Skip to main content

Full text of "Hate Crime 2014 NL"

See other formats


Intermediary Foundation of the Universal 
Declaration of Human Rights 



VERZOEKSCHRIFT 



AANTEKENEN 

Aan:TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAAL 

politieke fracties en kamerleden 
(griffier) 

Postbus:20018 
2500EA,DEN HAAG 



Heden,de eerste september tweeduizendveertien heb ik Joannes Petrus van den Wittenboer 
voorzitter van de stichting IFUD of Human Rights een verzoekschrift verzonden per brief,per 
aangetekende post aan de griffier van de Tweede Kamer der Staten Generaal bestemd voor de 
fractie leiders van de politieke partijen en de kamerleden,met uitdrukkelijk verzoek deze stukken 
in handen te stellen en ter inzage te leggen.De Tweede Kamer gevestigd in Den Haag,Plein 
2. IFUD of Human Rights handelende tevens als gemachtigde namens en voor Audio-Rarities,te 
dezer zake woonplaats kiezende te Mierlo aan de Kastanje 28 ten adres van IFUD of Human 
Rights,(zelfde adres). 

Het verzoek: 

Verzoek onderzoek naar strafbare feiten waarvan de Hoge Raad in eerste aanleg kennis neemt - 
te weten door hierna te vernoemen personen in hun hierna gemelde betrekking beweerdelijk 
gepleegde ambtsmisdrijven als bedoeld in art. 76 RO- maar de opdracht tot vervolging ter zake 
van zodanige ambtsmisdrijven kan niet worden gegeven door de Hoge Raad maar uitsluitend bij 
Koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (art. 119 
Grondwet;art. 4-9 Wet van 22 april 1855,Stb.33,houdende regeling der verantwoordelijkheid van 
de hoofden der Ministeriële Departementen;art. 483 leden 1 en 2 Sv.). 



-2- 



Namen: 



• Donner J.P.H. (Piet Hein), minister van justitie 

• Wijkerslooth de Weerdesteijn J.L. (Joan Lodewijk),voorzitter college van procureurs- 
generaal en hoogleraar Universiteit Leiden 

• Balkenende J.P. (Jan Pieter) Jan Peter,minister van algemene zaken 

• Rutte M (Mark),minister van algemene zaken 

• Dijsselbloem J (Jeroen René Victor Anton),minister van financiën 

Deze hooggeplaatste personen met voorbeeldfunctie naar de samenleving in de uitoefening van 
het ambt of functie op enigerlei wijze en data direct of indirect betrokken zijn geweest of zijn 
betrokken door handelen,nalaten of goedkeuren bij strafbare feiten.Te omschrijven samengevat 
als "haatzaaien met holocaust negationisme,revisionisme". 

Het kabinet is van mening dat discriminatie, racisme en antisemitisme immoreel is en in strijd 
met de Grondwet en mensenrechtenverdragen. Het zijn ongewenste maatschappelijke 
verschijnselen. Daar dient hard en effectief tegen te worden opgetreden,Brief Donner aan de 
Tweede Kamer 24 oktober 2003, 29200VI- nr62.Naar aanleiding van de bekladding van de poster 
"Anne Frank " in Velserbroek in mei 2014 met antisemitische leuzen en een jodenster,en op de 
vuilnisbak voor de abri een hakenkruis: het kabinet zet zich in om antisemitisme in Nederland te 
bestrijden.De Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten: de antisemitische bekladding van 
een poster van Anne Frank is verwerpelijk en onacceptabel. 

ECRI: 

In haar rapport van 2013 moedigde de ECRI de Nederlandse autoriteiten aan ervoor te zorgen dat 
de strafrechtketen passende bescherming biedt tegen alle vormen van aanzetten tot 
rassenhaat,discriminatie en geweld en verregaand bagatelliseren van de Holocaust.Art. 
137c,137d,137 e ,137f,137g en 429 quater verbieden respectievelijk:belediging wegens ras; 
aanzetten tot rassenhaat,discriminatie en geweld.Ook moeten de Nederlandse autoriteiten zich 
intensiever in zetten voor onderwijs over de Holocaust en antisemitisme en om racisme. 

Tweede Kamer der Staten Generaal: 

In dit geval verzoek Ik de politieke fracties en de leden van de Tweede Kamer onderzoek te doen 
en maatregelen te nemen betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme 
en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht "KADERBESLUIT 2008/9 13/JBZ van de 
Raad van 28 november 2008. 



-3- 



Brief: 



Intermediary Foundation of the Universal Declaration of 
Human Rights 

T.a.v. de heer J.P. van den Wittenboer 
Postbus 324 
5660AH GELDROP 

Den Haag, 14 september 2006 
"Hitier' s Inferno" 
JUST060608 
K05/1077/12Sv 
14 september 2006 



Tweede Kamer der Staten Generaal 
DCO Bestuur en Onderwijs 
Commissie Justitie 



Geachte heer Van den Wittenboer, 

Uw bovengenoemde brief is onder de leden van de vaste commissie voor justitie verspreid. 

In haar vergadering van 6 september 2006 heeft de commissie besloten geen verdere actie te ondernemen. 

Dit betekent dat de leden van de commissie individueel wel actie kunnen ondernemen naar aanleiding van uw 
brief.Zij kunnen uw opmerkingen bijvoorbreeld gebruiken bij de behandeling van wetsvoorstellen of vragen stellen 
aan de regering. 

Hoogachtend, 

Mevr.mr.N.J.P. Coenen 

Griffier van de vaste commissie voor justitie 



Europese Commissie: 

PERSBERICHT 
Brussel, 27 januari 2014 

Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust: 
Commissie roept lidstaten op om ontkenning van 
misdaden tegen de menselijkheid strafbaar te stellen 

Een nieuw verslag dat Vandaag is gepubliceerd, tegen de achtergrond van de 
Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust, heeft aan het licht gebracht dat de 
meeste EU-Iidstaten de EU-regelgeving ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat 
nog niet correct hebben uitgevoerd. De lidstaten hebben in 2008 unaniem het kaderbesluit 



-4- 



betreffende de bestrijding van racisme en ,vreemdelingenhaat door middel van het 
strafrecht aangenomen.Toch blijft de nationale wetgeving in een aantal landen nog steeds 
ontoereikend. Vooral nationale bepalingen tegen het ontkennen, vergoelijken of 
verregaand bagatelliseren van bepaalde misdrijven, zoals misdaden tegen de menselijkheid, zijn 
nog steeds ontoereikend in 20 lidstaten. 

Vicepresident Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie, zei tijdens een speech ter 
gelegenheid van de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust: "De naties in de 
Europese Unie leven nu in vrede met elkaar. We staan nu echter voor nog een andere 
uitdaging: het blijven streven naar tolerantie binnen onze maatschappijen. Niemand zou 
ooit te maken mogen krijgen met haatuitingen of haatmisdaden. Vandaag roep ik dus alle 
EU-lidstaten op om maatregelen te nemen zodat het EU-kaderbesluit volledig kan worden 
omgezet in nationale bepalingen en kan Worden toegepast op het terrein. " 

De Commissie zal in 2014 bilateraal in dialoog treden met de lidstaten zodat het 
kaderbesluit volledig en correct kan Worden omgezet in nationale wetgeving. Hierbij moet 
rekening Worden gehouden met het Handvest van de grondrechten en, met name, de 
vrijheid van meningsuiting en vereniging. 

Het EU-Kaderbesluit heeft als doel om met name racistische en xenofobische haatuitingen 
en haatmisdaden te bestrijden. Het verplicht de lidstaten er ook toe om het publiekelijk 
aanzetten tot geweld of haat op grond van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming, nationale of 
etnische afkomst vast te stellen als strafbare feiten. 



Belangrijkste bevindingen van het huidige uitvoeringsverslag: 

Hoewel alle lidstaten de Commissie hebben laten weten welke maatregelen ze zullen 
nemen om aan dit kaderbesluit te voldoen, laat het huidige uitvoeringsverslag zien dat een 
aantal landen niet alle bepalingen volledig en/of correct heeft omgezet. Het gaat dan over 
strafbare feiten zoals het ontkennen, het vergoelijken en verregaand bagatelliseren van 
bepaalde misdrijven. 

De meeste lidstaten hebben bepalingen inzake het aanzetten tot racistisch en xenofobisch geweld 
en haat, maar daarmee lijken de desbetreffende bepalingen van het kaderbesluit niet altijd 
volledig te zijn omgezet. Er zijn ook leemten aangetroffen in verband met de racistische en 
xenofobische motieven van misdrijven, de aansprakelijkheid van rechtspersonen en de 
rechtsbevoegdheid. 



-5- 



Volgende stappen: 

De Commissie beschikt momenteel niet over de bevoegdheden om op grond van 
artikel 258 VWEU een inbreukprocedure in te leiden in verband met kaderbesluiten die zijn 
aangenomen voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon (zie artikel 1 0, lid 1 , 
van Protocol nr. 36 bij de verdragen). Vanaf 1 december 2014 kan de Commissie 
inbreukprocedures inleiden. Het huidige verslag laat dus zien op welke vlakken de 
lidstaten nog werk moeten verrichten om de nationale wetgeving aan te passen. 

De Commissie zal echter nooit tussenbeide komen in individuele gevallen van 
haatuitingen of haatmisdaden.Het is aan de nationale rechtbanken om te bepalen of 
een specifiek geval kan Worden beschouwd als een aanzetting tot racistisch of xenofobisch 
geweld of haat, afhankelijk van de omstandigheden en de context van elke situatie. De 
Commissie zal alleen nagaan of de algemene regels in nationaal recht Worden omgezet. 

Achtergrond 

Kaderbesluit 2008 2008/9 133/JBZ van de Raad is een instrument ter bestrijding van racisme en 
vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht. In dit kaderbesluit wordt een 
gemeenschappelijke strafrechtelijke benadering uitgelijnd voor bepaalde vormen van 
racisme en vreemdelingenhaat, met name racistische en xenofobische haatuitingen en 
haatmisdaden. 

Wat "haatuitingen" betreft, moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om 
er voor te zorgen dat de volgende opzettelijke gedragingen strafbaar worclen gesteld 
wanneer ze gericht zijn tegen een groep personen, of een lid van die groep, die op basis 
van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming dan wel nationale of etnische afkomst wordt 
gedefinieerd en indien de gedragingen van dien aard zijn dat zij net geweld of de baat 
tegen een dergelijke groep of een lid van een dergelijke groep dreigen aan te wakkeren : 

1) het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat, waaronder het publiekelijk verspreiden 
of uitdelen van geschriften, afbeeldingen of ander materiaal; 

2) het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van genocide, 
misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, zoals vastgesteld in het 
Statuut van net Internationaal Strafhof; en de misdaden van de belangrijkste 
oorlogsmisdadigers van de Europese Asmogendheden, zoals vastgesteld in het 
Handvest van het Internationale Militaire Tribunaal van 1945. 

Met betrekking tot "haatdelicten" moeten de lidstaten ervoor zorgen dat racistische en 
xenofobe motieven als een verzwarende omstandigheid Worden beschouwd, dan wel dat 
die motieven door de rechter in aanmerking kunnen worden genomen bij de bepaling van 
de strafmaat. 



-6- 



Het kaderbesluit heeft betrekking op slachtoffers doordat erin wordt vastgelegd dat 
lidstaten erop moeten toezien dat het onderzoeken en verVolgen van delicten die verband 
houden met racisme en vreemdelingenhaat, niet afhangt van aangifte of beschuldiging 
door het slachtoffer, ten minste in de ernstigste gevallen. 

De wet bevat regels inzake de rechtsmacht die erop gericht zijn online haatuitingen te 
bestrijden (een van de meest voorkomende manieren om racistisch en xenofoob gedrag te 
tonen). Bij het vestigen van hun rechtsmacht over gedragingen op hun grondgebied, 
moeten de lidstaten er voor zorgen dat hun rechtsmacht zich uitstrekt tot gevallen waarin 
de gedragingen via een informatiesysteem Worden begaan en waarbij de dader of het 
materiaal dat wordt aangeboden, zich op hun grondgebied bevinden. 

Dit is het eerste uitvoeringsverslag over Kaderbesluit 2008/9 13/JBZ. In dit verslag wordt 
een beoordeling gegeven van de mate waarin de lidstaten alle bepalingen van het 
kaderbesluit hebben uitgevoerd. Het is gebaseerd op de omzettingsmaatregelen die door 
de lidstaten zijn aangemeld en op technische informatie die de Commissie tijdens de 
beoordeling van hen heeft gevraagd (met inbegrip van nationale jurisprudentie,voorbereide 
werkzaamheden en richtsnoeren). Het is eveneens gebaseerd op gegevens die werden verzameld 
in vijf vergaderingen van een groep regeringsdeskundigen en op een studie in opdracht van de 
Commissie. 

De Feiten: 

Door Karei de W. 

Het plaatsen van hakenkruizen en SS-tekens op afbeeldingen van ministers,nationale 
Ombudsman in combinatie met schelden. De dader kan gebruik hebben gemaakt van programma's zoals 
o .a. photoshop.Naast het op internet verspreiden van de afbeeldingen,zijn ook afbeeldingen van Donner 
als Adolf Hitier via e-mail internationaal verspreid.De Wijkerslooth "Twee Vandaag TV" (26 
november 2003) : "Ik ben hiermee bekend,samen met minister van justitie Donner,maar dat laat Ik 
nu maar zo!". 

Impressie: 

Op de internetsite http://www.mstsnl.net/oppositie/archief/archief.htm 
van Karei de W ,tussen een samenvatting van brieven diverse afbeeldingen: 

Afbeelding Tweede Kamer,met aan de wand een groot hakenkruis in krans | afbeelding van de 
Wijkerslooth met Hitlersnor en hakenkruis en voorzien van het stempel van de rechtbank | 
Afbeelding Donner met Hitlerkapsel en Hitlersnor,SS-tekens en adelaar met hakenkruis | de 
Nationale ombudsman met Hitlersnor met SS-tekens en adelaar met hakenkruis | afbeelding 
portret Adolf Hitier | afbeelding Balkenende met Hitlersnor,hakenkruis en adelaar met 
Hakenkruis | Donner met Hitlerkapsel en SS-tekens en adelaar met hakenkruis. Het gelaat is 
afgedekt met een zwarte balk over de ogen | adelaar met hakenkruis | hakenkruis in krans | 



-7- 



Woordgebruik: 

(Karei de W) 

Juridisch gewetenloos geboefte leden van het gerechtshof te 's-Gravenhage,en minister 
Donner is de schele Katholiek en staatspooier (archschlog).Advocaten en rechters zijn de 
togacriminelen en procureur-generaal de Wijkerslooth is een juridische boef,(hopen dat dit 
juridisch monster ten spoedigste kanker krijgt). 

Fiscaal-revisionisme: 

Minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem. 
Algemeen nut beogende instelling 

Door de Belastingdienst wordt de term 'algemeen nut beogende instelling" gebruikt. Goede 
doelen met deze rangschikking (artikel 24 status) werken ten behoeve van de samenleving.De 
belastingdienst baseert het oordeel met betrekking tot die tegenover dat van de stichting en 
Audio-Rarities op slechts één beoordelingscriteria "economische berekeningen",terwijl er veel 
meer criteria zijn om te beoordelen.Ook wordt een vergelijking gemaakt die eigenlijk niet 
gemaakt kan en mag worden,nl dat Audio-Rarities alleen een onderneming is voor het 
verspreiden van dragers "Compact disc",en dat het dan alleen om verkoopresultaat "winst" is te 
doen. Audio-Rarities heeft slechts één titel in het assortiment "Hitier' s Inferno". Vervolgens 
baseert de belastingdienst de verkoop van CD's op hoe belangrijk "Hitier' s Inferno",de les van 
gisteren als getuigenis is,aldus niet op de daadwerkelijke context van de bedoeling en het verhaal 
van hoe dat in 1945 op een LP is gezet.Fiscaal-revisionisme is de belastingwetten misbruiken met 
een politieke bedoeling. Op die manier kan de belastingdienst worden ingezet als politiek 
instrument. 

Wetboek van Strafrecht: 
137d Sr 

1) Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of 
discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen 
wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of 
homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, 
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde 
categorie. 

2) Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte 
maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste 
twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd. 



-8- 



structurele vormen van discriminatie strafrecht: 

Kenmerk: (2000050862) dd,22 mei 2000. Openbaar Ministerie "college van procureurs- 
Generaal", mr. JL. de Wijkerslooth. 

In het wetsvoorstel wordt onder structurele vormen van discriminatie verstaan het 'een beroep of 
gewoonte' maken van de in de betrokken artikelen omschreven feiten of het 'door twee of meer 
verenigde personen' plegen van die feiten. De bedoelde feiten zijn het doen van openlijke 
discriminatoire (artikel 137c Sr) of tot haat of discriminatie of gewelddadig optreden aanzettende 
(artikel 13 7d Sr) uitlatingen, alsmede het openbaarmaken van dergelijke uitlatingen dan wel het 
aan een ander ongevraagd doen toekomen of het verspreiden of het ter openbaarmaking of 
verspreiding in voorraad hebben van een voorwerp waarin een dergelijke uitlating is vervat 
(artikel 137e Sr). Beide vormen van structurele discriminatie worden bedreigd met een 
strafmaximum van twee jaar gevangenisstraf of een geldboete van de vierde categorie. Wellicht 
ten overvloede merkt de commissie op, dat mocht het plegen van de bewuste feiten door twee of 
meer personen een stelselmatig karakter krijgen, het openbaar ministerie de specialis 'een beroep 
of gewoonte maken' met het daaraan verbonden hogere strafmaximum te laste kan leggen. 

Jurisprudentie: 

Gerechtshof Amsterdam 

• 27 april 2000 in de zaak van Siegfried Maria Theo Corneel Verbeke en de Stichting Anne 
Frank Stichting inzake het dagboek van Anne Frank. 

• Symbolen nationaal socialisme: HR 2009 / BJ6941 
Chronologische weergave: 

(Overzicht waarin de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden). 

• 2 april 2003 afbeelding Wijkerslooth (Hitlersnor en hakenkruis) ingekomen bij rechtbank, 
(stempel Centrale Balie ingekomen 2 april 2003) 

• 18 oktober 2003 artikel De Telegraaf, Ron van Couwenhoven 



-9- 



• 24 Oktober 2003, brief Donner aan Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, 
29200VI-nr62 

• 13 November 2003 aangifte door bewoner uit Hoofddorp bij Officier van Justitie 
Amsterdam,met verzoek om strafvervolging tegen K de W naar aanleiding van artikel 
in de Telegraaf van 18 Oktober 2003 

• Nieuws en actualiteiten TV-zender Twee Vandaag Ned2, 26 November 2003, verklaring 
Wijkerslooth over hemzelf en minister van justitie Donner Twee Vandaag (Ned 2, 26 
November 2003 nieuws en actualiteiten TV-zender) Met Procureur-Generaal van het 
Openbaar Ministerie de Wijkerslooth. Nieuwslezer: Zo vonden wij op internet nog een 
afbeelding van U,dat U met een soort Hitlersnor staat afgebeeld.De Wijkerslooth: Dat 
weet Ik, dat weet Ik al een hele tijd.Dat deel Ik overigens met de minister van Justitie 
(Donner),dat laat Ik nu maar zo. 

Super PG De Wijkerslooth wordt hoogleraar strafrecht: 

Gepubliceerd op maandag 7 februari 2005 
(Organisatie: Openbaar Ministerie) 

De Minister van Justitie heeft ingestemd met het verzoek van mr. J.L. de Wijkerslooth hem 
per 1 juni 2005 uit zijn functie van voorzitter van het College van procureurs-generaal te 
ontheffen. De Wijkerslooth wordt met ingang van 1 september 2005 benoemd tot hoogleraar 
straf- en strafprocesrecht aan de Universiteit van Leiden. Minister Donner van Justitie is 
voornemens om procureur-generaal mr. H.N. Brouwer voor te dragen als opvolger van De 
Wijkerslooth als voorzitter van het College van procureurs-generaal. 



Universiteit Leiden: 

(proefschrift) 

Prof.mr. J.L. de Wijkerslooth was nadien betrokken in de promotiecommissie van het proefschrift van 
Caspar van Woensel in 2007,ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit van 
Leiden. Terwijl de Wijkerslooth bekend is op internet te worden afgebeeld als Adolf Hitier samen met 



-10- 



Donner. 

Het proefschift is in boekvorm uitgebracht.Titel: "Merk, God en Verbod" 
Auteur: Caspar van Woensel ISBN: 9789086920105. 

In dit boek o.a. de strafrechterlijke handhaving van oneigenlijk symboolgebruik. 
"oneigenlijk gebruik Hakenkruis". 

De Telegraaf: 

18 oktober 2003 

Met een wereldwijde smaadcampagne beledigt Karei de Werd minister Dormer, 
maar justitie grijpt niet in. 



Smerige Strijd om recht 

door RON COUWENHOVEN 
Amsterdam, zaterdag. 

'Mijnheer De Werd, u heeft zeer hooggeplaatste personen onherstelbaar beschadigd. Ik moet u 
dringend verzoeken hiermee te stoppen.' Zo verzocht een inspecteur van de Criminele Recherche 
Inlichtingendienst op 3 1 juli in café 't Sluisje aan de Nieuwendammerdijk in Amsterdam-Noord 
beleefd aan Karei de Werd zijn smaadcampagne op internet te staken.Opló juli had De Werd de 
twee hoogste justitiële autoriteiten van Nederland,minister van Justitie P.H. Donner en de 
voorzitter van het college van procureurs-generaal J.L. de Wijkerslooth, als Adolf Hitier 
afgebeeld op zijn internetsite, begeleid door een uiterst grof smaadschrift Justitie ondernam 
verder niets. De Werd werd niet gearresteerd. 



Tweede Kamer der Staten Generaal: 

(vergaderjaar 2000-2001, kst-27792-3) 

Discriminatie is moreel verwerpelijk, bedreigt de stabiliteit van de samenleving en is in strijd 
met de Grondwet. Racisme dient direct en duidelijk te worden veroordeeld en bestreden.Aldus 
zijn in het regeerakkoord de uitgangspunten van het beleid ter voorkoming van vooroordelen, 
discriminatie en racisme verwoord. Het onderhavige wetsvoorstel vloeit voort uit een van de 
voornemens van het regeerakkoord ter uitvoering van dit beleid. Nederland staat met zijn 
antidiscriminatiebeleid niet alleen. Artikel 1 3 van het Verdrag tot oprichting van de Europese 
Gemeenschap verheft discriminatiebestrijding tot voorwerp van optreden van de Europese Unie. 



-11- 



Verder omschrijft artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zoals dit luidt sinds 
het Verdrag van Amsterdam, het doel van de Unie als: «de burgers in een ruimte van vrijheid, 
veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen door (...) 
voorkoming en bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat.» De Europese Raad heeft deze 
doelstelling in oktober 1999 in Finland onderstreept door op te roepen «de strijd tegen racisme en 
vreemdelingenhaat op te voeren». 

Donner: 

(op 24 oktober 2003 verzond toenmalig Minister van Justitie J.P.H. Donner een brief aan de 
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,Den Haag. (kst-29200VI nr 62) In de brief 
o.a. onderwerpen: 

Aanpak Openbaar Ministerie 

Op 1 april 2003 is de nieuwe Aanwijzing Discriminatie van het College van procureursgeneraal 
in werking getreden. In de Aanwijzing worden regels gegeven over de opsporing en vervolging 
van discriminatie beantwoording van de kamervragen van het Tweede Kamer, vergaderjaar 2003- 
2004, 29 200 VI, nr. 62 2 alsmede procedurevoorschriften 

voor het OM en de politie, daar waar het gaat om aangiften en klachten betreffende 
discriminatie.Aanbevelingen van de Landelijke Vereniging van Anti Discriminatie Bureaus 
(LVADB) en het Landelijk Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie zijn in de nieuwe 
Aanwijzing Discriminatie meegenomen.Overeenkomstig de Aanwijzing Discriminatie dient 
van alle aangiften en klachten betreffende discriminatie een proces-verbaal te worden 
opgemaakt. Bij overtreding van discriminatiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht volgt 
altijd een strafrechtelijke reactie, indien de zaak bewijsbaar is. Bij de overtreding van andere 
commune strafbare feiten met een discriminatoire achtergrond dient deze discriminatoire 
achtergrond te worden benadrukt in het requisitoir en als strafverzwarende omstandigheid in 
de eis te worden betrokken. De eis dient met 25% te worden verhoogd.Conform de 
Aanwijzing Discriminatie heeft het Openbaar Ministerie een actief vervolgingsbeleid ten 
aanzien van verschillende verschijningsvormen van discriminatie Aangiftes van antisemitisme 
worden serieus genomen. 



-12- 



Met recht discriminatie bestrijden: 

'Met recht discriminatie bestrijden' is een praktische handleiding voor diegenen die in hun 
werkpraktijk, door studie of onderzoek in aanraking komen met rassendiscriminatie. Aan de 
hand van (inter)nationale wet- en regelgeving en jurisprudentie biedt deze handleiding inzicht 
in en instrumenten voor de juridische bestrijding van rassendiscriminatie.De handleiding komt 
uit de expertise en jarenlange ervaring van het Landelijk Bureau ter bestrijding van 
Rassendiscriminatie (LBR, nu Art. 1). 'Met recht discriminatie bestrijden' wordt uitgegeven door 
Boom Juridische uitgevers. 'Met recht discriminatie bestrijden', 292 pagina's, uitgave Boom 
Juridische uitgevers, Den Haag, 2004, ISBN 90-5454-427-9. 

Ministerie van Justitie: 

Ontvangst 'Met Recht Discriminatie Bestrijden' 

Toespraak | 29-03-2004 | Den Haag, Minister Donner 

Toespraak van minister Donner van Justitie bij de ontvangst van het boek: 'Met Recht 
Discriminatie Bestrijden' , 22 maart 2004 op het Ministerie van Justitie te Den Haag. 

Sinds 2003 is Donner bekend op internet te worden afgebeeld als Adolf Hitier met 
Hitier snor, hakenkruis, SS-tekens en adelaar. Ook zijn er ruim 500.000 e-mails verzonden 
wereldwijd. (Donner is in 2012 benoemd tot vice-voorzitter bij Raad van State) 

(Donner) 

Dames en heren, 

Mag ik u allen van harte welkom heten. Door de omstandigheid van het overlijden van 
Koningin Juliana, ben ik niet door de Tweede Kamer verhinderd om dit boek zelf in ontvangst 
te nemen. In dit soort zaken geldt immers onverbiddelijk het primaat van de Kamer. 
Gelukkig,want anders verdwijnt mogelijk een zo belangrijk onderwerp als rassendiscriminatie 
naar de achtergrond. Die indruk moet worden voorkomen.Gisteren, 21 maart, was de 
jaarlijkse internationale dag tegen racisme. En deze hele week geldt als één lange actiedag tégen 
racisme en vóór samenleven met respect voor elkaar. Niet alleen hier op het Ministerie van 
Justitie, maar ook op vele andere plaatsen in Nederland worden activiteiten georganiseerd 
in scholen, buurthuizen, jongerencentra en ga zo maar door."Racism is the worst disease from 
which the society of our nation suffers" zei Albert Einstein een halve eeuw geleden. Zelf had 
hij er voor moeten vluchten. En nog steeds zorgen racisme en discriminatie voor 
vervreemding, angst en achterdocht tussen mensen en bevolkingsgroepen. Het gevaar dat 
hierin schuilt, mag niet worden onderschat. Wij worden er dagelijks aan herinnerd hoe 



-13- 



kwetsbaar onze open samenleving is. Rassendiscriminatie moet met alle middelen worden 
bestreden en daarbij moeten we verder kijken dan onze neus lang is.We kunnen er niet 
omheen dat discriminatie in de afgelopen jaren een ander gezicht heeft gekregen. Het gaat allang 
niet meer alleen om het onderscheid tussen een witte meerderheid en een zwarte minderheid. In 
onze samenleving waarin mensen van veel multi-etnische afkomsten leven, bestaan spanningen 
tussen andere groepen die net zo kwaadaardig kunnen zijn als de traditionele vormen van 
discriminatie. En met "verder kijken dan de neus lang is" bedoel ik ook dat we niet blind moeten 
zijn voor de oorzaken van racisme en discriminatie,die vaak een bodem vinden in sociale 
vervreemding en economische achterstand. Terreur en aanslagen zoals in New York en Madrid 
vergen actie en dwingen tot alertheid. De bestrijding van terrorisme vergt dat we oude 
vanzelfsprekendheden opnieuwe tegen het licht houden. 

Maar bij de bestrijding van terrorisme moeten we ervoor waken dat we niet de uitgangspunten 
van de rechtsstaat zelf verlaten of hele groepen in de samenleving stigmatiseren en verdacht 
maken. Dan versterken we slechts wat we willen bestrijden en spelen de radicalisering in de 
hand. Met recht zal men ons dan kunnen tegenwerpen: u wilt dat wij uw waarden van de 
rechtsstaat onderschrijven, begin bij uzelf. Juist nu zullen we moeten kijken wat we samen 
hebben en delen. Het is noodzakelijk om met respect enverantwoordelijkheid met elkaar om te 
gaan. En daarbij is geen ruimte voor onderscheid op basis van ras of kleur. Daarin lag door de 
eeuwen heen onze kracht en daarin zullen we onze kracht moeten blijven zoeken.Nederland doet 
het namelijk lang zo slecht niet als het gaat om de bestrijding van rassendiscriminatie. Twee 
weken geleden nog prees het VN Comité voor rassendiscriminatie een Nederlandse delegatie 
voor haar beleid ter verbetering van de situatie van minderheden.En het Comité gaf zelfs te 
kennen dat zij Nederland ziet als - en ik quote -:"een model voor andere staten in het behalen van 
de doelstellingen bij de implementatie van 

de voorschriften van de VN-Conventie." Een moeilijke zin, maar een mooie pluim, dunkt 
mij. Het Ministerie van Justitie rust ondertussen niet op deze lauweren. Zo coördineert de 
Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, die - zoals u weet - ook in dit gebouw 
zetelt,hetNationaal Actieplan tegen Racisme. Het geeft concrete actiepunten voor alle 
ministeries om racisme in Nederland te voorkomen en te bestrijden. Voor Justitie omvat dit onder 
meer: Dat multi-etnische samen met het Landelijk Bureau Racismebestrijding en de Anne Frank 
stichting kan helpen bij campagnes om mensen bewust te maken van racisme en discriminatie. 
Vanaf een nieuwe racisme monitor multi wordt ontwikkeld. De informatie uit deze monitorl juni 
2003 gaat er bij het Arrondissementsparket Amsterdam een registratie pilot lopen,waarmee 
inzicht verkregen kan worden in de vraag hoeveel commune delicten een discriminatoire 
achtergrond hebben betere samenwerking en afstemming tussen alle betrokken 
instanties. Daarnaast wordt de Om discriminatie op het internet beter aan te kunnen 



-14- 



pakken spant Justitie zich in voor betere samenwerking tussen de verschillende niet- 
gouvernementele organisaties bevorderd. Speerpunt is hierbij de fusie tussen het LBR en de 
Landelijke Vereniging van Anti-discriminatiebureaus, mede met het oog op verdere 
professionalisering van deze bureaus.- Tenslotte subsidieert het Ministerie van Justitie het 
Meldpunt Discriminatie Internet en, jawel, het LBR - de organisator van deze bijeenkomst.Deze 
activiteiten vinden plaats binnen een rechtstelsel, dat duidelijke handvatten verschaft om 
rassendiscriminatie te bestrijden. Nederland heeft haar strafwetgeving aangevuld met bepalingen 
die expliciet discriminatie op grond van ras verbieden, in overeenstemming met de VN Conventie 
ter bestrijding van alle vormen van Rassendiscriminatie. Evenzo zijn de 
mogelijkheden aangevuld om het beledigen en aanzetten tot haat of geweld wegens ras tegen 
te gaan. Een nog weer ander handvat is de Algemene Wet Gelijke Behandeling die 
onderscheid op grond van ras en nationaliteit verbiedt. En ook tal van andere, open normen in 
het recht maken het mogelijk om met recht discriminatie en racisme te bestrijden. 
Bijvoorbeeld de norm van het goed werkgeverschap, of de regels uit het algemeen 
bestuursrecht. Maar de overheid en de rechterlijke macht kunnen het niet alleen. Racisme 
effectief bestrijden vergt de inzet van alle burgers. Mensen hebben een eigen 
verantwoordelijkheid. "Beginnen ze weer over eigen verantwoordelijkheid," 'hoe moet dat 
dan?' hoor ik mensen denken. Dat kunt u nu allemaal in dit boek lezen dat ik zojuist heb 
ontvangen. 'Met Recht Discriminatie Bestrijden ' is bedoeld als een handig 
discriminatiebestrijding. De voorgaande versie verscheen in 1997 en het is goed dat er nu een 
naslagwerk met juridische informatie voor iedereen die werkzaam is op het gebied van 
actualiseerde uitgave is gekomen.Ik stel het zeer op prijs dat ik het eerste exemplaar van dit 
boek in ontvangst mag nemen.Zometeen zal het ook uitgereikt worden aan sleutelfiguren van 
verschillende maatschappelijke organisaties. Justitie zal samen met deze organisaties de 
komende jaren discriminatie en racisme actief blijven bestrijden.Ik had nu de hoop zullen 
uitspreken dat iedereen na afloop van de bijeenkomst nog het glas met mij zou heffen op het 
boek. Maar de reden die maakt dat ik hier het boek in ontvangst kan nemen maakt ook dat die 
afsluiting nu niet mogelijk is. Ik hoop dat het voor de auteurs niet afdoet aan de glans van het 
boek; dat is niet bedoeld. 



Oranjehotel: 

(herdenkingsrede Donner Oranjehotel 2004. 
Nrc: 

20-09-2006 (artikel) Donner over aanpak haatzaaien op internet. 



-15- 



Ereveld Loenen: 

(Toespraak Donner herdenking 04-05-201 1) 
Oorlogsgravenstichting: 

(Toespraak Donner 65 jaar oorlogsgravenstichting 07-09-201 1) 
Raad van State: 

(Donner vicepresident Raad van State 2012) 
Oorlogsgravenstichting: 

(Donner benoemd tot president oorlogsgravenstichting 2013) 
Old Boys Network: 

In ogenschouw genomen dat Hirsch Ballin en Donner de draai hebben terug gevonden na 
diverse verwikkelingen (nevenfuncties en hoofdwerkzaamheden),Hirsch Ballin IRT-affaire 
1994 en Donner Schipholbrand 2005 en affaire "Schiedammer parkmoord":in een spoedbebat 
van de Tweede Kamer in september 2005 moest Donner zelf ook toegeven dat er sprake was 
geweest van dwalingen. (rapport Posthumus I en II). 

Het wekt op zijn minst de schijn van het bestaan van een "Old Boys Network" bij de 
overheid.En dat toespraken over anti-racisme en herdenken slachtoffers Tweede 
Wereldoorlog door de Nederlandse Staat ingezet worden als "politiek instrument 

Rechtsverhouding: 

(Een "rechtsverhouding" aangegaan met de Nederlandse Staat) 

Er is geen speciaal -schriftelijk- contract vastgelegd tussen de Nederlandse Staat en met Audio- 
Rarities,de Stichting of J.P. van den Wittenboer. Alleen een schriftelijke bevestiging waaruit "fair 
use" only blijkt. 



-16- 



Een speciaal contract met de Staat is ook niet nodig hierover omdat n.1. het betstaan 

van een rechtsverhouding automatisch volgt uit de bestaande wetten en verdragen. 

Te verwijzen naar Internationale en Europese Verdragen.Het kaderbesluit bestrijding racisme is 

ook een belangrijk instrument, vanaf december 2014 is het mogelijk "inbreukprocedures" bij de 

europese commissie,verzoekschrift wegens schenden Gemeenschapsrecht begaan door lidstaten 

te verzenden. 

De partijen: 

la). Hoofdpartij, de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlandse, Binnenhof 19, Den 
Haag, "N.L.", waarbij de publiekrechtelijke rechtspersoon de Nederlandse Staat niet in de 
specifieke bestuurstaak heeft gehandeld.maar in de ondernemersactiviteit, public relations, en de 
wetenschap, bestaat er geen voldoende grond haar anders te bejegenen dan privaatrechtelijke 
rechtspersonen die dezelfde of vergelijkbare activiteiten verrichten. 

2a).Hoofdpartij. Eenmanszaak Audio Rarities, Kastanje 28, 5731 NK, Mierlo, "N.L,", directeur, 
JP van den Wittenboer die op uitdrukkelijke uitnodiging van de Staat der Nederlanden 
"Ministerie van Economische Zaken in Den Haag" een rechtsverhouding is aangegaan voor "fair 
use only" met het project "Hitler's inferno" in verband met zakendoen in Japan in 
negentienhonderd acht en negentig, door de Nederlandse overheid in verband met vierhonderd 
(400) jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan. Op één en twintig september 
negentienhonderd acht en negentig "spreekdagen" zijn door Audio-Rarities,de heer JP. van den 
Wittenboer ten adres van het Ministerie van Economische Zaken persoonlijk en mondeling de 
licentievoorwaarden voor "fair use only" met het Hitler's Inferno "project grondig besproken. 
Gesproken is met Mr. Hendrik E.C. Koets. Er is geen schriftelijke "fair use only-agreement" 
vastgelegd tussen de Staat en Audio-Rarities, wel is een schriftelijke bevestiging door de 
Nederlandse Staat op veertien december negentienhonderd acht en negentig, vanuit Tokio, Japan 
verzonden, waarin de mondelinge afspraak van één en twintig september negentienhonderd acht 
en negentig en wat besproken is, kort samengevat is bevestigd. De Staat heeft zich vrijwilllig zelf 
partij gekozen. 

3a)-Secondiare-partij. De privaatrechtelijke rechtspersoon de Stichting Intermediary Foundation 
of the Universal Declaration of Human Rights, Kastanje 28, 5731 NK, Mierlo, "N.L." voorzitter 
JP. van den Wittenboer. Als exclusieve internationaal licentiehouder "fair use only" over het 
werk Hitler's inferno, door Audio Rarties LPA 2445 USA, nineteenhundred fourty five, World- 
War 11, werkzaam tevens als intermediair, wetenschappelijk, mensenrechten. 

4a).Secondiare-partij. de publiekrechtelijke rechtspersoon Zuid-Duitse Deelstaat Freistaat 
Bayern, Duitsland, Alexandera Strasse 3. 80538, München, Deutschland. Als algemeen 
auteursrechthouder over het werk "Hitler's Inferno". Kontrollratdirektive 50. 



-17- 



5a).Secondiare-partij. de publiekrechtelijke rechtspersoon de Amerikaanse auteurs en 
muziekrechtenorganieatie The Harry Fox Agency ine, New York U.SA., 771 Third Avenue, 
New York, 10017 USA, vertegenwoordigd door Frank S Rittman in de functie van International 
Business Administrator, die zich laat vergezellen door Edward Murpy en Yosio 
InomataAangaande het verstrekken van een schriftelijke internationale exclusieve-licentie 
"Hitler's Inferno" voor "fair use only", datum afgifte licentie zeventien augustus 
negentiennonderd vijf en negentig Voorwaarden on condities "fair use only" voor 
wetenschappelijk en bibliotheek gebruik. 

Hitler's Inferno: 

Hitler's inferno is een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, hetwelk bestaat uit 
afzonderlijke werken van liederen en toespraken uit het tijdperk Hitier Duitsland in een door de 
maker Audio Rarities (USA) in een logische anti-fascistische vorm aan elkander in de Engelse 
taal gesproken commentaar in negentienhonderd vijf en veertig in de USA, het einde van de 
Tweede Wereldoorlog, hierbij wordt, onverminderd het auteursrecht op ieder werk afzonderlijk, 
als de maker aangemerkt Audio Rarities (USA) degene, onder wiens leiding en toezicht het totale 
werk is tot stand gebracht. Het auteursrecht over de Duitse toespraken en geluidsopnames door 
Adolf Hitier en NSDAP -bij overdracht door de geallieerden na negentienhonderd vijf en veertig- 
berusten bij de Zuid- Duitse deelstaat Freistaat Bayern, en de nederlandse versies van toespraken 
en liederen van de NSB bij de staat der Nederlanden. Hierbij is in het geval van het werk "Hitler's 
Inferno" het totale auteursrecht in eigendom van Freistaat Bayern. het doel hiervan is om 
misbruik onder controle te kunnen houden door de staat en strafbaar te stellen in verband met het 
ondeskundig gebruik van toespraken, liederen, afbeeldingen en gedragingen die na 
negentienhonderd vijf en veertig na de val van het Derde Rijk bewezen en ernstig fout waren 
bevonden door het Tribunaal in Neurenberg. Zowel de hedendaagse Duitse wet-en regelgeving 
(Duitse grondwet) alsmede de Amerikaanse en Nederlandse wet- en regelgeving alsmede 
Europese en Internationale Verdragen maken uitzonderingen voor het gebruiken van materialen 
voor historische,wetenschappelijke en educatieve doelstellingen voor gebruik door bibliotheken 
en op scholen,studie of gebruik door wetenschappers, (Title 17, United States Code). Bij het 
auteursrecht moet nog iets anders worden onderscheiden en wel het zogenaamde 
persoonlijkheidsrecht droit moral door Audio Rarities (USA). Het persoonlijkheidsrecht van de 
auteur van het werk gaat nimmer teniet. Dit recht moet alzo beschouwd worden als een absoluut 
en exclusief zelfstandig recht, staande naast het auteurschap Uit het een en ander volgt, dat het 
persoontijkheidsrecht onafhankelijk van het auteursrecht een zelfstandig, niet overdraagbaar recht 
vormt. Als de toespraken en liederen in negentienhonderd vijf en veertig op rechtmatige manier 
zijn verzameld, hetgeen uit onderzoek is gebleken en moet worden aangenomen, heeft Audio 
Rarities (USA) het exclusieve recht de plaat "Hitters Inferno" in eigenbeheer te vermenigvuldigen 
en te verspreiden Het droit moral kan na overlijden van de maker worden uitgeoefend door 
degenen die hij daartoe bij uiterste wilsbeschikking heeft aangewezen, Zonder uiterste 
wilsbeschikking door de maker zelf afgegeven_ of bij ontbreken van informatie over de maken 
alleen mogelijk met een schriftelijke licentie door de auteursrechtenorganisatie. Intermediary 



-18- 



Foundation of the Universal Declaration of the Universal Declaration of Human Rights, postbus 
324, 5660 AH, Geldrop Nederland heeft sinds negentienhonderd vijf en negentig bij schriftelijke 
licentie door de Amerikaanse Auteursrechten organisatie 'The Harry Fox Agency ine" in New 
York USA, te gelden als exclusieve licentiehouder op het mogen beheren en internationaal 
verspreiden van het iniellectueel & mechanische eigene lomsrechten"Hitler's Inferno", hiernaast 
kunnen bibliotheken, archieven, musea als niet-exclusieve licentiehouders fungeren en 
wetenschappers-agreementen verstrekken aan onderzoekers. Het op cle geluidsdragers 
vastgelegde materiaal is gegarandeerd authentiek. Het werk "Hitler's inferno" is gegarandeerd 
geen nazisme of neo-nazisme Het is een getuigenis over de holocaust.Het werk is verder 
geregistreerd met een registratienummer bij de Belastingdienst "registratie en successie" in 
Nederland. Op een maart negentienhonderd ne en en tachtig traden de Verenigde Staten toe tot de 
"Berner Conventie ", een tussen een aantal staten gesloten verdrag, (Berner Conventie, 
gedefinieerd onder sectie 101 van Title 17,United States Code) waarbij het auteursrecht van 
onderdanen van elk van de deelnemende Staten beschermd wordt in alle aangesloten Staten, 
waaronder ook Nederland Stichting Stemra is de Nederlandse zusterorganisatie van de 
Amerikaanse auteursrechtenorganisatie The Harry Fox, Ine New York. Vervaardigde opnamen 
van uitzonderlijke documentaire waarde naast andere items mogen in officiële archieven worden 
bewaard.Hitler's Inferno is opgenomen in de USA, bij de Universiteit van Kansas City, Missouri, 
in de Miller Nicols library,en maakt deel uit van een wetenschappelijke verzameling van items 
over de holocaust onder de rubriek" Suzanne Statland Collections in Holocaust Studies" a 
bibliography of research materials. 



Toegelaten: 



Hetgeen in overeenstemming is met de wettelijke en de morele norm met hetgeen naar de regels 
van het maatschappelijke verkeer redelijkerwijs geoorloofd is met inachtneming van Artikel 25 
AW en title 17 United States Code, in combinatie met in kracht rechtsgeldige Europese en 
internationale Verdragen (Bemer Conventie, W1PO- Verdragen. Rome Conventie, TRIPS 
agreement van World Trade Organisation), Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale 
en Culturele Rechten, waarin de auteursrechten van wetenschappers en de beoefening van de 
wetenschap, mensenrechten zijn geworden, waar individuele aangesloten Staten aan zijn 
verbonden. 



-19- 



Verboden: 



In het algemeen iedere gehele of gedeeltelijke mechanische overname, bewerking of nabootsen 
inbreuk op intellectueel eigendom in gewijzigde vorm voor een ander doel of een daadwerkelijk 
verschil vertonen dan het oorspronkelijke doel door do maker zelf verkozen; alle produkten die 
niet in overeenstemming zijn met de wettelijke en cle morele norm, en alles wat met hetgeen naar 
de regels van het maatschappelijke verkeer redelijkerwijs niet geoorloofd is en als redelijkerwijs 
aannemelijk is, dat ook de maker die inbreuken zou hebben afgekeurd; ten gehore brengen of 
vertonen in het openbaar, illegaal verspreiden van produkten of misbruik van 
gedachtengoed,negativisme, obsceniteit, obscurantisme; gebaren, uitdrukkingen, emblemen, 
geschiedvervalsing; muziek gezongen en gesproken alsmede instrumentale bewerkingen, met 
inbegrip van de beschikbaarstelling voor het publiek op zodanige wijze dat deze voor leden van 
het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, hierbij 
inbegrepen omroepuitzendingen, sportevenementen al dan niet per kabel satellite, en 
internettransmissies.Indien aan twee of meer personen een gemeenschappelijk auteursrecht op 
een zelfde werk toekomt_ kan, tenzij anders is overeengekomen, de handhaving van dit recht 
door ieder hunner geschieden. De Staat de monopoliehouder over het vervolgen van strafbare 
feiten in overeenstemming met wat hierover is vastgelegd in negentienhonderd vijf en veertig 
door de geallieerden controleraad op grond van de wetgeving ter voorkoming van nationalisme 
en militairisme van de Tweede Wereldoorlog 'kontrollratdirektive 50. 



United States Holocaust Memorial Museum: 



Sinds vijfentwintig juni tweeduizendveertien maakt Hitier' s Inferno deel uit van de 
wetenschappelijke educatieve verzameling van items over de holocaust van USHMM "United 
States Holocaust Memorial Museum, Washington,USA. Het museum heeft één exemplaar van de 
CD "Hitier' s Inferno"gekocht van Audio-Rarities voor in de bibliotheek van het museum. Audio- 
Rarities heeft met een donatie het bedrag voor de CD terug overgemaakt aan het museum,zodat 
de aankoop van de CD gratis is voor het museum. 



-20- 



Holocaust educatie IFUD of Human Rights: 



De Stichting heeft twee projecten in eigenbeheer, Hitler's Inferno (CD en Mp3) en boek 40 
Maanden Oranienburg,door Flor Peeters,1946 over zijn verblijf in sachsenhausen.Het boek is in 
de oude spelvorm gelaten om het origineel te behouden.Het boek (thans e-pub) zal dienen om 
toekomstige generaties te leren om beter de toekomst te kunnen begrijpen.Er is een registratie 
nummer bij het boek en een ISBN: 9789402100716. 



Notariële Akte: 



De "fair use'Voorwaarden "Hitler's Inferno" zijn op 21 juni 2007 vastgelegd in een notariële 
akte met aanhechtingen van brieven en data DVD-rom (7b aanhechtingen akte) door mr. 
Th.H.J.M op de Laak,notaris te Budel,gemeente Cranendonck. 



Aanhechtingen: 



1 . Master data DvD-rom met de producties 

2. Master data CD-rom met het verzoekschrift 

(de griffier geeft schriftelijk informatie aan de leden van de Tweede Kamer dat deze masters bij 
de griffier liggen,en dat ieder kamerlid afzonderlijk de bestanden kan overzetten op usb-stick ). 



De griffier zorgt dat tevens dit verzoekschrift -schriftelijk- ter inzage ligt voor de leden van de 
Tweede Kamer. 



-21- 



Verwijzing naar producties: 



• "Hitler's Inferno" mp3 : (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map-02 

• Boek "40 Maanden Oranienburg" E-pub: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD- 
GROEP-02/Map- 1 0/0 1 .epub 

• Brieven ministers van algemene zaken Kok,Balkenende en Rutte (DvD-rom) 
AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map-ll/01.pdf 

• Jeroen Dijsselbloem holocaust-revisionisme en negationisme via belastingsysteem: (DvD- 
rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map- 1 5/0 1 .pdf 

• Statuut stichting: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map- 1 3/0 1 .pdf 

• Joan de Wijkerslooth Twee Vandaag TV: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD- 
GROEP-02/Map-0 l/96.wmv 

• Bestanden Donner: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map- 1 6 

• Kopie van website "haatzaaien", met diverse afbeeldingen van ministers als Adolf Hitier 
(DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map- 1 6/09.pdf 

• Akte Notarieel van 2 1 juni 2007 : (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP- 
02/Map-05/03.pdf 

• Auteursrechten en verweesde werken: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP- 
02/Map-05 

• Onderzoek naar de LP "Hitler's Inferno": (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD- 
GROEP-02/Map-05/06.pdf 

• Sommatie Nederlandse Staat: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map- 
01A20.pdf 

• Brief Ministerie van Justitie dd,22 mei 2008,kenmerk:5545758/08/DEIA,inzake JBZ 
kaderbesluit: (DvD-rom ) AANHECHTINGEN/PROD-GROEP-02/Map- 1 6/26.pdf 

• Brief Ministerie VWS mw.dr. J.Bussemaker,kenmerk:OHW-U-2880405, datum:22 
oktober 2008,inzake:Erfgoed van de oorlog: (DvD-rom) AANHECHTINGEN/PROD- 
GROEP-02/Map- 1 5/1 8.pdf 



-22- 



Verwijzing studies en onderzoek: 

• "De Holocaust en andere genociden",(een publicatie die tot stand is gekomen met 

financiële steun van het Ministerie van Volksgezondheid 20 12). Door NIOD instituut voor 
oorlogs, holocaust en genocide studies,Amsterdam University Press.ISBN: 978 90 8964 
3803 /NUR: 689. 



Slotzin: 

De stichting IFUD of Human Rights is vrij naast dit verzoek aan de Tweede Kamer,ook een 
civielrechtelijke procedure aanhangig te maken tegen de Nederlandse Staat bij de gewone rechter 
voor een schadeclaim. 



IFUD of Human Rights 

de voorzitter 
J.P. van den Wittenboer 




Correspondence:Po.box 324, 5660AH Geldrop The Netherlands 
Offices:Kastanje 28, 5731NK Mierlo The Netherlands 
C.o.C.reg:41092925 Eindhoven N.L. 
E-mail: ifudofhumanrights@yahoo.com 
Internet: http://ifudofhumanrights.webs.com 
Phone:+31-(0)6 50 425 552 



Leden Tweede Kamer: 

Zijlstra, H. (VVD) 
Halbe 

Ark, T. van (VVD) 
Tamara 

Azmani, M. (VVD) 
Malik 

Berckmoes-Duindam, Y. (VVD) 
Ybeltje 

Boer, B.G. de (WD) 
Betty 

Bosman, A. (VVD) 
André 

Broeke, J.H. ten (VVD) 
Han 

Burg, B.I. van der (WD) 
Brigitte 

Caluwé, I.S.H. de (VVD) 
Ingrid 

Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD) 
Klaas 

Dijkstra, R.J. (VVD) 



Remco 



Duisenberg, P.J. (VVD) 
Pieter 

Elias, T.M.Ch. (VVD) 
Ton 

Harbers, M.G.J. (VVD) 
Mark 

Heerema, R.J. (VVD) 
Rudmer 

Leegte, R.W. (VVD) 
René 

Liefde, B.C. de (VVD) 
Bart 

Linde, R.E. van der (VVD) 
Roald 

Lodders, W.J.H. (VVD) 
Helma 

Lucas, A.W. (VVD) 
Anne-Wil 

Miltenburg, A. van (WD) 
Anouchka 

Moors, P.J.M.J. (VVD) 
Perjan 

Mulder, A. (VVD) 



Anne 



Neppérus, H. (VVD) 
Helma 

Oosten, F. van (WD) 
Foort 

Potters, S.C.C.M. (VVD) 
Sjoerd 

Rutte, A.C.L. (VVD) 
Arno 

Schut- Welkzijn, A. (VVD) 
Anoushka 

Steur, GA. van der (VVD) 
Ard 

Straus, K.C.J. (WD) 
Karin 

Taverne, J. (VVD) 
Joost 

Teilegen, O.C. (VVD) 
Ockje 

Veen, M.S. van (VVD) 
Michiel 

Veldman, H.S. (VVD) 
Hayke 

Verheijen, M.L. (VVD) 



Mark 



Visser, B. (VVD) 
Barbara 

Vries, A. de (VVD) 
Aukje 

Vuijk, R. (WD) 
Ronald 

Wijngaarden, J. Van (VVD) 
Jeroen 

Wout, B. van 't (VVD) 
Bas 

Ziengs, E. (WD) 
Erik 

Samsom, D.M. (PvdA) 
Diederik 

Arib, K. (PvdA) 
Khadija 

Bouwmeester, L.T. (PvdA) 
Lea 

Cegerek, Y (PvdA) 
Yasemin 

Dam, M.H.P. van (PvdA) 
Martijn 

Dekken, T.R. van (PvdA) 



Tjeerd 

Dijk, O.E.T. van (PvdA) 
Otwin 

Dikkers, S.W. (PvdA) 
Sjoera 

Eijsink, A.M.C. (PvdA) 
Angelien 

Fokke, H. (PvdA) 
Manon 

Groot, VA. (PvdA) 
Ed 

Günal-Gezer, S. (PvdA) 
Sultan 

Hamer, M.I. (PvdA) 
Mariëtte 

Hoogland, D. (PvdA) 
Duco 

Jacobi, L. (PvdA) 
Lutz 

Jadnanansing, T.M. (PvdA) 
Tanja 

Kerstens, J.W.M. (PvdA) 
John 



Kuiken, A.H. (PvdA) 



Attje 

Kuzu, T. (PvdA) 
Tunahan 

Laar, R.P. van (PvdA) 
Roelof 

Maij, M.E. (PvdA) 
Marit 

Marcouch, A. (PvdA) 
Ahmed 

Mohandis, M. (PvdA) 
Mohammed 

Monasch, J.S. (PvdA) 
Jacques 

Nijboer, H. (PvdA) 
Henk 

Oosenbrug, R.F.A. (PvdA) 
Astrid 

Öztürk, S. (PvdA) 
Selcuk 

Rebel, M.J.J. (PvdA) 
Marith 

Recourt, J. (PvdA) 
Jeroen 



Servaes, M. (PvdA) 



Michiel 



Tanamal, G.S.I.A. (PvdA) 
Grace 

Vermeij, RA. (PvdA) 
Roos 

Vos, J.C. (PvdA) 
Jan 

Vos, M.L. (PvdA) 
Mei Li 

Vries, AA. de (PvdA) 
Albert 

Wolbert, A.G. (PvdA) 
Agnes 

Ypma, L. (PvdA) 
Loes 

Yücel, K (PvdA) 
Keklik 

Roemer, E.G.M. (SP) 
Emile 

Bashir, F. (SP) 
Farshad 

Bommel, H. van (SP) 
Harry 

Dijk, J.J. van (SP) 



Jasper 



Gerven, H.P.J. van (SP) 
Henk 

Gesthuizen, S.M.J.G. (SP) 
Sharon 

Karabulut, S. (SP) 
Sadet 

Kooiman, C.J.E. (SP) 
Nine 

Leijten, R.M. (SP) 
Renske 

Merkies, A.Z. (SP) 
Arnold 

Nispen, M. van (SP) 
Michiel 

Raak, A.A.G.M. van (SP) 
Ronald 

Siderius, T.E. (SP) 
Tjitske 

Smaling, E.MA. (SP) 
Eric 

Ulenbelt, P. (SP) 
Paul 

Haersma Buma, S. van (CDA) 



Sybrand 

Bruins Slot, H.G.J. (CDA) 
Hanke 

Geurts, J.L. (CDA) 
Jaco 

Heerma, P.E. (CDA) 
Pieter 

Hijum, Y.J. van (CDA) 
Eddy 

Keijzer, M.C.G. (CDA) 
Mona 

Knops, R.W. (CDA) 
Raymond 

Mulder, A.H. (CDA) 
Agnes 

Omtzigt, P.H. (CDA) 
Pieter 

Oskam, P. (CDA) 
Peter 

Rog, M.R.J. (CDA) 
Michel 

Rouwe, S. de (CDA) 
S ander 



Toorenburg, M.M. van (CDA) 



Madeleine 

Wilders, G. (PVV) 
Geert 

Pechtold, A. (D66) 
Alexander 

Agema, M. (PVV) 
Fleur 

Beertema, H.J. (PVV) 
Harm 

Bergkamp, VA. (D66) 
Vera 

Berndsen- Jansen, MA. (D66) 
Magda 

Bosma, M. (PVV) 
Martin 

Dijck, A.P.C. van (PVV) 
Tony 

Dijkstra, PA. (D66) 
Pia 

Fritsma, S.R. (PVV) 
Sietse 

Graaf, M. de (PVV) 
Machiel 

Graus, D.J.G. (PW) 



Dion 



Hachchi, W. (D66) 
Wassila 

Helder, L.M.J.S. (PVV) 
Lilian 

Klever, R.J. (PVV) 
Reinette 

Koolmees, W. (D66) 
Wouter 

Madlener, B. (PVV) 
Barry 

Meenen, P.H. van (D66) 
Paul 

Roon, R. de (PVV) 
Raymond 

Schouw, A.G. (D66) 
Gerard 

Sjoerdsma, S.W. (D66) 
Sjoerd 

Veldhoven, S. van (D66) 
Stientje 

Verhoeven, K. (D66) 
Kees 

Weyenberg, S.P.R.A. van (D66) 



Steven 



Slob, A. (CU) 
Arie 

Dik-Faber, R.K. (CU) 
Carla 

Schouten, C.J. (CU) 
Carola 

Segers, G.J.M. (CU) 
Gert-Jan 

Voordewind, J.S. (CU) 
Joël 

Ojik, A. van (GL) 
Bram 

Klaver, J.F. (GL) 
Jesse 

Tongeren, L. van (GL) 
Liesbeth 

Voortman, L.G.J. (GL) 
Linda 

Staaij, C.G. van der (SGP) 
Cees 

Bisschop, R. (SGP) 
Roelof 



Dijkgraaf, E. (SGP) 



Elbert 



Thieme, M.L. (PvdD) 
Marianne 

Bontes, L. (GrBvK) 
Louis 

Klaveren, JJ. van (GrBvK) 
Joram 

Ouwehand, E. (PvdD) 
Esther 

Vliet, R.A. van (Van Vliet) 
Roland 

Klein, N.P.M. (50PLUS/Klein) 
Norbert 

Baay-Timmerman, M.H.H. (50PLUS/Baay-Timmerman) 
Martine 



Tweede Kamer der Staten-Generaal 



2 



Vergaderjaar 2003-2004 Aanhangsel van de Handelingen 



Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de 
regering gegeven antwoorden 



1034 

Vragen van de leden Dijsselbloem, 
Verbeet en Van Heemst (allen 
PvdA) aan de ministers van Justitie, 
van Binnenlandse Zaken en 
Koninkrijksrelaties en voor 
Vreemdelingenzaken en Integratie 
over een rapport van de Universiteit 
Leiden en Anne Frankstichting inzake 
racisme en extreem-rechts. 
(Ingezonden 15 januari 2004) 

1 

Hebt u kennisgenomen van de 
Monitor racisme en extreem-rechts 
van de Universiteit van Leiden en de 
Anne Frankstichting? 

2 

Wat is de kabinetsreactie op de 
algemene conclusie van het rapport, 
dat de Nederlandse politie en justitie 
in gebreke blijft bij de opsporing en 
vervolging van racisme en 
discriminatie? 

3 

Is het waar, dat het 
ophelderingspercentage van zaken 
betreffende racisme en discriminatie 
slechts 8% bedraagt en hoe kunt u dit 
verklaren? 

4 

Op welke wijze wordt de 
anti-discriminatie-richtlijn van het 
Openbaar Ministerie opgevolgd door 
de politie? 

5 

Bent u van oordeel dat de politie 
voldoende prioriteit geeft aan 



aangiften van racisme en 
discriminatie? 

6 

Op welke wijze kan de vervolging van 
discriminatie en racisme op internet 
worden verbeterd? 

7 

Op welke wijze wilt u het doen van 
aangifte en een effectieve justitiële 
afhandeling van aangifte van racisme 
en discriminatie bevorderen? 

8 

Is het waar dat de aangifte door het 
CIDI van het aanzetten tot haat en 
geweld door de rapgroep NAG niet 
tot vervolging heeft geleid omdat de 
verdachten niet konden worden 
opgespoord? Bent u bereid te 
bevorderen dat het OM het onderzoek 
voortzet nu namen en adressen van 
de groepsleden via internet alsnog 
zijn achterhaald? 1 



1 Deze vraag dient ter aanvulling op eerdere 
vragen terzake van het lid Rouvoet 
(ChristenUnie), ingezonden 18 november 2003 
en van het lid Sterk (CDA), ingezonden 20 
november 2003. 

Antwoord 

Antwoord van minister Donner 
(Justitie), mede namens de ministers 
van Binnenlandse Zaken en 
Koninkrijksrelaties en voor 
Vreemdelingenzaken en Integratie. 
(Ontvangen 1 1 maart 2004), zie ook 
Aanhangsel Handelingen nr. 802, 
vergaderjaar 2003-2004 



1 

Ja. 

2, 4 en 7 

De algemene conclusie van het 
rapport luidt dat het bestaande beleid 
van het Openbaar Ministerie en van 
de politie op onderdelen 
aanscherping behoeft. Een traject 
daartoe is reeds enige tijd geleden in 
gang gezet. Zo is vanaf 1 april 2003 
de herziene en aangescherpte 
Aanwijzing Discriminatie in werking 
getreden, waarin een leidraad is 
opgenomen voor de aanpak en 
afdoening van discriminatiezaken. De 
aanscherping komt vooral tot 
uitdrukking in de bewoording van het 
opsporingsproces: «Alle aangiften en 
klachten betreffende discriminatie 
worden door de politie opgenomen. 
Het uitgangspunt is dat in alle 
gevallen opsporingsonderzoek wordt 
gedaan naar de identiteit van de 
verdachte en dat het proces-verbaal 
wordt voltooid en vervolgens wordt 
ingestuurd naar het parket» en van de 
hoofdregel van vervolging: «In 
discriminatiezaken is de opportuniteit 
van vervolging in beginsel gegeven. 
Dit brengt mee dat de beslissing tot 
een (beleids)sepot met grote 
terughoudendheid dient te worden 
genomen». Het Openbaar Ministerie 
verwacht binnenkort een onderzoek 
naar (technische en beleidssepots af 



KVR19713 
2030406190 
0304tkkvr1034 
ISSN 0921 -7398 

Sdu Uitgevers _ , . nnnn nn n , rt „ rtrt 

s-Gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, Aanhangsel 2189 



te ronden. Aanscherping is voorts 
mogelijk door het bijscholen van 
parketsecretarissen zoals bij het 
Arrondissementsparket Amsterdam 
heeft plaatsgevonden. Tenslotte is het 
Arrondissement Amsterdam bezig 
met een registratiepilot met 
betrekking tot commune delicten met 
een discriminatoire achtergrond. 
Afhankelijk van de resultaten van 
deze pilot kan worden overgegaan tot 
landelijke invoering van het 
betreffende registratiesysteem, zodat 
meer inzicht kan worden verkregen in 
de aard en omvang van dergelijke 
delicten. 

Een quickscan van het Landelijk 
Bureau Discriminatiezaken van de 
politie heeft uitgewezen dat veel 
politiekorpsen nog niet voldoen aan 
bepaalde noodzakelijke 
(organisatorische) randvoorwaarden, 
die nodig zijn om tegemoet te kunnen 
komen aan de gestelde voorwaarden 
in de Aanwijzing Discriminatie. 
Hieruit kan worden geconcludeerd 
dat de anti-discriminatie-richtlijn in 
een groot aantal politiekorpsen nog 
onvoldoende is geïmplementeerd. 
De conclusies en aanbevelingen uit 
deze quickscan zijn op 14 januari 2004 
door de Raad van 
Hoofdcommissisarissen besproken 
en overgenomen. Daarbij is 
afgesproken dat alle korpsen uiterlijk 
1 juli 2004 hieraan zullen voldoen. De 
belangrijkste aanbevelingen betreffen 
het instellen van een contactpersoon 
discriminatiezaken per regiokorps, 
het agenderen van het onderwerp 
discriminatiebestrijding in de 
regionale driehoek en het verbeteren 
van de registratie van 
discriminatiezaken. 
De herziene en aangescherpte 
Aanwijzing Discriminatiezaken 
beoogt dat het doen van aangifte van 
racisme en discriminatie en een 
effectieve justitiële afhandeling 
daarvan wordt bevorderd. Met name 
de lokale driehoeken hebben een taak 
in het verder vomgeven van 
het lokale opsporings- en 
vervolgingsbeleid ten aanzien van 
racisme en discriminatie. 

3 

Het ophelderingspercentage van 8% 
slaat uitsluitend op de racistische en 
extreem-rechtse voorvallen die een 
gewelddadig karakter hadden en die 
in het kader van de monitor racisme 
en extreem-rechts voor het jaar 2002 
zijn verzameld en geanalyseerd, dus 
niet alle zaken waarin sprake zou zijn 
van racisme en discriminatie. 



Een verklaring van dit specifieke 
percentage is zonder apart, specifiek 
gericht (dossier-)onderzoek niet goed 
te geven. 

5 

De korpsen zijn doordrongen van het 
belang van het opnemen van 
aangiftes, ook wanneer het gaat om 
aangiften van racisme en 
discriminatie. Feitelijk maakt het voor 
het doen van aangifte ook niet uit om 
welk strafbaar feit het nu gaat. 
Wettelijk is geregeld dat 
opsporingsambtenaren verplicht zijn 
tot het opnemen van aangiften van 
strafbare feiten. Indien een 
politiefunctionaris weigert, 
bijvoorbeeld omdat hij van mening is 
dat het feit waarvan aangifte wordt 
gedaan niet strafbaar is, aangifte op 
te nemen kan de burger een klacht 
indienen tegen de weigerachtige 
functionaris. 

6 

Om de vervolging op internette 
verbeteren is het Meldpunt 
Discriminatie Internet een structureel 
overleg gestart met het Landelijk 
Expertise Centrum Discriminatie van 
het Openbaar Ministerie en de politie 
om de werkprocessen beter op elkaar 
af te stemmen, onder meer door 
werkafspraken over het aanleveren 
van aangiften. 

8 

Dit is niet juist. In de beantwoording 
van de kamervragen 2030407010 en 
2030407260, naar uw Kamer 
gezonden op 23 februari 2004 
(Aanhangsel Handelingen nrs. 906 en 
907, vergaderjaar 2003-2004), is 
uitgebreid ingegaan op de 
handelwijze van politie en OM in 
deze. 



Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, Aanhangsel 



2190 




EUROPESE 
COMMISSIE 



Brussel, 27.1.2014 
COM(2014) 27 final 



VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE 

RAAD 

over de uitvoering van Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad betreffende de 
bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door 

middel van het strafrecht 



{SWD(2014) 27 final} 



NL 



NL 



1. Inleiding 



Alle vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat zijn onverenigbaar met de 
waarden waarop de EU is gegrondvest. Het Verdrag van Lissabon bepaalt dat de Unie ernaar 
moet streven een hoog niveau van veiligheid te waarborgen, door middel van maatregelen ter 
voorkoming en bestrijding van criminaliteit, racisme en vreemdelingenhaat 1 . 

Kaderbesluit 2008/9 13/JBZ van de Raad betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en 
uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht (hierna "het 
kaderbesluit" genoemd) werd na zeven jaar onderhandelen op 28 november 2008 unaniem 
aangenomen. De complexiteit van de onderhandelingen was voornamelijk het gevolg van de 
uiteenlopende rechtssystemen en -tradities van de lidstaten wat de bescherming van het recht 
van vrijheid van meningsuiting en de beperkingen daarop betreft. Toch was de 
gemeenschappelijke basis groot genoeg om tot een voor de hele EU gemeenschappelijke 
strafrechtelijke benadering van racisme en vreemdelingenhaat te komen. Die moet ervoor 
zorgen dat identieke gedragingen in alle lidstaten strafbaar zijn en dat er doeltreffende, 
evenredige en afschrikkende sancties kunnen worden opgelegd aan natuurlijke personen en 
rechtspersonen die strafbare feiten van die aard hebben gepleegd of daarvoor aansprakelijk 
zijn. 

De bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat moet in de context van de grondrechten 
worden geplaatst: het kaderbesluit is er gekomen om de rechten van individuen, groepen en de 
gemeenschap als geheel te beschermen door bijzonder ernstige vormen van racisme en 
vreemdelingenhaat te bestraffen, met inachtneming van de fundamentele rechten van vrijheid 
van meningsuiting en vereniging. Het kaderbesluit geeft zo gestalte aan het door het Europees 
Hof voor de Rechten van de Mens benadrukte fundamentele belang alle vormen en uitingen 
van rassendiscriminatie te bestrijden. Het Hof stelde dat het in een democratische 
samenleving nodig kan zijn alle uitdrukkingsvormen die door onverdraagzaamheid ingegeven 
haat verspreiden, aanwakkeren, bevorderen of rechtvaardigen, te bestraffen of zelfs te 
voorkomen 3 . Het kaderbesluit moet worden toegepast in overeenstemming met de 
grondrechten, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en vereniging, zoals verankerd 
in het Handvest van de grondrechten. 

Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Protocol nr. 36 bij de Verdragen heeft de Commissie 
vóór het eind van de overgangsperiode die op 1 december 2014 afloopt, niet de bevoegdheid 
om uit hoofde van artikel 258 VWEU inbreukprocedures in te leiden met betrekking tot 
kaderbesluiten die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn aangenomen. 

Het kaderbesluit vereist nu dat de Commissie een schriftelijk verslag opstelt waarin zij 
beoordeelt in hoeverre de lidstaten de bepalingen van deze wetgeving hebben uitgevoerd. Dit 
verslag is gebaseerd op door de lidstaten meegedeelde omzettingsmaatregelen (zie bijlage) en 
de technische informatie die de Commissie tijdens haar analyse bij de lidstaten heeft 
opgevraagd (waaronder nationale rechtspraak, voorbereidende werkzaamheden en 
richtsnoeren), evenals op de informatie die tijdens vijf bijeenkomsten van een groep 



Artikel 67, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). 
PB L 328 van 6.12.2008, blz. 55. 

Arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 23.9.1994 (Jersild/Denemarkeri) en 
6.7.2006 (Erbakan/Turkije). Zie ook het arrest van 9.7.2013 (Vona/Hongarije) dat specifiek de vrijheid 
van vergadering en vereniging betreft. 



2 



regeringsdeskundigen is verzameld en een studie die in opdracht van de Commissie werd 
uitgevoerd 4 . 

De lidstaten moesten vóór 28 november 2010 de tekst meedelen van de bepalingen waarmee 
zij hun verplichtingen uit hoofde van dit kaderbesluit in nationaal recht omzetten. Alle 
lidstaten hebben hun maatregelen om aan het kaderbesluit te voldoen, meegedeeld. 

2. Belangrijkste elementen van het kaderbesluit 

In het kaderbesluit is een gemeenschappelijke strafrechtelijke benadering van bepaalde 
vormen van racisme en vreemdelingenhaat vastgelegd, meer bepaald ten aanzien van twee 
typen strafbare feiten, welbekend als racistische en xenofobe haatuitingen en -misdrijven 5 . 

Met betrekking tot haatuitingen moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de volgende 
opzettelijke gedragingen jegens een groep personen, of een lid van die groep, die op basis van 
ras, huidskleur, godsdienst, afstamming, dan wel nationale of etnische afkomst wordt 
gedefinieerd, strafbaar zijn: 

het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat, onder meer door het publiekelijk 
verspreiden of uitdelen van geschriften, afbeeldingen of ander materiaal; 

- het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van 

genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden zoals 
gedefinieerd in de artikelen 6, 7 en 8 van het Statuut van het Internationaal 
Strafhof; of 

- de in artikel 6 van het Handvest van het Internationale Militaire Tribunaal, 
gehecht aan het Verdrag van Londen van 8 april 1945, omschreven misdrijven, 

indien de gedraging van dien aard is dat zij het geweld of de haat tegen een 
dergelijke groep of een lid van een dergelijke groep dreigt aan te wakkeren. 

Op grond van artikel 1, lid 2, van het kaderbesluit kunnen de lidstaten ervoor kiezen alleen 
gedragingen te bestraffen (1) die van dien aard zijn dat zij de openbare orde dreigen te 
verstoren of (2) die bedreigend, kwetsend of beledigend zijn. Op grond van artikel 1, lid 4, 
kan elke lidstaat bepalen dat hij het ontkennen of verregaand bagatelliseren van de 
bovenvermelde misdrijven alleen strafbaar stelt indien dat gedrag het voorwerp is van een 
eindbeslissing van een nationaal gerecht van die lidstaat en/of van een internationaal gerecht, 
dan wel een eindbeslissing van uitsluitend een internationaal gerecht. Voor het vergoelijken 
van de bovenvermelde misdrijven is niet in deze mogelijkheid voorzien. 

Met betrekking tot haatuitingen moeten de lidstaten ervoor zorgen dat racistische en xenofobe 
motieven als een verzwarende omstandigheid worden beschouwd, dan wel dat die motieven 
door de rechter in aanmerking kunnen worden genomen bij de bepaling van de strafmaat. 



Studie over het juridisch kader dat in de EU-lidstaten van toepassing is op haatuitingen en -misdrijven 
met racistische of xenofobe motieven (JUST/201 1/EVAL/FW/0146/A4). 
Deze termen worden evenwel niet gebruikt in het kaderbesluit. 



3 



3. 



Omzetting door de lidstaten 



3.1. Racistische en xenofobe haatuitingen (artikel 1) 

3.1.1. Publiekelijk aanzetten tot geweld of haat 

De strafwetboeken van de meeste lidstaten bevatten bepalingen met betrekking tot gedrag dat 
onder "aanzetten tot geweld of haat" valt. De gebruikte terminologie (bv. "provoceren", 
"aanwakkeren", "verspreiden", "promoten", "opwekken" en "aanmoedigen") en de toegepaste 
criteria variëren evenwel. DK, FI en SE beschikken niet over specifieke bepalingen met 
betrekking tot het aanzetten en doen een beroep op bepalingen die bedreigend, beledigend, 
grof, lasterlijk of minachtend taalgebruik ingegeven door ras, huidskleur, godsdienst of 
overtuiging dan wel nationale of etnische afkomst, strafbaar stellen. 

De meeste lidstaten verwijzen specifiek naar zowel geweld als haat (BE, BG, DE, EE, ES, 
EL, FR, HR, IT, CY, LV, LT, LU, MT, NL, AT, PT, SI en SK). Voor de doeltreffendheid van 
dit instrument is het belangrijk dat het publiekelijk aanzetten tot zowel geweld als haat 
strafbaar wordt gesteld. EE, EL en PT verwijzen naar de beide termen. In EE moet er sprake 
zijn van een gevaar voor het leven, de gezondheid en het eigendom van de persoon. EL stelt 
het aanzetten tot handelingen of daden die waarschijnlijk tot haat of geweld leiden strafbaar 
en PT vereist een extra organisatorisch element van de vermeende daders. Geen van deze 
elementen ligt in het kaderbesluit vervat. De wetgeving van CZ, IE, HU, PL, RO en UK bevat 
enkel een expliciete verwijzing naar haat. Volgens IE en UK valt het concept geweld effectief 
onder de term "haat", volgens CZ is dat slechts in bepaalde omstandigheden zo en volgens 
HU valt dat concept eronder via de nationale rechtspraak. 

Volgens het kaderbesluit kunnen slachtoffers van het aanzetten een groep personen of een lid 
van een dergelijke groep zijn. Twaalf lidstaten (BE, DE, EL, FR, HR, CY, LT, LU, MT, AT, 
PT en SK) vermelden overeenkomstig het kaderbesluit expliciet groepen en individuele leden; 
in NL is het aanzetten tot haat gericht tegen personen, terwijl het aanzetten tot geweld gericht 
is tegen een persoon. Acht lidstaten (CZ, DK, IE, ES, HU, RO, FI en SE) verwijzen enkel 
expliciet naar een groep personen. Zeven lidstaten verwijzen niet expliciet naar groepen of 
individuen. Volgens BG, LV, PL en SI bestrijken dergelijke strafbare feiten zowel 
handelingen tegen groepen als tegen individuen; EE, IT en UK hebben geen nauwkeurige 
informatie verstrekt. In EE in het aanzetten strafbaar wanneer het gevaar veroorzaakt voor een 
persoon. 

Het kaderbesluit is van toepassing zodra de slachtoffers van het aanzetten op basis van ras, 
huidskleur, godsdienst, afstamming dan wel nationale of etnische afkomst worden 
gedefinieerd. Niet alle lidstaten hebben de lijst discriminatiegronden omgezet, maar de 
doelstelling lijkt over het algemeen te zijn verwezenlijkt. BE, HR, CY en SK vermelden 
expliciet alle gronden, ook LU lijkt dat te doen, door familiale status gelijk te stellen met 
"afstamming". DK, IE, AT, PT, SE en UK vermelden alle gronden met uitzondering van 
afstamming, terwijl BG, DE, ES, FR, IT, LV en HU geen verwijzingen naar huidskleur en 
afstamming hebben opgenomen. MT en SI verwijzen niet naar afstamming en nationale 
herkomst en LT vermeldt huidskleur en etnische afkomst niet. CZ, EL, NL, PL en RO hebben 
geen verwijzing naar huidskleur, afstamming of nationale herkomst opgenomen. EE, FR, SI 
en FI beschouwen de term "herkomst" als identiek aan de term "afstamming", zoals RO dat 
ook doet voor de term "etnische afkomst". In het geval van BG en LT lijkt de term 
"nationaliteit" niet de ruimere betekenis van de term "nationale herkomst" weer te geven. 



4 



3.1.2. Het publiekelijk verspreiden of uitdelen van geschriften en afbeeldingen die of ander 
materiaal dat tot geweld of haat aanzet 

Het kaderbesluit bepaalt dat het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat door het publiekelijk 
verspreiden of uitdelen van geschriften, afbeeldingen of ander materiaal ook strafbaar wordt 
gesteld, hetgeen aangeeft dat niet alleen mondelinge communicatie moet worden bestreken. 
De meeste lidstaten vermelden, zoals vereist, de specifieke verspreidingsmiddelen in de 
bepalingen over het strafbare feit zelf (BE, BG, DE, EL, IE, FR, HR, CY, LT, LU, MT, NL, 
PL, PT en UK). Andere lidstaten (CZ, HU en SK) verwijzen echter naar algemene 
interpretatievoorschriften van het strafwetboek, officiële verslagen (FI) of voorbereidende 
werkzaamheden (SE) op dit gebied. LV verwijst naar rechtspraak waarin online 
communicatie wordt bestraft. ES gebruikt de uitdrukking verspreidt aanstootgevende 
informatie en IT gebruikt de woorden verspreidt ideeën. EE, AT en SI bepalen enkel dat de 
handeling publiekelijk moet zijn verricht, terwijl DK bepaalt dat de handeling publiekelijk 
moet zijn verricht dan wel met verdere verspreiding als doel. 

3.1.3. Het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van 
genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden 

Het kaderbesluit bepaalt dat de lidstaten het publiekelijk vergoelijken, ontkennen en 
verregaand bagatelliseren van de in de artikelen 6, 7 en 8 van het Statuut van het 
Internationaal Strafhof genoemde misdaden (genocide, misdaden tegen de menselijkheid en 
oorlogsmisdaden) jegens een groep personen, of een lid van die groep, die op basis van ras, 
huidskleur, godsdienst, afstamming, dan wel nationale of etnische afkomst wordt 
gedefinieerd, strafbaar moeten stellen, wanneer de gedraging van dien aard is dat zij het 
geweld of de haat tegen een dergelijke groep of een lid van een dergelijke groep dreigt aan te 
wakkeren. 

Deze bepaling kan worden omgezet zonder expliciete verwijzing naar het Statuut van het 
Internationaal Strafhof als de definities van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en 
oorlogsmisdaden in de nationale wetgeving overeenstemmen met die van het Statuut. Acht 
lidstaten (BG, HR, CY, LU, LT, MT, SI en SK) stellen de drie typen gedragingen (het 
publiekelijk vergoelijken, ontkennen en verregaand bagatelliseren) strafbaar. CY, LU, MT, SI 
en SK verwijzen expliciet naar de voornoemde artikelen van het Statuut, of nemen die zo 
goed als over. SK bepaalt dat het gedrag lasterlijk moet zijn of een bedreiging moet vormen 
voor de groep of het individu. 

Zeven lidstaten verwijzen niet expliciet naar de drie typen gedragingen. ES, FR, IT en PL 
verwijzen enkel naar het vergoelijken, PT verwijst enkel naar het ontkennen en LV en RO 
verwijzen enkel naar het vergoelijken of het ontkennen (RO stelt het minimaliseren enkel 
strafbaar als dat plaatsvindt door het uitdelen van materiaal). LV en PT verwijzen naar alle 
internationale misdaden, RO verwijst naar genocide en misdaden tegen de menselijkheid en 
ES en IT verwijzen enkel naar genocide. 

Met betrekking tot de vereiste dat de gedraging geweld of haat moet dreigen aan te wakkeren, 
vereisen FR, IT, LV, LU en RO niet dat de gedraging van dien aard moet zijn dat zij geweld 
of haat dreigt aan te wakkeren. In BG, ES, PT en SI moet er sprake zijn van meer dan alleen 
waarschijnlijke aanzetting. 

Dertien lidstaten (BE, CZ, DK, DE, EE, EL, IE, HU, NL, AT, FI, SE en UK) beschikken niet 
over strafrechtelijke bepalingen met betrekking tot dit gedrag. DE en NL stellen dat de 
nationale rechtspraak die van toepassing is op de ontkenning en/of het bagatelliseren van de 
Holocaust ook van toepassing zou zijn op de in dit artikel genoemde gedraging. 



5 



3.1.4. Het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van de 
misdaden die zijn vastgelegd in het Handvest van het Internationale Militaire 
Tribunaal 

Het kaderbesluit verplicht de lidstaten het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand 
bagatelliseren van misdaden tegen de vrede, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de 
menselijkheid die door grote oorlogsmisdadigers van de Europese asmogendheden zijn 
gepleegd, strafbaar te stellen. Dergelijke gedragingen kunnen als specifieke uitingen van 
antisemitisme worden beschouwd als zij van dien aard zijn dat zij geweld of haat dreigen aan 
te wakkeren. Het is daarom essentieel dat zij op grond van het nationale strafrecht strafbaar 
zijn 6 

Deze bepaling kan worden omgezet zonder specifieke verwijzing naar het Handvest van het 
Internationale Militaire Tribunaal, zolang duidelijk is dat zij verwijst naar specifieke 
historische misdaden die door de Europese asmogendheden zijn gepleegd. FR, CY, LU en SK 
verwijzen expliciet naar het Handvest van het Internationale Militaire Tribunaal. FR beperkt 
zich daarentegen tot het in twijfel trekken van misdaden en LU verwijst niet naar misdaden 
tegen de vrede. 

Zes lidstaten (BE, CZ, DE, LT, HU en AT) verwijzen naar het nationaalsocialistische regime 
of naar nazi-Duitsland als de belangrijke daders van dergelijke misdaden. Van deze zes 
landen verwijst BE alleen naar genocide, terwijl CZ en HU verwijzen naar genocide en andere 
misdaden tegen de menselijkheid. RO verwijst naar het ontkennen en vergoelijken van de 
Holocaust en verwijst enkel naar het minimaliseren met betrekking tot het uitdelen van 
materiaal. SI verwijst naar het ontkennen, vergoelijken en bagatelliseren van de Holocaust. 
LT en PT beperken het strafbaar stellen door te verwijzen naar misdaden die door het 
nationaalsocialistische regime zijn gepleegd tegen respectievelijk de Litouwse of de Poolse 
natie of burgers. PL verwijst in dit verband enkel naar het ontkennen. 

De overige vijftien lidstaten (BG, DK, EE, EL, IE, ES, HR, IT, LV, MT, NL, PT, FI, SE en 
UK) hebben geen specifieke bepalingen op grond waarvan deze gedragingen strafbaar zijn. 
NL, FI en UK hebben rechterlijke beslissingen voorgelegd met veroordeling van het 
bagatelliseren, vergoelijken en ontkennen van de Holocaust, op basis van de strafbaarstelling 
van respectievelijk het aanzetten tot haat, etnische agitatie en het aanwakkeren van haat. 

3.1.5. Facultatieve voorwaarden 

Bepaalde lidstaten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid waarin artikel 1, lid 2, 
voorziet, op basis waarvan lidstaten ervoor kunnen kiezen enkel haatuitingen te bestraffen (1) 
die van dien aard zijn dat zij de openbare orde dreigen te verstoren of (2) die bedreigend, 
kwetsend of beledigend zijn. CY en SI zetten deze bepaling om door te voorzien in de beide 
alternatieven. In AT is het aanzetten tot geweld (en niet tot haat) een misdrijf wanneer dat van 
dien aard is dat het de openbare orde dreigt te verstoren. DE verbindt aan al het 
bovenvermelde gedrag de voorwaarde dat het van dien aard moet zijn dat het de openbare 
orde zou kunnen verstoren. Evenzo blijkt uit de rechtspraak in HU dat bij dergelijke 
gedragingen bepalend is of zij al dan niet de openbare orde dreigen te verstoren. In MT lijkt 
het aanzetten tot geweld of haat een misdrijf te vormen wanneer het bedreigend, kwetsend of 



Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft gesteld dat het ontkennen van misdaden tegen de 
menselijkheid een van de meest ernstige vormen van door ras ingegeven smaad jegens de Joden is, en 
van aanzetten tot haat ten aanzien van de Joden {Garaudy /Frankrijk, arrest van 24.6.2003). Voorts zou 
het ontkennen of het herzien van duidelijk vastgestelde historische feiten, zoals de Holocaust, worden 
onttrokken aan de bescherming van artikel 10 [vrijheid van meningsuiting] door artikel 17 [verbod van 
misbruik van recht] van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (Lehideux en 
Isorni/Frankrijk, arrest van 23.9.1998). 



6 



beledigend is, terwijl, zoals in LT, het vergoelijken, ontkennen of bagatelliseren afhankelijk is 
van een van de beide opties. IE en UK verbinden aan het aanwakkeren van haat de 
voorwaarde dat het bedreigend, kwetsend of beledigend moet zijn. 

Met betrekking tot de optie waarin artikel 1, lid 4, voorziet, hebben FR, CY, LT, LU, MT, RO 
en SK ervoor gekozen de optie te gebruiken met betrekking tot het publiekelijk ontkennen of 
verregaand bagatelliseren van de in het Statuut van het Internationaal Strafhof vastgelegde 
misdaden. CY, LT, LU, RO en SK maken van deze mogelijkheid gebruik met betrekking tot 
het publiekelijk ontkennen of verregaand bagatelliseren van de in Handvest van het 
Internationale Militaire Tribunaal vastgelegde misdrijven . 

3.2. Medeplichtigheid en aanzetting (artikel 2) 

Wat artikel 2 betreft, dat handelt over de medeplichtigheid bij en aanzetting tot de in artikel 1 
genoemde misdrijven, passen bijna alle lidstaten de algemene horizontale regels voor 
dergelijke gedrag toe 8 . 

3.3. Strafrechtelijke sancties (artikel 3) 

De grote meerderheid van de lidstaten heeft de bepaling uitgevoerd die luidt dat gedrag 
waarbij sprake is van haatuitingen strafbaar moet worden gesteld met een maximum van ten 
minste één tot drie jaar gevangenisstraf. De maximale sanctie met betrekking tot haatuitingen 
varieert van één jaar (BE) tot zeven jaar (UK, in geval van "conviction on indictment" 
(veroordeling door een Crown Court)) en in verschillende lidstaten (BE, EL, IE, FR, CY, LV, 
LT, LU, NL, PL, RO, FI, SE en UK) hebben de rechters de mogelijkheid een boete op te 
leggen als alternatief voor een gevangenisstraf. Met betrekking tot het publiekelijk 
vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van misdaden varieert de maximale 
sanctie van één jaar gevangenisstraf en een boete (BE) tot twintig jaar gevangenisstraf (AT). 
DE, FR, CY, LV, LT en RO bieden de rechters de mogelijkheid een boete of een andere 
sanctie op te leggen. 

3.4. Racistische en xenofobe haatmisdrijven (artikel 4) 

In het kaderbesluit is bepaald dat de lidstaten in hun strafrecht racistische en xenofobe 
motieven moeten vermelden, dan wel ervoor moeten zorgen dat dergelijke motieven door de 
rechter in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de strafmaat. Racistische en 
xenofobe motieven zijn discriminerend van aard en hebben een impact op individuen, groepen 
en de gemeenschap als geheel. De lidstaten moeten er dan ook voor zorgen dat dergelijke 
motieven correct worden geïdentificeerd en aangepakt. 

Vijftien lidstaten (CZ, DK, EL, ES, HR, IT, CY, LV, LT, MT, AT, RO, FI, SE en SK) hebben 
gebruik gemaakt van de eerste optie waarin artikel 4 voorziet, door in hun strafrecht te 
bepalen dat racistische en xenofobe motieven met betrekking tot alle misdaden moeten 
worden beschouwd als een verzwarende omstandigheid. Acht lidstaten (BE, BG, DE, FR, 
HU, PL, PT en UK) hebben bepaald dat racistische of xenofobe motieven als een 
verzwarende omstandigheid moeten worden beschouwd met betrekking tot bepaalde (vaak 
gewelddadige) misdrijven zoals moord, het veroorzaken van een ernstig lichamelijk letsel en 
ander geweld jegens een persoon of eigendom. Van deze lidstaten hebben er drie ook gebruik 
gemaakt van de tweede optie waarin artikel 4 voorziet. Zij hebben strafrechtelijke bepalingen 
vastgesteld op grond waarvan de rechter racistische motieven in overweging kan nemen (BE) 
of hebben via hun rechtspraak en gedetailleerde statistieken bewezen dat racistische en 
xenofobe motieven in overweging worden genomen (DE en UK). 



Deze optie kan niet worden gebruikt met betrekking tot het vergoelijken van deze misdaden. 

Enkel MT lijkt te voorzien in een specifieke bepaling inzake medeplichtigheid bij en aanzetting tot 

dergelijke misdrijven. 



7 



PL, PT en SI verwijzen naar algemene strafrechtelijke bepalingen op grond waarvan de 
algemene motieven van daders in overweging moeten worden genomen en EE verwijst naar 
de verzwarende omstandigheid van andere basismotieven. HU verwijst naar een groot aantal 
geregistreerde haatmisdrijven en -veroordelingen, maar heeft nog geen relevante rechtspraak 
voorgelegd. NL verwijst naar officiële richtsnoeren die bepalen dat racistische en xenofobe 
motieven in aanmerking moeten worden genomen. IE en LU stellen daarentegen alleen dat 
motieven altijd door de rechter in aanmerking kunnen worden genomen. 

3.5. Aansprakelijkheid van rechtspersonen en toepasselijke sancties (artikelen 5 en 

6) 

Rechtspersonen moeten aansprakelijk worden gesteld voor haatuitingen van een persoon die 
in de rechtspersoon een leidende positie bekleedt of wanneer als gevolg van gebrekkig 
toezicht door die persoon gelegenheid is gegeven tot haatuitingen van een persoon die onder 
diens gezag staat. De lidstaten zijn op grond van het kaderbesluit niet verplicht strafrechtelijke 
sancties op te leggen, maar de sancties moeten wel in alle gevallen doeltreffend, evenredig en 
afschrikkend zijn. 

Bijna alle lidstaten (met uitzondering van EL, ES, IT en SK 9 ) behandelen in hun wetgeving de 
aansprakelijkheid van rechtspersonen in het geval van haatuitingen. De meeste lidstaten doen 
dat door horizontale strafrechtelijke bepalingen vast te leggen 10 en strafrechtelijke geldboetes 
op te leggen. 

Artikel 5 moet worden omgezet ten aanzien van alle personen die ten behoeve van de 
rechtspersoon handelen. In een aantal lidstaten is de wetgeving (BE, DK en LU) op dit gebied 
onduidelijk. Andere lidstaten lijken voorwaarden toe te voegen. In BG moet het gedrag 
hebben geleid tot de verrijking van de rechtspersoon, in HR moet het misdrijf in strijd zijn 
met de verplichtingen van de rechtspersoon en in HU mag enkel actie worden ondernomen 
tegen een rechtspersoon indien de rechter eerst een straf heeft opgelegd aan een natuurlijk 
persoon. 

3.6. Grondwettelijke bepalingen en fundamentele beginselen (artikel 7) 

FR, HU, SE en UK hebben in hun kennisgeving naar artikel 7 van het kaderbesluit verwezen. 

De Commissie kijkt er nauwgezet op toe dat de omzetting van het kaderbesluit in volledige 
overeenstemming is met de in het Handvest van de grondrechten verankerde grondrechten, 
zoals zij ook uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien. 

Zoals is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten en in het Europees Verdrag voor de 
Rechten van de Mens, moet elke beperking van de uitoefening van de fundamentele rechten 
en vrijheden bij wet worden gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden 
eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen beperkingen slechts 
worden gesteld indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie 
erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de 
rechten en vrijheden van anderen 11 . 

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft erkend dat tolerantie en eerbiediging 
van de gelijke waarde van alle mensen de grondslag vormt van een democratische en 



SK voorziet in een soort indirecte aansprakelijkheid door de inbeslagneming van een som geld mogelijk 
te maken. 

FR beschikt over een specifiek systeem voor bepaalde misdrijven die via de pers zijn gepleegd, dat de 
aansprakelijkheid van rechtspersonen uitsluit. 

Zoals vastgelegd in artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten, en in artikel 10, lid 2, van 
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, wat specifiek de vrijheid van meningsuiting 
betreft. 



8 



pluralistische samenleving. Voorts heeft het gesteld dat opmerkingen die ingaan tegen de 
fundamentele waarden van het Verdrag, niet de op grond van artikel 10 (vrijheid van 

12 

meningsuiting) toegekende bescherming mogen genieten . 

3.7. Instellen van onderzoek of vervolging (artikel 8) 

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat het instellen van een onderzoek naar of de vervolging 
van haatuitingen, ten minste in de ernstigste gevallen, niet afhankelijk is van aangifte of 
beschuldiging door het slachtoffer van de gedraging. De meeste lidstaten beschikken over 
specifieke, vaak horizontale strafrechtelijke bepalingen, die garanderen dat voor het 
merendeel van de misdrijven, waaronder haatuitingen, ambtshalve een onderzoek wordt 
uitgevoerd en/of een vervolging wordt ingesteld. Bepaalde lidstaten hebben rechtspraak, 
officiële verklaringen en andere informatie voorgelegd om te bewijzen dat deze bepaling in de 
praktijk wordt uitgevoerd. 

3.8. Rechtsmacht (artikel 9) 

Elke lidstaat heeft in zijn wetgeving het territorialiteitsbeginsel opgenomen op grond waarvan 
de rechtsmacht wordt gevestigd voor strafbare feiten met betrekking tot haatuitingen die 
geheel of gedeeltelijk op zijn grondgebied zijn begaan. Voorts heeft elke lidstaat, met 
uitzondering van IE en UK, strafrechtelijke bepalingen meegedeeld die de rechtsmacht 
specifiek uitbreiden tot gedragingen die door een van zijn onderdanen zijn begaan. IT, PT en 
RO lijken haatuitingen van deze rechtsbevoegdheidsregel uit te sluiten. 

Met betrekking tot rechtspersonen hebben 21 lidstaten geen afdoende informatie verstrekt 
over de omzetting van de regel dat een lidstaat zijn rechtsmacht moet vestigen ten aanzien van 
gedragingen die tot voordeel strekken van een rechtspersoon met hoofdkantoor op het 
grondgebied van die lidstaat. 

Online haatuitingen zijn een van de meest voorkomende uitingen van racisme en 
vreemdelingenhaat. De lidstaten moeten daarom in staat zijn in dergelijke gevallen in te 
grijpen. Bij het vestigen van zijn rechtsmacht ten aanzien van gedragingen die op zijn 
grondgebied hebben plaatsgevonden, moet een lidstaat ervoor zorgen dat zijn rechtsmacht 
zich uitstrekt tot gevallen waarin de gedragingen via een informatiesysteem zijn begaan en de 
dader, of het materiaal dat via dat systeem wordt aangeboden, zich op zijn grondgebied 
bevindt. Het lijkt erop dat enkel CY deze rechtsbevoegdheidsregels volledig in zijn wetgeving 
heeft omgezet. In de wetgeving van DK, MT en SI wordt specifiek verwezen naar 
informatiesystemen en HR verwijst naar strafbare feiten die via de elektronische pers worden 
gepleegd. CZ, LU, HU, AT, PT, RO, SK en SE zeggen dat hun algemene 
rechtsbevoegdheidsregels online haatuitingen bestrijken, maar hebben geen gedetailleerde 
informatie meegedeeld. BE, BG, DE, FR en UK hebben daarentegen rechtspraak voorgelegd 
die bewijst dat hun rechters bevoegd zijn voor zaken waarbij sprake is van 
informatiesystemen. Het lijkt erop dat de meeste van deze lidstaten zich bevoegd verklaren 
wanneer de dader fysiek aanwezig is/verblijft in het betrokken rechtsgebied of wanneer het 
materiaal daar toegankelijk was of duidelijk bestemd was voor de burgers van dat land. 

4. Aanbevolen praktijken ter bevordering van de uitvoering van het 
kaderbesluit 

Uit informatie die de lidstaten hebben verstrekt, is gebleken dat de voor onderzoek en 
vervolging verantwoordelijke autoriteiten praktische instrumenten en vaardigheden nodig 
hebben om de strafbare feiten die onder dit kaderbesluit vallen op te sporen en aan te pakken, 



Arresten van 4.12.2003 (Gündüz/Turkije) en 24.6.2003 (Garaudy/Frankrijk). 



9 



en voor de interactie en communicatie met slachtoffers . Zij moeten voldoende kennis 
hebben van de relevante wetgeving en beschikken over duidelijke richtsnoeren. 

Speciale politie-eenheden voor haatmisdrijven, speciale openbare aanklagers voor 
haatuitingen en -misdrijven, gedetailleerde richtsnoeren en specifieke opleiding van politie, 
openbare aanklagers en rechters zijn goede praktijken die de uitvoering van de wetgeving 
zouden kunnen bevorderen. 

Ook de uitwisseling van informatie en goede praktijken door 
rechtshandhavingsfunctionarissen, openbare aanklagers en rechters, maatschappelijke 
organisaties en andere belanghebbenden samen te brengen, kan daartoe bijdragen. 

Online haatuitingen zijn specifiek van aard; het is onder meer moeilijk de auteurs van illegale 
online-inhoud te identificeren en dergelijke inhoud te verwijderen. Bijgevolg vereisen zij van 
rechtshandhaving s- en justitiële autoriteiten specifieke expertise, middelen en 
grensoverschrijdende samenwerking. 

Haatuitingen en -misdrijven worden vaak onvoldoende gemeld 14 . Gezien de aard van deze 
misdrijven, nemen slachtoffers vaak hun toevlucht tot slachtofferhulp, in de plaats van 
aangifte te doen bij de politie. Om de slachtoffers van haatuitingen en -misdrijven te 
beschermen, is het dan ook essentieel dat de richtlijn inzake slachtoffers zo spoedig mogelijk 
wordt uitgevoerd. 

Betrouwbare, vergelijkbare en systematisch verzamelde gegevens kunnen de effectieve 
uitvoering van het kaderbesluit bevorderen. Incidenten waarbij sprake is van haatuitingen en 
-misdrijven en de gegevens omtrent een zaak moeten altijd worden geregistreerd, zodat kan 
worden nagegaan in hoeverre er wordt vervolgd en bestraft. De verzameling van gegevens 
met betrekking tot haatuitingen en -misdrijven gebeurt niet overal in de EU op dezelfde 
manier. Hierdoor is een betrouwbare vergelijking van de lidstaten niet mogelijk 15 . De 
Commissie heeft de lidstaten verzocht haar gegevens te verstrekken over de frequentie van 
haatuitingen en -misdrijven en de strafrechtelijke reactie daarop. De bijlage bij dit verslag 
bevat de gegevens van zeventien lidstaten. 

Racistisch en xenofoob gedrag van opinieleiders kan een sociaal klimaat bevorderen waarin 
racisme en vreemdelingenhaat worden vergoelijkt en kan zo ernstiger gedrag, zoals racistisch 
geweld, in de hand werken. Autoriteiten, politieke partijen en maatschappelijke organisaties 
kunnen door racisme en vreemdelingenhaat openlijk te veroordelen de ernst van deze 
gedragingen helpen inzien en racistische en xenofobe uitingen en gedragingen helpen te 
bestrijden 16 . 

5. Conclusie 

Momenteel lijkt het erop dat een aantal lidstaten nog niet alle bepalingen van het kaderbesluit 
volledig en/of correct heeft omgezet, meer bepaald die welke betrekking hebben op het 
ontkennen, vergoelijken of verregaand bagatelliseren van bepaalde misdrijven. De meeste 
lidstaten beschikken over bepalingen met betrekking tot het aanzetten tot door racisme en 



Racistische en xenofobe handelingen moeten worden onderzocht en moeten op passende wijze worden 
bestraft om de eerbiediging van de grondrechten te garanderen, zoals bevestigd door de arresten van het 
Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 6.7.2005 (Nachova en andere/Bulgarije), 10.3.2010 
(Cakir/België) en 27.1.201 1 (Dimitrova en andere/Bulgarije). 

Zie in het bijzonder het verslag van het Europees bureau voor de grondrechten (FRA) van 2012 

"Making hate crime visible in the European Union: acknowledging victims' rights". 

Ibidem. 

Zie arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 6.7.2006 (Erbakan/Turkije) en 
16.7.2009 (Féret/België). 



10 



vreemdelingenhaat ingegeven geweld en haat, maar die lijken de bepalingen over de strafbare 
feiten die onder het kaderbesluit vallen, niet altijd volledig om te zetten. Ook met betrekking 
tot racistische en xenofobe motieven voor misdrijven, de aansprakelijkheid van 
rechtspersonen en de rechtsmacht zijn enkele hiaten vastgesteld. 

De Commissie is van mening dat de volledige en correcte omzetting van het kaderbesluit een 
eerste stap is om racisme en vreemdelingenhaat overal in de EU door middel van het 
strafrecht op een gelijke wijze effectief te bestrijden. 

De Commissie zal in 2014 met het oog op de volledige en correcte omzetting van het 
kaderbesluit de dialoog aangaan met de lidstaten, met inachtneming van het Handvest van de 

I 7 

grondrechten en in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en vereniging . 



Zie artikel 10 van Protocol nr. 36 van het Verdrag van Lissabon. Inbreukprocedures met betrekking tot 
het kaderbesluit kunnen pas vanaf 1 december 2014 worden ingeleid. 



11 



Straatsburg, 11.3.2014 
COM(2014) 158 final 



MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE 

RAAD 

Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat 



INHOUDSTAFEL 



MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE 
RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat 



1. Inleiding 2. 

2. Waarom de rechtsstaat van fundamenteel belang is voor de EU 3. 

3. Waarom een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat 5. 

4. Hoe het nieuwe EU-kader voor de rechtsstaat zal werken 6. 

4. 1 . Waardoor wordt het nieuwe EU-kader voor de rechtsstaat in werking gesteld 6. 

4.2. Het EU-kader voor de rechtsstaat als een proces van drie fasen 7. 

5. Conclusie 9. 



1 



1. Inleiding 



De rechtsstaat is de ruggengraat van iedere moderne constitutionele democratie. Het is een 
van de fundamentele beginselen die voortkomen uit de gemeenschappelijke constitutionele 
tradities van alle lidstaten van de EU en is, als zodanig, een van de belangrijkste waarden 
waarop de Unie is gebaseerd. Dit wordt in herinnering geroepen door artikel 2 van het 
Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) alsook door de preambules van het Verdrag en 
het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dit is ook de reden waarom, 
krachtens artikel 49 VEU, eerbiediging van de rechtsstaat een voorwaarde voor toetreding tot 
de EU is. De rechtsstaat is samen met democratie en mensenrechten tevens een van de pijlers 
van de Raad van Europa en wordt onderschreven in de preambule van het Europees Verdrag 
tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) 1 . 

Wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten van de EU en hun respectieve rechtsstelsels vormt 
het fundament van de Unie. De manier waarop het rechtsstaatbeginsel op nationaal niveau ten 
uitvoer wordt gelegd, speelt in dit verband een cruciale rol. Het vertrouwen van alle burgers 
en nationale autoriteiten van de EU in de werking van de rechtsstaat is met name van 
essentieel belang voor de verdere ontwikkeling van de EU tot "een ruimte van vrijheid, 
veiligheid en recht zonder binnengrenzen" . Dit vertrouwen zal alleen worden opgebouwd en 
blijven bestaan als de rechtsstaat in alle lidstaten wordt geëerbiedigd. 

De verschillende grondwetten en rechtsstelsels van de EU-lidstaten zijn, in principe, adequaat 
ontworpen en uitgerust om burgers te beschermen tegen een eventuele bedreiging voor de 
rechtsstaat. Echter, recente gebeurtenissen in enkele lidstaten hebben aangetoond dat een 
verzuim om de rechtsstaat te eerbiedigen en, bijgevolg, ook een verzuim om de fundamentele 
waarden te eerbiedigen die de rechtsstaat beoogt te beschermen, aanleiding voor ernstige 
bezorgdheid kan zijn. Tijdens deze gebeurtenissen was er een duidelijk verzoek van het 
algemene publiek aan de EU, en in het bijzonder aan de Commissie, om actie te ondernemen. 
Daarbij zijn resultaten bereikt. Echter, de Commissie en de EU moesten zich op ad- 
hocoplossingen verlaten, omdat de huidige EU-mechanismen en -procedures niet altijd 
geschikt waren om een doeltreffende en tijdige respons op bedreigingen voor de rechtsstaat te 
waarborgen. 

De Commissie is de hoedster van de Verdragen en heeft de verantwoordelijkheid om te 
waarborgen dat de waarden waarop de EU gegrondvest is, worden geëerbiedigd en om het 
algemene belang van de Unie te beschermen. De Commissie moet in dit verband derhalve een 
actieve rol op zich nemen . In september 2012 zei voorzitter Barroso in zijn jaarlijkse State of 
the Union ten overstaan van het Europees Parlement: "Wij hebben een bredere waaier van 
instrumenten nodig - die ons meer keuze geeft dan alleen tussen de 'soft power' van politieke 
overreding en de 'nucleaire optie' van artikel 7 van het Verdrag". In zijn toespraak het jaar 
daarop zei hij: "De ervaring heeft het nut aangetoond van de rol van de Commissie als 
onafhankelijke en objectieve scheidsrechter. Deze ervaring moet worden geconsolideerd door 



Zie de Preambule van het EVRM en artikel 3 van het Statuut van de Raad van Europa 

( http://conventions.coe.int/Treaty/en/Treaties/Html/001.htm) . 

Zie artikel 3, lid 2, VEU en artikel 67 VWEU. 

Zie de toespraak van vicevoorzitter Reding, Commissaris van de EU voor Justitie, "The EU and the 
Rule of Law - What next?"( http://europa.eu/rapied/press-release SPEECH- 13-677 en. htm) . 



2 



middel van een breder kader [...]. De Commissie zal hierover een mededeling opstellen. Ik 
ben van mening dat dit debat fundamenteel is voor ons idee van Europa." 4 

In juni 2013 benadrukte de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken dat "eerbiediging van de 
rechtsstaat een voorwaarde is voor de bescherming van de grondrechten" en verzocht de Raad 
de Commissie om "het debat over de mogelijke noodzaak van en vorm van een collaboratieve 
en systematische methode om deze kwesties aan te pakken verder uit te werken 
overeenkomstig de Verdragen". In april 2013 hield de Raad Algemene Zaken een uitvoerig 
debat over het onderwerp 5 . 

In juli 2013 vroeg het Europees Parlement dat "geregeld wordt beoordeeld of alle lidstaten de 
fundamentele waarden van de Unie blijven eerbiedigen en de vereisten van democratie en de 
rechtsstaat blijven naleven" 6 . 

Deze mededeling is bedoeld als antwoord op deze verzoeken. Op basis van de ervaring van de 

■7 

Commissie, het interinstitutionele debat en brede raadplegingen wordt in de mededeling een 
nieuw kader vastgesteld om een doeltreffende en samenhangende bescherming van de 
rechtsstaat in alle lidstaten te waarborgen. Het is een kader dat bedoeld is om een situatie aan 
te pakken en op te lossen waarin er een systemische bedreiging voor de rechtsstaat bestaat. 

Het kader beoogt toekomstige bedreigingen voor de rechtsstaat weg te nemen, voordat de 
voorwaarden voor de inwerkingtreding van de in artikel 7 VEU vastgestelde mechanismen 
zijn vervuld. Het is derhalve bedoeld om een lacune te vullen. Het is geen alternatief voor, 
maar een procedure die voorafgaat aan de in artikel 7 VEU vastgestelde mechanismen en die 
deze aanvult. Het kader laat ook de bevoegdheden van de Commissie onverlet om specifieke 
situaties die binnen de werkingssfeer van het Unierecht vallen, te behandelen met 
gebruikmaking van inbreukprocedures ingevolge artikel 258 van het Verdrag betreffende de 
werking van de Europese Unie (VWEU). 



Zie http://europa.eu/rapid/press-release SPEECH-12-596 en. htm en http://europa.eu/rapid/press- 
release SPEECH- 13-684 en.htm 

In maart 2013 hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van Denemarken, Finland, Duitsland en 
Nederland opgeroepen tot meer Europese beschermingsmaatregelen om de eerbiediging van 
fundamentele waarden van de Unie in de lidstaten te waarborgen. Zie voor de discussie in de Raad 
Algemene Zaken 
http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms Data/docs/pressdata/EN/genaff/1 369 15.pdf . Zie voor de 
conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken 

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms data/docs/pressdata/en/jha/137404.pdf 
Zie de resoluties van het EP waarin aan de EU-instellingen diverse aanbevelingen worden gedaan 
inzake de bescherming van artikel 2 VEU (het door Rui Tavares opgestelde verslag van 2013 en de 
door Louis Michel en Kinga Göncz opgestelde verslagen van 2014 
http://www.europarl.europa.eu/committees/en/libe/reports.html) . 

Tijdens de Assises de la Justice, een conferentie op hoog niveau over de toekomst van de rechtspraak in 
de EU in november 2013 waaraan werd deelgenomen door meer dan 600 belanghebbenden, was een 
sessie specifiek gewijd aan het onderwerp "Naar een nieuw rechtsstaatmechanisme". Voor en na de 
conferentie werd een uitnodiging tot het indienen van ideeën georganiseerd, naar aanleiding waarvan 
talrijke schriftelijke bijdragen werden ingediend (zie http://ec.europa.eu/justice/events/assises-justice- 
2013/contributions en.htm) . 

Zoals voorzitter Barroso benadrukte in zijn State of the Union van september 2013, wordt het kader 
"gebaseerd op het beginsel van gelijkheid tussen de lidstaten en [moet er] alleen een beroep [op] 
worden gedaan bij een ernstige, fundamentele bedreiging van de rechtsstaat, waarvoor van tevoren 
criteria moeten worden vastgesteld" (zie http://europa.eu/rapid/press-release SPEECH- 13-684 en.htm ). 



3 



Vanuit een breder Europees standpunt gezien is het kader bedoeld om bij te dragen aan het 
bereiken van de doelstellingen van de Raad van Europa, onder meer op basis van de 
deskundigheid van de Europese Commissie voor democratie middels het recht (Commissie 
van Venetië) 9 . 

2. Waarom de rechtsstaat van fundamenteel belang is voor de EU 

Het beginsel van de rechtsstaat is in toenemende mate een dominant organisatiemodel 
geworden van modern constitutioneel recht en internationale organisaties (met inbegrip van 
de Verenigde Naties en de Raad van Europa) om de uitoefening van overheidsbevoegdheden 
te reguleren. Het waarborgt dat alle overheidsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de 
beperkingen die daaraan zijn gesteld door de wet, overeenkomstig de waarden van democratie 
en grondrechten en onder het toezicht van onafhankelijke en onpartijdige rechters. 

De precieze inhoud van de beginselen en normen die uit het rechtsstaatbeginsel voortvloeien, 
kunnen variëren op nationaal niveau, afhankelijk van het constitutionele systeem van iedere 
lidstaat. Niettemin wordt door jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie 
("het Hof van Justitie") en van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens evenals door 
de Raad van Europa opgestelde documenten, die stoelen op de deskundigheid van de 
Commissie van Venetië, voorzien in een niet- uitputtende lijst van deze beginselen en wordt 
hierdoor de betekenis van de rechtsstaat in essentie gedefinieerd als een gemeenschappelijke 
waarde van de EU overeenkomstig artikel 2 VEU. 

Deze beginselen zijn onder meer legaliteit, die een transparant, aansprakelijk, democratisch 
en pluralistisch proces voor de vaststelling van wetgeving vooropstelt; rechtszekerheid; 
verbod van willekeur van de uitvoerende macht; onafhankelijke en onpartijdige 
rechters; onafhankelijke en doeltreffende rechterlijke toetsing, met inbegrip van de 
eerbiediging van de grondrechten; en gelijkheid voor de wet 10 . 

Zowel het Hof van Justitie als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft bevestigd 
dat deze beginselen niet zuiver formele en procedurele vereisten zijn. Ze zijn het instrument 
waarmee de inachtneming en eerbiediging van de democratie en mensenrechten worden 
gewaarborgd. De rechtsstaat is derhalve een constitutioneel beginsel met zowel formele als 
materiële componenten 11 . 



De Commissie van Venetië, die officieel de Europese Commissie voor democratie middels het recht 
wordt genoemd, is het adviesorgaan van de Raad van Europa inzake constitutionele aangelegenheden 
(zie http://www.venice.coe. int/W ebForms/pages/?p=01 Presentation ). 

Zie bijlage I voor een overzicht van de relevante jurisprudentie inzake de rechtsstaat en de beginselen 
die aan de rechtsstaat verbonden zijn. 

Het Hof van Justitie verwijst niet naar de rechtsstaat als slechts een formele en procedurele vereiste, 
maar benadrukt tevens het belang ervan door te verduidelijken dat een "rechtsgemeenschap" betekent 
dat de EU-instellingen onderworpen zijn aan toezicht op de verenigbaarheid van hun handelingen met 
niet alleen het Verdrag, maar ook met "de algemene rechtsbeginselen en de grondrechten" (zie onder 
meer zaak C-50/00 P, Unión de Pequenos Agricultores, Jurispr. 2002, blz. 1-06677, punten 38 en 39; 
gevoegde zaken C-402/05 P en C-415/05 P, Kadi, Jurispr. 2008, blz. 1-06351, punt 316). Dit is tevens 
bevestigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, dat de rechtsstaat een materiële aard 
geeft door vast te stellen dat het een concept is dat inherent is aan alle artikelen van het EVRM (zie 
bijvoorbeeld EHRM, Stafford/Verenigd Koninkrijk, 28 mei 2001, punt 63). Benadrukt moet worden dat 
het Hof in de Franse versie niet alleen de termen "pre-eminence du droit" gebruikt, maar ook "Etat de 
droit". 



4 



Dit betekent dat de eerbiediging van de rechtsstaat onlosmakelijk verbonden is met 
eerbiediging van de democratie en de grondrechten: er kan geen democratie zijn en 
eerbiediging van de grondrechten zonder eerbiediging van de rechtsstaat en vice versa. 
Grondrechten zijn alleen effectief als ze in rechte inroepbaar zijn. Democratie wordt 
beschermd als de fundamentele rol van de rechterlijke macht, met inbegrip van 
grondwettelijke hoven, erin slaagt de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en 
de naleving van de regels die het politieke en electorale proces beheersen, te waarborgen. 

Binnen de EU is de rechtsstaat van bijzonder groot belang. Eerbiediging van de rechtsstaat is 
niet alleen een essentiële voorwaarde voor de bescherming van alle fundamentele waarden die 
in artikel 2 worden opgesomd, maar is tevens een essentiële voorwaarde voor de 
inachtneming van alle rechten en plichten die voortvloeien uit de Verdragen en het 
internationale recht. Het vertrouwen van alle EU-burgers en nationale autoriteiten in de 
rechtsstelsels van alle andere lidstaten is van cruciaal belang voor de werking van de gehele 
EU als "een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen". Op dit moment 
moet een besluit van een nationale rechtbank inzake civiel- en handelsrechtelijke 
aangelegenheden automatisch worden erkend en gehandhaafd in een andere lidstaat en moet 
een Europees aanhoudingsbevel dat in de ene lidstaat voor een beweerdelijke crimineel is 
uitgevaardigd, als zodanig worden uitgevoerd in een andere lidstaat 12 . Dit zijn duidelijke 
voorbeelden van waarom het voor alle lidstaten aanleiding voor bezorgdheid zou moeten zijn, 
als de rechtsstaat niet volledig wordt geëerbiedigd in één lidstaat. Om deze reden heeft de EU 
groot belang bij het waarborgen en versterken van de rechtsstaat in de gehele Unie. 

3. Waarom een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat 

In gevallen waarin de mechanismen die op nationaal niveau zijn vastgesteld om de rechtsstaat 
te beschermen, niet langer doeltreffend werken, bestaat er een systemische bedreiging voor de 
rechtsstaat en, bijgevolg, voor de werking van de EU als een ruimte van vrijheid, veiligheid 
en recht zonder binnengrenzen. In dergelijke situaties moet de EU optreden om de rechtsstaat 
te beschermen als een gemeenschappelijke waarde van de Unie. 

Echter, de ervaring heeft aangetoond dat een systemische bedreiging voor de rechtsstaat in de 
lidstaten niet in alle omstandigheden doeltreffend kan worden aangepakt met de instrumenten 
die momenteel op het niveau van de Unie beschikbaar zijn. 

Het optreden van de Commissie om inbreukprocedures in te leiden, op grond van artikel 
258 VWEU, is een belangrijk instrument gebleken voor het aanpakken van bepaalde 

13 

zorgwekkende kwesties op het gebied van de rechtsstaat . Echter, inbreukprocedures kunnen 
uitsluitend door de Commissie worden ingeleid in gevallen waarin deze kwesties tegelijkertijd 
ook een inbreuk zijn op een specifieke bepaling van het Unierecht. 14 



Zie zaak C-168/13, Jeremy F/Premier Ministre, nog niet gepubliceerd, punten 35 en 36. 
Zie bijvoorbeeld de zaken C-286/12, Commissie/Hongarije, nog niet gepubliceerd (gelijke behandeling 
met betrekking tot het verplichte pensioen van rechters en openbare aanklagers); C-5 18/07, 
Commissie/Duitsland, Jurispr. 2010, blz. 1-01885 en C-614/10, Commissie/Oostenrijk, nog niet 
gepubliceerd (onafhankelijkheid van gegevensbeschermingsautoriteiten). 

Het optreden van de Commissie om naleving van het Handvest van de grondrechten te waarborgen, 
illustreert deze juridische beperking, die afkomstig is uit het Verdrag zelf. Zoals uitgelegd in haar 
mededeling "Strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten 
door de Europese Unie" van 19 oktober 2010 (COM(2010) 573 definitief), is de Commissie 
vastbesloten om alle middelen die haar ter beschikking staan, te gebruiken om te waarborgen dat het 
Handvest volledig wordt geëerbiedigd door de lidstaten. Dit heeft in het bijzonder betrekking op artikel 



5 



Er zijn zorgwekkende situaties die buiten de werkingssfeer van het Unierecht vallen en 
derhalve niet kunnen worden beschouwd als een inbreuk op verplichtingen uit hoofde van de 
Verdragen, maar die wel een systemische bedreiging voor de rechtsstaat vormen. Op deze 
situaties kunnen de preventie- en sanctiemechanismen waarin artikel 7 VEU voorziet, van 
toepassing zijn. De Commissie is een van de actoren die uit hoofde van het Verdrag de 
bevoegdheid hebben om een met redenen omkleed voorstel tot inwerkingstelling van deze 
mechanismen in te dienen. Artikel 7 VEU is bedoeld om te waarborgen dat alle lidstaten de 
gemeenschappelijke waarden van de EU eerbiedigen, met inbegrip van de rechtsstaat. De 
werkingssfeer van het artikel is niet beperkt tot gebieden die onder het Unierecht vallen, maar 
geeft de EU de bevoegdheid om in te grijpen met het doel de rechtsstaat te beschermen, ook 
op gebieden waarop lidstaten autonoom handelen. Zoals wordt uitgelegd in de mededeling 
van de Commissie over artikel 7 VEU, is dit gerechtvaardigd door het feit dat "bij een 
schending van de fundamentele waarden door een lidstaat die ernstig is in de zin van artikel 7 
van het VEU, [...] immers het risico [bestaat] dat de fundamenten van de Unie en het 
vertrouwen tussen haar leden worden ondermijnd, ongeacht op welk gebied de schendingen 
begaan zijn" 15 . 

Evenwel kan het preventiemechanisme van artikel 7, lid 1, VEU enkel in werking worden 
gesteld ingeval er "duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending" en het 
sanctiemechanisme van artikel 7, lid 2, VEU uitsluitend in geval van een "ernstige en 
voortdurende schending van de in artikel 2 bedoelde waarden door een lidstaat". De drempels 
voor het in werking stellen van beide mechanismen van artikel 7 zijn zeer hoog en 
onderstrepen dat deze mechanismen bedoeld zijn om gebruikt te worden in laatste instantie. 

Recente ontwikkelingen in enkele lidstaten hebben aangetoond dat deze mechanismen niet 
altijd geschikt zijn om snel te reageren op gevaren voor de rechtsstaat in een lidstaat. 

Er zijn derhalve situaties waarin bedreigingen voor de rechtsstaat niet doeltreffend kunnen 
worden aangepakt met bestaande instrumenten 16 . Een nieuw EU-kader voor het versterken 
van de rechtsstaat als een essentiële gemeenschappelijke waarde van de EU is nodig als 
aanvulling op de inbreukprocedures en de mechanismen van artikel 7 VEU. Het kader zal een 
aanvulling vormen op de mechanismen die op het niveau van de Raad van Europa reeds zijn 
ingevoerd ter bescherming van de rechtsstaat 17 . Het weerspiegelt de doelstellingen van de EU 



47 van het Handvest, dat bepaalt dat eenieder wiens door het recht van de Unie gewaarborgde rechten 
zijn geschonden, recht heeft op een doeltreffende voorziening in rechte voor een onafhankelijk gerecht. 
Echter, de Commissie kan dit doen ten opzichte van de lidstaten, "uitsluitend wanneer zij het recht van 
de Unie ten uitvoer brengen", zoals uitdrukkelijk is bepaald in artikel 51 van het Handvest. Zie 
bijvoorbeeld zaak C-87/12, Kreshnik Ymeraga en anderen/Ministre du Travail, de 1'Emploi et de 
1'Immigration, nog niet gepubliceerd, C-370/12 Thomas Pringle/Government of Ireland, Ireland and 
The Attorney General, nog niet gepubliceerd en C-617/10, Aklagaren/Hans Akerberg Fransson, nog 
niet gepubliceerd. 

Mededeling van de Commissie van 15 oktober 2003: Eerbiediging en bevordering van de waarden 
waarop de Unie is gegrondvest, COM(2003) 606 definitief. 

In enkele gevallen kunnen systemische tekortkomingen met betrekking tot de rechtsstaat worden 
aangepakt met gebruikmaking van de mechanismen voor samenwerking en toetsing op basis van de 
toetredingsakten voor Roemenië en Bulgarije. Echter, deze mechanismen, die hun grondslag 
rechtstreeks in het primaire Unierecht hebben, hebben betrekking op situaties voorafgaande aan de 
toetreding en derhalve op overgangssituaties. Ze zijn daarom niet geschikt voor het aanpakken van een 
bedreiging voor de rechtsstaat in alle lidstaten van de EU. 

Artikel 8 van het statuut van de Raad van Europa bepaalt dat indien een lidstaat een "ernstige inbreuk 
heeft gepleegd" op de beginselen van de rechtsstaat en de mensenrechten, de rechten van die lidstaat op 
vertegenwoordiging kunnen worden opgeschort en dat de lidstaat zelfs van het lidmaatschap van de 



6 



op het gebied van zowel de bescherming van haar fundamentele waarden als het bereiken van 
een grotere mate van wederzijds vertrouwen en integratie in de ruimte van vrijheid, veiligheid 
en recht zonder binnengrenzen. 

Door het vaststellen van een nieuw kader voor het versterken van de rechtsstaat streeft de 
Commissie ernaar duidelijkheid te scheppen en de voorspelbaarheid te vergroten van de 
maatregelen die zij in de toekomst mogelijk zal moeten treffen en tegelijkertijd te waarborgen 
dat alle lidstaten gelijk worden behandeld. Op basis van deze mededeling is de Commissie 
bereid om deze kwesties verder te bespreken met de lidstaten, de Raad en het Europees 
Parlement. 

4. Hoe het nieuwe EU-kader voor de rechtsstaat zal werken 

Het doel van het kader is om de Commissie in staat te stellen een oplossing te vinden met de 
betrokken lidstaat om te voorkomen dat een systemische bedreiging voor de rechtsstaat in die 
lidstaat ontstaat die zich zou kunnen ontwikkelen tot een "duidelijk gevaar voor een ernstige 
schending" in de zin van artikel 7 VEU, wat zou vereisen dat de in dat artikel voorziene 
mechanismen in werking worden gesteld. 

Om de gelijke behandeling van de lidstaten te waarborgen, zal het kader op dezelfde wijze op 
alle lidstaten van toepassing zijn op basis van dezelfde criteria voor wat als een systemische 
bedreiging voor de rechtsstaat wordt aangemerkt. 

4.1. Waardoor wordt het nieuwe EU-kader in werking gesteld 

Het kader zal in werking worden gesteld in situaties waarin de autoriteiten van een lidstaat 
maatregelen treffen of situaties gedogen die een groot risico inhouden van een systematisch 
en nadelig effect op de integriteit, stabiliteit of de juiste werking van de instellingen en de 
waarborgingsmechanismen die op nationaal niveau zijn vastgesteld om de rechtsstaat te 
beschermen. 

Het nieuwe EU-kader voor de rechtsstaat is niet ontworpen om in werking te worden gesteld 
door individuele inbreuken op grondrechten of door een rechterlijke dwaling. Deze kwesties 
kunnen en moeten worden behandeld door de nationale rechtsstelsels en in de context van de 
toezichtmechanismen die zijn vastgesteld in het Europees Verdrag voor de rechten van de 
mens, waarbij alle EU-lidstaten partij zijn. 

Het belangrijkste doel van het kader is om een respons te zijn op bedreigingen voor de 
rechtsstaat (zoals gedefinieerd in deel 2) die een systemisch karakter hebben . De 
politieke, institutionele en/of rechtsorde van een lidstaat als zodanig, zijn constitutionele 
structuur, de scheiding der machten, de onafhankelijkheid of onpartijdigheid van de 
rechterlijke macht of zijn systeem van rechterlijke toetsing met inbegrip van, in voorkomende 
gevallen, constitutionele rechtspraak moeten bedreigd worden - bijvoorbeeld als gevolg van 



Raad van Europa uitgesloten kan worden. Zoals de in artikel 7 VEU vastgestelde mechanismen is dit 
mechanisme nooit in werking gesteld. 

Zie met betrekking tot het begrip "systemische tekortkomingen" wat betreft de eerbiediging van 
grondrechten bij handelen binnen de werkingssfeer van het Unierecht, bijvoorbeeld, de gevoegde zaken 
C-411/10 en 493/10, N.S., nog niet gepubliceerd, punten 94 en 106; en zaak C-4/11, Duitsland/Kaveh 
Puid, nog niet gepubliceerd, punt 36. Zie met betrekking tot het begrip "systemisch" of "structureel" in 
de context van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens ook de rol van het Europees Hof 
voor de Rechten van de Mens bij het identificeren van onderliggende systemische problemen, zoals 
gedefinieerd in de resolutie Res(2004)3 van het Comité van Ministers van 12 mei 2004, on Judgments 
Revealing an Underlying Systemic Problem, ( https://wcd.coe. int/ViewDoc.isp?id=743257&Lang=fr" ). 



7 



de invoering van nieuwe maatregelen of wijdverspreide praktijken van overheidsinstanties en 
het gebrek aan verhaalmogelijkheden bij nationale gerechten. Het kader wordt in werking 
gesteld in gevallen waarin nationale "rechtsstaatswaarborgen" niet het vermogen lijken te 
hebben om die bedreigingen op effectieve wijze aan te pakken. 

Het kader zou de Commissie niet verhinderen haar bevoegdheden uit hoofde van artikel 258 
VWEU te gebruiken in situaties die binnen de werkingssfeer van het Unierecht vallen, noch 
zou het verhinderen dat de in artikel 7 VEU vastgestelde mechanismen rechtstreeks in 
werking worden gesteld, ingeval een plotselinge verslechtering in een lidstaat een krachtigere 
reactie van de EU vereist 19 . 

4.2. Het kader als een proces van drie fasen 

In gevallen waarin er duidelijke aanwijzingen zijn van een systemische bedreiging voor de 
rechtsstaat in een lidstaat zal de Commissie een gestructureerde uitwisseling met die lidstaat 
inleiden. Dit proces is gebaseerd op de volgende beginselen: 

- doelgericht streven naar het vinden van een oplossing via een dialoog met de betrokken 
lidstaat; 

- waarborgen dat een objectieve en grondige evaluatie van de desbetreffende situatie 
plaatsvindt; 

- het beginsel van gelijke behandeling van de lidstaten eerbiedigen; 

- snelle en concrete maatregelen aangeven die genomen zouden kunnen worden om de 
systematische bedreiging tegen te gaan en het gebruik van de in artikel 7 VEU vastgestelde 
mechanismen te voorkomen. 

Dit proces bestaat, als regel, uit drie fasen: een evaluatie van de Commissie, een aanbeveling 
van de Commissie en een follow-up van de aanbeveling. 

De evaluatie van de Commissie 

De Commissie zal alle relevante informatie verzamelen en beoordelen of er duidelijke 
aanwijzingen zijn van een systemische bedreiging voor de rechtsstaat zoals hierboven 
beschreven. Deze evaluatie kan gebaseerd zijn op de aanwijzingen die worden ontvangen van 
beschikbare bronnen en erkende instellingen, met inbegrip van de organen van de Raad van 
Europa en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten 20 . 

Indien, als gevolg van deze voorlopige evaluatie, de Commissie van oordeel is dat er 
inderdaad sprake is van een systemische bedreiging voor de rechtsstaat, zal zij met de 
betrokken lidstaat een dialoog aangaan door de lidstaat een "rechtsstaatadvies" te sturen, 
waarin zij haar bezorgdheid onderbouwt en de betrokken lidstaat de mogelijkheid biedt om te 
reageren. Het advies zou het resultaat kunnen zijn van een uitwisseling van correspondentie 
en overleg met de relevante autoriteiten en kan, indien van toepassing, gevolgd worden door 
verdere uitwisselingen. 

De Commissie verwacht dat de betrokken lidstaat, in afwachting van de evaluatie door de 
Commissie, gedurende het gehele proces in overeenstemming met de in het derde lid van 
artikel 4 VEU vastgestelde plicht tot loyale samenwerking medewerking verleent en afziet 
van het invoeren van onomkeerbare maatregelen met betrekking tot de door de Commissie 



Zie ook de mededeling van de Commissie van 15 oktober 2003 (voetnoot 15). 

Zie in het bijzonder artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad tot 
oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53, blz. 1). 



8 



aan de orde gestelde kwesties die aanleiding geven tot bezorgdheid. Wanneer een lidstaat 
verzuimt om in dit proces medewerking te verlenen of het zelfs hindert, zal dit een element 
zijn dat in aanmerking wordt genomen bij het beoordelen van de ernst van de bedreiging. 

In deze fase van het proces zal, hoewel het inleiden van de evaluatie door de Commissie en 
het versturen van haar advies bekend zal worden gemaakt door de Commissie, als regel de 
inhoud van de uitwisselingen met de betrokken lidstaat geheim worden gehouden, om een 
snelle oplossing mogelijk te maken. 

De aanbeveling van de Commissie 

In een tweede fase zal de Commissie, tenzij de kwestie in de tussentijd een bevredigende 
oplossing heeft gekregen, de betrokken lidstaat een "rechtsstaataanbeveling" doen toekomen, 
indien zij van oordeel is dat er objectief bewijs is van een systemische bedreiging en dat de 
autoriteiten van die lidstaat geen passende maatregelen treffen om de situatie te corrigeren. 

In haar aanbevelingen zal de Commissie duidelijk de redenen aangeven waarom zij bezorgd is 
en aanbevelen dat de lidstaat de geconstateerde problemen binnen een vastgestelde termijn 
oplost en de Commissie op de hoogte stelt van de maatregelen die daartoe zijn getroffen. 
Indien van toepassing kunnen in de aanbeveling specifieke manieren en maatregelen worden 
aangegeven om de situatie te corrigeren. 

De evaluatie en conclusies van de Commissie zullen worden gebaseerd op de resultaten van 
de dialoog met de lidstaat en op eventueel aanvullend bewijs, ten aanzien waarvan de lidstaat 
ook van tevoren gehoord zou moeten worden. 

De Commissie zal het versturen van haar aanbeveling en de inhoud ervan in hoofdlijnen 
bekendmaken. 

Follow-up van de aanbeveling van de Commissie 

In een derde fase zal de Commissie toezien op de maatregelen die de betrokken lidstaat treft 
als follow-up van de aan die lidstaat gerichte aanbeveling. Dit toezicht kan worden gebaseerd 
op verdere uitwisselingen met de betrokken lidstaat en zou bijvoorbeeld gericht kunnen zijn 
op de vraag of bepaalde, tot bezorgdheid aanleiding gevende kwesties zich blijven voordoen 
of op de vraag hoe de lidstaat haar in de tussentijd gedane beloften om de situatie te 
corrigeren uitvoert. 

Indien de betrokken lidstaat binnen de vastgestelde termijn niet zorgt voor bevredigende 
follow-up van de aanbeveling, zal de Commissie de mogelijkheid overwegen om een van de 

2 1 

in artikel 7 VEU vastgestelde mechanismen in werking te stellen . 
Institutionele interactie 

Het Europees Parlement en de Raad zullen op regelmatige basis en nauwgezet op de hoogte 
worden gehouden van de voortgang binnen elk van de fasen. 

De deskundigheid van derden benutten 

De Commissie kan, om gekwalificeerde kennis van bepaalde kwesties met betrekking tot de 
rechtsstaat in lidstaten te verkrijgen, externe deskundigheid inroepen, met name tijdens de 
evaluatiefase, onder meer van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten 22 . 



Zie ook de mededeling van de Commissie van 15 oktober 2003 (voetnoot 15). 

Het Bureau kan advies geven binnen de reikwijdte van zijn taken als gedefinieerd door Verordening 
(EG) nr. 168/2007 van de Raad (zie voetnoot 20). 



9 



Dergelijke externe deskundigheid kan in het bijzonder bijdragen aan de totstandkoming van 
een vergelijkende analyse met betrekking tot bestaande regels en praktijken in andere 
lidstaten teneinde de gelijke behandeling van de lidstaten te waarborgen, op basis van een 
gemeenschappelijk begrip van de rechtsstaat binnen de EU. 

Afhankelijk van de situatie kan de Commissie besluiten advies en ondersteuning te vragen 
van leden van de netwerken van de rechterlijke macht in de EU, zoals de netwerken van 
voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie , de Vereniging van Raden 

24 

van State en Hoogste Bestuursrechtelijke Rechtscolleges van de Europese Unie of de Raden 

25 

voor de rechtspraak . De Commissie zal samen met deze netwerken onderzoeken hoe 
dergelijke ondersteuning in toepasselijke gevallen snel beschikbaar kan worden gesteld en of 
hiervoor specifieke regelingen nodig zijn. 

De Commissie zal, als regel en in toepasselijke gevallen, de Raad van Europa en/of zijn 
Commissie van Venetië om advies vragen en zal haar analyse met hen coördineren in alle 
gevallen waarin de kwestie ook tot hun aandachtsgebied behoort en onderwerp is van hun 
analyses. 

5. Conclusie 

Deze mededeling stelt een nieuw EU-kader voor de rechtsstaat vast als de bijdrage van de 
Commissie aan het versterken van het vermogen van de EU om doeltreffende en gelijke 
bescherming van de rechtsstaat in alle lidstaten te waarborgen. Hiermee reageert de 
Commissie op verzoeken van het Parlement en de Raad. Deze mededeling is gebaseerd op de 
bevoegdheden die door de bestaande Verdragen aan de Commissie worden verleend en belet 
niet dat de Verdragen op dit gebied verder worden ontwikkeld, hetgeen besproken moet 
worden in het kader van bredere reflecties over de toekomst van Europa. Naast het optreden 
van de Commissie zal de rol van het Europees Parlement en de Raad van cruciaal belang zijn 
voor het versterken van de vastbeslotenheid van de Unie om de rechtsstaat te ondersteunen. 



Netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie (zie 
http://www.networkpresidents.eu/ ). 

Vereniging van Raden van State en Hoogste Bestuursrechtelijke Rechtscolleges van de Europese Unie 
(zie http://www.aca-europe.eu/index.php/en/) . 

Europees Netwerk van Raden voor de rechtspraak (zie http://www.encj.eu) . 



10 



1 



AFSCHRIFT 



RECTIFICATIE 

Op één en twintig juni tweeduizend zeven 

verscheen voor mij, mr Theodorus Hubertus Johannes Maria op de Laak. notaris te — 

Budel, gemeente Cranendonck: 

de heer Joannes Petrus van den Wittenboer , planned change agent en voorzitter — 
van de "Intermediaire stichting van de Universele Verklaring van de Rechten van de — 
Mens", tevens eigenaar van de eenmanszaak "Audio-Rarities", volgens zijn verklaring 
geboren te Mieiio veertien mei negentienhonderd vijf en vijftig, woonachtig ten adres - 

Kastanje 28, 5731 NK Mierlo, van Nederlandse nationaliteit, ongehuwd en nooit 

gehuwd geweest en niet geregistreerd of geregistreerd geweest als partner, 

legitimatie: paspoort nummer NF8802866 

De voormelde stichting <s statutair gevestigd te Geldrop, en is ingeschreven m «et 

register bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zuidoost Brabant te 

Eindhoven onder dossiernummer 41092925, de stichting is geregistreerd met het 

adres op het woonadres van Joannes Petrus van den Wittenboer, waar ook de 

eenmanszaak op is geregistreerd, deze eenmans is bekend bij de Kamer van 

Koophandel en Fabrieken voor Zuidoost Brabant te Eindhoven onder dossiernummer - 

17090220. 

De comparant verklaarde dat hij een eerder gedane "onder ede verklaring van 

zestien juli tweeduizend vier"wil rectificeren 

De comparant rectificeert het navolgende: ■ 

De partijen: 

1a). Hoofdpartij, de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlanden, 

Binnenhof 19, Den Haag, "N.L", waarbij de publiekrechtelijke rechtspersoon de 

Nederlandse Staat niet in de specifieke bestuurstaak heeft gehandeld, maar in de 

ondernemersactiviteit, public relations, en de wetenschap, bestaat er geen voldoende - 
grond haar anders te bejegenen dan privaatrechtelijke rechtspersonen die dezelfde of 

vergelijkbare activiteiten verrichten. 

2a). Hoofdpartij. Eenmanszaak Audio Rarities, Kastanje 28. 5731 NK, Mierlo, "N.L", - 
directeur J.P. van den Wittenboer die op uitdrukkelijke uitnodiging van de Staat der 
Nederlanden "Ministerie van Economische Zaken in Den Haag" een rechtsverhouding 

is aangegaan voor "fair use only" met het project "Hitler's Inferno" in verband met 

zakendoen in Japan in negentienhonderd acht en negentig, door de Nederlandse 

overheid in verband met vierhonderd (400) jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland 

en Japan. Op één en twintig september negentienhonderd acht en negentig 

"spreekdagen" zijn door Audio-Rarities.de heer J.P. van den Wittenboer ten adres van 

het Ministerie van Economische Zaken persoonlijk en mondeling de 

licentievoorwaarden voor "fair use only" met het Hitler's lnferno"project grondig 

besproken. Gesproken is met Mr. Hendrik E.C. Koets. Er is geen schriftelijke "fair use - 
only-agreement" vastgelegd tussen de Staat en Audio-Rarities, wel is een schriftelijke - 
bevestiging door de Nederlandse Staat op veertien december negentienhonderd acht - 
en negentig, vanuit Tokio, Japan verzonden, waarin de mondelinge afspaak van één - 
en twintig september negentienhonderd acht en negentig en wat besproken is, kort — 

samengevat is bevestigd. De Staat heeft zich vrijwillig zelf partij gekozen. 

3a).Secondiare-partij. De privaatrechtelijke rechtspersoon de Stichting Intermediary - 

Foundation of the Universal Declaration of Human Rights, Kastanje 28, 5731 NK, 

Mierlo, "N.L", voorzitter J.P. van den Wittenboer. Als exclusieve internationaal 

licentiehouder "fair use only" over het werk Hitler's Inferno, door Audio Rarties LPA — 

2445 USA, nineteenhundred fourty five, World-War li, werkzaam tevens als 

intermediair, wetenschappelijk, mensenrechten. 



2 



4a).Secondia re-partij, de publiekrechtelijke rechtspersoon Zuid-Duitse Deelstaat 

Freistaat Bayern, Duitsland, Alexandera Strasse 3, 80538, München, Deutschland Als 
algemeen auteursrechthouder over het werk "Hitler's Inferno". Kontrollratdirektive 50. - 
5a).Secondiare-partij. de publiekrechtelijke rechtspersoon de Amerikaanse auteurs - 
en muziekrechtenorganisatie The Harry Fox Agency Inc., New York U.S.A., 771 Third - 
Avenue. New York, 10017 USA, vertegenwoordigd door Frank S Rittman in de functie 

van International Business Administrator, die zich laat vergezellen door Edward 

P.Murpy en Yoshio Inorrtata. Aangaande het verstrekken van een schriftelijke 

internationale exclusieve-licentie "Hitler's Inferno" voor "fair use only", datum afgifte — 

licentie zeventien augustus negentienhonderd vijf en negentig. 

Voorwaarden en condities "fair use only" voor wetenschappelijk en bibliotheek - 

gebruik. 

Hitler's Inferno is een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, hetwelk bestaat uit - 
afzonderlijke werken van liederen en toespraken uit het tijdperk Hitier Duitsland in een 

door de maker Audio Rarities (USA) in een logische anti-fascistische vorm aan 

elkander in de Engelse taal gesproken commentaar in negentienhonderd vijf en veertig 
in de USA, het einde van de Tweede Wereldoorlog, hierbij wordt, onverminderd het — 
auteursrecht op ieder werk afzonderlijk, als de maker aangemerkt Audio Rarities (USA) 

degene, onder wiens leiding en toezicht het totale werk is tot stand gebracht. Het 

auteursrecht over de Duitse toespraken en geluidsopnames door Adolf Hitier en 

NSDAP -bij overdracht door de geallieerden na negentienhonderd vijf en veertig 

berusten bij de Zuid-Duitse deelstaat Freistaat Bayern, en de nederlandse versies van 
::;esoraksn en fadtran van os NSB bfj cte staat dér NtdMtaldMl HferMj is ft het geval 

van het werk "Hitler's Inferno" het totale auteursrecht in eigendom van Freistaat 

Bayern, het doel hiervan is om misbruik onder controle te kunnen houden door de 

staat en strafbaar te stellen in verband met het ondeskundig gebruik van toespraken, - 
liederen, afbeeldingen en gedragingen die na negentienhonderd vijf en veertig na de — 
val van het Derde Rijk bewezen en ernstig fout waren bevonden door het Tribunaal in - 

Neurenberg. Zowel de hedendaagse Duitse wet-en regelgeving (Duitse grondwet) 

alsmede de Amerikaanse en Nederlandse wet- en regelgeving alsmede Europese en - 
Internationale Verdragen maken uitzonderingen voor het gebruiken van materialen — 
voor historische, wetenschappelijke en educatieve doelstellingen voor gebruik door — 
bibliotheken en op scholen, studie of gebruik door wetenschappers, (Tïtle 17, United - 
States Code). Bij het auteursrecht moet nog iets anders worden onderscheiden en wei 

het zogenaamde persoonlijkheidsrecht droit moral door Audio Rarities (USA). Het 

persoonlijkheidsrecht van de auteur van het werk gaat nimmer teniet. Dit recht moet — 
alzo beschouwd worden als een absoluut en exclusief zelfstandig recht, staande naast 

het auteurschap. Uit het een en ander volgt, dat het persoonlijkheidsrecht 

onafhankelijk van het auteursrecht een zelfstandig, niet overdraagbaar recht vormt. Als 
de toespraken en liederen in negentienhonderd vijf en veertig op rechtmatige manier - 
zijn verzameld, hetgeen uit onderzoek is gebleken en moet worden aangenomen, heeft 
Audio Rarities (USA) het exclusieve recht de plaat "Hitler's Inferno" in eigenbeheer te - 
vermenigvuldigen en te verspreiden. Het droit moral kan na overlijden van de maker — 

worden uitgeoefend door degenen die hij daartoe bij uiterste wilsbeschikking heeft 

aangewezen. Zonder uiterste wilsbeschikking door de maker zelf afgegeven, of bij 

ontbreken van informatie over de maker.alleen mogelijk met een schriftelijke licentie — 

door de auteursrechtenorganisatie. Intermediary Foundation of the Universal 

Declaration of the Universal Declaration of Human Rights. postbus 324, 5660 AH, 

Geldrop Nederland heeft sinds negentienhonderd vijf en negentig bij schriftelijke 

licentie door de Amerikaanse Auteursrechten organisatie 'The Harry Fox Agency Ine" - 
in New York USA, te gelden als exclusieve licentiehouder op het mogen beheren en — 



3 



internationaal verspreiden van het intellectueel & mechanische eigendomsrechten 

"Hitler's Inferno", hiernaast kunnen bibliotheken, archieven, musea als niet-exdusieve 

licentiehouders fungeren en wetenschappers-agreementen verstrekken aan 

onderzoekers. Het op de geluidsdragers vastgelegde materiaal is gegarandeerd 

authentiek. Het werk "Hitler's inferno" is gegarandeerd geen nazisme of neo-nazisme. 

Het is een getuigenis over de holocaust. De juridische afhandeling over de 

auteursrechten en over het werk zijn in negentienhonderd negen en negentig en 

daarna op zestien juli tweeduizend vier met een titel "In naam der Koningin" notarieel - 
vastgelegd bij Notariaat op de Laak, Capucijnerplein 38, Budel Nederland. Het werk is 
verder geregistreerd met een registratienummer bij de Belastingdienst "registratie en — 
successie" in Nederland. Op één maart negentienhonderd negen en tachtig traden de 

Verenigde Staten toe tot de "Bemer Conventie ", een tussen een aantal staten 

gesloten verdrag, (Beroer Conventie, gedefinieerd onder sectie 101 van Title 17,United 
States Code) waarbij het auteursrecht van onderdanen van elk van de deelnemende - 

Staten beschermd wordt in alle aangesloten Staten, waaronder ook Nederland. 

Stichting Stemra is de Nederlandse zusterorganisatie van de Amerikaanse 

auteursrechtenorganisatie The Harry Fox, Ine New York. Vervaardigde opnamen van - 
uitzonderlijke documentaire waarde naast andere items mogen in officiële archieven - 

worden bewaard. Hitler's Inferno is opgenomen in de USA, bij de Universiteit van 

Kansas City, Missouri, in de Miller Nicols Library.en maakt deel uit van een 

wetenschappelijke verzameling van items over de holocaust onder de rubriek 

"Suzanne Statland Collections in Holocaust Studies" a bibliography of research 

materials. — 

Toegelaten: hetgeen in overeenstemming is met de wettelijke en de morele norm met 
hetgeen naar de regels van het maatschappelijke verkeer redelijkerwijs geoorloofd is - 
met inachtneming van Artikel 25 A W en title 17 United States Code, in combinatie met 

in kracht rechtsgeldige Europese en Internationale Verdragen (Berner Conventie, 

WIPO- Verdragen, Rome Conventie, TRIPS agreement van World Trade 

Organisation), Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele 

Rechten, waarin de auteursrechten van wetenschappers en de beoefening van de 

wetenschap, mensenrechten zijn geworden, waar individuele aangesloten 

Staten aan zijn verbonden. 

Verboden: in het algemeen ieder© gehete of gedeeltelijke mechanische overname, — 
bewerking of nabootsen inbreuk op intellectueel eigendom in gewijzigde vorm voor een 
ander doei of een daadwerkelijk verschil vertonen dan het oorspronkelijke doel door de 
maker zelf verkozen; alle produkten die niet in overeenstemming zijn met de wettelijke 
en de morele norm, en alles wat met hetgeen naar de regels van het maatschappelijke 
verkeer redelijkerwijs niet geoorloofd is en als redelijkerwijs aannemelijk is, dat ook de 
maker die inbreuken zou hebben afgekeurd; ten gehore brengen of vertonen in het — 

openbaar, illegaal verspreiden van produkten of misbruik van gedachtengoed, 

negativisme, obsceniteit, obscurantisme; gebaren, uitdrukkingen, emblemen, 

geschiedvervalsing; muziek gezongen en gesproken alsmede instrumentale 

bewerkingen, met inbegrip van de beschikbaarstelling voor het publiek op zodanige — 
wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats 
en tijd toegankelijk zijn, hierbij inbegrepen omroepuitzendingen, sportevenementen, al 

dan niet per kabel satelite, en internettransmissies. 

Indien aan twee of meer personen een gemeenschappelijk auteursrecht op een zelfde 
werk toekomt, kan, tenzij anders is overeengekomen, de handhaving van dit recht door 

ieder hunner geschieden. De Staat de monopoliehouder over het vervolgen van 

strafbare feiten in overeenstemming met wat hierover is vastgelegd in 

negentienhonderd vijf en veertig door de geallieerden controleraad op grond van de — 



wetgeving ter voorkoming van nationalisme en militairisme van de Tweede 

Wereldooriog "kontrollratdirektive 50". 

De volgende partijen zijn aanwezig. 

Bij de ondertekening van deze notariële rectificatie zijn de volgende partijen aanwezig: 
J.P. van den Wittenboer in de functie als directeur Audio-Rarities en in de functie ais - 
Voorzitter van intermedsary Foundation of the Universal Declaration of Human Rights. 
De overige partijen zijn niet in persoon vertegenwoordigd bij de ondertekening van de - 

rectificatie van de notariële akte. ■ 

Originele schriftelijke bewijzen zullen aan de akte worden gehecht, wanneer niet — 

origineel zal worden aangegeven dat het een kopie of een print betreft Onder de 

originele aanhechtingen zit ook een "originele Kiezerspas voor de verkiezingen voor — 

Provinciale Staten Noord-Brabant die gehouden is op zeven en twintig maart 

tweeduizend zeven. De kiezerspas was bestemd voor de heer Joannes Petrus van — 
den Wittenboer, adres Kastanje 28, 5731 NK, Mierlo, waarbij door hemzelf de volmacht 

aan de Voorzitter van de Stichting Intermediary Foundation of the Universal 

Declaration of Human Rights is afgegeven op de kiezerspas om te gaan stemmen. Het 
stemrecht is een grondrechten dat moet hoog worden gehouden. De burgerij is vrij om 

de eigen mening te geven over de volksvertegenwoordigers. Gezien de verklaring 

onder ede in de notariële akte de dato twee en twintig juni negentienhonderd vier en - 

negentig, kan niet worden uitgegaan van een democratie, maar is sprake van een 

schijndemocratie. Er is geen stem uitgebracht. Er zal eerst een integraal 

parlementair openbaar onderzoek moeten geschieden naar de toestand van de 

rechtsstaat en de democratie. De bewindsman Hirsch Ballin die zijn kabinetszetel 

verloor door de IRT-affaire in negentienhonderd vier en negentig (verwijs ook naar — 
notariële akte van een verklaring de dato één en twintig januari negentienhonderd vier 

en negentig), die aftrad als minister van justitie omdat de Tweede Kamer hem had 

verboden verdere bemoeienis te hebben met de zware criminaliteit, deze bewindsman 

die later in tweeduizend zeven wederom de post van "minister van justitie" mag 

bekleden onder Balkenende, heeft nu kennelijk de opdracht om onderzoek te 

verrichten naar de misdaadorganisatie waar hij zelf lid van is " Kabinet Balkenende IV 
In rubriek "15" van akte notarieel "in naam der koningin" de diverse boekwerkjes met - 
bewijzen en brieven van Audio-Rarities en de Stichting, zijn thans digitaal vastgelegd - 
op een DVD-rom, met actualisering tot en met tweeduizend zeven inbegrepen. Op de - 

DVD-rom zijn daarnaast extra opgenomen een complete website door de sociale 

databank Nederland, in Huizen, Noord-Holland, "N L", en een rapport in 

pdf bestandsformaat "naboek 20e editie 2008" door H M. Walker uit Beriicum en 

Stichting Werkgroep negentienhonderd zeventig, in Tilburg, "N.L". De DVD-rom en de 
inhoud hiervan alle aanwezige stukken maakt thans onderdeel uit van de notariële — 

rectificatie. 

De rubrieken "15 en 16" immateriële of naamschade. Door de Staat der Nederlanden - 
het mondeling agreement "fair use only" Hifler's Inferno te hebben geschonden op een 

of meer keren en / of tijden en / of data. Te concretiseren in een geldvordering. 

Wordt de echtheid van deze authentieke akte en de titel betwist. Wanneer een — 
gerechtsdeurwaarder komt met een betekende grosse, waarvan de echtheid en / of — 
onjuistheid wordt betwist. De gerechtsdeurwaarder dient dan zijn opdrachtgever aan te 
spreken en vervolgens dient de opdrachtgever de Staat der Nederlanden waartegen - 
de grosse is betekend te benaderen voor verificatie van de echtheid en onjuistheid. — 
Wordt de echtheid en / of onjuistheid van een authentieke akte betwist, dan vermeldt - 
artikel. 159 lid 1 Rv een geschrift dat het uiterlijk heeft van een authentieke akte.geldt - 
als zodanig behoudens bewijs van het tegendeel. 



5 



Algemeen geldt dat het tegenbewijs tegen de authentieke akte drukt op degene die — 
haar onjuistheid en / of valsheid beweert, in een speciale "Valsheidsprocedure" bij de - 
civiele rechter. Bij deze notariële akte met de titel geldt, dat deze procedure voor de — 
civiele rechter absoluut en alleen in combinatie van een openbaar parlementair — 
onderzoek naar het rechtssysteem volgt, met horen van alle getuigen onder ede. In — 
een "valsheidsprocedure" worden de notariële akte van een verklaring de dato één en 
r.r:g januari nege ei vierennegentig en notariële akte onder ede de dito 

twee en twintig juni negentienhonderd vier en negentig onderdeel van één totale 

valsheidsprocedure op alle akten. 

Artikel 430 Rv. Geeft algemene regels, voor grossen van excecutoriale titels en de 

betekening daarvan, voordat zij ten uitvoer kunnen worden gelegd. 

De kracht van het schriftelijk bewijs is in de oorspronkelijke akte (minuutakte) gelegen 

Grossen en gehele afschriften van een authentieke akte die volgens de wettelijke 

voorschriften moeten worden bewaard leveren, wanneer zij zijn afgegeven door een - 

daartoe bevoegde ambtenaar (in dit geval de notaris) hetzelfde bewijs op als de 

oorspronkelijke akte. 

Problemen met het vinden van een gerechtsdeurwaarder door de opdrachtgever. 
Problemen bij het bereid vinden van een gerechtsdeurwaarder voor het uitvoeren van - 

de opdracht "ministerieplicht" kunnen zich voordoen. Te denken valt van het naar 

elkander en op elkander afschuiven van de opdracht. Daarbij moet opdrachtgever 

eerst alle gerechtsdeurwaarders in Den Haag schriftelijk benaderen om daarna zich te 

kunnen richten tot de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders 

KBvG, postbus: 12, 3740 AA in Baarn. Uiteindelijk moet via de Tweede Kamer de 

ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie worden geactiveerd om - 
ambtshalve een gerechtsdeurwaarder aan te wijzen die de opdracht moet uitvoeren — 

De minister van justitie heeft de taak algemeen te zorgen dat de rechtsbedeling 

behoorlijk kan functioneren. Men spreekt wei van apparaatzorg. Verder te denken valt 
(gezien de aard en de opstelling door de Nederlandse Staat (de goodwill-belangen), — 

dat de Staat de status quo zal handhaven zo lang enigszins mogelijk is, en zich 

daarom om die reden van geen enkele Wet, Verdrag rekenschap en verantwoording — 

zal geven. 

De geconstateerde feiten. Op datum zeventien augustus tweeduizend vijf is het 

Duitse volkslied gezongen ten gehore gebracht via de TV -omroep SBS6 om acht 

(20.00) uur, voorafgaande aan het voetbalinterland Nederland tegen Duitsland in 

Rotterdam, daarna is op datum vijf april tweeduizend zes het Duitse volkslied 

instrumentaal (kort in een reclame van Achmea) ten gehore gebracht via TV -omroep - 
NOS Nederland 1, voor het (acht) 20 00 - uur journaal, daarna is op datum zeven april 
tweeduizend zes het Duitse volkslied instrumentaal (kort in de reclame van Achmea) — 

ten gehore gebracht via TV-omroep RTL4 voor het (half acht) 19.30- uur journaal. 

Verder is sprake van over langere periode plegen van negativisme en 

wetenschappelijke sabotage onder hoofdverantwoordelijkheid van de Nederlandse — 
Staat gericht tegen de stichting, Audio-Rarities met het Hitler's Inferno project, verwijs - 
naar rubriek "15"DVDrom. Verder. Nederlandse Staat laat het toe dat Zij door derden - 

als Adolf Hit Ier op Internet is geportretteerd, in de vorm van een (ex)-minister van 

Justitie die thans de post bekleed van minister van sociale zaken mr. J.P.H. Donner — 
met "hitlerkapsel". en een procureur-generaal Jhr. Mr. De Wijkerslooth de Weerdesteijn 
als "Adolf Hitier" die het onderwerp discriminatie in zijn takenpakket heeft, afgebeeld — 
met een "hakenkruis" op het hoofd en met "Hitlersnor". De Nederlandse Staat laat dit — 
ondanks de bekendheid met de websites en de bekendheid wie achter deze websites - 
zitten, (de heer K.H de Werd en Stichting Sociale Databank Nederland, R.M. 



5 



Brockhus), bewust voortbestaan. De bewijzen zijn te vinden op de DVD-rom in rubriek 
"15". Er zijn door die derden K.H. de Werd inmiddels zestigduizend (60 000) e-mails — 

hiervan internationaal verzonden. 

Dat er tussen de hoofdpartijen de Staat der Nederlanden en Audio-Rarities (kamer van 
Koophandel: 17090220) een rechtsversverhouding bestaat of heeft bestaan niet in — 
specifieke bestuurstaak, uithoofde van "fair use onty" "Hitler's inferno" Audio Rarities - 
LP A 2445, uithoofde waarvan de schuldenaar nog iets van de Staat der Nederlanden 
had te vorderen, nu te vorderen heeft of nog in de toekomst te vorderen zal krijgen in - 

verband met schenden afspraken / overeenkomst. 

Gevorderd wordt. Voor naamschade en omzetderving een geldbedrag van twintig — 
miljoen euro (€ 20.000.000,00), hierbij op te tellen de wettelijke rente jaarlijks, extra - 

de bedragen per overtreding tot een maximum per jaar, executie en 

administratiekosten. Alle daaruit voortvloeiende kosten komen geheel voor rekening — 

van de schuldenaar. — — 

Verbeurd zullen worden. Bij het ten gehoren laten brengen van Duitse volkslied of — 

andere zaken zonder vergunning die zich buiten het referentiekader "fair use only" 

vallen), op Nederlands grondgebied en / of het zich op internet als Adolf Hitier laten — 
afbeelden op de Website van K.H. de Werd casu quo Sociale Databank Nederland, — 
R.M. Brockhus, of via een andere manier, (bij Ministerie van Justitie bekende websites 
,en regelmatig bezocht door ministerie van Justitie). Letterlijk van de website van de — 
Sociale Databank Nederland, citeer: GEEN AANKLACHT. Justitie zal geen vervolging 
instellen wegens smaad tegen Karei de Werd, terwijl hij toch minister van Justitie mr. - 

J.P.H. Donneren de voorzitter van het college van procureursgeneraal mr. J.P. de 

Wijkerslooth als Adolf Hitier op zijn website heeft gezet. Het ministerie liet via 

voorlichter Ivo Hommes weten: "Er zal geen aangifte gedaan worden. Het is deze 

persoon enkel en alleen te doen om aandacht voor zijn zaak en daar werken wij niet - 
aan mee. " (De Telegraaf van achttien oktober tweeduizend drie), einde citaat. Bedrag 

tienduizend euro (€ 10.000,00) per overtreding per constatering per keer per 

iedere nieuwe data op de kalender, oplopen tot een geldbedrag maximum van — 

twee miljoen euro (€ 2.000.000,00) per jaar. Buiten beslag vallen goederen voor 

openbare dienst van de Staat, artikel 436 Burgerlijk Wetboek. 

Voor beslag zijn vatbaar. Bedragen bestemd voor educatieve en wetenschappelijke - 
doelen tot een maximum van honderd duizend euro (€ 100 000,00). De marktwaarde - 
(in geld) afgeschreven en verouderd materieel Landmacht, Marine en Luchtmacht die - 
niet meer voor de openbare dienst van de Staat dienen. Deze zaken kunnen zonder — 

limiet worden beslagen indien niet aan de betekening, van het bevel van de 

gerechtsdeurwaarder wordt voldaan door de Nederlandse Staat. Verder kan beslag — 
worden gelegd op roerende zaken die niet bestemd zijn voor de openbare dienst van - 

de Staat: oude metalen, afgeschreven computers, afgeschreven 

kantoorinventaris.sloopmaterialen uit gebouwen van de overheid die na verbouwingen 

vrijkomen en die op de dumphandel te verkopen zijn, alles waar enigszins een 

geldbedrag aan toe te kennen valt. Verder alle roerende en niet roerende zaken die — 

niet onder de openbare dienst vallen met inbegrip van derdenbeslag op tegoeden 

onder de Nederlandse Staat die niet te kwalificeren vallen voor openbare dienst. 

Het totaalbedrag van de schuldvordering, twintig miljoen euro (€ 20.000.000,00) — 
met bijteliing van veertig duizend euro (€ 40.000,00) voor viermaal geconstateerde — 

overtredingen, maakt Totaal bedrag twintig miljoen veertig duizend euro 

(€ 20.040.000,00). > 

De volgende stukken DVD-rom, brieven, licentie zullen aan deze akte worden 

gehecht. — 



7 



1 b. De onginele brief door de Nederlandse Staat "Royal Nethertands Embassy" Tokio, 

Japan, datum veertien december negentienhonderd acht en negentig, inzake het 

werkbezoek van één en twintig september negentienhonderd acht en negentig, de — 

mondelinge bespreking van de voorwaarden voor "fair use only" ten Ministerie van 

Economische Zaken in Den Haag met Audio- Rarrties. 

2b. Kleurenprint van de uitnodiging door Ministerie van Economische Zaken "speciale 

spreekdagen voor genodigden" Zakendoen in Japan, gericht aan Music Company 

International, J P van den Wittenboer is (Audio-Rarities). Contact inzake verwerking - 

van de uitnodiging, EVD, Lucy Wentholt. 

3b. De originele brief "licentie" door de Amerikaanse auteurs en muziekrechten 

organisatie Harry Fox Agency Inc. New York USA, zeventien augustus 

negentienhonderd vijf en negentig, inzake Hïtler's Inferno project 

4b. De originele brief door de DCO Bestuur en Onderwijs Commissie van Justitie van - 
de Tweede Kamer, Den Haag datum veertien september tweeduizend zes, kenmerk - 

"Htier's Inferno". 

5b. De originele brief door Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, achttien december 
negentienhonderd acht en negentig, kenmerk: BRF 51 04JH/kk, verwijs naar rubriek - 

"20" akte notarieel zestien juli tweeduizend vier "In naam der Koningin". 

6b. De originele brief door de Hoge Raad der Nederlanden van vier januari 

tweeduizend zeven, inzake reageren op het verzoek de onechtheid of valsheid van de 
notariële akte van twee en twintig juni negentienhonderd vier en negentig te bewijzen - 

of kunnen aantonen, kenmerk: 73 91 /SvdO/rk. 

7b. DvD-rom door Intermediary Foundation of the Universa! Declaration of Human 

Rights en Audio-Rarities, met de stukken en getuigen onder rubriek "15" aangevuld en 

onderdeel van deze rectificatie. 

8b. De onginele Stempas voor de provinciale staten Noord-Brabant, kieskring 1 

('s-Hertogenbosch), om te stemmen op zeven maart tweeduizend zeven, in Gemeente 

Geldrop en Mierlo, waarbij J.P. van den Wittenboer de Voorziter van Intermediary 

Foundation of the Universal Declaration of Human Rights, volmacht geeft de stem uit - 

te brengen Kaartnummer: 1 771 01 61 1 1 3 

In het hoofd van deze akte de woorden "In naam der Koningin", uitvoerbaar bij - 
voorraad, tenzij de schuldenaar de combinatie de vordering, de titel, de akte(n) - 
onrechtmatig of ongegrond voorkomt, een door de schuldenaar aan te spannen - 

"Valsheidsprocedure" via de civiele Rechter. 

De voormelde rectificatie op de notariële grosse "In naam der Koningin" de dato 

zestien juli tweeduizend vier heeft comparant met een eed versterkt in handen van mij, 
notaris, afgelegd, nadat hij mij had verklaard de betekenis van de eed te beseffen en te 

weten dat de wet het plegen van meineed strafbaar stelt. 

SLOTBEPALINGEN 

Voormelde opgave, volledige voorlezing, afvraging en beantwoording hebben 

plaatsgehad in tegenwoordigheid van de getuigen. 

De comparant en de getuigen zijn mij, notaris, bekend en hun identiteit is door mij, — - 

notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en daartoe bestemde 

documenten vastgesteld. 

Waarvan akte, 

in minuut opgemaakt, is verleden te Budel, gemeente Cranendonck, op de datum in — 

het hoofd van deze akte vermeid, in tegenwoordigheid van de dames 

mevrouw Catharina Jacoba van Casteren-Daniëls, geboren te Weert 

twee en twintig januari negentienhonderd negen en zestig en 

Hendrina Maria Antonia Meeuwissen, geboren te Budel negen en twintig november — 
negentienhonderd zes en vijftig, als getuigen. 



8 



Na zakelijke opgave van de inhoud en toelichting van deze akte aan de comparant, — 
heeft deze verklaard tijdig voor het verlijden te hebben kennis genomen van de inhoud 
van deze akte en daarmee in te stemmen. Vervolgens is deze akte onmiddellijk na — 
volledige voorlezing door de comparant, de getuigen en mij, notaris, ondertekend 

Volgen handtekeningen van de comparant, de getuigen en de notans. 



UITGEGEVEHAfjO0RAFSCHRIFT: 



ROYAL N ETHER LANDS EMBASSY 

Nethertands-Japan "'•>, 
1600-2000 



Audio Rarities 

Music Company International 
T.a.v. dhr. J.P. van den Wittenboer 
Postbus 324 

5660 AH GELDROP 



Tokio, 14 december 1998 



Re: Werkbezoek september j.L 



Geachte heer Van den Wittenboer, 



Inferno - de les van gxsteren (getuigenis als les voor de toekomst)" 

Zoals reeds m Den Haag besproken is dit geen eenvoudige aangelegenheid Japan karm* 

kennis maar in de I^LlVl^! „ * ^ degdijk de 
duidelijk een e.gen dhS ^ ° PWt ^ * facisme in ^ 

s^jr^ g ~ r^ h r; (van ketens) - nde - 

21611 ° f WeUlcht bmnen meer wetenschappelijke kring belangstelling bestaat. 
Met vriendelijke groet, 




7 

lendrik E.C. Koets 
Ambassaderaad Economie en Handel 



Posmus SOI 05 
25G0EC Den Haag 
TéieiBon: i070) 3 79 39 33 
HMC JC73> 3 73 7S 78 



IfËMiri ^ 



.! PcrttKisaTc 
] NMsitand ( 
i Pcrtpayé 



V W C C*_ y Yt L , , 1 w ijl x i 



l 

l 



3<r-»lb^$ Sis 



Hst- c-U^' 



'r ^c- 



u„ Ui*. (4-a~-k**v- 





Voorlichtingsbijeenkomst 
"Zakendoen in Japan" 
23 september 1998 



fifesehen pm vanwege de ho.d.ge problemen bBjft Japan in de beiangsteilïng staan Om 
Mededandse bedden de mogelijkheid Te bieden de ontwikkelen in L land beter J "vLen 

S^^r^r 9 "^ m " * Kar - ™ K °°^< Rotterdam, Ï £2S£h 
dub. NCH en de FenerJe, op 23 september de voorlichtingsbijeenkomst 'Zakendoen in Japan'. 

Ïn^TÜ^ÜÜ !* nta ' spreetafa 9« georganiseerd met vertegenwoordigers van de 
Nederlandse ambassade te Tokio »c het Coma éw r a r,^=,i -„ nJüt r, 

Nederlandse bedrijven de ael-»n^d b , hu. n Spreekda 9 en ^"i 

de medewerfuna in ' P ™ n S " acttv,t3,,en in Ja P a " 8*n* te maken van 

oo 21 FVD D»n Haaal S^TS STT^ ^ ° 6 ^™ kl « 1 vinden plaats 
* icvu uen Haag!, 22 (KvK Apeldoorn) en 23 september a.s. !KvK Goudal. 



Locatie voorfichtïngsbsfeenkomst: 
Kamer van Koophandel Gouda 
Burg. van Reenensingel 101 
Gouda 

Teteul7 ,n - ^ Stati0 " G ° UÖS - U ' tS3n * «W» ps^eraefegen^öfj^ KvK- 

Ttfd voorlrchtingsbqeenkomst : 

10.00 - 14.00 uur 

{vanaf 03.30 uur inschrijving} 

Kosten: 

Deelnamekosten voor de voorfichtingsbijeenkomst bedragen / 125,- p p 
Deelname aan de individuele gesprekken is gratis. 

Aanmelding voorRchtingsbgeenkomsf 

^S^^^^^^^ - «ng van 

U ontvangteer, bevestiging van uw aanmelding aan de voorGchtingsbïeenfcamst. 
Aanmelding spreekdagen: 

Via bijgevoegd fofmufper. Omstreeks Mmm iMkM 

de coördinator van de EVD of de bTtro^LT» r™?* * SBreefcda 9 s " wor * « benaderd door 

schriftelijk bevestiging volgt ^"^ "* Koo P«™« tf0W «*' ******* afspraak waarvan 

AnnuEering; 

lïLSfÖ^ dE I*?* 8 v8n de deelnemer worden ïngen-amen door een medewerker van he«e.fde 

V " rSChilWi9d "™ "» -or de datum van de bleenkomst , s 

Mailing: 

HiTrdot Ta'r bet^t^ iS 9ebfU * 9emaa!:t verschillende adresbestanden. 

Hterdoor kan het voorkomen dat a meer dan een aankondiging ontvangt. 

Inlichtingen: 

EVD. Lucy Wentholt 
telefoon; 070-3797013 



h i ***e*vjmmop>uma * AS IA HUUSfc 

"* " SOTTCRMtt 




I THE HARRY FOX AGENCY, INC. ^? 

I a «hridiary of NATIONAL MUSIC PÜBLEHER3' ASSOClATTON, INC. 



October 17, 1995 



Mr. J.P. van den Wittemboer 

Intermediary Foundation of the üniversal Declaration of Human Rigfals 
Postbox 324 
5660 AH Geldrop 
THE NETHERLANDS 

Re: Hiikr's Inferno Project 
Dear Mr. van den Wittenboer: 



Thank you for your letter dated August 16tb; please excuse my detay in responding to your inquiry I 

CStï ! / !!!; h r Ver ' end0SiDS 3 Smi0D fr0m the 1995 Billboard InternaüL, 
mwASmde m the event you wtsfa to contact any of thern directly. 



Sincerely, 




1}^ 



FranliSi Rittman 

International Business Administrator 



end. 

cc: Edward P. Murphy 
Yoshio Inomata 




DCO Bestuur en Onderwijs 
Commissie Justitie 



Intermediary Foundation of the Universal Dedaration of 
Hurnan Rights 

T.a.v. de heer J.P.van den Wittenboer 

Postbus 324 

5660 AH GELDROP 



Plaats en Datum 
Betrefl 

Oos Icesraerk 
Uw kenmerk 
Uw brief van 



Den Haag, 14 september 2006 
"Hitler's Inferno 
JUST060608 
K05/1077/12SV 
14 september 2006 



Geachte heer Van den Wittenboer, 

^Sd nSen0emde ^ iS ° [lder * kden Van de vaste c <«ie voor Justitie 



Wt betekent dat de leden van de commissie individueel wel actie kunnen ondernemen 

ISSSS UW Mef • 7Jj km uw «P-rldngen bij voorbe™m Sf 
de behandeling van wetsvoorstellen of vragen stellen aan de regering. 

Hoogachtend, 




mevr. mr. NJ.P. Coenen 

gnffier van de vaste commissie voor Justitie 



der Stafen-Generaa! 
Plein 2 
Den Haag 

Postbus 20018 
2500 EA Den Haag 

Tel: 070-318 2007 
Fax: 070-318 3444 



E-mail; cie.jus(@tweedekamer.nl 



K N • B 




Music Company International 

T.a.v. de heer J.P. van den Wittenboer 

Postbus 324 

5660 AH GELDROP 




Den Haag, 18 december 1998 

Ons kenmerk : BRF5 1 .04 JH/kk 

Doorkiesnr : (070) 330 71 61 



Geachte heer Van den Wittenboer, 

cW ÖeVeStiê ^ * ° mVangSt Va " W Önef ' met b '« a ^ van 11 december 1998 op 14 december 

ü heeft een tekst meegestuurd over de betekenis van de notariële akte, gebaseerd op hetgeen □ aan 

V ^ egen 01 ^ ^ k * latuur hS SelT 
verzoekt de KNB de tekst waar nodig aan te vullen, dan wel een algemene uitleg te geven. 

noZ^ltZ^Zl ded '1 " T dat , d ! KNB eeQ Vereni ^ van notarissen en kandidaat- 
nS^SÏtiZ 7.T 8 ^ a,gemene Mormatie °P n <**neel gebied verstrekt. 

r T S 7° fo!derS en 'n^rmatiekaarten, door het periodiek uitgeven van een 
krant voor cliënten van notariskantoren en door de instelling van de Notaristelefoon ^aar o^fe 

™^r aÜe "* WOTden in8eWOnnen - Ch - " *« de KN^S?^ 

In het algemeen kan ik u wel het volgende meedelen 

Notariële akten zijn akten opgemaakt door een notaris in functie. Eén van de voordelen van een 
notariële akte ,s dat de dagtekening, de echtheid en de juistheid van de notari le aÏ TeZd" st 
staan. Een ander voordeel is dat die akte steeds bewaard blijft en dat er dus altijd dn^Z Z 

^ etsten ^rt °? g r ï door - ^ dige * 

streden de akte zo op te stellen dat rechterhjke procedures worden voorkomen 

^eTeven V^^^T' T **** " g ™" kt Schrift, worden uit- 

gegeven. De daarop rechthebbende kan hiermee zonder rechterlijk vonnis zijn rechten uitoefenen 




Spui J54 

25 M BW Den Haas 



Postbus 16020 
2500 BA Oen Haag 



Telefoon 070 - 330 7! II 
Telefax 070 - 345 32 26 



ABN AMRO 43.01.82.953 
Postbank 125)85 



Kr N B 



Koninklijke Notariële Beio 



-2- 



EPSCfiGANfSATlE 



Vanwege deze voordelen van een notariële akte en omwille van de rechtszekerheid heeft de wet 
voor sommige overeenkomsten en rechtshandelingen de notariële akte verplicht gesteld 
Voor een opsomming, alsmede voor meer informatie over de notariële akte en de functie van de 
notaris verwijs ik u naar de folder "Functie en werkterrein van de notaris", welke u hierbij aantreft. 

Hoogachtend, 



mw mr F.C. van der Steur -de Jong 



Spui 184 

25 ïi BW Den Haas 



Postbus 16020 
2500 BA Den Haag 



Telefoon 070 - 330 71 II 
Telefax 070 - 345 32 26 



ABN AMRO 43.01 S2.953 
Pestbant 125ÏS5 



HOGE RAAD DER NEDERLANDER 



Aan de heer J.P. van den Wittenboer 

Inerrnerfiary Foundation of the UrwersaI Deciaration of 

Human Rights 

Postbus 324 

5660 AH GELDROP 



Datum 4 januari 2007 u 

1 Kenmerk 7391/SvdO/rk 




Geachte heer Van den Wittenboer 



endedc«,r„me6^„ b ™^^°^^ toromMl ^^'' e »todva„aiebnef 



Hoogachtend, 

De Kabinetschef van de Procureur-Generaal, 
Mr, S. van den Oever 




Po S tbu S 20303 | 2500 EH Deo Haag | Telefoon 070 361 13 li 
I^nge Voorhout 34 | Bezoekadres: Kazernestraat 52 | www.hogeraad.nl 



De ondergetekende, mr. Theodorus Hubertus Johannes Maria op de 
Laak, notaris te Budel, gemeente Cranendonck, verklaart dat de afgedrukte 
fotokopieën door hem zijn vergeleken met de originele stukken 
en dat deze fotokopieën volledig overeenstemmen met de originele stukken. 
Getekend te Budei, gemeente Cranendpnck, zeven en twintig juni tweeduizend 
zeven //