Skip to main content

Full text of "Biographisch woordenboek der Nederlanden: bevattende de levensbeschrijvingen van voorname ..."

See other formats


Google 



This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project 

to make the world's books discoverablc onlinc. 

It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject 

to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books 

are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover. 

Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the 

publisher to a library and fmally to you. 

Usage guidelines 

Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the 
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to 
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying. 
We also ask that you: 

+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for 
personal, non-commercial purposes. 

+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine 
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the 
use of public domain materials for these purposes and may be able to help. 

+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find 
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it. 

+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just 
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other 
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of 
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner 
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe. 

About Google Book Search 

Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers 
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web 

at |http: //books. google .com/l 



Google 



Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat 

doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. 

Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke 

domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land 

verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van 

geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. 

Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de 

lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. 

Richtlijnen voor gebruik 

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken 
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven 
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op 
automaüsch zoeken. 
Verder vragen we u het volgende: 

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door 
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden. 

+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek 
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe- 
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien 
hiermee van dienst zijn. 

+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het 
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. 

+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er 
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is 
voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval 
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het 
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. 

Informatie over Zoeken naar boeken met Google 

Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit 
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken 

op het web via |http: //books .google .coml 



't. 








i' 




^^^^«.#^. 






\ 



J. 



\ 



'"iC^ 



\\\3 
.C44 



f. 



\ 



' 1 1 



•y 



"7^431^-37.2- 



VOOttBÉRlÖT 



VaW BiM 



S CM R!TVÊÏL 



mii^iimémmmtii^iimmmmÊ^^ 



n 



^« ëjihmet bedJ^istë ió^hd^ Vdi. iièt »Mi|ll 
door den fraofen Sthri>verGootclr> lp lyMMtkin^ 
»eineode5 èo de mijne makéodQ: dÉli I)é4riffiljic> ImI^ 
Èurger onwederfprekélijk wpliff üt» Vü^r aifM f^^ÜfoK 
i/zfti/ i»etkxaam u zijn, eiHiedèn naarmate vdn'dé.j^ 
i^en dte hij hetfi imt^^mgtHi m Hint voiirtbifcti/ikkhtt 
Ibewódg mii H terftoüd^ taóth ik tul enen; aH>d4iimi 
Tuim kj iÉiihi in ij^j^het döot mij geheel l^ttfj^ 
fcend ën lüedr daü twee derde vettnj^derd AigUMk 
HttistütuHeUii Wbardmb9itk Voil N^ CkoitEt ^ t»eiiè^ 
vens hét* ip^n^vo^ daar Van i te' iaroeh XVl boe)(dfjk 
len io: fipioofri4tO) oitmakende 5 ifólledtg lagi ifélk 
ivérki bet iir Waarr alnüijn^lfidij^ tijd in hüC fè^ 
fidenidè . tijdvak hc^ft ivttggenofbeni dbëb oHh mi 
ilimü^ aangpnainé. ürijM» iNNit ik heb iKatifepMT 
gan gebukt i dat htM^mtiti^^ifbwgsmm ügfmm 
goe^eünsg iè ontvangend rhèt.'wcIfc.intoMttM^ 
uit beft (letk vc;itier ^i^.Van hljjjct> dfiRT^I^ 4ii 
y eetrtcirJDefetij het eigentlijfce V<f)t uifffial^«^ 
iRWur op cüitb.i5QO exemplaren z^b gedfü^^lx 9ft^ 
biet tw^OKUffWMdxdig getal vQfl e^iigc V4Msige0iL 8^ 

* Q hefi! 






VI VOORBERIGT 

heel zijn uitverfcogt; en, dat offchoon het Vervolg 
uit ne^eij . Dden^heljgapde. inleen min ^nftijjer 
tijdvfflc vitu^ AetJrfleo^enS. vaiti zd^i^^koa^en 
en wetenfchappen welke daar in worden verhandeld, 
is uitgekomen; dew^ cw ic^jler weet, dat ons Geme- 
nebest toen door opeengeftapelde fchokken en om- 
wentelingfia, 3tod^nigj?i^ierdt beroerd, ^at het meer 
(jalf'èens'^aar X|fnen|v4 fcI^èn tep4mien^||n ^u^ 
weinig lust liet om w^ffen *van dezen aart te" lezen ,* 
en de tijd, dien men nog aan de le£i;pur gunde, ver- 
iiO!itwii*'^wcKM^*"iiï6^^i©ê floowopen' yjn 'cie tnenigt^c 
fchriften, die *er over de gebeur ten isfen van het 
Vaderland in 't licht kwamen; met dit al zeg ik, d^ 
d)4iiüU#aaaAghedefr!iiiBgt ogenomen', heeft 'dit wtrk 
Q^>wdeiijk goed^<ertSèr: .gehad, efi wordt 'öm des^ 
Mlicré biiltngrijkhdid : (ingevolge het getuigenis v^H' 
dirltóïrijvers der Alg^milifi ^Vaderland/e Letteroeffenin^ 
;«9.,^^i^ der Neder landfe Sibliotheek én van de Boek-^ 
za^V^f^^ 'Öe vcfelvnldig© nlttrekzel8,»Velké di« tijd- 
ftiliri|v««^- daar van ihAhBö.gegeveiT,)^: tog dtkwils 
bt^èèfd.^ Jk wa& zeg ik ti- iterild&d bedajBft;, xm eenr 
MMwiiV^ltöp het töuw 'terzetten, tsta taodedenle*^ 
it^ïi t^'d^-diet) mtj mi j<ie^ ijverige Bizij^d«ii gun- 
dehj-'t^ ene mittJge ^ön- osffeBs^Togir imijl teefzame 
#ji!e n^n'^teSruUeif. < Mijne gedugteftt^bepsoflden zig 
«an'öte bètrmeestefmétnniJnéveilEfegert Jcufadighe- 
dOfi (f|ferdmkomemte^:^o|>;:;hiat V^ Üdi^Gefdhtoanrts-r 
fto^^^Wèl. op dat.-giirtfe^ltsi.iJia¥*tidiiV'^<^6)k 'mè 
S$9gfnpMe gev«oon>.l9.iïe'Mfei*i^ ,^ én zddftn%té'Man« 
:&èlikM«'ktmi#br'dirtfa ^tr^lir.eneii kring i^^ nuttig 
«lteMièüWi*tfcfiipirfj^ttiïtf.léweesti-l)f ^^ itt én«g 
t^ffföltgeritotir heUMfl;- Dm daac:dh<^lein«ljiT 
gëAétt^ gézidm^, eed bmbep^fötd ftfim iv6}ft;optev«n:/ 
tf^ei4»B'4k^mï}a"Vt)di^möniaUieefr^ikl€:^^^ 
H" t ^ daar 



4aar:vanj/hgt„^vel]: de Ned^lanén in 'c AlgemMöb^ 
. én wej rOQ6«<ï^enebetó -iq ,;$ |>iJMli^(tf : bieoefl j oOfi 
hicsr toefeepaaWe^ilc a?ij «o Jïpoit $« Ji^^^rj doordlM 
'^^r. geea opzettelijk, Wjejt, PY.^f dit.OTderwcrpi io^e 
iiQ(ierduiU« ta^lyqpr h^den i6«. 'jCXk nu he^ MnleJU 
.diog «e«evan;,vtoi het vefVMr#|»eBi yap urijO^^ft. 
phisch Ufoerdênb&fJL^ dir.Nedsrla/^dfk^^ yf^ VM ^ 
thaos io 'c lic^c gegevene.DeeU ^og ^oore^igsD 
ilaat .gevolgd te^WQ|:deti5 waai^ Vfiarbe^ (weed^ 0!m1 
l^eeds ter persfe.is, ^ de oyeiggf n «licapdjiiBn g^ 
ilpgedig ene sau wkeurige uitvoeriog toelaat ijnlkü 
vplgen 2 .d^ ftuU^n dap terfiuneo^ een %o veelinoog^ 
li]k voll|4ig^ .i>^rcHrijviDjg vftQ de leveps der fMr^ 
jiaamfte StaatamaoneD, Krijg^ldfn^ Geleerdfd ut 
^Uerleije Èakke9;^yan wetQifp^Bpeii, !fpn(tflpa#W# 
JDigt^rs eDZt. /^e: iQ de Ni^^r.lmd^nioi geboren gijqj 
af dpor inwoning als anderzipta .ï)etreklking tc^;drat 
jiaQdep gebadiieb6^ bij al ve^tjjda 

de karakÊerfchecse^ gevoegd ftaan te; worden j i»eiM!4 
>i&ns de op&elling der werkijq die ^ij aan hun, Yisrnilft 
qf g^e^rdheid.j^ln verfchuldigd;: alsipede^ dcaajQr 
«irijziog dar Schrijya:s, die. van biin hebben gdwif. 

deld, >^-,: :^. .^: ,_, .:,-.;v v .. ^ . . : ■; .: 

Dan in^ d^e. uitvoeriog. yas 4if^ <^W|BTp ,^ wi^rdi jIt 
vertraagdi,(JoW:4?nnarbeiAy^i;en iJs injysftn wedll 
in/1787 h^t terhand #fiPP«SDii:imf* bpt by«mg^ 
«leleni. van ,eep^ ^gant$ niag^^^ S^t% er) and6jF$: kffr 
langTijke. ftp%en^"W:Cft*<Ji^vl»«lpr^^ ^^ViBr 
tot op bet^^^t$f ya» 't.WV A79*> yiWf W3^.%d^ 
.feSfI<:e7,g?benrtg3irfeij,q^^ weJ|{,^(ï84<H 

* 4 ' ^/ïï^'* 



^m VOORBJSRIGT 

jBnigéi Niderlmim yoorgevatkn, etiéo bundel Ttt 

50 Delen in grooc 8vo. bèvaCj benepens nog drie 

«ndêre DeIeD5 ofider de beoM^ing van Nüuwe V^u 

uaumHHg efix*^ begrijpende die laËtfte, de merkwaar- 

digfte Hukken gedurende den jongflen oorlog dóór 

dit Gemenebest gevoerd > tot genoegzaany op de laat- 

ftt tétoltttie toe^ in het begin van 1795 voorgevat» 

lén : bier op liet ik volgen zet Dirien Registervy 

'waar van de beide^erften^ een alphabetifche aanwi}* 

sing behelzen 5 van ^Ile de Perfonen en Zaken in dè 

^o Delen van dit Werk Voofkomendé ; en de vier 

overi|;ën 9 een be r e d eneerd Register ingevolge de or- 

"de des tijds, zo wel over de 50 Delen van de Ferw- 

meUng als de 3 Delen van de Nieuwe Verzamelingy 

makende dus dit Werk in zijn geheel uit $9 Delen. 

De moeite en onbegrijpelijke arbeid dfen mij het bij- 

eendragen van het Werlr zelve 9 doch wél inzonder* 

beid het vervaardigen der Registers heeft veroirzaakt, 

l^in alleen opgewogen worde» door de goedkeuring 

n^ét welke zij zijn ontvangen , en het nnt dat daar 

nfé !s voortgevloeid, om nameutlijKirafl dit Werk eea 

diénftig gebruik te kuon'en maken j dat zonder dit 

hulpmiddel genoegzaam ondoenlijk was.^ - 

""Deze taak wedieroin' afgedaan zijnde > wierdt ik 

op niemr verhinderd yiaa mijn ontworpen plan te 

beginnen, doordien ' dè kutidigef Vertalers van hec 

nüYc^e en door bet piMi^ zo guoftig ontvangene 

Werk, genaamd: H/bfukr^-tfr Zedekumdige èefchouwing 

der -^Jlmie en votr tuKte Bewüênders : givülgd mar het 

üfea^Atflf mi }. F. ZStLNEft en J. S. LhtXG^^ hec 

vi^lk-iüj inet keurige aanlAierkingn hébben verrijkty 

|(iir!nst of tijd haddéist)^^cen zaïkKidzaaklijk Ké^ 

^fe^^daar ofl té rtt^enr^ks bet^oog mij omiK>k^ 

dié laSdgritttK 'vóór ïiijfaè rekéftTng re nemen, eA 

r ' ' ' dat 




% A» tt» ^ C H & IJ V £ R. i% 

% 

dot gMt teürerfürdigdii liêttrelktXIDeel van dk 
Werk uitmaakt^ cnder deo tijtel tinr JTorf I^egrt^^ 
éf heredmeird Rtgister ever ket gMtfcke. Werk ene 
Ook van deiea lastigen arbeid i genoot ik ene rtximé 
bebning; unsduU door het gcQoegen met welke het 
door de bcsicten van bet Werk Wierdt onttattigen; 
tn ten anderen, door het allergunüigst bericht 5 #elk 
'er in de Vadêrlmdfe Bibliotheek over werdt gegeven^ 
ëai het voo^ mij al te vleijend oirdeel ^ welk de Scfarij* 
^$mt der B9ekiMl van 179C bj. 173 — 281 'er over 
iFelden; gecélgeade zij daar van onder anderen^ 
5) Ütze iladi»tp^ef is geen gemene Bladwijzer, Hij 
35 behelit nkt flegta ene korte^ zeer gebrekkige ^ 
Ï5 dikwlla bijfcaiis oqverftaanbare optelling van enige 
i9 voorname ïaken 5 maar sélvs een kort begrip van 
55 het gehele Werk.* De idiw in het Werk vervat^ 
j, zijn 'er niet ten halven 9 en zo, dat men '^ naar 
5> gisfen, naar radcfn moet, in opgegeven, f^aar zij 
,, komen 'er geheel ontwikkeld , duidelijk en ver^ 
^ ftaanbaar voorgefield in voor«r Hierom mag déze 
^, Bladwijzer, tan4et enige de minfte grootfpraak^ 
,y met alle regt» een beredeneerd Register over de tien 
55 Delen vM dit Werk genaamd worden» Het is een 
^, Btadmjzef^ ' dair mén weinige of geen weergae van 
5^ heeft Hij kan en mag voortaan billijk, toe een 
g, voorbeeld van een goeden en bruikbaren Bladwifm 
59 %er aai^epvézen ét gebruikt wórden. De Opfiel*' 
5, Iers, denkelijk dezelveta als^ de Vertalers (*) , heb- 
5» ben *er zekerlijk grote moeite en veel tijd aatt 
ji, te koste gelegd, i^aar zij hebb» %r ook ere van^ 

„ en 



> • I 



CO D« .Il[sclstcfrcl|i|t4r «rwt^It tm HiuIcji van deze gisliii^» 
ÜM^ Biet de Ve^^Mcfers (^o als bóveó xéeds i& gezegd j mw 



^ 
i 



X y o o »i B E .R: i 6 * 

^) en «dk gdefdkeüriag van a^kkimd^vliefhebbersS^ 

/Terwijl de Schri]iteó;dcf>Z«tfMii0f^)ni<0feix». '^ oH- 

.der anderéQ i^an zeggei* : ^» De v.crviartiiger ^(vao dk 

.„ Register) 5 heeft eetr fl!méijeJ[i3k..wcA'.vcjïrigt, en 

5>,^zig5 om in deniUjl van den dag ceXebriivpq^ veip 

^y .diend gemaakt. bij de lezersen geisniücers yaa die 

jy Werk." . ' ,-.;..- r:^ 

Miader gimftig inai >d^ beoirdèïing der Schrijyers 

van; de f^aderlandfcBibliot/teek, over liet WeJck: hH 

xnil.en onder mijn opïsigt veryj^lgenargedrukt^ vt)fir 

rende tot tij cel : Lcmd^ m Stad^SH^li^tbsek ; hefiifffniM 

i7\ ene keurig9 J^erzampUng yan helanpijke GefcHide-: 

nisfem Karakterfciiety9f',svanma^è9^ H^iandefe PerfO' 

naadjeuy fnedige- Gezegdam ^ en^ W/i^isüKfOfAgtf 4fi^K\ 

dqtfii^. Door e^ G^el^di^^ on4er deixtnfptuk Ut^-» 

^pLciy Wai?t de^RwfiRfent:da^rf^.^;aö'^ zoad^rnde 

mif?A? .aaohlliBa f^ feswijis y^t %ype::fcjv^adaanige^ 

eaipd§dvel]ing'|aRH{fï^vf^ren5 .vei:wij^t heiJ.flegts i^et 

dit ^o bddrsfend. y.6o|iii( : „ a}$ Qiet w^a^dig om ge^ 

jy-l^^^^.wqrdlfh» ^ dac hiijge^p^n- enkele^ ^A* 

* j^.;ftP*<}P!«.^ï«"ïW::-h«eft geyon^SS'j jwaji^dig ,on><iea 

5,.4paqr mede te dejeo:?- en^i . iE|e^ i§r^i^r,d8 plaats] 

ï^t on» aan te^ionw^'^bw w|;egfondiftn partijdigriip, 

:^u^€r een a^n»>Q .V:<Q'(|i£fW«Fi!!F'.<)f&b^<geh«i}detdj^' 

»oGh' welke beweegreden hem .^JbiSLrfop^iïï Wl^tVS. 

ieeft gebragt; het ,eeij en ander wofdv g^fpiï^rt pot^ 

de nJtgave van het Vil Deel deze^,*ViE^Su^dat.bin- 

jjen korü ftaat. >ft •tlfcht gegevep :l«r.iyQ£ien^. ^pn]^ 

IJcl^oon liet vertiaf ysU^M^' bpek^idoof.^ajIeaiintSL^gp- 

gegroqde beoir^eHjïfeiMeti weirkig JS^ïiCgit^ .yifldt^ 

het met dit al nog zijne Bcgunftigers, en 'er is ftofFe" 

ten overvloede voor handen > om nog enige Delen te 



vArf DE» S-c H Hij v.E R. xr 

geikoi en anderen i ^ie niet daü eeer 'z(eldzaam eii 
élkwils zéér gcfcrèkMg^iin verhaald. ?;■ . • \ 

■Dan wij kercè ^*n ' 'dessen uMlap té' rojg tot onze 
Biographitj ovéf welker t)ehèfidèHng- Sk mij verpligü 
TdéèDei aan mijne kzety dir:volgwde ' verflag te ge* 

ven. ^ ■** ^ ' • • ■ 

'Tot4ietf femèhftelÖÖ'flJfar Van, zijn^t^ee middelen 
te 8iaVgénö!tfèd;"geérHkte werken namelijk van ve-*^ 
101e?|è iarty -Wïi8t If^aÊ^^akë nader; en medegedeel- 
de: Bèftgten van dè stódanigeo, diezig niet omtrek-. 
Icei&s'.dm tot tri^breiding' van«dic zo nntcig en teiFens 
vöttiakelijfc vèk *der Gefchiedenisfen behulpzaam te 
ZYjhs en licht bij te zetten; weinigen, ja zeer weini- 
gen, die ik bier coebi)' monde of brieven vérzoge 
Bébbè, zijn btriverig ^geweest om- mij de verzogte 
ópheldéritigen mede te delen ; ja ik heb zelvs het 
genoegen gehad t5':tw«e, door. hunne geleerdheid be*. 
foèmde Mannen te; ÏAtotoetöni die * mij niet alleea 
«er bereidvaoröig verfcheidene>aanmérfcciiswaardigé 
Anekdoten h,ébbé!i*»«ië(fègededdi wielke^een helder 
licbt bijzetten ten aanzien van de kara:kters van vew 
ftïheidene perfonen ƒ inaar mif; ocfeteffens hnnnè aan* 
zleaïijkfe Boekeri jèff ; öp ene^ verpligtende wijze ten 
gebrüike hebben -aangeboden : alle hulpmiddelen i 
welke ^ècvoegd , . bij die welke ifc yan de zodanigen- 
Verwagte, welfceprijs.ftellea óm aan^nuttige onderne-* 
Alh^en 'de han* cesbiedea- eri gehwdheidte bevor-: 
dèféh ,* en ik bij :dezta:-op het -vriendöHjkjfle uit-' 
lïödige,* oip tbfdit ^belangrijke vak d«r Gefchiede*' 
nis dét gene te willen bijdragen, het welk tot ont*» 
dëkHIng der deugden «)& luister vanfiunné voorop-^ 
dWsiöf 'andere naastbèftaanden kan'v^fhrekken, of 
óök^töt'. mööedelie^- vatp;beriKten over IpfFelijke dai 
dén -tan ^ Sfiiffrtmimii»^-'KrijgsIi^4eii:i:c Celeerdea.^- 

Kon» 



tii V Ö Ö R B E il I G t 

Biographiti zodanige nmtig4 l«^«^i^, cie doen kenfleni 
aan de veiftt^e^id te datCfekk^jQ , ea buooe gedtg* 
tepis tdt dflf Jate nakomelingf^phiyi over ce voeren; 
geefc mij gegronde boopi 0^91 iq miu, Toorgenome4 
taak te zullen flagen; 

• Voorts berigte ik ój* hekyfyeffyoctf^ v#ö dtti teuiten* 
fen Hoogleraar Paquot^ di^p ^^en i^ffb voor niio^ 
derdehal ve euw een bogin hétU geiBaa^t , ooi de lcc« 
terknndigé gefcbiedenis van de Nederlfindfe Ptmn- 
tien te befchrijven 2 Ci^Ako GBL]^Ei^HAU£a,i (^ 
kend ondet den Baam van tJovioMhcvsi gaf i^mm^^ 
al in iJiii ene gefchiedenis rao tloUand In ^t licht i 
waar in hij bét naamregister der Schrijver^ Van die 
landftreek heeft ingeweven^ Ia de befóhrijvïng der 
Nederlanden door ^ L. Güicöurdji^ i tv[aar van de 
eerde druk in 1547 uitkivaisi ƒ ontmoet men ene kor- 
te loffpraak van ét geleerde Mannen i welke ieder 
flad van dit- Gemenebest ^ ixi het bijzonder heeft 
iroorcgebragti Ia jjtr gaf Kor^slis CAi;.tTDiua 
den naamregister uit 1 van de vöoraaamfte Sghrijversr 
die Duitsltmd a^derd den danvs^ van de X Vide 
euw> tot op zijned tijd toe verligt Jiebben 5 en plaat* 
i}e onder dat getal zodanige Schrijvers ^ w^lke in 
de Nederlanden n&ijn geboren j dit ^elvde heeft Tar*. 
i:0fiMius voor hem gedaan ^ en Zede^d is zuj.k^ no^ 
te werk gefield doOr MEtcflioR AüfMs ^ien$ vrevji 
egter van vrij meer aanbelang is^ dan dat vaa Qallu. 
DKTs. SuFFRiDüs.TETRr^ dctd in ijpg óp en^emeer 
bijzondere wijze dè i'ntfj/e Schrijvers kennen.^ en. 
nieitegenftaande zijne dwalfogea en tdoriogeqq^en* 
!^d5 ten aan^ienvan de oudheid der jFfie^/^^na^i^^. 
gevoegd bij zijne andere gebrel^en^ kan mi^ hf^nt 
^er met 4;e^a tegt deg rpemoatzegiobi van de 



\ 



/ 



v4« D^«* SCBXIJVï:». XIII 



iNbrfte Scfcrijwrte *ijii gewwwti wcife dit v«k mat 
(toiijSe Tia<twkeurigixeiiel behandeld ^eeft^ Pakcaatigs 
yAN CASTRXCQK,.<;af1n 1601 ene lijst ^ ffoUandfe 
Scbriijyèrs yitf 4ie wel talrijker, maar egter cvej^ 
fchraal als die van GsldenhAu£a is« Godohoi> 
VEN heeft iets uitgebreider over de Gefchiedfchriji. 
vers der f^erenfgd^ Nederlanden gehandeld « in zijne 
franijk vaH Htiltandj dte voor de eerftemaal in 162a 
)tct liefat sag» vervolgens in 1636 met verbeceriDgea 
Iftrdtulct is, ei) nogmaals met aanzienlijke vermeeri> 
cferingfïn in 1685 > door Mr. Swqn van Leeu- 
v^Miïi, onder 'den tijtel van Batavia illujlrata, ofit 

0tt^mbtUngfin bon ten ooj^oi|D/ bod^tganS/ gr^ 
lm/ tece/ ftaat ti| soblhieii^t tmn Cti&*3Satattcn/ 
•BZ. is in 't licht gegeven. Albert Mi^^^eus , be^ 
floeg nog groter yeld in zijne loffpraken van 103 
oedetduitfe Schrijvers , die hij op het voetfpoor van 
^TOÖs Jpvius ontwierp, en in i6oz der wereld me-» 
dedeelde. Van weinig belang is de Bibliotheque fa^ 
nU van GnnxfeAOiiB Gazet in i6zo gedrukt, zo 
«e| als ét naamlijst der Schrijvers yan AruHs^ ge- 
vfiegd bij de Chronique Belgique van Ferai de Lq- 
ett» in I6itf l^rtgegeveo. Ten aanzien van de Ie* 
veps der eerfte Profesforen van bet Högefchool te 
iMféen^ vinét men vrij nauwkénrige befchrij vingen 
in de jicadiemiU LeifAnfisj welke in 1614 uitkwam » 
tn tot op het Jaar t^S^ ^oot den beroemden Meur* 
fSDs is wrv^^d. 

Valuiüs Andaias en Franciscds Sweertiüs^ 
ipjn de eeritai, die opisettelijk ondernomen hebben > 
tHc «oe vredige SoekK&^l der Schrijvers van de Z6«> 
l^tiiso^ Jf^ e N i n ff l t Pf^iHHtim te vervaardigen. Difc 
^an VjyuSÊBtm AkWeas kwrni In 1623, en die van 
SitEKETiOB hl iB2i&fii 't Nchft; huu ontwerp was vrij 

.na 



XIV Y o p HiBfE R I: QiTP 

na aan eHcaoderea verwant; ook mnkte.é^. tvtcin 
gebruik van denafporingendesieerflea» tn Yoegdo 
'er aanmerJteIi}k. bij.; . Valeexus .Andesas 5 natn. op 
fiiijne beurt den arbeid van zijnen mededinger te baat, 
deedt nieuwe ontdekkingen , vondt hulp in de voor- 
lichtingen van fommige geleerde Mannen , die mee 
enen warmen ijver voor den roem van . hunne natio 
waren bezield ; maakte op ene nuttige wijze gebruik 
▼an enige boeken , die zederd de uitgave van. beè 
werk van Sweertiüs het licht zagen ^ en bevond 
aig door deze verenigde hulpmiddelen in ftaat, 2ii|- 
ne Bibliotheca Belgica, met meer dan twee dedte 
vermeerderd, in 1643, in4to,op nieuw het licht üé 
doen zien. Dit werk, het uitgebreidfte, nauwkeoé 
ligfte en best in orde gefchikte, 't welk tot diea 
tijd toe te voorfchijn is gekomen, verzwolg genoegd 
aaam al het nuttige, 't welk Sanderüs over F/orw» 
deren hadt medegedeeld, insgelijks dat. van M: 2L 
fioxHORN over 'c graavfchap van Holland , en Filips 
LE Brasseur over. 't gewest tan Henegouwen; htt 
eerde in 1624, het twede in 1632, en hec derdWn 
1637 en 1040 uitgekomen. Valeriüs ANDREAa-gaf 
nog in 1650 in *t Jicht, een Dagregister rm-het. ü» 
gefchool te Leuven^ waar vatf bij Teids lang te voren, 
een kort ontwerp hadt medegedeeld. Nog hadt meb 
in dat zelvde jaar aan Henniniüs', de nitgave'van 
het leven der -Gr ^wVigflr Ptofesforen %e danken, die 
vrij volledig zijn behandeld, en eea- tijd vak van '35 
jaren beflaan. -^ ^ " » \ .'^^•^ *.«*»rV 
,.In 1701 gaf xleiöi<w(;*/ir Kerjcleraar A»RiAAN Pars^ 
uit: Index i?amv«; of JgBamcQl .tian tie !15atahtfit <K 
l^odlandfe &tM^r§bm Joxjus CmMK «f/ m tesr 

tööen int. Deze letterarbeid .hevat eifet> *d6' 30c 
Schrijvers, van ieder van vrelfcec hij » de werken -^ 
. . noemt. 



\ 
\ 
/ 
/ 



^if-nfE* ffCH* IJ VEK. K7 

nöcnat^^eti dcft-tl^dOMDwijst wa&itieèf ^iigefchreveil) 
6f'gi^loêidhebbêi]^:NieC'acoDdér mttzuilen de Itef^ 
hebbers dèr Bataaflè fetterkuikld^ die oec gefchscvm. 
vsreidc raadplegerr, én *er tiiec zeldzaam bijzonderhe^ 
dendn aantitfltai5:.di&.zïj iiiec dan oa. vlij cig opfpoi 
letlbi} aader^ Scbri] vers zouden opdelven* 
xfederd'di^x 'tijd^ met uitzondering egter van eni^ 
HnlUmdfi djdftbdften^ zo als inzonderh^d .de HaU 
lqn(^4 enrEurdfdJè.Mercuriusfen^: en de levens van 
jfiimmige Gele«den5 Staatsmannen^ loeiden en Kon«i 
4ienaars5 *gevoegd:bij de menigvuldige befchrij vingen 
éic. v^on^rNedetinndfe en inzonderheid Hollandfe 
Üeifn bet ll<Ar^eiiy isL^et wcdnig als.niets van aan<< 
<%cllang gedrukt 5 öVer de letterkundige gefchiedenfs 
vaiiont vtderland*5 tot op het jaar 17149 toen van 
HËüsasM ibij- zijne Batavia Sacra, de verkorte en te-^ 
vens. wéinig nauwkeurige levensbefchrij vingen vaa 
ëe Kerkelijke Sclirij vers der Verenigde Nederlanden 
voegde* X)it Werk^ üiet uitvoerige aantekeningen 
vermeerderd lioor Hé VAN Rhyn, is in 1726 uit beo 
létrjn-vertaald>"'in CDelén in fdlio en in 20 Delen 
in gr» odlavo gedrukt i en uitgegeven .<Hider den tij* 
telvan: fierlüellijfie üiftotie ert (f^utugetien bet jefaen: 
ifóteénigtie j^jofaintien / fiegrljentie tot lebené ban on;e 
mfit <0tlo0fi^iiet6otitdj(|eté/ mit^gotetll bcin tizUttttfiU 
ffc'^^ppen/ en ban te bodaneamfle jperfonen/ 
tte gitt <e JCanbe iti^gelercbSdb of geiliggetb gebben* 
ttitgtmunt en$. booj H. van H^usasN; i» 'ineberbuü^ 
Metgeset en met-ftame&eningen «ps^eHittt / booj H. 
TJkN RHVN;.toam>i^ mis i^ gebo^/.ene berganbei^ 
ihift obet Bet «teRi/ jiin oo^fjiigonll/ getpigt/ toaarbe/ 

Stote.ett Bebaaqt|e/;bOC2 PRANs„y^N Mieris^ enz. . 
*:ixf:57f99 jiladtfl^ r0]& }oNOH«^ bi| zijn Belgium Do". 
^kiitÊinmi .de ieien^ der Qpestelijken van zijne Or- 
den ^ 



•■<<• «1 



acvj v o p t » » t J a T 

deo» gevoeg b^ lUe vu de profiid«> wmt ui 
was huisvescende. Hij badc reeds vÈA^de DmSfÊikèm 
fun welke zich ja de Fèrtmgd^ Niderlêtuiin bevin* 
deo» gewaagd f in de Defolata Batana Dminicomu 
lo i?28 gaf KüKkAM vjur CATtEmQtiif eeo zeer 
fcbraai naamregister «iCj van de (Sktoijvers der Rem 
monftranitfe GiloofdieUfiknis ; voorts deelde PuTtR 
i)£ L4 it(^i( in 1734 mede: Ctkiudb fteünb/ üciiiU 
tnibe in stg te i&cgjf^iieté/ OBdtotett tQ HiitilleiiMtiM 
uit trfto fhrot 8it6oejt^/ met i^gebttgfe ftfxti0ieiri|iiA 
9nbertie;elbe; en in 1736: ;fti8adluntiig en S(iM|«fU]t 
9te&iiib/ IMHttettte ta jfg te- tamottbfle Jttammi 
ban ftBut m oi^bg/ bfe tmtt uH b0tQ(8erp2attn 2ftn» 

X)eze beide bodcdelen ip 410*1 fchoon op veireli#* 
niet volledige zijn c^er gants niet te verachten 9 en 
verdienen in den rang van de nuttige lectericondigé 
fchriften van dien aart 5 ene plaats te bekleden, in 
1738 e>f ^^ Heer Kaspar Bdemav uit: TrBjê&um 
grudüumf het welk alle de Geleerden en Scbrijvers 
bevat 5 welke in de provintie van CTtricAr sS ju gabo* 
renj öf *er in gehuisvest hebben j benevens derfeel* 
ver levensbefcbri jvingen 9 lotgevallen en fchriften; 
si jnde eM verdiei^elijk werk » dat aan zijne bedoe- 
ling ten groten (tele beantwoord. Van den zelvdea 
Schrijver hefeUt fisen nog in N:nederdtdts^ in 3 delen in 
gr. 8vo.: ^trtcgtffe g efleB D Stei tw te f^Weate nataf 
taetbatttHhe 1» meri Bb u waï Mg r tn 9tt «teflid^/ en toei^ 
mmelüB in be ftaH fttn^t/ jrteot boi |ite 1402/ es 
berfarritgenj boiigttanÉt. Hicsr in tttmoet men vete 
bijzonderbeden 5 die tdt optiéldeticv dtt* tevens van 
verfcheidene voorname Mannen vtt df t gewest ver- 
ilrekkeh. Schobn van geiing bidaftg, tfett hier 1^^ 
ter niet vergeten ^ een ibort 1^ j&fambfrttsi öf AI« 
xnanach door enen Tstm 1» SwiiHT mqs^geveoè* 

het 



yyiio D.^TÜ SCiiJl I| VJE R; iSVll 

400 ker.Müke.GefjrhiedfcbDJwrs .yw.ée- ymfifg4$ 
Ned^r{af^ >,, niets beVat 9 dardetfjEeivs .«aoptij^ing 
iv^i^dig oiaakc. . ; . > . -., .--. 

. VaQ ongeiBie^n meerder nut en waarde dapi di^jifit* 
fte, is hec fchane werk va^. J. ^. FoiyisNs.,' AM3a4iae 
leen te Mecftel^^ het W:^}!^ ^|j |a 1739 ia ti^ee Delen 
in gr. 4tPr uitgaf 5 en get|jteldi^: BibliotbecaBe^ica, 
Jive virortm in Belgio vita» Jcriptisque ülujlrium catOk 
iogus^ librortèTnqu^ n^mepclatura &c. Die werjc.bevtt 
eigentlijk ene vernieuwde uitgave v^n de Biblio- 
theken van VALtRius AjndhiuS) Alb. Muti^us en 
Fjgunpiscu» Swfis^RTiosi met bijna 500 artikel^ ver« 
meerderde en vervolgd tot ^omtrent het- jaar ij58o, 
fi^halven dei^e aanvulling , h^t de Schrijver aan* 
zienlijke verbeteringen en bijdragen gevoegd» tot d^ 
artikels; bij i^ijne Schrijvers ^ bevat« Ook plaa^flte hij 
in zijn werk al wat hij bij anderen van zijne gading 
vondti on vojegdc l^ij dit alle^ zijne eigene ^waarne^. 
mingen^ $n,jdie ^elke hem door epige Gel^erdi^^ vpr« 
fchaft wierden; ak onder anderen 5 yan dejBx.DA; 
Kés Poktor teX^uv^fl» HoYNqx vj^n Pa9Sndiu|c^T5 
een geleed ,K^tmnik te Jli^cliehn ei\ M* S^i^xebsj 
Sclyldcr jn-diq zelvde ftadt , Ook verbeterde hi|fo9i<i 
mige £n|ten: dooi* YaI'? AM^iif AS begaan; daxumfiC 
d|t alj heeft Ppp?9irs (pinf;!^ zijn qrigineql iviUeii 
verbejteren^ 4aar geen gebreken wareji; en^4iK^l)i| 
ook een groot aantal ar^ikdawegg^la^n^^die^iiil*^ 
badt dienen bij t^ voegen ^.^^ bj}. beeft i^^^did^aapi 
fl^kkering^aiy^ waarfchijnii jkheid voor gefc^edlcnn- 
dige w?arhedea\^ngefien»,ei;i ons d4l^viIs,j^ji]iVii^^ 
üagenvoor daadzaken in handeqgefto^tt. ^ V { ^^ 
^ Na het werk -^ J5^oppEN$,*is,.'l^r^ijns iy.e,^9,oietii 
van belang uitgekomen » .betxekj^liik.het^ondcij'reif» 

* dac 



IPg'v y p /Qi » B E R I^ o T • 

ffi^ WMt een twe^dev ed van bet ee^^ Dee/ eeo dctb 
^:d|v^ 'is in 't licbc^gegeven , die verre de vorige in 
(fotCjjheid overtreft, ^ 

|if ^775 kwam het eerfte deel te voorfchijn, van 
fieoi^ichatbaar nuttig werk des Utrechtftn Hoogle« 
;'^drv€iiiusTOPHQ|tüs SAXB5 tot opfiphrift hebbende4 
OiiP,0uz/^m literarium, fihre Nomenclatot hiftoricO'^cfu 
tUuspraftantisfimGrum mnis aetcais^ popuUj artücmquê 
fof^mula fa[ipfórum. bemy Monumentarutn maxinu iU 
}/t^rhmi üb orbe condüo usque adJaciiH^'quoi vivimus^ 
tmf<^a digestus ^ et verifimilibus y quantum jieri pattHt^ 
annontm^mtis^aceommodatus. Welk eerfie deel nog doof 
dien kundigen Geleerden met zés andere Men is ag» 
cervolgd) waai van het laacfle , waar mede' het' wexk 
^otledig iS) in 1790 is'nitgekome^^ en een gieheelopj 
Hev^sPd", H; welk met een onvermoeiden arbeid en 
4i€pd(if)igende oirdeeiknnde is famengefteld. Ditwerk 
öian( volkomen den weg, voor den genen die lust es 

^e£waamheid )s^ftiiOm€n^ algemene BiographUiidmea 
te ftellen. 6ok moét ik rondbarütg; behjdén.,: dat 
^et (Dl} nimmer gelokt «oude tijt^^ rsdnder .behulp 
Kier y^j mj jne ^iographie.^anTde Nedetlanden: in dü 
^fjoMteiieten, tfirik. hkt eerfie ^^- daar ^Van nniiit- 
gcr^ik? ^'Mett dntmMe' te hec waeck- ikm dtten Uèógé 
kraati 4U1 veiligénleidsinan^ diei niet alleen op het 
TegCftHTpoor helpt, de bijwegen dd^t^ irermijden j 
«aar teffens óók de heste bronnen atmijltf^a]: uil 
l^en veilig kan fcheppen^ . . r.^'r. r 

Van steer veel nut is mij. ook geweest, de Dt&ith^ 
ifoire 'Mt^tfique. (f Oiêiquexy van den geleerden es 
^erauftigen P. Bavl^i waar itf men otigemeen fcho?* 
|ie.$r(ikeb aantreft,^ dife tot A^Bi^gn^lde der N^def^ 
IdwMlItfn; bëfiiékking HèfajbeD^^in die van Ji G^t^jl Ghao- 
miif flrtktcepde tot era yécvoJtg hulBkyix. 'vx i^sö 

.: • uit- 



'V Air b üïr è 8 HTR }ƒ V 1^-% Ztiti 

uitgegeven; béflaande evetf Uk 4k IV bblei iü füm^ 
Vondc ik minder voorraad tot mijn óntweqti 'dD(rh 
tegcer nog al verfcheidene irtikel^ d^ar ik gètitüVc 
Van heb kunnen maken; vfanrmindet belabg %ai ^odf 
mijnen atbeidi de jyiEHonalre yan Fxo^ea M:^ii. 
Ichajsd; tib»^ liéerlijk vbndc:ik n&ij misleid'» iïi hei 
\dooifnu£elen van de EtujcJqiiedie^y ou Di&iGnairé üfft- 
y erf ei rftifmni der. ctmnorsfances fnmainisi w.aaf iiit ik 
^en gantfen fc&ac Voor mijnbntwërp^ dagC o^ teüel^ 
"iVen: doordien i(i dit'ómflagcq^\WeTkï ten minflen in 
den druk vnnTverêm, dien ikmtriicbbé.aangfefthafr, 
ten 56 likrige boek'd'eiefi in gr;, 410; beflaat, tréinlg eh 
dat nög zeer gebhekkig over 4e tSogruphie Ür Uedir- 
imden héb: :a(aiigetrdffén; Van meerder nut is «fnij gé^ . 
-weest» dé Ideuïe^DiStiónaPrs fiifiorique ^ aneidtftti if 
txtraits renuifqualfles des Hommes-Uhéftresi Purü 1769; 
5 tom^ in 8vo. ; als niede het fchone tverk van Peri 
iïrcBRONi. JMümiirks poür feMr: 4 VHifioirt des Him- 
mes iUuftires dcats üa RepvbWfoe ées Lettres ^ avet un 
Catalopceraifmni de kiirs ötfVr^j; 43 delen in 8VÖ.3 
dat van Dailmt 5' Jugemens des Javant fur les prin» 
tipaux lyayrage&^ifiy AüthAtrs\ 'ifo&veiie editiok reifue^i 
eonigie ^ óügmentée par Mr. DC^UiiMoNSrAYS: Jfm^ 
tT^S* in -ft d^len j^r* 4to'. ; Mêtffdni ctmUmant Ui 'ms 
ff les cuvroges de'plufieurs Mt>dernis^ adebret dans ia 
Repabliqué des Lienres y jra$ iMr: AifciLtcÈ ^ iMibtf. 
inemhres de. t^'Sccieté- tOüab^Tk ,Be>din. jimfii^'hiio9f 
£n óm hiei^oög-Mn bj} cevoëgenV dé %QtftSi0l itt 
feleetbe D^etilti^aaaf ik metve^t il^öelee en sWate. 
j^ën^ eèh èompleeti esceniplair yafi hëbbé: liekd- 
mjen;> qn jmaatJiffinieB, Ji)fonder})êid in dÊriciveh 
XXXII eerfte thM i d^ ftMifi^ SÊwiLë9yaR.GA^r 
VfttiESr uitgc^ëvtetf ^r uiemuiitéoteiiitUefekelrVilflr éc' 
t^èste'^itreskw dcr/ildeérdëo /^ liittijidi tijd 1 : £bfi^: 



iJOn -y o 6 a b ê r i c t 

.jQQtf o: Ia de overige delen van dit üitgdsreide werk, 
..vindt 9t;n behahren de juittreksek van JBoeken en bet 
:dageUjlc8 voorvallend Kericnieuws f een menigte le- 
vensbefichrij vingen vm Kerkleraren $ waar van de 
meesten behalven dat tij weinig om 't lijf hebbea^ 
veeltijds met zulke uitbundige en US^ loftuitingen 
xijn opgefinukt» en niet zelden ene aaneenfchakeliog 
van üiecige bijzonderheden bevatten > dat hoe weinig 
gebmik ik 'er ook in dit eerfte Deel van hebbe g^ 
maakt 5 die. ten aanzien van de volgende delen nog 
fpaarzaoier door mij zal gebezigd worden; en ik in 
^t vervolg geheel van geene Predikaacen oog Leraars 
van andere gezindheden gewag zal maken» dan die 
door 't uitgeven van hunne lettervrugten » of door 
andere merkwaardige bijzonderheden y aanfpraak heb- 
ben 9 dat hunne namen voor de vergetelheid bewaard 
blijven. 

Behalven deze opgenoemden» heb ikocfc van een 
groot aantal andere Boeken tot hét famenftellen van 
dit werk gebruik gemaakt; die wilde ik 'er alle de 
tijtels van affchrijven , dit Voorberigt gedeeltelijk 
in een Catalogus ftond ,te herfcbeppen : ook zou het 
bebélven dat nnÉtelooiiwjeii: zijn^ doordien ik in na# 
vblging.van den Hóogleer^ar C. Saxe^ zorgvuldig 
io acht genomen hebbe» om aan hét ilot van ieder 
Aitikcl» de Schrijvers .niet alleen te melden die ik 
geraadpleegd hébbft» Jnaar 'et zelva nog anderen bij 
te Voegen» fot gQbruik van weietgierigen » die uitge*^ 
bteider ooderrigti Vfsrieogen. ^ Artikels .waal bij meqt 
geené ScArijVers gemdd vindt» zijnntit Handschrift 
ten«'of Aaotekextiage&.Ottder miji:hrrustende.y en opt 
welkeai.cgtheid ik vsfttti&en kaï) ftritfowen» of wd. 
uitmedeRedeeU^fieHg^a- vaaG^skefden^en ondeiKr 
Sexfoiieb^?d]fr(3iüi<kli^nin bet;KÉvoÉdar«kiyan nutfi 
tig«,.andernemiogen , vcivaatdigd. Niet 



' ^iet\l\eth tal nieh ^ Mt mfii Dal ««««Il Vët# 
levéfi»fic^tzen.aantreffeo5 die aimiiier id ImI llMlet* 
duits ïii jn *gCfffleeii i;effltakt| maat selvè êeQ UBtfL 
zodanlgëo^-^aar van geeii aanteengefctaakcM'VttlMil 
bij enig aild^Sctirijver ifi een trreemde taati^li W«io> 
den. U)t dit gezegde moet men egter niét^tfêMen^ 
dat ïk ét tottt verwaandheid koesteik^ lli{| tl ¥kr* 
beelden i dat ik ietö völlèdigs toude hthbtW^éShff^ 
bragt^ óf dat die werk in alle öpsigtet) aan geeotirct* 
beteringen i )a zei vft aanKlenttjke Veft>eteiiti}gm WOfih 
de onderhevig zijn; ik k^^^ae de nietwaardlgheld tM 
mijne eigene kragten te wét én daar bij de geHngheld 
Van mijne kundigheden 5 om hier zelve MO oge&bJift 
aan te twi jfFelen ; alleen is tiiijn oogmerk füMTy ca 
hier doof aan ce duiden^ dat ik zonder mij aaü groot^ 
fpraak fchütdig te maken i kan zeggen t 5^ dit Ik Ia 
3, dit vdfc'Vai^ nederduitfe letterkunde 3 een metÜMUi^ 
3, ke ftap verder ben gevotderd^ dan iemand tatt 
35 toijbé voorgangers ; en dat n&ijn VoCM-béeld^ b€* 
35 kwamer Mtonen tot ene drijfveer Iran verftrdkkeDi 
ij om leb .beter en dat meer volledig isi ten maiüM 
i^ van defzei» tak der Gèfèhiédenis» aan biiODrtatdi^ 
i5 'genoten mede te dblen.^ * 

In vete mijna^oj^ellen z^t m^ bevinfdefii éit ik 
doorgaat}^ getragt hebbe m tevotgen^-de handelw^tt 
éiei FhiPfABmai in agc nam r » door zijden laivmi* 
befchrijverèlis worde verhëalt'9 kier in te iiefcbeirbcN 
ftaani. 5^ Hij verheft 5 dd'^èel hij kan, de ttitaiin-' 
35 tende^Héadender gtote Mannen t en bdaogeada 
jiy hunne gébf eken 5^ gewèagt hq daif van niec^dtt 
55 voe^'rid Verre' dit nodig! iSj-oMl dé gelijkeiiia.vail 
3*^) hnn afbeeldzel te bewaren ; en hij geeft zig geeoe 
35 moeite oni daar van in zijq Gefcbiedverhaal een 
^r.V^WJf^}^^?^^ te ^oeni 4e$ loopt Mj *er Hgr* 

♦* 4 . \H Jwöi 



tXV^ V'O Ö feB--Ê R I G -T V 

I 

^.keotdO^t hdeak^fpar^<to als bet war^iije jarQio 
59ri9M<VhtltiI^e nacutic i: Ui cisedelijcteD met deirzel ver 
jèt.Mfil^^9idy'Wdk.e ibcm Aiet jtodiet ecn|;Qbeel vqK 
Ai.dflwii^^ncJSii^l'yQor deirdag cc brengen «jbec geen* 
M.i^eo fiqm.:m)geo nemen; voor een model van vol-* 
3# rWalKpicboooheid, deugden wijsheide^' (<) 

tt soufl^.vericbeideoe voorbeelden tot ftaving dat 
ik deaeigiridene^lea beb soekéd na te volgen, kufinea 
a#AVQei^n> ••deeh ^imi) e^nkël bepalen. tot dat der 
levcnqfi^hets van d«n oofterflfelijken Hoogleraar Pe- 
WVtGAfAn^i in. .een volgend deel van die werk doot 
mq |(Q|iintsi:« Hier. fchet^e^^ik met zulke kvendtref* 
fende |^euren als mij doenlijk is 3 de wonder volle be« 
gaaftheden en deugden, vm} dien groten .Man 3 zijne 
mpOsliQVQPdbeid 3 meevt^aanJigei deelneming in bet loc 
zjjn^l^ïtuurgenocen, zm wien de konst hem geene 
middbtea: aan de hand gaf om bon leed te verzagten » 
of hubne fmerten te lenigen : een ^Man , onaangeroerd 
zijAe gtott kunde en ervareqdheid in alle de delen der 
Crenéès?:^ Ontleed- 5 HeeJ- en .Vroedkunde; ..die zig 
meeatcdoor eigen oefFi^oipgs behalven dat.» h^eft be- 
ksnaxxt^Sfixnaikt y in l^^e ïricoi^fFenen /vaa.velerleije 
konden en handwerken: want hij was «en vernuftig 
Ximmerm^ü, Konstdraij^ri Boeifeérder^ Steen- en 
BeeldbxUver^ . fchilderde en tekende meesterlijk 3, jn 
e£a>ii4ord» daar, was, genoiegzaam geene mecbanife 
wetei^a()3 of hij wa^.ter in bedreven enz*. Met .^e* 
zeai^groteiPüM^ns leyepsfghfiifi gevorderd zijnde tot 
aafT!dfSi;e)ïs$<^atkai)d^l§P|>bflan^ óncfoaptlüj 911] 
akL'tiHaRe^jen raakt Bijt :S[Hia ^ezigt j nKJjaepen ver-^ 
toadtiL^ÈifsMms wel y^rdiepden lof^n^uitmuQtende 

"m Ijjïiify^iW.ifef poórU Grieken, en $.omemen ondirlbtg yirgetckén 
ifooJ KüTAAdHirs; t ü;iVlfi:^A7. de fchoüé ^0**611 J/auart 




VAÜ DEK ^ÓHRIJVER. XX\t 

deu|*Bnteïfctai|Jte9j ^iffrypgr^Jtf/pBekendtden 
te vermeiden , waar toe hij niet berekend fclieen , eo 
die .ew bewijze ft]r^eii*«::4ar d(? tosafftej deugde 
«amfte ea kimdigflre vttzmik^hmn^ ^^e zijde 
Iscbbfla^ tü met opboxidén mtoSchÈü te ïijs» 






* ' Cu;» cu/;>a;ii fl^jf^ «^S<? fit^^ uimnéyivit. 

->■<■)*■-. »*.'i, «•» ...I .^ • •«•- .. 

*^&o($nlieü tiü ae VboMiad tot diè Werk in geteed- 
hcfïd liegende, 'rtxeestiaii öp itaijn któn^doch voot mij 
aangenaam buiten'i^rtói jlf, in het eenzame Camperyetri 
géio^^y is beoeffisnd éts. famengefteld ; en indien dë 
aanWddens^aardï^êA^rzienigbéid- goedkeurt ^ mij 
dsfer toe onderftieiAifif in mijne fcfimiliendé jaren te 
vêrjguöfnen; fflijti vcwmietneir in^Kjfe ir, aldaar in 
het'rüseigè ftiH6,'-Vei1i<^ijderd van "de wbèïiögen der 
ftad/hetQverlg'eté1>ewerlce)a; zó^feómt hetlilij niet 
oneigen voor, dezéfifaflfe 'dlgtregefs cüöder het Af- 
bëèldllei van den Hr. B%tLL'éT'llaahde;-]faet veranJ 
derinj^ varf- flegt* ' driè''^ woordien i; imj töé te eigenen. 

: A Vabfi di^mfififmge. if da la vmiti, : 
. . . J-ai pürcouru.Kk^oirey & yen.fis:fnon étude 



' . r ' •ff 



Hier me^e mijn^Vobrtéjigt béfluitérrf^ voege iK 
hier enkel nog bij, 'wge wfini||^ aanv\illipgjïn, en 
verbeteringen vaa ^g^ilopen groyei drukveileiE}. 

{*) De derde regel vin het originele if dus: , ^ 
y*adoptai la CritJ^Uf, €? f^n fs mon éiudê. ~ ^ 

•'^ ' ♦♦ V VER- 



SüCVI 



V ZKUÈ EttntRlUCtK 






. <nrijro,v1* aU Gèteei* A Sdir^tft ook: botend 
Zie vair:hetti^£:JBiHL l>i|ft'Mri.v}S e^ 7. ScaoodEv 
<2; Gvumiof Tr^eS. p. 451. . Zmiums, de NovelUs Leo* 
f^, p. 339i «n ÏV^. ai Mia: ScHpior. NóveHas Jw^ 
ftiniM iÜujiranti^i ' p. ig: Tqf. 'GikbES , Hi/f: ' Reform. 

.. . Bejchr.fon^Jiddam, IV. !>. bj. sfi 

: . . . leerden , wiS HuismülN ; zigd v«d^wa|i genaamd « JoKuriisf 

HuisMiJi; .Qol^ :2^ broeder ^ die Rigter en Regjfsgele^ 

^ ..de in Öostfrmland geweest is. ;'7-^ Comuko., ^ 9^£j 

' . yt^-. bdfw. cL.32. p. ao» UiL Eioai^ /ïcr. fr^. Lib. 

XXEX. p- ^^7. & Ub. XJJLI. g. óéi*. Mattb. v. Wiqot, 

BL 93. AITZ^MA (fOPP£ yAV^ Wts aooh ir^ia SessLm,, 
. broeder- vaaLauwS' en vao -Mmiiai»». dea vtder vti^ 
LnuWEy den historiefchr^ver. In 11607, heefc hij ladjnfe 
gedigten uitgegeven ^ wetke aeMzim voorkoilièii.' Hg 
was geacb&b^SiïcHlriymcSi CMniKüs-» CAkAoiosvs. In 
bit; zei^^-jéu , gaf h^^' te BOUt^ uH : DI^Ênatmum ex 
Jure Gvili i Kbr.'^ Il , ^«Use de taifiooaria .Meerman 

^.. heeft lateijf herdrukken in het VL Deel. van zijnen The/au* 

^*" 'rtu-Win^^^ fiP Éciïejiasücil •- ^ Öüdu, i^(/?. 

^ p. 209. CasaüboÜI, Èpift. 13- J7'3- 'Ï75; 414^. 4i«^> 
434.- 449;'"MiMMAif , iV»/.-*Tam. VL 27«/! ^«r.-ipi-s/ 
D. Gerdes, F/^. Ubr. rar. p. 8, 9« C. Saxi, Oiimajl. 
Pars IV- p. 183.'^^ ' ' ■ ■ . 'i 

BI. gg. ATTZEMA (LBEÜWE Vak). Het grafTchiift van de- 
zen beroemden Historiefchrijver , is te lezen, in Ben- 
THSMs, Jg^. J(ii^« tm»eff(tt(tnfiaat/ II. tj^. 6U 607,609. 



i-t'r'"* •» A ^ 



W. 



m, 148, ALEl^YN (Z&CBAS[Aft:B9NQRIK), Bicr van 
ISjtyim en biidfi IjmiMg^i Scb|pü «q IUmI qd .Ah 
; fMmy erwetir in di eodgricü^JMdt itgug^iceidtieid» 
latLjnfe en nodieüd^itiii d%c- #A tpIkiiodiL Hg ftudeenlo 
te Jmjieldm, onder Pstrus Buaiiaiivvi JiyiMfttf; en te 
Utrecht j onder Wjusiuiig en Ruckjul, en werdt gepro* 
moveerd in hot jaar 1762., I^aar j^i oeffende hij zig in 
's Hoge, in detn^akfijk der ftgte^> eir'lierte thnck druk- 
ken Qmamkia PoiticA in 8vo. Hig was een deugdzaam man.^ 
waardig en werkzaam lid van het Ütrechs Genpotfchap 
ZHdces ofOe maia Mtffa, en i^Jde Leijdfe MaaXfchappij 
van Letterkunde : in welker iferhsn eii in de Tweede Proe^ 
ye van Ë»t Utrechts GenootTchap^ verhandelingen V^ ÜBm 
te vinden zün, gelijk mede in de Nieuwe Bijdragith tb* 
derhand fchreef hi|j > ene Handvol (unmerldng^ en dertien 
Brieven aan eén Vriend^ t^en den Hoogleraar vajü Ói^ 
M£RT. Bij uiterfteü wil , vermaakte hi} vele oude neder* 
duitfe beëken en bandfchriften , grotendeels gekogt uit da 
r verzameling vi^^ftALTB. Hinnbzcom, aan de Le^dfo 

Maatfcbappli.' Tig ftierf in 1787» 'oud 45 jaar. 
ƒ BoLTj ^Kfof 'liBi^A. BaarUm 176& p. 24-26. 



^» ' ;*. 



Biè isi* ALKMAAlti^EODa)RIKvM), vrcfit door fixomfgeki 

-' gehouden vVbOr^déQrSehtigvttv Fabel 

• van Reindte ift^r^. zfl Saxi, Onom. Pars lU. p. ^55; 

dödi te önvegüe i^dewijf B. lov AuitAift geleefd en ge- 
ictmven hééft' in het jaar 1499^ éï 'ér leeds ouder ^üe^ 
^düftfe uftgaven vtfa die Febél Y6or handea zija; ab te 
Ge^ in ii(7'9> tote X>r{/% i&^^4^« 

KriTCB A]LFRBN.^BE&MAN vAir)» beilk «oe do8terna- 
:. . gdatefiii irsl^ fetfouwd geweest, is» .met een zoob van 
'. den geweleii jdüfioediois van WiuoM 9221 IV, den fto- 

V ftsfer Wnenw 

BI. 171. ALPHEN (HIERONYMÜS SÖüONS van). Deze 
Hoogleraar beeft een' eooa nagelaten , welke iUad int 

de 



.. • êe VrócdöSiap *^<fctóf gowcésis Js/'feè *?aöh vafa itiiSh 
•^ ^w 46 dé thafi» fei^Ê^ HiÉkc^-li^ ^iiir'Al>Heir, gewezen 
, ^;:i.^Thcïtorïei:'^ Gefriëritóï'^ér Vnie. 'Dcifefe (fc vorert f rocü- 
.' ' -c^lftifr 'GénertUfc! W'Wftfrtti en Ater'na ftnfionaris te Le^*- 

--' -'-'^^ gcweesti ■■" '• ■ « '^ • ■ '• .- «'•--■ 

:- ö R ;ü,k.v:e I t.Ê N. 

JBtadz. 24/ rég, '31. 'ftaatifcr Prififej'lées des Pfinfé. BI. 

27. r. 27. (teff sjffi', 1. dezes zyn. "BI. 29. r. 11. zoda- 

'fiig, 1. izo ak r. 27. Chaüsépied» I. Chaufepied. BI. 31; 

X. 20. noor^ 1. hi. BI. 33. r. ïi. defirivet-y L zijne. BI. 

34.: r. II. zijnen loppione^ I. zijh Ipopbaafi." BI. 35. r. 2, 
' Jumnum^ 1. hominem.' r.' 3. 'dixeren^y I. dvxeriiii. . BJ. 37. 

i. 20. beoefenende, L .bcoeffende'. 'Bi. 41. r. iil bij 'wien; 
'"X bij welke.' ;'èi.'i^3.'"jÓH. Acronius, g^ftqtvên. 15(53. — 

'iSuFFR. pETRJj Str«^i.'2^y*. Z)ic. Xn. i.* 'VrÜrmoet, -^Zrwï. 

Fn/. p. lèo. C. ^Axi. ÖwöfB. liter,y. fiï. p.'^ji. Él. 44. 

f. "16. Schellenhoiity 1. Schéllihkhóut. . BI. 47- r. 3. voldoe- 

nsnde^ 1. vcildoen(!e. .Bl.*52..r. iji, t\^do' h Fiilda. f, ig. 

'ï wtf/^e, r.^^elke. ' BI. '$6. Over de GcldferTe Adelheiden, 
nJB^ JPoKDAil }V€^d'94aAVA Tiet O^^Mb; ,1^ Qelderlani^ 
l3lUfl59«..^.a♦4 4ni5^^/8^fewp'l«im,ate4|,^^^ zijnes toorns. 
-^■J^}. 61. J". 4fe*iW; yi^, il. w^. .r;;!*. •m^ns^ 1. wier. 

o!(?f«ly Hqow> ^k 0«aa^(3ir^^ £Idour. .61. 1^9* r. i\.w> 1* 

/ïé?/o2tf, 1. fchaamtttedstiii .BL JS-^S-^^K^ oyirfchtsi y 1. 

overfchreden. BI. 80. r. 35. de Voller, I. de Volder. 

*£SIï ifo^r.t^ ^f^AT^ói', IM^aUAt^'MHr: ii. SonpEritf 

-'M <-h 9-**^t<ta4«f:.4;i^tltaVit' #w' ifiZiXü^r^'^UD^- ^« 32- 
Poeta, 1. Poêtae. BI. 156. r. 18. U VMCUXf. -BlAs/. 




^ 



BIOGRAPHISCH 

WOORDENBOEK 



DER 



NEDERLANDEN, 



/\A (ADOLF van dp.r^5 gefproten uit een overoud adelijk 
Geflagt in Braband, zooii van Johaw, Schilder aap 'en Schout 
te MecJjelen, gehuwd aan Sophia van Nispen; was een der 
tekenaaren van het Verhoud der Edelen , op den 5 Van Gras^ 
maand des jaars 1566 aan Majrgaretha van Parma, Land- 
voogdesfe der Nederlanden te Brusfel overhandigd ;' ook beloof- 
de hij 400 brabandfche guldens tot goedinakmg der kostcri 
daar van, te zullen bijdragen. Wagen. Fcid. Hift* Vl- 125? 
255. In 't jaar 1567, werd hij door den Hertog van AlvA 
gebannen, ter oirzake dat hij had fitméngerparincn m' een 
aanflag op Walcheren^ om welke te begunfllgen, hij krijcfsvolfc 
te Mintwerpen had geworven; doch welke aanflag verijdeld 
wierdt, doordien de regering van die Stad 'er de lugt van 
kreeg. Vervolgens werdt hij ihgedaagt, doch niet verfchij- 

nende, verklaart lijf en goed verbeurd te hebben. van 

Met. Ned. Ilift, fol. 54. verfo. Hij fneuvelde op den 21 ju- 
nij 1568 'm den flag van Jemmngen. — - J. W. te Wa- 
ï£R, Hiji. 'vm 't Verbond der Ed. II. D. bl. 135. 

AA (ADRIAAN van der), van Keulen geboortig, is Pas- 
toor geweest td Noordwljk ^ ftierf aldaar itn 11 aug. 1640, 
L Deel. A cii 



% ^. (APR. AERT2. y. d.) AA. (Cïm. CAR, HENR. v. a> 

en heeft de roem Eagela'en,'dat hij een braaf man was, ea 
kupd[ig iq zijn beroep. i Owlh. van Rhijnlaiui, \>L 206. 

AA (ADRIAAN AERTZ. v .^N der) , beiiende , na 
ceni^ ^.en .Schepen in 's Cra^^enhage te zijn geweest, in 
litfi bet Schout-anibt , aUHian J. dj? Riemer, Bê' 

Jclff}jving van 's Gra^etJiar-e^ II. D. bl. 61. 

^ (ALFER VAN D£k), was in e faien 1403, 1405 ea 
I4PJ>^ Qnc^einian van ' eL\ Botierl uden Gilde te Utrecht; in 
'1^0^, lÏQofdman te veJe van der (krdiif hataUe; in 140^^ 
141 1, 1413 Vel epen; in 141 5 Burge.neestei- , en zweeit in 
die hoedani. J"!e:J , geen ballingen te zullen bcganftigen. — • 
K. BUrman, U'reckjclie Jaarboeken y I. D. bl. 36, 40, 52, 
72, 90, 105, 118, 162, 172. 

AA. (CHRISTIANUS CARÖ^US IffiNRICUS van der), 
Loiaai' der Lutheifchc- Ceine^nte re Haarlem^ Lid en.Seci6» 
taris van de Holla-drchc Maacfchappij der Weteiifchappea 
^n dcrzciver Oeconomlfch:n Tak enz., is op i^c,-^ 25 aiigusA 
tus 1718 tfi Z'wolle geboren. J:Dj vcrüok nog zeer jong zijnn 
de met zijnen gi-potvader naar Lej'Jen, alwaar hij in zijn ze^ 
ycnde jaar op de latijniè fchoolen geplaatst wierdt, en de 
zes Ujzondere klasfen daar van, in het tijdperk van 2e\en 
jai^, met de werKzaamfle vlijt doorliep; zo dat hij leeds in 
zijn veertiende jaar als Scud-^nt' werdt opgetekend, ^^n Leij- 
duns. Hoögefchool , genoot liij het onderwijs in de Oosterfc 
talen van den groten Alb. Schultens, tefFeiis met vïjt 
de W^kundige lesfen van den beroemden *s Gravesande ho- 
rende» en vooral ook gebruik makende van de onderwijzin- 
gen van Petrus Büfj^ian in de fraije Letteren ; en in de 
godgeleerdheid, dat zijn voorname deel was, wierdt hij on- 
derwezen, door Taco Haijo van den Honert. Zijn aka- 
(Jcmifchen loop her met rcem voleind hebbende, ging hy 
in 1737 de Hogefchool van Jena bezoeiien, na kort te vo- 
lden op den 15 'ebruarij namelijk, üijie preiikgaven in dé 
nieuwe Liitherfche Kerk te- j^m/leldam voor een menigte toe- 
"Hoqiexsi dm do^i; c:e reeds yei'kregen icem vwiden Jongeling 

wierr 



AA. (CHRISTIAN. CAROL. HENR. vilt bm) ^ 

Vrïerdeft' uitgelokt, te hebben doen horen. Te Jenn nam 
hij ook zijnen tijd allernaarftigst in acht, en genoot het on- 
ierwljs van de Profeifoi sri Joh. Goth. Tympiers , G. C. Stel- 
WAGE«r en J. E. Pfeiffer tot in *t laatst van 1738, toen hij 
in zijn vaderland te rug kwam , en wel dra te Aikmacar , in het 
begin namelijk van 1739, tot Predikant in de Lutocrfche Ge* 
meente wierdt beroepen. In 1741 en in 't begin van 1742, 
IdeeJt de Gemeente van Gouda herhaalde pogingen cm hem 
tot haren Leraai- te bekomen , zij boden hem het beroep 
lot twemalen aan , voor 't welk hij egter niettegenflaandc 
den fterken aandrang, bij herhaling bedankte. Het fcheen 
evenwel zijn lot te zijn , de leerftoel te Alkmaar nog dit zeivdc 
jaar te moeten verlaaten 9 om voor dï^it van Haarlem te verwis- 
fclen , want aldaar in meij tot Predikant aangedeld zijnde , nam 
lijj dit beroep aan , en heeft tot zijn einde toe dit gewigtigc 
taak met eenen voorbceldigen iever, en onder eene algeme- 
ne achtiijg en liefde zijner Gemeente waargenomen , en zulks 
gedurende het uitgebieide tijdvak van ruim 51 jaaren, predi- 
kende meestal vopr eene talrijke fchaar van toehoorderen, 
onder welken ook doorgaans leden waren van andere Ge- 
zintheden,' uitgelokt door zijne ongemene talenten en preek- 
gaven; ja 's mans roem was zelvs over zee gevlogen tot in 
fcet verafgelegen Oosten; want hem wierdt het beroep van 
Batavia op ds allervöordeeligfte voorwaaiden aangeboden, 
Yoor 't welk hij egter , zo wel als in het jaar 1755 voor 
dat van *s Hage^ bedankte. 

Laat ons nu tragten een flauwe fchets aan onze lezers 
nede te delen van de z:els- en gemoedshcedanigheden van 
den in alle opzigten groten van der Aa, van wien men 
ftiet regt kan zeggen , 't gene Nepos eertijds van Dion ge- 
tuigde: „ dat hij ve'ele goederen der natuur bezat, en on- 
„ der deze, een leerzamen en vriejidelijken aart, gefchikt 
„ tot alle edele konllen, en een aangeraam deftig voor^o- 
^ men, het welk niet weinig ingang heeft." 

Daa ter zake ; &' een fchoon wel gecvcnredigd ligjiaam , 

A 2 ge- 



^ Ml (C^ffJSTIAN, qAROL. HENRIC. van d£&) 

gepaard bij een gelaat daar de vriendeipe opregtheid., guU 
\' innein^iicihcld en inwendig vergenoegen , treffend gcfchets^ 
tlijn'4"n» woonde bij onzen van der Aa een allercdeüle ziel, 
liij was e^n man van een fcherp doorzigt, fchrandcr oir- 
dc'd en uitgebreide kund'ghcden; inzonderheid, was liij zeer 
I)cJrg\cn in d^ Wijsbegeerte, vooral in de Bovennataur- 
kiind?, en in de (lellige en zedckur.dige Godgeleerdheid, 
Waarheid gold bij h?m boven alles, en deze zugt deedt hem 
\er.clieidgnc leciftellingcn der fcholen, met vrijmoeJig^.eid 
o'iLicizoc'-en, en zijne gedagten daar over even rajmoedig 
vQorll'jlIen, Intusfchen was. en bleef hij altoos een geüou^f 
aa::hangcr en ijverig voorflander van de.i christclijken Gods- 
dijn ■;£ , zonder ecnig deel te nemen in de pogiigen der 
if.(v truaamde nieuwe ReP^rmatoren , die van het Chi-istendom 
r.i^^cs dan Ó£ blcote naam fcliijncn te willen overlateiv 
GOD is de liefde, was zijne geliefkoosde Helling; en hij heeft 
eer e reeks van Predikatien gedaan, waar in hij verfcheidene 
lc:;iflcl!ingen ^an deze waai'heid toetst, en naar deze regel 
uitlegt; ti'üiiwens, dit getuigen ook de veelvuldige werkcip 
die van hein het licht zien, ja daar op bouwde hij alle zlj- 
:c overdenkingen, en openbare en bijzondere onderrigtin.- 
gen ; uit dat oogpunt befchomvde en vertoonde hij , aan zij- 
ne GanL:c::r: , alle Gods befluiten , befchikkingcn en da- 
den, cm haar daar door tot c^ne dankbare en vurige we- 
derliefde tot God te ontfleken ^ en di.s ook verdraagzaam 
én vriciidclijk jci^ens hare medemenfchen te mak^n , daaf 
God hen zo lief hadt; dat vuur zogt hij gedurig in hcJT 
a.in te wak. eren en kragtdadig werkzaam te houden. IJvq- 
rig was hij, en arbeidzaam van aart; zeer vriendelijk in dep 
omc^ang, dcelende gaarne zijne gedagten en kundigheden ma- 
de, en zig met niets liever dan met gefprekken over gelee^*» 
de onderwerpen be^ig houdende. Ook bepaalde zig ayrif 
werkzame geest, niet enkel tot de beoeHening van den ar- 
beid en pligten aan zijn ambt vcrknoat, maar ftrekte zig 
tevfenf uit tot die der wetcnfchappen in 't algemeen, waar 

Vim 



Aa. (CHRiSf IAN. CARÖL. HENRIC Vitt DEk) f 

t^t hij een Vurig liefhiebber éö Voórfttódét Wès* Dé thl- 
IbfMJ/rfe Maatjchapprj der IFeténfihappm , in 1^52 te üd&^leM 
opgerigt', zal eene duurzame verpligting aan hem behoiw 
den, niet alleen uit hoofde der getrouwe waarneming vön 
iijnen post als haren Secretaris , maar ook zeh^ WG;5cns 
ftet deel, 't welk hij in haien óirfprong, opkomst en Verde- 
xien bloeij hadde; zijnde een der eerfte oprigters geweest Van 
dit eerfte geleerd Genootfchap in ons Vaderland 5 gelijk cok 
vervolgens niet weinig heeft toegebragt^ tot de invoering van 
deszelvs Oeconmifchen TcA in 1778, waiar van hij ook dé 
werkzame post van Secretaris heeft waargenomen» 

Na ruim twee jaren voor zijn* dood, een ligteh aanMii 
van beroerte doorgeftaan en gelukkig te boven gekomen tö 
zijn, behield hij, tot aan zijn laatfte ongefleldheid > een on- 
gemene mate van ziels- en lighaamskrapten ; en^ geduren- 
de de elf weeken, waar in eené ftaag toenemende ver>:wak- 
king van levensgeesten, en verfterving der uiterlijke de- 
len, de wisfe voorboden waren van eene kort naderende 
dood, verftrekte hij tot een voorbeeld van giootheid ea 
fterkte van geest en bedaardheid van gemoed , zo wel als 
van christelijke gelatenheid en onder\\'erping aan zijn lot^ 
nevens een helder uitygt op h«t toekomende, tot op het tijd- 
ftip van den nagt tusfchen den ai en 23 September 1793, 
wanneer hij in den ouderdom van ruim 7S jaren over- 
leed. 

Weinig Leraien beleven het genoegen, dat hij ruim eén 
Jair voor zijn aiïlerven genoot; hij vierde namelijk op eene 
jilegtige wijze den 12 aug. 1792, zijnen vijftigjarigfen predik^ 
dienst bij de Gemeente Van Haarlefn^ door eene welgepaste 
Leerrede ; welke fonderlinge gebeurtenis , ook i$ vereeuwigd 
door den groten kunftcnaar J. G. IIoltzhey, op eene Mc- 
dailje ter eere en gedagtenis van dezen in alle opzigten bè- 
minnenswaardigen Leraar ^ geftempelt , en wöar van men 
de befchrijving vindt in de Konst- en Lemhde^ X* Deslj 
bli 14 en 15. 

A AA (I'l^ 



I 

j 



4 AA. (FlLiFS vAif ber) AA. (GERARÖ van de») 

AA (FILIPS VAN der), ccn broeder van Adolf, drukli^ 
de zelvdc voctfhippcn, was niedc een der tckenaaren van/ 
't Vabond^ en wordt gevonden onJcr 't getal der genen , mcl, 
wien de Prins van Oravji^ Willem den I. gq^kirende zijne, 
eerde krijgstogten geheim verftand hieldt, latende mids zij» 
afwezen , veele zaken van gewigt door Iiem uitvoeren. vAjf 
Methren Ned. Hijf, fol. 66, In 1570 en 1572 lieeft h^ 
ook Je wapens tot ledding van zijn Va Je; land opgevat, en, * 
toen Nüordholland zich tekens den Spanjaart verklaarde, wierdè 
hij aan Di&k Sonoy StadJiouder van dat gewest, als Raadg^ 
heer toegevoegd, in welk bewind hij zich met veel moeit 
kweet. In 1575 wierd hij Bailjuw te Gorkum^ en ftlIJe in 
1579 eenen opftand te Bmnniel door de Roomschgpzfndeit 
veroirzaakt. Hij huwde in *t Jaar 1541 met Clara des Bar» 
RiES. Men vindt een Pennln^jplaat van hem bij van Loon» 
Ned, Hlstorip, I. D. bl. 114, en zijn afboeldzel door den 
meesterlijken hand van Vinkeles gegraveerd, is hier bijge- 
voegd. 

AA (FLOBJS VAN der) , was een van de drie Edelen , 
welke in het jaar 141 5 heer Jan van Arkel, na dat hij 
uit Gelderland was geweken , op de grenzen van Brahand be- 
trapte en naar 's Hage voerde, alwaar hij op de voorpoort 
gevang(2n werd gezet Hij genoot 20 wel als zijn beide mak- 
kers , voor deze vangst een goede fomme gelds. ■ - Wa- 
gen. , Vad. Hijl. m. D. bl. 389. 

, AA (GERARD van der) , mede een der tekenaars va» 
het Ferbwd der Edelen, huwde aan Petronella van des 
Laan, bij wien hij twee dogters verwekte, de oudfte Ma- 
ria, en de andere Anna genaamd; dczt laatHe trouwde me( 
(^n lieer van Obdam, uit welk huwelijk gebooren wierdt 
Niklaas van der Aa , Kollonel in dienst van Willem deh 
I., die ten echtgenoote gehad heeft Margriet Hoeffman^f 
. vrouwe in Kleidaai ^ Artslaair^ Sto\ers en Kmwmfiein; een 
zoon was de vrugt van dit huwelijk; deze ook Gerarjd ge- 
heet 



AA. (GER. RENESSE y. d.) AAi (WlLJL V. b.) t 

fceè^èn^ wès heer ran ZevendBr en StoêmWnfeè/^ troirtwilè Mc 
Theódöra van Duivenvoorde i fen t«ras t'é l^tftè VSktt ^ei 
iftam, doordien hij in 1632 kinderloos'' over éedi iijii ^M^ 
Vader Gerard dien wij hier bedoelen j was een ijverig Vöi^ 
Ilander der Vrijheid', en overleed in het jaar 10641 ririim 
S. VAN Leeuwen, Batav. ilL IIL B. bl. 1157* 

AA CGE&ARD RENESSE van der) ^ wierdt in dSii jüïi 
ióop door de Staten van Utreclrt in de plaats véii Ni* 
JCLAAS Berk naar Afitwerpen als Gevölmagtfgde geawndén; ööi 
het Beftmd te helpen fluiten. — Wagen. , Vod. kijié IX*. 
b. bl. 435. 

AA (GERRIT van der), verko7,t in het jaar t45a2jijnén 
watergang van der A , aan Dijkgraav en Heemraaden Van dë 
Langevliet^ om die te mogen diepen, graven en fchouwön* — — 
K. BuRAtAN, UtreckfclK jaarboeken ^ II. D. bl. 42i* 

AA (GERRIT MAXIMILIAAN P\>TSSEN Vaü bjlk>, 
JBéer van Deijly Decan van St. Jcin\, en geëligeerde Staat 
■s Lands van UtrecH, overleden den 20 Januarij 1733; was 
•t laatftö mans oir van dit Ge.lagt, en is in den Dom met 
•t wapen in 't graf begraven. H:j was voor *t öeist gé- 
itrouwt geweest met Johanna Antiionia van Lynden, dog- 
ter van Steven, heer van Hoevelaken, en van Jacöba Maria 
Van Reede; na het ovei lijden van deze vrouwe, h rtrouwdö 
hij met Anna Maria de Marees , dogter van SaMueL ^ heer 
van Maasbérgen, én van Margaretha Trip. lüj heeft bij 

clk3 vrouw eene dogter 'verwekt. — AbR. Feiiweiida 

9 

tJèd, Gejl. Stam- en PFdpenboekf druk van 1785; L Deel. 

• AA (HENDRIK van der), een broeJer van GERRir, ont- 
moet men als Schepen te Utrecht in 1467 , vervolj^ens als Raad 
in 1470, 1472, 1474 en 1476;- voorts wederom als Schc* 
pen, in 1478 ei 1480. — . K; Burman, ÜtrecUfcliê Jam- 
hoeken^ iL D. bl. 496. lil. D. bl. 2, 72, 104,-143, 211^ 

431. 

AA (WILLEM VAN der) , was in het 10 noodlottige ja*ir 
Voor d^ Republjjk der Ferenlgde Nederhfkkn 16725 Bin'g2- 

A 4 ©öö^ 



8 AA, (WILLEM van mr)', 

sieester.en. Vroedfchap der Stad Rotterdam 9 en de antillad- 
bouderiaanfche partij toegedaarï; dit was genoeg om argwaan 
tegcDs hem op te vatJbn, zo wel aK tegen zijne nicderaads- 
vrienden Joaj» Pesser eo Adriaan Vroezebt en den Penfio- 
Haris jd« Groot, benevens ecr:ige anderen, diQ hunre party 
aankleefden, en waar van fommigan op (baat aangerand, gc- 
(cholden., en gedreigd werden, lüj fdiijnt van het cordaate 
begrip van de Groot geweest te zijn, dat om de oproerig- 
heid te ftillen, men flegts twee of drie van de be'hamers bijj 
de kop moest vatten eji naar vcrdienfle flraffen ; doch dezó 
l^eilzame raad vondt g_en ingang, en de regering had geen 
herts genoeg om daar toe te befluiten; geen wonder ook., 
doordien 'er in de VroeJfchap vei fcl:eidene fchurken zaten, 
die om hunn'e eigen grootheid :c bc\ordeien, naar de ver- 
andering fnakten, welke uit c!e oprc^rfgheid te gcmoet ge- 
zien werdt Deze onrust duurde dan tot den 28ilen jimij ,• 
•toen het gemeen op den 29 aan hoj^en te famen fchoolde, 
daar den Predikant Jacouus Borstius de vredeiie^ ende lesfew 
van zijnen Qoddclijkcn meester in ve^.-^etelhcid flellende, het 
vuur des opjoeis aanflookte, en aan de onftuimige gemeente 
vroeg : „ of zij niet begeerden , dat de Prins Siadlmder ge- 
„ maakt werdt? of men het eewwlg EdiÜ niet behoorde to 
vernietigen? of men de Prijis niet behoorde te ontjhan van 
„" den eed, bij 't aanvaarden van 't Kapitein - Genéraalfchap 
„gedaan?'* En toen alle deze vragen met een genoegzaam 
algemene kreet van ja beantwoord waren , ijlde men naar 
•t ftadhiiis , plalitte het oranje-vaandel op den toien , én 
dwong de Vrcedfchap tot een befluit overecnkomftig hunne 
begeerte; dit bleef 'er neg niet bij, maar de V:ocdfchap 
wierd nog daarenboven gedi'ongen om dien zclvden nagt het 
befluit, om den Prins Stadhouder te doen verklaren, te on- 
dertekenen, en van de piüje te doen afkondigen, hebbende 
fommlge burgers gezworen, allen, die niet tekenden, den 
bals te bleken, en de huizen van die gereh, welke ter Sïjad 
uitweken, te zullen plunderen. Intusfchen vIooJ.va;» der Aa 
uit Rotterdam , daar zijn huis wel dra ingevolge :de gedane 

be- 



M' (YSBRAI^D VA3Ï DJRR) AAGT. (JAFIfilS) .$ 

bcdieiging, voor een gedeelte wierdt geplunderd. Hij begaf 
aich naar 's Hage, daar hij fpoedig in 't oog jiep; en zo alt 
den fchelmfchen Verhoef liaderhand verJiaald heeft , even alt 
het braave broederpaar de Witten zoude zijn gehandeld ge* 
worden , was hij niet fchielijk uit him gezigt geraakt. ■ . ■ 
Wagen., Fad. Hiji. XIV. D. bl. 77, 114, 17^1 

AA (YSBRAND van der), was in de jarön 1402, 1404, 
J406 en 1410, Schepen der Stad Utrech; in 1403, Hoofd- 
man te velde van het twede Batailjon , het welk te .ens Heer 
Jan van Arkel uittoog; in 1408, Onderman van het Ko 
renkopers Gilde; en in 141 2, Burgemeester. Hij komt voor 
als een wargeest te zjjn geweest, en was een der fti-.ters van 
het oproer, dat in 141 3 zo geweldig b'nnen de Stad en Pro- 
vintló woedde; werdt in 141 5 ontburgerd, en ten eeuwigen 
dage uit dé Stad Utrecht, en uit allen landen en paaien vaft 
Holland gebannen, bij verbeurte van het lijf. ■ K. Bur- 

MAN, UtrecUfche Jaarhceken^ I. D. bl. 2, 39, 42, 03, 7p, 
p8, iio, 130, 170, 179. 

AAGT (JAFIES) is de liaam van een vrouwsperzoon, wel- 
ige omtrent 't midden der zestiende eeuwe leefde , en zig door 
hare goddeloze praftijken om menfchen ongelukkig te doen , 
worden, heeft berug^t gemaakt. Aanleiding tot het plegei» 
van hare fchelmftukken , gaf het volgende: de Wethouder- 
fchap van Haarlem in welke ftad zij huisveste, had het heil 
van hunne Burgers op 't oog houdende, altoos gezorgd, daff 
het fchoutsambt door mannen van eer en kunde, bekleed 
wer Jt ; maar het gezag en de invloed welke de Ketterinees" 
ters overal hadden, was oirzaak,.dat deze ge wigtige bediening 
aan zekeren Jacor Foppens werdt opgedragen, die hoe on- 
deugend pok, egter om zijne haat tegens andere gezinten, door 
de Roomschgezinden als een halve heilige werdt aangemerkc 
Kaauwüjks was deze knaap in zjjn ambt bevestigd , cf hij nam 
alle middelen te baat, hoe ondeugend ook, om zijn lejigo 
beurs te vullen ^ onder andere even fchelmfche praktijken, 
gebruikte hij lieden die even ondeugend waren ais hij , welke 

A 5 zich 



tü^ AAGT. QAFIES) 

iich bij dè gegoedfte Burgers wisten in te drfngën én In g*» 
ftadige vrees te houden, met hun uit eene gevéins e viiend^ 
fchap té waarfchouwcn j dat zij bij een Schout waren aai}ge- 
klaagd als ketters of vija'^den van Filips of Alva , en gevaar 
liepen om wel dra gevangen genomen te worden ; zich dan 
teffens aanhiedence, om bij den Schout hunne tiisfchenfpraalc 
te zijHi en hem door mi-del van eeiie fonime gel^ te bevre- 
digen. 

Onze Aagt bekleedde eene der voórnaamfle rollen , onde^ 
flit fchandclijk gefpuis ; zij was 'er ook volkomen toe gefchikt , 
want op 't uit^vendig vertoon ♦was zij zeer vroom , en zoüdé 
Om niets ter wereld eene mis verzuimd hebben , ook ging zij 
alle maanden ter biegt en communie. Op voorfpraak van een 
geestelijke, had zij de bediening van haar man die poorticr 
was geweest, behouden. Doortrapt was zij in het uithoien 
van de dienstboden en kinderen der gegccdfie Burgers , teo 
einde gewaar te wordei , wat 'er in 't binrenfte der huizen 
gezegd of gedaan weidt; ontcehte zij dan iets daar de minfté 
vat op fcheen , werdt zulks aan den Schout medegedeeld , en 
ile ongelukkige flagtofïbrs van zijre fchraapzugt, onder de hand 
door den een of ander van zijne fpionnen gewaarfchouwd van 
het hun nakende onheil, die zig dan als door menschlié* 
vendhcid bezield, liecen ovei halen, om Foppen^ te bew^n 
gig door een ruim gefcherk, te vreJe te flelleni 

Gebeurde het dat men iemand aantiof, die deze raa:lgevïm 
gen in den wind flceg, en van geen göfchenken wilde horen ^ 
wél dra werdt hij het ongelukkig flagtofièr van deze * fchraap* 
zieke vervolgers; zo als oneer anderen blijkt, uit het geval 
van zekere Tanneken Ogiers, bekend voor eene godvrugtige 
en welgegoedde vrouwe, doch die nooit ter misfo ging; dit 
berigt was voor Aagt voldoende, om hare gangen van na* 
bij te befpieden , en zij werdt uit de dienstmaagd gewaar , dat 
Tanneken 's morgens en 's avonds , op een klein kamertje in 
j£en Bijbel las, en vervolgens op Jiaare kniecin een gebei 
deed. Aagt ging hier op haar waarfchouwen , dat zij hij den 
jBchout was aangeklaagd. Doch deze vrouw in plaats van dit 

vrouw* 



9) 



J^/OJ&T. (FE-IP VA») AALST. (GEÏIARD yab) u 

i^ouwmensch of FoppeKs de handen te vullen/ erkende dal 
•Zij van de roomfche dwalingen afkerig was , waar op zij 
door den Schout uit haar huis werdt gehaald , en de gezegde 
Bijbel voor haar gedragen wordende, van de buuren geviaagJ 
zijnde, wat zij gedaan hadt? ten antwoord gaf: „ de fchijn- 

heilige Aagt heeft mij verraden, en aan den Schout aan- 

gebragt, om dat ik beftaan heb in Gods woord te lezen; 

dat ik voor een ieder beken de waarheid te zijn ; willende 
.„ ik liever het leven verliezen, dan deze troost derven." 
Bij deze belijdenis volhardende , werdt zij in 't Spaame ver- 
dronken , en hare goederen door den Schout aangeflagen. 

Na het plegen van nog veele fchelmftukken , waar onder 
2clvs moord.cn brandftichting , heeft Aioi* ten laatflen het 
k)on van haaie misdaaden genoten , en is na volledige eigea 
bekentenis, op de gewone ftrafplaats te Haarlem levendig 
verbrand. ■ J. Kok, Faderl. JVoordenh I. D. bL 10-15* 

daar men wijdloopiger bericht van deze booswigte kan lezen* 

AALBERT, zie AELBERT. 

AALHUISEN, zie AELHÜISEN. 

AALST (FILIP van), was een der genen die het Fnltmi 
jdir E4elen ondertekende, hij moest zulks met zijn hals boe- 
ten, want op last van Alva gevangen genomen zijnde, het 
dezen wreden Landvoogd, na hem een geruimen tijd in den 
kerker te hebben laten zugten, op den i junij 1568, bene- 
vens zijnen broeder Pieter en verfcheidene andere Edelen, 
opentlijk te Brusfel op een fchavot den kop afflaan. — — ■ 
VAN Meteren, Ned, Gefchkd, IIL B. bl. 57. in folio. 

AALST (GERARD van) , llierf na een kortftondfge ziek- 
te te Westzaandam den 29 juni 1759, na ruim 50 jaren ab 
nederduits Gereformeerd en zeer geacht Leraar in den v*djn- 
gaard des Heren gearbeid te hebben; namelijk te Vuren en 
J^alem omtrent 2, te Sommelsdijk 9, en Westzaandwi nabij de 
40 jaren. Dat nu van Aalst godvrugtig was en werkzaaan f 
getuigen zijne Geestelijke Mengeljluffen 2. Delen in Svo, en anr- 
rieie uitgegevene boekskens, waar van men de optelling in 

het 



/ 



/ 



tï AALST* QÖHAN , JOOST viu\) AALTJE. AAST* 

liet Naamregistef van J. Abkoudi bl. r. kan vinden* 
£oekz. 1759- *• b^- i^?- 

AALST QfOHAN van) , was dé eerde RoomscI>priester die 
na de hCiVorm'ng het Pausdom afgezwoien hcbuvijde , dé 
hervormde gemeentens van Vleuten^ Hermeten^ Spanner, en om- 
liggende Dorpen , als Predikant heefi bediend, lilj llicrf iri 
een hogen ouderdom te Ütreck, in het jaar 1673. ■ 
Kerkl. Oudh. van Utr. IL D. bl. 347. 

AALST GOOST MATTHEUS van) , in zijn leren een 
vermaard Ingenieur, van Blokzijl geboortig, vindt men van 
aange:e:;end: dat z'ch door Graav Lodewijk van Nassau liet 
gebruiken, om, met gioot gevaar van zijn leven, Steenwijk 
dat men voo: neemens was in 1572 te bcleaeien, te gaan be- 
fpie.'en; hij volvoerde zulks, dan egter mislukte deze onder- 
Dcming. ■■ VAN Genten ^ JJiJl. van Enkh* bl. 262- 

AALST (PAULUS van), ^v^ in ce i<5 eeuw leerde, een 
Konstfchil'er, kopie&:dc vooitieiTelijk de ilukken van Jöai^ 
DE Mabuze, en fchilderde zeer net en zuiver glaasjes met 

bloemen. Hij woonde en flierf te Antmrptn. K. v. 

LIander, L^vm der Schilders. L D- bl* ic8* 

AALST (PIETER van) , een broeder van Fïlip hier bo- 
ven gemeld , onderging om de eigende reden , het zelvde 
lot. V. Metersn, Ned. Hifl. III. B. bl. 57. in folio. 

AALST, zie AELST. 

AALTJE WOUTERS, geboortig van Ape^^en, verliet höt 
Roomfche geloof, en deed belijdenis van dat der Wederdo- 
pers; hier ov^er te Amjlcldam gevangen genomen, en in do 
bij haar aangenomcnc leer volhardende, werdt zij door beuls 
handen in het water gefmoord, op den 15 meij 1535. — — • 
Beekman, hefchrijviiig van jis^eren^ bl. 371. 

AAM VAN DER BURG, was een welgefteld Bou1\Tnani 
door wiens zonderling geval het JVoud in Delfland gelegen, 
<fe naam van 't Hooge of R^ke Woud h^^'x bekomen ; dit 

Wiud 



AARE. (DIRK van der) , ty 

ffToud is een dorp ruim een half uur ten zuidwesten van do 
pad Delft gelegen , en wat verder ten noordwesten van 
'K; dorp Schipluiden, Aam een inwooner van dit gehngt reei^ 
inet ta^aaif zijner zonen, allen wel uitgedoscht, te paard, 
eenen der Hollandfe Graven te geinoet, en bpqd hem zij- 
ne zonen aan. De Graav wierdt door dit onverwagt gezigC 
getrofFen, en vroeg hem, welk voorregt hij ten nutte van 
^ijn dorp verlangde? „ Geen ander," was het antwoord van 
den ouden Aam, „ dan dat wij ons elgQn Pastoor vrij en 
„ -zonder befpiering mogen verkiezen." De Graav ftond hein 
zulks geredelijk toe; en het is uit kragte van deze vergun» 
ning, dat nog heJen ten dage, de Piedikant van 't Woud 
door alle de mans ledematen wordt beroepen , zonder dat zij 
aan het vragen van eQulge handopsning of goedkeuring ver- 
böTiden zjyn- ■ ■■> fegemv, Stagt der Vereen. NederL VI» D. 
bl. 524. 

AARE (DIRK van der), de 32<le Bisfchop welke deïi 
kcrkzetel van Utrecht beklom , was een verflandig doch teffen* 
hooghaitig man, ait een aanzienlijk geflagt gefpioten* 

HJj was Pi oost te 'Maastricht , toen de Bisfchoppeiijké zetel 
van Utreclit een geweldige fchok onderging, door de x^rkie* 
;5ing van twee. Bisfchoppen tefFens , Aarnoüt VAif Isenburcj 
namelijk en Dirk de Hollander; de eerstgenoemde werdt 
door Graav Dirk den VII ; en , Hollander coor Graa^ 
Otto van Gelder , onderfteund. Gedurende dit gefchil ftierf 
Ij?ei;3ukg , en in deszelvs plaats werdt onzen Dirk tot BiSf 
fchop van UtrecJa verkoren. Hg bevondt zlg als toéfl in Itcp^ 
lie ; doch van zijne verkiezing berigt bekomen hebbende > 
fnelde jjij ras 4iaar Utrecht , en vondt het Bisdom aldaar met 
ZA^.are fchulden beladen; ten einde het daar van te onthef- 
fen , zegt hij van zijne magt gebruik te maken, doch vondt 
iu he'w uitceifünen daar van , een groten tegenftrever ia 
Willem Gr^av van Holland; hier uit ontllond een geweldK 
gen oorlog, tusfchen gemelden Graav en den Bisfchop. Dee/ 
laatfte begaf zich met toeftemming van zijn Kapittel naar/h>jv. 
hnd^ op hoop van aldaar eenig geld,-bjg wSze van bede t» 



•^ 



f4 AARE. (DIRK van der) 

• 

bekomen, Willbm ,' die zijn broeder Graav Öirjc , FilesJmA 
voorheen gc:veldaiig hadt afgenomen, on in 1205, zei v' ia 
iijn' plaats Graav van Holland werdt, wilde niet dulden, daC 
tjjne onderdanen met belastingen bezwaard wierden , noch 
dat men geld uit zijn land voerde. Hij rustte zig dus tegeni 
dèn Bisfchop uit , overviel hem op ecnc geweldige wijze te 
Stav&f'ent nam hem aldaar \n St. Odolfus kloosier gevangen ^ 
fcü iragttc hem naar het klooster te Oosterzee te voeren , doch 

'de Monniken geholpen door vecle go/sd:enft:ge FuqCqïi, die 
den bisfchoppelijken ban vrees Jen, fchoten ter zijner hulpe 
en verlosten hem uit handen van den vergramden Giaav. De 
Bisfchop^ naar Utrech te rug gekeerd , verkropte gedurende 
cenigen tijd zijn leed, geenzints uit cliristeüjke zagtmccdig- 
teid, maar bij mangel van magt. Intusfchen verbond zich 
Willem met Graav Otto van Gelder, nam gant^cfa Over- 
ijs/el weg en leide bezetting in De^^trtter, De Bisfchop verza- 
melde hier op een magtig leger , en trok tegens hem te velde. 
De Graav verzeld van Otto , verwoestte intusfchen met zijne 
hollandfche benden , al wat aan atzc zijde van den TsfH 
lag, en floeg zelvs het beleg voor Utrecht. Middelerwijl 
werdt Otto door Hendrik , Hertog van Braband gevangen ge- 
nomen. Graav Willem zulks horende, brak van vcor Ut^ 
recht op, om zijnen fchoonvader te verjosfen, veroverde met 
geweld 's Hcrtogenbosch y en nam de beide bloeders van den 
'Hertog ven Brahand gevcngen. Hendrik zulis ter ooren ko- 
mende, trok de met buit beladen Hollanders na, en vondt 
hen onbezorgJ, als geenen vijand verwagtenie hï] Hcusden, 
viel hen aldaar* , zo onvoorziens en vinnig op *t lijf, dat de 
gantfche legerplaats werdt ingenomen , en de Graav zelve ge- 
vangen. De Bisfchop deze blijde male gehoord hebbende, 
maakte zich zulks te nutte, en roofde op verfcheidene plaatzen 
in Hollaiïdj waar na hij zich naar de Velwwe begaf, Zutphm 

. en Deveiiur innam , en grote buit maakte. Tusfchen den 
Hertog van Braband etf den gevangen Graav \^an Holland werd 
middelerwijl een verdrag gefloten, waar bij de laatfle een 
goed iluiver losgeld moest betalen » 't welk dom fbmmigen 



AARE. (DIRK yjjf vuy tf- 

pp 2ÖOO mark zilver wordt begroot, Eeni.^en tija hier na, 
wierdt 'e: een v.eJeveïboiui Juslphen den B^sfchop en dei 
Graav geflotei). ^ : 

Geen minder aande3l hal deze ze'vde Bisfchop aan dei^ 
oorlog, welke daar na ontftond door het gekoppelde huwelijk 

X van de Gavinne Ada met den Giave van Loon, die, als 
verre bencuen haar in rang, onder anderen ook hierom, doot 
den broe.Ier van den overledenen Giaav Dirk, en dus den 
oom van Ada, verdreven werdt. De Graav van Loon zag 
overal om hulp uit, ja zelvs bij Bisfchop Dirk, die hij ook; 
in zmie belangen wist over te halen , door de belofte vaa 
aan hem e^n gefchenk van looo mark zilver te doen, en over- 
winnaar blijvende, hec graavfchap Holland van hem ter leen 
te zullen ontvangen. Bisfchop Dirk de hoop kitte'ende om 
hier door meester van Holland te wor'en, viel aan *t hocfd' 
van een leger in die landftreek , zelv* eer de Graav van Loon 
'nog te velde was ; hij nam de burgt te Le:jden in , vérmees* 
terde binnen korten tijd genoegzaam gantsch Holland, en keer* 
de voorts naar Utrecht te rug. Doch de vreugde over dezo 
overwinning was van korten duur , want Graav Willem her- 
overde fpoedig al het verlorene. De Graav van Loon , Ada 

- C11 ha^e moeder werden, niet zonder lijfsgevaai*, door be* 
hulp van Gysbrecht van Amstel,- binnen UtrecJa gebragt* 
Ook waagden de Utiechtenaars met eenige gevlugte Hollan-» 
ders verfterkt, nog ecnen kans, en begaven zig te fcheep 
onder geleide van den Bisfcliop ,• namen bij verrasfing Dord- 
recJit in, en na die Stad geplunderd te hebben y ftaken zij ze 
in brand. De Graav van Loon , zo wel als Bisfchop Dirk 
met dit al geen kans ziende om Graav Willem te overmees», 
^eren , floot de Bisfchop met den Graav eene voor hem weinig 
voordelige viede. 

Met dit al , heeft de Bisfchop zig door de veelvuldige oorIo< 
gen dien hij gevoerd heeft, in geeneh dele. verarmd , maar 
wel in tegendeel voor zo verre verrijkt, dat hy de landen en 

^kastelen, die bg^ bij zijne iomn op deQ bisfc}ioppelpen zetel 

HBfr- 



t6' AARNSMA. AARSCflOT. (HLII^S van CROY,). 

vevpanJ vondt, heeft gelost, de agtcrllaL'cn aan hethof vaa 
Hofiie vcrfchu'digJ , betaald, en alle zijne vesringen verbc* 
terd, en van gcnocgzaame Ieven«middclen en ammunitie voor-* 
2ien. 

• Bisfchop Dirk vak der Aare, heeft 14 jaaren geregeerd, 
h in *t jaar 12 12 te Deventer gcdorvcn, en in de Domkerk 

te Utrecht begraven. J. Kok, Vod. Hlardenb, en da 

doör hem aa!:gchaalde Schrijvers. 

AARNSMA , is de naam van oen oud adel^k GcfTagC in 
Friesland^ doch voor lang uitgeflorvcn. 

AARSCHOT (FILIPS van CROY, Hertog van), is ge^ 
fprotcn uit een voornaam JVederlandsch, o^ liever Brabandsch 
Geflagt; zijn vader mede Filips genaamd, huwde Anna eeno 
dogter van Karel Prins van Chimay, bij wicn hij drie zo- 
nen verwekte , waar van onzen Filips de middelde , zijn va- 
der in *t jaar 1549 in alle deszelvs erf- waardigheden opvolg- 
de. In 1556 wierdt hij door Koning Filips met de ridtier- 
orden van het Guldm-vllesvcreord, en in 1559 aan hem het 
bevel over eenig krijgsvolk toevertrouwd; cck wiera hij na- 
derhand tot lid van den Raad van State veil^even. Schcx>a 
hij geen groot vriend van Granvelle was , verklaarde hij 
cgtcr volmondig aan den Graave van Egmond , dat hij n=ers to* 
gens hem hadt, en weigerde diensvolgcns ook in het Fcrhond' 
der Edelen deel te nemen; ja in tegendeel, beloof'.e hij in 
1567 aan de.Landvoogdesfe, het dcen der nieuwen eed tot 
handhaving van *t Roomfche geloof, waar aan hij ook ge- 
trouw bleef, en in alle zijne daden en handelingen blijkca 
gaf, dat het bewaren en hciflcllen van die Godsdienst, hem 
ftauw aan *t harte lag; zulks gaf zelvs gelegenheid tot het 
munten van eenige Gedenkpenningen ter zijner eere, die men 
big G. VAN Loon Ned* Hijlorip» L D. afgebeeld en befchie- 
ven vindt. Om met nadruk te doen blijken , dat liij een te* 
genftiever van de verbonden edelen was , liet hij in tegenover- 
(telling van hun bekende Gmzemafje ^ eenige LdeyeyrouM'en 

beeldtü 



AARSCHOT. (FBLIPS vak CROY,) 17 

' Méjes naar die van Hal gemaakt, op zilveren phatjes ^ 
ftempeld, vervaardigen, en droeg die zo wel als alle zijne 
huisbedienden aan den hoedband, ten teken, dat zij zich aaii 
de Roomfche Kerk verbonden hielden. Met cSt teken te 
Mrusfel verfchijnende , kreeg hij wel dra een menigte navolgers. 
Ook behaagde dit zo zeer aan de Hertoginne vanParma, dat 
2q 'er terftond Paus Pius den V. van verwittigde , cie hier 
van vreugde over juichende , dezeh^e deed wijden , en aan 
die, genen die ze droegen, verfcheide aflaten verleende. 

Aarschot wierdt min of meer afkerig van de Spanjaarden , 
toen hem in *t jaar 1576 door Roorda, te laste werdt gelegd, 
dat hij de oirzaak was van 't gevangennemen van den Raad van 
State te Brmfel ; doch de Staten het gedrag van Roorda afkeu* 
rende, droegen aan Aarschot het opperbewind der zaken, ^ 
inzonderheid van den oorlog op. Don Jan van Oostenrvk 
s^ls algemene Landvoogd in de Nederlanden gekomen, fteldo 
onzen Aarschot in 1577 aan, tot Burggraav v^n ontwerpen ; 
ook verfcheen hg kort hier na als afgezant te Geertruidejiberg , 
ten einde zoeken te bewerken , dat het euwig Edikt in Holland 
QTx Zeland mogt worden afgekondigd; doch het gelukte hem 
niet, om Willem van Oranje en andeien, tot de tekening 
daar van, over te halen. Tegen zijnen wil, viel ook na den 
dood van Don Jan de keuze tot Landvoogd , op den Aartsher- 
tog Mathias , fchoon hg te voren door den Raad van State 
jeeds tot Stadhouder van Flaanderen was aangefteld ; ja zijnen 
drift tegens den nieuwen Landvoogd was zo vurig, dat hij 
als het hoofd genoemd wordt, die het ontwerp fmeeddc, oni 
Matthias, met behulp van het leger te Wavere, in zijn ge- 
weld te krijgön; welke aanflag egter, door de legerhoofden, 
die genoegzaam alle Oranje toegedaan waren , verijdeld 
wierdt; en ten gevolge hadt, dat den Aartsheftog meer ver- 
kleefd wierdt aan Prins Willem, dan aan Aarschqt. 

Veel opziens baarde de gevangenneming van den Hertog 
VAN Aarschot in Gent 9 waar toe het volgende aanleiding gaf: 
hy hadt, toen hij als ftadhouder van Flaanderen j te Gend Inge- 
baald werdt, onder anderen te kennen gegeven, dat hij kwam, 

h Deel. B oïö 



it AAR5CHQT, (FBLIPS vaiï CROYO 

om dQ oude gerechtigjied^n te h^rft^llcn; dit z^gen, verwekt» 
^^rdogt bij verfcheidene aanzienl^ke vrienden , welke de 
frïris VAji Oranje in die ftad hadt, met name Frans vau 
Hi-THüLLE, heer van Rijhoxvij Jr. Jan van Imbize, Kroiveli> 
ijn ^ndeicn, die den lugt weg hebbende van den toeleg om 
tien Prins te vernederen, en in aanmerking nemende, met 
velk een* bieden last de Hertog van Aarschot door den 
rc^Qienden Raad voorzien w^s, begonnen te diigten, dat men 
hun bij ene merkelijke omkering der dingen, rekenfchap 
inogt afvordeien van bedrijven , die zij niet dan voor gunfti- 
ger legters zagen te verantwoorden, 't Gebeurde zelvs, dat 
RvriovE in gcfprek geraakt met de heren van Champagnei 
on SwEVicHEN, die den Hertoge van Aarsciiot waren toe- 
gcvo^^d , zo nadelig van den Prins hoorden gewagen , dat hij 
zich gedwongen gevoelde , het zijre 'er tegen te zeggen; 
waar door hij , en allen , die met hem den Prinfe en d^n on- 
loomfthen Godsdienst, enigzints aanhingen, gemijd en ver- 
dagt gehouden werden. Hier kwam nog bij , dat enigen tijd 
da^r na , Imbize den Hertog van Aarschqt op ftraat ontmoe- 
tende, hem aanfprak, en aandrong op de beloofde verkon- 
diging van herftelling ih de oude voorregten. Aarschot hier 
op toornig wordende ,^ hadt de onvoorzigtigheid , van te zeg- 
j^en: „ dat men die muirei s, die. vrijheidkrafjers wel zou 
„ doen zwijgen , met een ftrop om den hals , al waren ze nog 
„ zo zeer opgeftookt door den Prins van Oranje. " Op di^ 
zeggen, vatte Imbize en veele der omftanderen vuur; men 
loopt te wapen; de burgers kiezen partij, deez* voor Aart 
SCHOT en die voor Imbize; de beweging egter duurde niet 
lang; doch was maar pas geftild, toen Ryhove ter ftad in- 
kwam , en vernemende , wat 'er gebeurd was , *t fpel op 
nieuw a^n den gang hi^Ip, drijvende dat men gevaar liep van 
*t bedde geligt te worden, zo men 'er nu op flapen bleef. 
Zijne aanhangers, behalven Imbize, die zich l^uiten fchoots 
hield, volgden hem naar 't Prinfenhof , en naar 's Gravenflot, 
prikke!eu4e, onderweg de gemeente aan, met begeerte naar 
vrijheid en eeie» 'zonder egter merkelijken aanhang mede te 

flec- 



AARSaiOT. (HUPS van CROY,) 19 

JDeepen, Ryhove, toen bezeffende, hoe gevaarlijk hij ftond^ 
Cn wat hem een kort en moedig beduit waardig zou zijn^> 
fpoedde zich naar 't huis van den Hertog van Aarsciiot, doet 
2ig openen, neemt den Hertog gevangen , en voorts nog ver* 
fcheidene anderen. Toen was hij meester van Gtnè , daar hij 
2ig flerkte met 300 foldaaten , en de burger-vendels , bij voor- 
laad , aan hem deed zweeren , tot dat 'er nader last van de 
algemene Staten en ioxi Prins komen zou. — De Staten 
en de Prins toonden zig intusfdien zeer misnoegd over deze 
ftoute onderneming, die fommigen evenwel willen dat met 
overleg van^ Oranje gefchied was ; hoe 't ook zij , de Hertog 
VAN Aarschot wierdt fpoedig op vrije voeten gefield, en hjj 
veifcheen eerlang als hoofd der afgezondene Nederlanders op 
de vrugteloze vredehandeling te Keulen. 

Aitcwerpe^i in 't jaar 1585 aan Parma zijnde overgegaan* 
beiloten de Spanjaarden en Italianen , op den brug, die over 
de Schelde geflagen was, ter eere van den overwinnaar een 
plegtige ftaatfie aan te rechten. Parma over de vinding van 
hunne erekronen, wonder in zijnen fchik, befloot den vol- 
genden dag, door het aanregten van enen maaltjjd hunne 
blijdfchap te vermeerderen. Het leger deed zijn avondmaal 
op gemelden brug, waar bij Aarschot benevens veel ander<j 
heren het eten voordienden en de post van fchenliers waar- 
naipen. Aarschot, die zederd de overgave van Brugge , tot 
ftadhouder aldaar was aangefteld, werdt in 't jaar 1588 tot 
den rijksdag naar Duitschlafid afgevaardigd. Toen 'er in 't jaar 
1595» weder ene raadspleging over de vrede was aangevan- 
gen, beUiigde Aarschot dat 'er na zijn inzien geen vrede te 
wagtenwas, zo lang 't uitheepsch krijgsvolk in 't land bleef, en 
men aan de Spanjaarden 't Voornaam bewind der regering liet. 
De Staatsieden hoorden met verwondering en genoegen, deze 
rondborflige verklaring; doch hij voegde 'er terftond bij, dat" 
men hier niets op bqfluiten konde, zonder de tocftemming 
des Konings, die men zulks ernftig moest aanraden. 

Op 't laatst, 4o mocyelykheden van zijnen rang, en de 
Jiaai der Grooten daar hij geftad^ mede hadt te worilelen^ 

B 2 taocr 



iq AARSSEN. (van) 

iiy)f (te geworden rijnde ; onttrok hij zich de Nederlanden ei| 
be^af zich naay Fenetie, daar *t hem, zo hij zeide, ten min- 
ftqn gépirloofd zou zijn, vrij te derven. Kort na !zijn ver-^ 
bJljf aldaar, oveileed hij op den ii novemb. 1595, ten huize 
van zekeren Karel Helman. Bij zijne gemalin, Johanna 
VAN Halewijn verwekte hij drie kinderen. ■ Wagek. 
J^adtr}^ Hift. VI. D. bh 6, 7. 45. 8(5 en 212. VU. D. 107. 
145^ 148. 157- 172, 173- 175, 176. 178, 179- 181. 275 
^n 315. yill. D. 407 en 410. Voorts de meeste Schiijvers 
ypnelke over de Nederlaiidje beroerten handelen. 

AARSSEN (van), is de naam van een voornaam adelijk 
geOagt, 't welk men wil, dat uit Braband zoude afkomftig 
aijn; het heeft ztg omtrent ,!t midden der zestiende eeuwe 
ip ons Gemenebest gevestigd, zig aldaar zeer vermaard ge- 
haakt, en ztg met de eerfte en aanzien Ijjkfte Hollandfe 
(i^milien vermaagfchapt. De eerfte die ons in dit geflagt vopr- 
komf • droeg de naam van Rornelis , was gehuwt met Pe- 
TRONELLA Beeckmans, en hier van is nagebleven een zoon. 

Jan van Aarssen, ten vrouwe gehad hebl>ende Regier a, 
dogtcr van den bekenden Lodewijk van Leefdael, Heer 
van Laer^t en van Eltzabeth van Vlierbeek. Deze h*et 
insgelijks een zoon na, met name Kornelis, die met Adria- 
ifi\ yAN DER ScHELLACH m dcu egt trad, in den ouderdom 
van 23 jaren overleed, en eenen zoon mede Kornelis ge- 
Eaamd, naliet, die ter vi-ouwe gehad heeft N. Liesselingen, 
welke 24 jaren bereikt hebbende, zijne vrouwe weduwe liet, 
en moeder van twee zoonen , waar van de Jongde Johan m 
fiaüe overleed ; en de oudfte Kornelis van Aarssen , Here 
van Spifck^ te Antwerpen in 1543 werdt geboren. Dit was 
een kundig Staatsman, die in 1574 tot Secretaris, en in 
1584 tot Penfionaris^ te Brusfel wierdt aangefteld; in het 
zclvde jaar werdt hem het gewigtig ambt van Griffier opge* 
dragen , dat hij met alle beleid en pmzigtigheid in zulk een 
netelig tijdvak waarnatrt tot in het jaar 1621 , wanneer hij 
ter oirzaüce van zijn hogen ouderdom ontflagvan zijn ambt 
ycrzogtj^ of dae 'er icfinaad hem tot zijne bulpe mogt wordei^ 

toe* 



AARSSENf. (VAU) ' «^ 

toegevoead, zuiks gefchiedde, en hg tïtm nog eed |;ïW)t |^^ 
deelte van 'zijnen zwaarwigtigen post wa^ > tot tp dfcö t o-t- 
tober 1623^ wanneer hem ^n volkoooen oïitHèg Wiórdt ^ 
gund, met beho^ .egter van zijne wedde ^ ats médé i^^kSA 
rang en feitting in de vergaderingi. Een onuitwischbalrfea 
vlak taant het karakter van dezeü Staatsman^ in iijntè bèhfti^- 
deling ten omzien van den braven grijsaard OiX^Éisikèïsnr 
VELD, w^nt na- met dezen famengefpannen te hebben^ (^ 
tot heil des Lands, het befland tegens alle de aabgevoördie 
tegenkantingen van Prins Maurits te bewerken 5 verïièè h^ 
de zijde van den ouden man, maakte zijn hof b^ deö Vönt^ 
en wierd een der hevigfte vervolgers van den rkadpênfióftjti 
ïis. Hij is getrouwd geweest met EmmerewtiA, dogtièr Vah 
Jaqujes de .Regeitiérs en van AgI^es de TEMsrèquE^ die bei^ 
de in 1627 zijn overleden, én in de grote kerk in ^i tiu^t 
begraven. .Uit dit huwelijk zijn, vier kindereil géfptóten, 
als '1, FranCois* «— - 2. Jacques van Aarssew^ heet wwi 
Triangel^ gehuwd met Maria dogter van JoHAif vi^ bzK 
Veeken^ die in i(5;i8> Prefident wa* van den Raad van J*-»* 
hand; hij overleed in 1660, nalatende drie kiiiderem ^«'^«'«^ 
3. JoHAN heer van Wemhma enz. deze hadt zijn broedere 
vrouiï^en zuster ten huwelijk, hij welke hij een zooö vörwekt» 
KoRMtLis genaamd > die de dc^r vin den vermaarden Raad- 
penfionaris Jacob Cats ten huwelijk hadt, en bij haaf vier 
kinderen verwekte. Door 't huwelijk van deszelvs jongfte 
dogter Anna, werdt het geflagt van Aarssens Vermaigfchapt 
met dat van Wassenaar. ■ 4. Korneus, die te Brusfil 

€)ngehuwd overleed 

- Francois de oudlle zóonj wierdt geboren in *t]aar iS7ii 
en van velen gehouden, voor een der bekwaamde Staats- , 
mannen i die hnmer in dienst der Republijk zijn 'geweest; daar 
ainderen bijvoegen ,, dat Jiij de gèvjfarlijkfte man was welke 
immer in hst bewind is geiveest.. In zijne jfeugd geraakte hij. 
-in het gevolg van den beroemden du Plessis dë MÖrnAij^ 
waar door" hij met de fianfe taal en zeden bekend raakte; 
Iji 1598 werdt bij als Agei^t d^r algemene Staa.en, by 't hof 

B 3 vah 



ti AAitSSEN* (VAW) 

Wn FirêHhrijk aangsfteld. Hij . wto mede éta ijjvertar v^eor 
t fluiten van *c beftand , en toeii dit op den 9 ^ril 1609 ga- 
ibteh was 9 wierd Aarssbns tot Ambas&deur aan *t Frrnife 
bof get>laatst, van welken post hij den 13 novetnber i6it^ 
wierdt ontilagen. Hij werdt voor een groot vijand van Bak- 
i«vELD gehouden, en heeft veel toegebragc, om den grijs- 
aart op \ fchavot te doen fneven. In 't jaar 1624 wierdt 
hij benevens anderen naar Engeland gezonden , tot het fluiten 
van een wederzijds verbond van befdienning; en, in *t vol- 
gende jdai: begaf bij zich naar Frankrijk, om aldaar een gelijk 
verbond tot (land te brengen. In 't jaar 1T540 wterd Aars^ 
stm naar £n^tf/af!</ afgevaardigd, om Maria dogcer van dea 
Ei^Ifdiein Koning, voor Prins Willem II. ten huwelijk te 
verzoeken. In 1640 wierd hij uit de HoIIandfe Ridderfbhapi» 
als lid van Hun Hoog Mogenden vergadering afgevaardigd^ 
en overl^d den 27 december 1641 , in den ouderdom vai2 
69 jaren, werdende op*^zijne heerJtjkheid vsinS^nmelsdijk be» 
graven. . Hij was getrouwd met Petrönella van Borrb, 
wier mosder tot het geflagt van Telboüt behlDorde, en libt 
bij haar vier kinderen na; een zQOn en drie dt^rs. 

KoRwfeLis VAN Aarssbn, cfe eonigflö aoon vani FRAwgois, 
werdt In het jaar 1602 geboren; in t jaar 1642 .vindt nen 
hem befdireven in de Ridderfcbap van Holland. Hij was heet 
van Sammelsdijk en Spijck, en werdt gehouden ,• voor den rgk* 
flen ingeaieten van gantsch Holland. Men vindt dat hij Gou* 
verneur van Nijmegen , en in 1650 KoUonel.van een regiment 
kavallei^ in dienst van den Staat w;^. Weg^ts zijne kr^gs^, 
ambten, had hij, door Prins Willem II. zich, mede late» 
gebruiken tot den zo veel gerugtmakenden aahflag op j^m* 
JtMam, *t gene hem^ zo wel als anderen, welke n^^ óx^ 
onderneming belast geweest waren, veel onaangenaamhedea 
veroirzairicce ; de haat van die van HoUand.vns inzonderheid 
op hem gevestigd , .cm reden, dat hl) tevens lid van de HoN 
landfe Ridderfcbap was. Hi§ overleed in *t jaar 1662; lüt 
zijn huwtl^k met Lucia , dogter van PartR vm Walta en 
loA DomA VAN HAfONXMA, agt kinderen nalatende, 

Kor-» 



\ 

/ 



AAkSlNGv (ALÖE&t) n 

fe)iii5fELis VAN AArssen> WcIkcn door deft dood vaa ^n 
tonder broeder PiUN^ois^ die né het doen van Ibhö iigt> 
jarige réize.4oor ^wfiopa in den bloei zijnes levéris 4 op tdri 
togt van Èngelanè naar Holland, in *t jaar 165 9 otijg^iukkll 
tomkwam , de voornaamfte erfgenaam Wierdt van de ^rötö 
rijkdommen 2ign*s vad?rs , heeft in huwelijk gfehad de oudttd 
dogter van den Markgraav van Stw AxDRé MótTTBüuSj têft 
inan die zieh door de berugte befchenhing van kandia^ Vèr* 

inaard gemaakt heeft. In 1683 kogt dezen beet Vart 

Smmelsdijk, benevens dé ftad Jmjteldam, elk een derdS ge* 
deelte van Surimmen ; kort daar na trok hij *er ook ha^ tÖê > 
jen aanvaardde de landvoogdije over die Voikplantingi OOk 
bouwde hij 'er twe fterktens> die hij van behoorlijke hti^t^ 
iing en oorlogsbehoeftens voorzag; doch èoigè jiarejn .üö feiiiil 
Verblijf aldaar, ontftond 'er enige klagte over ziyn béftiert 
h welk gelegenheid gaf, dat hij op den 19 juiy 1688 j door 
aijn eigen foldkten, op ene jammerlijke /Uijze Werdt Vör» 
moord. Hij was gieihuwd met MARGAkExiu dü Euijsi bij 
Ivien hij,. dr ie zoons en eene dogter verwekte. 

Fran^ois van Aarssen, zoon van den laatstgemélden KöIM-^ 
tis, en bekend onder den naam vin de heer "vznCltatiiïxfrï^ 
Ivas.in *t jaar I689 Luitenant ter Zee, en kieeg verlof ëêa 
keer naar Surindmen té doen, ten einde de haliatepfchaji Vóh 
izjjnén vader bijeen te zamelen. Hier trof hem een ongeluk) 
dat nogtlïans op zijn best uitviel ; het gebied over éene battöl-g 
voerende j laadde hij in zijnen ijver zelv' het gefchut j éóch 
20 als hg 'ér ten twedenmale mede b^ezig vyas j fprong het ftuk 
los, en kwétfte hem deerlijk, waar van hij égtér gelukkig 
genas* Naderhand bekleedde hij den rang van Vice-Adini^ 
raaL In *t jaar 1712^ huwde hij met zijn* nigt MAria VAN 
Aarssen wm Werenhouü;-, tn verwekte bij haar Xw^ zooös en 
dri(5 dpgters. — Zie breder over het geflagt Vah Aa^sseN8^ 
het VaderU Wowdenboek van J. KoK , en de bij hem üangetogei) 
Schrijvers* 

AARSING (ALBÈRT)^ Predikant te minnèdm, céft dorp 
lil & Provintié van Oymjsfdy ftieff tb 6iie korÖlolKilgé efek- 

£ 4 te j 



«4 AARTSBERGEN. AAKTSEÜf, 

jte, den 13 april 1795, in d^n ouderdom van 62 jaren. 
Bmkiaal. 1795. a. bl. 558. 

AARTSBERGEN (WILLEM van NYVELT van), was 
in 't Jaar 1566 Drosfaart Van KuUenborg, en maakte zig ten 
dien tyde als een ijverig voorflander van den algemenen Beel- 
denflorm, zeer bérugt. Men vindt in de Sententien van Al va, 
dat hij befchuldigd wordt: „ zig nevens andere fcdaiisfen be- 
„ vonden te hebben, in den tuin van eenen Frans van Nescii 
„ buiten de ftad ScJwonJw^pi^ en daar zijn i^Ind heef: doen do- 
„ pen, pfalmen in de kerk gezongen, en aalmdefen in de 
„ kerk vergaderd.*' Alle zaken, bij dien Tiiran ten hoogflen 
ftrafbaar; dié hem ook vervolgens met den tytel beflempeld: 
van een groot feétaris, van 't getal der verbonden Edelen, 
die hun verderftelijk en oproei ig verbond getekend hebben , 
en ook oirzaak geweest zijn van 't breken der bedden, in 
de fteden Utrecht, Culemhurg, Vianen en Asperen voorgeval* 
len, en zelvs de brekers in de gemelde fteden. aangevoert, 
^, en in 't klooster der predlkheeren te Utrecijt , gedurende het 
„ breken, grote fmaad aangedaan heeft, en zelvs de overftc 
„ van 't klooster gedreigd, indiëh hij zijn valfe lere niet 
„ wilde herroepen , dat nien hun allé zoude doodflaan. Dat 
„ hij van Delf op zijnen wagen , een 'predikant tot Schomho- 
„ ven gebragt heeft ; de kapel bij zijne voorvaderen te Aarts- 
„ hergen geftigt, heeft doen afbreken &c." Om alle welke 
feiten hij op den 8 januari 1568, voor eviwig wierdt geban- 
nen en alle zijne goeJeien verbeurd. Hij ontfnapte egter de 
bloeddorftige klauwen van zijnen wreden vervolger; en, 
men vindt hem onder 't getal der genen, welke in 't jaar 1572 
door Willem de I, naar Engeland zlin gezonden, om ware 
'tmoóglijk Elizabeth over te "haaien, om dé belanjgens van 

de Staten en die der Prince , te begunftigen. , Fdd. 

Hift. VL D. bl. 187 en 466. SpitentiM van Alva, bl. ,i5i» 
JC53, 154. 
AARTSBERGEN, zie CAPELLE. . 

AAHTSEJï (ANTHONy), Picdikant tcZmderdorp inNoord^ 

Zrrf- 



- >i 



AARTSEN. (PIETES> tj 

^llandy is te Cwipm geboren, uit een braaf, godviiigtig en 
aanzienlijk geflagt Hij wordt geroemt een man geweest t» 
2i}n, die in de geleerde talen grondig was geoeflfend, daar bi| 
'een groot Godgeleerde, lieiFelijk welfprekend ^ en zodanig 
vlug, dat liij alle de leerredenen op eehige weinige na, gedit- 
fende de tijd van zijne werkzaamheid in de wijrigaard des He- 
ren, zonder die te fchrijven, heeft gepredikt Hij flierf in 
1776 den 6 februarij, aan de zrelvde plaats daar hij gedurende 
25 jal-en het leraarsambt hadt uiteeoefiènd- ■ ^ ^ Boekz. 1776- 
Mi bl. 214. 

AARTSEN (PIETER) , een treffelijk Konstfchilder , om 
iijne lange en rijzige gdlaltc, doorgaans lange Pier genaamd^ 
werdt geboren te Amfteldam in 1507, van ouders die uit de 
Turmer hörkomflig waren. Zijn vader een kousfewever, wil* 
de. PiE^R in dat beroep opbrengen ; dan de moeder kantte, 
zig hier tegen , en begeerde dat de lust en neiging van haren 
^oon tot de fchilderkunst, niet uitgedoofd zoude worden. Des 
wèrdt PiETER bij eenen Aliard Kla assen befteld, ten dien 
tijde een der beste fchilders van jifnfteldom. Pieter gewend- 
de zig van jongs af aan eene vaste en ftoute behandeling, 
en om alles kloek aan te tasten, waar door hij een grote 
roem in de konst Verkreeg. Zeventien jaren oud zijnde, ver* 
trok hij met een aanbevelingsbrief van den Schout van jénif 
fteldam voorzien, naar het huis te Bosfu in Henegowwen, om 
'er de voortreffelijke fchilderijen van verfcheiden' meesters te 
zien; van daar verhuisde hij naar Anfwerpm, en vervoegde 
zig bij een waalj ]aih MKSiyYi^ genaamd, die in de manier 
, van Jeronimus Bos zeer grappige voorwerpen gefchilderd 
heeft Hij huwde in de gemelde Had, en kwam 'er in 1533 
in *t fchilders-gild. Zijne verkiezing bepaalde zig inzonderheid, 
tot het fchilderen van keukens en allerleie keukenbehoeftens 
en fpijzen, die hij zo kundig en in derzelver eigenaartige 
kleuren naar het leveh wist af te beelden, dat de voorwer- 
pen natuurlijk fchenen ; door 't welk geftadig te oeffe- 
jien, hij in het- mengen en temperen der verwen de kundigfte 
weester werd; , die 'ér ijoi.mer gevonden ia. Ook heeft hij 

3 5 veii. 



tS AARTSEN. (PiETERj 

Verfcheidene aut^arftukken 20 te Amfieldam^ Delfts Leuven ^ 
Diest civ-fildcrs gefchilderd , welke tot getuigen van zijn 
iLonstvei mogen ten huldigen dage nog zouden kunnen verfb^* 
ken, waren die niet door het doldriftig giauw., tón tijde der 
•beeldftonning in is66 vernield geworden. In kleine beelden 
t^as onzen fchilder min uitmuntend dan in grote voorwerpen^ 
waar in de kragt der kunst gelegen is». en hier In l>ptoond0 
hij een voor trefiel ijk meester te zijn» £)e bouwkunde en hoc 
{)erfpe6^ief verftond.hij mede zeer wel, bragt in zijne tafer&* 
len niet zelden dieren en andere voorwerpen te pas ^ éa 
Kleedde zijne beelden zeer vreemd en op eene grappige wijze^ 
Voor zijne (lukken begeerde hij f]egtseen* gerii^gen loon^ eo 
was niet zekien mistroostig , dat zijne werken » die hi) de|F 
wereld ter zijner gedagtenisfe meende na te laten, zo a^ 
boven gezegd is, vernield werden, waar over hij wel eens 
tot zijn eigen gevaar met alzulke kunstvijanden in hooge woor* 
den geraakte; vooits was Aartsen een nedrig man, die geeü 
groots denkbeeld van zig zei ven voedde, en *er zeer een* 
voudig uitzag, zo dat hij geen aanzien zou vei*worven heb» 
ben , ware het niet dat zijne verhevene kunst en . heerlijke 
werken, hem naar waarde hadden doen achtten. Hij over-» 
ieed te Amfteldam den 2 junij 1573 inr c'en ouderdom van 
66 jaren, en is in de oude-kerk, bezijden het koor begra« 
ven; liggende op zijn graf twee zarken, waar in de volgen* 
de woorden gebeiteld zijn: 

De meester fchüder Lanoe Pier, 

Met heij zijn zonefi fchüders hier, 

Begraven lang en oud bij aard f . 

Blijven mg al in konst ^yermaardk 1573. 
Onzen Pijcter Aartsen heeft drie zoons nagelaten , naam* 
Kjfc PiETER PiETÊRSz., Aart Pieters?. en Dirk Pietersz.^ 
die mede de kunst. geoeffend hebben. Pietbr Piptersz. die 
txti alleeneen zeer goed meester, maar tefFens een welfpre- 
kend, (chrander en .geleerd man was, Js in 1Ö03 te Amfielz 
éam in den ouderdom van 62 jaren overleden, een zoon na* 
latende, die zijn vaders- voetftappen in de kunst manneliik 

' heèfc 



AARTZ. (RYKAART) ,vj 

• 

liceft nagetrcden ; in den beginrc volgde hij de tiant van zijii 
vader en leermeester op, doch begaf zig zedert, vermits ten 
«ijnen tijde weinig grote werken bdteed werden, aan het 
porü-ait-fchilderen. Aart Pietersz. is mede van jongs rf 
zeer vlug en naarftig in het beoefienen van de kunst ge- 
weest, doch zo wel als zijn broeder door het portrait-fchilde- 
ren waar in hij heeft uitgemunt, afgetrokken van het maten 
van historiën en ordonnanden , tot welke zijn geest altooB 
ongemeen bekwaam is geweest en ^jne geneigtheid zig ui^ 
ftrekte. Dirk Pietersz. agt jaren jonger dan zijn' broeder 
Aart, was mede een fchilder en discipel van zijnen vader» 
en heeft zig naar Fmtainebkau in Frankrijk b^ven, alwaar 
hij ongelukkig aan zijn einde is geraakt. " K. v. Mak* 
DEi, Leven der Schilders, L D. bl. 235, 

AARTZ (RyKAART), een konstfchilder , geboi-en te^t 
0p Zee in 1482, was de zoon van enen visfer Aart 'ge- 
naamd. Ryk tot de kostwinning van zijnen vader voorbe* 
fchikt, brandde nog jong zijnde deerlijk zijn been, waarom 
hij ter helinge naar Haarlem vervoerd werdt, daar men dac 
been naderhand als verdorven moest afzetten. Dejor^ling 
die veeltijds by 't vuur zat, door de natuur tot de tekcn^ 
kunst gedreven , krabde geftadig op den haard en den witte» 
muur enige figuren , 't welk aanleiding gaf om hem te vra-» 
gen, of hij genegen was om te leren fchildeien? dat mc.0 
een gretig ja door Ryk beantwoord zijnde, men hem tot heC 
leren der fchilderkonst bij Jan Mostert een wij göod konfte- 
naar, befteedde; onder het genot van deze zijn onderwijs, bo* 
vlijtigde hij zig zo ijverig, 'dat hij binnen korte jaien een 
goed meester werdt. Op de deuren van het altaaifhik voor 
het Dragers-gild , 't welk door Jakob van Haarlem den leer* 
meester van JaN Mostert gefchiljerd was , beeft Ryk c e ge* 
fchiedenis van Joseph afgemaaid , die als een koning in grote 
heerlijkheid gezeten, zig voor zijne broeders, welken in jE- 
gypte gekomen waren om koorn te kopen, bedekt houdt, en 
meer andere gebeurtenisfen. Aartz was een ftii , hups, 
yieedzaam en vroo^n man, die de gGwljddo fcbriften en de 



IJSt. 



ti AbËADIE. (JACOBÜS) 

jrust der ziele ongemeen beminde; 2ig in zijne klimmende 
Jaren me: *er vroon naar Anpwerpen begeven hebbende, leef- 
de hij aldaar ftil en gerust, zonder iets anders dari de naak- 
ten in de ftukken van verfcheiden konstoeffenaais voor een 
gewone beloning te fchilderen. Geencn zijner kinderen bragt 
hij in de kunst op. Toen in zijn hoge ouderdom zijn gezigt 
20 zeer Verzwakt was, dat hij nauwlijks meer zien konde-, 
lei hij de verwen 20 dik op de pannelen, dat men 'er die 
dikwerf moest afTchrapen, 't welk te wege bragt, dat nie» 
mand meer behagen in zijn werk fchepte , en hij zig daarom 
jiiet zelden gemelyk maakte, 't Was in het jaar 1520, dat 
Jiij te Antwerpen in het Schilders-gild wierdt aangenomen, van 
<te Kamer, de Fidiere-boom geheten, onder de zinfpreuk: int 
fOiVlen bcrfaemt/ welke, kamer in 1400 is geftig^ Frans Flo»- 
iiTS heefc onzen Ryk geportraiteerd als een Sr. Lukas die de 
jnaagd Maria fchildert, in een ftuk, 't welk op de fchilders* 
Kamer te Antwerpen is geplaatst. Voorts was hij om zijn goed^ 
aartigen inborst en doorgaande \Tolijkheid , ongemeen bemind; 
altoos wel te vrede, zeide hij dik wils, op zijnen naam zinfpe- 
Jende : ik ben ryk. en wel gejleld. Hij had een fchoon wezen ^ 
daar de gulheid en het vergenoegen op geftrhilderd ftöndc Hij 
overleed, te .^w^f^pCTï in meij 1577, en dus een halfjaar na 
de plundering en ontmenschte wreedheden binnen die Had door 
de Spanjaarden gepleegd , in den ouderdom van ps jarené — *- 
K. V. Mander, Leven dc^- Schilders ^ I. D. bl» 258* 
- ABBADIE (JACOBÜS) , . beroemd gereformeerd Godge- 
leerde, wierdt in Frankiijk 'm de Had Naï geboren \n 1654. 
Na dat hij onder den l)crocmdÊn la Placette zijnen klasfie- 
ken loop had volbragt , beoelfende hij de wijsbegeerte en god- 
geleerdheid pp de drie onderfcheidene Hogefchoolcn van Se- 
éan , Puijlaurefis en Saumur. Van daar ging hij naar Holland ^ 
verbleef aldaar een geruin^en tijd , en toog toen naar Duits- 
land, daar hij ook tot meester in de godgeleerdheid wierdt 
aangefteld, en vervolgens tot Predikant in de Franfc gemeen- 
te te Berlijn. Hij liet dit bérccp in 1690 varen, kwam in 
ingeland, en nam gedurende enigen tijd het leraarsambt te 

Lo> 



ABBE (SYMEN) PIETERSZ. t$ 

t 

fLmden in de Franfe kerk waar; zeer weinig tijd daar na> 
wierdt hij tot Deken van KUlalow in Ierland verkoren , wel- 
ke waardigheid hij tot zijnen dood toe heeft bekleed. Hij deeït 
een twede reis naar Holland j om 'er een van zijne werken te 
doen drukl;en , en bleef gedurende drie volle jaren te Att- 
fteldam.. Weinig tijds na dat hij te Londen was- te ng ge- 
keerd, wicidt hij krank, en flierf aan die ziekte, te St» 
Marie la Bojine^ nabij LorJen, op den 25 feptember 1727, 
in den ouderdom van bijna 73 jaren. Abbadie was een ie* 
veiig verdediger van de oude en regtzinnige leere der Go- 
reformeerde kerk, zodanig uit zijne werken blijkt, die in 
vrij groot aantal voorhanden zijn, Behalven dat hij op eene 
volledige wijze de geleerde talen en de klasfieke Schrijvers 
verftond, was hij buitengemeen ervaren, zo wel in de kerke- 
lijke als wereldlijke Gefchiedenisfen ; en nog behalven dat 
alles, heeft hij e;nen roemrijken naam verworven, door de 
verhevenheid van zijn vernuft, zijne fijne doordringenhci(f 
van geest, en mannelijke welfprekerheid. Onder zijne me- 
nigvuldige uitgegeven werken, die alle den toets van ge- 
zonde oïrdeelkunde en op vaste en redelijke gronden geves- 
tigde godsvrugt, kunnen doorftaan, munt inzonderheid uit, 
Jiet boek getij teld : Triumphéerende Godsdienst , 2 Delen in 
4to. te Amjieldam in 1726, zo wel in het frans als neder- 
duits gedrukt. «— — G. Stolle ad Heumannum, p. 424, 
425. C. Saxi, Onomast. literar. pars V. AnaleB. p. 637. Ni- 
CERON , Mem, des Hommes ülustres. Tom. 33. pag. 381 & 
fuiv. J. G. DE CHAUSEPié , Di£t. hifi. ^ crit Tem. h 
p. 16, 17. 

ABBE (SYMEN) PIETERSZ., was in 't ja^r 1371 Sche- 
pen van Anfteldam,, en hij befprak met zijn wijf Katryn 
aan het Heiligen Geest gasthuis binnen die ftad, een half 
huis en erve, waar van aan de Karthuizers de wederhelft bc- 
lioorde , en 't welk gelegen was aan het gasthuis bij de Flaats , 
dat is aan den Dam, allernaast Willem Noirts. ■ ' ■ 
Wagen. Befclirijving van Amjieldam ^ in Zvo. I. $t. hl, p5 
en p6, 

AB. 



30 ABBEKERK. ABBEMA, ABBENBROEK. 

ABBEKERK (Mr. FLORIS van), in leven oud prefidenö 
Burgemeester en Raad in de vroedfchap te Hoorn , voorts 
^ommisfaris der pilotagie, en lid van Gecommitteerde Raa* 
den in het Noorderkwartier y ftierf te Hoorn ^ den 15 januaiy 

J748, bijna 73 jaren oud zijnde. Dit is ai wat wij 

van de man weien, uit Kok, Fad. Wbordenb, I. D. bl. 126, 

ABBEMA (YDE), uit een adelijk doch voor larg uitgeflor* 
ven Geflagt in Friesland^ gefproten , was de zoon van Sipkb 
Abbema, verwekt bij Rinck Baringa. Onzen Yde trouwde 
met Eedwer Popma, en was, in 't jaar 1566 Burgemeester 
te Sneek, Hij behooide tot het verbond der Edelen; en was 
in zodanig groot vertrouTt'cn bij zijne landgenoten, dat Pop* 
Ke Roorda hem de fleutel» van Sneék ter hand {lelde. Ook 
was hij gebaat bij Al va, dat hem waakzaam op zijne hoede 
deed zijn en befluiten in Friesland te blijven, zonder aan dq 
indaging des Hertogs, ©m te Jntwerpen te verfchijnen, ge- 
hoor te geven &c. — — Kok , Vaderl. Wowdevith I. D, 
bl. I2(5t 

ABBENBROEK (JAN van), dus genaamd naar eene hoge 
Hcerlijldieid in den Lande van Voorn ^ vindt men van ge* 
meld, dat hij in het jaar 1235 op een fteekfi^el geweest is, 
door Grave Floris den IV., te Haarlem aangerigt. De al- 
leroudfte volgreéks der heren van Abbenbroek klimt egter 
Jiiet hoger dan tot eenen anderen Jan van Abbenbroek , die 
in het jaar 1350 leefde, wiens agter-klein-dogter Katharina 
de Heerlijkheid overbragt , aan Boudewyn Hart van der 
Weert, in het jaar 1442. Hij was Schout van Delft en Hoog- 
heemraad van Delfland, Zijne nazaten namen den naam van 
uibbenbroek aan. Het blijkt egter, dat zijn zoon de Heerlijk- 
heid maar voor een vierde gedeelte bezeten heeft. Deze 
tvas Gerrit van Abbenbroek, Bailjuw van Voorn en Putten 
. en naderhand Hoogheemraad van Delfland^ Hij volgde in den 
twefpalt van Hoeks en Kabbeljawws „ de zijde der laatflen, 
werdt, in het jaar 1481 met zijnen zwager Willem van 
ValkesteiNi door de Hoskfen in een gevegt aan de Vamt niet 

ver- 



ABBËS, (SyTTlE) ABCOUDE. (DIRK van) 3t 

ttrre van Utrecky gevangen genomen, tekende de overeen-, 
komst in het jaar. 1489, met de Rotterdamfe Hoekfen wegens 
de brandfchattingen van den Hoge gemaakt, en overleed in 
1494. De andere drie vierde delen van deze Heerlijkheid, 
zijn gekomen aan de huizen van Montfoort , Borsselei» 
Mèrode , en laatst in die van Halewyn. Nog vindt men ge« 
meld. Van eenen Gerrit van Abbenbroek, die zes kinderen 
bij twqe vrouwen verwekte Qn in 1551 overleed. Zijn zoon 
Klaas van Abbenbroek , huwde met Maria , dogter vai^ 
KoRN» VAN DER Nyenburg, (lieif in 1607, en liet ock een 
zoon na, insgelijks Klaas genaamd; m^t welke laatfte zeer 
waarfchijnlijk , dit Geflagt is uitgeflorven. — van Leeu^ 
WEN, Batav, Hlustr, Teg, Staal; der Ver. NèderU VU. D. bU 
115-117- 

ABBES (SYTTIE), van Leeuwarden geboortig, was eerst 
Pastoor te Oldenlwve in die Had, doch verliet in het jaai* 1566 
den Roomfchen Godsdienst, om die der Hervormden te aan- 
vaarden. Op den 2 oftober 1567, verbond hij zich te Emb* 
den als krankbezoeker, en wierd op den 12 januarij 1568, tot 
gewoon leraar aldaar bevesdgd; nog in dit zelvde jaar, na-, 
meiijk op den 13 feptember ftierf hij aan de pest. — - Mei- 
NERS, Oostfr. Kerk. Gefchied, I. D. bl. 457. Kerk, Oudk van 
Friesland, I. D. bl. 355. 

ABCOUDE (DIRK van) een Stichtenaar, Vicaris van St. 
Pieters kerk te Utrecht, bevorderde in 't jaar 1566 door zijne 

fchiiften , grotelijks de reformatie; dan dit bekwam hem kwa» 

» 

lijk, doordien hij hier over in *s Bisfchops gevangenis geraak- 
te , daar eén geruimen tijd verbleef, en niet weder ziine vrij* 
hcid bekwam , dan naar eene afgeperste herroeping van zijn© 
gevoelens te hebben gedaan. Onder voorwendzel van ligha- 
melijle gebreken, mijdde hij egter zo veel hem doenlijk was, 
het bijwoLcn der Misfe. Zijne fchriften dragen het getuige- 
nis dat zij zeer bondig waren , ^tn voor iedere afdeling daar 
van, las men zijne gewone zinfpreuk: zijt ZMder gal^ goé^ 
\mgtig, : Brand, Hifiwie èet. Refsrtmk* t D. bl. 301? 

AB- 



i% ABCOUDE. ABDAGÜS. ABEELR 

ABCOUDE (HENDRIK van), vindt men op de rcgerfngj^ 
lijsten der ftad Utreckj van *t jaar 1440 tot 1457 ingefloten, 
als Raad gemeld. In dat jaar, werdt hij om welke redeneit 
vindt men niet gemeld, gebannen , 't welk tot 1470 duur- 
de, wanneer hem benevens anderen, wederom toegedaan 
wierdt in de Stad te komen, ■ Goüdhoeveji, Kronijk. 

bl. S2S* 

ABCOUDE (HENDRIK van), wa^ een aanzienlijk man. 
te Utrecht 9 alwaar men hem verfcheidene malen als Onderman 
of Deken gemeld vindt. Benevens een menigte anderen, 
werdt hij in 1481 als deelgenoot van het oproer door Bisfchop 
David van Bqurgondien verwekt, genoodzaakt de Stad to 
ruimen. ■ Goudhoeven, Kron. bl. 525. 

ABCOUDE QAN van), was een van diegenen, welke in 
3419 of 1420, gedurende den Hoekfen en Kabbeljauwfm twist 
wierdt gevangen genomen op het huis tt Poelgeest; en, door 
die van Leijden, niettegenftaande het ernftig verzoek omhein 
te losfen, op bevel van Hertog Aelbrecht van Bevereic 
het hoofd wierd afge Hagen , waar tegen die van Utrecht heC 
zogenaamde legt van wedervergelding uitoefFcnden. ^ 

J. Kok, Faderl. Woordenb. bl. 140. 

ABDAGUS, was een dapper veldheer, en een van dtQ 
genen, welke door de Opperheren of Graven was aangefteld, 
cm de landzaten tegens de verwoestingen der Noordfe voU 
keren te'befchermen. Hij was het die in het jaar 873, mee 
ten groot aantal Friefen, den fieren Deen Rudolf tegen 
trok, \n een bloedig gevegt ^an 't oosteinde van 't Flie mefc 
hem geraakte ,^ daar Rudolf reeds iff 't begin van den ftrijd 
fiieuvelde , waar na de Friefen een volkomen zegepraal be* 
vogtcn , en de Deenen noodzaakten het land te ruimen, — • 
FoEKE SjOERDs, Ffief. Jaarb. II. D. bl. 64. 

ABEELE (van den), een oud adelijk Geflagt, afkomftfg 
üit Henegowwen , dat zijnen naam ontleend heeft van de Heer^ 
Bjkheid op Jbet eiland Walcheren in Zeelandy tusfchen Middelburg 

et 



ABJELAAR. ABELL ABELS. 33 

cn Flisjtngeiu Men vindt van het zelve gemeld in Smalle* 
«ANGE, Kronijk van Zedand^ op bl. 525; daar gezegt wordt, 
dat hetzelve in 1401 een Burgemeester van Zierikzee heeft uit- 
geleverd, Hendrik vaj^ DZ2i Abeele genoemd, en getrouwd 
geweest met HEtLwicH van Cats- Het laatfte mannelijk oir 
van dit Geflagt is geweest Jacob van den Abeele, die in 
1577, ftierf. -n— Abr. Fet.werda, Ned. Gejlagtboek 6fr. 
druk van. 178 5. L D, 

ABELAAR (GEORGIUS), geboren te Groningen den 16 
februari] 1679 uit fatzoen lijke burger lieden, zijnde zijn moc;« 
der geweest Abelia Rosinga, volbragt derzelvex ftud.en h% 
zijn vaderflad, onder geleide van de Hoogleraren Braunius, 
Bernoih-u en Lammers; wlerdt den 9 april 1710 als Predi- 
kant bevestigd in, de gecombineerde gemeentens van Oostwoldy 
Lsge- .en Hoge-Meden , verkondigde hier het woord des Heren 
^t in 1733, ter tijd toe dat eene liefelijke roepfiemme zig 
uit ^duard liet horen en zo verlokkend in Abelaar zijne 
Doren klonk , dat liij geen vrijheid vondt die te wederftaan , 
msi^l' die opvolgde; aan welke plaatze hij het leraarsambt, 
inct alle iever, liefde en vlijt heeft waargenomen tot op den 
^4 meij'1743 , wanneer hij door de dood van deze zwaarwig- 
tige post wierdt afgelost , en als weduwe naliet Ebelia ten 
Hoorn, bi^ wien hij zes kinderen heeft geteeld; hebbende 
^t een eecile vrouw gehadt KLendrika Hommens , die den 24 
jneij 1712 is geftorven, na dat onzen Dominé 'er drie kinde- 
ren bij hadt verwekt. — — Boekz. 1743. a. 722. h. 132. 

ABELI (SIBRANDüS), wierdt in 1580 van St. Maerten 
en Falkoog, tot Predikant te Harlingen beroepen, alwaar hij 
met alle de getrouwheid een bedienaar des Euangeliums be- 
.tamende, gedurende het tijdvak van 35 jaren het woord der 
waarheid heeft verkondigd. — Boekz. 1730. b. 509. 

ABELS (JOHANNES), Predikant te -^fl^t.^teJk* in Zjeland, 
reisde nvi,^ Kleef om de bronkuur te ondergaan, doch deze wa- 
teren waren bitterder voor hem dan die van Mara, dewijl hij 
jpnder *t gebruik daar van, op ien 24 juni^ 1753 overleedt. 
Boekz, 1753. h. 112,^ 

X Deel. C • ABER- 



3(ï ABRAHAMS, (GALENüS) 

poktQ? in 4? Medccljnan bevorderd 5 zette 2ig 't Volgen^ 
jaar tQ Jbaftfl^ neder, ^n trouwcje aldaar in 1646 met eeni 
doftter van Abraham Dirkz. Bierens, als toen yermaaid 
Leraar, onder d^ Doopsgezinden in die (lad; hebbende m^ 
d^zQ haisvrouwe gedurende 50 jaren in ene gezegende e,^ 
gclecfti. ta het jaar 1648 , werdt hij tot mede-leraar van dq 
zijlvd^ gQ2;indbei4 gekozen , pn hij aanvaardde zijnei^ predik- 
di^n^l, japt groten ^ver en zonderlingen ernst, 

O^l-Eiajs hadt reeds vroeger , door de verkering met Adaii 
BpfiEEi^, zoqn van Johan Boreel, Heere van Duinheeke^ uit 
een deft^ geflagt in Zeeland ge- proton'^ zekeren Daniël db 
Breen en anderen, gedagten begonnen te vormen /over de^ 
ftaat der zrgtbare Kerke , en over eenige leerftükken die ge- 
oirdeeld werden , af te wijken ,van de begrippen , welken tét 
dfen tijd toe bij zijne gezindheid den meesten ingang gevon- 
den hadden. Hier over was gefchil ontftaan; tusfdien hem 
en eenige andere Leraars; welk op 't hevigst uitborst, m 
ï(J44, ter gelegenheid dat Samuel Apostool, die in maart 
des gemelden jaars, flegts 24 jaren oud tot Leraar aangeno- 
men was, den 15 oftober daar na , óes voordemiddags ene 
piedikatie gedaan hadt, welke door Galenus, des nademid- 
dags , viaH uit tegcngefproken en wederlegd werdt. Van toen 
af lloeg 'de vlam van deft broedertwist, ten dake uft. Gale- 
iTüs werd^bcfchuldigd van wangevoelehs , waar van 't ver- 
fpieiden, zelvs bij 'sLands plakaten verboden was. De be- 
fchuldigingen werden voor het Hof van Holland gcbragt, daa^r 
Galenus gehoord, en vrij verklaart werdt, bij eene uftfpraak 
van den 14 feptember 1663. De twist zo hoog gerezen, 
ftondt gefchapen, uit te lopen op eenWoIflagen* fcheuring, 
die Burgemeesteren, welke ook met deze onlusten gemoekl 
werden , zögten te voorkomen ; bevelende op den 10 januari} 
X664, alle diepzinnige gefchilftiikken , van den predikftoe^ 
te houden; doch zulks, kost niets baten, want de tweefpalt 
liep eindelyk ^q hoog, dat het tot een openbare fcheuring 
kwam, waar van de gevolgen waren,, dat de gemeente in 
twee p^irtijen wierdt ver4eeldy die elk hare bijzondere Leraars 

ba* 



ABRAHAMS* (GALENÜS) $> 

Imddem Hij fchijnt anderzihts van èen Vreedzaam kllraktèr ge- 
weest te agn; ook was hij gewillig op de aanmaning der rè» 
gering van Amfteldam ^ om tot een oöderling verdrag tö ko* 
jonen, maar Apostool was zo gedwee niet, ^V'ant deze bètuig- 
. de, dat hij ztg onmooglijk met Galenus en zijnen aanhluig 
konde verdragen^ 

Voorts hadt hij èné aan hem êigenaartige fpreèkftyt, di^ 
gantsch nifct gevormd was naar den hedendaagfehön trènti 
èijn* taal was niet opgefmiikt, met uitgezogte woorden, hódi 
ongewone fpreekwoorden , géene gemaakte hoogdravendheid 
ïioch poëtifehe fpelingen, hoorde men in zijne redevoeringen} 
maar alle zijne uitdrukkingen waren natuurlijk, ön taet den 
aart der verhandelde zaken overeenkomende ; voorts verzéld 
imet lieflijkheid, daar het manfiólijke en giootfb dööteènge- 
Xiiéngd , Zo wel hét hart kis hét oöl- ^kkt te treSbrt* Zijd 
lust tót onderzoeken van Gods woord, maakte hèitt ook fteeds 
onledig. Ê'efchouwöndé kénnfs was hèm kangenaaitt « doch 
c\ie tot het welleven béhbon^é, nam bij hbm de eerfte J)]aaté 
in. Ëij voedde de gróotfle eö.biéJ en achting voor de gant- 
fche H. Schrift, doch laé én beoeffenenJè dagëUjks de boi?<' 
ken des Nieuwen Testaments ; betuigende menigmaal i dat 
fcem telkens daar in aanmerkelijke zaken , lot öphe dering vtil 
<5en godsdienst én opwekking zijnes gfemoeds, Voorkwamen. 
Zijn' ernst in de openbare gehelen, doorgaans vérüeld gaan^ 
de met enen overvl ed van tianen, bleef hém töt zijn laat- 
lle toe bij. Wat zijnen omgang met een 'neder ^ van wat 
ftaat of ftand ook, betreft ^ dié was allezints de tig, doch tef- 
fcns ook vriendelijk en gemeenzaam. Tén aahzien van we^- 
jreldfe zaken, was Mj onervaren; om welke reden hij, ats 
in zulke dingen raad nodig was, zig gemeenlijk ftil hielde 
als zijnde buiten zijn boekje. Schoon dat hij niet ruipi met 
tijdelijke middelen bedeeld was, was hij egtcr gewoon met 
een onbekrompene hand milddadig te geven 5 en daar jhij zulks 
niet door zig zei ven vermogt^ wist hij zulks dppr middel vau 
onderen ter uitvoer te brengen; zijnde dus teffens een* hél^ 
jpèr en voorflandw der armeni W«geos -alle gemelde lofiU^ 

C 3 lijk« 



jé^^ ABRAHAMSEN. ABRESCH. 

lijkc hoedatilghcden , beeft men hem de welverdiende roem 
g^imd , als een mensch die roet alle recht een* plaats onder 
de grote mannen der Doopsgezinden verdiende. 
Zestien maa^^^den lang voor zijne dood , zonder zidvte ^* 
,nocgzaam, doch waarfchijnlijk we^ns zwakheid des ouder, 
doms, was hij bedlegerig; en merkte dien tijd aan, als hee 
beginzel zijner ruste; wie hem kwam bezoeken, ontving nut- 
te lesfen en vermaningen naar ieders Hand gefchikt; einJelyJc 
overleed hij des morgens omtrent ii uren op den jg april 
1706, zgnen geest zagtelijk uitblazende, in den oiiderdon> 
van 83 jaren, 5 maanden en 8 dagen, — — Wagen. B:fc]irk 
van Amfteldam. VUl. Sr. bl. 43. 78. -81. 

ABRAHAMSEN (ISAAK), den 15 augustus Ï663 te Fl:sjtn>^ 
gen geboren, heeft aldaar de post van Krankbezoeker waar- 
genomen, en llieif den 4 oftober 1714. Hij heeft zig door 
verfcheidene zijner fchriften, bij vceie vroome luidjes en (lij- 
ve orthodoxen, enen jiaani gemaakt; doch fchoon gantsch niet 
onkundig, is egter zijn ftijl eenvoudig en weinig befchaafd. 
Onder andeien heeft hij een Kerk- en Wereldlijke gcfchiedenis 
gefchreven , waar in men verfcheidene wetenswaardige zaken , 
ons gemeenebest en bijzonder Zeeland xakende, ontmoet, die 
men elders zeldzaam zal aantieffen. ■ La Rue , geletterd 

Zeeland, bl. 113. 

ABRESCH (FREDERIK LODEWYK) , geboren te Hesfen^ 
Hwnbiirg in 1/599, wierdt den 7 maart 1731 tdt Leftor in de 
gefchieJenisfen en welfprekendheid te Middelburg aangefleld, 
in welke ftad hii toen ter tijd reeds Reébor van de latijnfe fcho- 
len was; hier vei bleef hij tot in 't laatst van 1741, toen h^ 
in de plaats van den overleclenen Wolterus Ketel tot Ree* 
tor ei) Hoogleraar in de gefchiedenisfen en welfprekendheid 
te Z'wölle werdt beroepen;, zijnde geflorven in 1782, na den 
bogen ouderdom van 83 jaren bereikt te hebben. Abresch is 
een geleerd man geweest , ervaren in de oude Gcfchiedenis^ 
fcn , en inzonderheid zeer geroemd wegens aSne bedrevenheid 
in de Griekfche ;aal , ever welker Scluijveis hg ook veele oir- 

deel- 



^. • 



ABSALÓNS. ABSELlt^l U 

^ikun^gè ophelderingen hièeft imedl^edeeldi ^-^-ti*- JËènè t^ 
telling van.^ mans fchrifteni vindt men bij (i Sü^ tTruMHtt^h 
Üter. p4rs VIL p. 50. Zie ook G. C. MAMBEROMit > X^em^tiè 
midi0i p. I. fi^.^«^ teniae. Boekzaal y 1731. 0. bl. 4^34 1J4I. 
i. bl. 712. 

ABSALONS (HÜBERT), Predikant t& kuist, wferdt gfeW- 
ren te Gjoes den 24 april 1098, uit brave ouders 4 diè heiA 
in zjjn teJerfte jeu^d ontvielen , en hij daar door Xyh^èt bpiÉigt 
geraakte van zijnen oom en voogd Hubert PiEiuöpUj ?r$di* 
fcant ter dezer plaatze; die hem ene opvoeding ga^, twiöiéenA 
komftig de gewigtige post^ waar toe hij was yoorbléfchikti N4 
gi'ondig in de geleerde ta'en te zijn onderwazen j Vqlvóérdïl 
hij te Utrécia zijne ftadien, en kwam eerang mèt zijnért op* 
gèdanen fchat van kundigheden, in zijne gebporteftad te rug^ 
4aar hij den 9 féptember 1721 tot PrpponQnt vfif^ïéit ai:ige- 
nomèn, én niet lang ledig op dö markt flöndtj fiiiat tjoor 
ién Here des oogftés op dén 20 oclober 1722 in zijn ^yhgAard 
te Kleverskerk werdt u t^eftotèn ; hier ruihi zès larei het 
Eiiangelie bediend hebbende, w^erdt hij te ïïulst b'egeeiddCa 
5 meij 1730, dan doordien /er voor de t^^iJ Jy)vö , Van den 
Vorigen Pi^dikant Diderix een jaar moest gepi^Jikt worden j 
Werdt hij 'er piet voor den 7 januarij 1731 door «ijnén ambt- 
genoot P. M. Gargon bevestigd* deze gemeente heeft hi) ge- 
durende den tjdkring van bijna 21 jaien met allé" liefde en 
ene nauwgezette waarneming vin zijnen pligt, bel end; tér 
"tijd toe dat hij na zijne vaderftad géieisd zijnde, om bij 
ifcijne naastböftaanden eén bezoek af te leggen , hij aldaaf 
ftijn grdf vondt; want hier overviel hem ere borstkwaal ^ 
waar aan hij reeds 's anderendaags, dén 21 feptembör 2751^ 
in den oiderdom van ruim 53 jaren overleed; zijnde nimmer 
gehuwd g^^vessté — — Boekz.^ i75i» ^* bh 454-4574 

ABSELIÜS (WILLEM) j geboortig van B-edai twtó een ^; 
ieevd Kaithuizer Monnik, en Prior v^n het klopster die- or- 
.4en te Brusfel^ en daai na te Brugge; hij overleed in *t jaa; 
1471 ; en is 20 wel door zijne aanzienlijke geöoprtö aJs zi^rf 

C 4 ^ !)&• 



40., ACCAMA. ACHELEN- 

nagelatene fchrlften , zeer beroemd — <— Val. Asdk. iibU^ 
theca Belgica. v. Goor, Befchr, van Breda. bi. 3<54. 

ACCAMA (N. en B.), twee Fricsfche Konstfchilte, waal» 
van N. de oudfte, geen onvcrdfenftlg Historiefchilder is ge- 
weest, ook een leis door Jtalien heeft gedaan, en zig enigeir 
tijd tot beoeffening der konst in Rome heeft opgehouden , ver- 
koos na dode van zijnen broeder, die ongetro^iwd in het jaar- 
1766 of 1767 ftierf, zijne vaste woonplaats - in des overlede- 
nens huis op de gragtswal te Leeuwarden te nemen , en heeft 
verfclieidene dogtew en enen zoon nagelaten. De jongde B. , 
heeft altoos te Leeuwarden gewoond, en een giote menigte 
pourtraiten van Friefen en anderen gèfchilderd. Hij daagde 
inzonderheid wel in het treffen, en fchilderde de.ftoffen en 

I 

klederen allerkunfligst 

ACHELEN (ANTONIE van), gefproten uit een adelijk 
Brabands Geflagt, is Schepen geweest van 's Hertogenhoschj 
ge trouwt aan Auda Vogels , en is geftorven den 27 julij 
1534* — Abk. F£RW£RDA, Geneal. en Wapenboek ^ lyBSï 
I. D. 

ACHELEN (FOLKERT van), is in 1587 Raadsheer ge* 
weest in 't Hof van Brabandy gehuwd aan Anna de Beyens, 
dogter van Goswin, Schildknaap, en van Agnes Eyckmans» 
— — Ib. 

ACHELEN (FOLKERT van) , een broeders zoon Van den 
voorgaan len, was in 't jaar 1624 Raadsheer van den gehei> 
men Raad; hij is gehuwt geweest met Maria Margareta, 
dogter van Jacob Booaert, Ridder, Prelident in den R^ad 
van Flaanderen, .^ Hij ftierf in 't jaar 1631* -— Ib. 

ACHELEN (IGRAM van), vader van den laatften Foi^ 

KERT , is eerst geweekt Raadsheer , en vervolgens Prefident in 

't Hof van Friesland^ en daar na Prefident van den groten 

Raad te Meclielen; hij was in 1561 gehuwd aan ClemeNtia, 

dogter van Gellius Hoytema en Mitzia Ayta. Hij ftierf 

den 18 oélober 1604, en legt in de St. Jimbotas kerk te Mc" 

chelen begraven. < Ib, 

AQiE- 



ACHELEN. ACHTSCHELUNGS. ACKER. 41. * 

G ACSBELEKT (ROEI;AND van), wierdt in 1572 ótn 14 
october. Grietman van Daraumaded , inplztiXB van den rebellee*. 
arenden Augüstinus Oedtzma, lei den 29 dito den eed af in 
handen van zijnen neef de Prefident Igram van Achelen , als 
^an 't Hof daar toe gecommitteerd. Deedt in *t jaar 1576 af- 
ftand van deze Grietenge, en wierdt nog in dat zelvde jaar 
Grietman van JJennaarderadeel ^ door vrijwillige afftand van 
Oene Wytsma, doch welke post hij niet langer dan een jaar 
bekleed hebbende, daar insgelijks affland van deedt. Hij is 
getrouwd geweest met Womck, dogter van Juw Mockema 
en LiscH Heringa, bij wien hij ene dogter heeft geteeld, 
met name Alegonda, welke in 1607 huwde, met Ka. el 
Van Unia, Hoveling in IVirdum en Fcrwert. — — Jb, 

ACHTSCHELLINGS (LUKAS) , van Brusfel geboortig , 
{s een kondig Landfchapsföhilder geweest, die Lodewyk Dt 
Vodder tot leermeester heeft gehadt. Die Lukas, wist vaar- 
dig en in een losfe ongedwongen trant, het penceel te bellle- 
ren , bijzonderlijk in zijn boomen , en op zijn voorgronden , 
zijnde de eerflen natuurlijk getekend, en de bladen en takken 
op ene kunftige wijze door malkanderen gewerkt, en do 
laatflen gloeijend gekleurd en meesterlijl? behandeld. WeVer- 
ïiiAN getuigd, zee veele heerlijke fchilderftukken van hem, zo 
te Bntsfel als elders , gezien te hebben. ' ■ » Weyerm. Le^ 
ven der Schilders, II. D. bl. 5. 

ACKER ÖACOBU$ op den), Predikant op Batavia, h uit 
Nederland/e ouders voortgefpioten , geboren te- Meurs den é 
december 1649. Na hier te lande zijne Ihidien \^ol voert te 
hebben, vertrok hij in 1678 van Anjieldam als Predikant naar 
CeijloTiy alwaar hij in 1679 aanlandde, en aldaar gedurende 
ruim agt jaren het leraarsambt uitoeiFende; zijnde in 1688 van 
'daar vertrokken naar Batavia, om in die hoofdftad van Neer* 
lands'Indie, het Euangelium inde portugeefe fpraak te verkon- 
digen, 't wdk hig ook een groot aantal jaren beeft verrigt; 
hebbende in 't geheel den predikdienst met de uiterfte lof 'en 
roem 52 jai*en lang waargenomen, onder een deiigdelijkcn, 

^ 5 on- 



4i ACKElStOQT. (IZAAK) ACOSTA* (GABRIEL i^ 

onbesproken én voörbccldigön Ivatjdd; ajndd bvérledtn op 
^avia den 6 april 1731, in den hpgen oudeidom van mini 
I3 ja en* Agker was een kundig man; big heeft de Bijbel' 
in de portug^e fpraak ovcigczet, .n Ae nog big zijn léven aaii 
êcn Batavifcn Keikcnraad overliandigd. Nog op Qnjlm' zijne 
de , huwde hij Dina Agotha ^ oudfle dogter van den Predfc 
kant Niklaas Agotha én Sara Visvliet^ beide van Amftel» 
dam gebooitig4 waar mede hij geno^zaain 51 jaren 'm een 
na (renaam gezélh'g leven heeft gefle.en , en bij haar 11 kin» 
deiei veiwe-.t, waar van een zoon in dienst van de Kompas 
gn.e is geweest, en twee dogteis aan voorr.ame ambtenaiea 

daar van, zijn uitgetiouwd. BoekZi, 1732* bi bl. iaO| 

I2i» 

ACKËRSLÖOT (IZAAK), een deftig Burger van de Öoops^ 
gezinde Gemeente te ylmflddamy be.chonk bere\ens z^jné 
huisvrouwe , Maroaretha van der Kindert , het oude Vrou^ 
wenhuis van hunne gezindte ter gemelder (lede , met 20,000 
g^ildens; dit gevoegd, bij andere aanzienlyj^e giften, fte'de d^ 
Reser.ten van dat Godshuis, dat ie klein was en daai' by 
bouwvallig, in ftaat, om in den jare ï759> ^" ^'^^^ ruimer 
en aanzienlijker gebouw, tot bet zeivde einde voorb fchikt^ 
le^i;*: agter het oude te doen ftigteg. i Wagek. E^^clir.* 
van Amjl, VUL St. bl. 545. 

ACOSTA (GABRIEL d^ , een Pottiigétó Vah geboorte ^ 
die e^er, zulk een geruimen tijd in ons land heeft gewoond^ 
en iiJk een zonderling wezen is gewc^est, dat hiy ^net legt 
jtanfpraak op ene plaats in dit werk h&dit, Eerst was bij ecp 
Christe' , daar na een Jood, en vervolgens niemendal. Ge- 
jduiende zijn verblijf te Amjleldamy werd hij tot zodanig vei- 
Aegaanden trap van wraakzugt vervoerd j dat hij eerst zQgt zij- 
•Jien broeder of ne^f, en daar na zig zelvên van 't leven te 
l3eiO\'en. Op dezen, terwijl hij voorbij xijn huis ging, loste 
bij een pistool ; doqh , het geweer weigerende , eji zig on^ 
dekt ziende, f.oot hij verbaasd de deur, en benam met een 
iander pistopl ?ig zelven bet ieveug In xgue Woning vond 

men 



ACRONIÜS. (DANIEL,) (DAVlD,) GOHANNÊS)/ 45 

men een latijnsch gefchrift, waar in hij de gevallen van zijn 
leven en wederwaardigheden beknopt had opgefieU* , 

Kok, Vad, Woord, 1. D. bl. 199. 

ACRONIÜS PAKIEL), een Nederlander j was in zijnlevön 
een geleerd man, en gaf de Gefchiédenis van vele Steden 
in 't licht, welk werk in 1651 te JFraiikfon is gedrukt ^ 

Koning > Biblifa* vet. (f nové 

ACRONIÜS (DAVID) , is geweest Predikant te Hmpmi 
!n Friesland i en overleed aldaar den 31 december 1738, iil 
het 54fte jaar zijnes ouderdoms , waar van hij omtrent 34 ja-» 
ten in dienst der genoemde Gemeente heeft gefleten. ■ 

Boekz.y 1739. «• bl. 139. 

ACRONIÜS (GELLIÜS), is Predikant, meen ik té Leei^ 
garden geweest, een grooi^ij veraar, en wiens naam men me^ 
de onder den berugten brief van de Friesfe Predil^anten , In 
X587 aan de Koningin van Engeland gezonden, geplaatst vindt. 
■ Brand, Hift. der Reform. I. D. bl. 723. 

^ACRONIÜS (JOHANNES), geboren in het Friesfe dorp 
Ackrumy ftierf te Bazel in den bloei van zijn' jaren in 1563, 
in welke Stad , hij met zeer veel roem de wis- en genees- 
konst heeft onderwezen, ook v'e.fcheidene werken over dö 
eerstgenoemde wetenfchap, heeft in 't licht gegeven* ■ 

Foppens, BlUiotheca Belgica. pag. 559. 

ACRONIÜS (JOHANNES), wierdt in 162 1 als Predikant 
<e Felp en Roozendaal beroepen, in 1627 te IVageningen , al- 
waar hij gedurende 21 jaren het Leraarsambt met veel lof 
uitoefFende, en is aldaar in 1648 overleden. — — . Soerman» 
Kerkelijk Register. 

ACRONIÜS (JOÖANNES), een Fries van gebooite, was 
eerst Predikant tQ Wezel, vervolgens te Haarlem^ alwaar hy 
in 1627 ftierf. Hij wordt befciueven als een geleerd man, 
doeh van een' woeligen en onrustigen geest, daar bij een 
driftig ijveraar te4ens de a^han^^ers van Arminics, Voorts 
die door zijn oproerig en bedillènd kavaktcr vrij wat t\re-" 

fpalt 



^ 



44 ACttÖNIÜS. (RÜARDüS,) (WÜS^EL) AÖA, 

Ipa't vBToirzaakte. — ^ Schrevblius in AiiFziKO, Bj/irAw 
yon Haarlem* 

ACRONiüS (RUARDÜS) , een broeder van den laatftèri 
ToHANNES, insgelijks éen Files i was zeer ervaren in de God- 
ge eeiiiheid en ualkunde, maar tcfibns eéh groot ijveraar té^ 
geriS de Remonftran'.en , en daar bij van een wbelzieken eii 
drifcigei aart. Hij heeft zig onder anderen beroemd gemaaké 
en zijn oplopend karakter ten toon gefteld , in zijn openbaar 
geoerd twistgeüng ^® Leeuwarden in de Galiléer Kerk gehou* 
den , mee Pieter van Cbulen een ijverig Poopsgezinde. In 
li$oi, was hij Predikant te Sclüedam; en, in 1611 vindt msn 
bem opgerekend als lid der Haagfche Conferentie. 

ACRONIÜS (RUARDÜS) , ork RU ARDüS AMBROSIÜS 

LUCASZOON genaamd, meJe eoFü'es van gebooite, werdt 
in 1644 Piclihant aan de Ko^g, in 1649 te Bargen, en in 
j 6 59 te Schdletiliout 9 al waai' hij in 1669 is geftorven* — i-* 
SOERMANS, Kerk. Regut. 

ACRONiüS OVESSEL), was in 1650 Predikant te -Har* 
Vnsen c" wijdde in dat zelvde jaar op den 13 november, in 
die ftad, de nieuwgebouwde Wcstcikerk in- -r — '— BoekZi^ 
^730* ^- bl« 509* 

ADA , de dogter van Hendrik eenfgein zooh van David , 
Joning van Schotland, weidt iri 11 62, de egtgenoote van 
Craav Florts den III. van .dien naam, aan wien zij ver- 
fcheidene kinderen baarde; zij legt te Middelburg begraven. 
* ' ' " Smallegange, Kron. van Zeelandi 

ADA, Gravin van Holland^ dogter van Graav Dirk deKt 
VII. van dien naam , en den XV. in den rang der Holland*- 
fe Graven, wicrdt door beleid van baren moeder Aleid, 
een heerszugtig wijf, in den .prillen ouderdom van nog geen 
zeventien jaren ^ enkel uit ftaatszugt en oni de regering zelve 
in handen te houden, in het jaar 1203, aan Willem Gravc 
VAN Loon , verre in rang beneden zijne bruid , uitgehuwlijkt. 
Volgens getuigenis van alle de Gefchiedfchrqvers vai haaren 

tijd, 



*l 



ADA,. 49 



l§d,: was Ada een allerfchoonlle meid, wiens bevalligheden 
-uidokkend warörr. Dit jeugdige flagtoffer wierdt in ócn egt 
irer bonden, voor dat haar vaders lijic ter aarde was befteld; 
ia dat biccf onbegraven öaan, in 't zelvde huis., daar dz hu-* 
welijksple2;tighqden yerrigt wierden , naar welkers völtre'.diing, 
hfit naar Egmatut werd gpvoerd , en aldaar - ter aarde befteld, 
Xreiiiige ongevallen verzelden genoegzaam de gantfche Icr 
yensloop van deze Gravinne; want flegts agttien dagen na 
liaai* huwelijk, wierd zij genoodzaakt door een vloekverbond 
Van veele 'misnoegde. HoIIandfe Edelen, aan wier hoofd ?ig 
Graav Willem broeder van .haren vader, bevond, naar dq 
b'iirgt" van Leijden te . vlugten 4 alwaar zij fchielijk belegerd, 
'cr\ genood:?aakt wierdt, fchopn alle de bewoqners der i^fjfi- 

ïandfe dorpen op ds been kwamen , om den burgt te ontzet- 

> ' , I ■ . ^1 . . .... . . 

tón , door gebrek aan mondkost , zig pp voorwaarden over tq 

j * ■ ....... 

geven. De ongelukkige Ada werd|: door hare veroveraars 
'^fteld in handen van haren bloedverwant Willeai vaU 
Teilingen, die haai*. piet alle heuschheid deed bewaren; doch 
haar oom Graav Wil^lem , vervolgens in Holland gekomen , 
en door de Kmi^mers voor Graav erkend zijnde, deed haar 
naar 't eiland Texzl brengen , ^Iwaar zij een kort verblijf ge- 
houden hebbende, naar Engeland wierdt overgevoerd, en al- 
daar enige jaren vertoefde. Schoon haar fterfuur door de 
oude Schrijvers zeer verfchillende wordt opgegeven, is het 

- • • . 

cgter meer dan waarfchijnlijk , dat zij in het jaar 1208 is 
overleden. .' " \ Zie eene uitvoerige befchrijving van deze 
ongelukkige Gravin, in Kok, Vaderl. IVoorderiboek y die de 
meeste Schrijvers aanhaalt, welke van haar gewaagd hebben. 
Met regt kan men ook ter lezing aanprijzen , de levenfchets 
van deze vqrftin, te vinden, in de Levensbefihrijmg van Ne-» 
dcrL Mannen en Frouwen. V. D. bl. 281. enz. 

ADA , eene dogter van Graav Willem den I. , vindt men 
opgetekend, als zijnde geweest de agtfte Abtdis van RijnS" 
hurg; zij ftierf in 1257 pf 1258, en wierdt voor *t hoge al- 
taar aldaar begraven. ■ ' ■ Pars, Katw. Oudheden, bl. 
348 en 382« 

ADAL* 



^ ADALGARDA... ADAM. ADAM4. 

• ADALGARDA', was de naam écner vrouwe, vennold ftli< 
de grootmoeder van den vermaarden Ludgerus , een der cer« 
fte verkondtgers van het christen geloof in Prieslanct^ zij nam 
met haaren ^(genoot Wkisuno x)f üsmo, ten «inde de la^ 
gen van den wreeden Radboud te ontgaan, de wijk naar 
fhmkfijk, — ^— F0E5JB S|oerds , Ö. en N» FrUsl L D» 
bl. 620, 

ADAM (lISLE), een bedreven krljgsoverfte, welke In 
de orgelukkige tweefpalt der Hoékfchen en Kahhelja^uwfchm\ 
het met de Hertog van Kóürgónje Weid, en dus de faatst^r 
jnelde pairdj was toegedaan, Toien vrouwe Jacoba in het Jaar 
X426, dè KaèbeljaauwfcJien zo deerlijk had geteisterd, en tott 
voor de poorten van Leijden vervolgt , liepen 'de Kennemerlarh 
iers hier door aangemoedigd, geheel Wèsifriesland iï^ en brag- 
ten de ftedén onder de ge;höorzaanxheid van de Gravin, tol 
dat de flad Hoorn ^ die geheel de zijde van den Hertog 'hield, 
lien, zelv* na een ongelukkige ontmoeting, zo lang" weer»' 
ftond, tot *er kloökemanfchap verzeld van eenige fledelingen 
Van Amfteldam en Haarlem ^ te water binnen raakten. Dez^ 
2ijn onder het bevel yan onzen x^dam , zo heftig op de be* 
leggers uitgevallen, dat zij na een llijfzinnigen wederflancj 
geboden te hebben, gedwongen wierden te wijken, en du^ 
ongelukkig her- en derwaarts omftoven, ' » ■ Mieris a 
Nederl. Vwjlm. I. D. bl. 39, 

ADAMA (AUGÜSTINUS LOLLIÜS), Hoogleraar fn do 
Geneeskunde te . ^flwe^er, een zoon van Lollius, wierdt na 
de lage fcholea^ doorlopen te hebben , tot de Geneeskunde 
opgeleid , en- ftudeerde in die tak onder Allardus Auletius , 
doen ter tijd geen onvermaai'de leermeester aan Friesland: 
Hogefchool. Tot JDoktor in de wijsbegeerte en geneeskonsfi 
bevorderd zijnde , werdt hij in Ï605 geroepen tot Reftoir der 
latijnfche fcholen te Kampen; hier verbleef hij tot in het 
jaar 1608 , wanneer hij den 27 mei) tq% Profesfor in de me- 
dicijnen te Franeker wierdt aefigefteld^ in piaatB van den 
overledenen Hoogleraar RAPHAëL Ciingbyu In iiecember 



ê 

» 



ADA]VIA> (HENRICU5,) (LOLLIUS) 47. 

tói^y tei-wijl hij het Reéfcoraat v^n de Academie waarnam"^ 
wieixit hij van zijnen post als Pi^öfesfor ontzet, doch om wel- 
ke reden, is met geene voldoenende zekierheid te melden. Die 
jngeva! overleefde hij. niet lang, maar ftierf reeds }n 1616^ 
ê,\ ■ ii>E, L. Vriemqet, jÉthen. Frif. pag.- 139, 

' ADA]ViA (HENRICyS)', Piedikant te Zwolle, is geborei^ 
t^ Pingjum [n Friesland^ in het Jaar 17291. Na zijne letier- 
peffeningen te hebben volbragt, wierdt hij met alle lof tot 
Proponent verkoren, en kort daar na tot Komeflor der la- 
tijnfche fcholen te Franeker aangefleld , alwaar hij met veef 
vlijt de aan hem vertrouwde jeugd , in de letteroefFeninr 
gen onderwees, tot in 1753, wa'ineer hij als Predikant to 
Huijum in de nabuurfchap van Leeuwarden ^ wierdt beroepen. 
Hier flond hij tot 'm het jaar 1762, als wanneer de roep- 
ilemme volgende , hij in de blcejjende geméeiiie van Zwolle 
wierdt verplaatst; daar hij als verdier.fllg' leraar en herder, 
3e kudde hem toevertrouwd , met alle liefde en zorgvuldige 
waakzaamheid heeft befllerd, tot op den 7 ju'ij 1797, als 
.wanneer hij van eene flaapzlekte aangetast, door de dood 
Van zijnen zwaarv/igtigen post wierdt afgelost, in den ouder- 
dom van bijna t58 jaien , tot grote droefbeid van zijne agter- 
geblevene weduwe Heraiyna Vos, zijne kindéren, gantfche 
geineente , qn allen die genen welke 's mans beminnelijk eö 
vredelievend karakter, van nabij gekend hebben. Men heefk 
van hem in druk : De heüzaamjie en beste Raad in tijd van ge- 
vaar j uit Jer. VL VS. 8., uitgefproken in eene Bedeflond, 

- • 

ter gelegenheid van den hogen water vloed in 1784. 

ADAMA (LOLLIÜS), Profesfor in de wijsbegeerte te 
-fïafiekcry vader van Augustinüs, denkelijk te Sneek in 1544 
'geboren , is na zijne ftudien te Kkoningen volbragt te hebben;, 
geweest Re<^or dör latijnfqhe fcholen te Dordreck , van wa;^ 
hij in het jaa* 1585 tot Hoogleraar in de wijsbegeerte aan de 
4Bieuw opgerigte Hogefchoöl te Franeker is beroepen; welk» 
^t hij met veel roem heeft waargenomen , tot aan zijn dodil 
1de, weljËe voorviel in ^€09/ het ^sjfte z^es ouderdom^ 
* ^ Hij 



4S. ADAMA. (TIERIüSjf 

Hij heeft verfcheïdene verhandelingen over de Logica , Pig^r* 
en Metaphijfica gefchreven , ook zijn *er drie Oratien van hem 

in druk. E. L. Vriemoet, jéh. Frif. pag. 65. 

ADAMA (PIERIUS), Predikant te. Boxim en Blesfum, 
een broeder van He^ricus hier bovengemeld, is geboren to 
fHngjum den 24 november 1725. Zijne Grootouders van 
's vaders zijde waien. Petrus Adama, eerst Predikant te 
^«m, en veiTolgens te Swek, alwaar in 1693 ^s overleden, 
en Anna Faber, die een twede huwelijk aanging met Tjal* 
LiNG Naüta, Secretaris van Ferwerderadeel ^ zijn vader was 
GoDEFHiDUs Adama, Predikant te Pingjum^ die aldaar in 
pr733 overleed, en ajne moeder Dirkje Altena, dogter van 
den Ontvanger Altena, die na haar mans dood zig met 'er 
woon naar Franeker begaf. Hier wierdt Puemus op de latijn» 
fe fchool befteld, daar hij door zijn vlug begrip, gezond 
oirdee , en inzonderheid flalen geheugen , grote vorderin- 
gen maakte, en de meeste zijner medeleerlingen voorbij 
ftreefde. ' De fcholen doorgelopen zijnde , beletteden hem. 
tusfchenkomenvie omftandigheden , zijne aangevange e letter- 
oeffeningen voort te zetten , en hij begaf zig tot een ander 
teroep; dan de lust tot fludie en inzonderheid die der theo- 
logie, deedt hem in een gcvorderder ouderdom beflLiten, naar 
4infteldam te gaan , hier bevlijtigde hij zig zo ijverig in het 
verkrijgen van kundigheden in de godgeleerdheid, dat hij de 
aandagt en gunst van Amftels Leraren tot zig trok, en op 
hunne aanbeveling., gaf hij onderwijs in de waarheden aan do 
voornaamfte huizen van die grote koopftad. Dit beroep eeni» 
gen tijd waargenomen hebbende, ging hij de Hogefchool te 
Lingm bezoeken ; fludcerde daar vlijtig onder Proft-sför Samlcl 
Meiling, en wierdt den 10 julij 1766 met alle ruimte tot 
Proponent verklaart; waar na hem in 1767 het bercep van 
Sleen in Drentlie werdt opgedragen , da^ hij des Heren woord 
omtient 10 jaren verkondigd hebbende, in 1777 te Staphorst 
en Roovem werdt beroepen ; hier verbeidde hij korten tijd^ 
doordien men hem in *t laatst van 1778, de pos: van herder 
en leraar in de. gemeente van Soxum «1 tlesfum opdroeg; 

ia 



ADAMI. (GASP.) (HENDR.) (KORN.) ADEL. 4f 

& deze flandplaats is hij verbleven tot dat de docxi hem daar 
van afloste, welke voorviel op den 8 maart 1792, in den ou- 
derdom van ruim 67 jaren. Aan Pierius Adama wordt het 
getuigenis gegeven , dat hij zig in zijne verkering tot ene 
wet Helde, om wel te doen; voorts, dat hij gulhartig en leer- 
2aam was ; dat zijne leerredenen wel niet naar een kiesfchen 
finaak gefchikt waren , doch egter getrouw , waarfchouwende , 
op geloof en bekering aandringende, gemoedelijk, troostvol; 
doorzigt, oirdeelkunde en bondigheid zou 'er in uitgeblonken 
iiebben, en ene doordringende ftem, zette daar geen geringe 
Ikragt bij. Op den 16 april 1744, was onzen Leraar reeds in 
den echt getreden met Rlurdje Tiensma, uit brave burger- 
ouders te Franeker afkomftig ; bij deze vrouw heeft hij zes kin- 
deren verwekt, waar van flegts ene dogter Wilhelmina ge- 
naamd, hem heeft overleefd, die gdiuwd is aan Hetto Rei- 
NALDA, Boekverkoper te Lemwarden. ■ Boekz.^ 1792. 

•• bl. 418. 497. 

ADAMI (GASPAR) , geboren te Schoonhoven „ een geleerd 
man en Doktor in de Theologie; was eerst Pastoor in zijne 
geboortellad , en naderhand te Utrecht y alwaar hij den .2 
fcptember 1639 ^^erf. — — Hift. van 't Bisdom van Utr. 
h D.'bl. 308. 

ADAMI (HENDRIK), geboren te Appingadam in 1703, 
is geweest Predikant te Bierum in de Provintie van Stad en 
lande; hij flierf na een langdurige ziekte, den 18 junij 1747, 
in het 44fle jaar ^nos ouderdoms. i Boekz.^ 1747. &. 

bl. 247. 

ADAlVtl (KORNELIS), vader van Hendrik, wierdt in 
1698, tot Predikant en tefFens Reftor der latijnfe fcholen te 

appingadam, aangefteld; hij overleed aldaar den 8 november 

< 

1721. — — Boekz.f 1731. b. bl. 121. 

ADEL, is volgens verhaal der oude Friesfche 'Schrijvers, 
de vader van Friso geweest , die voor den (lamvader der vol* 
keren van dat gewest wordt gehouden. Deze Adw, zou het 

l Deel. D gp- 



^ APÏX, APELA, 

gebic4 g<^vo<jrd Ji^bben, in zeker landfchap, dat de naam vtt 
Bpn^iiStsk f^ifi(H voerde. Ook wil men, dat deze Adbl door den 
tijran Agrammes , yit zijn rijk zou zijn verftoten , en me^ 
zijne drie zonen , Friso , 'Saxo en Bruno , naar Athene in 
feallingfchap vertrokken zijn, alwaar zijn zoon Si\xo, eeno 
wijl tijd^ bij Plato zou hebben fchoo.1 gelegen; doch zija 
^Qo\\ Friso heeft h^t leger gevolgd , eerst van Filippüs en daar 
na yp Alexander den grooten, en zoude eindelijk in he^ 
\W 313 voor Chiostüs geboorte, met zijne vloot in Friesland 
zijn aangeland, h ■ ?. Pet^i, ^ft. FriJ..^ 5charlent 

$is, Kronijk van Friesland ö*f. 

ADEL^ de oudfte zoon yan Frisq, en dcrhalv^n de kleine 
fpoo van den bovengemelden ^ is zijnen vader in *t rijk opge- 
volgd ^ en had tot een huwelijks gezellin Zwobbina, die voor 
ere dpgt^ van eenen der S'^abifche Koningen, opgegevea 
wordt. Sommigen willen, dat hij 94, andeien dat hij 78 ja-r 
yen heeft geregeerd ; wa.t hier ook van mag zijn , zeker is het 
nogthans, dat alle daar in overeenkomen, dat hij een zedig, 
deugdlievend en eerbarar vorst is geweest, di^ zijn volk door 
goede wetten befchaafd , en met zijne naburen , in vrede en 
goed veifland heeft geleefd, > Winsemixjs, ^onijk vaii 

friesland i W- 12, 

APELA , is de naam van eene der dogters van Graav Wig- 
man DEN V, heer van Nardingerlond^ Urk en een gedeelte 
van 't graavfchap Hameland. Zij had eene zuster Luitgard 
genaamdi Z'^'dzaam , zijn twee verfchillender karakters als de? 
ze beide zusters , uit dezelvde ouders voortgekomen. Luitgard 
was zodanig beroemd wegens hare deugd en godsvrugt, dat 
haar vader voor haar de abtdije en het nonnenklooster op den 
Elterenberg deed ftigten, en haar daar over als de cerfle Abt- 
disfe aanftelde; welke abtdije door Keizer Ottq den II, in 
968. , met aanzienlijke goederen en voorregten wierdt bcfchon» 
ken, waar van^ de giftbrief is te vinden, bij A. Matth. Anor- 
/eff.. Tom- VI. pag. 43. Onze Adela, in tegendeel, wa» 
wraakawgttg, hoognwcdig, wulps, en tot i^lIes. wat flcgts be- 
geer- 



ADELAi ADEIARD. ADELBERT, 51 

gfiextexii en lusten kan voeden, ongemeen ^negen; ja om ia 
% kort alles te zeggen, 'er was geen de minfte fptrank van 
deugd in haar te vinden; 2}] trouwde met Imed, Graav van 
^ikom nabij JVageuingen gelegen. Na veele godloosheden ge- 
pleegd te hebben, als het doen vermoorden van haren zoon, 
het voornemen om hare zuster door vergif om te brengen , en 
meer andere boosheden , waar van de natuur moet zidderen ; 
llierf dit ondeugende wijf in 1018. — — Zie een omftandig 
verhaal van deze Adela, in Kok, Faderh Wom-denh I. D. bl. 
a68-276. 

ADELA, ene dogtcr van de bovengemelde, was benevens 
haren broeder Meijtwerk , Bisfchop van Paderboni , erfgename 
van de nagelatene goederen van haarlieder ontaarte moeder; 
Zi] beipraken dezelve aan de abtdije te Eltm, waar in dezp 
Adela, reeds onder het beftier van hare moeije Lüitgard, 
het geestelijk gewaad had aangenomen, en ook aldaar haar le- 
ven eindigde. Kok, Vad.Wowd, I. D. bl. 276. 

ADELAIDE , zie ADELHEID. 

ADELARD, in 't jaar 753 geboren, was eén Nederlander CB 
kleinzoon van Karel Martel; hij wiei:d, in den beginne op- 
gevoed aan 't hof van zijnen oomfj^YN, en begaf zig vandaar 
naar de abtdije van CorUe; doch hij toefde hier niet lang, want 
de begeerte tot groter afzondering, voerde hem naar 't kloos- 
ter Mont Casfin<f van waar hem Karel de groote in 777, 
deed te rug komen, en hem in 796 tot eerden ftaatsminister 
van zijnen zoon.PEPYN Koning van Italië^ aanftclde. In 809 
werdt hij met enige Prelaten naar Rome gezonden , om het zo 
gerugtmakend gefchil over de onmiddelijke invloed van den 
Ceest, te beflisfen. Na dode van Karel den grooten, wierdt 
hij door deszelvs zoon Lodewyk y in de abtdije van Heze geban- 
nen, en verbleef aldaar drie volle jaien; van waar hij naar 
Corhie te rug keerde, en aldaar 73 jaar oud zijnde, in 827 
overleed. ■ du Pin, Bi(U Ecclejiaft. Tom. 8. 

ADELBERT is geweest Aartsdiaken van de Hoofd- of 5'^ Afar- 
H^ kerk te Utrecht. Nevens anderen zou h^ als een medgezci 

D 2 vaH 



|| ADELBEKf, ADELBOLD, 

v^i^ \'^ï<ÊBRORD, uit Engeland naar Friesland gezonden 2§n; 
pm ^an de daar zijnde Heidenfchc volkeren *t EuangeHum te 
Ycrkondigcn , en , na veele van dezen tot het Kristendam gö» 
tragt te hebben, geftorven en te Egmond begraven zijn. — — * 
gie uitgebreide- bier over , J. Kok, Vod. Woorden^ L 277. 

AöEIJBERT, een F%anky Bisfchop in zijne geboorteplaats, 
^raakte nevens Claudius Clement, eöu Sjchot in twist met Ba- 
jnifack;?; zij beweerden, dat dc^e van denPays gezonden was, 
cun DuitscJüand te reformeeren ; niet om het geloof in Christus^, 
m^^r d^i) Antici^rist te prediken. Schoon dit gepne eigentlijke 
^^ttqjij behelsdp, was het egter deerlijk op het zeer getast, eti 
^iqn genoeg, om Bonifacius en alle de afhan^lingen van 
R(y>fie^ tegen hen in 't harnas te jagen. Beiden zijn zij vervolg4 
^a cjoo^: Pajs Zacharïas afgezet. Adelbert raakte vervolgen? 
\\\ dQ gevangenis te Fuldo , alwaar hy is omgekomen^ y 

Vag. Fc^l' Hiftr L D. bl. 392 enz. 

« 

ADELBOLD , was de zoon v^n Asco^nus , den tweeden 
{feitpg v^n Friesland, Hem wordt een tegengefteld kaï-akter 
f^ls dat van zijnen vader toegefchreven , *t welk een vredelie- 
vend man was; hij in tegendeel een woelgeest, onrustig en 
krij^zugtig, zig gefladig bezig houdende, met onder zijne na- 
^uiQn twist te lloken, oproer te zaijen en oorlogen te be- 
rokkenen; hij rigtte ook krijgfcholen aan, in welke de Friefert 
in het behandelen der wapenen wierden onderwezen. Onder 
zijn b^ftier , viel een worsten hoop Wenden of Gothen uit het 
noorden in Friesland, verwoestende alles daar zij indrongen ; 
doch de dappere Adelbold, geholpen door zijnen llrijdbaren 
t)astaard-bioetler, Titus Bojaculü5, verjoegen hen met b^^ 
bloQde koppen. Eenigen tijd daar na, wierdt Adeluold dooij 
^ne hevige ziekte aangevallen, waar op hij de yoornaamften 
des lands tot zig deed komen , hun Titüs voordroeg, en deq- 
?elven ^npr^es tot Hertog; deze verkiezing vondt plaats, want 
Titus ^Iot ongeacht zijne tegenkanting, tot die waardigheid 
verheven. T^ns alle verwagting herftelde Adelbold van 
;^ne krankheid p waar op Titus hem aanbood» het beflier we* 

der 



ADEJLBOLÖv 8^ 

èer in handen te flellen; doch Adelcold, die met Kijnë z\C\si 
te van zijnen fiaatszugt genezen was, weigerde dien last weden* 
te aanvaaiderf; hij leefde voorts nog een geruimten üjd als een 
fiil burger, zonder zig enigzints met de regering te bemoeljt ii 
Men verzekerd, dat hij in zijn vroege jeugd, de Tongettn td^ 
gei>s ^e Romeitien^ en de Romeinen tegens de MakmitanM^ il| 
't harnas gejaagt heeft. In. 't jaar 173 aanvaardde hij dè i:Ö* 
gering, ftond'daat Van af in 185, ftierf iri 208, êri wérdf td 
Stavoren bégriven. — — WiwSEMtüs, Kronijk 'van )?Hesté téU 
il8~3i. en f. Sjoeéj>s y, fHesfche Jaarb. I. t). bl. 2bl-2ö4i 

AÖELBÓLD, een Priesch edelman van gébooité, Wad dé 
JCIX.Bisfchop van UirecJit; hij ftond voor zeer gfclèerd të bóek> 
en was eên geliefde Raad vafi Keizer HekdrIk den II, dfe bfeiTi 
tot deze waardigheid verhief; do6h ongelukkig öfttvohktó Uid 
bevordering zijne aangeborene J;ieers2ugc , welké, clööi* tCÏÏ 
ónvei-winnelijkbn drift, hem tot eén ooi- lugbigtig Vorst ih&ak» 
te. Hij vorderde van Graav Dirk, de M:rwe , eèn èilüiid tiOl- 
fchen I^das én IVaal célegen '; 'en , geftoord over deszöWs wei* 
gering, plunderde en moorddfe hij in veelé tiollandf'e dorpöri , 
tot dat de overwinning den GtkVe begunfligdé. Dan gfev/Clcf 
tb vei-geefe bepJroefd hebbende, ham hij zijn* Ccevlügt töt llst^ 
hij ffookte namelijk dés Keizers haat tégfens Dirk J Verkreeg dd 
hulp des Hörtogs van Lóttharingen , benevens d'6. dfer Bii- 
fchoppen van KêuLên en KAAinkYK, waar uit tën laatften éó:l 
der bloedigfte oorlogen ontftond, dié misfchlen zcdért dé tijil 
van Kaüel den oRöOTzijj gevoerd is. Hoewel ^ in dözd 
tijden, de Is^ereldlijke magt door bijgeloof ^ onder de gcc?te^ 
lijke heerfchappij veelal moest bukken , werdt egtcr Bisfchop 
Adelbojüd gedrongen . om vrede te vragen ; dan vj^ne eerasugt 
iiu enen- anderen uitweg zoekende, bepaalde hij zig tot het ftig* 
ten van voortreffelijke gebouwen. Onder anderen, liet hij een 
werlc , dat Baldricus in Utrecht had begonnen , afbreken 1 en ^ 
in zeer korten tijd, een veel prigtiger kerk irt de plaats ftel" 
len , waar van heden nog een gedeelte in wezen i$<4 DiC G^" 
huis, wierdt in tegenswoordigheid vari Keizer liztiORiK doat 
twaalf Bisfchoppen^ téi eere van den heiligen Masltiwvs Ingi^ 

D 3 Vïiié 



54 ADELBRICUS. ADELBRICUS den IL 

wijd. Het onrustig fcerkbeftier van Bisfchop Adelbold cin* 
digde met sdgu dood, die in november 1207 voorviel. Uit 
hoofde van zynen ijver tot vettneertlering van de göesteUjkd 
goederen, is h^ na zijnen dood ónder de Heiligen opgenomen, 
■ W AC. FacL Hift, IL D, bl. 142, 143. 146. 148. Scho»* 

TANus, Kerk. en Wer. Cefch. van Friesland y bl. 80, 81 &c. . 

ADELBRICUS, die men ook Aelbericus en Alberik, bg 
de fchrijvers gefpeld vindt, was de vierde Bisfchop van Utr 
reclit, en een Engelsman van geboorte; reeds in zijn vroeg* 
ftc jeugd tot Kahunnik aangefteld, werd^ hiij geliefd, om zij- 
ne bijzondere goede hoedanigI:ieden , en is door godsdienlligen 
ijver tot voortplanting van het Cliristendom, herwaards geko- 
men. Toen zijn* voorganger , de medelijdende Gregorius, 
door ene beroerte aangetast, tot een kwijnend leven verviel, 
benoemde deze hem niet alleen tot Vicaiis, maar begeerde 
ook, dat hij hem in de bisfchoppelijke waardigheid zon opvol- 
gen. Adei^ricus lleeds bedagt op het heilig werk hem aan- 
bevolen, zohd den Munfterfen Bisfchop, Lutgerus, naar het 
afgodisch volk in Friesland ^ om hen te bekeren, en de vervol- 
gingen tegens de Christenen te doen flaken, waar toe zij door. 
W1TTEKIND Hertog van Saxen waren aangezet. Gedurende, 
deze onlusten, ftierf hij na een kort regeringsbeftier van flegts. 
tien jaren, waarfchijnlijk In 788. — — A. Math. Fet. cevi 
And. Tom. U. Batavia Soera ^ II. D. bl. 484. 

ADELBRICUS den II, ook ALBRIK óf ALFRIK gei 
noemd , was in rang de negende Bisfchop van Utrecht , een- 
friesch edclnlan van geboorte , en een broeder van zijn voor- 
zaat in die waardigheid , den godsdienftigen Bjsfchop Frederik,. 
Hij zelve was een man van uitmuntende venlienflen, wiens ziels- 
hoedanigheden zó veel te voortrefièlijker wiren , als zijn lig- 
haamsgcftalte mismaakt was. Door het beleid van Odulph, 
Kanunnik van St, Salvator te Utrechy in het jaar 838 tot deze 
waardigheid geklommen zijnde , moest hij met de Christen 
kerk, verregaande vervolgingen verduren, van de wreede en 
all» vernielende Noorman len^ Cotlten, Zweeden^cn Wandalen, 

die 



AÖËLBÖJCÜS AÖELÉN. AdËLJBN; (Üx etc k.) SJ 

dié vèlè g^bugt^n én dorpen langs (kn &;n/Wffi èii AJte^i ' 
verwoesteden; Hij verzette zig met allen ijver Degens d& 
jirianm; deed ten dien einde verzeld van dfen gelöêrden O- 
1)ULPH, ene reize naar het noordelijk gedeelte vah Ï^Wd^l 
ftierf in het midden der negende eeuwe ^ na een regBrinjg^- 
beftier van korte jaren, én na alvorens de kerk van titré(M\ 
jne^ de meeste ziyner goederen té hebbén béfchöi^eni ^ « ''«"• 
i^EANDER, de antiq. Germ. Halma ^ Toned der Tm Ncïerh 

ADELBÉJCUS ADELEN, dérdé Potestaat vin triedéd^ 
ieefde ten tijde van Adelbricüs den n,rBisfchop vtó Ütriètk^ 
omtrent het jaar 8soi H;.j verdreef de verwoestende jtmnwé^ 
nen uit Friesland, na dat dezen, langs den Law^fitwA ééii 
deerlijk toneel van rampen hadden aangeigt ■ ■ HAZiÉA> 
toneel. Fv Sjöjêrds> Friesfche Jaa^b. II. D. bl. aó* 

ADELEN (BAÜK van)^ dë zustéi- Van ktAAS^ is ^W 
ren den ió oétober 15295 en in het jaar 1547 getr'öuWt Üièt 
Jacob van Kronenburg j gefprotèn uit éeii adelijkó fïÓÜdfid' 
Je familie, zij ^as de laatfte van haar geflagtj woonde té 
Pietersbièrüm op hét huis Kronenburg , door haren mart gé- 
bouwt; en was ene zeer godvlezéndé, déugJzüme én ztigtöige^ 
dige vroutve, nedrig en edel van ziel; 2ij 'ftiéif zeer chiiij- 
télijk op haren huize I^onienburg -, op dèn 26 april 1:803 ^ in 
den ouderdom van ruim 73 jaren, én legt begraven té JHÜni^ 
Ungen in Sén dom Van 'u^lmenUm bij hare egtgénoöti -«aüiüM» 
Abr. Ferweïuda, Geneal, Wapenboek y 1785. L Deel» 

ADELEN (KLAAS van), ]& de laatfte geweest vah het 
öiannelijk oir vian dit overoude Friesfche aanzienlijk gèftagt^ 
^aar vafTméri den oirfprong doet opkliöimÊn tot het jaar ^30^ 
t^anneer de ftamvader daar van inet name AbELRtcus, in Fries* 
hnd te StxbiefwA; eén dorp niet vérré van Frhneker^ltg^ni 
2oude gewoond hebben; ingevolge het getuigenis Vah döit 
foopijkfehrijver Ocko ScharlensiSj lib. i* OnzöKtAAs dto 
in alle eenzaamheid en ruste op zijn vaderlijk eifgoed hét flöt 
te SexUerum^ leefde, bemoeide hem Wéinig met di^ wéréld of 
wereldfe zaken. Hij ftierf op ótn 4 april ^1^61^ tn iviëirdc: 

D 4 i^ 



56 ADELHEID. 

in de kerk te Sexhierum, bq zijne voorouders bpgraveij# 
— Ib. 

ADELHEID, Abtdisfe van het klooster Fillich , tot het Aarts- 
bisdom Keulen behorende , was ene dogter van Wichard van 
Pont, eerfle Voogd van Gelderland y door hem verwekt bij 
iijn twede vrouw, ene dogter van Herman, Graav van Zttt- 
plien.' — — Kok , Faderl. Wvordenb. I. D. bl. 286. 

ADELHEID', door Wicmard den III, bij Margaretha^' 
dogter van den Grave van Loon geteeld, volgcie haren vader 
in de regering op; zij trouwde in 1061, aan Otto, Graav 
van Nas/au; die uit zijn eerde huwelijk, met Sophia Gravin 
van ZutpJien, reeds een zoon, Gerlach genaamd, had ver- 
wekt. Deze, omtient 36 jaren oud, bij Tsfelmonde gefneu- 
vcld zijnde , had zijnen vader erfgenaam gemaakt van het 
Graavfchap Ztapheti, het welk op deze wijze, door dit tweede 
huwelijk, met Qelderlaiid vereenigd wierdt. Uit het huwelijk 
van Graav Otto en ADELaEU), fproten drie zoons; deoudUe 
Gerard, volgde zijnen vader in beide Graavfchappen op; de 
twede Hendrik, was Graav van 's Heercnherg, en Al^ert,* 
de jongfle. Proost van Utrecht. Vrouw Abelheid (lierf ia 
't jaar 1085. — — Sugtenhorst, GeldeifcJie GefcJiied. V CU 
VI Boek. 

ADELHEID, ook ADELAIDE genaamd, was ene dogter 
van JloBBERT den Fries, ^n van Geertruid van Saxen; zij 
trouwde eerst met Canüt Koning van Denemarken , en vervol- 
gens met P0GIER, Hertog van Kalahrien. Uit haar eerfle hu- 
welijk , fproot Karel den goeden • Grave van Flaanderen , die 
In het Jaar 1277, te Brugge wierdt doodgeiloken. — — Kok, 
FaderL Woordenb. l. D. h\. 2S7. 

ADELHEID, de enigfte dogter van Otto den II, Grave 
van Gelder en Ztophen 9 'huwde aan Willkm den I, Graav 
van Holland en Zeeland; de trouwplegtigheid gefchiedde te 
Staroren y en 'er wierd vrolijk bruiloft gehouden. Door dit 
^tverbond , wierdt het Gelderfdie met het Friesfche volk ver- 
Z/OQUd; ook gaf hetzelve. aanleiding tot nog ene andere ver- 
bind- 



ADELHËID. ' 57 

4fïidtenis, tusfchen GraavOrro's zoon üamelijk, Hendhik^ 
Én Ada zuster van Willem^ doch dit liep in duigen, door- 
dien Hendrik voor de Voltiekking van 't huwelijk ftierf, ea 
Ada wierdt enige tijd daar na de rampfpoedige huiswouw van 
den Grave van Loow. De luister van vrouw Abelheid rees 
tot aan den wimpel, na de dood van Gravinne Ada; door- 
dien zij als toen het Graavlijk bewind met haren man in ban- 
den kreeg. Zij flierf omtrent het jaar 1220, verfcheidcne 
kinderen nalatende. ' ' Schrivbrius, Graven van Hollands 
Sliqtenhorst, Geld, Gefchiedenisfen. 

ADELHEID, ALYT, ALIDA, dogter van Diderik Graatr 
van Kleef , getrouwd met Dirk den VII , Graav van Holland 
tn Zeeland j was ingevolge het getuigenis der Historiefchrijvers, 
een kloekmoedfge heldin , die veldflagen met het beste beleid 
wist t3 befiieren , en met een gelukkig gevolg uit te voeren.' 
Dan met dat al, was het een zeer ondeugend wijf, die nietsa 
fchroomde wat vuile laster en kwaadaartigheid haar maar in-r' 
boezemden, indien flegts hare eergleriglieid en ftaatszugt daar 
door kosten bevorderd worden , ten uitvoer te brengen. Door 
dezen prikkel aangelpoord, ondernam zij veel kwaads, en. 
berokkende den lande menig onheil, ontziende zelvs niec 
haar eigen dogter tot een ellendig flagtoffér te maken. Zie 
ADA en DIRK den VIL — Wag. Faderl. liift. U. D. 
bl. 299, 300 &c. 

ADELIiEID, ALYD, ALYT, was een kindskind vaa 
Hendrik, Hertog van LotJmnngen, bij zijne dogter Magteld,^ 
door Graav Floris den IV haren Qgtgenoot, geteeld. Jai^: 
VAN Avennes, trouwde met Adelheid, ten einde een fleun te 
bekomen, tegens de onregtvaardigheid van zijne moeder, die. 
op de kinderen van haren tweeden man Dampier , het erfregt 
zogt over te brengen. Hij bouwde hier op grotelijks, doc«:* 
dien vrouw Adelheid, de naaste bloedverwante was v^n d(§n, 
Roomsch Koning Willem. Na dat Gi aav Floris, in 1258^- 
op een ongelukkige wijze , door een' wonde op een gehouden^ 
tournoijfpel te j^titwerpen bekomen , was overleden , weidt zij 

D 5 vooj^-. 



5* ADELHElbé 

« 

Voogclesfö over haren minderjarigen neef, Gr^v Ftoit;fl oew V^ 

De Zeuweii erkenden haar in die waardigheid; doch die van 

Bolland^ göene vioiiwelijke heerfchappij willende gedogen^ 

verzettedcn zig hier tegen ^ en verleenden dit bewind aan 

Graav Otto van Gelder , afkomftig u.it den huize van Nas- 

«Au. Deze daad gaf gelegenheid tot verregaande twisten, en 

Verwekte die dolzinnige opvattingen der Kenncme^s , „ om 

^, alle de Edelen te moeten uitroeijen*" 'Er ontftond eeQ 

bloedig govegt tiisfehen beide partijen ^ in Zuidbevelond^ doch 

het lot der wapenen was voor Abelheid even ongelukkig , alt 

de winter van haren leeftijd rampzalig; want na dat de jonge 

Graav Floris , tnet de Flamingén een verbond had gefloten , 

en Graav Otto m^t toeftemming der Staten ^ van zijne voog- 

dije was óntHagén , werd Aleid in den beginne wél op nieu^ 

Êet regeringsbeftier' opgedragen ^ doch na verloop vai] enigen 

tijd, met fmaad uit het bewind gezet, ja zelvs vörpligt fn hef 

Jaar 1275, Hdlatid te ontruimen* '■ ' '■; Altiw, Notiti rei-utlÈ 

Ccm. WAG.Fade^L Hïji. IIL D. bl. 6. 8. 10. 18* 

^ADELHÈID, of ALEID, ALYT, bijgenaamd vflrf PoeU' 
geest ^ naar den vermaarden ftani der Hollandfè Edelen j waar 
uit zij is gefproten.." Ingevolge het getuigenis van de Gefchied» 
fchrijvers, moet zij. een allerfchoonst en aanlokkelijk vrouws- 
perfoon geweest zijn; géén wonder dan ook^ dat Hertog 
Albrecht van 'Beteren fmoorlijk öp haar verliefde ,* en zé 
tot zijne bijzit nam. Met alle haie bekoorlijkheden, was 
Aleid egter niet ininder wulps > ligtvakrdig en aan de welhisü 
overgegeven , én bezat een fier en hoogmoedig karakter ^ 
inzonderheid toen zij tot enen verhevenen ftaax geklommen 
"Was/ Zij was 'de Kaheljawwfe ^zvt^ toegedaan, eo hitste ia-- 
gevolge daar' van', Albrecht tegen de Hoekfen op ; het ver- ' 
melend vuur -vaji tweefpalt, *t welk nu fmeulende was, werdt 
hier door vaft nieuwg>in ligte vlapimen ontftoken. Het ge- 
drag van Albrechi* ten aanzien van Adelheid, mishaagde 
ajhén zoon Willem niet weinig ; met verontwaardiging zag 
ïg^,' hoe veel de tleijerijen van ene trotfe pntugtige vrouw 
vermotten op het hait van ;djnen vader. Hét verdroot hem, 
.1 enö 



AD£LH£ID« ' 5^^ 

ene hoere meer te moeten öntzienf, dan ene eigen moeder. 
Niet min ergerde 's Graven gedrag de Hoeksgesinden y wier 
zi^de hij voorheen gehouden hadt, als wezende doen: hen be* 
vorderd tot Ruwaard over Holland ep Zeeland, geduiende de 
krankzinnigheid van deszelvs broeder, doch die nü doorhem 
verdrukt werden. Zij konden niet dulden , dat hij door end 
bijzit zig zodanig liet beftieren, dat zij, in phats van den 
Graav en 's lands Staten ^ ene hoere moesten eeibiedigen en 
gehoorzamen; dat zonder haar geene ambten begeven, geen 
gehoor, noch recht kon verkregen worden; dat zij uit hun- 
ne bedieningen fchopte, allen die haar niet naar de ogen 
ssagen. De Edelen van dio partij, bemerkende den aflieer, 
welke tegen haar bij Willem van Oostervant 's Graven 
oudfle zoon, plaats had, venneenden hem geen ondienst te 
doen , door haar van kant te helpen. Enigen van hun faam- 
gefpannen zijnde, drongen bij nagt in 's Graven hof, vielen 
met ontblcot geweer in 't vertrek van Adelheid , en bragten 
l]aar in het jaar 1392, met vele wonden om 't leven. 

Naar mate van de hevigheid der liefde, die Graav Albrechi» 
voor Aleid had gevoed , even heftig was den trap zijner 
tborn tegens de daders, die op zulk ene wrede wijze hem van 
dit lieve fehepzel hadden beroofd; dan hij wist 'de drift zij- 
ner gramfchap beter te ontveinzen, dan die van zijne liefde. 
De beflöokjers, diejeelen in getal en groot in aanzien waren, 
naar hunne kastelen geweken zijnde, werdt de Graav, door' 
óen Kafeljamvfen aanhang, tot wraak aangevuurd-, en Inzon- 
derheid, door Heer Jan van Arkel, die, met Egatond 'thoofj 
vai^ dien aanhang was. De Hoekfen werden dan voor 't HoF 
gedaagd y^och weigerden voor enen Vorst te verfchijnen, óio 
ene ziedende gramfchap tegeiis hun voedde; hier op werden 
zï] gebannen, en hunne goedei'en verbeurd verklaart: de voor* 
naamften óver wien dit vonnis werdt- uitgefpröken, waren 
Philips,- Bargraav van Leijden; Dirk van Asperen benevens 
zijnen zoon,- de beide gebroeders van der Lek; Hendrik 
VAN Montfoort; Jan van Heemstede; Jan van Vliet; 
FiLiPs v^ Polaanen; Duivenvoorde enz. Met zeer veel 

/ ijver. 



4o ADELÜS. ADEMA- (BARO) (ÖOKKLË) 

ijver, fmeekte Willem zijnen vader om vergiffenis voor hen i 
dch hec kos^ niet baten; en hij vernam zelvs, dat hij ver-* 
dagt gehouden werdt, als deel te hebben gehad in dien ver- 
foc]^eIij:.en moord, of 'er ten minften zijne toellemming aan to 
hebben gegeven, waaiom hij nevens anderen geraden vondt^ 
de vlugt uit *s GrasenJutge naar het kasteel uUtemy b^ Wou-^ 
irichem, te nemen. — Wag. VadtrU HiJi.UléD. bU 321* 

ADELRICÜS , zlQ ADELE^f. 

ADELUS, was volgens Suffridüs PEtRi, en andere oude 
"Priesfe Historic-fchrijvers , de oudlle zoon van Friso,- die 
Voor de Stichter van Friesland bij fonunigen wordt gehouden* 
■ ■ Zie ADEL. 

ADEMA (BARO), in 1683 te Snsck vkn fatzoen lijke bur- 
görouders geboren, is geweest Predikant in de gecombineerde 
gemeentcns van Oldefchoot, Mlldam^ Nijejchooty Rottum en 
Katlijky in de provintie van FYiesland. Hij Merf tC' Leeuwarden ^ 
aan ene opftqpping Van water, den 30 julg 1745, in dén ou^ 
dérdom van 62 jaren. ■ BoekZi, r745» b» bl. 151e 

ADEMA (DOEKLE), Predikant te N^jkerk in Friesland , ia 
in 1687 tQ .Mctsh'wier geboren; zijn vader was Jan Doekles 
Adema, Bijzitter of Mederigter . van Oostdongetadeel ^ en zijne 
moeder Liefke Fryenburo. Zijnen klasfieken loop völbragC 
hij , onder leiding v^n Joh. Hilarides ^ toon Conre6tor 
te DoJikum, en van Izaak Valckenaar, Rector te Leèuwar' 
efefz,' vervolgens t© Franeker als ftudent opgetekend zijnde^ ge- 
noot Mj het onderwijs van de vermaarde Hoogleraren Rhen 
T^RD en Bos, in de talen; Andala> in de wijsbegeerte, en 
van ViTRiNGA de vader en v. ^. WaaiJen de zoon^ in de 
gpdgeleertbeid. Met lof vijf jaren^te Frmeker doorgebragt heb- 
bende, daal' hij in 1711 bijzondere blijken van zijne bejcwaam- 
heid hadt gegeven, door het verdedigen van ene Disfprtatie^ 
is vera Subftaraia notione, begaf hij zig nog een jaar naar Ut- 
reek 9 om de lesfen van Profesfor H. A. RoêL te horen; waar 
na hij tot Kandidaat wierdt verkoren. In 1716 beriep men 

heiB 



/ 



ADEMA. (TJALLING) ei 

tiem tot Predikant in de gecombineerde gemeentens van Hom» 
huizen en Kloosterburen in Groningerland; en het was hier, dat 
tiij zig in den egt begaf, met zijne nigce Martje Doekles 
8YOENSTRA ; bij wien hij een zoon en ene dogter heefc ver- 
wekt, yïf jSLVCn hier met alle getrouwheid en ijver zij. en 
dienst als Leraar uitgQoeffend hebbende, wierdt liij te N^jkerk 
in Friesland, nabij zijne geboorteplaats beroepen , in welke ge- 
meente hij nog ijverig, als geU'ouw wagter de muren van dax 
Sion , 1 5 jaren lang heeft bewaakt , doch van welke post hjj 
door een ichielijke dood wierdt afgelost, die op den 20 meij 

1736 voorviel. Boekz., 1736. a. bl. 716, 717, 

ADEMA (TJALLING) , Predikant te Lange- en Kcrtezwaag 
in F^i^slandy een broeder van Baro hier boven gemeld , wierdt 
mede te Sneek geboren, in 1671- Hij beoeffende de eerde 
gronden der letterkunde inz^nen vaderftad; begaf zig in 168S 
als Student naar Franeker^ en verkoor aldaai* tot zijne Gama- 
liels, de Hoogleraren van der Waaijen, Rocl en Vitrin- 
CA , van wiens lesfen hij zig met vrugt gedurende zes jaren be- 
diende, waar cia hij door de klasfis van Sneek in 1694, iiiet 
voIIq ruimte en glans, onder het getal der Proponenten wierdt 
opgenomen. Niettegenflaande zijne erkende bekwaamheid, 
flond hij cgter verfchcidene jaren bedrij veloos aan den markt, 
tot dat eindelijk den Heere des oogfles , goedvond om hem in 
zijnen wijngaard werk te verfchafFen , door hem in 't jaar 
1706, door zijn Goddelijk albeftier, het beroep vslti Donkerbroek 
<;n Hatiwe te doen opdragen; in dit akkerwerk^^des Herei) 
arbeidde hij zorgvuldig een jaar lang , en wiedde *g^ zo veel 
onkruid als in zijn vermogen was; na verloop van dezen tijd, 
werdt hij verplaatst naar Lange- en Kortezyvaag ; en het is 
hier, dat hij gedurende een tijdvak van 34 jaren getrouw* en 
met een naarftigen ijver, het werk van enen Euangeliedio* 
raar heeft waai-genomen. In 1741, werdt hij van huis zijndp 
krank, en van een gevaarlijke kwale aangetast, die een docJe- 
lijk gevolg hadt, want hij overleed 14 dagen daar na, op 
den 5 october, in het 7iffe jaar zijnes ouderdoms, ene bc- 
idrufcte weduwe doch zonder kinderen nalatende. Tjallino 

Ade- 






/ 



^ ADGILLUS* ADINGEN, 

Adema wordt van getuigd , dat hij. een uitmuntend karaktar 
bezat, zeer vriandelijk was, opregt en zagtmoedig; en, om 
^jne gul- en gastvrijheid, zeer gezien hij de kias&^broederen. 
m Boekz.f 174.1, b. bl. 495, 496. 

ADGILLUS, is de naam van de cerlle Christen Koning, dio 
fHesland he^ft heftierd; hij wiérd in het jaar 631 , door Clo- 
ïARius Koning der Franken, die dit gewest overheerd hadt, tot 
die waardigheid aangefteld. Adgillus was , van zijne vroege 
jeugd af aan, zagtzinnig en vredelievend van aart, zijn be- 
nurind oeffende hij gedurende zgne mindeijarigheid , onder hef 
opzfgt van vier voogden. Hij was het, die de christelijke 
godsdienst in Friesland , hoe langs hoe meer .vestigde, en zelvs 
in de naburige gewesten uitbreidde. Ook was hij den genen, 
die de ccrfte uitvinder was, om de lage landfh-eken waar over 
"hij het bevel voerde, ten eindevoorwaterftromen te beveiligen ,^ 
door dijken de woede der zee te beteugelen ; insgelijks liet hij 
hoge Terpen aanleggen, waar van nog veele hedendaags in 
Friesland gevonden worden ^ .ten einde in geval van doorbraak 
dier dijken , ircnfchen en vee ene veilige wijkplaats voor het 
Tijzende water te bezorgen. — — üb. Emmii, Rerum Frijïc^ 
mft. P- WiNSEMius, Krm, van FriesL bl. 56. C Schota- 
nus, Ker^* ^ ^^''' Oefch. \an Friesland y bJ. 55. 

ADGILLUS DE II. , ook wel ADELGILD en ALDEGILD 
cf GILDUS , volgde zijn vader Radboud in het regeringsbeftier 
van Friesland op, in den jare 710. Hij hadt een opzetrelijkea 
haat tegens 3en Christen Godsdienst opgevat ,, en het reedè 
ontluikende zaad, 't welk door de eeHle Geloofverkondigers, 
onder het beftier van Adgillus den L, geftrooid was, ten 
groten deele uitgeroeid; ja hij woedde met zodaj^ig geweld 
daar tegei), dat 'er flegts weinig overblijfzels van in wezen 
bleven. Dezen Adgili^us, die luttel goeds heeft uitgevoerd, 
Hierf in het jaar 737, twee zonen en twee dogters nalatende. 
■ C. Schotanus, Kerk. en Wer. Gefck van Friesland. 

.Wag. Vaderl. Hift. l. D. bl. 352. 

ADINGEN (JAN van), een voornaam Edelman, wierdt 

op 



ADMINIUS, ei 

fp bevel van Hertog Albjert van Beyekct, toen Ruward 
pn naderhaid Graav van Holland, te Quesmi in Henegmvwm 
onthoofd, en zr.lks om dat hij een vcnnoeden tegens hem ha4 
opgevat, als of hij vqrffc^ndhouding hield ract de vrienden en 
^tanhangers van dqn krankzinnigen Graav Willem, ten cin^ 
de denzelven te verlosfen , en in enige zijner landen en -vor-t 
ftendommen te herllellen; of, volgens het getuigpnis van een 
geloofwaardig Schrijver, om dat hij nieuwigheden, ten voor- 
dele van de Fïamingers in het hoofd had, verandering in den 
Staat zogt te bewerken, en, ten dien e'nde wapenen en an^ 
dere gereedfchappen te zamcn bragt. Wat 'er ook van mag 
pjn , den ongeluldiigen heer Jan , werdt met zulk ene onbe- 
dagte verhaasting te regt gefield t, dac hij nauwlijks gevangen 
tvas , of de doodftraf volgde. Dit wierd zo euvel opgenomen j 
bij de zes broeders van den onthoofden here van AdingeN, 
die alle ridders en dappere mannen waren , dat dezen bene- 
vens vele. van hunne vrienden, door wraakzugt aangevuurd, 
alomme in Henegouwen alles wat hun voorkwam, te vuur en 

te zwaard vernielden; zulks de Hertog genoodzaakt werdt, een 

• 

heirvaart in Holland uit te fchrijven , en 't flot Aüngen te be- 
legeren ; maar door des Graven van Fiaanderen zijne tusfchen- 
komst , wierdt de zaak ten voordele der broederen bijgelegd.^ 
onder voorwaarden , dat Albert zelvs de vrede moest verzoe*: 
ken, voorts een grote geldfomm^ opfchieten, en in *s Hag^ 
een Kapittel voor dertten Kanunnikken lligtcn, voor de ziel 
van den onfchuldig gedoodden he^r van Adingen. Aan fiet 
gemelde Kapittel heeft Albert, in 't jaar 1372, verfcheidene 
goederen en voorregten gefchonken., en, die ftigting is nader- 
hand door Paus Gregorius dèn XI, goedgekeurd ■ Al- 
kemade, Munten 4^ Graven van Holland. Druk van 1700. 
bl. 90, 91. 

ADMINIUS, zoon van Cinobellinus , ene der Koningcii 
van Brltanje , van zijnen vader uit het rijk gejaagd zijncle , nam 
met enen kleinen aanhang, zijnen toevlugt tot Kaligüla, toen 
deze Keizer in het jaar 40, verzeld van enen dartelen hoop 
fdiermers , dansfcrs en vrouwvolk , omtrent den Rijn aan dert 



^4 ADO. ADOLF. 

jekant, en dus waarfchijulijk in het eiland der Batavieren zstn^ 

landde, vcx)rgevendc de Germanen te willen beoorlogen. Ka- 

1.IGULA tiain deze jongeling terllond in zijne befcherming, en 

fchreef weidfche brieven naar Rtme, als of men hem het gant- 

fche eiland was komen opdragen. Men wil, dat Kaligula 

dezen Adminius, en zijnen bijhebbenden Britten, het hof vail 

Agrippina, 't wtlk aan de uitwatering dts Rijns bij Katwijk 

gebouwd was, tot hun verblijf zou afgeftaan hebben, en daC 

het, naar hen, zedert hQt Huis te Britten zou zijn genoemd 

geworden. Het gene veel waarfchijnlijkheid aan dit gevoelen 

* bijzet, is, dat men onder de overbüjfzels van het Hms te Brit^ 

teny een geldfluk heeft gevomlea, op het welk men de vier 

eerde lettcien van den naam CiKOB£LLiNus,'en van de flad 

Csmulodtmum , nu IVdlden geheten, fyclt ■■ G. v. Loon, 

alüüde HolL Hift. I. D. bl. 67. Wag. Fad. Hift. I. D. bi. ^^. 

ADO, was de grootvader van St. Ludoerus, een uitfle- 
kcnd godvrugtig mensch, welke ten tijde van Radboud, Ko- 
ning van Friesland leefde. Hij ftelde alle pogingen te werk , 
om zijn vaderland van dezen dwingeland te veilosfen; doch 
dezen toeleg ontdekt zijnde, liep hij gevaar om door Rad- 
boud vermoord te worc'en. Om zulks te ontwijken, viugt- 
tc hij met zijne huisvrouw nzzr Frankrijk 9 alwaar hg in het 
Christengeloof onderwezen werdt, daarvan belijdenis deedt, 
en den doop ontving. Hij vertoefde in dit rijk, tot na den 
^ood van Radboud, wanneer hij naar Friesland te rug keerde, 
en, door Karel Martei,, kort daar na, met eenige landen 
in den omtrek van Utrecht y befcbonken werdt. ■ Wm- 

SEMRJs, Kron, van Friesland. 

ADOLF, Graav van Meurs^ Nkuwenaar^ Alpen enz, is ge- 
weest Stadhouder of Gouverneur van Gelderland ^ Utreclit en 
OverfjsfeL Hij zogt, doch vrugteloos, door zijn goed beleid te 
bofchikken , dat Nijmegen niet aan de zijde der Spanjaarden over- 
ging; dan hij flaagde gelukkiger in 1585 te Utrecht 'm het 
ftillen van een hevig oproer, tusfchen de burgerij aldaar ont- 
fiaan. ^mpfpoedig was het einde van dezen braven veld* 

beer; 



ADOLF VAU DEN BERÖ. 6$ 

heer; want toen hij op den 5 öflober 1589, tt jHmh:m enige 
nieuwe uitvindingen van vuurwerken bezigtigde , viel de vonk 
van enen toorts in het buskruid, waar door twee nieuwelings 
i|itgevonden* fchietgeicedfchappen los fprongen , en hem dode- 
lijk kwetften , zo dat hij reeds den tweden dag na dit deerlijk 
ongeluk overleed. Men vindt vrij algemeen van hem getuigd , 
dat hij een dapper, vroom engoedaaitig man was, onberispe- 
lijk van zeden. Hij. ftierf kinderloos , en ftelde zijne gemalin , 
VQorheen de ongelukkige weduwe van den onthoofden Graav 
Hoorn, tot zijne erfgename. >■ Halma, Toneel der Fer.- 

fJederl. Wagen. Faderl. Hifi. VIII. D. W. 309. 

ADOLF VAN BOURGONDIE, zie BOÜRGONDIE. 

ADOLF VAN DEN BERG, was de opvolger van Reinarö 
DETi V, Hertog van Gelder; hij hadt het middel gevonden, om 
bij Keizer Sigismond door de kunstgi'eep van deszelvs gierig- 
heid te voeden, gevoegd bij de welwillendheid dieveele Gel- 
derfe fteden hem toedroegen , 20 verre in zijne gunst te 
dringen, dat genoemden Keizer hem in het jaar 1425, met de 
Hertogdommen Gelder en Luik beleende. Hij voerde zware 
oorlogen, die grote ellenden veroirzaakten , hem in zwai;e 
fchulden ftak, en van zijne, onderdanen ongehoorde belascin- 
gen afperste , waar van ook het uitwerkzel was , dat veele in- 
woonders zijner onderhorige landen, in de uiteifle armmoede 
wierden gedompeU. Zig zei ven en ene menigte anderen, zou 
hij nog meerdere onberekenbare fchaden hebben toegebragt, 
indien de dcod nog niet tijdig een fpaak in het wiel hadt ge- 
ftoken, maar dezen gelaste de fchikgodin in het jaar 1437, 
zijnen levensdraad af te knippen. Hij iHerf te Keuleti^ en bc- 
fchikte zijn's broeders Geraards zoon, tot erfgenaam. Eenpa- 
rig werdt 'er van hem getuigd , dat hij buitengemeen onbe- 
fchaamd was, daar bij van een oplopend en onftuimig karak- 
ter; en wat nog erger is, dat men op zijn woord en gedane 
belofte in het geheel niet aan konde, en hij zijne gemaakte 
verbindtenisfen verbrak, zo dra zulks in zijnen kraam te pas- 
fe kwam. — Halma, Toneel der Ver. Nederl. Sugtenhobst, 
Qejclned. van Gelderland^ fol. 209» 211 en 2-1 2. 

L D££L. E ADOLF 



lW^«n? «n *l2Q ^^^ ^^ koaph^ndq] reeds merkdijk atn 1 
l>;oeijer^ was , is 't niet ong^ond te denken , dat hij om d^ 
h^^l^rpn \t begunfligen, ten dpzen t^de, in dit qiland c;np 
j\^\m P^^rkt geftigt heeft. Immers men vindt in de oude reis- 
)s;^air§n van P^utinger, ene Mtukt van Adrianüs (Forum 4- 
fif*m) gcïfteld, niet verre van de plaats, alwaar thans het 
rfi^rp! Fvofburg is. Ojider hem, en zijne opvolgers Markus 
AvR^MVS en Lucius Verus, fchijnen *Qr opk openbare wegep 
t\\(^ \§ J^de aangelegd ^e zijn geweest. Ipimers mqn heeft, 
«tritvi^n^ dQn aanvang def zestiende eeuwe , in een moeras , 
bü het dorp N^cMjk, ingtvolge het getuigenis van Heda, 
Jfiilr'. U^tr^f P- 13» enen mjjl- of grenspaal gevonden, in welks 
ppfchrlfit, van de beide I^ats^gemelde Keizers gewaagd wordt, 
^a hlijke» dat 4ezelven voor de openbare wegen zprg gedr^- 
pe^^ hebben, — — - Wag. Fdd. Hifi, I. D. bl. 190-192, 

ADIVIAAN FLORISZOON, geboren te Umcit; den 28 fq- 
t|i\^rij, of zo enigen willen den 2 inaart 1459; Js de enigfte 
ffeJqrlander geweest, die immer den Pau^felijken zetel heeft 
{}ekIonimeni Waarfchijnelijk was nij een fchuitemaker? kind , 
die. door^Tpaa^zaamheid zo veel bezuinigde, dat iiij ?ijn zoon 
raar l^uven ter fchool kost zenden, Adriaan hevlijtigde 
^ ^et ?o veel yvcr, dat ras zijne geleertheki roem begos^t 
te verwerven, en hij tot Deken van de Leuvenfjs hoofdkerk 
\verdt bevorderd, welke hij daar na voor de aanzienlijker post 
v^n V^cekancelier van de Leuven/e Univ^rfiteit vcaii^isfelde; 
hij is ook Proost te Utrecht geweest, en gedurende zijn ver- 
blijf in Spanje y werdt l;em het bisdom van Tortoze opgedra- 
gen. ÏJaar ging ?ulk een groten naam van hem uit, dat 
lyÏAXiAjiLiAAN hciH in 't jaar 1515 tot leermeester van zijnen 
kleinzoon Karel verkoos, en dezen post biaande hen^ den weg 
^t de hopgfte kerkelijk^ waardigheid. Karel, naderhand 
bekend onder den n^am, van Keizer Karel den V , betoonde 
^0 veel genegentheid voox zijnen leermeester , na dat hij cei-st 
Kqning; v^n Spanje eï\ daar na Keizer was geworden, dat hij 
hem naar Spanje zondt, om het gexag van Regent bij het af. 
jXefV^i) V^^ zijnen grootvader aan te nemen; i|iaar deSpanfaofr 

dm 



ADRIAAN FLOklSlÈÖONi H 

ikn hadden 2ulk een afkeer Van hèt bewind vaü ëhiil VreSiü» 
den , dat de eisfchen van Adriaan op ilaande Voöt VëtWoi^ 
jpen zonden zijn gewotdeh^ indien de Kardinaal ^^A|ifi<i) 
enen tagtigjarigen grijsaard , doch doorflepen in ftaatïk\ih<}è > 
fiiec uit achting, voor zijnen nieuwen meester $ goflemd hJéniz^ 
Adriaan tèt Régent te erkennen , en met hem het bewind tt 
delen; daar deze egter enkel den tijtel van hidtj want Üb 
MENEs fchöDh-faij.hem met de grootfte befcheidenheid éH BöW 
met eerbied fcehandedde; hieldt de toom van het beftièir hl- 
leen in handen. Kab,el in Spay'e gekomen zijode § Aeldé biy 
zijn vertrek nsLBi Duitschland^ Adriaan aan tot Onderkohing 
van Kastiliéy die intusfchen door Paus Leo den X tet Kardi-. 
naai was verheven; doch deze keus boezemide de Kaailia^m 
een nieuwe haat in tegen de vreemdelingen; en de Eddléii 
jielvs, die 20 velè andere overheringen van meerder gewigÊ . 
verdragen badden, waren zeer verontwaardigd wegens den 
hoon, welke door dés Kardinaals verheffing ^ hunne ördcjl 
.-^rdt aangedaan 9' zij verzetteden zig tegen die keus, wclk(i 
zij voorgaven tjnwettig te^zijn ; doch zulks kost ^niet baten , 
de Keizer geen tegenfprëken gewoon j volhardde, vofc die tiji 
in zijn'befluit, niettegenfhande zulks de grootfte onheilen 
yoor hem te wege bragt; * 

. Gedurende dit regeringsbeftier van Adruan in Spanje^ 
heerste in het Kohklave, het welk na het overlijden van Leo 
DEN X, in 1527 gehouden werdt, ene grote verdeeldheid; 
alle de kunstftreken , welke uit te denken waren , door lieden 
grijs geworden in loosheden en kuiperyen , werden bij het dui* 
gen naar ene bediening van zo veel waarde , in 't werk ge* 
fteld. De Kardinaal Julius de Medicis, enen neef van LeO| 
de aanzienlijkfte van alle de leden v^n het heilig Kollcgiej 
zo door zijne bekwaamheden, rijkdommen als ervarentheld . 
in zaken van gewigt, had zig reeds viyftien ftemmen verzie 
kcrd , een getal , 't gêne volgens de wijze van 't Konklave ge- 
noegzaam was om enig ander Kandidaat uit te fluiten 9 doei 
het welk niét helpen konde , om de verkiezing op hem te dc«n 
v^len^ Alle de oude Kardinjalen verbonden zig t^eu hom, 

£ 3 %9n* 



70 . ADRIAAN rLORISZOOÏ^» 

zonder z'g ter begunftigipg-vani/icnwnd; anderü.fie vobèÉige»j5 
Terwijl déze aanhangen alles ia ''t werk flelde» cm eUbaodD-j 
ren te winnen, om te kopen of uit te fluiten^, ^ begaven Me-i 
DicTS en dcszelvs aanhang, op zekeren morgen,. Tsig naar d«t 
bus, daar volgens gewoonte elJien dag de ftemmen: in^gewoM 
pen werden, en ft.:mdeii voor dod Kardinaal 'Aoai.uw va». 
Utrtck. Zij bedoelden hier niets anders mede^ da^ ti^'tewit- 
ren; maar de tegenpartij zig b^ hen gevoegd heWiende, za- 
gen zij tot hunne gix>te verwondering en tot. die ranjgaiatscj» 
Europa, enen vreemdeling, die iti hdky of bij hun die. vooj 
hem ftemden, niet bekend was, en die geeix de ininfte kun- 
digheid hadt van de zeJen va» ^t volk, of van 't .belang van* 
ÓQn Staat, waar van zij hem de tering ^opdroQgWï,' cenftem* 
meiijk tot ó.Qn Pausfclijken zetel. verheven, in ccnLallermoei-t 
•jelijkfte en zwaarwigtige tijJsomflandigheid ,. welk: 'alle de 
fchranderheid en ervarenh-ud , van de bekwaamfte PrelatMv 
van 't gewijd Kollegie vo; derde. De Kardinalen onbekwaam 
om Z2lvs reden van deze vreemde keuze te: geven ^ welke- 
toen zij in ommegang uit het Konklave trokken ,; ben aller?, 
lei hoon en vervloe!;ingen van 't volk op .den..hals. iiaalde^ 
eigende de verkiezing toe aan. de onmiddeL^ke! fefeftiering 
van den Heiligen Geest; doch dezelve \s met meer zeker* 
heid toe te fchrijven, aan den invloed van Don Jan MaIvüel, 
's Keizers afgezant, die door 2i>ne bekwaamheid en loze ftro-. 
ken, de verheffing gemaklijk maakte van enen Jnan ,* uit dank- 
baarheid , uit belang en uit genegenheid dèn dienst . zijn'^ 
meesteres toegewijd. Behalven het aanzfeii dat Karel door 
Adriaan's verheffing verkreeg ,« veifpreidde dezelve enen ni^M^ 
wen luister over zijn bewind; zijnen leermeester .zo heerlijk 
te belonen , en op den Pausfelijken (lod een man te plaatzen , 
dien hij zelv' hadt groot gemaakt, waren daden van onge- 
mene grootheid en magt. 

Adriaan zijne verkiezing vernomen hebbende , begaf zig 
wel dra op röis naar Italk^ om aldaar van zijne nieuwe 
waardigheid,, onder de naam -Van Adrianusden VI, bezit te ne- 
men. Het Rpomfe volk verlangde ook met ongedidd zijnet 

^ * ■ • aan- 



\ 



Wnkontet; maaï toen zij huhnën nteu\^é!l Öpj^rv(WMMiglh'^ 
konden zij hunne verbaasdheid en misnoe^n niet Verbétg^» 
Gewoon adn dö voiftelijkö pragt van Juttus ^ én den héörl^kSh 
luister Van Leo, zagen zij met verachting op lènen griji5ajtfC| 
nedrig én eenvoudig in zign -voorkomen ^ -ftreng van vóAéti^ 
een vijand vin praal, zonder fmaak voor dè kotift^n-^ ttri iJitt 
niets van die uiterlijke begaaftlieden bezat j #ölké het gèmciln 
Verlangt in lieden , die tot hoge posten verheven liijn. Ei^t^6 
ftaatkundigè inzigten ën ftelregélSj k\^amen a^.é MinUtëW 
hiet minder vreemd voor. Hij erkende en betreurde A? ^ 
deugden, welke in de kerk en in Jiet hof van Rme Ing^flo' 
pen warón, en bereidde zig om die te hervormen. H^ id0D* 
dé geené begeerte altoos, t>in zijne familie te v^béfifenj ^1^' 
iriaakte h§ zwarigheid die landftróken té blijvön bfczittèflj ^t- 
ien door enigen zijrer voorzaten, eerder op ene bedrieglijke 
fcn ge weldadige wyze, dan doot een wettig l-egt viJrktt^gOjl 
waren, Li'edéh j zo weinig gfewoon Vorflen derzelvef gedrSs 
te zien Tegelen naar zedekundigè voorfchrifteh , of nant d* 
gronden va^i billijkheid, moesten noodwendig dé daden vm. 
dén nieuwen" Paus, als onbetwistbare blijken van zijne zr/aH-^ 
jeid .en onervarenheid, befchouwen. AdriAan volfl^ékt pf^ 
kundig van het uitgeftrekte en famérsgevóegde fanienttel vaj) 
der Italianen ftaatkunde, en die geen vertrouwen kon ftöllq» 
in lieden, wier doorflepe loosheid in ftaatszakén zo ftridig 
mét zijne denkbeédén waren, vóndt zig dikwils verlégöD 9fï 
i)eflurte^oos in de raadplegingen; het gevoelen van zijne OH" 
bekwaamheid nam dagelijks toe, en zijn perfoon 20 wel ^U 
zijn ftaatkundig gedrag, werden welhaast het onderwerp t^iör 
inedè zijne onderdanen den fpot dreven. Hij overleed d#fi 
30 feptember 1523, na ene körtftohdige ziekte, en zijn dooi 
verfchafte ongemeen veel genoegeti aan het volk van Rom^^ 
wiens haat en verachting voor den Oppei'priester,>andag tot 
dag zodanig toert am, dat zij den volgenden nagt na zijn over* 
lijden, de huisdeur van zijnen eeiften Geneesbeermet btoenr» 
kranfen verfierden, en 'er dit opfchrift bijvoren? ^an ^ 
Verlosfer zijn's JUnds. Hij werdt In dé Sf. Pi^m .tej^l té Jtm^ 

E 4 ^ 



1» ADRIAAN FLOBISZOON. 

begraven; en Willem van Ekckefort, een Brabander^ dt 
enigfle Kardinaal dien hij ooit gemaakt heeft , deedt in *t ver- 
volg een uitmuntend praalgraf voor hem vervaardigen, in de 
kerk van St. Maria del anima ; en liet zijne overblijfzels der- 
waarts brengen. Zijne vaderftad Utrecht is door hem met een 
treifelijk gebouw verfierd , hoden n(>g overgebleven , en het 
Paufefhinds genaamd. Voorts vindt men tot zijn* lof vermeldt, 
dat hij te midden der grootheid , zijne oude Nederland/e vrien- 
den niet vergeten heeft ; het was immers op zijne voorfpraak , 
dat Floris Oem van Wyngaarden , Penfionaris van Dord- 
recJitj in zijne eer herfleld wierdt; ook is 'er nog een brief, 
geboekt bij Beverwyk, hefcftr. ra» Dordr. bl. 329, waar bij hij 
Floris keiyiis g^t van zijne verheffing tot de Fausfelijke 
waardigheid, die hij betuigd, voor zijne oude Proostdije te 
Utreck wel te wiüen afflaan. Met Erasmus beeft bij, ook 
gedurende zijn rcgeringsbeftuur als Paus , vclc gemeenzame 
brieven gcwisfclt, bijzonderlyk over de hervorming der kerke, 
die hij dienftig oirdeelde , doch allengs te werk gefield wilde 
hebben. Tegen Lutiier en de Lutlierfen^ was hij egter zeer 
ingenomen, dringende in november 1522, op enen rijksdag 
te Neurend^ergy fterk op het gebruiken van harde middelen te- 
gen hen , wanneer zagten niet hielpen. 

Uit al het gene wij van dezen Paus vinden opgetekend, 
komt het ons voor, vrijelijk te mogen befluiten: dat hij van 
een zagtaartig en deugdzaam karakter was , voorts nedrig , een 
vijand van ontugt, matig in eten en drinken, fpaarzaam en 
godvrugtig; in de fchoolgeleerdheid grondig onderwezen, doch 
vervreemd van de kennis der ware wijsbegeerte; geheel geen 
Staatsman, en, vooral niet berekend, pm de teugels van het 
Pausfclijk bewind naar behoren te beftiercn. ■■■ P. Jovii, 
Vit. Adr. p. 118. BuRM. Vita Hadr. VL F. G. Freytag, A- 
nalcSta Utter. p. 412. S. Revii, Daventria illustr. Lib. II. p. 
131, 132. Fabricii, BibL lat, med. Tom. IIL p. 536-538. >f 
D. Gerdes, Flor. Librorum rar. Catal. BibL Bunav. Tom. III. 
p. 40^. .C. Saxi, Onomast. Ut. Pais III. p. 95- AnaleSt. p. 
593. 658. P. Bavle, Dia. ed. de 1730. Tom. IL p. 671--677. 

Wa- 



ADRIAAN VAN BERGEN. ADRIAAN SIMONZ. 73 

Wagen. Fad. Hiji. IV. D. bL 339. 415. 440. Halma, Tontel 
der Ver. Nederl. Robertson, Hift. van Keizer Karel den V> 
III. D. t>I. 33. 42. 103. 295. 310 &c. Levens der Nederh 
Mamim en Vrouwen . I. D. bl. 198-212. 

ADRIAAN JANZ. van BERGEN, fchoon fl^ts een turf. 
fchipper, verdient egter door zijne onvertraagde dapperheid, 
ene vereerende plaats op de naamlijst van Helden. Hij w» 
jiaamlijk de man, die in het jaar 1590 het turffchip beHier- 
de, waar mede Breda door de Staatfen op de Spanjaarden 
werdt hernomen. Het was een onvertzaagd mensch, en zou 
2ig voor de goede zaak hebben laten doden 5 van 't een en 
ander, hadt hij reeds in 't jaar 1573 blijken gegeven, ter ge? 
legenheid vaïi een aanflag op Geertruidenberg y die hij doof 
zijn beleid giotelijks bevorderde; ook werdt hem door df 
algemene Staten in aanmerking van de grote dienften aan den 
lande bewezen, een jaarlijkfe lijfrente v^n 500 guldens, en 
daar te boven 1500 guldens voor eens, toegelegd; ei> zijnö 
neven , Willem en Adr. Joostz. van Bercen , die als 
j^ncgts op het vaartuig dienden, wierden ook niet vergeten^ 
maar ieder met 200 guldens in gereed geld,. en ene lijfrente 
vm 150 's jaars hun leven lang befchonken. Adriaan flierf 
in het jaar 1601 te Dordrecht, aan ene befmettelijke ziekte; 
■ G. V. Loon, Ned, Hiftoriep, I. D. bl. 409. Wagen. 

Vod. Hift. VUI. D. bl. 342. M. Balen, Befchr. van Dord^ 
reek. bl. 868. 

ADRIAAN SIMONZOON, wierdt, om dat hij de Re* 

monftrantfche gevoelens was toegedaan, in i(5i8 als Predikant 
te CJiarlois ontzet, en naderhand om het bijwonen der Ker- 
kelpe vergadering van dien aanhang te Rotterdam, uit den 
lande gebannen, en met anderen naar JVaahvijk gevoerd j 
dan het zwervend leven hem vervelende, verzogt hij bij re* 
quest aan Gecommitteeide Raden van Holland, om vrij tO' 
siogen wederkeren, welk verzoek hem ook wierdt ingewil- 
ligd , mits de (^e van ftüjland tekenende ; zulks deed hij , en 
week hoe langs hoe meer van de Remonjlrmm af, ging ten 

E 5 laat- 



t4 AÜRIAAN WILLEMZ. ADRlAANSi (MATTB.) 

-katflén tot óéCjnirO'RemmiJirêjttenovèr ^ énöndcFtelTëndé him» 
ue belijdenis enzi -— — Brand , Hifti cki- Reform, IL Ds 
bi. 344. énau lil. D. bl. 463. enz. * 

ADRIAAN willemzoon, ' was een dfer Aditïiriaiëni 
beroemd cm zijne dapperheid, betoond, in het ontzet van. 

h belegerde Leijden^ in 1574. — « Wagek. farf. Hi^ 

VL D. b!. 487. 

• ADRIAANS (KDRNELIS) , beter bekend ortdér déti -feaaöl 
Iraa Broer Kori^eLis van Brugge, doordien hij in de OM 
Van die naam , gedurende dertig jaren als Franeiskkner Mons 
hik en Gardiaan van die orden , met groten ijver hééft gepr©^ 
dikt Hij is io 1521, te DardreeJa geboren, bemoeide zig 
maar al té veel met (laatszaken , 't we% ipaarzaam Voor een 
Euangéb'e»Leraar betaamd ; hing de huik naar den wfndy hol^i 
dende het altoor mèt ó6 bovendrijvende partij. Indien dè 
predikatien ^ welke op zijnen naam uitgaan ^ wezentlijk v^ 
hemiljn, daar genoögzaam niet 'tin is" té twijffelen,- w^^iöt 
ێn de^t keerl^ want dezelve zijn opgevuld, niet -alleen met 
triviaale uitdrukkingen, maar men ontmoet gènoegzftaitt o^ 
ledere bladzijde, .onbehoorlijke erf tegens de goede zeden aia* 
'druisfchende fpréekw^zen en oneerbare uitdiukkifigen, diè 
het fchaamftcloze möisch moet doen blozen | geön wonddr 
dan ode, dat hem In 1576 het prediken wiérdt verboden; 
hij leefde nog enigen tijd hier né, maar ellendig kwijnende > 
en met vele ziektens , de vrugten van zijn ongebonden le^ 
yen worftelende $ tot dat de dood medeEjdcn met hem kreeg, 
en hem op den 14 julij 1581, in den ouderdom van 60 jareu 
wegrukte. — ' Halma, Toneel der V^r. Nèderl, 

' ADRIAANS (MATTHEUS), een bekeerde^ Joocf, zijnde 
een Spmjaart van geboorte, en Med. Doktor van beroep, 
werdt op aanbeveling van den groten Eras^s, toen het Col- 
Icgie der drie TaJen door Jeronimus BuSleiden in hét Jakt 
151 7 te lAuven wierdt géftigt, tot Hoogleraar 'daar v^xï 'm dé 
hebreeuwfe taal aangefteld ; hij nam dk beroep aan , kwam 
-len dien einde uit DuitscUani over, en hieldt zijn eerflé 

opön- 



AORIAAN^N. (ALEXANDER) ADRIANJ. ^ 

^^pcnbare les of> den i d^ember ,1518. ■ Mieubüs, dt 

'Smptor. S:xc. XVL pag. 10 en 29/ 

' ADRIAANSZEN (ALEXAKDEK) , van Jniwerpen gehoor-* 
tig, is een braaf Schilder geweest in flille levens, vrugtea 
en bloemen. ■ Weyerman, Leven der Schilders, II. D. 

bl. 216. 

.. ADRIAANTJE, een oude vrijfter, .waar van de meldipg^ 
hier. weinig te pas zoude komen, wai^,het niet, -dat zij dö^ 
gg^one leeftijd der menfchen, door den Koninglijken Prot 
pheet op 70 èi 80 jaien bepaald, verre hadt. overfchreed^ 
want zij llierf te Zut^hen^ io\ jaren oud zijnde. ■ Hal- 

HA, Toneel. 



n 



. APRIAAKZ (JASPER) ,. vindt men .onder het .getal van 
die genen opgeteliend , welke door den Hertog van Alva te? 
^en den 20 maij 1568 wierden ingedaagdj^ , cm in 's Hage voor 
den Bloedraad te verfchijneii, ten einde zig te verantwoorden 
tégehs de befchüldigingen van den Bailjuw, daar in b:flaan'^ 
de : van de nieuwe lere te zijn tóegedaan , Predikanten van 
dien aanhang te hebben gehuisvest efiz. Dan hij verfcheea' 
niet, en was te wijs öin zig aan de wrede barmhartigheid 
tan^ ^Qn öntmenschten Alva te vertrouwen ; veel liever ver- 
koos 'hij', als balhng zijnes vaderlands heroiti te zwerven^ 
't welk ten ". gevolge hadt , dat hij wierdt gebannen en zijn© 
goederen verbelu*d verklaard. « ' .- Marcus, Sent. bl. 55. 

ADRiANI (ADRIANUSl) , een Jefuit van Anfsverpen ge^ 
boortig, ging in 1544 naar Leuven , alwaar .hij gjeduiende ver- 
fcheidene jaren de broeders van die orden bellierde , alvorens 
'fer zelvs nog een collegie van 'm. é\Q ftad was opgerigt In 
1551 deedt hij plegtige profesfie van de vier Ge'often , In 
handen van den berugten Ruardus Tapper. Na de dood van 
St. Ignatiüs, werdt hij naar Rome ontboden, om bij de. ai* 
gemene Congregatie tegenswoordig te zijn, die de twecdo 
Generaal van het Genootfchap meeste kiezen. Hier.vondt 
bij .zig zonder het ^e weten in handelingen gewikkelt, dX9. 

- ' ' regt- 



a6'-'\ 






jé AÖfiltHEM* AÉB1NÖ^ 

ïfegt(!t<jeks tegens zijne inllelling aandruischten , et ^reel oiöf 
rust zoude hebben kunnen verwekken ; maar zo dra hij bo»- 
merkte dat men misbruik van zijne eenvoudigheid hadt ge* 
maakt, keerde hij naar Fhanderm te rug, alwaar Iiij zig aan- 
ïioudend toeleide, om zijn* naasten met veel ijver en ftigting 
te dienen. Hij ftieif te Leuven op den i8 öftobér 1580; 
heeft vele terhandelingen gefchreven , die alle te Lemm ge- 
drukt zijn ; onder anderen ook , over de SfnWajó^ of inbendi^e 
isiil bart 45ob; dit wetkje is naderhand in *t latljn vertaald^ 
door G. Brunesïus» en in 1601 te Keuten gedrukt* f< 

80TW£i: , de Script. Sociitatis Jffut 

ADRICHEM, is de naant van een adclijk en van ouds ver- 
fnaard geflapt in Holland^ door huwelijken vermaagfchapt aan 
die van van der Düssen, van Leydbn en AIeerüIan. —*.*-• 
HalMa, Toneeté 

ADFLiaiEM (CHRIStlAAN van), gptorén te Delft deiï 
14 februari] 1533, een zoon van Adriaan Claasz. van A- 
toRiCHEM, Burgemeester der gemelde lïad, wierdt op den 7 
ïnaart 1566, tot Priester gewijd, en vervolgens tot Överflo 
van Barbaraas Klooster. In de eerfie drift van vervolging tch 
gens de Roomschgezinden , werdt hij uit Holland verdreven , 
verborg zig eerst te Mechelen, vervolgens te Utreck, en 
^ar na te Keulen* Dus als een balling, zija leven tot pp 
den ouderdom van 52 jaren gefleten hebbende , overleed hij 
den 20 julij 1585. Hij heeft verfcheidene boek»n gefchreven, 
en de roem verkregen van een geleerd man te zijn geweeste 
p ■ Val« A^i^»i Bibl. Belg* 

', ADRICHEM (THOMAS van) , Predikant te tTestzaandam , 
hadt net 45 jaren, 9 maanden, drie weken en drie dagen 
§eleeft, toen op den 17 fcbruaiij 1753, zijn levensdraad, door 
de dood weidt afgefueden. ■ Boekz.^ i753» o. 220* 

AEBINGA, een adelijk gcflagt in Friesland, geheel uitge- 
ftorven , doch zeer bekend wegens de geweldige partijfchap- 
pcn der Schieringers en Fitkoopers. De laatile van dit geflagi 

waar 



AEDGERÜS. AELHUISEN. * 77 

» 
wtar van men gew^d vindt, was Tjemk van Aebinga, 
huisvrouw van Tjalling van Camstra, welke in 1614 over- 
leed, ingevolgd haar graffchrift, nog ten huldigen dage te 
Sexbierum voor handen. — — Winsem» Krmijk yan Friesland. 

AEDGERÜS (KORNELIS) , ook bekend bij de naam van 
Edgbrus van Engenhüis, was een Leeuwarder van geboorte. 
Zonder in geleerde talen geoefFend te zijn, maar enkel door 
aanhoudenden ijver, vlijtige oefFening en oplettende verkp^- 
jpring met voorname wiskonftenaars , bragt dit fchrandcr ver- 
nuft het zo verre , dat hij een zeer ervai'en Landmqter wierdt , 
en van veel nut geweest is. Na dat hij met den aanvang der 
J^ederlandje beroerten^ naar Keulen was vertrokken, vervaar- 
digde hij aldaar een buitengemeen naauwkeurige Kaart van heC 
^eulfe gebied, die in I5g3 in 't lipht wevdt gegeven* — -p 
5uFFR. Petri, de Script. Frif. 

AEGIDIUS , denklijk naar zijne geboorteplaats Ruremundo' 
ms gebijn^amd, wierdt in het jaar 1585 tot Recbor der latijn- 
fe fcholen te Deventer aangqfteicj. Daar wordt van hem gc^ 
tuigd, dat hij eqn zper geleerd man was, * G. Dumbas, 

Kerk. en Wer. Deveraer. h D. bh 307. 

AEGIDIUS, een D^/v«waf van geboorte, een zeer geleerd 
man en Profesfor in de Godgeleerdheid , tcfFens een vloeijen* 
de Dichter, bloeide in *t laatst der vijftiende eeuw; hij was' 
een vriend van den groten Erasmus, die een allerlofFelijksC 
getuigenis van hem geeft. ■■ Sweert., Aih. Belg. p» 

106. Bleyswyck, Befchr^ van Delft. bl. 755. 

AEGIDIUS (WILLEM) , geboren tq Wtsfek^k in Zeeland,^ 
was een vermaard Wiskonftenaaj: , die omtrent t midden der 
\4]ftiende eeuw leefde. JEIy is beroemd geworden, dóór ene 
latijnfe verhandeling over de Sterrekunde. ■■ Fiu 

SwEERTii, Ath. Belg. p» 305, 

AELHUISEN QOAN van),, is in de 17de eeuw Refter 
der latijnfe fchplen te 7ï^/ geweest; een kundig, arbeidzaam 
Biensch. Hij beeft en^ uitlegging over de Redmkunde van 

Ra- 



7S AËLST. (EVERT v.\n) AELST. (WILLEM vanJ 

Ramus in \ licht gegeven, welke in 1664 te Tiél is gedrukt; 
verders, Fïoscvli incormptce Latinkatis, m iimo. Tiela 1672; 
ten laatflen vervaardigde hij, ene laüjn'e overzetting vair 
Davids Pfalmen in vaarfen, gcfchrkt om bij het doen van 
Predikatien in die taal aan de Hoogefcholen te kunnen wer- 
den gezongen, waarom die ook met muzijknoten, in 8vo. ta 
l^ijden, in 1683, ten gebruike der fludeerende jeugd , zijn ge» 
^ukt» ' KoEJOTG,, Bibliath, yetus (^ nova. 

' AELST (EVERT van), geboren te Delft, Jn het jaar 
1602 , was een braaf Schilder, in allerhande foorten van 
ftilftaande leven, bij voorbeeld, in dode Vogels, kniiden, 
tuiten , ijzere harnasfen , ftorramutfen en alle foort van glan^ 
Cge metalen , die hij haren behoorlijken glans en weer- 
fchijn, wonderlijk naar vereisch wist te geven. Hij flicrf 55 
jaar oud zijnde , in 1658- ' Weyerman , L^ven d&p 

ScJttlders. II. D. bl. 17. 

AELST (WILLEM van), insgelijks een Delvenaar, een 
1>roedei*szoon van Ev^ert, by wien hij zig ook eerst in het 
fchildercn heeft geocfFend, was inderdaad een groot kunfte- 
naar, die de bloemen en vriigten zo natiimrlijk wist te ver- 
beelden, dat zij weinig aan het leven behoefden toe te ge- 
ven. In zijn vi'oege jeugd reisde hij naar Frankrijk , en oef- 
fende zfg aldaar vier jaren in de fchilderkonst; waar na h^ 
jbcdien bezogt , en aldaar vele jaren meest te Rome doorbragt, 
^jndc zeer wel gezien* bij de Vorften, Kardinalen en andere 
voorname perfonaadjen. in 1656 keerde hij naar zijn vader- 
land te rug, begaf zig eerst met 'er woon naar Delft ^ vervol- 
gens naar jimjieldam^ in welke wereldflad zijn lieffelijke konst;^ 
taferelen naar waarde wierden beloond en geprezen , en 
nog ten huldigen dage door de liefhebbers en kenners hoog 
gefchat worden. Dan doordien de verhevenfte verftanden 
niet zeldzaam door gebreken worden beneveld, zo was on- 
een VAN Aelst onder anderen ook eein hoofHige en daar bij 
driftige knaap , dfe ligt geraakt werdt , en dan geen mensch 
«itzjg. Men verhaak, dat hy voor «ca Burgeiacester van 

4»^ 



AEMILIU8, (ANTHOlUüS) yg- 

^fiéldam het zeil niet willende ftrijken , in een zaak x^ar 
in hij veiineende gelijk te hebben, opftoof, zijn bovenkleed 
losrukte , ^n op zijn borst den gouden penning en kecen > . 
toonde , waar mede hij door <ien Groot Hertog van Jhskaa^ 
fiA) was befchonken;, tefFeiis -den Burgemóester toeduwende* 
j, Gij zijt met een geldzak om üav hals gebaren , en dat is *.t al; 
,,, maar dat ik hen 9 ben ik door verdienjle.** Dogh hoe groot* 
pioedig en kirrelig van inborst hij ook was , wist Cupido 
hem egter door middel van een dikke moflin die bij hem als 
dienstmaagd woonde, zodanig te treffen, dat hij finoorlijk op 
haar verliefde, bij haar koide en 'er zijn echte wijf van maak- 
te, bij wien hij drie fchone kinderen teelde. In dien tijd 
woonde hij op de Princegragt bij het waale weeshuis, air 
waar hij in het jaar 1679 ook overleden is. Niet lang na 
^jn dood, hoepelde de weduwe met hare kinderen en eea 
klein kapitaaltje , na haar geboorteland te rug , daar eea 
brouwer op de fchijven verlokt die zij mede bragt, haar 
trouwde; en niet lang hier na viel haar oudfle kind een wei- 
gemaakt jongetje, in de brouwketel en verbrandde, ■ Be^ 
Jcifr. der Stad Delft, in folio, bl. 785 en -jSóf 

AEMILIÜS (ANTHONIUS), een Jkenaar van geboorte, 
is geweest Hoogleraar in de Gefchiedenisfen te Utrecltt. lïij 
wierdtden 20 december 1589 geboren, zijnde zijn* vader «en 
voornaam Koopman, die eerst te Aiifwerpeny en daar na te 
Ro'me handel dreef; doch de leere van het Pausdom warSji 
en den Gereformeerden Godsdienst aanklevende, vertrok hg 
van daar, begaf zig eerst na Aken,^ en vervolgens naar Dori^ 
reclit, Aemilius na zo te yfiim als te Dordrecht en te Leijden , 
onder de beroemdfte mannen van dien tijd geftudeerd te heb- 
ben, volgde 26 jaar oud zijnde, Vossius in het Rcétoraat té 
Dord op, wierdt ruim drie jaren daar na, met die post üe 
Utrecht begiftigd, welke hij wel dra met die van Hoogleraar 
verwisfclde; vervolgen» werdt h§ te Ledden beroepen, oüi 
z^nen teermeester Vossn;s op te volgen ; doch zijne wedd© 
i&Utrechê vermeerderd zijnde, bleef hij aldaar tot zijn dooi 
'Hoe , die op den xo november 1660 plaats rondt. H9 bedt 
» • ■ . cni- 



80 AEMILIUS. (GERARD) , (KORNELIS) , (ROBBERT) 

«lige latijnfc Redevoeringen in digtmaat uitgegeven, en fs 
een geleerd man geweest — Königu, BibL vet. (f nor. 
J, F. Reitzii, Ora$io de origine Gymnapi Hieronijmiani, pag. 
35 en 26i Gasp, Burmanki, Trajeüum eruéiuuL p. 3-d» 
Otal. BibL BvMv. Tom. L Vol. IL p. 1009. C Saxi, 
Onomast» lUer. Pars IV, p. 405* 

AEMILIUS (GERARD) , Predikant te Zwammerdam , is ge- 
boren te Leijden den 15 junij 1692; zijn vader was Robbert 
Aeiitlius, Predikant en Regent van *t Staten-koIIegie in HoU 
tands akademie-ftad , en zijne moeder Johanna Maria Hasius , 
ene deftige matrone. Gekard huwde den 26 junij 1721 , met 
Elizabeth Anthonia van der Meulen, bij vfien hij een 
zoon heeft verwekt, die vroc^jdig is overleden; hij zelve 
ftieif den 8 januarij I757> en dit is al *t merkwaardige dat 
wij in ftaat zijn , aan onze lezers , van dezen Heilgezant te 
berigten. Boekz. I757- «• 84.. , 

AEMILIUS (KORNELIS J , Predikant te Haestrecht , broe- 
der van Gerard , weten wij niet anders van , als dat hij E- 
jneritiis zijnde, te Jmjleldam is overleden, den 15 april 1754. 
p, ■ Jloekz, 1764. a. 482. 489. 

AEMILIUS (ROBBERT), vader van Gerard en Korwe- 
Xis, is geboren in Oud-Beijerlandy daar zijn vader Gerard A»* 
jkiiLius , de beide profesficn van geestelijke en lighamelijke 
Mcdicijnmeester uitoefFende, dat is, hij was teffens Predikant 
en Doktor; iqts zeldzaams, doch egter zo vreemd niet als in 
onze dagen, daar men Moses en ASron, veelvuldig in een e«. 
lienzelvden perfoon verenigd ziet. 

Dan om tot onzen Robbert weder te keren , hij genoot in 
zijn eerde jeugd, het onderwijs van zijnen vader, niet alleen 
in de gronden van den godsdienst , maar ook in de beginzelen 
der latijnfe en andei'e geleerde talen; vervolgens liep hij met 
veel naarfliglieid de klasfieke fcholen te Dordrecht door; en 
ging in 1683 naar Leijdens Akadcmie, alwaar hij zig in de 
talen en wijsbegeerte oeflFende, onder toezigt van de heren 
Grohovivs , DE Voller en Schaif, en vervolgens in de theo- 

iogici 



• AEMILJUS-CRÖBBERT) «f 

fcgie, het ondelrwijs genoot, van Profesfor Witticeiüs; om? 
Hent vier jai eqï hier mede onledig zijnde geweest , wierdt hy 
jnet algemene toejuiching door de Klasfis va.j Zuidholland ^ op 
iiet register der Proponenten aangetekend. Infeptembcr 1688, 
werdt hem het beroep van Nieuw-Beijerland. opgedragen, io 
welke gemeente hij op den volgenden 21 november door zijnea 
vader als Leraar wierdt bevestigd. Hier verbeide bij, het 
woord des Heren met alle vrijmoedigheid en viugt verkondi- 
gende, tot pp den zi februarij 1700, wanneer ene roepftem- 
me hem> naar DelfsJiavm lokte, daar hij insgelijks door zijnen 
vader wierdt bevestigd; doch hier was zijne werkzaamlieid 
van korten duur, want ruim een jaar verlopen zijnde, werdt 
hem het beroep in de bloeijende gemeente \zn JUijden opg&- 
flragen, *t welk hij in ce vieze des Heren me- ruhnte aan- 
nam; zijne genoegens ter dezer plaatze, wierden ook niet 
weinig vermeerderd, toen men hem den 24 maart 1707 tot 
'Onderregent van het Staten-koliegie aanftelde., en twee jaren 
later, namelijk den 19 maart 1709, met het Opperregentfchap 
daar van, begunftigde. 

Rliim veertig jaren heeft Robbert in het werk des Heren 
gezwoegd, en niet alleen zijne gemeente, als een zorgvuldig 
en waakzaam Herder beftierd, en den weg die na het euwige 
leven leid aangewezen; n^ar behalven dat, is zijne pen werk* 
2aam geweest, tot ftigting der gelovigen van ons gantfe geme- 
nebest; dit getuigen zijne uitgegevene boeken, en inzon* 
derheid zijn %it^t bet 3©aarÖcib/ 4 ^e(cn in 8bo,/ dat in 
1750 reeds driemalen was gedrukt Hij ftierf in het begin 
van maart X729, in het óófle jaar zijnes ouderdoms. 

Onzen Aemiliüs he^ft ook het gebod gehoorzaamt, door den 
Schepper van het Gants-al , aan onzer ^ller ftamvadcr, (Ge- 
l^Esis I. VS. 28.) gegeven; want zijne Eerwaarde huwde drie- 
. malen, en trouwde in november 1688 met Johanna Mabm 
Hasius, dogtec van Jqhannes Hasics, Med. Doktor te JUij* 
den; hier verwekte hij vele kinderen bij, waar van hem vijf 
^overleefd hebben. Deze vrouw den 9 maart J711 overleden 
^jnde; hertrouwdo hij den 13 december van 't zei vde jaar» 

LDzEu S met 



tt AERTGENS. 

mot Mama vait Roüveroy , die hem op den 26 fehruai^ 
1730 door de dood ontrukt wierdt, zonder kinderen m te 
Icitoni waar na onze Leraar zig op den 21 november 1721» 
voor de deidemaal in het huwelijk b^af, met Mawa de Hen* 
jnON» weduwe van den heer Pieter van der M^ulen, wel* 
ke zijn Wel Eerw, de ogen heeft gefloten. Bbekz.<^ 

17-9- «• 490-493t 
AERTGENS, een Schilder die naam gemaakt heeft, kwam 

In het jaar 1498 te JUijden ter weield, zijn vader dat een 
WoUekaarder was, trok z^n zoon in het zelvde handwerk op; 
doch agttien jaren bereikt hebbende , hadt deez' jongeling reeda 
«o veelvuldige proeven gegeven , dat de natuur hem voor het 
beoeffenen der tekenkonst befchikt hadt, dat men Aertgeni 
het behandelen der kaaiden voor dat van de tekenpen en heC 
penfeel liet verwisfelen; hij werdt dan door zijne ouders by 
KoRNELis Engelbrechts belleedt, onder wiens beftiering de 
fchranderheid van zijn vernuft een ruime vlugt nam, en hem 
fnclle vorderingen In de fchilderkunst deed maken. Aertgen» 
was grotelijks geacht van de Schilders zijner tijd, en inzonderheid 
van den beroemden Frans Floris, die opzettelijk een reis naar 
l^ïjdm dcedt om een bezoek bij hem af te leggen , doch zeer 
verwonderd (lond, van hem zo fober gehuisd te vinden, warit 
zijn gantfche woning beftond uit een klein vervallen kamertje, 
aan de wal, óp het afzienlijkfte oord van de ftad gelegen. 
Doch onze Schilder dat een vrolijke knaap en teflfens een nat* 
bals was, ftoorde zig hier weinig aan. Hij werkte ook nim- 
mer op maandag, dit weeklijks tijdvak hadt hij volkomen aan 
de ligtmisferij gewijdt, die dag doorgaans met zijne leerlingen 
in de herberg doorbiengende. Ook hadt hij de fonderlinge 
liefhebberij , om gedurende het holfte van den nagt langs ftraat 
te lopen, al neurende op een fluitje; doch deze nagtwande- 
lingen bekwamen hem als de hond de worst, want in ene der- 
zei ver, wierdt hem zijn bakkes opgeveegd, terwijl hij bij de 
laatfte zijner togten in 't water viel, verdronk, en dus zijn 
leven in den ouderdom van 66 jaren eindigde. —— BaI/- 
öïNücCI» Notizie (^c. Flor, 172^. Tom. L pag. 34$^. 

AE5- 



AESGO. . AESGO de IL AFHAKKER. AGEMA. 8S 

AESGO,. gebpren te Winjum^ werdt in 1384 tot Abt van 
%iülum verkoren, zijnde de XIX in £angopVo!ging; hij ftierf 
in het jaar 1386. Register der Abtten van Udltm. 

AESGO DE II, \rerdt in 1470, de XXVI Abt te LidlutH, 
in welken post hij van 't gedagi: van Roorda veel leeds moest 
Tcrduren, 't welk zo verre ging, dat zij hem zelvs gevangen 
namen ; doch door Wybo van Grovestins verlost zijnde, ftierf 
hij in 1480 in rust. — — Register utfupra. 

AESWYN, zie ALEWYN. 

AFFERDEN, zip APHERDIANÜS. 

AFHAKKER (JEGIDIUS of JILLIS) , en zo als fommi- 
gen fchrijven Öafhakker, is geboren te Vreeswijk cf aan de 
Vaart ^ een dorp in het bovenkwartier van de provintie Ut^, 
recJft, en een oude heerlijkheid aan de ftad Utrecht toebe- 
horende. Hij wierdt Profesfor in de Godgeleerdheid te Keulen, 
en heeft onder den naam, van Salomon Theodotus, Student 
in de Godgeleerdheid, aldaar in 161 8 een boekje uitgegeven in 
8vo. gedrukt, tot tijtel voerende: Enotikon disfeSli Belgii; 
behelzende een gefchiedkundig verhaal over den oirfprong en 
voortgang der gefchillen, welke de Remonftranten en Contra-Re- 
monjirarjten f der Verenigde Nederlanden ^ enige jaren hei-waai'ts 
tegens malkanderen in het harnas heeft gejaagd. — - Franc. 
SwEERT. Athen. Belg. J. F. Foppens BibL Belg. pag. 25. 

AGEMA (PETRUS) , Predikant te IVons en Engwier in 
Friesland 9 zoon van A. H. Agema, Burgemeester te Bolsward^ 
zag in die ftad het eerfte levenslicht in november 1719. Na 
zijne ftudien volbragt te hebben, wierdt hij in oclober 1747 
onder het getal der Kandidaten opgenomen, en in 1752 tot 
Redlor in zijn vaderftad aangefteld; welk fchoolonderwijs hif 
met lof en ijver aan de jeugd heeft toegediend, tot den 9 junij 
1771 , op welke tijdftip hij als Herder en Leraar in de gecom- 
bineerde gemeen tens van fVons en Engwier wierdt bevestigd; 
zijnde zijnen arbeid aldaar, egter van korten duur geweest, 
dewijl hij door toenemende z^wakheden, zig verpligt vondt om 
daar reeds op den volgenden 3 feptember ya/r« hmore ontflag 
Tan te verzoeken; 't welk hem gegund zijnde, hüj zedert die 

F 2 tijd 



ff AGGE, 

^4 zljac woning te Bolsward heeft gevestigd , tot op den i4 
april 1789, toen hem cèn zagtq dood naar de cuwigheid voer- 
de, T^rprdende door zijne nagelatene weduwe Grietje Marey, 
Cn ^\\o dlq gemeenzaam met hem verkeerd hebben, om zijn 
goed karakter en gezelligheid betreurd, foekz.,, 1789. fl. 

ip2(J. ö?7. 

' AGGE, was de zoon van Pi^ter, Pasrtoor te Wijkel, een 
knap aan^fienlijk man in Friesland, die alvorens hij zfg tot den 
geestelijken ftaat begaf, getrouwd was geweest. Hij leefde in 
J42Ï, eqn tijdvak waaï in dat landfchap zo knellend gedrukt 
werdt, door de hevige twisten tusfchen d^Schieringers en f^etkoo* 
'pers; de eerstgeiioemden waren, ii^ alle gevallen, de onver- 
zcttelijkften en hevigften. Enigen v^n hen , waar onder Wy- 
BE Minnema en BeintU Rommerts , begaven zig onverhoals 
naar 't dorp Wïjkel in Gaasterland, alwaar zij heer Pieter met 
geweld uit de pastorij rukten, en vele dodelijke wonden toc- 
bragten. Dus zieltogende, voerden zij hem naar Sondel, voor 
het fllns van zijnen zoon' Agge , en dreigden deze dat jndien 
hij zig niet wilde overgeven , zij zijnen vader voor zijne ogeii 
gouden vermoorden; doch de oude man riep hem met alle zij- 
ne ma^t toe, zulks niet te doen, doordien hij toch fteiven 
moest; waar op die wreedaarts hem ogenblikkelijk den dood- 
fteek gaven. Aggs woedende van gramfchap, en hijgende om 
den dood zijn's vaders te wreken, vertrok buiten lands, en 
bragt In *t volgend jaar, terwijl het water de meeste velden 
In FYiesland overftroomde , enige benden vreemde knegten 
daar binnen, wfear mede hij op Wybe Minnema aanviel, 
hem het leven benam, eri zijn volk verjoeg. Hier op werdt 
hij door de Schieringers op zijn ftins te Sondel belegerd; dan 
decz' ohvcrtzaagden edelman , deedt zulk een geweldigen uit- 
val , dat hij zijne vijanden voor een groot gedeelte verfloeg en 
de overigen verftrooide. Doch hier mede was de haat nog niét 
verzoend, want in 1442 belegerden zij het huis van Agge op 
nieuw, en hij zelv' na een langdurig en dapper gevegt werdt 
overwonnen, en zodanig gewond dat hij voor dood bleef leg- 
gen. Na den aftogt des vijands» '«•onden Agge'« vrienden hem'"» 

zwem*» 



AGGE. AOGËMA* AGILÊttS. ' ~ t| 

ftwÊmmende in zijn bloed; hij bdcwam égter en betordê» Do^H 
ftoMMERT Gabiinga, €11 zjjn zoon Srrzi, de n^s^r^ hpidi)d# 
dat h^ nc^ leefde ,< huurden enen boo6WJgt^ dl4 heiïl op fitigü 
bedde vermoordde. — — ScHQTAmJS^ Friesfehe ti^t bt. il9f 
tot 309. F. SjOEKDS^ Friesfche .yaarb. V* D. bL è97*'3op» 

AGGE> Abt van Hmelum, en teffens |n 148Q vanhct Jkidtiift 
ter te Stavoren , hadt een zwaar gefchil metlGB ^n zijiniS btoi» 
ders DouwE en Hartman. De, grond van dez^n twUt btt-» 
^ondj dat Igej als voorftander. van de Schieringers ^ hèt ièoA^ 
vent van Hemelum vele landen en renten hadt ontweldlgdf 6tt 
die vele jar^n onder ztg gehouden* Abt Acce wel wet^Dd^^ 
dat hy met wereldlijke wapenen niet tegens hun beftana WftU j 
jDam toevlugt tot de geesteUjke^ en fprak den yloekb&n tÖgSM 
hen uit, doch zij Aoorden zig daar luttel aan^ en maaktéli gd^ 
bruik van het zwaard* De Abt hier door in *t nauw fèbrögt^ 
wierdt in zijn fp^ker belegerd, cnfcfaoon 'er enige ScJnmng^f, 
ter zijner hulpe toefchoten, werdt het bemagtigd en tot daA 
grond toe geflegt* Deze Agge wordt befchreven als ^n tcólA 
en opgeblazene kerkvoogd, die daar door in den haat dei»^ 
Monnikken was gevallen ^ en zig buiten noodzaaklijkheid In, 
den twist der landzaten gemengd heefü ■ ■■ GABBEiMA, Bi» 
Jfhrijying van Leeuwarden* . . . 

AGGEMA (ALEF), is. oirfpronkelijk uiteen adel^k fWWrft 
geflagt herkomftig, dat , in vervolg van tijd verbonden is fp^ 
weest., met de aanzienlijke huizen van Aylvaj Burmawja^ 
GosLiNOA, Harinxma, Starkenborg öi anderen, doch waar 
van in deze eeuw het mannelijke oir is uilgeftorven, AtBf 
behoorde tot het getal dier Edelen, wejke ^et Verbond teken*, 
deuj waarom hij ook op den 10 feptember 1568, door den- 
Hertog van Alva uit den lande werdt gebannen, en eijn49 
goederen verbeurd verklaart. ■ ■ ■ Marcus, Sent^ vanAiJVAf. 
^bl. 72. 127. 

AGILEÜ5 (Mr, HENDRIK) m den Umi, s^tmmi, wït 
^s Hertogenhoseh van geboorte , en Medicijn© Doktor van b^ 
roep^ was een fterke aanhanger van LeicesteR; endoor dei*" 
2elvs beleid in j;86; tot Raad en ProJ^u/eur Generaal (^ ^^. 

F 3 ' ' r^rk 



16 AGNIS VAïï DOERNINCX AGRICOLA. (JÜLIÜS) 

reek aangdteld. Het 'is over bekend, welke onenigjieden ztl 
omme de Lekesterfché faSHe veroirzaakt heeft, bijzonder te 
Utrecht, alwaar de edelen bg ianhoudenheid , ^ig beklaagden 
over de verandering in de r^ring gemaakt; deze klagten 
hielden nog aan , zelvs na het vertrek en den dood van Let- 
CEStXR. De edelen vorderden ene grote verandering in de 
Utrechtfche wethouderfchap; waar toe ^er de roering det flad 
niet verftaan kon. In julij 1588, leverden zij een nieuw ver- 
zoekfchrift ovor aan de algemene Staten, óic Leoninus etk 
Valke naar UtrecU zonden, om met den Grave v/.n Nieu- 
wenaar, middelen te beramen tot het beflisfen der zwevende 
gefchillen, onder de leden der Staten. Doch dit aanhoudett 
bij de algemene Staten, werdt den misnoegden edelen, doof 
de overige Ie Jen der Stigtfe regeringe, zo euvel genomen, dat 
zij den Prokureur Generaal Agileus ,' last gaven , om hen des- 
wege voor 't hof te dagvaarden , gelijk hij deedc. De edelen 
verzc^n uitftel; doch eer dit geding, vervolgd werdt, vondt 
Agileus goed zijne biefen te pakken, en week naar Engeland; 
ook werdt de regering te Utrecht veranderd. — Wagen. 
Vod. Hift. Vm. D. bl. 168. 296. J. H. van Heurn, Befclir. 
van *s Hertogenbosch. IL D. bl. 119. 

AGNIS van DOERNINCK, is geweest Abtdisfe van een 
klooster der CiWciw/w Orden y gelegen nabij Deventer , aan een 
kleine beek de Himnep of Hoenep^ wTiar van het deszelvs naai» 
heeft ontleend. — Dit klooster wierdt geftigt in 't jaar 1^225, 
en ingewijdt door den Ütrechtfen Bisfchop Hendrik van Vian- 
DEN, welke 'er bij die gelegenheid aan fchonk de goederen 
Sumersvord met den molen aldaar. Genoemde Abtdisfe ftierP 
in het jaar 1430. In 1578 wierdt dit klooster door een felle 
brand in asfche gelegd, en de Nonnen begaven zig met 'er 
woon naar Deventer, — G. Dumbar, Kerk. en Wèr, Deven- 
ter, I. D. bl. 463 &c. 

AGRICOLA (JULIUS) , fchoon een Romein , behoort cgter 
de korte levensfchets van dezen dapperen man ene plaats in 
dit werk te vullen , doordJen hij het be^l over de Èataaffe 
keurbenden heeft gevoerd; öok werd hij om agne uitmuntende 

ver- 



«todi^fteo tot dft voonttamfto Staatsambtftn gebmiktï M b^ 
ionder in den krijg, i^ijn vader was Julius GuatCtNUS» 9^ 
taan van raadsheërlijk gezag , en zijne moèdttf Jm<tA PuCêlL* 
%Ai beroemd om hard ongemene kuischhéidi TAetrüS tökdhfe, 
op 't 79fle jaar van onze tijdrekening a£in,* dat hij^ mét hM 
|)uik van onze Baia\Hfe keurbenden, éérst Mma-^Xi^ dttftf ftA 
JBritamia overmeesterde, en dat de gemelde Ëatavierett» dftdftr 
sijne aanvoering, in hét volgende jaar, de Brittm dié^^SkbtwA 
lievigheid op *t léger van Ao&icoIa Wftren aatigivalleil > Hfi 
volkomen nederlaag toegebragt hadt Bij de aanVaf hadt dé 
veldheer drie benden Batavieren en twee der Joligörd dfg0^ 
ftonden , om hun het hodd te bieden en den veldflag tS hê* 
ginnen; naar 't gebruik dier tijden, waien deze in dd koüSI 
dea oorlogs fondeiling gèoëfFend; de vijanden dsunèntegtfi^ JBO 
door onwetenheid als (legte wapenen, voerende kleibd fiihlt» 
den en grote zwaarden zondi»* punt^ waren onbektt^att Ottl 
tegen huil in eerr gedrongen gevègt te ihijden. iDe Bata vleit A 
vongen dan , met hunnen gewonen ijver , den ftrijd aat) y ttiê* 
ten met léuwenmoed, mét hunne fehildpennen^ de Brttcen ia 
*t astngezigt; voor 't naderen vam den tiagt, welke hunne ovey^ 
winning bepaalde, waren reeds -Van:^ de BHttèn to/)óó Vérfkh 
gen, daar 'er van dei^cwi^fim' én derzelvér medehelper^i ilegti 
340 'gebleven waren. Hier voot werdt Agkicola,^ een ovet* 
heerlijke z^praal en triumphiftatie toebereid^ dan jdjiiö se* 
digheld gedoq^ ze niet, en om die te ontwijken 9 kwam hi) 
des nagts binnen Kome. Doch hoe bemind en géagC t^ ook 
ware bij Oalba en Vbspasianus » èn welke waardi^edên hj) 
ook met roem bekleedde, kon hij egter, den h&at van Dous» 
^AAN niet ontgaan, die zo hoog ten top fleeg, dat hec zéér 
waarfch^n^ijk is^ dat hij den dood van. dien braven man berc^** 
kende. ■ Tacitus, de tnorib, GemarMam. Lib» 17. 18. 30. 

9(J- 37. 

-AGRICOLA (RÜDOLPHÜS), de bloem der Geleerden 
van de XVde eeuw, zag in 't jaar 1442 het eerfte* levens- 
licht, te Bafloy een dorp gelegen in de Groningef-Ommeléndsrié 
^Vaii ajne prüfte jeugd af aan , gaf hij reeds Wgken> dat bij 

J4 de 



Zt AGRICOLA: (RUDOLPHÜS) 

de loopbafie der geleerdheid voorneanens was" tn te rennenr 
Boeken ,' -iirde pjaats vanÜnderfpeeltuig,. vBrftrekte:hem tot 
uitfpanfeing, eo reeds vroeg openbaarde zig bi^ hem, een 
fchrander. vernuft en Halen ^heugen. Op de fcholen ftreefi 
de hij. alle. zijne mceleerlingen voorbij, en wierdt door z^ 
ue meesters, als een uitmufitend en waardig voorwerp tei* niar^ 
wlgiog,, aangeprezen. Z^wm?» was de, Hoogefthool , beftemd, 
pm dit fcbander vernuft . verder in de wetenfchappen aan te 
kweken. Hier befteedde hij zijn tijd vüjtig,, en hij liet zig 
daar wel .dra. met glans Jiönnen. De-fnippeluren welke hem 
Tafli het- beoelFenen van AiusTotJiLEsi oveifchoot, beftcedde 
bö- zorgvuldig met het lezen der werken van Cicero en QuiNr 
XELiaabt; dit waren ajne gfelieöe fchrijvcrs , daar hij ook 
ichraiidere aanmerkingen óp heeft gemaakt. Inzonderheid 
muntte hij ook uit in filofophifche zintwistingen ; de tegenwer- 
pingen i-^qderzogt hij met de ingefpaonenfle aandagt, flelde 
die in Qrde.voor, en drong zijne bewijzen met zodanige kragt 
aan , dat zij tot overtuiging HrdLCen ;' dit fcbst?niet -misfiai , of 
moest hön- tot den trap va» -Meester in de vrtje konllen be- 
vorderen y dien hij ook met roem verwierf. Hij-fprak de franfe 
taal lieftUjk, en hadt.ene zondeilinge genegenheid voor de 
zangkunst-^, voeg hier bij, dat hij buitetigemeen fraaij fchreef , 
aartigfchiidcrde, vriendelijk, beleefd en op zijn tijd vrolijk 
was,, en dan zal het.niemaed verwonderen.,- dat hij de wel- 
lust der. f^mcnleving bevorderde, en in de.tcste gezelfchap- 
pen iiyet:<)i)g;emene vriendelijkheid niet .allioen', maar met gre^ 
tigbcid. wierdt ontvangen. •Guicciardyn, "zegt van hem en van 
zijnen vriend en tijdgenoot WesselusGansfo^itiüs, jiat zij 
de twee fterren van Grmingcn. w*ren, waar door Hoog- en 
Neder-Duitschkmd beide,. zijn verlicbi: geworden. Ter bevor- 
dering vjuii zone; beoeffening in de welfprekeadheid en 
wijsbegeerte, reisde hij naar Fran^ri;^ , en aldaar enigen tijd 
geto§fd hebbende, Hak hij, over naar Italië y alwaar bij een 
bijzonder, heysch onthaal .genoot, van den Hertog Hercules 
p'EsTE, x&Fenwe. Offchoon Agricola .meermalen voortreffe- 
lijke eeumbten wierden aangeboden , wees bij dieegter at- 

\ tooS 



ACRICOLA. (RUÜOLPHÜS) ig 

4DDÓS van de hand, ten einde zijnen letterkundigen loop zon* 
der hindernis' te volbrengen, en zulks was ook de reden, d^ 
bij zeldzaam ' lang op ene plaats toefde, maar van de en© 
fiad'naar de andere reisde; en, altoos; enige boeken met zig 
voerde , of die van zijne vrienden leende. Dan dit zwervend 
leven mcedé "gewonden, zette hij zig in den Po/ts neder ^ 
hieldt zig fotntijds te Wbrms op, doch meest te Heidelbergi 
De ftuderende jeugd v^n dien tijd , zig . veelal met ^dcl zin* 
twisten onledig houdende, werdt door hem op fraaije en 
grondig bewerkte redevoeringen vergast. Ook leidde hij zig 
met veel ijver toe, in het beoefFenen der H. Schrift^ öa 
doordien hij bemcikte, dat de kennis der hebreeuwfe taal be- 
hoefd wierdt, om van vele plaatzen een juist denkbeeld te 
bekomen, leidóo hg zig met de borst daar op toe, en maakte 
'CrT ook fpoedige voiidering^n in , met behulp van enen geleer-» 
den Jood. V^n dien tijd af aan ^as het,' als of Agricola . 
iriet handen omgekeerd was, hij dagt op niets, dan op dea 
gekruisten Jesüs; zijne tong fprak, en zijne hand fchreef vaii 
niets dan van den Verlosfer ; en buiten diqn begeerde bij , met' 
Paulus, niets te weten, - dan Christus, die hem ook in 't kort 
tot zig nam ; want van ene koorts aangetast, overleed hij den 
28 oktober 1485 te Heidelbergy in den ouderdom van 42 ja- 
ren en 2 maanden. I)aar is een in het koper gegraveerd por- 
trait van hem, waar onder men llegts alleen deze woordwi 
leest : Rudolfus Aoricola , Baflo Ondandus , in Academtk 
Heidelbergenji Profesfor. Het graffchrift, door Hermolaus Bar- 
BARüs, geleerd Patriarch te Venetien ^ ter zijner eere vervaar- 
digd , en door bezorging van den beroemden Vicuus Zwi- 
'CiüEMius AB Ayta, tceu deze Heidelberg doorieisce, in een 
uitmuntende zark op zijn graf gebeiteld, is van dezen inhoud: 
Invida clauferunt^oc marmore fata Rudolphum 

Agricolam JfThrijJli fpemque de cusque foli. 
Scilicet hoc uno meruit Gerniania laudis^ , 

Quicquid habet Laüum > Gr(Bcia quicquid lutbet. 
In zyne jeugd was Agricola zinrijk en boertig; zijne zeden 
waren wel niet botoch , doch egter cpk niet van de hofte- 

F 5 f% 



^ AGKICOLA. (RüDOLPHÜS) 

ligkfie; z6 dat h^) iKJi anderen ter ttuuil%i, zittende/ iq gedagi 
te.i geraakt, wel eens met d^ elletx)g^n op de tafel ging lei«« 
Ben en op zijne nagels knauwde; ook was hy vry (loidig in 
zijn opfchik i en droeg veelal de gemeende toon van kledingi 
Schoon hij in zijn tijd wel een mooije meid mogt lijden , huw* 
de hij egter nunmer, uit vreze^ dat zyo Jighaam^etteltenis, 
de bezwaarnisfen van dien ftaat niet wel zouden kunnen uit^ 
ftaan, en daar bij zijne fhidien daar te zêor door verhinderd 
«rorden. Ook zogt hij met z^ne ichriften geenf roem te be* 
halen ^ hebbende weinig gefchreven en nog minder doen druk^ 
ken; het geiiC 'er van hem nagebleven'.iSf heeft AtARoua 
Van Amstbldam bijeen verzameld > en is in twee .fturkcn te 
Keulerir in I539 uitgegeven,, en naderhand te Groningen her- 
drukt. Men vindt daar in, behalven zijne brieven^ redevoe« 
ïingen en gedagfen, ene latijnfe vertaling van Socrates en 
DEMomcvM, en van enige famenfprakea van Lüctanus. B* 
susMus getuigd van (lem, dat men aan deze zijde der Alpi/ck^ 
gebergten y in geleerdheid, nimmer vei'maarder man gevonden 
hadt; zijnde zeer . ervaien in 't Grieks en Latijn; ongemeen 
geoeffend in de digtkmisty als een t^yeede Virgilks ; in on« 
gcboïiden ftijl >• als een andeie Politianusj een zeer wel- 
fpiekend Redenaar; een verheven en fchei*pzinnig Wijsgeer^ 
een goed Muftkajit en trefielijk Schrijver* ■ . ' ■' Des. ëaasm* 
' in Adagiis. p. 172. P. Jovius in ElogUs^ n. XXXIL p. 76, 
77. J. Bruckeri, Ifift. Crit. J^hUof» Tom. IV. pag.'35-3g. 
Tom. VI. pag. 683H585. Jo. Frid. SchoepperliM , E^istola 
de RuDOLPHi AoRicoLAE , Frifit in elegantiores literas promeri* 
tiSy Jeius 1754. 4^0. Fr* Sweerth, jélten» Belg» p* Ö63, 
664. Henr. Wharton. ad Guil. Cave, Hift. Ut. VqL IL' 
p. 188, 189. Heümanni, Via ad Hifi. liUerar. c. IV. J* 
XLVIII. p. 149. Schoeftgen. ad Fabricii, Bihl. lat. med. 
Tom. VI. p. 359-363. Catal. Bihl. BüNAV. Tom. I. Vol. IL 
p. 1012. C. Saxï, Onomast. lit. Pars. II. p. 470, 471. P. 
Bayle, DiSHonaire, ed. de 1730. Tom. L p* 101-103. Guic- 
GiARD., Befchr. der NederL bl. 172; Halma, Toneel der Ver. 
Nederl. Levensbefch. yan enige voorname meest Nedé Mannen f c. 
VL D. bl. 41-51- - AGMP- 



AGRIPPINA* AHÜIS. AIÏLARDüS. ^ fi 

AGRIPPINA, de gemalin van GermaniküSj was ene vrou- 
we van ongemeen veel moed en dapperheid, die zelve meer 
dan eens , als krijgsheld aan 't hoofd der benden op het llag- 
veld verfchécn. Bekend is het^ dat men onder de oude ge- 
bouwen hier te lande, een heeft gehadt naar^eze Vorftin g^ 
noemd, Prcètorhm ^gritpina, dthet Hof van j^grippina. Daar 
2ijn 'er nogdians ook, die dit gebouw aan Agrtppïna, do 
gemalin van Claudïüs, toefchrijven ; en, wederom anderen, 
die zeggen, dat de vrouw van "Nero, welke dien " zelvdent 
naam voerde, het zou gefligt hebben. Niet min verfchil*^^ 
lende zijn de gedagten, over de plaats, daar dit gebou\r 
gedaan heeft; 't gemene gevoelen ftelt het te Roomburg b^ 
Leijden, alwaar fhen in 't omfpitten der grond, gedenktekoi- 
nen der Romeinen gevonden heeft; doch fommigen hebben. on- 
lapgs, met vrij fchijnbare redenen, beweerd, dat het Huis tó- 
bitten, van welk men de overblijfzels nu 'en dan, bij laag 
water, ten noordwesten van Katwijk, diep in zee, 'befchouwd 
heeft , voor het Hof van Agrippina moet gehouden worden.* 
•fc— — Cluv^rius, 4e tribus Rheni aireis, Cap. XVI. M# 
Alting, Germanice infèr. ParsL p. ixi. Wagen., Fad. Hifié 
I. D. bl. 69, 70. 

^ ' ■ • 

AHUIS (HENDRIK), geljoren in 1359, was eerst Vika-' 
ris van de Hoofdkerk te Munjier, en bega/zig naderhand ia 
't jaar 1400 namelijk, onder 't beftier van enen Aemilixjs, 
den tweeden regent van 't Fraterhuis te Deventer; doch in 
't volgende jaar werdt hij , door denzelven , weder naar Mm- 
Jier gezonden , alwaar hij op zijn eigen landgoed een Broe» 
der-Convent ftigtte, onder den naam van de Spnngbrmi. Hij 
voöl-zag het met grote inkomflen, en beftierde het in per- 
foon, tot het jaar 1439, wanneer hij in den ouderdom van 
70 jaren overleed, — — Oudh. van Deventer. I. D. bl. 242. 

AILARDUS (FCX:C0), voorheen Abt des Kloosters van 
den H. Petrus en Paulus^ onder 't Bisdom van^ Munflcr^ werde 
in 't jaar 1408, op de algemene klagten, wegens het onbe-* 
hoorlijk gedrag der Nonnen van de zwarte orden van Sr, Be* 



/ 






^ . AILARPUS* (FOjKO) i^ 

iïBDtKTüs , onder öromngen behorende , volgpns de in 't^^nh^jüf 
lUtgegevcneBulIe van Paus Gregoriüs, voor, den tijd van vijf 
jaren aangefteld , . tot. bezigtiger van alle de i^enediktijner 
Kloosters in Friesland,. In gemelde Bulle werdt onder ande- 
ren gezegd: ,, Dat het: den, Paus ter oren gekomen is, dat 
^ 'er in de oorden van Friesland 22 Kloosters van St, ^ern^ 
,, diktus orden Haan , die ten dele onder *t Bisdom van Brefmertm 
„ en ten dele onder dat va^n Utrecht hohoi^n; in welke Kloos- 
„ ters , als zij eerst gefligt waren, en ook jarigen tijd daar na-^ 
^ alleenlijk Nonnpn van . de gemelde orden plegen te wonen ; 
^ .maar dat het dopr 't verloop van tijden .geheuld i^^ dat 'er- 
^ ook mansperfonen van dezelvde orden, bij deNonnea.vau 
^, gemelde Kloosters , in groot ^etal gewoond hebben , en nog 
^ wonen ; zo dat elf van die Kloostprs geregeerd worden door . 
5jt Abtten , twee door Priors , en negen door Paters. In welka 
Kloosters alle godsdienfiigheid , mid^aders de onderhouding 
van den regel,. en de vreze voor God, fchier gantsch. en 
^ al te niet gegaan, is., de onkuischheid en be^diveuheid 
,^ des vleefches tusfchen gemelde Manspeifonen en Nonnen > 
9, buiten vele andere ongeregeldheden en fouten, die 't fchan- 
^ de zou zijn te noemen , overal de overhand genomen heb- 
5, ben, en van dag tot -dag meer aangroeijen." — — . Ver- 
der: ,j Dat veié Van de Ndhnen, met hare Prelaten, en met 
,; Monniken convérféJen, hbèrèrén, êh iii' de gemelde Kloos- 
ters, verfcheidehë kinderen baren ^ welke naderhand tof 
Monniken en Nonnen van deze Kloosters trorderi aangénó-' 
'men; ja, dat nog fchandelijker is, fommige v^n die Non- 
nen, die moederlijke liefde vergetencle, flapelen het ene 
^;" kwaad öp het andere, en brengen fomwijlen hare vriigtom 
't leven, of doden de kinderen, zo ras zij geboren zijn, als 
hebbende alle vreze Gods ter zijde gefield;, zodanig, dat 
zulke Nonnen, indien zij weieldÜjkepéifonen waren, doet 
^, den wereldlijken Rechter , .om ha;e misdaden s tot -^ ene 
„ wrede en verdiende doodftrafFe zouden verwezen worden. 
^, Daarenboven, fchier alJe Nonnen , als of ieder van haar de 
g, dienstmaagd of huisvrouw der gemelde Mansperfonen was , 

f, ma- 






99 

5J 



ATTONA. AITZEMA. (FOPPE vaw) 9S 

,, maken hunne bedden , wasfcheu hunne hoofden en klede* 
,, ren , koken lekkere fpijzen voor hen , en brengen den mees- 
jj, ten tijd dag ennagt in flemperijen en dronkenfchappen over» 
',, waar door de pnkuischheid en vuile begeerte des vleefches, 
1^^ des te vierlger wordt enz. " — — Ik hebbe tegens mijnen* 
voorgenomen taak, een gedeelte dezer Bulle geplaatst, en- 
kel om aan de zodanigen , die niet bekend zijn met de Kerke^ 
Jijkc Gefchiedenisfen van dien tijd, een onwraakbaar bewij« 
te leveren, hoe eerloos, en ze:!enbedervende, 'er in dezo 
zogenaamde Godsdienftige Geftigten , eertijds werdt huisgehoui 
den. ' Oudh. en Gejiigt, van Gron. in de aanf, bl. i75-fi8l* 

daar men de geheele Bulle geplaatst vindt, 

AILVA, zie AYLVA. 

AITONA (Markgraay van) , voerde onder het opperbewin<| 
van St. Croix , het bevel over het Spaan/e leger , terwijl Prinj 
Frederik Hendrik, in 1633, den Spai^aarden Rijnbexky alsr 
de enigfte en laatfte flad, die zij aan óen Rhijn nog bezet 
.'hielden, ontnam. Na dode van de Infante Izabella Klara, 
-EuGENiA, was AiTONA cen der genen, die door Fiups dej» 
IV, als Regenten tot het beftier der Nederlanden benoemd 
waren. In 1635 namen de Spanjaarden het huis te Bijland in y 
en het gros van hun leger (loeg zig bij Udem neder, alwaar 
de Markgraav van Aitona , die 't bevel voerde binnen ScJien* 
kenfclumSy krank werdt en overleedt. ■■ Leven van Fre« 

PRIK Heiïdrik, II. D. Wag. Fad, Hiji. XI. D. bL 206. 

AITZEMA (FOPPE van), een man van edelen geboorte > 
oom van den beroemden Lieüwe van Aitzema , was Refident 
'wegens dit Gemenebest te Hamburg j toen hij in het Jaar 1636 
door de algemene Staten, aan den Hertoge van Fridlanö 
en aan den Grave van Tilly, wérdt gezonden, om een ver- 
drag van wederzijdfche onzijdigheid, met dezelven te fluiten. 
De Heer van Vosbergen toog , om gelijke oirzaak naar Kei4>' 
len. Fridland hadt zig, reeds voor eea geruimen tijd, gene- 
gen getoond, om met de Staten in vriendfchap té* leven; doch 
m verklaarde Uy, het Jcger, welk bjj op de been gcbra^ 

hadt, 



f4 AITZEMA. (FOPPE vaw)- 

Jiadt, niet te kunnen afdanken. 'Bij Tilly en te 'Keulen j werdt 
ook vrugteloos gehandeld. Men bevroedde ongetwijffeld ia 
JMuchland ^ dat de Staten met deze handeling, Zyveden en 
gig zei ven den meesten dienst zogten te doen; waarom ook 
tiunre Gezanten op ene beleefde wijze wierden afgewezen; 
jnaar met Zweden ftondt de handeling wel dra, op enen goe« 
lien voet. In dit zei vde jaar nog , werdt Aitzema naar Dene* 
marken gezonden , om den Koning te bewegen tot het affchaf- 
fen van den nieuw opgerichten tol , die hij te Glukjlad deedt 
vorderen, en de Hamburgers inzonderheid drukte; doch deze 
bezending liep vrugtploos af, doordi^ de Koning gezet was 
op *t behouden van dien tol. In 1636 werdt hij naai* Wenen 
gezonden, om den Keizer tot het bewaren ener (lipte onzij- 
digheid te bewegen , waar toe zij zig van hunnen kant insge* 
lijks verbinden wilden. De Koningin van Bolieme hadt Ait- 
zema ook gelast, bare zaken in *t Rijk zoeken te bevorde- 
ren. Ook moest hij , behalven dat , nog van wegen den Prins 
YAN Oranje onderdaan, of de Keizer dien Vorst met het 
Graavfchap Meurs zou willen belenen, en voorts verlof ge- 
Ven , om zijne goederen , onder 't Rijk gelegen , zijnen vrou- 
^vclijken beide en mannelijken erfgenamen , bij uiterften wil , 
te mogen nalaten. Aitzema fcheen , in 't eerst wel te zullen 
Hagen, in zijne handeling. De onzijdigheid werdt hem ge- 
noegzaam met vollen monde beloctfd. Ook fprak men van 
Mexirs tot een Vorftendom te willen verheflfen, ten behoeve 
van Fredrik Hekdrik, die 'er zig mede vereerd hieldt; hoe- 
wel fommigen hier te lande meenden , dat hij geene gunften 
behoorde te ontvangen van den huize van Oostenrijk. Doch 
de Spaanfen wisten een fpaak in 't wiel te (leken , ten Kei- 
zerlijken Hove. De Franfe Gezant CnARNAcé toonde zig, 
cx)k hier, misnoegd over de handeling met den Keizer. Ai-p- 
zema keerde dan te rug, zonder iets gefloten te hebben. 
Daar zijn 'er die zeggen, dat zijne reize nog een verder oog- 
merk hadt , dan om het Hof van Urenen te polzen ; hoe het 
ook mag zijn, gedmende zijn verblijf aldaar, werdt hij, uit 
aanmerking van de dieaflen , door zyne voosiiaten aan 't Rijk 



AITZEMA. (FOPPE vut) 55 

tcwczen , van den Keizer tot Vrijheer van 't Rijk gekozen. 
Peze zijne reize, en de da^r op volgende ontvangene gunst- 
bewijzingenj gaven aan Frankrijk grote ergernis; te meer, 
da^r de Staten , bij het laatst gefloten verbond , belocfd had- 
den, met Oostenr^k te zullen breken. De Siaten, maa'steij 
gebniik van dezen argwaan, om Aitzema in 1637, te rrg te 
ontbieden , onder voorwendzcl , ' dat hij zig van de befchuU 
diging, te^ zijnen laste, zoude verantwoorden. Doch het 
ware' oogmerk w^s , om v$n de gefteldheid van het Hof ou- 
den igt te zijn , . en om de zaak meerder fchijn te geven , be- 
ijoQmde men Commisfarisfen om hem te ondervragen. Het 
verllag daar van behelsde, dat aan Cominisfarisien gebleken 
was, hoe de geruchten ten zijnen nadele verfpreid, waren 
voorgekomen, van en^n Menzelus, Keizerlijken Commisfaiis 
te Hamburg; waar op bij de Staten verflaan werdt, de verde- 
diging van Aitzema aan te nemen, met begeert j dat hij in 
zijne posten getrouw zoude volharden. Even te voren , wa> 
bij de Staten befloten, ene bezending te coen aan de veiga- 
dering van den Nederfaxijclien Krelts, en met een goedgevon- 
den, onzen Aitzema daar tce af tp zenden, om ware "'t moog- 
lijk, de leden van óx^ vergadering tot eensgezindheid te be- 
wegen. Door Aitzema onderhielden de Staten een hein.elijfc 
Verftand met de Keizerlijken, om daar door tot ene afzon- 
derlijke onderhandeling met Sparde te komen ; fommigen zelvs 
wilden hem gedurig aan dit Hof houden. Ook werdt hij in 
den zelvden zomer, met een gclieime boodfcbap aan éth 
Zweedifcn Kancelier, die zig te Maagdenburg bevond, gezorv 
den. Hoe veel belangs men dus in zijnen dienst fcheen te (lel- 
len, was hij egter, bij velen gehaat. De Prins van ORANjEt, 
die hem befchouwde als oirzaak, dat zijne geheime zaken 
rugtbaar geworden • en daar door verijdeld waren , tragtte al 
het kwaad daar van aan hem. Ce wijten. De Franfen, die alle 
• de gangen, der Zweden nafpooiden, bcfchuldigden hert, -dat 
hij den Keizer en Spmje meerder dienst deedt, dan-.den Staat* 
Aitzema, hadt nevens anderen» en daar onder twee Heren 
^t de Regering van lAüomd^ het eiland Jmeland van den 



4^ AITZEMA. (FOPPÈ va»> ^ 

Keizer ter leen ontvangen; dit werdt met den naam van óm^ 
kopirg beflempeld; en de gemelde Heren geraakten daardoor 
in gioten haat van 't gemeen. Aitzema,' kreeg hier van, 
door brieven, te Hamburg kennis; hij fchreef daar c^, den 
t6 maart aan de Staten, dat hij Hamburg y bij zijne komst, 
vervuld hadt gevonden, met zeer kwade betigtingen tegen 
zijn perfoon; dat hij zig den 19 maart 1637, op weg hadt be- 
geven, om aan Hun Hoog Mogenden van zijne vtTxi^tmgcn 
mondeling verflag te doen; dat hij te Oldenburg zijnde, al» 
door een mirakel, was orderrigt, dat zijn logement was ge- 
reed gemaakt, op de voorpoort in den Haag; dat men zeide, 
dat Jiij in twintig of dertig pointen den dood verdiend hadt; 
dat zijne zagtfte flraiFe zoude zijn , in vier kwartieren gelegd 
te werden; verzoekende verders vrij geleide, en yiregens zijne 
onpasfelijlvheid , enig uitftel. De zaak van Ameland ^ die zó 
veel gerugt maakte, werdt onderzogt, en daar in niets gevpn- 
den, dat met de eerlijkheid van een getrouw onderdaan ftreedt; 
en ook niets van dien aart van de Heren Beauiaönt en van 
Wa VEREN , die te gelijk met hem betigd waren ; deze werden 
dus mede vrij gefproken. Dè Staten befloten den 15 april, 
Commisfarisfen naar Hamburg te zenden, met last om aan Ait- 
zema enen brief van Hun Hoog Mogenden over te leveien, 
behelzende ene vermaning en uitnodiging om in den Haag te 
komen , en na de lezing hem te verzekeren van de achting 
die Hun Hoog Mogenden voor hem hadden , en dat zij 
G^mmisfarisfen gekomen waren tot zijne gerustftelling, met 
verzoek, dat hg ten fpoedigften met hën naar Holland wilde 
vertrekken ; doch indien dit niet gelukte , dat zij als dan aan 
de Regering van Hamburg zig zouden vervoegen , en verzoe- 
ken , dat Aitzema gevat, en nevens zijne papieren, aan hen 
zoude worden overgeleverd; en indien de perfoon mogt wor- 
den geweigerd , dan te zien meester te worden van de papie- 
ren. Aitzema van deze bezending tijdig de lugt gekregen 
hebbende, nam de vlugt naar Praags daar hem zijn grote 
ijver voor de neutraliteit, verweten werdt; men zeide, dat 
hi^ zijn joon kreeg. Dus koQ faiy b^nsi Jiergen» veilig zijn; 



^.AITZEMA. (PSSEL vaU) ^ 

M 'firat]htjti::Sp(^9 Wmm.tXLEngdandy was men op hem ver« 

^amd. De. Koning \2ca:Dmtmarkin hield hem voor den óxïy- 

;yer van 't affchafiisn vzxh •óxA.Glukftütfchen' Tol; om 't welk 

ze bewerken , hij door de Sttten geiast gpweest wa& Die vorst 

gaf hem, inleen -brief aan de .Staten » deniilekelenden tijtel 

van Barm van Jmelond. . Ziyne. landgeaoten de Friezen , waren 

bet ilerkfle opiJiem gebeten4v.fd)rijvende de Staten van die 

provintie . aaaHun Hoog Mogenden » dat men hun de pointen 

van zijne befdiuldigitig .zoude toezenden; zij zouden intusfdien 

-op zijne 'gcederen procederen., bijaldien zijn perfoon .afwezig 

bleef. Men was Jiun hierJn te wilie.^ en .zonddie ftukken 

jiaar Friédmd ovzt\ doch zij.. riepen, telkens om anderen, en 

om « dat 'er. nietsi met zekerheid in de bezwaren gevonden . 

weixit, deden zij ook niets. • Aitzbma, dus zwervende ,' vlugt- 

te . van Fraag' naar Wètwn^ alwaar h$ kort daar na overleed, 

.en in de kerk der Predikheren, dewijl h^, zo tnen zeide^ 

den Roomfchen: godsdienst hadt aangenomen, begraven werdt. 

-■ . ■ Lm Vi^N' AiTZEMA, Zaken vm Staat en Oêiiagi II. Deel, 

druk in /oUo> '.Wi^G. Fad,^ Jfv/i. XL^B. bl. i2i^„ii^^. 240 

AITZEMA (HBSSEL «Aïr)^dPxefident van 't Hof .van frfex- 
land^ was een vaade Gezantjoiir,, die in den benanrwden toe* 
ftand.^aariiiï.dittoGemenebest^iüg inden jare 1584 bevondt, 
benoemd was, ofn ingevolge'^het genoegzaam eenparig geno- 
men beiluit^^do. opperpiagt» daar xan aan den Koning van 
ffos^;^ op toedragen.. Deze handel, door de weigering dos 
; Koqing^ Je niet gelopen zijnde; vonden > de Staten goed , op 
jiieuws^. over .hét zelvde ond^Fwqrp, .met de Koningmne vm 
Engeland 'm onderhandeling te treden; ten welkep e^nde, m 
.genonlen belkit „ in 't volgend' ijar>'Onze .Aitzrwcj onder 
anderen,, naar Engeland werdt afgpasonden.. Die Vorftin me- 
.de hare reden hebbende, om» het aanvaarden dei opperheer- 
fchappij ,van de^hand te wijzen:, zo wqI als de altopsd^re/idp 
ebefcherming,. werden egter met .deze^ bezending, enigp ^voor^ 
waarden tot iland gebragt, wc^ns 't verlenen van bijftand, 
welken de Edgelfchei^ zig , ingiiypJge hunne gpwoonte, duur 

I. Drel. G ge* 



vm^ , y ALK8 ^n> 3^ <je jLMfan . ^leven « en iwitón de f K^^ 
fiiMJa, pf bet pvi^igj^n VBiA^'4nwerpen y toK^e veriheerderin|[ 
y)|a ()hderftand tsb^^ifi^ Aitzema neveois enige rnióeicn^^ 
fie pï^ti5•^«??•^?"^«*'^g^Q^ê^to^ den 

Il^d v»n ^tateoi g^eeid^jT.lntusli^en hadden :de wsnoegde 
l^-ie%n bellaan,. pp ;eigeqigmg:^>^'bpperheerfohj^3pij andei- 
maal fum KoniDgin ELizABKvi^jitótab^defi,- van welke mls- 
DO^en liBssxL VAN AmsMA'i 4ieven$ zynen bro(Wer eni be^ 
tmwd4>):oeder, als mmfcHen die meer- hc^aktenLiiaArene Eo- 

le^dorFriesfe landzaken wederom fik voorheen gefleid:ce zien^» 
ais dt ii^oomaainfle aableidefsjen^ hoofden, befthouwt lóoetpi 
ivqrdgn; Deze zaak, hoe guixftig bij dé Koninginhe aange* 
iM^kti. hadc voor hen' een gantsch anderen keer^^^ ten aanzien 
Vtq ^ec->8tat<3n-:^de. Want??oor eeïisc erkenden ode Staten 
v^n fHeskmd hen niet al^^emii^gde Afgezanten^ :en weiger- 
den- daaroiQ deni brief ^ «door ^dd.Sorvinginne* dezelve -medega- 
gesr^^-^ :op; den Volldn ÏAné^i^ te doen* Tézen ;< 'doch na (bt 
l^ftipE^TEa weder te rug gekomen was, meenden AlTz^a^ en 
-de -zijnen \ zekev fpel : té heSbeift)^ "en Jottö^&ttó; doèE 'tè Cr^en , 
hadden zi^ LEjcESTsa, dé' rehoa^naaii'i^idm/.iiPperfbQA ten 
fterk^n Ungeraden. 'D^eiiial^^ om^h^alii dei hand té>gaikh 
efi^^^;zi^n fig^^doe^ te/fb^7ürder^riy>liadc>KBiet yoorb^* 
:^aa|i v^»/iden AStadhotnipr 'envOpdepatpprde^'Scateri, 'aain de 
'Gerogte&^iirftn Griecetüjéti eni Steden ,.' uit Mdbifttfik' 
ven» «ditzy enen dagvaart befcèirijven zonden-,: w&a^. op hi} 
wtlde'^mfchijnen; * Doch , ^'edr deze brief:' Vaar.' uitwerking 
tondè"i35nv hackien de: Gedeputeerde- Staten •Van Riklancf.ó^ 
"^fröfidörttAïTJjSEM^i, eeist Itj zijn. huis in b^wafïn^ gefteld en 
na(^flAènd van zijtt- ambt *omzetr en zonden verder enen 
blief 'Sató> LficESTZtfï^ ^waaf^ bij 'hem^ vertoond rwètdt, hoe 't 
alléén -aai^ hun ftond, enenLandda^ te-berchrijven^ dien zij 
than^ yó6f ondienilig^intopldMT^ v^erzoekiéiide' dtxs-'aan hem, 
4ic rtóse te- (laken; dewi^rdsfef uiteet cfeil 'ónf öèt te voof- 
ftiea vfis: "^ De allezmts- verftandige ^n voörzigfigo' beftiering 

: ■ . • ■ •• . in 



< . 



AIT2EMA. (LIEÜWE Vxü) 99 

ih htr-he^id' 6ez& zaak, grf eefrtvctderen krak lan het da- 
lènd gezag vaii Leicestrr» ^Hét fchijnt ègtér,* dat -Aitzema 
nadeihand wedciom in het bewuid herfteM is; 'Want te Wa- 
•fER meld, dat hij op een reize, tot de -Staatsfvergadering te 
Breda ^ overleden en aldaar begiaven is. — — — WnvsBk. Krm, 
van Friesland y bl. 650-744. GabbeMa, Verhaal van Leeuwar- 
den y bl. 583-587. Wao. Fdd. 'Hift. VUI. D. bl. '56. 90. 97- 
293. 212. 249. 

- AITZEMA (LTEUWE van), mede eèn FriesCh edelman, 
gebóreii te Dokkum, in het jaar 1600, uit het huwelijk van 
Meinardus Aitzema, Burgemeester alds^ar en tefehè Secre- 
taris van de Admiraliteit; en Katöarina Epo van Jukkema 
tot Sexbierum, wiens vader de post van Burgehietóterte FrO' 
neker bekleedde. Lieüwe was van zijne vróegftfe* jeugd ^een 
fchrander 'vernuft , want toen hij naowlijKs 16 jaren oud was ^ 
kwam reeds van hém in 't h'cht zijne Poemata juvenalia. Tot 
meerdere jaren gevordetd, werdt hij Raad van ós Hanfefte- 
deuy en Refident van dezelve in V Hage; zijn oomFoppE 
VAN ArrzÉMA, boven gemeld, hadt hem deze waardigheid be- 
zorgd. - Ook heeft hij twemalfen ten behoeve van de Hanfe- 
fieden^ èrié reize naar Engeland gedaan. Gróter en beroemder 
naam heeft hij verworven, door zijn boek, genaamd Zdt^» 
van Suua en Ow7o^ /beginnende met het jaar löüi-, en eindi- 
gende met 1668. De eeifle- uitgave van dit werk , is gedrukt 
in 14 ftukken", en met den Vredehandel en Hetfteide -Leeuyv^ 
'tot 16 delen in 4to. uitgédgd, PArs in zijnen 'Woiawroi der 
'Btaavifê Schrfm^s y zegt, 'dat déze druk van de liefhebbers meer 
begeerÖ wohk- dan die 'W-folio; Oto reden, dat in dien twe- 
den driik^i \^e aanmerkelijke zaken zouden •iijniMtgölafen of 
'verandei'd; vermids hij het 'diènftig-oirdéelde; zfg^iaar-den 
tijd te fchikken; doch na eiie-naiP^keui^ige A'Cip;elijfa'ng heeft 
meo bevóndért, dat de ' vobrn^amee \-cranderirg béftaat, m 
de beri^te zaik der Utrecht/e Predikanten ,• die in 't Jaar 
466o , op bevèfl van de Staten- 'dier provintie^ tb' de Reuring 
'dier ft'ad';""déie!ve móesten Tufhn'èh*, - namelijk-' Aaraham van 
•bKR'VtaLÖÉ^èu*JoHANNEsTfcfcLiKQj;waar van '3è -cdrfte kort 

G 2 daar 



X^ AÏTWMA4 CUEÜWK VAU) 

daar na t« Widilhutg » en dq «nderd te ir«Mj^ beroep^t 
werdti al.vfftar aijj l)eiden hun lev^n en dienst gpeindigd heb* 
h'yOn . Van dezQ tw^ fpreekt Attzema zeer voordelig in d^n 
^^ «M t en niet zeer gunfl;ig van d^ Utre^fttfe R^nt^n , 
maar in den rwe^db» dhi*, is hij| merkelijk van taal veranderd; 
en beeft de par^ van de l^atftc gekozen. Ook zijn de prpe* 
ven van den ^fi^ dmk^ niet met de b^ehoorlijke oplettenheid 
nagezien, waar door 'er vele fouten en gebreken zijn ingeflp- 
pen» ter^jl de tw^de druk in folio, ten enemaal daar van is 
gezuiverd, en ^os bij de liefhebberi in groter achting is. Daar- 
enboven boeft qien in de laatfte uitgave, tot groot gemak van 
den le2eF,.den l^rten inhqud der verhandelde^ zs^n , meestsil 
op den k^nt geplaatst, met een voll^ig register, *( welk mee 
dm FYedehandti ^n Herfielck Leeuw, het zevende d^el m folio 
Vitmaakt. Nadijrh^nd is 'er een vervojg op dit werk ultge- 
geven« in vier delen in folio^ lopende van i66p tot 16^^% 

onder dfiP verfiCiden na^m van Sylvius. 

• * 

AiTj^MA'hadt^ uit hooüe van zijne ambten, toegang bJ5 
de vgornaamfte Staatsbeflierders van di^n tgd , en kon dus 
IvOnnis van zaken kiijgen, die anderen pipesten derven. Hier 
kwam by> dat hij dopr zijn' aangeborene vlugheid en werk* 
zamen g^t, vele geheime fdiriften wist te bekomen, en ?\g 
meester te makei^> van Aóten, Refolutien, Beraadflagingen , 
20 van d^ Staten Generaal 9 ^1§ van de Staten yan Holland, en 
die der overige provintfen , die genoegzaam niemant anders 
onder *t oog kregen, d^n die.de grifïien bedienden. Het zoa 
ook zeer bezwwliJK vallen, hem van de- luefqbuldiging vr^ 
te pleiten, dat hijj fomtijds onbehoorlijke middelen heeft ^e 
werk ge/teld,- om fommige ftukken magtig te ivp^dcn; en. wat 
fneer is de gefchiedenisfen van zijnen t^d, leveren ook de on* 
wraakbaarfte bewijzen op, d?it h^ zig zelvs niet ontzien 
heeft, xm 'er dlkwils een zeer flegt' gebruik van te maken ; 
aijnde hig opentlijk befchuldigd , door epen in zijn dienst ge- 
weest. :djnden Abraham Keizw^, toen diwe Iq het jaar 1670 
benevens verfcheidene anderen , over verboden verftandhouding 
in 's Hoge geftraft ^verden, „ dat hij Aitz^a gewqofl ware, 

,^5 brief- 



AiTZEAlA. (LIEÜWE ViK) ïdi 

^brfefwisféllng én ver/htnd ft houden» lAet buit^nlandiit Ho' 
^) ven, 2elvs met Engeland en den BisfcJnp van Mmfi&\ M2C 
^ de Gezanten van Spunje^ Zweden en Brandenbüirgi en^i^*^ 
en dat hij zelvs met ^ngekmd ten tijde van KroUwel zijn b3« 
ftiet, briefwisfeling beeft gehouden ^ blijkt ten volledigftau 
uit Th[jkloe%Fi^s^ aangehaald bij Wagbnaar in E^ne ^a^ 
derUmdfe Histmek 

Met minder grond éü zonder bewijs , is cte befchiitdigillg 
die men Aitz|ma heeft aangetijgd, dat hij een Man geheel 
van godsdienst ontbloot zoude geweest zijn , willCndö fommigd 
meer heethoofdige dan oirdeelkimdige bsoirdclaars zulks fec^ 
fluiten» om dat hij nu en dan niet fpaarzaam is, g6wi^9 in 
ÜDmmige Leraars der vastgefhslde kerk, braaf over den hekel 
te halen en hevig door te ftrijken ; doch indien ïulks töt tzn 
bewijs van zgne ongodsdienfligheid zou verftrekken, dic})dtt 
vooraf bewezen te worden^ dat zij zulks niet verdienden j 
want zonder een menigte btave en deftige Mannen , tot d:é 
orden behorende , welke de voetftappen van hupnen Godlijken 
Meester beide in leer , en wandel drukken , te beledigen , ken 
men met waarheid ze^n » en zulks Wordt bevestigd door èA 
gefchiedenis van alle t^den, .dat 'er weinig beroertéin§ ojf ^^' 
wentelingen zijn voorgevallen, of de geestelijkheid heeft *eif 
niet alleen deel in gehad, maar zijn zelvs fomtljds daar van dö 
beftokers en voornaamfte aanvoerders gewtést; en dat «ulks 
ook wel degelijk in ons gemenebest heeft plaats gevonden ^ 
getuigd de Vader landfche Historie op ieder zodanig tijdvak » 
dat iets van dien aart \s voorgevallen; en wat behoeft rQ6n 
verder te gaa:n als onzen jongden leeftijd, daar wij ene me^ 
nigte Leraars van alle Gezindheden ^ de raadeaal veelvuldigei" 
dan den prcdikftoel zien optreden. Ook zal het nimmer waar» 
heid worden, dat een HistoriefchrSjver, de gebreken van enl» 
gen uit die orden voorfteliende, daarom een Öngodist^ of iea 
Man zonder godsdienst zal zijn» Dat egter Aitzebia % tkn 
2ijne pen misfchien wat al te vr^en loop gegeven heefc küh 
waar z^n, want hij fchijnt 'er zelve op zijn doodbödde be- 
rouw van gehadt te hebben > zojanig als blijkt uit een ge« 

G 3 loof* 



\- 



102 



AITZEMA. (LIEUWE van) 



Jocfwaardig getuigenis van zgn karakter, op *t einde 2^n*s fe- 
vens, in de woorden van een brief door den Haagfin Piedi- 
kant S. SiMONiDES , aan den hear Karel Roouda gefchreven , 
waar in gezegd wordt : „ Het is zeker dat grote mannen , die 
^, zig door hunne fchriften vermaard maken , aan vele oirde* 
„ len onderworpen zijn, en hunne gebreken ' *t luitst uitge- 
„ fchreeuwt worden; even gelijk de eclipfen derhemelfe lig-, 
„ hamen van ieder worden waai^nomen; en de misü^gtn 
^ ener klok in de hoogte gehangen, van ieder gehoord wor- 
„ den. Even zo min is het to verwonderen, dat zodanige 
^ tiekken , die enige van mijne orden , in 't werk van den 
„ heer Refident, in geen al te gunftig licht plaatzen, niet 
,, weinig aanfloot gegeven hebben, en oiizaak ziyn, dat nai 
„ zijnen dood niet al te gunflig van hem docr vele gedagt- 
„ wordt. Dan mij, na door ene ziekte te zijn aangetast, ont-. 
„ boden hebbende , na dat wij weinige weken te voren kennis 
„ hadden gemaakt ^ zo onderhield ik hem, met.kragt van re: 
„ denen naar tijdsomftandigheid. Hij betoonde mij, een ver- 
„ brijzeld gemoed, met verzaking van al 't aardfche^ ja zelvs 
„ van zijne fchriften, die hij voorheen, zö u bekend is,- zijne 
„ kinderen pleeg te noemen, -noemende die nu (opera putida- 
„ (f f«tida)j ftinkende fchriften, zig* beklagende denktijd, 
daar aan te kosten gelegd. Ik melde dit niet om dezelve in 
verdenking te brengen, maar 'óm aan te tonen , het berouw. 
„ dat hij hadt, over het ge?ie-'er1h hem mishaagde;" ' ' . 
Het zij hiermede gelegen zo *t' wil, niemand egter, died©. 
zaken en gefchriften van ons vaderland maar enigzints kundig 
'is, kan ontkennen, of Aitzema heeft door dezelve aan zijne 
landgenoten-, 20 in 't gefchiedkundige als in het (laatsrecht, 
den grootften dienst geilaan ; want hij heeft ons daar door in 
ftaat geliefd, om over vele zaken te kunnen oirdelen; daar 
wij buiten zijnen arbeid onkundig van zouden gebleVen zijn. 
Zijn karakter vindt men befchreven, aJs oprecht, vriendelijk, 
minzaam, gedienftig en mitódadigi voorts, dat hij geleerd was 
in verfcheidene talen en wetenfehappen, en inzonderheid ene 
fdirandere ftaatkunde be^at.' Hij itierf in *x Bage; 2i}n gewo- 
ne 



» 



» 



AITSMA; AKBLAeEN^ AÈMÜi ko§ 

he vérbli^pIaaèsVt9p.t!len^23 februsli:^ i669; in disn ou^dom 
van 69 jaren, waar van hij b^a 40 m höt iimbt Vin Re(I« 
dént hééft dóórgebrigb — — J^ Mórhofi ftiffM Li III; |. 34 
p. so<5. Toni. -II. Dan* GEkfiits j F/on7f^. ^^fcn hw^* ^i j); Fi 
G. Freytag; Jnal: Htter.'^ p. 'il. O. 8AXt) OmmasPi iütff^ 
Pars IV. p. 265 , 266. P. BAYtE ; DiÓimi tL dè i 730; Toim 
I. p. i4o> X4i. ÖAv. CLEntorr^ BiWiojfe curietjftf TMi h 
p. 104--1Ö9. HoW. Mercür. 1670. bl. 41^431 WAA Pii(k 
J^ft. Xm. D. bl. 3S7; PARis^ Namról van Béi Sckr^vm^ 
bl. ii3-ir8. 324*. 4i6i 4I7;- ' 

AITSMA (RINK of RIENk)i Burgëöiètótét dfe ïtuci Jtltó* 
aarden y en wegens Fnej/awrf Gecommitteerde tët Vergtdéring 
van Hun Hoog Mogendèn, was een der 24 régters vAn Om 

DENBARNEVEtD > HOGERBEETS en D£ OrOOT* » ji'^ii WAOfiflTi 

^ó/. Hijl. X. Ö. bl. 341; 

AKELAKEN (Mr. BARtifiÓLÖ Van). gèfoSil té ÉSord* 
UQhty Raadsheer van öraav Lodewyk vaN ÈGMóiiYO) tlldakt#. 
zig zeer vermaard , door zijne grote kennis in de geflttgcriktn- 
kunde, bijzonder die disi Nederlanders. Door höiil fagelkhre» 
vén, ene vérhsahdeling ovör het redht der GrAVÜii VaiC Eö« 
AfOND op Gelderland. ËQj idierf in iS4^» '» ■ At# V. BAl^ï 
jB^if. 'iHin DordrecM , bl. 215; 

AKEN ijIANS VAN)i eéri Konstfthildér j |6bc^to te 
Jl^fuJmlrï ïssèf uit deugdzame en eerlijke ouders 1 wesend^ 
zijn vader een trefiblgk én ernsthaftig man Uit Akeri herkotU* 
ilig, van, welke fl^d hij aah i^nén zoon den toenaam bedfc 
gegeven. De natuur ^ dié milde moeder verkoos reeds van do 
kindsheid af ^an , den jongen Hans 'tot de fcbildérkon$t« want 
ió i 12 jaren oud, én zfg'tér fchool in 't lezéri én Ichrijvea 
óeffèiiehdë , békaddeldé hij dpörgaans zijn papier i met afboel» 
dln^n van inênfchen, beesten, bomen en andcte onderwör* 
peo. Oe Qiidèrs de gerieigthéfd van HAN3 tot de tiBkankunrt 
ziehdisi /beitelden hém bij eSh gemeen fchildör^ daar hij n^auw* 
Rjks een jaar tioefde, en wél vermerkéndèj dat 'er Vöör hem' 
bij z^ftéh baas niet veel te leren viel, b^af hij zlg'lj^^ édlf 
inder fthilder 'm die zelvdö ftid*, i^ijnde eafi-^/, Ösöar^e' 

G 4 ' ^' 



y 



2Q4 . .. AKEN. (HANS van) 

of Jerric genaamd, die een uitmumcajwiermecstcr i^j. »t por- : 
trait fchilderen was; hier vorderde ^ans bujfcngemcen , zo 
dat hij na verloop van zes jaren ,. dat zijn nieuwen meester 
hem door de dood ontviel, een goqd en treflijk portraft- 
fichilder was, en reeds een groot aantaj he:rlijke tronien hadt 
gefchüderd; hig b^af zig ter dezer. tijd ook vlijtig aan het 
tekenen 9 meestal in zijne fchetzen de geestige manier van 
Spranger volgende. Omtrent 22 jai en bereikt .hebbende, 
floeg hij den weg op. naar ItalU..t kwam te Venetië^ en kre^ 
daar toegang bij zeker Nederland/en fchilder Gaspar. Rems ge- 
naamd ; doch deze in pJaats van, te beproeven^ waar toe hij 
bekwaam was, vex;genoegde zig met hem .te vragen, waar hij 
van daan was? horende dat hij. van Keulen kwam, w^ zijn 
antwoordt: „ zo zijt gij een mof, die verllaan 'er doorgaans., 
„ niet veel van ; " en zonder langer marren , beftelde hij 
hem bij een üegc Italiaans fchijder, Moretti geheten, die 
gewoon was, aan reizende gezellen <trerk*te geven, en met 
de^ hunnen konst-arbeic} handel tq drijven; deze liet Hans 
enige fraaije (lukken, die aldaar in de kerken gevonden wor- 
den copieren , daar hij wonder wel. in flaagde. Intusfchen 
fchilderde hij ook zijn eigen. porjjraitujt den fpiegel met ene 
lachgende tronie, uitnemend geMi;^^t e^ konftig gefchüderd , 
dit bragt hij aan Gasp.mi R^^s.^.die het, ziende, van verwon- 
dering wierdt opgetogen, Hans van .dat ogenblik af aan hoog- 
achte, het zelve zo larc hij leefde in. grote waarde hieldt, 
en het aan een ieder als een i^eesterfhik roemde ; hij ging 
verder, .en verwaardigde zig zelvs om voor hem doeken to 
bereiden .en te plumuren , on 2^ hem in alle opzigten voort 
te helpen en te begunftigen. Van Aken reisde kort hier 
op naar Bme^ en fchilderde ondervele andere fiukken, tQvt 
autaartafel voor de Jefuiten , welk ftuk hem een óngemenen 
naam verwierf. Na Fïorencd bezogt . te hebben , alwaar hij na 
vele pprtraiten van voorname perfonen, en zelys dat van den 
Hertojg te hebben gefchüderd, naar Venetië te rug keerde^' 
fchilderde hij aldaar verfclieidene heerlijke ftukkén voor een 
Nederlands koopman uit Maastricfft* Dit yerri^t zijnde » kwani 

hij, 



AKEN. AKER. AKEREN. AKERSLOOT- los : 

hij.nBrcder in z§ne.geboorteftad Knden; heeft vervolgens nog, 
v^el ia 'Duitsehland en elders gereisd^ oneindige fchone ihife* 
ken gefchilderd, en ten laatften als Kamerfchilder bij dei|. 
Keizer zijnen verderen loopbaan afgerend, zijnde ons niet ge- 
bleken, op \^elk een tijd de dood hem belet heeft, verder 
gebruik vaii zijne penfeelen te maken. ■ K. v. Man- 

PER, teven der Schilders. U. D. bl. 132 enz. 

-AKEN (JAN van), een welgegoed en liefdadig man tó 
Amjiel4am9 die den 29 julij 1718 overleedt; hiy.liet bij erffcnic. 
ZQ veel aan de Gereformeerde Diakonie van die ftad , dat de 
Qpzienders daar van^ in Haat gefield wierden ^ om het oude 
Vrouwenhuis aanzienlijk te vergroten , en 'er ene woning voor^ 
oude Mannen bij te voegen. De ziekekamer werdt, naarden 
tuin toe, merkelijk uitgezet, en onder dezelve enige verblijf- 
plaatzen getimmerd, en allengskens vermeerderd , zo dat ze 
al zedeit velé jaren gediend hebben, tot huisvesting voor 
ruim 100 oude Mannen, waar door het huis een Diakonie-'' 
oude- Frouwen- en Mannen-huis geworden is. ■ WageN^ , 

Bfch. van Jmft. VI. D. bl. 270. VIII. D. bl. 480. 483. 496^'^ 

AKEN (KÖRNELIS van), een zeer verdienftelyk roan^^ 
was Predikant te Delft, en werdt in 1679, te Amjieldam be- 
roepen. . Croese, Naamr» der Predik. 

AKER (LAMBERT KLAAS2.), geboren te Hoorn in het 
jaar 1616, is gedurende den tijd van 40 jaren Leraar der oude' 
Friesjche Menrumiten geweest, eerst op zijne- geboorteplaats, en 
m,dGihznd* to Harlingenj alwaar hij ook in 1690 is overleden ^ 
in den ouderdom van 74 jaren, i ■■ H. Schyn, Hift. der 
Mènnónitèny Uj D. bL 432. 

AKEREN (GISBERTÜS van) , is Conreftor geweest te 
Gouda, en ftierf zeer onverwagt, na een kortftondige ziekte,' 
den 5 januari 1779. — — Boekz. 1779. a* bl. 64. 

AKERSLOOT (THEODORUS), wierdt in 1706 als Pre- 
dikant te j£phen bevestigd, en ftierf aldaar in 1721^ Of 
)iet deze. J^raar is,, dan en^ van zijne voorzaten, die ovec 

G s ' de 



^ 



to6 AKKERMAN. ALARDYNi ALBAb^ ' 

de Brieven vm Faüli» Mi ie Corkthers, Gedatersy KoU^e^^" 
fers en Hebreërs geTdiréven heeft, kan ik bij mangel-vtn öi>' 
denigt y' niet met voldoenende zekerheid bepalen; ' 
Boekz. 1730. «. bl. 495. 

AKKERMAN (HEN]^ JANSZOÖNJI, oud Schepen te* 
^Jieidamy was in bet jaar 1474 Hoofdman der Amfteldani-; 
fche Poorters, toen dezen onder zijn bevel, benevens die van' 
alidere Hollandfe fteden uitipgen^ óm in 't beleg vap \A^«w» te 
dienen. Zg betoonden alle ved dapperheids,'ter^gel^nhefd 
vtLh enen uitval der belegerden, 't Beleg werdt'eglet vrugte^' 
ioos opgebrdcen. 1 Wagen. Befch: van Jm/k 11*- Dr bl? 

aöp. 

ALARDÜS VAM AMSTELÖAÏH, zie AUS-tELöAU. " 

ALARDYN (KASPARUS) , geboren te Bretnen , -.wierdt. 
van der jeugd af aan » door zijne ouders tot deo predikdienst 
voorbefehikt; fludeeide tot dien einde eerst in,de .(lad zijner 
geboorte, en vervolgens in de Nederlanden. In den ouder- 
dom van 23 jaren y werdt hij tot Predikant benoepen te Slidt^ 
in Flaanderm ; van hier vertrok hij naar Wezel , om aldaar, in 
•l nederduits te prediken. In *t jaar 1688, werdt h*]y be- 
^erd in 's Heren wijngaard te Amiiefri, welke roepftem hij 
ook opvolgde, en daar hij in i6$i overleed* Zijn kèrakter^ 
warde befchreven als vriendelijk; zagtmoedig; medelijden ; 
^paard met een zeer geoef!bnd verfland, en .£rot& belezen»^ 
beid ; zijne leerredenen waren treffende , . overtuigend en Ijart- 
innemende. Hij heeft drie zonen nagelaten/. waaï::vaa.. 'er 
«en Predikant te Haarlem is geweest Daar is van hem iri 
druk, ene verklaring over Pfalm I. onder ^ döh öjlel van. 
1^ öet mcc^cortiiocn ; voorts ene |^ft|N<0eIi(i0rOteir,t)^ 
<5ec#tclp Cöccjjcbnuft/ enz. .1 \ 

r 

ALBA, zie ALVA. i . . . -> 

' ALBADA (AGG^US, of AGGE).''l)e i^etél vhh dit'fe^ 
ilagt is geweest in Friesland, in Westergo , in Mjn%hmtjeradéell 
in *t dorp Coingè. 'Er zijn twee mannen van* dezen* tak uit* 

dien 



ALËADA. (AGGiEÜS, of AGGÈ) ioy 

dien (lam bekend, vÉder en zoon. De vader was de zóoit 
van MsGO Agge , op Albada State : hij was eerst Raadrfiecr 
van den •Koning, in THesiand;. in bet jaar 1553 tot 1555, 
daar na , Bijzitter van de Keizerlijke Kamer , te Spiets ; eind- 
lijk , Raad van den Bisfchq> van ITurtzburg en Heitc^ vait 
Franken. Hij hadt ter vrcaiw Jetse Aytta, dogter van Seerp 
(Serapio) Aytta, die broeder was van den vermaardea 
ViGLiüs VAN ZwicHEM. Hij hadt, b]y haar, agt kinderen^ 
waar van alleen zijne ouderen overleefde AggjEus Alhada^ 
•Regtsgeleerde, die in 't jaar 1579, te Keulen woonde, ca 
één was van de Staatfche Gemagtigden tot den vredehandel, 
welke, aldaar, iiidat jaar gehouden, doch niét tot ftand ge- 
komen is. Hij weidt door zijne medegezanten tot hun fprc^ 
ker gekozen, om, mondelijk of fchriftelijk, voor te dragen y 
wat 'er te- verhandelen was; en heeft zlg loflijk van dien laèt 
gekweten. Na 't afbreken der onderhandeling, bleef UU 
Bcvens Bernard van Merode, Heer van Rumen, nog ^ 
volmagtigd , om dö^lve aan te houden. Egter liep alle» 
vrugteloos af; de Keizerlijke Gezanten vertrokken, zonder 
der Staten antwoord af te wagten, en gaven deri Staten de 
fchuld , om dat zij te fterk op de vrije oefFening van Gods-. 
dienst gedrongen hadden. Dit berigtte Willem de IV , Land* 
graav van Hesjen^ in een latijnfen brief, aan Franciscus 
Hotomanus, den 6 december 1579. Onze Alrada befchreef 
al het verhandelde , in het latijn , en in heV nederduits ; eir 
deze befchrijving werdt^ op last der Staten van Holland ^ door 
den drukker der Leijdfe Hogefchool ; gedrukt en uitgegeven* 
Anderen hebben, te onregt, dezen vredehandel toegefdire-^ 
ven aan Adolf van Meetkerke, of aan Dirk Volkerts 
Coornhert. Thans komt dit boek zeldzaam voor, doch ld; 
•zeer lezenswaardig. Voor, en na, dezen tijd, heeft hij zig 
te S[Aers opgehouden ; regtsgeleerde advijzen gegeven , en wag 
ook Raadsheer van het R^ks-Kamer-Gerigt. Hij was getrouwd 
met Katharina Potgiesser, dogter van een' Raadsheer' aU 
daar, en leefde nog omtrent het jaar 151)3*-. AlhüdaSiaté 
fclüjnt-al, in. 1578 ,• in handen van A. ïlmomuk geweest ti 

zijn. 



soa ALBADAi 

2ijnf 'Er cQn vele latijnfe brieven Iran heifi, aan ADltiAi^ 
VAN DER Myle; «n aan Philip van Marnix, en twee van 
dezen aan Albada, elders uitgegeven. Albada was een 
liefhebber üjns Vaderlands, en van den Godsdienst; doch 
gevoelde, met Gaspar Schwenk^eld, dat Ghhistus een he- 
melsch ligha^m hadt omgedragen. Deze dwaling wordt door 
Marnix, in de beide gez^e brieven , uitvoerig wederlegd. 

., WiNSEM* Reri Frifcé Li V. p. 383. 397- 398.. 404* 

413. 418. 419* 421. 423. 430. en L. Vi. p. 438 488. Suf^ 
TRmi Petri, de Script. Fr\f. dee. XII. G^ lo. p. 351. !)• 
Gerdes , Florïleg* Nbr, rar. p. 4-6.. Hift. Reform. Tom, II1# 
Pi. 160. G. H. Trotz, TJiefes Jut. PübL p. 314. lUustrr 
Ö* Clar. Firor. Epistola feleSiores. Leijd. 161 7. 8v0. D. Hein- 
sii, Epist. ad Gorn. van der MtLEj p. 10. &Ci Paqüot^ 
Memoires litier, Tom. XVIII. p. 252. P. Bor, NederL Hijié 
II. D* bl. 52. 60. io8i Hooft, Ned, Hiji. XV. Boek, bL 
593- 630. BrAndt, Hift. der Reformatie ^ D. III. bl. 160* 
Wag., Faderi. Hift. VU. D. bl. 279. 315, 316. 

ALBADA, de naam van een adelijk geflagt in Friesland, 
waar van de eerde Sicce Albada genaamd, reeds in 1407, 
behend was. Door huwelijken heeft zig dit geflagt aan ve!é 
andere Friefé adelijke familien vérmaagfchapt , doch is thans 
ten enenmalen uitgeftorven* ■ A* Ferwjerda, Gen. tVof 

peiih, 1785. 1. D. 

ALBADA -ron Poppingamer ^ een adelijk geflagt in Friese 
land f dat eigeulijk zijnen oirfprong trekt, uit dat van Gala* 
MA van Koudum ; door aangeërfde goederen nanr het eerst dert 
naam van Heslinga aan, en naderhand dien van Albada, 
Zijnde door huwelijken daar aan vermaagfchapt , g€»Ujk het 
ook grote goederen daar door bekomen heeft. De eerde dio 
men daar van vermeld vindt, was Gale Heslinga van Ga- 
lama, die in *t jaar 1380 te Poppingawier leefde, en met 
Jeldu Beinarda trouwde; deszelvs nazaten hebben dit ge- 
flagt niet alleen voortgeplant, maar het ook met anderen ver- 
bonden. Het laatde mannelijk oir van dit geflagt bier te lan- 

d3. 



ALBEIIS. (JAN eOIMA^) xof 



fit f was; FaiLipPuSy Faulus, Ajndioes van Alba1)A9 die in 
den ouderdom van 29 jaren in 1747 , gedurende het beleg van 
Sergenopzoom is gefheuvelt. im A. Fs&we&da» Gm« fVaferibm 

.i78s- I- D- > 

ALBANIË (Prins van), zie ZANNOWICIL 

» 

ALBERS (JAN COENÏlAAD), Predikant op Batavia, üf 
in 1686 in *t Graavfchap van der LippCy uit godvrugtige our 
^prs geboren. Na de triviale fcholen doorlopen te zijn, vol^ 
bragt hij zijne akademifche ^udit^ntQ Harderwijk, inzonderheid, 
onder opzigt van zijnen landgenoot , Johannes Meyer ^ 
Hooglpra^ in de Godgeleertheid en Ooscerfe talen aan diQ 
Akademie. Hier na werdt hij te Amfieldam in 1 713 Prqpok 
nent, en vertiok in 1714 als beroepen Predikant na^ df 
Itidiè'Tiy aldaar aangeland zijnde, is hij in. 1716 op Temate als 
Leraar bevestigd; en aan welke plaats hij, pnder bet ronip 
melend geraas van derzelver rokende én vlammende bergje 
met alle getrouwheid het EuaJigelie heeft verkondigd, tot 09 
den 5 jul^ 11^6, wanneer hij naar Batavia zeilde, en aldaar 
ruin) twee jaien den dienst als buiten Predikant waarnam; 
vQTvolg^ns zijn ontflag op gedaan verzoek bekomen hebbende^ 
voer hij naar de wijze der repatrieer^nde Oosterlingen vta 
een zoet ftuivertje voorzien naar Ifolland te rug , en vestigde 
zig met 'er woon te Utrecht , van waar hij naar een verblijf 
•van A'erfch(^idene jaren , zig naar het vermakelijk Gelder/e dorp 
^JwellQ begaf, en eindelijk ^ne woonplaats in het naburij 
Deventer vestigde , djaar )!ij(j^ y6ir|>Ieven is, toit dat de dood h^iq. 
op dpn^. augustus ij4i een duurz^mier i^oonplaats bezorg» 
de, na. dat hij een \ii^(lrekte wandeling van 94 jaren en 
9 maanden in verfchjllend^ oorden van dezQ ,bQneden«wa^ 
leld hadt afgelegd, 1 . ^ 

Niet alleen op den leerftoe), maar ook door zlgne peo» 
heeft den Eerw. Albers de Christenen zoeken te fligten; hj| 
heeft twee Verhandelingen door den druk^gemeea gemaakt^ 
de eerfte getijteld: <Mer tol ^^abbati^; en de andere ober 

mttoQen/ be onfbfI^[^b ber 3ide/ én be 4S^tA}^ 



*!(» ' - ' ALBERT, .. 

Iieib hm te 9« ^Ubsift/ U; Deventer in xj6z^ gedrukt , 

in 8yo. r 

. Dé £oek2aalfchi^r vertrouwd,^ dat onzen Albbss bi^ ajn 

Scheiden de eeuwige vreugde is ingegaan, gevende vcxir gp- 
loofsgronden hier toe op; dat zijn Eerwaarde onder de op- 
legten eii vrecdzamen in den lande heeft behoort, dat zijn 
liandel en wandel in alle opzigten ftigtelijk en voorbeeldig 
V^ds , dat hij bet lot der bïlindheid met alle gelatenheid droeg; 
terwijl hij , gewoon aan godvi-ugtige' overdenkingen , mcerma:- 
ien betuigde , dat de tijd hem nimmer btng viel ; dat hij (leeds 
in heilige én gelovige werkzaafflhedcn omhent zijnen Bond- 
god in CróiSTüs l^zig was; zo dat hij den roem das geloofe , 
« 

tn de volle verzekerdheid der hope, heeft mogen volharden 
iot den einde tóe. — — Boelas,, tySi^ h. 368-371. 

ALBERT Hertog van Saxen , was een ilreng en dapper 
Veldoverilè, eerst in dienst van den Roomsch Keizer Frbde- 
BiK III, en zi^n zoon Maxtmiua:ak I, in hunne oorlogen 

' f 

l^ns de&Flomingeriy en werdt tot een geesfel der inworers, na- 
derhand aangefteld tot Gouverneur o£ Stadhouder van Holland* 
Gedurende de binnenlandfe beroerten , bekend onder den naam 
van Kaas- en BrdoSJpel, kwam Hertog Albert, meteen deel 
plunderend krijgsvolk, derwaarts, onder voorgeven, van de 
IcwaadwflHgcn te zullen ftraffie^; fchoon naderhand bleek, dac 
het meest te doen was om zijhe beurs te maken ; d^ndé zijne 
'ibidaten nog erger handelen, dan dè boeren voorheen gedaan 
hadden. Hij liet hun Noordw^i T^anivmt, Velzen en andere 
dorpen deerlijk uitplunderen , en» onder 'dat roVen, plunderen^ 
Vrouwenfdtenden , en andere godloze bedrjgven moer, voerde 
lien de HeMtog töt voor de pöorteri l^ati Haarlem. Dit begon 
Ihhet jadr-14^, na dat }\tt"Kéks-^'tn Broods-volk eeiis gefla- 
gen was , te verflauwen. Het vermelden der verdere bedrijven 
van 'Hertog Al«eIit, zo» in l^yiinèï^^Ckmngmx , Friesland y als 
eldeis, en zijn -overdragt van het laatstgenoemde gewest .aan 
Hertog Fictw vait' Bouroondihh , onzen voorgenomen taak 
bvcrfchredende, wijzen v^] onze ^fezcrs' ila de volgende Schrg- 
Vers'; enkel zullen wij nog aantctóneni' dat Hertog AdLBiRx te 
• jp. 



.XLBERT. 



^n 



4-ëi2^, exx. aldaar jC^iden :z2 (eptember X5oa oveileedt. . icmm 
. 'GOUDHOEVEN, i&i»w;*;vbL 550k.S5I. i|EÉMSK. 5atov. •-<4irib^r 
v^ ^701; 270. Bbai^qt ifi/ï- van Enkhuksem^ bl. 38- Winsem, 
-CMqnique vaftirnftrf.-bL 34.5. 354, Schqtiïnus :^«rfe. en Wer. 
^CefcJi, .van Friesland^ W- 338. 435- 47o- -Gabbema, J^^iwii 
-wn i>et»ii^iin^v-bL I39r;i44. Waóen. i(W. i^. IV..25P. 
-i66éi'a£j. 282r-i^8.-l90y Z9i-^3io, 3I1. 317, 318- ^ 

ALBERT Hertog van Beijeten, was eeii broeder van JVit* 
HiEM^BCN V:» Gfavp van Holland en Zeeland ènz.» Na dat Wijü? 
;yEM:;luankzmnig^ was 'geworden, en terwijl hg b^ 20, of 
:20 ai^ anderen wallen » 30 jaren opgeflot^n werdt gehoudea, 
tot zijnen dood toe, beilierde Albert. deze landen , dooraaa* 
fdrj^ving der Hoekfen^ ^n met tegenzin > der Kabeljauwfm éls 
.Voogd, Ruwaard :.jof- Stadhouder, van Heiland, ZeeUm4 m 
-Biesbmd: Hij voerdarronder ahderen„;een langen* krgg mot 
-den Heer va£I; ARKELyWaar van hig het einde niet mogt be« 
«leven; want na dat .^hct Land > eerst gedurende 4.6 jaren lang 
,doo^ hem als Rütiraasd e^ naderhand als Graav geregeei4 
/- ►jVasi overleed hg^in,: 's-HagCy op den a^ december 1404, ïni » ; 
-het. dTfte jaar zgnos; ouderdoms. ' 

.:Bij zijne eerfterviKMtw, Margireet, dogter van He»:tqg 
♦liQDEVYK VAN Bai?G^in..5'itet«j , hadt hg vorwekc drie zq- 
-nen-, Willem v:/1n Oostervand, die .hem in het regerinp- 
.beftioD' opvolgde; Albert, aan wien hij enige zijner Duhfi 
.Staten^ naliet; en-' Jak, verkoren Bisfchop van Lufi^ ,* en vier 
.^dkigtieüS:^ J^THARiNA,'>id^< met twee 'Hertog^ \zn' Gelder}ani 
*^was?^iBhuwd geweest,, fchoon het met «den.'eedlen» ëduaiid^^ 
-bij xten ondertrouw: gebleven was, door . den . verraderlgk^ 
JtnOotd .van de Gtdikkarsy .&i. daar najtnet Willem, Herfx^ 
-van Gelder; Margrbet, die roet Jan,' Hertog van Botagm^ 
'dienAs gehuwd geweest; en- twee Johanka's^ waar van de enp 

• pok, Ida^ bijgenaamd werdt. Da eerfls werdt de Gemalin van 
WEini^ESLAus , £om'ng van Bohemeny m Roomsch Keizer; de 

.tweede of Ida, troiuwde met Hertog Ajibp^t. vaz^ Oostej^ 
'"BXt^ Bg zijne tweede vrouw MARQ&ETAj^.dje oudfie dogter 

• -1 vaa 



ij 1% ■ alberx* 

van Adour » GnuiT Tan Kleeft die ii^ op een tamdi|ken <ni^ 
derdom trouwde , verwekte ^ hi^ geene - kinderen J Men wil, 
dat hjg haar in 't jgsür 1394, een drefli)k huls itigtte, buiten 
Haarlem, en naar. haren naam noemde, het Huis te Kleeft 
alwaar xq zig» na z^n afïierven, onthield. Hy: liet, behat- 
ven deze, verfcheiden natuurlijke kinderen na,*' onder. ande* 

.yen, WiLLBM DB» I, HecT van Schagen^ en Jonkheer Adri- 
AAN , welken door Hauu onder de JBaljuwen van Zuid^Hol* 

'land geplaatst wfirdt. ' • .. « ^.. . 

Wat het karakter van Albkrt betreft y fommigen roemen 

';2Jjne godsvrugt , befcbeidenheid en ieig(vaardi^id» zeer hoog; 

«dudi wanneer mena^ gedrag onpartijdig nagaat, loopt, ten 
aanzien van bet eerfte, z^ne levehtw^ze met Aleid vak 

• POBLGEBST zeoT In 't oog, en niet minder de onregtvaardige 
wraakoefening over haren dood. Zijne kloekmoedigheid kan 
ook de regte proef in genen dele doorflaan; meer dan een -be- 
wijs van lafhartigheid, zoude daar tegen kunnen werdéii alin* 

Tgevoerd. Want aajne heldhaftige bedrijven , beflonden voor- 
namentiijk in de belegering van Delf t' en die' 'van enige Siioèfu 

•Wat den oorlog tegen die van 't Sfigt betreft, hij was blijde 
dat die zo fpocdig eindigde, aangezien hijdezelYe onregtvaar- 

.dig had aangevangen- Den Fricsfchen oorlog, zoude h^ bui- 
ten zijnen zoon, niet bcbben begonnen; en die.van ARXEti» 
viel bijkans geheel ten zijnen nadele uft: Den loop dèr regts- 
pleging tegenc de moorders van Aleio fD-emde hij, door 21}'' 
nen wraaklust onbezonnen den teugel te vieren. !Hij gedoogd 
de , dat Otto van Arkel hem gewapend om vergiffenis vraag- 
de. De iledcn -waren meester over hem, alzo dezelve zrg 
zijne verlegenheid, door opfchot van penningen, aljCöös wis- 

'ten- tot nut te. maken.». En, voorwaar, .zijne lafhartigheid 
wordt aangemerkt, 'als de voornaateifte ofrzaak" van den red- 
delozen ftaat zijn's boedels bij zijn afflerven ; zo dat zijne wc* 
duwe zig -genoodzaakt vondt, denzelvea^met den voettefchï^» 
pen. — — Halma , Tcneel GounHOEyEir, Krmijk , : M. 306. 
2f98.'4oo> 401 en 417. Schotanus:, G^A. van FHeslmii-lA. 
1^5, 218. WiNSfiMus, Chronifue ; 'bU ioo. 218.. Wag. 1^. 



ALBERT^ f 13 

ffift. JlLbL zgz^z^y, 301. 309. 3i3' 3i9* 3^1. 3^3* 330. 
332. 33<^- 339. 341. 345- 34?' 35^» 353» 354- 3Sö. 359- 

ALBERT, de eerfte van dien naam uit hef: huis van Oos» 
ienrijkf en oudffce zoon van Keizer Rudolph den I, beklom 
na ene menigte moeijelijkheden , en bijzonder met Keizer A- 
DOLPH VAN Nassau, na deszelvs ombrerging, den Roomfcix 
Tijkszetel. Nauwlijks was hij op den troon van zijnen vader 
gevestigd , of *e;* ontftonden , meest door zijn eigen toedoen , 
vele onlusten in Duitschland ; 't welk zo verre liep, dat de 
Keürvorften in overweging namen , om hem af te zetten. Ge- 
durende deze twefpalt, ftierf in *t jaar 1299» Graav Jan van 
Bolland y terwijl hij zig in Zeeland bevondt, in de kragt zijn'fi 
levens, niet zonder verdenking van door vergift van kant ge- 
holpen te zijn. Doordien hij geene kinderen naliet, moesten 
atijne landen, naar opvolgingsregt , koinen aan zijnen oom, 
Graav Jan yam Henegouwen , en zulks uit kragt zijner geboor- 
te, dewijl hij de zoon was van Gravin Adelheide. Doch 
toen Graav Jan het bezit van de beide Graavfchappen wilde 
aanvaarden, matigde zig de Keizer -het regt daar van toe, en 
gebood aan gemelden Grave, zulks te ontruimen en aan hem 
over te geven. Men ftondt verbaast over deze zo ongegronde 
en ftoute onderneming van den Keizer ; te meer , als hij 
fcheen 'er zig met geweld v*an te willen meester maken , en 
ten dien einde, met een Iqger te Keulen verfcheen. Maar 
de gezamentlijke Keürvorften floegen de handen in een, en 
verfchaften hem zoveel werks, dat hij genoodzaakt werdt, van 
^jne onbillijke eisfchen af te ziön, — — Wag., Faderl. Hijfé 
III. D. bl. 140-146. 

ALBERT , Graav van Nas/au , zoon van Georg en van 
Anna Amelia van Saarbruk*, in 1596 te LHllenburg gebo- 
ren, wierd't in den jare 1626, in dienst der Republijk z^nde, 
door een musket-kogel gedood. • Kok, ^^ Woordenb. 

ALBERT, zoon van Filips, Grave van Weilburg^ en van 
AnkA) dogter v^n Gravq Albert van SIansvelt, zuster vaQ 
Willem DEN I, Frincevan Ofan^e^ verenigde de Heerlijkheid 

L Deel. H vaa 






iïi ALB]^T of AUBERT^S. 

T;*^ '..I,. ».^«w» *■ ' ■■••• «*-vvT' 

y^ ^WrtTfl ^ ^^ ^^ WWJir^, en overleed -In i6i6; 
een arooc aantal kinderen nalatende. HoFMANint L^x»* 

ALBERT of ALBERTUS , in de NedeTlandfei GtUtMt- 
^i^fe/1 l^eken^^ bij den naam van Albehtusvan 0pst£NR7ic^ 
xm een ;Histers «oon vi^n Keizer Maximiliaan den II, en 
wcrdt te Nisuwjiad in Oqsfemjk^ den 13 november 1559 ge- 
^r^n. In 1570 werdt hij naar Sparye gezonden, alwaar hij, 
ui( j^9<^de van zijn gedrag , bij Koning Fili^s zeer geliefd was« 
Tot den geestelijken (laat opgevoQd, maakte de Paus hem, in 
2<;77 Kardinaal ; en In 1584.9 w^rdt bij Onderkcmii^ van Por^ 
^udaf,9. yr^\kt post hij bekleedde tot in 1595» z^nÓQ bet jaa^ 
te voren aangebeld tot Aartsbisfchop van Toledo, Gedurende 
«ijn^ landyoogdije in Pmugal^ hadt hij zo veel genpcgen ge- 
gevet^»^ G^^ Koning Filip;s hem ^w^am keurde, tot het be:^ 
itiW dor Nederlandefi 9 werwaards hij met 3000 Spanjaarden 
verdok , die om de kosten van nieuwe Bey^lhebberen uit te 
wijnen , gedeeltelijk onder oude Regimenten ge(l:okp,n werden ; 
OQJs, voerde hij een ruime (lomp ongemunt zilver herwaards , 
pm de Tch^de te ontwijken, die op het overmaken d^r pennin- 
gen door wi§fels, gelopen ^ou hebben. Op den n febniai^ 
159^, dcsed hij zijn intrede te Brusjely alwaar de Staten hemj^ 
als Landvoogd aannamen. Hl} bereikte ten dezen tijde, om* 
uent 36 jaren , en de meesten dagten , dat de Spanjaards nu 

■ ■ - . ■■ -Ik-*. 

Iiun gezag in de Nederlanden zouden kwijt zijn. Doch 't ont^ 
fcht ot hen wel degelijk ; want; fchoon Fuektes ^n Ibarra tp 
rug ontboden werden, zog. men eerlang, het opper^leid de$ 
pprl^gs opdrag^ aan Don Frangji^co pb. M^ooza» Admirant 
van Ar^gaitj en vcrfcheidene andere' Spanjaai'den , voorzien 
ipet l^li^gore ambten ; waar uit , met reden beöoten werdt , dat 
4e. nieuwe Regering, d^ oude kwalen niet verdrijven zou. 
Intusfchen hielden de Staten een wakend oog op den Aarts- 
j^ertfDj^; h^ had^ 2;ig reeds vgor enigen ^d , bemind zoeken tci 
jmiken b'ii' dt Hollanders cA Zemen, 'te w^'brepgende, dat 



ALBERT of ALBERTüS, xi J 

(gtn groot geul van fchepen , in de Spaanfe en Portug^fe ht» 
vens in bedag genpi^en , wederom ontflagen werden. Daar« 
enboven hragt hij met zig heiwaards Fiups Wii«l?m , oudfie 
SBOon van 'wijlen Willem den I, die nu pmtrent 28 Ifuen in 
Spanje gevangen gezQten hebbende, geflaakt was, op dath^» 
of tot een werktuig zou ftiekken tot bevordering van de vr«- 
de, of wel tweedragt verwekken onder de verenigde Staten; 
doch zij bereikten hun oogmerk in geene dezer hunner pogin- 
gen, want die 'Prins bemoeide zig nergens mede, en leidde 
een bedrijveloos leven. 

De Aartsbeitog hadt nu een leger van 15000 mannen bijeen, 
en dagt In ftaat te zijn, om iet van gewigt te kunnen onderne- 
pien , doch zijne pogingen daar toe , wierden al meest door het 
Schrander beleid van Prins Maurits verijdeld. De tegenfpoed 
van wapenen die de Spanjaarden ondervonden , noodzaakt» 
h^n, Visf in de plaats van geweld ter hand te nemen; want al- 
le voorflagen van vrede van de hand gewezen zijnde, dagt 
men ene nadere vinding uit, om ware zulks mooglljk, de 
Nederlanders een nieuw net over 't hoofd te^ halen; men ont- 
ving hier namelijk berigt, dat Filips zijne oudfie dogter IzA.- 
BELLA Elara Eugenia vei looRl hadt aan den Aartshertog Al« 
3ERT, die den geestelijken ftaat zou afleggen, ^n Bourgmdien 
met de Nederlanden tot ene huwelijksgift ontvangen. Hier door 
dagt men, den haat tegen de heerfchappij van Sparde af te we- 
ren ; doch de fchrandere Nederlandfe Staatsmannen , waren zó 
gemakkelijk niet te verfchalken ; zij begrepen ras , dat *er een 
adder onder het gras te fchuil lag, en' zulks bewaarheiddc zig 
vervolgens ook volkomen. Hierom befloten zij den oorlof; 
aan te houden, en zonden ter aanmaning van dien, metdeó 
aanvang van 1598, hunne Gezanten naar Frankrijken Enge* 
land. 't Enigfle voordeel, dat Spanje met deze list behaalde, 
was, de vrede met Frankrijk , welke te Ferms gefloten werdt; 
4e Staten , daarentegen , floten een nieuw verbond met Enge* 
land. Kort na 't afkondigen der vrede te Fervins in de Spaari' 
fe Nederlanden f gaf men aldaar de brieven in, 't licht, waar bij 
FiUK de beerfChappij over de Nederlanden^ en over de Graay^ 

Ha fcbap* 



H? ALBERT of ALBERTPS, 

tWippen viin BourgonXi en Charolois, aan z^ne dogtcr Izabell4 
KuA^Kk EüGENU afiftondt. Die brieven waren den 6 meij 1598 
to J^tuhid gedagtekend, en t^n zclvden da^ bevestigd, door 
% I^lngs minderjarigen zoon, 's Konings befluit om zijhö 
dogcor uit te trouwen aan den Atu-tsiiertoge ALBERTus/'dfe, 
door den Paus ontflagen van zijne geeste.'ijke waardigheid, den 
Kardinaals hoed, reeds in 't voorjaar naar Rme te rug gezon- 
den hadt, werdt 'er ook m verklaard. De voornaamfte re- 
uen- van deze overdragt was , naar de tale des Konings : „ dat 
i, d? Nederlanders t tot wel waarnemen der tegenwoordige Re- 
II geringe, of tot bevordering der vrede, hunnen Vorst bij 
tf tig behoorden te hebben. Zo 'er wijders , iet in deze brie. 
H ven gefteld ware, welk naar 's Lands wetten, niet beftaau 
» TOOgt, zulks belastte de Koning, volgens zijne hoogfte en 
^ koninglijke magt:'- waar uit men ziet, welke bcg;r.'ppen, 
hij z!g van de Nederland/e Regering vormde. Bijzonder aan- 
merkel^k was ook de zórg, welke hij bij deze brieven gedra- 
gen hadt, om de Landen zo veel moeilijk ware , aan de kroon 
van 5|f)tfn;V gehcgt te houden. „ Aan deze Kroon moesten 
>j ze vei-vallen , indien de gehuwden geene kinderen verwek- 
„ ten, of zo *cr, 't enigen tijde, mannelijke en vrouwejijke 
9, nazaten ontbraken. Albertus zou egter Landvoogd blij- 
„ ven , zo IzABELLA voor hem overleeJt. De Nederlanden mog- 
^ ten, buiten bewilliging der Koningen van Spanje, nimmer 

fi verdeeld noch vervreemd worden. Zo enige vrouw m 't 

f - ...... , 

jj'beztt dier Landen kwame, zou men haar aan den Koning 
i'^Sh Spanje, of zijne erfgenaam ten huwelijk hefteden. De 
^ Nederland/e Vorften zouden hunne kinderen niet mogen uit- 
ii huwelijken , dan met goedvinden des gemelden Konings. Zij 
,» en de hunnen, zouden zig van den handel op de Oost- en 
„ Westindiën onthouden; en deze punten en den Roomfchen 
,, Godsdienst, bij *t aaqvaarden der Regeringe bezweren. Zo 
9, *er tegen dezelven iet misdaan werdc, zou het regt over do 
^ Nederlanden we 'erom aan Spanje vervallen. " 
' 'Middelerwijl zondt Izabblle volmagt aan den Aartshertog, 
oii de heerfchypij in haren naam te Jaanvaarden, Albertus 
• • vond^ 




^hdt raadza^, .geene voUó.vergidérifig) biaat liWhU^h ^ 
gezondenen der Staten tegeni den i ilugustus 09 befchrijV«rx> 
te Bru^feiy welke ffiad hij opgèpropt hadt met kriJgiVbttv-W»t 
Vreze voor enige onderneming der misnbegdeni In ent» :aafr* 
fpraak, die RicHüoiDdT deedt, -oicdennaam dód Aartshmog^i 
werden alle de onheilen den Néderümdm overgekomen ^ W\ 
liet afeijn des Vorften geweteni De gemagtigden dér St^tlWi 
voor wien) de Raadsheer Maas het woord voerde^ dld^ 
bem hulde, onder b^ing: >> dat aan dA Staten^ binnen :dti| 
^ tijd van drie maanden, bewigs zou worden gcg»veiH V«H 
^ de voltrekking zijns huwelijks; dath^zelv'j vóór demaiiild 
^ meij van het volgende jaar, uit Sparde zou te rug komau) 
5, dat gedurende zijne afwezigheid , de Stadhouders en Krijgt* 
^ overften^ niets nieuws zouden mogen .ondernamen ^ en dit 
5, intusfchen het bewind der Regeringe, lEian énen Landvoogd 
^ hem in den bloede befhande, zou in handeA geflèid.woiri 
,, den;", voorts zou 'men eerst na -de te rug komst van.Al^ 
BERTus en IZABELLE^ de wedèrzijdfche eeden doen ^ ..in C134| 
vergadering. '.der Staten van alle de Gewesten. Het pli^lg 
huldigen tan den ^krtshertog^ m den naam sijAer Gemaliiii 
ne, gefchiedde in 't Hof té Bmsfèl^msi veel uiterlijk-- «baw^g 
van vreugde; o^ den 15 augustus.' Nog in 't zelvde Jaar^ 
gaf de Aartshertog door brieven aan de Staten Van HaÜanii 
idand en derzelver Bondgenoten, kennis van lüjn huwelijk ^ 
en dat het regt- op tie Nederlanden zijner Gemalinne wai af^ 
psfhian ; verklarende voorts t, zijne geneigdheid tot Vrcd^ f 
fraar toe hij hen iiisgelijks vermaande , met bijvoeging vaiT 
dm last, dien hij tot de handeling dtUu* over hddt ^evftaji 
4igd, 'welke nogtbana otii wettige redenen^ werden. van dfi 
biuad gewezen. Inmiddels hadt de Aartshertog t\]tïtn 0oti|j 
<]$2n Kardinaal Andreas 9 uit den .Steox ontboden ^ en^an hem 
gpdprende zijn afwezen ^ de regering der i\re^r/dn(iif«. opgjdra/t 
gc{n; waar op hij zelv' naar iSj^^yV reisde. • In augustni: vafli 
'tfc. volgende jaar 1599 , keerde hij met zijne G^malinne iKABfM 
la fie rug, en vondt toen het La^^d in fileer Haat als hy bea 
Gekten hadt. . Hij b^^fpeurde met leed toezei ^ dac sijn OQïXii^ 

H 3 dia 



tit ALBERT öf ALBERTUS. 

den Admirant van jéitagm oneoig ifmm; elk vtti hen dfc 
voordfildn in dezen jare befaaaid y tig aehren ; de (chade b$ 
verfcheiden gelegenhedoi geladen, êlkanderen toefchr^veiicte; 
de foldaten riepen om geld, de Spam^ Nukrlsndea waren 
verahnd, 's Konings nuddelen uitgeput; en de Aartshertog 
Terre van in (laat te z^ deze ongcmaULen te konnen her- 
fldlen, ixragt nieuwe ftof tot ongenoegen mede uit ^/^V; 
Spaanfe ambtenaars, zeden, taal, kleding, en ene koning* 
ü^ pragt in hofhouding, die in ee * kostbaren oorlogstijd', 
dubbel lastig valt Te midden van deze veamrarringen , verliet 
de Kardinaal Andrea& deze landen^ en kwam in 't volgende 
jaar te Bfimty daar hij den 12 november overleed. Het dum« 
de nu met lang, of de Staten der bijzondere Gewesten, wer« 
den zware beden a%evorderd , onder het fchoonfchijnend 
voorwendzel , dat z^ niet minder doen moesten, om hunn^ 
trouw den Vorften te bewijzen, dan de weeifpannelirgen de- 
den , om dezclven te beoorlogen, 't Huldigen der Aartsherto 
fen werdt Umg yerfcjioven , dringende Braband ilerk , op het 
Verzenden van 't uidieemsch krï^gsvolk, het flegten der'kasce^ 
len, en andere dingen te..voi;en beloofii, door Ai^ertus ^ 
snaar Izabelle verklaarde-, 4at zulks buioén hare kennis ge* 
Ichied was, en nam euvel, dat men 'er op ftaan durfde; duf 
inerdt aan deze en nog andere verzoeken ^ wtinfg gehoor ge^ 
geven. Eindelijk gefchied^ de inhuldiging; de' egtgenote& 
werden voor Hertogen , Graven en Heien der bijzondere Gm 
westerv aangenomen , in het einde van 't jaar 1599, en b^gta 
van 160Q. In dit zelvde jaar, het den Aartshertog de Stateir 
;^ner Nederlmndm ee Brtt{/è/ befchrijven, om hen tot opbreoM 
gen van fwarer beden ^ over te halen; Hi| verklaarde huit 
bij deze gelegenheid: „ dat hl) naar vrede verlangde, dodfe' 
„ dat men zo de viyand hier toe niet te brengen ware , zig m 
„ ftaat moest fiellen» oim den oorlog met nadruk vt)ort tt2id(m 
p9 ten/' De Staten en%e penningen hebbenJe ingewilligd^ 
|ot voldoening van *t krijgsvolk, merkten aan : „ dat de ver» 
19 enigde Staten, niet zonder reden de vredehandel ingen mis* 
jf trouwden, iIzq de kastelen nog ongeflegt, de vieemdelingeii 



K f «?«••> 



lULBERT xf AlJBËRTüa , \ï^^ 



^ m 't bezie van de -^rnÉnfifl» i&b^ blS^^n.^ in kiotmni 
;, dingen gedoogd- warden ^ die t^n 's lande voorrt^H i&ii^ 
^, druisten; Zèlvè werdt de godsdienst no^ Udwbngièni) tö. 
^ dè IruUin voor de Nedêrlibidér$ gellodèn; tlü kohing i?l^ 
^ Li^ allé deze zwkrighedéh uit déa wég Wilde, iuidüftn; 'tn. 
^ hun met bewilliging Jer Aürtshërtogën toéliëtl ttiSt ite inii&raK 
„ partije in onderhandeling te treden; twijfièldén idi hieii tf 
>, de Nederlanden zouden 2ig kltën wel érl; blïd^ Inë ^Ï5H 
^ fchappij begeven. " De Aartshertog (tondt hièi^ bp tdi i dül 
"ér enigen aan de Verenigde gewesten wérdbii Ófg^A^} bft 
üit den naam zijtier Staden , dé gemoederen te oh&téi^: ÖS 
ïamenkbmst gefchiedde te BeYgenópzöm^ doch fttio de otiéiü^ 
bij monde van Oldenbarneveld^^ duidelijk të virïtaan' givëbrr 
^ dat 'er geene vrede te maken waiè, zo 'ü uithèlaMdli ki-^gs* 
^y volk niet éerk vertrok^ en den Koning van SfSÊ^é ftliéti ^ 
;, zag over dé J^ederlanden benomen' werdt /^ ib)i0id4li:Me)i 
Haar gewoonte vrugteloos; Ka nog Vele oorldgÈiV&-rigC|^Jt0d-f 
Waar in, Albertus fomtijds: enige voordelen' behaalde i doch aÏF 
meesttijds het fortuin hem ongunllig wasj fnelde hi) ^ni^ 
krijgsmisms loopbaan t&n einde» met hét bemdgtigeb van Q^ 
tnde , welk tot in 't vierde jaar belegerd gëwêësfi ïs^nde i iin» 
ictelijk bezwedc, en op den 2 feptember i6o^s bi^ Verdrd§ hA 
berii wérdt ingeruimd; Dé grote Cchatten en dé menigte volkk^^ 
met dit langjdurig beleg verfpild^ Verzwakte den Aartsh$rt^ 
Eodanig^ dkt hi| daar na niets vab gewigt mèët^kondé om 
dernemen , maar een twaalfjarig Beftand nodig badt) ttol 
énigzints adem te halen ; ja h^ werdt tot ^ Verre vetnedétdi 
dat hij benevens de Spanjaatdeni dé Féemgde l^ideriÉttM 
voor een vrijen. Staat moest erkennen» Van toen b{ ikn^ 
bragt Aui^TDs zijn leven in ffcilte én tvit d6óï\ want iXhité' 
wel 'er over verfcheiden artikels van het BeÖiftd , nog tnigé' 
twijffelingen ontftonden, werden die ^ter Volkomen ondtó^ 
houden» ' Né dat hetzelve een einde hidt genomen, én tMtt 
dè Staten 9 hoe gaarne de Aartshertog 2ulk8 b^eerdé^ tft dea 
irrede niet konden bewilligen, rustte hij ^Ig w^èl flei^ tén 
oorlpg tc#, doch dédood ftak een fpaak itt^'tHi^iel^ want b4 

Ü 4 lliOif> 



V 



\ 



X20 ALBERT. GANSONIÜS) ALBERTTNA AGNKi 

ftierf, zoflder kinderen na te Itten, op den 13 Julq 1621^ 
Van hem wordt getuigd, dac hijTcrflandig, waakzaam en god-. 
TTugtig was. — Vaw MÊTEaEN, en de meeste ander© 
Nederlandfe Historiefchr^vers. — -i Wag. Fad. Hifi. Vm. D. 
W. 426-430. 505- 507- IX. D. bl. 10, II. 16. 64, 6S^ 
78-85. 107-109. 162, 163. 169-172- X. D. bL»42i. 

ALBERT (JANSONiyS), was een Karmeliter Monnik,' 
geboortig vaij Haarlem , en naar dp onkunde welke in die tijJ 
beerschce, een tamelijk .geleerd man. {ly jfchreef, verfcheiden 
verhandelingw , o: :dcr .anderen enige bijzonderheden ovei .Pe- 
trus LoMBARDuSy . en ftierf te Lsuvrn in 't jaar 1496* ■ 
Halma , Toneel der Fer, NederL 

ALBERTINA AGNES, was ene dpgtér van Trins Predrix ^ 
Hendrik van Oranje ^ Stadhouder van Holland enz.,: en van 
Amelta van Solms; zij wierdt geboren in V Hag& den 26 
april 1634, was uit dit huwelijk de derde dogter en het vijfde 
kind ; even als alle hare broeders en zusters , door hare brave 
moeder , hi alle christelijke deugden ondetwezen en opge^ 
kweekt, droeg zij in rijper? jaren, den roem weg, van ent 
Verftandige en deugdzame Vorftin te zijn. Bij -deze zielshoe-r 
danigheden , paarde zig een fchoon lighaam , berjevens een 
minzame en deftige houding; In den ouderdem van 13 jaren, 
verloor zij haren vader, die in 1647 flieif, en in 1650 haicn 
enigen broeder Willem den II. Stadhouder van Holland enz» 
Op den 2 meij 1652 , wierdt zij te Kleve in het huwdijk ver» 
bonden, met haren neef Willem Frederik Gxave vanNasJawWf 
Stadhouder van Friesland, met welke zij gedurende ruim 
twaalf jaren een allergenoeglijkfte famenleving/doorbragt, 
wanneer dezelve door ene ongelukkige gebeiH-tenis allerja^H 
merlijkst wei-dt verbroken , want haar gbn^aal een pistool wil- 
lende beproeven , fprong het ongelukkig los , en de kogel 
trof hem van onderen in de kin, boven bij de neus wederom 
uitkomende; de kin en beide de kaakebenen gebroken zijnde 
door den Ichoot, werdt.hem 't fpi*eken en zwelgen onmooglijfc 
gemaakt, en hij flierf te Leeuwardm zeven dagen na»dit ramp*- 

[^ fpoe- 



ALÈEllTiNA AGmS. '■ m 

tJöédig geval op dön «ai oftobcr Ï664. Dö Prfnccsfe bleef di«i 
kï 't bestr vai> haren leeftijd weduwe met drie kinderen > twc© 
dogters, en erienzioon Henöïiik Casimir genaamd, d;e agnca 
Vader in het Stadhöuderfchap opvolgde. Zij'béfteedde al ha- 
ren 'Vligt tot de opvoeding van hate fpruiten, die zij egter dé 
finert hadt alle voór haar ten gr»ve te «en dalen; zij zelve 
ftiorf, dc^^ 28 'junij'i 696 op het Oranjewoud ^ in den ouderdom 
van.. 62. jaren ^ eiiwierdt te Lee^ï'M^f^», ih ^tjacohijnsr kerk ' 
in de. graf kelder van 'hare voorzaten, zonder enige piagt biggen 
aset; alwaar "hare fteifelijke óveiblijfzeten ^^•êdig; in rust zijn 
verb even, tot in hes: jaar 1795, wanneer '«en te ver gedi€- 
ven', ja laat ik hét bij zijn naam noemen ^ hérsfenfchimm^ 
denkbeeld van Gelijkheid^ een bedrijf deéd^plegeti , waar over. 
ongetwijffeld -de nakomelingfchap ^l blozen. ^ .om naimelijJc^ 
SK) verzekerd wordt, hare beenderen, 2o wei als die van alle 
de andere Voi-ftelijke lijken welke in di'e^ grafiielder en aan* 
horige kapelle ter bewaring: geplaatst waren, üe ontkisten en 
te famen in een graf te' delven; ja wat meer is, defieriijke 
uit toeifteen en wit marmer gebeitelde graftombe, van Graav 
Willem Lodewbc en zijne^gemalinneAïïNA, üot grris te vtx^ 
brijzelen; een voorval-, 't welk een ieder die enig gevoel 
heeft aandoet , en ons /zo te recht de verfce!jeligke.gebejreniA 
van de Beeldftorming in 1566 aangevangen, met aaudoenl^? 
ke fmerte herinnert. — — Uit aantekeningen van mijne va- 
derlijke grootmoeder, Awgklique de Chalmot', onder m^ 
berusten Je, die enige jaren de',e brave Vorftih tot aan haar 
dood toe, als ^taatjui&f' heeft gediend ^ wordt het getuigen!» 
volkomen bewaarheide dat Albertina Agnes ene Vorüinno 
is geweekt, begaafd mee vde beminnelijke' ziels- en Irghaam^ 
hoedanigheden; zij .was teder godvngtig zonder fijmelarif^ 
nemende den huisgodsdienst dagelijks met zeer veel ijver waar^ 
en daar toe ook hare huisgenoten veip;igtendê; in hare ver* 
kering was zij vriendelijk en minzaam , doch als de omftan- 
digheden zalks escbten, defcig. en :ernftig;. zecr:mededogen4 
van aart, fchonk zi] rijkelijk .aan den araien:; voorts was zQ 
^eindelijk en ^venaL..op orde gefield, vc^rbceldclijk vlijtig e» 

H 5 werk* 



122 ALBERTHOkA. (ALBERT) 

werkzaam; veel lezende» en kundig in dè 

inzonderheid die van haar vaderland. > Zie o(d( H. A* 

SxEENBERGEif* Ujkredtn jop Albertina Aghes. 

ALBERTHOMA (ALBERT), Predikant të Öhmingin^ ié 
In hét jaar 1687 in genoemde ftad geboren ^ uit eén aaneen^ 
gefchakelde reije van priesterlijke vooroudén, dië gbdurendé 
een tijdvak van meer dan 150 jaren in Gauifö's hoofdflad, deö 
dienst des Heren hebben waai:genQiDen; want van vadërezgde 
was Thomas Albkrti^ icon Van een Secretaris të Jevem; 
die geweest is Predikant të Dmüumwmk in triesimui, nader« 
hand te Crotegast in Qmdngtrkmdf de overgrootvader van 
Albert, en de vader van désaelvs grootvader AlBrirTHbMJB , 
zcdert 1635 tot 1660, en ;deszélvs vader Pittul Albertho- 
MA , nevens zgne twee broedert Thobias en Albert Alber- 
THOBCA, zedert 1661 tot 1720 Predikanten in de genoemde 
gemeente; wanneer in 1721 de zoon van Petrus, namendigk 
Robbert Albbrthoua, zijn vader is opgevolgd, en vervol* 
gens onzen Albert in *t jaar 17379 niede tot ambtgenoot van 
sjnen jongflen broeder Robbert, in gemelde gemeénts tot 
Predikant is aangefteld. Van moeders zijde; heeft dèszelv^ 
overgrootvader Pietrr Kevchewiu^, van 1629 tot 1644, en 
RbBBERT KEUCHiNius van 1664 tot löSoi ook de Groningef 
^.gemeente gehoed. 

Dan om tot onzen Albert weder te keren. Öp Grmmgen 
^ Uijdens Hogefcholen wél toegerust, en in 1710 beproefc gd* 
Tonden om 't Euangelie te prediken ; kreeg zijn Eerw. na bij* 
tia drie jaren op de markt ledig gedaan te hebben ^ op het 
onverwagtfte een bons die hem in des Heren oogst uitfliet^ om 
de gemeente te Midwolde en de Leek te weidenrf *t welk hij 
«Is een getrouwen Herder, waarnam, tot in 1723, dat hij naat 
Mmbden wierdt verplaatst; hier v^f jaren geler dart hebbende^ 
wierdt hij te Leeuwarden beroepen» daar hij flegts vier jarei) 
in den dienst des Heren verbeidde , doordien de begeerte dei 
gemeente van zignen vaderftad, hem tot hunnen Predikant ver- 
langde. In alle deze plaatzen, heeft zijn Eerw. gedurende 
een tijdvak van 45 jaren > de pligt Van een waakzaam Leraat 

die 



ALBiïtTHOMA. (ALBKRTUS) (ENGELBESf) wj 

die ntminer (lapende op al^n pose werdt ge\toiiden^ met reéL 

. lust, ijver, wakkerheid, en trouwe verrigt, en b$ den uië^ 

komst , is ook veeltijds zign dienstwerk met iie&lijke en geio^ 



vrugten bekroond geworden. Ook heeft hij > inzooxierheul 
dienfle van zijne Kategifanten^ in 't licht gegeven, ene mbgBb 

Albert was wel van tenger, doch doorgaans ge^)ade f%^ 
haamsgefleltheid, ook inzijneiklimmende jaien; maar watoxai 
leeft 'tï die den dood niet .zien zal? op den 2 meij 1758 met 
een flauwte bevangen, van kourtzen agrervolgd, is. dezen bia- 
ven Herder allengskens verzwakt, binnen tien dagen bezwe- 
ken, en op den 11 meij in den ouderdom van bijna 71 jaien. 
door een zagie dood, in de vreugde zijn's Heren overg^^aan, 
zeer betreard, niet alleen door zijne familie en ma^diap^ 
maar ook door alle zijne bekenden, die wisheid, geleerthcid, 
waarheid en ongeveinsde godvrugt, op hunne regte waaide 
weten te fchatten. Boekz,, 1758. a. bl. 6oB-6ixx 

ALBERTHOMA (ALBERTUS) , werdt te Gfcmngen in het 
jaar 1644 op den 23 nove^iber geboren. Hij oeffende ag. 
van der jeugd ^ aan in de Godgeleer.iheid, ziynde door zijne 
ouders tot Predikant voórbefchikt Zijn eerile flandpfaats .wa^ 
te Appingadamy van waar de rcepftemme liem in i6Zz Jwar 
Enibden lokte, en van daar naar Groningen wierdt verplaaöt, 
alwaar hg het Leraars ambt met getrouwheid tot aan z^n doodi 
toe, welke in 17J20 voorviel, heeft waargenomen, ■ i_ 

Boekz.9 I73I- *• ^^- ^^^• 

ALBERTHOMA (ENGELBERT), Predikant te Appir^ 
dam, ook al van 't zelvde geflagt, wierdt den 3 julij ló^Z' 
Kandidaat üe Bredaj, vervolgens in 1655 beroepen als Predikant 
te Menjingeweer 9 en van daar in 1655 naar jip-pingadam ver* 
pilaatst; alwaar hij het woord der waarheid tot aan zijn dood 
toe heeft verkondigd, welke in october 1671 voorviel. H^ 
is geht wd geweest aan Anna Christóphori, bi) wie hij vtlt- 
fcheidene kinderen hee& verwekt, waar van alleen drie zoonr 
hem overleefd hebben* ' Boekz^^ 1731. b, b!. 120, ■ 

1739. i'. bl. 701* ^ 

AL- 



tU ALBERTHOMA. (GERIL\RD) (ROBBÈkt) 

ALBERTHOB4A (ENGELBERT), Predikant tQ Marum in 
CronmgerlfiJi een broeders zoon van d«n vorigen, zijndó 
zija vader Jomannes, een beroemd Chirurgijn tö j^ppingadani 
geweest, vindt ik veider niets van oj^öekcnd, dan dat hij na 
een langdurige zukkeling den 21 augustus 1740, zear fchielijk 
Ineen flauwte is overleden. • Boekz^y 1740. jü. bL géS. 

ALBERTHOMA (QERHARD), Pr^ikant te ^ppingadam, 
wicrdt aldaar geboren den ipmeij 1669, zijn vader was En* 

méé • , » ' 

CELBERT ALBERTHOMA én zijnc moeder Anna .Christophori j^ 
uit een eerbaar geflagt te Tekelehburg gefproten. De tiiviajé 
fcholen Jn zijn vaderrfad doorgelopen hebbende, bezemt hij iè 
fiqgefchool te Grmmgm^ alwaar hij hét onderwijs van J. Men- 
s'iNGA en J. Braunius bencvCiS meer ai\dg:e. beroemde man- 
nen genoot Een genoegzanieii voorraad kundigheden opge- 
daan hebbende, wicrdt hij dci 27 junj^.1693 tot Kandidaat 
aangenomen; en na omtrent vijfjaren aan de markt geftaan te 
hebben , te Appingadam beroepen , alwaar hij tot zijn einde toe 
inet veel vlijt bet dienstwerk van zijnen GodcJelijken Meestet 
heeft uitgeoefFend, zijnde overleden den 17 oélober 1739 in 
den ouderdom van ruim 70 jaren. Hij \s gehuwd geweest aan. 
G. C. BaLdringa, uit een zeer geagt geila^t in ^ippin,^adam 
gefproten, waar tij hij agt kinderen .hepft verwekt, dien hij 
die heeft overleefd. 

Men vindt van Gerhard getuigd, dat^hii.^in. de dagelijkfe 
verkering, zeer vriendelijk, beleefd en gemeenzaam was;' iV 
den H. dienst, zeer ijverig, crnftig en onvcrtrioèid,. zo. in 
prediken, gewone en buitengewone huisbezoekingen, als in 
kategiferen , hebbende tot op *t laatfte van zijn leven nog vijf 
fiuiskitegifatien in de week gehouden, zo dat geen wonder is, 
dat zijn overlijden met een treurig aandenken wordt gedagt. 
> f Boekz.y 1739. h. bl. 699-704. 

* • 

ALBERTHOMA (ROBBERT), Predikant te Groningen i\ 
een broeder van Albert, is in 1691 in gemelde flad geboren^ 
Hij is na zijnen akademifchen loopr voleindigt te hebben, 
eerst vijf jaren Predikant geweest te Edde in , het landfchap 

Breu' 



ALBERTHOMA. (SICCO) ALBERTI. tz$ 

Preiithe, en heeft vervolgens 49 jai^en in aijn vaderiyke ftad,^ 
het Euangelie met ongemenen lof èn tot merkelijken zegen' 
ycvkondigd; als.to^u jwee jaren rust' genoten hebbende, is hij 
na een kortftpndige zjektCvCn langzaam verval van . krag.en ,; 
Qp den j.2 januarij 1772» in den hogen ouderdom van ruim 
Si jaren , d^n weg van ^lle vlcefche gegaan, Het is gemaldce-r 
lijk te begrijpen , dat de dood van deze brave Leraar met hetp 
tranen werdt befchreid; want hij heeft door zijn eerlijk karak- 
ter, vriendelijke en gezellige verkering, liefdadigheid, ea 
nauwkeurige waarneming van de onderfcheidene pligten tot zija 
dienstwerk behorende 9 niet alleen de harten van groot en 
klein , rijk en arm tot zig gelokt ; maar ^aar te boven , onder* 
zoekende en weetgrage Bijbeloeffenaars ten duiu-ften aan zig 
verpligt, door het uitgeven van zijne l^crWarmg ober bc beibe 
53?opf|eten Elia en Eliza, en nog meer andere werken, wel* 
ke zijnen naam in zegening tot het nageflagt zullen overbren* 
gen. — — Boekz.y 1779. a, bl. 123, 124. 

ALBERTHpMA (SICCO GERHARD) , Predikant te Lu^ 
teWert in Groningfrland, f en zoop van Albert, is geboren ia 
1690, h^ heeft gedurende 28 jaren, vlijtig en getrouw hej 
{luangelie bij genoemde gemeente bediend ; waar na hij op den 
26 meij 1746, in den ouderdom van ryim 56 jaren is overle- 
den. Boekz., 1746. b. bl. 253, 

ALBEI^TI (JOHANNES) , geboren in 1698 te j4sfen in 
Drenthe , is Hoogleraar in de Godgeleerthcid en Griekfche taal 
geweest te Ldjden, Hij was een zeer geleerd man , en heeft 
in -t licht gegeven , Ohfervationes facras in Ntmm Testament 
tutriy Leidce Svo. Ook Hesychii Lexicon Cracumy met lijnd' 
aantekeningen, 't welk in groot folio gedrukt, het I. Deel in 
1746 te LetjJen is uitgegeven; doch het II. Deel, bij des Hoog* 
leraars dood welke in 1762 voorviel, niet afgewerkt zijnde; 
is vervolgens in 1766, door den geleerden Dav. Rhünkeniü6 
in 't licht gegeven. *— G. Stolle ad Heumanwüm, p^* 
530. Nova erudita Europa j Part. XIV. p*vi28i-289. & Parfc 
XVIIL p. 477-47P' David Rhunkbniüs F..C;in FrafatüM 



tsS AÏ-BER.TUS. ALBINüS. (BERNAJRD) 

«tf Tomum IL H^hü. f. L C. Saxi^ Otmiast, litur. Tuê> 
VL p. 387? -^*w^- p. 7^»* 

ALBERTtrS (Mr. AD^IANüS), wferde to hpt j>ar 1474 
Deken van de Hofkapdie in *s Hagej ingevolge getuigenis 
mm Hbimrichtus, die bem noemt Decanus Hagenjssy en 29- 
sen iof grocel^ks uitbazuint, hem als bijzonder kundig in do 
geestelijke rechten, aanpr^zende. . G, Pvi^BAit, jéuh 
kSa. Toip. I. pag. 428. 



ALBINUS (BERNARD), was een der beroemdfle mannen 
Tan fijnen tijd die de Geneeskunde ultoeffende, en vermaard 
l>Dder de Hoog'eiaren van de Leijdfe Hogefchool. Hij zag he; 
cerfte levenslicht te Des/au op den 7 januarij 16539 In wel^ 
M fiad zijn vader Christophorus Albinus Burgemeester was. 
Zo zwak als in zijne eerfle jeugd zijn lighaamsgedalte was, 
so verheven waren zijne zielsvermogens. Zijn vadefr beflooc 
bterom , door bekwame mannen , hem in zijn huis te doen on- 
derwijzen , en , tot meerder kragten gekomen , naar de fchool 
te Derfau te zenden. Van daar volgde hij zynen leermeester 
Hendrik Allers naar Bremeriy alwaar hij zig in de wijsbe* 
geerte en natuurkunde oefiënde. Van Bremen vertrok hij naar 
tt^den^ en genoot aldaar het geneeskundig onderwijs van Dre* 
IJNCOURT, Kranew cn ScHAGT, wicn hij vervolgens in groot- 
lieid evenaarde. In 1676 keerde hij naar thsfau te rug, en 
deed verv<^gens ene reize door de iMerUmdjnk% Braband en 
Brankrijk^ alwaar hij een* groten fchat van geleerdheid opz^ 
melde » en over Loaluuringtn in DukschUmd te rug keerde. Ia 
X680 werdt h^ te Frankfcn 9an den Oder,, tot Hoogleraar ia 
de Geneeskunde beroepen , in het volgende jaar aldaar tot 
fti^ds Doktor aangeileld , en vervolgens tot Lijfarts en Gdieim^ 
raad van den Keurvorst van Brandefiburg. Dit ambt tot in 
1688, wanneer die Vorst flierf, bekleed hebbende, aanvaard* 
de hij op nieuw de Hoogleraars ftcel te Frankfort, In 1694^ 
werdt hem óoot di Beftieiers van Groaingens Akademie, de 
vaardigheid ^n provjntie-Doktor en Hoogleraar in de Ge* 
meakom, aangRbpden pp ene Jaarl^cfc wedde vaa laoo guU 

den^; 



ALBINyS. (BERNARD SIGEFRIED) «y 

dens ; doch , op aaoboudonci verzoek des toenmaligen Keurvorst 
yan Brand^nbiarg , fy^ hij dit aanbod af, en werdt daar voor, 
van den Keurvorst, vervolgens Koning van Pruis/en, rijkelijk 
befchonken. Naderhand ^ter, behaagde bet dien Vorst, op 
het emftig verzoek van ócn Grave va» Wassenaar , als Cu- 
rator van Z>i;flfe«xHogefchQol, Albinüs vrijheid te geven, om 
benevens zijn huisgezin naar Jfo//fl«flf te vertrekken, befchen- 
kende hem bij die jgelegenhcid, met een gouden penning, ver- 
fierd met '^s Konings beeldtenis. In het jaar 1702 aanvaardde 
hij te Leijden, met ene openbare redevoering zijnen post, 
welken hij aldaar, gedurende den tijd van 19 jaren, metallea 
lof bekleed heeft. In 1696, hadt hij zig in den egt begeven 
met SusANNA Katharina, dogter van Thomas Siofri^ Rings» 
Hoogleiaar in de Rechten te Frankfort aan den Oder, Dit hii-» 
weiijk wierdt gezegend, met elf kinderen , vier zonen en zeven 
dogters. Een zijner zonen was Bernard Sigfrird Albinus, 
mede gewoon Hoogleraar in de Gei.eeskonst te Lêijdm^ en een 
andere zoon, buitengewoon Hoogleraar in die zelvdewetenfchap 
te Utrecht* Hy ftierf op den 7 feptember 1721, oud zijnde 
CS jaren en 8 maanden. Onder *s mans fchriftcn munten uit : 
de Corpf^sctdis in fanguine cofttentis; de Tarantütce mra; de S(h 
xro Freifenwaldenjiumfonte. — — JJIerm. Boerh , Oratio A:ad» 
de vita (^ obitu B. Albini. 

ALBINUS (BERNARD SIGEFRIED) , Hoogleraar in de 
Genees- en Ontleedkunde te Leijden y zoon van den voorgaan- 
den, is in het jaar 1697 te Frankfort aan den Oder geboren; 
heeft te Leijden^ onder zijnen vader ^ en andere voorname 
Hoogleraren zig met ene onbcgrijpclyke vlijt in allerleije kon; 
(len en wetenfchappen , die maar enigzints betrekking tot de 
mededjnen hebben, geoeffend, en is ook in zijne profesfieeen 
der grootfte mannen van z^nen ^d geworden ; muntende lé» 
zonderheid uit, in de ontleedkunde. In 171 9, nog flegts ti 
jaren oud, aanva^arde hg het Profesforaat in de medecijnen en 
anatomie, aan de Hogefchool te Leijden ^ met ene Oratie, êe 
Anatome comparata; en gantsdi Europa weet, tot, welk eeft 
Tiogeiï roem, zijnen naam geftetgert is. Wat hij verder heeft 



\ 



'K' 



Iftt AtBLAS. (JOIUS vak) (WILLEM vam) 

gpfchrevcn, en welke aanzienlijke fonune hij heeft faeftee^i 
tot hec famenftclicn, tekenen en in plaat brengen van zijne 
Antamifche Tafelen y die o\erheqr(ijk zyn uitgevoerd, is teö 
overvloede geno^ bekend. Hij is^te Leijden overleden, den 
9 feptember 1770. Ook heeft men een fchoon portraic vaü 
be n , door A. Holbraaken vervaardigd. De uitmuntende ver* 
zameüpg der ontleedkundige bereidzels van dezen wijdvermaar^ 
den Hoogleraar, die in dit vak met zo veel Jofs de voetftap^ 
pen van den kpnstrijken Fred. Ruisch diukte, en verder tradt, 
is bij openbaie veiling, voor een hogen pi ijs aangekogt door 
de bezorgers der Leijdfche H^jgefchoo/ , tft^^s veiibekkende 
om i!e gC'iagtenis diens ontleeJkund/lgan op de beste «rijzo 
le%'endig te houden, en tot een beftcDdig nut te verftrekken 
aan de bcoefFenarcn dezer zo verre gebra,,te wetenfchap, 
— C Saxi, Onom. liner. P^rs VL p. 306. rad. Hifi. XXiV, 
D. b1. 243. A'; NeéerlJ^^* '77o, bl. 123. I77I. W, 1129, 

ALBINUS. zicALCUINUS, 

ALBLAS (JOIi^ ^^n)» ^ï^t een oud adelijk Nederland^ 
geOagt gefp oteo» beefde in 1273; want men vindt opgete- 
kend, dat io ^"<^öï^en jaar, Johan van Aldenburg en 
Gerrit yJ^^^^ Merwede, zijnen oom,- en in 1279, enea 
EvERDYK» ^^S^ön over hem waren. In 1288. ontving hij 
van 't S^^^^^ ^^" '^^« -^^"^ t^Vtreck, d^ tienden in Alhlas^ 
die aö*»* ^^^^^ ^^^^ ^^^^ bezeten. In 1311 , noemt hij Gys- 
BERT ^^ Nyewrode^ knape, zijnen zwager, en zegelt met 
jgnielven. Bij zijne ongenoemde vrouw, liet hij twee kin^ 
jgi^ na. ■ r AiBR. Ferwe|U)a, Gen, Wapenboek^ ^78$» 

jDecL 

. ALBLAS JANSZ. (WILLEM van), AmhagtshQQr van d^ 
itih Dubbeldam en Sp' Anthonis-polder ;. was in 'C jaar 1484 
Jiphepen te Dordreck^ en in 1494» Bmgemeester der Gemeen» 
' (B van genoemde ftad; en toen hij in 1502 voor de tweede- 
«laal mQt die waardigheid wi^rdt bekleed , is hij kort na zijne 
tanfielling door N. van der Does, Priester, op ftraat nabjj 
S$*^(K(^^ Gasthuis^ doorflek*^. Deze gaf voor 1 dat de Bm> 

«f 



ALBRUG- . ALCMAIR. AECUINUS. lt# 

ijgemeestei- l?em een rechtsvordering had doen verlifezen i en dat ' 
die ook txagtte ten Hove, d^at.het gebragt was, het zelvde 
1;^ wege te brengen. Hier ov€r.gey:^rgen en ontordcnd zijnde, 
-weirdt hij voor. 't Stadhuis- m^ü-ficn: zwaaide gei egt. Deze 
Willem: van Alblas , was gehuwd aan Maria , Here Wil- 
lem van.Drênkwaarxs. dogter, bij wien hij twaalf kinderen 
verwekte. • ■ M. Balein, Befchr. vati Dordreck,- bl. 805. 

ALBRÜG (KRISPINUS vak) , vindt men gemeld op de 
lijst der ondertekenaars van het Verhoud der Edelen , en dat bij 
200 Guldens met zijn perfbon/tot voorfland daar van heeft 
beloofd. :- Wag. Vod. Hijl. VI. D. bl. 255. 

ALCKEMADE, zie ALKEMADE. 

ALCMAIR (Mr. HÉNRICK van) , was in het jaar 1477 

Kaad van David van Bourcondien-, Bisfchop v^n' Utrecht , 

20 als blijkt uit een Plakaat-ccclulle van dieii Kerkvoogd, van 

den 28 julij deszèlven jaars, 'waal' bij hij, benevens zeven 

andere Ra-^en gelast werdt, buiten de flad Utrecht ta blijven, 

ter tijd toe, dat de Bisfchop de' zaak zou hebben onderzogt; 

hunne ballingfchap duurde tot in r48i, als wanneer zij alle, 

uitgezonderd zekeren Willem de Vos, vrijheid bekwamen, 

•om weder In de ftad te komen. ■ ■' ■ ■■ K. Burman, Utu 

Jaarb. III. D. bl. 184. 474. 

» 

ALCÜINUS (FLACCUS) of ALBINUS, een Brit van ge* 

boorte, leefde omtient 't jaar 769 ^ was de leermeester van 

Karel den grooten, en om- zijne braafheid en christelijke 

deugden , in grote achting ten-.-iiove. Onder anderen gaf hg 

hier van geen onduidelijke blijken, toen hij aan enen Bisfchop 

fchieef, die onder de Sax^s .0^ Friezen , of andere nieuwbe* 

keerden, ging prediken: „ Zijt een Leraar des geloofs, geen 

„ afperfer van tienden; wat behoeft men, den onwetenden , 

„ een juk op te leggen , welk* noch wij , noch onze broeders- 

„ hebben kunnen dragen?" Alcuini Epiji. VIL apudl/Lhsor 

LON'. Vet, AruU. pag. 400. Van nog hartelijker taal maakt 

taij gebruik, in enen brief aan Koning Kaiusl zelven^ niet lang 

^ 1. Deel. , I na 



^^ AW)?,aONDE, (K^IiP v4>r MA^INIX , Heer van S^.) 

y^fLpi i^ Geneevfe Hog^rchool,.an dus in 1550 bij de zijnen, 
t^ rug gQHomen t^ zijn^ en al a^nflo^ds met; pne bijzondere 
rp!e:tei;dhe;d, verkeerd te hebben, omtrent de aangelegenhe^ 
ifón v«irt Kerk en Staat. Al vroeg toch flraalde in hem door, 
ei\u ongeveinsde Hefde voor- en aankleving aan bet* behng* 
dör Kerke, blijkens zijnen opwekkendèn brief in den jaro 
1^61 i uit uMwerpen aan Petrus Delenus, Leraar der her- 
vormde nedérduitfe gemsóntë te Londen gefchreven. Deza 
Stfch gezindheid, maakte hem wel dra bekend bij de welme- 
kcr.dtJrt, zo dat Iiij Vervolgens hoe' jong öok van jJareh, werdt 
toe^^ölaten tot hunne geheim'fte raadplegingen; uk dien hoof^ 
«te \^oonde hij de Kerkelijke vergadering bij, die in 't begia 
\art méij 1566, te Ani'werpen in ftilte gehouden werdt, waar 
hl tiien overleg maakte en dadelijk befloot, om de piedika*. 
tlcu niet meer in 't heimelijk , gelijk tot nog toe gefchiedt 
Vras, m^^.in *t openbaai* te ve.Migten. De ecrfte naamkun- 
il'gc en ui^^r openbare daad egtcr, we'ke wij van Marni^ 
piKmopten, was bet opftellen. gn tekenen van h^t (^mnpromis ^ 
cf liet Verbond der Nederlam^fe Edelen , in de herfst van het; 
jp^^nvoorgsandc jaar^ van XS^S' Men behoeft zig dus niet 
ic ver\^K)nd€ren ,; da^ hg eep onderwerp werdt van .de hevig^ 
XeFvolgingen door de Spaanfe Inquifitie aangeregt tegens da 
Jt>cU]der§ van enen Godsdienst^ waar van h:j een llerk ijvc- 
jaar en'vooiftander .waSj.en 4a,^-.^ boven, nog de burgerli}. 
i-C vrijheid met al ziji^magt befchermde; do^h.dit maaktq 
J:Ct voor hem en vele and^rea noodzakelijk, zijn vaderlandl 
VQpr i^nigen tijd te verlaten^. en .ene wijkplaats te zoeken 
.C^Clï hij veilig koste wonoii-^ zpnder gevaar te lopen , in de 
•^handcTi van die hjoeddorftige ijveraars te vervallen. Hij 
Jioos l>ier toe in den beginne met regt de P^/fz, daar hij 
jiiet a'leen de verlangde befcherming vondt, maai- ook zijn^ 
bokv/aa nheid , hem den aanzienlijken tijtel vijin !^crkclijkeu 
Gelieimraad verwierf. ... 

. Van den jaie 1567 tot 1571, i? de ge;fchiedenis van Mak- 
jïix zijn leven 'het allerduisterfle, en geen wonder; thans cl- 
-dci*s N'Qrkerende qn van plaats tot. plaats omzwervende, moes- 
ten 




'ALDEGONDE. (FÏLIP vAif MARNJLX^ Heer v«ft Sif^ »3^ 

ten zijn perfoon en bedrijxlèn irtin bekend 2ijn in zijil vidêf - 
land zelve. In genoemden tusfentijd toch , was hij dan ceai 
ihet andere ballingen "te Embden^ én ónderfteundft de ^^erftro^ 
•jelingên aldaar met raad en daad; reisde in 1568 naat fV^zel^ 
ter bijwoning van de vergadering der Kerken die onder 't kriim 
iaten, zo in als buiten Nederland ^ en ondertekende met nog 
juim 50 andere leden, derzelver hiandelingen en beHuitenv 
dan weder bevond hij zig te Keulen , uit welke laatlle plaats 
bij in 1559, een uitnemenden liefdebrief fchreef aan de f;e^ 
meen te te Embden^ waar Van de gedagtenis in zijn geheel be< 
waard is, door E. Meiwers, in zijn Oostfn Kerkel. GefdiUds-. 
nis , I. D. bl. 420» .... 

Het duurde egter f\\tt hhg, of AtbEcöNöE verfdiecn wr2- 
der op het Staatstoneel ; op de eerde vergadering name'i^Ic. 
der Staten van Holland, uit de afgevallene fteden, tQ Dcrd* 
recht den 15 augustus 1572 bijeen gekomen, wcrdt hij met 
behoorlijke geloofsbrieven van 's Prinfen wcge afgezondcij, qi\ 
deedt daar in deszclvs naam zulk een kragtig voordel omtrenÊ 
de tegenwoordige belangen van het Land j dat dezen diiar o\x 
aanflonds, en wel eenparig, den Prins voor Gouverneur Gfii 
iieraal en Stadhouder des Koniïigs, ovö HoHand , Zeelmd^ 
Westfriesland en Utrecht erkenden , bij handtasting aan AldE> 
GONDE. belovende , den vooifchr. Prins als zodanig getrouwe !• 
lijk te zullen bijftaan^ verbindende deze zig ook door AvQÜ* 
GONDR met eede tot dien gewigtigen post. Kort daat op 4 
den 8fle namelijk van december, begaf hij aig ook binnen 
Hdarlem, even voor deszelvs belegering, huisvestte aldaar bi} 
den vermaarden Burgemeester Pieter Kies, en verzogt vm 
wegen de Staten en den Prins aan de leden der Had en fchnt'» 
terij, om uit hoofde van den aanftaanden nood, .dp Wet ti 
veranderen, gelijk ook tot groot genoegen van het weides» 
kendfte gedeelte der burgerij, op den 12 daar aan volgewto 
gebeurde. 

lil het zelvde jaar nog, werdt hij door den Prins tot Bsyfll* 
hebber over Delft, Rotterdam en Schiedam aangefteW* In h^i 
behartigen van dezen postj had hij ene o/itmoeting di<? aUn 



134 ALDEGONDE. (FILIP van MARJ>ï1X, Heer' van St,) 

weldenkcnden in den lande deed treuren, e ) den Prins wens 
lieveling hij was , jnzondcrlicid ter harte ging ; hij viel na- 
melijk bij de verdediging van de fterl.e fchans- te Maasland- 
JluiSf die hij ingenomen hadt, in handen der Spanjaarden , die 
hem als hunne gevangene naar Utreclit op het kasteel Fredet^ 
hurgy voerden. Orakje gaf fpoedig blijken van het belang 
dat hij in hem ftelde, met aan Sonoi te fchrijven, dat hij e- 
veneens met den gpvangencn Giave van Bossu moest hande> 
len, als de vijand met St. Aldegonoje. Hij zat een gerui* 
men tijd te Utrecky tot dat in 't jaar 1574, de overgave van 
Middelbw'g en het edelmoedig gedrag van den braven Man^ 
DKAGON, hem tot middelen van on flaking uit zijne geyapgenia 
verfhckte. In 't voorjaar van 1575, deed hij ene re'ze naar 
Heidelberg en elders 'm Duitschland ^ om aldaar Bedienaars des 
woords en Hoogleraars der goede kunden , op te zoeken. Dus 
was hij telkens en aan alle kanten nuttig , voor Sciiat en voor 
Kerk, door een toeleg op de bezorging van de eeifte Hoge- 
fchool die 'er in ons vaderland opgerlgt werdt, en bij *t af- 
rollen der jaren , zo vele deftige mannen voor den Godsdienst 
en den Burgerftaat uitgeleverd hcefL 

De afgebrokene Vredehandel werdt ook fn dit jaar 1575 te 
Breda hervat, en Aldegonde bcvondt zig wegens 's lands 
Edelen , onder de Gemagtigden daar toe , doch daar. deze on- 
derneming ook vrugteloos afliep, wierden de Staten in die be* 
nauwde tijden genooddrongen , om van alle kanten hulp to 
zoeken. Tot bereilang van dat doel , zondt de Prins Junius 
en Aldegonde naar Frankrijk, teii einde te beproeven, of 
men daar enigen hulp zou kunnen verwerven. Schoon dit 
oogmerk niet bereikt werdt, was de reize egter van die uit- 
werking , dat de Engelfche Koningin daar door tot andere ge- 
dagten werdt gebragt, en de handeling in haar rijk op nieuw 
dcedt aanvangen ; Aldegonde werdt wederom tot hoofd van 
het gezantfchap ber.oemd, die aan Elisabeth, mids enen 
kragtdadigen bijftand verletiönde, onder voorwaarden nader te 
beramen, de opperheerfchappij aanbood. Maar dit werdt van 
de hand gewezen, en duS wendden de Staten andermaal hec 

00^ 



ALOEeöNDË. (FILIP van MARNIX, Öeör vlüi St.) l^f 

oog naar Érankrijk. ALdegoNde in t $76 iil tJolhntI tê Wg g«* 
keerd, bevondt tig in het volgende jaar met RïHoVÊit Ift dlfl^ 
Gendfche onlusten. Meer eere behaalde hij in 1578 > door ftijH 
gezantfchap op den rijksdag tè ffbrms; als hooW Van thizi 
bezending , die ondernomen was om de genegenheid der Dtt^ 
f e Vorften te winnen, deedt hij aldaar op den f inei) lini 
iallervoortrefFelijke redevoering in de latijnfe taal>\iwar in h^ 
inet levendige vei-wen , de ellenden afmaaide , welkd dö ]ffh 
derlandersy onder het drukkend beftier van AlvA, Rbqü«I8HI 
en Don Jan geleden hadden^ Doch dit vétkreeg geen andlf 
gevolg, dan dat de Stenden een befluit namen > om huAnW 
vlijt ter bemiddeling van den vrede ^ op nieuw te beftedtinj 
en dat zijne Redevoering In 't licht gegeven > en door den 
Nederlandfen digter Baptista Howert , in digtmaat ge* 
bragt, en gedrukt werdt. Strekte hem dit tot eere, nf^t min* 
der verdiende hij lof^ wegens zijne gematigde begrippen 1 lil 
het ftuk van den Godsdienst. Elk kundig lezer, is het on^ 
derfcheid der ftaatkundige en godsdienftige begrippen van Wit^ 
LEM DEN I, bekend, en hoe Icrfwaardig die Vorst, ten aan* 
zien van de laatfte, omtrent de Doopsgezinden gedagt en gd* 
handeld heeft; niet minder is het bekend, dat Aldegonoe'j) 
gevoelen met dat van Oranje volkomen geflrookt heeft) en 
dat hij dien Prins den woeligen aart van fommige Geestelijk 
ken , in een lang gefprek , heeft voorgehouden en aangedroD" 
gen ; ja uit een' brief over dat onderwerp gefchreven > ftan 
Casparus Heidanus, blijkt, hoe verre OranJe's en Aldeöoit* 
ï)e's verdraagzame begrippen van de hunne vcrfchilden. M6C 
dit al , was hij daarom niet minder getrouw aan de belaftgöa 
van den Staat en Van den Godsdienst; waar van hij onder an* 
deren blijken gaf, met den Q>oed dien hij maakte , om op zlJ* 
ne reizen de Staten te berigten, wegens de ontdekking, did 
hij gedaan hadt , met opzigt tot den aanflag die Don jAJf 
voor hadt, om zig van jjmfteldam meester te maken. 

Na dat 's lands Vaderen het befluit hadden genomen > öftl 
den Koning van Spanje af te zweren, en aan Alew^oii Heitoj 
Van Amjm de befcherming der landen op te dxagen, wai 

I 4 Ui^ 



J36 ALDEGONDE. (FILIP van MARNIX, Heer van St.)' 

Marnix wederom een der voornaamllcn , aan wien de uitvoe- 
ring van dit befluit, in 1580 wierdt toevertrouwd. Tien ]a- 
ren later, namelijk in 1590, bekleedde hij op nieuw de waar- 
digheid van Gezant der algemene Staten, aan 't Franfche Hof; 
en, bij zijne te rugkomst van daar, werden hem 800 pon- 
den toegelegd, voor het gene hij wegens de agterftaJIen van 
zijne wedde, tot den jare 1582 te vorderen hadc In 1594 
werdt liij,door de algemene Staten, op ene wedde van 2400 
Guldens en 300 Guldens voor huishuur, aargefteld, om den 
Bijbel uit het hebreeuwsch op nieuw te vertalen; doch Inet 
zijnen dood , die te Leijclen, alwaar hij zig met 'er woon ge- 
vestigd hadt, voorviel op den 15 december van het jaar 1598 , 
is deze arbeid blijven (leken , daar hjj reeds een geruimen 
tijd aan gefpild hadt. 

Met- alle rcgt, wordt Aldegonde voor een der grootfle 
manren en verhevenlle verflanden gehouden, welke de zes- 
tiende eeuw voortbragt. Vele, jnannen van een uitftekend 
vernuft , waren zijne vrienden ; doch de nijd , die doorgaans 
de beste en deugdzaamfte menfclien aangrijnst , hadt hem ook 
vele vijanden verwekt ; dan de gruwelijke lasterirgen door 
fomm'gen dezer , hem even fnood als onverdiend aangetijgd , 
inzonderheid in een vuil naamloos gefchrifj:, waar in hij op 
ene godtcrgende wijze woidt uitgemaakt en als enen fnood- 
aard ^fgefchilderd, heeft hij mannelijk en op ene gantsch vol- 
doende wijze wederlegd, in ene verhandeling ten tijtel voe- 
rende: ontftöitfjjingfjc / gcfictö anttecojöifcfjcr tDjijc/ Door Phi- 
lips VAN Marnix, ï|crc ban St. Aldegonde , op cue ^t^imf^ 
fcö?tft/.iüteG5cbcii in jmi aftoejcn/ jonDer naiiie öcj? Autheurs? 
enöc Drukkers, öoo? ccu jclicr lE^^jrigccpt / fe scbcnbe öcn naam 
ban een Duitsch Edelman , eti nocmcnöc firn boor^ib 53oc)c- 
ficn PrefeiTatief of Tegengift , enz. in 't tocift tt ccrc bcr '^ic^ 
naren / enbe be^ ampt bc^ Oobbel)?hen JBoojt^ / fcJjanöeïpft 
toojbt oefinabct; tococfcïjjcben aan bc i^ctm J>taten <©cnera6l/ 
en$. uit !)et franécö obergcjet/ boo? iü C !^./ scb^nht te 

Stcpbcn bij Jan Paedts, Ao. 1597. in 8vo., groot 139 bladz. 
Van dit werkje, 't welk buitengemeen zeldzaam is, vindt men 

een 



\ 



ALDEGONDE. (TILIP Van MARNIX, Heeï van St.) 137 

een aldervoldoenendst ' uittrckzel , in het Vaderlandsch WooT" 
detïboek van Jac. Kok, U. D. bl. 532-545. Omtrent ter zei*» 
ver tijd , dat hij zo onverdiend in zijn eer en goeden naam 
werdt aangetast) hadt hij het verdiiefii zijne huisvrouw te ver- 
liezen ; ^t welk hij in een brief, aan een'- zijner goede vrien- 
den van den 4 april 1586 aanmerkte, „ als het allerzwaarfte 
,, kruis en fmette van allen;", „ niettemin (fchreef hij) hebbe 
j, ik geleerd, mij in Gods handen en in zijnen vaderlijken 
„ wi4Ie over te geven ^ verwagtende met geduld en lanbnoe- 
j, digheid, dat het Hem gelieve, mij ook van dezen band des 
^, zondigen lighaams te ontbinden, en de vrugt zijner belofte- 
„ nisfen te doen genieten." 

Ons beftek laat niet toe, een menigte andere gebeurtenis- 
sen, waar in zijn vaderlandsijver en godsvrugt zo luistehijk 
uitblonken, te piaatzen; alleen zullen wij ten flotte van dit 
A^'tikQl, nog. een bpkorte fchets van "'s mans karal^ter jcn ziels- 
hoedanigheden mededelen. Hij was godvrügtig, en i]vcrig in 
zijne aangenomene godsdienflige gevoelens, doch tcfTcns ver- 
draagzaam ten aanzien van die genen, welke daar in met 
hem verfchilden; medpdogend van aart, helde hij over, tot 
het plegen van liefdedaden; nedrig was liij in voorfpced, met 
geduld. en gelatendheid. wist hij rampen te verduren; zijne 
dienften aan het vaderland bewezen , in de bijzondere betrek- 
kingen waar in liij als Krijgsoverfte en Gezant is geplaatst ge- 
weest , ftrekken tot waarborge , dat bij dapper was , en een 
fijn vernuft en oirdeel bezat. Om kort te gaan ; hij was een 
braaf, deugdzaam menscb^,* een wel onderlegd Staatsman ; een 
bedreven en fchrander Rechtsgeleerde; een ervaren Theolor 
gant; een groot Taalkundige, en in dien tijd geen ongel ukki- 
gen Dichter, ja fomtijds zelvs zeer geestig. Om gene optelling 
te doen van zijne Godgeleerde Schriften, waar in ene ver- 
hevene en gegronde zedekunde doorflraalt, behoeft men fl^;ts 
ten proeve aan te voeren zijne berijming van dePfalmeUi door 
hem uit het hebreeiiwsch vertaald; en zijn SoomfcÖe 93öen- 
feojf / bewijst ziine bekwaamheid in de konst van geestig fchert- 
aen. Dit werkje ga^ hij uit in i'syi, en droeg het op, aan 

I 5 Fran- 



X38 ALDEGRAAF. (HENDRIK) 

Franciscus Sonnius, Bisfchop van *s Hertogenbosch , een der 
voori.aamlle Inquifiteuien in de Nederlanden; ook nog een an- 
der^ werkje geüjteld : (Cafttecï Der fieUgton^ bcrfröütat ; het 
welk , om de vrolijke en grappige vertellingen , waar mede 
het opgevuld is, van het gemene volk met grettgheid wierdt 
ontvangen en gelezen ; ook wil men , dat de zaak d&ko&msch- 
gezinden daar door geen geringe afbreuk leedt. Men getuigd 
verders van hem, dat hij groot vermaak vondt in het dansCenf- 
' en zig gaarne met die uitfpanning verlustigde ; ook heefc hij 
getragt deze lighaamsoefFening , als niet onbeHaanbaar met de 
pligten van een goed Christen, te verdedigen* — — Scali* 
GER , in Scaligeranis fectindis , roe. MamiXé Tos. Magiri , Epo'^ 
tiimol. iw. PltiL Marnixius, Crenh, ^imadrerf, PhiloL Part* 
VUI. p. 136-138. J. F. Foppens, Bibl, Belg. p. 1036-1038- 
C. Saxi, Onomast* literar* Pais III. p. 466, 467. P* Bayle, 
DiSiion. edé de 1730. T. III. y^rt* Marntx* Van Mëteöen; 
Ned. Hift. in fol. bl. 86-93 en 240. Hooft, NederL Hijil 
bl. 340. BoR, XXXVI. Boek, fol. 60-63* Wag. P^ad. Hifi. 
VI. D. bl. 123. 125. 377-379. 412* 451- 462. 469. 498. 
VIT. D. bl. ia 29. 82. 83. 177. 203. 204. 398. 472. 509- 
VITI. D. bl. 14. 15. 181. 182. 183. 354. IX. D. bl. 16-36. 
J. Prins , Leren van Phil. van Marnix , in 't Leven der Ne* 
derU Dicheren &ff. I. D. bl. 3. &c. Jona Willem te Wa- 
ter, Hift.^m 't Verbond der Edelen. I. D. bl* 56-58. Le^ 
i'ensbefchr. van voorname Nederh Mannen en Frouwén. IV. D. 
bl. 128-136. 

ALDEGRAAF (HENDRIK) , een Schilder en konftig Plaat- 
fnijder, geboren te WestpMen 'm het jaar 1502. Hij is een 
leerling geweest van dtn vermaarden Albert Durer; en heeft 
een^ geruimen tijd , ook zijne laatfte levensjaren gefleten in dé 
grote (lad# Soest , agt mijlen van Munfter gelegen ; ook worden 
no,^ in de kerken dier Had, vele zijner kundige werken en 
fdiilderijen gezien, inzonderheid in de oude kerk, in welke 
onder anderen een zeer fraaij gefchilderd autaarftuk wordt ge- 
vonden, verbeeldende een kersnagt. Niet weinige zijner 
prenten zijn 'er in zwang, en worden bij de liefhebbers bc- 

waaid; 



ALEMANS. (NIKLAAS) 139 

^^ard ; want Hj was ook een kunftig Plaatfnijdcr , die met hec 
graveerijzer de portraiten van grote Vorften, geleerde Mannen 
en anderen , yn 't koper gebragt heeft; ook twemalen zijn ei- 
gen afbeeldzel, *t een 1530 en *t ander 1537 gejaarmerkt; 
dat van Jan van Leyden, kortftondigen en on wettigen Ko- 
jiing van Muteer en van Knipperdolling , zser fraaij en 
aartig bearbeid; en behalven dezen, nog een u^enigie ando- 
ren. Door de kunftige tekening zijner prenten, en het wel 
behandelen van de naakten, vreemde kledingen en zuivere 
fnede, verkreeg Aldegraaf veel ach ing; ook was hij onnar 
volgbaar in /zijne fchikkingen of ordinantien. De Sweedfe 
Gezant Spiering in 's Hage , kogt tot een hogen prijs • een 
boekje of verzameling van 100 of daar omtient blaadjens^ 
in 't welk deze vermaarde meester zo vele tekeningen van 
zijne hand gemaakt hadt. In een woord, onzen Aldegraaf 
verdiend onder de klasfe van voorname Schilders en Plaat- 
fnijders ene rang te bekleden, en in ene loflijke en fleeds 
durende gedagtenis te verblijven. Hij overleed- binnen Soest ^ 
en is aldaar op een fobere en geringe wijze begraven; doch 
een Schilder van Munjier, voormaals veel met hem geveis4 
en verkeerd hebbende, die hem ook nu nog levend dagt te 
vinden en een vriendelijk bezoek bij hem af te leggen , heeft 
op zyn graf een zark doen plaatzen, met deszelvs naam ea 
het t;eken , 't welk hij gewoon was op zijne prenten te mer- 
ken. — — Sandrart, j^cad, PiSt. T. U. 1. i, K. v. Majï- 
DER, Leven der Schilders ^ I. D. bl. 150. 

ALEID , zie ADELHEID. 

ALEMANS (NIKLAAS), een geboren Brmfelaar, was eea 
meesterlijk Miniatuurfchilder , afkomftig van zeer geringe ou- 
ders , die . dagelijks zó onenig leefden , venten en tierden , 
dat de jonge knaap zulks moede, op zijn twaalfde of dertiende 
jaar het hazenpad koos, en in Itdien belandde , alwaar h^ te 
Fhrence het geluk hadt , bij een braaf olieverffchildèr te gera^ 
ken, die hem uit^ mededogen in huis ram, en hem vaderlijk 
in de teken- en fchilderkonst onderwees. Hisr oefFs.'^'c hüj 



J4^ ALEN. ALÈNCÓN. 

7,\^ met aarhondende vlijt, t^raalf jaren lang; nemende als toérf 
itffchcld van zij'i' v.'c!dcs;ider , om cidcrs zijn fortuin door hét . 
voortzcrtcn van de konst , te gaan bcproavcn. Te Rome ge- 
raakte hij bij toeval in kennis tiic! een uN-erti-CiTelij-: Miniatnur-f 
fchilder, die hem wist over te i.alen, om aan de becjeffening 
\:\n de fchildCrkonst in oh'evcrf \aanrel te zc^^Uy ten elndé 
y'^'l met zijn gantfchd borst op het miniatuurrchildcrCn toe té 
leg:;en , waar in Iiij ook een groot meester is geworden. Hij 
was een tijdgenoot van den beroemden Jacü3 Ca:jpo Weyer- 
MAN, weHce verhaalt, tö Bmsfel naast zijn deur gewoond, en 
in re:neenzame verker'ng me: hem geleefd te hebben; ook 
heeft deze vele bijzonderheden bctickkelijk dezen fchiider, op- 
getekend , in zijn Liveiishejcltrijvin^m der NederL Konstfchil^cri 

(fc. ii; D. bi. 317-327. 

ALEN (JAN van), waarfchijrelijk te Anjleldam geboren, 
ten minden heeft hij >an zijn vroege jeugd af, tot aan zijnen 
dood toe, welke in 't jaar 1698 voorviel , in die ftad gewoond; 
was een vaardig fchilder van hanen , hennen en ander gevo- 
geUe , waar in hij de fcliilderwijzc van Melchior Hondekoe- 
ter, zo geestig en net, wist naar te bcotfen, dat zijix fluk- 
ken dikwils voor Ho:^3i:i:üETF.iv's werJcn aargezien. ■ 

Wagen. BcfcJir'jving urn j^mjlelilam, XL St. bl. 429, 430. A. 
lioüJiiuxEN, Schowwb. der Schilders ^'c, lil. D. bl. 310. 

ALEN (Mr. P. van) , heeft uitgaven, ene Befchrij ving van 
de ftad en landen van Kuik , in gefclirift nagelaten door D* 
Pi\RENCET, in 4 Delen in 4to. gedrukt te Anjleldam in 1752. 

ALENCON (FRANCOIS de VALOJS, IJertog vAii), ook 
Hertog van Aiijm^ en broeder van Hendrik den lil, Konii'ji; 
van Frankrijk, heeft een al te aanzienlijke rol op Neerlands: 
Staatstoneel gcfpeelt, om hier niet aan enige zijner voor^ 
naamlle handelingen die betrekking op onze Gemenebest heb- 
ben , te denken , en vervolgens kortelijk zijn karakter te fchet* 
zen. 

Toen de verrchillende pogingen in het jaar i57<J5 en ver- 
Volgcj^.s, om vieJe met den Si^aiijaard te maken > misliiktcr^i 



\ 






''_.?' ' "'■ ■'• 



% 



4I-ËNC0N. (FRANCOIS de VALOIS, Hcrt(^ vak) ij^ 

f 

zag ipen met aandrang na«y: .iHiitQnlandfe hulp om; deze werdt;: 
te vergeefs in Engeland gezogt , njen nam toen op nieuw zija 
tpevlugtbij Frmikrijk,,en het gelukte, Qm den 13 augustus 
1578 een vcrirag in^t^den Hertog van ALEN^oii te fluiten^ 
waar bij onder meer andere voorwaarden , bepaald werdt ;. 
^y dat hij voor Bi]fchemer der Nederlanóje Vrijheid zou uitgeroe-. 
^ pen worden, mids op zijne kosten den Staten bijftaande, 
3(, m^t I03C0 kiijgsknegten en 2000 paarden, drie maanden 
^, lang; en zo de vrede dan nog niet gqfloten ware, alleen-i 
., lijk met 3000 knegten en 500 ruiters. " Hier op verklaarde 
den Heitog op den 9 feptember den oorlog aan Don Jan , en, 
veroverde enige fteden; doch ongenoegen opgevat hebbende,, 
dankte -hij zijn Jeger af, en keerde naar Frankrijk te rug. Om« 
trcnt tv/c9 j>ren later, nainentlijk op den 19 feptember 1580, 
•ï\;e^dt *er op nieuw een verdrag met hem aangegaan , waar 
bij bij tot Landsheer wei'dt a^ngcfleld, en d^n 13 januari 1581 
Lem een Raad. uit een-enrdertig perfone , alle uit inboorlin- 
gen beflaande, werdt toegevoegd. Om aan de Iiem opgelegde 
voorwaarden te voldoen, kwam Alen^on dei ló augustus, 
op de Nederland/e grenzen, verzeld van eon leger uit loooo 
kjiegi-cn en 4000 ruiters boïlaande, behalven nog enige benr 
^en , die i II 's Konings foldije ftonden. Hij opende zijne krijgs? 
bedrijven met het ontzet vtxn Kamerijk ^ welke ftai doorPARMA» 
OU omtrent een jaar belegerd gehouden, door hongersnood, 
op het iiiterfte w^s gebragt. ALEN90N noodzaakte hem wel 
dia liet beleg op te breken, en hij deedt toen zijne intrede in 
de flad, die, fchoon onder 't Keizerrijk behorende, h:m al» 
haren Kerp hulde dpedt, en zijnen eed ontving. Weinige da- 
^i daar na, dwong hij Chateau in Cambrejis tot de overgave.' 
De Staten en de Prins van Oranje , maanden hem op 't zeerst, 
aan, oni zijne overwinningen voort te zetten, en het land vail 
/lïtois 'm te ruklien ; doch het was moeite te vergeefs gefpild,' 
doordien t^n ontijdig gefcHil onder de Franfche Legerhoofden ^ 
die de een na den anderen,- weigerden, tegen den aannade* 
renden winter ,. dieper -in 't land te trekken, hem noodz^- 
te , zijn leger uit een te doen gaan , de vrij willigen naar. 

huis. 



i 



I 



\ 



Ï42 ALENCON. (FRANCOIS de VALOIS, Hertog va») 

huls, en de bezofdelingen , over CakUs, langs de zeeftrand,' 
naar Flaanderen zendende. 

Intusfchen hadt Alen^on, terftond na *t fche'den van zijn 
Jcgei' , zig naar Engeland begeven , ' om zijn' aangevangene 
vrijagie met Elizabeth voort te zetten, en de banden van 
zgn huwelijk met die Koninginne, in perfoön aan te binden. 
Zo ver was hij hier in gevorderd, dat de Koningin hem, zo 
hij naderhand verzekerde, in haie brieven Mm ccsur, in plaat» 
van Mmjieur^ dat \g^Mijn Imrty voor Mijnlieer noemde. Do 
huwelijksvoorwaarden ze'ven , waren reeds federt enigen tijd 
ontwórpen geweest Ook'werdt de Hertog, die 'van verfchei- 
den' l^edn-lajiders y en onde» anderen van Justinus van Nas- 
sau, naci'ui lijken zom van Prins Willem den I, en van 
Marntx van St. Aldeconde verzeld, op den i november 
in Engeland aangekomen was , me: groot be^iijs van hoogach- 
ting, ten Hove ontvangen, zo dat \-eIen het huwelijk als vól- 

• 

trokken aanmerkten. Hier te lande twqffelde men 'er niet 
taxï , zedert dat Aldegonde aan dtn Prin è , en deze weder- 
om aan de W^zondere Staten , onder anderen aan die van Hol^ 
tand, fchriftelijk berigt hadt, hoe het huwelijk tusfchen de 
Koningin en den Hertoge , eindelijk op den 22 november ge- 
floten was, hebbende Elizabeth aan Alen^on, ren zelvdea 
dage, enen kostbaren ring op trouwe gegeven. De Staten 
Van Jfo/Zani (lelden lelvs, op aanfchrijving van den Prinfe 
\KU ORANJE, enen openbaren dank- en ^eugdedag in over 
dit huwelijk, tegen oen 13 december. Evenwel wisten enige 
En^slje Groten , met name de Graav van Letcester , ó\t de 
juffcifchap op zijne hand hadt, door middel derzelve, het hu- 
welijk te breken, kort na dat het gemaakt fcheen. Zij viel 
nog dien zelvden dag, der Koninginne aan met fchreijen en 
jammeren, als of het met hare Majefteit, het rijk en dtn gods- 
dienst omgekomen ware, zo deze egt voortging: de Konin::;in 
fcheen hier door bewogen , en trok des anderendaags , in een 
geheim gefprek met ALEN90N, haar gegeven woord te rug. 
Sommigen willen, dat het huwelijk haar nimmer ernst ge- 
weest zij, en dat zij den handel alleenlijk zo ver had laten 



ALENCON. (FRANCOIS de VALOIS, Hertog van) 143 

-Icomen, om Frankrijk met Spanje in oorlog te helpen, en A- 
LBN^oN in de Nedérlatiden'<f met te beteren fchijh te konnen on- 
derfteünen. . Ook is men van gedagten , dat de Koning van 
Frar^rijk het huwelijk zijn*s broeders niet fterk gezogt hadt, 
•hebbende h^ gevorderd, dat het voltrokken werdt, eer hij 
^en aanvallend en verdedigend verbond wilde fluiten met 
•Elizabetii ; doch naar welke voorwaarde de Koninginne gee* 
jie oren hadt. Alen^on was dan veelligt, de enigfte die zij- 
ne verwagting te leur gefteld zag. De Hertog hieldt zig eg- 
tet^ na deze teleurftelling nog in Engeland op, tot den eerfteft 
februarij 1582, wanneer hij de reis van daar aanving, door 
de Koninginne biigeleid tot Kantorherri toe, die hem verderè 
van enen aanzienlijken fleep Engel/e Groten, in 1$ oorlc^* 
fcliepcn , verzeilen deedt. Op den tienden , tradt hij te Flis^ 
'fingen aan land , daar hem de Prins van Oranje en vele an- 
dere Nederhndfe Heren , met uitbundige tekenen van blijdfcha{> 
en eerbiedenis, verwelkomden. Des anderendaa^ deedt h§ 
zijne intrede te Middelburg, bezag voorts de andere fledeó 
van Walcheren , en vertrok den i yden , met zijn talrijk gezel- 
fchap in 54 fchepen naar Airtwerpen; alwaar hij twee dkgen 
later, op 't pragtigst ingehaald, en tot Hertoge wzn' Braband 
en Markgrave des Heil, Roomfen Rijks gehuldigd werdt ; wor- 
dende hem bij deze plegtigheid, door de -Prins van Oranje 
den Hcrtogelijken mantel omhangen, en -^neit den Hertogeli|- 
ken hoed gedekt. Vervolgens deedt de nieuwe Hertog zijne 
intrede in de (lad, aan welke hij op den 22ften, nog enen 
bijzonderen eed deedt. De Gemagtigden der andere Gewes- 
ten, die van tijd tot tijd te Antwerpen kwamen, werden ver- 
volgens aangezogt om den Hertoge hulde te doen. Ook nameh 
die van Gelderland y fchoón zij te voren niet in den handel met 
hem hadden willen bewilligen, hem op den 3 april, tot Herto- 
ge van Gelder en Grave van Zmphen aan. De Grorünger-Omme^ 
landen huldigden herti, kort daar na, ook als hunnen Heer, 
en verwierven hier van Brieven die op den 12 julij getekend 
waren. Tot Grave van Fiaanderen werdt hij niet voor deti 
%3 augustus te G«/i»> ingehuldigd. Doch dea titel van dit 

GraaV- 



■\ 



Ï44 ALENCON. (PRANCOIS de VALOIS, Hsrtog vaU) 

. Graavfchap hadt hij , zo wel als dien van Hertoge van Loth($i^ 
ringen y Brabandf Limburg en Gelder^ van Grave .van ifa/Zonij 
Zeeland en ZutpJwn, van Markgrave des Hiiligen I^jksy en 
van He- e van Friesland en MccMen^ veel vroeger aangeno- 
men. De Gemagtigden van Holland^ Zeeland m UtrecJtt, had- 
den den ïlertoge egter gecne hulde gedaan; 't was hun wel, 
kort na zijne aankomst te Antwerpen^ gevergd; doch zij had- 
den er zwarigheid in gevonden, verj^larende daar toe gozn^n 
last te hebben van huiine meesteren. De Hertog van Alei^^ 
90N, zig nu beginnende te fchfkken tot de regeringe, hadc 
van ds Prinfen van Oranje en Espinoi en andere leden des 
Raads van State , opening verzogt van den ftaat des lands ; 
.waar op hem deze Heren bij gefchrifte daar vanvolkomea 

ppciilng gaven. 

De Roomsgezinden te Amverpen , hebbende nu aan ALEN(jojm 
enen Heer van hunnen godsdienst, hadden vrije oetFening van 
denzclven verzogt, die hun zedert agt maanden. ontzegd ge^ 
weest was. Zij 'hadden gezien, dat de opzieners der Hervorm^ 
jde kerken,' ter gehoor geleid door den Prinfe van Oranje, 
^erftond na de aankomst des Hertogs, zig zijner befcherming 
^^anbevolcn en gunftig antwoord bekomen hadden, en zij 
meenden niet minder te mogen verwanten. Ook bragt de 
Hertog te wegc, dat de Wethouderfchap.,hun de vrije gods- 
dienstoefening toeftondt in St. Michiels klooster, welk zijner 
Hoogheid geopend was , mids doende vooraf, den eed aan 
den Hertoge en aan de Had, met afzweringo des Konings vaa 
Spanje. Te Bru^fel hadden de Romnsgezinden , den Hertog ook 
om vrije god$dienstoefFening verzogt, waar over zij van de 
Onroomfchen gedreigd waren ; hier op beval de Hertog aan de- 
zen , op den 8 junij , de kerk van Kmwdenberg binnen *t Hof 
te ruimen , alzo hij aldaar haast zijnen intrek dagt te nemen ; 
doch men (loeg zijn gebod in den wind, Intusfchen gebeurde 
het in 1583, dat de Hertog zig met geweld meester tragtte 
te maken van verfcheidene Nedetlmidje .ftedetiy ten einde do 
Staten daar door te dwingen tot het inwilligen van al het 
gene hij hun zoude voorfchrijvcn , dan dezen aanflag misluk- 



ALENCON, (FRANCOIS de VALOIS, Herteg va») 14S 

|te hem; en ce Antwerpen daar hij het reeds dagt gewonnen te 
fcebben, trok hij 'deerlijk de pot; want de burgerij aldaar y 
van dcïFranfen dertelheid, geen minde^ onheil fpellende, dan 
zij van der Spaanfe wreedlieid geleden hadt, vatce eenparig de 
wapenen op, en jo^ Alen^on met alle adjne Franfen uit de 
fl:ad , waar van meer dan 1 500 fneuvelden , onder welke zeer 
vele voorname edelen waren. Toen 't gevaar voorbij was, 
vlogen de t)urgers, van blijdfchap eikanderen om den hals, 
en wenschten z'ig wederzijds geluk, over de behoudenis van 
Jeven, have, vrouwen, kinderen en vrienden. ^Men kan ge- 
jnakkelijk begrijpen, hoe euvel deze fchendaad van den Her- 
tog, bij alle weidenkenden in den lande werdt opgenomen; en 
fchoon de Staten op aandrang van den Koning van frankrijk , 
zig tot het aangaan van een verdrag me. Alen^on inlieten, 
ging het egter vrij huiverig in zijn werk, en zeivs fommigen, 
30 als onder anderen Flaandereny wilden in *t geheel van geen 
verdrag met hem horen. Wat *er verders van gekomen zoude 
aijn is onbekend, maar zijne dood brak alle verdere onder- 
handeling af. 

Toen hij, na de mislukking van zynen toeleg, zig uit Aa- 
jiverpe?i weg pakte, en zijn leger aan alles gebrek leed, moest 
hjj ovei' de rivier de Dijle trekken, en bij gebrek van fdie- 
pen, te voet daar door waden, doordien hij zijn paard niefc 
betrouwde, en zeer nabij hem, de Hertog van Montpeksier 
van het zijne geworpen werdt; hierdoor wil men, dat hij zig 
ene ongezondheid op den hals haalde , die hem altoos bijbleef; 
^ker is het, dat hij op den i meij 1584 , overvallen werdt van 
ene zware kwale van bloedvloeijing uit alle de openingen des 
llghaams, en hier paarde zig een gebrek aan eetlust bij ; door het 
een en ander verzwakte hij zodanig, dat hij na zes weken go- 
zukkeld te hebben, op den 10 jung, in den aanvang van het 
31 11e jaar zijn*s ouderdoms, te CJmteau-Thieirij overleedt Ih 
•t hai't des Hertogs , hadt men enige plekken van knaging bc- 
Ipeurd, zo dat 'er bedenking rees, of hij ook mogt vergiftigd 
«ijn, en fommigen hielden de Spanjaards verdagt van deze on- 
daad; Mezefay zegt van hea;i: „ dat velen zig verbeeldden 

f* De KL. K „ dat 



:i 



I4Ö ALENDORP. (ADOLF van) (EGBEkX) (HENDRIK) 

,9 dat zijn dood niet natuurlijk was; dat zijn godvrugtig en 
„ christelijk uiteinde, den laster uitwiste van ongeftadigheid, 
„ en die van geenen godsdienst *te hebben , waar mede hij 
„ onregtvaardig bctigt was; dat hij met zig in 't graf de tra» 
^ nen der ongelukkigen voerde, die hem in den oorlog der 
^ Nederlanden hadden bijgedaan; want hij ftorf met 300003 
„ rijksdaalders fchuld, en de Koning wilde 'er liever 200000, 
„ aan zijnen uitvaart verkwisten , dan één voor zijn fchul-. 
„ den betaJen/* Wat zijne geftalte betreft, hij was kort, 
doch gezet, bruin van hair en ogen; een aangezigt dat bol, 
opgezwollen en bijna mismaakt was, zo door de veelhe'.d van 
diepe pokputten , als door de wanfchapene grootte van zijnen 
neus. Zo men zijn karakter door zijne daden beoirdeeld , 
levert het geen zeer gunftig tafereel op ; ook vindt men hem 
befchreven, als veranderlijk van aart; nu te llreng, dan te mc«* 
delijdend; grootmoedlg^, en tefFens lafhartig; zeer fchaamagtig 
in gevalle zijne misdaden ontdekt werden, die hij zonder o* 
verleg en roet grote drift beging; voorts welfprekend , ftaats- 
ziigtig en onrustig. ■■■ Thuaiïi, Hift. fut temp. Lib. 

LXIX. p. 273. Mezeray, Hift. de France. Tom. UI. Bor, 
Meteren, Grotius, Hooft &c. NsderL Gefcinedenisfen. Wag.- 
FaU. Hift. VI. en VIL Deel. 

ALENDORP (ADOLF van), gefproten uit een aanzienlijk 
Utrechts geflagt, was in 1595, Proost van 5é. Fieters kerk te 
Utreck^ daar na Ovérfte Luitenant in dienst van den Staat eit 
Gouverneur van Schenkenfchans ; hij badt tot vrouwe Elizabeth 
PiTHAN, bij wien hij vijf kinderen verwekte, en ftierf in i628« 
— — A. Ferwerda, Gefl. en Wapenboek^ ijSS' L D. 

ALENDORP (EGBERT van), vindt men in het jaar 1443, 
als Schepen van UtrecJa op de lijst aangetekend. — — K. Bur« 
MAN, Utr. Jaarb. IL Deel, bl. 24. 

ALENDORP (HENDRIK van) , is de eerfle die men van 
dit geflagt vermeld vindt, op het jaar 1321. Hij droeg, met 
«ijnc huisvrouw Elizabeth, in 1327 aan den Proost van Oud^ 
tnunjler te Utrecht , de helft van zijne Koorn-tienden op. ■ ' m 

A. Ferwerda, Gefl. en WaperAoek^ I785« !• D. 

ALEN- 



ALENDORP. (HEND. vast) QOa) (LUBB.) 14/ 

ALENDORP (HENDRIK van), is in 148 i Schepen der 
(ftad Utrecht geweest, en ter oirzaak der beroerte, welke 'er 
in dat zelvde jaar in genoemde ftad voorviel , is hij daar bc- 
^vens vele aanzienlijke edellieden en voorname burgers it- 
geweken. — — K. Bukman, LTfr. Jaoi'b. UI. D. bl. 468. 51a, 

ALENDORP (HENDRIK WILLEMSZ. van) , is geweest 
Drosfaard van Buren; hadt tot egtgenote Walburg, Gravinne 
van Nieuwenaar; hij ftierf als OverUe, in dienst van Koning 
Hendrik DïN IV van Frankrijk ^ in 1583-» vele kinderen nav 
latende. A. Ferwerda, Gejl. en Wapenboek, 1785. I- D. 

« 

ALENDORP (JOHAN van) , is mede Drosfaard van Bu- 
ten geweest , benevens Raad en Hofmeester van Willem 
DEN I. Prins van Oranje^ met wien hij in 1567 raar Duitsch- 
land trok. Hij trouwde Margaretua, Gravinne van Heiiihi 
wm Wmbregiesy en liet haar ia 15699 weduwe met vier kin» 
deren. Ut fupra. 

ALENDORP (LUBBERT van). Heer van Blijcnhurg en 
jfbelfclmen^ in het jaar 1434, vermeld als KalenJerbroeder, 
is in 1441 èn 1455, Raad, en in 144(5, X451 en 1453 Sche- 
pen der ftad Utrech geweest; in 1455 werdt hii benevens eni- 
ge andere burgers , om dat zij met (tads baniere ge.vapend op 
de plaatze waren gekomen , ten einde de gemene ftads gilden 
en weiden in 1433 verkogt, weder tot haar te nemen, ont- 
burgerd; in 1457 werdt zijn wijf Geertruyt Grawert, meC 
verfcheidene anderen uit de ftad gezet, zijnde hen voor het 
gaan uit de ftad opgelegd oirvede te doen^ en te beloven niet 
gedui'ende hun afwezen met ftads ballingen te fpreken, of te 
Amersfoort of te Rhenen te komen , zullende hen , indien zij de 
êirvede nakwamen, en zig wijsfelijk droegen, toegelaten wor- 
den , na het verloop van een half Jaar wederom in te komen» 
Waar in hunne misJaad beftaan heeft, wordt niet gemeld, 
alleenlijk ftaat 'er, zulks om besten wil gefchiewit te zijn. ' Uit 
aijn eerfte huwelijk met Elizabeth Freis van Dolre, liet hij 
^ Tj^n overlijden, in het jaar 1468, drie ^onea en ene dpg* 

' k « ter 



\ 



145 ALENDORP. ' ALENSON. ALEYD. ALPL^N, 

(:er na. — rrr K. Bürman, Utr. Jaarh. II. D. bl. 2. 97. ii(Jl 
184. 223. 264. 291. 348. * 

ALENDORP (LUBBERT van), Heer raii BJjenburg en 
jfbcfchpUn^ zoon van "\Villem, bqfchreven ondgr dp riddci'r 
ichap en eielen van Utreck, hadt in zijn eerfte huwelijk tot 
vrouwe JoHANNA DE Gruiter, cn daar na Hadi:v/ich van 
HüCiiTENBROEK, bij wcIkc hij eno dogter naliet, Hillegon^ 
pA, die in huwelijk traJ met Johan van Abcoude van Wyk. 
■N ■ »« A. Ferwbrda, C# en Ji^penboék, 1785. L D. 

ALENDORP (WILLEM van), die Heer van Blijeiiburg 
en j4belfchoten , en tevens Kastelein te Duurftede was, trouw* 
de met Hillegond van Baarn, ftierf in het jaar 1460, en 
liet een zoon na , Lubbert genaamd. ■ Ut fupra, 

ALENSON (HANS), is Leraar onder de Mennonitèn ge- 
feest, eerst te Delft, en vervolgens te Haarlem; ixicn vindt 
de tijd van zijne geboorte noch derven aangewezen. Enige 
van zijne fchrifcen, meest in twistredenen beftaandè, zijn ia 
het tijdvak van 1626 tot 1^30, gedrukt. ■ H. ScHV»f 

liij^. der Mennonitèn. UI. D. bl. 129. 

ALEYD, is de naam van een vrouwsperfqon, die even als- 
Herostrates door het in brand (leken van Diana's tempel te 
Ephefen , door hare pogingen om in 1588 , te Enkhuizen^ 's lands 
fchepen door vuur te vernielen , haren naam heeft vereuwigd." 
Hare voorgenomen wandaad , wierdt gelukkig tijdig genoeg; 
ontdekt, om die te verhinderen. N^ in hegtenis genomen 
te zijn en het feit beledqn te hebben, werdt zij verwezen, om 
door ftads dieiiaars, mqt een fchip op de l)orst, de flad te 
worden rondgeleid, en voor den tijd van twaalf jaren geban- 
i-cn; welk vonnis zij op' den 6 julij van 1588 onderging. — — yi 
Brandt en Centen, Hijl. yanEnkltuizeny I. D. bl. 250. 

ALEYD LEYSTINGH, zie LEYSTINGH. 
ALFEN , «ie ALPHEI^. 

• AÏJëN (KORS JAJN5200iï V4JI), Haringkopor te Ra^ 

tfr* 



Alkemade- (kornelis vakJ i^i 

t^dmy was een der faamgczwbr«n met Wilwïm Vi|i 6tb|S' 
BARNEVELDj HecT vaii Stoutenbufg ^ jongden iooli deè AdVö^ 
kaats, die om het grievend leed, zijnen braven grijzeti H40 
«angedaan, te wreken; in het jaar 1622 de fnodc onvoórzig* 
êighcid hadt, van enen asrnflag op h^t leven van ]?rins M^y-^ 
RITS te fmecdden; Ik vinde ook nog als een roedcpligtigé vüA 
dezen aanflag vermeld. Klaas Janszoon van Alfbïï g0#&|j4 
Schout van ZevenJmizen ^ die geld tot de uitvoering raii Mt 
heilloos bedriy f zoude verfchaft hebben, of nu deae een oxóé* 
der of naastbeftaande van Kors geweest zij , is mij niet gebÜ-» 
ken. Wag., Fad. Hifi. X. D. bl. 451» 

ALkÉMAbE, is de naam van éèn oud adelijfe rMdèrïijk '0^^ 
flagt in Holland^ w'sLBX van het Stamhuis of KaStoÈl, zó vöW 
maard in 's Lands Géfchledenisfen , ui *t oostfeindé Vafi hêi 
dorp W'armond^ iri RJüJnland, niet verre van Leijdèn isgdldg^nj 
de tijd van deszelvs ftigtingis ónzel^er, doch hét blijkt, 4<lt 
't lang voor het jaar 1320 in wezen is geweest. Het ondö g^öj* 
bouw, waar van dit geflagt ziji:ên haam oiitleehd, r^Sds vöqr 
ïahg verwoest zij^ide , is 'er een anddr op dészëlvs puinbopéfl 
geftigt, liggende rondsom in gragten, met een fraaije Valbru^i 
een ruim voorhof, én iwét zéskintè torentjes op dé hodkêfté 
tang is xlit liuis feezetén door de afflammdlingén ydii dit gö; 
Hagt; in 1725, behoorde het nog aan Floris Vaï^ hix^ikh? 
DÉ , Hére van Mdneger en oüd Akemade, ■ . ' ■ i " 1 Óns bêftöi 
laat niet toe, hier omllandigër over te handelen} vèetgiörfg^ 
lèzei-s, zullen zig ten dezdn aanziëné kunnen voldoen, v^ii 
hét Vaderlandscli Woordenboek vah J. KÓK tè J-aadplèg^n , èl-* 
waar in het II. Deel, bladz. 603 enz,, naauwkfeuxi^è t4felg 
van dit zo beroemd geflagt zijn tè vindeiii 

ALKEMADE (KORNELIS VAi^), t^aS in *t jdar 15^2 fóW 
flonaris van Dordrecht , en twee jaren latqr van Baarlem^ W^ 
behoorde Inede onder de tekenaars van het Vetimid def Méê^ 
lm, in 1565. -— Wag;> VaderL Hifi, VL JX bU i%6i 

ALKEMADE (KORNELIS van), w^rdf Pj» dfU li Mé 



150 ALKEMADE. (KORNEUS vak) 

van 't jaar 1654 geboren, en w« een der oirdeelkundigftS 
onderzoekers en der ijverigfte nalpoordérs van de Nèderlmdfche 
Gefchiedftnisfen en Oudheden, wiens lettervrugten ook bij de 
nakomelingfchap, zijnen naaöi altoos met eerbied en dankbaar- 
heid zal doen gedenken. Te midden van hét waarnemen 
een's ambt, welkers beoeffening vrij wat tijd fpilde, befleed- 
de hij zijne fnippeluren, om uit bijkans vergetene fchuiihoe^ 
ken, den fchat van Bataafiche Oudheden op te ^^oxtn^ ó\tn 
bij ons heeft nagelaten. De werkzame post van eerfle* Kom- 
mis der Convoijen en Licenten te Rotterdam^ verhir.dcrde 
hem niet, om in 't jaar 1699 > ajne ©erftanöcling oVcr 't 
iianijprecilt/ in 't licht te geven; behelzende de aloude en op- 
perfte regtsvergadering voor den Hove van Holland y onder de 
cerfte Graven, midsgaders den oirfprong, voortgang, en 't 
einde van *t kampen en duelleren; zijnde dit laatfle, als een 
noodwendig bijvoegzcl van het eerfte, door dcszelvs fchoon- 
zoon. Mr. P. vin der Schelling, bij de derde uitgave in 
1740, 'er bijgevoegd; en deze laatfte druk, die na des fchrij- 
vers dood is uitgegeven, heeft men meer als een derde ver- 
meerderd. 

Bijna ter zei ver tijd, in 1699 namelijk, kwam door zijne be- 
zorging in *t licht, de Rijm-Krofiijk van den aiouden Melis 
Stoke, onder den tijtel, van l^oUanbfcöe S^aarbocftcn of 
^mh^TüOBk bon Melis Stoke, behelzende de Gefchie* 
demsfen des Lands onder de Pritifen van 't eerjle Huis 9 tot den 
jare 1337. Dit werk is voorzien, met de afbeeldingen van 
alle de Hollandfche Graven , gefchetst naar de aloude fchilde- 
rijen der Karmeliten te Haarlem y nevens verfcheidene egte 
Bijlagen, betieffende den waren toelland der gefchillen tus* 
fchen Graav Floris den V, en de Hollandfche Edelen; mids- 
gaders de beeldtenisfe van Gerard van Velsen; en andere 
oude fraaijigheden , nimmer te voren in *t licht gebragt; alles 
met nodige uitleggingen opgehelderd door onze Alkemade. 
Het is te Leijden gedrukt in het jaar 1699 > in^ klein folio. 
Schoon nu Melis Stoke naderhand met een fchat van taai- 
en oudReicJkundige aanmerkingen, door deu Heer B. Huyde- 

co- 




ALKEMADE. (KORNELIS va») Hl 

tóopEK, tot dienst der beoeiSènaars van de vadérUüdfchd gb* 
fchiedenisfen> is in 't licht g^ven ; zal egter dd druk van Al* 
XEMADE altoos hare waarde behouden ^ door de fraaie en eg« 
te afbeeldzels van de Graven ^ daar het mede opg^rt is. 

Een jaar later , dus in 1 700 > gaf dien arbeidzamen geest {ft 
liet licht, de MmtffitQA tjtx <^abcn ban i^oltanD &€•» in 
klein folio, te Delft gedrukt; en doordien dit werk In 2ig bo* 
vat ene korte befchrijving der Prinfeiijke levensbedrgvön 9 van 
den eerften tot den laatften Graav toe, kan men het te regt 
den naam geven, van ene Gefchiedms der Hollandfche Graven^ 
waar bij de afbeeldzels van alle de Gravelijke Muïiten zijn 0f 
voegd, van Floris den III. af, tot' aan Filips dek II» tng©- 
floten. Ook maalit de fchrij ver in het voorberigt van dit werk » 
gewag, van het regt en de vooriegten, door de HoUandfchü 
Graven, ten aanzien van de Munten verkregen ; egtcr met dÜJ 
voorwaarde, dat de bepaling van 't gebalt eh den lopenden 
prijs, verbleef aan het gezag en de goedlieuring der "Staten , b^ 
wicn dit als feen deel der opperde magt berustte , en door faw > 
zei VS onder de heerszugtigfle Vorflen^ altoos is vast gehou« 
den. 

Hier op volgde in 1713 een boek van minder vertcmingi 
doch van geen geringer nuttigheid, ten tjjtel voerende ï Jftt* 
ktbins tot f)et ceremonieel Der ^egraafhi^fcn en bet S^dpen» 
iiunbe/ uit De^jclb^ oirfpjonliliihl^etb aangetoe^n en dKreliefi 
bert/ in 8vo., te Delft gedrukt. Volgens getuigenis vanden 
fchrij ver, in zijn voorberigt, ftrekt dit werk alleen tot en# 
inleidinge of fchets , voor hun die meerder tijd en lust hebben 1 
om uit het overfchot der vaderlandfche oudheden, den lan<f» 
genoot meerder lichts wegens de plegtigheden en gebruiken t0 
verfchaffen; doordien zij, die de kennis van gebruiken en pleg- 
tigheden der voorouderen van klein gcwigt achten , grovö* 
lijk misfen , en tonen van hun eigen vaderland te ontaar* 
ten. 

In het jaar 1732, kwamen de ^tetlanbfcfic ©fj^tefttWN» 
ten uit, beflaande 3 Delen in 8vo., en verrijkt met veletleijd 
afbeeldingen, inzonderheid van drinkhorenp^ bomers, pokalen 

. K4 ea 



xst ALKEMADE. (KORNELIS VAJSf) 

en glazen, die om dcrzelver oudheid, en opheldering die «f 
aan de gefchieden is van ons land bijzetten , zeer merkwaar- 
dig zijn. Dit werk bevat teffcns een keurige befchiijving, 
van de plegtigheden , die b^ geboorte-, doop-, begraalFenis, 
en andere maaltijdea in ons land plegen in gebruik te zijn ; 
zijnde daar tefiens bijgevoegd, de plakaten en reglementen 
door 's lands Vaderen genomen, om de ongeregeldheden en 
verregaande flempérijen, die daar bij niet zeldzaam in zwang 
gingen, te beteugelen. Dit leerzame boek, waar van Alke- 
UADB weinig meer dan de fchets heeft vervaardigd, is ver- 
volgens door deszelvs fchoonzoon» Mr« P. van der Schel* 
LiNG, uitgewerkt en voltooid. 

In rang volgt hier op, ajn werkje in 8vo. gedrukt, getij- 
teld : Stonber ftsaifm oo^og/ of J^ottcröamfcfje ^elöc nba* 
tol/ Oïibct bt ^caOboogDp ban f^onkct Frans van Brede- 
jiODR, met cgte meest ongedrukte bewijzen bekragtigd. In 
dit boekje vindt men een verhard , van het gene gedurende de 
jaren ^488 en 1489, in den zo beroerenden twist der Hoek- 

' fin en S^be^autvferk^ in en omtrent Rotterdam is voorgevallen. 
In deze voor den lande zo langdurige als fchadelijke ver- 
deeldheid, vondt hij in 't gemelde tijdvak, ruime ftofFe, zijne 
lezers met wetenswaaidigc zaken bezig te houden , voorgeval» 
len,. in die ten. dien tijde onbemantelde ftad. Dit verhaal 
betuigd hij, famengefleld te hebben, uit de aantekeningen en 
handfchriften , van een toenmaals levenden naauwkeurigen 
aantekenaar. Zie^ Sluis (Willem van der). 

Nu zijn wij gevorderd tot de laatfte lettervrugten van onzen 
Alkemade, die in zijn klimmende ouderdom, een nog uit- 
gebreider werk ondernam, als. alle de vorigen, die wij aan 
zijne pen hebben te danken; ik bedoele zijne 3Sefe^;pbin0 
ban De J^taD tB^icIe en Den Xantie ban i^oojn / een werk 
bij alle oudhcidniinnaais en onderzoekers van *s lands gefchie- 
denisfen in grote achting; hetzelve is gedrukt in folio, te Rot" 
terdam in 1729, en met enige hoofddelen, bijvoegzeis en aan- 
tekeningen, van zijn meergenaelden fchoQOZOon P. van dek 

* Schelling, venneerderd. 

Schoon 



ALLARDUS^ AIXA&T. (HENDRIK). ijj 

Schoon geen werk /van hem zelV zijnde, kunnen mj cgter 
iïiet voorbij te gewagen , hoe veel nuts deze ijverige fchrijver ^ 
aan de tweede en derde veel verbeterde uitgaven van A. Pam^ 
Katwijkfe Oudheden heeft bijgedragen; men ontwaart zulks in 
de voorreden van dat bcfek en in het werk zelve; ook blijkt 
zulks uit aangehaalde blieven, tusfchen Alkemade en Pabs 
daar over gewisfeld; en inzonderheid is voor hem lofwaardig, 
het getuigenis dat PArs *er zelve van geeft ^ hier in beftaan- 
de: „ de Heer Kornelisvak Alkemade, voornaam vcrzamc* 
j, laar van alles wat tot de liefhebberij der Nederlaru^e Oud- 
^ heden behoord , gemeenzaam eertijds met den Heer Joachim 
,, Oudaan; naarftig onderzoeker in 't bijzonder van de oude 
5, lands handvesten , brieven der Graven ; opzoeker , uitleg- 
^ ger, en konflig aftekenaar met de pen van de Hollandfe 
^, Gravelijke Munten, die wij uit de Boekzaal (Naamrcl vwê 
,^ Batmifch Schrijvers) y eerst hebbende leren kennen, zcdert 
„ op de ernfligfte manier, met onvermoeide brieven \te wis^ 
^ felen en boeken toe te zenden , heeft gelieven voort te drg- 
5, ven enz.*' Doch te midden van dezen ai beid, bezweek 
ónze Alkemade, en werdt op den 12 meij 1737, door de 
dood van zijnen werkzamen post afgelost, in den ouderdogi 
Van 83 jaren en een dag. ■■ ■ Burmanni , TrajeStum eruditunu 
pag^ 3Ö3. C. Saxi, Onomast, literar. Pars V. p. 511. A- 
Pars, Naamtol der Bat. en Hollandje Scimjvers i bl. 456, 457* 

ALLARDUS ^ zoude in rangfchikking geweest zijn , de der- 
de Heer van Voorn, en geregeerd hebben, van *t jaar 11 79 

« 

tot 1203, dus 23 jaren het beflier over die landftrcek in han- 
den gehadt hebben, ' K. v. Alkemade, Bejch, van 

dm Briel 6:c. I. D. bl. 195. aant. L 

ALLART (HENDRIK) , een hups man uit den eerften Bur- 
gerfland , is in het jaar 1560 of daaromtrent. Schepen te Lem* 
warden geweest Doordien hij de hervorming was toegedaan j 
en de burgerlijke vrijheid met al zijn vermogen befchermdcj^ 
welke deugden in die beroerde tijden vooi- majeftettsfchennis 
werdt gehouden, \\rierdt bij genoodz^s^t, ten einde gi-^ter on- 

K 5 , heiL- 



154 ALLEMAN. (JOH. NIKL. SEBAST.) 

beilen te vcnniiden, zijn vadcrftad te verlaten, en enè re& 
liger verblijfplaats te zoeken. Zeer waarfchijnligk voegde hij 
zig toen, bij vele andere ajner verdrukte lotgenoten, die do 
wijk naar Groningen namen, met dön toeleg, om zig van die 
flad meester tt maken. — — — Amtek. van dm 9ud Raadsheer 
ÜIarius van Bürmania. 

ALLEMAN OOHANNES NIKLAAS SEBASTIAAN), in 
leven Hoogleraar in de Wijsbegeerte en Wiskunde te Leij"* 
cfcfi , is te Laufame geboren , alwaar hij ook' heeft gefhi» 
deerd, en als Proponent in de Theologie aangenomen. Zij- 
Ben akademifchen loop met roem in zijn vaderftad volbragt 
hebbende, begaf hij zig naar Leijden^ en geraakte bij den 
groten Wijsgeer *s Gravesakde in huis> om tot Mentor en 
Onderwijzer van zijn* beide zoons te veiilrekken. Onder het 
getrouw waarnemen van de pligtcn, die zulk een zwaarwigti- 
gen post van hem vorderde, bevlijtigde hij zig met ijver in df? 
beoeffening van alle de delen der wijsbegeerte, inzonderheid 
wat de proefondervindelijke Natuurkunde betreft , waar toe hi] 
niet weinig wierdt geholpen, door de fchat van natuurkundige 
werktuigen die zijn* Mecenas bez^t, en waar van hij ook het 
eenbaar "en bijzonder onderwijs zig met alle vlijt te nutte 
maakte. Op den 3 maart 1747, wierdt Alleman door Fries- 
lands Staten beroepen , als Hoogleraar in de Wijsbegeerte , tef 
fi-anekerf in plaats van GoDEFRiDUS du Bois; welke post hij 
egtcr maar twee jaren heeft bekleed, wordende in 1749 in 
die zelvde hoedanigheid, aangefteld op Leijdens Hogefchool, 
iaar hij tot zi^n dood toe verbleven is. Onze Hoogleraar 
Was inzonderheid ook een groot beocffbnaar der Natuurkunde, 
waai* van liij merkbare blijken heeft g^even, door zijne aan- 
tekeningen, gevoegd bij de Natuurlijke Hijlorie van Buffon. 
Hij hadt ook een Kabinet van natuurlijke zeldzaamheden, voor 
xig afzonderlijk verzameld, 't gene verder door hem ten ge- 
inenen nutte, reeds zedert een' gcruimen tijd, in ene zaal, 
agter het Akademie-Gebouw en daar aan behorende, geplaatst 
was. Dit Kabinet is na *s mans overlijden, doo^ deszelvs na- 
fclatene weduwe, vrouwe Magdalena Crommelin, in het 

janr 



ALLERTZ. ALMA, ALMAREZ; I55 

^ïar 1788 geheel in eigendom aan de Hogefchiool afgeftaaiv 
Van welk een en ander 5 Curatoreif ene dankbare geheugenuf^ 
bij de NaV.omelingfchap hebben willen bewüren , door hét doea 
plaatzen van de volgende infcriptie, met vergulde letteren ia • 
opgemelde Kabiraet-Kamer : 

HlC^NATUIUE THESAURUS 

Et orti 6? incremtnti debet viro Clarisfimo Profesfori J. N. S. 
Allabiand, PhiL Éf MatheJ. in Juic jicademiay qtdfuwi 
in eo amplificemdo Jiudiim non putavca reEtïus pos/e declararij 
< qtum, luculerais ejusdem generis copüs, quas jihimst ipje prp- 
vatim collegeraty liheraliter in commune conferendis^ quam' 
donationem Matrona mbUisfima Magd. CrommelYn post 
fnortem mariti conjuminant. Hoc Curatores ^ Urhis Cmftdts 
hcec Tabula ad posteros testatum esfe voluerunt. — — £• L. 
Vriemoet, jith.Frif.ac, p. 863. Boekz.j i^Al' «• W« 
333. Konst' en Letterbode 9 I. D. bl. 13. 

ALLERTZ (ANDRIES), een braaf vaderlander, die zijn! 
leven aan het befchcrmen daar van opofferde. Hij bekleedde 
gedurende het beleg vam Leijdenj door de bloeddorffige Span-' 
jaarden in 15745 ^^ gewigtige post van KoIIonel en Kapitein' 
van de Burgerij, en fneu velde bij éne uitval, dapper voor 
de vrijheid ftrijdende. ~* Bor, Ned, Oorlogen, VIL Boek, 
fol. 22. 

ALMA (EILARD van), een Fries van geboorte, werdC 
zonder enig ander onderwijs als eigen ocffening, zeer bedreveiü 
in de griekfe en latijnfe talen; en' hadt teffens de roem ge- 
Kregen, van een bekwaam Digter te zijn, waar van zijndigt-, 
ftuk den ïlcujcnfirpt genaamd, in 1587 zijnde een jaar na zijHr 
overlijden, in 4to. onder den tijtel : Bellum Gigantumenz, is go- 
drukt Zijn' dood werdt met een üjkdigt vereerd, door-Lü^j 
DOLF VAN Deventer , *t welk tot öpfi^xiff voert : Memorui^ 
Êf honori prcejlantisjimi Poeta Eilardi a» Alma. ■ Süfwl 

Petri, Defcript. Frlftce» 

ALMAREZ (JODOCUS van), geboren in het Brahandfe^ 
dorp Londirzeel, was zulk een ijverig vopiflander vah her 

klcüs^ 



xSd ALIVIELOVEEN. (TIIEOD. JANSSONi vis) 

Jdcx)$terlevdn, dat hij zijne aanzienel^ke tijdelijke waardig^èi 
den en grote goederen, vaarwel zeide^ om den monnikskap 
in het klooster der Franciskanen op te zetten. Vervolgens 
T¥erdt hij Priester, en bediende de kerk te Zepterm^ in dio 
hoedanigheid ; eindelijk verkreeg hij de waardigheid als Biegt- 
vader , van 't Nonnenklooster te Steijnarti De tijd die hem van 
*t waarneinen zijner bediening overfchoot, befteedde hij in 
't beoefFenen der Godgeleerdheid ^ en fchreef veelvuldige Boe- 
len. ■ F. SwEERTii, JtheruB BelgUcs. 

ALMELOVEEN (TIIEODORUS JANSSONIUS van), 
werdt geboren te Meijdreclit in het Stigt van ütrecljty den 24 
julij 1657, toen zijn vader als Predikant te Zf^vW en Mey- 
drecJïH ftondt; zijne moeder was Maria Janssonius. Na dat 
Theodorüs door bekwame meesters in de beginzelen der v/e- 
' teijfchappen was onderwezen, \eitrok hij naar de Hogefchool 
van ütreck, alwaar hij zig ongemeen vigtig ocfFende, en- het 
onderwijs genoot van de vermaalde Hoogleraren (jRavius, de 
Vries, Leusden, Vallau en Mu^'NIKs. Na alhier gednrdn- 
de vier jaren met een onafgebroken vlijt, in vèlefleije wé- 
tenfdiappen InzonderhefJ in de Griel Cc taal en dé Geneeskun- 
de geftudeerd te hebben, werdt hem in 1680, de waardig- 
Iicid van Doktor in de Medecijnen opgedragen , én hij zette 
3^g toen te Amfteldam neder , ter uitoeffcning van óxq weten- 
fchap. In 1687 trouwde hij met Ai^etta Katharina Immer- 
3EEt , wiens vader de Burgeméesterlijke waardigheid té Ooiidct 
bekleedde, wCrwaards hij zig ook toen met 'er woon begaf,' 
makende aldaar enen groten naam , door het uitgeven van ver- 
fcheidene boeken, die bij de liefhebbers Van ftudie nog in 
achting worden gehoudefi. Ii? 1697 werdt hij tot Hoogleraar 
in de Griekfe taal en Géfchiedenisfen aan de Gelder/e Akade- 
mie te Harderwijk beroepen; en 'm 1702 in de Geneeskonst; 
met welke waardigheid bekleed, hij fn het jaar 171 2 te ^^m- 
fleldam overleed, nafatCfide ene fchone verzameling van hand- 
fchrlften. Onder anderen bezat hij ook alle de uitgaven van 
QuinCtilianus, waar van men dé lijst vindt in de Hijloire 
Critique de la Republique des Lettres de Jean Masson ƒ Tom. V, 

Art. 



ALMONDE. (ABRAHAM van) (FILIPS) isf 

Art. XL dien hij bij uiterfte wille aan de Hogefchool van Ut^ 
recht vei fprak , en zigne an(tere Boeken , die groot in aantal en 
keurig -verzameld waren, legateerde hij, aan Heer Hendrik 
VAN S YPESTEiN. — — JoH. Fabricii , Hïft. MlMh , Part II. 

p.' 268. SiNCERUS HOLLANDUS, (h. P. PeTRUS* BüRMANNUS^ 

major) in Misfellan. Obferv., Vol. V. Tom. III. p. 138, 139. 
C. BuRMANNi, TraJeBum eruditum^ p. 7-10. C. Saxi, Ono^ 
mast, literar.. Pars V. p. 299 j 30^ Dav. Clement, Biblioül 
etirmfe^ Tom. I. pag. 202-204. VAqxjOTy Memoires iiteraires^ 
Tom. I. p. 94-103» hij wien men ene volledige optelling van 
zij IX menigvuldige uitgegevene fchriften aantreft L. vaw 
Bentheim , Ned. School- en Kerkftaat , IL D. bl. 444 en 4.45* 

ALMONDE, is de. naam van een aloud adelijk geflagt in 
floUand^ 't welk is gefproten uit den h^ize der oude Baander- 
heren van Stryen, en van het Ambagt van Almonde , 't welk 
pleeg te iQggen ia dq verdronken Weert yan ^uidholland^ 
in 't oosten van Hqekenesfm &c. Verfcheidcne voorname niaa- 
men heeft dit geflagt, wiqns oirfprong men tpt in 't jaar 138a 
^oet opklimmen, voortgebragt, w^^ van wij hier de voor- 
naamfle zullen melden. 

ALMONDE (ABRAHAM van), werdt op zijn vaderlijk flot 
j4-tom, nabij Delft geboren. Zijn vader was Johannes vaw 
Almonde, gehuwd aan Petronella van der Werven, af- 
komflig uit het edel geflagt van dien naam. Onze Abraham 
zijne IcttercefFeningen voleindigd hebbende, werdt tot ver- 
fcheidene aanzienlijke ambtan geroepen; ook ontmoet men dik- 
maals zijn naam op de Irjst der Burgemeesteren van Delft y 
als mede op die der Hoogheemraden van Delfland; veelmalen 
was hij lid van de Statenvergadering van Holland y ook Raad 
van de Admiraliteit te Rotterdam^ 'eindelijk Curator der Leij^ 
Akademie. Om zijne Hollandfche zedigheid, gulle vriendcr 
lijkheid, en brave opregtheid, werdt hij van een ieder bemind, 
•n daaalde in 't 'jaar 1594 met. dien roem ten grave. ■ n 1 / m 
Van Leeuwen, Bat. illuftr. bL 945. 

ALMONDE (FILIPS van), Lt. Admirafa! iTkïi Hüllaiê^ 

tt'crdt 



I5S • feLMONDS. (HUPS vax) 

wcrdc In 1645 in dm Briel geboren; de Vicc-Admlraal TTitv 
TE WiTTEzoo», in 't jaar 1658 in den Zö/zigefneuveld, was' 
«^n* ocMn. In 't jaar 166$ werdt Almonde, na alvorens vier 
jaren de zee bebouwd , en v^fcheidene proeven van dapper- 
|jeid en bekigöamheid gegeven te hébben , tot Luitenant be- 
vorderd op het fchip van Kapitein Klkiüyk, dat mcJeeen oom 
yan hem was, en een man wiens nagcdagtenis lof verdiend, 
doordien hij daar anderen hunnen ph'gt fchandelijk verwaar- 
Jocsden, zfg als een man van eer en moed gedroeg, wfcns' 
voetftappcn ook door Almonde gedrukt wierden. Kort hier 
op werdt hij tot Kapitein bevorderd, en voerde in den berug- 
tcn zeeflag die op den 11 junij 1668 en drie volgende dagen ^ 
ToorvieU bevel over het fchip Dordrecht y onder het eeifte 
eskader van den Lt. Admiraal M. de Rufter. Grotelijks 
deelde Almonde in ócn lof daar bij behaald , zo wel als ia 
de andere zeedagen, in dat zcivde jaar voorgevallen, waar ia. 
bij zig zei ven altoos gelijk bleef, zo wel ten aanzien van 
beJaard beleid, als onverfchrokkene dapperheid, ter behou- 
denis van zijn vaderland; en ofTchoon niet alle ondernemin-J 
gen even gelukkig Haagden, werden die egter in 't volgende 
jaar ruimfclioots vergoed, door den zegcnrijken togt en lan- 
jjjn-T op Cluxttamy waar door Engeland als benard, genood* 
zaakt werdt de vrede te Breda te fluiten. In het noodlottige 
jaar 1672, vondt Almonde wederom ruime ftof om nieuwe 
lauwrieren te plukken ; want in den vermaarden zeeflag wel- 
liC op den 7den junij voorviel , verloste hij den Admiraal 'dr 
RuuERvan twee branders die op hem aanhielden, en zijn fchip 
dreigden te veniielen. In feptember 1673, werdt hij Kom^ 
mandeur van ene vloot, voor Goeree leggende, en in odober 
Schout bij Nagt, voor 't kollegie van Rotterdam. Na dat in 
1676 de Admiraal de Ruiter , omtrent Palermo gefneuveld 
was, ontving Almonde bevel van den Staat, om over land 
naar Napels te reizen, werwaards de vloot met het lijk van 
den A(kiiraal, gekeerd was, en het bevel daar over te aan* 
vaarden; na de baaij van Kqdix aangedaan te hebben, keerde 
)lij met de vloot naar het vaderland te rug. In 1^77, bragt 



ALMONDE. (FILIPS van) 15^ 

Almonde niet weinig toe tot de zege, door Eorn. Tromp, 
op de Zweedfe zeemagt behaald, waar door Denmarken buiten 
gevaar wierdt gefteli Groter roem nog behaalde hy in 1692 , 
toen hg tcgens den Franfen vlootvoogd Tourville, op de hoog- 
te van kaap la Hogue floeg, en een' volkomen overwinning 
op hem behaalde, wordende de geUilvkige uitkomst da?.r van^ 
aan Almonde's goed beleid toegefchreven. Niet minder lof- 
€n eer, heeft dien zeeheld behaald, in de zo beroemde tog- 
ten naar de Franfe en Spaan/e kusten ,- inzonderheid in de 
verovering en vernieling van de Spaanfe IVestindife vloot, te 
Vigos ; want fchoon den EngeJfen Admiraal Roocke , benevens 
de meeste vlagofficieien van de beide vloten, op het gevaar 
aandrongen, om op die gevreesde kust, doordien het faifoen 
te verre verlopen was, de Spaanfe en Franfe vloten aan te tas- 
ten; wist egter de Admiraal Almonde hen in zijn gevoelen 
over te halen, met de mooglijkheid der onderneming te be- 
togen; ene gelukkige uitkomst bekroonde ook zijne raadge- 
ving, en verflrekte hem tot geen geringe eer, doordien zijn 
naam zedert dien tijd, door gantsch Europa is beioemd gewor* 

Men verzekerd dat onze Almonde door het gebulder van 
't gefchut, in een der zecgevegtcn dien hij bijwoonde, tot 
2ulk een' trap het gehoor hadt verloren , dat hij daar van döof 
wierdt , *t welk hem tot zijn' dood toe zoude zijn bijgebleven* 
Voorts wordt hg gefchetst, als beleefd en minzaam van aart, 
eerlijk en manhaftig, doch tefFens bezadigd van gemoed; dat 
hij ook nog groter blijken van zijne dapperheid zoude gege- 
ven hebben, ten minden gedurende het tijdperk dat hij Lfc 
Admiraal was, hadt men hem vergund met fterker vloten in 
zee te verfchijnen ; dan de ftaatkunde van die djd fcheen het 
veiliger te achten, met kleine fmaldelen malkanderen afbreuk 
te doen , dan met grotere vloten de gantfe zeemagt op de bruii- 
fende wateren te wagen. Zijn leven waar aan altoos mcit 
eerbied en dankbaarheid voor de 'dienden aan den vader lande 
bewezen, zal gedagt worden, heeft hij die zo tnenigmalen aaii 
^loodsgevaren ïs blootgefteld geweest 5 -nee^tSüm op de bed* 



t» ALMONDE. ALNOSIUS. ALOUD. 

Iponde geSindIgd, den 6 januarij 1711, op zijne hofïïedA 
Haaswijk tij Oestgeest^ in den ouderdom van 66 jaren en 10 
dagen ; en is vervolgens in de Kmrim kerk van den Briel bc* 
graven, alwaar hem naderhand door zijne beide neven, zoons 
van zijnen broeder Jacob van Almonde, ene heerlijke graf- 
tombe is opgerigt, met een ijzeren hek afgefcbeiden. — — 
Alkemade, Bejchr, van den Briel y L D. bl. 54. 55. 104:, 
Brandt , Le^en van de Ruiter , op verfcheideiie plaatzen. 
Wag. Vod, Hifi. XIV- D. bl. 25. XV: 381. XVL 152. 169* 
172. XVII. 170. ISKS. 267. 

ALMONDE (JACOB van), was de grootvader van Abra*. 
ham. Hoogheemraad van Delfland y Stadhouder der Lenen vaii 
Lek en Polanen , bezat in eigendom de hofïlede Wem in Afoax* 
landy en van het flot Atofia buiten Delft; zijne vrouwe was 
Katrina Eversdy::. Men vindt hem opgetekend als Raad 
in den Hove van Holland, zedcrt het jaar 1478 tot in 1504, 
wanneer hij overleed, nalatende 7 kinderen. 1 A. Fer^ 
WERDA, Nederl. Gejl, en Waperib.y 1785. L D. 

ALNOSIUS (JOHANNES), geboortig van ^rw^^tf in Flaam 
óeren, bloeide omtrent het jaar 1558. Hy was een groot ken^ 
ner der Grickfe en Romcinfe Oudheden, blijkende zulks uife 
2Jjne in druk gegevene verhandeling : De atitiquis Numnis (f 
Marmoreis infcriptionibusw " ■'■ G. M^ KoNio> Bibliotk vi$^ 
Êf nov. 

ALOUD of ALAND, bekleedde ingevolge de lijst der 
Bailjuwen van Zuidholland ^ geboekt bij P. Balen, B-fch. van 
Dordrecht, bl. 7. dit ambt in 1299; het gedrag dat Wolferö 
VAN Borsselen voerde met Graav Jan de II, was oirzaak 
van zijn ongelukkig einde, en tcffens van dat van Bailjuw 
Aloud. Zie hier hoedanig het geval , ingevolge *s lands ge- 
fchiedenisfcn van die tijd, zig heeft toegedragen; Dordrecln 
hadt, zo wel als andere fteden, bij brieven van Koning \Vil-» 
LEM, Grave van Holland y het voorregt bekomen, „ dat de 
5, misdaden aldaar begaan , nergens anders , en door niemand 
„ dan door Schepenen der ftad , beregt mogten worden." Dii^ 

Tindt 



ALOUD of ALAND. i6i 

!»mit men bij Bêverwyk, Befchf\ van Dordreck, bl. 303, doch 
ook nergens anders; ook wordt 'er in ene Handvest, door 
denzelvden Koning Willem, in *t jaar 1252 verleend, geere 
andere dan Schepenen genaamd, om zelvs zonden' Iioger beroep 
vpnnis te vellen. Hier te boven nog virerdt 'er duidelijk in ver- 
klaaid, „ dat Schepenen blijven zouden in het regt, waar in 
„ hunne voorzaten plagten te zijn f' welk regt, naar alle waar- 
fchijnlijkheid, geen ander geweest is, dan het regt, om mis- 
daden te Dordrecht begaan, ook alleen aldaar, door Schepe- 
nen te doen bei egten. Aloud , aangezet door V/olferd , on- 
dernam in 't jaar 1299, enig inbreuk op dit voorregt te doen. 
Men hadt te Dordrecltb enige misdaJigen in hegtenis, over 
welke de Baljuw eene Jlille waai-Jieid gelijk mei^i toen fprak, 
bezitten wilde. D^ Schepens van begi'ip, dat hun dit regt al^ 
leen toekwam, wilden 'er zig ook van bedienen; gelijk zij 
deden. Terwijl dezen met de regts vorder ing bezig waren, 
kwam WoLFERD van Borsselen , van den Gi avo verzeld , ^ 
te Dordreclst, Hij eischte tgrftond, dat hem de.ftukken van 
*t geding overhandigd werden, voorwendende dat de zaak tot 
's Graven regtbank behoorde, Waar in, de misdaad der ge- 
vangenen beflaan hebbe blijkt niet klaar, zeker is 't, dat Sche- 
penen de ftukken weigerden over te. gQvQn, ernfliglijk be- 
werende , dat zulks met hunne voorregten ftreedt. Wolferd^ 
hier over gefloord , dreigde de Schepens met de gijzeling , en 
beval enigen van hen den Grave tö volgen , die terftond hier 
op, over Delft naar *s Hage vertrok.' Die Schepens, welken 
WoLFERD geboden hadt, te Deïfi te komen, liepen om het 
voorftaan hunner 'voorregten , meest bij hem in 't oog ; men 
was hierom te DordrecJtt van begrip, dat zij, niet on verzeld 
moesten verti-ekken; hen werden derhalvcn een goed getal 
van Gemagtigden uit de Wethouderfchap toegevoegd, zo dat 
2ij in 't geheel tien of twaalf fterk waren. Jan de Mole* 
«AAR en PiETER Heren Tielbmans zoon, zijn de enigden 
dezer Gemagtigden, welken men met naam en bijnaam ge- 
noemd vindt. Nog drie anderen 5 Jacob, Hein en Pauwels, 
worden naar het eenvoudig gebruik dier tijden , alleenlijk b^ 
L Deel. L Jiun- 



v^. 



liunnd voömatr^n befchreven ; van welken drie de twee laaü- 
Jlen me<^t tot beft'ierming van de voorrpgten geijverd hadden ; 
ooH l)levcn zij te I>^//V » terw^l enigen dpr anderen den Grave 
in V Hage kwamen fpieken. Na dat zij enigen tijd vertoefd 
Jiaddcn, alzo Graav Jan buiten Wolferd, die eerst niet ten 
HovQ w^s, geen befluit kon nemen, vroeg men hen, naar de 
pnd^rQ Afgevaardigden, in 't bijzonder naar Hein en Pau- 
wels , die nog tQ Delft waren. Dit deedt hen vermoeden , 
dat piejn iets args m^t deze twee voor hadt, die hier van ge- 
wa^rfphouwd, terftond naar huis keerden. De Graav en Wol- 
rcRö begaven zig ook kort hier op, naar Delft ^ waarfchijnlijk 
mQt pogmerk om dQ twee ijveraars te doen vatten. Doch toen 
men vernam dat zij verti'okken waren, werdt 'er voor de 
Pdfp-he Wethouderfchap, over *t gcCchil gehandeld, niet zon- 
der veel hevigheid van wederzijden. De Baljuw Aloud boodt 
|ian , in een kampgevegt te willen treden , tegen elk die 't met 
de Schepens hield; doch die van Delft oirdeelden, dat men 
ÓQTfteden vporregten, aan den uitflag van een kampgevegt, niet 
ï)ehoorde te wagen; dit niet lukkende, .wendde men betover 
^en ander? boeg, Hein en Pauwels werden in 't ongelijk 
gefield > om dat zij den Grave niet hadden durven afwagten; 
u^en kieet dit voor wederfpannigheid uit, en nam het zo eu- 
vel, dat de Graav de ftad Dordrecht met zijne hoogde ongQnadq 
(dreigde, en verftoord naar 's Hage keerde. 

De Afgevaaidigden van Dordrecht wederom t'huis gekomeü 
xijnde, en verflag gedaan hebbende van 's Graven bedreigin- 
gen, nam men dezelven zo zeer ter harte, dat men befloot 
jjig in ilaat van tegenweer te Hellen, en men nam alle zoda-t 
jiige maatregelen bij der hand, die dienftig geoirdeeld wer<» 
den om zig tegens den Grave, of liever te^n Here Wolferd 
en de Baljuw Aloud, fterk te maken, 't Leedt ook nfet 
lang, of de ftad werdt belegerd; en Aloud, wien 't huis 
Kraaijejlein , te Slijdrecht boven Dordrecltt gelegen , aanbevo- 
len was, hadt den ftroom me^ paalwerk belemmerd. En© 
eukgle kogge onder zijn bevel ftaande, bij nagt ondernomen 
hebbende? de ft^d tQ nstdev^n, verwekte zo vpel opfchudding 

) on- 



ALPHEN* 



163 



onder de burgerije, dat elk te wapen liep, en zo wel te wa- 
ter als te lande , ter ftad uit , naar Kraaijejlein toog , het welk 
zij niet vermeesterden, maar egter verfcheidenc aan de zijde 
van Aloud deden fneuvelen. Wolferd hier van door Aloöd 
kennis gekregen hebbende, befloot deze, met den Grave naar 
Zeeland te vertrekken, en aldaar heirvaart tegen Dofdredtn te 
befchiijven. Hij ftelde zulks ook te werk , doch liet vervoe- 
ren d^s Graven was zo dra niet rugtbaar geworden , of alles 
geraaktC'-in 's'Hage op de been; men vervolgde en agtcrhaal- 
de hen ; en de Graav was ras te bewegen om te rug te keren , 
doch Wolferd die bij hem was moest zig gevangen geven, 
en werdt naar Delft gevoerd , en op *t Steenhuis gebragt In- 
tusfchen was de Delffche gemeente , die met enen bitteren 
haat tegens hem was ingenomen, op de been geraakt, en 
voor 't Steenimis faihen gefchoold; ook duurde het met lang, 
of 'er ging een kreet op: levert ons den Verrader ^ of wij fieken 
't Steenhuis in den brand. Die van binnen , 't ?ij zij zó wel als 
't volk , Wolferd's dood zogten , of gelijk zij voorgaven , 
voor 's volks woede bedugt waren, befloten hem onthamast, 
ter deure uit te (loten, daar hij voor de razeraij der verbit- 
terde menigte bloot gefield, in een' ogenblik door duizend 
wonden van 't leven werdt beroofd; dit viel voor op den 
I Augustus 1299, en Baljuw Aloud trof eerlang het zelvde 
lot. Die van Dordrecht namelijk, het omkomen van Heer 
Wolferd vernomen hebbende , trokken voor het huis Kraaijt" 
. ftein.y dat zig wel haast op genade en ongenade, overgeven 
moest. Aloud en enigen der zijnen , gevangelijk naar Dord- 
recht gevoerd wordende , werden door de gemeente , pas voor 
de ftads-poort, tot zes in getale, dood geflagen. — p. 
Balen, Befchr. van Dordrecht, bl. 7. 125. Wag., Fad. Hifi. 
III. D. bl. 115. 124--127. 

•ALPHEN, is de naam van een aanzienlijk geflagt, dat in 
oude tijden , zo in Braband en Gelderland als wel inzonde±eid 
in Holland, is bekend geweest; zulks wordt niet alleen door de 
oude.Gefchiedboeken en Kronijken bewezen, maar ook door 
és originele Charters en Brieven^ van de Hertogen en Graven 

L 2 dier 



' 4 



fH ALTHEN. (ABRAHAM va») (DAMAS) (DANIEL) 

« 

dior Landen uitgageven , en in derzelver Staatsregistew op^ 
tekend. En doordien 'er neg velqn van dit aanzienlijk geflagt 
iu wczQn zgn, zullen wij van de voornaamften derzelven, die 
enige aanmerking verdienen, ene alphabetifche befchrij ving aan 
onz^ lezers mededelen. Men vindt bij J. Kok , Faderl. Wbor- 
denh^k , een volledige genealpgifche befchrijving van dit gant- 
fche geflagt, waar van de* onbetwistbare egtheid wordt be-. 
wpcrd, 

ALPHEN (ABRAHAM van) , is geweest Raad in de Vroed- 
f9hap, vervolgens Schepen, daar na Burgemeester en ook 
Hoofdsofficier der ftad Leijden; hij iö getrouwd geweest met 
zijn volle nigt Maria van Albhen; en ftierf den 27 o6tober 
1721, zonder kinderen na te laten, 

ALPHEN (CORSTL\AN vak) , vindt men reeds fn *s Iand« 
Gefchiedboeken , op den jare 1430 van , vermeld ; zijnde ge- 
trouwd geweest met Lutgard van Swieten, bij wicn hij een 
zoon heeft geteeld. 

ALPHEN (PAMAS van), vader van Corstiaan, hadt 
ten wijve Jac^uelina van Mqntfoort. . Men vindt al voor 
pn in den jare 1420 in *s lands Kronijjcen van hem gemeld, 
als behorende tot de Hoeksgezinden; en is ook in genoemde 
jaar, bij d^n aanvang der tegen de Kabbeljauwsgezinden onder- 
pomene vijandelijkheden, in dq bloei zijnes levens gefneuveld, 
palatendc twee zonen. 

ALPH?N (DANIEL van) , was een der 56 Holkmdfe Ede- 
len^ welke benevens de Gedeputeerden der (leden op den 21. 
julij 1468, Karel van Boxjrgondien, als Graav van Holland ^ 
in ^i Hage ontvangen en gehuldigd hebben ; ook vindt meix 
hem vqrmeld als Meesterknaap der Houtvesterij van Holland^ 
in de jaren 1468 en 1489* Hij hadt tot huisvrouwe Adel- 
heide VAN Swieten, bij wien hij drie zonen* heeft verwekt. 

ALPHEN (DANIEL van) , is eerst geweest Secretaris van 

den Banne van Stompwijk, Wilsveen', Tèdingerhroek en den 'Leijd'- 

fendam; daar na Secretaris van de Weeskamer te Leijden^ 

' vervolgens Raad in de Vroedfchap, 'wijders Schepen en ten 

laat- 



ALPHEN. (DANIEU va») t6S 

Uatften Burgemeester van die ftad* Tweemalen i« WjJ ft** 
tïouwd ; zijnde zijn eerfte vrouwe geweest > KobuselIa VAN, 
Syp, en de tweede Tanneke Derramoüt. By zijn overljjdöü 
*t welk op den 31 julij 1673 voorviel, heeft hq drie zooiU 
nagelaten; 

ALPHEN (DANIËL van) , is geweest ttaai in de V"roéi» 
fchap, vervolgens Schepen en daar na Èurgetneestèr Aèt fida 
Leijden, en teffens Ontvinger van de gemene Landsfliiddölen 
over Leijden en RMjfüand, Hj hadt ten vrouu^> MariA VAi< 
Hoogeveen; is op dèn ii oftober 1692 ovelrleden, nalatende 
Vijt* zoons. 

ALPHEN (ÖANIÉL van),' heeft opyolgelijk dè drie waif- 

digheien van Raad in de Vroedfchap, Schepen en Burgettlê^ 

ter dér fted Leijikn met zeer veel roéitl bekleed. Hij frOüW* 

de zijne higte GÉERrkuirD a^an bEA MAAksckEr^ogtef déf 

Griffier van de ftèd L'eijdeh\ bij wién hij Vijf zonen gewiöiU 

Hij was een geleerd maH, èrvarön niet allèön In-die griekfe eii 

latijnfe talen, maar 'ook in dèrzel vet oudheden e!n gefchièdö^ 

jiisfcn, als mede die van andere volkeren; 'daar bij éön gfööt 

regtsgeleérde zó wel in het Rmeinfe als Vadètlandfe vik|' en 

voegde bij zijn ongemene kunde in dè oude en latere gefcliie» 

denisfen dezer Landen, en in de wettige voorregten en ge* 

regtigheden des- vrijen volks en der Heden , ook ene uitmuti* 

tende vrijheids- en vaderlandsliefde, gepaard met een fijn én 

fchrander oirdeel, minzame nederigheid 3 en vriendelijke de& 

• tigheid; zo dat hij onder de niet weinige fieraden der Magi* 

ftraatsperfopen , op welke de ftad Leijden (leeds heeft mogen 

roemen , te regt mag worden geteld* Niet zeldzaam heeft hi} 

ook de regten des volles, des gehelen vaderlands, en die in 

't bijzonder van de Had Leijden , gedurende den tijd van Sa ja» 

len, in de welken hij is geweest lid der Vroedfchap van die 

ftad , manmoedig en met klem van redenen , tegen allen on* 

wettigen aanval, zo bij monde als bij gefchriftc verdedigd; 

waarom ook de Regering dier ftad hem in den jare 1706, teen 

hij met de waardigheid van Prefident-Schejpen was bekleei, 

L 3 ten 



166 ALPHEN. (DANIEL vak) 

ten blijke van hare erkentenis , voor zijne der fhd bewe;Be« 
ne uitnemende dienilen , heeft vereerd met een bijzonder ge« 
fchenk, zijnde een zilver vergulde Pocaal met zijn dekzel, 
fraai gewerkt en pronkende met bet ^gekroonde wapenfchild 
der ftad, ten wederzijden gehouden wordende door twee (taan- 
de leeuwen, nevens een gelijke zilver-vergulde Soucoupe, 
waar op geplaatst is deze volgende infcriptie : 

Do. D. V. Alphen, D. F. 
Qui populi leges 9 ^(^ jura tuere SenatuSy 

Dum fluit ingefiua pagina fcripta manu , 
Munera tu Batavay judex licet, accipe dextra^ 
. Qu(B dedit Ju£c, dedit plus tua L^ijda, tibu 

Welk digtftukje, op last der ten dien tijde regerende Burger 
meesteren dier. ftad, door hunnen Secretaris, Mr, Johan van 
Groenendyk is vervaardigd; en wordt dit ^efcheok nog ten 
huldigen dage, als een waardig en dierbaar Monumentum Fa- 
ndlia, onder dezes braven Mans nakomelingen zorgvuldig 
bewaard. Hij ftierf te Leijdcn in het Ssfte jaar^ zijn> oud^r- 
doms, op den lo julij I733v 

ALPHEN (DANIEL van), is Raad in de Vroedfchap, ver- 
volgens Schepen, en daar na Burgemeester.,^ der .ftad Ledden 
geweest, alwaar hij ook tweemaal de ^.ieijoüJlge.cQmmisfle van 
Hoofd-Officier heeft bekleed ; hy hadt ten'.vrouwte Geertruid 
Trigland, en ftierf zoi^i^r .mannelijk oir na 'te laten, den 
21 junij 1711, in den oudeidom van 73 javen. 

ALPHEN (DANIEL van) , \s geweest Secretaris* der Vier- 
fchaar van de Hogefchool tG\Le^'deny en tevens Ontvanger van 
den reëlen honderdften penning, vervolgens Secretaris van de 
Rekenkamer, en daar ria Griffier dier ftkd. Hij huwde met 
Sara van Banchem, die hem vier zonen heeft gefchonken, 
waar van 'er nog twee in leven waren, toen hij op den 
25 april 1727 overleed. = 

ALPHEN (DANIEL van), Griffier der ftad Leijden^ is ge- 
boacen den 7 november 171 3, en getrouwd dcii 19 november 
1742, met Eleónora Bonbnfant, geboren* den 24 maait 

1721. 



ALfHEN. (DANIËL VAir) ^AÉ) t«| 

i72i. In 't jaar 1734 > wèrdt tój ètóg^fleld tot 6bBffiisf«ié 
Van de Huweüjkszakcn der ftad Leyden; in 174!) tot ftaSld 
m de Vroedfchap; in 1747 > tot Weesmeester* éii in t'?48* 
tot Schepen van dèzölvde ftad; in 't jaar 1745, aflkndtioért- 
de van zijn Raads- en Schepens-plaats ^ Werdt hij tot Grtf8èif 
dier ftad aangefteld; van welken dienst hij égtèr, bp z^n Vte* 
zoek , bij refolutie der grote Vroedfchap op den $ boVétübW 
l778,-behou3ei?s den eertijtelj Is ontflagén. Hy is fcén thoit 
van grote kundigheid en onyermoeiden ürbeicl geweest^ 
lid van verfcheidene geleerde Genootfchappöni Onder andd* 
ren, is hij fchrijver van de verhandeling tot tytel voeröndUi 
3|et rcctjc Der <@bcrf)etieti omtrent Sterheltjhe b^tmnum^ ook 
heeft hij de !©cfcö?i)bin9 btt ^tab %tijtm/ l^aar van heC 
iftc deel uit de onvermoeide hand> vati den Heer Fraws vaN 
Mieris in 1762 te voorfchijn kwam, en de uitgave van hdC 
2de deel geheel 'agterbleef, vermits Mieris hetzelve nog nieC 
hebbende afgewerkt, in het volgende jaar overleed, verdpr 
voltooid, en *er vervolgens in 1784 nog een 3de deel bijge- 
voegd, waar in vele aanmerkelijke bijzonderheden wordert 
gevonden. Hij overleed a,an Je gevolgen enör beroerte, don 
16 julij 1797, in den ouderdom van ruim 83 jaien, geene kin» 
deren bij zijne huisvrouw nalatende* 

ALPHEN (DANIEL van), is geweest Kommis tör Secre* 
tarije van tiolland in *s Hoge , en aldaar getrouwd met MariA 
Magtilda Selhoff; hij overleed op den 18 maart 1760, 
twee zoons nalatende. 

ALPHEN (DIRK van) , is ongehuwd geftorveri , behoorde 
in 1423 onder de welgeboren Mannen vèn Lisfe^ ingevolge 
de daar van nog voor handen zijnde bcfcheiden, van den 15 
xneij des gezegden jaars; 

ALPHEN (DIRK van) j dfe te ÏAijden heeft gewoond , en 
aldaar getrouwd is met 'Anna PaiDSe, heeft bij haar nagela* 
ten een' zoon, insgelijks Dirk genaamd, welke is geweest 
Veertig Raad der ftad teijden van 1481 tot liói; me&malcn 
heeft hij ook aldaar het Schepensambt bediend^ en 18 in 150X 
kinderloos in gemelde ftad overleden» 

L 4 AL» 



i(J8 ALPHEN. (DIRK vak) . (EIJBERT) (FLORIS) 

ALPHEN (DIRK van), die in de 15de eeuw leefde, ft 
een boefemvriend ^weest van Heer Reinoud van Bredero- 
DE , die in 1473 ^ïerf. Hij heeft ter vrouwe gehadt Jolanda 
TEN Nortich; en is hij de noodlottige burgerkrijg en beroer- 
tens, die het Land tot op derzelver grondzuilen deed daveren , 
benevens enige andere Edelen, te Vianen in 1477 in hegtenis 
gpraakt, zijnde enige jaren daar na in de gevangenis gellor- 
ven, enen zoon nalatende. 

ALPHEN (DIRK van), is gedurende 20 Jaren lang, ge- 
weest Hoofdman of Kapitein van de fchutterij te Leijdm, be- 
nevens Schout van den Banne van Stompmjky Wilsveen^ Tedin- 
gerbroek en den Leydfetidam^ hij is op den^ia november 1701 , 
ongehuwd overleden. 

ALPHEN (ELBERT van), die zonder mannelijk oir over-^ 
leedt, is geweest Vrijheer van Hoenpell en Geheimraad van 
Arnold van Egmond, Hertpg van G^/fff en Gulik^ Graav van 
ZutpJterii zo als blijkt uit een' brief van den 3 maart 1443. 

ALPHEN (FLORIS van) , was in dienst van Graav Wil- 
lem DEN IV, en fneuvelde benevens vele andere Edelen en 
den Graav zelve , wanneer deze met een, aanzienlijk leger in 
feptembcr 1345, nabij Staveren in Friesland was geland, en 
zijn leger, door de Friezen geheel en al wierdt verflagen en to- 
taal geruïneerd. 

ALPHEN (FLORIS van) , zoon van den vorigen , was in 
het jaar 1363 Hoogheemraad van Rhijnland. Hij moet in of 
nabij Leijden gewoond hebben, naardien de burgers van die 
ftad, wanneer in 1381 tusfchen enige Hollandfe Edelen gefchil 
was ontdaan., onder hunnen banier zijnde opgetrokken, het 
huis van dezen Floris pN Alphen hebben beftormd , om in 
hetzelve enige Edelen, waar onder ook Dirk van Alphen 
neef van Floris , dewelken zij meenden zig aldaar te hebben 
verborgen, op te zoeken en uit het huis te halen, ten einde 
dezelven aan hunne woede op te offeren. 

ALPHEN (FRANS van) , werdt geboren den 9 maart 171 8 ; 
is geweest een voornaam Koopman te Frankfort aan den Main, 

al- 



ALPHEN; (GERRIT van; (HENDRIK) 169 

^waar hjj in januarij 1746 trouwde , met Katharina Sophia 

* ■ • 

GouTARD, bij dewelke hij geen kroost heeft geteeld, en ia, 
dus kinderloos, in 1770 overleden. 

ALPHEN (GERRIT van) , wtó eerst Secretaris van de 
Rekenkamer, en vervolgens Griffier der ftad Leijdm; is ge- 
trouwd geweest met Maria van Dorp,, bij. dewelke hij drie 
zonen heeft verwekt, waar van 'er twee 5 beide Kornelis ge-, 
uaamd, in hunne eerfte jeugd zijn overleden. De derde die 
bij zijn flerven, 't welk in het jaar 1655 voorviel, overbleef,; 
was Abraham geheten ; en deze is geweest Raad in de Vroed- . 
fchap te Leijfien, vervolgens Schepen, daar na Burgemeester 
en ook Hoofid-Oflicier van die ftad; hij is getrouwd geweest 
met zijne volle nigte Maria van Alphen , en is geftorven deu, 
27 oélober 1721, zonder kinderen na te laten. 

ALÏPHËN (GERRIT van) , is geweest Schout van Zoeters 
yvoude; en op den 24 november 1769, ongehuwd te Leijden 

overleden. 

AI^PHEN (HENDRIK van) , werdt geboren den 21 april 
1708; heeft ,te Amjleldam koophandel gedreven, en \s aldaac 
getix)uwd met Margaretha Korwelia van Pjeterson, waar 
bij hij drie zonen heeft verwekt, van dewelke tw^o, in hun 
eerfte )'eugd zijn geftorven, en de derde Johan van AlpheU 
genaamd, thans nog in leven is. 

ALPHEN (HENDRIK SIMONS van) , werdt geboren dett 
27 december 1671, en is geweest ee# voornaam koopman ini 
zijne vaderftad HanaUy ook Raad en Burgemeester aldaar; 
benevens Kollonel van de Burgerij, 't welk een adrizïenlijké 
post is in die ftad. Hij is t^veemalen getrouwd geweest; eer^ 
met Süsanna van Asten, welke hem, vijf zonen heeft ^èi 
baard , doch van de laatfte in het kraambedde ftierf , en allé 
. deze vijf kinderen maar kortftondig na hunne geboorte heb- 
ben geleefd. Op den 30 junij 1707, hertrouwde hij met 
Sa'ïa Jacoba van de Wall, ene dogter van Hendrik Van 
M Waw., Raad en Burgemeester van HanaUy die hem zcveti 

L 5 zo- 



jr?o ALPHÉN. (HERMAN VAN) <H1ER0NYMÜS> 

fcónen' baarde, wair van nog zes' bij zijn overlijden, 't weÜI 
öp den 12 febniarij 1-740 voorviel , in leven waren. 

ALPHEN (HERMAN van), werdt geboren den aa jiilij 
1712. Hij isgé^eést Predikant, eerst te Ottoland en Neder- 
blokland^ dajür na te Asperm y vervolgens te Monffoort, en 
^aatftelijk Hoogleraar in de Godgeleerdheid enz. te Hanati, Op 
den a8 oftober 1748, is hij getrouwd met Maria van Mvs- 
SCHEN3ROÉIC, dogtör van den beroemden Leijdfen Hoogleraar 
PiETEii Van Müsschênbroek , bij wien hij maar een zoon, 
Hendrik genaamd, heeft verwekt ; doch deze is in zijn teder- 
ile jeiigd reeds overleden. Men heeft van hem éne ontleden- 
de verklaring over Spreuken VUL Hij ftierf den 25 january 
J767 te Hojiauy zonder mannelijk oir na te laten. 

ALPHEN (HIERONYMUS van), werdt geboren den 9 
jheij 1700; en is geweest een getrouwden veel geacht Ei^an- 
geliedienaar te Nieww-Loosdncht ^ vervolgens te Leewwarden en 
laatflelijk te Amfieldam. Gedurende zijn verblijf te Leeumtuenl 
trouwde hij met Judith Anna Huber, ene klcindogtcr van 
den groten Rechtsgeleerden Ulricus Huber; doch heeft gees 
ue kinderen bij hajtr' verwekt. Beha! ven ene latijrfe verhan- 
deling, de Terra Chadrach c*? Damasco, heeft hij nog ene &ct^ 
fcfamiB ober JBftatrfi. XXIV en XXV. door den druk gemeen 
gemaakt, in dewelke 's Mans oirdeelkundige geleerdheid alle- 
zins dooiftraalt. Waaifchijnlijk zou hij nog meerder vrjiigten 
yan zijnen vlijt ten ni^fte der Christen Kerk hebben voortgè- 
bragt, indien hij niet gedurende enigs jaren voor zijnen dood, 
yraxe bezogt geworden met zware ziekten en ongemakken, 
en daar uit gevolgde lammigheid en velerhande het lighaam 
en- den geest verterende kwalen, waar aan hij een geruimen 
"tijd heeft gekwijnd, tot dat eindelijk de dood van zijn. ellen- 
dig aardfche leven op den 20 april 1758 een einde maakte,' 
fn hein in de gewesten der zaligheid overvoerde. 

ALPHEN (HIERONYMUS VAN), werdt geboren den 8 
jiilij 1714 in de ftad Hanau^ alwaar hij koophandel dreef; en 

op 



/ 



ALPHEN. (HIERONYMUS SÜVIONS Vaii) 17^ 

op den 20 november 1738 öiet Susakiïa van der Lahm. 

trouwde, waar bij hij drie zoons verwekte, doch die allo 
voor hem Jdnder loos zijn geflorven; hij is dus,. zonder man- 
nelijk oh: na te laten , in het jaar 1777 te Hanau overleden^ 

ALPHEN (HIERONYMUS SIMONS van) , werdt te Keu- 
Jen in 1595 geboren, en is te Hanau een braaf en 'zeer geachj 
Koopman geweest, hij trouwde met Ida Courhase, geboortig 
van JVorms^ bij wien hij twee zonen heeft verwekt; en ftierf 
Ij Hanau o^ den 26 november 1641. 

ALPHEN (HIERONYMUS SIMONS van) , zoon van den 
voorgaanden, is den 17 junij 1632 te Hanau geboren, en heeft 
aldaar ook zijne vaders voetllappqn drukkende , met veel ijver 
jcn braafheid koophandel gedreven. Hij huwde met Kathat 
niNA VAN DER. Cruyce, gcfproteu uit een in F^aanderm aan- 
zienlijk geflagt, en.oyerleed den 15 feptember 1692, nalaten- 
de drie zonen, bij zijne genoemde huisvrouwe verwekt. 

• ALPHEN (HIERONYMUS SIMONS van), werdt te Ha- 
nau geboren, op den 23 meij 1665. Hij is geweest een zeer 
waardig Èuangeliecjienaai-, eerst ,op het vermaiceljgfce dorp 
Warmond nabij Leijdmgde^nj vervolgens te Zutphen, en hier 
jïR tQ- A^Jleldam , van was^ i^j tot Hoogleraar . in de Godge- 
Jperdheid aan UtrecUs JJogefchool wierdt bevorderd ; aan dp» 
welke hij ook, zo door zijne grote geleerdheid, als voorti-eff^ 
lijke gaven en uitniuntende deugden , geen geringe luister heeft 
bijgezet. Hij heeft drie vrouwen gehadt, dien hij alle over- 
leefd heeft. De eerfte was Judith van der Maarsche , ene 
nigte Van hem, welke hij op den 19 meij 169.6 in het kraam* 
bedde verloor , flervende ook teffens het kind kort na de ge- 
boorte; hier op huwde hij voor de tweedemaal den 18 maart 
1698) met Martina Bh.er, die hem vier zonen baai-de, waar . 
van twee hem hebben overleefd ; étzQ vrouw verloor hi] op 
het alleronverwagtfte, want met haar op de x^ rugreize van 
zijn vaderflad Hanau ^ daar hij zijn enigflen broeder en,verderp 
familie*was gaan bezoeken, reeds tot Keulen gevorderd zijnde^ 
is^ie;-dt zij aldaar door ene fchielijke dood w^erukt, ^op 



172 ALPIIÈN. (JA^J VAN) 

den lo feptember 171 9. Tot zijn derde vrouw nam hij in 
het Jaar 1721 , Kornelia van der Toot, weduwe van den 
Heer Caspar van Royen, in Jeven Vroedfehap en Burge- 
meester der ftad UtrecJfpj welke hem na een negenjarige egt- 
verbindtenis, insgelijks door den dood op den 9 augustus 1730 
werdt ontrukt. Na dit voor hem zo treurig voorval , leefde 
hij nog ruim twaalf jaren ongehuwd, en ontfliep als toen zag* 
telijk te Utrecht op den 7 november 1742, in het 78fle Jaar 
zijnes ouderdoms. De Hoogleraar Arn. Drakekborch heefc 
ene Oratio f unebris over hem uitgefproken , die ook in druk 
uitgaat; en waar in onze van Alphen wordt gefchetat , als 
een man van ware godsvrugt, treffelijke hoeianigheden, fchraö- 
der oirdeel, grote geleerdheid, en in een woord verfiert möt 
alle christelijke dei'gden. Veelvuldig zijn de Werken, dien 
hij heeft gefchrevsn en door den druk gemeen gemaakt ; men 
-vindt 'er ene lijst van in J. Kok, Vad. Woordenh. II. D. bF* 
704 en 705. — — Nova a&a Erudit. 1744. ^<?^. p. 54^64. 
fcf Maniiy Parte II. p. 152-160. C. Saxi, Onmast. literar* 
Pars VL p. 261. 6? ^ml. 679* • 

ALPHEN QAN van), vindt men var^ aangetekend, dathfj 
in het jaar 1405 en vervolgens, Hertog Willem van Beye-»' 
HEN , in den oorlog tegens Jan van Arkel heeft gediend. Hij 
is gehuwd geweest aan Lysbeth van Teylinoen, en heeft 
2es zonen nagelaten. 

ALPHEN (JAN vai^), heeft in *t jaar 1482 Hertog Maxi- 
MiLiAAN VAN OosTENRYK, als Kapitein aan de Vaaii tegenS 
die van Utrecht gediend. Hij is getrouwd geweest met JosinA 
VAN NWELT, en in den jare 1485 in 's Hage gevangen ge- 
houden wordende. Zonder mannelijk lOir na té laten, ifi den 
kerker overleden. , 

ALPHEN (JAN vaN) , is gebrouwd geweest met Geertruiö 
'Buis, heeft te Leijden gewoond, en is na den zo hoog gevor- 
derden ouderdom van circa ico jaren bereikt te hebben, irt 
I678 in- die ftad overleden, nalatende v^f zonen. 

ALPHEN (JAN vAiy) , een zoon van den bovenftaandcn , 

is 



4 



ALPHEN. (JAN van) QAN DANIEL) 173 

ts geweest Opperkoopman in dienst van de Oostindifihe Com- 
pagnie op Amboim ; hij hadt tot vrouw^ Eva Greveraets , tu 
heeft bij zijn overlijden een zoon nagelaten. 

ALPHEN (JAN van), een zoon van den laatllen, is ge- 
weest Solliciteur Militair in 's Hag^ , en getrouwd met Eli- 
ZABETH TEN Hain; en heeft bij zijn overlijden, dat in oébo* 
ber 1684 voorviel, den volgenden zoon nagelaten. 

ALPHEN (JAN van) , is even als zijn' vader geweest Sol- 
liciteur Militair in 's HagCy en heeft bij zijn eerfte vrouw 
Adrtana Petronella Bollandt, drie zonen gedeeld; en bij 
zijne tweede vrouw Maria van der Haar , een zoon-, hij 
flierf op den 14 april 1759 te Leijdm^ in den ouderdom vaa 
83 jaren. 

ALPHEN (JAN van) , deze \s getrouwd geweest met Aw- 
K\ SwANEVELT, wcduwp van Mr. Cqrneli^ van der Meer. 
Hij was Hoofdman of Kapitein var> de Schutterij der ftad 
Lr,] den , alwaar hij in het jaar 1680 , Kinderloos is overle- 
den. 

ALPHEN (JAN van) , is geweest eeii zeer kundig en ge- 
acht Regtsgeleerde , en praktiferend Advokaat voor de Hoven 
van Juflitie in Holland. Hij trouwde in *x Hage^ alwaar hij 
zijne woonplaats hadt gevestigd, met Wilhelmina Bort, 
oudfte dogter van den beroemden Regtsgel eerden Mr. Pieter 
Bort, wiens Werken bijeen verzameld, hij in het jaar i6'8l 
in een Deel in folio heeft uitgegeven; en die door onz« 
VAN Alphen verrijkt is, met een nauwkeurig uitgewerkte, 
geleerde, en in allen opzigte ware en zuivere vrijheids- ^n va- 
derlandslievende voorrede. Hij overleed 'm V Hage^ den é 
maart 1709, nalatende twee zonen. 

ALPHEN (JAN DANIEL van) , is geweest Klerk ter Fu 
. nantie \2Ln Holland; en overleed in *s Hage^ ponder gehuwd 
geweest te zijn, den 28 junij 1775. 

* ALPHEN (JOHAN van), wcrdt geboren den 24 maart 
Ï71Ó; en is geweest Raad in de ' Vroedfchap en Schepen der. 

«a4 



/ 



/ 



,r 



Ï74 (ALPHEN. (JPHANNES vak) (KORN.) (NIKL.) 

fhd Gouda. Op den 19 oftober 1745, trouwde hij met zijjio 
ïM'gte WILHELMINA LuciA VAW Alphen, bij wicn hij drie 
zonen verwekte, waar van de beide jongften vroegtijdig zijn 
overleden, doch de oudfle Hieronymus van Alphen, zo wij 
niet beter weten thans nog in leven is , en de post van Pro- 
' iureur-Generaal bij den Hove van UtrecU bpkleed. Hij ftierf 
den 17 janiiarjj 1750. . / . 

ALPHEN OOHANNES van) , h Kommis geweest van de 
gemene Landsmiddelen over Leijdefi en Rhijnland. Hij trouw» 
de met Katharina Crommeun; en is te Leijden in 't jaar 
1655, z^r onverwagt aaneen hete koorts overleden, nala- 
tende een* zoon. . 

ALPHEN O&ORNELIS van) , is getrouwd geweest met 
JoHANNA Manaart, heeft enigen tijd té Bremen, vervolgen^ 
te Keulen , naderhand te Frankfort aan den Main , en laatllelijk 
zijn vaste woonplaats te Hanau genomen, alwaar hij in 1632,, 
in den gevorderden oüderdpm van bijna 84 jaren is overleden , 
jnalatende twee zoons. 

ALPHEN (NIKLAAS van), wtrdt geboren den 21 me^ 
1716, en trouwde den 23 o^ober 1753 met Johanna Bonen- 
fANT, geboren den 30 december 1725. Hij werdt in 1748 
aangpfteld tot Regent van het Weeshuis te Leijden^ in 1749 
verkoren tot Raad in de Vroedfchap ; in 1757 tot Schepen, 
en vervolgens in 1767 tot Burgemeester; ook heeft hij twee- 
malen de driejarige bediening van Hoofd-Officier in die ftad 
waargenomen. Het was op den 12 januarij 1784, dat lig zon- 
der kinderen bij zijne huisvrouw te hebben verwekt, zeer 
fchielijk in een moment des tijds, dóór den dood wierdt weg- 
gerukt. 

ALPHEN (PAULUS van) , heeft te Leijden gewoond , en 
!s aldaar getrouwd met Maru Constant, welke te famen 
geen kinderen hebben geteeld , zijnde ook beide aldaar ge- 
llorven. 

ALPHEN fPIETER van), 'een voornaam Koopman te Jns^ 
JlHdamj trouwde aldaar met SA94 MARiii van d& Capelle, 



ALPHEt^. (PIETER SIM0NSZOOï<ï van) ,,5 

tij welke hij vijf zonpn verwekte , waar van drie vrccgtijdig 
jrijn overleden. Hij ftierf den 6 feptember 1773, in liet 8ifte 
jaar ?ijnes ouderdoms, nalatende tw^e zonen. Dakiel en 
Abraham van Alphiïn, 

ALPHEN (PIETES SIMONSZOON Van), is een niet 
onaanzienlijk Koopman te ontwerpen geweest; hij was te Ken,' 
len geboren , en hadt daar reeds met zijn* vader Simon enigen 
handej gedreven; dan vermids hij begreep, dat tot het uitbrei-^ 
den daar van , zig veel beter gelegenheid te Antwerpen voor- 
deed , welke plaats in die dagen de voornaamfte koopftad der 
Nederlanden was, vestigde iiij zig met 'er woon te Antwerpen^ 
in welke aanzienlijke ftad , ook geen onvoordelige handel , ge- 
durende verfcheidene jaren door hem werdt gedreven ; en zulk* 
ter tijd toe, dat hij in november 1576, wanneer het muitende 
Spaan/e krijgsvolk die flad hadt bemagtigd , en aldaar met ro- 
ven , moorden en branden , de allerverfchrikkelijkfle verwoesy 
ting aanrigtte, zig ook door de roofzieke klauwen der woe* 
dende foldaten, van alle zijne bezittingen zag ontzet, zo daC 
hem genoegzaam niets 'zijnde overgebleven , dan zijn eerlijk en 
deugdzaam hart, hij met zijne huis vrouwe Anna Hauwaert, 
benevens twee zonen , die zij hem hadt gebaard, de wijk naar 
Holland heeft genomen , en zig met 'er woon naar Leijdeni be- 
geven; alwaar vervolgens zijne vrouw is geftorven en begra- 
ven ; na hare dood ging hij te Rotterdam wonen , en is aldaar 
in enen zeer hogen ouderdom geftorven. 

ALPHEN (SIMON van) , woonde in de i6de eeuw te 
Keulen^ en dreef aldaar enige koophandel; hij trouwde met 
Katharina Metschaerdt, die hem een zoon baarde, doch 
.welke geboorte haar het leven koste. 

\ ALPHEN (SIMON van) , is getrouwd geweest met ElisA- 
EETH Manaart, twcede dogter van Hieronymus Manaart» 
een zeer geacht Koopman te Antwerpen^ Hij heefc gewoond en 
koophandel gedreven te Leijden , en is ook aldaar op den 10 
junij 1592 overleden, nalatende twee zonen. 

. ALPHEN (SIMON van) , is geweest Veertig in ilade det 

ftaJ 



^ 



17Ö Alphen. (Simon van; alpiien. (willem van) 

ftad LeijJeny midsgaders Ontvanger van de Gemene Lands- 
middelen over Leijden en RJdjtüand. Hij heeft twee vrouwen 
gehadt, de eerde was Susanna van Geulen, die hem een 
zoon baarde , doch hare verlosfing met de dood moest boeten ; 
uit de tweede Magdelena de Hertog van Orsmael , heeft 
hij nog vier zoons bekomen ; en is geflorven op den 23 o&or 
ber 1669. 

ALPHEN (SIMON van), fs eerst geweest Secretaris van 
Zoeterwoude , en daar na van de Weeskamer te Leijdmy van 
welke bediening hij om zijne hoge jaren, in 1733 afftand" 
deedt; hij trouwde met Anna de Moor, bij wicn hij een* 
zoon heeft verwekt Daniel genaamd, en hij ftierf op den 12 
november 1736, in den hoog gevorderden ouderdom van ruim 
82 jaren. 

ALPHEN (SIM<^^ SIMONSZOON van), is in 1593 te 
Keiden geboren; «" trouwde voor de eerflemaal met Susanna 
Boek, bij \vicn hij drie zonen gewon. Zijne tweede vrouw 
was Ei-izA^^^^' NozEMANs , welkers fchoot hem gQcn manne- 
liik oir veifchaf te,- deze G\erlcdcn zijnde, trouwde hij voor de 
^idemaal met Elizabeth Rhodin, bij wien hij geen kindq- 
jen heeft verwekt, en die hem enige jaren heeft overleeft 
jjij is gedurende "het tijdvak van 32 jaren Raad der ftad Hajiau 
geweest, en overleed aldaar in het 8ofte jaar zijn*s levens; 
alleen nalatende zijn eerstgeboren zoon, Kqrnelis Simons 
van Alpiien, die geweest is Raad en Burgemeester der ftad 
HanaUy getrouwd mst Maria Graauw, en wijders aldaar ia 
den ouderdom van 70 jaren kinderloos ftierf. 

ALPHEN (WILLEM van). Ridder, wordt in ene oude 
tot nog toe ongedrukte Hollandje Krmijk, op het jaar 1473, 
met roem van gefproken; hij is getrouwd geweest met Sy- 
BiLLA VAN Vliet, en ftierf in 1494, zonder mannelijk oir 
na te laten. ' 

ALPHEN (WILLEM van), geboren te Leijdefi in 1608, 
i^ierdt den 20 feptembcr 1631 nog maar 23 jaren oud zijnde. 

Se- 



ALPIIEN. (WILL. BAR. van) AL^TEDIÜS. X77 






Secretaris van het Hof van Holland in *j Ha^e, in plaats van 
Mr. PiETER Hoflandt; welk ambt hij gedurende een reeks 
Van 53 jaren met veel achting en. lof bediend hebbende, daar 
van op den 27 feptember 1684 afftand heeft gedaan, ten be- 
hoeve van zijnen fchoonzoon. Mr. Pieter van Hurk, die 
met zijne dogter Angela van Alphen was getrouwd. Kj 
heeft tAvee vrouwen geliadt , de eerfte Katrina Doublet, 
baarde hem een zoon , waar van zij in het kraambedde ftierf , 
en het kind ook kort daar aan overleedt ; de tweede Jldith 
' VAN Clevestein , bragt twee zonen ter wereld , waar van de 
oudfte Jan Arnold genaamd, op den 13 junij 1665 in een 
zeeflag tegens de Engelfcheiiy zijn jeugdige leven dat nog niet 
hoger dan tot 22 jaren geklommen was, roemrijk voor het va- 
derland opotTxirde. Hij (lierf zonder enig mannelijk oir 
na te laten, in junij 1691, in den ouderdom van bijna 83 ja- 
ren. Dat hij doorkundig en ervaren 'm de praktijk van reg» 
ten is geweest, bewijst zijn uitgegeven ^apc^aaji of ifofjmu^ 
licr-IDoch/ v/aar van ten minllcn zes drulUven geteld worden, 

zijnde de laatfle van het jaar 1720, in twee delen in 410. 

. 

ALPHEN (WILLEM BAREND van), trouwde met Pe- 
TRONELLA MoNTAUBAN, dogtcr van Mr. Niklaas JNIontau- 
BAN j Raad en Penüonaris der flad Rottei'dam , bij welke hq ; 
geen kinderen heeft verwekt. Hij is geweest Kollonel van de' 
Infanterije in dienst van den Staat der Verenigde Nederlanden, 
midsgaders lid van éQw Hogen Krijgsraad toen ter tijd in ^s Ha* 
ge hare *zittingen houdende; en overleedt in die hofplaats, 
den 26 junij 1782. ^ 

ALSTEDIUS (JOHAN HENDRIK), zag in het jaar 1588 
het eerfle levenslicht, hij was Hoogleeraar in de Godgeleerd- 
heid en Wijsbegeerte te Herhorn, en naderhand te u^lba Julice, 
alwaar hij ook in 1638 flierf, in» den ouderflom van 50 jaren. 
Hij werdt benevens Johan Bysterveld Hofprediker te Zie- 
' gen , in naam der Weuerauje en Nasfaufe Godgeleerden op de 
Dordrechtfe Kerkvergadering gezonden , alwaar hij benevens 
zijn ambtgenoot, op den 17 janiarij ^1619 > ^U de 34fl:e zitting- 
L Deel. M ont- 



I7t . ALSTEDIÜS. (JPHAN HENDRIK). 

cmtvafSgeo > en tuafchen die van dneve en Zwüzerhnd geplaat^^ 
werdt, Joh, Hales zegt in zijn 39fte brief, op dqa 29 janua-- 
t\^ aao DüDLV CarleVon gefchreven: „ In de avondfesfict 
fi wicrdt het polnt van de Ferwerping^ op ene fghoolfe en 
II geleerde wij?e verhandeld, door Alstedius, een van do 
II Profcsforen uit de Paltz; zijne redenen waren de bekwaam* 
,t (te van alle die gene, welke ik nog gehoord heb." Uit; 
fMidere fchrifton van dien t^d , is blijkbaar bekend , welk een 
hevig vooiilander hij was van de onweerjlaanbare Genade. In 
de 85^0 fesfie van gemelde lijnode, deedt hij zig op den zelv- 
den dag, op weihen de Remonftranten hunne verklaring van 
liet 9 , 4 en '5 artikel overgaven , doot een breedvoerig ver- 
toog, uitmunten, beftedende al zijn' vlijt om de gronden der 
CoJüromKemonJlranten y in de tien bewijsredenen op óe Haagje cm* 
ferentiê ingebragt, vast te maken, tegen allede tegenwerpin* 
gen der Remmjlranten ^ welke bij als een ware Dordfe vadqr,. 
gulhartig voor Pelagianen en Godslasteraars fcholdt; onder an*- 
deren zeggende: „ dat het woord 'wederjiaanhaar^ door men«» 
,9 fchcn was uitgevonden die een naam begeerden te maken.*" 
Alstedius is een onvermoeid fchrijv^er geweest, en een der 
vi'Ugtbaarfte pennen van de 1 7de eeuw ; het was ook' onmoog-» 
Hjk, dat hij aulk een groot aantal boeken uitgaf, zonder van 
een an^ler zijn' arbeid gebruik te maken ; maar hij bediendo 
•ér zig al te veelvuldig van , fchieef zonder de minde fchroom 
andeie fchrijvers letterlijk' uit, en raapte van alle kanten» 
Jan Himmelius, Luthersch Predikant en Hoogleraar in de 
Godgeleerdheid tejena^ is eep van zijne tegénfchriyvers ge-, 
weest, zijn werk is getijteld: Anti-Aljledius^ five examen Tim- 
hg%(£ falemkm Joannts Henrici Alstbdii. Hij heeft niet ve^ 
Ie menfchen overtuigd van de ftelling, dien hij in zijn Triuxn^ 
p}itis Biblkus heeft zoeken te bepalen : dat namelijk , in de Hi 
Schrift de beginzels en bouwftofFen, van alle konden en weten- 
fchappen moe ten gezogt worden, In 1627 gaf hij ene ver- 
handeling de mille Avnis in *t licht, waar in hij zegt, dat do 
Gelovigen met Christus iooo jaren op aarde zullen reg^en; 
waar na de opftanding van alle vleesch en het laatfte oirdeel 

zcu- 



ALSTEIN. (]. G. E.) ALTERAS. (LAUR. JAC.) JJ9 

aloude. . volj^n. Hij beuzelde, dat dit njk met het jaar 1694 
een aanvang zoude nemen; de ondervinding heeft ons zeer 
zeker doen zien, dat hij zig ten aanzien van het laatfte ver. 
gist heeft. F. G. Freytag, Adparatus litterar. Tom. 

III. p. 146. G. Krantziüs ad Conringium p. ipi. J. &L 
Gesneri, Proem, Ifagoges, Tom. I. p. 42. J. 28. ^rewii, A- 
nimadx. PJnL Part. X. p. 200. Jo. Fabricii, Hift. BibL Part. 
II. p. 205, 206. Part. IV. p. 84. C. Saxi, Onom. lüer. Par» 

IV. p. 212, 213. P. BAfLE, DiBionmre ed. de 1730. Tom» 
L p. 165, 166. Hales, Brieveriy bl. 117 en 231. 

ALSTEIN ÜOHAN GOZEWYN EBERHARD) , een Pre- 
dikants zoon, oefFende ook die lofFelijke bediening, eerst in 
Brandenburg y en naderhand te Amfteldam, alwaar hij in 171 9 
werdt beroepen in de plaats van C. Streso. Hij bekleedde 
die post tot op den 25 meij 1740, wanneer hij ftierf , nala- 
tende zijne weduwe Henrietta 'Charlotta Piieifferin, die 
haren man ruim 17 jaren overleefde, en op den 4 december 
1757 overleed in dfe armen van haar enigfte dogter. Onzen 
Alstein heeft de bekende Hieberen ban NEA^^)ER met ene 
©00|cclren en enige <J5c;anöcn verrijkt; ook vindt men van 
hem een aanprijzend Voorherigt voor P. Jansen's werk, getij- 
teld : «©e tjtilttKim ban <©ob^ soeöerticrenSeilï» ■ H. Croe- 

S£, Kerk* Reg, der Predikanten van Anjieldaun, 

ALTERAS (LAURENS JACOBUS) , Vice-iVdmiraal voor 
het Eollegie van Zeeland ^ diende in die hoedan iglieid op de 
vloot, welke m 't jaar 1607, onder bevel van den Hollandfen 
Admiraal Jacob van Heemskerk, in den vermaarden flag. 
voor Gibraltar , tegens de Spargaarden zulk ene roemrijke over- 
winning behaalde. Alteras voerde het fchip de Rode Leeuw 9 
en hij hadt last van den Admiraal , om den Vice-Admiraal der 
Spaan/en aan te tasten ; doch de wind hem belettende om den* 
zelven aan boord te kunnen komen , gebniikie hij zijne magt 
tegens een ander gedeelte van de vijandelijke vloot, fchoot 
twee Gallioenwi geheel reddeloos, en onti*amponeerde ver- 
fcheidene anderen. Intusfchen fneuvelde den dapperen Heems^ 

M 2 KERKf 



•X 



^«0 ALTHÜISEN. (JOHANNES) 

XER^, en Alteras wierdt door de Ithepelingen in deszelv» 
plaats (ot Admiraal aangefteld, en ging op die zijn fchip over, 
tia dat den kapitein Pieter Willemz. Verhoef in de hoeda- 
nigheid van Vice- Admiraal , op het zijne was geplaatst. Ver- 
\'olgcns maakten zij de behoorlijke fchikking , om den vijand 
alle mooglijke afbreuk te doen; het minder gedeelte der vloot 
geilde tot dien einde onder Verhoef, naai- de Flaawfe eilan-- 
ieii; doch Alteras ging met het ander fmaldeel, naar de 
kusten van Portugal^ daar hij met'geen gering voordeel kruis- 
te, ter tijd toe dat naar 't vaderland wierdt opontbodcn. 
*% Mansi- wel verdiende lof betrekkelijk de bovengemelde ge* 
l^eurtenis , vindt men herdagt in zekere Dedudti^ van de Staten 
van Zeeland^ nopens den rang der Vlag-officieren , in 1666 aan 
die van Holland tocg^zonc'en. Om de waarde der Zeuwft 
zeehelden tQ betogen , merkten de Staten aan , hoe Alteras 
^Is de twede van rang in de vloot, den gefneuvqlden Admiraal 
in 't opperbevel was opgevolgd, onder zijn bevel de aange- 
vangen onderneming op Gibraltqr benevens den zeeflag, lofFe-i 
IJJk volvoerd, en de vloot zegepralende in het vaderland hadc 
tp rug gcbragt. Oflthoon nu aan Alteras , door de vlotefin- 
gcn bcit opperbevel als Admiraal was opgedragen, fchijnt hij 
ijogth^ns geengn hogeren rang van den Staat verkregen te heb- 
ben, doordien men hem naderhand nog, als Vice- Admiraal ^ 
onder den fiollandfcJien Admiraal Swartenhond, tegens de 
Spaanfclien in de Middelandjche zetf heeft gezonden; bij welke 
gelegenheid hij, midden in 't gevegt, agter op de campanje 
ftaande , kloekmoedig ftrij.icnde , omtrent Kaap Molle, op den 
ró oftober 1622, uit het fchip van den Spaanfchen Schout bij» 
Nagt, met twee kogels zodanig werdt getroffen , d^t hij dood 

ter neder viel. E. v. Meteren , Nede^-l, Hift, fol. 564. 

P. DE la Rue, Heldk Zeeland ^ bl. 119, 120. Wag., Vod. 
Hifi. IX. D. bl. 253-255. 

ALTHÜISEN (JOHANNES) , is gel)oren te Ftanelier in 
1715- Na met veel ijver zijne ftudien in zijn vaderftad vol- 
bragt te hebben, wierdt hij in 1748 met alle lof Proponent, 
e^ in 1750 tot Predikant in de gecombineerde gemeentem 

van 



ALtÜ^G. (MSlLiüS) (DANIKL) (HENTDRiK) iH 

▼an Jouym en Bomwert; aangefleld; daar hij het werk c"^ 
Heren, met onvermoeide vlijt heefc verrigt, tot kort voor ayi? 
dood, welke op den 9 augustus 1763 voorviel § in den oudar*» 
dom van, 47 jaren en 8 maanden , tot grote droefheid yan ?iji>^ 
gemeente, weduwe en ouden vader van 84 jaren > welHe bij 
hem inwoonde* 

Althuisen is een man geweest die veel liefhebberi} vooï 
de (ludien hadt, daar bij een goed digter; die zig in3ondert 
held hadt toegelegd op de kennis van de oude Friese of h$w9 
landtaal. Van zijne ervarenheid hier in^ heeft hij meermalöi) 
doorflaande blijken getoond , en wel vooral door het uitgcveu 
van een werk onder de tijtel van ifriCöTcÖe ïïijmlenje/ Itiouto^ 
1755. in 4to.; hier vindt men in die oude landlaal alle dfi 
Pfalmen , welke door zijn voorganger Gysbbrt Japiks niet ?5i|iv 
berijmt, bci.evens neg andere digtftukken, alle 'm het fri^ff 
boers. ■■ Boekz,^ 1763. b. bl. 244. 

' ALTINÓ, IS dè naam van éen oud véritiaafd geflagt, oir» 
fpronkelijk uit het Landfchap Drenthe herkomfligj dat Vele bé- 
iroemde Mannen heeft voortgébragt; waar van wJj dé voor* 
haamflen hfei: laten volgen* 

ALTING (BASILIUS) ^ Raadsheer te Èmbden en AfgOaJIt 
bij de Staten ; hadt een zoon , Gerardus genaamd , die Hoof4-» 
rigter in Qastfrieslandwss; dez' liet mede een' zoon na^ na 
2lin grootvader Basiljus genaamd ; welke de waardighedeij 
van Agent bij de Stacen , en Ambtman van de Embder h^r* 
lijkheid groot en klein Borfim bekleedde; hij overleed in id2è 

ALTING (ÖANIEL) , ' was eerst Secretaris, eb daat na 
burgemeester 1te Embdeny Agen. bij de Staten en ondértèkenaaïf 
van ht^i Oosthuizer Verdrag in 1611 ; hij overleed in J.61B» 

ALTING (HENDRIK), derde zoon van den beroemd^ 
Menso Alting , geboren te Embden den 1 7 febrilarjj l $i%§ 
Van dö wieg af aan wierdt hij tot den Predikdienst voorbfh 
fchikt, een beroep daar zijn vader ook grotelijks in bfldt xiitgfit 
munt; hij wef4<ïuju8 vroeg ter fchoo) g^zojodefli Ia i6^t Ctt 

M J ^ iijoj 



ï82 ALTING. (HENDRIK) 

1603 onthield hij zig te Herbom, alwaar Kg zo veel ©pgang 
maakte ónder de beroemde Hoogleraars Pbcator, Martiwius 
en Zepperus, dat hij vrijheid bekwam, om onderwijs te geven 
in de Wijsbegeerte en Godgeleerdheid. Hij llondt op de 
fprong om naar Zmtzerland en Frankrijk te reizen , toen hij tot 
leermeester van drie jonge Graven wierdt aangeftcid , die be- 
nevens den Keurprins van de Pdltz te Sedan ftudeerden ; ook 
aanvaardde hij deze bediening in 't begin van iêptember 1605. 
Het onweder waar mede den Hertog van Bouillon w^ens 
Koning Hendrik den IV. gedreigd wei-dt, was oirzaak, dat 
de Keurprins en de drie jonge Heren Sedan verlieten , en zig 
Daar Heidelberg braven, werwaarts Alting hen veizelde, 
en alwaar hem vrijheid werdt g^ven , behalven het opgedra- 
gen onderwijs, enige lesfen in de Historiën en Geographie 
aan den Keurprins te geven, wiens leermeester hij in 1608 
werdt; en dezen in 161 2 naar Engelojid verzéide , alwaar on- 
ze Alting zig bij de Geleerden bekend maakte , en zelvs de 
eer hadt met Koning Jacobus te fpreken. Na de huwelijks- 
voltrekking van den Keurvorst met de Princesfe vai:i Engeland^ 
vertrok Alting in Ï613, met zijnen ouden leerling, naar 
Heidelberg; in dat zelvdc jaar, werdt bij aldaar Doktor en 
Hoogleraar in de Godgeleerdheid. Plij gaf uiti:emende blijken 
van kundigheid op het fijnode van Dordreck , alwaar hij met 
jndere Godgeleerden uit de Paltz wierdt gezonden. Het dok- 
tt^aat in de Godgeleerdheid, dat men in dié twistzieke tijden, 
te Leijden hadt laten uitfterven, werdt daar weder herfteld;^ 
Alting maakte Profesfor Polyander op ene plegtige wijze tot 
Licentiaat, en Schultetu^ promoveerde hem tot Doktor, 
waar door hij ook het regt verkreeg, om deze waardigheid 
aan anderen te verlenen. Intusfchen ontving Alting veel 
hoop op bevordering bij zijne terugkomst te Heidelberg , door- 
dien de Bolieemfe onlusten de kroon van dat rijk op het hoofd 
van den Keurvorst hadt gezet; maar dit blijde vooruitzigt 
duurde niet lang, en werdt van deerlijke rampengevolgd, door- 
dien Heidelberg door den Grave van Tilly in feptember 1622 , 
flormenderhand werdt ingenomen; die aldaar de. grüwelijklle 
■■'*■ wreed- 



^ ALtiNÖ. (MÉNDRlK) «3 

Iw^edhéc^én liet bedrijven welke te vei-zinnen zijnj lil Wat 
(ene valeerde godsdienstijver den losbandigen foldaat kdrt tii- 
boezemen , w.eidt aldaar gepleegd» AtTiNG die al *t gin* hSi 
daar hadt kwijt raa te, ontkwam hunne woede , als (k)or 9èïi 
wonderwerk^ Hij bégar zig naar zijn hutsgezirt > dat dóDV héttt 
teeds enigen tijd te voie.T naar HeilbrBü Was gezonden ^ W Ktg 
nu te Schondorf bevordt; doch hij verduurde daar èen koftl* 
inerlijk verblijf enige maanden lang, doordien dé LutWr^fchd 
Predikanten > het leerftuk de» onverdraagzaamheid ttgen3 héttl 
uitoefFenden. In 1623 week hij met zijn huisgezin naar -Sf»t« 
Ifón , en ging een uitftap naar *s Hagê doen > om dbn oligClutei 
kigeh Koning van Bohemen te begroeten} dan deze Vorst hiötd 
hem bij zig, ten einde zijüefi oudften ^oon te onderwijzen 1 
willende niet dulden, dat hij zig aan E^hden als Prièdikant» 
noch aan^mwe^^ als Hoogleraar > verbötid^ èft *t was niöC ÉÖTl» 
der grote moeitie, dat hij hem in *t jaar 1626 toeflond» bilt 
Hoogleraai ambt te Groningen aan te nemen 5 waar van hij bé* 
zit nam op den i<5 junij 1627, éh *t welk hij tot op zijii dood 
bekleedde, In 1633 wiórdt hij naar Leyden beroepen ^ datt 
hij' ook grote lust toe hadt^ doch de Staten Van Staden tahdè 
Wisten hem te bewegen, om daar voor te bedaiiken. Nog II 
het waar, dat hij gretige oren hadt geleend öan de vtxMfitel* 
len , die Prins LodeWyk Philippus hetö hadt gedaan 9 om tüö 
Hogefchool van Heidelb&gy en de Kerken van den Paltt'X(Ü 
herftellen, en ten dien einde > was hij onder 't doorftaart vait 
een menigte gevaren, tot Frankfort gekomen; maar de veldfli| 
bij Noriingeny door de' Keizerfen gewonnen, decdt did dn« 
derneming mislukken > en hij moest door verfcheidene ottiwi* 
gen, naar Groningen te rug keren» Nauwlijks was hij hi^ ill 
just herfteld^ of hij werdt door zware ziektens gefolterd 1 tn 
bijzonder door ene bijna onoverwinnelijke droefgecsti^ëidi 
hem bijjgpbleven zederd de dood van zijne dogter , die lil t$M 
overleed. Kort hier na wierdü hij aangetast door 6e0'hfnl« 
nekkige derdendaagfche koorts , die met het jaar t64t til no 
ilaapzugt verwisfelde; en nauwlijks was hij dit td böV8iS gtto* 
m^n, of bijvcrtoor in 1643, zijne hiusvrottW* 'fit)S4ifirA "BiÉ^ 

M 4 lixs^i 



I84 ALTING. (HENDRIK) 

lier; welke flag hem zodanig trof, dat hij op den 5 augii$triö 
2(544, op ene allezints god\Tugt!ge wijze, zijne ziel aan zijnen 
Schepper en Verlosfer aanbevelende, den laatften (hik gaf en 
mede ten grave daalde. Alting was een man van grote ver- 
dienden; de Boeken dien hij hcdt zamengefteld, veiftrekken 
tot getuigen van zijn verlhnd en werkzaamheid , en behalven 
dat, bemoeide hij zig grotelijks met zaken, die tot zijn 's naas- 
ten nut konJen vrrftreVken, Jaarlijks ging hij den Koning 
van Bohmm bezoeken, en onderzogt als dan de letteroefFo 
ningcn zijner kinderen ; ook was hij bijzonder ijverig , in 
*t verzamelen van lie^depenningen voor de verdrukte Keiken 
in Duitscldatid , en hiizonder voor die van den Faltz. Hij 
was een der drie bc/licrderen van de koUecten in Er^eland^ 
en was ecifte opzigter over de aalmoesfen van Lodewyk de 
Geer. Jk zoude verre mijne taak voorbij fchreden, indien ik 
omftandig wilde gewagen van twee coimnisüen die hem wier- 
den opgedragen, waar van.de ene betreft dQ overziening v^i 
den, Bijbel in 't nederduitsqh, 't welkte Ldjden gefchiedde, 
en de andere betrekl^elijk het beteugelen van het Socianismtis^ 
en het in. gei egelde or*ie brengen van de Kerken in 't Graav- 
fchap Steinfun, Alting getuigd men,' was getn twistgierig 
Godgeleerde, hij hieldt zig ^^heel niet op ïnet de beuzelarg 
der . valfche befchroomdlieden ; hij was geen liefhebber van 
nieuwigheden , maar een ijveraar voor de bepaalde geloofsbe- 
lijdenis ; een gcHagen vijand van de fijn uitgedagte fchoolvos- 
fcrijen^ en hij hielJ de H. Schrift voo^ de. enige en ware 
bron, waar in waarheid gezogt en gevonden moet worden. 
Buitengemeen 'geregeld, was hij in het beftier van zijne huis- 
houdelijke zaken ; en de algemene kreet verkondigde, dat 
daar alles in de volkomenlle orde wieidt gevonden. In het 
jaar. 161 4 was hij te Ileldelbcrg getrouwd, en hij .heeft zeven 
kinderen bij zijix vrouwe verwekt , waar van drie hem over- 
leefd hebben, ene dogter namelijk en twee zoons; den oudftea 
hier van, is geweest Hoogleraar in de Rechten tQ Deventer ^ en 
den tweeden , zal 't onderwerp van 't volgende Aitikel uitma- 
ken. —— Jo. Fabricii, Hijior- BibliotJiecce ^ Part. IV. p.386, 

387. 



ALTING. (JACOB) it$ 

^'87. CreNii, Admady. Philolog. Part. XII. p. 162, 163. & 
Part XIII. p. 159, 160. P. Freheri, Theatrum. Part. Lp; 
512-514. KoNiGii, Bibliatk vetus ^ nova, C Saxi, Ow- 
mast. liter. Pais IV. p. 287. AiialeQ. p. 59i. P. Baylb^ 
DiStionaire, ed. de 1730. Tom. I. p. lóS^iyo. 

ALTING (JAGOB) , zcx)n van den voorfchrevenen, is 
Hoogleraar in de Godgeleerdheid^ te Groningen geweest. Hg 
werdt te Heidelberg op den 27 feptember iöi8 geboren, ter* 
wijl zijn vader naar het fijnode van Dordreclit was afgezonden. 
Uit het vooj-gaande verhaal valt gemakkelijk op te maken ^ 
dat de jeugdige loopbaan van onzen Alting, met grote zoig 
en moeite verzeld ging; en tot geene bedaarde rust l:wam; 
voor dat zijn' vader het Hoogleraaifchap te Groningen liacft 
aanvaard, op welk tijdflip hij den ouderdom van negen jaranr 
bereikte. Met vrugt vorderde hij in zijne letteroeifeningcó 
aldaar ; en tot voldoening van zijnen groten zugt voor de kcHH 
nis der Oosterfche talen , begaf hij zig in 1^38 naar Evéêen^, 
om aldaar het onderwijs van den toen vermaarden 'Rabbi 
GuMPHERT Ben Abraham te genieten. In 't jaar 1643 reiscfet 
hij naar Engeland^ en geraalvte aldaar in kennis met de gioot» 
fle mannen en verhevenfle verflanden van dat Rijk, hij pi^- 
dikte ^er , en werdt 'er als Priester in de AngUcaanJclie Kerk^ 
door den vermaarden Prideaux Bisfchop van IVbrc ester ^ aan^T 
Domen. In zijn befluit om aldaar zijn levensloop te eindigen g 
kwam verandering, door het beroep op hem gevallen, als 
Hoogleraar in de Hebreuwfe taal to Groningen, waar in h§ 
op den 13 januarij 1643 , en dus nog gedurende het levea 
van zijnen vader bevestigd werd^te gelijk met. Samuel Ma*, 
RESius of Desmarets, Hooglcraar in de Godgeleerdheid, me- 
de ter plaatsvervulling van den afgeftorvenen G^omarus, do 
deze beide posten bekleed hadt. De tijtels en ambtsbed fenuv» 
gen van Alting, vermeerderden door den tijd; v/ant in 164^^ 
werdt hij Doktor in de Philofophie; in 1647, AI;ademie-Pren 
diker; en in 1667, Doktor en Profesfor in de Theologie. 
Hij hadt twee reizen naar Heidelberg geoaan, de ene in i6$if 
en de andere in 1662, en aldaar van den -fait zijclm Keur^ 

^ M 5 VTOÏSt 



^ 



rttf AlTing. CJACOB) 

vorst Karel Lodewyk, een menigte blijken van to^fenegeri^ 
heid en acliting ontvangen, en de hem ook verfcheidone ma» 
Jon hadt aangezogt ^ om aldaar de plaats van Hoogterat in eb 
Godgeleerdheid te aanvaarden. Hij gpraakte met Marésius, 
fiijne.i ambtge.ioot te Gromiigen in vcifchil, en het zou te Ver- 
wonderen geweest zijn, indien zulks niet v;ras gebeurt; dewijl 
hunne leerwijzen grotelijks verfcbilde, en dat zij ten -aanzien 
van verfcheidene grondr^Ien, het gants niet eens waren* 
Altiwg hieidt zig volgens zijn vaders leertrart, aan de Schrif- 
tuur, zonder enig inmengzel v?n fchoolfche Godgeleerdheid i 
hij rende de loopbaan der eerê in, en fpocdde zig om 'er 
vorderingen in te mal;en ; het on. brak hem ook öoch aan ver* 
ftand, noch aan geleerdheid, om zijn' gevoelens met klem 16 
verdedigen en ftaande te houden. De éerfte lesfen die bij ovef 
den katechismus hieidt, laadden zo veel toeloop $ dat zijne ka* 
mer te k'ein zijnde, hij zig van de akademifche gehoorplaata 
moest bedienen ; ook waren de meeste vreemde Studenten aan 
hem verknogt. Zijn ambtgenoot integendeel, was gewoon 
8fg van onderfcheidingen en van de leerwijze der Schoolgcleer- 
den gebruik te maken; zijn naam hadt reeds veel gengt ge- 
maakt, hij gaf een menigte Boeken in 't licht, hij bezat een 
vurig vernuft j en veel kundigheid; genoei^zaam alle Propo* 
Jienten kleefden hem aan , als de vciligfte weg om een beroep 
Ie bekomen; want alle de Kerken werden door Predikanten 
bediend, die ingevolge Maresius zijne leerwijze, geiludeerd 
hadden. Dus waren 'er middelen ten overvloede, om het 
Vuur van tweedragt aan te iloken , en te doen voortduren ; 
ofTchoon hunne onderfcheidéne gemoedsgefteldheid daai* toe al 
liiet mogte medewerken. Alting hadt magtige hinderpalen tö 
beftrijden ; de meerderheid van Hemmen , en het gezag der ja- 
ren waren aan de zijde van zijnen t^nftrever; voeg hier bij, 
dat deze ene konstgreep te werk flelde , zeer gefchikt om een 
ieder tegens hem in te nemen, en de eerbiedenswaardigfle 
vooroirdelen tegens hem te verwekken; zulks beftond, om Al- 
ting te befchuldigen, dat hij een uitvinder van nieuwighe- 
den waS) een man die de gewijde palen deed waggelen, wel* 

ke 



99 



99 



ALTING. ÜACOB) 13^ 

ke door cïnze voorvaders , even voorzigtig a!s verftandig , op <te 
grensfcheidingen van waarheid en leugen waren gevestigd; 
kortom, hij wierdt de openbare aanklager van Ilting, en 
ontwierp niet minder dan 31 dwaaiiteliingen, xwelke hij deze 
brave man te last leide. De Curatoren van Grmmgens Hoge»- 
fchool, zonden, zonder 'er de partijen van te verwittigen, 
hetgefchrift van den befchuldiger, benevens het antwoord vaJi 
den befchuldigden , aan de Theologifche Faculteit te Le^'dm^ 
met verzoek, van dcrzelver uitfpraak ter beflisfir:g; deze v^ 
de een aanmerkenswaardig oirdeel : „ Alting wierdt van k^ 
terij vrijgefproken, doch enkel over. zijne onvoorzigtigheid 
gelaakt, in het fineden van nieuwe onderltellingen ; doch 
yf dat aan de andere zijde Maresius zeer nalatig was geweest, 
in het uitoefiènen der pJigten van zedigheid en broederliet 
de.'* Dan wel verre dat den laatstgenoemden het bij ésm 
uitfpraak wilde laten berusten, wees hij het aanbod van ftil*^ 
zwijgen van de hand, en vorderde, dat het gefchil door Ker- 
kenraden , Klasfen en Sijnoden zou onderzont en beoirdeöïd 
worden, doch de Overigheid flak voorzigtig een fpaak in ók 
twistwiel, en gaf een fcherp verbod, om noch voor, noch t©« 
gen het oirdeel der Leijdfche Faculteit t^ fchiijven; waar dóór 
dan ook Maresius gedrongen wierdt, zijne pen ten aanzien* 
van dit gefchil, neder te leggen; ook wierdt zijn werk, ge- 
tijteld : Audi 6P alteram pattem op hoog bevel ingetiokkeiu 
Deze twist maakte eengroot gerugt , en hadt noodlottiger ge- 
volgen kunnen hebben , door het beroepen van Maresius naar 
de Hogefchool te Ldjden ; dan de dood kwam tusfchen beide, 
en verhinderde hem om 'er naar toe te gaan. Op zijn fterfr 
bedde vondt 'er een foort van verzoening plaats , doch dié 
weinig om 't lijf- hadt ; men zie Alting , Opera. Tom. V* 
Mantisfa. pag. 425. Alting wierdt injjisfchen genoodzaakt 
zig te beklagen, dat men hem misleid hadt, en genoot geen 
rust, zei VS na van zulk een verfchrikkeUjken en hardnekkigw 
tegenftrever verlost te zijn; de Kerkdijken morden gefiadig te-- 
gens hem , over het gene zij nieuwigheden noemden^ 4an dea^ 
wereldlijken arni, belette. door haie vooraigt^ maatregelen , 

die 



18« ALTING. QAcOÏ) 

die fijr.odale of confiftoriale onwcersbiiijcn , en óitigdc dié 
genen met opfchorting van dienst, welke in enige KerJ\elij:^« 
bijeenkomst, het gefchil van deze beide worftelaars mogte op- 
j)eren. Altung genoot weinig gezondheid > gedurende de drie 
laatfte jaren van zijn leven; en eindelijk wierdthij, door een 
aanhoudende koorts, die flegts negen dagen duurde, op den 
SLO augustus 1679 weggerukt; hij llierf zeer godvrugtig, en 
met gepaste nedrigheid hem onderwerpende aan Gods befliHtenj 
meermalen aan zijnen ncvc Menso Alting , die Burgemeester 
te Groningen was , met aandrang verzoekende , de uitgave van 
zijne Werken te bevordeien; enige jaren daar na heeft men 
aan deze begeerte voldaan , toen dezelve onder het opzigt van 
Dr. Balth; Bekker, te Amfieldam^ dat zijnen leerling en bij- 
zonderen vriend was geweest, in vijf Delen 'm fol.o i^j 1687, 
heeft doen drukken en uitgeven. Alting is genoegzaam tot do 
dertig jaren toe ongehuwd gebleven; doch als toen verdroot hem 
het ongezellige leven, en hij zogt ene huisvrouw, bij wieiï 
hi) agt kinderen heeft verwekt, doch die op drie r.a alle vóoi' 
hem zijn geftorven; een van die overgeblevene was Med. Dok-» 
tor, de tweede Advokaat, en de derde hadt zig in den krijgs-» 
dienst begeven. Indien Alting nog enigen tijd hadü gele.fd ^ 
aoude hij twee Werken, een in het latijn, en het andere \xx 
*É ncderduitsch hebben gefchreven ; het eerfte zou ene Ferant"' 
w>ording van zijne leerjiellingen ten onderwerpe gehadt hebben , 
en het tweede, ene Levensbefchrijving van hem zelve y zedert 
het aanvaarden van het hem opgedragen Profesforaat; en door 
4it middel , zou men de onregtvaardigheid ontwaar zijn gewor- 
den , die men hem heeft aangedaan , met hem in eren langen 
keten uit verdrietvei-wekkende fchakels gefmeed , te kluisteren^ 
Hij was de leerflellingen van Coccejus ijverig toegedaan, en 
daai'om gehaat bij de meeste Godgeleerden en Predikanten,- 
waar onder, men tot fchande van ' die anders zo eerbicdens- 
Vaardige orden. Zeloten vondt,'die niet fchioomden hem 
jnet den laster te bekladden, dat hij een halve Jood was^ 
die bijna niets van een Jood verfchilde, dan door den voor- 
liuid; ten laatften enen man, die zig veelvuldig beklaagde^ 

van 



ALTING. (JOAGHIMUS) ALTING. (MENSO) 189 

'^an niet befneden te zijn, en aan wien de voorhuid tot enen 
last verftrekte. Dan het gelust ons niet langer in den zwad- 
der van deze lasteringen te wroeten, en befluiten liever heC 
Artikel van onzen brayen Alting, met aan onze lezers te 
berigten, dat hij meesterlijk in drie talen predikte, nament-' 
Ijjk, in 't hoog- zo wel als *t nederduitsch , en in 't engelsch. 

^ KoNiGii, Biblioth. vet. 6? nov. Foppens, Bibli. Belg, 

p. 498. G. Stollius ai Heumanni , Confpe&um, p. 320. Ca- 
tal Blhl BuNAv. Tom. I. Vol. II. p. 1577. C Saxi , On(h 
mast. liter. Pars V. Jppend. 564. P. Bayle, DiSHen. ed. dö 
1730. Tom. I. p. 171, 172» 

ALTING (JOAGHIMUS), llond(: te boek voor een zeer 
geleerd man ; hij was Burgemeester te Groningen , tóen de Spanr 
jaarden van voor die flad weggejaag.1 werden, en overleed kin- 
derloos in 1625. Zijn lof is op welluidende tonen uitgefpro*^ 
l^en, door den Hoogleraar Makdowell, in ene lijkreden. 

ALTING (MENSO), geboren in 1325, overleden in ho- 
gen ouderdom op zijn' hoeve in het Landfchap Drentlie, was 
Geheimraad van Reinold t>^:!H UI, Hertog van Gelder^ ea 
liet een zooii n^. 

ALTING (MENSO), werdt geboren in 1476, en is als 
een dapper man onder de zijnen geroemd, In 1520 werdt hy 
door de Drentenaars <, tot Gijzelaar aan Hertog Karel van GeU 
der gegeven, en overleed den 6 meij 1526, nalatende tweo 
zoons. 

ALTING (MENSO), Hoogleraar te Heidelberg, en nader- 
hand Predikant te Embden , is geboren te Eelde in het Land- 
fchap Dfmthe, den 9 november 1541. Hij wierdt op de fchö- 
lejn te Groningen in de eerfte gronden der wetenfchappen on- 
derwezen, ftudeerde vervolgens omtrent drie jaren t-e Keulen;- 
vertrok van daar in 1565 naar Heidelberg^ onder het regeringi* 
beflier van den Keuryorst Fredrik III. Alting gaf aldaar 
, zulke treffelijke blijken van zijne geleertheid, dat hij reeds in 
*t jaar js66 bekwaam wierdt gekeurd om het Euangelium te 
verkondigen. Den 13 junij 1571, trouwde- bij met Majia 

E?is* 



S9C» ALTING. (MENSO> 

EwscoFii, ene dogtcr van aanzienlijke ouders, die den her-i 
vormden Godsdienst waren toegedaan. Hier na weidt hij door 
die van Jmberg aangezogt, doch op aandrang, van Ursinus, 
TossANus en anderen , in de plaats van Gebingerus , tot Hoog- 
leraar te Heidelberg beroepen. Na verloop van twee jaren, 
beving hem de lust , zijn "vaderland te gaan zien ; hij nam zij- 
Jien weg op Embden^ om die fchuilplaats van zo vele vliigte- 
lingcn , en moeder van zo vele kerken , te bezoeken. Twee- 
malen hier gepredikt hebbende, maakte Iiij door zijne geleert- 
lieid en gaven, alle gemoederen zo b^erig naar zijn onder- 
wijs, dat zij zig geen rust gaven, voor en al e^r hij een eer- 
lek ontflag van den Keurvorst bekomen hebbende, in plaats 
van den overleden Alb. Hardenberg, in oftober 1575, zig 
aldaar als Predikant liet bevestigen. Na dat Prins Maurits 
en Graav Willem, in den jare 1594, Groningen bemagtigd 
hadden, werdt Alting verzogt, den Godsdienst der Hervorm- 
den aldaar te helpen bevorderen; hij deedt 'er den 17 julij 
de éerfle predikatie , Sibrandus Lubbertus en Martinus Ly- 
Diüs de^twee volgenden. Hoe groot een dienst Alting hier 
mede- verrigtte , behaalde hij 'er egter groten ondank mede; 
want Graav Edzard III, die de Lubherfclten ftcrk was toege- 
dpan, wilde Alting van zijnen dienst ontzetten, om dat hij 
buiten zyne toeftemming, naar Gromngm was gegaan; doch 
die van Enibdefi weigerden, hier aan te gehoorzamen. Onder 
de regering van Graav £nno den III, werdt onze Alting 
veel moeite verfchaft, bijzonder door den Kanfelier Thomas 
Franzius, tegen wien hij egter de lere der Hervormden man- 
moedig handhaafde, tot aan zijn dood toe, welke voorviel 
c^ den 7 oélober i6r2, wanneer hij bijna den ouderdom 
van 7 f jaren hadt bereikt. — — — Crenii, Admadv. Fhil. 
Part. XI. p. 126. Catal* Bibl. Bvnav. Tom. I. Vol. IL p. 
Ï020. C. Saxi , Onomast. liter. Pars V. Append. 541 , 542. 

ALTING (MENSO), is Bmgemeester geweest te Gronin^ 
gw , en een man van veel kunde pn bekwaamheid; hij over- 
leed aldaar den 2 augustus 1 712, in den ouderdom van 76 
jaren. Men hetft van hem ene Hffiligfi Igdrekejikunde, en 

enen 



\ 



JlLVA of ALBA, (FERD, ALV. de TOL., Hmeg van) ipx^ 

ftnen Wegwpery bekwid onder den naam van de Cafa of 
Sd^itaart ban Peutincer; tcffisns ook ene uitnemende be- 
iüiiijving van de Nederlanden , onder den tgtel van Notitia Ger^ 
mardcE inferioris , vertoond in vijf kaarten , en aantekeningpa 
over alle de plaatzen in dezelve, zo wel in griekfe als Uu 
tijiife fchrift vermeld, te Amfteldam in *t jaar 1^97 in folio, 
bij.de WETSTEms gedrukt. Een arbeid waarlijk, die door 
niemand konde worden uitgevoerd, dan door e^n' man, dia 
%o als hij in de kennis der Aardrljksbefchrijvinge, en de Ge* 
fchiedenisfen der Grieken en Romeinen, doorleerd was. — 
G. Saxi, Onomast. literar. Pars V. p. 495. A, Pars, Naam* 
rol der Bac. en HolL Schrijvers y bl, 454-456# 

ALVA of ALBA (FERDINAND AL VAREZ de TOLEDO, 

Heitog v/in), werdt in *t jaai* 1508 geboren, mag men zeggen 
tot een geesfel van 't menschdom in/t algemeen, en in 'tb^- 
zondsr voor de Nederlanders ^ 'van Garsias Henog van Alva 
en Beatrix Pimentel. Na dode van zijnen vader, die hi) 
twee jaren oud zijnde verloor, werdt Ferdinand onder het 
op^igt van .zijnen grootvader , de Gi aav van Benevente ge^ 
fteid; deze fpaarde niets tot volmaking van zijne opvoeding. 
Reeds van de tederfle jeugd af aan, gaf Alva blijken van zij- 
ne genegenheid voor de wapenen, en hij vermaakte zig nog 
maar een kind zijnde, met de verhalen van de bloedigfle 
oorlogen, zonder dat hem de gevaren verfchrikten. Zestien 
jaren oud zijnde , deedt hij zijn eerde veldtogt tegens de Fran* 
Jen. In 1527 verloor hij zijnen opvoeder, en in 't volgend© 
jaar , begaf hij zig in huwelijk met Maria Henriquez, dogter 
van den Gravy Alba d'Alisto. In 1531 volgde hij Keizer 
Karel den V, naar Hongarijen; en in 1542 wierdt hij tot 
Veldheer aangefteld, over de benden die tegen de Franfen 
gefchikt waren. Toen hij in 1547 benevens dien vorst door 
TImringm tiok, hadt de Gravinne weduwe Katrina vaU 
ScHWARSBURG, ccn fauvcgardebricf van den Keizer weten to 
verkrijgen; daarentegen verbond zij zig biood, bferenanderö 
benodigdheden > tegens ene! redel^ke betaling te zullen bezor- 
gen; 



1^2 ALVA of AL5A. (FERD. ALV. de TOL., Bertog va»> 

4 

gen ; doch zij gebruikte de voorzigtigheid , om de brug daar 
bet krijgsvolk moest overtrekken , en digt bij de ftad was , in 
allerijl te laten afbieken, en op een zeer verren aflland over 
l^t water ie laten flaan , op dat de al te grote nabijheid van 
de ftad , hare roofzugtige gasten niet in verzoeking mogC 
brengen. Te gelijk wierdt aan alle de inwoonders der na- 
burige plaatzcn , door welke de troepen trekken moesten , 
ipergund , om met hun beste huisraad op het ttot te RudolftacL 
15 komen wijken. De lAsxtog niet ver van het kasteel ar zijn- 
de, zond een bode aan de Gravin, waar door hij zig ze! ven 
Hodigie op een morgen -ontbijt. Een zo bcfcheiden verzoek 
aan het hoofd vau een leger gedaan, kon niet wel afgeP.agen 
worden, en de Hertog benevens zijn bijhebbend gezelfchap,. 
wierdt bij zijne komst op het flot, minzaam ontvangen, aan 
een weivoorziene tafel ; doch nauwlijks was m&n gaan zitten , 
of 'er kwam een bode ïn allerijl binnen , die de Gi^win hai^ 
ten de zaal riep, en de tijding bragt, dat in enige dorpen, 
de SpaanfcJie foldaten onderweg geweld gebruikt, en het veo 
van de boeren weggedreven hadden ; Katrina^ was ene 
njocacr des volks, v;at den • armflen harer onderdaan weder-i 
vcer^ trok zij zig zei ven aan; dus ten ui terflen gebelgd over 
3it woordbrcken , doch egter van haar tegenwoordigheid van 
geest niet verlaten, beveelt zij alle hare dienaren, zig me( 
de uiterfte fp(^ en ftilte te wapenen , en de poorten van 
het (lot wel te fluiten ; zij zelve begaf zig weder naar de zaal , 
alwaar de borllen nog aan tafel zaten; hier beklaagde zij zig 
bij hen in de betVceglijlifte uitdrukkingen, over het gene haar 
zo even was aangebragt, en hoe flegt men het gegeven kei- 
zerlijk woord gehouden hadt; men beantwoordde haar al lag- 
chende , dat dit flegts een .krijgsgebruik was , en dat men bij 
een dooftogt van foldaten, dergelijke kleine ongevallen niet 
verhoeden kon. „ Dat zullen wj eens zien ! antwoordde zij 
„ vei too: nd ; mijne arme onderdanen moet het hanne weer- 
„ gegeven worden, of bij God!" (terwijl zij dreigend hare 
ftem verhefte) „ Forflmhloed voer Osfenbhed!'' met deze korte 
doch bondige veiklaring, verliet zij. de kamer, die in weinig© 

ogen- 



sILLV A dfALBA- (^ERD. ALV. dé TOL*, Htm^yjoi) if J 

fpgeriblikkeii met gewapende lieden , vervuld waS, welke met 
ijet zwaard. in de. hand, doch egter met allen eerbied, zig 
agter de (loeien der doorlugtige perfonaadjen plaatften, en 
het ontbijt bedienden. Bij het inkomen van deze ftrjjdbaie 
fchaie, veranderde de Hertog van Alva van kleur; ftom en 
bedremmeld , zagen zij eikanderen aan ; van het l^er afgefne- 
den en van een overmagtige handvaardige menigte omringd, 
bleef hen niets overig, dan het zig te laten welgevallen, en 
de vertoorjide dame op de best mooglijke wijze te verzoenen. 
Hertog Hendrik van Brunswyk die mede van de partij was, 
ierftelde zig het eerst, en brak in een fchaterende lagh uit; 
Jiij bediende zig van die vernuftige zet, om het gantfche voor* 
val een- grappige keer te doen nemen , en prees de Gravin 
uitermate over hare landmoederlijke zorg en mannelijken moed ; 
voorts verzogt hij de Gravin zig verder niet ongerust te ma- 
ken, en nam op zig den Hertog van Alva, tot al wat billijk 
was , te bewegen ; ook bragt hij het bij den laatftei; in de daad 
'daar heen , dat hij terftond bevel aan het leger afvaardigde ^ 
om het geroofde vee zonder uitftel aan de eigenaars weer to 
geven. Zo ras nu de Gy avin van de teruggave verzekerd was , 
verontfchuldigde zij zig op de hofFelijkfte wijze bij hare gas- 
ten, die zeer beleefd affcheid van haar namen. 

In 1567 hitfte den Hertog van Alva, tegens het gevoelen 
van anderen in 's Konings Raad, Fiups aan , töt het oefFenea 
ener ftrenge wraak, over de Nederland/e Ketters en Muitelin- 
gen , zodanig hij die noemde ; ook hieidt zig de Koning aan 
fijnen raad, hem daarenboven , 't opperbevel opdragende over 
/t leger dat naar de Nederlanden gefchikt was, en reeds in fep- 
tember 1566, was begonnen verzameld te worden. Dan de 
•Landvoogdes Margareet, verwittigd van de toeber^idzels , 
die men in Spanje maakte, en bedugt, dat een ander gewa- 
pend herwaarts komende, den 'ro^m wegdragen mogt, dien 
•zij door het (lillen der beroerten meende te hebben ingCh 
4egd,; zogt den Koning door brieven en boden te bewegen» 
iot het te rughouden der krijgsmagt die herwaarts gefchikt 
was. Zij vertoonde beqi, „ dat zo zware kosten vergeefe 

I. DsEL. N 99 201^ 



# 



|W ALVA Cf AWAt CFEftD. ALV, i» TOL.; /foi»^ v. 



|)a gfW^Wig woedan des Blóedraait, of door 't vlugten der in* 
woondcren , ontvolkt wierden. Velen zagpn met de gevonniste 
Quderea ?i»g van hunpe enigfte broodwinners* beroofd; ande- 
ron t wien het verbeurdmaken hunner goederen het weinige , 
dtt zQ nog bezaten, ontnam, vonden zig tot den b^elzalq 
gchragt; en 'er was fchier geene fchiild zo gering, die men 
geenc lyfftrafFe waardig keurde. De Raad der Beroerte hielde 
de onroomfche Leeraars en Kerkendienaars , en zulken, die 
de wapenen tegen den Koning hadden opgevat, niet alleen 
yoor doodfchuldig; maar rekende ook onder de halsfbafbaare 
misdaden, het inleveren en toeftaan van allerlei üneekfchrifr 
ton t^ens de Inquifitie, Plakaten en nieuwe Bisfchoppen, 
't gehengen der pi eke , 't niet wederftaan der Kprkplunderin- 
gcn, het zeggen of beweren, dat de Raad der Beroerten zig 
jiaar handvesten of vrijheden te regelen hadt; voorts het huis»- 
vesten van onroomfche Leraren, het maken en zingen van 
geuzenliedekens, 't bijwonen van Kalvinifche begraafFeoiisfon^ 
})et zeggen , dat de nieuwe Godsdienst ook binnen kort in 
$pa7ije opgang maken zou , en dat men Gong meier dan den 
n.enfchen gehoorzamen moest , met andere diergelijke uit- 
drukkingen. De ongehoorde wijze van regtspleg^, wcJke 
men in deze ondeugende regtbank volgde, gaf aanleiding, dat 
(ie Raad der. Beroem^ hij 't gemeen, wel dia den naam van 
Sloedraai kreeg. De Hertog van Alva na het ontflag van 
Margareet, tot de opperlandvoogdije verheven, fteWe ter* 
ftond zijn voornemen, om de voornaamfle fteden van kastelen 
te voorzien , aan Atifwerpen te werk ; Amfteldam kogt zulks af 
voor 200000 guldens , te gelijk bedingende vrij te moeten 
blijven van Spaanfche bezetting. Intusfchen hadt den Hertog 
den 24 januar^ 1568, de Prins van Oranje, de Heer van 
Brederodb, en de Graven van Nassau, van den Berge, vakt 
Hoogstraten en van Kuilenburg ingedaagd. De Prins werdt 
befchuldigd als 't hoofd der oproerigen, en den anderen dat 
zij hem hadden aangehangen. Ook liet hij omtrent gelijktijdig , 
FiLTPs Willem oudften zoon van den Prins, met geweld van 
de Hogcfchool' te Leuven ligten en te fcheep naar Spanie voer 

ren. 



ALVA of ALBA. (FERD. ALV. m T0L;> Hémi VAN} is>i 

Tcn, daar hij 28 jaren gevangen gehouden Werdt; Dö Ad» 
vokaat van den Ende, bij den Grave van Bossu in *tf Hagi 
ten avondmaaltijd genodigd zijnde, wérdt na den eten vast^t; 
houden, en eerlang naar Wilvoorden en van daar near Bmsfd 
gevoerd, alwaar hij pp Treurmhurg gevangen gezet werdt^^en 
aldaar op den 12 maart i$^g overleedt; *t Vangen en ver- 
volgen op bevel van Alva en zijnen Bloedraad, hield het ganN 
fche voorjaar fterk aan, zelvs hadt hij een ontwerp geöneêd, 
om de Onroomfchen, ^s nagts voor asfchen-woensdag , aau 
vele oorden tevens , te verrasfen i do'eh fommige Schouteri 
waarfchuwden de lieden tegeti deze lage; waar door velen 
't gevaar ontkwamen. Een ménigOs egter werden gevangeii 
genomen, onder welken verfcheiden' j zelvs lieden van aan* 
«ien zwaar gepijnigd werden , om pit hen te halen 't gene z'i 
wisten en niet wisten; ja de Spaanfche Inquifitie^ verklaarde 
den 16 fébruarij 1568, „ alle de Nederlanders ^ enige weinigen 
"5, uitgenomen j voor ketters of kettergunftig , en uit dien 
■j, hoofde fchuldig aan Miajefteitsfchcnnis : " welk ontmenst 
cVonnis door Filips op den iöften bevestigd werdt; die daar 
te boven beval, om zonder enige gunst, genade of aanziea 
van geflagt, ouderdom of flaat, ja zonder uitvlugt van beroep 
tot hoger vierfchaar of 'nader overzigt, hetzelve ter uitvoer te 
brengen; ingevolge gegeven last aan de Fiskalen in Neder^ 
land. Niet min tegens regt en regel, ging het in 't aanftelleri 
der Overheden en het begeven der ambten > ziende de biir- 
gers en landzaten zig daar van verfteken, of die den zoda- 
nigen opdragen, welke breed in tijtel, doeh fchraal in middë- 
Jen , hen noodzaakten het hunne daar bij in te fchieten , oiji 
den moedigen gegoeden, hier door uitgemergeld , dus alle gé- 
dagten en magt vdn tegenftand te benemen, en den verarm- 
den lafhartigen, door hope van vergeld inge ter flavernije te 
gewennen; Kortom, de geregtiglmd fcheen thans geheel dood, 
en de waarheid in llervens nood door de geboorte der ledrle- 
gerijCf van welke velen zig in deze tijd bedienden,. en pnddr 
fchijn van vrijheid van geweten te zoeken, zig voor hunne 
fchuideisfers , die zij geen kans zagen te voldoen 9 te zoek 

N 3 • maak-* 



198 ALVA of ALBA. (F£Ra\ALV. de TOL., Hemg vak) 

maakten; terwijl anderen, zfg naar den tijd voegende, met 
valfche getuigfchriften van altijd in het Rmnfe geloof geleefd- 
te hebben , dagelijks vlijtig ter misfe gingen , daar ze in jaar 
en dag niet geweest waren; zo dat ook de onderlinge trouwl 
ver te zoeken, ja gan;ch verloren was bij de zulke, die hun-5 
ne medgezellen, met welke zij vporheen ijverig plagten ter. 
preke te lopen , nu zelvs gingen aanbrengen. Nc^ dient aan- 
gemerkt, dat onder allen de zulken wei *t nieest ftiafbaar 
wierden geacht, welke bfcftohden zig op de oude voorregtea 
en p ivilegien des lands te beroepeR, in welk geval den bev 
rugten Vargas, dat weerdigé lid van den* godlozen Bloedraad ^ 
op zeker vertoog, waar in die wierden aangevoerd en ing6^ 
roepen , zoiide geantw«x>rd hebben in dit Spaanfe iatijtr : Non 
CURAMUS VESTROS PHiviLEGios; Wij \ragen fioaf uwe voorregten 
niet; ja 't reppen van dezelve, wüs ene doodftraf waardige mis* 
daad, doordien bij ^t voorgemelde vonnis der Inquifitie, alla 
voonegten en vrijdommen des lands waren vernietigd; deS; 
wee hem! die zig tegens de bevelen des Spaan/en Koning, of 
van zgnen Landvoogd Alva durfde verzetten; en hadt Filip« 
zig laten ontvallen, dat hij liever zijne landen onbewoond 
zag, dan daar enen ketter in te gedogen. De landzaten dan 
ziende, dat het de S-mjaarden te doen was om hen gehcellijk 
te onderdrukken , floepen tot wanhoop over ; want een hoop 
volks in iVestflaanderen famengefchoold , zig vindende beroofd 
van huis en have, viel' in de kloosters, plunderde de Geest©» 
lijkheid, en fncedt fommigen uit dolle wraaklust, neus cq 
oren af. Men gaf dezen hoop de naam van wlde Geuzen , dft 
cgier door Alva wel haast verftrooid werden. 

Op den 28meij i568,^werdt op 's Hertogs naam, door ^tn 
Baad der Beroerte de doodvonnisfen uitgefproken over Gys* 
3BRECHT en Jan van Batenburg, Jacob van Ilpekdam, Jan 
VAN Blois van Treslong, Maximilia/n tan Blois, en dq 
twee .Friefen Sjoert Beima en Hartman Galama. De Heren 
van Villers en Huy moesten den aden jmiij het moordfchavo^ 
beklimmen, en drie dagen later de Graven van Egmond en 
HooRNE. In augustus daar op volgende^, wierden Burgèaieester 

An- 



AL VA df ALbA. <FERD. ALV. öè töL^ iier»g VAlr) ^^ 

jiNTOm viN STRifAtENBüRÖ CH de Hèèr 'vktf BAKKBMEtL g«* 

ironnisd om onthalst té worden, een gelqk lot aan dezen j 
moesten nog een menigte andeïên ondérgaani • H*f huil vaT! 
den Grave vAn Kuilémburg tö Btüsfil^ iJwit^k Verbond éeè 
Edelen eerst ontworpen was j werdt op 't bev€l Vdri Alva tQvt 
gronde toe afgebroken ^ ën iii dérzelvér plaats één flenen ge^ 
denkzuil opger^j waar bp de tijd en oirzaak dérVernicHn- 
ge, in vier talen ^gelezen kon worden^ Voorts liet déii Her^ 
toge,.om óé verbonden Edelen die nog in 't land Waren, té 
ontdekken^ hun bij brieven, gerigt aandeRadbn der IJFiJzoiT^ 
dere landfchappen , vergiffenis beloVfenj mits zij ^g bfnnêrf 
jo dagen , voor hem of zijnen Raad kwtoen vertonen \ docH 
niemand was dwaas genoeg, om op dezfe nodiging te verfchij^ 
ften. ' Alva' wierdt ook zo trots op zijnen vöorfpoed , dat hi) 
een zegepralende intrede deedt in Brusfel ^ op den 22 decem- 
ber. Ketters uit te roeijen , die te vuur én té zwaard- te ver-^ 
delgen , en de menfchelijkheid ten aanzien van zijqé-' mede» 
fehristenen, door het plengen van gehele ftromen Woed-, t» 
vertreden; was zo behaaglijk j zo godvrugtig in de ogen vari 
Paus Pius DEN V, dat hij den Öeld daar vdn^ eerlang, me* 
énen hoed en zwaard , rijk Van goud én geftééntén , befchonki 
Alva's hoogmoed en verwaantheid kende perk noch paal meeri 
want hij 'liet zig federt, van het gefchnt bij Jewmngen ver^ 
overd, een metalen ftandbeeld gieten, welk in 157 1, fn hefc 
kasteel te ontwerpen geplaatst wérdt, met een latijnsch óp** 
fchrift, waar bij hem „ het ftillen der beroerten j 't vérja- 
j, gen der muitëlingen^ 't bezorgen van den godsdienst, hét 
i, handhaven der gerégtigheid , én 't bevirédigën der landfchaj)^ 
y, pen," to^efchreven wérdt. Doch dezen trots ftttk den A^ 
derlandfên kdel zo zéér in 't oog, dat dé méèsten, die heni 
uiterlijk fchenen aan te hangen^ dö walg van hem ftaken , éh 
In hun hart allengskens afkeriger van hem werden* Ook wé 
het afwerpen van dit praalbeeld het eerfté wéric , dat zijn (^ 
volger ih de landvoogdije, Louis de Requesens in den- aam 
vang des jaars 1574 ondernam. In 1569 b^OSt het vervol^ 
gen , veroirdelen en (haffen wederom geiveld^ ata te Wakken 

N 4 »•»! 



ftoo ALVA of ALM* (FERD. ALV. de TOL.; HmdgVAxC) 

ren; doch te gelijk ook het vlogten van vele ingezetenen, 
willende men dat omtreat dezen t^d, ene grote, menigte vaa 
wollewevers uit Flaanderen geweken is, die. 's lands bloeijende 
handwerken, naar Duitschland en vooral naar Engeland hebben 
overgebragL Het getal der uitgeweke en kan men enigerma- 
te peil op trekken , uit het getal der genen die door den Raad 
der Beroerten^ geregtelijk irgedaagd zijnde , gebannen werden , 
belopende die in november van dit jaar meer dan 8000. Al^ 
VA zig pok belemmerd vindende door de bijaondeie voorregn 
ten der deden» die hem gedurig werden tegengeworpen, on» 
^ verbeurtverklaring van alle de verwezenen te ontgaan , ge-» 
bood dat elk zijiie privilegiën in gefduift ftellen en aan hen» 
overleveren zou; voorts gaf hij in 1570, twee algemene or- 
donnantien op de criminele r^;tsoefFening uit,, die men houde 
verftandelijk te zijn ingefteld. 't Vpornaamfte egter, dat den 
Hertoge in 't jaar 1569 bezig hieldt, was het ontwerp om 
ene nieuwe en zware belasting te leggen op alle de Nederlanr 
dm , *C kwam *er maar op aan om ze den Staten fmakelijk to 
maken; ten dien einde raadpleegde hij hier vooraf over met 
enige leden der drie Raden , en onder anderen met den Prefi- 
dent ViGLnjs , ó\q hem het heffen van .een Xden Penning van 
alle roerende goederen door den verkoper te betalen, als al- 
lerfchadel^t, ja bijna onmooglijk om in te voeren, aüTchetile; 
en niet dan met zware kosten zou te heHen zijn , en tot veel 
bedrog aanleiding geven. Dan zijn redenen deden Alva niet 
.van gedagten veranderen ; hij befchreef de Staten tegens den 
20 maart te Brusfel , alwaar hij door den Raadsheer de Brux* 
ELLES, den CJien^ XXJlen en Xden Penning eisfchcn deedt; 
doch het was niet dan na vele aangewende middelen en be- 
dreigingen , waar door hij de bewilliging, van zgne eisxhen 
verkreeg; dan hij bemerkte ras, dat de CJie Penning de mees« 
ten niet geviel; ook vreesde hij kort hier na, dat de bewil» 
liging in den Xden Penning wederom zou ingetrokken worden, 
alwaarom hij van gedagten veranderde , en befloot den Xden 
Penning voor zekere fomme en tijd te laten afkopen , aanbie» 
dende zulk« voer dQ Nederlanden in *t algemeen, voor twee 

miU 



ALVA of ALBA. (FERD. ALV. de TOL* , Hertog van) 2qi . 

miüiocnen, en van Holland in *t bijzonder, voor 271CXD0 gul- 
dens 's jaars voor den tijd van zes jaren, boven enen twedea- 
Cften Penning in denzelvden tijd; doch de Staten van Hollmd\ 
zijne ftrekqn kennende, floegen den eisch des Hertogs in dea 
beginne af; enige anderen egter bewilligden in den uitkoop, 
voor twee jaren; doch alzo Alva gaarne ene eenparige be* 
williging gezien hadt, die nogthans bezwaarlijk te . bekoinija 
was, moest hij zijn geliefd ontwerp 't ftuk des Xden Pennings^ 
enige maanden laten berusten. Ik zal hier niet dan in 't voor- 
bijgaan gewagen, van de onlusten tusfchen Engeland en dez^ 
Landen gedurende dit tijdvak gerezen, waar bij de J^ederlan^: 
ders elf tonnen gouds aan geld , of aan goederen , door de jB*^ 
gelfen verkogt, en nog zo veel aan 't gene bedorven of v^t 
duisterd was, verloren. In Engeland hadt men den ingoze*; 
ten, wier goederen, hier te Lande aangeflagen waren, ver- 
goeding gedaan uit de Nederland/e goederen in Engeland bekom-» 
merd; doch Alva ftreek hier alles wat van de aangeflagen 
Éngelfe goederen kwam, ten behoeve van Filips in zijn laadje. 
Deze onlusten met Engeland, welke op zijn hoogde waren, 
toeft de Xde Penning gevorderd werdt, maakten de. gemeente 
alo^me gaande; 't klagen over Alva's ftrenge regering werdt 
algemeen, en hij zelv' bleef 'er niet onkundig van, dewijl 
hij enige lieden aanhieldt, bij 't gemeen zeven Jluivers lieden 
genoemd, om dat ze zo veel 's daags verdienden, welke hem 
gedurig berigt gaven , van 't gene 'er onder 't volk gefprokea 
.werdt. Op den 16 augustus, deedt Alva te jintwerpen eea 
algemene vergiffenis afkondigen, voor alle berouwhebbendo 
Jtetters; doch doordien de Leraars, Ouderlingen en Diakenen 
der Onroomfchen, zulken die Leraars, hadden geherbergd; 
die welke de wapenen hadden opgevat tegen hun vaderland; 
die daar toe penningen hadden verzameld of opgebragt ; die 
enig geweld aan geestelijke goederen en perfonen hadden ge- 
pleegd; de Verbondtekenaars en inleveraars van 't verzoek- 
fchrift aan Margreet ; alle Regenten, Overften van plaat- 
een en Ambtenaars , die zig in den oproer gemengd hadden , 
.en' verfcheiden anderen van de vergiffenis waren uitgefloten; 

N 5 ■ ten 



102 AL VA of AlüA. (FERD. ALV. de TOL., itertog vAif>. 

ten ware zij , binficn zes maanden , welke tijd naderhand ver- 
lengd werdt , in perfoon of door gemagtigden , voor déri JEIer- * 
tbge verfchenen; vondt men nauwelijks iemand die zig op deze 
vergiflfeni» verlaten durfde; want, zij t>egrepén : ^stvla dtd^ 
w canit^ v(>lucrm dum decipit auceps, In 1571 zogt Alva we- 
derom den Xden Pennitig 'm té voeren, en dé afkopfng dié 
door enigen voor twee jaren , ingewilligd was, welke mee 
augustus ten einde liepen, niet langer té gedogen; In juni/ 
^tragt e hij zulks tegen 't gevoelen des Raads met gewéld doop 
t!é drijven, fchoon de^cn verklaarder!, dat zuik ene foort van 
belasting te willen hefFen zo veel was, als tegens den ftroon* 
te willen aanroeijen ; het plakaat tot invoering daar van , 
.werdt egter op den 31 augustus getekend, én federt alomme 
afgekondigd; dan de uitvoering ging niet gemakkelijk in zijn 
werk , en ontmoette van alle kanten tegenftand. Hij zelvs be- 
gon eerlang zo grote zwarigheden te zien , in *t hefFen dézet 
belasting, dal- hij een ontwerp van matiging beramen dfeedt; 
toen dit in den Raad kwam, vondt men 't ftuk nog al 
netelig en verward; *t ontv/erp werdt dan tiog eens ver- 
anderd, en de Xde Fmnt'ng eindelijk gelegd op een verkoop 
alleen van zulke waren ^ die geen verandering" meör behoef- 
den te ondergaan, eer ze gebruikt konden worden* Doch 
•t geviel egter ócn Staten niet, die voor een gedeelte in de* 
gember te Brusfel gekomen waren. Alva ziedende van gram- 
fchap , om dat men 't dus met hém uithield , liet zig verluiden : * 
^ dat hij zig van 't krijgsvolk zou bedienen, om ói&nXdenFen^ 
,S ning te doen opbrengen , en zo de landzaten, hem niet voor 
,',' Ontvangers dienen wilden, dat liij 'er Italianen en Spanjaardt 
„ toe gebruiken zou." Elk ziddcrde toen voor den fchok,^ 
die den (laat des lands dreigde. Enigen hadden zig kten ont- 
vallen , dat Alva zelv'encn aanvang behoorde- te maken , met 
het hefièn des Xden Pemings te Brusfel ; wanneer de bijzondere 
Stadhouders, veel ligt zijtl voorbeeld volgen zouden; dit zeg- 
gen geviel den Hertog. Na dat men dan , in *t voorjaar van 
1572, hier te lande tijding gekregen hadt, dat de Koning zelv' 
den Xden Penning wilde opgebragt hebben , belast hij der Wtft- 

hoiv. 



^LVA of ALBA. (FERD. ALV. de TOL.j Hertog Vajü) ^o| 

lïouderfchap van Brusfel die te doen heffen, en zij bedugt 
voor Alva's ongenade, begint hand aan 't werk te llaanj 
maar vleeschho.wers, bakkers en brouwers» fluiten hier op 
hunne winkels, zeggende niets te koop te hebben.; toen ging 
'er een algemene kreet door de ftad, dat men 't op 's land^ 
ondergang gemunt hadtj en elk geraakte op de been; dan Ai- 
VA nog niet gezind om 't (luk op te geven , beflait enige win* 
keiiers te doen vatten, en in hunne- eigen* deu;en te laten op* 
hangen, van begrip zijnde, dat de fchrik voor zulk een lot, 
de anderen gedwee maken zou ; en wil men dat de Beul reeds 
last hadt, om 17 ftropi^n en ladders van 10 of 12 voeten ge* 
reed te jjiaken , ja dat de bezetting in de wapenen , en zijnen 
zoon Don Frederik, bezig was de vonnisfeó te ftellen,. toea 
de tijding dat de Watergeuzen den Briel Ingenomen hadden, 
den Hertog van befluit deedt veranderen, en 'tlietFen des 
Kden Pemingr ftaken. Toen nu door Filips de Hertog vau 
-Medina Celi tot Landvoogd in AlvVs plaats benoemd was ^ 
boodt Alva om als 't ware, de gunst van de landzaten voor 
zijn vertrek te herwinnen^, nog voor 't einde van junij aan.# 
den Xden Penning gantfchelijk te willen affchaffen, mids mea 
de twee millioenen, te voren voor dit lopende jaar beloofd, 
öpbragt; doch dit aanbod hadc de gewenfte uitwerking niet 
't Verdriet dat Alva hier over gevoelde, werdt vermeerder4 
door de fpijtige tijding, die hij een weinig later uit Duitschland 
ontving; dat namelijk 50000 ponden buskruid, welken hg 
van daar verwagtte, op bevel der Hertogen Joan Kazimir en 
Kristoffel, zonen van den Paltzgraav, Frederik den IIi; 
die met den Prins van Oranje verbonden was , op de heide 
ontladen, en in brand gcfteken ware. Zulk een opllapeling 
van rampen, kost het trotfe hart van Alva niet verzwelgen, 
maakten hem ten laatften wars van 't bewind ; en deden hem, 
onder voorwendzel van zwakheid en hogen ouderdom ,. aan* 
houden om zijn ontllag. Filips vatte hem bij» zijn woord, e% 
deedt Don Louis de. REQUïaENs, als zijpen opvolger in allery 
ijl naox. Nederland vertrekken. De;^ LaQ.d?p(9^<j[ kwmi op deo 

17 



ftöi^ ALVA of ALBA. (I'ERD. ALV. de TOLi ïlertog va») 

17 november iS73 te Brusfel^ alwaar hij met groot betoog 
van blijdichap wérdt ingehaald. De Hertog van AlvA , die 
ssijnen opvolger op de grenzen was gaan ontmoeten, maakte 
terftond zijn werk , om 's lands zaken , zo als hg ze inzag , 
Voor hem open te leggen , hem zoekende te bewegen , om in 
dezelvde maatregelen te üeden, die men tot hier toe gevolgd 
hadt; en hij droeg wel zorg, dat nauwlijks iemand gelegen-» 
heid hadtj om den nieuwen Landvoogd te onderhouden. Mea 
gaf hem , in verfcheiden heimelijke gefprckken , ene hatelijkd 
befchrijving van 'i Konings Ambtenaren in Nederland; wier 
fommigen van onervarenheid , anderen van ontrouw verdagt 
gemaakt werden ; *t volk in 't algemeen werdt hem als ketters 
of wederfpannig afgemaaid. En nademaal de Heriteg van be- 
grip was, dat de oorlog die 'er thans plaats vondt, door 'C 
vorderen des Xden Pcnnings veroirzaakt was, deedt hij zijn best 
om Requesens in te boezemen, dat de- Staten allen in deze 
belasting bewilligd hadden; waar uit voortvloeide^ , dat zy zel- 
ven , niet de Hertog , de fchuld hadden van de beroerten dit 
'er uit waren ontftaan. Voorts gaf hij zijneil opvolger te ken- 
nen , dat bij bij 't aanvaarden der Landvoogdije , grote ge*- 
breken in de regtsoeflfening bcfpeurd hebbende, en dezelvea 
niet wetende te herftellen door de Nederlandfche Regters, hi| 
genoodzaakt was geworden, zig van Spanjaarden te bedienen; 
»t welk hem ten onregte, bij 't volk in haat hadt gèbragCw 
Intusfchen verfchoof ALva ^ het overdragen der Landvoogdije 
van dag tot dag, 't welk fommigen bijna deedt vrezen, dat 
hij mèt dezen Landvoogd eveneens handelen zou , als met deü 
Hertoge van Medina CELt , die hij uit den weg hadt weten 
te ruimen; doch eindelijk droeg hij evenwel pp dea 29 no- 
vember 1673, 't bewind van Krijgs- en Regeringszaken aan 
Requesens over. Hij bleef egter nog te Brusfel^ tot over 't 
midden van december, niet zonder misnoegen des nieuwen 
Landvoogds , begevende in dien tusfchentijd ^ verfcheiden* 
cpenftaande ambten, de dagtekening der lastbrieven tot de- 
zelven vervroegende, tot voor den tijd dat hij *t bewind hadt 



af. 



i 

ALVA of ALBA: (FERD; ALV. de TQI^., Hertog vkr) ao* 

afgfifta^n. Mpn. dagt voorzeker , dat den Raad der Beroerten 
nu ook zou afgefchaft zijn geworden , doch Alva wisc xijnea 
ppvplg^r te overreden, om die in fland te houden. 
. Alva verreisde dan tot groot genoegen van de Nederlanders , 
Op den j8 dQj:ember 1573, vergezeld van een goed aantal 
paardevolk, en nam zijnen weg te lande, tot op Genica, vau. 
waar hij te water in Spanje kwam ; hij wierdt bij zijne komst 
zeer vriendelijk door Pilip^ ontvangen, die hem over zijne 
jgi'iiwzame handelwijzeUn 't minst niet beflrafte, ten bewijze 
dat alles met *s Konings bewilHging gefchiedt was; en fchoon 
hij eerlang in zijne ongenade verviel, ter oirzake van eea 
huwelijk, door zijnen zoon Don Frederiic, op zijnen raad, 
tegens den zin van Filips aangegaan, en te Uzeda gevangen 
gezet werdt, flelde Filips hera na de dood des Konings vanf 
Portugal^ niet flegts in vrijheid, maar gaf hem 't bewind ovet 
't leger dat naar Portugal gezonden werdt, om Filips de kroon 
van dat rijk te verzekeren , waar toe de Hertog veel geholpen 
heeft. Hij is in 't jaar 1582, den 12 december, in den ou- 
derdom van 74 jaren aan een hete koorts overleden. Zijne 
tijdgenoten befchrijven hem, als rij?ig van postuur, met een 
lang uitgerekt aangezigt, anders vrij wel gemaakt, fchoon 
niet bevallig, hologig en draf van gelaat. Voorts getuigen 
:^ijne vrienden en vijanden , dat hij esn doorflepen en ge- 
pefiènd krijgsman geweest is, doch meer met loosheid dan 
dapperheid en voorzigtigheid handelende, zonder wederga 
wreed en bloeddorflig , doorkneed in hooffe ftreken en listen ; 
eergierig en loos van aart , een gezworen vijand der Onroom- 
fchen , en van allen die hem tegenftond ; en dat zijne trots- 
heid en klelnachting voor anderen, en zijne mateloze ftreng» 
beid , die niet zeldzaam naar verwoedheid zweemde , den Ko» 
ping wiens gezag hij hier te lande, in top zogt te vijzelen, 
meer fcliade dan voordeel gedaan heeft. Men geeft hem op 
goede gronden na, dat hij zig op de reize uit Nederland 9 biJ 
Grave Lodewyk van Kojjkïstein, Willem van Okanje'» 
oom van moeders zijde , beroemd zou hebben , van geduren-» 
de zijn bewind over deze landen, welk maar ruim zes jaren 



tuS (ftLVA. ^PfEIER Vis) ALVERINGEN;. ' * 

gpduurd badt , 18600 mcnfchen , om t geloof en wcderfpan^ 
Bfehcid, door Beulshanden te hebben doen ombrengen. m 

Xes in Ecclefia ö* Politica gesta, ah an. 1500 ad an. 1600. j^ut* 
J. SoFFiNG, Rudolft. 1676, De meeste Nederlmdje Hijlorie- 
.^fiFify^rs, als Bor, van M£T£RfiN, HpOFDenz. Wag., Fad, 
ajt. VI. Deel. 

AL VA (PIETER van) , heeft zig in de Spaan/e hczitLWgen 
van Amerika zeer berugt gemaakt, door vervolgingen uit ver* 
>eerd begrei'cne grondbeginzelen van den Godsdienst, voort- 
Ijpruitende. Hij keerde ten laatllen naar Europa te rug, en 
onthield zig een geruimen tijd in de Nederlanden , daar hij in 
156(5 ook is overleden. Hij heeft verfchQidene Boeken ten 
dienfle der Roomfche Kerk gefqhreven, ' Anton,, Bihln 
Hisp. ^ 

ALVERDS^MN (JOSUA Van) , Heer van Hof wegen , Re- 
kenmeester in s Hoge , was een groot voorilander der vrij» 
héid, waar van hij blijken gaf, zo door *t aanvaarden en te- 
kenen van *-t Vbrbind der Edelen, als door de middelen, die 
hij ter voortzetting van *t zelve, te St, Trutjeti hielp bekrag- 
tfgen , en verder door de ondertekening van 't fmeekfchrift aan 
Öen Koning, met belofte van 500 kronen, waar toe hij tefFens 
Oök anderen in 'sHage en elders aanmoedigde ; ook gcf men hem 
na, dat hij zig beroemd zou hebben , de Haagje Beeldftormers , 
met 600 Edelen te zullen befchermen , zo iemand ondernam 
hun tegenftand te bieden. Dit een en ander was genoeg, omi 
hem het banvonnis van Alva op den hals te halen , *t welfe 
op den 17 meij 1568, tegen hem werdt verleend met ver- 
beurdverklaring van alle zijne goederen; -doch zulks verkoelde 
hl genen dele zijnen ijver voor de edele zaak der vrijheid. 
In 1572 werdt hij tot bevelhebber van Hoorn aangefteld, 
^1t welk hem des te meer gehaat bij de vervolgers maakte. In 
1574 onthield zig <ieze edele banneling in ^t geheim te Ant- 
imrpen, in *t huis van den Griffier MAKfi«ri, met oogmerk 
om den aanflag op die ftad voor Oranje te begunftigen; dan 
tfp .dit pas werdt er op bevel van den Landvoogd ene huis* 

zoe- 



AI.VERINGEN, ALWA. AMAMA» %cs7 

•foöcing gedaan; de Griffier ipoedde zig naar huis, toen het 
^et^el gegeven werdt, engaf *er kennis Yan. aan zijne egtgp- 
liote. Deze vrouwe gehard in tegenfpoeden , verbergt dea 
•Heer van Hofwegen in een Xafelkas; hij ontkwam het, en 
Jffigaf zig fpoedig weer naar Hoohi, daar hij in 1576 zonder 
hinderen na te laten, overleed, m Te Water, Ferb. 

-der Edelen, IL D. bl. 152. Wag., Fa4. Hifi, VI. D. bU 
127. 174. 185, 186. 204. 364. 

ALVERINGEN (SAMÜEL) , een broedpr van Josua, 14 
geweest Schout van Mechelen , en hadt ter vrouwe Mari^ 
Van der Aa. 

AL WA (SIEVERT) , een Fries Edelman , verdronk op ene 
ongeluldvige wijze, in den zo geweldigen llorm van den 25 
feptember 1509,^ die inzonderheid Friesland zo deerlijk teis- 
terde; want de meeste zeedijken braken door, en het water 
vloog met zulk een ijsfelijk gevaeld daar over , dat men begost 
te vrezen , dat gantsch Friesland door het fchuimend pekelnat 
zoude verzwolgen worden. Daar verdronken ook een groQC 
aantal menfchen en vee; een menigte huisraad, kasten en kis- 
ten , ja zelvs gehele huizen mQt al wat 'er in was , dreef weg^ 
en het hardvogtigft^ hart moest breken , op het zien van die 
ellenden. De fchade die hier door wierdt geleden , is naauw- 
lijks te begroten. Het was gedurende deze florm , dat Siever.t 
Alwa zijne l^edienden hebbende uitgezonden, om zijn bees- 
ten op te halen, hij zelve ook kort daai: na toefchoot om hdti 
te hulp te komen>; dan hier mede bezfg zijnde, klom het wa- 
ter eensklaps tot zulk ene hoogte, dat ^ievjért met vier van 
'zijn knegts verdronk. Het komt m^ niet onwaarfchijnlijjc 
\'Oor% dat men hier in plaats van Alwa, moet lezen Aylva. 
* Worp van Thabor, Gefchreven Kfonijh 

AMAMA (JOACHIM van) , Generaal-Major van het voec- 
iVolk, Kolonel in dienst van den Staat, Kommandeur van 
'JSulst en deszelvs Forten, werdt geboren den 14 november 
a6S7 in het Fort de Bourtmge. Zgn vader was I^errit Ama- 
'«lA, een man van «dele aftpmst^ Kolonel vm een fries R^ 
•---. gi- 



«dl AMAMA. (NIKLAAS) 

giment, en vervolgens Kommandeur van EnibSen. Zijne moa* 
der BERNUNDUfA VAN ViERSSEN, was ene dogter van den Ge^ 
neraal Muntmeester van Friesland, Joachim, de enigfte van 
hunne ovei gebleven kinderen, genoot de tederfte zorg hunner 
welbeftierdc opvoeding ; en nauwlijks hadt hij twaalf jaren 
bereikt, of hij verkreeg een Faandel onder de Compagnie van 
jüjnen vader. In het jaar 1681 werdt hij tot Kapitein aango- 
ftcld; en in het volgende jaar trpuwde hij met de dogter van 
^n Burgemeester te Hulst ^ Petrqnella dk Vrieze genaamd. 
'in h^t jaar 1689 bekwam hij de rang als Major, in 1690 als 
Kolonel, in 1703 als Brigadier , in 1709 als Generaal-Major ; 
en na de batailje van Malplaquety waar in hij zo als in andere 
voorvallen, zig met roem gekweten hadt, werdt hij in 171 3 
tot Kommandeur van Hulst aangefteld. Hij verloor zijne huis- 
vrouw in 1684, en hertrouwde in 16939 met de dogter van 
FiLiPS VAN Humalda , Raadsheer in 't Hof yan Friesland. Hoe 
vele wreedheden en losbandigheid, hij in dén oorlog ook hadt 
bijgewoond, werdt egter zijn minzaam, bedaard en eerlijk ka- 
rakter daar door niet verbasterd ; hij bleef altoos de menfchen» 
vriend ; de christen en de krijgsman fchenen in hem verenigd; 
hij oefTerde pligten als foldaat en gebood als officier; vergeten- 
de ook nimmer, 't gene hij ^an God, aan den Staat en aan 
'zijne Mfedemenfchen verfchuldigd was. Dus den ouderdom van 
63 jaren bereikt hebbende, ftieif hij, in het bij wezen van zij- 
ne kinderen en kindskinderen, den 3 julij 1720. Jam 

HuYBERT JüNGius, Lijkt eden op Amama, Rotter d. 1720 in 4to. 

AMAMA (NIKLAAS), een zopn v^n Sixtinus Amama, 
volbragt naar alle waarfchijnl ijkheid den gantfchen loop zijner 
'letteroefFeningen , te Framker, In 1645, hadt hij reeds tot zij* 
nen meester in de Wijsbegeerte, Joh. Phocilides, in wiens 
•vrije redeneertrant hij bijzonder behagen fchepte ; zonder zig 
ook door Aristoteles aan banden te laten leggen , bragt hi/ 
die van zijnen meester in oefFening, in de bijzondere lesfen 
dien hij zqjlert over de verfchillende delen der Wijsbegeerte 
hield. Dan die vrijheid en enige andere oirzaken van ver. 

\ fchU^ 



I 
/ 



AMAMA. (SIXTINUS) 909 

• 

Jfchillende aaft, yen^^ten hcmvonaangenaamheJenr.van fom-- 
aige Hoogleraren, en \irareii.ook Jjinderlijk tot het bekomen, 
van: enigen post aan die Akadöpiie. Hg had t nauwelijks 28 
jaren bereiju, toen in •i65(3[ <Je dood hem in *t graf rukte. 
Men heeft van hem in druk:; Ptsfertntimum Marimrum decas; 
in qua prater Mmm pr9blem^aj varia pasjim fundameraaliaj i 
Jolidioris Philofopina principiis ,' deduUa ^ dogmata discutiuntur, 
Franeq. 1651* 8vo. Deze verhandelingen , kondigen zeer veel 
belezenheid aan; en de Schrijver .zonder zig aan de i:|ieuwe 
wijsbegeerte, te verbinden, verwijderd zig verre van de oude, 
J. F* Foppens (laat ten enemalen den bal mis , daar hij hem in 
zijne Biblktheca Belgka^ pag. 899. als Profesfor in de Reg- 
ten doet voorkomen , doordien hij nimmer enige akademife 
waardigheid heeft bekleed. *-^-— E. L. Vriemoet, ^hertm 
^^f' pag.. 172 5 173. 176, 177. 6f in jiddend. p. 4. Paqvot, 
Mem. pmr feryir a l'HiJiQtre Ikt^r, Tom* IX, p. 138, 139. 

AMAMA (SIXTINUS) , is Hoogleraar geweest aan de Ho- 

gefchooL te Framker^ en een man die in zijnen tijd den naam 

hadt, van zeer ervaren te zijn. 'Hij werdt geboren den 13 

oftober 1593 te Franeker , uit Jan Amama en zijn tweddt hufs-^ 

vrouw Imku5. Zijn vader was de zoon vaii Hernius, kleii:- 

toon van Svtse, en agter-kleinzooh van Tjerk Amama, diV; 

twémalen Burgemeester te Franeker is geweest, en lid van h2C 

KoUegie der Gedeputeerde Staten van Friesland. Sixtinus v/si 

een geliefji leerling van den geleerden Joh. Drusiüs, onder 

wien hij zig met veel ijver op de oosterfe talen toelei , en daar 

;5ulk een . voortgang ïn maakte, dat hij griekfe en hebreeuwfo 

digtftukken vervaardigde. In 't laatst van julij 1614, ging hg 

naar Leijden^ om inzonderheid het arabisch , onder den geleer- 

den Th. :Eiu»eniu5 te beoeifenen. Vervolgens reisde hij nog ïn 

dat zelvde jaar nzar Engeland ^ en kwam den 8 december te 

Lmden; den 5 Januarij van 't volgende jaar, begaf hij zig naar 

Oxford^ alwaar hij door den Hoogleraar Joh. Prideaüx en 

enen Duitfcher, Frederik d'Orville genaamd, in hetKollegio 

van £x^ wierdt aangenomen, pe bezigheden die bij tan deze 

LDeel. o 'Hoi. 



31bg^A:lio6rwnaman9, hettanien in de beoeffi^ning der oo^ 
t<if^ tuiten» dQ godgeleerdheid) qH bet geven van lesfen in do 
hcbr^ux^ö ta^l, Gedurende die tijd, luaakte hi| kennis met' 
Ahthur Lakb, Befticrdor van St, Mariys Hall','m&C Willew 
J.AiCGTON, Oppgrfte van hee Koll^'e van Magdalma^ en met 
.Jaï^ Büdöen, Hoogleraar in de Regten. T^rwigl dat Amama 
lindcv^n onde iwQe s» vorderde hij zelven in de kennis der bow. 
itrfQ talc;n Qn Godgeleerdheid. Intusfchen op den 16 maarc' 
1.6 1(5» de mare van Drüsiüs s;^n onverwagt overlijden vernomen- 
hcht)ondQ, ^ dat die Hoc^leraar h^ qen aanzienlijk legaatr 
hadt bi^rprokQn, benevens de vrijheid gbsjl van sdjné handfchrif-' 
\en en^ticbreuwfe boeken gebruik te mc^en maken , fpoedder 
hl) 2ig naar Friesl<mdy en kwam in 't laatst van genpemdql 
maand in T)ranek$rj om de leei-ftoel van zijnen meester te ver^ 
eOQkQii, Dan h^ ontmoette hier omtrent meeider • t^nkan-? 
ting, als bij hadt verwagt, want SiBa. Lubberti en Joh. Bo- 
cnaMAN, hielden h^m van Arminianerij v^rdagt, zo als zij 
ook roeds Duusic» gedaan badden; doch door de gunst van dq 
Cmatciuien der Akademie, en die van den Friesf^nStadhou* 
dcr Graav Wihem Lodewyk , geilde bij het hoekje te boven , 
Zuiverde zig van de hem aangewreven blaam, en wierdt Hoog- 
leraar in Drusius zijn plaats. Den 16 januarij 1626 voegde 
fti^n bij het Prcfesforaat, die van Bibliothekaris der Univerli- 
teit, op enp behoorlijke wedde. Die van Leiidm zogt(?n hen\ 
met aandrang tot haar te lokken , om de plaats van den be- 
roemden Erpenius te vervullen ; dan de Beftierders van Fries- 
londs Hogefchool, zijne verdienden kennende, verhoogden zo 
aanzienlijk zijno wedde, dat hij niet in bedenking nam, oni 
Branek&r voor Leijden te verwisfelen. Dus bragt hij t overigQ 
van zijne dagen te Ftaneker door, en hij ftieif 'er den 9 no- 
vember 1629, ter naauw^r nood in h^t^yflejaar van zijnen 
leeftijd getreden zijnde, 

Amama was in juliy 1617 getrouwd, met ene zijner nigtcn» 
Metnarda van Adelen van Kronenburg genaamd , dogter 
van Niklaas en van Maria van Wythama, zijnde deze 
Niklaas» een zoon van Jacobüs van Kronenburg, een oud 

ad^ 



AMAMA. (SIXTINüS) .. «i 

pKjcmk geflagt m Holland. ■ . K^ heeft drie kinderen bg deze 
vrouw nagelaten: !• Johannes Amama, eerst. Faaridr ik j ver- 
volgens Convoimeester van de Admiraliteit te Makkum, welke 
ten vrouwe heeft gehadt, Maria Huber', ene' zuster Van den 
groten Regtsgeleerden Ulruc Huber: 2. Geh,ius 'Amama, 
Reélor der latijnfe fcholen te Dokkum: 3. NiklAas Amama, 
waarvan hier boven is gefproken. 

Onze Hóc^lêra^ was van een driftig en oplopend karakter, 
en verre 'vervreemd van die zagtaaftigheid , welke zo grote- 
lijks aan zijnen' meester Urusius tot cieraad verflrekte: voor 
*t overige was zijn gedrag zeer regelmatig en geftreng; wat 
^n vernuft betreft, hij was geen fchrandere : van geest, maar 
een buitengemeen werkzaam mensch , die door veel te blok* 
Jten , oneindige kundigheden hadt verkregen. 
, Amama heeft zeer veel gefchreven; het eerfte werk dat hj^ 
in 't licht gaf; verflrekte ten proeve van een :2eer nuttig ont- 
werp dat hij gevormd hadt , om namelijk aanmerkingen Ce ma- 
ken, op de gemene latijnfe vértaling van den •Bijbel', dieoip 
het Confilie van Trentekwzs goedgekeurd; met dezen arbeid 
maakte hij een aanvang irt 1:620 , door de uitgave vin z^nd 
Cenfuira Vtdgata (^c; doch intusTchen ander worlè ter hénd ne« 
mende , waar vai\ zijne S^tjptelftf^ Conferentie nog voorhandeii 
is 9 die in 1623 het licht zag; hervatte hij eerst een geruimeTf 
tijd daar na, «ijnen vorigeft taak.^ Aan' de Hogéfehool veri 
diende hij den roem , van vele ongeregeldheden té- hebben -té 
keer gegaan <; de gunst die hij zig' daar. door, endoor andera 
bekwaamheden verworven heeft, is Jia zijnen dood, met 
yolle luister, tot ojx zijne fcifiderttn ftaande gfcbföven. Meif 
vindt ene volledigeöptelling Van zijne ukgegevene fchriftenymet 
bijgevoegde aanmerkingen in Paqüot , Memoires pour fervir 4 
¥HiJioire' litteraire &c. Tom* IX. pag. 1-18-137. ■ ]• 

Vriemoet, jéhenis Frif. pag. 166-179. Foppens, BibL Belg,' 
pag. 11Ö4, 1105. F. G; Freytag, Andeüa litteraria. p. 21,' 
42. Jo^ Fjuwcn, Mft, Bibl. Part L p. 325. & Part. IV. ?• 
86. t^^ .CREiai, jinimadv. PIiUol. Part. III. p. 83 > .84* Cr 
<ASi> OnmiM. IHgnr. Pars. IV. p. 274. SatJlb» DiSionaire^ 

O 2 ti; 



"^f 



ftff AMANDOS ZIERIKZEUS. AMEUA^ 

f>. dê 1730. Tom. I. p. ir3« D. Qoaainr, Mlhtk curtetM 

^^m, I, p, 250» 251, 

* 

AMAl^pyS» Bisfchop van TToms^ heeft in een gedeelt» 
ran de {federlanden den Christel^ken Godsdienst voortgeplant» 
Na dat {lij verfcheidene Kerkpn boiiendhadt, begaf hij zig ndRX 
"fyioniik^ ^waar hij de Abtdij die zijngn n^a^i draagt ^ zóudf^ 
geftlgt hebben j hoewel foinmig^n beweie»^ dat zulks door 
é^n and^ien Amandus zoude gefcliiedt zijn« Hij is omtien( 
*i Jaar 660 , in bet pode v^n zijnen püderdom gel^ryen» i« 
^A^iL^ Hjjlf Ecclef* des Pqis-bcu. 

AMANDUa ZJERJKZEVS^ dua genaamd naar. deplaatt 
6'dnor gsboprte , was-' Minderbroeder en Voorlezer in de. God*» 
geleerdheid te Leuven, Als ProVintiaal bevlijtigde hij zig ms( 
^neit VQQrbeeidig0n yver, om de gebreken der Geestelijken, 
die ^att zijn' op^igt waren .toevertrouwd, te hervormen en té 
verb^terQO* De tijd bepaald tot het waarnemen van dit ambt 
hebbende uitgediend , heeft hij dat van voorlea^r weder hert 
tat , en, gedurende het overige van zijnen leeftijd waargemK 
inen. Kg heeft de roem verworven, van in verfcheidene we? 
t^nfch^ppen ervaren te zijn gewekt, en vrij wel bedreven iT\ 
00 t^leni want hij vprftond de griekfe, hebreeuwfc en chal-t 
^^wfd» ^^ nauwlijks .hare bod^daven nog in N8def:lmi4 
bftkend ^^^^n» Volgens g^lpogw^ar^igp Schr^vefs, heeft hS(>^^ 
y^t 9on gelorde beknoptlieid ci^ zeer zinrijk ,■ .üqix Kr^xnijK ge-, 
fcbrcv^n, van het begin der wereld af tot pp iss*' Dezq 
yronijk. is in AQI Boeken vergeld, on voert ten tijtel r ^ruHj . 
pumji^e r^fta^iü veritatis m/iorka., in 1534 in 8 va gedrukt , 
\>L} enen 5imon Cocua, In do voorrede geeft Fiiawc. Titelj 
liAUNiys, ene levenfchets van Amandus, benevens tne opgavij 
van -iijne and^ro veelvuldige fchriftqn. Hy ftierf te Leuven ^ 
den 8 junij 1534. ' . ■ " Kerk, Oii4hede]i van Z^ekmft^ 11. fl,» 
^1. 51, LaRw9, Oelmerd Zeeland ^ W. 2pSx^ 

* AMELIA, Gravinnc van Solms^ dogter van Joan Albert^ 
Grave van Solms, die in 't gezelfdj^ip der Kontnginne van B(h' 
kmm 9 in iftWawf^ was gekomen , 'v.erdt in *t jaar iftt5 op raaj 



» f 



AMELt^^Öüvliftt m i$W«iA ' 1k^ 



^ln aandrang van Prinie Miuwts , taet deSaelvs . broë4a J^s*- 
DERiK HfiiTORiKj in den egt verbonden. Het huweligk wUr^Je 
jzjeer haastig in 't begiif van s^ril voltrokken ; tebbenda Cö- 
committeerde Raden den ondertrouwden ontOag vtin de gs^ 
•wone huwelijks-gebodeh verleend ^ welk naderhand door dB 
Staten, ten oveivloede bekragtigd werdt. Prins Hendrik hadt 
zo men verzekert, kleine gen^enheid getoond tót deze vcr- 
bindtenis; Maar Maurits was 'er zeer. op gezet gewöestj en 
ao fommigen verzekeren, zijnen broeder gedreigd^ zo hij 1 
v^igerde, zelve, zekere adelijke jonkvrouwe , bg welke hij eni- 
ge natuurlijke kinderen hadt, te zullen trouwen; wa^r doctr 
ideze kinderen gewettigd^ én Piins Hendrik van zijh broedevs 
crffenis verfteken zou zijn geworden. Kort na het voltieWv^ö 
van het huwelijk , vertrok haar Gemaal naar 't Staten h^cr; 
De Staten van Holland béfloten nog in dat zeivde jaar> aan i^ 
'Princesfe een gefchenk van 20000 guldi voor een huwcligksgav^ 
te doen. Op dèn 27 meij i646 beviel zij van eiien zoon, Wii* 
CEM genaamd, die zijnen vadet naderhand i onder dett naam 
Van WiLijEJii DEN II, opgevolgd is; zij bragt vervolgens nog 
j^ier dogters én enen zoon ter wereld, wdke zoon maar kort 
geleefd heeft. ■ - ' ' ' \ 

. Na dat deze vorfiin, eerst haren gemaal, op,den I4xnaar8 
1647, en daar na haren zoon, op den 6 november 1650, me| 
veel fmerte hadt zien fierven, fchenen alle hai« zorgen eii 
(laatzugc, zig te bepalen tot haren kleinzoon, die agt dagei) 
na *s vaders overlyden ter wereld kwaiii. In het volgende 
jaar, ontflondt 'er tusfchen de beide vorftinnen weduwen | 

groot verfchil> over de voogdijfchap van den jonggeborcnl 
* •• • , • ♦ ' • i ■ ^^ • ' 

Prins Willem den III, 't welk na veel haspelens, doot dd 

Staten van Holland wiei'dt bemiddelt, dié de Koninglijke Prin* 

fes in de voogdij, die zij reeds aanvaard hadt, haiKihaafdeni' 

IWDrdende de Keurvorst van B\randenbuirg ható toi^vocgd al3 

medevoogd, en de Princesfe Ameua als toeziende vpog^ 

desfe. 

Deze Frinfes heeft zekerlijk t^ns vele ttiiederMaidighe»' 

4kn mocton aanworllelen , ^uxt het Or^njebutei in des?e!v« 



2X4 AMELIA VAN ANHALT. AIlffiLlNG. (GERRIÏ) 

aanzienlijkeD ftaat, ten tijde van haren gemaal ten hoc^fïeii 
geëerbiedigd 9 doch na het overlijden van haren zoem, alomme 
gehaat, .en gedurende de minderjarigheid van haren kleinzoon, 
met de hopgfte verding behandeld, doch ook eindel^k het 
hoofd weder heeft hoven geftoken. Zij ftierf in V Hfl^f , op 
den 8 augustus 1675, in den ouderdom van 73 jaren. ,, Zij 
„ was" fchrijft Temple, „ ene vrouw van zulk een groot 
„ veriland, als ik *er immer ene gekend heb." Ook roemt 
hig haar over hare fpaarzame en deftige hofhouding. Doch 
2^ is door alle hare tijdgenoten, ^o gunftig niet beoirdeeld. 
Iemand, die naar zign eigen getuigenis een vriend en dienaar 
van het Oranjehuis was, heeft zelvs gefchreven: „ dat deze 
„ vorftelpe, weduwe van zulk enen werkzamen aart was, dat 
„ zij liever kwaad gedaan zou hebben, dan ledig geweest zijn, 
„ en dat als zij maar meesteres blijven kon , het haar om 't 
„ even was, wie *er door . verongelijkt wierdL" *■ Ds 

Schryyers van dien tijd. Voorts, Wag., Fad. Hift. X. D. bl. 
4^. XL D. bl. 3, 44. 233. XII. D. bl. 131. 138-143. 171^ 
327. 443. Xm. D. bl. 5, 6. 43- 1Ö6. 197. XIV. D. bl. 378. 
Temple, ZW9. Gefch. bl. 714. Temple,. JB^^bmor. bl. 3<5tó. 
Memoir de Güiche, -Livr. II. p. 206. 

AMELIA VAN ANHALT, was de Gemalin van Hendric 
Casimir', Erfiftadhouder vzn Friesland , en moeder van Jan Wil- 
UEM Priso. Zy trad in" het huwelijk met dien vorst op den 
16 november 1675, toen hy nog maar 18 jaren hadt bereikt. 
Van haair wordt getuigd, dit 71] fchoon en bevallig van Kghaam 
was; oneindig veel geest en vernuft bezat, doch dat de zugt 
tot pragt en oen weidfen zwier, na dode van haren Gemaal^ 
hare geldmiddelen vrij wat belemmerden, ook dat 'er een on- 
geregelde wijze van beftier aan haar hof plaats vondt. 

# . 

AMELING (GERRIT), is Boekverkoper op de zaal va» 
•t hof in V Hage geweest, en Eaandrik van de Schutterij; heeft, 
zig verdienftig gemaakt , met te tragten den braven Raadpen- 
fionaris Jan de Wit, in i67fit , dé Gevangenpoort te doen uit- 
gaan, en hem uit de hai;den van ^ijne blocddorftige m'^or* 

de- 



AkERONGEK. (ANTONV) (ARÈKt) &X* 

lÉénliars te verlosfem — — Wag^i t^uderl. Bjïr JüVi t>i 
bl. 163. 

AMERC»JGEtJ (tAEtS VaN) , 15 dé hüaïh Vftft feèü Idit:' 
, lijk. geflagt in de provintie van Utrecht ^ bet wolk federt *t jaaf 
T 160 met luister is bekend geweest^ )Bn zig zo door huwi£liJ-> 
ken met.de eerfte en voornaamile familiidn Vian den land^i ^üi 
door het voortbrengen van kundige Staatsmannen heU^t \a$* 
'roemd gemaakt Wij zullfcn ons vergenoegen met iönigö ü&i 
voornaamfte Mannen uit dit geflagt ^ aan onzo lezers te^dpön 
kenneni. De zodanigqn die *er meerder van b^gerön tö we^ 
ten , verwijzen wij naar het Gejlagt- m JVapenhoek van Ab^AÖ* 
Ferwerda, 1785. I. Deel, daar men ook berigt over de VOl* 
gende Artikels van dezen naam zal vinden» 

AMERONÖEN (ANTONY tAETS Van) 4 RidJif VSn 
'Jerufalem^ werdt Kanunnik van St, Mark te Utrecht i döu %'i 
december 1523; vervolgens van den Dom^ op den 24 februérij 
1524. Hij is Kamerling van Paus Adriaan den VL gewÈCstj 
en overleed den 20 oftober 1555^ ■ ' ■ " K» BuRiiötAif > lJtt\ 
Jaarh. UI. D. bl. 43^. 

AMERONGEN (ARËNT TAÈTS VaN), Vindt irieti fn^t* 
jnalen op de regeringslijsten van Utrecht, van de jaren 1415 
tot 1449 ingefloten, als Raad, Schepen of Burgemeester. In 
het jaar 1426, gediurende de t\visten tusfchen de Bisfl:ho]pi*'en 
ZwEDER Van CuiLenborg én Roelof van Die^holTi Wttidt 
hjj benevens Dirk Gro^ert, door ;den Raad aangeiteld, ooi 
de > palen yan het Stigt te vrijen en te befcheritien; zeer fs^kst 
.toet oogmerk , om ware het mooglijk , Amersfoort wfedör tot htt 
Stigt te brengen. In het volgende jaar, na dat hij Burgemees- 
ter was geworden, werdt hij tevens tot een der Bevelbebbéi^ 
of Hoofdmannen van Ütreclit aangefteld» In 1449 hielde ^ 
jRaad zp-^ude als nieuwe, zig ftandvastig tegen den Bisfcböp 
JR. VAN D^pholt, en deedt om alle voorzorg te gebruikeiü-j 
bij klokkei^gelui.ene bekéndmakibg afkondigen , behelzende 
hoofdzaakip : „ dat de Raad zig eendragislijk met ^aUje de 
->, Gildem /h^d( . verbonden ^ onr boi begotoett tapittel ig} 

© 4 ji buft' 



f rt AMERONGEN. (DIRK) (ERNST) 

'^ hunnen Heer van Utrecht y bCfröaöTijfc de gebreken, die A 
^ op 't gemene land, als in de ftad Utrecht aanwezig wareit', 
^ en inzonderheid van de Hecrüjkhefd Mmtfoortf vervolgen 
^ zouden, naar *s lands xegten; en. dat zij zulks met de Raad 
^ en Gilden , trouwelijk zouden ter uitvoer brengen. En ten 
„ einde de ftad in goede eendragt mogte blijven , verbood de 
^ Raad, dat niemand enige brieven of boodfchappen zou zen- 
;^ den, aan of ontvangen -van hunnen Heer van Utrecht, of 
^f die bj} h^n zijn, bi} pcene van een bannisfement van tien 
^ jaren uit de ftad , behalven andere ftraffen , geregeld na den 
^inhoud van die brieven of boodfchappen, ingevolge dec 
^ JEUads gpedvinden. ** Dan desiniettegenftaande deze voor- 
borg, vdgde kort daar op ene fpoedfge verandering, doordien 
de Bisfchop middel vondt, de ftad te overrompelen, waar door 
Arent van Amerongen, benevens enige anderen gevangen 
geraakte , en kort d^ar na onthoofd werdt. . > K. Bukman, 
Utr. Jaarb. I. D. bl. 162. 200. 225. 321. 332. 340. 398. 
426. 447. 494. Il- ^- ^^- ^^- 97. iiö. 130. 143. 

AMERONGEN (DIRK TAETS van), was in het jaar 
1408 en verfcheidene volgende jaren,. Schepen te Utrecht y en 
in het jaar 1406, getrouwd met IIadewig, dogter vah Hek- 
prik Walvisch. '■ Ib. I. D. bl. 119. 163. 201. 

* AMERONGEN (ERNST TAETS van>, was in 1518 eti 
1524, Schepen en Burgemeester te Utrech ^ en als zodanig 
nam hij het ambt van Hoofdfchout, op dien tijfd onvervuld, 
waar. In 1526 was hij Marfchalk des Overftigts^ en werdü 
door Bisfchop Hendrik van Beteren, tot enen van zijne 
Stedehouders aangefleld. Twee jaren later , heeft hij het huis 
ter Jfof^ nabij Ritenen, dat hem als Marfchalk ter bewaring 
was aanbevolen, aan den Hertog van Gelder overgeleverd', 
die het liet afbreken, en met derzelver ftenen, de muren van 
Rhenen herftellen. Tweemalen is onze EftisiST getrouwd ge- 
weest; tot zijn eerfte vrouw hadt hij, Mab^lia de RrooER, 
welke op den 31 meij 1540 overleedt; en in -1546 vervan- 
gpn wier4t door Agnes-van Abcoude, weduwe ^van Gerrit 

. - ECK. 



r» 



AMÊRÖNGEN. (QÊRARD) QACOB) iiy 

ÏEct. Hij ftierf in 155a, en zij bleef weduwe tot In 1582, 

toen de dood öok een einde van baar. leven maakte. 

Ib. m. D. bl. 45. 143. 

AMERONGEN (GERARD GODARÖ TAEtS vak)^ 

werdt geboren den 16 julij 1679; zijn vader was Joost vai» 
Amerongen, en zijne moeder EMERENtiA Geertruid van Zui- 
len. Als Ridder in de Dtdtfche Orden in de Balij te Utrecht^ 
werdt hij in 1725 Eommandeur \ixi Doesburg ; ,prï reeds cea 
geruimen tijd te vojen, namelijk den 5 feptember 1708^ tofi 
■Houtvester van den lande van ütrecJa aangefteidj vervolgpu» 
den 29 julij tot Kanunnik van St. Jan te Utrecht vfiykoren, 
en den 12 feptember daar op volgende tot Geëligeerde Raad» 
in het ecrfle lid der Staatsvergaderiijg te Utrecht en federt 
dien tijd afgezonden in de vergadering van Hun Hoog Mpgca*'. 
den. Hg ftierf ongehuwd den 12 junij 1730. 

AMERONGEN QACOB TAETS van), vindt «en op de 
rfigeringslijsten t^Utrech gemeld van 1420 tot 1449, alsRaad^ 
Sdhepen of Burgemeester. In het vonnis door den Bisfchop 
vzn Utrecht in 1449, uitgefproken over hen, die deel hadden 
in den opfland tegens hem , en waar bij aan elk en een iegelijk 
verboden werdt, de vlugtenden te herbergen, vindt men oc^ 
^ezes mans naam gemelde Met meer anderen egter, werdt hij ia 
•t jaar 1455, van dit vonnis van ballingfchap ontheven, ca 
het verlorene burgerfchap hem niet alleen wedergefchonken, 
maar hij zelvs langzamerhand tot zijn vorigen ftaat herfteldj 
wordende in 1460 tot overfle Ouderman, ter bede van deir 
Domproost, en van den Heer van Brederode, Raad Bui^ei» 
meester; welke aanzienlijke waardigheid, hij ook bekleedde ia 
1068. . K. BüRMAN, Utr. Jaarb. I. D. bl. 234. 286. 438^ 
4S9- 480. IL D. bl. I. 55. 107. 131. 295. 399. 425. 45Qg 
452. 481. 512. III. D. bl. I. 71. 127, 

AMERONGEN OACOB TAETS van) , was gedurende 
de Leicesterfche feftie in 1586 Raad, in 1587 Schepen der 
'ftad Utrecht. Hij is tweemaal gehuwd geweicst, eerst in ls^6 
aaet Aleid van Züijlsn van Nievelt, en daar ra met Kris- 

O 5 TINA 



^i8 AMERONGEN. (JACÖB) (JAN) 

*riNA VAW Blois van Tkeslono. H5 overleed op isjjn huis ti 
Muisch:aal in 'iGccüand^ in april 1619; zyn tweede vrouw, in 
november 1Ö20. De kinderen uit zijn eerfte huwelijk ver- 
wekt, zijn alle jong geflorven; uit het tweede, heeft hij, een* 

'zoon en er.e dogter nagelaceni 
* 

AMERÖNGEN üACOB TAETS Vak) j wérdt Kanunnik 
.van St. Marie te Utreck den i febniarij 1582, doch gaf zijnó 
prebende weder over, dén 12 december 1600. Na dode van 
zijnen ou(^r broeder Ernst, wtrdt hij op den ^^ojiilij 1Ö58 
beleend, met de Ridderhofftad Groenewoude. Hij huwde in 
1601 , met KoRNELiA Dacnkwaard ) dogttfr van Willem van 
CriEssENBURG , zijndö de huwelijksvoorwaarden gCifloten den* 
7 januarij van dat jaar. Door dit huwölijk , fchreef hij zig 
Vrpeer van Giesfenburg, Heer van Giesfen Niewn^kerk^ Na- 
tres y Natêndaaly Hoogelandey Groenewoude de. Hij ftierf den 
U8 feptember 1622, en zijne weduwe den 2 december 1632^ 
nalatende verfcheidene kinderen* 

AMERÖNGEN (JACOB TAETS Van), wfcrdt ddn 6 aprÜ 
aangefteld tot Raad en Vrcedfchap der Had Utrecht en heeft 
aldaar in de jaren 1675 en 1676, 1683 en i<584, bet ambt 
van Schepen bekleed. Hij trouwde den 26 april 1648, méC 
/kNNA VAN Ryssbndoorn^ die den 23 januarij 1660 overleed. 
Den 18 feptember 1661 , hertrouwde hij met Lucia Ruisch 
yoT DEN Eng. Hij ftitrf den 12 junij 1686, nalateiide twee 
fx)ons en ene dogter* 

- AMERÖNGEN (JAN TAETS vai0 , ontmoet toen in de 
}toen 1423, 1425, 1427 en 1433 als Schepen te Utrecht^ en 
$435 als Raad; 1437 als Onderman, en 1443 wederom al8 
Schepen ; op welk jaar hij om enig verfchil met -flurgcmeeste- 
ten, voor de tijd van twee jaren uit den Raad ^czcl wedu 
Ook moet hij gemengd" zijn geweest in de onlusten van bet 
jaar 1449; want op het jaar 1455, vindt men hem onder 
*t getal dier genqn, aan wien. het buigerriBcht werdt weder- 
gegeven; zijnde hl} in X 45 7 op nieuw tot Ouderman aange- 
Iteld. In het volgende jaar, waar in de bastaard Antoni van 

BOLR- 



AMERONGEN. QOHAN) ai§ 

BouRGOHDiEM zi^Den broeder David den oorlog aanzeide , en 
4net loop paarden voor Utrecht kwam, werdt hiy tot Schat- 
aïaees^cr aangefteld; welk ambt beftondt, in het fchatten en op 
prijs fliellen van die genen, welke de Utrechtenaars gevangeii 
kregen, en die hunne vrijheid begeerden. In 1459, vindt men 
hem wederom als Ouderman genoemd, en in Ï461 als Raad 
en Burgemeester, welke gewigtige post hij ook in 1465 be- 
kleedde j en in 't jaar .i4<58, regeerde hij als Schout te Ut' 
recht. In 1470 werdt hij door den Bisfchop gevangen geno- 
men, eii allerwredelijkst gepiynigd; vervolgens werdt hij over 
iergenopzoom naar Kortrijk gebragt, van waar hij vermits Her- 
tog Karel in 't veld was tegens den Koning; vzn Frankr^k^ 
op het flot Rupelmonde is vervoerd , in 't welk hij omtrent eea 
jaar is gevangen gehouden, en is naderhand onfchuldig ver- 
klaart, en op nieuw tot Schout van Utrecht aangefteld. Do<»- 
dien hij dikwerf verruimde te regt te komen, doór welk wan- 
gedrag, verfcheidene zaken niet konden werden afgedaan, her- 
nieuwde de Raad een zeer oude voordragt van den jare 1310; 
waar bij werdt bepaalt: „ dat ingevalle de Schout, 's mor- 
„ gens té g en 's avonds te 3 uren , niet ten regte en komt, 
„ dat als dan de oudfte Schepen , Schout zal wezen , en daat* 
5, van dubbelde hoge of falaris trekken, enz.'* In 1481, was 
Jan van Ameroncen Raad van den Bisfchop, en wierdt bc- 
nevens anderen , doot hem , aan den Aartshertog MAxmnLUAit 
gezonden, om van vrede te handelen. -—— K. Burman, Utr. 
Jaarb. I. D. bl. 269- 301. 334- 42i- 437- 459- 481. II. D« 
bL 24. Z95. 342» 390. 410* 439' 4<5o. 515. III. D. bl. 14* 
17. 24, 25- 428. 519. . 

AMERONGEN (JOHAN TAETS van), werdt in 1551; 
Heemraad van den Lekkendijk bovendams, en was van 1554$ 
tot 1566 verfcheidenmalen Schepen der ftad UtrecJit, Zedeit 
die tijd tot op 1577, in het hevigfte der Nederland/e beroer# 
ten , heeft hij meermalen het ambt , zo van Schepen , Burgth 
meester, als Raad bekleed; zelvs geraakte hij door den moeid- 
wil dQtSpanjaarder^ in gevaar, om zijn leven ongelukkig te ein- 
digen. Jn 1576 werdt hij fliöde als Gelastigde ter liar.deli^ 

over 



■Itib AMERÖ^GEif. AMESIUS. (WULËAi) 

bver dé Gefidfi bevrediging gezonden. In 153Ö traï Eij lï. 
liet huwelp met Johanna van Gaasbeek, weduwe van Jacób 
ScHiidMELPEifNiNG. Zij ovcrlced den 16 februarij 1578, ei 
faij zelv, den 18 januari] 1589, nalatende zes kinderen. 

AMERONGEN (THOMAS tAETS van), werdt ddn. ij 
Dftober I5?4 geboren, en op den 17 meij 1594 tot Kanunnik 
van de Domkerk te Uirech aangefteld, van welk Kanunnikaat 
iKi het 61 jaren bezeten té hébben, hij affland heeft gedaan 
op ÓQn 12 julij 165 S- In tet zelvde jaar en maand, na déri 
ouderdom van 81 jaren bereikt té hebben, trouwde hjj mét 
t*REDERiKA VAN ZuiLKN VAN NiEVELT, cén melsjé van 15 ja» 
ten., Hy overleed den 5 augustus 1657, in den ouderdoni 
van 84 jaren, 2ond«r kinderen bij zijn jong wjjfjè verwekt té 
liebbéiii 

AMERONGEN (WILLEM .TAÈTS van), is in de /aren 
1492, I493f 1495» ^497, 1499 en 1501, Schepen der ftad 
Utrecht geweest, en gehuwd met Magdalena van Meaux 
VoRSELAAR. Toen hi| op den i fiugustus in 1503, als Heem- 
raad op de fchouw van den Lekkendij\ bovendams tegens- 
Tvoordig was, wierdt hij onvoorziens door xie Gelderfclmi,niet' 
tegenflaande men toen in vrede met hun leefde , gevangen gé- 
Bomen, en naar het flot te Hattem gevoerd ; alwaar hij na ver- 
loop van een maand , in geftadige krankheid dooi-gebragt te 
hebben, op den i feptember overleed. 

. AMERONGEN (WILLEM TAETS vK»), #efdt door aS- 
fiand van zijnen vader , Heer van Cromendaal , met die hofftad 
l)eleend, den 29 april 156(5. Hij was Kapitein ia dienst van 
fiLiPS DEN IL Koning van Spatije^ en flierf in 't le^r voor 
Haarlem i wanneer die flad door de Spanjaarden belegerd wasj 
Zijne weduwe die hem 54 jaren heeft overleefd , is gcftorven 
den 24 augustus 1627, oud bijna 84 j^ren. Zg hebban te 
fiunen vijf kinderen verwekt. ■ Zie over fominige dezer Ar* 
tikels VAN Amerongen, J* Kok, VaderL Woord. HL D. 

AMESIUS (WILLEM) , Hoogleraar in de Godgeleerdheid 
Ib Franeker i was een Engelsclmdn- of Seint vaü geboorte t hi) 

heeft 



AMESIUS. (WILLEM) ' aai, 

fficft tt Camimdge g^adeerd^ en woonde aldaar in het Kol^' 
kgie van Christus. Zijn voornaamile onderwijzer in de Godger: 
Jèerdheid , is geweest Willem Perkins. Hij was de Puriteinen" 
acer fterk toegedaan, en verfoeide ds plegtigheden bij de Epis^ 
<opalc Kerk in gebruik; dit bragt te wege, dat geen opgang ia: 
Engeland kunnénÓQ maken, hij in 1613 naar Holland overflak.- 
Jn het bcriigte fijnodé «van Dordrecht- in 1618 en 1619, veiv, 
flvckte hij den Prefident Bogermann tot raadsman, doordien 
hy inzonderheid wat tot de Conti'overs betreklcing hadt, bui- 
tengeq^een veel ervarenheid bezat , en daar hij fijn van óirdeet- 
was. In *t jaar 1622» wierdt: hij tot Hoogleraar in de Godgp-, 
.leerdheid te Ff awe^^r aangéfteld. Hij bemoeide zig giotelijl^s 
met de twisten d^r Aminianen^ pn fchreef verrcheid,ene hop-, 
ken tegens hen. Te voren namelijk in 161 o, gaf hij een wevt 
in 't licht tegens de Episcopale ^ wa^ in hij zo^it te betogen,- 
dat 'er geen andere brave lieden inEngeland waien , dan alleen.- 
de Puriteinen; ^ dat dezen zig deden kennen, door hunnen. 
„ afkeer tegena de komedien , het vloöken , liet dansfen , het 
j, fpel enx." Alle de overigen waren geene anderen ,> dan. 
„ fpeelders, vloekers, kinderen van Belial; daar w?is geen. 
,^ midden tusfchen deze tw§e uit^rflen, of de Bisf([;hoppelijkc| 
^ Kerk moest vqinietigd worden, of men moest het Roomfcho 
^ geloof uit de hel te rug roepen. " Voorts was hij een vai^ 
die Gereformeerde Theologanten , welke met de meeste nauw- 
keurigheid en ene gevolgde leer^^djze, de Gewetensgevallen be- 
handeld heeft. Het is bijna overtollig aan te merken, dat h^ 
tegens Belj^ari^in fchreef; want het is aan niemand genoeg- 
zaamonfcpkend, dat 'in die tijd de werken van dezen Jefuit, ó6 
algemene ftcen des aanftoots van de Protestantfche Controver- 
fïsten was. Ai^iesius vervaardigde een werkje dat hij MedulU 
Theologice noemde; hij fchreef ook ene ©cröanbelinö tt^tttf 
be i^ocuuöticn en de JBÖctnpfiijfica. Ik zegge niets van zijn« 
%t§ifc\\ ober be J^faimen/ noch van zijne ©crïilaring oket 
bt 5??icben ban Petrus. Het is zo niet, dat hij in het jaar 
1639 lUerf, zo als door Heijning Witte in zijn Diaritaar 
Sïogrdphièum wordt i^trzékerd ; -de opdiagtsbrlof voor zijne^ 



•t22 AMPZING. (SA^füEL) AMSTEL, 

9<j^et1 übtr ÖC !^dtaten geplaatst, bewijst dat .hij. ia 16%^ 
leeds overleden was. Men wordt uit die zelvde brief ont- 
waar, dat hij na 1% jaren Profesfor té Franeker te zijn ge^ 
iffreesty zijn affcheid heeft bekomen, om te Rotterdam die 
»alvde waardigheid uit te oefFenen. — — Zie ene optelling, 
van alle zijne uitgegevene werken, bij E. L. Vriemojbt, A* 
t^ima Frifiac,^ pag. 212* Verders P, Bayle, DiEHqn* ed. it 
J730. Tom. I. p. 179, 

AMPZING (SAMUEt) , was in 1628 Predikant te Haar^' 
lm, toen hij zijne 9&tfcö?r;bins cnbe lof ban öie ^tob in 4to. 
gedrukt, het licht deedt zien. Hij is digter, en een groot lief- 
iebber en kenner van de Nederduitfe taal geweest. Aan hee 
boofd van gemelde befchrijving, vindt men ene verhande- 
ling, tot tijtel voerende: JÖebcrlanb^cö {Cacï-S^eridit/ waar 
in |iij inzonderheid handelt over de fpelftngf/ de seflOjgccn/ 
het l^nbcrfdbdbcn gdinrib ban be 9/ en p/ van de hapitoal- of 
loofblcttcrcn / van de cupbonia of ;oedbIoei)£nti[)etb enz.; ge- 
wagende hier voorts met lof, van de ^p^aaiiiion^t door Kris^ 
TiAAN VAN Heule gefthrevcn. Verfcheidene andere werkjei 
eo in digt als ondigt, die in druk zijn uitgekomen , heeft men 
^n de pen van dezen vlijtigen man te danken ; vindende m^n. 
alle deze lettervrugten opgeteld, bij A. Pass, Naamtol. van d^ 
JBatavifetn Holland/e Schrijvers , bl. IS3-I55- 352 « 353- 

AMSTEL, is de naam van een zeer oud en vermaard go* 
flagt, van ouds genaamd Aemstel, vaN'Amstelle en ook 
VAN Amstella, volgens de uitfpraak der oude KrbnijkfchriJ- 
Vers. Onder deze Stigtfe Edelen, vindt cien in Brieven van 
liet jaar 1105 en 1126, gewag gemaakt, van enen Wolfge^ 
VAN AMs-rtL als Schout van jémjlelle, zonder meer. Wij zui- 
len de befchrijving van enige der voornaamfle Mannen uit di( 
gcflagt, aan onze lezers mededelen. . - ' 

AMSTEL (ARBNT van) , is de oudfte broeder van Gys^ 
BUBCHT DEN UI. geweest, hebbende tot vrouwe ene dogter 
van den Heer van Heukelom, bg wien hij vier zonen heeft 
geteeld. Van 's moeders zode,» was big: erfgenaam vkq de goe* 



AMSTEL, (15GBERT van) %%$ 

llereh-van Pfelfteht^ waar van hij ook van jongs af aan , altoGè: 
cte naam en 't wap0n -voerde. In 1279 geraakte hij beneven» 
ijnén btoeder Gysbrecht ^évanéen,- en werdt naai* Zeeland go- 
;5onden j daar hg naar '^vcn jaren m'd^n kerker doorgebragC 
të liebbcn , ten laacfitti z§nen zppn met den Graav floot. Me» 
fliïdt niet dat hij zig met het eiedgefpan tegcjns Graav Flori» 
tzit V. bemoQid heeft.' Hij ftierf in i298t 

AMSTEL (EGBERT van), wordt gehouden voor den eer* 
ften bekenden Heer van ^tnjtel^ wiens geboorte m^n zou ipo- 
«n Hellen, op het jaar 11 10. Met hem namen ook de gefchil-^ 
ten een hqgin, die zulk een langen reeks van tijd, tusfchen de 
5isrclK)ppen van Utrech en de Heeren van Jmjiel hebbea 
plaats' gevonden-, on waar van Wagenaar ons de volgende, 
oirfprong opgeeft. Godefrid Bisfcliop van Utreck , was vaa 
C:nen dapperen on grootmoedigeuaart, en zo zeer gezet op óa^ 
bevestiging en uitbreiding zij n'a wereldlijken gebieds, dat h$ 
^ig in een zijner Brieven beroemt : „ dat liij geen gevaat. 
„ ontzag, on zei v« niet fghroomde ten ftrijde te trokken, ter; 
„ verdodiging der Heiligp Kerke. " Met dezen naam, werdC 
(hans het befchermen der tijdelijke inkomften eent Bisdom* 
verglimpt. De Stigtfe Edelen goederen bezittende, welke de 
Bisfchop oirdeelde der Kerke toe te behoren, lagen gedurig 
jnet hem overhoop- Egbert van Amstel, een der voornaanv» 
fte Stigtfe Edelen, hadc boven anderen, al met Bisfchop Her-t 
bïrT ^cfchil gehadt, t welk wederom bggclegd was. Doch 
met GoDEFRiD op nieuws in moeite geraakt zijnde , moest Fi- 
LTPS, Aartsbisfchop van 'Keulen y tusfchen "beide komen, om 
clon twist bij te leggen. De Bisfchop befchuldigde Egbert, 
dat hij alle de inkomften , die der Ütrecinfe Kerke, uit jfmJiH 
en het omleggende land toekwamen, aan zig getrokken hadC 
Hier over was hij, eerst door den Bisfchop gedagvaard; docK 
niet vcifchijnende, ten Keizerlijken hove aangeklaagd; zedM 
werdt hij in den Rijksban gedaan. De Aaitsbisfchop van Keté^ 
len bewerkte OindOlijk, een nadelig verdrag tusfchen hem en 
den üt^eckfm Bisfchop, van welk nog eon gobrettclgk a& 

fchrift 



*■ • / 



a24 AMSTEL. (GOZEWYN tam) 

tüaift voorbanden is, en waar uic de Heer Wagehaar de r6t^ 
gende bijzonderheden ontleend beeft „ Pe Heer van Au^ 
^ sTEi,, bij eeJe aflUnd hebbende gedaan, van al wat hq te 
^ voren ió j^njlel en daar omtrent, ter leen bezeten badt 
^ beloofde hetzelve voorUan als Stedehouder des Bisr<^x)p6 te 
„ ;?ullen houden, onder die voorwaarden, dat alleen een zij- 
a, ner zonen Gysbrecht genoemd , het ^vde ambt na zgnen 
^ dood, van de hand des Bisfchops zon kunnen verkregen, 
^ raids dat lijj den H. Maarten, dat is bet Bisdom van 1/$^ 
„ recht y zou blijven dienen. Egbert moest wijders do moera» 
^ Bendelmerbroek f federt acht ik, de Bijlmermeer genoemd,, 
«, met het gene 'er toe behoorde, en de helft van de tienden 
^ in Weesp die h^ in zijn bezit genomen hadt, geheell^ en 
„ voor altoos, aan de Utrecht/e Kerk afïtean." Men weet» 
Biet, wanneer dit verdrag gqtroflfen werdt; doch indien Bis* 
fchop GoDEFROi in meij 1177 overleden isy moet het voor 
dien tijd geplaatst worden. Men ziet 'er den grond in der ho- 
vige gefdiillen , die in later tyd tusfchen de Heren van Am« 
€TEL en de Bisfchoppen van Utrecht , ontdaan zijti. De na<r 
komclingen van Egbert hebben ook 20 veel dpel gehadt in de 
2aken van Holland^ dat wij liever hier een weinig uitvoeriger 
van hem pefproken hebben, dan zelvs in de befchrij vingen 
van Amftelland gefchiedt — • Wag., Vod. Hifi. II. D. bl, 

AMSTEL (GOZEWYN van), kleinzoon van GysBER^^ 
tKN I, was eerst Proost van Utrecht^ en wicrdt in 1249, me^ 
eenparige flemmen gekoren tot Bisfchop, zynde de syfle in, 
*t getal dier Kerkvoogden. Gozewyn, die een man was, welke 
beter den bijbel wist te handelen dan het zwaard , een onno- 
dig vereischte in die tijd, verkreeg daar door den naam vaii 
aagtzinnig, eenvoudig en fimpel te zijn. Men befchuldigde 
Jiem, dat hij in de tijd van een jaar, alle de ?ake.n des Bis- 
doms hadt laten vlotten en drijven, 'waar door die deerlijk in 
verval geraakt waren. Dit bragt ook te wege, dat hij in te*- 
fenwoordigheid van Koning Willem , van den Kardinaal Pe*^ 



TR^S 



AMSTEL. (GYSBRECHT I. va») f ïJ 

4TIUS Caputius en vian den Bisfchop van Keulen ^ door h3t 
f antfchc Kapittel onbekwaam werdt geoirdccld, om de zaken 
«aar behoren te beftieren. GozEwrN was cgter zo eenvoudig 
niet j of hij vermerkte wel , dat Koning Willem hem gaarne 
van den zetel gebonsd zag; om reden, dat die vorst vreesde, 
dat onder zijn beflier, het geflagt van Amstel hem te magtig 
zoude worden; hij befloot dan ook liever vrijwillig afïland 
daar van te doen , dan bedankt te worden , en gaf den W- 
fechfen herderflaf over , in handen van Hekdrik van Vlan- 
SEN, Domproost te Keulen^ die in zijne plaats verkoren werdc» 

AMSTEL (GYSBRECHT van), de eerfte van die naam, 
en zoon van Egbert, vindt men in *« Unds gefchiedcnisfen 
niet eerder van gemeld, dan tusfchen de jaren 1 174 en 11 76, 
wanneer hy tegenswoordig was, bij 't maken van den zoen van 
zijnen vader met den Bisfchop van Utreck Godefried, op 
bevel van den Keizer, zo als wij hier boven zagen. Bc- 
xoemder werdt hij , door zi^ne verleende hulp aan de ongeluk- 
kige .Gravin Ada en de Graav van Loon haren gemaal , mcÉ 
die van Haarlem naar UtrecJa te doen vlugten. En fchoon 
GYSBRECHT hicr niet anders deedt, dan waar toe hij als Stad- 
hpuder en Leenman van den Bisfchop verpligt was, zo kwam 
hem dit egter zeer duur te ftaan, wijl de Kennemers en Frle* 
f en, uit wraak het flot of kasteel van hem, in 't jaar 1204 in 
brand (laken, en door het vuur tencncmale'n vernielden, dea 
dam in den Anjlel door (laken, en garitsch Amfteüand aflie- 
j^n. Hij die voor een dapper doch ongelukkig krijgsman 
bekend (laat , werdt ten diende van den Bisfchop, andermaal 
in 't jaar 1227, in den oorlog tegens den Kastelein van Kot- 
y^den gewikkeld; de eerdwna^l kostte het hem zijn goed, en 
ditmaal bijna zijn leven. Roelof de Kastelein , lokte den 
Bisfchop en die met hem waren, in enen moerasfigen oord, 
en verfloeg hen geheel en al; velen waar onder zelv- de Bis- 
fchop, fchootten 'er het leven bij in. Onder de gevangwieii 
bevondt zig Gysbrecht, die deerlijk gewond was. 'Er wordt 
terhaald, dat de Gratv van Gelderen Gtsbb^cht van hunne» 

h Depl. P Ovorw 



&&« AMSTEL, (6yS3RECHT H. van) 

Overwinnaar verlof verkresgen, om in 't Kapittel t^nwoorv 
11 'g t0 zijn, bij de verkiezing v^ enen nieuwen Bisfchopj 
dat z^ W oirz^kQ van hunne wonden op bedden in de Verga- 
dering gedragen wierden ^ aldaar een ieder door hun geklag 
tot medelijden bewogen, en fineekten, dat de Kerk tot wier 
dienfte zij gcftreden hadden, hun ontflag bewerken zoude; 
dat de Vergadering terflond overging tot het verkiezen van 
Wii/LEBRAND, ccu wijs en verftandig man, die dapper en in 
ftaat was om wraak te oefFcnen ; dat de Vergadering bij de- 
l:ciT^( van d^n nieuwen Bisfchop uit Itnlieny befloot, dat de 
pcvangcnon van hun woord om te rug te komen, zouden ontf 
flagen zijn; j^Izo de Kastelein niet alleen een Onderdaan maar 
een Vcrbanncne was , en niet hoger dan als een oproei*maker 
gehouden werdt; welk befluit den nieuw gekören Bisfchop be- 
vestigde. Men vindt weinig meer van dezen Gysbrecht, dac 
toen reeds een bedaagd man moet geweest zjjn, gemeld, als 
dat hij in 1233 tegenswpordig was in ene onderhandeliiig met 
Giaav WiLLBM, over enige goederen in Benfchop; waaruit 
tevens blijkt , dat hij zig toen al met den Graav , over de 
zaak van Ada en den Grave van Loon, moet verzoend heb-* 
ben. Twee jaren te voren , leest men , dat hij zijn (lenen hiüg 
te Utrecht^ aan' Grave Floris hadt opgedragen, en weder van 
hem t^r leen ontvangen , en daar voor hulde en manfchap ver- 
pligt was. In 1235 was hem, door Bisfchop Otto, zo ala 
enige melden, 't gerecht van Muijderiy Weesp en Diemm al- 
leen opgedragen. Hij liet drie zoons na, Egbert, Willem 
en Dirk, zijnde de laatfte volgens van LEEuwgp^ die gene^^ 
waar uit het geflagt van Beveiien is voortgekomen^ 

AMSTEL (GYSBRECHT van), de^ twede van dien naam^ 
de oudfte zoon van Egbert, wordt genaamd StedeJwuder van 
Amftelland. Hij heeft in 't jaar 1225 geleefd, wanneer hij 
tot fcheidsman gekoren werdt, in een gefchil tusfchenden Bis- 
fchop V2Xi Utreck en den Graav van Gelder. In dat zelvde 
jwiar , rtondt hij als getuige in een ander geval , tusfchen Bisfchop 
Ovi^o CU <J;aav J^oris d^n IV ^ Zo gok vind: men hem ge- 
' ' nccmd 



AMSTEL. (GYSBREOrr m. viK> ^tf 

jöocmd in een Brief van 't jaar 1228 , in welk tijdvak ook zijn 
dood bepaald wordt. Hij hadt ter vrouwe Bertrand vaw Ys- 
SELSTEiN, Heer Jan*s erfdogter, hij wien hij vier zonen teel- 
de, namelijk Gysbrecht den UI, Arent, Willem en Otto. 
Door genoemde huwelijk ^ zijn de gcfederen van Tsfelftdrif aan 
*t geflagt van Amstel gekomen. 

AMSTEL (GYSBRECHT van), de ^derde van dien naam^ 
èn oudfle zoon van Gysbrecht den II; was zeer onverge- 
noegd, om den afrtand die zijn neef Gozewyï^ van den Bis- 
fchoppelijken zetel hadt moeten doen , doordien zijn oogmqrk 
was, de magt van zijn geflagt daar verder door uit te breiden { 
ja hij nam zulks zo zeer ter harte, dat hij benevens eniger an«» 
deren, Henrik van Vianden, die na hem tot de Bisfchoppc- 
lijke waardigheid verheven was , terftond dm oorlog verklaar- 
den. Otto j)e UI, Graav van Gelder , hadt zig met hca 
yerbonden ; en 't Stigt werdt dus van versheiden kanten met 
enen inval bedreigd. Koning Willem die toen in Duitsclt* 
land was, begaf :iig met een leger herwaarts, voorgevende 
den Bisfchop met zijne vijanden te willen bevredigen; doch 
pas voor dat hij binnen Utreck kwam, was de Bisfchop met 
?ijn volk ter ftad uit, en den vgand te gemoet getrokken. 
Digt onder de ftad viel een gevegt voor, in welk de Bisfchop 
de overwinning behaalde. De Heren van Amstel en vah 
Woerden werden gevangelijk binnen Utrech gebragt; zijnde 
ftrengelijk gebonden, elk aan ene zijde van het paard des 
Bisfchopg; doch geflaakt ter bede van Koning Willem, die 
kort hier op naar Holland verreisde. Dit ontflag gcfchiedde 
cgter niet zonder lïarde voorwaarden te ondergaan, en zq 
moesten met goede ogen aanzien, dat Bisfchop Hendrik, alle 
zijjie wraak op Otto van Gelder verhaalde; want hij viel 
in de FelwwCy en behaalde daar zo groot een buit, dat hg 
uit denzelven federt, voor een gedeelte ten minilen, het flot 
Vreeland aan de Fegt ftigttc; waar door zijn Bisdom tegen de 
invallen der Amftellandfe opgezetenen beveiligd werdt. De 
zoen die ter dezer gelegenheid tusfchen den Bisfchop en Gys- 

P 2 , Biu:c»r 



m 4MSTEL» (GYSBRECOr HL vak> ^ ' 

IiBCBTt VAK Amstel gotrofibn werdt, beftond hief in: „ Gy* 
,) BREGiiti, moest met zijne aanhangei-s tót 500 in getal , on- 
f, der welken Gysbrecht .van Goqijen was , blootsvoets en 
„ in wollen kledingen, den Bisfchop in de Domkerke, op da 
^, knieën, vergiflfenis verzoeken, en hem voorts als zijnen 
i, Leenheer trouwe zweren." De Bisfchop vqrzoqnda zig 
^V1larfchijnlijk ook met den Grave van Gekier; en 't SHgt ge* 
HOOI, gedurende het Icveu van Bisfchop {isjifDfii^, ^nq tame- 
lijke rust. 
, Enige jaren hier. na, werdt Gysbrecht veldheer van de op? 

« 

roerige A'iwncmerj. Dezen bedienden zig in 1268 óf volgens an- 
doren in 1272, van de minderjarigheid van Graav Ftoais, eri hij 
de afwezigheid van deszelvs voogd, Ottö van Geldeii, oit^ 
enen opfland tegen den Adel te beginnen , door wi^n zij naar 
hun denkbeeld te veel gedrukt werden. Hun oogmerk was, hen* 
allen uit Hpüand en *t Stigt te verdiijven ; ten diqu einde bcr 
gonnen zij met het j!)Iunderen der adelijke huiden en (loten , ca 
noodzaakten de Edelen, Hnntn Haarlem te wijken; daarna vie* 
kn zij in jimftellandy en dwongen Hoer Gysbrecht zig aaij 
hun hoofd te plaatzen. Deze. hoe ongaainc ook dit bevelend 
verzoöc aannemende, alleen om Jmfttlland en Heiland voor 
hunne woede te beveiligen, voerde dien dollen hoop naar hcfi 
Stigt t welke hij ter oirzake van enige Edelen en voorgaande 
vcmederinge , geen gunftig hart toedroeg. Na het verwoesten 
van enige floten , beftormde hij 't flpt Vrelaiyiy doch dit niet 
(poedig genoeg na zijn zin bukkende, trok hij naar Utrecht^ 
•welke ftad hij door de verbaasdheid der bmgers, waar onder 
;^r verfcheiden waren , die een kwaad denkbeeld van hunne 
regering hadden, innam; dè Magiflraat en Edelen werden ge* 
bannen, en ene nieuwe regeringe aangeileld. . Na het maken 
van een verbond met de Kennemers ^ toog hy nj^ar ^^sfoort, 
dat hem fpoedig in handen viel. 

GYSBREcirr geen kans ziende, om met de woeste hoop dlc 
liem verzelde, iets van • belang te kunnen uitvoeren; f<?hoof 
«Ig door zagte woorden, deze müitemakers van den hajs'5 en 
door een wel verwonnen list van Heer Jan vaw Persyn, bra* 

ken 



AiwSTEL. (GYSBREEHT UL Sfa:^ i%é 

% * ' 

Irêh z5j t beleg van voör Itaarlem op, waar na de Bisfcho^ 
Utrecht en Amersfoort weder bsmagtigde,, en de afgezette ï§,^ 
genten aldaar hjerftelde. Het was ook omtrent dezen, tijd, daK 
den Utrèchtfen Kerkvoogd jAif vait Nas!sau ^ bet flot Vrelani 
aan GysbrechI; van Amstel^ en dat van Mmfoert aan Her- 
MAN v)aN Woerdei^ verpandde ; doch hier door verwijderde 
hij grotelijks de genegenheid, die het volk hem. toedroeg; weU 
ke afkerigheid nog merkelijk toenam j toen Gyssrscht inigd 
jaren daar na, de UtrecJitenaars door het leggen van enen nieu* 
wen tol, bezwaarde; dit vuurde den ontdoken haat aan) CU 
aj namen met hevige klagtén hunnen toevU^gt tot den GraVe* 
Men tragtte in den beginne Gysbrecht te bewegen» om di 
Veifchotene penningen te rug te nemen , doch dit niet willen- 
de gelukken-, namen zij hunne toevlugt tot de wapenen. Am^ 
ftel en Woerden trokken die van 't Stigt manneliyfk te keeri 
't ^Ik Graav Floris bewoqg, om ingevolge fijngemaakt ver- 
bond met die van \ Stigt in 1277 gefloten^ de wapenen op 
te vatten , en 't beleg voor *t Hot Vreiand te fla^n. Dit werdt 
bij Ar^d broeder van GYséRBCHT mannelijk verdedigd^ want 
deze alle zijne magt verzameld hebbende ^ trok daar mede op 
om het te .ontzetten; dan tot I.öe7w« gekomen zigndej werat 
' hij door de Zeeuwen onder aanvoering van Rostyn Renesse i 
itiet zulk enen razenden woede aangevallen > dat hij niet al- 
leen, g^flagen , maar ook ^vangen werdt; ^t welkte verové^ 
ïin^Van het (lot ten gevolge hadt^ en ook de , gevangennt;-* 
ming y^ncGYSBRECHT; 't ilot van Amersfoort moest mede ih 
i279rl^i'kkctr. Herman van Woerden hadt zig, aleer dat 
zulks 'Jiroörviel, om 's Graven haat te ontgaan ^ buiten 's lan<is 
begeven ;• de beide broeders van Ams^el werden als gevan- 
genen naar Zeeland gev£ierd,,en de goederen van Amstbl eh 
Woerden, verbeurd verklaard,. Zeven jaren lang duurde 
hunne gevangenis ; in welken tijd de magen der gevangen 
Heren:, ijverig arbeidden i om hen met Grave Floris en Bis* 
fchop Jan, te verzoenen. De Graav liet zig bezwaarlijk be- 
wegen; hij eisehte zo veel, dat de onderhandeling verfchet- 
flen' jaren ilepende gebc)ude^ werdt; dan de \>vxó&t% in huh'* 

j 3 ' ' tofe 



9» 
99 



130 AMSTEL. (GYSBRECHT lü. vau) 

jie langdurige gevangenis verdriet kr^ger.de, befloteö cinds- 
Yqt alles toe te geven, en maakten den 27 ocbober 1285, 
hunnen zoen op de volgende voorwaarden : „ Gysbrecht 
„ VAif Amstel ftond zijn recht op Nardingerland , Mtddtn en 
j, Mmderpoori^ Findelmerebroik , en het bosch daar de reigers 
„ In broeden, af aan Grave Floris, die alles van het Stigi 
^ ter leen zou houden, gelijk Gysbrecht voorheen gedaan 
hadt Hier tegen zou de Graav 2000 ponden vallen iaten 
van de 4000, die hij voor de Heerlijyieid van Amflél hadt 
^ ty opgefchoten; de andere 20C0 pond beloofde Gysbrecht den 
„ Grave, bij een bijzonder handfchrifc, in den winter des 
^ volgenden jaars 1286 te zullen voldoen. Gysbrecht be- 
„ loofde, geene vestingen te zullen maken, tusfchen de ft^ 
„ Utreck en het Graavfchap van Holland, noch ergens an- 
„ ders' , buiten 's Gravens bewilhging. Ook zoude hij en 
„ zijne broeders, ARNouD.en Willem, zig nimmer t^n 
„ den Grave of te- en den Bisfchop, in enigen krijg laten in* 
^, wikkelen; maar daarentegen de verzoening bezorgen met 
„ de magen der gefi.euvelden in 'tgevegt bij Loenèriy alles on- 
„ der verbeurte van al hun gced, ten behoeve des .Graven* 
„ De broeders zouden tragten brieven te verwerven van de 
„ Graven van Gelder en van Kleve, van den Hertoge van 
^ Brabant y en van den Bisfchop van Utreck, in \;^lken deze 
„ Heren zig verbinden zouden , den huize van Amjiel nin^et 
„ tegen de Hollandfe Graven te zWtón bijftaan. De vJBer* 
„ goederen dèr Heren van Amstel, werden hunwel weJerora 
„ gegeven ; doch zij moestenze voortaan van Holland ter leen 
„ ontvangen. De gift van ^mjklredamme , aan Jan Persyn te 
„ voren gedaan, wer^k door de Heren van Amstel ^ beves^ 
„ tigd. Drie Ridders en negen" Knapen uit Holland^ en zeven 
„ Ridders en vier Knapen uit tiet Stigt verbonden zig als 
' „ borgen,, voor die Heren van Amstel , onder verbeurte 
„ hunner goederen; doch bedorigfen, dat zo de Graav over- 
„ leedt , zijn onmondige zoon of -deszel ven voogden geene 
„ verandering in dit verdrag zouden 'mogen maken, voor óst 
„ dezelve twintig jaren bereikt zou- hebben. Of liet .hij -ene 

5> dog. 



IJ dogtér na, die zig in dén-^gt fe^aF, dan zoü zulJrs ook 
„ niet dan zes jar-en na haat huwelijk > mogen gefchied«n. '• 
Doch alzo deze borgtogt den Grave nog niet voldeedt , ver- 
bonden zig enige andere Heren, „ om den Grave tegen diö 
^, van Amstel , zo dezen den zoen (chonden > op eigen ko?-» 
„ ten , te fchepe of te paarde , te dienen j te weten Hendrik 
5, VAN DE Lek j. met 25 mannen j WilleM van StïweNj 
5, Herbaren van der Leede en GerArd van VEt2Éï^^ iöJer 
>, met 20, Jan van der Leede met 15 > Dirk VaïJ Wassk- 
^ naar en Hendrik Burggraav van Leijdeny iiectór jjööt'ioj 
i, en dus allen met malkanderen met 120 manneb. '* Daar- 
enboven beloofden de Hertog va^ Bfabant-en de GraVen van 
Gelder pn Kleve^ de x^mstel^s niet te zullen-helpeii-, als zij den 
zpèn renigen tijd fchenden mogten» Nu werdt- öytsbrecht , 

. die reeds in 1270 als 's Graven Raad bekend was, zO wél 
als Woerden in die waardigheid erkend , en volgens het zeg* 
gen van Mir^us, nevens anderen, tot Ridder van d< Ordeii 
Van St. Jacób yerhéven* ::•' 

GysBitÊcHt badt ook geeii gering deel in het vloekvörwant^ 
fchap tegens Graav Floris den Vi «n fehoon het'niet blijft j 
dat hij in het gevangen hemen en den daar op- gevolgden 
n\oord, de hand aan den Grave gèflagen heeft, fpeelde hij eg- 
iéèr op dat treurtoneel , de verfcèijelijke rol van verrader. Want 
de Graav onder voorwendzel van zeker gefchil te vereffenen 
naar ÜtrecJa gelokt zijnde , nodigde hij hem de vogeljag^' met 
landere Edelen te willen bijwonen. Floris was hier toe 'ter^t 
Hond vaardig; en AmsteL bevolen hebbeiide vooruit té lij-i 

' den , beloofde h^ hem op de 'hielen te zullen volgen. In *t af- 
fcheidnemeft, bragt hém de. Graav, een* vollen Berjcemevjsr 
toe, Sint Geenen minne genaatad, waar op AMSTEt' bêttheidt 
deedt, en 'toen als éQh anderen JuöAs, de vloekgenote» va^ 
*s Graven komst ging verwittigen. .Waar hij na deze euvel* 
daad gebleven is, en 'zijne dagen geëindigd heeft, blykt mee 
geene zekerheid, noch ook of htót Waar zij, dat.'h]g:.otntrent 
het jaar 1300 weder in bét land is gekomön, ao^ató l&iiwl- 

P 4 • . gen 



Sü»* AMSTEL VAM MYNDEN. AMSTELDAM. 

gen beweren. Wag*, Vod. Hift. IL D, bh 397, 398. 

UI. D. bL M. 14- 36. 39« <J2. öp. 77- 83. 

AMSTEL VAN MYNDEN (AMELIS van),' werdt bij de 
oprigting van den Hogen Raad in 'den jare 1582 in Holland^ in 
'x ^dg-tf hare zittingen hebbende, doch federt de revohitie van 
1795 afgefchafk, tot Raad daar van aangefteld. In 1584 was 
hij w^ens de provintie van ütrecln modéx^ van de commis- 
jQe, welke naar Frankrijk werdt gezonden, om de heerfchap- 
pije dezer landen aan derzelver Koning aan te bieden. ■ ■ ■ ' 
Wag., Vod. Hifl. VIL D. bl. 451. VIU. D. bL 56. 

AMSTEtDAM (ALARDUS van), wicrdt geboren in 't jaar 
1494, in die zelvde ilad waar van hij de naam draagt. Men 
vindt vanbem aangetekend, dat hij van zijn gcbdbrte af, 
doofiagtig geweest was , waarom men hem in z^m jeugd deyi 
EUe njoemde^ Daarentegen was hij wederom zeer vaardig van 
ipraak; voorts bedreven in de Godgeleerdheid zijner eeiiwe, en 
in de latijnfe en griekfe talen, uit welke hatfte hij den brief 
▼an HiPPOioiATES aan DAMAOETus^in *t latijn keeft overgezet. 
Men vindt ene. optelling van rijne godgeleerde, philofophifche 
•n taalkundige werken in J, F, Foppens , BihU Belg. L 3». 
Ook wordt hij gegist, de oüdftebefchrij ving der ftad Amjieldam 
te hcbben.opgefteld. Nog heeft men van hem enigp verzep-^ 
en onder anderen een lo^edigt op Keizer Karel den V, ter 
gcl^enheid dat deze vorst in augustus 1540, de Kapel der 
Heilige Stede te Anfteldam bezogt, Verfcheiden van Alards 
fchriften zijn gerigt tégens.de Lutherfchen, op- welke hij zo 
zeer gebeten. was, dat hij niet gefchrocwnd heeft, hen,, zon- 
der grond en tegen alle waarfchijnlijkheid aan, te befchulfli* 
gen van voorbedagte brandöfgtinge in het Klooster van Su 
Maria in de Nes te Amfteldam, Alard, die .te voren een 
goed ged^lte vam zijnen Iqeftijd, te Keulen en Xq Leuven hadC 
doorgebragt , fchijnt zig kort .na. d^n brand, wederppi na de 
laatstgemelde ilad begeven te hebben, .daar hij in.'t j§ar .1544 
overleden li^.^ in den oudetdpw van 50 jaren, en ^ de Fran^ 

. •. " , cis- 



AMSTELDAM. (HERVICUS) GOANNES) 333 

tókancr Klooster-Kerk aldaar begraven is. Bij heeft zijn* 
Boeken, bij uiterften wil , gemaakt aan hetBui gei -Weeshuis te 
Jmfteldam. — — Wagen. , B^chrijving van Amjhtd. 1. St» 
Voórr. II. XI. ^U bL 191-195. 

AMSTELDAM (HERVICUS van), mede reboortig vaft 
'jé^ijieldam 9 wordt genoemd onder de voorn aan: fte Hefdelberg" 
fche Godgeleerden, die in 't jaar 1479 gemagtigd weiden, onx 
Dokcor Jan van Wezel, ciie te Mentz wegens ketteiije te regt 
werdt gefield over het lluk der lere , te onderzoeken. Hij is 
©ngetwijffeld de zelvde , die onder den -naam van Herwtch 
Gysbertzoon, in den jare 1477, ^^or Burgemeester^n van. 
jimfteldamy genodigd werdt, om de befticring van h&t Begijn^ 
hof te dier ftede op zig te nemen, . Wagen. ,. Belchr^^ 

van jémji, XL St. bl. 184. 

AMSTELDAM (JOANNES vau;, heeft in 't laatst van d« 
XlVde eeuw, in de ftad van zijnen naam, daar hij ook ge- 
boren is, gebloeit. Hij was een leerling van Wessel vau 
Gansfort, een Groninger^ die, terwijl men zijnen vriend Dok- 
tor Jan van Wezel, dien fommigen met iiem verward, ea 
voor een eii denzelvden perfoon gehouden hebben , te Mmz 
■ te regt flelde, ook met db Inquiütie gedreigd werdt. En diC 
was geenszins te verwonderen , alzo hij omtrent de opperhoofm 
iigy.eid van- den Paus van Rome ^ de Mfj/e, de Jflaten, heE 
.ongehuwde leven der Geestelijklieid , en ander;e punten , dingen 
leerde , die velen niet verdragen konden. Voorts wa^ hij zo 
bedreven in de talen en andere delen der Geleerdheid, dat hii| 
den bijnaam van Lkk der Wereld verkreeg. Doch welke voiw 
deriqgen onze jimjkldammr^ onder zulk een meestei gemaakt 
hebbe , is onzes wetens nergens aangetekend. Alleenlijk vind? 
men , dat hij na 't overlijden van Dr. Wessel , welk op den 
4 oétober 1489, voorviel, enen brief aan den Klooster voogd 
JBernard van Meppen gefchrcven heeft, waar in hij Wessel'« 
gevoelen over 't bidden voor de levenden en doden , breedvoe- 
riglijk voorftefd en verdedigd, ^en .vindt dezen brief, en 
enige anderen, door Dr, Wessbl-, aan onzen jfimjleldammer, 

V s ge- 



234 AMSTELOAM. (NllvLAAS v^) AMYS.cfjAfeOB) 

gcfchrcvcn , onder de Werjceii van Dr. Wesskl door Lüi-her ^ 
uitgegeven. Andere blijken der geleerdheid of bekwaamheid 
van JoANNES VAN Amsteldan, zijn mij niet voorgekomen. 

» Wagen., BefcJ;r. van jimjl. XI. Sl bl. 189* Brandt 5 

Reform. LD. bl. 53^ 54, 55. _ • 

• AMSTELDAM (NIKLAAS Van) , ttiede Un AmJieUamme^^ 
Van geboorte, heeft dit weet men onder 't ojizigt van twea, 
bekende meesters in de Godgeleerdheid van dien tijd, Gerar- 
i)us en Joannes, 24 ketterlijke (tellingen van zekeren Feü- 
BAND weierlcgd." Hij was Baccalaureus in de Godgeleerdheid j. 
en de opentlijke twistredening , waar in hij dit blijk zijner be- 
Jcwaamheld gaf, werdt in *t jaar 1446 te Keüleii gehouden» 
- " ■ Wag., Befchrrvan Amjl. XI. St. h\. 188* 

AMYS (JAKOB), Predikant te Ter Nivfe op Walcheren in 
ieeland, is geboren den 17 augustus 1664 te Mddelbvrg ; zijne 
ondeis zijn geweest SERVAtius Amys, Koopman in geaielde 
ftad en Francina Hoevers; zijri ene broeder Johanist:s is als 
Predikant te Aagtekerke bve;leden , eft zijn andere ServatiüS 
genaamd, zullen- wij -hier beneden vanfpreken* 
' Na dat Jakob, het flof der triviale fcholen hadt doorge» 
kropen, heeft hij verdere akademifdie kundigheden opgedaan 
bij de \'oornr.amfte Hoogleraren welke als toen te Utreck aan^ 
wezig waren; vrzzr na hij Proponent zijnde geworden, den 
23* april 1692 te TcrNeitfe als Predikant beroepen is, hebben* 
de hij den tijd van ruim 41 jaren het dienstwerk des Hereii 
bij deze gemeente, met veel ijver en liefde veriigt ,. wanneer 
dé dood hem in 'f laatst van november 1738 in zijnen arbeid- 
zamcn kring ontmoetende, zijnen verderen arbeid Haakte, na 
69 jaren en rnim drie maanden geleefd te hebben. 
* Jakob Amys, heeft drie vrouwen gehadt; bij zijne eerfle 
Tanneke Blaser dogter van een Koopman te Vljsfivgen, heeft 
hij geene kinderen nagelaten, ook niet bij zijne tweede Ma- 
iiA Bouwman van eerlijke ouders te Veere herkomftig; doch 
dfi derde Anna du Bon, dogter van den Kommis Generaal 
vm Zeeland te Middelburg Jan du Bon, wa« vrugtbaarder , 

want 




\ 



AMYS. (SZP>.yATIUS> 235 

fwint zij baarde hem twee zoons en ene dogter, die Maria 
genaamd, huwbaar zijnde, getrouwd is metJoiiAHNEs de Coo,' 
Secretaris van Kapelle en Biefelingen in Zuidbeveland ; de beide 
zoons JoHANNES cn Jakob Amys, oefFenden zi^ bij 't overlij- 
den van den ouden man te Breda in de latijnfe taal, onder op* 
zigt van den Reftor Montanüs; van hunne verdere lotgeval» 
len is mij niets bekend ; doch het is niet oawaarfcloijnlijk , dat 
een van beide die jongens zig in den hrijgsdienst heeft bege- 
ven, doordien ik enen Heer Amys omftreeks het jaar 1760 als 
Major of Lt. Kollonel van. de Kavallerij hebbe gekend, die 
te Leeuwarden in guarnifoen lag, een fonderling mensch was, 
en aldaar is overleden; zeker weet ik dat hij uit Zeeland zija 
oirfprong trok. Boekz. , 1734. a, bl. 107-109. ". 

AM YS <SERVATIUS) , Predikant te Kortgem^ op het eï- 
land Walcheren in Zeelatid, was de oudfle broeder van Jako3 
Amys, en is geboren te Middelburg in april 1658.. 

Na dat Servatius zijnen klasficken loopbaan in zijn vader-t 
Had ten. einde was gerend, begaf hij zIg naar UtrechtTnn door 
het onderwijs van de Hoogleraren vrjike zig aan die Akademie 
bevonden , bekwaam gemaakt te wprden tot het dienstweik des 
Heren, waar toe hij zig bad.t voorbefchikt; ppk dezen loop 
volbragt hij naar wensch;, wierdt te Middelburg te rug ge? 
keerd, voor het Klasfis van ïValcJieren, in ruimen gemoöüö 
door de Broederen tot Proponent aangenomen , en vervolgen^ 
als Predikant in de gemeente van Kortgein op den 29 april 
1697 ^oor zijnen broeder Johannes Amys Ei:an^eliedienaar 
te Aagtekerke in den dienst bevestigd, alwaar hij den akker 
des Heren heeft geploegd, en de kudde aan hqm toevertrouwd 
met alle liefde en waakzaamheid- heeft gehoed, tot óp den 
6 november 1739» wanneer hij oud en der dagen zat, na 
80 jaren en 6 maanden ie hebben geleefd, ene kortllondigp 
ziekte hem in de eeuwigheid door een zagte dood deed over- 
gaan. 

■ Servatius is tweemalen getrouwd geweest, zijn ^eerfte vrou» 
we die bij den a^ oft^ber 1692- huwde, was Agatha Heek- 



/ 



£3^ AmZV^EEÜ- ANASTAglliS. 

jp)2Rs bij wicn hij een ïoon heeft verwekt^ Kor3»elis genaamd ^ 
die Brouwer op Kolijnsplaat is geweest ; zijn tweede vïo\xvf 
was Adriana Voorwoude , waar bj^ drie zonen en twee dog- 
ters heeft geteeld, doch die alle benevens derzelver moeder^ 
]ang voor 's mans dood, overleden zijnt ■ Boekz.^ 1739; 

o. bl. i30-i3Si 

AMZ WEER (DODO of DOEÖE van) , is géfproteh uit 
een voorraam geflagt te Appingadam^ het welk den ftamnaani 
tadt ontleend, van ene buurfchap niet verre van deze ftad ge- 
legen. Door den tröuwlozen afval van den Gravè van Ren- 
KENBERG iii 1580, wiérdt Amzweer benevens vele ' andefien, 
dié der Staten en Princé partij toegedaan waren, gènoodzaaké 
door de vlugt hun lëveii te redddn ; velen namen tmnnen wijk 
ijaar Oostfriesland y dit deeJt Doede ook; en verbleef aldaar 
tot op dë reduftie der provintié van Groningen, waar na hij in 
het jaar 1595, wegens dé Chnmelandm^ lid der Gcdepiueerdë 
Staten van dat gewest is geweast. Ook heeft onze zelvde inaiï; 
indejardn ispSy I59ö, i597» Ï598, 1600, i6oï/ï6Ö2 en 
1609, de pró^fintiale Sijnode van Stad en Laride^ als Kommie' ^ 
iaris politijk bijgewoond. Voorts was hij Burgemeester en Ou- 
derling te Appmgadam , zijnde niet onwaaifchijnlijk gedorvèii 
omtrent het jaar i(Sio. *s Mans fchriften, ten. tijde zyrier bal- 
llngichap, en diar ha in de oude landtaal en in 't Jatijn uitge^ 
gaven, ftrekkén tot getuigen vin zijne kundigheid, en wordeii 
nier en daar nog, doch zeldzaam gevonden, eil gretig gezogt. 
—— Adami, Naamlijst der Predik, bl. 2i. 26" enz; E. HaiC- 
KENROTH, Oostfr, Ootfpf. bl. 139. 269., 270. 

- ANASTASIüS, bijgenaamd Velianüs, behoord onder het 
getal der eerde onroomfche Predikantefn , in Gelderland. In de 
verregaande twisten die 'er tusfchén de Retnörtftrantsn Qn Gere- 
formeerden hebben plaats gevonden, worden dikwerf zyoe.lecr- 
•ilellingen door de eeistgemelde'aatfgehaald,. om te -betogen^ 
dat hunne begrippen ten aanzien van d* zo berugte vijf^nU 
'^Isfij geene nieuwigheden, maar reeds voor lange in Neder- 
land geleerd zyn. De partij merkt hier op aan, dat het wel 

waar 



ANASTRO. (GASPAR o"). #37 

^ar is, dat hij onder de tijtel van dqr %thm IBeötejr^cr eeu 
boekje heeft gefchreven ,. het welk die Icre ("ebeen te begünitiT 
gen; doch dat dit enkel was gefchied, om den Roomsgezin- 
den ten aanzien van de grootfte dwalingen des Pausdoms do 
ogen te openen, en. geenszins , oip hen tot de zuivere lerQ 
(ier waarheid op te leiden; ook ftemden zij toe, dat hij daar 
in het gevoelen der Remonjiranten ^ inzonderheid ten aanziea 
van het leerftuk der Predestincaie en dat der vrije Wil ten klaar- 
ften heeft voofgefteld en betoogd. Dan zij merken h'!er op 
Éian, dat hij Rooms Priester is geweest, die -zijne Gezind- 
heid alleen hadt verlaten, om de grootfte dwalingen die daar 
in plaats vonden, en dat hij in den aanvang der Reformatie 
alleen bij gebrek van anderen tot Leraar van de Gere'.br«? 
meerde Belijdenis was toegelaten; voorts, dat het hem aan 
pirdeel mangelde, om alles U'el te onderfcheiden , en hij ook 
ten enemalen in vcrfchil Hukken oiibedreven was; verders, 
dat hij niet beftendig was in den Godsdienst, doordien hj| 
*door de Inquifitie gevangen zijnde genomen, zig tot enea 
fchandelijken afval hadt laten .bewegen. Dat men wel dicndo 
in acht te nemen , dat hij den Jöegtoijjcr niet hadt gefchrevQn, 
ten tijde dat hij in dienst der Gereformeerde Kerk was , maar 
na zijnen vlugt uit Nederland naar Straatsburg ; voorts voegen 
?ij 'er bij, dat hij bijna zes jaren te Garderen hadt gepredikt, 
toen hij door de Inquifitie 'm den kerker werdt gefmeten , ei? 
dat hij zijnen Jöeotoijjcr in 1554 heeft uitgegeven; en nimmer 
zeggen zij ^ zullen de Remonjirmten bewijzen , dat Anastasiu* 
als Gereformeerd Predikant geleerd, of als afvallige gefchre^ 
ven heeft; doordien hij in zodanig geval ontwijffelbaar , gelijk 
anderen , ia *t openbaar daai* over zou geftraft zijn geworden^j 
-p— - Brandt, Hifi. der Reformatie, i D. bl. 16. S71' 

ANASTRO (GASPAR n'), een Biskaayer v^n geboorte j 
die veel fchade bij den koophandel geleden hadt , en eno 
bankbreuk maajct^ van 20000 Guldens , liet zig door fijnen 
landsman. Jan d'Isuncha, die te Ant'werpen woonde, door 
grote beloften, bevestigd door Koning Filips eigen' hand, in 

^ héfc 



( • 



tjar ANASTRO. (GASPAR d') 

bet jaar 1562 overhalen, om Willem de I, Prinfe \^ Oranje; 
van het leven te beroven. Anastro qgter zeer bevreesd, hade 
eerst zijnen Boekhouder Antonio Kenaro , en toen deez' het 
weigerde, enen anderen zijnen dienaar. Jan Jauregüi, jon- 
geh'ng van 22 of 23 jaren , tot den moord aangezogt Jaure- 
cui , fchoon hij zijn eigen leven verloren rekende, toonde zig 
egter gehartigd , om 't fclielinftuk te ondernemen. Anastko 
voorziet hem van een tafelboekje met enige gebedekens en ^^ 
loften, indien hij in 't leven bleve; ook van zeker gefchrift^- 
uit 's Konings naam , der Wcüiouderfchap van Artwerpen gro- 
te gimften belovende , indien zij hem heusfelijk handelde; 
van welk gefchrift hij zig moest bedienen, ingeval hij gevan-^ 
gen raakte. De 18 maait een zondag-, was beftemd, om dit 
bofeftuk uit te voeren; voor welken lijd Anastro, over^r«^- 
ge naar Duinkerken geweken was. Jauregüi » hadt zig vrijdag 
te voren, gcbiegt aan Antoni Timhbrman, enen Dominika- 
ner Monnik , gewoon in ftüte Mis te doen in het hu's van 
Anastro. Zelvs hadt hij hem zijn voornemen tegen den Prins 
geopenbaard ; en de ^ionnik hadt het ftuk geprezen , mids het 
niet uit eigenbaat, maar ter eere Gods, en ten dienfte des 
Konings en des Vaderlands , ondernomen werdt. Voorts fterkte 
hij hem, met de kwijtfchelding zijner zonden, en des zon* 
dags daar aan, met het misbrood. Jauregüi dus gehartigd, 
neemt den Prins- waar, zo als Jiij omringd van enen drom van 
Edelen , van de middagmaaltijd opftond, en zig gelatende hem 
een verzoekfchrift . te willen aanbieden , fchiet hij hem eea 
pistoolkogel door 't hoofd, die onder 't r^e oor inging, -en 
door 't gehemelt^ des monds, beneden 't flinke kakebeen uit- 
kwam. De daad was nauwelijks gefchiei, of den moorder 
wieidt door enigen die den Prins verzelden, met verfcheiden© 
rapierllekcn gegriefd, en door de hellebardiers voorts afge- 
maakt. De Prins bedwelmt door den fchoot, dagt gelijk hij 
naderhand verhaald heeft, dat 'er een ftuk -van 't gebouw ih- 
ftortte. Terftond hier op viel hij in zwigm, waar op het ge» 
rugt van zijnen -dood zig reeds verfprcidde; nogtiians bekwam 
hij kort hier na wederom , en herflelde eerlang geheel. Vk- 

KERO 



ANOHLUS (N.) «39 

fftÉRiShen den Monnik Timmerman wierden voorts hier op in 
hegtenis genopien , eri ontvingen loon naar werk. Anastro , 
fchoon zijne beteuterdheid op de reiz?, en dat hij eren trom- 
.fla^er j die hem van Duinkerken naai Grevelingen geleiden zou, 
jn plaats van enen dukaat, wel dertig dubbele Spaanfe pisto- 
letten vereerde , hem in kwaad vermoeden gebragt hadt , ge- 
raakte nogtharns op ene voor hem gelukkige wijze, bij^den 
Hertog VAN Parma te Doornik ; daar hij wanende den Prinfe 
gefnipiiveld te zijn, gelijk de eerfce gcrugtpn liepen, zig open- 
lijk van 't aanftigten dezes moords beroemde. PARm zelv* 
iiet zig door hem bepraten, om aan verfcheiden' (leden van 
Braband^ Baanderen en Holland te fchrijvcn, dat het nu tijd 
was om zig met den Koning te verzoenen. Hij en Anastro 
vaardigden ook brieven af, aan enige bijzondere perfonen ; in 
alle welke brieven , het omkomen van den Prins werdt vastge^ 
fteld; dat ook buiten lands, enen tijd lang geloofd werdt» . 
Doch elk verfoeide den gruwclijken aanflag, en niemand toon- 
de zig gezind tot wankelen, ^nastro zogt federt zijn heul 
aan 't hof van Spanje , ^hvaar hij enige vrienden , doch ook 
aijiie vijanden hadt, en niet, of zeer bezwaarlijk daagde. * 
- Van. Meteren, fol. 107. enz. Hooft, Ned, Hijl. 

fol. 814, 815 en 116. BoR, NederL OorU Col. 15- enz. Wag., 
Vod. Hifi. Vn. ER bl. 438-442- 

ANCHILUS (N.), een Kos^tfchilder, geboren te Antw^pen 
in 1688, onbekend bij wien hij het fchilderen geleerd heeft, 
doch waar van men mèt zekerheid kan zeggen, dat hij een 
kondig meester is geweest, in het taferelen van moderne ge* 
zeifchappen. Hij reisde in 1719 naar Londen y doch maakte 'er 
in de ecrfte agt jaren van zijn verblijf weinig opgang, dan dooi 
noesten ijver en onvermoeiden arbeid, zeilde hij het hoekje te 
boven. Inzonderheid won hij de gunst der Engelfchen, door 
de manier van Teniers , met wiens konst zij veel op hebben , ^ 
zeer natuurlijk na te bootzen. Ook fchilderds. hij Engelfe 
marktgezigten , met een drom van boeien en boerinnen^ alles 
,; .: ge- 



/ 



«4» ANCHILÜS CS.^ 

gorege't naar de wijze der Engeljche landaart, rittende d# 
vromven te paard , aan wcerzydcn voorzien met een mande ^ 
daar ze haar te markt brengende waren in te koop veilen ; 
en de mans op wagens, met óxie en vier paarden befpannen. 
De Konstfchilder van Grol getuigd, dat hij te Landen zijnde, 
(lukken van dien aart van onzen Anchilus heeft gezien , oofc 
boer^czelfchappcn, d\Q ryk en geestig van ordonnantie wa- 
ren en kunftig gcfchilderd. Hij kieeg gelegenheid om in ken- 
nis met den Ridder Robbert Walpole te geraken, die jiem 
tot eep RGcd Mecenas veiftrekto, en hem vier Hukken naar 
Snydeus, gedoflfeerd met beelden van Rubbens, in 't klein 
gaf te copiêeren , dit bragt hij naar genoegen ten uitvoer^ 
-De originelen waren kapitale ftukken, verbeeldende de vier 
markten xmBrusfel, namelijk de vleesch-, vis-,^vo^I-en fruit- 
markt, ook behoorden die Walpole in eigendom toe. Be- 
halven de manier van Teniers, wist onze Schilder ook die van 
Watteau natuurlijk te volgen. Dan wat is 'er onbeftendiger al* 
een mensch? dit bleek volledig ten aanzien van onzen ksh 
cHiLus , want op zekeren avond met enige zijner confratci-s ia 
een herberg zittende te pooijen , raakten zij aan *t kouten 
over Rome en derzelver uitmuntende kunst-oudheden ; hij be- 
nevens twee andeae Schilders, bekroop hier op zo warm de lust 
óm die met eigen ogen te aanfchouwen, dat zij een verdiag 
aangingen, om met malkanderen binnen drie dagen naar Ramt. 
te vertrekken , ook bjnnen het jaar te rug te reizen , op ver- 
beurte van tien guinies tot laste van die genen , die zijn va* 
bintenis brak, alvorens den bepaalden öjd vcriheken was; 
20 gezeid zo gedaan , men toog op reis , en maakte zo veel 
fpoed als mooglijk was ; doch Anchilus wierdt op w^ ziek , 
en nam de reis naar de eeuwigheid aan, alvorens zij nog te 
Lions waren gekomen ; zijne reisgenoten volvoerden egter hun 
voornemen. Deze fchielijke onderneming en dodelijk* ver» 
hindering, viel voor in 1733 > toen hij 45 jaren bercPvt hadt. 
m J. VAN GooL, Nknm Schouwburg dn Kmstjchilders^ 
O. D. bL 138* 



ANDALA. (RUARDÜS) ttft 

ANDALA (RÜARDUS), geboren den 3 januarg 166$ , in 
fcet dorp Burgwerd in Friesland; hadt tot vader Gerlof Rüirds, 
en moeder Truyke of Geertje Wigles ; brave, eerlijke, doch 
weinig bezittende landlieden, welke zig, met de opkomilen ener 
boerderij geneerden, die zij in pagt bemeigerden. Onzen An- 
DALA gaf reeds van zijne tederfte jeugd af, blijken van een 
vernuftig verfland ; want door zijne ouderen op de dorpfchool 
gezonden, iheefde hij wel dra alle zijne mede-Ieerlingen la 
het lezen, fchrijven en rekenen voorbij; zo dat zijn meester, 
den kundigcn Kornelis Jelgers, buitengemeen veel van hem 
hieldt ; ook trok hij de genegenheid van den Predikant van 
't dorp, Gerardus Moda,* door zijnen ongemcnen ijver en 
grote vorderingen in de grondbeginzelen van de waarheden 
van den christeljjken Gereformeerden Godsdienst, zo dat de- 
505 hem in de gunst van den Heer Tjaard van Avlva, Griet- 
2nan van JVanferadeel aanbeval, 't welk voldoende was cm 
dien edelmoedigen menfchenvriend te bewegen, den jongen 
voor zijne .rekening te nemen, en hem vooreerst op ajne 
kosten bet onderwijs op de latijnfe fcholen te Bolsward te 
doen genieten, waar na hij hem verder heeft voortgezet; en 
het genoegen genoten, van zijnen befchermeling de hoogde 
post te zien beklimmen, waar toe hij koste geraken ; die zulks 
ook altoos met de toegenegenfte dankbaarheid, heeft beanO 
woord. De lage fcholen te Bolsward, met ene ongemene vlug- 
tigheid doorlopen zynde, ging hij ruim 14 jaren oud, na de 
Hogefchool te Franeker, en wierdt aldaar in feptembcr 1679 
als Student aangenomen. In het hebreeuws oefFende hij 
zig onder den groten taaikenner Rhenferix, en in 't griek^ 
pnder Profesfor Blakcard , en maakte binnen kort ongemene 
vorderingen in de kennis van beide die talen. De oude en 
latere Gefchiedenisfen , benevens de Romeinfche Oudheden , 
werden hem door den ervarenen Perizoniüs geleraart, terwijl 
hij tefiêns het onderwijs in de Kerkelijke Gefchiedenisfen van 
Profesfor J. a Mauck genoot, en in zyne Godgeleerde bc» 
oefeningen, den groten Cabip. Vitringa tot leidsman hadt. 
Na zig gedurende negen jaren in alle de wetenfchappén ge- 

I. De EU Q oef- 



1^ ANPAU, (RUAPPÜS) 

• 

ósfifend te hebban , die een bekwaam Leraar "kunnen vormen ^ 
%t\ jiitiisfchen dQ Hogefcholen van Utreck en jUifden bezogt 
hpbbsnde I deedt hij met grote lof zijn examen als Kandidaat 
^On U i"'y 1688, en wierdthem ten zelvcn dage het beroep 
4n vIq gemeente te ^hm^j opgedragen; van waar hij. na ver- 
IWP Vftn ruim twee Jaren, op den ii november 1690 m de 
|)lopijende gemeente te Makkum, wicrdt beroepen; daar hij 
:|jaauwlijkfi vijf jaren met alle getrouwi^eid dan post van Le- 
raar in alle derzelver betrekkingen hebbende, waargenomen , 
^Q ^oepflemme volgde, é\n hem op den 4 aijgL.stus 1695 te 
'BoUward begeerde , van welke post hij' naar verloop van zes 
jai^ wcrdt afgelost, doordien hij op den 18 fcbruarij 1701, 
tot Hoogleraar in de Wijsbegeerte te Frmeker werdt aange- 
•ft^ld, in plaats van den overledenen Joh. Schotanus, en 
Op den 4 november 1712, door de dood van Nikl. GunTrr 
LERUS de leerdoel in de Godgeleerdheid beklom. Plij huwde 
• li^t melj 1695 , met Katrina Stegenhuis , weduwe van den 
Koopman Viriüs Lolckes to Makkum , en heeft geene kinderen 
bij haar verwekt. In 1722^ ilond onze ANDALA'ene zware 
ziekte ój^r, die hem ene benaauwdheid op de borst agter 
lietj, welke hem tot op zijn dood toe is bijgebleven, die op 
den ia feptcmber 1727 voorviel, toen hij den ouderdom v^n 
(Sa jaren hadt bereikt 

• Aotala wordt geroeind een man geweest te z^:, van een 
teer nedrigcn inborst, gemeenzaam in zijne vorkering , en 
^erpligtende; buitengemeen werkzakm en ijverende voor de 
tegtzinnigheid van de aangenomene lere der • Gereformeerde 
Kerk, Hij ftondt als 'een gcharnasd Krijgsman ojp ite muren 
van Sion, o^n die genen welke dezelve maar -t minst aanviel, 
dapperlijk door de wapenen zijner tAvistfchriften , te keer te 
gaan. Balt. Bekker zijn fijstema van geen duivelen lailger 
toe te laten, is hij met alle die hevigheid aangevallen, welke 
kenfchetft'jn , dat onze Hoogleraar wel degelijk aan duive'en 
en rpcoken geloofde; ook liet hij geene gelegenheid oritflfppen, 
cm te^^ens de l^er van Cartesius te ieveren. Zeer vele vér- 
har.deüngen en werken heeft hij iü \ licht gegeven , waar 

/ - on- 



V 



ANDLA. (GODFRIED)" ANDLO. (PIETER van) 243 

i 

onder v^Ie twist^ en wederlegfchriften , als tegens Leibwitz, 
Clericus, Deurhof, Gulichius, Bekker enz., welke men 
alle opgeteld vindt, bij E. L. Vriemoet, Jthen. Frif. pag. 
734-73 7* Zie ook H. Vewema, Oratio f un. in obitzéi R. An- 
DALA. 1727. ' 

ANDLA (GODFRIED), geboren te Ried in Friesland, al- 
waar hij ook Pastoor is geweest, was afkomflig uit een zeer 
aanzienlijk geflagt. Reeds bedaagd zijnde, verwisfelde hij zijn 
wereldlijk in een geestelijk kleed, begaf zig in het Klooster 
te Lidlum, en werdt om zijn deugdzaam leven, tot opzigter 
over de Kerk te Berlikum bevorderd. Vervolgens als 14de 
Abt van Lidhm gewijd zijnde, herftelde hij de Kerk aldaar, 
die deerlijk door een felle brand was geteisterd geworden. 
/Het gebeurde nu, dat de Monniken van Ludingq Kerken van 
'Bloemkampy die tot de Schieringer partij behoorden, daar hij de 
zijde (Jer Fetkopers was toegedaan, de wapenen tegens hem 
opgevat hadden aan hun hoofd ene Sjerp Adelen hebbende , 
hier op wierf hij niet zonder grote kosten een partij krggs- 
volk ; dan alvorens 'er gebruik van te maken , wilde hij zagt 
en vreedzaam van aart zijnde, de weg van bemiddeling be- 
proeven; zulks gelukte ook door de tusfchenkom?t van goede 
mannen , en het gefchil werdt vereffend. Kort hier na over- 
leed hij in *t jaar 1347. ^— Schotaütus, Friesf, Gefch, bj. 

175, 17Ö. ; 

ANDLO (PIETER van) is een verficrde naam, waar on» 
der enige aanhangers van Cartesius, of waarfchijnjijker een 
van hun dat een Nederlander was, zig fchuil hield, om zig 
te verzetten tegens de verhandeling der Groninger Hooglei'aar 
Sam. Maresius, getijteld: de ^bufu PhUofophice Cartefiance vf- 
tanto in rebus Theologicis (^ fidei in 1670 uitgegeven, i&n in- 
gerigt, om aan de Protestantfe Kerken Jhet tafereel yan onhei- 
len te vertonen , 't welk men naar zijne gedagten , voorde regt> 
zinnigheid te vrezen hadt, indien men gedoogde, dat de gevoe- 
lens van Cartesius uit de fchole der Wijsbegeerte, in die der 
Codgeleerdheid overging. Weinige maanden hier na Jkwam 

Q 2 '«: 



%44 ANDREAE. (GAJUS) 

^ een gefchrift uit, tot opfchrift voerende: Pbtm ab Andm^ 
JU , Batavi , fpecimm cor^iOationis Disfirt. de abufu PUlofophic 
O^fiijiona; dan nimmer zag men ene wederl^fng, die vin- 
niger en met fcherper pen gefchreven was , wordende daar in 
Maresivs op ene verregaande onheiifche wijze behandeld, 
poch zijne partij bl^ hem niets fchuidig; de vergramde Ma- 
UStCs , gaf fpocdi^ weder een gefchrift in 't h'^ht,^ onder deift 
weaix) v^ VhuUcia veritatis, 't welk men ene coUeótw van 
iwteringen en fcheldwoorden mag noemen, die h^ t^ens zij- 
Hen onbekenden vijand uitbraakte ; hg noemt hem een Socini- 
|an, e^n Spinofist^ een Godlozen, een Onchristen, een A- 
thei$t, en gelijkfoprtige majfche titulatmren meer. Hier op 
volgde weder e^n tcgenfchrift van AiroLp ^ dat meer fchertzend 
en Q>ottende , d^n ernftig ws^ ; en waar in hij ten (lerkflen b^ 
weerde, Spinosa niet te kennen, of zijne gevoelens goed te 
keuren. Dit gefchrift kwam Maresius den 19 december 1670 
ter hand, en werdt met zo veel fpoeds beantwoord, dat het 
teeds den 3 Januarg 167 1 yoUopId was. Bjtx in wierd enp 
(onderlinge uitdrukking gevonden; zeggende onzen galrijken 
Hoogleraar , dat hij dien Plug niet verder wilde antwoorden., 
tnaar zig in 't geheel niet onttrekken zou om tegens een eerlijk 
jnan te fchrijven, die zijnen naam zou durven noemen en voor 
^e vuist uitkcwien; hij hield ook prompt woord, w^nt hQ 
ftireef geen enkele letter tegens het daar op volgende betoog 
van Anolo ; en dus nam deze fcheldende penneftrijd een einde. 
AlAKBSius heeft nimmer den regten man kunnen ontdekken; 
eerst befchuldigde hij een fchoonzoon van Coccejus^ doch 
vtrzogt dien naderhand om verfchoning, — Bayle, DiStên. 

ANDREAE (GAJUS) , Predikant en Med. Doktor op Bth 
imHüj is den 17 december 1657 geboren te Hitfum, een dorp 
nabij Franêker gelegen. Na dat hij de triviale fcholen in die 
ftad was doorgelopen, begaf hg zig tot derzelver hogere, en 
bevlijtigde zig bovenal in de beoeffening der geleerde Talen 
en Medecynen , tefftns ook de Profesforen in de Godgeleert- 
|0td borende^ Op den 7 december lasz, worde hi| met de ge- 

wo- 



ANDREAE. GOAtfilM) »4f 

irotte plegtigheid tot Doktor in de Medctójnfen "bevOTdard , M 

ui vorens ene di^ertatie te hebben verdedigd» de Xiücuh S^ 

num è? Fejica; hier op begaf hij zig nog dit aelvdd JaW iö 

den egt met Thamaba Reneman> ene dogter van DAmsi» Ri> 

Keman Predikant te HarlingMy die h^ door zijn afllervQn na 

een huwelijksverenfging van genoegzaam 52 jaren » als wedu^ 

we heeft nagelaten. Kort hier na bekroop hem dö lust om,8(g 

'verder in de Godgeleertheid te bekwamen > dit gelukte ook SSQ 

wel, dat hig na behoorlijk onderzoek in 16S7 ^ot het H. dienste 

werk werdt toegelaten, en den 15 april 1694, ^^ ZieUind^ ais 

Ftedikant naar Oostindiën wierdt aangenomens Hier den 5 

maart 1695 aanlandende , werdt hij eerst geplaatst op OnimS^ 

en daar na op Batavia^ van waar hij menigmalen naar Stiiim* 

' praas Westkust 9 Timor en andere gemcentenis tot de bediening der 

H. Bondzegelen is verzonden. Den 4 februgrij 1705, nam hij 

de terugreize naar het vaderland aan , en (lapte na bet door^ 

worftelen van een menigte angstvallige gevaren, behouden op 

dB wal, den 31 oébober van *t zelvde jaar. Zijn ontflag v^a 

Bewindhebbers verzogt en bekomen hebbende, gaf hij «ig over* 

Cot een voorbeeldig en ilil leven ; afgetrokken van wereldfe» 

gézelfchappen, voldeed hij aan zijn grote lust tot onderzoek 

Tan velerleie kundigheden, en wel inzonderheid zig b^vören-? 

de om het regte pad te bewandelen, dat na de Godzalighei4 

kidt. Te midden dezer lofwaardige bezigheden, wierdt onzerx 

Ga JUS ziek, en overleed aan het huis van zijnen zoon te Ho< 

gebeintumy den 13 oftober 173Ö, in den ouderdom van omtrenl 

79 jaren. — — Bockz.; 1737. fl. bh io8-iio, 

ANDREAE (JOACHIM), geboren te Stfaüzmi In Pm^ 
meren^ kwam als Student te B-aneker^ den 8 feptember Id07f 
maakte zig zodanig verdienflelijk door zijn onbelproken zeden 
en vernuft, dat hij waardig gekeurd wierdt om den Vcrftorve-' 
nen Hoogleraar Hendrik de Veno , als Profesfor in de sede-^ 
le&r en natuurkunde den 18 maart 161 3 9 op te volgen 1 waaf 
bij nog den 24 jun^ 1615, de Profesfie in de r^;ten niet da 
t^tel van Doktor gevo^ wierdt ; en het is aan j^oe deugd en 

Q 3 ver*» 



040 ANDREAE. CJOACHIM) 

vernuft, gevoegd bij zijn huwclijks-geluk, (fchrgft de beroem, 
de ÜLR. HuBER, in Aujpicia domefl, Orat. VI. pag, 216.) dat 
hij op den 8 julij 1620, met de \raardigheid van 'Raadsheer 'm 
het Hof van Friesland wierdt bekleed,- waar van hij naderhand 
Prefident of Eerfce Raad tot aan zijn dood toe is geweest ; ook 
heeft hij zcdert bet jaar 1640, de post als Curator van 's Lands 
Hc^fchool te Franeker waargenomen. En dat onze Joachim 
Andreab niet alleen een geleerd man , maai* teffens ook een 
'lecT beroemd en kundig Staatsman is geweest, blijkt, doordien 
hij in vele gewigtige. bezendingen ten dienfte van het vac er- 
land is gebruikt; als in 't jaar 1634, benevens de Heren Ha- 
RiNXMA, DoTEMA, Samde, Jongstal en Schonemburg, in 
's Hage, om de regten van den Friesfen Stadhouder , Graav 
Hendrik van Nassau, tegens Frederik Hendrik, Prince van 
Orarye , bij Hun Hoog Mogenden te verdedigen ; doch de kragt 
van redenen die de Heer Andreae , en de overigen van het 
Gezantfchap, hier toe te werk (lelden, konden niet opwegen 
tegens de magt van genoemden Prinfe; want deze werdt door 
hen , die dagelijks gunden van hem ontvingen of nog wag- 
tende. waren, geraden en opgezet, om niets toe te gsven; 
dus moest Graav Hendrik, als de minstvermogende toegeven. 
Om den ftildand van wapenen, welke in 1635? tusfchen Zwe- 
den en Polen ten ein/e liep, te doen vernieuwen, gefchiedde 
ene bezending derwaarts van wegens Hunne Hoog Mogenden , 
welke bekleed werden door Rochus van den Honaart', eerde 
Raad in den Hogen Rade, Andries Bikker, Bmgemeester 
van Amfteldam^ en onzen Andreae, aan wicn het .gelukte, 
het bedand voor 26 jaren te verlengen. In 164$, werdt hij 
weder benevens Ger ard Schaap, Burgemeester van ^m/ïeldom, 
en Albert Sonk, Oudburgemeester en Hoofdfchout Xt Hoorn ^ 
naar Denemarken afgevaardigd , om ware 't mooglijk , de vrede 
tusfchen Benemarken en Zweden te bewerken, en te gelijk bij 
Koning Christiaan aan te houden, op de herdelling der be-* 
zwaarnisfen over 't verhogen van den Zondfchen tol , welke zij 
op den voet van *t eifverdrag in 1644 gefloten, moesten tiag- 
ten te brengen. Onze Andreae was mede een lid in/t 'aar 



AK'DkEAË. (toiJiAS) int 

3t55Jt, Van die grote Staatsvqrgadöring in V Ilagèk Oildör da 
Staatsbedrijven van dezen bekwamen man , behoort nog^ dd vJiji 
dien hij bij Htia-Hoog Mpgenden aanwendde, om de glèiithil^ 

Men^ dijö in Embdm^ tusfchsn de Régöring én dön feoüongt 
Fairs, als Kommandant van de Lunenburgfe TttiupSis ^ In Oo^t* 
friesland y ontftaan waren, door hun gezag én invloed ttllt ^%ti 
weg tè ruimen» Op de memorie tot dien einde door htól Iti 
1666 ingeleverd jtverdt ene bezending naar Otistfri^ilónd ^* 
. zoifeen.^ welke dèn aan haar betrouwden last) ten göhOêgöÜ 
van hunne meesters uitvoerde. Andreae, is twéeittaleü ge- 
trouwd geweest; zijn eerfte vrouw was Aü^skie BukAiA^Ui 
ene dogter van Poppe Burmania; de tweede Soi^HtA DB VeiU 
wou , weduwe van Wttse van CammingA $ Erflüeci: Van 
jAmelandy deze heeft hem tot in 't jaar 1^571 overleeft 5 en hij 
zelve itierf den 11 meij 1655, is in de Jacobijner Kerk te 

'Leeuwarden begraven, en heeft zoons nagelaten. — — E. L.' 
Vriemoet*j Atrheni, Frlf. p. 184. L. v. AïtzeMA^ iÈaken Van 
Staat en Owlog^ in folio II. D. bl. 16O* 233. 949. III» D»* 
bi« 7- 5ö5« V. D. bL 673» 1075» 

ANDREAË (TOBIAS) , Hoogleraar iii 'dé Géfchiédenlsfert 
fen Griekfe taal te Groningen^ is. geboren te Bramfels \n 't 
graavfchap Solms, den 19 augustus 1604. Zijn vader was Hof- 
predikêr van den Gravé van Solms ; zijne moeder ene dogtef 
van den beroemden Hoogleraar Piscator te Berhom* To- 
bias leidde aldaar den grond zijner ftudien , oeffende zig ook 
in de Wijsbegeerte , en giiig van daar de Sdholen té Bremm 
bezoeken, van waar hij in 1628, naar zijnö geboorteplaats' 
te rug keerde; en na een kort verblijf aldaar ^ Jeig naèr Gro- 
ningen begaf, alwaar hij gedurende enigen tijd^ aan de flu-- ■ 
derende jeugd, lesfen in de, Vvijsbegeerte gaf, vervolgens 
Preceptor wierdt van dé kinderen van Profesfor Alting, en 
op deze zijne aanbeveling, van enen Poolfen Prins. In 1(534 ' 
werdt hij in plaats van Janus GebhAIidxjs tot Hoogleraar ïèdö* 
Griekfe taal aangefteld, én wat liaterin de Gefchiedeiifsifen , en ' 
tefiens tot Bibllotekaris van de Hogefchool^ wiBlkft posten 

Q4 ■ ^^ 



H4»/ ANDREAE. (t'OBlAS) 

b'i} met alle vlijt en ijver waarnam, tot aan zlyn dood toé^' 
welke voorviel op den 17 o^bcr 1675* Onze Akdriue, is 
bekend voor een groot vriend en aanhanger van Caktesius; 
ock werdt Claubergius door 2ijn toedoen, insgelijks tot die 
denkwijze overgehaald; 't welk tot een juichende z^praal 
voor die partg verftrtóte. Hij fchreef ook in 1653 t^n 
Reviüs ; en beijverde zig in !t geven van lesfen in de Cartefi- 
uanfe IVijsbegeme, zo lange als het zijne kragten cnigzint» 
toelieten. ^ Fitm Prof. m Jcad. Grm. ff Ondmd. ^ 

ANDREAE (TOBIAS), Hoogleraar in de WysbQgeerte tü 
t^ran^er^ was een broeders zoon van den voorgaanden, een 
zoon van Willem Andreae, Apotheker en Diaken van de^r* 
Stevens Kerk te Bremen, en van Rebekka Tideman, dogter van 
LuDER TiDEBiAN, Bouwmcestcr van de zelvde Kerk. H§ 
wierdt den 11 augustus 1633 in genoemde ftad gelforen, vol- 
hragt zijne eerde letteroeffeningen , deek te Bremen en deels 
te Hèrbomj waar na hij de Hogefcholen van Duisimrg, Leij^ 
den en Groningen bezogt, daar hij zig zodanig bevlijtigde en 
met ijver ftudeerde, dat met alle lof in 1659 teDuisburg tot 
Doktor in de Wijsbegeerte en Medecynen gepromoveerd zijn- 
de, hij drie jaren daar na aan die Hogefchool tot Profesfor fn 
die laatfle wetenfchap wierdt aangefteld. ^In 1669 werdt hg 
in die zelvde waardigheid aan het doorlugtig fchool vzn^sHer^ 
togenbosch beroepen, daar hij zig met grote bereidvaardigheid 
naar toe begaf, doordien hij met gretigheid verlangde getuige 
te zijn, van de bewerkingen van Lodewtk Bilsius, die met 
ene bijzondere behendigheid de Ontleedkunde uitoefende, en 
het geheim hadt gevonden , om de lijken voor bederf te bewa- 
ren. Dan hij toefde hier niet lang, want Joachim Frence- 
Lius, Hoogleraar in de Ontleedkunde en Mededjnen te Frane- 
ker^ den 27 maart 1669 overleden zijnde, wierdt Andreae door 
de Staten van Friesland aangefteld , om die opengevallen post to 
vervullen; doch de akademifche Senaat kantte zig, om welke 
redenen is my onbekend, t^ns dit beroep; Tobias regtveer- 
digde z% voor de Gedeputeerde Staten , aan wien dit gefcbil 
* ' . ter 



ANDRE AS. (EMMERIK) 249 

ter beflisTing was overgegeven; dan hoe het ook mag 2ijn, het 
op hem gevallen beroep werdt om verfcheidenc redenen inge- 
trokken ,1 waar van de voornaamfte was, dat men vreesde daaf 
door verfchillen te verlevendigen , en procesfen van injurie tu»- 
fchenhem, enden regtsgeleerden Gerh.Feltman ttGrofmgen^ 
te doen ontdaan. In 1674 begiftigde de Keurvorst van Sr«|. 
denburg hem met een Hoogleraars-floel in de Medeqjnen tm 
Frankfon aan dm Oder; en den 17 julij 1680 beriepen hem 
de Curatoren van de Hogefchool te Franeker op nieuw tot Pro- 
fesfor in de W^sbegeerte, in plaats van Abraham GulichiüSj 
welke post hij op den 11 januarij 1681 aanvaardde, en gedu- 
rende de vier jaren welke hij die waarnam, met enen warmem 
ijver de Natuurkunde en andere beginzelen van Cartesii» 
leraarde en verdedigde , zodanige van hem getuigd de Hoog- 
leraar RuARDus Andala, eeu vinnig tegenftrever van Cartk- 
8IUS zijne Wijsbegeerte , en Inzonderheid van zijne Natuurkun- 
de. Hij ftierf te Franeker den 5 februarij 1685, en Jacobus 
Rhenferdius heeft ene lijkreden over hem uitgefproken , doch 
die nimmer door den druk is gemeen gemaakt. Men heeft van 
hem twee latijnfe verhandelingen , over de ontleedkundfge 
leerwijze van L. Bilsius en de manier om de lijken voor be- 
derf te bewaren ; nog heeft hij in die zelvde taal ui^egeven : 
Wijsgerige 'beoeffeningen betrekkelijk het vermogen van de kwade 
Engelen op de menfcJielijke ligliamen; de !i23etoba:be Wtxdb van 
Balth. Bekker, gaf aanleiding tot de vernieuwing van dit ge« 
fchil. ■ JSa Lipjienf. 1683. P« ^70 &c. E. L. Vaifr 

MOE-F, j^hen. FriJ, p. 602-605. 

ANDREAS (EMMERIK) , de 36fte Abt van het vermaarJ 
de Klooster van St. Michiely te jéntwerpeti^ van de Premonr 
ftrantenfer orden, was een befchaafd man, voorzien van een 
goed oirdeel en onbefproken van zeden; die zo langer geleoH 
hadt, roem in zijne geestelijke beftiering, die flegts drie jaren 
duurde, zou verworven hebben. Behalven zijne geestelijke 
bezigheden, oeffende hij zig dagelijks gedurende enige uren 
in de Godgeleerde ftiidien , en heeft in fchrift nagelaten : No* 

Q 5 tfl- 



450 ANDREAS. (KOllN.; ANDHEAS van OÖSTE^^RV-BIi 

tat'onUm in pleraque totius dnni, ut £ƒ Ouauragejiim^ Evangelie. 
(^ Eplstolas^ Partes IX, wordende dit boek van zijn eigen 
hand gefchrvjven, en in een rood turkslederen band gebonden >, 
bewaard in de boekerij dezer Abtdije. Hij ftierf in 't jaar 
1590. — — Fr. SweéRTIi, jithen, Belg* 

ANDREAS (KORNELIS) , geboortig van Étai^oten , èn Ör- 
^nfst te Harlingen , heeft zig onder de Nederlandje Hiflorie-i' 
fchüj vers enen naam gemaakt 5 door het aanhangzel *t welk' 
hij op de Kronijk van Occo Scharlensis 'en Vlieterp heeft 
gegeven, zijnde 't allereerst -in 1597 in folio gedrukt, en na- 
derhand in 4to herdrukt. Suffridvs Petri hadt veel op met 
deze Schrijvers ^ doch Ubbo E^:mius V.elt *er geen gunftig oir- 
decl over; hij zegt nametijk, dat h2t Schrijvers zijn, zoiidcr 
énigen naam of gezag, en wier ongeloofwaardigheid van zel- 
ve in *t oog loopti Men kan. hier bijvoegen, dat ze zaken 
Veihalen, die niet alledn wonderlijk en ongelooflijk fcliiinen^ 
maar ook dezuU:en, waar van mön bij de geloofwöardigflé 
Schrijvdrs geen woord van vermeld vindt* Deze Akdreas 

overleed te liarlingen in *t jaar 1589. — • Adr. Pars^ 

JSfaanirol der Batanfe en HoUandfê Schrijvers ^ bl. 71-73^ 

ANDREAS SYLVIÜS, een Monnik, èn naderhand Abt. 
van Marchiennes ^ in het bisdom van Doornik, heeft oma-ent 
de.i jare 1200 op verzoek van Petrus, Bisfchop van Arras^ 
eén kort begrip van de Gefchiedènisfen der Koningen van 
Ftanhijky tot de Merovingiaanfe ftam behorende, gefchreven; 
*t welk in 1633 te Doitai is gedrukt* Neg heeft hij gefchreven 
twee boeken over de wonderwd:]:en van St. Rictrüda , door 
de Schrijvers die het werk van Bollandus vervolgt Iiebben ^ 
gemeen gcmaalct. ■ Du Vin, BibL des Autheurs £cdefias* 

tiques, XIILne Siècle* 

ANDREAS VAN OOSTÉNRYK , zoon van Ferdinand,! 
Giave van Tirol , broeder van Keizer Maximiliaan , was Kar- 
dinaalder Roomfche Kerk. Hij werdt door zijnen neef den 
Aartshertog Albertus in 15*98 uit den Elzas ontboden', ten 
einde gedurende zijne afwezigheid, naar Spatye om zijne bruid 

dö 



V 



ANDREAS VAN UTRECHT. ANDRE AS. (VALER.) 2^1 

de Ii^ante Isabella Klara Eügenia af te halen , de land* 
yöogdijfchap over de Nederlanden waar te nemen , wordendö 
teffens Don Francisco de Mendoza Admirant van Arragm^^ 
als Bevelhebber over de Krijgsmagt aangefteld. Het eerflö 
dat deze verrigte , was op bevel van Aj^dreas met zijn leger Ja 
't land van Kleef te trekken; en, om zodanigen inval in 't 
Duitfche Rijk, dat onzijdig was, enen fchoonfchijnenden glimp 
te geven, werdt van de zijde der Spanjaarden uitgellrooid, daf^ 
zij dit land voor 't overrompelen der Staatfchen moesten be* 
fchermen ; de gruwelijke moorderijen en plunderingen die h§ 
aldaar aanrigte , gaan aNe menfchelijkheid te boven. Doen 
hij merkte dat de Duitfche Vorflen zig wapenden, om den loop 
;zijner euveldaden te lluiten, fchroomde hij hun af te wagten^ 
maar keerde eensklaps met zijn leger naar de Nederlanden tq 
rug; de Aartshertog Albertüs, tegen het einde van augustus 
in de Nederlanden aangekomen zijnde, vondt zijnen oom Aj^ 
dreas en den Admirant onenig, elk van hun de voordelen, 
in dezen jare behaald zig zelven, de fchade bij verfcheiden 
gelegenheden geleden, elkandtren toefchrijvende. Mendoza 
bleef egter in 't bewind, dan de Kardinaal Andreas verliet 
deze landen, en kwam in ^t volgende jaar te Rom, daar hij 
den 12 november 15,99 overleedt. — Van Meteren, 
Nederl Hifi. h\. 410 &c. Wag., Vad. Hifi. IX. D. bl. 15. 

45- Ö4-. 
ANDREAS VAN UTRECHT, gebijnaamd naar zijne ge- 

booiteplaats , was Monnik van de Beneditftijner Oi'den, vaa 

de broederfchap van Glunij, in het Klooster. •S^pa/z/; .'f fw. Hij 

fchreef in' de XVde eeuw verfcheidene godvrugtige Werken^ 

door Trithemiüs, Abt van genoemde Klooster opgeteld; en 

ftierf in 1445. — — Valer. And. , BibL Belg, 

.ANDREAS (VALERIUS), werdt geboren den 25 rovem-; 

ber 1588 te Desfc, een vlekjn Braband. Hij leide den grond 

zijner ftudienten dele in zijn vaderland onder Valeriüs HoN' 

Tiüs, ten dele te Antwerpen onder Andreas Schoxtus; ea 

wierdt in het hebreeuws onderwezen, door Johannes Ha- 

jus, een Schots Jefiiit. In 1^12 werdt hij tot lïoof^le; nar in 

de 



ési 



ANÖRIESSÈN. (ANDREAS) 



de hebreeuwfe taal te Leuven beroepen, en leide zig ondei^ 
wglen ook met de borst toe , op de beoefifenfng der RegCsge«i 
Icerdheid, waar in hl} in 162 1 de waardigheid van Doktot 
Terkrecg, en hém in 1621 ook het Hoogléraarsambt in dié 
wctenfchap wérdt opgedragen, én nog tien jaren later, tot 
Bibliothekaris van die Hpgefchool werdt aangefteld. lüj heeft 
veelvuldige werken in *t litht gögeven; onder anderen ook: 
Bibliotheca Belgica, Waar van de tweede druk, onder de djteU 
Biblktheca Belgica; de Belgis vüa fcriptisque claris , prandsfa 
Tapographka totius Belgii feu Germanice infèrioris defcriptimei 
Lovan. apud J. Zegers, 1643 in 4to. verre boven de eerlle, 
^iet alleen om de vermeerderingen, die 'ér zijn bjjgevoegd^ 
maar ook om de nauwkeurige verbeteringen, is te kiezené 
De eerfte druk is ili 1623 in 8vö. uitgegeven. Daarenboven 
nog, beeft hij Petéi Nannii in artem poëticdm Horatii, commen^ 
tarius posêhumuSy die Iiij uit deszelvs openbare lesfen nage- 
fchreven hadt , vervolgt en te Antwerpen op dd Plantijnfché 
drukkerij gedrukt, uitgegeven in 1608. Hij is geftoryen in 
1650. ■ F, SwEERTii, Ahen. Belg. pig. 697. Foppens^ 

Bibl Belg, p. II 47-1 149. Freytag, AmleSa litterariay p^ 
aö ,- 27. MoRHOviuS , L Polijk literar. C. XVIII. %. 36. pi 
204. Tom. I. C. Saxi, Onmnast. literar. Pars IV. p. 153, 
154. P. Marchand, DiOiofiaite. p. 100. Note. D ^ E, Dav;/ 
Clement, Bibliotk curieufe. Tom. V. p. 264-269. A. Pars^ 
Jtaamrol der Batavife en Hollmdjé Schrijvers, bl. 401* 



ANDRIESSEN (ANDREAS), Predikant te Veere, een zoon 
van Jacob Andriessen, is geboren in het jaar 1699; drfd 
jiren heeft hij de gemeente van Rerl^werven in Schouwen, zgt 
die van Steenbergen en 34 dié van Peere, toet de grootfte ijvet 
cft trouwe als hunnen Euangelieherder, gediend en de kudde 
daar van geweid; ook door derzelver uitgegevene fcbriften bij 
dei Kerk van gants Nederland zig verdienflelijk gemaakt ; zo dat zü* 
ncn naam in aandenkende zegening zal blijven. Hij ftierf döor 
«n verval van kragtenden 11 januarij 1768 , in den ouderdom 
van bijna 69 jaren^ Zijne in druk gegevene fehriften zijn : ftosr 

tc# 



ANDRIESSEN. QAeOB) asj 

te^i^mu^ in bic&tmaat Mit^ i755- ^idgdubett&e «ftf|iGi» 
ninscn. i75<5- Hiskia feranft/ fiencjen en danlibaar. 176R 
Slanmerhiusen ober bt ^dxvbztijmins ban P. Datheen, ea 
nog enige anderen, ' m Boekz.y 1768. fl. bl. 112, 

ANDRIESSEN (JACOB) , de vader van Akdreas , is gpbo- 
ren te Middelburg den 17 februarij 1Ö735 uit Andreas Aw- 
DRiEssEN, Koopman en Burgerhopman in die ftad, en JoHABfi 
NA DER Kindéren, dogter van Jacob der Kinderen en Ma* 
RiA van Audenaarde, welke met zes kinderen te Geraam» 
lergen in Flaanderetiy wonende, van daar naar Mddelburg ws^ 
ren komen vlugten, om de geweldenarijen van de Roomsgtf- 
zinden te ontwijken. Jacob in iijne vaderftad het onderw^ 
in de latijnfe fcholen genoten hebbende, werdt vervolgens 
naar Franeker gezonden, daar hij van het onderwijs der Hoog- 
leraretirPERizoNius, RoëL, Schotanus en Rhenferd in de 
verfchillende wetenfchappen nuttig gebruik maakte, en van 
daar naar Utreck ging, ten einde de Godgeleerde lesfcn van 
de Profesforen Witsius eü van Halen te horen. In 1693 
wierdt hij Proponent voor 't Klasfis van WalcJieren, en den 2t 
februarij beroepen te Sclwondijke^ alwaar hij negen Jaren go* 
ftaan hebbende, in 1703 riaar KoHjnsplate wierdt verplaatst; 
vervolgens in 1705 tot Predikant te Goes aangefteld; en van. 
daar op den 18 maart 1708 naar Vlisfingen beroepen, alwaar 
hij met roem van giotc bekwaamheid, zijnen dienst heeft waarr 
genomen, tot den 15 meij 1734, wanneer hij op z§n verzods 
ontflagen werdt. Zederd verkoos hij een (lil en afgezonderd 
leven, en ging met zijne huisvrouw te Jxel wonen, daar h^ 
zig tep enemalen aan letteroeHèningen overgaf, en aldaar in 
1739 is geflorven, hebbende zijne vrouw hem nog enige jaren 
overleefd. 

Jacob Andriessen, is tweemalen getrouwd geweest; z§ne 

eerfte vrouw huwde hi} den 28 februarij 1696, te Schoondijke 

(laande , het was Adriana Saalders ene dpgter van den Heer 

Jan Saalders te Middelburg; wipns grootvader, Joost Kor^ 

ITELissEN SAaj>£RS, geboortig vau TumJioutf zig in é&n aan- 
/ .: vang 



1^54 ANPRIE5SE;X. OPJ^IANKES) 

^rang der Nederlandfe beroerten, van daar iM^even, en te Ji7</- 
4dhurg badt nedergezet. Uic dit huwelijk verwekte h^ vier 
Junderen , van weiken ene dogter is getrouwd geweest met een 
Ocaindi/cJien Schipper van oer Gryppe genaamd , voorts een 
xoon JoHANNEs , ecn jongeling van veel bekwaamheid, dio 
ïroponent is gpftörven , en nog een tweede zoon Akdreas, 
Predikant te Veere y waar van hier boven' is gemsld. Ten 
twcdenmaje begaf hij zig in den egt, op den 26 lcbri:arij 1706 
als Pretlikant te Gnes ftaand^, met Euzabeth de Waal^ 
dogter van Philip de Waal en Dika de Graav, hier bij 
verwekte hij vcrfchcidene kinderen, waar van twc3 hem o- 
verleeft hebben; namelijk Jacobus, die eerst in de Theologie 
lieefc geftudecrt, doch naderhand Houtkoper te MiJdelburg is 
geworden; de do, ter Dia'A Elizabeth, is getrouwd geweest 
üjct KoRKELis VAN lOwAiPENiiouT , Burgemecster te y^el, ■ 
OoDEw.' Vpolymiiekt , Flisjingfclie Kerklieml^ bU %i6-zi9* 
Boekz.y 1747. 6. bl. 192. . 

. , ;ANDKIESSEN (JOHANNES), Vxtdlkznt x& Gm, em' 
broeder van Jacob , is geboren te Middelburg,- den 12 fe- 
taiarij 1682; tot den H. dienst voorbcfchikt, doorliep hij de 
fciasfieke fcholen in zijn vaderflad; en volvoerde zijne fludien 
aan het Hogefchool te Franeker , daar hij met een ichat van 
verkregene geleertheid van dtfar naar huis keerde; den 28 junij 
1703 tot Proponent wierdt bevorderd , en reeds op den 28 au- 
gustus daar aan volgende te Airdenhurg wierdt beioepen ; daar 
bij maar ruim twee jaren gedaan hebbende, op den 21 februa- 
ï^ 1706 door ene voor hem liéflfelijke roepftemme naar Go«r- 
werdt gelokt, alwaar hij op den 11 jiilij door zijn oudflen 
broeder Jacoi in den predikdienst werdt bevestigd; en al- 
daar is verbleven , onvermoeid volijverig in het werk d^ He» 
ren bezig zijnde, tot op den 7 junij '1747, wanneer hij zag- 
tclijk ontflicp in den ouderdom van 6s jaren en bijna 4 maan- 
den ; de roem agtcrlatende , dkt de Goesfe^ gemeente tn^n ver- 
flandigen leraar en trouwen herder, zijne ambtgenoten enea 
vredelievenden medebroeder, de Elasfis.euen wijzen raadge- 
ver^ 



\ 



ANDRIESSEN, QURRIAAN) ANDRINGA. ^55 

tor, en ^Ljn gantfe huis enen tedevUevqnden en hartelijk ge-» 
^liefden vadqr verloren hadden. • , ' 

JoiiANNES is getrouwd geweest met Korkelia Pieterwella 
Brouwer , enige dogter van Niklaas Brouwer , voovi.acim 
Kooiman, Oaderling en Schepen te Aardenhnrg\ en Apolló- 
wiA NooRLAND. Bi] deze gczelürjie zijner jeugd, teelde hij 
> 12 kinderen , die nogthans meest alle in den vroegen tijdkrhrg 
van hun leven zijn overleden; behalveneen zoon, Niklaas 
Andriessen, die hij tweemalen in den H. dienst heeft mogen 
inzegenen, en zijne dogter Joiianna Andriessen, welke aaii 
Augustus van der Sloot, Predikant te Homburg is getrouwd. 
— -— Boekz,, 1747.^. hl. 192-20(5. 

ANDRIESSEN (JURRIAAN), een uitmuntend Jongehng 
te Amjieldani^ verkreeg in. 1766, den eerften eerprijs van de 
Tekenfchool in di^ ftai, welke in 1758, het hoofd, na ene 
lange kwijning, weder hadt begonnen op, te beuren, en op 

' 't einde van i7ós> door de keuze van bekwame beftuuiders en 
meesters, zo verre was gevorderd , datze op de gemaakte fchik- 
.kingen dQ goedkeuring van Burgemeesteren verzogte^ en,be- 
kwamen, mits de Tekenfchool bleef onder het opzigt van den 
Burgemeester . Joj^as Witsen , die door het . Genootfchap -als . 
hoofdbefluurder verkoren , zig des niet ontti-ok , maar gunftig 
die post ter kunstbevordering aanvaardde. Behalven den eer- 
prijs ,- verkreeg onze Andriessen . ecai open brief zijn lof en 
bekwaamheid vevmeldende, met verlof om die aan lederen 
oveial waar hij het nodig zou oirdelen, en ?ijne eer het vor- 
dei de, te, vertonen. De bloei en aanwas dezer Kunstfcho^e 
w^s zo groot, dat Burgemeesters en Thefauriers van Anifiel^ 
dam, als befchermers van alle nutte kunften en w^ctenfchap- 
jp^riy eer 1766 ten einde gefnelt was, befloten aan de leden 

. van dit Tekenfchool een Kamer te verlenen in het bènedenfte 
gedeelte v^n het fladshuis, in plaatze van het veitiek hun 
voorheen boven de Leijdfe, poort toegedaan, en tot hier toe 
gebruikt. Fad. Hift..XXiy. D. bl, 44, 45. 

ANDRINGA, is de n^am van' een voornaam geflagt,"dat 

.In 



«» 



«j6 ANDRINGA^ 

in Umgeradeel^ In de provintie van Friesland j en in bec bijzon-i 
der in de dorpen Akkrum en OUebom, van vr^ oude t^den 
<md(^die na^m bekend; en in aanzien is geweest; zulks blijkt 
onder anderen uit zekere befoignes in 1570, gehouden hq den 
Raaflbheer Idzaro van Sickenga, gecommitteerd tot het fchou^ 
wen van den Leppendijk, en om bij die gel^nheid onderzode 
IB doen, ten aanzien van het r^t dat deze en gene pretendeer- 
de te hebben , om dien dijk te mm en het riet daar op groei* 
jende af te fcheren; relaterende dien Heer» in zijne befaigneo 
dienaangaande gehouden : ^ dat voor hem gecompareerd was 
^ tp Qldeboomj, ICeympe Sjoerds, dewelke in zyne qlt. aan 
M hem Kommisfaris hadde vertoond, zekeren ouden verzegel- 
p, den brief gefchreven in 1477 op Bartholmeus dag (24aug.), 
M door kragte van welke hij betoogde, in z^n qlL regt te 
f^ hebben om te mogen enen den olden Leppendijk, van ^^^ 
9, dringa brugge tot aan Menfcher cleja^ daar voor hij gelijk zijn 
„ voorzaten te voren houden moesten, dat ene Jet of gat, leg- 
9^ gende benevens jfkkrumer-buuren dat men heet Andringa Iet;** 
en dat zulks alles breder in voorfchreven oude bezegelde brie- 
ven vermeld ftondt; waar uit men veilig meent te kunnea 
befluiten, dat in den jare 1477 ^^^ ene brug en zeker gat 
cmtrent Akhrtm^ genoemd wierdt na ^e fomilfe, en dat dua 
die naam en dat gefla^ reeds een merkelijke tijd te voren , ;^I- 
daar gebloeit heeft. 

In bijzondere aantekeningen, welke men bij die familie 
Vindt, werdt verhaalt, dat Gosse van Andringa in 1490 te 
jMrtm gewoond hebbe, en dat die heeft nagelaten twee zo* 
nen, Tjaard Gosses Andringa en Jorrft Gosses Axn>Rm- 
GA, welke belde hunne vaste goederen hebben moeten aange« 
ven, zo in Utingeradeel als Haskerland^ in het Register van 
den Hertog iwt Saxen y in den jare 1511 gemaakt, terwijl d» 
infteller van die aanmerkingen zig beroept op de ftukken , daar 
van destijds voorhanden onder de publicque archfven van dre 
provintie; voor het overige wordt gemeld, dat dozc Tjaard 
Gosses Andringa, in den jare 1522, of reeds tevoren, gew 
Weest zij Grietman van Utingeradeel^ en dat zulks geblijkt* uie 

de 



ANDRÏNGA. (lïOYTE van) (LüBBERTUS) :^sy 

fêè Kronijk van Winsemius, fol. 464. Wij zullen ons voor 
•het overige vergeno^n, met enigen der voornaamflen uic dit 
talrijke geflagt, dat aan de aanzieniijkfle familien in Friesland, 
ctpor huwelijken is vermaagfchapt, aan on^e lezers te (ioen 
"kennen. 

ANDRINGA (HOYTÈ van), is geboren in of omtrent 
7530» want bij wordt duidelijk genoemd de vader van Tinco, 
in zekere originele nog voorhanden zijnde Buile, of franc^n 
,in de ladjnfe taal gefchreven, waar in uit naam van Paus 
•Pius DEN IV» in het vierde jaar van zijn opperkerkelijk be- 
4lier, en dus in 1560, dispenfatie wordt verleend, van het 
naar Pausfelijke rogten onwettig voltrokken huwelijk , tusfchen 
TiNCQ, VAN Andringa^ en Aef £nnes dc^r, die elkander ia 
^n derden graad vaü affiniteit bedonden. ■ A* Ferwjbj^- 
DA^ NeerL Gejl. en Wapenb. L D. itZS^ 

w 

. ANDRINGA (JELLE van) , was eerst Secretaris van Wn- 
geradeely en bij pverlijdfen van den Grietman FEYgim Tet- 
hans, wqrdt bij in derzelver plaats op den % april i6pi , tot 
Grietman over dat deel verkoren. Zijn eexfle vrouw Idskis 
Regnaerda, ftierf den z april 16Q5, nalatende een zoon; 
ten tweedenmale huwde hij aan Gerland van Qenema, bij 
wien hij geqne kinderen heeft verwekt. Hij ftierf als Gede- 
puteerde Staat van Friesland , den 30 feptember 161 2, en i& 
benevens zijn eerfle vrouw in de £erk te Old^homi be^a\ei3# 
' Ferwerda, (ds boven^ 

ANDRINGA (LIVIUS THEODORUS van) , geboren den 
30 mejj i679f wierdt den^ maart 1698 Ontvanger der Flo- 
reenrénthe Ih Friesland ^ en reffgneerdé die post in december 
1744. IQ ftierf op zijn Landgoed Gfoot Herema onder den 
dorpe Sweins, den 5 maart 1765, in den hoog gevorderden ' 
ouderdom van S6 jaren. Hij is het laatfte mannelijk oir van 
dit geflagt geweest. ■ ■■ Ferwerda, Gejl. en Wapenb. 

ANDRINGA (LÜBBERTUS van>, geboren den ft april 
i656,.wierdt Grietman over Utmgenukd den 9 decemb. 1670; 



Al^IUNGA. (REGNERUS va») 

l|u} (licof X>ngehuwd , als Gedeputeerde ^taac van Fneshmd^ de^ 
14 decen^bcr 1682, in den ouderdom va^n omtrent 27 jaren. 
!■■■>■ Fs&WE&DA, GeJL en Wspenb. 

ANPRINGA CREGNERUS van), is geboren in 1612, 
trouwde in noven^ber 1639 tQfVolvega^ met Detje Lyckla- 
MA A Js^rÊHOLT, ene dogter van Lubbert ?iERs Lycklam^ 
A NYfiHt>Lt» die in zijn eigen huis te Oldehokpadey 'm het Jaar 
I6a7i door enige Sp^apfche foldaten, die ene ftroop in Fnes^ 
Umd waren komen doen, werdt dpodgcflagen. Regnbrus, 
wierdt deh 25 junij 1640 Grietman van UHngenukUy en ftietf 
als lid van de Provintialc Rekenkamer van Friesimdy den 10 
ine^ 1671 ji in den ouderdom van 551 jaren; zijn genoemde 
vrouw öyrjE Lycklama , tnj wien hij 7 kinderen heeft ver- 
wekt, bereikte den ouderdom van 70 jaren, en flierf den 15 
maart i^36. — — Ferwêeda, Wt^enlt. 

AMÖRiNGA (REGNERUS van), kleinzoon van den vo- 
rigen , en broeJcr van LiVrus , wierdt in de Lenm& geboren . 
den 24 december 1674. Agttien jaren oud zijnde, verkcofs 
mcai hem in 1692 tot Grietman van Lemfterland; hij refignecr- 
de (teze post in 1741 , én ftierf aan de Lemmer, daar hij zijn 
gcftadig vcrblgf hadt gekozen, den 25 augustus 1754 > m 
den gezegcndcn ouderdom van 80 jaren ; die hg van zijnen 
jeugdigen tijd af aan , in ene nuttige werkzaamheid heeft gp» 
tet&n ; ^aar van zijn geboorteplaats de Lemmer namelijk , in* 
zonderheid de vrugtcn heeft genoten , zijnde grotelijks; in blóel 
tO^enomen, federt het beftier van dezen braven mannc,-die 
door 't aanleggen van welgeregeWe veerfchuiten, postwagena 
enz., heeft te wcge gebragt, dat niet alleen die van dminr 
gen, maai* ook velen uit Friesland 9 doorgaans hunne reize naar 
■ Aaafteldam^ over de Lemmer nemen, waar toe niet weinig hel- 
pen, de rm;u5 en gemakkelijke vesrfchepen, die alle avonden 
van d^ar , naar Aafleldam en te rug varen , en in welke , tot 
een bewijs van het ^aazien des y^ers , de kajuiten dikwils diie 
en vier weken voor óexi tijd, op welke zij yaren moeten, 
bcfteld worden. Btómlv#n dat, Heeft èM^tmo^ io diitbanc 

-^ ast 



r • ' -w 0^ 



ANDRÏN6A. (TÖJCO VAK) - *. «^ 

zo*blcfeijend tfd Volkrijk vide , velerleije fabrijken en trafi- 
'qtien, door zijne vrfendelijke begimftiging weten te lokken,- 
allerlejje handwerken doen bloeijen; ineen woord, alles met 
ijver 'bevorderd, wat deszelv:5 welvaart ten top koste doeii. 
llijgéh ; zo dat zijnen naam tn feeiiwige dankerkentenis bij de. 

inwoners van^ de Lemmer levende zal blieven. F^- 

WERPA, Waperü). Teg. Jlaat van FriesL UL D. bl. 537. 

ANDRINGA (TINCO van), is Volmagt ten Landsda:^' 
van Frièslani geweest, onder de regering van Filips den II/ 
Koning van Spanje 9 eu diis ten tijde dat de Nederlandfe beroer-* 
ten oilder het tijfannique bcftier van den bloeddorftfgen Alva 
op het hóógile waren. lDat'hij,ih deze komraefIIjT;é dagen' 
door zijne bondige advijfen, vóorzigtige raadgevingen en on- 
bezweken trouwe, didiXi Friesland vdiU veel nut is geweest, blijkt 
ten overvloede , "uit de Frïesfche Gefcjiiedfchr^jvers Winsemius" 
en Schotanus; ook vindt men van hem en van Gósse van 
Andri|ïga , op het jpr 1^72 melding gemaakt bij Joh. Ca- 
jROLi , in zijn Comment» 'Se rebus Casp. a Rosles , de Frifid 
gcstis; pag. "139. Hij is getrouwd geweest aan Aef Ennes' 
dogter , bij 'wien hij vier kinderen beeft verwelvt. ■ ' " ■ Fer* 

Werda , Gsjl. en Waperib. '. . - ^ .' 

• ..>0.- . . ..•.', ' ' 

ANDBJNGA (TINCO van), Dijkgra^v van ^e coptrabüd« 
Tan Hmwlwn&r. Oldephêari^ i^ufii amexis^ -heeft van den iarq 
i6o5 tot 1607, zware proQ^wrengeliadt, i^gpn den Griet? 
man Döuwe. ,Ji>EMAy dqwolke door flinkfe Jaiipörijp;j,. zijn 
best deedC.h^m van het •.I>ijl^aavplaatSfte ontzetteiy ; 

Fer WiRj>A , Qejl. en Wiapeiib. 

ANDRlNöA (TINCO* van) , wierdt Grietman van IMige^ 

\radeel den il jannarij 1613. Hig tróuwde'in 1606, mee Syds». 

KE Bennes Sjóerda, ene dogter van Benne Sicm'^jdERDA 

en Jent Rintze, dogter van Itsma. Onze Tinco ftierf afe 

lid van de pfovintiale Rekenkamer, den 14 febmaiij löip; 

en zijn hulsvrouw den i december 1(^62, naWtónaè'drié 

valideren. — — i FBRWBUyA, als hévéiu '• •' ' • -^"v 

^ • . .. ^ . •• - .. ., 

R 2 AN* 



09 ANDIUNOA. ANFRIED of AUFRIED. 

ANDMNGA (TINCO vah) , gptxmn den s decemb. 1643 i 
vader van Livius en Regnerus, wierdc Grietman over Lemfter^ 
land in januasij 1666; trouwde den 9 augustus 1669, met 
Earru vak Scheltinga , dogter van Damiel de Blqcq vilti 
ScHiLTXNGA eu Martha Kinnema, bjj wien big 6 kindereq 
boflft verwekt Tmco ftierf den 17 juli] lóSsi» destyds zynde 
Raad ter Admiraliteit, en £ewindbebber vaix de Oastindifche 
Kcwnpagnie; cm zijne huisvrouw was leeds omtrent n ja^ea 
v^o^r» namelijk den 20 november 1671 overledep. ■ 

FtaWEaDA, Gejl. en Wap^h. 

ANFRIED of AUFRIED, was ^e XVmde Bisfchop va» 
Utrêckf een zoon van Lamber*^, Grave van Leuven 9 en Ge&* 
berga 9 dogter van Karel , Hertog van Lotharingen. H^ was 
rijk 9 en bezat een groot getal dorpen , landerijen en (leden 
in Braband , 't welk de reden is^^, dat fommige oude Schrijvers 
hem Grave \^n Braband hebben genoemd. Qnder veelvuldige 
andere goederen meer , htj^ hij mede in eigendom het Graav* 
fchap Hui 9 nu onder het Prinsdom Luik behorende^ en fchonk 
deze fchone brok in 985 a^n den Bisfchop Notghrus, en de 
Kerke van Luik , doende daar vjyi aflland in handen van Keir 
zer Otto den IU, als me.ie van alle z^ne regtpn op dé 
munt, tollen en andere prerogativen, hem toebehorende. Hij 
huwde aan Hiuondb of* Hilswimdis» Oravinne van Strijen^ 
ene zeer godvrugtlge Princeslè, die, 'na dat ^ lange te fa-f 
men door den echt verbonden geweest waren, zonder andere 
kinderen, dan ene dogter Bsnedxcta genaamd, verwekt te 
hebben, nevens hem befloot het wereldlijke in. een geestelijk 
leven te verwisfelen. Om hier aan te voldoen, ftigtte zy in« 
gevolge de raad van Aii^rieD| het Klooster van (mze lieve 
Vrouwe , in het dorp V^^ b^ Mazeik , onder het bisdom vaQ 
Luik , begaf zig daar in als Nonne nevens hare voornpemc^p 
dogter, die de bpgiftiging van haie ouders gpedkeurde, en 
daar van Abtdi^fe gewpest is. Ai^ried fchoot opk den gees* 
celgken rok aan , (Kn wierdt WQinig tijds daar na to( B.isfchop 
van Utreck verkoren, en na langen t|jd h^t bezitnemcn van 
die waardigheid geweigerd te hebben , werdt hij verpligt die 
- ' op 



' ' ANÓELOi (DSORIÖ) «« 

'%'p tövfel van vocM'melden Keizer Orn), door toedben van 
den Luikjehen Bisfchop Notgerus te nanvaardeii, Sig£BBRT 
Vam Gemblours, Albericus en de onbekende Lmkfchc Kro« 
siijkfchrijver, roemen hem eenparig i\s een groot voorftandef 
der geregtigheid , zo dat geene giften of inzigten in Haat wa- 
ren » om hem van deugd en het nauwkeurig bedragt^n slji^er 
pligten te verwijderen. Men geeft hem ock ie lof na, dac 
•hij zijne redenen ingevolge de ftriktfte regels van bercheid«i> 
held inrigte, en die in zijne dstgelijkfcbe verkering > altijd be* 
fchéiden en vriendelijk^ doen: voorbeelden uit de H. Schrift 
{getrokken y wist te zouten , waar door hij een ieders gen^n- 
heid en liefde tot zig trok. Niet hng hadt hij den Bisfchop» 
-pelijken floel bezeten , of hij fligtte het Benedihijntt KloosCor 
Ie jinursfihrt, eerst Hohorst^ da^ na HeHigtbergy en laatfte» 
Mjk Mariaasberg gehèteii; het welk den i8 november ioo5 
plegtig wlèrdt ingiewijd. Kort vbor zijn* dood , en na dat b\j 
door hogen ouderdom genoegzaam blind was geworden, trok 
hij in genoemde klooster het monnikkenkleed aan, en bragt 
aldaar zijn* overige levenstijd in de volkomenite (tigting èh 
godvriigtigheid door; ter tijd ^oe, dat hij hét flerfelijké mei 
het onfterifelijke Verwisfelde, *t welk bp den 3 ineij JOÖÖ 
voorviel, Nièttegènilaandé zijne dogtér Benedicta» Abtdisfe 
van Thoorrij haren vader té Éohorst in dé Abtdije wilde be- 
graven hébben, kwamen de Utrechtenaars daar tcgéns op, 
en hebben zijn lighaam naar hunne ftad vervoerd, èn iii di^ 
Domkerk aan de zuidzijde begraven. ■■ Cafiüoguc Jes M- 
lés de Gembhurs. C. Butkens, Trophées de Brabani. Tom. L 
jy'OvTïjmiiti^ Hift. de Fdlenctennes. Heda^ in Aisfrido. Ml» 
jUEus, Tom. L ad diem 3 Majh 

ANGELO (OSORIO), wérdt In 157? doot den Hertog 
VAN Alva , als Bevelhebber met agt faandelen krijgsvolk naar 
Flisjingen gpzonden, om die ftad tegens de ftroperijen der Geur 
acn te beveiligen. Doch eer deze fnaken kwamen, ftookte 
JAN VAN KüiKj Herc van £f^, die met de tijding van *t 
verrasfen van den JStiel^ derwaards gekomen w»9 'c voljb^ 

tl 3 #i> 



a62 ANGIANUS. ANGLICÜS. ANIANÜS. 

onder de. hand op^ om ilg nu de yrljheid ti^y^zorgen> dit 
ben door den Dwingeland nimmer gegund zou Ivorden ; en 
ziet, hij.viiklt 20 veel gehoor, dat de Burgerij. .den 6 apiü 
op de /been raakt, deifalfs bezetting die ALVji.iceds xe vo- 
ren d^waarts hadt gezonden, ter. pootte uit;^eef« en bepaal* 
de om de Spar^aards^ die.te.fchepe naderden, buicen te hou» 
(lén. EoiK ook haar vertonende > <iat zij mee het verjagen der 
bezetting/ zig reeds, in majefteltsfclmming vergrepen hadt , ver- 
maandt ha^r 't werk niet ten halven te laten üeKen, maar de 
fchepen van de flad te weren. Hi). hangt 'er bij^^ dat de Prins 
met een i^r in aantogt was, om haar. te btifehermen, en 
beweegt daar öp een uit den hoop , wien 't hoofd kroes- Houdt 
van den drank , door een gefchenk van twee dalers , om 't ge* 
fchut van de wallen los te branden op dB-^naiifcIie fche^n; 
die zulk een welkomst niet verwagt hebbende, verbaasd haar 
Mddilburg weken. ^ Wao. , Vod. Hifi. VI. D. bL 350. 

ANGIANUS (JACOB), Ridder en beroemd Historiefchrg';. 
ver, wa5 Here van Kestergat bij Brusfely 'm het hertogdoni 
Braband^ èn leefde nog in 1460. Hij legt te Èrusfet begra- 
ven bij de Karmeliten, onder een fraaije graftombe, dié teii 
tijde van de beeldftormerij omver gehaald, en vernield wferdt^ 
maar naderhand vernieuwd is door des overledeneris neve, 
Jacob Angianus , en door den geleerden Lipsius , met eea 
fraaij opfchrift vereert. — . F. Swjsertii, jdthen, Belg. 

ANGUCUS (MICHIEL) , van Bauvmt ia Henegouwen ge* 
boortig, leefde in de XVIde eeuw; h^ was Hoogleraar in dq 
Regten , en geen ongelukkig Digter. Men heeft- verfchei- 
dene werken van zijn maakzel , als onder ajider^i ; De mur 
tatione fiudiorum^ Lib. L Eclogarumy Lib. IF. ad Episcopitm 
Farijievfem.' Eclogartm^ Lib. U. ad Lud. ViLLERIUM. Elegia 
deprecatoria &c. ■ F. SwfSRTii, Jtien. Belg* Valer» 

Andr., Biblioth. Belg. 

ANIANüS, ook ARÏANÜS genoemd, was'van Scboojil/ö^ 
ven geboortig, Jeide zig ijverig toe 'op de Godgeleerdheid, 
welke iü de i^ji geleraard wierdt; verkoos S^c kioDste^Ievcn , 

. •■- en 



> i^EkL (kLAASj MnAv -'^i ^' 

en wierdt Predikheer, of Döminikaner Monnik: ; lëMd fti die 
hoedanigheid haar Engeland^ en -ferdgt het daar « vtee, ^«t 
hij in 1149 tm Bisfchop vöm-^o/^i, in hét (Jfftisdbm Van 
fTa/iw gelogen , wërdt verkoren ^ en tx)t die wdafcdl^d ingé. ' 
wijd, dóór den Bidfehop Vail Wmhestet; tot «gtf diöod tdé 
bekleedde hij dtó-post, enévèrlecd in 1291^. '«i— i^ir^ R VJü» 
Berküm, Éefchrijving van Sch(^9tihovén , bl. 45^r ^'"••"-" - 

ANJOU C^eiio^ VAN) , zie ALENCON; ,' . , 

ANKER (KLAAS) Zeekapitein Jn dienst Vftii hétiKöHègïé . 
ter Admiraliteit van hst Noorderkwartiév ^ was eca dap|)ir Mé« 
tóan , voerende het fchtp de Eendragt van 44 ftpkk^n; h^ hath 
rijkelijk zijn aandeel in 't vieesfeligk gevegt, dafi tusffchdndé 
Hdlandfe en Engelfe vloten > op den- 4 augustus 1666 Voor- 
viel , die noodlottige dag voor zo vele van de beroeöi^O'^ö* 
lieden van dien tijd. De Admiraal Jan KoRWEi.is:j, Müffel, ' 
en onder zijn bGvdi de Zeekapiteinèn van hét NiMifdêrit^^^mier ï ^ 
beftreden met leeuwenmoed den Engel/en Vice«A(^ii*ital van ' 
den blaauwen vlag. In ^t jaar i$72 voérdé on^ K^é^-'Alc^-: 
k£R het bev^l over *t fchip Aütmaar^ en bevoixit zi'g mede' 
onder de vloot, die door den Staat tegens Eng^andxm Fmi^'» • 
¥yk gebonden was; hij deelde duS medeinde ^>öBrïijkö óvör- " 
winning op de Engelfen den 7 junij , vobr Swkbaaij bo« 
haald. , G. Brandt en S. Genten, Hiji'i vaft EnJ^.- 

hdzen. IL D. bh .248/ enz. .:.«.. 

• ANNA, Aartshettoginne van Ooitertiijk^ was dé dogtet Van 
Keizer Maximiliaan, verloofde Bruid van KareI', Erfprins 
van Spanjéiy eri niettegenifea^de daar na, door dwang In 
1570, dé viÖde'^gtgenote Van den 'dwingeland Filips den II, 
Koning van 9par^e, haren mot;derIijken oom. Dö tochmaligen 
Paus verleende dispenfatié tot dit fchandig huwelijk ,* -waar van' 
aan den Pièfident van 't Hof van Holland op den 28 j 'lij ken- 
nis werdt gegeven , met bggev^d bèrigt, dat *s Koüiings ón- . 
dertrouwde gemalin hare reize door Nederland' ch van ''daar 
naar Spajye zoude voortzetten» Om den Hertog van Alva te 
wille te zijn, werdt befloten, dat door de gezamentligke Land* 

R 4 fchap« 



^4 ANNA> Cwmtumu der NederlanSefu 

fchapp^n, eeQ;gercbenk van fijne lijwaaten, voritel^k huisraad . 
en tapijten met do wapenen der biyzondere provintien be/likc, 
ter waarde van looooo kronen , op den 19 augustus wanneer 
Anna te Ngmegm dagt te zijn , haar zou worden aangeboden , en 
dat Hillqnd in die fom 28000 guldens voor zijn aandeel zou 
dragen... ]Ufit groot genoegen werdt het eerfle lid van dac 
voorftel aangehoord, en de Staten Boden gelast, naar Nijmegen: 
te vertrekken, om aldaar jtot het verblijf van de 12 Afgevaar- 
digden het nodige te verzorgen. Doch die van Holland aldaar 
bg den Hertog, gehoor verleend zijnde , klaagden over het 
tuim aandeel dat z^ in de to^flane fom van looooo kronen 
^ moesten dragen; dan Al va bekreunde zig hier luttel over , en : 
naar den aart der dwingeland^i , geen tegenfpraak willende 
dulden, toonde zig misnoegd over die nauwgezetheid, zo als 
hij het noemde, zeggende dat dit geen gewone bede, maar 
een vrijwillige gift was, om daar mede de liefde die zij de ge- 
malinne van hunnen Landheer toedroegen, te betonen. De 
aangebodene gefchenken werden zo gunilig ontvangen , dat de 
bijzondere Staten 'er federt, fchriftelijk , door den Hértoge^ 
en door den Koning zelve, voor bedankt wlerd^, Vzn Nij* 
megen begaf zig dé Vorftin naar j^ntwerpetiy alwaar zij verzeld 
van hare twee broed&s, AlberIus en Wengelaus, plegtig 
werdt ingehaald; en in feptember daar op volgende, nam zij 
de re.iz^ $an naar Spanje^ gaande van Bergenopzom naar Vlis^ 
Jingen^ en van daat met een vloot van 90 zeilen, waat onder 
26 ootlpgfchepen , . onder bevel van den Grave van Bossu* 
Na enen gelukkigen ovortogt, werdt het^huwelgk op den 12 
Bovember te Segovia voltrokken; en volgens Strada overleed 
Anna van Oostenryk in 15^3, in her prilfte van harejeugd» 
— Hoofd, Ned. Hifi. fol. %i6. Waq.\ Vod. Hift. VU 
i). bL 318. 

ANNA, jgèboren Prinoes van Brunswijk Lunenburgy Kroon- 
princesfevan Groet-Brittannieny oudfle dogter van Georgedek 
II. Koi^ing van Engeland , is geboren den a november 1 709 ; 
huwde den 25 maart 1734^ met^Wi^LEMKARiL Hendrik Frt$o 

Piin- 



ANNA^ Gimetnante der NèderUmd^ s^j» 

Brlnce van Oratie en Nasjau , toen Stadhouder van Gelders- 
land ^ Friesland y Groningen en Dretithe'y en naderhand bekend 
onder den naam van Willem din. IV, toen hem in 1747 heü 
Stadhouderfchap van het gantfe gemenebest werdt opgedragen. 
In mcjj vertrok zjg met haren gemaal uit Engeland naar Leew 
'warden ^^ gewone refidentleplaats der Friesfe Stadhouders; ea 
beviel aldaar , na reeds te voren tweedogters gebaard teheb^ 
ben, die kort na derzelver geboorte (lierven, ep den 28 februar^. 
1743 van ene dogtor, die Caroliiva genaamd werdt, en n*-. 
derhand aan Karel Christlaan Prince van Nasjau Wisilburg is, 
getrouwd. Hare twede dogter Amna genaamd, kwam insg&» 
lijks te Leeuwarden ter wereld op den 15 feptember 1746»: 
doch overleed reeds den 2 januarlj van het volgende jaar. Na. 
dat in. meij 1747 den Prince haren gemaal door ene fonder- 
linge omwenteling van zaken , tot Stadhouder van Holland en 
der andere gewesten was aangeileld, verd-ok zij eerlang naar> 
'sHagey om voortaan in navolging van de vorige Hollandfe 
Stadhouders» aldaar haar verblijf te houden. In het laatst van 
december dezes zelvden jaars, gaf zijne Hoogheid de Staten; 
vsLTi Holland onder anderen kennis, dat. zijne gemalin zig 
swanger bevondt, waar op de Staten bevel gaven om in alle 
de. openbare Kerken God te bidden, „ dat hij hare Koning^ 
^ lijke Hoogheid , in haren gezegenden (laat , voorfpoedig 
„ wilde doen voortgaan, haas ten zijnen tijde ene gelukkige 
„ verlosfing gevende , ten beste van Land en Kerke " &c«' 
Het duurde tot den 8 maart 1748 dat hare Hoogheid in heC 
kraambed geraakte, en van enen mannelijken fpruit beviel , die 
Graav tan Buuren genoemd werdt, en naderhand als 'Stadhou- 
der onder de naam van Willem den V, zulk een wonder** 
baarlijken rol heeft gefpeelt; voorts in december 1794, de 
republijk vaarwel gczegt, en met zijn huisgezin naar Enge* 
land is overgefloken. 

Terftond na de dood van haren gemaal , die op den 22 oftcv 
ber 1751 voorviel, kwam 'er ene bezendinge van 20 Hei*en 
uil: de vergadering van de Staten van Holland om hare Kon. 
Hoogheid den rouw te beklagen, en ingevolge de gemaakte 

R ^ fchik- 



.> 



fchikkingen in ^ jiar i?47^ de» «ed af té nemen, ats Gous 
iiernante en Voogdesfe van den mindörjarigcn Willem den V j 
Rinfe awi Or»^e en iVq/aM en Erflladhondcr van Holland. Bé 
aïgemene Staüwi deden omtrent twee uren !aier ene diergelijkci 
bezending, der Princesfe als Gouvernante en Voogdesfe den 
^èd afnemende, betrekkelijk de Gcneraliceits-Iandcn. De an* 
derö gewesten en het landfchap Drenthe ^en ?t zelvde; zö 
<lra zg kennis van 's Prinfen overlijden gekregen haddfeii; ëtt 
cte regering fchikifc «g eerlang, op cfcn zelvden'voet, alÜMJ 
4e reglementen op het Erfïladhouderfchap beraamd wis. •- • 
• Een gantsch nieuwe loopbane van bezigheden en berooeijé* 
jiisfen, bood zfg thans voor hare Kón. Öoogheid aan, om tö 
bewandelen. Den 21 december 1752, nafe dezeVorftin zitting 

» .f 

in -den Raad van Stalen ; en nog dien- eigön dag vertoonde zij 
aïg In de andere H<3*ge Vergaderingen; als met ^amé In did 
der Gecommitteerde Raden , en begaf zig van daar naar dé vef-' 
gaderplaats der Sföten Van Holland en U'^estfrlesland ^ .wzslt dë 
ilaadpenfionaris Steii* haar uit naam van Hün Ed. Gr: -Mogen- 
den meteen welgcpaste redevoering begroette, welke op èrtë 
minzame wgze door haar beantwoord wérdt ; ^vaar na- zg eönf 
plan overleverde , fkekkende tot reforme van het^ ihiHtaffé 
wezen, als mode ten aanzien vèn derzëlvér kleding. De ver-' 
wondering, dat de Gouvernante, reedfe bjj den aanvang' hiar» 
il^uiirs, ais bij baar eerile verfdiijnii^g in Hollands rBxiézmli 
Jóaonderheid het oog -fd^een gevestigd te hebben , op de Land* 
mgt van den Staat, en het maken van hérvormingen' in de- 
ictve, zal ras verdwignen, als men zig herinnert, datLooE- 
WTK, Hert(^ van Bnms^vfjk, in 1750 in dienst van *t geinene- 
Wst getreden , aangefteld was , om het algemeen opperbevel' 
fe voeren over de Troupen vanden Staat, gedurende den &jè 
rm 's Stadhouders mindcijaf igheld. Wat hg daaromtrent voor-^ 
ftelde, droeg de toeflemming van de Gouvernante weg, én- 
■^at deze voorfloeg , kon niet misfen te behagen in de Staats- 
tcrgaderingen zodanig als die toen gefteld waren. Hoe breed- 
voerig ook en uitwerkt een ontwerp omtrent de Landmagt 
werdt ingeleverd, en In alle zijne delen aanvaard, niettegén- 

fiaan- 



; 



ANNA> Oouverfwae 4er Nedetlmdeh. a&j 

ilfiandc *er een menigte gebreken in aanwezig waren ; zó hoor- 
ie- men even weinig van. d€ Z^etnagt reppen , als of ons geme- 
nebest dai^r geen het minfte belang bij hadt. In 1753 beflisjt> 
te zij ook het gefchii tusfchen de Staten en het Hof van FHejr 
land 9 over het (IraflFen van Militairen door den Burgerlijkea 
Regter, ten nadele van de laatften; en geen wonder, ook, 
-want dit vermeerderde haar gezag. Op aandrang Van Gelderland 
en Overijsfely die zig docMr de wisfelvalligheid van den oor* 
logskans', welke plaag in het jaar 1758 al nabij de grenzen van 
ons gemenebest aan 't woeden was, in een haglijker toeftand 
gebragt vondt dan enige der overige gewesten, zig bij haar 
hadden vervoegd, verzoekende, om bij de overige Bondgeno* 
ten, door hare tusfchenkomst te bewerken, dat zij in deze 
ontwijffelbare gevaarlijke omftandigheden , door ene genoeg- 
zame krijgsmagt, mogten gedekt worden; verfcheen de Gou» 
ye^nante, den 7 junij 1758, ter vergadering van de Staten 
van Holland y met een aanfpraak om vermeerdering van Lmd» 
magt. Zij betuigde onder anderen: „ van de gegrondheid der 
fy gevoelens van die beide gewesten overtuigd te zijn , en daC 
^ zij die reeds drie jaien geleden, uit zig zei ven daar van 
„ zigtbare blijken g^even hadt, niet onverfchiliig kon zijn^' 
9, op een zo regtmatigen aanzoek, die zedert zo veel aan- 
5, drangs gekregen hadt. Het een en ander hadt haar doea 
^, befluiten, om bij het fcheiden der laatstgehouden vergade? 
„ ringe, de meeste Afgevaardigden der (leden, over ditzQ aan^ 
„ gelegene zaak te onderhouden , en thans in de vergadering te 
„ verfchijnen, om aldaar de dringende noodzaaklijkheid voor 
„ ogen te houden, oip de Landmagt te vermeerderen, op den 
„ voet door haar en den Raad van Staten in 1755 voorgefleld^ 
„ Nietom daar door deel te nemen in de onlusten , of te ligter 
„ in dezelve ingewikkeld te worden; maar alleen om de een- 
„ zijdigheid en onafhangelijkheid der republijk ce handhaven, 
„ en tegen allen geweld te dekken. Zij achtte zig, zo uit 
„ hoofde van de verpligting aan den Staat als aan zig zelven, 
3, aan haar huis en aan de ge ede ingezetenen dezer landen , 
„ gehouden, dit voorftcl met allen ernst aasi te drirgen. liet 

u ge- 



"ÉtJS ANNA , Öouvemanie der kederlandek 

^ gevaar was voot ogen , en niemand der Naburen , èn t^ 
y, logende Mogenheden , kon een ergdenken tegen die vennee!^ 
,j dering opvatten i vooral wanneer men deze met de oiidö 
j, HoUandfche trouwe kon verzekeren, niets ande;s op 't oog 
i, te hebbön, dan de eige veilighöid en ohaf bangelijkheid der 
^ repiiblijk. En, gefield het werdt anders begrepen, zo was 
;, het te noodzaaklijker, om het te vrezene onheil van zulke 
jy ei gdenkende naburige Voriten , te vroeger af te weren. Nie- 
„ mand der onderdanen van dit getnenebest zou kunnen wei- 
„ geren, met enige geringe, lasten bezwaard té Tirorden, als 
'„ dienende om hunne vrijheid en godsdienst, zo als de eer 
5, van een vrijen Staat vorderde, onafhancelijk van het goed- 
^ dunken van anderen te bewaren/' «Niets ^minder dan en^ 
vaardige en volledige toeflemming tot die vermeerdering, hadc 
de Gouvernante zig vborgefleld. Velen , ja de meeste Staats* 
leden hadden zig ook gereed getoond tot htt dmhel^en v^n 
dien voorflag, doch zij ontmoette egter ook tegerfli evers J 
weshalven zij , op den 23flen van die zelvde maand , zig ander-^ 
werf ter Staatsvergadeiing van Holland vervoegde, niet om 
te herhalen 't gene zg voorheen gezegd hadt, maar het na» 
der aan te dringen, dewijl in dien tusfchentijd, de omfhndig- 
heden Van het gemenebest, in verfcheide opzigten, noghag» 
lijker geworden waren : „ niet alleen de veiligheid, maar de 
\y eer van d^n Staat vorderde, dat men defze zaak tot een 
s, Qx)edig befluit bragt, en dat de leden die ongeteed wa* 
i, ren, of nog niet bewilligd hadden, hoe eer hoe beter hun- 
„ ne toeftemming verleenden. Moest zij " was ita veel aan- 
drangs hare taal , „ bij aanhoudinge, met vele tegenflrevingei> 
), blijven worflelen, dan zoii zij ten minflen die voldoening 
,^, voor zig zelven genieten, dèt zo de republijk nu enig onge- 
„ val , of daar na enige vermindering in haar gezag en aan- 
i, zien , uit dezen hoofde zou mogen ontmoeten , het aati haar 
„ niet te wijten zou adjn ; dewijl zi| , naar mate van den nood , 
^, niet hadc opgehouden toen het tijd was, te waarfchuwen ca 
„ aan te manen. '* Een voorflag met zo treel ernst gedaan ^ 
inet zo veel ij vers herhaald en aangedrongen ,• komende uit de.i 

moni 



i^NNA , Gouvemantê der NsderUmibtu a^9' 

üond ener Vorftinne diQzoveel invloed hadt, ontmoette cg-i. 
ter wederfpraak, bij qnige Staajtsleden , die vreesden door het 
toeftemmen , den Staat in dieper rampen te zullen ftorten , 
<|an men voorgaf d^t denzelven dreigden. De Regeerders van 
Jmfteldam hadden geoirffeeld , over ene zaak van die aangele, 
genheid, niet lo6 te moeten heen lopen, en enen uitvoerigen 
«aadflag hunnen Afgevaardigden mede gegeven, om te doen. 
zien, dat geen geest v^ tegenftreving hun bezielde; maar 
jat zij wqlgpvestigde gronden hadden, om die vermeerdering 
tan de hand te wijzen. Dit was ook van uitwerking , dat d^ 
vermeerdering van Landmagt, hoe llerk ook door de Gouver* 
Bante begeerd, hoe ijverig door 4e Ridderfchap vcorgeftaan, 
hoe zeer gevorderd door Gelderland, Utreck, Overijsfel en Stad 
mi Lande f agter wege bleef; en bediende men zig van Hd" 
kmds en Friesland weigering, om de langs hoe > hoger küm^ 
mende nood der Zeevaar dij9i ongeholpen te laten. 

Ondanks alle vertogen der Staten bij het Engelfche Hof ge- 
daan, bleven de zeeroverijen, gepaard met de daar bij ge« 
ixrone, doch daar door niet min fmertlijke mishandelingen ,. aan* 
houden. Bijzonder fchenen zij het thans uitermate ^muut 
Ie hebben op den WestiTtdifchen hï^ndel.. Geen fchip in ver-f 
denking vallende van op die kusten te varen , bleef onge- 
moeid ,. onbeledigd of pnopgebragt; magtige en veelbeduidcnde 
befcherming vorderde dé mishandelde zeevaart ^ doch moest -die 
door de kwalijk begrepene handelwijzen van hare Koningl^ke 
. Hoogheid en derzelver aanhangeren, derven. De Kooplieden 
van Dordrechy Hotterdam en Amjleldam^ leverden' b]^ de Staten 
hunne algemene en 20' zeer gegronde klagten in; ;erwijl die. 
ter laatstgemelder ftode b^zonder belang hebbende in den han- 
del op de JVestlndiinj een afzonderlijk breedvoerig ftuk ter ta% 
fel bragten. De handeldrijvende ingezetenen van Westfrieslani 
en het Noorderkwartier, als mede die van Friesland ^ hieven 
foortgeüjke klagten aan* De Afgevaardigden der Kooplieden, 
ycrvo^den zig^ ook bij de Gouvernante, met voordragt hun- 
ner welg^onde bezwaren, baar medewerking verzoekende» 
em t^n de zeeroverijen, de nodige maatrc^ls te beramen,, 

•- .. en 



87* ANNA, Couvmumie der Nederlamkn. 

en de nadelige ondernemingen der Bngelfin, met nadruk tb 
beletten, of te doen ophouden. Dat de;klagten der Kooplie- 
den in jiing uitgeboefcmd op grond van waarheid fteundeu 
Ipedt geen twijfiel, de lijsten van misljandelde en opgebragte 
fchepen in de dagelijkfe nieuwspapieren fpraken ; men lochen- 
de in Engeland die gfbeurtenisfen niet, fchoon ze veel ver* 
tagt, geplooid, en in de gunftigfle vouw geflagen wierden, ont 
het lijdig onregt, 20 veel mooglijk te vergoelijken. De Ge- 
volmagtigden der Kooplieden te Amftekbm , befloten om de 
fchade daar door aan de beurs hunner ftad to^ebragt, met' 
de nodige' bewijzen geftaafd, Hunne Hoog Mogendcn en de 
Gouvernante onder 't oog te brengen , welke laatsitgemelde in 
haar eerfle gehoorverlening aan de Kooplieden, het aanwen-r 
den van haren invloed, in de hoge Staatsvergaderfngen niot 
alleen "beloofd ; maar toezegging gedaan hadr, van deswegeng 
ene perfonele Remmflrantie aan het Hof van Engeland te zullen 
laten Hoen; onder voorwaaide, dat men de nodige bewgzen, 
óp welke die klagten (leunden, haar bezorgde. Zij bepaal-» 
den zig tot Hollandfe fchepen te Amjieldam f huis horende , zon- 
der van de Dordrecht/e, Rötterdamfe y of andere in dit ge- 
west, noch ook van de Zeewwfe^ Fnesfe en Gronmgers^ to 
l^n-eken. Dit gedenkftuk van de Engelfche zeeroverij gaf de 
fchepen op, als mede door welk€ oorlogfchepen of kapers, 
waar, wanneer, en hce zij genomen en mishandeld waren, 
«et de vonnisfen daar over geveld, en bedondt uit drie lijsten. 
Op de eerfte waren gebragt 21 fchepen, van Curacao en Sif, , 
EuftaUus komende, door de Engelen genomen en q)gebragt, 
omtrent welke het nadeel 3,557,500 guldens beliep. De twe©^ 
de lijst behelsde 35 fchepen, 4ie naar de WèsHndlën gaande, 
of van daar gezeild, een dergelijk lot van de Engel/en hadden 
moeten ondergaan, en welker fchade 5,i44.,obo guldens be- 
droeg. De derde bevatte de inhoud der verklaringen, van 
100 fchepen, tot ene proeve van een ongelijk groter getal, 
door de Engelfe 'kapers beftolen , beroofd , geplunderd , en 
mishandeld ; men begrootte de fchade op 439» ^9^ gwldens; 
W^ens Rotterdam wtrdt ene dergelijke li^^ o^^emaakt, .en de 

feha. 



ANNA , Gouvemme der Nèderlml^t. ^a^i 

fthade der Rotterikmje fchepen, bojroeg 1,827,711 guldens. Ia 
augiisitüs wer4en. de fchaden den ingezetenen van den Staat 
:4opv d^ze z^efth^nnis coegebragt, op meer dan twaalf mlliocr 
nen guldens berekend. WeIJK ene verbazende fcrnimc l en hop 
.vermeerderend gi-oeit deze aan, als men 'er bijvoegt de nadq- 
fcn der Asfuradeurs, de verarmirg der zeevaienden , en dp 
volftrckte flilftand- veter handteiingen aan de fcheepvaaix 
onaficheidelijk verbonden ! Ook kan het niet misfen , of zulks 
^)aarde lustloosheid en kwijning aan den enen , en verdub.- 
beling van het geroep, cmh herftel en befcherming, aan dea 
anderen kant. De voornaamfte Kooplieden der twee grote 
^landelfteden Amjleldam en Rotterdam zogten , 20 veel moogüjk, 
^le nedergeflagenen op te beuren, en de- verbitterden tot b^ 
daren.te brengen, door de belofte om ten derdenmale, en ?p 
dikwils het de nood zou vorderen, alles in *t werk teftellen^i 
wat zij dienftigts oirdeelden tot bevordering van 't belang d^ 
handels. In de eerstgemelde ftad vergaderden zij dsgel^ks , ea 
beraadflaagden om hunne vernieuwde klagten, gepaard met 
den voordragt van de welgegronde vreze, voor een geheel vei;- , 
yal des waggelenden handels, bij Burgemeesteren in te die.- 
nen , en derzelvcr medewei-king tot herftel te verzoeken. De 
uit him midden Afgevaardigden ,. kregen oen gunftig gehoor; en 
i^'elhaast befloten zij , na onderling overleg met de Kooplie- 
ilcn van Dordrecht en Rotterdam^ voor de derde keer een pleg- 
tig gezantfchap naar V Hage te zenden ; 't zelve beftond uit^dc 
aanzienlgkfte Kooptteden der drie genaeldQ fteden , droeg iiion- 
deliDg de vernieuwde klagten van den gedruktcn koophandel 
en zeevaart, aan de eerfte Staatsdienaren voor, en kvcrden 
op den 9 november, een vertoog over aan de Gouvernante^ 
hoofdzakelijk hier op ncderkomende.; „ Hare Koninglijke 
„ Hoogheid hadt, op 't zien der laatst in^leverde lijsten van 
fchaden , wel gelieven te verklaren , datze gi'oter waren dan 
zij gedagt hadt, dat indien het zo voortging, het verderf 
van 't vaderland daar uit te wagten was, en 'er tot tioost 
bij te voegen, dat zij bijzonder belang hadt b^ dit yader^ 
^ land» en (^en and^. tr^erland erkende, d^A di( X^^,i 



99 



* - • - f »> 



't wetk 



„ 't welk zij voor haar eigen vaderland hadt aangenomen j daC 
^ alj des wegen alle moogUjke zorge «m dragen, om niet aN 
^ leen het gebeurde herileld te krijgen ; maar ook zodanige 
',y middelen zou helpen beramen , als met de ere van het va« 
y, derland, en het welzijn van den koophandel overeenkwa-» 
y, men ; dat hare befcherming van den koophandel , niet flegts 
„ Jh 'Woorden zou beftaan , maar in daden. l/Let dezen troosC 
„ hadden zij hunne zenders mogen opbeuren ; doch thans het 
^ ongenoegen om hare Kon. Hooglieid lastig te vallen met en& 
^ lijst van 71 Hollandfe fchepen, ter waarde van dertien mii' 
„ Hoenen Hollëndfe guldens, zints de tweede gehoorverlening» 
^ door de Engelfchen genomen en cpgebragt. Van de toege^ 
4, zegde onderhandelingen en de daar uit gefchepte hope der 
'„ fchavergoedinge , was nog niets gekomen; en moesten zij mec 
de uiterfle aandoening en verfchuldigden eerb'ed zeggen, 
dat de befcherming op welke zij hadden gehoopt ^ verre van 
te vermeerderen dagelijks verminderde ; aangezien verfcheide 
oorlogfcbepen , van derzelver reizen in de havens dezer 
Landen te rug komende, onttakeld, afgedankt, en genoegd* 
„ zaam geene andere in derzelver plaatze uitgerust wierden , 
„ dit bragt het water dagelijks langs hoe nader aan de lippen* 
„ Zulke verregaande ondernemingen, konden niet nalaten, 
„ een doodiijken krak aan den Koophandel in 't bijzonder, ea 
„ aan 't Vaderland in 't algemeeov toe te brengen. Het ver- 
„ loop was in alles zigtbaar ; en de naderende werkloze win- 
y, ter , fpelde een ondraaglijken last voor Diakonien en Armen- 
„ huizen. Dit alles bewoog hun tot het herhalen , en nader 
„ aandringen der voorgaande verzoeken , om de medewerking 
,, van hare Kon. Hoogheid , tot fpoedig herftel der geledene 
3, fchaden, tot voorkoming van verdere, den handel geheel 
„ verdervende nadelen.'* 

Het antwoord dat hier op volgde , niettegenftaande in den 
aanvang vrij bits, en van geen verwijt ontbloot, behelsde eg- 
ter enige opbeuruig en moedgeving, komende op den volgen- 
den zin uit: „ dat :dj zeer wel wist haar woord gegeven te 
^ hebben, tót bevordering van de belatten der Kooplieden;. 



9» 

99 



39 
M 
97 



ANNA, CowemanU der Nedd^Umdem i73 

'0 maar 't was aan haar niet te wijten , dat de zaken tot nog 
„ toe niet van gedaante veranderd waren ; dat zij zeer aange- 
^ daan was, over de fchade die de koophandel leedt, en de 
„ nadelen daar door het vaderland overkomende; dat zij' bij 
^ het Engelfche Hof, de fterkfte pogingen aangewend hadt en 
3, nog aanwendde^ en reden hadt om te geloven hoe in dat 
„ rijk wel ten voordele van de Republijk werdt gearbeid; 
„ doch dat 'er zekere zaken, om herftcl in de2ien te beko* 
,y men, van fchikkingen des Parlepents afhingen; enderhal- 
ven de Kooplieden verzogt, nog vier of vijf weken geduld 
te hebben; bijaldien 'er dangeene verandering kwam, zou 
zij moeten betuigen gedupeerd te zijn door Jiet Engelfche Hof; 
„ doch dat zij reden hadt, om zulks niet te geloven; dat 2;^ 
5, zo ras mooglijk , verflag van zaken zou laten doen , en be- 
,, tuigde allen belang te nemen in 't welvaren van 't gemene- 
„ best, van welks welwezen haar eigen belang, dat van hare 
^, kinderen en huis, als mede haar achting af hing ; dat zg last 
9> gegeven hadt, om dé fchepen naar Curacao en St. Eujiatius 
„ te convoijeren, welk convoi de aldaar liggende fchepen zou 
j, afhalen; dat zij eens en andermaal beloofd hadt, en nu ten 
„ derdenmalen herhaalde, alle moóglijke pogingen te zullen 
„ aanwenden, om in deze zaken te voorzien, en hoopte, dat 
„ wanneer zij de Kooplieden ten vierdenmale weder ontmoet- 
„ te, zulks in gelukkiger omftandigheden zijn mogt; bij her- 
„ haling moest zij hun nogmaals verzekeren , dat zij altoos 
„ zou zoeken te tonen, het welvaren van den koophandel bc* 
„ fchouwd te hebben, als haar eigen belangen." 

Hoe fchoon nu deze beloften ook in fchijn waren , het ver* 
vullen daar van bleek eerlang* geen ernst te zijn; want na dat 
bg opontbod uit *s Hagey een commislie van zes Kooplieden, 
vier uit Amfteldami en twee uit Rotterdam, met allen fpoed zig 
na die Hofplaats hadden begeven, en den 26 november ge- 
hoor kregen bij de Gouvernante en haren Geheimraad de, 
Larrey; alwaar hun het aflichrift van enen brie|e werdt ter 
bandt gefield ^ door den Afgezant Hop aan den GrifBer Fagel 
gefchieven, inhoudende een bèrigt van den (laat der onder^ 
L Deel. S ban- 



.474. A^Ai Gowfffime iet Nedetlmkn, 

^^od^lingen, tusfchcn het Engel/e Hof en Hunne Hoog Moe 
IPWtel? pv?f iJe klagten d^n Kopph^del betreffende; kon 
incn Jcla^rüjk bemerken , dat men geen ander voornemen hadt , 
^n jj?n Qm den tuin te leiden , en dat het Engelfe Gouver- 
^W^^ geens^ts geneigt was, om grieven te herftellen, cf 
4i^ yoor b^ït toekomftige uit den weg te ruimen. Zo dat da 
Kopplioden gpdrongen wierden, op nieuw weikzaam te zijn, 
9^ fe^lfid^n in deze nieuwe, benauwdheid, enige Afgevaardig- 
^t\ xdl Amjleldam 'tn RfUerdam^ in het dorp^^p^, ene fa- 
menkom^t, om tp overleggen., wat hun, ter voortzetting van 
het Handelbelang en het belang óes Lands , zo nauw ^an elk» 
and^ verknogt, te doen ilondt. Op die bijeenkomst, den 
as novem^bei:, viel^het befluit der verdrukte. Handelaren j oni 
PI> 9jeuw ene bezending naar *s Hage te fchikken, en t^n 
yier40Qmale de nadrukkelijkfle vertogen te doen. £ne bezen- 
ding | talrijker dan de voorgaande, en vermeerderd met daai; 
aan toegevoegde Kooplieden uit Noordholland , die in^dezen 
1 anjp een ruim aandeel hadden , w:erdt benoemd , om hare Ko- 
ninglijke Hoogheid edn vertoog voor te houden en over te le- 
vcireQi te Amjleldam opgefteld, waar in dezelven na ene voeg-; 
Ujke Inleiding, afgeleid van de voorgaande vrugtloe» gedanQ 
klagten, en ene wederl^ende ontleding van den trootlozen 
brief des Afgezants Ho?, die niets dan uitjiel enj/ruunnemelijkei 
voorwaarden bevatte, zig dus lieten horen: „ üw^ Koning- 
in l^ke Hoogheid ziet uit alles kla^, dat bij het uitilel, ^t 
»i w^lk de Handel nu federt meij heeft moeten ondergaan, 
i, nog een onbepaalde geruimen tijd zal moeten gevoegd wor-t 
tf den , eer men enig antwoord , men zwijgt iets voldoende , 
^ ontvange. Waar zal het in dien tijd, én naderhand, met 
wr den koophandel en zeevaart heen ? eerst goede woorden 
») op goede woorden, dan uitflel pp uitfbal, en eindelijk een 
i^ voorfchiift van voorwaarden , waar aan de lijdende Koppliet- 
,) <Jen niet konnen voldoen , en voor den handel in *t algeif 
91 xnscn onaannemelijk. De Kooplieden hebben 't oog op het 
,, onderfcheid, dat men in Engekmd wil maken, m^t opzigt 
)> tot goeueiec , uit Barken of van Land geladen, als mede 
■'-.-- » op 



99 

39 



99 

» 

9» 
99 



1^ o|7 de mine van den handel en zeevaart, op de Oostzee 
^en geheel Rusland, en op de vaart van de ene plaats In 
^Frankrijk naar de andere. ■ ■ ". Dan, z^l *er aan de twee 
grote oogmerken voldaan v/orden ; de zepm Gemsten kun- 
nen dan niet meer onzijdig gehouden worden , zij zijn inge- 
wikkeld m ó&xï oorlog , hun handel en zeevaart is bedor- 
ven; de dagelijkfe ondervinding toont dit klaar, al zijn de' 
woorden niet dan honig en zuiker. ■ ' ■ En men vleije 
^ zig niet , dat het beter zou zijn , wanneer de Staat blinde- 
^ ;lings in alle de maatregelen van Engeland tradt; dewijl de 
gefchiedenisfen van vorige tijdperken leren, dat even to^^ 
wanneer de Staat op 't nauwst met Engeland verfcnogt was,., 
de fchepen van de onderdanen der Republijk op dezelvde 
wijze behandeld wierden» en dat op den tgd,,wan.nj?er on- 
ze troepen het Koningrijk' van Engeland , en alten weime- 
nenden Britten y de hand boden, tot hunne verlosfinge van 
y, de laattle zeer gevaarlijke rebellie, de fchade, door de En- 
9, gelfen ajan onze fcheepvaart en handel toegebragt, op tien 
,5 millioenèn Guldens begroot wierdt. . ■» Laat het uwc 

„ Kon. Hoogheid dus niet vervelen, dat de Koophandel door 
„ alle deze redenen geperst, en tot het ulterfte gebragt, zfg 
„ wederom tot Hoogstdezelve kere, met herhaald verzoek, en 
„ eerbiedigen aandrang, dat het uwe Kon. Hoogheid behage, 
,i haar te helpen uit den dringenden nood. — Laten de 
,. Kooplieden daarom de vrgh^id nemen, uwe Kon. Hoogheid 
„ deze twee middelen voor te (tellen, welke de Koophandel, 
„ met redeti , mag denken , van de uiterfte nutheid te zullen 
„ wezefi.' Het aanwenden namelijk, van de allerkragtigftc 
99 pogingen, tot het bewerken van herftel in Engeland^ tot 
99 vfijgeving varf den zeer graten fchaty aldaar t^en rcgt en re- 
5, den opgehouden wordende. En het verlanen van gemegza» 
„ me hefcherming voor de zeevaart doof de gehele 'wereld, ■ ■ ' ■■■ 
„ Deze twee zaken , menen de Kooplieden , onder Qexhled , 
„ ten üiterften en op 't allerQ)oedig{te nodig te zijn,»om dien 
,/ aanzienlijken fchat van den Handel, die in Engekmd ligt, 
9^-eti d^I^ks aanwast 9 te herkrijgen; op dat met hulpe van 

S 2 . 99 God 



"^7^ f^l^A, G^ufvmmte der Nederlandetl, 

ii Qcm almagtfg, voorgekomen worde, de rutnevan zo véi^ 
^, bravQ en eerlijke lieden, de ileunen van den Handel , weN 
fi ket tar hun zo lief is , als hun leven ; welker Val onmid^ 
,, delijk na zig zal flepen , het verderf van alle handwerken^ 
II üianuftéhiren en ambngcen; en aan minvermogenden den 
p allerbitterften honger en kommer, in den op handen zijnde ' 
,, winter , zal doen gevoelen. De eerfle bewijzen daar van 
i, komen niet aan het Hoi van uwe Eontriglijke Hoogheid , 
), wij ondervinden het reeds; wat zal het in 't vervolg zijn? 
„ Uwe Koninglijke Hoogheid gplove ons , het water is aan da 
,, lippen, de ellende wordt dagelijks groter, en men zal in 
„ ••€ kort buiten ftaat zijn , hoe genegen anderzints, aan den 
,, Armen handreiking te doen. ■ Hoe noodzaaklijk en 

^ gewigtig de goede uitflag van dit eerfle point voor den Han- 
), del is, niet min dringende is de nood| öm de Kooplieden 
^, het ty^de poin$ van hun verzoek too ^e ftaan; te weten, 
i, getièegzéime befchermmg ^-eor de zeevaart door de gehele 'werelds 
}, Oorlogfchepen , Mevrouw! zgn *er nodig om hun te be- 
^, veiligdn, opdat men hier te lande niet verder geruïneerd 
^, rake; op dat, wanneer de minzame handelingen, en de 
^, grote beloften niet beantwoorden aan de verwagtinge , diq 
,1 men nog ten goede voedt, de Republijk in fhat moge zijn ^ 
„ op hare eigene magt te vertrouwen; en dat wanneer al het 
,, onze, *twelk in Mngekndis, verloren zal wezen, wij ons 
„ zelv' kunnen helpen , en in ftaat zijn het geleden ongelijk 
,> te wreken. ■ Laten de Kooplieden voor zig zelven , 

3, en voor allen, die van den Koophandel moeten leven, deze 
„ voorzorg van uwe Koninglijke Hoogheid mogen afTmeken ; 
,-, ftel hen in ftaat door Oorlogfchepen^ hun vaart en handel 
„ gerust te kunnen voeren , laten z^ daar óp ftaat mogen ma^ 
„ ken , en van uwe Koninglijke Hoogheid , die het vooAaanh? 
i, fte beftuur in de ftaatsfchikkingen der Republijk heeft, niet 
„ weder verzonden worden na anderen; het hangt, vertrou- 
„ wen ze , alleen van uwe Koninglijke Hoogheid af, hun te 
„ helpen; het behoeft uwe Koninglijke Hoogheid maar één 
9y woord tê kosten, om tot de nodige ftdi:ke toeiustipg. te doea . 
' - . * bc- 



5; teftüiteft; nletnafld, dte aé^vè tëgen^voÖHIé ta6 cfe Vftiri 
$i'meerderfflg 'toLftndmagtof iets Émtershegt,^Bal ^ dftajf 
^, verder tegeni&Uen; tfc minder^, bhi dat rtien wel n^ag vbl^ 
;^ (lellen, dat niemand der Leden v^n do Hog6 Ki^if)gé 
•yy aan de noodzaaklijkhfeid vaU d9 hèfchehung tet ^e tw^fitltk 
i, Wie van ^e Kooplieden iou ?ig verder durveh ifetólön^ In 
-,, deze zaak van Staat? wie van hen «öu durveh IÜidër(t|Rfli 
, ^ te befli^fen, of^de vü^er/kHr^ ti lande; eViSll fitidfg isi 
^ als zy verzelterd zijn^ dat ene formidabere efüipi^ié Ut VM 
,, is? niemand zal zo ftout zijm ' Dit menen zl^ êven« 

j, wel onder eerbied^ en met dé tiiterfte Hoogachting, VÖCMt 
^, de wijze raadsbeduiten dër Staten te mbgen teggeii^ d9t 
i, wanneer de vermeerdering gefbhikt i$, om vröfcg of laat g^^ 
i, bruikt te worden aan dien kafit, daar de Republp, hU Een 
), dert ZO' lang aangetast en beledigd is> met -name tot befi^r* 
•), ming des Handels, men dezelve niet morgen^ tMï büèètïi 
•)y wenst bedoten te zien^ wanneer dezelve dan gepaard güAti 
y, met een genoegzaam getal Oorjogfchepen , dan U 'et middftl 
5, over, -dat de Republijk fcn derzelver ge;tóg wedefOfti i\A 
ij van öuds^ geëerd en ontzien wdtde: Hééft ehe Waiihopeti- 
i, de drift, -Me vrouw en Kön. Princies! de Kooplieden tO ^f 
i, verleid > vfcrgeef het hun^ zij fpreken voor VrouW, Voot 
i, Kinderen^ Voor Vaderland en voor uw Vörftalijk Hui»* 
i, 't Is ver van daar , dat zij de Republijk ih een CWljfftilagtl* 
,^ gen oorlog tegen een magtig Koningrijk :iouden wiMen li^ 
^y wikkelen ; neen , zij verlangen niets dan ene zekere onsgij^ 
i, diglieidy en gelukkigen vr^öfe , te mogen genieten* Ziy wfri 
„ tfen, dit de kans des oorlogs onzeker is} doch zulkS' rtóet 
^, onder v^betering^ niet maken, dat men zfg te laat Ih Mtit 
{lelie ^ als men zo verre onderdrukt is^ dat *ef g&en c^-^ 
komen meer gehoopt kan worden; -^— - En ^ Oïti te tonen f 
^, Doorluchtige Vorftin! hoe verre de' Kooplieden, aan den 
5, enen kant^ afzijn > om oorlog tegen hunne onderdnikker9 
j, te willen ^ maar aan den anderen kant wensten i d^t de 
^, RejJublijk dóor hare eigene inagt en niéuwe yerbintenijfe^ 
f^ Ui ia postuuir fieldé; om haren verderen c^nderg^ng to 

8 J i, vcöj> 



9> 

9y 



,, voorkomen» zo nemen :^ de nijheid nogmaals te. herhalen, 
i) tgene zi| zo menigmaal v^x>rgedragpii hefafben^ dat naatn- 
5^ lyk, ene aanzienlijke belending uie het midde» van Hunne 
„ Hoog Mpgenden , naar j&is:«)fflM gedaan. ..worde, om bi> den 
„ Koning van Groot'BriU(»4^% een fpoedtg en voldoenend herftd 
jt te bewerken, en daar op ten fterkften aan te dringen, om 
1^. eipdeljj^ ene volkomen ^^noegéening van de geledere fchade 
,y, te erlangen. ■ Eu, wssöwöe dagtea, dat het zou ga. 
^ l^en als of z^ de raadpfegtngen van hunnei'^wssttige Reger- 
,, riqge wi^n. vooruitlopen ^.isDudeó zi} torens vooiilellen^ 
,^ dat *er: gelijkelgk met^ de bezending «naiar EngeUmdy verfchqi. 
„ de jLonuQ^iien naar Ru^mii^ Spanj^y Zwedm eti-Dfsnemaxkeu 
^ beilel^ wierden, om, bij een weigerend antwoord van het 
„ Engelfe Boïy zig te kunnen verzekeren van de verbintenisr 
99 fen, hulp en bijfland der gemelde Hovea,. om de allêen«> 
j,, beerfching der Engel/en ter z^e met ons te helpen tegen- 
9' gaan.** < ■ ■ ■ Deze aani^raak, van eni^ zo veel beteken 
T^^ en dringenden inhoud , werdt niet voorgedragen met 
de Koele onverfchHligheid eens Hedena;irs, dle^zighet fadaan^ 
delde ond^rw^rp luttel 2^nt^kt>.de .Heer yam djs Poll, het 
woord v^K^ende, gaf, de ta^l van het hart iprekende, allen 
Id&a aan. de, woorden, en 2|e<teeen bijzonderep \nadnik op 
fpmmige ui^ukkingen, weU^e de bijidandets befpeuïdenj/dac 
de CouvérBante trof. ■ ). j^ Haar antwoord was , in. den aan- 
vange «ligzins op den Ouden toon geflemd; doch. klonk ycr- 
volgen^itefker, en gaf te kennen, w^ar aan eigeBlijk de zaak 
hii?g, de fteden van HoUmiy .die t^s^n de vermeerdering der 
Lanérngtf. op. *t voetfpoor van Amft^dam z\g verklaard had- 
den ^ moesten met namen de fchuld van alles dragen! Het ant- 
woord y^n Hare Kon. ïïoogheid luidde: „ Dat zij met leeJ^ 
,, wezen > den tegenwoordigen flaat van den Kcsopbandel aan- 
5> zag, en over denzelven niet minder aangedaan was daii 
« iemand der Kooplie^n; doch het was haar tchuld niet, 
,„ dat dezelve niet •moer befchermd ^ierdt,' dat aafl de Magi- 
^ ftraten der üeden Doré-eck, Ibarleia^ y^mfieldmny Gouda ^ 
^ Rgttertiam en i^iWe., de.iedeu moesit toe^e&hi'evc^ .worden. , 

„ waai- 



* f> 






Anna, Óouénidnlti èsr Nderiaii^fk • é^'^ 

^ waarom de land^ en vseema^^ zig in g^n beterëli (bat be- 
vonden » dat zij Gouvernante niet hadt opgehoudeii tt . ^h 
5) ken , öm aan dé Kooplieden genoégön tfe geven v .iwaat Véö 
ten blpe ftr&té zekere brief ^ door diEtn Koning van jfajfi 
lardy haren Heer vader, aan haar gefchrëvèn; dW.z| -iBiil 
derrigt was; dat dö Kollonél Yörkê verzogt hadc; dien «ïl^i 
den morgen leen ihondgéfprèk mét Hunne Hoog.MogéfliicIt 
te houden.^ c^ in ondérhandelinge tetredéii ovef disz&zÜak) 
^, en dat zij hoopte dat zulks van ene geweiisté uitwertüng 
y^ ZOU wezen.** Hiermede brak zij haar Ëlntwpord af, iü-het: 
heengaan tia eén ander vertrek^ 'er bijvo^ndef. 4, ditt dl 
() Kooph'edën; zulks goedvindende, Verder mét dim Hérd ht 
f, Larbjey, hareh Geheimi*aad^ konden fprekéni'* — -• AllM 
deed hen vermóedfen , dit hun vertoog ^ hoe èfcgtönd , heft n^* 
drukiijk^ hoe hartroerend^ - in vragt gelijk zoo iHittn xoeC dé 
Voorgaande aanfpraak ; ja > dat ziy het misooegdn vaa dd Qmi- 
Vernante, door ene vrijere taal dan zij gewoon wte^ihoren* 
jgiei wekt hebbende ^ van een nédere handeling mét dèn :€h^im* 
iraad, tot welken zij verzonden wareoj ëvdn zojweinig. mog^ 
> ten verhopen; zig Trilden dit hpgthans niét önbqsroefd lanen 1 
én verzogten gehoor bij den Heer öe LAÈRéVi Énige 
Vaardigden uit dit aanzienUIjk ligjbaani van KoopHédÉti „ trad 
Kie( hem in een omflandig gefprek., over de fmertélijké toe* 
ftand van het gemenebest ; ovet het groot vcifchil tmtén dé 
Vermeerdering der landmagt en de uitrusting der éorlof/chèpeni 
hoé voor de eerjlé geenë dringend: redenen waren> die .?;eific^- 
ftond noodzaaklijk maakten } maar zeer vele, én ailerdtt^gofidA 
fte, voor de Uuéfte^ 't welk zij mét éen overwigt. van.bewij? 
zen aandrolngen. De LaIirey gkf 'ér omtrent :het zslvde, o]) 
te houden als de Gouvernante gedaan h^dtj 't was^defcbuld^ 
van Hare Kon. Hoogheid niét, dat 'er geen bétöclling ktvaiHi 
Zij drongen llerker aan ^ en. tóén vlo<^ de kat oit ds mouw; 
want eindélgk kwam, 't zg in ene vlagc* van drol of verle- 
genheid, of met opzet omi met ééns alies te zqggsn|;^bM ho^ 
gé woord 'ér uit : „ dat het voor de vrouwe ©ouvcrnar^iv 
y, een poim ihamm was geworden^ om ia g^foe? 4#^^a . 



üto ANNA 5 GouvemMte der NederUmdtn. 

^, ter sei te bewilligen , zonder ene vermeerdering yan troupen 
^ te land; en dat hij de Kcx)plfeden niet durfde vldyen» mee 
^ de. wedergave der fchepen en goederen door de Engelfen ge- 
„ nomen. ** Verbeeld u hoe den Kooplieden zulk een onge» 
boorde febampere taal op 'l harte viel , zij namen m^ de diep- 
fle verontwaardiging bezield , afTcheid van den Geheimraad , en* 
vertrokken. ■' Met dit al van de deugdelijkheid hunn^ 
zaak ten -vollen overtuigd, en bewast van het aandeel , 't welk 
't gehele volk in dezelve zou nemen, hadden aj de aanfpraak: 
doen drukken, en werdc deze, zo ras ze gedaan was, in de 
boekwinkels openlijk bij duizenden verkogt. Deze omftandig'» 
beid vermeerderde het reeds gaande geworden en hooggetezea 
misno^en der Gouvernante, die op den ii december ter vet^ 
gadering van Hun Hoog Mogenden verfchijnende, in den nieu- 
wen voorflag over de noodzaakligkheid der vermeerdering van 
de land- en zeemagt^ te verdaan gaf, met welk een oog zij die 
bezending der Kooplieden aanzag ^ en hoe zq over de gedane 
aanfpnuOc oirdeelde: „ die Bezending'* fprak zij, „ heeft be^ 
(laan in een aantal van veertig Kooplieden, niet minder op- 
merking verdienende dan de aanfpraak , welke zij mij heb* 
„ ben voorgelezen, en waar van een ruim getal van afdruk- 
>, ken,. bij voorraad gedrukt, onmiddelijk alom is verfprcid 
'„ geworden- Ik zal voor het tegenwoordige , daar op geene 
„ aanmerking maken, dan alleen dat dezelve aanfpraak, niet 
„ fchijnt ingerigt, om de aangevangene onderhandelingen met 
„ Engeland gemaklijker te maken, of de Natie te bewegen 
jj, tot gevoelens om een verdrag de voorkeur te geven aan ene 
„ vredebreuk met die Kroon* " Wijders hadt zij in dezen voor- 
flag verzogt, dat Hunne Hoog Mogenden, door hunne ern. 
ftige en herhaalde pogingen, öm Holland ^ Zeeland en Friesland, 
*tot de voorgeflagene vermeerdering van de landmagt en van 
de uitrusting ter zee» die tot nog vrugtloos geweest waren , op 
middelen bedagt geliefden te wezen, om hoe eer hoe beter 
een einde daar aan te maken; deels om te voldoen aan do 
ftefke en regtmatige aanzoeken van Gelderland y Utrecht, O- 
yeripfel en S$ad en Lande; deels om te gemoet te komen, aan 

het 



9» 



ANNA 9 öouMfUtnte der NederhmiUi . '" iS/ 

ftfct Vurig '^n gögrohd verlangen dei handcldr^veiidé ingezete* 
nen dezer Landen, d!e niettegenftaande hunne bewustheid^ 
Van de aangpVangene onderhandelitigen, tusfchen Grm-BrittiÊt* 
jt en Hunne Hoog Mogenden > al«^ med© van" hare byzonder 
aangewende pogingen , voor de vierde keer haar- ©ne bez6n*i 
ding hadden gedaan, om aan te dringen op enè aanmerkelijke 
vermeerdering van 's Umds zeemagt^ 9, *t was thans** dus be^ 
floot zij ^ yi ifieer dan tijd c»n eeii einde te maken, aan do 
3, raadplegingen over de voorgeflagene augmerautie te lande eH 
,, equipagie ter zee , op welke beiden zij altoos op het kragtigst 
^y 'gedrongen hadt, en zonder welke beiden zij, in gemoede 
^y overreed was, dat de Staat aan alle onheil en gevaar^ za 
i, voor het tegenwoordige als het toekomende, blootgefteU 
5, was, en blijven zou*" ■ Een afTchrift van dit voorftel, 

voor *t welk de Gouvernante dank van de meerderheid ont- 
ving, begeleid van een brieve der algemene Staten ^ of. liever 
van vier gewesten, werdt nog dien eigen dag aan de Staten 
van Holland y Zeeland en FriipWanJ gezonden; deze brief was 
geheel ingerigt tot onderlteuning en aandrang des voorflels, 
*t welk genoegzaam zeiker dóór deze drie gewesten niet zou 
aangenomen, en dus het Handelbelang daar aan opgeofferd 
worden. ■ Uit het beloop van deze zaak, bl^kt ten klaar- 

ilen , dat de Gouvernante de belangens van Engeland meerder 
was toegedaan , dan van dat Land *t welk zij trouwe hadt ge* 
zworen, en van 't welk zij en haar Huis al 't goede genoot;- 
dat SuLJ de Nederlanders 'm 't algemeen en de Kooplieden In- 
'C bijzonder, geen goed hart toedroeg; en dat zij in een woord, 
om aan een hersfenfchimmig pdm dhonneur voldoening te g»- 
ven, liever den gantfchen welvaart van Neerlands Koophandel 
opofferde, dan de middelen bij der hand te nemen , om die te- 
befchermen , en tot den vorigen bloei te helpen lierflellen. 

Ons beftek laat niet toe, dan ter loops te gewagen van de. 
eigendunkelijke handelwijs der Gouvernante, . bij 'c aanftellea 
der nieuwe Regering te Haarlem 'm leptember 1758; noch vaa 
't gefchil met die van Utrecht over 't plaatzen van ?• T* vau 
BoKss£L£ ouder d? Geëligeerden in die provintie; of van haar; 

S 5 \er- 



Il8é ANNA, GmivemanU der Ntdertandèm 

vergfedreveno geaaigbetDaingeii io Omi^fili veel liever fpoë^ 
den w$ ons « om een berigt van de laatile ziekte en dopd^i mits- 
gp(derf een beknopte fchecs vin dq perfoon en het karakter vaii 
deze VorftiOt aan onze lesns niede t^ delen ^ ea daar nwde dit 
artikel te befluiten. 

c Hare Kon» Hoogheid hadt rèecb verfdseidene jaren oh^é2(m4 
van üghaam^geflel geweest, en duideljke bljgken kondigden 
atn, dat waterzugt hare ho(^dkwaal was. Dit nam toe in 
t laatst van 1758» en benauwde de biorst. al langs hoe njeer 1 
aiettegenflalnde ook al wat de kunst van bd^wame Genees- 
heren vermogt tt werk'werdt gefield» om haar verligting ea 
vare 't mooglijk genezing toe te brengen, kost niets baten^ 
De verzwakking vermeerderde, van dag tot dag, en Was derr 
9uite toenemen, dat men op den ii januari} i7S9» ieder 
ogenblik, haar laatften le^/enfnilc vcrwagtte; Eén korte veiw 
kwikkende ilaap fcheen een flauwe &raal van hope te geven ; 
doch deze verdween 's avonds ten elf uren, wanneer het Hg^ 
haam afgemarteld door de gedurige pogingen. om dé nog wei^ 
2}1ge overgeblevene levensgeesten in bexveging te houden , zig 
aliengskens ter ruste ibhiktè, en zij den jongilen levensadenr 
uitblies, 49 jaren, 2 maanden en 10 dagen ond z^iiade. Bli 
de opening van haar lighaam bevondtmen, dat een meer dao 
gewone ongedeldheid vèrfcheidene. delen hadt aangegrepen ^^ 
en het dus te verwonderen was, dat i^ij haar, léven nog töt^ 
die hoogte hadde gebrdgt. — — Haar iteflijk deel gebalzemdk 
al^de, werdt na de wijze der Vorften enige tyd op een pa^ 
Mdebcd ten toon gelegd, en was zes dagen lang voor elk zigt- 
baar, wïiar na-het wierdt gekist, en op den 23 fehiniarij met 
iteel ftaatfie en pragt naar Delft gevoerd , en aldaar bij haren 
gemaal in de vorftelijke begraafplaats ter aarde beitelde 

De gedaante van deze Vorftin was < eer lighaams ongemak- 
ken de bevalligheden deden verdwijnen^ fehoon, haar wezen 
minzaam, hare houding vorftelijk; buitengemeen vriendelijte;. 
to^ns die genen vTclke zij met genoegen zag, doch ftuurs en 
wrevelig ten aanzien van die welke zij niet mogte zetten ; men 
zegt, dat zij zeer bezwaarlijk ene belediging vergaf, ook wordt 

dd 

i 



4 

ANNA VAN EGMOND. s^s$ 



és gezethéid op hare eens aangenomene begrippen, haar alg 
^n öngunftige karaktertrek, toegefehreven. De godsdienftige 
beginzels ha4:er moeder, die zo veel .werks van verftandigp 
godsvrugt maakte, hadt ^ij vro^jdig ingezc^n; op kunflen ca 
wetenfchappen zig toegelegd, inzonderheid de muajk, daar 
2'ij niet alleqn een lieflieblter van was, maaf lefïens tnt groto 
fcihdigheid ' in bezat ; zij tekende vrij aartig naar 't leven ; 
Tcrfcheidene' talen fprak 5a§ vaardig en nauwkeurig; vaa t ge- 
'itztnt wist haar vast geheugen , do(M: een fijn oirdeel ondcö"- 
fchraagd, een gepast gebru& te maken; bij deze zielsvermo- 
gens paarde zij zo veel bedrevendheid in de ftaatkunde, dat 
men l/vil , dat haar gemail haar fleeds tot sijne raadgeeffler 
gebruikte; en dit alles kwam haar bgzonder wel te ftade, 
toen zij zo vroeg dezen moest derven , en de gtfwigtigfle pos* 
ten in Nederland ^ zelve aanvaardefn. In den aanvang van 
haar beftuiu:, wist zij óökde genegeölieid der Landzaten ts 
winnen en aan zig te verbindenren zou dezelve tnisfchièa 
beter bewaard hebfeen , indien niet haar verregaande heerst 
zugt inzonderheid in de laatlte jaren van ^ haren leeftij3, en 
bovenal hare verkleefdheid aan de Engelfe Natie ^ voor wiens 
belangen, wij gezien hebben, dat zg alles, ja den geheléïi 
welftand en bloeij van Neerlands -Koophandel veil hadt; niet een 
groot aantal afkerigen tegens haar hadt verwekt. ■ . WagJ' 
rad. Hifl. XIX. D. bl. 6l. 4^9^ XX. D. bl. 47. 175^ ig^ 
448. 449- XXII. D. doorgaans. XXIII. D. bl. 4. 5. 8. 15;' 
17. 20. 23. 25. 26. Nederl. Jaarb. van 1758 en 1759 &c* - 

ANNA VAN EGMOND, geboren in 15^53, was de enfgö 
dogcer en erfgename van Maximiliaajnt. van Eomond, Gravo 
van Buren en Leerdam^ eerfte gemalin van Willem den I^ 
Prinfe van Oranje y waat mede zij met gunftige toeftemming 
van Keizer Karel den V, in 1551 in den egt werdt verbond 
den, en door wetk huwelijk de aaozienl^ke Heerlijkheden 
^ureny. Leerdam^ TsfeJJiem, S$. MaaHénsdijk^ mitsgaders K(ïï> 
geene enz. in het huis van Orarje zijn overgebragt Deze Prin»^ 
les llieif in litJt prilfte van hoie jeu^d, ,npg.£eea 25.jaien bei- 

^ reikt 



tH ANNA vAïC SAXEN. ANRAA'h' (PIETER vA»j ' 

téikt hebbende , nalatende één zoon Fitrfs WiLlem , én etiè 
t!ogter Maria, die naderhand getrouwd is 'met Filips, Gravé 

Van HohiiM. — -^ Wag; Vad. Hifi. V. D; bh 325. 

« ... 

. ANNA VAN SAXEN , 4ogter van Maumts Hertog van 
Saxm, en Agnes Landgravinne van He^en^ wérdtgeburen in 
1544^ en na dode van haren vader in 15539 opgevoed door de9 
JKeurvoist Augustus , die ha^ in 1561 ten huwelp gaf aan 
jPrins WU.LEM Dsn I9 wordende de pl^igheid daar van tts 
Leipzig gevierd. Granvelle benevens de Landvoogdesfe 
J^urden dit huwelijk af ^ om dat de Prinfes der Luther(che lere 
was toegedaan. Uit de gpCd^ledeni^fen , en vooral uit het Ie-. 
Ten van Willem denI^ blijkt duidelijk 5 welke. moeijelijkhe- 
den, dit trouwverbond, om die en andere redenen veroifr 
zaakt hebben, die van geen gelukkig gevolg waren; oc^ was 
;zij bits van aart en ongeregeld van leven , en bejegende haren 
gemaal, geftadig met vele fmaadheden. Na dat. z^ twee zo- 
Den hadt gebaard, als :Maurits die in 1566 te Breda ovtt^ 
^eed, en Maurits na zi)n vaders dood Stadhouder, benevens 
.twee dogters, Anna en Amelia, Het de Prins zig ter oirzsJcQ 
iran 't önger^ld gedrag dat zij hield , van haar fdieiden ^ m 
pj werdt aan baren 0(»n den Keurvorst Augustus in ^575^ £9 
rug gezonden, en door hem te Dresdm in verzekerde .bewar 
ring genomen,, alwaar a^ den 18 december 1577, overleed'^ 
jDrosfaart Hooft, noemt haar; „ een wijf potige uitcimateu 
,-, .ongeregeld van leven «. die haren man finadélijk en met vele ' 
,, wederwaardigheden bejegende. ** De Prins trouwde nog ge- 
durende haar leven , zijne derde gemalin Charlotte van Bour- 
bon., ' ■ Thuanus, Hlfl. fut temp* Lib. LX. Wag. Vad^ 
Hiji. VI. a bl. 69' 228. VU. D. bl. 67- 

: ANRAAT (PIETER van^, een Nederlander^ üitftekende ifl 
het fchilderen van afbeeldingen en gezelfchappén. Hij waa 
een violijke borst, en een groot liefhebber van Jan van der 

• 

Veens digtkundlge werken , wiöhs tijdgenoot hij ook was en * 
veel verkering met hem hieldt, halende den knoop der vriend- 
fchap nog vaster toe, door het trouwen met zijne dogter, met 

wel* 



ANSCHARIUS. ANSELMUS* tZS 

welke hij zig te Jmfteldam met 'er woon neerzette. Me» 
prijst vooral qeu ftuk van hem, waar in hij 4e Regenten vaqt 
hét Huiszittenhuis op de breeftraat afgemaalt heeft, . » 

Weyerm., NederL KonstfcJnlders y II. D. bl. 376. 

4J«JSCHARIUS , zeer waarfchijnlijk ^en Fries van gebootste , 
fchoon anderen wilden daf hij in Holland tc^ Woerden zoude ge« 
boren ifijn; ging in bet jaar 82 s, ingevolge berigt van Wui* 
SEMius, uit het klooster Korveiy om het Euangelie in de Noord- 
fe landen te verkondigen; hij was verzeld van Koning He- 
Ri^LD, die door de Saxers geholpen, zig in zijn rijk dagt te 
herftellen. Deez' ijyerigen zendeling predikte in Scandinavië^ 
flallandy en drong zelvs diep in ^'weden door; dan de Heiden- 
fgh^ afgodendienaais verwekten enen opfland tegens hem , zq 
dat hij genoodzaakt werdt tot redding van zijn leven , de vlugt 
te nemen, en hij keerde in de Abtdij van Koxvei te rug. Door 
dezen Noordfen tc^t, hadt hij zig zo beroemd gemaakt^ dat Kei- 
zer LoDEWYK met goedkeuring vai^ P^us Gregorius dek iV 9 
hem in 't jaar 833, tot Aartsbisfchop van Hamburg aanftelde^ 
hem tefFens de zorge aanbevelende, om de Denen y Noren eix 
Zweden tot het Christen geloof t^ bekeren ; bovendien fchonk 
hij hem Turnhout met aanzienlijk^ inkomften. Hamburg door 
de Noormannen overweldigd, wcrd^ Awscharius ten tweden- ^ 
male genoodzaakt te vlugten , en vestigde to^n zijnen bisfchop- 
pelijken zetel te Bremm^ alwaar hij in 855 pver leden is, en 
in dp Sf. Fiet&rs Kerk aldaar begraven. Pater Mutzaard 
noemt hem in zijne KerkeU Hiftorie , den treffèUjkften Bisfchop 
onder alle de Bisfchoppen d^r Noord/e landen. ■ F. Hal* 

MA, Toneel der Ver. Nederlanden^ 

ANSELMUS ook ANSELINUS genaamd ; was een ohwe- 
tcnden vent, daar bij geheel tiet ervaren in de levenswijs der. 
Kloosterlingen ; en nogthans werdt hij door de Gravinne Pb- 
TRONELLA , tegens het zin van de Monniken van Egmondj aaa 
hen tot Abt opgedragen. Dit hadt ten gevolge > dat na dat h$ 
de Abtdije door zijn kwistig leven o.nnoemelijke nadelen hadt 
toegebragt, hij tegens wil en dank, zig Qgtear genoodzaakt; 

vondt, 



iti$ ANSLAAIV* (WILLEM of GUILHELMUS vak) 

ynmdt, in t jttr 1119» 2yne waardigheid aan W^ltheru» 
9i}nen opvolger» ak negenden Abc yjm f^gmani;, qv^ tp ge«^ 
Ten. ■■ KrvH^k wm Egmand. 

ANSFRIED, zie ANFRIED- 

ANSLAAR (WILLEM of GÜILHELMÜS vks) , geboren 
lp Grijpskerk in Zeeland, den 28 december 16339 was de zoon 
van Jacobus Akslaar, eerst Predikant aldaar, en naderhand 
te Middelbttrg. Na dat Willem bet onderwijs in de eerfle 
gronden der wetenfchappen van ajnen vader genoten hadt , 
ocfFende hij zig verder onder het befticr d^r geagtfte mannen 
van dien üjd; onder anderen, Gisb. Vo^tius, Abr. Heida- 
Kus, Andr. EssEwius, Joh. Coccejus, Willem Apollonius; 
Jacobus Golius , Joh. Leusden, waardige Hoogleraren in de 
Godgeleertheid en Oosterfe talen , in de Akademien van Lei}- 
Jen , Utreck en het Gijmnafiiim van Middelburg. Van allen 
dezen, genoot hij den roem van een ijverig leerling te zijn, 
inzonderheid was hij bij Coccejus zeer bemind, aan wiens 
huis hij ook vier jaren te Lijden heeft gewoond. Na den 
loop zijner ftudien voleindigd te hebben, werdt hij in i6so 
qIs Predikant beroepen te Biefelingen en Kapelle in Zuidbeveland; 
verder in 1668 te Amemuideni in 1670 te Ter Veere; in 1675 
te Delft; en eindelijk in 1680, in de grote gemeente van.(^- 
fteldam^ alwaar hij tot zijn tlood toe, het Euangelie met veel 
lof heeft verkondigd. In den predikdienst aldaar , wierdt hij 
bevestigd door Gualt. Boudaan, wiens fchriften hij ook na 
dcszelvs overlijden, ter persfe bezorgd heeft, het tweede Deel 
daar van mot een geleerde voorrede verrijkende ; zo als hij 
'er mede ene geplaatst heeft voor den tweeden driik van A- 
LARDVN, i©e8 t»r tfditf^aïrgfieib ; behalven deze vindt men 
önige Brieven vten hem aan zijnen fchoonvader Coccejus , en 
^Intbocub ban Irenjbu^ Philalethes, op öt bjagc/ toat t^ 
Cocccianctij/ onöetjogt en toeïerlegt öoo? Philalethes Elia^ 

SER. Ook is door hem zeer bevorderd, de nieuwe uitgave^ 
van de Crhk^ Sluct» van L. de DtBü, gedrukt in 1693* Nog 
15 door hem ukgegeven , met en0 brode voorrede 9 AÏonina^ 



AJÏjSLO, (EORKELIS KLAASZ.) C^EINIER) iBf 

m 

fn Epist. ad Galatas^ m 8w. Na dqde ri§ner ^erfte hüisvroit* 
wc, die de oudft^ dogter Van den véimaïtrderi Coccejus was> 
hertrouwde hij met Sara Korsellis, ^\q zJg na zijn overlijdea 
in den egt begaf,- met Profesfor J. van der Waayen. Zeer 
fchlelijk en onverwagt overleed Anslaar, derf 14 julij 1694 
te Velzen , 61 jaren oud zijnde, Erte lijkrede over hem is ge- 
daan, door HiERON. Simons van Alphen, over\fl<?fef. Xlli 
VS. 7, 8., tn gedrukt te Amjl, 1694 ^^^ 4to- — — Zie ook ^ 
P. DE LA RuE, Geletterd Zeeland y bl. IS4« 

ANSI^O (]^ORNELIS KLAASZ.), geboren in 1592, en 
overleden in 1646; was onder de ^ennoi\iten bekend, als * 
een ijverig Leraar, waar van zijne menigvuldige fchriften,» 
in de zwevende gefchillen , onder de Doopsgezinden van zij- 
nen tijd, volkomen getuigenis dragen. ■ • H» Sckyn^ 
Qejclned. der Mennmiten, IIL D. bl. 88. 

ANSLO (REII^IER van), door Vondel, een EHgter var^. 
ene JietUjke netlieid genaamd, is te Amfteldam in 1626, van " 
Doopsgezinde ouders geboren. Zijn vader was Reyer Elaas- 
zooN Anslo, zoon van Klaas Klaaszoon Anslo, ftigter van 
AnslQ^s Hofje; zijne moeder Hester Willem Rodenburg, 
die uit adelijken (lamme gefproten was. De jonge Anslo , 
ponde, in den ouderdoi^ van 23 jaren, veelligt op Vondels 
voorbeeld, ene neiging tot den Roomfen Godsdienst, en 
ondernam in 1649, ene reis naar Italië^ daar hij zig omtrent 
20 Jaren , en tot aan zijnen dood toe opgehouden heeft. Dö 
Digter JoAn Six van Chandelier , heeft hem te Rwne gezien , 
en zelvs ook elders in Italië ^ vriendfchap met hem gehouden* 
Hier beleed hij de Roomfe lere opentlijk, en fchreef niet 
lang na zijne aankomst, enige latijnfe verzen op het Jubeljaar^ 
voor welken Paus Innocentius de X , hem met enen goudcii 
ReHenkpenning vei eerde. Koningin Kristina van Z%veden\ 
die in dezen tijd haar verblijf te Rme hieldt, befchonk hem 
ook met enen gouden keten, in erkentenis van welk gqfchenk, 
\x^ haar een nederduits loidigt opdroeg, welk in zijne jpem 

gddigDen te vinden is , en j^{ijer beo; 0Oiib hee^ Zijne JUIDar^ 

tcfc 



f88 'ANTIQUU.S. GOHANNES; 

tdlircKiil btti jMaeal is bet beroeouUte ziener Gedigtra; het 
kwam in 't jaar 16^^ hec aoOe ^nes oucterdoms, te Am/iet* 
4mn io *t licht, en draagt nog v^cheiden* kenmerken van 
jfkerigtieid van de Roomfe lere. In zyn treurfpel de pa^ 
fgfc^ V&Tüüoft I welk in 't jaar 164P uitgegeven werdt , doch 
vroeger gedigt was , bcfpeurt men ook nog geene neiging tot 
)iet Roomfe geloof; die zig klaarst, nu zijn vertrek naar 
Jj^k openbaarde, H^ is op den iq meij j(S(J9, te Perugie^ 
ene oude flad aan den Tfjhery omtrent 1^ mijlen van Rome, 
in een landfchap van den zelvden naam, welk tot den KerkQ* 
l^ken ftaat behoort, ongehuwd overleden. ■ ■ Wagen., 
BefcJir. van Jmft. XUL Su bl. 372, 

ANTIQÜUS OOHANNES;, Hiftorie- en Pourfraitfchüder 
te Breda, is geboren te Groningen j den 11 oóbober 1704. Tot 
zijn 2ofte jaar, was hij op 't glasfchilderen bij Gerard va» 
DER Veen, doch doordien zijn hodel al gefiadig over de fcbil- 
dqikunst malende was , ging h^ bij den foberen Schilder Ben** 
HEiMiN, daar hij *s nagts braaf verwen vermorste. Na een jaar 
daar met verdriet dqorgebragt te hebben, beHeedde hij zig bij 
den Kunstfchilder Jan Aeel Wassenbergh, in die zelvde flad , 
daar hy omuent twe.e jaren bij leerde tekenen en fchilderen $ 
doch vermits hij zijn meester, die zig altijd opQoot, nimmer 
zag fchilderen, wierdt hij mistroostig; hij ging dan 23 jaren 
oud zijnde, uit Groningen, over Amfieïdam naar Rmuumy en 
verder naar Par^Sy daar hij maar enige weken, met het merk* 
waardigfte te h^zigtigQn, dporbragt» en door gebrek aan- ken- 
nis en middelen , weder over Braband te voet, -naar jimfteldam 
koerde, daar hij enige maanden bij den Schilder Gimnicii de 
konst oefFende. Doch, door reislust bezielt, nam hij voor, 
toet zijnen broeder Lambertüs Anti^uus , na^r Engeland over 
te (leken, maar bij toeval een fchip vindende, ^at naar Genm 
was beftemd , befloot hij derwaarts met zijn broeder de rei-f 
ze a^ te nemen, JNfa een akkoord over kost en \iagt ge-» 
maakt te hebben , ftak het fchip in zee; on;ze Schilder zien-, 
dei dat de Kapitein een kloek zeeman was, die 'er wel uiti 

zag. 



•ANTIQUUS. OÖHANNES) 18^ 

«ag, en een kop als een Noordkape? hadt, verzogt dat hij hem 
ïiogt uitfchilderen , de zeeman willigde zulks om de zeldzaam- 
heid van 't geval in ; en de knaap hadt naaiiwelijks tweemaal 
gezeten , of hij riep al *t fcheepsvolk bijeen , om dit wónder- 
Huk te zien , die volgens hunne fpreektrant, met een aanzien^ 
lijk ge: al ruwe zeémans woorden bevestigd, betuigden, nim- 
mer beter gelijkenis te hebben gezien. Zulks baarde zo veel 
genoegen -aan den Kapitein, dat hij den Schilder al het be* 
<iongene voor de gantfche reis fchonk, 't welk onze gasten 
wonder wel te llade kwam , doordien zij zeer fober van klin- 
kende liiunt voorz'en waren. Na dat deze fchilderklugt tot 
\«^ederzijds genoegen was afgelopen , ontftond 'er ean ijsfelij- 
ken ftoini, die met zulk een woede holde, dat het zilte fchuim, 
't vaartuig bemtelings zodanig deed rijzen en dalen , dat 
.water on lugt zig fchenen te verenigen, en als een afgrond 
onder het fchip maakte; in dezen angftigen toeftand, fleet 
men vijftien etmalen > drijvende op Gods genade voort, zon- 
der enig hemellicht te aanfchouwen; na de benauwdfte doods- 
angften te hebben uitgeflaan, begon de wind te flillen, en 
de zee te bedaren , zo jdat de Kapitein het geluk hadt, zijn 
fchip, dat reeds negen voeten water hadt, gelukkig binnen de 
haven van Kadix te (luren, tot jgrote vréugde van onze Schil- 
ders en hunne reisgenoten^ \Hier enige dagen vertoeft heb- 
bende , om de geledene fchade^te herftellen , Hak de Kapitein 
over naar Minorka , en verder naar Genua , daar onze Kunfte- 
naars agt maanden doorbragteh, met zo goed te fchrlderen, 
als in hun vermogen was; Genua verlatende, gingen zij aan 
boord van ecnTartaan, die naar Livoi-no (levende; hief ont- 
moeten zij een gantfche zwerm Geestelijken , waar onder een 
Dominikéner Monnik , die ziende , dat onze Schilder in den 
Bijbel las, op ene honende wijze van dezelve fprak, het 
welk door Antiqüus zo euvel wierdt opgenomen , dat hij de 
Monnik dreigde over boord te werpen, doch welkgefchil door 
tusfchenkomst van anderen werdt gefust Na agt dagen in dit 
fchip te hebben huisgehouden ^ waren zij door gedadige tegen^* 
iitrinden en (lil te > nog geen zes .uren van C^iua gevorderd f 
. h Deeu T toen 



4^ A^mqUUS. CJOHANNES) 

to(M dd Schipper befloot^^ een oabi} gelegen haven in te Iop 
pen $ cm^e ^C^ilders de ongeftadige zee en 'c gezelfchap der 
Cjecstelijken moede ^nde, flapten aan laud^ teneinde naar 
Pija te voeteren. Door het Qmuefclt^ over den Olijfberg gaan- 
de» vonden 2ij nabij een oude fontein een vreesfeli^ke grote 
(lang) wl^ns gezigt hi^n zodanig ontflelde , dat zij bijna adem- 
loos neerzonken , doch z^ raakten met de fchrik vrij, doordiea 
het dier 9gter de fontein kroop., ^nder hun enig leed te doen» 
Te PiJa gekomen z^nde, kreeg onze Schilder werk in oyer« 
Vtoedi doordien vele lieden zi^n konst gezien hebbende, zig 
4oor hem lieten nortraitteren , daar hij vijf nv&anden mede 
doorbragt Van hier verreisde hij met zijnen broeder te vo^ 
taar FkrencBi en na drie maanden verblijf aldaar, ftak hij ov^ 
naar tivmi^ | daar hij voor den Hollanden Konful enige wer-» 
ken vervaardigde; voorts naar Florence te rug gekeerd zijnde i^ 
htdt hij het gpluk bi^ den Grop.t Hertog ingeleid te worden , 
die behagen in hem ki-eeg , tot Hd van ziyne Akademie aan** 
ftelde , en hem een jaarlijks inkomen toeleide. Zes jaren 
br^ bij aan dit HdT door, daar hij vele voorname werken 
heeft gefchilderd , onder anderen, de Reuzen-ftrijd, voor den 
Groot Hertog; ook fchilderdp hij zijn pQrtrait in *t grauw „ 
voor den Signor Gabquri, Direkteur van die Akademie; nog 
kopieerde hi} b?t onwaardeorlp fluk; van Cigoli, zijnde d^ 
fteniging van SxEf^^ANUs, waar aan hij tien w^en bezig 
was; onze Kunftenaar wierdt v^ een Edelman gevi'aagt, w^ 
hy voor dat ftuk eischte? zijn antwoord was loo dukaten* 
kort daar na werdt het door zes mannen weggehaald , zondqr 
dat hl) 't immer wederzag, en men telde hem de loo dukaten; 
nog vele andere werken zgn aan dat Hof van hem te zien. 
In zijn zesjarig verblijf te FJorence^ heeft onze Antiquub 
* vier reizen naar RrniéC gedaan, de twee eerflen met weinig 
vrugt , doch toen hij voor de derdemaal daar na toe ging , gaf 
hem de Baion Stosch een brief van voorfchrijv^ni; mede, aan 
den Kardinaal Al£X. ALBxm, ten einde zijn konst voort tq 
zetten ; door de befcherming d^ h^ van deze Prelaat genoot , 
geraakte hy fiX)ed2g overal in kennis» zelvs kreeg hij daar docur 

i . in- 



ANTIQUüS. aOHANNES) ^$| 

ingang tot de pausfelijke en andere paleifen. Op adceren tijd 
bragt hem de Garderobemeester van den Paus in een van zijne 
vertrekken , daar hij onverwa^t Benediktus de XIII, vondt 
zitten ; zijne Heiligheid vrpeg hem ogenblikkelijk wien hij was , 
tn wat hij daar kwam doen? hij antwoordde hier op, een 
Hollander^ gekomen om al het merkwaardige te zien; waar 
op zijne Heiligheid zeide , hier is genoeg te zien , hem voorts 
'm eigen perfoon zijne Bibliotheek tonende, die vorftelijk was. 
Onze Schilder voorts van. den Paus verlof bekomen hebben* 
de, om alles te tekenen wat hij wilde, geraakte hij wel haast 
in kennis 'met de grootfte meesters, als Marco Benafiali, 
PiETRO Blanci , Trevizani, Sebastiaan Conca en anderen; 
©ok wierdt hij door zonderlinge gunst wel dra in de Pmsfelijke 
tn Franfe Akademien ingelijft; hij feragt ditmaal te Rome der- 
tien maanden door, beijverende zig met alle vlijt, het roem- 
waardigfte dèr taferelen van Rafael Urbino, Miohael Aw- 
CELO) Caratzen, en andere juwelen der kunst, dfe in 't 
Vaikaan en de Pausfelijke kapelle gevonden werden, af te 
tekenen; ook vergat hij het keurige Beitelwerk niet, maar 
vervaardigde van alle beelden , groepen en afidere merkwaar-t 
digheden, fchefizen^ Zi^n»vierde reis naar i^om^, gefchiedde 
over Napels f daar hl} het genoegen hadt, een bezoek bij den 
groten Solimena op dcszelvs buiten-paleis, aan den voet van 
den Fefuvius, af te leggen, en daar. een fchat, door de grijze 
oudheid gefpaarde konstftdkkea. van allerleijen aart, op aoynge^ 
mak te b^lufen, en het voörnaamfle daar van na te tekenen; 
hier fchilderde hij ook het portrait van Don Carlos, Koning 
Van Napels te paard, levens^ootte ; nog was het hier, dat on- 
ze Schilder van den gullen gastheer, ongemeen veel vriend- 
fcliap genoot, en zijn hart lustig ophaalde met 't drinken van 
den overheèr lijken wijn, onder de benaming van lachr^ina 
Christi bekend; de fchatrijke en edelmoedige Solimena, wilde 
hem gaarne enige tij J bij zig houden , en bood hem ten dien 
einde een vertrek in zijn paleis aan , doch hij floe^ .zulks 
beleefdelijk: af ; en na den brandenden berg, zo^ veel in zijn 
vermogen wasV bezigtlgd te hebbes, nam hij afTcheid van 

T 2. Zij. 



9» ANTIQÜUS. ö<MïANNES)' 

jftjöen wèldo^fter, en reisde dat fchone'land door, \ weBf. 
opgerold is met heidenfe tempels , onderaardfche grotten ea 
snderê ^aeldzaamheden , tot dat hij te Ritme kwam, daar hij* 
diunaal veel heeft gefchilderd , en onder anderen een uitiniin- 
tondftulc, ongemeen fchoon van, tekening en koloriet, verbeel-r 
dende de zontvlo^d. Na dat hij hier een geruimen tijj hadt 
vertoefd," ontving hij een brief -van Horence., die hem jneldey 
dat de Groot-Hertog' gevaailijk. ziek was ; hij begaf zig. hieri 
op terflond na die ftad, do<th vondt hean reeds overleden ^ 
ivaarlijk e^n zwaar verlies voor alie beoeiFenaars' van kun-^ 
^en ^n Wétenfehappen ; ja de heiligdommen aan Minerva gQJ' 
wijdi ootDOcrden op het horen yan deze treurige mare; en 
geen wünder ook! riadien zij door.de konstlievende Voiflen 
uit het huis van Cosmus de Medigis gefproten, als door za 
tcle dianiaiite zuilen , van outfeher z\jn londerfchraagt gewor- 
den , inzonderheid dooi* den laatst geftorvenén Gf oot-Hertog^ 
van wt6ns gadeloze achting, voor al wat van i^onst eji goi 
kertheud mag genoemd worden, geheel Europa vervuld is. l 
Onze konftenaar Ook niet weinig getroffen door dit zware 
ijcrlies, bleef nog enige tijd te Florence ^ .en reisde vervolgens 
te Und ov^ Bologne naar Fenetien^ en van hier, sik. enige 
inaanden te rug, okqt BaduayMantua eti Mlaan, op lunruk^ 
daar hij drie maisindèn lang voor den Generaal SoiuitENBUR^ 
en andere aanzienlijjpe lieBiebJbcars > fchilderde* • Twiiiy \aai' 
wel ze^nde^ toog h^ over het jüpisch gebergte v^iï reisdp 
:^oor Savoijen naar Frankrijk y eindelijk toRouaan koïneilde, was 
Zijn voornemen met een fchip dat naar Engeland zéilreé lag» 
ttaar dajt grootfc eiland over te fteken , dan op aandrang vaü 
6nige Kooplieden te Rotmaa^ bleef hij daar nog enigen tijd, 
om hun te fchiideren, en hi^r door wierdt de Engelfe reiz0 
ten cnenmalen geftaakt. Dit afgedaan zijnde,' vertrok hij met 
zijn*' broeder in een fmakföhip op Amfteldam^ en -verder naar 
Groningen; ook was hij niet 20 dra in zijne geboorteftad ge- 
iomen, of hij kreeg vple porttaitcn en (lukken van voorname 
Heaien te fchiideren, doHOtdiendé mare van^ zijne bekwaam- 
lieid, hem reeds lange w^ vooroitgeiopen.. ,Qnder anderen 

^ wieYdt 



ANTOMDES. QOHANNESj ««# 

* • 

>ferdt hetii door de Staten des Lands, fcen zolderftuk bovèö 
•de tuinkamer van *s Prinfen hof befteld, welk plJif3nd ko^ 
pels wijze gefchikt', en uit v^f. Hukken beftaande, door heiu 
in korten tijd wierdt volvoerd; .de Stadhouder Dam %q \^l 
genoegen in dit werk, dat hij dnze Schilder uitlokte, om o^ 
een jaarlijkfe wedde te Breda te komen wonen, tt\\ cindé 
aldaar -door het aankweken van leerlingen de edele fchUder- 
konst 'm deze ftad wederom te verlevendigen., pn in bloei XA 
brengen? hij aanvaarde dit gunftig aanbod, he^ft aldaar nege^ 
jaren gewoond j verfcheidene leerlingen aangekweekt, éi^ 
vele grote werken op het kasteel te Breda ^ en elders vervaar-» 
digd; als onder anderen fchilderle bij in de fla^pkamer vari 
de Prins boven de deur , Mars , wordende door de drie i^^ 
Vuiligheden oiitkiee l ; . een ftuk 'zo fchoon en kragcig uitgevoeid i 
dat alle konstkenners het met -éne bijzondijr? hoogachting 
befchouwcn; nog in de audiëntiezaal van.h^ ?elvde Höf, 
een fchilderiiluki vei beeldende Martius Coriolanüs en Sci-» 
f IQ Africanüs; voorts te Middelburg in Zeelcmdi voov den 
Konstbeminnaar Landsheer j eèn^ zolderftuk iB Toet groot j 
verbeeldende den berg Pamas met Apollo en de n^ei) Zang> 
godinnen j meer dan levensgi-ootte , 't gene bij ongemeen 
kragtig en uitvoerig in den korten tijd van ^i dagei) heeft gè< 
Xchilderd; oc*: maalde hij in 1747 voor den Heer Sïchterma?? 
in zijn pragtig huis aan de osfemarlA te Groningen 9 een pla^ 
font in de grote zaal, 25 voet vierkant, vprbeftld^iiide de vev^ 
goding van Mianua,. 

. Onze Antiquus, die zig onophoudelijk Ucijycrde, om bce 
langs hoe* meer, ware. zulks mooglijk, het toppunt van d© 
volmaaktheid der konst te bereiken , zoude bet zekerlijk zeer 
verre daar .-in gebr^t hebben , hadt de dood die i)nverniyd6*v 
lijke hin^ierpaal, dat *cr niets volmaakt op dit onderaard fe 
^vonden wordt, hein daac niet in verhinderd; bij iliöif iïh 
?t laatst van 1750, laa dat:hi} pas^dèn ouderdom van 4(5 jareiï 
bereikt hadt.. " * ' * > J, van Gool^ Nieuwe SfhomPurg,* Jlt 
D. bl.' 307. enz: : . 

ANTONIDES (JOHANNES)^ Vtó djsr 6pe» gpb|}Q?9iml , 

J 3 jiaav 



£94 ANTONIDES/ OOIIANNES) 

naar zijne geboorteplaats, de ftad van die naam in Zeeland, zog 
het eerfte levenslicht den 3 meij 1647; ^ is gefprotcn uit ge- 
ringe doch eerlijke o-ders, Anrom Jawsz. en Magdalena 
Steenaerts, van de Doopsgezinde geloofsbelijdenis. Het jon- 
getje was pas vier jaren oud , toen hij met zijn' ouders naar 
Amjleldam vertrok, daar hij verder is opgekweekt In den 
ouderdom van agt of n^n jaren , beilelde hem zijnen vader op 
de ladjiifcbe fchool, onder toezigt van den vermaarden Anjlel- 
damfclten Reétor Adrianus Junius, en waar hij ook op bijzon^ 
dere uren het onderwijs van Jacobus Coccejus , eertijds Con- 
refbor te Haarlem ^ ontving. Deze loopbaan niet zonder lof ten 
emde gerent zijnde , genoot hij het onderwijs van den ultne- 
menden Wiskonflenaar Abraham de Graef, die hem de boe» 
ken van Euklides uitleide. Deze en andere hulpmiddels 
bragten niet weinig toe, om zijn vernuft op te fcherpen, ea 
aan zijnen geest vorderingen te doen maken , die inzonderheid 
met ene zugt tot poezij was ontvonkt, welke hem van zijnen 
vader was aangeërft, die fchoon niet geletterd, egter een fne- 
dig verftand bezat, en een vrig gojd rijmpje digtte. Der latijn- 
.fche taal magtig geworden, kreeg hij lust om daar in de Digt- 
kunst, op *t (poor van andere en nieuwere puikfthr§vers te 
betragten, waar in hij ook geen ongelukkige b^inzels liet 
zien; doch de aangroeijende roepi van den groten Vondel, 
en de naam door den Ridder Hooft reeds vro^dgdiger be* 
haald, veranderde in dezen zi}ne zinnelijkheid, en deden hem 
tot zijne moedertaal overhellen. Zig hier dan toe bepalende, 
maakte hij een aanvang met enige vertalingen uit Ovidius^ 
Sn.ius Italicus , Horatius en anderen ; doch de 2ugt om iets 
groots te ondernemen, deede hem een toneelftuk op 't touw 
zetten j waaf toe de beroerten en daatswisfelingen in CInna 
voorgevallen, hem ilofie verfchafte, en welk treurfpel onder 
de naam van Trazil, of oberjomjEieBl Cj^a/ big met een on. 
begrijpelijken fpoed afwerkte. Terwijl hij, hier mede bezig 
was, kwam Vondel die mede een Chinees, iluk Zungin ge- 
naamd , onder handen hadt, hem een bezoek geven ; las zijn 
ftuk, en vro^ hem of hij ook voornemens .wa& bet* te doen 

druk- 



MJfTONlDÉS. (joaêiöfÈ^) t^i 

ftukkèn; Antonides dit mét neen beantwoord tebbendq, 
zeide Vondel, dat *er vèel fchoons in was, en vcrzogt tot be- 
vestiging van zijn gezegde, 'er iets uit te niogen ontlenen n ent 
in het zijne te lasfen. Deze vérpligtende handelwijze , vuur* 
At de digtlust van Aotóniöiö aan, én mén Ssag vm tijd tot 1^4 
voortreffelijke ftuklten van hem te voorfchijn komen > Wftajf 
onder uitmuntte SÖcHoiia aai banb/ in *t jaar X667 gcdigtj en 
jiauwlijks zag dit hét licht, of dè Kunstkennért vcrzcttcden 'et 
2ig over; ja Vondel zêlv' zeide 'er van; liet is zofchm (tat 
fk 'er mijnen naam wel onder zetten wih Niét Ung hier na nm 
hij onder handen het voornaaülfte aller zijne overige werken, 
ik bedoelé den ^ffeoom/ én bragt het gelukkig ten einde in' 
het jaar 1571 , toen hij nauwlijks 24 jaren bereikt hadt» Dl5 
ftuk ontving de toejuiching van al wat kunst verftond , en trofc 
behalven de achting van verfcheidene dndere aanzienlijke Ife-^ 
den, bijzonderlijk tot zig dé gunst van DiBDEtoK Bui$ER0^ 
Heer van Heeraertsheiningen y en deze was ook het'tniddel dat 
Antonides, tot deez' tijd toé aan een Apothekers winkel ver* 
bonden, waar toe zijne ouders hem opbragten, gelegenheid 
kreeg zig daar van te ontdaan, en zig naar Utrechts l^fcge- 
iichool te begeven , daar hij vlijtig gedurende énigen tijd fti^ 
deerde, onder de ervdrcne Hoogleraren Jöan. Georg. GR/eviyj 
tn den zo groten naam in de Geneeskunde gemaakt hebbende 
Henrik van Solingen, zo dat hij met lof in 1673 ^t AléJ, 
boktor werdt ingelijft, na alvorens ingevolge het gebruik éne 
disfertatfe ttiescn^ De timi|inge ban ffet ^ooft/ verdedigd te 
hebben, welke lettérvrugt, gelijk ook té voren zijnen (Cröjtt 
en ^jlroom/ Vondel mét éen lofdlgt vereerde. Ongemeen 
Vlug was hij om éx tempore , of op ftaandé voet, een digtftuK 
te vervaardigen ; hier vaa gaf hij onder anderen een bewijs , 
in het digten van het zo bekende grafichrift op den Zeekapl- 
tein DB Haze, géfneuveld in eengev^t tusfchen de Engelfin 
en Hollanders, en *t welk, zo geestig door den zonderllngéft 
JBeronicius, enkel op het horen lezen daar van, iQ zoet- 
vloeijénde laüjnfe en griekfb Vaarfen wierdt ovêrgebragt. Zip 
iBERONICIIJS. 

T4 ^ Pe 



B06 ANTONIDES. GOIIANNES) 

De gemelde Heer Buisero, de edelmoedige vriend en Me* 
CENAS van onzen Antonides , kreeg kort hier na zitting we- 
gens Zeeland, als lid in het Admiraliteits Kollegte op de Maze , 
en daar door gelegenheid, zijnen gunfleling met ene goede 
winstgevende post aldaar in de Secretarije te begiftigen , benevens 
toezegging vto groter voordelen, zo dra zig de gelegenheid 
daar toe mpgt aanbieden. Dit flelde hem in ilaac een gezin 
te kunnen onderhouden , en hi} nam tot huisvrouwe de beval- 
lige maagd Susanna Borremams, die ingevolgd het getuigenis 
van HooGSTRAATEN, een alleryriendelijkst mensch was en zoet 
op poezij. De bruiloft werdt gehouden in 1678, en van ver- 
fcheiden Digteren met zegenwenfen en blijde gpzangen ver« 
eerd. 

Gedurende zijn verbluf te j^mfteldam, was hg ook geweest 
lid van het Kunstgenootfchap NU volentibus arduum, van *t we/k 
hij zig egter daar na, door enig ongenoegen affcheiddc; al- 
waar hij mede deel hadt aan het vertalen en berijmen van de 
Treurfpelen Acrippa of be ülontng ban ^Iba/ en Oröndates 
en Statira , en aan het opflellen des Blijfpels gec ^pooïietHl 
3)^eeutPt|e/ benevens enige andere Hukken. Na zijn trouwen 
kwam 'er weinig meer van hem te voorfchijn, intüsïén ver- 
langde een ieder even gietig, dat hij zijne belofie, in de voor- 
rede van zijnen Hflroom gedaan, zou gcftand doen en een 
werk van ftigtelijke ernsthaftigheid in 't licht geven , namelijk 
ftet Icben ban öen Spo^tel Paulus , 't welk hij voor hadt in 
heldendigt te befchryven , en op de wijze van Virgilius zijne 
Eneade in XII boeken te verdelen; maar hij wierdt hier door 
de dood in verhinderd; doordien hij in 1684 van ene borst- 
kwale werdt aangetast, die hem den 18 feptember van dat 
zei vde jaar in het best van zijn leven, in 't graf fleepte, z§n- 
dc flegts 37 jaren, 4 maanden en 13 dagen oud. Dit ünerte- 
iijk overlijden voor de Konstrainnaars, werdt met ene menigte 
lijkzangen- van de beroemdfte Digters van dien tijd vereerd. 

Van aart was onze Digter vrolijk, heiis en, minzaam in 
de dagelijkfe verkering; klaar en liefFelijk in 't voeren fijner 
jreder.en; voorts mzi een (lerk geheugen begaafd, 't gene .hem 

in- 



ANTONIDES. (MEINARDUS) 297 

inzonderheid wel te ftade kwam , in bet te pas brengen van 
gebeurtcnisfen , lang te yoren gelezen of gehoord- —_ Zie 
ook P. DE LA RuE, Geletterd Zeeland^ bl. 231* 

ANTONIDES (MEINARDUS) , Predikant in de gecombi. 
Beerde gemeentens van Ondermerum en Westerdijxhom in Gronin^ 
gerland, geboren te Westerwijtwert den 2 december 1705, hadt 
tot vader Theodorus Antonides Predikant te Westerw^twerb 
en Menkeweer, en tot moeder Elisabeth Magdalena de Wal- 
RicH , uit een aanzienlijk gcflagt hervoortgekomen. Meinardus 
zijnen vader vroegtijdig verloren hebbende, begaf zig met zij- 
ne moeder in 17 16 ter woon naar Uithuifen; en van daar naar 
Groningen y alwaai* hij de klasfikale fcholen met lof doorgelo- 
pen zijnde, inzonderheid zijne Godgeleerde kundigheden heeft 
opgelegd , door het onderwijs van de Hoogleraren O. Verbrug- 
ge en A. Drksssn, zo dat hij op den 23 feptember 1726 met 
toejuiching wegens zijne bekwaamheid, door de Klasfisbröede- 
ren van Middeljlum tot Proponent wierdc aangenpmen; ook 
llondt hij niet lang ledig aan de markt, de Heer Jan Lewe 
VAN Meddelstum als Collator, beriep hem in de gecombineer- 
de gemeentens van Onderwierum en Wèsterdijxhorn, wordende 
op den 17 oélober van dat zelvde jaar, 'm zijnen dienst be- 
vestigd. 

Terwijl Antonides bezig was met alle getrouwheid in den 
wijngaard des Heien te werken, trad hij in 1736 in den egt 
met Katrina Busz, dogter van Gerimrd Busz, in leven 
Predikant eerst te Uitwierde en naderhand te Stitswert, en An- 
na van Giffen ; met welke bedgenote hij een gewensten egt 
van ruim 32 Jaren heeft doorgebragt , wordende deze verbind- 
tenisfe gezegend met drie zonen en een gelijk getal dogters, 
van welke kinderen vier in hunne tedere jeugd zijn overleden, 
doch twee zonen nog bij het leven van hunnen vader, Predi* 
kant zijn geworden , de oudfte Gerhard Blsz Antonides in de 
gemeentens van zijnen grootvader te IFesterwijtwert en MeiikC" 
"wcevy en de jonglle Theodorus Hendrik Antonides te E;ike' 
hm 'm Oostfrksland, Jritusfclxn ontviel onzö Leraar zijne 

T 5 dier- 



^98 AJS^f ONIDES. (TIIÈÖÖ;) ANTONUi. tfÖNKÈR)^ 

dierbare KatrtU op den 13 augustus 1773, én hij zelve over- 
leed na ene bddlegering van vier weken, den 27 augustus 
37765 in den ouderdom van 70 jarbn en b^kans 9 maanden: 
Meinardus heeft het getuigenis , dat hij gezegend was met uit- 
nemende zielsvermogens, bezittende een vlug verftand, nauw- 
keurig oirdeel , en voortreffèl^k goed geheugen, voornamelijk* 
In het Bijbelwoord , 't welk ook blijkt, uit zijn werk ober fjct 
3C0tKn ban Jesus Christus, te ^nminjsm bt i?53- in 4to^ 
Jtf^jltfiL — •— BoekZi^ 1776. K bl. 735-745* 

ANTONIÖEÖ (tÖEÖDORÜS) , Predikant in dtt gpcombi- 
lieerde gemeentens van Westerwijtwert en Merikeweer; is drie- 
malen getrouwd geweest ; als in de èerfle plaats met Aletta 
Snip, die hem een meisje heeft ter wereld gebragt, doch kort 
na haar moeder overleden; de tweede was, Giselixïa Crans- 
sen , waar uit twee zoons en vier dogtefs zijn voortgefproten ^ 
de ene zoon vroeg overleden , doch de jongde, Anthony, is 
als Predikant te jhdel geftorvcn; bij de derde vrouw ElizA^ 
iETH Magdalena DE Walrich weduwé van Dr. Mettiwgh^ 
verwekte hij drie kinderen , waar van de ene zoon Meinar» 
DUS, hier boven is befchreven* Onze Petrus ging de w^ 
van alle vleefche in januarij 171 5, zijne laatfle vrouw wedu*» 
we latende. Hij heeft de roem gohad van een braaf , geleerd , 
en vlijtig arbeidzaam man geweest te zijn , trouwens dit Uatfle 
blijkt ten vollen uit de menigvuldige boeken dien hij heeft 
gefchreven en door den druk gemeen gemaakt, beflaande zes 
lijvige qiiartinen; men kan de optelling Jaar van vinden, in 
het Naamregister van Abcoude, druk van 1773. hl. 18, ■ 

Bockz.f 1776. b. bl. 13$, 136. 

ANTONIE (JONKER), Is Kapitein ter zee geweest, een 
man die met een zwarte koole in 's lands gefchiedenisfen ftaat 
getekend» Hij voerde in 1635 het bevel over een vloot fche- 
pen, ter befcherming van de Haringbuifen , tegens de kape- 
lijcn die de Duinkerkers uitoeffenden , in zee gelopen. Jonker 
AirroNiE wcrdt door dezelven zijn fteng, rf zo anderen wil- 
len, zijn mast afgefchoten; waar op hg zig uit de vloot raar 

huis 



ANTONÜ, OACOBÜS) ANTONIÖ. (van) 299 

huis begaf; hier doot ontzonk de overigen de moed, en ver- 
scheidene Buifen wierden door de kapers buit gemaakt; dit 
wierdt in het vaderland zo hoog genomen , dat Antonie op 
bevel van de Admiraliteit van Amfteldamy benevens de anderö 
Bevelhebbers in hegtenis geraakten; en in 1636 door over 
hun aangeftelde gedeleerde Rechters gevonnist; Jonker A^^ 
TONiE het zwaarfle, om dat hij de vlagge hadt gevoerd, inh»i 
bil verklaart en tot een 25 jarige gevangenis verwezen. ■ 

Goudhoeven, Holl, Kronyk, fol. 391. Ait4ema, Zaken vofi 
Staat en Oorl. II. D. bl. 350. 

ANTONU (JACOBUS), of JACOB ANTONISZ., gebo* 

ren 'te Middelburg in Zeeland ^ is geweest Hoogleraar in het 
Kerkelijk recht, Zanger der Kerke van St. Gudula te Brusfel^ 
en Generaal Vikaris van Hendrik de Berges, Bisfchop van 
Kamerijk. Hij heeft gefchieven : de Pracellentia patestatis Impe* 
ratorii. Antw. 1502. (^ Jkom. 1503. 4to. De grote Erasmb» 
geeft een uitmuntend getuigenis wegens den inhoud van dit 
Boek, in enen brief aan onzen Jacobüs gefchreven. Hij roemt 
daar in zijn levendig vernuft , in zulk een ver gevorderden ou- 
derdom, zijne onvermoeide naarftigheid bij 't genot van den 
overvloed der tijdelijke goederen, zijnen waakzamen geest td 
midden zo veel bewinds; en eindelijk, in zijn kort en bijna 
ter loops opgefteld werkje, zijne verfcheidene proeven in veel- 
vuldige takken van geleertheid en kennis in alle delen van 
beide de Rechten , ook der Godgeleerdheid , der Gefchiedenis- 
fen, en van de meeste zo oude als hedendaagfe Schrijvere. 
"i Valer. Andr., Biblioth. Belg, pag. 400. D. Erasmi, 

£pistol lib. 'XI. Epist. 26. 

ANTONIO (van), is een Konterfeitfchilder geweest, die 
vrij fraaij fchilderde en buitengemeen wel kopieerde. Hij heeft 
dat beroemd ftukje van Correggio nagefchilderd, met welke 
kopij, de Kapellaan van den gewezen Hertog van Beijeren 9 den 
Rotterdamjchen Jaques Meyer, zo priesterlijk een rad voor óo 
ogen draaide, en meesterlijk bedroog, — — i W£yj2RM.,-Z>y«w 
*r ScJnlders, IV. D. bl. 55. 

AN. 



Sro ANTOZnIS. (ADiilAAN) AKTÖNISZOÖR (KORN.J 

ANTONIS (ADRIAAN) , is niet alleen beroemd geweesc, 
om dat hij mee veel lof in 1588 de Burgemeester lijke waardig- 
heid [eAkmasr bekleedde; maar nog meer, doordien aan hem, 
berevens andere VDOrftanders der edele vrijheid, de bewaring 
der kasien van Noerdholland ^ door WilleHi den I. wierdt toe- 
▼ertrouvvd. *t Geen nog bovenal zynen naam onfterflijk heeft 
gemaakt, was z^ne ervarendheid in de Krijgsbouwkunde , heb»- 
ben 'e hij in 1593» hec beftier over den aanleg der nieuwe 
vestingwerken te EnkJmizen, met veel roem ten uitvoer ge- 

bragt. G. Brandt en S, Gentbn^ BefcJir. van EnkJuy 

L D. bL 2S0. 26i. 

ANTONiSZOON (KORNELIS) ^ öf KORNELIS TEU- 
NISSE, gelijk hij zijn naam ook fchijnt gefchreven te hebben; 
een Anjleldammer van geboorte , was een aanzienlijk man ^ eo 
is in de jaren 1544» i54<^» 1548 en 1550, tot Schepen, eö 
in 1 547 , tot Raad verkoren. Het fchilderen was zijne pro- 
fesfie, en zulks dcedt hij meesterlijk; Van hem hangt nog ene 
afbeelding van Amjieldam op de Thefaurie, verbeeldende de 
ftad in dien ftand als het zig vertoonde in zijne eerfte bemu- 
ring, die in 't jaar 1482 begonnen werdt; zij is in 1535 gfr- 
fchllderd, en maalt de gebouwen en huizen in derzelver na* 
tuurlijke geftaltc. De Digter Ja» Vos, maakte daar op deae 
legelen : 

Hier lêuH zig Amjieldam , vél twèp , uit Irakks veem 
Zo 'wordt een FisfcJjers buurü de haren aller zeen. 
Op zulk een grondvest weet liet Land zijn ftaat te zetten. 
Men bloeit door koopmanfcJiap ^ men leeft 'door linjze wetten. 

Deze zelvde afbeelding, heeft hij naderhand in, 12 bladen in 
lioutfntfde uitgegeven ; en de Heer WagenAar betuigd , zig 
daar dikwils van bediend te hebben, in het ophdderön van 
de aloude ge?legenheid en gedaante diet flad, zijnde hem tot 
hier toe geen ouder egte afbeelding van dezelve voorgeko- 
men. Voorts zijn 'er van dezen Schilder, nog enige oude 
Schutters (lukken voor handen , en onder anderen , een , niet 
17 Schutters aan ene tafel, hangende in den gang voor de 

klei- 



APHERDIANÜS. (PETRUS) . ■ s^i". 

l^eLoeKirljgsraadskaiTier; het rs in 1533 geCchilderd , en wordr 
jn 't gemeen de Braspernings Maaltijd genaamd, ■— " ■ ■ Wagew.^. 
Bejchr. van Amjl, I. St. bl. 60. XI. St. bl. 230. 

• . J » * • \ 

' APHERDLWUS (PETRUS) , een Geldersman , geboren tö 
Wageningen, in de ftadsregisteïs vaii Amfteldam^ Pieter van 
Aphert genoemd; werdt op den 30 januaiij 1556 tot Onder- 
Reétor der latijnfchè icholen van genoem.le ftad aargeffteld. 
Hij heefi. ene zeer korte befchrijving van Amfleldam in 't iicht / 
gegeven, befiaande uit 116 latijnfe vcrsfen, welke in 1560' 
te Anfw, in zijne Epigrammat. moraL zijn" gedrukc; en dewijl 
dit wsrkje biiitengeineen zeldzaam is, delen wij aan onze Ie- 
zers, den korten inhüud van zijne Amfleldmfe befchrijving 
mede. Ècrst roemt h^ *fn dtezelve, den uitgebreiden koophan-' 
del der ingezetenen naar'0*>tf» en Westen^ en in allerhande' 
• waven, onder welken hij ook de fpecerijen telt, die egter toen 
niet uit.de Itidiin^ maar vari Fe?ietieoï uit Fwtugaiy herwaarts 
gevoprd- warden. Qok fpreekt hij bijzonderlijk v^n den han-r 
del in uitheems bier, en telt 'er ze^ foort^n van, op, Hambur-^ 
frer^ Bremefy Ltubekker ^ E^ng^ls ^ Rostokhr ^n Dantziger, Daar na 
verheft hij 5 de lustigji ^-S^^^ndelw^en langs.de ftads muren, van 
waar men de gicene weiden en zeilende kielen befchouwen 
kon. Dan gaat 'hij "óvfer-töt de pragtige gebouwen, roemende 
Ijoven al de Nieuwe Kerk , bij welke zijne fchool geftigt was; 
De Wijsheid en' voorzigtigheid der Regeringe, wordt' vervof- 
gens van hem geprezen, en ten bewijze daar van, gedenkt 
hij aan hare zorg vóór de gömecntc, bij gelegenheid van dé 
duurte des jaarfe 155^^ Hij vergeet ook niet de Geestelijkeé 
ie prijzen. Hij begroot de kloosters op 20. Wijders gewaagfe 
hij van de gasthuizen en van hst weeshuis, en roemt ter de- 
zer gelegehheid, de' 'barmhartigheid der Amjieldammeren y om- 
trent allerlei behoeftlgen. ' Hi> befchrijft de ingezetenen, als 
fchoori, groot en fterk; hij roemt huniie vreedzaamheid eh 
eendragt, en befluit met een kort begr'p van de Sckaters-Doe" . 
len en jaarlijkfe Doelen - feesten. Ook hééft hij nog verfche!- 
diene fchoolbockjcs in 't-latijn- uitgegeven. -?— J. F. Pop-» 

PENS, 



3M APOLLONIUS. APOSTOOL. APPEL. QAKOB) 

nm, Biblidh. Belg. p. 95i- Wageét., Befchr. van AHfietdfmi 
l Su Voorr. W. mi. • 

APOLLONIUS (WILLEM), geboortig te Feere in Zeeland^ 
daar zijn vader Burgcme^ter geweest is, wierdt in 1627 Pr©* 
dikant te St. Anne ter Mmden^ van waar hij in 1(531 beroepen 
wierdt naar Middelburgs en aldaar na het vertrek van den ver-r 
maarden Alexamder Morus, in deszelvs plaatze to( Hoog* 
leraar in het Gijmnaiium wierdt aan^efteld. Hij ftierf in 1657 > 
en heeft gefchreven i Jus Mqeftatis circa Soera (j'c. MedioÏK 
1642. //, Tm. in 8vü. Grallopceus deteSus ^c. Ib. 1646. .8vo^ 
Disputatumes Theologi^ie de Lege Dei (^c, Ib» i(S$5. i2mo^ 

jfStattaat ban eenige bi^ondere teiKjöen bet Siinbemi <$ob^ 
cns. JQ^ibbeib. 1652. i^"". Ober bot ^l^abbatj^ Htr. 1652. 12V 

■ B. Huirarius, Zeeiiwjcbfi Biui/ey bl. ^7. P, dz la R^r, 

Celett. Zeeland t bl. 140. 

APOSTOOL (SAMÜ^) , geboren fn maart 1638 , en 
Leraar onder de Mennqniten te Anifteldam^ geraakte hi hevi- 
gen twist met ajnen ambtgenoot Galrkus Abrahams, welko 
twist eindelijk 20 hoog Ucp^ dat 'er ene fcbeuring door in de 
gemeente wierdt veroirzaakt. Zie ABRAHAMS (GALENVS). 

APPEL (JAKOB), Konstrdtólder, gloren te Mfleldam^ 
den 29 november 1680, is gefprotei) uit een bjaaf burger go- 
flagt; van kindsbeen af, hadt hij veel geneigtheid tot tekenen, 
ook mannetjes en beef^tjes met de fchs^ar Jqi papier te knippen;^ 
welke kinderlijke kunstdrift, in plaats, van te verflauwen, me( 
zijne opluikende jeugd hoe langs hoe meer aangroeide, 't welfc 
zijne ouders bewoog, ten einde een regelmatige befliering aaa 
die geestige natuurdi ift te vo^i? * hem aan de zorg van Ti- 
MOTHEus DE Graef, cen Ti^kker landfch^pfchilder, toe te ver- 
trouwen; bij wien hij gedurende twee jaren, de gronden der 
tekenkunst geleert hebbende, zulke doorflaande blijken van • 
vernuft en vordering gaf, dat hg hem den kunftigen Portrait- 
fchilder David van der Plaas aanbeval, die onze Afpel nog 
twee jaren liet tekenen, inzonderheid naar het kunstwerk van 

Tem- 



^£mbee;st, doordien hij vgnnerkte, dat de neiging van ajnen 
leerling, daar 't meest tpe overhelde. Door deze oeflfening 
wierdt hij zo liekwaam, dat hij dikwerf met den zoon van 
.^jnen meester , die ene warme genegentheid voor hem hadc 
opgevat, na^r buiten wandelde, om fraaije gezigten, land- 
fchappen met beesten, en al wat ma^ fipbüderagtig was, af 
te tekenen ; vervolgens zptte hein zijn meester op zijn vcei- 
tiende jaar aan -tfchilderpn van beeldqn en beestjQs , gevende 
hem tefFens nuttige lesfen, ten aanzien van derzelver fchik- 
king en ordonnantie ; doch hoe vernuftig en wel uitvoeren- 
de hij in die te fchilderen was , konde hij egter met de agter- 
gronden en 't verder bijwerk niet te regt komen. Na dat hij 
dus enige ilukjes ten halvq gefchilderd hadt, viel VAN der 
f LAAS in enq jflaapzieküe ; in die toeRand genoegzaam drie 
weken lang fprakeloos gelegep hebbende, vondt m^n goed., 
den JQngen App^l met enige ftukjes , voor ziyn bed te bren- 
gen , zig houdende of hij om onder^tjjs kwam vragen ; zo dra 
nu hoorde de kranke de ftem van zijnen leerling niet, of hij 
deed moeite om te fp-eken, en beterde in zo verre, dat hij 
uit ongemene achting voor Appels leergierigheid, zo dikwerf 
hij hem zag, zijn uiterfte best dcedt, om hem te ondei* wij- 
zen. Na zijne volkomene herftelling, vertoonde hem onze 
jonge kunftenaar verfcheidene (tukjes met beelden en beestjes 
hier en daar befchilderd , dpch zonder agterwerk ; zo als van 
DER Flaas die zag, bevtelei) ze hem zo wd, dat hij die aan 
den LandfchapTchilder Albert Myring Hetzij, met verzoek 
pm'er in Appels tegenswoordighcid, landfchapjes agter te fchil- 
deren; waar toe deze geredelijk bewilligde, en in *t bij we- 
zen van Appel terftojd aan 't werk trok, die altijd agter hem 
dlond, om zpe manier ^n handeling te begluren, die hem 
^o wel beviel , en zijnen konstijver dermate vopr dat deel 
der konst opwakkerde, dat hij benevens het portraitfchiideren, 
b^t landfchapfchilderen tcffens leeide. Na zig dus bij vajs 
psR Plaas naarftig en loffelijk geoeff^nd te hebben , zeide 
hij zijnen meester vaarwelj en ging vervolgens de volmaakte 
l^atuur beftuderen; ten di^n einde, ging hij bij enige van z^n 



|M; AP?ïaJ4AN. (BALT^. SIM.) ARqERiüS. (JOH.) 

APPBLIiUN (BALTHASAR SIMONSZ.) , ccn ijverig 
VDorlUnd^ 4gr Vrijheid, is Scbep^ ta Jmjleldaiin g^wee^t iii 
tSjif ï58*j! 1534» 1586 en 1588, vervolgens is hij tot 
driem;(I<Mi toe tot Burg^eester van die (lad verkoren* 

^PPRI^MAN (BARENT), geboren in *s Hagi 16^0^ ii 
ebn br|^ Schilder geweckt in landfchappen^en Italiaanfche 
gOzigtfp. ]HDj heeft veel contrefeltzels v^n d£ Baan geflof* 
fe^rt i^e,t landfchapp^n ; en wordt inzonderheid geroemd , door 
de f^^on^ ftuU^en die hij in de grote zaal op Zoestdijk ge*» 
rchilderd heeft, H^ ftiejrf 46 jaren oud zijnde, in 1686. — • 
^OVBRAKIN, Ltven der Schilders^ III. D. bl. 161. 

APPEL,MAN (HUIBERT SIMONSZ.), was een van ds 
^nen, wi$r n^xi^n mem gemeld vindt, in het vonnis vai^ 
bannisfement en verbeurdverklaring uitgefproken door dpM 
Hertog YAp Alya den 6 junij 156P, om reden; „ dat hij iu 
,, zijn hui$ te jén/lefdcuüf heimelijke vqrgadering^n, pretdikar 
li tien der Memumitm^ en het nagtmaal naar iiare wijze gQ« 
^ boudfwi haciL^* — — J. Marcüs, Sem. van Alva. bl. J97. 

APPELMAN (JAN), Burgemeester van jénjieldam, wierd^ 
In 1672 als Raa4 van dieibd aangefteld, vervolgens verfchei- 
^ene malen tot Schepen , en voor de eerftemaal als Burge* 
veester in x688- Hij was fomtijds een tegenitreyer van Wuj^ 
L£M DEN III, die ben\ om die reden, ook niet best kostit 
zêt^n , en in 't geheel nfet vertrouwde, die ook niet wil- 
de, dat hij in 't geheim zoude zign ten aanzien van zijnen 
voorgemomf nen togt naar ISngel&nd. De opgeraapte befchuldir 
^ gmg van zekeren Jaiy Hol t^e^s hem, als of hig zig in ecfi' 
ongeoirloofden handel met Frankrijk zou hebbea ingelaten , if^ 
ongegrond bevpnden en ene verfbeijelijke lastertaal te zijn. Bj^ 
isgeftorven den 27 december 1694. ■ Wageh., Befcïv. 
van Amjl. VI. St. bl, 143. 172. 173,. 

ARCEBJUS OOHANNES), Profcsfor in ^ Griekfe taa| 
te Fhmeker^ werdt geboren te Noordhomi in de Ommelanden im 
.IS38> z^Qde zpLina ouders eerl^^e en welg»ecein9 landlieden^ 



ARCERIÜS. (8IXTÜS> 

llLeeds vrocgtydig leide onze Johawnes zig op de wctcnfchap-' 
pen toe, en kre^fmaak in den gezuiverden godsdienst. In 1568 
vindt men hem gemeld als Reótor der latijnfe fchole te Front- 
ker^ van waar hij, om de vervolgingen van denBisfchop Cüne« 
BUS Petri te ofttgaan, in 1572 de wijk naar Haarlem nam, 
onthoudende zig naderhand te Delfi^ en vervolgens te EwbdoL 
.In 1576 werdt hij Predikant te Enkhuizen; maar die ftad toen 
geen twee leraars kunnende onderhouden, keerde hij weder 
naar Ziddhilland; en om dat hij toen geen vaste flandplatts 
hadt, noemde men hem em Dienaar in de Klasfis vqa Ldjden; 
ZiQ de naamlijst der leden van de nationale Sijnode te Vord* 
recht: 1578. In 1580 was hij vast Predikant te Ooster- en Wes» 
tèrScJielling ; en zes jaren later , bediende hij als buitengewoon 
Jeraar de gemeente te Leeuwarden* In 1586 weidt hij Reftoi: 
Ie Utrecky en in 1589 Hoogleraar in de Griekfe taal te Frane- 
ker. Hij huwde in 1568 of 1509 met Jaqueline Lotin, bijj 
wie hij 7 kinderen verwekte, en ftierf te Franeker in 1604. 
Behalven enige Oratien enz., heeft hij uitgegeven: Jamblichüh 
de vüa FijthagortBj qusdémque Prc$repticay cum verfime kanna (f 
natis, Frmeq^ apud JEgw. Radjeum. 1598. 4ta, — ^ £. L. 
Vriemoet, ji(hen, IHf p. 73. C» Saxi, Onm. literar. Pars 
iV. pag. 90. 

ARCERIÜS (SIXTÜS) , Hoogleraar In de Griekfe taal , 15 
geboren x& Franeker den 13 december ^570. Zijn vader was 
de bovengemelde Johannes Aecerius, en zijne moeder Jaque* 
UNE LoTiN. Na in zijne tederflie jeugd een deelgenoot te zijn 
geweest, van het omzwervend leven zgner ouders, die genood- 
zaakt wierden Friesland te ontwijken ,* ten einde zig voor de 
yervolgingen van den Bisfchop Cunerüs Petri te befchewnen; 
keerde h^, het gevaar over zijnde, onder de befcherming van 
die dierbare panden naar gemelde provintie te rug; volbragt 'er 
zijne letteroeffeningen, en wierdt in 1596 met de waardigheid 
van Doktor in de Medicijnen bekroond. Kort hier na door 
Graav Willem Lodewyk va» Nassau, Stadhouder van Fries» 
tandt aangezogt zijnde aan zijn Hof te komen, ten einde, dd 
o^oeding cp het onderwijs van zijne beide neven te beflie* 

V 2 . reii^ 



^ fiBEUSEB^G, 0^^ v^ LIGNE Craay vak) 

reUf aanvaardde hij dezen glibberigpn post, en beocfiende teè 
fens de medicijnen te Lcewvord^ > dan geheel en al niet be* 
rckend voor de ftaatkunde van het hooffe leven, verkrecif 
hij door gunst en voorfpraak van gemclden Graav, die vol. 
ftandig zrjn getrouwe voorthelper \$ gebleven, op ene aan- 
zienlijke wedde, de bedieping als Medicus bij he( I^er, die 
hij niet zonder dikwils velerlei gevaren door te worflelen , ver- 
fcheidene jaren agteiecn , met enen gpwenschtQn voprfpoed ea 
geen gcringpn roem uitoQfTpnde. Zijn vader in 1604 overle^ 
den zijnde, wicrdt hij op dqn ^6 april van hot volgende jaar, 
Sn deszelvs plaats tot Hoogleraar in de Griekfe tas^l te Frane* 
ksr beroepen , hebbende die waaidighfiid gedurende bet tijdvak 
van hijna 19 jaren met geen gering put vQor de ftuderenda 
jeugd, en de warmde vlijt en ijver waargenomen, alswanneca; 
hij, zonder ooit te zijn gehuwd gsweest^ op den i augustus 
I623 door den dopd van z^nen wer^ainen post wieidt afge- 
lost , en in de zalige eeuwige rust overging. li%t volgende l^k* 
digt is door den Friesfchen Histojiefchr^ver en Hooglera^ 
E. VfbxsEMVJS, ter zi]nqr nogedagteoiji vervaardigd. 

Efferat ingenuwn priscé natura kporky 

Memidem laudet Gracta culta fuum. 
Suavifonos Teüs moduletur Anacrtm iznes, 

PijtJiia Thebanis Pindarus we tvna. 
Hoc uno yeteres agnw!t Frijiü GraioSy 

Hoc tma voluit J\Mda Pelasga hqui, 
Patriay da ycniam, mutavit Gracia fedem^ 

Et lijrici nobis jam feriere fales, 

Ipfehalven nog ene ladjnfe Redevoering, heeft onzq Arcé- 
liL's in 't licht gegeven : ^liani ff LspNis Imperatoris TaSi' 
ca, cum nova veijionc. ^ enimadverjionibus , Lugd, Bat, 1 613. 4^0. 
-"*-— Fr. Sweerth^ Atlten. Belg. p. 678. J. F. Foppens, 
Bibl, Belg, p. 1094» E. L. Vriemoet., AtJm. Frif, pag, 127. 
C Saxi;^ Onomast. liter. Pars IV. p. 166. 

AREMBBRG (JAN * va» LIGNE Craav van) , werdt ia 
1549 ^^ plates van don overleden Grave vim Buren, tot Scad<« 

boir- 



AkEMBERGi tJAl^ Vaj* LtóKE Qmv va») 301/ 

teudér bvér fHesland^ O^fe^'sfel eii tkmingeh aan|eJ&l4. Hl) 
Weigerde in het Verbond dér Edelfen deel tè nemfen. Willende 
l)eneveïis enige anderen, stig noch voor de ene noch VoOJ- dO 
lèndere zijde verklaren. In 1565; wierdt aan hem beneveni 
den Graav vaiïMe'genj dbor de Landvoogdes het bevel over '^ 
leger toevertrouwd. In Friesldnd wfet hij In 1507 uit te Wer- 
ken, dat 'de openbdre godsdiénstoeffeningén der Dntoomifeli 
wierden geftaakt , en de fchaden aan kerken en kloosters vcJr- 
oirzaaktj te doen boeten bij verdrag; doch de inquifitie éli 
iirenge plakaten beloofde hij te doen ftilftaan-; dan mfen vér- 
trouwde rtogthans zo weitiig op deze bfeloftó; c!èt wél 70 Ede- 
len , die 't vérbond getekend hadden , nt *t fluitön Hn dit 
verdrag, naar -^m/ïetowj en elders de wijk namen. AREMBERohadC 
liun enen fehrik aangejaagd ■, door het doe vatten vin JaI^qj 
Van iLtENDAMj Gehèimfchrijvdr Van B^EDERboE, Hie fêderc té 
Brusfel onthalsd werdt. Met het Ver^ekbien van Gmingeni 
Voor den Koning, hadt hij la-iger wéik, zijnde 't Volk hier 
kriegel Van aart, en trots op de fterktc der ftedèn; hét gelukte 
hem edrst in junij, onder allélrlei glioipige beloften, die na- 
derhand weinig gerekend wierdeh , viét fendelén Duftfe knpg^ 
ten onder Blasiüs van VEOEfesHEiAi in de flad te krijgen , dit: 
meest' bij Onroomfön onibr dak géholpfcri Werdem ' In dit' 
ielvde jaarj wierdt Rij door dén Hertog vaA Al va iilet enijgj 
krijgsvolk naar Fi^ankrijk gezonden om deri Koning te helpen , 
die met zijne Onroómfé onderzaten^ wederom in oorlog g^i- 
laakt was , doch die in 't volgende voorjaar van t$6t té 
*% vernieuwen der vrede ^ te rug keerden. Nauwlijks Van dezcö' 
togt uitgör^ist ,^ wierdt Aremberö naar ' de Ommelanden gezoö^ 
deii, om GrkaV'LoDEXvVK van NassAü te bfeftrijden , ' dife heat' 
tterflond bij zijne* komst in de nabuurfchap win het klóbsttir^ 
Witte^verum aantastte. Hier Viel een vinnig gevegt voor, Waar 
in de SpaimJIsH meenden dë overhand gekregd:i te hebben; oök^ 
week GraaV- Ló'DEWYK terllönd na den ftiijd nz^ Sh^tArti' 
fJh vdoftS naar 't Itins te ïf^eddt. Dê Spanjaards '^Saéndd^ 
den vijand reeds Jlan 't vlügten' te hèbbeh gebragt, drongféS 
den Graav vah AiteikiBEitö <5m hem te vervolgem (Sraa\rlo- 

V 3 PB- 



310 ARENDS. (jMf) 

DxwYX verkondfchapt , dat bem de Spmgaarit (^ de hieleÉ 
zaten , Aelde zig in flagorde big 't klooster Heüigerlee, en viel 
toen de Spattnfe voorhoede , welke h^ geenen tyd gaf om zïg 
te fchaaren, met zijne ruiters aan; zij werdt baast in verwar- 
ring gebragt; twee hinderlagen door Grave Lodewyk, in de 
floten gplegd, floven ook onverhoeds op» trefiènde de Span- 
jaards in de zgden; Arembergs benden werden geheeiJi^k ge* 
ilagen; en hi^ zelv zig dapperlijk werende, (beuvelde in dei 
ftrijd 9 nevens verfcheidene boplieden en een aanzienlijk ge^ 
tal van gemenen. Deze bloedige flag, waar Arembe&g z^ 
graf vondc, viel voor op den 23 me§ 1568^ ■ Wag. VU0 
Bift. V. D. bl. 332. VL D. H. 208. 222, 223, 257. 273. 

A^JENDS QAN), geboren te Aïhmwrf was een der tetiix^ 
Predikers na de reformatie hier te lande. Hij hadt in idgn» 
jeugd bet mandemaken geleerd , bij enen Gerrit Alberts; een 
onderzoekend » braaf man , welke tle leer der Rmi^t kork 
verlaten en die der Hervormden (mibelsd hadc. Met grc»d 
kan men geloven » dat hg od^ de eerile geweest is, die zijnen 
leerling zo wel in *t een als in 't ander onderwezen heeft 
Arends tot meerder jaren , en door oefibning ook tot meerdet 
kennis in de lere der waarheid gevorderd zijnde, plantte ^ 
aangevuurd door ene warme lieEde voor dezelve , die wederont 
voort bl) anderen ; doch ia die goede werk wierdt b^ eerlang 
geiloord, en genooddrongen ten 'einde de baat en vervplgibg 
van Elbert Huk , Pastoor te Alkmaar te ontduiken , met den 
aanvang van het jaar 1566, die ftad te verlaten en elders ene 
veilige verblijfplaats te zoeken. Intusfchen was Arends ge« 
trouwd, en hadt bij zijne vrouwe verfcheidene kinderen ge- 
teeld; met dezen ballast vertrok hij naar £ainp«n, en leerde 
en predikte aldaar in *t verborgen. Hij verwaarloosde oc* 
feenzints zjjne Hdkmdfe broeders, maar kwam van tijd tot djd 
in die provintie ter fluik, om.de aldaar verfcholene belijders 
te troosten eri tot volftandigheid aan te mai?en» Door •enige 
jfm/ieldammers^ bij welke hij bekeend was, verzogt geworden 
zijnde te predijsen, deedthij zulks bet eerst op den 14 julij 



t 

èi^d^; tb Mooin,' vervolg^nè ^g^é h^ het ëvini ijDitÉft Ë^Hé 
jgbboorteftad , en op *t laatst van die miuind te jhifiekbmi i bui» 
, tien de Hcutdenmerpmt \ op dé togenaamdé XietvM* • Nd dat 
l)g den 4 iügustüs nog eens té Buikjhot, en öp volgandé (U^jkii 
elders in NmdJiollénd gepredikt h^t^ wist raèh bèm over té 
halen ^ om 2ig aan dè Jmfteldêi^e gbmeénte te verbindéa^ 
die het reeds gelukt was obi in twfee kerken te nidgen pfibdii* 
ken » en hem tot hkrén gbwonen Leraar te benoèpeni irt/tlé 
jroepitem hi} ook eerbiedigde; waarlijk ene grote eü ipnderllfll^ 
ioinwen teling Van gebeurténisfen» Want weinig tijds te yi^tb> 
'Was 'er door de lR.egering van die (lad^ nog 6ob guldtn$ D(t 
ftijn lijf s^deldl Dtkrh mbt dit al, TJiras dit liiéugligke voohril 
Van zeer korten- duur; want in het volgende jattr, keirdtt dt 
kans zodanig tén zijnen nadele^ dat hij benevens ftnen ^rtËt- 
Tius^ vèrpligt wierdt naar Èmbdm te vlieten , io wtlke ftbuiJ* 
plaats zij wel ontvangen werden; In 1572, beriep meO \ittA 
tSe Ahmar als Predikant; én in hét volgende Jliai: was hij} Pne* 
fes van 't NmdHollandJche Sijnode, ën overleed op den eS AU^ 
gustus 157^; t^ijl de ftad èSox dè Spaayihdm belegerd WA^ 
Arende was géén man van diepe geleerdheid i £eo^»tl«i4 
in taalkunde , of viije wetenfdbappen ^ docb o|U de afihtb^tir» 
beid zgns wezen, ^jne nedrige godvru^» en de kk9Q eij|ne): 
xinfpreuken > ten hoogden te achtem Op hfet uitsrflse. ligBiQj» 
de, en de alarmklok horende, badt hij benevens SBJjD buU^ 
Jsezin Gob imet gevouwen handen , dat b$ doch AOallMt, 1Hg^ 
vaderdad, den>Vjj^nd niét mogt tb plunderingen ^verwoesting 
bvei gevend m^ liever voor de Gelovigen en Godvrugtigen 
aldaar ene hutte behouden. ■■ Braio)^ Hiflr, étrÈ^^/fm" 
^^hJX Gé Bt>0MKAMP, CêJcJu vm Jlkmaar^ bl. t90« a4p. 

ARENbS (tHOkAS), eéh fiedetduicgéb Digcftr, atd ^000 
fcijne ifraaijé vinding, manqelljken rijmtrant en verbivftdiekl 
van fU^l i geenen geringen lof verdiend, en door zijne tcmeel*. 
fpelen , zig eén nsiam dié nog ftand houdt» gemaakt beeft* Hi| 
wèrdt den 6 julij i<552 te Jmjleldm geboren , uit gKriQ($e dodt 
eerlijke ouders^ zijnde zijn. vader vsaiKampm^ei^ zi^ DiCMi?: 

V 4 ^ 



grt { AR1AANSZ*'(DIRK> 

der vm Kéidm afkoinftig. Door hunne opvoe(fi!ig , efi ^#* 
Aanfporing van zijne meesters» inzonderheid van enen M^e- 
Jaar li Buku» op wiens komptoir- hg bediende was, kweet hi$ 
aig met ijver in zijnen pligt; ook wist hij zig. in de gunst van 
enige voorname lieden, en onder anderen van den j^mfteldam-' 
fm Bu^cmeester Johannes Hudde te dringen, die hem na de 
dood van lk Blei^, deszelys Makelaarsplaat2e bezorgde^ H^ 
hier door pp zijn eigen wieken dravende en een goed beflaan 
bebbende» b^n in zi^ne (bippeniren ,. z^n aangeboren digt« 
veimogra te beoefibnen , en leide zig inzonderheid toe op bi]*» 
belfe en andere ftigcelijke onderwerpen , welke onder den ^tel 
▼an JPtengdpoQS door de bezorging van Matthsus Brouk^ 
mus VAM NiDBK in 1724 2djn in *t licht gegeven; ook beeldt 
de h^ opaanzodc van z^nen b^unftiger Burgemeester Hudde^ 
bij zekere . gjelegenheid , de hatelijkheid der dronkenfdiap met 
▼rij levendige kleuren in digt af* De kundige Pei^ sdjnen digt- 
lust ontwaar wordende , vereerde hem met zijne vriendfehap^ 
hier door genoot hij niet alleen veel nuty maar werdt ook tot 
aiedelid vaii het Kunstgenootfdfap, bekend onder de zinfpreuk 
Nil wAentüms é^daum , aangenomen. Daar door geraakte A- 
BENDS in- ftaat » om den r^ten waren ftand en houding van 
•en digtftak, wel te leren kennen. Hg heeft bebalveh zijnd 
JBrtgeffg^/ ' verfcheidene Treurfpelen en een of twee Bli^- 
^len gddigtï; en overleed in. het best van sojn leven, in het 
jaar 170Ö. -— Wagen,, Béfchr: van Jmjl. XL St. bl. 3^3^ 

Be* vsin 'Nidsk, B&rigi voor zijne Mmgelpoixij. . , .. . . - 

• • - . . . 

ARIAANSZ. (DIRK), Burger te Dordrecht, kogt op den 
2$ rney* 1500, van Klaas de Jaeoher, een vat zout, vckmt 
vn en een halve ftuiver; van Jan Krynen een vat tarwe, voor 
Tn en oen h^ve fhiivér; van Hendrik. MicHiELZy een vat 
hiver voor n flruivers en v duiten; van Neeltje- in ^eKlok,- 
een iloop w* wijn, voor enen braspenning^^. eiadejijk, een - 
vette goHf, voor IX duiten; 'maakt te ikmen xx ftui^ers, , > . ■•• 
Enkel om de fondèriingheid van zodanig goedko^n prijs-, plaAC« 
aen wij dit, .uit M. Bkusfiy Befchr. rm Dordtfcbty bl. 805. > • 

^ . ARIAS 



iÖuAS kÖNtANÜS. obenediCtü^. 4ïj 

•^ARIAS MONTANüS (BENËDICTUS) , een der gelcert 
de Theologanten , welke Spimje immer heeft voortgcbragt; Iee& 
de in de XVlde eeuwe. Schoon geen Nederlander zijnde, maak 
ik hier egter gewag van fiem, doordien men wïl, dat Vargas, 
lid van den Bloedraad y wel eens gebruik van zijne pen maakte, 
om Hukken te ftèllen , 'tot meerdere benauwing van de onge- 
lukkige inwoners onzer gewesten. Arias was geboortig vau 
'Trexevaly een Hórp in het bisdom van Badajoz. Hij was van 
edele doch onvermogende ouders geboren^ die hém zo tüsi 
fiunne magt toeliet, aan de ftudié hielden, waar toe verfchel- 
den vc)orhanie lieden te Sevilléy milde handreiking bijdroegen J' 
ook nam hij in kortdn tijd ongemeen in de kennis der letter- 
kunde tóe, begaf zig vervolgens naar uélcala, ftudeerde nïcC 
alleen iii de Godgeleerdheid , maar oéfféndö zig óok nóg ver- 
der in de aan hem genoegzaam reeds bekende latijnfe, jgriekfc^* 
hebrceuwfc, chaldeeuwfe, ^rife en arabife talen. Hij reisder 
hier 'op door Italië y Frankrijke Duiischland , Nederland en Eti^ 
geldndy en maakte zig mede kundig in die verfchiUende vótk- 
i^raken. Vervolgens wierdt hij Ridder van de Géeaelijke ófdèn 
van St, jacob, en daar na Priester /en verzelde deh JKsfchop 
van Segovie naar het concilie van Trente, oji welke 'kerikVerga- 
dering hij veel lof verwierf. Na zijine terugkomst , btfgaf hg 
2ig op een vérmaaklgk lustKuis nab§ ^racena in hét gebergCff 
van Jndalufie , alwaar Hij zig enkel met Huderen onledig 
liiéldf; dan Koning Fitós üi* IL, lokte hem uit dtt eenzaam 
verblijf, hem met den irbeld belastende, om een' nieuwe uft- 
gave van den Bijbel , ingerigt naar die van Alcaia te vervaar.* 
digeii. Amaé nam dit werk op,zig, en bragt het ook geluk* 
\a% ten einde, niettegenfkiande.alle;tde hindentisfen die hein> 
in den weg gelegd wierden ,. en waarom hl| zelvs in' de ver* 
pligting ra^te, ene reize naar Rome te doeii, ten eindê zig bid- 
den Paus te verantwoorden. Bij zijne terugkomst,* boodt Fiuïs 
hem een Bisdom aan, doch hij weigerde zulks,; en ftierf c» 
Sevük in 1598, volgens zijn grafTchrjft ruJm.Jo.jare».<wd; 
fchoon NicoL. AirroNTp.. zitnen dood .ft^lt jop ,de«n, ^'unij 
1611. IJiy heeft verfchpWene werken, in de Ijitynfe taal go»: 

V ^ fclirei^ 



^i4 AkËÉL (Uam vói) MxEL (ÓkYidAN Vü») 

ÜbhievcQ. ■ ■ ■ Sl^oHDAlni In jÊrmaL N* AjEmHn^ JyWihjb 
«^poo. Wagxn. » Vad. Hifi. VL D. bL J13. 

ARKEL CfliTCTi VAN), agn van öuds her, onder d3 woN 
- iiaamfle en magcigfte geflagcen vsui Holland bekend gpweeit '■ 
uitmuntende in pragt en rpdam; doch teSiens ook in trotsheid 
en hoogmoed, waar door z^ voor niemand wilden zwigten* 
voorts dapper, doch te ge 'ijk oorlogzugtig. PöNTAjms, melt 
ding msikende van den dood van Jonkheer Willek en zijnen 
vader Jan, laatften Heer van Arkbl, nè^: „Men gblooTde 
^ dat 'er in DuitschUmd nauwliyks vcrmpgender HerMi in tijde- 
„ lijke middelen waren , dixi de Heer van Aiml ; wint zijne 
99 inkomflen bedroegen jaarlijks Z3600 rhijnfe guldens , waar* 
y, lijk ene verbazende fomine ih d.e tijd, daar Ug gerekend 
i, 500 oude fchilden, die hij vad zijn Felüivjché iktidéH ttok, 
^ en 600 dukaten jaarlijks uit de bank Hn t^emien} dié hij te 
j^ jintwerpat ontving." Béhalven dioi Heerlijkheid Arkel, bet 
land van dien naam, met de ftad Leerdam ^ jlsperen en Hage^ 
fleim bezat hij nog in Frankrijk, het hertogdom &r, in ^oi 
hmd en in ZeeUmd^ aanzienl^ke goederen. ■ Wij zulleri 
ons vergenoegen, met de voornaamflen uft dit ge/lagc aan on- 
te ioi^ers te doen kennen^ voorts dé zodanfgen die belang 
fiellen, om van dit reeds toot lan^ ultg^rven geflagt ene 
vollediger kundigheid te erlangen, verwijzende naar de uitge* 
breide gedagtiijsten, welke van déze familie gevonden wordenl 
b| A. Ferwerda, Nederlands Ge/kigt', Stan^ #9 tVapehboek, 
L Deel. 2785^ 

ARKEL (tiEYJVÏAf^ van), werft door I^ontus {feuTEite^ 
6n anderen , gehouden voor den eerden Heer van Arkel ; z^ 
zeggen, dat hij uit ffongarijen in H^land gekomen, en een dap' 
per held geweest is| daar bij voegende, dat Dirk de II; 
Graav van Holland^ hem bet land van ^Men dat van Leer^ 
dam f uit aanmerking zijner dienden, gefchonken heeft A* 
Kemp, en anderen willen, dat een van HeymAns voorzaten^ 
Jan genaamd, wel 200 jaren voor de aanftelliftg der Holland* 
fir Grayen^ de eerde Heer van jirkel was* i>eaé zou, ingevol- 
ge 



gb de gffcbiedv^halen, in 641 éD 642» ten óitnBetÈn Z)a« 
^9EtiT der Franken Koning , onder het beleid van Pipyn vai< 
Herstal, Hercog van Braband^ in de Nederlanden gekomen 
zijn, de Friefën hebben helpen overwinnen j en het k^^^ted 
tViltenburg (Utrecht) innemen, en zöü Oagobèrt hem, teat 
beloninge hier van, een grote {beek Jands, tusTchen de JLék 
en Waal^ aan de rivier de Linge, in eigendom gegevea 
hebben; op welken grond bij ene Kerk, in plaats van deu 
Heidenfen Tempel aan Hercules gewijd^ zoude gefllgfe héb* 
ben, en dasü: door de naam vsm Jrkel ontilaan zijn. Dat 
verder enige jaren da»- na, de Friefen, Denen en Hoommnen^ 
met hunne invallen^ die Kerk, Slot^ en andere goederen vaa 
Jlere Jan zouden verbrand hebben; door welke verwoesting^ 
gemelde Heer Jan genoodzaakt was geworden, de ylugt naail 
Frankrijk , en zijn verblijf te Fierepont te nemen , alwaar hi| 
overleed , nalatende een zoon , Heyman genaamd , die al*> 
daar mede overleed, en een zoon Jan genaamd nalieé; welkflf 
Jan aldaar een vest en (lot liet bouwen, dat door enen Brak- 
ciON verwoest werdt; om welke reden y hij door Jan werdt 
omgebragt. Bxancion, een broeder hai den Hertog van Bar, 
«n dus van koninglijken bloede zijnde, vondt zig genood< 
2aakt uit Frankrijk te vlugten, en na veel omzwervens b^af 
hij zig naar het toen woeste en onbewoonde land van jfrhel^ 
alwaar hij in 694 > de vernielde kerk deed herbouwen, om 
welken tijd, men zegt dat hij overleed, nalatende enen zoon^ 
Heyman genaamd. Deze Heiman ^ die ter vrouwe hadt T»* 
CLA, dogter van Wolbrandt, zoon van den eerften Heer van 
tgmond, diende allereerst Pipyn, daar na Keizer Karel itESi 
oroten. Enen bogen ouderdom bereikt hebbende , werdt hi§ 
in 783 , in enen flag aan de rivier de Elve , tegen de on» 
gelovige Friefen, gedood. Bij gemelde Tecla, teelde hij eea 
zoon Jan, die in 818 door den Keizer tot Biirgtvoogd^-werde 
aangefteld, en overleed in 856. Van dezen bied" wederom, 
een zoon na, Heyman, eerst Hoveling van Lodewyk den. 
codvrugtigen, en daar na Kamerheer van den Hertog vaa 
JUtJmringen. Bij zijn overlijden, bleven van hem na twee zo- 
nen. 



^ii Akkël. (iAN VAN) • 

hen , f opk> of Fowö eh jAïi , die zijrién vader öpWlgde ; fi^ 
feeuvelde in een véldflag, die gehouden werdt tUsfcheri Loh 
t)EWYK DEN IV, Kdnïng van Frankrijk^ èn Keizer Hendriié 
1)EN vooELAAÉ, om het bezit van LotJiatingeriy in 035.' Vari 
dezen Fóppo blöef na Heyl^an, volge s fommigén de ecrllé 
fieer van Jrkely die mén wil dat ook iti diefist geweest is 
Van Keizer Otto den oftoxEN , die hem mét evAg volk naaf 
tJederfaxen of OostfHesliMd zónd^ öm'met Tieleman, Land- 
voogd van dat gewest, hu het hedendaags PtiesUmd te bc^ 
ffieren. Daar zijnde, (fchaakie hij de dogter van' geineldéu 
TiELEïilAN, SiLLA of ÖTLLA gcnaauid , h^ met hiar de vlugé 
iaar Holland ^ en trouwde aldaar. Dirk de II, Graav vkn 
Holland f maakte hem volgens énigen tot zijnen Hcrfmeeistéri 
en hij b^iftigde hem op riiefuw m^^t zijne voorooderlijke goe^ 
deren. Zeer waarfchijnelijk fti'erf hij in ö9<5, nalatende Pop^' 
fo of Foppo en Dodo , van welke laatfte men wil , dat de 
geflagtcn van Dalem, Gellekum, Sevender en Haéftên^ 
2ouden afkömftig zljnj 

ARKEL ÖAN van). "W'é vinden 'er met mïndér dan 17 
ran dézen naam, tot dit geflagt behorende; doch zullen al- 
leen van den génén melding maken , die den BisCchoppelij^ 
ken zetel te Utrecht heeft beklommen. Door den ,arftand vsn 
Nic. Capütius, werdt Jan va1« Akkil, die ten groot voorftan- 
der in Paus Clemens Votfdt, fchoori nog zeefjonfe zijnde, iri 
1342 het hoofd der Ütrechtje Kerke, ordende vervolgens tef 
Eome gewijd , èn Aanvaardde in het volgende jaar zijne waar- 
digheid. Het was een oorlogzugtig en tefièns dapper mensch; 
Zijne eerflé overwinning behaalde hij, in enen veldHag, ojf 
Heer Melis van Mynden, en daar ha op dé Hollanders bij 
SckmJioven ; al den buit dien hij daar door békwafei , gebruik- 
te hij tot aflosilng der fclrulden, door zgnen voorzaat JaN 
VAN Piest gemaakt. Ook- nam hij Weesp en Muiden in ^ éti 
gaf de beide ftéden ter plundering oVer. * Daar na was hij bè- 
dagt op de verfterking en benluring van Hatdenberg en Rheneri, 
dat hem wel gelukte. Intuüfchen losté hij ook voor 60000 
rijcters de ]irovintie Oyertjsfel, en Vredeland voor 7000 pon- 
den. 



. ARKEL. ÜAN-vam) gi|. 

||<jn, Hij kogt de Heerlijkheid en 't Huis te Lage , fchpon het 
}\fm, toen de tij4 van betalen verftreken was, iaan geld man* 
gelde, waar uit vele moeilijkheden ontftonden. Oudewater 

• 

lïam hij ftormqnd^rhand in , en deed het na ged?me plupdering , 
i^arbranden, Overijsfel bevrijd hebbende, beniuurde hij de 
fi:hans Arkeljiein^ ,^n flegte hqt roofn^S;t of kasteel Satersloo^ 
daar na bedwong hij di^ van Stellingwerf ^ en g^f hunne goö^ 
dei en d^n krijgspan tqn roof. Na deze en andere verrigtingen, 
geduj-pnile een beftier van 22 jaren, maakte de Paus hem Bis- 
fchop van Luik in 13^4 > alwaar hg na een veertienjaiig be-^ 
ftier in ^378 overleed, wordende zijn lijk naar Utrech ge- 
voerd, en ip de Domk^k bj^ zijne zuster Mabelia, bcr 
graver), 

^ Het getuigenis van den fcundig?n Schrijver van het Batavuk 
Sacray 11. D. bl. 33 , ten aanzien vap Bisfchop Jan van Ar- 
THEL, beftaat in het volgende: „ Dat niemand der vorige Bis-? 
,, fchoppen 20 dapper in den oorlog is geweest, noch geea 
van hun hunnen vijanden zo dikwils welgewapend onder de 
ogen gezien heeft, noch gQen van hun het geluk 20 wel 
„ gediend heeft." Ook n?aakt hü gewag van Boeken die hij 
zoude* gefchreven hebben, maar niet meer zijn te vinden» 
Verder, dat hij onder anderen Masthroek, een inoeras qmtrenC 
Zwolle, heeft doen bedijken, en aan zijne Kerk nagelaten^ 
fchenkeode de helft van de tienden, ter ere van den H. Lï^ 
luiNus , aan de Kerk te Deventer. Ook dat hij aan die van 
UtrecJity het voorrecht b^ft gefchonken , van niet buiten het 
Stigt gedaagd te mogen worden; het gene egter, flegts ene 
bevestiging was vjin een voorregt, aan die van 't Stigt dóór 
Koning Willem iis Graav verleend,. 20 als het naderhand 
door Keizer Karel den V, verder uitgebreid, en door Paus 
Leo den X bevestigd , en federt ftand heeft gehouden, gelijk 
bewezen kan worden uit twee Publicatien van 1677 ^n 1702. 
Zie hier ten flotte de loffpraak , waar mede Willem Heda 
hem bewierookt, deze noemt hem: „ een man, beroemd wo« 
if gens zijne vroomheid, deugdzaamheid en kloekmoedigheid,^. 
>»Mie, fchoonhij altoos ta de wapenen was, egter altoos naar, 
1 - * \, den 



99 
39 



|i8 MKE^. (KORNELIS van) ARLIMfDR- 

y-y den vrede haal^te, en de fchulden voldaan hebbende^ d# 
^, vervallcne Kerk wpder de^t opbouwen , en dezelve zo wqt 
„ als de Kloosters , doordien hg do gelcerömid beminde , me? 
^ fchonc Boeken voorzag; dat.hij milddadig teg^ns zijrc vrien- 
„ den , pn een getrouw helper voor de deugdzamen Mras ; me- 
'^ dedogend omtrent de armen; ijverig in geregtigheid; ge^ 
^ ftreng in 't (hafloen ^er ondeugden; betragtende, zelvs in 
g, alle zgne t^enfpoeden , de det^ als het beste ileraad des 
^ adeUoms." i ■ J. de Beka ö* W. Heda , de Spisf, IJltr. ^ 
ttsm fiotis BucHSLu, Ultr. 1643. pag. 242 &Cf 

ARKEL (KORNELIS van), Remonftrants Predikant; in dei> 
Briel^ tp Delft, en laatst te Rmerdam; geboren te Amjteldam^ 
den 3 odbober 1670. Nog in zijn eerAe kindfp jaren zijnde, 
kwam hig met zijne ouders in Rmerdam wonen, daar hi^ de 
Igrondpn l^ide van talen en wetenfchappen , onder Johannbb 
Stlviüs, toen Rector der Erasmiaanfe fcholcn; vervolgens 
5J9erdt hij naar Jmjieldam gezonden , om zig in de philofophio 
en talen , en voorts in de godgeloertheid te oefiènen , waar m 
Ug eerst Jean le Clerq» en daar na Fcli? van Limburg f 
mannen van ongemene geleertheid, tot meesters hadt. AI$ 
predikant bezat hij vele voortreffelijke gaven ; ook was hg zeer 
bedreven* in de oudheden ; en in de digtkunde, op vor^e na dcü 
ininfte niet van zijnen tijd; ^ier door hadt hij gemeeni^sune^ 
omgang met Francius, Broekhuizen» Vollenhove, Moo.« 
SEN» deBnANDTEN» en meer anderen zijiier tijdgenoten. £>• 
uren die hem van zijn dienstwerk overfchoten, befleedde h^ 
met het vertalen van vele voortrefieKjke iati^nfe werken; ook 
beeft hij vervaardigd een zeer fraaijen druk van Marc£llus 
Faukgenius in 1722; eindelijk ook in het laatile jaar zijn'a 
levens , de Pfalmen van Pieter de Groot , en de Dlrfwerkeh 
van S» VAN Geel , in 't licht gpgeven. Hij ftierf op den 2^ 
feptember 1724. 

ARLINDE, Abtdisfe van Bennebroek, was de zuster van 
Graav Dirk den it ' Gelegienheid tot hel filgteii van genoem- 
ét Abtdije gaf een bloedig gev<pgt» dat tusfchen dien Graaf. 
fax ét Friefen in de liabighêid van de (tad lèydenyen juist ter 

plaat- 



ARMENTERpS. (THOMAS) ^ BI» 

|IIafttze, ii^zx n;|derh^nd het Nonnenklooster te Rijnshurg 
gcftigc werdt, voorviel. De Friefen kregqn de nederlaag, eü 
werden genoodzaakt zig dpr regeringe van Graav Dirk te on- 
derwerpen. De Graay ftigtte federt ene Kerk op de plaaczq 
des gevegts, bij welk^ in latere tijden een Nonnenklooster 
gevoegd werdt, ook deedt hij de vermelde Egmondfe jibtdijc 
•erlang van (leen herj^ouwen, in dezelve Bmedïktijner Mon« 
nikken, in itede der Nonnen, plaatzende, alzo d^ laatfleni 
te veel hloot ftondcn vcor den overlast der Friefen. Zij wer- 
den naar Bfinnebroek ov^ébr^y en ^^rerden i^ld^ar onder op- 
zigt van gonoen^de Ae^nde gpfteld, die egter geen nieuwe 
Nonnen mogt aannemen, waar uit gevolgd is^ dsLt hot Bermen 
hroeks klooster, na verloop van enige jaren geheel is uitgeftorr 
yen. Onz^ Kronijken hebben niet net aangetek^d, wanneer 
deze gebeurtenis is- voorgevallen ; doch men fchijntze in deq 
aanvang der«regeiinge van Grave Dirk den II, te niöetea 
plaatzeii. — ~ Wag. Fad. ISJi. II, D. bl. 115, 116. 

ARMENTEROS (THOMAS), een Spahjaan, is geweesf 

Gebeimfchrijver van Margareta vak Parma, Land voogdesfii 

der Nederk^iden. ^ In augustus. 1 561, wierdt h^ door haar naar 

Spafije afgevaardigd, met last pm aan Koning Filips, een wijd« 

lopfg vertoog te doen van de klagten der voornaamlle Herea 

over den Kardinaal Granvelle, en van 't antwoord 't T/^lk 

de Landvoogdes 'er op gegeven hadt. Hier bij moest hij voc?- 

gen : „ dat de Karsaai niet veilig in 't land was , alzo Eo- 

,, MOND aan haai*, onlangs verklaard hadt, dat men 't hem 

^ danken moest, dat Graitvellb nog leefde; doch dat bij de^ 

„ ze zorg voortaan, 'harer Hoogheid overliet, aan welke big 

^, betuigen moest, dat de Kardinaal, geen uur zijn's levens 

„ zeker was.** Ten belluite moest Armenteros den Koning; 

te bedenken geven, of *t niet geraiden ware, Grakvelle van 

't bewind der regeringe te ontdaan, en hem uit het iand^ttt 

doen verkasfen. Men wil dat deze fnaak Armestteros , door 

ongehoorde w^n, veel gêlds van de Nederlanders beeft weteo 

af te persfen, en daar door een fchat bigeen Ce fchrapen* ■• 

yrJsQ. Fad. IBft. VL D. bl. 87, loo* 

ARMI* 



^%m ARMINlüS. (HERMAN) 

ARMINIUS (HERMAN), pen doorlugtig en ftouttnocdff^ 
reldheer der Cherufcen , die tusfen d^ Wezer eq de Elv^- 
woonden , was een zoon van den voi:£t Seoxmer, ^n heefc den 
Tcemrqken n^am, vanbefchermervsin de Daij/c/iie vrijheid, door 
^HQ manmoedige krijgjsbedrijven t^n de Rmdnm^ verkre»* 
|gen. Hij is onder hen opgevoed, en heefc hun goede dienr 
fti^Xï gedaan , waarom h^m ook Keizer Augustus hec Roofnfc 
'burgerregt, en de ridderlijke waardi^eid gefchonkei? beeft^ 
Doph als QüiHTiLiüs Varus uit Sijrie koipend?, ^n gewooö 
^ Oosterfi volken üaafagtig te handelen, tot Romeinfei^ 
Stadhouder» in de Duit/e wingew^ten aan den Rhijriy door 
Augustus was aangefteld , kon ARMmiys niet dulden , dat dek 
ze nieuwe Landvoogd, de viijh^idminnende Dukfersy op den 
ztlvden voet , als de flaafagtige Azkstifs Volkeren zou handel^, 
Armuhus dan, die tegen den viijborfligen aart der Dttij/èrj, in 
de listige en flinkfe ftrpken der Romeinen ^ toen ter tijd gebrui* 
fcelijk, wel moet bedreven zijn gewekt, wi^t zig van het aaov 
wasfende misnoegen zijner landlipd^n zp wel to bedienen , da( 
luj hen in 't geheim aanfpoorde, om de Romein/e dwingeland^ 
ih hunne gewesten uit te roeijen, en hen ten dien einde riedt 
lot het aangaan van vaste verbindtenisfen onder elkander. lOf, 
tusfchen gaf de vertrouwde en g^egnzame omgapg van Ak- 
l^iNius met Varus, h^ bekwame gelegenheid ^ om alle da 
aanflagen van Varus te (sefpied^p, en aan de hoofden van de. 
zaamgezworene Duitjers te ontdekken, onder welke de vei;- 
jnaardfte waren, Arpus, Hcrtpg der Cmm^ de Hcrtogc^n ea 
Vorften der Cliasfuariers ^ Dtdgibiers^ Bojij Oiaucen en Bn0er 
ren; en fchoon Segestes, het hoofd en vorst der CJtasfuaHers 
en DuigilierSy deze zapienzwering van Armijjïus aan Varus ^ 
Jiog in tijds openbaarde, zo wa^ Varvs toch m^t Armiiou» 
xodanig ingenoinen, dat hy in het minfte geen agterdogt tegens 
hem opvatte, en aan d^ ontdekking v^n Se^gestes geen geloof 
flocg, maar integend^l Arminius te edelmoedig achtte, dai\ 
dat hjg met zütk een fchandelijk verraad zou aangefpannen heb* 
Tien; intusfchen wagtten Arminius en zijne vcrbondelingen, 
flegts maar naar ene bekwame gelegen{2eid> om Varub en zu- 



ARMINIUS. OSERMi^ $%t 

^pe benden te yer/agen en te verftroijen. Om dit te bevordé- 
jen y .moesten de volkeren aan den Wezer in fchijn t^ns 
de Romevten opftaan » ten einde Varus met zijn leger wat 
dieper in 't I^d te lokken. . Viutys trok ook op aanra'^en 
van Arminius en Sigimer, teg;ens deze volkeren op, maar 
cauwlijks was hi) met zijn leger tusfchen den Eenu en de 
t^pe. gekomen^ of Airminius en Sigimer met hunne benden 
de Romeinen zagtfes volgende» en hen In wouden, bergen, 
valeljen en moerasfen als *t ware verftrikt ziende, vielen 
loen zelvs verwoed op hen aan , en de Romeinen door de on- 
gemakiijkheid van hef flagveld, waar bij zig nog een zware 
jftormwind en piasregen voegde, waren niet in flaat, om hunne 
ruiterij van bogen voorzien te kunnen gebruiken, noch hun* 
De gelederen gefloten te houden, en wierden dus door Armi- 
liiys omfing^U en aangetast, en na een lang hevig trefien» 
dat dri<^ dagqn duurde , al te famen doodgeflagen of gevangen 
genomen.. Varus en de meeste, hoge bevelhebbeis , zwaar 
l^wens^: doorftaken zig zelv*! Volubcnius, de luitenant 
i^an. het Icigfir van Varus, met een gedeelte van de Romdnfe 
sultenj^, naar deniU^» willende vlugten, wierdt mede van 
ie Djuf^frs ^BgjexhsiM en doodgeflagen; Lx)ciu& Aspkenas is 
het alljB^p ^pfur, dq duisterheid des nagts begunftigd , ontvlugt» 
jpe Duitfers tnaakten in dezen flag gebruik van lange fpies* 
ièn en knodfen, ten einde der Romeinen vaardigheid met de 
^waarden ^ ontduiken. Onder den kostelijken en groten 
buit dien de Duitfers veroverden » bevonden zlg oo)^ twee 
gouden Arenden, en een derden vonden zij ui een moeras on* 
der de ftruiken verborgen. Het getal der gevangenen waf 
ook nief gering. De ei^ntlijkt plaats daar deze voor de Ro^ 
minen ,20 noodlottige veldflag voorviel, is het Dnisburgfe 
vwidt tusfchen de Ëems en de Uppey in het bisdom Pad&rhöm^ 
niet verre van Detlmolt eertijds Teucoburgum genoemd , en 
bet kasteel Winmburg. Tot op dezen huldigen dag noen^t 
men deze plaats i^og het Wmmweldty en niet ^Idzaam woi* 
den daar nog wapenen en andere dingen den Rmeinen toebe- 
)»ord hebbend^^ ultgedolven. Deze gróte zege, wiar over 
X DxsL. 'X Au* 



kvamvs als wanhopendeV ^'Kerh'aÜng uitriep f Vare , Vin 
RE X t^dde mH legumes! behaalde Arminiüs 12 jaren na 
CnRïStV? g^boortp, en verlote d^ door zijn v^jderland vafa 
de dwingelandije der Romdncn. De hoofden d^r DuHfers 
haduen'nu wel hun oogmerk beieikt, van namel^t hèt mag-» 
tige leger der Rftnein^ te vernldén en te verftroijén , doch 
Arminiüs ?ijn plan w^s veel u|tgeftrekter; want hij beoogtic 
om alle Rmemefi weder over den Rkijh te jagen, Üiirin^ veV 
tingen te flegten , de bruggen af te breken,- en hfer door de 
gantfe heerfchappije 4er Romeinen in die gewesten , té vernié- 
li>en ; do^h Secestes, di^i te voren de aahgég^në verbind te- 
nicfen van Arminiüs met de andere Duit/e Vüirftcri aan Varos 
hadt ontdekt^ koos nu openlijk ,' uit haat'ï^ns'ARi«^imqB 
aangcxaiurd ^ om dat hij zijne dogter Tüsnelda ^^gens' zijnen 
wiWer hadt gefchaakt, en vervolgens öiet haar was gettouwd^ 
de zijde van de Rmeinm^ ^n verhinderde daar dctor vóór dlè- 
jnaal hunnen gehelen qndei-gang; want door zijéen-Mfftand-, 
wonnen de Romeinen no^ zo veel tijd, dat x^GEBoiANicaSi 
zoon van Drüsius, met één 'nieuw leger (pp flêt fpaêdigliBi 
konden afzenden, om hunne wingewesten en bondgönotcA, 
'onder welke SsGËSTEsde voornaamile was, te pzjidériteurièti 
én te befqhermen. Hierdoor kregen de - zaken 'öftigants 
anderen keer; want Germanicüs wistf door Halp- van SrcH-^ 
f ES, Tüsnelda de gemalin van Arbknius die zwangpr was*, 
^net hsiir gpntfen hofïloct gevangen te krijten, tn zondt ie 
naar Rme. Wanneer vervolgens FLAViüs,yijride een broi^- 
der vun Arminiüs, met be wil figing van GERMANiai, irfniorid- 
gefprek met hem raakt^, ten ^nde ware het ttiooglf^ tot een 
verdrag te komen, 't welkvrugtiooj afliep, en zij iriisno^ 
van malkander fcheidden, volgde tiaar op- iiï het jaar 15 de 
fag aan' den Wezer y Waar in ^e Duitfers,- de Rümeinfe nrf- 
teri| zodanig havenden en in verwarring bragten; dat zelvs 
het paard onder den Generaal Ceciija wierdt dpödgèftokeil; 
doch de DtHtfers al te vurig zijnde op rrirf. én plunderii^-, 
zo namen de Romeinen zulks te bate om zig te fierftellen , cA 
tastten hünfé overwinnaars op niéuw möt tóe verdubbeRAe 

-• * * ^ Van 



ARMlMTUS. O^COBtn^ ^ 

V$n moed aan ; waar van het -gevolg was , 3at^ «^"'fréëiS* 
tenten veel Völk fneuvelde , en de overwinning oiizffiBr 
Neefi De Kümemen werden hier door niet afgéCJirSt, mair 
daagden in het volgende jaar weder mét een nieiiw én talr^ 
leger op, dat zelv* met 'Düitfe volkeren van den* ZfewoöJS-, 
den Rhijn en uit de Nederlanden verfterkt was, •Hier' '^n^'^Sü- 
JMiNius niet tegehs heiland, maar genoodzaakt 'zig vooï'dïe 
verenigde magten met de vlugt te redden. 'Germanicüs koït 
Jiier na door Keizer Tiberius te rxig ontboden zijndfe , wiéöc 
liem de gelegenheid benomen om dezen oorlog ten vdtléïi % 
eindigen. Arminius hier voobdeel " niede zorfcehde t^'SoéS, 
doch wegens het voorzigtig bcftier dat GER»fAiücüs vobrzffn 
vertrek hadt beraamd , geen kans tegens de Rmeinmèwrvilhr 
de wagen, wendde het overeen anderen boeg, en bcgost dé 
Bondgenoten êcr Romeinen , met name Marabodos , den mag* 
tigen Koning der Marcomarmen', Zmben en Lmgoharden te bc- 
oorló^n,'^n lokte zelv5 die beide laatstgenoemde volkeren 
op zijne zijde ; "in dezen toeftand wierden de belde legers 
Haags, en Arminius bevogt ene volkomene overwinning.^ Dart 
*deze zegepraal waar door zijn magt en gezag grotelijks aan- 
groeide, fhrekte tót zijn ondergang; doordien vriend en vijand 
voor zijne overhcerfching bedugt, ""er onder den adel en het 
rolk vele zamenzweringen tegens hem wierden gemaakt, waar 
van hij ten laatften het rampfpoedig flagtóifer wierdt, zo dat 
hij op zekeren dag op zijn burg overvallen, In het jaar 21, 
het 37 zijnes oudei-doms deerlijk vermoord wierdt; na dat hij 
ene reeks van 12 jaren het bevel over de verenigde Dukfe 
legers als Veldheer met veel roem en onvertzaagde dappei- 
heid gèvoèfd hadt. »— — Tactt. j^tmal. 'lib, 1. & II.- Vell. 
Taterc. lib. II. Florus, lib, II. Sueton. in Augustby cap. 23. 
'ff in Tiherio f cap, 17. Pürstekbero, Monum. Paterhornenjia^ 
j). 21 &c.' 

ARMINIUS (JACOBUS), Hoogleraar in de Godgelem- 

•fcèid te Leijdeny is geboren te Oudewater in 1560, en eigent- 

lijk genaamd Jacob Hermans. Zijne oucfers w^reri' welge- 

©ene doch ^ter eerlijke lieden , van "den nuddelBtirgerfl^d ; 

X 2 zijn 



«^ ynAn im UsaMAir Jaoqpsz. een m^bmAeg vui kandi» j 
werk| en zijne moeder ^gi^lii^ Jacobs, geboortig wanDard^ \ 
flfit. N4 bf t overladen van haren man , hadt zij veel moeit^ 
pm 9(> ene eerlijke wijze haar beftaan t& bezox;g^n; dp^ zeU i 
^en Qj[}^3reekt het de deiigdza^nen a^ helpers , en di( onder^ 
v^^ deze hup^ vrouwe opk. Op dien tijd leefde in Ou^j 
P0Mr.| ^e door ons reeds vermelde JEmojus, I^iester ^ldaax^ 
fion mn bij alle zijne ft^dgenoten , oojl zijne deugd benundjS 
licze ntip den vaderlozen jpngeling, van wien hij veel goeds 
vetwagcte, ^t zig, en de^dt hem in de (cholen te Utredif 
Oliderwijzen ; welk onderwijs gepaard met de heilzanie venii%- 
ningga v^ zijnen voedilervader » reeds enigen f^laak voor dp 
.«eten(cbappei\ in hem deedc ontvonken; maar dessen zijnep 
Cweden vader j» verloor hij ^nige jaren daar na; dan oien d^^* 
den vopdt hij in Ruoolphus Snellius, ook van Oudewater gq* 
boortig» die de fbyl ontweken wsls om de wreedheid der 
^^ayaandeut en 'er nu een bezoek was wezen doen; deze dip 
zig te Marputg in Hesfen hadt neergezet , nam bij zijne tenig> 
reize na dat l^, pnzen jongeHng m^t zi'g; doch nauwelijks 
WA^ Arminius aldaa^ gekomen, c^ hij hoord^. de droevigp 
piare, dat de Spargaarden zijne vad^Iijke fbd geplunderd ep 
In de a&fcbe gelegd hadden 9, welke tijding vergQzeld ging m^ 
bet fchrikbarend vqrhaal , daf de bezettmg omgebragt , de Pr^ 
dikanten c^^hangen , en de. Burgers zond^ onderfch^d vaa 
geflagt of jar^n , over de kling gejai^gd -waren. Op dezp 
noodlottige tijding werkte de kragt va;i het blo^ il^kec, daa 
de zugt tot de wetenfchappen ; hij vertrok c^ weder u|t 
;Mairpurg^ met oogmerk om, naar den foefland van zijne moe- 
der , zuster ^n broeder te vcinemen , de puinhopen van OiJ- 
ikwater te zien of te derven; aldaar komende, zagen zijne 
ogen een toneel , dat zijn hart deedt bloeden , en hem ovei[- 
tuigend de waai'heid des verbaals bevestigde ; hij vondt zijne 
. meeste medeburgers en daar ondei* ook zijne dierbaarile pan- 
den, deerlijk omgebragt; geen banden hoe genaamd hetn di^ 
hier weerhoudende , keerde hij te voet naar Marpurg te ru^ 
. Toen vervolgens de yeiinaarde Hogefchool te Leijder^ w^ 

op* 



\ 



lil 



1 



iS 



4' 

1 



1 



I 



AkMiNlUS. CJACÓBÜ^ %%S 

hfg^rlgti ging hij op Mét eèrfle bérigt daar Vb^ ^^HMttis' 
te Rmerdam komende, ontmoette hij aldaar nog enige Vfttf 
tijne vrienden uit OüiewAer, als t)ök te Atnfhiiam^ die di 
woede der Spargaarden ontkomen, zig naai* die Heden bege^ 
ven hadden. De eerfle die hem in zijne benarde omftandig^' 
beid loiet r^y en daad ten dienite ttond \ was de beroemdt 
Petrus Bertiu^, en de twede Jan Taffiic; in welker gumt 
hl] zig dóór zijne akngeborené minzaa^eid , 20 diep wist te 
dringen, dat deze hem bij zig in htiis nam, en van alles ver*^ 
xorgde^ Hier liet dié brave Weldoener het niet bij) maar" 
:Bondt Arminius te gelijk met zijn' zoon naa): de nieuwe Aka'c 
demie; alWaar hij niet zo veel vctordeel de lesfen genoot vttf 
den vermaarden Hoogleraar Lambertus Danjkus, dat hij biiv' 
hen kort, boven ^lle zijne medeleerlingen uitmuntte; makend 
de zig tevens het onderwijs van allé andere Hoogleraren t»ti 
hutce. De hebii^uwfe taal leerde hij van RsimsKUt» es 
van de wijsgeren vondt hij het meeste 'finaak in Kamus» ja 
dièns lesfen bevlijtigdé hij zo ijverig, dat, fchoondie leerwij*^ 
2e, hem in 't vérvolg véél onaangenaamheden verwekten, 
hij egter genoegzaam een tweede Ramus Wierdt; bQ 's ïdmxA 
lesfen Voegde hij de vei-krijging der kennis in de vüf*- en 
^fierrékmdey en oefiende zig ter uitfpanning, in de digahmsti 
2ijne voomaamfte akademie-vrienden waren ^ Jamus GRurs-f 

JtUS , Rblbout HOGERBElrrS, ÜRECORIÜtS Benedictus vaiC 

Haarlem, én meer andere ihideténde jongelingen van den 
lelvden aart; allen in later tijd^ mannen van naam en ge^ 
teértheid. ; 

Dus fleét hij dén tijd vah zès jdrefi, en was toen zo verrd 
Ih zijne letteroefeningen gevorderd, dat men gegronde boqp 
voedde, dat hij ter bekWamér mé een nutt^ lid voor d4 
Kerk én duè ook, Voor de Maatfchappij zou worden; zulkl 
bewoog ook zijne vrienden en b^gunlligers, alsook BntQBi» 
lïieesteren en Kerkenraad van Amfi^dam ^ hem den Hoofülte» 
den van bet Kramers gilde aan te prijzen^ welke den jongen ^ 
ling onder hunne hoede namen, verzéld met de belofte ^ og» 
uit de opkotofién Vaii bun gilde, cot de veloekking van zijoe '' 

X i ver* 



3ltf AjmiNIXjS. GACQBUS) 

vericKft'-ftttdten de kosten te zullen beugen. Asicmias vot^ 
bond ^ig daarentegen ook bij handtekening, geheel en al aan 
den dienst van de ftad^ met belofte» om zonder toeftemming 
yaoi Burgemeesteren, zig aan geene andere Kerk te zullen ver* 
bcpadcn. Grotelijks door deze onderfleuning gefchraagd, ver- 
lustte hij den loop zijner fludien; én ter zijne verdere vol« 
makii^g, vonden Burgemeesceren van uénjisldam ïaadzaamy om 
hem ook mtheemfe Akademien te doen bezoeken. Ingevolge 
hier van, begaf Arminius 2^ in 1582 naar Getieve, ene 
leevfchool, ten dien tijde, w^ns de zuiverheid der lere« 
2eiir4 vermaard. Hier drpng hij zig wel dra in de gunst van 
T«; Bkza, wiens verftandige uitlegging van Paülus Brief aan 
ée-Rcmeineh hij vlijtig bijwoonde; teffens ook niet verzuimen- 
de^ de onderwijzende lesfen van Awtonhjs Fagus, Carolusi 
Pérottüs en anderen, te horen. Ook werdt aan dit Hoge- 
ichooly tusfen hem en Uitenbogaert die vertrouwde vriend* 
fdiapsband gel^d, die zij naderhand in de heviglle beroerten 
hier te lande, nog nauwer hebben toegetrokken; gelijk hij 
bier- ocdc nog andere zig daar bevindende Nederlanders^ als 
Niklaas Krombout, Abraham Busius^ Pieter van BREt>ERo* 
DÊ, Janus Crüshjs, Adrianus Junics, mannen die hem van 
wegen zijnen min- en ieerzamen omgang, ene opregfe eq 
fièidvastige vtiendfchap bewezen hebben , aan zig wist te ver- 
enden. De Redmeerkvndey naar de leerwijze vanRAMUs, die 
hij zo grondig verilond, en gevolgelijk een hard t^nftrever 
van die. van Ahistoteles was, leraarde hij op aandrang van 
UiTENBOGAERT, voor enige jongelingen op zijne kamer, dan 
dit verwekte hem bet ongenoegen van fommige der beiluur- 
der» van de Gemeffe Hogefchool , en bijzonder van een der 
Hoogleraren, zijnde een Spar^'aard en groot voorftander van 
/faosTOTELEs; die dan ook wist t^ bewerken, dat door- de O- 
verhdhd -het Jbouden: van afz^onderlijke koll^gien verbeden 
wierdi4 ■ ArmIMüs kwam dit verbod zo. vreemd, en hatelijk 
voor, dat hij het befluit vormde om Geneve voor enigen tijd 
Xf verlaten i en zig naar Jfl/y.t© f^egeyen; hier wierdt hij 
buitengötogcn "«^ ontvangt , «n ..vpn^t ruime gekgeoheid om 



iRMiNIÜSv GACOB^S) ilj 

^ tè oèifenèn^ doordien hét hie]^ dè gewdohtètvaS, dat ge^ 
durende de vacanden in den -wijnoogst, de bedrêvénib jobgc^ 
hogen lèsfen m de Ttiéolögl&'^v&i ^ zo om anderen ah Isig 
xdven. leerzaam te oeffenen; de zijne hield hij övér PAüLus 
Brief aan de Rmeinem Men vindt ^méld, dat hij 2ijn6 lésiiA 
zo gefchikt, zo gepaft wist voor te dragen , dat Profêsfoï 
J GKYNÉkis hém r.ièt alleen mét. vermaak hoorde, maar tefl8en^ 
bok zo veel vertrouwen in lijne bekwaamheid flélde, dat bij 
meer dan ééns zou gezegd hébben : laat mijn Hoilandet Vööf 
w^" aramordem Hier door geraakte hij aldöar Iri aodanige 
hoogachting, dat tóen ^hij naar Genei^e wilde té rug keren ^ dt^ 
ïheologife Faculteit uit eigen beweging én op gemene kos^ 
ten, hem den tijtel van JMter aanbood > waar voor hy égtejf 
heusfelijfc bedankte. •. . 

Bij zijne terugkomst te Genéve , vondt hij de gemoederen bé* 
daalder ten zijnen opzigte^ én hij" droeg ook wel naüwJföurig 
2org om ze in kalmte te houden , dobr welk verftandfg^ragi 
hij de aehting Van een ieder tot zig trok* Ëoe veel Beza 
van hem hield t, blijkt uit het loffelijk getuigfchrift dat hij 
op verzoek van M. LydiuS in naam des Amjleldamfchen 'Ken 
keiiriads^ van hem gaf, en 't Weljcdrié maanden daar na doof 
den aftademifchen Senaat van £afel bevestigd wierdt. In dezeri 
toéftand bleef hij nog drie jaren te G«ï<?v^,>zig Onophoudelijk 
in de godgéleerthéid , 'talen en andere ^^etenfchappen oeiFc* 
hende; om wélken tijd hem de lust bekroop, om den door 
iijne geTéertbeid zo veel geriïgtmakendén jAcbBüsZARABüiLAi 
dié als ; tóén de wijsbegeerte te Padua leraai'de, teljoren, Téö 
dien einde tiok hij in 1586 naai Itaiie^ hebbende tot reisge^ 
ftoót déff Icméldén A. Jünius, die mén ook denkt dat henï töt 
die réize^ welke hem naderhand zoveel onrust verwekte ca 
öirzaak tot laster gaf, heeft aarigefpoord. Te Padua hoorde 
hij met hèt uiterfte genoegen Piofesfor Zarabella, én bij die 
gelegenheid 5 onderwees- hij enige NêderMieH in dé k^dtiikmsti 
"Waar 'na hif met zijnen reisgenoot dö voomaimfte ftédenvan 
iéMè bézigtigde, en öndör andeié merkwaardightóten- de» 
ïausfelijken zetel; zoiidér' zig*lngéVo%é de-voHialeii een o* 

X 4 gen* • 



3aa ARMINIUS. OA^COBüS)- 

genUik van de zijde v^n Jvmus te verwfjdeién , cf buiten dieis* 
iemand te fpreken. Met dit i\ verwekte hem deze reize eni* 
ge ongunst bij voorname lieden, en vele moeijeïijkheden bij 
2odanige anderen, die den geringilen misilap niet kannen vér« 
geven; o<^ was het niet ten enemale ong^ond, dat h j van 
de Amjielchntfche Regering , zonder wier vooikennis hij die 
reize niet had behoren te doen, berispt werdt; dan zij die 
g^atigd dagten, konden ligt verfchonen dat een weetgierig 
jongeling zig door drift hadt laten vervceien , ten einde aant 
zijnen leerlust nieuw voedzel te verfchaffen; daar de zodanigen 
die gewoon zijn altoos het ergfle te geloven, wijd en zijd ver* 
breidden» dat hij te Remt 's Paufen voeten gekust, en met de 
Jefuiten benevens den Kardinaal Bellarmin, zeer gemeen* 
zaam hadt omgegaan, zonder nogthans het minfle bewijs tot 
ftaving van hunne eerrovende vertellingen aan te voeren. 
Doch bij zijne terugkomst in Amfteldam^ wist hij zig fpcedig 
Uj de meesten en weldenkeidften » van dien vuigenlastei* tezui* 
veren, zijne onfchuld ook volkomen door het getuigenis van 
zijnen reisgenoot Jvnius in het helderfle daglicht wordende 
gefield; zo dat hij fpoedig bij den Amfteldamfchefi Kerkenraad^ 
op zijn verzoek, verfchoning erlangde. 

Intiistbn oeffende zig ARimmjs afzonderlijk zedert enigen 
tijd, in bet prediken; en wierdt ih het volgende jaar, na een 
behoorlijk examen te hebben ondergaan , met ruimte door de 
Elasfis waardig gekeurd om den predikftoel te beklimmen. Op 
gunfHge toeflemmirg van de Overheid ^ nam hij de avondbeur« 
een te Am/leUam wiuur, en gaf volgens het algemeen getuige» 
Dis a*n een ieder genoegen. BsitTtus zegt van hem, in de lijk« 
xeden over hem uitgefpyoken : . „ daar was in Armznius ene 
„ ongelooflijke deftigheid , gematigd door een zonderlinge be- | 
„ valKgbeid; zijne flem was wel klein, maar liefFelijk, helder 
„ en doordringende, en om in het hart uit te vloeijen, be> 
„ kwaam tot verwondering toe.. Moeste hij ipts fierlijksvoor* 
„ ftellen ; bij dede het alzo dat hij niet ging buiten de 
^ waarheid ; moest hij iets leren ,. hij dede het klaar en ver* 
fp ftandig; moest hij onige wijdlopige lange reden over eni« 



( 



AKMINIUS. OACDBUS) 327 

g. ge 2iOcen vervplgen, hij dede hst met een uitnemende orde 
^ en bijzondere befcheidenheid &c." Verficrd met deze en 
andere gaven , werdc hij met algemene ftemmen van den 
Kerkenraad en goedkeuringe van fiurgemeesteren, onder het 
getal der Amfteldan^e Predikanten aangenomen; Hier zoudo 
het thans de plaats zijn om van isijne gevoelens ten aanzien 
van de eeumge verkiezing ^ ^en ntHl enz.» dit om de twisten 
welke daar door zijn ontftaan, zulk ene verregaande fcheu- 
f ing in de Kerk hebben veroirzaakt^ en aan zijne navolgers in 
gevoelens ) den Tïzamv&n.^^irmimaanen hebben gegeven , tefpro- 
ken; dan dewijl ons zulks veel te ver van onze voorgenomen 
taak zoude verwijderen, en daar bij ook een menigte wei ken 
In onze taal worden gevonden, daar men die twisten wijd* 
lopig befchreven, en de gevoelens van wederzijdfe partijeü 
bepleit vindt, zullen wij ons vergeno^en met onze lezers naar 
die en andere Schrijvers te verwijzen» welke op het einde van 
dit artikel zullen vermeld worden. 

In 1590 begaf Arminius zig in den egt» met Elisabeth 
Reaal, ene fchrandere tn deugdminneiide jonkvrouwe» dog* 
ter van Laurens Reaal» wiens^ vader Jacob Reaal» de waar^- 
digheid van Schepen en Raad der ftad Jmjleldam bekleed 
heeft. I 

Vijftien jaren waren 'er verlopöi» waar in Armikius den 
dienst als^ Predikant in de gemeente te Amjieldam niet zonder 
grote moeijelijkheid hadc waargenomen^ toen hij na enigo 
voorafgegane onderhandelingen» in 1603» ter plaatsvulling 
van den beroemden Franc. Jumüs». die in 't voorgaande jaar 
aan ene belmettelijke ziekte was overleden » . tot Hoogleraar 
in de Godgeleertheid te Le^'den wierdt beroepen» welke be» 
roeping egter» niet dan na veel t^nftands werdt vervuld ^ 
vooral door de weigering van de Regering van Ai^fteldam^^ 
die hem bezwaarlijk wilde misfen , doch die egter door ene 
bezepding tot het geven van zijn ontflag» zig liet overhalen. 
Dan alvorens vondt 'er nqg ene onderhandeling plaats» tus* 
fchen hem en zijnen voornaamften t^nfti«yer Frakc. Goma* 
tus» in tegeniwoordigheid van de beide Cui?t(M:eD van'slsnda 

X s Ho- 



^Ï9 , A&MINIUS. (JACOSUS) 

iiogcrchool Kromhout en ttoookkBsÊrS, benevens h»ee 6t^ 
diie Kerkelijke perfonen, welke van dien uhflag was, dat 
GoMARüs en Amonius, in bühne tegenswoordigheid malkan- 
deren de hand van .broederfch^p gaven ; bekledende Gömaïiü^ 
zelv', Arminius daar ria> met dèn titel en waardigheid van 
Doktor in de Theologie; zijnde Arminius de eeiile, die 'mét 
deze waardi^id in de Leijdfe Akademie , van den Reélot 
Magnificus en de overige Profesfören, Vereerd is. bit eeh 
cm ander vèrrigt zijnde, natn hij affchekl van zijne Amji€ldam<^ 
Je gemeente y en zulks niee zonder hirrtelijkë aandoening 
iKin weerzijden, want hij wierdt *er grotelijks beiilltid, öri 
inen wiardeerdé *er zijne voortreflfelijkc deugd en grote talen- 
ten; hij vertrok voorts naar Leijden ter aaiivaaidiftfe van de 
liem opgedragene v/aardigheid , Voorzien zijnde van getiifg- 
fdirifLen 5 zo wel van den Kerkenraad als Rlasfis die even lofi 
lijk waién , en met geene mooglijkheid beter van hem kondoii 
Verlangd worden* Hij bekleedde fl^s vijfjaren den post van 
Kfoogleraar aan Le^dens Akademie , welk kort tijdbéftek aller- 
onaangenaamst Voor hém is geweest; eensdeels door de mceije- 
lijkheden die zijne t^enflre vers, en inzonderheid zijn ambt- 
genoot Franc. GoMAkus tegens hem vertfrekten ;. en tén ande- I 
rerij door zijne geftadige ziikkelingen en h'ghaamsongefleld- 
heid; die hem zodanig verzwakten', dat hij den 10 oftober 
t6b9, in het 49fte jaar zijnes ouderdoms overleed, gedragen- 
de zig tot zijn laatlle ogénblikkeh in die zagte kalmte vaii 
gelest, die aan zijne «infpreuk: een goede Confcientie is een Pa- 
Mijs y ^Ikomen beantwoordde. Zodanig leefde, zodanig 
ilicrf de brave Arminïus, nalatende ene weduwe met ne- 
gen kinderen 5 namelijk zeven zonen , waar van de oudfle nog 
geen lyjaien bereikt hadtj HERkANus, Petrus, JcfÖANNEsi 
Laürens, Jacobus, Willem en Daniel; van welke Laüre^^^ 
naderhand Koopman te AmfleUkmk^ en Dankl Doktor in de 
Medicijnen is goweest ; doch de anderen als .ook de twee 
cJogters , Géertrutoa en Angblika , jong geftorven zijn. 
-*s Lands Staten vergunden ian deze bedrukte vfiduwe , inge- 
volge röföliltie van étn 3 december 1609* wi^ ^niöerkJirg 

v.aü 



AfiJ0*H3ï/; OAëÖBÜS) 33i 

5f«n'tóar mans opregten ijver en goede dienflen, zö in dó 
))oedanigheid van Kerkendienaar , als niede aU P.ofesfor in 
de Gödgeleertheid , en de moeijelijkheden daar. in uitgeftaan 5 
Ulidsgaders de veragtöring waar in zij weduwe, door de lang- 
durige krankheid bares mans gekomen was, -ene jaarlljkfe wed* 
de van 300 guldens. 

AKMmfus badt een middelmatige gefklte, bruine levendige 
ogen ^ een deftig gelaat; was van een bloedrijke gefteldheid, 
en fterk ingedrongen van leden ; zijne llefii was helder en 
doordringende, zijne woorden liefFelijk. Hij was vriendelijk^ 
opregt, fpraakzaamy onderdanig bij zijne meerderen, tocge- 
!Mend bij zijne minderen ; voorts herbergzaam y vrolijk en aan« 
gènaam in zijnen omgang , en mededogend omtrent den armen | 
hij wilde liever godvrugtig zijn, dan fchijnen. Bij Jvnius^ 
DousA, ScAUGER, DE Groot en Büxtorf ,. vindt men den 
lof van zijne geleertheid en gaven brieedvoerig vermeld. Wij 
voegen hier ten flotte bij, het nadrukkelijk getuigenis van 
Matth. Martinius, tijdgenoot van Arminius, gereformeerd 
Piedikant te Bremen: „ hij fcheen mij een man te zijn, die 
^,, waarlijk God vreesde, zeer geleerd, in theologife ge- 
„ fchillen zeer geoefFend , in de Heilige Schrift ervaren , en 
„ die voorts zeer omzigtig was, om philofophife woorden 
„ op godgeleerde zaken toe te pasfen. Wat zijne dwalingen 
„ aanbelangt, ik heb nog niet konnen bekennen, of 'er enigo 
„ zijn, ten minllen niet hoe groot, wie en hoe vele*dezelv0 
j, zijn. God weet wat van de zaak zij. " Behalven de hier 
bijgevo^de afbeelding van dezen Hoogleraar door dei^ konst- 
rijken R. Vinkeles , gaan *ei- nog veifcheidene andere van 
hem uit. — — P. Freheri, Tlieaiinmy Part I. p. 354, 355» 
MoRHovn, Folipvft. Pra&. L. V. C. I. J. 32. p. 552^ Ton^ 
IL Crenïi, Aumadverf. PUlol Part II. ^ VIII. p. 130, 131* 
Part. X. 1» EpisioHs n. VI. p. 296-298. Jo. Fabrich, HiJioTf 
Bibl. Part III. j). 395, 396. • Gottl. Krantzkjs ad Coftrii> 
giumy Saac, XVH p. .189. L. Moshêmh,. Injiitiit. ffjftor. 
JEcclef. S»q. XVn, &ed. II. P...II..:C. IL J. XI. ,&.a UI. 
f. I. IL JHi/ima vkajAC. AsMim^. 1724. J. F. Fopjpens, 

Bi-' 



gsi AttkStkONO: (THOMAS) 

SibliM. Belg. p. 49Ï>. C, Saü , Órum. literat. Part iV. Jf. 
48. AialeÜ. p. 559' P^ Bayle, Z)tSi(w. ed. Be 1730. Tom; 
I. p. 333-335- Ji G. de CHAUFÊpié, Nmv. DiSt: Tom. I. p; 
471-478. Dav; Clement, ML curieufe. Toni. II. p. 117^ 
118. Paquot, Mmoir. liHér. Toin. II. p. 78-89. TriolAnö 
en Uitenbogaert:, KerkeL Oejchied. BRAtox, Hiji. der Ife* 
form* ■ Levens van enige voorname Mannen en Vrouwen, druk van 
1794. I. D. bl. 144-160.* Kinschot, Befchr. van OudewateUt i 
U. i2i-^i36i BBBTiud, Lijkreden op Asmmwsk 

ARMSTRONG (THOMAS) , waarfchijnelijk èfen NiJmegH 
van geboorte , een man die zig misfchien ook te diep hadt ge^ 
tdkkeld in de twisten en onenigheden, welke in Engeland 
tusfen den KcHiihg en hëc Parlement plaats hadden ; wks een 
boezemvriend van den Htertog van Mónmoüth, die ook uit 
üngeland geweken , en op wiens lijf 500 pond fterlings gezet 
was. Armströno wèrdt bp den 14 junij 1684, op verzoek 
vun den Engdfen Gezant, Chudleigh, door KoRi^rstis Paets; 
&hout ysiSïLeijdenf in *t doorreizen van die ftad, betrapt; ter- 
ftond naar iotterdam, en van daar naafl* Londen gevoerd, al* 
ivaar hij eerlang in 't openbaar önthalsd werdt; Men vindt 
liiet of de 500 pond (lérl. door Ghudleigh aan Paets betaald 
sijn, maar wel dat dit zijn bedrijf» zonder voorkennis van de 
Staten van HeUand gefcbiedt, zeer euvel wèrdt opgenomen, 
en Hun Ed. Groot Mog.' om zulks in 't vervolg voor te ko- 
men , aan alle Schouten êh Bailju#en verboden , iets derge- 
lijks te ondernemen j zonder 'er uitdrukkelijk bevel van huri 
tóe CHitvangen te hebbén. Men hadt te meer reden , om over 
bet vervoeren van Armsthong te onvrede te zijn, doordien 
hij naar alle gedagten een Nederlander van geboorte was , eh [ 
é^t hij alleen door ontfteltenis verzuimd hadt, zig, na dat 
hij gevat was, diar op te bearoepen; Wijders vindt rneii bij 
PüFFENDORF iiftf. XFIIL J. II 7. p. I20I , gcmCld : „Dat 
^ Armstrong, eer hij in Holland kwam, te Kleve^ gezeid zou 
„ hebben, dat hij om geen andere reden uit Engeland gewe^ 
iy ken was, dan om dat de Roomfe aanhang,- of die des Her» 

» togs 



^NAUp. GACQUESof JAGDBU$) 33) 

' togs vm Jorky welke aan 'tjflof jx)ven dr^^d^ rijfette q© 
ft aaDzienlijkfte Protestancen., .pp allerleiie wij«$ , zogt te cm? 
^, herdrukken en van kant te. helpen; en d^t alles wat me» 
„ van een optworp^ yerra^d verfprcidde^ louter verüei4 
^^was" ■ - Hollandfe Merkmius yaniffMM-bl 2^74. WA<i^ 
Vod, Hifi. XY. Q. bl, ^53t . ♦ 

.'V ♦ . .. 

ARNAUD QACQUES . qf ' JACQBUSJ, , PtedikM 

walfe gemeende te Kaneen ^ i$ geboren in het jaar 1725. H^ 

^4$, een kleinzoon van den zo beroemden üj^ndrik Abnaud » 

^i^ de beide zo üegpns ^^pudkanderen flrijdeiide beroepen, ys^u 

Christen Leraar en Veldheer ^ in zijn pierfoon heeft verenigd j 

^n wfit mo^ is» in beide die vakken iiitgemunt, want Hij wa^ 

j^^n g^Ieq-d deft^ Predikant,, en een |ij:ijgshe^4 > aan wiei| 

het vooral aan geene dapperheid nog beleid niiang^lde. , Dei^ 

^nderUnge^aUji is geboi^n onder de fFaldenfen^ in de va* 

leijep van Piemwai e^n arm volk, dat de^ lore der waarheif 

niet korter bezit, gelijk het roemt, dan bijna 18 eeuwen, ei| 

^an$,nog dien kostelijken fchat even kloek hewaart £eii 

volk iiit. ene kleine nadp beflaande, wier verligt geblevea 

vooroudei-5, het zuiver euangelio, voorene reeks van jaren ^ 

Jn vele dui^tqre' koningrijk^, vorilendomm^ en (laten vai| 

Europa Qverh;ragten; en waair uit men kan nafporen , hoe d^ 

wijze regering vaiï het Godddijk Albeilier. fomwijlen toelaat^ 

dat een gedeelte zijner kerk , nu door de felüe verdrukkingea 

en folteringen gelputeijd wp^t^ ds^n wederom de aangename 

.J)Iikken' van ftille en gelukk^e dagen beletft. In het gedrag 

der dweepzieke vervolgers van dit brave volk, ontfluijert 

^ig de kragt der yooroirdelen , het woedend geweld des bij» 

geloofs,. en de magt der dwalingen, die hen tot zulke verren 

gaande wrede bedrijven vervoerden ,. dat de. nakomeling 'er 

^ig nog over. moet fchamen; ook'tefFens een bewijs opleye^ 

rend^, dat de beste vorilen niet zeldzaam door.pndeugende 

xninisxors worden m^l^id, waar door dan de gnderdanen^ter 

Xlagtbank geleid, 6f) een goed land jammerlijk; ontvolkt, worde» 

Vit de gefchiedeni^ .van dit ydk ., wordt men daarenbov^ 

- . ; ' , ont- 



$u ^aöwoo: cjAo^öï» of jacöéus) 

öntwttr, tioe 'd0 magt der TmarBeW vroeg of laatVjuïchèncl 
zegepraalt, dea onbezwekcn- ijver -in derzelver t)eHidenis ea 
Ver<iediging; hèÈ-ftandvastig roemeïid geloof te midden 'der 
ipBlfle • fpkcrlngen , de blfide uitgalmende verlochem g der 
verbid , en een nimtner wankerend vef tiotiwen op de Godde« 
Ujke heiIt>eloften , te «amen talloze rampen gelukkig kunnen 
te boven {heven; dus dit kloin gedqelte der waie kerk, fchoon 
jnaar éénmaal", voor een korten* t^d; uit zijne valeijen go-r 
^even, den vastéfi zcteb in deifel^^*'bHjft inhouden, 
« Ondq: dit brave volk hu , 'ivjfi- onzen Hendrik Arnaüd 
geboren, getogen en opgevoed, geen wonder dan 'bok, dft 
Jiij dcrugdzasön "Vf^n hatt zijnde , hunne beginzelen niet alléeh 
aankleefde , maar die zelvs met alle de Vermogens door de A 
Opperheer ' aan hem gefchonken, tli^' IQannenmoed he^ 

Toortgeplfint en verdedigd: • ... 

- Men weet , dat bij de intrekking van hpt edikt Van Nimtcs door 
itiODEWYK DEN 'la V, lu 1085, 't welk* voor Fmnkf^ zultó 
hcilloie ge^^olge*l heeft gehadt, deez' hoog^pt^ en -dwe^ 
tjeke Vorst, niet te vi-ede met den Gereformeerdért godtf» 
dienst in zijn-^gen land te onderdrukken , zulk een heilloos 
doelwit ook over de Wdldtnfcn in de valcijeh v^m' Piem^a ' 
Wtftrekte j en derzclver fóuvereïn Hertc^ Victör Amadeüs 
Xi%\l\ een jong^ ftins van goed vcrftand en voi-ftélijke hoe- 
danigheden , tot nu toe zeer afkerig geweest van alle vèi*vol- 
gingen en wreedheden, doch die ongelukkig-, genoegzaam 
ène vasfal van Lódewyk was, door zifhe bedreigingen wierd^t 
overgehaald; en den 31 januaiij 1686, het wrede bevel \n 
de wtojm liet afkondigen :* „ dat de vrije oeffenihg van den 
i, godsdien^ voortaan , niet langer Ifend'zou gi-ijpenj onder 
■„ bedreiging van IcVenftrrf en verbeurdverklaring der goede-t 
,, ren van de onwilligenj dat de kerken der Wddenfen afge- 
,9 broken , eri de leraars voortaan ver1)annen zouden worden ; 
iV dat de kihders gedodpt , in den roomfeh godsdienst öpge- 
j^'^-jVoed, en de weigerende ouders, öf) de galeijen -geboeid 
„ zouden worden. " Geen mensdi kaA ïé veiflagenheid 'der 
Whldenfen, óp 'de' * afkondiging "van dit ofttmenst befliiit doj 

Her- 



Hcrtogs^ 'uitdi'ukken*' Ï3j *4óg©h ïig-g^ort' in'cneiT':afgrön4 
>i7an ellende, die vcifdwikkelijk was, en gflen-d^ minfte fiib. 
kerende hoop van-vcrloeftng overliet f het vrolijk euj^ngelie* 
dicht, -dat zo, vele e^w&RykinXs den tijd der Apostelen, on- 
jflcr. hen^gefchenen hadty»dxeigdè nu, voor : altoos tè tanen èu 
'uit te doven -jV en hunne '^kf riders «geperst te worden ^ tot ode 
•^amneming ener Jore; welkt tij eeuwen 1^, l^eftreden ha*- 
ideic -Weinig hoop. ^t^itéf tig)or hen^ om uit dit kronkelend 
ilodiliof van rampfp€ied"«reilt)$t te woiden; nédrige fmèekfchrifr 
<en ,^haddèn geen >den minften Invloed 'y^uirJEkgiiimd was geenê 
liulp te wa^en, Kbiïfng'JiicqB öÈ II, gteg ê^lv* reeds té: 
jnisfej J^d//fltó koü-feig-^llêen-j'^ befchermiftg ^^an dit ongOi? 
lukkig vplk niet jrantfekkeiï; alleen dé.Shi^tfsrfe Kantons, we- 
^nsdé^n^bijgelegenhold, vroeg onderrfgtr, ,van 't gene 'ey 
4n (?e ycfkijm omipng , ^ri niet gezind b'unno ^gelooftgenóteft 
4e' veq-tetèn , aonderi in het begin van miaïti686, enige ^ 
-gezanten naar* Turi'n^y dieriftg^ in deze rondborftige 'taal, aan 
-de;i' Hertog lieten horden :- j/ 't fihert ons te zien, tot ^^^eik 
V,':uitefftè:de^Heïtögvvaft:-&wye/i; ten op^igte der PVdldenfin 
-9^'gskaiiien h; my verklaren, dat zij uit krafet vhunner ^- 
Srlqofslêer, ' pnai broeders;'; jsijn ; Mwe voorzdCeii 'hebben zig 
9^' aaw ofte', en tOÈSi vefe 'W^Ji'ften van E&ropa, met de pleg- 
*;,:tigfte 4)eloften , vörbóBden , de H^tUdmfm in viede en on- 
4, geftöoide godsdienstoefiehing te zullen, laten; beloften', 
^i welke de kragt van^onkïcnkbare wetten «hebben , en ca- 
'iV wlg^ 'gedenkfljukkenvan openbare trouwe zijns, weiken de 
'^ vorken, deswegen^ al$ heilig en onfchendbaar moeten hou* 
%, den; de gefteldheiduweir Haten moge u nopen, de ftaatkun- 
'.„ dige i-egelen, door Lot)gwyK u voorgérchie«eh^ op te vol- 
gen, dan de regtVeerdigh6id en zagtmoedig^eid veibied)^ 
u^ uwe regeritigi nfi0t<^nifözd bloed te bevlekken ,: en eon 
volk, dat u om' gpnade*en barmhartigheid - bidt, en nflft 
„ beledijgd heeft, te vernielen &rc.^ Dan noch deze^ deft^ 
en mannelijke taal 4def i^ttanten, noch dè Toorfj^aak yt^ 
Ündere Prof e^4n^Vörftefn,'wafen in flaat^ het m vetüs&pt 
^^ 'h^ van V4C90K ^Hxrnjs ''tc' ^fehfgeif «ncnodit hem. i^ 






33Ö AaNAUD. CJAOQVES of JACOBOS; 



tcwegen, om- van üjne vtthvaétthh met Frankrijk af te zie»; 
,en deszelvs bedreigingen klein fia achten ; het enigfle wat hi| 
.«an dat ongelukkige volk wilde veigunnen» was, dat zij be« 
ftelling over hunne goe leren . kosten maken , en dan zijne 
fiaten ruimen* Doch deee vergunning was onaanneemlijk 
voor dit edeldenkend en godsdienftig volk» en in de daad 
boe konden zij beflutten hunne Kerken , aan óen allerhoog* 
Aen GoQ toegewijd , met eigen handen, volgens den efsdi 
van de vergunning i af te breken,. kutine wai>enen neder te 
:leggen» en aan <^n leger krijgsknegt^n , *t welk hen buiten 
bun vaderland zou geleiden, zig over te gevend vrezende 
siet ten onregee, dat het (aat(te alleen eon dekmantel ware-, 
tm ben als dan, gelijk een weQrloos flagtofièr, door de ban- 
den van bloedgierige legerknegten. op^ ^ns af te maken ; z$ 
befloten dan bij hunne altaren en haardileden te verbleven » 
en zig in de vale^ te verdedigen; doch door Qvormagt tem 
.DRder gebragt, wierden 'er ene groie menigte op de barbaai^ 
-fle wijze, van het leven beroofd, velen in de akeligSege- 
vangenisfen gew(n^n, en gelukkig waren de genen, die 
sig uit de . bloeddorflige klauwen van de woedende krijgt 
knegten badden weten ce redden » en door de vhigt ont- 
komen waren^ Eindel^k wierden een gedeelte der genen^ 
<die gevangen zaten, ten getale van ajoo» to mannen aU 
vrouwen in vri^d gefteld, mSds hun vaderland vertatendQ» 
Deze trokken onder bet uitftaan van deemiswaarcUge ram* 
pen, naar Qenevet alwaar zi| of de liefderijkfte w^'^ ontval* 
g^ werden , en verders zig naar het Kanton Bern in Swkzer* 
Umd braven ; dodi de regeerders, jiaar van door ^ttï Hertpg 
van Savogen bevreesd gemaakt, bepaalden hun een tijdperk oqi 
van daar té' mteten vertrekken. Na vele rampvolle lorgQ- 
vallen hier ondergaan te hebben, befiooeüzij eindelijk hunne ge- 
liefde vaU^ weder te gaan opzoeken ; w het is op dezen togt^ 
'dat den beroemden Henprk Awaud, hunnen leraai-, dUf 
bun tefibns tot leidAuan en opperbevelhebber verftrekte ^ ne 
b^ uitftaan vaii menigvuldige wederwaardigheden, door he; 
liegen* van ongelovemke beldeodi^» jireihr in. b^ .jbezjH 



'ARNAUD. aACQUES of JACOBUS) gSJ 

Yan hunne dierbare valeijén herftelde, en door eneomwente* 
ling van zaken, die niet te voorzien was, vrede met den Her- 
tog van Savoijen floten, die hen in 't rustig bezit van hunne 
vaderlijke erfgoederen , heiilelde. Tot opheldering van 't een 
en ander , laten wij hier enen brief volgen , door Arnaud 
aaiR den Hei*e Torman, Gouverneur te Aigle in Switzerland 
gefchreven, die van deszelvs grote overwinningen gehoord 
hebbende, en dezelven nauwlijks kunnende geloven, hem 
enen bode gezonden hadt, om de egtheid der zaken te we- 
ten: „ ik zie Czegt Arnaüd^, dat gij uwe edeli^oedige en 
„ christelijke gevoelens omtrent ons nog behoudt, eiï'nieuws- 
py gierig zijt, onzen toeftand te weten f wij bevinden ons m 
„ ene volmaakte goede verftandhouding en vriendfchap met 
jjden Hertog, ik heb enige franfe brieven, die wij, negen 
„ mijlen ver, in DaupUné hebben opgeligt, bij hem in het 
>, leger gebragt; hij laat ons in volle vrijheid, en hoopt, 
„ dat zijn land wederom bevolkt zal worden; wij hopen ^ 
„ dat velen zig bij ons zullen voegen, fchoon wij tot hier 
3, toe weinigen zien. Ik ben van den Hertog gezonden , om 
„de troupen ó\t\xitih&t Milaneesft kómen, te begeleiden; de 
„ onzen zijn te BobL Ik weet dat gij, ziende zo grote won- 
p deren, die God, zints tien maanden ter onzer behoudenis 
„ gedaan heeft, al wat tot wederopbouwing onzer verwoeste 
„ kerken verftiekken kan, zult toebrengen. Niemand dan 
„ God weet, en zal immermeer zo goed als hij weten, de 
„ gevaren en moeiten die wij geleden en uitgeftaan hebben; 
„ als mede de verfchikkelijke gevegten, die wij geleverd 
„ hebben , zonder dat de vijand oit zijn oogmerk heeft kun- 
,, nen bereiken; integendeel, wanneer hij dagt, dat het met? 
fj ons gedaan ware , heeft de Heer der heirfcharen ons altij* 
„ de overwinning gegeven. Wij hebben in alle deze geveg- 
,^ ten, geen 30 mannen verloren, hoewel 's vijands verlies, 
5, wel op loooo beloopt. Laten alle Fraiife vlugtelingen, die 
£ töt hoofde van den godsdienst hun vaderland verlaten heb- 
,-, ben, en anderen, die wenfchen,' <fcj het Koningr^k van 
p Gods zoon kme, zig bij ons voegen, zij zullen nergens 
L Deel. Y «^ ,, ^é- 



^ ^brf k aan lijden ; de tijd is gekomen , om Stante herhou^ ' * 
„ Mftfn. ïk heb bij anderen, voor een onVoorzigdgen en reu- 
^, ^Iq^en te boek geftaan ; doch de uitkomst leert , dat Goi>. 
^ alU. QfiZ^ zaken heeft wtgevoerd, en de arme Ahnaud , is 
„ met de andere bevelhebberen bemind van de genen , die 
^ hem van te voren verfclieurd zouden hebbeu. Dit is Ae$ 
„ wetk Gods , wien alleen daar van de eer toekomt Ik bid- 
,^ de voor uwe behoudenis en die van uw geflagt , omhclzea- 
^, de vyi halten, die u in den Herc^ beminnen &c Turifê 
^ den 5 juli] 1690." 

Kort hier na kwam de Hertog van Savoijeriy in het leger, 
waar over Abnavd het bevel voerde, ten einde de Walden^ 
feil te zie^ , pn de wijze te beramen , hoe meji met verenig- 
de kragfen, op de Branjen los zpu gaan; het behaagde henj 
op een zeer gemeenzame wijze, met dezen christen-held to 
fpreken , en jokkende te zeggen : nu hen ik uwen gevangen j 
waar op Arnaud antwoordde : dat al hunnen róof^ en 't gena 
ze verder uiogten hebben, liem toebelwords ; de Hertog met dit, 
en andere bewijzen van Arjnaud's liefde en trouw, zeer inge* 
nomen, vereerde hem zijn eigen degen, horologie en fjferp^ 
^ prees hopglijk zijnen ijver. Dit was ene treiïèlijke ver* 
gocding, zo voor den bitteren hoon, dien men dezen waar- 
digen man hadk aangedaan bij. zijne uitdrijving, als voor de 
ellende , die hij geleden hadt , om 't euangelie va^i den gror 
ten Verlosfcr in de vjdeijen wederom op te rigten , waar. in^ 
hij door het Goddelijk albeilier zo wonderlijk geHaagd was. 
Ter dezer gelegenheid moeten wij onze lezers nog berigten , • 
dat de gemelde fjerp in handen van pnzen Kamper leraar Jaq- 
QUES Arjjaud, tot aan zijn dood toe heeft berust, die der 
zelVe als een gedenkwaardig getuigenis van zijn grootvader^ 
braafheid en moed, met het uiterfte genoegen aan ieder die 
hem daar toe verzogt, liet zien; het horologie^ wordt bij m* 
dpren van zijn waardig geflagt bewaard. 

Verbazende omkering van zaken ! deze Aknauo , op wiea 
de Hpomfe Smtzers ^ ten tijde zijner omzwervinge in de jProm 
tèfiar/fe Kantcns^ zo dikwils geloerd hadden, om hem 'ia 

ban- . 



ARITAUD. (JACqUES of JACOBüS) 33» 

'fianden te krfjgen , als dan naar Confians te voeren , en den- 
ielijk met hem te handelen , gelijk men^ aldaar met Johajwiej 
Hus en Hieronimüs van Praag, in 141 5, aan den brandfta- 
pel gedaan hadt; deze Arkaud zeg ik, zag zig nu uit de 
handen zijner hateren verlost , en bij zijnen voist in blakou- 
de gunst. Hij die niet meer dan 10 piftolen rijk was , toea 
bij ótn groten tpgt , uit Switzerland door Savoijen » ondernam^ 
en een halve loms ^w hadt overgehouden, toen hij in de 
.ya/«ym aankwam, ontving nu vorftelijke gefchenken. Hij 
die voor vier jaien het euangelielicht hier zag ui^aan, 
hielp het nu op nieuw ontfteken, verkrijgende alle oude voor- 
fegten en vrijheden voor de Walden/en , in eenmaal te rug. 

Men vindt een pourtrait van dezen christen-held , door N, 
VAN Frankendjui< in 't koper gebi*agt; dan dit afbeeldzel vaij 
AiaiAüD is in zijne Lege jaren vervaardigd ; hij voerde zijne 
yooynaamfte heldendaden uit, toeii hij jonger was. Men heeft 
hem verheeld als een veldheer en leraar te gelijk 5 als veld- 
heer draagt hij een officiers kleed , met een harnas daar on- 
der ; als leraar is hij omhangen met enen mantd , en een bef 
om den bals< Onder dit afbeeldsel, leest men: Fenerandus 
(Kjirenuus Henricus Arnaud, Faldenjium Pedemofitanorum Pas^ 
Wf nee non militum PrafeQus ; lager deze digtregels : 

Quem Pietas mirata f uit dtm dogmata panMt^ 
Quem timuit favus 9 dum tulit affruif furor, 

Arnaxjdi effigies thorace togaque deeora, 
Hac est. Secla parem nuUa .ttdere Ducenk^ 

Ziet hier een' dubb'len Held ; een' Boanerg in *i preken ^ 
Een blikfem in den ftrijd, in leer noch moed bezwekeiv 

Dat vrij verbeeldingskracht u al. haar hulp verleen! 
Hoe groot ge Arnaud ook fchat, nog fchat gij hem te kleen^ 

Uit zodanig een edelen ftam, uit zulk heldenbloed, is onze 
Jacques AjftNAUD, gefproten. Na zijnen akademifen loop te 
Neufclmel of Laufame voleind te fcebben , kwam hij in HoU- 
hnd; werdt na examinatie met alle lof en ruimte tot Propo« 
nat aangeooisen > fungeerdo enigen tijd als Fïeceptor j^ bij[ de 

Y a kin* 



^^^ ARNAVI>- CGEORGIUS i>'> 

kinderen van den Heer Behtink van Schrniheten^ en wiercfc 
i^wvolgens den 2 augustus 1752, in plaatze van den door d© 
gemcftnte zo zeer geliefden leraar J. J. Rambonnet, naar Ut^ 
recht vertrokken, in deszcivs plaatze met eenparigheid va» 
ilenuncn tot Predikant in de walfe gemeente te Kampen beroe- 
pen, cn den 22 oébober daar aan volgende, door Dakbei. 
Lows Predikant te Zwolle y in zijnen dienst bevestigd. Na het 
ruime tijdvak van 41 jaren, het Kamper walfe kuddeken met 
alle getrouwheid befticrd te hebben , verkreeg zijn Eerwaarde 
het emeritasrchap, en ging omtrent een jaar daar na , op dea 
ÏX meij 1793 namelijk, in den ouderdom van 6^ jaren dea 
WTBg van allen vleefche, ten einde in de eeuwigheid het looa 
te ontvangen f dpor den Oppcr-Herder aan zi;ne getrouwe 
iJicnstknegten toegczegt, 

Jacques , zonder diepzinnig geleerd te zijn , ver/lond ^ijn 
theologisch fistema grondig, hadt veel hiftorife kundigheid, 
predikte fomtijds vrij wel; was een braaf, deugdzaam mensch 
p\ godvrugtig; dan veel verdraagzaamheid, ten aanzien van 
«ndcre gezindheden, moest men niet bij hem zoeken, inzoiv 
derheid 'was hij' hitttr tegens de Roomsgezinden , en zulks 
\vas niet te verwonderen , doordien zijne brave voorouders , 
onverdiend, door belijders van dat geloof, zo hevig waren 
beflreden ^n vervplgd,. Voor het overige was Arnaud van 
geen o;ige^eUigen aart, gaarn iemand dienst bewijzende, gul 
als men bij hem. was. • Hij is nimmer gehuwd geweest. ■■ 
BossüET, Hifi. Univerfelle, Tom. III. p. 20. Basnage, Hifi. 
de /a Heligion Reform. Tom. II, p^, 104» 105. .Lettres: futJes 
VSfitieres du tcins, Lctt. VL p. 93. Boijer, abregé de l' Eis- 
tere des Faudgis. pag. 290. Joh. Flor. Martinet, K^rk. 
QpMned^is. der Walden/en in de vgldjen van Piemont, twede 
druk van 1775. Boekz.j 1752. b. bl. 266. 542- i793- «• 

bl. 597. 

ARNAUD CGEORGIUS d'^. Hoogleraar in & Regtsgor 
léerdhcid , oirfpronglijk uit Frankrijk , wierdt geboren te Fra^ 
f^ker in Friesland y den 16 feptember 1711. - Zijn vader was 
HoTORlcs d'Aeï^aud, aedert 1728- Predikant in de walfe ge* 
' ' ' meen- 



• ; . urnaud: (GEORGiiJS iJ') 9a 

Jtoeente van die Had, en Reefde nog in 1758 > doch als Ztaèk 
jritüs; zijne Inoeder JtjtorrH Elkabkth Couppé, wa$ dedöijter 
'Van FiLiPPus 0>uppé, Gereformeerd Predikant te Sti Hikfr^ 
in Poitoüy tn is te voren getrouy^rd geweest mfet StEPHAtn^k 
Pallardi. . ÖEORGiüS) de lage fcholen doorlopen hebbenttó^ 
wierdt Student te Franèker'^ en. maakte fnelle vorderinjjei^ In 
de fraaije letteren, onder Tiber. Heüisterhuis en Petrus VITe^ 
^SLING, den^ eerden Hoogleraar in de griekfe taal, end^n 4nfl9> 
a:en in de hiftorien en welfprekendheid. Vervolgens ging hij Joi 
jde beoefFening der regtsgeleerdheid over, en volgde dajqr Jij 
töofdzaaklijk de lesfen van Abraham. Wieling, Tèn- eind# 
aijne kwndigbedöh te vermeerderen ^ bezogt hij het Hog4»' 
ichool te Leijdmy en hoorde aldaar <le lesfen van verfcheid^Pjj 
^roemde mannen. Te Franeker te j.*ug gekeerd, wicrdt WJ Is 
j:734. Doktor in l)eide..de,regfe?x. .JEen jaar daar na, wördl Wj 
door de Staten yzn J^esland tot Leftor aangefteld, enl» j41^ 
J734, volgde hij zrjnen meester Wdeung op; als ProföJfoif 
prdinarisj die' intusfen naar Utretia waè bei-oepen; doeh jitój? 
Jieeft.hem niet mogen gebeuren door hel doen van 'ene inw'ij^^ 
dings redevo^ing, zig in die prcfcsfie bevestigd, te zien; ^ïïr% 
jna enigen .tyd^zukfceld te hebben j verviel hij in ene flepen^ 
de kiekte, die hem den i julij X74P in. het graf rukte* nfigt 
geen 29 jaren bereikt hebbende. De Hoogleraar T. Hemsi?^" 
itóiS hefefï ene lijkrede Óver héifi gedaan , doch die niet vpoj* 
hét jadr 1784 hét licht heeft gezien', wanneer die, ben^v^nf 
hbg enigé andere Ofiafien van dien groten man, gevoegd bfj 
énigen van dén' Hoogleraar L. fc. Valckenaar , door laat§lgè-! 
to'elden tèr persfe is.tezorgd en uitgegeven. ' / 

Veel hadt de" geleerde wdrefd van dezen jeugdigen UittÜ 
betdj kunnen verwagten; daar hij J:eeds om zo te fprekön/ in 
^en aanvang van 2ijne loopbaan , zulke (reifende blijken vitf 
yeriland, geleerdheid en oirdeelkunde^ door 't doen druklien- 
van de volgende werken > heeft g^even. i. Specimen Mimi» 
yeffionum criticanm ad aliqu(ni Scriptores Ctow. Hart; ly^S ^ H 
ivo, 2. LeEtmum Cracaruiny lib. IL in quibus Crcecorum fcrip*^ 

^pasfum illmrMUr 6f mtf^amifj imprim JEJwiPw, An^ïi 



}42 AKNHEM. ARNHEM. fJOHAN va») 

Thböms, Opfiami, & AfOLuaai Rhods» Hag^e Cm. i7Sa; 
in 8v». 3. De Diis UmfiïXéêi^ fivê odJesJdHhm ö* cfngmitis^ 
ernnmentoftus. Haga Cbm. 1732, hi Svo. 4. Dispuuuio de Jur9 
Seryorum apud Romams4 ij^Ai *n ^to, 5. DisputaHo<de iis\ qid 
pretU participandi causjay femet venundari patiuntUr, 1739, Hê 
4^0. 6. Fariarum OngeQwanmy lib. JL; in- qwbüf pasjim Jiü 
Civüe illustratur, (f plurima Juris, aliorumque JuSortm, loca 
emendatüur aia explicantur. Franeq. 1738. Leovard, 1744.. in 4^ 
Dit werk kan men met meerder regt onder de letterkunde 
gCn , dan onder de r^tsgeleeiden rangfchikken/ Behalven 
dezen y heeft p'Arnaud nog enige ftukken bezcrrgd voor 
de Miscellanete ^ obfervatienes critica van j^mjleldam; én de 
peer Vmemoit verzekert, dat 'er nog verfcheidere onuitgQ- 
gevene werkjes van -hem, onder den liu onlangs overledeneii 
Ütrechtfen Hoogleraar J. H. Ar»tzeniü8 waren berustende, 
die men dagt dat door zijn ~Ed. in 't ticht zouden zyn gcgo* 
ven, gelijk dezelve, in 17Ö7, te ütf^chti heeft uitgaven, G. 
d'Arnaud, Fita Scavolarunu — G.Stolle «iHEUMANitofj 
P- 534 > 535' E- I- Vriemoet, yfthen. FHfiac. pag. 832. C* 
Saxi, Ommast. liierar. Pars VL p. 430, 431. Paquot, Afé* 
«oif. Huer. Tom. XVHI. p. 41-48. Fr. Jugler, Ï5t^uat(st 

ARNHEM, is de naani van een der oudfte en alleredelfte 
gedagten van Gelderland ^ lijnde hier van het laatfle manne« 
lijk oir geweest Jöham Van' Arnhem , die geheel kinderloos ij 
qverledén. Van dit üi^ftorven geflagt vindt men omHagtigp 
tafels in Hoogstraten's PToordehboek ^ en bij A. Ferwerdaa 
Nederlands Geflagt- , Stam- en Wapeiiboek. I. D. 1785- 

ARNHEM ÜOHAN van) , Heer van RozendJaal tot Hars^ 
loo , enige zoon van Gerrit van Arnhem en van Theodora 
VAN Wassenaer van Duivenvoorden ^ wcrdt deii i meij 1636 in 
V Hage geboren, alwaar de oude Heerj wegens Gelderland 
fcsfie in de vergadering van Hun Hoog Mogenden hadt. De 
eerfte tien jaren Van zijn leven bragt hij in 's Hage door , 
waar na hij met zijne ouders naar Gelderland vertrok , en eerst 

te 



'èMïliEM. (^ÖAN vAif) . . . .g4« 



iè JhA0y (biir b^ bij eeü FrecHk^t tè Msi\jM tè f^^ 
fehingeni vcoMl^rïii/op hét GijniniÉfium té Diviiiiat\ éA léil 
hadlen aan het Hogéfck>ol te ^én » in kliè i^beflÉsnU^itiJi 
tn wete'nfcha^)|)én bén. jongtn^ v^zijn igebbottè Vüégjn^dö^ 
onderwièzen Werdt. Kauwltjks hadt hij .20 jirfeil bèreÜtlj 
bf hij wci-dt uit kragt zijnei* aanzienlijjte geböorÖÉ^ ffi de ftld* 
derich^ van de ^^/«n^e befciuevseni Negen jaffentdUür: iia ; 1» 
i<567 b^af hij zig in den ' ègt ; mét zijn . voilè^ filg|té ^Airji^ 
iilARGAREtA VaS Arnhem, ertdogter vto de vrijé liftërÜJkkStd 
Mozendaaii jgeboren den i2.dedember'1;tï3$9 tiit l^BB^k^r VAA 
Arnhem i Landdrost van Velum ^ en uit vröuwé* Êidor'éAiió 
ËLisABÈtH vÏN Db&D, èrfdogter van J^ds^ti^; 'ben/ii/i&ejl} 
k674, T^érdt Heer Jan, als lid vaftdfe Ridderéri^p> OtcUnittÖ 
teedeputeerdé van het Velmen kwartier^ dÖn li febi'üfitij 
1^75 kigter van Arnhem en J^eluwcTizom ^ léh di^li t);-febi'ü^ij 
iftelde Piins Willem de III hem aan^ tot extititotdinaissr&aid 
in het Hof vah Oèlderhmd. De genegenheid ■ Van /gëilMByeii 
Frinfe en lieszelvs Gemalinhfe vöor den Heer en Vixwólr. vén 
ibzendaal'y vmio grbDt» dat zij zig méêhhkieö b|>-dat;.jlsan^ 
zienlijk landgoed gingen verlustigen^ én enigéii tQdi.toéfxl&nii 
took verzelde hij benevens zijnë gemalinnen dienT. votst dk 
vcttdftinné in ï^'^i naar Engdénd^ alwaai' iiytès weken Vof*" 
bleven. Geen minder gunst en liefde genoot hij ^mjfrnianni 
burgerije, die 's mans deugden en braafheid van nabij >keüd6n. 
bp den is augustus 1701, werdt hij door Koning William 
jfot Landdrost Vian d'é Fehê^è aangefteldi ♦ Het Was ook Ihet 
ten fmërtelijke aandoening j dat hij het volgende jaar 'dè dood 
van zijnen vorftelijken vriend en weldoener vernam; ^ti^l& 
iiet wéiftfg -v^ierdt vermeerderd ; door de gevolgen dié dezel* 
Ve genoegzaam in de gantfche Republijkj en inzondetheid In' 
Celderiand na zig flëèpten. Te Arnhem koos men , ingevolge- 
énè nieuWe keur uit de Gemeen t^lleden j 'twaalf lladi Regen* 
tèni latende daar onder hém, benevelis vijf van dé ^tfdé Ma*^ 
giftraat aanblijven, doch Rozendaal en de vijf aridèireTTeren 5 ' 
bleven volftandig de verkiezing afkeuren, én dé* aanvaarding • 
weigeren i en wanneer ia 1707» wederom enige Heren wer- 

y 4 " den 



344 AtU^OLDI. GOHANNES) (KORNEUS) 

den voorbijgegaan , weigerde RdzesdaaL op nieuw , ^tó pcd 
te aanvaarden 9 en volhardde daar in tot zijnen. dood toe^ n 
welke.op den. 12 december 171 6 voorviel,: als ^toen>zagtelijk 
en godvrugtig ontflapeode , op het huis te Rozendaal in den 
ouderdom van 80 jaren en 7 maanden, juist op den zelvden 
dag, dat zijne weduwe in iiaar Siile jaar tradt, hebbende 
nog vyf jareii::na dien tijd . geleefd. Heer Johan was> gelijk 
in liet vocig Artikel reeds is gemeld, het laatfté manneH/k oir 
vw dit «ahsienlijl^ geHagt, itierf ook kinderloos, en werdt 
ingevolge zijne b^eerte, zonder enige: pr^- in. de kerk van 
Feip b^tavcm ... 

. Hoe ved^bezigbeid de bijzondere Staatsambten ook aan dó« 
zen groten man vcrfchaftdi, wist hij evenwel dagelijks, uren 
9f te fhipperen , om zig in de fraaije wetenfchappen te oefie* 
nen; ónder anderen bezat hij ene uitgebreide kennis in de 
landmeet- en bouwkunde _y .ook was hij zeer ervaren in dé 
gronden vanden gereformeerden godsdieiist, en beoeffende die 
met allen 'Qver; verders vondt hij fmaak in dé digtkunde, en: 
ilaagde daar- fomwijlen niet ongelukkig in, waar van -zijne 
in 't licht gegevene weikjen. ten bewijze flrekkenVak inzon- 
derheid:. Sdettti^ngen ober tiet %gb£n ban Jèsus Christus» 
3ltn!)eni lOgs^in 4to* éiómtfim m ^^duc^ten/ met pïstmi 
1707. in 4to» . ^ \ 



ARNOLD, zie ARNOÜD. 

ARNOLDI QOHANNES), geboren te Franehr^ zijrïde de 
jongfte-zoon, van den ProfesforNiKLAAs Arkoldi, en deszelvs 

jtwede hui&vrouwe Anna Pybinga; is geweest Advokaat voor 

1. 

*t Hof vüxir Friesland f en huwde met Tmtske Tania, by wioi 
hij twee kinderen heeft verwekt; het oudfte ene dpgter Anna^ 
genaamd, is getrouwd geweest öiet Gekard van Velsen Pre- 
dikant te Harlingen, en het jongde-, een zoon Siricus A»»- 
XïOLDi , die Predikant te Belkum is geweest. Joijannes ging^ 
den weg van alle vleefche in 1695. — E. L. Vriemoet,, 
^hm. Ffif. p. 420. ^ 

ARNOLDr(KORNELIS) , ofARNOLDüS CORNELISZ-, 

is 



Is In het jaar 1547 ^ Diélfr. van eerlijke ouders geboren^ 
wier geflagt Stojim va» *s GIravêzamde wicrdt giraamd Ia 
«jn jeugd werdt hij van 2ijne ouiijcfrs buiten' *s laiids ter ftudio 
befteld , om tot het predikambt der Gereformeerde godsdienst 
sig te bekwamen ; zijn eerfte beroep ha- 4at hij zijne letterv 
oefFenlngen hadt volbragt, was tt,Fraakméuii. Toevalh'g In 
1573 in zijn geboorteftad, gekomen zijnde, om öên bezoefe 
aan zijne ouders te geven ,. wierdt hij in die ^m^ente tot Pre- 
dikant aaneefteld, en is na de bewilliging van. die van Fran* 
ïtendaali in genoemde ftad als gewoon Leraar verbleven tot 
aan zijn dood, welke. op den 5 junij 1605 voorviel, hebben- 
de hij den ouderdom yian 5.8 jaren bereikt;, en zijn& hij de 
derde Predikant geweest , .die aldaar na de invoering van den 
hervohnden godsdienst,. is beroepen geworden. Van hem zijn 
enige fchriften, als ook 's. mans afbeeldzel, na het fchilderij 
van den beroemden Mierevelt gejirent, jh 't licht gekomen.^ 
Arnoldi was een man , van een uitmuntend^ vcrltand cri, 
doordringende welfprekendheid , daarenboven ijverig in het 
voorftaan en bevorderen 'van den godsdienst, altijd nedrig 
Yfin zig zelven denkende , zo dat hij niet alleen de Kerk van 
Delft door zijn voorbeeldig leven heeft geftigt , maar tëffeus 
ook de g^zamentlijke gereformeerd^ genjeentens van Holland 
tot een fieraad verftrekt, waar door hij zijn ambf met veel. 
ivjt bediende. Hij was ook onophoudelijk werkzaam * in hec 
beflegten van velerleijé kerkelyke gefchillen, zo dat hij in he^ 
Sijnbde nationa"aI in 1591 te Middelburg ' gehouden ^ en in' 
meer andere Kerkvergaderingen, veeltijds de plaats van voor- 
zitter* bekleedde. — — Bejclirijving der Jiad Delft , ifi foU^_ 
3729. bl. 708- " 

ARNOLDI (MARTINUS) , gebwen te Franekef^ een zooiik 
iran den Profesfpr Niklaas Arnoldi en van zijne twede huis- 
vrouwe. Akna Pybinga ; is geweest Advokaat voor den JEJovo 

van Friesland , Landfchaps Bouwmeester en Schepen van. 
Leeuwarden. Twemalen is. hij gehuwd geweest; zijne eerfte 
Vrouwe was Maeia Tjeka>ia i ene dogter van Tiberius Tjeka-^- 

Y 5 MA 



14* AkNÖLDL (MiaiIËL) (NIKIAAS) 

ia fiaisemeester te Leeuwarden, én lid van de: G&dqi^teérdè 
- Staten van Friesiand; de twede 13 geweest JetSkb Tania, 
dogter van Sierk Tania, Vroedsman en Schepen te Leeuwar^ 
den; verfcbcidene kinderen beeft Martinus bij zijne, beide 
vrouwen verwekt, waar van flegts maar een zoon bij zijn 
• dood die in 1699 voorviel, aanwezig was^ Nikjlaas genaamd» 
d "' I £. L. VaiEkorr, ^ithen, FHJ. p. 419; 

ARNOLDI (MiaCEL), geboren te f^amke¥, üiëdë eelt 
20on van dèn Hoogleraar Niklaas Arnoldi , en zijne twede 
huisyrouwe Axri^A Pybinga; was een man vah uitmóntetidè f 
geleerdieid , en wierdt na zijnen akademifen Joop voleind 
te hebben , tot Öoktor in de GodgeJöértheid gepromoveerd ; 
eerst is hij Predikant geweest te Menaldum , wierdt iri 1 683 
te Harlingen beroepen, in 1693 te Leeuwarden j iri 1097 té 
UtrecJdy en eindelijk in 1703 te ITaarlént'i alwaar hij op den' 
28 maart 1738 overleden is. Hij is getrouwd geweest met 
SjouwKjE Tjbka&u, ene zuster van 'Maria Tjekama huisvrou- 
ive van zijnen broeder IVlARTiinjs, hebbende bij haar drie 
fonen en crie dogter verwekt. Van 's ihans Tettórairbefd, lï 
in druk uitgegeven: Codex Talm* Tamid: dé Satr. ^ugi] verjionè, 
(f cornmetUario Ulustratusy eerst te ff'oneker in i68ó uitgegé^ 
ven, en vervolgens mgclijfd in de Mschna van Suitornusiuè^ 
Tfom. V. Voorts dn^i^tdghz ^ÊfeteAniBcn/ ^atltng, 1687. 
in i2^i en %ijlht^bm Q{i piinif Hendrik Kasüürj Itctuto^ 
1697. in 4tOi — • E; L. Vriemoet, j^hen. Fr\f.p. 419 ^ 426; 

ARNOLDI (AildiÖEL)j zoon van den bovenvérmeldéri | 
^Saarlemfen Predikant van den zei vden naam j en Sjouwkje. 
TmKAMA ; is eerst Predikaht geweest te Brandivijk^ een dorp 
niet verre van Dordrecht gelegen , en vervolgens te Hardenvijk 4 
ad waar hij den 12 oftobet 1751 is overleden, in den oudei- 
èom van 51 jaren, zijnde nimmer gehuwd geweest. -■■ .ii- 
B. L. Vriemoet, Atiien. Frif, p. 42di BoekZi, 1751- b, bU 
66» 

ARNOLDI (NIKLAAS) i een zoon irari den Haarlemferi 
Predikant MicHuti* Arnoudi, en Sjouwkje Takai^u, \s gQ« 

ivecot 



A^OLÖL (NIKLAAS) Ui 

ireest Schout over een diftrlA nabij Hooriem» waar onder zes 
dorpen behoren;. hij ftierf.in 1751. — £. L* Vwemoet^ 
Jthm. Frt/I p^ 4*0. 

ARNOLDI (NIKLAAS), een zöoh Van ^iARTiNus Arsöi* 
bi en Jbtske Tania, is geweest Raad, Seaetaris en Thelau- 
rier van den Prlnce Erfftadhoudcr te Leeuwarden ; ook rrcfi- 
dent van het Krijgsgeregté der Ftiesfe en Nasfauwfs regimenten; 
eerst Secretaris, daar na Schepen , eri vervolgens meermalen 
Burgemeester der ftad Leeuwarden, heeft ook verfcheidöio 
ftaatscommisfien bekleed. Hij is gehuwd geweest aan Bae- 
BARA Knock, ene dogter van Akm)Ld Kkock Raadsheer ia 
*t Hof van Fiieslandy waar bij hij twee zoons en een gelijl; 
getal dogters heeft verwekt, die alle voor hem zijn overle^ 
den , waar van nogthans de oudfte dogter is gehuwd geweest, 
aan den*Ontvangér der boelgoederen te Leeuwarden P. Wielji^ 
€A, en de jongffe aan fiL Knock Predikant te^RctUrdamj die 
een zoon ,bij haar beeft verwekt, Niklaas Aknoldi K^'oclt 
genaamd , ook reeds overleden ; zijnde zeer beroemd geweest,^ 
w^ens zijne grote bedrevenheid in de muzijk , en bijzonder al 
wat hét orgel werk betreft. Arnoldi was een inan van een bij- 
zonder fchrander oirdeel , veel belezenheid , en die ongemeen 
Op goede orde gefleld was , voorts vriendelijk en verpligten- 
de in de d'agelijkfe verkering. Hij ftierf in een hcgen ouder- 
dom, in het jaar 1775. ' Zie ook, E. L. Vriemoet, 
4tlm.FnJ. p- 419. 

ARNOLDI (NIKLAAS) , Hoogleraar in de GodgeleerthcÜ 
te Franeker; de ftamvader van alle de Abjnolsi's hier te lan-. 
de, wierdt geboren te Lesna een ftad in PcUnf den 17 fep- 
tember 161 8. Zijne moeder die weduwe was geworden, toen 
hij nauwelijks den ouderdom van drie jaren hadt bereikt, djroeg 
alle mooglijke zorg voor ?ijne opvoeding, en fchikte hem tot 
de letterkunde ; de eerfte beginzelen van onderwijs gencAt hij 
in zijne geboorteplaats, .onder. den geleerden Comtwiüs. De 
ouderdom van 15 jaren bereikt hebbende, werdt hij door de 
Si)node van Jstrotog, ingevolge de Foelfe kerHinfieliirg, tot 

Klerjj 



84i ' 'ARNÓLDL (NIKLAAS) 

KIferic bevorderd In i'635 i^erdt hij nca^ D'ajüzi^ gezbiiden/ 
en drie jaren^ later ^ keerde hij naar iPblék te -mgy ten einde 
tig verder in de godgeleerdheid te oefFenen.' In 1639 vertrcHt 
foj als beftuurd^i- der latijnfe fcholen naar Po^/jV, en werdt 
tefféns aldaar ttuisAédikant bij * tón voornaam hëër. Dan 
iijne bekwaamheid al Jangs hóe meer rügtlJaar wordende, Ver^ 
fcharte men heni gelegenheid, deaèlve op éèn liogeTchöol ver- 
der aan te kweken. 'Xri 1641 deedt hij ene reis naar de JVe- 
'Herlanden f kw^m te Fr aniker / en maakte atdalar grote vorde- 
Wngph door het onderwijl van zijnen landgenoot Maccovius, 
ais hiedc door de lesfen vkn den vennaardéri Cóccejus. Vari j 
flaar begaf hij zïg naai* Groningen^ Leijden on Utrecht y erf 
leerde in. 1643 .naar Franéker te rug; hier tot in het volgende 
jaar getoefd hebbende/reisde hïj naar Engeland y doch door 
de konfnglijké troiipen verhinderd wordendd, te Oxfort te'ko-' 
men, trok hij te voet naai* Camihidgey alwaar hem egter bele£ 
tïrerdt lesfen te" Horen, doordien alle de Hoogleraars Ih dé 
godgeleerdheid gevangen' gehouden werden. Hg keerde du^' 
Éaar Franéker té rug, ving aan te prediken; èn voldeed daaf 
in , in de hedérduitfe talé zo wel , dot hèiri afge iidén werdt 
naar Poleri te riig te keren; vervolgens tot dén pvedUidiensi 
teTcwaam gekeurd , bég^f hij zig kort voor zijn hèvoüp tot Pre- 
dikant tö BéeigwAy in 1645 in ègt .niét 'jonkvróuwé Remigia 
VAN NiTZEN, dogtói: van Carolus viui Nitzen; 'deze ftie"rf 
In 1(552, ènónzé Arnóldi heeft geéné kinderen by haar' ver- 
•w^kt. In 1651 werdt hij dc opvolger te Franéker vin zijnen 
leermeester, Jóh. Coccaqüs; en in i6Si ti"ou>;^de hij tèn twes- 
ëenmale, met Anna Pvhinöa, dogtef van Wibrawdus Jaccm 
BUS Pybikga, Burgemeester te Franéker y en Eltsabeth van 
Ghemmenich, dogter van Paülus van Ghemmenich, Secre-» 
taris van genoemde ftadj bij deze. ^vrouwe teelde bij n^en 
kinderen, vijf zonen cn vier dogters, waar van 'er flegts vier 
tot volwasfenheid zijn geraakt. Met grote vlijt, heeft Au- 
7H0UA zijn ambt als Hoogleraar tot aan zijnen dood toe be- 
Ideed, welke voorviel op den 15 oftober 16S0. Zgne nage- 
dagtenis werdt gevierd in ene Oratie door zijnen ambtgenoot. 



AHNOLDL ARNOÜD, ARNOÜT, . 34^ 

J. A Marck; ook verftrekken zijne tiagelafen werken, tot 
jgetuigenis van _ zijne bekwaamheid en naarfti^eid ; men vindt 
•^r ene optelling van bij £. L.. VrieMoet, Athen, Frif. pag, 
421 , 422. ■ 1 BaylEji DiSioÊi^ ed^ de 1730. Tojn. I. pag< 
350, 351- -: 

ARNOLDI (SIRICUS), kwam ter wereld in 16^4, was 
een zoon van den Advokaat Johannes Arnóldi en Tstskm 
Tania; wierdt na zijne akademifche ftudien te Franeker vol-* 
voerd te hebben, in 171 5 Predikant t^ .Oostermeer «n Eestrumi 
veivolgens in 1720 te Belkum.^ alwaar bij den Euangeliediens$ 
tot in 176S heeft waargenomen, zijnde om lighaams zwaklieid 
als toen emeritus geworden, na welken tijd hij nog geleefc} 
heeft tot op den 23 odbober 1771, als wanneer hij ia overlot 
den te Leeuwarden y aan het huis van ^jnen vollen neef de Burr 
gemeester Niklaa? Arnoldi. — — E. L. Vriemqet, ^tberh 
Prif. p^ 420^ Boekz,y 1771. ^. bl. 645, 64^. 

ARNOUD of ook ARNOLF de GROTE , was de zoon vatt 
Boüdewyn de|J kalen, derde Graav van Flaanderen. H9 
Volgde zijnen vader op in het regeringsbeftier ; egter hadt di» 
ten behoeve van zijnen tweden zoonAüOLF, Kamerikj Bologne^ 
St. Pol en Cisms , onder de naam van Graavfchap van Bologne 
Van zijne ftaten afgezonderd, om die voor altoos van de Grar 
ven van Flaanderen ter leen te houden. Arkoud de regering 
gedurende den tijdkring van 40 jaren met de groptile voprzig- 
tigheid en ten genoegen van zijne onderdanen b^flierd heb<- 
bende, nam in 958, sdjnen zoon Boüdewyn, dien h^ bij 
Aleid dogter van Heribert, Grave van Vermandois verwekt 
hadt , te hulp. Gemelde «Boudev/yn overleed in 961 , en drip 
jaren later llierf ook Arnoud, die jaren lang, deerlijk met het 
graveel was gekwelt geweest. Zijne afbeelding is door J, 
Meyssens in 1663 te AnPwerpen kunftig in 't koper gebragt. 
■ Q. de Wree, Zegelen der Graven van Flamdp'en, 

bl. 2 en 3. 

ARNOüT, van Mwni^i^tfwiwii geboortig, is geweest Abt 
van Lenh in bet Mark'.xsn Bfondenlmg^ €n naderhand vk 

M67 



Ka ARNOIJT- ARNtZENIUS. (JOHANNES) 

1467 van Bergm» van xle kloosteiordQn der Cisterfietifsrs. B^ 
wef dt ton behoeve van zijne orden naar Mme ^pzonden ^ en 
by fcbreef daar ter plaatse verfchESÏdeije godsdienftig^ werken; 
men wil dat hi} in 1490 zoude dv^lodon ^n, — — Cab« 
DX ViscH , SiUioth. eistere. 

ARNQyT^ van JUns gebynaamd, daar z^ne familie v«n 
afkomflig was , is een Geineesbeer en bereed Wiskunflenaat 
geweest, en leefde in de XVIde eeuw. Hij is geboren tQ 
SdlMm^j eeoi dorp nabij Aah in Jhnegowwen. Arnout hadt 
een broeder Johau van Lens genaaoid) die l^aar in de God« 
gpleeitheid was op de Hogefchool te Leuven^ Abkout reisde 
naar Muscevien^ alwaiu: men grote achting voor 2^ine geleerd 
beid betoonde \ inzonderheid hieldt dp Czaar waar hij lijfarti 
van was, ongemeen veef van hem. Na dat hij in 1565 een 
reis naar de Nederlanden hadt gedaan , om zijne naastbeftaandeq 
te bezoeken; wierdt hij in \, jaar 1571, bij de verovering 
Van Mêhm door de Tartaren ^ vermoord. Hij heeft verf^hei» 
dene voortreffelijke werken gefchrevpn; als onder anderen^ 
^agoge in Geometrica elementa Euclides. > Valer. Andk,^ 

BibL Belg. ^ Vossius, ^ Sciera. MatJiem. cap. 57^ J. 17^ 

'ARNOUT, bij^naamd van RoUerdam of van ffollond^ om 
dat hij te Rmerdam geboren was» is geweest reguliere K** 
nminik van de orden van St. ^ugustinus^ en leefde in d^ 
X Vde eeuw. Hij was leraar van beide de regten , f n ten 
einde zig in de burgerlijke en geestelijke regtsgeleerdheid gron* 
dig te oeffenen , hadt hij de lesfen van de voornaamfle Pro» 
fesforen in die wetenfchap te Padua en Bglogne bijgewoond 
Hij liet verfcheidene werken na; als onder anderen : Remis* ^ 
Jmum Juris civêRs ff canomci; LeSlura Juper Conjlittaionlbus 
Benedicti XII; Qmmicalis^ expafitk m reguiam S. Augustini , ^r« 
Arnoüt ftierf den 31 augustus 1442, in het klooster Groe^ 
fitndaal bij Brusfel^ in he^elk liij het monniksgewaad hadt 
langetrokken. — — Valer. Andr. , Biblioth. Belgka. 

ARNTZENIUS -(JOHANNES), Hoogleraar in de gefchied- 
kunde, welfprekendbeid en digdomde te Franek^, wierdt t0 



ARNTZENiyi (JOHANNSS HKNRIC17S) s* 

ffizel geboren in 1702 ; hadt tot vader Hekricüs Arntzenito, 
^rst R^ftor en School vopgi te Wezel , vervolgens te ^rnftew^ 
ocii laa^ftelijk tp Utrecht, alwaar in 1728 is overleden. 

Onze JpHANNES, b^IQtigde zig met veel naarlligheid in h^ 
ieoefienen der talen, fraaije wetenfchappen en regtsgelcerd- 
Jieid, eerst te UtrecU van ^718 tot 1725, onder de Hoog- 
Jeraars Diukenborg en Duke» , en vervolgens nog twee jarea 
te Leijden , de verfl^ndige lesfen horende van Petrus Burman^ 
JlGEB. Haverkamp «n meer andere voorname mannen. Op 
den I /ulij 1726 werdt hij tot Doktor in bteuie dQ ^egten Vet-. 
heven, en kort daar q? tot Reclorder latijnS fcholen \QNijfiè» 
wcg-g» aangefteld; in welk Gijmmjium hij op den gi ina^t 172^ ' 
de waardigheid verkreeg, van Hoogleraar in de gefchiedkuflr 
de en welfprek^ndheid. In 1742 beriepen hem de bezorgers^ 
van Frieslands Hogefchool, in d^ plaats van Petr, BuRMA^y^fn, 
tot Hoogleraar in de gefchiedkunde en welfpi'ekendheid, weK 
ke post hij op dfai 28 feptember desz^lven ja^irs met eiie pleg^ 
^ige redevoering aanvaardde, en waar bij nog de tijtel vaa 
Profesfor in de digtkonst werdt gevoegd. In z^ne laatde jarea 
ileet hij een sukkelend leven, en overleed in 1759, nalaten^ 
de een zoon en twee dogters. Hij heeft enige latijnfe Autheu* 
ïcn met aantekeningen verrijkt. ■ E. L, Vriemoet, A^ 

then. Frif. p. 846, 847- Jo. Christo, Strodtbiannüs, m 
fïeue* ^tictiM (Butopai Part. VU. p. 577-586. CSaxi, Ononu 
iitei'. Pars Y^- P- 38?. 

ARNTZENIUS (JOHANNES HENRICUS), zoon van 
Johannes, geboren te Nijmegen in 1735. Na zijne letteroefr * 
feningen allerlofïèl^kst volbragt te hebben , wierdt hij op den 
9 november 1759 tot Reftor en Gijmnafiardi te Leeuwarden 
aangefleld; vervolgens in meq 1774 te Zutphen, met bijvoe- 
ging van de tijtels van Profesfor en Bibliotheqarius ; op deö 
8 december 1774, aanVaatdde hij met ene plegtige redevoe- 
ring : de lepbus quibusdam RegUs^ dvilis apud Rmones fapien* 
tiae fonte, de profesfie in de regtsgeleerdheid op de Hogefchool 
vzn Groningen. Na aldéar 14 jarèsx inet zeer veel lof en 
''■'.- / ijver 



^j^ ffiTOls; '(JAKOB VA») 



tmM 1fi0uSfcM Mmtfiktppilf in <!e fioddahtglïeid va& KSU 
lop^l ; 'en 't wi|s door z^ t^Ieid en dapperheid , dat de meeste 
hvüUmm lYCrden t^jpdcfgebragt. Het grootfte. deel vim Bhi- 
^l ^u overmeesterd ^n6e, vondt de vergadering Van negm- 
t!oil(Ui biet te lande, raadzaal > enige meerdere manfèhap' der- 
waarts t^ zenden ^ en M epperbewind/ovèr *t Taidfehap enen 
tnan van aanzien op te dragpn,- Gra^v Jo^tM&uiiTs van 
NittsfaU{ t>Oodt z^ hier toe aan. De n^aatfchapp^. droeg fa^ 
^9 landvQogdlj van Mravl op, : voor den jtijd van. vigf ja^ren , op 
^ne w^O van isoo guUL ter maa^id, en enige andere voor-- 
delan^ Hij begaf, zlg -in Oj^^oher fcheep, n^yon^ ^qoo kn^« 
ten.| en landde in januari 16379 op de rede van, Fcrnambuk. 
Terflond na zijne aankomst, bereide hijt zig tot enen.togt tegin 
d^n vijand* In nu^rt pverweldigde hi^ de^-üerkte Poru/in, 
en floeg d^ Ponugez^^ die zig hier omtr^t gehard hadd^. 
Toen onderwierpen pg wederom een merkelijk gi^tal fyoft- 
lianen. Graav Joan Maurits orde gefteld hebbende op de 
tegq-inge^ zondt in j\in^ enige fdi^n n^r de kust van Gw- 
11^41, om de (terkte St. Gê^gq d*Simina, te bems^gtigen^ 't welk 
ifi iiu|;u8tBS gelukte. -Nji de wederkomst dezer (pbepen in 
BtioU,^ • overmeesterde \^ yoor. 't einde des j>ars, neg ene 
landfti^ In dezen oord ; % welk hem den weg baandei tot 
de Cïixkimeming op de -Ra*»», in *t voorjaar y*ii.i63^, die 
Aogthan; kwalijk uitviel. Do La^dvopgd hadt geen yolks gje- 
noeg ^ der hand» om den toevoer naar OHnda te beletten. 
ARTtsefioi«KY , middelerwijl herwaar^ geke$^4 > werdt op 
*t einde des gemelden jaars, in flaat gefield, om een r^i- 
men^ van ;6oo mannen q;) tetOgten, waar med^ hij eerlang, 
naar Bnadl onder zeil ^ng. Do^h hier gekomen , raakte hj 
in gcfchil met den Laiidvopgd, die hem van zi^in ambt vfi^ 
liet; wtar na hij wederom naar Hollmid keerde. . Wac, 
rerfer/. Hifi. XI. D. \>\. %^6 en 247. 

ARTOIS (JAKOB va»), geboren te Brusfelj in 1613, is 
een zeer verdiènftelijkLtindrchapfchilder geweest. j.C. Weyer- 
MAr? getuigt, (lOTidertJe ftukken van dezen ArtOis gezien' te 

heb- 



4B(T£yELD. lARTiSCHOFSKy. asS 

Reflor der bd^nfe fdiolen te .Uj^r^jK^ veiToJgc^, I9 Gc»A, 
naderhand te. £]Sr/^i(,| en eindeli^ tii.Anficldamy alptraiu:. hij 
.door:;be^^ uitgeven van' verfi^idene-werkjes en. verhandelin- 
gen in tijdwerhen g^plaac^^^ doosflralende blijken van zijne 
geleofdbeid en . oirdeelkimde; he^ft ge^veni Hij ilierf in 1.76 j. 
i^-^-^.C 5axi,Ow»w, liu^'. Pars VI. p. 522. 

ARTEVELD (JACOBüS 'f aï») , geboren te GerA in Ftam- 
<fer«i, heeft iig-m dé gefchiédenisfeh van de XlVde eeuw 

' seer beioemd gemaakt. Van- handtering was hij een brouwer 
en koopman, en bezat een vaardigen en ondernemenden geest; 
waar door hij ih Fldandereni ene ^^ijna volftrekte heerfchappij 
uitoefFendè, 'eii onder hét rcgeriögsbeftier van Filips^'van Va- 
Lois^ niet wemfg fpels veroirzaakte. Gedurfde enigen ti^d 
Jladt hij ^ig aan-het Hof y3:n^rankrijk opgehouden, -e» trouw- 
de daarna dö liredutwe ran énen brouwer j voorts was hij een 
Intrigölantè knaap , die bri^wisfeling hicldtvgenocgzaam in aile 

- de fteden-van Ftaanderen; eii ftörk overhelde naar de zijde van 

• Eduard denIII, Konfeijg Vail iBfi^e/flfk/, wiens zoon hij tragtte 
tot Graav vstn Ftaahdef-en ^ doen vmki&zen; doch dit brak 
hem zuiür'öpv doordien a^ne ftadgenoten hunnen wettigen 
GraaV niet willende verftoten, ^jnen aanflag niet wilden in- 

■ ftemmeh, én toen hij ztilks tóët^ geweld zogt door te. jzetten^ 
dood flè^gen. Hij liet edri ZÓön na, Filips genaamd, die 
minder viwftand en moed dan zijn vader, doch meerdere 
rijkdommen bezat. Deze ilelde aig in 1381 aan 't hoofd der 

' opro«-ige G^wöofj, die een leger Tan bijna 60000: mannen 
hadden ^en bijeen te krijgen , dii daar-medeöraav Lode- 
W7K BEN ni, bijgenaamd óe Mmktftige, naar hunne> pijpen to 
doen dansfen, doch deze nani zijn (ï)evlugt tot Koning Karel 
öEN VI , en deze jonge vorst verflbeg in den veldftag bij Re» 
fibtekf'^/faooo Flamingeny waar onder zig ook FiLire van Ar- 

TEVEUi bevondt. ^ Aimles de Flandfe. YmissARiSf MJt^ 

de CharL VI. C. Custis, Jaarboeken der Jlad Brugge, 

ARTISCHOFSKY (KRISTQFFEL), denkeUjk een Polak 
van geboorte, diende in de jaren 1635 ^ X636» de Neier» 

L DSEL* Z i^^ 



3S4 All<7tW& MCHJANSZ. ASCONiyS, 

^^üMf^ €C^ ^[m^ip^jiil^^ ;f.q^ die koiiflelijk dq 

l)ul^fqii4^ teinpe^ten , qn h^c zwalpen dq^ ruifendé ba- 
T^n, vi§t ^it tp drukken, qn op ene kloeke wijzc} te (childe- 

'*- - • ■ - . . . «...<<.., 

ARÜNDINB (gOHANNES de) of JOHAN vAw RIET, 
één-MUmlng^ geboren tQ Brugge, In de orden der Kartnelitm 
getfredeA^ü^mby werdt h]| door -zijne nasuriligheid bevord^d 
tot I^aar in de theologie; en in die waaiKÜgbeid oe^enc^p 
Ui} zig zó vlijtig, dat h^* dé ervarende z^ner . tijdgenoten 
^verdt, en 'tot den eeretrap.vasi Prior in hq( konvent.te {7k 
f«c/»> opklom-;' vervolgens werdt hijiBisfchop van üsbithj si$ 
fflode Wi^bisCphop en Vikauris in 't kerkelijke 5 zi^dedaar toQ 
gekozen door Bisfi^hop DA^mt' v^fr Bourgovdizn. H9. over- 
leed to lAmhfy den 23 jui^ 149^^ en werdt in ^t koor der 
\SjmndiCKi kerk begraven. !.:Hig heeft enige latijnfe werkon 
^dntveo. ' Valer. Andr. , BiM. Belg. 

ASCH JANSZ. (PIETER vaü), geboren te Delft in 1603, 
i$ een goed Landfchapfchilder gewieest, inzonderheid in kleine 
fhikl^en;.dewgl hg ni^ veel ti^d om te fchilderen kost afzop* 
4eren V 'als ^ie pp ene andere uid^ze zijne hoog bejaarde ouder$ 
moest bezorgen ,. zijn zijne (lukken zeldzaam nvaar egter 
.deug^eigk; — Befcbrij^^vahibetfi, in folio. bl. 789- J. 
(^ WsYEitMiK, Leven der Schilders. II. p. bl. 24, . 

• ASCONIUS , zoon van Tabbö , gehouden voor den eerften 
Hertog van Friesietnd^. een vredelievend vorst, meer giezet ep 
de jagt en het fchleten^van vogelen , dan op heit vernieleQ 
van. mcnfchen. trimmer randde hij iemand aan , en van oo^ 
log horende, rustte hi) niet voor dat hg pardjen ip^ vrede 
hadt overgehaald. Dus luikte de regering onder zijn befUer 
hoe langs hce meer in welvaart op, en de ingezetenen door 
zijB lofielijk voorbeeld aangevuurd , beijverden .{net vlïjt den 
akkf rboi^w ; hg zelv' timmerde tot gerief der ingezetenen ^ tiet 
^n^ dorp vopr het andere n^; gelukkig zoude h^t ^p ge- 
freest, indien zijne rust piep waie geftoord geworden. Dan 

vreem» 



\ 



ASÈWYN oT AESwyiJi èS7 



-• % . ^ • 



j: 



tjreem^ voorfpöken fchenen ^n te kondigött» dat ^ oh« 

heüèn netelidia wareh; hét fi%^ iO{f aan *t'uit^^rpieh vun 

vuur en Vlam, rook èn'lmóo^;' cfiimp énftahk, 'ajjC Vóltó dttS 

gpn na 'malkander » uic é^n put die men groef eén 'htilvd niljt 

van Siamen , ^rreldé zc&,^ eén ver5azéhd geWbld '%outWicet 

op, dat alle dé omli^pndé velden ónderlibpen, èh'drt^ j6^ 

xen lang onvrugtt»aar Steven enz. Men wil dkt As!toito]$> 

kort hier ha en welin hét Jaar 1^3 overleden ié, vier zónëii 

Nalatende.. De twee oiidiïen AdelboLd en fi^; volgden 

(to vader in 'l gebied, doch florvbn zöhjei- kinderen i dé 

derde RiCHÓiJD, liet énen 2oon na , 'met liame Übbo , dië tïi 

fioto van' icgneQ oom 'firus, Hortog wiélrdtj RadböÖd de 

Vierde zoon^ zette zig in ihstfriesland néér, ^èr Viah intn 

wil, dat hg éen koóingrlyk óprigté. Ma^r dfé dézei^oHlen 

in hunne fchrifièn dus opgeven , kunnen ze niet geen andeie 

jlchruvers bewaarheden, dan And. CornsLius, Occ5 Scar^ 

LESfsis, VuETBRP, SuFFRiDUS Fetri, B. FukMËRiüé, ^n de 

2odanigèh, welke hun hebben nagefchréveit De drie ebrften 

zlyn op verre na de géioofwa&digden niet^, ja zi) ftaan bij 

Ubbo Eüiifius en gélijkibort^e brave Schr^^éFs, Voor föbei- 

digcer^,^. bp^jc*. SuFFRipiri tBTÉa en Biki^rARDU^ Pti^MSRtüs 

,iBs^n g^r$Ie en belezène mahiiéii , wélfprèkendè oök én nee 

van taai ; maar dé blinde liefde voor hun vader lalid én Voör 

de oude gefchiedenislên , heeft hun vérilènd én ölfdeel ib 

zeer beneveld, dat d^, ih 't lezen én befchrigveii der Frieslb 

oudheden , alle oirdeelkunde fcby nen viaarwél gezegd té heb* 

ben. — — Ü VAN ftsra, Sirkl. CHm^ vün fHesUmé H. D. 

bl. 362. 

ASÉWYN of AESDiryN, en ook wél AËSl^ÊN, U dé 
naam van een adelgk geflagt, dat éeröjds in Üéldö^lahd^ en 
naderhand in 't Stip van Ütreck gèbloéit hééft Ridder Gti- 
^^kRj> VAN AsEWVtt hieldt de zijde van EdüARd t^n ^jnéh 
broeder Reii^out in Gelderkoid, omtrent hèt jaar til^ Rëi^ 
NIER of j^Noub wks het , die J^RjsDEkiK Van ^LAl^itaNüfiiM 
JBlsfchop van Utreck die had óntzeide» tSi: ÖlïzÜê van Gts- 
JKBxr, oudfien-^BOon van Bwm. 

Z 3 WiL. 



358 ASEWYïï of AËSWYN. 



r* '• ft 



Wnf»JL viH AsEwwf^ was m de jaren 1493 tó 1494 J 
Marfchalk van Hertpg Kaiel van. Gelder; in' 1499, werdt 
hij Ërfhofineester genaamd Hij hadc ter vrbiiW géhöméii 
EuzABETg . VAN Haeften, iTOUwoKyan ririife, dogtfer vin 
ifcre WaLRAVEK, HeeF van ïRi^iflin , iHelü'ivi en Betwijnen'^ 
wier. moeder was Adelisé van Ëerwynen, en van Hen- 
RICA*, vrouwe van Farikf Wier moeder was Sophia Van Ab» 
LER VAN Stoütenburg. JDfeze Eüzabeth ïadt^tc vófcn nc^ 
iwcc mannen gchadt , den eérfteh' Johan VaiC BKOEi^HuiZEN * 
Heer van Wèerdenburg eii Anerfoijenl Erfhófmeester der ïan- 
den vaa Gfii/ff ; den twee4en, Gerard van Flódoup, Erf voogd 
vau Roemumde, en heeft bij alle drie kinderen iiagelatéjn# 
Haar derde man, Willem van AsEwYNi'hétftl)^ haar gèteclcl 
Reinier ♦ die aanftonds vol^n' zal , voorts Gèrrtt , WilLem 
en Hendrika, welke laatfte getrouwd zijnde" inèt'ZEWÉ van 
DoRD, nagelaten heeft ^Èlizabeth van DóRbr vrouw van 
Jan VAfH .pejbl Hooft, Marfchalk van den' Hertc^ Kajrel van 
Gelder, na wiens dood zij hertrouwde met bswAtó, üit het 
geflagt der Heren van WAsisENAAR, Graav VdTr*s 'Ha/thbetg, 
Heer ,vai) Soxmeer, Hornet, Itsel, Sijlahd, ënzl **]^ * ' ' 

Bjeinbe» van Asewyn, zoon vaii Willmöh ÉLkabeth 
voornoem^, heeft 'als Lid der RidderfcWp vaii h6t ^Wr^ 
Kwartier, in 1538 het verdrag '6h^rtekénd„ aajig^giati itusföii 
Hertog Jan van Kleef, en Hertog. Karel van, ÖELnibi.' H^ 
trouwde Agnes van Gent, dogter van Willem, Öecr v^ 
Meerwijk 9 daar hij bij geij^órineh heeft Reinier die volgt. 

Reinier van Asewyn,' zoon \an* Reinier èlï Agnes ^oör- 
noemdfröFouwde SopraA.vAN Brq^^hjj^zen,.^ dogter vaii Eü- 
STAAS , wier moeder was iiié het geflagt van "Èóck van' Opy- 

NiN, ^n van Cornelia van Wyhe, wier moeder was Geer» 

• . ' ' * *•■'••»■•• , , , . . 

TRüiD VAN. Tenonagel ; door welk huwelijk' hij de goederea 
van Brakii èn Lmgerak bekwam. Hiy' heeft bij haar géwoni» 
nen Reini^I) van wien' aanftonds volgen zal; Agnes, gt- 
trouwd met Florens van den, Bóngaart, 'Heer van NHeiw 
rode^ een zoon van Beernt en Isabella Turk , vröüw' vafn 
Nijetirode ; Aarnt en Eustaas,' waar van raderhatfd gcfpro» 
ken zal worden. ^ ' Rja- 



' 



\ 



feitMER-vA» AsEJWTYNi Hééf VEii jBratei, toon tmn-ktr* 
iitER en JolsnfA voornoemd, trouwde Machtblt vA» Ysen- 
böóktry trouwe vÉn S^^en^g». dogtèr vaii Aim>mS) Wi^ns 
ioioedér v^asObAVAi? AUstel Vifór MlrNDzü^ én van Ot^chk 
VA»f TuVl Van BiiKESTEiMi, wiens moièdcr was. MAéKXEtir 
Vi»(f Ma'^éen^, door welk huwelijk hij de kiderhofibd Stir* 
kènbtO'g erfde. ESJ heeft b§ haar verwekt , t. REtKnsiti don<' 
dér 'kinderen ovCfrléden ; 2i Aivïóms, dfé danllohds Volgen 
jfcal; ^i ÖdiliA> getrouwd inet Adriaan vaw ^Jathenes, 
Heer vzn Éivüre en van Opfneer; «óóh Van, Ja» | wiens moe* 
(dér wés Admana vaw Düivenvóoröê; én Vin Flörektina 
Van Kuilenborg, vrouw vAn Opmeer^ wièhti ihoedet was 
Agatua Van den Kóusstér, vrouwe van jSkefnade'; s* Zih 
ïrrAAS, Heer van W^mthorsti dié in het jaar I6i3 trouwde 
filet Maria Van Oöstrum , dogtér van Jan \ K^teleln te 
Woerden y wiens moeder was Maiüa SiPRurr van KiiiSKfiNBSSiCt 
én van AlItd Van Renesse; dogtér van ÖBRAftn^KastBlcla 
Van uhefden^ wiéns moeder was Geertruid van tóR Haar; 
fe EveÏhard , -éosder kindéren té Oostende^ overleden», 

Antonis vajJ Asewyn , rieér van Brakel én J^erkmMrg { 
tscfon van Reinier en MAcHfELTVoornoérad j trouwde: Geer- 
%^uri> VAN'ALDfflteocKiüMr, bij wie hij verwekt heèftr-ti An- 
tHöNis i die aanflonds Voïgt ; li; AdriAna , gebttiwd mét 
Jacob van ËAARÊNi' Heer van Harmèkn^ ZQoh Van HRNbRix^ 
wiens nioeder was TheOdora van Zuilen, vrouw van «öir- 
tn^i én van ! JbiEiANNA van'^uiLeïn van Ntvelt, wiens 
moeder was KAtrina van iVEERDENBURG J T, AgnIss* ê* 
tfbuwd met KüRNiÉLis vaN Brónkhorst tot de PotL Ambtmah 
Van dt Pyer-Éeiuwe.' Déze Anthonis wierdt m lÖiBV ^égénS 
(de Rïdderhpfflad &tfrit«i&ttrg;,^béfchrev^^ in hét li4 dér Ede* 
lén 'sLinds Van Xftrethi, fcn is ovérlédéh dén'a februaru 

Anthonis van AsewtN; ttéer van Érdktt en St^ieniurg'j 
20on van Antonis en GEERntuin voornoemd 9 titiuwdé'MAR* 
^AiETA Timxi hlyii^t hij nidlét énd dogtcri ANTOittrm/die 
-aa^nds volgt^ Hg Itiérf- omtrent Üh jare 1647 of Yö4^- 

Z 4 A:*- 



^o ASINGA ENTES. ASKUE. (GEORGE) 

AuTONETTA VAN AsEW7N, Viouwc van Bfakü en Sterken^ 
iturgf erfdogter van Autizonis -en Maroarbta voomöemd; zij 
trouwde met Gyshbrt vait • Mathknbs , Heer van' Mathenex 9 
Riviere/ Opmeer^ Zoiaevem, ter Dves;- zoon- van »Jan> iviens, 
moeder was Odilia van Asewtk, en van Jijdith Piek , wiens 
moeder was Walburg van Wyhe; zij heefc bij bem een. zoon 
en ene dogter g^dt, doch zi) zign beide vóor hunne ouders 
overleden. 

AATtNT VAN AsEWYN, ' Kccr .Vin Rumel y zoon van Reinusr: 
en JosiNA, hier voer genoemd, trouwde eerst Katrina vaw 
Ysendoorn' toü Strttenburj , de jongllé zuster van zijn b^oeder^ 
Reuoers vrouw, bij wie liij-gdiadt heeft; i. Agnes, of vol- 
gens anderen Katrina van Asewyn , Vrouwe van Buyrieli 
getrouwd met GysJbert van den BoETZELAAR,.erJBrchenk des» 
vorftendoms Gelre; 2, N. van Asewyn, getrouwd met ï^, 
VAN Wyhe. Zijne twede vrouw was^ Alterda van Bokt» 
selaar, weduwe van Paulus van Assendelft, Heer vaa 
Befiijeé >.Deze Aarnt wierdt uit hoofde van de RidderhofKlad 
Ruwielr in 1618 befchreven In het lid der Edelen 's Lands 

1 

van Utrecht f en ftierf in f6211. 

Elstaas van Asewyn > -Heer van Grandberg en Langerakf 
toon van Reinier, en Josina» hiei* ,Yoor gefield; h^ aouwde 
N. VAN Wachtendonk , \xq wten bij naliep Reinhard , Heer 
van larigerak en Josina. Hij ftierf in 1607. 

ASINGA ENTES, uit de provintiè x^n Stad en Lande qs^ 
boortig, was een dapper man^^p die veer beleid bezat. Het 
geflukt'j hem in 1583, met 600 knegten, geworven om on- 
derhouden .te worden uit brandfchs^tpingen ^van v^an^elijke 
plaatzen, een voordelige coup te doen, want afgevaren zijn- 
de van Ter Schelling, wist hij Ótterdtm aan de Eems, tusfen 
iyeifzijt' en ' Reide y met* hulp van enen hóóp Friefén^onêa 
Stein v^m Malsem , te bemag^igen. — — Wag. , Fad. Hifi. 

vn.D;bL:492. * • ,! ' ^ .' 

ASKUE (GEORÖE) » een J^jrfxfw<ti vwr geboorte , voerdp 
jh den ooriog^ tusfen ingeimnd en den $taat^ 117 het jaar 165219 

bel 






{ 



ASKUE. (GEORGE) 361. 

het bevel als Vice-Admiraal , over een Engelfe vloot van.. 
4a jR:bepen, en ontmoette daar mede voor Flijmmth de Rui«^ 
T£R ^ 'die. ene vloot van 30 ligte ootlpgfchèpen en agt branders: 
onder zig hadt. Het was niet alleen de minderheid der fchepeti 
20 van grootte» volk als g^chut, welke dien zeeheld merk- 
te dat tegens hem waren » maar de grpotfle zwarigheid be- 
ftond» dat hij belemmerd was met 60 koopvaard^fchepen, on» 
der zijn convcnj» daar A&È^ op loerde. . Maar wat doet 
1^ Ruiter, om zig uit, dezen benarden toeftand te redden? 
bij verdeeld zgn vloot zodanig» dat h§ het voordeel van den 
wind gemakligk kost behouden; en verwagtte toen het ove- 
rige van Gods bijlland en zijn volks dapperheid; moedigends 
de zijnen op ene ernftige wijze, met deze korte woorden aanr 
éka zij üls mannen voor *t vaderland ^ en yoor de vrijheid, der zee 
fifijdef zouden. De uitkomst beantwoordde zijnen wensch; 
^nt den 26 augustus 's nademiddags om vier uren, met 
den vijand .flaags geraakt zijnde, vogt zijjn volk als leeuwen, 
't welk ook van dat gez^^end gevolg was , dat hij na twee- 
maleQ door de Engelfm htcn gpflagen te zijn, hen eindelijk 
tusfen zeven en agt uren op de vlugt dreef, en dus een 
einde aan dit bloedig gevegt maakte. De moed der Hollan' 
ders was zo groot, dat indien de wind zulks niet belet hadt, 
2^ de Engel/en tot voor Plfjmomh zouden hebben gaan be« 
vegten; dan 't was al wél, tegens zodanigen overinagt de 
z^ge te hebben bevogten, en alle de koopvaarders in behou« 
den haven te geleiden, en leverde ftoffe ten overvloede^ 
om den Almagtigen over zijnen bijlland hartgrondig te dan« 
ken* 

In den beroemden zeeftrijd van den 11, 12 en 13 iun§ 
des jaars 1666 ^ hadt Askue op den eerften en tweeden dag, 
na zijne gewoonte zig als een -dapper zeeman en bekwaam 
officier gedragen ; dan in den aftogt dien de Engeljen genood^ 
drongen waren te nemen, hadt Askue het ongeluk, met bet 
fchip de Roij^ Prince waar over ^j het bevel voerde j gemon- 
teerd met 90 ftukken metaalen jgefchut , op zeker zand , de 
Culper genaamd, aan den grond. te geraken; en doordien h^ 

Z S vriig' 



ièi ASPEREN. AS^BLÖONCQ. (JOÉAtsUtS VAfi) 

VrugtéIoo6 vérrcheidéné aéinichootén om^Kulpdèedy m tèdènl 
dat de gantfe £'f^^{/ê? vlobt zonder bem te kunnen redden haren 
koers vervolgde, raakte hg in gevaar oitl doot twee Hottmu^ 
Branders vernield td worden ; doch tér zgnér reddinge^ gaf dö 
Lt Admiraal Tromi», die zig of) het fchip Vin den Schout-b^^ 
nagc SwEERis bevondt, bevel aan -de Branders oni af te hoU^ 
den. Het fchip tart A^kub, werdt hier op llgtelijk bemagtlgd|< 
èn daar na verbrand^ xer tj^nis dën 2ld van Taoin>v dndéé- 
wiens vlag dit fdiijï veroverd was^ di'A^len Dk RuifËt zo 
fbmmigen fchrijveh dé éér misgund , vah het alis in 2^epraat 
Ciar *t vaderland té voeréi^. Askük *wèrdt 'jr.andéréndai^ 
Aorgens met een galjoot naar 's Hdge opgezonden, van waar 
fi§ eerlang i naar Loeveftdn gevoerd w6rdé;-daar hg gevangen 
bleef tot na het fluiten van' den vrédè ; fchoon eèn Engelsman 
zijnde, kost hij zig tegens den aart van die natie ^an, niet be^ 
dwingen den welverdienden lof der Nederlanderm té roemefaj 
inet onder andei«n aan den flotVoogd vati Loevejfein té zis^cn : 
Jlw have a prompt Nation. — Brandt, Leven van M. de 
Ruiter, bl. 27. 28. 500. 564. Waoew., J^ad. Hijii XIL D*. 
W. 221. XIII. D. bl" 2Ó7. '209. 

ASPEREN (ÖEü VAPf), werdt onder *t getal ^def milandft 
Edelen genoemd, welke met öraav Williém den IV. in déri 
ihg tegen de Friefen , iïij höt dorp Widga in i'345 , Ihéuvel- 
Öen. " P. WiNSÉMiüs ; Crmlqué van Friesland^ 

, ASPEREt^ (REYER en FOUERT van), vindt mén. in 
de Icntentien van <ieh Hertog van Ax-va. broeders genoemd^ 
die op den 6 juiij 1568 gebannen en hunne goedéren vet- 
fceurd verklaard wcrdejii om reden, dat zij volgens den iri- 
höud daar van,, ^ig benevens anderen, daar bij gén^injl^ 
•ouden hebbén fcbuldig gemaakt, aan den invoeg vaader^ lier- 
TOrmden godsdienst binnen Gorinchm* :: ./ ■' . MAbcus,, S^- 
ÈMien, bl. 91. ■ \ , - umc : :•*. 

•*ASSELDONCQ (JOHANNEÖ VaN); fohimnikln St: Gü- 
éiUi^s Kerk te Brusfel , was geboortige Van ''s^Hèrtógetiboifch. Te 
Leuven Icide hij de gronden zjjner ftudie/ ir^-dt in 't jaar 

1621 i 






itóÊLDERS. ÖÖH.) ASSELYK. (JAN) (THOiJlAg) 35^ 

1621; te Dowd Boktor *fft de Godgeleerdheid^ en verwierf 
ïtókaf een nastm , door rfjne grote kunde in- de kerkelijke reg* 
'tèn. Hij ftigtt» hier 'de Bfoederfchap van hé'fiürment van Mtra^ 
kelen ^ waar van de brdónhantien te Brwfel iii 1620, gedrukt 

'zijn. ' Val. Aiidr.^ Mblkth Belgic: 

.'■ .. -.f 

ASSELIERS 0OHANNÈS), etnAawerpenaarvan geboorte, 
wierdt na zijne^ ftudien voibragt te höbbèn , en tot Doktor ia 
födcde regteii geprortioveetd te zijn , tot Secr'etans van gemelde 
tlAJ 'ïtó^Hêld. In zgn Jeugd heeft* hij ïtalien ; Frankrijk , Duits^ 
land en de verdere mdest bloeijende gewesten vaü Europa be^ 
^ogt , en niét weinig kundigheid in zijne reizen opgedaan. HjJ 
was een- goed ftaatsman, en wierdt benevens den Heer la 
MoutLiERE in 1584 door de algemene Staten als giezant naaf 
^aftjbff/j^ gezonden, om Koning Hendrik de heerfchappij der 
landen aan tÖJ bieden op de zelvde voorwaarden, als waar in 
•de Hertog zijii* broeder bewilligd hadt. Hij ftierf te D(?//it ift 
^1587, en heeft gefchreven: Hiftoriam Tuniultuum Belgiconm 
'è disèesfu TmLim II, mque ad obitum Francisci Valesii, Du-^ 
€ts jHenzmi. ' Foppen^, Biblioth. Belgé'^'p^. 5ö6* Wao. 

Fad. Hifi.Vm. D.- bL 30. 

'ASSELYN (JAN)i een voornaam AW/an^ür landfchapfchrN 

der, gebgnaaiftd Jïrai&rtftf, om reden dat hij een gefchröeide 

'hand en kroinme vingers hadt, zo dat hij nauwlijks in ftaat 

^was het paietC te kunnen- houden, daar bij was hij klein van 

■peffooh, waavon^ hem le Compte, in z\]n: Kon^kdbinet., dea 

^naam' geeft van kleine Hpllander,; doch in de. konst was hij alles 

behalven klein, en js een .van de verdienftigfte landfchapfchil- 

ders zijner eeuw geweest,, a|$ die men een van de eerfle mag 

noemen V die de zuivere en heldere manier van landfchapfchü- 

deren uit baHc overbragt naar de Nederlanden. Hij trouwde te 

yJJens met de dqgter. van Sr. Houwaart, een Antwerps ^^ koop- 

tnzxXé ' J. vC Weyerman, Leven der Schilders y IL p. 

• ASSELYN (THOMAS) y een vernuftig 'Nedeviands digtcr 
van 'vi^^Wi^aw' geboortig, grootsch en •vei*hevcniin:-;zi^ /l^l 

en 



6*4 ASSEN; QAN van) ASSEN. (WYNANDÜS vAÏr)^ 

en klaar in zigne uitdrukkingen., Zigne meeste vetkiezing ylal 
op Toneelfpellen 9 noemende hem Dn Ludolf SistDSy een 
man van verwonderenswaardige gel^dheid en fchone vindin- 
gen; in het lofdigt op zijn treurfpel Juluan d£ Medicis^ zijjn 
yi^argaiozen Nederlander ^ en van dat fpel zelv', aeggjpude: 

,, M^n AssELYK, het fpël is heftig, 
,, Staatkundig, zinrijk , net en deftig,** 

Men heefc van hem in druk , behalven een gproot getal vao 
Mengel digten^ 17 bigzondere Toneelftukken« ■ ■■■ Hoogstiu 

Woordenbêck. _ ^ . ' 

ASSEN (JAN van), een Amfteldaimmr vaö geboorie, was 
fcn braaf historie- en landfchapfchilder , dié een kloek en 
vaardig penfeel voerde, en wiens ftiikken wel uit -de band 
wilden gezien wezen ^ op de wijze der ItaHaanfe- kanstfhikken» 
dat is dat men die wel mogt bekijken maar niet beruiken. Ar- 
KOLD HouBRAEBN getuigt van hem zeer voordelig , dat h$ 
een man was van een goed oirdeei , maar die zig gemakshalve 
veeltijds bediende van de printen van A. Tei^ebst, inzon* 
.4erheid in die (lukken die buiten lands werden afgefcheept, 
hebbende van Assen dikmaals verzendingen op de Indiin. Ifij 
ftieif te jimfieldam in 1699» ruim 60 jaren oiid zijnde. ■ 

J, C. Weyerman, Leven der Scïdlders^ IL t). bl. 279. 

ASSEN (WYNANDUS vaN)^ geboren te Leeüyforden in 
1709 van fatzoenlijke ouders ^ volbragt zijnen klasfieken loo|i 
op de latijnfe fcholen van zijn vaderflad, waar na big zig in 
ie toereikende wetenföhappen aan de Hpgefcholen van Franeker 
en Groningen mèt groten lust en igver oefiènde. Den 8 fep* 
tember 173Ü werdt hij Proponent, en heeft vervolgens met 
véél nafarftigheid en getrouwheid den üjd van 40 jaren in drie 
londerfchéidene gemeenten het Euiingelie verkondigd; als eerst 
gedurende v^ jareh in Nieuw-Brongersga of 'de KmjpSy 2 jaren 
te Beetgumy en 9 jaren te BelkuikisiwMi ÓGzt Heildienaar 
tot zgn einde toe is verbleven» zijnde overleden den 20 jt^ 
miang 1775 in deH ouderdom van 66 jaren en enige weken 
lan uitteerende koortzen, veroirzaakt door een ongeneeslijke 

keel* 



\ 



, ' ASSENDELFT. (HUGÖ vAi^ -' 3^5 

, keelziekte. Wwitoüs k "g^we^t een dapper held in het 
Ibefchèfmeh van zijne aangenomefie ïéer, en buitengemeen 
.w^alui;a;ain in. de yen^^diging .van derzelver regtzinnigheid, 

' waar v^ hij blpen.gaf in zeker voorval iiiet drie Mennonitp 
4-eraar& in 1738, w^ar van ni^n het gefchiedverhaal vindt 
in S, F. RuESj, ^CeaatsStoooj^se fism &er„^oo{i^it|tien qf 
Mtntmitm in be SMxümibm M, 9^ , in 1 74S te Amfieidmt 
gedrukt. Ook veii^ektè de digtkunst zijn Eerwaarde van t^d 
tot tijd tot önfchuldige lutfi^anning, waar in hij niet ongeluk- 
kig daagde» billens enige dlgtfhikjes door hem in \ licht ge- 
geven. ' ... 
« Van Assen nam tot égtgcnoté Aükjb Clonkers, dogter van 
'ToHAirmss Clonkers Advok^at voor den Hove van Friesland 
en 'Bouwmeester dor Aad Léèüi^ardeny en Maria Siccama, ene 
'zuster van Abel en Hendrik Siccama in leven geliefde Euan- 
'gpliedienaars in Frieslands hooRlilad, die wegens hunnen voor* 
beeldtgen wandel eil trefFelijken predikdienst , lange in zege^ 
ning zullen blijv^; ^Deze egtvriendin werdt hemden 11 ju- 
nij 1757 door den dood ontrukt, nog geen 40 jaren bereikt 
jb^bbende, enyanverfcheidene zon^n maar enen- nalatende, diQ 
nog in leven en thans Predikant te Harlingfn is* — Bo^kz^, 
1775, a. bl. 2S3~25S.. 

ASSpNDELFf , is de naam van een hoge en vrijq h^rlijk- 

Jieid in Noordholland ^ en tefïèns van een aanzienlijk geflagt in 

dip provintie; wav van men eeii qitvoerijge befchrijving ai 

^ teflfens geflagttafelen, aantreft 3^ in]. Kok ^'Faderl.Woordenboei, 

IV. p. bl. 1379-1382. 

_. - . - . , , , 

ASSENDELFT (HtfGO van), Kc^t yitiFeenhmzen, ge- 

horen in 1466^ was eerst priester en Onder-pastoor der floar» 

Icumfe Kerk, vervplgens in 152* Kanunnik c^^'tHpf in 'sHdgi^ 

en van den jore 1510 tot 1532, extraordfnaris Raad in deii, 

Hove van Holland; hij (lierf in 1540, oud zijnde 74 jaren, 

' Deze Hüoo was eeii fibugdzaam en opregt man j ten hoogden 

"<Ie barmharti^eid en 'mededeelzaamheid beminnende , welKc 

'^ligteii en deugden hij aan den armen^ in volle mate be^ 

ge- 



366 ASSET,. ASSlGNlEi ASSQMFnOJf, 



geoefiend, 20 dat h^ hun ook tpt.zgn erfgenam^i hepft^aango- 
flcid. J. vz RiEMER, Befckr. van^sHagt^ L D. 'bl. 251, 



' ASSET (PÏETÉR) , was ücn van * PreCdcntqn dër 
'regtshovcn ran FUunderen en Anois^ en tevens 'een cfer leden 
Van den Raad- der Beroerten^ opgeregt door denHertog vAir Ai/> 
VA, in 1567. -— Wagen., Fad. Hifi. VL D: bl. 1551. 

ASSIGNIES (JOHANNES d^» gBhogrdg uit hec gcaav- 
ftfaap Henegomvm, is Cistercienfer Monnik geweest te ISia^ner^'fe 
en wierdt naderband tot Abc van Niv^le verkolen. Hg was 
een geleerd man, daar bij een ijverig voorflander der wetef\<- 
fcfaappen , en gaf in 1598 te Doum in de franfe taal jp 't lieht^ 
in twee delen, ene befchrgving van de beroemd^ Mannen ea 
Vrouwen van.zgne ord^n, welke in ;fio3 t&Bergm in Hen^- 
gwfwen herdrukt werdt ; behalven dit, heeft men- nog yjjji hen\ : 
jfhtidotum Sclutare cmtra pestiferos morbos mala Imgiue. jfnpwerp. 
4^pis Plakt, 1633. in 8vo^, en ©eer ^n^ere travaten, dip 
uien bg Foi>frn$ Bildioth. Bfilg. opgcteW YWdt. — i- Valer, 
Andre^, BihL,.Bdg0 

ASSOMPTION (JX7STÜS) , doorgaans genaamd Alexaj»- 
'DER RoGER, \s gèborcn omüent 't jaar löi? te jéntoing y&tn 
klein ftadje in het Doomikfe gebied, etl 'wierdt 19 jaren 'oud 
zgnde. Monnik onder de wden der ongefcl^peide ]i^rmeliten ; 
men bevorderde hém vervolgens tot Lezer in de Godgeleerd-. 
Jjieid te Leuven; korte jajpn bier na wierdt hij Prior van het 
Karmeliten kl'oosfijr te jDoorm'fe , en eindelj^k ?roVlntiaa1; ,ya-^ 
*^er JusTus was 66 'jaren oud toen hij ftierf óp deu 8 99tobér 
1679. Hij heeft verfcheidenc werkjes zo over dé Biegt* als 
andere ftigtelijke "onderwerpen ih t licht* gegeven. ' " ' ■■■' ' - Cos- 
ifus DE ViïxiERS, SibL Carmelitana y/tóm^ II. p, 214,-215. 
J. F. Foppens; Ml. Belgica, pag. 782."'¥AQuot, Mm, Utter., 
Tom. XII. p. 348^350. '■ ' "^ [ 

, ASSOMPTION . (KAREL van)J dporgaans gen^md Ka- 
;WL VA» Brus, wprdt in 1625 geboren te St. Guilein in fl^» 
^wen4 Hij was een zoon van den Graav- van Brias, Gpu-. 

vcr-^ 






ASSOJfyiUuB. (CjnUSTOFFEL db) 3^7 

vwncur! iian 4? kloiijéft^vafar^n6Mr^i,:en w den M^. - 

,qttis.,vAi!r MoLUiöiiJKW. .X^^^cxh^sf» dqqd y^ndezen JaatftRa 
•^trof hem zo I?vend|g> :d*t Juj d^ y<?pi:del^R welke zijne ^- 

ifepotte .hem .vpgrfpetó(j:,,.vagrwcl zQggend(5^r de wereld vw- 
4iei:, hft geestgügflQ fcl^ ftai\tpog, en .i^onnik^ weidt, in h^t 
. lUmleliten lüooster rtq I)MMié Den ^ loop ;^ner leU^roeiF^nlngeii 

voübr^gt be&bendpj'jbiëurpop hem de lu^t naar^P^e» te leU 
r zen om( da^ al» :;^)M'ng aan de bekering .tot 't Christendom 
f werkzaam te^jn; ten. dien einde verzogt hij z^nen Opperden 

ipm hem in 't kwee&f^hool der zendelingen ti&Rme (e plaatzen ; 
. dan men vondt difênftiger ,' om hem met 4tndere bezigheden on« 
: ledig te houd^. ' tiij was een gerulmei) tijd L^r jn de Gofi- 
. geleerdheid, vervolg^s jPrior yan zijn klooster t&Douaiy en 
-teatlaatften Provintiaal ,van ZJjne^ orden; in welke bediening 
rde dood hem dqn 23 ^p^uarig/ 16869 ruim 60 jar^n opd z^ti-, 
;.<3e, weg rukte. Hij. heeft verfcheideQe.-^^rkeii^pver dehci- 
.^gheidvan het klooster l^y^j) als .«nderzjnts gefchrevcn, ww 

yan:caen de i)pteUing yiadt bij P-aqvot ,.,'Mm. iitter. Tom.. IL 

p. pge-ioi. ^ ■ .. -Cf D« ViLUERS, &bL Carmdk. Tom. L p. 
„311-^312. . ».i^.. .... ' 

. , ASSONVILLE: (KRISTOFFEL de) , * Kpningl§ke Spacitfc 
. Raad in de NedtrUmdmy *was een g^;(lepen Staatsman, dcxrh 
<.di6 door züne daden getoond heeft, ;&ig xuimfghoots van alle 
. banden van braaC- en cerlijkheki te kunnen, ontflaan , wanneer 
'die tot 'Zijne voornemens hindert^k warfm. lii^was het, die 
1' aan. de faamverbpnden JEd^len, in i.56(5>.jioor een onbekend 
■\ perfoon, de wece iietdoen-^» dat verfcb$uI?i9.A'A2ran(^« Ë^e< 
; .len het befluit haddei\ igeifomen^ om; indien d({ Koning niet 
" van z^n ontwerp ^wilder .«&ien, Qm de in^ui^, met den fter- 

ken arm in é^ Nederlanden door te draven.; zïj.als dan de war, 

penen zouden QpvattCfti,.en zulks met geweld te keer gaan» 
: Ingevolge her verbal 'vilft Strada, zou Prins Willem d& I, 

zig tegens dezen Raadsheer beroemd. hebben, dat door den 

Koning niets betrekkelijk de Nederlanden gehandeld of gefpro- 
' ken wierdt, rf 't^^rtfdt.hiOT^nedegedeeld. -; 111,1569 werdt hij 
*HdoQr d^ Hertog. y^*:;^vik naar £f)£^/dni gezonden, om het 
?*c^ geld , 



368 ASSONVILLE. (GÜLIELMüS) 

geld, "wétk de Koningiii van de NedérUMni hadt doen aanhoo- 
den, te rugceeisfèn, en den daar uit ontftaoen twist te w« 
eflênen. Het onheus ondml dat h§ daar graoot, wordendo 
niet eens toe gehoor ten hbve Mgalfttea'; fchreef 1^ toe aan 
den hoogmoed van Elizabeth , ttri^ anderen bet (lellen, op 

* jekening van den haat t^n den Bsstogi willende zj} volftid^ 
met niemand, dan met den Koning in onderhandeling tredeau 
Ook was AssoNviLLE een van die genen, welke a!s lid vm 
den Raad van Staten, in 1576, te jfkiufet gevangen genomen 
werden, waar toe hii in dat aelvde jaar eerst was aangeOeld. 

• In 1 580 werdr hg gehouden voor den fchriy ver van den brief, 
dien de Prins vam Oranje» bij z$ne twede verantwoor^yig 
ge^'oegd heef%, om te betogen, hoe ibhandeligk de SpanjaanUa 
de Ncderlanêers 2X)gten te misleiden, hebbende denzelven op 
's Prinfen naam overal doen vèrfprerden ; doch zgn godloaiflo 
fielteftuk beftond hi de medepligcighetd die hi| aan de mooid 
van Willem den L heeft geh^idt; want de uitvoerder dair 

- van, Balthasar Ctbrards, voor de twedèmaal' g^^nigd 2|n^ 
de, bekende: „ zij» heilloos voornemen den Prinfe van Pjpb- 
„ ma geopenbaard te hebben, die hem gewezen hadt ntga 

^ „ den Raadsheer Assonville, met wien hig af^prokra was» 
„ dat hij zig om to^ang bij den Prinfe te krijgen , voor eden 
„ Francois Guion zou ui^ven. Voorts hadt de Raadsheer 
hem ernftig en bij herhaling vermaand, dat hi^ gevat wöf 
dende , den Prins van Parma niet melden moest. *• Dea 
volgenden dag bleef Balthasar Gerards, ook bulten pijn eii 
banden, bij de gemelde b^entenis, daar b)^ vo^nde ,»..ilat 
,, hij uit Assonville verftaan hadt, dat Parma dentoot^ 
„ prees, en hem 't loon bij den fian beloofd, verzorgen zcm.* 
■ Strada, Nederl Oorl. bl. 253. 344. 466 &c. Hoos^, 

Nederl. Hifi. XVTI. Boek, bh 743. Bor, Nederl. Oorl. XVHL 
Boek; bl. 427. 452. Wagen,, Fod. Bijl. VI. D, bh 305. 
VU. D, bl. 533, 534« • .: 

ASSONVILLE (GUUELMÜS), Beer van SouckoM h 
Brabmd, was een zoon van den voorgemeldea Raadsheer At 



9> 
99 



ATH. ATHALARDÜS. ATHANASIÜ9» ü^ji 

(U)NviLLE. Zijne ftudien te Leuven en Dotmi met lofièlijke gi^ 
tuigenisl'en zijner meesteren volbragt hebbende, werdt hg tot 
Doktor in de rcgten bevorderd. Hij was van enen zedigeh in*- 
borst^n een voorbeeldig gedrag, en het tegengeftelde van zij-- 
jien vader; eerlijk en deugdzaam varf. karakter, ging ziilks ge- 
paart met e^n grondige kennis van de fraage letteren en bcr. 
fchavende wetenfchappen ; zo dat hij een groot man in de gef- 
leerde wereld zou geworden zijn, was"2jgn levensdraad niet in 
't prilfte van zijne jeugd ontqdig afgefneden, den 9: junij i597, 
JMen heeft twee of drie verhandelingen van hem in 't licht, 
welke tot waarborg van zijn vernuft en fijn oirdeel verftrekken, 
■ F. SwEERTii, Ahen. Bdg. Val^. Andr., BibL Belg. 

ATH (BASILIDES) , dus genaamd naar zijne geboorteflad , 
alwaar hij in '1610 ]\':onnik is geweest 'in *t klooster der Ka- 
pucijnen ; men heeft van hem een tamelijk uitgebreide levenï- 
befchrijving van St. Aldegoote, welk boek te Arras in 162^ 
is gedrukt. — — Brasseur , Orig* Hannonlce ccenohior, p. 338. 

ATHALARDÜS, was de z^de Abt Van Egtngnd, en volg- 
de in H04 in die waardigheid Steven op. Hij fticèf in 11 24. 
' J, v. Leyden, Kronijk uitgegeven door Eikel^jbjjrcj , 

\>l 26"33t 

ATHANASIUS (PAULUS), ook TOMICH ©n TOMAI- 
TES genaamd; fchoon een grieksch Geestelijke, verdiend e^ 
ter ene plaats in deze Biographk te vullen, om de bedrieg- 
lijke rol welke hij hier te lande hpeft gefpeeld, en die- hem 
op 't einde aan de galg hielp. Deze Avanturier in 't laatst 
van 1735 tot zijn ongeluk in *s ^ojc^ gekomen zijride, ©n op 
«ijn verzoek in de kamer van Sdiepenen gelaren, gaf t© 
kennen hier te lande te zijn gekomen , om ene inzameling vaA 
penningen, ter vrijkoping van Haven bij de Turken gevan- 
gen 5 te bewerkflelligen. Bij *t onderzoek zijner overgegeven© 
befcheiden en getuigfchriften,- kwamen enige aan de Regering 
zeer verdagt voor, inzonderheid een Appaintement door 't Hof 
van Holland op den 9 december 1734 op zijn verzoekfchrifl 
gefteld ; daar bij w« hem 80 guldens gefchonken , en geoi^ 

L Deel. Aa Ioof4 




f ÏWASI^' (PAULUSJ . 

}0|>f4 llf»fa«;av^ v^n do Hogij Verg^uleringen In 's Hage te 
VWWlWin» ' PQ ïcdf'n^n die Schepenen van 's Bosch nader-, 
tiand gaven, waren deels, het flordig fchrift, en de buitenge-. 
itft>m w'vfÉB der inft^lling van het venoekfchrift.j en deels, daC 
«iK^ Jaïï Paus, die als knegt zig bij Athanasius ophielde, 
^n hij flfzpnderlijk gevraagd wïfs, betuigde, niet langer bij 
bm te willen blijven, om dat, indien zijne befcheiden al egt 
tnogten aijn , hij om vele redenen twijfïelde , of het geld dat 
{lij} 'ophaalde , wel tot het voorgaven einde hefteed wevdt ; 
Wnt in iille plaateen daar hij zig opgehouden hadt, verfpilde 
hij v(^l met den drank en oneerlijke vrouwlieden. Volgens 
bet verhaal van Paus, waren de letters van het verzoekfchrift, 
m^t bleken inkt gpfchreven geweest, doch naderhand met 
2weirter overgehaald; in een woord, daar waren zo vele wel- 
«gronde "vermoedens tpgens Athanasius, dat Schepenen be- 
grepen /ten einde zorg te dragen, dat geene ligt^elovigen door 
een verkffird mededogen misleid werden, den knaap provijSo- 
Jieel in gijzeling te nenien, en zgne papieren te verzegelen; 
2ij Eonden vervolgens bet meergemelde Jppokiiement en het 
Caderboekje den Hove van Holland toe , met verzoek om te we* 
len, of men het eerfle als wettig, of als onwettig aanmerken 
^noest; zij voegden 'er bij, dat hun uit verfchc^idene andere 
^en bleek, dat Athaï^asius e^n landloper was; zijne ^e.- 
ling was om die rede, door hen, in ene gevangenis verarm 
^erd* Inmiddels werdt de kneg^ die mede in hegtenis gezet 
'Wtti» als een orden tel^k man, die men aan geen misgreep 
fchuldig bevpnd, met het betalen van zijn bedongen loon, ge- 
(laakt Het Hof van Holland antwoordde kort hier na , dat 
hun Appointenmt wettig was; doch wanneer men op de over- 
gezondene verklaringen van Schepenen inV Bosch ^ het oog 
^tigde, olrdeelde het flof mooglijk te zijn, dat het door 
vcrrasfing bedrogen was; te meer, om dat het vele nadeh'ge 
gerugten van dien Griek verftaan hadt , waar yan het Hof, a's 
het de verklaringen bekomen hadt , die aan Schepenen over 
2K>u zenden. Het Hof verzogt verder , dat ingeval de ^van- 
S^ji wx enige fK&kfe ftreken fchuldig bevonden werdt , het 



ATHANASIUS. (PAULUS) 571 

]4ppwÉ6lMnt iiig gezonden mogt worden , om voor te ko- 
men , dat hier door niemand misleid zoude worden. Bij den 
gevangen werden verfcheidene penningen^ en andere zaken 
tan waarde gevonden; en bij nader onderzoek wierdt men 
ontwaar, dat Athanasius enen valfchen voorfchrijf brief van 
den Paus, door den Kardinaal Ottoboni^ als Vice-kanfelier 
ondertekend y bezat. Bij een volgend onderzoek, vondt men, 
dat de voorfchrijf-brieven der Griekfe Kerk te KonJiajitintpeleH , 
die hij fchoon niet ondertekend, hij zig hadt, mede vals 
waren , om dat met dezelve hand waar mede die gefchre* 
ven was, in zijjn GaiwZ>«e*;>' aangetekend ftondt, dat h^' 
yan de Keizerinne weduwe Amelia, en van de regerende 
Keizerinne te Wenen ^ twee bijzondere giften, de ene van 
400 en de and(?re van 300 dukaten , on^^angen hadt. Sche- 
penen gaven hier van kennis aan het H(f van Holland y en 
verzogten, dat indien 'er enige bewijzen, ten laste van Atha- 
WAsius ingewonnen waren, men die ter bevordering van do 
Justitie , over wilde zenden , hier tefFens het meergemelde» 
Appointemeiit bijvoegende, dat hg door bedriegelijke voorge* 
rens van het Hof hadt weten te bekomen. Het Hof ant* 
woordde, daC'er.zeker geval, ten nadele van Athanasius te 
Alkmaar was gebeurd; men hadt daar over met Gemagtigden 
van die ftad, welke zig in *s Hage bevonden,, gefproken, en 
dezen hadden aangenomen de bewezen daar van naar 's Bosch 
te zenden* . Burgemeesteren en Schepenen van Alkmaar fchre* 
ven enigen tijd daar na, dat zij het verzoek van AthaiïasiuS 
om liefd^aven daar ter flede in te zamelen, aQ^eflagen had* 
den, doch wisten niets tot zijnen laste, dan alloen, dat hij 
de Vfouw en dogter van den herbergier , bij wien hij zijn in- 
trek genomen hadt, tot onkuisheid hadt tragten te verleiden. 
Niet lang daar na kre^ men van Amjieldam berigt, dat A- 
THANASius aan Burgemeesteren* aldaar hadt verzogt éne inza-^ 
mei ing van penningen te mogen doen, doch dat zulks hem, 
om dat zgne papieren verdagt voorkwamen , was geweigerd ; 
ook hadt hij enen brief des Hertog* van Newcastle vertoond, 
ynsx van de ondertekening geweldig met de ^e verfchilde. 

Aa 2 Ze* 



M^ ATHANASIÜS. (PAULUS*) 

Zeker paspoort des I^^fdskrijgsraad&' te Wenen ^ onder iü^^ 
papicron gfevondon , wordt derwaarts gezonden , van- waar tij» 
ding' kwam , dat het zelve vals en 't zegel nagemaakt ware ; 
dit moet icgtcy kundig nagebootst zijn geweest, doordien 
Is Keizers Afgezant in '^Haqcy wien het vertoornd was, mede 
een paspoort gail Na dat 'alle deze bewjjEcn ingewonnen, 
tjn Athanasius voor ogen gelegd waren, beleed hi}^ dat velo 
tndor# papieren en getuigfghriften , die bij hem gevonden wer- 
den, mede nagemaakt w^ixjn; en hoewel hij alle de valfe 
papicreo zelv' niet nagebootst hadt, was hi^ egter hunner vals- 
jbeid niet onkundig geweest. Hier door hadt hij vele lieden 
bedt:ogon , en de ingezamelde gelden door een Hegt en ontug-* 
lig leven verfpild. 

Tot boeting van alle deze beciriegerijon , verohrdceldea 
8th openen van V Bosch hem , om na dat zijne vaUe papiereii 
en brieven doQr den Scherpfegtct op een bord, boven d^ 
plg zouden gefpijlcerd zijn , bij daar aan zoude worden ge- 
Bangen, en voorts zijn lighaam naar het buiten gqregt ge^ 
hiragt, en aldaar ten aflchrik', in ketenen gehegt. Wanneer 
ptn hem ócn dood aankondigde, ftond<hij in 't ecirst verteld, 
éoch wat bedanrd, fprak hij met d^ Predikanten en Zfckeor 
ö-oostQi-s/ in den jongden nagt' z^nes 'ley^s, gebruikte hii 
höt Avondmaa' naar de wijze der GiHekfe kerk. "Boven alleu 
ó'it bjj hem kwamen, maakte hij het meeste werk; van dQö 
Predikant GeorgUlrich Roemer, vermits die.in daOftrttff^ 
én GfHehfe talen gi\ telijks ervaren was, maar ook, omdat diQ 
licm door zijne gewone zagtzinnigheid en vriendelykheid , bö 
uitflek behaagde. Hij fchonk hem ten teken van gene^nheid 
enen ring , waar in een fteen gevat was , welke om de zel^ 
zaaraheid'van het geval, onder de nakomelingen vao dien 
leraai' thans Jiog bewaard wordt. Athanasius gp. het fchavot 
gekomen zijnde , viel op zijne knieën , en de Predikant Roe- 
V2R knielde met hem. Na het. bidden, fprak Roeaie^i hem 
nog hartliik aan , waar na hij dieii heer enen Gji-iekfeii Bi> 
bel fchopk, en hem vervolgens de hand toereikte; na dat 

d^zQ hsj^ de zjino gegeven hadt» tiok 1^ diqn Leraar v^u 

♦ ••*'■' " ■ • • 

«9 



^ > *• 



ATLANÜSi AUBÊRif, (ÖEfijAMIÏfj é?3 

ikg toe, cri kuste hém; VerVdlgèns ging big SSndcJr Vefel t^ 
J^preken, eh zo hét uiterlijk fcheen^ moedig ter doö4i t}k 
Vas het üeurig eincfe van dien landloper, diè te Jff^;/ïWd»wi, 
te Akmaaf\ eii in Friesland gevangen . gözetetl hadt, €n we- 
der los gelaten nférdt, daaj: hij reeds in ailderö landéü d<$. 
galeij ontkomen was. — -^ J. H. tAK Heurn, H^ié de¥ fia^H 
éi meijerije vari V H&tögenbosch. IV. D. bil i8--^S* 

ATLANUS, gezegd de tLa Roche van RupbJ <ieft 09^ 

ininikaner Moonik, die in de XV eeuw leofd«; houden fom-» 

migen voor een Duitfchór, anderen voor. een Nedarland^r, 
■f ^ . . ' . . » • . ' • , 

Na veel verrigt te hebben , tot inftandhouding van den Rooui- 
fen godsdienst , ftierf hij te Zwolle^ dön 14 augustus 1474. 
■ " Valer. Andr. , Blbli&theca Belgica» 

AUBERY (BENJAMIN); Heer van Matiriet, één iöoti 
tan Jaco3 Aubery, Heer van Moncreau, voornaato Advokaat 
Voor 't Pailemént van Parijj,' naiii een bèfluit, óm buiten sUö 
Opentlijke bedieningen, afgezonderd en ftilletjes op zijn land- 
goed te leven; docH op ftèrk aanzoek vérandbrdc hg vai) 
Voornemen, én liet zig in 161 5 als Ambasfadèur van FYaté^ 
tijk naar dé P'ereenigde Nederlanden benoemen > tön üjdé dat dit 
gemenebest nog in óörlóg was met Sparde, Zrn opregtcf 
aart en Vredelievendheid bragten té wege,'dat beide partijen 
héni in de Kerkelijke gefchinén mét AiiM'Niüs ön Göüarus, 
veel achting toedroegen; ook voéddé hij hoogachting voot 
^en braven OldenbarneVeld, en was ihét een Warme toe-i 
genegenheid de ijverige voor(})raak van dien Origélukkigèii 
' grtisaard , tot in zijn jóngfte levénsftorid. LöutSJi- lii CÓLtio* 
KY Hertogin vim OHeans^ was hem ook zeer günftfg, én vér* 
ijdelde alle de pogingen zijner veelvuldige behijdérs. Mét dit 
«il , geraakte hij in haat bij dé Pi-infén van d€n blöefde ; want 
dezen een binnenlandfen öörlog ip FrankHjk verwekkdïidè'j 
wierdt hen valfelijk bérigt, dat AuberV niét alléén kw^alijk 
van hun hadt gefproken, maar zelvs^ dat hij liiét enigé w«pa^ 
jaen en krijgc^volk beladene vaattuigen, dié ter huftnér buipïi 
wierden aangeVoetd^ fiad onderfchept 5 tij wiej'den hJèf 0^ 

Aa 3 20' 



37+ AüBERY. (BENJAWIN) 

zodanig op Ii6m verftoord^ dat zij zijn kasteel h Fétmne imge 
blj CJmeUeraia gelegen , ten enemalen vernielden ; doch de 

^Koninginne moeder vergoedde hem die fchade met 2000 rijkt»^ 
(kalders, en bragt te wegc, dat zijne jaarlijkfe inkomflen met 
JOOD dergelijke verhoogd werden. Gediende zijn gezant-, 
fchap in HolUmdy deedt hij ene leize naar EngeUmdy en vet- 
rigtc aldaar verfcheidene zaken tot genoegen van üjnen Ko- 
ning. Hij was den hervormden,- godsdienst in zijn hart toege- 
daan, zo dat het geen wonder was, dat de Pausfeijgke Nun- 
tius misno^ wierdt, toen hij in V Hage uit *s Konings naam, 
over den doop van een zoontje des verdrevenen Keurvorsisf 
van dm Paltz ftondt In 1620 verloor hiy zijne gemalin, die 
hem elf kinderen hadt ter wereld gebragt; en hig zelve llierf 
op zijn huis te Maurier in 1636, nalatende vijf dogüers en 
vier zonen. Als i. Maximiliaaw , die zxg in dienst begaf 
van Frederik Hendrik Prins van Oranje, doch na zijn vaderè 
dood naar Frankrijk te rug keerde , en met ene zuster van den 
Heer van Beauveau d'Espence trouwde; deze baarde hem 
een zoon Lodewyk, die ene dogter des Heren van Netten- 
couT ten huwelijk nam. 2. Daniel, die zeer bedreven in de 
wiskonst, onder den Hertog van Engüien als Adjudant dien- 

' de, en in den llag bij Nordlingen in T645 fneuvelde. 3. Lo- 
dewyk, wav van in het volgende artikel. 4. Maurixz, 
die vele jaren in dienst van Prins Frederik Hendrik door- 
bragt, en naderhand onder zijnen kleinzoon Willem den III > 
in de hoedanigheid van Kollonel, in den flag bij Semf fhexL» 
velde. Deze vier zoons ftelde Aubery ia hunne jeugd , onder 
opzigt van den bekenden Benjamin Priole, en zondt hen met 
hem naar het Hogefchool ttLeijden, hun enen fchrifcelijken raad 
en handleiding medegevende, hoedanig zij zig in ftaatszaken 
hadden te gedragen. Men vindt nog van enen anderen Au- 
berV gewaagd, met wien de beroemde Ples^is du Mornat 
brieven heeft gewisfeld» Niet onwaarfchijnlijk is deze een 
broeder van Benjamin 'geu^eest; hij was Raad van State en 
Requestmeester des Konings van Frankrijk , als mede Intendant 
iïi ^njou^ Touraine en U Maine, ■ Ancillon, Mmoires 

ed. 



» • > • • • I '■. .'M.'.» 



AÜBKRY. (LÖDEWyS) AüÊKEMA. (iPiKTERj dn 



éd. de ï^og. p. 3ii-33S: WAG-i yad.iéji: X. DJ bi; 357. 303; 

, AUBERY (LODEWYK;, Heer van Möh>, dênte SOttO 
Vin BenJaMiij, begaf zig met zijn vader hbg èë6r jong a^lidli 
naar Holland y Waar na hig zig een tijd lang in Poten ^ Sérl^é 
•n te Rome onthield. Vervolgens leefde hij iü groot aaniiitó 
éan 't Höf te Pojrljs^ zonder, egtèr enige* aanzienli^ê bëdÜ* 
iiing te kunn<in bekomen; dit maakte, dat hij slg tid dodi 
Tan den Kardinaal p£ Richelieu^ dié hém niet öngén^ll 
was, naar zijn landgoed Mdurier begaf, om aldaar ili Iru8| 
êijn leven te lideen. Hij ilierf in 1687, nalatëtidë end étiigO 
Üogtèr. Hec is van dezen Aubêry, dat vóór handen Éijft dl JSO 
4eer bérugte Memoires pour fervir a l*HiJloire de la HQH0idfé 
in i68i gedrukt, én die in 1704 in 't nedérduits vertaald ^ 
zijn uitgegeven i waar in zeer zonderlinge bijzonderhediil WOt» 
den gevonden, doch die men wil, dat niét elle ëèn ftöiuw* 
keurige toets aan de waarheid kunnen doorflaan ; zeker \ê h^M 
ten minflen, dkt *er verregaande onnauwkeurigheden in ttför" 
den gevonden; als onder anderen , op bl. 278, noemt hij d# 
dogter van Fredrik Hendrik,, welke aan öraav WlttJCii 
Fredrik, Stadhouder van Frieslénd is getrouwd göwcest^ ÖEït* 
iiiETTE AkELiA , daar een ijeder weet , dat hare tiamén Waren AL^ 
bertina Aones. ^Er zijn ook van hèm Memmres de Bambourg i fef^i 

gedrukt in 's Hdge^ 1737- Svo. ANciixoiir, Memdrei» ^ 

338-357. Mekckon , Disfertt. p. 469. Saxi , Onm* P. IV; p< i^Zi 
AUCKEMA (PIETER), een der drie kindören van Si- 
ÉRAND Peeters en Auck van Döniaj werdt omtrent het jaat 
1440 te Leeuwarden geboren, zijnde ene der vóornaanifiè fa*» 
inilien uit die flad. Hij bevlijtigde zig naarffig in höt beoUft 
fenen der rqgtsgeleerLhèid , bekwam den graad varit)oktöt Iti 
die wetenfchapj en wierdt vervolgens jBurgëmeester in zijn 
vaderftad. Deze waardigheid bekleedde hij vcrfcheidene jaren, 
doch in aileronaangenaamfte tydsomftandigheden ; woedciidtf 
als toen op het hevigfte, de bittere tiveefpalt tusfön dt 
ScUeringers ep VetkoperS. AüCkema kleefde dé piöirtij der laat- 
flen a^n, fchoon zeer gematigd, en na veelmalen zijne ijve* 
x'^ge pogingen in 't wérk tt hebben gefleld , cia 4it verflindend 

Aa 4 Vitut 



S7(S AULA. (BARTH.) AUJLETIUS. (ALAÏIDÜS) 

vuur te blusfen , dat hem ^ter niet gelukte. Leeuwarden gê^ 
Doegzaam zonder verdediging, en aan alle kauten open lig- 
gen Je, ondernam Auckema, die me: een gragt te omringerr; 
doch alvorens dezelve voltooit was , kwamen de ScJneringers een 
t¥oedenden aanval op de ftad doen, vermeesterden die, en vers- 
moorden benevens vele anderen, onzen Burgemeester. Dus 
noodlottig fne«fde deez' brave man in 1487, biy zijne huis* 
vrouw HisKiE RiNU een zoon en ene dogter nalatende. H^ 
heeft enige fchriften over de regten en andeie onderwerpen , 
doch inzonderheid over de gefchiedenis van Friesland famco^ 
gefteld. ■ ■■ SuTFR, Petri, Dcc. IX. n. i. p. 98*-iö6. 

AUCKEMA, zie HANS HANSZOON. 

AUDEJANTIUS, zie OUDEJANS. 

AUFRIED, zie ANFRIED. 

AULA (BARTHOLOMEUS), geborei te Halle in TRweu 
gouwen, wierdt na zijnen fludere: den loop volbragt te heb- 
•ben , Priester van St. Gertruda te Leuven , alwaar h^ een zeer 
ftigtelijk leven leide, en de kudde aan zijne zorg toever. 
trouwd, door eigen voorbeeld tot liefdadigheid en enen god- 
vrugtigen wandel aanfpoorde. ■ Waler^ Awdk., £ib/i 

Belg. 

AULETIÜS (ALARDÜS), Hoogleraar 'm de medicijnen 
te Franeker, is om tien t het jaar 1545, te Leeuwarden, of zo 
anderen willen te Dokkum geboren, uit ouders die gants en al 
niet door het fortuin met gunflige omïlandigheden bedeeld 
waïen. Hij doorliep de latijnfe fcholen te Leeuwarden, en ge- 
neerde zig meestal met de opkomften van den post als Claviger 
daar van, die hem tot zijn bellaan was toegevoegd. Na 
twaalf Jaren hier in dien toefland dporgebragt te hebben, wierdt 
h5 Praeceptor van enige jonge Edellieden , met wien hij ver- 
fchillende landen doorreisde; en zig intusfen zodanig oeffen- 
de, dat hem ergens zonder te kunnen "bepalen waar , de Dok- 
torale waardigheid 'm de medicijnen wierdt vergund. Ivr Fries- 
land te rug gekeerd, werdt hem *t Reéloiaat ie DMum op- 

ge- 



\ 



M 



|;édragcii. ïcAevt wierdthij, ivaarfd ijnlijk in het jaar 1585» 
tot Hoogleraar in dè medicijnen te Franeker beroepen, en h^ 
llierf in den ouderdom van bijna 60 jaren, op den 21 jannar^ 
16069 zonder dat het bekend is, of hij enige kinderen bg 
^ijne huis vrouwe Engel Cremers of Cramer heeft nagel ateh; 
SixTUS Amama (Oöt. in memor, S, Jrcerii) getuigd van hem^ 
dat hij een godvrugtig man was, vroom van leven en wan- 
dèl, en in het beoefienen van zijne konst, alierbekwaamst 
èn gelukkigst flagende. Hij heeft voor zo veel ik wete , fiegts 
ene verhandeling gefchreven , getijtelt : M&nitio ad UI. ^ anipL 
OfcÜnes Frijics de refotmimda Praxi Medicd. Fran: 1603. w 4^^; 
tïraar in hij onder anderen zoekt te betogen , dat het kortilö 
en Hieest voldoende middel om de beoeffening der genees- 
kunde zo wel als van alle andere wetenfchappen te verb.ete- 
len, daar in beftaat, om de zodanigen voor te trekken, die 
'er de meeste kundigheden in verki'egen hebben. ■ É. 1^ ' 

Vaiemoet, jithm, Frif. pag. 70-72. 

•\ 

AURIFABER (AEGIDIUS) , ecri Karthuizêr Monnik , t^i^ 
karis van het klooster van Sim nabij Zierikzee gelegen , leef- 
de in de XVde eeuw. Pbtrüs Sutor, van de Monnikken 
dezer orden gewagende, getuigd vtn heni, dat hij even ge- 
leerd als godsdienftig was. Hij heeft drie ftigtelijke werlïjos 

gefchreven, en overleed den 20 februarij 1466. Vau 

Andr., Biblioth. Belg, P. de la Rüe, Geletterd Zeeland, 
bl. 329. 

AVAÜX (CLAUDE de mesmes Grave d') , Franfe Af- 
gezant, kwam in', het laatst van 1643 in die hoedanigheid in 
's Hage , en wierdt aldaar met vele (laatfie , benevens zijnen 
medegezant tot de Munjierfe vredehandeling , Abel SERt^iEiü 
Graav de la Roche^ ingehaald. Zij hadden last om de Staten 
aan te manen, tot het zenden van Gevolmagtigden naar Mun^ 
Jler , en om vooraf enige punten te beramen , welke toe be- 
vordering der vredehandelinge zoude kunnen dienen. In '• 
bijzonder, handelden zij enen geruimén tijd, over een ver* 
bond tiisfen Frankrijk ca dczei^ Staat , waar bij men zig v^r* 

Aa 5 . pli^. 



\- 



V 



£78 AVaUX. AVJENNES. QAH v&sj 

pligren- ZOU i om ^Ikanderen borg te flaan, toor de oiidcr- 
houding van den vröde of het bcftand, welke men me: Spanje 
jfoii aangaan. Weinige dagen na het fluiten van die verbond 
jn 1644 j vèru-okken de Fran/è Gevohnagtigden nzsx Munfieri 
doch voor hun vertrek, deden 2e, bij monde van den Grave 
D*AvAux, ter algemene Staatsvergadering , een verzoek, om 
Vrijheid van gödsdienstoefïeninge voor de RooAsgczindcö 
^zer Idnden, in bijzondere huizen; dan de Staten na'men 
dit verzoek zeer euvel in de toen plaats Vindende omftandig- 
tcden; te meer, om dat het voordragen van hetzelve, den 
Gezanten in bijzondere handelingen met der Staten Gemagtig- 
den, ernftelijk ontraden was. ■ Wag., Fad: Hifi. XL 

I). bl. 361. 364^ 

AVAUX (JOHAN ANTONÏ de MESMES brave d*), 
ioon van Claudk, was in het jaar 1675 wegens Frankrijk At- 
gezant op de vredehandel ing te NIjniegen: In 1679 kwam hi) 
al 5 gewoon Ambasfadeur van gemelie Hof in 's Hage; aUva^ 
h^ tot op den II augustus 1707 in die hoedanigheid verbleef, 
jiemende als toen zgn afTcheid van de algemene Staten , dié 
hem met het gewone gefclienk van enen gouden keten en 

penning, ter waarde van omtrent 6000 guldens begiftigden, « 

Wag. , Vad. Hifi. XIV. D. bl. 369. XV. D. bl. 4. XVIL 
D. bl. 90. 

• AVENNES (JAN van) , Graa v van Henegowhen , de twede 
van dien naam onder de Graven van Holland en Zeeland. Hl^ 
was de zoon van Jan van Avennes , gehuwd met Adelheid , 
dogter van Graav Floris örn V, en zuster van Grave Jan 
BEN I. - Hij hadt Van 't overlijden van Grave Jan Den I, de 
tijdiflg in Frankrijk niet zo dra verdaan, of hij fpoedde zig 
naar de Nederlanden j daar /hij ftraks in de voornaamfte Hol* 
iafidfe fteden, voor Graav en Landheer wierdt aangenomen; 
dit viel voor op 't einde van 1299. Zijn eeifle zorg was, de 
herftelling van de rust des lands , die nog verre was te zoe- 
ten, van wegen het groot getal aanhangers van WóupHERif 
VAJir BoRSSELEN. Ook (lak hem nog in den krop de moord , 



4VENNES. (JAN va») ^79' 

jgcplc^d aan zijnen voorzaat, Grave Floris deIï V. Omtrent 
de laatften toonde hij zijn misnoegen, in enen brief, hij wel- 
ken hij de viijheid verleende , om te Dordreclit te komen han^ 
del drijven, aan alle kooplieden van verfchillenden landaard, 
uitgezonderd de zulken , die in den aanflag tegehs Graav Flq- 
txs de hand geleend hadden. Heer Jan van Renesse, een 
Zeeuws edelman, wierdt van handdadigheid aan dit wanbe^ 
drijf betigt , en was ten lande uitgeweken ; thans bood hij zig 
aan om zig bij den Graav te zuiveren, en borg te ftellèn voor 
2yn goed gedrag. Jan de II , nam de aanbieding aan ; dfoch 
toen het aankwam op ^et (lellen van borgen, waren 'er 
geene te vinden ; de verzoening bleef dus agterwegé. Renes^ 
€E verwekte als toen enen oplland in Zeeland j wellce in open- 
bare vijandelijkheden uitliep; de vloot van Grave Jan naar 
Zeeland gezonden, wierdt, door een heftig onweder geteisterd 
zijnde, verftrooid, of viel in *s vijands handen, gelijk ook 
GuY Bisfchop van Utrecht ^ 's Graven broeder; ja zo hoog liep 
de verwijdering , dat die door bemiddeling van Frankrijk , 
moest worden bjjgeleid. Gemaklijker flaagde Graav Jan, in 
éne bevrediging met den Hertog yan Lotharingen en Brabatid^ 
gelijk ook mét de Heren van Kuik en ïïeusden, allen deelge- 
noten in den toeleg óp het vermoorden van Graav Floris. On- 
der dit alles , was de vriendfchap nog niet volkomen herfteld 
met den Here tan Renesse; merkelijke moeite baarde deze 
aan Jan den II, en hij bedoelde niets minder, dan om hem 
van 't Graavlijk bewind te ontzetten; ten einde dit te bewer- 
ken, vervoegde hij zig ten Keizerlijken Hove, en beweerde 
aldaar, dat het Graavfchap van Holland y als een leen van 
't rijk, met hct.afflerven van Grave Jan den 1, aan het kei- 
zerrijk was vervallen, en thans door Jan den II, onwettelijk 
wierdt bezeten ; het uitzigt op magtveriheerdering , deedt Kei- 
zer Albregt aan de opftoking gerede oren lenen, len fpoedig 
een leger op de been brengen; Graav Jan hier van de lugt^ 
gekregen hebbende, zat insgelijks niet (lil, door gants Holland 
deedt hij heirvaart befchrijven, en verzamelde binnen kort, 
een aanzienlijk leger van edelen en poorters; met dezen ging- 

hij 



fcjj (chcep, en zeilde den Waalftrwm op, tot aan NijmeghH 
iilwaaf de Keizer zig bevoijdt; de Hollandfi benden tradèft 
hier aan land; zeer waarfchijnüjk zou het tot een hoofdtréf^ 
fèn gekomen zijn, ware zulks niet gè'vëerd dcbr de tusferf- 
Homst des Aardsbisfcops \in Keulen; die den Keizer deedt 
beloven, met zijne benden te zuUèn te rug trekken, en GraaV 
Jan in 't gerust bezit zijner landen latei, mits deze dezelve 
van ótn Keizer ter leen ontving. In Zee.'and hadt de Graav, 
op dit pas , vele onvrienden ; en op bet gerugt van 's Keizers 
komflc, waren deze, met ene vloot van loo fchepèn, vati 
land gedoken, en den Lekfiromn opgevaren, teV hiilpe van 
Albrkgt; van deze afwezigheid en ontvolking maakte^ 's Gra* 
ven zoon , Jan Graav van Oostervant en de vermaarde Witte 
VAN Haamstede, een voor hun heilzaam gebruik; zij verwoes- 
ten de kastee'en der misnoegden , en bragten g^xiXstVal citeren, 
Stlwiwen en 7.uidheveland te onder; de vloot raakte daarenbo- 
ven verfti'ooid; 't volk welke dezelve bemande,, aan lanwl ge- 
trevien, nam de wijk max ScJioonhoven , doordien Niklaas vai^ 
K ATS , lieer dier plaatze, het mét de misnoegde Zceuweh hieldt; 
doch de burgers liem weigerende binnen te laten , verklaarde 
zig de flad voor Gvave Jan, dis hu zijne vijanden onder de 
knie hebbende, na het ftcllen van orde op de redering , enert 
leer naar HenegouH^en deeJt; hij vertoefde aldaar een geriii- 
foen tijd, en tot dat zijne herwaa tskomst noodzaaklijk wierdt, 
Vrcgens enen vijandljjken inval in zijne ftaten, dóór Hère Guy 
^AN FlaandereN, met welken hij egtcr fpoedig vrede trof, 
èooT het fluiten van een zeer nadelig verdrag. , Niet lang 
daar na ftortte öraav Jan, in V tiage zijnde, in 1304 in ene 
Jlepende ziefkte, die aliengskens toenam en verergerde ; door- 
dien nu (Iraks gemelde Gl\^ van Flaanderen , het verdrag 
fchendende, hem den oorlog opentlijk verklaarde, en hij zig 
onbekwaam bevondt om het bevel over zijhe krijgsbendeft 
lilt te oef&nen , droeg hij het bewind van zaken op ; aan zij- 
ticn ioon Willem, Grave vari Oostervant, en, vertrok in 
kwii]nenden ftaat van gezondheid, naar Henegouwen;^ hier ftieïf 
, fiij nog hl 'Czelvde jaar, in dc' flia^nd augusDas; nog vocf 



^VERHOÜLT. (ANTON. » AVILA, .(BALTÖ, dï) f^ij^ 

aijticn dood hadt hij 't genö^n ^finaakt,- dat gants Zeelan^ 
zig aan hem hadt ond^rworp^iv. .Bijkans yijf jar^n.hadt ziji^ 
Graavlijk bewin(^ over JJolland geduurd. Hij hacjt daar in tpt 
opvolger Graav lyxi-LEi^ P5N lil,, dien hij behalven agt of ne. 
gqn andere zonen en dogters, verwekt hadt bi^ PniLippiv, 
4ogter d^s Graven van Luxmhtirg. ■ ' ■■; G, Vossiiw , j^W^ 
l^eken,hL ?i!^. y. Bm^^ ^^fchri^vvng yq;: Dordreck. bl. 7891, 

AVERHOULT (ANTONIUS d^),' een Jenüt, is omtrent 
fcöt Jaar 1554 te ^re geboren. Zijne eerfte lettercelFenin* 
geri^ waarfchijnelijk in zijne 'Vaderftai voleind jfieftbende, ver- 
tiok hij naar Leuven^ fludéerdet aldaar met grote vliit in de 
wijsbegeerte en godgeleerdheid, en \vierdt den 10 augustus 
1598 tot Regent van hét theologisch koïïe'^ie' aldaar aangeileld. 
Dan hij behield niet jaiig dezen posr, want bij' begaf zig leedsi' 
In 1600 omtrent 46 -^aren oud zijnde, in het genootfchap der 
Jefuiten^ Zijn proeftijd geëindigd zijnde, werdt hij tot Biegt-' 
vader in een klooster aangebeld, welke bediening hij geduren- 
^e negen jaren met vefel ftigting waariiain. Zig vervolgens 
aan den» predikdienst toegewijd hebbende, vermaande hij met 
CTie warme welfprekendheid de Overheden van verfcherdene 
omliggende fleden en provlntien, om de beelden te herftellen, 
Sffé Hoor een al te vei gedreven godsdienstijver van fommige 
heethoofden, verbrijzelt of verllrooid waren; zijne pogingen 
hieromtrent wi^xJcp ook met den besten lütflag bekioond. 
Hij ftierf te Ihgrnik d^p a^i feptember.1614, in den ouderdom 
van 60 jaren; ep heeft vpor :?ijne geloofsgenoten verfcheidene 
ftigtelijke w^rlge? gefcbreven* — — Valer. Ajïdr., Bihliotlh 
Belgic. 

A VIEA (B ALTHASAR d •) , afkomftfg van een voornaam 
geflagt uit Spanjen y wierdt te Rijs/el in Flaanderen omtrent' 
't jsar 1590 geboren. Zijne eerfte' letteroeffeningen volvoert 
hebbende, omhelsde hij den geestelijken ftaat, en wierdt in 
1690 , ^met een Kanunnïkaat in de St. Pieters kerk te Rijsfel be- 
giftigd; dan na verloop van zeven jaren zig nauwer aan het 

^copfienén van den godsdienst wilienda verbinlefi , verliet hij 

<«<- .' 
«ijnt? 



|gï AVILA. (SANCTIUS p^' 

:^ne picbende*, en èoog tet kledi van d« orJcn dfer MindcrJ 
l>roeders aan, in het klooster vznAndefikh in de na6uiufchap 
V9a Brwfei. o'/LvitA zig door z^ne \^irprekcndheid en deP^ 
tjgheid beroemd gemaakt hebbende iü het prediken, wierdt 
in 1626 tot Provintiafil der Nederlanden vprkoren ; welke 
2èlvde waardig^id hem in 1632 ^ 1638 en 1547 nogmaals' 
Verdt opgedragen. In 1545 benoemde men hem tot opperte 
van het klooster te Mom. In ene reize die hi) naar Rofw 
^eed over zaken z^e orden betrefiènde.^ maakte hij kennis 
met den Kardinaal Spada, die zedert veel achting voor heui' 
voedde , en Paus Iknocentius den X. wist over te halen, om 
iem den 13 april 1649 voor den tijd van drie jaicn tot Ge-^ 
ncraal van de orden der Minderbroeder» tê benoemen, 't welfc 
door dien zelvden Paus, op den 23 december 1651 nog voor 
drie jaren verlengd wierdt. Na dezen tijd bekleedde. ö'Avila 
gedurende lo jaren de bediening van Vikaris generaal ovc^r 
gantsch Italien. Zijne jaren als toen merkelijk geklommen 
zijnde, keerde hij naar R^sfel te rug, en fleet 'er zijne ovcr 
ïige dagen in rust, tot op den 2 februarij i66Sy wanneei* hij 
in den ouderdom van ruun 77 jaren zagtelijk op ene godvrugr 
tige wijze ontlüep. Hij heeft een boek over de voorregten 
zijner Orden gefchreven. . ■■ ]• F. Foppens , ^ibL JBelg^ 
jpag. 121. 

AVILA (SANCTIÜS d'), een Spanjam vm geboorte, eea 
man die in de Nederlcmdfe gefchiedenisfen met een zwarte kola 
getekend ftaat, en niet minder dan ^nen meester Alva 
verfoeit werdt Hij vras door dien Hertog, van zijne jeiigd 
af tot den oorlog opgevoed, vergezelde hem in alle zijne 
togten, en kw^n dus- ook met hem in de Nederlanden, di&t 
Bende hem in de hoedanigheid van. Kapitein zijner lijfwagt* 
en tot uitvoerder van zijne gruwelen, en geweldenarijen ver-» 
jfti'ekhende ; het was dus geen wonder dat men hem in 1577, 
met evenveel genoegen als zijnen meester den bloeddorHigen 
Alva, het land zag i^uimen, om nw Spcage te rug te kei-en* 
Hoojt, NederL ïli/l. 



AXEL PE SENV. AXQNIXJS. AVALA. «t* 

AXEL DE SENY (JAN HpNORIüS vx^) , gefproten 
uit ccn oude en aanzienlijke familie van Flaanderm^ is g^böi 
ren te Utrecht omti'ent het jaar 1575. Zijne moeder was 
van het geflagt der Schekkejt. De eerfte letteroefFeningca 
doorgelopen zijnde, leide hij zig op d^ regtsgeleerdheid toe, 
én wierdt Doktor in dat vak van wetenfphap. Vervolgens 
ging hij met 'er woon naar Romey alvtraar hij het burgerregt 
yei kreeg, en als Advokaat voor de balie praktizeerde tot ia 
. het jaar 1630. Doordien hij een weidoenden inborst bezat; 
bewees hij vele liefdedaden aan zodanige zijner landgeno* 
ten, welke te Rome kwamen en onderfteuning behoefden. 
Hij ftigtte in d\Q ftad het kollegie van St, Norhert ^ het enigflo 
huis dat de orden der Premonjiratenfers In Italië bezitten ; en hij 
vertrouwde 'er de altoosdurende beftiering over aan den Abt 
van ToT^erloo, en het ,opperbewirid aan de gezamentlijke Abt» 
ten van Braband, Het doeleinde van deze inftelling was^ 
om daar door aan deze orden, in de onaangenaamheden dló 
Hien haar zou kunnen verwekken , gelegenheid te geven , har© 
toevlugt tot den Paus te kunnen nemen. Denkelijk dat vaiJ 
Axel in deze grote ftad zi^e dagen eindigde; hij was getrouwd 
^n liet kinderen na ; ook heeft hij ene ©erfjanbeling ober i^ft 

iillcrfeelgft Ittegt gefchre^n. J. F, Foppens, BibliotJi. Belg, 

pag. 661. MiiuEi, Opera diplom, T. IL 1360, & IV. CöB-ógó. 

AXONIUS (JOACHIMÜ$), een voornaam Regtsgeleerde^ 
y^ierdt omüent't jaar 1460 in de Gf»^ geboren. Hij is le^r- 
ïneester geweest van Graav Filips van Lalain, en daar na 
lid van den Nederlandfen Raad der zeezaken, welk ambt hij 
met veel lof* heeft bekleed tot aan zqnen dogd toe, welke 
yoorviel in het jaar 1526. Van hem zijn wel gefchrevenc 
maar geen gedrukte werken nagelaten. ■■ >■ Van Hasselt, 
Biji. Brabant. 

AYALA (BALTHASAR d'), Auditeur militair, wferdl 
«mtrent 't jaar 1548 te Jnfwerpen geboren* Zgn vader Dieöó 
i>*Ayala, Heer van Voordeftein y was in de Nederlanden g^ 
tfóuwd met AöKEs vak Rekkalmb, de moeder van onzA 
. è « Bal- 



^ AYALA. (OABRIRL b^ 

pAtïHA&AH» die hem uit haren vrugtbarcn fchoot elf tqnëM 
m negen dc^vs fchonk. D^ jonge d'Avala ftudeerde i^ 
de regtsgeleerdheid aan het Hpgefchool te Leuven , en ver? 
Ju-ee^en titel van Licentiaat. Zi^ne bedrevenheid in die wc- 
tpnfchap en doorgi-ondp kundigheid in hpt vak der gefchiede-r 
fiisfen, baanden hem de weg, om het aanzienlijk ambt v» 
Auditeur gen^raar van 's Konings legers in de Nederlanden t? 
t)ekomen} waar van hij de ^eikzaamheden met zulk een 
Ichrandere voorzigtigheid en onkreukbare eerlijkjieicl uitoefFent. 
de, dat Viufs om zijne verdienden te belonen, hem totRaads* 
heer in den Hogen Raad te Mecltelen bevorderde. 2Jijne be- 
kwaamheden en lofielijke inborst zouden hem verder gebragp 
hebben, ware hij niet op den 17 augustus 1584, door de? 
dood in het 36fte jaar zijne^ levens weggerukt; ene natuur- 
jljke dogter Barbara d'Ayala nalatende , die geti'ouwd is gc^ 
tveest met Hendrik Zoesius, Doktor en Profesfor in de regts- 
gpleerohcid te Leuven. Men vindt hjBt afbeeldzel v^ BaLt 
Thasar in de BlbL Belgka van Foppens , en hij heeft; twee Ui- 
tijnfe werkjes over de regtsgeleerdheid nagelaten. Een zijner 
broeders was Greqorius^^Ayala , i^aadshe^* 'm den Raad van 
Braband; een ander Fu.ips genaamd, was Gezang wegens het 
Spaan/e Hof bij Hendrik dz IV. Koning van Franhfk , beno- 
vens Raad en Kommis van zijne Spaanfe Majelleit en den Aart^ 
hertog Albertus; deze flierf den 26 meij 1619, in den ouder- 
dom van (52 jaren. Sweert., yïnn. Belg. 153. Val» 

Andr. Bibl. Belg. Thecure de la Ndblesfe du Braband. p, 301, 

AYALA (GABRIEL d*) , een volle neef van den vorfgeo, 
was de- zoon vah Gregorius d'Ayala, en zijne moeder was enCI 
©E Witte. ^ Hg wierdt in de X Vide eeuw te Antwerpen gebo- 
ren; en na zijne eerde letteroefïèningen volbragt te hebben, 
ïeide hij zig op de medicijnen toe , en verkreeg daar in db 
doktorale waardigheid te Leuven in april 155Ö; waar na h^ 
;iig naar Br-usfél begaf, daar hij de praktijk oefFende en tot 
ftads Doktor werdt aangefteld. . Hij was een liefhebber der 
#fctenfchappcn en beoefFcnde inzonderheid de digtkoiwt;. )^ 



AYLVA. AYLVA. (DOUWE van) Ui 

tie3ft ook een bunde^ latijnfe püntdigten en enige anderen n«. 
gelaten. — Val. Andr., BibL Belg. Tlicatre dt la-NobL 
du Braband. p. 301. 

AYLVA , is de naam van een zeer oud en adelijk geflagt in 
Friesiotidy 't welk een gioot aantal beroemde Mannen , zo wel 
in de raadzaal als in den krijgsdienst heeft opgeleverd. Wij 
gullen hiei' enigen der voomaamften aan onze lezers doeö 

jLennen. 

AYLVA (DOUWE van), Grietman van Westdmgeradeel, 
een man van groot gezag in Friesland, wierdt gedurende de 
onlusten die 'er in gemelde proVintie in 1626, over 't invoeren 
van lasten ontftond, benevens zijnen vader EftNST van Aylva 
«n e/iige andere Grietslieden genooddrongfen , de teugrfs van het: 
regeringsbeftier voor enigen tijd te laten varen , en elders om 
oen goed heeiAomen te zoeken. De oirfprong dezer beroer- 
en wordt daar aan toegefchreven-, dat de algemene Staten al 
zedort 1625 gepoogd hadden, de gemene middelen, bijna op,, 
den zelvden voet als zij in Holland geheven werden, medit 
in Friesland in te voeren. Zij deden ten dien einde, bezen-' 
dingen derwaarts, en bewogen het kwartier van Westergo ei . 
een gedeelte van Oostergo , tot bewilliging; doch de (leden 
bleven volftandig bij hunne weigering. Men befloot hier op, 
de uitfpraak voorheen hier op genomen, bij voorraad te vol- 
gen; en werdt Graav Ernst KAsiifiR, Stadhouder van 't ge* 
west gemagtigd , om de gemene middelen bij executie e» 
door dwang van krijgsvolk, te doen betalen. *t Grauw y ter 
dezer gelegenheid, in april 1626 te Leeuwarden op de beea 
geraakt, terwyl de landdag gehouden werdt, viel Doüwe van 
Aylva zo fel op 't lijf, dat hij zig bergen moest in 'een huis, 
welk toen aangevallen werdt, en geplundei-d geweest zo^ 
zijn , ware het niet door twee vendelen Schutters .befcheilnd 
geworden ; doch de landdag door dezen oploop gefloord, 
fcheidde verwardelijk uit een. Graav Ernst uit *x Hage aan- 
Jrfirijving gekrqgen hebbende, om de hoofden der oproerige» 
urn te tasten en tQ doen ilrafièn, zogt om hier toe in (laai 
L Deel. ' Bb to 



\ 



2jf I ATLyA. (ERNST SICCO vak) 

^0 gerak^ ^ vooraf, vijf vendelen knegten boven de gewone 
bc^epingi behpndelijk binnen l^euwarden te bvengen; docli^ 
•s daags voo^: de uitvoering van dezen toeleg, kreeg men 'er 
de lugt van. Terflond kwam de burgerij in de wapenen, de 
poorten en ftraten werden bezet; men was genoodzaakt den 
aantiaderenden knegten bevel toe te zenden om te rug te ke- 
ttn,^ De burgerij toen *t fpel meestér, dwong den Stadhoii* 
^cr, de bezetting die in de flad lag, te ontwapenen, 't Grauw 
dreigde de naaste aJeiijke huizen te plunderen, 't welk egter 
ÖooV (}e burgerije belet werdt. De beweging onder 't volk , 
floeg van Leeuwarden voort naar de andere ftcden, en naar 
veifcheiden dorpen. Men vorderde den Ontvangeren rekening 
af, plunderde hier en daar derzelver huizen , en bedreef veler- 
lei moedwil. Doch na verloop van enigen tijd werden di*ie 
d^zer plunderaren in hegtenis genomen en onthalsd. Grava 
RiiHST intusfen a^n de Gedeputeerden der (leden verklaart 
hebbende , dat hij met geen ander oogmerk krijgsvolk in Leeu- 
%\ir(ifn hadt willen brengen, dan om de hoofden. der voor- 
gaande beroerte te doen (haffen ; geenzints om gelijk men 
veifpreidde, de gemene middelen, met geweld in t^ voeren ^ 
üeeJ men der ontwapende' bezetting de geweren te rug ge- 
ven, met welke zij toen te velde trok, waar na de rust in 
Friesland voor een wijle herfteld werdt Nogthans moest men 
om dfi morrende gemeente genoegen te gevan , enige nieuwe 
fchikkingen maken op *t (luk der regeringe, die in januarij 
1627 werden vastgefteld, doch niet lang (land hielden. In- 
zonderheid was men gebeten op onze Douwe en zijnen vader 
Ernst van Aylva, Grietmannen van PF/^st- en Oostdongera- 
deel f die tot invoering'^der nieuwe middelen genegen waren, 
2ij ondiielden zig dan^ gelijk wij boven ^gezegd hebben, eni- 
gen tijd van het bewind, doch verkregen door den tijd het 
gezag te rug , 't welk zij te voren gehadt hadden. ■ Wag* 

Fad. mji. XI. D. bl. 217-220, 

AYLVA (ERNST SICCO van), Grietman van Westdmt 
geradcil , geliuwd a»a . Anna Kamminga , was mede gewik- 
keld 



AYLViÜ (ERNST 'EBANS van). gSf 

keld in :de onlusten welke in Friesland in 166B ontftonden, 
ter gelegenheid van 't regt om op den landdag 'te verfchij- 
nen, waar over de Gedeputeerden zig het oirdeel aanmatig-. 
den , doch naar *t begrip van fommigen te. pai t^dlg daar in 
te werk gingen, als enigen:. daar van uitfluitende, die men 
beweerde .daar toe geregtigd te zijn. De • Gedejputeerde- Sta- 
ten die het anders b^-epen, keerden uit hunne .vergadering 
de zodanigen die door Oost^-go en Westergo gemagttgdi^wai'enr 
öm daar in' zitting te nemea, en maakten daar toe gèbtuik 
van de bezetting v^n- Lsewwarden. Te midden van deze on-- 
enighedèn, verfchenen de Afgezondenen der afgemene Staten, 
ten einde te beproeven of zij., die van Frieslmidy door tusfen- 
komst. van *t Stadhouderfchap , en Kapitein- ep Admiraal- 
Genei-aalfchap, tjt enigheid .konden bewegen. Deze hier 
yan kennis gekiegen hebbende, deden 'er Hun Hoog Mog» 
verllag van, die wel hadden, gewenscht, dat men *t gefchil 
aan hunne bellisfing hadt overgelaten; en hier tOQ was ook 
de zwaklte partij die men de 'Hollands gezittde noemde wel ge- 
negen ; onder deze klasTe -.behoorden onze Ernst Sicco vaït 
Aylva, Karel Roorda en enige . anderen. Doch :de andere 
partij nam zeer euvel, dat de Afgevaardigden der algemene 
Staten zig met hunne huisfelijke zaken: bemoeiden. Ook 
verbleef de'befiisfing aan die. van Friesland, zonder- dat men 
^gt-kaii :»eggen, hoedanig de zaak naderhand bqgelegd is; 
alleen is'='t bekend, dat de ftei-kfte ' partij die zig Prinsgezind 
noemde, boven dreef, ^ en Ernst 'Sicco van Aylva benevens 
de zijnen; buiten het ^bewind.. bleven. 1 • Aitzeka,,. Zo-, 
hen vén Staat m Oorlog, VI.. D. ,bl.. 485-488* 

AYLVA (ERNST FRANS van), te j'cr\vert, Grietmaa 
van Baarderadeel , een zoon van Hessel Doüwe Ernst van 
Aylva,- huwde te Holyven Aqx\ 27 junij 1756 met Hobsina 
Amelia. Juliana van Unia, bi.) wie hij twee kinderen heeft 
verwekt, die jong overleden zijn. Hii was een waïir^e volks- 
vriend, en genoodzaakt, om de vervolging die bij de omwen- 
teling van 1787 zo veel brave Mannen ten lande uitdreef, 
i Bb 2 te 



\ « 



38t AVLVA. (HANS WILLEM van) 

to ohtgaan , mede elders 6en verblijf te zoeken* Hy ftierj? 
geduiende h^ tijdvak van deze onlusten, te Su Omer bt 

AYLVA (HANS WILLEM van), Lt. Generaal in dien&e 
der Fereinigde Nederlanden ^ ht» Admiraal van Frkslaind^ Gou* 
verneur van Koeverden enz. Was 'een dapper Held, die veel 
dienst aan zijn vaderland heeft bewezen, door zijn voorzig* 
tig gedrag en kloek beleid in de oorlogen legens Frankrijk^ 
hï de jaren 1672 tot 1673, als ook van 1689 tot 1697; waar 
door sijn naam voor aleoos met lof in *s lands gefchiedboeken 
aal vermeld worden. Hij was genoegzaam bij alle velddagea 
«n belegeringien gedurende zijnen krijgsdi^st tegenswoordig; 
gevende alomme de fprekcndfte bewijzen van zijnen nimmer 
bezwljkenden moed en kloek beleid , hebbence hier van op ene 
uitdekendo w^ze, onder anderen in den bloedigen veldflag 
•van Fieurij\ blijken gegeven. De Staat zou meerder dienst 
van hem genoten hebben, wai-e hèt niet dat hij. zeer onver- 
wagt door een ongelukkig toeval uk het leven was gerukt. 
Hii voerde namelijk het gebied in J^rdband over de krijgsmagc 
vari den Staat, welke in 1691, ter hulpe v^n S^ofy'e was 
voorbefchikt Te Leuvm zijn kwartier houdende, reed hg 
])aar buiten ter jagt, en met deze uitfpanning zig veriustfgen- 
dej fteigerde zijn paard, en wierp hem op den grond; waar 
door hij een* buil aan zijn hoofd bekwam , die in *t b^;in 
weinig wierd geteld ^ doch egter wel dra bleek dat van 't 
Ulterfle belang was ; want men ontdekte dal het hoo^ van 
binnen was gekneusd , *t welk zware koortzen en andeie toe- 
vallen te wege brengende, hem binnen weinige dagen ia 
't graf rukte; in -t algemeen van een ieder die hem gekend 
hadt beti'eurd, en wel in *t bijzonder van 't krijg&volk, als 
arijnde een van de beste legerhoofden van dien tijd, Wat zijn 
perfonele hoedanigheden betieft: hi} wa&een gioot veldheer, 
gellreng en krijgshaftig van gelaat, ontzaglijk voor zijn^ 
vijanden, en voor die genen welke hem niet van nabij kenden.; 
oen onverzoenlijk vijand van blopdaarts. En met dat al , ka© 
men hcui den lof niet ontzeggen , dat bij in de dagelijkfe ver* 

kc- 



I 

« 



éXLSfA. (HANS WILLEM van) (HESSBL) ^H 

ktting, zeer minzaam, heus én zagtzinnig Was^ edelmoedig 
van gedtag, vrij van alle baatzugt en eigenbelang» Zijn lijK 
\verdt te Brusfel gebalzemd^ voorts naar FrUslmid vervoeHt 
en in het graf zijner vaaren te Holwert b^avtn. i » 
P. Halma > TomeL Valkenixr^' Verward Europa^ bi» 547% 
598. SylviüS) Vervolg op ArrzÉMA, IIIv D. XXXL B^ bl. 51» 

AYLVA ^ANS WILLEM van). Heer van Hornhutzên 
/tn Kloosterbukm ^ zoon van Douwe Ernst van Aylva Heoif 
van Tammngaburg, en van Ti£x^ Heemstra \ is geweeic 
;Ko]lonel van het regiment Ormje-FHeslondy en zedert ifèS 
XuitenantrGeneraal van de Infanterije; huwde den 15 oflober 
3730 met Barba^a van Kamminga te Memldum, en filerf op 
.het ilot te Homhuizen den 3 meij 1776, een hogen oüdet* 
dom hebbende. bereikt) zonder kinderen na te latem 

AYLVA (HAnS WILLEM van), Criétmün V^n Saa^dc^ 
fadeely Öijkgfaav der Vijfdelen en Meesterknaap van 't Jagt» 
■gerigte in triesldndy om welke redèft weet ik niet, doorgaan» 
genaamd 'den Cïoftói?» Aijlva; werdt geboren in maart 1724. 
Hij is gehuwd geweest aan Anna KAtrina RuMtF, bij wie 
iuj een 'zoon heeft verwekt, dife in 1781 tot Grietöian v^ 
H A'W wiérdt aaiigéfteld. Hij overleed in 'j Hage den 9 junij 
1751, oiid '29 jaren eti dirie maandfen. ■ '^ '»■ FsaWSADA^ 
'Wapenboek. 1785. L "Deél. 

I 

AYLVA (HESSEL BOüWE ERNST van), Crietmaü 

van Wistdongeradeel en Curator van *s lands Hogefchool tö 

Franekcf'^ wierdt geboren den 6 november 1700," huwde den 

8 meij 1729 te Tèrnaard met Bauwina van Bvrmaioa, diö 

rden 24 januarij 1771, in den ouderdom van ruim (59 jaren p 

•Hólwnt overleed. Hij heeft bij hiaar vi^f kinderen ver^elvt; 

als I. Ernst Frans Van Aylva, hier boven gemeld; a.FiANS 

Ernst van Aylva, die biy>refignatie van zijnen vader, don 

^18 febi-uarij *i7t53 Grietman Tan Westdmgeradeel wièrdt, ^n 

in 1768 ongehuwd overleed ; 3. Sicco Dowwe van AvLV4f 

eerst Lt. Kollonel van de Jnfahterije, en na zijn vaders dood ♦ 

Bb 3 C;ie> 



'800 . AYLVA. (IIESSEL DOUWEERNSI.Vi^ 

Grietman van TVèstdongeraded : dez6 beeft in 3}\q , apzigteé 
veel .onf de zaak der vrijheid ^teöen; 4. Wd^jemina. Edua»- 
DA VAN Aylva,- gehuwd 'geweest* aan Tjalung Douwjt' van 
SiXMA , Prefldent van t afeefchafte, Friesfe Krijgsgei egt ; zij 
overleed aan de kinderziekte den 'ij deaember 1770, oud 
ruim 36 jaar; 5. JElisabeth AïTNA.VAif Ayl'wa, .ongehuwd go- 
ftorven. Jr. Hessel ftierf in 1774 aan ene flepende ziekte en 
verval van kragten, in den oudcrdiwn van ruifernVs jkfbé.' *Nii 
iets over de perfonele hoedanigheden van onzen 'Aylva.- Ih 
zijne dagelijkfe verkering, -v^ias^hif vriendelijk en mtAzaam, 
gaarne verpligténde; geene trotsheid noch hovaaitüj ■ dan tój 
naam kennende, hadt de gemene man even gemakkeli^en toe- 
gang' bij hem als de allcraanzienlijkfte ; ook ' waS- Mj .één 
ijvertg voorflander der vrijheid ; een wanrié vriend ,- die zig 
altoos tot genoegen ftelde om zijn evcnmen$€h gelukkig te 
maken. In de raadzaal was het e^n. Am^tjemss^ ep,Ji^nim- 
menade zaak der onfchu.14 en" dex'> vrijheid tegena, wie Tiei: 
ook mogte zijn, met klem te veidedigen en te. befchermen. 
IsMet alleen was hij een voorflander, maar zelvs een beóefïï- 
naar van konflen en /^veicnfchappen ; dus kost het niet misfen, 
of hi] bragt alles toe wat in .zjy.n vermogen was, om giédurende 
zijn beftier, de Akademie te Fraieker^ visiir o\jer .ïiijMn het 
jaar 1731, in plaats van den verdienllel ijken Grietmkn van 
Frajiekeradeel Sicco van Goslinga, .tot Curator wierdt.aangë- 
fleld, zijn voorgangers voetftappen drukkende,' ïh enen bloei- 
jenden ftaat te onderhouden..' Godsdienftigvan aaftj/wasliöveen 
ijverig tegenftrever van alle losbandigheid , doch niet 'minder 
befheed hij de dweperij en den gewetensdwang; een ware 
vriend' der verdraagzaamheid, vonden ^ gen^n welke de 
vrijheid van confcientic in de zaak van/t geioóf-voorflonden, 
een ijverig befchermer in hem. Gezellig van .aart, verkeerde 
hij gaarne ihet mannen van ..geleerdheid en vérftand, en hij 
telde onder zijne gemcenzaamlie;. vrienden^, de Hoogleraren 

VeNEMA, CONRADI, HEMSTEWnnS, VaLCïÉNAAK,. SCHRADM 

en meer anderen. ■ Zie ook, K L. Vriemoet, ^tJm. 

Frif. in Elog, fer, ^ an^L Eplm&mm. .pag. XCIX^-Ct ^ 

AYL- 



AYLVA (HOBBÉ van), Grietmin bVfcr Éd^mJiBiU'^ 
twee vrouwen gehad, de eérfte Fkbui vAiS A*tvA VaH Wf>. 
war/ttwi, ftfeif -den 25 déceiöber i'öi?; 'dé tw6diB wké jStïit» 
MÓKKEkA. In 1(521 werdt'Mj 'iangéfteld 'toi Güfaiöf WÜ 
*s lands Hogefchool té Franekêrj' én hij overleed in jiih^ 18451 
iialètende twee kinderen; — ^'VÜe&ozt, ut füpf^. p, StUü 






AYLVA (HÖBBË vaiOj cétï zoon Van 'ttji^fó 'yü* Aft» 

Va, Grietman van JVmferadebl , en MARGAhETijA yAjJ'Ckjrti 
Is eerst geweest Öpperftalmee^r -van .WilleM feWii M^ 
©RIK Friso, toen ter tijd Stadhouder van Frksldndi 'flij WA 
t)ok Drosfaard van Buren , en éèfa Van 's Printen öfemagtj|ciért 
ter vereffening van enige zwevende gefchilien, EederC tf^% 
over de nalaténfchap van Koning; WilleM öjcjjj IlL löSt Ben 
Koning van Pmhfeti, welke vcrelTcmng getekend' "Werdt 4<ici 
ï4 meij 1732, door *s Konings Gevolmagtigden té Beiiftii öll 
den 16 juiiij van ^t zelvdc jaar door gemeldcn P-xitvé i^lven, 
bp /t lusthuis te Dieren. Vervolgens -4s-hij géwe^^C 'Génétafet 
van dé Jnfanterije, Kollone) van. een regiment voetvolk. iêt 
repartitie van Friesland y en Gouverneur van Mmstmkp Wölke 
vesting hij; in het jaar 1747 tegens de F)r&nféji zo manmopdrg 
Verdedigde, dat de^'zelver Koning LödeWyk bè^ XV 4 tér ve^ 
.eering vjui ziine dapperheid, hem twee metalen vêldilykken bör- 
neyens twee moitierenfchonk^ mét hst voor heni 20 vereèr&nd 

. opfchrift (daar op gedrild: donum VirtutiS AIlv^, eêregifi 
voor Aylva's dapperheid. Op last der Staten Vat) friedand^ 
zijn deze veldftukken en rrioröéren, met welke bij *a ittiJns 
•leven, het Gouvernement te 'Maasirlck praalde^ én doofjbejii 
bij uiterftén wil ^an dp provintie ziener geboorte z^n^géféga^ 
teerd , voor de hoofdwagt te Leéuwatdert geplaatst. " Hij bvcrj' 
leedt den 15 december 1772. Hobbe was rijzig van Jigh^amS-» 
'geflalte, fchraal van wezen ^ doordringend van oög, doch V<?ft 
geen vriendelijk voorkomen, met dit al -bezat hij een liijitiuii* 
tend karakter; hij was godsdienftig, beproefd' eerlijk /én l^ficöa 
anderzints fpaarzaam , mededeelzaam aan .déh armen J voorfs 

' heeft hij bij • meer dan ene gelegeftheid getcond eett ^\'V»v&n 

Bb 4 krljgst 



392 AYLVA. (BOBBE ESAIAS vm) (KORN.) (PIETER) 

krögsman te- agn , en wist zijoe bevelen ais Bevelhebber 
nauwkeurig te doen nakomen, ilrafiende zonder aanzien van 
peHbpJi die daar in naladg was; buitengemeen zindelijk en 
net, was hij in zyn huisfelgk bedier; en fchoon hij een ^Dede 
tafel hieldt, gingen welnigpn met graagte bij hem ten eeten» 
doordien hij dat bijna onbegr^pelijk is voor zulk een groot 
man, het zwakhadt, dat iemand der aanzittende gasten /het 
ongeluk hebbende om wijn of (kus op het cafelgoed te (lor- 
Ucn, vrij bics daar over door hem wierdt bejegend. m 

ifedegedeeUi berigtm. Zie ook Wagen. Fad. Hijt. XIX. D« 
U. 402. 

AYLVA (HOBBE ESAIAS van), op Holdinga, geboren 
in 't jaar 1645, ï« geweest Vrij- en Erfheer van Ameland, 
benevens Grietman en Dijkgraav van Oöstdongeradeel ; hij is 
gcitrouwd geweest aan Anna Dodonea van Schwartzenbebö, 
bij wie hij twee kinderen heeft verwekt. Hy vei-wisfelde 
het tgdelqke met het eeuwige den 7 meij 1692 , in den ouder* 
dom van 47 jaren. ■ Ferwerda, Wapenboek. 1. D. 1785. 

AYLVA (KORNELIS van), Grietman van Wonferadeel, is 
geboren in 1684, ^en 12 april 1711 gehuwd aan Juliana 
VAN ScHWARTZENBERG , bij wïe hy een zoon heeft verwekt, 
TjiERD genaamd, waar van beneden iiader; hij flferf op zijn 
flot te Higtum den 23 november 174$, in zijn óafte jaar; 
lijne huisvrouw overleefde hem omtrent 25 jaren, en over- 
leed insgelijks te Higtum den 29 augustus 1770. — r— Fer» 
WERDA, Wapenboek, L D. 1785. 

AYLVA (PIETER van^, zoon van Pieter vaw Aylva 
van Hfflltm; deze hadt ten vrouwe Rigt-£binga, welke over- 
leed zonder kinderen. Uit deszelvs ftamlijst blijkt de oudheid 
en edelheid van zijn geflagt, en tevens deszelvs luister, zo 
door uitmuntende Staatsmannen , als Krijgshelden , van de 
vroeglle tijden af. Want fchoon men , op die lijst , allereeist 
gpmeld vindt DouwE en Epo , is het egter bekend , dat enigpn 
vit dit huis, reeds in de Xlde en Xllde eeuw, in Duitsland, 
j^ngehfid, Schotland en Brabaiid^ door hunne krijgsv^irigtin^en, 

eea 



/ 



AYLVA. (SJURD VAN) AYLVA. (TJEERp van) 391 

jcsn onfterflijken naam verworven hebben. Van zekeren Epo> 
^Is kleinzoon van geelden Epo, vindt men^ op 't jaar 14.56, 
melding gemaakt, in *t CJtarterboek van Friesland^ I. Deel , bl. 
592; en b]^ WmsBMius en Schotanus 1 op *t jaar 1500, wordt 
gemeld van enen Sjoert van Aylva, als hoofd der Edelen, 
die zig tegen de Saxife jpartij verbonden hadden. Doch deze 
kwam ongelukkig, met zijn huisgezin, om *t leven, in den 
watervloed, op den 26 feptember van 't jaar 1509, volgeng 
^melden Schotanus, bl. 532. Verder vindt mén genoemd 
cnéh JoHAN AylVa, die lid was van de Staatsvergadering in 
J567; Hessel van Aylva, verheven tot den rang van Baron 
des H. R. Rijks, en Kommandèut der Sjtaatfe troepen in Oost- 
frieslandy tn aldaar, in énen opfiand, den 21 april 1660. 
doorfchoten. Pieteè, onderging, nevens andere Edelen, het 
ban vonnis van Alva; niet alleen om dat hij tot de verbon- 
dene Edelen behoorde, maar om dat èij een aanhangeling 
van Willem den L was ; en hier in , als eiie daad van 
eere volhardende, werden naderhand zijne goederen ver- 
beurd verklaard. De dood, die hem te vroeg verrastte, maak» 
te een einde van zijne loffelijke pogingen voor de vrijheid. 
— WiNSEMius, Krwiijk van Friesland, bl. 554. Marcus, 
Sententien van Alva. bl. 192. 

AYLVA (SJURD of SJOERD van) , te Schraard op de 
ilate Aijlva; hij is gehuwd geweest aan Syts Walta, ;waar 
bij hij negen kinderen heeft verwekt. Hij was opperhoofd 
van *t Friesfe leger voor Franeker 't welk aldaar Graav Georg 
VAN Saxen in 1500 opgefloten hieldt. In 't jaar 1509 kwam 
hij op een ongelukkige wijze aan zijn einde, want op den 
20 feptember ten tijde van een groten watervloed , zjjn knegts 
te hulp willende fchieten om het vee op te halen en in be* 
houden haven te brengen, overviel hun het water, en men* 
fchen en vee verdronken gezamentlijk. . Ferwerda, 

Wapenboek. I. D. 1785. 

AYLVA (TJEERD of TJAARD van) , vader van Korne- 
ps, is geweest Grietman van Wonferadeel^ en heefc tct ziiu 

13 b 5 eer- 



394 aYLVA. CTJEERD VAN) (ÜLBE) (WATSÈ) • ■ 

ccrfte viouw gtMdt ^FfeouK HüoenS j-dog«r Van' HeÏssel HtV 
OEKS bij Frouk van Wyckel gétedd ; ten twedemalen huw- 
de hij dan Maroaretha van' Gent, die geftorveh is den f5 
fanuaiij 1741 te^ .Leeuwarden in 't g^fte jaar harcs oiidetdoms, 
Hy heeft 7 kindeien nagelaten. — — Fjbrwerda , IVqmboelL 

AYLVA (TJEERD van), een zoon van Korneli^, Griet- 
'Inan van Wofiferadeelj Dijkgraav der vijf Delèïi en Curator van 
*s ïands Hogefehcol te FranÜker , wierdt 'geboren den 26 rnaart 
'1712; "hij hiiwdè den 21 nbvemSer ' 175(5 met zlju vollö 
ïiigt JuLiANA 'Agatfl\ van ScmvARTZENBERG , gcbaèn op Bdns- 
fnageest den 28 feptembcr 1 731, én hij overleed zonder kin- 
'deren na te laten te Higtum op den ri'feptenib. 1757, in d^n 
biiderdom van ruim 45 jaien. Deze Tjêerd . van Aylva is 
een groot liefhebber en beoeiTenaar van konften én weten- 
fchappen , daar bij een geflepen Staatsman geweest , en heeft al 
Vroegtijdig zitting gehad in , en met vecl lof bekleed het lid- 
inaatfchap der provintiaale en genéraliteits Kollegien. ïn 
1744 wierdt hij als Gezant wegens dit gemenebest aan eni^e 
DiihfeHoxQn gezonden, met oogmerk om dezelve n te bewé- 
'gen , hunne gemaakte verbonden met het* Huis van Oohenrijk 
naar te komen , en hij heeft den lof weggedragen , van d/e aan- 
bcvolene commisfie tot gence^^en van zijne Ijoge zenders voU 

•bragt te. hebben. Fzrwerda, WdpenUeh Wag. j Fad. 

•JTift. XiX. D. bl. 489. ' : 

AYLVA (ÜLEE van), Grietman vm ^aarderadeeU is gö^- 
liuwd gc\tcest aan Hylk Lyklama , die na haar groctmoeSer 
'Hylk Terwisga was gdncemd, welke in 1610 overleed, zijn- 
de zedert den 14 decbmber 16089 weduwe van den llaads- 
'hecr Meine Lyctcles. Plij heeft vier kinderen bij zijn huis- 
Vi*ouw verwekt. — Ferwerda, iPapenhoeh I. D. 1785. 

AYLVA (WATSE van), is getrouwd geweest aan Gemma 
VAN Burmania; hij behoorde mede tot de verbonden Edelen, 
en werdt daarom eerst te Anfwerpen gedagvaard , doch niet ver- 
fchijncnde, op den 23 detember 159Ö met verbcurtverklaring 
"zijner goederen gebannen. — — Marcu^, Sente?itien van den 
Hertog VAN Alva. ^ AYL- 



I 



AYLVA,.(WyBitAND VAK) AYtA*. (BÜCHip van) 3.k 

l AYLVA (WYBRANP:yAw)> zoon vaij €i}en. Rinck vaji 

Aylva verwekt bij .I??lle of Hyi^ Ropan*;, .was.getrou^ 

met AuK Galama, onder huwelijkfe voorwaarden, getekend 

,pp den 19 maart I5ö4- Hij verwekte b^düzelve een- zoon, 

tjHEUNis VAN AVLVA, die voor dat hij. door zd;eren Küuc 

^orftc^en werdt, zig in de^ egt hfid be^ven.met.ene^dogter 

-van den vermaarden, BAJRrï;|üL pf Baethojld Entêns van Men- 

.IBEDA. cn.,DQ§A van.JV!a5:TJE»a. iNa^hct^gemelde ongeval, 

.hertsQuwdp ^jne weduwe pa -Sji^rViiN-^RMANiA-, Grietman 

\.m ^jf^ritzaradeelj :yj^^ van deza?. .W.Vjbrand was ge* 

trqviWd aan Jan 5ojfqAj;,!?n: daar rdoor te.ftearker-verbondefi 

aan de partij 4!8rE*iten....?«ra den oyergangp.van.%5/c aan der 

Staten zijde, -bekleedde. Jiy. aldaar den ^nzi^nlijfe^n: post van 

piderman,, en , kreeg dus vergelding van, g^c^ baliingfch?p 

,cn fchade door het vonnis van Ai,va geleden./ De verniaav- 

.de Gellius SNECANüs,^zpgl: yan^hem in eengujnei'digtftulikens 

, . Hic pietatis amms WfflRANDUs ab Alua^,' '^f tiim -^ 
[{".'■ Exüio f^ ' vinclis 'tristja quaqUè'^ülk.'-'^ ■'■■■ 

I Hunc[fi réfpidas^ mtius ista feress- 

' -Ai^tA CB^ARENr Ê.ÜCÖ'Ó Edelman, eh 

tloiii vkn'^s vaders 'z^dê Van den gróten "VigLiusab Ayta, 
' WiefdV geboren" 'iri het' jaar 1465. Hij werdï. 'door Keizer K a- 

REL DEN'V, aangéfléld^tótllaadsheer in hQt'tJof van Holland, 
'■èn ftierf den 3'Teptember '1*5x8, 'in het ösftèïaLar zijnes oudei- 

doms, wegende ïri 's Hnge ónder een 'eerlijk' graffchrift bé- 
'graven. Hij was eefi maii dié door zijne grote verdienflen en 

zonderlinge gaven, een 'vérheveneh roem heeft nagelaten. 
' ■ J. DE RiEMER,, Befclir, van 's Gravenhage, I. D. bl. 237. 



AYTA.(BUCHO VAN), uit het izelvde adelijk geflagt als 
# de. voorgaande gBfprotea,;;is geweest Abt van St. Bavo, ea 
nevens meer anderen, een der Gemagtigden op de vrugteloze 
Jïi?a//i? . vredehandeling in t jaar .1579. .^Dat^deze meer de 
party des Konings van:5j^flnf-?,- dan die 'derrStaten was toege- 
daan , bleek , wi^l • hij metv nog enige • andccen , . vertoefde , 

-^ toen 



^96 AYTA- van ZUICHEM. f VlGLIüS ab) 

tóbn zi^ die dtt Staten paitij omhelsden , reeds vertrOEkell 
^aren. — -» Bor, NederL Oorl.^ XIIÏ. B. bl. 144^ 

AYTA VAN ZUICHEM (VIGLlüS ab) , cön man in '^ laöcfs 
gcfchicdenisfen buitengemeen beroemd , wierdt geboren m 
Friesland den iS.oftobsr 1507, en ^ag het eerfte levenslicht 
opeen landgoed, ^afnaAwV genaamd, nabij LéeuWardm 6n hét 
dorp Wtrdum gelegen, dat tot 'heden toè in dien feof-d nog bé* 
kcnd is , en tiians aHn den burger J. Zeper of zijRé familie be- 
hoord; andéren willen., dèt hij in het' dorp Zuicliem hab^ Goo- 
•fciffi gelegen, geboren, en C2n laödmans zoon zoude geweekt 
tijn; doch dat hij in 't geheel- ^enen lust tot boerehwérk, 
-maar wel tot letteroefeningen betonende y^jh vader belloot, 
'hem tot de wetenfchappèn op te leiden* Méér gitmd is 'ér 
«gtcr voor> 't-genc de roeesten willen, dat hij uit adeüjkeft 
^flagte gefproteni daar vütx deh toenaam van Ayta oht- 
leende. Ten minden is het zeker, dat een adelijk geflagtj 
welk dien naam voerde, lange in FHeslitid en inzonderheid 
toen ten tijde gebloeit heeft. D« naam van ZuicheMj of Zui- 
CHEMius, ontleende hij, jDaar^Ue waarfdbijnlijkheid» van eed 
flot of ftate, zynen oom Buciio van Ayta toebehorende, ge- 
legen nabij een dorp, dus genaamd. Deze oom, z^'ns va- 
ders brosder, was Deken in ^söravenhagej ook xas deze de 
voornaamfte drijfveer, dat bij tot de letteroefeningen opge- 
leid wierdt. In den aanvang van zijnen letterkundigen loop, 
oefFende hij zig te Deventer; vei-voïgens te Leijden en in V Gra- 
venhage^ en wierdt, in 1522, naar Leuven gezonden, daar 
hij zig eerst in de gi iekfe taal , en vervolgens in de regtsgê* 
'leerdlieid oefiènde. Vier Jaren later reisde hij naar Dok, een 
*ftad in 't gi'aavfchap Bourgondie, otn zijne reeds verkregene 
kundigheden verder voort te zetten ; hier kredg bij, doof 'mid- 
del van briefwisfeling, kennis aan den geleerden Erasmus, 
dat hem tevens den weg baande , om vriendfchap te maken met 
den vermaarden Regtsgeleerden Andreas Alciatus. In 1539 
ging bil, om dien Hoogleraar te horen, naar j^vignm, ver- 
reisde van daar, in het zelvde jaar, naai* Valence in Dê»- 

phitié i 



AYTA VAN ZUICHEM. (VIGLlüS mm) 397 

fhini, alwaar hij tot de waardigheid van Doktor in de regten 
wierdt bevorderd, en voorts naar Bourgesy doordien Alcu-» 
-Tüs, van wiens lesfen b^ gaarne nog verder een nuttig g&» 
bruik wilde maken, aldaar beroepen was. Wanneer deze, 
kort daar aan , naar Itdie wierdt beroepen , bekleedde Viglius 
mine plaats ^]& Hoogleraar in de regten ttBmrgéSy gedurende 
den tyd van (W09 jaren, ten .einde van wplke hij befloot, 
. Ipcdie insgelijks te gs^an zien. Vooraf bezogt hij verfcheiden 
Hogefcholen, a}s die van FHjhurgy Bazel en Tubingen^ wierdc 
overal gunftig : ontvangen ^ maakte kennis met de geleerdfle 
en vermaard(le^ ipann^n , en. kwam eindelijk in 1532, te 
J^adua. 

Door het bezoeken vqn zo vele vermaarde Hogefcholen ^ 
en den gemeenzamen omgang n\et mannen, uitgeleerd in dp.- 
ïpeesfie takken van wetenfchappen , hadt Ayta nu een zeer 
beroen\den naam verkregen , en was inzonderheid in de regtsr 
geleerdheid ongemeen bedreven. Dit bragt te wege , dat hij 
in het gemelde j^ar , tot Hoogleraar in de regten wierdt aan-? 
gefteld; ook beantwoordde de uitflag aan de verwagting zij" 
ner bt^unftigers; zijn onderwijs maakte veel opgang, en zijne 
openbare en bijzondere lesfen wierden met groten t;peIoop 
vereerd. Men vindt *er die verzekeren, dat zijn naam nu 
jeeds ?o vermaard was geworden, dat hem een aanzienlijk 
aiphit op het ^land O/grttjr wierdt aangeboden ; als mede , da| 
Keizer Karel de V , hem verzegt tot leenneester van zijnen 
zoon, Brins Pnitiïs van Sparde i doch d?^t hij, verlangende 
eindelijk eens naar zijn vaderland te rug te keren , deze aan- 
tiiedingen van de hand wees. Hoe 't hier mede zij , hij bleef 
nl^t langer dan een jaar te Padua^ en vertiok ten einde daar 
van, naar de Jffederlanden. In *t wederkeren leide hij een 
bezoek af, bij Erasmu^ te Frijhurgy en te Bazel bij den vert 
maaiden engeleerden Boekdrukker Frqbeniüs, bij wien hij in- 
'% grieks liet drukke, de beginzels der regten van Theo* 
^iLua, 

Het kp$t niet misfen , of een man , wiens geest met zo een 
onwaardeerbare fcbatvan kundigheden verfierd was /moest» 

iö 



ê 



39S AYTA^-AN ZUJCHEM. (VIGLIlTS ai^* 

in z'jn vaderland tó'rug gekeerd, eerlang tot^deze of genèr 
waardigheid bevorderd worden. Het leerfte ambt , dat hem 
wicrdt aangeboden, was dat vaft jQ/jWao^ of K'erkelijken Reg- 
tor bij Franciscus, Bisfchop van Munfter;- dit aanvaardde hij 
IQ 1534, en hieidt zig doorgaans te Duimen op. Ter gele* 
genheid dat de ftad Munfier van de 'oproerigc Weklerdc^rs 
oyerweldigd was , en de Bisfchop met'ecn tegör voor dezelve 
lag, wJeidc Vigliüs naar deh ligksdag te- ^rww gezonden, 
csn onderfland togen die dolle dwepers te verzodcen, doch 
't blijkt niet dat hij iets opdeedt; ook ging de (lad eerlang bij 
verrasfing aan den Bisfchop over» N!et Igng^blcief hij eg* 
ter in dezen zijn dienst; want in 't volgende jaar wieixlt hif 
dcor den Roomfen Koning' Ferdinand , broeder van -Karel 
DEN V, wegens het Huis van Bourgoridic, in het Kamcrgerigt 
van SpierSy geplaatst. Twee jaren bekleedde hij dezen post, 
wanneer de zugt, waarfchijnlijk om met zijne geoefFendheid 
in de regtskunde uitgeftrekter nut te doen , hem deedt bcffui- 
ten, als Hoogleraar op hetliogcfchool te- Ingolftad^ in dienst 
te tredert van den Hertog tViLLEM van Beyeren , na dat hij 
voor diergelijk ambt op het Hogefchool te Kmingsbergen , hem 
door JoACHiM DEN II, Markgravö vai? Brandenburg ^ aangebo* 
den , hadt bedankt. Zes jaren lang dcedt hij het Hogefchool , 
door zijne tegenwowdigheid , en door het groot getal van oefi 
fonende jongelingfchap , welke 'zijne kundigheden deiwaarts 
lokte, grotelijks bloeijen. 

Dan, *t gerugt van zijne bedrevenheid in ftaa'tszaken, wek- 
te de begeerte van Keizer Karel den V, om zulk een be- 
roemd man in zijnen dienst te krijgen. Mén vérzogt hem om 
afftand te willen doen van ztjn-HoogIóraai*sambt, en zig we- 
derom naai- de Nederlanden te begeven ; welk verzoek van hem 
gereedlijk werdt ingewilligd, en wel ' inzonderheid , döoidien 
de belangen derVorften meer en meer ingewikkeld wiei den, en 
de Keizer in gefchil was geraakt, met Hertoge-WiiiL^M^^ vii» 
GüLiK , over het r^t op Gelder en Zutplien ; om dit gefchil to 
bèflfsferi, was 'er dus lang , in plaats vaii bloèd, véél inkt 
vergoten, jloórdien de verichillende Vórften htöiiïC'bei^aBgBii^ 







k 



AYTA VAN ZyiCHEM. (VIQUUS. 40 <^Qfi 



y 



alleen fchi-ifcelijk zc^en te handhaven; Dö Keizer bediende 
:?ig hl dezen . pennellrijd yan Viqlfjs; dieizö» opftql eerst i:j 
't hoosduits fchreef j en zo verzeke^it wgrdt.jer niet meer dan 
tw<?e dagen aan befteedde; naderhand gaf h^ ' 't nie^rkelijk. ver* 
l^eierd, in 'tiatijn uit. Dit viel voor in 154.2;^ in 't volgende 
}aar, wierdt hij bevorderd tot Raadsheer in den (jioteii, en 
kort daar op, in den jare^ 1544, ^A den. Geheimen Raad te 
Mechelm. In deze hoedanigheid wierdt hij omti'ent denzelv- 
den tijd, nevens den Kardinaal van Gr^nvelle, Jan vai^ 
Naves, Vice-Kanfelier, en Karel Boisot-, naar Spiers gezon«r 
den , om met Gemagtigden van Kristuajn den JU , Koning van 
Denemarken, en van Jan Adoij? «ii Frederik, Hertogen vaa 
Steeswijk-Holjiein y over een verbond van vrede in ónderhan-? 
deling te treden. Zij daagden volkomen in het oogmerk van 
hunne zending , en op dan 23 meij wierdt ^er tusfen de twis- 
tende partijen , een wederzijds ve^-bond van vrede en vriend^ 
fchap gefloten. , 

De kundigheid en warme ijver, voor de belangens van zij- 
nen meester , die Vigliüs In 't behandelen van deze zaak liet 
blijken , d^edt hem wel haast deel kriigen aan gewigtiger be- 
zigheden. JVlen was het in de Nederlanden gants niet eens , 
of m^n deze landen moest., rekenen onder het Keizerrijk ta^ 
{rehoren , en dus als zodanig verpligten in de lasten daar van 
mede te helpen di'agen ? 't Gefchil hiei- over enige jaien ge- 
flapen hebbende , wierdt op niei^w levendig, na dat eerst 
het wereldlijk gebied over 't fligt Utrecht en naderhand, in 
1543, het hertogdom Gelder en het graavfchap Zutphen, aan 
Karel den V, waren afgeftaan. De Rgksftanden in 't begin 
van 1543, te Neiaenberg b^eengekomen, waren van begrip, 
dat de Nederlanden ,. z\s behorende onder den Bourgondifen 
kreits, mede hun aandeel in de rijkslasten behoorden -te dra- 
gen. Doch ViGLius, welke op dien tijd benevens Dirck ^ Vrij- 
heer van KrijcUngeny naarden rijksdag was afgevaardigd, wist; 
zulke bondige redenen aan te voeren, dat hij te wegabragü^ 
dat de Nederlanden , die zeer veel aan den Keizer , hunnen Heer , 
opbrengen moesten, 'iroor ditmaal van Öe gemene rijkslasten 

^ . VIMJ 



4W AYTA VJOi ZUICHEM. O^IGLIUS aê) 

vrij te pleiten. Nogthans verloren de ftendcn den toeleg niet 
uit het oog , om den Bourgmdifen Kr&its in ftand te houden ; 
Want in 154.5 wierdt dit zelvde gefchil , door dé (lenden , op 
den rijksdag te fFmns gebragt. Hoe weinig eer Violius, mei 
liet voorftaan van de zaak der Nederlanderty zag in te leggen , 
moest hg egter, op 's Keizers uitdrukkelijk bevqj, den rijks* 
dag op nieuw bijwonen. Hij ging 'er met weerzin naar toe, 
doordien hij overtuigd was, dat men, ten aanzien van fom- 
mige landfchappen , bewijzen konde aanvoeren , dat zij toC 
het rijk belioorden; ook was zijne vrees, dat indien bij be* 
weerde, dat de Bourgondife erflanden niets gemeen hadden met 
het rijk , dit den (lenden gelegenheid zou geven , om zig , op 
geliiken grond , het dragen der rijkslasten te onttrekken. Ter- 
wijl men bezig was dit gefchil te behandelen, en daar over 
wederzijds gedebatteerd wierdt , overleed Lodewyk . va» 
ScHOONE , PreOdent van den Geheimen Raad te Mechelen, m 
wiens plaats Viglius in januarij 1548, door den Keizer wierdt 
langefteld ; en het was in deze hoedanigheid , dat hij , fchoon 
met moeite, bewerkte, om zekere overeenkomst, betrekkelijk 
het gemelde gefchil , in Holland te doen aannemen. 

In 1550 hadt Keizer Karel de V, in de Nederlanden, een 
plakaat dcen uitgaan, bij welk alle Officieren vernieuwden 
last kregen, den Inquifiteuien behulpzaam te zijn, om alle, 
20 als het genoemd wierdt, van ketterij verdagte perfoneix 
te doen aanbrengen ; ook wierdc den aanbrenger de helft der 
goederen van den veroirdeelden beloofd, en de zo genoem- 
de Ketteren met meer andere (Irafien bedreigd. £en ieder 
die niet ten enenmalen onkundig in 's lands gefchiedenisien is, 
wtet, welk een noodlottige uitwerking dit plakaat op den 
koophandel en de handwerken verwekte. Doch *t gene w^ 
hier bedoelen is, dat men den Prefident Viglius voor den maft 
hieldt, die dit plakaat hadt ontworpen; waar door hij zig den 
haat der menigte grotelijks op den halze l^de. Doch V^ 
muos betuigd In zgne brieven, die nog voor handen zi$o> 
^ dat het (Irengde, dat *er in gevonden wierdt, aan den Kei- 
V) ttï zelven en aan zijnen fiiegtvader moest worden tioego* 

«. (dire* 




ftYTA VAK ZüICHËK. (VIGLIÜS ab) t|öï 

\, fchrbven; dat hij zelvs veleiiihgBn hadt verzagt, 'doordien 
fy flrenge middelen hem altoos badden tegehgeflaan; én ook 
„ van gevoelen was, dat n\en de ftraflFen tegen de ketters 
,f moest matigen, en vooral ondeifcheid tusfen hea maken; 
„ dat hij wél gewenst 'hadt;. datjde Keizer het plakaat den 
„ Nederkfidfm Raden, eer het wierdt uitgegeven , hadt laten 
,, onderzoeken; doch, wijl dit zUne Majefleit niet behaagd 
„ hadt, oirdeelde hij het zijnen en zijner ambtgenoten pligt 
„ te zijn, zorg te dragen, dat bet plakaat niet op het fh-eng- 
„ üe ten' uitvoer werdt gebragt." Dus gematigd, dagt toea 
Ier tijd de Prefident Vigwüs reeds over d^ godsdienst ; en 
fchoon hij zig ten dezen aanziene tegen het gevoelen van den 
Keizer enigermate aankantte, behieidt h^ egter 's vorften 
gunst, in zulk een grote mate^ datj warneer Paus Juuus de 
III, in 155 Ij de Kerkvergadering te Trente op nieuw decdt 
bijeenroepen , men het gevoelen .van Viguus, ten aanzien van 
de keuze der (jodgeleerden> die jiit de Nederlanden ter Kerk* 
vergaderinge zouden gezonden, worden « voornaamlijk volgda 
Welk een fchcrp doorzigt .Viguus,. bezat, betrekke- 
lijk zodanige zaken . die 's lands regering betrofien ,. bleek uit 
zijn advija over de. voorgenomeoe ócvieodragt. der Nederkmden, 
van Keizer Kauel op z^nori ^soon Filips van Spar^'e^ Vóór dat 
nog de ovèrdragt gebeurde, voorfpelde hg den lande' niet-veel 
, goeds uit de nieuwe regering; hij vfzs bedügt dat de Land* 
voogdes Maria zi^ van 't bewind zoude ontflaan , en Fiups 
het oor lanen aan jonge lieden , die de oude Staatsdienaars 
verftoten, nieuwigheden invoeren, en 's lands zaken, wel* 
ke tot dien tijd toe wel beftierd waren , in verwarring bren* 
gen zouden. Vermoedens, door ene, voor de Nederlatiden , 
en voor Filips zelven, heilloze uitkcMnst , maar al tewel.ber 
kragtigd! Ja Viglius fchecn 'zodanig oveituigd te zijn, dat 
•er ftuurlieden aan *t roer van 't bewind zouden geplaatst 
worden , die de- flaatshulk zouden doen' fchipbi-euk lijden V dat 
bij het befluitnam, om het Hof vaarwel te .zeggen,, en vpor 
zl^e ambten te bedanken; men wist hem egter te bewegei» 
om voor' deze tijd hier van af te zien; doch hij gaf ;uidennaal 
1. D;b£l. Cc dit 



^ .yodnii;»!^ t» kaofioD^ men Haku. zig van hot bewind 
pyordB fMcHmukn Qntfloag> en fxLm hetzelve aanvaardde. 
Dan d^ gewezene Landvoogdes» die hem hot opzigc over haro 
^PCkdeten in Nedetlmd, nevens oen jaargeld van tweehonderd 
^ulde9f ^^leide, en de Koning^ zelve, wisten hem over te 
balen , in zijnen dienst te bleven. Fiufs benoeu^de hem, ten 
zelvden t^, namelijk in iss6y tot de wa^vrdigheid van CWr 
^9r. ia de Abtd^ van St. Baafs te Geta-y naar wt\k^ de 
Markgraav van Vert en de Heer van BasDEaoDE, vpot hunne 
ionen ^ te vergeefs geftaan haddeo; ook wierdt hy-» neven$ 
een aanztenlgk getat der Nederland/e Groten, tot lid in dfM 
Raad van Staten benoemd. 

Verder fleeg zijn aanzien tenHove in dezen jtigd^ ^^ ^^ ^ 
aanzienli^e hoogte, dat toen Filifs, om in zi^n oogmerken^ 
door d^ Raad van Staten, niet gedwarsbooind te würcjory 
nn Margareta vam Pabica, üuins LandvQd|^es(e der Nnki^ 
iflÊidm, volmagt hadt gegeven^ om \ raadplegen te^ gewone 
ifEil^ringe te fiakeo, Viglius. benevens^den. Bisfchop. vas 
Atrechf en Bari.atmont. alleen genoemd wierden,^ met wier 
raad in gewigdge zaken ,.> ^ befluiten Jbea vitvoer koet 
brengen. Ook wierdc^, in 155S, nevens enige aanzieib 
lijke Nédetlandft Groten, naar .FWmb^'fc gezonden, pm over 
vrede te. handelen ; doch big was hier van weimg k£ gpen 
nn^, dooi dien hi^ ziek geraiakende, g^oodzaakt ijirierdt, man 
Bmfel te rug te keren. 

r Wanneer Filifs, op heleinde vzjx i5<$x» ^^ Landvoogden 
bij brieven aanmaande, een wasdLzaajn oog op^ enige perfones 
te vestigen ^\t bij hem verdagt waren, wierdt de Piefident 
Viglius, over den inhoud v^ deze bri^y^, zodanig getrof» 
fen , dat hij met allen ernst aandrong om :^n ontOag. Doch 
de Landvoogdes wist hem, zo door ploften als door gefchec*. 
ken , n«»gmaals van belluit te doen veranderen , ^1 hij bleef 
d^a dienst des iSonings getrouwlijk surnkteveQ. Hier van gaf 
b^^ meer dsui eens blijken in het tfigeoüaan.der zulten, 
wim, omtcent op dezen tijd , het hart reeds enigeraa^ naier* 
andp'i^ in ^ lands regeriiig ovÓFhelde. Qncfer andei^ zogi 

hij 



. AYTA vm ZÜICHEM. (VIGLIUS Ai) 409 

>iij Prins Willem van Oranje geftadig te dwarsbomen, wan- 
neer deze ondernam leden van den Geheimen Raad te win- 
nen , ten einde ajjne ontwerpen te begunlligen. Ook raak- 
te deze met hem -in gefchil,^ ter gel^enbeid dat de Graav 
VAN Egmond aan den Koning van SpM^e zou gezonden wor- 
den , om ?ijne Majefteit opening te geven van den waren toe- 
iland hier te lande. Viglius was de opftelier van zijn be- 
ligtCchriftf doch het was in. zulke algemene : bewoordingen 
vervat, dat de Prins van Oranje, toen *t in den Raad gele- 
zen v^ierdt, 'er geen , genoden in nam, maar *er zig met za 
veel ernst tegen verzette, dat Viglius, diep getrofifen door 
Oranje' s redenen, en ziende dat elk, behalven. Barlaimont , 
dien Prins toeviel, fchier den gantfchen volgenden nagt flaap- 
loos doorbragt , overleggende : bij zig zelven , wat hij den 
Prinfe,des anderendaags, antwoorden zoude. Al.. 't welk 
den ouden man zo geweldig aandeedt, dat hij, des morgens 
bezig met zig te kleden, van ene beroerte overvallen wierdt, 
die in den beginne van een dodelijk gevolg fcheen te zullen 
zijn , doch waar van hij egter allengskens wederom herfteldei 
JoACHiM. Hopperus , insgelgks een Fries , wierdt vervolgens 
aangefbeld , om zijne plaat? in den Geheimen Raad en in den 
Raad van Station te bekleden. 

Het fchijnt evenwel , dat yiGLiüs naderhand zijne bediening 
als Geheime Raad wederom. /a^vaaid heeft; waar van liij 
cgter in 1565 op zijn fterk aanhouden , wierdt ontflageo;^ 
doch bleef evenwel , als gewoon lid , zitting houden in den 
p.aad van Staten. „ Hij beriep zig'* (zegt de Hiftoriefchrij- 
ver Hooft) „ op zijn zwakheit cai hoghen ouderdorti;. maat 
„ verklaarde zijnen vruhden in 't verborghcn, dat hij ijsiijke 
„ tijden op handen zagh; ende kennende de nukken der for* 
,, tuijnc , die zo qualijk een langdurende mooghenheit lijden' 
„ magh , uit den fpeele zocht te fcheiden , eer haar de walghc 
,-, van hem te'fteken, en 'de kans te keren quaam." pj 
bleef evenwel het voorzittersambt inden Raad nog vier jaren 
bekleden, tot <^ de overkomst vanKAREL van Tisnacq, ^o 
Iiem in de genoetode waardigheid zoude opvolgen , en tot dien^ 

Ccift tij* 



»9 

99 



W AYTA VAN ZUIGHEM. CVIGLIÜS ab) 

tijd toe, de NederloHdji zaken in Spanje hadt waargenomen; 
Wanöeer in 1566 te Brusfei verzekerde tijding kwam van 
do beeldvorming y welke in alle oorden van de Nederlanden ^ 
^K onen te ver gedreven godsdienstijver werdt gepleegd, 
wiordt- de Landvoogcfc» faier over dermaten verfchrikt, dat zfj 
baflooc, Brusfel te verlaten, en de wijk te nemen naar Bergen 
ifï Menegéi^-eti, daar zif dagt veiliger te zullen zijn. Viglï- 
fiA was ècn der voornaamÖen ; wdke haar dit ontriedt ; hif 
liitldt haar voor „ wat h^t gold '* (het zijn de woorden vam 
Hoorrjl „ den ftoel óei heerfchappije. te ruimwi , hoe fchooa 
„ een fpel dit den quaadwillighen gegeven waar, die den 
,*, misflaóh niet doen zouden , van dien onbezet te laten , maar 
„ ziende d*achtbaarheit der 9.egcrfnghe aan 't zijghen , haar 
voprt op de knie belpen. Hoe luttel haar. ook pasfen zou- 
de, de .Raden en bewintsluiden , die de Konkig haar had 
yy bUgevocgt, van den glans baarder jeghenwoordigheit te 
„ ontbloten, en 't werk, haar vertrouwt, op het drokfte 
te laten fleken. Dat 'er niet te vrezen viel, daar zij zulk 
een dienstwillighcit in al de Heren fpeurde.*'. 
W-^neer men dq tijden nagaat in welJceVrGLius- leefde, 
^loet men waarlijk dezen braven man beklagen , w^nt fchoon 
ieverig denRoomfen Godsdienst toegedaan, wraakte hij de mid» 
delen 'die tot dëszeU^ uitbreiding en inftandhouding te werk 
gefield. \(ierden , inzonderheid kost zijn- aandoenlijk hart, ge& 
t)6 goedkeuring wegdragen , in de zware veiivolging onder het 
wreed beleid des Hertogs vAisr Alva aangevangen, '^ waar door 
vele duizenden door bet' zwaard , in de vlammen én anderzins 
iheuvelden; ja zeivs lieden van aanzien zwa^r gepgnigdL wier* 
deo> om uit hiin te. halen, 't geen zij wisten en niet wisten. 
Sommige Spaansgezinden zelvs vecoirdeelden deze wrede 
handëlwigs, eij Viglïus, hoewel, vrugtloos., nam de, vrijheid^ 
om don Jfeonir.g tot matiging aan te raden. 

^^ 1570 gpf de Hertog van Alva twee algemene, ordon?, 
jjanti^n ïn 't licht, over de Criminele Regtsoéffening, die 
men - algemeen, crk^d verftandig te zijn ingefteld , en naar. 
weRCvifitti ?i§. ia Qildtrknd^ HofJand^Gn 't S$igt. nqg groten- 

^ \ deels 



J9 
9> 



AYtA VAN 2ütCÖËM. (VIGLIUS Ai) iSi 

ïfeels gedraagt. VloLiip wJrdt 'vodr bëii bpOëlIér Viiitfézê 
(ordonnantien gehouden; waar 'uit blijkt^ datj Htóir filj Öéh 
Hertogfe tegBDftondt; zulke nftft ult-heim'élijkfeil 'iHdk) feikdif 
uit opregte zugt tot *s Iknds 'oiïba&ii zijnen ofrfpfóB^ hütiii 
Üitgeene andere oirzaak óntfioiftlt hét gefóHil; ^t ^!ft h^ 
3Daderhand met Alva kleegvov'ev hètiilvoèrert Vin tiéAiieH^ 
émfenmng, *i welk deze, in weerwil Vjin de ^l^att Wii 
den lande;. zDgt door te di-gveni Viotitjs tragtte hèifi-i ifeoir 
kragt van redenen", de zwarigheid v^n het inVoÖbêii vétt Énd 
EO ongewone en drukkende belasting onder 't óOg tö- bffelu 
gen; hem vertonende; hoe zeer de iögczetönen ftiot' dfaóif 
zouden bezwaard wórden, de koophandel verlè^ilj ëii liet 
misnoegen tegen de Spaanft Regering nog meer fedu-föêiiMën i 
doch allé zijne aangevoerde en rij j)èlijk bed^te règèrf^éri 
pingen waren- vrugteloos^ dë ti-otfe Spanjaard bleef bntterÉéC* 
teüjk ftahd houden op zijn ééns opgevat ontwerpt Jéft Wtth^ 
neer Viguus ondernam enige matiging vbor te Hêllöri] óhf^ 
ftak de Hertog: in hevige grainfchap, bcfchuldigde hSnlMii 
gebrek van ontzag voor 's Konfngs bevelen, ehdrdigdé lifeili; 
dat hij 'zijn-gedrag -dcti Koflifig zoude iaandiènöti ; èoCh Vi* 
©Lius hadt moeds genoeg oih hier op té antwbordéii i \\ idaè 
fy hij hoopte, dat z^n MajdlciÉ hem dan ttog hét' tthdef 6öi* 
i\ wel zoude 'WiHeh gunnen; -en dat hij^ in alléii èé\raltói 
y, voor zijnen gryzen kop niet' bekfamiiiêrd waé.** 
. Hét laatfte, dat wij ten aandien van Vicinis Viödêfl *tó- 
getekend,- beftaat in zgn gedrag bij de openbare hüldièiftg' 
vah D09 Jan Vaw OösTENRtK';; die naar dö ]^eS^iéidm\ii' 
gezonden ; om . öïe ih ; plAatö • van . At.VA als Lftridwi^ té 
Befturen. .'Hem-'gait n^ , dk- hij ; bij deze gelcgèhfietó,' ëhf^ 
ge woordea '20ü-èöait :hebben; die té keiinen g^VtJll,:ÖM=bi| 
aan de -bcfléndigheW van den Gmfm yfedéy toe« kött 'gëlé* 
den gefloten i wanhoopte ^ zeggende f >, dèt Oort Ja* dé. mti' 
„ niet zoude -a^ft/j die in flaat wis den vredd aari tö bléfigiii.**" 
Doch hij 'beleefde den hieuwen' krife niet, welkë ^jMö.Voör» 
ze^ing ' of. vermoeden bekrafetigdèi Hij overleed agt ddgërt tia 
Don Jans ^vcrkóm3t> pp den 8 mei 1577 i te Sm/et i-ifi ^kli 

Cc 3 óit» 



4o6 AYTA VAM ZÜICHEM. (VIGLIUS Al) 



ff> 



#> 



•f 



n 



»> 



j> 



ouderdom van 70 jaren. DeHUlori^fchrigver Hooft maalt 
*8 mans karakter met deae woorden : ,, h^ was een man van 
kloek vernuft, hooglie gpleertheic, doortrapt met lange er- 
vaarenis, defcigh van wandel. De blijken, gegeven van 
vastgaande trouw voor de Roomfe Kerk en z^nen Koning, 
hadden hem vrijmoedig genoegh gemaakt, om te fpreken 
„ totmadg))elt, beide in zaken van Staat en van. Godsdienst, 
en zo veel gegolden , dat men 't hem te goede hieJdt, meer 
niet Van parchije te wisfelen , om onhenoe^ien over t 
,1 verwerpen zijns raads, docht hem te groot een verwaant 
,, helt^ oft.hachlijk en ongeraden voor enen, die zouwel ai| 
ly hij te hove flond , en veellicht bij d'andre geen^ minder 
^, ongeregheltheit in zwank oft te gemoete zag^** Dus verre 
de Dros&ard Hooft. Hij hadt gielp wi} niet onduidel^ hier 
voor gesien hebben, altoos de ftrenge middelen a%eradco^ 
welke men gebruikte , om de Nederlanden t'onder te brengen ^ 
was anders den dienst des Konings en den Roomfen Gods* 
dienst met lijf en ziel toegedaan. Daarenboven misprees luj 
ten ilerkften de manier, welke onder Fiupa dek 11, wierdt 
ingevoerd , om de Nederlaodm namelijk , door' vreeOidelingiea 
te doen beflieren, die noch de taal, noch de Wetten' der pro* 
vintien. kenden, en dezelve op zijn Spasns trUden r^eren^ 
•Alvorens ViGLius zig ten enenmalen aan-het.geestel^elevei^ 
verbonden hadt, was hij gehuwd geweest aan Jakobad^Aiuiit ^ 
doch dei|se vrouw kinderloos overleden zynde, wletdt h^ op 
den 18 januarij 1556 Coa^utor van Lucas MuKMtCH, Abt van 
St, £avo, dien hij vervolgens ook In die waand^eid' opvolgde, 
^ne gewone fpreuk op zijn naam ztofpelends, was ; vita mor- 
taiÊmn,viejUa : „ i^et leben htt (foAeKnom ifi eene Ottsttaaitt.'' 
i^aoig men ook op alle de penningen die ter zigner ged^gte*. 
nis zijn gemunt, geplaatst vindt, en hi} C t>Aii Xiooir, NaL 
Hijloriepé I. D. bl. 42, 43, 44. 55 en 5^ ^* z^fibeüd eo 
befchrev^. Schoon hij een ervaren Riegtsge)Qc^de<w«i^, pli^ 
bij» egter, veel in den mond te hebben dit a^jgenir ém 
gjoot Sfnrtj^t ccn boofS C^?^ Door de aanaienl^ke amb- 
ten, welke hij, gedurende zijn leven lang bekleedde» badt 



aVtA van ZüIGIffiIrf. (VIGLÏüè A4. ^H 

y^ tanmorkeligke . goederen ieh.i^cmmïèn^ Ibn^ij^ i^ldÜQ 
itn tachtig duizend ducaten^ i^eèn verzèmêld;' Té. ^/^ 
in Frièsiand ftigCte hij een aanzienlijk huisi tót ïèü. g^thuüi 
^dienende; ook rigtté h^ eeh Kollegie op te Lêum») hükr suj^ 
setl nadin Pigiius-Kollegie genoemd, én mét aanziénligk^^oe* 
deren begiftigd. Bj^ wisrdt begraven té Cent, in 6k 5h j^^ 
Xerk, in ene gtaiStede, die hij bij z^n leven voox Zig bad^ 
laten vervaBrdigen. Nadecband heeft men een t>hialgraf ton 
9gner éére opga^igt» tnec dit treffelijk opfchtift» *& p^^nt ddugt 
den en verrigtingen kortélijk vermeldende; « / * 

Maodum reverende VfrQ\ iD.,Vïouo Ab AttA^ ZüfcJUitit 
iFK/ïo, J« d cUnisfinio, Cathedrdlis hqus Ecdefim fiJ^rc^Jitè 
iHUiirdto. Jltt¥ei velleris Cancelkfió, Sufrend Belgicct iSicitüs (f 
SmSiaris OmdlU fub pttentisj. Prineipibus Cai^öi^ V, ïn^. ö* 
iPmuïTO II. Éispp. Rege Pnefid^ fuwmè ^ vfgilanHjJim, inleger- 
firn. (^ vum hanc Ecclejiam pits fundati^ibus ^ plurm4 mum^ 
iiiemii d^ccirtkpfet,^ Academam Lovamenfem, Jiruüo fiii,nmm,s CW- 
Ugky firn minus UbérdLker quam magn^e d(aa^ety natale foium 
fttfW Ihspkdis; hénrpcio perpéw Jibi iefnehtisfet.t Tm^m^ post 
tfmgas vigilies j pitst indefesfos Idbores, plenus diehmy plenus Jtó^ 
tmum, kegi/fidus, Fatriaque.emu, utiiis mna^^j^^ifyurius 
timm » .I9«ig730 jfi^ reU^ --defideitiê', quieyie in DmmOjrj^nnó 
3^.LXXFXL 8. diê Mmi, ^ngt^J^ue LXX. iste vikfwtm.ori 
tSedfuit* Mlr4srey imkare; ^gHa^ memor prudemtfindUUus/citii 

VlTA MCHITALHJM VIOrLIAi , . 

. Waar hij nog deze digtrëgelis ^n gevoegd* 

Qtd cüras Regim & ngriertm-f^mdera ohh^ •'. 

fervigily hc dmér Fi^Utis inltümuieé ' ' i 

ftffw pwtf, teSoTy wianes twiafè i quietem '^ * '- k 

"Hae post tot vigiles vindicca umbra dies» 
At vigiliPïgH exèmph vigH esjk mmefio: ' " 

m etimvHa est^ fit niji visa vigih 

, ■ ' . " ' ■ ' " ', "■•''. "^ «■» 

bezen kun^^n en teflens Iepen Staatsman kan m^x ti'ét 
vti) pleiten , die , fchoon-hij zl^ne cordaatheid in vérfd^ittide^e^ 
vallen aan den dag gelegd, heeft» egter die ook maar al ]i» di!w^ 

Cc 4 irilê 



40B AYTA VAN ZüICHEM. (VIGLIÜÓ i^ 

wils uit bet 'oog heeft verloren ,- en 2ig na^ den t^ en vóór* 
komende 'omilandigtiedén gefcbikCy en zaken heeft helpen ten 
uitvoer brengen , die met z'^ karakter niet fchenen te ftro- 
ken. Hg heeft vcrfcheidene wetken , meest de regt^Ieerdheid 
betrefiènde gefchreven , waar van fommigen als waardige 
Handfchrifben in de Leuvmfe bibliodxïek worden bewaard, 
en de volgenden door den druk zgn gemeen gemaakt, i. In» 
ftitutitmes D. Justiniani, m Gracam linguam^ perTHEOfiniASU 
Antectsfittm olim tradziBct^ ac nufic primum in Iwtm reftitutee , 
cura ac ftudio Viglii Zuichemi 0*c. , dm adnoim.Tvma Nakkii. 
Lov, 1536. '4to. 2. Jüftificatio rtüiontM, oh qttds Rsgtna Hun- 
garim Belgii GubematriXj contra Ducem Qivue arma ftmipjk^ 
AnXv. 1543. Zvo. 3. CwnmerA, in Taulos X. lib. IL InJiitutJ de 
Testamentis. Bajileky Lovanii (f alibi, 4. Cornmeta. in Tit. Digeji» 
de Rebus creditis; (f ad Ttt. Cod. de EdiSto D. j^drianitêüendo. . 
Colotu 1585. in Svo. 5. Epijlolce Politic(B {ƒ Hifloricte ai Joacb. 
HopFKRUM ffc. cnra Sim. Abbes Gabbema. Leoy. i66i*'in Zvo. 
Ook worden nog verfcheidene andere Brievefn van hem gevon- 
den, zo in de Batavia Soera van vak IMjssen, ab in. de jéia- 
leüa van Hoywck van PAPEWDREcrfr. j— Hérm. CoNRiNGixjSy 
in Commefjt. de fcriptorihus XVI. poft €Mft, nat. fdsc, JPrattjl. 1 72 7. 
4^0. SaBC,'XVI. c. III. rutfi nmtis FtiAirrzu. Gxjido Panzirolvs,. 
de claris 'LL. hterpretibus ^ L.IL p. 287, 28B*. PKNTALEOJNiSy. 
ProfopograpJiia , Part IIL p. 316, 317. Nic. CoMifENus Papa- 
DOPOLUS, Tom. I. p. 253, 254. Jo. Alb. Fabrich, Bibh Xjtcec*' 
Tom. XII. p. 354. Franc. Sweertu, Athenm Alg. pag. 
701. J.-F. Foppens, „JEfiW. Bdg^^. ij 52-11-56. Qü^L BibL 
BuNAV. Tom. I. p. 1714. CRENii/^-^tówMk/v. PJnlolog. .Part. XlV. 
p. 27. H. Cannegieter, in Indice ad H. ^arii,. TriJHpm /i- 
hrosj roe. Viglius; C. Saxi, Onomast. liter. Tus, IJl. p. 167. 
Terrasson, Hiftoirc de la JurisprudetKe Romaine. P^rt. IV. p. 389* 
Wag. Fad. Hift. V. D. bl. 74. 236. 262. 306., 308, 399. 311. 
317' 348. 3<J3- 427' VI. D. bl. 7, 8. 32. 40- 4Ö. 71- 97- 100. 
104. io^i'i2r. 137. IS3' 190. 265. 293, 294, 297. 317. 354. 
337.- VII. D. bl. 146. Levensbefchr. van voorname meest NederL 
dimmen én Wowwen. IV. Deel, bl. 75-88. 

REGIS- 



R E Ö 1 STER. 



VAN DE 



P E R S ON E N 

WjlAR WAN IN ÖIT DEÉI, 
GEHANDELD WORDT. 



^ — ' '■— — —^ • 



Bladz* Êlada 

Aa (Adólf ■ Van dér) , te- Aa (Willem van det) , Éur- 

ksnaar ■ van het Ferbond , gemeèsier en FroedfcJiap te ' 

der Edelenl •" . 'i. Rotterdam. , . y^ 

Aa (Adriaan van der), Aa (YsWrand- van der),^ *' 

Röonu-PastoortèNiord^^ki, I* • Burgerheester te Utrecht, p. 

Aa (AdrikanAertz. V. d.), • AzgCQaSès), eèfidndeitgend 

Schepen mSchoutih'sHage. i. vroumensch te 'Haarlem, g, 

Aa (Alfer van der), 5uf- Aalbert,'afc Aeltcrt. 

gemeester te Utricki. 2. Aalhuiferi , zie Aelhuiferi. 

Aa (Christianus • Céxbhx% ' Aalst (Fiüp van), fekemar . 

Henricus van der) , Im- -^,0^ /^ jr„],^ ^ edelen, i i. 

tfiers Predikant te Haarunu 2. 

Aa(Filipsvander), fiüff- ' ^^^IS^^J'^^^'''- 

IhmieGcrkum. \ .6. <i*kam ttWistzoandam. n. 

Aa ■ (Florls van dö) , Stlgts ' ^alst ( Johan van) , Predi- 

Eknum. . r 6. ■^teVlmm,Herme^ 

Aa CÖerard vin der). Te- , f;" *'^*"- ' • "v 

■"kenaar vm het Verbmddér' Aalst (JoostMattheus van), 

Edekhr . .- T : 9. vermaard Ingemeur. 12. 

Aa (GerardRenesfe v.d;) , '. Aalst (Paulus van) , Etmst- 

Gevohmgtigde in HS69 fat' Jcfnlder, ... .. ia. 

liet fluiten van 'pSt^iandi 7.' Aalst (Pieter van), Teke- 

AiCGettitvmdeiS/Stigis- .mai vofr 'het Verbond der 

Edelman. . • ' 7' ^"'' . • ' "• . 

Ai (Gerrit • Maxiniïliaan Aaltje Wouters , m liet ge- 

Pijnsfen van der) , D^Jte» loof verdrmken, . .12.. 
■van St. Jcm te Utrecht. 17. Aam _van<jef Burg, eenwel- 
Aa (Hendrik v. d.) , Sche-- ' ■ ■S^fif'^. Sou^i>mon in pdf- 
fen en BmI tt Vtaxiit. 7. '•''■"'• • ..•. •" ï^.. 

Cc s Aai e 



/ 



I 



é 



*M 



' Il È G i 



■ r- 



1 •■ ' 20> 



filada 

Aare (Dirk van der) , Bt- 

Jclwp vanütrecht. . . 13. 
iUbrma , 'tki adelijkpjlagt^ 1$. 

Aufchot (Filips van Croij) , 
Krijgslfevelhépier., . . iö« 

Aarsféii '(v^^T*» v^prwofllh 

AarfingCAIbert), Prcdikm 
jte Hellendoorn. . __., 23 

Aartsbergen (Willem van 
. Njjvelt) , Dro^aard van 
Cuilembutgi. • ... 24* 

Aartfcn (Anthonij) , Predi' 
Mant te Zunderdorp* . 24. 

Aiutfen (Piet^r) , . Sma- 
fcMlder. . . 25; 

Aartz (Rijkaart) , Komt- 
„fchilder. «.. . . 27- 

Abbadie (Jacobus).,,Pr«K- 
iflnt. . . *. . 28. 

Abbe* (Sijmen) Piéterz. , 
Schpen te A^fieldim» 29^ 

Abbema (Yde) i Fries 'edel- 
nuuty TeknUaf ven- het 
• Verbond der Edeietu • 30. 

Abbenbroek , (Jan van) , 
Schota van Delft» . . 30. 

Abbes (Sijttfe) , Pastoor vari 
OLdenlun'c te LeewsvanNlen. 3I« 

Abcoude (Dirk van), ^ 
karis vati St. Pieterskerk 
•U Utrech, . . 31^ 

Abcoude (Ilendtik vdn) , 
Oldermm te tJtredït. ' 32. 

A'bcoude XJan van), voof- 
naam Sdele, . . 32* 

Abdagus, dapper Veldheer i 32. 

Abeelc (vanden), oud ode- 
lijk gejïagt. i i 32. 

Abelnar (Georgius)j Pte- 
■ dikniu te Adiian, . . 23* 



S T E ft. 

- ^^- .- ... . 

AWi (Sibrandi) , Pretkant 
te Harlingen. . , ^j; 

Aöris (Jofciiines),'.|»rerff. C ' 
fcmt ttf Aigtekerke. 3 j^,- 

Abcrfon (Wilhelmus) , Prè- 
(Hkafit te Rumki ; \ 34,* 

Al%fll!>J CJ^> j ^ voorna- 
me Fries* ; ; 04; 

flhrahami (Amuus) , iv^. 
dikant te Koüum. ; 3^, 

Alurahams (Galenus) , Men- 
nonke Leraar te Amjieldam. 35. 
Abnham&n (Ifaak^^ &ank^ 
hezoej^er te^ Plisfiigen. ^ 38, 

Abreach (Frederik Lodt- 
. wijk)i MeÜor der lat^ 
fchglen te Zwolle. . ; 38, 

4i)falons (Hubcrt), Predi^ 
kant te Hulst. « . 3^^ 

Al)felius.( Willem) i i&^. 
thu^er Monnik teJBruspH. 39, 

Accama, (N. enB.) , &nst^. 
,/cl/iUers. _ i . . 40; 

Achelen (Aoüonie van)^ 
.Scheen .van 's fftrtfl^ie»- 

Aehelen (Folieh van), . 
Raatfshe^ in 't Hof iaa 
Brmmdi . . j^' 

Aïheieo (Igrani. vjpi)^ ' 
Raadsheer in 't JOrf nm > 

AchelM (Roeland), Gfkh 
mofi 'i^ivi DatOumadeeL ^ 4^^ 

AditfcfiEdling . (Luka*)^ . 
KonstfchUder. . . 41, 

Acker (Jacobus op dexL)i( 
jPredtkOBt op BataviOé 4I4 

Ackeifk^Ü (£{^)» 1^^ 
j8uf j-er te /hnJlMmn 42. 

• A. 



H S o I S t E lU 



4u 



s Bhdz. 

Acósta (Gabtfel) , 'em Joof. 4i, 

Acronius (Daniöl), eerï ge- 
• kerd Man. * . 43. 

Acronius (David), Predi- 
kant te Hempens. . . 43. 

Acronit» (Gellius) , Freë- 
kant te Leeuwarden. 43, 

Acronius (Johannes) , Wis- 

konflenaar. . • 4J« 

Acïonrus (Johannes) , Pre* ' 
dUusnt te t^elp en J^ozen- 

-s daal, .4 . ,è . . . 43' 

Acronius (Johannes), Pre- 
dikant te Haarlem. . 43. 

Acreniüs (Ruardus), Pre* 
. . dikan$ te Schiedam. 44. 

Acronius (Ruardus), Pre- 
dikant te Scbelleimut.. 44. 

Acronius (Weskl) ; Predi- 
. kant te Hairlingen. . 44. 

Ada , Egtgemte van Graav 
Floris den V. . 44. 

Ada , -üravm im Hollend. 44. 

Ada , y^idis van Rijnsburg, 45. 

Adalgarda , beroemde Vrome. 45. 

Adam (risie) , Krijgsoyerjle.^6^ 

Adama (Augustinus Lol- 
-lius) , Hoogleraar in de 
Geneeskunde te Franeker. j^C* 

Adama (Henricu$),^f^Jir 
kani te Zwolle. . 47. 

Adama (tx)llius) , Prtfesfor 
in de. Wijsbegeerte te Fra- . 
neker. é . . .17.' 

Adama (Plerius)» Pffidikam 
te Boy^um en Bles/t^. . , 48f 

Adami .(Gaspar) ,:p4«toor. 
teUtnecht, . ... 49* 

A^'ami (Hendrik), P;«ijl'<w;É 
ie Bierum. . , 49. 



Bladz. 

Adami (Kotüelis) , Pr e^'jb»t 
én Re&or der latijnje JcJuh 
len te Appingadam. 49* 

Adel , Stamvader derFriejen. 49; 

A4iel , Koning yan Friesland. 50* 

Adela yHuisyrot^e van Imed 
. . CriUfv von Renkom. \ 50. 

Adela» Geestelijke zuster te - 

Adelaida i zie Adelhetd 

Adelsütd j ^StaatiMmster i«m . 
Pepijn. • 4 sr; 

AdelbeFt,,' Amsdiaken van 

St.MartenskerkteUtrecIa. $t» 
Adelbèrt , ' Bisfchop. \ 52^ 

Adelbold, Hertog van Fries^ 
land. '. ^ ■ ^ .^^ 

Adelbold, Bisfchop variUt- ^-'' 
recht. ' . ■ . . 53^ 

Adelbricus , Bisjctwp van 
Ütreck. . , . 5+4 

Adélbricüs deil II, Èisjchep 
van Utreehti 4-4 5f» 

Adelbricus Adelen, P^Aes- 
taat van Frie^lahd. . 55^ 

Adelen (Bauk van^ , de laat- 
Jle V«n feflf ge/lagt. 5 ji 

Adelen' (Klaas van), Fries 
Edelman. . , 5ji 

Adelheid , j^btdisfe van Wü- 
lich. . ; / 553^, 

Adelheid, Huisvrowive van 
Otta Graav ypfi J^asjaiu. s<Si 

Adelheid, Alijt, Alida, 
Huisvrouwe van. Jan van 

.. Avenijes.. . • • . 57; 

Adelhci<4..va9. , Fo^Igefist^ 
: Bijzityan H^og Albrechr 
van Beijcien* . . 5& 

. Adel. . 



4tl 



Ik^ÖlSTZRi 



Bladz. 

Adélricitó, aiV Adelen.' 

Adelus , oudjle zoon vaii Fr ifo. te. 

Adema (Baro) , Predikant 
te Öldefcfiootj Nijefcïwoty 
Eottim en Katlifk. 60^ 

Adema (Doeklc) . Predikaht 

• ^e Nijkerk in Friesland. 60. 

Adema (Tjalling), Predi. - 

• ka»a te Lange- en Korte» 
vwaag. i • (Sii 

Adgillus , etrfte Clirinen Ko* 
, ning in Friesland, . . 62, 

Adgillus de II, Vervolger der 
. Cliristenen. * . 62. 

^Adingen (Jan van), een 
voornaam Edelman* 62. 

Adminius , ecfi edele JBrit, 63. 

Ado , een uitflekend godvrug- 
tig mmsclu . . 64. 

Adolf , Stadhouder van Gel- 
. dei'laiidj Utrecja enQver'^ 
ijsfeL . . . 64* 

jftdolf van Boiirgondic , zie 
, Bourgondle. 

Adolf van den Berg, Her- 
tog van Gelder. . . 65^ 

Adolf van Gelder, zbonvan 
Arnoud , Hertog van Gelder, 61* 

Adolf van Nasfau, zie Nas- 
fau. 

Aïbiaan, Rooms Keizer, 67. 

Adri^an Floriszoon , Paus, 6^i 

A&iaan Janz. van Bergen , 
Turffchip^er, . . 73; 

Adriaan Simonzoori, Pre- 
'.dikant te Clmlois. ■ . 73. 

Adriaan (Willümzoon) , 
Adffdfaal. . 74, 

Adriaans Kornelis, Monnik 
te Brugge, . . 74. 



filadi; 

Adriaans f^atthéus) j Hoeig^ 
leraar in de hebrettwfe taal 
te Leuven, . ; 74." 

Adriüanzen (Alexandcr) , 
. Miilder,. . . 75. 

Adriaantje , een oude Fry ster, 75. 

Adriaanz (Jasper) , vervolgt. . 
door AIva._ . . 73. 

Adriani (Adrianus) , Jejuit 
te jintwerpen, . . 751 

Adrichem ; voornaam g^Ji^ 
iii Hoüand, '. 75. 

Adrichem (Ghristiaan van)^ 
Priester. : . • 7(5. 

Adrichem (Thomaè) , iVe- 
dikanc te IVestzaandam: yói 

Aebinga, Adel^k gejlagt in 
Friesland, . . 75; 

Aedgérus (Kornelis) , Land- 
. meter, ; . ." ■ 77, 

Aegidius, ReQor der latyn-^ 
^ Je Jcliden te^ Deyéntèr. ./•77/ 

Ac^idivs f Booglesraar ift-de, -> 
Godgeleerdlieia; . 77/ 

Aegidius (Willem) , ver-. 

fhaard fviskdrijlenaat, ' 7 7i 

-> '\ ■ ■ • . ■ . 'f* . 

Aèïhuifeh (Johan van) , 
Reilor der latijhfe JcltoUrt^ • / 
te Tiel. ; i. 4 77. 

Aéist (Evert van) , Konst- 
Jchildèr: . . ' 73^ 

Aelst (wnilem van) , jKinif- • 
fchildèri i . • • i^i 

Acmiliiis (Antfionius) ,^ 
Hooglefaar in de Gefcldè- * 
deimfen te UtrecJjt, 7$;^ 

Aemilius ' (Gerard) , Predi-^ 
kant te Zwatmerdaiki, go; 

Afemilius •(Kornelis) , Pre- 
dikant 'te Haestrecini 1.' 80. 



R E G I S T E 



41^ 



Bladz. 

Aemilius (Robbert) , Predi- 
kant en Opper-regent van 

• liet StatenkoUegk te ljeijim.Zo. 

Aertgens^ KmstJcUlder, 82. 

Aesgo, j4ht van Lidlum,. 83. 

Aesgo de II. u4ht van tidlutn. 8;^. 

Aeswijn, zie Alewijn. 

Afferdcn , zie Apherdianus. 

AOiakkcr , Frofcsfor in de 
Godgeleerdlmd te Keulen. 8 3 • 

Agema- (Petrus) , Predtkant 
te IVons en Éngwier, 83* 

Agfi,Q , een^anzienlijk man in 
Friesland. ^ ^ 84. 

AfTgc , jibt van Hemelum en 
't kkostet te Staveren, 85. 

Aggema (Alef) ^ Friesch £- 
delman, \. . 85. 

Agileus. (Hendrik) , Med. • 
Doktor en Prokvreur. Ge- 
nci'aal te Utrecla. . . 85. 

Agnis van Doernincl^, -^iit- - 
disfe. van het klooster tfir 
. Hunnip bij Deventer, 86. 

Agricola (Julius) , Veldheer, '8K?» 

Agricola (Rudolphus) , Pro- 

• 'fesjor te Heidelberg, 87. 

Agrippina. . . pii 

Abuis (Hendrik), Fikarfs 
van de Hoofdkerk te- Mimjler, 91* 

Ailardus (Focco) , jibt van 
het klooster Petrus en Pau- 
l:is te Mmftcr, . 91. 

AHva, zie Aijlva. 

Ai ton a, Markgraav^ Bevel- 
'hebber overliet Spaanje leger, 93. 

Aitzema (Foppe van) , Re- 
Jident wegens dit geroene- 
' best te Hamburg* . •93* 



Bladz, 

Aitzema (Hesfel van) , Pre- . 
Jident iü 't Hof van Friesr 
land, • • • 97* 

Aitzema, (Lieuwe van), 
Raad en Rejident van de. 
Hanfejleden in 's Hage, 95^ 

Aitfma (Rietik of Rink)^ 
Burgemeester te Leeuwar- 
den , een der Regters van. 
Oldenbameveld. . 103. 

Akerlaken (]\lr. Barthold . 
van) , Raadsheer van d^ 
Craye van Egmond. 103. 

Aken (Hans van), Konst- 
fchilder. . , 193; 

Aken (Jan van,) Burger 
te Amjieldam, , . io5. 

Aken (Kornelis van). Pre- 
dikant te Delft, . • . 105. 

Aker (Lambërt Klaasz.) , , 
Leraar van de Mennoniten 
te Harlingen, . ; 105» 

Aker (Gisbertus van) , Con- 

reitor van de latijnfe fcho-^ 
len ie Gouda, . 105, 

Akerfloot (Theodorus) , 
Predikant te Alplien, 105, 

Akl;erman (Henrik Jans* 
zoon) , ScJiepen te jim- 
fteldm, .' . ip5i 

Alardus v^n Amfteldam, 

zie Amftèldam. 
Alardijn (Kasparus), Predi- 

kant te Arnhem, • io6«. 

Alba, zie Al va. 

Albada (Aggasus , of Agge) , « 
' Gevolmagtigde van de Sta- 
ten in 1^19, op de vrede- 
. handel te Keulen, • iq5. 

Albada , een adelijk gejlagt 
in Friesland* • • io8« 

Al. 




¥* 



jlEGISTE.R, 



Bladz, 

Albada vati Poppingawier, 
een gtjlagt dat eerst Hes- 
. linga is gefiaumd. . é 1081 

Albanië (Piins van), zie 
Zannowlch. 

Albers CJan Coenraad), 
Fredfkant op Batavia. 109. 

Albcrt, Hertog van Saxen ^ 
Gouvemeur of Stadhouder 
' van Hollandi . . 11 o. 

Albcrt , Keizer van 't Duk- 

Je Rijh ^. . 113. 
Elbert , Graav van Nas/au» 113. 

Albert, Graav van Weil- 
burg. \ ,' . 113. 

Albert Beiling , 2k Beiling. 

^Ibert , AirtsJtertog van Ow 
teprijk , Landvoogd der 
Nederlanden* , . 114- 

Albert CJansfonius) , JCm*- 
meliter Monnik. . I20. 

Albertina Agnes , Princesfe 
van Oranje^ Gemalin van 
Willem Frederik van 
Nasfau , Stadiumder van 
Friesland. . 120. 

Aibcrthoma (Albert) , Pre- 
dikant te Groningen. 122* 

Alberthoma (Albertus) , 
Predikant te óroningen, 123. 

Alberthoma (Engelbert), 
Predikant te Appingadam, 12^. 

Alberthoma (Engelbert^ , 
Predikant te Marum, 124. 

Alberthoma (Gerhard) , 
Predikant te appingadam, 1 24. 

Alberthoma (Robbert^ , 
t Predikant te Groningen. 124. 

Albeïthoma (Sfcco Ger- 
•hard)', Predikant te LuP- 
telhert. • ^ 125;. 



Blad^* 
Alberü (Johannes) , Hoog- ^ 
Uroar in de Godgeleerdheid 
en QriekfetaalteLeijdm. 12$, 

Albertus (Mr. Adrianus), 
Deken van de Hofkapelle 
in V Hage. . . laö, 

Albinus (Bemard)^ Hoog- 
leraar in de Medicijnen te 
JUfjden. . . ia5^ 

AI Wnus (Bernard Sigefried) , 
Hoogleraar in de Medicij- 
nen te Leijden. . . iif, 

Albinus, zie Alcuinus.. 

Alhlas (Johan van)« . 128^ 

Alblas Janz. (Willem van^ , 
jémbagtsheer van de M^l ^c. 
Burgemeester te Dordrecht, 128:. 

Alburg (Krispinus van)^ 
• Tekenaar van hot Verbmid 
der Edelen. . . i2g^ 

Alckemade, zie Alkemade. 

Alcmair (Mr. Henridc 
van), Eaad van I)avi(} 
vsQ Bourgondiei^ Bis^ 
Jchop van Vtxochi. I29. 

Alcuinus (Placcus), Leer- 
meester van Karel den 
Oroten, . . 129, 

Aldegonde (St.) » eene 
A^agd in Henegouwen. 130. 

Ald^onde (St.) » luisterrijk 
gej\agt. . • 131. 

Aldegonde (Filip van Mar- 
nix Heer van) , voornaam 
Staatsman en Geleerde. 131. 

Aldegraaf (Hendrik), i^onl^ 
fcliilder. • • 138* 

Aleid, zie Adelheid. 

Alemans (Niklaas) , Mini<h 
tfiur^hllder. 139. 

Alen 



H- 1 o r s T ? «, 



. . : ■ Bladz, 

Alen, (Jan van) , |&iw, ^ 

. phÜdef. . . . . ■ 14°' 

AIeti(Mr. P, yan)» «f- 
■■■ tbTijjcl>rij\BT. . . 140. 
Afefi^on (Fi-ancois de Va- 
. , lf»e Heitogvan), lM^~ 

■ lieer der NederloHden. - - 'I4Q- 
Alendorp (Adolf vwi) , O- - 

vtrjle Luitenane , en Prtan 
.. VOD St. Pklersktfk ft IA- 

recht., , . 14& 

■Atendo»^ (Egbett vaiO. 

Schepen vm Utretk. . H& 
Alendorp (Hendrik van), 
. - * eerjie vm die gejlagt. 146, 
Alendorp fHendrik vah), 

Sfcfepm vm Utrecht. t47- 
Alóidoip (Hendrik WiU, 

■ ■ lemz. Van) ^ Drosfaaa 

van Buren. 147* 

"Aleiidorp (JohM vaft), 

■ Dresfaart van Buren. 147. 
Alendorp (Lubbert van), 

KalenderbTBeder , henevau 
Raad MSchepenteVerecht. 147. 

AlendOTp (Lubbert van) , 
I.id van Staat te Utrecht. 148- 

Alendorp (Wülem van), 

. Kaïtelfin te Daurftede. 148. 

Alenfon (Hans), Mcntmi- 

■ te Leraar te Haarlem. 148- 
Aleijd, eeneBrmiJ^gfier. 148. 
AlcijdLeijstlngh, stóLcijs- 

• ti)ig!i. 

Alfen ,' zk. Alphen. 

Alfen (Kors Janszoon van), 

ilaringHoperCeS^tterdam. I48. 
Alkemade adeUjk gejlagt., 14J). 
Alkemade (Kornelis van) , 

■ JPenJimarK vet^Deidreclit. t^y. 



A)toniade.(lE(»ïieliï *an) , 
Konimii der Conv^en en 
Lketiten te Rotterdam, ^49. 

Allardus, Har vanFoom. 153. 

Allart (Hendrik) , Schefm 
te Leeuwarden. , 153, 

Alleman (Johan nes Niklaas 
Scbastiaan) , Hoogleraar 
in de mskunde en Wijs- 

■ \ begeerte te Ledden. 154; 

AHCTQ. f Andries) , Kollnnel 
vande BurgtTt} te Leijden. ISJ» 

Alma (Eilard van), IH^. 15^^ 

Almatea (Jodocua van). 
Kloosterling. . . , 155, 

Almeioveen (Theodorüs " 
Jansfoniiii van) , . eersi 
Medicijfie Doktor en na- 
derhand Heogleraar in de 

■ Criekfe taai en Gefcliiede- 
nisfen tï Hardenvijk. i$8, 

Almondc- j^lipt gefiagt. 157. 
Aimonde (Abraham van), 
Btrrgemester v/m Delft ere 
HBOgheemraad vanDelfiand. 157, 
Aimonde (Filips van) , Lt, 

jidmiraal van Holland. !$% 
Aimonde (Jacob van) ^ 
Hoogliesmmd van Delf- ■ 
land, in Stadhouder der 

■ Lsntnvan Lek en Polanen. 160^ 
AlnDfrus{Johannes), Eeoef- ' 

fenaar der Griek/e en Ro- 
meinfe Oudheden. ; . Kfe. 

Aloud , of Alahd. Baüjuv/ 
Van Zuiiholland. . . iCd. 

Alphen. Oud aanzienlijk ge- 
jïê^. iCÏ. 

■Alteen (AfTrahara Tan), 
Banèmeester m Hoofd- 
(^nerdirfiadLeijden. 1-64. 
Al- 



i 4if 



Jl E O I S T E R 



BIad2. 

Alphen (Corstiaan vaö). 164. 

Alphen (Damas van). 164. 

Alphen (Daniel van) , Meef- 
terhuiap der Hotavesterye 
vm Holland. • . 154. 

Alphen (Daniel van) , Bur- 
gpmeeker derJiadLeijden^ 
en Ontvanger van de ge- 
mene Landsmédelen over 
Ledden en RhijnlaruL i6S« 

Alphen (Daniël van), Bur- 
^ gemeester derftad Leijden. 1 65. 

^phen (Daniel van) , Bur^ 
gemeester en Hoofdqfficier 
derftad Leijden, . . 166. 

Alphen (Qaniel van), Se- 
cretaris der FierfcJjoar van 
de Hogefciml te Leijden. i6(5. 

Alphen (Dan iel van) , Grif- 
fier der ftad Leijden. i66. 

Alphen (Pantel van) , Kenh 
mis ter Secretarije van 
Holland. . . 157. 

Alphen (Dirk van). Lid 
der Welgeboren Manneti 
ran Dsje. . . 1(57. 

Alphen (Dirk van), Scïie- 
pen der ftad Leijden. 167. 

Alphen (Dirk van), Kapi- 
tein van de Schutterij te 
Leijden, . . 168. 

Alphen (EIberCvan), Frij- 
lieer van Hoenpell , en Gc' 
heimraad van den Hertog 
van Gelre. . . 168. 

Alphen (Florisvan), Arf/g-j- 
bevelhebber, , . 168. 

Alphen (Floris van) , Hoog- 
lieemaad van Bolland, i(58* 

Alphen (Frans van) , Koop- 
man te Frankfort aan den 
Main, , . i68» 



iBladz. 

AljAei (Gcymt van) , Cr*/» 
fier der ftad Ledden. i6g. 

Alphen (Gerrit van) , Schout 
van Zoeterwoude. , . 169. 

Alphen (Hendrik Simons 
van), Kpopitm te jÉmftel-. 
dam. • • • 169* 

Alphen ( (Beman van) , 
Hoogleraar in de Qodge^ 
leerdlieid tf Hanau. . 17a 

Alphen (Hieroni^mus van) , 
Predikant te Amfteldam. 1 7a 

Alphen (Hieronijtous Si- 
mons van). Koopman te 
Hanau. . . 171, 

Alphen (Hieronijmus Si- 
mons van) , HoogleraarM 
de Godgeleetdlieid te üt- 

Alphen (Jan van), ^gs^ ' 

man, • I7i« 

Alj^n (Jan van), Kapitem. 1 72.. 
Alphen (Jan van). . , 

Alpben (Jan "^^^ Oppt 
koopman in dienst der Ne» 
derlandfe Oostm&fe j^m- 

t<^S*^\ •. . 173., 
Alphen (Jan van) , Sollici- 
teur Militair in 'sHage. 173^ 

Alphen (Jan van), SoUich- 
t^ur Militair in 's Hoge, 1-73. 

Alphen (Jan van) , Kapitein 
van de Sckutperij te Leij- 
den, , . . 173, 

Alphen (Jan van) , Prakti- 
Jerend Advokaat voor de 
Hoven van Jvftitie ht 
's Hage. . . P73. 

Alphen (Jan Daniel van), 
Kl^k ter Finantie vm 
Holland, in V Hci^e^ 173. 

AI- 



17^ 



R E G I S T E m 



417 



Bladz. 

Alphen ( Johan van) , Rcuul 
en Schepen der ftad Gouda, 174. 

Alphen (Johannes van) , 
Komxnis van de Gemene 
Landstniddelen over Leij den 
en Rfttjniand, . • 1 74* 

Alphen (Kornelis van), , 
Koopman te Hanau, 1 74. 

Alphen (Niklaas van) , 
Burgemeester en Hoofdoffi- 
cier der Jiad Lijden. 1 74. 

Alphen (Paulus van). 174. 

Alphen (Pieter van) , 
Koopman te Anjleldam. 174. 

Alphen (Pieter Simonszoon 
van) , Koopman te Aa- 
werpen. • . 175. 

Alphen (Simonvan), Koop- 
man te Keulen. . .175. 

Alphen (Simonvan), Koop- 
• man te Leijden. . 175. 

Alphen (Simon van), Se- 
cretaris van de Weeskamer 
te Leijden. . . 176. 

Alphen (Simon Simonszoon 
van) , Raad van de Jiad 
Hanau. . . X75, 

Alphen (Willem van) , 
Ridder. . ■ . iy6. 

Alphen (Willem van) , 
Secretaris van 't Hof van 
* Holland. . . 176, 

Alphen (Willem Barend 
van) , Kollonel van de In- 
fanterije en L,id van den 
Hogen Krijgsraad. . 177, 

Alftedius (Johan Hendrik), 
, Hoogleraar in de Godge- 
leerdheid en Wijsbegeerte 
te Herbom. . • 177. 



Bladz» 
Alftein (Johan Gozewijn 
Eberhard), Predikant te 
Amjleldam. . . J7p, 

Alteras (Laurcns Jacobus) , 
Fice-Aimiraal voor Zee- 
land. . . , i7p, 

Althuifen (Johannes) , Pre* 
dikant te Jowwre en Borti- 

. Alting, Vermaard gejlagt. igr* 

Alting (Bafilius), Raadslteer 
te Embden. . , igj, 

Alting (Daniel), Burge» 
meester te Embdetj. xgi, 

Alting (Hendrik), Hoog- 
leraar in de Godgeleerdlteid 
te Groningen. . . igx; 

Alting (Jacob), Hoogleraar 
in de Godgeleerdheid te 
Groningen. . ' . 185. 

Alting (Joachimus) , Bur- 
gemeester te Groningen, 189. 

Alting (Menfo) , Gelmmraad 
van dm Hertog van Geld.r. 1 S^. 

Alting (Menfo) , eerst Hoog- 
leeraar te Heidelberg , na- 
derhand Predikant te Emh- 
^* • . . i8p| 

Alva of Alba (Ferdinand 
Alvarez de Toledo Her- 
tog van) , Landvoogd der 
Nederlanden. . . 191. 

Alva (Pieter van) , vervolg- 
zugtigen Dweper. . . 2c5, 

Al veringen (Jofua van). 
Rekenmeester in "sHage. 206. 

Alveringen (Samuel) , 
Schout van Mechelen. 207» 

Aiwa (Sicwert;, Bies E- 
delman. , . 207* 



I. DzeL 



Dd 



Ama^ 



^ 



4»» 



t B d I S T £ R* 

TT » • • • 



Attfttnj^ Qoachim van) , 
'^lètéUil'Majcr in diëtist 
\ilt de R^pnblijk. . 207. 

AmJfntó (Niklais), Leraar 
der, h'tjsbegeerte te Fr&ne* 
ker* • i . 2o8* 

Amairta (SIxtinm), Hoog- 

lertinr en BiUiötiiekaris te 
Franekcr. . . 2op. 

Amartdui ♦ Bisfchcp van 
lVo)tns. . . ai 2. 

AmandusZièrrkzeus, Voor- 
lezer in de Godgeleerdheid 
tè l.euysu. » ♦ ÏIÏ2, 

AmcHa , Cravime van Sol rus , 
Gemalin van Prins Fre- 
diik Hendrik. . 212. 

Atnclia van Anhalt, Gema- 
/in vfln Hendrik Cafimir, 
StadliQvJiv \'an Friesland. 214. 

AmöHng (Gcrrit) , BLekver- 
koper in V Hage, • 214. 

Amörongen (Taets van), 
yoonuUifn gejlagt, . . 215, 

Amerongen (Anthonlj Taets 
vat)), Kcmmmk van St. 
Marie te Utreck. . 215. 

Ameiongcn (Arent Taets 
vah) , Burgemeester te 
Vtrecht. . . 215. 

Aöieroiigen (Dirk Taets 
Vön) , Schepen te Utrecht. 216. 

AjnefOngen (Ernst Tsets 
van). Burgemeester te Ut- 
ree! ft* . » . 2i6# 

Atnfrongcn (Gerard Go- 
dard Taets van) , Ridder 
i%h de Duitfe Orden in de 
BALk te Utrecht. . . 2i7t 

Amemngeii (Jacob Taets 
vhd) ; B}iTg<i^nsmfr te Ut- 



BUdz. • 
Amerangen (Jacob Taets 
van), Schepen der Jiad 
Utrecht» # • 21 7» 

Amerongen (Jacob Taets- 
van), Kanurmik van St. 
Marie te Utreclit, # 218. 

Amerongen (Jan Taets- 
van) , Burgemeester der 
JladUtrecht* . . 2i8[- 

Amerongen (Johan Taets 
Van) , Heemraad van den 
Lekkendijké • . 219» 

Amerongen (Tlx)mas Taets 
van) , Kmmnnik van de 
Domkerk te Ut reek ^ . 220, 

Amerongen (Willem Taets 
van), Schepen der fiad 
Utreck, • • 220* 

Amerongen (Willem Taets 
van). Kapitein in Spaan- 
. Je dienst, . • 22c, 

A^efrns (Willem), Hoog- 
leraar in de Godgeleerd* 
heid te Franeker, . 220. 

Ampzing (Samuel) , PrecH- 
kant te Ilaaticm. . 222. 

Amftel , oud gejlagt. 222, 

Amftel (Arcnt van) , Heer 
van Tsjeljlein. • • 222, 

Amftel (Egbert), Eerjle 
Heer van die naam. . 223. 

Amftel (Gozewijn van), 
Bisjchop van Utreck. 224. 

Amftel (Gijsbrecht van) , 
■ de Eerjle. . . 225. 

Amftel (Gijsbrecht van), 
de Twede. . . 22tJ^ 

Amftel (Gijsbrecht van), 
de Derde. % % 227.' 

Am- 



•»» «• ■• * ■>• ■» f »•» 

M & o I 8 T is ^ 



tlfl 



Bladzi 

Amftei van 'Mijnden (Ame- 
iid van).; RaadsheerMden 
Hogen Jlaad in 'sHage. 232; 

Amfteldaiii (Alardiis van), 
Roomsgezind Godgeleerde. 232; 

Amfteldahi (Hervicus van), 
HeideWergs Godgeleerde, 233. 

Amfteldam (Jbhannés van) , 
Godgeleerde, ; . . 2^3, 

Amfteldam (Niklaas van), 
BaccalauHus li dé Godge- 
leerdheid, . . 234, 

Amijs (Jakob) , Predikant 
te Termufe op Wdlclieren 
in Zeeland, . . 234. 

Amijs (Servcitius) , Frsdi- 
kant te Kortgen op Wal- 
cheren in Zeeland, 235. 

Amzweer (Dodo of Doe- 
de) , Burgemeester en Ou- 
derling te Appingadam, 236; 

Anastro (Gaspar d') , Koop- 
min te Antwerpen , een 
Flpekverwant tegens Prins 
Willem den Ecrften, 237; 

Anchilus (N;), KmstfcUU 
der, * ; * 239- 

Andala (Riiardiis) , Hoog- 
leraar in de Wijsbegeerte 
te Éraneker: . . 241, 

Andla (Godefried), Rooms 
Pastoor te Ried. in Fries* 
land, • ; ; 243* 

Andlo (Pieter van) , ver- 
Jicrde naam, . ^ • . 243. 

Andreae (Gajus) , Predi- 
kam en Medicijtie Poktor -. 
op. Batavia, » , 244* 

Andreae* (Joachim)^ Pr^fi- 
dent van %fIof vftn Fries- 
hnd. ^S' 



Andreae (Tobias), füogf 

ieraar in deGefchieMjfJk 

. 0n Gfiekfe taal te (rmini^ 

gen* i i V ^47* 
Andreae (Töbias), Üoog'» 
leraar in de W^sbegeert^ 
te Franeker, , i' 

Andreas (Emmeri) , j^b^ 
van St, Middel HAdwer* 
pen, . . i . 24s>» 

Andreas (Korhelis) ; Orga- 
nist te Haflingen* 250» 

Andreas Sijlviiis^ Aht vf^ïk 
, Marciennes in het Bisdofn 
^ciJi. Doornik, . 250t' 

Andreas van Oostenrijk, 

'K^ardinaali * . 250* 

Andreas Van Utrecht^ $é' , 
nediktijner Motinik. 2^3 li 

Andreas ( Valer iusL ïfogg^ 
leeraar in de Hebrewme ' 
Taal en RegtsgeleerdJjttd . ' ** 
te Leuven, * ; * 251. 

Andriesfen (Andreae) ^ Pte- 
dikant te Vere in Zeeland, 25;^, 

Andriesfen (Jakob) , Ptedi-' 
kant te Flisjingen in Zee* 
hnd, • i 253.. 

Andriesfen (Johanlies), Prei 
dikant te Goes in Zeeland, 254^ 

Andriesfen (Jurriaan)/i5?f/' 
ftig Tekenam\ . 4 , asS* 

Andringa ^ vöéfnAafH gejlagt 
m Friesland* * 2,$$, 

Andringa (Hoijtè fan)* 1^57, 

Andringa (Jelle vjifi)j<;f*^^. 
man van Ütingeradeel ffi 
Friesland, » . ^55^, 

Andringa (Liv'm ^odo- 
rus v^n), OfU^mger der 

Floreeiimft vanFmknd* ^5f • 
Pil '-f,11 



\M 



« E O I S T. ï R. 



Bla4;e. 

^dringa (Lubbertus van) , 
Grietman van ütmgeradeel 
in Frieslan^, . . . 257» 

Andringa (R^nerus van). 
Grietman van UtingeradeeL ^58. 

AndrfTiga (Regnerus van) , 
■ Grietmanvan Lemfterland» 2 s$' 

Andringa (Tinco van) , 
Volmagt tenLandsdage in 
Friesland. • • 259. 

Andringa (Tinco van) , 
'^DijJ^graav van de Contri- 
hutie vmi Hemelumer OU 
dephaart in Friesland. 259. 

Andringa (Tinco van ,) 
Grietman van UtingeradeeL 259. 

Andringa (Tinco van) , 
Grietman vanLemJlerland, 260. 

Anfried of Aufried, Eis- 
fchop van Utrecht. 260. 

Angelo (Oforio), Krjjgs- 
bevelltebber. . . 261. 

Angianus (Jakob), Hijlo- 
riefchryver. . . 262. 

Anglicus (Michicl) , Hoog- 
leraar in de Regten» 262. 

Anianus, Bisfchop van A- 
faph. . . • 2Ö^ 

Anjou (Hertog van) , m 
Alencon. 

Anker (Kla^s) , Zeelapkein 
voor het Kollegie van liet 
Noorderkwaitier. , . 2^3. 

Anna , Jartshertogin van 
Oostenrijk , huis\rouw van 
Filips den II. Koning van 
SpatTJen. . . 2^3. 

Anna, Gouvernante der Ver- 
eiiigde Nederlanden, Imis* 
rroww van Willem den 
IV. . • • 2$4- 



Bladz; 

Anna van ^tncnd, eerfie \ 
gemalin vaiiPrins^iWtxfi 
den I. • . 283. 

Anna van Saxen , vwede ge» 
nuUin van Prins Willem 
den L . . 285. 

Anraat (Pieter van) , Konst- 

^cJnlder. . . 285. 
Anfcharius , BisfcJwp te 
Bremen. . . 285. 

Anfelmus, Abt van Egmmd. 285. 

Ansfried, zie Anfried. 

Anslaar (Willem of Giiil- 
hclmus van , Predikant 
te Amfieldam, . .286. 

Anslo (Kornelis Klaasz.), 
Mcmoniten Leraar» 287. 

Anslo (Reinier) , geesUg 
Dlgter. . . 287. 

Anti(]uirs (Johannes) , 
KonstJ'childer, • . 288-* 

Antonides (Johannes) van 
der Goes gebijnaamd , 
geestig EHgter, . 293. 

Antonides (Meinardus) , 
Predikant ta Onderwijrum 
en Westerdijxhom. . 297^ 

Antonides (Theodorus) , 
. Predikant te Westerwijt- . 
'wert en Alenkeweer. 298. 

Antonie (Jonkei), Kapitein 
ter Zee. . • ^ 298. 

Antonii (Jacèbus), Hoog- 
leraar in liet Kerkelijk Regt 
te Brusfel. . . 299^ 

Antonio (van) , Konstfchil" 
der. . . ' 299. 

Antonis (Adriaan) , Bur* 
gemeester te Alkmaar. 3or). 



> , Bladz. 

'Antoniszoon (Komelis) , 
Konstfchilder y) en Schepen 
van AmfteldattL . . 3^0. 

' Apherdianus (Petrus) , Cöfi- 
reUw te Jmfteldam. 301. 

Apollonius (Willem), Hoog- 
leraar te Middelburg, 302* 

Apostool (Samuel), Men* 
nonite Leraar te Amfiel- 
dam, . • • 302, 

Appel ( Jakob) > Konstfclnl- 
der, . . . 302. 

Appelman (Balthafar Si- 
monz.), Burgemeester te 
Amfteldam, . - 30^' 

Appelman (Bai-ent), Kmst- 
fcMlder. . . 2o6. 

Appelman (Huibert Si- 
monsz.), verbarmetie door 
Alva. . . 306. 

Appelman (Jan) , Burge- 
meester te Amjieldam. 306. 

Arcerius (Johannes) , Hoog- 
leraar in de Griekfe taal 
te Franeker. . • 3oö. 

Arcerins (Sixtiis) , Hoog- 
leraar in de Griekfe' taal 
te Franeker. , . 307* 

Aremberg (Jan van Ligne 
Graav van) , Stadhouder 
over Friesland, Overijsfel 
en Groningen, , .308. 

Arends (Jan) , Predikant te 
Albnaar. . • 2^0» 

Arends (Thomas), Make- 
laar te AmJieUfam, . 311. 

Ariaanz. (Dirk), Burger te 

/Dordrecht. . . . 312. 

Arias Montanus (Benedic- 
tus) , voornaam Spaans 
Godgeleerde, . . Sï3» 



S X £ B« 



4^1 



Bladz. 

Arkel (JJeertn van), em 
voornaam g^flagt in HoU 

land, . • 314- 

Arkel (Heijmin van) , eer- ^ 

Jie Heer van Arkel, , 314. 

Arkel (Jan van), Bisfchop ^ 
te Utree Jit, . . 3iöt 

Arkel (Kornelisvan), Pre- 
dikant onder de Remonjlran- 
ten te Amjhldam, . 313. 

Arlinde, Abtdisfe van Ben- 
nebroek, , » 3i8« . 

Armentcros (Thomas) , Ge- 
heimfcJtrijver van Marga- 
leta van Parma. . 319. 

Arminius (Herman), Veld- 
heer der Cheruscen, , .'^io; 

Arminius (Jacobus ,) Hoog- 
leraar in de Godgeleerdlieid 
te Leijden, , . S'^Z" 

Armftrong (Thomas) , in 

Engeland onthoofd, 332. 

Arnaud (Jacques of Jaco- 
bus) , Predikant inde Wal- 
fe Gemeente te Kampen, 333. 

Arnaud (Georgius d') , 
Hoogleraar in de Regtsge- 
leerdheid te Franeker; 346. 

Arnhem, oud Gelders ge* 
flagt, , . 342. . 

Arnhem (Johan van) , He^r 
van Rozendaalf Landdrost 
van de Velmve, , . 34<«" 

Arnold, zie Arnoud. 

Arnoldi (Johannes) , Advo- 
koot voor 't Hof vanFnes- 
land, • . 344*' 

Arnoldi (Ivornelis), Predi- 
kant te Delft, . ' 344. 

Arnioldi (Martinus), Land- 
fchaps Bomvmeestcr van 

Fneslani, . » ■^■(5" 



De^ 3 



Ar 



4^3 



tl È C I S t E Ri 



Bladz. 

Amoldi (Michiel), Predi- 
ka:t te Haarlem, 346. 

Amoldi (Michiel), Predi- 
ka'fit te Harref)\'ïjk. 346. 

Ariioldi (Niklaas), Scliout 
v^vj een dijlritt nabij 
Haarler.u . . 34(j. 

Arnolii (NiMaas) , Burge- 
meest :r te L^ewwarderu 347; 

Arnolui (Niklaas), Hoog- 
leraar in de GoJgeleerdJieid 
te Fraiieker, . . 347. 

Arnoldi CSiricus) , Predi- 
koiit te Belkim. . 349. 

Arnoud of Arnolf de Grote , 
Craav van Flaanderen. 349. 

Aiiiout, AbtvanLenim 349. 

Amoiit i beroemd ïViskm- 
fteiiaar. % . 350. 

Arnoi.t , Leraat' in heide de 
Rcgttn, . • 350- 

Arntzcnius (Jöhannes) , 
Hoogleraar in de gefcbied- 

. kunde y welfprekendfteid en 
digtkiinde te Franeker, 35o.' 

Arntzcnius (Johannes Hen- 
' ric'.s) , Hoogleraar in de 
Regts geleerdheid te Ut- 
. recht. , i 351; 

Arntzeniiis (Otto), PeBor 
^ der iatijnfe fcholen te Am- 
fieldam, . . 352. 

Arteveld (Jacobus van^, 
Brouwer en Koopman te 
Gent. . . 353. 

Artifchofski] (KristofFel) , 
Kollonel in dienst van de 
■ Westindife Kompagnie, 353. 

Artois (Jakobvan), Konst- 
fchildcr. . . 354. 



• Bladü 

*^ ■ 

Artopaeus* (Frandscus) j 
Prior van het Klooster St. 
Agnes bij Zwolle, . 355i 

Artveid (Antiries van) , 
Konstjchilder. . . 355. 

Arundine (Johannes de). 
Leraar in de TJicdogié te 
Brugge. . . 35Ö. 

Asch Jansz. (Pïcter van) , 
Konstjlhilder. . • ^$(Si 

AscoTjfus , eerjie HeHog van 
Friesland. . * . 355. 

Afcwijnj adelijk gejlagt. ^^ii 

Alinga Entes , een dapptr 
Krijgsman. . . 360. 

Askiie (Georgc) , Engels 
Admiraal. . . 360. 

Asperen (Gcu van), JJo/- 
lands Edelman. . . 362. 

Asperen (Reijer en Folperc 
van), door Al va gebaifi- 
nen. .. . . 362* 

Asfeldoncq (Johannes van^, 
Kannnnik van St. Cudula 
té Brusfel. . i 36V 

Asfelier*; * (Johannes) , Se- 
cretaris 'van Antwerpen. 363. 

Asfelijn (Jan) , Konst/Ml' ' 
der, . . 363. 

Asfelijn (Thomas), Neder- 
lands Digler. * . 363. 

Asfen (Jan van) , Konst-^ 
. fchilder, . • 3644 

Asfen (Wijnandus van). 
Predikant te Èelkum, 364.. 

Asfendelft,- aanzienlijk ge- 
jlagt. . . 3Ö5«. 

Asfendelft (Hugo van) , 
extraordinaris Raad in den 
Hor e van Holland. 365; 

As- 



V 



Jl E a I S T fi SU 



423 



Eladz. 

■ 

Asiet (I^ieter) , Prefideiit' 
. van (Ie GengtshoveH van 
Flaaiiderm en ^^cis. 366. 

Asfignics (Johanoes d'), 
Abt van ^izells. 366, 

Asfoniptton (Jiistus) , Pricr 
van het Kamieliten klooster 
te Doornik,, . - 3?ö. 

/Vsfümption .(Karel van), 
Prior van Itet Karmliten 
"klooster te Douai. 366. 

Asfonville (Kristoff^l de) , 
Kmingtfjke 'S^iaarfü Raad 
in ds Nederidno!en. 367. 

Asfonvillp (Guliélmiis) , 
Doktor in ae Regten. 368. 

Ath (Bafilides), Kapucijner 
Monnik, . . 369* 

Athalardiis, zesde Aht van 
Egmond, • . 369. 

Athanafiiis (Pauliis) , een 
groot Bedrieger, . 369. 

Atlanus, Dominikancr Mon- 
nik, , . . 373- 

Auberij (Benjamin), Am- 
ha^fadeur van Frankrijk hij 
deze Repüblijk, , . 373« 

Ai;bciii (Lodcwijk) , Schrij- 
ver van de Mafuoires pour 
fcrvïr a VHiftoire de la 
Hollande. ♦ . 375« 

Auckcma (Pieter), Burge- 
meester te Leeuwarden, 373. 

Aixkcma , zie Hans Hans- 
zoon. 

Audejantius , zie Oudejaus. 

Aufried , zie Anfried. 

Aula (Bartholomeus), Pries- 
ter van St, Gertruda te 
Leuven, • • 37^» 



BI 



»>(''» 
^^i^«« 



Auletius (Alardus) , Hoog- ' 
leraar in de Medicijnen te 
Franeker. . . 375. 

Aiirifaber (Aegidiiis) , Vi- \ 
karis van het klooster Sion 
bij Zierikzee» . . 377. 

Avaux (Claude de Mesmes 
Orwe d'), FYanfe Afge- 
zant in 's Hage, , . 377, 

Avaux (Johan Antoni de 
Mesmes Grave d') , Fran- ' 
fe Afgezmtt op de Frede-^ 
Iiandeling te Nijmegen, 21 ^\ 

Avcnnes (Jan v^n) , Graav 
van Holland, . . 378. 

Averhoult (Antonius d'), 
Jefuit, . - 38 !• 

Avila (Balthafard*), Ka- . 

nunnik van St, Piet^rshrk 
te Rljsjel, , . 381. 

Avila (Sanflrius d') , Kapitein 
der lijfwagt van AI va. 382. 

Axel de Senij (Jan Hono- 
rius van) , Advokaat, 383. 

Axonius (Joachimiis), voor- 
naam Rcgtsgeleerde, 383. 

Aijala (Bakhafar d*). Au- 
diteur Militair, , , 383. 

Aijala (Gabriel d';, Stads 
medicijne Doktor te Brusjel, 384. 

Aijlva , aanzienlijke gejlagt- 
naam in Friesland. 385» 

Aijlva (Douwe van) , Griet- 
man van JVestdongeradeel, 385. 

Aijlva (Ernst Sicco van) , 
' Grietman van Westdonge- 
radeel, , . 38(J* 

Aijlva (Ernst Frans van). 
Grietman van Baardera-' 
deel. . . 387- 

Aijl-