rietkappers en Wells: Ses Rietmaalders, Een Waterdrager. Een Vervoerder van ’t uitgeperst of afgemalen Zuikerriet. — En wiens pligt * meede is, om de maalbeesten inden, Molen voeder voor te leggen. — Vier Vuurftookers, of in ’t geheel &6. man, behalven, nog | Een C 80 ) Een Maudoor Gabeevover hur.=e Hike ze Mandoor ftaat meede onder be- taling van de beide-Mandoors Borrong, en moet ‘t vermoeid en ziek geworden volk onder hen ; fuppleëeren met ande- re. gezonde en frisfe manfchappen.— Voorts, ftaan de vuurhaaken. en Per Transport Ras A0 Ae ken der Zuikér, „voor, cen | maand | Zn Behalven aft! ghiëten” | einog voor ie kooken van de Siroop tot Zuiker , Ter: der van een’ kookfel , al was ’t ook dat flegts En baly Sirdop, by élk kookfel tot Züiker. verf. kook S nT ds! 5 ög De g 54 ú ET s 5 E en 3 An 8 8 gie ë 8 , EE 4 3 5 a {EENSS| 8 a. ee Kö 3 E 85 8 z Ren DE: 3 [2888 3 e 58 EE ee 8 5 kr) Eoloäl 5 s © 5 ER Re 3, wa Á-f [Ye] „TRS 9 pa U a À ac pe 5 SCEE ov R= Sé ei o 5 | Be 1E je zjn Í ee u nn 5 Vl nn | END a B ait Eg van een Zuikermolen. | Ryxdaalders Ryxdaalders Ryxdaaldets Ryxdaalders | Ryxdaalders : ; | \ 7452. s 2010Pz 9462. fz 4845. z 4617. = 2 5o2g.s AIT 2 2 5550. z= 3859, 2 z 5604. > 3708. a 7452. 2 2345. = 9797. Î = 5647. = 4150. 2 z Óroo. = 3679. = z 6475. z 3322. = 2 6538. = 3259. s 7452. = 2680. z 10132. | = 6460. = 3672. z zi 6972.ve 3L6Oe z s 7400, 2 2732. s z 7472. s 2660, z 7452 z 3OI5. = 10467.  =- 7267. = 3200. = ar 7843e= 2624 = s BIL. re TAL Is = 8406. = 2061. z 7552. z= 3350. z 10802, | = 8075. = 2727. z 2 8715. z 2087. z z 9250. z 1552, 2 = 9340. z 1462. 7452. = 3685. ve 11137. } = 8882. = 2255. = 2, 9586. z 1551. z z 10175. s 962. £ z 10274. = 863. z 7452. = 4020. = 11472. N= 969o z 1789. z z 10458. z IOI4. = z IIJOO. = 372 = s [1208. 2 264. z 7452. z 4355. <= 11807.’ J = 10479. = 1328. z z 11329. <= 478. = z 12025. s ——= : 118 | z 12140. z A 7452: = 4690. = 12142. f = 11305. <= 837. z z 1220N, sz ——— z 59. | 2 12950. £ ——= z BoB, | s 13076. 2 z 934 7452. = 5025. = 12477. | z= 12112. <= 365. z 2 13072. = genten SOR IIIA Sne E11 308. s I4OIO Pam tn (N52 300 12ÖT2 ie TORO sn en MOB NIA ee KI Ne 14800. ; —— z 1988. | z 14944. 2 —— z 2132. 7452. = 5695. z 13147. { = 13727. 2 —— 2 580. fz 14ÊI5. 2 —— z 1668. | z 15725. £ —— z 2578. | 2 15878. 2 —— z 9791. 7452. z 6030. = 13482. f = 14535. 2 — — z 1053. f'z 15687, z—— z 2205. | z 16650. ; —— z 3168. | z 16812, z —— z 3330. 7452. z 6365. s 13817. fz 15342. 2 —— z 1525. Hs 16558, s —— 4 27gde ha 17575. 2 == 2 3758. ba 17746. 2 —— £ 3929. aal » Sf EC a As ea Wi & Ts he aj veer he he d ess te BE ed % k - Ed ESN 3d se JF he C 129 ) Voor en al eer ik tot eenige aanmer. king kome, zal ik de voorwaarts be: loofde bewyzen voorftellen, te wees ten. Dat een Javaanfe Boejanger , aan een planter ’s daags ruim 75: Stuiver komt te ftaan. _ De Javaanfe hs die op een Molen werken, worden door wervers, van Java uit ’t gebergte Jaarlyks aan- gebragt: —- Deeze wervers , moeten daar toe een zeekere fomme gelds , aan de hoofden der Campongs of Nego- ryen, daar dat Volk t' huis hoort , be- taalen 5 terwyl ze in het herwaards voe- renderwervelingen,dezelven vry trans- port moeten verzorgen, dat is; ze be- talen ’t pasfagie- geld op elken post of plaats daar Europeefe Opfigters Com- pagnie’s- weegen gefteld zyn, geevende aan ieder Posthouder of Opfigter 5 voor elken Boejanger een zeekeretan- tum, van één of twee nieuwe dubbelt- jes, ‘t geen was ‘t{legts een enkelde tol plaats, in zig zelve van geen aanbe- lang zoude zyn, en om dat ‘t zeer weinig kan uitmaken, voor ieder Post- houder, in vergelyk van ’t ongerieff, dat men door ’t gemis van die lieden anders zoude hebben, zonder teegen= {praak ED fpraak betaald word, (of fchoon ‘ef geene ftatütaire wet van zy ,)ten einde - daar in niet gecontrarieerd te worden; maar ’t welk eevenwel, doordien dee- ze tol van post tot post gcheeven word , den Molenhouderen door de. Wervers , tot Een Ryxdaalder per man in reekening gebragt word. — In ’t jongst gepasfeerde- en 't voorige- Jaar, hebben de Motenhouders ‘er meer voor moeten geeven. —- Zulk een Boe- janger nu behoeft op een Molen niet langer te werken dan 4. maanden, dat is, hv moet 4. briefjes hebben te goed gemaakt, ieder van 31. dagen: Zoo dat dit articul voor ieder kop in de maand te ftaan komt, op Rds:ij —= (12: Daar en boven, geniet | | ieder Boejanger in de maand ruim een bottel Olie, en omtrend een hal- ve gantang Zout voor niet, kostende e ° Ei omm 18 By welke toegift de Boe- | fanger Mandoors, (zynde dezelfde die ’t volk gewor- ven en op den Molen ge- bragt tide hoofd Cr ns EEn oema bast Transporteere Ras: - 50% voor. C iz ) Per Transport Rds: — ‘30: Hoor hoofd , voor ieder Boejanger , in de maand genieten een bottel Olie, een halve gantang Ryst; en 8. ftuivers contant, 't geen op de Boejangers ge- reekent, voor ieder kop 5 ter maand bedraagt …: , «| [26 „ Terftond . by de aan- komst, ontfangt de Boe- janger or, ftuiver contant; en een halve gantang Ryst, meede voor niet, welke beide articulen ; ;. gebragt over de 4. maanden, die dezelve flegts op- een Molen werkt; voor ieder | maand te ftaan komt op s | —= | 2%: mn wg en hed En dus ’t een by t an- der genomen,buiten ‘t geen | nog te volgen ftaat . Rds: zi: af „Voorts ontfangt een Boejanger zoo lang als hy op den Molen blyft werken; Transporteere Rds; zz: 4% ia | ep Cue ) Per Transport Rdsy 1: 4r op elk briefje, dat met | 91. dagen volteekent is. «| —- 18: 4 Gantangs: Ryst: viene De iedee En by de afbetaling in voldoening, aan contant z|- 2: 4: Aldus blykt dat een Boe- janger voor zyn 31. dagen werkloon , aan den Molen- houder te ftaan komt Rds: 4: 405 Terwyl dezelve zoo hy | maar 6. ft: per dag moest verdienen , ( de gewone | prys „ waar voor men by andere geleegendhee- | den, en tot ander werk de Coelys een zoortgelyk | werkvolk , dat zig in de | Staden. derzelver:. nâ byheid onthoud , en zig daar gebruiken laats Ben si woorlyk huurt, ) voorzyn 81. dagen niet meer zou | moeten hebben dan … „|! arn Dus meer dan ‘t gewone Coely-geld van6. ftuivers | ter maand voor elken Boe- : janger … … … « KRdsi — 46 ri Zegge C:o135 A Zegge fes-en- veertig ftuivers en een halve duit, inkomendé op ruim 15. ft: ep ieder dag; waar uit dan beweezen is, dat ieder Boejanger aan de Molen- houders ’s daags ruim 75. ft: kost: — Ondertusfchen zal men verwondert ftaan, wanneer ik zegge, dat diezelve Boejangers, boven dit alles , nog ruim 15 ft: 'sdaags, ten lasten van den Mo- lenhouder komen. —- TT geen men evenwel zal moeten toeftaan , als men in aanmerking neemt, dat ieder Boe- janger zyn eigen pot kookt, waar toe hy zig, van des Molenhouders duur gekogte en opgeftapelde brand(toffen bediend , en daar by nog naar den fnoep- agtigen aardt van dat volk ‚en de fchoo- ne geleegendheid die ze ‘ertoe hebben, van des Molenhouders Zuikerriet. Niemand zal my hoope ik befchul- digen dat ik op te veel kleinigheeden agt fla: immers ik vertrouw dat dezul- ke het niet doen zullen, die weeten;, dat de beftendige welvaart, ende voortduuring van een back A: zy in den gemeenen burgerlyken, Zy in den handeldryvenden , ja zelfs i ie den vorstelyken ftand,alleen gegrond iS, op eene behoorlyke naauwkeurige op= lettendheid, eene zuinigheid g'even- reedigt naar de betr.kking waar in men 13 gelen C 134 ) iss dog voor al moet dit osconomis overleg plaats hebben, in zulke huis- houdingen ‚ daar door veele kleine, maar t’ zaam genomen egter hoog - lo- pende uitgaaven; de daar naar, uit de verzameling van veele kleinigheeden geproportioneerde groote inkomsten, moeten getrokken worden, en dit is de (tand der Luikermolenaren; groo ter inkomsten hebben ze niet, dan die ‘t- gevólg zyn , van een naauwkeurig | toezigt op de uitgaven en de voort- brengfels hunner Molens , en terwyl door. veronagtzaaming de voordeeligfte geleegendheeden verlooren gaan,en de mindere , welke door eenen zamenloop van gunstige toevallen, denzulken nog __ voorkomen, ten laacften ook senlek nen. Deeze grondregul is ‘took die my gedreeven heeft, om alles met de mo- gelykfte accuratesfe na te gaan ,om op te reekenen , wat en hoe veel de brand- ftoffen voor elke maand maalens , aan den Molenhouder komen te (taan, en keb bevonden dat op weinige na, de meeste Molens in dit Wester - Quar- tier , zelfs met den voorwaarts opge- geeven prys van 270. Rds: niet toe= „komen, en ze my zelfs ook vry hoo- ger koomen te flaan, wanneer ik de huur, 65135 Y ‚huur reeken, welke ik anders zoude kunnen krygen, voor myne houtbos- fchen ; en waar toe ik oordeel bevoegt te zyn, dewyl dezelve niet behoren , tot de Zuikermolens, die ik teegen- woordig bezit; maar tot een geheel an- der ftuk Lands ’t welk ik wel 9. Jaaren bevorens door koop in Eigendom vere kreegen heb; Voor en al eer ik de omgelden der brandftoffen fpecificeere , zal ik korte- Iyk de Molens -opnoemen , en van _ waar dezelve brandftoffen haalen , om daar door aantetoonen, de oorzaak van den hoogen prys, die de Molens houders daar voor moeten betaalen. …_ „De Zuikermolens in dit Westere Quartier, verkrygen derzelver brande ftoffen , namentlyk … Die van Zonkong uit de Bosfchendie de Ed: Comp:, aan derzelver houder in huur heeft afgeftaan voor 400. Rds: in ’t Jaar, zynde gemelde Bosfchen genaamt Katoemagousan en Aantjalallé, geleegen aan de overzyde van de Rie vier Tjiedanie, omtrend 4. â-5. quar- tier-uur-gaans Landwaarts in , waar door de trekking der brandftoffen, in twee keeren moet gefchieden, om I4 een 76e FBR) vervolgens met vaartuigen overgebragt te worden. — Die van Zjikokol en Babakan , krygen het bout uit de Bosfchen van Zielidoek „ L'ondok Seroet , en Tagal Rottang ;’t begin deezer Bosfchen is 9, en 11. quartier- uur gaans van den Molen geleegen:en het hout moet eerst met Buffelskarren, in drie togten naar de groote Rivier genaamt Tfiedanie getrokken, en dan wet vaartuigen afgevoerd worden. Die van Parangkoeda, haalt de brand ftoffen uit de Bosfchen van Bantam, genaamt Onnam , Carret , Sapatan en Priok, en is genoodzaakt ze door een anders Land te laaten trekken, en aldaar op te ftapelen, om vervolgens met vaar- tuigen de Rivier opgevoerd en totaan de Molens gebragt te worden, Die van Cadauongs, over en deeze zyde, hebben Bosfchen in de naby- heid, gelyk meede de Molens op Sa- Clapadjan, zo deeze laatfte met die van Cadauongs overzyde, geen gebruik maa- ken van de door den Eigenaaren ge- huurde Bosfchen, in het Bantam{che; dog waar van ze zig wyzelyk bedie- nen,ter bezuiniging van hunne eigene Bosfchen:; terwyl de eene Molen op É co Daar CE 15 3 Daalvliet , of Pacajangan, brandftoffen . haalt, uit de in 't Bantamfíche geleege- ne Bosfchen Sarakan en Rauwaklaut, en zulks in gemeenfchap met de twee Molens op Pazcallang. De twee Molens van 7ugal Angus, worden voorzien uit hunne eigene Bosfchen in de nabyheid, dog ’t welke derzelver Eigenaar, nogtans op een vry hoogen prys komt te ftaan, ter oorzaake der ylheit van ’t Bosch, en den moerasfigen grond , waar door de afvoer naar mate van de kapping, nood- zakelyk fpoedig verwydert, en met kleine canoos tot halverweegen toe ge. fchieden moet, waar na nog, Buffels- karren worden gebeezigt, om ‘ttotaan de Molens te brengen — Met even zoo veel moeite, en zwaa- re onkosten, worden de brandftoffen verfchaft, aan de twee Molens op Camz- pong Malayo „alwaar maar zeer weinig goed hout, Apie Apie genaamt; dog meerendeels , een zeer ligt en voos hout, onder den naam van Kaijo Pií- dada valt , dat weinig vlam geeft, en meest (meulend verteerd. Met gelykzoortige brandftoffen k goet ook de eene Molen op Campong 8 | 5 Lee C 138 ) Lemon, zig behelpen: ’t transport ges fchied daar eerst met kleine canoos door kreeken. naar de groote Rivier, en vervolgens met groote vaartuigen , de Rivier op tot aan den Molen. De Molens op Dadap en Camal, zyn van ligte branditoffen overvloediglyk omringt „ ook behoeft de Molen op Capok geen groote omgelden te maken, om zig daar van genoegzaam te vers zorgen: waarom de huur ook dubbeld, of eens zoo veel is, als die van andee re Molens. De Molens op dJuké en Boedjoeng Riengiet, hebben weinig brandftoffen, behalven ’t geene die van ’t laast ge- noemde diftriét, by mistasting der kap- pers, uit het Bosch van de Molens op Zolok Naga fprokkelen ; welke Molens met een zeer goed Bosch, in denaby- heid, op eigen grond voorzien zyn. —- VAN DE BRANDSTOFFEN ZELVE. ‚De ftoffen, die op de Molens tog brand verftrekken , zyn niet alle van hout; maar op. de meeste Molens; worden bamboefen geftookt, die on- derlaagen moeten hebben gekapt van gabang-ftammen, een zeeker zoort van | wilden Palmboom: de kosten 16. & 18, tet C 139 ) 28. tot 20. duiten het ftuk , terwyl «andere zig gedeeltelyk met uitgema- den Riet behelpen, dog alleen om ’t reeds half verkookt Zuikerfap tot een Zuiker -weezen te brengen, ’t welk nu zulk een heevig vuur niet vereischt, als wel by de eerfte kooking : waartoe de zodaanige dan de vastere brandítof- fen bezuinigen, en niet om dat dit bee- ter- koop uitkomt; want het ftooken van ampas , of uitgeperst Riet, is zeer kostbaar; doordien ’t zelve wei- nig effeêt doende, eene groote hoeveel- heid vereischt , ‘t geen men dan verpligt is, op te laten zamelen, en tot bosjes zaam te doen binden, waar door wee der nieuwe omgelden ontftaan. Indien nu een Molen in 't Wester- Ouartier, reedelyk goed hout heeft, dan benodigd dezelve tot het kooken ‘smaands, 46. â 48. vademen vers ge- kapt hout, daar men in Oosterveld, fchoon ’t in de zaak op ‘t zelfde uite komt, daar toe minder vademen be- hoeft, om dat men aldaar gewoon is „ *t hout tot langer ftukken te kappen: Maar is ’t dat men zig van bamboefen moet bedienen, dan kan men niet min= der als met 85. tot go. vademen toe ; on- gereekend de onderlagen van gabang. 3 C 140 ) Ik zal eerst de Reekening van ’t hout, en daar na van de bamboefen opmaa- ken: — De Molenhouders befteeden doorgaans de leverantie van brand- ftoffen voor de Molens, als dezelve uit afgelegene bosfchen moeten ge- haald worden ,aan zeekere daar toe ge- ftelde hoofden; alzoo 't kappen, trek- ken en af haalen van ’t hout, van zulk een grooten omflag is , dat dit volftrekt , een aparte maneance op zig zelve vor- dert , en de Molenhouder reeds te veel bezet is, met het geene tot de aanplanting en maaling behoort, om zig daartoe naar behooren te verleedi- gen, zonder andere zaken, die zyn toezigt en byweezen, meerder verei- {chen , te waarloozen:: maar zut: ke die hanne brandftoffen , uit de na by geleegene bosfchen hebben, kunnen met meerder voordeel, zelv zig daar meede bemoeijen; en doen dit ook, met behulp, van één of twee Man- doors over de kappers en trekkers; waar toe de Molenhouder zyne ei- gene Buffelkarren bezigt, en die ook voor zyne eigene reekening onderhoud, mitsgaders de benodigde Buffels, dan wel geld aan de Mandoors geeft, om daar voor Buffels te koopen: maar dan Joopt de rifico van ’t fterven en weg= raken C mm) raken der Buffels voor reekening vän de houttrekkers, welk vooruitichot naderhand afgetrokken word, van ’t geen zy komen te verdienen, voor ’t kappen en trekken der brandftoffen, dat na behoorlyke afleevering, by ’t va- dem betaald word, geregeld naar mate van de afftanden der bosfchen; zoda- nig dat, fchoon men voor een vadem, uit een bosch, t welk zo naby is, dat de karren eens it kunnen heen en weeder gaan 12. Rds: betaald ; evenwel ’t voerloon voor dat geene, ’t welk men uit verder afgeleegene ftreeken be- komt, en waar toe de karren twee da- gen, om eens heen en weeder te kee: ren doorbrengen , daarom niet verdub-. beld ; maar C uit aanmerking, dat de moeite van ’t laden en losfen der karren t zelfde, ja in ’tlaatfte geval zelv min- der is ,) flegts 25. Rds: de vadem geeft: want daar ze nu den eenen dag laden, en den volgenden losfen, en dus een groot gedeelte van den arbeid in twee — dagen verdeelen , moeten ze in ’t eer- fte geval, alles op eenen dag verrig- ten , waar op de trage Inlander in 't byzonder, zyn reekening maakt. Op deeze wyze is ‘t dan, dat men altoos zorgen moet op de Molens tegens het Najaar, een voorraad van 120. tot 130. va- Cue Dy vademen brandhout, tot de aanftaande maaling in het Voorjaar , gereed te heb- ben: dewvl de maaling gemeenlyk in de maand Maart of 't begin van April be- sint, in welken tyd de weegen in ’€ bosch, nog te nat, en dus tot’t hout- trekken onbekwaam zyn. — Dan hier „door is dit hout; dat dus 3. of 4 maanden aan wind en regen geëxpo- neerd word; een groot verlies onder: worpen, zoo door de verrotting en uits drooging; als het overdadig gebruik, dat daar van door ’t volk van de Cong- fie gemaakt word; behalven ’t geen; de dieven , uit ’t moten- en andere volk , der nabygeleegene Campongs daar van fteelen: zoo dat voordie 120, of 130. vademen, niet meer kan gere- kent worden, als ten hoogften go. of EOO. vademen, ‚ middelerwyle dat de uit-= drooging en verrotting , ’t hout zoo gt maakt, dat ‘er omtrent een derde meer nodig is, om zoo veel hitte te geeven, als men anders aan vers ge=_ kapt hout zoude behoeven te beftee- den : wanneer men nu dit verlies brengt ; op ‘t overgebleevene hout, in compa-= ratie met het vers gekapte, zo moet men reekenen, dat ’t zelve al, na eens Zoo veel kost. — Uit C 143 ) Uit dit alles is dan gemakkelyk op té maken , hoe veel die Molens, welke hunne bosfchen in de nabyheid heb- ben, voor hun brandhout betalen, nas mentlyk Aan Kaploon van ieder vadem houtssauerkad Bids Aan trekloon eens op Cam dat ben hen Voor onderhoud van een Mandoor,in ’t Jaar 120. Rds:, en deeze Som ge- bragt over 300. vademen , iets meer ofte minder , ZOO vermeerdert dit ‘t kosten- de van ieder vadem met “T verlies van go. vadems op den gantfchen opgeleg- den voorraad van 130. vade- men, door overdadig ge- bruik en dievery, benee- vens nog 20. vademen, die door de injurien van de lugt , volgens ‘t geene aan- „ geweezen is, verteert en vergaan zyn; en de Bn minderde fub{tantie van 5, tA — | O8 Transporteere Rds: 3: 8: C 144) Per Transport Rds: 3: ‚ 6: van ‘t geen ‘er eindelyk gereekent kan worden ,re- | ëel over te blyven jen dat dus door ‘tligter branden, meede als verlooren moet geagt worden, bedraagt ’t één met ’t ander genomen ec: ct 130. Rds:, dat ins- gelyks over de 300. vade- men gebragt wordende, ie- der derzelven bezwaard mek PALMA jet validen er arn, ter Alzoo dat ieder vadem brandhout, ten gebruike ven een Zuikermolen, te ftaan komtop … «… Rds. 8: ra8s Dan onder alle de Zuikermolens , die hunne eigene Bosfchen in de na- byheid hebben , ken ik geene, die hun brandhout tot deezen matigen prys _erlangen, dan alleen die op Cadauoug , aan deeze zyde de Rivier Tfiedanie, Tolok Naga, Camal Lailop en Capok; tot dewelken men meede zoude kunnen: brengen, die van Cadawong en Salapad- jang aan de eene zyde dier zelfde Rivier, z00 Ze niet verpligt waren de brand, _ ftof- Gra: fteffen uit het Bantamfche te haalen, doordien de Bosfchen aan die Molens behoorende ongenoegzaam zyn om het benodigde hout op den duur te fourneeren. — De andere Molens verkrygen de brandftoffen, niet dan tegens een vry hoogeren prys, en zZulien meest in dit ftuk ; met de mynen ten naasten by gea Iyk. ftaan , behalven die van Campons „Lemon en Zal dAugus; waarom ik de onkosten , die ik moet maken, om brandhout voor myne Molens te be- komen, naar waarheid alhier zal ter needer ftellen5 tén einde daar uit bly= ke; op welken: prys, de brandftoffen aar de meeste Molens te {taan koo- meù: en op dat elk, van de waarheid myber opgaave moge overtuigd wor. dert.s::20 onderwerp ik mw, aan't fcherpst onderzoek van een ieder,die daar aan tw\ffelende,“de curieusheid: had, zig daar toe te verleedigen 3 en ver= bind mv, den zeodanigen, daar toe op myn Landgoed, van waar ik brand= ftofFen voor myne Molens kryg, op alle moogelyvké wyze, in me ondernee- ming te faciliteeren. — Voor de vier Molens die ik hebbe. Cdog waarvan in ’t Jaar 1786, maar K voor Cue ) goor drie aangeplant word, uitgebrek van goede Zuikertuinen ) onderhoude ik een Mandoor die zorg draagt voor % kappen , en dat 'er fteeds eën ge- noegzaame voorraad, gekapt en ge-_ trokken word uit het Bosch, tot voor myn huis te Zjteledoek: deeze man ver- dient Jaarlyks zoo aan geld als Ryst en; OlWs Mingeroet AA HE SEE RDS ‚Nog. een ander Man- | door, die gefteld is, voor de goede en onbedriegely- ke ftapeling van het hout, voor het huis, en dat ’t „zelve fpoedig naar de Ri- vier getrokken worde ; die „teffens reekening moet houden, van wien het hout les ver aangebragt, en door weik | hoofd ’t zelve geleeverd word „ mitsgaders by-el- ke afvoer te. water, een geleid briefje meede geeft, waar by de quantiteit die afgaat ; en de naam van den Juragan ( Praauw- of schuite- voerder ) . uitge- drukt ftaat: deeze, geniet Transporteere Rd: 153: 362 € MS WP Per Transport Rds: 153: 86% __daâr voor Jaarlyks i in het Dd geheel: 5 ih % z | TOO: __ Een hour vaster aan den Rivierkant, zo aan geld als | Ryst en Oly IEN EET WS mie Twee Karremakers tot het Ónderhouden- van 6o. houte karren, voor de vier Molens . s | IO: | == Voor hodtwerken tot de karren . : ikk: 6: 123: Voor reparatie van vier. groote Chiampangs, (een zoort. van groote Schou- | wen ) in het Jaar …. … =| 160: | e= Voor verlies op 1000. _ vademen ruim, die Jaar- lyks op de vier Molens gebruikt worden : welk verlies men veilig op 100. vademen:in ‘t Jaar reeke- nen mag; dog waar voor -| om buiten aile verdenking te blyven, als of ik deeze reekening wilde grosfee- ten , flegts de helfte of 50, vademen , en den prys Op eit pn Transporteere Rds: Goot — K 2 ____ _Rdss C M4) sn or Pen eFransport.Ruds:) 6oo: f — Rads: 5. ftelle:; zoo issdit. | articul een bezwaar van | zee _Alzo0 dat de vaste om, gelden ín ‘t Jaar ‚om 1000, vademen brandhout, voor myne vier: Molens, te-ver-, Schaffen, een Som uit- sie Mi maaken van … -… „os; Rds: ” 580: — _ e-En“dezelve- aldus voor éädr vac beloopen Rds: Voor ’t kappen van een vadem „ betaal rene Olt Voor’ 't trekken Eb ei ve kt Bosch ti: En Voor ’t; trekken + paar de | Rien fs > zj Voor ‘Lafvoerénn mét dêr Chiampang tot aan Zala- | kan, de naast bygeleegene | myner Zuikermolens vaa Voor ’t! wegbrengen van ‚ den Rivierkänt en Kad De Welke bedels hoog N : Transporere, Rds;, 5: 16 jrk eren) S < ® np Pe ad bi hd noe er den / “: jp Swe Sch RN den C fs Dy _Per Transport Rdsi)- nodig is, om alle bedrog | voor koomen: ZOO, Van: | de. kappers als trekkers en afvoerders 5, want, del …, bevinding «op de Molens moet.met de:betaling van -|. de ‘kappers ‚en vervoer-A | ders , zo niet volkomen overeenftemmen;, ten mins- ten maar zeer: weinig ver-. fchillen, of, ’t isblvkbaar, dat men benadeelt word. — 2E Land waar ‘t-Bosch: 4 is; door my apart gekost Jr zynde;en voort daar op |: beleende Capitaal-interest | moetende betaalen sis ’t billyk dat ik op elken va- | dem zoo veel reekene, als een anderaân Bosch- huur moet geeven, dat al- toos gefteld ís voor ieder br OA EG Sort ALE prm „Komt vooreen -vadem …o …: brandhout velen Rds:: 176: 1:16: Even zoo kostbaar, iets daarboven of beneeden , komt ’t brandhout te K 3 q taan; C 6 ) ftaan, aan de Molens op Lenkong en Zjiekokol, dog die van Parangkoeda moet 't zelve tegens een enormen hoogen prys betalen: buiten deezen, ftaan die van Pacajangan en Campong Malayo ‚ naar 't een men daar van verhaalt, met my omtrend gelyk, fchoon ik in ’t denk- beeld ben, dat die van Pacajangan , "er al vry meer voor moet geven. Alzo blykt dan ten klaarften dat ik, en de met my in dit ftuk gelyk ftaan- de Molens, in een maand, vry meer voor brandftoffen nodig hebben, als ik daar voor op myne reekening voorwaards gefteld heb , welke ik we- zentlyk in alle opzigten zodanig hebbe vermindert, dat niemand dezelve voor bezwaard zal kunnen aanmerken. De Molens die met bamboefen ftoo- ken , doen dit ook al niet voor veel „minder, want aan kap- en trek - loon kost het vadem op zyn minst et. Rds:; wanneer zulks geheel aan een hoofd word aanbefteed; en zoo men al vere onderfteld , dat een Molen genoeg heeft met 85. vademen bamboefen , voor een maand maalens, gelyk ik my verzeekert houde, dat dit in der daad eer meerder als minder bedraagt, dan, SRE komé Cr TAZ komt deeze zoort van brandftofen nog te ftaan op . … Rds:f ara: f 24 Voor 6oo. gabang in de maand tot onderlagen, die gelyk bevorens reeds ge- zegd is, volftrekt tot ’t bamboefen - vuur vereischt. worden 44 Pr &E0 sl 90} Voor uitgemalen Riet, | dat aan draagloon,en voor ‘t binden tot bosjes 6. ft: de roo. bosjes kost; waar van voor eik kookfel met twee fournuifen, 300. bos- fen en dus 6oo. voor een kookfel , met beide com- buifen, of voor de kook- _fels van een maand 18000. bosjes benodigt zyn, be- draagt EA el 22: ho4: Aan, de vuurftookers moet voor elke maand maa- lens 4. ropyen meer be- taald worden, ingevalle een Molen ‚bamboefen | BE rn eN 2: 124: Zo dat het ftooken, al- leen van bamboefen in de maand kost . …. .… Rds: 287: 24; Kine Hier Cm “Hiermeede meen ik mynepofitien vol- leedig beweezen te hebben, en de be- denkingen die daar teegen anders zou- den mogen zyn opgekomen gepreve- nieerd, waarom ik ’t ook gerust aan “t oordeel van een iegelyk overtaat’;te beflisfen , of ik de reekening der om- gelden vergroot heb ja of neen. —= Ik zal nu nog maar eene bedenking oplosfen ; namentyk, of de Motlen- houders geene-winsten,hebben, op-den prys van 12, ftuivers voor üs RK yst, waar tegens ze den gantang ( 135-pond ) aan ’t Molenvolk gewoon zvn te. ver= trekken: en zo.meede op den warorg benevens den verkoop van Amfioen:— Om buiten verwarring-te blyven, zal ik dit drieleedig weederleggen , en dien- volgende afzonderlyk aantonen, DAT OP DE VERSTREKKING VAN RysT,‚ GEEN WINSTEN TE BE- | „HAALE N ZYN bie T Verfchil in de pryzen van de Ryst alhier. tusfchen die van den eenen tyd of den anderen, is zo groot, dat ik bui- tenftaat ben; om myne bepalingen met eere volkomene naauwkeurigheid. te maaken: Dog ftelle daar voor den voor maaligen middenecours ‚ Of den teeden- Woerdigen en wel geedert eenige Taa- ren; C 145 3 pe 2) - er „ en, ren, afs Civiel aângemerkten markté- prys vam 37. of 40. Rds: voor den Coy- ang; dan nog hebben de Moleshou- ders, 'er geen noemenswaardige winst op, aangezien dezelvein de Stad, by „groote. quantiteiten, moeten opgekogt, en-niet zo direct, maar eerst eenigen tydin „de: Stad geborgen zynde; en daar na by bekwame geleegentheeden naar de Molens gevoert wordende, veel fpillagie onuidk gaat, waar by nog komt ’t geen de Toerasans daar van ont- vreemden: dus dezelve äls ze op den Molten komt, zoo door *t een als an- der, merkelyk bezwaärd is: Ik zal my niet ophouden met alle voor- en tee. gen-reedenen , omtrent dit ftuk, byte brengen en te beantw oorden, om ingee- ne verveelende’ langwsligheid te ver- vallen; maar my flegts beroepen, op oordeel van een ieder, die zig maar seenigzints met de zaken van zyn huishouding bemoeit, en voor al der- zulken ,„ zo wel uit Comps: Dienaaren ; als Parciculieren , die witeene dagely kfe- behandeling weeten, hoe groot ‘t ver- dies op dat Graan is, zo als ’tin ftroo- zakken van Java aangebragt word: Ík houde my verzeekert dat men my ge- reedelyk zal toeftemmen , dat wanneer de Ryst in de Stad teegens 40. Rds: | K 5 word C 150 ) word gekost en opgelegt, en fucces- five met vaartuigen vervoert, dezelve als dan op den Molen, wel op 60. Rds: den Coyang te ftaan komt. — DAT ALLE INKOMSTEN VAN EEN WARONG NIET KONNEN AANGEMERKT WORDEN ALS IETS, DAT VOOR DE _MOLENHOUDERS VAN AAN- BELANG IS. Ter bevestiging hier van zeg ik maar met weinig woorden, dat de huur def Warongs, die gemeenlyk 6o. à 7o. Rds: in ’t Jaar ‘opbrengen, niet eens toerei- kende is, zoo voor kleine douceurt- jes, en het doen van fpoed vereis- fchende bootfchappen , als tratemen- ten , welke op een Molen Jaarlyks tweemaal moeten gegeeven worden ; te weeten , in het begin en na de maaling : maar laat ik overgaan tot ’t laatfte ges. deelte der voorgeftelde PEARNNG ! Namentlyk / Or OP DENAÂMFIOEN MEEDE NIETS TEBEHAALEN IS? De Amfioen pleeg voor heen wee- zentlyk een winst geevenden tak te zyn. — De Molenhouders kogten den- zelven toen teegens een matigen prys , by publicque Vendutie of uit de de C Isi ) de hand, en zetteden denzelven met een reedelyk advans aan den Waronghou- der, van tyd tot tydom, die Hemtot't gebruik toebereide, en met voordeel aaa 't Ínlandsch werkvolk „ by kleine quantiteiten verkogt: Maar teegen- woordigis de prys daar van zogefteegen, dat ’t Capitaal, om zig flegts van wei- nige kisten te voorzien, in deezen gel- deloofen tyd, alleen genoeg is, den Molenkouder daar van afte fchrikken, hoe veel te meer dan, als men in aan- merking neemt, dat desweegens daar op, nu geen winst is, wyl die geene, die dit heulfap gebruiken, reeds te vo- ren, toen de prys nog matig was, daar - aan al wat ze hadden, te kost leiden 3 en dus onmogelyk nu daar voor meer geeven kunnen, als ze te voren ge- woon waren. — Zo dat indien een Mo- lenhouder, zig daar van nogtans by de Societeit of elders voorziet, zulks on- mogelyk kan zyn, om ‘er iets op te profiteeren , maar alleen om daar meede de plaats der contante be- taaling aan ’t werkvolk voor een ge- deelte te vervullen, ja zommige koo- pen ze om het Credit, van 6. of 7. maanden, dat hen by de Societeit ver- leend word, fchoon ze dezelve weder tegens contanten omzetten, met Wer | ies € 15 D lies van eoo. Rds: per kist. — Hier uit vertrouw ik overtuigend te hebben aangetoond , dat nog op de Ryst, nog op den Warons, nog op den Amfioen, in de RES Oane ty ds- omftandieheeden. „eenige de minste winst te behalen En _ AANMERKINGEN OP DE HIER VOOREN TERNEDERGESTELDE STAAT -REEKE- NING VAN EENEN GOEDEN EN VEEL ZUIKER GEEVENDEN MOLEN. In ’t algemeen word met regt aan de Hotanders „ en hunne overzeefe nabuuren de Engelfchen; de eere van den geest des Koophandels , boven alle andere Europiteche Natien roegekent. _— De Hollanders in ’t byzonder. zyn hier aan, middel, ke wyze hunne grootheid en aanzien verfchuldigt; En daar dee- ze verhandeling ‚ OOk maaralteen voor hen, in de huishouding van een Koop- handel- dryvende Maatfchappy diend ; zoo is de vertooning van de voor- waarts ingelaschte Staat-reekening, ge- noegzaam om ieder , die maar een weinig in dé kansreekening betdreeven is, te overtuigen, dat de Zui kerplan= tagien ,„ en Kë aankleeven van dien, volftrekt niet kunren beftaan, en nood- zaakclyk tot een geheel verval én ein- delyke Cran delyke verlaating zeerfpoedig do rien moeten „als de ruuwe prys op‚Rds: 45 voor de eerfte en 45. voor de twee- de zoort goede Zuiker blyft; ja.dat’e te verwonderenis, hoe er op dien voet nog eene. Plantagie , tot hier toe is kunnen. overblyven: Ondertusfchen kan men daar uit ook zien, datde kanfen van winst en verlies, op-den prys „van. 5. Rds: en 4e ruuw , meede niet evenreedig ZyU, en-zoo 't enkeld _ daar. op …blyft, “er als „dan geene lange duuring der Zuikerplantagien, met eenigen, grond kan verwagt werden; terwyl de prys in de vyfde, Colom voorgefteld, KVA AEN BA Rds:-zuiz Ere dezelven kan _ behouden; zoo lang als de middelen tot der- zelver beftaan, geen einde neemen; fchoon dan nog, het onderfcheid dee kanfen van de winsten, in teegen Over- ftelling ‘van de, fchaden’, van weinig aanbelang is, „En eindelyk dat de prys van 5. Rde zuiver voor den picolPoeder- Zuiker, zonder, onderfcheid van zoort,, maar even equivalent is voor den arbeid, de zorg „en rifico, welke daar aan es fteed worden, en dus alleen gefchiktis:, om de reeds ontmoedigde en gedisfi= hanriepte Zuikermolenaren op te beu» ii | ren , 5 í en, C 154 ) ren, en te animeeren;, tot ‘t beramen van middelen , die ’t verder verval; der Zuikerplantagien en Molens, kun= nen voorkomen; voor al daar ze ‘langs deezen wes, ‚ gered zouden worden, uit de angstvallige vreefe , waar in ze andets tot hier toe fteeds geweest Zyn, dat niet zomtyds, de goede fubftantie en weezentlyke deugdzaamheid, welke zy door ervarenis, en aangewende moeite en kosten, verzeekerd zyn dat hunne Zuiker- bezit, ten onregte om ’t- min gunstig aanzien ‚ veroordeelt 5 en hen ongelukkig den minsten prys „toegeweezen worde; daar ze op den hoogten hun Keeses heh hadden gemaakt. Men mogt in den eerften opflag denken; dat zulk eene prysverhoging, tot 5. Rds: voer den picol Poeder- Zui: ker, zonder onderfcheid van zoort, tes gens de waare belangens der Vereenigs de Nederlandfche Oost- Indifche Com- pagnie ftryden zou; by dewelke, even als by alle Koophandel-dry vende lige haamen plaats heeft, de bejaging van winsten of voordeel, en zuinigheidde. hoofdrevulen zyn: Dan hoe zeer men daar aan, uit aanmerking dat de aart der zaak dit natuurlyk meede brengt, ie et is te defereeren. == Zo is ’t ene ROZ C 155 ) tans Zeeker , dat hoedanie men ook een Maatfchappy mag befchouwen, ze altoos in haare welvaard , betrekke- Iyk is tot anderen; zoo dat in alle gevallen, de billikheid en ‘t beleid daar meede. moeten gepaard gaan , indien anders haare grondflagen zul Hen gevese. tigt blyven : Want alleen winsten te bejagen, zonder de fources, waar ze uit zullen voorkomen te fouteneeren, zal de bron fpoedig uitleedigen; Ter- Wwsl eene niet wel overlegde zuinicheid, de weegen en middelen tot winsten doed verliezen, en ’t geen ’t ersfte is, aan anderen zelv de deur opent, om Zig daar van met voordeel, tot onher- _ftelbaar nadeel van parthy te bedienen. — Dierhalven zy ’t my, onder weldui- ding, geoorloofd welmeenend te ver- klaaren, (als iemand die niet uit be- ginfelen van laage baatzugt redeneer; maar die volkomen in dat geval ben, dat myn belang, aan dat van de Comp: volftrekt geaccrocheerd is, en uit dien hoofde te meer aangezet worde, om belang te ftellen in haren ftand en welvaard ; ) dat indien de Maat- fchappy in de prefente. tyds - omftan- digheeden, alleen op winst en bezui- niging ,doelt, zonder haare Ingezeete- nen te deezer Hoofdplaats, in zaken | daar € mé D daar de billykheid en: haar eigen lead zelve voor pleiten, te gemoed te willen komen, en principaal dezulken die zig met den Zuikerteeld-.erneeren, en wel- ke men de -hoofdbron van het teegen- woordig beftaan deezer Colonie,vrye-. Iyk noemen maer dat. haar ; onder- gang dieivan de Araksbranderyen:, om. van. meer andere „ong eleegendhe seeden niette fpreeken, onvermydelsk moet en zal ten gevolge hebben: ‘tgeen niet nodig zal zyn. breedvoeriger te ad-g ftrueeren , als ‚men, fleges ‘aanmerkt, bn dat „de, Zuiker.en Arak de eenigfte Produêten zvn, welke Batavia, voor. den particulieren, handel opleeverd, en „waar uit. de „importante „inkom= ten vande. uitgaande, Regten „200 wel. als. st bete - beftaan der Inge- zeetenen moeten, gevonden, wordeny:s want.de Culture.der Coffybonengsdie, in groote meenigte hier omftreeks val- Iëù. beneevens die „van een: weinig In, digo „en nEOELER garens, behalven nog: EEN … quantitelt.- Curcuma „ogefchied, door. de Bovenlandfe volkeren; mee-, rendeels alseen, Heerendienst, alleen. Sins „van deeze Hoofdplaats land=; waarde î in. onder Z „Opzigt van weinige. Comps: … DIenaten anp excluiff voorde. Gombe: dewelke „daarom ook „geen. Edd voor- Cm À woordecl aan de Colonie kan toebrene gen , en dus als een lastpost be. fchouwt, ook madr van weir isen hier omftreeks, voor een gedeelte, te wee. ten, die der Coffy behartigt word. — Daar en boven komt hier meede in aanmerking, dat wat zig ook mag of kan laaten beperken en bepaalen , de Akkerbouw zulks nogtans niet toelaat, want niets is 'er, dat meer om vryheid „roept dan even dezelve. — ’T is waar, die is by deszelvs aétiviteit, weerloos en lydzaam in de teegenheeden, maar gebonden zynde, houdt Hy natuurlyk - van zelf.op, en krenkt alzo, hoewel en- kel Iydelyk, de algemeene welvaard , in _haare voordeelen , bezittingen „en volk- plantingen: De ondergang der Ryken en Staaten , alwaar de Feudaale wetten plaats hebben gehad, bevestigen , naar ’t geen ons in de oude en nieuwe His- torien voorkomt ‚de waarheid hier van allerjammerlykst: Niet dateen goed en welgezind Ingezeeten, tot fcha- delyke „werkeloosheid komt, uit wreeveligen onwil , neen ; want dit zoude eene dwaaze ftyfhoofdigheid zyn, waar van de uitwerkfelen zelve, En Zodanigen wel haast zouden genee-. zen; maar om dat dit een eigenaartig gevolg van de zaakis „terwyldefchaade, L die zn C 158 die-men door eene moedeloofe werke. loosheid;, in dit geval lyd, hoe aan- merkelyk in Zig zelve, nogtans minder Is ‚dan die by het voortzetten van het werk ondergaan. word , wanneer men geen hooger pryzen komt te erlangen. Alle onderneemingen hebben dog haare bedoelingen, en alle bedoelin= gen moeten of geheel, of ten deele aan derfelver eindens- beantwoorden, zoo de onderneemingen agtervolgt zul- len wordens bereiken ze zulks niet, dan vervallen ze noodzakelyk van zel- ye. abad abuts | _ De onderneeming tot zulk eene om. flagtige en gevaarlyke kostwinning, als die van den Zuïikerteeld ís, hedoelt zeeker iets meer, dan enkeld” daage- lyks brood, want dit zoude men by een min zorgelvk beroep ook kunnen verkrygen : — Ze heeft dezelvde zucht tot winst, als de Koophandelaar; en word ze ‘daar in te ‘naauw beperkt; dan verlaat de Landman dezelve, en wotd teffens gedrongen, zig te gee troosten met een geringer kostwinning, daar minder gevaaren en zorgen mee- de verzeld gaan. En op dat nie-= mand denke , dat deeze aanmerkin- gen alleen maar toekom{tige en derd 4 On Gr 159. 2 em onzeekere gevolgen voorfpellens zo wyze ik den Leezer ,ter nadere bee vestiging over,tot de befchouwing van de tegenwoordige e gefteldheid, der Weis nige nog overgebleevene Zuiker. Plan- tagien, in deeze Colonie; welkers bee ftaan zo als ik al eens gezegt heb nog hoogst verwonderlyk is: — En dit heeft verfcheidene oorzaken; die ik der moeite waardig agte, pe nen beiden „voor te dragen, | OORZAAKEN VAN T TEEGENe WOORDIG BESTAAN DER ZUile KER- PLANTAGIEN, …_ Wanneer mende huishouding van ; een Zuikermolen, zo als dezelve be- ftaat, regt nagaat, volgens ;t. geen ik hier vooren heb voorgedraagen., onder de hoofddeelen. van omflag „ gevaa- ren, veele handen, en veel geld, zal men by, eene aandagtige leezing, ‘daar uit kunnen opmaaken, dat in de zelve eene {choonegeleegendheidis , om met geld te handelen: —- Dat die, gelees gendheid zoo lange duurt, als-de Plan- tagien. worden voortgezet: en eindes Jyk, dat ’t daar meede dus gefteld is , dat zoo.wie daar in komt, deeze zyne begonnen onderneeming, niet wel kan werlaaten., dan op Zyn minst, na vere iki En add Rah o loop C t6o toop van 5. Jaaren: — Als men dert nog daar by in aanmerking neemt, dat * meerendeels Chineefen zyn, die zig met den Zuikerteeld ophouden et den aart van die yverige Natie overs weegt, welkers geldzucht, haar niet alleen tot allen handel bekwaam maakt, maar ook tot onderneemingen brengt, daar de fchranderfte Europees voor ftil ftaat: en die vooral tot den Zuiker- bouw aangefpoort worden , wyl ze daar door geleegentheid hebben ,om hunne hier van tyd tot tyd aankomende Landgenooten ‚aan een middel van be- ftaan te helpen ‚ waar toe zy meer dan eenige andere Natie, allterfterkst geneigd zyn , byzonder tot de zul- ken, die met hun eenen zelven geflagt« naam’ voeten , (’t welk ze mer de benaaming-van Tfché, of zo als men onder ons zegt, de Van of toenaam beftempelen , ) zo is dan uit dit alles, gemakkelyk af te leiden, waarom ‘er teegenwoordig , nog Zuikermolens ge- vonden worden, daar de prys van de Zuiker zoo laag is, dat ze niet anders, dan een fchadelyk vooruitzigt en uit= komst , aan derzelver houderen kan” geeven, die noodwendig, ten lasten van den een of ander moeten uitlopen: e= Deeze lastdragers dan, zyn voorna- mend,k, de doot hooge intresfen uits gee C rt jj Relokte Europeërs, op welkers bets fen de Zuiker-cultuur gedreeven word; tgeen ik nader ga verklaaren in de twee volgende hoofddeelen, 2T AANWEEZEN DER ZUIKERMOLENS ONDER DE CHINEESEN TOT HEEDENs ‘IS TOE TE SCHRYVEN AAN 'T GELD DER EUROPEESEN, DIE ER DE SCHADE VAN DRAGEN, _ De minst kundige zelfs; vertrouw ik zal gereedelyk toeftemmen, dat de veelvuldige fchaden, die verfcheide Capitalisten by de Zuikermolens alhier geleeden hebben; genoegzaame bewy- fen zyn, dat dezelve op. deezer kos- ten zyn ftaande gebleeven „ waarom ik daar van maar eenige weinige voor- beelden ter ftaving heb by te brengen; om dit ftuk in 't volfte dagligt te ftel- len. | „De biankaiededë en overleedes ne Heer SANDERS, heeft een ims= portanten {chat van pretentien, die hy gedeeltelvk, uit den Boedel van wylen zynen Schoon- Vader den Heer S= MON JosePH geerft had , aan de toens maalinge Zuikermolenaren alhier agter= gelaten ; en weggefchonken, ‚De hen sn geweezene Ad-= L 3 mis C 162 3 miniftrateur van Comps Zuikermaeuss fynen, de-Heer- GEEvVERS heeft ook geen otidanzienelyke Som ; daar’ by verlooren ;indien zyn Ed: dezelveniet _@vergedraagen heeft ;-op. zjn vervan: _ger,-den. onlangs. overleedenen, Heer VAN GEUSAU. — Welk een vere bafend groot Capitaal heeft de Boedet van den overleedenen Heer Oud - Bal. juw GREEVING daar by niet uit- sefchooten? en dat by een der kundig= {ten en yverigfte Zuikermolenaren;, die Batavia immer gehad heeft ; ik. meen ‘den overleedenen Chinees Tyre Tsrang= HOEN. — Hoe veele pretenties -óp Zuikermolenaren , zyn de overleedene Juffrouw HuvsvoorN,-in haar les ven niet ‘ontvallen? én” wat fchâade haare Boedel daar by geleeden heeft, zullen“die geene best weéten:, die “dens zelven bebben geadminiftreert. mn De Boedels van de Heeren vaAN!T Horr, MoHr, en Mejuffrouw BANS GEMAN; Zyn meede niet vry geblees ven. — En wat eindelyvk de tegenwoors dige Crediteuren dêr Zuikermolenaren ‘er by zullen verliezen, zal de op han: den zynde tvd; zeer’ haast leeren , by aldien de prys van de Zuiker-niet hoo- j ger lygt, dan ze tans is: Of daar. om- pf trent Pi Drait had GC 105 J trent geen redres in ’t werk gefteld word: lerwyl daar en teegen , de vrees fe voor fchade, zal en moet verdwy= nen, zoo dra ‘er maar-maatregulen ges noomen worden, om de kanfen van winst, tegen de fchade gelyk te ftele Jens of daar toe -op de een of de ane dere wyze geleegentheid te geeven. °T BESTAAN DER ZUIKERMOLENS, ONS DER DE ADMINISTRATIE VAN Eu- \ROPEESEN HEFT DE VOLGEN- ‘ {DE REEDENEN. | Onder de Europeëren, bevinden zig als houders van. Zuikermolens „ de Heeren Oud- Majoor DuurkKoors Oud Weesmeester DE LA-LONGUES en Ik, voor zo ver ik geagt kan wore den onder dezelven te behooren , waar toe ik; my billyk vly betrokken te mogen „en, moeten worden, wyl ik; fchoon;in een der afgeleegenfte Oor- den van Afia geboren, nogtans aan eenen. ‚ Europeêr „myn aanweezen en geboor- te onder de Hollanderen in den fchoot der Christen-Kerk verfchuldigt ben; derzelver zeeden betragt en gelyke voorregten in RRS Maatfchappy bee zitte. „De Molen, ‚die de Heer DuurkKooe ; 4 2 EA voof C 164 ) voor zyn eigen reekening aanfhoud:, moet niet onder de anderen betrokken worden , om dat zyn Edele dezelve op een andere wyze „en om andere reede- nen beftuurd en onderhoud, als wel de andere Zuikermolenaren3 te weeten door eigen. Slaaven, en-om daâr door andere takken van den Lendbouw, in zyne uitgeftrekte bezittingen. te bevor. deren. — De Heer pe LA LONGUE, die nu al 15. Jaaren, zig met dien tak des Landbouws opgehouden heeft, is ’er toevallig aan- gekoomen, door ‘t Adminiftreeren van de Nalatenfchap , van een Europeefen Zuikermolenaar, den overleeden Com- mandant van de Post de Qual , LACOM- BE genaamt, by welke geleegendheid hy „daar toe geanimeerd wierd, door de groote voordeelen, die de Zuikermo- lens in dat allergunstigst Jaar, wanneer alles tot bevordering deezer Culture te famenliep , opleeverden: zeedert is hy door eene andere omftandigheid, geraakt in het beheeren van zeeven ver= laatene en onverhuurde Zuikermolens, van de in Nederland zig bevindende Heeren vaN ÁMERONGEN en MossErs ook waren ‘er toen nog weezentlyke voordeelen by, te behaalen „want de ge- teedfchappen tot den Zuikerbouw ‚ Wa- ren C 165 3 ten te dier tyd wadden een Capiraalf beter koop , de brandftoffen gemak ke- Iyker en min kostbaar te verkrygen, de beleeningen van Penningen min moeielyk, en tot een laageren in trest te bekomen, tten meenigteroulleerend klein geld zoo dubbeltjes als duiten, verfchafte een winst van 7. tot 12. Pra Cento: en de belasting van omtrend 15. ten honderd boven de ordinaire bes lasting , by verkoop van Zuiker aan vreemdelingen was nog onbekend , waarom de Molenhouders toen diret met de vreemdelingen of hunne Com- misfionarisfen handelende, een hoger prys voor hunne waaren konden er. langen: maar naderhand veranderden | die tyden, en die Heer is nu, gelyk ‘er meer zyn te ver gekomen, en alle zy» ne bezittingen te zeer geenclaveerd, om ‘er gemakkelyk genoeg uitte geraaken ; byzonder nu hem verfcheidene exorbi- tant fchadely ke Jaren zyn overgekomen : - Zo dat ‘er nu geene apparentie is, om zig daar van los te fcheuren, zonder onder den last der beleende Penningen wegtezinken , en’ onfchuldig fmaad- heeden te cn lergaan , waar aan een edcl- moedige inborst niet kan befluiten zig zo gereedclyk te exponeeren. verkie. zende liever al worstelende ’t kwaad egen edet te € To J té ondergaan, tot dat de dood, ef hete {tel van zaaken door verbetering van tyden, hem daar van bevryde. Wat my aanbelangt, ik wil omtrent dit ftuk , even zoo min als.ik met al- ess wat ik tot hier toe gefchreeven heb „de waarheid geenzints verbergen ; maar oprest bekennen; wat ’tis dat my gedreven heeft; tot het andermaal aan- _ vaarden van deeze kostwinning;dieik — reeds voor II: Jaaren geleeden be- proefd had; dog. waar van ik my heel fpoedig ontdeed; met een. verlies van omtrent 8ooo, .Rds:; en dat by twee van de alderflegtfte Zuikermolens; ons dertusfchen denke niemand dat ik kort- zigtig genoeg was ; om. op deeze fchaa- de, en teffens ook op zulkeresfources die dit verlies konden goed maken; riet te hebben gereekend; neen, dit Land had nog andere gewistere voort- brengfelen, namentlyk pady en ‘brands hout, dewelke-mits de demolitie my- ner Zuikermolens,, geheel in winften verkeerden : vervolgens heb ik een Broodbakkery gekogt ; dan daar, al met ’t begin van den jongst geëindigden Oorlog, geene Tarwe van Cabo de Goes de Hoop aankwam, wierd my die brood= winning ‚ten laatften tot een fchadely- ken lastpost; zodat ik op ’t aanzoek van C 167 van iemand, die ‘erbegeerte toe had; befloot dezelve af te ftaan ; waar toe ik te: gereeder overgehaald wierd, doof ‚de geleegendheid welke my toen ‘geval. lig voorkwam, om de twee door my thans beheerd wordende, geheel-van brandftoffen ontbloote Zuikermolens, in de nabyheid van-myne boschryke Landeryen, vooreen lagen prys te koopens;in ‘t vooruitzigt,gelyk zulks ook kort:daar op, aande verwagting volkomen beantwoorde, dat ; ter: oor- zaake. van de te dierstyd reeds vers fpreide gerugten der Vreede - Preelimi- naires „de door. den jongften Oorlog met de Kroon van Engeland, geflote= ne Vaart , binnen. kort wel zoude ontfloten, en de, afgebroken Zuiker- handel, weeder levendig 5 gemaakt wor den 5 verwagtende teevens, dat door’ verval en verlaaten van Verfchieiden Zuikermolens en Plaritagies, gedûu- rende dat termyn, de Zuiker zeer fchaars worden, en ‘derhalven de prys hier van,en vanden Arak aanmerkelyk ryzen zoude! gelyk zulks meede ges deeltelyk by de uitkomst dus uitgeval- len ís, — Daar door dan aangezet, zo heb ik de aanplantingen op voorfchree- vene Molens , welke ik voorzigtigheids halve, geduurende een Jaar had opge fchort C 168 5 fchort, Cin de overweeging, dat mya ne verwagting, zoo wel te leur kons de gefteld àls beantwoord worden, ) naderhand om den aftrek van de Zui: ker, in Ao: 1784. op nieuw voorts gezet. De weinige ondervinding die ik het verkreegen; by ‘t Adminiftreeren van de twee flegte eerfte Molens tot Zfielies doek; waar van ik hier voren {prak , en dat in een allerongunftigst Jaar; deed my begrypen ; dat de beheering van Molens , met goede Zuiker-gronden voorzien , nog al eenige winsten zous de afwerpen ;, en door die gedagten aangefpoort , ben ik ten laatfter gekoomen, tot den koop van nog twee Zuikermolens , naast de laatstgenoem= den geleegen , welke voorzien zyn van de beste Zuiker-geevende velden. — De pryzen voor dewelken ik deeze vier Molens , byzonder de laatfte twee ; die men my als opdrong, kogt, was zo gering, dat ik nimmer daar by ee- nige fchade te wagten had, fchoon ’t ongeluk al gewild hadde, dat de Zui- kerteeld op dezelven niet waare gee flaagt; wyl de voordeelige fituatie dee- zer Landeryen, my langs andere wees gen, van genoegzame revenuen ver. Tl Zees C 169 ) geekerde, als zeer gefchikt zynde tot andere voortbrengtzels, byzonder voor een gedeelte tot Weiland voor Koebeesten , zo dat ik als dan nog den Interest van ’t Capitaal, ruim daar uit zoude hebben kunnen haalen: Terwyl ik van de Inventarisfen der Zuikermo- lens , een toereikende Som gelds zoude hebben kunnen maaken, om ‘t geene daar toe aan die Landen ontbrak , ‘er meede te bekostigen. — De ongunftige uitflag van myne eerfte onderneeming, voor zo ver de Zuiker- culture betrof, ontmoedigde my in geenen deele „ maar altoos nog in ’t concept blyvende, dat 'er aanmer- kelyke winsten te behaalen waren by den Zuikerbouw, als dezelve maar op goede en daar toe gefchikte gronden ondernomen wierd, deed my denlast, om zulks in eigen perzoon, met den vereischten yver en naauwkeurigheid te beproeven ‚gering agten,en daardoor is't, datik my vleije, eenigzints grondige kennisfe bekomen te hebben, vanalles wat aan die Culture vast is: zo als ik ’t hier vooren uit die eigene bevinding ook in waarheid heb voorgedraagen. — Ik wil gaarne bekennen, dat zoo ik de zaak van vooren zo wel hadingezien, als ik dezelve thans van agteren onder- vind C mo ) vind, ik my dan gewis niet geftooe ken zou hebben, in eene kostwin- ning, daaf zoo veel omflag, gevaa- ren , en angstvallige zorgen: meede verzeld gaan; dan daar ik thans ran geval ben, en. voort eerst 'er niet uit gefraaken kan, zonder benadeeling van myn Huisgezin en Crediteuren, zoo moet ik my getroosten, onder afwag:- ting van den milden Zeegen der Aan- biddelyke Voorzienigheid, en eenebee hoorlyke astgeeving op myn beroep of my nog t'eeniger tyd, met meerder rust myn brood, van Hem die dog altoos de ‘hand des vlytigen zeegend, gefchonken wierd. —- ’t Is wel waar; dat ik uit deeze kostwinning niet be- hoeve te gaan, om de fchaden die ik ‘er by geleeden heb; want daar voor ben ik,tot hiertoe nog bevryd geblee. ven ,en bekenne, dat ik ’er-zelv nog al f eenige winsten by gehad-hebbe; hoewel alleen dooreen t zamenloop van veeler- lei gunftige toevallen ; teweeten,den ge- ringen prys daar ik myne vier Molens voor gekogt hebbe; want hier door is 0, dat ik flegts weinig aan Intresfen ;, van ‘t daar op beleende capitaal, be- hoeve te betalen. —- ’T houden van Twee Molens op eenen dezelfde plaats, en de Twee andere digt daar by gele- gens Cm À gen: zo dat-die, alle Vier, als tot-ees pe huishouding gebragt zyn: dit doet my verfcheidene omgelden befpaaren en uitwinnen: want zoo ‘er immer iets is,’t welk aan Zuikermolenaren voor- deel toebrengt is ‘tdit ; dat men vere {cheidene. Molens onder eene enkelde Huishouding kan begrypen: — Dat ik geen huurpagt voor myne brand2offen behoef te betaalen , om dat myn Land Thieliedoek „daar van overvloedig voor- zien, en allergunftigst daar toe ge- leegen is: —- Myne natuurlyke ge- aartheid tot den arbeid , waar door ik in eigen perzoon altoos naauwkeurige toezigt gewoon ben te houden, over alle de uitgaven ; en dit heeft veele verwaarloofingen en verfpillingen belet en voorgekomen waar aan men anders onderheevig is : Terwyl de daar uit voortvloeiende ftipte,zorgdraging voor myne Produéten, my veel uitgewonnen heeft. — ’T verkopen van een groot, ja omtrent drie quart gedeelte van ’t Produét, in het gepasfeerde Jaar, voor de huishouding van deeze Colonie, om ‘er Candy van te maaken, en ook tot huis-gebruik aan de Ingezetenen , heeft my voor ’t picol Zuiker, dat zoo maar „uit de potten geftort wierd , zonder gezelve te kappen of te droogen, door male C 172 ) malkander omtrent 5%. Rds: zuiver doen krygen: Het vertier van Zuiker op deeze wyze, is den Zuikermolena- ren vry voordeeliger, dan dat ze de- zelve in groote Canasfers verkoopen, tegens Gt, of 7. Rds: den picol; want in ’t eerfte geval, gaat ‘er niets verlooe ren, terwyl de Zuiker in Canasfers ge= bragt , confiderabel veel arbeid vere eischt, verlies ondergaat door ’t kap- pen, en veele onkosten veroorzaakt, door de duurte der emballagie; om niet te fpreeken, van wat aanbelang ’t in deezen tyd is, als men contante be- taaling voor dezelve erlangd , gelyk men dit by den Ingezetenen bedingen, en zig daar van dan ook verzeekeren kan: By den zamenloop deezer gunftige toevallen, komt nog, dat ik tusfchen dit Voor- en Na-faar van 1785. , met een gezegend faifoen ben be- voordeelt geworden , zo datik daar van my met veel voordeel hebbe mogen. „bedienen ,om een zeer groote aanplan=. ting te doen, waar van my ‘t Produét zonder onderfcheid van zoort, onbe- last zelfs van de geringfte omgelden , doorgaans 45. Rds: vry geld per picol by verkoop opgeleverd heeft; terwyl * capitaal , waar van ik my bediende, en ’t welk een aanmerkelyke {om beé- keerd | droeg, C 123 3 droeg, my. zonder Intrest - vordering4 de helft in Contanten , en de weeder- helft in. Credit- Papieren gefchooten wierd: Dan deeze laatite bn derheeden, namentlvk den voordeeli- gen. verkoop van, myn Zuiker, en de eeven zo-gunftige, als vertrouwelyke onderfteuning met gereede penningen, ben ik alleen verfchuldigt ‚aan de goed- heid vande Heeren JAN HENDRIK Wie- GERMAN Bailliuw, en HENDRIK Nicoraas LacLé Opperkoopman en Sabandhaar, te deezer Hoofd - plaats; van welke ‘beide Heeren ik niet voor by. kan ,by eigene ondervinding dit lof- felyk getuigenis te geeven, dat Zy ter „hefde-voor. de. welvaart van de Maat- 1 d fchappy en haare Íngezetenen, alle moogelyke devoiren hebben aangewend en. nog aanwenden , tot behoud van den Handel en. Akkerbouw in deeze k Colonie, zo. voor hun eigen privé; als in hoedanigheid van gevolmagtig- den van zZeekere Geinteresfeerden in de weinige Redery en van eenige Sche- pen te deezer Hoofdplaatfe : Niemand duide ’t.my kwalyk, dat-ik vervuld met dankbaarheid, myne erkentelyke gevoelens „hier voor ’t oog van een ie- der ten tone fpreide,en hun WelEdelens ópentlyk voor derzelver betoonde ge= nereufiteit en Seelmoedige gunstbewy- zen; 424). zen ‚ verpligte erkentelykheid betuige: —… Paar en boven heb ik in den beginne dêr maaling eenige picols ongekapte en ongedroogde Zui ker ,tegens 6. Rds: ’t picol verkogt. — '[ ‘welk alles te zaa- men genoomen , oorzaak is , dat ik met uitzondering van anderen, die minder gelukkig in deezen waren, zo als ik gezegt heb, niet aileen geen fchaade geleeden , maar zelfs nog eenige wins- ten,in dat Jaar bekomen heb ‚en is dus daar uit geen resul voor andere Mo- tens te trekken ; ja ik durf zeggen, dat ‘er geen een geweest is, ‘die alle die runftige omftandigheden en toevallen , te zaamen genoomen , gehad hebbe: ook zoude ’t dwaasheid zyn, indient ik my in ‘t vervolg de continuatie van alte die voordeeten beloofde, en op ge bloote hoop , dat my altoos dat zelfde geluk zoude volgen, by zulk een zorgelyk en omflagtig: gedoente vollkarde, in een conjunéture van zulk een algemeen verval en duistere voor= uitzigcen, als wy thans beleeven: Bo= ven dien wil ik wel bekennen, dat ik my niet fterk nog moedig senoef kenne, om dat beroep in ’t vervolg, uret zulk eere volkoomene overge. gevenheid te zullen kunnen ‘blyven waarneemen 5 te meer ; daar ik di | an CME J dan zoude moeten onthouden, van alle geoorloofde uitfpanningen en aan= genaamheeden, die in de famenleeving met befchaafde Lieden gevonden wor- den, en waar van ik wed sarie by- na als afgefneeden ben. haet „By ‘t geene wat ik tot hier toe in deeze Verhandeling gezegt heb, zou, byna niets meer nodig zyn te voe „gen, om een ieder te overtuigen , dat de weinige Zuiker - plantagie.n dië ‘er nog gevonden worden ; binnen kor- ten geheel en al zullen te nietloopen; by aldien de prys op ’t Zauiker-Pro- duét, niet boven de 4!, Rds: en 4e, ee „2 4 _Rds: ruuw ftygt: Ja zelfs zoo ze niet boven de 5e Rd5: en 4E, ruUuwWw gebragt word; t en ware , dat 'er eene notable toevoer van mMUtfpetien, en byzonder ook van ZO genaamd payement on- der de gemeente kwam, waar door de Molenhov, ders weeder áls voorheen, in de ‘geleegendheid gelteld wier- den, “om ‘by ittwisfeling van ’t kleine ECCP ens hard ‘geld, eenig ‘voordeel tê bel naalen ; wantieër *t nog Zoude kun- “aen ‘gebeuren, ‘dat de'Molens, welke nu*nog ‘in 'ftaat ‘zyn, Zoo lang zullen _blyven continueeren, tot dat éindélyk % al meede zigtbaar te wagten.gebrek aan brandftoffen, in de nabyheid-der a sit Ma _ Zel. % C ue) zelven; de onkosten van kapping eft aanvoer dermate zal doen ítygen, dat geene prys verhooging der Zuiker:in ftaat zal zZyg, zuiks goed te maaken. Dog om Paar veréisch een volko- men regt op % geloof aan de waarheid vän, myne beredeneerde: reek@nings- veronderftelling , en daar uit voort- vloeiende -voorfpelting.-te erlangens zal ik door wettige bewyzen, een ieder tragten te overtuigen.,.dat de, Zuiker- plantagien. volftrekt niet kunnen be- ftaan ,op den ruuwen prys van 4% Rdsz voor de, eerfte „en 457: Rds:, voor de tweede zoort: — Waartoe in 't by- zonder zullen dienen de volgende eer- biedige bedenkingen, op de AANMERKINGEN VAN WYrEN Zv- NE EXELLENTIE MOSSEL,OVER DE ZUIKERMOLENS. | Wylen Zyne Exellentie Mosseuú heeft den-3r, December. Ao: 17350. ces nige aam denn over de Zuiker- molens „ ter Tafel van de: Hooge jndia- fche Regeering overgelegd, waar by: teffens over den, prys vande Zuiker ge= fprooken , en onder-anderen gezet word, dat c De prys van ii Rs die woor ab eerfse Soort mild genoeg is ‚ fehoon de onigel. | den | Caan 3 den voor “t teegemwvoordige die van vorige tya den verre furmonteeren „en daar onder veele van die Natuur , dat niet weder. op den vu- den voet te wagten zyn. j De mildheid daar Zyn Exellentie van gewaagt beftond hier in, dat een Pianter voor dien prys in ftaat was, om in een Jaar, waar in hy 5. maanden te maalen had, goo. Rds: te pfofiteeren, daar onder gereekend de winsten van goo. Rds: op 2. kisten Amfioen te bee haalen, en 267. Rds: op diverfe Kra: meryen 53 en dat of fchoon de winst “van goo. Rds:. te zamen genoomen, door nadeelige toevallen of agteloos- heid konde te niet loopen, daar en tee- gen by een goed fucces en wakkere vlyt, dezelve ook ligt konde verdub= belen, gelyk dit in ’t gemelde fchrif= teurs zeer. ampel gederailleerd word op Pagina g., aan ‘t einde, en aan ’t begin op Pagina 10. — Ik heb te voren reeds aangetoond, dat er teegenswoordig voor de Zuikermo- lenaaren, op den Amfioen geen voordeel meer te behaalen is; en wat de diverfe Krameryen aanbelangt, zal door Zyn "-Exellentie denkelyvk gezien worden, Op een Warong die toen ter tyd wel zo veel heeft kunnen geeven ‚maar tans niet, om dat de Warongs in de “Bovenlanden zodanig ve srmeerdert ZYN, pred sj M 3 dat bas GTO DA datde arbeiders op een Moten , van alle kant kunnen te regt komen, en zig voe= gende daar ze de goederen ’t beste koop kunnen krygen, de Waronghouder van een Molen niet in ftaat is tegen- woordig zo veel op te brengen als de voormaaligen, en dus de Waronghuur maar 69. of 7o, Rds: bedraagt, die ruim opgaan aan douceurtjes en nodige trac- tementen „alzoo dat indien alle de zaa- ken van en op een Molen nog even zo waaren als thoen,een Planter by 5. maan: den maalens,alleen van zyn Product nog zou kunnen hebben Rds: 333. — dog ’t geen nogtans met eenig nadeelig toeval of agteloosheid kan te niet loopen, of by goed fucces en hinne Hin vlyt ver. dubbelen. Wanneer men op den voorgeftelden ftaat van desPlanters rare om- gelden en Producten acht flaat, zal men zien, dat dezelve niet alleen dat voor- deel niet heeft, nog ook niets wint, maar vast 2727. Rds: verliest zo hy niet meer dan 5. maanden. maalens heeft, en wil men daar de reedenen van wee- ‚ten; men vergelyke de omgelden die een toenmaalige Planter had te doen, met die der teegenwoordige Planters. De ftaande omgelden «van een teegenwoordigen _„Planter zyn MOLEN Ads: de) za5a: ke Transporteere Rds: 74 452 En Per Transport -Rds:} zase: En de verfchillende of | „die van 5. maal- maanden # | 3350: f— negen Dus bedraagen de om- gelden der aanplantingen in 5. maanden maalens Rds: RP se — Terwyl ’t een en ander ten tyde van Zyn Exellen- tie was , volgens fpecifica- tie derzelve op pag: 9. |. van gemeld fchrift .… tak | En alzo blykt dat ’t ver- fchil der onkostea, tus- . fchen voorfchreeven en_ den teegenwoordigen tyd op 5. maanden maalens , be- draagt een aanzienelyke Som , ten lasten der tegen- | woordige Plantagie van Rds: 5820: — Wil men van dít bedraagen de ree- den weeten , men flaa dan ’t oog op de hier tegen over elkanderen ftaande fpecificatien der omgeiden van …_ de toenmaalige Planters en die der tee- genwoordtgen“, en die ik zal ter needer- ftellen alleen omtrend die dingen, die in de toenmaalige huishouding der Zuikermolens plaats hadden, en door Zyn Exellentie in de vertooning der om- gelden is voorgedraagen. ) | Ma Om C 180 Omgelden eener Zuiker- Plantagie, in dea Jaare 1750. door Wylen Zyn Exellentie Mo s- SEL, aan de Hooge Indiafche Regeering den gi. December vertoond, _ kl De uitgaaven hier toe nodig ( te weeten toteen Zuikermolen) beftaan-in ’t Planten van goopoo. of 250000. ffoelen Zuikerrieten om het vierde jaar zo de grond. goed is, maar meest Jaarlyks aan de Maronde en Pasfangra- han; Voort eerfte (te weeten voor ’t Plan- ten.) ftelle met het byhoorig werk van.ploe- gen enz: op een Somma van Rds:| rooo: ke Gagie aan cen Chineefen Schry- ver, Mandoor en 4. Chineefen by GE ploezens nn Tie nor gate “20. Javaanen tot 't onderhou- den der Riettuinen 6 . …j 400 — WOdasten Kyst WERT def Ton en me zel Ras: 1870; (CC Te A De lasten en omgelden der aanplantingen n deze dagen voor een Zuikermolen, en zulks omtrend zulke articuten die toen ter tyd tot denzelven gebeezigt.wierden + vol- gens voorenftaande posten, Ik heb hier vooren aangetoond , dat de ftaan- de omgelden altoos op dezelfde hoogte bly ven; Maar zal nu voor een ogenblik van dat punt - vertrekken, en verminderen dezelve naar even- teedisheid der maanden maaling, omtrend de gemeene arbeiders die daar toe moeten wor- den befteld, om daar door als naader by ne- wenftaande reekening te komen : Wanneermen die. omgelden op: een vast punt fteld, eeten , wat een Planter om 7. maanden maa- ens Zuikerriet te doen beplanten en onder- Houden , voor 24500. werkdaagen aan gemeene favaanfe Boejangers moet betaalen , dan heeft hy voor 5. maanden maar voor 17500. yerkdagen te befteeden à '6. ftuivers 's daags, BEURS 4 an sive on Reds 2187: — Gagie aan een Chi- | jeefenSchry ver Rds: 140: — j Een Mandoor «150: — t Een Mandoor | | ver de ploegerss 150: — Ennog3. gemee- | je Chineefen - *270: — ‚| 69e: 9 | Rds:, 2877: — IS MES Die C 282 5 Dit waaren ’t bedraagen der onkosten van de geheele Plantagie in dien tyd Rds: En waar voor een Plan- ter zo veel Zuikerriet had geplant en opgekweekt, dat hy ‘er 5. maanden van konde maalen, gelyk zulks te beflui- ten is, uit ‘t geene dat door de onkosten van zo veele maanden maalingen is VOOr- gedragen. 1870: _ VERGELYKING DER fan de Buffelwagters Rds. Staale Pannen …… ‚va ve Buffels die crepeeren. «. Zuikerpotten itis r Jobe Reparatie van den Molen # Yzerwerken voor den NBOTen ik e Transport van het Pro. duêt e ì e s | „. Oly en Kaarsfen. Hr hae TEE EERDE CNN prei EN Transporteere -Rds: 2410: — C 183 ) Dus biykt dat wanneer de omgelden eener aanplanting met die der voorige zal ge- reguleerd worden of kunnen worden, dezelve aan de te- genwoordige Planters te ftaan komt op ooren jerssneRds: 237 ANDERE OMGELDEN. De Buffels worden tee- genswoordig voor niet minder gehoed en bewaakt En rd deed Aan ue plee} Ll EME PAnEn e 30: Verlies van Buffels die CTEDECFEN. in 406: |—= Voor Zuikerpotten ed 75: Reparatie van den Molen» Too: |= Yzerwerken voor den Molen . … ; 150: |= Transport van het Pro- duêt . «| 220: Oly en Kaarsfen eta 105: |= bam Transporteere Rds: 4163: — Maal- OLED, Per Transport Rds- 2410: Maalders, Vuurfteekers, &ca: ve | goo: o, Zuikerkokers,in 5. Maalmaan: den e 5 De Modderboer of Barna ded : Denkelyk hebben de voorige Modderboeren zelv den Mo: ider moeten. haalen , daar dit thans doôör. des Planters particulier volk gefichted:;ien. dit zalde: reede zyn, dat deeze. post te: vooren meer gekost heeft dan thans, Canasfers en Embalagiëe , -.=l} Kalk voor de Zuiker z NB::’Tiis zeeker dat de flegte Zuiker meer Kalk vereischt dan de. goede, en dewyl ik de be- reekening „der onkosten op een flegten Molen maak, Zoo is ‘t_ odks dat deeze! ese op neven- ftaande zyde veel meerder. be- „draagt, dan in de voorige reeke- Ling r der omgelden gefteld is, 250. Vademen WBiakdhout voor 5 maanden maalensin, n4 4 v 150: 7o: } BOO: + an Ten Transporteere Rds: 3800: 4 hi Vd > \ …C £8525) | Per Transport Rds: 41C3: |= f laalders , &ca: datwy thansaan- befteeden- aan de Mandoor Borrongs 18o. Rds: per maand » | goo: 1 ‚ Zuikerkokers in 5. maalmaan- den … fuim sn ed [1003 — e Modderboer …… naw oinmtuce p= 16831 Yanasfers en Embalagie GRIAGE ETE {75 kalk ruim Hit Ger Aj „ef "“Zos En Je Brandftoffen kosten thans in de maand 270. Rds: dus 5. maan- den ï ° ° ° e z 1350: — ramen ae en Sen Fest narn Transporteere Rds: 6876: — Een C 186 Per Transport Rds{ 38co: 1— Een Jaar Intrest: is 7 verd | Een Jaar Huur . _… s [ 1ooo: |— OEE ge en EE ge) De omgelden van, een Zuiker - Plantagie van 5. maanden maalens, kosten dus eertyds „ _Rds: 5000: — Het is waar dat de inkomften van een Zuikermolen in voorige Jaaren zeer veel van het teegenswoordige verfchilden. De voormaalige inkom- ften van 5. maanden maa- lens bedroegen …. … Rds: 5333: == C 187 ) Per Transport Rds:f 6876: == sten, Jaar. Intrest, =| .n/005 je Een Jaar UUP on on ovosnh. LOOD Jen d OPEET TRES GF gmina Teesenswoordig kosten dezelven 3 ‚ … Rds: 8576: — En thans leevert een Zuikermolen van het pro- duct van 5. maanden maa- B JES te : . …Rds: 6840: — „Dog daar by moet in aanmerking ge- noomen worden, dat de huishouding der teegenwoordige Molens vry meer bezwaard is dan de toenmaalige, waar van ík maar eenige ftaaltjes zal by- brengen. Een Karremaker, Een Kok, Een Mandoor Gabee, Twee Jentings , min-: ‚der onderhoud aan Paggers en Hout- werken tot gereedfchappen, die eer- tyds maar uit de naby zynde Bosfchen konden gehaald wierden, en zeer wei- nig kosteden. tt; En é val A Zo ‘t dan ter dier tyd-geagt wierd; dat de prys van 4. Rds: voor ‘t picol &erfte zoort, aan een Planter niet meer dan een fobere winst gaf, die evenwel verloopen kon, dog door wakkere vlyt en goed fucees kon verdubbeten; dan begrypt men zeer gemakkelyk , dat daar de onkosten thans byna verdub- held zyn, en alle ‘de particuliere voor äeeltn. geen “plaats: meer hebben , dat een Planter ook volftrekt tegenswoor- dig met dien prysnietkan beftaan ; ‚ want koe goed de Zuikertuinen tegens- woordig ook mogen zyn , en meer Zui- ker dan te vobren geeven, is dit nieti in evenredigheid van de vermeerderde emgelden. ee | Eene teegenwerping zál ik nog mOe= ten beantwoorden die men my zoude „kunnen matkén, tegen de waärheid det: door my opgegeevenlasten en omgelden. wan een Zuikermolen ; naamenlvk hoe’! kamet dat de Onkosten van myne reekes ning op zeven maanden maalens komtte’ faam topeenbedragen wan Rds;jraraa: == „daar dezelveindeopgegee | vene lasten „et omgel den, tie van. cen Zuikermolen die - 7,maanden maalt, nietmeef,… bnn dan,op zyn hoog-. fte R.ds: 030: —— Of na ek nd trainee Rds: ane: af | C 289 ) verd Per Transport Rds;|a2142: aftrek van ’ geen een plan- E Ke ver door vernuftigoverlegen vlyig toezigt zomtyds Be de konnen ‘befpaaren eis 860: a enen Ee … En aldus door my te veel. is opgebragt vainsn ver ve Reds. 3440: Gemelde opgaav is gefchied door sE Wel - Eerwaarden Hoer, HoovMAN, En geplaatst in ’t eerfte deel der. verhandelin-. gen vanhet Batavia’s.. Genootfchap der konsten en Weetenfchappen Op PAS: 22 4e, 5 belge zyn Wel Eerwaarden niet dát ik die {tuk hier by. brenge «en voorftelle;, 5: gefchied niet om zyn, Wel Eerwaarden in't minfte we verkorten; dog dewyl.dat werk publicg in. druk is „gegeevens en door de fpecifcatie der poften. Kragt en na druk aan. de tegenwerping geeft; zo ben ik genoodzaakt om die tegenwerping te be- antwoorden ‚ met, zelv aan te toonen dats by aldien de pryfen van verfcheidene goederen em omgeldenindezelve gefpecificeerd, taen zo hoog waaren als.dezelve, teegenwoordig zyn, en zyn Wel Ee:w: in die reekening die posten hadde opgebragt „ die in dezelve N __OVvEr- ( 1go ) Svergeflaagen zyn, en andere dingen nauw- keurig waaren gefpecificeerd geworvens die zyn Wel Eerw: onder kleinigheeden gefteid heêft, en tot een vry “minder | {om bepaald dan derzelver weezente Jyke koften bedraagen, als meede wan-_ neer verfcheide kleinigh&eden ee wiere | den op te weegen , tegen eenige kleine winse ter die de Planters Zig konden maaken van de ryft &c; en die ik hief vooren aangee toond heb, niets of niet noemens waar- dig te zy, of tegen andere laften die in myn Reekening niet gebragt zyn meede optegaans zo zal blyken dat zyn Wel Eerw:, opgaav van de myne niet veel verfchilt: en om dit duidelykte vertoonen, zalik de pose ten van zyn Wel Eerw: reekening neevens de myne ftellen, eù ft verfchil met de ree- de daar van bezyden dezelve voordraagen: en om dit juift te doen, zal 1k eenige vere ândering in de orde der posten van myre reekéning moeten maaken, en dezelve zo fchikken dat *t in de ordef van zyn Wel Eerwaardens voorftelling koome,- terwyl die reedenen agter de posten van 't vere fchil op neevenftaande bladzyde zullen komen, En » En Omgelden van een Zuikermolen vol. gens de reekening van den Wel Eerwaarden Heer J: HoovMAN:; opgegeven in ‘t Jaar 1779. in een JaarfEen Potia, met de Ryft en ou! zo als dezelve in “t-prefênte Jaarf Ao: 1785 zyn Een Potia wint zo aan Contanten als Ryft enf beneevens 't geld voor Offer-} Oly . « … « Rds, 150.—f handen, op een Chineefen Mo en zomtyds nog meer, De Groot Mandoor . = De Mandoor der ploegers= De Karren Maaker . = len . See) Rds, Iso. —[De Groot Mandoor z 139 —fDe Mandoor der ploegers z 150, =—/jDe Karrenmaaker „2 _rêo. Het loon vaneen Smit s rso. —fHet loon van een Smit z E So rf _ Twee jentengs . … s zoo. —|Twee jentengs . . z= 200.- Een Kok e e Ed / O4, TER Een Kok e e e KJ Cd Oo. et Een fchryver . . . ss 140. —|Een fchryver . … 56 Koppen Javaanfe Boe- , 8 5 Chineefen « … « 3 425, —) Jangerse rs suus € 2504: =À E 6 Koppen Chineefen z 540. —j|85 Javanfe Boejangers z 3062. 24} Franfporteere Rds, 4224. —| Omgelden van een Zuikermolenf- De Zom, ne Rds. 4684- 24 'Rds, 464: zij. en Reedenen van, 't verfchil,, „ t , e nn Men «iS eta UT Rds, 30, — Door deagterlaating van de onkoftetitot Offerhanden twee _ maal in de maand, dat is met Nieuwe en Volle Maan. Y 2 7. — Voor z nieuwe Karren Jäarlyks, die zyn Wel Eerw: welop. genoemtmaar niet op de Reekening gebragt heeft, dog zyn Wel Eerw: heeft 3 rds, voor ieder-Kar gezet, en zo is ’t ook»wanneer ieder wiel van 3, planken te za- men is. gevoest;s dog teegenswoordig zyn de planken zo fmal, dat ieder wiel van $ aaneen gevoegde planken gemaakt word, waarom ’t maakloon voor ieder paar wielen 24 ftuivers meer is, | Zyn Wel Eerw: heeft op dezen post 4 rds. meer als ik en Zulks kan plaats hebben, Ja 'er zyn Molens waar een Kok op 96 rds. komt te ftaan, maar by my kryst dezelve met alles maar go rds. als ó rds. Contant in denmaande maakt … . te one dS en 5 gantings Ryft per maand is 60 in 't Jaar MUIVEIS 2 bott: oly in de maand is 24 in't Jaar A (CE SEE OO g: Rds, Dit veifchil ontftaat door dat de Heer HooyMAN te weinig Javaanen , en ik te weinig Chineeten gefteld heb; De Heer HooymaAn- heeft maar alleen gereekend op de Javaanen die in de Tuinen gaan werken, zonder die te reekenen die te huis moeten arbeiden, om Zui- kerte kappen ente draagen, paggers vande Gebouwen by de Molens te herftellen, gras te (nyden voorde paarden van den potjiar en 1 of 2 Congfie - paarden ‘om boodfehappen te doen, de wagt houaen in de Tuinen om de aapen van ’t Zuikerriet te jaa- gen, gelyk de meefte Molens Aapenwagters hebben: Ook heeft zyn, Wel Eerw: te ‘weinig Javaanfe- Boca jangers en ploegers gefteld om een Molen voor zee- ven maanden danplanting te laaten doen; want wan- neer zulks gefghied, dàn dienen ’er op zyn minft22 ploegers te zyn, en al ’t pappantrekken is wel go. zo ‘er een groote aanplanting gedaan is gelyk die van 7 maanden kan genoemd worden; Ook heeft zyn Eerw: om de bibier-kappers niet gedagt, want „-van-de 67 Chineefen komen vaft avof. 3 by: desploe- gers, en 2-zyn gefchiktom by den Groot mandcor te weezen; zo dat de eenige overige of op zyn best twee te weinig: zyn om «bibitt te {myden jl © « ® e —_— 2 5: go: — = 2427: 04, “Pr. Tranfport Rds, 4224: —f Nu volgen de gene die op de Molens werken, volgens de. Reekening van den: Wel Eerw: Heer HooyMAN. De Mandoor borrongs # De Mandoor Gabee & Twee Zuikerkoo- kers . „ rds,oro:- d°: voor ‘kooken van: Syroop, en voor hand-- geld „ . = Óo:- Se 3 270 — De modderboer of raffineerder. . … ® De. Kanaffermaaker, =- 70: — - "De Buffelwagter Het Brand- hout mnd Tranfporteere Rds. 7294 — | ro6o: — |De Mandoor .« . zoo: — |D: Mandoor Gabee Twee Zuikerkookers winnen zo van Zui- ker als Syroop te kooken, en’t hand-. geld De modderboer: ef raffineerder … … De Kanaffermaaker & _T100: —elHet Brand-hout . Rds. 8594: 3oRds, Rds. 4684: 24 5: 5. ë- 8. 200: —lDe Buffelwagter > 5. [Rds*' 464: 20 * Nai poe zit 1295: 24ù |= _ 20: — Volgens de befchryving die ik hier voren gedaan heb, blyke dat de poft van een Mandoor Gabee al mede een der fwaarften is , waarom geen planter op 20 rds. meer of min in ‘c Jaar ziet, om een bekwamen en yverigen Mandoor Gabee te bekomen, s—=—- — De 4 rds, en 18 fluivers die op dit articul by myn Reekening meer dan by die van den Heer HooyMan _gefteld zyn, zalik niet in deReecq: van ’t verfchil bren- gen, om dat dezelve omtrend ophaalen teegen ’t gee- ne dat zyn Wel Eerw: ven den Kok meer gefteld heeft, dog wat ‘t meerdere aanbelangt waar voor ik dezen poft by myn Reecq: heb opgebragt, is, om dat ik de Zuikerkookers veronderftel betaald te worden zonder handgeld,- met hun een ropy voor leder halv Kookfel te geeven, en dat veeltyds gefchied, wan- neer men onbekende Zuikerkookers aanneemt, om „hen maar by het kookfel te betaalen, en wanneer ze aan den planter:niet voldoen , dezelven als dan zonder verlies van ’t geheele handgeld weg te zenden en an- deren te kunnen- aanneemen; ook gefchied zulks, wanneer een planter te weinig te maalen heeft. ‘T is van te veel aanbelang voor een planter een be- kwame, eerlyke en yverige Modderboer te hebben, dewyl dezelve aan den planter op ieder pot die hy raf- fineert 2 Canaffers meer of minder kan doen verliezen, waarom men ‘er nooit op ziet om zo een man iets nieer te geeven: Ik heb een Modderbcer op babakan die zo veel wint als ik op myn Reekening gefteld heb, en ik heb een ander op Tjekokel die zo veel wint als op de Reekening van: den Heer HoovMaN ftaat, en vinde my by:den laaften niet meer dan 1rso rds, be= nadeelt:op de 7 maaiden taalenss ’t werk van den Modder te bereiden is een zaak die ’t onderzoek van en liefhebber der Natuurkunde wel waardig is. Deze poft ftaat by zyn Wel Eerw: voor Rds. s: rz meer, en zulks‘ontftaat uit ’t aanneemen van kleinder Kaneffers als die van 3r picul, gelyk dit ook op ver. fcheidene Molens plaats heeft; hoewel ’er ook zyn die Kanaflers van 4 piculs laten maaken, es: 790: — Over ditarticul heb ik my reeds breedvoerig hier voos ren uitgelaaten en alles genoegzaam aangetoond. Pr. Tranfport Rds, 7994: — Rds. 8694: zo Het hout tot Karren Het hout tot Karren en ploegen …. . e zoo: —| en ploegen . .# Too: — Het vernieuwen der Het vernieuwen der fournuifen … . = tso: —f fournuifen . . 2 150: — Het pakken der Zui. Het pakken der Zui- ker in Kanaffers e 8o: —f kerin Kanaflers . & 181: 21 Het Tranfport van Zuiker en Syroop « Crepeeren van Buffels z soo: — ma Huur van een Molens 6vo: —|Buffels dieCrepeeren € 498: — Huur vaneen Molen # _ rooo: =— goos — [Het Tranfport « & _ 370: 2ol j ds. 1265: 24 e ror: 12’ Dit ftuk heb ik in myn Reecqg: duidelyk gefpecificeerd waarom hetzelve teegenwoordig zo overkoftbaar is, s 70: 20 Mede in myne fpecificatie te vinden waarom ’t zo over= ‚_ koftbaar is. =— Dit articul ftaat by myne Reecg: met 2 rds. meerder, om dat * een zaak is die ’t eene Jaar meer, en ’t andere minder aan een planter te ftaan komt. s 400: — Dit verfcnil is op te maaken uit de reedenen die ik by — myne Reecg: geallegeerd heb. Tot dus verre beloopt Volgens de door den de Reekening van ‚Heer HooyMAN opgebragte poften den Wel Eerwaarden loont in Recco Heer HooymaN. Rds, goes: —| tot . . … Rds. zo8o4: 14 Deeze fom heeft zyn Wel Eerwaar- de vermindert tot Rds. 86oo: — Op eene veronderftelling dat, De potjiar door vlyt en naarftip toezigt 't overige zoude kunnen befpaaren. De hoofdfom der omgelden by zyn Wel Eerw: Reekening zal ik af gonderlyk hier onder ftellen, om te doen zien wat zyn Wel Eerw: voor de (taande, en wat voor de verfchillende houdt, geiyk in deze nee- vens{taande fpecificatie te ziën is ES f Die in den Molen werken Een potjeaf wint . Rds. 150 -—fDe Maftdoor Borrong Res. 1260: De Groot Mandoor s _rso: —fDe Mandoor Gabee z roo: De Mandoor der plocgersnnn De Karren mâaker . 130: —l2 Zuikerkookers r5so: —iiDe Modderboer . . 270: 7o: EK) a u ww De Smits ... 1sg: =De Kanaffer- maker « 70: Oe mh We zoo: —De Buffel- wagter . zoo; Een Kok … Bratidhout van verre Een fchryver … . 140: —f oofden rds. 1243- 1ó De Javaanfe Boejan= en op eigen grond & rroo: = BETIS . « « … & 2520: fout tot Karren en 6 gemeen Chineefen s 540: —f ploegen … « « & 100: De omgelden die op De fournuiffen. « 2 150: -Reecq: der aane De Kanaflers « . z _8a: b in Zuiker planung gefteld zyn, Cranfpore van Zui 4 Bedragen > Rd gran opg De Buffels die Cre. peeren «' … « … 8 sóg: Molen Huur . « » s 6oo: — De ftaande omgelden by de Reecq: van den Heer Hooy- MAN ZJN e « 8 324: — De omgelden gefteld op de Reecqg: der maaling ORN Oee JJ 3700: _ Die by de zommen te zamen genoomen bedraagen als boven « ‚ … „ Rds. gor4: — fe Rds. 1867: 8 Bedragen 't geene de Wel Eerwaarde Heer Hoovmar te min gefteld heeft, op die poflen alleen, die door zyn Wel Eerw: zyn aangevoerd s ‚Wanneer by de fom van des Heer HooyMmaANs opgave, zijnde atten neee RAS DO Gevoegt word ’top die Reecq: te min gelteldens sas ven nnn een «Lood En daar by nog word gedaan de volgende by zyn Wel Eerw: overgellagene potten , te weeten. ies 2 Nieuwe kärren-gebouwén van Molens te _ repareeren . … « & « Rds, 1co: — Bamboefen en kabel-enden om paggers te maaken .. 8 85: — __Manden om de bibiet te dra- genen punkers . « . . & Ir: 28 Water-Emmers ‚ … . . 2 ro: — Ploegtouwen . : . … 5 8 Aai Bindrottingen voor de ploeg beeften en ompapante treke _ KEN eran dee ee bad 9: 2 Lamp-Oly a oe z 67: 24 AMA ED O es Slypiteenenhems nee Dit zyn de overgeflaagene potten die by de aanplanting behooren uitma- Eee kende bennet ee stean ast 10 De overgeflaagene poften der maal- ome gelden zyn, zi ‚De hoogft nodige Olykaeken an de meefte Molens voor 7 Maanden « . « … « Rds. 350: — Kalle sen Wemel ens 9: 16 ‚Oly voor de Zuiker- kookers en Maalers beneevens kaarfen en pitten: ook de doorzyg-lap met de bam=- boefe leepels en Talk s zoë: 38 De Zuiker- potten en wan- nen benevens de ftaale pannen a venver eee Sral43 210 gm mnd 5 Tranfportere „ … 9 Ótr: 1ó wane Pr. Tranfpor « * Rds, 6rr: x6 Wanneer by deeze gedaan woden de ondervolgende polten van ’t verfchil ‘t welk in deeze voor afgegaane vertoo« ning nog niet afgereekent is, te veeten, Zyn Wel Eerw: heeft op den oft van een Kok te veel gehad Rds, 4: — en vandenKanaffer maaker z 5: 12 en van Buffels die crepeeren z 2: TT Te zaamen ’t geene door den Heer HooymaN meer is opgebragt. als ik by myn Reecq: heb gedaan „ . Rd,1r: ra Waar vanaf moet een poft die ik op de Reecg: van ’% verfchil niecheb gefteld; te weten voor de Zuiker. UG De ok Reft nog van ’t meerder op- gebragte door den Heer EIOONMANDS Reen. 6: 42 ol EE | Td . .Rds. 11834: 40 Daar van aftrekkende *t gee: op de Reecd: van den Heer HocMaN te Veelisigezet „AR 6: 43 me ee Rt .…—. Rds. 11817: 46 En als by die fom nog gewegt word ‘tgeen een planter aan intrest moer bepalen van ”e-gelddac Hy moet beezigen tot de Zuikef.plantasie; dan zier men list dat de Reecq: van zyniNel Eerw: die van my {urpaffeerte vmma x, 1 Hp Obd N Pl ke ib PERSEN VAA » BBN De /; Hib ä ee ab Eed neet en ze AN dl Ì Wd Hir E Hit zl Ie, (j woa s eletuieveneseg: a ge Oe ue ® mon nes. thea (ox ds AC Te gen shokdkhs bag . ij eN bid , \ bones: Woede | f Rn Ee eh a as? k fi ik Vik ak He Ù ARD fi Ng ; ik 4 a 4 Di Bio 400 redt L deg Y ooft a Sin en = | (en oe ie zi, Kk | Ag lqö hen re k heb, De Ô den ne so ab so: z stab sb Ik : Dr ERROR: gentarnebte: | Le Je MEE Naven a VIG TOG | | eid sbuog wr 15 N90 , ie À rn | ke ze hee 6 A 4 A E: É „st Ean ke f k | Ctór ) En alzo vermeen ik volleedig te hebbed aangetoond de overkoftbaarheid der Zuis kerteelte, met ’t daar aan verknogte, zo dat ligtelyk kan opgemaakt worden dat Indien de Plânters met vry minder kosten niets meer dan een foberen wint hadden, en toen alreeds denzelvden prys er voor kreegen die “er nu nog op {taat > zy teegenwoordig zeeker fchaade Iyden: ’ is wel waar, dat *% produêt van goede Moolens tegenwoordig meer afwerpt dan bevoorens, dog zu!ksis niet in eeven- reedigheid van de geaugmenteerde kosten 5 en hoe zullen die Moolens die minder pro= - duéten krygen “dan ftellen? °T verlaaten der Zuiker-plantagien „heeft veel ce nadceligen invloed op de algemeene welvaart , om ‘er Onverfchillig en belans geloos over te Zyn. Want, wanheer men nagaat wat ’t produêt van 46 welmiaalende Mooilenskangeeven; dan zal mei alle on. verfchilligheid omtrend dezelve moeten ter zyde ftellen;, en zelv alle pogingen aanwenden tot der zelver bevordering en herftelling. | Een Moolen die 7 imáanden tnaait geeft boo Kanasfers, dat is 2106 piculs 2 Luie - ' C 192 > „Zuikers dus de 40. Meolens. 84600. piceuls, „zo dat wanneer. de. planter voor 5 Rdss-’t piecul Zuiker bekomd dan fteld -fulks- hem, in {taat om ix „deeze Colonie te doen Circuleeren een fom „VâBsor oon vee hid endap vaken Aan Siroop. is % „te zamen s 7ooo0,Takkers à 150. Rds:-de- 102 Takkers dat is dan ruim e e „ „Rest roa go En alzoo te famen dat aande Planters komt Een fraie zom Hd van. ao tere Rdser 5229 Orr En wanneer men aan merkt dat - de Arak een svoortbrengfel is van. de Siroop, zo moet men dezelve. brengen tot ’t bes ftaan der Zuikermoolens, en al % geld dat daar van in 'c land komt :by.de oonzaak {tellen ; te weeten by de Zuikermoolens; en die als demhoofdtak vansdat: voortbrengfel. aan merkende, zo moet bedraagen van den Arak by de Som ‚van de Zuikeg gefteld worden, «ene zulks’ is} - voor, ruim, 6ooo. leggers „die > git ‘yoormelde quantetiit * Si- '*___ Transporteere Rds: 420000 — n roop C 193) voo Per ‘Transport Rds:} 20000: — roop konnen geftooke worden} ot «over 43, Rds: jeder legger mep e0> orc * fust is, ‚Reds khen: | en wanneer ke „WO zelve door Par- ticulieren wor. den gekogt, be- taalen dezelve nog voor tollen aan den boom 5. Rds: voor ider … ien. & 3009c1 - en Zulk eene aanzienlyke % Sorg verdient des te meer opletten.| heid, om dat dezelve geheelen al uit eigen Länd- produêtenge-f trokken word ; ef? ótú-de zelv te verkrygen , maar zeer wei- nig befteed word aan ’t gëët van buiten ingevoerd word; waar voor eevenwel ’% edi 3 moet afgaan } welks bedraageënk Ik hier onder zalftellen. fer Voor de slkisten Amphioeni die op elkerl molen gefledterdo! worden , betaald EH vei e erik ke a aendik: NE àl meme aaneen PN IE er 2 pamsporieere Rasen zozooo: — N 3 my tok bh v ln Ù (194) Per Transport Rds:| 7orooo: — my gezegt is, voor ieder kif 4oo rds. dus voor 80 kiften, zynde de confumptie op 40 molens „ … Rds, 32000: » 3000. _picols _fchaars, ‘word Jaarlyks aan VY- zer op alie de 40. Molens en araksbranderyen tot hoepels voor. de futten- ge- _ bruikt; ftelle dat - voor ’t picol dat kier aangebragt js hetaald ‘werde | 7. Rds: is « «s 21000: « De Lywaaten die op de Zuikere moolens en A raksbranderyen « daor _ omtrend gooo, __Mers- fen __ gefleeten worden, 3. Rds: | jeder man „ .8 27000: = Transparteere Rds: 8oooo: =l 702000:— | _ Tot C 195) Per Transport Rds. 8oooo:-[- 7ozooor — Tot de 6ooo. leggers Arak en Houtwerken, die zo wel daar, als op de Molens gebruike wore L den, ftelle.. « 2 Isooo: - Om 24009. ka= nasfers Zuiker te emovaleeren „ bin- den metro:tings, en ‘t geen daar van en van de ftroomatcen. zo wel op de Moo« lens als Arakse branderyen gee bruikt word , be= neevens ploeg- touw en verflec- tenkabelkouw .z 190000: - De Chineesen | die op de Mglens werken vertee- ren ‘t groorfte ge, deelte van ‘tgeen ze verdienen in deze Colonie; ik ‚heb in een paar maen ennen een een Transporteere Rds. rosooo:- 702000: — | N 4 Jaan C196 ) Per Transpoft Rds. vka re Jaaren kunnen wd nagaan, dat ’er= van ieder Moolen op zyn hoogft, voor goo. Rds, naar China) ver- zonden word,“ - zy dat ze dear ge- hed bragt worden ; door de Repatri- \ eerenden,of door de bly venden aan aen hunne Families : gezonden , ; dus of van 40. Moolens s Toooor ifs * Per Transport van” Produêt van 40, Zuikerme Ee lens: Pte ARTON IE Per Fake van t geent | ddie tot 't verkrygen van die groef! te Som aan buicentandfe* sa: f} ren moet worden beftdër rennen a en wat gr uit gefleept wrOre jn Bib door de:Arbeiders op dezelf ” aw VRO Tone TRR, 11/02 Las Kk Van de 140. | jl Tavaanen meèr of zui abe 3 8: min, die op leen Br opl ) „sab bril Kenda Res : IN =icootor zb amarnogenstT li Cr) Per Transport Rss Ee À Zuikerpl! antagie en Moolen ,en in de Houtkappery werken. zyn de helite opgezeëte. ne der Landerye en;die hunne ver. dienften in: de Colonie vertee- ren, terwyl\ een “groot gedeelte der overigen wee der naar java keerd, die ieder, pa dat zealles be- taald hebben, van X geene ze op de naaft geleesene sbasfaareneninde «> iv for Warongs gekogt _ 2e “hebben,door els ai 323 karderen gereee. …/ To > kend geen ro, Rds: naar Huis- “peemen 5 _ dog „zulks al eens gee fteld, en dater “van ieder Molen - - GEEN “60. weder naar Huis gaan, zo Ned Fransporeere Rds, 117000: N 5 fleee C198 ) Per Trnsport Rds. 177ooor— fleepen de Boe- jangers van 40. Molens aan Con= tanten uit deze Colonie « … z 24000:— Alzoo blykt, dat ’t bedraa- gen van ‘t geen tot inwinning « van't Zuiker-produét uit deze Colonie buitenlands gaar Rds, r4rooor= En aldus nog ter handel in. de Colonie biyft Eene Som- ma Vals . … Rds: sórcoorm—= Zegge Vyf maal Hondert Ken en Seftiz Duizend Ryxdaalders, alzoo dat ’ verichil van een Molen meer of minder in deze Colonie te hebben, dezelve bevoor- deelt met, of berooft van Eene Somma van Rás: 14025: En wie weet niet dat ’t gemis wan zo eene confiderabele Som voor Geze Collonie al Jerruineustis? En al fchoon dat de E: Compagnie geen voordeelen mogte verkrygen door , met des planters Produêen zelve Koophandel te dryven5 Ct welk ik maar, alleen wil veron. derftellen;) zois 't voor dezelve nochtans f | van van zeer veel ganbelang , omde Planters toë het onderhouden van zo, eene waar in ze gebezigd word, Schatten toe- brengende culture aanteïmnoedigen, te’ be. (199 ) 't Land fchermen, Ja zelv des Noods te onderfteu- nen. Want zy;alleen die 4o. Züikefmölens beheeren en Adminiftreeren, brengen die ret aan der Maatfchappy's 5 Ínkomften, Jaar« lyks toe een’ Sómma var Rds: 7190 — te weeten EN a Winft op: den Amphioen, waar van 80. Kiften op 49. Molens gebruikt worden, en waar op in deeze 3.  4. * Jaafte Jaaten door elkande- ren gencomen, voor d Es Compagn'e alleen moet ges wonnen zyn, £ byaldien ’t. waar is dat men my gezegt heeft, darde Compagnie de helft der; Winften "trekt van ’t geen de Societeit ’et op heeft by verkoop, dus goo. Rds: Winft voor de ’ Compagnie op elke - Kift is, «Te Rds. Tdoo: de 8oo. Coyangs. | Ryft en ruim bi nt ke Caso) _ Transport Rds. 14 vd, 200. die in ‚de Brandery-. €n,‚:Zo tot t ftooken van ‚…1zooeE takkers —. Siroop. … tot booo: Leggers _ Axak, als tot! derfelverHuis" houding _ge- fleeten wor-, den, geevert voor tol by den invoer 4, Rds., pr. Coyangcuss L Indien ’t yzer € ven zo veel tol by den invoer. geeft alsde an- dere goederen, te weeten 6. __procento,, dan is aan tol. voor 3000. Picels. Plus minus. De Lywaaten;, ftroomatten » s„ en _ Bindrot- tings Transporteere Rds. 9IOCo Caer) Per Transport Rds | En die op de Mo- ryen gebruikt worden, ruim 2 Nak lens en in de Araks-brander | | zoom 'Er is veron- | derfteld datde Compagnie | met des Plan- ters Producten | voor haar zelv geen Koop- En manfchap dry- ve; maar die aan een ieder ep met volle vry- Ln heid der kog. pers en ver- | koopers over- }: laate; als “dan - zullen de Plan- | ters geen zwaa- [ righeid heb. ben voor el- bE| ken Picol Zui- ker te krygen op zyn minft - 5: Rds. zui. erg Ig | | | | | 8 Weeen Ee ee ul Transportéere Rds, 23000; == ver HN 3 Per Transport Rdsy 230oor veren dus zou t Produét van 40. welmaâ- lende Molens die ruim 8oood PicOls geeven, een Somma van Rds. 440000. opwerpen , waar voor tr. Procto: Waag- Geld zou be- taald worden, datis dan ruim # de 80ooo. Picols, brengen _ by uitvoer 14, Stuiv:tolop pr- Picol , is dus « 200001 leder Legger A- ‚rak betaald by uitvoer aan den Boom 5. Rds. dus voor 6odo. kgeers je 30000: Transporteere es. 770001 A ‚(203 ) Alzo hlykt dan , datof (choon dà’ E Compagnie omtrent des Zuikerplanters Produêten zig maar enkel vergenoegde met ‘er tollen voor te laaten heffen, dit van aanbelang genoeg is om deezen handel niet te laten kwynen, want behal- ven die regiftreekse voordee- len zyn ‘ernog zoo veele ande. re dingen , die door de Zuiker- molens op een hoogen Prys blyven, en daar d5be aand’ E Compagnie ook meer collen komen te geven. Indien uit al ’t geene wat tot hier toe, van zo een allezints voordeel geven. den Tak voorgedraagen is, genoegzaam bondig betoogd mogte worden geoordeelt;, _dat het ín geen opzigt, zo voor DE: Oofte Indife Maartfchappyals voor deeze Colonie geraaden Zy, den Zuiker- bouw te laaten vervallen; ’t zy dat d’ É, Compagnie’er zel- ve Kooptiandel meede wille dryven, of dien Tak geheel overlaaten voor den par- ticulieren handel; *t zal als dan hoogft noo- dig zyn er eenige Middelen van Redres in te ftellen: en deeze zyn kort. Mid. C 204) Middelen wan Redress- De opengelegde. Staat. Ree ekening wytt die van zelv aan, De prys voor ° Product moet gefchikt zyn, om. aan de bedoeling der ohderned. mers, of ih ’t geheel ot cen, deele tê beantwoorden, De bedoeling der Planter$ is zeeker geen fchaade, ook niet óm ’et enkeld den Koftby te hebben; maar ot ‘er wat by te winnen; Reede en biliyk- heid moet dit toefteïmmen, wát wanneet men den Omflag nagaar, de geväaren bee denkt, de kwellingen overweegt die aad den dienft van zo veele vrye Menfen ver. ‘knogt is, beneevens ’t Capítaal dat ‘et Woet toe befteed worden, Wie kan dat een Planter de hoogfte winft die ‘er op Een der Twee laafte Colommen ftaat ; misgurnte nen? te meer wanneer men nagaat ’t gee vaar’ daar‘ dezelve: ook aan bloot ftaat, om evert zo veel fchaade te kunnen hebbeu „> Word hun dit ‘vergunt , de verval lene. Plantagien zullen wel weder hers fteld, en zorge gedraagen worden dat ze blyven voortdusten, zonder dát meh hoeft. te vreezen dat ’er: ligt nieuwe Mor lens zulten opgeriet worden; waar van ik hier na reedenen zal melden, Te meer is noodzaakelyk dat de Plan- ters, zo veel voor hunne Produêten kry- gen ( 205 ) sf gen, namentlyk s „ Rds. voor de eerfte zoort en 44 voor de tweede zoort zuiver; of 5. Rds, zuiver zonder onderfcheid van zoorten ; dan wel indien de huishou ding van de Compagnie niet toelaat, dat de aftrekking der omgelden agterweege „blyve, dat ze als dan dé Planters, voor t gemis van die omgelden met Amphioen onderfteune, zo als ik bevoorens gemeld heb, dewyl 't geld thans moeilyk kan. verkreegen worden, en wanneer ’t zelve ook verkreegen word, zulks teegen zeer zwaare Intresfen. gefchied. Dit zou menige Planitefs aanmoes digen om hun beft te doen, ter verkry- ging van Javaanfe Boejangers, (waar aan thans de meefte Molens een groot gebrek hebben ,) en zelv om des noods Cmneesen daar voorte gebruiken. In welk geval 4o Moolens by een maatig Jaarfaifoen, ’ voorgeftelde produêt van 8oooo. picols Zuiker , iets meer of min- der zouden kunnen geeven, en de Com. pagnie verzeekertzyn, (de buiten gemeene drooge Jaaren ‘er van uitgezondert , } Jaarlyks van dezelve voorzien te worden, O Dè C 206 ) De vrees voor 't afneemen der Zuikers moolens behoevd als dan geen plaats te hebe ben: want alle, die aanvankelyk brande {toffen ontbreeken, of ’er in ’ vervolg voor bloot ftaan, zullen daar van kunnen voorzien worden, indien men hun teegen een reedelyke kuur wilde laaten kappen; in de Bosfen op sE: Compagnies landen Sadeeng, Couripan, Fampan en Fanglap- pa: Tot een gemakkelyker en min kostbaas rer afvoer der Brandftoffen zullen door _ de Planters wel middelen beraamt worden. _ Ondertusfen ' zou. dE: Compagnie it woeft leggende Grendengfe gebied kune nen afftaan aan hum, die aannaamen aldaar Houtsbosfen aanteleggen, waartoe ik een Plan heb dat uitvoerlyk is, en mise fehien niet verworpelyk zal geagt worden, en daar van ik op myne eigen Landen met goed fucces proeven genoomen heb, en_ daar in voortgaa; deze nieuwe dangeplans te Bosfen,-zouden in tyd- vervolg terwy- le de boovenfte Bosfen afgeloopen en uit- gekapt zyn, kunnen dienen om brande floffen aan de Zuikermociens te geeven: Geen plaatzen vind ik gefchikter en gemakkelyker om Bosfen aan, te leggen dar. ’t piengdenele, en dat van weegen de kaalk eid en onbeweonbaarhe!d van dat Dise 1e tricts C 207 ) trict; 'Er zyn geene Buffels nog Koebeesten die weiden ,endie moeten ‘er ook volftrekt niet zyn zal mett met goed fucces Bos{en. aanleggen. Bosfen aanteleggen in de Nabyheid der Moolens is uitvoerelyker en raadzaamers en heeft minder voeten in de aarde dan Moólens in de nabyheid der Bosfen aante- leggen. De reedenen zyn deeze ; Behal- vende buiten-gemeen groote onkosten die daar toe moeten worden befteed, zo dient men te weeten, dat een grond welke nieuw geopend word en met Zuiker-riet beplant, in de tien of vyftien eerfte Jearen zuiks met wit riet moet gefchieden, waar van teegenwoordig moeielyk, zo veel plan!-lop= ten te bekomen zyn, als 'er tot ‘tbeplanten voor een haiven Moolen vereift word, en gefchied dit zelv,dan is ’er nogthans inde- twee of drie eerfte Jaaren byna geen Zui. ker van ’t geplante te krygen; alleen kan zulks verkreegen worden , van ’% geen dat op de afgekapte ftoelen word aangee kweekt, en zulks kan geen derde der on- kosten goed maaken ‚ en zelv na verloop van twintig Jaaren is ‘teerst, dat die grond met root riet kan’ worden bepl ant, dat pas bìnnen de tien Faaren 'genoegzaame quantiteid goede Zuiker kan afwerpen, O 2 zoo C 208 zoodanig dat den onderneemer eenige winsten konne geeven 5 intusfen zyn de Bosfen in de nabyheid verteert, en die Moo= lens in dien ftaat gebragt, waar de teegen- woordige brand-ontbeerende Moolens , in zyn 5 getuigen daar van ‚ zyn de Moolens op Kadauons overzyde;, die in t Jaar 1756. zyn opeeregt, en tegens woordig nog maar oncer de miidde}maae tige zoort van Zuiker. geevende Moolers gefteld worden; de’ Moolens op Sala- padjans overzyde, waar ván de gron- den ook tot’ Zuikertuinen voor Kadaxqn zyn geb: uikt geweest, zyn mede Tog in dene zelvden ftaat, ook getuigen zulks de na voorfchreven tyd opgeregte Maolens van Palajangan , Pancallang, en Campon Li JUON 3 öcc. Lalap of Dadap 3 die nog maar zeer weinig goede Zuiker gee- ven; Dus is daer uit te befluiten dat *t niemant te raaden zy, nieuwe Moolens aanteleggen ; in de rnabyheid der Bosfen; buiten ’ ongemak dat Moaolenaars zouden hebben om ’t procuét aftevoeren; want ik veronderftelle dat nieuwe Moolens in de nakyheid.der Bosfen aanteleggen al zeer hoog in de Boovenlanden zou moeten ge= cl: ecen; waar de Rivieren onbevaarbaar zyn C 209 ) zyn, Beneeden, in de laaze landen by be- vaarbaare Rivieren, zyn 'dóg geene Bose fen dan alleen die, die ten dienste van de thans aanweezende Moolens kunnen gee bruikt worden. Omtrend ’t beezigen van wit riet tot de aanplandig, zoude zulks wel niet hoeven te gefchieden in roode gronden, dog wie weet niet det berhaalde proeven, dezelven geheel en al hebben doen afkeuren en verwerpen, Dus is het eenigfte middel om de Moo- lens alhier te behouden, Bosfen ín derzelver nabyheid te brengen, en zulks zegge ik nogmaals, is uitvoeriyk en gee makkelyk in ’t grendengfe dittrict. Tot ’t behouden van een goed aantal Moolens „ zouden aan eenize in weezen zynde Moolens, die brandftoffen genoeg hebben, dog waar by goede gronden onte breeken , zulke gronden van d'E. Come pagnie kunnen worden afgeftaan, die door de herhaalde bebouwing van andere lande produêten genoegzaam uitgemergeld zyns om zelv in ’t eerfte Jaar goede Zuiker te geven. En daar toe zyn de gronden in ’é Grendengfs teegen over Prjang beft gee fchikt, waar op een Moolen van ZLinkon kan worden overgebragt; en nog een Anderen bygevoegt , of geheel met twee O3 nieue (210) „nieuwe Moolens voorzien worden. De geleegenheid van andere Mooleris , zal 'er bok een gemakkelyke verkrygmg van Plantloeren veroerzaaken, en dus ook een min kosthaare aanplanting geeven. - _ Een Moolen óp 7jekoko/ mede weg moe- tende van wesens de flegte gefteldheid dêr gronden, zoude kunnen blyven , als die aangevuld wierd met de Züuikertuinen van de Moolens op Babatan , dog dan zoude deze moeten gehólpen worden met een {tuk gronds, dat aan WE: Compagnie hoort en onder de Veldfchans Zangerans farteerd; en naar maate van ’tafteftaane bee ftek , zede op Babakan zelv nog een Moo. len by de aanweezend zynde twee kunnen worden opgereets Voormelde gronden on- der ’t Fort Tangerang, zyn ook doorden Landbouw reeds genoer uitsemerzeld, om in *t eeríte jaar Be beste Zuiker te geen ven. Í In hoe verre bet van aanbelang ís voor dE: Compagnie om. zulke gronden af. teftaan tot ’t aanleggen wan Zuiker-plan- tagien , is ‘t beit den - zulken bekend, die in 't beftuur zyn van haare belangens. Wanneer voorfchreeven Gronden af. geftaan wierden, en tot Zuiker- plantagien - aangelegt, zouden’e boven de Veldichans B vnd ES geen (Carr Van 7, angerang 8 ha zyn die goede Zuiker geeven en brandftoffen genoeg hebben, + Als de rx, Oude Moolen op Linton. | 2. Nieuw aan te leggene tegen over Priang; 3. Op Tjikokol met de van Babakan voor ‚___een Moolen aan te vullene goede Zui- ker-tuinen. _ 4. Op Babakan met voor twee Moolene afteftaane gronden , naast ’t land van dE: Josern Dar, forteerende on- der de Veldfchans Tangerang. … De overige Moolens ‚ beneeden, dezelve ‘« langs de Rivier Tjidanie kunnen ook. behouden worden, met eene vergunning om in ’'sE: Compasnies Bosfen van Sa- deeng, Curipan, Fampan en Fanglappa te kappen ; > aan Zulken die gebrek hebben aan brandftoffen, en die nader= hand konden voorzien worden, met de nieuw aan teleggene Bosfên in ’t Gren- dengfe. a's a. op” Parangkoeda. 2. op Kadauon deze, en 2. op Kadauon gene zyde 2. op Salapadjan. 2. Op side Riengiet zullen moeten wore Í r Je. nen ‘Fransporteere 21° = den C ar ) 1 telgen Tränsport tT. vo den gefloopt 3 of iets benedenwaarts verlegt daar de Rivier vaarbaar is 2. op Tolknaga Zullen beide kunnen bly. ven; wanneer Zy brandftoffen van boe ven kunnen krygen 5 in welk gevalals dan een kléin beftek gronds dar thans tot bufelweide dient, tot Zuiker. tuinen kan genoomen worden , en de weide gezogt worden uic de kreue pel- bosfen. tr. op Pacafanzan. Meern | 2. op Campon Malayd | 2. op Pancallan , xr. op Campon Limon en 2. op Tagal Augus. 49. Mbôténs aan de Rivier Tjeedanie. By ftrand leggen, r. Moolen op Dadop. A Moolers op Camal. . Moolen op kt 33. Moolens te zaämen die brandftoffed genoeg hebben ; of’er van zouden kuns nen worden voorzien. War de twee Moolens op Ankee en Ca pok aanbelangt; voor dezelven is geen Transporteere 33. -e __ be Cam) Per Tritspor 3 -& | behoed? ten zy.dat die zig van brand „e „woorzien uit de Stad of uit de Bosfen van Pondok Poctjongsvof ” Pancatlang _Patieven Jangeere; dog zulks zoude te hoog in geld loopen, zo dat de- zelve:op losfe fchraagen ftaan, ’t en waare dat het Land: Pasfir Poetie en studie van JoosT SLINGERLAND daar voor gehuurd wierden, welk als dan derzel= „ver behoud zoude: verzeekeren, Onr het Oost Lym teegenwoordig nog de zE dE bees volgende: Moolens in weezen, dog hoe % met de -brandftoffen aldaar gefteld is„ en hoe verre. t gebrek. daar van"aantevullen. is „is miet tot myne … kepris- gekomen „op fuik boejong. et ‚op Tana doea Ratoes, … vr op Tolkanfana. „op Tolk Poetjons an op Webalpi.sr wee boeiden On op Pangielangan Bbe | op Dedjon Mentungs onpereekend de “Eene op T ajang Welt, zyn 'er om het Ooft 15; Luie kers Moolens, en dus int gcheel met de aan -tesleggen Migas ens ftuke. Decze 48 zouden daor. yks sby eem (214) een matig goed Jaarfaifoen het pros duét van 40. welmaalende. Moolen kunnen ‘geeven; want -men-kan nim- \ «mer veronderftellen dac alle de Moo- lens begunftigd met een-goed Jaar, ieder derzelver volle produêten zouden kunnen geeven, doordien -verfcheide toevallen. zulks niet wel toelaaten , te weeten gebrek: gan geld by zommige Planters , gebrek áan Boejangers of ar- beids-Volk; em ’ogeene dat door ver: zuim en andere toevallen ter vermin- dering zoude kunnen „toebrengen. Dus heb ik-alles ontvouwd, wat tot de Culture, Fäbricg;, enTrafik-van de Zuiker odients Eenlyk blyvt nog over ‚dat ik moge: lyk en by een volgende. geleegenheid zal voordragen, te weeten-wat eigenlyk het Twede zoort van Zuiker iss en war daar van inden Koophandel vaor-of hadeelig is 4 els mede een ontwerp «Om Bosfen in ’ Grendenfe gebied aan te.teggen.. Wat * opregten van. Zuiker- Moolens op Java aanbelangt , enim {hoe verre dat „met de belangens van deze hoofd-plaats overeenkomt, of flrydig is „laat (ik aan _de zulken over, die int ftaatkundig fiftema bedreeven zyn; nogthans zal ik my mif- “fchien onderftaän, iets daaf van .meede by Ad | Wine ci: CE | C 215 ) een volgende geleegenheid te melden, en ook in hoe verre zulks met de belangens van DE: Compagnie gepaart gaat of niet, als meede wat dat zou toebrengen aan of afnemen van het Credit der Jaccatra= fe Zuiker, Batavia den 24 Auguflus 1785. ANDRIES ÏRISSEIRE;) DRUK-FOUTEN In het Voorberigt. Bladz: 2 Reg. re. flaat hadde lees hadden ee Tg eet Oee =, dEVOTENS - - gevoelens «=- 1Ó, == 13. * - antwoord werd- =aadwoord werd | 24, — = vervolgens = = vervolgends --- 19, - « 13. == antwoord. = « andwoord ve 2E, 15e - - Hij. 5. ve Unk FE. me Af te “16, ee den-ded == den Pe Ie Bere Mn, en Er e- e= 32 -- 2, == nodig == noOdig ie 0, = = tegenwoordige «= - tegenwoordi- gen = -= 44 naa 19. isuitgelaaten NICOLAAS MAAS, 5 RE Balliuw der Stad. die dus in het volgende Deel op zyn plaats ge: fteld zal worden. Over de Calappus boomen Bladz: 18, Reg. 6. en 7 flaat merdigften lees merkwaardig; ften Dee eee TO „== redenenen == redenen | te rr „= eleétriaal == eleêtricaal > e= 4b.e= 18. == aar e= haar > é Over de Rafamala Bladz: 1 Reg: ro. flaat fogvuldig lees forgvuldig | In de relatio Plantarum Bladz: $. Reg: 6. ffaat Ringas lees Ranghas | Over de T'arw Bladz: 32. Reg: 6. flaat tyd Peeken lees tydperken se Gn ED Sla mEt == DIE "e- 3 ve 3, =e met == niet De gunftige Lezer verbetere de overige, en íchryve da verichiliende fpel- wys aan de verfcheidenheid der Schrys vers tce. NN Krins « ' 5 ze p arend _ . p _ , em Ek 4 - _ N er ed ed Ee ie » pede 4 Kas ss E4 ed en É He ‚> { E, é zé Mr ath ig pend sa ot 4 B A air an i ob « B hah) hees RE rt 5 ie nd deet er wl 2 En _ “dt A dd nt A Ne bend Me fas hd d IN Keek ° dt q ä ’ Farm whe Nie à *: iotpaie _, pend ed” bed. _ 5, - . Er si nak jr ú a ld —_ 8 d Ee Ten , Et Ai , BT, helf ne, AS _ NS ge te <5 ke eh e en RN Ok, Be: Ln Ee „ ej srate hk en k nd A me € Tee ier eg ana ed ‚> ET Ee ei, enge é ie El ne ee OOM etn. jn \ Bih DE mi E vi,