Google
This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project
to make the world's books discoverablc onlinc.
It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover.
Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the
publisher to a library and fmally to you.
Usage guidelines
Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying.
We also ask that you:
+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for
personal, non-commercial purposes.
+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the
use of public domain materials for these purposes and may be able to help.
+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe.
About Google Book Search
Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web
at |http: //books. google .com/l
Google
Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.
Richtlijnen voor gebruik
Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automaüsch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:
+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.
Informatie over Zoeken naar boeken met Google
Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via |http: //books .google .coml
't.
i'
^^^^«.#^.
\
J.
\
'"iC^
\\\3
.C44
f.
\
' 1 1
•y
"7^431^-37.2-
VOOttBÉRlÖT
VaW BiM
S CM R!TVÊÏL
mii^iimémmmtii^iimmmmÊ^^
n
^« ëjihmet bedJ^istë ió^hd^ Vdi. iièt »Mi|ll
door den fraofen Sthri>verGootclr> lp lyMMtkin^
»eineode5 èo de mijne makéodQ: dÉli I)é4riffiljic> ImI^
Èurger onwederfprekélijk wpliff üt» Vü^r aifM f^^ÜfoK
i/zfti/ i»etkxaam u zijn, eiHiedèn naarmate vdn'dé.j^
i^en dte hij hetfi imt^^mgtHi m Hint voiirtbifcti/ikkhtt
Ibewódg mii H terftoüd^ taóth ik tul enen; aH>d4iimi
Tuim kj iÉiihi in ij^j^het döot mij geheel l^ttfj^
fcend ën lüedr daü twee derde vettnj^derd AigUMk
HttistütuHeUii Wbardmb9itk Voil N^ CkoitEt ^ t»eiiè^
vens hét* ip^n^vo^ daar Van i te' iaroeh XVl boe)(dfjk
len io: fipioofri4tO) oitmakende 5 ifólledtg lagi ifélk
ivérki bet iir Waarr alnüijn^lfidij^ tijd in hüC fè^
fidenidè . tijdvak hc^ft ivttggenofbeni dbëb oHh mi
ilimü^ aangpnainé. ürijM» iNNit ik heb iKatifepMT
gan gebukt i dat htM^mtiti^^ifbwgsmm ügfmm
goe^eünsg iè ontvangend rhèt.'wcIfc.intoMttM^
uit beft (letk vc;itier ^i^.Van hljjjct> dfiRT^I^ 4ii
y eetrtcirJDefetij het eigentlijfce V<f)t uifffial^«^
iRWur op cüitb.i5QO exemplaren z^b gedfü^^lx 9ft^
biet tw^OKUffWMdxdig getal vQfl e^iigc V4Msige0iL 8^
* Q hefi!
VI VOORBERIGT
heel zijn uitverfcogt; en, dat offchoon het Vervolg
uit ne^eij . Dden^heljgapde. inleen min ^nftijjer
tijdvfflc vitu^ AetJrfleo^enS. vaiti zd^i^^koa^en
en wetenfchappen welke daar in worden verhandeld,
is uitgekomen; dew^ cw ic^jler weet, dat ons Geme-
nebest toen door opeengeftapelde fchokken en om-
wentelingfia, 3tod^nigj?i^ierdt beroerd, ^at het meer
(jalf'èens'^aar X|fnen|v4 fcI^èn tep4mien^||n ^u^
weinig lust liet om w^ffen *van dezen aart te" lezen ,*
en de tijd, dien men nog aan de le£i;pur gunde, ver-
iiO!itwii*'^wcKM^*"iiï6^^i©ê floowopen' yjn 'cie tnenigt^c
fchriften, die *er over de gebeur ten isfen van het
Vaderland in 't licht kwamen; met dit al zeg ik, d^
d)4iiüU#aaaAghedefr!iiiBgt ogenomen', heeft 'dit wtrk
Q^>wdeiijk goed^<ertSèr: .gehad, efi wordt 'öm des^
Mlicré biiltngrijkhdid : (ingevolge het getuigenis v^H'
dirltóïrijvers der Alg^milifi ^Vaderland/e Letteroeffenin^
;«9.,^^i^ der Neder landfe Sibliotheek én van de Boek-^
za^V^f^^ 'Öe vcfelvnldig© nlttrekzel8,»Velké di« tijd-
ftiliri|v««^- daar van ihAhBö.gegeveiT,)^: tog dtkwils
bt^èèfd.^ Jk wa& zeg ik ti- iterild&d bedajBft;, xm eenr
MMwiiV^ltöp het töuw 'terzetten, tsta taodedenle*^
it^ïi t^'d^-diet) mtj mi j<ie^ ijverige Bizij^d«ii gun-
dehj-'t^ ene mittJge ^ön- osffeBs^Togir imijl teefzame
#ji!e n^n'^teSruUeif. < Mijne gedugteftt^bepsoflden zig
«an'öte bètrmeestefmétnniJnéveilEfegert Jcufadighe-
dOfi (f|ferdmkomemte^:^o|>;:;hiat V^ Üdi^Gefdhtoanrts-r
fto^^^Wèl. op dat.-giirtfe^ltsi.iJia¥*tidiiV'^<^6)k 'mè
S$9gfnpMe gev«oon>.l9.iïe'Mfei*i^ ,^ én zddftn%té'Man«
:&èlikM«'ktmi#br'dirtfa ^tr^lir.eneii kring i^^ nuttig
«lteMièüWi*tfcfiipirfj^ttiïtf.léweesti-l)f ^^ itt én«g
t^ffföltgeritotir heUMfl;- Dm daac:dh<^lein«ljiT
gëAétt^ gézidm^, eed bmbep^fötd ftfim iv6}ft;optev«n:/
tf^ei4»B'4k^mï}a"Vt)di^möniaUieefr^ikl€:^^^
H" t ^ daar
4aar:vanj/hgt„^vel]: de Ned^lanén in 'c AlgemMöb^
. én wej rOQ6«<ï^enebetó -iq ,;$ |>iJMli^(tf : bieoefl j oOfi
hicsr toefeepaaWe^ilc a?ij «o Jïpoit $« Ji^^^rj doordlM
'^^r. geea opzettelijk, Wjejt, PY.^f dit.OTderwcrpi io^e
iiQ(ierduiU« ta^lyqpr h^den i6«. 'jCXk nu he^ MnleJU
.diog «e«evan;,vtoi het vefVMr#|»eBi yap urijO^^ft.
phisch Ufoerdênb&fJL^ dir.Nedsrla/^dfk^^ yf^ VM ^
thaos io 'c lic^c gegevene.DeeU ^og ^oore^igsD
ilaat .gevolgd te^WQ|:deti5 waai^ Vfiarbe^ (weed^ 0!m1
l^eeds ter persfe.is, ^ de oyeiggf n «licapdjiiBn g^
ilpgedig ene sau wkeurige uitvoeriog toelaat ijnlkü
vplgen 2 .d^ ftuU^n dap terfiuneo^ een %o veelinoog^
li]k voll|4ig^ .i>^rcHrijviDjg vftQ de leveps der fMr^
jiaamfte StaatamaoneD, Krijg^ldfn^ Geleerdfd ut
^Uerleije Èakke9;^yan wetQifp^Bpeii, !fpn(tflpa#W#
JDigt^rs eDZt. /^e: iQ de Ni^^r.lmd^nioi geboren gijqj
af dpor inwoning als anderzipta .ï)etreklking tc^;drat
jiaQdep gebadiieb6^ bij al ve^tjjda
de karakÊerfchecse^ gevoegd ftaan te; worden j i»eiM!4
>i&ns de op&elling der werkijq die ^ij aan hun, Yisrnilft
qf g^e^rdheid.j^ln verfchuldigd;: alsipede^ dcaajQr
«irijziog dar Schrijya:s, die. van biin hebben gdwif.
deld, >^-,: :^. .^: ,_, .:,-.;v v .. ^ . . : ■; .:
Dan in^ d^e. uitvoeriog. yas 4if^ <^W|BTp ,^ wi^rdi jIt
vertraagdi,(JoW:4?nnarbeiAy^i;en iJs injysftn wedll
in/1787 h^t terhand #fiPP«SDii:imf* bpt by«mg^
«leleni. van ,eep^ ^gant$ niag^^^ S^t% er) and6jF$: kffr
langTijke. ftp%en^"W:Cft*<Ji^vl»«lpr^^ ^^ViBr
tot op bet^^^t$f ya» 't.WV A79*> yiWf W3^.%d^
.feSfI<:e7,g?benrtg3irfeij,q^^ weJ|{,^(ï84<H
* 4 ' ^/ïï^'*
^m VOORBJSRIGT
jBnigéi Niderlmim yoorgevatkn, etiéo bundel Ttt
50 Delen in grooc 8vo. bèvaCj benepens nog drie
«ndêre DeIeD5 ofider de beoM^ing van Nüuwe V^u
uaumHHg efix*^ begrijpende die laËtfte, de merkwaar-
digfte Hukken gedurende den jongflen oorlog dóór
dit Gemenebest gevoerd > tot genoegzaany op de laat-
ftt tétoltttie toe^ in het begin van 1795 voorgevat»
lén : bier op liet ik volgen zet Dirien Registervy
'waar van de beide^erften^ een alphabetifche aanwi}*
sing behelzen 5 van ^Ile de Perfonen en Zaken in dè
^o Delen van dit Werk Voofkomendé ; en de vier
overi|;ën 9 een be r e d eneerd Register ingevolge de or-
"de des tijds, zo wel over de 50 Delen van de Ferw-
meUng als de 3 Delen van de Nieuwe Verzamelingy
makende dus dit Werk in zijn geheel uit $9 Delen.
De moeite en onbegrijpelijke arbeid dfen mij het bij-
eendragen van het Werlr zelve 9 doch wél inzonder*
beid het vervaardigen der Registers heeft veroirzaakt,
l^in alleen opgewogen worde» door de goedkeuring
n^ét welke zij zijn ontvangen , en het nnt dat daar
nfé !s voortgevloeid, om nameutlijKirafl dit Werk eea
diénftig gebruik te kuon'en maken j dat zonder dit
hulpmiddel genoegzaam ondoenlijk was.^ -
""Deze taak wedieroin' afgedaan zijnde > wierdt ik
op niemr verhinderd yiaa mijn ontworpen plan te
beginnen, doordien ' dè kutidigef Vertalers van hec
nüYc^e en door bet piMi^ zo guoftig ontvangene
Werk, genaamd: H/bfukr^-tfr Zedekumdige èefchouwing
der -^Jlmie en votr tuKte Bewüênders : givülgd mar het
üfea^Atflf mi }. F. ZStLNEft en J. S. LhtXG^^ hec
vi^lk-iüj inet keurige aanlAierkingn hébben verrijkty
|(iir!nst of tijd haddéist)^^cen zaïkKidzaaklijk Ké^
^fe^^daar ofl té rtt^enr^ks bet^oog mij omiK>k^
dié laSdgritttK 'vóór ïiijfaè rekéftTng re nemen, eA
r ' ' ' dat
% A» tt» ^ C H & IJ V £ R. i%
%
dot gMt teürerfürdigdii liêttrelktXIDeel van dk
Werk uitmaakt^ cnder deo tijtel tinr JTorf I^egrt^^
éf heredmeird Rtgister ever ket gMtfcke. Werk ene
Ook van deiea lastigen arbeid i genoot ik ene rtximé
bebning; unsduU door het gcQoegen met welke het
door de bcsicten van bet Werk Wierdt onttattigen;
tn ten anderen, door het allergunüigst bericht 5 #elk
'er in de Vadêrlmdfe Bibliotheek over werdt gegeven^
ëai het voo^ mij al te vleijend oirdeel ^ welk de Scfarij*
^$mt der B9ekiMl van 179C bj. 173 — 281 'er over
iFelden; gecélgeade zij daar van onder anderen^
5) Ütze iladi»tp^ef is geen gemene Bladwijzer, Hij
35 behelit nkt flegta ene korte^ zeer gebrekkige ^
Ï5 dikwlla bijfcaiis oqverftaanbare optelling van enige
i9 voorname ïaken 5 maar sélvs een kort begrip van
55 het gehele Werk.* De idiw in het Werk vervat^
j, zijn 'er niet ten halven 9 en zo, dat men '^ naar
5> gisfen, naar radcfn moet, in opgegeven, f^aar zij
,, komen 'er geheel ontwikkeld , duidelijk en ver^
^ ftaanbaar voorgefield in voor«r Hierom mag déze
^, Bladwijzer, tan4et enige de minfte grootfpraak^
,y met alle regt» een beredeneerd Register over de tien
55 Delen vM dit Werk genaamd worden» Het is een
^, Btadmjzef^ ' dair mén weinige of geen weergae van
5^ heeft Hij kan en mag voortaan billijk, toe een
g, voorbeeld van een goeden en bruikbaren Bladwifm
59 %er aai^epvézen ét gebruikt wórden. De Opfiel*'
5, Iers, denkelijk dezelveta als^ de Vertalers (*) , heb-
5» ben *er zekerlijk grote moeite en veel tijd aatt
ji, te koste gelegd, i^aar zij hebb» %r ook ere van^
„ en
> • I
CO D« .Il[sclstcfrcl|i|t4r «rwt^It tm HiuIcji van deze gisliii^»
ÜM^ Biet de Ve^^Mcfers (^o als bóveó xéeds i& gezegd j mw
^
i
X y o o »i B E .R: i 6 *
^) en «dk gdefdkeüriag van a^kkimd^vliefhebbersS^
/Terwijl de Schri]iteó;dcf>Z«tfMii0f^)ni<0feix». '^ oH-
.der anderéQ i^an zeggei* : ^» De v.crviartiiger ^(vao dk
.„ Register) 5 heeft eetr fl!méijeJ[i3k..wcA'.vcjïrigt, en
5>,^zig5 om in deniUjl van den dag ceXebriivpq^ veip
^y .diend gemaakt. bij de lezersen geisniücers yaa die
jy Werk." . ' ,-.;..- r:^
Miader gimftig inai >d^ beoirdèïing der Schrijyers
van; de f^aderlandfcBibliot/teek, over liet WeJck: hH
xnil.en onder mijn opïsigt veryj^lgenargedrukt^ vt)fir
rende tot tij cel : Lcmd^ m Stad^SH^li^tbsek ; hefiifffniM
i7\ ene keurig9 J^erzampUng yan helanpijke GefcHide-:
nisfem Karakterfciiety9f',svanma^è9^ H^iandefe PerfO'
naadjeuy fnedige- Gezegdam ^ en^ W/i^isüKfOfAgtf 4fi^K\
dqtfii^. Door e^ G^el^di^^ on4er deixtnfptuk Ut^-»
^pLciy Wai?t de^RwfiRfent:da^rf^.^;aö'^ zoad^rnde
mif?A? .aaohlliBa f^ feswijis y^t %ype::fcjv^adaanige^
eaipd§dvel]ing'|aRH{fï^vf^ren5 .vei:wij^t heiJ.flegts i^et
dit ^o bddrsfend. y.6o|iii( : „ a}$ Qiet w^a^dig om ge^
jy-l^^^^.wqrdlfh» ^ dac hiijge^p^n- enkele^ ^A*
* j^.;ftP*<}P!«.^ï«"ïW::-h«eft geyon^SS'j jwaji^dig ,on><iea
5,.4paqr mede te dejeo:?- en^i . iE|e^ i§r^i^r,d8 plaats]
ï^t on» aan te^ionw^'^bw w|;egfondiftn partijdigriip,
:^u^€r een a^n»>Q .V:<Q'(|i£fW«Fi!!F'.<)f&b^<geh«i}detdj^'
»oGh' welke beweegreden hem .^JbiSLrfop^iïï Wl^tVS.
ieeft gebragt; het ,eeij en ander wofdv g^fpiï^rt pot^
de nJtgave van het Vil Deel deze^,*ViE^Su^dat.bin-
jjen korü ftaat. >ft •tlfcht gegevep :l«r.iyQ£ien^. ^pn]^
IJcl^oon liet vertiaf ysU^M^' bpek^idoof.^ajIeaiintSL^gp-
gegroqde beoir^eHjïfeiMeti weirkig JS^ïiCgit^ .yifldt^
het met dit al nog zijne Bcgunftigers, en 'er is ftofFe"
ten overvloede voor handen > om nog enige Delen te
vArf DE» S-c H Hij v.E R. xr
geikoi en anderen i ^ie niet daü eeer 'z(eldzaam eii
élkwils zéér gcfcrèkMg^iin verhaald. ?;■ . • \
■Dan wij kercè ^*n ' 'dessen uMlap té' rojg tot onze
Biographitj ovéf welker t)ehèfidèHng- Sk mij verpligü
TdéèDei aan mijne kzety dir:volgwde ' verflag te ge*
ven. ^ ■** ^ ' • • ■
'Tot4ietf femèhftelÖÖ'flJfar Van, zijn^t^ee middelen
te 8iaVgénö!tfèd;"geérHkte werken namelijk van ve-*^
101e?|è iarty -Wïi8t If^aÊ^^akë nader; en medegedeel-
de: Bèftgten van dè stódanigeo, diezig niet omtrek-.
Icei&s'.dm tot tri^breiding' van«dic zo nntcig en teiFens
vöttiakelijfc vèk *der Gefchiedenisfen behulpzaam te
ZYjhs en licht bij te zetten; weinigen, ja zeer weini-
gen, die ik bier coebi)' monde of brieven vérzoge
Bébbè, zijn btriverig ^geweest om- mij de verzogte
ópheldéritigen mede te delen ; ja ik heb zelvs het
genoegen gehad t5':tw«e, door. hunne geleerdheid be*.
foèmde Mannen te; ÏAtotoetöni die * mij niet alleea
«er bereidvaoröig verfcheidene>aanmérfcciiswaardigé
Anekdoten h,ébbé!i*»«ië(fègededdi wielke^een helder
licbt bijzetten ten aanzien van de kara:kters van vew
ftïheidene perfonen ƒ inaar mif; ocfeteffens hnnnè aan*
zleaïijkfe Boekeri jèff ; öp ene^ verpligtende wijze ten
gebrüike hebben -aangeboden : alle hulpmiddelen i
welke ^ècvoegd , . bij die welke ifc yan de zodanigen-
Verwagte, welfceprijs.ftellea óm aan^nuttige onderne-*
Alh^en 'de han* cesbiedea- eri gehwdheidte bevor-:
dèféh ,* en ik bij :dezta:-op het -vriendöHjkjfle uit-'
lïödige,* oip tbfdit ^belangrijke vak d«r Gefchiede*'
nis dét gene te willen bijdragen, het welk tot ont*»
dëkHIng der deugden «)& luister vanfiunné voorop-^
dWsiöf 'andere naastbèftaanden kan'v^fhrekken, of
óök^töt'. mööedelie^- vatp;beriKten over IpfFelijke dai
dén -tan ^ Sfiiffrtmimii»^-'KrijgsIi^4eii:i:c Celeerdea.^-
Kon»
tii V Ö Ö R B E il I G t
Biographiti zodanige nmtig4 l«^«^i^, cie doen kenfleni
aan de veiftt^e^id te datCfekk^jQ , ea buooe gedtg*
tepis tdt dflf Jate nakomelingf^phiyi over ce voeren;
geefc mij gegronde boopi 0^91 iq miu, Toorgenome4
taak te zullen flagen;
• Voorts berigte ik ój* hekyfyeffyoctf^ v#ö dtti teuiten*
fen Hoogleraar Paquot^ di^p ^^en i^ffb voor niio^
derdehal ve euw een bogin hétU geiBaa^t , ooi de lcc«
terknndigé gefcbiedenis van de Nederlfindfe Ptmn-
tien te befchrijven 2 Ci^Ako GBL]^Ei^HAU£a,i (^
kend ondet den Baam van tJovioMhcvsi gaf i^mm^^
al in iJiii ene gefchiedenis rao tloUand In ^t licht i
waar in hij bét naamregister der Schrijver^ Van die
landftreek heeft ingeweven^ Ia de befóhrijvïng der
Nederlanden door ^ L. Güicöurdji^ i tv[aar van de
eerde druk in 1547 uitkivaisi ƒ ontmoet men ene kor-
te loffpraak van ét geleerde Mannen i welke ieder
flad van dit- Gemenebest ^ ixi het bijzonder heeft
iroorcgebragti Ia jjtr gaf Kor^slis CAi;.tTDiua
den naamregister uit 1 van de vöoraaamfte Sghrijversr
die Duitsltmd a^derd den danvs^ van de X Vide
euw> tot op zijned tijd toe verligt Jiebben 5 en plaat*
i}e onder dat getal zodanige Schrijvers ^ w^lke in
de Nederlanden n&ijn geboren j dit ^elvde heeft Tar*.
i:0fiMius voor hem gedaan ^ en Zede^d is zuj.k^ no^
te werk gefield doOr MEtcflioR AüfMs ^ien$ vrevji
egter van vrij meer aanbelang is^ dan dat vaa Qallu.
DKTs. SuFFRiDüs.TETRr^ dctd in ijpg óp en^emeer
bijzondere wijze dè i'ntfj/e Schrijvers kennen.^ en.
nieitegenftaande zijne dwalfogea en tdoriogeqq^en*
!^d5 ten aan^ienvan de oudheid der jFfie^/^^na^i^^.
gevoegd bij zijne andere gebrel^en^ kan mi^ hf^nt
^er met 4;e^a tegt deg rpemoatzegiobi van de
\
/
v4« D^«* SCBXIJVï:». XIII
iNbrfte Scfcrijwrte *ijii gewwwti wcife dit v«k mat
(toiijSe Tia<twkeurigixeiiel behandeld ^eeft^ Pakcaatigs
yAN CASTRXCQK,.<;af1n 1601 ene lijst ^ ffoUandfe
Scbriijyèrs yitf 4ie wel talrijker, maar egter cvej^
fchraal als die van GsldenhAu£a is« Godohoi>
VEN heeft iets uitgebreider over de Gefchiedfchriji.
vers der f^erenfgd^ Nederlanden gehandeld « in zijne
franijk vaH Htiltandj dte voor de eerftemaal in 162a
)tct liefat sag» vervolgens in 1636 met verbeceriDgea
Iftrdtulct is, ei) nogmaals met aanzienlijke vermeeri>
cferingfïn in 1685 > door Mr. Swqn van Leeu-
v^Miïi, onder 'den tijtel van Batavia illujlrata, ofit
0tt^mbtUngfin bon ten ooj^oi|D/ bod^tganS/ gr^
lm/ tece/ ftaat ti| soblhieii^t tmn Cti&*3Satattcn/
•BZ. is in 't licht gegeven. Albert Mi^^^eus , be^
floeg nog groter yeld in zijne loffpraken van 103
oedetduitfe Schrijvers , die hij op het voetfpoor van
^TOÖs Jpvius ontwierp, en in i6oz der wereld me-»
dedeelde. Van weinig belang is de Bibliotheque fa^
nU van GnnxfeAOiiB Gazet in i6zo gedrukt, zo
«e| als ét naamlijst der Schrijvers yan AruHs^ ge-
vfiegd bij de Chronique Belgique van Ferai de Lq-
ett» in I6itf l^rtgegeveo. Ten aanzien van de Ie*
veps der eerfte Profesforen van bet Högefchool te
iMféen^ vinét men vrij nauwkénrige befchrij vingen
in de jicadiemiU LeifAnfisj welke in 1614 uitkwam »
tn tot op het Jaar t^S^ ^oot den beroemden Meur*
fSDs is wrv^^d.
Valuiüs Andaias en Franciscds Sweertiüs^
ipjn de eeritai, die opisettelijk ondernomen hebben >
tHc «oe vredige SoekK&^l der Schrijvers van de Z6«>
l^tiiso^ Jf^ e N i n ff l t Pf^iHHtim te vervaardigen. Difc
^an VjyuSÊBtm AkWeas kwrni In 1623, en die van
SitEKETiOB hl iB2i&fii 't Nchft; huu ontwerp was vrij
.na
XIV Y o p HiBfE R I: QiTP
na aan eHcaoderea verwant; ook mnkte.é^. tvtcin
gebruik van denafporingendesieerflea» tn Yoegdo
'er aanmerJteIi}k. bij.; . Valeexus .Andesas 5 natn. op
fiiijne beurt den arbeid van zijnen mededinger te baat,
deedt nieuwe ontdekkingen , vondt hulp in de voor-
lichtingen van fommige geleerde Mannen , die mee
enen warmen ijver voor den roem van . hunne natio
waren bezield ; maakte op ene nuttige wijze gebruik
▼an enige boeken , die zederd de uitgave van. beè
werk van Sweertiüs het licht zagen ^ en bevond
aig door deze verenigde hulpmiddelen in ftaat, 2ii|-
ne Bibliotheca Belgica, met meer dan twee dedte
vermeerderd, in 1643, in4to,op nieuw het licht üé
doen zien. Dit werk, het uitgebreidfte, nauwkeoé
ligfte en best in orde gefchikte, 't welk tot diea
tijd toe te voorfchijn is gekomen, verzwolg genoegd
aaam al het nuttige, 't welk Sanderüs over F/orw»
deren hadt medegedeeld, insgelijks dat. van M: 2L
fioxHORN over 'c graavfchap van Holland , en Filips
LE Brasseur over. 't gewest tan Henegouwen; htt
eerde in 1624, het twede in 1632, en hec derdWn
1637 en 1040 uitgekomen. Valeriüs ANDREAa-gaf
nog in 1650 in *t Jicht, een Dagregister rm-het. ü»
gefchool te Leuven^ waar vatf bij Teids lang te voren,
een kort ontwerp hadt medegedeeld. Nog hadt meb
in dat zelvde jaar aan Henniniüs', de nitgave'van
het leven der -Gr ^wVigflr Ptofesforen %e danken, die
vrij volledig zijn behandeld, en eea- tijd vak van '35
jaren beflaan. -^ ^ " » \ .'^^•^ *.«*»rV
,.In 1701 gaf xleiöi<w(;*/ir Kerjcleraar A»RiAAN Pars^
uit: Index i?amv«; of JgBamcQl .tian tie !15atahtfit <K
l^odlandfe &tM^r§bm Joxjus CmMK «f/ m tesr
tööen int. Deze letterarbeid .hevat eifet> *d6' 30c
Schrijvers, van ieder van vrelfcec hij » de werken -^
. . noemt.
\
\
/
/
^if-nfE* ffCH* IJ VEK. K7
nöcnat^^eti dcft-tl^dOMDwijst wa&itieèf ^iigefchreveil)
6f'gi^loêidhebbêi]^:NieC'acoDdér mttzuilen de Itef^
hebbers dèr Bataaflè fetterkuikld^ die oec gefchscvm.
vsreidc raadplegerr, én *er tiiec zeldzaam bijzonderhe^
dendn aantitfltai5:.di&.zïj iiiec dan oa. vlij cig opfpoi
letlbi} aader^ Scbri] vers zouden opdelven*
xfederd'di^x 'tijd^ met uitzondering egter van eni^
HnlUmdfi djdftbdften^ zo als inzonderh^d .de HaU
lqn(^4 enrEurdfdJè.Mercuriusfen^: en de levens van
jfiimmige Gele«den5 Staatsmannen^ loeiden en Kon«i
4ienaars5 *gevoegd:bij de menigvuldige befchrij vingen
éic. v^on^rNedetinndfe en inzonderheid Hollandfe
Üeifn bet ll<Ar^eiiy isL^et wcdnig als.niets van aan<<
<%cllang gedrukt 5 öVer de letterkundige gefchiedenfs
vaiiont vtderland*5 tot op het jaar 17149 toen van
HËüsasM ibij- zijne Batavia Sacra, de verkorte en te-^
vens. wéinig nauwkeurige levensbefchrij vingen vaa
ëe Kerkelijke Sclirij vers der Verenigde Nederlanden
voegde* X)it Werk^ üiet uitvoerige aantekeningen
vermeerderd lioor Hé VAN Rhyn, is in 1726 uit beo
létrjn-vertaald>"'in CDelén in fdlio en in 20 Delen
in gr» odlavo gedrukt i en uitgegeven .<Hider den tij*
telvan: fierlüellijfie üiftotie ert (f^utugetien bet jefaen:
ifóteénigtie j^jofaintien / fiegrljentie tot lebené ban on;e
mfit <0tlo0fi^iiet6otitdj(|eté/ mit^gotetll bcin tizUttttfiU
ffc'^^ppen/ en ban te bodaneamfle jperfonen/
tte gitt <e JCanbe iti^gelercbSdb of geiliggetb gebben*
ttitgtmunt en$. booj H. van H^usasN; i» 'ineberbuü^
Metgeset en met-ftame&eningen «ps^eHittt / booj H.
TJkN RHVN;.toam>i^ mis i^ gebo^/.ene berganbei^
ihift obet Bet «teRi/ jiin oo^fjiigonll/ getpigt/ toaarbe/
Stote.ett Bebaaqt|e/;bOC2 PRANs„y^N Mieris^ enz. .
*:ixf:57f99 jiladtfl^ r0]& }oNOH«^ bi| zijn Belgium Do".
^kiitÊinmi .de ieien^ der Qpestelijken van zijne Or-
den ^
•■<<• «1
acvj v o p t » » t J a T
deo» gevoeg b^ lUe vu de profiid«> wmt ui
was huisvescende. Hij badc reeds vÈA^de DmSfÊikèm
fun welke zich ja de Fèrtmgd^ Niderlêtuiin bevin*
deo» gewaagd f in de Defolata Batana Dminicomu
lo i?28 gaf KüKkAM vjur CATtEmQtiif eeo zeer
fcbraai naamregister «iCj van de (Sktoijvers der Rem
monftranitfe GiloofdieUfiknis ; voorts deelde PuTtR
i)£ L4 it(^i( in 1734 mede: Ctkiudb fteünb/ üciiiU
tnibe in stg te i&cgjf^iieté/ OBdtotett tQ HiitilleiiMtiM
uit trfto fhrot 8it6oejt^/ met i^gebttgfe ftfxti0ieiri|iiA
9nbertie;elbe; en in 1736: ;fti8adluntiig en S(iM|«fU]t
9te&iiib/ IMHttettte ta jfg te- tamottbfle Jttammi
ban ftBut m oi^bg/ bfe tmtt uH b0tQ(8erp2attn 2ftn»
X)eze beide bodcdelen ip 410*1 fchoon op veireli#*
niet volledige zijn c^er gants niet te verachten 9 en
verdienen in den rang van de nuttige lectericondigé
fchriften van dien aart 5 ene plaats te bekleden, in
1738 e>f ^^ Heer Kaspar Bdemav uit: TrBjê&um
grudüumf het welk alle de Geleerden en Scbrijvers
bevat 5 welke in de provintie van CTtricAr sS ju gabo*
renj öf *er in gehuisvest hebben j benevens derfeel*
ver levensbefcbri jvingen 9 lotgevallen en fchriften;
si jnde eM verdiei^elijk werk » dat aan zijne bedoe-
ling ten groten (tele beantwoord. Van den zelvdea
Schrijver hefeUt fisen nog in N:nederdtdts^ in 3 delen in
gr. 8vo.: ^trtcgtffe g efleB D Stei tw te f^Weate nataf
taetbatttHhe 1» meri Bb u waï Mg r tn 9tt «teflid^/ en toei^
mmelüB in be ftaH fttn^t/ jrteot boi |ite 1402/ es
berfarritgenj boiigttanÉt. Hicsr in tttmoet men vete
bijzonderbeden 5 die tdt optiéldeticv dtt* tevens van
verfcheidene voorname Mannen vtt df t gewest ver-
ilrekkeh. Schobn van geiing bidaftg, tfett hier 1^^
ter niet vergeten ^ een ibort 1^ j&fambfrttsi öf AI«
xnanach door enen Tstm 1» SwiiHT mqs^geveoè*
het
yyiio D.^TÜ SCiiJl I| VJE R; iSVll
400 ker.Müke.GefjrhiedfcbDJwrs .yw.ée- ymfifg4$
Ned^r{af^ >,, niets beVat 9 dardetfjEeivs .«aoptij^ing
iv^i^dig oiaakc. . ; . > . -., .--.
. VaQ ongeiBie^n meerder nut en waarde dapi di^jifit*
fte, is hec fchane werk va^. J. ^. FoiyisNs.,' AM3a4iae
leen te Mecftel^^ het W:^}!^ ^|j |a 1739 ia ti^ee Delen
in gr. 4tPr uitgaf 5 en get|jteldi^: BibliotbecaBe^ica,
Jive virortm in Belgio vita» Jcriptisque ülujlrium catOk
iogus^ librortèTnqu^ n^mepclatura &c. Die werjc.bevtt
eigentlijk ene vernieuwde uitgave v^n de Biblio-
theken van VALtRius AjndhiuS) Alb. Muti^us en
Fjgunpiscu» Swfis^RTiosi met bijna 500 artikel^ ver«
meerderde en vervolgd tot ^omtrent het- jaar ij58o,
fi^halven dei^e aanvulling , h^t de Schrijver aan*
zienlijke verbeteringen en bijdragen gevoegd» tot d^
artikels; bij i^ijne Schrijvers ^ bevat« Ook plaa^flte hij
in zijn werk al wat hij bij anderen van zijne gading
vondti on vojegdc l^ij dit alle^ zijne eigene ^waarne^.
mingen^ $n,jdie ^elke hem door epige Gel^erdi^^ vpr«
fchaft wierden; ak onder anderen 5 yan dejBx.DA;
Kés Poktor teX^uv^fl» HoYNqx vj^n Pa9Sndiu|c^T5
een geleed ,K^tmnik te Jli^cliehn ei\ M* S^i^xebsj
Sclyldcr jn-diq zelvde ftadt , Ook verbeterde hi|fo9i<i
mige £n|ten: dooi* YaI'? AM^iif AS begaan; daxumfiC
d|t alj heeft Ppp?9irs (pinf;!^ zijn qrigineql iviUeii
verbejteren^ 4aar geen gebreken wareji; en^4iK^l)i|
ook een groot aantal ar^ikdawegg^la^n^^die^iiil*^
badt dienen bij t^ voegen ^.^^ bj}. beeft i^^^did^aapi
fl^kkering^aiy^ waarfchijnii jkheid voor gefc^edlcnn-
dige w?arhedea\^ngefien»,ei;i ons d4l^viIs,j^ji]iVii^^
üagenvoor daadzaken in handeqgefto^tt. ^ V { ^^
^ Na het werk -^ J5^oppEN$,*is,.'l^r^ijns iy.e,^9,oietii
van belang uitgekomen » .betxekj^liik.het^ondcij'reif»
* dac
IPg'v y p /Qi » B E R I^ o T •
ffi^ WMt een twe^dev ed van bet ee^^ Dee/ eeo dctb
^:d|v^ 'is in 't licbc^gegeven , die verre de vorige in
(fotCjjheid overtreft, ^
|if ^775 kwam het eerfte deel te voorfchijn, van
fieoi^ichatbaar nuttig werk des Utrechtftn Hoogle«
;'^drv€iiiusTOPHQ|tüs SAXB5 tot opfiphrift hebbende4
OiiP,0uz/^m literarium, fihre Nomenclatot hiftoricO'^cfu
tUuspraftantisfimGrum mnis aetcais^ popuUj artücmquê
fof^mula fa[ipfórum. bemy Monumentarutn maxinu iU
}/t^rhmi üb orbe condüo usque adJaciiH^'quoi vivimus^
tmf<^a digestus ^ et verifimilibus y quantum jieri pattHt^
annontm^mtis^aceommodatus. Welk eerfie deel nog doof
dien kundigen Geleerden met zés andere Men is ag»
cervolgd) waai van het laacfle , waar mede' het' wexk
^otledig iS) in 1790 is'nitgekome^^ en een gieheelopj
Hev^sPd", H; welk met een onvermoeiden arbeid en
4i€pd(if)igende oirdeeiknnde is famengefteld. Ditwerk
öian( volkomen den weg, voor den genen die lust es
^e£waamheid )s^ftiiOm€n^ algemene BiographUiidmea
te ftellen. 6ok moét ik rondbarütg; behjdén.,: dat
^et (Dl} nimmer gelokt «oude tijt^^ rsdnder .behulp
Kier y^j mj jne ^iographie.^anTde Nedetlanden: in dü
^fjoMteiieten, tfirik. hkt eerfie ^^- daar ^Van nniiit-
gcr^ik? ^'Mett dntmMe' te hec waeck- ikm dtten Uèógé
kraati 4U1 veiligénleidsinan^ diei niet alleen op het
TegCftHTpoor helpt, de bijwegen dd^t^ irermijden j
«aar teffens óók de heste bronnen atmijltf^a]: uil
l^en veilig kan fcheppen^ . . r.^'r. r
Van steer veel nut is mij. ook geweest, de Dt&ith^
ifoire 'Mt^tfique. (f Oiêiquexy van den geleerden es
^erauftigen P. Bavl^i waar itf men otigemeen fcho?*
|ie.$r(ikeb aantreft,^ dife tot A^Bi^gn^lde der N^def^
IdwMlItfn; bëfiiékking HèfajbeD^^in die van Ji G^t^jl Ghao-
miif flrtktcepde tot era yécvoJtg hulBkyix. 'vx i^sö
.: • uit-
'V Air b üïr è 8 HTR }ƒ V 1^-% Ztiti
uitgegeven; béflaande evetf Uk 4k IV bblei iü füm^
Vondc ik minder voorraad tot mijn óntweqti 'dD(rh
tegcer nog al verfcheidene irtikel^ d^ar ik gètitüVc
Van heb kunnen maken; vfanrmindet belabg %ai ^odf
mijnen atbeidi de jyiEHonalre yan Fxo^ea M:^ii.
Ichajsd; tib»^ liéerlijk vbndc:ik n&ij misleid'» iïi hei
\dooifnu£elen van de EtujcJqiiedie^y ou Di&iGnairé üfft-
y erf ei rftifmni der. ctmnorsfances fnmainisi w.aaf iiit ik
^en gantfen fc&ac Voor mijnbntwërp^ dagC o^ teüel^
"iVen: doordien i(i dit'ómflagcq^\WeTkï ten minflen in
den druk vnnTverêm, dien ikmtriicbbé.aangfefthafr,
ten 56 likrige boek'd'eiefi in gr;, 410; beflaat, tréinlg eh
dat nög zeer gebhekkig over 4e tSogruphie Ür Uedir-
imden héb: :a(aiigetrdffén; Van meerder nut is «fnij gé^ .
-weest» dé Ideuïe^DiStiónaPrs fiifiorique ^ aneidtftti if
txtraits renuifqualfles des Hommes-Uhéftresi Purü 1769;
5 tom^ in 8vo. ; als niede het fchone tverk van Peri
iïrcBRONi. JMümiirks poür feMr: 4 VHifioirt des Him-
mes iUuftires dcats üa RepvbWfoe ées Lettres ^ avet un
Catalopceraifmni de kiirs ötfVr^j; 43 delen in 8VÖ.3
dat van Dailmt 5' Jugemens des Javant fur les prin»
tipaux lyayrage&^ifiy AüthAtrs\ 'ifo&veiie editiok reifue^i
eonigie ^ óügmentée par Mr. DC^UiiMoNSrAYS: Jfm^
tT^S* in -ft d^len j^r* 4to'. ; Mêtffdni ctmUmant Ui 'ms
ff les cuvroges de'plufieurs Mt>dernis^ adebret dans ia
Repabliqué des Lienres y jra$ iMr: AifciLtcÈ ^ iMibtf.
inemhres de. t^'Sccieté- tOüab^Tk ,Be>din. jimfii^'hiio9f
£n óm hiei^oög-Mn bj} cevoëgenV dé %QtftSi0l itt
feleetbe D^etilti^aaaf ik metve^t il^öelee en sWate.
j^ën^ eèh èompleeti esceniplair yafi hëbbé: liekd-
mjen;> qn jmaatJiffinieB, Ji)fonder})êid in dÊriciveh
XXXII eerfte thM i d^ ftMifi^ SÊwiLë9yaR.GA^r
VfttiESr uitgc^ëvtetf ^r uiemuiitéoteiiitUefekelrVilflr éc'
t^èste'^itreskw dcr/ildeérdëo /^ liittijidi tijd 1 : £bfi^:
iJOn -y o 6 a b ê r i c t
.jQQtf o: Ia de overige delen van dit üitgdsreide werk,
..vindt 9t;n behahren de juittreksek van JBoeken en bet
:dageUjlc8 voorvallend Kericnieuws f een menigte le-
vensbefichrij vingen vm Kerkleraren $ waar van de
meesten behalven dat tij weinig om 't lijf hebbea^
veeltijds met zulke uitbundige en US^ loftuitingen
xijn opgefinukt» en niet zelden ene aaneenfchakeliog
van üiecige bijzonderheden bevatten > dat hoe weinig
gebmik ik 'er ook in dit eerfte Deel van hebbe g^
maakt 5 die. ten aanzien van de volgende delen nog
fpaarzaoier door mij zal gebezigd worden; en ik in
^t vervolg geheel van geene Predikaacen oog Leraars
van andere gezindheden gewag zal maken» dan die
door 't uitgeven van hunne lettervrugten » of door
andere merkwaardige bijzonderheden y aanfpraak heb-
ben 9 dat hunne namen voor de vergetelheid bewaard
blijven.
Behalven deze opgenoemden» heb ikocfc van een
groot aantal andere Boeken tot hét famenftellen van
dit werk gebruik gemaakt; die wilde ik 'er alle de
tijtels van affchrijven , dit Voorberigt gedeeltelijk
in een Catalogus ftond ,te herfcbeppen : ook zou het
bebélven dat nnÉtelooiiwjeii: zijn^ doordien ik in na#
vblging.van den Hóogleer^ar C. Saxe^ zorgvuldig
io acht genomen hebbe» om aan hét ilot van ieder
Aitikcl» de Schrijvers .niet alleen te melden die ik
geraadpleegd hébbft» Jnaar 'et zelva nog anderen bij
te Voegen» fot gQbruik van weietgierigen » die uitge*^
bteider ooderrigti Vfsrieogen. ^ Artikels .waal bij meqt
geené ScArijVers gemdd vindt» zijnntit Handschrift
ten«'of Aaotekextiage&.Ottder miji:hrrustende.y en opt
welkeai.cgtheid ik vsfttti&en kaï) ftritfowen» of wd.
uitmedeRedeeU^fieHg^a- vaaG^skefden^en ondeiKr
Sexfoiieb^?d]fr(3iüi<kli^nin bet;KÉvoÉdar«kiyan nutfi
tig«,.andernemiogen , vcivaatdigd. Niet
' ^iet\l\eth tal nieh ^ Mt mfii Dal ««««Il Vët#
levéfi»fic^tzen.aantreffeo5 die aimiiier id ImI llMlet*
duits ïii jn *gCfffleeii i;effltakt| maat selvè êeQ UBtfL
zodanlgëo^-^aar van geeii aanteengefctaakcM'VttlMil
bij enig aild^Sctirijver ifi een trreemde taati^li W«io>
den. U)t dit gezegde moet men egter niét^tfêMen^
dat ïk ét tottt verwaandheid koesteik^ lli{| tl ¥kr*
beelden i dat ik ietö völlèdigs toude hthbtW^éShff^
bragt^ óf dat die werk in alle öpsigtet) aan geeotirct*
beteringen i )a zei vft aanKlenttjke Veft>eteiiti}gm WOfih
de onderhevig zijn; ik k^^^ae de nietwaardlgheld tM
mijne eigene kragten te wét én daar bij de geHngheld
Van mijne kundigheden 5 om hier zelve MO oge&bJift
aan te twi jfFelen ; alleen is tiiijn oogmerk füMTy ca
hier doof aan ce duiden^ dat ik zonder mij aaü groot^
fpraak fchütdig te maken i kan zeggen t 5^ dit Ik Ia
3, dit vdfc'Vai^ nederduitfe letterkunde 3 een metÜMUi^
3, ke ftap verder ben gevotderd^ dan iemand tatt
35 toijbé voorgangers ; en dat n&ijn VoCM-béeld^ b€*
35 kwamer Mtonen tot ene drijfveer Iran verftrdkkeDi
ij om leb .beter en dat meer volledig isi ten maiüM
i^ van defzei» tak der Gèfèhiédenis» aan biiODrtatdi^
i5 'genoten mede te dblen.^ *
In vete mijna^oj^ellen z^t m^ bevinfdefii éit ik
doorgaat}^ getragt hebbe m tevotgen^-de handelw^tt
éiei FhiPfABmai in agc nam r » door zijden laivmi*
befchrijverèlis worde verhëalt'9 kier in te iiefcbeirbcN
ftaani. 5^ Hij verheft 5 dd'^èel hij kan, de ttitaiin-'
35 tende^Héadender gtote Mannen t en bdaogeada
jiy hunne gébf eken 5^ gewèagt hq daif van niec^dtt
55 voe^'rid Verre' dit nodig! iSj-oMl dé gelijkeiiia.vail
3*^) hnn afbeeldzel te bewaren ; en hij geeft zig geeoe
35 moeite oni daar van in zijq Gefcbiedverhaal een
^r.V^WJf^}^^?^^ te ^oeni 4e$ loopt Mj *er Hgr*
♦* 4 . \H Jwöi
tXV^ V'O Ö feB--Ê R I G -T V
I
^.keotdO^t hdeak^fpar^<to als bet war^iije jarQio
59ri9M<VhtltiI^e nacutic i: Ui cisedelijcteD met deirzel ver
jèt.Mfil^^9idy'Wdk.e ibcm Aiet jtodiet ecn|;Qbeel vqK
Ai.dflwii^^ncJSii^l'yQor deirdag cc brengen «jbec geen*
M.i^eo fiqm.:m)geo nemen; voor een model van vol-*
3# rWalKpicboooheid, deugden wijsheide^' (<)
tt soufl^.vericbeideoe voorbeelden tot ftaving dat
ik deaeigiridene^lea beb soekéd na te volgen, kufinea
a#AVQei^n> ••deeh ^imi) e^nkël bepalen. tot dat der
levcnqfi^hets van d«n oofterflfelijken Hoogleraar Pe-
WVtGAfAn^i in. .een volgend deel van die werk doot
mq |(Q|iintsi:« Hier. fchet^e^^ik met zulke kvendtref*
fende |^euren als mij doenlijk is 3 de wonder volle be«
gaaftheden en deugden, vm} dien groten .Man 3 zijne
mpOsliQVQPdbeid 3 meevt^aanJigei deelneming in bet loc
zjjn^l^ïtuurgenocen, zm wien de konst hem geene
middbtea: aan de hand gaf om bon leed te verzagten »
of hubne fmerten te lenigen : een ^Man , onaangeroerd
zijAe gtott kunde en ervareqdheid in alle de delen der
Crenéès?:^ Ontleed- 5 HeeJ- en .Vroedkunde; ..die zig
meeatcdoor eigen oefFi^oipgs behalven dat.» h^eft be-
ksnaxxt^Sfixnaikt y in l^^e ïricoi^fFenen /vaa.velerleije
konden en handwerken: want hij was «en vernuftig
Ximmerm^ü, Konstdraij^ri Boeifeérder^ Steen- en
BeeldbxUver^ . fchilderde en tekende meesterlijk 3, jn
e£a>ii4ord» daar, was, genoiegzaam geene mecbanife
wetei^a()3 of hij wa^.ter in bedreven enz*. Met .^e*
zeai^groteiPüM^ns leyepsfghfiifi gevorderd zijnde tot
aafT!dfSi;e)ïs$<^atkai)d^l§P|>bflan^ óncfoaptlüj 911]
akL'tiHaRe^jen raakt Bijt :S[Hia ^ezigt j nKJjaepen ver-^
toadtiL^ÈifsMms wel y^rdiepden lof^n^uitmuQtende
"m Ijjïiify^iW.ifef poórU Grieken, en $.omemen ondirlbtg yirgetckén
ifooJ KüTAAdHirs; t ü;iVlfi:^A7. de fchoüé ^0**611 J/auart
VAÜ DEK ^ÓHRIJVER. XX\t
deu|*Bnteïfctai|Jte9j ^iffrypgr^Jtf/pBekendtden
te vermeiden , waar toe hij niet berekend fclieen , eo
die .ew bewijze ft]r^eii*«::4ar d(? tosafftej deugde
«amfte ea kimdigflre vttzmik^hmn^ ^^e zijde
Iscbbfla^ tü met opboxidén mtoSchÈü te ïijs»
* ' Cu;» cu/;>a;ii fl^jf^ «^S<? fit^^ uimnéyivit.
->■<■)*■-. »*.'i, «•» ...I .^ • •«•- ..
*^&o($nlieü tiü ae VboMiad tot diè Werk in geteed-
hcfïd liegende, 'rtxeestiaii öp itaijn któn^doch voot mij
aangenaam buiten'i^rtói jlf, in het eenzame Camperyetri
géio^^y is beoeffisnd éts. famengefteld ; en indien dë
aanWddens^aardï^êA^rzienigbéid- goedkeurt ^ mij
dsfer toe onderftieiAifif in mijne fcfimiliendé jaren te
vêrjguöfnen; fflijti vcwmietneir in^Kjfe ir, aldaar in
het'rüseigè ftiH6,'-Vei1i<^ijderd van "de wbèïiögen der
ftad/hetQverlg'eté1>ewerlce)a; zó^feómt hetlilij niet
oneigen voor, dezéfifaflfe 'dlgtregefs cüöder het Af-
bëèldllei van den Hr. B%tLL'éT'llaahde;-]faet veranJ
derinj^ varf- flegt* ' driè''^ woordien i; imj töé te eigenen.
: A Vabfi di^mfififmge. if da la vmiti, :
. . . J-ai pürcouru.Kk^oirey & yen.fis:fnon étude
' . r ' •ff
Hier me^e mijn^Vobrtéjigt béfluitérrf^ voege iK
hier enkel nog bij, 'wge wfini||^ aanv\illipgjïn, en
verbeteringen vaa ^g^ilopen groyei drukveileiE}.
{*) De derde regel vin het originele if dus: , ^
y*adoptai la CritJ^Uf, €? f^n fs mon éiudê. ~ ^
•'^ ' ♦♦ V VER-
SüCVI
V ZKUÈ EttntRlUCtK
. <nrijro,v1* aU Gèteei* A Sdir^tft ook: botend
Zie vair:hetti^£:JBiHL l>i|ft'Mri.v}S e^ 7. ScaoodEv
<2; Gvumiof Tr^eS. p. 451. . Zmiums, de NovelUs Leo*
f^, p. 339i «n ÏV^. ai Mia: ScHpior. NóveHas Jw^
ftiniM iÜujiranti^i ' p. ig: Tqf. 'GikbES , Hi/f: ' Reform.
.. . Bejchr.fon^Jiddam, IV. !>. bj. sfi
: . . . leerden , wiS HuismülN ; zigd v«d^wa|i genaamd « JoKuriisf
HuisMiJi; .Qol^ :2^ broeder ^ die Rigter en Regjfsgele^
^ ..de in Öostfrmland geweest is. ;'7-^ Comuko., ^ 9^£j
' . yt^-. bdfw. cL.32. p. ao» UiL Eioai^ /ïcr. fr^. Lib.
XXEX. p- ^^7. & Ub. XJJLI. g. óéi*. Mattb. v. Wiqot,
BL 93. AITZ^MA (fOPP£ yAV^ Wts aooh ir^ia SessLm,,
. broeder- vaaLauwS' en vao -Mmiiai»». dea vtder vti^
LnuWEy den historiefchr^ver. In 11607, heefc hij ladjnfe
gedigten uitgegeven ^ wetke aeMzim voorkoilièii.' Hg
was geacb&b^SiïcHlriymcSi CMniKüs-» CAkAoiosvs. In
bit; zei^^-jéu , gaf h^^' te BOUt^ uH : DI^Ênatmum ex
Jure Gvili i Kbr.'^ Il , ^«Use de taifiooaria .Meerman
^.. heeft lateijf herdrukken in het VL Deel. van zijnen The/au*
^*" 'rtu-Win^^^ fiP Éciïejiasücil •- ^ Öüdu, i^(/?.
^ p. 209. CasaüboÜI, Èpift. 13- J7'3- 'Ï75; 414^. 4i«^>
434.- 449;'"MiMMAif , iV»/.-*Tam. VL 27«/! ^«r.-ipi-s/
D. Gerdes, F/^. Ubr. rar. p. 8, 9« C. Saxi, Oiimajl.
Pars IV- p. 183.'^^ ' ' ■ ■ . 'i
BI. gg. ATTZEMA (LBEÜWE Vak). Het grafTchiift van de-
zen beroemden Historiefchrijver , is te lezen, in Ben-
THSMs, Jg^. J(ii^« tm»eff(tt(tnfiaat/ II. tj^. 6U 607,609.
i-t'r'"* •» A ^
W.
m, 148, ALEl^YN (Z&CBAS[Aft:B9NQRIK), Bicr van
ISjtyim en biidfi IjmiMg^i Scb|pü «q IUmI qd .Ah
; fMmy erwetir in di eodgricü^JMdt itgug^iceidtieid»
latLjnfe en nodieüd^itiii d%c- #A tpIkiiodiL Hg ftudeenlo
te Jmjieldm, onder Pstrus Buaiiaiivvi JiyiMfttf; en te
Utrecht j onder Wjusiuiig en Ruckjul, en werdt gepro*
moveerd in hot jaar 1762., I^aar j^i oeffende hij zig in
's Hoge, in detn^akfijk der ftgte^> eir'lierte thnck druk-
ken Qmamkia PoiticA in 8vo. Hig was een deugdzaam man.^
waardig en werkzaam lid van het Ütrechs Genpotfchap
ZHdces ofOe maia Mtffa, en i^Jde Leijdfe MaaXfchappij
van Letterkunde : in welker iferhsn eii in de Tweede Proe^
ye van Ë»t Utrechts GenootTchap^ verhandelingen V^ ÜBm
te vinden zün, gelijk mede in de Nieuwe Bijdragith tb*
derhand fchreef hi|j > ene Handvol (unmerldng^ en dertien
Brieven aan eén Vriend^ t^en den Hoogleraar vajü Ói^
M£RT. Bij uiterfteü wil , vermaakte hi} vele oude neder*
duitfe beëken en bandfchriften , grotendeels gekogt uit da
r verzameling vi^^ftALTB. Hinnbzcom, aan de Le^dfo
Maatfcbappli.' Tig ftierf in 1787» 'oud 45 jaar.
ƒ BoLTj ^Kfof 'liBi^A. BaarUm 176& p. 24-26.
^» ' ;*.
Biè isi* ALKMAAlti^EODa)RIKvM), vrcfit door fixomfgeki
-' gehouden vVbOr^déQrSehtigvttv Fabel
• van Reindte ift^r^. zfl Saxi, Onom. Pars lU. p. ^55;
dödi te önvegüe i^dewijf B. lov AuitAift geleefd en ge-
ictmven hééft' in het jaar 1499^ éï 'ér leeds ouder ^üe^
^düftfe uftgaven vtfa die Febél Y6or handea zija; ab te
Ge^ in ii(7'9> tote X>r{/% i&^^4^«
KriTCB A]LFRBN.^BE&MAN vAir)» beilk «oe do8terna-
:. . gdatefiii irsl^ fetfouwd geweest, is» .met een zoob van
'. den geweleii jdüfioediois van WiuoM 9221 IV, den fto-
V ftsfer Wnenw
BI. 171. ALPHEN (HIERONYMÜS SÖüONS van). Deze
Hoogleraar beeft een' eooa nagelaten , welke iUad int
de
.. • êe VrócdöSiap *^<fctóf gowcésis Js/'feè *?aöh vafa itiiSh
•^ ^w 46 dé thafi» fei^Ê^ HiÉkc^-li^ ^iiir'Al>Heir, gewezen
, ^;:i.^Thcïtorïei:'^ Gefriëritóï'^ér Vnie. 'Dcifefe (fc vorert f rocü-
.' ' -c^lftifr 'GénertUfc! W'Wftfrtti en Ater'na ftnfionaris te Le^*-
--' -'-'^^ gcweesti ■■" '• ■ « '^ • ■ '• .- «'•--■
:- ö R ;ü,k.v:e I t.Ê N.
JBtadz. 24/ rég, '31. 'ftaatifcr Prififej'lées des Pfinfé. BI.
27. r. 27. (teff sjffi', 1. dezes zyn. "BI. 29. r. 11. zoda-
'fiig, 1. izo ak r. 27. Chaüsépied» I. Chaufepied. BI. 31;
X. 20. noor^ 1. hi. BI. 33. r. ïi. defirivet-y L zijne. BI.
34.: r. II. zijnen loppione^ I. zijh Ipopbaafi." BI. 35. r. 2,
' Jumnum^ 1. hominem.' r.' 3. 'dixeren^y I. dvxeriiii. . BJ. 37.
i. 20. beoefenende, L .bcoeffende'. 'Bi. 41. r. iil bij 'wien;
'"X bij welke.' ;'èi.'i^3.'"jÓH. Acronius, g^ftqtvên. 15(53. —
'iSuFFR. pETRJj Str«^i.'2^y*. Z)ic. Xn. i.* 'VrÜrmoet, -^Zrwï.
Fn/. p. lèo. C. ^Axi. ÖwöfB. liter,y. fiï. p.'^ji. Él. 44.
f. "16. Schellenhoiity 1. Schéllihkhóut. . BI. 47- r. 3. voldoe-
nsnde^ 1. vcildoen(!e. .Bl.*52..r. iji, t\^do' h Fiilda. f, ig.
'ï wtf/^e, r.^^elke. ' BI. '$6. Over de GcldferTe Adelheiden,
nJB^ JPoKDAil }V€^d'94aAVA Tiet O^^Mb; ,1^ Qelderlani^
l3lUfl59«..^.a♦4 4ni5^^/8^fewp'l«im,ate4|,^^^ zijnes toorns.
-^■J^}. 61. J". 4fe*iW; yi^, il. w^. .r;;!*. •m^ns^ 1. wier.
o!(?f«ly Hqow> ^k 0«aa^(3ir^^ £Idour. .61. 1^9* r. i\.w> 1*
/ïé?/o2tf, 1. fchaamtttedstiii .BL JS-^S-^^K^ oyirfchtsi y 1.
overfchreden. BI. 80. r. 35. de Voller, I. de Volder.
*£SIï ifo^r.t^ ^f^AT^ói', IM^aUAt^'MHr: ii. SonpEritf
-'M <-h 9-**^t<ta4«f:.4;i^tltaVit' #w' ifiZiXü^r^'^UD^- ^« 32-
Poeta, 1. Poêtae. BI. 156. r. 18. U VMCUXf. -BlAs/.
^
BIOGRAPHISCH
WOORDENBOEK
DER
NEDERLANDEN,
/\A (ADOLF van dp.r^5 gefproten uit een overoud adelijk
Geflagt in Braband, zooii van Johaw, Schilder aap 'en Schout
te MecJjelen, gehuwd aan Sophia van Nispen; was een der
tekenaaren van het Verhoud der Edelen , op den 5 Van Gras^
maand des jaars 1566 aan Majrgaretha van Parma, Land-
voogdesfe der Nederlanden te Brusfel overhandigd ;' ook beloof-
de hij 400 brabandfche guldens tot goedinakmg der kostcri
daar van, te zullen bijdragen. Wagen. Fcid. Hift* Vl- 125?
255. In 't jaar 1567, werd hij door den Hertog van AlvA
gebannen, ter oirzake dat hij had fitméngerparincn m' een
aanflag op Walcheren^ om welke te begunfllgen, hij krijcfsvolfc
te Mintwerpen had geworven; doch welke aanflag verijdeld
wierdt, doordien de regering van die Stad 'er de lugt van
kreeg. Vervolgens werdt hij ihgedaagt, doch niet verfchij-
nende, verklaart lijf en goed verbeurd te hebben. van
Met. Ned. Ilift, fol. 54. verfo. Hij fneuvelde op den 21 ju-
nij 1568 'm den flag van Jemmngen. — - J. W. te Wa-
ï£R, Hiji. 'vm 't Verbond der Ed. II. D. bl. 135.
AA (ADRIAAN van der), van Keulen geboortig, is Pas-
toor geweest td Noordwljk ^ ftierf aldaar itn 11 aug. 1640,
L Deel. A cii
% ^. (APR. AERT2. y. d.) AA. (Cïm. CAR, HENR. v. a>
en heeft de roem Eagela'en,'dat hij een braaf man was, ea
kupd[ig iq zijn beroep. i Owlh. van Rhijnlaiui, \>L 206.
AA (ADRIAAN AERTZ. v .^N der) , beiiende , na
ceni^ ^.en .Schepen in 's Cra^^enhage te zijn geweest, in
litfi bet Schout-anibt , aUHian J. dj? Riemer, Bê'
Jclff}jving van 's Gra^etJiar-e^ II. D. bl. 61.
^ (ALFER VAN D£k), was in e faien 1403, 1405 ea
I4PJ>^ Qnc^einian van ' eL\ Botierl uden Gilde te Utrecht; in
'1^0^, lÏQofdman te veJe van der (krdiif hataUe; in 140^^
141 1, 1413 Vel epen; in 141 5 Burge.neestei- , en zweeit in
die hoedani. J"!e:J , geen ballingen te zullen bcganftigen. — •
K. BUrman, U'reckjclie Jaarboeken y I. D. bl. 36, 40, 52,
72, 90, 105, 118, 162, 172.
AA. (CHRISTIANUS CARÖ^US IffiNRICUS van der),
Loiaai' der Lutheifchc- Ceine^nte re Haarlem^ Lid en.Seci6»
taris van de Holla-drchc Maacfchappij der Weteiifchappea
^n dcrzciver Oeconomlfch:n Tak enz., is op i^c,-^ 25 aiigusA
tus 1718 tfi Z'wolle geboren. J:Dj vcrüok nog zeer jong zijnn
de met zijnen gi-potvader naar Lej'Jen, alwaar hij in zijn ze^
ycnde jaar op de latijniè fchoolen geplaatst wierdt, en de
zes Ujzondere klasfen daar van, in het tijdperk van 2e\en
jai^, met de werKzaamfle vlijt doorliep; zo dat hij leeds in
zijn veertiende jaar als Scud-^nt' werdt opgetekend, ^^n Leij-
duns. Hoögefchool , genoot liij het onderwijs in de Oosterfc
talen van den groten Alb. Schultens, tefFeiis met vïjt
de W^kundige lesfen van den beroemden *s Gravesande ho-
rende» en vooral ook gebruik makende van de onderwijzin-
gen van Petrus Büfj^ian in de fraije Letteren ; en in de
godgeleerdheid, dat zijn voorname deel was, wierdt hij on-
derwezen, door Taco Haijo van den Honert. Zijn aka-
(Jcmifchen loop her met rcem voleind hebbende, ging hy
in 1737 de Hogefchool van Jena bezoeiien, na kort te vo-
lden op den 15 'ebruarij namelijk, üijie preiikgaven in dé
nieuwe Liitherfche Kerk te- j^m/leldam voor een menigte toe-
"Hoqiexsi dm do^i; c:e reeds yei'kregen icem vwiden Jongeling
wierr
AA. (CHRISTIAN. CAROL. HENR. vilt bm) ^
Vrïerdeft' uitgelokt, te hebben doen horen. Te Jenn nam
hij ook zijnen tijd allernaarftigst in acht, en genoot het on-
ierwljs van de Profeifoi sri Joh. Goth. Tympiers , G. C. Stel-
WAGE«r en J. E. Pfeiffer tot in *t laatst van 1738, toen hij
in zijn vaderland te rug kwam , en wel dra te Aikmacar , in het
begin namelijk van 1739, tot Predikant in de Lutocrfche Ge*
meente wierdt beroepen. In 1741 en in 't begin van 1742,
IdeeJt de Gemeente van Gouda herhaalde pogingen cm hem
tot haren Leraai- te bekomen , zij boden hem het beroep
lot twemalen aan , voor 't welk hij egter niettegenflaandc
den fterken aandrang, bij herhaling bedankte. Het fcheen
evenwel zijn lot te zijn , de leerftoel te Alkmaar nog dit zeivdc
jaar te moeten verlaaten 9 om voor dï^it van Haarlem te verwis-
fclen , want aldaar in meij tot Predikant aangedeld zijnde , nam
lijj dit beroep aan , en heeft tot zijn einde toe dit gewigtigc
taak met eenen voorbceldigen iever, en onder eene algeme-
ne achtiijg en liefde zijner Gemeente waargenomen , en zulks
gedurende het uitgebieide tijdvak van ruim 51 jaaren, predi-
kende meestal vopr eene talrijke fchaar van toehoorderen,
onder welken ook doorgaans leden waren van andere Ge-
zintheden,' uitgelokt door zijne ongemene talenten en preek-
gaven; ja 's mans roem was zelvs over zee gevlogen tot in
fcet verafgelegen Oosten; want hem wierdt het beroep van
Batavia op ds allervöordeeligfte voorwaaiden aangeboden,
Yoor 't welk hij egter , zo wel als in het jaar 1755 voor
dat van *s Hage^ bedankte.
Laat ons nu tragten een flauwe fchets aan onze lezers
nede te delen van de z:els- en gemoedshcedanigheden van
den in alle opzigten groten van der Aa, van wien men
ftiet regt kan zeggen , 't gene Nepos eertijds van Dion ge-
tuigde: „ dat hij ve'ele goederen der natuur bezat, en on-
„ der deze, een leerzamen en vriejidelijken aart, gefchikt
„ tot alle edele konllen, en een aangeraam deftig voor^o-
^ men, het welk niet weinig ingang heeft."
Daa ter zake ; &' een fchoon wel gecvcnredigd ligjiaam ,
A 2 ge-
^ Ml (C^ffJSTIAN, qAROL. HENRIC. van d£&)
gepaard bij een gelaat daar de vriendeipe opregtheid., guU
\' innein^iicihcld en inwendig vergenoegen , treffend gcfchets^
tlijn'4"n» woonde bij onzen van der Aa een allercdeüle ziel,
liij was e^n man van een fcherp doorzigt, fchrandcr oir-
dc'd en uitgebreide kund'ghcden; inzonderheid, was liij zeer
I)cJrg\cn in d^ Wijsbegeerte, vooral in de Bovennataur-
kiind?, en in de (lellige en zedckur.dige Godgeleerdheid,
Waarheid gold bij h?m boven alles, en deze zugt deedt hem
\er.clieidgnc leciftellingcn der fcholen, met vrijmoeJig^.eid
o'iLicizoc'-en, en zijne gedagten daar over even rajmoedig
vQorll'jlIen, Intusfchen was. en bleef hij altoos een geüou^f
aa::hangcr en ijverig voorflander van de.i christclijken Gods-
dijn ■;£ , zonder ecnig deel te nemen in de pogiigen der
if.(v truaamde nieuwe ReP^rmatoren , die van het Chi-istendom
r.i^^cs dan Ó£ blcote naam fcliijncn te willen overlateiv
GOD is de liefde, was zijne geliefkoosde Helling; en hij heeft
eer e reeks van Predikatien gedaan, waar in hij verfcheidene
lc:;iflcl!ingen ^an deze waai'heid toetst, en naar deze regel
uitlegt; ti'üiiwens, dit getuigen ook de veelvuldige werkcip
die van hein het licht zien, ja daar op bouwde hij alle zlj-
:c overdenkingen, en openbare en bijzondere onderrigtin.-
gen ; uit dat oogpunt befchomvde en vertoonde hij , aan zij-
ne GanL:c::r: , alle Gods befluiten , befchikkingcn en da-
den, cm haar daar door tot c^ne dankbare en vurige we-
derliefde tot God te ontfleken ^ en di.s ook verdraagzaam
én vriciidclijk jci^ens hare medemenfchen te mak^n , daaf
God hen zo lief hadt; dat vuur zogt hij gedurig in hcJT
a.in te wak. eren en kragtdadig werkzaam te houden. IJvq-
rig was hij, en arbeidzaam van aart; zeer vriendelijk in dep
omc^ang, dcelende gaarne zijne gedagten en kundigheden ma-
de, en zig met niets liever dan met gefprekken over gelee^*»
de onderwerpen be^ig houdende. Ook bepaalde zig ayrif
werkzame geest, niet enkel tot de beoeHening van den ar-
beid en pligten aan zijn ambt vcrknoat, maar ftrekte zig
tevfenf uit tot die der wetcnfchappen in 't algemeen, waar
Vim
Aa. (CHRiSf IAN. CARÖL. HENRIC Vitt DEk) f
t^t hij een Vurig liefhiebber éö Voórfttódét Wès* Dé thl-
IbfMJ/rfe Maatjchapprj der IFeténfihappm , in 1^52 te üd&^leM
opgerigt', zal eene duurzame verpligting aan hem behoiw
den, niet alleen uit hoofde der getrouwe waarneming vön
iijnen post als haren Secretaris , maar ook zeh^ WG;5cns
ftet deel, 't welk hij in haien óirfprong, opkomst en Verde-
xien bloeij hadde; zijnde een der eerfte oprigters geweest Van
dit eerfte geleerd Genootfchap in ons Vaderland 5 gelijk cok
vervolgens niet weinig heeft toegebragt^ tot de invoering van
deszelvs Oeconmifchen TcA in 1778, waiar van hij ook dé
werkzame post van Secretaris heeft waargenomen»
Na ruim twee jaren voor zijn* dood, een ligteh aanMii
van beroerte doorgeftaan en gelukkig te boven gekomen tö
zijn, behield hij, tot aan zijn laatfte ongefleldheid > een on-
gemene mate van ziels- en lighaamskrapten ; en^ geduren-
de de elf weeken, waar in eené ftaag toenemende ver>:wak-
king van levensgeesten, en verfterving der uiterlijke de-
len, de wisfe voorboden waren van eene kort naderende
dood, verftrekte hij tot een voorbeeld van giootheid ea
fterkte van geest en bedaardheid van gemoed , zo wel als
van christelijke gelatenheid en onder\\'erping aan zijn lot^
nevens een helder uitygt op h«t toekomende, tot op het tijd-
ftip van den nagt tusfchen den ai en 23 September 1793,
wanneer hij in den ouderdom van ruim 7S jaren over-
leed.
Weinig Leraien beleven het genoegen, dat hij ruim eén
Jair voor zijn aiïlerven genoot; hij vierde namelijk op eene
jilegtige wijze den 12 aug. 1792, zijnen vijftigjarigfen predik^
dienst bij de Gemeente Van Haarlefn^ door eene welgepaste
Leerrede ; welke fonderlinge gebeurtenis , ook i$ vereeuwigd
door den groten kunftcnaar J. G. IIoltzhey, op eene Mc-
dailje ter eere en gedagtenis van dezen in alle opzigten bè-
minnenswaardigen Leraar ^ geftempelt , en wöar van men
de befchrijving vindt in de Konst- en Lemhde^ X* Deslj
bli 14 en 15.
A AA (I'l^
I
j
4 AA. (FlLiFS vAif ber) AA. (GERARÖ van de»)
AA (FILIPS VAN der), ccn broeder van Adolf, drukli^
de zelvdc voctfhippcn, was niedc een der tckenaaren van/
't Vabond^ en wordt gevonden onJcr 't getal der genen , mcl,
wien de Prins van Oravji^ Willem den I. gq^kirende zijne,
eerde krijgstogten geheim verftand hieldt, latende mids zij»
afwezen , veele zaken van gewigt door Iiem uitvoeren. vAjf
Methren Ned. Hijf, fol. 66, In 1570 en 1572 lieeft h^
ook Je wapens tot ledding van zijn Va Je; land opgevat, en, *
toen Nüordholland zich tekens den Spanjaart verklaarde, wierdè
hij aan Di&k Sonoy StadJiouder van dat gewest, als Raadg^
heer toegevoegd, in welk bewind hij zich met veel moeit
kweet. In 1575 wierd hij Bailjuw te Gorkum^ en ftlIJe in
1579 eenen opftand te Bmnniel door de Roomschgpzfndeit
veroirzaakt. Hij huwde in *t Jaar 1541 met Clara des Bar»
RiES. Men vindt een Pennln^jplaat van hem bij van Loon»
Ned, Hlstorip, I. D. bl. 114, en zijn afboeldzel door den
meesterlijken hand van Vinkeles gegraveerd, is hier bijge-
voegd.
AA (FLOBJS VAN der) , was een van de drie Edelen ,
welke in het jaar 141 5 heer Jan van Arkel, na dat hij
uit Gelderland was geweken , op de grenzen van Brahand be-
trapte en naar 's Hage voerde, alwaar hij op de voorpoort
gevang(2n werd gezet Hij genoot 20 wel als zijn beide mak-
kers , voor deze vangst een goede fomme gelds. ■ - Wa-
gen. , Vad. Hijl. m. D. bl. 389.
, AA (GERARD van der) , mede een der tekenaars va»
het Ferbwd der Edelen, huwde aan Petronella van des
Laan, bij wien hij twee dogters verwekte, de oudfte Ma-
ria, en de andere Anna genaamd; dczt laatHe trouwde me(
(^n lieer van Obdam, uit welk huwelijk gebooren wierdt
Niklaas van der Aa , Kollonel in dienst van Willem deh
I., die ten echtgenoote gehad heeft Margriet Hoeffman^f
. vrouwe in Kleidaai ^ Artslaair^ Sto\ers en Kmwmfiein; een
zoon was de vrugt van dit huwelijk; deze ook Gerarjd ge-
heet
AA. (GER. RENESSE y. d.) AAi (WlLJL V. b.) t
fceè^èn^ wès heer ran ZevendBr en StoêmWnfeè/^ troirtwilè Mc
Theódöra van Duivenvoorde i fen t«ras t'é l^tftè VSktt ^ei
iftam, doordien hij in 1632 kinderloos'' over éedi iijii ^M^
Vader Gerard dien wij hier bedoelen j was een ijverig Vöi^
Ilander der Vrijheid', en overleed in het jaar 10641 ririim
S. VAN Leeuwen, Batav. ilL IIL B. bl. 1157*
AA CGE&ARD RENESSE van der) ^ wierdt in dSii jüïi
ióop door de Staten van Utreclrt in de plaats véii Ni*
JCLAAS Berk naar Afitwerpen als Gevölmagtfgde geawndén; ööi
het Beftmd te helpen fluiten. — Wagen. , Vod. kijié IX*.
b. bl. 435.
AA (GERRIT van der), verko7,t in het jaar t45a2jijnén
watergang van der A , aan Dijkgraav en Heemraaden Van dë
Langevliet^ om die te mogen diepen, graven en fchouwön* — —
K. BuRAtAN, UtreckfclK jaarboeken ^ II. D. bl. 42i*
AA (GERRIT MAXIMILIAAN P\>TSSEN Vaü bjlk>,
JBéer van Deijly Decan van St. Jcin\, en geëligeerde Staat
■s Lands van UtrecH, overleden den 20 Januarij 1733; was
•t laatftö mans oir van dit Ge.lagt, en is in den Dom met
•t wapen in 't graf begraven. H:j was voor *t öeist gé-
itrouwt geweest met Johanna Antiionia van Lynden, dog-
ter van Steven, heer van Hoevelaken, en van Jacöba Maria
Van Reede; na het ovei lijden van deze vrouwe, h rtrouwdö
hij met Anna Maria de Marees , dogter van SaMueL ^ heer
van Maasbérgen, én van Margaretha Trip. lüj heeft bij
clk3 vrouw eene dogter 'verwekt. — AbR. Feiiweiida
9
tJèd, Gejl. Stam- en PFdpenboekf druk van 1785; L Deel.
• AA (HENDRIK van der), een broeJer van GERRir, ont-
moet men als Schepen te Utrecht in 1467 , vervolj^ens als Raad
in 1470, 1472, 1474 en 1476;- voorts wederom als Schc*
pen, in 1478 ei 1480. — . K; Burman, ÜtrecUfcliê Jam-
hoeken^ iL D. bl. 496. lil. D. bl. 2, 72, 104,-143, 211^
431.
AA (WILLEM VAN der) , was in het 10 noodlottige ja*ir
Voor d^ Republjjk der Ferenlgde Nederhfkkn 16725 Bin'g2-
A 4 ©öö^
8 AA, (WILLEM van mr)',
sieester.en. Vroedfchap der Stad Rotterdam 9 en de antillad-
bouderiaanfche partij toegedaarï; dit was genoeg om argwaan
tegcDs hem op te vatJbn, zo wel aK tegen zijne nicderaads-
vrienden Joaj» Pesser eo Adriaan Vroezebt en den Penfio-
Haris jd« Groot, benevens ecr:ige anderen, diQ hunre party
aankleefden, en waar van fommigan op (baat aangerand, gc-
(cholden., en gedreigd werden, lüj fdiijnt van het cordaate
begrip van de Groot geweest te zijn, dat om de oproerig-
heid te ftillen, men flegts twee of drie van de be'hamers bijj
de kop moest vatten eji naar vcrdienfle flraffen ; doch dezó
l^eilzame raad vondt g_en ingang, en de regering had geen
herts genoeg om daar toe te befluiten; geen wonder ook.,
doordien 'er in de VroeJfchap vei fcl:eidene fchurken zaten,
die om hunn'e eigen grootheid :c bc\ordeien, naar de ver-
andering fnakten, welke uit c!e oprc^rfgheid te gcmoet ge-
zien werdt Deze onrust duurde dan tot den 28ilen jimij ,•
•toen het gemeen op den 29 aan hoj^en te famen fchoolde,
daar den Predikant Jacouus Borstius de vredeiie^ ende lesfew
van zijnen Qoddclijkcn meester in ve^.-^etelhcid flellende, het
vuur des opjoeis aanflookte, en aan de onftuimige gemeente
vroeg : „ of zij niet begeerden , dat de Prins Siadlmder ge-
„ maakt werdt? of men het eewwlg EdiÜ niet behoorde to
vernietigen? of men de Prijis niet behoorde te ontjhan van
„" den eed, bij 't aanvaarden van 't Kapitein - Genéraalfchap
„gedaan?'* En toen alle deze vragen met een genoegzaam
algemene kreet van ja beantwoord waren , ijlde men naar
•t ftadhiiis , plalitte het oranje-vaandel op den toien , én
dwong de Vrcedfchap tot een befluit overecnkomftig hunne
begeerte; dit bleef 'er neg niet bij, maar de V:ocdfchap
wierd nog daarenboven gedi'ongen om dien zclvden nagt het
befluit, om den Prins Stadhouder te doen verklaren, te on-
dertekenen, en van de piüje te doen afkondigen, hebbende
fommlge burgers gezworen, allen, die niet tekenden, den
bals te bleken, en de huizen van die gereh, welke ter Sïjad
uitweken, te zullen plunderen. Intusfchen vIooJ.va;» der Aa
uit Rotterdam , daar zijn huis wel dra ingevolge :de gedane
be-
M' (YSBRAI^D VA3Ï DJRR) AAGT. (JAFIfilS) .$
bcdieiging, voor een gedeelte wierdt geplunderd. Hij begaf
aich naar 's Hage, daar hij fpoedig in 't oog jiep; en zo alt
den fchelmfchen Verhoef liaderhand verJiaald heeft , even alt
het braave broederpaar de Witten zoude zijn gehandeld ge*
worden , was hij niet fchielijk uit him gezigt geraakt. ■ . ■
Wagen., Fad. Hiji. XIV. D. bl. 77, 114, 17^1
AA (YSBRAND van der), was in de jarön 1402, 1404,
J406 en 1410, Schepen der Stad Utrech; in 1403, Hoofd-
man te velde van het twede Batailjon , het welk te .ens Heer
Jan van Arkel uittoog; in 1408, Onderman van het Ko
renkopers Gilde; en in 141 2, Burgemeester. Hij komt voor
als een wargeest te zjjn geweest, en was een der fti-.ters van
het oproer, dat in 141 3 zo geweldig b'nnen de Stad en Pro-
vintló woedde; werdt in 141 5 ontburgerd, en ten eeuwigen
dage uit dé Stad Utrecht, en uit allen landen en paaien vaft
Holland gebannen, bij verbeurte van het lijf. ■ K. Bur-
MAN, UtrecUfche Jaarhceken^ I. D. bl. 2, 39, 42, 03, 7p,
p8, iio, 130, 170, 179.
AAGT (JAFIES) is de liaam van een vrouwsperzoon, wel-
ige omtrent 't midden der zestiende eeuwe leefde , en zig door
hare goddeloze praftijken om menfchen ongelukkig te doen ,
worden, heeft berug^t gemaakt. Aanleiding tot het plegei»
van hare fchelmftukken , gaf het volgende: de Wethouder-
fchap van Haarlem in welke ftad zij huisveste, had het heil
van hunne Burgers op 't oog houdende, altoos gezorgd, daff
het fchoutsambt door mannen van eer en kunde, bekleed
wer Jt ; maar het gezag en de invloed welke de Ketterinees"
ters overal hadden, was oirzaak,.dat deze ge wigtige bediening
aan zekeren Jacor Foppens werdt opgedragen, die hoe on-
deugend pok, egter om zijne haat tegens andere gezinten, door
de Roomschgezinden als een halve heilige werdt aangemerkc
Kaauwüjks was deze knaap in zjjn ambt bevestigd , cf hij nam
alle middelen te baat, hoe ondeugend ook, om zijn lejigo
beurs te vullen ^ onder andere even fchelmfche praktijken,
gebruikte hij lieden die even ondeugend waren ais hij , welke
A 5 zich
tü^ AAGT. QAFIES)
iich bij dè gegoedfte Burgers wisten in te drfngën én In g*»
ftadige vrees te houden, met hun uit eene gevéins e viiend^
fchap té waarfchouwcn j dat zij bij een Schout waren aai}ge-
klaagd als ketters of vija'^den van Filips of Alva , en gevaar
liepen om wel dra gevangen genomen te worden ; zich dan
teffens aanhiedence, om bij den Schout hunne tiisfchenfpraalc
te zijHi en hem door mi-del van eeiie fonime gel^ te bevre-
digen.
Onze Aagt bekleedde eene der voórnaamfle rollen , onde^
flit fchandclijk gefpuis ; zij was 'er ook volkomen toe gefchikt ,
want op 't uit^vendig vertoon ♦was zij zeer vroom , en zoüdé
Om niets ter wereld eene mis verzuimd hebben , ook ging zij
alle maanden ter biegt en communie. Op voorfpraak van een
geestelijke, had zij de bediening van haar man die poorticr
was geweest, behouden. Doortrapt was zij in het uithoien
van de dienstboden en kinderen der gegccdfie Burgers , teo
einde gewaar te wordei , wat 'er in 't binrenfte der huizen
gezegd of gedaan weidt; ontcehte zij dan iets daar de minfté
vat op fcheen , werdt zulks aan den Schout medegedeeld , en
ile ongelukkige flagtofïbrs van zijre fchraapzugt, onder de hand
door den een of ander van zijne fpionnen gewaarfchouwd van
het hun nakende onheil, die zig dan als door menschlié*
vendhcid bezield, liecen ovei halen, om Foppen^ te bew^n
gig door een ruim gefcherk, te vreJe te flelleni
Gebeurde het dat men iemand aantiof, die deze raa:lgevïm
gen in den wind flceg, en van geen göfchenken wilde horen ^
wél dra werdt hij het ongelukkig flagtofièr van deze * fchraap*
zieke vervolgers; zo als oneer anderen blijkt, uit het geval
van zekere Tanneken Ogiers, bekend voor eene godvrugtige
en welgegoedde vrouwe, doch die nooit ter misfo ging; dit
berigt was voor Aagt voldoende, om hare gangen van na*
bij te befpieden , en zij werdt uit de dienstmaagd gewaar , dat
Tanneken 's morgens en 's avonds , op een klein kamertje in
j£en Bijbel las, en vervolgens op Jiaare kniecin een gebei
deed. Aagt ging hier op haar waarfchouwen , dat zij hij den
jBchout was aangeklaagd. Doch deze vrouw in plaats van dit
vrouw*
9)
J^/OJ&T. (FE-IP VA») AALST. (GEÏIARD yab) u
i^ouwmensch of FoppeKs de handen te vullen/ erkende dal
•Zij van de roomfche dwalingen afkerig was , waar op zij
door den Schout uit haar huis werdt gehaald , en de gezegde
Bijbel voor haar gedragen wordende, van de buuren geviaagJ
zijnde, wat zij gedaan hadt? ten antwoord gaf: „ de fchijn-
heilige Aagt heeft mij verraden, en aan den Schout aan-
gebragt, om dat ik beftaan heb in Gods woord te lezen;
dat ik voor een ieder beken de waarheid te zijn ; willende
.„ ik liever het leven verliezen, dan deze troost derven."
Bij deze belijdenis volhardende , werdt zij in 't Spaame ver-
dronken , en hare goederen door den Schout aangeflagen.
Na het plegen van nog veele fchelmftukken , waar onder
2clvs moord.cn brandftichting , heeft Aioi* ten laatflen het
k)on van haaie misdaaden genoten , en is na volledige eigea
bekentenis, op de gewone ftrafplaats te Haarlem levendig
verbrand. ■ J. Kok, Faderl. JVoordenh I. D. bL 10-15*
daar men wijdloopiger bericht van deze booswigte kan lezen*
AALBERT, zie AELBERT.
AALHUISEN, zie AELHÜISEN.
AALST (FILIP van), was een der genen die het Fnltmi
jdir E4elen ondertekende, hij moest zulks met zijn hals boe-
ten, want op last van Alva gevangen genomen zijnde, het
dezen wreden Landvoogd, na hem een geruimen tijd in den
kerker te hebben laten zugten, op den i junij 1568, bene-
vens zijnen broeder Pieter en verfcheidene andere Edelen,
opentlijk te Brusfel op een fchavot den kop afflaan. — — ■
VAN Meteren, Ned, Gefchkd, IIL B. bl. 57. in folio.
AALST (GERARD van) , llierf na een kortftondfge ziek-
te te Westzaandam den 29 juni 1759, na ruim 50 jaren ab
nederduits Gereformeerd en zeer geacht Leraar in den v*djn-
gaard des Heren gearbeid te hebben; namelijk te Vuren en
J^alem omtrent 2, te Sommelsdijk 9, en Westzaandwi nabij de
40 jaren. Dat nu van Aalst godvrugtig was en werkzaaan f
getuigen zijne Geestelijke Mengeljluffen 2. Delen in Svo, en anr-
rieie uitgegevene boekskens, waar van men de optelling in
het
/
/
tï AALST* QÖHAN , JOOST viu\) AALTJE. AAST*
liet Naamregistef van J. Abkoudi bl. r. kan vinden*
£oekz. 1759- *• b^- i^?-
AALST QfOHAN van) , was dé eerde RoomscI>priester die
na de hCiVorm'ng het Pausdom afgezwoien hcbuvijde , dé
hervormde gemeentens van Vleuten^ Hermeten^ Spanner, en om-
liggende Dorpen , als Predikant heefi bediend, lilj llicrf iri
een hogen ouderdom te Ütreck, in het jaar 1673. ■
Kerkl. Oudh. van Utr. IL D. bl. 347.
AALST GOOST MATTHEUS van) , in zijn leren een
vermaard Ingenieur, van Blokzijl geboortig, vindt men van
aange:e:;end: dat z'ch door Graav Lodewijk van Nassau liet
gebruiken, om, met gioot gevaar van zijn leven, Steenwijk
dat men voo: neemens was in 1572 te bcleaeien, te gaan be-
fpie.'en; hij volvoerde zulks, dan egter mislukte deze onder-
Dcming. ■■ VAN Genten ^ JJiJl. van Enkh* bl. 262-
AALST (PAULUS van), ^v^ in ce i<5 eeuw leerde, een
Konstfchil'er, kopie&:dc vooitieiTelijk de ilukken van Jöai^
DE Mabuze, en fchilderde zeer net en zuiver glaasjes met
bloemen. Hij woonde en flierf te Antmrptn. K. v.
LIander, L^vm der Schilders. L D- bl* ic8*
AALST (PIETER van) , een broeder van Fïlip hier bo-
ven gemeld , onderging om de eigende reden , het zelvde
lot. V. Metersn, Ned. Hifl. III. B. bl. 57. in folio.
AALST, zie AELST.
AALTJE WOUTERS, geboortig van Ape^^en, verliet höt
Roomfche geloof, en deed belijdenis van dat der Wederdo-
pers; hier ov^er te Amjlcldam gevangen genomen, en in do
bij haar aangenomcnc leer volhardende, werdt zij door beuls
handen in het water gefmoord, op den 15 meij 1535. — — •
Beekman, hefchrijviiig van jis^eren^ bl. 371.
AAM VAN DER BURG, was een welgefteld Bou1\Tnani
door wiens zonderling geval het JVoud in Delfland gelegen,
<fe naam van 't Hooge of R^ke Woud h^^'x bekomen ; dit
Wiud
AARE. (DIRK van der) , ty
ffToud is een dorp ruim een half uur ten zuidwesten van do
pad Delft gelegen , en wat verder ten noordwesten van
'K; dorp Schipluiden, Aam een inwooner van dit gehngt reei^
inet ta^aaif zijner zonen, allen wel uitgedoscht, te paard,
eenen der Hollandfe Graven te geinoet, en bpqd hem zij-
ne zonen aan. De Graav wierdt door dit onverwagt gezigC
getrofFen, en vroeg hem, welk voorregt hij ten nutte van
^ijn dorp verlangde? „ Geen ander," was het antwoord van
den ouden Aam, „ dan dat wij ons elgQn Pastoor vrij en
„ -zonder befpiering mogen verkiezen." De Graav ftond hein
zulks geredelijk toe; en het is uit kragte van deze vergun»
ning, dat nog heJen ten dage, de Piedikant van 't Woud
door alle de mans ledematen wordt beroepen , zonder dat zij
aan het vragen van eQulge handopsning of goedkeuring ver-
böTiden zjyn- ■ ■■> fegemv, Stagt der Vereen. NederL VI» D.
bl. 524.
AARE (DIRK van der), de 32<le Bisfchop welke deïi
kcrkzetel van Utrecht beklom , was een verflandig doch teffen*
hooghaitig man, ait een aanzienlijk geflagt gefpioten*
HJj was Pi oost te 'Maastricht , toen de Bisfchoppeiijké zetel
van Utreclit een geweldige fchok onderging, door de x^rkie*
;5ing van twee. Bisfchoppen tefFens , Aarnoüt VAif Isenburcj
namelijk en Dirk de Hollander; de eerstgenoemde werdt
door Graav Dirk den VII ; en , Hollander coor Graa^
Otto van Gelder , onderfteund. Gedurende dit gefchil ftierf
Ij?ei;3ukg , en in deszelvs plaats werdt onzen Dirk tot BiSf
fchop van UtrecJa verkoren. Hg bevondt zlg als toéfl in Itcp^
lie ; doch van zijne verkiezing berigt bekomen hebbende >
fnelde jjij ras 4iaar Utrecht , en vondt het Bisdom aldaar met
ZA^.are fchulden beladen; ten einde het daar van te onthef-
fen , zegt hij van zijne magt gebruik te maken, doch vondt
iu he'w uitceifünen daar van , een groten tegenftrever ia
Willem Gr^av van Holland; hier uit ontllond een geweldK
gen oorlog, tusfchen gemelden Graav en den Bisfchop. Dee/
laatfte begaf zich met toeftemming van zijn Kapittel naar/h>jv.
hnd^ op hoop van aldaar eenig geld,-bjg wSze van bede t»
•^
f4 AARE. (DIRK van der)
•
bekomen, Willbm ,' die zijn broeder Graav Öirjc , FilesJmA
voorheen gc:veldaiig hadt afgenomen, on in 1205, zei v' ia
iijn' plaats Graav van Holland werdt, wilde niet dulden, daC
tjjne onderdanen met belastingen bezwaard wierden , noch
dat men geld uit zijn land voerde. Hij rustte zig dus tegeni
dèn Bisfchop uit , overviel hem op ecnc geweldige wijze te
Stav&f'ent nam hem aldaar \n St. Odolfus kloosier gevangen ^
fcü iragttc hem naar het klooster te Oosterzee te voeren , doch
'de Monniken geholpen door vecle go/sd:enft:ge FuqCqïi, die
den bisfchoppelijken ban vrees Jen, fchoten ter zijner hulpe
en verlosten hem uit handen van den vergramden Giaav. De
Bisfchop^ naar Utrech te rug gekeerd , verkropte gedurende
cenigen tijd zijn leed, geenzints uit cliristeüjke zagtmccdig-
teid, maar bij mangel van magt. Intusfchen verbond zich
Willem met Graav Otto van Gelder, nam gant^cfa Over-
ijs/el weg en leide bezetting in De^^trtter, De Bisfchop verza-
melde hier op een magtig leger , en trok tegens hem te velde.
De Graav verzeld van Otto , verwoestte intusfchen met zijne
hollandfche benden , al wat aan atzc zijde van den TsfH
lag, en floeg zelvs het beleg voor Utrecht. Middelerwijl
werdt Otto door Hendrik , Hertog van Braband gevangen ge-
nomen. Graav Willem zulks horende, brak van vcor Ut^
recht op, om zijnen fchoonvader te verjosfen, veroverde met
geweld 's Hcrtogenbosch y en nam de beide bloeders van den
'Hertog ven Brahand gevcngen. Hendrik zulis ter ooren ko-
mende, trok de met buit beladen Hollanders na, en vondt
hen onbezorgJ, als geenen vijand verwagtenie hï] Hcusden,
viel hen aldaar* , zo onvoorziens en vinnig op *t lijf, dat de
gantfche legerplaats werdt ingenomen , en de Graav zelve ge-
vangen. De Bisfchop deze blijde male gehoord hebbende,
maakte zich zulks te nutte, en roofde op verfcheidene plaatzen
in Hollaiïdj waar na hij zich naar de Velwwe begaf, Zutphm
. en Deveiiur innam , en grote buit maakte. Tusfchen den
Hertog van Braband etf den gevangen Graav \^an Holland werd
middelerwijl een verdrag gefloten, waar bij de laatfle een
goed iluiver losgeld moest betalen » 't welk dom fbmmigen
AARE. (DIRK yjjf vuy tf-
pp 2ÖOO mark zilver wordt begroot, Eeni.^en tija hier na,
wierdt 'e: een v.eJeveïboiui Juslphen den B^sfchop en dei
Graav geflotei). ^ :
Geen minder aande3l hal deze ze'vde Bisfchop aan dei^
oorlog, welke daar na ontftond door het gekoppelde huwelijk
X van de Gavinne Ada met den Giave van Loon, die, als
verre bencuen haar in rang, onder anderen ook hierom, doot
den broe.Ier van den overledenen Giaav Dirk, en dus den
oom van Ada, verdreven werdt. De Graav van Loon zag
overal om hulp uit, ja zelvs bij Bisfchop Dirk, die hij ook;
in zmie belangen wist over te halen , door de belofte vaa
aan hem e^n gefchenk van looo mark zilver te doen, en over-
winnaar blijvende, hec graavfchap Holland van hem ter leen
te zullen ontvangen. Bisfchop Dirk de hoop kitte'ende om
hier door meester van Holland te wor'en, viel aan *t hocfd'
van een leger in die landftreek , zelv* eer de Graav van Loon
'nog te velde was ; hij nam de burgt te Le:jden in , vérmees*
terde binnen korten tijd genoegzaam gantsch Holland, en keer*
de voorts naar Utrecht te rug. Doch de vreugde over dezo
overwinning was van korten duur , want Graav Willem her-
overde fpoedig al het verlorene. De Graav van Loon , Ada
- C11 ha^e moeder werden, niet zonder lijfsgevaai*, door be*
hulp van Gysbrecht van Amstel,- binnen UtrecJa gebragt*
Ook waagden de Utiechtenaars met eenige gevlugte Hollan-»
ders verfterkt, nog ecnen kans, en begaven zig te fcheep
onder geleide van den Bisfcliop ,• namen bij verrasfing Dord-
recJit in, en na die Stad geplunderd te hebben y ftaken zij ze
in brand. De Graav van Loon , zo wel als Bisfchop Dirk
met dit al geen kans ziende om Graav Willem te overmees»,
^eren , floot de Bisfchop met den Graav eene voor hem weinig
voordelige viede.
Met dit al , heeft de Bisfchop zig door de veelvuldige oorIo<
gen dien hij gevoerd heeft, in geeneh dele. verarmd , maar
wel in tegendeel voor zo verre verrijkt, dat hy de landen en
^kastelen, die bg^ bij zijne iomn op deQ bisfc}ioppelpen zetel
HBfr-
t6' AARNSMA. AARSCflOT. (HLII^S van CROY,).
vevpanJ vondt, heeft gelost, de agtcrllaL'cn aan hethof vaa
Hofiie vcrfchu'digJ , betaald, en alle zijne vesringen verbc*
terd, en van gcnocgzaame Ieven«middclen en ammunitie voor-*
2ien.
• Bisfchop Dirk vak der Aare, heeft 14 jaaren geregeerd,
h in *t jaar 12 12 te Deventer gcdorvcn, en in de Domkerk
te Utrecht begraven. J. Kok, Vod. Hlardenb, en da
doör hem aa!:gchaalde Schrijvers.
AARNSMA , is de naam van oen oud adel^k GcfTagC in
Friesland^ doch voor lang uitgeflorvcn.
AARSCHOT (FILIPS van CROY, Hertog van), is ge^
fprotcn uit een voornaam JVederlandsch, o^ liever Brabandsch
Geflagt; zijn vader mede Filips genaamd, huwde Anna eeno
dogter van Karel Prins van Chimay, bij wicn hij drie zo-
nen verwekte , waar van onzen Filips de middelde , zijn va-
der in *t jaar 1549 in alle deszelvs erf- waardigheden opvolg-
de. In 1556 wierdt hij door Koning Filips met de ridtier-
orden van het Guldm-vllesvcreord, en in 1559 aan hem het
bevel over eenig krijgsvolk toevertrouwd; cck wiera hij na-
derhand tot lid van den Raad van State veil^even. Schcx>a
hij geen groot vriend van Granvelle was , verklaarde hij
cgtcr volmondig aan den Graave van Egmond , dat hij n=ers to*
gens hem hadt, en weigerde diensvolgcns ook in het Fcrhond'
der Edelen deel te nemen; ja in tegendeel, beloof'.e hij in
1567 aan de.Landvoogdesfe, het dcen der nieuwen eed tot
handhaving van *t Roomfche geloof, waar aan hij ook ge-
trouw bleef, en in alle zijne daden en handelingen blijkca
gaf, dat het bewaren en hciflcllen van die Godsdienst, hem
ftauw aan *t harte lag; zulks gaf zelvs gelegenheid tot het
munten van eenige Gedenkpenningen ter zijner eere, die men
big G. VAN Loon Ned* Hijlorip» L D. afgebeeld en befchie-
ven vindt. Om met nadruk te doen blijken , dat liij een te*
genftiever van de verbonden edelen was , liet hij in tegenover-
(telling van hun bekende Gmzemafje ^ eenige LdeyeyrouM'en
beeldtü
AARSCHOT. (FBLIPS vak CROY,) 17
' Méjes naar die van Hal gemaakt, op zilveren phatjes ^
ftempeld, vervaardigen, en droeg die zo wel als alle zijne
huisbedienden aan den hoedband, ten teken, dat zij zich aaii
de Roomfche Kerk verbonden hielden. Met cSt teken te
Mrusfel verfchijnende , kreeg hij wel dra een menigte navolgers.
Ook behaagde dit zo zeer aan de Hertoginne vanParma, dat
2q 'er terftond Paus Pius den V. van verwittigde , cie hier
van vreugde over juichende , dezeh^e deed wijden , en aan
die, genen die ze droegen, verfcheide aflaten verleende.
Aarschot wierdt min of meer afkerig van de Spanjaarden ,
toen hem in *t jaar 1576 door Roorda, te laste werdt gelegd,
dat hij de oirzaak was van 't gevangennemen van den Raad van
State te Brmfel ; doch de Staten het gedrag van Roorda afkeu*
rende, droegen aan Aarschot het opperbewind der zaken, ^
inzonderheid van den oorlog op. Don Jan van Oostenrvk
s^ls algemene Landvoogd in de Nederlanden gekomen, fteldo
onzen Aarschot in 1577 aan, tot Burggraav v^n ontwerpen ;
ook verfcheen hg kort hier na als afgezant te Geertruidejiberg ,
ten einde zoeken te bewerken , dat het euwig Edikt in Holland
QTx Zeland mogt worden afgekondigd; doch het gelukte hem
niet, om Willem van Oranje en andeien, tot de tekening
daar van, over te halen. Tegen zijnen wil, viel ook na den
dood van Don Jan de keuze tot Landvoogd , op den Aartsher-
tog Mathias , fchoon hg te voren door den Raad van State
jeeds tot Stadhouder van Flaanderen was aangefteld ; ja zijnen
drift tegens den nieuwen Landvoogd was zo vurig, dat hij
als het hoofd genoemd wordt, die het ontwerp fmeeddc, oni
Matthias, met behulp van het leger te Wavere, in zijn ge-
weld te krijgön; welke aanflag egter, door de legerhoofden,
die genoegzaam alle Oranje toegedaan waren , verijdeld
wierdt; en ten gevolge hadt, dat den Aartsheftog meer ver-
kleefd wierdt aan Prins Willem, dan aan Aarschqt.
Veel opziens baarde de gevangenneming van den Hertog
VAN Aarschot in Gent 9 waar toe het volgende aanleiding gaf:
hy hadt, toen hij als ftadhouder van Flaanderen j te Gend Inge-
baald werdt, onder anderen te kennen gegeven, dat hij kwam,
h Deel. B oïö
it AAR5CHQT, (FBLIPS vaiï CROYO
om dQ oude gerechtigjied^n te h^rft^llcn; dit z^gen, verwekt»
^^rdogt bij verfcheidene aanzienl^ke vrienden , welke de
frïris VAji Oranje in die ftad hadt, met name Frans vau
Hi-THüLLE, heer van Rijhoxvij Jr. Jan van Imbize, Kroiveli>
ijn ^ndeicn, die den lugt weg hebbende van den toeleg om
tien Prins te vernederen, en in aanmerking nemende, met
velk een* bieden last de Hertog van Aarschot door den
rc^Qienden Raad voorzien w^s, begonnen te diigten, dat men
hun bij ene merkelijke omkering der dingen, rekenfchap
inogt afvordeien van bedrijven , die zij niet dan voor gunfti-
ger legters zagen te verantwoorden, 't Gebeurde zelvs, dat
RvriovE in gcfprek geraakt met de heren van Champagnei
on SwEVicHEN, die den Hertoge van Aarsciiot waren toe-
gcvo^^d , zo nadelig van den Prins hoorden gewagen , dat hij
zich gedwongen gevoelde , het zijre 'er tegen te zeggen;
waar door hij , en allen , die met hem den Prinfe en d^n on-
loomfthen Godsdienst, enigzints aanhingen, gemijd en ver-
dagt gehouden werden. Hier kwam nog bij , dat enigen tijd
da^r na , Imbize den Hertog van Aarschqt op ftraat ontmoe-
tende, hem aanfprak, en aandrong op de beloofde verkon-
diging van herftelling ih de oude voorregten. Aarschot hier
op toornig wordende ,^ hadt de onvoorzigtigheid , van te zeg-
j^en: „ dat men die muirei s, die. vrijheidkrafjers wel zou
„ doen zwijgen , met een ftrop om den hals , al waren ze nog
„ zo zeer opgeftookt door den Prins van Oranje. " Op di^
zeggen, vatte Imbize en veele der omftanderen vuur; men
loopt te wapen; de burgers kiezen partij, deez* voor Aart
SCHOT en die voor Imbize; de beweging egter duurde niet
lang; doch was maar pas geftild, toen Ryhove ter ftad in-
kwam , en vernemende , wat 'er gebeurd was , *t fpel op
nieuw a^n den gang hi^Ip, drijvende dat men gevaar liep van
*t bedde geligt te worden, zo men 'er nu op flapen bleef.
Zijne aanhangers, behalven Imbize, die zich l^uiten fchoots
hield, volgden hem naar 't Prinfenhof , en naar 's Gravenflot,
prikke!eu4e, onderweg de gemeente aan, met begeerte naar
vrijheid en eeie» 'zonder egter merkelijken aanhang mede te
flec-
AARSaiOT. (HUPS van CROY,) 19
JDeepen, Ryhove, toen bezeffende, hoe gevaarlijk hij ftond^
Cn wat hem een kort en moedig beduit waardig zou zijn^>
fpoedde zich naar 't huis van den Hertog van Aarsciiot, doet
2ig openen, neemt den Hertog gevangen , en voorts nog ver*
fcheidene anderen. Toen was hij meester van Gtnè , daar hij
2ig flerkte met 300 foldaaten , en de burger-vendels , bij voor-
laad , aan hem deed zweeren , tot dat 'er nader last van de
algemene Staten en ioxi Prins komen zou. — De Staten
en de Prins toonden zig intusfdien zeer misnoegd over deze
ftoute onderneming, die fommigen evenwel willen dat met
overleg van^ Oranje gefchied was ; hoe 't ook zij , de Hertog
VAN Aarschot wierdt fpoedig op vrije voeten gefield, en hjj
veifcheen eerlang als hoofd der afgezondene Nederlanders op
de vrugteloze vredehandeling te Keulen.
Aitcwerpe^i in 't jaar 1585 aan Parma zijnde overgegaan*
beiloten de Spanjaarden en Italianen , op den brug, die over
de Schelde geflagen was, ter eere van den overwinnaar een
plegtige ftaatfie aan te rechten. Parma over de vinding van
hunne erekronen, wonder in zijnen fchik, befloot den vol-
genden dag, door het aanregten van enen maaltjjd hunne
blijdfchap te vermeerderen. Het leger deed zijn avondmaal
op gemelden brug, waar bij Aarschot benevens veel ander<j
heren het eten voordienden en de post van fchenliers waar-
naipen. Aarschot, die zederd de overgave van Brugge , tot
ftadhouder aldaar was aangefteld, werdt in 't jaar 1588 tot
den rijksdag naar Duitschlafid afgevaardigd. Toen 'er in 't jaar
1595» weder ene raadspleging over de vrede was aangevan-
gen, beUiigde Aarschot dat 'er na zijn inzien geen vrede te
wagtenwas, zo lang 't uitheepsch krijgsvolk in 't land bleef, en
men aan de Spanjaarden 't Voornaam bewind der regering liet.
De Staatsieden hoorden met verwondering en genoegen, deze
rondborflige verklaring; doch hij voegde 'er terftond bij, dat"
men hier niets op bqfluiten konde, zonder de tocftemming
des Konings, die men zulks ernftig moest aanraden.
Op 't laatst, 4o mocyelykheden van zijnen rang, en de
Jiaai der Grooten daar hij geftad^ mede hadt te worilelen^
B 2 taocr
iq AARSSEN. (van)
iiy)f (te geworden rijnde ; onttrok hij zich de Nederlanden ei|
be^af zich naay Fenetie, daar *t hem, zo hij zeide, ten min-
ftqn gépirloofd zou zijn, vrij te derven. Kort na !zijn ver-^
bJljf aldaar, oveileed hij op den ii novemb. 1595, ten huize
van zekeren Karel Helman. Bij zijne gemalin, Johanna
VAN Halewijn verwekte hij drie kinderen. ■ Wagek.
J^adtr}^ Hift. VI. D. bh 6, 7. 45. 8(5 en 212. VU. D. 107.
145^ 148. 157- 172, 173- 175, 176. 178, 179- 181. 275
^n 315. yill. D. 407 en 410. Voorts de meeste Schiijvers
ypnelke over de Nederlaiidje beroerten handelen.
AARSSEN (van), is de naam van een voornaam adelijk
geOagt, 't welk men wil, dat uit Braband zoude afkomftig
aijn; het heeft ztg omtrent ,!t midden der zestiende eeuwe
ip ons Gemenebest gevestigd, zig aldaar zeer vermaard ge-
haakt, en ztg met de eerfte en aanzien Ijjkfte Hollandfe
(i^milien vermaagfchapt. De eerfte die ons in dit geflagt vopr-
komf • droeg de naam van Rornelis , was gehuwt met Pe-
TRONELLA Beeckmans, en hier van is nagebleven een zoon.
Jan van Aarssen, ten vrouwe gehad hebl>ende Regier a,
dogtcr van den bekenden Lodewijk van Leefdael, Heer
van Laer^t en van Eltzabeth van Vlierbeek. Deze h*et
insgelijks een zoon na, met name Kornelis, die met Adria-
ifi\ yAN DER ScHELLACH m dcu egt trad, in den ouderdom
van 23 jaren overleed, en eenen zoon mede Kornelis ge-
Eaamd, naliet, die ter vi-ouwe gehad heeft N. Liesselingen,
welke 24 jaren bereikt hebbende, zijne vrouwe weduwe liet,
en moeder van twee zoonen , waar van de Jongde Johan m
fiaüe overleed ; en de oudfte Kornelis van Aarssen , Here
van Spifck^ te Antwerpen in 1543 werdt geboren. Dit was
een kundig Staatsman, die in 1574 tot Secretaris, en in
1584 tot Penfionaris^ te Brusfel wierdt aangefteld; in het
zclvde jaar werdt hem het gewigtig ambt van Griffier opge*
dragen , dat hij met alle beleid en pmzigtigheid in zulk een
netelig tijdvak waarnatrt tot in het jaar 1621 , wanneer hij
ter oirzaüce van zijn hogen ouderdom ontflagvan zijn ambt
ycrzogtj^ of dae 'er icfinaad hem tot zijne bulpe mogt wordei^
toe*
AARSSENf. (VAU) ' «^
toegevoead, zuiks gefchiedde, en hg tïtm nog eed |;ïW)t |^^
deelte van 'zijnen zwaarwigtigen post wa^ > tot tp dfcö t o-t-
tober 1623^ wanneer hem ^n volkoooen oïitHèg Wiórdt ^
gund, met beho^ .egter van zijne wedde ^ ats médé i^^kSA
rang en feitting in de vergaderingi. Een onuitwischbalrfea
vlak taant het karakter van dezeü Staatsman^ in iijntè bèhfti^-
deling ten omzien van den braven grijsaard OiX^Éisikèïsnr
VELD, w^nt na- met dezen famengefpannen te hebben^ (^
tot heil des Lands, het befland tegens alle de aabgevoördie
tegenkantingen van Prins Maurits te bewerken 5 verïièè h^
de zijde van den ouden man, maakte zijn hof b^ deö Vönt^
en wierd een der hevigfte vervolgers van den rkadpênfióftjti
ïis. Hij is getrouwd geweest met EmmerewtiA, dogtièr Vah
Jaqujes de .Regeitiérs en van AgI^es de TEMsrèquE^ die bei^
de in 1627 zijn overleden, én in de grote kerk in ^i tiu^t
begraven. .Uit dit huwelijk zijn, vier kindereil géfptóten,
als '1, FranCois* «— - 2. Jacques van Aarssew^ heet wwi
Triangel^ gehuwd met Maria dogter van JoHAif vi^ bzK
Veeken^ die in i(5;i8> Prefident wa* van den Raad van J*-»*
hand; hij overleed in 1660, nalatende drie kiiiderem ^«'^«'«^
3. JoHAN heer van Wemhma enz. deze hadt zijn broedere
vrouiï^en zuster ten huwelijk, hij welke hij een zooö vörwekt»
KoRMtLis genaamd > die de dc^r vin den vermaarden Raad-
penfionaris Jacob Cats ten huwelijk hadt, en bij haaf vier
kinderen verwekte. Door 't huwelijk van deszelvs jongfte
dogter Anna, werdt het geflagt van Aarssens Vermaigfchapt
met dat van Wassenaar. ■ 4. Korneus, die te Brusfil
€)ngehuwd overleed
- Francois de oudlle zóonj wierdt geboren in *t]aar iS7ii
en van velen gehouden, voor een der bekwaamde Staats- ,
mannen i die hnmer in dienst der Republijk zijn 'geweest; daar
ainderen bijvoegen ,, dat Jiij de gèvjfarlijkfte man was welke
immer in hst bewind is geiveest.. In zijne jfeugd geraakte hij.
-in het gevolg van den beroemden du Plessis dë MÖrnAij^
waar door" hij met de fianfe taal en zeden bekend raakte;
Iji 1598 werdt bij als Agei^t d^r algemene Staa.en, by 't hof
B 3 vah
ti AAitSSEN* (VAW)
Wn FirêHhrijk aangsfteld. Hij . wto mede éta ijjvertar v^eor
t fluiten van *c beftand , en toeii dit op den 9 ^ril 1609 ga-
ibteh was 9 wierd Aarssbns tot Ambas&deur aan *t Frrnife
bof get>laatst, van welken post hij den 13 novetnber i6it^
wierdt ontilagen. Hij werdt voor een groot vijand van Bak-
i«vELD gehouden, en heeft veel toegebragc, om den grijs-
aart op \ fchavot te doen fneven. In 't jaar 1624 wierdt
hij benevens anderen naar Engeland gezonden , tot het fluiten
van een wederzijds verbond van befdienning; en, in *t vol-
gende jdai: begaf bij zich naar Frankrijk, om aldaar een gelijk
verbond tot (land te brengen. In 't jaar 1T540 wterd Aars^
stm naar £n^tf/af!</ afgevaardigd, om Maria dogcer van dea
Ei^Ifdiein Koning, voor Prins Willem II. ten huwelijk te
verzoeken. In 1640 wierd hij uit de HoIIandfe Ridderfbhapi»
als lid van Hun Hoog Mogenden vergadering afgevaardigd^
en overl^d den 27 december 1641 , in den ouderdom vai2
69 jaren, werdende op*^zijne heerJtjkheid vsinS^nmelsdijk be»
graven. . Hij was getrouwd met Petrönella van Borrb,
wier mosder tot het geflagt van Telboüt behlDorde, en libt
bij haar vier kinderen na; een zQOn en drie dt^rs.
KoRwfeLis VAN Aarssbn, cfe eonigflö aoon vani FRAwgois,
werdt In het jaar 1602 geboren; in t jaar 1642 .vindt nen
hem befdireven in de Ridderfcbap van Holland. Hij was heet
van Sammelsdijk en Spijck, en werdt gehouden ,• voor den rgk*
flen ingeaieten van gantsch Holland. Men vindt dat hij Gou*
verneur van Nijmegen , en in 1650 KoUonel.van een regiment
kavallei^ in dienst van den Staat w;^. Weg^ts zijne kr^gs^,
ambten, had hij, door Prins Willem II. zich, mede late»
gebruiken tot den zo veel gerugtmakenden aahflag op j^m*
JtMam, *t gene hem^ zo wel als anderen, welke n^^ óx^
onderneming belast geweest waren, veel onaangenaamhedea
veroirzairicce ; de haat van die van HoUand.vns inzonderheid
op hem gevestigd , .cm reden, dat hl) tevens lid van de HoN
landfe Ridderfcbap was. Hi§ overleed in *t jaar 1662; lüt
zijn huwtl^k met Lucia , dogter van PartR vm Walta en
loA DomA VAN HAfONXMA, agt kinderen nalatende,
Kor-»
\
/
AAkSlNGv (ALÖE&t) n
fe)iii5fELis VAN AArssen> WcIkcn door deft dood vaa ^n
tonder broeder PiUN^ois^ die né het doen van Ibhö iigt>
jarige réize.4oor ^wfiopa in den bloei zijnes levéris 4 op tdri
togt van Èngelanè naar Holland, in *t jaar 165 9 otijg^iukkll
tomkwam , de voornaamfte erfgenaam Wierdt van de ^rötö
rijkdommen 2ign*s vad?rs , heeft in huwelijk gfehad de oudttd
dogter van den Markgraav van Stw AxDRé MótTTBüuSj têft
inan die zieh door de berugte befchenhing van kandia^ Vèr*
inaard gemaakt heeft. In 1683 kogt dezen beet Vart
Smmelsdijk, benevens dé ftad Jmjteldam, elk een derdS ge*
deelte van Surimmen ; kort daar na trok hij *er ook ha^ tÖê >
jen aanvaardde de landvoogdije over die Voikplantingi OOk
bouwde hij 'er twe fterktens> die hij van behoorlijke hti^t^
iing en oorlogsbehoeftens voorzag; doch èoigè jiarejn .üö feiiiil
Verblijf aldaar, ontftond 'er enige klagte over ziyn béftiert
h welk gelegenheid gaf, dat hij op den 19 juiy 1688 j door
aijn eigen foldkten, op ene jammerlijke /Uijze Werdt Vör»
moord. Hij was gieihuwd met MARGAkExiu dü Euijsi bij
Ivien hij,. dr ie zoons en eene dogter verwekte.
Fran^ois van Aarssen, zoon van den laatstgemélden KöIM-^
tis, en bekend onder den naam vin de heer "vznCltatiiïxfrï^
Ivas.in *t jaar I689 Luitenant ter Zee, en kieeg verlof ëêa
keer naar Surindmen té doen, ten einde de haliatepfchaji Vóh
izjjnén vader bijeen te zamelen. Hier trof hem een ongeluk)
dat nogtlïans op zijn best uitviel ; het gebied over éene battöl-g
voerende j laadde hij in zijnen ijver zelv' het gefchut j éóch
20 als hg 'ér ten twedenmale mede b^ezig vyas j fprong het ftuk
los, en kwétfte hem deerlijk, waar van hij égtér gelukkig
genas* Naderhand bekleedde hij den rang van Vice-Adini^
raaL In *t jaar 1712^ huwde hij met zijn* nigt MAria VAN
Aarssen wm Werenhouü;-, tn verwekte bij haar Xw^ zooös en
dri(5 dpgters. — Zie breder over het geflagt Vah Aa^sseN8^
het VaderU Wowdenboek van J. KoK , en de bij hem üangetogei)
Schrijvers*
AARSING (ALBÈRT)^ Predikant te minnèdm, céft dorp
lil & Provintié van Oymjsfdy ftieff tb 6iie korÖlolKilgé efek-
£ 4 te j
«4 AARTSBERGEN. AAKTSEÜf,
jte, den 13 april 1795, in d^n ouderdom van 62 jaren.
Bmkiaal. 1795. a. bl. 558.
AARTSBERGEN (WILLEM van NYVELT van), was
in 't Jaar 1566 Drosfaart Van KuUenborg, en maakte zig ten
dien tyde als een ijverig voorflander van den algemenen Beel-
denflorm, zeer bérugt. Men vindt in de Sententien van Al va,
dat hij befchuldigd wordt: „ zig nevens andere fcdaiisfen be-
„ vonden te hebben, in den tuin van eenen Frans van Nescii
„ buiten de ftad ScJwonJw^pi^ en daar zijn i^Ind heef: doen do-
„ pen, pfalmen in de kerk gezongen, en aalmdefen in de
„ kerk vergaderd.*' Alle zaken, bij dien Tiiran ten hoogflen
ftrafbaar; dié hem ook vervolgens met den tytel beflempeld:
van een groot feétaris, van 't getal der verbonden Edelen,
die hun verderftelijk en oproei ig verbond getekend hebben ,
en ook oirzaak geweest zijn van 't breken der bedden, in
de fteden Utrecht, Culemhurg, Vianen en Asperen voorgeval*
len, en zelvs de brekers in de gemelde fteden. aangevoert,
^, en in 't klooster der predlkheeren te Utrecijt , gedurende het
„ breken, grote fmaad aangedaan heeft, en zelvs de overftc
„ van 't klooster gedreigd, indiëh hij zijn valfe lere niet
„ wilde herroepen , dat nien hun allé zoude doodflaan. Dat
„ hij van Delf op zijnen wagen , een 'predikant tot Schomho-
„ ven gebragt heeft ; de kapel bij zijne voorvaderen te Aarts-
„ hergen geftigt, heeft doen afbreken &c." Om alle welke
feiten hij op den 8 januari 1568, voor eviwig wierdt geban-
nen en alle zijne goeJeien verbeurd. Hij ontfnapte egter de
bloeddorftige klauwen van zijnen wreden vervolger; en,
men vindt hem onder 't getal der genen, welke in 't jaar 1572
door Willem de I, naar Engeland zlin gezonden, om ware
'tmoóglijk Elizabeth over te "haaien, om dé belanjgens van
de Staten en die der Prince , te begunftigen. , Fdd.
Hift. VL D. bl. 187 en 466. SpitentiM van Alva, bl. ,i5i»
JC53, 154.
AARTSBERGEN, zie CAPELLE. .
AAHTSEJï (ANTHONy), Picdikant tcZmderdorp inNoord^
Zrrf-
- >i
AARTSEN. (PIETES> tj
^llandy is te Cwipm geboren, uit een braaf, godviiigtig en
aanzienlijk geflagt Hij wordt geroemt een man geweest t»
2i}n, die in de geleerde talen grondig was geoeflfend, daar bi|
'een groot Godgeleerde, lieiFelijk welfprekend ^ en zodanig
vlug, dat liij alle de leerredenen op eehige weinige na, gedit-
fende de tijd van zijne werkzaamheid in de wijrigaard des He-
ren, zonder die te fchrijven, heeft gepredikt Hij flierf in
1776 den 6 februarij, aan de zrelvde plaats daar hij gedurende
25 jal-en het leraarsambt hadt uiteeoefiènd- ■ ^ ^ Boekz. 1776-
Mi bl. 214.
AARTSEN (PIETER) , een treffelijk Konstfchilder , om
iijne lange en rijzige gdlaltc, doorgaans lange Pier genaamd^
werdt geboren te Amfteldam in 1507, van ouders die uit de
Turmer hörkomflig waren. Zijn vader een kousfewever, wil*
de. PiE^R in dat beroep opbrengen ; dan de moeder kantte,
zig hier tegen , en begeerde dat de lust en neiging van haren
^oon tot de fchilderkunst, niet uitgedoofd zoude worden. Des
wèrdt PiETER bij eenen Aliard Kla assen befteld, ten dien
tijde een der beste fchilders van jifnfteldom. Pieter gewend-
de zig van jongs af aan eene vaste en ftoute behandeling,
en om alles kloek aan te tasten, waar door hij een grote
roem in de konst Verkreeg. Zeventien jaren oud zijnde, ver*
trok hij met een aanbevelingsbrief van den Schout van jénif
fteldam voorzien, naar het huis te Bosfu in Henegowwen, om
'er de voortreffelijke fchilderijen van verfcheiden' meesters te
zien; van daar verhuisde hij naar Anfwerpm, en vervoegde
zig bij een waalj ]aih MKSiyYi^ genaamd, die in de manier
, van Jeronimus Bos zeer grappige voorwerpen gefchilderd
heeft Hij huwde in de gemelde Had, en kwam 'er in 1533
in *t fchilders-gild. Zijne verkiezing bepaalde zig inzonderheid,
tot het fchilderen van keukens en allerleie keukenbehoeftens
en fpijzen, die hij zo kundig en in derzelver eigenaartige
kleuren naar het leveh wist af te beelden, dat de voorwer-
pen natuurlijk fchenen ; door 't welk geftadig te oeffe-
jien, hij in het- mengen en temperen der verwen de kundigfte
weester werd; , die 'ér ijoi.mer gevonden ia. Ook heeft hij
3 5 veii.
tS AARTSEN. (PiETERj
Verfcheidene aut^arftukken 20 te Amfieldam^ Delfts Leuven ^
Diest civ-fildcrs gefchilderd , welke tot getuigen van zijn
iLonstvei mogen ten huldigen dage nog zouden kunnen verfb^*
ken, waren die niet door het doldriftig giauw., tón tijde der
•beeldftonning in is66 vernield geworden. In kleine beelden
t^as onzen fchilder min uitmuntend dan in grote voorwerpen^
waar in de kragt der kunst gelegen is». en hier In l>ptoond0
hij een voor trefiel ijk meester te zijn» £)e bouwkunde en hoc
{)erfpe6^ief verftond.hij mede zeer wel, bragt in zijne tafer&*
len niet zelden dieren en andere voorwerpen te pas ^ éa
Kleedde zijne beelden zeer vreemd en op eene grappige wijze^
Voor zijne (lukken begeerde hij f]egtseen* gerii^gen loon^ eo
was niet zekien mistroostig , dat zijne werken » die hi) de|F
wereld ter zijner gedagtenisfe meende na te laten, zo a^
boven gezegd is, vernield werden, waar over hij wel eens
tot zijn eigen gevaar met alzulke kunstvijanden in hooge woor*
den geraakte; vooits was Aartsen een nedrig man, die geeü
groots denkbeeld van zig zei ven voedde, en *er zeer een*
voudig uitzag, zo dat hij geen aanzien zou vei*worven heb»
ben , ware het niet dat zijne verhevene kunst en . heerlijke
werken, hem naar waarde hadden doen achtten. Hij over-»
ieed te Amfteldam den 2 junij 1573 inr c'en ouderdom van
66 jaren, en is in de oude-kerk, bezijden het koor begra«
ven; liggende op zijn graf twee zarken, waar in de volgen*
de woorden gebeiteld zijn:
De meester fchüder Lanoe Pier,
Met heij zijn zonefi fchüders hier,
Begraven lang en oud bij aard f .
Blijven mg al in konst ^yermaardk 1573.
Onzen Pijcter Aartsen heeft drie zoons nagelaten , naam*
Kjfc PiETER PiETÊRSz., Aart Pieters?. en Dirk Pietersz.^
die mede de kunst. geoeffend hebben. Pietbr Piptersz. die
txti alleeneen zeer goed meester, maar tefFens een welfpre-
kend, (chrander en .geleerd man was, Js in 1Ö03 te Amfielz
éam in den ouderdom van 62 jaren overleden, een zoon na*
latende, die zijn vaders- voetftappen in de kunst manneliik
' heèfc
AARTZ. (RYKAART) ,vj
•
liceft nagetrcden ; in den beginrc volgde hij de tiant van zijii
vader en leermeester op, doch begaf zig zedert, vermits ten
«ijnen tijde weinig grote werken bdteed werden, aan het
porü-ait-fchilderen. Aart Pietersz. is mede van jongs rf
zeer vlug en naarftig in het beoefienen van de kunst ge-
weest, doch zo wel als zijn broeder door het portrait-fchilde-
ren waar in hij heeft uitgemunt, afgetrokken van het maten
van historiën en ordonnanden , tot welke zijn geest altooB
ongemeen bekwaam is geweest en ^jne geneigtheid zig ui^
ftrekte. Dirk Pietersz. agt jaren jonger dan zijn' broeder
Aart, was mede een fchilder en discipel van zijnen vader»
en heeft zig naar Fmtainebkau in Frankrijk b^ven, alwaar
hij ongelukkig aan zijn einde is geraakt. " K. v. Mak*
DEi, Leven der Schilders, L D. bl. 235,
AARTZ (RyKAART), een konstfchilder , geboi-en te^t
0p Zee in 1482, was de zoon van enen visfer Aart 'ge-
naamd. Ryk tot de kostwinning van zijnen vader voorbe*
fchikt, brandde nog jong zijnde deerlijk zijn been, waarom
hij ter helinge naar Haarlem vervoerd werdt, daar men dac
been naderhand als verdorven moest afzetten. Dejor^ling
die veeltijds by 't vuur zat, door de natuur tot de tekcn^
kunst gedreven , krabde geftadig op den haard en den witte»
muur enige figuren , 't welk aanleiding gaf om hem te vra-»
gen, of hij genegen was om te leren fchildeien? dat mc.0
een gretig ja door Ryk beantwoord zijnde, men hem tot heC
leren der fchilderkonst bij Jan Mostert een wij göod konfte-
naar, befteedde; onder het genot van deze zijn onderwijs, bo*
vlijtigde hij zig zo ijverig, 'dat hij binnen korte jaien een
goed meester werdt. Op de deuren van het altaaifhik voor
het Dragers-gild , 't welk door Jakob van Haarlem den leer*
meester van JaN Mostert gefchiljerd was , beeft Ryk c e ge*
fchiedenis van Joseph afgemaaid , die als een koning in grote
heerlijkheid gezeten, zig voor zijne broeders, welken in jE-
gypte gekomen waren om koorn te kopen, bedekt houdt, en
meer andere gebeurtenisfen. Aartz was een ftii , hups,
yieedzaam en vroo^n man, die de gGwljddo fcbriften en de
IJSt.
ti AbËADIE. (JACOBÜS)
jrust der ziele ongemeen beminde; 2ig in zijne klimmende
Jaren me: *er vroon naar Anpwerpen begeven hebbende, leef-
de hij aldaar ftil en gerust, zonder iets anders dari de naak-
ten in de ftukken van verfcheiden konstoeffenaais voor een
gewone beloning te fchilderen. Geencn zijner kinderen bragt
hij in de kunst op. Toen in zijn hoge ouderdom zijn gezigt
20 zeer Verzwakt was, dat hij nauwlijks meer zien konde-,
lei hij de verwen 20 dik op de pannelen, dat men 'er die
dikwerf moest afTchrapen, 't welk te wege bragt, dat nie»
mand meer behagen in zijn werk fchepte , en hij zig daarom
jiiet zelden gemelyk maakte, 't Was in het jaar 1520, dat
Jiij te Antwerpen in het Schilders-gild wierdt aangenomen, van
<te Kamer, de Fidiere-boom geheten, onder de zinfpreuk: int
fOiVlen bcrfaemt/ welke, kamer in 1400 is geftig^ Frans Flo»-
iiTS heefc onzen Ryk geportraiteerd als een Sr. Lukas die de
jnaagd Maria fchildert, in een ftuk, 't welk op de fchilders*
Kamer te Antwerpen is geplaatst. Voorts was hij om zijn goed^
aartigen inborst en doorgaande \Tolijkheid , ongemeen bemind;
altoos wel te vrede, zeide hij dik wils, op zijnen naam zinfpe-
Jende : ik ben ryk. en wel gejleld. Hij had een fchoon wezen ^
daar de gulheid en het vergenoegen op geftrhilderd ftöndc Hij
overleed, te .^w^f^pCTï in meij 1577, en dus een halfjaar na
de plundering en ontmenschte wreedheden binnen die Had door
de Spanjaarden gepleegd , in den ouderdom van ps jarené — *-
K. V. Mander, Leven dc^- Schilders ^ I. D. bl» 258*
- ABBADIE (JACOBÜS) , . beroemd gereformeerd Godge-
leerde, wierdt in Frankiijk 'm de Had Naï geboren \n 1654.
Na dat hij onder den l)crocmdÊn la Placette zijnen klasfie-
ken loop had volbragt , beoelfende hij de wijsbegeerte en god-
geleerdheid pp de drie onderfcheidene Hogefchoolcn van Se-
éan , Puijlaurefis en Saumur. Van daar ging hij naar Holland ^
verbleef aldaar een geruin^en tijd , en toog toen naar Duits-
land, daar hij ook tot meester in de godgeleerdheid wierdt
aangefteld, en vervolgens tot Predikant in de Franfc gemeen-
te te Berlijn. Hij liet dit bérccp in 1690 varen, kwam in
ingeland, en nam gedurende enigen tijd het leraarsambt te
Lo>
ABBE (SYMEN) PIETERSZ. t$
t
fLmden in de Franfe kerk waar; zeer weinig tijd daar na>
wierdt hij tot Deken van KUlalow in Ierland verkoren , wel-
ke waardigheid hij tot zijnen dood toe heeft bekleed. Hij deeït
een twede reis naar Holland j om 'er een van zijne werken te
doen drukl;en , en bleef gedurende drie volle jaren te Att-
fteldam.. Weinig tijds na dat hij te Londen was- te ng ge-
keerd, wicidt hij krank, en flierf aan die ziekte, te St»
Marie la Bojine^ nabij LorJen, op den 25 feptember 1727,
in den ouderdom van bijna 73 jaren. Abbadie was een ie*
veiig verdediger van de oude en regtzinnige leere der Go-
reformeerde kerk, zodanig uit zijne werken blijkt, die in
vrij groot aantal voorhanden zijn, Behalven dat hij op eene
volledige wijze de geleerde talen en de klasfieke Schrijvers
verftond, was hij buitengemeen ervaren, zo wel in de kerke-
lijke als wereldlijke Gefchiedenisfen ; en nog behalven dat
alles, heeft hij e;nen roemrijken naam verworven, door de
verhevenheid van zijn vernuft, zijne fijne doordringenhci(f
van geest, en mannelijke welfprekerheid. Onder zijne me-
nigvuldige uitgegeven werken, die alle den toets van ge-
zonde oïrdeelkunde en op vaste en redelijke gronden geves-
tigde godsvrugt, kunnen doorftaan, munt inzonderheid uit,
Jiet boek getij teld : Triumphéerende Godsdienst , 2 Delen in
4to. te Amjieldam in 1726, zo wel in het frans als neder-
duits gedrukt. «— — G. Stolle ad Heumannum, p. 424,
425. C. Saxi, Onomast. literar. pars V. AnaleB. p. 637. Ni-
CERON , Mem, des Hommes ülustres. Tom. 33. pag. 381 &
fuiv. J. G. DE CHAUSEPié , Di£t. hifi. ^ crit Tem. h
p. 16, 17.
ABBE (SYMEN) PIETERSZ., was in 't ja^r 1371 Sche-
pen van Anfteldam,, en hij befprak met zijn wijf Katryn
aan het Heiligen Geest gasthuis binnen die ftad, een half
huis en erve, waar van aan de Karthuizers de wederhelft bc-
lioorde , en 't welk gelegen was aan het gasthuis bij de Flaats ,
dat is aan den Dam, allernaast Willem Noirts. ■ ' ■
Wagen. Befclirijving van Amjieldam ^ in Zvo. I. $t. hl, p5
en p6,
AB.
30 ABBEKERK. ABBEMA, ABBENBROEK.
ABBEKERK (Mr. FLORIS van), in leven oud prefidenö
Burgemeester en Raad in de vroedfchap te Hoorn , voorts
^ommisfaris der pilotagie, en lid van Gecommitteerde Raa*
den in het Noorderkwartier y ftierf te Hoorn ^ den 15 januaiy
J748, bijna 73 jaren oud zijnde. Dit is ai wat wij
van de man weien, uit Kok, Fad. Wbordenb, I. D. bl. 126,
ABBEMA (YDE), uit een adelijk doch voor larg uitgeflor*
ven Geflagt in Friesland^ gefproten , was de zoon van Sipkb
Abbema, verwekt bij Rinck Baringa. Onzen Yde trouwde
met Eedwer Popma, en was, in 't jaar 1566 Burgemeester
te Sneek, Hij behooide tot het verbond der Edelen; en was
in zodanig groot vertrouTt'cn bij zijne landgenoten, dat Pop*
Ke Roorda hem de fleutel» van Sneék ter hand {lelde. Ook
was hij gebaat bij Al va, dat hem waakzaam op zijne hoede
deed zijn en befluiten in Friesland te blijven, zonder aan dq
indaging des Hertogs, ©m te Jntwerpen te verfchijnen, ge-
hoor te geven &c. — — Kok , Vaderl. Wowdevith I. D,
bl. I2(5t
ABBENBROEK (JAN van), dus genaamd naar eene hoge
Hcerlijldieid in den Lande van Voorn ^ vindt men van ge*
meld, dat hij in het jaar 1235 op een fteekfi^el geweest is,
door Grave Floris den IV., te Haarlem aangerigt. De al-
leroudfte volgreéks der heren van Abbenbroek klimt egter
Jiiet hoger dan tot eenen anderen Jan van Abbenbroek , die
in het jaar 1350 leefde, wiens agter-klein-dogter Katharina
de Heerlijkheid overbragt , aan Boudewyn Hart van der
Weert, in het jaar 1442. Hij was Schout van Delft en Hoog-
heemraad van Delfland, Zijne nazaten namen den naam van
uibbenbroek aan. Het blijkt egter, dat zijn zoon de Heerlijk-
heid maar voor een vierde gedeelte bezeten heeft. Deze
tvas Gerrit van Abbenbroek, Bailjuw van Voorn en Putten
. en naderhand Hoogheemraad van Delfland^ Hij volgde in den
twefpalt van Hoeks en Kabbeljawws „ de zijde der laatflen,
werdt, in het jaar 1481 met zijnen zwager Willem van
ValkesteiNi door de Hoskfen in een gevegt aan de Vamt niet
ver-
ABBËS, (SyTTlE) ABCOUDE. (DIRK van) 3t
ttrre van Utrecky gevangen genomen, tekende de overeen-,
komst in het jaar. 1489, met de Rotterdamfe Hoekfen wegens
de brandfchattingen van den Hoge gemaakt, en overleed in
1494. De andere drie vierde delen van deze Heerlijkheid,
zijn gekomen aan de huizen van Montfoort , Borsselei»
Mèrode , en laatst in die van Halewyn. Nog vindt men ge«
meld. Van eenen Gerrit van Abbenbroek, die zes kinderen
bij twqe vrouwen verwekte Qn in 1551 overleed. Zijn zoon
Klaas van Abbenbroek , huwde met Maria , dogter vai^
KoRN» VAN DER Nyenburg, (lieif in 1607, en liet ock een
zoon na, insgelijks Klaas genaamd; m^t welke laatfte zeer
waarfchijnlijk , dit Geflagt is uitgeflorven. — van Leeu^
WEN, Batav, Hlustr, Teg, Staal; der Ver. NèderU VU. D. bU
115-117-
ABBES (SYTTIE), van Leeuwarden geboortig, was eerst
Pastoor te Oldenlwve in die Had, doch verliet in het jaai* 1566
den Roomfchen Godsdienst, om die der Hervormden te aan-
vaarden. Op den 2 oftober 1567, verbond hij zich te Emb*
den als krankbezoeker, en wierd op den 12 januarij 1568, tot
gewoon leraar aldaar bevesdgd; nog in dit zelvde jaar, na-,
meiijk op den 13 feptember ftierf hij aan de pest. — - Mei-
NERS, Oostfr. Kerk. Gefchied, I. D. bl. 457. Kerk, Oudk van
Friesland, I. D. bl. 355.
ABCOUDE (DIRK van) een Stichtenaar, Vicaris van St.
Pieters kerk te Utrecht, bevorderde in 't jaar 1566 door zijne
fchiiften , grotelijks de reformatie; dan dit bekwam hem kwa»
»
lijk, doordien hij hier over in *s Bisfchops gevangenis geraak-
te , daar eén geruimen tijd verbleef, en niet weder ziine vrij*
hcid bekwam , dan naar eene afgeperste herroeping van zijn©
gevoelens te hebben gedaan. Onder voorwendzel van ligha-
melijle gebreken, mijdde hij egter zo veel hem doenlijk was,
het bijwoLcn der Misfe. Zijne fchriften dragen het getuige-
nis dat zij zeer bondig waren , ^tn voor iedere afdeling daar
van, las men zijne gewone zinfpreuk: zijt ZMder gal^ goé^
\mgtig, : Brand, Hifiwie èet. Refsrtmk* t D. bl. 301?
AB-
i% ABCOUDE. ABDAGÜS. ABEELR
ABCOUDE (HENDRIK van), vindt men op de rcgerfngj^
lijsten der ftad Utreckj van *t jaar 1440 tot 1457 ingefloten,
als Raad gemeld. In dat jaar, werdt hij om welke redeneit
vindt men niet gemeld, gebannen , 't welk tot 1470 duur-
de, wanneer hem benevens anderen, wederom toegedaan
wierdt in de Stad te komen, ■ Goüdhoeveji, Kronijk.
bl. S2S*
ABCOUDE (HENDRIK van), wa^ een aanzienlijk man.
te Utrecht 9 alwaar men hem verfcheidene malen als Onderman
of Deken gemeld vindt. Benevens een menigte anderen,
werdt hij in 1481 als deelgenoot van het oproer door Bisfchop
David van Bqurgondien verwekt, genoodzaakt de Stad to
ruimen. ■ Goudhoeven, Kron. bl. 525.
ABCOUDE QAN van), was een van diegenen, welke in
3419 of 1420, gedurende den Hoekfen en Kabbeljauwfm twist
wierdt gevangen genomen op het huis tt Poelgeest; en, door
die van Leijden, niettegenftaande het ernftig verzoek omhein
te losfen, op bevel van Hertog Aelbrecht van Bevereic
het hoofd wierd afge Hagen , waar tegen die van Utrecht heC
zogenaamde legt van wedervergelding uitoefFcnden. ^
J. Kok, Faderl. Woordenb. bl. 140.
ABDAGUS, was een dapper veldheer, en een van dtQ
genen, welke door de Opperheren of Graven was aangefteld,
cm de landzaten tegens de verwoestingen der Noordfe voU
keren te'befchermen. Hij was het die in het jaar 873, mee
ten groot aantal Friefen, den fieren Deen Rudolf tegen
trok, \n een bloedig gevegt ^an 't oosteinde van 't Flie mefc
hem geraakte ,^ daar Rudolf reeds iff 't begin van den ftrijd
fiieuvelde , waar na de Friefen een volkomen zegepraal be*
vogtcn , en de Deenen noodzaakten het land te ruimen, — •
FoEKE SjOERDs, Ffief. Jaarb. II. D. bl. 64.
ABEELE (van den), een oud adelijk Geflagt, afkomftfg
üit Henegowwen , dat zijnen naam ontleend heeft van de Heer^
Bjkheid op Jbet eiland Walcheren in Zeelandy tusfchen Middelburg
et
ABJELAAR. ABELL ABELS. 33
cn Flisjtngeiu Men vindt van het zelve gemeld in Smalle*
«ANGE, Kronijk van Zedand^ op bl. 525; daar gezegt wordt,
dat hetzelve in 1401 een Burgemeester van Zierikzee heeft uit-
geleverd, Hendrik vaj^ DZ2i Abeele genoemd, en getrouwd
geweest met HEtLwicH van Cats- Het laatfte mannelijk oir
van dit Geflagt is geweest Jacob van den Abeele, die in
1577, ftierf. -n— Abr. Fet.werda, Ned. Gejlagtboek 6fr.
druk van. 178 5. L D,
ABELAAR (GEORGIUS), geboren te Groningen den 16
februari] 1679 uit fatzoen lijke burger lieden, zijnde zijn moc;«
der geweest Abelia Rosinga, volbragt derzelvex ftud.en h%
zijn vaderflad, onder geleide van de Hoogleraren Braunius,
Bernoih-u en Lammers; wlerdt den 9 april 1710 als Predi-
kant bevestigd in, de gecombineerde gemeentens van Oostwoldy
Lsge- .en Hoge-Meden , verkondigde hier het woord des Heren
^t in 1733, ter tijd toe dat eene liefelijke roepfiemme zig
uit ^duard liet horen en zo verlokkend in Abelaar zijne
Doren klonk , dat liij geen vrijheid vondt die te wederftaan ,
msi^l' die opvolgde; aan welke plaatze hij het leraarsambt,
inct alle iever, liefde en vlijt heeft waargenomen tot op den
^4 meij'1743 , wanneer hij door de dood van deze zwaarwig-
tige post wierdt afgelost , en als weduwe naliet Ebelia ten
Hoorn, bi^ wien hij zes kinderen heeft geteeld; hebbende
^t een eecile vrouw gehadt KLendrika Hommens , die den 24
jneij 1712 is geftorven, na dat onzen Dominé 'er drie kinde-
ren bij hadt verwekt. — — Boekz. 1743. a. 722. h. 132.
ABELI (SIBRANDüS), wierdt in 1580 van St. Maerten
en Falkoog, tot Predikant te Harlingen beroepen, alwaar hij
met alle de getrouwheid een bedienaar des Euangeliums be-
.tamende, gedurende het tijdvak van 35 jaren het woord der
waarheid heeft verkondigd. — Boekz. 1730. b. 509.
ABELS (JOHANNES), Predikant te -^fl^t.^teJk* in Zjeland,
reisde nvi,^ Kleef om de bronkuur te ondergaan, doch deze wa-
teren waren bitterder voor hem dan die van Mara, dewijl hij
jpnder *t gebruik daar van, op ien 24 juni^ 1753 overleedt.
Boekz, 1753. h. 112,^
X Deel. C • ABER-
3(ï ABRAHAMS, (GALENüS)
poktQ? in 4? Medccljnan bevorderd 5 zette 2ig 't Volgen^
jaar tQ Jbaftfl^ neder, ^n trouwcje aldaar in 1646 met eeni
doftter van Abraham Dirkz. Bierens, als toen yermaaid
Leraar, onder d^ Doopsgezinden in die (lad; hebbende m^
d^zQ haisvrouwe gedurende 50 jaren in ene gezegende e,^
gclecfti. ta het jaar 1648 , werdt hij tot mede-leraar van dq
zijlvd^ gQ2;indbei4 gekozen , pn hij aanvaardde zijnei^ predik-
di^n^l, japt groten ^ver en zonderlingen ernst,
O^l-Eiajs hadt reeds vroeger , door de verkering met Adaii
BpfiEEi^, zoqn van Johan Boreel, Heere van Duinheeke^ uit
een deft^ geflagt in Zeeland ge- proton'^ zekeren Daniël db
Breen en anderen, gedagten begonnen te vormen /over de^
ftaat der zrgtbare Kerke , en over eenige leerftükken die ge-
oirdeeld werden , af te wijken ,van de begrippen , welken tét
dfen tijd toe bij zijne gezindheid den meesten ingang gevon-
den hadden. Hier over was gefchil ontftaan; tusfdien hem
en eenige andere Leraars; welk op 't hevigst uitborst, m
ï(J44, ter gelegenheid dat Samuel Apostool, die in maart
des gemelden jaars, flegts 24 jaren oud tot Leraar aangeno-
men was, den 15 oftober daar na , óes voordemiddags ene
piedikatie gedaan hadt, welke door Galenus, des nademid-
dags , viaH uit tegcngefproken en wederlegd werdt. Van toen
af lloeg 'de vlam van deft broedertwist, ten dake uft. Gale-
iTüs werd^bcfchuldigd van wangevoelehs , waar van 't ver-
fpieiden, zelvs bij 'sLands plakaten verboden was. De be-
fchuldigingen werden voor het Hof van Holland gcbragt, daa^r
Galenus gehoord, en vrij verklaart werdt, bij eene uftfpraak
van den 14 feptember 1663. De twist zo hoog gerezen,
ftondt gefchapen, uit te lopen op eenWoIflagen* fcheuring,
die Burgemeesteren, welke ook met deze onlusten gemoekl
werden , zögten te voorkomen ; bevelende op den 10 januari}
X664, alle diepzinnige gefchilftiikken , van den predikftoe^
te houden; doch zulks, kost niets baten, want de tweefpalt
liep eindelyk ^q hoog, dat het tot een openbare fcheuring
kwam, waar van de gevolgen waren,, dat de gemeente in
twee p^irtijen wierdt ver4eeldy die elk hare bijzondere Leraars
ba*
ABRAHAMS* (GALENÜS) $>
Imddem Hij fchijnt anderzihts van èen Vreedzaam kllraktèr ge-
weest te agn; ook was hij gewillig op de aanmaning der rè»
gering van Amfteldam ^ om tot een oöderling verdrag tö ko*
jonen, maar Apostool was zo gedwee niet, ^V'ant deze bètuig-
. de, dat hij ztg onmooglijk met Galenus en zijnen aanhluig
konde verdragen^
Voorts hadt hij èné aan hem êigenaartige fpreèkftyt, di^
gantsch nifct gevormd was naar den hedendaagfehön trènti
èijn* taal was niet opgefmiikt, met uitgezogte woorden, hódi
ongewone fpreekwoorden , géene gemaakte hoogdravendheid
ïioch poëtifehe fpelingen, hoorde men in zijne redevoeringen}
maar alle zijne uitdrukkingen waren natuurlijk, ön taet den
aart der verhandelde zaken overeenkomende ; voorts verzéld
imet lieflijkheid, daar het manfiólijke en giootfb dööteènge-
Xiiéngd , Zo wel hét hart kis hét oöl- ^kkt te treSbrt* Zijd
lust tót onderzoeken van Gods woord, maakte hèitt ook fteeds
onledig. Ê'efchouwöndé kénnfs was hèm kangenaaitt « doch
c\ie tot het welleven béhbon^é, nam bij hbm de eerfte J)]aaté
in. Ëij voedde de gróotfle eö.biéJ en achting voor de gant-
fche H. Schrift, doch laé én beoeffenenJè dagëUjks de boi?<'
ken des Nieuwen Testaments ; betuigende menigmaal i dat
fcem telkens daar in aanmerkelijke zaken , lot öphe dering vtil
<5en godsdienst én opwekking zijnes gfemoeds, Voorkwamen.
Zijn' ernst in de openbare gehelen, doorgaans vérüeld gaan^
de met enen overvl ed van tianen, bleef hém töt zijn laat-
lle toe bij. Wat zijnen omgang met een 'neder ^ van wat
ftaat of ftand ook, betreft ^ dié was allezints de tig, doch tef-
fcns ook vriendelijk en gemeenzaam. Tén aahzien van we^-
jreldfe zaken, was Mj onervaren; om welke reden hij, ats
in zulke dingen raad nodig was, zig gemeenlijk ftil hielde
als zijnde buiten zijn boekje. Schoon dat hij niet ruipi met
tijdelijke middelen bedeeld was, was hij egtcr gewoon met
een onbekrompene hand milddadig te geven 5 en daar jhij zulks
niet door zig zei ven vermogt^ wist hij zulks dppr middel vau
onderen ter uitvoer te brengen; zijnde dus teffens een* hél^
jpèr en voorflandw der armeni W«geos -alle gemelde lofiU^
C 3 lijk«
jé^^ ABRAHAMSEN. ABRESCH.
lijkc hoedatilghcden , beeft men hem de welverdiende roem
g^imd , als een mensch die roet alle recht een* plaats onder
de grote mannen der Doopsgezinden verdiende.
Zestien maa^^^den lang voor zijne dood , zonder zidvte ^*
,nocgzaam, doch waarfchijnlijk we^ns zwakheid des ouder,
doms, was hij bedlegerig; en merkte dien tijd aan, als hee
beginzel zijner ruste; wie hem kwam bezoeken, ontving nut-
te lesfen en vermaningen naar ieders Hand gefchikt; einJelyJc
overleed hij des morgens omtrent ii uren op den jg april
1706, zgnen geest zagtelijk uitblazende, in den oiiderdon>
van 83 jaren, 5 maanden en 8 dagen, — — Wagen. B:fc]irk
van Amfteldam. VUl. Sr. bl. 43. 78. -81.
ABRAHAMSEN (ISAAK), den 15 augustus Ï663 te Fl:sjtn>^
gen geboren, heeft aldaar de post van Krankbezoeker waar-
genomen, en llieif den 4 oftober 1714. Hij heeft zig door
verfcheidene zijner fchriften, bij vceie vroome luidjes en (lij-
ve orthodoxen, enen jiaani gemaakt; doch fchoon gantsch niet
onkundig, is egter zijn ftijl eenvoudig en weinig befchaafd.
Onder andeien heeft hij een Kerk- en Wereldlijke gcfchiedenis
gefchreven , waar in men verfcheidene wetenswaardige zaken ,
ons gemeenebest en bijzonder Zeeland xakende, ontmoet, die
men elders zeldzaam zal aantieffen. ■ La Rue , geletterd
Zeeland, bl. 113.
ABRESCH (FREDERIK LODEWYK) , geboren te Hesfen^
Hwnbiirg in 1/599, wierdt den 7 maart 1731 tdt Leftor in de
gefchieJenisfen en welfprekendheid te Middelburg aangefleld,
in welke ftad hii toen ter tijd reeds Reébor van de latijnfe fcho-
len was; hier vei bleef hij tot in 't laatst van 1741, toen h^
in de plaats van den overleclenen Wolterus Ketel tot Ree*
tor ei) Hoogleraar in de gefchiedenisfen en welfprekendheid
te Z'wölle werdt beroepen;, zijnde geflorven in 1782, na den
bogen ouderdom van 83 jaren bereikt te hebben. Abresch is
een geleerd man geweest , ervaren in de oude Gcfchiedenis^
fcn , en inzonderheid zeer geroemd wegens aSne bedrevenheid
in de Griekfche ;aal , ever welker Scluijveis hg ook veele oir-
deel-
^. •
ABSALÓNS. ABSELlt^l U
^ikun^gè ophelderingen hièeft imedl^edeeldi ^-^-ti*- JËènè t^
telling van.^ mans fchrifteni vindt men bij (i Sü^ tTruMHtt^h
Üter. p4rs VIL p. 50. Zie ook G. C. MAMBEROMit > X^em^tiè
midi0i p. I. fi^.^«^ teniae. Boekzaal y 1731. 0. bl. 4^34 1J4I.
i. bl. 712.
ABSALONS (HÜBERT), Predikant t& kuist, wferdt gfeW-
ren te Gjoes den 24 april 1098, uit brave ouders 4 diè heiA
in zjjn teJerfte jeu^d ontvielen , en hij daar door Xyh^èt bpiÉigt
geraakte van zijnen oom en voogd Hubert PiEiuöpUj ?r$di*
fcant ter dezer plaatze; die hem ene opvoeding ga^, twiöiéenA
komftig de gewigtige post^ waar toe hij was yoorbléfchikti N4
gi'ondig in de geleerde ta'en te zijn onderwazen j Vqlvóérdïl
hij te Utrécia zijne ftadien, en kwam eerang mèt zijnért op*
gèdanen fchat van kundigheden, in zijne gebporteftad te rug^
4aar hij den 9 féptember 1721 tot PrpponQnt vfif^ïéit ai:ige-
nomèn, én niet lang ledig op dö markt flöndtj fiiiat tjoor
ién Here des oogftés op dén 20 oclober 1722 in zijn ^yhgAard
te Kleverskerk werdt u t^eftotèn ; hier ruihi zès larei het
Eiiangelie bediend hebbende, w^erdt hij te ïïulst b'egeeiddCa
5 meij 1730, dan doordien /er voor de t^^iJ Jy)vö , Van den
Vorigen Pi^dikant Diderix een jaar moest gepi^Jikt worden j
Werdt hij 'er piet voor den 7 januarij 1731 door «ijnén ambt-
genoot P. M. Gargon bevestigd* deze gemeente heeft hi) ge-
durende den tjdkring van bijna 21 jaien met allé" liefde en
ene nauwgezette waarneming vin zijnen pligt, bel end; tér
"tijd toe dat hij na zijne vaderftad géieisd zijnde, om bij
ifcijne naastböftaanden eén bezoek af te leggen , hij aldaaf
ftijn grdf vondt; want hier overviel hem ere borstkwaal ^
waar aan hij reeds 's anderendaags, dén 21 feptembör 2751^
in den oiderdom van ruim 53 jaren overleed; zijnde nimmer
gehuwd g^^vessté — — Boekz.^ i75i» ^* bh 454-4574
ABSELIÜS (WILLEM) j geboortig van B-edai twtó een ^;
ieevd Kaithuizer Monnik, en Prior v^n het klopster die- or-
.4en te Brusfel^ en daai na te Brugge; hij overleed in *t jaa;
1471 ; en is 20 wel door zijne aanzienlijke geöoprtö aJs zi^rf
C 4 ^ !)&•
40., ACCAMA. ACHELEN-
nagelatene fchrlften , zeer beroemd — <— Val. Asdk. iibU^
theca Belgica. v. Goor, Befchr, van Breda. bi. 3<54.
ACCAMA (N. en B.), twee Fricsfche Konstfchilte, waal»
van N. de oudfte, geen onvcrdfenftlg Historiefchilder is ge-
weest, ook een leis door Jtalien heeft gedaan, en zig enigeir
tijd tot beoeffening der konst in Rome heeft opgehouden , ver-
koos na dode van zijnen broeder, die ongetro^iwd in het jaar-
1766 of 1767 ftierf, zijne vaste woonplaats - in des overlede-
nens huis op de gragtswal te Leeuwarden te nemen , en heeft
verfclieidene dogtew en enen zoon nagelaten. De jongde B. ,
heeft altoos te Leeuwarden gewoond, en een giote menigte
pourtraiten van Friefen en anderen gèfchilderd. Hij daagde
inzonderheid wel in het treffen, en fchilderde de.ftoffen en
I
klederen allerkunfligst
ACHELEN (ANTONIE van), gefproten uit een adelijk
Brabands Geflagt, is Schepen geweest van 's Hertogenhoschj
ge trouwt aan Auda Vogels , en is geftorven den 27 julij
1534* — Abk. F£RW£RDA, Geneal. en Wapenboek ^ lyBSï
I. D.
ACHELEN (FOLKERT van), is in 1587 Raadsheer ge*
weest in 't Hof van Brabandy gehuwd aan Anna de Beyens,
dogter van Goswin, Schildknaap, en van Agnes Eyckmans»
— — Ib.
ACHELEN (FOLKERT van) , een broeders zoon Van den
voorgaan len, was in 't jaar 1624 Raadsheer van den gehei>
men Raad; hij is gehuwt geweest met Maria Margareta,
dogter van Jacob Booaert, Ridder, Prelident in den R^ad
van Flaanderen, .^ Hij ftierf in 't jaar 1631* -— Ib.
ACHELEN (IGRAM van), vader van den laatften Foi^
KERT , is eerst geweekt Raadsheer , en vervolgens Prefident in
't Hof van Friesland^ en daar na Prefident van den groten
Raad te Meclielen; hij was in 1561 gehuwd aan ClemeNtia,
dogter van Gellius Hoytema en Mitzia Ayta. Hij ftierf
den 18 oélober 1604, en legt in de St. Jimbotas kerk te Mc"
chelen begraven. < Ib,
AQiE-
ACHELEN. ACHTSCHELUNGS. ACKER. 41. *
G ACSBELEKT (ROEI;AND van), wierdt in 1572 ótn 14
october. Grietman van Daraumaded , inplztiXB van den rebellee*.
arenden Augüstinus Oedtzma, lei den 29 dito den eed af in
handen van zijnen neef de Prefident Igram van Achelen , als
^an 't Hof daar toe gecommitteerd. Deedt in *t jaar 1576 af-
ftand van deze Grietenge, en wierdt nog in dat zelvde jaar
Grietman van JJennaarderadeel ^ door vrijwillige afftand van
Oene Wytsma, doch welke post hij niet langer dan een jaar
bekleed hebbende, daar insgelijks affland van deedt. Hij is
getrouwd geweest met Womck, dogter van Juw Mockema
en LiscH Heringa, bij wien hij ene dogter heeft geteeld,
met name Alegonda, welke in 1607 huwde, met Ka. el
Van Unia, Hoveling in IVirdum en Fcrwert. — — Jb,
ACHTSCHELLINGS (LUKAS) , van Brusfel geboortig ,
{s een kondig Landfchapsföhilder geweest, die Lodewyk Dt
Vodder tot leermeester heeft gehadt. Die Lukas, wist vaar-
dig en in een losfe ongedwongen trant, het penceel te bellle-
ren , bijzonderlijk in zijn boomen , en op zijn voorgronden ,
zijnde de eerflen natuurlijk getekend, en de bladen en takken
op ene kunftige wijze door malkanderen gewerkt, en do
laatflen gloeijend gekleurd en meesterlijl? behandeld. WeVer-
ïiiAN getuigd, zee veele heerlijke fchilderftukken van hem, zo
te Bntsfel als elders , gezien te hebben. ' ■ » Weyerm. Le^
ven der Schilders, II. D. bl. 5.
ACKER ÖACOBU$ op den), Predikant op Batavia, h uit
Nederland/e ouders voortgefpioten , geboren te- Meurs den é
december 1649. Na hier te lande zijne Ihidien \^ol voert te
hebben, vertrok hij in 1678 van Anjieldam als Predikant naar
CeijloTiy alwaar hij in 1679 aanlandde, en aldaar gedurende
ruim agt jaren het leraarsambt uitoeiFende; zijnde in 1688 van
'daar vertrokken naar Batavia, om in die hoofdftad van Neer*
lands'Indie, het Euangelium inde portugeefe fpraak te verkon-
digen, 't wdk hig ook een groot aantal jaren beeft verrigt;
hebbende in 't geheel den predikdienst met de uiterfte lof 'en
roem 52 jai*en lang waargenomen, onder een deiigdelijkcn,
^ 5 on-
4i ACKElStOQT. (IZAAK) ACOSTA* (GABRIEL i^
onbesproken én voörbccldigön Ivatjdd; ajndd bvérledtn op
^avia den 6 april 1731, in den hpgen oudeidom van mini
I3 ja en* Agker was een kundig man; big heeft de Bijbel'
in de portug^e fpraak ovcigczet, .n Ae nog big zijn léven aaii
êcn Batavifcn Keikcnraad overliandigd. Nog op Qnjlm' zijne
de , huwde hij Dina Agotha ^ oudfle dogter van den Predfc
kant Niklaas Agotha én Sara Visvliet^ beide van Amftel»
dam gebooitig4 waar mede hij geno^zaain 51 jaren 'm een
na (renaam gezélh'g leven heeft gefle.en , en bij haar 11 kin»
deiei veiwe-.t, waar van een zoon in dienst van de Kompas
gn.e is geweest, en twee dogteis aan voorr.ame ambtenaiea
daar van, zijn uitgetiouwd. BoekZi, 1732* bi bl. iaO|
I2i»
ACKËRSLÖOT (IZAAK), een deftig Burger van de Öoops^
gezinde Gemeente te ylmflddamy be.chonk bere\ens z^jné
huisvrouwe , Maroaretha van der Kindert , het oude Vrou^
wenhuis van hunne gezindte ter gemelder (lede , met 20,000
g^ildens; dit gevoegd, bij andere aanzienlyj^e giften, fte'de d^
Reser.ten van dat Godshuis, dat ie klein was en daai' by
bouwvallig, in ftaat, om in den jare ï759> ^" ^'^^^ ruimer
en aanzienlijker gebouw, tot bet zeivde einde voorb fchikt^
le^i;*: agter het oude te doen ftigteg. i Wagek. E^^clir.*
van Amjl, VUL St. bl. 545.
ACOSTA (GABRIEL d^ , een Pottiigétó Vah geboorte ^
die e^er, zulk een geruimen tijd in ons land heeft gewoond^
en iiJk een zonderling wezen is gewc^est, dat hiy ^net legt
jtanfpraak op ene plaats in dit werk h&dit, Eerst was bij ecp
Christe' , daar na een Jood, en vervolgens niemendal. Ge-
jduiende zijn verblijf te Amjleldamy werd hij tot zodanig vei-
Aegaanden trap van wraakzugt vervoerd j dat hij eerst zQgt zij-
•Jien broeder of ne^f, en daar na zig zelvên van 't leven te
l3eiO\'en. Op dezen, terwijl hij voorbij xijn huis ging, loste
bij een pistool ; doqh , het geweer weigerende , eji zig on^
dekt ziende, f.oot hij verbaasd de deur, en benam met een
iander pistopl ?ig zelven bet ieveug In xgue Woning vond
men
ACRONIÜS. (DANIEL,) (DAVlD,) GOHANNÊS)/ 45
men een latijnsch gefchrift, waar in hij de gevallen van zijn
leven en wederwaardigheden beknopt had opgefieU* ,
Kok, Vad, Woord, 1. D. bl. 199.
ACRONIÜS PAKIEL), een Nederlander j was in zijnlevön
een geleerd man, en gaf de Gefchiédenis van vele Steden
in 't licht, welk werk in 1651 te JFraiikfon is gedrukt ^
Koning > Biblifa* vet. (f nové
ACRONIÜS (DAVID) , is geweest Predikant te Hmpmi
!n Friesland i en overleed aldaar den 31 december 1738, iil
het 54fte jaar zijnes ouderdoms , waar van hij omtrent 34 ja-»
ten in dienst der genoemde Gemeente heeft gefleten. ■
Boekz.y 1739. «• bl. 139.
ACRONIÜS (GELLIÜS), is Predikant, meen ik té Leei^
garden geweest, een grooi^ij veraar, en wiens naam men me^
de onder den berugten brief van de Friesfe Predil^anten , In
X587 aan de Koningin van Engeland gezonden, geplaatst vindt.
■ Brand, Hift. der Reform. I. D. bl. 723.
^ACRONIÜS (JOHANNES), geboren in het Friesfe dorp
Ackrumy ftierf te Bazel in den bloei van zijn' jaren in 1563,
in welke Stad , hij met zeer veel roem de wis- en genees-
konst heeft onderwezen, ook v'e.fcheidene werken over dö
eerstgenoemde wetenfchap, heeft in 't licht gegeven* ■
Foppens, BlUiotheca Belgica. pag. 559.
ACRONIÜS (JOHANNES), wierdt in 162 1 als Predikant
<e Felp en Roozendaal beroepen, in 1627 te IVageningen , al-
waar hij gedurende 21 jaren het Leraarsambt met veel lof
uitoefFende, en is aldaar in 1648 overleden. — — . Soerman»
Kerkelijk Register.
ACRONIÜS (JOÖANNES), een Fries van gebooite, was
eerst Predikant tQ Wezel, vervolgens te Haarlem^ alwaar hy
in 1627 ftierf. Hij wordt befciueven als een geleerd man,
doeh van een' woeligen en onrustigen geest, daar bij een
driftig ijveraar te4ens de a^han^^ers van Arminics, Voorts
die door zijn oproerig en bedillènd kavaktcr vrij wat t\re-"
fpalt
^
44 ACttÖNIÜS. (RÜARDüS,) (WÜS^EL) AÖA,
Ipa't vBToirzaakte. — ^ Schrevblius in AiiFziKO, Bj/irAw
yon Haarlem*
ACRONiüS (RUARDÜS) , een broeder van den laatftèri
ToHANNES, insgelijks éen Files i was zeer ervaren in de God-
ge eeiiiheid en ualkunde, maar tcfibns eéh groot ijveraar té^
geriS de Remonftran'.en , en daar bij van een wbelzieken eii
drifcigei aart. Hij heeft zig onder anderen beroemd gemaaké
en zijn oplopend karakter ten toon gefteld , in zijn openbaar
geoerd twistgeüng ^® Leeuwarden in de Galiléer Kerk gehou*
den , mee Pieter van Cbulen een ijverig Poopsgezinde. In
li$oi, was hij Predikant te Sclüedam; en, in 1611 vindt msn
bem opgerekend als lid der Haagfche Conferentie.
ACRONIÜS (RUARDÜS) , ork RU ARDüS AMBROSIÜS
LUCASZOON genaamd, meJe eoFü'es van gebooite, werdt
in 1644 Piclihant aan de Ko^g, in 1649 te Bargen, en in
j 6 59 te Schdletiliout 9 al waai' hij in 1669 is geftorven* — i-*
SOERMANS, Kerk. Regut.
ACRONiüS OVESSEL), was in 1650 Predikant te -Har*
Vnsen c" wijdde in dat zelvde jaar op den 13 november, in
die ftad, de nieuwgebouwde Wcstcikerk in- -r — '— BoekZi^
^730* ^- bl« 509*
ADA , de dogter van Hendrik eenfgein zooh van David ,
Joning van Schotland, weidt iri 11 62, de egtgenoote van
Craav Florts den III. van .dien naam, aan wien zij ver-
fcheidene kinderen baarde; zij legt te Middelburg begraven.
* ' ' " Smallegange, Kron. van Zeelandi
ADA, Gravin van Holland^ dogter van Graav Dirk deKt
VII. van dien naam , en den XV. in den rang der Holland*-
fe Graven, wicrdt door beleid van baren moeder Aleid,
een heerszugtig wijf, in den .prillen ouderdom van nog geen
zeventien jaren ^ enkel uit ftaatszugt en oni de regering zelve
in handen te houden, in het jaar 1203, aan Willem Gravc
VAN Loon , verre in rang beneden zijne bruid , uitgehuwlijkt.
Volgens getuigenis van alle de Gefchiedfchrqvers vai haaren
tijd,
*l
ADA,. 49
l§d,: was Ada een allerfchoonlle meid, wiens bevalligheden
-uidokkend warörr. Dit jeugdige flagtoffer wierdt in ócn egt
irer bonden, voor dat haar vaders lijic ter aarde was befteld;
ia dat biccf onbegraven öaan, in 't zelvde huis., daar dz hu-*
welijksple2;tighqden yerrigt wierden , naar welkers völtre'.diing,
hfit naar Egmatut werd gpvoerd , en aldaar - ter aarde befteld,
Xreiiiige ongevallen verzelden genoegzaam de gantfche Icr
yensloop van deze Gravinne; want flegts agttien dagen na
liaai* huwelijk, wierd zij genoodzaakt door een vloekverbond
Van veele 'misnoegde. HoIIandfe Edelen, aan wier hoofd ?ig
Graav Willem broeder van .haren vader, bevond, naar dq
b'iirgt" van Leijden te . vlugten 4 alwaar zij fchielijk belegerd,
'cr\ genood:?aakt wierdt, fchopn alle de bewoqners der i^fjfi-
ïandfe dorpen op ds been kwamen , om den burgt te ontzet-
> ' , I ■ . ^1 . . .... . .
tón , door gebrek aan mondkost , zig pp voorwaarden over tq
j * ■ .......
geven. De ongelukkige Ada werd|: door hare veroveraars
'^fteld in handen van haren bloedverwant Willeai vaU
Teilingen, die haai*. piet alle heuschheid deed bewaren; doch
haar oom Graav Wil^lem , vervolgens in Holland gekomen ,
en door de Kmi^mers voor Graav erkend zijnde, deed haar
naar 't eiland Texzl brengen , ^Iwaar zij een kort verblijf ge-
houden hebbende, naar Engeland wierdt overgevoerd, en al-
daar enige jaren vertoefde. Schoon haar fterfuur door de
oude Schrijvers zeer verfchillende wordt opgegeven, is het
- • • .
cgter meer dan waarfchijnlijk , dat zij in het jaar 1208 is
overleden. .' " \ Zie eene uitvoerige befchrijving van deze
ongelukkige Gravin, in Kok, Vaderl. IVoorderiboek y die de
meeste Schrijvers aanhaalt, welke van haar gewaagd hebben.
Met regt kan men ook ter lezing aanprijzen , de levenfchets
van deze vqrftin, te vinden, in de Levensbefihrijmg van Ne-»
dcrL Mannen en Frouwen. V. D. bl. 281. enz.
ADA , eene dogter van Graav Willem den I. , vindt men
opgetekend, als zijnde geweest de agtfte Abtdis van RijnS"
hurg; zij ftierf in 1257 pf 1258, en wierdt voor *t hoge al-
taar aldaar begraven. ■ ' ■ Pars, Katw. Oudheden, bl.
348 en 382«
ADAL*
^ ADALGARDA... ADAM. ADAM4.
• ADALGARDA', was de naam écner vrouwe, vennold ftli<
de grootmoeder van den vermaarden Ludgerus , een der cer«
fte verkondtgers van het christen geloof in Prieslanct^ zij nam
met haaren ^(genoot Wkisuno x)f üsmo, ten «inde de la^
gen van den wreeden Radboud te ontgaan, de wijk naar
fhmkfijk, — ^— F0E5JB S|oerds , Ö. en N» FrUsl L D»
bl. 620,
ADAM (lISLE), een bedreven krljgsoverfte, welke In
de orgelukkige tweefpalt der Hoékfchen en Kahhelja^uwfchm\
het met de Hertog van Kóürgónje Weid, en dus de faatst^r
jnelde pairdj was toegedaan, Toien vrouwe Jacoba in het Jaar
X426, dè KaèbeljaauwfcJien zo deerlijk had geteisterd, en tott
voor de poorten van Leijden vervolgt , liepen 'de Kennemerlarh
iers hier door aangemoedigd, geheel Wèsifriesland iï^ en brag-
ten de ftedén onder de ge;höorzaanxheid van de Gravin, tol
dat de flad Hoorn ^ die geheel de zijde van den Hertog 'hield,
lien, zelv* na een ongelukkige ontmoeting, zo lang" weer»'
ftond, tot *er kloökemanfchap verzeld van eenige fledelingen
Van Amfteldam en Haarlem ^ te water binnen raakten. Dez^
2ijn onder het bevel yan onzen x^dam , zo heftig op de be*
leggers uitgevallen, dat zij na een llijfzinnigen wederflancj
geboden te hebben, gedwongen wierden te wijken, en du^
ongelukkig her- en derwaarts omftoven, ' » ■ Mieris a
Nederl. Vwjlm. I. D. bl. 39,
ADAMA (AUGÜSTINUS LOLLIÜS), Hoogleraar fn do
Geneeskunde te . ^flwe^er, een zoon van Lollius, wierdt na
de lage fcholea^ doorlopen te hebben , tot de Geneeskunde
opgeleid , en- ftudeerde in die tak onder Allardus Auletius ,
doen ter tijd geen onvermaai'de leermeester aan Friesland:
Hogefchool. Tot JDoktor in de wijsbegeerte en geneeskonsfi
bevorderd zijnde , werdt hij in Ï605 geroepen tot Reftoir der
latijnfche fcholen te Kampen; hier verbleef hij tot in het
jaar 1608 , wanneer hij den 27 mei) tq% Profesfor in de me-
dicijnen te Franeker wierdt aefigefteld^ in piaatB van den
overledenen Hoogleraar RAPHAëL Ciingbyu In iiecember
ê
»
ADA]VIA> (HENRICU5,) (LOLLIUS) 47.
tói^y tei-wijl hij het Reéfcoraat v^n de Academie waarnam"^
wieixit hij van zijnen post als Pi^öfesfor ontzet, doch om wel-
ke reden, is met geene voldoenende zekierheid te melden. Die
jngeva! overleefde hij. niet lang, maar ftierf reeds }n 1616^
ê,\ ■ ii>E, L. Vriemqet, jÉthen. Frif. pag.- 139,
' ADA]ViA (HENRICyS)', Piedikant te Zwolle, is geborei^
t^ Pingjum [n Friesland^ in het Jaar 17291. Na zijne letier-
peffeningen te hebben volbragt, wierdt hij met alle lof tot
Proponent verkoren, en kort daar na tot Komeflor der la-
tijnfche fcholen te Franeker aangefleld , alwaar hij met veef
vlijt de aan hem vertrouwde jeugd , in de letteroefFeninr
gen onderwees, tot in 1753, wa'ineer hij als Predikant to
Huijum in de nabuurfchap van Leeuwarden ^ wierdt beroepen.
Hier flond hij tot 'm het jaar 1762, als wanneer de roep-
ilemme volgende , hij in de blcejjende geméeiiie van Zwolle
wierdt verplaatst; daar hij als verdier.fllg' leraar en herder,
3e kudde hem toevertrouwd , met alle liefde en zorgvuldige
waakzaamheid heeft befllerd, tot op den 7 ju'ij 1797, als
.wanneer hij van eene flaapzlekte aangetast, door de dood
Van zijnen zwaarv/igtigen post wierdt afgelost, in den ouder-
dom van bijna t58 jaien , tot grote droefbeid van zijne agter-
geblevene weduwe Heraiyna Vos, zijne kindéren, gantfche
geineente , qn allen die genen welke 's mans beminnelijk eö
vredelievend karakter, van nabij gekend hebben. Men heefk
van hem in druk : De heüzaamjie en beste Raad in tijd van ge-
vaar j uit Jer. VL VS. 8., uitgefproken in eene Bedeflond,
- •
ter gelegenheid van den hogen water vloed in 1784.
ADAMA (LOLLIÜS), Profesfor in de wijsbegeerte te
-fïafiekcry vader van Augustinüs, denkelijk te Sneek in 1544
'geboren , is na zijne ftudien te Kkoningen volbragt te hebben;,
geweest Re<^or dör latijnfqhe fcholen te Dordreck , van wa;^
hij in het jaa* 1585 tot Hoogleraar in de wijsbegeerte aan de
4Bieuw opgerigte Hogefchoöl te Franeker is beroepen; welk»
^t hij met veel roem heeft waargenomen , tot aan zijn dodil
1de, weljËe voorviel in ^€09/ het ^sjfte z^es ouderdom^
* ^ Hij
4S. ADAMA. (TIERIüSjf
Hij heeft verfcheïdene verhandelingen over de Logica , Pig^r*
en Metaphijfica gefchreven , ook zijn *er drie Oratien van hem
in druk. E. L. Vriemoet, jéh. Frif. pag. 65.
ADAMA (PIERIUS), Predikant te. Boxim en Blesfum,
een broeder van He^ricus hier bovengemeld, is geboren to
fHngjum den 24 november 1725. Zijne Grootouders van
's vaders zijde waien. Petrus Adama, eerst Predikant te
^«m, en veiTolgens te Swek, alwaar in 1693 ^s overleden,
en Anna Faber, die een twede huwelijk aanging met Tjal*
LiNG Naüta, Secretaris van Ferwerderadeel ^ zijn vader was
GoDEFHiDUs Adama, Predikant te Pingjum^ die aldaar in
pr733 overleed, en ajne moeder Dirkje Altena, dogter van
den Ontvanger Altena, die na haar mans dood zig met 'er
woon naar Franeker begaf. Hier wierdt Puemus op de latijn»
fe fchool befteld, daar hij door zijn vlug begrip, gezond
oirdee , en inzonderheid flalen geheugen , grote vorderin-
gen maakte, en de meeste zijner medeleerlingen voorbij
ftreefde. ' De fcholen doorgelopen zijnde , beletteden hem.
tusfchenkomenvie omftandigheden , zijne aangevange e letter-
oeffeningen voort te zetten , en hij begaf zig tot een ander
teroep; dan de lust tot fludie en inzonderheid die der theo-
logie, deedt hem in een gcvorderder ouderdom beflLiten, naar
4infteldam te gaan , hier bevlijtigde hij zig zo ijverig in het
verkrijgen van kundigheden in de godgeleerdheid, dat hij de
aandagt en gunst van Amftels Leraren tot zig trok, en op
hunne aanbeveling., gaf hij onderwijs in de waarheden aan do
voornaamfte huizen van die grote koopftad. Dit beroep eeni»
gen tijd waargenomen hebbende, ging hij de Hogefchool te
Lingm bezoeken ; fludcerde daar vlijtig onder Proft-sför Samlcl
Meiling, en wierdt den 10 julij 1766 met alle ruimte tot
Proponent verklaart; waar na hem in 1767 het bercep van
Sleen in Drentlie werdt opgedragen , da^ hij des Heren woord
omtient 10 jaren verkondigd hebbende, in 1777 te Staphorst
en Roovem werdt beroepen ; hier verbeidde hij korten tijd^
doordien men hem in *t laatst van 1778, de pos: van herder
en leraar in de. gemeente van Soxum «1 tlesfum opdroeg;
ia
ADAMI. (GASP.) (HENDR.) (KORN.) ADEL. 4f
& deze flandplaats is hij verbleven tot dat de docxi hem daar
van afloste, welke voorviel op den 8 maart 1792, in den ou-
derdom van ruim 67 jaren. Aan Pierius Adama wordt het
getuigenis gegeven , dat hij zig in zijne verkering tot ene
wet Helde, om wel te doen; voorts, dat hij gulhartig en leer-
2aam was ; dat zijne leerredenen wel niet naar een kiesfchen
finaak gefchikt waren , doch egter getrouw , waarfchouwende ,
op geloof en bekering aandringende, gemoedelijk, troostvol;
doorzigt, oirdeelkunde en bondigheid zou 'er in uitgeblonken
iiebben, en ene doordringende ftem, zette daar geen geringe
Ikragt bij. Op den 16 april 1744, was onzen Leraar reeds in
den echt getreden met Rlurdje Tiensma, uit brave burger-
ouders te Franeker afkomftig ; bij deze vrouw heeft hij zes kin-
deren verwekt, waar van flegts ene dogter Wilhelmina ge-
naamd, hem heeft overleefd, die gdiuwd is aan Hetto Rei-
NALDA, Boekverkoper te Lemwarden. ■ Boekz.^ 1792.
•• bl. 418. 497.
ADAMI (GASPAR) , geboren te Schoonhoven „ een geleerd
man en Doktor in de Theologie; was eerst Pastoor in zijne
geboortellad , en naderhand te Utrecht y alwaar hij den .2
fcptember 1639 ^^erf. — — Hift. van 't Bisdom van Utr.
h D.'bl. 308.
ADAMI (HENDRIK), geboren te Appingadam in 1703,
is geweest Predikant te Bierum in de Provintie van Stad en
lande; hij flierf na een langdurige ziekte, den 18 junij 1747,
in het 44fle jaar ^nos ouderdoms. i Boekz.^ 1747. &.
bl. 247.
ADAlVtl (KORNELIS), vader van Hendrik, wierdt in
1698, tot Predikant en tefFens Reftor der latijnfe fcholen te
appingadam, aangefteld; hij overleed aldaar den 8 november
<
1721. — — Boekz.f 1731. b. bl. 121.
ADEL, is volgens verhaal der oude Friesfche 'Schrijvers,
de vader van Friso geweest , die voor den (lamvader der vol*
keren van dat gewest wordt gehouden. Deze Adw, zou het
l Deel. D gp-
^ APÏX, APELA,
gebic4 g<^vo<jrd Ji^bben, in zeker landfchap, dat de naam vtt
Bpn^iiStsk f^ifi(H voerde. Ook wil men, dat deze Adbl door den
tijran Agrammes , yit zijn rijk zou zijn verftoten , en me^
zijne drie zonen , Friso , 'Saxo en Bruno , naar Athene in
feallingfchap vertrokken zijn, alwaar zijn zoon Si\xo, eeno
wijl tijd^ bij Plato zou hebben fchoo.1 gelegen; doch zija
^Qo\\ Friso heeft h^t leger gevolgd , eerst van Filippüs en daar
na yp Alexander den grooten, en zoude eindelijk in he^
\W 313 voor Chiostüs geboorte, met zijne vloot in Friesland
zijn aangeland, h ■ ?. Pet^i, ^ft. FriJ..^ 5charlent
$is, Kronijk van Friesland ö*f.
ADEL^ de oudfte zoon yan Frisq, en dcrhalv^n de kleine
fpoo van den bovengemelden ^ is zijnen vader in *t rijk opge-
volgd ^ en had tot een huwelijks gezellin Zwobbina, die voor
ere dpgt^ van eenen der S'^abifche Koningen, opgegevea
wordt. Sommigen willen, dat hij 94, andeien dat hij 78 ja-r
yen heeft geregeerd ; wa.t hier ook van mag zijn , zeker is het
nogthans, dat alle daar in overeenkomen, dat hij een zedig,
deugdlievend en eerbarar vorst is geweest, di^ zijn volk door
goede wetten befchaafd , en met zijne naburen , in vrede en
goed veifland heeft geleefd, > Winsemixjs, ^onijk vaii
friesland i W- 12,
APELA , is de naam van eene der dogters van Graav Wig-
man DEN V, heer van Nardingerlond^ Urk en een gedeelte
van 't graavfchap Hameland. Zij had eene zuster Luitgard
genaamdi Z'^'dzaam , zijn twee verfchillender karakters als de?
ze beide zusters , uit dezelvde ouders voortgekomen. Luitgard
was zodanig beroemd wegens hare deugd en godsvrugt, dat
haar vader voor haar de abtdije en het nonnenklooster op den
Elterenberg deed ftigten, en haar daar over als de cerfle Abt-
disfe aanftelde; welke abtdije door Keizer Ottq den II, in
968. , met aanzienlijke goederen en voorregten wierdt bcfchon»
ken, waar van^ de giftbrief is te vinden, bij A. Matth. Anor-
/eff.. Tom- VI. pag. 43. Onze Adela, in tegendeel, wa»
wraakawgttg, hoognwcdig, wulps, en tot i^lIes. wat flcgts be-
geer-
ADELAi ADEIARD. ADELBERT, 51
gfiextexii en lusten kan voeden, ongemeen ^negen; ja om ia
% kort alles te zeggen, 'er was geen de minfte fptrank van
deugd in haar te vinden; 2}] trouwde met Imed, Graav van
^ikom nabij JVageuingen gelegen. Na veele godloosheden ge-
pleegd te hebben, als het doen vermoorden van haren zoon,
het voornemen om hare zuster door vergif om te brengen , en
meer andere boosheden , waar van de natuur moet zidderen ;
llierf dit ondeugende wijf in 1018. — — Zie een omftandig
verhaal van deze Adela, in Kok, Faderh Wom-denh I. D. bl.
a68-276.
ADELA, ene dogtcr van de bovengemelde, was benevens
haren broeder Meijtwerk , Bisfchop van Paderboni , erfgename
van de nagelatene goederen van haarlieder ontaarte moeder;
Zi] beipraken dezelve aan de abtdije te Eltm, waar in dezp
Adela, reeds onder het beftier van hare moeije Lüitgard,
het geestelijk gewaad had aangenomen, en ook aldaar haar le-
ven eindigde. Kok, Vad.Wowd, I. D. bl. 276.
ADELAIDE , zie ADELHEID.
ADELARD, in 't jaar 753 geboren, was eén Nederlander CB
kleinzoon van Karel Martel; hij wiei:d, in den beginne op-
gevoed aan 't hof van zijnen oomfj^YN, en begaf zig vandaar
naar de abtdije van CorUe; doch hij toefde hier niet lang, want
de begeerte tot groter afzondering, voerde hem naar 't kloos-
ter Mont Casfin<f van waar hem Karel de groote in 777,
deed te rug komen, en hem in 796 tot eerden ftaatsminister
van zijnen zoon.PEPYN Koning van Italië^ aanftclde. In 809
werdt hij met enige Prelaten naar Rome gezonden , om het zo
gerugtmakend gefchil over de onmiddelijke invloed van den
Ceest, te beflisfen. Na dode van Karel den grooten, wierdt
hij door deszelvs zoon Lodewyk y in de abtdije van Heze geban-
nen, en verbleef aldaar drie volle jaien; van waar hij naar
Corhie te rug keerde, en aldaar 73 jaar oud zijnde, in 827
overleed. ■ du Pin, Bi(U Ecclejiaft. Tom. 8.
ADELBERT is geweest Aartsdiaken van de Hoofd- of 5'^ Afar-
H^ kerk te Utrecht. Nevens anderen zou h^ als een medgezci
D 2 vaH
|| ADELBEKf, ADELBOLD,
v^i^ \'^ï<ÊBRORD, uit Engeland naar Friesland gezonden 2§n;
pm ^an de daar zijnde Heidenfchc volkeren *t EuangeHum te
Ycrkondigcn , en , na veele van dezen tot het Kristendam gö»
tragt te hebben, geftorven en te Egmond begraven zijn. — — *
gie uitgebreide- bier over , J. Kok, Vod. Woorden^ L 277.
AöEIJBERT, een F%anky Bisfchop in zijne geboorteplaats,
^raakte nevens Claudius Clement, eöu Sjchot in twist met Ba-
jnifack;?; zij beweerden, dat dc^e van denPays gezonden was,
cun DuitscJüand te reformeeren ; niet om het geloof in Christus^,
m^^r d^i) Antici^rist te prediken. Schoon dit gepne eigentlijke
^^ttqjij behelsdp, was het egter deerlijk op het zeer getast, eti
^iqn genoeg, om Bonifacius en alle de afhan^lingen van
R(y>fie^ tegen hen in 't harnas te jagen. Beiden zijn zij vervolg4
^a cjoo^: Pajs Zacharïas afgezet. Adelbert raakte vervolgen?
\\\ dQ gevangenis te Fuldo , alwaar hy is omgekomen^ y
Vag. Fc^l' Hiftr L D. bl. 392 enz.
«
ADELBOLD , was de zoon v^n Asco^nus , den tweeden
{feitpg v^n Friesland, Hem wordt een tegengefteld kaï-akter
f^ls dat van zijnen vader toegefchreven , *t welk een vredelie-
vend man was; hij in tegendeel een woelgeest, onrustig en
krij^zugtig, zig gefladig bezig houdende, met onder zijne na-
^uiQn twist te lloken, oproer te zaijen en oorlogen te be-
rokkenen; hij rigtte ook krijgfcholen aan, in welke de Friefert
in het behandelen der wapenen wierden onderwezen. Onder
zijn b^ftier , viel een worsten hoop Wenden of Gothen uit het
noorden in Friesland, verwoestende alles daar zij indrongen ;
doch de dappere Adelbold, geholpen door zijnen llrijdbaren
t)astaard-bioetler, Titus Bojaculü5, verjoegen hen met b^^
bloQde koppen. Eenigen tijd daar na, wierdt Adeluold dooij
^ne hevige ziekte aangevallen, waar op hij de yoornaamften
des lands tot zig deed komen , hun Titüs voordroeg, en deq-
?elven ^npr^es tot Hertog; deze verkiezing vondt plaats, want
Titus ^Iot ongeacht zijne tegenkanting, tot die waardigheid
verheven. T^ns alle verwagting herftelde Adelbold van
;^ne krankheid p waar op Titus hem aanbood» het beflier we*
der
ADEJLBOLÖv 8^
èer in handen te flellen; doch Adelcold, die met Kijnë z\C\si
te van zijnen fiaatszugt genezen was, weigerde dien last weden*
te aanvaaiderf; hij leefde voorts nog een geruimten üjd als een
fiil burger, zonder zig enigzints met de regering te bemoeljt ii
Men verzekerd, dat hij in zijn vroege jeugd, de Tongettn td^
gei>s ^e Romeitien^ en de Romeinen tegens de MakmitanM^ il|
't harnas gejaagt heeft. In. 't jaar 173 aanvaardde hij dè i:Ö*
gering, ftond'daat Van af in 185, ftierf iri 208, êri wérdf td
Stavoren bégriven. — — WiwSEMtüs, Kronijk 'van )?Hesté téU
il8~3i. en f. Sjoeéj>s y, fHesfche Jaarb. I. t). bl. 2bl-2ö4i
AÖELBÓLD, een Priesch edelman van gébooité, Wad dé
JCIX.Bisfchop van UirecJit; hij ftond voor zeer gfclèerd të bóek>
en was eên geliefde Raad vafi Keizer HekdrIk den II, dfe bfeiTi
tot deze waardigheid verhief; do6h ongelukkig öfttvohktó Uid
bevordering zijne aangeborene J;ieers2ugc , welké, clööi* tCÏÏ
ónvei-winnelijkbn drift, hem tot eén ooi- lugbigtig Vorst ih&ak»
te. Hij vorderde van Graav Dirk, de M:rwe , eèn èilüiid tiOl-
fchen I^das én IVaal célegen '; 'en , geftoord over deszöWs wei*
gering, plunderde en moorddfe hij in veelé tiollandf'e dorpöri ,
tot dat de overwinning den GtkVe begunfligdé. Dan gfev/Clcf
tb vei-geefe bepJroefd hebbende, ham hij zijn* Ccevlügt töt llst^
hij ffookte namelijk dés Keizers haat tégfens Dirk J Verkreeg dd
hulp des Hörtogs van Lóttharingen , benevens d'6. dfer Bii-
fchoppen van KêuLên en KAAinkYK, waar uit tën laatften éó:l
der bloedigfte oorlogen ontftond, dié misfchlen zcdért dé tijil
van Kaüel den oRöOTzijj gevoerd is. Hoewel ^ in dözd
tijden, de Is^ereldlijke magt door bijgeloof ^ onder de gcc?te^
lijke heerfchappij veelal moest bukken , werdt egtcr Bisfchop
Adelbojüd gedrongen . om vrede te vragen ; dan vj^ne eerasugt
iiu enen- anderen uitweg zoekende, bepaalde hij zig tot het ftig*
ten van voortreffelijke gebouwen. Onder anderen, liet hij een
werlc , dat Baldricus in Utrecht had begonnen , afbreken 1 en ^
in zeer korten tijd, een veel prigtiger kerk irt de plaats ftel"
len , waar van heden nog een gedeelte in wezen i$<4 DiC G^"
huis, wierdt in tegenswoordigheid vari Keizer liztiORiK doat
twaalf Bisfchoppen^ téi eere van den heiligen Masltiwvs Ingi^
D 3 Vïiié
54 ADELBRICUS. ADELBRICUS den IL
wijd. Het onrustig fcerkbeftier van Bisfchop Adelbold cin*
digde met sdgu dood, die in november 1207 voorviel. Uit
hoofde van zynen ijver tot vettneertlering van de göesteUjkd
goederen, is h^ na zijnen dood ónder de Heiligen opgenomen,
■ W AC. FacL Hift, IL D, bl. 142, 143. 146. 148. Scho»*
TANus, Kerk. en Wer. Cefch. van Friesland y bl. 80, 81 &c. .
ADELBRICUS, die men ook Aelbericus en Alberik, bg
de fchrijvers gefpeld vindt, was de vierde Bisfchop van Utr
reclit, en een Engelsman van geboorte; reeds in zijn vroeg*
ftc jeugd tot Kahunnik aangefteld, werd^ hiij geliefd, om zij-
ne bijzondere goede hoedanigI:ieden , en is door godsdienlligen
ijver tot voortplanting van het Cliristendom, herwaards geko-
men. Toen zijn* voorganger , de medelijdende Gregorius,
door ene beroerte aangetast, tot een kwijnend leven verviel,
benoemde deze hem niet alleen tot Vicaiis, maar begeerde
ook, dat hij hem in de bisfchoppelijke waardigheid zon opvol-
gen. Adei^ricus lleeds bedagt op het heilig werk hem aan-
bevolen, zohd den Munfterfen Bisfchop, Lutgerus, naar het
afgodisch volk in Friesland ^ om hen te bekeren, en de vervol-
gingen tegens de Christenen te doen flaken, waar toe zij door.
W1TTEKIND Hertog van Saxen waren aangezet. Gedurende,
deze onlusten, ftierf hij na een kort regeringsbeftier van flegts.
tien jaren, waarfchijnlijk In 788. — — A. Math. Fet. cevi
And. Tom. U. Batavia Soera ^ II. D. bl. 484.
ADELBRICUS den II, ook ALBRIK óf ALFRIK gei
noemd , was in rang de negende Bisfchop van Utrecht , een-
friesch edclnlan van geboorte , en een broeder van zijn voor-
zaat in die waardigheid , den godsdienftigen Bjsfchop Frederik,.
Hij zelve was een man van uitmuntende venlienflen, wiens ziels-
hoedanigheden zó veel te voortrefièlijker wiren , als zijn lig-
haamsgcftalte mismaakt was. Door het beleid van Odulph,
Kanunnik van St, Salvator te Utrechy in het jaar 838 tot deze
waardigheid geklommen zijnde , moest hij met de Christen
kerk, verregaande vervolgingen verduren, van de wreede en
all» vernielende Noorman len^ Cotlten, Zweeden^cn Wandalen,
die
AÖËLBÖJCÜS AÖELÉN. AdËLJBN; (Üx etc k.) SJ
dié vèlè g^bugt^n én dorpen langs (kn &;n/Wffi èii AJte^i '
verwoesteden; Hij verzette zig met allen ijver Degens d&
jirianm; deed ten dien einde verzeld van dfen gelöêrden O-
1)ULPH, ene reize naar het noordelijk gedeelte vah Ï^Wd^l
ftierf in het midden der negende eeuwe ^ na een regBrinjg^-
beftier van korte jaren, én na alvorens de kerk van titré(M\
jne^ de meeste ziyner goederen té hebbén béfchöi^eni ^ « ''«"•
i^EANDER, de antiq. Germ. Halma ^ Toned der Tm Ncïerh
ADELBÉJCUS ADELEN, dérdé Potestaat vin triedéd^
ieefde ten tijde van Adelbricüs den n,rBisfchop vtó Ütriètk^
omtrent het jaar 8soi H;.j verdreef de verwoestende jtmnwé^
nen uit Friesland, na dat dezen, langs den Law^fitwA ééii
deerlijk toneel van rampen hadden aangeigt ■ ■ HAZiÉA>
toneel. Fv Sjöjêrds> Friesfche Jaa^b. II. D. bl. aó*
ADELEN (BAÜK van)^ dë zustéi- Van ktAAS^ is ^W
ren den ió oétober 15295 en in het jaar 1547 getr'öuWt Üièt
Jacob van Kronenburg j gefprotèn uit éeii adelijkó fïÓÜdfid'
Je familie, zij ^as de laatfte van haar geflagtj woonde té
Pietersbièrüm op hét huis Kronenburg , door haren mart gé-
bouwt; en was ene zeer godvlezéndé, déugJzüme én ztigtöige^
dige vroutve, nedrig en edel van ziel; 2ij 'ftiéif zeer chiiij-
télijk op haren huize I^onienburg -, op dèn 26 april 1:803 ^ in
den ouderdom van ruim 73 jaren, én legt begraven té JHÜni^
Ungen in Sén dom Van 'u^lmenUm bij hare egtgénoöti -«aüiüM»
Abr. Ferweïuda, Geneal, Wapenboek y 1785. L Deel»
ADELEN (KLAAS van), ]& de laatfte geweest vah het
öiannelijk oir vian dit overoude Friesfche aanzienlijk gèftagt^
^aar vafTméri den oirfprong doet opkliöimÊn tot het jaar ^30^
t^anneer de ftamvader daar van inet name AbELRtcus, in Fries*
hnd te StxbiefwA; eén dorp niet vérré van Frhneker^ltg^ni
2oude gewoond hebben; ingevolge het getuigenis Vah döit
foopijkfehrijver Ocko ScharlensiSj lib. i* OnzöKtAAs dto
in alle eenzaamheid en ruste op zijn vaderlijk eifgoed hét flöt
te SexUerum^ leefde, bemoeide hem Wéinig met di^ wéréld of
wereldfe zaken. Hij ftierf op ótn 4 april ^1^61^ tn iviëirdc:
D 4 i^
56 ADELHEID.
in de kerk te Sexhierum, bq zijne voorouders bpgraveij#
— Ib.
ADELHEID, Abtdisfe van het klooster Fillich , tot het Aarts-
bisdom Keulen behorende , was ene dogter van Wichard van
Pont, eerfle Voogd van Gelderland y door hem verwekt bij
iijn twede vrouw, ene dogter van Herman, Graav van Zttt-
plien.' — — Kok , Faderl. Wvordenb. I. D. bl. 286.
ADELHEID', door Wicmard den III, bij Margaretha^'
dogter van den Grave van Loon geteeld, volgcie haren vader
in de regering op; zij trouwde in 1061, aan Otto, Graav
van Nas/au; die uit zijn eerde huwelijk, met Sophia Gravin
van ZutpJien, reeds een zoon, Gerlach genaamd, had ver-
wekt. Deze, omtient 36 jaren oud, bij Tsfelmonde gefneu-
vcld zijnde , had zijnen vader erfgenaam gemaakt van het
Graavfchap Ztapheti, het welk op deze wijze, door dit tweede
huwelijk, met Qelderlaiid vereenigd wierdt. Uit het huwelijk
van Graav Otto en ADELaEU), fproten drie zoons; deoudUe
Gerard, volgde zijnen vader in beide Graavfchappen op; de
twede Hendrik, was Graav van 's Heercnherg, en Al^ert,*
de jongfle. Proost van Utrecht. Vrouw Abelheid (lierf ia
't jaar 1085. — — Sugtenhorst, GeldeifcJie GefcJiied. V CU
VI Boek.
ADELHEID, ook ADELAIDE genaamd, was ene dogter
van JloBBERT den Fries, ^n van Geertruid van Saxen; zij
trouwde eerst met Canüt Koning van Denemarken , en vervol-
gens met P0GIER, Hertog van Kalahrien. Uit haar eerfle hu-
welijk , fproot Karel den goeden • Grave van Flaanderen , die
In het Jaar 1277, te Brugge wierdt doodgeiloken. — — Kok,
FaderL Woordenb. l. D. h\. 2S7.
ADELHEID, de enigfte dogter van Otto den II, Grave
van Gelder en Ztophen 9 'huwde aan Willkm den I, Graav
van Holland en Zeeland; de trouwplegtigheid gefchiedde te
Staroren y en 'er wierd vrolijk bruiloft gehouden. Door dit
^tverbond , wierdt het Gelderfdie met het Friesfche volk ver-
Z/OQUd; ook gaf hetzelve. aanleiding tot nog ene andere ver-
bind-
ADELHËID. ' 57
4fïidtenis, tusfchen GraavOrro's zoon üamelijk, Hendhik^
Én Ada zuster van Willem^ doch dit liep in duigen, door-
dien Hendrik voor de Voltiekking van 't huwelijk ftierf, ea
Ada wierdt enige tijd daar na de rampfpoedige huiswouw van
den Grave van Loow. De luister van vrouw Abelheid rees
tot aan den wimpel, na de dood van Gravinne Ada; door-
dien zij als toen het Graavlijk bewind met haren man in ban-
den kreeg. Zij flierf omtrent het jaar 1220, verfcheidcne
kinderen nalatende. ' ' Schrivbrius, Graven van Hollands
Sliqtenhorst, Geld, Gefchiedenisfen.
ADELHEID, ALYT, ALIDA, dogter van Diderik Graatr
van Kleef , getrouwd met Dirk den VII , Graav van Holland
tn Zeeland j was ingevolge het getuigenis der Historiefchrijvers,
een kloekmoedfge heldin , die veldflagen met het beste beleid
wist t3 befiieren , en met een gelukkig gevolg uit te voeren.'
Dan met dat al, was het een zeer ondeugend wijf, die nietsa
fchroomde wat vuile laster en kwaadaartigheid haar maar in-r'
boezemden, indien flegts hare eergleriglieid en ftaatszugt daar
door kosten bevorderd worden , ten uitvoer te brengen. Door
dezen prikkel aangelpoord, ondernam zij veel kwaads, en.
berokkende den lande menig onheil, ontziende zelvs niec
haar eigen dogter tot een ellendig flagtoffér te maken. Zie
ADA en DIRK den VIL — Wag. Faderl. liift. U. D.
bl. 299, 300 &c.
ADELIiEID, ALYD, ALYT, was een kindskind vaa
Hendrik, Hertog van LotJmnngen, bij zijne dogter Magteld,^
door Graav Floris den IV haren Qgtgenoot, geteeld. Jai^:
VAN Avennes, trouwde met Adelheid, ten einde een fleun te
bekomen, tegens de onregtvaardigheid van zijne moeder, die.
op de kinderen van haren tweeden man Dampier , het erfregt
zogt over te brengen. Hij bouwde hier op grotelijks, doc«:*
dien vrouw Adelheid, de naaste bloedverwante was v^n d(§n,
Roomsch Koning Willem. Na dat Gi aav Floris, in 1258^-
op een ongelukkige wijze , door een' wonde op een gehouden^
tournoijfpel te j^titwerpen bekomen , was overleden , weidt zij
D 5 vooj^-.
5* ADELHElbé
«
Voogclesfö over haren minderjarigen neef, Gr^v Ftoit;fl oew V^
De Zeuweii erkenden haar in die waardigheid; doch die van
Bolland^ göene vioiiwelijke heerfchappij willende gedogen^
verzettedcn zig hier tegen ^ en verleenden dit bewind aan
Graav Otto van Gelder , afkomftig u.it den huize van Nas-
«Au. Deze daad gaf gelegenheid tot verregaande twisten, en
Verwekte die dolzinnige opvattingen der Kenncme^s , „ om
^, alle de Edelen te moeten uitroeijen*" 'Er ontftond eeQ
bloedig govegt tiisfehen beide partijen ^ in Zuidbevelond^ doch
het lot der wapenen was voor Abelheid even ongelukkig , alt
de winter van haren leeftijd rampzalig; want na dat de jonge
Graav Floris , tnet de Flamingén een verbond had gefloten ,
en Graav Otto m^t toeftemming der Staten ^ van zijne voog-
dije was óntHagén , werd Aleid in den beginne wél op nieu^
Êet regeringsbeftier' opgedragen ^ doch na verloop vai] enigen
tijd, met fmaad uit het bewind gezet, ja zelvs vörpligt fn hef
Jaar 1275, Hdlatid te ontruimen* '■ ' '■; Altiw, Notiti rei-utlÈ
Ccm. WAG.Fade^L Hïji. IIL D. bl. 6. 8. 10. 18*
^ADELHÈID, of ALEID, ALYT, bijgenaamd vflrf PoeU'
geest ^ naar den vermaarden ftani der Hollandfè Edelen j waar
uit zij is gefproten.." Ingevolge het getuigenis van de Gefchied»
fchrijvers, moet zij. een allerfchoonst en aanlokkelijk vrouws-
perfoon geweest zijn; géén wonder dan ook^ dat Hertog
Albrecht van 'Beteren fmoorlijk öp haar verliefde ,* en zé
tot zijne bijzit nam. Met alle haie bekoorlijkheden, was
Aleid egter niet ininder wulps > ligtvakrdig en aan de welhisü
overgegeven , én bezat een fier en hoogmoedig karakter ^
inzonderheid toen zij tot enen verhevenen ftaax geklommen
"Was/ Zij was 'de Kaheljawwfe ^zvt^ toegedaan, eo hitste ia--
gevolge daar' van', Albrecht tegen de Hoekfen op ; het ver- '
melend vuur -vaji tweefpalt, *t welk nu fmeulende was, werdt
hier door vaft nieuwg>in ligte vlapimen ontftoken. Het ge-
drag van Albrechi* ten aanzien van Adelheid, mishaagde
ajhén zoon Willem niet weinig ; met verontwaardiging zag
ïg^,' hoe veel de tleijerijen van ene trotfe pntugtige vrouw
vermotten op het hait van ;djnen vader. Hét verdroot hem,
.1 enö
AD£LH£ID« ' 5^^
ene hoere meer te moeten öntzienf, dan ene eigen moeder.
Niet min ergerde 's Graven gedrag de Hoeksgesinden y wier
zi^de hij voorheen gehouden hadt, als wezende doen: hen be*
vorderd tot Ruwaard over Holland ep Zeeland, geduiende de
krankzinnigheid van deszelvs broeder, doch die nü doorhem
verdrukt werden. Zij konden niet dulden , dat hij door end
bijzit zig zodanig liet beftieren, dat zij, in phats van den
Graav en 's lands Staten ^ ene hoere moesten eeibiedigen en
gehoorzamen; dat zonder haar geene ambten begeven, geen
gehoor, noch recht kon verkregen worden; dat zij uit hun-
ne bedieningen fchopte, allen die haar niet naar de ogen
ssagen. De Edelen van dio partij, bemerkende den aflieer,
welke tegen haar bij Willem van Oostervant 's Graven
oudfle zoon, plaats had, venneenden hem geen ondienst te
doen , door haar van kant te helpen. Enigen van hun faam-
gefpannen zijnde, drongen bij nagt in 's Graven hof, vielen
met ontblcot geweer in 't vertrek van Adelheid , en bragten
l]aar in het jaar 1392, met vele wonden om 't leven.
Naar mate van de hevigheid der liefde, die Graav Albrechi»
voor Aleid had gevoed , even heftig was den trap zijner
tborn tegens de daders, die op zulk ene wrede wijze hem van
dit lieve fehepzel hadden beroofd; dan hij wist 'de drift zij-
ner gramfchap beter te ontveinzen, dan die van zijne liefde.
De beflöokjers, diejeelen in getal en groot in aanzien waren,
naar hunne kastelen geweken zijnde, werdt de Graav, door'
óen Kafeljamvfen aanhang, tot wraak aangevuurd-, en Inzon-
derheid, door Heer Jan van Arkel, die, met Egatond 'thoofj
vai^ dien aanhang was. De Hoekfen werden dan voor 't HoF
gedaagd y^och weigerden voor enen Vorst te verfchijnen, óio
ene ziedende gramfchap tegeiis hun voedde; hier op werden
zï] gebannen, en hunne goedei'en verbeurd verklaart: de voor*
naamften óver wien dit vonnis werdt- uitgefpröken, waren
Philips,- Bargraav van Leijden; Dirk van Asperen benevens
zijnen zoon,- de beide gebroeders van der Lek; Hendrik
VAN Montfoort; Jan van Heemstede; Jan van Vliet;
FiLiPs v^ Polaanen; Duivenvoorde enz. Met zeer veel
/ ijver.
4o ADELÜS. ADEMA- (BARO) (ÖOKKLË)
ijver, fmeekte Willem zijnen vader om vergiffenis voor hen i
dch hec kos^ niet baten; en hij vernam zelvs, dat hij ver-*
dagt gehouden werdt, als deel te hebben gehad in dien ver-
foc]^eIij:.en moord, of 'er ten minften zijne toellemming aan to
hebben gegeven, waaiom hij nevens anderen geraden vondt^
de vlugt uit *s GrasenJutge naar het kasteel uUtemy b^ Wou-^
irichem, te nemen. — Wag. VadtrU HiJi.UléD. bU 321*
ADELRICÜS , zlQ ADELE^f.
ADELUS, was volgens Suffridüs PEtRi, en andere oude
"Priesfe Historic-fchrijvers , de oudlle zoon van Friso,- die
Voor de Stichter van Friesland bij fonunigen wordt gehouden*
■ ■ Zie ADEL.
ADEMA (BARO), in 1683 te Snsck vkn fatzoen lijke bur-
görouders geboren, is geweest Predikant in de gecombineerde
gemeentcns van Oldefchoot, Mlldam^ Nijejchooty Rottum en
Katlijky in de provintie van FYiesland. Hij Merf tC' Leeuwarden ^
aan ene opftqpping Van water, den 30 julg 1745, in dén ou^
dérdom van 62 jaren. ■ BoekZi, r745» b» bl. 151e
ADEMA (DOEKLE), Predikant te N^jkerk in Friesland , ia
in 1687 tQ .Mctsh'wier geboren; zijn vader was Jan Doekles
Adema, Bijzitter of Mederigter . van Oostdongetadeel ^ en zijne
moeder Liefke Fryenburo. Zijnen klasfieken loop völbragC
hij , onder leiding v^n Joh. Hilarides ^ toon Conre6tor
te DoJikum, en van Izaak Valckenaar, Rector te Leèuwar'
efefz,' vervolgens t© Franeker als ftudent opgetekend zijnde^ ge-
noot Mj het onderwijs van de vermaarde Hoogleraren Rhen
T^RD en Bos, in de talen; Andala> in de wijsbegeerte, en
van ViTRiNGA de vader en v. ^. WaaiJen de zoon^ in de
gpdgeleertbeid. Met lof vijf jaren^te Frmeker doorgebragt heb-
bende, daal' hij in 1711 bijzondere blijken van zijne bejcwaam-
heid hadt gegeven, door het verdedigen van ene Disfprtatie^
is vera Subftaraia notione, begaf hij zig nog een jaar naar Ut-
reek 9 om de lesfen van Profesfor H. A. RoêL te horen; waar
na hij tot Kandidaat wierdt verkoren. In 1716 beriep men
heiB
/
ADEMA. (TJALLING) ei
tiem tot Predikant in de gecombineerde gemeentens van Hom»
huizen en Kloosterburen in Groningerland; en het was hier, dat
tiij zig in den egt begaf, met zijne nigce Martje Doekles
8YOENSTRA ; bij wien hij een zoon en ene dogter heefc ver-
wekt, yïf jSLVCn hier met alle getrouwheid en ijver zij. en
dienst als Leraar uitgQoeffend hebbende, wierdt liij te N^jkerk
in Friesland, nabij zijne geboorteplaats beroepen , in welke ge-
meente hij nog ijverig, als geU'ouw wagter de muren van dax
Sion , 1 5 jaren lang heeft bewaakt , doch van welke post hjj
door een ichielijke dood wierdt afgelost, die op den 20 meij
1736 voorviel. Boekz., 1736. a. bl. 716, 717,
ADEMA (TJALLING) , Predikant te Lange- en Kcrtezwaag
in F^i^slandy een broeder van Baro hier boven gemeld , wierdt
mede te Sneek geboren, in 1671- Hij beoeffende de eerde
gronden der letterkunde inz^nen vaderftad; begaf zig in 168S
als Student naar Franeker^ en verkoor aldaai* tot zijne Gama-
liels, de Hoogleraren van der Waaijen, Rocl en Vitrin-
CA , van wiens lesfen hij zig met vrugt gedurende zes jaren be-
diende, waar cia hij door de klasfis van Sneek in 1694, iiiet
voIIq ruimte en glans, onder het getal der Proponenten wierdt
opgenomen. Niettegenflaande zijne erkende bekwaamheid,
flond hij cgter verfchcidene jaren bedrij veloos aan den markt,
tot dat eindelijk den Heere des oogfles , goedvond om hem in
zijnen wijngaard werk te verfchafFen , door hem in 't jaar
1706, door zijn Goddelijk albeftier, het beroep vslti Donkerbroek
<;n Hatiwe te doen opdragen; in dit akkerwerk^^des Herei)
arbeidde hij zorgvuldig een jaar lang , en wiedde *g^ zo veel
onkruid als in zijn vermogen was; na verloop van dezen tijd,
werdt hij verplaatst naar Lange- en Kortezyvaag ; en het is
hier, dat hij gedurende een tijdvak van 34 jaren getrouw* en
met een naarftigen ijver, het werk van enen Euangeliedio*
raar heeft waai-genomen. In 1741, werdt hij van huis zijndp
krank, en van een gevaarlijke kwale aangetast, die een docJe-
lijk gevolg hadt, want hij overleed 14 dagen daar na, op
den 5 october, in het 7iffe jaar zijnes ouderdoms, ene bc-
idrufcte weduwe doch zonder kinderen nalatende. Tjallino
Ade-
/
^ ADGILLUS* ADINGEN,
Adema wordt van getuigd , dat hij. een uitmuntend karaktar
bezat, zeer vriandelijk was, opregt en zagtmoedig; en, om
^jne gul- en gastvrijheid, zeer gezien hij de kias&^broederen.
m Boekz.f 174.1, b. bl. 495, 496.
ADGILLUS, is de naam van de cerlle Christen Koning, dio
fHesland he^ft heftierd; hij wiérd in het jaar 631 , door Clo-
ïARius Koning der Franken, die dit gewest overheerd hadt, tot
die waardigheid aangefteld. Adgillus was , van zijne vroege
jeugd af aan, zagtzinnig en vredelievend van aart, zijn be-
nurind oeffende hij gedurende zgne mindeijarigheid , onder hef
opzfgt van vier voogden. Hij was het, die de christelijke
godsdienst in Friesland , hoe langs hoe meer .vestigde, en zelvs
in de naburige gewesten uitbreidde. Ook was hij den genen,
die de ccrfte uitvinder was, om de lage landfh-eken waar over
"hij het bevel voerde, ten eindevoorwaterftromen te beveiligen ,^
door dijken de woede der zee te beteugelen ; insgelijks liet hij
hoge Terpen aanleggen, waar van nog veele hedendaags in
Friesland gevonden worden ^ .ten einde in geval van doorbraak
dier dijken , ircnfchen en vee ene veilige wijkplaats voor het
Tijzende water te bezorgen. — — üb. Emmii, Rerum Frijïc^
mft. P- WiNSEMius, Krm, van FriesL bl. 56. C Schota-
nus, Ker^* ^ ^^''' Oefch. \an Friesland y bJ. 55.
ADGILLUS DE II. , ook wel ADELGILD en ALDEGILD
cf GILDUS , volgde zijn vader Radboud in het regeringsbeftier
van Friesland op, in den jare 710. Hij hadt een opzetrelijkea
haat tegens 3en Christen Godsdienst opgevat ,, en het reedè
ontluikende zaad, 't welk door de eeHle Geloofverkondigers,
onder het beftier van Adgillus den L, geftrooid was, ten
groten deele uitgeroeid; ja hij woedde met zodaj^ig geweld
daar tegei), dat 'er flegts weinig overblijfzels van in wezen
bleven. Dezen Adgili^us, die luttel goeds heeft uitgevoerd,
Hierf in het jaar 737, twee zonen en twee dogters nalatende.
■ C. Schotanus, Kerk. en Wer. Gefck van Friesland.
.Wag. Vaderl. Hift. l. D. bl. 352.
ADINGEN (JAN van), een voornaam Edelman, wierdt
op
ADMINIUS, ei
fp bevel van Hertog Albjert van Beyekct, toen Ruward
pn naderhaid Graav van Holland, te Quesmi in Henegmvwm
onthoofd, en zr.lks om dat hij een vcnnoeden tegens hem ha4
opgevat, als of hij vqrffc^ndhouding hield ract de vrienden en
^tanhangers van dqn krankzinnigen Graav Willem, ten cin^
de denzelven te verlosfen , en in enige zijner landen en -vor-t
ftendommen te herllellen; of, volgens het getuigpnis van een
geloofwaardig Schrijver, om dat hij nieuwigheden, ten voor-
dele van de Fïamingers in het hoofd had, verandering in den
Staat zogt te bewerken, en, ten dien e'nde wapenen en an^
dere gereedfchappen te zamcn bragt. Wat 'er ook van mag
pjn , den ongeluldiigen heer Jan , werdt met zulk ene onbe-
dagte verhaasting te regt gefield t, dac hij nauwlijks gevangen
tvas , of de doodftraf volgde. Dit wierd zo euvel opgenomen j
bij de zes broeders van den onthoofden here van AdingeN,
die alle ridders en dappere mannen waren , dat dezen bene-
vens vele. van hunne vrienden, door wraakzugt aangevuurd,
alomme in Henegouwen alles wat hun voorkwam, te vuur en
te zwaard vernielden; zulks de Hertog genoodzaakt werdt, een
•
heirvaart in Holland uit te fchrijven , en 't flot Aüngen te be-
legeren ; maar door des Graven van Fiaanderen zijne tusfchen-
komst , wierdt de zaak ten voordele der broederen bijgelegd.^
onder voorwaarden , dat Albert zelvs de vrede moest verzoe*:
ken, voorts een grote geldfomm^ opfchieten, en in *s Hag^
een Kapittel voor dertten Kanunnikken lligtcn, voor de ziel
van den onfchuldig gedoodden he^r van Adingen. Aan fiet
gemelde Kapittel heeft Albert, in 't jaar 1372, verfcheidene
goederen en voorregten gefchonken., en, die ftigting is nader-
hand door Paus Gregorius dèn XI, goedgekeurd ■ Al-
kemade, Munten 4^ Graven van Holland. Druk van 1700.
bl. 90, 91.
ADMINIUS, zoon van Cinobellinus , ene der Koningcii
van Brltanje , van zijnen vader uit het rijk gejaagd zijncle , nam
met enen kleinen aanhang, zijnen toevlugt tot Kaligüla, toen
deze Keizer in het jaar 40, verzeld van enen dartelen hoop
fdiermers , dansfcrs en vrouwvolk , omtrent den Rijn aan dert
^4 ADO. ADOLF.
jekant, en dus waarfchijulijk in het eiland der Batavieren zstn^
landde, vcx)rgevendc de Germanen te willen beoorlogen. Ka-
1.IGULA tiain deze jongeling terllond in zijne befcherming, en
fchreef weidfche brieven naar Rtme, als of men hem het gant-
fche eiland was komen opdragen. Men wil, dat Kaligula
dezen Adminius, en zijnen bijhebbenden Britten, het hof vail
Agrippina, 't wtlk aan de uitwatering dts Rijns bij Katwijk
gebouwd was, tot hun verblijf zou afgeftaan hebben, en daC
het, naar hen, zedert hQt Huis te Britten zou zijn genoemd
geworden. Het gene veel waarfchijnlijkheid aan dit gevoelen
* bijzet, is, dat men onder de overbüjfzels van het Hms te Brit^
teny een geldfluk heeft gevomlea, op het welk men de vier
eerde lettcien van den naam CiKOB£LLiNus,'en van de flad
Csmulodtmum , nu IVdlden geheten, fyclt ■■ G. v. Loon,
alüüde HolL Hift. I. D. bl. 67. Wag. Fad. Hift. I. D. bi. ^^.
ADO, was de grootvader van St. Ludoerus, een uitfle-
kcnd godvrugtig mensch, welke ten tijde van Radboud, Ko-
ning van Friesland leefde. Hij ftelde alle pogingen te werk ,
om zijn vaderland van dezen dwingeland te veilosfen; doch
dezen toeleg ontdekt zijnde, liep hij gevaar om door Rad-
boud vermoord te worc'en. Om zulks te ontwijken, viugt-
tc hij met zijne huisvrouw nzzr Frankrijk 9 alwaar hg in het
Christengeloof onderwezen werdt, daarvan belijdenis deedt,
en den doop ontving. Hij vertoefde in dit rijk, tot na den
^ood van Radboud, wanneer hij naar Friesland te rug keerde,
en, door Karel Martei,, kort daar na, met eenige landen
in den omtrek van Utrecht y befcbonken werdt. ■ Wm-
SEMRJs, Kron, van Friesland.
ADOLF, Graav van Meurs^ Nkuwenaar^ Alpen enz, is ge-
weest Stadhouder of Gouverneur van Gelderland ^ Utreclit en
OverfjsfeL Hij zogt, doch vrugteloos, door zijn goed beleid te
bofchikken , dat Nijmegen niet aan de zijde der Spanjaarden over-
ging; dan hij flaagde gelukkiger in 1585 te Utrecht 'm het
ftillen van een hevig oproer, tusfchen de burgerij aldaar ont-
fiaan. ^mpfpoedig was het einde van dezen braven veld*
beer;
ADOLF VAU DEN BERÖ. 6$
heer; want toen hij op den 5 öflober 1589, tt jHmh:m enige
nieuwe uitvindingen van vuurwerken bezigtigde , viel de vonk
van enen toorts in het buskruid, waar door twee nieuwelings
i|itgevonden* fchietgeicedfchappen los fprongen , en hem dode-
lijk kwetften , zo dat hij reeds den tweden dag na dit deerlijk
ongeluk overleed. Men vindt vrij algemeen van hem getuigd ,
dat hij een dapper, vroom engoedaaitig man was, onberispe-
lijk van zeden. Hij. ftierf kinderloos , en ftelde zijne gemalin ,
VQorheen de ongelukkige weduwe van den onthoofden Graav
Hoorn, tot zijne erfgename. >■ Halma, Toneel der Fer.-
fJederl. Wagen. Faderl. Hifi. VIII. D. W. 309.
ADOLF VAN BOURGONDIE, zie BOÜRGONDIE.
ADOLF VAN DEN BERG, was de opvolger van Reinarö
DETi V, Hertog van Gelder; hij hadt het middel gevonden, om
bij Keizer Sigismond door de kunstgi'eep van deszelvs gierig-
heid te voeden, gevoegd bij de welwillendheid dieveele Gel-
derfe fteden hem toedroegen , 20 verre in zijne gunst te
dringen, dat genoemden Keizer hem in het jaar 1425, met de
Hertogdommen Gelder en Luik beleende. Hij voerde zware
oorlogen, die grote ellenden veroirzaakten , hem in zwai;e
fchulden ftak, en van zijne, onderdanen ongehoorde belascin-
gen afperste , waar van ook het uitwerkzel was , dat veele in-
woonders zijner onderhorige landen, in de uiteifle armmoede
wierden gedompeU. Zig zei ven en ene menigte anderen, zou
hij nog meerdere onberekenbare fchaden hebben toegebragt,
indien de dcod nog niet tijdig een fpaak in het wiel hadt ge-
ftoken, maar dezen gelaste de fchikgodin in het jaar 1437,
zijnen levensdraad af te knippen. Hij iHerf te Keuleti^ en bc-
fchikte zijn's broeders Geraards zoon, tot erfgenaam. Eenpa-
rig werdt 'er van hem getuigd , dat hij buitengemeen onbe-
fchaamd was, daar bij van een oplopend en onftuimig karak-
ter; en wat nog erger is, dat men op zijn woord en gedane
belofte in het geheel niet aan konde, en hij zijne gemaakte
verbindtenisfen verbrak, zo dra zulks in zijnen kraam te pas-
fe kwam. — Halma, Toneel der Ver. Nederl. Sugtenhobst,
Qejclned. van Gelderland^ fol. 209» 211 en 2-1 2.
L D££L. E ADOLF
lW^«n? «n *l2Q ^^^ ^^ koaph^ndq] reeds merkdijk atn 1
l>;oeijer^ was , is 't niet ong^ond te denken , dat hij om d^
h^^l^rpn \t begunfligen, ten dpzen t^de, in dit qiland c;np
j\^\m P^^rkt geftigt heeft. Immers men vindt in de oude reis-
)s;^air§n van P^utinger, ene Mtukt van Adrianüs (Forum 4-
fif*m) gcïfteld, niet verre van de plaats, alwaar thans het
rfi^rp! Fvofburg is. Ojider hem, en zijne opvolgers Markus
AvR^MVS en Lucius Verus, fchijnen *Qr opk openbare wegep
t\\(^ \§ J^de aangelegd ^e zijn geweest. Ipimers mqn heeft,
«tritvi^n^ dQn aanvang def zestiende eeuwe , in een moeras ,
bü het dorp N^cMjk, ingtvolge het getuigenis van Heda,
Jfiilr'. U^tr^f P- 13» enen mjjl- of grenspaal gevonden, in welks
ppfchrlfit, van de beide I^ats^gemelde Keizers gewaagd wordt,
^a hlijke» dat 4ezelven voor de openbare wegen zprg gedr^-
pe^^ hebben, — — - Wag. Fdd. Hifi, I. D. bl. 190-192,
ADIVIAAN FLORISZOON, geboren te Umcit; den 28 fq-
t|i\^rij, of zo enigen willen den 2 inaart 1459; Js de enigfte
ffeJqrlander geweest, die immer den Pau^felijken zetel heeft
{}ekIonimeni Waarfchijnelijk was nij een fchuitemaker? kind ,
die. door^Tpaa^zaamheid zo veel bezuinigde, dat iiij ?ijn zoon
raar l^uven ter fchool kost zenden, Adriaan hevlijtigde
^ ^et ?o veel yvcr, dat ras zijne geleertheki roem begos^t
te verwerven, en hij tot Deken van de Leuvenfjs hoofdkerk
\verdt bevorderd, welke hij daar na voor de aanzienlijker post
v^n V^cekancelier van de Leuven/e Univ^rfiteit vcaii^isfelde;
hij is ook Proost te Utrecht geweest, en gedurende zijn ver-
blijf in Spanje y werdt l;em het bisdom van Tortoze opgedra-
gen. ÏJaar ging ?ulk een groten naam van hem uit, dat
lyÏAXiAjiLiAAN hciH in 't jaar 1515 tot leermeester van zijnen
kleinzoon Karel verkoos, en dezen post biaande hen^ den weg
^t de hopgfte kerkelijk^ waardigheid. Karel, naderhand
bekend onder den n^am, van Keizer Karel den V , betoonde
^0 veel genegentheid voox zijnen leermeester , na dat hij cei-st
Kqning; v^n Spanje eï\ daar na Keizer was geworden, dat hij
hem naar Spanje zondt, om het gexag van Regent bij het af.
jXefV^i) V^^ zijnen grootvader aan te nemen; i|iaar deSpanfaofr
dm
ADRIAAN FLOklSlÈÖONi H
ikn hadden 2ulk een afkeer Van hèt bewind vaü ëhiil VreSiü»
den , dat de eisfchen van Adriaan op ilaande Voöt VëtWoi^
jpen zonden zijn gewotdeh^ indien de Kardinaal ^^A|ifi<i)
enen tagtigjarigen grijsaard , doch doorflepen in ftaatïk\ih<}è >
fiiec uit achting, voor zijnen nieuwen meester $ goflemd hJéniz^
Adriaan tèt Régent te erkennen , en met hem het bewind tt
delen; daar deze egter enkel den tijtel van hidtj want Üb
MENEs fchöDh-faij.hem met de grootfte befcheidenheid éH BöW
met eerbied fcehandedde; hieldt de toom van het beftièir hl-
leen in handen. Kab,el in Spay'e gekomen zijode § Aeldé biy
zijn vertrek nsLBi Duitschland^ Adriaan aan tot Onderkohing
van Kastiliéy die intusfchen door Paus Leo den X tet Kardi-.
naai was verheven; doch deze keus boezemide de Kaailia^m
een nieuwe haat in tegen de vreemdelingen; en de Eddléii
jielvs, die 20 velè andere overheringen van meerder gewigÊ .
verdragen badden, waren zeer verontwaardigd wegens den
hoon, welke door dés Kardinaals verheffing ^ hunne ördcjl
.-^rdt aangedaan 9' zij verzetteden zig tegen die keus, wclk(i
zij voorgaven tjnwettig te^zijn ; doch zulks kost ^niet baten ,
de Keizer geen tegenfprëken gewoon j volhardde, vofc die tiji
in zijn'befluit, niettegenfhande zulks de grootfte onheilen
yoor hem te wege bragt; *
. Gedurende dit regeringsbeftier van Adruan in Spanje^
heerste in het Kohklave, het welk na het overlijden van Leo
DEN X, in 1527 gehouden werdt, ene grote verdeeldheid;
alle de kunstftreken , welke uit te denken waren , door lieden
grijs geworden in loosheden en kuiperyen , werden bij het dui*
gen naar ene bediening van zo veel waarde , in 't werk ge*
fteld. De Kardinaal Julius de Medicis, enen neef van LeO|
de aanzienlijkfte van alle de leden v^n het heilig Kollcgiej
zo door zijne bekwaamheden, rijkdommen als ervarentheld .
in zaken van gewigt, had zig reeds viyftien ftemmen verzie
kcrd , een getal , 't gêne volgens de wijze van 't Konklave ge-
noegzaam was om enig ander Kandidaat uit te fluiten 9 doei
het welk niét helpen konde , om de verkiezing op hem te dc«n
v^len^ Alle de oude Kardinjalen verbonden zig t^eu hom,
£ 3 %9n*
70 . ADRIAAN rLORISZOOÏ^»
zonder z'g ter begunftigipg-vani/icnwnd; anderü.fie vobèÉige»j5
Terwijl déze aanhangen alles ia ''t werk flelde» cm eUbaodD-j
ren te winnen, om te kopen of uit te fluiten^, ^ begaven Me-i
DicTS en dcszelvs aanhang, op zekeren morgen,. Tsig naar d«t
bus, daar volgens gewoonte elJien dag de ftemmen: in^gewoM
pen werden, en ft.:mdeii voor dod Kardinaal 'Aoai.uw va».
Utrtck. Zij bedoelden hier niets anders mede^ da^ ti^'tewit-
ren; maar de tegenpartij zig b^ hen gevoegd heWiende, za-
gen zij tot hunne gix>te verwondering en tot. die ranjgaiatscj»
Europa, enen vreemdeling, die iti hdky of bij hun die. vooj
hem ftemden, niet bekend was, en die geeix de ininfte kun-
digheid hadt van de zeJen va» ^t volk, of van 't .belang van*
ÓQn Staat, waar van zij hem de tering ^opdroQgWï,' cenftem*
meiijk tot ó.Qn Pausfclijken zetel. verheven, in ccnLallermoei-t
•jelijkfte en zwaarwigtige tijJsomflandigheid ,. welk: 'alle de
fchranderheid en ervarenh-ud , van de bekwaamfte PrelatMv
van 't gewijd Kollegie vo; derde. De Kardinalen onbekwaam
om Z2lvs reden van deze vreemde keuze te: geven ^ welke-
toen zij in ommegang uit het Konklave trokken ,; ben aller?,
lei hoon en vervloe!;ingen van 't volk op .den..hals. iiaalde^
eigende de verkiezing toe aan. de onmiddeL^ke! fefeftiering
van den Heiligen Geest; doch dezelve \s met meer zeker*
heid toe te fchrijven, aan den invloed van Don Jan MaIvüel,
's Keizers afgezant, die door 2i>ne bekwaamheid en loze ftro-.
ken, de verheffing gemaklijk maakte van enen Jnan ,* uit dank-
baarheid , uit belang en uit genegenheid dèn dienst . zijn'^
meesteres toegewijd. Behalven het aanzfeii dat Karel door
Adriaan's verheffing verkreeg ,« veifpreidde dezelve enen ni^M^
wen luister over zijn bewind; zijnen leermeester .zo heerlijk
te belonen , en op den Pausfelijken (lod een man te plaatzen ,
dien hij zelv' hadt groot gemaakt, waren daden van onge-
mene grootheid en magt.
Adriaan zijne verkiezing vernomen hebbende , begaf zig
wel dra op röis naar Italk^ om aldaar van zijne nieuwe
waardigheid,, onder de naam -Van Adrianusden VI, bezit te ne-
men. Het Rpomfe volk verlangde ook met ongedidd zijnet
^ * ■ • aan-
\
Wnkontet; maaï toen zij huhnën nteu\^é!l Öpj^rv(WMMiglh'^
konden zij hunne verbaasdheid en misnoe^n niet Verbétg^»
Gewoon adn dö voiftelijkö pragt van Juttus ^ én den héörl^kSh
luister Van Leo, zagen zij met verachting op lènen griji5ajtfC|
nedrig én eenvoudig in zign -voorkomen ^ -ftreng van vóAéti^
een vijand vin praal, zonder fmaak voor dè kotift^n-^ ttri iJitt
niets van die uiterlijke begaaftlieden bezat j #ölké het gèmciln
Verlangt in lieden , die tot hoge posten verheven liijn. Ei^t^6
ftaatkundigè inzigten ën ftelregélSj k\^amen a^.é MinUtëW
hiet minder vreemd voor. Hij erkende en betreurde A? ^
deugden, welke in de kerk en in Jiet hof van Rme Ing^flo'
pen warón, en bereidde zig om die te hervormen. H^ id0D*
dé geené begeerte altoos, t>in zijne familie te v^béfifenj ^1^'
iriaakte h§ zwarigheid die landftróken té blijvön bfczittèflj ^t-
ien door enigen zijrer voorzaten, eerder op ene bedrieglijke
fcn ge weldadige wyze, dan doot een wettig l-egt viJrktt^gOjl
waren, Li'edéh j zo weinig gfewoon Vorflen derzelvef gedrSs
te zien Tegelen naar zedekundigè voorfchrifteh , of nant d*
gronden va^i billijkheid, moesten noodwendig dé daden vm.
dén nieuwen" Paus, als onbetwistbare blijken van zijne zr/aH-^
jeid .en onervarenheid, befchouwen. AdriAan volfl^ékt pf^
kundig van het uitgeftrekte en famérsgevóegde fanienttel vaj)
der Italianen ftaatkunde, en die geen vertrouwen kon ftöllq»
in lieden, wier doorflepe loosheid in ftaatszakén zo ftridig
mét zijne denkbeédén waren, vóndt zig dikwils verlégöD 9fï
i)eflurte^oos in de raadplegingen; het gevoelen van zijne OH"
bekwaamheid nam dagelijks toe, en zijn perfoon 20 wel ^U
zijn ftaatkundig gedrag, werden welhaast het onderwerp t^iör
inedè zijne onderdanen den fpot dreven. Hij overleed d#fi
30 feptember 1523, na ene körtftohdige ziekte, en zijn dooi
verfchafte ongemeen veel genoegeti aan het volk van Rom^^
wiens haat en verachting voor den Oppei'priester,>andag tot
dag zodanig toert am, dat zij den volgenden nagt na zijn over*
lijden, de huisdeur van zijnen eeiften Geneesbeermet btoenr»
kranfen verfierden, en 'er dit opfchrift bijvoren? ^an ^
Verlosfer zijn's JUnds. Hij werdt In dé Sf. Pi^m .tej^l té Jtm^
E 4 ^
1» ADRIAAN FLOBISZOON.
begraven; en Willem van Ekckefort, een Brabander^ dt
enigfle Kardinaal dien hij ooit gemaakt heeft , deedt in *t ver-
volg een uitmuntend praalgraf voor hem vervaardigen, in de
kerk van St. Maria del anima ; en liet zijne overblijfzels der-
waarts brengen. Zijne vaderftad Utrecht is door hem met een
treifelijk gebouw verfierd , hoden n(>g overgebleven , en het
Paufefhinds genaamd. Voorts vindt men tot zijn* lof vermeldt,
dat hij te midden der grootheid , zijne oude Nederland/e vrien-
den niet vergeten heeft ; het was immers op zijne voorfpraak ,
dat Floris Oem van Wyngaarden , Penfionaris van Dord-
recJitj in zijne eer herfleld wierdt; ook is 'er nog een brief,
geboekt bij Beverwyk, hefcftr. ra» Dordr. bl. 329, waar bij hij
Floris keiyiis g^t van zijne verheffing tot de Fausfelijke
waardigheid, die hij betuigd, voor zijne oude Proostdije te
Utreck wel te wiüen afflaan. Met Erasmus beeft bij, ook
gedurende zijn rcgeringsbeftuur als Paus , vclc gemeenzame
brieven gcwisfclt, bijzonderlyk over de hervorming der kerke,
die hij dienftig oirdeelde , doch allengs te werk gefield wilde
hebben. Tegen Lutiier en de Lutlierfen^ was hij egter zeer
ingenomen, dringende in november 1522, op enen rijksdag
te Neurend^ergy fterk op het gebruiken van harde middelen te-
gen hen , wanneer zagten niet hielpen.
Uit al het gene wij van dezen Paus vinden opgetekend,
komt het ons voor, vrijelijk te mogen befluiten: dat hij van
een zagtaartig en deugdzaam karakter was , voorts nedrig , een
vijand van ontugt, matig in eten en drinken, fpaarzaam en
godvrugtig; in de fchoolgeleerdheid grondig onderwezen, doch
vervreemd van de kennis der ware wijsbegeerte; geheel geen
Staatsman, en, vooral niet berekend, pm de teugels van het
Pausfclijk bewind naar behoren te beftiercn. ■■■ P. Jovii,
Vit. Adr. p. 118. BuRM. Vita Hadr. VL F. G. Freytag, A-
nalcSta Utter. p. 412. S. Revii, Daventria illustr. Lib. II. p.
131, 132. Fabricii, BibL lat, med. Tom. IIL p. 536-538. >f
D. Gerdes, Flor. Librorum rar. Catal. BibL Bunav. Tom. III.
p. 40^. .C. Saxi, Onomast. Ut. Pais III. p. 95- AnaleSt. p.
593. 658. P. Bavle, Dia. ed. de 1730. Tom. IL p. 671--677.
Wa-
ADRIAAN VAN BERGEN. ADRIAAN SIMONZ. 73
Wagen. Fad. Hiji. IV. D. bL 339. 415. 440. Halma, Tontel
der Ver. Nederl. Robertson, Hift. van Keizer Karel den V>
III. D. t>I. 33. 42. 103. 295. 310 &c. Levens der Nederh
Mamim en Vrouwen . I. D. bl. 198-212.
ADRIAAN JANZ. van BERGEN, fchoon fl^ts een turf.
fchipper, verdient egter door zijne onvertraagde dapperheid,
ene vereerende plaats op de naamlijst van Helden. Hij w»
jiaamlijk de man, die in het jaar 1590 het turffchip beHier-
de, waar mede Breda door de Staatfen op de Spanjaarden
werdt hernomen. Het was een onvertzaagd mensch, en zou
2ig voor de goede zaak hebben laten doden 5 van 't een en
ander, hadt hij reeds in 't jaar 1573 blijken gegeven, ter ge?
legenheid vaïi een aanflag op Geertruidenberg y die hij doof
zijn beleid giotelijks bevorderde; ook werdt hem door df
algemene Staten in aanmerking van de grote dienften aan den
lande bewezen, een jaarlijkfe lijfrente v^n 500 guldens, en
daar te boven 1500 guldens voor eens, toegelegd; ei> zijnö
neven , Willem en Adr. Joostz. van Bercen , die als
j^ncgts op het vaartuig dienden, wierden ook niet vergeten^
maar ieder met 200 guldens in gereed geld,. en ene lijfrente
vm 150 's jaars hun leven lang befchonken. Adriaan flierf
in het jaar 1601 te Dordrecht, aan ene befmettelijke ziekte;
■ G. V. Loon, Ned, Hiftoriep, I. D. bl. 409. Wagen.
Vod. Hift. VUI. D. bl. 342. M. Balen, Befchr. van Dord^
reek. bl. 868.
ADRIAAN SIMONZOON, wierdt, om dat hij de Re*
monftrantfche gevoelens was toegedaan, in i(5i8 als Predikant
te CJiarlois ontzet, en naderhand om het bijwonen der Ker-
kelpe vergadering van dien aanhang te Rotterdam, uit den
lande gebannen, en met anderen naar JVaahvijk gevoerd j
dan het zwervend leven hem vervelende, verzogt hij bij re*
quest aan Gecommitteeide Raden van Holland, om vrij tO'
siogen wederkeren, welk verzoek hem ook wierdt ingewil-
ligd , mits de (^e van ftüjland tekenende ; zulks deed hij , en
week hoe langs hoe meer van de Remonjlrmm af, ging ten
E 5 laat-
t4 AÜRIAAN WILLEMZ. ADRlAANSi (MATTB.)
-katflén tot óéCjnirO'RemmiJirêjttenovèr ^ énöndcFtelTëndé him»
ue belijdenis enzi -— — Brand , Hifti cki- Reform, IL Ds
bi. 344. énau lil. D. bl. 463. enz. *
ADRIAAN willemzoon, ' was een dfer Aditïiriaiëni
beroemd cm zijne dapperheid, betoond, in het ontzet van.
h belegerde Leijden^ in 1574. — « Wagek. farf. Hi^
VL D. b!. 487.
• ADRIAANS (KDRNELIS) , beter bekend ortdér déti -feaaöl
Iraa Broer Kori^eLis van Brugge, doordien hij in de OM
Van die naam , gedurende dertig jaren als Franeiskkner Mons
hik en Gardiaan van die orden , met groten ijver hééft gepr©^
dikt Hij is io 1521, te DardreeJa geboren, bemoeide zig
maar al té veel met (laatszaken , 't we% ipaarzaam Voor een
Euangéb'e»Leraar betaamd ; hing de huik naar den wfndy hol^i
dende het altoor mèt ó6 bovendrijvende partij. Indien dè
predikatien ^ welke op zijnen naam uitgaan ^ wezentlijk v^
hemiljn, daar genoögzaam niet 'tin is" té twijffelen,- w^^iöt
ێn de^t keerl^ want dezelve zijn opgevuld, niet -alleen met
triviaale uitdrukkingen, maar men ontmoet gènoegzftaitt o^
ledere bladzijde, .onbehoorlijke erf tegens de goede zeden aia*
'druisfchende fpréekw^zen en oneerbare uitdiukkifigen, diè
het fchaamftcloze möisch moet doen blozen | geön wonddr
dan ode, dat hem In 1576 het prediken wiérdt verboden;
hij leefde nog enigen tijd hier né, maar ellendig kwijnende >
en met vele ziektens , de vrugten van zijn ongebonden le^
yen worftelende $ tot dat de dood medeEjdcn met hem kreeg,
en hem op den 14 julij 1581, in den ouderdom van 60 jareu
wegrukte. — ' Halma, Toneel der V^r. Nèderl,
' ADRIAANS (MATTHEUS), een bekeerde^ Joocf, zijnde
een Spmjaart van geboorte, en Med. Doktor van beroep,
werdt op aanbeveling van den groten Eras^s, toen het Col-
Icgie der drie TaJen door Jeronimus BuSleiden in hét Jakt
151 7 te lAuven wierdt géftigt, tot Hoogleraar 'daar v^xï 'm dé
hebreeuwfe taal aangefteld ; hij nam dk beroep aan , kwam
-len dien einde uit DuitscUani over, en hieldt zijn eerflé
opön-
AORIAAN^N. (ALEXANDER) ADRIANJ. ^
^^pcnbare les of> den i d^ember ,1518. ■ Mieubüs, dt
'Smptor. S:xc. XVL pag. 10 en 29/
' ADRIAANSZEN (ALEXAKDEK) , van Jniwerpen gehoor-*
tig, is een braaf Schilder geweest in flille levens, vrugtea
en bloemen. ■ Weyerman, Leven der Schilders, II. D.
bl. 216.
.. ADRIAANTJE, een oude vrijfter, .waar van de meldipg^
hier. weinig te pas zoude komen, wai^,het niet, -dat zij dö^
gg^one leeftijd der menfchen, door den Koninglijken Prot
pheet op 70 èi 80 jaien bepaald, verre hadt. overfchreed^
want zij llierf te Zut^hen^ io\ jaren oud zijnde. ■ Hal-
HA, Toneel.
n
. APRIAAKZ (JASPER) ,. vindt men .onder het .getal van
die genen opgeteliend , welke door den Hertog van Alva te?
^en den 20 maij 1568 wierden ingedaagdj^ , cm in 's Hage voor
den Bloedraad te verfchijneii, ten einde zig te verantwoorden
tégehs de befchüldigingen van den Bailjuw, daar in b:flaan'^
de : van de nieuwe lere te zijn tóegedaan , Predikanten van
dien aanhang te hebben gehuisvest efiz. Dan hij verfcheea'
niet, en was te wijs öin zig aan de wrede barmhartigheid
tan^ ^Qn öntmenschten Alva te vertrouwen ; veel liever ver-
koos 'hij', als balhng zijnes vaderlands heroiti te zwerven^
't welk ten ". gevolge hadt , dat hij wierdt gebannen en zijn©
goederen verbelu*d verklaard. « ' .- Marcus, Sent. bl. 55.
ADRiANI (ADRIANUSl) , een Jefuit van Anfsverpen ge^
boortig, ging in 1544 naar Leuven , alwaar .hij gjeduiende ver-
fcheidene jaren de broeders van die orden bellierde , alvorens
'fer zelvs nog een collegie van 'm. é\Q ftad was opgerigt In
1551 deedt hij plegtige profesfie van de vier Ge'often , In
handen van den berugten Ruardus Tapper. Na de dood van
St. Ignatiüs, werdt hij naar Rome ontboden, om bij de. ai*
gemene Congregatie tegenswoordig te zijn, die de twecdo
Generaal van het Genootfchap meeste kiezen. Hier.vondt
bij .zig zonder het ^e weten in handelingen gewikkelt, dX9.
- ' ' regt-
a6'-'\
jé AÖfiltHEM* AÉB1NÖ^
ïfegt(!t<jeks tegens zijne inllelling aandruischten , et ^reel oiöf
rust zoude hebben kunnen verwekken ; maar zo dra hij bo»-
merkte dat men misbruik van zijne eenvoudigheid hadt ge*
maakt, keerde hij naar Fhanderm te rug, alwaar Iiij zig aan-
ïioudend toeleide, om zijn* naasten met veel ijver en ftigting
te dienen. Hij ftieif te Leuven op den i8 öftobér 1580;
heeft vele terhandelingen gefchreven , die alle te Lemm ge-
drukt zijn ; onder anderen ook , over de SfnWajó^ of inbendi^e
isiil bart 45ob; dit wetkje is naderhand in *t latljn vertaald^
door G. Brunesïus» en in 1601 te Keuten gedrukt* f<
80TW£i: , de Script. Sociitatis Jffut
ADRICHEM, is de naant van een adclijk en van ouds ver-
fnaard geflapt in Holland^ door huwelijken vermaagfchapt aan
die van van der Düssen, van Leydbn en AIeerüIan. —*.*-•
HalMa, Toneeté
ADFLiaiEM (CHRIStlAAN van), gptorén te Delft deiï
14 februari] 1533, een zoon van Adriaan Claasz. van A-
toRiCHEM, Burgemeester der gemelde lïad, wierdt op den 7
ïnaart 1566, tot Priester gewijd, en vervolgens tot Överflo
van Barbaraas Klooster. In de eerfie drift van vervolging tch
gens de Roomschgezinden , werdt hij uit Holland verdreven ,
verborg zig eerst te Mechelen, vervolgens te Utreck, en
^ar na te Keulen* Dus als een balling, zija leven tot pp
den ouderdom van 52 jaren gefleten hebbende , overleed hij
den 20 julij 1585. Hij heeft verfcheidene boek»n gefchreven,
en de roem verkregen van een geleerd man te zijn geweeste
p ■ Val« A^i^»i Bibl. Belg*
', ADRICHEM (THOMAS van) , Predikant te tTestzaandam ,
hadt net 45 jaren, 9 maanden, drie weken en drie dagen
§eleeft, toen op den 17 fcbruaiij 1753, zijn levensdraad, door
de dood weidt afgefueden. ■ Boekz.^ i753» o. 220*
AEBINGA, een adelijk gcflagt in Friesland, geheel uitge-
ftorven , doch zeer bekend wegens de geweldige partijfchap-
pcn der Schieringers en Fitkoopers. De laatile van dit geflagi
waar
AEDGERÜS. AELHUISEN. * 77
»
wtar van men gew^d vindt, was Tjemk van Aebinga,
huisvrouw van Tjalling van Camstra, welke in 1614 over-
leed, ingevolgd haar graffchrift, nog ten huldigen dage te
Sexbierum voor handen. — — Winsem» Krmijk yan Friesland.
AEDGERÜS (KORNELIS) , ook bekend bij de naam van
Edgbrus van Engenhüis, was een Leeuwarder van geboorte.
Zonder in geleerde talen geoefFend te zijn, maar enkel door
aanhoudenden ijver, vlijtige oefFening en oplettende verkp^-
jpring met voorname wiskonftenaars , bragt dit fchrandcr ver-
nuft het zo verre , dat hij een zeer ervai'en Landmqter wierdt ,
en van veel nut geweest is. Na dat hij met den aanvang der
J^ederlandje beroerten^ naar Keulen was vertrokken, vervaar-
digde hij aldaar een buitengemeen naauwkeurige Kaart van heC
^eulfe gebied, die in I5g3 in 't lipht wevdt gegeven* — -p
5uFFR. Petri, de Script. Frif.
AEGIDIUS , denklijk naar zijne geboorteplaats Ruremundo'
ms gebijn^amd, wierdt in het jaar 1585 tot Recbor der latijn-
fe fcholen te Deventer aangqfteicj. Daar wordt van hem gc^
tuigd, dat hij eqn zper geleerd man was, * G. Dumbas,
Kerk. en Wer. Deveraer. h D. bh 307.
AEGIDIUS, een D^/v«waf van geboorte, een zeer geleerd
man en Profesfor in de Godgeleerdheid , tcfFens een vloeijen*
de Dichter, bloeide in *t laatst der vijftiende eeuw; hij was'
een vriend van den groten Erasmus, die een allerlofFelijksC
getuigenis van hem geeft. ■■ Sweert., Aih. Belg. p»
106. Bleyswyck, Befchr^ van Delft. bl. 755.
AEGIDIUS (WILLEM) , geboren tq Wtsfek^k in Zeeland,^
was een vermaard Wiskonftenaaj: , die omtrent t midden der
\4]ftiende eeuw leefde. JEIy is beroemd geworden, dóór ene
latijnfe verhandeling over de Sterrekunde. ■■ Fiu
SwEERTii, Ath. Belg. p» 305,
AELHUISEN QOAN van),, is in de 17de eeuw Refter
der latijnfe fchplen te 7ï^/ geweest; een kundig, arbeidzaam
Biensch. Hij beeft en^ uitlegging over de Redmkunde van
Ra-
7S AËLST. (EVERT v.\n) AELST. (WILLEM vanJ
Ramus in \ licht gegeven, welke in 1664 te Tiél is gedrukt;
verders, Fïoscvli incormptce Latinkatis, m iimo. Tiela 1672;
ten laatflen vervaardigde hij, ene laüjn'e overzetting vair
Davids Pfalmen in vaarfen, gcfchrkt om bij het doen van
Predikatien in die taal aan de Hoogefcholen te kunnen wer-
den gezongen, waarom die ook met muzijknoten, in 8vo. ta
l^ijden, in 1683, ten gebruike der fludeerende jeugd , zijn ge»
^ukt» ' KoEJOTG,, Bibliath, yetus (^ nova.
' AELST (EVERT van), geboren te Delft, Jn het jaar
1602 , was een braaf Schilder, in allerhande foorten van
ftilftaande leven, bij voorbeeld, in dode Vogels, kniiden,
tuiten , ijzere harnasfen , ftorramutfen en alle foort van glan^
Cge metalen , die hij haren behoorlijken glans en weer-
fchijn, wonderlijk naar vereisch wist te geven. Hij flicrf 55
jaar oud zijnde , in 1658- ' Weyerman , L^ven d&p
ScJttlders. II. D. bl. 17.
AELST (WILLEM van), insgelijks een Delvenaar, een
1>roedei*szoon van Ev^ert, by wien hij zig ook eerst in het
fchildercn heeft geocfFend, was inderdaad een groot kunfte-
naar, die de bloemen en vriigten zo natiimrlijk wist te ver-
beelden, dat zij weinig aan het leven behoefden toe te ge-
ven. In zijn vi'oege jeugd reisde hij naar Frankrijk , en oef-
fende zfg aldaar vier jaren in de fchilderkonst; waar na h^
jbcdien bezogt , en aldaar vele jaren meest te Rome doorbragt,
^jndc zeer wel gezien* bij de Vorften, Kardinalen en andere
voorname perfonaadjen. in 1656 keerde hij naar zijn vader-
land te rug, begaf zig eerst met 'er woon naar Delft ^ vervol-
gens naar jimjieldam^ in welke wereldflad zijn lieffelijke konst;^
taferelen naar waarde wierden beloond en geprezen , en
nog ten huldigen dage door de liefhebbers en kenners hoog
gefchat worden. Dan doordien de verhevenfte verftanden
niet zeldzaam door gebreken worden beneveld, zo was on-
een VAN Aelst onder anderen ook eein hoofHige en daar bij
driftige knaap , dfe ligt geraakt werdt , en dan geen mensch
«itzjg. Men verhaak, dat hy voor «ca Burgeiacester van
4»^
AEMILIU8, (ANTHOlUüS) yg-
^fiéldam het zeil niet willende ftrijken , in een zaak x^ar
in hij veiineende gelijk te hebben, opftoof, zijn bovenkleed
losrukte , ^n op zijn borst den gouden penning en kecen > .
toonde , waar mede hij door <ien Groot Hertog van Jhskaa^
fiA) was befchonken;, tefFeiis -den Burgemóester toeduwende*
j, Gij zijt met een geldzak om üav hals gebaren , en dat is *.t al;
,,, maar dat ik hen 9 ben ik door verdienjle.** Dogh hoe groot*
pioedig en kirrelig van inborst hij ook was , wist Cupido
hem egter door middel van een dikke moflin die bij hem als
dienstmaagd woonde, zodanig te treffen, dat hij finoorlijk op
haar verliefde, bij haar koide en 'er zijn echte wijf van maak-
te, bij wien hij drie fchone kinderen teelde. In dien tijd
woonde hij op de Princegragt bij het waale weeshuis, air
waar hij in het jaar 1679 ook overleden is. Niet lang na
^jn dood, hoepelde de weduwe met hare kinderen en eea
klein kapitaaltje , na haar geboorteland te rug , daar eea
brouwer op de fchijven verlokt die zij mede bragt, haar
trouwde; en niet lang hier na viel haar oudfle kind een wei-
gemaakt jongetje, in de brouwketel en verbrandde, ■ Be^
Jcifr. der Stad Delft, in folio, bl. 785 en -jSóf
AEMILIÜS (ANTHONIUS), een Jkenaar van geboorte,
is geweest Hoogleraar in de Gefchiedenisfen te Utrecltt. lïij
wierdtden 20 december 1589 geboren, zijnde zijn* vader «en
voornaam Koopman, die eerst te Aiifwerpeny en daar na te
Ro'me handel dreef; doch de leere van het Pausdom warSji
en den Gereformeerden Godsdienst aanklevende, vertrok hg
van daar, begaf zig eerst na Aken,^ en vervolgens naar Dori^
reclit, Aemilius na zo te yfiim als te Dordrecht en te Leijden ,
onder de beroemdfte mannen van dien tijd geftudeerd te heb-
ben, volgde 26 jaar oud zijnde, Vossius in het Rcétoraat té
Dord op, wierdt ruim drie jaren daar na, met die post üe
Utrecht begiftigd, welke hij wel dra met die van Hoogleraar
verwisfclde; vervolgen» werdt h§ te Ledden beroepen, oüi
z^nen teermeester Vossn;s op te volgen ; doch zijne wedd©
i&Utrechê vermeerderd zijnde, bleef hij aldaar tot zijn dooi
'Hoe , die op den xo november 1660 plaats rondt. H9 bedt
» • ■ . cni-
80 AEMILIUS. (GERARD) , (KORNELIS) , (ROBBERT)
«lige latijnfc Redevoeringen in digtmaat uitgegeven, en fs
een geleerd man geweest — Königu, BibL vet. (f nor.
J, F. Reitzii, Ora$io de origine Gymnapi Hieronijmiani, pag.
35 en 26i Gasp, Burmanki, Trajeüum eruéiuuL p. 3-d»
Otal. BibL BvMv. Tom. L Vol. IL p. 1009. C Saxi,
Onomast» lUer. Pars IV, p. 405*
AEMILIUS (GERARD) , Predikant te Zwammerdam , is ge-
boren te Leijden den 15 junij 1692; zijn vader was Robbert
Aeiitlius, Predikant en Regent van *t Staten-koIIegie in HoU
tands akademie-ftad , en zijne moeder Johanna Maria Hasius ,
ene deftige matrone. Gekard huwde den 26 junij 1721 , met
Elizabeth Anthonia van der Meulen, bij vfien hij een
zoon heeft verwekt, die vroc^jdig is overleden; hij zelve
ftieif den 8 januarij I757> en dit is al *t merkwaardige dat
wij in ftaat zijn , aan onze lezers , van dezen Heilgezant te
berigten. Boekz. I757- «• 84.. ,
AEMILIUS (KORNELIS J , Predikant te Haestrecht , broe-
der van Gerard , weten wij niet anders van , als dat hij E-
jneritiis zijnde, te Jmjleldam is overleden, den 15 april 1754.
p, ■ Jloekz, 1764. a. 482. 489.
AEMILIUS (ROBBERT), vader van Gerard en Korwe-
Xis, is geboren in Oud-Beijerlandy daar zijn vader Gerard A»*
jkiiLius , de beide profesficn van geestelijke en lighamelijke
Mcdicijnmeester uitoefFende, dat is, hij was teffens Predikant
en Doktor; iqts zeldzaams, doch egter zo vreemd niet als in
onze dagen, daar men Moses en ASron, veelvuldig in een e«.
lienzelvden perfoon verenigd ziet.
Dan om tot onzen Robbert weder te keren , hij genoot in
zijn eerde jeugd, het onderwijs van zijnen vader, niet alleen
in de gronden van den godsdienst , maar ook in de beginzelen
der latijnfe en andei'e geleerde talen; vervolgens liep hij met
veel naarfliglieid de klasfieke fcholen te Dordrecht door; en
ging in 1683 naar Leijdens Akadcmie, alwaar hij zig in de
talen en wijsbegeerte oeflFende, onder toezigt van de heren
Grohovivs , DE Voller en Schaif, en vervolgens in de theo-
iogici
• AEMILJUS-CRÖBBERT) «f
fcgie, het ondelrwijs genoot, van Profesfor Witticeiüs; om?
Hent vier jai eqï hier mede onledig zijnde geweest , wierdt hy
jnet algemene toejuiching door de Klasfis va.j Zuidholland ^ op
iiet register der Proponenten aangetekend. Infeptembcr 1688,
werdt hem het beroep van Nieuw-Beijerland. opgedragen, io
welke gemeente hij op den volgenden 21 november door zijnea
vader als Leraar wierdt bevestigd. Hier verbeide bij, het
woord des Heren met alle vrijmoedigheid en viugt verkondi-
gende, tot pp den zi februarij 1700, wanneer ene roepftem-
me hem> naar DelfsJiavm lokte, daar hij insgelijks door zijnen
vader wierdt bevestigd; doch hier was zijne werkzaamlieid
van korten duur, want ruim een jaar verlopen zijnde, werdt
hem het beroep in de bloeijende gemeente \zn JUijden opg&-
flragen, *t welk hij in ce vieze des Heren me- ruhnte aan-
nam; zijne genoegens ter dezer plaatze, wierden ook niet
weinig vermeerderd, toen men hem den 24 maart 1707 tot
'Onderregent van het Staten-koliegie aanftelde., en twee jaren
later, namelijk den 19 maart 1709, met het Opperregentfchap
daar van, begunftigde.
Rliim veertig jaren heeft Robbert in het werk des Heren
gezwoegd, en niet alleen zijne gemeente, als een zorgvuldig
en waakzaam Herder beftierd, en den weg die na het euwige
leven leid aangewezen; n^ar behalven dat, is zijne pen werk*
2aam geweest, tot ftigting der gelovigen van ons gantfe geme-
nebest; dit getuigen zijne uitgegevene boeken, en inzon*
derheid zijn %it^t bet 3©aarÖcib/ 4 ^e(cn in 8bo,/ dat in
1750 reeds driemalen was gedrukt Hij ftierf in het begin
van maart X729, in het óófle jaar zijnes ouderdoms.
Onzen Aemiliüs he^ft ook het gebod gehoorzaamt, door den
Schepper van het Gants-al , aan onzer ^ller ftamvadcr, (Ge-
l^Esis I. VS. 28.) gegeven; want zijne Eerwaarde huwde drie-
. malen, en trouwde in november 1688 met Johanna Mabm
Hasius, dogtec van Jqhannes Hasics, Med. Doktor te JUij*
den; hier verwekte hij vele kinderen bij, waar van hem vijf
^overleefd hebben. Deze vrouw den 9 maart J711 overleden
^jnde; hertrouwdo hij den 13 december van 't zei vde jaar»
LDzEu S met
tt AERTGENS.
mot Mama vait Roüveroy , die hem op den 26 fehruai^
1730 door de dood ontrukt wierdt, zonder kinderen m te
Icitoni waar na onze Leraar zig op den 21 november 1721»
voor de deidemaal in het huwelijk b^af, met Mawa de Hen*
jnON» weduwe van den heer Pieter van der M^ulen, wel*
ke zijn Wel Eerw, de ogen heeft gefloten. Bbekz.<^
17-9- «• 490-493t
AERTGENS, een Schilder die naam gemaakt heeft, kwam
In het jaar 1498 te JUijden ter weield, zijn vader dat een
WoUekaarder was, trok z^n zoon in het zelvde handwerk op;
doch agttien jaren bereikt hebbende , hadt deez' jongeling reeda
«o veelvuldige proeven gegeven , dat de natuur hem voor het
beoeffenen der tekenkonst befchikt hadt, dat men Aertgeni
het behandelen der kaaiden voor dat van de tekenpen en heC
penfeel liet verwisfelen; hij werdt dan door zijne ouders by
KoRNELis Engelbrechts belleedt, onder wiens beftiering de
fchranderheid van zijn vernuft een ruime vlugt nam, en hem
fnclle vorderingen In de fchilderkunst deed maken. Aertgen»
was grotelijks geacht van de Schilders zijner tijd, en inzonderheid
van den beroemden Frans Floris, die opzettelijk een reis naar
l^ïjdm dcedt om een bezoek bij hem af te leggen , doch zeer
verwonderd (lond, van hem zo fober gehuisd te vinden, warit
zijn gantfche woning beftond uit een klein vervallen kamertje,
aan de wal, óp het afzienlijkfte oord van de ftad gelegen.
Doch onze Schilder dat een vrolijke knaap en teflfens een nat*
bals was, ftoorde zig hier weinig aan. Hij werkte ook nim-
mer op maandag, dit weeklijks tijdvak hadt hij volkomen aan
de ligtmisferij gewijdt, die dag doorgaans met zijne leerlingen
in de herberg doorbiengende. Ook hadt hij de fonderlinge
liefhebberij , om gedurende het holfte van den nagt langs ftraat
te lopen, al neurende op een fluitje; doch deze nagtwande-
lingen bekwamen hem als de hond de worst, want in ene der-
zei ver, wierdt hem zijn bakkes opgeveegd, terwijl hij bij de
laatfte zijner togten in 't water viel, verdronk, en dus zijn
leven in den ouderdom van 66 jaren eindigde. —— BaI/-
öïNücCI» Notizie (^c. Flor, 172^. Tom. L pag. 34$^.
AE5-
AESGO. . AESGO de IL AFHAKKER. AGEMA. 8S
AESGO,. gebpren te Winjum^ werdt in 1384 tot Abt van
%iülum verkoren, zijnde de XIX in £angopVo!ging; hij ftierf
in het jaar 1386. Register der Abtten van Udltm.
AESGO DE II, \rerdt in 1470, de XXVI Abt te LidlutH,
in welken post hij van 't gedagi: van Roorda veel leeds moest
Tcrduren, 't welk zo verre ging, dat zij hem zelvs gevangen
namen ; doch door Wybo van Grovestins verlost zijnde, ftierf
hij in 1480 in rust. — — Register utfupra.
AESWYN, zie ALEWYN.
AFFERDEN, zip APHERDIANÜS.
AFHAKKER (JEGIDIUS of JILLIS) , en zo als fommi-
gen fchrijven Öafhakker, is geboren te Vreeswijk cf aan de
Vaart ^ een dorp in het bovenkwartier van de provintie Ut^,
recJft, en een oude heerlijkheid aan de ftad Utrecht toebe-
horende. Hij wierdt Profesfor in de Godgeleerdheid te Keulen,
en heeft onder den naam, van Salomon Theodotus, Student
in de Godgeleerdheid, aldaar in 161 8 een boekje uitgegeven in
8vo. gedrukt, tot tijtel voerende: Enotikon disfeSli Belgii;
behelzende een gefchiedkundig verhaal over den oirfprong en
voortgang der gefchillen, welke de Remonftranten en Contra-Re-
monjirarjten f der Verenigde Nederlanden ^ enige jaren hei-waai'ts
tegens malkanderen in het harnas heeft gejaagd. — - Franc.
SwEERT. Athen. Belg. J. F. Foppens BibL Belg. pag. 25.
AGEMA (PETRUS) , Predikant te IVons en Engwier in
Friesland 9 zoon van A. H. Agema, Burgemeester te Bolsward^
zag in die ftad het eerfte levenslicht in november 1719. Na
zijne ftudien volbragt te hebben, wierdt hij in oclober 1747
onder het getal der Kandidaten opgenomen, en in 1752 tot
Redlor in zijn vaderftad aangefteld; welk fchoolonderwijs hif
met lof en ijver aan de jeugd heeft toegediend, tot den 9 junij
1771 , op welke tijdftip hij als Herder en Leraar in de gecom-
bineerde gemeen tens van fVons en Engwier wierdt bevestigd;
zijnde zijnen arbeid aldaar, egter van korten duur geweest,
dewijl hij door toenemende z^wakheden, zig verpligt vondt om
daar reeds op den volgenden 3 feptember ya/r« hmore ontflag
Tan te verzoeken; 't welk hem gegund zijnde, hüj zedert die
F 2 tijd
ff AGGE,
^4 zljac woning te Bolsward heeft gevestigd , tot op den i4
april 1789, toen hem cèn zagtq dood naar de cuwigheid voer-
de, T^rprdende door zijne nagelatene weduwe Grietje Marey,
Cn ^\\o dlq gemeenzaam met hem verkeerd hebben, om zijn
goed karakter en gezelligheid betreurd, foekz.,, 1789. fl.
ip2(J. ö?7.
' AGGE, was de zoon van Pi^ter, Pasrtoor te Wijkel, een
knap aan^fienlijk man in Friesland, die alvorens hij zfg tot den
geestelijken ftaat begaf, getrouwd was geweest. Hij leefde in
J42Ï, eqn tijdvak waaï in dat landfchap zo knellend gedrukt
werdt, door de hevige twisten tusfchen d^Schieringers en f^etkoo*
'pers; de eerstgeiioemden waren, ii^ alle gevallen, de onver-
zcttelijkften en hevigften. Enigen v^n hen , waar onder Wy-
BE Minnema en BeintU Rommerts , begaven zig onverhoals
naar 't dorp Wïjkel in Gaasterland, alwaar zij heer Pieter met
geweld uit de pastorij rukten, en vele dodelijke wonden toc-
bragten. Dus zieltogende, voerden zij hem naar Sondel, voor
het fllns van zijnen zoon' Agge , en dreigden deze dat jndien
hij zig niet wilde overgeven , zij zijnen vader voor zijne ogeii
gouden vermoorden; doch de oude man riep hem met alle zij-
ne ma^t toe, zulks niet te doen, doordien hij toch fteiven
moest; waar op die wreedaarts hem ogenblikkelijk den dood-
fteek gaven. Aggs woedende van gramfchap, en hijgende om
den dood zijn's vaders te wreken, vertrok buiten lands, en
bragt In *t volgend jaar, terwijl het water de meeste velden
In FYiesland overftroomde , enige benden vreemde knegten
daar binnen, wfear mede hij op Wybe Minnema aanviel,
hem het leven benam, eri zijn volk verjoeg. Hier op werdt
hij door de Schieringers op zijn ftins te Sondel belegerd; dan
decz' ohvcrtzaagden edelman , deedt zulk een geweldigen uit-
val , dat hij zijne vijanden voor een groot gedeelte verfloeg en
de overigen verftrooide. Doch hier mede was de haat nog niét
verzoend, want in 1442 belegerden zij het huis van Agge op
nieuw, en hij zelv' na een langdurig en dapper gevegt werdt
overwonnen, en zodanig gewond dat hij voor dood bleef leg-
gen. Na den aftogt des vijands» '«•onden Agge'« vrienden hem'"»
zwem*»
AGGE. AOGËMA* AGILÊttS. ' ~ t|
ftwÊmmende in zijn bloed; hij bdcwam égter en betordê» Do^H
ftoMMERT Gabiinga, €11 zjjn zoon Srrzi, de n^s^r^ hpidi)d#
dat h^ nc^ leefde ,< huurden enen boo6WJgt^ dl4 heiïl op fitigü
bedde vermoordde. — — ScHQTAmJS^ Friesfehe ti^t bt. il9f
tot 309. F. SjOEKDS^ Friesfche .yaarb. V* D. bL è97*'3op»
AGGE> Abt van Hmelum, en teffens |n 148Q vanhct Jkidtiift
ter te Stavoren , hadt een zwaar gefchil metlGB ^n zijiniS btoi»
ders DouwE en Hartman. De, grond van dez^n twUt btt-»
^ondj dat Igej als voorftander. van de Schieringers ^ hèt ièoA^
vent van Hemelum vele landen en renten hadt ontweldlgdf 6tt
die vele jar^n onder ztg gehouden* Abt Acce wel wet^Dd^^
dat hy met wereldlijke wapenen niet tegens hun beftana WftU j
jDam toevlugt tot de geesteUjke^ en fprak den yloekb&n tÖgSM
hen uit, doch zij Aoorden zig daar luttel aan^ en maaktéli gd^
bruik van het zwaard* De Abt hier door in *t nauw fèbrögt^
wierdt in zijn fp^ker belegerd, cnfcfaoon 'er enige ScJnmng^f,
ter zijner hulpe toefchoten, werdt het bemagtigd en tot daA
grond toe geflegt* Deze Agge wordt befchreven als ^n tcólA
en opgeblazene kerkvoogd, die daar door in den haat dei»^
Monnikken was gevallen ^ en zig buiten noodzaaklijkheid In,
den twist der landzaten gemengd heefü ■ ■■ GABBEiMA, Bi»
Jfhrijying van Leeuwarden* . . .
AGGEMA (ALEF), is. oirfpronkelijk uiteen adel^k fWWrft
geflagt herkomftig, dat , in vervolg van tijd verbonden is fp^
weest., met de aanzienlijke huizen van Aylvaj Burmawja^
GosLiNOA, Harinxma, Starkenborg öi anderen, doch waar
van in deze eeuw het mannelijke oir is uilgeftorven, AtBf
behoorde tot het getal dier Edelen, wejke ^et Verbond teken*,
deuj waarom hij ook op den 10 feptember 1568, door den-
Hertog van Alva uit den lande werdt gebannen, en eijn49
goederen verbeurd verklaart. ■ ■ ■ Marcus, Sent^ vanAiJVAf.
^bl. 72. 127.
AGILEÜ5 (Mr, HENDRIK) m den Umi, s^tmmi, wït
^s Hertogenhoseh van geboorte , en Medicijn© Doktor van b^
roep^ was een fterke aanhanger van LeicesteR; endoor dei*"
2elvs beleid in j;86; tot Raad en ProJ^u/eur Generaal (^ ^^.
F 3 ' ' r^rk
16 AGNIS VAïï DOERNINCX AGRICOLA. (JÜLIÜS)
reek aangdteld. Het 'is over bekend, welke onenigjieden ztl
omme de Lekesterfché faSHe veroirzaakt heeft, bijzonder te
Utrecht, alwaar de edelen bg ianhoudenheid , ^ig beklaagden
over de verandering in de r^ring gemaakt; deze klagten
hielden nog aan , zelvs na het vertrek en den dood van Let-
CEStXR. De edelen vorderden ene grote verandering in de
Utrechtfche wethouderfchap; waar toe ^er de roering det flad
niet verftaan kon. In julij 1588, leverden zij een nieuw ver-
zoekfchrift ovor aan de algemene Staten, óic Leoninus etk
Valke naar UtrecU zonden, om met den Grave v/.n Nieu-
wenaar, middelen te beramen tot het beflisfen der zwevende
gefchillen, onder de leden der Staten. Doch dit aanhoudett
bij de algemene Staten, werdt den misnoegden edelen, doof
de overige Ie Jen der Stigtfe regeringe, zo euvel genomen, dat
zij den Prokureur Generaal Agileus ,' last gaven , om hen des-
wege voor 't hof te dagvaarden , gelijk hij deedc. De edelen
verzc^n uitftel; doch eer dit geding, vervolgd werdt, vondt
Agileus goed zijne biefen te pakken, en week naar Engeland;
ook werdt de regering te Utrecht veranderd. — Wagen.
Vod. Hift. Vm. D. bl. 168. 296. J. H. van Heurn, Befclir.
van *s Hertogenbosch. IL D. bl. 119.
AGNIS van DOERNINCK, is geweest Abtdisfe van een
klooster der CiWciw/w Orden y gelegen nabij Deventer , aan een
kleine beek de Himnep of Hoenep^ wTiar van het deszelvs naai»
heeft ontleend. — Dit klooster wierdt geftigt in 't jaar 1^225,
en ingewijdt door den Ütrechtfen Bisfchop Hendrik van Vian-
DEN, welke 'er bij die gelegenheid aan fchonk de goederen
Sumersvord met den molen aldaar. Genoemde Abtdisfe ftierP
in het jaar 1430. In 1578 wierdt dit klooster door een felle
brand in asfche gelegd, en de Nonnen begaven zig met 'er
woon naar Deventer, — G. Dumbar, Kerk. en Wèr, Deven-
ter, I. D. bl. 463 &c.
AGRICOLA (JULIUS) , fchoon een Romein , behoort cgter
de korte levensfchets van dezen dapperen man ene plaats in
dit werk te vullen , doordJen hij het be^l over de Èataaffe
keurbenden heeft gevoerd; öok werd hij om agne uitmuntende
ver-
«todi^fteo tot dft voonttamfto Staatsambtftn gebmiktï M b^
ionder in den krijg, i^ijn vader was Julius GuatCtNUS» 9^
taan van raadsheërlijk gezag , en zijne moèdttf Jm<tA PuCêlL*
%Ai beroemd om hard ongemene kuischhéidi TAetrüS tökdhfe,
op 't 79fle jaar van onze tijdrekening a£in,* dat hij^ mét hM
|)uik van onze Baia\Hfe keurbenden, éérst Mma-^Xi^ dttftf ftA
JBritamia overmeesterde, en dat de gemelde Ëatavierett» dftdftr
sijne aanvoering, in hét volgende jaar, de Brittm dié^^SkbtwA
lievigheid op *t léger van Ao&icoIa Wftren aatigivalleil > Hfi
volkomen nederlaag toegebragt hadt Bij de aanVaf hadt dé
veldheer drie benden Batavieren en twee der Joligörd dfg0^
ftonden , om hun het hodd te bieden en den veldflag tS hê*
ginnen; naar 't gebruik dier tijden, waien deze in dd koüSI
dea oorlogs fondeiling gèoëfFend; de vijanden dsunèntegtfi^ JBO
door onwetenheid als (legte wapenen, voerende kleibd fiihlt»
den en grote zwaarden zondi»* punt^ waren onbektt^att Ottl
tegen huil in eerr gedrongen gevègt te ihijden. iDe Bata vleit A
vongen dan , met hunnen gewonen ijver , den ftrijd aat) y ttiê*
ten met léuwenmoed, mét hunne fehildpennen^ de Brttcen ia
*t astngezigt; voor 't naderen vam den tiagt, welke hunne ovey^
winning bepaalde, waren reeds -Van:^ de BHttèn to/)óó Vérfkh
gen, daar 'er van dei^cwi^fim' én derzelvér medehelper^i ilegti
340 'gebleven waren. Hier voot werdt Agkicola,^ een ovet*
heerlijke z^praal en triumphiftatie toebereid^ dan jdjiiö se*
digheld gedoq^ ze niet, en om die te ontwijken 9 kwam hi)
des nagts binnen Kome. Doch hoe bemind en géagC t^ ook
ware bij Oalba en Vbspasianus » èn welke waardi^edên hj)
ook met roem bekleedde, kon hij egter, den h&at van Dous»
^AAN niet ontgaan, die zo hoog ten top fleeg, dat hec zéér
waarfch^n^ijk is^ dat hij den dood van. dien braven man berc^**
kende. ■ Tacitus, de tnorib, GemarMam. Lib» 17. 18. 30.
9(J- 37.
-AGRICOLA (RÜDOLPHÜS), de bloem der Geleerden
van de XVde eeuw, zag in 't jaar 1442 het eerfte* levens-
licht, te Bafloy een dorp gelegen in de Groningef-Ommeléndsrié
^Vaii ajne prüfte jeugd af aan , gaf hij reeds Wgken> dat bij
J4 de
Zt AGRICOLA: (RUDOLPHÜS)
de loopbafie der geleerdheid voorneanens was" tn te rennenr
Boeken ,' -iirde pjaats vanÜnderfpeeltuig,. vBrftrekte:hem tot
uitfpanfeing, eo reeds vroeg openbaarde zig bi^ hem, een
fchrander. vernuft en Halen ^heugen. Op de fcholen ftreefi
de hij. alle. zijne mceleerlingen voorbij, en wierdt door z^
ue meesters, als een uitmufitend en waardig voorwerp tei* niar^
wlgiog,, aangeprezen. Z^wm?» was de, Hoogefthool , beftemd,
pm dit fcbander vernuft . verder in de wetenfchappen aan te
kweken. Hier befteedde hij zijn tijd vüjtig,, en hij liet zig
daar wel .dra. met glans Jiönnen. De-fnippeluren welke hem
Tafli het- beoelFenen van AiusTotJiLEsi oveifchoot, beftcedde
bö- zorgvuldig met het lezen der werken van Cicero en QuiNr
XELiaabt; dit waren ajne gfelieöe fchrijvcrs , daar hij ook
ichraiidere aanmerkingen óp heeft gemaakt. Inzonderheid
muntte hij ook uit in filofophifche zintwistingen ; de tegenwer-
pingen i-^qderzogt hij met de ingefpaonenfle aandagt, flelde
die in Qrde.voor, en drong zijne bewijzen met zodanige kragt
aan , dat zij tot overtuiging HrdLCen ;' dit fcbst?niet -misfiai , of
moest hön- tot den trap va» -Meester in de vrtje konllen be-
vorderen y dien hij ook met roem verwierf. Hij-fprak de franfe
taal lieftUjk, en hadt.ene zondeilinge genegenheid voor de
zangkunst-^, voeg hier bij, dat hij buitetigemeen fraaij fchreef ,
aartigfchiidcrde, vriendelijk, beleefd en op zijn tijd vrolijk
was,, en dan zal het.niemaed verwonderen.,- dat hij de wel-
lust der. f^mcnleving bevorderde, en in de.tcste gezelfchap-
pen iiyet:<)i)g;emene vriendelijkheid niet .allioen', maar met gre^
tigbcid. wierdt ontvangen. •Guicciardyn, "zegt van hem en van
zijnen vriend en tijdgenoot WesselusGansfo^itiüs, jiat zij
de twee fterren van Grmingcn. w*ren, waar door Hoog- en
Neder-Duitschkmd beide,. zijn verlicbi: geworden. Ter bevor-
dering vjuii zone; beoeffening in de welfprekeadheid en
wijsbegeerte, reisde hij naar Fran^ri;^ , en aldaar enigen tijd
geto§fd hebbende, Hak hij, over naar Italië y alwaar bij een
bijzonder, heysch onthaal .genoot, van den Hertog Hercules
p'EsTE, x&Fenwe. Offchoon Agricola .meermalen voortreffe-
lijke eeumbten wierden aangeboden , wees bij dieegter at-
\ tooS
ACRICOLA. (RUÜOLPHÜS) ig
4DDÓS van de hand, ten einde zijnen letterkundigen loop zon*
der hindernis' te volbrengen, en zulks was ook de reden, d^
bij zeldzaam ' lang op ene plaats toefde, maar van de en©
fiad'naar de andere reisde; en, altoos; enige boeken met zig
voerde , of die van zijne vrienden leende. Dan dit zwervend
leven mcedé "gewonden, zette hij zig in den Po/ts neder ^
hieldt zig fotntijds te Wbrms op, doch meest te Heidelbergi
De ftuderende jeugd v^n dien tijd , zig . veelal met ^dcl zin*
twisten onledig houdende, werdt door hem op fraaije en
grondig bewerkte redevoeringen vergast. Ook leidde hij zig
met veel ijver toe, in het beoefFenen der H. Schrift^ öa
doordien hij bemcikte, dat de kennis der hebreeuwfe taal be-
hoefd wierdt, om van vele plaatzen een juist denkbeeld te
bekomen, leidóo hg zig met de borst daar op toe, en maakte
'CrT ook fpoedige voiidering^n in , met behulp van enen geleer-»
den Jood. V^n dien tijd af aan ^as het,' als of Agricola .
iriet handen omgekeerd was, hij dagt op niets, dan op dea
gekruisten Jesüs; zijne tong fprak, en zijne hand fchreef vaii
niets dan van den Verlosfer ; en buiten diqn begeerde bij , met'
Paulus, niets te weten, - dan Christus, die hem ook in 't kort
tot zig nam ; want van ene koorts aangetast, overleed hij den
28 oktober 1485 te Heidelbergy in den ouderdom van 42 ja-
ren en 2 maanden. I)aar is een in het koper gegraveerd por-
trait van hem, waar onder men llegts alleen deze woordwi
leest : Rudolfus Aoricola , Baflo Ondandus , in Academtk
Heidelbergenji Profesfor. Het graffchrift, door Hermolaus Bar-
BARüs, geleerd Patriarch te Venetien ^ ter zijner eere vervaar-
digd , en door bezorging van den beroemden Vicuus Zwi-
'CiüEMius AB Ayta, tceu deze Heidelberg doorieisce, in een
uitmuntende zark op zijn graf gebeiteld, is van dezen inhoud:
Invida clauferunt^oc marmore fata Rudolphum
Agricolam JfThrijJli fpemque de cusque foli.
Scilicet hoc uno meruit Gerniania laudis^ ,
Quicquid habet Laüum > Gr(Bcia quicquid lutbet.
In zyne jeugd was Agricola zinrijk en boertig; zijne zeden
waren wel niet botoch , doch egter cpk niet van de hofte-
F 5 f%
^ AGKICOLA. (RüDOLPHÜS)
ligkfie; z6 dat h^) iKJi anderen ter ttuuil%i, zittende/ iq gedagi
te.i geraakt, wel eens met d^ elletx)g^n op de tafel ging lei««
Ben en op zijne nagels knauwde; ook was hy vry (loidig in
zijn opfchik i en droeg veelal de gemeende toon van kledingi
Schoon hij in zijn tijd wel een mooije meid mogt lijden , huw*
de hij egter nunmer, uit vreze^ dat zyo Jighaam^etteltenis,
de bezwaarnisfen van dien ftaat niet wel zouden kunnen uit^
ftaan, en daar bij zijne fhidien daar te zêor door verhinderd
«rorden. Ook zogt hij met z^ne ichriften geenf roem te be*
halen ^ hebbende weinig gefchreven en nog minder doen druk^
ken; het geiiC 'er van hem nagebleven'.iSf heeft AtARoua
Van Amstbldam bijeen verzameld > en is in twee .fturkcn te
Keulerir in I539 uitgegeven,, en naderhand te Groningen her-
drukt. Men vindt daar in, behalven zijne brieven^ redevoe«
ïingen en gedagfen, ene latijnfe vertaling van Socrates en
DEMomcvM, en van enige famenfprakea van Lüctanus. B*
susMus getuigd van (lem, dat men aan deze zijde der Alpi/ck^
gebergten y in geleerdheid, nimmer vei'maarder man gevonden
hadt; zijnde zeer . ervaien in 't Grieks en Latijn; ongemeen
geoeffend in de digtkmisty als een t^yeede Virgilks ; in on«
gcboïiden ftijl >• als een andeie Politianusj een zeer wel-
fpiekend Redenaar; een verheven en fchei*pzinnig Wijsgeer^
een goed Muftkajit en trefielijk Schrijver* ■ . ' ■' Des. ëaasm*
' in Adagiis. p. 172. P. Jovius in ElogUs^ n. XXXIL p. 76,
77. J. Bruckeri, Ifift. Crit. J^hUof» Tom. IV. pag.'35-3g.
Tom. VI. pag. 683H585. Jo. Frid. SchoepperliM , E^istola
de RuDOLPHi AoRicoLAE , Frifit in elegantiores literas promeri*
tiSy Jeius 1754. 4^0. Fr* Sweerth, jélten» Belg» p* Ö63,
664. Henr. Wharton. ad Guil. Cave, Hift. Ut. VqL IL'
p. 188, 189. Heümanni, Via ad Hifi. liUerar. c. IV. J*
XLVIII. p. 149. Schoeftgen. ad Fabricii, Bihl. lat. med.
Tom. VI. p. 359-363. Catal. Bihl. BüNAV. Tom. I. Vol. IL
p. 1012. C. Saxï, Onomast. lit. Pars. II. p. 470, 471. P.
Bayle, DiSHonaire, ed. de 1730. Tom. L p* 101-103. Guic-
GiARD., Befchr. der NederL bl. 172; Halma, Toneel der Ver.
Nederl. Levensbefch. yan enige voorname meest Nedé Mannen f c.
VL D. bl. 41-51- - AGMP-
AGRIPPINA* AHÜIS. AIÏLARDüS. ^ fi
AGRIPPINA, de gemalin van GermaniküSj was ene vrou-
we van ongemeen veel moed en dapperheid, die zelve meer
dan eens , als krijgsheld aan 't hoofd der benden op het llag-
veld verfchécn. Bekend is het^ dat men onder de oude ge-
bouwen hier te lande, een heeft gehadt naar^eze Vorftin g^
noemd, Prcètorhm ^gritpina, dthet Hof van j^grippina. Daar
2ijn 'er nogdians ook, die dit gebouw aan Agrtppïna, do
gemalin van Claudïüs, toefchrijven ; en, wederom anderen,
die zeggen, dat de vrouw van "Nero, welke dien " zelvdent
naam voerde, het zou gefligt hebben. Niet min verfchil*^^
lende zijn de gedagten, over de plaats, daar dit gebou\r
gedaan heeft; 't gemene gevoelen ftelt het te Roomburg b^
Leijden, alwaar fhen in 't omfpitten der grond, gedenktekoi-
nen der Romeinen gevonden heeft; doch fommigen hebben. on-
lapgs, met vrij fchijnbare redenen, beweerd, dat het Huis tó-
bitten, van welk men de overblijfzels nu 'en dan, bij laag
water, ten noordwesten van Katwijk, diep in zee, 'befchouwd
heeft , voor het Hof van Agrippina moet gehouden worden.*
•fc— — Cluv^rius, 4e tribus Rheni aireis, Cap. XVI. M#
Alting, Germanice infèr. ParsL p. ixi. Wagen., Fad. Hifié
I. D. bl. 69, 70.
^ ' ■ •
AHUIS (HENDRIK), geljoren in 1359, was eerst Vika-'
ris van de Hoofdkerk te Munjier, en bega/zig naderhand ia
't jaar 1400 namelijk, onder 't beftier van enen Aemilixjs,
den tweeden regent van 't Fraterhuis te Deventer; doch in
't volgende jaar werdt hij , door denzelven , weder naar Mm-
Jier gezonden , alwaar hij op zijn eigen landgoed een Broe»
der-Convent ftigtte, onder den naam van de Spnngbrmi. Hij
voöl-zag het met grote inkomflen, en beftierde het in per-
foon, tot het jaar 1439, wanneer hij in den ouderdom van
70 jaren overleed, — — Oudh. van Deventer. I. D. bl. 242.
AILARDUS (FCX:C0), voorheen Abt des Kloosters van
den H. Petrus en Paulus^ onder 't Bisdom van^ Munflcr^ werde
in 't jaar 1408, op de algemene klagten, wegens het onbe-*
hoorlijk gedrag der Nonnen van de zwarte orden van Sr, Be*
/
^ . AILARPUS* (FOjKO) i^
iïBDtKTüs , onder öromngen behorende , volgpns de in 't^^nh^jüf
lUtgegevcneBulIe van Paus Gregoriüs, voor, den tijd van vijf
jaren aangefteld , . tot. bezigtiger van alle de i^enediktijner
Kloosters in Friesland,. In gemelde Bulle werdt onder ande-
ren gezegd: ,, Dat het: den, Paus ter oren gekomen is, dat
^ 'er in de oorden van Friesland 22 Kloosters van St, ^ern^
,, diktus orden Haan , die ten dele onder *t Bisdom van Brefmertm
„ en ten dele onder dat va^n Utrecht hohoi^n; in welke Kloos-
„ ters , als zij eerst gefligt waren, en ook jarigen tijd daar na-^
^ alleenlijk Nonnpn van . de gemelde orden plegen te wonen ;
^ .maar dat het dopr 't verloop van tijden .geheuld i^^ dat 'er-
^ ook mansperfonen van dezelvde orden, bij deNonnea.vau
^, gemelde Kloosters , in groot ^etal gewoond hebben , en nog
^ wonen ; zo dat elf van die Kloostprs geregeerd worden door .
5jt Abtten , twee door Priors , en negen door Paters. In welka
Kloosters alle godsdienfiigheid , mid^aders de onderhouding
van den regel,. en de vreze voor God, fchier gantsch. en
^ al te niet gegaan, is., de onkuischheid en be^diveuheid
,^ des vleefches tusfchen gemelde Manspeifonen en Nonnen >
9, buiten vele andere ongeregeldheden en fouten, die 't fchan-
^ de zou zijn te noemen , overal de overhand genomen heb-
5, ben, en van dag tot -dag meer aangroeijen." — — . Ver-
der: ,j Dat veié Van de Ndhnen, met hare Prelaten, en met
,; Monniken convérféJen, hbèrèrén, êh iii' de gemelde Kloos-
ters, verfcheidehë kinderen baren ^ welke naderhand tof
Monniken en Nonnen van deze Kloosters trorderi aangénó-'
'men; ja, dat nog fchandelijker is, fommige v^n die Non-
nen, die moederlijke liefde vergetencle, flapelen het ene
^;" kwaad öp het andere, en brengen fomwijlen hare vriigtom
't leven, of doden de kinderen, zo ras zij geboren zijn, als
hebbende alle vreze Gods ter zijde gefield;, zodanig, dat
zulke Nonnen, indien zij weieldÜjkepéifonen waren, doet
^, den wereldlijken Rechter , .om ha;e misdaden s tot -^ ene
„ wrede en verdiende doodftrafFe zouden verwezen worden.
^, Daarenboven, fchier alJe Nonnen , als of ieder van haar de
g, dienstmaagd of huisvrouw der gemelde Mansperfonen was ,
f, ma-
99
5J
ATTONA. AITZEMA. (FOPPE vaw) 9S
,, maken hunne bedden , wasfcheu hunne hoofden en klede*
,, ren , koken lekkere fpijzen voor hen , en brengen den mees-
jj, ten tijd dag ennagt in flemperijen en dronkenfchappen over»
',, waar door de pnkuischheid en vuile begeerte des vleefches,
1^^ des te vierlger wordt enz. " — — Ik hebbe tegens mijnen*
voorgenomen taak, een gedeelte dezer Bulle geplaatst, en-
kel om aan de zodanigen , die niet bekend zijn met de Kerke^
Jijkc Gefchiedenisfen van dien tijd, een onwraakbaar bewij«
te leveren, hoe eerloos, en ze:!enbedervende, 'er in dezo
zogenaamde Godsdienftige Geftigten , eertijds werdt huisgehoui
den. ' Oudh. en Gejiigt, van Gron. in de aanf, bl. i75-fi8l*
daar men de geheele Bulle geplaatst vindt,
AILVA, zie AYLVA.
AITONA (Markgraay van) , voerde onder het opperbewin<|
van St. Croix , het bevel over het Spaan/e leger , terwijl Prinj
Frederik Hendrik, in 1633, den Spai^aarden Rijnbexky alsr
de enigfte en laatfte flad, die zij aan óen Rhijn nog bezet
.'hielden, ontnam. Na dode van de Infante Izabella Klara,
-EuGENiA, was AiTONA cen der genen, die door Fiups dej»
IV, als Regenten tot het beftier der Nederlanden benoemd
waren. In 1635 namen de Spanjaarden het huis te Bijland in y
en het gros van hun leger (loeg zig bij Udem neder, alwaar
de Markgraav van Aitona , die 't bevel voerde binnen ScJien*
kenfclumSy krank werdt en overleedt. ■■ Leven van Fre«
PRIK Heiïdrik, II. D. Wag. Fad, Hiji. XI. D. bL 206.
AITZEMA (FOPPE van), een man van edelen geboorte >
oom van den beroemden Lieüwe van Aitzema , was Refident
'wegens dit Gemenebest te Hamburg j toen hij in het Jaar 1636
door de algemene Staten, aan den Hertoge van Fridlanö
en aan den Grave van Tilly, wérdt gezonden, om een ver-
drag van wederzijdfche onzijdigheid, met dezelven te fluiten.
De Heer van Vosbergen toog , om gelijke oirzaak naar Kei4>'
len. Fridland hadt zig, reeds voor eea geruimen tijd, gene-
gen getoond, om met de Staten in vriendfchap té* leven; doch
m verklaarde Uy, het Jcger, welk bjj op de been gcbra^
hadt,
f4 AITZEMA. (FOPPE vaw)-
Jiadt, niet te kunnen afdanken. 'Bij Tilly en te 'Keulen j werdt
ook vrugteloos gehandeld. Men bevroedde ongetwijffeld ia
JMuchland ^ dat de Staten met deze handeling, Zyveden en
gig zei ven den meesten dienst zogten te doen; waarom ook
tiunre Gezanten op ene beleefde wijze wierden afgewezen;
jnaar met Zweden ftondt de handeling wel dra, op enen goe«
lien voet. In dit zei vde jaar nog , werdt Aitzema naar Dene*
marken gezonden , om den Koning te bewegen tot het affchaf-
fen van den nieuw opgerichten tol , die hij te Glukjlad deedt
vorderen, en de Hamburgers inzonderheid drukte; doch deze
bezending liep vrugtploos af, doordi^ de Koning gezet was
op *t behouden van dien tol. In 1636 werdt hij naai* Wenen
gezonden, om den Keizer tot het bewaren ener (lipte onzij-
digheid te bewegen , waar toe zij zig van hunnen kant insge*
lijks verbinden wilden. De Koningin van Bolieme hadt Ait-
zema ook gelast, bare zaken in *t Rijk zoeken te bevorde-
ren. Ook moest hij , behalven dat , nog van wegen den Prins
YAN Oranje onderdaan, of de Keizer dien Vorst met het
Graavfchap Meurs zou willen belenen, en voorts verlof ge-
Ven , om zijne goederen , onder 't Rijk gelegen , zijnen vrou-
^vclijken beide en mannelijken erfgenamen , bij uiterften wil ,
te mogen nalaten. Aitzema fcheen , in 't eerst wel te zullen
Hagen, in zijne handeling. De onzijdigheid werdt hem ge-
noegzaam met vollen monde beloctfd. Ook fprak men van
Mexirs tot een Vorftendom te willen verheflfen, ten behoeve
van Fredrik Hekdrik, die 'er zig mede vereerd hieldt; hoe-
wel fommigen hier te lande meenden , dat hij geene gunften
behoorde te ontvangen van den huize van Oostenrijk. Doch
de Spaanfen wisten een fpaak in 't wiel te (leken , ten Kei-
zerlijken Hove. De Franfe Gezant CnARNAcé toonde zig,
cx)k hier, misnoegd over de handeling met den Keizer. Ai-p-
zema keerde dan te rug, zonder iets gefloten te hebben.
Daar zijn 'er die zeggen, dat zijne reize nog een verder oog-
merk hadt , dan om het Hof van Urenen te polzen ; hoe het
ook mag zijn, gedmende zijn verblijf aldaar, werdt hij, uit
aanmerking van de dieaflen , door zyne voosiiaten aan 't Rijk
AITZEMA. (FOPPE vut) 55
tcwczen , van den Keizer tot Vrijheer van 't Rijk gekozen.
Peze zijne reize, en de da^r op volgende ontvangene gunst-
bewijzingenj gaven aan Frankrijk grote ergernis; te meer,
da^r de Staten , bij het laatst gefloten verbond , belocfd had-
den, met Oostenr^k te zullen breken. De Siaten, maa'steij
gebniik van dezen argwaan, om Aitzema in 1637, te rrg te
ontbieden , onder voorwendzcl , ' dat hij zig van de befchuU
diging, te^ zijnen laste, zoude verantwoorden. Doch het
ware' oogmerk w^s , om v$n de gefteldheid van het Hof ou-
den igt te zijn , . en om de zaak meerder fchijn te geven , be-
ijoQmde men Commisfarisfen om hem te ondervragen. Het
verllag daar van behelsde, dat aan Cominisfarisien gebleken
was, hoe de geruchten ten zijnen nadele verfpreid, waren
voorgekomen, van en^n Menzelus, Keizerlijken Commisfaiis
te Hamburg; waar op bij de Staten verflaan werdt, de verde-
diging van Aitzema aan te nemen, met begeert j dat hij in
zijne posten getrouw zoude volharden. Even te voren , wa>
bij de Staten befloten, ene bezending te coen aan de veiga-
dering van den Nederfaxijclien Krelts, en met een goedgevon-
den, onzen Aitzema daar tce af tp zenden, om ware "'t moog-
lijk, de leden van óx^ vergadering tot eensgezindheid te be-
wegen. Door Aitzema onderhielden de Staten een hein.elijfc
Verftand met de Keizerlijken, om daar door tot ene afzon-
derlijke onderhandeling met Sparde te komen ; fommigen zelvs
wilden hem gedurig aan dit Hof houden. Ook werdt hij in
den zelvden zomer, met een gclieime boodfcbap aan éth
Zweedifcn Kancelier, die zig te Maagdenburg bevond, gezorv
den. Hoe veel belangs men dus in zijnen dienst fcheen te (lel-
len, was hij egter, bij velen gehaat. De Prins van ORANjEt,
die hem befchouwde als oirzaak, dat zijne geheime zaken
rugtbaar geworden • en daar door verijdeld waren , tragtte al
het kwaad daar van aan hem. Ce wijten. De Franfen, die alle
• de gangen, der Zweden nafpooiden, bcfchuldigden hert, -dat
hij den Keizer en Spmje meerder dienst deedt, dan-.den Staat*
Aitzema, hadt nevens anderen» en daar onder twee Heren
^t de Regering van lAüomd^ het eiland Jmeland van den
4^ AITZEMA. (FOPPÈ va»> ^
Keizer ter leen ontvangen; dit werdt met den naam van óm^
kopirg beflempeld; en de gemelde Heren geraakten daardoor
in gioten haat van 't gemeen. Aitzema,' kreeg hier van,
door brieven, te Hamburg kennis; hij fchreef daar c^, den
t6 maart aan de Staten, dat hij Hamburg y bij zijne komst,
vervuld hadt gevonden, met zeer kwade betigtingen tegen
zijn perfoon; dat hij zig den 19 maart 1637, op weg hadt be-
geven, om aan Hun Hoog Mogenden van zijne vtTxi^tmgcn
mondeling verflag te doen; dat hij te Oldenburg zijnde, al»
door een mirakel, was orderrigt, dat zijn logement was ge-
reed gemaakt, op de voorpoort in den Haag; dat men zeide,
dat Jiij in twintig of dertig pointen den dood verdiend hadt;
dat zijne zagtfte flraiFe zoude zijn , in vier kwartieren gelegd
te werden; verzoekende verders vrij geleide, en yiregens zijne
onpasfelijlvheid , enig uitftel. De zaak van Ameland ^ die zó
veel gerugt maakte, werdt onderzogt, en daar in niets gevpn-
den, dat met de eerlijkheid van een getrouw onderdaan ftreedt;
en ook niets van dien aart van de Heren Beauiaönt en van
Wa VEREN , die te gelijk met hem betigd waren ; deze werden
dus mede vrij gefproken. Dè Staten befloten den 15 april,
Commisfarisfen naar Hamburg te zenden, met last om aan Ait-
zema enen brief van Hun Hoog Mogenden over te leveien,
behelzende ene vermaning en uitnodiging om in den Haag te
komen , en na de lezing hem te verzekeren van de achting
die Hun Hoog Mogenden voor hem hadden , en dat zij
G^mmisfarisfen gekomen waren tot zijne gerustftelling, met
verzoek, dat hg ten fpoedigften met hën naar Holland wilde
vertrekken ; doch indien dit niet gelukte , dat zij als dan aan
de Regering van Hamburg zig zouden vervoegen , en verzoe-
ken , dat Aitzema gevat, en nevens zijne papieren, aan hen
zoude worden overgeleverd; en indien de perfoon mogt wor-
den geweigerd , dan te zien meester te worden van de papie-
ren. Aitzema van deze bezending tijdig de lugt gekregen
hebbende, nam de vlugt naar Praags daar hem zijn grote
ijver voor de neutraliteit, verweten werdt; men zeide, dat
hi^ zijn joon kreeg. Dus koQ faiy b^nsi Jiergen» veilig zijn;
^.AITZEMA. (PSSEL vaU) ^
M 'firat]htjti::Sp(^9 Wmm.tXLEngdandy was men op hem ver«
^amd. De. Koning \2ca:Dmtmarkin hield hem voor den óxïy-
;yer van 't affchafiisn vzxh •óxA.Glukftütfchen' Tol; om 't welk
ze bewerken , hij door de Sttten geiast gpweest wa& Die vorst
gaf hem, inleen -brief aan de .Staten » deniilekelenden tijtel
van Barm van Jmelond. . Ziyne. landgeaoten de Friezen , waren
bet ilerkfle opiJiem gebeten4v.fd)rijvende de Staten van die
provintie . aaaHun Hoog Mogenden » dat men hun de pointen
van zijne befdiuldigitig .zoude toezenden; zij zouden intusfdien
-op zijne 'gcederen procederen., bijaldien zijn perfoon .afwezig
bleef. Men was Jiun hierJn te wilie.^ en .zonddie ftukken
jiaar Friédmd ovzt\ doch zij.. riepen, telkens om anderen, en
om « dat 'er. nietsi met zekerheid in de bezwaren gevonden .
weixit, deden zij ook niets. • Aitzbma, dus zwervende ,' vlugt-
te . van Fraag' naar Wètwn^ alwaar h$ kort daar na overleed,
.en in de kerk der Predikheren, dewijl h^, zo tnen zeide^
den Roomfchen: godsdienst hadt aangenomen, begraven werdt.
-■ . ■ Lm Vi^N' AiTZEMA, Zaken vm Staat en Oêiiagi II. Deel,
druk in /oUo> '.Wi^G. Fad,^ Jfv/i. XL^B. bl. i2i^„ii^^. 240
AITZEMA (HBSSEL «Aïr)^dPxefident van 't Hof .van frfex-
land^ was een vaade Gezantjoiir,, die in den benanrwden toe*
ftand.^aariiiï.dittoGemenebest^iüg inden jare 1584 bevondt,
benoemd was, ofn ingevolge'^het genoegzaam eenparig geno-
men beiluit^^do. opperpiagt» daar xan aan den Koning van
ffos^;^ op toedragen.. Deze handel, door de weigering dos
; Koqing^ Je niet gelopen zijnde; vonden > de Staten goed , op
jiieuws^. over .hét zelvde ond^Fwqrp, .met de Koningmne vm
Engeland 'm onderhandeling te treden; ten welkep e^nde, m
.genonlen belkit „ in 't volgend' ijar>'Onze .Aitzrwcj onder
anderen,, naar Engeland werdt afgpasonden.. Die Vorftin me-
.de hare reden hebbende, om» het aanvaarden dei opperheer-
fchappij ,van de^hand te wijzen:, zo wqI als de altopsd^re/idp
ebefcherming,. werden egter met .deze^ bezending, enigp ^voor^
waarden tot iland gebragt, wc^ns 't verlenen van bijftand,
welken de Edgelfchei^ zig , ingiiypJge hunne gpwoonte, duur
I. Drel. G ge*
vm^ , y ALK8 ^n> 3^ <je jLMfan . ^leven « en iwitón de f K^^
fiiMJa, pf bet pvi^igj^n VBiA^'4nwerpen y toK^e veriheerderin|[
y)|a ()hderftand tsb^^ifi^ Aitzema neveois enige rnióeicn^^
fie pï^ti5•^«??•^?"^«*'^g^Q^ê^to^ den
Il^d v»n ^tateoi g^eeid^jT.lntusli^en hadden :de wsnoegde
l^-ie%n bellaan,. pp ;eigeqigmg:^>^'bpperheerfohj^3pij andei-
maal fum KoniDgin ELizABKvi^jitótab^defi,- van welke mls-
DO^en liBssxL VAN AmsMA'i 4ieven$ zynen bro(Wer eni be^
tmwd4>):oeder, als mmfcHen die meer- hc^aktenLiiaArene Eo-
le^dorFriesfe landzaken wederom fik voorheen gefleid:ce zien^»
ais dt ii^oomaainfle aableidefsjen^ hoofden, befthouwt lóoetpi
ivqrdgn; Deze zaak, hoe guixftig bij dé Koninginhe aange*
iM^kti. hadc voor hen' een gantsch anderen keer^^^ ten aanzien
Vtq ^ec->8tat<3n-:^de. Want??oor eeïisc erkenden ode Staten
v^n fHeskmd hen niet al^^emii^gde Afgezanten^ :en weiger-
den- daaroiQ deni brief ^ «door ^dd.Sorvinginne* dezelve -medega-
gesr^^-^ :op; den Volldn ÏAné^i^ te doen* Tézen ;< 'doch na (bt
l^ftipE^TEa weder te rug gekomen was, meenden AlTz^a^ en
-de -zijnen \ zekev fpel : té heSbeift)^ "en Jottö^&ttó; doèE 'tè Cr^en ,
hadden zi^ LEjcESTsa, dé' rehoa^naaii'i^idm/.iiPperfbQA ten
fterk^n Ungeraden. 'D^eiiial^^ om^h^alii dei hand té>gaikh
efi^^^;zi^n fig^^doe^ te/fb^7ürder^riy>liadc>KBiet yoorb^*
:^aa|i v^»/iden AStadhotnipr 'envOpdepatpprde^'Scateri, 'aain de
'Gerogte&^iirftn Griecetüjéti eni Steden ,.' uit Mdbifttfik'
ven» «ditzy enen dagvaart befcèirijven zonden-,: w&a^. op hi}
wtlde'^mfchijnen; * Doch , ^'edr deze brief:' Vaar.' uitwerking
tondè"i35nv hackien de: Gedeputeerde- Staten •Van Riklancf.ó^
"^fröfidörttAïTJjSEM^i, eeist Itj zijn. huis in b^wafïn^ gefteld en
na(^flAènd van zijtt- ambt *omzetr en zonden verder enen
blief 'Sató> LficESTZtfï^ ^waaf^ bij 'hem^ vertoond rwètdt, hoe 't
alléén -aai^ hun ftond, enenLandda^ te-berchrijven^ dien zij
than^ yó6f ondienilig^intopldMT^ v^erzoekiéiide' dtxs-'aan hem,
4ic rtóse te- (laken; dewi^rdsfef uiteet cfeil 'ónf öèt te voof-
ftiea vfis: "^ De allezmts- verftandige ^n voörzigfigo' beftiering
: ■ . • ■ •• . in
< .
AIT2EMA. (LIEÜWE Vxü) 99
ih htr-he^id' 6ez& zaak, grf eefrtvctderen krak lan het da-
lènd gezag vaii Leicestrr» ^Hét fchijnt ègtér,* dat -Aitzema
nadeihand wedciom in het bewuid herfteM is; 'Want te Wa-
•fER meld, dat hij op een reize, tot de -Staatsfvergadering te
Breda ^ overleden en aldaar begiaven is. — — — WnvsBk. Krm,
van Friesland y bl. 650-744. GabbeMa, Verhaal van Leeuwar-
den y bl. 583-587. Wao. Fdd. 'Hift. VUI. D. bl. '56. 90. 97-
293. 212. 249.
- AITZEMA (LTEUWE van), mede eèn FriesCh edelman,
gebóreii te Dokkum, in het jaar 1600, uit het huwelijk van
Meinardus Aitzema, Burgemeester alds^ar en tefehè Secre-
taris van de Admiraliteit; en Katöarina Epo van Jukkema
tot Sexbierum, wiens vader de post van Burgehietóterte FrO'
neker bekleedde. Lieüwe was van zijne vróegftfe* jeugd ^een
fchrander 'vernuft , want toen hij naowlijKs 16 jaren oud was ^
kwam reeds van hém in 't h'cht zijne Poemata juvenalia. Tot
meerdere jaren gevordetd, werdt hij Raad van ós Hanfefte-
deuy en Refident van dezelve in V Hage; zijn oomFoppE
VAN ArrzÉMA, boven gemeld, hadt hem deze waardigheid be-
zorgd. - Ook heeft hij twemalfen ten behoeve van de Hanfe-
fieden^ èrié reize naar Engeland gedaan. Gróter en beroemder
naam heeft hij verworven, door zijn boek, genaamd Zdt^»
van Suua en Ow7o^ /beginnende met het jaar löüi-, en eindi-
gende met 1668. De eeifle- uitgave van dit werk , is gedrukt
in 14 ftukken", en met den Vredehandel en Hetfteide -Leeuyv^
'tot 16 delen in 4to. uitgédgd, PArs in zijnen 'Woiawroi der
'Btaavifê Schrfm^s y zegt, 'dat déze druk van de liefhebbers meer
begeerÖ wohk- dan die 'W-folio; Oto reden, dat in dien twe-
den driik^i \^e aanmerkelijke zaken zouden •iijniMtgölafen of
'verandei'd; vermids hij het 'diènftig-oirdéelde; zfg^iaar-den
tijd te fchikken; doch na eiie-naiP^keui^ige A'Cip;elijfa'ng heeft
meo bevóndért, dat de ' vobrn^amee \-cranderirg béftaat, m
de beri^te zaik der Utrecht/e Predikanten ,• die in 't Jaar
466o , op bevèfl van de Staten- 'dier provintie^ tb' de Reuring
'dier ft'ad';""déie!ve móesten Tufhn'èh*, - namelijk-' Aaraham van
•bKR'VtaLÖÉ^èu*JoHANNEsTfcfcLiKQj;waar van '3è -cdrfte kort
G 2 daar
X^ AÏTWMA4 CUEÜWK VAU)
daar na t« Widilhutg » en dq «nderd te ir«Mj^ beroep^t
werdti al.vfftar aijj l)eiden hun lev^n en dienst gpeindigd heb*
h'yOn . Van dezQ tw^ fpreekt Attzema zeer voordelig in d^n
^^ «M t en niet zeer gunfl;ig van d^ Utre^fttfe R^nt^n ,
maar in den rwe^db» dhi*, is hij| merkelijk van taal veranderd;
en beeft de par^ van de l^atftc gekozen. Ook zijn de prpe*
ven van den ^fi^ dmk^ niet met de b^ehoorlijke oplettenheid
nagezien, waar door 'er vele fouten en gebreken zijn ingeflp-
pen» ter^jl de tw^de druk in folio, ten enemaal daar van is
gezuiverd, en ^os bij de liefhebberi in groter achting is. Daar-
enboven boeft qien in de laatfte uitgave, tot groot gemak van
den le2eF,.den l^rten inhqud der verhandelde^ zs^n , meestsil
op den k^nt geplaatst, met een voll^ig register, *( welk mee
dm FYedehandti ^n Herfielck Leeuw, het zevende d^el m folio
Vitmaakt. Nadijrh^nd is 'er een vervojg op dit werk ultge-
geven« in vier delen in folio^ lopende van i66p tot 16^^%
onder dfiP verfiCiden na^m van Sylvius.
• *
AiTj^MA'hadt^ uit hooüe van zijne ambten, toegang bJ5
de vgornaamfte Staatsbeflierders van di^n tgd , en kon dus
IvOnnis van zaken kiijgen, die anderen pipesten derven. Hier
kwam by> dat hij dopr zijn' aangeborene vlugheid en werk*
zamen g^t, vele geheime fdiriften wist te bekomen, en ?\g
meester te makei^> van Aóten, Refolutien, Beraadflagingen ,
20 van d^ Staten Generaal 9 ^1§ van de Staten yan Holland, en
die der overige provintfen , die genoegzaam niemant anders
onder *t oog kregen, d^n die.de grifïien bedienden. Het zoa
ook zeer bezwwliJK vallen, hem van de- luefqbuldiging vr^
te pleiten, dat hijj fomtijds onbehoorlijke middelen heeft ^e
werk ge/teld,- om fommige ftukken magtig te ivp^dcn; en. wat
fneer is de gefchiedenisfen van zijnen t^d, leveren ook de on*
wraakbaarfte bewijzen op, d?it h^ zig zelvs niet ontzien
heeft, xm 'er dlkwils een zeer flegt' gebruik van te maken ;
aijnde hig opentlijk befchuldigd , door epen in zijn dienst ge-
weest. :djnden Abraham Keizw^, toen diwe Iq het jaar 1670
benevens verfcheidene anderen , over verboden verftandhouding
in 's Hoge geftraft ^verden, „ dat hij Aitz^a gewqofl ware,
,^5 brief-
AiTZEAlA. (LIEÜWE ViK) ïdi
^brfefwisféllng én ver/htnd ft houden» lAet buit^nlandiit Ho'
^) ven, 2elvs met Engeland en den BisfcJnp van Mmfi&\ M2C
^ de Gezanten van Spunje^ Zweden en Brandenbüirgi en^i^*^
en dat hij zelvs met ^ngekmd ten tijde van KroUwel zijn b3«
ftiet, briefwisfeling beeft gehouden ^ blijkt ten volledigftau
uit Th[jkloe%Fi^s^ aangehaald bij Wagbnaar in E^ne ^a^
derUmdfe Histmek
Met minder grond éü zonder bewijs , is cte befchiitdigillg
die men Aitz|ma heeft aangetijgd, dat hij een Man geheel
van godsdienst ontbloot zoude geweest zijn , willCndö fommigd
meer heethoofdige dan oirdeelkimdige bsoirdclaars zulks fec^
fluiten» om dat hij nu en dan niet fpaarzaam is, g6wi^9 in
ÜDmmige Leraars der vastgefhslde kerk, braaf over den hekel
te halen en hevig door te ftrijken ; doch indien ïulks töt tzn
bewijs van zgne ongodsdienfligheid zou verftrekken, dic})dtt
vooraf bewezen te worden^ dat zij zulks niet verdienden j
want zonder een menigte btave en deftige Mannen , tot d:é
orden behorende , welke de voetftappen van hupnen Godlijken
Meester beide in leer , en wandel drukken , te beledigen , ken
men met waarheid ze^n » en zulks Wordt bevestigd door èA
gefchiedenis van alle t^den, .dat 'er weinig beroertéin§ ojf ^^'
wentelingen zijn voorgevallen, of de geestelijkheid heeft *eif
niet alleen deel in gehad, maar zijn zelvs fomtljds daar van dö
beftokers en voornaamfte aanvoerders gewtést; en dat «ulks
ook wel degelijk in ons gemenebest heeft plaats gevonden ^
getuigd de Vader landfche Historie op ieder zodanig tijdvak »
dat iets van dien aart \s voorgevallen; en wat behoeft rQ6n
verder te gaa:n als onzen jongden leeftijd, daar wij ene me^
nigte Leraars van alle Gezindheden ^ de raadeaal veelvuldigei"
dan den prcdikftoel zien optreden. Ook zal het nimmer waar»
heid worden, dat een HistoriefchrSjver, de gebreken van enl»
gen uit die orden voorfteliende, daarom een Öngodist^ of iea
Man zonder godsdienst zal zijn» Dat egter Aitzebia % tkn
2ijne pen misfchien wat al te vr^en loop gegeven heefc küh
waar z^n, want hij fchijnt 'er zelve op zijn doodbödde be-
rouw van gehadt te hebben > zojanig als blijkt uit een ge«
G 3 loof*
\-
102
AITZEMA. (LIEUWE van)
Jocfwaardig getuigenis van zgn karakter, op *t einde 2^n*s fe-
vens, in de woorden van een brief door den Haagfin Piedi-
kant S. SiMONiDES , aan den hear Karel Roouda gefchreven ,
waar in gezegd wordt : „ Het is zeker dat grote mannen , die
^, zig door hunne fchriften vermaard maken , aan vele oirde*
„ len onderworpen zijn, en hunne gebreken ' *t luitst uitge-
„ fchreeuwt worden; even gelijk de eclipfen derhemelfe lig-,
„ hamen van ieder worden waai^nomen; en de misü^gtn
^ ener klok in de hoogte gehangen, van ieder gehoord wor-
„ den. Even zo min is het to verwonderen, dat zodanige
^ tiekken , die enige van mijne orden , in 't werk van den
„ heer Refident, in geen al te gunftig licht plaatzen, niet
,, weinig aanfloot gegeven hebben, en oiizaak ziyn, dat nai
„ zijnen dood niet al te gunflig van hem docr vele gedagt-
„ wordt. Dan mij, na door ene ziekte te zijn aangetast, ont-.
„ boden hebbende , na dat wij weinige weken te voren kennis
„ hadden gemaakt ^ zo onderhield ik hem, met.kragt van re:
„ denen naar tijdsomftandigheid. Hij betoonde mij, een ver-
„ brijzeld gemoed, met verzaking van al 't aardfche^ ja zelvs
„ van zijne fchriften, die hij voorheen, zö u bekend is,- zijne
„ kinderen pleeg te noemen, -noemende die nu (opera putida-
„ (f f«tida)j ftinkende fchriften, zig* beklagende denktijd,
daar aan te kosten gelegd. Ik melde dit niet om dezelve in
verdenking te brengen, maar 'óm aan te tonen , het berouw.
„ dat hij hadt, over het ge?ie-'er1h hem mishaagde;" ' ' .
Het zij hiermede gelegen zo *t' wil, niemand egter, died©.
zaken en gefchriften van ons vaderland maar enigzints kundig
'is, kan ontkennen, of Aitzema heeft door dezelve aan zijne
landgenoten-, 20 in 't gefchiedkundige als in het (laatsrecht,
den grootften dienst geilaan ; want hij heeft ons daar door in
ftaat geliefd, om over vele zaken te kunnen oirdelen; daar
wij buiten zijnen arbeid onkundig van zouden gebleVen zijn.
Zijn karakter vindt men befchreven, aJs oprecht, vriendelijk,
minzaam, gedienftig en mitódadigi voorts, dat hij geleerd was
in verfcheidene talen en wetenfehappen, en inzonderheid ene
fdirandere ftaatkunde be^at.' Hij itierf in *x Bage; 2i}n gewo-
ne
»
»
AITSMA; AKBLAeEN^ AÈMÜi ko§
he vérbli^pIaaèsVt9p.t!len^23 februsli:^ i669; in disn ou^dom
van 69 jaren, waar van hij b^a 40 m höt iimbt Vin Re(I«
dént hééft dóórgebrigb — — J^ Mórhofi ftiffM Li III; |. 34
p. so<5. Toni. -II. Dan* GEkfiits j F/on7f^. ^^fcn hw^* ^i j); Fi
G. Freytag; Jnal: Htter.'^ p. 'il. O. 8AXt) OmmasPi iütff^
Pars IV. p. 265 , 266. P. BAYtE ; DiÓimi tL dè i 730; Toim
I. p. i4o> X4i. ÖAv. CLEntorr^ BiWiojfe curietjftf TMi h
p. 104--1Ö9. HoW. Mercür. 1670. bl. 41^431 WAA Pii(k
J^ft. Xm. D. bl. 3S7; PARis^ Namról van Béi Sckr^vm^
bl. ii3-ir8. 324*. 4i6i 4I7;- '
AITSMA (RINK of RIENk)i Burgëöiètótét dfe ïtuci Jtltó*
aarden y en wegens Fnej/awrf Gecommitteerde tët Vergtdéring
van Hun Hoog Mogendèn, was een der 24 régters vAn Om
DENBARNEVEtD > HOGERBEETS en D£ OrOOT* » ji'^ii WAOfiflTi
^ó/. Hijl. X. Ö. bl. 341;
AKELAKEN (Mr. BARtifiÓLÖ Van). gèfoSil té ÉSord*
UQhty Raadsheer van öraav Lodewyk vaN ÈGMóiiYO) tlldakt#.
zig zeer vermaard , door zijne grote kennis in de geflttgcriktn-
kunde, bijzonder die disi Nederlanders. Door höiil fagelkhre»
vén, ene vérhsahdeling ovör het redht der GrAVÜii VaiC Eö«
AfOND op Gelderland. ËQj idierf in iS4^» '» ■ At# V. BAl^ï
jB^if. 'iHin DordrecM , bl. 215;
AKEN ijIANS VAN)i eéri Konstfthildér j |6bc^to te
Jl^fuJmlrï ïssèf uit deugdzame en eerlijke ouders 1 wesend^
zijn vader een trefiblgk én ernsthaftig man Uit Akeri herkotU*
ilig, van, welke fl^d hij aah i^nén zoon den toenaam bedfc
gegeven. De natuur ^ dié milde moeder verkoos reeds van do
kindsheid af ^an , den jongen Hans 'tot de fcbildérkon$t« want
ió i 12 jaren oud, én zfg'tér fchool in 't lezéri én Ichrijvea
óeffèiiehdë , békaddeldé hij dpörgaans zijn papier i met afboel»
dln^n van inênfchen, beesten, bomen en andcte onderwör*
peo. Oe Qiidèrs de gerieigthéfd van HAN3 tot de tiBkankunrt
ziehdisi /beitelden hém bij eSh gemeen fchildör^ daar hij n^auw*
Rjks een jaar tioefde, en wél vermerkéndèj dat 'er Vöör hem'
bij z^ftéh baas niet veel te leren viel, b^af hij zlg'lj^^ édlf
inder fthilder 'm die zelvdö ftid*, i^ijnde eafi-^/, Ösöar^e'
G 4 ' ^'
y
2Q4 . .. AKEN. (HANS van)
of Jerric genaamd, die een uitmumcajwiermecstcr i^j. »t por- :
trait fchilderen was; hier vorderde ^ans bujfcngemcen , zo
dat hij na verloop van zes jaren ,. dat zijn nieuwen meester
hem door de dood ontviel, een goqd en treflijk portraft-
fichilder was, en reeds een groot aantaj he:rlijke tronien hadt
gefchüderd; hig b^af zig ter dezer. tijd ook vlijtig aan het
tekenen 9 meestal in zijne fchetzen de geestige manier van
Spranger volgende. Omtrent 22 jai en bereikt .hebbende,
floeg hij den weg op. naar ItalU..t kwam te Venetië^ en kre^
daar toegang bij zeker Nederland/en fchilder Gaspar. Rems ge-
naamd ; doch deze in pJaats van, te beproeven^ waar toe hij
bekwaam was, vex;genoegde zig met hem .te vragen, waar hij
van daan was? horende dat hij. van Keulen kwam, w^ zijn
antwoordt: „ zo zijt gij een mof, die verllaan 'er doorgaans.,
„ niet veel van ; " en zonder langer marren , beftelde hij
hem bij een üegc Italiaans fchijder, Moretti geheten, die
gewoon was, aan reizende gezellen <trerk*te geven, en met
de^ hunnen konst-arbeic} handel tq drijven; deze liet Hans
enige fraaije (lukken, die aldaar in de kerken gevonden wor-
den copieren , daar hij wonder wel. in flaagde. Intusfchen
fchilderde hij ook zijn eigen. porjjraitujt den fpiegel met ene
lachgende tronie, uitnemend geMi;^^t e^ konftig gefchüderd ,
dit bragt hij aan Gasp.mi R^^s.^.die het, ziende, van verwon-
dering wierdt opgetogen, Hans van .dat ogenblik af aan hoog-
achte, het zelve zo larc hij leefde in. grote waarde hieldt,
en het aan een ieder als een i^eesterfhik roemde ; hij ging
verder, .en verwaardigde zig zelvs om voor hem doeken to
bereiden .en te plumuren , on 2^ hem in alle opzigten voort
te helpen en te begunftigen. Van Aken reisde kort hier
op naar Bme^ en fchilderde ondervele andere fiukken, tQvt
autaartafel voor de Jefuiten , welk ftuk hem een óngemenen
naam verwierf. Na Fïorencd bezogt . te hebben , alwaar hij na
vele pprtraiten van voorname perfonen, en zelys dat van den
Hertojg te hebben gefchüderd, naar Venetië te rug keerde^'
fchilderde hij aldaar verfclieidene heerlijke ftukkén voor een
Nederlands koopman uit Maastricfft* Dit yerri^t zijnde » kwani
hij,
AKEN. AKER. AKEREN. AKERSLOOT- los :
hij.nBrcder in z§ne.geboorteftad Knden; heeft vervolgens nog,
v^el ia 'Duitsehland en elders gereisd^ oneindige fchone ihife*
ken gefchilderd, en ten laatften als Kamerfchilder bij dei|.
Keizer zijnen verderen loopbaan afgerend, zijnde ons niet ge-
bleken, op \^elk een tijd de dood hem belet heeft, verder
gebruik vaii zijne penfeelen te maken. ■ K. v. Man-
PER, teven der Schilders. U. D. bl. 132 enz.
-AKEN (JAN van), een welgegoed en liefdadig man tó
Amjiel4am9 die den 29 julij 1718 overleedt; hiy.liet bij erffcnic.
ZQ veel aan de Gereformeerde Diakonie van die ftad , dat de
Qpzienders daar van^ in Haat gefield wierden ^ om het oude
Vrouwenhuis aanzienlijk te vergroten , en 'er ene woning voor^
oude Mannen bij te voegen. De ziekekamer werdt, naarden
tuin toe, merkelijk uitgezet, en onder dezelve enige verblijf-
plaatzen getimmerd, en allengskens vermeerderd , zo dat ze
al zedeit velé jaren gediend hebben, tot huisvesting voor
ruim 100 oude Mannen, waar door het huis een Diakonie-''
oude- Frouwen- en Mannen-huis geworden is. ■ WageN^ ,
Bfch. van Jmft. VI. D. bl. 270. VIII. D. bl. 480. 483. 496^'^
AKEN (KÖRNELIS van), een zeer verdienftelyk roan^^
was Predikant te Delft, en werdt in 1679, te Amjieldam be-
roepen. . Croese, Naamr» der Predik.
AKER (LAMBERT KLAAS2.), geboren te Hoorn in het
jaar 1616, is gedurende den tijd van 40 jaren Leraar der oude'
Friesjche Menrumiten geweest, eerst op zijne- geboorteplaats, en
m,dGihznd* to Harlingenj alwaar hij ook in 1690 is overleden ^
in den ouderdom van 74 jaren, i ■■ H. Schyn, Hift. der
Mènnónitèny Uj D. bL 432.
AKEREN (GISBERTÜS van) , is Conreftor geweest te
Gouda, en ftierf zeer onverwagt, na een kortftondige ziekte,'
den 5 januari 1779. — — Boekz. 1779. a* bl. 64.
AKERSLOOT (THEODORUS), wierdt in 1706 als Pre-
dikant te j£phen bevestigd, en ftierf aldaar in 1721^ Of
)iet deze. J^raar is,, dan en^ van zijne voorzaten, die ovec
G s ' de
^
to6 AKKERMAN. ALARDYNi ALBAb^ '
de Brieven vm Faüli» Mi ie Corkthers, Gedatersy KoU^e^^"
fers en Hebreërs geTdiréven heeft, kan ik bij mangel-vtn öi>'
denigt y' niet met voldoenende zekerheid bepalen; '
Boekz. 1730. «. bl. 495.
AKKERMAN (HEN]^ JANSZOÖNJI, oud Schepen te*
^Jieidamy was in bet jaar 1474 Hoofdman der Amfteldani-;
fche Poorters, toen dezen onder zijn bevel, benevens die van'
alidere Hollandfe fteden uitipgen^ óm in 't beleg vap \A^«w» te
dienen. Zg betoonden alle ved dapperheids,'ter^gel^nhefd
vtLh enen uitval der belegerden, 't Beleg werdt'eglet vrugte^'
ioos opgebrdcen. 1 Wagen. Befch: van Jm/k 11*- Dr bl?
aöp.
ALARDÜS VAM AMSTELÖAÏH, zie AUS-tELöAU. "
ALARDYN (KASPARUS) , geboren te Bretnen , -.wierdt.
van der jeugd af aan » door zijne ouders tot deo predikdienst
voorbefehikt; fludeeide tot dien einde eerst in,de .(lad zijner
geboorte, en vervolgens in de Nederlanden. In den ouder-
dom van 23 jaren y werdt hij tot Predikant benoepen te Slidt^
in Flaanderm ; van hier vertrok hij naar Wezel , om aldaar, in
•l nederduits te prediken. In *t jaar 1688, werdt h*]y be-
^erd in 's Heren wijngaard te Amiiefri, welke roepftem hij
ook opvolgde, en daar hij in i6$i overleed* Zijn kèrakter^
warde befchreven als vriendelijk; zagtmoedig; medelijden ;
^paard met een zeer geoef!bnd verfland, en .£rot& belezen»^
beid ; zijne leerredenen waren treffende , . overtuigend en Ijart-
innemende. Hij heeft drie zonen nagelaten/. waaï::vaa.. 'er
«en Predikant te Haarlem is geweest Daar is van hem iri
druk, ene verklaring over Pfalm I. onder ^ döh öjlel van.
1^ öet mcc^cortiiocn ; voorts ene |^ft|N<0eIi(i0rOteir,t)^
<5ec#tclp Cöccjjcbnuft/ enz. .1 \
r
ALBA, zie ALVA. i . . . ->
' ALBADA (AGG^US, of AGGE).''l)e i^etél vhh dit'fe^
ilagt is geweest in Friesland, in Westergo , in Mjn%hmtjeradéell
in *t dorp Coingè. 'Er zijn twee mannen van* dezen* tak uit*
dien
ALËADA. (AGGiEÜS, of AGGÈ) ioy
dien (lam bekend, vÉder en zoon. De vader was de zóoit
van MsGO Agge , op Albada State : hij was eerst Raadrfiecr
van den •Koning, in THesiand;. in bet jaar 1553 tot 1555,
daar na , Bijzitter van de Keizerlijke Kamer , te Spiets ; eind-
lijk , Raad van den Bisfchq> van ITurtzburg en Heitc^ vait
Franken. Hij hadt ter vrcaiw Jetse Aytta, dogter van Seerp
(Serapio) Aytta, die broeder was van den vermaardea
ViGLiüs VAN ZwicHEM. Hij hadt, b]y haar, agt kinderen^
waar van alleen zijne ouderen overleefde AggjEus Alhada^
•Regtsgeleerde, die in 't jaar 1579, te Keulen woonde, ca
één was van de Staatfche Gemagtigden tot den vredehandel,
welke, aldaar, iiidat jaar gehouden, doch niét tot ftand ge-
komen is. Hij weidt door zijne medegezanten tot hun fprc^
ker gekozen, om, mondelijk of fchriftelijk, voor te dragen y
wat 'er te- verhandelen was; en heeft zlg loflijk van dien laèt
gekweten. Na 't afbreken der onderhandeling, bleef UU
Bcvens Bernard van Merode, Heer van Rumen, nog ^
volmagtigd , om dö^lve aan te houden. Egter liep alle»
vrugteloos af; de Keizerlijke Gezanten vertrokken, zonder
der Staten antwoord af te wagten, en gaven deri Staten de
fchuld , om dat zij te fterk op de vrije oefFening van Gods-.
dienst gedrongen hadden. Dit berigtte Willem de IV , Land*
graav van Hesjen^ in een latijnfen brief, aan Franciscus
Hotomanus, den 6 december 1579. Onze Alrada befchreef
al het verhandelde , in het latijn , en in heV nederduits ; eir
deze befchrijving werdt^ op last der Staten van Holland ^ door
den drukker der Leijdfe Hogefchool ; gedrukt en uitgegeven*
Anderen hebben, te onregt, dezen vredehandel toegefdire-^
ven aan Adolf van Meetkerke, of aan Dirk Volkerts
Coornhert. Thans komt dit boek zeldzaam voor, doch ld;
•zeer lezenswaardig. Voor, en na, dezen tijd, heeft hij zig
te S[Aers opgehouden ; regtsgeleerde advijzen gegeven , en wag
ook Raadsheer van het R^ks-Kamer-Gerigt. Hij was getrouwd
met Katharina Potgiesser, dogter van een' Raadsheer' aU
daar, en leefde nog omtrent het jaar 151)3*-. AlhüdaSiaté
fclüjnt-al, in. 1578 ,• in handen van A. ïlmomuk geweest ti
zijn.
soa ALBADAi
2ijnf 'Er cQn vele latijnfe brieven Iran heifi, aan ADltiAi^
VAN DER Myle; «n aan Philip van Marnix, en twee van
dezen aan Albada, elders uitgegeven. Albada was een
liefhebber üjns Vaderlands, en van den Godsdienst; doch
gevoelde, met Gaspar Schwenk^eld, dat Ghhistus een he-
melsch ligha^m hadt omgedragen. Deze dwaling wordt door
Marnix, in de beide gez^e brieven , uitvoerig wederlegd.
., WiNSEM* Reri Frifcé Li V. p. 383. 397- 398.. 404*
413. 418. 419* 421. 423. 430. en L. Vi. p. 438 488. Suf^
TRmi Petri, de Script. Fr\f. dee. XII. G^ lo. p. 351. !)•
Gerdes , Florïleg* Nbr, rar. p. 4-6.. Hift. Reform. Tom, II1#
Pi. 160. G. H. Trotz, TJiefes Jut. PübL p. 314. lUustrr
Ö* Clar. Firor. Epistola feleSiores. Leijd. 161 7. 8v0. D. Hein-
sii, Epist. ad Gorn. van der MtLEj p. 10. &Ci Paqüot^
Memoires litier, Tom. XVIII. p. 252. P. Bor, NederL Hijié
II. D* bl. 52. 60. io8i Hooft, Ned, Hiji. XV. Boek, bL
593- 630. BrAndt, Hift. der Reformatie ^ D. III. bl. 160*
Wag., Faderi. Hift. VU. D. bl. 279. 315, 316.
ALBADA, de naam van een adelijk geflagt in Friesland,
waar van de eerde Sicce Albada genaamd, reeds in 1407,
behend was. Door huwelijken heeft zig dit geflagt aan ve!é
andere Friefé adelijke familien vérmaagfchapt , doch is thans
ten enenmalen uitgeftorven* ■ A* Ferwjerda, Gen. tVof
peiih, 1785. 1. D.
ALBADA -ron Poppingamer ^ een adelijk geflagt in Friese
land f dat eigeulijk zijnen oirfprong trekt, uit dat van Gala*
MA van Koudum ; door aangeërfde goederen nanr het eerst dert
naam van Heslinga aan, en naderhand dien van Albada,
Zijnde door huwelijken daar aan vermaagfchapt , g€»Ujk het
ook grote goederen daar door bekomen heeft. De eerde dio
men daar van vermeld vindt, was Gale Heslinga van Ga-
lama, die in *t jaar 1380 te Poppingawier leefde, en met
Jeldu Beinarda trouwde; deszelvs nazaten hebben dit ge-
flagt niet alleen voortgeplant, maar het ook met anderen ver-
bonden. Het laatde mannelijk oir van dit geflagt bier te lan-
d3.
ALBEIIS. (JAN eOIMA^) xof
fit f was; FaiLipPuSy Faulus, Ajndioes van Alba1)A9 die in
den ouderdom van 29 jaren in 1747 , gedurende het beleg van
Sergenopzoom is gefheuvelt. im A. Fs&we&da» Gm« fVaferibm
.i78s- I- D- >
ALBANIË (Prins van), zie ZANNOWICIL
»
ALBERS (JAN COENÏlAAD), Predikant op Batavia, üf
in 1686 in *t Graavfchap van der LippCy uit godvrugtige our
^prs geboren. Na de triviale fcholen doorlopen te zijn, vol^
bragt hij zijne akademifche ^udit^ntQ Harderwijk, inzonderheid,
onder opzigt van zijnen landgenoot , Johannes Meyer ^
Hooglpra^ in de Godgeleertheid en Ooscerfe talen aan diQ
Akademie. Hier na werdt hij te Amfieldam in 1 713 Prqpok
nent, en vertiok in 1714 als beroepen Predikant na^ df
Itidiè'Tiy aldaar aangeland zijnde, is hij in. 1716 op Temate als
Leraar bevestigd; en aan welke plaats hij, pnder bet ronip
melend geraas van derzelver rokende én vlammende bergje
met alle getrouwheid het EuaJigelie heeft verkondigd, tot 09
den 5 jul^ 11^6, wanneer hij naar Batavia zeilde, en aldaar
ruin) twee jaien den dienst als buiten Predikant waarnam;
vQTvolg^ns zijn ontflag op gedaan verzoek bekomen hebbende^
voer hij naar de wijze der repatrieer^nde Oosterlingen vta
een zoet ftuivertje voorzien naar Ifolland te rug , en vestigde
zig met 'er woon te Utrecht , van waar hij naar een verblijf
•van A'erfch(^idene jaren , zig naar het vermakelijk Gelder/e dorp
^JwellQ begaf, en eindelijk ^ne woonplaats in het naburij
Deventer vestigde , djaar )!ij(j^ y6ir|>Ieven is, toit dat de dood h^iq.
op dpn^. augustus ij4i een duurz^mier i^oonplaats bezorg»
de, na. dat hij een \ii^(lrekte wandeling van 94 jaren en
9 maanden in verfchjllend^ oorden van dezQ ,bQneden«wa^
leld hadt afgelegd, 1 . ^
Niet alleen op den leerftoe), maar ook door zlgne peo»
heeft den Eerw. Albers de Christenen zoeken te fligten; hj|
heeft twee Verhandelingen door den druk^gemeea gemaakt^
de eerfte getijteld: <Mer tol ^^abbati^; en de andere ober
mttoQen/ be onfbfI^[^b ber 3ide/ én be 4S^tA}^
*!(» ' - ' ALBERT, ..
Iieib hm te 9« ^Ubsift/ U; Deventer in xj6z^ gedrukt ,
in 8yo. r
. Dé £oek2aalfchi^r vertrouwd,^ dat onzen Albbss bi^ ajn
Scheiden de eeuwige vreugde is ingegaan, gevende vcxir gp-
loofsgronden hier toe op; dat zijn Eerwaarde onder de op-
legten eii vrecdzamen in den lande heeft behoort, dat zijn
liandel en wandel in alle opzigten ftigtelijk en voorbeeldig
V^ds , dat hij bet lot der bïlindheid met alle gelatenheid droeg;
terwijl hij , gewoon aan godvi-ugtige' overdenkingen , mcerma:-
ien betuigde , dat de tijd hem nimmer btng viel ; dat hij (leeds
in heilige én gelovige werkzaafflhedcn omhent zijnen Bond-
god in CróiSTüs l^zig was; zo dat hij den roem das geloofe ,
«
tn de volle verzekerdheid der hope, heeft mogen volharden
iot den einde tóe. — — Boelas,, tySi^ h. 368-371.
ALBERT Hertog van Saxen , was een ilreng en dapper
Veldoverilè, eerst in dienst van den Roomsch Keizer Frbde-
BiK III, en zi^n zoon Maxtmiua:ak I, in hunne oorlogen
' f
l^ns de&Flomingeriy en werdt tot een geesfel der inworers, na-
derhand aangefteld tot Gouverneur o£ Stadhouder van Holland*
Gedurende de binnenlandfe beroerten , bekend onder den naam
van Kaas- en BrdoSJpel, kwam Hertog Albert, meteen deel
plunderend krijgsvolk, derwaarts, onder voorgeven, van de
IcwaadwflHgcn te zullen ftraffie^; fchoon naderhand bleek, dac
het meest te doen was om zijhe beurs te maken ; d^ndé zijne
'ibidaten nog erger handelen, dan dè boeren voorheen gedaan
hadden. Hij liet hun Noordw^i T^anivmt, Velzen en andere
dorpen deerlijk uitplunderen , en» onder 'dat roVen, plunderen^
Vrouwenfdtenden , en andere godloze bedrjgven moer, voerde
lien de HeMtog töt voor de pöorteri l^ati Haarlem. Dit begon
Ihhet jadr-14^, na dat }\tt"Kéks-^'tn Broods-volk eeiis gefla-
gen was , te verflauwen. Het vermelden der verdere bedrijven
van 'Hertog Al«eIit, zo» in l^yiinèï^^Ckmngmx , Friesland y als
eldeis, en zijn -overdragt van het laatstgenoemde gewest .aan
Hertog Fictw vait' Bouroondihh , onzen voorgenomen taak
bvcrfchredende, wijzen v^] onze ^fezcrs' ila de volgende Schrg-
Vers'; enkel zullen wij nog aantctóneni' dat Hertog AdLBiRx te
• jp.
.XLBERT.
^n
4-ëi2^, exx. aldaar jC^iden :z2 (eptember X5oa oveileedt. . icmm
. 'GOUDHOEVEN, i&i»w;*;vbL 550k.S5I. i|EÉMSK. 5atov. •-<4irib^r
v^ ^701; 270. Bbai^qt ifi/ï- van Enkhuksem^ bl. 38- Winsem,
-CMqnique vaftirnftrf.-bL 34.5. 354, Schqtiïnus :^«rfe. en Wer.
^CefcJi, .van Friesland^ W- 338. 435- 47o- -Gabbema, J^^iwii
-wn i>et»ii^iin^v-bL I39r;i44. Waóen. i(W. i^. IV..25P.
-i66éi'a£j. 282r-i^8.-l90y Z9i-^3io, 3I1. 317, 318- ^
ALBERT Hertog van Beijeten, was eeii broeder van JVit*
HiEM^BCN V:» Gfavp van Holland en Zeeland ènz.» Na dat Wijü?
;yEM:;luankzmnig^ was 'geworden, en terwijl hg b^ 20, of
:20 ai^ anderen wallen » 30 jaren opgeflot^n werdt gehoudea,
tot zijnen dood toe, beilierde Albert. deze landen , dooraaa*
fdrj^ving der Hoekfen^ ^n met tegenzin > der Kabeljauwfm éls
.Voogd, Ruwaard :.jof- Stadhouder, van Heiland, ZeeUm4 m
-Biesbmd: Hij voerdarronder ahderen„;een langen* krgg mot
-den Heer va£I; ARKELyWaar van hig het einde niet mogt be«
«leven; want na dat .^hct Land > eerst gedurende 4.6 jaren lang
,doo^ hem als Rütiraasd e^ naderhand als Graav geregeei4
/- ►jVasi overleed hg^in,: 's-HagCy op den a^ december 1404, ïni » ;
-het. dTfte jaar zgnos; ouderdoms. '
.:Bij zijne eerfterviKMtw, Margireet, dogter van He»:tqg
♦liQDEVYK VAN Bai?G^in..5'itet«j , hadt hg vorwekc drie zq-
-nen-, Willem v:/1n Oostervand, die .hem in het regerinp-
.beftioD' opvolgde; Albert, aan wien hij enige zijner Duhfi
.Staten^ naliet; en-' Jak, verkoren Bisfchop van Lufi^ ,* en vier
.^dkigtieüS:^ J^THARiNA,'>id^< met twee 'Hertog^ \zn' Gelder}ani
*^was?^iBhuwd geweest,, fchoon het met «den.'eedlen» ëduaiid^^
-bij xten ondertrouw: gebleven was, door . den . verraderlgk^
JtnOotd .van de Gtdikkarsy .&i. daar najtnet Willem, Herfx^
-van Gelder; Margrbet, die roet Jan,' Hertog van Botagm^
'dienAs gehuwd geweest; en- twee Johanka's^ waar van de enp
• pok, Ida^ bijgenaamd werdt. Da eerfls werdt de Gemalin van
WEini^ESLAus , £om'ng van Bohemeny m Roomsch Keizer; de
.tweede of Ida, troiuwde met Hertog Ajibp^t. vaz^ Oostej^
'"BXt^ Bg zijne tweede vrouw MARQ&ETAj^.dje oudfie dogter
• -1 vaa
ij 1% ■ alberx*
van Adour » GnuiT Tan Kleeft die ii^ op een tamdi|ken <ni^
derdom trouwde , verwekte ^ hi^ geene - kinderen J Men wil,
dat hjg haar in 't jgsür 1394, een drefli)k huls itigtte, buiten
Haarlem, en naar. haren naam noemde, het Huis te Kleeft
alwaar xq zig» na z^n afïierven, onthield. Hy: liet, behat-
ven deze, verfcheiden natuurlijke kinderen na,*' onder. ande*
.yen, WiLLBM DB» I, HecT van Schagen^ en Jonkheer Adri-
AAN , welken door Hauu onder de JBaljuwen van Zuid^Hol*
'land geplaatst wfirdt. ' • .. « ^.. .
Wat het karakter van Albkrt betreft y fommigen roemen
';2Jjne godsvrugt , befcbeidenheid en ieig(vaardi^id» zeer hoog;
«dudi wanneer mena^ gedrag onpartijdig nagaat, loopt, ten
aanzien van bet eerfte, z^ne levehtw^ze met Aleid vak
• POBLGEBST zeoT In 't oog, en niet minder de onregtvaardige
wraakoefening over haren dood. Zijne kloekmoedigheid kan
ook de regte proef in genen dele doorflaan; meer dan een -be-
wijs van lafhartigheid, zoude daar tegen kunnen werdéii alin*
Tgevoerd. Want aajne heldhaftige bedrijven , beflonden voor-
namentiijk in de belegering van Delf t' en die' 'van enige Siioèfu
•Wat den oorlog tegen die van 't Sfigt betreft, hij was blijde
dat die zo fpocdig eindigde, aangezien hijdezelYe onregtvaar-
.dig had aangevangen- Den Fricsfchen oorlog, zoude h^ bui-
ten zijnen zoon, niet bcbben begonnen; en die.van ARXEti»
viel bijkans geheel ten zijnen nadele uft: Den loop dèr regts-
pleging tegenc de moorders van Aleio fD-emde hij, door 21}''
nen wraaklust onbezonnen den teugel te vieren. !Hij gedoogd
de , dat Otto van Arkel hem gewapend om vergiffenis vraag-
de. De iledcn -waren meester over hem, alzo dezelve zrg
zijne verlegenheid, door opfchot van penningen, aljCöös wis-
'ten- tot nut te. maken.». En, voorwaar, .zijne lafhartigheid
wordt aangemerkt, 'als de voornaateifte ofrzaak" van den red-
delozen ftaat zijn's boedels bij zijn afflerven ; zo dat zijne wc*
duwe zig -genoodzaakt vondt, denzelvea^met den voettefchï^»
pen. — — Halma , Tcneel GounHOEyEir, Krmijk , : M. 306.
2f98.'4oo> 401 en 417. Schotanus:, G^A. van FHeslmii-lA.
1^5, 218. WiNSfiMus, Chronifue ; 'bU ioo. 218.. Wag. 1^.
ALBERT^ f 13
ffift. JlLbL zgz^z^y, 301. 309. 3i3' 3i9* 3^1. 3^3* 330.
332. 33<^- 339. 341. 345- 34?' 35^» 353» 354- 3Sö. 359-
ALBERT, de eerfte van dien naam uit hef: huis van Oos»
ienrijkf en oudffce zoon van Keizer Rudolph den I, beklom
na ene menigte moeijelijkheden , en bijzonder met Keizer A-
DOLPH VAN Nassau, na deszelvs ombrerging, den Roomfcix
Tijkszetel. Nauwlijks was hij op den troon van zijnen vader
gevestigd , of *e;* ontftonden , meest door zijn eigen toedoen ,
vele onlusten in Duitschland ; 't welk zo verre liep, dat de
Keürvorften in overweging namen , om hem af te zetten. Ge-
durende deze twefpalt, ftierf in *t jaar 1299» Graav Jan van
Bolland y terwijl hij zig in Zeeland bevondt, in de kragt zijn'fi
levens, niet zonder verdenking van door vergift van kant ge-
holpen te zijn. Doordien hij geene kinderen naliet, moesten
atijne landen, naar opvolgingsregt , koinen aan zijnen oom,
Graav Jan yam Henegouwen , en zulks uit kragt zijner geboor-
te, dewijl hij de zoon was van Gravin Adelheide. Doch
toen Graav Jan het bezit van de beide Graavfchappen wilde
aanvaarden, matigde zig de Keizer -het regt daar van toe, en
gebood aan gemelden Grave, zulks te ontruimen en aan hem
over te geven. Men ftondt verbaast over deze zo ongegronde
en ftoute onderneming van den Keizer ; te meer , als hij
fcheen 'er zig met geweld v*an te willen meester maken , en
ten dien einde, met een Iqger te Keulen verfcheen. Maar
de gezamentlijke Keürvorften floegen de handen in een, en
verfchaften hem zoveel werks, dat hij genoodzaakt werdt, van
^jne onbillijke eisfchen af te ziön, — — Wag., Faderl. Hijfé
III. D. bl. 140-146.
ALBERT , Graav van Nas/au , zoon van Georg en van
Anna Amelia van Saarbruk*, in 1596 te LHllenburg gebo-
ren, wierd't in den jare 1626, in dienst der Republijk z^nde,
door een musket-kogel gedood. • Kok, ^^ Woordenb.
ALBERT, zoon van Filips, Grave van Weilburg^ en van
AnkA) dogter v^n Gravq Albert van SIansvelt, zuster vaQ
Willem DEN I, Frincevan Ofan^e^ verenigde de Heerlijkheid
L Deel. H vaa
iïi ALB]^T of AUBERT^S.
T;*^ '..I,. ».^«w» *■ ' ■■••• «*-vvT'
y^ ^WrtTfl ^ ^^ ^^ WWJir^, en overleed -In i6i6;
een arooc aantal kinderen nalatende. HoFMANint L^x»*
ALBERT of ALBERTUS , in de NedeTlandfei GtUtMt-
^i^fe/1 l^eken^^ bij den naam van Albehtusvan 0pst£NR7ic^
xm een ;Histers «oon vi^n Keizer Maximiliaan den II, en
wcrdt te Nisuwjiad in Oqsfemjk^ den 13 november 1559 ge-
^r^n. In 1570 werdt hij naar Sparye gezonden, alwaar hij,
ui( j^9<^de van zijn gedrag , bij Koning Fili^s zeer geliefd was«
Tot den geestelijken (laat opgevoQd, maakte de Paus hem, in
2<;77 Kardinaal ; en In 1584.9 w^rdt bij Onderkcmii^ van Por^
^udaf,9. yr^\kt post hij bekleedde tot in 1595» z^nÓQ bet jaa^
te voren aangebeld tot Aartsbisfchop van Toledo, Gedurende
«ijn^ landyoogdije in Pmugal^ hadt hij zo veel genpcgen ge-
gevet^»^ G^^ Koning Filip;s hem ^w^am keurde, tot het be:^
itiW dor Nederlandefi 9 werwaards hij met 3000 Spanjaarden
verdok , die om de kosten van nieuwe Bey^lhebberen uit te
wijnen , gedeeltelijk onder oude Regimenten ge(l:okp,n werden ;
OQJs, voerde hij een ruime (lomp ongemunt zilver herwaards ,
pm de Tch^de te ontwijken, die op het overmaken d^r pennin-
gen door wi§fels, gelopen ^ou hebben. Op den n febniai^
159^, dcsed hij zijn intrede te Brusjely alwaar de Staten hemj^
als Landvoogd aannamen. Hl} bereikte ten dezen tijde, om*
uent 36 jaren , en de meesten dagten , dat de Spanjaards nu
■ ■ - . ■■ -Ik-*.
Iiun gezag in de Nederlanden zouden kwijt zijn. Doch 't ont^
fcht ot hen wel degelijk ; want; fchoon Fuektes ^n Ibarra tp
rug ontboden werden, zog. men eerlang, het opper^leid de$
pprl^gs opdrag^ aan Don Frangji^co pb. M^ooza» Admirant
van Ar^gaitj en vcrfcheidene andere' Spanjaai'den , voorzien
ipet l^li^gore ambten ; waar uit , met reden beöoten werdt , dat
4e. nieuwe Regering, d^ oude kwalen niet verdrijven zou.
Intusfchen hielden de Staten een wakend oog op den Aarts-
j^ertfDj^; h^ had^ 2;ig reeds vgor enigen ^d , bemind zoeken tci
jmiken b'ii' dt Hollanders cA Zemen, 'te w^'brepgende, dat
ALBERT of ALBERTüS, xi J
(gtn groot geul van fchepen , in de Spaanfe en Portug^fe ht»
vens in bedag genpi^en , wederom ontflagen werden. Daar«
enboven hragt hij met zig heiwaards Fiups Wii«l?m , oudfie
SBOon van 'wijlen Willem den I, die nu pmtrent 28 Ifuen in
Spanje gevangen gezQten hebbende, geflaakt was, op dath^»
of tot een werktuig zou ftiekken tot bevordering van de vr«-
de, of wel tweedragt verwekken onder de verenigde Staten;
doch zij bereikten hun oogmerk in geene dezer hunner pogin-
gen, want die 'Prins bemoeide zig nergens mede, en leidde
een bedrijveloos leven.
De Aartsbeitog hadt nu een leger van 15000 mannen bijeen,
en dagt In ftaat te zijn, om iet van gewigt te kunnen onderne-
pien , doch zijne pogingen daar toe , wierden al meest door het
Schrander beleid van Prins Maurits verijdeld. De tegenfpoed
van wapenen die de Spanjaarden ondervonden , noodzaakt»
h^n, Visf in de plaats van geweld ter hand te nemen; want al-
le voorflagen van vrede van de hand gewezen zijnde, dagt
men ene nadere vinding uit, om ware zulks mooglljk, de
Nederlanders een nieuw net over 't hoofd te^ halen; men ont-
ving hier namelijk berigt, dat Filips zijne oudfie dogter IzA.-
BELLA Elara Eugenia vei looRl hadt aan den Aartshertog Al«
3ERT, die den geestelijken ftaat zou afleggen, ^n Bourgmdien
met de Nederlanden tot ene huwelijksgift ontvangen. Hier door
dagt men, den haat tegen de heerfchappij van Sparde af te we-
ren ; doch de fchrandere Nederlandfe Staatsmannen , waren zó
gemakkelijk niet te verfchalken ; zij begrepen ras , dat *er een
adder onder het gras te fchuil lag, en' zulks bewaarheiddc zig
vervolgens ook volkomen. Hierom befloten zij den oorlof;
aan te houden, en zonden ter aanmaning van dien, metdeó
aanvang van 1598, hunne Gezanten naar Frankrijken Enge*
land. 't Enigfle voordeel, dat Spanje met deze list behaalde,
was, de vrede met Frankrijk , welke te Ferms gefloten werdt;
4e Staten , daarentegen , floten een nieuw verbond met Enge*
land. Kort na 't afkondigen der vrede te Fervins in de Spaari'
fe Nederlanden f gaf men aldaar de brieven in, 't licht, waar bij
FiUK de beerfChappij over de Nederlanden^ en over de Graay^
Ha fcbap*
H? ALBERT of ALBERTPS,
tWippen viin BourgonXi en Charolois, aan z^ne dogtcr Izabell4
KuA^Kk EüGENU afiftondt. Die brieven waren den 6 meij 1598
to J^tuhid gedagtekend, en t^n zclvden da^ bevestigd, door
% I^lngs minderjarigen zoon, 's Konings befluit om zijhö
dogcor uit te trouwen aan den Atu-tsiiertoge ALBERTus/'dfe,
door den Paus ontflagen van zijne geeste.'ijke waardigheid, den
Kardinaals hoed, reeds in 't voorjaar naar Rme te rug gezon-
den hadt, werdt 'er ook m verklaard. De voornaamfte re-
uen- van deze overdragt was , naar de tale des Konings : „ dat
i, d? Nederlanders t tot wel waarnemen der tegenwoordige Re-
II geringe, of tot bevordering der vrede, hunnen Vorst bij
tf tig behoorden te hebben. Zo 'er wijders , iet in deze brie.
H ven gefteld ware, welk naar 's Lands wetten, niet beftaau
» TOOgt, zulks belastte de Koning, volgens zijne hoogfte en
^ koninglijke magt:'- waar uit men ziet, welke bcg;r.'ppen,
hij z!g van de Nederland/e Regering vormde. Bijzonder aan-
merkel^k was ook de zórg, welke hij bij deze brieven gedra-
gen hadt, om de Landen zo veel moeilijk ware , aan de kroon
van 5|f)tfn;V gehcgt te houden. „ Aan deze Kroon moesten
>j ze vei-vallen , indien de gehuwden geene kinderen verwek-
„ ten, of zo *cr, 't enigen tijde, mannelijke en vrouwejijke
9, nazaten ontbraken. Albertus zou egter Landvoogd blij-
„ ven , zo IzABELLA voor hem overleeJt. De Nederlanden mog-
^ ten, buiten bewilliging der Koningen van Spanje, nimmer
fi verdeeld noch vervreemd worden. Zo enige vrouw m 't
f - ...... ,
jj'beztt dier Landen kwame, zou men haar aan den Koning
i'^Sh Spanje, of zijne erfgenaam ten huwelijk hefteden. De
^ Nederland/e Vorften zouden hunne kinderen niet mogen uit-
ii huwelijken , dan met goedvinden des gemelden Konings. Zij
,» en de hunnen, zouden zig van den handel op de Oost- en
„ Westindiën onthouden; en deze punten en den Roomfchen
,, Godsdienst, bij *t aaqvaarden der Regeringe bezweren. Zo
9, *er tegen dezelven iet misdaan werdc, zou het regt over do
^ Nederlanden we 'erom aan Spanje vervallen. "
' 'Middelerwijl zondt Izabblle volmagt aan den Aartshertog,
oii de heerfchypij in haren naam te Jaanvaarden, Albertus
• • vond^
^hdt raadza^, .geene voUó.vergidérifig) biaat liWhU^h ^
gezondenen der Staten tegeni den i ilugustus 09 befchrijV«rx>
te Bru^feiy welke ffiad hij opgèpropt hadt met kriJgiVbttv-W»t
Vreze voor enige onderneming der misnbegdeni In ent» :aafr*
fpraak, die RicHüoiDdT deedt, -oicdennaam dód Aartshmog^i
werden alle de onheilen den Néderümdm overgekomen ^ W\
liet afeijn des Vorften geweteni De gemagtigden dér St^tlWi
voor wien) de Raadsheer Maas het woord voerde^ dld^
bem hulde, onder b^ing: >> dat aan dA Staten^ binnen :dti|
^ tijd van drie maanden, bewigs zou worden gcg»veiH V«H
^ de voltrekking zijns huwelijks; dath^zelv'j vóór demaiiild
^ meij van het volgende jaar, uit Sparde zou te rug komau)
5, dat gedurende zijne afwezigheid , de Stadhouders en Krijgt*
^ overften^ niets nieuws zouden mogen .ondernamen ^ en dit
5, intusfchen het bewind der Regeringe, lEian énen Landvoogd
^ hem in den bloede befhande, zou in handeA geflèid.woiri
,, den;", voorts zou 'men eerst na -de te rug komst van.Al^
BERTus en IZABELLE^ de wedèrzijdfche eeden doen ^ ..in C134|
vergadering. '.der Staten van alle de Gewesten. Het pli^lg
huldigen tan den ^krtshertog^ m den naam sijAer Gemaliiii
ne, gefchiedde in 't Hof té Bmsfèl^msi veel uiterlijk-- «baw^g
van vreugde; o^ den 15 augustus.' Nog in 't zelvde Jaar^
gaf de Aartshertog door brieven aan de Staten Van HaÜanii
idand en derzelver Bondgenoten, kennis van lüjn huwelijk ^
en dat het regt- op tie Nederlanden zijner Gemalinne wai af^
psfhian ; verklarende voorts t, zijne geneigdheid tot Vrcd^ f
fraar toe hij hen iiisgelijks vermaande , met bijvoeging vaiT
dm last, dien hij tot de handeling dtUu* over hddt ^evftaji
4igd, 'welke nogtbana otii wettige redenen^ werden. van dfi
biuad gewezen. Inmiddels hadt de Aartshertog t\]tïtn 0oti|j
<]$2n Kardinaal Andreas 9 uit den .Steox ontboden ^ en^an hem
gpdprende zijn afwezen ^ de regering der i\re^r/dn(iif«. opgjdra/t
gc{n; waar op hij zelv' naar iSj^^yV reisde. • In augustni: vafli
'tfc. volgende jaar 1599 , keerde hij met zijne G^malinne iKABfM
la fie rug, en vondt toen het La^^d in fileer Haat als hy bea
Gekten hadt. . Hij b^^fpeurde met leed toezei ^ dac sijn OQïXii^
H 3 dia
tit ALBERT öf ALBERTUS.
den Admirant van jéitagm oneoig ifmm; elk vtti hen dfc
voordfildn in dezen jare befaaaid y tig aehren ; de (chade b$
verfcheiden gelegenhedoi geladen, êlkanderen toefchr^veiicte;
de foldaten riepen om geld, de Spam^ Nukrlsndea waren
verahnd, 's Konings nuddelen uitgeput; en de Aartshertog
Terre van in (laat te z^ deze ongcmaULen te konnen her-
fldlen, ixragt nieuwe ftof tot ongenoegen mede uit ^/^V;
Spaanfe ambtenaars, zeden, taal, kleding, en ene koning*
ü^ pragt in hofhouding, die in ee * kostbaren oorlogstijd',
dubbel lastig valt Te midden van deze veamrarringen , verliet
de Kardinaal Andrea& deze landen^ en kwam in 't volgende
jaar te Bfimty daar hij den 12 november overleed. Het dum«
de nu met lang, of de Staten der bijzondere Gewesten, wer«
den zware beden a%evorderd , onder het fchoonfchijnend
voorwendzel , dat z^ niet minder doen moesten, om hunn^
trouw den Vorften te bewijzen, dan de weeifpannelirgen de-
den , om dezclven te beoorlogen, 't Huldigen der Aartsherto
fen werdt Umg yerfcjioven , dringende Braband ilerk , op het
Verzenden van 't uidieemsch krï^gsvolk, het flegten der'kasce^
len, en andere dingen te..voi;en beloofii, door Ai^ertus ^
snaar Izabelle verklaarde-, 4at zulks buioén hare kennis ge*
Ichied was, en nam euvel, dat men 'er op ftaan durfde; duf
inerdt aan deze en nog andere verzoeken ^ wtinfg gehoor ge^
geven. Eindelijk gefchied^ de inhuldiging; de' egtgenote&
werden voor Hertogen , Graven en Heien der bijzondere Gm
westerv aangenomen , in het einde van 't jaar 1599, en b^gta
van 160Q. In dit zelvde jaar, het den Aartshertog de Stateir
;^ner Nederlmndm ee Brtt{/è/ befchrijven, om hen tot opbreoM
gen van fwarer beden ^ over te halen; Hi| verklaarde huit
bij deze gelegenheid: „ dat hl) naar vrede verlangde, dodfe'
„ dat men zo de viyand hier toe niet te brengen ware , zig m
„ ftaat moest fiellen» oim den oorlog met nadruk vt)ort tt2id(m
p9 ten/' De Staten en%e penningen hebbenJe ingewilligd^
|ot voldoening van *t krijgsvolk, merkten aan : „ dat de ver»
19 enigde Staten, niet zonder reden de vredehandel ingen mis*
jf trouwden, iIzq de kastelen nog ongeflegt, de vieemdelingeii
K f «?«••>
lULBERT xf AlJBËRTüa , \ï^^
^ m 't bezie van de -^rnÉnfifl» i&b^ blS^^n.^ in kiotmni
;, dingen gedoogd- warden ^ die t^n 's lande voorrt^H i&ii^
^, druisten; Zèlvè werdt de godsdienst no^ Udwbngièni) tö.
^ dè IruUin voor de Nedêrlibidér$ gellodèn; tlü kohing i?l^
^ Li^ allé deze zwkrighedéh uit déa wég Wilde, iuidüftn; 'tn.
^ hun met bewilliging Jer Aürtshërtogën toéliëtl ttiSt ite inii&raK
„ partije in onderhandeling te treden; twijfièldén idi hieii tf
>, de Nederlanden zouden 2ig kltën wel érl; blïd^ Inë ^Ï5H
^ fchappij begeven. " De Aartshertog (tondt hièi^ bp tdi i dül
"ér enigen aan de Verenigde gewesten wérdbii Ófg^A^} bft
üit den naam zijtier Staden , dé gemoederen te oh&téi^: ÖS
ïamenkbmst gefchiedde te BeYgenópzöm^ doch fttio de otiéiü^
bij monde van Oldenbarneveld^^ duidelijk të virïtaan' givëbrr
^ dat 'er geene vrede te maken waiè, zo 'ü uithèlaMdli ki-^gs*
^y volk niet éerk vertrok^ en den Koning van SfSÊ^é ftliéti ^
;, zag over dé J^ederlanden benomen' werdt /^ ib)i0id4li:Me)i
Haar gewoonte vrugteloos; Ka nog Vele oorldgÈiV&-rigC|^Jt0d-f
Waar in, Albertus fomtijds: enige voordelen' behaalde i doch aÏF
meesttijds het fortuin hem ongunllig wasj fnelde hi) ^ni^
krijgsmisms loopbaan t&n einde» met hét bemdgtigeb van Q^
tnde , welk tot in 't vierde jaar belegerd gëwêësfi ïs^nde i iin»
ictelijk bezwedc, en op den 2 feptember i6o^s bi^ Verdrd§ hA
berii wérdt ingeruimd; Dé grote Cchatten en dé menigte volkk^^
met dit langjdurig beleg verfpild^ Verzwakte den Aartsh$rt^
Eodanig^ dkt hi| daar na niets vab gewigt mèët^kondé om
dernemen , maar een twaalfjarig Beftand nodig badt) ttol
énigzints adem te halen ; ja h^ werdt tot ^ Verre vetnedétdi
dat hij benevens de Spanjaatdeni dé Féemgde l^ideriÉttM
voor een vrijen. Staat moest erkennen» Van toen b{ ikn^
bragt Aui^TDs zijn leven in ffcilte én tvit d6óï\ want iXhité'
wel 'er over verfcheiden artikels van het BeÖiftd , nog tnigé'
twijffelingen ontftonden, werden die ^ter Volkomen ondtó^
houden» ' Né dat hetzelve een einde hidt genomen, én tMtt
dè Staten 9 hoe gaarne de Aartshertog 2ulk8 b^eerdé^ tft dea
irrede niet konden bewilligen, rustte hij ^Ig w^èl flei^ tén
oorlpg tc#, doch dédood ftak een fpaak itt^'tHi^iel^ want b4
Ü 4 lliOif>
V
\
X20 ALBERT. GANSONIÜS) ALBERTTNA AGNKi
ftierf, zoflder kinderen na te Itten, op den 13 Julq 1621^
Van hem wordt getuigd, dac hijTcrflandig, waakzaam en god-.
TTugtig was. — Vaw MÊTEaEN, en de meeste ander©
Nederlandfe Historiefchr^vers. — -i Wag. Fad. Hifi. Vm. D.
W. 426-430. 505- 507- IX. D. bl. 10, II. 16. 64, 6S^
78-85. 107-109. 162, 163. 169-172- X. D. bL»42i.
ALBERT (JANSONiyS), was een Karmeliter Monnik,'
geboortig vaij Haarlem , en naar dp onkunde welke in die tijJ
beerschce, een tamelijk .geleerd man. {ly jfchreef, verfcheiden
verhandelingw , o: :dcr .anderen enige bijzonderheden ovei .Pe-
trus LoMBARDuSy . en ftierf te Lsuvrn in 't jaar 1496* ■
Halma , Toneel der Fer, NederL
ALBERTINA AGNES, was ene dpgtér van Trins Predrix ^
Hendrik van Oranje ^ Stadhouder van Holland enz.,: en van
Amelta van Solms; zij wierdt geboren in V Hag& den 26
april 1634, was uit dit huwelijk de derde dogter en het vijfde
kind ; even als alle hare broeders en zusters , door hare brave
moeder , hi alle christelijke deugden ondetwezen en opge^
kweekt, droeg zij in rijper? jaren, den roem weg, van ent
Verftandige en deugdzame Vorftin te zijn. Bij -deze zielshoe-r
danigheden , paarde zig een fchoon lighaam , berjevens een
minzame en deftige houding; In den ouderdem van 13 jaren,
verloor zij haren vader, die in 1647 flieif, en in 1650 haicn
enigen broeder Willem den II. Stadhouder van Holland enz»
Op den 2 meij 1652 , wierdt zij te Kleve in het huwdijk ver»
bonden, met haren neef Willem Frederik Gxave vanNasJawWf
Stadhouder van Friesland, met welke zij gedurende ruim
twaalf jaren een allergenoeglijkfte famenleving/doorbragt,
wanneer dezelve door ene ongelukkige gebeiH-tenis allerja^H
merlijkst wei-dt verbroken , want haar gbn^aal een pistool wil-
lende beproeven , fprong het ongelukkig los , en de kogel
trof hem van onderen in de kin, boven bij de neus wederom
uitkomende; de kin en beide de kaakebenen gebroken zijnde
door den Ichoot, werdt.hem 't fpi*eken en zwelgen onmooglijfc
gemaakt, en hij flierf te Leeuwardm zeven dagen na»dit ramp*-
[^ fpoe-
ALÈEllTiNA AGmS. '■ m
tJöédig geval op dön «ai oftobcr Ï664. Dö Prfnccsfe bleef di«i
kï 't bestr vai> haren leeftijd weduwe met drie kinderen > twc©
dogters, en erienzioon Henöïiik Casimir genaamd, d;e agnca
Vader in het Stadhöuderfchap opvolgde. Zij'béfteedde al ha-
ren 'Vligt tot de opvoeding van hate fpruiten, die zij egter dé
finert hadt alle voór haar ten gr»ve te «en dalen; zij zelve
ftiorf, dc^^ 28 'junij'i 696 op het Oranjewoud ^ in den ouderdom
van.. 62. jaren ^ eiiwierdt te Lee^ï'M^f^», ih ^tjacohijnsr kerk '
in de. graf kelder van 'hare voorzaten, zonder enige piagt biggen
aset; alwaar "hare fteifelijke óveiblijfzeten ^^•êdig; in rust zijn
verb even, tot in hes: jaar 1795, wanneer '«en te ver gedi€-
ven', ja laat ik hét bij zijn naam noemen ^ hérsfenfchimm^
denkbeeld van Gelijkheid^ een bedrijf deéd^plegeti , waar over.
ongetwijffeld -de nakomelingfchap ^l blozen. ^ .om naimelijJc^
SK) verzekerd wordt, hare beenderen, 2o wei als die van alle
de andere Voi-ftelijke lijken welke in di'e^ grafiielder en aan*
horige kapelle ter bewaring: geplaatst waren, üe ontkisten en
te famen in een graf te' delven; ja wat meer is, defieriijke
uit toeifteen en wit marmer gebeitelde graftombe, van Graav
Willem Lodewbc en zijne^gemalinneAïïNA, üot grris te vtx^
brijzelen; een voorval-, 't welk een ieder die enig gevoel
heeft aandoet , en ons /zo te recht de verfce!jeligke.gebejreniA
van de Beeldftorming in 1566 aangevangen, met aaudoenl^?
ke fmerte herinnert. — — Uit aantekeningen van mijne va-
derlijke grootmoeder, Awgklique de Chalmot', onder m^
berusten Je, die enige jaren de',e brave Vorftih tot aan haar
dood toe, als ^taatjui&f' heeft gediend ^ wordt het getuigen!»
volkomen bewaarheide dat Albertina Agnes ene Vorüinno
is geweekt, begaafd mee vde beminnelijke' ziels- en Irghaam^
hoedanigheden; zij .was teder godvngtig zonder fijmelarif^
nemende den huisgodsdienst dagelijks met zeer veel ijver waar^
en daar toe ook hare huisgenoten veip;igtendê; in hare ver*
kering was zij vriendelijk en minzaam , doch als de omftan-
digheden zalks escbten, defcig. en :ernftig;. zecr:mededogen4
van aart, fchonk zi] rijkelijk .aan den araien:; voorts was zQ
^eindelijk en ^venaL..op orde gefield, vc^rbceldclijk vlijtig e»
H 5 werk*
122 ALBERTHOkA. (ALBERT)
werkzaam; veel lezende» en kundig in dè
inzonderheid die van haar vaderland. > Zie o(d( H. A*
SxEENBERGEif* Ujkredtn jop Albertina Aghes.
ALBERTHOMA (ALBERT), Predikant të Öhmingin^ ié
In hét jaar 1687 in genoemde ftad geboren ^ uit eén aaneen^
gefchakelde reije van priesterlijke vooroudén, dië gbdurendé
een tijdvak van meer dan 150 jaren in Gauifö's hoofdflad, deö
dienst des Heren hebben waai:genQiDen; want van vadërezgde
was Thomas Albkrti^ icon Van een Secretaris të Jevem;
die geweest is Predikant të Dmüumwmk in triesimui, nader«
hand te Crotegast in Qmdngtrkmdf de overgrootvader van
Albert, en de vader van désaelvs grootvader AlBrirTHbMJB ,
zcdert 1635 tot 1660, en ;deszélvs vader Pittul Albertho-
MA , nevens zgne twee broedert Thobias en Albert Alber-
THOBCA, zedert 1661 tot 1720 Predikanten in de genoemde
gemeente; wanneer in 1721 de zoon van Petrus, namendigk
Robbert Albbrthoua, zijn vader is opgevolgd, en vervol*
gens onzen Albert in *t jaar 17379 niede tot ambtgenoot van
sjnen jongflen broeder Robbert, in gemelde gemeénts tot
Predikant is aangefteld. Van moeders zijde; heeft dèszelv^
overgrootvader Pietrr Kevchewiu^, van 1629 tot 1644, en
RbBBERT KEUCHiNius van 1664 tot löSoi ook de Groningef
^.gemeente gehoed.
Dan om tot onzen Albert weder te keren. Öp Grmmgen
^ Uijdens Hogefcholen wél toegerust, en in 1710 beproefc gd*
Tonden om 't Euangelie te prediken ; kreeg zijn Eerw. na bij*
tia drie jaren op de markt ledig gedaan te hebben ^ op het
onverwagtfte een bons die hem in des Heren oogst uitfliet^ om
de gemeente te Midwolde en de Leek te weidenrf *t welk hij
«Is een getrouwen Herder, waarnam, tot in 1723, dat hij naat
Mmbden wierdt verplaatst; hier v^f jaren geler dart hebbende^
wierdt hij te Leeuwarden beroepen» daar hij flegts vier jarei)
in den dienst des Heren verbeidde , doordien de begeerte dei
gemeente van zignen vaderftad, hem tot hunnen Predikant ver-
langde. In alle deze plaatzen, heeft zijn Eerw. gedurende
een tijdvak van 45 jaren > de pligt Van een waakzaam Leraat
die
ALBiïtTHOMA. (ALBKRTUS) (ENGELBESf) wj
die ntminer (lapende op al^n pose werdt ge\toiiden^ met reéL
. lust, ijver, wakkerheid, en trouwe verrigt, en b$ den uië^
komst , is ook veeltijds zign dienstwerk met iie&lijke en geio^
vrugten bekroond geworden. Ook heeft hij > inzooxierheul
dienfle van zijne Kategifanten^ in 't licht gegeven, ene mbgBb
Albert was wel van tenger, doch doorgaans ge^)ade f%^
haamsgefleltheid, ook inzijneiklimmende jaien; maar watoxai
leeft 'tï die den dood niet .zien zal? op den 2 meij 1758 met
een flauwte bevangen, van kourtzen agrervolgd, is. dezen bia-
ven Herder allengskens verzwakt, binnen tien dagen bezwe-
ken, en op den 11 meij in den ouderdom van bijna 71 jaien.
door een zagie dood, in de vreugde zijn's Heren overg^^aan,
zeer betreard, niet alleen door zijne familie en ma^diap^
maar ook door alle zijne bekenden, die wisheid, geleerthcid,
waarheid en ongeveinsde godvrugt, op hunne regte waaide
weten te fchatten. Boekz,, 1758. a. bl. 6oB-6ixx
ALBERTHOMA (ALBERTUS) , werdt te Gfcmngen in het
jaar 1644 op den 23 nove^iber geboren. Hij oeffende ag.
van der jeugd ^ aan in de Godgeleer.iheid, ziynde door zijne
ouders tot Predikant voórbefchikt Zijn eerile flandpfaats .wa^
te Appingadamy van waar de rcepftemme liem in i6Zz Jwar
Enibden lokte, en van daar naar Groningen wierdt verplaaöt,
alwaar hg het Leraars ambt met getrouwheid tot aan z^n doodi
toe, welke in 17J20 voorviel, heeft waargenomen, ■ i_
Boekz.9 I73I- *• ^^- ^^^•
ALBERTHOMA (ENGELBERT), Predikant te Appir^
dam, ook al van 't zelvde geflagt, wierdt den 3 julij ló^Z'
Kandidaat üe Bredaj, vervolgens in 1655 beroepen als Predikant
te Menjingeweer 9 en van daar in 1655 naar jip-pingadam ver*
pilaatst; alwaar hij het woord der waarheid tot aan zijn dood
toe heeft verkondigd, welke in october 1671 voorviel. H^
is geht wd geweest aan Anna Christóphori, bi) wie hij vtlt-
fcheidene kinderen hee& verwekt, waar van alleen drie zoonr
hem overleefd hebben* ' Boekz^^ 1731. b, b!. 120, ■
1739. i'. bl. 701* ^
AL-
tU ALBERTHOMA. (GERIL\RD) (ROBBÈkt)
ALBERTHOB4A (ENGELBERT), Predikant tQ Marum in
CronmgerlfiJi een broeders zoon van d«n vorigen, zijndó
zija vader Jomannes, een beroemd Chirurgijn tö j^ppingadani
geweest, vindt ik veider niets van oj^öekcnd, dan dat hij na
een langdurige zukkeling den 21 augustus 1740, zear fchielijk
Ineen flauwte is overleden. • Boekz^y 1740. jü. bL géS.
ALBERTHOMA (QERHARD), Pr^ikant te ^ppingadam,
wicrdt aldaar geboren den ipmeij 1669, zijn vader was En*
méé • , » '
CELBERT ALBERTHOMA én zijnc moeder Anna .Christophori j^
uit een eerbaar geflagt te Tekelehburg gefproten. De tiiviajé
fcholen Jn zijn vaderrfad doorgelopen hebbende, bezemt hij iè
fiqgefchool te Grmmgm^ alwaar hij hét onderwijs van J. Men-
s'iNGA en J. Braunius bencvCiS meer ai\dg:e. beroemde man-
nen genoot Een genoegzanieii voorraad kundigheden opge-
daan hebbende, wicrdt hij dci 27 junj^.1693 tot Kandidaat
aangenomen; en na omtrent vijfjaren aan de markt geftaan te
hebben , te Appingadam beroepen , alwaar hij tot zijn einde toe
inet veel vlijt bet dienstwerk van zijnen GodcJelijken Meestet
heeft uitgeoefFend, zijnde overleden den 17 oélober 1739 in
den ouderdom van ruim 70 jaren. Hij \s gehuwd geweest aan.
G. C. BaLdringa, uit een zeer geagt geila^t in ^ippin,^adam
gefproten, waar tij hij agt kinderen .hepft verwekt, dien hij
die heeft overleefd.
Men vindt van Gerhard getuigd, dat^hii.^in. de dagelijkfe
verkering, zeer vriendelijk, beleefd en gemeenzaam was;' iV
den H. dienst, zeer ijverig, crnftig en onvcrtrioèid,. zo. in
prediken, gewone en buitengewone huisbezoekingen, als in
kategiferen , hebbende tot op *t laatfte van zijn leven nog vijf
fiuiskitegifatien in de week gehouden, zo dat geen wonder is,
dat zijn overlijden met een treurig aandenken wordt gedagt.
> f Boekz.y 1739. h. bl. 699-704.
* •
ALBERTHOMA (ROBBERT), Predikant te Groningen i\
een broeder van Albert, is in 1691 in gemelde flad geboren^
Hij is na zijnen akademifchen loopr voleindigt te hebben,
eerst vijf jaren Predikant geweest te Edde in , het landfchap
Breu'
ALBERTHOMA. (SICCO) ALBERTI. tz$
Preiithe, en heeft vervolgens 49 jai^en in aijn vaderiyke ftad,^
het Euangelie met ongemenen lof èn tot merkelijken zegen'
ycvkondigd; als.to^u jwee jaren rust' genoten hebbende, is hij
na een kortftpndige zjektCvCn langzaam verval van . krag.en ,;
Qp den j.2 januarij 1772» in den hogen ouderdom van ruim
Si jaren , d^n weg van ^lle vlcefche gegaan, Het is gemaldce-r
lijk te begrijpen , dat de dood van deze brave Leraar met hetp
tranen werdt befchreid; want hij heeft door zijn eerlijk karak-
ter, vriendelijke en gezellige verkering, liefdadigheid, ea
nauwkeurige waarneming van de onderfcheidene pligten tot zija
dienstwerk behorende 9 niet alleen de harten van groot en
klein , rijk en arm tot zig gelokt ; maar ^aar te boven , onder*
zoekende en weetgrage Bijbeloeffenaars ten duiu-ften aan zig
verpligt, door het uitgeven van zijne l^crWarmg ober bc beibe
53?opf|eten Elia en Eliza, en nog meer andere werken, wel*
ke zijnen naam in zegening tot het nageflagt zullen overbren*
gen. — — Boekz.y 1779. a, bl. 123, 124.
ALBERTHpMA (SICCO GERHARD) , Predikant te Lu^
teWert in Groningfrland, f en zoop van Albert, is geboren ia
1690, h^ heeft gedurende 28 jaren, vlijtig en getrouw hej
{luangelie bij genoemde gemeente bediend ; waar na hij op den
26 meij 1746, in den ouderdom van ryim 56 jaren is overle-
den. Boekz., 1746. b. bl. 253,
ALBEI^TI (JOHANNES) , geboren in 1698 te j4sfen in
Drenthe , is Hoogleraar in de Godgeleerthcid en Griekfche taal
geweest te Ldjden, Hij was een zeer geleerd man , en heeft
in -t licht gegeven , Ohfervationes facras in Ntmm Testament
tutriy Leidce Svo. Ook Hesychii Lexicon Cracumy met lijnd'
aantekeningen, 't welk in groot folio gedrukt, het I. Deel in
1746 te LetjJen is uitgegeven; doch het II. Deel, bij des Hoog*
leraars dood welke in 1762 voorviel, niet afgewerkt zijnde;
is vervolgens in 1766, door den geleerden Dav. Rhünkeniü6
in 't licht gegeven. *— G. Stolle ad Heumanwüm, p^*
530. Nova erudita Europa j Part. XIV. p*vi28i-289. & Parfc
XVIIL p. 477-47P' David Rhunkbniüs F..C;in FrafatüM
tsS AÏ-BER.TUS. ALBINüS. (BERNAJRD)
«tf Tomum IL H^hü. f. L C. Saxi^ Otmiast, litur. Tuê>
VL p. 387? -^*w^- p. 7^»*
ALBERTtrS (Mr. AD^IANüS), wferde to hpt j>ar 1474
Deken van de Hofkapdie in *s Hagej ingevolge getuigenis
mm Hbimrichtus, die bem noemt Decanus Hagenjssy en 29-
sen iof grocel^ks uitbazuint, hem als bijzonder kundig in do
geestelijke rechten, aanpr^zende. . G, Pvi^BAit, jéuh
kSa. Toip. I. pag. 428.
ALBINUS (BERNARD), was een der beroemdfle mannen
Tan fijnen tijd die de Geneeskunde ultoeffende, en vermaard
l>Dder de Hoog'eiaren van de Leijdfe Hogefchool. Hij zag he;
cerfte levenslicht te Des/au op den 7 januarij 16539 In wel^
M fiad zijn vader Christophorus Albinus Burgemeester was.
Zo zwak als in zijne eerfle jeugd zijn lighaamsgedalte was,
so verheven waren zijne zielsvermogens. Zijn vadefr beflooc
bterom , door bekwame mannen , hem in zijn huis te doen on-
derwijzen , en , tot meerder kragten gekomen , naar de fchool
te Derfau te zenden. Van daar volgde hij zynen leermeester
Hendrik Allers naar Bremeriy alwaar hij zig in de wijsbe*
geerte en natuurkunde oefiënde. Van Bremen vertrok hij naar
tt^den^ en genoot aldaar het geneeskundig onderwijs van Dre*
IJNCOURT, Kranew cn ScHAGT, wicn hij vervolgens in groot-
lieid evenaarde. In 1676 keerde hij naar thsfau te rug, en
deed verv<^gens ene reize door de iMerUmdjnk% Braband en
Brankrijk^ alwaar hij een* groten fchat van geleerdheid opz^
melde » en over Loaluuringtn in DukschUmd te rug keerde. Ia
X680 werdt h^ te Frankfcn 9an den Oder,, tot Hoogleraar ia
de Geneeskunde beroepen , in het volgende jaar aldaar tot
fti^ds Doktor aangeileld , en vervolgens tot Lijfarts en Gdieim^
raad van den Keurvorst van Brandefiburg. Dit ambt tot in
1688, wanneer die Vorst flierf, bekleed hebbende, aanvaard*
de hij op nieuw de Hoogleraars ftcel te Frankfort, In 1694^
werdt hem óoot di Beftieiers van Groaingens Akademie, de
vaardigheid ^n provjntie-Doktor en Hoogleraar in de Ge*
meakom, aangRbpden pp ene Jaarl^cfc wedde vaa laoo guU
den^;
ALBINyS. (BERNARD SIGEFRIED) «y
dens ; doch , op aaoboudonci verzoek des toenmaligen Keurvorst
yan Brand^nbiarg , fy^ hij dit aanbod af, en werdt daar voor,
van den Keurvorst, vervolgens Koning van Pruis/en, rijkelijk
befchonken. Naderhand ^ter, behaagde bet dien Vorst, op
het emftig verzoek van ócn Grave va» Wassenaar , als Cu-
rator van Z>i;flfe«xHogefchQol, Albinüs vrijheid te geven, om
benevens zijn huisgezin naar Jfo//fl«flf te vertrekken, befchen-
kende hem bij die jgelegenhcid, met een gouden penning, ver-
fierd met '^s Konings beeldtenis. In het jaar 1702 aanvaardde
hij te Leijden, met ene openbare redevoering zijnen post,
welken hij aldaar, gedurende den tijd van 19 jaren, metallea
lof bekleed heeft. In 1696, hadt hij zig in den egt begeven
met SusANNA Katharina, dogter van Thomas Siofri^ Rings»
Hoogleiaar in de Rechten te Frankfort aan den Oder, Dit hii-»
weiijk wierdt gezegend, met elf kinderen , vier zonen en zeven
dogters. Een zijner zonen was Bernard Sigfrird Albinus,
mede gewoon Hoogleraar in de Gei.eeskonst te Lêijdm^ en een
andere zoon, buitengewoon Hoogleraar in die zelvdewetenfchap
te Utrecht* Hy ftierf op den 7 feptember 1721, oud zijnde
CS jaren en 8 maanden. Onder *s mans fchriftcn munten uit :
de Corpf^sctdis in fanguine cofttentis; de Tarantütce mra; de S(h
xro Freifenwaldenjiumfonte. — — JJIerm. Boerh , Oratio A:ad»
de vita (^ obitu B. Albini.
ALBINUS (BERNARD SIGEFRIED) , Hoogleraar in de
Genees- en Ontleedkunde te Leijden y zoon van den voorgaan-
den, is in het jaar 1697 te Frankfort aan den Oder geboren;
heeft te Leijden^ onder zijnen vader ^ en andere voorname
Hoogleraren zig met ene onbcgrijpclyke vlijt in allerleije kon;
(len en wetenfchappen , die maar enigzints betrekking tot de
mededjnen hebben, geoeffend, en is ook in zijne profesfieeen
der grootfte mannen van z^nen ^d geworden ; muntende lé»
zonderheid uit, in de ontleedkunde. In 171 9, nog flegts ti
jaren oud, aanva^arde hg het Profesforaat in de medecijnen en
anatomie, aan de Hogefchool te Leijden ^ met ene Oratie, êe
Anatome comparata; en gantsdi Europa weet, tot, welk eeft
Tiogeiï roem, zijnen naam geftetgert is. Wat hij verder heeft
\
'K'
Iftt AtBLAS. (JOIUS vak) (WILLEM vam)
gpfchrevcn, en welke aanzienlijke fonune hij heeft faeftee^i
tot hec famenftclicn, tekenen en in plaat brengen van zijne
Antamifche Tafelen y die o\erheqr(ijk zyn uitgevoerd, is teö
overvloede geno^ bekend. Hij is^te Leijden overleden, den
9 feptember 1770. Ook heeft men een fchoon portraic vaü
be n , door A. Holbraaken vervaardigd. De uitmuntende ver*
zameüpg der ontleedkundige bereidzels van dezen wijdvermaar^
den Hoogleraar, die in dit vak met zo veel Jofs de voetftap^
pen van den kpnstrijken Fred. Ruisch diukte, en verder tradt,
is bij openbaie veiling, voor een hogen pi ijs aangekogt door
de bezorgers der Leijdfche H^jgefchoo/ , tft^^s veiibekkende
om i!e gC'iagtenis diens ontleeJkund/lgan op de beste «rijzo
le%'endig te houden, en tot een beftcDdig nut te verftrekken
aan de bcoefFenarcn dezer zo verre gebra,,te wetenfchap,
— C Saxi, Onom. liner. P^rs VL p. 306. rad. Hifi. XXiV,
D. b1. 243. A'; NeéerlJ^^* '77o, bl. 123. I77I. W, 1129,
ALBINUS. zicALCUINUS,
ALBLAS (JOIi^ ^^n)» ^ï^t een oud adelijk Nederland^
geOagt gefp oteo» beefde in 1273; want men vindt opgete-
kend, dat io ^"<^öï^en jaar, Johan van Aldenburg en
Gerrit yJ^^^^ Merwede, zijnen oom,- en in 1279, enea
EvERDYK» ^^S^ön over hem waren. In 1288. ontving hij
van 't S^^^^^ ^^" '^^« -^^"^ t^Vtreck, d^ tienden in Alhlas^
die aö*»* ^^^^^ ^^^^ ^^^^ bezeten. In 1311 , noemt hij Gys-
BERT ^^ Nyewrode^ knape, zijnen zwager, en zegelt met
jgnielven. Bij zijne ongenoemde vrouw, liet hij twee kin^
jgi^ na. ■ r AiBR. Ferwe|U)a, Gen, Wapenboek^ ^78$»
jDecL
. ALBLAS JANSZ. (WILLEM van), AmhagtshQQr van d^
itih Dubbeldam en Sp' Anthonis-polder ;. was in 'C jaar 1484
Jiphepen te Dordreck^ en in 1494» Bmgemeester der Gemeen»
' (B van genoemde ftad; en toen hij in 1502 voor de tweede-
«laal mQt die waardigheid wi^rdt bekleed , is hij kort na zijne
tanfielling door N. van der Does, Priester, op ftraat nabjj
S$*^(K(^^ Gasthuis^ doorflek*^. Deze gaf voor 1 dat de Bm>
«f
ALBRUG- . ALCMAIR. AECUINUS. lt#
ijgemeestei- l?em een rechtsvordering had doen verlifezen i en dat '
die ook txagtte ten Hove, d^at.het gebragt was, het zelvde
1;^ wege te brengen. Hier ov€r.gey:^rgen en ontordcnd zijnde,
-weirdt hij voor. 't Stadhuis- m^ü-ficn: zwaaide gei egt. Deze
Willem: van Alblas , was gehuwd aan Maria , Here Wil-
lem van.Drênkwaarxs. dogter, bij wien hij twaalf kinderen
verwekte. • ■ M. Balein, Befchr. vati Dordreck,- bl. 805.
ALBRÜG (KRISPINUS vak) , vindt men gemeld op de
lijst der ondertekenaars van het Verhoud der Edelen , en dat bij
200 Guldens met zijn perfbon/tot voorfland daar van heeft
beloofd. :- Wag. Vod. Hijl. VI. D. bl. 255.
ALCKEMADE, zie ALKEMADE.
ALCMAIR (Mr. HÉNRICK van) , was in het jaar 1477
Kaad van David van Bourcondien-, Bisfchop v^n' Utrecht ,
20 als blijkt uit een Plakaat-ccclulle van dieii Kerkvoogd, van
den 28 julij deszèlven jaars, 'waal' bij hij, benevens zeven
andere Ra-^en gelast werdt, buiten de flad Utrecht ta blijven,
ter tijd toe, dat de Bisfchop de' zaak zou hebben onderzogt;
hunne ballingfchap duurde tot in r48i, als wanneer zij alle,
uitgezonderd zekeren Willem de Vos, vrijheid bekwamen,
•om weder In de ftad te komen. ■ ■' ■ ■■ K. Burman, Utu
Jaarb. III. D. bl. 184. 474.
»
ALCÜINUS (FLACCUS) of ALBINUS, een Brit van ge*
boorte, leefde omtient 't jaar 769 ^ was de leermeester van
Karel den grooten, en om- zijne braafheid en christelijke
deugden , in grote achting ten-.-iiove. Onder anderen gaf hg
hier van geen onduidelijke blijken, toen hij aan enen Bisfchop
fchieef, die onder de Sax^s .0^ Friezen , of andere nieuwbe*
keerden, ging prediken: „ Zijt een Leraar des geloofs, geen
„ afperfer van tienden; wat behoeft men, den onwetenden ,
„ een juk op te leggen , welk* noch wij , noch onze broeders-
„ hebben kunnen dragen?" Alcuini Epiji. VIL apudl/Lhsor
LON'. Vet, AruU. pag. 400. Van nog hartelijker taal maakt
taij gebruik, in enen brief aan Koning Kaiusl zelven^ niet lang
^ 1. Deel. , I na
^^ AW)?,aONDE, (K^IiP v4>r MA^INIX , Heer van S^.)
y^fLpi i^ Geneevfe Hog^rchool,.an dus in 1550 bij de zijnen,
t^ rug gQHomen t^ zijn^ en al a^nflo^ds met; pne bijzondere
rp!e:tei;dhe;d, verkeerd te hebben, omtrent de aangelegenhe^
ifón v«irt Kerk en Staat. Al vroeg toch flraalde in hem door,
ei\u ongeveinsde Hefde voor- en aankleving aan bet* behng*
dör Kerke, blijkens zijnen opwekkendèn brief in den jaro
1^61 i uit uMwerpen aan Petrus Delenus, Leraar der her-
vormde nedérduitfe gemsóntë te Londen gefchreven. Deza
Stfch gezindheid, maakte hem wel dra bekend bij de welme-
kcr.dtJrt, zo dat Iiij Vervolgens hoe' jong öok van jJareh, werdt
toe^^ölaten tot hunne geheim'fte raadplegingen; uk dien hoof^
«te \^oonde hij de Kerkelijke vergadering bij, die in 't begia
\art méij 1566, te Ani'werpen in ftilte gehouden werdt, waar
hl tiien overleg maakte en dadelijk befloot, om de piedika*.
tlcu niet meer in 't heimelijk , gelijk tot nog toe gefchiedt
Vras, m^^.in *t openbaai* te ve.Migten. De ecrfte naamkun-
il'gc en ui^^r openbare daad egtcr, we'ke wij van Marni^
piKmopten, was bet opftellen. gn tekenen van h^t (^mnpromis ^
cf liet Verbond der Nederlam^fe Edelen , in de herfst van het;
jp^^nvoorgsandc jaar^ van XS^S' Men behoeft zig dus niet
ic ver\^K)nd€ren ,; da^ hg eep onderwerp werdt van .de hevig^
XeFvolgingen door de Spaanfe Inquifitie aangeregt tegens da
Jt>cU]der§ van enen Godsdienst^ waar van h:j een llerk ijvc-
jaar en'vooiftander .waSj.en 4a,^-.^ boven, nog de burgerli}.
i-C vrijheid met al ziji^magt befchermde; do^h.dit maaktq
J:Ct voor hem en vele and^rea noodzakelijk, zijn vaderlandl
VQpr i^nigen tijd te verlaten^. en .ene wijkplaats te zoeken
.C^Clï hij veilig koste wonoii-^ zpnder gevaar te lopen , in de
•^handcTi van die hjoeddorftige ijveraars te vervallen. Hij
Jioos l>ier toe in den beginne met regt de P^/fz, daar hij
jiiet a'leen de verlangde befcherming vondt, maai- ook zijn^
bokv/aa nheid , hem den aanzienlijken tijtel vijin !^crkclijkeu
Gelieimraad verwierf. ...
. Van den jaie 1567 tot 1571, i? de ge;fchiedenis van Mak-
jïix zijn leven 'het allerduisterfle, en geen wonder; thans cl-
-dci*s N'Qrkerende qn van plaats tot. plaats omzwervende, moes-
ten
'ALDEGONDE. (FÏLIP vAif MARNJLX^ Heer v«ft Sif^ »3^
ten zijn perfoon en bedrijxlèn irtin bekend 2ijn in zijil vidêf -
land zelve. In genoemden tusfentijd toch , was hij dan ceai
ihet andere ballingen "te Embden^ én ónderfteundft de ^^erftro^
•jelingên aldaar met raad en daad; reisde in 1568 naat fV^zel^
ter bijwoning van de vergadering der Kerken die onder 't kriim
iaten, zo in als buiten Nederland ^ en ondertekende met nog
juim 50 andere leden, derzelver hiandelingen en beHuitenv
dan weder bevond hij zig te Keulen , uit welke laatlle plaats
bij in 1559, een uitnemenden liefdebrief fchreef aan de f;e^
meen te te Embden^ waar Van de gedagtenis in zijn geheel be<
waard is, door E. Meiwers, in zijn Oostfn Kerkel. GefdiUds-.
nis , I. D. bl. 420» ....
Het duurde egter f\\tt hhg, of AtbEcöNöE verfdiecn wr2-
der op het Staatstoneel ; op de eerde vergadering name'i^Ic.
der Staten van Holland, uit de afgevallene fteden, tQ Dcrd*
recht den 15 augustus 1572 bijeen gekomen, wcrdt hij met
behoorlijke geloofsbrieven van 's Prinfen wcge afgezondcij, qi\
deedt daar in deszclvs naam zulk een kragtig voordel omtrenÊ
de tegenwoordige belangen van het Land j dat dezen diiar o\x
aanflonds, en wel eenparig, den Prins voor Gouverneur Gfii
iieraal en Stadhouder des Koniïigs, ovö HoHand , Zeelmd^
Westfriesland en Utrecht erkenden , bij handtasting aan AldE>
GONDE. belovende , den vooifchr. Prins als zodanig getrouwe !•
lijk te zullen bijftaan^ verbindende deze zig ook door AvQÜ*
GONDR met eede tot dien gewigtigen post. Kort daat op 4
den 8fle namelijk van december, begaf hij aig ook binnen
Hdarlem, even voor deszelvs belegering, huisvestte aldaar bi}
den vermaarden Burgemeester Pieter Kies, en verzogt vm
wegen de Staten en den Prins aan de leden der Had en fchnt'»
terij, om uit hoofde van den aanftaanden nood, .dp Wet ti
veranderen, gelijk ook tot groot genoegen van het weides»
kendfte gedeelte der burgerij, op den 12 daar aan volgewto
gebeurde.
lil het zelvde jaar nog, werdt hij door den Prins tot Bsyfll*
hebber over Delft, Rotterdam en Schiedam aangefteW* In h^i
behartigen van dezen postj had hij ene o/itmoeting di<? aUn
134 ALDEGONDE. (FILIP van MARJ>ï1X, Heer' van St,)
weldenkcnden in den lande deed treuren, e ) den Prins wens
lieveling hij was , jnzondcrlicid ter harte ging ; hij viel na-
melijk bij de verdediging van de fterl.e fchans- te Maasland-
JluiSf die hij ingenomen hadt, in handen der Spanjaarden , die
hem als hunne gevangene naar Utreclit op het kasteel Fredet^
hurgy voerden. Orakje gaf fpoedig blijken van het belang
dat hij in hem ftelde, met aan Sonoi te fchrijven, dat hij e-
veneens met den gpvangencn Giave van Bossu moest hande>
len, als de vijand met St. Aldegonoje. Hij zat een gerui*
men tijd te Utrecky tot dat in 't jaar 1574, de overgave van
Middelbw'g en het edelmoedig gedrag van den braven Man^
DKAGON, hem tot middelen van on flaking uit zijne geyapgenia
verfhckte. In 't voorjaar van 1575, deed hij ene re'ze naar
Heidelberg en elders 'm Duitschland ^ om aldaar Bedienaars des
woords en Hoogleraars der goede kunden , op te zoeken. Dus
was hij telkens en aan alle kanten nuttig , voor Sciiat en voor
Kerk, door een toeleg op de bezorging van de eeifte Hoge-
fchool die 'er in ons vaderland opgerlgt werdt, en bij *t af-
rollen der jaren , zo vele deftige mannen voor den Godsdienst
en den Burgerftaat uitgeleverd hcefL
De afgebrokene Vredehandel werdt ook fn dit jaar 1575 te
Breda hervat, en Aldegonde bcvondt zig wegens 's lands
Edelen , onder de Gemagtigden daar toe , doch daar. deze on-
derneming ook vrugteloos afliep, wierden de Staten in die be*
nauwde tijden genooddrongen , om van alle kanten hulp to
zoeken. Tot bereilang van dat doel , zondt de Prins Junius
en Aldegonde naar Frankrijk, teii einde te beproeven, of
men daar enigen hulp zou kunnen verwerven. Schoon dit
oogmerk niet bereikt werdt, was de reize egter van die uit-
werking , dat de Engelfche Koningin daar door tot andere ge-
dagten werdt gebragt, en de handeling in haar rijk op nieuw
dcedt aanvangen ; Aldegonde werdt wederom tot hoofd van
het gezantfchap ber.oemd, die aan Elisabeth, mids enen
kragtdadigen bijftand verletiönde, onder voorwaarden nader te
beramen, de opperheerfchappij aanbood. Maar dit werdt van
de hand gewezen, en duS wendden de Staten andermaal hec
00^
ALOEeöNDË. (FILIP van MARNIX, Öeör vlüi St.) l^f
oog naar Érankrijk. ALdegoNde in t $76 iil tJolhntI tê Wg g«*
keerd, bevondt tig in het volgende jaar met RïHoVÊit Ift dlfl^
Gendfche onlusten. Meer eere behaalde hij in 1578 > door ftijH
gezantfchap op den rijksdag tè ffbrms; als hooW Van thizi
bezending , die ondernomen was om de genegenheid der Dtt^
f e Vorften te winnen, deedt hij aldaar op den f inei) lini
iallervoortrefFelijke redevoering in de latijnfe taal>\iwar in h^
inet levendige vei-wen , de ellenden afmaaide , welkd dö ]ffh
derlandersy onder het drukkend beftier van AlvA, Rbqü«I8HI
en Don Jan geleden hadden^ Doch dit vétkreeg geen andlf
gevolg, dan dat de Stenden een befluit namen > om huAnW
vlijt ter bemiddeling van den vrede ^ op nieuw te beftedtinj
en dat zijne Redevoering In 't licht gegeven > en door den
Nederlandfen digter Baptista Howert , in digtmaat ge*
bragt, en gedrukt werdt. Strekte hem dit tot eere, nf^t min*
der verdiende hij lof^ wegens zijne gematigde begrippen 1 lil
het ftuk van den Godsdienst. Elk kundig lezer, is het on^
derfcheid der ftaatkundige en godsdienftige begrippen van Wit^
LEM DEN I, bekend, en hoe Icrfwaardig die Vorst, ten aan*
zien van de laatfte, omtrent de Doopsgezinden gedagt en gd*
handeld heeft; niet minder is het bekend, dat Aldegonoe'j)
gevoelen met dat van Oranje volkomen geflrookt heeft) en
dat hij dien Prins den woeligen aart van fommige Geestelijk
ken , in een lang gefprek , heeft voorgehouden en aangedroD"
gen ; ja uit een' brief over dat onderwerp gefchreven > ftan
Casparus Heidanus, blijkt, hoe verre OranJe's en Aldeöoit*
ï)e's verdraagzame begrippen van de hunne vcrfchilden. M6C
dit al , was hij daarom niet minder getrouw aan de belaftgöa
van den Staat en Van den Godsdienst; waar van hij onder an*
deren blijken gaf, met den Q>oed dien hij maakte , om op zlJ*
ne reizen de Staten te berigten, wegens de ontdekking, did
hij gedaan hadt , met opzigt tot den aanflag die Don jAJf
voor hadt, om zig van jjmfteldam meester te maken.
Na dat 's lands Vaderen het befluit hadden genomen > öftl
den Koning van Spanje af te zweren, en aan Alew^oii Heitoj
Van Amjm de befcherming der landen op te dxagen, wai
I 4 Ui^
J36 ALDEGONDE. (FILIP van MARNIX, Heer van St.)'
Marnix wederom een der voornaamllcn , aan wien de uitvoe-
ring van dit befluit, in 1580 wierdt toevertrouwd. Tien ]a-
ren later, namelijk in 1590, bekleedde hij op nieuw de waar-
digheid van Gezant der algemene Staten, aan 't Franfche Hof;
en, bij zijne te rugkomst van daar, werden hem 800 pon-
den toegelegd, voor het gene hij wegens de agterftaJIen van
zijne wedde, tot den jare 1582 te vorderen hadc In 1594
werdt liij,door de algemene Staten, op ene wedde van 2400
Guldens en 300 Guldens voor huishuur, aargefteld, om den
Bijbel uit het hebreeuwsch op nieuw te vertalen; doch Inet
zijnen dood , die te Leijclen, alwaar hij zig met 'er woon ge-
vestigd hadt, voorviel op den 15 december van het jaar 1598 ,
is deze arbeid blijven (leken , daar hjj reeds een geruimen
tijd aan gefpild hadt.
Met- alle rcgt, wordt Aldegonde voor een der grootfle
manren en verhevenlle verflanden gehouden, welke de zes-
tiende eeuw voortbragt. Vele, jnannen van een uitftekend
vernuft , waren zijne vrienden ; doch de nijd , die doorgaans
de beste en deugdzaamfte menfclien aangrijnst , hadt hem ook
vele vijanden verwekt ; dan de gruwelijke lasterirgen door
fomm'gen dezer , hem even fnood als onverdiend aangetijgd ,
inzonderheid in een vuil naamloos gefchrifj:, waar in hij op
ene godtcrgende wijze woidt uitgemaakt en als enen fnood-
aard ^fgefchilderd, heeft hij mannelijk en op ene gantsch vol-
doende wijze wederlegd, in ene verhandeling ten tijtel voe-
rende: ontftöitfjjingfjc / gcfictö anttecojöifcfjcr tDjijc/ Door Phi-
lips VAN Marnix, ï|crc ban St. Aldegonde , op cue ^t^imf^
fcö?tft/.iüteG5cbcii in jmi aftoejcn/ jonDer naiiie öcj? Autheurs?
enöc Drukkers, öoo? ccu jclicr lE^^jrigccpt / fe scbcnbe öcn naam
ban een Duitsch Edelman , eti nocmcnöc firn boor^ib 53oc)c-
ficn PrefeiTatief of Tegengift , enz. in 't tocift tt ccrc bcr '^ic^
naren / enbe be^ ampt bc^ Oobbel)?hen JBoojt^ / fcJjanöeïpft
toojbt oefinabct; tococfcïjjcben aan bc i^ctm J>taten <©cnera6l/
en$. uit !)et franécö obergcjet/ boo? iü C !^./ scb^nht te
Stcpbcn bij Jan Paedts, Ao. 1597. in 8vo., groot 139 bladz.
Van dit werkje, 't welk buitengemeen zeldzaam is, vindt men
een
\
ALDEGONDE. (TILIP Van MARNIX, Heeï van St.) 137
een aldervoldoenendst ' uittrckzel , in het Vaderlandsch WooT"
detïboek van Jac. Kok, U. D. bl. 532-545. Omtrent ter zei*»
ver tijd , dat hij zo onverdiend in zijn eer en goeden naam
werdt aangetast) hadt hij het verdiiefii zijne huisvrouw te ver-
liezen ; ^t welk hij in een brief, aan een'- zijner goede vrien-
den van den 4 april 1586 aanmerkte, „ als het allerzwaarfte
,, kruis en fmette van allen;", „ niettemin (fchreef hij) hebbe
j, ik geleerd, mij in Gods handen en in zijnen vaderlijken
„ wi4Ie over te geven ^ verwagtende met geduld en lanbnoe-
j, digheid, dat het Hem gelieve, mij ook van dezen band des
^, zondigen lighaams te ontbinden, en de vrugt zijner belofte-
„ nisfen te doen genieten."
Ons beftek laat niet toe, een menigte andere gebeurtenis-
sen, waar in zijn vaderlandsijver en godsvrugt zo luistehijk
uitblonken, te piaatzen; alleen zullen wij ten flotte van dit
A^'tikQl, nog. een bpkorte fchets van "'s mans karal^ter jcn ziels-
hoedanigheden mededelen. Hij was godvrügtig, en i]vcrig in
zijne aangenomene godsdienflige gevoelens, doch tcfTcns ver-
draagzaam ten aanzien van die genen, welke daar in met
hem verfchilden; medpdogend van aart, helde hij over, tot
het plegen van liefdedaden; nedrig was liij in voorfpced, met
geduld. en gelatendheid. wist hij rampen te verduren; zijne
dienften aan het vaderland bewezen , in de bijzondere betrek-
kingen waar in liij als Krijgsoverfte en Gezant is geplaatst ge-
weest , ftrekken tot waarborge , dat bij dapper was , en een
fijn vernuft en oirdeel bezat. Om kort te gaan ; hij was een
braaf, deugdzaam menscb^,* een wel onderlegd Staatsman ; een
bedreven en fchrander Rechtsgeleerde; een ervaren Theolor
gant; een groot Taalkundige, en in dien tijd geen ongel ukki-
gen Dichter, ja fomtijds zelvs zeer geestig. Om gene optelling
te doen van zijne Godgeleerde Schriften, waar in ene ver-
hevene en gegronde zedekunde doorflraalt, behoeft men fl^;ts
ten proeve aan te voeren zijne berijming van dePfalmeUi door
hem uit het hebreeiiwsch vertaald; en zijn SoomfcÖe 93öen-
feojf / bewijst ziine bekwaamheid in de konst van geestig fchert-
aen. Dit werkje ga^ hij uit in i'syi, en droeg het op, aan
I 5 Fran-
X38 ALDEGRAAF. (HENDRIK)
Franciscus Sonnius, Bisfchop van *s Hertogenbosch , een der
voori.aamlle Inquifiteuien in de Nederlanden; ook nog een an-
der^ werkje geüjteld : (Cafttecï Der fieUgton^ bcrfröütat ; het
welk , om de vrolijke en grappige vertellingen , waar mede
het opgevuld is, van het gemene volk met grettgheid wierdt
ontvangen en gelezen ; ook wil men , dat de zaak d&ko&msch-
gezinden daar door geen geringe afbreuk leedt. Men getuigd
verders van hem, dat hij groot vermaak vondt in het dansCenf-
' en zig gaarne met die uitfpanning verlustigde ; ook heefc hij
getragt deze lighaamsoefFening , als niet onbeHaanbaar met de
pligten van een goed Christen, te verdedigen* — — Scali*
GER , in Scaligeranis fectindis , roe. MamiXé Tos. Magiri , Epo'^
tiimol. iw. PltiL Marnixius, Crenh, ^imadrerf, PhiloL Part*
VUI. p. 136-138. J. F. Foppens, Bibl, Belg. p. 1036-1038-
C. Saxi, Onomast* literar* Pais III. p. 466, 467. P* Bayle,
DiSiion. edé de 1730. T. III. y^rt* Marntx* Van Mëteöen;
Ned. Hift. in fol. bl. 86-93 en 240. Hooft, NederL Hijil
bl. 340. BoR, XXXVI. Boek, fol. 60-63* Wag. P^ad. Hifi.
VI. D. bl. 123. 125. 377-379. 412* 451- 462. 469. 498.
VIT. D. bl. ia 29. 82. 83. 177. 203. 204. 398. 472. 509-
VITI. D. bl. 14. 15. 181. 182. 183. 354. IX. D. bl. 16-36.
J. Prins , Leren van Phil. van Marnix , in 't Leven der Ne*
derU Dicheren &ff. I. D. bl. 3. &c. Jona Willem te Wa-
ter, Hift.^m 't Verbond der Edelen. I. D. bl* 56-58. Le^
i'ensbefchr. van voorname Nederh Mannen en Frouwén. IV. D.
bl. 128-136.
ALDEGRAAF (HENDRIK) , een Schilder en konftig Plaat-
fnijder, geboren te WestpMen 'm het jaar 1502. Hij is een
leerling geweest van dtn vermaarden Albert Durer; en heeft
een^ geruimen tijd , ook zijne laatfte levensjaren gefleten in dé
grote (lad# Soest , agt mijlen van Munfter gelegen ; ook worden
no,^ in de kerken dier Had, vele zijner kundige werken en
fdiilderijen gezien, inzonderheid in de oude kerk, in welke
onder anderen een zeer fraaij gefchilderd autaarftuk wordt ge-
vonden, verbeeldende een kersnagt. Niet weinige zijner
prenten zijn 'er in zwang, en worden bij de liefhebbers bc-
waaid;
ALEMANS. (NIKLAAS) 139
^^ard ; want Hj was ook een kunftig Plaatfnijdcr , die met hec
graveerijzer de portraiten van grote Vorften, geleerde Mannen
en anderen , yn 't koper gebragt heeft; ook twemalen zijn ei-
gen afbeeldzel, *t een 1530 en *t ander 1537 gejaarmerkt;
dat van Jan van Leyden, kortftondigen en on wettigen Ko-
jiing van Muteer en van Knipperdolling , zser fraaij en
aartig bearbeid; en behalven dezen, nog een u^enigie ando-
ren. Door de kunftige tekening zijner prenten, en het wel
behandelen van de naakten, vreemde kledingen en zuivere
fnede, verkreeg Aldegraaf veel ach ing; ook was hij onnar
volgbaar in /zijne fchikkingen of ordinantien. De Sweedfe
Gezant Spiering in 's Hage , kogt tot een hogen prijs • een
boekje of verzameling van 100 of daar omtient blaadjens^
in 't welk deze vermaarde meester zo vele tekeningen van
zijne hand gemaakt hadt. In een woord, onzen Aldegraaf
verdiend onder de klasfe van voorname Schilders en Plaat-
fnijders ene rang te bekleden, en in ene loflijke en fleeds
durende gedagtenis te verblijven. Hij overleed- binnen Soest ^
en is aldaar op een fobere en geringe wijze begraven; doch
een Schilder van Munjier, voormaals veel met hem geveis4
en verkeerd hebbende, die hem ook nu nog levend dagt te
vinden en een vriendelijk bezoek bij hem af te leggen , heeft
op zyn graf een zark doen plaatzen, met deszelvs naam ea
het t;eken , 't welk hij gewoon was op zijne prenten te mer-
ken. — — Sandrart, j^cad, PiSt. T. U. 1. i, K. v. Majï-
DER, Leven der Schilders ^ I. D. bl. 150.
ALEID , zie ADELHEID.
ALEMANS (NIKLAAS), een geboren Brmfelaar, was eea
meesterlijk Miniatuurfchilder , afkomftig van zeer geringe ou-
ders , die . dagelijks zó onenig leefden , venten en tierden ,
dat de jonge knaap zulks moede, op zijn twaalfde of dertiende
jaar het hazenpad koos, en in Itdien belandde , alwaar h^ te
Fhrence het geluk hadt , bij een braaf olieverffchildèr te gera^
ken, die hem uit^ mededogen in huis ram, en hem vaderlijk
in de teken- en fchilderkonst onderwees. Hisr oefFs.'^'c hüj
J4^ ALEN. ALÈNCÓN.
7,\^ met aarhondende vlijt, t^raalf jaren lang; nemende als toérf
itffchcld van zij'i' v.'c!dcs;ider , om cidcrs zijn fortuin door hét .
voortzcrtcn van de konst , te gaan bcproavcn. Te Rome ge-
raakte hij bij toeval in kennis tiic! een uN-erti-CiTelij-: Miniatnur-f
fchilder, die hem wist over te i.alen, om aan de becjeffening
\:\n de fchildCrkonst in oh'evcrf \aanrel te zc^^Uy ten elndé
y'^'l met zijn gantfchd borst op het miniatuurrchildcrCn toe té
leg:;en , waar in Iiij ook een groot meester is geworden. Hij
was een tijdgenoot van den beroemden Jacü3 Ca:jpo Weyer-
MAN, weHce verhaalt, tö Bmsfel naast zijn deur gewoond, en
in re:neenzame verker'ng me: hem geleefd te hebben; ook
heeft deze vele bijzonderheden bctickkelijk dezen fchiider, op-
getekend , in zijn Liveiishejcltrijvin^m der NederL Konstfchil^cri
(fc. ii; D. bi. 317-327.
ALEN (JAN van), waarfchijrelijk te Anjleldam geboren,
ten minden heeft hij >an zijn vroege jeugd af, tot aan zijnen
dood toe, welke in 't jaar 1698 voorviel , in die ftad gewoond;
was een vaardig fchilder van hanen , hennen en ander gevo-
geUe , waar in hij de fcliilderwijzc van Melchior Hondekoe-
ter, zo geestig en net, wist naar te bcotfen, dat zijix fluk-
ken dikwils voor Ho:^3i:i:üETF.iv's werJcn aargezien. ■
Wagen. BcfcJir'jving urn j^mjlelilam, XL St. bl. 429, 430. A.
lioüJiiuxEN, Schowwb. der Schilders ^'c, lil. D. bl. 310.
ALEN (Mr. P. van) , heeft uitgaven, ene Befchrij ving van
de ftad en landen van Kuik , in gefclirift nagelaten door D*
Pi\RENCET, in 4 Delen in 4to. gedrukt te Anjleldam in 1752.
ALENCON (FRANCOIS de VALOJS, IJertog vAii), ook
Hertog van Aiijm^ en broeder van Hendrik den lil, Konii'ji;
van Frankrijk, heeft een al te aanzienlijke rol op Neerlands:
Staatstoneel gcfpeelt, om hier niet aan enige zijner voor^
naamlle handelingen die betrekking op onze Gemenebest heb-
ben , te denken , en vervolgens kortelijk zijn karakter te fchet*
zen.
Toen de verrchillende pogingen in het jaar i57<J5 en ver-
Volgcj^.s, om vieJe met den Si^aiijaard te maken > misliiktcr^i
\
''_.?' ' "'■ ■'•
%
4I-ËNC0N. (FRANCOIS de VALOIS, Hcrt(^ vak) ij^
f
zag ipen met aandrang na«y: .iHiitQnlandfe hulp om; deze werdt;:
te vergeefs in Engeland gezogt , njen nam toen op nieuw zija
tpevlugtbij Frmikrijk,,en het gelukte, Qm den 13 augustus
1578 een vcrirag in^t^den Hertog van ALEN^oii te fluiten^
waar bij onder meer andere voorwaarden , bepaald werdt ;.
^y dat hij voor Bi]fchemer der Nederlanóje Vrijheid zou uitgeroe-.
^ pen worden, mids op zijne kosten den Staten bijftaande,
3(, m^t I03C0 kiijgsknegten en 2000 paarden, drie maanden
^, lang; en zo de vrede dan nog niet gqfloten ware, alleen-i
., lijk met 3000 knegten en 500 ruiters. " Hier op verklaarde
den Heitog op den 9 feptember den oorlog aan Don Jan , en,
veroverde enige fteden; doch ongenoegen opgevat hebbende,,
dankte -hij zijn Jeger af, en keerde naar Frankrijk te rug. Om«
trcnt tv/c9 j>ren later, nainentlijk op den 19 feptember 1580,
•ï\;e^dt *er op nieuw een verdrag met hem aangegaan , waar
bij bij tot Landsheer wei'dt a^ngcfleld, en d^n 13 januari 1581
Lem een Raad. uit een-enrdertig perfone , alle uit inboorlin-
gen beflaande, werdt toegevoegd. Om aan de Iiem opgelegde
voorwaarden te voldoen, kwam Alen^on dei ló augustus,
op de Nederland/e grenzen, verzeld van eon leger uit loooo
kjiegi-cn en 4000 ruiters boïlaande, behalven nog enige benr
^en , die i II 's Konings foldije ftonden. Hij opende zijne krijgs?
bedrijven met het ontzet vtxn Kamerijk ^ welke ftai doorPARMA»
OU omtrent een jaar belegerd gehouden, door hongersnood,
op het iiiterfte w^s gebragt. ALEN90N noodzaakte hem wel
dia liet beleg op te breken, en hij deedt toen zijne intrede in
de flad, die, fchoon onder 't Keizerrijk behorende, h:m al»
haren Kerp hulde dpedt, en zijnen eed ontving. Weinige da-
^i daar na, dwong hij Chateau in Cambrejis tot de overgave.'
De Staten en de Prins van Oranje , maanden hem op 't zeerst,
aan, oni zijne overwinningen voort te zetten, en het land vail
/lïtois 'm te ruklien ; doch het was moeite te vergeefs gefpild,'
doordien t^n ontijdig gefcHil onder de Franfche Legerhoofden ^
die de een na den anderen,- weigerden, tegen den aannade*
renden winter ,. dieper -in 't land te trekken, hem noodz^-
te , zijn leger uit een te doen gaan , de vrij willigen naar.
huis.
i
I
\
Ï42 ALENCON. (FRANCOIS de VALOIS, Hertog va»)
huls, en de bezofdelingen , over CakUs, langs de zeeftrand,'
naar Flaanderen zendende.
Intusfchen hadt Alen^on, terftond na *t fche'den van zijn
Jcgei' , zig naar Engeland begeven , ' om zijn' aangevangene
vrijagie met Elizabeth voort te zetten, en de banden van
zgn huwelijk met die Koninginne, in perfoön aan te binden.
Zo ver was hij hier in gevorderd, dat de Koningin hem, zo
hij naderhand verzekerde, in haie brieven Mm ccsur, in plaat»
van Mmjieur^ dat \g^Mijn Imrty voor Mijnlieer noemde. Do
huwelijksvoorwaarden ze'ven , waren reeds federt enigen tijd
ontwórpen geweest Ook'werdt de Hertog, die 'van verfchei-
den' l^edn-lajiders y en onde» anderen van Justinus van Nas-
sau, naci'ui lijken zom van Prins Willem den I, en van
Marntx van St. Aldeconde verzeld, op den i november
in Engeland aangekomen was , me: groot be^iijs van hoogach-
ting, ten Hove ontvangen, zo dat \-eIen het huwelijk als vól-
•
trokken aanmerkten. Hier te lande twqffelde men 'er niet
taxï , zedert dat Aldegonde aan dtn Prin è , en deze weder-
om aan de W^zondere Staten , onder anderen aan die van Hol^
tand, fchriftelijk berigt hadt, hoe het huwelijk tusfchen de
Koningin en den Hertoge , eindelijk op den 22 november ge-
floten was, hebbende Elizabeth aan Alen^on, ren zelvdea
dage, enen kostbaren ring op trouwe gegeven. De Staten
Van Jfo/Zani (lelden lelvs, op aanfchrijving van den Prinfe
\KU ORANJE, enen openbaren dank- en ^eugdedag in over
dit huwelijk, tegen oen 13 december. Evenwel wisten enige
En^slje Groten , met name de Graav van Letcester , ó\t de
juffcifchap op zijne hand hadt, door middel derzelve, het hu-
welijk te breken, kort na dat het gemaakt fcheen. Zij viel
nog dien zelvden dag, der Koninginne aan met fchreijen en
jammeren, als of het met hare Majefteit, het rijk en dtn gods-
dienst omgekomen ware, zo deze egt voortging: de Konin::;in
fcheen hier door bewogen , en trok des anderendaags , in een
geheim gefprek met ALEN90N, haar gegeven woord te rug.
Sommigen willen, dat het huwelijk haar nimmer ernst ge-
weest zij, en dat zij den handel alleenlijk zo ver had laten
ALENCON. (FRANCOIS de VALOIS, Hertog van) 143
-Icomen, om Frankrijk met Spanje in oorlog te helpen, en A-
LBN^oN in de Nedérlatiden'<f met te beteren fchijh te konnen on-
derfteünen. . Ook is men van gedagten , dat de Koning van
Frar^rijk het huwelijk zijn*s broeders niet fterk gezogt hadt,
•hebbende h^ gevorderd, dat het voltrokken werdt, eer hij
^en aanvallend en verdedigend verbond wilde fluiten met
•Elizabetii ; doch naar welke voorwaarde de Koninginne gee*
jie oren hadt. Alen^on was dan veelligt, de enigfte die zij-
ne verwagting te leur gefteld zag. De Hertog hieldt zig eg-
tet^ na deze teleurftelling nog in Engeland op, tot den eerfteft
februarij 1582, wanneer hij de reis van daar aanving, door
de Koninginne biigeleid tot Kantorherri toe, die hem verderè
van enen aanzienlijken fleep Engel/e Groten, in 1$ oorlc^*
fcliepcn , verzeilen deedt. Op den tienden , tradt hij te Flis^
'fingen aan land , daar hem de Prins van Oranje en vele an-
dere Nederhndfe Heren , met uitbundige tekenen van blijdfcha{>
en eerbiedenis, verwelkomden. Des anderendaa^ deedt h§
zijne intrede te Middelburg, bezag voorts de andere fledeó
van Walcheren , en vertrok den i yden , met zijn talrijk gezel-
fchap in 54 fchepen naar Airtwerpen; alwaar hij twee dkgen
later, op 't pragtigst ingehaald, en tot Hertoge wzn' Braband
en Markgrave des Heil, Roomfen Rijks gehuldigd werdt ; wor-
dende hem bij deze plegtigheid, door de -Prins van Oranje
den Hcrtogelijken mantel omhangen, en -^neit den Hertogeli|-
ken hoed gedekt. Vervolgens deedt de nieuwe Hertog zijne
intrede in de (lad, aan welke hij op den 22ften, nog enen
bijzonderen eed deedt. De Gemagtigden der andere Gewes-
ten, die van tijd tot tijd te Antwerpen kwamen, werden ver-
volgens aangezogt om den Hertoge hulde te doen. Ook nameh
die van Gelderland y fchoón zij te voren niet in den handel met
hem hadden willen bewilligen, hem op den 3 april, tot Herto-
ge van Gelder en Grave van Zmphen aan. De Grorünger-Omme^
landen huldigden herti, kort daar na, ook als hunnen Heer,
en verwierven hier van Brieven die op den 12 julij getekend
waren. Tot Grave van Fiaanderen werdt hij niet voor deti
%3 augustus te G«/i»> ingehuldigd. Doch dea titel van dit
GraaV-
■\
Ï44 ALENCON. (PRANCOIS de VALOIS, Hsrtog vaU)
. Graavfchap hadt hij , zo wel als dien van Hertoge van Loth($i^
ringen y Brabandf Limburg en Gelder^ van Grave .van ifa/Zonij
Zeeland en ZutpJwn, van Markgrave des Hiiligen I^jksy en
van He- e van Friesland en MccMen^ veel vroeger aangeno-
men. De Gemagtigden van Holland^ Zeeland m UtrecJtt, had-
den den ïlertoge egter gecne hulde gedaan; 't was hun wel,
kort na zijne aankomst te Antwerpen^ gevergd; doch zij had-
den er zwarigheid in gevonden, verj^larende daar toe gozn^n
last te hebben van huiine meesteren. De Hertog van Alei^^
90N, zig nu beginnende te fchfkken tot de regeringe, hadc
van ds Prinfen van Oranje en Espinoi en andere leden des
Raads van State , opening verzogt van den ftaat des lands ;
.waar op hem deze Heren bij gefchrifte daar vanvolkomea
ppciilng gaven.
De Roomsgezinden te Amverpen , hebbende nu aan ALEN(jojm
enen Heer van hunnen godsdienst, hadden vrije oetFening van
denzclven verzogt, die hun zedert agt maanden. ontzegd ge^
weest was. Zij 'hadden gezien, dat de opzieners der Hervorm^
jde kerken,' ter gehoor geleid door den Prinfe van Oranje,
^erftond na de aankomst des Hertogs, zig zijner befcherming
^^anbevolcn en gunftig antwoord bekomen hadden, en zij
meenden niet minder te mogen verwanten. Ook bragt de
Hertog te wegc, dat de Wethouderfchap.,hun de vrije gods-
dienstoefening toeftondt in St. Michiels klooster, welk zijner
Hoogheid geopend was , mids doende vooraf, den eed aan
den Hertoge en aan de Had, met afzweringo des Konings vaa
Spanje. Te Bru^fel hadden de Romnsgezinden , den Hertog ook
om vrije god$dienstoefFening verzogt, waar over zij van de
Onroomfchen gedreigd waren ; hier op beval de Hertog aan de-
zen , op den 8 junij , de kerk van Kmwdenberg binnen *t Hof
te ruimen , alzo hij aldaar haast zijnen intrek dagt te nemen ;
doch men (loeg zijn gebod in den wind, Intusfchen gebeurde
het in 1583, dat de Hertog zig met geweld meester tragtte
te maken van verfcheidene Nedetlmidje .ftedetiy ten einde do
Staten daar door te dwingen tot het inwilligen van al het
gene hij hun zoude voorfchrijvcn , dan dezen aanflag misluk-
ALENCON, (FRANCOIS de VALOIS, Herteg va») 14S
|te hem; en ce Antwerpen daar hij het reeds dagt gewonnen te
fcebben, trok hij 'deerlijk de pot; want de burgerij aldaar y
van dcïFranfen dertelheid, geen minde^ onheil fpellende, dan
zij van der Spaanfe wreedlieid geleden hadt, vatce eenparig de
wapenen op, en jo^ Alen^on met alle adjne Franfen uit de
fl:ad , waar van meer dan 1 500 fneuvelden , onder welke zeer
vele voorname edelen waren. Toen 't gevaar voorbij was,
vlogen de t)urgers, van blijdfchap eikanderen om den hals,
en wenschten z'ig wederzijds geluk, over de behoudenis van
Jeven, have, vrouwen, kinderen en vrienden. ^Men kan ge-
jnakkelijk begrijpen, hoe euvel deze fchendaad van den Her-
tog, bij alle weidenkenden in den lande werdt opgenomen; en
fchoon de Staten op aandrang van den Koning van frankrijk ,
zig tot het aangaan van een verdrag me. Alen^on inlieten,
ging het egter vrij huiverig in zijn werk, en zeivs fommigen,
30 als onder anderen Flaandereny wilden in *t geheel van geen
verdrag met hem horen. Wat *er verders van gekomen zoude
aijn is onbekend, maar zijne dood brak alle verdere onder-
handeling af.
Toen hij, na de mislukking van zynen toeleg, zig uit Aa-
jiverpe?i weg pakte, en zijn leger aan alles gebrek leed, moest
hjj ovei' de rivier de Dijle trekken, en bij gebrek van fdie-
pen, te voet daar door waden, doordien hij zijn paard niefc
betrouwde, en zeer nabij hem, de Hertog van Montpeksier
van het zijne geworpen werdt; hierdoor wil men, dat hij zig
ene ongezondheid op den hals haalde , die hem altoos bijbleef;
^ker is het, dat hij op den i meij 1584 , overvallen werdt van
ene zware kwale van bloedvloeijing uit alle de openingen des
llghaams, en hier paarde zig een gebrek aan eetlust bij ; door het
een en ander verzwakte hij zodanig, dat hij na zes weken go-
zukkeld te hebben, op den 10 jung, in den aanvang van het
31 11e jaar zijn*s ouderdoms, te CJmteau-Thieirij overleedt Ih
•t hai't des Hertogs , hadt men enige plekken van knaging bc-
Ipeurd, zo dat 'er bedenking rees, of hij ook mogt vergiftigd
«ijn, en fommigen hielden de Spanjaards verdagt van deze on-
daad; Mezefay zegt van hea;i: „ dat velen zig verbeeldden
f* De KL. K „ dat
:i
I4Ö ALENDORP. (ADOLF van) (EGBEkX) (HENDRIK)
,9 dat zijn dood niet natuurlijk was; dat zijn godvrugtig en
„ christelijk uiteinde, den laster uitwiste van ongeftadigheid,
„ en die van geenen godsdienst *te hebben , waar mede hij
„ onregtvaardig bctigt was; dat hij met zig in 't graf de tra»
^ nen der ongelukkigen voerde, die hem in den oorlog der
^ Nederlanden hadden bijgedaan; want hij ftorf met 300003
„ rijksdaalders fchuld, en de Koning wilde 'er liever 200000,
„ aan zijnen uitvaart verkwisten , dan één voor zijn fchul-.
„ den betaJen/* Wat zijne geftalte betreft, hij was kort,
doch gezet, bruin van hair en ogen; een aangezigt dat bol,
opgezwollen en bijna mismaakt was, zo door de veelhe'.d van
diepe pokputten , als door de wanfchapene grootte van zijnen
neus. Zo men zijn karakter door zijne daden beoirdeeld ,
levert het geen zeer gunftig tafereel op ; ook vindt men hem
befchreven, als veranderlijk van aart; nu te llreng, dan te mc«*
delijdend; grootmoedlg^, en tefFens lafhartig; zeer fchaamagtig
in gevalle zijne misdaden ontdekt werden, die hij zonder o*
verleg en roet grote drift beging; voorts welfprekend , ftaats-
ziigtig en onrustig. ■■■ Thuaiïi, Hift. fut temp. Lib.
LXIX. p. 273. Mezeray, Hift. de France. Tom. UI. Bor,
Meteren, Grotius, Hooft &c. NsderL Gefcinedenisfen. Wag.-
FaU. Hift. VI. en VIL Deel.
ALENDORP (ADOLF van), gefproten uit een aanzienlijk
Utrechts geflagt, was in 1595, Proost van 5é. Fieters kerk te
Utreck^ daar na Ovérfte Luitenant in dienst van den Staat eit
Gouverneur van Schenkenfchans ; hij badt tot vrouwe Elizabeth
PiTHAN, bij wien hij vijf kinderen verwekte, en ftierf in i628«
— — A. Ferwerda, Gefl. en Wapenboek^ ijSS' L D.
ALENDORP (EGBERT van), vindt men in het jaar 1443,
als Schepen van UtrecJa op de lijst aangetekend. — — K. Bur«
MAN, Utr. Jaarb. IL Deel, bl. 24.
ALENDORP (HENDRIK van) , is de eerfle die men van
dit geflagt vermeld vindt, op het jaar 1321. Hij droeg, met
«ijnc huisvrouw Elizabeth, in 1327 aan den Proost van Oud^
tnunjler te Utrecht , de helft van zijne Koorn-tienden op. ■ ' m
A. Ferwerda, Gefl. en WaperAoek^ I785« !• D.
ALEN-
ALENDORP. (HEND. vast) QOa) (LUBB.) 14/
ALENDORP (HENDRIK van), is in 148 i Schepen der
(ftad Utrecht geweest, en ter oirzaak der beroerte, welke 'er
in dat zelvde jaar in genoemde ftad voorviel , is hij daar bc-
^vens vele aanzienlijke edellieden en voorname burgers it-
geweken. — — K. Bukman, LTfr. Jaoi'b. UI. D. bl. 468. 51a,
ALENDORP (HENDRIK WILLEMSZ. van) , is geweest
Drosfaard van Buren; hadt tot egtgenote Walburg, Gravinne
van Nieuwenaar; hij ftierf als OverUe, in dienst van Koning
Hendrik DïN IV van Frankrijk ^ in 1583-» vele kinderen nav
latende. A. Ferwerda, Gejl. en Wapenboek, 1785. I- D.
«
ALENDORP (JOHAN van) , is mede Drosfaard van Bu-
ten geweest , benevens Raad en Hofmeester van Willem
DEN I. Prins van Oranje^ met wien hij in 1567 raar Duitsch-
land trok. Hij trouwde Margaretua, Gravinne van Heiiihi
wm Wmbregiesy en liet haar ia 15699 weduwe met vier kin»
deren. Ut fupra.
ALENDORP (LUBBERT van). Heer van Blijcnhurg en
jfbelfclmen^ in het jaar 1434, vermeld als KalenJerbroeder,
is in 1441 èn 1455, Raad, en in 144(5, X451 en 1453 Sche-
pen der ftad Utrech geweest; in 1455 werdt hii benevens eni-
ge andere burgers , om dat zij met (tads baniere ge.vapend op
de plaatze waren gekomen , ten einde de gemene ftads gilden
en weiden in 1433 verkogt, weder tot haar te nemen, ont-
burgerd; in 1457 werdt zijn wijf Geertruyt Grawert, meC
verfcheidene anderen uit de ftad gezet, zijnde hen voor het
gaan uit de ftad opgelegd oirvede te doen^ en te beloven niet
gedui'ende hun afwezen met ftads ballingen te fpreken, of te
Amersfoort of te Rhenen te komen , zullende hen , indien zij de
êirvede nakwamen, en zig wijsfelijk droegen, toegelaten wor-
den , na het verloop van een half Jaar wederom in te komen»
Waar in hunne misJaad beftaan heeft, wordt niet gemeld,
alleenlijk ftaat 'er, zulks om besten wil gefchiewit te zijn. ' Uit
aijn eerfte huwelijk met Elizabeth Freis van Dolre, liet hij
^ Tj^n overlijden, in het jaar 1468, drie ^onea en ene dpg*
' k « ter
\
145 ALENDORP. ' ALENSON. ALEYD. ALPL^N,
(:er na. — rrr K. Bürman, Utr. Jaarh. II. D. bl. 2. 97. ii(Jl
184. 223. 264. 291. 348. *
ALENDORP (LUBBERT van), Heer raii BJjenburg en
jfbcfchpUn^ zoon van "\Villem, bqfchreven ondgr dp riddci'r
ichap en eielen van Utreck, hadt in zijn eerfte huwelijk tot
vrouwe JoHANNA DE Gruiter, cn daar na Hadi:v/ich van
HüCiiTENBROEK, bij wcIkc hij eno dogter naliet, Hillegon^
pA, die in huwelijk traJ met Johan van Abcoude van Wyk.
■N ■ »« A. Ferwbrda, C# en Ji^penboék, 1785. L D.
ALENDORP (WILLEM van), die Heer van Blijeiiburg
en j4belfchoten , en tevens Kastelein te Duurftede was, trouw*
de met Hillegond van Baarn, ftierf in het jaar 1460, en
liet een zoon na , Lubbert genaamd. ■ Ut fupra,
ALENSON (HANS), is Leraar onder de Mennonitèn ge-
feest, eerst te Delft, en vervolgens te Haarlem; ixicn vindt
de tijd van zijne geboorte noch derven aangewezen. Enige
van zijne fchrifcen, meest in twistredenen beftaandè, zijn ia
het tijdvak van 1626 tot 1^30, gedrukt. ■ H. ScHV»f
liij^. der Mennonitèn. UI. D. bl. 129.
ALEYD, is de naam van een vrouwsperfqon, die even als-
Herostrates door het in brand (leken van Diana's tempel te
Ephefen , door hare pogingen om in 1588 , te Enkhuizen^ 's lands
fchepen door vuur te vernielen , haren naam heeft vereuwigd."
Hare voorgenomen wandaad , wierdt gelukkig tijdig genoeg;
ontdekt, om die te verhinderen. N^ in hegtenis genomen
te zijn en het feit beledqn te hebben, werdt zij verwezen, om
door ftads dieiiaars, mqt een fchip op de l)orst, de flad te
worden rondgeleid, en voor den tijd van twaalf jaren geban-
i-cn; welk vonnis zij op' den 6 julij van 1588 onderging. — — yi
Brandt en Centen, Hijl. yanEnkltuizeny I. D. bl. 250.
ALEYD LEYSTINGH, zie LEYSTINGH.
ALFEN , «ie ALPHEI^.
• AÏJëN (KORS JAJN5200iï V4JI), Haringkopor te Ra^
tfr*
Alkemade- (kornelis vakJ i^i
t^dmy was een der faamgczwbr«n met Wilwïm Vi|i 6tb|S'
BARNEVELDj HecT vaii Stoutenbufg ^ jongden iooli deè AdVö^
kaats, die om het grievend leed, zijnen braven grijzeti H40
«angedaan, te wreken; in het jaar 1622 de fnodc onvoórzig*
êighcid hadt, van enen asrnflag op h^t leven van ]?rins M^y-^
RITS te fmecdden; Ik vinde ook nog als een roedcpligtigé vüA
dezen aanflag vermeld. Klaas Janszoon van Alfbïï g0#&|j4
Schout van ZevenJmizen ^ die geld tot de uitvoering raii Mt
heilloos bedriy f zoude verfchaft hebben, of nu deae een oxóé*
der of naastbeftaande van Kors geweest zij , is mij niet gebÜ-»
ken. Wag., Fad. Hifi. X. D. bl. 451»
ALkÉMAbE, is de naam van éèn oud adelijfe rMdèrïijk '0^^
flagt in Holland^ w'sLBX van het Stamhuis of KaStoÈl, zó vöW
maard in 's Lands Géfchledenisfen , ui *t oostfeindé Vafi hêi
dorp W'armond^ iri RJüJnland, niet verre van Leijdèn isgdldg^nj
de tijd van deszelvs ftigtingis ónzel^er, doch hét blijkt, 4<lt
't lang voor het jaar 1320 in wezen is geweest. Het ondö g^öj*
bouw, waar van dit geflagt ziji:ên haam oiitleehd, r^Sds vöqr
ïahg verwoest zij^ide , is 'er een anddr op dészëlvs puinbopéfl
geftigt, liggende rondsom in gragten, met een fraaije Valbru^i
een ruim voorhof, én iwét zéskintè torentjes op dé hodkêfté
tang is xlit liuis feezetén door de afflammdlingén ydii dit gö;
Hagt; in 1725, behoorde het nog aan Floris Vaï^ hix^ikh?
DÉ , Hére van Mdneger en oüd Akemade, ■ . ' ■ i " 1 Óns bêftöi
laat niet toe, hier omllandigër over te handelen} vèetgiörfg^
lèzei-s, zullen zig ten dezdn aanziëné kunnen voldoen, v^ii
hét Vaderlandscli Woordenboek vah J. KÓK tè J-aadplèg^n , èl-*
waar in het II. Deel, bladz. 603 enz,, naauwkfeuxi^è t4felg
van dit zo beroemd geflagt zijn tè vindeiii
ALKEMADE (KORNELIS VAi^), t^aS in *t jdar 15^2 fóW
flonaris van Dordrecht , en twee jaren latqr van Baarlem^ W^
behoorde Inede onder de tekenaars van het Vetimid def Méê^
lm, in 1565. -— Wag;> VaderL Hifi, VL JX bU i%6i
ALKEMADE (KORNELIS van), w^rdf Pj» dfU li Mé
150 ALKEMADE. (KORNEUS vak)
van 't jaar 1654 geboren, en w« een der oirdeelkundigftS
onderzoekers en der ijverigfte nalpoordérs van de Nèderlmdfche
Gefchiedftnisfen en Oudheden, wiens lettervrugten ook bij de
nakomelingfchap, zijnen naaöi altoos met eerbied en dankbaar-
heid zal doen gedenken. Te midden van hét waarnemen
een's ambt, welkers beoeffening vrij wat tijd fpilde, befleed-
de hij zijne fnippeluren, om uit bijkans vergetene fchuiihoe^
ken, den fchat van Bataafiche Oudheden op te ^^oxtn^ ó\tn
bij ons heeft nagelaten. De werkzame post van eerfle* Kom-
mis der Convoijen en Licenten te Rotterdam^ verhir.dcrde
hem niet, om in 't jaar 1699 > ajne ©erftanöcling oVcr 't
iianijprecilt/ in 't licht te geven; behelzende de aloude en op-
perfte regtsvergadering voor den Hove van Holland y onder de
cerfte Graven, midsgaders den oirfprong, voortgang, en 't
einde van *t kampen en duelleren; zijnde dit laatfle, als een
noodwendig bijvoegzcl van het eerfte, door dcszelvs fchoon-
zoon. Mr. P. vin der Schelling, bij de derde uitgave in
1740, 'er bijgevoegd; en deze laatfte druk, die na des fchrij-
vers dood is uitgegeven, heeft men meer als een derde ver-
meerderd.
Bijna ter zei ver tijd, in 1699 namelijk, kwam door zijne be-
zorging in *t licht, de Rijm-Krofiijk van den aiouden Melis
Stoke, onder den tijtel, van l^oUanbfcöe S^aarbocftcn of
^mh^TüOBk bon Melis Stoke, behelzende de Gefchie*
demsfen des Lands onder de Pritifen van 't eerjle Huis 9 tot den
jare 1337. Dit werk is voorzien, met de afbeeldingen van
alle de Hollandfche Graven , gefchetst naar de aloude fchilde-
rijen der Karmeliten te Haarlem y nevens verfcheidene egte
Bijlagen, betieffende den waren toelland der gefchillen tus*
fchen Graav Floris den V, en de Hollandfche Edelen; mids-
gaders de beeldtenisfe van Gerard van Velsen; en andere
oude fraaijigheden , nimmer te voren in *t licht gebragt; alles
met nodige uitleggingen opgehelderd door onze Alkemade.
Het is te Leijden gedrukt in het jaar 1699 > in^ klein folio.
Schoon nu Melis Stoke naderhand met een fchat van taai-
en oudReicJkundige aanmerkingen, door deu Heer B. Huyde-
co-
ALKEMADE. (KORNELIS va») Hl
tóopEK, tot dienst der beoeiSènaars van de vadérUüdfchd gb*
fchiedenisfen> is in 't licht g^ven ; zal egter dd druk van Al*
XEMADE altoos hare waarde behouden ^ door de fraaie en eg«
te afbeeldzels van de Graven ^ daar het mede opg^rt is.
Een jaar later , dus in 1 700 > gaf dien arbeidzamen geest {ft
liet licht, de MmtffitQA tjtx <^abcn ban i^oltanD &€•» in
klein folio, te Delft gedrukt; en doordien dit werk In 2ig bo*
vat ene korte befchrijving der Prinfeiijke levensbedrgvön 9 van
den eerften tot den laatften Graav toe, kan men het te regt
den naam geven, van ene Gefchiedms der Hollandfche Graven^
waar bij de afbeeldzels van alle de Gravelijke Muïiten zijn 0f
voegd, van Floris den III. af, tot' aan Filips dek II» tng©-
floten. Ook maalit de fchrij ver in het voorberigt van dit werk »
gewag, van het regt en de vooriegten, door de HoUandfchü
Graven, ten aanzien van de Munten verkregen ; egtcr met dÜJ
voorwaarde, dat de bepaling van 't gebalt eh den lopenden
prijs, verbleef aan het gezag en de goedlieuring der "Staten , b^
wicn dit als feen deel der opperde magt berustte , en door faw >
zei VS onder de heerszugtigfle Vorflen^ altoos is vast gehou«
den.
Hier op volgde in 1713 een boek van minder vertcmingi
doch van geen geringer nuttigheid, ten tjjtel voerende ï Jftt*
ktbins tot f)et ceremonieel Der ^egraafhi^fcn en bet S^dpen»
iiunbe/ uit De^jclb^ oirfpjonliliihl^etb aangetoe^n en dKreliefi
bert/ in 8vo., te Delft gedrukt. Volgens getuigenis vanden
fchrij ver, in zijn voorberigt, ftrekt dit werk alleen tot en#
inleidinge of fchets , voor hun die meerder tijd en lust hebben 1
om uit het overfchot der vaderlandfche oudheden, den lan<f»
genoot meerder lichts wegens de plegtigheden en gebruiken t0
verfchaffen; doordien zij, die de kennis van gebruiken en pleg-
tigheden der voorouderen van klein gcwigt achten , grovö*
lijk misfen , en tonen van hun eigen vaderland te ontaar*
ten.
In het jaar 1732, kwamen de ^tetlanbfcfic ©fj^tefttWN»
ten uit, beflaande 3 Delen in 8vo., en verrijkt met veletleijd
afbeeldingen, inzonderheid van drinkhorenp^ bomers, pokalen
. K4 ea
xst ALKEMADE. (KORNELIS VAJSf)
en glazen, die om dcrzelver oudheid, en opheldering die «f
aan de gefchieden is van ons land bijzetten , zeer merkwaar-
dig zijn. Dit werk bevat teffcns een keurige befchiijving,
van de plegtigheden , die b^ geboorte-, doop-, begraalFenis,
en andere maaltijdea in ons land plegen in gebruik te zijn ;
zijnde daar tefiens bijgevoegd, de plakaten en reglementen
door 's lands Vaderen genomen, om de ongeregeldheden en
verregaande flempérijen, die daar bij niet zeldzaam in zwang
gingen, te beteugelen. Dit leerzame boek, waar van Alke-
UADB weinig meer dan de fchets heeft vervaardigd, is ver-
volgens door deszelvs fchoonzoon» Mr« P. van der Schel*
LiNG, uitgewerkt en voltooid.
In rang volgt hier op, ajn werkje in 8vo. gedrukt, getij-
teld : Stonber ftsaifm oo^og/ of J^ottcröamfcfje ^elöc nba*
tol/ Oïibct bt ^caOboogDp ban f^onkct Frans van Brede-
jiODR, met cgte meest ongedrukte bewijzen bekragtigd. In
dit boekje vindt men een verhard , van het gene gedurende de
jaren ^488 en 1489, in den zo beroerenden twist der Hoek-
' fin en S^be^autvferk^ in en omtrent Rotterdam is voorgevallen.
In deze voor den lande zo langdurige als fchadelijke ver-
deeldheid, vondt hij in 't gemelde tijdvak, ruime ftofFe, zijne
lezers met wetenswaaidigc zaken bezig te houden , voorgeval»
len,. in die ten. dien tijde onbemantelde ftad. Dit verhaal
betuigd hij, famengefleld te hebben, uit de aantekeningen en
handfchriften , van een toenmaals levenden naauwkeurigen
aantekenaar. Zie^ Sluis (Willem van der).
Nu zijn wij gevorderd tot de laatfte lettervrugten van onzen
Alkemade, die in zijn klimmende ouderdom, een nog uit-
gebreider werk ondernam, als. alle de vorigen, die wij aan
zijne pen hebben te danken; ik bedoele zijne 3Sefe^;pbin0
ban De J^taD tB^icIe en Den Xantie ban i^oojn / een werk
bij alle oudhcidniinnaais en onderzoekers van *s lands gefchie-
denisfen in grote achting; hetzelve is gedrukt in folio, te Rot"
terdam in 1729, en met enige hoofddelen, bijvoegzeis en aan-
tekeningen, van zijn meergenaelden fchoQOZOon P. van dek
* Schelling, venneerderd.
Schoon
ALLARDUS^ AIXA&T. (HENDRIK). ijj
Schoon geen werk /van hem zelV zijnde, kunnen mj cgter
iïiet voorbij te gewagen , hoe veel nuts deze ijverige fchrijver ^
aan de tweede en derde veel verbeterde uitgaven van A. Pam^
Katwijkfe Oudheden heeft bijgedragen; men ontwaart zulks in
de voorreden van dat bcfek en in het werk zelve; ook blijkt
zulks uit aangehaalde blieven, tusfchen Alkemade en Pabs
daar over gewisfeld; en inzonderheid is voor hem lofwaardig,
het getuigenis dat PArs *er zelve van geeft ^ hier in beftaan-
de: „ de Heer Kornelisvak Alkemade, voornaam vcrzamc*
j, laar van alles wat tot de liefhebberij der Nederlaru^e Oud-
^ heden behoord , gemeenzaam eertijds met den Heer Joachim
,, Oudaan; naarftig onderzoeker in 't bijzonder van de oude
5, lands handvesten , brieven der Graven ; opzoeker , uitleg-
^ ger, en konflig aftekenaar met de pen van de Hollandfe
^, Gravelijke Munten, die wij uit de Boekzaal (Naamrcl vwê
,^ Batmifch Schrijvers) y eerst hebbende leren kennen, zcdert
„ op de ernfligfte manier, met onvermoeide brieven \te wis^
^ felen en boeken toe te zenden , heeft gelieven voort te drg-
5, ven enz.*' Doch te midden van dezen ai beid, bezweek
ónze Alkemade, en werdt op den 12 meij 1737, door de
dood van zijnen werkzamen post afgelost, in den ouderdogi
Van 83 jaren en een dag. ■■ ■ Burmanni , TrajeStum eruditunu
pag^ 3Ö3. C. Saxi, Onomast, literar. Pars V. p. 511. A-
Pars, Naamtol der Bat. en Hollandje Scimjvers i bl. 456, 457*
ALLARDUS ^ zoude in rangfchikking geweest zijn , de der-
de Heer van Voorn, en geregeerd hebben, van *t jaar 11 79
«
tot 1203, dus 23 jaren het beflier over die landftrcek in han-
den gehadt hebben, ' K. v. Alkemade, Bejch, van
dm Briel 6:c. I. D. bl. 195. aant. L
ALLART (HENDRIK) , een hups man uit den eerften Bur-
gerfland , is in het jaar 1560 of daaromtrent. Schepen te Lem*
warden geweest Doordien hij de hervorming was toegedaan j
en de burgerlijke vrijheid met al zijn vermogen befchermdcj^
welke deugden in die beroerde tijden vooi- majeftettsfchennis
werdt gehouden, \\rierdt bij genoodz^s^t, ten einde gi-^ter on-
K 5 , heiL-
154 ALLEMAN. (JOH. NIKL. SEBAST.)
beilen te vcnniiden, zijn vadcrftad te verlaten, en enè re&
liger verblijfplaats te zoeken. Zeer waarfchijnligk voegde hij
zig toen, bij vele andere ajner verdrukte lotgenoten, die do
wijk naar Groningen namen, met dön toeleg, om zig van die
flad meester tt maken. — — — Amtek. van dm 9ud Raadsheer
ÜIarius van Bürmania.
ALLEMAN OOHANNES NIKLAAS SEBASTIAAN), in
leven Hoogleraar in de Wijsbegeerte en Wiskunde te Leij"*
cfcfi , is te Laufame geboren , alwaar hij ook' heeft gefhi»
deerd, en als Proponent in de Theologie aangenomen. Zij-
Ben akademifchen loop met roem in zijn vaderftad volbragt
hebbende, begaf hij zig naar Leijden^ en geraakte bij den
groten Wijsgeer *s Gravesakde in huis> om tot Mentor en
Onderwijzer van zijn* beide zoons te veiilrekken. Onder het
getrouw waarnemen van de pligtcn, die zulk een zwaarwigti-
gen post van hem vorderde, bevlijtigde hij zig met ijver in df?
beoeffening van alle de delen der wijsbegeerte, inzonderheid
wat de proefondervindelijke Natuurkunde betreft , waar toe hi]
niet weinig wierdt geholpen, door de fchat van natuurkundige
werktuigen die zijn* Mecenas bez^t, en waar van hij ook het
eenbaar "en bijzonder onderwijs zig met alle vlijt te nutte
maakte. Op den 3 maart 1747, wierdt Alleman door Fries-
lands Staten beroepen , als Hoogleraar in de Wijsbegeerte , tef
fi-anekerf in plaats van GoDEFRiDUS du Bois; welke post hij
egtcr maar twee jaren heeft bekleed, wordende in 1749 in
die zelvde hoedanigheid, aangefteld op Leijdens Hogefchool,
iaar hij tot zi^n dood toe verbleven is. Onze Hoogleraar
Was inzonderheid ook een groot beocffbnaar der Natuurkunde,
waai* van liij merkbare blijken heeft g^even, door zijne aan-
tekeningen, gevoegd bij de Natuurlijke Hijlorie van Buffon.
Hij hadt ook een Kabinet van natuurlijke zeldzaamheden, voor
xig afzonderlijk verzameld, 't gene verder door hem ten ge-
inenen nutte, reeds zedert een' gcruimen tijd, in ene zaal,
agter het Akademie-Gebouw en daar aan behorende, geplaatst
was. Dit Kabinet is na *s mans overlijden, doo^ deszelvs na-
fclatene weduwe, vrouwe Magdalena Crommelin, in het
janr
ALLERTZ. ALMA, ALMAREZ; I55
^ïar 1788 geheel in eigendom aan de Hogefchiool afgeftaaiv
Van welk een en ander 5 Curatoreif ene dankbare geheugenuf^
bij de NaV.omelingfchap hebben willen bewüren , door hét doea
plaatzen van de volgende infcriptie, met vergulde letteren ia •
opgemelde Kabiraet-Kamer :
HlC^NATUIUE THESAURUS
Et orti 6? incremtnti debet viro Clarisfimo Profesfori J. N. S.
Allabiand, PhiL Éf MatheJ. in Juic jicademiay qtdfuwi
in eo amplificemdo Jiudiim non putavca reEtïus pos/e declararij
< qtum, luculerais ejusdem generis copüs, quas jihimst ipje prp-
vatim collegeraty liheraliter in commune conferendis^ quam'
donationem Matrona mbUisfima Magd. CrommelYn post
fnortem mariti conjuminant. Hoc Curatores ^ Urhis Cmftdts
hcec Tabula ad posteros testatum esfe voluerunt. — — £• L.
Vriemoet, jith.Frif.ac, p. 863. Boekz.j i^Al' «• W«
333. Konst' en Letterbode 9 I. D. bl. 13.
ALLERTZ (ANDRIES), een braaf vaderlander, die zijn!
leven aan het befchcrmen daar van opofferde. Hij bekleedde
gedurende het beleg vam Leijdenj door de bloeddorffige Span-'
jaarden in 15745 ^^ gewigtige post van KoIIonel en Kapitein'
van de Burgerij, en fneu velde bij éne uitval, dapper voor
de vrijheid ftrijdende. ~* Bor, Ned, Oorlogen, VIL Boek,
fol. 22.
ALMA (EILARD van), een Fries van geboorte, werdC
zonder enig ander onderwijs als eigen ocffening, zeer bedreveiü
in de griekfe en latijnfe talen; en' hadt teffens de roem ge-
Kregen, van een bekwaam Digter te zijn, waar van zijndigt-,
ftuk den ïlcujcnfirpt genaamd, in 1587 zijnde een jaar na zijHr
overlijden, in 4to. onder den tijtel : Bellum Gigantumenz, is go-
drukt Zijn' dood werdt met een üjkdigt vereerd, door-Lü^j
DOLF VAN Deventer , *t welk tot öpfi^xiff voert : Memorui^
Êf honori prcejlantisjimi Poeta Eilardi a» Alma. ■ Süfwl
Petri, Defcript. Frlftce»
ALMAREZ (JODOCUS van), geboren in het Brahandfe^
dorp Londirzeel, was zulk een ijverig vopiflander vah her
klcüs^
xSd ALIVIELOVEEN. (TIIEOD. JANSSONi vis)
Jdcx)$terlevdn, dat hij zijne aanzienel^ke tijdelijke waardig^èi
den en grote goederen, vaarwel zeide^ om den monnikskap
in het klooster der Franciskanen op te zetten. Vervolgens
T¥erdt hij Priester, en bediende de kerk te Zepterm^ in dio
hoedanigheid ; eindelijk verkreeg hij de waardigheid als Biegt-
vader , van 't Nonnenklooster te Steijnarti De tijd die hem van
*t waarneinen zijner bediening overfchoot, befteedde hij in
't beoefFenen der Godgeleerdheid ^ en fchreef veelvuldige Boe-
len. ■ F. SwEERTii, JtheruB BelgUcs.
ALMELOVEEN (TIIEODORUS JANSSONIUS van),
werdt geboren te Meijdreclit in het Stigt van ütrecljty den 24
julij 1657, toen zijn vader als Predikant te Zf^vW en Mey-
drecJïH ftondt; zijne moeder was Maria Janssonius. Na dat
Theodorüs door bekwame meesters in de beginzelen der v/e-
' teijfchappen was onderwezen, \eitrok hij naar de Hogefchool
van ütreck, alwaar hij zig ongemeen vigtig ocfFende, en- het
onderwijs genoot van de vermaalde Hoogleraren (jRavius, de
Vries, Leusden, Vallau en Mu^'NIKs. Na alhier gednrdn-
de vier jaren met een onafgebroken vlijt, in vèlefleije wé-
tenfdiappen InzonderhefJ in de Griel Cc taal en dé Geneeskun-
de geftudeerd te hebben, werdt hem in 1680, de waardig-
Iicid van Doktor in de Medecijnen opgedragen , én hij zette
3^g toen te Amfteldam neder , ter uitoeffcning van óxq weten-
fchap. In 1687 trouwde hij met Ai^etta Katharina Immer-
3EEt , wiens vader de Burgeméesterlijke waardigheid té Ooiidct
bekleedde, wCrwaards hij zig ook toen met 'er woon begaf,'
makende aldaar enen groten naam , door het uitgeven van ver-
fcheidene boeken, die bij de liefhebbers Van ftudie nog in
achting worden gehoudefi. Ii? 1697 werdt hij tot Hoogleraar
in de Griekfe taal en Géfchiedenisfen aan de Gelder/e Akade-
mie te Harderwijk beroepen; en 'm 1702 in de Geneeskonst;
met welke waardigheid bekleed, hij fn het jaar 171 2 te ^^m-
fleldam overleed, nafatCfide ene fchone verzameling van hand-
fchrlften. Onder anderen bezat hij ook alle de uitgaven van
QuinCtilianus, waar van men dé lijst vindt in de Hijloire
Critique de la Republique des Lettres de Jean Masson ƒ Tom. V,
Art.
ALMONDE. (ABRAHAM van) (FILIPS) isf
Art. XL dien hij bij uiterfte wille aan de Hogefchool van Ut^
recht vei fprak , en zigne an(tere Boeken , die groot in aantal en
keurig -verzameld waren, legateerde hij, aan Heer Hendrik
VAN S YPESTEiN. — — JoH. Fabricii , Hïft. MlMh , Part II.
p.' 268. SiNCERUS HOLLANDUS, (h. P. PeTRUS* BüRMANNUS^
major) in Misfellan. Obferv., Vol. V. Tom. III. p. 138, 139.
C. BuRMANNi, TraJeBum eruditum^ p. 7-10. C. Saxi, Ono^
mast, literar.. Pars V. p. 299 j 30^ Dav. Clement, Biblioül
etirmfe^ Tom. I. pag. 202-204. VAqxjOTy Memoires iiteraires^
Tom. I. p. 94-103» hij wien men ene volledige optelling van
zij IX menigvuldige uitgegevene fchriften aantreft L. vaw
Bentheim , Ned. School- en Kerkftaat , IL D. bl. 444 en 4.45*
ALMONDE, is de. naam van een aloud adelijk geflagt in
floUand^ 't welk is gefproten uit den h^ize der oude Baander-
heren van Stryen, en van het Ambagt van Almonde , 't welk
pleeg te iQggen ia dq verdronken Weert yan ^uidholland^
in 't oosten van Hqekenesfm &c. Verfcheidcne voorname niaa-
men heeft dit geflagt, wiqns oirfprong men tpt in 't jaar 138a
^oet opklimmen, voortgebragt, w^^ van wij hier de voor-
naamfle zullen melden.
ALMONDE (ABRAHAM van), werdt op zijn vaderlijk flot
j4-tom, nabij Delft geboren. Zijn vader was Johannes vaw
Almonde, gehuwd aan Petronella van der Werven, af-
komflig uit het edel geflagt van dien naam. Onze Abraham
zijne IcttercefFeningen voleindigd hebbende, werdt tot ver-
fcheidene aanzienlijke ambtan geroepen; ook ontmoet men dik-
maals zijn naam op de Irjst der Burgemeesteren van Delft y
als mede op die der Hoogheemraden van Delfland; veelmalen
was hij lid van de Statenvergadering van Holland y ook Raad
van de Admiraliteit te Rotterdam^ 'eindelijk Curator der Leij^
Akademie. Om zijne Hollandfche zedigheid, gulle vriendcr
lijkheid, en brave opregtheid, werdt hij van een ieder bemind,
•n daaalde in 't 'jaar 1594 met. dien roem ten grave. ■ n 1 / m
Van Leeuwen, Bat. illuftr. bL 945.
ALMONDE (FILIPS van), Lt. Admirafa! iTkïi Hüllaiê^
tt'crdt
I5S • feLMONDS. (HUPS vax)
wcrdc In 1645 in dm Briel geboren; de Vicc-Admlraal TTitv
TE WiTTEzoo», in 't jaar 1658 in den Zö/zigefneuveld, was'
«^n* ocMn. In 't jaar 166$ werdt Almonde, na alvorens vier
jaren de zee bebouwd , en v^fcheidene proeven van dapper-
|jeid en bekigöamheid gegeven te hébben , tot Luitenant be-
vorderd op het fchip van Kapitein Klkiüyk, dat mcJeeen oom
yan hem was, en een man wiens nagcdagtenis lof verdiend,
doordien hij daar anderen hunnen ph'gt fchandelijk verwaar-
Jocsden, zfg als een man van eer en moed gedroeg, wfcns'
voetftappcn ook door Almonde gedrukt wierden. Kort hier
op werdt hij tot Kapitein bevorderd, en voerde in den berug-
tcn zeeflag die op den 11 junij 1668 en drie volgende dagen ^
ToorvieU bevel over het fchip Dordrecht y onder het eeifte
eskader van den Lt. Admiraal M. de Rufter. Grotelijks
deelde Almonde in ócn lof daar bij behaald , zo wel als ia
de andere zeedagen, in dat zcivde jaar voorgevallen, waar ia.
bij zig zei ven altoos gelijk bleef, zo wel ten aanzien van
beJaard beleid, als onverfchrokkene dapperheid, ter behou-
denis van zijn vaderland; en ofTchoon niet alle ondernemin-J
gen even gelukkig Haagden, werden die egter in 't volgende
jaar ruimfclioots vergoed, door den zegcnrijken togt en lan-
jjjn-T op Cluxttamy waar door Engeland als benard, genood*
zaakt werdt de vrede te Breda te fluiten. In het noodlottige
jaar 1672, vondt Almonde wederom ruime ftof om nieuwe
lauwrieren te plukken ; want in den vermaarden zeeflag wel-
liC op den 7den junij voorviel , verloste hij den Admiraal 'dr
RuuERvan twee branders die op hem aanhielden, en zijn fchip
dreigden te veniielen. In feptember 1673, werdt hij Kom^
mandeur van ene vloot, voor Goeree leggende, en in odober
Schout bij Nagt, voor 't kollegie van Rotterdam. Na dat in
1676 de Admiraal de Ruiter , omtrent Palermo gefneuveld
was, ontving Almonde bevel van den Staat, om over land
naar Napels te reizen, werwaards de vloot met het lijk van
den A(kiiraal, gekeerd was, en het bevel daar over te aan*
vaarden; na de baaij van Kqdix aangedaan te hebben, keerde
)lij met de vloot naar het vaderland te rug. In 1^77, bragt
ALMONDE. (FILIPS van) 15^
Almonde niet weinig toe tot de zege, door Eorn. Tromp,
op de Zweedfe zeemagt behaald, waar door Denmarken buiten
gevaar wierdt gefteli Groter roem nog behaalde hy in 1692 ,
toen hg tcgens den Franfen vlootvoogd Tourville, op de hoog-
te van kaap la Hogue floeg, en een' volkomen overwinning
op hem behaalde, wordende de geUilvkige uitkomst da?.r van^
aan Almonde's goed beleid toegefchreven. Niet minder lof-
€n eer, heeft dien zeeheld behaald, in de zo beroemde tog-
ten naar de Franfe en Spaan/e kusten ,- inzonderheid in de
verovering en vernieling van de Spaanfe IVestindife vloot, te
Vigos ; want fchoon den EngeJfen Admiraal Roocke , benevens
de meeste vlagofficieien van de beide vloten, op het gevaar
aandrongen, om op die gevreesde kust, doordien het faifoen
te verre verlopen was, de Spaanfe en Franfe vloten aan te tas-
ten; wist egter de Admiraal Almonde hen in zijn gevoelen
over te halen, met de mooglijkheid der onderneming te be-
togen; ene gelukkige uitkomst bekroonde ook zijne raadge-
ving, en verflrekte hem tot geen geringe eer, doordien zijn
naam zedert dien tijd, door gantsch Europa is beioemd gewor*
Men verzekerd dat onze Almonde door het gebulder van
't gefchut, in een der zecgevegtcn dien hij bijwoonde, tot
2ulk een' trap het gehoor hadt verloren , dat hij daar van döof
wierdt , *t welk hem tot zijn' dood toe zoude zijn bijgebleven*
Voorts wordt hg gefchetst, als beleefd en minzaam van aart,
eerlijk en manhaftig, doch tefFens bezadigd van gemoed; dat
hij ook nog groter blijken van zijne dapperheid zoude gege-
ven hebben, ten minden gedurende het tijdperk dat hij Lfc
Admiraal was, hadt men hem vergund met fterker vloten in
zee te verfchijnen ; dan de ftaatkunde van die djd fcheen het
veiliger te achten, met kleine fmaldelen malkanderen afbreuk
te doen , dan met grotere vloten de gantfe zeemagt op de bruii-
fende wateren te wagen. Zijn leven waar aan altoos mcit
eerbied en dankbaarheid voor de 'dienden aan den vader lande
bewezen, zal gedagt worden, heeft hij die zo tnenigmalen aaii
^loodsgevaren ïs blootgefteld geweest 5 -nee^tSüm op de bed*
t» ALMONDE. ALNOSIUS. ALOUD.
Iponde geSindIgd, den 6 januarij 1711, op zijne hofïïedA
Haaswijk tij Oestgeest^ in den ouderdom van 66 jaren en 10
dagen ; en is vervolgens in de Kmrim kerk van den Briel bc*
graven, alwaar hem naderhand door zijne beide neven, zoons
van zijnen broeder Jacob van Almonde, ene heerlijke graf-
tombe is opgerigt, met een ijzeren hek afgefcbeiden. — —
Alkemade, Bejchr, van den Briel y L D. bl. 54. 55. 104:,
Brandt , Le^en van de Ruiter , op verfcheideiie plaatzen.
Wag. Vod, Hifi. XIV- D. bl. 25. XV: 381. XVL 152. 169*
172. XVII. 170. ISKS. 267.
ALMONDE (JACOB van), was de grootvader van Abra*.
ham. Hoogheemraad van Delfland y Stadhouder der Lenen vaii
Lek en Polanen , bezat in eigendom de hofïlede Wem in Afoax*
landy en van het flot Atofia buiten Delft; zijne vrouwe was
Katrina Eversdy::. Men vindt hem opgetekend als Raad
in den Hove van Holland, zedcrt het jaar 1478 tot in 1504,
wanneer hij overleed, nalatende 7 kinderen. 1 A. Fer^
WERDA, Nederl. Gejl, en Waperib.y 1785. L D.
ALNOSIUS (JOHANNES), geboortig van ^rw^^tf in Flaam
óeren, bloeide omtrent het jaar 1558. Hy was een groot ken^
ner der Grickfe en Romcinfe Oudheden, blijkende zulks uife
2Jjne in druk gegevene verhandeling : De atitiquis Numnis (f
Marmoreis infcriptionibusw " ■'■ G. M^ KoNio> Bibliotk vi$^
Êf nov.
ALOUD of ALAND, bekleedde ingevolge de lijst der
Bailjuwen van Zuidholland ^ geboekt bij P. Balen, B-fch. van
Dordrecht, bl. 7. dit ambt in 1299; het gedrag dat Wolferö
VAN Borsselen voerde met Graav Jan de II, was oirzaak
van zijn ongelukkig einde, en tcffens van dat van Bailjuw
Aloud. Zie hier hoedanig het geval , ingevolge *s lands ge-
fchiedenisfcn van die tijd, zig heeft toegedragen; Dordrecln
hadt, zo wel als andere fteden, bij brieven van Koning \Vil-»
LEM, Grave van Holland y het voorregt bekomen, „ dat de
5, misdaden aldaar begaan , nergens anders , en door niemand
„ dan door Schepenen der ftad , beregt mogten worden." Dii^
Tindt
ALOUD of ALAND. i6i
!»mit men bij Bêverwyk, Befchf\ van Dordreck, bl. 303, doch
ook nergens anders; ook wordt 'er in ene Handvest, door
denzelvden Koning Willem, in *t jaar 1252 verleend, geere
andere dan Schepenen genaamd, om zelvs zonden' Iioger beroep
vpnnis te vellen. Hier te boven nog virerdt 'er duidelijk in ver-
klaaid, „ dat Schepenen blijven zouden in het regt, waar in
„ hunne voorzaten plagten te zijn f' welk regt, naar alle waar-
fchijnlijkheid, geen ander geweest is, dan het regt, om mis-
daden te Dordrecht begaan, ook alleen aldaar, door Schepe-
nen te doen bei egten. Aloud , aangezet door V/olferd , on-
dernam in 't jaar 1299, enig inbreuk op dit voorregt te doen.
Men hadt te Dordrecltb enige misdaJigen in hegtenis, over
welke de Baljuw eene Jlille waai-Jieid gelijk mei^i toen fprak,
bezitten wilde. D^ Schepens van begi'ip, dat hun dit regt al^
leen toekwam, wilden 'er zig ook van bedienen; gelijk zij
deden. Terwijl dezen met de regts vorder ing bezig waren,
kwam WoLFERD van Borsselen , van den Gi avo verzeld , ^
te Dordreclst, Hij eischte tgrftond, dat hem de.ftukken van
*t geding overhandigd werden, voorwendende dat de zaak tot
's Graven regtbank behoorde, Waar in, de misdaad der ge-
vangenen beflaan hebbe blijkt niet klaar, zeker is 't, dat Sche-
penen de ftukken weigerden over te. gQvQn, ernfliglijk be-
werende , dat zulks met hunne voorregten ftreedt. Wolferd^
hier over gefloord , dreigde de Schepens met de gijzeling , en
beval enigen van hen den Grave tö volgen , die terftond hier
op, over Delft naar *s Hage vertrok.' Die Schepens, welken
WoLFERD geboden hadt, te Deïfi te komen, liepen om het
voorftaan hunner 'voorregten , meest bij hem in 't oog ; men
was hierom te DordrecJtt van begrip, dat zij, niet on verzeld
moesten verti-ekken; hen werden derhalvcn een goed getal
van Gemagtigden uit de Wethouderfchap toegevoegd, zo dat
2ij in 't geheel tien of twaalf fterk waren. Jan de Mole*
«AAR en PiETER Heren Tielbmans zoon, zijn de enigden
dezer Gemagtigden, welken men met naam en bijnaam ge-
noemd vindt. Nog drie anderen 5 Jacob, Hein en Pauwels,
worden naar het eenvoudig gebruik dier tijden , alleenlijk b^
L Deel. L Jiun-
v^.
liunnd voömatr^n befchreven ; van welken drie de twee laaü-
Jlen me<^t tot beft'ierming van de voorrpgten geijverd hadden ;
ooH l)levcn zij te I>^//V » terw^l enigen dpr anderen den Grave
in V Hage kwamen fpieken. Na dat zij enigen tijd vertoefd
Jiaddcn, alzo Graav Jan buiten Wolferd, die eerst niet ten
HovQ w^s, geen befluit kon nemen, vroeg men hen, naar de
pnd^rQ Afgevaardigden, in 't bijzonder naar Hein en Pau-
wels , die nog tQ Delft waren. Dit deedt hen vermoeden ,
dat piejn iets args m^t deze twee voor hadt, die hier van ge-
wa^rfphouwd, terftond naar huis keerden. De Graav en Wol-
rcRö begaven zig ook kort hier op, naar Delft ^ waarfchijnlijk
mQt pogmerk om dQ twee ijveraars te doen vatten. Doch toen
men vernam dat zij verti'okken waren, werdt 'er voor de
Pdfp-he Wethouderfchap, over *t gcCchil gehandeld, niet zon-
der veel hevigheid van wederzijden. De Baljuw Aloud boodt
|ian , in een kampgevegt te willen treden , tegen elk die 't met
de Schepens hield; doch die van Delft oirdeelden, dat men
ÓQTfteden vporregten, aan den uitflag van een kampgevegt, niet
ï)ehoorde te wagen; dit niet lukkende, .wendde men betover
^en ander? boeg, Hein en Pauwels werden in 't ongelijk
gefield > om dat zij den Grave niet hadden durven afwagten;
u^en kieet dit voor wederfpannigheid uit, en nam het zo eu-
vel, dat de Graav de ftad Dordrecht met zijne hoogde ongQnadq
(dreigde, en verftoord naar 's Hage keerde.
De Afgevaaidigden van Dordrecht wederom t'huis gekomeü
xijnde, en verflag gedaan hebbende van 's Graven bedreigin-
gen, nam men dezelven zo zeer ter harte, dat men befloot
jjig in ilaat van tegenweer te Hellen, en men nam alle zoda-t
jiige maatregelen bij der hand, die dienftig geoirdeeld wer<»
den om zig tegens den Grave, of liever te^n Here Wolferd
en de Baljuw Aloud, fterk te maken, 't Leedt ook nfet
lang, of de ftad werdt belegerd; en Aloud, wien 't huis
Kraaijejlein , te Slijdrecht boven Dordrecltt gelegen , aanbevo-
len was, hadt den ftroom me^ paalwerk belemmerd. En©
eukgle kogge onder zijn bevel ftaande, bij nagt ondernomen
hebbende? de ft^d tQ nstdev^n, verwekte zo vpel opfchudding
) on-
ALPHEN*
163
onder de burgerije, dat elk te wapen liep, en zo wel te wa-
ter als te lande , ter ftad uit , naar Kraaijejlein toog , het welk
zij niet vermeesterden, maar egter verfcheidenc aan de zijde
van Aloud deden fneuvelen. Wolferd hier van door Aloöd
kennis gekregen hebbende, befloot deze, met den Grave naar
Zeeland te vertrekken, en aldaar heirvaart tegen Dofdredtn te
befchiijven. Hij ftelde zulks ook te werk , doch liet vervoe-
ren d^s Graven was zo dra niet rugtbaar geworden , of alles
geraaktC'-in 's'Hage op de been; men vervolgde en agtcrhaal-
de hen ; en de Graav was ras te bewegen om te rug te keren ,
doch Wolferd die bij hem was moest zig gevangen geven,
en werdt naar Delft gevoerd , en op *t Steenhuis gebragt In-
tusfchen was de Delffche gemeente , die met enen bitteren
haat tegens hem was ingenomen, op de been geraakt, en
voor 't Steenimis faihen gefchoold; ook duurde het met lang,
of 'er ging een kreet op: levert ons den Verrader ^ of wij fieken
't Steenhuis in den brand. Die van binnen , 't ?ij zij zó wel als
't volk , Wolferd's dood zogten , of gelijk zij voorgaven ,
voor 's volks woede bedugt waren, befloten hem onthamast,
ter deure uit te (loten, daar hij voor de razeraij der verbit-
terde menigte bloot gefield, in een' ogenblik door duizend
wonden van 't leven werdt beroofd; dit viel voor op den
I Augustus 1299, en Baljuw Aloud trof eerlang het zelvde
lot. Die van Dordrecht namelijk, het omkomen van Heer
Wolferd vernomen hebbende , trokken voor het huis Kraaijt"
. ftein.y dat zig wel haast op genade en ongenade, overgeven
moest. Aloud en enigen der zijnen , gevangelijk naar Dord-
recht gevoerd wordende , werden door de gemeente , pas voor
de ftads-poort, tot zes in getale, dood geflagen. — p.
Balen, Befchr. van Dordrecht, bl. 7. 125. Wag., Fad. Hifi.
III. D. bl. 115. 124--127.
•ALPHEN, is de naam van een aanzienlijk geflagt, dat in
oude tijden , zo in Braband en Gelderland als wel inzonde±eid
in Holland, is bekend geweest; zulks wordt niet alleen door de
oude.Gefchiedboeken en Kronijken bewezen, maar ook door
és originele Charters en Brieven^ van de Hertogen en Graven
L 2 dier
' 4
fH ALTHEN. (ABRAHAM va») (DAMAS) (DANIEL)
«
dior Landen uitgageven , en in derzelver Staatsregistew op^
tekend. En doordien 'er neg velqn van dit aanzienlijk geflagt
iu wczQn zgn, zullen wij van de voornaamften derzelven, die
enige aanmerking verdienen, ene alphabetifche befchrij ving aan
onz^ lezers mededelen. Men vindt bij J. Kok , Faderl. Wbor-
denh^k , een volledige genealpgifche befchrijving van dit gant-
fche geflagt, waar van de* onbetwistbare egtheid wordt be-.
wpcrd,
ALPHEN (ABRAHAM van) , is geweest Raad in de Vroed-
f9hap, vervolgens Schepen, daar na Burgemeester en ook
Hoofdsofficier der ftad Leijden; hij iö getrouwd geweest met
zijn volle nigt Maria van Albhen; en ftierf den 27 o6tober
1721, zonder kinderen na te laten,
ALPHEN (CORSTL\AN vak) , vindt men reeds fn *s Iand«
Gefchiedboeken , op den jare 1430 van , vermeld ; zijnde ge-
trouwd geweest met Lutgard van Swieten, bij wicn hij een
zoon heeft geteeld.
ALPHEN (PAMAS van), vader van Corstiaan, hadt
ten wijve Jac^uelina van Mqntfoort. . Men vindt al voor
pn in den jare 1420 in *s lands Kronijjcen van hem gemeld,
als behorende tot de Hoeksgezinden; en is ook in genoemde
jaar, bij d^n aanvang der tegen de Kabbeljauwsgezinden onder-
pomene vijandelijkheden, in dq bloei zijnes levens gefneuveld,
palatendc twee zonen.
ALPH?N (DANIEL van) , was een der 56 Holkmdfe Ede-
len^ welke benevens de Gedeputeerden der (leden op den 21.
julij 1468, Karel van Boxjrgondien, als Graav van Holland ^
in ^i Hage ontvangen en gehuldigd hebben ; ook vindt meix
hem vqrmeld als Meesterknaap der Houtvesterij van Holland^
in de jaren 1468 en 1489* Hij hadt tot huisvrouwe Adel-
heide VAN Swieten, bij wien hij drie zonen* heeft verwekt.
ALPHEN (DANIEL van) , is eerst geweest Secretaris van
den Banne van Stompwijk, Wilsveen', Tèdingerhroek en den 'Leijd'-
fendam; daar na Secretaris van de Weeskamer te Leijden^
' vervolgens Raad in de Vroedfchap, 'wijders Schepen en ten
laat-
ALPHEN. (DANIEU va») t6S
Uatften Burgemeester van die ftad* Tweemalen i« WjJ ft**
tïouwd ; zijnde zijn eerfte vrouwe geweest > KobuselIa VAN,
Syp, en de tweede Tanneke Derramoüt. By zijn overljjdöü
*t welk op den 31 julij 1673 voorviel, heeft hq drie zooiU
nagelaten;
ALPHEN (DANIËL van) , is geweest ttaai in de V"roéi»
fchap, vervolgens Schepen en daar na Èurgetneestèr Aèt fida
Leijden, en teffens Ontvinger van de gemene Landsfliiddölen
over Leijden en RMjfüand, Hj hadt ten vrouu^> MariA VAi<
Hoogeveen; is op dèn ii oftober 1692 ovelrleden, nalatende
Vijt* zoons.
ALPHEN (ÖANIÉL van),' heeft opyolgelijk dè drie waif-
digheien van Raad in de Vroedfchap, Schepen en Burgettlê^
ter dér fted Leijikn met zeer veel roéitl bekleed. Hij frOüW*
de zijne higte GÉERrkuirD a^an bEA MAAksckEr^ogtef déf
Griffier van de ftèd L'eijdeh\ bij wién hij Vijf zonen gewiöiU
Hij was een geleerd maH, èrvarön niet allèön In-die griekfe eii
latijnfe talen, maar 'ook in dèrzel vet oudheden e!n gefchièdö^
jiisfcn, als mede die van andere volkeren; 'daar bij éön gfööt
regtsgeleérde zó wel in het Rmeinfe als Vadètlandfe vik|' en
voegde bij zijn ongemene kunde in dè oude en latere gefcliie»
denisfen dezer Landen, en in de wettige voorregten en ge*
regtigheden des- vrijen volks en der Heden , ook ene uitmuti*
tende vrijheids- en vaderlandsliefde, gepaard met een fijn én
fchrander oirdeel, minzame nederigheid 3 en vriendelijke de&
• tigheid; zo dat hij onder de niet weinige fieraden der Magi*
ftraatsperfopen , op welke de ftad Leijden (leeds heeft mogen
roemen , te regt mag worden geteld* Niet zeldzaam heeft hi}
ook de regten des volles, des gehelen vaderlands, en die in
't bijzonder van de Had Leijden , gedurende den tijd van Sa ja»
len, in de welken hij is geweest lid der Vroedfchap van die
ftad , manmoedig en met klem van redenen , tegen allen on*
wettigen aanval, zo bij monde als bij gefchriftc verdedigd;
waarom ook de Regering dier ftad hem in den jare 1706, teen
hij met de waardigheid van Prefident-Schejpen was bekleei,
L 3 ten
166 ALPHEN. (DANIEL vak)
ten blijke van hare erkentenis , voor zijne der fhd bewe;Be«
ne uitnemende dienilen , heeft vereerd met een bijzonder ge«
fchenk, zijnde een zilver vergulde Pocaal met zijn dekzel,
fraai gewerkt en pronkende met bet ^gekroonde wapenfchild
der ftad, ten wederzijden gehouden wordende door twee (taan-
de leeuwen, nevens een gelijke zilver-vergulde Soucoupe,
waar op geplaatst is deze volgende infcriptie :
Do. D. V. Alphen, D. F.
Qui populi leges 9 ^(^ jura tuere SenatuSy
Dum fluit ingefiua pagina fcripta manu ,
Munera tu Batavay judex licet, accipe dextra^
. Qu(B dedit Ju£c, dedit plus tua L^ijda, tibu
Welk digtftukje, op last der ten dien tijde regerende Burger
meesteren dier. ftad, door hunnen Secretaris, Mr, Johan van
Groenendyk is vervaardigd; en wordt dit ^efcheok nog ten
huldigen dage, als een waardig en dierbaar Monumentum Fa-
ndlia, onder dezes braven Mans nakomelingen zorgvuldig
bewaard. Hij ftierf te Leijdcn in het Ssfte jaar^ zijn> oud^r-
doms, op den lo julij I733v
ALPHEN (DANIEL van), is Raad in de Vroedfchap, ver-
volgens Schepen, en daar na Burgemeester.,^ der .ftad Ledden
geweest, alwaar hij ook tweemaal de ^.ieijoüJlge.cQmmisfle van
Hoofd-Officier heeft bekleed ; hy hadt ten'.vrouwte Geertruid
Trigland, en ftierf zoi^i^r .mannelijk oir na 'te laten, den
21 junij 1711, in den oudeidom van 73 javen.
ALPHEN (DANIEL van) , \s geweest Secretaris* der Vier-
fchaar van de Hogefchool tG\Le^'deny en tevens Ontvanger van
den reëlen honderdften penning, vervolgens Secretaris van de
Rekenkamer, en daar ria Griffier dier ftkd. Hij huwde met
Sara van Banchem, die hem vier zonen heeft gefchonken,
waar van 'er nog twee in leven waren, toen hij op den
25 april 1727 overleed. =
ALPHEN (DANIEL van), Griffier der ftad Leijden^ is ge-
boacen den 7 november 171 3, en getrouwd dcii 19 november
1742, met Eleónora Bonbnfant, geboren* den 24 maait
1721.
ALfHEN. (DANIËL VAir) ^AÉ) t«|
i72i. In 't jaar 1734 > wèrdt tój ètóg^fleld tot 6bBffiisf«ié
Van de Huweüjkszakcn der ftad Leyden; in 174!) tot ftaSld
m de Vroedfchap; in 1747 > tot Weesmeester* éii in t'?48*
tot Schepen van dèzölvde ftad; in 't jaar 1745, aflkndtioért-
de van zijn Raads- en Schepens-plaats ^ Werdt hij tot Grtf8èif
dier ftad aangefteld; van welken dienst hij égtèr, bp z^n Vte*
zoek , bij refolutie der grote Vroedfchap op den $ boVétübW
l778,-behou3ei?s den eertijtelj Is ontflagén. Hy is fcén thoit
van grote kundigheid en onyermoeiden ürbeicl geweest^
lid van verfcheidene geleerde Genootfchappöni Onder andd*
ren, is hij fchrijver van de verhandeling tot tytel voeröndUi
3|et rcctjc Der <@bcrf)etieti omtrent Sterheltjhe b^tmnum^ ook
heeft hij de !©cfcö?i)bin9 btt ^tab %tijtm/ l^aar van heC
iftc deel uit de onvermoeide hand> vati den Heer Fraws vaN
Mieris in 1762 te voorfchijn kwam, en de uitgave van hdC
2de deel geheel 'agterbleef, vermits Mieris hetzelve nog nieC
hebbende afgewerkt, in het volgende jaar overleed, verdpr
voltooid, en *er vervolgens in 1784 nog een 3de deel bijge-
voegd, waar in vele aanmerkelijke bijzonderheden wordert
gevonden. Hij overleed a,an Je gevolgen enör beroerte, don
16 julij 1797, in den ouderdom van ruim 83 jaien, geene kin»
deren bij zijne huisvrouw nalatende*
ALPHEN (DANIEL van), is geweest Kommis tör Secre*
tarije van tiolland in *s Hoge , en aldaar getrouwd met MariA
Magtilda Selhoff; hij overleed op den 18 maart 1760,
twee zoons nalatende.
ALPHEN (DIRK van) , is ongehuwd geftorveri , behoorde
in 1423 onder de welgeboren Mannen vèn Lisfe^ ingevolge
de daar van nog voor handen zijnde bcfcheiden, van den 15
xneij des gezegden jaars;
ALPHEN (DIRK van) j dfe te ÏAijden heeft gewoond , en
aldaar getrouwd is met 'Anna PaiDSe, heeft bij haar nagela*
ten een' zoon, insgelijks Dirk genaamd, welke is geweest
Veertig Raad der ftad teijden van 1481 tot liói; me&malcn
heeft hij ook aldaar het Schepensambt bediend^ en 18 in 150X
kinderloos in gemelde ftad overleden»
L 4 AL»
i(J8 ALPHEN. (DIRK vak) . (EIJBERT) (FLORIS)
ALPHEN (DIRK van), die in de 15de eeuw leefde, ft
een boefemvriend ^weest van Heer Reinoud van Bredero-
DE , die in 1473 ^ïerf. Hij heeft ter vrouwe gehadt Jolanda
TEN Nortich; en is hij de noodlottige burgerkrijg en beroer-
tens, die het Land tot op derzelver grondzuilen deed daveren ,
benevens enige andere Edelen, te Vianen in 1477 in hegtenis
gpraakt, zijnde enige jaren daar na in de gevangenis gellor-
ven, enen zoon nalatende.
ALPHEN (DIRK van), is gedurende 20 Jaren lang, ge-
weest Hoofdman of Kapitein van de fchutterij te Leijdm, be-
nevens Schout van den Banne van Stompmjky Wilsveen^ Tedin-
gerbroek en den Leydfetidam^ hij is op den^ia november 1701 ,
ongehuwd overleden.
ALPHEN (ELBERT van), die zonder mannelijk oir over-^
leedt, is geweest Vrijheer van Hoenpell en Geheimraad van
Arnold van Egmond, Hertpg van G^/fff en Gulik^ Graav van
ZutpJterii zo als blijkt uit een' brief van den 3 maart 1443.
ALPHEN (FLORIS van) , was in dienst van Graav Wil-
lem DEN IV, en fneuvelde benevens vele andere Edelen en
den Graav zelve , wanneer deze met een, aanzienlijk leger in
feptembcr 1345, nabij Staveren in Friesland was geland, en
zijn leger, door de Friezen geheel en al wierdt verflagen en to-
taal geruïneerd.
ALPHEN (FLORIS van) , zoon van den vorigen , was in
het jaar 1363 Hoogheemraad van Rhijnland. Hij moet in of
nabij Leijden gewoond hebben, naardien de burgers van die
ftad, wanneer in 1381 tusfchen enige Hollandfe Edelen gefchil
was ontdaan., onder hunnen banier zijnde opgetrokken, het
huis van dezen Floris pN Alphen hebben beftormd , om in
hetzelve enige Edelen, waar onder ook Dirk van Alphen
neef van Floris , dewelken zij meenden zig aldaar te hebben
verborgen, op te zoeken en uit het huis te halen, ten einde
dezelven aan hunne woede op te offeren.
ALPHEN (FRANS van) , werdt geboren den 9 maart 171 8 ;
is geweest een voornaam Koopman te Frankfort aan den Main,
al-
ALPHEN; (GERRIT van; (HENDRIK) 169
^waar hjj in januarij 1746 trouwde , met Katharina Sophia
* ■ •
GouTARD, bij dewelke hij geen kroost heeft geteeld, en ia,
dus kinderloos, in 1770 overleden.
ALPHEN (GERRIT van) , wtó eerst Secretaris van de
Rekenkamer, en vervolgens Griffier der ftad Leijdm; is ge-
trouwd geweest met Maria van Dorp,, bij. dewelke hij drie
zonen heeft verwekt, waar van 'er twee 5 beide Kornelis ge-,
uaamd, in hunne eerfte jeugd zijn overleden. De derde die
bij zijn flerven, 't welk in het jaar 1655 voorviel, overbleef,;
was Abraham geheten ; en deze is geweest Raad in de Vroed- .
fchap te Leijfien, vervolgens Schepen, daar na Burgemeester
en ook Hoofid-Oflicier van die ftad; hij is getrouwd geweest
met zijne volle nigte Maria van Alphen , en is geftorven deu,
27 oélober 1721, zonder kinderen na te laten.
ALÏPHËN (GERRIT van) , is geweest Schout van Zoeters
yvoude; en op den 24 november 1769, ongehuwd te Leijden
overleden.
AI^PHEN (HENDRIK van) , werdt geboren den 21 april
1708; heeft ,te Amjleldam koophandel gedreven, en \s aldaac
getix)uwd met Margaretha Korwelia van Pjeterson, waar
bij hij drie zonen heeft verwekt, van dewelke tw^o, in hun
eerfte )'eugd zijn geftorven, en de derde Johan van AlpheU
genaamd, thans nog in leven is.
ALPHEN (HENDRIK SIMONS van) , werdt geboren dett
27 december 1671, en is geweest ee# voornaam koopman ini
zijne vaderftad HanaUy ook Raad en Burgemeester aldaar;
benevens Kollonel van de Burgerij, 't welk een adrizïenlijké
post is in die ftad. Hij is t^veemalen getrouwd geweest; eer^
met Süsanna van Asten, welke hem, vijf zonen heeft ^èi
baard , doch van de laatfte in het kraambedde ftierf , en allé
. deze vijf kinderen maar kortftondig na hunne geboorte heb-
ben geleefd. Op den 30 junij 1707, hertrouwde hij met
Sa'ïa Jacoba van de Wall, ene dogter van Hendrik Van
M Waw., Raad en Burgemeester van HanaUy die hem zcveti
L 5 zo-
jr?o ALPHÉN. (HERMAN VAN) <H1ER0NYMÜS>
fcónen' baarde, wair van nog zes' bij zijn overlijden, 't weÜI
öp den 12 febniarij 1-740 voorviel , in leven waren.
ALPHEN (HERMAN van), werdt geboren den aa jiilij
1712. Hij isgé^eést Predikant, eerst te Ottoland en Neder-
blokland^ dajür na te Asperm y vervolgens te Monffoort, en
^aatftelijk Hoogleraar in de Godgeleerdheid enz. te Hanati, Op
den a8 oftober 1748, is hij getrouwd met Maria van Mvs-
SCHEN3ROÉIC, dogtör van den beroemden Leijdfen Hoogleraar
PiETEii Van Müsschênbroek , bij wien hij maar een zoon,
Hendrik genaamd, heeft verwekt ; doch deze is in zijn teder-
ile jeiigd reeds overleden. Men heeft van hem éne ontleden-
de verklaring over Spreuken VUL Hij ftierf den 25 january
J767 te Hojiauy zonder mannelijk oir na te laten.
ALPHEN (HIERONYMUS van), werdt geboren den 9
jheij 1700; en is geweest een getrouwden veel geacht Ei^an-
geliedienaar te Nieww-Loosdncht ^ vervolgens te Leewwarden en
laatflelijk te Amfieldam. Gedurende zijn verblijf te Leeumtuenl
trouwde hij met Judith Anna Huber, ene klcindogtcr van
den groten Rechtsgeleerden Ulricus Huber; doch heeft gees
ue kinderen bij hajtr' verwekt. Beha! ven ene latijrfe verhan-
deling, de Terra Chadrach c*? Damasco, heeft hij nog ene &ct^
fcfamiB ober JBftatrfi. XXIV en XXV. door den druk gemeen
gemaakt, in dewelke 's Mans oirdeelkundige geleerdheid alle-
zins dooiftraalt. Waaifchijnlijk zou hij nog meerder vrjiigten
yan zijnen vlijt ten ni^fte der Christen Kerk hebben voortgè-
bragt, indien hij niet gedurende enigs jaren voor zijnen dood,
yraxe bezogt geworden met zware ziekten en ongemakken,
en daar uit gevolgde lammigheid en velerhande het lighaam
en- den geest verterende kwalen, waar aan hij een geruimen
"tijd heeft gekwijnd, tot dat eindelijk de dood van zijn. ellen-
dig aardfche leven op den 20 april 1758 een einde maakte,'
fn hein in de gewesten der zaligheid overvoerde.
ALPHEN (HIERONYMUS VAN), werdt geboren den 8
jiilij 1714 in de ftad Hanau^ alwaar hij koophandel dreef; en
op
/
ALPHEN. (HIERONYMUS SÜVIONS Vaii) 17^
op den 20 november 1738 öiet Susakiïa van der Lahm.
trouwde, waar bij hij drie zoons verwekte, doch die allo
voor hem Jdnder loos zijn geflorven; hij is dus,. zonder man-
nelijk oh: na te laten , in het jaar 1777 te Hanau overleden^
ALPHEN (HIERONYMUS SIMONS van) , werdt te Keu-
Jen in 1595 geboren, en is te Hanau een braaf en 'zeer geachj
Koopman geweest, hij trouwde met Ida Courhase, geboortig
van JVorms^ bij wien hij twee zonen heeft verwekt; en ftierf
Ij Hanau o^ den 26 november 1641.
ALPHEN (HIERONYMUS SIMONS van) , zoon van den
voorgaanden, is den 17 junij 1632 te Hanau geboren, en heeft
aldaar ook zijne vaders voetllappqn drukkende , met veel ijver
jcn braafheid koophandel gedreven. Hij huwde met Kathat
niNA VAN DER. Cruyce, gcfproteu uit een in F^aanderm aan-
zienlijk geflagt, en.oyerleed den 15 feptember 1692, nalaten-
de drie zonen, bij zijne genoemde huisvrouwe verwekt.
• ALPHEN (HIERONYMUS SIMONS van), werdt te Ha-
nau geboren, op den 23 meij 1665. Hij is geweest een zeer
waardig Èuangeliecjienaai-, eerst ,op het vermaiceljgfce dorp
Warmond nabij Leijdmgde^nj vervolgens te Zutphen, en hier
jïR tQ- A^Jleldam , van was^ i^j tot Hoogleraar . in de Godge-
Jperdheid aan UtrecUs JJogefchool wierdt bevorderd ; aan dp»
welke hij ook, zo door zijne grote geleerdheid, als voorti-eff^
lijke gaven en uitniuntende deugden , geen geringe luister heeft
bijgezet. Hij heeft drie vrouwen gehadt, dien hij alle over-
leefd heeft. De eerfte was Judith van der Maarsche , ene
nigte Van hem, welke hij op den 19 meij 169.6 in het kraam*
bedde verloor , flervende ook teffens het kind kort na de ge-
boorte; hier op huwde hij voor de tweedemaal den 18 maart
1698) met Martina Bh.er, die hem vier zonen baai-de, waar .
van twee hem hebben overleefd ; étzQ vrouw verloor hi] op
het alleronverwagtfte, want met haar op de x^ rugreize van
zijn vaderflad Hanau ^ daar hij zijn enigflen broeder en,verderp
familie*was gaan bezoeken, reeds tot Keulen gevorderd zijnde^
is^ie;-dt zij aldaar door ene fchielijke dood w^erukt, ^op
172 ALPIIÈN. (JA^J VAN)
den lo feptember 171 9. Tot zijn derde vrouw nam hij in
het Jaar 1721 , Kornelia van der Toot, weduwe van den
Heer Caspar van Royen, in Jeven Vroedfehap en Burge-
meester der ftad UtrecJfpj welke hem na een negenjarige egt-
verbindtenis, insgelijks door den dood op den 9 augustus 1730
werdt ontrukt. Na dit voor hem zo treurig voorval , leefde
hij nog ruim twaalf jaren ongehuwd, en ontfliep als toen zag*
telijk te Utrecht op den 7 november 1742, in het 78fle Jaar
zijnes ouderdoms. De Hoogleraar Arn. Drakekborch heefc
ene Oratio f unebris over hem uitgefproken , die ook in druk
uitgaat; en waar in onze van Alphen wordt gefchetat , als
een man van ware godsvrugt, treffelijke hoeianigheden, fchraö-
der oirdeel, grote geleerdheid, en in een woord verfiert möt
alle christelijke dei'gden. Veelvuldig zijn de Werken, dien
hij heeft gefchrevsn en door den druk gemeen gemaakt ; men
-vindt 'er ene lijst van in J. Kok, Vad. Woordenh. II. D. bF*
704 en 705. — — Nova a&a Erudit. 1744. ^<?^. p. 54^64.
fcf Maniiy Parte II. p. 152-160. C. Saxi, Onmast. literar*
Pars VL p. 261. 6? ^ml. 679* •
ALPHEN QAN van), vindt men var^ aangetekend, dathfj
in het jaar 1405 en vervolgens, Hertog Willem van Beye-»'
HEN , in den oorlog tegens Jan van Arkel heeft gediend. Hij
is gehuwd geweest aan Lysbeth van Teylinoen, en heeft
2es zonen nagelaten.
ALPHEN (JAN vai^), heeft in *t jaar 1482 Hertog Maxi-
MiLiAAN VAN OosTENRYK, als Kapitein aan de Vaaii tegenS
die van Utrecht gediend. Hij is getrouwd geweest met JosinA
VAN NWELT, en in den jare 1485 in 's Hage gevangen ge-
houden wordende. Zonder mannelijk lOir na té laten, ifi den
kerker overleden. ,
ALPHEN (JAN vaN) , is gebrouwd geweest met Geertruiö
'Buis, heeft te Leijden gewoond, en is na den zo hoog gevor-
derden ouderdom van circa ico jaren bereikt te hebben, irt
I678 in- die ftad overleden, nalatende v^f zonen.
ALPHEN (JAN vAiy) , een zoon van den bovenftaandcn ,
is
4
ALPHEN. (JAN van) QAN DANIEL) 173
ts geweest Opperkoopman in dienst van de Oostindifihe Com-
pagnie op Amboim ; hij hadt tot vrouw^ Eva Greveraets , tu
heeft bij zijn overlijden een zoon nagelaten.
ALPHEN (JAN van), een zoon van den laatllen, is ge-
weest Solliciteur Militair in 's Hag^ , en getrouwd met Eli-
ZABETH TEN Hain; en heeft bij zijn overlijden, dat in oébo*
ber 1684 voorviel, den volgenden zoon nagelaten.
ALPHEN (JAN van) , is even als zijn' vader geweest Sol-
liciteur Militair in 's HagCy en heeft bij zijn eerfte vrouw
Adrtana Petronella Bollandt, drie zonen gedeeld; en bij
zijne tweede vrouw Maria van der Haar , een zoon-, hij
flierf op den 14 april 1759 te Leijdm^ in den ouderdom vaa
83 jaren.
ALPHEN (JAN van) , deze \s getrouwd geweest met Aw-
K\ SwANEVELT, wcduwp van Mr. Cqrneli^ van der Meer.
Hij was Hoofdman of Kapitein var> de Schutterij der ftad
Lr,] den , alwaar hij in het jaar 1680 , Kinderloos is overle-
den.
ALPHEN (JAN van) , is geweest eeii zeer kundig en ge-
acht Regtsgeleerde , en praktiferend Advokaat voor de Hoven
van Juflitie in Holland. Hij trouwde in *x Hage^ alwaar hij
zijne woonplaats hadt gevestigd, met Wilhelmina Bort,
oudfte dogter van den beroemden Regtsgel eerden Mr. Pieter
Bort, wiens Werken bijeen verzameld, hij in het jaar i6'8l
in een Deel in folio heeft uitgegeven; en die door onz«
VAN Alphen verrijkt is, met een nauwkeurig uitgewerkte,
geleerde, en in allen opzigte ware en zuivere vrijheids- ^n va-
derlandslievende voorrede. Hij overleed 'm V Hage^ den é
maart 1709, nalatende twee zonen.
ALPHEN (JAN DANIEL van) , is geweest Klerk ter Fu
. nantie \2Ln Holland; en overleed in *s Hage^ ponder gehuwd
geweest te zijn, den 28 junij 1775.
* ALPHEN (JOHAN van), wcrdt geboren den 24 maart
Ï71Ó; en is geweest Raad in de ' Vroedfchap en Schepen der.
«a4
/
/
,r
Ï74 (ALPHEN. (JPHANNES vak) (KORN.) (NIKL.)
fhd Gouda. Op den 19 oftober 1745, trouwde hij met zijjio
ïM'gte WILHELMINA LuciA VAW Alphen, bij wicn hij drie
zonen verwekte, waar van de beide jongften vroegtijdig zijn
overleden, doch de oudfle Hieronymus van Alphen, zo wij
niet beter weten thans nog in leven is , en de post van Pro-
' iureur-Generaal bij den Hove van UtrecU bpkleed. Hij ftierf
den 17 janiiarjj 1750. . / .
ALPHEN OOHANNES van) , h Kommis geweest van de
gemene Landsmiddelen over Leijdefi en Rhijnland. Hij trouw»
de met Katharina Crommeun; en is te Leijden in 't jaar
1655, z^r onverwagt aaneen hete koorts overleden, nala-
tende een* zoon. .
ALPHEN O&ORNELIS van) , is getrouwd geweest met
JoHANNA Manaart, heeft enigen tijd té Bremen, vervolgen^
te Keulen , naderhand te Frankfort aan den Main , en laatllelijk
zijn vaste woonplaats te Hanau genomen, alwaar hij in 1632,,
in den gevorderden oüderdpm van bijna 84 jaren is overleden ,
jnalatende twee zoons.
ALPHEN (NIKLAAS van), wtrdt geboren den 21 me^
1716, en trouwde den 23 o^ober 1753 met Johanna Bonen-
fANT, geboren den 30 december 1725. Hij werdt in 1748
aangpfteld tot Regent van het Weeshuis te Leijden^ in 1749
verkoren tot Raad in de Vroedfchap ; in 1757 tot Schepen,
en vervolgens in 1767 tot Burgemeester; ook heeft hij twee-
malen de driejarige bediening van Hoofd-Officier in die ftad
waargenomen. Het was op den 12 januarij 1784, dat lig zon-
der kinderen bij zijne huisvrouw te hebben verwekt, zeer
fchielijk in een moment des tijds, dóór den dood wierdt weg-
gerukt.
ALPHEN (PAULUS van) , heeft te Leijden gewoond , en
!s aldaar getrouwd met Maru Constant, welke te famen
geen kinderen hebben geteeld , zijnde ook beide aldaar ge-
llorven.
ALPHEN fPIETER van), 'een voornaam Koopman te Jns^
JlHdamj trouwde aldaar met SA94 MARiii van d& Capelle,
ALPHEt^. (PIETER SIM0NSZOOï<ï van) ,,5
tij welke hij vijf zonpn verwekte , waar van drie vrccgtijdig
jrijn overleden. Hij ftierf den 6 feptember 1773, in liet 8ifte
jaar ?ijnes ouderdoms, nalatende tw^e zonen. Dakiel en
Abraham van Alphiïn,
ALPHEN (PIETES SIMONSZOON Van), is een niet
onaanzienlijk Koopman te ontwerpen geweest; hij was te Ken,'
len geboren , en hadt daar reeds met zijn* vader Simon enigen
handej gedreven; dan vermids hij begreep, dat tot het uitbrei-^
den daar van , zig veel beter gelegenheid te Antwerpen voor-
deed , welke plaats in die dagen de voornaamfte koopftad der
Nederlanden was, vestigde iiij zig met 'er woon te Antwerpen^
in welke aanzienlijke ftad , ook geen onvoordelige handel , ge-
durende verfcheidene jaren door hem werdt gedreven ; en zulk*
ter tijd toe, dat hij in november 1576, wanneer het muitende
Spaan/e krijgsvolk die flad hadt bemagtigd , en aldaar met ro-
ven , moorden en branden , de allerverfchrikkelijkfle verwoesy
ting aanrigtte, zig ook door de roofzieke klauwen der woe*
dende foldaten, van alle zijne bezittingen zag ontzet, zo daC
hem genoegzaam niets 'zijnde overgebleven , dan zijn eerlijk en
deugdzaam hart, hij met zijne huis vrouwe Anna Hauwaert,
benevens twee zonen , die zij hem hadt gebaard, de wijk naar
Holland heeft genomen , en zig met 'er woon naar Leijdeni be-
geven; alwaar vervolgens zijne vrouw is geftorven en begra-
ven ; na hare dood ging hij te Rotterdam wonen , en is aldaar
in enen zeer hogen ouderdom geftorven.
ALPHEN (SIMON van) , woonde in de i6de eeuw te
Keulen^ en dreef aldaar enige koophandel; hij trouwde met
Katharina Metschaerdt, die hem een zoon baarde, doch
.welke geboorte haar het leven koste.
\ ALPHEN (SIMON van) , is getrouwd geweest met ElisA-
EETH Manaart, twcede dogter van Hieronymus Manaart»
een zeer geacht Koopman te Antwerpen^ Hij heefc gewoond en
koophandel gedreven te Leijden , en is ook aldaar op den 10
junij 1592 overleden, nalatende twee zonen.
. ALPHEN (SIMON van) , is geweest Veertig in ilade det
ftaJ
^
17Ö Alphen. (Simon van; alpiien. (willem van)
ftad LeijJeny midsgaders Ontvanger van de Gemene Lands-
middelen over Leijden en RJdjtüand. Hij heeft twee vrouwen
gehadt, de eerde was Susanna van Geulen, die hem een
zoon baarde , doch hare verlosfing met de dood moest boeten ;
uit de tweede Magdelena de Hertog van Orsmael , heeft
hij nog vier zoons bekomen ; en is geflorven op den 23 o&or
ber 1669.
ALPHEN (SIMON van), fs eerst geweest Secretaris van
Zoeterwoude , en daar na van de Weeskamer te Leijdmy van
welke bediening hij om zijne hoge jaren, in 1733 afftand"
deedt; hij trouwde met Anna de Moor, bij wicn hij een*
zoon heeft verwekt Daniel genaamd, en hij ftierf op den 12
november 1736, in den hoog gevorderden ouderdom van ruim
82 jaren.
ALPHEN (SIM<^^ SIMONSZOON van), is in 1593 te
Keiden geboren; «" trouwde voor de eerflemaal met Susanna
Boek, bij \vicn hij drie zonen gewon. Zijne tweede vrouw
was Ei-izA^^^^' NozEMANs , welkers fchoot hem gQcn manne-
liik oir veifchaf te,- deze G\erlcdcn zijnde, trouwde hij voor de
^idemaal met Elizabeth Rhodin, bij wien hij geen kindq-
jen heeft verwekt, en die hem enige jaren heeft overleeft
jjij is gedurende "het tijdvak van 32 jaren Raad der ftad Hajiau
geweest, en overleed aldaar in het 8ofte jaar zijn*s levens;
alleen nalatende zijn eerstgeboren zoon, Kqrnelis Simons
van Alpiien, die geweest is Raad en Burgemeester der ftad
HanaUy getrouwd mst Maria Graauw, en wijders aldaar ia
den ouderdom van 70 jaren kinderloos ftierf.
ALPHEN (WILLEM van). Ridder, wordt in ene oude
tot nog toe ongedrukte Hollandje Krmijk, op het jaar 1473,
met roem van gefproken; hij is getrouwd geweest met Sy-
BiLLA VAN Vliet, en ftierf in 1494, zonder mannelijk oir
na te laten. '
ALPHEN (WILLEM van), geboren te Leijdefi in 1608,
i^ierdt den 20 feptembcr 1631 nog maar 23 jaren oud zijnde.
Se-
ALPIIEN. (WILL. BAR. van) AL^TEDIÜS. X77
Secretaris van het Hof van Holland in *j Ha^e, in plaats van
Mr. PiETER Hoflandt; welk ambt hij gedurende een reeks
Van 53 jaren met veel achting en. lof bediend hebbende, daar
van op den 27 feptember 1684 afftand heeft gedaan, ten be-
hoeve van zijnen fchoonzoon. Mr. Pieter van Hurk, die
met zijne dogter Angela van Alphen was getrouwd. Kj
heeft tAvee vrouwen geliadt , de eerfte Katrina Doublet,
baarde hem een zoon , waar van zij in het kraambedde ftierf ,
en het kind ook kort daar aan overleedt ; de tweede Jldith
' VAN Clevestein , bragt twee zonen ter wereld , waar van de
oudfte Jan Arnold genaamd, op den 13 junij 1665 in een
zeeflag tegens de Engelfcheiiy zijn jeugdige leven dat nog niet
hoger dan tot 22 jaren geklommen was, roemrijk voor het va-
derland opotTxirde. Hij (lierf zonder enig mannelijk oir
na te laten, in junij 1691, in den ouderdom van bijna 83 ja-
ren. Dat hij doorkundig en ervaren 'm de praktijk van reg»
ten is geweest, bewijst zijn uitgegeven ^apc^aaji of ifofjmu^
licr-IDoch/ v/aar van ten minllcn zes drulUven geteld worden,
zijnde de laatfle van het jaar 1720, in twee delen in 410.
.
ALPHEN (WILLEM BAREND van), trouwde met Pe-
TRONELLA MoNTAUBAN, dogtcr van Mr. Niklaas JNIontau-
BAN j Raad en Penüonaris der flad Rottei'dam , bij welke hq ;
geen kinderen heeft verwekt. Hij is geweest Kollonel van de'
Infanterije in dienst van den Staat der Verenigde Nederlanden,
midsgaders lid van éQw Hogen Krijgsraad toen ter tijd in ^s Ha*
ge hare *zittingen houdende; en overleedt in die hofplaats,
den 26 junij 1782. ^
ALSTEDIUS (JOHAN HENDRIK), zag in het jaar 1588
het eerfle levenslicht, hij was Hoogleeraar in de Godgeleerd-
heid en Wijsbegeerte te Herhorn, en naderhand te u^lba Julice,
alwaar hij ook in 1638 flierf, in» den ouderflom van 50 jaren.
Hij werdt benevens Johan Bysterveld Hofprediker te Zie-
' gen , in naam der Weuerauje en Nasfaufe Godgeleerden op de
Dordrechtfe Kerkvergadering gezonden , alwaar hij benevens
zijn ambtgenoot, op den 17 janiarij ^1619 > ^U de 34fl:e zitting-
L Deel. M ont-
I7t . ALSTEDIÜS. (JPHAN HENDRIK).
cmtvafSgeo > en tuafchen die van dneve en Zwüzerhnd geplaat^^
werdt, Joh, Hales zegt in zijn 39fte brief, op dqa 29 janua--
t\^ aao DüDLV CarleVon gefchreven: „ In de avondfesfict
fi wicrdt het polnt van de Ferwerping^ op ene fghoolfe en
II geleerde wij?e verhandeld, door Alstedius, een van do
II Profcsforen uit de Paltz; zijne redenen waren de bekwaam*
,t (te van alle die gene, welke ik nog gehoord heb." Uit;
fMidere fchrifton van dien t^d , is blijkbaar bekend , welk een
hevig vooiilander hij was van de onweerjlaanbare Genade. In
de 85^0 fesfie van gemelde lijnode, deedt hij zig op den zelv-
den dag, op weihen de Remonftranten hunne verklaring van
liet 9 , 4 en '5 artikel overgaven , doot een breedvoerig ver-
toog, uitmunten, beftedende al zijn' vlijt om de gronden der
CoJüromKemonJlranten y in de tien bewijsredenen op óe Haagje cm*
ferentiê ingebragt, vast te maken, tegen allede tegenwerpin*
gen der Remmjlranten ^ welke bij als een ware Dordfe vadqr,.
gulhartig voor Pelagianen en Godslasteraars fcholdt; onder an*-
deren zeggende: „ dat het woord 'wederjiaanhaar^ door men«»
,9 fchcn was uitgevonden die een naam begeerden te maken.*"
Alstedius is een onvermoeid fchrijv^er geweest, en een der
vi'Ugtbaarfte pennen van de 1 7de eeuw ; het was ook' onmoog-»
Hjk, dat hij aulk een groot aantal boeken uitgaf, zonder van
een an^ler zijn' arbeid gebruik te maken ; maar hij bediendo
•ér zig al te veelvuldig van , fchieef zonder de minde fchroom
andeie fchrijvers letterlijk' uit, en raapte van alle kanten»
Jan Himmelius, Luthersch Predikant en Hoogleraar in de
Godgeleerdheid tejena^ is eep van zijne tegénfchriyvers ge-,
weest, zijn werk is getijteld: Anti-Aljledius^ five examen Tim-
hg%(£ falemkm Joannts Henrici Alstbdii. Hij heeft niet ve^
Ie menfchen overtuigd van de ftelling, dien hij in zijn Triuxn^
p}itis Biblkus heeft zoeken te bepalen : dat namelijk , in de Hi
Schrift de beginzels en bouwftofFen, van alle konden en weten-
fchappen moe ten gezogt worden, In 1627 gaf hij ene ver-
handeling de mille Avnis in *t licht, waar in hij zegt, dat do
Gelovigen met Christus iooo jaren op aarde zullen reg^en;
waar na de opftanding van alle vleesch en het laatfte oirdeel
zcu-
ALSTEIN. (]. G. E.) ALTERAS. (LAUR. JAC.) JJ9
aloude. . volj^n. Hij beuzelde, dat dit njk met het jaar 1694
een aanvang zoude nemen; de ondervinding heeft ons zeer
zeker doen zien, dat hij zig ten aanzien van het laatfte ver.
gist heeft. F. G. Freytag, Adparatus litterar. Tom.
III. p. 146. G. Krantziüs ad Conringium p. ipi. J. &L
Gesneri, Proem, Ifagoges, Tom. I. p. 42. J. 28. ^rewii, A-
nimadx. PJnL Part. X. p. 200. Jo. Fabricii, Hift. BibL Part.
II. p. 205, 206. Part. IV. p. 84. C. Saxi, Onom. lüer. Par»
IV. p. 212, 213. P. BAfLE, DiBionmre ed. de 1730. Tom»
L p. 165, 166. Hales, Brieveriy bl. 117 en 231.
ALSTEIN ÜOHAN GOZEWYN EBERHARD) , een Pre-
dikants zoon, oefFende ook die lofFelijke bediening, eerst in
Brandenburg y en naderhand te Amfteldam, alwaar hij in 171 9
werdt beroepen in de plaats van C. Streso. Hij bekleedde
die post tot op den 25 meij 1740, wanneer hij ftierf , nala-
tende zijne weduwe Henrietta 'Charlotta Piieifferin, die
haren man ruim 17 jaren overleefde, en op den 4 december
1757 overleed in dfe armen van haar enigfte dogter. Onzen
Alstein heeft de bekende Hieberen ban NEA^^)ER met ene
©00|cclren en enige <J5c;anöcn verrijkt; ook vindt men van
hem een aanprijzend Voorherigt voor P. Jansen's werk, getij-
teld : «©e tjtilttKim ban <©ob^ soeöerticrenSeilï» ■ H. Croe-
S£, Kerk* Reg, der Predikanten van Anjieldaun,
ALTERAS (LAURENS JACOBUS) , Vice-iVdmiraal voor
het Eollegie van Zeeland ^ diende in die hoedan iglieid op de
vloot, welke m 't jaar 1607, onder bevel van den Hollandfen
Admiraal Jacob van Heemskerk, in den vermaarden flag.
voor Gibraltar , tegens de Spargaarden zulk ene roemrijke over-
winning behaalde. Alteras voerde het fchip de Rode Leeuw 9
en hij hadt last van den Admiraal , om den Vice-Admiraal der
Spaan/en aan te tasten ; doch de wind hem belettende om den*
zelven aan boord te kunnen komen , gebniikie hij zijne magt
tegens een ander gedeelte van de vijandelijke vloot, fchoot
twee Gallioenwi geheel reddeloos, en onti*amponeerde ver-
fcheidene anderen. Intusfchen fneuvelde den dapperen Heems^
M 2 KERKf
•X
^«0 ALTHÜISEN. (JOHANNES)
XER^, en Alteras wierdt door de Ithepelingen in deszelv»
plaats (ot Admiraal aangefteld, en ging op die zijn fchip over,
tia dat den kapitein Pieter Willemz. Verhoef in de hoeda-
nigheid van Vice- Admiraal , op het zijne was geplaatst. Ver-
\'olgcns maakten zij de behoorlijke fchikking , om den vijand
alle mooglijke afbreuk te doen; het minder gedeelte der vloot
geilde tot dien einde onder Verhoef, naai- de Flaawfe eilan--
ieii; doch Alteras ging met het ander fmaldeel, naar de
kusten van Portugal^ daar hij met'geen gering voordeel kruis-
te, ter tijd toe dat naar 't vaderland wierdt opontbodcn.
*% Mansi- wel verdiende lof betrekkelijk de bovengemelde ge*
l^eurtenis , vindt men herdagt in zekere Dedudti^ van de Staten
van Zeeland^ nopens den rang der Vlag-officieren , in 1666 aan
die van Holland tocg^zonc'en. Om de waarde der Zeuwft
zeehelden tQ betogen , merkten de Staten aan , hoe Alteras
^Is de twede van rang in de vloot, den gefneuvqlden Admiraal
in 't opperbevel was opgevolgd, onder zijn bevel de aange-
vangen onderneming op Gibraltqr benevens den zeeflag, lofFe-i
IJJk volvoerd, en de vloot zegepralende in het vaderland hadc
tp rug gcbragt. Oflthoon nu aan Alteras , door de vlotefin-
gcn bcit opperbevel als Admiraal was opgedragen, fchijnt hij
ijogth^ns geengn hogeren rang van den Staat verkregen te heb-
ben, doordien men hem naderhand nog, als Vice- Admiraal ^
onder den fiollandfcJien Admiraal Swartenhond, tegens de
Spaanfclien in de Middelandjche zetf heeft gezonden; bij welke
gelegenheid hij, midden in 't gevegt, agter op de campanje
ftaande , kloekmoedig ftrij.icnde , omtrent Kaap Molle, op den
ró oftober 1622, uit het fchip van den Spaanfchen Schout bij»
Nagt, met twee kogels zodanig werdt getroffen , d^t hij dood
ter neder viel. E. v. Meteren , Nede^-l, Hift, fol. 564.
P. DE la Rue, Heldk Zeeland ^ bl. 119, 120. Wag., Vod.
Hifi. IX. D. bl. 253-255.
ALTHÜISEN (JOHANNES) , is gel)oren te Ftanelier in
1715- Na met veel ijver zijne ftudien in zijn vaderftad vol-
bragt te hebben, wierdt hij in 1748 met alle lof Proponent,
e^ in 1750 tot Predikant in de gecombineerde gemeentem
van
ALtÜ^G. (MSlLiüS) (DANIKL) (HENTDRiK) iH
▼an Jouym en Bomwert; aangefleld; daar hij het werk c"^
Heren, met onvermoeide vlijt heefc verrigt, tot kort voor ayi?
dood, welke op den 9 augustus 1763 voorviel § in den oudar*»
dom van, 47 jaren en 8 maanden , tot grote droefheid yan ?iji>^
gemeente, weduwe en ouden vader van 84 jaren > welHe bij
hem inwoonde*
Althuisen is een man geweest die veel liefhebberi} vooï
de (ludien hadt, daar bij een goed digter; die zig in3ondert
held hadt toegelegd op de kennis van de oude Friese of h$w9
landtaal. Van zijne ervarenheid hier in^ heeft hij meermalöi)
doorflaande blijken getoond , en wel vooral door het uitgcveu
van een werk onder de tijtel van ifriCöTcÖe ïïijmlenje/ Itiouto^
1755. in 4to.; hier vindt men in die oude landlaal alle dfi
Pfalmen , welke door zijn voorganger Gysbbrt Japiks niet ?5i|iv
berijmt, bci.evens neg andere digtftukken, alle 'm het fri^ff
boers. ■■ Boekz,^ 1763. b. bl. 244.
' ALTINÓ, IS dè naam van éen oud véritiaafd geflagt, oir»
fpronkelijk uit het Landfchap Drenthe herkomfligj dat Vele bé-
iroemde Mannen heeft voortgébragt; waar van wJj dé voor*
haamflen hfei: laten volgen*
ALTING (BASILIUS) ^ Raadsheer te Èmbden en AfgOaJIt
bij de Staten ; hadt een zoon , Gerardus genaamd , die Hoof4-»
rigter in Qastfrieslandwss; dez' liet mede een' zoon na^ na
2lin grootvader Basiljus genaamd ; welke de waardighedeij
van Agent bij de Stacen , en Ambtman van de Embder h^r*
lijkheid groot en klein Borfim bekleedde; hij overleed in id2è
ALTING (ÖANIEL) , ' was eerst Secretaris, eb daat na
burgemeester 1te Embdeny Agen. bij de Staten en ondértèkenaaïf
van ht^i Oosthuizer Verdrag in 1611 ; hij overleed in J.61B»
ALTING (HENDRIK), derde zoon van den beroemd^
Menso Alting , geboren te Embden den 1 7 febrilarjj l $i%§
Van dö wieg af aan wierdt hij tot den Predikdienst voorbfh
fchikt, een beroep daar zijn vader ook grotelijks in bfldt xiitgfit
munt; hij wef4<ïuju8 vroeg ter fchoo) g^zojodefli Ia i6^t Ctt
M J ^ iijoj
ï82 ALTING. (HENDRIK)
1603 onthield hij zig te Herbom, alwaar Kg zo veel ©pgang
maakte ónder de beroemde Hoogleraars Pbcator, Martiwius
en Zepperus, dat hij vrijheid bekwam, om onderwijs te geven
in de Wijsbegeerte en Godgeleerdheid. Hij llondt op de
fprong om naar Zmtzerland en Frankrijk te reizen , toen hij tot
leermeester van drie jonge Graven wierdt aangeftcid , die be-
nevens den Keurprins van de Pdltz te Sedan ftudeerden ; ook
aanvaardde hij deze bediening in 't begin van iêptember 1605.
Het onweder waar mede den Hertog van Bouillon w^ens
Koning Hendrik den IV. gedreigd wei-dt, was oirzaak, dat
de Keurprins en de drie jonge Heren Sedan verlieten , en zig
Daar Heidelberg braven, werwaarts Alting hen veizelde,
en alwaar hem vrijheid werdt g^ven , behalven het opgedra-
gen onderwijs, enige lesfen in de Historiën en Geographie
aan den Keurprins te geven, wiens leermeester hij in 1608
werdt; en dezen in 161 2 naar Engelojid verzéide , alwaar on-
ze Alting zig bij de Geleerden bekend maakte , en zelvs de
eer hadt met Koning Jacobus te fpreken. Na de huwelijks-
voltrekking van den Keurvorst met de Princesfe vai:i Engeland^
vertrok Alting in Ï613, met zijnen ouden leerling, naar
Heidelberg; in dat zelvdc jaar, werdt bij aldaar Doktor en
Hoogleraar in de Godgeleerdheid. Plij gaf uiti:emende blijken
van kundigheid op het fijnode van Dordreck , alwaar hij met
jndere Godgeleerden uit de Paltz wierdt gezonden. Het dok-
tt^aat in de Godgeleerdheid, dat men in dié twistzieke tijden,
te Leijden hadt laten uitfterven, werdt daar weder herfteld;^
Alting maakte Profesfor Polyander op ene plegtige wijze tot
Licentiaat, en Schultetu^ promoveerde hem tot Doktor,
waar door hij ook het regt verkreeg, om deze waardigheid
aan anderen te verlenen. Intusfchen ontving Alting veel
hoop op bevordering bij zijne terugkomst te Heidelberg , door-
dien de Bolieemfe onlusten de kroon van dat rijk op het hoofd
van den Keurvorst hadt gezet; maar dit blijde vooruitzigt
duurde niet lang, en werdt van deerlijke rampengevolgd, door-
dien Heidelberg door den Grave van Tilly in feptember 1622 ,
flormenderhand werdt ingenomen; die aldaar de. grüwelijklle
■■'*■ wreed-
^ ALtiNÖ. (MÉNDRlK) «3
Iw^edhéc^én liet bedrijven welke te vei-zinnen zijnj lil Wat
(ene valeerde godsdienstijver den losbandigen foldaat kdrt tii-
boezemen , w.eidt aldaar gepleegd» AtTiNG die al *t gin* hSi
daar hadt kwijt raa te, ontkwam hunne woede , als (k)or 9èïi
wonderwerk^ Hij bégar zig naar zijn hutsgezirt > dat dóDV héttt
teeds enigen tijd te voie.T naar HeilbrBü Was gezonden ^ W Ktg
nu te Schondorf bevordt; doch hij verduurde daar èen koftl*
inerlijk verblijf enige maanden lang, doordien dé LutWr^fchd
Predikanten > het leerftuk de» onverdraagzaamheid ttgen3 héttl
uitoefFenden. In 1623 week hij met zijn huisgezin naar -Sf»t«
Ifón , en ging een uitftap naar *s Hagê doen > om dbn oligClutei
kigeh Koning van Bohemen te begroeten} dan deze Vorst hiötd
hem bij zig, ten einde zijüefi oudften ^oon te onderwijzen 1
willende niet dulden, dat hij zig aan E^hden als Prièdikant»
noch aan^mwe^^ als Hoogleraar > verbötid^ èft *t was niöC ÉÖTl»
der grote moeitie, dat hij hem in *t jaar 1626 toeflond» bilt
Hoogleraai ambt te Groningen aan te nemen 5 waar van hij bé*
zit nam op den i<5 junij 1627, éh *t welk hij tot op zijii dood
bekleedde, In 1633 wiórdt hij naar Leyden beroepen ^ datt
hij' ook grote lust toe hadt^ doch de Staten Van Staden tahdè
Wisten hem te bewegen, om daar voor te bedaiiken. Nog II
het waar, dat hij gretige oren hadt geleend öan de vtxMfitel*
len , die Prins LodeWyk Philippus hetö hadt gedaan 9 om tüö
Hogefchool van Heidelb&gy en de Kerken van den Paltt'X(Ü
herftellen, en ten dien einde > was hij onder 't doorftaart vait
een menigte gevaren, tot Frankfort gekomen; maar de veldfli|
bij Noriingeny door de' Keizerfen gewonnen, decdt did dn«
derneming mislukken > en hij moest door verfcheidene ottiwi*
gen, naar Groningen te rug keren» Nauwlijks was hij hi^ ill
just herfteld^ of hij werdt door zware ziektens gefolterd 1 tn
bijzonder door ene bijna onoverwinnelijke droefgecsti^ëidi
hem bijjgpbleven zederd de dood van zijne dogter , die lil t$M
overleed. Kort hier na wierdü hij aangetast door 6e0'hfnl«
nekkige derdendaagfche koorts , die met het jaar t64t til no
ilaapzugt verwisfelde; en nauwlijks was hij dit td böV8iS gtto*
m^n, of bijvcrtoor in 1643, zijne hiusvrottW* 'fit)S4ifirA "BiÉ^
M 4 lixs^i
I84 ALTING. (HENDRIK)
lier; welke flag hem zodanig trof, dat hij op den 5 augii$triö
2(544, op ene allezints god\Tugt!ge wijze, zijne ziel aan zijnen
Schepper en Verlosfer aanbevelende, den laatften (hik gaf en
mede ten grave daalde. Alting was een man van grote ver-
dienden; de Boeken dien hij hcdt zamengefteld, veiftrekken
tot getuigen van zijn verlhnd en werkzaamheid , en behalven
dat, bemoeide hij zig grotelijks met zaken, die tot zijn 's naas-
ten nut konJen vrrftreVken, Jaarlijks ging hij den Koning
van Bohmm bezoeken, en onderzogt als dan de letteroefFo
ningcn zijner kinderen ; ook was hij bijzonder ijverig , in
*t verzamelen van lie^depenningen voor de verdrukte Keiken
in Duitscldatid , en hiizonder voor die van den Faltz. Hij
was een der drie bc/licrderen van de koUecten in Er^eland^
en was ecifte opzigter over de aalmoesfen van Lodewyk de
Geer. Jk zoude verre mijne taak voorbij fchreden, indien ik
omftandig wilde gewagen van twee coimnisüen die hem wier-
den opgedragen, waar van.de ene betreft dQ overziening v^i
den, Bijbel in 't nederduitsqh, 't welkte Ldjden gefchiedde,
en de andere betrekl^elijk het beteugelen van het Socianismtis^
en het in. gei egelde or*ie brengen van de Kerken in 't Graav-
fchap Steinfun, Alting getuigd men,' was getn twistgierig
Godgeleerde, hij hieldt zig ^^heel niet op ïnet de beuzelarg
der . valfche befchroomdlieden ; hij was geen liefhebber van
nieuwigheden , maar een ijveraar voor de bepaalde geloofsbe-
lijdenis ; een gcHagen vijand van de fijn uitgedagte fchoolvos-
fcrijen^ en hij hielJ de H. Schrift voo^ de. enige en ware
bron, waar in waarheid gezogt en gevonden moet worden.
Buitengemeen 'geregeld, was hij in het beftier van zijne huis-
houdelijke zaken ; en de algemene kreet verkondigde, dat
daar alles in de volkomenlle orde wieidt gevonden. In het
jaar. 161 4 was hij te Ileldelbcrg getrouwd, en hij .heeft zeven
kinderen bij zijix vrouwe verwekt , waar van drie hem over-
leefd hebben, ene dogter namelijk en twee zoons; den oudftea
hier van, is geweest Hoogleraar in de Rechten tQ Deventer ^ en
den tweeden , zal 't onderwerp van 't volgende Aitikel uitma-
ken. —— Jo. Fabricii, Hijior- BibliotJiecce ^ Part. IV. p.386,
387.
ALTING. (JACOB) it$
^'87. CreNii, Admady. Philolog. Part. XII. p. 162, 163. &
Part XIII. p. 159, 160. P. Freheri, Theatrum. Part. Lp;
512-514. KoNiGii, Bibliatk vetus ^ nova, C Saxi, Ow-
mast. liter. Pais IV. p. 287. AiialeQ. p. 59i. P. Baylb^
DiStionaire, ed. de 1730. Tom. I. p. lóS^iyo.
ALTING (JAGOB) , zcx)n van den voorfchrevenen, is
Hoogleraar in de Godgeleerdheid^ te Groningen geweest. Hg
werdt te Heidelberg op den 27 feptember iöi8 geboren, ter*
wijl zijn vader naar het fijnode van Dordreclit was afgezonden.
Uit het vooj-gaande verhaal valt gemakkelijk op te maken ^
dat de jeugdige loopbaan van onzen Alting, met grote zoig
en moeite verzeld ging; en tot geene bedaarde rust l:wam;
voor dat zijn' vader het Hoogleraaifchap te Groningen liacft
aanvaard, op welk tijdflip hij den ouderdom van negen jaranr
bereikte. Met vrugt vorderde hij in zijne letteroeifeningcó
aldaar ; en tot voldoening van zijnen groten zugt voor de kcHH
nis der Oosterfche talen , begaf hij zig in 1^38 naar Evéêen^,
om aldaar het onderwijs van den toen vermaarden 'Rabbi
GuMPHERT Ben Abraham te genieten. In 't jaar 1643 reiscfet
hij naar Engeland^ en geraalvte aldaar in kennis met de gioot»
fle mannen en verhevenfle verflanden van dat Rijk, hij pi^-
dikte ^er , en werdt 'er als Priester in de AngUcaanJclie Kerk^
door den vermaarden Prideaux Bisfchop van IVbrc ester ^ aan^T
Domen. In zijn befluit om aldaar zijn levensloop te eindigen g
kwam verandering, door het beroep op hem gevallen, als
Hoogleraar in de Hebreuwfe taal to Groningen, waar in h§
op den 13 januarij 1643 , en dus nog gedurende het levea
van zijnen vader bevestigd werd^te gelijk met. Samuel Ma*,
RESius of Desmarets, Hooglcraar in de Godgeleerdheid, me-
de ter plaatsvervulling van den afgeftorvenen G^omarus, do
deze beide posten bekleed hadt. De tijtels en ambtsbed fenuv»
gen van Alting, vermeerderden door den tijd; v/ant in 164^^
werdt hij Doktor in de Philofophie; in 1647, AI;ademie-Pren
diker; en in 1667, Doktor en Profesfor in de Theologie.
Hij hadt twee reizen naar Heidelberg geoaan, de ene in i6$if
en de andere in 1662, en aldaar van den -fait zijclm Keur^
^ M 5 VTOÏSt
^
rttf AlTing. CJACOB)
vorst Karel Lodewyk, een menigte blijken van to^fenegeri^
heid en acliting ontvangen, en de hem ook verfcheidone ma»
Jon hadt aangezogt ^ om aldaar de plaats van Hoogterat in eb
Godgeleerdheid te aanvaarden. Hij gpraakte met Marésius,
fiijne.i ambtge.ioot te Gromiigen in vcifchil, en het zou te Ver-
wonderen geweest zijn, indien zulks niet v;ras gebeurt; dewijl
hunne leerwijzen grotelijks verfcbilde, en dat zij ten -aanzien
van verfcheidene grondr^Ien, het gants niet eens waren*
Altiwg hieidt zig volgens zijn vaders leertrart, aan de Schrif-
tuur, zonder enig inmengzel v?n fchoolfche Godgeleerdheid i
hij rende de loopbaan der eerê in, en fpocdde zig om 'er
vorderingen in te mal;en ; het on. brak hem ook öoch aan ver*
ftand, noch aan geleerdheid, om zijn' gevoelens met klem 16
verdedigen en ftaande te houden. De éerfte lesfen die bij ovef
den katechismus hieidt, laadden zo veel toeloop $ dat zijne ka*
mer te k'ein zijnde, hij zig van de akademifche gehoorplaata
moest bedienen ; ook waren de meeste vreemde Studenten aan
hem verknogt. Zijn ambtgenoot integendeel, was gewoon
8fg van onderfcheidingen en van de leerwijze der Schoolgcleer-
den gebruik te maken; zijn naam hadt reeds veel gengt ge-
maakt, hij gaf een menigte Boeken in 't licht, hij bezat een
vurig vernuft j en veel kundigheid; genoei^zaam alle Propo*
Jienten kleefden hem aan , als de vciligfte weg om een beroep
Ie bekomen; want alle de Kerken werden door Predikanten
bediend, die ingevolge Maresius zijne leerwijze, geiludeerd
hadden. Dus waren 'er middelen ten overvloede, om het
Vuur van tweedragt aan te iloken , en te doen voortduren ;
ofTchoon hunne onderfcheidéne gemoedsgefteldheid daai* toe al
liiet mogte medewerken. Alting hadt magtige hinderpalen tö
beftrijden ; de meerderheid van Hemmen , en het gezag der ja-
ren waren aan de zijde van zijnen t^nftrever; voeg hier bij,
dat deze ene konstgreep te werk flelde , zeer gefchikt om een
ieder tegens hem in te nemen, en de eerbiedenswaardigfle
vooroirdelen tegens hem te verwekken; zulks beftond, om Al-
ting te befchuldigen, dat hij een uitvinder van nieuwighe-
den waS) een man die de gewijde palen deed waggelen, wel*
ke
99
99
ALTING. ÜACOB) 13^
ke door cïnze voorvaders , even voorzigtig a!s verftandig , op <te
grensfcheidingen van waarheid en leugen waren gevestigd;
kortom, hij wierdt de openbare aanklager van Ilting, en
ontwierp niet minder dan 31 dwaaiiteliingen, xwelke hij deze
brave man te last leide. De Curatoren van Grmmgens Hoge»-
fchool, zonden, zonder 'er de partijen van te verwittigen,
hetgefchrift van den befchuldiger, benevens het antwoord vaJi
den befchuldigden , aan de Theologifche Faculteit te Le^'dm^
met verzoek, van dcrzelver uitfpraak ter beflisfir:g; deze v^
de een aanmerkenswaardig oirdeel : „ Alting wierdt van k^
terij vrijgefproken, doch enkel over. zijne onvoorzigtigheid
gelaakt, in het fineden van nieuwe onderltellingen ; doch
yf dat aan de andere zijde Maresius zeer nalatig was geweest,
in het uitoefiènen der pJigten van zedigheid en broederliet
de.'* Dan wel verre dat den laatstgenoemden het bij ésm
uitfpraak wilde laten berusten, wees hij het aanbod van ftil*^
zwijgen van de hand, en vorderde, dat het gefchil door Ker-
kenraden , Klasfen en Sijnoden zou onderzont en beoirdeöïd
worden, doch de Overigheid flak voorzigtig een fpaak in ók
twistwiel, en gaf een fcherp verbod, om noch voor, noch t©«
gen het oirdeel der Leijdfche Faculteit t^ fchiijven; waar dóór
dan ook Maresius gedrongen wierdt, zijne pen ten aanzien*
van dit gefchil, neder te leggen; ook wierdt zijn werk, ge-
tijteld : Audi 6P alteram pattem op hoog bevel ingetiokkeiu
Deze twist maakte eengroot gerugt , en hadt noodlottiger ge-
volgen kunnen hebben , door het beroepen van Maresius naar
de Hogefchool te Ldjden ; dan de dood kwam tusfchen beide,
en verhinderde hem om 'er naar toe te gaan. Op zijn fterfr
bedde vondt 'er een foort van verzoening plaats , doch dié
weinig om 't lijf- hadt ; men zie Alting , Opera. Tom. V*
Mantisfa. pag. 425. Alting wierdt injjisfchen genoodzaakt
zig te beklagen, dat men hem misleid hadt, en genoot geen
rust, zei VS na van zulk een verfchrikkeUjken en hardnekkigw
tegenftrever verlost te zijn; de Kerkdijken morden gefiadig te--
gens hem , over het gene zij nieuwigheden noemden^ 4an dea^
wereldlijken arni, belette. door haie vooraigt^ maatregelen ,
die
18« ALTING. QAcOÏ)
die fijr.odale of confiftoriale onwcersbiiijcn , en óitigdc dié
genen met opfchorting van dienst, welke in enige KerJ\elij:^«
bijeenkomst, het gefchil van deze beide worftelaars mogte op-
j)eren. Altung genoot weinig gezondheid > gedurende de drie
laatfte jaren van zijn leven; en eindelijk wierdthij, door een
aanhoudende koorts, die flegts negen dagen duurde, op den
SLO augustus 1679 weggerukt; hij llierf zeer godvrugtig, en
met gepaste nedrigheid hem onderwerpende aan Gods befliHtenj
meermalen aan zijnen ncvc Menso Alting , die Burgemeester
te Groningen was , met aandrang verzoekende , de uitgave van
zijne Werken te bevordeien; enige jaren daar na heeft men
aan deze begeerte voldaan , toen dezelve onder het opzigt van
Dr. Balth; Bekker, te Amfieldam^ dat zijnen leerling en bij-
zonderen vriend was geweest, in vijf Delen 'm fol.o i^j 1687,
heeft doen drukken en uitgeven. Alting is genoegzaam tot do
dertig jaren toe ongehuwd gebleven; doch als toen verdroot hem
het ongezellige leven, en hij zogt ene huisvrouw, bij wieiï
hi) agt kinderen heeft verwekt, doch die op drie r.a alle vóoi'
hem zijn geftorven; een van die overgeblevene was Med. Dok-»
tor, de tweede Advokaat, en de derde hadt zig in den krijgs-»
dienst begeven. Indien Alting nog enigen tijd hadü gele.fd ^
aoude hij twee Werken, een in het latijn, en het andere \xx
*É ncderduitsch hebben gefchreven ; het eerfte zou ene Ferant"'
w>ording van zijne leerjiellingen ten onderwerpe gehadt hebben ,
en het tweede, ene Levensbefchrijving van hem zelve y zedert
het aanvaarden van het hem opgedragen Profesforaat; en door
4it middel , zou men de onregtvaardigheid ontwaar zijn gewor-
den , die men hem heeft aangedaan , met hem in eren langen
keten uit verdrietvei-wekkende fchakels gefmeed , te kluisteren^
Hij was de leerflellingen van Coccejus ijverig toegedaan, en
daai'om gehaat bij de meeste Godgeleerden en Predikanten,-
waar onder, men tot fchande van ' die anders zo eerbicdens-
Vaardige orden. Zeloten vondt,'die niet fchioomden hem
jnet den laster te bekladden, dat hij een halve Jood was^
die bijna niets van een Jood verfchilde, dan door den voor-
liuid; ten laatften enen man, die zig veelvuldig beklaagde^
van
ALTING. (JOAGHIMUS) ALTING. (MENSO) 189
'^an niet befneden te zijn, en aan wien de voorhuid tot enen
last verftrekte. Dan het gelust ons niet langer in den zwad-
der van deze lasteringen te wroeten, en befluiten liever heC
Artikel van onzen brayen Alting, met aan onze lezers te
berigten, dat hij meesterlijk in drie talen predikte, nament-'
Ijjk, in 't hoog- zo wel als *t nederduitsch , en in 't engelsch.
^ KoNiGii, Biblioth. vet. 6? nov. Foppens, Bibli. Belg,
p. 498. G. Stollius ai Heumanni , Confpe&um, p. 320. Ca-
tal Blhl BuNAv. Tom. I. Vol. II. p. 1577. C Saxi , On(h
mast. liter. Pars V. Jppend. 564. P. Bayle, DiSHen. ed. dö
1730. Tom. I. p. 171, 172»
ALTING (JOAGHIMUS), llond(: te boek voor een zeer
geleerd man ; hij was Burgemeester te Groningen , tóen de Spanr
jaarden van voor die flad weggejaag.1 werden, en overleed kin-
derloos in 1625. Zijn lof is op welluidende tonen uitgefpro*^
l^en, door den Hoogleraar Makdowell, in ene lijkreden.
ALTING (MENSO), geboren in 1325, overleden in ho-
gen ouderdom op zijn' hoeve in het Landfchap Drentlie, was
Geheimraad van Reinold t>^:!H UI, Hertog van Gelder^ ea
liet een zooii n^.
ALTING (MENSO), werdt geboren in 1476, en is als
een dapper man onder de zijnen geroemd, In 1520 werdt hy
door de Drentenaars <, tot Gijzelaar aan Hertog Karel van GeU
der gegeven, en overleed den 6 meij 1526, nalatende tweo
zoons.
ALTING (MENSO), Hoogleraar te Heidelberg, en nader-
hand Predikant te Embden , is geboren te Eelde in het Land-
fchap Dfmthe, den 9 november 1541. Hij wierdt op de fchö-
lejn te Groningen in de eerfte gronden der wetenfchappen on-
derwezen, ftudeerde vervolgens omtrent drie jaren t-e Keulen;-
vertrok van daar in 1565 naar Heidelberg^ onder het regeringi*
beflier van den Keuryorst Fredrik III. Alting gaf aldaar
, zulke treffelijke blijken van zijne geleertheid, dat hij reeds in
*t jaar js66 bekwaam wierdt gekeurd om het Euangelium te
verkondigen. Den 13 junij 1571, trouwde- bij met Majia
E?is*
S9C» ALTING. (MENSO>
EwscoFii, ene dogtcr van aanzienlijke ouders, die den her-i
vormden Godsdienst waren toegedaan. Hier na weidt hij door
die van Jmberg aangezogt, doch op aandrang, van Ursinus,
TossANus en anderen , in de plaats van Gebingerus , tot Hoog-
leraar te Heidelberg beroepen. Na verloop van twee jaren,
beving hem de lust , zijn "vaderland te gaan zien ; hij nam zij-
Jien weg op Embden^ om die fchuilplaats van zo vele vliigte-
lingcn , en moeder van zo vele kerken , te bezoeken. Twee-
malen hier gepredikt hebbende, maakte Iiij door zijne geleert-
lieid en gaven, alle gemoederen zo b^erig naar zijn onder-
wijs, dat zij zig geen rust gaven, voor en al e^r hij een eer-
lek ontflag van den Keurvorst bekomen hebbende, in plaats
van den overleden Alb. Hardenberg, in oftober 1575, zig
aldaar als Predikant liet bevestigen. Na dat Prins Maurits
en Graav Willem, in den jare 1594, Groningen bemagtigd
hadden, werdt Alting verzogt, den Godsdienst der Hervorm-
den aldaar te helpen bevorderen; hij deedt 'er den 17 julij
de éerfle predikatie , Sibrandus Lubbertus en Martinus Ly-
Diüs de^twee volgenden. Hoe groot een dienst Alting hier
mede- verrigtte , behaalde hij 'er egter groten ondank mede;
want Graav Edzard III, die de Lubherfclten ftcrk was toege-
dpan, wilde Alting van zijnen dienst ontzetten, om dat hij
buiten zyne toeftemming, naar Gromngm was gegaan; doch
die van Enibdefi weigerden, hier aan te gehoorzamen. Onder
de regering van Graav £nno den III, werdt onze Alting
veel moeite verfchaft, bijzonder door den Kanfelier Thomas
Franzius, tegen wien hij egter de lere der Hervormden man-
moedig handhaafde, tot aan zijn dood toe, welke voorviel
c^ den 7 oélober i6r2, wanneer hij bijna den ouderdom
van 7 f jaren hadt bereikt. — — — Crenii, Admadv. Fhil.
Part. XI. p. 126. Catal* Bibl. Bvnav. Tom. I. Vol. IL p.
Ï020. C. Saxi , Onomast. liter. Pars V. Append. 541 , 542.
ALTING (MENSO), is Bmgemeester geweest te Gronin^
gw , en een man van veel kunde pn bekwaamheid; hij over-
leed aldaar den 2 augustus 1 712, in den ouderdom van 76
jaren. Men hetft van hem ene Hffiligfi Igdrekejikunde, en
enen
\
JlLVA of ALBA, (FERD, ALV. de TOL., Hmeg van) ipx^
ftnen Wegwpery bekwid onder den naam van de Cafa of
Sd^itaart ban Peutincer; tcffisns ook ene uitnemende be-
iüiiijving van de Nederlanden , onder den tgtel van Notitia Ger^
mardcE inferioris , vertoond in vijf kaarten , en aantekeningpa
over alle de plaatzen in dezelve, zo wel in griekfe als Uu
tijiife fchrift vermeld, te Amfteldam in *t jaar 1^97 in folio,
bij.de WETSTEms gedrukt. Een arbeid waarlijk, die door
niemand konde worden uitgevoerd, dan door e^n' man, dia
%o als hij in de kennis der Aardrljksbefchrijvinge, en de Ge*
fchiedenisfen der Grieken en Romeinen, doorleerd was. —
G. Saxi, Onomast. literar. Pars V. p. 495. A, Pars, Naam*
rol der Bac. en HolL Schrijvers y bl, 454-456#
ALVA of ALBA (FERDINAND AL VAREZ de TOLEDO,
Heitog v/in), werdt in *t jaai* 1508 geboren, mag men zeggen
tot een geesfel van 't menschdom in/t algemeen, en in 'tb^-
zondsr voor de Nederlanders ^ 'van Garsias Henog van Alva
en Beatrix Pimentel. Na dode van zijnen vader, die hi)
twee jaren oud zijnde verloor, werdt Ferdinand onder het
op^igt van .zijnen grootvader , de Gi aav van Benevente ge^
fteid; deze fpaarde niets tot volmaking van zijne opvoeding.
Reeds van de tederfle jeugd af aan, gaf Alva blijken van zij-
ne genegenheid voor de wapenen, en hij vermaakte zig nog
maar een kind zijnde, met de verhalen van de bloedigfle
oorlogen, zonder dat hem de gevaren verfchrikten. Zestien
jaren oud zijnde , deedt hij zijn eerde veldtogt tegens de Fran*
Jen. In 1527 verloor hij zijnen opvoeder, en in 't volgend©
jaar , begaf hij zig in huwelijk met Maria Henriquez, dogter
van den Gravy Alba d'Alisto. In 1531 volgde hij Keizer
Karel den V, naar Hongarijen; en in 1542 wierdt hij tot
Veldheer aangefteld, over de benden die tegen de Franfen
gefchikt waren. Toen hij in 1547 benevens dien vorst door
TImringm tiok, hadt de Gravinne weduwe Katrina vaU
ScHWARSBURG, ccn fauvcgardebricf van den Keizer weten to
verkrijgen; daarentegen verbond zij zig biood, bferenanderö
benodigdheden > tegens ene! redel^ke betaling te zullen bezor-
gen;
1^2 ALVA of AL5A. (FERD. ALV. de TOL., Bertog va»>
4
gen ; doch zij gebruikte de voorzigtigheid , om de brug daar
bet krijgsvolk moest overtrekken , en digt bij de ftad was , in
allerijl te laten afbieken, en op een zeer verren aflland over
l^t water ie laten flaan , op dat de al te grote nabijheid van
de ftad , hare roofzugtige gasten niet in verzoeking mogC
brengen. Te gelijk wierdt aan alle de inwoonders der na-
burige plaatzcn , door welke de troepen trekken moesten ,
ipergund , om met hun beste huisraad op het ttot te RudolftacL
15 komen wijken. De lAsxtog niet ver van het kasteel ar zijn-
de, zond een bode aan de Gravin, waar door hij zig ze! ven
Hodigie op een morgen -ontbijt. Een zo bcfcheiden verzoek
aan het hoofd vau een leger gedaan, kon niet wel afgeP.agen
worden, en de Hertog benevens zijn bijhebbend gezelfchap,.
wierdt bij zijne komst op het flot, minzaam ontvangen, aan
een weivoorziene tafel ; doch nauwlijks was m&n gaan zitten ,
of 'er kwam een bode ïn allerijl binnen , die de Gi^win hai^
ten de zaal riep, en de tijding bragt, dat in enige dorpen,
de SpaanfcJie foldaten onderweg geweld gebruikt, en het veo
van de boeren weggedreven hadden ; Katrina^ was ene
njocacr des volks, v;at den • armflen harer onderdaan weder-i
vcer^ trok zij zig zei ven aan; dus ten ui terflen gebelgd over
3it woordbrcken , doch egter van haar tegenwoordigheid van
geest niet verlaten, beveelt zij alle hare dienaren, zig me(
de uiterfte fp(^ en ftilte te wapenen , en de poorten van
het (lot wel te fluiten ; zij zelve begaf zig weder naar de zaal ,
alwaar de borllen nog aan tafel zaten; hier beklaagde zij zig
bij hen in de betVceglijlifte uitdrukkingen, over het gene haar
zo even was aangebragt, en hoe flegt men het gegeven kei-
zerlijk woord gehouden hadt; men beantwoordde haar al lag-
chende , dat dit flegts een .krijgsgebruik was , en dat men bij
een dooftogt van foldaten, dergelijke kleine ongevallen niet
verhoeden kon. „ Dat zullen wj eens zien ! antwoordde zij
„ vei too: nd ; mijne arme onderdanen moet het hanne weer-
„ gegeven worden, of bij God!" (terwijl zij dreigend hare
ftem verhefte) „ Forflmhloed voer Osfenbhed!'' met deze korte
doch bondige veiklaring, verliet zij. de kamer, die in weinig©
ogen-
sILLV A dfALBA- (^ERD. ALV. dé TOL*, Htm^yjoi) if J
fpgeriblikkeii met gewapende lieden , vervuld waS, welke met
ijet zwaard. in de. hand, doch egter met allen eerbied, zig
agter de (loeien der doorlugtige perfonaadjen plaatften, en
het ontbijt bedienden. Bij het inkomen van deze ftrjjdbaie
fchaie, veranderde de Hertog van Alva van kleur; ftom en
bedremmeld , zagen zij eikanderen aan ; van het l^er afgefne-
den en van een overmagtige handvaardige menigte omringd,
bleef hen niets overig, dan het zig te laten welgevallen, en
de vertoorjide dame op de best mooglijke wijze te verzoenen.
Hertog Hendrik van Brunswyk die mede van de partij was,
ierftelde zig het eerst, en brak in een fchaterende lagh uit;
Jiij bediende zig van die vernuftige zet, om het gantfche voor*
val een- grappige keer te doen nemen , en prees de Gravin
uitermate over hare landmoederlijke zorg en mannelijken moed ;
voorts verzogt hij de Gravin zig verder niet ongerust te ma-
ken, en nam op zig den Hertog van Alva, tot al wat billijk
was , te bewegen ; ook bragt hij het bij den laatftei; in de daad
'daar heen , dat hij terftond bevel aan het leger afvaardigde ^
om het geroofde vee zonder uitftel aan de eigenaars weer to
geven. Zo ras nu de Gy avin van de teruggave verzekerd was ,
verontfchuldigde zij zig op de hofFelijkfte wijze bij hare gas-
ten, die zeer beleefd affcheid van haar namen.
In 1567 hitfte den Hertog van Alva, tegens het gevoelen
van anderen in 's Konings Raad, Fiups aan , töt het oefFenea
ener ftrenge wraak, over de Nederland/e Ketters en Muitelin-
gen , zodanig hij die noemde ; ook hieidt zig de Koning aan
fijnen raad, hem daarenboven , 't opperbevel opdragende over
/t leger dat naar de Nederlanden gefchikt was, en reeds in fep-
tember 1566, was begonnen verzameld te worden. Dan de
•Landvoogdes Margareet, verwittigd van de toeber^idzels ,
die men in Spanje maakte, en bedugt, dat een ander gewa-
pend herwaarts komende, den 'ro^m wegdragen mogt, dien
•zij door het (lillen der beroerten meende te hebben ingCh
4egd,; zogt den Koning door brieven en boden te bewegen»
iot het te rughouden der krijgsmagt die herwaarts gefchikt
was. Zij vertoonde beqi, „ dat zo zware kosten vergeefe
I. DsEL. N 99 201^
#
|W ALVA Cf AWAt CFEftD. ALV, i» TOL.; /foi»^ v.
|)a gfW^Wig woedan des Blóedraait, of door 't vlugten der in*
woondcren , ontvolkt wierden. Velen zagpn met de gevonniste
Quderea ?i»g van hunpe enigfte broodwinners* beroofd; ande-
ron t wien het verbeurdmaken hunner goederen het weinige ,
dtt zQ nog bezaten, ontnam, vonden zig tot den b^elzalq
gchragt; en 'er was fchier geene fchiild zo gering, die men
geenc lyfftrafFe waardig keurde. De Raad der Beroerte hielde
de onroomfche Leeraars en Kerkendienaars , en zulken, die
de wapenen tegen den Koning hadden opgevat, niet alleen
yoor doodfchuldig; maar rekende ook onder de halsfbafbaare
misdaden, het inleveren en toeftaan van allerlei üneekfchrifr
ton t^ens de Inquifitie, Plakaten en nieuwe Bisfchoppen,
't gehengen der pi eke , 't niet wederftaan der Kprkplunderin-
gcn, het zeggen of beweren, dat de Raad der Beroerten zig
jiaar handvesten of vrijheden te regelen hadt; voorts het huis»-
vesten van onroomfche Leraren, het maken en zingen van
geuzenliedekens, 't bijwonen van Kalvinifche begraafFeoiisfon^
})et zeggen , dat de nieuwe Godsdienst ook binnen kort in
$pa7ije opgang maken zou , en dat men Gong meier dan den
n.enfchen gehoorzamen moest , met andere diergelijke uit-
drukkingen. De ongehoorde wijze van regtspleg^, wcJke
men in deze ondeugende regtbank volgde, gaf aanleiding, dat
(ie Raad der. Beroem^ hij 't gemeen, wel dia den naam van
Sloedraai kreeg. De Hertog van Alva na het ontflag van
Margareet, tot de opperlandvoogdije verheven, fteWe ter*
ftond zijn voornemen, om de voornaamfle fteden van kastelen
te voorzien , aan Atifwerpen te werk ; Amfteldam kogt zulks af
voor 200000 guldens , te gelijk bedingende vrij te moeten
blijven van Spaanfche bezetting. Intusfchen hadt den Hertog
den 24 januar^ 1568, de Prins van Oranje, de Heer van
Brederodb, en de Graven van Nassau, van den Berge, vakt
Hoogstraten en van Kuilenburg ingedaagd. De Prins werdt
befchuldigd als 't hoofd der oproerigen, en den anderen dat
zij hem hadden aangehangen. Ook liet hij omtrent gelijktijdig ,
FiLTPs Willem oudften zoon van den Prins, met geweld van
de Hogcfchool' te Leuven ligten en te fcheep naar Spanie voer
ren.
ALVA of ALBA. (FERD. ALV. m T0L;> Hémi VAN} is>i
Tcn, daar hij 28 jaren gevangen gehouden Werdt; Dö Ad»
vokaat van den Ende, bij den Grave van Bossu in *tf Hagi
ten avondmaaltijd genodigd zijnde, wérdt na den eten vast^t;
houden, en eerlang naar Wilvoorden en van daar near Bmsfd
gevoerd, alwaar hij pp Treurmhurg gevangen gezet werdt^^en
aldaar op den 12 maart i$^g overleedt; *t Vangen en ver-
volgen op bevel van Alva en zijnen Bloedraad, hield het ganN
fche voorjaar fterk aan, zelvs hadt hij een ontwerp geöneêd,
om de Onroomfchen, ^s nagts voor asfchen-woensdag , aau
vele oorden tevens , te verrasfen i do'eh fommige Schouteri
waarfchuwden de lieden tegeti deze lage; waar door velen
't gevaar ontkwamen. Een ménigOs egter werden gevangeii
genomen, onder welken verfcheiden' j zelvs lieden van aan*
«ien zwaar gepijnigd werden , om pit hen te halen 't gene z'i
wisten en niet wisten; ja de Spaanfche Inquifitie^ verklaarde
den 16 fébruarij 1568, „ alle de Nederlanders ^ enige weinigen
"5, uitgenomen j voor ketters of kettergunftig , en uit dien
■j, hoofde fchuldig aan Miajefteitsfchcnnis : " welk ontmenst
cVonnis door Filips op den iöften bevestigd werdt; die daar
te boven beval, om zonder enige gunst, genade of aanziea
van geflagt, ouderdom of flaat, ja zonder uitvlugt van beroep
tot hoger vierfchaar of 'nader overzigt, hetzelve ter uitvoer te
brengen; ingevolge gegeven last aan de Fiskalen in Neder^
land. Niet min tegens regt en regel, ging het in 't aanftelleri
der Overheden en het begeven der ambten > ziende de biir-
gers en landzaten zig daar van verfteken, of die den zoda-
nigen opdragen, welke breed in tijtel, doeh fchraal in middë-
Jen , hen noodzaakten het hunne daar bij in te fchieten , oiji
den moedigen gegoeden, hier door uitgemergeld , dus alle gé-
dagten en magt vdn tegenftand te benemen, en den verarm-
den lafhartigen, door hope van vergeld inge ter flavernije te
gewennen; Kortom, de geregtiglmd fcheen thans geheel dood,
en de waarheid in llervens nood door de geboorte der ledrle-
gerijCf van welke velen zig in deze tijd bedienden,. en pnddr
fchijn van vrijheid van geweten te zoeken, zig voor hunne
fchuideisfers , die zij geen kans zagen te voldoen 9 te zoek
N 3 • maak-*
198 ALVA of ALBA. (F£Ra\ALV. de TOL., Hemg vak)
maakten; terwijl anderen, zfg naar den tijd voegende, met
valfche getuigfchriften van altijd in het Rmnfe geloof geleefd-
te hebben , dagelijks vlijtig ter misfe gingen , daar ze in jaar
en dag niet geweest waren; zo dat ook de onderlinge trouwl
ver te zoeken, ja gan;ch verloren was bij de zulke, die hun-5
ne medgezellen, met welke zij vporheen ijverig plagten ter.
preke te lopen , nu zelvs gingen aanbrengen. Nc^ dient aan-
gemerkt, dat onder allen de zulken wei *t nieest ftiafbaar
wierden geacht, welke bfcftohden zig op de oude voorregtea
en p ivilegien des lands te beroepeR, in welk geval den bev
rugten Vargas, dat weerdigé lid van den* godlozen Bloedraad ^
op zeker vertoog, waar in die wierden aangevoerd en ing6^
roepen , zoiide geantw«x>rd hebben in dit Spaanfe iatijtr : Non
CURAMUS VESTROS PHiviLEGios; Wij \ragen fioaf uwe voorregten
niet; ja 't reppen van dezelve, wüs ene doodftraf waardige mis*
daad, doordien bij ^t voorgemelde vonnis der Inquifitie, alla
voonegten en vrijdommen des lands waren vernietigd; deS;
wee hem! die zig tegens de bevelen des Spaan/en Koning, of
van zgnen Landvoogd Alva durfde verzetten; en hadt Filip«
zig laten ontvallen, dat hij liever zijne landen onbewoond
zag, dan daar enen ketter in te gedogen. De landzaten dan
ziende, dat het de S-mjaarden te doen was om hen gehcellijk
te onderdrukken , floepen tot wanhoop over ; want een hoop
volks in iVestflaanderen famengefchoold , zig vindende beroofd
van huis en have, viel' in de kloosters, plunderde de Geest©»
lijkheid, en fncedt fommigen uit dolle wraaklust, neus cq
oren af. Men gaf dezen hoop de naam van wlde Geuzen , dft
cgier door Alva wel haast verftrooid werden.
Op den 28meij i568,^werdt op 's Hertogs naam, door ^tn
Baad der Beroerte de doodvonnisfen uitgefproken over Gys*
3BRECHT en Jan van Batenburg, Jacob van Ilpekdam, Jan
VAN Blois van Treslong, Maximilia/n tan Blois, en dq
twee .Friefen Sjoert Beima en Hartman Galama. De Heren
van Villers en Huy moesten den aden jmiij het moordfchavo^
beklimmen, en drie dagen later de Graven van Egmond en
HooRNE. In augustus daar op volgende^, wierden Burgèaieester
An-
AL VA df ALbA. <FERD. ALV. öè töL^ iier»g VAlr) ^^
jiNTOm viN STRifAtENBüRÖ CH de Hèèr 'vktf BAKKBMEtL g«*
ironnisd om onthalst té worden, een gelqk lot aan dezen j
moesten nog een menigte andeïên ondérgaani • H*f huil vaT!
den Grave vAn Kuilémburg tö Btüsfil^ iJwit^k Verbond éeè
Edelen eerst ontworpen was j werdt op 't bev€l Vdri Alva tQvt
gronde toe afgebroken ^ ën iii dérzelvér plaats één flenen ge^
denkzuil opger^j waar bp de tijd en oirzaak dérVernicHn-
ge, in vier talen ^gelezen kon worden^ Voorts liet déii Her^
toge,.om óé verbonden Edelen die nog in 't land Waren, té
ontdekken^ hun bij brieven, gerigt aandeRadbn der IJFiJzoiT^
dere landfchappen , vergiffenis beloVfenj mits zij ^g bfnnêrf
jo dagen , voor hem of zijnen Raad kwtoen vertonen \ docH
niemand was dwaas genoeg, om op dezfe nodiging te verfchij^
ften. ' Alva' wierdt ook zo trots op zijnen vöorfpoed , dat hi)
een zegepralende intrede deedt in Brusfel ^ op den 22 decem-
ber. Ketters uit te roeijen , die te vuur én té zwaard- te ver-^
delgen , en de menfchelijkheid ten aanzien van zijqé-' mede»
fehristenen, door het plengen van gehele ftromen Woed-, t»
vertreden; was zo behaaglijk j zo godvrugtig in de ogen vari
Paus Pius DEN V, dat hij den Öeld daar vdn^ eerlang, me*
énen hoed en zwaard , rijk Van goud én geftééntén , befchonki
Alva's hoogmoed en verwaantheid kende perk noch paal meeri
want hij 'liet zig federt, van het gefchnt bij Jewmngen ver^
overd, een metalen ftandbeeld gieten, welk in 157 1, fn hefc
kasteel te ontwerpen geplaatst wérdt, met een latijnsch óp**
fchrift, waar bij hem „ het ftillen der beroerten j 't vérja-
j, gen der muitëlingen^ 't bezorgen van den godsdienst, hét
i, handhaven der gerégtigheid , én 't bevirédigën der landfchaj)^
y, pen," to^efchreven wérdt. Doch dezen trots ftttk den A^
derlandfên kdel zo zéér in 't oog, dat dé méèsten, die heni
uiterlijk fchenen aan te hangen^ dö walg van hem ftaken , éh
In hun hart allengskens afkeriger van hem werden* Ook wé
het afwerpen van dit praalbeeld het eerfté wéric , dat zijn (^
volger ih de landvoogdije, Louis de Requesens in den- aam
vang des jaars 1574 ondernam. In 1569 b^OSt het vervol^
gen , veroirdelen en (haffen wederom geiveld^ ata te Wakken
N 4 »•»!
ftoo ALVA of ALM* (FERD. ALV. de TOL.; HmdgVAxC)
ren; doch te gelijk ook het vlogten van vele ingezetenen,
willende men dat omtreat dezen t^d, ene grote, menigte vaa
wollewevers uit Flaanderen geweken is, die. 's lands bloeijende
handwerken, naar Duitschland en vooral naar Engeland hebben
overgebragL Het getal der uitgeweke en kan men enigerma-
te peil op trekken , uit het getal der genen die door den Raad
der Beroerten^ geregtelijk irgedaagd zijnde , gebannen werden ,
belopende die in november van dit jaar meer dan 8000. Al^
VA zig pok belemmerd vindende door de bijaondeie voorregn
ten der deden» die hem gedurig werden tegengeworpen, on»
^ verbeurtverklaring van alle de verwezenen te ontgaan , ge-»
bood dat elk zijiie privilegiën in gefduift ftellen en aan hen»
overleveren zou; voorts gaf hij in 1570, twee algemene or-
donnantien op de criminele r^;tsoefFening uit,, die men houde
verftandelijk te zijn ingefteld. 't Vpornaamfte egter, dat den
Hertoge in 't jaar 1569 bezig hieldt, was het ontwerp om
ene nieuwe en zware belasting te leggen op alle de Nederlanr
dm , *C kwam *er maar op aan om ze den Staten fmakelijk to
maken; ten dien einde raadpleegde hij hier vooraf over met
enige leden der drie Raden , en onder anderen met den Prefi-
dent ViGLnjs , ó\q hem het heffen van .een Xden Penning van
alle roerende goederen door den verkoper te betalen, als al-
lerfchadel^t, ja bijna onmooglijk om in te voeren, aüTchetile;
en niet dan met zware kosten zou te heHen zijn , en tot veel
bedrog aanleiding geven. Dan zijn redenen deden Alva niet
.van gedagten veranderen ; hij befchreef de Staten tegens den
20 maart te Brusfel , alwaar hij door den Raadsheer de Brux*
ELLES, den CJien^ XXJlen en Xden Penning eisfchcn deedt;
doch het was niet dan na vele aangewende middelen en be-
dreigingen , waar door hij de bewilliging, van zgne eisxhen
verkreeg; dan hij bemerkte ras, dat de CJie Penning de mees«
ten niet geviel; ook vreesde hij kort hier na, dat de bewil»
liging in den Xden Penning wederom zou ingetrokken worden,
alwaarom hij van gedagten veranderde , en befloot den Xden
Penning voor zekere fomme en tijd te laten afkopen , aanbie»
dende zulk« voer dQ Nederlanden in *t algemeen, voor twee
miU
ALVA of ALBA. (FERD. ALV. de TOL* , Hertog van) 2qi .
miüiocnen, en van Holland in *t bijzonder, voor 271CXD0 gul-
dens 's jaars voor den tijd van zes jaren, boven enen twedea-
Cften Penning in denzelvden tijd; doch de Staten van Hollmd\
zijne ftrekqn kennende, floegen den eisch des Hertogs in dea
beginne af; enige anderen egter bewilligden in den uitkoop,
voor twee jaren; doch alzo Alva gaarne ene eenparige be*
williging gezien hadt, die nogthans bezwaarlijk te . bekoinija
was, moest hij zijn geliefd ontwerp 't ftuk des Xden Pennings^
enige maanden laten berusten. Ik zal hier niet dan in 't voor-
bijgaan gewagen, van de onlusten tusfchen Engeland en dez^
Landen gedurende dit tijdvak gerezen, waar bij de J^ederlan^:
ders elf tonnen gouds aan geld , of aan goederen , door de jB*^
gelfen verkogt, en nog zo veel aan 't gene bedorven of v^t
duisterd was, verloren. In Engeland hadt men den ingoze*;
ten, wier goederen, hier te Lande aangeflagen waren, ver-
goeding gedaan uit de Nederland/e goederen in Engeland bekom-»
merd; doch Alva ftreek hier alles wat van de aangeflagen
Éngelfe goederen kwam, ten behoeve van Filips in zijn laadje.
Deze onlusten met Engeland, welke op zijn hoogde waren,
toeft de Xde Penning gevorderd werdt, maakten de. gemeente
alo^me gaande; 't klagen over Alva's ftrenge regering werdt
algemeen, en hij zelv' bleef 'er niet onkundig van, dewijl
hij enige lieden aanhieldt, bij 't gemeen zeven Jluivers lieden
genoemd, om dat ze zo veel 's daags verdienden, welke hem
gedurig berigt gaven , van 't gene 'er onder 't volk gefprokea
.werdt. Op den 16 augustus, deedt Alva te jintwerpen eea
algemene vergiffenis afkondigen, voor alle berouwhebbendo
Jtetters; doch doordien de Leraars, Ouderlingen en Diakenen
der Onroomfchen, zulken die Leraars, hadden geherbergd;
die welke de wapenen hadden opgevat tegen hun vaderland;
die daar toe penningen hadden verzameld of opgebragt ; die
enig geweld aan geestelijke goederen en perfonen hadden ge-
pleegd; de Verbondtekenaars en inleveraars van 't verzoek-
fchrift aan Margreet ; alle Regenten, Overften van plaat-
een en Ambtenaars , die zig in den oproer gemengd hadden ,
.en' verfcheiden anderen van de vergiffenis waren uitgefloten;
N 5 ■ ten
102 AL VA of AlüA. (FERD. ALV. de TOL., itertog vAif>.
ten ware zij , binficn zes maanden , welke tijd naderhand ver-
lengd werdt , in perfoon of door gemagtigden , voor déri JEIer- *
tbge verfchenen; vondt men nauwelijks iemand die zig op deze
vergiflfeni» verlaten durfde; want, zij t>egrepén : ^stvla dtd^
w canit^ v(>lucrm dum decipit auceps, In 1571 zogt Alva we-
derom den Xden Pennitig 'm té voeren, en dé afkopfng dié
door enigen voor twee jaren , ingewilligd was, welke mee
augustus ten einde liepen, niet langer té gedogen; In juni/
^tragt e hij zulks tegen 't gevoelen des Raads met gewéld doop
t!é drijven, fchoon de^cn verklaarder!, dat zuik ene foort van
belasting te willen hefFen zo veel was, als tegens den ftroon*
te willen aanroeijen ; het plakaat tot invoering daar van ,
.werdt egter op den 31 augustus getekend, én federt alomme
afgekondigd; dan de uitvoering ging niet gemakkelijk in zijn
werk , en ontmoette van alle kanten tegenftand. Hij zelvs be-
gon eerlang zo grote zwarigheden te zien , in *t hefFen dézet
belasting, dal- hij een ontwerp van matiging beramen dfeedt;
toen dit in den Raad kwam, vondt men 't ftuk nog al
netelig en verward; *t ontv/erp werdt dan tiog eens ver-
anderd, en de Xde Fmnt'ng eindelijk gelegd op een verkoop
alleen van zulke waren ^ die geen verandering" meör behoef-
den te ondergaan, eer ze gebruikt konden worden* Doch
•t geviel egter ócn Staten niet, die voor een gedeelte in de*
gember te Brusfel gekomen waren. Alva ziedende van gram-
fchap , om dat men 't dus met hém uithield , liet zig verluiden : *
^ dat hij zig van 't krijgsvolk zou bedienen, om ói&nXdenFen^
,S ning te doen opbrengen , en zo de landzaten, hem niet voor
,',' Ontvangers dienen wilden, dat liij 'er Italianen en Spanjaardt
„ toe gebruiken zou." Elk ziddcrde toen voor den fchok,^
die den (laat des lands dreigde. Enigen hadden zig kten ont-
vallen , dat Alva zelv'encn aanvang behoorde- te maken , met
het hefièn des Xden Pemings te Brusfel ; wanneer de bijzondere
Stadhouders, veel ligt zijtl voorbeeld volgen zouden; dit zeg-
gen geviel den Hertog. Na dat men dan , in *t voorjaar van
1572, hier te lande tijding gekregen hadt, dat de Koning zelv'
den Xden Penning wilde opgebragt hebben , belast hij der Wtft-
hoiv.
^LVA of ALBA. (FERD. ALV. de TOL.j Hertog Vajü) ^o|
lïouderfchap van Brusfel die te doen heffen, en zij bedugt
voor Alva's ongenade, begint hand aan 't werk te llaanj
maar vleeschho.wers, bakkers en brouwers» fluiten hier op
hunne winkels, zeggende niets te koop te hebben.; toen ging
'er een algemene kreet door de ftad, dat men 't op 's land^
ondergang gemunt hadtj en elk geraakte op de been; dan Ai-
VA nog niet gezind om 't (luk op te geven , beflait enige win*
keiiers te doen vatten, en in hunne- eigen* deu;en te laten op*
hangen, van begrip zijnde, dat de fchrik voor zulk een lot,
de anderen gedwee maken zou ; en wil men dat de Beul reeds
last hadt, om 17 ftropi^n en ladders van 10 of 12 voeten ge*
reed te jjiaken , ja dat de bezetting in de wapenen , en zijnen
zoon Don Frederik, bezig was de vonnisfeó te ftellen,. toea
de tijding dat de Watergeuzen den Briel Ingenomen hadden,
den Hertog van befluit deedt veranderen, en 'tlietFen des
Kden Pemingr ftaken. Toen nu door Filips de Hertog vau
-Medina Celi tot Landvoogd in AlvVs plaats benoemd was ^
boodt Alva om als 't ware, de gunst van de landzaten voor
zijn vertrek te herwinnen^, nog voor 't einde van junij aan.#
den Xden Penning gantfchelijk te willen affchaffen, mids mea
de twee millioenen, te voren voor dit lopende jaar beloofd,
öpbragt; doch dit aanbod hadc de gewenfte uitwerking niet
't Verdriet dat Alva hier over gevoelde, werdt vermeerder4
door de fpijtige tijding, die hij een weinig later uit Duitschland
ontving; dat namelijk 50000 ponden buskruid, welken hg
van daar verwagtte, op bevel der Hertogen Joan Kazimir en
Kristoffel, zonen van den Paltzgraav, Frederik den IIi;
die met den Prins van Oranje verbonden was , op de heide
ontladen, en in brand gcfteken ware. Zulk een opllapeling
van rampen, kost het trotfe hart van Alva niet verzwelgen,
maakten hem ten laatften wars van 't bewind ; en deden hem,
onder voorwendzel van zwakheid en hogen ouderdom ,. aan*
houden om zijn ontllag. Filips vatte hem bij» zijn woord, e%
deedt Don Louis de. REQUïaENs, als zijpen opvolger in allery
ijl naox. Nederland vertrekken. De;^ LaQ.d?p(9^<j[ kwmi op deo
17
ftöi^ ALVA of ALBA. (I'ERD. ALV. de TOLi ïlertog va»)
17 november iS73 te Brusfel^ alwaar hij met groot betoog
van blijdichap wérdt ingehaald. De Hertog van AlvA , die
ssijnen opvolger op de grenzen was gaan ontmoeten, maakte
terftond zijn werk , om 's lands zaken , zo als hg ze inzag ,
Voor hem open te leggen , hem zoekende te bewegen , om in
dezelvde maatregelen te üeden, die men tot hier toe gevolgd
hadt; en hij droeg wel zorg, dat nauwlijks iemand gelegen-»
heid hadtj om den nieuwen Landvoogd te onderhouden. Mea
gaf hem , in verfcheiden heimelijke gefprckken , ene hatelijkd
befchrijving van 'i Konings Ambtenaren in Nederland; wier
fommigen van onervarenheid , anderen van ontrouw verdagt
gemaakt werden ; *t volk in 't algemeen werdt hem als ketters
of wederfpannig afgemaaid. En nademaal de Heriteg van be-
grip was, dat de oorlog die 'er thans plaats vondt, door 'C
vorderen des Xden Pcnnings veroirzaakt was, deedt hij zijn best
om Requesens in te boezemen, dat de- Staten allen in deze
belasting bewilligd hadden; waar uit voortvloeide^ , dat zy zel-
ven , niet de Hertog , de fchuld hadden van de beroerten dit
'er uit waren ontftaan. Voorts gaf hij zijneil opvolger te ken-
nen , dat bij bij 't aanvaarden der Landvoogdije , grote ge*-
breken in de regtsoeflfening bcfpeurd hebbende, en dezelvea
niet wetende te herftellen door de Nederlandfche Regters, hi|
genoodzaakt was geworden, zig van Spanjaarden te bedienen;
»t welk hem ten onregte, bij 't volk in haat hadt gèbragCw
Intusfchen verfchoof ALva ^ het overdragen der Landvoogdije
van dag tot dag, 't welk fommigen bijna deedt vrezen, dat
hij mèt dezen Landvoogd eveneens handelen zou , als met deü
Hertoge van Medina CELt , die hij uit den weg hadt weten
te ruimen; doch eindelijk droeg hij evenwel pp dea 29 no-
vember 1673, 't bewind van Krijgs- en Regeringszaken aan
Requesens over. Hij bleef egter nog te Brusfel^ tot over 't
midden van december, niet zonder misnoegen des nieuwen
Landvoogds , begevende in dien tusfchentijd ^ verfcheiden*
cpenftaande ambten, de dagtekening der lastbrieven tot de-
zelven vervroegende, tot voor den tijd dat hij *t bewind hadt
af.
i
ALVA of ALBA: (FERD; ALV. de TQI^., Hertog vkr) ao*
afgfifta^n. Mpn. dagt voorzeker , dat den Raad der Beroerten
nu ook zou afgefchaft zijn geworden , doch Alva wisc xijnea
ppvplg^r te overreden, om die in fland te houden.
. Alva verreisde dan tot groot genoegen van de Nederlanders ,
Op den j8 dQj:ember 1573, vergezeld van een goed aantal
paardevolk, en nam zijnen weg te lande, tot op Genica, vau.
waar hij te water in Spanje kwam ; hij wierdt bij zijne komst
zeer vriendelijk door Pilip^ ontvangen, die hem over zijne
jgi'iiwzame handelwijzeUn 't minst niet beflrafte, ten bewijze
dat alles met *s Konings bewilHging gefchiedt was; en fchoon
hij eerlang in zijne ongenade verviel, ter oirzake van eea
huwelijk, door zijnen zoon Don Frederiic, op zijnen raad,
tegens den zin van Filips aangegaan, en te Uzeda gevangen
gezet werdt, flelde Filips hera na de dood des Konings vanf
Portugal^ niet flegts in vrijheid, maar gaf hem 't bewind ovet
't leger dat naar Portugal gezonden werdt, om Filips de kroon
van dat rijk te verzekeren , waar toe de Hertog veel geholpen
heeft. Hij is in 't jaar 1582, den 12 december, in den ou-
derdom van 74 jaren aan een hete koorts overleden. Zijne
tijdgenoten befchrijven hem, als rij?ig van postuur, met een
lang uitgerekt aangezigt, anders vrij wel gemaakt, fchoon
niet bevallig, hologig en draf van gelaat. Voorts getuigen
:^ijne vrienden en vijanden , dat hij esn doorflepen en ge-
pefiènd krijgsman geweest is, doch meer met loosheid dan
dapperheid en voorzigtigheid handelende, zonder wederga
wreed en bloeddorflig , doorkneed in hooffe ftreken en listen ;
eergierig en loos van aart , een gezworen vijand der Onroom-
fchen , en van allen die hem tegenftond ; en dat zijne trots-
heid en klelnachting voor anderen, en zijne mateloze ftreng»
beid , die niet zeldzaam naar verwoedheid zweemde , den Ko»
ping wiens gezag hij hier te lande, in top zogt te vijzelen,
meer fcliade dan voordeel gedaan heeft. Men geeft hem op
goede gronden na, dat hij zig op de reize uit Nederland 9 biJ
Grave Lodewyk van Kojjkïstein, Willem van Okanje'»
oom van moeders zijde , beroemd zou hebben , van geduren-»
de zijn bewind over deze landen, welk maar ruim zes jaren
tuS (ftLVA. ^PfEIER Vis) ALVERINGEN;. ' *
gpduurd badt , 18600 mcnfchen , om t geloof en wcderfpan^
Bfehcid, door Beulshanden te hebben doen ombrengen. m
Xes in Ecclefia ö* Politica gesta, ah an. 1500 ad an. 1600. j^ut*
J. SoFFiNG, Rudolft. 1676, De meeste Nederlmdje Hijlorie-
.^fiFify^rs, als Bor, van M£T£RfiN, HpOFDenz. Wag., Fad,
ajt. VI. Deel.
AL VA (PIETER van) , heeft zig in de Spaan/e hczitLWgen
van Amerika zeer berugt gemaakt, door vervolgingen uit ver*
>eerd begrei'cne grondbeginzelen van den Godsdienst, voort-
Ijpruitende. Hij keerde ten laatllen naar Europa te rug, en
onthield zig een geruimen tijd in de Nederlanden , daar hij in
156(5 ook is overleden. Hij heeft verfchQidene Boeken ten
dienfle der Roomfche Kerk gefqhreven, ' Anton,, Bihln
Hisp. ^
ALVERDS^MN (JOSUA Van) , Heer van Hof wegen , Re-
kenmeester in s Hoge , was een groot voorilander der vrij»
héid, waar van hij blijken gaf, zo door *t aanvaarden en te-
kenen van *-t Vbrbind der Edelen, als door de middelen, die
hij ter voortzetting van *t zelve, te St, Trutjeti hielp bekrag-
tfgen , en verder door de ondertekening van 't fmeekfchrift aan
Öen Koning, met belofte van 500 kronen, waar toe hij tefFens
Oök anderen in 'sHage en elders aanmoedigde ; ook gcf men hem
na, dat hij zig beroemd zou hebben , de Haagje Beeldftormers ,
met 600 Edelen te zullen befchermen , zo iemand ondernam
hun tegenftand te bieden. Dit een en ander was genoeg, omi
hem het banvonnis van Alva op den hals te halen , *t welfe
op den 17 meij 1568, tegen hem werdt verleend met ver-
beurdverklaring van alle zijne goederen; -doch zulks verkoelde
hl genen dele zijnen ijver voor de edele zaak der vrijheid.
In 1572 werdt hij tot bevelhebber van Hoorn aangefteld,
^1t welk hem des te meer gehaat bij de vervolgers maakte. In
1574 onthield zig <ieze edele banneling in ^t geheim te Ant-
imrpen, in *t huis van den Griffier MAKfi«ri, met oogmerk
om den aanflag op die ftad voor Oranje te begunftigen; dan
tfp .dit pas werdt er op bevel van den Landvoogd ene huis*
zoe-
AI.VERINGEN, ALWA. AMAMA» %cs7
•foöcing gedaan; de Griffier ipoedde zig naar huis, toen het
^et^el gegeven werdt, engaf *er kennis Yan. aan zijne egtgp-
liote. Deze vrouwe gehard in tegenfpoeden , verbergt dea
•Heer van Hofwegen in een Xafelkas; hij ontkwam het, en
Jffigaf zig fpoedig weer naar Hoohi, daar hij in 1576 zonder
hinderen na te laten, overleed, m Te Water, Ferb.
-der Edelen, IL D. bl. 152. Wag., Fa4. Hifi, VI. D. bU
127. 174. 185, 186. 204. 364.
ALVERINGEN (SAMÜEL) , een broedpr van Josua, 14
geweest Schout van Mechelen , en hadt ter vrouwe Mari^
Van der Aa.
AL WA (SIEVERT) , een Fries Edelman , verdronk op ene
ongeluldvige wijze, in den zo geweldigen llorm van den 25
feptember 1509,^ die inzonderheid Friesland zo deerlijk teis-
terde; want de meeste zeedijken braken door, en het water
vloog met zulk een ijsfelijk gevaeld daar over , dat men begost
te vrezen , dat gantsch Friesland door het fchuimend pekelnat
zoude verzwolgen worden. Daar verdronken ook een groQC
aantal menfchen en vee; een menigte huisraad, kasten en kis-
ten , ja zelvs gehele huizen mQt al wat 'er in was , dreef weg^
en het hardvogtigft^ hart moest breken , op het zien van die
ellenden. De fchade die hier door wierdt geleden , is naauw-
lijks te begroten. Het was gedurende deze florm , dat Siever.t
Alwa zijne l^edienden hebbende uitgezonden, om zijn bees-
ten op te halen, hij zelve ook kort daai: na toefchoot om hdti
te hulp te komen>; dan hier mede bezfg zijnde, klom het wa-
ter eensklaps tot zulk ene hoogte, dat ^ievjért met vier van
'zijn knegts verdronk. Het komt m^ niet onwaarfchijnlijjc
\'Oor% dat men hier in plaats van Alwa, moet lezen Aylva.
* Worp van Thabor, Gefchreven Kfonijh
AMAMA (JOACHIM van) , Generaal-Major van het voec-
iVolk, Kolonel in dienst van den Staat, Kommandeur van
'JSulst en deszelvs Forten, werdt geboren den 14 november
a6S7 in het Fort de Bourtmge. Zgn vader was I^errit Ama-
'«lA, een man van «dele aftpmst^ Kolonel vm een fries R^
•---. gi-
«dl AMAMA. (NIKLAAS)
giment, en vervolgens Kommandeur van EnibSen. Zijne moa*
der BERNUNDUfA VAN ViERSSEN, was ene dogter van den Ge^
neraal Muntmeester van Friesland, Joachim, de enigfte van
hunne ovei gebleven kinderen, genoot de tederfte zorg hunner
welbeftierdc opvoeding ; en nauwlijks hadt hij twaalf jaren
bereikt, of hij verkreeg een Faandel onder de Compagnie van
jüjnen vader. In het jaar 1681 werdt hij tot Kapitein aango-
ftcld; en in het volgende jaar trpuwde hij met de dogter van
^n Burgemeester te Hulst ^ Petrqnella dk Vrieze genaamd.
'in h^t jaar 1689 bekwam hij de rang als Major, in 1690 als
Kolonel, in 1703 als Brigadier , in 1709 als Generaal-Major ;
en na de batailje van Malplaquety waar in hij zo als in andere
voorvallen, zig met roem gekweten hadt, werdt hij in 171 3
tot Kommandeur van Hulst aangefteld. Hij verloor zijne huis-
vrouw in 1684, en hertrouwde in 16939 met de dogter van
FiLiPS VAN Humalda , Raadsheer in 't Hof yan Friesland. Hoe
vele wreedheden en losbandigheid, hij in dén oorlog ook hadt
bijgewoond, werdt egter zijn minzaam, bedaard en eerlijk ka-
rakter daar door niet verbasterd ; hij bleef altoos de menfchen»
vriend ; de christen en de krijgsman fchenen in hem verenigd;
hij oefTerde pligten als foldaat en gebood als officier; vergeten-
de ook nimmer, 't gene hij ^an God, aan den Staat en aan
'zijne Mfedemenfchen verfchuldigd was. Dus den ouderdom van
63 jaren bereikt hebbende, ftieif hij, in het bij wezen van zij-
ne kinderen en kindskinderen, den 3 julij 1720. Jam
HuYBERT JüNGius, Lijkt eden op Amama, Rotter d. 1720 in 4to.
AMAMA (NIKLAAS), een zopn v^n Sixtinus Amama,
volbragt naar alle waarfchijnl ijkheid den gantfchen loop zijner
'letteroefFeningen , te Framker, In 1645, hadt hij reeds tot zij*
nen meester in de Wijsbegeerte, Joh. Phocilides, in wiens
•vrije redeneertrant hij bijzonder behagen fchepte ; zonder zig
ook door Aristoteles aan banden te laten leggen , bragt hi/
die van zijnen meester in oefFening, in de bijzondere lesfen
dien hij zqjlert over de verfchillende delen der Wijsbegeerte
hield. Dan die vrijheid en enige andere oirzaken van ver.
\ fchU^
I
/
AMAMA. (SIXTINUS) 909
•
Jfchillende aaft, yen^^ten hcmvonaangenaamheJenr.van fom--
aige Hoogleraren, en \irareii.ook Jjinderlijk tot het bekomen,
van: enigen post aan die Akadöpiie. Hg had t nauwelijks 28
jaren bereiju, toen in •i65(3[ <Je dood hem in *t graf rukte.
Men heeft van hem in druk:; Ptsfertntimum Marimrum decas;
in qua prater Mmm pr9blem^aj varia pasjim fundameraaliaj i
Jolidioris Philofopina principiis ,' deduUa ^ dogmata discutiuntur,
Franeq. 1651* 8vo. Deze verhandelingen , kondigen zeer veel
belezenheid aan; en de Schrijver .zonder zig aan de i:|ieuwe
wijsbegeerte, te verbinden, verwijderd zig verre van de oude,
J. F* Foppens (laat ten enemalen den bal mis , daar hij hem in
zijne Biblktheca Belgka^ pag. 899. als Profesfor in de Reg-
ten doet voorkomen , doordien hij nimmer enige akademife
waardigheid heeft bekleed. *-^-— E. L. Vriemoet, ^hertm
^^f' pag.. 172 5 173. 176, 177. 6f in jiddend. p. 4. Paqvot,
Mem. pmr feryir a l'HiJiQtre Ikt^r, Tom* IX, p. 138, 139.
AMAMA (SIXTINUS) , is Hoogleraar geweest aan de Ho-
gefchooL te Framker^ en een man die in zijnen tijd den naam
hadt, van zeer ervaren te zijn. 'Hij werdt geboren den 13
oftober 1593 te Franeker , uit Jan Amama en zijn tweddt hufs-^
vrouw Imku5. Zijn vader was de zoon vaii Hernius, kleii:-
toon van Svtse, en agter-kleinzooh van Tjerk Amama, diV;
twémalen Burgemeester te Franeker is geweest, en lid van h2C
KoUegie der Gedeputeerde Staten van Friesland. Sixtinus v/si
een geliefji leerling van den geleerden Joh. Drusiüs, onder
wien hij zig met veel ijver op de oosterfe talen toelei , en daar
;5ulk een . voortgang ïn maakte, dat hij griekfe en hebreeuwfo
digtftukken vervaardigde. In 't laatst van julij 1614, ging hg
naar Leijden^ om inzonderheid het arabisch , onder den geleer-
den Th. :Eiu»eniu5 te beoeifenen. Vervolgens reisde hij nog ïn
dat zelvde jaar nzar Engeland ^ en kwam den 8 december te
Lmden; den 5 Januarij van 't volgende jaar, begaf hij zig naar
Oxford^ alwaar hij door den Hoogleraar Joh. Prideaüx en
enen Duitfcher, Frederik d'Orville genaamd, in hetKollegio
van £x^ wierdt aangenomen, pe bezigheden die bij tan deze
LDeel. o 'Hoi.
31bg^A:lio6rwnaman9, hettanien in de beoeffi^ning der oo^
t<if^ tuiten» dQ godgeleerdheid) qH bet geven van lesfen in do
hcbr^ux^ö ta^l, Gedurende die tijd, luaakte hi| kennis met'
Ahthur Lakb, Befticrdor van St, Mariys Hall','m&C Willew
J.AiCGTON, Oppgrfte van hee Koll^'e van Magdalma^ en met
.Jaï^ Büdöen, Hoogleraar in de Regten. T^rwigl dat Amama
lindcv^n onde iwQe s» vorderde hij zelven in de kennis der bow.
itrfQ talc;n Qn Godgeleerdheid. Intusfchen op den 16 maarc'
1.6 1(5» de mare van Drüsiüs s;^n onverwagt overlijden vernomen-
hcht)ondQ, ^ dat die Hoc^leraar h^ qen aanzienlijk legaatr
hadt bi^rprokQn, benevens de vrijheid gbsjl van sdjné handfchrif-'
\en en^ticbreuwfe boeken gebruik te mc^en maken , fpoedder
hl) 2ig naar Friesl<mdy en kwam in 't laatst van genpemdql
maand in T)ranek$rj om de leei-ftoel van zijnen meester te ver^
eOQkQii, Dan h^ ontmoette hier omtrent meeider • t^nkan-?
ting, als bij hadt verwagt, want SiBa. Lubberti en Joh. Bo-
cnaMAN, hielden h^m van Arminianerij v^rdagt, zo als zij
ook roeds Duusic» gedaan badden; doch door de gunst van dq
Cmatciuien der Akademie, en die van den Friesf^nStadhou*
dcr Graav Wihem Lodewyk , geilde bij het hoekje te boven ,
Zuiverde zig van de hem aangewreven blaam, en wierdt Hoog-
leraar in Drusius zijn plaats. Den 16 januarij 1626 voegde
fti^n bij het Prcfesforaat, die van Bibliothekaris der Univerli-
teit, op enp behoorlijke wedde. Die van Leiidm zogt(?n hen\
met aandrang tot haar te lokken , om de plaats van den be-
roemden Erpenius te vervullen ; dan de Beftierders van Fries-
londs Hogefchool, zijne verdienden kennende, verhoogden zo
aanzienlijk zijno wedde, dat hij niet in bedenking nam, oni
Branek&r voor Leijden te verwisfelen. Dus bragt hij t overigQ
van zijne dagen te Ftaneker door, en hij ftieif 'er den 9 no-
vember 1629, ter naauw^r nood in h^t^yflejaar van zijnen
leeftijd getreden zijnde,
Amama was in juliy 1617 getrouwd, met ene zijner nigtcn»
Metnarda van Adelen van Kronenburg genaamd , dogter
van Niklaas en van Maria van Wythama, zijnde deze
Niklaas» een zoon van Jacobüs van Kronenburg, een oud
ad^
AMAMA. (SIXTINüS) .. «i
pKjcmk geflagt m Holland. ■ . K^ heeft drie kinderen bg deze
vrouw nagelaten: !• Johannes Amama, eerst. Faaridr ik j ver-
volgens Convoimeester van de Admiraliteit te Makkum, welke
ten vrouwe heeft gehadt, Maria Huber', ene' zuster Van den
groten Regtsgeleerden Ulruc Huber: 2. Geh,ius 'Amama,
Reélor der latijnfe fcholen te Dokkum: 3. NiklAas Amama,
waarvan hier boven is gefproken.
Onze Hóc^lêra^ was van een driftig en oplopend karakter,
en verre 'vervreemd van die zagtaaftigheid , welke zo grote-
lijks aan zijnen' meester Urusius tot cieraad verflrekte: voor
*t overige was zijn gedrag zeer regelmatig en geftreng; wat
^n vernuft betreft, hij was geen fchrandere : van geest, maar
een buitengemeen werkzaam mensch , die door veel te blok*
Jten , oneindige kundigheden hadt verkregen.
, Amama heeft zeer veel gefchreven; het eerfte werk dat hj^
in 't licht gaf; verflrekte ten proeve van een :2eer nuttig ont-
werp dat hij gevormd hadt , om namelijk aanmerkingen Ce ma-
ken, op de gemene latijnfe vértaling van den •Bijbel', dieoip
het Confilie van Trentekwzs goedgekeurd; met dezen arbeid
maakte hij een aanvang irt 1:620 , door de uitgave vin z^nd
Cenfuira Vtdgata (^c; doch intusTchen ander worlè ter hénd ne«
mende , waar vai\ zijne S^tjptelftf^ Conferentie nog voorhandeii
is 9 die in 1623 het licht zag; hervatte hij eerst een geruimeTf
tijd daar na, «ijnen vorigeft taak.^ Aan' de Hogéfehool veri
diende hij den roem , van vele ongeregeldheden té- hebben -té
keer gegaan <; de gunst die hij zig' daar. door, endoor andera
bekwaamheden verworven heeft, is Jia zijnen dood, met
yolle luister, tot ojx zijne fcifiderttn ftaande gfcbföven. Meif
vindt ene volledigeöptelling Van zijne ukgegevene fchriftenymet
bijgevoegde aanmerkingen in Paqüot , Memoires pour fervir 4
¥HiJioire' litteraire &c. Tom* IX. pag. 1-18-137. ■ ]•
Vriemoet, jéhenis Frif. pag. 166-179. Foppens, BibL Belg,'
pag. 11Ö4, 1105. F. G; Freytag, Andeüa litteraria. p. 21,'
42. Jo^ Fjuwcn, Mft, Bibl. Part L p. 325. & Part. IV. ?•
86. t^^ .CREiai, jinimadv. PIiUol. Part. III. p. 83 > .84* Cr
<ASi> OnmiM. IHgnr. Pars. IV. p. 274. SatJlb» DiSionaire^
O 2 ti;
"^f
ftff AMANDOS ZIERIKZEUS. AMEUA^
f>. dê 1730. Tom. I. p. ir3« D. Qoaainr, Mlhtk curtetM
^^m, I, p, 250» 251,
*
AMAl^pyS» Bisfchop van TToms^ heeft in een gedeelt»
ran de {federlanden den Christel^ken Godsdienst voortgeplant»
Na dat {lij verfcheidene Kerkpn boiiendhadt, begaf hij zig ndRX
"fyioniik^ ^waar hij de Abtdij die zijngn n^a^i draagt ^ zóudf^
geftlgt hebben j hoewel foinmig^n beweie»^ dat zulks door
é^n and^ien Amandus zoude gefcliiedt zijn« Hij is omtien(
*i Jaar 660 , in bet pode v^n zijnen püderdom gel^ryen» i«
^A^iL^ Hjjlf Ecclef* des Pqis-bcu.
AMANDUa ZJERJKZEVS^ dua genaamd naar. deplaatt
6'dnor gsboprte , was-' Minderbroeder en Voorlezer in de. God*»
geleerdheid te Leuven, Als ProVintiaal bevlijtigde hij zig ms(
^neit VQQrbeeidig0n yver, om de gebreken der Geestelijken,
die ^att zijn' op^igt waren .toevertrouwd, te hervormen en té
verb^terQO* De tijd bepaald tot het waarnemen van dit ambt
hebbende uitgediend , heeft hij dat van voorlea^r weder hert
tat , en, gedurende het overige van zijnen leeftijd waargemK
inen. Kg heeft de roem verworven, van in verfcheidene we?
t^nfch^ppen ervaren te zijn gewekt, en vrij wel bedreven iT\
00 t^leni want hij vprftond de griekfe, hebreeuwfc en chal-t
^^wfd» ^^ nauwlijks .hare bod^daven nog in N8def:lmi4
bftkend ^^^^n» Volgens g^lpogw^ar^igp Schr^vefs, heeft hS(>^^
y^t 9on gelorde beknoptlieid ci^ zeer zinrijk ,■ .üqix Kr^xnijK ge-,
fcbrcv^n, van het begin der wereld af tot pp iss*' Dezq
yronijk. is in AQI Boeken vergeld, on voert ten tijtel r ^ruHj .
pumji^e r^fta^iü veritatis m/iorka., in 1534 in 8 va gedrukt ,
\>L} enen 5imon Cocua, In do voorrede geeft Fiiawc. Titelj
liAUNiys, ene levenfchets van Amandus, benevens tne opgavij
van -iijne and^ro veelvuldige fchriftqn. Hy ftierf te Leuven ^
den 8 junij 1534. ' . ■ " Kerk, Oii4hede]i van Z^ekmft^ 11. fl,»
^1. 51, LaRw9, Oelmerd Zeeland ^ W. 2pSx^
* AMELIA, Gravinnc van Solms^ dogter van Joan Albert^
Grave van Solms, die in 't gezelfdj^ip der Kontnginne van B(h'
kmm 9 in iftWawf^ was gekomen , 'v.erdt in *t jaar iftt5 op raaj
» f
AMELt^^Öüvliftt m i$W«iA ' 1k^
^ln aandrang van Prinie Miuwts , taet deSaelvs . broë4a J^s*-
DERiK HfiiTORiKj in den egt verbonden. Het huweligk wUr^Je
jzjeer haastig in 't begiif van s^ril voltrokken ; tebbenda Cö-
committeerde Raden den ondertrouwden ontOag vtin de gs^
•wone huwelijks-gebodeh verleend ^ welk naderhand door dB
Staten, ten oveivloede bekragtigd werdt. Prins Hendrik hadt
zo men verzekert, kleine gen^enheid getoond tót deze vcr-
bindtenis; Maar Maurits was 'er zeer. op gezet gewöestj en
ao fommigen verzekeren, zijnen broeder gedreigd^ zo hij 1
v^igerde, zelve, zekere adelijke jonkvrouwe , bg welke hij eni-
ge natuurlijke kinderen hadt, te zullen trouwen; wa^r doctr
ideze kinderen gewettigd^ én Piins Hendrik van zijh broedevs
crffenis verfteken zou zijn geworden. Kort na het voltieWv^ö
van het huwelijk , vertrok haar Gemaal naar 't Staten h^cr;
De Staten van Holland béfloten nog in dat zeivde jaar> aan i^
'Princesfe een gefchenk van 20000 guldi voor een huwcligksgav^
te doen. Op dèn 27 meij i646 beviel zij van eiien zoon, Wii*
CEM genaamd, die zijnen vadet naderhand i onder dett naam
Van WiLijEJii DEN II, opgevolgd is; zij bragt vervolgens nog
j^ier dogters én enen zoon ter wereld, wdke zoon maar kort
geleefd heeft. ■ - ' ' ' \
. Na dat deze vorfiin, eerst haren gemaal, op,den I4xnaar8
1647, en daar na haren zoon, op den 6 november 1650, me|
veel fmerte hadt zien fierven, fchenen alle hai« zorgen eii
(laatzugc, zig te bepalen tot haren kleinzoon, die agt dagei)
na *s vaders overlyden ter wereld kwaiii. In het volgende
jaar, ontflondt 'er tusfchen de beide vorftinnen weduwen |
groot verfchil> over de voogdijfchap van den jonggeborcnl
* •• • , • ♦ ' • i ■ ^^ • '
Prins Willem den III, 't welk na veel haspelens, doot dd
Staten van Holland wiei'dt bemiddelt, dié de Koninglijke Prin*
fes in de voogdij, die zij reeds aanvaard hadt, haiKihaafdeni'
IWDrdende de Keurvorst van B\randenbuirg ható toi^vocgd al3
medevoogd, en de Princesfe Ameua als toeziende vpog^
desfe.
Deze Frinfes heeft zekerlijk t^ns vele ttiiederMaidighe»'
4kn mocton aanworllelen , ^uxt het Or^njebutei in des?e!v«
2X4 AMELIA VAN ANHALT. AIlffiLlNG. (GERRIÏ)
aanzienlijkeD ftaat, ten tijde van haren gemaal ten hoc^fïeii
geëerbiedigd 9 doch na het overlijden van haren zoem, alomme
gehaat, .en gedurende de minderjarigheid van haren kleinzoon,
met de hopgfte verding behandeld, doch ook eindel^k het
hoofd weder heeft hoven geftoken. Zij ftierf in V Hfl^f , op
den 8 augustus 1675, in den ouderdom van 73 jaren. ,, Zij
„ was" fchrijft Temple, „ ene vrouw van zulk een groot
„ veriland, als ik *er immer ene gekend heb." Ook roemt
hig haar over hare fpaarzame en deftige hofhouding. Doch
2^ is door alle hare tijdgenoten, ^o gunftig niet beoirdeeld.
Iemand, die naar zign eigen getuigenis een vriend en dienaar
van het Oranjehuis was, heeft zelvs gefchreven: „ dat deze
„ vorftelpe, weduwe van zulk enen werkzamen aart was, dat
„ zij liever kwaad gedaan zou hebben, dan ledig geweest zijn,
„ en dat als zij maar meesteres blijven kon , het haar om 't
„ even was, wie *er door . verongelijkt wierdL" *■ Ds
Schryyers van dien tijd. Voorts, Wag., Fad. Hift. X. D. bl.
4^. XL D. bl. 3, 44. 233. XII. D. bl. 131. 138-143. 171^
327. 443. Xm. D. bl. 5, 6. 43- 1Ö6. 197. XIV. D. bl. 378.
Temple, ZW9. Gefch. bl. 714. Temple,. JB^^bmor. bl. 3<5tó.
Memoir de Güiche, -Livr. II. p. 206.
AMELIA VAN ANHALT, was de Gemalin van Hendric
Casimir', Erfiftadhouder vzn Friesland , en moeder van Jan Wil-
UEM Priso. Zy trad in" het huwelijk met dien vorst op den
16 november 1675, toen hy nog maar 18 jaren hadt bereikt.
Van haair wordt getuigd, dit 71] fchoon en bevallig van Kghaam
was; oneindig veel geest en vernuft bezat, doch dat de zugt
tot pragt en oen weidfen zwier, na dode van haren Gemaal^
hare geldmiddelen vrij wat belemmerden, ook dat 'er een on-
geregelde wijze van beftier aan haar hof plaats vondt.
# .
AMELING (GERRIT), is Boekverkoper op de zaal va»
•t hof in V Hage geweest, en Eaandrik van de Schutterij; heeft,
zig verdienftig gemaakt , met te tragten den braven Raadpen-
fionaris Jan de Wit, in i67fit , dé Gevangenpoort te doen uit-
gaan, en hem uit de hai;den van ^ijne blocddorftige m'^or*
de-
AkERONGEK. (ANTONV) (ARÈKt) &X*
lÉénliars te verlosfem — — Wag^i t^uderl. Bjïr JüVi t>i
bl. 163.
AMERC»JGEtJ (tAEtS VaN) , 15 dé hüaïh Vftft feèü Idit:'
, lijk. geflagt in de provintie van Utrecht ^ bet wolk federt *t jaaf
T 160 met luister is bekend geweest^ )Bn zig zo door huwi£liJ->
ken met.de eerfte en voornaamile familiidn Vian den land^i ^üi
door het voortbrengen van kundige Staatsmannen heU^t \a$*
'roemd gemaakt Wij zullfcn ons vergenoegen met iönigö ü&i
voornaamfte Mannen uit dit geflagt ^ aan onzo lezers te^dpön
kenneni. De zodanigqn die *er meerder van b^gerön tö we^
ten , verwijzen wij naar het Gejlagt- m JVapenhoek van Ab^AÖ*
Ferwerda, 1785. I. Deel, daar men ook berigt over de VOl*
gende Artikels van dezen naam zal vinden»
AMERONÖEN (ANTONY tAETS Van) 4 RidJif VSn
'Jerufalem^ werdt Kanunnik van St, Mark te Utrecht i döu %'i
december 1523; vervolgens van den Dom^ op den 24 februérij
1524. Hij is Kamerling van Paus Adriaan den VL gewÈCstj
en overleed den 20 oftober 1555^ ■ ' ■ " K» BuRiiötAif > lJtt\
Jaarh. UI. D. bl. 43^.
AMERONGEN (ARËNT TAÈTS VaN), Vindt irieti fn^t*
jnalen op de regeringslijsten van Utrecht, van de jaren 1415
tot 1449 ingefloten, als Raad, Schepen of Burgemeester. In
het jaar 1426, gediurende de t\visten tusfchen de Bisfl:ho]pi*'en
ZwEDER Van CuiLenborg én Roelof van Die^holTi Wttidt
hjj benevens Dirk Gro^ert, door ;den Raad aangeiteld, ooi
de > palen yan het Stigt te vrijen en te befcheritien; zeer fs^kst
.toet oogmerk , om ware het mooglijk , Amersfoort wfedör tot htt
Stigt te brengen. In het volgende jaar, na dat hij Burgemees-
ter was geworden, werdt hij tevens tot een der Bevelbebbéi^
of Hoofdmannen van Ütreclit aangefteld» In 1449 hielde ^
jRaad zp-^ude als nieuwe, zig ftandvastig tegen den Bisfcböp
JR. VAN D^pholt, en deedt om alle voorzorg te gebruikeiü-j
bij klokkei^gelui.ene bekéndmakibg afkondigen , behelzende
hoofdzaakip : „ dat de Raad zig eendragislijk met ^aUje de
->, Gildem /h^d( . verbonden ^ onr boi begotoett tapittel ig}
© 4 ji buft'
f rt AMERONGEN. (DIRK) (ERNST)
'^ hunnen Heer van Utrecht y bCfröaöTijfc de gebreken, die A
^ op 't gemene land, als in de ftad Utrecht aanwezig wareit',
^ en inzonderheid van de Hecrüjkhefd Mmtfoortf vervolgen
^ zouden, naar *s lands xegten; en. dat zij zulks met de Raad
^ en Gilden , trouwelijk zouden ter uitvoer brengen. En ten
„ einde de ftad in goede eendragt mogte blijven , verbood de
^ Raad, dat niemand enige brieven of boodfchappen zou zen-
;^ den, aan of ontvangen -van hunnen Heer van Utrecht, of
^f die bj} h^n zijn, bi} pcene van een bannisfement van tien
^ jaren uit de ftad , behalven andere ftraffen , geregeld na den
^inhoud van die brieven of boodfchappen, ingevolge dec
^ JEUads gpedvinden. ** Dan desiniettegenftaande deze voor-
borg, vdgde kort daar op ene fpoedfge verandering, doordien
de Bisfchop middel vondt, de ftad te overrompelen, waar door
Arent van Amerongen, benevens enige anderen gevangen
geraakte , en kort d^ar na onthoofd werdt. . > K. Bukman,
Utr. Jaarb. I. D. bl. 162. 200. 225. 321. 332. 340. 398.
426. 447. 494. Il- ^- ^^- ^^- 97. iiö. 130. 143.
AMERONGEN (DIRK TAETS van), was in het jaar
1408 en verfcheidene volgende jaren,. Schepen te Utrecht y en
in het jaar 1406, getrouwd met IIadewig, dogter vah Hek-
prik Walvisch. '■ Ib. I. D. bl. 119. 163. 201.
* AMERONGEN (ERNST TAETS van>, was in 1518 eti
1524, Schepen en Burgemeester te Utrech ^ en als zodanig
nam hij het ambt van Hoofdfchout, op dien tijfd onvervuld,
waar. In 1526 was hij Marfchalk des Overftigts^ en werdü
door Bisfchop Hendrik van Beteren, tot enen van zijne
Stedehouders aangefleld. Twee jaren later , heeft hij het huis
ter Jfof^ nabij Ritenen, dat hem als Marfchalk ter bewaring
was aanbevolen, aan den Hertog van Gelder overgeleverd',
die het liet afbreken, en met derzelver ftenen, de muren van
Rhenen herftellen. Tweemalen is onze EftisiST getrouwd ge-
weest; tot zijn eerfte vrouw hadt hij, Mab^lia de RrooER,
welke op den 31 meij 1540 overleedt; en in -1546 vervan-
gpn wier4t door Agnes-van Abcoude, weduwe ^van Gerrit
. - ECK.
r»
AMÊRÖNGEN. (QÊRARD) QACOB) iiy
ÏEct. Hij ftierf in 155a, en zij bleef weduwe tot In 1582,
toen de dood öok een einde van baar. leven maakte.
Ib. m. D. bl. 45. 143.
AMERONGEN (GERARD GODARÖ TAEtS vak)^
werdt geboren den 16 julij 1679; zijn vader was Joost vai»
Amerongen, en zijne moeder EMERENtiA Geertruid van Zui-
len. Als Ridder in de Dtdtfche Orden in de Balij te Utrecht^
werdt hij in 1725 Eommandeur \ixi Doesburg ; ,prï reeds cea
geruimen tijd te vojen, namelijk den 5 feptember 1708^ tofi
■Houtvester van den lande van ütrecJa aangefteidj vervolgpu»
den 29 julij tot Kanunnik van St. Jan te Utrecht vfiykoren,
en den 12 feptember daar op volgende tot Geëligeerde Raad»
in het ecrfle lid der Staatsvergaderiijg te Utrecht en federt
dien tijd afgezonden in de vergadering van Hun Hoog Mpgca*'.
den. Hg ftierf ongehuwd den 12 junij 1730.
AMERONGEN QACOB TAETS van), vindt «en op de
rfigeringslijsten t^Utrech gemeld van 1420 tot 1449, alsRaad^
Sdhepen of Burgemeester. In het vonnis door den Bisfchop
vzn Utrecht in 1449, uitgefproken over hen, die deel hadden
in den opfland tegens hem , en waar bij aan elk en een iegelijk
verboden werdt, de vlugtenden te herbergen, vindt men oc^
^ezes mans naam gemelde Met meer anderen egter, werdt hij ia
•t jaar 1455, van dit vonnis van ballingfchap ontheven, ca
het verlorene burgerfchap hem niet alleen wedergefchonken,
maar hij zelvs langzamerhand tot zijn vorigen ftaat herfteldj
wordende in 1460 tot overfle Ouderman, ter bede van deir
Domproost, en van den Heer van Brederode, Raad Bui^ei»
meester; welke aanzienlijke waardigheid, hij ook bekleedde ia
1068. . K. BüRMAN, Utr. Jaarb. I. D. bl. 234. 286. 438^
4S9- 480. IL D. bl. I. 55. 107. 131. 295. 399. 425. 45Qg
452. 481. 512. III. D. bl. I. 71. 127,
AMERONGEN OACOB TAETS van) , was gedurende
de Leicesterfche feftie in 1586 Raad, in 1587 Schepen der
'ftad Utrecht. Hij is tweemaal gehuwd geweicst, eerst in ls^6
aaet Aleid van Züijlsn van Nievelt, en daar ra met Kris-
O 5 TINA
^i8 AMERONGEN. (JACÖB) (JAN)
*riNA VAW Blois van Tkeslono. H5 overleed op isjjn huis ti
Muisch:aal in 'iGccüand^ in april 1619; zyn tweede vrouw, in
november 1Ö20. De kinderen uit zijn eerfte huwelijk ver-
wekt, zijn alle jong geflorven; uit het tweede, heeft hij, een*
'zoon en er.e dogter nagelaceni
*
AMERÖNGEN üACOB TAETS Vak) j wérdt Kanunnik
.van St. Marie te Utreck den i febniarij 1582, doch gaf zijnó
prebende weder over, dén 12 december 1600. Na dode van
zijnen ou(^r broeder Ernst, wtrdt hij op den ^^ojiilij 1Ö58
beleend, met de Ridderhofftad Groenewoude. Hij huwde in
1601 , met KoRNELiA Dacnkwaard ) dogttfr van Willem van
CriEssENBURG , zijndö de huwelijksvoorwaarden gCifloten den*
7 januarij van dat jaar. Door dit huwölijk , fchreef hij zig
Vrpeer van Giesfenburg, Heer van Giesfen Niewn^kerk^ Na-
tres y Natêndaaly Hoogelandey Groenewoude de. Hij ftierf den
U8 feptember 1622, en zijne weduwe den 2 december 1632^
nalatende verfcheidene kinderen*
AMERÖNGEN (JACOB TAETS Van), wfcrdt ddn 6 aprÜ
aangefteld tot Raad en Vrcedfchap der Had Utrecht en heeft
aldaar in de jaren 1675 en 1676, 1683 en i<584, bet ambt
van Schepen bekleed. Hij trouwde den 26 april 1648, méC
/kNNA VAN Ryssbndoorn^ die den 23 januarij 1660 overleed.
Den 18 feptember 1661 , hertrouwde hij met Lucia Ruisch
yoT DEN Eng. Hij ftitrf den 12 junij 1686, nalateiide twee
fx)ons en ene dogter*
- AMERÖNGEN (JAN TAETS vai0 , ontmoet toen in de
}toen 1423, 1425, 1427 en 1433 als Schepen te Utrecht^ en
$435 als Raad; 1437 als Onderman, en 1443 wederom al8
Schepen ; op welk jaar hij om enig verfchil met -flurgcmeeste-
ten, voor de tijd van twee jaren uit den Raad ^czcl wedu
Ook moet hij gemengd" zijn geweest in de onlusten van bet
jaar 1449; want op het jaar 1455, vindt men hem onder
*t getal dier genqn, aan wien. het buigerriBcht werdt weder-
gegeven; zijnde hl} in X 45 7 op nieuw tot Ouderman aange-
Iteld. In het volgende jaar, waar in de bastaard Antoni van
BOLR-
AMERONGEN. QOHAN) ai§
BouRGOHDiEM zi^Den broeder David den oorlog aanzeide , en
4net loop paarden voor Utrecht kwam, werdt hiy tot Schat-
aïaees^cr aangefteld; welk ambt beftondt, in het fchatten en op
prijs fliellen van die genen, welke de Utrechtenaars gevangeii
kregen, en die hunne vrijheid begeerden. In 1459, vindt men
hem wederom als Ouderman genoemd, en in Ï461 als Raad
en Burgemeester, welke gewigtige post hij ook in 1465 be-
kleedde j en in 't jaar .i4<58, regeerde hij als Schout te Ut'
recht. In 1470 werdt hij door den Bisfchop gevangen geno-
men, eii allerwredelijkst gepiynigd; vervolgens werdt hij over
iergenopzoom naar Kortrijk gebragt, van waar hij vermits Her-
tog Karel in 't veld was tegens den Koning; vzn Frankr^k^
op het flot Rupelmonde is vervoerd , in 't welk hij omtrent eea
jaar is gevangen gehouden, en is naderhand onfchuldig ver-
klaart, en op nieuw tot Schout van Utrecht aangefteld. Do<»-
dien hij dikwerf verruimde te regt te komen, doór welk wan-
gedrag, verfcheidene zaken niet konden werden afgedaan, her-
nieuwde de Raad een zeer oude voordragt van den jare 1310;
waar bij werdt bepaalt: „ dat ingevalle de Schout, 's mor-
„ gens té g en 's avonds te 3 uren , niet ten regte en komt,
„ dat als dan de oudfte Schepen , Schout zal wezen , en daat*
5, van dubbelde hoge of falaris trekken, enz.'* In 1481, was
Jan van Ameroncen Raad van den Bisfchop, en wierdt bc-
nevens anderen , doot hem , aan den Aartshertog MAxmnLUAit
gezonden, om van vrede te handelen. -—— K. Burman, Utr.
Jaarb. I. D. bl. 269- 301. 334- 42i- 437- 459- 481. II. D«
bL 24. Z95. 342» 390. 410* 439' 4<5o. 515. III. D. bl. 14*
17. 24, 25- 428. 519. .
AMERONGEN (JOHAN TAETS van), werdt in 1551;
Heemraad van den Lekkendijk bovendams, en was van 1554$
tot 1566 verfcheidenmalen Schepen der ftad UtrecJit, Zedeit
die tijd tot op 1577, in het hevigfte der Nederland/e beroer#
ten , heeft hij meermalen het ambt , zo van Schepen , Burgth
meester, als Raad bekleed; zelvs geraakte hij door den moeid-
wil dQtSpanjaarder^ in gevaar, om zijn leven ongelukkig te ein-
digen. Jn 1576 werdt hij fliöde als Gelastigde ter liar.deli^
over
■Itib AMERÖ^GEif. AMESIUS. (WULËAi)
bver dé Gefidfi bevrediging gezonden. In 153Ö traï Eij lï.
liet huwelp met Johanna van Gaasbeek, weduwe van Jacób
ScHiidMELPEifNiNG. Zij ovcrlced den 16 februarij 1578, ei
faij zelv, den 18 januari] 1589, nalatende zes kinderen.
AMERONGEN (THOMAS tAETS van), werdt ddn. ij
Dftober I5?4 geboren, en op den 17 meij 1594 tot Kanunnik
van de Domkerk te Uirech aangefteld, van welk Kanunnikaat
iKi het 61 jaren bezeten té hébben, hij affland heeft gedaan
op ÓQn 12 julij 165 S- In tet zelvde jaar en maand, na déri
ouderdom van 81 jaren bereikt té hebben, trouwde hjj mét
t*REDERiKA VAN ZuiLKN VAN NiEVELT, cén melsjé van 15 ja»
ten., Hy overleed den 5 augustus 1657, in den ouderdoni
van 84 jaren, 2ond«r kinderen bij zijn jong wjjfjè verwekt té
liebbéiii
AMERONGEN (WILLEM .TAÈTS van), is in de /aren
1492, I493f 1495» ^497, 1499 en 1501, Schepen der ftad
Utrecht geweest, en gehuwd met Magdalena van Meaux
VoRSELAAR. Toen hi| op den i fiugustus in 1503, als Heem-
raad op de fchouw van den Lekkendij\ bovendams tegens-
Tvoordig was, wierdt hij onvoorziens door xie Gelderfclmi,niet'
tegenflaande men toen in vrede met hun leefde , gevangen gé-
Bomen, en naar het flot te Hattem gevoerd ; alwaar hij na ver-
loop van een maand , in geftadige krankheid dooi-gebragt te
hebben, op den i feptember overleed.
. AMERONGEN (WILLEM TAETS vK»), #efdt door aS-
fiand van zijnen vader , Heer van Cromendaal , met die hofftad
l)eleend, den 29 april 156(5. Hij was Kapitein ia dienst van
fiLiPS DEN IL Koning van Spatije^ en flierf in 't le^r voor
Haarlem i wanneer die flad door de Spanjaarden belegerd wasj
Zijne weduwe die hem 54 jaren heeft overleefd , is gcftorven
den 24 augustus 1627, oud bijna 84 j^ren. Zg hebban te
fiunen vijf kinderen verwekt. ■ Zie over fominige dezer Ar*
tikels VAN Amerongen, J* Kok, VaderL Woord. HL D.
AMESIUS (WILLEM) , Hoogleraar in de Godgeleerdheid
Ib Franeker i was een Engelsclmdn- of Seint vaü geboorte t hi)
heeft
AMESIUS. (WILLEM) ' aai,
fficft tt Camimdge g^adeerd^ en woonde aldaar in het Kol^'
kgie van Christus. Zijn voornaamile onderwijzer in de Godger:
Jèerdheid , is geweest Willem Perkins. Hij was de Puriteinen"
acer fterk toegedaan, en verfoeide ds plegtigheden bij de Epis^
<opalc Kerk in gebruik; dit bragt te wege, dat geen opgang ia:
Engeland kunnénÓQ maken, hij in 1613 naar Holland overflak.-
Jn het bcriigte fijnodé «van Dordrecht- in 1618 en 1619, veiv,
flvckte hij den Prefident Bogermann tot raadsman, doordien
hy inzonderheid wat tot de Conti'overs betreklcing hadt, bui-
tengeq^een veel ervarenheid bezat , en daar hij fijn van óirdeet-
was. In *t jaar 1622» wierdt: hij tot Hoogleraar in de Godgp-,
.leerdheid te Ff awe^^r aangéfteld. Hij bemoeide zig giotelijl^s
met de twisten d^r Aminianen^ pn fchreef verrcheid,ene hop-,
ken tegens hen. Te voren namelijk in 161 o, gaf hij een wevt
in 't licht tegens de Episcopale ^ wa^ in hij zo^it te betogen,-
dat 'er geen andere brave lieden inEngeland waien , dan alleen.-
de Puriteinen; ^ dat dezen zig deden kennen, door hunnen.
„ afkeer tegena de komedien , het vloöken , liet dansfen , het
j, fpel enx." Alle de overigen waren geene anderen ,> dan.
„ fpeelders, vloekers, kinderen van Belial; daar w?is geen.
,^ midden tusfchen deze tw§e uit^rflen, of de Bisf([;hoppelijkc|
^ Kerk moest vqinietigd worden, of men moest het Roomfcho
^ geloof uit de hel te rug roepen. " Voorts was hij een vai^
die Gereformeerde Theologanten , welke met de meeste nauw-
keurigheid en ene gevolgde leer^^djze, de Gewetensgevallen be-
handeld heeft. Het is bijna overtollig aan te merken, dat h^
tegens Belj^ari^in fchreef; want het is aan niemand genoeg-
zaamonfcpkend, dat 'in die tijd de werken van dezen Jefuit, ó6
algemene ftcen des aanftoots van de Protestantfche Controver-
fïsten was. Ai^iesius vervaardigde een werkje dat hij MedulU
Theologice noemde; hij fchreef ook ene ©cröanbelinö tt^tttf
be i^ocuuöticn en de JBÖctnpfiijfica. Ik zegge niets van zijn«
%t§ifc\\ ober be J^faimen/ noch van zijne ©crïilaring oket
bt 5??icben ban Petrus. Het is zo niet, dat hij in het jaar
1639 lUerf, zo als door Heijning Witte in zijn Diaritaar
Sïogrdphièum wordt i^trzékerd ; -de opdiagtsbrlof voor zijne^
•t22 AMPZING. (SA^füEL) AMSTEL,
9<j^et1 übtr ÖC !^dtaten geplaatst, bewijst dat .hij. ia 16%^
leeds overleden was. Men wordt uit die zelvde brief ont-
waar, dat hij na 1% jaren Profesfor té Franeker te zijn ge^
iffreesty zijn affcheid heeft bekomen, om te Rotterdam die
»alvde waardigheid uit te oefFenen. — — Zie ene optelling,
van alle zijne uitgegevene werken, bij E. L. Vriemojbt, A*
t^ima Frifiac,^ pag. 212* Verders P, Bayle, DiEHqn* ed. it
J730. Tom. I. p. 179,
AMPZING (SAMUEt) , was in 1628 Predikant te Haar^'
lm, toen hij zijne 9&tfcö?r;bins cnbe lof ban öie ^tob in 4to.
gedrukt, het licht deedt zien. Hij is digter, en een groot lief-
iebber en kenner van de Nederduitfe taal geweest. Aan hee
boofd van gemelde befchrijving, vindt men ene verhande-
ling, tot tijtel voerende: JÖebcrlanb^cö {Cacï-S^eridit/ waar
in |iij inzonderheid handelt over de fpelftngf/ de seflOjgccn/
het l^nbcrfdbdbcn gdinrib ban be 9/ en p/ van de hapitoal- of
loofblcttcrcn / van de cupbonia of ;oedbIoei)£nti[)etb enz.; ge-
wagende hier voorts met lof, van de ^p^aaiiiion^t door Kris^
TiAAN VAN Heule gefthrevcn. Verfcheidene andere werkjei
eo in digt als ondigt, die in druk zijn uitgekomen , heeft men
^n de pen van dezen vlijtigen man te danken ; vindende m^n.
alle deze lettervrugten opgeteld, bij A. Pass, Naamtol. van d^
JBatavifetn Holland/e Schrijvers , bl. IS3-I55- 352 « 353-
AMSTEL, is de naam van een zeer oud en vermaard go*
flagt, van ouds genaamd Aemstel, vaN'Amstelle en ook
VAN Amstella, volgens de uitfpraak der oude KrbnijkfchriJ-
Vers. Onder deze Stigtfe Edelen, vindt cien in Brieven van
liet jaar 1105 en 1126, gewag gemaakt, van enen Wolfge^
VAN AMs-rtL als Schout van jémjlelle, zonder meer. Wij zui-
len de befchrijving van enige der voornaamfle Mannen uit di(
gcflagt, aan onze lezers mededelen. . - '
AMSTEL (ARBNT van) , is de oudfte broeder van Gys^
BUBCHT DEN UI. geweest, hebbende tot vrouwe ene dogter
van den Heer van Heukelom, bg wien hij vier zonen heeft
geteeld. Van 's moeders zode,» was big: erfgenaam vkq de goe*
AMSTEL, (15GBERT van) %%$
llereh-van Pfelfteht^ waar van hij ook van jongs af aan , altoGè:
cte naam en 't wap0n -voerde. In 1279 geraakte hij beneven»
ijnén btoeder Gysbrecht ^évanéen,- en werdt naai* Zeeland go-
;5onden j daar hg naar '^vcn jaren m'd^n kerker doorgebragC
të liebbcn , ten laacfitti z§nen zppn met den Graav floot. Me»
fliïdt niet dat hij zig met het eiedgefpan tegcjns Graav Flori»
tzit V. bemoQid heeft.' Hij ftierf in i298t
AMSTEL (EGBERT van), wordt gehouden voor den eer*
ften bekenden Heer van ^tnjtel^ wiens geboorte m^n zou ipo-
«n Hellen, op het jaar 11 10. Met hem namen ook de gefchil-^
ten een hqgin, die zulk een langen reeks van tijd, tusfchen de
5isrclK)ppen van Utrech en de Heeren van Jmjiel hebbea
plaats' gevonden-, on waar van Wagenaar ons de volgende,
oirfprong opgeeft. Godefrid Bisfcliop van Utreck , was vaa
C:nen dapperen on grootmoedigeuaart, en zo zeer gezet op óa^
bevestiging en uitbreiding zij n'a wereldlijken gebieds, dat h$
^ig in een zijner Brieven beroemt : „ dat liij geen gevaat.
„ ontzag, on zei v« niet fghroomde ten ftrijde te trokken, ter;
„ verdodiging der Heiligp Kerke. " Met dezen naam, werdC
(hans het befchermen der tijdelijke inkomften eent Bisdom*
verglimpt. De Stigtfe Edelen goederen bezittende, welke de
Bisfchop oirdeelde der Kerke toe te behoren, lagen gedurig
jnet hem overhoop- Egbert van Amstel, een der voornaanv»
fte Stigtfe Edelen, hadc boven anderen, al met Bisfchop Her-t
bïrT ^cfchil gehadt, t welk wederom bggclegd was. Doch
met GoDEFRiD op nieuws in moeite geraakt zijnde , moest Fi-
LTPS, Aartsbisfchop van 'Keulen y tusfchen "beide komen, om
clon twist bij te leggen. De Bisfchop befchuldigde Egbert,
dat hij alle de inkomften , die der Ütrecinfe Kerke, uit jfmJiH
en het omleggende land toekwamen, aan zig getrokken hadC
Hier over was hij, eerst door den Bisfchop gedagvaard; docK
niet vcifchijnende, ten Keizerlijken hove aangeklaagd; zedM
werdt hij in den Rijksban gedaan. De Aaitsbisfchop van Keté^
len bewerkte OindOlijk, een nadelig verdrag tusfchen hem en
den üt^eckfm Bisfchop, van welk nog eon gobrettclgk a&
fchrift
*■ • /
a24 AMSTEL. (GOZEWYN tam)
tüaift voorbanden is, en waar uic de Heer Wagehaar de r6t^
gende bijzonderheden ontleend beeft „ Pe Heer van Au^
^ sTEi,, bij eeJe aflUnd hebbende gedaan, van al wat hq te
^ voren ió j^njlel en daar omtrent, ter leen bezeten badt
^ beloofde hetzelve voorUan als Stedehouder des Bisr<^x)p6 te
„ ;?ullen houden, onder die voorwaarden, dat alleen een zij-
a, ner zonen Gysbrecht genoemd , het ^vde ambt na zgnen
^ dood, van de hand des Bisfchops zon kunnen verkregen,
^ raids dat lijj den H. Maarten, dat is bet Bisdom van 1/$^
„ recht y zou blijven dienen. Egbert moest wijders do moera»
^ Bendelmerbroek f federt acht ik, de Bijlmermeer genoemd,,
«, met het gene 'er toe behoorde, en de helft van de tienden
^ in Weesp die h^ in zijn bezit genomen hadt, geheell^ en
„ voor altoos, aan de Utrecht/e Kerk afïtean." Men weet»
Biet, wanneer dit verdrag gqtroflfen werdt; doch indien Bis*
fchop GoDEFROi in meij 1177 overleden isy moet het voor
dien tijd geplaatst worden. Men ziet 'er den grond in der ho-
vige gefdiillen , die in later tyd tusfchen de Heren van Am«
€TEL en de Bisfchoppen van Utrecht , ontdaan zijti. De na<r
komclingen van Egbert hebben ook 20 veel dpel gehadt in de
2aken van Holland^ dat wij liever hier een weinig uitvoeriger
van hem pefproken hebben, dan zelvs in de befchrij vingen
van Amftelland gefchiedt — • Wag., Vod. Hifi. II. D. bl,
AMSTEL (GOZEWYN van), kleinzoon van GysBER^^
tKN I, was eerst Proost van Utrecht^ en wicrdt in 1249, me^
eenparige flemmen gekoren tot Bisfchop, zynde de syfle in,
*t getal dier Kerkvoogden. Gozewyn, die een man was, welke
beter den bijbel wist te handelen dan het zwaard , een onno-
dig vereischte in die tijd, verkreeg daar door den naam vaii
aagtzinnig, eenvoudig en fimpel te zijn. Men befchuldigde
Jiem, dat hij in de tijd van een jaar, alle de ?ake.n des Bis-
doms hadt laten vlotten en drijven, 'waar door die deerlijk in
verval geraakt waren. Dit bragt ook te wege, dat hij in te*-
fenwoordigheid van Koning Willem , van den Kardinaal Pe*^
TR^S
AMSTEL. (GYSBRECHT I. va») f ïJ
4TIUS Caputius en vian den Bisfchop van Keulen ^ door h3t
f antfchc Kapittel onbekwaam werdt geoirdccld, om de zaken
«aar behoren te beftieren. GozEwrN was cgter zo eenvoudig
niet j of hij vermerkte wel , dat Koning Willem hem gaarne
van den zetel gebonsd zag; om reden, dat die vorst vreesde,
dat onder zijn beflier, het geflagt van Amstel hem te magtig
zoude worden; hij befloot dan ook liever vrijwillig afïland
daar van te doen , dan bedankt te worden , en gaf den W-
fechfen herderflaf over , in handen van Hekdrik van Vlan-
SEN, Domproost te Keulen^ die in zijne plaats verkoren werdc»
AMSTEL (GYSBRECHT van), de eerfte van die naam,
en zoon van Egbert, vindt men in *« Unds gefchiedcnisfen
niet eerder van gemeld, dan tusfchen de jaren 1 174 en 11 76,
wanneer hy tegenswoordig was, bij 't maken van den zoen van
zijnen vader met den Bisfchop van Utreck Godefried, op
bevel van den Keizer, zo als wij hier boven zagen. Bc-
xoemder werdt hij , door zi^ne verleende hulp aan de ongeluk-
kige .Gravin Ada en de Graav van Loon haren gemaal , mcÉ
die van Haarlem naar UtrecJa te doen vlugten. En fchoon
GYSBRECHT hicr niet anders deedt, dan waar toe hij als Stad-
hpuder en Leenman van den Bisfchop verpligt was, zo kwam
hem dit egter zeer duur te ftaan, wijl de Kennemers en Frle*
f en, uit wraak het flot of kasteel van hem, in 't jaar 1204 in
brand (laken, en door het vuur tencncmale'n vernielden, dea
dam in den Anjlel door (laken, en garitsch Amfteüand aflie-
j^n. Hij die voor een dapper doch ongelukkig krijgsman
bekend (laat , werdt ten diende van den Bisfchop, andermaal
in 't jaar 1227, in den oorlog tegens den Kastelein van Kot-
y^den gewikkeld; de eerdwna^l kostte het hem zijn goed, en
ditmaal bijna zijn leven. Roelof de Kastelein , lokte den
Bisfchop en die met hem waren, in enen moerasfigen oord,
en verfloeg hen geheel en al; velen waar onder zelv- de Bis-
fchop, fchootten 'er het leven bij in. Onder de gevangwieii
bevondt zig Gysbrecht, die deerlijk gewond was. 'Er wordt
terhaald, dat de Gratv van Gelderen Gtsbb^cht van hunne»
h Depl. P Ovorw
&&« AMSTEL, (6yS3RECHT H. van)
Overwinnaar verlof verkresgen, om in 't Kapittel t^nwoorv
11 'g t0 zijn, bij de verkiezing v^ enen nieuwen Bisfchopj
dat z^ W oirz^kQ van hunne wonden op bedden in de Verga-
dering gedragen wierden ^ aldaar een ieder door hun geklag
tot medelijden bewogen, en fineekten, dat de Kerk tot wier
dienfte zij gcftreden hadden, hun ontflag bewerken zoude;
dat de Vergadering terflond overging tot het verkiezen van
Wii/LEBRAND, ccu wijs en verftandig man, die dapper en in
ftaat was om wraak te oefFcnen ; dat de Vergadering bij de-
l:ciT^( van d^n nieuwen Bisfchop uit Itnlieny befloot, dat de
pcvangcnon van hun woord om te rug te komen, zouden ontf
flagen zijn; j^Izo de Kastelein niet alleen een Onderdaan maar
een Vcrbanncne was , en niet hoger dan als een oproei*maker
gehouden werdt; welk befluit den nieuw gekören Bisfchop be-
vestigde. Men vindt weinig meer van dezen Gysbrecht, dac
toen reeds een bedaagd man moet geweest zjjn, gemeld, als
dat hij in 1233 tegenswpordig was in ene onderhandeliiig met
Giaav WiLLBM, over enige goederen in Benfchop; waaruit
tevens blijkt , dat hij zig toen al met den Graav , over de
zaak van Ada en den Grave van Loon, moet verzoend heb-*
ben. Twee jaren te voren , leest men , dat hij zijn (lenen hiüg
te Utrecht^ aan' Grave Floris hadt opgedragen, en weder van
hem t^r leen ontvangen , en daar voor hulde en manfchap ver-
pligt was. In 1235 was hem, door Bisfchop Otto, zo ala
enige melden, 't gerecht van Muijderiy Weesp en Diemm al-
leen opgedragen. Hij liet drie zoons na, Egbert, Willem
en Dirk, zijnde de laatfte volgens van LEEuwgp^ die gene^^
waar uit het geflagt van Beveiien is voortgekomen^
AMSTEL (GYSBRECHT van), de^ twede van dien naam^
de oudfte zoon van Egbert, wordt genaamd StedeJwuder van
Amftelland. Hij heeft in 't jaar 1225 geleefd, wanneer hij
tot fcheidsman gekoren werdt, in een gefchil tusfchenden Bis-
fchop V2Xi Utreck en den Graav van Gelder. In dat zelvde
jwiar , rtondt hij als getuige in een ander geval , tusfchen Bisfchop
Ovi^o CU <J;aav J^oris d^n IV ^ Zo gok vind: men hem ge-
' ' nccmd
AMSTEL. (GYSBREOrr m. viK> ^tf
jöocmd in een Brief van 't jaar 1228 , in welk tijdvak ook zijn
dood bepaald wordt. Hij hadt ter vrouwe Bertrand vaw Ys-
SELSTEiN, Heer Jan*s erfdogter, hij wien hij vier zonen teel-
de, namelijk Gysbrecht den UI, Arent, Willem en Otto.
Door genoemde huwelijk ^ zijn de gcfederen van Tsfelftdrif aan
*t geflagt van Amstel gekomen.
AMSTEL (GYSBRECHT van), de ^derde van dien naam^
èn oudfle zoon van Gysbrecht den II; was zeer onverge-
noegd, om den afrtand die zijn neef Gozewyï^ van den Bis-
fchoppelijken zetel hadt moeten doen , doordien zijn oogmqrk
was, de magt van zijn geflagt daar verder door uit te breiden {
ja hij nam zulks zo zeer ter harte, dat hij benevens eniger an«»
deren, Henrik van Vianden, die na hem tot de Bisfchoppc-
lijke waardigheid verheven was , terftond dm oorlog verklaar-
den. Otto j)e UI, Graav van Gelder , hadt zig met hca
yerbonden ; en 't Stigt werdt dus van versheiden kanten met
enen inval bedreigd. Koning Willem die toen in Duitsclt*
land was, begaf :iig met een leger herwaarts, voorgevende
den Bisfchop met zijne vijanden te willen bevredigen; doch
pas voor dat hij binnen Utreck kwam, was de Bisfchop met
?ijn volk ter ftad uit, en den vgand te gemoet getrokken.
Digt onder de ftad viel een gevegt voor, in welk de Bisfchop
de overwinning behaalde. De Heren van Amstel en vah
Woerden werden gevangelijk binnen Utrech gebragt; zijnde
ftrengelijk gebonden, elk aan ene zijde van het paard des
Bisfchopg; doch geflaakt ter bede van Koning Willem, die
kort hier op naar Holland verreisde. Dit ontflag gcfchiedde
cgter niet zonder lïarde voorwaarden te ondergaan, en zq
moesten met goede ogen aanzien, dat Bisfchop Hendrik, alle
zijjie wraak op Otto van Gelder verhaalde; want hij viel
in de FelwwCy en behaalde daar zo groot een buit, dat hg
uit denzelven federt, voor een gedeelte ten minilen, het flot
Vreeland aan de Fegt ftigttc; waar door zijn Bisdom tegen de
invallen der Amftellandfe opgezetenen beveiligd werdt. De
zoen die ter dezer gelegenheid tusfchen den Bisfchop en Gys-
P 2 , Biu:c»r
m 4MSTEL» (GYSBRECOr HL vak> ^ '
IiBCBTt VAK Amstel gotrofibn werdt, beftond hief in: „ Gy*
,) BREGiiti, moest met zijne aanhangei-s tót 500 in getal , on-
f, der welken Gysbrecht .van Goqijen was , blootsvoets en
„ in wollen kledingen, den Bisfchop in de Domkerke, op da
^, knieën, vergiflfenis verzoeken, en hem voorts als zijnen
i, Leenheer trouwe zweren." De Bisfchop vqrzoqnda zig
^V1larfchijnlijk ook met den Grave van Gekier; en 't SHgt ge*
HOOI, gedurende het Icveu van Bisfchop {isjifDfii^, ^nq tame-
lijke rust.
, Enige jaren hier. na, werdt Gysbrecht veldheer van de op?
«
roerige A'iwncmerj. Dezen bedienden zig in 1268 óf volgens an-
doren in 1272, van de minderjarigheid van Graav Ftoais, eri hij
de afwezigheid van deszelvs voogd, Ottö van Geldeii, oit^
enen opfland tegen den Adel te beginnen , door wi^n zij naar
hun denkbeeld te veel gedrukt werden. Hun oogmerk was, hen*
allen uit Hpüand en *t Stigt te verdiijven ; ten diqu einde bcr
gonnen zij met het j!)Iunderen der adelijke huiden en (loten , ca
noodzaakten de Edelen, Hnntn Haarlem te wijken; daarna vie*
kn zij in jimftellandy en dwongen Hoer Gysbrecht zig aaij
hun hoofd te plaatzen. Deze. hoe ongaainc ook dit bevelend
verzoöc aannemende, alleen om Jmfttlland en Heiland voor
hunne woede te beveiligen, voerde dien dollen hoop naar hcfi
Stigt t welke hij ter oirzake van enige Edelen en voorgaande
vcmederinge , geen gunftig hart toedroeg. Na het verwoesten
van enige floten , beftormde hij 't flpt Vrelaiyiy doch dit niet
(poedig genoeg na zijn zin bukkende, trok hij naar Utrecht^
•welke ftad hij door de verbaasdheid der bmgers, waar onder
;^r verfcheiden waren , die een kwaad denkbeeld van hunne
regering hadden, innam; dè Magiflraat en Edelen werden ge*
bannen, en ene nieuwe regeringe aangeileld. . Na het maken
van een verbond met de Kennemers ^ toog hy nj^ar ^^sfoort,
dat hem fpoedig in handen viel.
GYSBREcirr geen kans ziende, om met de woeste hoop dlc
liem verzelde, iets van • belang te kunnen uitvoeren; f<?hoof
«Ig door zagte woorden, deze müitemakers van den hajs'5 en
door een wel verwonnen list van Heer Jan vaw Persyn, bra*
ken
AiwSTEL. (GYSBREEHT UL Sfa:^ i%é
% * '
Irêh z5j t beleg van voör Itaarlem op, waar na de Bisfcho^
Utrecht en Amersfoort weder bsmagtigde,, en de afgezette ï§,^
genten aldaar hjerftelde. Het was ook omtrent dezen, tijd, daK
den Utrèchtfen Kerkvoogd jAif vait Nas!sau ^ bet flot Vrelani
aan GysbrechI; van Amstel^ en dat van Mmfoert aan Her-
MAN v)aN Woerdei^ verpandde ; doch hier door verwijderde
hij grotelijks de genegenheid, die het volk hem. toedroeg; weU
ke afkerigheid nog merkelijk toenam j toen Gyssrscht inigd
jaren daar na, de UtrecJitenaars door het leggen van enen nieu*
wen tol, bezwaarde; dit vuurde den ontdoken haat aan) CU
aj namen met hevige klagtén hunnen toevU^gt tot den GraVe*
Men tragtte in den beginne Gysbrecht te bewegen» om di
Veifchotene penningen te rug te nemen , doch dit niet willen-
de gelukken-, namen zij hunne toevlugt tot de wapenen. Am^
ftel en Woerden trokken die van 't Stigt manneliyfk te keeri
't ^Ik Graav Floris bewoqg, om ingevolge fijngemaakt ver-
bond met die van \ Stigt in 1277 gefloten^ de wapenen op
te vatten , en 't beleg voor *t Hot Vreiand te fla^n. Dit werdt
bij Ar^d broeder van GYséRBCHT mannelijk verdedigd^ want
deze alle zijne magt verzameld hebbende ^ trok daar mede op
om het te .ontzetten; dan tot I.öe7w« gekomen zigndej werat
' hij door de Zeeuwen onder aanvoering van Rostyn Renesse i
itiet zulk enen razenden woede aangevallen > dat hij niet al-
leen, g^flagen , maar ook ^vangen werdt; ^t welkte verové^
ïin^Van het (lot ten gevolge hadt^ en ook de , gevangennt;-*
ming y^ncGYSBRECHT; 't ilot van Amersfoort moest mede ih
i279rl^i'kkctr. Herman van Woerden hadt zig, aleer dat
zulks 'Jiroörviel, om 's Graven haat te ontgaan ^ buiten 's lan<is
begeven ;• de beide broeders van Ams^el werden als gevan-
genen naar Zeeland gev£ierd,,en de goederen van Amstbl eh
Woerden, verbeurd verklaard,. Zeven jaren lang duurde
hunne gevangenis ; in welken tijd de magen der gevangen
Heren:, ijverig arbeidden i om hen met Grave Floris en Bis*
fchop Jan, te verzoenen. De Graav liet zig bezwaarlijk be-
wegen; hij eisehte zo veel, dat de onderhandeling verfchet-
flen' jaren ilepende gebc)ude^ werdt; dan de \>vxó&t% in huh'*
j 3 ' ' tofe
9»
99
130 AMSTEL. (GYSBRECHT lü. vau)
jie langdurige gevangenis verdriet kr^ger.de, befloteö cinds-
Yqt alles toe te geven, en maakten den 27 ocbober 1285,
hunnen zoen op de volgende voorwaarden : „ Gysbrecht
„ VAif Amstel ftond zijn recht op Nardingerland , Mtddtn en
j, Mmderpoori^ Findelmerebroik , en het bosch daar de reigers
„ In broeden, af aan Grave Floris, die alles van het Stigi
^ ter leen zou houden, gelijk Gysbrecht voorheen gedaan
hadt Hier tegen zou de Graav 2000 ponden vallen iaten
van de 4000, die hij voor de Heerlijyieid van Amflél hadt
^ ty opgefchoten; de andere 20C0 pond beloofde Gysbrecht den
„ Grave, bij een bijzonder handfchrifc, in den winter des
^ volgenden jaars 1286 te zullen voldoen. Gysbrecht be-
„ loofde, geene vestingen te zullen maken, tusfchen de ft^
„ Utreck en het Graavfchap van Holland, noch ergens an-
„ ders' , buiten 's Gravens bewilhging. Ook zoude hij en
„ zijne broeders, ARNouD.en Willem, zig nimmer t^n
„ den Grave of te- en den Bisfchop, in enigen krijg laten in*
^, wikkelen; maar daarentegen de verzoening bezorgen met
„ de magen der gefi.euvelden in 'tgevegt bij Loenèriy alles on-
„ der verbeurte van al hun gced, ten behoeve des .Graven*
„ De broeders zouden tragten brieven te verwerven van de
„ Graven van Gelder en van Kleve, van den Hertoge van
^ Brabant y en van den Bisfchop van Utreck, in \;^lken deze
„ Heren zig verbinden zouden , den huize van Amjiel nin^et
„ tegen de Hollandfe Graven te zWtón bijftaan. De vJBer*
„ goederen dèr Heren van Amstel, werden hunwel weJerora
„ gegeven ; doch zij moestenze voortaan van Holland ter leen
„ ontvangen. De gift van ^mjklredamme , aan Jan Persyn te
„ voren gedaan, wer^k door de Heren van Amstel ^ beves^
„ tigd. Drie Ridders en negen" Knapen uit Holland^ en zeven
„ Ridders en vier Knapen uit tiet Stigt verbonden zig als
' „ borgen,, voor die Heren van Amstel , onder verbeurte
„ hunner goederen; doch bedorigfen, dat zo de Graav over-
„ leedt , zijn onmondige zoon of -deszel ven voogden geene
„ verandering in dit verdrag zouden 'mogen maken, voor óst
„ dezelve twintig jaren bereikt zou- hebben. Of liet .hij -ene
5> dog.
IJ dogtér na, die zig in dén-^gt fe^aF, dan zoü zulJrs ook
„ niet dan zes jar-en na haat huwelijk > mogen gefchied«n. '•
Doch alzo deze borgtogt den Grave nog niet voldeedt , ver-
bonden zig enige andere Heren, „ om den Grave tegen diö
^, van Amstel , zo dezen den zoen (chonden > op eigen ko?-»
„ ten , te fchepe of te paarde , te dienen j te weten Hendrik
5, VAN DE Lek j. met 25 mannen j WilleM van StïweNj
5, Herbaren van der Leede en GerArd van VEt2Éï^^ iöJer
>, met 20, Jan van der Leede met 15 > Dirk VaïJ Wassk-
^ naar en Hendrik Burggraav van Leijdeny iiectór jjööt'ioj
i, en dus allen met malkanderen met 120 manneb. '* Daar-
enboven beloofden de Hertog va^ Bfabant-en de GraVen van
Gelder pn Kleve^ de x^mstel^s niet te zullen-helpeii-, als zij den
zpèn renigen tijd fchenden mogten» Nu werdt- öytsbrecht ,
. die reeds in 1270 als 's Graven Raad bekend was, zO wél
als Woerden in die waardigheid erkend , en volgens het zeg*
gen van Mir^us, nevens anderen, tot Ridder van d< Ordeii
Van St. Jacób yerhéven* ::•'
GysBitÊcHt badt ook geeii gering deel in het vloekvörwant^
fchap tegens Graav Floris den Vi «n fehoon het'niet blijft j
dat hij in het gevangen hemen en den daar op- gevolgden
n\oord, de hand aan den Grave gèflagen heeft, fpeelde hij eg-
iéèr op dat treurtoneel , de verfcèijelijke rol van verrader. Want
de Graav onder voorwendzel van zeker gefchil te vereffenen
naar ÜtrecJa gelokt zijnde , nodigde hij hem de vogeljag^' met
landere Edelen te willen bijwonen. Floris was hier toe 'ter^t
Hond vaardig; en AmsteL bevolen hebbeiide vooruit té lij-i
' den , beloofde h^ hem op de 'hielen te zullen volgen. In *t af-
fcheidnemeft, bragt hém de. Graav, een* vollen Berjcemevjsr
toe, Sint Geenen minne genaatad, waar op AMSTEt' bêttheidt
deedt, en 'toen als éQh anderen JuöAs, de vloekgenote» va^
*s Graven komst ging verwittigen. .Waar hij na deze euvel*
daad gebleven is, en 'zijne dagen geëindigd heeft, blykt mee
geene zekerheid, noch ook of htót Waar zij, dat.'h]g:.otntrent
het jaar 1300 weder in bét land is gekomön, ao^ató l&iiwl-
P 4 • . gen
Sü»* AMSTEL VAM MYNDEN. AMSTELDAM.
gen beweren. Wag*, Vod. Hift. IL D, bh 397, 398.
UI. D. bL M. 14- 36. 39« <J2. öp. 77- 83.
AMSTEL VAN MYNDEN (AMELIS van),' werdt bij de
oprigting van den Hogen Raad in 'den jare 1582 in Holland^ in
'x ^dg-tf hare zittingen hebbende, doch federt de revohitie van
1795 afgefchafk, tot Raad daar van aangefteld. In 1584 was
hij w^ens de provintie van ütrecln modéx^ van de commis-
jQe, welke naar Frankrijk werdt gezonden, om de heerfchap-
pije dezer landen aan derzelver Koning aan te bieden. ■ ■ ■ '
Wag., Vod. Hifl. VIL D. bl. 451. VIU. D. bL 56.
AMSTEtDAM (ALARDUS van), wicrdt geboren in 't jaar
1494, in die zelvde ilad waar van hij de naam draagt. Men
vindt vanbem aangetekend, dat hij van zijn gcbdbrte af,
doofiagtig geweest was , waarom men hem in z^m jeugd deyi
EUe njoemde^ Daarentegen was hij wederom zeer vaardig van
ipraak; voorts bedreven in de Godgeleerdheid zijner eeiiwe, en
in de latijnfe en griekfe talen, uit welke hatfte hij den brief
▼an HiPPOioiATES aan DAMAOETus^in *t latijn keeft overgezet.
Men vindt ene. optelling van rijne godgeleerde, philofophifche
•n taalkundige werken in J, F, Foppens , BihU Belg. L 3».
Ook wordt hij gegist, de oüdftebefchrij ving der ftad Amjieldam
te hcbben.opgefteld. Nog heeft men van hem enigp verzep-^
en onder anderen een lo^edigt op Keizer Karel den V, ter
gcl^enheid dat deze vorst in augustus 1540, de Kapel der
Heilige Stede te Anfteldam bezogt, Verfcheiden van Alards
fchriften zijn gerigt tégens.de Lutherfchen, op- welke hij zo
zeer gebeten. was, dat hij niet gefchrocwnd heeft, hen,, zon-
der grond en tegen alle waarfchijnlijkheid aan, te befchulfli*
gen van voorbedagte brandöfgtinge in het Klooster van Su
Maria in de Nes te Amfteldam, Alard, die .te voren een
goed ged^lte vam zijnen Iqeftijd, te Keulen en Xq Leuven hadC
doorgebragt , fchijnt zig kort .na. d^n brand, wederppi na de
laatstgemelde ilad begeven te hebben, .daar hij in.'t j§ar .1544
overleden li^.^ in den oudetdpw van 50 jaren, en ^ de Fran^
. •. " , cis-
AMSTELDAM. (HERVICUS) GOANNES) 333
tókancr Klooster-Kerk aldaar begraven is. Bij heeft zijn*
Boeken, bij uiterften wil , gemaakt aan hetBui gei -Weeshuis te
Jmfteldam. — — Wagen. , B^chrijving van Amjhtd. 1. St»
Voórr. II. XI. ^U bL 191-195.
AMSTELDAM (HERVICUS van), mede reboortig vaft
'jé^ijieldam 9 wordt genoemd onder de voorn aan: fte Hefdelberg"
fche Godgeleerden, die in 't jaar 1479 gemagtigd weiden, onx
Dokcor Jan van Wezel, ciie te Mentz wegens ketteiije te regt
werdt gefield over het lluk der lere , te onderzoeken. Hij is
©ngetwijffeld de zelvde , die onder den -naam van Herwtch
Gysbertzoon, in den jare 1477, ^^or Burgemeester^n van.
jimfteldamy genodigd werdt, om de befticring van h&t Begijn^
hof te dier ftede op zig te nemen, . Wagen. ,. Belchr^^
van jémji, XL St. bl. 184.
AMSTELDAM (JOANNES vau;, heeft in 't laatst van d«
XlVde eeuw, in de ftad van zijnen naam, daar hij ook ge-
boren is, gebloeit. Hij was een leerling van Wessel vau
Gansfort, een Groninger^ die, terwijl men zijnen vriend Dok-
tor Jan van Wezel, dien fommigen met iiem verward, ea
voor een eii denzelvden perfoon gehouden hebben , te Mmz
■ te regt flelde, ook met db Inquiütie gedreigd werdt. En diC
was geenszins te verwonderen , alzo hij omtrent de opperhoofm
iigy.eid van- den Paus van Rome ^ de Mfj/e, de Jflaten, heE
.ongehuwde leven der Geestelijklieid , en ander;e punten , dingen
leerde , die velen niet verdragen konden. Voorts wa^ hij zo
bedreven in de talen en andere delen der Geleerdheid, dat hii|
den bijnaam van Lkk der Wereld verkreeg. Doch welke voiw
deriqgen onze jimjkldammr^ onder zulk een meestei gemaakt
hebbe , is onzes wetens nergens aangetekend. Alleenlijk vind?
men , dat hij na 't overlijden van Dr. Wessel , welk op den
4 oétober 1489, voorviel, enen brief aan den Klooster voogd
JBernard van Meppen gefchrcven heeft, waar in hij Wessel'«
gevoelen over 't bidden voor de levenden en doden , breedvoe-
riglijk voorftefd en verdedigd, ^en .vindt dezen brief, en
enige anderen, door Dr, Wessbl-, aan onzen jfimjleldammer,
V s ge-
234 AMSTELOAM. (NllvLAAS v^) AMYS.cfjAfeOB)
gcfchrcvcn , onder de Werjceii van Dr. Wesskl door Lüi-her ^
uitgegeven. Andere blijken der geleerdheid of bekwaamheid
van JoANNES VAN Amsteldan, zijn mij niet voorgekomen.
» Wagen., BefcJ;r. van jimjl. XI. Sl bl. 189* Brandt 5
Reform. LD. bl. 53^ 54, 55. _ •
• AMSTELDAM (NIKLAAS Van) , ttiede Un AmJieUamme^^
Van geboorte, heeft dit weet men onder 't ojizigt van twea,
bekende meesters in de Godgeleerdheid van dien tijd, Gerar-
i)us en Joannes, 24 ketterlijke (tellingen van zekeren Feü-
BAND weierlcgd." Hij was Baccalaureus in de Godgeleerdheid j.
en de opentlijke twistredening , waar in hij dit blijk zijner be-
Jcwaamheld gaf, werdt in *t jaar 1446 te Keüleii gehouden»
- " ■ Wag., Befchrrvan Amjl. XI. St. h\. 188*
AMYS (JAKOB), Predikant te Ter Nivfe op Walcheren in
ieeland, is geboren den 17 augustus 1664 te Mddelbvrg ; zijne
ondeis zijn geweest SERVAtius Amys, Koopman in geaielde
ftad en Francina Hoevers; zijri ene broeder Johanist:s is als
Predikant te Aagtekerke bve;leden , eft zijn andere ServatiüS
genaamd, zullen- wij -hier beneden vanfpreken*
' Na dat Jakob, het flof der triviale fcholen hadt doorge»
kropen, heeft hij verdere akademifdie kundigheden opgedaan
bij de \'oornr.amfte Hoogleraren welke als toen te Utreck aan^
wezig waren; vrzzr na hij Proponent zijnde geworden, den
23* april 1692 te TcrNeitfe als Predikant beroepen is, hebben*
de hij den tijd van ruim 41 jaren het dienstwerk des Hereii
bij deze gemeente, met veel ijver en liefde veriigt ,. wanneer
dé dood hem in 'f laatst van november 1738 in zijnen arbeid-
zamcn kring ontmoetende, zijnen verderen arbeid Haakte, na
69 jaren en rnim drie maanden geleefd te hebben.
* Jakob Amys, heeft drie vrouwen gehadt; bij zijne eerfle
Tanneke Blaser dogter van een Koopman te Vljsfivgen, heeft
hij geene kinderen nagelaten, ook niet bij zijne tweede Ma-
iiA Bouwman van eerlijke ouders te Veere herkomftig; doch
dfi derde Anna du Bon, dogter van den Kommis Generaal
vm Zeeland te Middelburg Jan du Bon, wa« vrugtbaarder ,
want
\
AMYS. (SZP>.yATIUS> 235
fwint zij baarde hem twee zoons en ene dogter, die Maria
genaamd, huwbaar zijnde, getrouwd is metJoiiAHNEs de Coo,'
Secretaris van Kapelle en Biefelingen in Zuidbeveland ; de beide
zoons JoHANNES cn Jakob Amys, oefFenden zi^ bij 't overlij-
den van den ouden man te Breda in de latijnfe taal, onder op*
zigt van den Reftor Montanüs; van hunne verdere lotgeval»
len is mij niets bekend ; doch het is niet oawaarfcloijnlijk , dat
een van beide die jongens zig in den hrijgsdienst heeft bege-
ven, doordien ik enen Heer Amys omftreeks het jaar 1760 als
Major of Lt. Kollonel van. de Kavallerij hebbe gekend, die
te Leeuwarden in guarnifoen lag, een fonderling mensch was,
en aldaar is overleden; zeker weet ik dat hij uit Zeeland zija
oirfprong trok. Boekz. , 1734. a, bl. 107-109. ".
AM YS <SERVATIUS) , Predikant te Kortgem^ op het eï-
land Walcheren in Zeelatid, was de oudfle broeder van Jako3
Amys, en is geboren te Middelburg in april 1658..
Na dat Servatius zijnen klasficken loopbaan in zijn vader-t
Had ten. einde was gerend, begaf hij zIg naar UtrechtTnn door
het onderwijs van de Hoogleraren vrjike zig aan die Akademie
bevonden , bekwaam gemaakt te wprden tot het dienstweik des
Heren, waar toe hij zig bad.t voorbefchikt; ppk dezen loop
volbragt hij naar wensch;, wierdt te Middelburg te rug ge?
keerd, voor het Klasfis van ïValcJieren, in ruimen gemoöüö
door de Broederen tot Proponent aangenomen , en vervolgen^
als Predikant in de gemeente van Kortgein op den 29 april
1697 ^oor zijnen broeder Johannes Amys Ei:an^eliedienaar
te Aagtekerke in den dienst bevestigd, alwaar hij den akker
des Heren heeft geploegd, en de kudde aan hqm toevertrouwd
met alle liefde en waakzaamheid- heeft gehoed, tot óp den
6 november 1739» wanneer hij oud en der dagen zat, na
80 jaren en 6 maanden ie hebben geleefd, ene kortllondigp
ziekte hem in de eeuwigheid door een zagte dood deed over-
gaan.
■ Servatius is tweemalen getrouwd geweest, zijn ^eerfte vrou»
we die bij den a^ oft^ber 1692- huwde, was Agatha Heek-
/
£3^ AmZV^EEÜ- ANASTAglliS.
jp)2Rs bij wicn hij een ïoon heeft verwekt^ Kor3»elis genaamd ^
die Brouwer op Kolijnsplaat is geweest ; zijn tweede vïo\xvf
was Adriana Voorwoude , waar bj^ drie zonen en twee dog-
ters heeft geteeld, doch die alle benevens derzelver moeder^
]ang voor 's mans dood, overleden zijnt ■ Boekz.^ 1739;
o. bl. i30-i3Si
AMZ WEER (DODO of DOEÖE van) , is géfproteh uit
een voorraam geflagt te Appingadam^ het welk den ftamnaani
tadt ontleend, van ene buurfchap niet verre van deze ftad ge-
legen. Door den tröuwlozen afval van den Gravè van Ren-
KENBERG iii 1580, wiérdt Amzweer benevens vele ' andefien,
dié der Staten en Princé partij toegedaan waren, gènoodzaaké
door de vlugt hun lëveii te redddn ; velen namen tmnnen wijk
ijaar Oostfriesland y dit deeJt Doede ook; en verbleef aldaar
tot op dë reduftie der provintié van Groningen, waar na hij in
het jaar 1595, wegens dé Chnmelandm^ lid der Gcdepiueerdë
Staten van dat gewest is geweast. Ook heeft onze zelvde inaiï;
indejardn ispSy I59ö, i597» Ï598, 1600, i6oï/ï6Ö2 en
1609, de pró^fintiale Sijnode van Stad en Laride^ als Kommie' ^
iaris politijk bijgewoond. Voorts was hij Burgemeester en Ou-
derling te Appmgadam , zijnde niet onwaaifchijnlijk gedorvèii
omtrent het jaar i(Sio. *s Mans fchriften, ten. tijde zyrier bal-
llngichap, en diar ha in de oude landtaal en in 't Jatijn uitge^
gaven, ftrekkén tot getuigen vin zijne kundigheid, en wordeii
nier en daar nog, doch zeldzaam gevonden, eil gretig gezogt.
—— Adami, Naamlijst der Predik, bl. 2i. 26" enz; E. HaiC-
KENROTH, Oostfr, Ootfpf. bl. 139. 269., 270.
- ANASTASIüS, bijgenaamd Velianüs, behoord onder het
getal der eerde onroomfche Predikantefn , in Gelderland. In de
verregaande twisten die 'er tusfchén de Retnörtftrantsn Qn Gere-
formeerden hebben plaats gevonden, worden dikwerf zyoe.lecr-
•ilellingen door de eeistgemelde'aatfgehaald,. om te -betogen^
dat hunne begrippen ten aanzien van d* zo berugte vijf^nU
'^Isfij geene nieuwigheden, maar reeds voor lange in Neder-
land geleerd zyn. De partij merkt hier op aan, dat het wel
waar
ANASTRO. (GASPAR o"). #37
^ar is, dat hij onder de tijtel van dqr %thm IBeötejr^cr eeu
boekje heeft gefchreven ,. het welk die Icre ("ebeen te begünitiT
gen; doch dat dit enkel was gefchied, om den Roomsgezin-
den ten aanzien van de grootfte dwalingen des Pausdoms do
ogen te openen, en. geenszins , oip hen tot de zuivere lerQ
(ier waarheid op te leiden; ook ftemden zij toe, dat hij daar
in het gevoelen der Remonjiranten ^ inzonderheid ten aanziea
van het leerftuk der Predestincaie en dat der vrije Wil ten klaar-
ften heeft voofgefteld en betoogd. Dan zij merken h'!er op
Éian, dat hij Rooms Priester is geweest, die -zijne Gezind-
heid alleen hadt verlaten, om de grootfte dwalingen die daar
in plaats vonden, en dat hij in den aanvang der Reformatie
alleen bij gebrek van anderen tot Leraar van de Gere'.br«?
meerde Belijdenis was toegelaten; voorts, dat het hem aan
pirdeel mangelde, om alles U'el te onderfcheiden , en hij ook
ten enemalen in vcrfchil Hukken oiibedreven was; verders,
dat hij niet beftendig was in den Godsdienst, doordien hj|
*door de Inquifitie gevangen zijnde genomen, zig tot enea
fchandelijken afval hadt laten .bewegen. Dat men wel dicndo
in acht te nemen , dat hij den Jöegtoijjcr niet hadt gefchrevQn,
ten tijde dat hij in dienst der Gereformeerde Kerk was , maar
na zijnen vlugt uit Nederland naar Straatsburg ; voorts voegen
?ij 'er bij, dat hij bijna zes jaren te Garderen hadt gepredikt,
toen hij door de Inquifitie 'm den kerker werdt gefmeten , ei?
dat hij zijnen Jöeotoijjcr in 1554 heeft uitgegeven; en nimmer
zeggen zij ^ zullen de Remonjirmten bewijzen , dat Anastasiu*
als Gereformeerd Predikant geleerd, of als afvallige gefchre^
ven heeft; doordien hij in zodanig geval ontwijffelbaar , gelijk
anderen , ia *t openbaar daai* over zou geftraft zijn geworden^j
-p— - Brandt, Hifi. der Reformatie, i D. bl. 16. S71'
ANASTRO (GASPAR n'), een Biskaayer v^n geboorte j
die veel fchade bij den koophandel geleden hadt , en eno
bankbreuk maajct^ van 20000 Guldens , liet zig door fijnen
landsman. Jan d'Isuncha, die te Ant'werpen woonde, door
grote beloften, bevestigd door Koning Filips eigen' hand, in
^ héfc
( •
tjar ANASTRO. (GASPAR d')
bet jaar 1562 overhalen, om Willem de I, Prinfe \^ Oranje;
van het leven te beroven. Anastro qgter zeer bevreesd, hade
eerst zijnen Boekhouder Antonio Kenaro , en toen deez' het
weigerde, enen anderen zijnen dienaar. Jan Jauregüi, jon-
geh'ng van 22 of 23 jaren , tot den moord aangezogt Jaure-
cui , fchoon hij zijn eigen leven verloren rekende, toonde zig
egter gehartigd , om 't fclielinftuk te ondernemen. Anastko
voorziet hem van een tafelboekje met enige gebedekens en ^^
loften, indien hij in 't leven bleve; ook van zeker gefchrift^-
uit 's Konings naam , der Wcüiouderfchap van Artwerpen gro-
te gimften belovende , indien zij hem heusfelijk handelde;
van welk gefchrift hij zig moest bedienen, ingeval hij gevan-^
gen raakte. De 18 maait een zondag-, was beftemd, om dit
bofeftuk uit te voeren; voor welken lijd Anastro, over^r«^-
ge naar Duinkerken geweken was. Jauregüi » hadt zig vrijdag
te voren, gcbiegt aan Antoni Timhbrman, enen Dominika-
ner Monnik , gewoon in ftüte Mis te doen in het hu's van
Anastro. Zelvs hadt hij hem zijn voornemen tegen den Prins
geopenbaard ; en de ^ionnik hadt het ftuk geprezen , mids het
niet uit eigenbaat, maar ter eere Gods, en ten dienfte des
Konings en des Vaderlands , ondernomen werdt. Voorts fterkte
hij hem, met de kwijtfchelding zijner zonden, en des zon*
dags daar aan, met het misbrood. Jauregüi dus gehartigd,
neemt den Prins- waar, zo als Jiij omringd van enen drom van
Edelen , van de middagmaaltijd opftond, en zig gelatende hem
een verzoekfchrift . te willen aanbieden , fchiet hij hem eea
pistoolkogel door 't hoofd, die onder 't r^e oor inging, -en
door 't gehemelt^ des monds, beneden 't flinke kakebeen uit-
kwam. De daad was nauwelijks gefchiei, of den moorder
wieidt door enigen die den Prins verzelden, met verfcheiden©
rapierllekcn gegriefd, en door de hellebardiers voorts afge-
maakt. De Prins bedwelmt door den fchoot, dagt gelijk hij
naderhand verhaald heeft, dat 'er een ftuk -van 't gebouw ih-
ftortte. Terftond hier op viel hij in zwigm, waar op het ge»
rugt van zijnen -dood zig reeds verfprcidde; nogtiians bekwam
hij kort hier na wederom , en herflelde eerlang geheel. Vk-
KERO
ANOHLUS (N.) «39
fftÉRiShen den Monnik Timmerman wierden voorts hier op in
hegtenis genopien , eri ontvingen loon naar werk. Anastro ,
fchoon zijne beteuterdheid op de reiz?, en dat hij eren trom-
.fla^er j die hem van Duinkerken naai Grevelingen geleiden zou,
jn plaats van enen dukaat, wel dertig dubbele Spaanfe pisto-
letten vereerde , hem in kwaad vermoeden gebragt hadt , ge-
raakte nogtharns op ene voor hem gelukkige wijze, bij^den
Hertog VAN Parma te Doornik ; daar hij wanende den Prinfe
gefnipiiveld te zijn, gelijk de eerfce gcrugtpn liepen, zig open-
lijk van 't aanftigten dezes moords beroemde. PARm zelv*
iiet zig door hem bepraten, om aan verfcheiden' (leden van
Braband^ Baanderen en Holland te fchrijvcn, dat het nu tijd
was om zig met den Koning te verzoenen. Hij en Anastro
vaardigden ook brieven af, aan enige bijzondere perfonen ; in
alle welke brieven , het omkomen van den Prins werdt vastge^
fteld; dat ook buiten lands, enen tijd lang geloofd werdt» .
Doch elk verfoeide den gruwclijken aanflag, en niemand toon-
de zig gezind tot wankelen, ^nastro zogt federt zijn heul
aan 't hof van Spanje , ^hvaar hij enige vrienden , doch ook
aijiie vijanden hadt, en niet, of zeer bezwaarlijk daagde. *
- Van. Meteren, fol. 107. enz. Hooft, Ned, Hijl.
fol. 814, 815 en 116. BoR, NederL OorU Col. 15- enz. Wag.,
Vod. Hifi. Vn. ER bl. 438-442-
ANCHILUS (N.), een Kos^tfchilder, geboren te Antw^pen
in 1688, onbekend bij wien hij het fchilderen geleerd heeft,
doch waar van men mèt zekerheid kan zeggen, dat hij een
kondig meester is geweest, in het taferelen van moderne ge*
zeifchappen. Hij reisde in 1719 naar Londen y doch maakte 'er
in de ecrfte agt jaren van zijn verblijf weinig opgang, dan dooi
noesten ijver en onvermoeiden arbeid, zeilde hij het hoekje te
boven. Inzonderheid won hij de gunst der Engelfchen, door
de manier van Teniers , met wiens konst zij veel op hebben , ^
zeer natuurlijk na te bootzen. Ook fchilderds. hij Engelfe
marktgezigten , met een drom van boeien en boerinnen^ alles
,; .: ge-
/
«4» ANCHILÜS CS.^
gorege't naar de wijze der Engeljche landaart, rittende d#
vromven te paard , aan wcerzydcn voorzien met een mande ^
daar ze haar te markt brengende waren in te koop veilen ;
en de mans op wagens, met óxie en vier paarden befpannen.
De Konstfchilder van Grol getuigd, dat hij te Landen zijnde,
(lukken van dien aart van onzen Anchilus heeft gezien , oofc
boer^czelfchappcn, d\Q ryk en geestig van ordonnantie wa-
ren en kunftig gcfchilderd. Hij kieeg gelegenheid om in ken-
nis met den Ridder Robbert Walpole te geraken, die jiem
tot eep RGcd Mecenas veiftrekto, en hem vier Hukken naar
Snydeus, gedoflfeerd met beelden van Rubbens, in 't klein
gaf te copiêeren , dit bragt hij naar genoegen ten uitvoer^
-De originelen waren kapitale ftukken, verbeeldende de vier
markten xmBrusfel, namelijk de vleesch-, vis-,^vo^I-en fruit-
markt, ook behoorden die Walpole in eigendom toe. Be-
halven de manier van Teniers, wist onze Schilder ook die van
Watteau natuurlijk te volgen. Dan wat is 'er onbeftendiger al*
een mensch? dit bleek volledig ten aanzien van onzen ksh
cHiLus , want op zekeren avond met enige zijner confratci-s ia
een herberg zittende te pooijen , raakten zij aan *t kouten
over Rome en derzelver uitmuntende kunst-oudheden ; hij be-
nevens twee andeae Schilders, bekroop hier op zo warm de lust
óm die met eigen ogen te aanfchouwen, dat zij een verdiag
aangingen, om met malkanderen binnen drie dagen naar Ramt.
te vertrekken , ook bjnnen het jaar te rug te reizen , op ver-
beurte van tien guinies tot laste van die genen , die zijn va*
bintenis brak, alvorens den bepaalden öjd vcriheken was;
20 gezeid zo gedaan , men toog op reis , en maakte zo veel
fpoed als mooglijk was ; doch Anchilus wierdt op w^ ziek ,
en nam de reis naar de eeuwigheid aan, alvorens zij nog te
Lions waren gekomen ; zijne reisgenoten volvoerden egter hun
voornemen. Deze fchielijke onderneming en dodelijk* ver»
hindering, viel voor in 1733 > toen hij 45 jaren bercPvt hadt.
m J. VAN GooL, Nknm Schouwburg dn Kmstjchilders^
O. D. bL 138*
ANDALA. (RUARDÜS) ttft
ANDALA (RÜARDUS), geboren den 3 januarg 166$ , in
fcet dorp Burgwerd in Friesland; hadt tot vader Gerlof Rüirds,
en moeder Truyke of Geertje Wigles ; brave, eerlijke, doch
weinig bezittende landlieden, welke zig, met de opkomilen ener
boerderij geneerden, die zij in pagt bemeigerden. Onzen An-
DALA gaf reeds van zijne tederfte jeugd af, blijken van een
vernuftig verfland ; want door zijne ouderen op de dorpfchool
gezonden, iheefde hij wel dra alle zijne mede-Ieerlingen la
het lezen, fchrijven en rekenen voorbij; zo dat zijn meester,
den kundigcn Kornelis Jelgers, buitengemeen veel van hem
hieldt ; ook trok hij de genegenheid van den Predikant van
't dorp, Gerardus Moda,* door zijnen ongemcnen ijver en
grote vorderingen in de grondbeginzelen van de waarheden
van den christeljjken Gereformeerden Godsdienst, zo dat de-
505 hem in de gunst van den Heer Tjaard van Avlva, Griet-
2nan van JVanferadeel aanbeval, 't welk voldoende was cm
dien edelmoedigen menfchenvriend te bewegen, den jongen
voor zijne .rekening te nemen, en hem vooreerst op ajne
kosten bet onderwijs op de latijnfe fcholen te Bolsward te
doen genieten, waar na hij hem verder heeft voortgezet; en
het genoegen genoten, van zijnen befchermeling de hoogde
post te zien beklimmen, waar toe hij koste geraken ; die zulks
ook altoos met de toegenegenfte dankbaarheid, heeft beanO
woord. De lage fcholen te Bolsward, met ene ongemene vlug-
tigheid doorlopen zynde, ging hij ruim 14 jaren oud, na de
Hogefchool te Franeker, en wierdt aldaar in feptembcr 1679
als Student aangenomen. In het hebreeuws oefFende hij
zig onder den groten taaikenner Rhenferix, en in 't griek^
pnder Profesfor Blakcard , en maakte binnen kort ongemene
vorderingen in de kennis van beide die talen. De oude en
latere Gefchiedenisfen , benevens de Romeinfche Oudheden ,
werden hem door den ervarenen Perizoniüs geleraart, terwijl
hij tefiêns het onderwijs in de Kerkelijke Gefchiedenisfen van
Profesfor J. a Mauck genoot, en in zyne Godgeleerde bc»
oefeningen, den groten Cabip. Vitringa tot leidsman hadt.
Na zig gedurende negen jaren in alle de wetenfchappén ge-
I. De EU Q oef-
1^ ANPAU, (RUAPPÜS)
•
ósfifend te hebban , die een bekwaam Leraar "kunnen vormen ^
%t\ jiitiisfchen dQ Hogefcholen van Utreck en jUifden bezogt
hpbbsnde I deedt hij met grote lof zijn examen als Kandidaat
^On U i"'y 1688, en wierdthem ten zelvcn dage het beroep
4n vIq gemeente te ^hm^j opgedragen; van waar hij. na ver-
IWP Vftn ruim twee Jaren, op den ii november 1690 m de
|)lopijende gemeente te Makkum, wicrdt beroepen; daar hij
:|jaauwlijkfi vijf jaren met alle getrouwi^eid dan post van Le-
raar in alle derzelver betrekkingen hebbende, waargenomen ,
^Q ^oepflemme volgde, é\n hem op den 4 aijgL.stus 1695 te
'BoUward begeerde , van welke post hij' naar verloop van zes
jai^ wcrdt afgelost, doordien hij op den 18 fcbruarij 1701,
tot Hoogleraar in de Wijsbegeerte te Frmeker werdt aange-
•ft^ld, in plaats van den overledenen Joh. Schotanus, en
Op den 4 november 1712, door de dood van Nikl. GunTrr
LERUS de leerdoel in de Godgeleerdheid beklom. Plij huwde
• li^t melj 1695 , met Katrina Stegenhuis , weduwe van den
Koopman Viriüs Lolckes to Makkum , en heeft geene kinderen
bij haar verwekt. In 1722^ ilond onze ANDALA'ene zware
ziekte ój^r, die hem ene benaauwdheid op de borst agter
lietj, welke hem tot op zijn dood toe is bijgebleven, die op
den ia feptcmber 1727 voorviel, toen hij den ouderdom v^n
(Sa jaren hadt bereikt
• Aotala wordt geroeind een man geweest te z^:, van een
teer nedrigcn inborst, gemeenzaam in zijne vorkering , en
^erpligtende; buitengemeen werkzakm en ijverende voor de
tegtzinnigheid van de aangenomene lere der • Gereformeerde
Kerk, Hij ftondt als 'een gcharnasd Krijgsman ojp ite muren
van Sion, o^n die genen welke dezelve maar -t minst aanviel,
dapperlijk door de wapenen zijner tAvistfchriften , te keer te
gaan. Balt. Bekker zijn fijstema van geen duivelen lailger
toe te laten, is hij met alle die hevigheid aangevallen, welke
kenfchetft'jn , dat onze Hoogleraar wel degelijk aan duive'en
en rpcoken geloofde; ook liet hij geene gelegenheid oritflfppen,
cm te^^ens de l^er van Cartesius te ieveren. Zeer vele vér-
har.deüngen en werken heeft hij iü \ licht gegeven , waar
/ - on-
V
ANDLA. (GODFRIED)" ANDLO. (PIETER van) 243
i
onder v^Ie twist^ en wederlegfchriften , als tegens Leibwitz,
Clericus, Deurhof, Gulichius, Bekker enz., welke men
alle opgeteld vindt, bij E. L. Vriemoet, Jthen. Frif. pag.
734-73 7* Zie ook H. Vewema, Oratio f un. in obitzéi R. An-
DALA. 1727. '
ANDLA (GODFRIED), geboren te Ried in Friesland, al-
waar hij ook Pastoor is geweest, was afkomflig uit een zeer
aanzienlijk geflagt. Reeds bedaagd zijnde, verwisfelde hij zijn
wereldlijk in een geestelijk kleed, begaf zig in het Klooster
te Lidlum, en werdt om zijn deugdzaam leven, tot opzigter
over de Kerk te Berlikum bevorderd. Vervolgens als 14de
Abt van Lidhm gewijd zijnde, herftelde hij de Kerk aldaar,
die deerlijk door een felle brand was geteisterd geworden.
/Het gebeurde nu, dat de Monniken van Ludingq Kerken van
'Bloemkampy die tot de Schieringer partij behoorden, daar hij de
zijde (Jer Fetkopers was toegedaan, de wapenen tegens hem
opgevat hadden aan hun hoofd ene Sjerp Adelen hebbende ,
hier op wierf hij niet zonder grote kosten een partij krggs-
volk ; dan alvorens 'er gebruik van te maken , wilde hij zagt
en vreedzaam van aart zijnde, de weg van bemiddeling be-
proeven; zulks gelukte ook door de tusfchenkom?t van goede
mannen , en het gefchil werdt vereffend. Kort hier na over-
leed hij in *t jaar 1347. ^— Schotaütus, Friesf, Gefch, bj.
175, 17Ö. ;
ANDLO (PIETER van) is een verficrde naam, waar on»
der enige aanhangers van Cartesius, of waarfchijnjijker een
van hun dat een Nederlander was, zig fchuil hield, om zig
te verzetten tegens de verhandeling der Groninger Hooglei'aar
Sam. Maresius, getijteld: de ^bufu PhUofophice Cartefiance vf-
tanto in rebus Theologicis (^ fidei in 1670 uitgegeven, i&n in-
gerigt, om aan de Protestantfe Kerken Jhet tafereel yan onhei-
len te vertonen , 't welk men naar zijne gedagten , voorde regt>
zinnigheid te vrezen hadt, indien men gedoogde, dat de gevoe-
lens van Cartesius uit de fchole der Wijsbegeerte, in die der
Codgeleerdheid overging. Weinige maanden hier na Jkwam
Q 2 '«:
%44 ANDREAE. (GAJUS)
^ een gefchrift uit, tot opfchrift voerende: Pbtm ab Andm^
JU , Batavi , fpecimm cor^iOationis Disfirt. de abufu PUlofophic
O^fiijiona; dan nimmer zag men ene wederl^fng, die vin-
niger en met fcherper pen gefchreven was , wordende daar in
Maresivs op ene verregaande onheiifche wijze behandeld,
poch zijne partij bl^ hem niets fchuidig; de vergramde Ma-
UStCs , gaf fpocdi^ weder een gefchrift in 't h'^ht,^ onder deift
weaix) v^ VhuUcia veritatis, 't welk men ene coUeótw van
iwteringen en fcheldwoorden mag noemen, die h^ t^ens zij-
Hen onbekenden vijand uitbraakte ; hg noemt hem een Socini-
|an, e^n Spinofist^ een Godlozen, een Onchristen, een A-
thei$t, en gelijkfoprtige majfche titulatmren meer. Hier op
volgde weder e^n tcgenfchrift van AiroLp ^ dat meer fchertzend
en Q>ottende , d^n ernftig ws^ ; en waar in hij ten (lerkflen b^
weerde, Spinosa niet te kennen, of zijne gevoelens goed te
keuren. Dit gefchrift kwam Maresius den 19 december 1670
ter hand, en werdt met zo veel fpoeds beantwoord, dat het
teeds den 3 Januarg 167 1 yoUopId was. Bjtx in wierd enp
(onderlinge uitdrukking gevonden; zeggende onzen galrijken
Hoogleraar , dat hij dien Plug niet verder wilde antwoorden.,
tnaar zig in 't geheel niet onttrekken zou om tegens een eerlijk
jnan te fchrijven, die zijnen naam zou durven noemen en voor
^e vuist uitkcwien; hij hield ook prompt woord, w^nt hQ
ftireef geen enkele letter tegens het daar op volgende betoog
van Anolo ; en dus nam deze fcheldende penneftrijd een einde.
AlAKBSius heeft nimmer den regten man kunnen ontdekken;
eerst befchuldigde hij een fchoonzoon van Coccejus^ doch
vtrzogt dien naderhand om verfchoning, — Bayle, DiStên.
ANDREAE (GAJUS) , Predikant en Med. Doktor op Bth
imHüj is den 17 december 1657 geboren te Hitfum, een dorp
nabij Franêker gelegen. Na dat hij de triviale fcholen in die
ftad was doorgelopen, begaf hg zig tot derzelver hogere, en
bevlijtigde zig bovenal in de beoeffening der geleerde Talen
en Medecynen , tefftns ook de Profesforen in de Godgeleert-
|0td borende^ Op den 7 december lasz, worde hi| met de ge-
wo-
ANDREAE. GOAtfilM) »4f
irotte plegtigheid tot Doktor in de Medctójnfen "bevOTdard , M
ui vorens ene di^ertatie te hebben verdedigd» de Xiücuh S^
num è? Fejica; hier op begaf hij zig nog dit aelvdd JaW iö
den egt met Thamaba Reneman> ene dogter van DAmsi» Ri>
Keman Predikant te HarlingMy die h^ door zijn afllervQn na
een huwelijksverenfging van genoegzaam 52 jaren » als wedu^
we heeft nagelaten. Kort hier na bekroop hem dö lust om,8(g
'verder in de Godgeleertheid te bekwamen > dit gelukte ook SSQ
wel, dat hig na behoorlijk onderzoek in 16S7 ^ot het H. dienste
werk werdt toegelaten, en den 15 april 1694, ^^ ZieUind^ ais
Ftedikant naar Oostindiën wierdt aangenomens Hier den 5
maart 1695 aanlandende , werdt hij eerst geplaatst op OnimS^
en daar na op Batavia^ van waar hij menigmalen naar Stiiim*
' praas Westkust 9 Timor en andere gemcentenis tot de bediening der
H. Bondzegelen is verzonden. Den 4 februgrij 1705, nam hij
de terugreize naar het vaderland aan , en (lapte na bet door^
worftelen van een menigte angstvallige gevaren, behouden op
dB wal, den 31 oébober van *t zelvde jaar. Zijn ontflag v^a
Bewindhebbers verzogt en bekomen hebbende, gaf hij «ig over*
Cot een voorbeeldig en ilil leven ; afgetrokken van wereldfe»
gézelfchappen, voldeed hij aan zijn grote lust tot onderzoek
Tan velerleie kundigheden, en wel inzonderheid zig b^vören-?
de om het regte pad te bewandelen, dat na de Godzalighei4
kidt. Te midden dezer lofwaardige bezigheden, wierdt onzerx
Ga JUS ziek, en overleed aan het huis van zijnen zoon te Ho<
gebeintumy den 13 oftober 173Ö, in den ouderdom van omtrenl
79 jaren. — — Bockz.; 1737. fl. bh io8-iio,
ANDREAE (JOACHIM), geboren te Stfaüzmi In Pm^
meren^ kwam als Student te B-aneker^ den 8 feptember Id07f
maakte zig zodanig verdienflelijk door zijn onbelproken zeden
en vernuft, dat hij waardig gekeurd wierdt om den Vcrftorve-'
nen Hoogleraar Hendrik de Veno , als Profesfor in de sede-^
le&r en natuurkunde den 18 maart 161 3 9 op te volgen 1 waaf
bij nog den 24 jun^ 1615, de Profesfie in de r^;ten niet da
t^tel van Doktor gevo^ wierdt ; en het is aan j^oe deugd en
Q 3 ver*»
040 ANDREAE. CJOACHIM)
vernuft, gevoegd bij zijn huwclijks-geluk, (fchrgft de beroem,
de ÜLR. HuBER, in Aujpicia domefl, Orat. VI. pag, 216.) dat
hij op den 8 julij 1620, met de \raardigheid van 'Raadsheer 'm
het Hof van Friesland wierdt bekleed,- waar van hij naderhand
Prefident of Eerfce Raad tot aan zijn dood toe is geweest ; ook
heeft hij zcdert bet jaar 1640, de post als Curator van 's Lands
Hc^fchool te Franeker waargenomen. En dat onze Joachim
Andreab niet alleen een geleerd man , maai* teffens ook een
'lecT beroemd en kundig Staatsman is geweest, blijkt, doordien
hij in vele gewigtige. bezendingen ten dienfte van het vac er-
land is gebruikt; als in 't jaar 1634, benevens de Heren Ha-
RiNXMA, DoTEMA, Samde, Jongstal en Schonemburg, in
's Hage, om de regten van den Friesfen Stadhouder , Graav
Hendrik van Nassau, tegens Frederik Hendrik, Prince van
Orarye , bij Hun Hoog Mogenden te verdedigen ; doch de kragt
van redenen die de Heer Andreae , en de overigen van het
Gezantfchap, hier toe te werk (lelden, konden niet opwegen
tegens de magt van genoemden Prinfe; want deze werdt door
hen , die dagelijks gunden van hem ontvingen of nog wag-
tende. waren, geraden en opgezet, om niets toe te gsven;
dus moest Graav Hendrik, als de minstvermogende toegeven.
Om den ftildand van wapenen, welke in 1635? tusfchen Zwe-
den en Polen ten ein/e liep, te doen vernieuwen, gefchiedde
ene bezending derwaarts van wegens Hunne Hoog Mogenden ,
welke bekleed werden door Rochus van den Honaart', eerde
Raad in den Hogen Rade, Andries Bikker, Bmgemeester
van Amfteldam^ en onzen Andreae, aan wicn het .gelukte,
het bedand voor 26 jaren te verlengen. In 164$, werdt hij
weder benevens Ger ard Schaap, Burgemeester van ^m/ïeldom,
en Albert Sonk, Oudburgemeester en Hoofdfchout Xt Hoorn ^
naar Denemarken afgevaardigd , om ware 't mooglijk , de vrede
tusfchen Benemarken en Zweden te bewerken, en te gelijk bij
Koning Christiaan aan te houden, op de herdelling der be-*
zwaarnisfen over 't verhogen van den Zondfchen tol , welke zij
op den voet van *t eifverdrag in 1644 gefloten, moesten tiag-
ten te brengen. Onze Andreae was mede een lid in/t 'aar
AK'DkEAË. (toiJiAS) int
3t55Jt, Van die grote Staatsvqrgadöring in V Ilagèk Oildör da
Staatsbedrijven van dezen bekwamen man , behoort nog^ dd vJiji
dien hij bij Htia-Hoog Mpgenden aanwendde, om de glèiithil^
Men^ dijö in Embdm^ tusfchsn de Régöring én dön feoüongt
Fairs, als Kommandant van de Lunenburgfe TttiupSis ^ In Oo^t*
friesland y ontftaan waren, door hun gezag én invloed ttllt ^%ti
weg tè ruimen» Op de memorie tot dien einde door htól Iti
1666 ingeleverd jtverdt ene bezending naar Otistfri^ilónd ^*
. zoifeen.^ welke dèn aan haar betrouwden last) ten göhOêgöÜ
van hunne meesters uitvoerde. Andreae, is twéeittaleü ge-
trouwd geweest; zijn eerfte vrouw was Aü^skie BukAiA^Ui
ene dogter van Poppe Burmania; de tweede Soi^HtA DB VeiU
wou , weduwe van Wttse van CammingA $ Erflüeci: Van
jAmelandy deze heeft hem tot in 't jaar 1^571 overleeft 5 en hij
zelve itierf den 11 meij 1655, is in de Jacobijner Kerk te
'Leeuwarden begraven, en heeft zoons nagelaten. — — E. L.'
Vriemoet*j Atrheni, Frlf. p. 184. L. v. AïtzeMA^ iÈaken Van
Staat en Owlog^ in folio II. D. bl. 16O* 233. 949. III» D»*
bi« 7- 5ö5« V. D. bL 673» 1075»
ANDREAË (TOBIAS) , Hoogleraar iii 'dé Géfchiédenlsfert
fen Griekfe taal te Groningen^ is. geboren te Bramfels \n 't
graavfchap Solms, den 19 augustus 1604. Zijn vader was Hof-
predikêr van den Gravé van Solms ; zijne moeder ene dogtef
van den beroemden Hoogleraar Piscator te Berhom* To-
bias leidde aldaar den grond zijner ftudien , oeffende zig ook
in de Wijsbegeerte , en giiig van daar de Sdholen té Bremm
bezoeken, van waar hij in 1628, naar zijnö geboorteplaats'
te rug keerde; en na een kort verblijf aldaar ^ Jeig naèr Gro-
ningen begaf, alwaar hij gedurende enigen tijd^ aan de flu-- ■
derende jeugd, lesfen in de, Vvijsbegeerte gaf, vervolgens
Preceptor wierdt van dé kinderen van Profesfor Alting, en
op deze zijne aanbeveling, van enen Poolfen Prins. In 1(534 '
werdt hij in plaats van Janus GebhAIidxjs tot Hoogleraar ïèdö*
Griekfe taal aangefteld, én wat liaterin de Gefchiedeiifsifen , en '
tefiens tot Bibllotekaris van de Hogefchool^ wiBlkft posten
Q4 ■ ^^
H4»/ ANDREAE. (t'OBlAS)
b'i} met alle vlijt en ijver waarnam, tot aan zlyn dood toé^'
welke voorviel op den 17 o^bcr 1675* Onze Akdriue, is
bekend voor een groot vriend en aanhanger van Caktesius;
ock werdt Claubergius door 2ijn toedoen, insgelijks tot die
denkwijze overgehaald; 't welk tot een juichende z^praal
voor die partg verftrtóte. Hij fchreef ook in 1653 t^n
Reviüs ; en beijverde zig in !t geven van lesfen in de Cartefi-
uanfe IVijsbegeme, zo lange als het zijne kragten cnigzint»
toelieten. ^ Fitm Prof. m Jcad. Grm. ff Ondmd. ^
ANDREAE (TOBIAS), Hoogleraar in de WysbQgeerte tü
t^ran^er^ was een broeders zoon van den voorgaanden, een
zoon van Willem Andreae, Apotheker en Diaken van de^r*
Stevens Kerk te Bremen, en van Rebekka Tideman, dogter van
LuDER TiDEBiAN, Bouwmcestcr van de zelvde Kerk. H§
wierdt den 11 augustus 1633 in genoemde ftad gelforen, vol-
hragt zijne eerde letteroeffeningen , deek te Bremen en deels
te Hèrbomj waar na hij de Hogefcholen van Duisimrg, Leij^
den en Groningen bezogt, daar hij zig zodanig bevlijtigde en
met ijver ftudeerde, dat met alle lof in 1659 teDuisburg tot
Doktor in de Wijsbegeerte en Medecynen gepromoveerd zijn-
de, hij drie jaren daar na aan die Hogefchool tot Profesfor fn
die laatfle wetenfchap wierdt aangefteld. ^In 1669 werdt hg
in die zelvde waardigheid aan het doorlugtig fchool vzn^sHer^
togenbosch beroepen, daar hij zig met grote bereidvaardigheid
naar toe begaf, doordien hij met gretigheid verlangde getuige
te zijn, van de bewerkingen van Lodewtk Bilsius, die met
ene bijzondere behendigheid de Ontleedkunde uitoefende, en
het geheim hadt gevonden , om de lijken voor bederf te bewa-
ren. Dan hij toefde hier niet lang, want Joachim Frence-
Lius, Hoogleraar in de Ontleedkunde en Mededjnen te Frane-
ker^ den 27 maart 1669 overleden zijnde, wierdt Andreae door
de Staten van Friesland aangefteld , om die opengevallen post to
vervullen; doch de akademifche Senaat kantte zig, om welke
redenen is my onbekend, t^ns dit beroep; Tobias regtveer-
digde z% voor de Gedeputeerde Staten , aan wien dit gefcbil
* ' . ter
ANDRE AS. (EMMERIK) 249
ter beflisTing was overgegeven; dan hoe het ook mag 2ijn, het
op hem gevallen beroep werdt om verfcheidenc redenen inge-
trokken ,1 waar van de voornaamfte was, dat men vreesde daaf
door verfchillen te verlevendigen , en procesfen van injurie tu»-
fchenhem, enden regtsgeleerden Gerh.Feltman ttGrofmgen^
te doen ontdaan. In 1674 begiftigde de Keurvorst van Sr«|.
denburg hem met een Hoogleraars-floel in de Medeqjnen tm
Frankfon aan dm Oder; en den 17 julij 1680 beriepen hem
de Curatoren van de Hogefchool te Franeker op nieuw tot Pro-
fesfor in de W^sbegeerte, in plaats van Abraham GulichiüSj
welke post hij op den 11 januarij 1681 aanvaardde, en gedu-
rende de vier jaren welke hij die waarnam, met enen warmem
ijver de Natuurkunde en andere beginzelen van Cartesii»
leraarde en verdedigde , zodanige van hem getuigd de Hoog-
leraar RuARDus Andala, eeu vinnig tegenftrever van Cartk-
8IUS zijne Wijsbegeerte , en Inzonderheid van zijne Natuurkun-
de. Hij ftierf te Franeker den 5 februarij 1685, en Jacobus
Rhenferdius heeft ene lijkreden over hem uitgefproken , doch
die nimmer door den druk is gemeen gemaakt. Men heeft van
hem twee latijnfe verhandelingen , over de ontleedkundfge
leerwijze van L. Bilsius en de manier om de lijken voor be-
derf te bewaren ; nog heeft hij in die zelvde taal ui^egeven :
Wijsgerige 'beoeffeningen betrekkelijk het vermogen van de kwade
Engelen op de menfcJielijke ligliamen; de !i23etoba:be Wtxdb van
Balth. Bekker, gaf aanleiding tot de vernieuwing van dit ge«
fchil. ■ JSa Lipjienf. 1683. P« ^70 &c. E. L. Vaifr
MOE-F, j^hen. FriJ, p. 602-605.
ANDREAS (EMMERIK) , de 36fte Abt van het vermaarJ
de Klooster van St. Michiely te jéntwerpeti^ van de Premonr
ftrantenfer orden, was een befchaafd man, voorzien van een
goed oirdeel en onbefproken van zeden; die zo langer geleoH
hadt, roem in zijne geestelijke beftiering, die flegts drie jaren
duurde, zou verworven hebben. Behalven zijne geestelijke
bezigheden, oeffende hij zig dagelijks gedurende enige uren
in de Godgeleerde ftiidien , en heeft in fchrift nagelaten : No*
Q 5 tfl-
450 ANDREAS. (KOllN.; ANDHEAS van OÖSTE^^RV-BIi
tat'onUm in pleraque totius dnni, ut £ƒ Ouauragejiim^ Evangelie.
(^ Eplstolas^ Partes IX, wordende dit boek van zijn eigen
hand gefchrvjven, en in een rood turkslederen band gebonden >,
bewaard in de boekerij dezer Abtdije. Hij ftierf in 't jaar
1590. — — Fr. SweéRTIi, jithen, Belg*
ANDREAS (KORNELIS) , geboortig van Étai^oten , èn Ör-
^nfst te Harlingen , heeft zig onder de Nederlandje Hiflorie-i'
fchüj vers enen naam gemaakt 5 door het aanhangzel *t welk'
hij op de Kronijk van Occo Scharlensis 'en Vlieterp heeft
gegeven, zijnde 't allereerst -in 1597 in folio gedrukt, en na-
derhand in 4to herdrukt. Suffridvs Petri hadt veel op met
deze Schrijvers ^ doch Ubbo E^:mius V.elt *er geen gunftig oir-
decl over; hij zegt nametijk, dat h2t Schrijvers zijn, zoiidcr
énigen naam of gezag, en wier ongeloofwaardigheid van zel-
ve in *t oog loopti Men kan. hier bijvoegen, dat ze zaken
Veihalen, die niet alledn wonderlijk en ongelooflijk fcliiinen^
maar ook dezuU:en, waar van mön bij de geloofwöardigflé
Schrijvdrs geen woord van vermeld vindt* Deze Akdreas
overleed te liarlingen in *t jaar 1589. — • Adr. Pars^
JSfaanirol der Batanfe en HoUandfê Schrijvers ^ bl. 71-73^
ANDREAS SYLVIÜS, een Monnik, èn naderhand Abt.
van Marchiennes ^ in het bisdom van Doornik, heeft oma-ent
de.i jare 1200 op verzoek van Petrus, Bisfchop van Arras^
eén kort begrip van de Gefchiedènisfen der Koningen van
Ftanhijky tot de Merovingiaanfe ftam behorende, gefchreven;
*t welk in 1633 te Doitai is gedrukt* Neg heeft hij gefchreven
twee boeken over de wonderwd:]:en van St. Rictrüda , door
de Schrijvers die het werk van Bollandus vervolgt Iiebben ^
gemeen gcmaalct. ■ Du Vin, BibL des Autheurs £cdefias*
tiques, XIILne Siècle*
ANDREAS VAN OOSTÉNRYK , zoon van Ferdinand,!
Giave van Tirol , broeder van Keizer Maximiliaan , was Kar-
dinaalder Roomfche Kerk. Hij werdt door zijnen neef den
Aartshertog Albertus in 15*98 uit den Elzas ontboden', ten
einde gedurende zijne afwezigheid, naar Spatye om zijne bruid
dö
V
ANDREAS VAN UTRECHT. ANDRE AS. (VALER.) 2^1
de Ii^ante Isabella Klara Eügenia af te halen , de land*
yöogdijfchap over de Nederlanden waar te nemen , wordendö
teffens Don Francisco de Mendoza Admirant van Arragm^^
als Bevelhebber over de Krijgsmagt aangefteld. Het eerflö
dat deze verrigte , was op bevel van Aj^dreas met zijn leger Ja
't land van Kleef te trekken; en, om zodanigen inval in 't
Duitfche Rijk, dat onzijdig was, enen fchoonfchijnenden glimp
te geven, werdt van de zijde der Spanjaarden uitgellrooid, daf^
zij dit land voor 't overrompelen der Staatfchen moesten be*
fchermen ; de gruwelijke moorderijen en plunderingen die h§
aldaar aanrigte , gaan aNe menfchelijkheid te boven. Doen
hij merkte dat de Duitfche Vorflen zig wapenden, om den loop
;zijner euveldaden te lluiten, fchroomde hij hun af te wagten^
maar keerde eensklaps met zijn leger naar de Nederlanden tq
rug; de Aartshertog Albertüs, tegen het einde van augustus
in de Nederlanden aangekomen zijnde, vondt zijnen oom Aj^
dreas en den Admirant onenig, elk van hun de voordelen,
in dezen jare behaald zig zelven, de fchade bij verfcheiden
gelegenheden geleden, elkandtren toefchrijvende. Mendoza
bleef egter in 't bewind, dan de Kardinaal Andreas verliet
deze landen, en kwam in ^t volgende jaar te Rom, daar hij
den 12 november 15,99 overleedt. — Van Meteren,
Nederl Hifi. h\. 410 &c. Wag., Vad. Hifi. IX. D. bl. 15.
45- Ö4-.
ANDREAS VAN UTRECHT, gebijnaamd naar zijne ge-
booiteplaats , was Monnik van de Beneditftijner Oi'den, vaa
de broederfchap van Glunij, in het Klooster. •S^pa/z/; .'f fw. Hij
fchreef in' de XVde eeuw verfcheidene godvrugtige Werken^
door Trithemiüs, Abt van genoemde Klooster opgeteld; en
ftierf in 1445. — — Valer. And. , BibL Belg,
.ANDREAS (VALERIUS), werdt geboren den 25 rovem-;
ber 1588 te Desfc, een vlekjn Braband. Hij leide den grond
zijner ftudienten dele in zijn vaderland onder Valeriüs HoN'
Tiüs, ten dele te Antwerpen onder Andreas Schoxtus; ea
wierdt in het hebreeuws onderwezen, door Johannes Ha-
jus, een Schots Jefiiit. In 1^12 werdt hij tot lïoof^le; nar in
de
ési
ANÖRIESSÈN. (ANDREAS)
de hebreeuwfe taal te Leuven beroepen, en leide zig ondei^
wglen ook met de borst toe , op de beoefifenfng der RegCsge«i
Icerdheid, waar in hl} in 162 1 de waardigheid van Doktot
Terkrecg, en hém in 1621 ook het Hoogléraarsambt in dié
wctenfchap wérdt opgedragen, én nog tien jaren later, tot
Bibliothekaris van die Hpgefchool werdt aangefteld. lüj heeft
veelvuldige werken in *t litht gögeven; onder anderen ook:
Bibliotheca Belgica, Waar van de tweede druk, onder de djteU
Biblktheca Belgica; de Belgis vüa fcriptisque claris , prandsfa
Tapographka totius Belgii feu Germanice infèrioris defcriptimei
Lovan. apud J. Zegers, 1643 in 4to. verre boven de eerlle,
^iet alleen om de vermeerderingen, die 'ér zijn bjjgevoegd^
maar ook om de nauwkeurige verbeteringen, is te kiezené
De eerfte druk is ili 1623 in 8vö. uitgegeven. Daarenboven
nog, beeft hij Petéi Nannii in artem poëticdm Horatii, commen^
tarius posêhumuSy die Iiij uit deszelvs openbare lesfen nage-
fchreven hadt , vervolgt en te Antwerpen op dd Plantijnfché
drukkerij gedrukt, uitgegeven in 1608. Hij is geftoryen in
1650. ■ F, SwEERTii, Ahen. Belg. pig. 697. Foppens^
Bibl Belg, p. II 47-1 149. Freytag, AmleSa litterariay p^
aö ,- 27. MoRHOviuS , L Polijk literar. C. XVIII. %. 36. pi
204. Tom. I. C. Saxi, Onmnast. literar. Pars IV. p. 153,
154. P. Marchand, DiOiofiaite. p. 100. Note. D ^ E, Dav;/
Clement, Bibliotk curieufe. Tom. V. p. 264-269. A. Pars^
Jtaamrol der Batavife en Hollmdjé Schrijvers, bl. 401*
ANDRIESSEN (ANDREAS), Predikant te Veere, een zoon
van Jacob Andriessen, is geboren in het jaar 1699; drfd
jiren heeft hij de gemeente van Rerl^werven in Schouwen, zgt
die van Steenbergen en 34 dié van Peere, toet de grootfte ijvet
cft trouwe als hunnen Euangelieherder, gediend en de kudde
daar van geweid; ook door derzelver uitgegevene fcbriften bij
dei Kerk van gants Nederland zig verdienflelijk gemaakt ; zo dat zü*
ncn naam in aandenkende zegening zal blijven. Hij ftierf döor
«n verval van kragtenden 11 januarij 1768 , in den ouderdom
van bijna 69 jaren^ Zijne in druk gegevene fehriften zijn : ftosr
tc#
ANDRIESSEN. QAeOB) asj
te^i^mu^ in bic&tmaat Mit^ i755- ^idgdubett&e «ftf|iGi»
ninscn. i75<5- Hiskia feranft/ fiencjen en danlibaar. 176R
Slanmerhiusen ober bt ^dxvbztijmins ban P. Datheen, ea
nog enige anderen, ' m Boekz.y 1768. fl. bl. 112,
ANDRIESSEN (JACOB) , de vader van Akdreas , is gpbo-
ren te Middelburg den 17 februarij 1Ö735 uit Andreas Aw-
DRiEssEN, Koopman en Burgerhopman in die ftad, en JoHABfi
NA DER Kindéren, dogter van Jacob der Kinderen en Ma*
RiA van Audenaarde, welke met zes kinderen te Geraam»
lergen in Flaanderetiy wonende, van daar naar Mddelburg ws^
ren komen vlugten, om de geweldenarijen van de Roomsgtf-
zinden te ontwijken. Jacob in iijne vaderftad het onderw^
in de latijnfe fcholen genoten hebbende, werdt vervolgens
naar Franeker gezonden, daar hij van het onderwijs der Hoog-
leraretirPERizoNius, RoëL, Schotanus en Rhenferd in de
verfchillende wetenfchappen nuttig gebruik maakte, en van
daar naar Utreck ging, ten einde de Godgeleerde lesfcn van
de Profesforen Witsius eü van Halen te horen. In 1693
wierdt hij Proponent voor 't Klasfis van WalcJieren, en den 2t
februarij beroepen te Sclwondijke^ alwaar hij negen Jaren go*
ftaan hebbende, in 1703 riaar KoHjnsplate wierdt verplaatst;
vervolgens in 1705 tot Predikant te Goes aangefteld; en van.
daar op den 18 maart 1708 naar Vlisfingen beroepen, alwaar
hij met roem van giotc bekwaamheid, zijnen dienst heeft waarr
genomen, tot den 15 meij 1734, wanneer hij op z§n verzods
ontflagen werdt. Zederd verkoos hij een (lil en afgezonderd
leven, en ging met zijne huisvrouw te Jxel wonen, daar h^
zig tep enemalen aan letteroeHèningen overgaf, en aldaar in
1739 is geflorven, hebbende zijne vrouw hem nog enige jaren
overleefd.
Jacob Andriessen, is tweemalen getrouwd geweest; z§ne
eerfte vrouw huwde hi} den 28 februarij 1696, te Schoondijke
(laande , het was Adriana Saalders ene dpgter van den Heer
Jan Saalders te Middelburg; wipns grootvader, Joost Kor^
ITELissEN SAaj>£RS, geboortig vau TumJioutf zig in é&n aan-
/ .: vang
1^54 ANPRIE5SE;X. OPJ^IANKES)
^rang der Nederlandfe beroerten, van daar iM^even, en te Ji7</-
4dhurg badt nedergezet. Uic dit huwelijk verwekte h^ vier
Junderen , van weiken ene dogter is getrouwd geweest met een
Ocaindi/cJien Schipper van oer Gryppe genaamd , voorts een
xoon JoHANNEs , ecn jongeling van veel bekwaamheid, dio
ïroponent is gpftörven , en nog een tweede zoon Akdreas,
Predikant te Veere y waar van hier boven' is gemsld. Ten
twcdenmaje begaf hij zig in den egt, op den 26 lcbri:arij 1706
als Pretlikant te Gnes ftaand^, met Euzabeth de Waal^
dogter van Philip de Waal en Dika de Graav, hier bij
verwekte hij vcrfchcidene kinderen, waar van twc3 hem o-
verleeft hebben; namelijk Jacobus, die eerst in de Theologie
lieefc geftudecrt, doch naderhand Houtkoper te MiJdelburg is
geworden; de do, ter Dia'A Elizabeth, is getrouwd geweest
üjct KoRKELis VAN lOwAiPENiiouT , Burgemecster te y^el, ■
OoDEw.' Vpolymiiekt , Flisjingfclie Kerklieml^ bU %i6-zi9*
Boekz.y 1747. 6. bl. 192. .
. , ;ANDKIESSEN (JOHANNES), Vxtdlkznt x& Gm, em'
broeder van Jacob , is geboren te Middelburg,- den 12 fe-
taiarij 1682; tot den H. dienst voorbcfchikt, doorliep hij de
fciasfieke fcholen in zijn vaderflad; en volvoerde zijne fludien
aan het Hogefchool te Franeker , daar hij met een ichat van
verkregene geleertheid van dtfar naar huis keerde; den 28 junij
1703 tot Proponent wierdt bevorderd , en reeds op den 28 au-
gustus daar aan volgende te Airdenhurg wierdt beioepen ; daar
bij maar ruim twee jaren gedaan hebbende, op den 21 februa-
ï^ 1706 door ene voor hem liéflfelijke roepftemme naar Go«r-
werdt gelokt, alwaar hij op den 11 jiilij door zijn oudflen
broeder Jacoi in den predikdienst werdt bevestigd; en al-
daar is verbleven , onvermoeid volijverig in het werk d^ He»
ren bezig zijnde, tot op den 7 junij '1747, wanneer hij zag-
tclijk ontflicp in den ouderdom van 6s jaren en bijna 4 maan-
den ; de roem agtcrlatende , dkt de Goesfe^ gemeente tn^n ver-
flandigen leraar en trouwen herder, zijne ambtgenoten enea
vredelievenden medebroeder, de Elasfis.euen wijzen raadge-
ver^
\
ANDRIESSEN, QURRIAAN) ANDRINGA. ^55
tor, en ^Ljn gantfe huis enen tedevUevqnden en hartelijk ge-»
^liefden vadqr verloren hadden. • , '
JoiiANNES is getrouwd geweest met Korkelia Pieterwella
Brouwer , enige dogter van Niklaas Brouwer , voovi.acim
Kooiman, Oaderling en Schepen te Aardenhnrg\ en Apolló-
wiA NooRLAND. Bi] deze gczelürjie zijner jeugd, teelde hij
> 12 kinderen , die nogthans meest alle in den vroegen tijdkrhrg
van hun leven zijn overleden; behalveneen zoon, Niklaas
Andriessen, die hij tweemalen in den H. dienst heeft mogen
inzegenen, en zijne dogter Joiianna Andriessen, welke aaii
Augustus van der Sloot, Predikant te Homburg is getrouwd.
— -— Boekz,, 1747.^. hl. 192-20(5.
ANDRIESSEN (JURRIAAN), een uitmuntend Jongehng
te Amjieldani^ verkreeg in. 1766, den eerften eerprijs van de
Tekenfchool in di^ ftai, welke in 1758, het hoofd, na ene
lange kwijning, weder hadt begonnen op, te beuren, en op
' 't einde van i7ós> door de keuze van bekwame beftuuiders en
meesters, zo verre was gevorderd , datze op de gemaakte fchik-
.kingen dQ goedkeuring van Burgemeesteren verzogte^ en,be-
kwamen, mits de Tekenfchool bleef onder het opzigt van den
Burgemeester . Joj^as Witsen , die door het . Genootfchap -als .
hoofdbefluurder verkoren , zig des niet ontti-ok , maar gunftig
die post ter kunstbevordering aanvaardde. Behalven den eer-
prijs ,- verkreeg onze Andriessen . ecai open brief zijn lof en
bekwaamheid vevmeldende, met verlof om die aan lederen
oveial waar hij het nodig zou oirdelen, en ?ijne eer het vor-
dei de, te, vertonen. De bloei en aanwas dezer Kunstfcho^e
w^s zo groot, dat Burgemeesters en Thefauriers van Anifiel^
dam, als befchermers van alle nutte kunften en w^ctenfchap-
jp^riy eer 1766 ten einde gefnelt was, befloten aan de leden
. van dit Tekenfchool een Kamer te verlenen in het bènedenfte
gedeelte v^n het fladshuis, in plaatze van het veitiek hun
voorheen boven de Leijdfe, poort toegedaan, en tot hier toe
gebruikt. Fad. Hift..XXiy. D. bl, 44, 45.
ANDRINGA, is de n^am van' een voornaam geflagt,"dat
.In
«»
«j6 ANDRINGA^
in Umgeradeel^ In de provintie van Friesland j en in bec bijzon-i
der in de dorpen Akkrum en OUebom, van vr^ oude t^den
<md(^die na^m bekend; en in aanzien is geweest; zulks blijkt
onder anderen uit zekere befoignes in 1570, gehouden hq den
Raaflbheer Idzaro van Sickenga, gecommitteerd tot het fchou^
wen van den Leppendijk, en om bij die gel^nheid onderzode
IB doen, ten aanzien van het r^t dat deze en gene pretendeer-
de te hebben , om dien dijk te mm en het riet daar op groei*
jende af te fcheren; relaterende dien Heer» in zijne befaigneo
dienaangaande gehouden : ^ dat voor hem gecompareerd was
^ tp Qldeboomj, ICeympe Sjoerds, dewelke in zyne qlt. aan
M hem Kommisfaris hadde vertoond, zekeren ouden verzegel-
p, den brief gefchreven in 1477 op Bartholmeus dag (24aug.),
M door kragte van welke hij betoogde, in z^n qlL regt te
f^ hebben om te mogen enen den olden Leppendijk, van ^^^
9, dringa brugge tot aan Menfcher cleja^ daar voor hij gelijk zijn
„ voorzaten te voren houden moesten, dat ene Jet of gat, leg-
9^ gende benevens jfkkrumer-buuren dat men heet Andringa Iet;**
en dat zulks alles breder in voorfchreven oude bezegelde brie-
ven vermeld ftondt; waar uit men veilig meent te kunnea
befluiten, dat in den jare 1477 ^^^ ene brug en zeker gat
cmtrent Akhrtm^ genoemd wierdt na ^e fomilfe, en dat dua
die naam en dat gefla^ reeds een merkelijke tijd te voren , ;^I-
daar gebloeit heeft.
In bijzondere aantekeningen, welke men bij die familie
Vindt, werdt verhaalt, dat Gosse van Andringa in 1490 te
jMrtm gewoond hebbe, en dat die heeft nagelaten twee zo*
nen, Tjaard Gosses Andringa en Jorrft Gosses Axn>Rm-
GA, welke belde hunne vaste goederen hebben moeten aange«
ven, zo in Utingeradeel als Haskerland^ in het Register van
den Hertog iwt Saxen y in den jare 1511 gemaakt, terwijl d»
infteller van die aanmerkingen zig beroept op de ftukken , daar
van destijds voorhanden onder de publicque archfven van dre
provintie; voor het overige wordt gemeld, dat dozc Tjaard
Gosses Andringa, in den jare 1522, of reeds tevoren, gew
Weest zij Grietman van Utingeradeel^ en dat zulks geblijkt* uie
de
ANDRÏNGA. (lïOYTE van) (LüBBERTUS) :^sy
fêè Kronijk van Winsemius, fol. 464. Wij zullen ons voor
•het overige vergeno^n, met enigen der voornaamflen uic dit
talrijke geflagt, dat aan de aanzieniijkfle familien in Friesland,
ctpor huwelijken is vermaagfchapt, aan on^e lezers te (ioen
"kennen.
ANDRINGA (HOYTÈ van), is geboren in of omtrent
7530» want bij wordt duidelijk genoemd de vader van Tinco,
in zekere originele nog voorhanden zijnde Buile, of franc^n
,in de ladjnfe taal gefchreven, waar in uit naam van Paus
•Pius DEN IV» in het vierde jaar van zijn opperkerkelijk be-
4lier, en dus in 1560, dispenfatie wordt verleend, van het
naar Pausfelijke rogten onwettig voltrokken huwelijk , tusfchen
TiNCQ, VAN Andringa^ en Aef £nnes dc^r, die elkander ia
^n derden graad vaü affiniteit bedonden. ■ A* Ferwjbj^-
DA^ NeerL Gejl. en Wapenb. L D. itZS^
w
. ANDRINGA (JELLE van) , was eerst Secretaris van Wn-
geradeely en bij pverlijdfen van den Grietman FEYgim Tet-
hans, wqrdt bij in derzelver plaats op den % april i6pi , tot
Grietman over dat deel verkoren. Zijn eexfle vrouw Idskis
Regnaerda, ftierf den z april 16Q5, nalatende een zoon;
ten tweedenmale huwde hij aan Gerland van Qenema, bij
wien hij geqne kinderen heeft verwekt. Hij ftierf als Gede-
puteerde Staat van Friesland , den 30 feptember 161 2, en i&
benevens zijn eerfle vrouw in de £erk te Old^homi be^a\ei3#
' Ferwerda, (ds boven^
ANDRINGA (LIVIUS THEODORUS van) , geboren den
30 mejj i679f wierdt den^ maart 1698 Ontvanger der Flo-
reenrénthe Ih Friesland ^ en reffgneerdé die post in december
1744. IQ ftierf op zijn Landgoed Gfoot Herema onder den
dorpe Sweins, den 5 maart 1765, in den hoog gevorderden '
ouderdom van S6 jaren. Hij is het laatfte mannelijk oir van
dit geflagt geweest. ■ ■■ Ferwerda, Gejl. en Wapenb.
ANDRINGA (LÜBBERTUS van>, geboren den ft april
i656,.wierdt Grietman over Utmgenukd den 9 decemb. 1670;
Al^IUNGA. (REGNERUS va»)
l|u} (licof X>ngehuwd , als Gedeputeerde ^taac van Fneshmd^ de^
14 decen^bcr 1682, in den ouderdom va^n omtrent 27 jaren.
!■■■>■ Fs&WE&DA, GeJL en Wspenb.
ANPRINGA CREGNERUS van), is geboren in 1612,
trouwde in noven^ber 1639 tQfVolvega^ met Detje Lyckla-
MA A Js^rÊHOLT, ene dogter van Lubbert ?iERs Lycklam^
A NYfiHt>Lt» die in zijn eigen huis te Oldehokpadey 'm het Jaar
I6a7i door enige Sp^apfche foldaten, die ene ftroop in Fnes^
Umd waren komen doen, werdt dpodgcflagen. Regnbrus,
wierdt deh 25 junij 1640 Grietman van UHngenukUy en ftietf
als lid van de Provintialc Rekenkamer van Friesimdy den 10
ine^ 1671 ji in den ouderdom van 551 jaren; zijn genoemde
vrouw öyrjE Lycklama , tnj wien hij 7 kinderen heeft ver-
wekt, bereikte den ouderdom van 70 jaren, en flierf den 15
maart i^36. — — Ferwêeda, Wt^enlt.
AMÖRiNGA (REGNERUS van), kleinzoon van den vo-
rigen , en broeJcr van LiVrus , wierdt in de Lenm& geboren .
den 24 december 1674. Agttien jaren oud zijnde, verkcofs
mcai hem in 1692 tot Grietman van Lemfterland; hij refignecr-
de (teze post in 1741 , én ftierf aan de Lemmer, daar hij zijn
gcftadig vcrblgf hadt gekozen, den 25 augustus 1754 > m
den gezegcndcn ouderdom van 80 jaren ; die hg van zijnen
jeugdigen tijd af aan , in ene nuttige werkzaamheid heeft gp»
tet&n ; ^aar van zijn geboorteplaats de Lemmer namelijk , in*
zonderheid de vrugtcn heeft genoten , zijnde grotelijks; in blóel
tO^enomen, federt het beftier van dezen braven mannc,-die
door 't aanleggen van welgeregeWe veerfchuiten, postwagena
enz., heeft te wcge gebragt, dat niet alleen die van dminr
gen, maai* ook velen uit Friesland 9 doorgaans hunne reize naar
■ Aaafteldam^ over de Lemmer nemen, waar toe niet weinig hel-
pen, de rm;u5 en gemakkelijke vesrfchepen, die alle avonden
van d^ar , naar Aafleldam en te rug varen , en in welke , tot
een bewijs van het ^aazien des y^ers , de kajuiten dikwils diie
en vier weken voor óexi tijd, op welke zij yaren moeten,
bcfteld worden. Btómlv#n dat, Heeft èM^tmo^ io diitbanc
-^ ast
r • ' -w 0^
ANDRÏN6A. (TÖJCO VAK) - *. «^
zo*blcfeijend tfd Volkrijk vide , velerleije fabrijken en trafi-
'qtien, door zijne vrfendelijke begimftiging weten te lokken,-
allerlejje handwerken doen bloeijen; ineen woord, alles met
ijver 'bevorderd, wat deszelv:5 welvaart ten top koste doeii.
llijgéh ; zo dat zijnen naam tn feeiiwige dankerkentenis bij de.
inwoners van^ de Lemmer levende zal blieven. F^-
WERPA, Waperü). Teg. Jlaat van FriesL UL D. bl. 537.
ANDRINGA (TINCO van), is Volmagt ten Landsda:^'
van Frièslani geweest, onder de regering van Filips den II/
Koning van Spanje 9 eu diis ten tijde dat de Nederlandfe beroer-*
ten oilder het tijfannique bcftier van den bloeddorftfgen Alva
op het hóógile waren. lDat'hij,ih deze komraefIIjT;é dagen'
door zijne bondige advijfen, vóorzigtige raadgevingen en on-
bezweken trouwe, didiXi Friesland vdiU veel nut is geweest, blijkt
ten overvloede , "uit de Frïesfche Gefcjiiedfchr^jvers Winsemius"
en Schotanus; ook vindt men van hem en van Gósse van
Andri|ïga , op het jpr 1^72 melding gemaakt bij Joh. Ca-
jROLi , in zijn Comment» 'Se rebus Casp. a Rosles , de Frifid
gcstis; pag. "139. Hij is getrouwd geweest aan Aef Ennes'
dogter , bij 'wien hij vier kinderen beeft verwelvt. ■ ' " ■ Fer*
Werda , Gsjl. en Waperib. '. . - ^ .'
• ..>0.- . . ..•.', ' '
ANDBJNGA (TINCO van), Dijkgra^v van ^e coptrabüd«
Tan Hmwlwn&r. Oldephêari^ i^ufii amexis^ -heeft van den iarq
i6o5 tot 1607, zware proQ^wrengeliadt, i^gpn den Griet?
man Döuwe. ,Ji>EMAy dqwolke door flinkfe Jaiipörijp;j,. zijn
best deedC.h^m van het •.I>ijl^aavplaatSfte ontzetteiy ;
Fer WiRj>A , Qejl. en Wiapeiib.
ANDRlNöA (TINCO* van) , wierdt Grietman van IMige^
\radeel den il jannarij 1613. Hig tróuwde'in 1606, mee Syds».
KE Bennes Sjóerda, ene dogter van Benne Sicm'^jdERDA
en Jent Rintze, dogter van Itsma. Onze Tinco ftierf afe
lid van de pfovintiale Rekenkamer, den 14 febmaiij löip;
en zijn hulsvrouw den i december 1(^62, naWtónaè'drié
valideren. — — i FBRWBUyA, als hévéiu '• •' ' • -^"v
^ • . .. ^ . •• - .. .,
R 2 AN*
09 ANDIUNOA. ANFRIED of AUFRIED.
ANDMNGA (TINCO vah) , gptxmn den s decemb. 1643 i
vader van Livius en Regnerus, wierdc Grietman over Lemfter^
land in januasij 1666; trouwde den 9 augustus 1669, met
Earru vak Scheltinga , dogter van Damiel de Blqcq vilti
ScHiLTXNGA eu Martha Kinnema, bjj wien big 6 kindereq
boflft verwekt Tmco ftierf den 17 juli] lóSsi» destyds zynde
Raad ter Admiraliteit, en £ewindbebber vaix de Oastindifche
Kcwnpagnie; cm zijne huisvrouw was leeds omtrent n ja^ea
v^o^r» namelijk den 20 november 1671 overledep. ■
FtaWEaDA, Gejl. en Wap^h.
ANFRIED of AUFRIED, was ^e XVmde Bisfchop va»
Utrêckf een zoon van Lamber*^, Grave van Leuven 9 en Ge&*
berga 9 dogter van Karel , Hertog van Lotharingen. H^ was
rijk 9 en bezat een groot getal dorpen , landerijen en (leden
in Braband , 't welk de reden is^^, dat fommige oude Schrijvers
hem Grave \^n Braband hebben genoemd. Qnder veelvuldige
andere goederen meer , htj^ hij mede in eigendom het Graav*
fchap Hui 9 nu onder het Prinsdom Luik behorende^ en fchonk
deze fchone brok in 985 a^n den Bisfchop Notghrus, en de
Kerke van Luik , doende daar vjyi aflland in handen van Keir
zer Otto den IU, als me.ie van alle z^ne regtpn op dé
munt, tollen en andere prerogativen, hem toebehorende. Hij
huwde aan Hiuondb of* Hilswimdis» Oravinne van Strijen^
ene zeer godvrugtlge Princeslè, die, 'na dat ^ lange te fa-f
men door den echt verbonden geweest waren, zonder andere
kinderen, dan ene dogter Bsnedxcta genaamd, verwekt te
hebben, nevens hem befloot het wereldlijke in. een geestelijk
leven te verwisfelen. Om hier aan te voldoen, ftigtte zy in«
gevolge de raad van Aii^rieD| het Klooster van (mze lieve
Vrouwe , in het dorp V^^ b^ Mazeik , onder het bisdom vaQ
Luik , begaf zig daar in als Nonne nevens hare voornpemc^p
dogter, die de bpgiftiging van haie ouders gpedkeurde, en
daar van Abtdi^fe gewpest is. Ai^ried fchoot opk den gees*
celgken rok aan , (Kn wierdt WQinig tijds daar na to( B.isfchop
van Utreck verkoren, en na langen t|jd h^t bezitnemcn van
die waardigheid geweigerd te hebben , werdt hij verpligt die
- ' op
' ' ANÓELOi (DSORIÖ) ««
'%'p tövfel van vocM'melden Keizer Orn), door toedben van
den Luikjehen Bisfchop Notgerus te nanvaardeii, Sig£BBRT
Vam Gemblours, Albericus en de onbekende Lmkfchc Kro«
siijkfchrijver, roemen hem eenparig i\s een groot voorftandef
der geregtigheid , zo dat geene giften of inzigten in Haat wa-
ren » om hem van deugd en het nauwkeurig bedragt^n slji^er
pligten te verwijderen. Men geeft hem ock ie lof na, dac
•hij zijne redenen ingevolge de ftriktfte regels van bercheid«i>
held inrigte, en die in zijne dstgelijkfcbe verkering > altijd be*
fchéiden en vriendelijk^ doen: voorbeelden uit de H. Schrift
{getrokken y wist te zouten , waar door hij een ieders gen^n-
heid en liefde tot zig trok. Niet hng hadt hij den Bisfchop»
-pelijken floel bezeten , of hij fligtte het Benedihijntt KloosCor
Ie jinursfihrt, eerst Hohorst^ da^ na HeHigtbergy en laatfte»
Mjk Mariaasberg gehèteii; het welk den i8 november ioo5
plegtig wlèrdt ingiewijd. Kort vbor zijn* dood , en na dat b\j
door hogen ouderdom genoegzaam blind was geworden, trok
hij in genoemde klooster het monnikkenkleed aan, en bragt
aldaar zijn* overige levenstijd in de volkomenite (tigting èh
godvriigtigheid door; ter tijd ^oe, dat hij hét flerfelijké mei
het onfterifelijke Verwisfelde, *t welk bp den 3 ineij JOÖÖ
voorviel, Nièttegènilaandé zijne dogtér Benedicta» Abtdisfe
van Thoorrij haren vader té Éohorst in dé Abtdije wilde be-
graven hébben, kwamen de Utrechtenaars daar tcgéns op,
en hebben zijn lighaam naar hunne ftad vervoerd, èn iii di^
Domkerk aan de zuidzijde begraven. ■■ Cafiüoguc Jes M-
lés de Gembhurs. C. Butkens, Trophées de Brabani. Tom. L
jy'OvTïjmiiti^ Hift. de Fdlenctennes. Heda^ in Aisfrido. Ml»
jUEus, Tom. L ad diem 3 Majh
ANGELO (OSORIO), wérdt In 157? doot den Hertog
VAN Alva , als Bevelhebber met agt faandelen krijgsvolk naar
Flisjingen gpzonden, om die ftad tegens de ftroperijen der Geur
acn te beveiligen. Doch eer deze fnaken kwamen, ftookte
JAN VAN KüiKj Herc van £f^, die met de tijding van *t
verrasfen van den JStiel^ derwaards gekomen w»9 'c voljb^
tl 3 #i>
a62 ANGIANUS. ANGLICÜS. ANIANÜS.
onder de. hand op^ om ilg nu de yrljheid ti^y^zorgen> dit
ben door den Dwingeland nimmer gegund zou Ivorden ; en
ziet, hij.viiklt 20 veel gehoor, dat de Burgerij. .den 6 apiü
op de /been raakt, deifalfs bezetting die ALVji.iceds xe vo-
ren d^waarts hadt gezonden, ter. pootte uit;^eef« en bepaal*
de om de Spar^aards^ die.te.fchepe naderden, buicen te hou»
(lén. EoiK ook haar vertonende > <iat zij mee het verjagen der
bezetting/ zig reeds, in majefteltsfclmming vergrepen hadt , ver-
maandt ha^r 't werk niet ten halven te laten üeKen, maar de
fchepen van de flad te weren. Hi). hangt 'er bij^^ dat de Prins
met een i^r in aantogt was, om haar. te btifehermen, en
beweegt daar öp een uit den hoop , wien 't hoofd kroes- Houdt
van den drank , door een gefchenk van twee dalers , om 't ge*
fchut van de wallen los te branden op dB-^naiifcIie fche^n;
die zulk een welkomst niet verwagt hebbende, verbaasd haar
Mddilburg weken. ^ Wao. , Vod. Hifi. VI. D. bL 350.
ANGIANUS (JACOB), Ridder en beroemd Historiefchrg';.
ver, wa5 Here van Kestergat bij Brusfely 'm het hertogdoni
Braband^ èn leefde nog in 1460. Hij legt te Èrusfet begra-
ven bij de Karmeliten, onder een fraaije graftombe, dié teii
tijde van de beeldftormerij omver gehaald, en vernield wferdt^
maar naderhand vernieuwd is door des overledeneris neve,
Jacob Angianus , en door den geleerden Lipsius , met eea
fraaij opfchrift vereert. — . F. Swjsertii, jdthen, Belg.
ANGUCUS (MICHIEL) , van Bauvmt ia Henegouwen ge*
boortig, leefde in de XVIde eeuw; h^ was Hoogleraar in dq
Regten , en geen ongelukkig Digter. Men heeft- verfchei-
dene werken van zijn maakzel , als onder ajider^i ; De mur
tatione fiudiorum^ Lib. L Eclogarumy Lib. IF. ad Episcopitm
Farijievfem.' Eclogartm^ Lib. U. ad Lud. ViLLERIUM. Elegia
deprecatoria &c. ■ F. SwfSRTii, Jtien. Belg* Valer»
Andr., Biblioth. Belg.
ANIANüS, ook ARÏANÜS genoemd, was'van Scboojil/ö^
ven geboortig, Jeide zig ijverig toe 'op de Godgeleerdheid,
welke iü de i^ji geleraard wierdt; verkoos S^c kioDste^Ievcn ,
. •■- en
> i^EkL (kLAASj MnAv -'^i ^'
en wierdt Predikheer, of Döminikaner Monnik: ; lëMd fti die
hoedanigheid haar Engeland^ en -ferdgt het daar « vtee, ^«t
hij in 1149 tm Bisfchop vöm-^o/^i, in hét (Jfftisdbm Van
fTa/iw gelogen , wërdt verkoren ^ en tx)t die wdafcdl^d ingé. '
wijd, dóór den Bidfehop Vail Wmhestet; tot «gtf diöod tdé
bekleedde hij dtó-post, enévèrlecd in 1291^. '«i— i^ir^ R VJü»
Berküm, Éefchrijving van Sch(^9tihovén , bl. 45^r ^'"••"-" -
ANJOU C^eiio^ VAN) , zie ALENCON; ,' . ,
ANKER (KLAAS) Zeekapitein Jn dienst Vftii hétiKöHègïé .
ter Admiraliteit van hst Noorderkwartiév ^ was eca dap|)ir Mé«
tóan , voerende het fchtp de Eendragt van 44 ftpkk^n; h^ hath
rijkelijk zijn aandeel in 't vieesfeligk gevegt, dafi tusffchdndé
Hdlandfe en Engelfe vloten > op den- 4 augustus 1666 Voor-
viel , die noodlottige dag voor zo vele van de beroeöi^O'^ö*
lieden van dien tijd. De Admiraal Jan KoRWEi.is:j, Müffel, '
en onder zijn bGvdi de Zeekapiteinèn van hét NiMifdêrit^^^mier ï ^
beftreden met leeuwenmoed den Engel/en Vice«A(^ii*ital van '
den blaauwen vlag. In ^t jaar i$72 voérdé on^ K^é^-'Alc^-:
k£R het bev^l over *t fchip Aütmaar^ en bevoixit zi'g mede'
onder de vloot, die door den Staat tegens Eng^andxm Fmi^'» •
¥yk gebonden was; hij deelde duS medeinde ^>öBrïijkö óvör- "
winning op de Engelfen den 7 junij , vobr Swkbaaij bo«
haald. , G. Brandt en S. Genten, Hiji'i vaft EnJ^.-
hdzen. IL D. bh .248/ enz. .:.«..
• ANNA, Aartshettoginne van Ooitertiijk^ was dé dogtet Van
Keizer Maximiliaan, verloofde Bruid van KareI', Erfprins
van Spanjéiy eri niettegenifea^de daar na, door dwang In
1570, dé viÖde'^gtgenote Van den 'dwingeland Filips den II,
Koning van 9par^e, haren mot;derIijken oom. Dö tochmaligen
Paus verleende dispenfatié tot dit fchandig huwelijk ,* -waar van'
aan den Pièfident van 't Hof van Holland op den 28 j 'lij ken-
nis werdt gegeven , met bggev^d bèrigt, dat *s Koüiings ón- .
dertrouwde gemalin hare reize door Nederland' ch van ''daar
naar Spajye zoude voortzetten» Om den Hertog van Alva te
wille te zijn, werdt befloten, dat door de gezamentligke Land*
R 4 fchap«
^4 ANNA> Cwmtumu der NederlanSefu
fchapp^n, eeQ;gercbenk van fijne lijwaaten, voritel^k huisraad .
en tapijten met do wapenen der biyzondere provintien be/likc,
ter waarde van looooo kronen , op den 19 augustus wanneer
Anna te Ngmegm dagt te zijn , haar zou worden aangeboden , en
dat Hillqnd in die fom 28000 guldens voor zijn aandeel zou
dragen... ]Ufit groot genoegen werdt het eerfle lid van dac
voorftel aangehoord, en de Staten Boden gelast, naar Nijmegen:
te vertrekken, om aldaar jtot het verblijf van de 12 Afgevaar-
digden het nodige te verzorgen. Doch die van Holland aldaar
bg den Hertog, gehoor verleend zijnde , klaagden over het
tuim aandeel dat z^ in de to^flane fom van looooo kronen
^ moesten dragen; dan Al va bekreunde zig hier luttel over , en :
naar den aart der dwingeland^i , geen tegenfpraak willende
dulden, toonde zig misnoegd over die nauwgezetheid, zo als
hij het noemde, zeggende dat dit geen gewone bede, maar
een vrijwillige gift was, om daar mede de liefde die zij de ge-
malinne van hunnen Landheer toedroegen, te betonen. De
aangebodene gefchenken werden zo gunilig ontvangen , dat de
bijzondere Staten 'er federt, fchriftelijk , door den Hértoge^
en door den Koning zelve, voor bedankt wlerd^, Vzn Nij*
megen begaf zig dé Vorftin naar j^ntwerpetiy alwaar zij verzeld
van hare twee broed&s, AlberIus en Wengelaus, plegtig
werdt ingehaald; en in feptember daar op volgende, nam zij
de re.iz^ $an naar Spanje^ gaande van Bergenopzom naar Vlis^
Jingen^ en van daat met een vloot van 90 zeilen, waat onder
26 ootlpgfchepen , . onder bevel van den Grave van Bossu*
Na enen gelukkigen ovortogt, werdt het^huwelgk op den 12
Bovember te Segovia voltrokken; en volgens Strada overleed
Anna van Oostenryk in 15^3, in her prilfte van harejeugd»
— Hoofd, Ned. Hifi. fol. %i6. Waq.\ Vod. Hift. VU
i). bL 318.
ANNA, jgèboren Prinoes van Brunswijk Lunenburgy Kroon-
princesfevan Groet-Brittannieny oudfle dogter van Georgedek
II. Koi^ing van Engeland , is geboren den a november 1 709 ;
huwde den 25 maart 1734^ met^Wi^LEMKARiL Hendrik Frt$o
Piin-
ANNA^ Gimetnante der NèderUmd^ s^j»
Brlnce van Oratie en Nasjau , toen Stadhouder van Gelders-
land ^ Friesland y Groningen en Dretithe'y en naderhand bekend
onder den naam van Willem din. IV, toen hem in 1747 heü
Stadhouderfchap van het gantfe gemenebest werdt opgedragen.
In mcjj vertrok zjg met haren gemaal uit Engeland naar Leew
'warden ^^ gewone refidentleplaats der Friesfe Stadhouders; ea
beviel aldaar , na reeds te voren tweedogters gebaard teheb^
ben, die kort na derzelver geboorte (lierven, ep den 28 februar^.
1743 van ene dogtor, die Caroliiva genaamd werdt, en n*-.
derhand aan Karel Christlaan Prince van Nasjau Wisilburg is,
getrouwd. Hare twede dogter Amna genaamd, kwam insg&»
lijks te Leeuwarden ter wereld op den 15 feptember 1746»:
doch overleed reeds den 2 januarlj van het volgende jaar. Na.
dat in. meij 1747 den Prince haren gemaal door ene fonder-
linge omwenteling van zaken , tot Stadhouder van Holland en
der andere gewesten was aangeileld, verd-ok zij eerlang naar>
'sHagey om voortaan in navolging van de vorige Hollandfe
Stadhouders» aldaar haar verblijf te houden. In het laatst van
december dezes zelvden jaars, gaf zijne Hoogheid de Staten;
vsLTi Holland onder anderen kennis, dat. zijne gemalin zig
swanger bevondt, waar op de Staten bevel gaven om in alle
de. openbare Kerken God te bidden, „ dat hij hare Koning^
^ lijke Hoogheid , in haren gezegenden (laat , voorfpoedig
„ wilde doen voortgaan, haas ten zijnen tijde ene gelukkige
„ verlosfing gevende , ten beste van Land en Kerke " &c«'
Het duurde tot den 8 maart 1748 dat hare Hoogheid in heC
kraambed geraakte, en van enen mannelijken fpruit beviel , die
Graav tan Buuren genoemd werdt, en naderhand als 'Stadhou-
der onder de naam van Willem den V, zulk een wonder**
baarlijken rol heeft gefpeelt; voorts in december 1794, de
republijk vaarwel gczegt, en met zijn huisgezin naar Enge*
land is overgefloken.
Terftond na de dood van haren gemaal , die op den 22 oftcv
ber 1751 voorviel, kwam 'er ene bezendinge van 20 Hei*en
uil: de vergadering van de Staten van Holland om hare Kon.
Hoogheid den rouw te beklagen, en ingevolge de gemaakte
R ^ fchik-
.>
fchikkingen in ^ jiar i?47^ de» «ed af té nemen, ats Gous
iiernante en Voogdesfe van den mindörjarigcn Willem den V j
Rinfe awi Or»^e en iVq/aM en Erflladhondcr van Holland. Bé
aïgemene Staüwi deden omtrent twee uren !aier ene diergelijkci
bezending, der Princesfe als Gouvernante en Voogdesfe den
^èd afnemende, betrekkelijk de Gcneraliceits-Iandcn. De an*
derö gewesten en het landfchap Drenthe ^en ?t zelvde; zö
<lra zg kennis van 's Prinfen overlijden gekregen haddfeii; ëtt
cte regering fchikifc «g eerlang, op cfcn zelvden'voet, alÜMJ
4e reglementen op het Erfïladhouderfchap beraamd wis. •- •
• Een gantsch nieuwe loopbane van bezigheden en berooeijé*
jiisfen, bood zfg thans voor hare Kón. Öoogheid aan, om tö
bewandelen. Den 21 december 1752, nafe dezeVorftin zitting
» .f
in -den Raad van Stalen ; en nog dien- eigön dag vertoonde zij
aïg In de andere H<3*ge Vergaderingen; als met ^amé In did
der Gecommitteerde Raden , en begaf zig van daar naar dé vef-'
gaderplaats der Sföten Van Holland en U'^estfrlesland ^ .wzslt dë
ilaadpenfionaris Steii* haar uit naam van Hün Ed. Gr: -Mogen-
den meteen welgcpaste redevoering begroette, welke op èrtë
minzame wgze door haar beantwoord wérdt ; ^vaar na- zg eönf
plan overleverde , fkekkende tot reforme van het^ ihiHtaffé
wezen, als mode ten aanzien vèn derzëlvér kleding. De ver-'
wondering, dat de Gouvernante, reedfe bjj den aanvang' hiar»
il^uiirs, ais bij baar eerile verfdiijnii^g in Hollands rBxiézmli
Jóaonderheid het oog -fd^een gevestigd te hebben , op de Land*
mgt van den Staat, en het maken van hérvormingen' in de-
ictve, zal ras verdwignen, als men zig herinnert, datLooE-
WTK, Hert(^ van Bnms^vfjk, in 1750 in dienst van *t geinene-
Wst getreden , aangefteld was , om het algemeen opperbevel'
fe voeren over de Troupen vanden Staat, gedurende den &jè
rm 's Stadhouders mindcijaf igheld. Wat hg daaromtrent voor-^
ftelde, droeg de toeflemming van de Gouvernante weg, én-
■^at deze voorfloeg , kon niet misfen te behagen in de Staats-
tcrgaderingen zodanig als die toen gefteld waren. Hoe breed-
voerig ook en uitwerkt een ontwerp omtrent de Landmagt
werdt ingeleverd, en In alle zijne delen aanvaard, niettegén-
fiaan-
;
ANNA> Oouverfwae 4er Nedetlmdeh. a&j
ilfiandc *er een menigte gebreken in aanwezig waren ; zó hoor-
ie- men even weinig van. d€ Z^etnagt reppen , als of ons geme-
nebest dai^r geen het minfte belang bij hadt. In 1753 beflisjt>
te zij ook het gefchii tusfchen de Staten en het Hof van FHejr
land 9 over het (IraflFen van Militairen door den Burgerlijkea
Regter, ten nadele van de laatften; en geen wonder, ook,
-want dit vermeerderde haar gezag. Op aandrang Van Gelderland
en Overijsfely die zig docMr de wisfelvalligheid van den oor*
logskans', welke plaag in het jaar 1758 al nabij de grenzen van
ons gemenebest aan 't woeden was, in een haglijker toeftand
gebragt vondt dan enige der overige gewesten, zig bij haar
hadden vervoegd, verzoekende, om bij de overige Bondgeno*
ten, door hare tusfchenkomst te bewerken, dat zij in deze
ontwijffelbare gevaarlijke omftandigheden , door ene genoeg-
zame krijgsmagt, mogten gedekt worden; verfcheen de Gou»
ye^nante, den 7 junij 1758, ter vergadering van de Staten
van Holland y met een aanfpraak om vermeerdering van Lmd»
magt. Zij betuigde onder anderen: „ van de gegrondheid der
fy gevoelens van die beide gewesten overtuigd te zijn , en daC
^ zij die reeds drie jaien geleden, uit zig zei ven daar van
„ zigtbare blijken g^even hadt, niet onverfchiliig kon zijn^'
9, op een zo regtmatigen aanzoek, die zedert zo veel aan-
5, drangs gekregen hadt. Het een en ander hadt haar doea
^, befluiten, om bij het fcheiden der laatstgehouden vergade?
„ ringe, de meeste Afgevaardigden der (leden, over ditzQ aan^
„ gelegene zaak te onderhouden , en thans in de vergadering te
„ verfchijnen, om aldaar de dringende noodzaaklijkheid voor
„ ogen te houden, oip de Landmagt te vermeerderen, op den
„ voet door haar en den Raad van Staten in 1755 voorgefleld^
„ Nietom daar door deel te nemen in de onlusten , of te ligter
„ in dezelve ingewikkeld te worden; maar alleen om de een-
„ zijdigheid en onafhangelijkheid der republijk ce handhaven,
„ en tegen allen geweld te dekken. Zij achtte zig, zo uit
„ hoofde van de verpligting aan den Staat als aan zig zelven,
3, aan haar huis en aan de ge ede ingezetenen dezer landen ,
„ gehouden, dit voorftcl met allen ernst aasi te drirgen. liet
u ge-
"ÉtJS ANNA , Öouvemanie der kederlandek
^ gevaar was voot ogen , en niemand der Naburen , èn t^
y, logende Mogenheden , kon een ergdenken tegen die vennee!^
,j dering opvatten i vooral wanneer men deze met de oiidö
j, HoUandfche trouwe kon verzekeren, niets ande;s op 't oog
i, te hebbön, dan de eige veilighöid en ohaf bangelijkheid der
^ repiiblijk. En, gefield het werdt anders begrepen, zo was
;, het te noodzaaklijker, om het te vrezene onheil van zulke
jy ei gdenkende naburige Voriten , te vroeger af te weren. Nie-
„ mand der onderdanen van dit getnenebest zou kunnen wei-
„ geren, met enige geringe, lasten bezwaard té Tirorden, als
'„ dienende om hunne vrijheid en godsdienst, zo als de eer
5, van een vrijen Staat vorderde, onafhancelijk van het goed-
^ dunken van anderen te bewaren/' «Niets ^minder dan en^
vaardige en volledige toeflemming tot die vermeerdering, hadc
de Gouvernante zig vborgefleld. Velen , ja de meeste Staats*
leden hadden zig ook gereed getoond tot htt dmhel^en v^n
dien voorflag, doch zij ontmoette egter ook tegerfli evers J
weshalven zij , op den 23flen van die zelvde maand , zig ander-^
werf ter Staatsvergadeiing van Holland vervoegde, niet om
te herhalen 't gene zg voorheen gezegd hadt, maar het na»
der aan te dringen, dewijl in dien tusfchentijd, de omfhndig-
heden Van het gemenebest, in verfcheide opzigten, noghag»
lijker geworden waren : „ niet alleen de veiligheid, maar de
\y eer van d^n Staat vorderde, dat men defze zaak tot een
s, Qx)edig befluit bragt, en dat de leden die ongeteed wa*
i, ren, of nog niet bewilligd hadden, hoe eer hoe beter hun-
„ ne toeftemming verleenden. Moest zij " was ita veel aan-
drangs hare taal , „ bij aanhoudinge, met vele tegenflrevingei>
), blijven worflelen, dan zoii zij ten minflen die voldoening
,^, voor zig zelven genieten, dèt zo de republijk nu enig onge-
„ val , of daar na enige vermindering in haar gezag en aan-
i, zien , uit dezen hoofde zou mogen ontmoeten , het aati haar
„ niet te wijten zou adjn ; dewijl zi| , naar mate van den nood ,
^, niet hadc opgehouden toen het tijd was, te waarfchuwen ca
„ aan te manen. '* Een voorflag met zo treel ernst gedaan ^
inet zo veel ij vers herhaald en aangedrongen ,• komende uit de.i
moni
i^NNA , Gouvemantê der NsderUmibtu a^9'
üond ener Vorftinne diQzoveel invloed hadt, ontmoette cg-i.
ter wederfpraak, bij qnige Staajtsleden , die vreesden door het
toeftemmen , den Staat in dieper rampen te zullen ftorten ,
<|an men voorgaf d^t denzelven dreigden. De Regeerders van
Jmfteldam hadden geoirffeeld , over ene zaak van die aangele,
genheid, niet lo6 te moeten heen lopen, en enen uitvoerigen
«aadflag hunnen Afgevaardigden mede gegeven, om te doen.
zien, dat geen geest v^ tegenftreving hun bezielde; maar
jat zij wqlgpvestigde gronden hadden, om die vermeerdering
tan de hand te wijzen. Dit was ook van uitwerking , dat d^
vermeerdering van Landmagt, hoe llerk ook door de Gouver*
Bante begeerd, hoe ijverig door 4e Ridderfchap vcorgeftaan,
hoe zeer gevorderd door Gelderland, Utreck, Overijsfel en Stad
mi Lande f agter wege bleef; en bediende men zig van Hd"
kmds en Friesland weigering, om de langs hoe > hoger küm^
mende nood der Zeevaar dij9i ongeholpen te laten.
Ondanks alle vertogen der Staten bij het Engelfche Hof ge-
daan, bleven de zeeroverijen, gepaard met de daar bij ge«
ixrone, doch daar door niet min fmertlijke mishandelingen ,. aan*
houden. Bijzonder fchenen zij het thans uitermate ^muut
Ie hebben op den WestiTtdifchen hï^ndel.. Geen fchip in ver-f
denking vallende van op die kusten te varen , bleef onge-
moeid ,. onbeledigd of pnopgebragt; magtige en veelbeduidcnde
befcherming vorderde dé mishandelde zeevaart ^ doch moest -die
door de kwalijk begrepene handelwijzen van hare Koningl^ke
. Hoogheid en derzelver aanhangeren, derven. De Kooplieden
van Dordrechy Hotterdam en Amjleldam^ leverden' b]^ de Staten
hunne algemene en 20' zeer gegronde klagten in; ;erwijl die.
ter laatstgemelder ftode b^zonder belang hebbende in den han-
del op de JVestlndiinj een afzonderlijk breedvoerig ftuk ter ta%
fel bragten. De handeldrijvende ingezetenen van Westfrieslani
en het Noorderkwartier, als mede die van Friesland ^ hieven
foortgeüjke klagten aan* De Afgevaardigden der Kooplieden,
ycrvo^den zig^ ook bij de Gouvernante, met voordragt hun-
ner welg^onde bezwaren, baar medewerking verzoekende»
em t^n de zeeroverijen, de nodige maatrc^ls te beramen,,
•- .. en
87* ANNA, Couvmumie der Nederlamkn.
en de nadelige ondernemingen der Bngelfin, met nadruk tb
beletten, of te doen ophouden. Dat de;klagten der Kooplie-
den in jiing uitgeboefcmd op grond van waarheid fteundeu
Ipedt geen twijfiel, de lijsten van misljandelde en opgebragte
fchepen in de dagelijkfe nieuwspapieren fpraken ; men lochen-
de in Engeland die gfbeurtenisfen niet, fchoon ze veel ver*
tagt, geplooid, en in de gunftigfle vouw geflagen wierden, ont
het lijdig onregt, 20 veel mooglijk te vergoelijken. De Ge-
volmagtigden der Kooplieden te Amftekbm , befloten om de
fchade daar door aan de beurs hunner ftad to^ebragt, met'
de nodige' bewijzen geftaafd, Hunne Hoog Mogendcn en de
Gouvernante onder 't oog te brengen , welke laatsitgemelde in
haar eerfle gehoorverlening aan de Kooplieden, het aanwen-r
den van haren invloed, in de hoge Staatsvergaderfngen niot
alleen "beloofd ; maar toezegging gedaan hadr, van deswegeng
ene perfonele Remmflrantie aan het Hof van Engeland te zullen
laten Hoen; onder voorwaaide, dat men de nodige bewgzen,
óp welke die klagten (leunden, haar bezorgde. Zij bepaal-»
den zig tot Hollandfe fchepen te Amjieldam f huis horende , zon-
der van de Dordrecht/e, Rötterdamfe y of andere in dit ge-
west, noch ook van de Zeewwfe^ Fnesfe en Gronmgers^ to
l^n-eken. Dit gedenkftuk van de Engelfche zeeroverij gaf de
fchepen op, als mede door welk€ oorlogfchepen of kapers,
waar, wanneer, en hce zij genomen en mishandeld waren,
«et de vonnisfen daar over geveld, en bedondt uit drie lijsten.
Op de eerfte waren gebragt 21 fchepen, van Curacao en Sif, ,
EuftaUus komende, door de Engelen genomen en q)gebragt,
omtrent welke het nadeel 3,557,500 guldens beliep. De twe©^
de lijst behelsde 35 fchepen, 4ie naar de WèsHndlën gaande,
of van daar gezeild, een dergelijk lot van de Engel/en hadden
moeten ondergaan, en welker fchade 5,i44.,obo guldens be-
droeg. De derde bevatte de inhoud der verklaringen, van
100 fchepen, tot ene proeve van een ongelijk groter getal,
door de Engelfe 'kapers beftolen , beroofd , geplunderd , en
mishandeld ; men begrootte de fchade op 439» ^9^ gwldens;
W^ens Rotterdam wtrdt ene dergelijke li^^ o^^emaakt, .en de
feha.
ANNA , Gouvemme der Nèderlml^t. ^a^i
fthade der Rotterikmje fchepen, bojroeg 1,827,711 guldens. Ia
augiisitüs wer4en. de fchaden den ingezetenen van den Staat
:4opv d^ze z^efth^nnis coegebragt, op meer dan twaalf mlliocr
nen guldens berekend. WeIJK ene verbazende fcrnimc l en hop
.vermeerderend gi-oeit deze aan, als men 'er bijvoegt de nadq-
fcn der Asfuradeurs, de verarmirg der zeevaienden , en dp
volftrckte flilftand- veter handteiingen aan de fcheepvaaix
onaficheidelijk verbonden ! Ook kan het niet misfen , of zulks
^)aarde lustloosheid en kwijning aan den enen , en verdub.-
beling van het geroep, cmh herftel en befcherming, aan dea
anderen kant. De voornaamfte Kooplieden der twee grote
^landelfteden Amjleldam en Rotterdam zogten , 20 veel moogüjk,
^le nedergeflagenen op te beuren, en de- verbitterden tot b^
daren.te brengen, door de belofte om ten derdenmale, en ?p
dikwils het de nood zou vorderen, alles in *t werk teftellen^i
wat zij dienftigts oirdeelden tot bevordering van 't belang d^
handels. In de eerstgemelde ftad vergaderden zij dsgel^ks , ea
beraadflaagden om hunne vernieuwde klagten, gepaard met
den voordragt van de welgegronde vreze, voor een geheel vei;- ,
yal des waggelenden handels, bij Burgemeesteren in te die.-
nen , en derzelvcr medewei-king tot herftel te verzoeken. De
uit him midden Afgevaardigden ,. kregen oen gunftig gehoor; en
i^'elhaast befloten zij , na onderling overleg met de Kooplie-
ilcn van Dordrecht en Rotterdam^ voor de derde keer een pleg-
tig gezantfchap naar V Hage te zenden ; 't zelve beftond uit^dc
aanzienlgkfte Kooptteden der drie genaeldQ fteden , droeg iiion-
deliDg de vernieuwde klagten van den gedruktcn koophandel
en zeevaart, aan de eerfte Staatsdienaren voor, en kvcrden
op den 9 november, een vertoog over aan de Gouvernante^
hoofdzakelijk hier op ncderkomende.; „ Hare Koninglijke
„ Hoogheid hadt, op 't zien der laatst in^leverde lijsten van
fchaden , wel gelieven te verklaren , datze gi'oter waren dan
zij gedagt hadt, dat indien het zo voortging, het verderf
van 't vaderland daar uit te wagten was, en 'er tot tioost
bij te voegen, dat zij bijzonder belang hadt b^ dit yader^
^ land» en (^en and^. tr^erland erkende, d^A di( X^^,i
99
* - • - f »>
't wetk
„ 't welk zij voor haar eigen vaderland hadt aangenomen j daC
^ alj des wegen alle moogUjke zorge «m dragen, om niet aN
^ leen het gebeurde herileld te krijgen ; maar ook zodanige
',y middelen zou helpen beramen , als met de ere van het va«
y, derland, en het welzijn van den koophandel overeenkwa-»
y, men ; dat hare befcherming van den koophandel , niet flegts
„ Jh 'Woorden zou beftaan , maar in daden. l/Let dezen troosC
„ hadden zij hunne zenders mogen opbeuren ; doch thans het
^ ongenoegen om hare Kon. Hooglieid lastig te vallen met en&
^ lijst van 71 Hollandfe fchepen, ter waarde van dertien mii'
„ Hoenen Hollëndfe guldens, zints de tweede gehoorverlening»
^ door de Engelfchen genomen en cpgebragt. Van de toege^
4, zegde onderhandelingen en de daar uit gefchepte hope der
'„ fchavergoedinge , was nog niets gekomen; en moesten zij mec
de uiterfle aandoening en verfchuldigden eerb'ed zeggen,
dat de befcherming op welke zij hadden gehoopt ^ verre van
te vermeerderen dagelijks verminderde ; aangezien verfcheide
oorlogfcbepen , van derzelver reizen in de havens dezer
Landen te rug komende, onttakeld, afgedankt, en genoegd*
„ zaam geene andere in derzelver plaatze uitgerust wierden ,
„ dit bragt het water dagelijks langs hoe nader aan de lippen*
„ Zulke verregaande ondernemingen, konden niet nalaten,
„ een doodiijken krak aan den Koophandel in 't bijzonder, ea
„ aan 't Vaderland in 't algemeeov toe te brengen. Het ver-
„ loop was in alles zigtbaar ; en de naderende werkloze win-
y, ter , fpelde een ondraaglijken last voor Diakonien en Armen-
„ huizen. Dit alles bewoog hun tot het herhalen , en nader
„ aandringen der voorgaande verzoeken , om de medewerking
,, van hare Kon. Hoogheid , tot fpoedig herftel der geledene
3, fchaden, tot voorkoming van verdere, den handel geheel
„ verdervende nadelen.'*
Het antwoord dat hier op volgde , niettegenftaande in den
aanvang vrij bits, en van geen verwijt ontbloot, behelsde eg-
ter enige opbeuruig en moedgeving, komende op den volgen-
den zin uit: „ dat :dj zeer wel wist haar woord gegeven te
^ hebben, tót bevordering van de belatten der Kooplieden;.
9»
99
39
M
97
ANNA, CowemanU der Nedd^Umdem i73
'0 maar 't was aan haar niet te wijten , dat de zaken tot nog
„ toe niet van gedaante veranderd waren ; dat zij zeer aange-
^ daan was, over de fchade die de koophandel leedt, en de
„ nadelen daar door het vaderland overkomende; dat zij' bij
^ het Engelfche Hof, de fterkfte pogingen aangewend hadt en
3, nog aanwendde^ en reden hadt om te geloven hoe in dat
„ rijk wel ten voordele van de Republijk werdt gearbeid;
„ doch dat 'er zekere zaken, om herftcl in de2ien te beko*
,y men, van fchikkingen des Parlepents afhingen; enderhal-
ven de Kooplieden verzogt, nog vier of vijf weken geduld
te hebben; bijaldien 'er dangeene verandering kwam, zou
zij moeten betuigen gedupeerd te zijn door Jiet Engelfche Hof;
„ doch dat zij reden hadt, om zulks niet te geloven; dat 2;^
5, zo ras mooglijk , verflag van zaken zou laten doen , en be-
,, tuigde allen belang te nemen in 't welvaren van 't gemene-
„ best, van welks welwezen haar eigen belang, dat van hare
^, kinderen en huis, als mede haar achting af hing ; dat zg last
9> gegeven hadt, om dé fchepen naar Curacao en St. Eujiatius
„ te convoijeren, welk convoi de aldaar liggende fchepen zou
j, afhalen; dat zij eens en andermaal beloofd hadt, en nu ten
„ derdenmalen herhaalde, alle moóglijke pogingen te zullen
„ aanwenden, om in deze zaken te voorzien, en hoopte, dat
„ wanneer zij de Kooplieden ten vierdenmale weder ontmoet-
„ te, zulks in gelukkiger omftandigheden zijn mogt; bij her-
„ haling moest zij hun nogmaals verzekeren , dat zij altoos
„ zou zoeken te tonen, het welvaren van den koophandel bc*
„ fchouwd te hebben, als haar eigen belangen."
Hoe fchoon nu deze beloften ook in fchijn waren , het ver*
vullen daar van bleek eerlang* geen ernst te zijn; want na dat
bg opontbod uit *s Hagey een commislie van zes Kooplieden,
vier uit Amfteldami en twee uit Rotterdam, met allen fpoed zig
na die Hofplaats hadden begeven, en den 26 november ge-
hoor kregen bij de Gouvernante en haren Geheimraad de,
Larrey; alwaar hun het aflichrift van enen brie|e werdt ter
bandt gefield ^ door den Afgezant Hop aan den GrifBer Fagel
gefchieven, inhoudende een bèrigt van den (laat der onder^
L Deel. S ban-
.474. A^Ai Gowfffime iet Nedetlmkn,
^^od^lingen, tusfchcn het Engel/e Hof en Hunne Hoog Moe
IPWtel? pv?f iJe klagten d^n Kopph^del betreffende; kon
incn Jcla^rüjk bemerken , dat men geen ander voornemen hadt ,
^n jj?n Qm den tuin te leiden , en dat het Engelfe Gouver-
^W^^ geens^ts geneigt was, om grieven te herftellen, cf
4i^ yoor b^ït toekomftige uit den weg te ruimen. Zo dat da
Kopplioden gpdrongen wierden, op nieuw weikzaam te zijn,
9^ fe^lfid^n in deze nieuwe, benauwdheid, enige Afgevaardig-
^t\ xdl Amjleldam 'tn RfUerdam^ in het dorp^^p^, ene fa-
menkom^t, om tp overleggen., wat hun, ter voortzetting van
het Handelbelang en het belang óes Lands , zo nauw ^an elk»
and^ verknogt, te doen ilondt. Op die bijeenkomst, den
as novem^bei:, viel^het befluit der verdrukte. Handelaren j oni
PI> 9jeuw ene bezending naar *s Hage te fchikken, en t^n
yier40Qmale de nadrukkelijkfle vertogen te doen. £ne bezen-
ding | talrijker dan de voorgaande, en vermeerderd met daai;
aan toegevoegde Kooplieden uit Noordholland , die in^dezen
1 anjp een ruim aandeel hadden , w:erdt benoemd , om hare Ko-
ninglijke Hoogheid edn vertoog voor te houden en over te le-
vcireQi te Amjleldam opgefteld, waar in dezelven na ene voeg-;
Ujke Inleiding, afgeleid van de voorgaande vrugtloe» gedanQ
klagten, en ene wederl^ende ontleding van den trootlozen
brief des Afgezants Ho?, die niets dan uitjiel enj/ruunnemelijkei
voorwaarden bevatte, zig dus lieten horen: „ üw^ Koning-
in l^ke Hoogheid ziet uit alles kla^, dat bij het uitilel, ^t
»i w^lk de Handel nu federt meij heeft moeten ondergaan,
i, nog een onbepaalde geruimen tijd zal moeten gevoegd wor-t
tf den , eer men enig antwoord , men zwijgt iets voldoende ,
^ ontvange. Waar zal het in dien tijd, én naderhand, met
wr den koophandel en zeevaart heen ? eerst goede woorden
») op goede woorden, dan uitflel pp uitfbal, en eindelijk een
i^ voorfchiift van voorwaarden , waar aan de lijdende Koppliet-
,) <Jen niet konnen voldoen , en voor den handel in *t algeif
91 xnscn onaannemelijk. De Kooplieden hebben 't oog op het
,, onderfcheid, dat men in Engekmd wil maken, m^t opzigt
)> tot goeueiec , uit Barken of van Land geladen, als mede
■'-.-- » op
99
39
99
»
9»
99
1^ o|7 de mine van den handel en zeevaart, op de Oostzee
^en geheel Rusland, en op de vaart van de ene plaats In
^Frankrijk naar de andere. ■ ■ ". Dan, z^l *er aan de twee
grote oogmerken voldaan v/orden ; de zepm Gemsten kun-
nen dan niet meer onzijdig gehouden worden , zij zijn inge-
wikkeld m ó&xï oorlog , hun handel en zeevaart is bedor-
ven; de dagelijkfe ondervinding toont dit klaar, al zijn de'
woorden niet dan honig en zuiker. ■ ' ■ En men vleije
^ zig niet , dat het beter zou zijn , wanneer de Staat blinde-
^ ;lings in alle de maatregelen van Engeland tradt; dewijl de
gefchiedenisfen van vorige tijdperken leren, dat even to^^
wanneer de Staat op 't nauwst met Engeland verfcnogt was,.,
de fchepen van de onderdanen der Republijk op dezelvde
wijze behandeld wierden» en dat op den tgd,,wan.nj?er on-
ze troepen het Koningrijk' van Engeland , en alten weime-
nenden Britten y de hand boden, tot hunne verlosfinge van
y, de laattle zeer gevaarlijke rebellie, de fchade, door de En-
9, gelfen ajan onze fcheepvaart en handel toegebragt, op tien
,5 millioenèn Guldens begroot wierdt. . ■» Laat het uwc
„ Kon. Hoogheid dus niet vervelen, dat de Koophandel door
„ alle deze redenen geperst, en tot het ulterfte gebragt, zfg
„ wederom tot Hoogstdezelve kere, met herhaald verzoek, en
„ eerbiedigen aandrang, dat het uwe Kon. Hoogheid behage,
,i haar te helpen uit den dringenden nood. — Laten de
,. Kooplieden daarom de vrgh^id nemen, uwe Kon. Hoogheid
„ deze twee middelen voor te (tellen, welke de Koophandel,
„ met redeti , mag denken , van de uiterfte nutheid te zullen
„ wezefi.' Het aanwenden namelijk, van de allerkragtigftc
99 pogingen, tot het bewerken van herftel in Engeland^ tot
99 vfijgeving varf den zeer graten fchaty aldaar t^en rcgt en re-
5, den opgehouden wordende. En het verlanen van gemegza»
„ me hefcherming voor de zeevaart doof de gehele 'wereld, ■ ■ ' ■■■
„ Deze twee zaken , menen de Kooplieden , onder Qexhled ,
„ ten üiterften en op 't allerQ)oedig{te nodig te zijn,»om dien
,/ aanzienlijken fchat van den Handel, die in Engekmd ligt,
9^-eti d^I^ks aanwast 9 te herkrijgen; op dat met hulpe van
S 2 . 99 God
"^7^ f^l^A, G^ufvmmte der Nederlandetl,
ii Qcm almagtfg, voorgekomen worde, de rutnevan zo véi^
^, bravQ en eerlijke lieden, de ileunen van den Handel , weN
fi ket tar hun zo lief is , als hun leven ; welker Val onmid^
,, delijk na zig zal flepen , het verderf van alle handwerken^
II üianuftéhiren en ambngcen; en aan minvermogenden den
p allerbitterften honger en kommer, in den op handen zijnde '
,, winter , zal doen gevoelen. De eerfle bewijzen daar van
i, komen niet aan het Hoi van uwe Eontriglijke Hoogheid ,
), wij ondervinden het reeds; wat zal het in 't vervolg zijn?
„ Uwe Koninglijke Hoogheid gplove ons , het water is aan da
,, lippen, de ellende wordt dagelijks groter, en men zal in
„ ••€ kort buiten ftaat zijn , hoe genegen anderzints, aan den
,, Armen handreiking te doen. ■ Hoe noodzaaklijk en
^ gewigtig de goede uitflag van dit eerfle point voor den Han-
), del is, niet min dringende is de nood| öm de Kooplieden
^, het ty^de poin$ van hun verzoek too ^e ftaan; te weten,
i, getièegzéime befchermmg ^-eor de zeevaart door de gehele 'werelds
}, Oorlogfchepen , Mevrouw! zgn *er nodig om hun te be-
^, veiligdn, opdat men hier te lande niet verder geruïneerd
^, rake; op dat, wanneer de minzame handelingen, en de
^, grote beloften niet beantwoorden aan de verwagtinge , diq
,1 men nog ten goede voedt, de Republijk in fhat moge zijn ^
„ op hare eigene magt te vertrouwen; en dat wanneer al het
,, onze, *twelk in Mngekndis, verloren zal wezen, wij ons
„ zelv' kunnen helpen , en in ftaat zijn het geleden ongelijk
,> te wreken. ■ Laten de Kooplieden voor zig zelven ,
3, en voor allen, die van den Koophandel moeten leven, deze
„ voorzorg van uwe Koninglijke Hoogheid mogen afTmeken ;
,-, ftel hen in ftaat door Oorlogfchepen^ hun vaart en handel
„ gerust te kunnen voeren , laten z^ daar óp ftaat mogen ma^
„ ken , en van uwe Koninglijke Hoogheid , die het vooAaanh?
i, fte beftuur in de ftaatsfchikkingen der Republijk heeft, niet
„ weder verzonden worden na anderen; het hangt, vertrou-
„ wen ze , alleen van uwe Koninglijke Hoogheid af, hun te
„ helpen; het behoeft uwe Koninglijke Hoogheid maar één
9y woord tê kosten, om tot de nodige ftdi:ke toeiustipg. te doea .
' - . * bc-
5; teftüiteft; nletnafld, dte aé^vè tëgen^voÖHIé ta6 cfe Vftiri
$i'meerderfflg 'toLftndmagtof iets Émtershegt,^Bal ^ dftajf
^, verder tegeni&Uen; tfc minder^, bhi dat rtien wel n^ag vbl^
;^ (lellen, dat niemand der Leden v^n do Hog6 Ki^if)gé
•yy aan de noodzaaklijkhfeid vaU d9 hèfchehung tet ^e tw^fitltk
i, Wie van ^e Kooplieden iou ?ig verder durveh ifetólön^ In
-,, deze zaak van Staat? wie van hen «öu durveh IÜidër(t|Rfli
, ^ te befli^fen, of^de vü^er/kHr^ ti lande; eViSll fitidfg isi
^ als zy verzelterd zijn^ dat ene formidabere efüipi^ié Ut VM
,, is? niemand zal zo ftout zijm ' Dit menen zl^ êven«
j, wel onder eerbied^ en met dé tiiterfte Hoogachting, VÖCMt
^, de wijze raadsbeduiten dër Staten te mbgen teggeii^ d9t
i, wanneer de vermeerdering gefbhikt i$, om vröfcg of laat g^^
i, bruikt te worden aan dien kafit, daar de Republp, hU Een
), dert ZO' lang aangetast en beledigd is> met -name tot befi^r*
•), ming des Handels, men dezelve niet morgen^ tMï büèètïi
•)y wenst bedoten te zien^ wanneer dezelve dan gepaard güAti
y, met een genoegzaam getal Oorjogfchepen , dan U 'et middftl
5, over, -dat de Republijk fcn derzelver ge;tóg wedefOfti i\A
ij van öuds^ geëerd en ontzien wdtde: Hééft ehe Waiihopeti-
i, de drift, -Me vrouw en Kön. Princies! de Kooplieden tO ^f
i, verleid > vfcrgeef het hun^ zij fpreken voor VrouW, Voot
i, Kinderen^ Voor Vaderland en voor uw Vörftalijk Hui»*
i, 't Is ver van daar , dat zij de Republijk ih een CWljfftilagtl*
,^ gen oorlog tegen een magtig Koningrijk :iouden wiMen li^
^y wikkelen ; neen , zij verlangen niets dan ene zekere onsgij^
i, diglieidy en gelukkigen vr^öfe , te mogen genieten* Ziy wfri
„ tfen, dit de kans des oorlogs onzeker is} doch zulkS' rtóet
^, onder v^betering^ niet maken, dat men zfg te laat Ih Mtit
{lelie ^ als men zo verre onderdrukt is^ dat *ef g&en c^-^
komen meer gehoopt kan worden; -^— - En ^ Oïti te tonen f
^, Doorluchtige Vorftin! hoe verre de' Kooplieden, aan den
5, enen kant^ afzijn > om oorlog tegen hunne onderdnikker9
j, te willen ^ maar aan den anderen kant wensten i d^t de
^, RejJublijk dóor hare eigene inagt en niéuwe yerbintenijfe^
f^ Ui ia postuuir fieldé; om haren verderen c^nderg^ng to
8 J i, vcöj>
9>
9y
,, voorkomen» zo nemen :^ de nijheid nogmaals te. herhalen,
i) tgene zi| zo menigmaal v^x>rgedragpii hefafben^ dat naatn-
5^ lyk, ene aanzienlijke belending uie het midde» van Hunne
„ Hoog Mpgenden , naar j&is:«)fflM gedaan. ..worde, om bi> den
„ Koning van Groot'BriU(»4^% een fpoedtg en voldoenend herftd
jt te bewerken, en daar op ten fterkften aan te dringen, om
1^. eipdeljj^ ene volkomen ^^noegéening van de geledere fchade
,y, te erlangen. ■ Eu, wssöwöe dagtea, dat het zou ga.
^ l^en als of z^ de raadpfegtngen van hunnei'^wssttige Reger-
,, riqge wi^n. vooruitlopen ^.isDudeó zi} torens vooiilellen^
,^ dat *er: gelijkelgk met^ de bezending «naiar EngeUmdy verfchqi.
„ de jLonuQ^iien naar Ru^mii^ Spanj^y Zwedm eti-Dfsnemaxkeu
^ beilel^ wierden, om, bij een weigerend antwoord van het
„ Engelfe Boïy zig te kunnen verzekeren van de verbintenisr
99 fen, hulp en bijfland der gemelde Hovea,. om de allêen«>
j,, beerfching der Engel/en ter z^e met ons te helpen tegen-
9' gaan.** < ■ ■ ■ Deze aani^raak, van eni^ zo veel beteken
T^^ en dringenden inhoud , werdt niet voorgedragen met
de Koele onverfchHligheid eens Hedena;irs, dle^zighet fadaan^
delde ond^rw^rp luttel 2^nt^kt>.de .Heer yam djs Poll, het
woord v^K^ende, gaf, de ta^l van het hart iprekende, allen
Id&a aan. de, woorden, en 2|e<teeen bijzonderep \nadnik op
fpmmige ui^ukkingen, weU^e de bijidandets befpeuïdenj/dac
de CouvérBante trof. ■ ). j^ Haar antwoord was , in. den aan-
vange «ligzins op den Ouden toon geflemd; doch. klonk ycr-
volgen^itefker, en gaf te kennen, w^ar aan eigeBlijk de zaak
hii?g, de fteden van HoUmiy .die t^s^n de vermeerdering der
Lanérngtf. op. *t voetfpoor van Amft^dam z\g verklaard had-
den ^ moesten met namen de fchuld van alles dragen! Het ant-
woord y^n Hare Kon. ïïoogheid luidde: „ Dat zij met leeJ^
,, wezen > den tegenwoordigen flaat van den Kcsopbandel aan-
5> zag, en over denzelven niet minder aangedaan was daii
« iemand der Kooplie^n; doch het was haar tchuld niet,
,„ dat dezelve niet •moer befchermd ^ierdt,' dat aafl de Magi-
^ ftraten der üeden Doré-eck, Ibarleia^ y^mfieldmny Gouda ^
^ Rgttertiam en i^iWe., de.iedeu moesit toe^e&hi'evc^ .worden. ,
„ waai-
* f>
Anna, Óouénidnlti èsr Nderiaii^fk • é^'^
^ waarom de land^ en vseema^^ zig in g^n beterëli (bat be-
vonden » dat zij Gouvernante niet hadt opgehoudeii tt . ^h
5) ken , öm aan dé Kooplieden genoégön tfe geven v .iwaat Véö
ten blpe ftr&té zekere brief ^ door diEtn Koning van jfajfi
lardy haren Heer vader, aan haar gefchrëvèn; dW.z| -iBiil
derrigt was; dat dö Kollonél Yörkê verzogt hadc; dien «ïl^i
den morgen leen ihondgéfprèk mét Hunne Hoog.MogéfliicIt
te houden.^ c^ in ondérhandelinge tetredéii ovef disz&zÜak)
^, en dat zij hoopte dat zulks van ene geweiisté uitwertüng
y^ ZOU wezen.** Hiermede brak zij haar Ëlntwpord af, iü-het:
heengaan tia eén ander vertrek^ 'er bijvo^ndef. 4, ditt dl
() Kooph'edën; zulks goedvindende, Verder mét dim Hérd ht
f, Larbjey, hareh Geheimi*aad^ konden fprekéni'* — -• AllM
deed hen vermóedfen , dit hun vertoog ^ hoe èfcgtönd , heft n^*
drukiijk^ hoe hartroerend^ - in vragt gelijk zoo iHittn xoeC dé
Voorgaande aanfpraak ; ja > dat ziy het misooegdn vaa dd Qmi-
Vernante, door ene vrijere taal dan zij gewoon wte^ihoren*
jgiei wekt hebbende ^ van een nédere handeling mét dèn :€h^im*
iraad, tot welken zij verzonden wareoj ëvdn zojweinig. mog^
> ten verhopen; zig Trilden dit hpgthans niét önbqsroefd lanen 1
én verzogten gehoor bij den Heer öe LAÈRéVi Énige
Vaardigden uit dit aanzienUIjk ligjbaani van KoopHédÉti „ trad
Kie( hem in een omflandig gefprek., over de fmertélijké toe*
ftand van het gemenebest ; ovet het groot vcifchil tmtén dé
Vermeerdering der landmagt en de uitrusting der éorlof/chèpeni
hoé voor de eerjlé geenë dringend: redenen waren> die .?;eific^-
ftond noodzaaklijk maakten } maar zeer vele, én ailerdtt^gofidA
fte, voor de Uuéfte^ 't welk zij mét éen overwigt. van.bewij?
zen aandrolngen. De LaIirey gkf 'ér omtrent :het zslvde, o])
te houden als de Gouvernante gedaan h^dtj 't was^defcbuld^
van Hare Kon. Hoogheid niét, dat 'er geen bétöclling ktvaiHi
Zij drongen llerker aan ^ en. tóén vlo<^ de kat oit ds mouw;
want eindélgk kwam, 't zg in ene vlagc* van drol of verle-
genheid, of met opzet omi met ééns alies te zqggsn|;^bM ho^
gé woord 'ér uit : „ dat het voor de vrouwe ©ouvcrnar^iv
y, een poim ihamm was geworden^ om ia g^foe? 4#^^a .
üto ANNA 5 GouvemMte der NederUmdtn.
^, ter sei te bewilligen , zonder ene vermeerdering yan troupen
^ te land; en dat hij de Kcx)plfeden niet durfde vldyen» mee
^ de. wedergave der fchepen en goederen door de Engelfen ge-
„ nomen. ** Verbeeld u hoe den Kooplieden zulk een onge»
boorde febampere taal op 'l harte viel , zij namen m^ de diep-
fle verontwaardiging bezield , afTcheid van den Geheimraad , en*
vertrokken. ■' Met dit al van de deugdelijkheid hunn^
zaak ten -vollen overtuigd, en bewast van het aandeel , 't welk
't gehele volk in dezelve zou nemen, hadden aj de aanfpraak:
doen drukken, en werdc deze, zo ras ze gedaan was, in de
boekwinkels openlijk bij duizenden verkogt. Deze omftandig'»
beid vermeerderde het reeds gaande geworden en hooggetezea
misno^en der Gouvernante, die op den ii december ter vet^
gadering van Hun Hoog Mogenden verfchijnende, in den nieu-
wen voorflag over de noodzaakligkheid der vermeerdering van
de land- en zeemagt^ te verdaan gaf, met welk een oog zij die
bezending der Kooplieden aanzag ^ en hoe zq over de gedane
aanfpnuOc oirdeelde: „ die Bezending'* fprak zij, „ heeft be^
(laan in een aantal van veertig Kooplieden, niet minder op-
merking verdienende dan de aanfpraak , welke zij mij heb*
„ ben voorgelezen, en waar van een ruim getal van afdruk-
>, ken,. bij voorraad gedrukt, onmiddelijk alom is verfprcid
'„ geworden- Ik zal voor het tegenwoordige , daar op geene
„ aanmerking maken, dan alleen dat dezelve aanfpraak, niet
„ fchijnt ingerigt, om de aangevangene onderhandelingen met
„ Engeland gemaklijker te maken, of de Natie te bewegen
jj, tot gevoelens om een verdrag de voorkeur te geven aan ene
„ vredebreuk met die Kroon* " Wijders hadt zij in dezen voor-
flag verzogt, dat Hunne Hoog Mogenden, door hunne ern.
ftige en herhaalde pogingen, öm Holland ^ Zeeland en Friesland,
*tot de voorgeflagene vermeerdering van de landmagt en van
de uitrusting ter zee» die tot nog vrugtloos geweest waren , op
middelen bedagt geliefden te wezen, om hoe eer hoe beter
een einde daar aan te maken; deels om te voldoen aan do
ftefke en regtmatige aanzoeken van Gelderland y Utrecht, O-
yeripfel en S$ad en Lande; deels om te gemoet te komen, aan
het
9»
ANNA 9 öouMfUtnte der NederhmiUi . '" iS/
ftfct Vurig '^n gögrohd verlangen dei handcldr^veiidé ingezete*
nen dezer Landen, d!e niettegenftaande hunne bewustheid^
Van de aangpVangene onderhandelitigen, tusfchen Grm-BrittiÊt*
jt en Hunne Hoog Mogenden > al«^ med© van" hare byzonder
aangewende pogingen , voor de vierde keer haar- ©ne bez6n*i
ding hadden gedaan, om aan te dringen op enè aanmerkelijke
vermeerdering van 's Umds zeemagt^ 9, *t was thans** dus be^
floot zij ^ yi ifieer dan tijd c»n eeii einde te maken, aan do
3, raadplegingen over de voorgeflagene augmerautie te lande eH
,, equipagie ter zee , op welke beiden zij altoos op het kragtigst
^y 'gedrongen hadt, en zonder welke beiden zij, in gemoede
^y overreed was, dat de Staat aan alle onheil en gevaar^ za
i, voor het tegenwoordige als het toekomende, blootgefteU
5, was, en blijven zou*" ■ Een afTchrift van dit voorftel,
voor *t welk de Gouvernante dank van de meerderheid ont-
ving, begeleid van een brieve der algemene Staten ^ of. liever
van vier gewesten, werdt nog dien eigen dag aan de Staten
van Holland y Zeeland en FriipWanJ gezonden; deze brief was
geheel ingerigt tot onderlteuning en aandrang des voorflels,
*t welk genoegzaam zeiker dóór deze drie gewesten niet zou
aangenomen, en dus het Handelbelang daar aan opgeofferd
worden. ■ Uit het beloop van deze zaak, bl^kt ten klaar-
ilen , dat de Gouvernante de belangens van Engeland meerder
was toegedaan , dan van dat Land *t welk zij trouwe hadt ge*
zworen, en van 't welk zij en haar Huis al 't goede genoot;-
dat SuLJ de Nederlanders 'm 't algemeen en de Kooplieden In-
'C bijzonder, geen goed hart toedroeg; en dat zij in een woord,
om aan een hersfenfchimmig pdm dhonneur voldoening te g»-
ven, liever den gantfchen welvaart van Neerlands Koophandel
opofferde, dan de middelen bij der hand te nemen , om die te-
befchermen , en tot den vorigen bloei te helpen lierflellen.
Ons beftek laat niet toe, dan ter loops te gewagen van de.
eigendunkelijke handelwijs der Gouvernante, . bij 'c aanftellea
der nieuwe Regering te Haarlem 'm leptember 1758; noch vaa
't gefchil met die van Utrecht over 't plaatzen van ?• T* vau
BoKss£L£ ouder d? Geëligeerden in die provintie; of van haar;
S 5 \er-
Il8é ANNA, GmivemanU der Ntdertandèm
vergfedreveno geaaigbetDaingeii io Omi^fili veel liever fpoë^
den w$ ons « om een berigt van de laatile ziekte en dopd^i mits-
gp(derf een beknopte fchecs vin dq perfoon en het karakter vaii
deze VorftiOt aan onze lesns niede t^ delen ^ ea daar nwde dit
artikel te befluiten.
c Hare Kon» Hoogheid hadt rèecb verfdseidene jaren oh^é2(m4
van üghaam^geflel geweest, en duideljke bljgken kondigden
atn, dat waterzugt hare ho(^dkwaal was. Dit nam toe in
t laatst van 1758» en benauwde de biorst. al langs hoe njeer 1
aiettegenflalnde ook al wat de kunst van bd^wame Genees-
heren vermogt tt werk'werdt gefield» om haar verligting ea
vare 't mooglijk genezing toe te brengen, kost niets baten^
De verzwakking vermeerderde, van dag tot dag, en Was derr
9uite toenemen, dat men op den ii januari} i7S9» ieder
ogenblik, haar laatften le^/enfnilc vcrwagtte; Eén korte veiw
kwikkende ilaap fcheen een flauwe &raal van hope te geven ;
doch deze verdween 's avonds ten elf uren, wanneer het Hg^
haam afgemarteld door de gedurige pogingen. om dé nog wei^
2}1ge overgeblevene levensgeesten in bexveging te houden , zig
aliengskens ter ruste ibhiktè, en zij den jongilen levensadenr
uitblies, 49 jaren, 2 maanden en 10 dagen ond z^iiade. Bli
de opening van haar lighaam bevondtmen, dat een meer dao
gewone ongedeldheid vèrfcheidene. delen hadt aangegrepen ^^
en het dus te verwonderen was, dat i^ij haar, léven nog töt^
die hoogte hadde gebrdgt. — — Haar iteflijk deel gebalzemdk
al^de, werdt na de wijze der Vorften enige tyd op een pa^
Mdebcd ten toon gelegd, en was zes dagen lang voor elk zigt-
baar, wïiar na-het wierdt gekist, en op den 23 fehiniarij met
iteel ftaatfie en pragt naar Delft gevoerd , en aldaar bij haren
gemaal in de vorftelijke begraafplaats ter aarde beitelde
De gedaante van deze Vorftin was < eer lighaams ongemak-
ken de bevalligheden deden verdwijnen^ fehoon, haar wezen
minzaam, hare houding vorftelijk; buitengemeen vriendelijte;.
to^ns die genen vTclke zij met genoegen zag, doch ftuurs en
wrevelig ten aanzien van die welke zij niet mogte zetten ; men
zegt, dat zij zeer bezwaarlijk ene belediging vergaf, ook wordt
dd
i
4
ANNA VAN EGMOND. s^s$
és gezethéid op hare eens aangenomene begrippen, haar alg
^n öngunftige karaktertrek, toegefehreven. De godsdienftige
beginzels ha4:er moeder, die zo veel .werks van verftandigp
godsvrugt maakte, hadt ^ij vro^jdig ingezc^n; op kunflen ca
wetenfchappen zig toegelegd, inzonderheid de muajk, daar
2'ij niet alleqn een lieflieblter van was, maaf lefïens tnt groto
fcihdigheid ' in bezat ; zij tekende vrij aartig naar 't leven ;
Tcrfcheidene' talen fprak 5a§ vaardig en nauwkeurig; vaa t ge-
'itztnt wist haar vast geheugen , do(M: een fijn oirdeel ondcö"-
fchraagd, een gepast gebru& te maken; bij deze zielsvermo-
gens paarde zij zo veel bedrevendheid in de ftaatkunde, dat
men l/vil , dat haar gemail haar fleeds tot sijne raadgeeffler
gebruikte; en dit alles kwam haar bgzonder wel te ftade,
toen zij zo vroeg dezen moest derven , en de gtfwigtigfle pos*
ten in Nederland ^ zelve aanvaardefn. In den aanvang van
haar beftuiu:, wist zij óökde genegeölieid der Landzaten ts
winnen en aan zig te verbindenren zou dezelve tnisfchièa
beter bewaard hebfeen , indien niet haar verregaande heerst
zugt inzonderheid in de laatlte jaren van ^ haren leeftij3, en
bovenal hare verkleefdheid aan de Engelfe Natie ^ voor wiens
belangen, wij gezien hebben, dat zg alles, ja den geheléïi
welftand en bloeij van Neerlands -Koophandel veil hadt; niet een
groot aantal afkerigen tegens haar hadt verwekt. ■ . WagJ'
rad. Hifl. XIX. D. bl. 6l. 4^9^ XX. D. bl. 47. 175^ ig^
448. 449- XXII. D. doorgaans. XXIII. D. bl. 4. 5. 8. 15;'
17. 20. 23. 25. 26. Nederl. Jaarb. van 1758 en 1759 &c* -
ANNA VAN EGMOND, geboren in 15^53, was de enfgö
dogcer en erfgename van Maximiliaajnt. van Eomond, Gravo
van Buren en Leerdam^ eerfte gemalin van Willem den I^
Prinfe van Oranje y waat mede zij met gunftige toeftemming
van Keizer Karel den V, in 1551 in den egt werdt verbond
den, en door wetk huwelijk de aaozienl^ke Heerlijkheden
^ureny. Leerdam^ TsfeJJiem, S$. MaaHénsdijk^ mitsgaders K(ïï>
geene enz. in het huis van Orarje zijn overgebragt Deze Prin»^
les llieif in litJt prilfte van hoie jeu^d, ,npg.£eea 25.jaien bei-
^ reikt
tH ANNA vAïC SAXEN. ANRAA'h' (PIETER vA»j '
téikt hebbende , nalatende één zoon Fitrfs WiLlem , én etiè
t!ogter Maria, die naderhand getrouwd is 'met Filips, Gravé
Van HohiiM. — -^ Wag; Vad. Hifi. V. D; bh 325.
« ...
. ANNA VAN SAXEN , 4ogter van Maumts Hertog van
Saxm, en Agnes Landgravinne van He^en^ wérdtgeburen in
1544^ en na dode van haren vader in 15539 opgevoed door de9
JKeurvoist Augustus , die ha^ in 1561 ten huwelp gaf aan
jPrins WU.LEM Dsn I9 wordende de pl^igheid daar van tts
Leipzig gevierd. Granvelle benevens de Landvoogdesfe
J^urden dit huwelijk af ^ om dat de Prinfes der Luther(che lere
was toegedaan. Uit de gpCd^ledeni^fen , en vooral uit het Ie-.
Ten van Willem denI^ blijkt duidelijk 5 welke. moeijelijkhe-
den, dit trouwverbond, om die en andere redenen veroifr
zaakt hebben, die van geen gelukkig gevolg waren; oc^ was
;zij bits van aart en ongeregeld van leven , en bejegende haren
gemaal, geftadig met vele fmaadheden. Na dat. z^ twee zo-
Den hadt gebaard, als :Maurits die in 1566 te Breda ovtt^
^eed, en Maurits na zi)n vaders dood Stadhouder, benevens
.twee dogters, Anna en Amelia, Het de Prins zig ter oirzsJcQ
iran 't önger^ld gedrag dat zij hield , van haar fdieiden ^ m
pj werdt aan baren 0(»n den Keurvorst Augustus in ^575^ £9
rug gezonden, en door hem te Dresdm in verzekerde .bewar
ring genomen,, alwaar a^ den 18 december 1577, overleed'^
jDrosfaart Hooft, noemt haar; „ een wijf potige uitcimateu
,-, .ongeregeld van leven «. die haren man finadélijk en met vele '
,, wederwaardigheden bejegende. ** De Prins trouwde nog ge-
durende haar leven , zijne derde gemalin Charlotte van Bour-
bon., ' ■ Thuanus, Hlfl. fut temp* Lib. LX. Wag. Vad^
Hiji. VI. a bl. 69' 228. VU. D. bl. 67-
: ANRAAT (PIETER van^, een Nederlander^ üitftekende ifl
het fchilderen van afbeeldingen en gezelfchappén. Hij waa
een violijke borst, en een groot liefhebber van Jan van der
•
Veens digtkundlge werken , wiöhs tijdgenoot hij ook was en *
veel verkering met hem hieldt, halende den knoop der vriend-
fchap nog vaster toe, door het trouwen met zijne dogter, met
wel*
ANSCHARIUS. ANSELMUS* tZS
welke hij zig te Jmfteldam met 'er woon neerzette. Me»
prijst vooral qeu ftuk van hem, waar in hij 4e Regenten vaqt
hét Huiszittenhuis op de breeftraat afgemaalt heeft, . »
Weyerm., NederL KonstfcJnlders y II. D. bl. 376.
4J«JSCHARIUS , zeer waarfchijnlijk ^en Fries van gebootste ,
fchoon anderen wilden daf hij in Holland tc^ Woerden zoude ge«
boren ifijn; ging in bet jaar 82 s, ingevolge berigt van Wui*
SEMius, uit het klooster Korveiy om het Euangelie in de Noord-
fe landen te verkondigen; hij was verzeld van Koning He-
Ri^LD, die door de Saxers geholpen, zig in zijn rijk dagt te
herftellen. Deez' ijyerigen zendeling predikte in Scandinavië^
flallandy en drong zelvs diep in ^'weden door; dan de Heiden-
fgh^ afgodendienaais verwekten enen opfland tegens hem , zq
dat hij genoodzaakt werdt tot redding van zijn leven , de vlugt
te nemen, en hij keerde in de Abtdij van Koxvei te rug. Door
dezen Noordfen tc^t, hadt hij zig zo beroemd gemaakt^ dat Kei-
zer LoDEWYK met goedkeuring vai^ P^us Gregorius dek iV 9
hem in 't jaar 833, tot Aartsbisfchop van Hamburg aanftelde^
hem tefFens de zorge aanbevelende, om de Denen y Noren eix
Zweden tot het Christen geloof t^ bekeren ; bovendien fchonk
hij hem Turnhout met aanzienlijk^ inkomften. Hamburg door
de Noormannen overweldigd, wcrd^ Awscharius ten tweden- ^
male genoodzaakt te vlugten , en vestigde to^n zijnen bisfchop-
pelijken zetel te Bremm^ alwaar hij in 855 pver leden is, en
in dp Sf. Fiet&rs Kerk aldaar begraven. Pater Mutzaard
noemt hem in zijne KerkeU Hiftorie , den treffèUjkften Bisfchop
onder alle de Bisfchoppen d^r Noord/e landen. ■ F. Hal*
MA, Toneel der Ver. Nederlanden^
ANSELMUS ook ANSELINUS genaamd ; was een ohwe-
tcnden vent, daar bij geheel tiet ervaren in de levenswijs der.
Kloosterlingen ; en nogthans werdt hij door de Gravinne Pb-
TRONELLA , tegens het zin van de Monniken van Egmondj aaa
hen tot Abt opgedragen. Dit hadt ten gevolge > dat na dat h$
de Abtdije door zijn kwistig leven o.nnoemelijke nadelen hadt
toegebragt, hij tegens wil en dank, zig Qgtear genoodzaakt;
vondt,
iti$ ANSLAAIV* (WILLEM of GUILHELMUS vak)
ynmdt, in t jttr 1119» 2yne waardigheid aan W^ltheru»
9i}nen opvolger» ak negenden Abc yjm f^gmani;, qv^ tp ge«^
Ten. ■■ KrvH^k wm Egmand.
ANSFRIED, zie ANFRIED-
ANSLAAR (WILLEM of GÜILHELMÜS vks) , geboren
lp Grijpskerk in Zeeland, den 28 december 16339 was de zoon
van Jacobus Akslaar, eerst Predikant aldaar, en naderhand
te Middelbttrg. Na dat Willem bet onderwijs in de eerfle
gronden der wetenfchappen van ajnen vader genoten hadt ,
ocfFende hij zig verder onder het befticr d^r geagtfte mannen
van dien üjd; onder anderen, Gisb. Vo^tius, Abr. Heida-
Kus, Andr. EssEwius, Joh. Coccejus, Willem Apollonius;
Jacobus Golius , Joh. Leusden, waardige Hoogleraren in de
Godgeleertheid en Oosterfe talen , in de Akademien van Lei}-
Jen , Utreck en het Gijmnafiiim van Middelburg. Van allen
dezen, genoot hij den roem van een ijverig leerling te zijn,
inzonderheid was hij bij Coccejus zeer bemind, aan wiens
huis hij ook vier jaren te Lijden heeft gewoond. Na den
loop zijner ftudien voleindigd te hebben, werdt hij in i6so
qIs Predikant beroepen te Biefelingen en Kapelle in Zuidbeveland;
verder in 1668 te Amemuideni in 1670 te Ter Veere; in 1675
te Delft; en eindelijk in 1680, in de grote gemeente van.(^-
fteldam^ alwaar hij tot zijn tlood toe, het Euangelie met veel
lof heeft verkondigd. In den predikdienst aldaar , wierdt hij
bevestigd door Gualt. Boudaan, wiens fchriften hij ook na
dcszelvs overlijden, ter persfe bezorgd heeft, het tweede Deel
daar van mot een geleerde voorrede verrijkende ; zo als hij
'er mede ene geplaatst heeft voor den tweeden driik van A-
LARDVN, i©e8 t»r tfditf^aïrgfieib ; behalven deze vindt men
önige Brieven vten hem aan zijnen fchoonvader Coccejus , en
^Intbocub ban Irenjbu^ Philalethes, op öt bjagc/ toat t^
Cocccianctij/ onöetjogt en toeïerlegt öoo? Philalethes Elia^
SER. Ook is door hem zeer bevorderd, de nieuwe uitgave^
van de Crhk^ Sluct» van L. de DtBü, gedrukt in 1693* Nog
15 door hem ukgegeven , met en0 brode voorrede 9 AÏonina^
AJÏjSLO, (EORKELIS KLAASZ.) C^EINIER) iBf
m
fn Epist. ad Galatas^ m 8w. Na dqde ri§ner ^erfte hüisvroit*
wc, die de oudft^ dogter Van den véimaïtrderi Coccejus was>
hertrouwde hij met Sara Korsellis, ^\q zJg na zijn overlijdea
in den egt begaf,- met Profesfor J. van der Waayen. Zeer
fchlelijk en onverwagt overleed Anslaar, derf 14 julij 1694
te Velzen , 61 jaren oud zijnde, Erte lijkrede over hem is ge-
daan, door HiERON. Simons van Alphen, over\fl<?fef. Xlli
VS. 7, 8., tn gedrukt te Amjl, 1694 ^^^ 4to- — — Zie ook ^
P. DE LA RuE, Geletterd Zeeland y bl. IS4«
ANSI^O (]^ORNELIS KLAASZ.), geboren in 1592, en
overleden in 1646; was onder de ^ennoi\iten bekend, als *
een ijverig Leraar, waar van zijne menigvuldige fchriften,»
in de zwevende gefchillen , onder de Doopsgezinden van zij-
nen tijd, volkomen getuigenis dragen. ■ • H» Sckyn^
Qejclned. der Mennmiten, IIL D. bl. 88.
ANSLO (REII^IER van), door Vondel, een EHgter var^.
ene JietUjke netlieid genaamd, is te Amfteldam in 1626, van "
Doopsgezinde ouders geboren. Zijn vader was Reyer Elaas-
zooN Anslo, zoon van Klaas Klaaszoon Anslo, ftigter van
AnslQ^s Hofje; zijne moeder Hester Willem Rodenburg,
die uit adelijken (lamme gefproten was. De jonge Anslo ,
ponde, in den ouderdoi^ van 23 jaren, veelligt op Vondels
voorbeeld, ene neiging tot den Roomfen Godsdienst, en
ondernam in 1649, ene reis naar Italië^ daar hij zig omtrent
20 Jaren , en tot aan zijnen dood toe opgehouden heeft. Dö
Digter JoAn Six van Chandelier , heeft hem te Rwne gezien ,
en zelvs ook elders in Italië ^ vriendfchap met hem gehouden*
Hier beleed hij de Roomfe lere opentlijk, en fchreef niet
lang na zijne aankomst, enige latijnfe verzen op het Jubeljaar^
voor welken Paus Innocentius de X , hem met enen goudcii
ReHenkpenning vei eerde. Koningin Kristina van Z%veden\
die in dezen tijd haar verblijf te Rme hieldt, befchonk hem
ook met enen gouden keten, in erkentenis van welk gqfchenk,
\x^ haar een nederduits loidigt opdroeg, welk in zijne jpem
gddigDen te vinden is , en j^{ijer beo; 0Oiib hee^ Zijne JUIDar^
tcfc
f88 'ANTIQUU.S. GOHANNES;
tdlircKiil btti jMaeal is bet beroeouUte ziener Gedigtra; het
kwam in 't jaar 16^^ hec aoOe ^nes oucterdoms, te Am/iet*
4mn io *t licht, en draagt nog v^cheiden* kenmerken van
jfkerigtieid van de Roomfe lere. In zyn treurfpel de pa^
fgfc^ V&Tüüoft I welk in 't jaar 164P uitgegeven werdt , doch
vroeger gedigt was , bcfpeurt men ook nog geene neiging tot
)iet Roomfe geloof; die zig klaarst, nu zijn vertrek naar
Jj^k openbaarde, H^ is op den iq meij j(S(J9, te Perugie^
ene oude flad aan den Tfjhery omtrent 1^ mijlen van Rome,
in een landfchap van den zelvden naam, welk tot den KerkQ*
l^ken ftaat behoort, ongehuwd overleden. ■ ■ Wagen.,
BefcJir. van Jmft. XUL Su bl. 372,
ANTIQÜUS OOHANNES;, Hiftorie- en Pourfraitfchüder
te Breda, is geboren te Groningen j den 11 oóbober 1704. Tot
zijn 2ofte jaar, was hij op 't glasfchilderen bij Gerard va»
DER Veen, doch doordien zijn hodel al gefiadig over de fcbil-
dqikunst malende was , ging h^ bij den foberen Schilder Ben**
HEiMiN, daar hij *s nagts braaf verwen vermorste. Na een jaar
daar met verdriet dqorgebragt te hebben, beHeedde hij zig bij
den Kunstfchilder Jan Aeel Wassenbergh, in die zelvde flad ,
daar hy omuent twe.e jaren bij leerde tekenen en fchilderen $
doch vermits hij zijn meester, die zig altijd opQoot, nimmer
zag fchilderen, wierdt hij mistroostig; hij ging dan 23 jaren
oud zijnde, uit Groningen, over Amfieïdam naar Rmuumy en
verder naar Par^Sy daar hij maar enige weken, met het merk*
waardigfte te h^zigtigQn, dporbragt» en door gebrek aan- ken-
nis en middelen , weder over Braband te voet, -naar jimfteldam
koerde, daar hij enige maanden bij den Schilder Gimnicii de
konst oefFende. Doch, door reislust bezielt, nam hij voor,
toet zijnen broeder Lambertüs Anti^uus , na^r Engeland over
te (leken, maar bij toeval een fchip vindende, ^at naar Genm
was beftemd , befloot hij derwaarts met zijn broeder de rei-f
ze a^ te nemen, JNfa een akkoord over kost en \iagt ge-»
maakt te hebben , ftak het fchip in zee; on;ze Schilder zien-,
dei dat de Kapitein een kloek zeeman was, die 'er wel uiti
zag.
•ANTIQUUS. OÖHANNES) 18^
«ag, en een kop als een Noordkape? hadt, verzogt dat hij hem
ïiogt uitfchilderen , de zeeman willigde zulks om de zeldzaam-
heid van 't geval in ; en de knaap hadt naaiiwelijks tweemaal
gezeten , of hij riep al *t fcheepsvolk bijeen , om dit wónder-
Huk te zien , die volgens hunne fpreektrant, met een aanzien^
lijk ge: al ruwe zeémans woorden bevestigd, betuigden, nim-
mer beter gelijkenis te hebben gezien. Zulks baarde zo veel
genoegen -aan den Kapitein, dat hij den Schilder al het be*
<iongene voor de gantfche reis fchonk, 't welk onze gasten
wonder wel te llade kwam , doordien zij zeer fober van klin-
kende liiunt voorz'en waren. Na dat deze fchilderklugt tot
\«^ederzijds genoegen was afgelopen , ontftond 'er ean ijsfelij-
ken ftoini, die met zulk een woede holde, dat het zilte fchuim,
't vaartuig bemtelings zodanig deed rijzen en dalen , dat
.water on lugt zig fchenen te verenigen, en als een afgrond
onder het fchip maakte; in dezen angftigen toeftand, fleet
men vijftien etmalen > drijvende op Gods genade voort, zon-
der enig hemellicht te aanfchouwen; na de benauwdfte doods-
angften te hebben uitgeflaan, begon de wind te flillen, en
de zee te bedaren , zo jdat de Kapitein het geluk hadt, zijn
fchip, dat reeds negen voeten water hadt, gelukkig binnen de
haven van Kadix te (luren, tot jgrote vréugde van onze Schil-
ders en hunne reisgenoten^ \Hier enige dagen vertoeft heb-
bende , om de geledene fchade^te herftellen , Hak de Kapitein
over naar Minorka , en verder naar Genua , daar onze Kunfte-
naars agt maanden doorbragteh, met zo goed te fchrlderen,
als in hun vermogen was; Genua verlatende, gingen zij aan
boord van ecnTartaan, die naar Livoi-no (levende; hief ont-
moeten zij een gantfche zwerm Geestelijken , waar onder een
Dominikéner Monnik , die ziende , dat onze Schilder in den
Bijbel las, op ene honende wijze van dezelve fprak, het
welk door Antiqüus zo euvel wierdt opgenomen , dat hij de
Monnik dreigde over boord te werpen, doch welkgefchil door
tusfchenkomst van anderen werdt gefust Na agt dagen in dit
fchip te hebben huisgehouden ^ waren zij door gedadige tegen^*
iitrinden en (lil te > nog geen zes .uren van C^iua gevorderd f
. h Deeu T toen
4^ A^mqUUS. CJOHANNES)
to(M dd Schipper befloot^^ een oabi} gelegen haven in te Iop
pen $ cm^e ^C^ilders de ongeftadige zee en 'c gezelfchap der
Cjecstelijken moede ^nde, flapten aan laud^ teneinde naar
Pija te voeteren. Door het Qmuefclt^ over den Olijfberg gaan-
de» vonden 2ij nabij een oude fontein een vreesfeli^ke grote
(lang) wl^ns gezigt hi^n zodanig ontflelde , dat zij bijna adem-
loos neerzonken , doch z^ raakten met de fchrik vrij, doordiea
het dier 9gter de fontein kroop., ^nder hun enig leed te doen»
Te PiJa gekomen z^nde, kreeg onze Schilder werk in oyer«
Vtoedi doordien vele lieden zi^n konst gezien hebbende, zig
4oor hem lieten nortraitteren , daar hij vijf nv&anden mede
doorbragt Van hier verreisde hij met zijnen broeder te vo^
taar FkrencBi en na drie maanden verblijf aldaar, ftak hij ov^
naar tivmi^ | daar hij voor den Hollanden Konful enige wer-»
ken vervaardigde; voorts naar Florence te rug gekeerd zijnde i^
htdt hij het gpluk bi^ den Grop.t Hertog ingeleid te worden ,
die behagen in hem ki-eeg , tot Hd van ziyne Akademie aan**
ftelde , en hem een jaarlijks inkomen toeleide. Zes jaren
br^ bij aan dit HdT door, daar hij vele voorname werken
heeft gefchilderd , onder anderen, de Reuzen-ftrijd, voor den
Groot Hertog; ook fchilderdp hij zijn pQrtrait in *t grauw „
voor den Signor Gabquri, Direkteur van die Akademie; nog
kopieerde hi} b?t onwaardeorlp fluk; van Cigoli, zijnde d^
fteniging van SxEf^^ANUs, waar aan hij tien w^en bezig
was; onze Kunftenaar wierdt v^ een Edelman gevi'aagt, w^
hy voor dat ftuk eischte? zijn antwoord was loo dukaten*
kort daar na werdt het door zes mannen weggehaald , zondqr
dat hl) 't immer wederzag, en men telde hem de loo dukaten;
nog vele andere werken zgn aan dat Hof van hem te zien.
In zijn zesjarig verblijf te FJorence^ heeft onze Antiquub
* vier reizen naar RrniéC gedaan, de twee eerflen met weinig
vrugt , doch toen hij voor de derdemaal daar na toe ging , gaf
hem de Baion Stosch een brief van voorfchrijv^ni; mede, aan
den Kardinaal Al£X. ALBxm, ten einde zijn konst voort tq
zetten ; door de befcherming d^ h^ van deze Prelaat genoot ,
geraakte hy fiX)ed2g overal in kennis» zelvs kreeg hij daar docur
i . in-
ANTIQUüS. aOHANNES) ^$|
ingang tot de pausfelijke en andere paleifen. Op adceren tijd
bragt hem de Garderobemeester van den Paus in een van zijne
vertrekken , daar hij onverwa^t Benediktus de XIII, vondt
zitten ; zijne Heiligheid vrpeg hem ogenblikkelijk wien hij was ,
tn wat hij daar kwam doen? hij antwoordde hier op, een
Hollander^ gekomen om al het merkwaardige te zien; waar
op zijne Heiligheid zeide , hier is genoeg te zien , hem voorts
'm eigen perfoon zijne Bibliotheek tonende, die vorftelijk was.
Onze Schilder voorts van. den Paus verlof bekomen hebben*
de, om alles te tekenen wat hij wilde, geraakte hij wel haast
in kennis 'met de grootfte meesters, als Marco Benafiali,
PiETRO Blanci , Trevizani, Sebastiaan Conca en anderen;
©ok wierdt hij door zonderlinge gunst wel dra in de Pmsfelijke
tn Franfe Akademien ingelijft; hij feragt ditmaal te Rome der-
tien maanden door, beijverende zig met alle vlijt, het roem-
waardigfte dèr taferelen van Rafael Urbino, Miohael Aw-
CELO) Caratzen, en andere juwelen der kunst, dfe in 't
Vaikaan en de Pausfelijke kapelle gevonden werden, af te
tekenen; ook vergat hij het keurige Beitelwerk niet, maar
vervaardigde van alle beelden , groepen en afidere merkwaar-t
digheden, fchefizen^ Zi^n»vierde reis naar i^om^, gefchiedde
over Napels f daar hl} het genoegen hadt, een bezoek bij den
groten Solimena op dcszelvs buiten-paleis, aan den voet van
den Fefuvius, af te leggen, en daar. een fchat, door de grijze
oudheid gefpaarde konstftdkkea. van allerleijen aart, op aoynge^
mak te b^lufen, en het voörnaamfle daar van na te tekenen;
hier fchilderde hij ook het portrait van Don Carlos, Koning
Van Napels te paard, levens^ootte ; nog was het hier, dat on-
ze Schilder van den gullen gastheer, ongemeen veel vriend-
fcliap genoot, en zijn hart lustig ophaalde met 't drinken van
den overheèr lijken wijn, onder de benaming van lachr^ina
Christi bekend; de fchatrijke en edelmoedige Solimena, wilde
hem gaarne enige tij J bij zig houden , en bood hem ten dien
einde een vertrek in zijn paleis aan , doch hij floe^ .zulks
beleefdelijk: af ; en na den brandenden berg, zo^ veel in zijn
vermogen wasV bezigtlgd te hebbes, nam hij afTcheid van
T 2. Zij.
9» ANTIQÜUS. ö<MïANNES)'
jftjöen wèldo^fter, en reisde dat fchone'land door, \ weBf.
opgerold is met heidenfe tempels , onderaardfche grotten ea
snderê ^aeldzaamheden , tot dat hij te Ritme kwam, daar hij*
diunaal veel heeft gefchilderd , en onder anderen een uitiniin-
tondftulc, ongemeen fchoon van, tekening en koloriet, verbeel-r
dende de zontvlo^d. Na dat hij hier een geruimen tijj hadt
vertoefd," ontving hij een brief -van Horence., die hem jneldey
dat de Groot-Hertog' gevaailijk. ziek was ; hij begaf zig. hieri
op terflond na die ftad, do<th vondt hean reeds overleden ^
ivaarlijk e^n zwaar verlies voor alie beoeiFenaars' van kun-^
^en ^n Wétenfehappen ; ja de heiligdommen aan Minerva gQJ'
wijdi ootDOcrden op het horen yan deze treurige mare; en
geen wünder ook! riadien zij door.de konstlievende Voiflen
uit het huis van Cosmus de Medigis gefproten, als door za
tcle dianiaiite zuilen , van outfeher z\jn londerfchraagt gewor-
den , inzonderheid dooi* den laatst geftorvenén Gf oot-Hertog^
van wt6ns gadeloze achting, voor al wat van i^onst eji goi
kertheud mag genoemd worden, geheel Europa vervuld is. l
Onze konftenaar Ook niet weinig getroffen door dit zware
ijcrlies, bleef nog enige tijd te Florence ^ .en reisde vervolgens
te Und ov^ Bologne naar Fenetien^ en van hier, sik. enige
inaanden te rug, okqt BaduayMantua eti Mlaan, op lunruk^
daar hij drie maisindèn lang voor den Generaal SoiuitENBUR^
en andere aanzienlijjpe lieBiebJbcars > fchilderde* • Twiiiy \aai'
wel ze^nde^ toog h^ over het jüpisch gebergte v^iï reisdp
:^oor Savoijen naar Frankrijk y eindelijk toRouaan koïneilde, was
Zijn voornemen met een fchip dat naar Engeland zéilreé lag»
ttaar dajt grootfc eiland over te fteken , dan op aandrang vaü
6nige Kooplieden te Rotmaa^ bleef hij daar nog enigen tijd,
om hun te fchiideren, en hi^r door wierdt de Engelfe reiz0
ten cnenmalen geftaakt. Dit afgedaan zijnde,' vertrok hij met
zijn*' broeder in een fmakföhip op Amfteldam^ en -verder naar
Groningen; ook was hij niet 20 dra in zijne geboorteftad ge-
iomen, of hij kreeg vple porttaitcn en (lukken van voorname
Heaien te fchiideren, doHOtdiendé mare van^ zijne bekwaam-
lieid, hem reeds lange w^ vooroitgeiopen.. ,Qnder anderen
^ wieYdt
ANTOMDES. QOHANNESj ««#
* •
>ferdt hetii door de Staten des Lands, fcen zolderftuk bovèö
•de tuinkamer van *s Prinfen hof befteld, welk plJif3nd ko^
pels wijze gefchikt', en uit v^f. Hukken beftaande, door heiu
in korten tijd wierdt volvoerd; .de Stadhouder Dam %q \^l
genoegen in dit werk, dat hij dnze Schilder uitlokte, om o^
een jaarlijkfe wedde te Breda te komen wonen, tt\\ cindé
aldaar -door het aankweken van leerlingen de edele fchUder-
konst 'm deze ftad wederom te verlevendigen., pn in bloei XA
brengen? hij aanvaarde dit gunftig aanbod, he^ft aldaar nege^
jaren gewoond j verfcheidene leerlingen aangekweekt, éi^
vele grote werken op het kasteel te Breda ^ en elders vervaar-»
digd; als onder anderen fchilderle bij in de fla^pkamer vari
de Prins boven de deur , Mars , wordende door de drie i^^
Vuiligheden oiitkiee l ; . een ftuk 'zo fchoon en kragcig uitgevoeid i
dat alle konstkenners het met -éne bijzondijr? hoogachting
befchouwcn; nog in de audiëntiezaal van.h^ ?elvde Höf,
een fchilderiiluki vei beeldende Martius Coriolanüs en Sci-»
f IQ Africanüs; voorts te Middelburg in Zeelcmdi voov den
Konstbeminnaar Landsheer j eèn^ zolderftuk iB Toet groot j
verbeeldende den berg Pamas met Apollo en de n^ei) Zang>
godinnen j meer dan levensgi-ootte , 't gene bij ongemeen
kragtig en uitvoerig in den korten tijd van ^i dagei) heeft gè<
Xchilderd; oc*: maalde hij in 1747 voor den Heer Sïchterma??
in zijn pragtig huis aan de osfemarlA te Groningen 9 een pla^
font in de grote zaal, 25 voet vierkant, vprbeftld^iiide de vev^
goding van Mianua,.
. Onze Antiquus, die zig onophoudelijk Ucijycrde, om bce
langs hoe* meer, ware. zulks mooglijk, het toppunt van d©
volmaaktheid der konst te bereiken , zoude bet zekerlijk zeer
verre daar .-in gebr^t hebben , hadt de dood die i)nverniyd6*v
lijke hin^ierpaal, dat *cr niets volmaakt op dit onderaard fe
^vonden wordt, hein daac niet in verhinderd; bij iliöif iïh
?t laatst van 1750, laa dat:hi} pas^dèn ouderdom van 4(5 jareiï
bereikt hadt.. " * ' * > J, van Gool^ Nieuwe SfhomPurg,* Jlt
D. bl.' 307. enz: : .
ANTONIDES (JOHANNES)^ Vtó djsr 6pe» gpb|}Q?9iml ,
J 3 jiaav
£94 ANTONIDES/ OOIIANNES)
naar zijne geboorteplaats, de ftad van die naam in Zeeland, zog
het eerfte levenslicht den 3 meij 1647; ^ is gefprotcn uit ge-
ringe doch eerlijke o-ders, Anrom Jawsz. en Magdalena
Steenaerts, van de Doopsgezinde geloofsbelijdenis. Het jon-
getje was pas vier jaren oud , toen hij met zijn' ouders naar
Amjleldam vertrok, daar hij verder is opgekweekt In den
ouderdom van agt of n^n jaren , beilelde hem zijnen vader op
de ladjiifcbe fchool, onder toezigt van den vermaarden Anjlel-
damfclten Reétor Adrianus Junius, en waar hij ook op bijzon^
dere uren het onderwijs van Jacobus Coccejus , eertijds Con-
refbor te Haarlem ^ ontving. Deze loopbaan niet zonder lof ten
emde gerent zijnde , genoot hij het onderwijs van den ultne-
menden Wiskonflenaar Abraham de Graef, die hem de boe»
ken van Euklides uitleide. Deze en andere hulpmiddels
bragten niet weinig toe, om zijn vernuft op te fcherpen, ea
aan zijnen geest vorderingen te doen maken , die inzonderheid
met ene zugt tot poezij was ontvonkt, welke hem van zijnen
vader was aangeërft, die fchoon niet geletterd, egter een fne-
dig verftand bezat, en een vrig gojd rijmpje digtte. Der latijn-
.fche taal magtig geworden, kreeg hij lust om daar in de Digt-
kunst, op *t (poor van andere en nieuwere puikfthr§vers te
betragten, waar in hij ook geen ongelukkige b^inzels liet
zien; doch de aangroeijende roepi van den groten Vondel,
en de naam door den Ridder Hooft reeds vro^dgdiger be*
haald, veranderde in dezen zi}ne zinnelijkheid, en deden hem
tot zijne moedertaal overhellen. Zig hier dan toe bepalende,
maakte hij een aanvang met enige vertalingen uit Ovidius^
Sn.ius Italicus , Horatius en anderen ; doch de 2ugt om iets
groots te ondernemen, deede hem een toneelftuk op 't touw
zetten j waaf toe de beroerten en daatswisfelingen in CInna
voorgevallen, hem ilofie verfchafte, en welk treurfpel onder
de naam van Trazil, of oberjomjEieBl Cj^a/ big met een on.
begrijpelijken fpoed afwerkte. Terwijl hij, hier mede bezig
was, kwam Vondel die mede een Chinees, iluk Zungin ge-
naamd , onder handen hadt, hem een bezoek geven ; las zijn
ftuk, en vro^ hem of hij ook voornemens .wa& bet* te doen
druk-
MJfTONlDÉS. (joaêiöfÈ^) t^i
ftukkèn; Antonides dit mét neen beantwoord tebbendq,
zeide Vondel, dat *er vèel fchoons in was, en vcrzogt tot be-
vestiging van zijn gezegde, 'er iets uit te niogen ontlenen n ent
in het zijne te lasfen. Deze vérpligtende handelwijze , vuur*
At de digtlust van Aotóniöiö aan, én mén Ssag vm tijd tot 1^4
voortreffelijke ftuklten van hem te voorfchijn komen > Wftajf
onder uitmuntte SÖcHoiia aai banb/ in *t jaar X667 gcdigtj en
jiauwlijks zag dit hét licht, of dè Kunstkennért vcrzcttcden 'et
2ig over; ja Vondel zêlv' zeide 'er van; liet is zofchm (tat
fk 'er mijnen naam wel onder zetten wih Niét Ung hier na nm
hij onder handen het voornaaülfte aller zijne overige werken,
ik bedoelé den ^ffeoom/ én bragt het gelukkig ten einde in'
het jaar 1571 , toen hij nauwlijks 24 jaren bereikt hadt» Dl5
ftuk ontving de toejuiching van al wat kunst verftond , en trofc
behalven de achting van verfcheidene dndere aanzienlijke Ife-^
den, bijzonderlijk tot zig dé gunst van DiBDEtoK Bui$ER0^
Heer van Heeraertsheiningen y en deze was ook het'tniddel dat
Antonides, tot deez' tijd toé aan een Apothekers winkel ver*
bonden, waar toe zijne ouders hem opbragten, gelegenheid
kreeg zig daar van te ontdaan, en zig naar Utrechts l^fcge-
iichool te begeven , daar hij vlijtig gedurende énigen tijd fti^
deerde, onder de ervdrcne Hoogleraren Jöan. Georg. GR/eviyj
tn den zo groten naam in de Geneeskunde gemaakt hebbende
Henrik van Solingen, zo dat hij met lof in 1673 ^t AléJ,
boktor werdt ingelijft, na alvorens ingevolge het gebruik éne
disfertatfe ttiescn^ De timi|inge ban ffet ^ooft/ verdedigd te
hebben, welke lettérvrugt, gelijk ook té voren zijnen (Cröjtt
en ^jlroom/ Vondel mét éen lofdlgt vereerde. Ongemeen
Vlug was hij om éx tempore , of op ftaandé voet, een digtftuK
te vervaardigen ; hier vaa gaf hij onder anderen een bewijs ,
in het digten van het zo bekende grafichrift op den Zeekapl-
tein DB Haze, géfneuveld in eengev^t tusfchen de Engelfin
en Hollanders, en *t welk, zo geestig door den zonderllngéft
JBeronicius, enkel op het horen lezen daar van, iQ zoet-
vloeijénde laüjnfe en griekfb Vaarfen wierdt ovêrgebragt. Zip
iBERONICIIJS.
T4 ^ Pe
B06 ANTONIDES. GOIIANNES)
De gemelde Heer Buisero, de edelmoedige vriend en Me*
CENAS van onzen Antonides , kreeg kort hier na zitting we-
gens Zeeland, als lid in het Admiraliteits Kollegte op de Maze ,
en daar door gelegenheid, zijnen gunfleling met ene goede
winstgevende post aldaar in de Secretarije te begiftigen , benevens
toezegging vto groter voordelen, zo dra zig de gelegenheid
daar toe mpgt aanbieden. Dit flelde hem in ilaac een gezin
te kunnen onderhouden , en hi} nam tot huisvrouwe de beval-
lige maagd Susanna Borremams, die ingevolgd het getuigenis
van HooGSTRAATEN, een alleryriendelijkst mensch was en zoet
op poezij. De bruiloft werdt gehouden in 1678, en van ver-
fcheiden Digteren met zegenwenfen en blijde gpzangen ver«
eerd.
Gedurende zijn verbluf te j^mfteldam, was hg ook geweest
lid van het Kunstgenootfchap NU volentibus arduum, van *t we/k
hij zig egter daar na, door enig ongenoegen affcheiddc; al-
waar hij mede deel hadt aan het vertalen en berijmen van de
Treurfpelen Acrippa of be ülontng ban ^Iba/ en Oröndates
en Statira , en aan het opflellen des Blijfpels gec ^pooïietHl
3)^eeutPt|e/ benevens enige andere Hukken. Na zijn trouwen
kwam 'er weinig meer van hem te voorfchijn, intüsïén ver-
langde een ieder even gietig, dat hij zijne belofie, in de voor-
rede van zijnen Hflroom gedaan, zou gcftand doen en een
werk van ftigtelijke ernsthaftigheid in 't licht geven , namelijk
ftet Icben ban öen Spo^tel Paulus , 't welk hij voor hadt in
heldendigt te befchryven , en op de wijze van Virgilius zijne
Eneade in XII boeken te verdelen; maar hij wierdt hier door
de dood in verhinderd; doordien hij in 1684 van ene borst-
kwale werdt aangetast, die hem den 18 feptember van dat
zei vde jaar in het best van zijn leven, in 't graf fleepte, z§n-
dc flegts 37 jaren, 4 maanden en 13 dagen oud. Dit ünerte-
iijk overlijden voor de Konstrainnaars, werdt met ene menigte
lijkzangen- van de beroemdfte Digters van dien tijd vereerd.
Van aart was onze Digter vrolijk, heiis en, minzaam in
de dagelijkfe verkering; klaar en liefFelijk in 't voeren fijner
jreder.en; voorts mzi een (lerk geheugen begaafd, 't gene .hem
in-
ANTONIDES. (MEINARDUS) 297
inzonderheid wel te ftade kwam , in bet te pas brengen van
gebeurtcnisfen , lang te yoren gelezen of gehoord- —_ Zie
ook P. DE LA RuE, Geletterd Zeeland^ bl. 231*
ANTONIDES (MEINARDUS) , Predikant in de gecombi.
Beerde gemeentens van Ondermerum en Westerdijxhom in Gronin^
gerland, geboren te Westerwijtwert den 2 december 1705, hadt
tot vader Theodorus Antonides Predikant te Westerw^twerb
en Menkeweer, en tot moeder Elisabeth Magdalena de Wal-
RicH , uit een aanzienlijk gcflagt hervoortgekomen. Meinardus
zijnen vader vroegtijdig verloren hebbende, begaf zig met zij-
ne moeder in 17 16 ter woon naar Uithuifen; en van daar naar
Groningen y alwaai* hij de klasfikale fcholen met lof doorgelo-
pen zijnde, inzonderheid zijne Godgeleerde kundigheden heeft
opgelegd , door het onderwijs van de Hoogleraren O. Verbrug-
ge en A. Drksssn, zo dat hij op den 23 feptember 1726 met
toejuiching wegens zijne bekwaamheid, door de Klasfisbröede-
ren van Middeljlum tot Proponent wierdc aangenpmen; ook
llondt hij niet lang ledig aan de markt, de Heer Jan Lewe
VAN Meddelstum als Collator, beriep hem in de gecombineer-
de gemeentens van Onderwierum en Wèsterdijxhorn, wordende
op den 17 oélober van dat zelvde jaar, 'm zijnen dienst be-
vestigd.
Terwijl Antonides bezig was met alle getrouwheid in den
wijngaard des Heien te werken, trad hij in 1736 in den egt
met Katrina Busz, dogter van Gerimrd Busz, in leven
Predikant eerst te Uitwierde en naderhand te Stitswert, en An-
na van Giffen ; met welke bedgenote hij een gewensten egt
van ruim 32 Jaren heeft doorgebragt , wordende deze verbind-
tenisfe gezegend met drie zonen en een gelijk getal dogters,
van welke kinderen vier in hunne tedere jeugd zijn overleden,
doch twee zonen nog bij het leven van hunnen vader, Predi*
kant zijn geworden , de oudfte Gerhard Blsz Antonides in de
gemeentens van zijnen grootvader te IFesterwijtwert en MeiikC"
"wcevy en de jonglle Theodorus Hendrik Antonides te E;ike'
hm 'm Oostfrksland, Jritusfclxn ontviel onzö Leraar zijne
T 5 dier-
^98 AJS^f ONIDES. (TIIÈÖÖ;) ANTONUi. tfÖNKÈR)^
dierbare KatrtU op den 13 augustus 1773, én hij zelve over-
leed na ene bddlegering van vier weken, den 27 augustus
37765 in den ouderdom van 70 jarbn en b^kans 9 maanden:
Meinardus heeft het getuigenis , dat hij gezegend was met uit-
nemende zielsvermogens, bezittende een vlug verftand, nauw-
keurig oirdeel , en voortreffèl^k goed geheugen, voornamelijk*
In het Bijbelwoord , 't welk ook blijkt, uit zijn werk ober fjct
3C0tKn ban Jesus Christus, te ^nminjsm bt i?53- in 4to^
Jtf^jltfiL — •— BoekZi^ 1776. K bl. 735-745*
ANTONIÖEÖ (tÖEÖDORÜS) , Predikant in dtt gpcombi-
lieerde gemeentens van Westerwijtwert en Merikeweer; is drie-
malen getrouwd geweest ; als in de èerfle plaats met Aletta
Snip, die hem een meisje heeft ter wereld gebragt, doch kort
na haar moeder overleden; de tweede was, Giselixïa Crans-
sen , waar uit twee zoons en vier dogtefs zijn voortgefproten ^
de ene zoon vroeg overleden , doch de jongde, Anthony, is
als Predikant te jhdel geftorvcn; bij de derde vrouw ElizA^
iETH Magdalena DE Walrich weduwé van Dr. Mettiwgh^
verwekte hij drie kinderen , waar van de ene zoon Meinar»
DUS, hier boven is befchreven* Onze Petrus ging de w^
van alle vleefche in januarij 171 5, zijne laatfle vrouw wedu*»
we latende. Hij heeft de roem gohad van een braaf , geleerd ,
en vlijtig arbeidzaam man geweest te zijn , trouwens dit Uatfle
blijkt ten vollen uit de menigvuldige boeken dien hij heeft
gefchreven en door den druk gemeen gemaakt, beflaande zes
lijvige qiiartinen; men kan de optelling Jaar van vinden, in
het Naamregister van Abcoude, druk van 1773. hl. 18, ■
Bockz.f 1776. b. bl. 13$, 136.
ANTONIE (JONKER), Is Kapitein ter zee geweest, een
man die met een zwarte koole in 's lands gefchiedenisfen ftaat
getekend» Hij voerde in 1635 het bevel over een vloot fche-
pen, ter befcherming van de Haringbuifen , tegens de kape-
lijcn die de Duinkerkers uitoeffenden , in zee gelopen. Jonker
AirroNiE wcrdt door dezelven zijn fteng, rf zo anderen wil-
len, zijn mast afgefchoten; waar op hg zig uit de vloot raar
huis
ANTONÜ, OACOBÜS) ANTONIÖ. (van) 299
huis begaf; hier doot ontzonk de overigen de moed, en ver-
scheidene Buifen wierden door de kapers buit gemaakt; dit
wierdt in het vaderland zo hoog genomen , dat Antonie op
bevel van de Admiraliteit van Amfteldamy benevens de anderö
Bevelhebbers in hegtenis geraakten; en in 1636 door over
hun aangeftelde gedeleerde Rechters gevonnist; Jonker A^^
TONiE het zwaarfle, om dat hij de vlagge hadt gevoerd, inh»i
bil verklaart en tot een 25 jarige gevangenis verwezen. ■
Goudhoeven, Holl, Kronyk, fol. 391. Ait4ema, Zaken vofi
Staat en Oorl. II. D. bl. 350.
ANTONU (JACOBUS), of JACOB ANTONISZ., gebo*
ren 'te Middelburg in Zeeland ^ is geweest Hoogleraar in het
Kerkelijk recht, Zanger der Kerke van St. Gudula te Brusfel^
en Generaal Vikaris van Hendrik de Berges, Bisfchop van
Kamerijk. Hij heeft gefchieven : de Pracellentia patestatis Impe*
ratorii. Antw. 1502. (^ Jkom. 1503. 4to. De grote Erasmb»
geeft een uitmuntend getuigenis wegens den inhoud van dit
Boek, in enen brief aan onzen Jacobüs gefchreven. Hij roemt
daar in zijn levendig vernuft , in zulk een ver gevorderden ou-
derdom, zijne onvermoeide naarftigheid bij 't genot van den
overvloed der tijdelijke goederen, zijnen waakzamen geest td
midden zo veel bewinds; en eindelijk, in zijn kort en bijna
ter loops opgefteld werkje, zijne verfcheidene proeven in veel-
vuldige takken van geleertheid en kennis in alle delen van
beide de Rechten , ook der Godgeleerdheid , der Gefchiedenis-
fen, en van de meeste zo oude als hedendaagfe Schrijvere.
"i Valer. Andr., Biblioth. Belg, pag. 400. D. Erasmi,
£pistol lib. 'XI. Epist. 26.
ANTONIO (van), is een Konterfeitfchilder geweest, die
vrij fraaij fchilderde en buitengemeen wel kopieerde. Hij heeft
dat beroemd ftukje van Correggio nagefchilderd, met welke
kopij, de Kapellaan van den gewezen Hertog van Beijeren 9 den
Rotterdamjchen Jaques Meyer, zo priesterlijk een rad voor óo
ogen draaide, en meesterlijk bedroog, — — i W£yj2RM.,-Z>y«w
*r ScJnlders, IV. D. bl. 55.
AN.
Sro ANTOZnIS. (ADiilAAN) AKTÖNISZOÖR (KORN.J
ANTONIS (ADRIAAN) , is niet alleen beroemd geweesc,
om dat hij mee veel lof in 1588 de Burgemeester lijke waardig-
heid [eAkmasr bekleedde; maar nog meer, doordien aan hem,
berevens andere VDOrftanders der edele vrijheid, de bewaring
der kasien van Noerdholland ^ door WilleHi den I. wierdt toe-
▼ertrouvvd. *t Geen nog bovenal zynen naam onfterflijk heeft
gemaakt, was z^ne ervarendheid in de Krijgsbouwkunde , heb»-
ben 'e hij in 1593» hec beftier over den aanleg der nieuwe
vestingwerken te EnkJmizen, met veel roem ten uitvoer ge-
bragt. G. Brandt en S, Gentbn^ BefcJir. van EnkJuy
L D. bL 2S0. 26i.
ANTONiSZOON (KORNELIS) ^ öf KORNELIS TEU-
NISSE, gelijk hij zijn naam ook fchijnt gefchreven te hebben;
een Anjleldammer van geboorte , was een aanzienlijk man ^ eo
is in de jaren 1544» i54<^» 1548 en 1550, tot Schepen, eö
in 1 547 , tot Raad verkoren. Het fchilderen was zijne pro-
fesfie, en zulks dcedt hij meesterlijk; Van hem hangt nog ene
afbeelding van Amjieldam op de Thefaurie, verbeeldende de
ftad in dien ftand als het zig vertoonde in zijne eerfte bemu-
ring, die in 't jaar 1482 begonnen werdt; zij is in 1535 gfr-
fchllderd, en maalt de gebouwen en huizen in derzelver na*
tuurlijke geftaltc. De Digter Ja» Vos, maakte daar op deae
legelen :
Hier lêuH zig Amjieldam , vél twèp , uit Irakks veem
Zo 'wordt een FisfcJjers buurü de haren aller zeen.
Op zulk een grondvest weet liet Land zijn ftaat te zetten.
Men bloeit door koopmanfcJiap ^ men leeft 'door linjze wetten.
Deze zelvde afbeelding, heeft hij naderhand in, 12 bladen in
lioutfntfde uitgegeven ; en de Heer WagenAar betuigd , zig
daar dikwils van bediend te hebben, in het ophdderön van
de aloude ge?legenheid en gedaante diet flad, zijnde hem tot
hier toe geen ouder egte afbeelding van dezelve voorgeko-
men. Voorts zijn 'er van dezen Schilder, nog enige oude
Schutters (lukken voor handen , en onder anderen , een , niet
17 Schutters aan ene tafel, hangende in den gang voor de
klei-
APHERDIANÜS. (PETRUS) . ■ s^i".
l^eLoeKirljgsraadskaiTier; het rs in 1533 geCchilderd , en wordr
jn 't gemeen de Braspernings Maaltijd genaamd, ■— " ■ ■ Wagew.^.
Bejchr. van Amjl, I. St. bl. 60. XI. St. bl. 230.
• . J » * • \
' APHERDLWUS (PETRUS) , een Geldersman , geboren tö
Wageningen, in de ftadsregisteïs vaii Amfteldam^ Pieter van
Aphert genoemd; werdt op den 30 januaiij 1556 tot Onder-
Reétor der latijnfchè icholen van genoem.le ftad aargeffteld.
Hij heefi. ene zeer korte befchrijving van Amfleldam in 't iicht /
gegeven, befiaande uit 116 latijnfe vcrsfen, welke in 1560'
te Anfw, in zijne Epigrammat. moraL zijn" gedrukc; en dewijl
dit wsrkje biiitengeineen zeldzaam is, delen wij aan onze Ie-
zers, den korten inhüud van zijne Amfleldmfe befchrijving
mede. Ècrst roemt h^ *fn dtezelve, den uitgebreiden koophan-'
del der ingezetenen naar'0*>tf» en Westen^ en in allerhande'
• waven, onder welken hij ook de fpecerijen telt, die egter toen
niet uit.de Itidiin^ maar vari Fe?ietieoï uit Fwtugaiy herwaarts
gevoprd- warden. Qok fpreekt hij bijzonderlijk v^n den han-r
del in uitheems bier, en telt 'er ze^ foort^n van, op, Hambur-^
frer^ Bremefy Ltubekker ^ E^ng^ls ^ Rostokhr ^n Dantziger, Daar na
verheft hij 5 de lustigji ^-S^^^ndelw^en langs.de ftads muren, van
waar men de gicene weiden en zeilende kielen befchouwen
kon. Dan gaat 'hij "óvfer-töt de pragtige gebouwen, roemende
Ijoven al de Nieuwe Kerk , bij welke zijne fchool geftigt was;
De Wijsheid en' voorzigtigheid der Regeringe, wordt' vervof-
gens van hem geprezen, en ten bewijze daar van, gedenkt
hij aan hare zorg vóór de gömecntc, bij gelegenheid van dé
duurte des jaarfe 155^^ Hij vergeet ook niet de Geestelijkeé
ie prijzen. Hij begroot de kloosters op 20. Wijders gewaagfe
hij van de gasthuizen en van hst weeshuis, en roemt ter de-
zer gelegehheid, de' 'barmhartigheid der Amjieldammeren y om-
trent allerlei behoeftlgen. ' Hi> befchrijft de ingezetenen, als
fchoori, groot en fterk; hij roemt huniie vreedzaamheid eh
eendragt, en befluit met een kort begr'p van de Sckaters-Doe" .
len en jaarlijkfe Doelen - feesten. Ook hééft hij nog verfche!-
diene fchoolbockjcs in 't-latijn- uitgegeven. -?— J. F. Pop-»
PENS,
3M APOLLONIUS. APOSTOOL. APPEL. QAKOB)
nm, Biblidh. Belg. p. 95i- Wageét., Befchr. van AHfietdfmi
l Su Voorr. W. mi. •
APOLLONIUS (WILLEM), geboortig te Feere in Zeeland^
daar zijn vader Burgcme^ter geweest is, wierdt in 1627 Pr©*
dikant te St. Anne ter Mmden^ van waar hij in 1(531 beroepen
wierdt naar Middelburgs en aldaar na het vertrek van den ver-r
maarden Alexamder Morus, in deszelvs plaatze to( Hoog*
leraar in het Gijmnaiium wierdt aan^efteld. Hij ftierf in 1657 >
en heeft gefchreven i Jus Mqeftatis circa Soera (j'c. MedioÏK
1642. //, Tm. in 8vü. Grallopceus deteSus ^c. Ib. 1646. .8vo^
Disputatumes Theologi^ie de Lege Dei (^c, Ib» i(S$5. i2mo^
jfStattaat ban eenige bi^ondere teiKjöen bet Siinbemi <$ob^
cns. JQ^ibbeib. 1652. i^"". Ober bot ^l^abbatj^ Htr. 1652. 12V
■ B. Huirarius, Zeeiiwjcbfi Biui/ey bl. ^7. P, dz la R^r,
Celett. Zeeland t bl. 140.
APOSTOOL (SAMÜ^) , geboren fn maart 1638 , en
Leraar onder de Mennqniten te Anifteldam^ geraakte hi hevi-
gen twist met ajnen ambtgenoot Galrkus Abrahams, welko
twist eindelijk 20 hoog Ucp^ dat 'er ene fcbeuring door in de
gemeente wierdt veroirzaakt. Zie ABRAHAMS (GALENVS).
APPEL (JAKOB), Konstrdtólder, gloren te Mfleldam^
den 29 november 1680, is gefprotei) uit een bjaaf burger go-
flagt; van kindsbeen af, hadt hij veel geneigtheid tot tekenen,
ook mannetjes en beef^tjes met de fchs^ar Jqi papier te knippen;^
welke kinderlijke kunstdrift, in plaats, van te verflauwen, me(
zijne opluikende jeugd hoe langs hoe meer aangroeide, 't welfc
zijne ouders bewoog, ten einde een regelmatige befliering aaa
die geestige natuurdi ift te vo^i? * hem aan de zorg van Ti-
MOTHEus DE Graef, cen Ti^kker landfch^pfchilder, toe te ver-
trouwen; bij wien hij gedurende twee jaren, de gronden der
tekenkunst geleert hebbende, zulke doorflaande blijken van •
vernuft en vordering gaf, dat hg hem den kunftigen Portrait-
fchilder David van der Plaas aanbeval, die onze Afpel nog
twee jaren liet tekenen, inzonderheid naar het kunstwerk van
Tem-
^£mbee;st, doordien hij vgnnerkte, dat de neiging van ajnen
leerling, daar 't meest tpe overhelde. Door deze oeflfening
wierdt hij zo liekwaam, dat hij dikwerf met den zoon van
.^jnen meester , die ene warme genegentheid voor hem hadc
opgevat, na^r buiten wandelde, om fraaije gezigten, land-
fchappen met beesten, en al wat ma^ fipbüderagtig was, af
te tekenen ; vervolgens zptte hein zijn meester op zijn vcei-
tiende jaar aan -tfchilderpn van beeldqn en beestjQs , gevende
hem tefFens nuttige lesfen, ten aanzien van derzelver fchik-
king en ordonnantie ; doch hoe vernuftig en wel uitvoeren-
de hij in die te fchilderen was , konde hij egter met de agter-
gronden en 't verder bijwerk niet te regt komen. Na dat hij
dus enige ilukjes ten halvq gefchilderd hadt, viel VAN der
f LAAS in enq jflaapzieküe ; in die toeRand genoegzaam drie
weken lang fprakeloos gelegep hebbende, vondt m^n goed.,
den JQngen App^l met enige ftukjes , voor ziyn bed te bren-
gen , zig houdende of hij om onder^tjjs kwam vragen ; zo dra
nu hoorde de kranke de ftem van zijnen leerling niet, of hij
deed moeite om te fp-eken, en beterde in zo verre, dat hij
uit ongemene achting voor Appels leergierigheid, zo dikwerf
hij hem zag, zijn uiterfte best dcedt, om hem te ondei* wij-
zen. Na zijne volkomene herftelling, vertoonde hem onze
jonge kunftenaar verfcheidene (tukjes met beelden en beestjes
hier en daar befchilderd , dpch zonder agterwerk ; zo als van
DER Flaas die zag, bevtelei) ze hem zo wd, dat hij die aan
den LandfchapTchilder Albert Myring Hetzij, met verzoek
pm'er in Appels tegenswoordighcid, landfchapjes agter te fchil-
deren; waar toe deze geredelijk bewilligde, en in *t bij we-
zen van Appel terftojd aan 't werk trok, die altijd agter hem
dlond, om zpe manier ^n handeling te begluren, die hem
^o wel beviel , en zijnen konstijver dermate vopr dat deel
der konst opwakkerde, dat hij benevens het portraitfchiideren,
b^t landfchapfchilderen tcffens leeide. Na zig dus bij vajs
psR Plaas naarftig en loffelijk geoeff^nd te hebben , zeide
hij zijnen meester vaarwelj en ging vervolgens de volmaakte
l^atuur beftuderen; ten di^n einde, ging hij bij enige van z^n
|M; AP?ïaJ4AN. (BALT^. SIM.) ARqERiüS. (JOH.)
APPBLIiUN (BALTHASAR SIMONSZ.) , ccn ijverig
VDorlUnd^ 4gr Vrijheid, is Scbep^ ta Jmjleldaiin g^wee^t iii
tSjif ï58*j! 1534» 1586 en 1588, vervolgens is hij tot
driem;(I<Mi toe tot Burg^eester van die (lad verkoren*
^PPRI^MAN (BARENT), geboren in *s Hagi 16^0^ ii
ebn br|^ Schilder geweckt in landfchappen^en Italiaanfche
gOzigtfp. ]HDj heeft veel contrefeltzels v^n d£ Baan geflof*
fe^rt i^e,t landfchapp^n ; en wordt inzonderheid geroemd , door
de f^^on^ ftuU^en die hij in de grote zaal op Zoestdijk ge*»
rchilderd heeft, H^ ftiejrf 46 jaren oud zijnde, in 1686. — •
^OVBRAKIN, Ltven der Schilders^ III. D. bl. 161.
APPEL,MAN (HUIBERT SIMONSZ.), was een van ds
^nen, wi$r n^xi^n mem gemeld vindt, in het vonnis vai^
bannisfement en verbeurdverklaring uitgefproken door dpM
Hertog YAp Alya den 6 junij 156P, om reden; „ dat hij iu
,, zijn hui$ te jén/lefdcuüf heimelijke vqrgadering^n, pretdikar
li tien der Memumitm^ en het nagtmaal naar iiare wijze gQ«
^ boudfwi haciL^* — — J. Marcüs, Sem. van Alva. bl. J97.
APPELMAN (JAN), Burgemeester van jénjieldam, wierd^
In 1672 als Raa4 van dieibd aangefteld, vervolgens verfchei-
^ene malen tot Schepen , en voor de eerftemaal als Burge*
veester in x688- Hij was fomtijds een tegenitreyer van Wuj^
L£M DEN III, die ben\ om die reden, ook niet best kostit
zêt^n , en in 't geheel nfet vertrouwde, die ook niet wil-
de, dat hij in 't geheim zoude zign ten aanzien van zijnen
voorgemomf nen togt naar ISngel&nd. De opgeraapte befchuldir
^ gmg van zekeren Jaiy Hol t^e^s hem, als of hig zig in ecfi'
ongeoirloofden handel met Frankrijk zou hebbea ingelaten , if^
ongegrond bevpnden en ene verfbeijelijke lastertaal te zijn. Bj^
isgeftorven den 27 december 1694. ■ Wageh., Befcïv.
van Amjl. VI. St. bl, 143. 172. 173,.
ARCEBJUS OOHANNES), Profcsfor in ^ Griekfe taa|
te Fhmeker^ werdt geboren te Noordhomi in de Ommelanden im
.IS38> z^Qde zpLina ouders eerl^^e en welg»ecein9 landlieden^
ARCERIÜS. (8IXTÜS>
llLeeds vrocgtydig leide onze Johawnes zig op de wctcnfchap-'
pen toe, en kre^fmaak in den gezuiverden godsdienst. In 1568
vindt men hem gemeld als Reótor der latijnfe fchole te Front-
ker^ van waar hij, om de vervolgingen van denBisfchop Cüne«
BUS Petri te ofttgaan, in 1572 de wijk naar Haarlem nam,
onthoudende zig naderhand te Delfi^ en vervolgens te EwbdoL
.In 1576 werdt hij Predikant te Enkhuizen; maar die ftad toen
geen twee leraars kunnende onderhouden, keerde hij weder
naar Ziddhilland; en om dat hij toen geen vaste flandplatts
hadt, noemde men hem em Dienaar in de Klasfis vqa Ldjden;
ZiQ de naamlijst der leden van de nationale Sijnode te Vord*
recht: 1578. In 1580 was hij vast Predikant te Ooster- en Wes»
tèrScJielling ; en zes jaren later , bediende hij als buitengewoon
Jeraar de gemeente te Leeuwarden* In 1586 weidt hij Reftoi:
Ie Utrecky en in 1589 Hoogleraar in de Griekfe taal te Frane-
ker. Hij huwde in 1568 of 1509 met Jaqueline Lotin, bijj
wie hij 7 kinderen verwekte, en ftierf te Franeker in 1604.
Behalven enige Oratien enz., heeft hij uitgegeven: Jamblichüh
de vüa FijthagortBj qusdémque Prc$repticay cum verfime kanna (f
natis, Frmeq^ apud JEgw. Radjeum. 1598. 4ta, — ^ £. L.
Vriemoet, ji(hen, IHf p. 73. C» Saxi, Onm. literar. Pars
iV. pag. 90.
ARCERIÜS (SIXTÜS) , Hoogleraar In de Griekfe taal , 15
geboren x& Franeker den 13 december ^570. Zijn vader was
de bovengemelde Johannes Aecerius, en zijne moeder Jaque*
UNE LoTiN. Na in zijne tederflie jeugd een deelgenoot te zijn
geweest, van het omzwervend leven zgner ouders, die genood-
zaakt wierden Friesland te ontwijken ,* ten einde zig voor de
yervolgingen van den Bisfchop Cunerüs Petri te befchewnen;
keerde h^, het gevaar over zijnde, onder de befcherming van
die dierbare panden naar gemelde provintie te rug; volbragt 'er
zijne letteroeffeningen, en wierdt in 1596 met de waardigheid
van Doktor in de Medicijnen bekroond. Kort hier na door
Graav Willem Lodewyk va» Nassau, Stadhouder van Fries»
tandt aangezogt zijnde aan zijn Hof te komen, ten einde, dd
o^oeding cp het onderwijs van zijne beide neven te beflie*
V 2 . reii^
^ fiBEUSEB^G, 0^^ v^ LIGNE Craay vak)
reUf aanvaardde hij dezen glibberigpn post, en beocfiende teè
fens de medicijnen te Lcewvord^ > dan geheel en al niet be*
rckend voor de ftaatkunde van het hooffe leven, verkrecif
hij door gunst en voorfpraak van gemclden Graav, die vol.
ftandig zrjn getrouwe voorthelper \$ gebleven, op ene aan-
zienlijke wedde, de bedieping als Medicus bij he( I^er, die
hij niet zonder dikwils velerlei gevaren door te worflelen , ver-
fcheidene jaren agteiecn , met enen gpwenschtQn voprfpoed ea
geen gcringpn roem uitoQfTpnde. Zijn vader in 1604 overle^
den zijnde, wicrdt hij op dqn ^6 april van hot volgende jaar,
Sn deszelvs plaats tot Hoogleraar in de Griekfe tas^l te Frane*
ksr beroepen , hebbende die waaidighfiid gedurende bet tijdvak
van hijna 19 jaren met geen gering put vQor de ftuderenda
jeugd, en de warmde vlijt en ijver waargenomen, alswanneca;
hij, zonder ooit te zijn gehuwd gsweest^ op den i augustus
I623 door den dopd van z^nen wer^ainen post wieidt afge-
lost , en in de zalige eeuwige rust overging. li%t volgende l^k*
digt is door den Friesfchen Histojiefchr^ver en Hooglera^
E. VfbxsEMVJS, ter zi]nqr nogedagteoiji vervaardigd.
Efferat ingenuwn priscé natura kporky
Memidem laudet Gracta culta fuum.
Suavifonos Teüs moduletur Anacrtm iznes,
PijtJiia Thebanis Pindarus we tvna.
Hoc uno yeteres agnw!t Frijiü GraioSy
Hoc tma voluit J\Mda Pelasga hqui,
Patriay da ycniam, mutavit Gracia fedem^
Et lijrici nobis jam feriere fales,
Ipfehalven nog ene ladjnfe Redevoering, heeft onzq Arcé-
liL's in 't licht gegeven : ^liani ff LspNis Imperatoris TaSi'
ca, cum nova veijionc. ^ enimadverjionibus , Lugd, Bat, 1 613. 4^0.
-"*-— Fr. Sweerth^ Atlten. Belg. p. 678. J. F. Foppens,
Bibl, Belg, p. 1094» E. L. Vriemoet., AtJm. Frif, pag, 127.
C Saxi;^ Onomast. liter. Pars IV. p. 166.
AREMBBRG (JAN * va» LIGNE Craav van) , werdt ia
1549 ^^ plates van don overleden Grave vim Buren, tot Scad<«
boir-
AkEMBERGi tJAl^ Vaj* LtóKE Qmv va») 301/
teudér bvér fHesland^ O^fe^'sfel eii tkmingeh aan|eJ&l4. Hl)
Weigerde in het Verbond dér Edelfen deel tè nemfen. Willende
l)eneveïis enige anderen, stig noch voor de ene noch VoOJ- dO
lèndere zijde verklaren. In 1565; wierdt aan hem beneveni
den Graav vaiïMe'genj dbor de Landvoogdes het bevel over '^
leger toevertrouwd. In Friesldnd wfet hij In 1507 uit te Wer-
ken, dat 'de openbdre godsdiénstoeffeningén der Dntoomifeli
wierden geftaakt , en de fchaden aan kerken en kloosters vcJr-
oirzaaktj te doen boeten bij verdrag; doch de inquifitie éli
iirenge plakaten beloofde hij te doen ftilftaan-; dan mfen vér-
trouwde rtogthans zo weitiig op deze bfeloftó; c!èt wél 70 Ede-
len , die 't vérbond getekend hadden , nt *t fluitön Hn dit
verdrag, naar -^m/ïetowj en elders de wijk namen. AREMBERohadC
liun enen fehrik aangejaagd ■, door het doe vatten vin JaI^qj
Van iLtENDAMj Gehèimfchrijvdr Van B^EDERboE, Hie fêderc té
Brusfel onthalsd werdt. Met het Ver^ekbien van Gmingeni
Voor den Koning, hadt hij la-iger wéik, zijnde 't Volk hier
kriegel Van aart, en trots op de fterktc der ftedèn; hét gelukte
hem edrst in junij, onder allélrlei glioipige beloften, die na-
derhand weinig gerekend wierdeh , viét fendelén Duftfe knpg^
ten onder Blasiüs van VEOEfesHEiAi in de flad te krijgen , dit:
meest' bij Onroomfön onibr dak géholpfcri Werdem ' In dit'
ielvde jaarj wierdt Rij door dén Hertog vaA Al va iilet enijgj
krijgsvolk naar Fi^ankrijk gezonden om deri Koning te helpen ,
die met zijne Onroómfé onderzaten^ wederom in oorlog g^i-
laakt was , doch die in 't volgende voorjaar van t$6t té
*% vernieuwen der vrede ^ te rug keerden. Nauwlijks Van dezcö'
togt uitgör^ist ,^ wierdt Aremberö naar ' de Ommelanden gezoö^
deii, om GrkaV'LoDEXvVK van NassAü te bfeftrijden , ' dife heat'
tterflond bij zijne* komst in de nabuurfchap win het klóbsttir^
Witte^verum aantastte. Hier Viel een vinnig gevegt voor, Waar
in de SpaimJIsH meenden dë overhand gekregd:i te hebben; oök^
week GraaV- Ló'DEWYK terllönd na den ftiijd nz^ Sh^tArti'
fJh vdoftS naar 't Itins te ïf^eddt. Dê Spanjaards '^Saéndd^
den vijand reeds Jlan 't vlügten' te hèbbeh gebragt, drongféS
den Graav vah AiteikiBEitö <5m hem te vervolgem (Sraa\rlo-
V 3 PB-
310 ARENDS. (jMf)
DxwYX verkondfchapt , dat bem de Spmgaarit (^ de hieleÉ
zaten , Aelde zig in flagorde big 't klooster Heüigerlee, en viel
toen de Spattnfe voorhoede , welke h^ geenen tyd gaf om zïg
te fchaaren, met zijne ruiters aan; zij werdt baast in verwar-
ring gebragt; twee hinderlagen door Grave Lodewyk, in de
floten gplegd, floven ook onverhoeds op» trefiènde de Span-
jaards in de zgden; Arembergs benden werden geheeiJi^k ge*
ilagen; en hi^ zelv zig dapperlijk werende, (beuvelde in dei
ftrijd 9 nevens verfcheidene boplieden en een aanzienlijk ge^
tal van gemenen. Deze bloedige flag, waar Arembe&g z^
graf vondc, viel voor op den 23 me§ 1568^ ■ Wag. VU0
Bift. V. D. bl. 332. VL D. H. 208. 222, 223, 257. 273.
A^JENDS QAN), geboren te Aïhmwrf was een der tetiix^
Predikers na de reformatie hier te lande. Hij hadt in idgn»
jeugd bet mandemaken geleerd , bij enen Gerrit Alberts; een
onderzoekend » braaf man , welke tle leer der Rmi^t kork
verlaten en die der Hervormden (mibelsd hadc. Met grc»d
kan men geloven » dat hg od^ de eerile geweest is, die zijnen
leerling zo wel in *t een als in 't ander onderwezen heeft
Arends tot meerder jaren , en door oefibning ook tot meerdet
kennis in de lere der waarheid gevorderd zijnde, plantte ^
aangevuurd door ene warme lieEde voor dezelve , die wederont
voort bl) anderen ; doch ia die goede werk wierdt b^ eerlang
geiloord, en genooddrongen ten 'einde de baat en vervplgibg
van Elbert Huk , Pastoor te Alkmaar te ontduiken , met den
aanvang van het jaar 1566, die ftad te verlaten en elders ene
veilige verblijfplaats te zoeken. Intusfchen was Arends ge«
trouwd, en hadt bij zijne vrouwe verfcheidene kinderen ge-
teeld; met dezen ballast vertrok hij naar £ainp«n, en leerde
en predikte aldaar in *t verborgen. Hij verwaarloosde oc*
feenzints zjjne Hdkmdfe broeders, maar kwam van tijd tot djd
in die provintie ter fluik, om.de aldaar verfcholene belijders
te troosten eri tot volftandigheid aan te mai?en» Door •enige
jfm/ieldammers^ bij welke hij bekeend was, verzogt geworden
zijnde te predijsen, deedthij zulks bet eerst op den 14 julij
t
èi^d^; tb Mooin,' vervolg^nè ^g^é h^ het ëvini ijDitÉft Ë^Hé
jgbboorteftad , en op *t laatst van die miuind te jhifiekbmi i bui»
, tien de Hcutdenmerpmt \ op dé togenaamdé XietvM* • Nd dat
l)g den 4 iügustüs nog eens té Buikjhot, en öp volgandé (U^jkii
elders in NmdJiollénd gepredikt h^t^ wist raèh bèm over té
halen ^ om 2ig aan dè Jmfteldêi^e gbmeénte te verbindéa^
die het reeds gelukt was obi in twfee kerken te nidgen pfibdii*
ken » en hem tot hkrén gbwonen Leraar te benoèpeni irt/tlé
jroepitem hi} ook eerbiedigde; waarlijk ene grote eü ipnderllfll^
ioinwen teling Van gebeurténisfen» Want weinig tijds te yi^tb>
'Was 'er door de lR.egering van die (lad^ nog 6ob guldtn$ D(t
ftijn lijf s^deldl Dtkrh mbt dit al, TJiras dit liiéugligke voohril
Van zeer korten- duur; want in het volgende jattr, keirdtt dt
kans zodanig tén zijnen nadele^ dat hij benevens ftnen ^rtËt-
Tius^ vèrpligt wierdt naar Èmbdm te vlieten , io wtlke ftbuiJ*
plaats zij wel ontvangen werden; In 1572, beriep meO \ittA
tSe Ahmar als Predikant; én in hét volgende Jliai: was hij} Pne*
fes van 't NmdHollandJche Sijnode, ën overleed op den eS AU^
gustus 157^; t^ijl de ftad èSox dè Spaayihdm belegerd WA^
Arende was géén man van diepe geleerdheid i £eo^»tl«i4
in taalkunde , of viije wetenfdbappen ^ docb o|U de afihtb^tir»
beid zgns wezen, ^jne nedrige godvru^» en de kk9Q eij|ne):
xinfpreuken > ten hoogden te achtem Op hfet uitsrflse. ligBiQj»
de, en de alarmklok horende, badt hij benevens SBJjD buU^
Jsezin Gob imet gevouwen handen , dat b$ doch AOallMt, 1Hg^
vaderdad, den>Vjj^nd niét mogt tb plunderingen ^verwoesting
bvei gevend m^ liever voor de Gelovigen en Godvrugtigen
aldaar ene hutte behouden. ■■ Braio)^ Hiflr, étrÈ^^/fm"
^^hJX Gé Bt>0MKAMP, CêJcJu vm Jlkmaar^ bl. t90« a4p.
ARENbS (tHOkAS), eéh fiedetduicgéb Digcftr, atd ^000
fcijne ifraaijé vinding, manqelljken rijmtrant en verbivftdiekl
van fU^l i geenen geringen lof verdiend, en door zijne tcmeel*.
fpelen , zig eén nsiam dié nog ftand houdt» gemaakt beeft* Hi|
wèrdt den 6 julij i<552 te Jmjleldm geboren , uit gKriQ($e dodt
eerlijke ouders^ zijnde zijn. vader vsaiKampm^ei^ zi^ DiCMi?:
V 4 ^
grt { AR1AANSZ*'(DIRK>
der vm Kéidm afkoinftig. Door hunne opvoe(fi!ig , efi ^#*
Aanfporing van zijne meesters» inzonderheid van enen M^e-
Jaar li Buku» op wiens komptoir- hg bediende was, kweet hi$
aig met ijver in zijnen pligt; ook wist hij zig. in de gunst van
enige voorname lieden, en onder anderen van den j^mfteldam-'
fm Bu^cmeester Johannes Hudde te dringen, die hem na de
dood van lk Blei^, deszelys Makelaarsplaat2e bezorgde^ H^
hier door pp zijn eigen wieken dravende en een goed beflaan
bebbende» b^n in zi^ne (bippeniren ,. z^n aangeboren digt«
veimogra te beoefibnen , en leide zig inzonderheid toe op bi]*»
belfe en andere ftigcelijke onderwerpen , welke onder den ^tel
▼an JPtengdpoQS door de bezorging van Matthsus Brouk^
mus VAM NiDBK in 1724 2djn in *t licht gegeven; ook beeldt
de h^ opaanzodc van z^nen b^unftiger Burgemeester Hudde^
bij zekere . gjelegenheid , de hatelijkheid der dronkenfdiap met
▼rij levendige kleuren in digt af* De kundige Pei^ sdjnen digt-
lust ontwaar wordende , vereerde hem met zijne vriendfehap^
hier door genoot hij niet alleen veel nuty maar werdt ook tot
aiedelid vaii het Kunstgenootfdfap, bekend onder de zinfpreuk
Nil wAentüms é^daum , aangenomen. Daar door geraakte A-
BENDS in- ftaat » om den r^ten waren ftand en houding van
•en digtftak, wel te leren kennen. Hg heeft bebalveh zijnd
JBrtgeffg^/ ' verfcheidene Treurfpelen en een of twee Bli^-
^len gddigtï; en overleed in. het best van sojn leven, in het
jaar 170Ö. -— Wagen,, Béfchr: van Jmjl. XL St. bl. 3^3^
Be* vsin 'Nidsk, B&rigi voor zijne Mmgelpoixij. . , .. . . -
• • - . . .
ARIAANSZ. (DIRK), Burger te Dordrecht, kogt op den
2$ rney* 1500, van Klaas de Jaeoher, een vat zout, vckmt
vn en een halve ftuiver; van Jan Krynen een vat tarwe, voor
Tn en oen h^ve fhiivér; van Hendrik. MicHiELZy een vat
hiver voor n flruivers en v duiten; van Neeltje- in ^eKlok,-
een iloop w* wijn, voor enen braspenning^^. eiadejijk, een -
vette goHf, voor IX duiten; 'maakt te ikmen xx ftui^ers, , > . ■••
Enkel om de fondèriingheid van zodanig goedko^n prijs-, plaAC«
aen wij dit, .uit M. Bkusfiy Befchr. rm Dordtfcbty bl. 805. > •
^ . ARIAS
iÖuAS kÖNtANÜS. obenediCtü^. 4ïj
•^ARIAS MONTANüS (BENËDICTUS) , een der gelcert
de Theologanten , welke Spimje immer heeft voortgcbragt; Iee&
de in de XVlde eeuwe. Schoon geen Nederlander zijnde, maak
ik hier egter gewag van fiem, doordien men wïl, dat Vargas,
lid van den Bloedraad y wel eens gebruik van zijne pen maakte,
om Hukken te ftèllen , 'tot meerdere benauwing van de onge-
lukkige inwoners onzer gewesten. Arias was geboortig vau
'Trexevaly een Hórp in het bisdom van Badajoz. Hij was van
edele doch onvermogende ouders geboren^ die hém zo tüsi
fiunne magt toeliet, aan de ftudié hielden, waar toe verfchel-
den vc)orhanie lieden te Sevilléy milde handreiking bijdroegen J'
ook nam hij in kortdn tijd ongemeen in de kennis der letter-
kunde tóe, begaf zig vervolgens naar uélcala, ftudeerde nïcC
alleen iii de Godgeleerdheid , maar oéfféndö zig óok nóg ver-
der in de aan hem genoegzaam reeds bekende latijnfe, jgriekfc^*
hebrceuwfc, chaldeeuwfe, ^rife en arabife talen. Hij reisder
hier 'op door Italië y Frankrijke Duiischland , Nederland en Eti^
geldndy en maakte zig mede kundig in die verfchiUende vótk-
i^raken. Vervolgens wierdt hij Ridder van de Géeaelijke ófdèn
van St, jacob, en daar na Priester /en verzelde deh JKsfchop
van Segovie naar het concilie van Trente, oji welke 'kerikVerga-
dering hij veel lof verwierf. Na zijine terugkomst , btfgaf hg
2ig op een vérmaaklgk lustKuis nab§ ^racena in hét gebergCff
van Jndalufie , alwaar Hij zig enkel met Huderen onledig
liiéldf; dan Koning Fitós üi* IL, lokte hem uit dtt eenzaam
verblijf, hem met den irbeld belastende, om een' nieuwe uft-
gave van den Bijbel , ingerigt naar die van Alcaia te vervaar.*
digeii. Amaé nam dit werk op,zig, en bragt het ook geluk*
\a% ten einde, niettegenfkiande.alle;tde hindentisfen die hein>
in den weg gelegd wierden ,. en waarom hl| zelvs in' de ver*
pligting ra^te, ene reize naar Rome te doeii, ten eindê zig bid-
den Paus te verantwoorden. Bij zijne terugkomst,* boodt Fiuïs
hem een Bisdom aan, doch hij weigerde zulks,; en ftierf c»
Sevük in 1598, volgens zijn grafTchrjft ruJm.Jo.jare».<wd;
fchoon NicoL. AirroNTp.. zitnen dood .ft^lt jop ,de«n, ^'unij
1611. IJiy heeft verfchpWene werken, in de Ijitynfe taal go»:
V ^ fclirei^
^i4 AkËÉL (Uam vói) MxEL (ÓkYidAN Vü»)
ÜbhievcQ. ■ ■ ■ Sl^oHDAlni In jÊrmaL N* AjEmHn^ JyWihjb
«^poo. Wagxn. » Vad. Hifi. VL D. bL J13.
ARKEL CfliTCTi VAN), agn van öuds her, onder d3 woN
- iiaamfle en magcigfte geflagcen vsui Holland bekend gpweeit '■
uitmuntende in pragt en rpdam; doch teSiens ook in trotsheid
en hoogmoed, waar door z^ voor niemand wilden zwigten*
voorts dapper, doch te ge 'ijk oorlogzugtig. PöNTAjms, melt
ding msikende van den dood van Jonkheer Willek en zijnen
vader Jan, laatften Heer van Arkbl, nè^: „Men gblooTde
^ dat 'er in DuitschUmd nauwliyks vcrmpgender HerMi in tijde-
„ lijke middelen waren , dixi de Heer van Aiml ; wint zijne
99 inkomflen bedroegen jaarlijks Z3600 rhijnfe guldens , waar*
y, lijk ene verbazende fomine ih d.e tijd, daar Ug gerekend
i, 500 oude fchilden, die hij vad zijn Felüivjché iktidéH ttok,
^ en 600 dukaten jaarlijks uit de bank Hn t^emien} dié hij te
j^ jintwerpat ontving." Béhalven dioi Heerlijkheid Arkel, bet
land van dien naam, met de ftad Leerdam ^ jlsperen en Hage^
fleim bezat hij nog in Frankrijk, het hertogdom &r, in ^oi
hmd en in ZeeUmd^ aanzienl^ke goederen. ■ Wij zulleri
ons vergenoegen, met de voornaamflen uft dit ge/lagc aan on-
te ioi^ers te doen kennen^ voorts dé zodanfgen die belang
fiellen, om van dit reeds toot lan^ ultg^rven geflagt ene
vollediger kundigheid te erlangen, verwijzende naar de uitge*
breide gedagtiijsten, welke van déze familie gevonden wordenl
b| A. Ferwerda, Nederlands Ge/kigt', Stan^ #9 tVapehboek,
L Deel. 2785^
ARKEL (tiEYJVÏAf^ van), werft door I^ontus {feuTEite^
6n anderen , gehouden voor den eerden Heer van Arkel ; z^
zeggen, dat hij uit ffongarijen in H^land gekomen, en een dap'
per held geweest is| daar bij voegende, dat Dirk de II;
Graav van Holland^ hem bet land van ^Men dat van Leer^
dam f uit aanmerking zijner dienden, gefchonken heeft A*
Kemp, en anderen willen, dat een van HeymAns voorzaten^
Jan genaamd, wel 200 jaren voor de aanftelliftg der Holland*
fir Grayen^ de eerde Heer van jirkel was* i>eaé zou, ingevol-
ge
gb de gffcbiedv^halen, in 641 éD 642» ten óitnBetÈn Z)a«
^9EtiT der Franken Koning , onder het beleid van Pipyn vai<
Herstal, Hercog van Braband^ in de Nederlanden gekomen
zijn, de Friefën hebben helpen overwinnen j en het k^^^ted
tViltenburg (Utrecht) innemen, en zöü Oagobèrt hem, teat
beloninge hier van, een grote {beek Jands, tusTchen de JLék
en Waal^ aan de rivier de Linge, in eigendom gegevea
hebben; op welken grond bij ene Kerk, in plaats van deu
Heidenfen Tempel aan Hercules gewijd^ zoude gefllgfe héb*
ben, en dasü: door de naam vsm Jrkel ontilaan zijn. Dat
verder enige jaren da»- na, de Friefen, Denen en Hoommnen^
met hunne invallen^ die Kerk, Slot^ en andere goederen vaa
Jlere Jan zouden verbrand hebben; door welke verwoesting^
gemelde Heer Jan genoodzaakt was geworden, de ylugt naail
Frankrijk , en zijn verblijf te Fierepont te nemen , alwaar hi|
overleed , nalatende een zoon , Heyman genaamd , die al*>
daar mede overleed, en een zoon Jan genaamd nalieé; welkflf
Jan aldaar een vest en (lot liet bouwen, dat door enen Brak-
ciON verwoest werdt; om welke reden y hij door Jan werdt
omgebragt. Bxancion, een broeder hai den Hertog van Bar,
«n dus van koninglijken bloede zijnde, vondt zig genood<
2aakt uit Frankrijk te vlugten, en na veel omzwervens b^af
hij zig naar het toen woeste en onbewoonde land van jfrhel^
alwaar hij in 694 > de vernielde kerk deed herbouwen, om
welken tijd, men zegt dat hij overleed, nalatende enen zoon^
Heyman genaamd. Deze Heiman ^ die ter vrouwe hadt T»*
CLA, dogter van Wolbrandt, zoon van den eerften Heer van
tgmond, diende allereerst Pipyn, daar na Keizer Karel itESi
oroten. Enen bogen ouderdom bereikt hebbende , werdt hi§
in 783 , in enen flag aan de rivier de Elve , tegen de on»
gelovige Friefen, gedood. Bij gemelde Tecla, teelde hij eea
zoon Jan, die in 818 door den Keizer tot Biirgtvoogd^-werde
aangefteld, en overleed in 856. Van dezen bied" wederom,
een zoon na, Heyman, eerst Hoveling van Lodewyk den.
codvrugtigen, en daar na Kamerheer van den Hertog vaa
JUtJmringen. Bij zijn overlijden, bleven van hem na twee zo-
nen.
^ii Akkël. (iAN VAN) •
hen , f opk> of Fowö eh jAïi , die zijrién vader öpWlgde ; fi^
feeuvelde in een véldflag, die gehouden werdt tUsfcheri Loh
t)EWYK DEN IV, Kdnïng van Frankrijk^ èn Keizer Hendriié
1)EN vooELAAÉ, om het bezit van LotJiatingeriy in 035.' Vari
dezen Fóppo blöef na Heyl^an, volge s fommigén de ecrllé
fieer van Jrkely die mén wil dat ook iti diefist geweest is
Van Keizer Otto den oftoxEN , die hem mét evAg volk naaf
tJederfaxen of OostfHesliMd zónd^ öm'met Tieleman, Land-
voogd van dat gewest, hu het hedendaags PtiesUmd te bc^
ffieren. Daar zijnde, (fchaakie hij de dogter van' geineldéu
TiELEïilAN, SiLLA of ÖTLLA gcnaauid , h^ met hiar de vlugé
iaar Holland ^ en trouwde aldaar. Dirk de II, Graav vkn
Holland f maakte hem volgens énigen tot zijnen Hcrfmeeistéri
en hij b^iftigde hem op riiefuw m^^t zijne voorooderlijke goe^
deren. Zeer waarfchijnelijk fti'erf hij in ö9<5, nalatende Pop^'
fo of Foppo en Dodo , van welke laatfte men wil , dat de
geflagtcn van Dalem, Gellekum, Sevender en Haéftên^
2ouden afkömftig zljnj
ARKEL ÖAN van). "W'é vinden 'er met mïndér dan 17
ran dézen naam, tot dit geflagt behorende; doch zullen al-
leen van den génén melding maken , die den BisCchoppelij^
ken zetel te Utrecht heeft beklommen. Door den ,arftand vsn
Nic. Capütius, werdt Jan va1« Akkil, die ten groot voorftan-
der in Paus Clemens Votfdt, fchoori nog zeefjonfe zijnde, iri
1342 het hoofd der Ütrechtje Kerke, ordende vervolgens tef
Eome gewijd , èn Aanvaardde in het volgende jaar zijne waar-
digheid. Het was een oorlogzugtig en tefièns dapper mensch;
Zijne eerflé overwinning behaalde hij, in enen veldHag, ojf
Heer Melis van Mynden, en daar ha op dé Hollanders bij
SckmJioven ; al den buit dien hij daar door békwafei , gebruik-
te hij tot aflosilng der fclrulden, door zgnen voorzaat JaN
VAN Piest gemaakt. Ook- nam hij Weesp en Muiden in ^ éti
gaf de beide ftéden ter plundering oVer. * Daar na was hij bè-
dagt op de verfterking en benluring van Hatdenberg en Rheneri,
dat hem wel gelukte. Intuüfchen losté hij ook voor 60000
rijcters de ]irovintie Oyertjsfel, en Vredeland voor 7000 pon-
den.
. ARKEL. ÜAN-vam) gi|.
||<jn, Hij kogt de Heerlijkheid en 't Huis te Lage , fchpon het
}\fm, toen de tij4 van betalen verftreken was, iaan geld man*
gelde, waar uit vele moeilijkheden ontftonden. Oudewater
•
lïam hij ftormqnd^rhand in , en deed het na ged?me plupdering ,
i^arbranden, Overijsfel bevrijd hebbende, beniuurde hij de
fi:hans Arkeljiein^ ,^n flegte hqt roofn^S;t of kasteel Satersloo^
daar na bedwong hij di^ van Stellingwerf ^ en g^f hunne goö^
dei en d^n krijgspan tqn roof. Na deze en andere verrigtingen,
geduj-pnile een beftier van 22 jaren, maakte de Paus hem Bis-
fchop van Luik in 13^4 > alwaar hg na een veertienjaiig be-^
ftier in ^378 overleed, wordende zijn lijk naar Utrech ge-
voerd, en ip de Domk^k bj^ zijne zuster Mabelia, bcr
graver),
^ Het getuigenis van den fcundig?n Schrijver van het Batavuk
Sacray 11. D. bl. 33 , ten aanzien vap Bisfchop Jan van Ar-
THEL, beftaat in het volgende: „ Dat niemand der vorige Bis-?
,, fchoppen 20 dapper in den oorlog is geweest, noch geea
van hun hunnen vijanden zo dikwils welgewapend onder de
ogen gezien heeft, noch gQen van hun het geluk 20 wel
„ gediend heeft." Ook n?aakt hü gewag van Boeken die hij
zoude* gefchreven hebben, maar niet meer zijn te vinden»
Verder, dat hij onder anderen Masthroek, een inoeras qmtrenC
Zwolle, heeft doen bedijken, en aan zijne Kerk nagelaten^
fchenkeode de helft van de tienden, ter ere van den H. Lï^
luiNus , aan de Kerk te Deventer. Ook dat hij aan die van
UtrecJity het voorrecht b^ft gefchonken , van niet buiten het
Stigt gedaagd te mogen worden; het gene egter, flegts ene
bevestiging was vjin een voorregt, aan die van 't Stigt dóór
Koning Willem iis Graav verleend,. 20 als het naderhand
door Keizer Karel den V, verder uitgebreid, en door Paus
Leo den X bevestigd , en federt ftand heeft gehouden, gelijk
bewezen kan worden uit twee Publicatien van 1677 ^n 1702.
Zie hier ten flotte de loffpraak , waar mede Willem Heda
hem bewierookt, deze noemt hem: „ een man, beroemd wo«
if gens zijne vroomheid, deugdzaamheid en kloekmoedigheid,^.
>»Mie, fchoonhij altoos ta de wapenen was, egter altoos naar,
1 - * \, den
99
39
|i8 MKE^. (KORNELIS van) ARLIMfDR-
y-y den vrede haal^te, en de fchulden voldaan hebbende^ d#
^, vervallcne Kerk wpder de^t opbouwen , en dezelve zo wqt
„ als de Kloosters , doordien hg do gelcerömid beminde , me?
^ fchonc Boeken voorzag; dat.hij milddadig teg^ns zijrc vrien-
„ den , pn een getrouw helper voor de deugdzamen Mras ; me-
'^ dedogend omtrent de armen; ijverig in geregtigheid; ge^
^ ftreng in 't (hafloen ^er ondeugden; betragtende, zelvs in
g, alle zgne t^enfpoeden , de det^ als het beste ileraad des
^ adeUoms." i ■ J. de Beka ö* W. Heda , de Spisf, IJltr. ^
ttsm fiotis BucHSLu, Ultr. 1643. pag. 242 &Cf
ARKEL (KORNELIS van), Remonftrants Predikant; in dei>
Briel^ tp Delft, en laatst te Rmerdam; geboren te Amjteldam^
den 3 odbober 1670. Nog in zijn eerAe kindfp jaren zijnde,
kwam hig met zijne ouders in Rmerdam wonen, daar hi^ de
Igrondpn l^ide van talen en wetenfchappen , onder Johannbb
Stlviüs, toen Rector der Erasmiaanfe fcholcn; vervolgens
5J9erdt hij naar Jmjieldam gezonden , om zig in de philofophio
en talen , en voorts in de godgeloertheid te oefiènen , waar m
Ug eerst Jean le Clerq» en daar na Fcli? van Limburg f
mannen van ongemene geleertheid, tot meesters hadt. AI$
predikant bezat hij vele voortreffelijke gaven ; ook was hg zeer
bedreven* in de oudheden ; en in de digtkunde, op vor^e na dcü
ininfte niet van zijnen tijd; ^ier door hadt hij gemeeni^sune^
omgang met Francius, Broekhuizen» Vollenhove, Moo.«
SEN» deBnANDTEN» en meer anderen zijiier tijdgenoten. £>•
uren die hem van zijn dienstwerk overfchoten, befleedde h^
met het vertalen van vele voortrefieKjke iati^nfe werken; ook
beeft hij vervaardigd een zeer fraaijen druk van Marc£llus
Faukgenius in 1722; eindelijk ook in het laatile jaar zijn'a
levens , de Pfalmen van Pieter de Groot , en de Dlrfwerkeh
van S» VAN Geel , in 't licht gpgeven. Hij ftierf op den 2^
feptember 1724.
ARLINDE, Abtdisfe van Bennebroek, was de zuster van
Graav Dirk den it ' Gelegienheid tot hel filgteii van genoem-
ét Abtdije gaf een bloedig gev<pgt» dat tusfchen dien Graaf.
fax ét Friefen in de liabighêid van de (tad lèydenyen juist ter
plaat-
ARMENTERpS. (THOMAS) ^ BI»
|IIafttze, ii^zx n;|derh^nd het Nonnenklooster te Rijnshurg
gcftigc werdt, voorviel. De Friefen kregqn de nederlaag, eü
werden genoodzaakt zig dpr regeringe van Graav Dirk te on-
derwerpen. De Graay ftigtte federt ene Kerk op de plaaczq
des gevegts, bij welk^ in latere tijden een Nonnenklooster
gevoegd werdt, ook deedt hij de vermelde Egmondfe jibtdijc
•erlang van (leen herj^ouwen, in dezelve Bmedïktijner Mon«
nikken, in itede der Nonnen, plaatzende, alzo d^ laatfleni
te veel hloot ftondcn vcor den overlast der Friefen. Zij wer-
den naar Bfinnebroek ov^ébr^y en ^^rerden i^ld^ar onder op-
zigt van gonoen^de Ae^nde gpfteld, die egter geen nieuwe
Nonnen mogt aannemen, waar uit gevolgd is^ dsLt hot Bermen
hroeks klooster, na verloop van enige jaren geheel is uitgeftorr
yen. Onz^ Kronijken hebben niet net aangetek^d, wanneer
deze gebeurtenis is- voorgevallen ; doch men fchijntze in deq
aanvang der«regeiinge van Grave Dirk den II, te niöetea
plaatzeii. — ~ Wag. Fad. ISJi. II, D. bl. 115, 116.
ARMENTEROS (THOMAS), een Spahjaan, is geweesf
Gebeimfchrijver van Margareta vak Parma, Land voogdesfii
der Nederk^iden. ^ In augustus. 1 561, wierdt h^ door haar naar
Spafije afgevaardigd, met last pm aan Koning Filips, een wijd«
lopfg vertoog te doen van de klagten der voornaamlle Herea
over den Kardinaal Granvelle, en van 't antwoord 't T/^lk
de Landvoogdes 'er op gegeven hadt. Hier bij moest hij voc?-
gen : „ dat de Karsaai niet veilig in 't land was , alzo Eo-
,, MOND aan haai*, onlangs verklaard hadt, dat men 't hem
^ danken moest, dat Graitvellb nog leefde; doch dat bij de^
„ ze zorg voortaan, 'harer Hoogheid overliet, aan welke big
^, betuigen moest, dat de Kardinaal, geen uur zijn's levens
„ zeker was.** Ten belluite moest Armenteros den Koning;
te bedenken geven, of *t niet geraiden ware, Grakvelle van
't bewind der regeringe te ontdaan, en hem uit het iand^ttt
doen verkasfen. Men wil dat deze fnaak Armestteros , door
ongehoorde w^n, veel gêlds van de Nederlanders beeft weteo
af te persfen, en daar door een fchat bigeen Ce fchrapen* ■•
yrJsQ. Fad. IBft. VL D. bl. 87, loo*
ARMI*
^%m ARMINlüS. (HERMAN)
ARMINIUS (HERMAN), pen doorlugtig en ftouttnocdff^
reldheer der Cherufcen , die tusfen d^ Wezer eq de Elv^-
woonden , was een zoon van den voi:£t Seoxmer, ^n heefc den
Tcemrqken n^am, vanbefchermervsin de Daij/c/iie vrijheid, door
^HQ manmoedige krijgjsbedrijven t^n de Rmdnm^ verkre»*
|gen. Hij is onder hen opgevoed, en heefc hun goede dienr
fti^Xï gedaan , waarom h^m ook Keizer Augustus hec Roofnfc
'burgerregt, en de ridderlijke waardi^eid gefchonkei? beeft^
Doph als QüiHTiLiüs Varus uit Sijrie koipend?, ^n gewooö
^ Oosterfi volken üaafagtig te handelen, tot Romeinfei^
Stadhouder» in de Duit/e wingew^ten aan den Rhijriy door
Augustus was aangefteld , kon ARMmiys niet dulden , dat dek
ze nieuwe Landvoogd, de viijh^idminnende Dukfersy op den
ztlvden voet , als de flaafagtige Azkstifs Volkeren zou handel^,
Armuhus dan, die tegen den viijborfligen aart der Dttij/èrj, in
de listige en flinkfe ftrpken der Romeinen ^ toen ter tijd gebrui*
fcelijk, wel moet bedreven zijn gewekt, wi^t zig van het aaov
wasfende misnoegen zijner landlipd^n zp wel to bedienen , da(
luj hen in 't geheim aanfpoorde, om de Romein/e dwingeland^
ih hunne gewesten uit te roeijen, en hen ten dien einde riedt
lot het aangaan van vaste verbindtenisfen onder elkander. lOf,
tusfchen gaf de vertrouwde en g^egnzame omgapg van Ak-
l^iNius met Varus, h^ bekwame gelegenheid ^ om alle da
aanflagen van Varus te (sefpied^p, en aan de hoofden van de.
zaamgezworene Duitjers te ontdekken, onder welke de vei;-
jnaardfte waren, Arpus, Hcrtpg der Cmm^ de Hcrtogc^n ea
Vorften der Cliasfuariers ^ Dtdgibiers^ Bojij Oiaucen en Bn0er
ren; en fchoon Segestes, het hoofd en vorst der CJtasfuaHers
en DuigilierSy deze zapienzwering van Armijjïus aan Varus ^
Jiog in tijds openbaarde, zo wa^ Varvs toch m^t Armiiou»
xodanig ingenoinen, dat hy in het minfte geen agterdogt tegens
hem opvatte, en aan d^ ontdekking v^n Se^gestes geen geloof
flocg, maar integend^l Arminius te edelmoedig achtte, dai\
dat hjg met zütk een fchandelijk verraad zou aangefpannen heb*
Tien; intusfchen wagtten Arminius en zijne vcrbondelingen,
flegts maar naar ene bekwame gelegen{2eid> om Varub en zu-
ARMINIUS. OSERMi^ $%t
^pe benden te yer/agen en te verftroijen. Om dit te bevordé-
jen y .moesten de volkeren aan den Wezer in fchijn t^ns
de Romevten opftaan » ten einde Varus met zijn leger wat
dieper in 't I^d te lokken. . Viutys trok ook op aanra'^en
van Arminius en Sigimer, teg;ens deze volkeren op, maar
cauwlijks was hi) met zijn leger tusfchen den Eenu en de
t^pe. gekomen^ of Airminius en Sigimer met hunne benden
de Romeinen zagtfes volgende» en hen In wouden, bergen,
valeljen en moerasfen als *t ware verftrikt ziende, vielen
loen zelvs verwoed op hen aan , en de Romeinen door de on-
gemakiijkheid van hef flagveld, waar bij zig nog een zware
jftormwind en piasregen voegde, waren niet in flaat, om hunne
ruiterij van bogen voorzien te kunnen gebruiken, noch hun*
De gelederen gefloten te houden, en wierden dus door Armi-
liiys omfing^U en aangetast, en na een lang hevig trefien»
dat dri<^ dagqn duurde , al te famen doodgeflagen of gevangen
genomen.. Varus en de meeste, hoge bevelhebbeis , zwaar
l^wens^: doorftaken zig zelv*! Volubcnius, de luitenant
i^an. het Icigfir van Varus, met een gedeelte van de Romdnfe
sultenj^, naar deniU^» willende vlugten, wierdt mede van
ie Djuf^frs ^BgjexhsiM en doodgeflagen; Lx)ciu& Aspkenas is
het alljB^p ^pfur, dq duisterheid des nagts begunftigd , ontvlugt»
jpe Duitfers tnaakten in dezen flag gebruik van lange fpies*
ièn en knodfen, ten einde der Romeinen vaardigheid met de
^waarden ^ ontduiken. Onder den kostelijken en groten
buit dien de Duitfers veroverden » bevonden zlg oo)^ twee
gouden Arenden, en een derden vonden zij ui een moeras on*
der de ftruiken verborgen. Het getal der gevangenen waf
ook nief gering. De ei^ntlijkt plaats daar deze voor de Ro^
minen ,20 noodlottige veldflag voorviel, is het Dnisburgfe
vwidt tusfchen de Ëems en de Uppey in het bisdom Pad&rhöm^
niet verre van Detlmolt eertijds Teucoburgum genoemd , en
bet kasteel Winmburg. Tot op dezen huldigen dag noen^t
men deze plaats i^og het Wmmweldty en niet ^Idzaam woi*
den daar nog wapenen en andere dingen den Rmeinen toebe-
)»ord hebbend^^ ultgedolven. Deze gróte zege, wiar over
X DxsL. 'X Au*
kvamvs als wanhopendeV ^'Kerh'aÜng uitriep f Vare , Vin
RE X t^dde mH legumes! behaalde Arminiüs 12 jaren na
CnRïStV? g^boortp, en verlote d^ door zijn v^jderland vafa
de dwingelandije der Romdncn. De hoofden d^r DuHfers
haduen'nu wel hun oogmerk beieikt, van namel^t hèt mag-»
tige leger der Rftnein^ te vernldén en te verftroijén , doch
Arminiüs ?ijn plan w^s veel u|tgeftrekter; want hij beoogtic
om alle Rmemefi weder over den Rkijh te jagen, Üiirin^ veV
tingen te flegten , de bruggen af te breken,- en hfer door de
gantfe heerfchappije 4er Romeinen in die gewesten , té vernié-
li>en ; do^h Secestes, di^i te voren de aahgég^në verbind te-
nicfen van Arminiüs met de andere Duit/e Vüirftcri aan Varos
hadt ontdekt^ koos nu openlijk ,' uit haat'ï^ns'ARi«^imqB
aangcxaiurd ^ om dat hij zijne dogter Tüsnelda ^^gens' zijnen
wiWer hadt gefchaakt, en vervolgens öiet haar was gettouwd^
de zijde van de Rmeinm^ ^n verhinderde daar dctor vóór dlè-
jnaal hunnen gehelen qndei-gang; want door zijéen-Mfftand-,
wonnen de Romeinen no^ zo veel tijd, dat x^GEBoiANicaSi
zoon van Drüsius, met één 'nieuw leger (pp flêt fpaêdigliBi
konden afzenden, om hunne wingewesten en bondgönotcA,
'onder welke SsGËSTEsde voornaamile was, te pzjidériteurièti
én te befqhermen. Hierdoor kregen de - zaken 'öftigants
anderen keer; want Germanicüs wistf door Halp- van SrcH-^
f ES, Tüsnelda de gemalin van Arbknius die zwangpr was*,
^net hsiir gpntfen hofïloct gevangen te krijten, tn zondt ie
naar Rme. Wanneer vervolgens FLAViüs,yijride een broi^-
der vun Arminiüs, met be wil figing van GERMANiai, irfniorid-
gefprek met hem raakt^, ten ^nde ware het ttiooglf^ tot een
verdrag te komen, 't welkvrugtiooj afliep, en zij iriisno^
van malkander fcheidden, volgde tiaar op- iiï het jaar 15 de
fag aan' den Wezer y Waar in ^e Duitfers,- de Rümeinfe nrf-
teri| zodanig havenden en in verwarring bragten; dat zelvs
het paard onder den Generaal Ceciija wierdt dpödgèftokeil;
doch de DtHtfers al te vurig zijnde op rrirf. én plunderii^-,
zo namen de Romeinen zulks te bate om zig te fierftellen , cA
tastten hünfé overwinnaars op niéuw möt tóe verdubbeRAe
-• * * ^ Van
ARMlMTUS. O^COBtn^ ^
V$n moed aan ; waar van het -gevolg was , 3at^ «^"'fréëiS*
tenten veel Völk fneuvelde , en de overwinning oiizffiBr
Neefi De Kümemen werden hier door niet afgéCJirSt, mair
daagden in het volgende jaar weder mét een nieiiw én talr^
leger op, dat zelv* met 'Düitfe volkeren van den* ZfewoöJS-,
den Rhijn en uit de Nederlanden verfterkt was, •Hier' '^n^'^Sü-
JMiNius niet tegehs heiland, maar genoodzaakt 'zig vooï'dïe
verenigde magten met de vlugt te redden. 'Germanicüs koït
Jiier na door Keizer Tiberius te rxig ontboden zijndfe , wiéöc
liem de gelegenheid benomen om dezen oorlog ten vdtléïi %
eindigen. Arminius hier voobdeel " niede zorfcehde t^'SoéS,
doch wegens het voorzigtig bcftier dat GER»fAiücüs vobrzffn
vertrek hadt beraamd , geen kans tegens de Rmeinmèwrvilhr
de wagen, wendde het overeen anderen boeg, en bcgost dé
Bondgenoten êcr Romeinen , met name Marabodos , den mag*
tigen Koning der Marcomarmen', Zmben en Lmgoharden te bc-
oorló^n,'^n lokte zelv5 die beide laatstgenoemde volkeren
op zijne zijde ; "in dezen toeftand wierden de belde legers
Haags, en Arminius bevogt ene volkomene overwinning.^ Dart
*deze zegepraal waar door zijn magt en gezag grotelijks aan-
groeide, fhrekte tót zijn ondergang; doordien vriend en vijand
voor zijne overhcerfching bedugt, ""er onder den adel en het
rolk vele zamenzweringen tegens hem wierden gemaakt, waar
van hij ten laatften het rampfpoedig flagtóifer wierdt, zo dat
hij op zekeren dag op zijn burg overvallen, In het jaar 21,
het 37 zijnes oudei-doms deerlijk vermoord wierdt; na dat hij
ene reeks van 12 jaren het bevel over de verenigde Dukfe
legers als Veldheer met veel roem en onvertzaagde dappei-
heid gèvoèfd hadt. »— — Tactt. j^tmal. 'lib, 1. & II.- Vell.
Taterc. lib. II. Florus, lib, II. Sueton. in Augustby cap. 23.
'ff in Tiherio f cap, 17. Pürstekbero, Monum. Paterhornenjia^
j). 21 &c.'
ARMINIUS (JACOBUS), Hoogleraar in de Godgelem-
•fcèid te Leijdeny is geboren te Oudewater in 1560, en eigent-
lijk genaamd Jacob Hermans. Zijne oucfers w^reri' welge-
©ene doch ^ter eerlijke lieden , van "den nuddelBtirgerfl^d ;
X 2 zijn
«^ ynAn im UsaMAir Jaoqpsz. een m^bmAeg vui kandi» j
werk| en zijne moeder ^gi^lii^ Jacobs, geboortig wanDard^ \
flfit. N4 bf t overladen van haren man , hadt zij veel moeit^
pm 9(> ene eerlijke wijze haar beftaan t& bezox;g^n; dp^ zeU i
^en Qj[}^3reekt het de deiigdza^nen a^ helpers , en di( onder^
v^^ deze hup^ vrouwe opk. Op dien tijd leefde in Ou^j
P0Mr.| ^e door ons reeds vermelde JEmojus, I^iester ^ldaax^
fion mn bij alle zijne ft^dgenoten , oojl zijne deugd benundjS
licze ntip den vaderlozen jpngeling, van wien hij veel goeds
vetwagcte, ^t zig, en de^dt hem in de (cholen te Utredif
Oliderwijzen ; welk onderwijs gepaard met de heilzanie venii%-
ningga v^ zijnen voedilervader » reeds enigen f^laak voor dp
.«eten(cbappei\ in hem deedc ontvonken; maar dessen zijnep
Cweden vader j» verloor hij ^nige jaren daar na; dan oien d^^*
den vopdt hij in Ruoolphus Snellius, ook van Oudewater gq*
boortig» die de fbyl ontweken wsls om de wreedheid der
^^ayaandeut en 'er nu een bezoek was wezen doen; deze dip
zig te Marputg in Hesfen hadt neergezet , nam bij zijne tenig>
reize na dat l^, pnzen jongeHng m^t zi'g; doch nauwelijks
WA^ Arminius aldaa^ gekomen, c^ hij hoord^. de droevigp
piare, dat de Spargaarden zijne vad^Iijke fbd geplunderd ep
In de a&fcbe gelegd hadden 9, welke tijding vergQzeld ging m^
bet fchrikbarend vqrhaal , daf de bezettmg omgebragt , de Pr^
dikanten c^^hangen , en de. Burgers zond^ onderfch^d vaa
geflagt of jar^n , over de kling gejai^gd -waren. Op dezp
noodlottige tijding werkte de kragt va;i het blo^ il^kec, daa
de zugt tot de wetenfchappen ; hij vertrok c^ weder u|t
;Mairpurg^ met oogmerk om, naar den foefland van zijne moe-
der , zuster ^n broeder te vcinemen , de puinhopen van OiJ-
ikwater te zien of te derven; aldaar komende, zagen zijne
ogen een toneel , dat zijn hart deedt bloeden , en hem ovei[-
tuigend de waai'heid des verbaals bevestigde ; hij vondt zijne
. meeste medeburgers en daar ondei* ook zijne dierbaarile pan-
den, deerlijk omgebragt; geen banden hoe genaamd hetn di^
hier weerhoudende , keerde hij te voet naar Marpurg te ru^
. Toen vervolgens de yeiinaarde Hogefchool te Leijder^ w^
op*
\
lil
1
iS
4'
1
1
I
AkMiNlUS. CJACÓBÜ^ %%S
hfg^rlgti ging hij op Mét eèrfle bérigt daar Vb^ ^^HMttis'
te Rmerdam komende, ontmoette hij aldaar nog enige Vfttf
tijne vrienden uit OüiewAer, als t)ök te Atnfhiiam^ die di
woede der Spargaarden ontkomen, zig naai* die Heden bege^
ven hadden. De eerfle die hem in zijne benarde omftandig^'
beid loiet r^y en daad ten dienite ttond \ was de beroemdt
Petrus Bertiu^, en de twede Jan Taffiic; in welker gumt
hl] zig dóór zijne akngeborené minzaa^eid , 20 diep wist te
dringen, dat deze hem bij zig in htiis nam, en van alles ver*^
xorgde^ Hier liet dié brave Weldoener het niet bij) maar"
:Bondt Arminius te gelijk met zijn' zoon naa): de nieuwe Aka'c
demie; alWaar hij niet zo veel vctordeel de lesfen genoot vttf
den vermaarden Hoogleraar Lambertus Danjkus, dat hij biiv'
hen kort, boven ^lle zijne medeleerlingen uitmuntte; makend
de zig tevens het onderwijs van allé andere Hoogleraren t»ti
hutce. De hebii^uwfe taal leerde hij van RsimsKUt» es
van de wijsgeren vondt hij het meeste 'finaak in Kamus» ja
dièns lesfen bevlijtigdé hij zo ijverig, dat, fchoondie leerwij*^
2e, hem in 't vérvolg véél onaangenaamheden verwekten,
hij egter genoegzaam een tweede Ramus Wierdt; bQ 's ïdmxA
lesfen Voegde hij de vei-krijging der kennis in de vüf*- en
^fierrékmdey en oefiende zig ter uitfpanning, in de digahmsti
2ijne voomaamfte akademie-vrienden waren ^ Jamus GRurs-f
JtUS , Rblbout HOGERBElrrS, ÜRECORIÜtS Benedictus vaiC
Haarlem, én meer andere ihideténde jongelingen van den
lelvden aart; allen in later tijd^ mannen van naam en ge^
teértheid. ;
Dus fleét hij dén tijd vah zès jdrefi, en was toen zo verrd
Ih zijne letteroefeningen gevorderd, dat men gegronde boqp
voedde, dat hij ter bekWamér mé een nutt^ lid voor d4
Kerk én duè ook, Voor de Maatfchappij zou worden; zulkl
bewoog ook zijne vrienden en b^gunlligers, alsook BntQBi»
lïieesteren en Kerkenraad van Amfi^dam ^ hem den Hoofülte»
den van bet Kramers gilde aan te prijzen^ welke den jongen ^
ling onder hunne hoede namen, verzéld met de belofte ^ og»
uit de opkotofién Vaii bun gilde, cot de veloekking van zijoe ''
X i ver*
3ltf AjmiNIXjS. GACQBUS)
vericKft'-ftttdten de kosten te zullen beugen. Asicmias vot^
bond ^ig daarentegen ook bij handtekening, geheel en al aan
den dienst van de ftad^ met belofte» om zonder toeftemming
yaoi Burgemeesteren, zig aan geene andere Kerk te zullen ver*
bcpadcn. Grotelijks door deze onderfleuning gefchraagd, ver-
lustte hij den loop zijner fludien; én ter zijne verdere vol«
makii^g, vonden Burgemeesceren van uénjisldam ïaadzaamy om
hem ook mtheemfe Akademien te doen bezoeken. Ingevolge
hier van, begaf Arminius 2^ in 1582 naar Getieve, ene
leevfchool, ten dien tijde, w^ns de zuiverheid der lere«
2eiir4 vermaard. Hier drpng hij zig wel dra in de gunst van
T«; Bkza, wiens verftandige uitlegging van Paülus Brief aan
ée-Rcmeineh hij vlijtig bijwoonde; teffens ook niet verzuimen-
de^ de onderwijzende lesfen van Awtonhjs Fagus, Carolusi
Pérottüs en anderen, te horen. Ook werdt aan dit Hoge-
ichooly tusfen hem en Uitenbogaert die vertrouwde vriend*
fdiapsband gel^d, die zij naderhand in de heviglle beroerten
hier te lande, nog nauwer hebben toegetrokken; gelijk hij
bier- ocdc nog andere zig daar bevindende Nederlanders^ als
Niklaas Krombout, Abraham Busius^ Pieter van BREt>ERo*
DÊ, Janus Crüshjs, Adrianus Junics, mannen die hem van
wegen zijnen min- en ieerzamen omgang, ene opregfe eq
fièidvastige vtiendfchap bewezen hebben , aan zig wist te ver-
enden. De Redmeerkvndey naar de leerwijze vanRAMUs, die
hij zo grondig verilond, en gevolgelijk een hard t^nftrever
van die. van Ahistoteles was, leraarde hij op aandrang van
UiTENBOGAERT, voor enige jongelingen op zijne kamer, dan
dit verwekte hem bet ongenoegen van fommige der beiluur-
der» van de Gemeffe Hogefchool , en bijzonder van een der
Hoogleraren, zijnde een Spar^'aard en groot voorftander van
/faosTOTELEs; die dan ook wist t^ bewerken, dat door- de O-
verhdhd -het Jbouden: van afz^onderlijke koll^gien verbeden
wierdi4 ■ ArmIMüs kwam dit verbod zo. vreemd, en hatelijk
voor, dat hij het befluit vormde om Geneve voor enigen tijd
Xf verlaten i en zig naar Jfl/y.t© f^egeyen; hier wierdt hij
buitengötogcn "«^ ontvangt , «n ..vpn^t ruime gekgeoheid om
iRMiNIÜSv GACOB^S) ilj
^ tè oèifenèn^ doordien hét hie]^ dè gewdohtètvaS, dat ge^
durende de vacanden in den -wijnoogst, de bedrêvénib jobgc^
hogen lèsfen m de Ttiéolögl&'^v&i ^ zo om anderen ah Isig
xdven. leerzaam te oeffenen; de zijne hield hij övér PAüLus
Brief aan de Rmeinem Men vindt ^méld, dat hij 2ijn6 lésiiA
zo gefchikt, zo gepaft wist voor te dragen , dat Profêsfoï
J GKYNÉkis hém r.ièt alleen mét. vermaak hoorde, maar tefl8en^
bok zo veel vertrouwen in lijne bekwaamheid flélde, dat bij
meer dan ééns zou gezegd hébben : laat mijn Hoilandet Vööf
w^" aramordem Hier door geraakte hij aldöar Iri aodanige
hoogachting, dat tóen ^hij naar Genei^e wilde té rug keren ^ dt^
ïheologife Faculteit uit eigen beweging én op gemene kos^
ten, hem den tijtel van JMter aanbood > waar voor hy égtejf
heusfelijfc bedankte. •. .
Bij zijne terugkomst te Genéve , vondt hij de gemoederen bé*
daalder ten zijnen opzigte^ én hij" droeg ook wel naüwJföurig
2org om ze in kalmte te houden , dobr welk verftandfg^ragi
hij de aehting Van een ieder tot zig trok* Ëoe veel Beza
van hem hield t, blijkt uit het loffelijk getuigfchrift dat hij
op verzoek van M. LydiuS in naam des Amjleldamfchen 'Ken
keiiriads^ van hem gaf, en 't Weljcdrié maanden daar na doof
den aftademifchen Senaat van £afel bevestigd wierdt. In dezeri
toéftand bleef hij nog drie jaren te G«ï<?v^,>zig Onophoudelijk
in de godgéleerthéid , 'talen en andere ^^etenfchappen oeiFc*
hende; om wélken tijd hem de lust bekroop, om den door
iijne geTéertbeid zo veel geriïgtmakendén jAcbBüsZARABüiLAi
dié als ; tóén de wijsbegeerte te Padua leraai'de, teljoren, Téö
dien einde tiok hij in 1586 naai Itaiie^ hebbende tot reisge^
ftoót déff Icméldén A. Jünius, die mén ook denkt dat henï töt
die réize^ welke hem naderhand zoveel onrust verwekte ca
öirzaak tot laster gaf, heeft aarigefpoord. Te Padua hoorde
hij met hèt uiterfte genoegen Piofesfor Zarabella, én bij die
gelegenheid 5 onderwees- hij enige NêderMieH in dé k^dtiikmsti
"Waar 'na hif met zijnen reisgenoot dö voomaimfte ftédenvan
iéMè bézigtigde, en öndör andeié merkwaardightóten- de»
ïausfelijken zetel; zoiidér' zig*lngéVo%é de-voHialeii een o*
X 4 gen* •
3aa ARMINIUS. OA^COBüS)-
genUik van de zijde v^n Jvmus te verwfjdeién , cf buiten dieis*
iemand te fpreken. Met dit i\ verwekte hem deze reize eni*
ge ongunst bij voorname lieden, en vele moeijeïijkheden bij
2odanige anderen, die den geringilen misilap niet kannen vér«
geven; o<^ was het niet ten enemale ong^ond, dat h j van
de Amjielchntfche Regering , zonder wier vooikennis hij die
reize niet had behoren te doen, berispt werdt; dan zij die
g^atigd dagten, konden ligt verfchonen dat een weetgierig
jongeling zig door drift hadt laten vervceien , ten einde aant
zijnen leerlust nieuw voedzel te verfchaffen; daar de zodanigen
die gewoon zijn altoos het ergfle te geloven, wijd en zijd ver*
breidden» dat hij te Remt 's Paufen voeten gekust, en met de
Jefuiten benevens den Kardinaal Bellarmin, zeer gemeen*
zaam hadt omgegaan, zonder nogthans het minfle bewijs tot
ftaving van hunne eerrovende vertellingen aan te voeren.
Doch bij zijne terugkomst in Amfteldam^ wist hij zig fpcedig
Uj de meesten en weldenkeidften » van dien vuigenlastei* tezui*
veren, zijne onfchuld ook volkomen door het getuigenis van
zijnen reisgenoot Jvnius in het helderfle daglicht wordende
gefield; zo dat hij fpoedig bij den Amfteldamfchefi Kerkenraad^
op zijn verzoek, verfchoning erlangde.
Intiistbn oeffende zig ARimmjs afzonderlijk zedert enigen
tijd, in bet prediken; en wierdt ih het volgende jaar, na een
behoorlijk examen te hebben ondergaan , met ruimte door de
Elasfis waardig gekeurd om den predikftoel te beklimmen. Op
gunfHge toeflemmirg van de Overheid ^ nam hij de avondbeur«
een te Am/leUam wiuur, en gaf volgens het algemeen getuige»
Dis a*n een ieder genoegen. BsitTtus zegt van hem, in de lijk«
xeden over hem uitgefpyoken : . „ daar was in Armznius ene
„ ongelooflijke deftigheid , gematigd door een zonderlinge be- |
„ valKgbeid; zijne flem was wel klein, maar liefFelijk, helder
„ en doordringende, en om in het hart uit te vloeijen, be>
„ kwaam tot verwondering toe.. Moeste hij ipts fierlijksvoor*
„ ftellen ; bij dede het alzo dat hij niet ging buiten de
^ waarheid ; moest hij iets leren ,. hij dede het klaar en ver*
fp ftandig; moest hij onige wijdlopige lange reden over eni«
(
AKMINIUS. OACDBUS) 327
g. ge 2iOcen vervplgen, hij dede hst met een uitnemende orde
^ en bijzondere befcheidenheid &c." Verficrd met deze en
andere gaven , werdc hij met algemene ftemmen van den
Kerkenraad en goedkeuringe van fiurgemeesteren, onder het
getal der Amfteldan^e Predikanten aangenomen; Hier zoudo
het thans de plaats zijn om van isijne gevoelens ten aanzien
van de eeumge verkiezing ^ ^en ntHl enz.» dit om de twisten
welke daar door zijn ontftaan, zulk ene verregaande fcheu-
f ing in de Kerk hebben veroirzaakt^ en aan zijne navolgers in
gevoelens ) den Tïzamv&n.^^irmimaanen hebben gegeven , tefpro-
ken; dan dewijl ons zulks veel te ver van onze voorgenomen
taak zoude verwijderen, en daar bij ook een menigte wei ken
In onze taal worden gevonden, daar men die twisten wijd*
lopig befchreven, en de gevoelens van wederzijdfe partijeü
bepleit vindt, zullen wij ons vergeno^en met onze lezers naar
die en andere Schrijvers te verwijzen» welke op het einde van
dit artikel zullen vermeld worden.
In 1590 begaf Arminius zig in den egt» met Elisabeth
Reaal, ene fchrandere tn deugdminneiide jonkvrouwe» dog*
ter van Laurens Reaal» wiens^ vader Jacob Reaal» de waar^-
digheid van Schepen en Raad der ftad Jmjleldam bekleed
heeft. I
Vijftien jaren waren 'er verlopöi» waar in Armikius den
dienst als^ Predikant in de gemeente te Amjieldam niet zonder
grote moeijelijkheid hadc waargenomen^ toen hij na enigo
voorafgegane onderhandelingen» in 1603» ter plaatsvulling
van den beroemden Franc. Jumüs». die in 't voorgaande jaar
aan ene belmettelijke ziekte was overleden » . tot Hoogleraar
in de Godgeleertheid te Le^'den wierdt beroepen» welke be»
roeping egter» niet dan na veel t^nftands werdt vervuld ^
vooral door de weigering van de Regering van Ai^fteldam^^
die hem bezwaarlijk wilde misfen , doch die egter door ene
bezepding tot het geven van zijn ontflag» zig liet overhalen.
Dan alvorens vondt 'er nqg ene onderhandeling plaats» tus*
fchen hem en zijnen voornaamften t^nfti«yer Frakc. Goma*
tus» in tegeniwoordigheid van de beide Cui?t(M:eD van'slsnda
X s Ho-
^Ï9 , A&MINIUS. (JACOSUS)
iiogcrchool Kromhout en ttoookkBsÊrS, benevens h»ee 6t^
diie Kerkelijke perfonen, welke van dien uhflag was, dat
GoMARüs en Amonius, in bühne tegenswoordigheid malkan-
deren de hand van .broederfch^p gaven ; bekledende Gömaïiü^
zelv', Arminius daar ria> met dèn titel en waardigheid van
Doktor in de Theologie; zijnde Arminius de eeiile, die 'mét
deze waardi^id in de Leijdfe Akademie , van den Reélot
Magnificus en de overige Profesfören, Vereerd is. bit eeh
cm ander vèrrigt zijnde, natn hij affchekl van zijne Amji€ldam<^
Je gemeente y en zulks niee zonder hirrtelijkë aandoening
iKin weerzijden, want hij wierdt *er grotelijks beiilltid, öri
inen wiardeerdé *er zijne voortreflfelijkc deugd en grote talen-
ten; hij vertrok voorts naar Leijden ter aaiivaaidiftfe van de
liem opgedragene v/aardigheid , Voorzien zijnde van getiifg-
fdirifLen 5 zo wel van den Kerkenraad als Rlasfis die even lofi
lijk waién , en met geene mooglijkheid beter van hem kondoii
Verlangd worden* Hij bekleedde fl^s vijfjaren den post van
Kfoogleraar aan Le^dens Akademie , welk kort tijdbéftek aller-
onaangenaamst Voor hém is geweest; eensdeels door de mceije-
lijkheden die zijne t^enflre vers, en inzonderheid zijn ambt-
genoot Franc. GoMAkus tegens hem vertfrekten ;. en tén ande- I
rerij door zijne geftadige ziikkelingen en h'ghaamsongefleld-
heid; die hem zodanig verzwakten', dat hij den 10 oftober
t6b9, in het 49fte jaar zijnes ouderdoms overleed, gedragen-
de zig tot zijn laatlle ogénblikkeh in die zagte kalmte vaii
gelest, die aan zijne «infpreuk: een goede Confcientie is een Pa-
Mijs y ^Ikomen beantwoordde. Zodanig leefde, zodanig
ilicrf de brave Arminïus, nalatende ene weduwe met ne-
gen kinderen 5 namelijk zeven zonen , waar van de oudfle nog
geen lyjaien bereikt hadtj HERkANus, Petrus, JcfÖANNEsi
Laürens, Jacobus, Willem en Daniel; van welke Laüre^^^
naderhand Koopman te AmfleUkmk^ en Dankl Doktor in de
Medicijnen is goweest ; doch de anderen als .ook de twee
cJogters , Géertrutoa en Angblika , jong geftorven zijn.
-*s Lands Staten vergunden ian deze bedrukte vfiduwe , inge-
volge röföliltie van étn 3 december 1609* wi^ ^niöerkJirg
v.aü
AfiJ0*H3ï/; OAëÖBÜS) 33i
5f«n'tóar mans opregten ijver en goede dienflen, zö in dó
))oedanigheid van Kerkendienaar , als niede aU P.ofesfor in
de Gödgeleertheid , en de moeijelijkheden daar. in uitgeftaan 5
Ulidsgaders de veragtöring waar in zij weduwe, door de lang-
durige krankheid bares mans gekomen was, -ene jaarlljkfe wed*
de van 300 guldens.
AKMmfus badt een middelmatige gefklte, bruine levendige
ogen ^ een deftig gelaat; was van een bloedrijke gefteldheid,
en fterk ingedrongen van leden ; zijne llefii was helder en
doordringende, zijne woorden liefFelijk. Hij was vriendelijk^
opregt, fpraakzaamy onderdanig bij zijne meerderen, tocge-
!Mend bij zijne minderen ; voorts herbergzaam y vrolijk en aan«
gènaam in zijnen omgang , en mededogend omtrent den armen |
hij wilde liever godvrugtig zijn, dan fchijnen. Bij Jvnius^
DousA, ScAUGER, DE Groot en Büxtorf ,. vindt men den
lof van zijne geleertheid en gaven brieedvoerig vermeld. Wij
voegen hier ten flotte bij, het nadrukkelijk getuigenis van
Matth. Martinius, tijdgenoot van Arminius, gereformeerd
Piedikant te Bremen: „ hij fcheen mij een man te zijn, die
^,, waarlijk God vreesde, zeer geleerd, in theologife ge-
„ fchillen zeer geoefFend , in de Heilige Schrift ervaren , en
„ die voorts zeer omzigtig was, om philofophife woorden
„ op godgeleerde zaken toe te pasfen. Wat zijne dwalingen
„ aanbelangt, ik heb nog niet konnen bekennen, of 'er enigo
„ zijn, ten minllen niet hoe groot, wie en hoe vele*dezelv0
j, zijn. God weet wat van de zaak zij. " Behalven de hier
bijgevo^de afbeelding van dezen Hoogleraar door dei^ konst-
rijken R. Vinkeles , gaan *ei- nog veifcheidene andere van
hem uit. — — P. Freheri, Tlieaiinmy Part I. p. 354, 355»
MoRHovn, Folipvft. Pra&. L. V. C. I. J. 32. p. 552^ Ton^
IL Crenïi, Aumadverf. PUlol Part II. ^ VIII. p. 130, 131*
Part. X. 1» EpisioHs n. VI. p. 296-298. Jo. Fabrich, HiJioTf
Bibl. Part III. j). 395, 396. • Gottl. Krantzkjs ad Coftrii>
giumy Saac, XVH p. .189. L. Moshêmh,. Injiitiit. ffjftor.
JEcclef. S»q. XVn, &ed. II. P...II..:C. IL J. XI. ,&.a UI.
f. I. IL JHi/ima vkajAC. AsMim^. 1724. J. F. Fopjpens,
Bi-'
gsi AttkStkONO: (THOMAS)
SibliM. Belg. p. 49Ï>. C, Saü , Órum. literat. Part iV. Jf.
48. AialeÜ. p. 559' P^ Bayle, Z)tSi(w. ed. Be 1730. Tom;
I. p. 333-335- Ji G. de CHAUFÊpié, Nmv. DiSt: Tom. I. p;
471-478. Dav; Clement, ML curieufe. Toni. II. p. 117^
118. Paquot, Mmoir. liHér. Toin. II. p. 78-89. TriolAnö
en Uitenbogaert:, KerkeL Oejchied. BRAtox, Hiji. der Ife*
form* ■ Levens van enige voorname Mannen en Vrouwen, druk van
1794. I. D. bl. 144-160.* Kinschot, Befchr. van OudewateUt i
U. i2i-^i36i BBBTiud, Lijkreden op Asmmwsk
ARMSTRONG (THOMAS) , waarfchijnelijk èfen NiJmegH
van geboorte , een man die zig misfchien ook te diep hadt ge^
tdkkeld in de twisten en onenigheden, welke in Engeland
tusfen den KcHiihg en hëc Parlement plaats hadden ; wks een
boezemvriend van den Htertog van Mónmoüth, die ook uit
üngeland geweken , en op wiens lijf 500 pond fterlings gezet
was. Armströno wèrdt bp den 14 junij 1684, op verzoek
vun den Engdfen Gezant, Chudleigh, door KoRi^rstis Paets;
&hout ysiSïLeijdenf in *t doorreizen van die ftad, betrapt; ter-
ftond naar iotterdam, en van daar naafl* Londen gevoerd, al*
ivaar hij eerlang in 't openbaar önthalsd werdt; Men vindt
liiet of de 500 pond (lérl. door Ghudleigh aan Paets betaald
sijn, maar wel dat dit zijn bedrijf» zonder voorkennis van de
Staten van HeUand gefcbiedt, zeer euvel wèrdt opgenomen,
en Hun Ed. Groot Mog.' om zulks in 't vervolg voor te ko-
men , aan alle Schouten êh Bailju#en verboden , iets derge-
lijks te ondernemen j zonder 'er uitdrukkelijk bevel van huri
tóe CHitvangen te hebbén. Men hadt te meer reden , om over
bet vervoeren van Armsthong te onvrede te zijn, doordien
hij naar alle gedagten een Nederlander van geboorte was , eh [
é^t hij alleen door ontfteltenis verzuimd hadt, zig, na dat
hij gevat was, diar op te bearoepen; Wijders vindt rneii bij
PüFFENDORF iiftf. XFIIL J. II 7. p. I20I , gcmCld : „Dat
^ Armstrong, eer hij in Holland kwam, te Kleve^ gezeid zou
„ hebben, dat hij om geen andere reden uit Engeland gewe^
iy ken was, dan om dat de Roomfe aanhang,- of die des Her»
» togs
^NAUp. GACQUESof JAGDBU$) 33)
' togs vm Jorky welke aan 'tjflof jx)ven dr^^d^ rijfette q©
ft aaDzienlijkfte Protestancen., .pp allerleiie wij«$ , zogt te cm?
^, herdrukken en van kant te. helpen; en d^t alles wat me»
„ van een optworp^ yerra^d verfprcidde^ louter verüei4
^^was" ■ - Hollandfe Merkmius yaniffMM-bl 2^74. WA<i^
Vod, Hifi. XY. Q. bl, ^53t . ♦
.'V ♦ . ..
ARNAUD QACQUES . qf ' JACQBUSJ, , PtedikM
walfe gemeende te Kaneen ^ i$ geboren in het jaar 1725. H^
^4$, een kleinzoon van den zo beroemden üj^ndrik Abnaud »
^i^ de beide zo üegpns ^^pudkanderen flrijdeiide beroepen, ys^u
Christen Leraar en Veldheer ^ in zijn pierfoon heeft verenigd j
^n wfit mo^ is» in beide die vakken iiitgemunt, want Hij wa^
j^^n g^Ieq-d deft^ Predikant,, en een |ij:ijgshe^4 > aan wiei|
het vooral aan geene dapperheid nog beleid niiang^lde. , Dei^
^nderUnge^aUji is geboi^n onder de fFaldenfen^ in de va*
leijep van Piemwai e^n arm volk, dat de^ lore der waarheif
niet korter bezit, gelijk het roemt, dan bijna 18 eeuwen, ei|
^an$,nog dien kostelijken fchat even kloek hewaart £eii
volk iiit. ene kleine nadp beflaande, wier verligt geblevea
vooroudei-5, het zuiver euangelio, voorene reeks van jaren ^
Jn vele dui^tqre' koningrijk^, vorilendomm^ en (laten vai|
Europa Qverh;ragten; en waair uit men kan nafporen , hoe d^
wijze regering vaiï het Godddijk Albeilier. fomwijlen toelaat^
dat een gedeelte zijner kerk , nu door de felüe verdrukkingea
en folteringen gelputeijd wp^t^ ds^n wederom de aangename
.J)Iikken' van ftille en gelukk^e dagen beletft. In het gedrag
der dweepzieke vervolgers van dit brave volk, ontfluijert
^ig de kragt der yooroirdelen , het woedend geweld des bij»
geloofs,. en de magt der dwalingen, die hen tot zulke verren
gaande wrede bedrijven vervoerden ,. dat de. nakomeling 'er
^ig nog over. moet fchamen; ook'tefFens een bewijs opleye^
rend^, dat de beste vorilen niet zeldzaam door.pndeugende
xninisxors worden m^l^id, waar door dan de gnderdanen^ter
Xlagtbank geleid, 6f) een goed land jammerlijk; ontvolkt, worde»
Vit de gefchiedeni^ .van dit ydk ., wordt men daarenbov^
- . ; ' , ont-
$u ^aöwoo: cjAo^öï» of jacöéus)
öntwttr, tioe 'd0 magt der TmarBeW vroeg of laatVjuïchèncl
zegepraalt, dea onbezwekcn- ijver -in derzelver t)eHidenis ea
Ver<iediging; hèÈ-ftandvastig roemeïid geloof te midden 'der
ipBlfle • fpkcrlngen , de blfide uitgalmende verlochem g der
verbid , en een nimtner wankerend vef tiotiwen op de Godde«
Ujke heiIt>eloften , te «amen talloze rampen gelukkig kunnen
te boven {heven; dus dit kloin gedqelte der waie kerk, fchoon
jnaar éénmaal", voor een korten* t^d; uit zijne valeijen go-r
^even, den vastéfi zcteb in deifel^^*'bHjft inhouden,
« Ondq: dit brave volk hu , 'ivjfi- onzen Hendrik Arnaüd
geboren, getogen en opgevoed, geen wonder dan 'bok, dft
Jiij dcrugdzasön "Vf^n hatt zijnde , hunne beginzelen niet alléeh
aankleefde , maar die zelvs met alle de Vermogens door de A
Opperheer ' aan hem gefchonken, tli^' IQannenmoed he^
Toortgeplfint en verdedigd: • ...
- Men weet , dat bij de intrekking van hpt edikt Van Nimtcs door
itiODEWYK DEN 'la V, lu 1085, 't welk* voor Fmnkf^ zultó
hcilloie ge^^olge*l heeft gehadt, deez' hoog^pt^ en -dwe^
tjeke Vorst, niet te vi-ede met den Gereformeerdért godtf»
dienst in zijn-^gen land te onderdrukken , zulk een heilloos
doelwit ook over de Wdldtnfcn in de valcijeh v^m' Piem^a '
Wtftrekte j en derzclver fóuvereïn Hertc^ Victör Amadeüs
Xi%\l\ een jong^ ftins van goed vcrftand en voi-ftélijke hoe-
danigheden , tot nu toe zeer afkerig geweest van alle vèi*vol-
gingen en wreedheden, doch die ongelukkig-, genoegzaam
ène vasfal van Lódewyk was, door zifhe bedreigingen wierd^t
overgehaald; en den 31 januaiij 1686, het wrede bevel \n
de wtojm liet afkondigen :* „ dat de vrije oeffenihg van den
i, godsdien^ voortaan , niet langer Ifend'zou gi-ijpenj onder
■„ bedreiging van IcVenftrrf en verbeurdverklaring der goede-t
,, ren van de onwilligenj dat de kerken der Wddenfen afge-
,9 broken , eri de leraars voortaan ver1)annen zouden worden ;
iV dat de kihders gedodpt , in den roomfeh godsdienst öpge-
j^'^-jVoed, en de weigerende ouders, öf) de galeijen -geboeid
„ zouden worden. " Geen mensdi kaA ïé veiflagenheid 'der
Whldenfen, óp 'de' * afkondiging "van dit ofttmenst befliiit doj
Her-
Hcrtogs^ 'uitdi'ukken*' Ï3j *4óg©h ïig-g^ort' in'cneiT':afgrön4
>i7an ellende, die vcifdwikkelijk was, en gflen-d^ minfte fiib.
kerende hoop van-vcrloeftng overliet f het vrolijk euj^ngelie*
dicht, -dat zo, vele e^w&RykinXs den tijd der Apostelen, on-
jflcr. hen^gefchenen hadty»dxeigdè nu, voor : altoos tè tanen èu
'uit te doven -jV en hunne '^kf riders «geperst te worden ^ tot ode
•^amneming ener Jore; welkt tij eeuwen 1^, l^eftreden ha*-
ideic -Weinig hoop. ^t^itéf tig)or hen^ om uit dit kronkelend
ilodiliof van rampfp€ied"«reilt)$t te woiden; nédrige fmèekfchrifr
<en ,^haddèn geen >den minften Invloed 'y^uirJEkgiiimd was geenê
liulp te wa^en, Kbiïfng'JiicqB öÈ II, gteg ê^lv* reeds té:
jnisfej J^d//fltó koü-feig-^llêen-j'^ befchermiftg ^^an dit ongOi?
lukkig vplk niet jrantfekkeiï; alleen dé.Shi^tfsrfe Kantons, we-
^nsdé^n^bijgelegenhold, vroeg onderrfgtr, ,van 't gene 'ey
4n (?e ycfkijm omipng , ^ri niet gezind b'unno ^gelooftgenóteft
4e' veq-tetèn , aonderi in het begin van miaïti686, enige ^
-gezanten naar* Turi'n^y dieriftg^ in deze rondborftige 'taal, aan
-de;i' Hertog lieten horden :- j/ 't fihert ons te zien, tot ^^^eik
V,':uitefftè:de^Heïtögvvaft:-&wye/i; ten op^igte der PVdldenfin
-9^'gskaiiien h; my verklaren, dat zij uit krafet vhunner ^-
Srlqofslêer, ' pnai broeders;'; jsijn ; Mwe voorzdCeii 'hebben zig
9^' aaw ofte', en tOÈSi vefe 'W^Ji'ften van E&ropa, met de pleg-
*;,:tigfte 4)eloften , vörbóBden , de H^tUdmfm in viede en on-
4, geftöoide godsdienstoefiehing te zullen, laten; beloften',
^i welke de kragt van^onkïcnkbare wetten «hebben , en ca-
'iV wlg^ 'gedenkfljukkenvan openbare trouwe zijns, weiken de
'^ vorken, deswegen^ al$ heilig en onfchendbaar moeten hou*
%, den; de gefteldheiduweir Haten moge u nopen, de ftaatkun-
'.„ dige i-egelen, door Lot)gwyK u voorgérchie«eh^ op te vol-
gen, dan de regtVeerdigh6id en zagtmoedig^eid veibied)^
u^ uwe regeritigi nfi0t<^nifözd bloed te bevlekken ,: en eon
volk, dat u om' gpnade*en barmhartigheid - bidt, en nflft
„ beledijgd heeft, te vernielen &rc.^ Dan noch deze^ deft^
en mannelijke taal 4def i^ttanten, noch dè Toorfj^aak yt^
Ündere Prof e^4n^Vörftefn,'wafen in flaat^ het m vetüs&pt
^^ 'h^ van V4C90K ^Hxrnjs ''tc' ^fehfgeif «ncnodit hem. i^
33Ö AaNAUD. CJAOQVES of JACOBOS;
tcwegen, om- van üjne vtthvaétthh met Frankrijk af te zie»;
,en deszelvs bedreigingen klein fia achten ; het enigfle wat hi|
.«an dat ongelukkige volk wilde veigunnen» was, dat zij be«
ftelling over hunne goe leren . kosten maken , en dan zijne
fiaten ruimen* Doch deee vergunning was onaanneemlijk
voor dit edeldenkend en godsdienftig volk» en in de daad
boe konden zij beflutten hunne Kerken , aan óen allerhoog*
Aen GoQ toegewijd , met eigen handen, volgens den efsdi
van de vergunning i af te breken,. kutine wai>enen neder te
:leggen» en aan <^n leger krijgsknegt^n , *t welk hen buiten
bun vaderland zou geleiden, zig over te gevend vrezende
siet ten onregee, dat het (aat(te alleen eon dekmantel ware-,
tm ben als dan, gelijk een weQrloos flagtofièr, door de ban-
den van bloedgierige legerknegten. op^ ^ns af te maken ; z$
befloten dan bij hunne altaren en haardileden te verbleven »
en zig in de vale^ te verdedigen; doch door Qvormagt tem
.DRder gebragt, wierden 'er ene groie menigte op de barbaai^
-fle wijze, van het leven beroofd, velen in de akeligSege-
vangenisfen gew(n^n, en gelukkig waren de genen, die
sig uit de . bloeddorflige klauwen van de woedende krijgt
knegten badden weten ce redden » en door de vhigt ont-
komen waren^ Eindel^k wierden een gedeelte der genen^
<die gevangen zaten, ten getale van ajoo» to mannen aU
vrouwen in vri^d gefteld, mSds hun vaderland vertatendQ»
Deze trokken onder bet uitftaan van deemiswaarcUge ram*
pen, naar Qenevet alwaar zi| of de liefderijkfte w^'^ ontval*
g^ werden , en verders zig naar het Kanton Bern in Swkzer*
Umd braven ; dodi de regeerders, jiaar van door ^ttï Hertpg
van Savogen bevreesd gemaakt, bepaalden hun een tijdperk oqi
van daar té' mteten vertrekken. Na vele rampvolle lorgQ-
vallen hier ondergaan te hebben, befiooeüzij eindelijk hunne ge-
liefde vaU^ weder te gaan opzoeken ; w het is op dezen togt^
'dat den beroemden Henprk Awaud, hunnen leraai-, dUf
bun tefibns tot leidAuan en opperbevelhebber verftrekte ^ ne
b^ uitftaan vaii menigvuldige wederwaardigheden, door he;
liegen* van ongelovemke beldeodi^» jireihr in. b^ .jbezjH
'ARNAUD. aACQUES of JACOBUS) gSJ
Yan hunne dierbare valeijén herftelde, en door eneomwente*
ling van zaken, die niet te voorzien was, vrede met den Her-
tog van Savoijen floten, die hen in 't rustig bezit van hunne
vaderlijke erfgoederen , heiilelde. Tot opheldering van 't een
en ander , laten wij hier enen brief volgen , door Arnaud
aaiR den Hei*e Torman, Gouverneur te Aigle in Switzerland
gefchreven, die van deszelvs grote overwinningen gehoord
hebbende, en dezelven nauwlijks kunnende geloven, hem
enen bode gezonden hadt, om de egtheid der zaken te we-
ten: „ ik zie Czegt Arnaüd^, dat gij uwe edeli^oedige en
„ christelijke gevoelens omtrent ons nog behoudt, eiï'nieuws-
py gierig zijt, onzen toeftand te weten f wij bevinden ons m
„ ene volmaakte goede verftandhouding en vriendfchap met
jjden Hertog, ik heb enige franfe brieven, die wij, negen
„ mijlen ver, in DaupUné hebben opgeligt, bij hem in het
>, leger gebragt; hij laat ons in volle vrijheid, en hoopt,
„ dat zijn land wederom bevolkt zal worden; wij hopen ^
„ dat velen zig bij ons zullen voegen, fchoon wij tot hier
3, toe weinigen zien. Ik ben van den Hertog gezonden , om
„de troupen ó\t\xitih&t Milaneesft kómen, te begeleiden; de
„ onzen zijn te BobL Ik weet dat gij, ziende zo grote won-
p deren, die God, zints tien maanden ter onzer behoudenis
„ gedaan heeft, al wat tot wederopbouwing onzer verwoeste
„ kerken verftiekken kan, zult toebrengen. Niemand dan
„ God weet, en zal immermeer zo goed als hij weten, de
„ gevaren en moeiten die wij geleden en uitgeftaan hebben;
„ als mede de verfchikkelijke gevegten, die wij geleverd
„ hebben , zonder dat de vijand oit zijn oogmerk heeft kun-
,, nen bereiken; integendeel, wanneer hij dagt, dat het met?
fj ons gedaan ware , heeft de Heer der heirfcharen ons altij*
„ de overwinning gegeven. Wij hebben in alle deze geveg-
,^ ten, geen 30 mannen verloren, hoewel 's vijands verlies,
5, wel op loooo beloopt. Laten alle Fraiife vlugtelingen, die
£ töt hoofde van den godsdienst hun vaderland verlaten heb-
,-, ben, en anderen, die wenfchen,' <fcj het Koningr^k van
p Gods zoon kme, zig bij ons voegen, zij zullen nergens
L Deel. Y «^ ,, ^é-
^ ^brf k aan lijden ; de tijd is gekomen , om Stante herhou^ ' *
„ Mftfn. ïk heb bij anderen, voor een onVoorzigdgen en reu-
^, ^Iq^en te boek geftaan ; doch de uitkomst leert , dat Goi>.
^ alU. QfiZ^ zaken heeft wtgevoerd, en de arme Ahnaud , is
„ met de andere bevelhebberen bemind van de genen , die
^ hem van te voren verfclieurd zouden hebbeu. Dit is Ae$
„ wetk Gods , wien alleen daar van de eer toekomt Ik bid-
,^ de voor uwe behoudenis en die van uw geflagt , omhclzea-
^, de vyi halten, die u in den Herc^ beminnen &c Turifê
^ den 5 juli] 1690."
Kort hier na kwam de Hertog van Savoijeriy in het leger,
waar over Abnavd het bevel voerde, ten einde de Walden^
feil te zie^ , pn de wijze te beramen , hoe meji met verenig-
de kragfen, op de Branjen los zpu gaan; het behaagde henj
op een zeer gemeenzame wijze, met dezen christen-held to
fpreken , en jokkende te zeggen : nu hen ik uwen gevangen j
waar op Arnaud antwoordde : dat al hunnen róof^ en 't gena
ze verder uiogten hebben, liem toebelwords ; de Hertog met dit,
en andere bewijzen van Arjnaud's liefde en trouw, zeer inge*
nomen, vereerde hem zijn eigen degen, horologie en fjferp^
^ prees hopglijk zijnen ijver. Dit was ene treiïèlijke ver*
gocding, zo voor den bitteren hoon, dien men dezen waar-
digen man hadk aangedaan bij. zijne uitdrijving, als voor de
ellende , die hij geleden hadt , om 't euangelie va^i den gror
ten Verlosfcr in de vjdeijen wederom op te rigten , waar. in^
hij door het Goddelijk albeilier zo wonderlijk geHaagd was.
Ter dezer gelegenheid moeten wij onze lezers nog berigten , •
dat de gemelde fjerp in handen van pnzen Kamper leraar Jaq-
QUES Arjjaud, tot aan zijn dood toe heeft berust, die der
zelVe als een gedenkwaardig getuigenis van zijn grootvader^
braafheid en moed, met het uiterfte genoegen aan ieder die
hem daar toe verzogt, liet zien; het horologie^ wordt bij m*
dpren van zijn waardig geflagt bewaard.
Verbazende omkering van zaken ! deze Aknauo , op wiea
de Hpomfe Smtzers ^ ten tijde zijner omzwervinge in de jProm
tèfiar/fe Kantcns^ zo dikwils geloerd hadden, om hem 'ia
ban- .
ARITAUD. (JACqUES of JACOBüS) 33»
'fianden te krfjgen , als dan naar Confians te voeren , en den-
ielijk met hem te handelen , gelijk men^ aldaar met Johajwiej
Hus en Hieronimüs van Praag, in 141 5, aan den brandfta-
pel gedaan hadt; deze Arkaud zeg ik, zag zig nu uit de
handen zijner hateren verlost , en bij zijnen voist in blakou-
de gunst. Hij die niet meer dan 10 piftolen rijk was , toea
bij ótn groten tpgt , uit Switzerland door Savoijen » ondernam^
en een halve loms ^w hadt overgehouden, toen hij in de
.ya/«ym aankwam, ontving nu vorftelijke gefchenken. Hij
die voor vier jaien het euangelielicht hier zag ui^aan,
hielp het nu op nieuw ontfteken, verkrijgende alle oude voor-
fegten en vrijheden voor de Walden/en , in eenmaal te rug.
Men vindt een pourtrait van dezen christen-held , door N,
VAN Frankendjui< in 't koper gebi*agt; dan dit afbeeldzel vaij
AiaiAüD is in zijne Lege jaren vervaardigd ; hij voerde zijne
yooynaamfte heldendaden uit, toeii hij jonger was. Men heeft
hem verheeld als een veldheer en leraar te gelijk 5 als veld-
heer draagt hij een officiers kleed , met een harnas daar on-
der ; als leraar is hij omhangen met enen mantd , en een bef
om den bals< Onder dit afbeeldsel, leest men: Fenerandus
(Kjirenuus Henricus Arnaud, Faldenjium Pedemofitanorum Pas^
Wf nee non militum PrafeQus ; lager deze digtregels :
Quem Pietas mirata f uit dtm dogmata panMt^
Quem timuit favus 9 dum tulit affruif furor,
Arnaxjdi effigies thorace togaque deeora,
Hac est. Secla parem nuUa .ttdere Ducenk^
Ziet hier een' dubb'len Held ; een' Boanerg in *i preken ^
Een blikfem in den ftrijd, in leer noch moed bezwekeiv
Dat vrij verbeeldingskracht u al. haar hulp verleen!
Hoe groot ge Arnaud ook fchat, nog fchat gij hem te kleen^
Uit zodanig een edelen ftam, uit zulk heldenbloed, is onze
Jacques AjftNAUD, gefproten. Na zijnen akademifen loop te
Neufclmel of Laufame voleind te fcebben , kwam hij in HoU-
hnd; werdt na examinatie met alle lof en ruimte tot Propo«
nat aangeooisen > fungeerdo enigen tijd als Fïeceptor j^ bij[ de
Y a kin*
^^^ ARNAVI>- CGEORGIUS i>'>
kinderen van den Heer Behtink van Schrniheten^ en wiercfc
i^wvolgens den 2 augustus 1752, in plaatze van den door d©
gemcftnte zo zeer geliefden leraar J. J. Rambonnet, naar Ut^
recht vertrokken, in deszcivs plaatze met eenparigheid va»
ilenuncn tot Predikant in de walfe gemeente te Kampen beroe-
pen, cn den 22 oébober daar aan volgende, door Dakbei.
Lows Predikant te Zwolle y in zijnen dienst bevestigd. Na het
ruime tijdvak van 41 jaren, het Kamper walfe kuddeken met
alle getrouwheid befticrd te hebben , verkreeg zijn Eerwaarde
het emeritasrchap, en ging omtrent een jaar daar na , op dea
ÏX meij 1793 namelijk, in den ouderdom van 6^ jaren dea
WTBg van allen vleefche, ten einde in de eeuwigheid het looa
te ontvangen f dpor den Oppcr-Herder aan zi;ne getrouwe
iJicnstknegten toegczegt,
Jacques , zonder diepzinnig geleerd te zijn , ver/lond ^ijn
theologisch fistema grondig, hadt veel hiftorife kundigheid,
predikte fomtijds vrij wel; was een braaf, deugdzaam mensch
p\ godvrugtig; dan veel verdraagzaamheid, ten aanzien van
«ndcre gezindheden, moest men niet bij hem zoeken, inzoiv
derheid 'was hij' hitttr tegens de Roomsgezinden , en zulks
\vas niet te verwonderen , doordien zijne brave voorouders ,
onverdiend, door belijders van dat geloof, zo hevig waren
beflreden ^n vervplgd,. Voor het overige was Arnaud van
geen o;ige^eUigen aart, gaarn iemand dienst bewijzende, gul
als men bij hem. was. • Hij is nimmer gehuwd geweest. ■■
BossüET, Hifi. Univerfelle, Tom. III. p. 20. Basnage, Hifi.
de /a Heligion Reform. Tom. II, p^, 104» 105. .Lettres: futJes
VSfitieres du tcins, Lctt. VL p. 93. Boijer, abregé de l' Eis-
tere des Faudgis. pag. 290. Joh. Flor. Martinet, K^rk.
QpMned^is. der Walden/en in de vgldjen van Piemont, twede
druk van 1775. Boekz.j 1752. b. bl. 266. 542- i793- «•
bl. 597.
ARNAUD CGEORGIUS d'^. Hoogleraar in & Regtsgor
léerdhcid , oirfpronglijk uit Frankrijk , wierdt geboren te Fra^
f^ker in Friesland y den 16 feptember 1711. - Zijn vader was
HoTORlcs d'Aeï^aud, aedert 1728- Predikant in de walfe ge*
' ' ' meen-
• ; . urnaud: (GEORGiiJS iJ') 9a
Jtoeente van die Had, en Reefde nog in 1758 > doch als Ztaèk
jritüs; zijne Inoeder JtjtorrH Elkabkth Couppé, wa$ dedöijter
'Van FiLiPPus 0>uppé, Gereformeerd Predikant te Sti Hikfr^
in Poitoüy tn is te voren getrouy^rd geweest mfet StEPHAtn^k
Pallardi. . ÖEORGiüS) de lage fcholen doorlopen hebbenttó^
wierdt Student te Franèker'^ en. maakte fnelle vorderinjjei^ In
de fraaije letteren, onder Tiber. Heüisterhuis en Petrus VITe^
^SLING, den^ eerden Hoogleraar in de griekfe taal, end^n 4nfl9>
a:en in de hiftorien en welfprekendheid. Vervolgens ging hij Joi
jde beoefFening der regtsgeleerdheid over, en volgde dajqr Jij
töofdzaaklijk de lesfen van Abraham. Wieling, Tèn- eind#
aijne kwndigbedöh te vermeerderen ^ bezogt hij het Hog4»'
ichool te Leijdmy en hoorde aldaar <le lesfen van verfcheid^Pjj
^roemde mannen. Te Franeker te j.*ug gekeerd, wicrdt WJ Is
j:734. Doktor in l)eide..de,regfe?x. .JEen jaar daar na, wördl Wj
door de Staten yzn J^esland tot Leftor aangefteld, enl» j41^
J734, volgde hij zrjnen meester Wdeung op; als ProföJfoif
prdinarisj die' intusfen naar Utretia waè bei-oepen; doeh jitój?
Jieeft.hem niet mogen gebeuren door hel doen van 'ene inw'ij^^
dings redevo^ing, zig in die prcfcsfie bevestigd, te zien; ^ïïr%
jna enigen .tyd^zukfceld te hebben j verviel hij in ene flepen^
de kiekte, die hem den i julij X74P in. het graf rukte* nfigt
geen 29 jaren bereikt hebbende. De Hoogleraar T. Hemsi?^"
itóiS hefefï ene lijkrede Óver héifi gedaan , doch die niet vpoj*
hét jadr 1784 hét licht heeft gezien', wanneer die, ben^v^nf
hbg enigé andere Ofiafien van dien groten man, gevoegd bfj
énigen van dén' Hoogleraar L. fc. Valckenaar , door laat§lgè-!
to'elden tèr persfe is.tezorgd en uitgegeven. ' /
Veel hadt de" geleerde wdrefd van dezen jeugdigen UittÜ
betdj kunnen verwagten; daar hij J:eeds om zo te fprekön/ in
^en aanvang van 2ijne loopbaan , zulke (reifende blijken vitf
yeriland, geleerdheid en oirdeelkunde^ door 't doen druklien-
van de volgende werken > heeft g^even. i. Specimen Mimi»
yeffionum criticanm ad aliqu(ni Scriptores Ctow. Hart; ly^S ^ H
ivo, 2. LeEtmum Cracaruiny lib. IL in quibus Crcecorum fcrip*^
^pasfum illmrMUr 6f mtf^amifj imprim JEJwiPw, An^ïi
}42 AKNHEM. ARNHEM. fJOHAN va»)
Thböms, Opfiami, & AfOLuaai Rhods» Hag^e Cm. i7Sa;
in 8v». 3. De Diis UmfiïXéêi^ fivê odJesJdHhm ö* cfngmitis^
ernnmentoftus. Haga Cbm. 1732, hi Svo. 4. Dispuuuio de Jur9
Seryorum apud Romams4 ij^Ai *n ^to, 5. DisputaHo<de iis\ qid
pretU participandi causjay femet venundari patiuntUr, 1739, Hê
4^0. 6. Fariarum OngeQwanmy lib. JL; in- qwbüf pasjim Jiü
Civüe illustratur, (f plurima Juris, aliorumque JuSortm, loca
emendatüur aia explicantur. Franeq. 1738. Leovard, 1744.. in 4^
Dit werk kan men met meerder regt onder de letterkunde
gCn , dan onder de r^tsgeleeiden rangfchikken/ Behalven
dezen y heeft p'Arnaud nog enige ftukken bezcrrgd voor
de Miscellanete ^ obfervatienes critica van j^mjleldam; én de
peer Vmemoit verzekert, dat 'er nog verfcheidere onuitgQ-
gevene werkjes van -hem, onder den liu onlangs overledeneii
Ütrechtfen Hoogleraar J. H. Ar»tzeniü8 waren berustende,
die men dagt dat door zijn ~Ed. in 't ticht zouden zyn gcgo*
ven, gelijk dezelve, in 17Ö7, te ütf^chti heeft uitgaven, G.
d'Arnaud, Fita Scavolarunu — G.Stolle «iHEUMANitofj
P- 534 > 535' E- I- Vriemoet, yfthen. FHfiac. pag. 832. C*
Saxi, Ommast. liierar. Pars VL p. 430, 431. Paquot, Afé*
«oif. Huer. Tom. XVHI. p. 41-48. Fr. Jugler, Ï5t^uat(st
ARNHEM, is de naani van een der oudfte en alleredelfte
gedagten van Gelderland ^ lijnde hier van het laatfle manne«
lijk oir geweest Jöham Van' Arnhem , die geheel kinderloos ij
qverledén. Van dit üi^ftorven geflagt vindt men omHagtigp
tafels in Hoogstraten's PToordehboek ^ en bij A. Ferwerdaa
Nederlands Geflagt- , Stam- en Wapeiiboek. I. D. 1785-
ARNHEM ÜOHAN van) , Heer van RozendJaal tot Hars^
loo , enige zoon van Gerrit van Arnhem en van Theodora
VAN Wassenaer van Duivenvoorden ^ wcrdt deii i meij 1636 in
V Hage geboren, alwaar de oude Heerj wegens Gelderland
fcsfie in de vergadering van Hun Hoog Mogenden hadt. De
eerfte tien jaren Van zijn leven bragt hij in 's Hage door ,
waar na hij met zijne ouders naar Gelderland vertrok , en eerst
te
'èMïliEM. (^ÖAN vAif) . . . .g4«
iè JhA0y (biir b^ bij eeü FrecHk^t tè Msi\jM tè f^^
fehingeni vcoMl^rïii/op hét GijniniÉfium té Diviiiiat\ éA léil
hadlen aan het Hogéfck>ol te ^én » in kliè i^beflÉsnU^itiJi
tn wete'nfcha^)|)én bén. jongtn^ v^zijn igebbottè Vüégjn^dö^
onderwièzen Werdt. Kauwltjks hadt hij .20 jirfeil bèreÜtlj
bf hij wci-dt uit kragt zijnei* aanzienlijjte geböorÖÉ^ ffi de ftld*
derich^ van de ^^/«n^e befciuevseni Negen jaffentdUür: iia ; 1»
i<567 b^af hij zig in den ' ègt ; mét zijn . voilè^ filg|té ^Airji^
iilARGAREtA VaS Arnhem, ertdogter vto de vrijé liftërÜJkkStd
Mozendaaii jgeboren den i2.dedember'1;tï3$9 tiit l^BB^k^r VAA
Arnhem i Landdrost van Velum ^ en uit vröuwé* Êidor'éAiió
ËLisABÈtH vÏN Db&D, èrfdogter van J^ds^ti^; 'ben/ii/i&ejl}
k674, T^érdt Heer Jan, als lid vaftdfe Ridderéri^p> OtcUnittÖ
teedeputeerdé van het Velmen kwartier^ dÖn li febi'üfitij
1^75 kigter van Arnhem en J^eluwcTizom ^ léh di^li t);-febi'ü^ij
iftelde Piins Willem de III hem aan^ tot extititotdinaissr&aid
in het Hof vah Oèlderhmd. De genegenheid ■ Van /gëilMByeii
Frinfe en lieszelvs Gemalinhfe vöor den Heer en Vixwólr. vén
ibzendaal'y vmio grbDt» dat zij zig méêhhkieö b|>-dat;.jlsan^
zienlijk landgoed gingen verlustigen^ én enigéii tQdi.toéfxl&nii
took verzelde hij benevens zijnë gemalinnen dienT. votst dk
vcttdftinné in ï^'^i naar Engdénd^ alwaai' iiytès weken Vof*"
bleven. Geen minder gunst en liefde genoot hij ^mjfrnianni
burgerije, die 's mans deugden en braafheid van nabij >keüd6n.
bp den is augustus 1701, werdt hij door Koning William
jfot Landdrost Vian d'é Fehê^è aangefteldi ♦ Het Was ook Ihet
ten fmërtelijke aandoening j dat hij het volgende jaar 'dè dood
van zijnen vorftelijken vriend en weldoener vernam; ^ti^l&
iiet wéiftfg -v^ierdt vermeerderd ; door de gevolgen dié dezel*
Ve genoegzaam in de gantfche Republijkj en inzondetheid In'
Celderiand na zig flëèpten. Te Arnhem koos men , ingevolge-
énè nieuWe keur uit de Gemeen t^lleden j 'twaalf lladi Regen*
tèni latende daar onder hém, benevelis vijf van dé ^tfdé Ma*^
giftraat aanblijven, doch Rozendaal en de vijf aridèireTTeren 5 '
bleven volftandig de verkiezing afkeuren, én dé* aanvaarding •
weigeren i en wanneer ia 1707» wederom enige Heren wer-
y 4 " den
344 AtU^OLDI. GOHANNES) (KORNEUS)
den voorbijgegaan , weigerde RdzesdaaL op nieuw , ^tó pcd
te aanvaarden 9 en volhardde daar in tot zijnen. dood toe^ n
welke.op den. 12 december 171 6 voorviel,: als ^toen>zagtelijk
en godvrugtig ontflapeode , op het huis te Rozendaal in den
ouderdom van 80 jaren en 7 maanden, juist op den zelvden
dag, dat zijne weduwe in iiaar Siile jaar tradt, hebbende
nog vyf jareii::na dien tijd . geleefd. Heer Johan was> gelijk
in liet vocig Artikel reeds is gemeld, het laatfté manneH/k oir
vw dit «ahsienlijl^ geHagt, itierf ook kinderloos, en werdt
ingevolge zijne b^eerte, zonder enige: pr^- in. de kerk van
Feip b^tavcm ...
. Hoe ved^bezigbeid de bijzondere Staatsambten ook aan dó«
zen groten man vcrfchaftdi, wist hij evenwel dagelijks, uren
9f te fhipperen , om zig in de fraaije wetenfchappen te oefie*
nen; ónder anderen bezat hij ene uitgebreide kennis in de
landmeet- en bouwkunde _y .ook was hij zeer ervaren in dé
gronden vanden gereformeerden godsdieiist, en beoeffende die
met allen 'Qver; verders vondt hij fmaak in dé digtkunde, en:
ilaagde daar- fomwijlen niet ongelukkig in, waar van -zijne
in 't licht gegevene weikjen. ten bewijze flrekkenVak inzon-
derheid:. Sdettti^ngen ober tiet %gb£n ban Jèsus Christus»
3ltn!)eni lOgs^in 4to* éiómtfim m ^^duc^ten/ met pïstmi
1707. in 4to» . ^ \
ARNOLD, zie ARNOÜD.
ARNOLDI QOHANNES), geboren te Franehr^ zijrïde de
jongfte-zoon, van den ProfesforNiKLAAs Arkoldi, en deszelvs
jtwede hui&vrouwe Anna Pybinga; is geweest Advokaat voor
1.
*t Hof vüxir Friesland f en huwde met Tmtske Tania, by wioi
hij twee kinderen heeft verwekt; het oudfte ene dpgter Anna^
genaamd, is getrouwd geweest öiet Gekard van Velsen Pre-
dikant te Harlingen, en het jongde-, een zoon Siricus A»»-
XïOLDi , die Predikant te Belkum is geweest. Joijannes ging^
den weg van alle vleefche in 1695. — E. L. Vriemoet,,
^hm. Ffif. p. 420. ^
ARNOLDr(KORNELIS) , ofARNOLDüS CORNELISZ-,
is
Is In het jaar 1547 ^ Diélfr. van eerlijke ouders geboren^
wier geflagt Stojim va» *s GIravêzamde wicrdt giraamd Ia
«jn jeugd werdt hij van 2ijne ouiijcfrs buiten' *s laiids ter ftudio
befteld , om tot het predikambt der Gereformeerde godsdienst
sig te bekwamen ; zijn eerfte beroep ha- 4at hij zijne letterv
oefFenlngen hadt volbragt, was tt,Fraakméuii. Toevalh'g In
1573 in zijn geboorteftad, gekomen zijnde, om öên bezoefe
aan zijne ouders te geven ,. wierdt hij in die ^m^ente tot Pre-
dikant aaneefteld, en is na de bewilliging van. die van Fran*
ïtendaali in genoemde ftad als gewoon Leraar verbleven tot
aan zijn dood, welke. op den 5 junij 1605 voorviel, hebben-
de hij den ouderdom yian 5.8 jaren bereikt;, en zijn& hij de
derde Predikant geweest , .die aldaar na de invoering van den
hervohnden godsdienst,. is beroepen geworden. Van hem zijn
enige fchriften, als ook 's. mans afbeeldzel, na het fchilderij
van den beroemden Mierevelt gejirent, jh 't licht gekomen.^
Arnoldi was een man , van een uitmuntend^ vcrltand cri,
doordringende welfprekendheid , daarenboven ijverig in het
voorftaan en bevorderen 'van den godsdienst, altijd nedrig
Yfin zig zelven denkende , zo dat hij niet alleen de Kerk van
Delft door zijn voorbeeldig leven heeft geftigt , maar tëffeus
ook de g^zamentlijke gereformeerd^ genjeentens van Holland
tot een fieraad verftrekt, waar door hij zijn ambf met veel.
ivjt bediende. Hij was ook onophoudelijk werkzaam * in hec
beflegten van velerleijé kerkelyke gefchillen, zo dat hij in he^
Sijnbde nationa"aI in 1591 te Middelburg ' gehouden ^ en in'
meer andere Kerkvergaderingen, veeltijds de plaats van voor-
zitter* bekleedde. — — Bejclirijving der Jiad Delft , ifi foU^_
3729. bl. 708- "
ARNOLDI (MARTINUS) , gebwen te Franekef^ een zooiik
iran den Profesfpr Niklaas Arnoldi en van zijne twede huis-
vrouwe. Akna Pybinga ; is geweest Advokaat voor den JEJovo
van Friesland , Landfchaps Bouwmeester en Schepen van.
Leeuwarden. Twemalen is. hij gehuwd geweest; zijne eerfte
Vrouwe was Maeia Tjeka>ia i ene dogter van Tiberius Tjeka-^-
Y 5 MA
14* AkNÖLDL (MiaiIËL) (NIKIAAS)
ia fiaisemeester te Leeuwarden, én lid van de: G&dqi^teérdè
- Staten van Friesiand; de twede 13 geweest JetSkb Tania,
dogter van Sierk Tania, Vroedsman en Schepen te Leeuwar^
den; verfcbcidene kinderen beeft Martinus bij zijne, beide
vrouwen verwekt, waar van flegts maar een zoon bij zijn
• dood die in 1699 voorviel, aanwezig was^ Nikjlaas genaamd»
d "' I £. L. VaiEkorr, ^ithen, FHJ. p. 419;
ARNOLDI (MiaCEL), geboren te f^amke¥, üiëdë eelt
20on van dèn Hoogleraar Niklaas Arnoldi , en zijne twede
huisyrouwe Axri^A Pybinga; was een man vah uitmóntetidè f
geleerdieid , en wierdt na zijnen akademifen Joop voleind
te hebben , tot Öoktor in de GodgeJöértheid gepromoveerd ;
eerst is hij Predikant geweest te Menaldum , wierdt iri 1 683
te Harlingen beroepen, in 1693 te Leeuwarden j iri 1097 té
UtrecJdy en eindelijk in 1703 te ITaarlént'i alwaar hij op den'
28 maart 1738 overleden is. Hij is getrouwd geweest met
SjouwKjE Tjbka&u, ene zuster van 'Maria Tjekama huisvrou-
ive van zijnen broeder IVlARTiinjs, hebbende bij haar drie
fonen en crie dogter verwekt. Van 's ihans Tettórairbefd, lï
in druk uitgegeven: Codex Talm* Tamid: dé Satr. ^ugi] verjionè,
(f cornmetUario Ulustratusy eerst te ff'oneker in i68ó uitgegé^
ven, en vervolgens mgclijfd in de Mschna van Suitornusiuè^
Tfom. V. Voorts dn^i^tdghz ^ÊfeteAniBcn/ ^atltng, 1687.
in i2^i en %ijlht^bm Q{i piinif Hendrik Kasüürj Itctuto^
1697. in 4tOi — • E; L. Vriemoet, j^hen. Fr\f.p. 419 ^ 426;
ARNOLDI (AildiÖEL)j zoon van den bovenvérmeldéri |
^Saarlemfen Predikant van den zei vden naam j en Sjouwkje.
TmKAMA ; is eerst Predikaht geweest te Brandivijk^ een dorp
niet verre van Dordrecht gelegen , en vervolgens te Hardenvijk 4
ad waar hij den 12 oftobet 1751 is overleden, in den oudei-
èom van 51 jaren, zijnde nimmer gehuwd geweest. -■■ .ii-
B. L. Vriemoet, Atiien. Frif, p. 42di BoekZi, 1751- b, bU
66»
ARNOLDI (NIKLAAS) i een zoon irari den Haarlemferi
Predikant MicHuti* Arnoudi, en Sjouwkje Takai^u, \s gQ«
ivecot
A^OLÖL (NIKLAAS) Ui
ireest Schout over een diftrlA nabij Hooriem» waar onder zes
dorpen behoren;. hij ftierf.in 1751. — £. L* Vwemoet^
Jthm. Frt/I p^ 4*0.
ARNOLDI (NIKLAAS), een zöoh Van ^iARTiNus Arsöi*
bi en Jbtske Tania, is geweest Raad, Seaetaris en Thelau-
rier van den Prlnce Erfftadhoudcr te Leeuwarden ; ook rrcfi-
dent van het Krijgsgeregté der Ftiesfe en Nasfauwfs regimenten;
eerst Secretaris, daar na Schepen , eri vervolgens meermalen
Burgemeester der ftad Leeuwarden, heeft ook verfcheidöio
ftaatscommisfien bekleed. Hij is gehuwd geweest aan Bae-
BARA Knock, ene dogter van Akm)Ld Kkock Raadsheer ia
*t Hof van Fiieslandy waar bij hij twee zoons en een gelijl;
getal dogters heeft verwekt, die alle voor hem zijn overle^
den , waar van nogthans de oudfte dogter is gehuwd geweest,
aan den*Ontvangér der boelgoederen te Leeuwarden P. Wielji^
€A, en de jongffe aan fiL Knock Predikant te^RctUrdamj die
een zoon ,bij haar beeft verwekt, Niklaas Aknoldi K^'oclt
genaamd , ook reeds overleden ; zijnde zeer beroemd geweest,^
w^ens zijne grote bedrevenheid in de muzijk , en bijzonder al
wat hét orgel werk betreft. Arnoldi was een inan van een bij-
zonder fchrander oirdeel , veel belezenheid , en die ongemeen
Op goede orde gefleld was , voorts vriendelijk en verpligten-
de in de d'agelijkfe verkering. Hij ftierf in een hcgen ouder-
dom, in het jaar 1775. ' Zie ook, E. L. Vriemoet,
4tlm.FnJ. p- 419.
ARNOLDI (NIKLAAS) , Hoogleraar in de GodgeleerthcÜ
te Franeker; de ftamvader van alle de Abjnolsi's hier te lan-.
de, wierdt geboren te Lesna een ftad in PcUnf den 17 fep-
tember 161 8. Zijne moeder die weduwe was geworden, toen
hij nauwelijks den ouderdom van drie jaren hadt bereikt, djroeg
alle mooglijke zorg voor ?ijne opvoeding, en fchikte hem tot
de letterkunde ; de eerfte beginzelen van onderwijs gencAt hij
in zijne geboorteplaats, .onder. den geleerden Comtwiüs. De
ouderdom van 15 jaren bereikt hebbende, werdt hij door de
Si)node van Jstrotog, ingevolge de Foelfe kerHinfieliirg, tot
Klerjj
84i ' 'ARNÓLDL (NIKLAAS)
KIferic bevorderd In i'635 i^erdt hij nca^ D'ajüzi^ gezbiiden/
en drie jaren^ later ^ keerde hij naar iPblék te -mgy ten einde
tig verder in de godgeleerdheid te oefFenen.' In 1639 vertrcHt
foj als beftuurd^i- der latijnfe fcholen naar Po^/jV, en werdt
tefféns aldaar ttuisAédikant bij * tón voornaam hëër. Dan
iijne bekwaamheid al Jangs hóe meer rügtlJaar wordende, Ver^
fcharte men heni gelegenheid, deaèlve op éèn liogeTchöol ver-
der aan te kweken. 'Xri 1641 deedt hij ene reis naar de JVe-
'Herlanden f kw^m te Fr aniker / en maakte atdalar grote vorde-
Wngph door het onderwijl van zijnen landgenoot Maccovius,
ais hiedc door de lesfen vkn den vennaardéri Cóccejus. Vari j
flaar begaf hij zïg naai* Groningen^ Leijden on Utrecht y erf
leerde in. 1643 .naar Franéker te rug; hier tot in het volgende
jaar getoefd hebbende/reisde hïj naar Engeland y doch door
de konfnglijké troiipen verhinderd wordendd, te Oxfort te'ko-'
men, trok hij te voet naai* Camihidgey alwaar hem egter bele£
tïrerdt lesfen te" Horen, doordien alle de Hoogleraars Ih dé
godgeleerdheid gevangen' gehouden werden. Hg keerde du^'
Éaar Franéker té rug, ving aan te prediken; èn voldeed daaf
in , in de hedérduitfe talé zo wel , dot hèiri afge iidén werdt
naar Poleri te riig te keren; vervolgens tot dén pvedUidiensi
teTcwaam gekeurd , bég^f hij zig kort voor zijn hèvoüp tot Pre-
dikant tö BéeigwAy in 1645 in ègt .niét 'jonkvróuwé Remigia
VAN NiTZEN, dogtói: van Carolus viui Nitzen; 'deze ftie"rf
In 1(552, ènónzé Arnóldi heeft geéné kinderen by haar' ver-
•w^kt. In 1651 werdt hij dc opvolger te Franéker vin zijnen
leermeester, Jóh. Coccaqüs; en in i6Si ti"ou>;^de hij tèn twes-
ëenmale, met Anna Pvhinöa, dogtef van Wibrawdus Jaccm
BUS Pybikga, Burgemeester te Franéker y en Eltsabeth van
Ghemmenich, dogter van Paülus van Ghemmenich, Secre-»
taris van genoemde ftadj bij deze. ^vrouwe teelde bij n^en
kinderen, vijf zonen cn vier dogters, waar van 'er flegts vier
tot volwasfenheid zijn geraakt. Met grote vlijt, heeft Au-
7H0UA zijn ambt als Hoogleraar tot aan zijnen dood toe be-
Ideed, welke voorviel op den 15 oftober 16S0. Zgne nage-
dagtenis werdt gevierd in ene Oratie door zijnen ambtgenoot.
AHNOLDL ARNOÜD, ARNOÜT, . 34^
J. A Marck; ook verftrekken zijne tiagelafen werken, tot
jgetuigenis van _ zijne bekwaamheid en naarfti^eid ; men vindt
•^r ene optelling van bij £. L.. VrieMoet, Athen, Frif. pag,
421 , 422. ■ 1 BaylEji DiSioÊi^ ed^ de 1730. Tojn. I. pag<
350, 351- -:
ARNOLDI (SIRICUS), kwam ter wereld in 16^4, was
een zoon van den Advokaat Johannes Arnóldi en Tstskm
Tania; wierdt na zijne akademifche ftudien te Franeker vol-*
voerd te hebben, in 171 5 Predikant t^ .Oostermeer «n Eestrumi
veivolgens in 1720 te Belkum.^ alwaar bij den Euangeliediens$
tot in 176S heeft waargenomen, zijnde om lighaams zwaklieid
als toen emeritus geworden, na welken tijd hij nog geleefc}
heeft tot op den 23 odbober 1771, als wanneer hij ia overlot
den te Leeuwarden y aan het huis van ^jnen vollen neef de Burr
gemeester Niklaa? Arnoldi. — — E. L. Vriemqet, ^tberh
Prif. p^ 420^ Boekz,y 1771. ^. bl. 645, 64^.
ARNOUD of ook ARNOLF de GROTE , was de zoon vatt
Boüdewyn de|J kalen, derde Graav van Flaanderen. H9
Volgde zijnen vader op in het regeringsbeftier ; egter hadt di»
ten behoeve van zijnen tweden zoonAüOLF, Kamerikj Bologne^
St. Pol en Cisms , onder de naam van Graavfchap van Bologne
Van zijne ftaten afgezonderd, om die voor altoos van de Grar
ven van Flaanderen ter leen te houden. Arkoud de regering
gedurende den tijdkring van 40 jaren met de groptile voprzig-
tigheid en ten genoegen van zijne onderdanen b^flierd heb<-
bende, nam in 958, sdjnen zoon Boüdewyn, dien h^ bij
Aleid dogter van Heribert, Grave van Vermandois verwekt
hadt , te hulp. Gemelde «Boudev/yn overleed in 961 , en drip
jaren later llierf ook Arnoud, die jaren lang, deerlijk met het
graveel was gekwelt geweest. Zijne afbeelding is door J,
Meyssens in 1663 te AnPwerpen kunftig in 't koper gebragt.
■ Q. de Wree, Zegelen der Graven van Flamdp'en,
bl. 2 en 3.
ARNOüT, van Mwni^i^tfwiwii geboortig, is geweest Abt
van Lenh in bet Mark'.xsn Bfondenlmg^ €n naderhand vk
M67
Ka ARNOIJT- ARNtZENIUS. (JOHANNES)
1467 van Bergm» van xle kloosteiordQn der Cisterfietifsrs. B^
wef dt ton behoeve van zijne orden naar Mme ^pzonden ^ en
by fcbreef daar ter plaatse verfchESÏdeije godsdienftig^ werken;
men wil dat hi} in 1490 zoude dv^lodon ^n, — — Cab«
DX ViscH , SiUioth. eistere.
ARNQyT^ van JUns gebynaamd, daar z^ne familie v«n
afkomflig was , is een Geineesbeer en bereed Wiskunflenaat
geweest, en leefde in de XVIde eeuw. Hij is geboren tQ
SdlMm^j eeoi dorp nabij Aah in Jhnegowwen. Arnout hadt
een broeder Johau van Lens genaaoid) die l^aar in de God«
gpleeitheid was op de Hogefchool te Leuven^ Abkout reisde
naar Muscevien^ alwaiu: men grote achting voor 2^ine geleerd
beid betoonde \ inzonderheid hieldt dp Czaar waar hij lijfarti
van was, ongemeen veef van hem. Na dat hij in 1565 een
reis naar de Nederlanden hadt gedaan , om zijne naastbeftaandeq
te bezoeken; wierdt hij in \, jaar 1571, bij de verovering
Van Mêhm door de Tartaren ^ vermoord. Hij heeft verf^hei»
dene voortreffelijke werken gefchrevpn; als onder anderen^
^agoge in Geometrica elementa Euclides. > Valer. Andk,^
BibL Belg. ^ Vossius, ^ Sciera. MatJiem. cap. 57^ J. 17^
'ARNOUT, bij^naamd van RoUerdam of van ffollond^ om
dat hij te Rmerdam geboren was» is geweest reguliere K**
nminik van de orden van St. ^ugustinus^ en leefde in d^
X Vde eeuw. Hij was leraar van beide de regten , f n ten
einde zig in de burgerlijke en geestelijke regtsgeleerdheid gron*
dig te oeffenen , hadt hij de lesfen van de voornaamfle Pro»
fesforen in die wetenfchap te Padua en Bglogne bijgewoond
Hij liet verfcheidene werken na; als onder anderen : Remis* ^
Jmum Juris civêRs ff canomci; LeSlura Juper Conjlittaionlbus
Benedicti XII; Qmmicalis^ expafitk m reguiam S. Augustini , ^r«
Arnoüt ftierf den 31 augustus 1442, in het klooster Groe^
fitndaal bij Brusfel^ in he^elk liij het monniksgewaad hadt
langetrokken. — — Valer. Andr. , Biblioth. Belgka.
ARNTZENIUS -(JOHANNES), Hoogleraar in de gefchied-
kunde, welfprekendbeid en digdomde te Franek^, wierdt t0
ARNTZENiyi (JOHANNSS HKNRIC17S) s*
ffizel geboren in 1702 ; hadt tot vader Hekricüs Arntzenito,
^rst R^ftor en School vopgi te Wezel , vervolgens te ^rnftew^
ocii laa^ftelijk tp Utrecht, alwaar in 1728 is overleden.
Onze JpHANNES, b^IQtigde zig met veel naarlligheid in h^
ieoefienen der talen, fraaije wetenfchappen en regtsgelcerd-
Jieid, eerst te UtrecU van ^718 tot 1725, onder de Hoog-
Jeraars Diukenborg en Duke» , en vervolgens nog twee jarea
te Leijden , de verfl^ndige lesfen horende van Petrus Burman^
JlGEB. Haverkamp «n meer andere voorname mannen. Op
den I /ulij 1726 werdt hij tot Doktor in bteuie dQ ^egten Vet-.
heven, en kort daar q? tot Reclorder latijnS fcholen \QNijfiè»
wcg-g» aangefteld; in welk Gijmmjium hij op den gi ina^t 172^ '
de waardigheid verkreeg, van Hoogleraar in de gefchiedkuflr
de en welfprek^ndheid. In 1742 beriepen hem de bezorgers^
van Frieslands Hogefchool, in d^ plaats van Petr, BuRMA^y^fn,
tot Hoogleraar in de gefchiedkunde en welfpi'ekendheid, weK
ke post hij op dfai 28 feptember desz^lven ja^irs met eiie pleg^
^ige redevoering aanvaardde, en waar bij nog de tijtel vaa
Profesfor in de digtkonst werdt gevoegd. In z^ne laatde jarea
ileet hij een sukkelend leven, en overleed in 1759, nalaten^
de een zoon en twee dogters. Hij heeft enige latijnfe Autheu*
ïcn met aantekeningen verrijkt. ■ E. L, Vriemoet, A^
then. Frif. p. 846, 847- Jo. Christo, Strodtbiannüs, m
fïeue* ^tictiM (Butopai Part. VU. p. 577-586. CSaxi, Ononu
iitei'. Pars Y^- P- 38?.
ARNTZENIUS (JOHANNES HENRICUS), zoon van
Johannes, geboren te Nijmegen in 1735. Na zijne letteroefr *
feningen allerlofïèl^kst volbragt te hebben , wierdt hij op den
9 november 1759 tot Reftor en Gijmnafiardi te Leeuwarden
aangefleld; vervolgens in meq 1774 te Zutphen, met bijvoe-
ging van de tijtels van Profesfor en Bibliotheqarius ; op deö
8 december 1774, aanVaatdde hij met ene plegtige redevoe-
ring : de lepbus quibusdam RegUs^ dvilis apud Rmones fapien*
tiae fonte, de profesfie in de regtsgeleerdheid op de Hogefchool
vzn Groningen. Na aldéar 14 jarèsx inet zeer veel lof en
''■'.- / ijver
^j^ ffiTOls; '(JAKOB VA»)
tmM 1fi0uSfcM Mmtfiktppilf in <!e fioddahtglïeid va& KSU
lop^l ; 'en 't wi|s door z^ t^Ieid en dapperheid , dat de meeste
hvüUmm lYCrden t^jpdcfgebragt. Het grootfte. deel vim Bhi-
^l ^u overmeesterd ^n6e, vondt de vergadering Van negm-
t!oil(Ui biet te lande, raadzaal > enige meerdere manfèhap' der-
waarts t^ zenden ^ en M epperbewind/ovèr *t Taidfehap enen
tnan van aanzien op te dragpn,- Gra^v Jo^tM&uiiTs van
NittsfaU{ t>Oodt z^ hier toe aan. De n^aatfchapp^. droeg fa^
^9 landvQogdlj van Mravl op, : voor den jtijd van. vigf ja^ren , op
^ne w^O van isoo guUL ter maa^id, en enige andere voor--
delan^ Hij begaf, zlg -in Oj^^oher fcheep, n^yon^ ^qoo kn^«
ten.| en landde in januari 16379 op de rede van, Fcrnambuk.
Terflond na zijne aankomst, bereide hijt zig tot enen.togt tegin
d^n vijand* In nu^rt pverweldigde hi^ de^-üerkte Poru/in,
en floeg d^ Ponugez^^ die zig hier omtr^t gehard hadd^.
Toen onderwierpen pg wederom een merkelijk gi^tal fyoft-
lianen. Graav Joan Maurits orde gefteld hebbende op de
tegq-inge^ zondt in j\in^ enige fdi^n n^r de kust van Gw-
11^41, om de (terkte St. Gê^gq d*Simina, te bems^gtigen^ 't welk
ifi iiu|;u8tBS gelukte. -Nji de wederkomst dezer (pbepen in
BtioU,^ • overmeesterde \^ yoor. 't einde des j>ars, neg ene
landfti^ In dezen oord ; % welk hem den weg baandei tot
de Cïixkimeming op de -Ra*»», in *t voorjaar y*ii.i63^, die
Aogthan; kwalijk uitviel. Do La^dvopgd hadt geen yolks gje-
noeg ^ der hand» om den toevoer naar OHnda te beletten.
ARTtsefioi«KY , middelerwijl herwaar^ geke$^4 > werdt op
*t einde des gemelden jaars, in flaat gefield, om een r^i-
men^ van ;6oo mannen q;) tetOgten, waar med^ hij eerlang,
naar Bnadl onder zeil ^ng. Do^h hier gekomen , raakte hj
in gcfchil met den Laiidvopgd, die hem van zi^in ambt vfi^
liet; wtar na hij wederom naar Hollmid keerde. . Wac,
rerfer/. Hifi. XI. D. \>\. %^6 en 247.
ARTOIS (JAKOB va»), geboren te Brusfelj in 1613, is
een zeer verdiènftelijkLtindrchapfchilder geweest. j.C. Weyer-
MAr? getuigt, (lOTidertJe ftukken van dezen ArtOis gezien' te
heb-
4B(T£yELD. lARTiSCHOFSKy. asS
Reflor der bd^nfe fdiolen te .Uj^r^jK^ veiToJgc^, I9 Gc»A,
naderhand te. £]Sr/^i(,| en eindeli^ tii.Anficldamy alptraiu:. hij
.door:;be^^ uitgeven van' verfi^idene-werkjes en. verhandelin-
gen in tijdwerhen g^plaac^^^ doosflralende blijken van zijne
geleofdbeid en . oirdeelkimde; he^ft ge^veni Hij ilierf in 1.76 j.
i^-^-^.C 5axi,Ow»w, liu^'. Pars VI. p. 522.
ARTEVELD (JACOBüS 'f aï») , geboren te GerA in Ftam-
<fer«i, heeft iig-m dé gefchiédenisfeh van de XlVde eeuw
' seer beioemd gemaakt. Van- handtering was hij een brouwer
en koopman, en bezat een vaardigen en ondernemenden geest;
waar door hij ih Fldandereni ene ^^ijna volftrekte heerfchappij
uitoefFendè, 'eii onder hét rcgeriögsbeftier van Filips^'van Va-
Lois^ niet wemfg fpels veroirzaakte. Gedurfde enigen ti^d
Jladt hij ^ig aan-het Hof y3:n^rankrijk opgehouden, -e» trouw-
de daarna dö liredutwe ran énen brouwer j voorts was hij een
Intrigölantè knaap , die bri^wisfeling hicldtvgenocgzaam in aile
- de fteden-van Ftaanderen; eii ftörk overhelde naar de zijde van
• Eduard denIII, Konfeijg Vail iBfi^e/flfk/, wiens zoon hij tragtte
tot Graav vstn Ftaahdef-en ^ doen vmki&zen; doch dit brak
hem zuiür'öpv doordien a^ne ftadgenoten hunnen wettigen
GraaV niet willende verftoten, ^jnen aanflag niet wilden in-
■ ftemmeh, én toen hij ztilks tóët^ geweld zogt door te. jzetten^
dood flè^gen. Hij liet edri ZÓön na, Filips genaamd, die
minder viwftand en moed dan zijn vader, doch meerdere
rijkdommen bezat. Deze ilelde aig in 1381 aan 't hoofd der
' opro«-ige G^wöofj, die een leger Tan bijna 60000: mannen
hadden ^en bijeen te krijgen , dii daar-medeöraav Lode-
W7K BEN ni, bijgenaamd óe Mmktftige, naar hunne> pijpen to
doen dansfen, doch deze nani zijn (ï)evlugt tot Koning Karel
öEN VI , en deze jonge vorst verflbeg in den veldftag bij Re»
fibtekf'^/faooo Flamingeny waar onder zig ook FiLire van Ar-
TEVEUi bevondt. ^ Aimles de Flandfe. YmissARiSf MJt^
de CharL VI. C. Custis, Jaarboeken der Jlad Brugge,
ARTISCHOFSKY (KRISTQFFEL), denkeUjk een Polak
van geboorte, diende in de jaren 1635 ^ X636» de Neier»
L DSEL* Z i^^
3S4 All<7tW& MCHJANSZ. ASCONiyS,
^^üMf^ €C^ ^[m^ip^jiil^^ ;f.q^ die koiiflelijk dq
l)ul^fqii4^ teinpe^ten , qn h^c zwalpen dq^ ruifendé ba-
T^n, vi§t ^it tp drukken, qn op ene kloeke wijzc} te (childe-
'*- - • ■ - . . . «...<<..,
ARÜNDINB (gOHANNES de) of JOHAN vAw RIET,
één-MUmlng^ geboren tQ Brugge, In de orden der Kartnelitm
getfredeA^ü^mby werdt h]| door -zijne nasuriligheid bevord^d
tot I^aar in de theologie; en in die waaiKÜgbeid oe^enc^p
Ui} zig zó vlijtig, dat h^* dé ervarende z^ner . tijdgenoten
^verdt, en 'tot den eeretrap.vasi Prior in hq( konvent.te {7k
f«c/»> opklom-;' vervolgens werdt hijiBisfchop van üsbithj si$
fflode Wi^bisCphop en Vikauris in 't kerkelijke 5 zi^dedaar toQ
gekozen door Bisfi^hop DA^mt' v^fr Bourgovdizn. H9. over-
leed to lAmhfy den 23 jui^ 149^^ en werdt in ^t koor der
\SjmndiCKi kerk begraven. !.:Hig heeft enige latijnfe werkon
^dntveo. ' Valer. Andr. , BiM. Belg.
ASCH JANSZ. (PIETER vaü), geboren te Delft in 1603,
i$ een goed Landfchapfchilder gewieest, inzonderheid in kleine
fhikl^en;.dewgl hg ni^ veel ti^d om te fchilderen kost afzop*
4eren V 'als ^ie pp ene andere uid^ze zijne hoog bejaarde ouder$
moest bezorgen ,. zijn zijne (lukken zeldzaam nvaar egter
.deug^eigk; — Befcbrij^^vahibetfi, in folio. bl. 789- J.
(^ WsYEitMiK, Leven der Schilders. II. p. bl. 24, .
• ASCONIUS , zoon van Tabbö , gehouden voor den eerften
Hertog van Friesietnd^. een vredelievend vorst, meer giezet ep
de jagt en het fchleten^van vogelen , dan op heit vernieleQ
van. mcnfchen. trimmer randde hij iemand aan , en van oo^
log horende, rustte hi) niet voor dat hg pardjen ip^ vrede
hadt overgehaald. Dus luikte de regering onder zijn befUer
hoe langs hce meer in welvaart op, en de ingezetenen door
zijB lofielijk voorbeeld aangevuurd , beijverden .{net vlïjt den
akkf rboi^w ; hg zelv' timmerde tot gerief der ingezetenen ^ tiet
^n^ dorp vopr het andere n^; gelukkig zoude h^t ^p ge-
freest, indien zijne rust piep waie geftoord geworden. Dan
vreem»
\
ASÈWYN oT AESwyiJi èS7
-• % . ^ •
j:
tjreem^ voorfpöken fchenen ^n te kondigött» dat ^ oh«
heüèn netelidia wareh; hét fi%^ iO{f aan *t'uit^^rpieh vun
vuur en Vlam, rook èn'lmóo^;' cfiimp énftahk, 'ajjC Vóltó dttS
gpn na 'malkander » uic é^n put die men groef eén 'htilvd niljt
van Siamen , ^rreldé zc&,^ eén ver5azéhd geWbld '%outWicet
op, dat alle dé omli^pndé velden ónderlibpen, èh'drt^ j6^
xen lang onvrugtt»aar Steven enz. Men wil dkt As!toito]$>
kort hier ha en welin hét Jaar 1^3 overleden ié, vier zónëii
Nalatende.. De twee oiidiïen AdelboLd en fi^; volgden
(to vader in 'l gebied, doch florvbn zöhjei- kinderen i dé
derde RiCHÓiJD, liet énen 2oon na , 'met liame Übbo , dië tïi
fioto van' icgneQ oom 'firus, Hortog wiélrdtj RadböÖd de
Vierde zoon^ zette zig in ihstfriesland néér, ^èr Viah intn
wil, dat hg éen koóingrlyk óprigté. Ma^r dfé dézei^oHlen
in hunne fchrifièn dus opgeven , kunnen ze niet geen andeie
jlchruvers bewaarheden, dan And. CornsLius, Occ5 Scar^
LESfsis, VuETBRP, SuFFRiDUS Fetri, B. FukMËRiüé, ^n de
2odanigèh, welke hun hebben nagefchréveit De drie ebrften
zlyn op verre na de géioofwa&digden niet^, ja zi) ftaan bij
Ubbo Eüiifius en gélijkibort^e brave Schr^^éFs, Voor föbei-
digcer^,^. bp^jc*. SuFFRipiri tBTÉa en Biki^rARDU^ Pti^MSRtüs
,iBs^n g^r$Ie en belezène mahiiéii , wélfprèkendè oök én nee
van taai ; maar dé blinde liefde voor hun vader lalid én Voör
de oude gefchiedenislên , heeft hun vérilènd én ölfdeel ib
zeer beneveld, dat d^, ih 't lezen én befchrigveii der Frieslb
oudheden , alle oirdeelkunde fcby nen viaarwél gezegd té heb*
ben. — — Ü VAN ftsra, Sirkl. CHm^ vün fHesUmé H. D.
bl. 362.
ASÉWYN of AESDiryN, en ook wél AËSl^ÊN, U dé
naam van een adelgk geflagt, dat éeröjds in Üéldö^lahd^ en
naderhand in 't Stip van Ütreck gèbloéit hééft Ridder Gti-
^^kRj> VAN AsEWVtt hieldt de zijde van EdüARd t^n ^jnéh
broeder Reii^out in Gelderkoid, omtrent hèt jaar til^ Rëi^
NIER of j^Noub wks het , die J^RjsDEkiK Van ^LAl^itaNüfiiM
JBlsfchop van Utreck die had óntzeide» tSi: ÖlïzÜê van Gts-
JKBxr, oudfien-^BOon van Bwm.
Z 3 WiL.
358 ASEWYïï of AËSWYN.
r* '• ft
Wnf»JL viH AsEwwf^ was m de jaren 1493 tó 1494 J
Marfchalk van Hertpg Kaiel van. Gelder; in' 1499, werdt
hij Ërfhofineester genaamd Hij hadc ter vrbiiW géhöméii
EuzABETg . VAN Haeften, iTOUwoKyan ririife, dogtfer vin
ifcre WaLRAVEK, HeeF van ïRi^iflin , iHelü'ivi en Betwijnen'^
wier. moeder was Adelisé van Ëerwynen, en van Hen-
RICA*, vrouwe van Farikf Wier moeder was Sophia Van Ab»
LER VAN Stoütenburg. JDfeze Eüzabeth ïadt^tc vófcn nc^
iwcc mannen gchadt , den eérfteh' Johan VaiC BKOEi^HuiZEN *
Heer van Wèerdenburg eii Anerfoijenl Erfhófmeester der ïan-
den vaa Gfii/ff ; den twee4en, Gerard van Flódoup, Erf voogd
vau Roemumde, en heeft bij alle drie kinderen iiagelatéjn#
Haar derde man, Willem van AsEwYNi'hétftl)^ haar gèteclcl
Reinier ♦ die aanftonds vol^n' zal , voorts Gèrrtt , WilLem
en Hendrika, welke laatfte getrouwd zijnde" inèt'ZEWÉ van
DoRD, nagelaten heeft ^Èlizabeth van DóRbr vrouw van
Jan VAfH .pejbl Hooft, Marfchalk van den' Hertc^ Kajrel van
Gelder, na wiens dood zij hertrouwde met bswAtó, üit het
geflagt der Heren van WAsisENAAR, Graav VdTr*s 'Ha/thbetg,
Heer ,vai) Soxmeer, Hornet, Itsel, Sijlahd, ënzl **]^ * ' '
Bjeinbe» van Asewyn, zoon vaii Willmöh ÉLkabeth
voornoem^, heeft 'als Lid der RidderfcWp vaii h6t ^Wr^
Kwartier, in 1538 het verdrag '6h^rtekénd„ aajig^giati itusföii
Hertog Jan van Kleef, en Hertog. Karel van, ÖELnibi.' H^
trouwde Agnes van Gent, dogter van Willem, Öecr v^
Meerwijk 9 daar hij bij geij^órineh heeft Reinier die volgt.
Reinier van Asewyn,' zoon \an* Reinier èlï Agnes ^oör-
noemdfröFouwde SopraA.vAN Brq^^hjj^zen,.^ dogter vaii Eü-
STAAS , wier moeder was iiié het geflagt van "Èóck van' Opy-
NiN, ^n van Cornelia van Wyhe, wier moeder was Geer»
• . ' ' * *•■'••»■•• , , , . .
TRüiD VAN. Tenonagel ; door welk huwelijk' hij de goederea
van Brakii èn Lmgerak bekwam. Hiy' heeft bij haar géwoni»
nen Reini^I) van wien' aanftonds volgen zal; Agnes, gt-
trouwd met Florens van den, Bóngaart, 'Heer van NHeiw
rode^ een zoon van Beernt en Isabella Turk , vröüw' vafn
Nijetirode ; Aarnt en Eustaas,' waar van raderhatfd gcfpro»
ken zal worden. ^ ' Rja-
'
\
feitMER-vA» AsEJWTYNi Hééf VEii jBratei, toon tmn-ktr*
iitER en JolsnfA voornoemd, trouwde Machtblt vA» Ysen-
böóktry trouwe vÉn S^^en^g». dogtèr vaii Aim>mS) Wi^ns
ioioedér v^asObAVAi? AUstel Vifór MlrNDzü^ én van Ot^chk
VA»f TuVl Van BiiKESTEiMi, wiens moièdcr was. MAéKXEtir
Vi»(f Ma'^éen^, door welk huwelijk hij de kiderhofibd Stir*
kènbtO'g erfde. ESJ heeft b§ haar verwekt , t. REtKnsiti don<'
dér 'kinderen ovCfrléden ; 2i Aivïóms, dfé danllohds Volgen
jfcal; ^i ÖdiliA> getrouwd inet Adriaan vaw ^Jathenes,
Heer vzn Éivüre en van Opfneer; «óóh Van, Ja» | wiens moe*
(dér wés Admana vaw Düivenvóoröê; én Vin Flörektina
Van Kuilenborg, vrouw vAn Opmeer^ wièhti ihoedet was
Agatua Van den Kóusstér, vrouwe van jSkefnade'; s* Zih
ïrrAAS, Heer van W^mthorsti dié in het jaar I6i3 trouwde
filet Maria Van Oöstrum , dogtér van Jan \ K^teleln te
Woerden y wiens moeder was Maiüa SiPRurr van KiiiSKfiNBSSiCt
én van AlItd Van Renesse; dogtér van ÖBRAftn^KastBlcla
Van uhefden^ wiéns moeder was Geertruid van tóR Haar;
fe EveÏhard , -éosder kindéren té Oostende^ overleden»,
Antonis vajJ Asewyn , rieér van Brakel én J^erkmMrg {
tscfon van Reinier en MAcHfELTVoornoérad j trouwde: Geer-
%^uri> VAN'ALDfflteocKiüMr, bij wie hij verwekt heèftr-ti An-
tHöNis i die aanflonds Voïgt ; li; AdriAna , gebttiwd mét
Jacob van ËAARÊNi' Heer van Harmèkn^ ZQoh Van HRNbRix^
wiens nioeder was TheOdora van Zuilen, vrouw van «öir-
tn^i én van ! JbiEiANNA van'^uiLeïn van Ntvelt, wiens
moeder was KAtrina van iVEERDENBURG J T, AgnIss* ê*
tfbuwd met KüRNiÉLis vaN Brónkhorst tot de PotL Ambtmah
Van dt Pyer-Éeiuwe.' Déze Anthonis wierdt m lÖiBV ^égénS
(de Rïdderhpfflad &tfrit«i&ttrg;,^béfchrev^^ in hét li4 dér Ede*
lén 'sLinds Van Xftrethi, fcn is ovérlédéh dén'a februaru
Anthonis van AsewtN; ttéer van Érdktt en St^ieniurg'j
20on van Antonis en GEERntuin voornoemd 9 titiuwdé'MAR*
^AiETA Timxi hlyii^t hij nidlét énd dogtcri ANTOittrm/die
-aa^nds volgt^ Hg Itiérf- omtrent Üh jare 1647 of Yö4^-
Z 4 A:*-
^o ASINGA ENTES. ASKUE. (GEORGE)
AuTONETTA VAN AsEW7N, Viouwc van Bfakü en Sterken^
iturgf erfdogter van Autizonis -en Maroarbta voomöemd; zij
trouwde met Gyshbrt vait • Mathknbs , Heer van' Mathenex 9
Riviere/ Opmeer^ Zoiaevem, ter Dves;- zoon- van »Jan> iviens,
moeder was Odilia van Asewtk, en van Jijdith Piek , wiens
moeder was Walburg van Wyhe; zij heefc bij bem een. zoon
en ene dogter g^dt, doch zi) zign beide vóor hunne ouders
overleden.
AATtNT VAN AsEWYN, ' Kccr .Vin Rumel y zoon van Reinusr:
en JosiNA, hier voer genoemd, trouwde eerst Katrina vaw
Ysendoorn' toü Strttenburj , de jongllé zuster van zijn b^oeder^
Reuoers vrouw, bij wie liij-gdiadt heeft; i. Agnes, of vol-
gens anderen Katrina van Asewyn , Vrouwe van Buyrieli
getrouwd met GysJbert van den BoETZELAAR,.erJBrchenk des»
vorftendoms Gelre; 2, N. van Asewyn, getrouwd met ï^,
VAN Wyhe. Zijne twede vrouw was^ Alterda van Bokt»
selaar, weduwe van Paulus van Assendelft, Heer vaa
Befiijeé >.Deze Aarnt wierdt uit hoofde van de RidderhofKlad
Ruwielr in 1618 befchreven In het lid der Edelen 's Lands
1
van Utrecht f en ftierf in f6211.
Elstaas van Asewyn > -Heer van Grandberg en Langerakf
toon van Reinier, en Josina» hiei* ,Yoor gefield; h^ aouwde
N. VAN Wachtendonk , \xq wten bij naliep Reinhard , Heer
van larigerak en Josina. Hij ftierf in 1607.
ASINGA ENTES, uit de provintiè x^n Stad en Lande qs^
boortig, was een dapper man^^p die veer beleid bezat. Het
geflukt'j hem in 1583, met 600 knegten, geworven om on-
derhouden .te worden uit brandfchs^tpingen ^van v^an^elijke
plaatzen, een voordelige coup te doen, want afgevaren zijn-
de van Ter Schelling, wist hij Ótterdtm aan de Eems, tusfen
iyeifzijt' en ' Reide y met* hulp van enen hóóp Friefén^onêa
Stein v^m Malsem , te bemag^igen. — — Wag. , Fad. Hifi.
vn.D;bL:492. * • ,! ' ^ .'
ASKUE (GEORÖE) » een J^jrfxfw<ti vwr geboorte , voerdp
jh den ooriog^ tusfen ingeimnd en den $taat^ 117 het jaar 165219
bel
{
ASKUE. (GEORGE) 361.
het bevel als Vice-Admiraal , over een Engelfe vloot van..
4a jR:bepen, en ontmoette daar mede voor Flijmmth de Rui«^
T£R ^ 'die. ene vloot van 30 ligte ootlpgfchèpen en agt branders:
onder zig hadt. Het was niet alleen de minderheid der fchepeti
20 van grootte» volk als g^chut, welke dien zeeheld merk-
te dat tegens hem waren » maar de grpotfle zwarigheid be-
ftond» dat hij belemmerd was met 60 koopvaard^fchepen, on»
der zijn convcnj» daar A&È^ op loerde. . Maar wat doet
1^ Ruiter, om zig uit, dezen benarden toeftand te redden?
bij verdeeld zgn vloot zodanig» dat h§ het voordeel van den
wind gemakligk kost behouden; en verwagtte toen het ove-
rige van Gods bijlland en zijn volks dapperheid; moedigends
de zijnen op ene ernftige wijze, met deze korte woorden aanr
éka zij üls mannen voor *t vaderland ^ en yoor de vrijheid, der zee
fifijdef zouden. De uitkomst beantwoordde zijnen wensch;
^nt den 26 augustus 's nademiddags om vier uren, met
den vijand .flaags geraakt zijnde, vogt zijjn volk als leeuwen,
't welk ook van dat gez^^end gevolg was , dat hij na twee-
maleQ door de Engelfm htcn gpflagen te zijn, hen eindelijk
tusfen zeven en agt uren op de vlugt dreef, en dus een
einde aan dit bloedig gevegt maakte. De moed der Hollan'
ders was zo groot, dat indien de wind zulks niet belet hadt,
2^ de Engel/en tot voor Plfjmomh zouden hebben gaan be«
vegten; dan 't was al wél, tegens zodanigen overinagt de
z^ge te hebben bevogten, en alle de koopvaarders in behou«
den haven te geleiden, en leverde ftoffe ten overvloede^
om den Almagtigen over zijnen bijlland hartgrondig te dan«
ken*
In den beroemden zeeftrijd van den 11, 12 en 13 iun§
des jaars 1666 ^ hadt Askue op den eerften en tweeden dag,
na zijne gewoonte zig als een -dapper zeeman en bekwaam
officier gedragen ; dan in den aftogt dien de Engeljen genood^
drongen waren te nemen, hadt Askue het ongeluk, met bet
fchip de Roij^ Prince waar over ^j het bevel voerde j gemon-
teerd met 90 ftukken metaalen jgefchut , op zeker zand , de
Culper genaamd, aan den grond. te geraken; en doordien h^
Z S vriig'
ièi ASPEREN. AS^BLÖONCQ. (JOÉAtsUtS VAfi)
VrugtéIoo6 vérrcheidéné aéinichootén om^Kulpdèedy m tèdènl
dat de gantfe £'f^^{/ê? vlobt zonder bem te kunnen redden haren
koers vervolgde, raakte hg in gevaar oitl doot twee Hottmu^
Branders vernield td worden ; doch tér zgnér reddinge^ gaf dö
Lt Admiraal Tromi», die zig of) het fchip Vin den Schout-b^^
nagc SwEERis bevondt, bevel aan -de Branders oni af te hoU^
den. Het fchip tart A^kub, werdt hier op llgtelijk bemagtlgd|<
èn daar na verbrand^ xer tj^nis dën 2ld van Taoin>v dndéé-
wiens vlag dit fdiijï veroverd was^ di'A^len Dk RuifËt zo
fbmmigen fchrijveh dé éér misgund , vah het alis in 2^epraat
Ciar *t vaderland té voeréi^. Askük *wèrdt 'jr.andéréndai^
Aorgens met een galjoot naar 's Hdge opgezonden, van waar
fi§ eerlang i naar Loeveftdn gevoerd w6rdé;-daar hg gevangen
bleef tot na het fluiten van' den vrédè ; fchoon eèn Engelsman
zijnde, kost hij zig tegens den aart van die natie ^an, niet be^
dwingen den welverdienden lof der Nederlanderm té roemefaj
inet onder andei«n aan den flotVoogd vati Loevejfein té zis^cn :
Jlw have a prompt Nation. — Brandt, Leven van M. de
Ruiter, bl. 27. 28. 500. 564. Waoew., J^ad. Hijii XIL D*.
W. 221. XIII. D. bl" 2Ó7. '209.
ASPEREN (ÖEü VAPf), werdt onder *t getal ^def milandft
Edelen genoemd, welke met öraav Williém den IV. in déri
ihg tegen de Friefen , iïij höt dorp Widga in i'345 , Ihéuvel-
Öen. " P. WiNSÉMiüs ; Crmlqué van Friesland^
, ASPEREt^ (REYER en FOUERT van), vindt mén. in
de Icntentien van <ieh Hertog van Ax-va. broeders genoemd^
die op den 6 juiij 1568 gebannen en hunne goedéren vet-
fceurd verklaard wcrdejii om reden, dat zij volgens den iri-
höud daar van,, ^ig benevens anderen, daar bij gén^injl^
•ouden hebbén fcbuldig gemaakt, aan den invoeg vaader^ lier-
TOrmden godsdienst binnen Gorinchm* :: ./ ■' . MAbcus,, S^-
ÈMien, bl. 91. ■ \ , - umc : :•*.
•*ASSELDONCQ (JOHANNEÖ VaN); fohimnikln St: Gü-
éiUi^s Kerk te Brusfel , was geboortige Van ''s^Hèrtógetiboifch. Te
Leuven Icide hij de gronden zjjner ftudie/ ir^-dt in 't jaar
1621 i
itóÊLDERS. ÖÖH.) ASSELYK. (JAN) (THOiJlAg) 35^
1621; te Dowd Boktor *fft de Godgeleerdheid^ en verwierf
ïtókaf een nastm , door rfjne grote kunde in- de kerkelijke reg*
'tèn. Hij ftigtt» hier 'de Bfoederfchap van hé'fiürment van Mtra^
kelen ^ waar van de brdónhantien te Brwfel iii 1620, gedrukt
'zijn. ' Val. Aiidr.^ Mblkth Belgic:
.'■ .. -.f
ASSELIERS 0OHANNÈS), etnAawerpenaarvan geboorte,
wierdt na zijne^ ftudien voibragt te höbbèn , en tot Doktor ia
födcde regteii geprortioveetd te zijn , tot Secr'etans van gemelde
tlAJ 'ïtó^Hêld. In zgn Jeugd heeft* hij ïtalien ; Frankrijk , Duits^
land en de verdere mdest bloeijende gewesten vaü Europa be^
^ogt , en niét weinig kundigheid in zijne reizen opgedaan. HjJ
was een- goed ftaatsman, en wierdt benevens den Heer la
MoutLiERE in 1584 door de algemene Staten als giezant naaf
^aftjbff/j^ gezonden, om Koning Hendrik de heerfchappij der
landen aan tÖJ bieden op de zelvde voorwaarden, als waar in
•de Hertog zijii* broeder bewilligd hadt. Hij ftierf te D(?//it ift
^1587, en heeft gefchreven: Hiftoriam Tuniultuum Belgiconm
'è disèesfu TmLim II, mque ad obitum Francisci Valesii, Du-^
€ts jHenzmi. ' Foppen^, Biblioth. Belgé'^'p^. 5ö6* Wao.
Fad. Hifi.Vm. D.- bL 30.
'ASSELYN (JAN)i een voornaam AW/an^ür landfchapfchrN
der, gebgnaaiftd Jïrai&rtftf, om reden dat hij een gefchröeide
'hand en kroinme vingers hadt, zo dat hij nauwlijks in ftaat
^was het paietC te kunnen- houden, daar bij was hij klein van
■peffooh, waavon^ hem le Compte, in z\]n: Kon^kdbinet., dea
^naam' geeft van kleine Hpllander,; doch in de. konst was hij alles
behalven klein, en js een .van de verdienftigfte landfchapfchil-
ders zijner eeuw geweest,, a|$ die men een van de eerfle mag
noemen V die de zuivere en heldere manier van landfchapfchü-
deren uit baHc overbragt naar de Nederlanden. Hij trouwde te
yJJens met de dqgter. van Sr. Houwaart, een Antwerps ^^ koop-
tnzxXé ' J. vC Weyerman, Leven der Schilders y IL p.
• ASSELYN (THOMAS) y een vernuftig 'Nedeviands digtcr
van 'vi^^Wi^aw' geboortig, grootsch en •vei*hevcniin:-;zi^ /l^l
en
6*4 ASSEN; QAN van) ASSEN. (WYNANDÜS vAÏr)^
en klaar in zigne uitdrukkingen., Zigne meeste vetkiezing ylal
op Toneelfpellen 9 noemende hem Dn Ludolf SistDSy een
man van verwonderenswaardige gel^dheid en fchone vindin-
gen; in het lofdigt op zijn treurfpel Juluan d£ Medicis^ zijjn
yi^argaiozen Nederlander ^ en van dat fpel zelv', aeggjpude:
,, M^n AssELYK, het fpël is heftig,
,, Staatkundig, zinrijk , net en deftig,**
Men heefc van hem in druk , behalven een gproot getal vao
Mengel digten^ 17 bigzondere Toneelftukken« ■ ■■■ Hoogstiu
Woordenbêck. _ ^ . '
ASSEN (JAN van), een Amfteldaimmr vaö geboorie, was
fcn braaf historie- en landfchapfchilder , dié een kloek en
vaardig penfeel voerde, en wiens ftiikken wel uit -de band
wilden gezien wezen ^ op de wijze der ItaHaanfe- kanstfhikken»
dat is dat men die wel mogt bekijken maar niet beruiken. Ar-
KOLD HouBRAEBN getuigt van hem zeer voordelig , dat h$
een man was van een goed oirdeei , maar die zig gemakshalve
veeltijds bediende van de printen van A. Tei^ebst, inzon*
.4erheid in die (lukken die buiten lands werden afgefcheept,
hebbende van Assen dikmaals verzendingen op de Indiin. Ifij
ftieif te jimfieldam in 1699» ruim 60 jaren oiid zijnde. ■
J, C. Weyerman, Leven der Scïdlders^ IL t). bl. 279.
ASSEN (WYNANDUS vaN)^ geboren te Leeüyforden in
1709 van fatzoenlijke ouders ^ volbragt zijnen klasfieken loo|i
op de latijnfe fcholen van zijn vaderflad, waar na big zig in
ie toereikende wetenföhappen aan de Hpgefcholen van Franeker
en Groningen mèt groten lust en igver oefiènde. Den 8 fep*
tember 173Ü werdt hij Proponent, en heeft vervolgens met
véél nafarftigheid en getrouwheid den üjd van 40 jaren in drie
londerfchéidene gemeenten het Euiingelie verkondigd; als eerst
gedurende v^ jareh in Nieuw-Brongersga of 'de KmjpSy 2 jaren
te Beetgumy en 9 jaren te BelkuikisiwMi ÓGzt Heildienaar
tot zgn einde toe is verbleven» zijnde overleden den 20 jt^
miang 1775 in deH ouderdom van 66 jaren en enige weken
lan uitteerende koortzen, veroirzaakt door een ongeneeslijke
keel*
\
, ' ASSENDELFT. (HUGÖ vAi^ -' 3^5
, keelziekte. Wwitoüs k "g^we^t een dapper held in het
Ibefchèfmeh van zijne aangenomefie ïéer, en buitengemeen
.w^alui;a;ain in. de yen^^diging .van derzelver regtzinnigheid,
' waar v^ hij blpen.gaf in zeker voorval iiiet drie Mennonitp
4-eraar& in 1738, w^ar van ni^n het gefchiedverhaal vindt
in S, F. RuESj, ^CeaatsStoooj^se fism &er„^oo{i^it|tien qf
Mtntmitm in be SMxümibm M, 9^ , in 1 74S te Amfieidmt
gedrukt. Ook veii^ektè de digtkunst zijn Eerwaarde van t^d
tot tijd tot önfchuldige lutfi^anning, waar in hij niet ongeluk-
kig daagde» billens enige dlgtfhikjes door hem in \ licht ge-
geven. ' ...
« Van Assen nam tot égtgcnoté Aükjb Clonkers, dogter van
'ToHAirmss Clonkers Advok^at voor den Hove van Friesland
en 'Bouwmeester dor Aad Léèüi^ardeny en Maria Siccama, ene
'zuster van Abel en Hendrik Siccama in leven geliefde Euan-
'gpliedienaars in Frieslands hooRlilad, die wegens hunnen voor*
beeldtgen wandel eil trefFelijken predikdienst , lange in zege^
ning zullen blijv^; ^Deze egtvriendin werdt hemden 11 ju-
nij 1757 door den dood ontrukt, nog geen 40 jaren bereikt
jb^bbende, enyanverfcheidene zon^n maar enen- nalatende, diQ
nog in leven en thans Predikant te Harlingfn is* — Bo^kz^,
1775, a. bl. 2S3~25S..
ASSpNDELFf , is de naam van een hoge en vrijq h^rlijk-
Jieid in Noordholland ^ en tefïèns van een aanzienlijk geflagt in
dip provintie; wav van men eeii qitvoerijge befchrijving ai
^ teflfens geflagttafelen, aantreft 3^ in]. Kok ^'Faderl.Woordenboei,
IV. p. bl. 1379-1382.
_. - . - . , , ,
ASSENDELFT (HtfGO van), Kc^t yitiFeenhmzen, ge-
horen in 1466^ was eerst priester en Onder-pastoor der floar»
Icumfe Kerk, vervplgens in 152* Kanunnik c^^'tHpf in 'sHdgi^
en van den jore 1510 tot 1532, extraordfnaris Raad in deii,
Hove van Holland; hij (lierf in 1540, oud zijnde 74 jaren,
' Deze Hüoo was eeii fibugdzaam en opregt man j ten hoogden
"<Ie barmharti^eid en 'mededeelzaamheid beminnende , welKc
'^ligteii en deugden hij aan den armen^ in volle mate be^
ge-
366 ASSET,. ASSlGNlEi ASSQMFnOJf,
geoefiend, 20 dat h^ hun ook tpt.zgn erfgenam^i hepft^aango-
flcid. J. vz RiEMER, Befckr. van^sHagt^ L D. 'bl. 251,
' ASSET (PÏETÉR) , was ücn van * PreCdcntqn dër
'regtshovcn ran FUunderen en Anois^ en tevens 'een cfer leden
Van den Raad- der Beroerten^ opgeregt door denHertog vAir Ai/>
VA, in 1567. -— Wagen., Fad. Hifi. VL D: bl. 1551.
ASSIGNIES (JOHANNES d^» gBhogrdg uit hec gcaav-
ftfaap Henegomvm, is Cistercienfer Monnik geweest te ISia^ner^'fe
en wierdt naderband tot Abc van Niv^le verkolen. Hg was
een geleerd man, daar bij een ijverig voorflander der wetef\<-
fcfaappen , en gaf in 1598 te Doum in de franfe taal jp 't lieht^
in twee delen, ene befchrgving van de beroemd^ Mannen ea
Vrouwen van.zgne ord^n, welke in ;fio3 t&Bergm in Hen^-
gwfwen herdrukt werdt ; behalven dit, heeft men- nog yjjji hen\ :
jfhtidotum Sclutare cmtra pestiferos morbos mala Imgiue. jfnpwerp.
4^pis Plakt, 1633. in 8vo^, en ©eer ^n^ere travaten, dip
uien bg Foi>frn$ Bildioth. Bfilg. opgcteW YWdt. — i- Valer,
Andre^, BihL,.Bdg0
ASSOMPTION (JX7STÜS) , doorgaans genaamd Alexaj»-
'DER RoGER, \s gèborcn omüent 't jaar löi? te jéntoing y&tn
klein ftadje in het Doomikfe gebied, etl 'wierdt 19 jaren 'oud
zgnde. Monnik onder de wden der ongefcl^peide ]i^rmeliten ;
men bevorderde hém vervolgens tot Lezer in de Godgeleerd-.
Jjieid te Leuven; korte jajpn bier na wierdt hij Prior van het
Karmeliten kl'oosfijr te jDoorm'fe , en eindelj^k ?roVlntiaa1; ,ya-^
*^er JusTus was 66 'jaren oud toen hij ftierf óp deu 8 99tobér
1679. Hij heeft verfcheidenc werkjes zo over dé Biegt* als
andere ftigtelijke "onderwerpen ih t licht* gegeven. ' " ' ■■■' ' - Cos-
ifus DE ViïxiERS, SibL Carmelitana y/tóm^ II. p, 214,-215.
J. F. Foppens; Ml. Belgica, pag. 782."'¥AQuot, Mm, Utter.,
Tom. XII. p. 348^350. '■ ' "^ [
, ASSOMPTION . (KAREL van)J dporgaans gen^md Ka-
;WL VA» Brus, wprdt in 1625 geboren te St. Guilein in fl^»
^wen4 Hij was een zoon van den Graav- van Brias, Gpu-.
vcr-^
ASSOJfyiUuB. (CjnUSTOFFEL db) 3^7
vwncur! iian 4? kloiijéft^vafar^n6Mr^i,:en w den M^. -
,qttis.,vAi!r MoLUiöiiJKW. .X^^^cxh^sf» dqqd y^ndezen JaatftRa
•^trof hem zo I?vend|g> :d*t Juj d^ y<?pi:del^R welke zijne ^-
ifepotte .hem .vpgrfpetó(j:,,.vagrwcl zQggend(5^r de wereld vw-
4iei:, hft geestgügflQ fcl^ ftai\tpog, en .i^onnik^ weidt, in h^t
. lUmleliten lüooster rtq I)MMié Den ^ loop ;^ner leU^roeiF^nlngeii
voübr^gt be&bendpj'jbiëurpop hem de lu^t naar^P^e» te leU
r zen om( da^ al» :;^)M'ng aan de bekering .tot 't Christendom
f werkzaam te^jn; ten. dien einde verzogt hij z^nen Opperden
ipm hem in 't kwee&f^hool der zendelingen ti&Rme (e plaatzen ;
. dan men vondt difênftiger ,' om hem met 4tndere bezigheden on«
: ledig te houd^. ' tiij was een gerulmei) tijd L^r jn de Gofi-
. geleerdheid, vervolg^s jPrior yan zijn klooster t&Douaiy en
-teatlaatften Provintiaal ,van ZJjne^ orden; in welke bediening
rde dood hem dqn 23 ^p^uarig/ 16869 ruim 60 jar^n opd z^ti-,
;.<3e, weg rukte. Hij. heeft verfcheideQe.-^^rkeii^pver dehci-
.^gheidvan het klooster l^y^j) als .«nderzjnts gefchrevcn, ww
yan:caen de i)pteUing yiadt bij P-aqvot ,.,'Mm. iitter. Tom.. IL
p. pge-ioi. ^ ■ .. -Cf D« ViLUERS, &bL Carmdk. Tom. L p.
„311-^312. . ».i^.. .... '
. , ASSONVILLE: (KRISTOFFEL de) , * Kpningl§ke Spacitfc
. Raad in de NedtrUmdmy *was een g^;(lepen Staatsman, dcxrh
<.di6 door züne daden getoond heeft, ;&ig xuimfghoots van alle
. banden van braaC- en cerlijkheki te kunnen, ontflaan , wanneer
'die tot 'Zijne voornemens hindert^k warfm. lii^was het, die
1' aan. de faamverbpnden JEd^len, in i.56(5>.jioor een onbekend
■\ perfoon, de wece iietdoen-^» dat verfcb$uI?i9.A'A2ran(^« Ë^e<
; .len het befluit haddei\ igeifomen^ om; indien d({ Koning niet
" van z^n ontwerp ^wilder .«&ien, Qm de in^ui^, met den fter-
ken arm in é^ Nederlanden door te draven.; zïj.als dan de war,
penen zouden QpvattCfti,.en zulks met geweld te keer gaan»
: Ingevolge her verbal 'vilft Strada, zou Prins Willem d& I,
zig tegens dezen Raadsheer beroemd. hebben, dat door den
Koning niets betrekkelijk de Nederlanden gehandeld of gefpro-
' ken wierdt, rf 't^^rtfdt.hiOT^nedegedeeld. -; 111,1569 werdt hij
*HdoQr d^ Hertog. y^*:;^vik naar £f)£^/dni gezonden, om het
?*c^ geld ,
368 ASSONVILLE. (GÜLIELMüS)
geld, "wétk de Koningiii van de NedérUMni hadt doen aanhoo-
den, te rugceeisfèn, en den daar uit ontftaoen twist te w«
eflênen. Het onheus ondml dat h§ daar graoot, wordendo
niet eens toe gehoor ten hbve Mgalfttea'; fchreef 1^ toe aan
den hoogmoed van Elizabeth , ttri^ anderen bet (lellen, op
* jekening van den haat t^n den Bsstogi willende zj} volftid^
met niemand, dan met den Koning in onderhandeling tredeau
Ook was AssoNviLLE een van die genen, welke a!s lid vm
den Raad van Staten, in 1576, te jfkiufet gevangen genomen
werden, waar toe hii in dat aelvde jaar eerst was aangeOeld.
• In 1 580 werdr hg gehouden voor den fchriy ver van den brief,
dien de Prins vam Oranje» bij z$ne twede verantwoor^yig
ge^'oegd heef%, om te betogen, hoe ibhandeligk de SpanjaanUa
de Ncderlanêers 2X)gten te misleiden, hebbende denzelven op
's Prinfen naam overal doen vèrfprerden ; doch zgn godloaiflo
fielteftuk beftond hi de medepligcighetd die hi| aan de mooid
van Willem den L heeft geh^idt; want de uitvoerder dair
- van, Balthasar Ctbrards, voor de twedèmaal' g^^nigd 2|n^
de, bekende: „ zij» heilloos voornemen den Prinfe van Pjpb-
„ ma geopenbaard te hebben, die hem gewezen hadt ntga
^ „ den Raadsheer Assonville, met wien hig af^prokra was»
„ dat hij zig om to^ang bij den Prinfe te krijgen , voor eden
„ Francois Guion zou ui^ven. Voorts hadt de Raadsheer
hem ernftig en bij herhaling vermaand, dat hi^ gevat wöf
dende , den Prins van Parma niet melden moest. *• Dea
volgenden dag bleef Balthasar Gerards, ook bulten pijn eii
banden, bij de gemelde b^entenis, daar b)^ vo^nde ,»..ilat
,, hij uit Assonville verftaan hadt, dat Parma dentoot^
„ prees, en hem 't loon bij den fian beloofd, verzorgen zcm.*
■ Strada, Nederl Oorl. bl. 253. 344. 466 &c. Hoos^,
Nederl. Hifi. XVTI. Boek, bh 743. Bor, Nederl. Oorl. XVHL
Boek; bl. 427. 452. Wagen,, Fod. Bijl. VI. D, bh 305.
VU. D, bl. 533, 534« • .:
ASSONVILLE (GUUELMÜS), Beer van SouckoM h
Brabmd, was een zoon van den voorgemeldea Raadsheer At
9>
99
ATH. ATHALARDÜS. ATHANASIÜ9» ü^ji
(U)NviLLE. Zijne ftudien te Leuven en Dotmi met lofièlijke gi^
tuigenisl'en zijner meesteren volbragt hebbende, werdt hg tot
Doktor in de rcgten bevorderd. Hij was van enen zedigeh in*-
borst^n een voorbeeldig gedrag, en het tegengeftelde van zij--
jien vader; eerlijk en deugdzaam varf. karakter, ging ziilks ge-
paart met e^n grondige kennis van de fraage letteren en bcr.
fchavende wetenfchappen ; zo dat hij een groot man in de gef-
leerde wereld zou geworden zijn, was"2jgn levensdraad niet in
't prilfte van zijne jeugd ontqdig afgefneden, den 9: junij i597,
JMen heeft twee of drie verhandelingen van hem in 't licht,
welke tot waarborg van zijn vernuft en fijn oirdeel verftrekken,
■ F. SwEERTii, Ahen. Bdg. Val^. Andr., BibL Belg.
ATH (BASILIDES) , dus genaamd naar zijne geboorteflad ,
alwaar hij in '1610 ]\':onnik is geweest 'in *t klooster der Ka-
pucijnen ; men heeft van hem een tamelijk uitgebreide levenï-
befchrijving van St. Aldegoote, welk boek te Arras in 162^
is gedrukt. — — Brasseur , Orig* Hannonlce ccenohior, p. 338.
ATHALARDÜS, was de z^de Abt Van Egtngnd, en volg-
de in H04 in die waardigheid Steven op. Hij fticèf in 11 24.
' J, v. Leyden, Kronijk uitgegeven door Eikel^jbjjrcj ,
\>l 26"33t
ATHANASIUS (PAULUS), ook TOMICH ©n TOMAI-
TES genaamd; fchoon een grieksch Geestelijke, verdiend e^
ter ene plaats in deze Biographk te vullen, om de bedrieg-
lijke rol welke hij hier te lande hpeft gefpeeld, en die- hem
op 't einde aan de galg hielp. Deze Avanturier in 't laatst
van 1735 tot zijn ongeluk in *s ^ojc^ gekomen zijride, ©n op
«ijn verzoek in de kamer van Sdiepenen gelaren, gaf t©
kennen hier te lande te zijn gekomen , om ene inzameling vaA
penningen, ter vrijkoping van Haven bij de Turken gevan-
gen 5 te bewerkflelligen. Bij *t onderzoek zijner overgegeven©
befcheiden en getuigfchriften,- kwamen enige aan de Regering
zeer verdagt voor, inzonderheid een Appaintement door 't Hof
van Holland op den 9 december 1734 op zijn verzoekfchrifl
gefteld ; daar bij w« hem 80 guldens gefchonken , en geoi^
L Deel. Aa Ioof4
f ÏWASI^' (PAULUSJ .
}0|>f4 llf»fa«;av^ v^n do Hogij Verg^uleringen In 's Hage te
VWWlWin» ' PQ ïcdf'n^n die Schepenen van 's Bosch nader-,
tiand gaven, waren deels, het flordig fchrift, en de buitenge-.
itft>m w'vfÉB der inft^lling van het venoekfchrift.j en deels, daC
«iK^ Jaïï Paus, die als knegt zig bij Athanasius ophielde,
^n hij flfzpnderlijk gevraagd wïfs, betuigde, niet langer bij
bm te willen blijven, om dat, indien zijne befcheiden al egt
tnogten aijn , hij om vele redenen twijfïelde , of het geld dat
{lij} 'ophaalde , wel tot het voorgaven einde hefteed wevdt ;
Wnt in iille plaateen daar hij zig opgehouden hadt, verfpilde
hij v(^l met den drank en oneerlijke vrouwlieden. Volgens
bet verhaal van Paus, waren de letters van het verzoekfchrift,
m^t bleken inkt gpfchreven geweest, doch naderhand met
2weirter overgehaald; in een woord, daar waren zo vele wel-
«gronde "vermoedens tpgens Athanasius, dat Schepenen be-
grepen /ten einde zorg te dragen, dat geene ligt^elovigen door
een verkffird mededogen misleid werden, den knaap provijSo-
Jieel in gijzeling te nenien, en zgne papieren te verzegelen;
2ij Eonden vervolgens bet meergemelde Jppokiiement en het
Caderboekje den Hove van Holland toe , met verzoek om te we*
len, of men het eerfle als wettig, of als onwettig aanmerken
^noest; zij voegden 'er bij, dat hun uit verfchc^idene andere
^en bleek, dat Athaï^asius e^n landloper was; zijne ^e.-
ling was om die rede, door hen, in ene gevangenis verarm
^erd* Inmiddels werdt de kneg^ die mede in hegtenis gezet
'Wtti» als een orden tel^k man, die men aan geen misgreep
fchuldig bevpnd, met het betalen van zijn bedongen loon, ge-
(laakt Het Hof van Holland antwoordde kort hier na , dat
hun Appointenmt wettig was; doch wanneer men op de over-
gezondene verklaringen van Schepenen inV Bosch ^ het oog
^tigde, olrdeelde het flof mooglijk te zijn, dat het door
vcrrasfing bedrogen was; te meer, om dat het vele nadeh'ge
gerugten van dien Griek verftaan hadt , waar yan het Hof, a's
het de verklaringen bekomen hadt , die aan Schepenen over
2K>u zenden. Het Hof verzogt verder , dat ingeval de ^van-
S^ji wx enige fK&kfe ftreken fchuldig bevonden werdt , het
ATHANASIUS. (PAULUS) 571
]4ppwÉ6lMnt iiig gezonden mogt worden , om voor te ko-
men , dat hier door niemand misleid zoude worden. Bij den
gevangen werden verfcheidene penningen^ en andere zaken
tan waarde gevonden; en bij nader onderzoek wierdt men
ontwaar, dat Athanasius enen valfchen voorfchrijf brief van
den Paus, door den Kardinaal Ottoboni^ als Vice-kanfelier
ondertekend y bezat. Bij een volgend onderzoek, vondt men,
dat de voorfchrijf-brieven der Griekfe Kerk te KonJiajitintpeleH ,
die hij fchoon niet ondertekend, hij zig hadt, mede vals
waren , om dat met dezelve hand waar mede die gefchre*
ven was, in zijjn GaiwZ>«e*;>' aangetekend ftondt, dat h^'
yan de Keizerinne weduwe Amelia, en van de regerende
Keizerinne te Wenen ^ twee bijzondere giften, de ene van
400 en de and(?re van 300 dukaten , on^^angen hadt. Sche-
penen gaven hier van kennis aan het H(f van Holland y en
verzogten, dat indien 'er enige bewijzen, ten laste van Atha-
WAsius ingewonnen waren, men die ter bevordering van do
Justitie , over wilde zenden , hier tefFens het meergemelde»
Appointemeiit bijvoegende, dat hg door bedriegelijke voorge*
rens van het Hof hadt weten te bekomen. Het Hof ant*
woordde, daC'er.zeker geval, ten nadele van Athanasius te
Alkmaar was gebeurd; men hadt daar over met Gemagtigden
van die ftad, welke zig in *s Hage bevonden,, gefproken, en
dezen hadden aangenomen de bewezen daar van naar 's Bosch
te zenden* . Burgemeesteren en Schepenen van Alkmaar fchre*
ven enigen tijd daar na, dat zij het verzoek van AthaiïasiuS
om liefd^aven daar ter flede in te zamelen, aQ^eflagen had*
den, doch wisten niets tot zijnen laste, dan alloen, dat hij
de Vfouw en dogter van den herbergier , bij wien hij zijn in-
trek genomen hadt, tot onkuisheid hadt tragten te verleiden.
Niet lang daar na kre^ men van Amjieldam berigt, dat A-
THANASius aan Burgemeesteren* aldaar hadt verzogt éne inza-^
mei ing van penningen te mogen doen, doch dat zulks hem,
om dat zgne papieren verdagt voorkwamen , was geweigerd ;
ook hadt hij enen brief des Hertog* van Newcastle vertoond,
ynsx van de ondertekening geweldig met de ^e verfchilde.
Aa 2 Ze*
M^ ATHANASIÜS. (PAULUS*)
Zeker paspoort des I^^fdskrijgsraad&' te Wenen ^ onder iü^^
papicron gfevondon , wordt derwaarts gezonden , van- waar tij»
ding' kwam , dat het zelve vals en 't zegel nagemaakt ware ;
dit moet icgtcy kundig nagebootst zijn geweest, doordien
Is Keizers Afgezant in '^Haqcy wien het vertoornd was, mede
een paspoort gail Na dat 'alle deze bewjjEcn ingewonnen,
tjn Athanasius voor ogen gelegd waren, beleed hi}^ dat velo
tndor# papieren en getuigfghriften , die bij hem gevonden wer-
den, mede nagemaakt w^ixjn; en hoewel hij alle de valfe
papicreo zelv' niet nagebootst hadt, was hi^ egter hunner vals-
jbeid niet onkundig geweest. Hier door hadt hij vele lieden
bedt:ogon , en de ingezamelde gelden door een Hegt en ontug-*
lig leven verfpild.
Tot boeting van alle deze beciriegerijon , verohrdceldea
8th openen van V Bosch hem , om na dat zijne vaUe papiereii
en brieven doQr den Scherpfegtct op een bord, boven d^
plg zouden gefpijlcerd zijn , bij daar aan zoude worden ge-
Bangen, en voorts zijn lighaam naar het buiten gqregt ge^
hiragt, en aldaar ten aflchrik', in ketenen gehegt. Wanneer
ptn hem ócn dood aankondigde, ftond<hij in 't ecirst verteld,
éoch wat bedanrd, fprak hij met d^ Predikanten en Zfckeor
ö-oostQi-s/ in den jongden nagt' z^nes 'ley^s, gebruikte hii
höt Avondmaa' naar de wijze der GiHekfe kerk. "Boven alleu
ó'it bjj hem kwamen, maakte hij het meeste werk; van dQö
Predikant GeorgUlrich Roemer, vermits die.in daOftrttff^
én GfHehfe talen gi\ telijks ervaren was, maar ook, omdat diQ
licm door zijne gewone zagtzinnigheid en vriendelykheid , bö
uitflek behaagde. Hij fchonk hem ten teken van gene^nheid
enen ring , waar in een fteen gevat was , welke om de zel^
zaaraheid'van het geval, onder de nakomelingen vao dien
leraai' thans Jiog bewaard wordt. Athanasius gp. het fchavot
gekomen zijnde , viel op zijne knieën , en de Predikant Roe-
V2R knielde met hem. Na het. bidden, fprak Roeaie^i hem
nog hartliik aan , waar na hij dieii heer enen Gji-iekfeii Bi>
bel fchopk, en hem vervolgens de hand toereikte; na dat
d^zQ hsj^ de zjino gegeven hadt» tiok 1^ diqn Leraar v^u
♦ ••*'■' " ■ • •
«9
^ > *•
ATLANÜSi AUBÊRif, (ÖEfijAMIÏfj é?3
ikg toe, cri kuste hém; VerVdlgèns ging big SSndcJr Vefel t^
J^preken, eh zo hét uiterlijk fcheen^ moedig ter doö4i t}k
Vas het üeurig eincfe van dien landloper, diè te Jff^;/ïWd»wi,
te Akmaaf\ eii in Friesland gevangen . gözetetl hadt, €n we-
der los gelaten nférdt, daaj: hij reeds in ailderö landéü d<$.
galeij ontkomen was. — -^ J. H. tAK Heurn, H^ié de¥ fia^H
éi meijerije vari V H&tögenbosch. IV. D. bil i8--^S*
ATLANUS, gezegd de tLa Roche van RupbJ <ieft 09^
ininikaner Moonik, die in de XV eeuw leofd«; houden fom-»
migen voor een Duitfchór, anderen voor. een Nedarland^r,
■f ^ . . ' . . » • . ' • ,
Na veel verrigt te hebben , tot inftandhouding van den Rooui-
fen godsdienst , ftierf hij te Zwolle^ dön 14 augustus 1474.
■ " Valer. Andr. , Blbli&theca Belgica»
AUBERY (BENJAMIN); Heer van Matiriet, één iöoti
tan Jaco3 Aubery, Heer van Moncreau, voornaato Advokaat
Voor 't Pailemént van Parijj,' naiii een bèfluit, óm buiten sUö
Opentlijke bedieningen, afgezonderd en ftilletjes op zijn land-
goed te leven; docH op ftèrk aanzoek vérandbrdc hg vai)
Voornemen, én liet zig in 161 5 als Ambasfadèur van FYaté^
tijk naar dé P'ereenigde Nederlanden benoemen > tön üjdé dat dit
gemenebest nog in óörlóg was met Sparde, Zrn opregtcf
aart en Vredelievendheid bragten té wege,'dat beide partijen
héni in de Kerkelijke gefchinén mét AiiM'Niüs ön Göüarus,
veel achting toedroegen; ook voéddé hij hoogachting voot
^en braven OldenbarneVeld, en was ihét een Warme toe-i
genegenheid de ijverige voor(})raak van dien Origélukkigèii
' grtisaard , tot in zijn jóngfte levénsftorid. LöutSJi- lii CÓLtio*
KY Hertogin vim OHeans^ was hem ook zeer günftfg, én vér*
ijdelde alle de pogingen zijner veelvuldige behijdérs. Mét dit
«il , geraakte hij in haat bij dé Pi-infén van d€n blöefde ; want
dezen een binnenlandfen öörlog ip FrankHjk verwekkdïidè'j
wierdt hen valfelijk bérigt, dat AuberV niét alléén kw^alijk
van hun hadt gefproken, maar zelvs^ dat hij liiét enigé w«pa^
jaen en krijgc^volk beladene vaattuigen, dié ter huftnér buipïi
wierden aangeVoetd^ fiad onderfchept 5 tij wiej'den hJèf 0^
Aa 3 20'
37+ AüBERY. (BENJAWIN)
zodanig op Ii6m verftoord^ dat zij zijn kasteel h Fétmne imge
blj CJmeUeraia gelegen , ten enemalen vernielden ; doch de
^Koninginne moeder vergoedde hem die fchade met 2000 rijkt»^
(kalders, en bragt te wegc, dat zijne jaarlijkfe inkomflen met
JOOD dergelijke verhoogd werden. Gediende zijn gezant-,
fchap in HolUmdy deedt hij ene leize naar EngeUmdy en vet-
rigtc aldaar verfcheidene zaken tot genoegen van üjnen Ko-
ning. Hij was den hervormden,- godsdienst in zijn hart toege-
daan, zo dat het geen wonder was, dat de Pausfeijgke Nun-
tius misno^ wierdt, toen hij in V Hage uit *s Konings naam,
over den doop van een zoontje des verdrevenen Keurvorsisf
van dm Paltz ftondt In 1620 verloor hiy zijne gemalin, die
hem elf kinderen hadt ter wereld gebragt; en hig zelve llierf
op zijn huis te Maurier in 1636, nalatende vijf dogüers en
vier zonen. Als i. Maximiliaaw , die zxg in dienst begaf
van Frederik Hendrik Prins van Oranje, doch na zijn vaderè
dood naar Frankrijk te rug keerde , en met ene zuster van den
Heer van Beauveau d'Espence trouwde; deze baarde hem
een zoon Lodewyk, die ene dogter des Heren van Netten-
couT ten huwelijk nam. 2. Daniel, die zeer bedreven in de
wiskonst, onder den Hertog van Engüien als Adjudant dien-
' de, en in den llag bij Nordlingen in T645 fneuvelde. 3. Lo-
dewyk, wav van in het volgende artikel. 4. Maurixz,
die vele jaren in dienst van Prins Frederik Hendrik door-
bragt, en naderhand onder zijnen kleinzoon Willem den III >
in de hoedanigheid van Kollonel, in den flag bij Semf fhexL»
velde. Deze vier zoons ftelde Aubery ia hunne jeugd , onder
opzigt van den bekenden Benjamin Priole, en zondt hen met
hem naar het Hogefchool ttLeijden, hun enen fchrifcelijken raad
en handleiding medegevende, hoedanig zij zig in ftaatszaken
hadden te gedragen. Men vindt nog van enen anderen Au-
berV gewaagd, met wien de beroemde Ples^is du Mornat
brieven heeft gewisfeld» Niet onwaarfchijnlijk is deze een
broeder van Benjamin 'geu^eest; hij was Raad van State en
Requestmeester des Konings van Frankrijk , als mede Intendant
iïi ^njou^ Touraine en U Maine, ■ Ancillon, Mmoires
ed.
» • > • • • I '■. .'M.'.»
AÜBKRY. (LÖDEWyS) AüÊKEMA. (iPiKTERj dn
éd. de ï^og. p. 3ii-33S: WAG-i yad.iéji: X. DJ bi; 357. 303;
, AUBERY (LODEWYK;, Heer van Möh>, dênte SOttO
Vin BenJaMiij, begaf zig met zijn vader hbg èë6r jong a^lidli
naar Holland y Waar na hig zig een tijd lang in Poten ^ Sérl^é
•n te Rome onthield. Vervolgens leefde hij iü groot aaniiitó
éan 't Höf te Pojrljs^ zonder, egtèr enige* aanzienli^ê bëdÜ*
iiing te kunn<in bekomen; dit maakte, dat hij slg tid dodi
Tan den Kardinaal p£ Richelieu^ dié hém niet öngén^ll
was, naar zijn landgoed Mdurier begaf, om aldaar ili Iru8|
êijn leven te lideen. Hij ilierf in 1687, nalatëtidë end étiigO
Üogtèr. Hec is van dezen Aubêry, dat vóór handen Éijft dl JSO
4eer bérugte Memoires pour fervir a l*HiJloire de la HQH0idfé
in i68i gedrukt, én die in 1704 in 't nedérduits vertaald ^
zijn uitgegeven i waar in zeer zonderlinge bijzonderhediil WOt»
den gevonden, doch die men wil, dat niét elle ëèn ftöiuw*
keurige toets aan de waarheid kunnen doorflaan ; zeker \ê h^M
ten minflen, dkt *er verregaande onnauwkeurigheden in ttför"
den gevonden; als onder anderen , op bl. 278, noemt hij d#
dogter van Fredrik Hendrik,, welke aan öraav WlttJCii
Fredrik, Stadhouder van Frieslénd is getrouwd göwcest^ ÖEït*
iiiETTE AkELiA , daar een ijeder weet , dat hare tiamén Waren AL^
bertina Aones. ^Er zijn ook van hèm Memmres de Bambourg i fef^i
gedrukt in 's Hdge^ 1737- Svo. ANciixoiir, Memdrei» ^
338-357. Mekckon , Disfertt. p. 469. Saxi , Onm* P. IV; p< i^Zi
AUCKEMA (PIETER), een der drie kindören van Si-
ÉRAND Peeters en Auck van Döniaj werdt omtrent het jaat
1440 te Leeuwarden geboren, zijnde ene der vóornaanifiè fa*»
inilien uit die flad. Hij bevlijtigde zig naarffig in höt beoUft
fenen der rqgtsgeleerLhèid , bekwam den graad varit)oktöt Iti
die wetenfchapj en wierdt vervolgens jBurgëmeester in zijn
vaderftad. Deze waardigheid bekleedde hij vcrfcheidene jaren,
doch in aileronaangenaamfte tydsomftandigheden ; woedciidtf
als toen op het hevigfte, de bittere tiveefpalt tusfön dt
ScUeringers ep VetkoperS. AüCkema kleefde dé piöirtij der laat-
flen a^n, fchoon zeer gematigd, en na veelmalen zijne ijve*
x'^ge pogingen in 't wérk tt hebben gefleld , cia 4it verflindend
Aa 4 Vitut
S7(S AULA. (BARTH.) AUJLETIUS. (ALAÏIDÜS)
vuur te blusfen , dat hem ^ter niet gelukte. Leeuwarden gê^
Doegzaam zonder verdediging, en aan alle kauten open lig-
gen Je, ondernam Auckema, die me: een gragt te omringerr;
doch alvorens dezelve voltooit was , kwamen de ScJneringers een
t¥oedenden aanval op de ftad doen, vermeesterden die, en vers-
moorden benevens vele anderen, onzen Burgemeester. Dus
noodlottig fne«fde deez' brave man in 1487, biy zijne huis*
vrouw HisKiE RiNU een zoon en ene dogter nalatende. H^
heeft enige fchriften over de regten en andeie onderwerpen ,
doch inzonderheid over de gefchiedenis van Friesland famco^
gefteld. ■ ■■ SuTFR, Petri, Dcc. IX. n. i. p. 98*-iö6.
AUCKEMA, zie HANS HANSZOON.
AUDEJANTIUS, zie OUDEJANS.
AUFRIED, zie ANFRIED.
AULA (BARTHOLOMEUS), geborei te Halle in TRweu
gouwen, wierdt na zijnen fludere: den loop volbragt te heb-
•ben , Priester van St. Gertruda te Leuven , alwaar h^ een zeer
ftigtelijk leven leide, en de kudde aan zijne zorg toever.
trouwd, door eigen voorbeeld tot liefdadigheid en enen god-
vrugtigen wandel aanfpoorde. ■ Waler^ Awdk., £ib/i
Belg.
AULETIÜS (ALARDÜS), Hoogleraar 'm de medicijnen
te Franeker, is om tien t het jaar 1545, te Leeuwarden, of zo
anderen willen te Dokkum geboren, uit ouders die gants en al
niet door het fortuin met gunflige omïlandigheden bedeeld
waïen. Hij doorliep de latijnfe fcholen te Leeuwarden, en ge-
neerde zig meestal met de opkomften van den post als Claviger
daar van, die hem tot zijn bellaan was toegevoegd. Na
twaalf Jaren hier in dien toefland dporgebragt te hebben, wierdt
h5 Praeceptor van enige jonge Edellieden , met wien hij ver-
fchillende landen doorreisde; en zig intusfen zodanig oeffen-
de, dat hem ergens zonder te kunnen "bepalen waar , de Dok-
torale waardigheid 'm de medicijnen wierdt vergund. Ivr Fries-
land te rug gekeerd, werdt hem *t Reéloiaat ie DMum op-
ge-
\
M
|;édragcii. ïcAevt wierdthij, ivaarfd ijnlijk in het jaar 1585»
tot Hoogleraar in dè medicijnen te Franeker beroepen, en h^
llierf in den ouderdom van bijna 60 jaren, op den 21 jannar^
16069 zonder dat het bekend is, of hij enige kinderen bg
^ijne huis vrouwe Engel Cremers of Cramer heeft nagel ateh;
SixTUS Amama (Oöt. in memor, S, Jrcerii) getuigd van hem^
dat hij een godvrugtig man was, vroom van leven en wan-
dèl, en in het beoefienen van zijne konst, alierbekwaamst
èn gelukkigst flagende. Hij heeft voor zo veel ik wete , fiegts
ene verhandeling gefchreven , getijtelt : M&nitio ad UI. ^ anipL
OfcÜnes Frijics de refotmimda Praxi Medicd. Fran: 1603. w 4^^;
tïraar in hij onder anderen zoekt te betogen , dat het kortilö
en Hieest voldoende middel om de beoeffening der genees-
kunde zo wel als van alle andere wetenfchappen te verb.ete-
len, daar in beftaat, om de zodanigen voor te trekken, die
'er de meeste kundigheden in verki'egen hebben. ■ É. 1^ '
Vaiemoet, jithm, Frif. pag. 70-72.
•\
AURIFABER (AEGIDIUS) , ecri Karthuizêr Monnik , t^i^
karis van het klooster van Sim nabij Zierikzee gelegen , leef-
de in de XVde eeuw. Pbtrüs Sutor, van de Monnikken
dezer orden gewagende, getuigd vtn heni, dat hij even ge-
leerd als godsdienftig was. Hij heeft drie ftigtelijke werlïjos
gefchreven, en overleed den 20 februarij 1466. Vau
Andr., Biblioth. Belg, P. de la Rüe, Geletterd Zeeland,
bl. 329.
AVAÜX (CLAUDE de mesmes Grave d') , Franfe Af-
gezant, kwam in', het laatst van 1643 in die hoedanigheid in
's Hage , en wierdt aldaar met vele (laatfie , benevens zijnen
medegezant tot de Munjierfe vredehandeling , Abel SERt^iEiü
Graav de la Roche^ ingehaald. Zij hadden last om de Staten
aan te manen, tot het zenden van Gevolmagtigden naar Mun^
Jler , en om vooraf enige punten te beramen , welke toe be-
vordering der vredehandelinge zoude kunnen dienen. In '•
bijzonder, handelden zij enen geruimén tijd, over een ver*
bond tiisfen Frankrijk ca dczei^ Staat , waar bij men zig v^r*
Aa 5 . pli^.
\-
V
£78 AVaUX. AVJENNES. QAH v&sj
pligren- ZOU i om ^Ikanderen borg te flaan, toor de oiidcr-
houding van den vröde of het bcftand, welke men me: Spanje
jfoii aangaan. Weinige dagen na het fluiten van die verbond
jn 1644 j vèru-okken de Fran/è Gevohnagtigden nzsx Munfieri
doch voor hun vertrek, deden 2e, bij monde van den Grave
D*AvAux, ter algemene Staatsvergadering , een verzoek, om
Vrijheid van gödsdienstoefïeninge voor de RooAsgczindcö
^zer Idnden, in bijzondere huizen; dan de Staten na'men
dit verzoek zeer euvel in de toen plaats Vindende omftandig-
tcden; te meer, om dat het voordragen van hetzelve, den
Gezanten in bijzondere handelingen met der Staten Gemagtig-
den, ernftelijk ontraden was. ■ Wag., Fad: Hifi. XL
I). bl. 361. 364^
AVAUX (JOHAN ANTONÏ de MESMES brave d*),
ioon van Claudk, was in het jaar 1675 wegens Frankrijk At-
gezant op de vredehandel ing te NIjniegen: In 1679 kwam hi)
al 5 gewoon Ambasfadeur van gemelie Hof in 's Hage; aUva^
h^ tot op den II augustus 1707 in die hoedanigheid verbleef,
jiemende als toen zgn afTcheid van de algemene Staten , dié
hem met het gewone gefclienk van enen gouden keten en
penning, ter waarde van omtrent 6000 guldens begiftigden, «
Wag. , Vad. Hifi. XIV. D. bl. 369. XV. D. bl. 4. XVIL
D. bl. 90.
• AVENNES (JAN van) , Graa v van Henegowhen , de twede
van dien naam onder de Graven van Holland en Zeeland. Hl^
was de zoon van Jan van Avennes , gehuwd met Adelheid ,
dogter van Graav Floris örn V, en zuster van Grave Jan
BEN I. - Hij hadt Van 't overlijden van Grave Jan Den I, de
tijdiflg in Frankrijk niet zo dra verdaan, of hij fpoedde zig
naar de Nederlanden j daar /hij ftraks in de voornaamfte Hol*
iafidfe fteden, voor Graav en Landheer wierdt aangenomen;
dit viel voor op 't einde van 1299. Zijn eeifle zorg was, de
herftelling van de rust des lands , die nog verre was te zoe-
ten, van wegen het groot getal aanhangers van WóupHERif
VAJir BoRSSELEN. Ook (lak hem nog in den krop de moord ,
4VENNES. (JAN va») ^79'
jgcplc^d aan zijnen voorzaat, Grave Floris deIï V. Omtrent
de laatften toonde hij zijn misnoegen, in enen brief, hij wel-
ken hij de viijheid verleende , om te Dordreclit te komen han^
del drijven, aan alle kooplieden van verfchillenden landaard,
uitgezonderd de zulken , die in den aanflag tegehs Graav Flq-
txs de hand geleend hadden. Heer Jan van Renesse, een
Zeeuws edelman, wierdt van handdadigheid aan dit wanbe^
drijf betigt , en was ten lande uitgeweken ; thans bood hij zig
aan om zig bij den Graav te zuiveren, en borg te ftellèn voor
2yn goed gedrag. Jan de II , nam de aanbieding aan ; dfoch
toen het aankwam op ^et (lellen van borgen, waren 'er
geene te vinden ; de verzoening bleef dus agterwegé. Renes^
€E verwekte als toen enen oplland in Zeeland j wellce in open-
bare vijandelijkheden uitliep; de vloot van Grave Jan naar
Zeeland gezonden, wierdt, door een heftig onweder geteisterd
zijnde, verftrooid, of viel in *s vijands handen, gelijk ook
GuY Bisfchop van Utrecht ^ 's Graven broeder; ja zo hoog liep
de verwijdering , dat die door bemiddeling van Frankrijk ,
moest worden bjjgeleid. Gemaklijker flaagde Graav Jan, in
éne bevrediging met den Hertog yan Lotharingen en Brabatid^
gelijk ook mét de Heren van Kuik en ïïeusden, allen deelge-
noten in den toeleg óp het vermoorden van Graav Floris. On-
der dit alles , was de vriendfchap nog niet volkomen herfteld
met den Here tan Renesse; merkelijke moeite baarde deze
aan Jan den II, en hij bedoelde niets minder, dan om hem
van 't Graavlijk bewind te ontzetten; ten einde dit te bewer-
ken, vervoegde hij zig ten Keizerlijken Hove, en beweerde
aldaar, dat het Graavfchap van Holland y als een leen van
't rijk, met hct.afflerven van Grave Jan den 1, aan het kei-
zerrijk was vervallen, en thans door Jan den II, onwettelijk
wierdt bezeten ; het uitzigt op magtveriheerdering , deedt Kei-
zer Albregt aan de opftoking gerede oren lenen, len fpoedig
een leger op de been brengen; Graav Jan hier van de lugt^
gekregen hebbende, zat insgelijks niet (lil, door gants Holland
deedt hij heirvaart befchrijven, en verzamelde binnen kort,
een aanzienlijk leger van edelen en poorters; met dezen ging-
hij
fcjj (chcep, en zeilde den Waalftrwm op, tot aan NijmeghH
iilwaaf de Keizer zig bevoijdt; de Hollandfi benden tradèft
hier aan land; zeer waarfchijnüjk zou het tot een hoofdtréf^
fèn gekomen zijn, ware zulks niet gè'vëerd dcbr de tusferf-
Homst des Aardsbisfcops \in Keulen; die den Keizer deedt
beloven, met zijne benden te zuUèn te rug trekken, en GraaV
Jan in 't gerust bezit zijner landen latei, mits deze dezelve
van ótn Keizer ter leen ontving. In Zee.'and hadt de Graav,
op dit pas , vele onvrienden ; en op bet gerugt van 's Keizers
komflc, waren deze, met ene vloot van loo fchepèn, vati
land gedoken, en den Lekfiromn opgevaren, teV hiilpe van
Albrkgt; van deze afwezigheid en ontvolking maakte^ 's Gra*
ven zoon , Jan Graav van Oostervant en de vermaarde Witte
VAN Haamstede, een voor hun heilzaam gebruik; zij verwoes-
ten de kastee'en der misnoegden , en bragten g^xiXstVal citeren,
Stlwiwen en 7.uidheveland te onder; de vloot raakte daarenbo-
ven verfti'ooid; 't volk welke dezelve bemande,, aan lanwl ge-
trevien, nam de wijk max ScJioonhoven , doordien Niklaas vai^
K ATS , lieer dier plaatze, het mét de misnoegde Zceuweh hieldt;
doch de burgers liem weigerende binnen te laten , verklaarde
zig de flad voor Gvave Jan, dis hu zijne vijanden onder de
knie hebbende, na het ftcllen van orde op de redering , enert
leer naar HenegouH^en deeJt; hij vertoefde aldaar een geriii-
foen tijd, en tot dat zijne herwaa tskomst noodzaaklijk wierdt,
Vrcgens enen vijandljjken inval in zijne ftaten, dóór Hère Guy
^AN FlaandereN, met welken hij egtcr fpoedig vrede trof,
èooT het fluiten van een zeer nadelig verdrag. , Niet lang
daar na ftortte öraav Jan, in V tiage zijnde, in 1304 in ene
Jlepende ziefkte, die aliengskens toenam en verergerde ; door-
dien nu (Iraks gemelde Gl\^ van Flaanderen , het verdrag
fchendende, hem den oorlog opentlijk verklaarde, en hij zig
onbekwaam bevondt om het bevel over zijhe krijgsbendeft
lilt te oef&nen , droeg hij het bewind van zaken op ; aan zij-
ticn ioon Willem, Grave vari Oostervant, en, vertrok in
kwii]nenden ftaat van gezondheid, naar Henegouwen;^ hier ftieïf
, fiij nog hl 'Czelvde jaar, in dc' flia^nd augusDas; nog vocf
^VERHOÜLT. (ANTON. » AVILA, .(BALTÖ, dï) f^ij^
aijticn dood hadt hij 't genö^n ^finaakt,- dat gants Zeelan^
zig aan hem hadt ond^rworp^iv. .Bijkans yijf jar^n.hadt ziji^
Graavlijk bewin(^ over JJolland geduurd. Hij hacjt daar in tpt
opvolger Graav lyxi-LEi^ P5N lil,, dien hij behalven agt of ne.
gqn andere zonen en dogters, verwekt hadt bi^ PniLippiv,
4ogter d^s Graven van Luxmhtirg. ■ ' ■■; G, Vossiiw , j^W^
l^eken,hL ?i!^. y. Bm^^ ^^fchri^vvng yq;: Dordreck. bl. 7891,
AVERHOULT (ANTONIUS d^),' een Jenüt, is omtrent
fcöt Jaar 1554 te ^re geboren. Zijne eerfte lettercelFenin*
geri^ waarfchijnelijk in zijne 'Vaderftai voleind jfieftbende, ver-
tiok hij naar Leuven^ fludéerdet aldaar met grote vliit in de
wijsbegeerte en godgeleerdheid, en \vierdt den 10 augustus
1598 tot Regent van hét theologisch koïïe'^ie' aldaar aangeileld.
Dan hij behield niet jaiig dezen posr, want bij' begaf zig leedsi'
In 1600 omtrent 46 -^aren oud zijnde, in het genootfchap der
Jefuiten^ Zijn proeftijd geëindigd zijnde, werdt hij tot Biegt-'
vader in een klooster aangebeld, welke bediening hij geduren-
^e negen jaren met vefel ftigting waariiain. Zig vervolgens
aan den» predikdienst toegewijd hebbende, vermaande hij met
CTie warme welfprekendheid de Overheden van verfcherdene
omliggende fleden en provlntien, om de beelden te herftellen,
Sffé Hoor een al te vei gedreven godsdienstijver van fommige
heethoofden, verbrijzelt of verllrooid waren; zijne pogingen
hieromtrent wi^xJcp ook met den besten lütflag bekioond.
Hij ftierf te Ihgrnik d^p a^i feptember.1614, in den ouderdom
van 60 jaren; ep heeft vpor :?ijne geloofsgenoten verfcheidene
ftigtelijke w^rlge? gefcbreven* — — Valer. Ajïdr., Bihliotlh
Belgic.
A VIEA (B ALTHASAR d •) , afkomftfg van een voornaam
geflagt uit Spanjen y wierdt te Rijs/el in Flaanderen omtrent'
't jsar 1590 geboren. Zijne eerfte' letteroeffeningen volvoert
hebbende, omhelsde hij den geestelijken ftaat, en wierdt in
1690 , ^met een Kanunnïkaat in de St. Pieters kerk te Rijsfel be-
giftigd; dan na verloop van zeven jaren zig nauwer aan het
^copfienén van den godsdienst wilienda verbinlefi , verliet hij
<«<- .'
«ijnt?
|gï AVILA. (SANCTIUS p^'
:^ne picbende*, en èoog tet kledi van d« orJcn dfer MindcrJ
l>roeders aan, in het klooster vznAndefikh in de na6uiufchap
V9a Brwfei. o'/LvitA zig door z^ne \^irprekcndheid en deP^
tjgheid beroemd gemaakt hebbende iü het prediken, wierdt
in 1626 tot Provintiafil der Nederlanden vprkoren ; welke
2èlvde waardig^id hem in 1632 ^ 1638 en 1547 nogmaals'
Verdt opgedragen. In 1545 benoemde men hem tot opperte
van het klooster te Mom. In ene reize die hi) naar Rofw
^eed over zaken z^e orden betrefiènde.^ maakte hij kennis
met den Kardinaal Spada, die zedert veel achting voor heui'
voedde , en Paus Iknocentius den X. wist over te halen, om
iem den 13 april 1649 voor den tijd van drie jaicn tot Ge-^
ncraal van de orden der Minderbroeder» tê benoemen, 't welfc
door dien zelvden Paus, op den 23 december 1651 nog voor
drie jaren verlengd wierdt. Na dezen tijd bekleedde. ö'Avila
gedurende lo jaren de bediening van Vikaris generaal ovc^r
gantsch Italien. Zijne jaren als toen merkelijk geklommen
zijnde, keerde hij naar R^sfel te rug, en fleet 'er zijne ovcr
ïige dagen in rust, tot op den 2 februarij i66Sy wanneei* hij
in den ouderdom van ruun 77 jaren zagtelijk op ene godvrugr
tige wijze ontlüep. Hij heeft een boek over de voorregten
zijner Orden gefchreven. . ■■ ]• F. Foppens , ^ibL JBelg^
jpag. 121.
AVILA (SANCTIÜS d'), een Spanjam vm geboorte, eea
man die in de Nederlcmdfe gefchiedenisfen met een zwarte kola
getekend ftaat, en niet minder dan ^nen meester Alva
verfoeit werdt Hij vras door dien Hertog, van zijne jeiigd
af tot den oorlog opgevoed, vergezelde hem in alle zijne
togten, en kw^n dus- ook met hem in de Nederlanden, di&t
Bende hem in de hoedanigheid van. Kapitein zijner lijfwagt*
en tot uitvoerder van zijne gruwelen, en geweldenarijen ver-»
jfti'ekhende ; het was dus geen wonder dat men hem in 1577,
met evenveel genoegen als zijnen meester den bloeddorHigen
Alva, het land zag i^uimen, om nw Spcage te rug te kei-en*
Hoojt, NederL ïli/l.
AXEL PE SENV. AXQNIXJS. AVALA. «t*
AXEL DE SENY (JAN HpNORIüS vx^) , gefproten
uit ccn oude en aanzienlijke familie van Flaanderm^ is g^böi
ren te Utrecht omti'ent het jaar 1575. Zijne moeder was
van het geflagt der Schekkejt. De eerfte letteroefFeningca
doorgelopen zijnde, leide hij zig op d^ regtsgeleerdheid toe,
én wierdt Doktor in dat vak van wetenfphap. Vervolgens
ging hij met 'er woon naar Romey alvtraar hij het burgerregt
yei kreeg, en als Advokaat voor de balie praktizeerde tot ia
. het jaar 1630. Doordien hij een weidoenden inborst bezat;
bewees hij vele liefdedaden aan zodanige zijner landgeno*
ten, welke te Rome kwamen en onderfteuning behoefden.
Hij ftigtte in d\Q ftad het kollegie van St, Norhert ^ het enigflo
huis dat de orden der Premonjiratenfers In Italië bezitten ; en hij
vertrouwde 'er de altoosdurende beftiering over aan den Abt
van ToT^erloo, en het ,opperbewirid aan de gezamentlijke Abt»
ten van Braband, Het doeleinde van deze inftelling was^
om daar door aan deze orden, in de onaangenaamheden dló
Hien haar zou kunnen verwekken , gelegenheid te geven , har©
toevlugt tot den Paus te kunnen nemen. Denkelijk dat vaiJ
Axel in deze grote ftad zi^e dagen eindigde; hij was getrouwd
^n liet kinderen na ; ook heeft hij ene ©erfjanbeling ober i^ft
iillcrfeelgft Ittegt gefchre^n. J. F, Foppens, BibliotJi. Belg,
pag. 661. MiiuEi, Opera diplom, T. IL 1360, & IV. CöB-ógó.
AXONIUS (JOACHIMÜ$), een voornaam Regtsgeleerde^
y^ierdt omüent't jaar 1460 in de Gf»^ geboren. Hij is le^r-
ïneester geweest van Graav Filips van Lalain, en daar na
lid van den Nederlandfen Raad der zeezaken, welk ambt hij
met veel lof* heeft bekleed tot aan zqnen dogd toe, welke
yoorviel in het jaar 1526. Van hem zijn wel gefchrevenc
maar geen gedrukte werken nagelaten. ■■ >■ Van Hasselt,
Biji. Brabant.
AYALA (BALTHASAR d'), Auditeur militair, wferdl
«mtrent 't jaar 1548 te Jnfwerpen geboren* Zgn vader Dieöó
i>*Ayala, Heer van Voordeftein y was in de Nederlanden g^
tfóuwd met AöKEs vak Rekkalmb, de moeder van onzA
. è « Bal-
^ AYALA. (OABRIRL b^
pAtïHA&AH» die hem uit haren vrugtbarcn fchoot elf tqnëM
m negen dc^vs fchonk. D^ jonge d'Avala ftudeerde i^
de regtsgeleerdheid aan het Hpgefchool te Leuven , en ver?
Ju-ee^en titel van Licentiaat. Zi^ne bedrevenheid in die wc-
tpnfchap en doorgi-ondp kundigheid in hpt vak der gefchiede-r
fiisfen, baanden hem de weg, om het aanzienlijk ambt v»
Auditeur gen^raar van 's Konings legers in de Nederlanden t?
t)ekomen} waar van hij de ^eikzaamheden met zulk een
Ichrandere voorzigtigheid en onkreukbare eerlijkjieicl uitoefFent.
de, dat Viufs om zijne verdienden te belonen, hem totRaads*
heer in den Hogen Raad te Mecltelen bevorderde. 2Jijne be-
kwaamheden en lofielijke inborst zouden hem verder gebragp
hebben, ware hij niet op den 17 augustus 1584, door de?
dood in het 36fte jaar zijne^ levens weggerukt; ene natuur-
jljke dogter Barbara d'Ayala nalatende , die geti'ouwd is gc^
tveest met Hendrik Zoesius, Doktor en Profesfor in de regts-
gpleerohcid te Leuven. Men vindt hjBt afbeeldzel v^ BaLt
Thasar in de BlbL Belgka van Foppens , en hij heeft; twee Ui-
tijnfe werkjes over de regtsgeleerdheid nagelaten. Een zijner
broeders was Greqorius^^Ayala , i^aadshe^* 'm den Raad van
Braband; een ander Fu.ips genaamd, was Gezang wegens het
Spaan/e Hof bij Hendrik dz IV. Koning van Franhfk , beno-
vens Raad en Kommis van zijne Spaanfe Majelleit en den Aart^
hertog Albertus; deze flierf den 26 meij 1619, in den ouder-
dom van (52 jaren. Sweert., yïnn. Belg. 153. Val»
Andr. Bibl. Belg. Thecure de la Ndblesfe du Braband. p, 301,
AYALA (GABRIEL d*) , een volle neef van den vorfgeo,
was de- zoon vah Gregorius d'Ayala, en zijne moeder was enCI
©E Witte. ^ Hg wierdt in de X Vide eeuw te Antwerpen gebo-
ren; en na zijne eerde letteroefïèningen volbragt te hebben,
ïeide hij zig op de medicijnen toe , en verkreeg daar in db
doktorale waardigheid te Leuven in april 155Ö; waar na h^
;iig naar Br-usfél begaf, daar hij de praktijk oefFende en tot
ftads Doktor werdt aangefteld. . Hij was een liefhebber der
#fctenfchappcn en beoefFcnde inzonderheid de digtkoiwt;. )^
AYLVA. AYLVA. (DOUWE van) Ui
tie3ft ook een bunde^ latijnfe püntdigten en enige anderen n«.
gelaten. — Val. Andr., BibL Belg. Tlicatre dt la-NobL
du Braband. p. 301.
AYLVA , is de naam van een zeer oud en adelijk geflagt in
Friesiotidy 't welk een gioot aantal beroemde Mannen , zo wel
in de raadzaal als in den krijgsdienst heeft opgeleverd. Wij
gullen hiei' enigen der voomaamften aan onze lezers doeö
jLennen.
AYLVA (DOUWE van), Grietman van Westdmgeradeel,
een man van groot gezag in Friesland, wierdt gedurende de
onlusten die 'er in gemelde proVintie in 1626, over 't invoeren
van lasten ontftond, benevens zijnen vader EftNST van Aylva
«n e/iige andere Grietslieden genooddrongfen , de teugrfs van het:
regeringsbeftier voor enigen tijd te laten varen , en elders om
oen goed heeiAomen te zoeken. De oirfprong dezer beroer-
en wordt daar aan toegefchreven-, dat de algemene Staten al
zedort 1625 gepoogd hadden, de gemene middelen, bijna op,,
den zelvden voet als zij in Holland geheven werden, medit
in Friesland in te voeren. Zij deden ten dien einde, bezen-'
dingen derwaarts, en bewogen het kwartier van Westergo ei .
een gedeelte van Oostergo , tot bewilliging; doch de (leden
bleven volftandig bij hunne weigering. Men befloot hier op,
de uitfpraak voorheen hier op genomen, bij voorraad te vol-
gen; en werdt Graav Ernst KAsiifiR, Stadhouder van 't ge*
west gemagtigd , om de gemene middelen bij executie e»
door dwang van krijgsvolk, te doen betalen. *t Grauw y ter
dezer gelegenheid, in april 1626 te Leeuwarden op de beea
geraakt, terwyl de landdag gehouden werdt, viel Doüwe van
Aylva zo fel op 't lijf, dat hij zig bergen moest in 'een huis,
welk toen aangevallen werdt, en geplundei-d geweest zo^
zijn , ware het niet door twee vendelen Schutters .befcheilnd
geworden ; doch de landdag door dezen oploop gefloord,
fcheidde verwardelijk uit een. Graav Ernst uit *x Hage aan-
Jrfirijving gekrqgen hebbende, om de hoofden der oproerige»
urn te tasten en tQ doen ilrafièn, zogt om hier toe in (laai
L Deel. ' Bb to
\
2jf I ATLyA. (ERNST SICCO vak)
^0 gerak^ ^ vooraf, vijf vendelen knegten boven de gewone
bc^epingi behpndelijk binnen l^euwarden te bvengen; docli^
•s daags voo^: de uitvoering van dezen toeleg, kreeg men 'er
de lugt van. Terflond kwam de burgerij in de wapenen, de
poorten en ftraten werden bezet; men was genoodzaakt den
aantiaderenden knegten bevel toe te zenden om te rug te ke-
ttn,^ De burgerij toen *t fpel meestér, dwong den Stadhoii*
^cr, de bezetting die in de flad lag, te ontwapenen, 't Grauw
dreigde de naaste aJeiijke huizen te plunderen, 't welk egter
ÖooV (}e burgerije belet werdt. De beweging onder 't volk ,
floeg van Leeuwarden voort naar de andere ftcden, en naar
veifcheiden dorpen. Men vorderde den Ontvangeren rekening
af, plunderde hier en daar derzelver huizen , en bedreef veler-
lei moedwil. Doch na verloop van enigen tijd werden di*ie
d^zer plunderaren in hegtenis genomen en onthalsd. Grava
RiiHST intusfen a^n de Gedeputeerden der (leden verklaart
hebbende , dat hij met geen ander oogmerk krijgsvolk in Leeu-
%\ir(ifn hadt willen brengen, dan om de hoofden. der voor-
gaande beroerte te doen (haffen ; geenzints om gelijk men
veifpreidde, de gemene middelen, met geweld in t^ voeren ^
üeeJ men der ontwapende' bezetting de geweren te rug ge-
ven, met welke zij toen te velde trok, waar na de rust in
Friesland voor een wijle herfteld werdt Nogthans moest men
om dfi morrende gemeente genoegen te gevan , enige nieuwe
fchikkingen maken op *t (luk der regeringe, die in januarij
1627 werden vastgefteld, doch niet lang (land hielden. In-
zonderheid was men gebeten op onze Douwe en zijnen vader
Ernst van Aylva, Grietmannen van PF/^st- en Oostdongera-
deel f die tot invoering'^der nieuwe middelen genegen waren,
2ij ondiielden zig dan^ gelijk wij boven ^gezegd hebben, eni-
gen tijd van het bewind, doch verkregen door den tijd het
gezag te rug , 't welk zij te voren gehadt hadden. ■ Wag*
Fad. mji. XI. D. bl. 217-220,
AYLVA (ERNST SICCO van), Grietman van Westdmt
geradcil , geliuwd a»a . Anna Kamminga , was mede gewik-
keld
AYLViÜ (ERNST 'EBANS van). gSf
keld in :de onlusten welke in Friesland in 166B ontftonden,
ter gelegenheid van 't regt om op den landdag 'te verfchij-
nen, waar over de Gedeputeerden zig het oirdeel aanmatig-.
den , doch naar *t begrip van fommigen te. pai t^dlg daar in
te werk gingen, als enigen:. daar van uitfluitende, die men
beweerde .daar toe geregtigd te zijn. De • Gedejputeerde- Sta-
ten die het anders b^-epen, keerden uit hunne .vergadering
de zodanigen die door Oost^-go en Westergo gemagttgdi^wai'enr
öm daar in' zitting te nemea, en maakten daar toe gèbtuik
van de bezetting v^n- Lsewwarden. Te midden van deze on--
enighedèn, verfchenen de Afgezondenen der afgemene Staten,
ten einde te beproeven of zij., die van Frieslmidy door tusfen-
komst. van *t Stadhouderfchap , en Kapitein- ep Admiraal-
Genei-aalfchap, tjt enigheid .konden bewegen. Deze hier
yan kennis gekiegen hebbende, deden 'er Hun Hoog Mog»
verllag van, die wel hadden, gewenscht, dat men *t gefchil
aan hunne bellisfing hadt overgelaten; en hier tOQ was ook
de zwaklte partij die men de 'Hollands gezittde noemde wel ge-
negen ; onder deze klasTe -.behoorden onze Ernst Sicco vaït
Aylva, Karel Roorda en enige . anderen. Doch :de andere
partij nam zeer euvel, dat de Afgevaardigden der algemene
Staten zig met hunne huisfelijke zaken: bemoeiden. Ook
verbleef de'befiisfing aan die. van Friesland, zonder- dat men
^gt-kaii :»eggen, hoedanig de zaak naderhand bqgelegd is;
alleen is'='t bekend, dat de ftei-kfte ' partij die zig Prinsgezind
noemde, boven dreef, ^ en Ernst 'Sicco van Aylva benevens
de zijnen; buiten het ^bewind.. bleven. 1 • Aitzeka,,. Zo-,
hen vén Staat m Oorlog, VI.. D. ,bl.. 485-488*
AYLVA (ERNST FRANS van), te j'cr\vert, Grietmaa
van Baarderadeel , een zoon van Hessel Doüwe Ernst van
Aylva,- huwde te Holyven Aqx\ 27 junij 1756 met Hobsina
Amelia. Juliana van Unia, bi.) wie hij twee kinderen heeft
verwekt, die jong overleden zijn. Hii was een waïir^e volks-
vriend, en genoodzaakt, om de vervolging die bij de omwen-
teling van 1787 zo veel brave Mannen ten lande uitdreef,
i Bb 2 te
\ «
38t AVLVA. (HANS WILLEM van)
to ohtgaan , mede elders 6en verblijf te zoeken* Hy ftierj?
geduiende h^ tijdvak van deze onlusten, te Su Omer bt
AYLVA (HANS WILLEM van), Lt. Generaal in dien&e
der Fereinigde Nederlanden ^ ht» Admiraal van Frkslaind^ Gou*
verneur van Koeverden enz. Was 'een dapper Held, die veel
dienst aan zijn vaderland heeft bewezen, door zijn voorzig*
tig gedrag en kloek beleid in de oorlogen legens Frankrijk^
hï de jaren 1672 tot 1673, als ook van 1689 tot 1697; waar
door sijn naam voor aleoos met lof in *s lands gefchiedboeken
aal vermeld worden. Hij was genoegzaam bij alle velddagea
«n belegeringien gedurende zijnen krijgsdi^st tegenswoordig;
gevende alomme de fprekcndfte bewijzen van zijnen nimmer
bezwljkenden moed en kloek beleid , hebbence hier van op ene
uitdekendo w^ze, onder anderen in den bloedigen veldflag
•van Fieurij\ blijken gegeven. De Staat zou meerder dienst
van hem genoten hebben, wai-e hèt niet dat hij. zeer onver-
wagt door een ongelukkig toeval uk het leven was gerukt.
Hii voerde namelijk het gebied in J^rdband over de krijgsmagc
vari den Staat, welke in 1691, ter hulpe v^n S^ofy'e was
voorbefchikt Te Leuvm zijn kwartier houdende, reed hg
])aar buiten ter jagt, en met deze uitfpanning zig veriustfgen-
dej fteigerde zijn paard, en wierp hem op den grond; waar
door hij een* buil aan zijn hoofd bekwam , die in *t b^;in
weinig wierd geteld ^ doch egter wel dra bleek dat van 't
Ulterfle belang was ; want men ontdekte dal het hoo^ van
binnen was gekneusd , *t welk zware koortzen en andeie toe-
vallen te wege brengende, hem binnen weinige dagen ia
't graf rukte; in -t algemeen van een ieder die hem gekend
hadt beti'eurd, en wel in *t bijzonder van 't krijg&volk, als
arijnde een van de beste legerhoofden van dien tijd, Wat zijn
perfonele hoedanigheden betieft: hi} wa&een gioot veldheer,
gellreng en krijgshaftig van gelaat, ontzaglijk voor zijn^
vijanden, en voor die genen welke hem niet van nabij kenden.;
oen onverzoenlijk vijand van blopdaarts. En met dat al , ka©
men hcui den lof niet ontzeggen , dat bij in de dagelijkfe ver*
kc-
I
«
éXLSfA. (HANS WILLEM van) (HESSBL) ^H
ktting, zeer minzaam, heus én zagtzinnig Was^ edelmoedig
van gedtag, vrij van alle baatzugt en eigenbelang» Zijn lijK
\verdt te Brusfel gebalzemd^ voorts naar FrUslmid vervoeHt
en in het graf zijner vaaren te Holwert b^avtn. i »
P. Halma > TomeL Valkenixr^' Verward Europa^ bi» 547%
598. SylviüS) Vervolg op ArrzÉMA, IIIv D. XXXL B^ bl. 51»
AYLVA ^ANS WILLEM van). Heer van Hornhutzên
/tn Kloosterbukm ^ zoon van Douwe Ernst van Aylva Heoif
van Tammngaburg, en van Ti£x^ Heemstra \ is geweeic
;Ko]lonel van het regiment Ormje-FHeslondy en zedert ifèS
XuitenantrGeneraal van de Infanterije; huwde den 15 oflober
3730 met Barba^a van Kamminga te Memldum, en filerf op
.het ilot te Homhuizen den 3 meij 1776, een hogen oüdet*
dom hebbende. bereikt) zonder kinderen na te latem
AYLVA (HAnS WILLEM van), Criétmün V^n Saa^dc^
fadeely Öijkgfaav der Vijfdelen en Meesterknaap van 't Jagt»
■gerigte in triesldndy om welke redèft weet ik niet, doorgaan»
genaamd 'den Cïoftói?» Aijlva; werdt geboren in maart 1724.
Hij is gehuwd geweest aan Anna KAtrina RuMtF, bij wie
iuj een 'zoon heeft verwekt, dife in 1781 tot Grietöian v^
H A'W wiérdt aaiigéfteld. Hij overleed in 'j Hage den 9 junij
1751, oiid '29 jaren eti dirie maandfen. ■ '^ '»■ FsaWSADA^
'Wapenboek. 1785. L "Deél.
I
AYLVA (HESSEL BOüWE ERNST van), Crietmaü
van Wistdongeradeel en Curator van *s lands Hogefchool tö
Franekcf'^ wierdt geboren den 6 november 1700," huwde den
8 meij 1729 te Tèrnaard met Bauwina van Bvrmaioa, diö
rden 24 januarij 1771, in den ouderdom van ruim (59 jaren p
•Hólwnt overleed. Hij heeft bij hiaar vi^f kinderen ver^elvt;
als I. Ernst Frans Van Aylva, hier boven gemeld; a.FiANS
Ernst van Aylva, die biy>refignatie van zijnen vader, don
^18 febi-uarij *i7t53 Grietman Tan Westdmgeradeel wièrdt, ^n
in 1768 ongehuwd overleed ; 3. Sicco Dowwe van AvLV4f
eerst Lt. Kollonel van de Jnfahterije, en na zijn vaders dood ♦
Bb 3 C;ie>
'800 . AYLVA. (IIESSEL DOUWEERNSI.Vi^
Grietman van TVèstdongeraded : dez6 beeft in 3}\q , apzigteé
veel .onf de zaak der vrijheid ^teöen; 4. Wd^jemina. Edua»-
DA VAN Aylva,- gehuwd 'geweest* aan Tjalung Douwjt' van
SiXMA , Prefldent van t afeefchafte, Friesfe Krijgsgei egt ; zij
overleed aan de kinderziekte den 'ij deaember 1770, oud
ruim 36 jaar; 5. JElisabeth AïTNA.VAif Ayl'wa, .ongehuwd go-
ftorven. Jr. Hessel ftierf in 1774 aan ene flepende ziekte en
verval van kragten, in den oudcrdiwn van ruifernVs jkfbé.' *Nii
iets over de perfonele hoedanigheden van onzen 'Aylva.- Ih
zijne dagelijkfe verkering, -v^ias^hif vriendelijk en mtAzaam,
gaarne verpligténde; geene trotsheid noch hovaaitüj ■ dan tój
naam kennende, hadt de gemene man even gemakkeli^en toe-
gang' bij hem als de allcraanzienlijkfte ; ook ' waS- Mj .één
ijvertg voorflander der vrijheid ; een wanrié vriend ,- die zig
altoos tot genoegen ftelde om zijn evcnmen$€h gelukkig te
maken. In de raadzaal was het e^n. Am^tjemss^ ep,Ji^nim-
menade zaak der onfchu.14 en" dex'> vrijheid tegena, wie Tiei:
ook mogte zijn, met klem te veidedigen en te. befchermen.
IsMet alleen was hij een voorflander, maar zelvs een beóefïï-
naar van konflen en /^veicnfchappen ; dus kost het niet misfen,
of hi] bragt alles toe wat in .zjy.n vermogen was, om giédurende
zijn beftier, de Akademie te Fraieker^ visiir o\jer .ïiijMn het
jaar 1731, in plaats van den verdienllel ijken Grietmkn van
Frajiekeradeel Sicco van Goslinga, .tot Curator wierdt.aangë-
fleld, zijn voorgangers voetftappen drukkende,' ïh enen bloei-
jenden ftaat te onderhouden..' Godsdienftigvan aaftj/wasliöveen
ijverig tegenftrever van alle losbandigheid , doch niet 'minder
befheed hij de dweperij en den gewetensdwang; een ware
vriend' der verdraagzaamheid, vonden ^ gen^n welke de
vrijheid van confcientic in de zaak van/t geioóf-voorflonden,
een ijverig befchermer in hem. Gezellig van .aart, verkeerde
hij gaarne ihet mannen van ..geleerdheid en vérftand, en hij
telde onder zijne gemcenzaamlie;. vrienden^, de Hoogleraren
VeNEMA, CONRADI, HEMSTEWnnS, VaLCïÉNAAK,. SCHRADM
en meer anderen. ■ Zie ook, K L. Vriemoet, ^tJm.
Frif. in Elog, fer, ^ an^L Eplm&mm. .pag. XCIX^-Ct ^
AYL-
AYLVA (HOBBÉ van), Grietmin bVfcr Éd^mJiBiU'^
twee vrouwen gehad, de eérfte Fkbui vAiS A*tvA VaH Wf>.
war/ttwi, ftfeif -den 25 déceiöber i'öi?; 'dé tw6diB wké jStïit»
MÓKKEkA. In 1(521 werdt'Mj 'iangéfteld 'toi Güfaiöf WÜ
*s lands Hogefchool té Franekêrj' én hij overleed in jiih^ 18451
iialètende twee kinderen; — ^'VÜe&ozt, ut füpf^. p, StUü
AYLVA (HÖBBË vaiOj cétï zoon Van 'ttji^fó 'yü* Aft»
Va, Grietman van JVmferadebl , en MARGAhETijA yAjJ'Ckjrti
Is eerst geweest Öpperftalmee^r -van .WilleM feWii M^
©RIK Friso, toen ter tijd Stadhouder van Frksldndi 'flij WA
t)ok Drosfaard van Buren , en éèfa Van 's Printen öfemagtj|ciért
ter vereffening van enige zwevende gefchilien, EederC tf^%
over de nalaténfchap van Koning; WilleM öjcjjj IlL löSt Ben
Koning van Pmhfeti, welke vcrelTcmng getekend' "Werdt 4<ici
ï4 meij 1732, door *s Konings Gevolmagtigden té Beiiftii öll
den 16 juiiij van ^t zelvdc jaar door gemeldcn P-xitvé i^lven,
bp /t lusthuis te Dieren. Vervolgens -4s-hij géwe^^C 'Génétafet
van dé Jnfanterije, Kollone) van. een regiment voetvolk. iêt
repartitie van Friesland y en Gouverneur van Mmstmkp Wölke
vesting hij; in het jaar 1747 tegens de F)r&nféji zo manmopdrg
Verdedigde, dat de^'zelver Koning LödeWyk bè^ XV 4 tér ve^
.eering vjui ziine dapperheid, hem twee metalen vêldilykken bör-
neyens twee moitierenfchonk^ mét hst voor heni 20 vereèr&nd
. opfchrift (daar op gedrild: donum VirtutiS AIlv^, eêregifi
voor Aylva's dapperheid. Op last der Staten Vat) friedand^
zijn deze veldftukken en rrioröéren, met welke bij *a ittiJns
•leven, het Gouvernement te 'Maasirlck praalde^ én doofjbejii
bij uiterftén wil ^an dp provintie ziener geboorte z^n^géféga^
teerd , voor de hoofdwagt te Leéuwatdert geplaatst. " Hij bvcrj'
leedt den 15 december 1772. Hobbe was rijzig van Jigh^amS-»
'geflalte, fchraal van wezen ^ doordringend van oög, doch V<?ft
geen vriendelijk voorkomen, met dit al -bezat hij een liijitiuii*
tend karakter; hij was godsdienftig, beproefd' eerlijk /én l^ficöa
anderzints fpaarzaam , mededeelzaam aan .déh armen J voorfs
' heeft hij bij • meer dan ene gelegeftheid getcond eett ^\'V»v&n
Bb 4 krljgst
392 AYLVA. (BOBBE ESAIAS vm) (KORN.) (PIETER)
krögsman te- agn , en wist zijoe bevelen ais Bevelhebber
nauwkeurig te doen nakomen, ilrafiende zonder aanzien van
peHbpJi die daar in naladg was; buitengemeen zindelijk en
net, was hij in zyn huisfelgk bedier; en fchoon hij een ^Dede
tafel hieldt, gingen welnigpn met graagte bij hem ten eeten»
doordien hij dat bijna onbegr^pelijk is voor zulk een groot
man, het zwakhadt, dat iemand der aanzittende gasten /het
ongeluk hebbende om wijn of (kus op het cafelgoed te (lor-
Ucn, vrij bics daar over door hem wierdt bejegend. m
ifedegedeeUi berigtm. Zie ook Wagen. Fad. Hijt. XIX. D«
U. 402.
AYLVA (HOBBE ESAIAS van), op Holdinga, geboren
in 't jaar 1645, ï« geweest Vrij- en Erfheer van Ameland,
benevens Grietman en Dijkgraav van Oöstdongeradeel ; hij is
gcitrouwd geweest aan Anna Dodonea van Schwartzenbebö,
bij wie hij twee kinderen heeft verwekt. Hy vei-wisfelde
het tgdelqke met het eeuwige den 7 meij 1692 , in den ouder*
dom van 47 jaren. ■ Ferwerda, Wapenboek. 1. D. 1785.
AYLVA (KORNELIS van), Grietman van Wonferadeel, is
geboren in 1684, ^en 12 april 1711 gehuwd aan Juliana
VAN ScHWARTZENBERG , bij wïe hy een zoon heeft verwekt,
TjiERD genaamd, waar van beneden iiader; hij flferf op zijn
flot te Higtum den 23 november 174$, in zijn óafte jaar;
lijne huisvrouw overleefde hem omtrent 25 jaren, en over-
leed insgelijks te Higtum den 29 augustus 1770. — r— Fer»
WERDA, Wapenboek, L D. 1785.
AYLVA (PIETER van^, zoon van Pieter vaw Aylva
van Hfflltm; deze hadt ten vrouwe Rigt-£binga, welke over-
leed zonder kinderen. Uit deszelvs ftamlijst blijkt de oudheid
en edelheid van zijn geflagt, en tevens deszelvs luister, zo
door uitmuntende Staatsmannen , als Krijgshelden , van de
vroeglle tijden af. Want fchoon men , op die lijst , allereeist
gpmeld vindt DouwE en Epo , is het egter bekend , dat enigpn
vit dit huis, reeds in de Xlde en Xllde eeuw, in Duitsland,
j^ngehfid, Schotland en Brabaiid^ door hunne krijgsv^irigtin^en,
eea
/
AYLVA. (SJURD VAN) AYLVA. (TJEERp van) 391
jcsn onfterflijken naam verworven hebben. Van zekeren Epo>
^Is kleinzoon van geelden Epo, vindt men^ op 't jaar 14.56,
melding gemaakt, in *t CJtarterboek van Friesland^ I. Deel , bl.
592; en b]^ WmsBMius en Schotanus 1 op *t jaar 1500, wordt
gemeld van enen Sjoert van Aylva, als hoofd der Edelen,
die zig tegen de Saxife jpartij verbonden hadden. Doch deze
kwam ongelukkig, met zijn huisgezin, om *t leven, in den
watervloed, op den 26 feptember van 't jaar 1509, volgeng
^melden Schotanus, bl. 532. Verder vindt mén genoemd
cnéh JoHAN AylVa, die lid was van de Staatsvergadering in
J567; Hessel van Aylva, verheven tot den rang van Baron
des H. R. Rijks, en Kommandèut der Sjtaatfe troepen in Oost-
frieslandy tn aldaar, in énen opfiand, den 21 april 1660.
doorfchoten. Pieteè, onderging, nevens andere Edelen, het
ban vonnis van Alva; niet alleen om dat hij tot de verbon-
dene Edelen behoorde, maar om dat èij een aanhangeling
van Willem den L was ; en hier in , als eiie daad van
eere volhardende, werden naderhand zijne goederen ver-
beurd verklaard. De dood, die hem te vroeg verrastte, maak»
te een einde van zijne loffelijke pogingen voor de vrijheid.
— WiNSEMius, Krwiijk van Friesland, bl. 554. Marcus,
Sententien van Alva. bl. 192.
AYLVA (SJURD of SJOERD van) , te Schraard op de
ilate Aijlva; hij is gehuwd geweest aan Syts Walta, ;waar
bij hij negen kinderen heeft verwekt. Hij was opperhoofd
van *t Friesfe leger voor Franeker 't welk aldaar Graav Georg
VAN Saxen in 1500 opgefloten hieldt. In 't jaar 1509 kwam
hij op een ongelukkige wijze aan zijn einde, want op den
20 feptember ten tijde van een groten watervloed , zjjn knegts
te hulp willende fchieten om het vee op te halen en in be*
houden haven te brengen, overviel hun het water, en men*
fchen en vee verdronken gezamentlijk. . Ferwerda,
Wapenboek. I. D. 1785.
AYLVA (TJEERD of TJAARD van) , vader van Korne-
ps, is geweest Grietman van Wonferadeel^ en heefc tct ziiu
13 b 5 eer-
394 aYLVA. CTJEERD VAN) (ÜLBE) (WATSÈ) • ■
ccrfte viouw gtMdt ^FfeouK HüoenS j-dog«r Van' HeÏssel HtV
OEKS bij Frouk van Wyckel gétedd ; ten twedemalen huw-
de hij dan Maroaretha van' Gent, die geftorveh is den f5
fanuaiij 1741 te^ .Leeuwarden in 't g^fte jaar harcs oiidetdoms,
Hy heeft 7 kindeien nagelaten. — — Fjbrwerda , IVqmboelL
AYLVA (TJEERD van), een zoon van Korneli^, Griet-
'Inan van Wofiferadeelj Dijkgraav der vijf Delèïi en Curator van
*s ïands Hogefehcol te FranÜker , wierdt 'geboren den 26 rnaart
'1712; "hij hiiwdè den 21 nbvemSer ' 175(5 met zlju vollö
ïiigt JuLiANA 'Agatfl\ van ScmvARTZENBERG , gcbaèn op Bdns-
fnageest den 28 feptembcr 1 731, én hij overleed zonder kin-
'deren na te laten te Higtum op den ri'feptenib. 1757, in d^n
biiderdom van ruim 45 jaien. Deze Tjêerd . van Aylva is
een groot liefhebber en beoeiTenaar van konften én weten-
fchappen , daar bij een geflepen Staatsman geweest , en heeft al
Vroegtijdig zitting gehad in , en met vecl lof bekleed het lid-
inaatfchap der provintiaale en genéraliteits Kollegien. ïn
1744 wierdt hij als Gezant wegens dit gemenebest aan eni^e
DiihfeHoxQn gezonden, met oogmerk om dezelve n te bewé-
'gen , hunne gemaakte verbonden met het* Huis van Oohenrijk
naar te komen , en hij heeft den lof weggedragen , van d/e aan-
bcvolene commisfie tot gence^^en van zijne Ijoge zenders voU
•bragt te. hebben. Fzrwerda, WdpenUeh Wag. j Fad.
•JTift. XiX. D. bl. 489. ' :
AYLVA (ÜLEE van), Grietman vm ^aarderadeeU is gö^-
liuwd gc\tcest aan Hylk Lyklama , die na haar groctmoeSer
'Hylk Terwisga was gdncemd, welke in 1610 overleed, zijn-
de zedert den 14 decbmber 16089 weduwe van den llaads-
'hecr Meine Lyctcles. Plij heeft vier kinderen bij zijn huis-
Vi*ouw verwekt. — Ferwerda, iPapenhoeh I. D. 1785.
AYLVA (WATSE van), is getrouwd geweest aan Gemma
VAN Burmania; hij behoorde mede tot de verbonden Edelen,
en werdt daarom eerst te Anfwerpen gedagvaard , doch niet ver-
fchijncnde, op den 23 detember 159Ö met verbcurtverklaring
"zijner goederen gebannen. — — Marcu^, Sente?itien van den
Hertog VAN Alva. ^ AYL-
I
AYLVA,.(WyBitAND VAK) AYtA*. (BÜCHip van) 3.k
l AYLVA (WYBRANP:yAw)> zoon vaij €i}en. Rinck vaji
Aylva verwekt bij .I??lle of Hyi^ Ropan*;, .was.getrou^
met AuK Galama, onder huwelijkfe voorwaarden, getekend
,pp den 19 maart I5ö4- Hij verwekte b^düzelve een- zoon,
tjHEUNis VAN AVLVA, die voor dat hij. door zd;eren Küuc
^orftc^en werdt, zig in de^ egt hfid be^ven.met.ene^dogter
-van den vermaarden, BAJRrï;|üL pf Baethojld Entêns van Men-
.IBEDA. cn.,DQ§A van.JV!a5:TJE»a. iNa^hct^gemelde ongeval,
.hertsQuwdp ^jne weduwe pa -Sji^rViiN-^RMANiA-, Grietman
\.m ^jf^ritzaradeelj :yj^^ van deza?. .W.Vjbrand was ge*
trqviWd aan Jan 5ojfqAj;,!?n: daar rdoor te.ftearker-verbondefi
aan de partij 4!8rE*iten....?«ra den oyergangp.van.%5/c aan der
Staten zijde, -bekleedde. Jiy. aldaar den ^nzi^nlijfe^n: post van
piderman,, en , kreeg dus vergelding van, g^c^ baliingfch?p
,cn fchade door het vonnis van Ai,va geleden./ De verniaav-
.de Gellius SNECANüs,^zpgl: yan^hem in eengujnei'digtftulikens
, . Hic pietatis amms WfflRANDUs ab Alua^,' '^f tiim -^
[{".'■ Exüio f^ ' vinclis 'tristja quaqUè'^ülk.'-'^ ■'■■■
I Hunc[fi réfpidas^ mtius ista feress-
' -Ai^tA CB^ARENr Ê.ÜCÖ'Ó Edelman, eh
tloiii vkn'^s vaders 'z^dê Van den gróten "VigLiusab Ayta,
' WiefdV geboren" 'iri het' jaar 1465. Hij werdï. 'door Keizer K a-
REL DEN'V, aangéfléld^tótllaadsheer in hQt'tJof van Holland,
'■èn ftierf den 3'Teptember '1*5x8, 'in het ösftèïaLar zijnes oudei-
doms, wegende ïri 's Hnge ónder een 'eerlijk' graffchrift bé-
'graven. Hij was eefi maii dié door zijne grote verdienflen en
zonderlinge gaven, een 'vérheveneh roem heeft nagelaten.
' ■ J. DE RiEMER,, Befclir, van 's Gravenhage, I. D. bl. 237.
AYTA.(BUCHO VAN), uit het izelvde adelijk geflagt als
# de. voorgaande gBfprotea,;;is geweest Abt van St. Bavo, ea
nevens meer anderen, een der Gemagtigden op de vrugteloze
Jïi?a//i? . vredehandeling in t jaar .1579. .^Dat^deze meer de
party des Konings van:5j^flnf-?,- dan die 'derrStaten was toege-
daan , bleek , wi^l • hij metv nog enige • andccen , . vertoefde ,
-^ toen
^96 AYTA- van ZUICHEM. f VlGLIüS ab)
tóbn zi^ die dtt Staten paitij omhelsden , reeds vertrOEkell
^aren. — -» Bor, NederL Oorl.^ XIIÏ. B. bl. 144^
AYTA VAN ZUICHEM (VIGLlüS ab) , cön man in '^ laöcfs
gcfchicdenisfen buitengemeen beroemd , wierdt geboren m
Friesland den iS.oftobsr 1507, en ^ag het eerfte levenslicht
opeen landgoed, ^afnaAwV genaamd, nabij LéeuWardm 6n hét
dorp Wtrdum gelegen, dat tot 'heden toè in dien feof-d nog bé*
kcnd is , en tiians aHn den burger J. Zeper of zijRé familie be-
hoord; andéren willen., dèt hij in het' dorp Zuicliem hab^ Goo-
•fciffi gelegen, geboren, en C2n laödmans zoon zoude geweekt
tijn; doch dat hij in 't geheel- ^enen lust tot boerehwérk,
-maar wel tot letteroefeningen betonende y^jh vader belloot,
'hem tot de wetenfchappèn op te leiden* Méér gitmd is 'ér
«gtcr voor> 't-genc de roeesten willen, dat hij uit adeüjkeft
^flagte gefproteni daar vütx deh toenaam van Ayta oht-
leende. Ten minden is het zeker, dat een adelijk geflagtj
welk dien naam voerde, lange in FHeslitid en inzonderheid
toen ten tijde gebloeit heeft. D« naam van ZuicheMj of Zui-
CHEMius, ontleende hij, jDaar^Ue waarfdbijnlijkheid» van eed
flot of ftate, zynen oom Buciio van Ayta toebehorende, ge-
legen nabij een dorp, dus genaamd. Deze oom, z^'ns va-
ders brosder, was Deken in ^söravenhagej ook xas deze de
voornaamfte drijfveer, dat bij tot de letteroefeningen opge-
leid wierdt. In den aanvang van zijnen letterkundigen loop,
oefFende hij zig te Deventer; vei-voïgens te Leijden en in V Gra-
venhage^ en wierdt, in 1522, naar Leuven gezonden, daar
hij zig eerst in de gi iekfe taal , en vervolgens in de regtsgê*
'leerdlieid oefiènde. Vier Jaren later reisde hij naar Dok, een
*ftad in 't gi'aavfchap Bourgondie, otn zijne reeds verkregene
kundigheden verder voort te zetten ; hier kredg bij, doof 'mid-
del van briefwisfeling, kennis aan den geleerden Erasmus,
dat hem tevens den weg baande , om vriendfchap te maken met
den vermaarden Regtsgeleerden Andreas Alciatus. In 1539
ging bil, om dien Hoogleraar te horen, naar j^vignm, ver-
reisde van daar, in het zelvde jaar, naai* Valence in Dê»-
phitié i
AYTA VAN ZUICHEM. (VIGLlüS mm) 397
fhini, alwaar hij tot de waardigheid van Doktor in de regten
wierdt bevorderd, en voorts naar Bourgesy doordien Alcu-»
-Tüs, van wiens lesfen b^ gaarne nog verder een nuttig g&»
bruik wilde maken, aldaar beroepen was. Wanneer deze,
kort daar aan , naar Itdie wierdt beroepen , bekleedde Viglius
mine plaats ^]& Hoogleraar in de regten ttBmrgéSy gedurende
den tyd van (W09 jaren, ten .einde van wplke hij befloot,
. Ipcdie insgelijks te gs^an zien. Vooraf bezogt hij verfcheiden
Hogefcholen, a}s die van FHjhurgy Bazel en Tubingen^ wierdc
overal gunftig : ontvangen ^ maakte kennis met de geleerdfle
en vermaard(le^ ipann^n , en. kwam eindelijk in 1532, te
J^adua.
Door het bezoeken vqn zo vele vermaarde Hogefcholen ^
en den gemeenzamen omgang n\et mannen, uitgeleerd in dp.-
ïpeesfie takken van wetenfchappen , hadt Ayta nu een zeer
beroen\den naam verkregen , en was inzonderheid in de regtsr
geleerdheid ongemeen bedreven. Dit bragt te wege , dat hij
in het gemelde j^ar , tot Hoogleraar in de regten wierdt aan-?
gefteld; ook beantwoordde de uitflag aan de verwagting zij"
ner bt^unftigers; zijn onderwijs maakte veel opgang, en zijne
openbare en bijzondere lesfen wierden met groten t;peIoop
vereerd. Men vindt *er die verzekeren, dat zijn naam nu
jeeds ?o vermaard was geworden, dat hem een aanzienlijk
aiphit op het ^land O/grttjr wierdt aangeboden ; als mede , da|
Keizer Karel de V , hem verzegt tot leenneester van zijnen
zoon, Brins Pnitiïs van Sparde i doch d?^t hij, verlangende
eindelijk eens naar zijn vaderland te rug te keren , deze aan-
tiiedingen van de hand wees. Hoe 't hier mede zij , hij bleef
nl^t langer dan een jaar te Padua^ en vertiok ten einde daar
van, naar de Jffederlanden. In *t wederkeren leide hij een
bezoek af, bij Erasmu^ te Frijhurgy en te Bazel bij den vert
maaiden engeleerden Boekdrukker Frqbeniüs, bij wien hij in-
'% grieks liet drukke, de beginzels der regten van Theo*
^iLua,
Het kp$t niet misfen , of een man , wiens geest met zo een
onwaardeerbare fcbatvan kundigheden verfierd was /moest»
iö
ê
39S AYTA^-AN ZUJCHEM. (VIGLIlTS ai^*
in z'jn vaderland tó'rug gekeerd, eerlang tot^deze of genèr
waardigheid bevorderd worden. Het leerfte ambt , dat hem
wicrdt aangeboden, was dat vaft jQ/jWao^ of K'erkelijken Reg-
tor bij Franciscus, Bisfchop van Munfter;- dit aanvaardde hij
IQ 1534, en hieidt zig doorgaans te Duimen op. Ter gele*
genheid dat de ftad Munfier van de 'oproerigc Weklerdc^rs
oyerweldigd was , en de Bisfchop met'ecn tegör voor dezelve
lag, wJeidc Vigliüs naar deh ligksdag te- ^rww gezonden,
csn onderfland togen die dolle dwepers te verzodcen, doch
't blijkt niet dat hij iets opdeedt; ook ging de (lad eerlang bij
verrasfing aan den Bisfchop over» N!et Igng^blcief hij eg*
ter in dezen zijn dienst; want in 't volgende jaar wieixlt hif
dcor den Roomfen Koning' Ferdinand , broeder van -Karel
DEN V, wegens het Huis van Bourgoridic, in het Kamcrgerigt
van SpierSy geplaatst. Twee jaren bekleedde hij dezen post,
wanneer de zugt, waarfchijnlijk om met zijne geoefFendheid
in de regtskunde uitgeftrekter nut te doen , hem deedt bcffui-
ten, als Hoogleraar op hetliogcfchool te- Ingolftad^ in dienst
te tredert van den Hertog tViLLEM van Beyeren , na dat hij
voor diergelijk ambt op het Hogefchool te Kmingsbergen , hem
door JoACHiM DEN II, Markgravö vai? Brandenburg ^ aangebo*
den , hadt bedankt. Zes jaren lang dcedt hij het Hogefchool ,
door zijne tegenwowdigheid , en door het groot getal van oefi
fonende jongelingfchap , welke 'zijne kundigheden deiwaarts
lokte, grotelijks bloeijen.
Dan, *t gerugt van zijne bedrevenheid in ftaa'tszaken, wek-
te de begeerte van Keizer Karel den V, om zulk een be-
roemd man in zijnen dienst te krijgen. Mén vérzogt hem om
afftand te willen doen van ztjn-HoogIóraai*sambt, en zig we-
derom naai- de Nederlanden te begeven ; welk verzoek van hem
gereedlijk werdt ingewilligd, en wel ' inzonderheid , döoidien
de belangen derVorften meer en meer ingewikkeld wiei den, en
de Keizer in gefchil was geraakt, met Hertoge-WiiiL^M^^ vii»
GüLiK , over het r^t op Gelder en Zutplien ; om dit gefchil to
bèflfsferi, was 'er dus lang , in plaats vaii bloèd, véél inkt
vergoten, jloórdien de verichillende Vórften htöiiïC'bei^aBgBii^
k
AYTA VAN ZyiCHEM. (VIQUUS. 40 <^Qfi
y
alleen fchi-ifcelijk zc^en te handhaven; Dö Keizer bediende
:?ig hl dezen . pennellrijd yan Viqlfjs; dieizö» opftql eerst i:j
't hoosduits fchreef j en zo verzeke^it wgrdt.jer niet meer dan
tw<?e dagen aan befteedde; naderhand gaf h^ ' 't nie^rkelijk. ver*
l^eierd, in 'tiatijn uit. Dit viel voor in 154.2;^ in 't volgende
}aar, wierdt hij bevorderd tot Raadsheer in den (jioteii, en
kort daar op, in den jare^ 1544, ^A den. Geheimen Raad te
Mechelm. In deze hoedanigheid wierdt hij omti'ent denzelv-
den tijd, nevens den Kardinaal van Gr^nvelle, Jan vai^
Naves, Vice-Kanfelier, en Karel Boisot-, naar Spiers gezon«r
den , om met Gemagtigden van Kristuajn den JU , Koning van
Denemarken, en van Jan Adoij? «ii Frederik, Hertogen vaa
Steeswijk-Holjiein y over een verbond van vrede in ónderhan-?
deling te treden. Zij daagden volkomen in het oogmerk van
hunne zending , en op dan 23 meij wierdt ^er tusfen de twis-
tende partijen , een wederzijds ve^-bond van vrede en vriend^
fchap gefloten. ,
De kundigheid en warme ijver, voor de belangens van zij-
nen meester , die Vigliüs In 't behandelen van deze zaak liet
blijken , d^edt hem wel haast deel kriigen aan gewigtiger be-
zigheden. JVlen was het in de Nederlanden gants niet eens ,
of m^n deze landen moest., rekenen onder het Keizerrijk ta^
{rehoren , en dus als zodanig verpligten in de lasten daar van
mede te helpen di'agen ? 't Gefchil hiei- over enige jaien ge-
flapen hebbende , wierdt op niei^w levendig, na dat eerst
het wereldlijk gebied over 't fligt Utrecht en naderhand, in
1543, het hertogdom Gelder en het graavfchap Zutphen, aan
Karel den V, waren afgeftaan. De Rgksftanden in 't begin
van 1543, te Neiaenberg b^eengekomen, waren van begrip,
dat de Nederlanden ,. z\s behorende onder den Bourgondifen
kreits, mede hun aandeel in de rijkslasten behoorden -te dra-
gen. Doch ViGLius, welke op dien tijd benevens Dirck ^ Vrij-
heer van KrijcUngeny naarden rijksdag was afgevaardigd, wist;
zulke bondige redenen aan te voeren, dat hij te wegabragü^
dat de Nederlanden , die zeer veel aan den Keizer , hunnen Heer ,
opbrengen moesten, 'iroor ditmaal van Öe gemene rijkslasten
^ . VIMJ
4W AYTA VJOi ZUICHEM. O^IGLIUS aê)
vrij te pleiten. Nogthans verloren de ftendcn den toeleg niet
uit het oog , om den Bourgmdifen Kr&its in ftand te houden ;
Want in 154.5 wierdt dit zelvde gefchil , door dé (lenden , op
den rijksdag te fFmns gebragt. Hoe weinig eer Violius, mei
liet voorftaan van de zaak der Nederlanderty zag in te leggen ,
moest hg egter, op 's Keizers uitdrukkelijk bevqj, den rijks*
dag op nieuw bijwonen. Hij ging 'er met weerzin naar toe,
doordien hij overtuigd was, dat men, ten aanzien van fom-
mige landfchappen , bewijzen konde aanvoeren , dat zij toC
het rijk belioorden; ook was zijne vrees, dat indien bij be*
weerde, dat de Bourgondife erflanden niets gemeen hadden met
het rijk , dit den (lenden gelegenheid zou geven , om zig , op
geliiken grond , het dragen der rijkslasten te onttrekken. Ter-
wijl men bezig was dit gefchil te behandelen, en daar over
wederzijds gedebatteerd wierdt , overleed Lodewyk . va»
ScHOONE , PreOdent van den Geheimen Raad te Mechelen, m
wiens plaats Viglius in januarij 1548, door den Keizer wierdt
langefteld ; en het was in deze hoedanigheid , dat hij , fchoon
met moeite, bewerkte, om zekere overeenkomst, betrekkelijk
het gemelde gefchil , in Holland te doen aannemen.
In 1550 hadt Keizer Karel de V, in de Nederlanden, een
plakaat dcen uitgaan, bij welk alle Officieren vernieuwden
last kregen, den Inquifiteuien behulpzaam te zijn, om alle,
20 als het genoemd wierdt, van ketterij verdagte perfoneix
te doen aanbrengen ; ook wierdc den aanbrenger de helft der
goederen van den veroirdeelden beloofd, en de zo genoem-
de Ketteren met meer andere (Irafien bedreigd. £en ieder
die niet ten enenmalen onkundig in 's lands gefchiedenisien is,
wtet, welk een noodlottige uitwerking dit plakaat op den
koophandel en de handwerken verwekte. Doch *t gene w^
hier bedoelen is, dat men den Prefident Viglius voor den maft
hieldt, die dit plakaat hadt ontworpen; waar door hij zig den
haat der menigte grotelijks op den halze l^de. Doch V^
muos betuigd In zgne brieven, die nog voor handen zi$o>
^ dat het (Irengde, dat *er in gevonden wierdt, aan den Kei-
V) ttï zelven en aan zijnen fiiegtvader moest worden tioego*
«. (dire*
ftYTA VAK ZüICHËK. (VIGLIÜS ab) t|öï
\, fchrbven; dat hij zelvs veleiiihgBn hadt verzagt, 'doordien
fy flrenge middelen hem altoos badden tegehgeflaan; én ook
„ van gevoelen was, dat n\en de ftraflFen tegen de ketters
,f moest matigen, en vooral ondeifcheid tusfen hea maken;
„ dat hij wél gewenst 'hadt;. datjde Keizer het plakaat den
„ Nederkfidfm Raden, eer het wierdt uitgegeven , hadt laten
,, onderzoeken; doch, wijl dit zUne Majefleit niet behaagd
„ hadt, oirdeelde hij het zijnen en zijner ambtgenoten pligt
„ te zijn, zorg te dragen, dat bet plakaat niet op het fh-eng-
„ üe ten' uitvoer werdt gebragt." Dus gematigd, dagt toea
Ier tijd de Prefident Vigwüs reeds over d^ godsdienst ; en
fchoon hij zig ten dezen aanziene tegen het gevoelen van den
Keizer enigermate aankantte, behieidt h^ egter 's vorften
gunst, in zulk een grote mate^ datj warneer Paus Juuus de
III, in 155 Ij de Kerkvergadering te Trente op nieuw decdt
bijeenroepen , men het gevoelen .van Viguus, ten aanzien van
de keuze der (jodgeleerden> die jiit de Nederlanden ter Kerk*
vergaderinge zouden gezonden, worden « voornaamlijk volgda
Welk een fchcrp doorzigt .Viguus,. bezat, betrekke-
lijk zodanige zaken . die 's lands regering betrofien ,. bleek uit
zijn advija over de. voorgenomeoe ócvieodragt. der Nederkmden,
van Keizer Kauel op z^nori ^soon Filips van Spar^'e^ Vóór dat
nog de ovèrdragt gebeurde, voorfpelde hg den lande' niet-veel
, goeds uit de nieuwe regering; hij vfzs bedügt dat de Land*
voogdes Maria zi^ van 't bewind zoude ontflaan , en Fiups
het oor lanen aan jonge lieden , die de oude Staatsdienaars
verftoten, nieuwigheden invoeren, en 's lands zaken, wel*
ke tot dien tijd toe wel beftierd waren , in verwarring bren*
gen zouden. Vermoedens, door ene, voor de Nederlatiden ,
en voor Filips zelven, heilloze uitkcMnst , maar al tewel.ber
kragtigd! Ja Viglius fchecn 'zodanig oveituigd te zijn, dat
•er ftuurlieden aan *t roer van 't bewind zouden geplaatst
worden , die de- flaatshulk zouden doen' fchipbi-euk lijden V dat
bij het befluitnam, om het Hof vaarwel te .zeggen,, en vpor
zl^e ambten te bedanken; men wist hem egter te bewegei»
om voor' deze tijd hier van af te zien; doch hij gaf ;uidennaal
1. D;b£l. Cc dit
^ .yodnii;»!^ t» kaofioD^ men Haku. zig van hot bewind
pyordB fMcHmukn Qntfloag> en fxLm hetzelve aanvaardde.
Dan d^ gewezene Landvoogdes» die hem hot opzigc over haro
^PCkdeten in Nedetlmd, nevens oen jaargeld van tweehonderd
^ulde9f ^^leide, en de Koning^ zelve, wisten hem over te
balen , in zijnen dienst te bleven. Fiufs benoeu^de hem, ten
zelvden t^, namelijk in iss6y tot de wa^vrdigheid van CWr
^9r. ia de Abtd^ van St. Baafs te Geta-y naar wt\k^ de
Markgraav van Vert en de Heer van BasDEaoDE, vpot hunne
ionen ^ te vergeefs geftaan haddeo; ook wierdt hy-» neven$
een aanztenlgk getat der Nederland/e Groten, tot lid in dfM
Raad van Staten benoemd.
Verder fleeg zijn aanzien tenHove in dezen jtigd^ ^^ ^^ ^
aanzienli^e hoogte, dat toen Filifs, om in zi^n oogmerken^
door d^ Raad van Staten, niet gedwarsbooind te würcjory
nn Margareta vam Pabica, üuins LandvQd|^es(e der Nnki^
iflÊidm, volmagt hadt gegeven^ om \ raadplegen te^ gewone
ifEil^ringe te fiakeo, Viglius. benevens^den. Bisfchop. vas
Atrechf en Bari.atmont. alleen genoemd wierden,^ met wier
raad in gewigdge zaken ,.> ^ befluiten Jbea vitvoer koet
brengen. Ook wierdc^, in 155S, nevens enige aanzieib
lijke Nédetlandft Groten, naar .FWmb^'fc gezonden, pm over
vrede te. handelen ; doch big was hier van weimg k£ gpen
nn^, dooi dien hi^ ziek geraiakende, g^oodzaakt ijirierdt, man
Bmfel te rug te keren.
r Wanneer Filifs, op heleinde vzjx i5<$x» ^^ Landvoogden
bij brieven aanmaande, een wasdLzaajn oog op^ enige perfones
te vestigen ^\t bij hem verdagt waren, wierdt de Piefident
Viglius, over den inhoud v^ deze bri^y^, zodanig getrof»
fen , dat hij met allen ernst aandrong om :^n ontOag. Doch
de Landvoogdes wist hem, zo door ploften als door gefchec*.
ken , n«»gmaals van belluit te doen veranderen , ^1 hij bleef
d^a dienst des iSonings getrouwlijk surnkteveQ. Hier van gaf
b^^ meer dsui eens blijken in het tfigeoüaan.der zulten,
wim, omtcent op dezen tijd , het hart reeds enigeraa^ naier*
andp'i^ in ^ lands regeriiig ovÓFhelde. Qncfer andei^ zogi
hij
. AYTA vm ZÜICHEM. (VIGLIUS Ai) 409
>iij Prins Willem van Oranje geftadig te dwarsbomen, wan-
neer deze ondernam leden van den Geheimen Raad te win-
nen , ten einde ajjne ontwerpen te begunlligen. Ook raak-
te deze met hem -in gefchil,^ ter gel^enbeid dat de Graav
VAN Egmond aan den Koning van SpM^e zou gezonden wor-
den , om ?ijne Majefteit opening te geven van den waren toe-
iland hier te lande. Viglius was de opftelier van zijn be-
ligtCchriftf doch het was in. zulke algemene : bewoordingen
vervat, dat de Prins van Oranje, toen *t in den Raad gele-
zen v^ierdt, 'er geen , genoden in nam, maar *er zig met za
veel ernst tegen verzette, dat Viglius, diep getrofifen door
Oranje' s redenen, en ziende dat elk, behalven. Barlaimont ,
dien Prins toeviel, fchier den gantfchen volgenden nagt flaap-
loos doorbragt , overleggende : bij zig zelven , wat hij den
Prinfe,des anderendaags, antwoorden zoude. Al.. 't welk
den ouden man zo geweldig aandeedt, dat hij, des morgens
bezig met zig te kleden, van ene beroerte overvallen wierdt,
die in den beginne van een dodelijk gevolg fcheen te zullen
zijn , doch waar van hij egter allengskens wederom herfteldei
JoACHiM. Hopperus , insgelgks een Fries , wierdt vervolgens
aangefbeld , om zijne plaat? in den Geheimen Raad en in den
Raad van Station te bekleden.
Het fchijnt evenwel , dat yiGLiüs naderhand zijne bediening
als Geheime Raad wederom. /a^vaaid heeft; waar van liij
cgter in 1565 op zijn fterk aanhouden , wierdt ontflageo;^
doch bleef evenwel , als gewoon lid , zitting houden in den
p.aad van Staten. „ Hij beriep zig'* (zegt de Hiftoriefchrij-
ver Hooft) „ op zijn zwakheit cai hoghen ouderdorti;. maat
„ verklaarde zijnen vruhden in 't verborghcn, dat hij ijsiijke
„ tijden op handen zagh; ende kennende de nukken der for*
,, tuijnc , die zo qualijk een langdurende mooghenheit lijden'
„ magh , uit den fpeele zocht te fcheiden , eer haar de walghc
,-, van hem te'fteken, en 'de kans te keren quaam." pj
bleef evenwel het voorzittersambt inden Raad nog vier jaren
bekleden, tot <^ de overkomst vanKAREL van Tisnacq, ^o
Iiem in de genoetode waardigheid zoude opvolgen , en tot dien^
Ccift tij*
»9
99
W AYTA VAN ZUIGHEM. CVIGLIÜS ab)
tijd toe, de NederloHdji zaken in Spanje hadt waargenomen;
Wanöeer in 1566 te Brusfei verzekerde tijding kwam van
do beeldvorming y welke in alle oorden van de Nederlanden ^
^K onen te ver gedreven godsdienstijver werdt gepleegd,
wiordt- de Landvoogcfc» faier over dermaten verfchrikt, dat zfj
baflooc, Brusfel te verlaten, en de wijk te nemen naar Bergen
ifï Menegéi^-eti, daar zif dagt veiliger te zullen zijn. Viglï-
fiA was ècn der voornaamÖen ; wdke haar dit ontriedt ; hif
liitldt haar voor „ wat h^t gold '* (het zijn de woorden vam
Hoorrjl „ den ftoel óei heerfchappije. te ruimwi , hoe fchooa
„ een fpel dit den quaadwillighen gegeven waar, die den
,*, misflaóh niet doen zouden , van dien onbezet te laten , maar
„ ziende d*achtbaarheit der 9.egcrfnghe aan 't zijghen , haar
voprt op de knie belpen. Hoe luttel haar. ook pasfen zou-
de, de .Raden en bewintsluiden , die de Konkig haar had
yy bUgevocgt, van den glans baarder jeghenwoordigheit te
„ ontbloten, en 't werk, haar vertrouwt, op het drokfte
te laten fleken. Dat 'er niet te vrezen viel, daar zij zulk
een dienstwillighcit in al de Heren fpeurde.*'.
W-^neer men dq tijden nagaat in welJceVrGLius- leefde,
^loet men waarlijk dezen braven man beklagen , w^nt fchoon
ieverig denRoomfen Godsdienst toegedaan, wraakte hij de mid»
delen 'die tot dëszeU^ uitbreiding en inftandhouding te werk
gefield. \(ierden , inzonderheid kost zijn- aandoenlijk hart, ge&
t)6 goedkeuring wegdragen , in de zware veiivolging onder het
wreed beleid des Hertogs vAisr Alva aangevangen, '^ waar door
vele duizenden door bet' zwaard , in de vlammen én anderzins
iheuvelden; ja zeivs lieden van aanzien zwa^r gepgnigdL wier*
deo> om uit hiin te. halen, 't geen zij wisten en niet wisten.
Sommige Spaansgezinden zelvs vecoirdeelden deze wrede
handëlwigs, eij Viglïus, hoewel, vrugtloos., nam de, vrijheid^
om don Jfeonir.g tot matiging aan te raden.
^^ 1570 gpf de Hertog van Alva twee algemene, ordon?,
jjanti^n ïn 't licht, over de Criminele Regtsoéffening, die
men - algemeen, crk^d verftandig te zijn ingefteld , en naar.
weRCvifitti ?i§. ia Qildtrknd^ HofJand^Gn 't S$igt. nqg groten-
^ \ deels
J9
9>
AYtA VAN 2ütCÖËM. (VIGLIUS Ai) iSi
ïfeels gedraagt. VloLiip wJrdt 'vodr bëii bpOëlIér Viiitfézê
(ordonnantien gehouden; waar 'uit blijkt^ datj Htóir filj Öéh
Hertogfe tegBDftondt; zulke nftft ult-heim'élijkfeil 'iHdk) feikdif
uit opregte zugt tot *s Iknds 'oiïba&ii zijnen ofrfpfóB^ hütiii
Üitgeene andere oirzaak óntfioiftlt hét gefóHil; ^t ^!ft h^
3Daderhand met Alva kleegvov'ev hètiilvoèrert Vin tiéAiieH^
émfenmng, *i welk deze, in weerwil Vjin de ^l^att Wii
den lande;. zDgt door te di-gveni Viotitjs tragtte hèifi-i ifeoir
kragt van redenen", de zwarigheid v^n het inVoÖbêii vétt Énd
EO ongewone en drukkende belasting onder 't óOg tö- bffelu
gen; hem vertonende; hoe zeer de iögczetönen ftiot' dfaóif
zouden bezwaard wórden, de koophandel verlè^ilj ëii liet
misnoegen tegen de Spaanft Regering nog meer fedu-föêiiMën i
doch allé zijne aangevoerde en rij j)èlijk bed^te règèrf^éri
pingen waren- vrugteloos^ dë ti-otfe Spanjaard bleef bntterÉéC*
teüjk ftahd houden op zijn ééns opgevat ontwerpt Jéft Wtth^
neer Viguus ondernam enige matiging vbor te Hêllöri] óhf^
ftak de Hertog: in hevige grainfchap, bcfchuldigde hSnlMii
gebrek van ontzag voor 's Konfngs bevelen, ehdrdigdé lifeili;
dat hij 'zijn-gedrag -dcti Koflifig zoude iaandiènöti ; èoCh Vi*
©Lius hadt moeds genoeg oih hier op té antwbordéii i \\ idaè
fy hij hoopte, dat z^n MajdlciÉ hem dan ttog hét' tthdef 6öi*
i\ wel zoude 'WiHeh gunnen; -en dat hij^ in alléii èé\raltói
y, voor zijnen gryzen kop niet' bekfamiiiêrd waé.**
. Hét laatfte, dat wij ten aandien van Vicinis Viödêfl *tó-
getekend,- beftaat in zgn gedrag bij de openbare hüldièiftg'
vah D09 Jan Vaw OösTENRtK';; die naar dö ]^eS^iéidm\ii'
gezonden ; om . öïe ih ; plAatö • van . At.VA als Lftridwi^ té
Befturen. .'Hem-'gait n^ , dk- hij ; bij deze gelcgèhfietó,' ëhf^
ge woordea '20ü-èöait :hebben; die té keiinen g^VtJll,:ÖM=bi|
aan de -bcfléndigheW van den Gmfm yfedéy toe« kött 'gëlé*
den gefloten i wanhoopte ^ zeggende f >, dèt Oort Ja* dé. mti'
„ niet zoude -a^ft/j die in flaat wis den vredd aari tö bléfigiii.**"
Doch hij 'beleefde den hieuwen' krife niet, welkë ^jMö.Voör»
ze^ing ' of. vermoeden bekrafetigdèi Hij overleed agt ddgërt tia
Don Jans ^vcrkóm3t> pp den 8 mei 1577 i te Sm/et i-ifi ^kli
Cc 3 óit»
4o6 AYTA VAM ZÜICHEM. (VIGLIUS Al)
ff>
#>
•f
n
»>
j>
ouderdom van 70 jaren. DeHUlori^fchrigver Hooft maalt
*8 mans karakter met deae woorden : ,, h^ was een man van
kloek vernuft, hooglie gpleertheic, doortrapt met lange er-
vaarenis, defcigh van wandel. De blijken, gegeven van
vastgaande trouw voor de Roomfe Kerk en z^nen Koning,
hadden hem vrijmoedig genoegh gemaakt, om te fpreken
„ totmadg))elt, beide in zaken van Staat en van. Godsdienst,
en zo veel gegolden , dat men 't hem te goede hieJdt, meer
niet Van parchije te wisfelen , om onhenoe^ien over t
,1 verwerpen zijns raads, docht hem te groot een verwaant
,, helt^ oft.hachlijk en ongeraden voor enen, die zouwel ai|
ly hij te hove flond , en veellicht bij d'andre geen^ minder
^, ongeregheltheit in zwank oft te gemoete zag^** Dus verre
de Dros&ard Hooft. Hij hadt gielp wi} niet onduidel^ hier
voor gesien hebben, altoos de ftrenge middelen a%eradco^
welke men gebruikte , om de Nederlanden t'onder te brengen ^
was anders den dienst des Konings en den Roomfen Gods*
dienst met lijf en ziel toegedaan. Daarenboven misprees luj
ten ilerkften de manier, welke onder Fiupa dek 11, wierdt
ingevoerd , om de Nederlaodm namelijk , door' vreeOidelingiea
te doen beflieren, die noch de taal, noch de Wetten' der pro*
vintien. kenden, en dezelve op zijn Spasns trUden r^eren^
•Alvorens ViGLius zig ten enenmalen aan-het.geestel^elevei^
verbonden hadt, was hij gehuwd geweest aan Jakobad^Aiuiit ^
doch dei|se vrouw kinderloos overleden zynde, wletdt h^ op
den 18 januarij 1556 Coa^utor van Lucas MuKMtCH, Abt van
St, £avo, dien hij vervolgens ook In die waand^eid' opvolgde,
^ne gewone fpreuk op zijn naam ztofpelends, was ; vita mor-
taiÊmn,viejUa : „ i^et leben htt (foAeKnom ifi eene Ottsttaaitt.''
i^aoig men ook op alle de penningen die ter zigner ged^gte*.
nis zijn gemunt, geplaatst vindt, en hi} C t>Aii Xiooir, NaL
Hijloriepé I. D. bl. 42, 43, 44. 55 en 5^ ^* z^fibeüd eo
befchrev^. Schoon hij een ervaren Riegtsge)Qc^de<w«i^, pli^
bij» egter, veel in den mond te hebben dit a^jgenir ém
gjoot Sfnrtj^t ccn boofS C^?^ Door de aanaienl^ke amb-
ten, welke hij, gedurende zijn leven lang bekleedde» badt
aVtA van ZüIGIffiIrf. (VIGLÏüè A4. ^H
y^ tanmorkeligke . goederen ieh.i^cmmïèn^ Ibn^ij^ i^ldÜQ
itn tachtig duizend ducaten^ i^eèn verzèmêld;' Té. ^/^
in Frièsiand ftigCte hij een aanzienlijk huisi tót ïèü. g^thuüi
^dienende; ook rigtté h^ eeh Kollegie op te Lêum») hükr suj^
setl nadin Pigiius-Kollegie genoemd, én mét aanziénligk^^oe*
deren begiftigd. Bj^ wisrdt begraven té Cent, in 6k 5h j^^
Xerk, in ene gtaiStede, die hij bij z^n leven voox Zig bad^
laten vervaBrdigen. Nadecband heeft men een t>hialgraf ton
9gner éére opga^igt» tnec dit treffelijk opfchtift» *& p^^nt ddugt
den en verrigtingen kortélijk vermeldende; « / *
Maodum reverende VfrQ\ iD.,Vïouo Ab AttA^ ZüfcJUitit
iFK/ïo, J« d cUnisfinio, Cathedrdlis hqus Ecdefim fiJ^rc^Jitè
iHUiirdto. Jltt¥ei velleris Cancelkfió, Sufrend Belgicct iSicitüs (f
SmSiaris OmdlU fub pttentisj. Prineipibus Cai^öi^ V, ïn^. ö*
iPmuïTO II. Éispp. Rege Pnefid^ fuwmè ^ vfgilanHjJim, inleger-
firn. (^ vum hanc Ecclejiam pits fundati^ibus ^ plurm4 mum^
iiiemii d^ccirtkpfet,^ Academam Lovamenfem, Jiruüo fiii,nmm,s CW-
Ugky firn minus UbérdLker quam magn^e d(aa^ety natale foium
fttfW Ihspkdis; hénrpcio perpéw Jibi iefnehtisfet.t Tm^m^ post
tfmgas vigilies j pitst indefesfos Idbores, plenus diehmy plenus Jtó^
tmum, kegi/fidus, Fatriaque.emu, utiiis mna^^j^^ifyurius
timm » .I9«ig730 jfi^ reU^ --defideitiê', quieyie in DmmOjrj^nnó
3^.LXXFXL 8. diê Mmi, ^ngt^J^ue LXX. iste vikfwtm.ori
tSedfuit* Mlr4srey imkare; ^gHa^ memor prudemtfindUUus/citii
VlTA MCHITALHJM VIOrLIAi , .
. Waar hij nog deze digtrëgelis ^n gevoegd*
Qtd cüras Regim & ngriertm-f^mdera ohh^ •'.
fervigily hc dmér Fi^Utis inltümuieé ' ' i
ftffw pwtf, teSoTy wianes twiafè i quietem '^ * '- k
"Hae post tot vigiles vindicca umbra dies»
At vigiliPïgH exèmph vigH esjk mmefio: ' "
m etimvHa est^ fit niji visa vigih
, ■ ' . " ' ■ ' " ', "■•''. "^ «■»
bezen kun^^n en teflens Iepen Staatsman kan m^x ti'ét
vti) pleiten , die , fchoon-hij zl^ne cordaatheid in vérfd^ittide^e^
vallen aan den dag gelegd, heeft» egter die ook maar al ]i» di!w^
Cc 4 irilê
40B AYTA VAN ZüICHEM. (VIGLIÜÓ i^
wils uit bet 'oog heeft verloren ,- en 2ig na^ den t^ en vóór*
komende 'omilandigtiedén gefcbikCy en zaken heeft helpen ten
uitvoer brengen , die met z'^ karakter niet fchenen te ftro-
ken. Hg heeft vcrfcheidene wetken , meest de regt^Ieerdheid
betrefiènde gefchreven , waar van fommigen als waardige
Handfchrifben in de Leuvmfe bibliodxïek worden bewaard,
en de volgenden door den druk zgn gemeen gemaakt, i. In»
ftitutitmes D. Justiniani, m Gracam linguam^ perTHEOfiniASU
Antectsfittm olim tradziBct^ ac nufic primum in Iwtm reftitutee ,
cura ac ftudio Viglii Zuichemi 0*c. , dm adnoim.Tvma Nakkii.
Lov, 1536. '4to. 2. Jüftificatio rtüiontM, oh qttds Rsgtna Hun-
garim Belgii GubematriXj contra Ducem Qivue arma ftmipjk^
AnXv. 1543. Zvo. 3. CwnmerA, in Taulos X. lib. IL InJiitutJ de
Testamentis. Bajileky Lovanii (f alibi, 4. Cornmeta. in Tit. Digeji»
de Rebus creditis; (f ad Ttt. Cod. de EdiSto D. j^drianitêüendo. .
Colotu 1585. in Svo. 5. Epijlolce Politic(B {ƒ Hifloricte ai Joacb.
HopFKRUM ffc. cnra Sim. Abbes Gabbema. Leoy. i66i*'in Zvo.
Ook worden nog verfcheidene andere Brievefn van hem gevon-
den, zo in de Batavia Soera van vak IMjssen, ab in. de jéia-
leüa van Hoywck van PAPEWDREcrfr. j— Hérm. CoNRiNGixjSy
in Commefjt. de fcriptorihus XVI. poft €Mft, nat. fdsc, JPrattjl. 1 72 7.
4^0. SaBC,'XVI. c. III. rutfi nmtis FtiAirrzu. Gxjido Panzirolvs,.
de claris 'LL. hterpretibus ^ L.IL p. 287, 28B*. PKNTALEOJNiSy.
ProfopograpJiia , Part IIL p. 316, 317. Nic. CoMifENus Papa-
DOPOLUS, Tom. I. p. 253, 254. Jo. Alb. Fabrich, Bibh Xjtcec*'
Tom. XII. p. 354. Franc. Sweertu, Athenm Alg. pag.
701. J.-F. Foppens, „JEfiW. Bdg^^. ij 52-11-56. Qü^L BibL
BuNAV. Tom. I. p. 1714. CRENii/^-^tówMk/v. PJnlolog. .Part. XlV.
p. 27. H. Cannegieter, in Indice ad H. ^arii,. TriJHpm /i-
hrosj roe. Viglius; C. Saxi, Onomast. liter. Tus, IJl. p. 167.
Terrasson, Hiftoirc de la JurisprudetKe Romaine. P^rt. IV. p. 389*
Wag. Fad. Hift. V. D. bl. 74. 236. 262. 306., 308, 399. 311.
317' 348. 3<J3- 427' VI. D. bl. 7, 8. 32. 40- 4Ö. 71- 97- 100.
104. io^i'i2r. 137. IS3' 190. 265. 293, 294, 297. 317. 354.
337.- VII. D. bl. 146. Levensbefchr. van voorname meest NederL
dimmen én Wowwen. IV. Deel, bl. 75-88.
REGIS-
R E Ö 1 STER.
VAN DE
P E R S ON E N
WjlAR WAN IN ÖIT DEÉI,
GEHANDELD WORDT.
^ — ' '■— — —^ •
Bladz* Êlada
Aa (Adólf ■ Van dér) , te- Aa (Willem van det) , Éur-
ksnaar ■ van het Ferbond , gemeèsier en FroedfcJiap te '
der Edelenl •" . 'i. Rotterdam. , . y^
Aa (Adriaan van der), Aa (YsWrand- van der),^ *'
Röonu-PastoortèNiord^^ki, I* • Burgerheester te Utrecht, p.
Aa (AdrikanAertz. V. d.), • AzgCQaSès), eèfidndeitgend
Schepen mSchoutih'sHage. i. vroumensch te 'Haarlem, g,
Aa (Alfer van der), 5uf- Aalbert,'afc Aeltcrt.
gemeester te Utricki. 2. Aalhuiferi , zie Aelhuiferi.
Aa (Christianus • Céxbhx% ' Aalst (Fiüp van), fekemar .
Henricus van der) , Im- -^,0^ /^ jr„],^ ^ edelen, i i.
tfiers Predikant te Haarunu 2.
Aa(Filipsvander), fiüff- ' ^^^IS^^J'^^^'''-
IhmieGcrkum. \ .6. <i*kam ttWistzoandam. n.
Aa ■ (Florls van dö) , Stlgts ' ^alst ( Johan van) , Predi-
Eknum. . r 6. ■^teVlmm,Herme^
Aa CÖerard vin der). Te- , f;" *'^*"- ' • "v
■"kenaar vm het Verbmddér' Aalst (JoostMattheus van),
Edekhr . .- T : 9. vermaard Ingemeur. 12.
Aa (GerardRenesfe v.d;) , '. Aalst (Paulus van) , Etmst-
Gevohmgtigde in HS69 fat' Jcfnlder, ... .. ia.
liet fluiten van 'pSt^iandi 7.' Aalst (Pieter van), Teke-
AiCGettitvmdeiS/Stigis- .mai vofr 'het Verbond der
Edelman. . • ' 7' ^"'' . • ' "• .
Ai (Gerrit • Maxiniïliaan Aaltje Wouters , m liet ge-
Pijnsfen van der) , D^Jte» loof verdrmken, . .12..
■van St. Jcm te Utrecht. 17. Aam _van<jef Burg, eenwel-
Aa (Hendrik v. d.) , Sche-- ' ■ ■S^fif'^. Sou^i>mon in pdf-
fen en BmI tt Vtaxiit. 7. '•''■"'• • ..•. •" ï^..
Cc s Aai e
/
I
é
*M
' Il È G i
■ r-
1 •■ ' 20>
filada
Aare (Dirk van der) , Bt-
Jclwp vanütrecht. . . 13.
iUbrma , 'tki adelijkpjlagt^ 1$.
Aufchot (Filips van Croij) ,
Krijgslfevelhépier., . . iö«
Aarsféii '(v^^T*» v^prwofllh
AarfingCAIbert), Prcdikm
jte Hellendoorn. . __., 23
Aartsbergen (Willem van
. Njjvelt) , Dro^aard van
Cuilembutgi. • ... 24*
Aartfcn (Anthonij) , Predi'
Mant te Zunderdorp* . 24.
Aiutfen (Piet^r) , . Sma-
fcMlder. . . 25;
Aartz (Rijkaart) , Komt-
„fchilder. «.. . . 27-
Abbadie (Jacobus).,,Pr«K-
iflnt. . . *. . 28.
Abbe* (Sijmen) Piéterz. ,
Schpen te A^fieldim» 29^
Abbema (Yde) i Fries 'edel-
nuuty TeknUaf ven- het
• Verbond der Edeietu • 30.
Abbenbroek , (Jan van) ,
Schota van Delft» . . 30.
Abbes (Sijttfe) , Pastoor vari
OLdenlun'c te LeewsvanNlen. 3I«
Abcoude (Dirk van), ^
karis vati St. Pieterskerk
•U Utrech, . . 31^
Abcoude (Ilendtik vdn) ,
Oldermm te tJtredït. ' 32.
A'bcoude XJan van), voof-
naam Sdele, . . 32*
Abdagus, dapper Veldheer i 32.
Abeelc (vanden), oud ode-
lijk gejïagt. i i 32.
Abelnar (Georgius)j Pte-
■ dikniu te Adiian, . . 23*
S T E ft.
- ^^- .- ... .
AWi (Sibrandi) , Pretkant
te Harlingen. . , ^j;
Aöris (Jofciiines),'.|»rerff. C '
fcmt ttf Aigtekerke. 3 j^,-
Abcrfon (Wilhelmus) , Prè-
(Hkafit te Rumki ; \ 34,*
Al%fll!>J CJ^> j ^ voorna-
me Fries* ; ; 04;
flhrahami (Amuus) , iv^.
dikant te Koüum. ; 3^,
Alurahams (Galenus) , Men-
nonke Leraar te Amjieldam. 35.
Abnham&n (Ifaak^^ &ank^
hezoej^er te^ Plisfiigen. ^ 38,
Abreach (Frederik Lodt-
. wijk)i MeÜor der lat^
fchglen te Zwolle. . ; 38,
4i)falons (Hubcrt), Predi^
kant te Hulst. « . 3^^
Al)felius.( Willem) i i&^.
thu^er Monnik teJBruspH. 39,
Accama, (N. enB.) , &nst^.
,/cl/iUers. _ i . . 40;
Achelen (Aoüonie van)^
.Scheen .van 's fftrtfl^ie»-
Aehelen (Folieh van), .
Raatfshe^ in 't Hof iaa
Brmmdi . . j^'
Aïheieo (Igrani. vjpi)^ '
Raadsheer in 't JOrf nm >
AchelM (Roeland), Gfkh
mofi 'i^ivi DatOumadeeL ^ 4^^
AditfcfiEdling . (Luka*)^ .
KonstfchUder. . . 41,
Acker (Jacobus op dexL)i(
jPredtkOBt op BataviOé 4I4
Ackeifk^Ü (£{^)» 1^^
j8uf j-er te /hnJlMmn 42.
• A.
H S o I S t E lU
4u
s Bhdz.
Acósta (Gabtfel) , 'em Joof. 4i,
Acronius (Daniöl), eerï ge-
• kerd Man. * . 43.
Acronius (David), Predi-
kant te Hempens. . . 43.
Acronit» (Gellius) , Freë-
kant te Leeuwarden. 43,
Acronius (Johannes) , Wis-
konflenaar. . • 4J«
Acïonrus (Johannes) , Pre* '
dUusnt te t^elp en J^ozen-
-s daal, .4 . ,è . . . 43'
Acronius (Johannes), Pre-
dikant te Haarlem. . 43.
Acreniüs (Ruardus), Pre*
. . dikan$ te Schiedam. 44.
Acronius (Ruardus), Pre-
dikant te Scbelleimut.. 44.
Acronius (Weskl) ; Predi-
. kant te Hairlingen. . 44.
Ada , Egtgemte van Graav
Floris den V. . 44.
Ada , -üravm im Hollend. 44.
Ada , y^idis van Rijnsburg, 45.
Adalgarda , beroemde Vrome. 45.
Adam (risie) , Krijgsoyerjle.^6^
Adama (Augustinus Lol-
-lius) , Hoogleraar in de
Geneeskunde te Franeker. j^C*
Adama (Henricu$),^f^Jir
kani te Zwolle. . 47.
Adama (tx)llius) , Prtfesfor
in de. Wijsbegeerte te Fra- .
neker. é . . .17.'
Adama (Plerius)» Pffidikam
te Boy^um en Bles/t^. . , 48f
Adami .(Gaspar) ,:p4«toor.
teUtnecht, . ... 49*
A^'ami (Hendrik), P;«ijl'<w;É
ie Bierum. . , 49.
Bladz.
Adami (Kotüelis) , Pr e^'jb»t
én Re&or der latijnje JcJuh
len te Appingadam. 49*
Adel , Stamvader derFriejen. 49;
A4iel , Koning yan Friesland. 50*
Adela yHuisyrot^e van Imed
. . CriUfv von Renkom. \ 50.
Adela» Geestelijke zuster te -
Adelaida i zie Adelhetd
Adelsütd j ^StaatiMmster i«m .
Pepijn. • 4 sr;
AdelbeFt,,' Amsdiaken van
St.MartenskerkteUtrecIa. $t»
Adelbèrt , ' Bisfchop. \ 52^
Adelbold, Hertog van Fries^
land. '. ^ ■ ^ .^^
Adelbold, Bisfchop variUt- ^-''
recht. ' . ■ . . 53^
Adelbricus , Bisjctwp van
Ütreck. . , . 5+4
Adélbricüs deil II, Èisjchep
van Utreehti 4-4 5f»
Adelbricus Adelen, P^Aes-
taat van Frie^lahd. . 55^
Adelen (Bauk van^ , de laat-
Jle V«n feflf ge/lagt. 5 ji
Adelen' (Klaas van), Fries
Edelman. . , 5ji
Adelheid , j^btdisfe van Wü-
lich. . ; / 553^,
Adelheid, Huisvrowive van
Otta Graav ypfi J^asjaiu. s<Si
Adelheid, Alijt, Alida,
Huisvrouwe van. Jan van
.. Avenijes.. . • • . 57;
Adelhci<4..va9. , Fo^Igefist^
: Bijzityan H^og Albrechr
van Beijcien* . . 5&
. Adel. .
4tl
Ik^ÖlSTZRi
Bladz.
Adélricitó, aiV Adelen.'
Adelus , oudjle zoon vaii Fr ifo. te.
Adema (Baro) , Predikant
te Öldefcfiootj Nijefcïwoty
Eottim en Katlifk. 60^
Adema (Doeklc) . Predikaht
• ^e Nijkerk in Friesland. 60.
Adema (Tjalling), Predi. -
• ka»a te Lange- en Korte»
vwaag. i • (Sii
Adgillus , etrfte Clirinen Ko*
, ning in Friesland, . . 62,
Adgillus de II, Vervolger der
. Cliristenen. * . 62.
^Adingen (Jan van), een
voornaam Edelman* 62.
Adminius , ecfi edele JBrit, 63.
Ado , een uitflekend godvrug-
tig mmsclu . . 64.
Adolf , Stadhouder van Gel-
. dei'laiidj Utrecja enQver'^
ijsfeL . . . 64*
jftdolf van Boiirgondic , zie
, Bourgondle.
Adolf van den Berg, Her-
tog van Gelder. . . 65^
Adolf van Gelder, zbonvan
Arnoud , Hertog van Gelder, 61*
Adolf van Nasfau, zie Nas-
fau.
Aïbiaan, Rooms Keizer, 67.
Adri^an Floriszoon , Paus, 6^i
A&iaan Janz. van Bergen ,
Turffchip^er, . . 73;
Adriaan Simonzoori, Pre-
'.dikant te Clmlois. ■ . 73.
Adriaan (Willümzoon) ,
Adffdfaal. . 74,
Adriaans Kornelis, Monnik
te Brugge, . . 74.
filadi;
Adriaans f^atthéus) j Hoeig^
leraar in de hebrettwfe taal
te Leuven, . ; 74."
Adriüanzen (Alexandcr) ,
. Miilder,. . . 75.
Adriaantje , een oude Fry ster, 75.
Adriaanz (Jasper) , vervolgt. .
door AIva._ . . 73.
Adriani (Adrianus) , Jejuit
te jintwerpen, . . 751
Adrichem ; voornaam g^Ji^
iii Hoüand, '. 75.
Adrichem (Ghristiaan van)^
Priester. : . • 7(5.
Adrichem (Thomaè) , iVe-
dikanc te IVestzaandam: yói
Aebinga, Adel^k gejlagt in
Friesland, . . 75;
Aedgérus (Kornelis) , Land-
. meter, ; . ." ■ 77,
Aegidius, ReQor der latyn-^
^ Je Jcliden te^ Deyéntèr. ./•77/
Ac^idivs f Booglesraar ift-de, ->
Godgeleerdlieia; . 77/
Aegidius (Willem) , ver-.
fhaard fviskdrijlenaat, ' 7 7i
-> '\ ■ ■ • . ■ . 'f* .
Aèïhuifeh (Johan van) ,
Reilor der latijhfe JcltoUrt^ • /
te Tiel. ; i. 4 77.
Aéist (Evert van) , Konst-
Jchildèr: . . ' 73^
Aelst (wnilem van) , jKinif- •
fchildèri i . • • i^i
Acmiliiis (Antfionius) ,^
Hooglefaar in de Gefcldè- *
deimfen te UtrecJjt, 7$;^
Aemilius ' (Gerard) , Predi-^
kant te Zwatmerdaiki, go;
Afemilius •(Kornelis) , Pre-
dikant 'te Haestrecini 1.' 80.
R E G I S T E
41^
Bladz.
Aemilius (Robbert) , Predi-
kant en Opper-regent van
• liet StatenkoUegk te ljeijim.Zo.
Aertgens^ KmstJcUlder, 82.
Aesgo, j4ht van Lidlum,. 83.
Aesgo de II. u4ht van tidlutn. 8;^.
Aeswijn, zie Alewijn.
Afferdcn , zie Apherdianus.
AOiakkcr , Frofcsfor in de
Godgeleerdlmd te Keulen. 8 3 •
Agema- (Petrus) , Predtkant
te IVons en Éngwier, 83*
Agfi,Q , een^anzienlijk man in
Friesland. ^ ^ 84.
AfTgc , jibt van Hemelum en
't kkostet te Staveren, 85.
Aggema (Alef) ^ Friesch £-
delman, \. . 85.
Agileus. (Hendrik) , Med. •
Doktor en Prokvreur. Ge-
nci'aal te Utrecla. . . 85.
Agnis van Doernincl^, -^iit- -
disfe. van het klooster tfir
. Hunnip bij Deventer, 86.
Agricola (Julius) , Veldheer, '8K?»
Agricola (Rudolphus) , Pro-
• 'fesjor te Heidelberg, 87.
Agrippina. . . pii
Abuis (Hendrik), Fikarfs
van de Hoofdkerk te- Mimjler, 91*
Ailardus (Focco) , jibt van
het klooster Petrus en Pau-
l:is te Mmftcr, . 91.
AHva, zie Aijlva.
Ai ton a, Markgraav^ Bevel-
'hebber overliet Spaanje leger, 93.
Aitzema (Foppe van) , Re-
Jident wegens dit geroene-
' best te Hamburg* . •93*
Bladz,
Aitzema (Hesfel van) , Pre- .
Jident iü 't Hof van Friesr
land, • • • 97*
Aitzema, (Lieuwe van),
Raad en Rejident van de.
Hanfejleden in 's Hage, 95^
Aitfma (Rietik of Rink)^
Burgemeester te Leeuwar-
den , een der Regters van.
Oldenbameveld. . 103.
Akerlaken (]\lr. Barthold .
van) , Raadsheer van d^
Craye van Egmond. 103.
Aken (Hans van), Konst-
fchilder. . , 193;
Aken (Jan van,) Burger
te Amjieldam, , . io5.
Aken (Kornelis van). Pre-
dikant te Delft, . • . 105.
Aker (Lambërt Klaasz.) , ,
Leraar van de Mennoniten
te Harlingen, . ; 105»
Aker (Gisbertus van) , Con-
reitor van de latijnfe fcho-^
len ie Gouda, . 105,
Akerfloot (Theodorus) ,
Predikant te Alplien, 105,
Akl;erman (Henrik Jans*
zoon) , ScJiepen te jim-
fteldm, .' . ip5i
Alardus v^n Amfteldam,
zie Amftèldam.
Alardijn (Kasparus), Predi-
kant te Arnhem, • io6«.
Alba, zie Al va.
Albada (Aggasus , of Agge) , «
' Gevolmagtigde van de Sta-
ten in 1^19, op de vrede-
. handel te Keulen, • iq5.
Albada , een adelijk gejlagt
in Friesland* • • io8«
Al.
¥*
jlEGISTE.R,
Bladz,
Albada vati Poppingawier,
een gtjlagt dat eerst Hes-
. linga is gefiaumd. . é 1081
Albanië (Piins van), zie
Zannowlch.
Albers CJan Coenraad),
Fredfkant op Batavia. 109.
Albcrt, Hertog van Saxen ^
Gouvemeur of Stadhouder
' van Hollandi . . 11 o.
Albcrt , Keizer van 't Duk-
Je Rijh ^. . 113.
Elbert , Graav van Nas/au» 113.
Albert, Graav van Weil-
burg. \ ,' . 113.
Albert Beiling , 2k Beiling.
^Ibert , AirtsJtertog van Ow
teprijk , Landvoogd der
Nederlanden* , . 114-
Albert CJansfonius) , JCm*-
meliter Monnik. . I20.
Albertina Agnes , Princesfe
van Oranje^ Gemalin van
Willem Frederik van
Nasfau , Stadiumder van
Friesland. . 120.
Aibcrthoma (Albert) , Pre-
dikant te Groningen. 122*
Alberthoma (Albertus) ,
Predikant te óroningen, 123.
Alberthoma (Engelbert),
Predikant te Appingadam, 12^.
Alberthoma (Engelbert^ ,
Predikant te Marum, 124.
Alberthoma (Gerhard) ,
Predikant te appingadam, 1 24.
Alberthoma (Robbert^ ,
t Predikant te Groningen. 124.
Albeïthoma (Sfcco Ger-
•hard)', Predikant te LuP-
telhert. • ^ 125;.
Blad^*
Alberü (Johannes) , Hoog- ^
Uroar in de Godgeleerdheid
en QriekfetaalteLeijdm. 12$,
Albertus (Mr. Adrianus),
Deken van de Hofkapelle
in V Hage. . . laö,
Albinus (Bemard)^ Hoog-
leraar in de Medicijnen te
JUfjden. . . ia5^
AI Wnus (Bernard Sigefried) ,
Hoogleraar in de Medicij-
nen te Leijden. . . iif,
Albinus, zie Alcuinus..
Alhlas (Johan van)« . 128^
Alblas Janz. (Willem van^ ,
jémbagtsheer van de M^l ^c.
Burgemeester te Dordrecht, 128:.
Alburg (Krispinus van)^
• Tekenaar van hot Verbmid
der Edelen. . . i2g^
Alckemade, zie Alkemade.
Alcmair (Mr. Henridc
van), Eaad van I)avi(}
vsQ Bourgondiei^ Bis^
Jchop van Vtxochi. I29.
Alcuinus (Placcus), Leer-
meester van Karel den
Oroten, . . 129,
Aldegonde (St.) » eene
A^agd in Henegouwen. 130.
Ald^onde (St.) » luisterrijk
gej\agt. . • 131.
Aldegonde (Filip van Mar-
nix Heer van) , voornaam
Staatsman en Geleerde. 131.
Aldegraaf (Hendrik), i^onl^
fcliilder. • • 138*
Aleid, zie Adelheid.
Alemans (Niklaas) , Mini<h
tfiur^hllder. 139.
Alen
H- 1 o r s T ? «,
. . : ■ Bladz,
Alen, (Jan van) , |&iw, ^
. phÜdef. . . . . ■ 14°'
AIeti(Mr. P, yan)» «f-
■■■ tbTijjcl>rij\BT. . . 140.
Afefi^on (Fi-ancois de Va-
. , lf»e Heitogvan), lM^~
■ lieer der NederloHden. - - 'I4Q-
Alendorp (Adolf vwi) , O- -
vtrjle Luitenane , en Prtan
.. VOD St. Pklersktfk ft IA-
recht., , . 14&
■Atendo»^ (Egbett vaiO.
Schepen vm Utretk. . H&
Alendorp (Hendrik van),
. - * eerjie vm die gejlagt. 146,
Alendorp fHendrik vah),
Sfcfepm vm Utrecht. t47-
Alóidoip (Hendrik WiU,
■ ■ lemz. Van) ^ Drosfaaa
van Buren. 147*
"Aleiidorp (JohM vaft),
■ Dresfaart van Buren. 147.
Alendorp (Lubbert van),
KalenderbTBeder , henevau
Raad MSchepenteVerecht. 147.
AlendOTp (Lubbert van) ,
I.id van Staat te Utrecht. 148-
Alendorp (Wülem van),
. Kaïtelfin te Daurftede. 148.
Alenfon (Hans), Mcntmi-
■ te Leraar te Haarlem. 148-
Aleijd, eeneBrmiJ^gfier. 148.
AlcijdLeijstlngh, stóLcijs-
• ti)ig!i.
Alfen ,' zk. Alphen.
Alfen (Kors Janszoon van),
ilaringHoperCeS^tterdam. I48.
Alkemade adeUjk gejlagt., 14J).
Alkemade (Kornelis van) ,
■ JPenJimarK vet^Deidreclit. t^y.
A)toniade.(lE(»ïieliï *an) ,
Konimii der Conv^en en
Lketiten te Rotterdam, ^49.
Allardus, Har vanFoom. 153.
Allart (Hendrik) , Schefm
te Leeuwarden. , 153,
Alleman (Johan nes Niklaas
Scbastiaan) , Hoogleraar
in de mskunde en Wijs-
■ \ begeerte te Ledden. 154;
AHCTQ. f Andries) , Kollnnel
vande BurgtTt} te Leijden. ISJ»
Alma (Eilard van), IH^. 15^^
Almatea (Jodocua van).
Kloosterling. . . , 155,
Almeioveen (Theodorüs "
Jansfoniiii van) , . eersi
Medicijfie Doktor en na-
derhand Heogleraar in de
■ Criekfe taai en Gefcliiede-
nisfen tï Hardenvijk. i$8,
Almondc- j^lipt gefiagt. 157.
Aimonde (Abraham van),
Btrrgemester v/m Delft ere
HBOgheemraad vanDelfiand. 157,
Aimonde (Filips van) , Lt,
jidmiraal van Holland. !$%
Aimonde (Jacob van) ^
Hoogliesmmd van Delf- ■
land, in Stadhouder der
■ Lsntnvan Lek en Polanen. 160^
AlnDfrus{Johannes), Eeoef- '
fenaar der Griek/e en Ro-
meinfe Oudheden. ; . Kfe.
Aloud , of Alahd. Baüjuv/
Van Zuiiholland. . . iCd.
Alphen. Oud aanzienlijk ge-
jïê^. iCÏ.
■Alteen (AfTrahara Tan),
Banèmeester m Hoofd-
(^nerdirfiadLeijden. 1-64.
Al-
i 4if
Jl E O I S T E R
BIad2.
Alphen (Corstiaan vaö). 164.
Alphen (Damas van). 164.
Alphen (Daniel van) , Meef-
terhuiap der Hotavesterye
vm Holland. • . 154.
Alphen (Daniel van) , Bur-
gpmeeker derJiadLeijden^
en Ontvanger van de ge-
mene Landsmédelen over
Ledden en RhijnlaruL i6S«
Alphen (Daniël van), Bur-
^ gemeester derftad Leijden. 1 65.
^phen (Daniel van) , Bur^
gemeester en Hoofdqfficier
derftad Leijden, . . 166.
Alphen (Qaniel van), Se-
cretaris der FierfcJjoar van
de Hogefciml te Leijden. i6(5.
Alphen (Dan iel van) , Grif-
fier der ftad Leijden. i66.
Alphen (Pantel van) , Kenh
mis ter Secretarije van
Holland. . . 157.
Alphen (Dirk van). Lid
der Welgeboren Manneti
ran Dsje. . . 1(57.
Alphen (Dirk van), Scïie-
pen der ftad Leijden. 167.
Alphen (Dirk van), Kapi-
tein van de Schutterij te
Leijden, . . 168.
Alphen (EIberCvan), Frij-
lieer van Hoenpell , en Gc'
heimraad van den Hertog
van Gelre. . . 168.
Alphen (Florisvan), Arf/g-j-
bevelhebber, , . 168.
Alphen (Floris van) , Hoog-
lieemaad van Bolland, i(58*
Alphen (Frans van) , Koop-
man te Frankfort aan den
Main, , . i68»
iBladz.
AljAei (Gcymt van) , Cr*/»
fier der ftad Ledden. i6g.
Alphen (Gerrit van) , Schout
van Zoeterwoude. , . 169.
Alphen (Hendrik Simons
van), Kpopitm te jÉmftel-.
dam. • • • 169*
Alphen ( (Beman van) ,
Hoogleraar in de Qodge^
leerdlieid tf Hanau. . 17a
Alphen (Hieroni^mus van) ,
Predikant te Amfteldam. 1 7a
Alphen (Hieronijtous Si-
mons van). Koopman te
Hanau. . . 171,
Alphen (Hieronijmus Si-
mons van) , HoogleraarM
de Godgeleetdlieid te üt-
Alphen (Jan van), ^gs^ '
man, • I7i«
Alj^n (Jan van), Kapitem. 1 72..
Alphen (Jan van). . ,
Alpben (Jan "^^^ Oppt
koopman in dienst der Ne»
derlandfe Oostm&fe j^m-
t<^S*^\ •. . 173.,
Alphen (Jan van) , Sollici-
teur Militair in 'sHage. 173^
Alphen (Jan van), SoUich-
t^ur Militair in 's Hoge, 1-73.
Alphen (Jan van) , Kapitein
van de Sckutperij te Leij-
den, , . . 173,
Alphen (Jan van) , Prakti-
Jerend Advokaat voor de
Hoven van Jvftitie ht
's Hage. . . P73.
Alphen (Jan Daniel van),
Kl^k ter Finantie vm
Holland, in V Hci^e^ 173.
AI-
17^
R E G I S T E m
417
Bladz.
Alphen ( Johan van) , Rcuul
en Schepen der ftad Gouda, 174.
Alphen (Johannes van) ,
Komxnis van de Gemene
Landstniddelen over Leij den
en Rfttjniand, . • 1 74*
Alphen (Kornelis van), ,
Koopman te Hanau, 1 74.
Alphen (Niklaas van) ,
Burgemeester en Hoofdoffi-
cier der Jiad Lijden. 1 74.
Alphen (Paulus van). 174.
Alphen (Pieter van) ,
Koopman te Anjleldam. 174.
Alphen (Pieter Simonszoon
van) , Koopman te Aa-
werpen. • . 175.
Alphen (Simonvan), Koop-
man te Keulen. . .175.
Alphen (Simonvan), Koop-
• man te Leijden. . 175.
Alphen (Simon van), Se-
cretaris van de Weeskamer
te Leijden. . . 176.
Alphen (Simon Simonszoon
van) , Raad van de Jiad
Hanau. . . X75,
Alphen (Willem van) ,
Ridder. . ■ . iy6.
Alphen (Willem van) ,
Secretaris van 't Hof van
* Holland. . . 176,
Alphen (Willem Barend
van) , Kollonel van de In-
fanterije en L,id van den
Hogen Krijgsraad. . 177,
Alftedius (Johan Hendrik),
, Hoogleraar in de Godge-
leerdheid en Wijsbegeerte
te Herbom. . • 177.
Bladz»
Alftein (Johan Gozewijn
Eberhard), Predikant te
Amjleldam. . . J7p,
Alteras (Laurcns Jacobus) ,
Fice-Aimiraal voor Zee-
land. . . , i7p,
Althuifen (Johannes) , Pre*
dikant te Jowwre en Borti-
. Alting, Vermaard gejlagt. igr*
Alting (Bafilius), Raadslteer
te Embden. . , igj,
Alting (Daniel), Burge»
meester te Embdetj. xgi,
Alting (Hendrik), Hoog-
leraar in de Godgeleerdlteid
te Groningen. . . igx;
Alting (Jacob), Hoogleraar
in de Godgeleerdheid te
Groningen. . ' . 185.
Alting (Joachimus) , Bur-
gemeester te Groningen, 189.
Alting (Menfo) , Gelmmraad
van dm Hertog van Geld.r. 1 S^.
Alting (Menfo) , eerst Hoog-
leeraar te Heidelberg , na-
derhand Predikant te Emh-
^* • . . i8p|
Alva of Alba (Ferdinand
Alvarez de Toledo Her-
tog van) , Landvoogd der
Nederlanden. . . 191.
Alva (Pieter van) , vervolg-
zugtigen Dweper. . . 2c5,
Al veringen (Jofua van).
Rekenmeester in "sHage. 206.
Alveringen (Samuel) ,
Schout van Mechelen. 207»
Aiwa (Sicwert;, Bies E-
delman. , . 207*
I. DzeL
Dd
Ama^
^
4»»
t B d I S T £ R*
TT » • • •
Attfttnj^ Qoachim van) ,
'^lètéUil'Majcr in diëtist
\ilt de R^pnblijk. . 207.
AmJfntó (Niklais), Leraar
der, h'tjsbegeerte te Fr&ne*
ker* • i . 2o8*
Amairta (SIxtinm), Hoog-
lertinr en BiUiötiiekaris te
Franekcr. . . 2op.
Amartdui ♦ Bisfchcp van
lVo)tns. . . ai 2.
AmandusZièrrkzeus, Voor-
lezer in de Godgeleerdheid
tè l.euysu. » ♦ ÏIÏ2,
AmcHa , Cravime van Sol rus ,
Gemalin van Prins Fre-
diik Hendrik. . 212.
Atnclia van Anhalt, Gema-
/in vfln Hendrik Cafimir,
StadliQvJiv \'an Friesland. 214.
AmöHng (Gcrrit) , BLekver-
koper in V Hage, • 214.
Amörongen (Taets van),
yoonuUifn gejlagt, . . 215,
Amerongen (Anthonlj Taets
vat)), Kcmmmk van St.
Marie te Utreck. . 215.
Ameiongcn (Arent Taets
vah) , Burgemeester te
Vtrecht. . . 215.
Aöieroiigen (Dirk Taets
Vön) , Schepen te Utrecht. 216.
AjnefOngen (Ernst Tsets
van). Burgemeester te Ut-
ree! ft* . » . 2i6#
Atnfrongcn (Gerard Go-
dard Taets van) , Ridder
i%h de Duitfe Orden in de
BALk te Utrecht. . . 2i7t
Amemngeii (Jacob Taets
vhd) ; B}iTg<i^nsmfr te Ut-
BUdz. •
Amerangen (Jacob Taets
van), Schepen der Jiad
Utrecht» # • 21 7»
Amerongen (Jacob Taets-
van), Kanurmik van St.
Marie te Utreclit, # 218.
Amerongen (Jan Taets-
van) , Burgemeester der
JladUtrecht* . . 2i8[-
Amerongen (Johan Taets
Van) , Heemraad van den
Lekkendijké • . 219»
Amerongen (Tlx)mas Taets
van) , Kmmnnik van de
Domkerk te Ut reek ^ . 220,
Amerongen (Willem Taets
van), Schepen der fiad
Utreck, • • 220*
Amerongen (Willem Taets
van). Kapitein in Spaan-
. Je dienst, . • 22c,
A^efrns (Willem), Hoog-
leraar in de Godgeleerd*
heid te Franeker, . 220.
Ampzing (Samuel) , PrecH-
kant te Ilaaticm. . 222.
Amftel , oud gejlagt. 222,
Amftel (Arcnt van) , Heer
van Tsjeljlein. • • 222,
Amftel (Egbert), Eerjle
Heer van die naam. . 223.
Amftel (Gozewijn van),
Bisjchop van Utreck. 224.
Amftel (Gijsbrecht van) ,
■ de Eerjle. . . 225.
Amftel (Gijsbrecht van),
de Twede. . . 22tJ^
Amftel (Gijsbrecht van),
de Derde. % % 227.'
Am-
•»» «• ■• * ■>• ■» f »•»
M & o I 8 T is ^
tlfl
Bladzi
Amftei van 'Mijnden (Ame-
iid van).; RaadsheerMden
Hogen Jlaad in 'sHage. 232;
Amfteldaiii (Alardiis van),
Roomsgezind Godgeleerde. 232;
Amfteldahi (Hervicus van),
HeideWergs Godgeleerde, 233.
Amfteldam (Jbhannés van) ,
Godgeleerde, ; . . 2^3,
Amfteldam (Niklaas van),
BaccalauHus li dé Godge-
leerdheid, . . 234,
Amijs (Jakob) , Predikant
te Termufe op Wdlclieren
in Zeeland, . . 234.
Amijs (Servcitius) , Frsdi-
kant te Kortgen op Wal-
cheren in Zeeland, 235.
Amzweer (Dodo of Doe-
de) , Burgemeester en Ou-
derling te Appingadam, 236;
Anastro (Gaspar d') , Koop-
min te Antwerpen , een
Flpekverwant tegens Prins
Willem den Ecrften, 237;
Anchilus (N;), KmstfcUU
der, * ; * 239-
Andala (Riiardiis) , Hoog-
leraar in de Wijsbegeerte
te Éraneker: . . 241,
Andla (Godefried), Rooms
Pastoor te Ried. in Fries*
land, • ; ; 243*
Andlo (Pieter van) , ver-
Jicrde naam, . ^ • . 243.
Andreae (Gajus) , Predi-
kam en Medicijtie Poktor -.
op. Batavia, » , 244*
Andreae* (Joachim)^ Pr^fi-
dent van %fIof vftn Fries-
hnd. ^S'
Andreae (Tobias), füogf
ieraar in deGefchieMjfJk
. 0n Gfiekfe taal te (rmini^
gen* i i V ^47*
Andreae (Töbias), Üoog'»
leraar in de W^sbegeert^
te Franeker, , i'
Andreas (Emmeri) , j^b^
van St, Middel HAdwer*
pen, . . i . 24s>»
Andreas (Korhelis) ; Orga-
nist te Haflingen* 250»
Andreas Sijlviiis^ Aht vf^ïk
, Marciennes in het Bisdofn
^ciJi. Doornik, . 250t'
Andreas van Oostenrijk,
'K^ardinaali * . 250*
Andreas Van Utrecht^ $é' ,
nediktijner Motinik. 2^3 li
Andreas ( Valer iusL ïfogg^
leeraar in de Hebrewme '
Taal en RegtsgeleerdJjttd . ' **
te Leuven, * ; * 251.
Andriesfen (Andreae) ^ Pte-
dikant te Vere in Zeeland, 25;^,
Andriesfen (Jakob) , Ptedi-'
kant te Flisjingen in Zee*
hnd, • i 253..
Andriesfen (Johanlies), Prei
dikant te Goes in Zeeland, 254^
Andriesfen (Jurriaan)/i5?f/'
ftig Tekenam\ . 4 , asS*
Andringa ^ vöéfnAafH gejlagt
m Friesland* * 2,$$,
Andringa (Hoijtè fan)* 1^57,
Andringa (Jelle vjifi)j<;f*^^.
man van Ütingeradeel ffi
Friesland, » . ^55^,
Andringa (Liv'm ^odo-
rus v^n), OfU^mger der
Floreeiimft vanFmknd* ^5f •
Pil '-f,11
\M
« E O I S T. ï R.
Bla4;e.
^dringa (Lubbertus van) ,
Grietman van ütmgeradeel
in Frieslan^, . . . 257»
Andringa (R^nerus van).
Grietman van UtingeradeeL ^58.
AndrfTiga (Regnerus van) ,
■ Grietmanvan Lemfterland» 2 s$'
Andringa (Tinco van) ,
Volmagt tenLandsdage in
Friesland. • • 259.
Andringa (Tinco van) ,
'^DijJ^graav van de Contri-
hutie vmi Hemelumer OU
dephaart in Friesland. 259.
Andringa (Tinco van ,)
Grietman van UtingeradeeL 259.
Andringa (Tinco van) ,
Grietman vanLemJlerland, 260.
Anfried of Aufried, Eis-
fchop van Utrecht. 260.
Angelo (Oforio), Krjjgs-
bevelltebber. . . 261.
Angianus (Jakob), Hijlo-
riefchryver. . . 262.
Anglicus (Michicl) , Hoog-
leraar in de Regten» 262.
Anianus, Bisfchop van A-
faph. . . • 2Ö^
Anjou (Hertog van) , m
Alencon.
Anker (Kla^s) , Zeelapkein
voor het Kollegie van liet
Noorderkwaitier. , . 2^3.
Anna , Jartshertogin van
Oostenrijk , huis\rouw van
Filips den II. Koning van
SpatTJen. . . 2^3.
Anna, Gouvernante der Ver-
eiiigde Nederlanden, Imis*
rroww van Willem den
IV. . • • 2$4-
Bladz;
Anna van ^tncnd, eerfie \
gemalin vaiiPrins^iWtxfi
den I. • . 283.
Anna van Saxen , vwede ge»
nuUin van Prins Willem
den L . . 285.
Anraat (Pieter van) , Konst-
^cJnlder. . . 285.
Anfcharius , BisfcJwp te
Bremen. . . 285.
Anfelmus, Abt van Egmmd. 285.
Ansfried, zie Anfried.
Anslaar (Willem of Giiil-
hclmus van , Predikant
te Amfieldam, . .286.
Anslo (Kornelis Klaasz.),
Mcmoniten Leraar» 287.
Anslo (Reinier) , geesUg
Dlgter. . . 287.
Anti(]uirs (Johannes) ,
KonstJ'childer, • . 288-*
Antonides (Johannes) van
der Goes gebijnaamd ,
geestig EHgter, . 293.
Antonides (Meinardus) ,
Predikant ta Onderwijrum
en Westerdijxhom. . 297^
Antonides (Theodorus) ,
. Predikant te Westerwijt- .
'wert en Alenkeweer. 298.
Antonie (Jonkei), Kapitein
ter Zee. . • ^ 298.
Antonii (Jacèbus), Hoog-
leraar in liet Kerkelijk Regt
te Brusfel. . . 299^
Antonio (van) , Konstfchil"
der. . . ' 299.
Antonis (Adriaan) , Bur*
gemeester te Alkmaar. 3or).
> , Bladz.
'Antoniszoon (Komelis) ,
Konstfchilder y) en Schepen
van AmfteldattL . . 3^0.
' Apherdianus (Petrus) , Cöfi-
reUw te Jmfteldam. 301.
Apollonius (Willem), Hoog-
leraar te Middelburg, 302*
Apostool (Samuel), Men*
nonite Leraar te Amfiel-
dam, . • • 302,
Appel ( Jakob) > Konstfclnl-
der, . . . 302.
Appelman (Balthafar Si-
monz.), Burgemeester te
Amfteldam, . - 30^'
Appelman (Bai-ent), Kmst-
fcMlder. . . 2o6.
Appelman (Huibert Si-
monsz.), verbarmetie door
Alva. . . 306.
Appelman (Jan) , Burge-
meester te Amjieldam. 306.
Arcerius (Johannes) , Hoog-
leraar in de Griekfe taal
te Franeker. . • 3oö.
Arcerins (Sixtiis) , Hoog-
leraar in de Griekfe' taal
te Franeker. , . 307*
Aremberg (Jan van Ligne
Graav van) , Stadhouder
over Friesland, Overijsfel
en Groningen, , .308.
Arends (Jan) , Predikant te
Albnaar. . • 2^0»
Arends (Thomas), Make-
laar te AmJieUfam, . 311.
Ariaanz. (Dirk), Burger te
/Dordrecht. . . . 312.
Arias Montanus (Benedic-
tus) , voornaam Spaans
Godgeleerde, . . Sï3»
S X £ B«
4^1
Bladz.
Arkel (JJeertn van), em
voornaam g^flagt in HoU
land, . • 314-
Arkel (Heijmin van) , eer- ^
Jie Heer van Arkel, , 314.
Arkel (Jan van), Bisfchop ^
te Utree Jit, . . 3iöt
Arkel (Kornelisvan), Pre-
dikant onder de Remonjlran-
ten te Amjhldam, . 313.
Arlinde, Abtdisfe van Ben-
nebroek, , » 3i8« .
Armentcros (Thomas) , Ge-
heimfcJtrijver van Marga-
leta van Parma. . 319.
Arminius (Herman), Veld-
heer der Cheruscen, , .'^io;
Arminius (Jacobus ,) Hoog-
leraar in de Godgeleerdlieid
te Leijden, , . S'^Z"
Armftrong (Thomas) , in
Engeland onthoofd, 332.
Arnaud (Jacques of Jaco-
bus) , Predikant inde Wal-
fe Gemeente te Kampen, 333.
Arnaud (Georgius d') ,
Hoogleraar in de Regtsge-
leerdheid te Franeker; 346.
Arnhem, oud Gelders ge*
flagt, , . 342. .
Arnhem (Johan van) , He^r
van Rozendaalf Landdrost
van de Velmve, , . 34<«"
Arnold, zie Arnoud.
Arnoldi (Johannes) , Advo-
koot voor 't Hof vanFnes-
land, • . 344*'
Arnoldi (Ivornelis), Predi-
kant te Delft, . ' 344.
Arnioldi (Martinus), Land-
fchaps Bomvmeestcr van
Fneslani, . » ■^■(5"
De^ 3
Ar
4^3
tl È C I S t E Ri
Bladz.
Amoldi (Michiel), Predi-
ka:t te Haarlem, 346.
Amoldi (Michiel), Predi-
ka'fit te Harref)\'ïjk. 346.
Ariioldi (Niklaas), Scliout
v^vj een dijlritt nabij
Haarler.u . . 34(j.
Arnolii (NiMaas) , Burge-
meest :r te L^ewwarderu 347;
Arnolui (Niklaas), Hoog-
leraar in de GoJgeleerdJieid
te Fraiieker, . . 347.
Arnoldi CSiricus) , Predi-
koiit te Belkim. . 349.
Arnoud of Arnolf de Grote ,
Craav van Flaanderen. 349.
Aiiiout, AbtvanLenim 349.
Amoiit i beroemd ïViskm-
fteiiaar. % . 350.
Arnoi.t , Leraat' in heide de
Rcgttn, . • 350-
Arntzcnius (Jöhannes) ,
Hoogleraar in de gefcbied-
. kunde y welfprekendfteid en
digtkiinde te Franeker, 35o.'
Arntzcnius (Johannes Hen-
' ric'.s) , Hoogleraar in de
Regts geleerdheid te Ut-
. recht. , i 351;
Arntzeniiis (Otto), PeBor
^ der iatijnfe fcholen te Am-
fieldam, . . 352.
Arteveld (Jacobus van^,
Brouwer en Koopman te
Gent. . . 353.
Artifchofski] (KristofFel) ,
Kollonel in dienst van de
■ Westindife Kompagnie, 353.
Artois (Jakobvan), Konst-
fchildcr. . . 354.
• Bladü
*^ ■
Artopaeus* (Frandscus) j
Prior van het Klooster St.
Agnes bij Zwolle, . 355i
Artveid (Antiries van) ,
Konstjchilder. . . 355.
Arundine (Johannes de).
Leraar in de TJicdogié te
Brugge. . . 35Ö.
Asch Jansz. (Pïcter van) ,
Konstjlhilder. . • ^$(Si
AscoTjfus , eerjie HeHog van
Friesland. . * . 355.
Afcwijnj adelijk gejlagt. ^^ii
Alinga Entes , een dapptr
Krijgsman. . . 360.
Askiie (Georgc) , Engels
Admiraal. . . 360.
Asperen (Gcu van), JJo/-
lands Edelman. . . 362.
Asperen (Reijer en Folperc
van), door Al va gebaifi-
nen. .. . . 362*
Asfeldoncq (Johannes van^,
Kannnnik van St. Cudula
té Brusfel. . i 36V
Asfelier*; * (Johannes) , Se-
cretaris 'van Antwerpen. 363.
Asfelijn (Jan) , Konst/Ml' '
der, . . 363.
Asfelijn (Thomas), Neder-
lands Digler. * . 363.
Asfen (Jan van) , Konst-^
. fchilder, . • 3644
Asfen (Wijnandus van).
Predikant te Èelkum, 364..
Asfendelft,- aanzienlijk ge-
jlagt. . . 3Ö5«.
Asfendelft (Hugo van) ,
extraordinaris Raad in den
Hor e van Holland. 365;
As-
V
Jl E a I S T fi SU
423
Eladz.
■
Asiet (I^ieter) , Prefideiit'
. van (Ie GengtshoveH van
Flaaiiderm en ^^cis. 366.
Asfignics (Johanoes d'),
Abt van ^izells. 366,
Asfoniptton (Jiistus) , Pricr
van het Kamieliten klooster
te Doornik,, . - 3?ö.
/Vsfümption .(Karel van),
Prior van Itet Karmliten
"klooster te Douai. 366.
Asfonville (Kristoff^l de) ,
Kmingtfjke 'S^iaarfü Raad
in ds Nederidno!en. 367.
Asfonvillp (Guliélmiis) ,
Doktor in ae Regten. 368.
Ath (Bafilides), Kapucijner
Monnik, . . 369*
Athalardiis, zesde Aht van
Egmond, • . 369.
Athanafiiis (Pauliis) , een
groot Bedrieger, . 369.
Atlanus, Dominikancr Mon-
nik, , . . 373-
Auberij (Benjamin), Am-
ha^fadeur van Frankrijk hij
deze Repüblijk, , . 373«
Ai;bciii (Lodcwijk) , Schrij-
ver van de Mafuoires pour
fcrvïr a VHiftoire de la
Hollande. ♦ . 375«
Auckcma (Pieter), Burge-
meester te Leeuwarden, 373.
Aixkcma , zie Hans Hans-
zoon.
Audejantius , zie Oudejaus.
Aufried , zie Anfried.
Aula (Bartholomeus), Pries-
ter van St, Gertruda te
Leuven, • • 37^»
BI
»>(''»
^^i^««
Auletius (Alardus) , Hoog- '
leraar in de Medicijnen te
Franeker. . . 375.
Aiirifaber (Aegidiiis) , Vi- \
karis van het klooster Sion
bij Zierikzee» . . 377.
Avaux (Claude de Mesmes
Orwe d'), FYanfe Afge-
zant in 's Hage, , . 377,
Avaux (Johan Antoni de
Mesmes Grave d') , Fran- '
fe Afgezmtt op de Frede-^
Iiandeling te Nijmegen, 21 ^\
Avcnnes (Jan v^n) , Graav
van Holland, . . 378.
Averhoult (Antonius d'),
Jefuit, . - 38 !•
Avila (Balthafard*), Ka- .
nunnik van St, Piet^rshrk
te Rljsjel, , . 381.
Avila (Sanflrius d') , Kapitein
der lijfwagt van AI va. 382.
Axel de Senij (Jan Hono-
rius van) , Advokaat, 383.
Axonius (Joachimiis), voor-
naam Rcgtsgeleerde, 383.
Aijala (Bakhafar d*). Au-
diteur Militair, , , 383.
Aijala (Gabriel d';, Stads
medicijne Doktor te Brusjel, 384.
Aijlva , aanzienlijke gejlagt-
naam in Friesland. 385»
Aijlva (Douwe van) , Griet-
man van JVestdongeradeel, 385.
Aijlva (Ernst Sicco van) ,
' Grietman van Westdonge-
radeel, , . 38(J*
Aijlva (Ernst Frans van).
Grietman van Baardera-'
deel. . . 387-
Aijl-