Wapenhandel en militaire
samenwerking met Israël
Een rapport van de Campagne tegen Wapenhandel
oktober 2007
Bij de foto: beschieting van Libanese doelen, zomer 2006
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inleiding
5
1. Doorvoer
7
2.Uitvoer van militaire goederen
12
3. Compensatieorders
15
4.Dual use goederen
19
5.Afgewezen vergunningaanvragen
22
ó.Invoer
24
7.Samenwerking tussen bedrijven
26
8. Conclusie en aanbeveling
28
9.English summary
29
Colofon
Auteur: Mark Akkerman
Redactie: Frank Slijper, Wendela de Vries
Uitgave: oktober 2007
Campagne tegen Wapenhandel
Anna Spenglerstraat 71
1054 NH Amsterdam
tel/fax: 020-6164684
giro: 3767096
e-mail: info@stopwapenhandel.org
www.stopwapenhandel.org
Voorwoord
Dit rapport geeft de feiten en achtergronden van de wapenhandel tussen Nederland
en Israël.
Israël dat al tientallen jaren Palestijns gebied bezet houdt. Israël dat de Palestijnse
burgerbevolking onderwerpt aan een militair regiem dat gepaard gaat met grove
schendingen van de mensenrechten en dat het leven van de gewone Palestijnse
burgers al decennia lang volledig ontwricht. Israël dat zich het recht toekent zijn
tegenstanders zonder enige vorm van proces te liquideren en dat er niet voor
terugdeinst zijn vernietigende militaire kracht los te laten op de bevolking van zijn
buurlanden, zoals in Libanon in 2006.
Het conflict tussen Israël en Palestina betreft niet een strijd tussen gelijkwaardige
partijen. Israël is in militair en economisch opzicht oneindig veel sterker dan het
opgedeelde en vertrapte Palestina.
Israël heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot één van de belangrijkste leveranciers
van wapentuig in de wereld, tot één grote bedrijfstak in diensten en producten op het
gebied van bewaking en beveiliging. Tot in alle hoeken van de wereld worden
Israëlische capaciteit en deskundigheid op dit gebied ingezet. Dit rapport geeft
daarvan voorbeelden.
Het voortduren van het conflict tussen Israël en Palestina staat ook de oplossing van
andere brandhaarden in de wereld in de weg. De consequenties van de voortdurende
bezetting van Palestijns gebied reiken tot in de steden en straten van ons land.
Desondanks kijkt Nederland weg als het gaat om de handel met Israël in wapens en
andere strijdmiddelen. Nederland ondersteunt daarmee feitelijk de Israëlische
bezettings- en annexatiepolitiek. Nederland, dat zo graag de kampioen 'internationaal
recht' wil zijn, is daarmee blijkbaar bereid de ernstige schendingen door Israël van het
internationale (humanitaire) recht door de vingers te zien.
Wat is het dat Nederland het internationale recht en zijn eigen officiële (export)beleid
doet ontwijken als het om Israël gaat? Wat maakt dat Israël er bij voortduring in slaagt
politici en media te overtuigen dat het de zwakste partij is, dat het vecht 'om niet in
zee te worden gedreven'? Ongetwijfeld lift Israël mee op de 'war on terror'. Maar ook
al lang voor het aan de macht komen van Harnas kon Israël de wereld meekrijgen in
de opvatting dat er aan Palestijnse kant geen 'partner for peace' was.
Welke dieperliggende emotionele of religieuze redenen er ook ten grondslag liggen
aan de speciale positie van Israël, het uiteindelijke belang van Palestijnen èn Israëli's
ligt in het bereiken van een duurzame en rechtvaardige vrede, van een volwaardig
bestaansrecht voor beide volken. De sleutel van de oplossing van het conflict ligt in
het beëindigen van de bezetting en annexatie van Palestijns gebied. Die oplossing kan
niet worden bereikt zonder actieve betrokkenheid van buitenaf.
Echte vrienden van Israël en zij die het internationale recht een warm hart toedragen
behandelen Israël daarom als elk ander land en houden het aan de regels van de
internationale rechtsorde.
Dit rapport van de Campagne tegen Wapenhandel is een opwekking aan onze politici
om zich in te zetten voor een heuse en actieve vredespolitiek in het Midden-Oosten.
Nederland en Europa hebben daartoe de middelen als belangrijke (handels- en
verdragspartners van Israël. Laat de 'ei vil society' onze politici en de bestuurders
confronteren met de feiten uit dit rapport. De beëindiging van het gedoogbeleid als
het gaat om de militaire samenwerking met Israël is een concrete stap in de goede
richting.
Max Wieselmann
voorzitter van Een Ander Joods Geluid
Inleiding
Nederland is een belangrijk doorvoerland voor wapenhandel met Israël. In 2005 en
2006 werden ruim 160 miljoen slaghoedjes, 17 miljoen stuks munitie en tienduizenden
patronen, rookgranaten en ontstekers uit de Verenigde Staten via Schiphol aan het
Israëlische leger geleverd. Zelfs tijdens de Libanonoorlog in 2006 werd deze doorvoer
geen strobreed in de weg gelegd. De Nederlandse regering is van mening dat
wapenleveranties van bondgenoten niet nog eens door Nederland gecontroleerd
hoeven te worden. Tegelijkertijd levert Nederland zelf 'in principe' geen wapens aan
Israël, omdat het niet wil bijdragen aan mensenrechtenschendingen en oplopende
spanningen in het gebied. Nederland volgt dus een principieel beleid als het gaat om
eigen export, maar het kijkt de andere kant op als landen met een minder
terughoudend beleid gebruik maken van Nederland als doorvoerland. Zo speelt
Nederland mooi weer met een terughoudend wapenexportbeleid zonder dat het de
wapenleveranties aan Israël daadwerkelijk probeert te stoppen.
De Nederlands houding ten aanzien van wapenexport naar Israël is dus zeer
tweeslachtig. Aan de ene kant bestaat er sinds het uitbreken van de tweede Intifida in
2002 een officieuze wapenexportstop. Nederland heeft de afgelopen jaren zo goed als
geen directe militaire export naar Israël toegestaan. Aan de andere kant staat
Nederland op grote schaal doorvoer van militaire goederen toe uit andere landen, in
het bijzonder de Verenigde Staten. Al jaren geven de Verenigde Staten enorme
bedragen voor Israëlische wapenaankopen, te besteden bij Amerikaanse bedrijven.
Overigens wordt ook Egypte vanuit de Verenigde Staten fors bewapend, en steunen
de VS vanuit het kader van de Tran-containment' ook vijf andere staten in het
kruidvat Midden-Oosten.
Door het Israëlische leger worden de wapens ingezet in oorlog en repressie. Het is
direct betrokken bij mensenrechtenschendingen, waaronder het vernielen van huizen
en olijfboomgaarden van Palestijnen en het beschieten van burgers. Tijdens de oorlog
met Libanon heeft het Israëlische leger onder meer clustermunitie ingezet in
dichtbevolkte gebieden, en bewust getracht de civiele infrastructuur te vernielen. In
september 2007 voerde Israël volgens welingelichte bronnen bombardementen uit op
nog onbekende doelen in Syrië. Dit alles is niet te verenigen met de Europese
wapenexportrichtlijn die Nederland volgt. Als Nederland zijn eigen
wapenexportbeleid serieus neemt moet het aan de ongelimiteerde doorvoer van
wapens naar Israël een einde maken. Dat dit niet gebeurt is een bewuste politieke
keuze.
Een wapenstop zou twee kanten uit moeten gaan en dus ook de Nederlandse import
aan banden moeten leggen. Israël's wapenindustrie wordt immers gesteund door
Nederlandse aankopen van Israëlische wapens. Ook bestaan er intensieve contacten
tussen Nederlandse en Israëlische militaire bedrijven. Begin 2007 vond nog een
driedaagse handelsmissie naar Israël plaats, die was georganiseerd door de
Israëlische ambassade in samenwerking met de NIID, de branchevereniging van de
Nederlandse wapenindustrie.
Daarnaast vindt nog steeds export van dual usegoederen plaats. Verontrustend zijn
met name de levering van nachtzichtapparatuur aan het Israëlische leger en de
levering van chemicaliën die als grondstof voor chemische wapens kunnen dienen.
In Nederland geproduceerde onderdelen van F-16s en Apache helikopters eindigen
via leveranciers in de Verenigde Staten in Israël, waar ze worden ingezet bij
beschietingen in Palestijnse gebieden.
Een ondubbelzinnige stop op de wapenhandel met Israël, inclusief de doorvoer van
wapens, zou een duidelijk signaal zijn dat Nederland het optreden van de Israël
Defense Forces afkeurt en een andere oplossing voorstaat voor de conflicten waarin
Israël verwikkeld is. In dit rapport heeft de Campagne tegen Wapenhandel de
doorvoer, export en import van militaire goederen tussen Nederland en Israël in kaart
gebracht, in de hoop de politieke discussie hierover een nieuwe impuls te geven.
1. Doorvoer
Sinds 2005 bestaat er in Nederland een algemene meldplicht voor de doorvoer van
militaire goederen. Indien dat nodig wordt geacht kan op basis van een melding dan
een vergunningplicht worden ingesteld, waarna de betreffende zending aan de
Nederlandse wapenexportcriteria wordt getoetst. Als de door te voeren lading
afkomstig is uit een 'bevriend' land wordt deze 'ad hoc vergunningsplicht' -
uitzonderingen daargelaten - niet opgelegd. Voor zogenaamde langzame doorvoer 1
geldt een algemene vergunningsplicht. Sinds eind 2006 wordt die gemelde doorvoer
door het ministerie van Economische Zaken gepubliceerd op haar website. 2 Uit deze
meldingen blijkt dat Israël behoort tot de belangrijkste bestemmingslanden van
wapens die via Nederland worden doorgevoerd.
In de periode 2005-2006 ging het om ruim 180 zendingen. Het leeuwendeel van de
gevallen betreft munitie-gerelateerd materiaal. In bijna alle gevallen is de doorvoer
afkomstig uit de Verenigde Staten. In slechts een geval werd door de Nederlandse
overheid een vergunningplicht opgelegd, waarna toetsing plaatsvond aan de
wapenexportcriteria. Het ging om de doorvoer van 1,2 miljoen patronen in augustus
2006, afkomstig uit Brazilië. Deze zending werd uiteindelijk geannuleerd, dat wil
zeggen: werd in elk geval niet via Nederland naar Israël vervoerd. In alle andere
gevallen werd van een vergunningplicht afgezien. 3 Zo werd ook de doorvoer van
traangasgranaten toegelaten, hoewel Nederland formeel bezorgd is over het gebruik
van zware traangassen door het Israëlische leger. 4
Geen eigen controle - bewuste keuze
Voorafgaande aan de oorlog met Libanon in de zomer van 2006 werden miljoenen
slaghoedjes (nodig voor het afvuren van kogels) en tienduizenden patronen,
ontstekers en rookgranaten via Schiphol naar Israël gevlogen. Ook tijdens de oorlog
gingen deze vluchten in hetzelfde tempo door: in de ruime maand (tot 14 augustus)
waarin de daadwerkelijke oorlogshandelingen plaatsvonden passeerden 4,5 miljoen
slaghoedjes, ruim 1,2 miljoen patronen en zo'n 1400 ontstekers de luchthaven.
In antwoord op Kamervragen van Farah Karimi (Groenlinks) schreef staatssecretaris
Van Gennip in augustus 2006: "Bij doorvoer geldt dat Nederland de controle van
bondgenoten, die een volwaardig exportcontrolesysteem hebben, niet nog eens
overdoet. Dat wil zeggen dat, als de doorvoerverantwoordelijke over een geldige
exportvergunning beschikt, Nederland die doorvoer accepteert als een reeds
gecontroleerde transactie en dus geen eigen toets doet op basis van de acht criteria
Langzame doorvoer betekent dat de goederen meer dan 45 dagen (bij aanvoer over zee) respectievelijk 20 dagen (bij
andere aanvoer, met name per vliegtuig) in Nederland verblijven;
http://www.minez.nl/content.jsp?objectid=147602&rid=147600. Zover bekend zijn alleen in 2002 dergelijke
doorvoervergunningen, ter waarde van 1,5 miljoen euro, afgegeven voor Israël; Zie Martin Broek, Onzichtbare handel:
doorvoer van wapens via Nederland, Control Arms en Oxfam Novib, mei 2006
2 http://www.minez.nl/content.jsp?objectid=147600
Het Nederlandse wapenexportbeleid is geënt op de Europese gedragscode wapenuitvoer. Zie bijv.
http://www.stopwapenhandel.org/informatie/Overheid/jaarverslagen/jaarrapport2005.pdf
4 Bot betwijfelt uitleg traangas Israël, Trouw, 15 september 2004
van het Nederlandse wapenexportbeleid." 5 Zodoende ziet Den Haag af van een eigen
verantwoordelijkheid voor wapenexportbeleid, en volgt de politiek van landen die
een veel minder restrictieve opvatting hebben van wapenexportcontrole. Deze keuze
wordt ook door de nieuwe regering gevolgd. 6
Doorvoer via Nederland naar Israël (2005-2006)
Aantal
meldingen
Aantal
goederen
Goederen omschrijving
Land van herkomst
2
7 kg
Aerosols (drukgas voor raket- en radarsysteem)
VS
1
57 kg
Afdichtings-/pakkingsmateriaal voor lanceersysteem
VS
1
1
Armored security vehicle en toebehoren
VS
1
1
Bliksemafleider
VS
1
1
Communicatie centrum + toebehoren
Roemenië
3
6
Delen van raketten (geleideraket, Arrow missile)
VS
1
3250
Delen van ontstekers
VS
1
43 kg
Epoxy tbv militaire communicatiesystemen
VS
3
116.609
Fakkels (Aerial flares) / signaalfakkels
VS
4
10.656
Granaten
VS
1
34.560
Lichtflitspatronen
VS
1
5
Lithiumbatterijen
VS
1
1
Loctite (primer) tbv Patriot raketsysteem
VS
1
2
Machinegeweren + 24350 patronen
Slowakije
4
10
Motoren voor geleideraket
VS
12
17.119.458
Munitie
VS
2
220
Oefengranaten
VS
1
1
Onderdelen vliegtuigen, pantservoertuigen
VS
1
820
Ontstekers
Duitsland
29
79.294
Ontstekers / ontstekingsmechanismen
VS
20
1.358.500
Patronen divers
VS
1
795
Patronen, 2 geweren
VS
2
160.000
Patronen M17/50 Tracé
Zuid-Korea
16
143.935
Rookgranaten
VS
7
18.942
Rook/traangasgranaten
VS
60
160.202.735
Slaghoedjes
VS
4
9.606
Traangasgranaten
VS
Bron: maandoverzichten wapendoorvoer, website Ministerie van Economische Zaken
5 Ministerie van Economische Zaken, Beantwoording Kamervragen Karimi (GroenLinks) over recente doorvoer van
wapens naar oorlogsgebied Israël, BEB/HP/6057589, 2 augustus 2006
6 Tweede Kamer, Wapenexportbeleid, Wapenexportbeleid / compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het
buitenland - lijst van vragen en antwoorden, 22054/26231 - nr. 117, vastgesteld 11 april 2007; zie ook:
http://www.stopwapenhandel.org/informatie/Overheid/Verslag_schriftelijkoverleg_april.2007.pdf
De meeste EU en NAVO-partners kunnen ongehinderd via Nederland wapens
doorvoeren naar bestemmingen als Israël, waarvoor Nederland zelf zelden of nooit
exportvergunningen afgeeft. Zelfs als dat land in staat van oorlog verkeert. Dit
afschuiven van de eigen verantwoordelijkheid is een bewuste politieke keuze. Het
gaat er hierbij vooral om de Verenigde Staten, als belangrijkste partnerland, niet voor
het hoofd te stoten door hun wapenexportbeleid te hinderen en zich daarmee te
mengen in hun buitenlandse politiek. Maar het gaat om meer. In de Tweede Kamer
stelde toenmalig minister Jaap de Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken
onomwonden dat het een politieke afweging is om doorvoer naar Israël wel toe te
staan. Hij zei destijds: "[...] het [wapenexportbeleid] is uiteindelijk altijd een politieke
afweging van de regering en ook de controle door de Kamer heeft een politiek
karakter. Dit komt zeker ook in het doorvoerbeleid tot uiting, zoals blijkt bij de
doorvoer naar Israël. De Verenigde Staten houden Israël in militaire zin overeind door
veel wapens aan dit land te leveren, maar het bestaansrecht van Israël wordt door een
groot aantal landen nog steeds ontkend. De politieke afweging die de Nederlandse
regering daarbij gemaakt heeft, heeft een rol gespeeld bij de totstandkoming van het
wapenexportbeleid en het doorvoerregime." 7 Daarmee zegt De Hoop Scheffer in feite
dat hij kiest voor de massale wapenexportpolitiek van de Verenigde Staten, hoewel
die volledig in tegenspraak is met het terughoudendheid van Nederland.
Nederland volgt in haar wapenexportbeleid de acht Europese criteria voor wapenexport. In de
context van Israël zijn de volgende (samengevatte) criteria van belang:
Criterium 2: De mensenrechtensituatie in land van eindbestemming;
Criterium 3: De interne situatie in het land van eindbestemming, of er sprake is van (dreigend)
gewapend conflict
Criterium 4: De regionale situatie wat betreft vrede, veiligheid en stabiliteit;
Criterium 6: De houding van het kopende land ten aanzien van de internationale gemeenschap;
Criterium 7: Het risico dat het geleverde voor andere doelen in het kopende land wordt
gebruikt of wederuitvoer naar ongewenste bestemmingen plaatsvindt.
Doorvoervergunning één keer toegekend
De enige keer dat er een vergunningplicht werd opgelegd én toegekend voor de
doorvoer van militaire goederen naar Israël, betrof het een transport in 2002 van
Amerikaanse militaire voertuigen vanuit Duitsland via Nederland naar Israël. 8 Het
Ministerie van Economische Zaken meldde hierover bij de beantwoording van
Kamervragen in 2005:
"Normaliter kunnen NAVO-bondgenoten bij het transport door Nederland van hun
militair materieel gebruik maken van de Vrijstellingsregeling militaire zendingen
1966, op voorwaarde van de aanwezigheid van een document waarop een daartoe
door het NAVO-bevelhebberschap gemandateerde commandant verklaart dat het om
7 Tweede Kamer, Verslag van een algemeen overleg - wapenexportbeleid, 22054 - nr. 66, 18 november 2002
8 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Beantwoording kamervragen Karimi (Groenlinks) over wapendoor/export naar
Israël, 361, 18 november 2002
eigen materieel van de strijdkrachten van het betreffende NAVO-land gaat. Niet zo
lang na de inwerkingtreding van de huidige doorvoerbepalingen in het In- en
uitvoerbesluit strategische goederen werd de Douane geconfronteerd met een zending
Amerikaanse militaire voertuigen die komende uit Duitsland onder begeleiding van
het hierboven beschreven document op een vrachtschip met bestemming Israël
geladen zouden gaan worden.
Omdat het Amerikaanse leger geen bases in Israël heeft, werd het onwaarschijnlijk
geacht dat de voertuigen in eigendom van de Amerikaanse strijdkrachten zouden
blijven. Daarop is gebruik gemaakt van de mogelijkheid een ad hoc vergunningplicht
voor deze zending op te leggen. De desbetreffende vergunning is uiteindelijk wel
toegekend, maar niet dan na overlegging van bewijzen dat de Amerikaanse
exportcontrole autoriteiten hadden ingestemd met de verkoop van deze voertuigen
aan Israël voor het kannibaliseren ten behoeve van reservedelen." 9 Daarmee werd
weer de beslissing over de vergunning bij de Amerikanen gelegd.
Nauwelijks controle op doorvoer
Met name Schiphol speelt al heel lang een belangrijke rol als doorvoerhaven voor
wapens naar Israël. In 2002 bleek uit de beantwoording van Kamervragen dat er in de
periode januari 2000 - september 2002 ruim 190 wapenzendingen via Schiphol naar
Israël waren gegaan. 10 In de eerste helft van 2003 ging het om een totaal van 23
meldingen van wapendoorvoer naar Israël 11 .
Tot 1996 zou Israël gebruik gemaakt hebben van een maas in de Nederlandse
wetgeving om wapens, afkomstig uit de Verenigde Staten, via Schiphol naar Israël te
vliegen. Dat gebeurde deels via militaire vrachttoestellen, die nooit gecontroleerd
werden en waarvan de vracht niet aangemeld hoefde te worden. Na 1996 verdwenen
deze militaire vrachtvluchten officieel grotendeels, mede omdat ze teveel
lawaaioverlast zouden veroorzaken. 12 Wapenzendingen met als civiel geregistreerde
vrachtvliegtuigen bleven doorgaan.
Op de vrachtbrieven werden verhullende termen ingevuld, en vracht die in
vliegtuigen bleef werd nooit gecontroleerd. "Ze [Nederlandse controleurs] komen hier
sporadisch wel eens in de loodsen kijken, maar waar het echt om gaat, namelijk
transitvracht uit de VS bestemd voor Israël, gaat ongezien door naar Tel Aviv", aldus
een medewerker van de Israëlische vliegtuigmaatschappij El Al op Schiphol in 1998. 13
Dit gebrek aan controle zou voor El Al reden geweest zijn Schiphol als belangrijkste
Europese doorvoerluchthaven uit te kiezen. Bovendien werd Israël via een geheim
verdrag toegestaan permanent tachtig bewapende agenten van de Israëlische
veiligheidsdienst Shin Bet in Nederland te stationeren om de El Al-vluchten te
beveiligen. 14
•->
Tweede Kamer, Wapenexportbeleid - verslag schriftelijk overleg, 22054 nr. 86, 2 maart 2005
10 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Beantwoording kamervragen Karimi (Groenlinks) over wapenexport Israël, de
VS en Nederland, 71, 27 september 2002. Over doorvoer via Rotterdam waren geen gegevens voor handen; Ministerie
van Economische Zaken, Beantwoording kamervragen Karimi (Groenlinks) over wapendoorvoer/export naar Israël,
361, 18 november 2002
1 ' Ministerie van Economische Zaken, Beantwoording kamervragen Karimi (GroenLinks) over de evaluatie van de In- en
Uitvoerwet (IUW) inzake doorvoer van strategische goederen van en naar derde landen, 1659, 30 juni 2003
12 Joost Oranje, Kind aan huis: Schiphol als tweede thuishaven voor Israël, NRC Handelsblad, 5 december 1998
13 Idem
14 Joeri Boom, Wapenhaven, Groene Amsterdammer, 17 februari 1999
Veel aandacht voor doorvoer met El Al-vluchten via Schiphol volgde op de
Bijlmerramp van 4 oktober 1992. Het is nog altijd onduidelijk wat precies de lading
van het neergestorte Boeing 747-vrachtvliegtuig was, hoewel in de loop van de jaren
langzaamaan steeds meer informatie boven tafel kwam. Inmiddels staat vast dat de
lading deels militair was, waaronder onderdelen van wapens en gevechtsvliegtuigen,
munitie en chemicaliën. Bij die laatste categorie valt vooral de aanwezigheid van 240
kilo DMMP op. Dit is een grondstof voor het zenuwgas Sarin. Het Israël Institute for
Biological Research (IIBR), waarvoor de DMMP bestemd was, verklaarde dat deze
bedoeld was voor het testen van grote filterinstallaties. Deskundigen vinden dit
gezien de hoeveelheid echter onwaarschijnlijk. 15
Zie diverse artikelen uit het Dossier Bijlmerramp van het NRC Handelsblad;
http://www.nrc.nl/W2/Lab/Enquete/inhlading.html
2. Uitvoer van militaire goederen
In de periode 2002-2005 kocht Israël voor 4,5 miljard dollar wapens 16 , waarvan 4,4
miljard van de Verenigde Staten 17 . Het is daarmee een van de grootste
wapenimporteurs ter wereld. In het Midden-Oosten kopen de laatste jaren alleen
Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië meer wapens.
Daarbij vergeleken is de Nederlandse export van wapens naar Israël tamelijk gering.
Niettemin zijn tussen 1997 en 2006 voor ruim 39 miljoen euro
wapenexportvergunningen afgegeven. Sinds het uitbreken van de tweede Intifada in
2002 is de export van militaire goederen aan banden gelegd. 18 Toenmalig
staatssecretaris Joop Wijn van Economische Zaken schreef eind 2002 in antwoord op
vragen van de Campagne tegen Wapenhandel: "In verband met de negatieve
ontwikkelingen in het Midden-Oosten, en Israël in het bijzonder, heeft Nederland,
evenals diverse EU-partners, het exportbeleid jegens Israël in de afgelopen twee jaar
aangescherpt. Vergunningaanvragen worden in beginsel afgewezen op grond van de
criteria twee (mensenrechten), drie (interne spanningen) en vier (spanningen in de
regio) [van de Europese gedragscode wapenexport], als gevolg van de dagelijkse
realiteit in vooral de Westbank en de Gazastrook, vooral indien het leveranties aan de
landmacht of luchtmacht betrof." 19
Ook de huidige regering volgt deze lijn en antwoordde op vragen van de
Kamercommissie Economische Zaken in april 2007: "De Nederlandse regering erkent
conform het VN-Handvest het Israëlische recht op zelfverdediging maar heeft
tegelijkertijd zorgen omtrent de mogelijke gevolgen voor de regionale situatie, interne
spanningen en de mensenrechtensituatie in het land. Vergunningaanvragen voor de
uitvoer van militaire goederen vanuit Nederland naar Israël worden op individuele
basis zeer zorgvuldig getoetst aan alle criteria van het wapenexportbeleid, met de
nadruk op criteria 2, 3 en 4 van het wapenexportbeleid." 20
Waarde afgegeven vergunningen definitieve uitvoer militaire goederen naar Israël (1997 - 2006)
laar
Waarde (euro)
laar
Waarde (euro)
1997
0,59 miljoen
2002
-
1998
33,72 miljoen
2003
0,01 miljoen
1999
0,27 miljoen
2004
-
2000
0,14 miljoen
2005
0,01 miljoen
2001
4,31 miljoen
2006
0,39 miljoen
Totaal
1997-2006
39,44 miljoen
Bronnen: Jaarrapportages wapenexportbeleid (1997-2006), Ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken
16 Richard F. Grimmett, Conventional arms transfers to developing nations, 1998-2005, Congressional Research Service,
23 October 2006
17 Dit is grotendeels met Amerikaans defensiesteungeld betaald
18
Met uitzondering van de export van dual use nachtzichtapparatuur, zie hierna.
19
Ministerie van Economische Zaken, Wapenexportbeleid - brief aan de Tweede Kamer, 22054 nr. 71, 4 december 2002
20
Lijst van Vragen en Antwoorden inzake het Wapenexportbeleid, 22 054 nrs. 97, 108 en 115, 11 april 2007.
Opvallend is dat naast deze vergunningen voor definitieve uitvoer, veel
vergunningen voor tijdelijke uitvoer afgegeven worden. Over het algemeen zijn dat
zendingen voor demonstratie- of tentoonstellingsdoeleinden of voor reparaties. 21
Houwitzers, bulldozers en granaatbatterijen
Een van de leveranciers van de militaire goederen aan Israël was Van Halteren
Metaal. Van Halteren Metaal leverde Israël simulatoren voor houwitzers, die worden
gebruikt voor de opleiding van militairen. 22 Kort voor deze levering werden dergelijke
houwitzers nog ingezet voor het beschieten van een Unifil-vluchtelingenkamp in
Noord-Libanon, waarbij 102 burgerdoden vielen. 23 Dit gebeurde volgens de
Israëlische staatssecretaris van Defensie Ori Orr bewust om angst te creëren onder de
bevolking. 24 Houwitzers bestookten ook op grote schaal Libanon tijdens de oorlog in
juli en augustus 2006. 25
Ook leverde Van Halteren Metaal tussen januari en maart 2001 voor 318.000 euro
wielen voor de gepantserde bulldozers, die het Israëlische leger onder meer gebruikt
om Palestijnse huizen te vernielen. 26
Verder werden vanuit Nederland aan Israël batterijen geleverd voor granaten die
zowel materieel als mensen kunnen 'uitschakelen'. 27 Onduidelijk is door welk bedrijf
deze batterijen geleverd zijn.
Israël als tussenbestemming
Buiten de wapenexportcijfers valt de uitvoer van militaire goederen die weliswaar
naar Israël vertrekken, maar een ander land als eindbestemming hebben. Het gaat
veelal om Nederlandse onderdelen die, kennelijk na bewerking door de Israëlische
defensie-industrie, op hun definitieve bestemming terechtkomen.
Uit die [categorie] uitvoervergunningen valt op te maken dat het vooral gaat om
onderdelen van antitankwapens en F-16-gevechtsvliegtuigen. Ook hier is het
Nederlands wapenexportbeleid dubbelzinnig. Directe leveringen aan het Israëlische
leger zijn niet toegestaan, maar handel met de Israëlische wapenindustrie wordt wel
toegestaan.
Deze wapenindustrie is grotendeels in staatshanden en heeft het Israëlische leger als
voornaamste klant. Israël staat ook bekend om een "ruimhartig" exportbeleid. In de
periode 2002-2005 exporteerde Israël voor ongeveer 2,5 miljard dollar militair
materieel naar ontwikkelingslanden; het is daarmee de op vijf na grootste
wapenexporteur naar deze landen. 28 Vooral India is een belangrijke afzetmarkt, maar
21 Ministerie van Economische Zaken, Jaarrapportage wapenexportbeleid - 2002, juli 2003
22 Fax van Van Halteren Metaal aan Commissariaat Militaire Productie (Ministerie van Economische Zaken), 23 januari
2001
23 Human Rights Watch, Civilian pawns: laws of war violations and the use of weapons on the Israel-Lebanon border,
May 1996
24 Martin Broek en Frank Slijper, Explosieve materie: Nederlandse wapenhandel blootgelegd, Papieren Tijger, Breda,
2003
25 Oscar Garschagen, Schuilen voor katjoesja's, NRC Handelsblad, 13 juli 2006
26 Martin Broek en Frank Slijper, Explosieve materie: Nederlandse wapenhandel blootgelegd, Papieren Tijger, Breda,
2003; Martin Broek en Frank Slijper. Holland bedankt!; wapenonderdelen voor het Israëlische leger, Ravage, 27 april
2002
27 Idem
28 Richard F. Grimmett, Conventional arms transfers to developing nations, 1998-2005, Congressional Research Service,
ook landen als Angola, Sri Lanka, Eritrea, Ivoorkust, Oeganda en China worden door
Israël bewapend. 29
David Ivri, een adviseur van het Israëlische Ministerie van Defensie, zei in december
1998 dat Israël geen rekening houdt met mensenrechten wanneer het wapens aan
andere landen levert: "Israël to this day has a policy of not intervening in the internal
matters of any country in the world. We don't like it when others interfere in our
internal matters. For this reason, our policy doesn't touch on such matters." 30
De afgelopen jaren kwam Israël niettemin regelmatig in conflict met zijn belangrijkste
partner, de Verenigde Staten, over wapenleveranties aan China. Dit conflict speelt
steeds opnieuw op. 31 Op aandringen van de VS werd eind 2006 nieuwe wetgeving
ontwikkeld waarmee de monitoring van wapenexporten vanuit Israël versterkt wordt.
Individuen en bedrijven die wapens willen exporteren hebben een algemene licentie
nodig voordat ze contact op mogen nemen met potentiële klanten. 32
Ook leveringen aan Venezuela waren recent steen des aanstoots voor de Verenigde
Staten, dat Israël in 2005 vroeg een wapenembargo tegen Venezuela in te stellen. 33 Op
dat moment liep onder meer een order voor een luchtverdedigingssysteem bij het
Israëlische bedrijf Rafael, dat in samenwerking met Thales Nederland uitgevoerd
werd. 34 Israël ging niet over tot een volledig wapenembargo tegen Venezuela, maar
zag wel af van een overeenkomst voor de modernisering van oorspronkelijk door de
Verenigde Staten aan Venezuela geleverde F-16 gevechtsvliegtuigen. 35
Nederlandse wapenexporten via Israël (2005
- 2006)
Datum afgifte
vergunning
Omschrijving
Eindbestemming
Waarde (euro)
06-01-2005
Delen van staartstukken voor F-16 gevechtsvliegtuigen
VS
4.078.498
05-04-2005
Onderdelen van raketlanceersysteem
Roemenië
9.971
15-07-2005
Mechanische delen van warmtebeeldapparatuur
Polen
66.625
28-07-2005
Mechanische delen van warmtebeeldapparatuur
Chili
75.023
12-01-2006
Delen van antitankraketten
Italië
59.837
30-01-2006
Delen van antitankraketten
Polen
1.817.780
29-03-2006
Delen van antitankraketten
EU-landen
1.524.807
29-03-2006
Delen van antitankraketten
EU-landen
2.404.620
31-03-2006
Delen van rupsbanden voor civiel gebruik
Zwitserland
26.040
04-07-2006
Mechanische delen van camera's t.b.v.gevechtsvliegtuigen
VS
62.475
29-08-2006
Mechanische delen van camera's t.b.v.gevechtsvliegtuigen
VS
96.714
06-11-2006
Golfgeleiders t.b.v. militaire radarsystemen
India
21.939
Bron: Maandove
rzichten afgegeven uitvoervergunningen voor militaire goederen, A
ünisterie van Econom
ische Zaken
23 October 2006
29 Zie SIPRI: http://www.sipri.org/contents/armstrad/REG EXP ISR 95-05.pdf /download
30 Jennifer Washburn, Power bloc: Turkey and Israël lock arms, Progressive Magazine, December 1998
31 Inez Polak, Israël en VS ruziën over wapens voor China, Trouw, 29 juni 2000, Inez Polak, VS blokkeren Israëls
wapenhandel met China, Trouw, 23 juni 2005
32 Alon Ben-David, Israel's arms sales soar to hit record in 2006, Jane's Defence Weekly, 10 January 2007
33 Barbara Opall-Rome, Israël weighs U.S. request for Venezuela arms embargo, Defense News, 31 October 2005
34 Zie hiervoor verder onder hoofdstuk 7, 'Samenwerking tussen bedrijven'
35 Marcela Sanchez, The petty politics of Venezuela's arms purchases, Washington Post, 20 January 2006
3. Compensatieorders
Compensatieorders zijn orders die Nederlandse bedrijven krijgen wanneer de
Nederlandse krijgsmacht wapens in het buitenland koopt. Een deel van die orders krijgt
beslag in het produceren van onderdelen voor diezelfde wapens. Zo leveren
Nederlandse bedrijven al jaren grote hoeveelheden van allerhande onderdelen voor
bijvoorbeeld F-16 jachtvliegtuigen, Apache gevechtshelikopters en het Gill
antitankwapen. Deze componenten worden meestal in het land waar de fabrikant van
het wapensysteem gevestigd is ingebouwd. Een deel van die wapens komt terug naar
Nederland als onderdeel van de order, een ander deel blijft in bijvoorbeeld de
Verenigde Staten voor de Amerikaanse krijgsmacht, of is bestemd voor andere
klanten, zogenaamde derde landen.
Vooral in het geval van componentenexporten naar de VS (bijvoorbeeld voor de F-16
en Apache) valt op dat in het gros van de gevallen alleen de VS als eindbestemming
wordt opgegeven. In dat geval moet de ontvanger (in dit geval Lockheed Martin,
respectievelijk Boeing) over een zogenaamd IIC (International Import Certificate)
beschikken waarmee de fabrikant zich verplicht bij eventuele 'wederuitvoer' naar een
derde land, daarvoor bij de eigen autoriteiten een vergunning aan te vragen.
Zodoende blijft in de Nederlandse wapenexportcijfers de eindbestemming van
dergelijke exporten van onderdelen van grote wapensystemen dikwijls onbekend, dat
wil zeggen ondergebracht onder de post 'VS'. Het is daarom onmogelijk te beoordelen
wat de eindbestemming zal zijn van Nederlandse exporten van wapenonderdelen
naar de VS.
Problematisch hieraan is dat de VS exporten naar bijvoorbeeld Israël wel toestaan,
waar de Nederlandse regering, zeker in het geval van veelvuldig ingezette wapens als
de Apache en de F-16, daarvoor onder de huidige omstandigheden geen toestemming
zou verlenen. De regering heeft meermaals aangegeven hierin geen verandering te
willen brengen, zich ondermeer beroepend op de verhoudingen tussen de VS en
Nederland. "De regering hecht er aan deze procedure te kunnen blijven toepassen,
mede uit oogpunt van internationale samenwerking bij de ontwikkeling en productie
van defensiematerieel", aldus minister Bot in 2004. 36 Kortom, zou Nederland zich
gaan bemoeien met het wapenexportbeleid van de VS, door voorwaarden te stellen
aan de uiteindelijke bestemming, dan zouden Nederlandse bedrijven voortaan
kunnen fluiten naar hun orders voor onderdelen van Amerikaanse wapensystemen.
Geen controle op eindbestemming
De controle op de eindbestemming van Nederlandse componenten laat dus, net zoals
bij de controle op doorvoer, te wensen over en ondermijnt daarmee het officiële
terughoudende beleid ten aanzien van wapenleveranties aan Israël.
In november 2003 zei toenmalig minister Jaap de Hoop Scheffer van Buitenlandse
Zaken tegen de Tweede Kamer: "Ook bij de export van componenten ten behoeve van
defensiematerieel geldt dat vergunningverzoeken altijd worden getoetst op
eindbestemming; in de vergunningaanvrage dient de eindbestemming te worden
36 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Beantwoording kamervragen inzake leverantie door Philips van onderdelen voor
Apache-helikopters en F-16-straaljagers, DVB/WW-243/02, 19 mei 2004. Zie ook De Hoop Scheffer: Verslag AO
wapenexportbeleid 20 november 2003, Tweede Kamer, Vergaderjaar 2003-2004, 22054 nr. 79, p.9.
vermeld. Indien het een leverantie via een derde land betreft met bijvoorbeeld als
eindbestemming Israël, dan wordt op Israël getoetst en zal conform het huidige beleid
een negatief advies aan Economische Zaken worden gegeven." 37
Dat klinkt misschien mooi, maar uit het antwoord van zijn opvolger Ben Bot op
kamervragen van de SP in mei 2004 blijkt dat zo'n toetsing op de eindbestemming
vaak helemaal niet plaatsvindt: "Het komt bij toelevering van onderdelen aan
buitenlandse systeembouwers veelvuldig voor dat van tevoren niet bekend is voor
welke eindgebruiker(s) de systemen bestemd zijn. Soms weet de systeembouwer zelf
nog niet welk eindproduct aan welke klant geleverd gaat worden of wil hij uit
commerciële overwegingen zijn klantgegevens niet delen met buitenlandse
toeleveranciers. In beide gevallen zou de eis van een exacte eindgebruikersverklaring
toelevering van onderdelen door buitenlandse partijen onmogelijk maken." 38
Meer dan een onmogelijkheid lijkt hier sprake te zijn van onwil. Het belang van het
overeind houden van een eigen defensie-industrie en goede relaties met de
belangrijkste bondgenoot staan een daadwerkelijk restrictief wapenexportbeleid ten
opzichte van Israël in de weg. Hoewel contractueel prima strengere eisen gesteld
kunnen worden aan doorlevering van Nederlandse onderdelen, sluit de overheid op
grond van economische en politieke overwegingen hiervoor liever de ogen. 39
Apache helikopters
Het Amerikaanse Boeing bouwt de Apache gevechtshelikopters die in gebruik zijn bij
elf krijgsmachten, waaronder de Amerikaanse, Israëlische en Nederlandse. 40
Onderdelen voor de helikopter worden over de hele wereld geproduceerd, onder
meer in Nederland.
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch schrijft in een rapport over de oorlog
tussen Israël en Libanon in 2006 over een aantal incidenten waarbij burgerslachtoffers
zijn gevallen door de inzet van Apaches. 41 Zo werden op 19 juli Apache helikopters
ingezet bij het bombarderen van het dorp Srifa, waarbij 26 burgers omkwamen. De
helikopters worden tevens gebruikt voor het liquideren van verdachten van geweld
tegen Israël, ook in situaties waar de verdachten gearresteerd hadden kunnen
worden. Vaak vallen hierbij ook slachtoffers onder omstanders. "The Apache
Longbow has proven to be a valuable tooi in [targeted killing] operations, when we
need precision strike and don't have to worry about defending the platforms," vond
de Israëlische generaal b.d. Ben-Israel in het Amerikaanse vaktijdschrift Defense
News 42 .
Stork, Philips en Thales Nederland zijn de belangrijkste Nederlandse producenten van
componenten voor de Apache. Het gaat onder meer om landingsgestellen,
communicatieapparatuur, staartstukken en munitieladers.
Philips maakt zich niet druk over waar haar producten voor gebruikt worden. "Wij
37 Tweede Kamer, Verslag Algemeen Overleg wapenexportbeleid, 20 november 2003, 22054 - nr. 79, vastgesteld 5
december 2003
38 Ministerie van Buitenlandse Zaken, Beantwoording kamervragen inzake leverantie door Philips van onderdelen voor
Apache-helikopters en F-16-straaljagers, DVB/WW-243/02, 19 mei 2004
39 Martin Broek en Frank Slijper, Explosieve materie: Nederlandse wapenhandel blootgelegd, Papieren Tijger, Breda,
2003
40 http://www .boeing.com/rotorcraft/military/ah64d/index.htm
41 Human Rights Watch, Fatal strikes: Israël's indiscriminate attacks against civilians in Lebanon, August 2006
42 Defence news 6 okt. 2003
doen geen uitspraken over wat eindgebruikers doen met het product dat wij leveren",
aldus een woordvoerder van Philips in reactie op de levering van cockpitonderdelen
voor Israëlische Apaches. 43
Hellfire-raketten
De Hellfire is een geleide lucht-grondraket en maakt deel uit van de
standaardbewapening van de Apache. Onderdelen ervan zijn ondermeer door Stork
gemaakt. Deze worden uitgevoerd naar de Verenigde Staten, waar de raketten
geassembleerd worden door Hellfire Systems LLC, een joint venture van twee van de
grootste wapenproducenten ter wereld, Lockheed Martin en Boeing. 44 Naast de
Amerikaanse en de Nederlandse krijgsmacht beschikt ook Israël over de Hellfire.
Israël gebruikt Hellfire-raketten onder meer voor gerichte moordaanslagen, zoals die
op Hamas-leider Sjeik Ahmed Ismail Yassin, die daarbij, evenals zijn twee
bodyguards en acht omstanders, op 22 maart 2004 gedood werd.
In 2000 zijn Hellfire-raketten ook ingezet voor het bestoken van Libanese
energiecentrales, een aanval die vooral de gewone bevolking raakte en nauwelijks tot
geen effect had in de strijd tegen Hezbollah. 45
Op 13 april 1996 werd een Libanese ambulance uit het dorp Mansuri door Israëlische
Apaches beschoten met Hellfire-raketten. Twee vrouwen en vier kinderen kwamen
om. 46
Amnesty International schreef over de aanval op de Libanese ambulance:
"Video footage taken by reporters at the scène shows the vehicle approaching the checkpoint at
a moderate speed, with its blue flashing light and siren on, and the car packed with women and
children. Other vehicles crowded with civilians, including a pick-up truck and a tractor, were
travelling in convoy with the Volvo. Eye-witnesses saw two IDF [Israël Defense Forces - red.]
helicopters (most probably Apache attack helicopters) hovering low over the area of the
checkpoint. As soon as the vehicle passed the checkpoint heading north, a missile fired by one
of the helicopters (most probably a laser-guided Hellfire air-to-surface missile), hit the back of
the car or exploded just behind it ripping through its back door. The vehicle then crashed into a
house just off the road. [...] In any case, this vehicle was certainly engaged in legitimate
humanitarian activities at the time it was hit and was travelling in a convoy of civilian vehicles
away from, and not into, the area that the IDF had warned civilians to evacuate. Moreover, the
Israëli helicopter crew must, at the time of the attack, have seen the ambulance markings on the
vehicle. In attacking the vehicle, the IDF showed a blatant disregard for civilian lives and
violated international law."
43 Joeri Boom, De missie van Philips, Groene Amsterdammer, 3 april 2004
44 Enkel de AGM-114L-versie van de Hellfire wordt geproduceerd door Longbow LLC, een joint venture van Lockheed
Martin en Northrop Grumman; Andreas Parch, Boeing/Lockheed Martin (Rockwell/Martin Marietta) AGM-114 Hellfire,
2005
45 Robert Fisk, Israël redirects Hellfire missiles "after US advice", The Independent, 6 May 2000; Human Rights Watch,
No additional U.S. air-to-ground missiles to Israël, 23 May 2000
46 Robert Fisk, Death in Bethlehem, made in America - nothing to do with us, say US manufacturers of weapons
inflicting random death on Palestinians, The Independent, 15 April 2001
Voor de Nederlandse regering is dergelijk gebruik geen reden voorwaarden te stellen
aan de levering van raketonderdelen aan de Verenigde Staten, waar Israël in 1995
voor het eerst voor 45 miljoen dollar Hellfires had gekocht. 47 Tussen 1997 en 2001 zijn
uitvoervergunningen voor Hellfire-onderdelen afgegeven ter waarde van in totaal 17
miljoen euro. De opgegeven eindbestemming was steeds de VS. Mogelijk heeft de
uitvoer van Hellfire-onderdelen ook onder meer algemene termen, zoals 'onderdelen
van raketten', plaatsgevonden.
F-16 gevechtsvliegtuigen
Een derde wapen in dienst van de Israëlische krijgsmacht dat Nederlandse
onderdelen bevat is de F-16. Als Israël begin jaren '80 verschillende malen F-16's inzet
tegen Syrië en Libanon, levert de PvdA-fractie in de Tweede Kamer forse kritiek op
betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de productie van dit gevechtsvliegtuig.
Een motie om deze betrokkenheid aan banden te leggen wordt door toenmalig
premier Van Agt afgewezen, vooral om de economische belangen van de defensie-
industrie niet te schaden.
Wanneer Israël aan het begin van deze eeuw ruim 100 nieuwe F-16's bestelt in de
Verenigde Staten, laait het debat over betrokkenheid van Nederlandse bedrijven ook
weer op. Een motie om onderdelenleveringen te stoppen krijgt in 2002 geen
Kamermeerderheid. 48
Israël is net als Nederland betrokken bij het Joint Strike Fighter project. Mocht, zoals
voorzien, de Israëlische regering te zijner tijd besluiten de JSF als opvolger van de F-16
te kopen, dan raken Nederlandse bedrijven wederom betrokken bij de bewapening
van Israël.
47 Federation of American Scientists, Notifications to Congress of pending U.S. arms transfers. In deze database staat ook
levering van eind 1999 gemeld, waarbij 480 Hellfire-raketten deel uitmaakten van een totaalpakket leveringen en
aanpassingen aan Apache helikopters ter waarde van 508 miljoen dollar.
48 Martin Broek en Frank Slijper, Explosieve materie: Nederlandse wapenhandel blootgelegd, Papieren Tijger, Breda,
2003
4. Dual use goederen
Afgegeven vergunningen voor definitieve uitvoer van dual use goederen naar Israël 49 (januari
2005 - september 2006)
Aantal
vergun
ningen
Omschrijving
Opgegeven eindgebruik
Waarde
(euro)
1
Ammoniumbifluoride
Etsen en activeren van metalen
6.000
7
Beeldversterkerbuizen (tweede
generatie)
Nachtzichtsystemen (4x), militair
gebruik (2), testen (lx)
754.944
5
Camera's / ICCD camera's
Surveillance en beveiligings-
doeleinden (spoorwegen, 4x),
onderzoek en ontwikkeling (1)
94.580
1
Delen van lasermodules voor
wafersteppers
Vervaardiging microchips
3.728.565
1
Dimethylamine
Vervaardiging herbiciden
218.604
5
Drukomzetters (onderdelen voor)
Vervaardiging
halfgeleiderelementen of
-materialen
6.310.973
4
Fosforoxy chloride
Vervaardiging geur- en
smaakstoffen en agro-chemicaliën
1.074.678
1
Kaliumcyanide
Tbv de galvano-industrie
4.750
1
Methyldiëthanolamine
Tbv de olie-industrie
11.034
1
Natriumcyanide
Tbv de galvano-industrie
9.975
4
Productie-apparatuur
Vervaardiging
halfgeleiderelementen of
-materialen
13.922.842
1
Spectrometer
Testen van prototype
14.348
1
Triëthanolamine
Vervaardiging reinigingsmiddelen
202.500
2
Waterstoffluoride
Vervaardiging microchips
164.211
35
Totaal
26.518.004
Bron: M
Economisc
aandoverzichten afgegeven uitvoervergunnin
he Zaken
gen voor dual use-goederen (2005-2006), h
Ministerie van
49 Alleen de vergunningen met Israël als eindbestemming zijn opgenomen, overzichten van de laatste drie maanden van
2006 waren ten tijde van het schrijven van deze brochure helaas nog niet beschikbaar
50
51
In tegenstelling tot de directe export van militaire goederen mogen veel dual use
goederen - met zowel civiele als militaire toepassingen - ondanks een
vergunningsplicht daarvoor wel naar Israël uitgevoerd worden. In de periode januari
2005 tot en met september 2006 werden vergunningen hiervoor afgegeven met een
totale waarde van ruim 26,5 miljoen euro, voor het grootste deel voor ogenschijnlijk
civiele bestemmingen. 50 Tot zover niet veel mis. Niettemin gaat al jaren ook een
regelmatige stroom producten naar Israël waarvan onduidelijk is welke garanties
bestaan dat die niet voor militaire doelen worden gebruikt. Vooral zorgwekkend zijn
de uitvoer van nachtzichtapparatuur en van chemicaliën die voor gifgasproductie
kunnen worden gebruikt.
Nachtzichtapparatuur
Beeldversterkerbuizen worden in Nederland geproduceerd door het bedrijf Photonis-
DEP (voortgekomen uit Delft Electronic Products) uit het Drentse Roden. Het
Israëlische Shaked Technologies maakt deel uit van het wereldwijde verkoopnetwerk
van de Photonis-groep. Eind jaren zestig van de vorige eeuw was Delft Instruments -
tot voor kort moederbedrijf van DEP - al betrokken bij het opzetten van het Israëlische
bedrijf ElOp, dat in 1999 door landgenoot Elbit werd overgenomen. Sinds een paar
jaar is dat Elbit ook eigenaar van OIP in het Belgische Oudenaarde, dat werd
overgenomen van Delft Instruments. Zo bezien is de nachtzichtrelatie tussen
Nederland en Israël een oude en hechte, die de overheid doorgaans tamelijk
ongemoeid laat. 51
Een groot aantal dual use exportvergunningen voor Israël zijn voor zogenaamde
tweede generatie beeldversterkerbuizen, die het 'hart' van de nachtkijker zijn. Hoewel
ook verkrijgbaar op de civiele markt is het gros bestemd voor de (para)militaire en
politiewereld. Van de ruim 750.000 euro aan beeldversterkerbuizen die in 2005 en
2006 aan Israël geleverd werden, heeft zo'n 95% 'militair gebruik' expliciet als
eindbestemming.
Gezien de soepelere exportnormen voor dual use goederen, kan Nederlandse
nachtzichtapparatuur relatief gemakkelijk naar Israël geëxporteerd worden. Zo werd
ook een, relatief kleine, zending beeldversterkerbuizen voor militair gebruik tijdens de
oorlog met Libanon toegestaan.
Een deel van de geleverde beeldversterkerbuizen is bestemd voor de Israëlische
markt, een ander deel wordt, waarschijnlijk na assemblage, doorgevoerd naar landen
als India, Macedonië, Peru, Singapore, Turkije en Zuid-Korea. In de periode januari
2005 tot en met september 2006 gaat het om in totaal 2,86 miljoen euro (35 leveringen)
aan exportvergunningen voor nachtzichtapparatuur, waarvan 0,75 miljoen (7
leveringen) in Israël blijft; de rest wordt verder doorverkocht.
Chemicaliën
Andere goederen die in grote hoeveelheden onder het dual-use regime naar Israël
gaan, zijn chemicaliën. Hoewel hiervoor altijd civiel eindgebruik opgegeven wordt,
blijft het een vreemde zaak dat deze uitvoer überhaupt toegestaan wordt. Israël wordt
verdacht van ontwikkeling, productie en mogelijk zelfs inzet van chemische wapens
Vergunningen voor tijdelijke uitvoer en/of met een andere eindbestemming niet meegerekend
Zie vier uitzonderingen genoemd in hoofdstuk 5 over afgewezen vergunningaanvragen
en is geen partij bij het Chemische Wapensverdrag. 52
De regering heeft desondanks geen problemen met dergelijke exporten, ook al heeft
het - los van de papieren belofte van civiel gebruik - geen zicht op wat uiteindelijk
met de stoffen gebeurt. "Lijst 3 stoffen kunnen bij grotere volumes weliswaar ook als
grondstof dienen voor een chemisch wapen, maar worden in de civiele chemische
industrie op veel grotere schaal geproduceerd en gebruikt. Ook Nederland staat in het
geval van Israël de uitvoer van Lijst 3 stoffen toe, indien een aanvraag aan de
voorwaarden voldoet en uit het advies van de inlichtingendiensten blijkt dat er geen
informatie voorhanden is die wijst op banden van de ontvangende
partij/eindgebruiker met proliferatie en/of militair gevoelige projecten." 5
Zowel in 2005 als in 2006 ging het om zes exportvergunningen 54 , in de periode 1992-
2001 om ruim 50. 55 In een geval betrof het zelfs vier monsters van het gifgas Soman.
Deze levering vond slechts driekwart jaar voor de inwerkingtreding van het
Chemische Wapensverdrag in 1997 plaats, die iedere export van chemische wapens
naar niet-verdragsstaten verbiedt.
Volgens de regering worden er tegenwoordig alleen nog chemische stoffen aan Israël
geleverd die vooral in de civiele industrie worden gebruikt.
5 Avner Cohen, Israël and chemical-biological weapons: history, deterrence and arms control, Nonproliferation Review,
fall-winter 2001
53 Tweede Kamer, Wapenexportbeleid, Wapenexportbeleid / compensatiebeleid aanschaf defensiematerieel in het
buitenland - lijst van vragen en antwoorden, 22054/26231 - nr. 117, vastgesteld 11 april 2007; zie ook:
http://www.stopwapenhandel.org/informatie/Overheid/Verslag_schriftelijkoverleg_april.2007.pdf
54 Maandoverzichten afgegeven uitvoervergunningen voor dual use-goederen (2005 en 2006), Ministerie van
Economische Zaken
55 Martin Broek en Frank Slijper, Explosieve materie: Nederlandse wapenhandel blootgelegd, Papieren Tijger, Breda,
2003
5. Afgewezen vergunningaanvragen
In de jaarrapportages van de overheid over het wapenexportbeleid van het Ministerie
van Economische Zaken staan sinds 1998 ook de afgewezen vergunningsaanvragen.
Diverse malen zijn vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen naar Israël
geweigerd.
Afgewezen vergunningaanvragen voor de uitvoer van strategische goederen naar Israël (1998-
2005)
Datum
weigering
Omschrijving
Opgegeven
eindgebruiker
Reden
weigering 56
Mei 1999
Lead-leadoxide batteries (WA ML
4a) for electronic time fuses for 105
mm grenades
Reshef Technologies Ltd.,
Or-Yehuda
Criterium 4
Juni 1999
Lead-leadoxide batteries (WA ML
4a) for electronic time fuses for 105
mm grenades
Israëli Defence Forces
Criteria 3 en 4
Juni 1999
Lithium batteries (WA ML 4a) for
electronic time fuses
Reshef Technologies Ltd.,
Or-Yehuda
Criteria 3 en 4
Mei 2001
Second generation Image
Intensifier Tubes
New Noga Lite Ltd.,
Ramla
Criteria 2, 3 en 6
Mei 2001
Second generation Image
Intensifier Tube
International
Technologies Ltd. (ITL),
Rishon-Lezion
Criteria 2, 3 en 6
April 2002
Smokeless gunpowder
Israël Military Industries
Ltd, Nazareth
Criteria 3, 4 en 6
April 2002
Simulation grenades
Israëlische Ministerie van
Defensie
Criteria 3, 4 en 6
Mei 2003
Delen van F100 straalmotoren
Israëlische luchtmacht
Criteria 2, 3 en 4
22 sept. 2004
2e generatie beeldversterkerbuizen
Israëli Defense Forces
Criteria 2, 3, 4 en
7
22 sept. 2004
2e generatie beeldversterkerbuizen
Niet bekend
Criteria 2, 3 en 7
3 feb. 2006
Delen van
communicatiesatellietnetwerk
Israëlische luchtmacht
Criteria 2, 3 en 4
22 juni 2006
Thermische camera
Israëlische leger
Criteria 2, 3 en 4
22 juni 2006
Autonoom bestuurbare parafoils
Israëlische Ministerie van
Defensie
Criteria 2, 3 en 4
Bron: Jaarrapport
■ages wapenexportbeleid (1998-2005), M
inisterie van Economische Zaken
Zie voor uitleg criteria kader op blz.10
Opmerkelijk is dat exportvergunningen geweigerd worden voor granaatonderdelen
en oefengranaten, terwijl die onder de doorvoerregeling wel worden doorgelaten.
Het blijft onduidelijk welke scheidslijn de Nederlandse overheid precies trekt bij
vergunningen voor export van nachtzichtapparatuur naar Israël. Hoewel bij een van
de twee afgewezen vergunningen in 2004 de Israëlische krijgsmacht de eindgebruiker
is, valt niet vast te stellen of en waarom dat in andere gevallen wel een acceptabele
bestemming is. Feit is dat sinds de tweede Intifada nog met regelmaat
nachtzichtapparatuur naar Israël is vertrokken. Niet altijd is bekend voor wie die
apparatuur bestemd was.
Naast het bovenstaande rijtje werden op 29 december 2004 en 28 maart 2006 nog eens
vergunningen geweigerd voor de uitvoer van 2e generatie beeldversterkerbuizen naar
respectievelijk het Israëlische bedrijf New Noga Lite, met Oeganda als
eindbestemming, en Israël, met het Ministerie van Defensie van Georgië als
eindbestemming.
6. Invoer
Israël heeft een omvangrijke defensie-industrie, waar ook de Nederlandse krijgsmacht
klant van is. Zo sloot de Landmacht in 1997 na jaren getouwtrek een contract ter
waarde van zo'n 25 miljoen euro met Elbit Systems uit Haifa voor
vuursteuninformatiesysteem Vuist voor de artillerie, dat oorspronkelijk voor de
Israëlische landmacht werd ontwikkeld. 57 Het was de eerste keer dat Elbit een
dergelijk systeem aan een NAVO-land leverde. Het contract liep in samenwerking
met de Nederlandse vestiging van het bedrijf Alcatel.
Eind 2003 won Elbit ook een contract (waarde onbekend) voor de levering van
Enhanced Tactical Computers en datacommunicatieapparatuur aan het Nederlandse
leger. 58
De luchtmacht kocht in 2005 van fabrikant Rafael voor 40 miljoen euro zes Reccelite
fotoverkenningsystemen voor de F-16. 59
Gill anti-tankraket
De meest omstreden 60 order die de afgelopen jaren vanuit Nederland bij een
Israëlische wapenfabrikant is geplaatst, is die voor de aanschaf van Rafael's Gill anti-
tankraketten in 2001. Dezelfde raketten werden door het Israëlische leger eind 2000
ingezet bij de beschieting van de Palestijnse stad Beit Jala. 61
Rafael is een van de grootste en bekendste Israëlische defensiebedrijven; het
produceert een breed scala aan wapens. Het was lange tijd onderdeel van het
Ministerie van Defensie, maar werd in 2002 verzelfstandigd, hoewel het wel
overheidsbezit bleef. 62
De aanschaf van de Gill-raket is in de zomer van 2001 onderwerp van politieke
discussie. Waar minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken in juni 2001 beweerde
dat de aanschaf van Israëlische wapens een verkeerd politiek signaal zou zijn, dat de
spanningen in het Midden-Oosten zou verhogen, dacht de regering daar enkele
weken later heel anders over. 63 Er was volgens staatssecretaris Van Hoof van Defensie
geen sprake van een politiek signaal, er zou gewoon zoals altijd een afweging ten
gunste van het beste beschikbare systeem hebben plaatsgevonden.
De verdere discussie ging vooral over compensatieorders. Van Hoof: "De fabrikant en
de Israëlische autoriteiten hebben toegezegd om Nederlandse export uit hoofde van
directe en indirecte compensatie binnen de uitgangspunten van het Nederlandse
57 Ministerie van Defensie, Vuist, brief aan de Tweede Kamer, 17 februari 1997; CIDI, Landmacht gaat met Israël in zee,
CIDI Israël Nieuwsbrief, 9 mei 1997; Ko Colijn en Paul Rusman, Nederland moet een 'vuist' maken, Vrij Nederland, 18
mei 1991
58 Elbit Systems, Elbit Systems receives contract from Royal Netherlands Army (RNLA) for Battlefield Management
System (BMS) Equipment, press release, Haifa, 24 December 2003
59 Ministerie van Defensie, Nieuw fotoverkenningssysteem voor luchtmacht, 23 november 2005
60 Niet in de laatste plaats vanwege de dubieuze rol die voormalig staatssecretaris Gmelich Meijling als lobbyist voor
zowel het toenmalige HSA (Thales Nederland) als Rafael bij deze deal speelde. Zie: ondermeer Mare Chavannes en Tom-
Jan Meeus, "Oud-bewindsman lobbyt voor anti-tankraket" en "Zwaar geschut in Den Haag", beide NRC, 4 november
1999; "Kok: Meijling schond met lobby geen afspraken", Reformatisch Dagblad, 6 november 1999
61 Arieh O'Sullivan, Gil missile used for first time against Beit Jala, Jerusalem Post, 2 November 2000
62 www.rafael.co.il
63 Harry van Bommel, Een verkeerd politiek signaal, Parool, 21 augustus 2001
wapenexportbeleid mogelijk te maken. Een ter zake strekkende bepaling zal worden
opgenomen in de met Rafael te sluiten compensatie-overeenkomsten. Alle
vergunningaanvragen voor militaire uitvoer uit de compensatie zullen strikt aan de
criteria van het wapenexport-beleid worden getoetst." 64
Later, in de beantwoording van Kamervragen: "Een terughoudend
wapenexportbeleid maakt deel uit van het Nederlandse buitenlands beleid. Dat houdt
in dat, in verband met de huidige spanningen, de uitvoer van militaire goederen naar
deze regio op dit moment onwenselijk is. Met Rafael en de Israëlische overheid is
afgesproken dat de compensatieorders geen militaire export naar Israël zullen
omvatten. Deze afspraken zullen in de compensatieovereenkomsten worden
vastgelegd." 65 Deze clausule is voor zover bekend een unicum in de Nederlandse
compensatieafspraken: wel samenwerken met de Israëlische wapenindustrie, maar
niet willen dat Nederlandse bedrijven meewerken aan orders voor het Israëlische
leger. Nederlandse tweeslachtigheid ten voeten uit.
De fracties van GroenLinks en de SP vonden, los van mogelijke ongewenste
leveringen in het kader van compensatieorders, dat er, gezien het beleid van de
Israëlische regering, sowieso geen wapens in Israël gekocht moesten worden. Wel
aankopen zou een verkeerd signaal afgeven, een bijdrage leveren in de
ontwikkelingskosten, en Rafael mede in staat stellen nieuwe wapens te ontwikkelen. 66
De op grond van deze kritiek ingediende moties over afzien van de aanschaf van de
Gill-raket en over opschorting van het besluit werden alleen gesteund door SP en
GroenLinks. Een D66-motie over heroverweging van de aankoop, enkel op
kwalitatieve gronden, werd alleen gesteund door D66 en de SP. 67 De PvdA steunde de
moties van SP en GroenLinks niet; woordvoerder Timmermans voerde hiervoor een
weinig overtuigende redenering op: "Je moet de kritiek die je hebt op het Midden-
Oosten en het beleid van de Israëlische regering strikt gescheiden houden van je
aankopen in het buitenland." 68 Aldus werd besloten de Gill-raket te kopen. 69
64 Ministerie van Defensie, Brief van de Staatssecretaris van Defensie aan de Tweede Kamer, 27400X nr. 45, 22 juni 2001.
In maart 2005 werd nog eens herhaald door staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken in antwoord op
Kamervragen: "Bij de aanschaf door de Koninklijke Landmacht van de GILL anti-tank-raketten van de Israëlische
producent Rafael is in het kader van compensatieafspraken onder meer bedongen dat een Nederlands bedrijf een aantal
componenten voor die anti-tank-raketten mag produceren. [...] De in Nederland geproduceerde componenten worden
door Rafael verwerkt in anti-tank-raketten die voor de Koninklijke Landmacht bestemd zijn of voor de
krijgsmachtonderdelen van andere - voor het Nederlandse wapenexportbeleid aanvaardbare - landen van
eindbestemming."
65 Ministerie van Defensie, Beantwoording Kamervragen Vaste Kamercommissie voor Defensie, 27400X nr. 49, 3 juli 2001
66 Tweede Kamer, Materieelprojecten - Algemeen overleg, 27830 nr. 10, vastgesteld 31 juli 2001
67 Tweede Kamer, Stemmingen, Handelingen TK 96-6069, 5 juli 2001
68 Tweede Kamer, Materieelprojecten, Handelingen TK 96-6038, 5 juli 2001
69 Tweede Kamer, Wapenexportbeleid - verslag van een schriftelijk overleg, 22054 nr. 86, vastgesteld 2 maart 2005
7. Samenwerking tussen bedrijven
Al eerder kwam de samenwerking tussen Alcatel Nederland en Elbit en de
samenwerking op het gebied van nachtkijkers aan de orde. Dit zijn niet de enige
gevallen van defensiematerieelsamenwerking tussen Nederland en Israël. Contacten
tussen de Neerlandse en de Israëlische wapenindustrie worden actief gestimuleerd.
Zo vond in maart 2007 een driedaagse handelsmissie naar Israël plaats, die was
georganiseerd door de Israëlische ambassade in samenwerking met de NIID, de
branchevereniging van de Nederlandse wapenindustrie. 70
De Campagne tegen Wapenhandel beschikt over documenten uit 2000 waaruit blijkt
dat op dat moment projecten met Israël op de kaart stonden op het gebied van
simulatie, nachtzichtbrillen, handvuurwapens en aanvalsboten. 71
Thales Nederland en Rafael hebben samen het luchtverdedigingssysteem Defender
geleverd aan de luchtmacht van Venezuela. 72 De order stamt uit 1998 en bestaat uit
Thales Nederland's Flycatcher MK2 vuurleidingssystemen en Barak
luchtafweerraketten van Rafael. 73 Beide bedrijven proberen de Defender nu ook aan
andere landen te slijten.
In 2004 werd bekend dat het bedrijfje Condor UAV in Haarlem een
samenwerkingsovereenkomst had afgesloten met MALAT. MALAT is onderdeel van
Israël Aircraft Industries, het grootste wapenbedrijf van het land. Condor verkoopt
voor MALAT de Bird Eye, een mini onbemand vliegtuigje dat door allerhande
overheidsdiensten gebruikt wordt, van leger en politie tot brandweer en
inlichtingendiensten. 74
Israëlische militairen getraind in Zoetermeer
In 2003 volgden vijf Israëlische marine-instructeurs een training bij het bedrijf Siemens
in Zoetermeer. 75 Ze werden geschoold in het gebruik van simulatoren voor drie
onderzeeërs van de Dolphin-klasse van Duitse makelij. De schepen kunnen volgens
deskundigen uitgerust worden met kruisraketten met een nucleaire lading. 76 De
simulator werd na de training overgebracht naar een marinebasis in Haifa.
Enkele Kamerleden spraken hun verbazing uit over het feit dat er in Nederland
militairen opgeleid worden uit landen waaraan in principe geen militaire goederen
worden geleverd. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken was niet op de hoogte
M
Handelsmissie naar Israël, NIID Nieuwsbulletin, januari 2007
71 Campagne tegen Wapenhandel, Israël, 1 april 2005, http://www.stopwapenhandel.org/publicaties/2005/Israel.html
72 Defender scoort voltreffer, Defensiekrant, Directie Voorlichting Ministerie van Defensie, 20 april 2006; Rafael/Thales
pitch Defender air-defence system to markets after successful tests, Jane's International Defence Review, May 2006
73 Oudejaarsdag '98: een klap op de vuurpeil, Signalen, maart 1999; Christopher F. Foss, Signaal wins Venezuelan Air
Force deal, Jane's Defence Weekly, 17 maart 1999.
74 Bird Eye 500, IAI/MALA's MINI-UAV successfully demonstrated in Nuenen, Netherlands, persbericht IAI, 15 juni
2004; Robotvliegtuigen boven Nuenen, www.modelbouwgids.nl
75 Menno Steketee, Militairen uit Israël getraind in Nederland, NRC Handelsblad, 12 juli 2003
76 Martin Sieff, Israël buying 3 submarines to carry nuclear missiles, Washington Times, 1 July 1998; in 2006 kocht Israël
nog twee Dolphin-onderzeeërs van Duitsland; Jean-Luc Renaudie, Israël buys upgraded subs to counter Iran threat:
report, AFP, 23 August 2006
gesteld van de opleiding van de vijf militairen, maar zag er verder geen probleem in:
"Het betreft een simulator, voor de uitvoer waarvan de regering in december 2001 een
exportvergunning heeft verleend. Bij dergelijk hoogwaardig technologisch materieel
vormt een gebruiksinstructie integraal onderdeel van de transactie waarvoor
vergunning verleend werd." 77
De samenwerking van Siemens Nederland met Israël kent al een langere historie. In
1995 ontstond Simagine Simulation Systems, een samenwerking met het Israëlische
Simtech Advanced Training & Simulation Systems, ondermeer gespecialiseerd op het
gebied van artilleriesimulatie. 78
7 Tweede Kamer, Beantwoording Kamervragen over de training van vijf Israëlische marine-instructeurs, 1852, 2
september 2003
78 Israel/Netherlands combine talents, Jane's Defence Weekly, 6 May 1995
8. Conclusie en aanbeveling
Gezien de regelmatig oplopende spanningen tussen Israël en haar buren, en niet in de
laatste plaats het militaire geweld van de afgelopen jaren tegen zowel Palestijnen als
Libanezen, is het huidige 'terughoudende' beleid voor directe wapenexporten naar
het land niet meer dan logisch. Door het toestaan van wapendoorvoer en -import is
het echter verre van consequent. In feite deinst Nederland terug voor het nemen van
eigen verantwoordelijkheid door de beslissing over het al dan niet toelaatbaar zijn van
wapenleveranties aan Israël te leggen bij regeringen waarvan bekend is dat zij op dat
gebied verre van terughoudend zijn.
Zo maakt de regering bewust geen probleem van de grote hoeveelheden doorvoer
van munitie(onderdelen) vanuit de VS naar Israël. Eenzelfde struisvogelpolitiek
wordt gevolgd bij de uitvoer van Nederlandse componenten van wapensystemen
zoals de Apache en de F-16, die via de VS alsnog in Israël belanden.
Ook blijkt voor dual use goederen de grens niet gesloten. Nederlandse
nachtzichtapparatuur vindt nog altijd zijn weg naar Israël. Hetzelfde geldt voor
chemicaliën, ondanks de Israëlische weigering zich aan te sluiten bij het Chemische
Wapenverdrag. Tenslotte zijn Nederlandse wapenaankopen bij de Israëlische
industrie, als ook de samenwerking tussen defensiebedrijven uit beide landen, een
actieve steun in de rug voor de van export afhankelijke Israëlische wapenindustrie.
Er is een restrictievere houding en strengere controle op al deze gebieden nodig. De
doorvoer van wapens naar Israël via Nederland zou volledig stopgezet moeten
worden, en er zouden geen nieuwe wapens van de Israëlische defensie-industrie
afgenomen moeten worden. Een kritische heroverweging van bestaande
samenwerkingsverbanden past daar ook bij. Voor onderdelen van bijvoorbeeld F-16
straaljagers en Apache gevechtshelikopters zou pas een uitvoervergunning afgegeven
mogen worden als de eindgebruiker bekend is en die binnen het Nederlandse
wapenexportbeleid een toelaatbare bestemming is. Zo zou uitgesloten moeten worden
dat dergelijke wapens met Nederlandse componenten ingezet worden in conflicten
tussen Israël en zijn buren.
Het huidige beleid is streng op directe leveringen, maar staat toe dat grote stromen
wapens of onderdelen daarvoor hier de grens passeren, om vervolgens door het
Israëlische leger gebruikt te worden voor oorlogshandelingen. Vrede en
mensenrechten in het Midden Oosten zijn niet gediend bij steeds maar toenemende
bewapening.
9 English summary
Dutch policy on arms trade with Israël is ambiguous. On the one hand, there is a
restrictive export policy since the start of the second Intifadah in 2002. Arms export
licences are 'in principle' not granted for Israël, in line with criteria two (human
rights), three (internal conflict) and four (regional conflict) of the European Union
code of conduct on arms exports, which is foliowed by the Dutch government. At the
same time, the transport of arms, notably from the United Stated, through Dutch ports
and airports to Israël, is extensive and does not require any licence when originating
from a 'friendly nation'. A mere notification is sufficiënt. Without a licence, arms
transfers through Dutch territory escape scrutiny against the EU arms exports criteria,
while the United States is known to have a much less restrictive arms export policy
towards Israël.
In 2005 and 2006 alone 160 million bullet parts, 17 million ammunition and tens of
thousands cartridges, smoke shells and fuses from the United States were transferred
though Dutch main airport Schiphol on their way to the Israëli Defence Forces. The
transfers continued right trough the summer of 2006 when Israël was at war against
Lebanon. Because of the permissive attitude of the Dutch authorities Israël has
become one of the main arms transfer destinations for Schiphol.
Moreover, the Dutch army imports considerable amounts of weapons from the Israëli
defence industry and intensive cooperation exists on company level, notably between
Thales Nederland and Rafael in the production of Gill anti-tank missiles. Israël is the
5 th biggest arms exporter to developing nations, selling to countries such as Angola,
Sri Lanka, the Ivory Coast, Uganda and China, without concern for the human rights
records of their customers.
Dutch components of F16 fighters, Apache attack helicopters and Hellfire rockets end
up with the Israëli armed forces through co-production agreements with American
companies. F16s and Apache helicopters are used in shooting and bombing
Palestinian cities. According to a former Israëli general Apache helicopters have also
"proven to be a valuable tooi in targeted killing operations" which means unlawful
liquidations of Harnas leaders. Hellfire rockers are Standard equipment for Apache
helicopters, also used for destroying Lebanese civilian infrastructure during the 2006
war. For dual use goods the Dutch export policy is also less restrictive. Export licences
have been granted for night vision equipment produced in Dutch-Israeli cooperation
and for chemicals that could be used for the production of weapons. This includes
samples of the poison gas Soman. Unlike the Netherlands Israël is no partner to the
Chemical Weapons Convention.
Israël has an extensive track record of violations of international law, including the
illegal occupation of Palestinian territory, as well as a long history of staging military
attacks on its neighbours, including Lebanon and Syria. Therefore the Dutch
government should take its own policy more seriously and take on an independent
approach. It should impose a complete arms embargo against Israël, including the
transit of arms through the Netherlands and the export of components that may end
up in Israëli hands.