Skip to main content

Full text of "Handelingen van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk,Ten Jare 1880"

See other formats


Google 


This  is  a  digital  copy  of  a  book  that  was  prcscrvod  for  gcncrations  on  library  shclvcs  bcforc  it  was  carcfully  scannod  by  Google  as  part  of  a  project 

to  make  the  world's  books  discoverablc  onlinc. 

It  has  survived  long  enough  for  the  copyright  to  cxpirc  and  the  book  to  enter  the  public  domain.  A  public  domain  book  is  one  that  was  never  subject 

to  copyright  or  whose  legal  copyright  term  has  expired.  Whether  a  book  is  in  the  public  domain  may  vary  country  to  country.  Public  domain  books 

are  our  gateways  to  the  past,  representing  a  wealth  of  history,  culture  and  knowledge  that's  often  difficult  to  discover. 

Marks,  notations  and  other  marginalia  present  in  the  original  volume  will  appear  in  this  file  -  a  reminder  of  this  book's  long  journey  from  the 

publisher  to  a  library  and  fmally  to  you. 

Usage  guidelines 

Google  is  proud  to  partner  with  libraries  to  digitize  public  domain  materials  and  make  them  widely  accessible.  Public  domain  books  belong  to  the 
public  and  we  are  merely  their  custodians.  Nevertheless,  this  work  is  expensive,  so  in  order  to  keep  providing  this  resource,  we  have  taken  steps  to 
prevent  abuse  by  commercial  parties,  including  placing  lechnical  restrictions  on  automated  querying. 
We  also  ask  that  you: 

+  Make  non-commercial  use  of  the  files  We  designed  Google  Book  Search  for  use  by  individuals,  and  we  request  that  you  use  these  files  for 
personal,  non-commercial  purposes. 

+  Refrainfivm  automated  querying  Do  nol  send  aulomated  queries  of  any  sort  to  Google's  system:  If  you  are  conducting  research  on  machine 
translation,  optical  character  recognition  or  other  areas  where  access  to  a  laige  amount  of  text  is  helpful,  please  contact  us.  We  encourage  the 
use  of  public  domain  materials  for  these  purposes  and  may  be  able  to  help. 

+  Maintain  attributionTht  GoogXt  "watermark"  you  see  on  each  file  is essential  for  informingpeopleabout  this  project  and  helping  them  find 
additional  materials  through  Google  Book  Search.  Please  do  not  remove  it. 

+  Keep  it  legal  Whatever  your  use,  remember  that  you  are  responsible  for  ensuring  that  what  you  are  doing  is  legal.  Do  not  assume  that  just 
because  we  believe  a  book  is  in  the  public  domain  for  users  in  the  United  States,  that  the  work  is  also  in  the  public  domain  for  users  in  other 
countiies.  Whether  a  book  is  still  in  copyright  varies  from  country  to  country,  and  we  can'l  offer  guidance  on  whether  any  specific  use  of 
any  specific  book  is  allowed.  Please  do  not  assume  that  a  book's  appearance  in  Google  Book  Search  means  it  can  be  used  in  any  manner 
anywhere  in  the  world.  Copyright  infringement  liabili^  can  be  quite  severe. 

About  Google  Book  Search 

Google's  mission  is  to  organize  the  world's  information  and  to  make  it  universally  accessible  and  useful.   Google  Book  Search  helps  readers 
discover  the  world's  books  while  helping  authors  and  publishers  reach  new  audiences.  You  can  search  through  the  full  icxi  of  this  book  on  the  web 

at|http: //books.  google  .com/l 


^'  1/73    oi.    -^L 


/880 


^-  1/73   06.    -a^ 


'880 


^ 


HANDELINGEN 


VAN   DE 


ALGEMEENE  SYNODE 


DER 


NEDERUKDISGHË  HERVORMDE  RERR, 


^/fOHtJ^^, 


(•(BODLILIBR 

70ülC 


•    > 


>-y 


's  Gbayenhage, 
BIJ  A.  VAN  HOOGSTRATEN  EN  ZOON. 


1880. 


HANDELINaEN 


TAN   DE 


65ste  Gewone  Vergadering 


VAN   DE 


ALGEMEENE  SYNODE 


DEA 


MDERLANDSCHE  HERVORMDE  KERK, 


nr£:r^  jr^RS  i<d@o. 


EERSTE  ZITTING. 

Donderdag,  den  22sten  Jolg  1880. 

De  vergadering  wordt  door  den  heer  Bruna,  predikant     Opening  der  verga- 
te  Hasselt,    als  zijnde  de  oudste  in  diensttijd  van  de  ^®"°8- 
^vaardigde  predikanten,  met  toespraak  en  gebed  geopend. 

De  Secretaris    geeft   verslag  van  de  benoemingen  door     Hare  zamenstelling. 
ie  provinciale    Kerkbesturen    en  de  Waalsche  Commissie 
gedaan  ter  voorziening  in  de  wegens  aftreding  of  overlijden 
ontstane   vacaturen,    volgens    de  officiële  hiervan  bij  hem 
ingekomen  berigten. 

^aar  deze  berigten  zijn  benoemd  door  het  Provinciaal 
^tkbestuur  van  Gelderland  tot  lid  dr.  Jï.  ^ö^ii«2;>ew, 
Mte  Zalt-Bommel,  en  tot  zijn  secundus  de  heer  M.  B. 
föi^pred.  te  Zoele n;  —  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
^w  Zuidholland  tot  lid  B,  César  Segiers,  ^xei,  te  Lei - 
l^en,  en  tot  zijn  secundus  dr.  G.  J,  van  der  Flier,  pred.  te 
i^Gravenhage ,  en  nog  tot  secundus  van  den  heer  mr. 


P.  van  den  Brandeler,  de  heer  M,  H.  Kluitman,  oud- 
ouderling  te  Gouda,  ten  gevolge  van  het  overlijden  van 
den  lieer  B,  Corts  te  Leiden,  die  wegens  het  bedanken 
van  den  heer  A.  de  Mare  it  Leiden  voor  die  betrekking, 
in  diens  plaats  eerst  tot  secundus  benoemd  was;  —  door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zeeland  tot  lid  de  heer 
B.  A.  Overman,  pred.  te  Heinkenszand,  en  tot  zijn 
secundus  de  heer  C,  F.  Zeeman ,  pred,  te  Z  o  n  n  e  m  air  e ;  — 
door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Utrecht  tot  lid 
de  heer  J,  fTestrik,  pred.  te  Cothen,  en  tot  zijn  secundas 
de  heer  J,  C,  FerAoeff,  pred.  te  Utrecht;  —  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Friesland,  wegens  het  over- 
lijden van  den  heer  dr,  J.  P.  Bscker,  prei.  iQ  Dr  onrijp, 
tot  secundus  van  den  heer  J.  Alingh  Prins  de  heer  P. 
fle  Grient  Dreux  y  pred.  te  Witmarsum;  ^-^  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Groningen  tot  lid  dr,  P. 
Hofstede  de  Groot,  oud-ouderling  te  Groningen,  en  tot 
zijn  secundus  dr.  L,  Dikema,  ouderling  te  Winscho- 
ten, en  nog  tot  secundus  van  den  heer  <7.  JDouwes ,  pred. 
te  Leens,  die  wegens  het  overlijden  van  den  heer  dr. 
A,  T.  Reitsma ,  als  gewoon  lid  is  opgetreden ,  de  heer 
<9.  Coolhaas  van  der  Wonde,  pred.  te  Meeden;  — door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Drenthe  tot  secundus 
van  den  heer  G.  fF,  van  Eerde,  die  wegens  aftreding 
tusschentijds  van  den  heer  J.  B,  F,  Heerspink,  wegens 
verleend  emeritaat  als  pred.  te  Gieten,  gewoon  lid  is 
geworden,  de  heer  W.  M,  Houwing,  pred.  te  Havelte, 
en  door  de  Commissie  voor  de  zaken  der  Waalsche  Kerken 
tot  lid  de  heer  mr.  R.  van  Boneval  Faure ,  oud-ouderling 
te  Leiden,  en  tot  zijn  secundus  de  heer  J.  F.  C,  KrO' 
nenherg,  ouderling  te  Arnhem. 

De  Synode  is  dus  zamengesteld  als  volgt,  voor  zoo 
verre  de  Hoogleeraren  aangaat ,  naar  den  voor  hen  be- 
staanden rooster. 

AFGEVAAEDIGDEN    VAN    WBGB    DE   KEEKBLIJKÈ   INBIGTINGBK 

VAN   HOOGEK    ONDERWIJS: 

t 

M.  A,   Qooszen,  hoogleeraar  te  Leiden; 
E,  H.  Lasonder,  hoogleeraar  te  Utrecht. 

AFGEVAARDIGDEN  VAN   WEGE  DE  PROVINCIALE  KERKBESTUREN 

EN   WAALSCHE    COMMISSIE: 

Dr.  H.  Roodhuijzen,  predikant  te  Zaltbommel; 


i.  B,  van  der  Hoeve,   ouderling  te  K  e  pp  el; 
E,  C.  Segers,  predikant  te  Leiden; 
Mr.  P.  »fl»  den  Brandeler,  ouderl.  te  ^s  Graven  ha  ge; 
G.  van  Duyl  GWz.,  pred.  te  Broek  in  Waterland; 
i.  6.  Jans ,  pred.  te   Westzaan; 
B,  A.  Overman ,   pred.  te  Heinkenszand; 
l  Weêtrik,  pred.  te  Cothen; 
J,  Alkgh  Prins,  pred.   te  Korte    Zwaag; 
/  P.  Bruinwold  Riedel ,  pred.   te  Waazens; 
ff.  Bruna,  pred.   te  Hasselt; 
J.  Dowes  f  pred.  te  L  e  e  n  s ; 

Dr.  P.  Hofstede  de  Groot ,  oud-ouderl.  te  Groningen; 
G.  J.  van  Lakerveld,  pred.  te  Helmond; 
^f.  E,  de  Man ,  oud-ouderl.  te  Breda; 
6.  W,  van  Eerde,  pred.  te  Westerbork; 
J'tan  der  Veen  Az.,  oud-ouderl.   te  Hoogeveen; 
/.  J.  L.  Luti,   Waalsch  pred.  te  Middelburg; 
-Jfr.  R,  van  Boneval  Faure,  ouderl.   bij  de  Waalsche  ge- 
meente te  Leiden; 

TASTE   IiEDEN   MET   ADVISERENDE    STEM: 

ƒ.  R.  Scholten,  Quaestor-generaal  te  Anisterdam; 
S>  F.  van  Hasselt ,  Secretaris  te  's  Gravenhage; 

De  Secretaris  deelt  intusschen  mede  dat  de  heer  Hof' 
stede  de  Groot  berigt  heeft ,  dat  hij  nog  niet  ver  genoeg 
hersteld  is  van  de  zware  ziekte ,  waardoor  hij  in  de  buiten- 
gewone vergadering  der  Synode  overvallen  werd ,  dat  hij 
^e  tegenwoordige  zittingen  der  Synode  zal  kunnen  bijwonen, 
zoodat  hij  zich  daarvoor  door  zijnen  secundus  den  heer 
Kkema  moet  laten  vervangen,  en  dat  ook  de  heer  van 
Boneval  Faure  zijnen  secundus  den  heer  Kronenberg  heeft 
moeten  verzoeken  thans  voor  hem  als  lid  op  te  treden, 
«8  volgens  zijn  schrijven  verhinderd  de  tegenwoordige  ver- 
gadering der  Synode  bij  te  wonen. 

ïfog  meldt  de  Secretaris  dat  hij  van  den  heer  Alingh 
PHm  een  brief  heeft  ontvangen ,  inhoudende ,  dat  hij 
^Pgens  een  treurig  sterfgeval  in  zijne  familie  in  de  eerste 
2ittii)gen  van  de  vergadering  afwezig  zal  moeten  blijven, 
CD  dat  ook  de  heer  Dikema  geschreven  heeft,  dat  dringende 
omstandigheden  hem  verhinderen  om  in  deze  week  en  in 
het  begin  der  volgende  week  ter  vergadering  op  te  komen. 


6 

Benoeming  van  Pre-  Daar  tegen  geen  der  gemelde  benoemingen  eenig  bezwaar 
en  ^z«V  secundus    ^^^  uitgebragt  en  de  vergadering  derhalve  zamengesteld 

wordt  verklaard  zoo  als  hiervoren  is  medegedeeld  wordt 
onder  de  leiding  van  den  president  van  jaren  tot  de  ver- 
kiezing van  president,  vice-president  en  diens  secundus 
overgegaan. 

Naar  de  uitkomst  van  de  hiervoor  gehouden  stemmingen 
wordt  de  heer  Lnti  aanstonds  bij  volstrekte  meerderheid 
tot  president  en  de  heer  Overman  desgelijks  tot  vice-pre- 
sident benoemd,  terwijl  de  heer  van  Buyl  na  eene  derde 
stemming  door  het  lot  tegen  den  heer  Bruna  als  secundus 
van  den  vice-president  wordt  aangewezen. 

Daar  al  de  benoemden  verklaren  de  hun  opgedragen 
betrekkingen  aan  te  nemen,  nemen  de  heeren  Zuü  en 
Overman  de  zetels  van  president  en  vice-president  in,  de 
eerstgenoemde  met  eene  toespraak,  waarbij  hij  den  heer 
Bruna  ook  namens  de  vergadering  dank  betuigt  voor  de 
wijze  waarop  hij  de  vergadering  geopend  en  hare  eerste 
werkzaamheden  geleid  heeft. 

Reglement  van  orde.  Het  Reglement  van  orde,  dat  voor  de  laatste  vergade- 
ring gediend  heeft  wordt  vastgesteld ,  behoudens  deze  ver- 
andering in  het  eerste  artikel,  naar  een  met  elf  tegen  zes 
stemmen  aangenomen  voorstel  van  den  President ,  dat  het 
luide:  //de  eerste  zitting  van  elke  week  wordt  met  gebed 
geopend ,  de  laatste  met  dankzegging  gesloten.^^ 

Goedkeuring  van  het  Na  kennisneming  vervolgens  van  het  besluit  der  Syno- 
besluit  der  Synodale  (Jaie  Commissie,  volgens  bl.  116  van  haar  verslag ,  om  de 
ning  der  Synode  L'  openi^g  dezer  Vergadering  een  dag  later  te  stellen  dan 
dag  later  te  stellen,     naar   art.    56    van    het   Algemeen  Reglement  steeds  regel 

was,  wordt  de  daarvoor  aangevoerde  reden  als  verschuldigde 
waardering  van  de  verdiensten  van  den  geachten  Secretaris 
algemeen  gebillijkt ,  en  dat  besluit  alzoo  zonder  hoofdelijke 
stemming  goedgekeurd. 

Punten  yan  behan-  De  punten  van  behandeling  ,  waarvan  aan  de  leden  tijdig 
^®^^°s-  een  exemplaar  door  den  Secretaris  werd  toegezonden  ,  wor- 

den hierna  nog  met  de  sedert  ingekomen  stukken  aangevuld. 

Aankondiging  der  Dewijl ,  op  betrekkelijke  vraag  van  den  President,  door 
benoeming  yan  de  noo- gjgg,^    vau    de   leden    der  vergadering  verlangd  wordt,  dat 

dige  commissien.  ^..        ,  t  t        °  .    -..        ,    °  ,  i^ 

Zij   zelve   een    der    noodige   commissien    benoeme,  meldt 


de  President,  dat  hij  in  de  volgende  zitting^  na  te  houden 
overleg  van  het  Moderamen ,  tot  die  benoeming  zal  overgaan. 

Aan  den  Fice^preêident  wordt  het  onderzoek  van  de  Opdragt  aan  den 
RegisteTs  der  ingekomen  en  verzonden  stukken  en  van  den  JnaeS'^Tel'^irc^s- 
index  opgedragen  om  daarvan  morgen  verslag  te  geven,     ters  van  de ingekomea 

ea  verzonden  stukken. 

Ook  worden  de  leden  ^  die  het  voornemen  mogten  heb-  Verzoek  ter  zake 
ben  bijzondere  voorstellen  te  doen  ,  verzocht  deze  morgen  ^tdJn.  *'"*''"'" '°''" 
zoo  veel  mogelijk  schriftelijk  ter  tafel  te  brengen. 

Toor  de  behandeling  der  hoogere  beroepen  van  den  Ker-  Zamenstelling  van 
ieraad  te  Apeldoorn  en  van  den  predikant  //.  W.  i''.  Synodi  contractae. 
Alewy%  Faure  te  Hemmen  worden  bij  uitloting  naar 
art.  15  van  het  Algemeen  Beglement  en  art.  22  van  het 
Beglement  van  orde  twee  Synodi  contractae  zamengesteld^ 
in  welke  beide  naar  den  uitslag  der  loting  de  heer  Overman 
als  president  en  de  heer  Gooszen  als  praeadviseerend  lid 
zitting  zullen  hebben,  terwijl  in  de  Synodus  contracta 
ter  zake  van  het  hooger  beroep  van  den  Kerkeraad  te 
Apeldoorn  verder  zitting  zullen  hebben  de  heeren  Segers, 
van  den  Brandeler,  Jans,  Bruinwold  Riedel,  Bruna, 
Bouwee,  Diiema^  de  Man  en  van  Eerde,  in  de  Synodus 
contracta  ter  zake  het  hooger  beroep  van  den  predikant 
Alewijn  Faure  de  heeren  Roodhuyzen,  van  der  Hoeve, 
mn  Duyl^  Jans,  Alingh  Prins,  Bruna,  van  Lakerveld, 
van  der  Veen  en  Kronenberg, 

Bij  kennisneming  van  de  inleiding  tot  het  verslag  der  Besluit  na  kennin- 
Synodale  Commissie  wordt  bepaald ,  dat  aanstaanden  Zatur-  "^^^"^«^  ^ycrïlag'"^^^^^^ 
dag  een  gros  zal  worden  opgemaakt  van  predikanten  en  Synodale  Commissie , 
ouderlingen  voor  de  vervulling  der  bij  de  Synodale  Com-  omtrent  de  vervulling 
missie  openvallende  plaatsen  en  tevens  de  benoeming  van  mailende  plaateen  en^dê 
een  lid  van  het  Algemeen  CoUegie  en  van  diens  plaats-  benoemingen  voor  het 
vervanger  zal  geschieden.  t^riT""  ^°^^'^'''  ""*" 

Den    Secretaris    wordt    nog    opgedragen  den  Quaestor-     Oproeping  van  den 
generaal  uit  te  noodigen  om  a.  s.  Maandag  ter  vergadering  Q^aestor-generaal. 
op  te  komen. 


Het  schuldige  belangstelling   wordt  nog  kennis  genomen     Kennisneming   van 
Tan  de  door  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  ingezonden  ver- de  verslagen  der  Hoog- 

uv  wv/w  •'t,    1°       ,         •      1    i.       ..•    j*    j    leeraren    omtrent  den 

slagen  van   den  staat  van  het  door  hen  m  net  geëindigde  ^^^  gtaat  van  het  ge- 


8 

^^Lurin^*^i?Ln*° ®^"^^®^  gegeven  onderwijs,  gereg.  onder  n^  723,  876 
ingedieude^  lijst  der  ^"  899,  en  na  eenige  beraadslaging  besloten  die  verslagen 
lessen  iu  het  volgende  voor  kennisgeving  aan  te  nemen,  doch  den  Hoogleeraren 
studiejaar.  ^^^  j^  verschillende  universiteiten  kennis  te  doen  nemen 

van  de  door  hunne  ambtgenooten  opgemaakte  verslagen  , 
om  de  gelijkvormigheid  tot  verkrijging  van  een  geleidelijk 
overzigt  van  den  staat  van  het  kerkelijk  hooger  onderwijs 
zoo  veel  mogelijk  te  bevorderen.  Tevens  wordt,  na  ken- 
nisneming der  door  de  hoogleeraren  ingezonden  lijsten  van 
hunne  in  het  volgende  studiejaar  te  honden  lessen,  gereg. 
onder  n**.  724,  877,  900  en  901,  tot  goedkeuring 
daarvan  besloten. 

Sluiting  der  eerste      De  vergadering  wordt  nu  tot  morgen  verdaagd  en  wordt 
"^"S-  hiermede  de  gehouden  zitting  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  PreHdettt. 


TWEEDE  ZITTING. 

Trydag  23  Jniq  1880. 
De  heeren  Alingh  Prins  en  Dikema  afwezig. 

Na  opening  der  zitting  worden  de  notulen   der  eerste  ..5^P*™°*?  der  tweede 
....      ^,      °  JIJ  attiDg. 

zitting  gelezen  en  goedgekeurd. 

De  volgende    voorstellen  worden  ter  tafel  gebragt :  de/X^^in*"^*^" 

Door  den  heer  Segera ,  //om  aan  den  Secretaris  zooda- 
nige  yerhooging  van  bureaukosten  toe  te  staan ,  dat  reeds 
tijdens  de  zittingen  met  den  druk  der  Handelingen  een 
aanvang  kan  gemaakt  worden/^ 

Door  den  heer  van  den  Brandeler,  //dat  voortaan  het 
nietrOËdêle  gedeelte  der  Kerkelijke  Courant  zich  bepale 
tot  mededeelingen  en  berigten  van  kerkelijken  en  gods- 
diensti^n'  aard,  zonder  dat  men  trede  in  leerstellige 
beschouwingen  of  beoordeelingen  op  godsdienstig  gebied.^' 
«fEen  officieel  orgaan  der  Synode^',  meent  de  voorsteller, 
iQag  geen  tendenzblad  zijn,  waarin  eene  bepaalde  rig- 
ting  wordt  voorgestaan ,  zoo  als  thans  het  geval  is.  Daar- 
voor bestaan  afzonderlijke  maand-,  week  en  dagbladen , 
zooals  de  Stemmen  voor  Waarheid  en  Vrede,  de  Heraut, 
^  Bazuin  ^  de  Hervorming ,  het  Kerkelijk  Weekblad  en 
andere.  De  Synode  moet  op  kerkelijk  gebied  neutraal 
blijven/^ 

Door  den  heer  Roodhuyzen ,  betrekkelijk  art.  5  van  het 
fi^lement  op  het  Hooger  Onderwijs,  luidende  als  volgt: 

De  ondergeteekende  neemt  de  vrijheid  het  navolgende 
amendement  op  art.  5  Synodaal  Voorstel  omtrent  deKer- 
Vdijke  Hoogleeraren  te  Amsterdam  aan  Uwe  overweging 
^  te  bevelen : 

In  plaats  van  de  slotwoorden  >yde  Commissie  is  be- 
^oqid  enz.  te  lezen : 

igrDe  Commissie  is  alleen  op  grond  van  onbekwaamheid, 
(ongeschiktheid  of  onzedelijkheid  bevoegd  wijziging  van  het 
2ötal  te  vorderen. 


10 


//De  kerkelijke  richting  der  voorgedragenen  blijft  buiten 
hare  beoordeeling  ^  en  mag  in  geen  geval  oorzaak  van 
afwijzing  zijn.' 


}> 


Door  hetzelfde  lid,  tot  wijziging  van  art.  5  al.  i.  van 
het  voorloopig  aangenomen  Eeglement  op  de  kerspelvor- 
ming, dus  luidende: 

De  ondergeteekende  wenscht  het  onderstaand  amendement 
op  art.  5  van  het  Eeglement  op  Kerspelvorming  aan  Uwe 
overweging  aan  te  bieden. 

In  de  tweede  alinea  worden  na  onderteekende  verklaring 
ingelascht  de  woorden :  ff  met  opgave  van  hunne  gods- 
dienstige richting.^' 

Benoeming  vaiiCom-      De   na    te  melden  Commissien  worden  door  den  Presi- 
missiën.  jgjjt  benoemd: 

ter  zake  der  Verslagen  van  de  Provinciale  Kerkbe- 
sturen , 

de  heeren  Roodknyzen,  van  Buyl  en  Kronenberg. 

ter  zake  der  voordragten  van  de  Provinciale  Kerkbe- 
sturen voor  kleine  toelagen  uit  het  fonds  voor  noodlijdende 
kerken ,  alsmede  van  de  nagekomen  berigten  van  Classicale 
Besturen  omtrent  de  inkomsten  der  predikantsplaatsen ,  die 
toelagen  genieten  uit  het  fonds  tot  verbetering  der  schraalste 
predikantstractementen , 

de  heeren  van  den  Br  andeier ,  Jans  en  van  der  Veen. 

ter  zake  der  ten  voorgaanden  jare  voorloopig  aangenome 
veranderingen  in  Beglementen  en  de  in  de  buitengewone 
vergadering  dezes  jaars  voorloopig  aangenomen  veranderin- 
gen in  het  Eeglement  op  het  Hooger  Onderwijs  rakende 
de  verlangde  aanstelling  van  kerkelijke  hoogleeraren  te 
Amsterdam,  met  het  betrekkelijke  voorstel  van  den  heer 
Roodhuyzen , 

de  heeren  Overman ,  van  den  Brandèler  ,  Jans,  Douwes, 
en  van  Eerde, 

ter  zake  van  het  voorloopig  aangenomen  Eeglement  op 
de  kerspel  vorming  met  de  daaromtrent  ingekomen  adressen 
en  het  even  door  den  heer  Roodhuyzen  ingediende  voorstel, 

de  heeren  Gooazen^  van  der  Hoeve  ^  Westrik ,  Bruna 
en  van  Lakerveld, 

ter  zake  der  nieuwe  wetsvoorstellen, 

de  heeren  van  Buyl,  Alingk  Prins,  de  Man  en  van 
Eerde. 


11 

ter  zake  der  in  afschrift  toegezonden  uitspraak  van  het 
Provinciaal  Eerbestuur  van  ZuidhoUand  tot  ontzetting 
van  een  diaken  te  Herkingen, 

de  heeren  Overman  en  Bruna. 

De  V  ice-president  brengt  het  volgende  verslag  uit  be-  _^®"^*?  ^"  ^^^ 
treffende  het  onderzoek  van  de  Registers  der  ingekomen  ondenoek  van^deS^ 
eo  verzonden  stukken  en  van  den  Index.  gisters  der  ingekomen 

en  uitgegane  stokken. 

M.  H.! 

Yoldoende  aan  de  mij  opgedragen  taak  om  te  onder- 
zoeken de  registers  der  ingekomen  en  verzonden  stukken, 
eo  den  index ,   heb  ik  de  eer   te  berichten : 

dat,  sedert  de  sluiting  van  de  voorgaande  gewone  ver- 
gadering, zijn  ingekomen  878  stukken,  geregistreerd  sub 
110.39— 916  j 

dat  verzonden  zijn  537  stukken  n.1.  van  1  Juli — 26 
September  161;  van  4  October — 31  December  126;  van 
Uannari— 31  Maart  78;  en  van  2  April— 30  Juni  172; 

i&t  van  deze  allen  behoorlijk  aanteekening  gehouden 
en  ook  Je  index  bijgehouden  is. 

lic  aarzel  dan  ook  niet  U  te  adviseeren  om  den  Secretaris 
t6  betuigen  uwe  waardeering  voor  zijne  nauwkeurige  zorg, 
en  om  den  President  te  machtigen  de  registers  ten  blijke 
van  goedkeuring  te  teekenen. 

B.  A.   OvBEMAN,    Fice-president. 

Dit  verslag  wordt  voor  kennisgeving  aangenomen  met 
besluit  overeenkomstig  het  advies  het  daarbij  door  den 
Vice-president  gegeven   advies. 

Namens  de  Synodus  contracta  ter  zake  der  tegen  vier  Uitspraak  der  Syno- 
leden  van  het  Kerkbestuur  van  Gelderland  bij  ^e^^*  ^^^'^^^^'^^^^^ 
Buitengewone  Vergadering  der  Synode  ingebragte  bezwa-  provinciaal  KeAbe- 
ren  deelt  de  Secretaris  thans  de  in  deze  gedane  uitspraak  stuur    van  Gelder- 

ïnede  waarin  de  bezwaarden    hebben  berust,    luidende  als^*°^' 

'olgt: 

Be  Algemeene  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk 
üit  kracht  van  Art.  52  van  het  Reglement  voor  kerkelijk 
f^pzigt  en  tucht  naar  Art.  15  van  het  Algemeen  Reglement 
door  üitloting  tot  de  helft  harer  leden  verminderd; 

Gelezen : 


12 


Gelezen  : 

1.  Eene  kennisgeving  van  dr.  T.  K,  M.  von  Baum- 
Aauer,  President  van  het  Provinciaal  Kerkbestnar  van  Gel- 
derland^ dato  8  April  1880,  inhoudende,  dat  vier  leden 
van  genoemd  Bestuur  geweigerd  hadden  eene  gevallen  beslis- 
sing in  zake  de  ouderlingen  van  Dordrecht,  welke  naar 
Art.  38  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs  niet  bij  de 
aanneming  van  lidmaten  hadden  willen  tegenwoordig  zijn, 
te  onderteekenen,  gelijk  ook  uit  het  bij  de  Synodale 
Commissie  ontvangen  afschrift  van  de  bedoelde  beslissing 
blijkt; 

2.  Eene  door  de  genoemde  vier  leden,  zijnde  de  heeren 
K.  F,  Creulzberg,  C.  H.  ten  Harmsen  van  der  Beek , 
jhr.  W.  F.  Trip  van  Zoudtland  en  J.  Sprank  gezonden 
missive  aan  de  Kerkeraden  in  de  dassen  Arnhem, 
Nijmegen  en  Harderwijk,  dato  4  Febr.  1880,  waarin 
zij  kennis  geven  van  den  door  hen  gedanen  stap,  welke 
missive  door  den  heer  von  Baumhauer  als  Bijlage  werd 
ingezonden ; 

3.  Een  afschrift  van  het  verhandelde  in  de  Vergaderingen 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  op 
den  15den  en  29sten  Januari]  j.1.  gehouden,  voor  zoover 
het  op  de  Ouderlingen  van  Dordrecht  betrekking 
heeft; 

4.  Eene  nadere  toelichting,  dato  25  April  1880,  van 
den  heer  von  Baumhauer ,  omtrent  den  loop,  die  de  behande- 
ling der  Dordsche  kwestie  bij  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Gelderland  genomen  heeft; 

5.  Een  schrijven  van  de  vier  bovengenoemde  leden  van 
het  Kerkbestuur  van  Gelderland  bevattende  hunne 
verantwoording  aangaande  het  niet  onderteekenen  der 
minute. 

Gehoord : 

Het  verslag  van  de  Commissie,  benoemd  ten  einde  de 
ter  kennis  gekomen  verkeerdheid  door  raadgeving  en  teregt- 
wijzing,  voor  zoover  daarvoor  vatbaar,  in  den  geest  der 
broederlijke  liefde  uit  den  weg  te  ruimen; 

Overwegende : 

Wat  de  feiten  betreft: 

—  dat  de  beklaagden,  geroepen  om  als  leden  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  deel  te  nemen 
aan  eene  eindbeslissing  in  zake  de  ouderlingen  van  Dord- 
recht, wel  aan  die  beslissing  hebbeu  deelgenomen ,  doch 


IS 


daarna  hebben  geweigerd  de  minute  dier  beslissing  te  onder- 
teekenen ,  omdat  zij  zich  daarmede  niet  konden  vereenigen , 
op  grond  dat  de  ouderlingen  te  Dordrecht,  volgeus 
hunne  overtuiging  naar  pligt  en  geweten  gehandeld 
hebben ; 

—  dat  hoewel  zij  door  den  President  van  het  Provin- 
ciaal Kerkbestuur  van  Gelderland,  staande  de  Vergade- 
ring, op  het  onbehoorlijke  van  deze  wetsovertreding  gewe- 
zen waren ,  zij  evenwel  bij  hun  gevoelen  hebben  volhard , 
terwijl,  zoowel  uit  hunne  verantwoording  als  in  het  onder- 
houd met  de  Commissie  uit  de  Synode  gebleken  is  dat  de 
beklaagden  blijven  beweeren  tot  de  uitvoering  van  dit  vonnis 
met  te  hebben  kunnen  medewerken ; 

Wat  het  regt  betreft: 

--  dat  Art.  21  al.  2  van  het  Reglement  voor  kerkelijk 
opzigt  en  tucht ,  de  onderteekening  der  minute  eener  beslis- 
sing, door  alle  leden  die  daaraan  deel  hebben  genomen 
uitdrukkelijk  voorschrijft;  niet,  om  zulk  eene  beslissing 
wettig  te  doen  zijn ,  maar  om  te  doen  blijken  wie  al  dan 
niet  aan  haar  hebben  deelgenomen ; 

—  dat  ofschoon  de  vier  leden  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Gelderland  bezwaren  hadden  tegen  het 
Feroordeelen  van  mannen ,  die  ook  naar  hunne  beschou- 
wing pligtmatig  hadden  gehandeld,  van  hen,  nadat  zij 
overeenkomstig  hunne  roeping  aan  deliberatie  en  stemming 
hadden  deelgenomen  met  regt  kon  geëischt  worden  dat 
zij  door  bet  onderteekenen  der  minute  daarvan  bewijs 
gaven; 

—  dat  hoewel  de  vier  leden  gemeend  hebben  te  moeten 
handelen  naar  de  uitspraak  van  het  geweten,  toch  derge- 
lijk opzettelijk  verzuim ,  vooral  bij  leden  van  hoogere  Kerke- 
lijke Besturen  nimmer  kan  worden  goedgekeurd ,  als  zijnde 
zij  in  hunne  kerkelijke  betrekking  aan  de  kerkelijke  ver- 
ordeningen  gebonden; 

—  dat,  hoewel  hunne  weigering  blijkbaar  met  de  goede 
orde  in  strijd  is,  de  beklaagden  echter  in  hunne  verant- 
woording en  in  het  gesprek  met  hen  gehouden  uitdruk- 
kelijk verklaard  hebben  dat  zij  geen  verwarring  hebben 
rïlen  veroorzaken,  maar  meenden  juist  zoo  te  moeten 
iandelen  als  door  hen  geschied  is,  om  regt  en  orde  in 
de  Kerk,    welks   welzijn  hun  ter    harte    gaat,    te  hand- 


14 

Gezien  Art.  15  al.  5  Algemeen  Beglement  en  Artt.  4*, 
5,  19,  21,  28  al.  1,  31,  41,  52  en  53  Beglement 
voor  opzigt  en  tucht; 

Begt  doende  in  eersten   aanleg; 

"Verklaart  de  heeren  K,  F,  Creuizberg  ^  C.  H,  ten 
Harmsen  van  der  Beek,  jhr.  W,  F.  Trip  van  Zoudtlandt 
en  «ƒ.  Spronk  schuldig  aan  verzuim  in  de  uitoefening  hun- 
ner kerkelijke  betrekking  als  leden  van  het  Frov.  Kerk- 
bestuur van  Gelderland  en  past  op  hen  toe  het  eerste 
tuchtmiddel  genoemd  in  Art.  4  Beglement  voor  opzigt  en 
tucht,  nl.  eene  berisping. 

Beveelt,  dat  afschrift  van  deze  uitspraak  zal  gezonden 
worden  aan  elk  der  vier  beklaagden  en  aan  het  Provin- 
ciaal Kerkbestuur  van  Gelderland,  en  dat  zij,  zoodra 
zij  kracht  van  gewijsde  zal  erlangd  hebben,  openbaar  zal 
worden   gemaakt. 

Gedaan  te  ^s  Gravenhage  den  27sten  Mei  1880. 
Tegenwoordig,  behalve  de  heer  P.  Hofstede  de  Grroot, 
door  ongesteldheid  verhinderd,  al  de  leden  in  dezen  be- 
voegd: G.  Molenkamp,  President;  dr.  E,  F,  Kruijf, 
Praeadviseur;  8,  F.  van  Hasselt,  adviserend  lid  en  Secre- 
taris; H,  Q.  Janssen;  J.  C,  Verhoeff;  J.  AlingA  Prins; 
J,  Doutoes;  O,  J.  van  Lakerveld,  G.  W.  van  Eerde; 
ö.  van  Dutjl  G.JFzn. 

(Volgen  de  onderteekeningen.) 

De  mededeeling  wordt   voor   kennisgeving  aangenomen. 

Kennisneming  van  -^.an  de  orde  is  nu  het  Verslag  der  Synodale  Commissie 
het  Verslag  der  Syno-  rakende  het  beheer  van  den  Quaestor-generaal  over  alle 
dale   Commissie   om- Synodale   fondsen   in    zijn  geheel,    als    uit    den    aard  der 

trent  net    beneer  van        ii».  ■  ti*t  t         /^         >  i 

den  Quaestor-generaal  zaak  buiten  tegenwoordigheid  van  den  Quaestor-generaal 
in  zijn  geheel  en  he- te  behandelen,  voorkomende  in  bijl.  A  blz,  60  en  vol- 
trekkcUjk  besluiten,     ggjjjg    ^jj  jg   kennisneming  van  dat  verslag  wordt  in   de 

eerste  plaats  overeenkomstig  het  advies  der  Synodale  Com- 
missie besloten,  den  Quaestor-generaal  dank  te  betuigen 
voor  zijn  naauwgezet  en  ordelijk  beheer. 

Daarna  wordt  naar  het  advies  van  gemelde  Commissie 
achtereenvolgens  bij  kennisneming  van  de  medegedeelde 
memorie  van  toelichting  en  de  opmerkingen  der  Synodale 
Commissie  besloten  tot  goedkeuring  der  verschillende  reke- 
ningen behoudens  nader  besluit  omtrent  de  bij    het  fonds 


15 

f 

voor  noodlijdende  kerken  en  het  fonds  tot  verbetering  der 
schraalste  predikantstractementen  beschikbare    middelen   en 
het  van  de  voor  de  belangen  van  het  Godsdienstonderwijs  inge- 
zamelde gelden  te  maken  gebruik.    Verder  wordt  besloten 
de  uitkeering  van  de  Algemeene  Weduwenbeurs  voor   dit 
jaar  om  de  aangevoerde  reden   wederom  op  f120  vast  te 
stellen  j  terwijl  aangaande  de  mededeeling  ^an  den  Quaestor- 
generaal  omtrent  achterstallige  contributiën  voor  de  beurs , 
bk  H,  vooreerst  de  opmerking  noodig  wordt  geacht ,  dat 
ook  waar  geen   rijkstractement  genoten  wordt,  de  Itingen 
tijdens  de    vacature   der    betrokken    predikantsplaats   aan- 
spraak hebben  op  hare  inkomsten ,  doch  ten  andere  geoor- 
deeld wordt  dat  de  Bing  van  Stiens    niet  verpligt  kan 
worden   de    contributiën  voor    de  gemeenten  te  St.  Anna 
Parochie  en  Vrouwenparochie  te  voldoen,    aangezien   deze 
predikantsplaatsen   voor  het  oogenblik  van    alle  inkomsten 
verstoken    zijn,    en     gemelde     Bing    geenerlei    voordeden 
voor   de     waarneming     der     vacature    geniet,     en     nog 
ten  aanzien    van    het    vermelde    omtrent   de  gemeente  te 
Oldemarkt  nadere  inlichting  van  den  Ouaestor-generaal 
zal  gevraagd    worden.  Wat    de  overige   opmerkingen    der 
SjBodaïe  Commissie  betreft ,  deelt  de    vergadering  niet  in 
Iiare  meening  dat  de  in  de  rekening   der    Algemeene  kas 
voor  albums  en  notulenboeken  ten  behoeve  der  Kerkelijke 
hoogleeraren  voorkomende  post  ten  voorgaanden  jaren  gevoe- 
gelijk ten  laste  van  het  fonds  Hooger  Onderwijs  had  kun- 
nen gebragt  worden,    dewijl    destijds    nog  aan  de  Synode 
de  vrije  beschikking  over  de  bijdragen  der  studenten  niet 
was  toegestaan ,  maar   vereenigt  zich  de  vergadering  geheel 
met  hare  beschouwingen  omtrent  de  bedoeling  van  art.  8  van 
het  fieglenient  op  het  hulppensioenfonds ,  en  acht  zij  daarom 
dat  er  althans    v66r   1883  van  geene   verhooging  der  uit- 
keering sprake  mag  komen.  Tot  openbare  vermelding  der 
ingekomen    legaten    en  giften    wordt   in   overeenstemming 
met  het  advies  der  Synodale  Commissie  besloten ,  en  desge- 
lijks met  algemeene  stemmen  tot  het  doen  aanblijven  van 
i«  heeren    Schollen   en  Mom  in  hunne  betrekkingen  van 
Qioaestor-generaal  en  van  dien   secundus. 

Het  straks  door  den  heer  Segers  ingediende  voorstel  voowLT^n^deThecr 
tot  vervroeging  van  den  druk  der  Handelingen  van  de  Segen  tot  vervroeging 
Synode  wordt  nu  aanstonds  in  behandeling  genomen.   Bij  ^*?,^^°,.^^°^,.^®'Sy" 

°    ®  *'  nodale  Handelingen. 


16 


de  aanbeveling  van  zijn  voorstel  wijst  de  heer  Segerè  voor- 
namelijk op  het  groot  belang  y  dat  er  zoowel  voor  de  Kerk 
als  voor  de  Synode  zelve  in  gelegen  is  dat  met  het 
drukken  der  Handelingen  de  meeste  spoed  gemaakt  wordt^ 
en  geeft  zelfs  tot  nadere  toelichting  van  zijn  voorstel  als 
zijne  bedoeling  te  kennen^  dat  de  notulen  van  elke  zit- 
ting terstond  ter  perse  gelegd  worden  en  onmiddellijk  bij 
afzonderlijke  blaadjes  verspreid  worden^  ten  einde  bij 
de  Kerk  meer  belangstelling  te  wekken  in  de  werkzaam- 
heden der  Synode  en  eene  billijker  beoordeeling  van 
hare  besluiten  te  bevorderen ,  wat  hij  meent  vooral  in  den 
tegen woordigen  tijd  van  spanning  van  het  hoogste  gewigi 
te  zijn.  De  heer  Segers  erkent  gaarne  dat  het  van  den 
Secretaris  niet  is  te  vergen^  dat  hij  te  midden  van  alle 
werkzaamheden ,  die  voor  zijne  rekening  liggen ,  nog  met 
de  zorg  voor  de  correctie  en  de  verzending  dier  blaadjes 
belast  worde ;  maar  wil  hem  daarom  eene  verhooging  van 
bujreaugelden  toegekend  hebben  opdat  hij  zich  hiervoor 
de  onmisbare  hulp  kunne  verschafien. 

Bij  de  beraadslagingen  over  dit  voorstel  wordt  door 
onderscheiden  leden  aan  de  strekking  er  van  hulde  ge- 
daan ,  maar  tevens  op  de  groote  bezwaren  gewezen  ^  die 
aan  de  uitvoering  verbonden  zouden  zijn  ^  niet  het  minste 
van  financiëlen  maar  ook  van  technischen  aard^  terwijl 
de  maatregel  voor  de  Besturen  niet  noodig  wordt  geacht, 
omdat  de  Handelingen  in  den  regel  vroeg  genoeg  uit- 
komen, om  er  hen  zooveel  noodig  kennis  van  te  doen 
nemen ,  en  overigens  het  doel ,  wat  de  heer  Segera  beoogt, 
volgens  hen  voldoende  bereikt  wordt ,  wanneer  aan  den 
Vice-president  slechts  aanbevolen  wordt  zijn  wekelijksch 
verslag  van  de  handelingen  en  besluiten  der  vergadering 
zoo  volledig  mogelijk  te  maken,  terwijl,  wanneer  deze 
gewigtige  kwestien  betreffen ,  altoos  nog ,  zoo  als  vroeger 
meermalen  geschiedde  de  daarover  uitgebragte  rapporten 
afzonderlijk  zouden  kunnen  worden  in  het  licht  gegeven. 
Bij  enkele  leden  slechts  ondervindt  het  voorstel  warme 
ondersteuning,  als  volgens  hen  tegemoet  komende  aan 
veler  wensch,  dat  de  zittingen  der  Synode  in  het  open- 
baar worden  gehouden.  Met  den  voorsteller  meenen  zij 
dat  de  financiële  bezwaren  niet  opwegen  tegen  het  belang 
der  zaak,  of,  wanneer  het  dagelijks  uitgeven  der  notulen 
niet  te  weerspreken    moeijelijkheden  moge  opleveren,  wordt 


17 

van  hunne  zijde  in  overweging  gegeven,  onder  anderen, 
aan  eene  commissie  uit  de  vergadering  op  te  dragen,  een 
uitgebreid  verslag  te  stellen,  met  behulp  van  een  rap- 
porter  bij  de  zittingen ,  en  dat  verslag  op  te  nemen  in 
een  bijblad  van  de  Kerkelijke  Courant,  waartegen  echter 
vooral  deze  bedenking  wordt  ingebragt ,  dat  in  de  daaraan 
verbonden  kosten  bezwaarlijk  zou  kunnen  voorzien  worden. 
Intusschen  wordt  door  den  President  gevraagd  of  de  vergade- 
ring verlangt  dat  het  voorstel  aangehouden  en  alsnog  in  handen 
eener  Commissie  gesteld  worde.  Yan  de  zeventien  leden 
verklaren  zich  tien  daartegen,  omdat  naar  hunne  meening 
de  zaak  geene  toelichting  eener  Commissie,  na  de  gehou- 
den beraadslagingen,  noodig  heeft.  Het  voorstel  wordt  daarop 
in  stemming  gebragt  en  met  dertien  tegen  vier  stemmen 
^etworpen. 

Bierna  wordt   het  voorstel   van  den  heer  van  den  Bran-     Als  voren,  van  het 
deler  aan  de  orde  gesteld.  De  voorsteller  verklaart  weinig  l'^^^^^r^}!'^ 
te  voegen  te  hebben  bij  hetgeen   hij  reeds  tot  toelichting  betreffende  het   met' 
en  aanbeveling    van   zijn    voorstel    gezegd    heeft.   Volgens  officieel    gedeelte  der 
,  hem  gaat  het  niet  aan ,  dat  een  weekblad  dat  door  velen ,  ^«•*^'*>'**  Courant, 
I  ook  naar  zijn  titel ,  als  een  officieel  orgaan  van  de  Neder- 
landsche  Hervormde  Kerk  beschouwd  wordt ,  en  zulks  niet 
zoDder  grond,   omdat    voor  de    benoeming  ook    van  den 
redacteur  de  goedkeuring  der  Synode  vereischt  wordt ,  eene 
bepaalde  kleur  heeft  en  is  het  inzonderheid  bij   den  tegen- 
voordigen  strijd   der  partijen  gewenscht ,    dat  het  zich  van 
alle  inmenging  in  dezen  strijd  onthoude.  Het  voorstel  wordt 
echter  slechts  door  twee   leden  ondersteund.  De  bedenkin- 
gen ,  welke  van  de  zijde  der  andere  leden  tegen  het  voor- 
stel worden   ingebragt,  komen  voornamelijk  hierop  neder: 
vooreerst  dat  de  voorstelling  als  of  de  Kerkelijke  Courant 
20U  moeten  gelden  als  officieel  orgaan  der  Hervormde  Kerk 
of  der  Synode  volstrekt  ongegrond  is ,  dewijl  daarin  officieel 
en  niet-officieel  duidelijk  onderscheiden  wordt  en  de  goed- 
waring  van   de   benoeming    van    den    redacteur    volstrekt 
^^ct  in  zich  sluit  dat  deze  aan  de  Synode   verantwoorde- 

1*'L  ••  . 

^5*  zou  zijn;  dat  de  Kerkelijke  Courant  niet  het  eigen- 
dom van  de  Synode  maar  van  eene  particuliere  firma  is , 
|Qf  de  Synode  zich  derhalve,  ook  volgens  het  contract, 
Wet  mag  mengen  in  de  zamenstelling  van  het  niet- 
omcieel  gedeelte ,  en  dat  ook  een  volstrekt  kleurloos  blad 
uoch  mogelijk    noch  voor  het  belang   van  het  debiet  ge- 


18 

wensokt  is ,  maar  dat  ook  de  wijze  waarop  het  niet-officieel 
orgaan  geredigeerd  en  ingerigt  is  geen  voldoende  grond 
geeft  om  over  eenzijdigheid  en  partijdigheid  te  klagen. 
Na  sluiting  der  beraadslagingen  wordt  het  voorstel  dan 
ook  met  veertien  tegen  drie  stemmen  verworpen. 

Sluiting  der  tweede      De    vergadering  wordt    hierna   tot    morgen  voormiddag 
zifting.  tien  uur  verdaagd,  waarna   de  zitting  gesloten  wordt. 

J.  J.  L.  LuTi,  President. 


DERDE  ZITTING. 

Zatnrdag  den  248teii  Julg  1880. 

De  heeren  Alingh  Prins  en  Dikema  afwezig. 

Na  opening  der  zitting  worden  de  notnlen  der  zitting  Opening  van  de  derde 
Fan  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  atüng. 

Na  kennisneming   alsnog  van    den   door   de  Synodale    Ooedkearing  van  het 
Commissie  bezorgden  Staat   der    Algemeene  kas  over   het  ^?*'.^®  ^^ïf^^'"'!'! 

io«rt  T      .  11        .  1  Cl,     .  .    .  miasie  gestelde   berigt 

jaar  1879  wordt  tot  goedkennng  van  dezen  Staat  en  tot  van  den  Staat  der  Alge- 
verzending   er    van    aan    de  Kerkeraden  en  de  kerkelijke  mecne  kas. 
administratien  besloten. 

i^an  de  orde  is  de  zamenstelling  van  een  gros  van  Gros  van  predikan- 
predikanten  en  ouderlingen  tot  vervulling  der  openvallende  **"  yerTuuT^°^êrTg 
plaatsen  bij  de  Synodale  Commissie.  Als  nu  zulk  een  de  Synodale  Commissie 
gros  opgemaakt  is ,  wordt  voor  de  aanvulling  tot  het  openvallende  plaatsen, 
begin  der  zitting  van  aanstaanden  Dingsdag  gelegenheid 
gegeven,  om  als  dan  na  de  pauze  tot  vorming  van  de 
noodige  drietalleii   over  te  gaan. 

Tot  lid    van    het    Algemeen    CoUegie    wordt    de  heer     Benoemingen    voor 
Bfuna  benoemd ;  tot  zijn  plaatsvervanger  ^^  ^^^t  Bouwes.)'^^^^''^''^^'' 

Onderscheiden  stukken,  behoorende  tot  de  rubriek  van     Berigten  omtrent  de 
leinisgevingen    worden  ter  tafel  gebragt,   als  in  de  eerste  ^"Srvaa'voor! 
plaats  van  onderscheiden  Kerkbesturen  omtrent  benoemingen  dragt   voor   de  aan- 
tot  vervulling  van   opengevallen  plaatsen  bij   de  commissie  stelling  van  kerkelijke 
van  voordragt    voor  de  benoeming  van  Kerkelijke  Hoog-   ^^K^^'*^®"- 
Wen,   gereg.    onder  n^  120,  131,  142,  225,  472, 
^  «n  2;  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- 
land,  aftreding    in    1880,     wegens  het  overlijden  eerst 
^an  Dr.  J.  Witkop ,  daarna  van   Dr,  F*  J-  J .  A.  Junius, 
toHid  C.  H.  ten  Harmsen  van  der  Beek,    predikant    te 
Aalburg,    en     tot    diens   secundus    Jhr.    W.    F,    Trip 
vün  Zovdélandi  f  pred.  te   Hat  tem;  door  het  Provinciaal 


20 

Kerkbestuur  vau  Friesland,  aftreding  in  1881 ,  wegens 
het  overlijden  van  Dr.  J.  P.  Eacher  ^  tot  secundus 
van  het  lid  J.  Alingh  Prins,  J.  P.  Bruinwold  Rie- 
del, pred.  te  Waaxens;  door  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Overijssel;  aftreding  in  1882,  wegens  het 
vertrek  van  </.  W,  Kautzman  tot  secundus  van  G, 
Bruna,  als  lid  opgetreden,  H.  C.  JuUgius,  pred.  te 
Deventer;  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gro- 
ningen, aftreding  in  1883  tot  secundus  van  J,  Douwes, 
wegens  het  overlijden  van  Dr.  A,  T.  Reitêman ,  die  her- 
kozen was ,  voor  dezen  als  lid  opgetreden ,  8,  Cool- 
haas  van  de  Woude ,  predikant  te  Meeden;  door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Drenthe,  aftreding  in 
1882,  tot  lid  G.  IF.  van  Eerde,  predikant  te  W es- 
te  rbork,  en  tot  diens  secundus  Dr.  J.  Offer Aaus ,  pre- 
edikant  te  Eelde,  en  door  de  Waalsche  Oom  missie, 
aftreding  in  1882  tot  lid  C.  G.  Chavannes ,  predikant 
te  Leiden,  en  tot  diens  secundus  M.  A,  Perk,  predi- 
kant te  Amsterdam. 

Alle    deze    berigten    worden    voor    kennisgeving  aange- 
nomen. 

Mededeeling&n  vaa      Ook     worden    voor    kennisgeving    aangenomen     eenige 

be8t^'^°^*r*°^^z^^*^d  °^®^^^^^^^"S®"  ^^"  ^®^  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid- 
holland rakeade  de  l^olland  rakende  de  zaak  der  geschorste  Dordtsche 
zaak  der  geschorste  ouderlingen  bij  schrijven  van  25  Mei,  gereg.  onder  n'. 
wn^''^^    °"^^^"508  en   van  18  Junij ,  gereg.  onder  n\  574,  behelzende 

in  de  eerste  plaats  een  afschrift  van  eenen  brief  van  de 
HH.  W,  Zegers  en  Jac.  Eigeman ,  Praeses  en  Scriba  van 
het  Classicaal  Bestuur  van  Dordrecht  en  van  A,  G.  van 
Hoogenhuijze ,  predikant  te  Dordrecht,  houdende  in 
hoofdzaak  berigt,  dat  de  geschorste  ouderlingen  passief 
wenschen  te  zijn  en  daardoor  van  vergadering  houden  met 
hen  geen  sprake  meer  behoeft  te  wezen ;  in  de  tweede  plaats 
afschrift  van  een  schrijven  van  het  Kerkbestuur  aan  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  van  1 6  Mei, 
waarin  het  dit  kerkbestuur  in  overweging  geeft  de 
schorsing  van  bedoelde  ouderlingen  op  te  heffen,  en  in 
de  derde  plaats  afschrift  van  het  antwoord  van  laatstge- 
noemd Kerkbestuur  van  27  Mei,  waarin  het  de  redenen 
meldt,  waarom  het  bezwaar  maakt  om  aan  het  voorstel 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  ge- 
volg te  geven. 


lingen. 


21 

Ter  zake   van  twee  afschrifteü  van  door  de  Provinciale     Besluit    tot   over- 
Kerkbestaren    van     Drenthe  en  Noordbrabant  met  J^'^°^^8^^f^^ 

Limbarg  naar  art.  5  van  het  Reglement  op  de  Classicale  Provinciale  weduwen- 
en  Provinciale    Weduwenbeurzen    ingezonden    rekeningen  l)eur7en  tot  de  Synodale 
van  de  Weduwenbeurzen    van    het  ressort ,    gereg.  onder  C°""»»«- 
ii\  588  en  622,  wordt  besloten  tot  overbrenging  naar  de 
Spodale  Commissie ,  waaraan  zij  ook  geadresseerd  zijn. 

Hierna  wordt  gelezen  eene  door  het  Classicaal  Bestuur  van     Berigt  van  het  Clas- 
Leeuwarden    bij  geleidende  van  26  April ,  gereg.  onder  ^^|,^^]"/;   J^» 
i\^  423,  in  afschrift  medegedeelde  acte  van  splitsing  van  de  trent  de  splitsing  der 
gemeente  te    Be  rgum     naar   welke  Bergumerheide  gemeentetcBergum. 
daarvan  gescheiden    en  als  afzonderlijke  gemeente  erkend 
is  geworden.   Het  stuk  wordt  voor  kennigeving  aangenomen 
met  holde  aan   de  groote   zorg  waarmede  deze  scheiding 
door  het  Classicaal  Bestuur  is  tot  stand  gebragt. 

Ook  wordt   gelezen  een  berigt  van  het  Classicaal  Be-     Berigt  van  het  Clas- 
stuur  van  Winschoten   van  11  Junii,  gereg.   onder  n^  ti^"*^    ?«**"'^    ^^° 

riQ        .      .  j     •  T  1    'j'  1     vVinschoten     om- 

ö4ö,  omttent  eene  verandering  der  grensscheiding  van  de  t^ent  de  grensscheiding 
gemeenten  te  Nieuwolda  en  Woldendorp.  Dewijl  der  gemeenten  te 
uitdaUerigt  echter  niet  blijkt ,  of  bij  deze  grensscheiding  NJenw^ 

de  wetteJijie  voorschriften  zijn  in  acht  genomen,  besluit 
de  vergadering  het  Classicaal  Bestuur  uit  te  noodigen , 
hiervan  nader  te  berigten. 

Met  schuldige  waardering  wordt  aanvaard  ten  behoeve     Ontvangst  van  het 
van  het  archief   eene  daarvoor  door  het   Provinciaal  Col- ^^^'^"^^^^^ 
legie  van  toezigt    in  Noordholland  bij    schrijven  van  Junij  toUgna  van  eene 
11.  zonder  dagteekening ,    gereg.    onder  n".   599  gezonden  teekeningderoude kerk 
scletsof  teekening   van  de  gesloopt  wordende  oude  kerk*®  Gidsland. 
fflet  toren  te  Midsland  op  Terschelling. 

Met  belangstelling  wordt  insgelijks  kennis  genomen  van     Berigt  van  den  Ker- 
^De  mededeeling   van    den  Kerkeraad  der  Kederduitsche^fc»*^  *e  Nijmegen 

Hervormde  gemeente  te  Nijmegen  dd.  26  Junij . gereg. -^TteU'STd:: 
öMern».  609,  omtrent  zijn  besluit  om  voor  het  verschafien  dienstonderwije. 
^anklpmiddelen  bij  het  Godsdienstonderwijs  op  den  laatsten 
bondag  der  maand  Augustus  en  den  eersten  Zondag  van 
de  maand  September  eene  collecte  te  houden ,  ten  einde 
^6  verschillende  rigtingen ,  elk  voor  zich  in  staat  te  stellen 
'"  te  het  hunne  te  doen.  Het  daarbij  gevoegd  dringend 
verzoek,    dat    toch  door  de  Synode  al  het  mogelijke  ge- 


22 

daan  worde  om  de  predikanten  aan  te  manen  tegenover 
hunne  catechisanten  zelven  met  catechisatiebussen  als  an- 
derzins  al  datgene  te  doen  wat  hier  hunne  hand  vindt 
om  te  doen,   wordt  in   overweging  gehouden. 

Overgang  tot  de  Vervolgens  wordt  gelezen  een  berigt  van  het  Classicaal 
oi^e  van  dea  dag  ter  Bestuur  van  Harderwijk  van  7  Julij,  gereg.  onder  n°. 
oordeerva™  de  ^classis  ^^^»  houdende,  dat  het  de  opdragt  van  de  Classicale 
Harder  wijk  over  de  Vergadering  gekregen  heeft,  /yals  unaniem  vandegeheele 
uitspraken  vaii  de  Pro-  Vergadering  uitgaande  //het   volgende  aan   de  Synode  over 

vinciaie   jverKoestiiren  .      * 

van  Gelderland  en  «ie    brengen: 

Zu i d h o  11  a n d  en  ,/ De  Classicale  Vergadering  van  Harderwijk  geeft 
de^za^^  d"^^*  rakende  {j^rg  afkeuring  te  kennen  over  de  uitspraken  van  de 
Dordsche  ouderlingen^  Provinciale  Kerkbesturen  van  Gelderland  en  Zuid- 
holland aangaande  de  Dordsche  kwestie  en  over  de 
handelingen  der  Synode  aangaande  de  HH.  leden  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland,  die  teregt 
bezwaar  vonden  in  de  onderteekening  van  het  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  gevelde  vonnis  over  de  handelwijze 
der  Dordsche  ouderlingen,  en  gaat  over  tot  de  orde 
van  den  dag/^ 

Zonder  hoofdelijke  stemming  wordt  besloten  ten  aanzien 
van  deze  mededeeling  ook  over  te  gaan  tot  de  orde  van 
den  dag. 

Boekgeschenk.  Als    boekgeschenk  wordt  gaarne  aanvaard  een  door  den 

uitgever  G,  Halff  te  Nieuwe  Niedorp  gezonden  exem- 
plaar eener  brochure,  getiteld  uBe  beste  wijze  van  arm- 
verzorging  in  Nederland,'^  Aan  het  verzoek  evenwel  in  den 
geleideuden  brief  van  14  Julij,  gereg.  onder  n**.  898, 
vervat,  om  dit  werkje,  na  kennisneming  van  den  inhoud, 
aan  de  Kerkeraden  aan  te  bevelen  oordeelt  de  Vergade- 
ring niet  te  zullen  kunnen  voldoen,  als  tot  zulke  aanbe- 
veling niet  geroepen. 

Kennisneming   van      Overgaande    tot   de    kennisneming    van  het  verslag  der' 
het  verslag  der  Syno- Synodale   Commissie  betreflende  aaneeleffenheden   van   ver-' 

dale  Commissie  raken-      v-n      j  j       u"i     t>  j.    j  j     • 

de  de  uitvaardiging  van  schiUenden  aard,  bijl.  B,  neemt  de  vergadenng  ,  voor  zoo- 
vastgestelde  Reglemen-  veel  noodig  met  goedkeuring,  voor  kennisgeving  aan  het 
Jr  ^hiJ^7r°R7\?  ^^^  86—88  voorkomende  berigt  rakende  de  uitvaardiging 
menten.       ^      ^^^'  ^^^    ^et   herzien    Reglement  op  het  examen  ter  toelating 

tot  de  Evangeliebediening ,  van  het  Eeglement  op  de  Clas- 
sicale en  Provinciale  Weduwenbeurzen  en  van  de  veran- 
deringen in  enkele  andere  Reglementen. 


£8 

Dat  de  Synodale  Commissie  naar  de  mededeeling  op  blz.     Goedkeuring  van  de 
88  de  tabel  voor  de  verslagen  der  examina  in  overeenstem- 5"^"^°^ '7^*  **5®^ 

,  r        1        •         T»     1  ^°**^  "®  verslagen  der 

ming  heeft    gebragt    met  net    herzien   Eeglement  op  het  examina, 
examen    wordt   algemeen  goedgekeurd  ^  als  ook  dat  zij   de 
inrigtiiig  van  die  tabel  overigens  onveranderd  heeft  gelaten. 

Toorts  wordt  de   Synodale  Commissie  om  de  daarvoor      Diiigent-verklaring 
blz.  8é,  89  aangevoerde  redenen  gaarne  diligent-verklaard  ^5' ^'^y^P^f^*' ^T""" 

T.  n  n   '  iAi.i_^i-i_  1      «ie  voor  het  opgedragen 

voor  naar  nader  advies  zoowel  omtrent  het  beheer  der  j^a vies  rakende  het  be- 
kerkelijke  goederen  als  ter  zake  der  behartiging  van  het  heer  der  kerkelijke  goe- 
behoud  van  bepalingen  tot  instandhouding  van  een  ^eke- ?"*°®°^®*^^°"?^*" 

,M,    1  .  j  bepahngen  tot  instand- 

lljkschen    rustdag.  houding  vanden  weke- 

lijkschen  rustdag. 

Na  de  behandeling  van  het  eerste  punt  werd  nog  met     Besluit  tot  overbren- 
belangstelling    kennisgenomen    van    een    door  het  Provin- S"^  V-J .  ^^  Synodale 

.    ,  °,,    ,  ,  °  ^  Tl    •       1         1  I         1  ï    Commissie  van  een  ver- 

ciaai  Kerkbestuur  van  friesland  aanbevolen  verzoek  zoek  van  het  Classicaal 
van  het  Classicaal  Bestuur  van  Praneker,  vervat  in  Bestuur  van  Fran e- 
zijn  schrijven    van    15   Junij,  gereg.   onder  n°.  596,  om  Jj"*?*  ^^^,^"K/*° 

J        ,    •       ,       ...        ,  X     u  iT    i-  j  4   j  •  .  liet  belang  der  kostenj- 

ae  zaak  der  kostenjgoederen  te  behartigen  opdat  deze  niet  goederen, 
van  hnnne  oorspronkelijke  bestemming  worden  vervreemd , 
zooals  naar  aangehaalde  voorbeelden  in  sommige  gemeenten 
van  het  ressort  dreigt  te  geschieden.  Daar  dit  verzoek 
aanstonds  door  eenige  leden ,  als  naar  hun  oordeel  alleszins 
tijdig,  zeer  ondersteund  wordt,  doch  in  deze  ligt  een  veel 
omvattend  onderzoek  noodig  zal  zijn^  wordt  zonder  hoof- 
delijke stemming  besloten  het  belangrijke  stuk  in  handen 
te  stellen  van  de  Synodale  Commissie,  met  magtiging 
om  te  doen  wat  zij  voor  het  belang  der  zaak  noodig  zal 
oordeelen. 

De  vergadering   wordt   vervolgens   tot   Maandag   a.   s.     siuitiog  der  derde 
voormiddag   elf  uur    verdaagd   en  de   zitting  daarop  met  fitting, 
dankzegging  gesloten. 

J.  J.  L.  LüTi,  President, 


VIERDE  ZITTING. 


Maandag    den    26sten   Julij  1880. 

De  Quaehtor-generaal  tegenwoordig. 

Opening  der  vierde      Nadat  de  zitting  door  den  President  met  gebed  geopend 
^**^^8-  is,  worden  de  notulen  der  zitting  van  jl.  Zaturdag  goed- 

gekeurd. 

Dankbetuiging   aan      Naar  de  jl.  Vrijdag  genomen  besluiten  wordt  den  Quaes- 
den  Quaestor- generaal  tor-sreneraal    namens   de   Verffadering   door   den   President 

011  mededeeling  van  net  iii..i  ••  .  jvili. 

besluit    omtrent    zijn  "*^^  betuigd   voor  Zijn   naauwgezet  en  ordelijk  beheer  en  , 
aanblijven.  onder  mededeeling  dat  zijne  rekeningen   zijn  goedgekeurd 

de  algemeene  wensch  te  kennen  gegeven,  dat  hij  zich 
met  het  beheer  der  fondsen  moge  blijve  belasten.  De 
Quaestor-generaal  verklaart  zich  hiertoe  gaarne  bereid. 

Voorstel  van  de  hh.      De  heer  Westfik  dient  mede  een ,  ook  door  de  heeren  Segers 
»'«/«ƒ  c.  8.  tot  herstel  en  ^^^  rfö«  jBrawflfe^(?r  onderteekend  voorstel  in  tot  herstelling 

art.  38  van  het  Regie-  ^*"  ^®  vroegere  redactie  van   artt.   38   van  het  Reglement 
ment  op  het  Godsdienst- op  het  Godsdienstonderwijs,  luidende  als   volgt: 
onderwijs.  „Met   gevoel    van    diepe    smart    de  steeds  breedere  en 

diepere  kloof  in  onze  Vaderlandsche  Kerk  aanschouwende, 
waardoor  de  zonen  derzelfde  oorspronkelijke  Moeder  ver- 
deeld en  gescheiden  worden ,  omdat  het  verschil  niet  zoozeer 
bijzaken  raakt,  maar  geest  en  hoofdzaak,  niet  zoozeer  op 
meeningen  en  opvattingen  betrekking  heeft,  maar  op  be- 
ginsel en  grondslag,  ja  eigenlijk  op  de  vraag  neerkomt: 
belijdt  gij  den  Christus  naar  de  Schriften  of  ontkent  gij 
Hem  als  zoodanig; 

/r/ verder  met  ernst  overwegende,  dat  de  belijdeniskwestie , 
die  het  vorige  jaar  schier  de  gansche  Kerk  in  beroering 
gebracht  heeft,  door  de  vereenigde  en  afmattende  pogin- 
gen van  Synodale  Commissie  en  van  Synode  zelfs  niet 
gesust  en  gebluscht  is,  maar,  wel  verre  van  door  de  kracht 
der  waarheid  op  de  conscientiën  beslist  te  zijn,  veeleer 
onder  de  asch  rustende  en  smeulende  blijft; 


25 

yeindelijk  niet  zonder  grond  vreezende,  dat  ook  het 
voorloopig  aangenomen  Eeglement  van  kerspel  vorming^  of- 
schoon met  de  beste  bedoeling  ontworpen ,  om  nl.  éénheid  ^ 
vrede  en  liefde  onder  alle  partijen  in  één  zelfde  kerkver- 
band te  bevorderen ,  tot  grootere  verdeeldheid  ^  verwarring 
en  verzet  in  gemeenten  en  bij  besturen  zal  leiden ,  indien 
het  onverhoopt    mocht   worden  vastgesteld  en  uitgevoerd; 

/rom  al  dergelijke  redenen  achten  de  ondergeteekenden 
zich  niet  voor  den  Heer  der  gemeente  en  dat  deel  der 
Kerk,  dat  hen  afvaardigde,  verantwoord,  zonder  in  Uwe 
achtbare  Vergadering  het  volgende  voorstel  ter  tafel  te 
brengen. 

^De  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  her- 
stelle  art.  38  Beglement  Godsdienstonderwijs  in  den  vorm 
van  voor  15  Januari  1879,  en  make  provisioneel  bv. 
gedurende  een  tijdperk  van  10  jaren  geene  veranderingen 
in  de  r^lementen  betreffende  de  belijdenis ,  ten  einde  op 
deze  wijs,  zonder  verdere  gewaagde  proeven  te  nemen,  het 
kranke  lichaam  der  Kerk  aan  de  leiding  van  den  Geest 
der  waarheid  over  te  geven ,  en  den  tijd  voor  te  bereiden 
tot  vertegenwoordiging  der  Kerk  in  eene  buitengewone  Sy- 
node, gekozen  door  de  Classicale  Yergaderingen  als  grond- 
vergaderingen der  Kerk/^ 

Het  voorstel  wordt  in  handen  gegeven  van  de  Com- 
missie ter  zake  der  belijdeniskwestie. 

Nog  wordt    door    den    heer  Segers  naar  aanleiding  der     Voorstelvandenhcer 
jl.  Zaturdag    gelezen    mededeelingen    van   het  Provinciaal  %«•«  tot  bevordering 

Kerkbestuur  van  Zuidholland  aangaande  zijne  vergeef- ,trr«h:.:&'*"d'2 
sche  pogingen    om    bij    het   Provinciaal   Kerkbestuur  van  Dordtsche  ouderlingen. 
Gelderland   de  ophefBug  van  de  schorsing  der  Dordtsche 
oaderlingen    te    bewerken,  het   volgende  voorstel  ter  tafel 

gebragt. 

«fDe  Algemeene  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk  kennis  gekregen  hebbende  van  de  poging  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  aangewend  om 
Mowel  in  het  belang  der  Hervormde  gemeente  te  Dordt 
^^  van  den  vrede  in  de  geheele  Kerk  de  schorsing  van 
^Ne  ouderlingen  te  Dordt  opgeheven  te  krijgen,  en  van 
"e  weigering  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gel- 
derland om  aan  dien  treurigen  toestand  een  einde  te  maken. 

yOverwegende  dat  1®.  de  oorzaak  van  het  gerezen  ge- 
schil, 2<*.   de  onberekenbare  gevolgen  eener  schorsing  van 


26 

den  bijzonderen  Kerkeraad  in  zulke  aanzienlijke  gemeente^ 
8**.  de  rechtmatige  ergenis ,  bij  velen  gewekt  door  de  ver- 
oordeeling van  mannen^  die  ter  goeder  trouw  gedreven 
waren  door  oprechte  liefde  voor  de  belijdenis  der  Kerk 
en  gehoorzaamheid  aan  Gods  H.  Woord  ^  4^  de  pogingen 
door  de  buitengewone  Synode  aangewend  om  door  wijzi- 
ging van  art.  38  Reglement  Godsdienstenderwijs  dergelijke 
moeijelijkheden  in  het  vervolg  te  voorkomen,  het  bestuur 
tot  gematigheid  en  vredelievendheid  had  moeten  stemmen; 

//spreekt  haar  leedwezen  uit  over  de  weigering  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  om  de  schor- 
sing op  te  heffen,  en  den  wensch  dat  voornoemd  bestuur 
alsnog  besluiten  moge  aan  den  ondragelijken  toestand  te 
Dordt  een  einde  te  maken." 

Dit  voorstel  wordt  voorshands  ter  inzage  der  leden  gelegd. 

Besluit  om  v^r  de  Aan  de  orde  is  het  verslag  der  Synodale  Commissie 
behandeling  van  de  aangaande  de  financiële  aangelegenheden ,  met  name  in  de 
dXcommissie^etre^f- ®^  plaats  van  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en 
fende  gevraagde  sabsi-  personen ;  doch  als  reeds  kennis  was  genomen  van  het 
dien  het  verslag  dier  |jgj,jgf    rakende  de  Correspondenten  voor  de  hulpvragende 

Commissie  omtrent  het  .  ii       »  -i      i        i       •  -i     i        i  m 

fonds  van  de  Bijbelver- gemeenten,  blz.  7 ,  en  nu  de  berekening  van  de  beschik- 
taling  en  den  Vervolg-  bare  middelen  voor  de  toekenning  van  groote  toelagen  ter 
bundel   ter   hand  te  j^^,j j   ^ou   worden  genomen ,  geeft  de  Secretaria  in  over- 

nemen  ^    o 

weging  om  vooraf  het  verslag  der  Commissie ,  rakende  het 
fonds  van  de  Bijbelvertaling  en  den  Vervolgbundel  op  de 
Evangelische  gezangen  ,  voorkomende  op  blz.  45 ,  46  ^  aan 
de  orde  te  stellen.  De  Secretaria  meent,  dat  alsdan  de 
bijdrage  uit  dat  fonds  ten  behoeve  van  het  fonds  voor 
noodlijdeiide  kerken  en  personen  nog  iets  ruimer  zal  kun- 
nen genomen  worden  dan  door  de  Synodale  Commissie 
werd  voorgesteld  en  hierdoor  gelegenheid  zal  gegeven  wor- 
den om  sommige  voorgedragen  subsidiën,  die  wegens  ge- 
brek aan  de  vereischte  middelen  moesten  worden  inge- 
krompen, meer  met  de  gebleken  behoeften  in  overeenstem- 
ming te  brengen.  Het  voorstel  wordt  algemeen  goedgekeurd. 

Kennisneming  van  Als  dan  nu  bedoeld  verslag  omtrent  het  fonds  van  de 
het  verslag  der  Com-  Bijbelvertaling   en   den  Vervolgbundel  op  de  Evangelische 

missie  omtrent  even-      '*  i.i.j  ji.  «jx        «  j.        i     ^« 

genoemd  fonds;  beslui- gezangen  ter  hand  genomen  wordt,  wordt  eerst  gelezen 
ten  omtrent  het  intns-  wat  de  Commissie  mededeelt  omtrent  de  inkomsten  van 
schen  ingekomen  rap-  j^g^.    fonds    en   daarbij  kennisgenomen   van  het  ingekomen 

CommissTe  rakciSë  he°t  berigt  van  de  Bijbelcompagnie  van  8  Julij,  gereg.  onder 


27 

11*.  760,  houdende  dat  het  aangewezen  bedrag  van  ƒ  95,16  door  haren  Secretaris 
wegens    de    geteekende    titels    van   de    vertaling   van    het  8^^^^^^^^^^^^^ 
Nieuwe   Testament   over   het   verloopen  halfjaar  tegen  het  ü^he  Gezangen  en  het 
einde    der    maand    beschikbaar  is,  en  wordt   nu  besloten  gebruik  der  bij  hetfouds 
den   Quaestor-generaal    tot    de  ontvangst  dezer   gelden  te  ^^J^°^^  ^ J°^^ J 

magtigen.  dende  kerken  te  verlee- 

Na  kennisneming  vervolgens  van  hetgeen  de  Commissie  nen  subsidiën. 
meldt  ten  aanzien  van  de  beschikkingen  over  de  inkom- 
sten van  het  fonds  ^  wordt  gelezen  een  ter  tafel  gebragt 
schrijven  van  de  Commissie  van  toezigt  op  den  druk  en 
de  uitgaaf  der  Evangelische  gezangen  van  24  Junij^  ge- 
reg.  onder  n®.  581 ,  waarbij  het  door  haren  Secretaris  Dr. 
B,  Glasius  bezorgde  rapport  van  het  hem  door  de  Com- 
missie opgedragen  onderzoek  naar  de  auteurs  der  Gezangen 
overeenkomstig  de  uitnoodiging  der  Synode  aangeboden 
wordt  naet  berigt,  dat  de  Commissie  eene  door  haar  ge- 
authentiseerde  naamlijst  zoo  als  die  in  het  rapport  voor- 
komt aan  de  Uitgevers  der  Evangelische  Gezangen  heeft 
doen  toekomen  om  door  hen  in  het  vervolg ,  naar  de  daar- 
omtrent gedane  toezegging^  achter  de  uitgaven  der  Evan- 
gelische Gezangen  geplaatst  te  worden.  De  Secretaris  van 
Hasselt  voegt  daaraan  als  President  der  Commissie  nog 
toe,  dat  de  heer  Glaaius  geene  moeite  heeft  ontzien  om 
naar  den  wensch  der  Synode  een  zoo  naauwkeurige  en  be- 
trouwbare naamlijst  van  de  auteurs  te  verkrijgen,  als  bij 
de  schaarste  van  geloofwaardige  bronnen  maar  immer  mo- 
gelijk was  en  stelt  nu  voor  dat  het  belangrijk  rapport  als 
bijlage  van  de  notulen  dezer  zitting  moge  gedrukt  worden 
en  ondersteunt  zeer  het  bovendien  door  den  heer  Overman 
gedane  voorstel  om  den  heer  Glasius  als  blijk  van 
waardering  van  zijnen  arbeid  daarvoor  uit  het  fonds  een 
honorarium  van  /lOO  aan  te  bieden.  Beide  voorstellen 
worden  algemeen  goedgekeurd,  even  als  het  voorstel  van 
den  President  om  het  rapport  aanstonds  te  doen  drukken 
opdat  de  leden  der  vergadering  er  te  gemakkelijker  kennis 
van  kunnen  nemen.  Aan  de  Commissie  zal  van  een  en 
ander  mededeeling  worden  gedaan  met  uitdrukking  van 
den  dank  der  Synode  aan  de  Commissie,  inzonderheid 
aan  haren  Secretaris,  dat  aan  hare  uitnoodiging  op  zulk 
eene  uitnemende  wijze  is  voldaan. 

Nog  wordt  besloten  den  Quaestor-generaal  te  magtigen 
tot  voldoening  der  door  de  Commissie  bij  schrijven  van 
26  Julij,  gereg.  onder  n®.   598 ,  overgelegde  rekening  van 


28 

kosten  van  'het  doen  afschrijven  van  drie  exemplaren  van 
het  rapport  en  verschillende  geleden  verschotten ,  te  zamen 
tot  een  bedrag  van  /  21.60. 

Terwijl  nu  het  verslag  der  Synodale  Commissie  voor 
kennisgeving ,  zooveel  noodig  met  goedkeuring ,  wordt  aan- 
genomen^ en  derhalve  ook  naar  haar  advies  goedgekeurd 
wordt ^  uit  het  fonds  de  som  van  f  1500  ten  bate  van 
de  noodlijdende  gemeenten  te  doen  komen  ^  wordt,  als  thans 
uit  eene  door  den  Quaestor-generaal  opgemaakte  berekening 
blijkt,  dat  de  in  deze  maand  te  maken  rente  er  onder 
begrepen  bovendien  eene  som  van  ^190  voorhanden  zal 
blijven ,  wordt  naar  het  voorstel  van  den  Secretaris  besloten 
om  ook  deze  gelden  voor  de  aan  bedoelde  gemeenten  toe 
te  stane  subsidiën  te  gebruiken. 

Berekening  der  nn      Als  hierna  tot  het  Opmaken  van  het  bedrag  der  bij  het 
voor  graaelde  subsidiën  foy^jg  van   noodlijdende  kerken  beschikbare  middelen  voor 

bescnikbare  middelen.  ,  ^^i  ji^  iii^j/^. 

de  groote  toelagen  wordt  overgegaan,  verklaart  de  Quaestor- 
generaal  geen  bezwaar  te  hebben  tegen  het  advies  der 
Synodale  Commissie,  blz.  8,  om  het  bedrag  der  buiten- 
gewone ontvangsten  op  /"  2000  te  ramen,  daar  dezer  dagen 
nog  eene  belangrijke  gift  bij  hem  is  ingekomen.  In  over- 
eenstemming met  de  in  de  memorie  van  den  Quaestor- 
generaal  blz.  64  en  65  voorkomende  gegevens,  wordt  de 
opbrengst  der  collecte  dezes  jaars  geraamd  op    /  19000 

de  rente  op -     5000 

de  buitengewone  ontvangst  op -      2000 

waarbij  nu  komt  f  1690  uit  de  middelen  bij 
het  fonds  van  de  Bijbelvertaling  en  den 
Vervolgbundel -1690 


zamen     .     .     .     /  27690 

waarvan  echter  afgaat  voor  de  kleine 

toelagen /*  10000 

en  voor  administratiekosten  van  den 

Quaestor-generaal -        400 

^  -    10400 


zoodat  voor  de  groote  toelagen  beschikbaaar  blijft  /  17290 
doch  volgens  de  mededeelingen  der  Synodale  Commissie  de 
aanbevelingen  aan  de  Begering  het  bedrag  van  /  6000 
bezwaarlijk  zullen  kunnen  overschrijden. 


29 
De   voordra^ten   der  Syuodale  Commissie  worden  thans ,  Voorloopige  beslui- 

^1  "  .  I        .     1         I        •,    ten  op  de  voordraKten 

overwogen ,  en  daarop  naar  gewoonte  voorloopig  de  volgende  der  Synodale  ConüLie. 
besluiten  genomen: 

aan  Millingen  toe  te  staan  f  1400; 

de  subsidie  voor  Qroesbeek^  nu  de  middelen  dit 
toelaten ;  te  stellen  op  /  1100,  doch  het  bij  adres  van 
15Janij,  gei^^g.  onder  n^  558,  gedaan  verzoek  om  ver- 
ganning  tot  onderhandsche  aanbesteding,  als  strijdig  met 
het  Reglement,  af  te  wijzen; 

aan  Zevenhoven^  om  de  redenen ,  door  de  Commissie 
genoemd,  niet  meer  dan  f  1000  toe  te  staan; 

aan  Driehuizen  /  1200  subsidie  toe  te  kennen: 

het  cijfer  der  subsidie  voor  Kleverskerke  tot  ƒ  1800  te 
beperken,  doch  met  aanbeveling  voor  rijkssubsidie  tot^het 
bedrag  van  f  1200; 

aan  Molkwerum  nog  eene  ondersteuning  met  / 1000 
te  verstrekken ; 

voor  Haulerwijk  /  2000  uit  het  fonds  beschikbaar  te 
stellen,  doch  insgelijks  met  aanbeveling  aan  de  Begering 
van  rijkssubsidie  tot  gelijk  bedrag; 

bet  verzoek  van  Kerkvoogden  te  Weerselo  in  advies  te 
liondeo,  ten  gevolge  van  door  den  heer  Douwes  over- 
gebragte  mededeelingen  van  den  consulent  der  gemeente, 
dat  aldaar  onderscheidene  gegoede  en  daaronder  zelfs  zeer 
gegoede  leden  zouden  zijn.  Ofschoon  daartegen  het  eenparig 
advies  der  Kerkelijke  Besturen  en  van  het  Provinciaal  Col- 
legie  van  toezigt  door  onderscheidene  leden  voldoende  geacht 
wordt  om  aan  de  gemeente  aanspraak  op  subsidie  toe  te 
kennen,  zijn  vele  andere  leden  van  oordeel,  dat  de  gedane 
mededeelingen  van  zulken  aard  zijn,  dat  de  Synode  zich 
niet  ontslaan  kan  van  de  verpligting  om  een  onderzoek  in 
te  stellen ,  of  de  gemeente  werkelijk  als  hulpbehoevende  kan 
worden  beschouwd.  Hierom  wordt  na  gehouden  beraadslaging 
besloten  de  mededeelingen  van  den  consulent  in  handen  te 
stellen  van  de  Synodale  Commissie^  met  opdragt  om  ter 
zake  een  nauwkeurig  onderzoek  in  te  stellen,  maar  met 
magtiging  tevens  om,  wanneer  uit  het  ingestelde  onderzoek 
^ken  mogt,  dat  de  gemeente  werkelijk  aanspraak  op 
ondersteuning  heeft,  haar  al  vast  vergunning  tot  de  aan- 
besteding en  het  bouwen  te  geven,  om  hierdoor  het 
nadeel  van  uitstel  van  een  geheel  jaar  te  verhelpen; 

aan  Grootegast  de  voorgedragen  subsidie  van/'680 
te  verleenen; 


30 


insgelijks  aan  Stilswerd  subsidie  tot  het  bedrag  van 
f  2400  toe  te  staan; 

Vierlingsbeek  met  /  1400  te  ondersteunen  en  voor 
rijkssubsidie  tot  gelijk  bedrag  aan  de  Begering  aan  te  bevelen ; 

de  subsidie  uit  het  fonds  voor  Besoyen,  nu  de 
middelen  het  toelaten  naar  de  werkelijke  behoefte  f  1480 
te  doen  bedragen  met  aanbeveling  voor  rijkssubsidie  tot  het 
voorgedragen  bedrag  van  /  1400 ; 

aan  Bergeik  thans  ook ,  na  kennisneming  van  een 
sdirijven  van  kerkvoogden  ^  rakende  de  aanbesteding ,  van 
9  Junij ,  gereg.  onder  n°.  547  en  bij  goedkeuring  van  de 
handelingen  der  Synodale  Commissie  ten  deze ,  subsidie  tot 
het  voUe  bedrag  der  behoefte,  namelijk  van  f  862  te 
verleenen. 

Tegen  het  advies  der  Synodale  Commissie,  om  het  ver- 
zoek van  Kerkvoogden  te  Wesikapelle  af  te  wijzen ,  heeft  de 
vergadering  bedenking,  met  het  oog  op  den  beschreven 
loop  van  zaken ,  in  de  overtuiging  dat  kerkvoogden 
volstrekt  buiten  magte  zouden  zijn  om  de  middelen  tot 
dekking  van  het  aanzienlijk  tekort  te  vinden ,  wanneer  de 
gemeente  gansch  hulpeloos  zou  gelaten  zijn  en  de  reeds 
toegezegde  subsidie  van  f  2500  van  het  Rijk  ook  voorde 
kerk  verloren  zijn.  Het  wordt  betreurd,  dat  de  middelen 
der  Synode  niet  toelaten  om  geheel  in  den  nood  dezer 
gemeente  te  voorzien,  wat  ook  door  onderscheiden  leden 
bedenkelijk  zou  worden  geacht  uit  aanmerking  van  het 
belangrijke  cijfer  der  reeds  toegestane  subsidie.  Nu  intusschen 
door  het  besluit  omtrent  We  er  se  1  o  eene  som  van /' 1000 
vrijgevallen  is  en  daarvan ,  na  de  genomen  besluiten ,  nog 
f  968  beschikbaar  zou  blijven,  wordt  onderling  overlegd 
aan  de  gemeente  te  Westkapelle  hiervan  nog  /  500  toe  te 
staan ,  en  Kerkvoogden  te  raden ,  dat  zij  zich  nog  aan  de 
Eegering  om  eene  nieuwe  rijkssubsidie  van  /lOOO  adres- 
seren, en  toestemming  vragen  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur tot  het  houden  van  eene  provinciale  collecte  om 
in  het  overblijvende  tekort  te  voorzien,  terwijl  aan  het 
Moderamen  wordt  opgedragen  den  Minister  de  hernieuwde 
ondersteuning  der  gemeente  aan  te  bevelen. 

Wat  betreft  de  aanvraag  voor  Qrijpskerke,  vereenigt 
de  vergadering  zich  met  het  advies  der  Synodale  Commissie 
om  het  verzoek,  zooals  het  daar  ligt,  af  te  wijzen. 

Bij  de  kennisneming  van  de  voordragt  der  Commissie 
omtrent  de  aanvraag  voor  Eindhoven,  mede  leidende  tot 


81 


het  advies  om  deze  aanvraag  af  te  wijzen  j  wordt  nog  gelezen 
een  berigt  van  den  Minister  van  financiën  van  9  Junij^ 
gereg.  onder  n^  541 ,  houdende  dat  de  Minister  na  bet 
rapport  der  Synodale  Commissie ,  en  overwegende  dat  de 
geldcD,  die  bij  de  staatsbegrooting  voor  kerk-  en  pastorij- 
bouw  zijn  toegestaan,  uitsluitend  zijn  bestemd  voor  hulp- 
belioe?encle  kerkgemeenten ,  die  de  noodzakelijke  bouw-  of 
herstelwerken  beperkt  tot  de  volstrekte  behoefte^  zonder 
een  matig  subsidie  uit  de  staatskas  niet  tot  stand  te  brengen  , 
dat  de  bouw  eener  nieuwe  kerk  te  Eindhoven,  welke 
gemeente  nog  geen  200  zielen  telt ,  blijkens  de  opgemaakte 
b^ooting  van  kosten ,  is  geraamd  op  het  aanzienlijk  bedrag 
Tan  /  15.600,  en  zulk  een  kostbaar  bouwplan  minder 
Toegt  aan  eene  gemeente,  die  zelve  niet  meer  bijdraagt 
dan  f  1350  en  het  overige  vraagt  aan  subsidiën  van  het 
Kijk  en  van  de  Synode ,  aan  Kerkvoogden  te  kennen  heeft 
g^even,  dat  er  geen  termen  zijn  gevonden  om  aan  het 
verzoek  om  rijkssubsidie  gunstig  gevolg  te  geven.  De  heer 
van  Lakerveld  deelt  nu  mede  dat  dit  besluit  des  Ministers 
bi]  de  gemeente  eene  groote  teleurstelling  heeft  verwekt  en 
bevreemding  tevens ,  vooral  ook  omdat ,  volgens  betrouwbare 
opgaaf  van  den  predikant,  hier  blijkbaar  eeue  vergissing 
schaflt  betreffende  het  aantal  zielen,  dat  426  zou  bedragen. 
Deze  mededeeling  doet  bij  onderscheidene  leden  den  wensch 
ontstaan,  dat  nog  beproefd  zou  worden  den  Minister  op 
zijn  besluit  te  doen  terugkomen;  doch  daar  anderen  ten 
dezen  in  elk  geval  een  nader  onderzoek  noodig  oordeelen  , 
en  het  verzoek  met  het  oog  op  het  aanzienlijke  der  aan- 
gevraagde som,  zooals  het  daar  ligt,  bezwaarlijk  voor 
iBwilliging  Tatbaar  achten,  zoo  wordt  besloten  het  verzoek 
in  advies  te  houden ,  en  Kerkvoogden  uit  te  noodigen ,  dat 
zij  bij  hernieuwde  aanvraag  eene  juiste  opgaaf  doen  van 
het  getal  zielen,  en  bij  de  weder  over  te  leggen  begrooting 
haar  tot  de  volstrekte  behoefte  beperken ,  en  trachten  de 
bijdrage  van  wege  de  gemeente  aan  te  bieden,  desnoods 
door  hulp  van  elders,  aanmerkelijk  te  verhoogen ,  dewijl  de 
tój  de  Synode  voorhanden  middelen  volstrekt  niet  het  ver- 
leenen  van  groote  subsidiën  gedoogen. 

Daar  na  de  genomen  besluiten  de  som  van  f  468 
bij  het  fonds  beschikbaar  zou  blijven,  wordt  nog,  op  de 
mededeeling  van  den  heer  Riedel,  dat  de  gemeente  te 
Molkwerum  bezwaarlijk  de  gelden  zou  kunnen  bijeen- 
brengen om   het  overblijvende  tekort  te  dekken,  besloten 


32 

de    thans    voorloopig    toegestane    subsidie   tot  f  1450   te 
verhoogen. 

Beslait  omtrent  een      Ter  tafel  komt  nog  een  van  den  Minister  van  Financiën 
door  den  Ministervan  j^^yj    jjg  Synodale  Commissie  gerigt  verzoek,  bij  schrijven 

vi^ omtre^nt^?e*n  ver- v^^^  19  Junïj  ""*•  1^*  g^reg.  onder  n».  569,  om  ter  zake 
zoek  om  rijkssubsidie  van  een  overgelegd  adres  van  Kerkvoogden  te  Lich  ten- 
ton  behoeve  van  de^^^j^g  ^^  rijkssubsidie  in  de  kosten  der  herstelling  van 

gemeenteteLichten-  ,      ,      ,  2  x  ocq/i  u     •   j.     r  •  *   •    i. 

voorde.  de  kerk  geraamd  op  f  2534,  en  om  berigt  of  er  uitzigt 

bestaat    dat    ter    voorschreven  zake  Synodaal  subsidie   zal 
worden  verleend. 

Wordt  besloten  aan  den  Minister  te  melden ,  dat  er  van 
Kerkvoogden  van  Lichten  voorde  nog  geen  verzoek  om 
subsidie  bij  de  Synode  is  ingekomen  en  dat  ook,  indien 
dit  nog  in  mogt  komen ,  daarop  in  dit  jaar  geen  beschik- 
king zou  kunnen  genomen  worden ,  en  het  derhalve  ge- 
wenscht  is,  dat  de  Minister  in  het  loopende  jaar  op  bet 
verzoek  om  rijkssubsidie  geen  gunstige  beschikking  neme, 
dewijl  de  gemeente,  zoolang  zij  geen  subsidie  van  de 
Synode  verkrijgt,  daarmede  weinig  of  niet  gebaat  zoude  zijn. 

Slnitiüg  der  vierde      De    vergadering    wordt  hierop  tot  morgen  verdaagd  en 
^^**^°S-  wordt  de  zitting  hiermede  gesloten. 

J.  J.  L.  LüTi, 

President. 


VIJFDE   ZITTING. 


Dingsdag  den  27st6ii  Julg  1880. 

De    Quaestor-generaal  tegenwoordig;     de    heer   Bruna 
wegens  ongesteldheid  afwezig. 

Na  opening  der  zitting  worden  de  notulen  van  de  zit-  Opening  der  v^fde 
ting  van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  zitting. 

Daar  geen  der  leden  gebruik  maakt  van  de  gelegenheid  Bealait  tot  het  vor- 
om  het  gros  van  predikanten  en  ouderlingen  voor  de  ver-  °^®"  ^**^  drietallen 
vulling  der  bij  de  Synodale  Commissie  openvallende  plaatsen  openvaUend7°lJ«at»OT 
Aan  te  vullen ,  wordt  het  gros  gesloten  verklaard  en  zullen  b\j  de  Synodale  Com- 
daatuit  tegen  het  einde  der  zitting  de  noodige  drietallen  °"'''®' 
gemaakt  worden. 

De  gisteren  omtrent  de  aanvragen  van  subsidie  uit  het  Vaststelling  der  sub- 
fonds   "voor    noodlijdende    kerken    en   personen   voorloopie  "^"*  ^"^  "°*^^y^®"^® 

*       flTcnieenien 

genomen  besluiten  worden   nu  voor  goed  vastgesteld. 

Van  de  verschillende  mededeelingen  der  Synodale  Com-     Kennisneming  van 

missie    nog   betrekking   hebbende   op  de   aangelegenheden  gyn^^e"^  Co"^^^^ 
van  evengenoemd  fonds  ^  blz.  252 — 89  wordt  thans  achter- rakende  de  aangelegen- 
eenvolficens    kennis    trenomen,   en    die  alle   voor   zoo  veel  ^*^®^  van  het  fonds 

2'  .  jii_       •  T_        •         •  voor  noodlijdende ker- 

Doodig  met    goedkeuring  voor  kennisgeving  aangenomen  ,  ten  «n  penonen,  en 
terwijl  aan  een  door  tusschenkomst  der  betrokken  Besturen  beslnit  omtrent  de  nit- 
ingekomen    verzoek    van    Kerkvoogden  te  Ootmarsum  ^®**^*°K  ''^  *"te^^ 
dd.  10  Jolij,  gereg.  onder  n°.  879,    om   uitbetaling  der  ootmarsnm!" 
toegekende  subsidie   van  f  700   besloten   wordt  onmiddel- 
lijk gevolg  te  geven  door  den    Quaestor-generaal   tot  die 
Tiitbetaling  te  magtigen. 

Aan  de  orde  komen  nu  de  aangelegenheden  van  het  Als  voren,  van  het 
fonds  tot  voorziening  in  de  geestelijke  behoeften  van  ge-  ^^Jf jjj°de^de 
meenten  waar  eigen  middelen  ontbreken ,  waarover  het  aangelegenheden  van 
verslag  der  Synodale  Commissie  blz.  39 — 42  handelt.  Alle  bet  fonds  ter  voorzie- 
door   de    Commissie   gedane  voordragten    tot   toekenning  ^^«.Ltn'^n! 


34 

ten  waar  eigen  midde-  van  toelagen  voor  het  bedrag  als  waartoe  zij  adviseert 
^o^  betrekkluke ^Ibe-  ^^'^^^  achtereenvolgens  goedgekeurd ,  ook  tot  toekenning 
siaiten.  voor  het  eerst  van  eene  toelage  van  f  200  aan  de  gemeente 

te  Hollandsche  Veld  tot  bezoldiging  van  den  gods- 
dienstonderwijzer Robbers.  Het  verzoek  van  den  predikant 
H,  P.  Brandt  te  'sHeerenhoek  wordt  overeenkomstig 
het  advies  der  Synodale  Commissie  afgewezen,  terwijl  het 
verzoek  van  den  predikant  teRossum,  omeene  bijdrage 
voor  de  belangen  van  het  Godsdienstonderwijs  tot  de  zit- 
ting van  Donderdag  a.s.  wordt  aangehouden ,  tegen  welke 
zitting  het  verleden  jaar  aangehouden  rapport  van  den  heer 
van  Hoorn,  Hand.  blz.  21  volgg. ,  aan  de  orde  wordt 
gesteld  ten  einde  tot  een  besluit  te  komen  omtrent  het 
gebruik  van  de  voor  het  Godsdienstonderwijs  ingezamelde 
gelden. 

Na  kennisneming  vervolgens  van  een  ingekomen  berigt 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Noordholland 
van  15  Junij,  gereg.  onder  n°.  577,  omtrent  den  finandëlen 
toestand  van  de  gemeente  te  Bussum,  wordt  besloten 
vooralsnog  die  gemeente  in  het  genot  te  laten  der  voor 
het  predikantstractement  toegekende  toelage  van  f  200. 

De  vermelde  toekenning  van  toelagen  van  f  50  voor  de 
opleiding  tot  de  betrekking  van  Godsdienstonderwijzer -wordt 
goedgekeurd ,  waarna  overeenkomstig  het  verlangen  der  Syno- 
dale Commissie  weder  de  som  van  f  600  voor  haar  ter 
beschikking  gesteld  wordt  voor  onvoorziene  behoeften. 

Als  voren,  rakende      Hierna    wordt    het    verslag    der    Synodale    Commissie , 
de  aangelegenheden  van  rakende  de  aangelegenheden  van  het  fonds  voor  de  kosten 

ten  vTn^hT'^Hooger  ^^^  ^^^^  Hooger  Onderwijs,  voorkomende  op  blz.  46  volgg. 

Onderwijs.  iu  behandeling  genomen ,  en  al  aanstonds  met  groote  be- 

langstelling en  waardering  kennisgenomen  van  de  tot  stand 
gekomen  regeling  van  de  tractementen  en  het  pensioen  der 
kerkelijke  hoogleeraren. 

Insgelijks  wordt  van  de  mededeeling  der  Synodale  Com- 
missie op  blz.  50 — 52  omtrent  het  terugbekomen  der  vrije 
beschikking  over  de  bijdragen  der  studenten  voor  het 
onderwijs  der  hoogleeraren  met  gelijke  belangstelling  kennis 
genomen  en  waardering  evenzeer  van  ^e  zorg,  waarmede 
de  Synodale  Commissie  ook  in  deze  de  belangen  van  het 
Kerkelijk  Hooger  Onderwijs  behartigd  heeft.  Haar  berigt 
omtrent  de  storting  van  de  opbrengst  der  in  1879  ontvan- 
gen  bijdragen  wordt  voor  kennisgeving  aangenomen. 


36 

Ook  wordt  na^  zooveel  noodig  met  goedkeuring,  voor 
kennisgeving  aangenomen ,  wat  de  Commissie  blz.  52  mede- 
deelt omtrent  hare  beschikkingen  op  verzoeken  van  studen- 
ten om  vrijstelling  van  de  betaling  der  bijdrage ,  terwijl 
de  vergadering  ook  van  oordeel  is ;  dat  de  na  den  gestel- 
den termijn  ingekomen  verzoeken ,  blz.  63  vermeld , 
buiten  behandeling  moeten  blijven ,  en  de  redenen ,  waarom 
7olgens  mededeeling  van  den  Secretaris ,  de  Spoed-commissie 
niet  heeft  voldaan  aan  het  verzoek  van  een  student  om 
terug  te  komen  op  de  afwijzing  van  zijn  verzoek  om  vrij- 
stelling, gereg.  onder  n^  668,  algemeen  gebillijkt  worden. 

Tvee  sedert  nog  ingekomen  verzoeken  om  vrijstelling, 
gereg.  onder  n^  682  en  904^  zullen  tot  de  Synodale 
Commissie  worden  overgebragt. 

Het  voorstel  der  Commissie  tot  verandering  van  art.  16 
van  het  fieglement  op  het  hooger  onderwijs  om  het  ver- 
leenen  van  vrijstelling  af  te  schaffen ,  doch  dan  ook  het 
cijfer  der  bijdrage  tot  f  25  te  verminderen  vindt  bij  de 
meeste  leden  der  vergadering  om  de.  door  de  Commissie 
aangevoerde  redenen  grooten  bijval.  Het  voorstel  van  een 
der  overige  leden  om  voor  enkele  bijzondere  gevallen  nog 
de  gelegenheid  tot  het  verleenen  van  vrijstelling  open  te 
laten  nndt  geene  ondersteuning.  Zijn  daar  ook  die  niet 
tot  de  voorgedragen  verandering  wenschen  mede  te  wer- 
ken, om  reden  voornamelijk  dat  volgens  hen  de  verlaging 
der  bijdrage  te  kort  zou  doen  aan  de  waardering  van 
het  kerkelijk  hooger  onderwijs  en  de  gelegenheid  zou 
a&nijden  om  b.v.  tot  aanmoediging  der  studie  in  de  God- 
geleerdheid beurzen  op  te  rigten ,  daartegen  wordt  opge- 
merkt, dat  het  voor  ieder  duidelijk  zal  zijn,  dat  de  ver- 
andering slechts  in  het  algemeen  belang  der  studenten 
wordt  voorgesteld  en,  indien  zij  wordt  aangenomen,  het 
fonds  genoeg  zal  aanwassen,  om  desverlangd  ook  tot  het 
oprigten  van  beurzen  gebezigd  te  worden.  Na  gehouden 
beraadslaging  wordt  het  voorstel  in  stemming  gebragt  en 
met  veertien  tegen  vier  stemmen  aangenomen,  zoodat  het 
aan  de  consideratiën  der  Provinciale  Kerkbesturen  en 
Classicale  Vergaderingen  zal  worden  onderworpen. 

De  overblijvende  tijd  der  zitting  wordt  ingenomen  door  Drietallen  voor  de 
de  zamenstelling  van  twee  drietallen  voor  de  vervalUng  :;SS«p,fLnTs 
Qer  bij  de  Synodale  Commissie  openvallende  plaatsen.         deSTnodaleCommissie. 

Op  het  drietal    van   predikanten   worden  na  achtereen- 


36 

volgende  stemmingen  gebragt  de  heeren  H.  Steenberg  ^ 
predikant  te  Amsterdam,  «7.  P.  Brumwold  Riedel  en 
G,  «7.  van  Lakerveld,  leden  der  Synode^  laatstgenoemde 
met  het  lot  tegen   den  heer  Bouwes. 

Op  het  drietal  van  ouderlingen  worden  geplaatst  de 
HH.  mr.  W,  B.  S,  Boeles  en  mr.  J",  C.  Bergsma,  beiden 
oud-ouderlingen  te  Leeuwarden,  en  dr.  C,  G.  von 
Reeken,  oud-ouderling  te  Haarlem. 

Benqeming  aanstaande  Donderdag. 

Sluiting  der  vgfde      De    Vergadering    wordt  hierna   tot    morgen    verdaagd, 
^^'^"*S-  waarmede  de  tegenwoordige  zitting  gesloten  wordt. 

J.  J.  L.  LuTi,  President. 


ZESDE  ZITTING. 

Woensdag  den  28  Julq  1880. 

De   Quaestor-generaal  tegenwoordig. 

Na  opening  der  zitting ,  worden  de  notulen  van  gis-  Opening  der  zesde 
teren  gelezen  en  goedgekeurd.  zitting. 

De  Quaestor-generaal  deelt  mede^  dat  wat  in  zijne  Mededeeling  vanden 
memorie,  blz.  72,  voorkomt  betrekkelijk  de  weigering  van  Quaestor-generaal  ra- 
de gemeente  te   O  ld  e  markt    om  de  contributie  voor  de  .^'°^*   ^"^  T^m'^"^ 

Al  -rrr   i  i  n  .  ^^  gemeente   Olde- 

Algemeene  Weduwenbeurs  te  voldoen,  waaromtrent  van  markt  van  de  con- 
hem  opheldering  gevraagd  was,  volgens  nader  door  hem  ^"botie  voor  de  Alge- 
gedaan  onderzoek  op  een  misverstand  rust  en  bedoelde  """'""  Weduwenbeurs. 
contiibutie  voldaan  is  geworden. 

^aar  gegeven  aanleiding  vraagt  de  Quaestor-generaal  Inlichting  van  den 
het  gevoelen  der  vergadering,  of  de  heer  l^t.  A,  Knijper ,^^^'f'^:^Z^^^\T% 

,.     f..,  ••       i-j         X     1-  j      m        j      ï^  "^        '  gaande  de  bevoegdheid 

die  tijdens  zijn  lidmaatschap  van  de  Tweede  Kamer,  aan  der  Hoogleeraren  vau 
de  weduwenbeurs  als  eervol  ontslagen  predikant  f  20  be- ^®v"je  universiteit  tot 
taalde ,    thans    nu  hij  de  betrekking  van  hoogleeraar  aan  ^^^^^^  '^^^J^;, 
de  opgerigte    vrije    Universiteit  bekleedt  met  de  betaling  beurs, 
van  f  10  zou   kunnen  volstaan,  en  derhalve  ook  niet  meer 
zou  moeten  gevorderd  worden  van  de  heeren   Dr.  Hoede- 
maier  en    Dr.    Ruigere ,    die  eveneens  de  betrekking  van 
hoogleeraar    aan    genoemde  Universiteit  aanvaard  en  hun 
eervol    ontslag  uit  de  betrekking  van  predikant  bekomen 
hebben.    Na    eeuige    beraadslaging    komt   de  vergadering 
met  algemeene  stemmen  op  een  na  er  in  overeen ,  dat  de 
bepaling  in  het  Reglement  op  de  Algemeene  Weduwenbeurs 
omtrent  de  bevoegdheid  tot  deelneming  in  die  beurs  van  de 
Universiteits-  en  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  niet  van  toepassing 
tan  zijn  op  de  Hoogleeraren  der  vrije  Universiteit ,  uithoofde 
deze  eerst  na  de  laatste  in  dat  Reglement  wegens  de  in- 
gevoerde   nieuwe  regeling  van  het  hooger   onderwijs  voor 
de  opleiding  van  Evangeliedienaren  bij    de  Nederlandsche 
Hervormde   Kerk  gemaakte  veranderingen  in  het   leven  is 


38 

geroepen  en  ook  in  geenerlei  betrekking  staat  tot  onze 
Kerk^  zoodat  willen  de  genoemde  heeren  deel  aan  de  AI- 
gemeene  Weduwenbears  blijven  nemen  ^  zij  hiertoe  alleen 
als  buiten  redenen  van  gezondheid  of  leeftijd  ontslagen 
predikanten  bevoegd^  maar  dan  ook  tot  betaling  der  jaar- 
lijksche  contributie  van  f  20  verpligt  zijn. 

Voortzetting  van  de      ^ij    voortzetting    alsnog    van    de    behandeling  van  het 
behandeling   van  het  verslag  der  Synodale  Commissie  over  de  aangelegenheden 

Veralag  der  Synodale  ^^^  j^g|.  j^^^^  ^^^^  jg  j^Qg|.g„  ^^^  j,gj.  HoOger  Onderwijs 
Commissie  rakende  het  _  ,         iikoi-k  ^        a  ^t 

fonds  voor  de  kosten  wordt  wat  daar  blz.  00 — 55  voorkoQit  omtrent  de  voor- 
van  het  hooger,  on-  loopige   voorziening    in    de  kosten   van  het  voorbereidend 

vfnie  Wr^^an  l^^^l^^^^^  e^a"'^"  ^^'  candidaten  in  de  godgeleerdheid 
de  Classicale  Vergade-  goedgekeurd  met  waardering  van  de  daarbij  vermelde 
ringvan  Onderden- welwillendheid  der  Curatoren  van  de  Bijks-Universiteiten. 
Sk**^6toln*\°an  Hierna  komen  de  blz.  66,  57  vermelde  voorstellen  der 
znlk  een  fonds  en  ver- Commissie  rakende  het  gebruik  en  beheer  van  het  fonds 
schillende  beslaiten  op  ^an  de  orde.  Bij  de  beraadslaging  over  deze  voorstellen 
de  vwstSlen  derCoi^  ^®®'^  ^®  ^^^^  ^outoeg  mede,  dat  onder  de  consideratiën 
missie  omtrent  het  van  de  Classicale  Vergadering  van  Onderdendam  om- 
gebrmk  van  het  fonds  ^^g^^    jg    voorloopig   aangenomen    veranderinffen    in   het 

met  afwijzing  van  een  -.     ,  a        i_   *  i  j        ••  •  i  ««»* 

voorstel  van  den  heer  Reglement  op  het  hooger  onderwijs  eene  overweging  voorkomt 
Roodhuyzen  om  den  tegen  het  bestaan  van  een  afzonderlijk  fonds  voor  de 
Hoogleeraren    in    de  ^^g^^^    ^^„    j^^^  j^o         onderwijs  uit  aanmerking  dat  de 

hun  voor  het  pensioen  _  .     i^       l-j  •       j       ai  i  ;i«« 

opgelegde  korting  van  daarvoor  gestorte  bijdragen  m  de  Algemeene  kas  zouden 
het  tractement  te  ge-  moeten  gestort  worden.  De  vergadering  oordeelt  evenwel 
moet  te  komen.         j^^  ^^^e  consideratie  niet  opgaat ,  uithoofde  de  Algemeene 

kas  slechts  dient  voor  de  kosten  van  bestuur,  en  dat  ook, 
terwijl  nimmer  de  bevoegdheid  der  Synode  tot  het  oprigten 
van  afzonderlijke  fondsen  voor  bijzondere  belangen  be- 
streden is  geworden  noch  ook  op  grond  der  Eeglementen 
in  twijfel  kan  gesteld  worden,  het  aan  haar,  die  volgens 
het  door  de  Kerk  goedgekeurde  Beglement  op  het  hooger 
onderwijs  de  bijdragen  voor  het  kerkelijk  hooger  onderwijs 
ontvangt,  volkomen  vrijstaat  in  het  belang  van  een  ordelijk 
beheer,  die  tot  een  afzonderlijk  fonds  zaS,m  te  brengen.  . 
Van  de  voorstellen  der  Synodale  Commissie  vindt  het 
eerste  bij  de  vergadering  algemeenen  bijval.  Daar  evenwel 
uit  den  aard  de  kosten  aan  de  kerkelijke  examina  en 
van  drukwerk  als  ook  des  noodig  van  gemeenschappelijke 
localen  voor  het  houden  der  lessen  en  het  afnemen  der 
examina  aanmerkelijk  kunnen  verschillen,  wordt  naar 
voorstel  van   den  heer  Almgh  Prins  besloten,   den  hoog* 


39 


leeraren  de  bevoegdheid  te  geven  deze  afzonderlijk  bij  de 
Synodale  Commissie  in  rekening  te  brengen,  en  nu  het 
jaarlijks  voor  het  aanschaffen  van  belangrijke  boekwerken 
tot  blijvend  gebruik  van  het  kerkelijk  onderwijs  aan  elke 
Universiteit  te  openen  crediet  te  bepalen  op  de  som  van 
{  250,  voor  allen  te  zamen  derhalve  op  de  som  van  f  750. 

Daar  de  aanneming  van  het  tweede  voorstel  naar  veler 
meening  eene  verandering  van  art.  12  van  lietBeglement 
op  de  kosten  noodzakelijk  zou  maken,  vinden  onder- 
scheiden leden  daarin  voorshands  bezwaar,  terwijl  er  ook 
zijn,  die  oordeelen,  dat  de  kosten  aan  de  benoeming 
nn  nieuwe  hoogleeraren  verbonden,  onder  de  bestuurs- 
kosten  moeten  gerekend  hebben,  die  ten  laste  der  Alge- 
meene  Kas  komen,  zoodat  het  voorstel  na  eenige  beraad- 
slaging met  elf  tegen    acht  stemmen  wordt  afgewezen. 

Het  derde  voorstel  betrekkelijk  het  honorarium  van  den 
Quaestor-generaal  en  de  tegemoetkoming  aan  de  Quaestoren 
in  de  Universiteitssteden  toe  te  kennen ,  met  ingang  van 
1  Januarij  1879,  wordt  algemeen  goedgekeurd,  als  ten 
vooïgaanden  jare  reeds  billijk   geacht. 

Itog  wordt  door  den  heer  Èoodhuyzen  voorgesteld  aan 
de  kerkelijke  ,  hoogleeraren  voor  de  korting,  welke  hun 
tractement  in  de  eerste  vijf  jaren  zal  ondergaan  voor  hun 
pensioen,  gedurende  dien  tijd  met  eene  toelage  van  f  400 
'sjaars  te  gemoet  te  komen,  tot  dat  voorstel  aanleiding 
nemende  uit  de  mededeeling  der  Synodale  Commissie  blz. 
56  dat  drie  leden  dier  Commissie  zulke  tegemoetkoming 
hadden  voorgestaan,  en  wel  tot  een  bedrag  van  f700 
's  jaars  aan  eiken  hoogleeraar ;  hij  voegt  daarbij  dat  hij 
in  overleg  met  den  Quaestor-generaal,  die  de  aanneming 
van  het  voorstel  wenschelijk  acht,  gemeend  heeft  het  be- 
drag tot  f  éOO  te  moeten  beperken. 

Tot  aanbeveling  van  het  voorstel  brengt  de  heer  Rood- 
hyzen  voornamelijk  in  het  midden,  dat  de  kerkelijke 
hoogleeraren  ten  gevolge  der  bedoelde  korting,  althans 
in  de  eerste  drie  jaren  niet  meer  dan  f  3200  ^s  jaars 
«nllen  genieten,  wat  niet  geëvenredigd  kan  geacht  worden 
^  hunne  behoeften ,  in  aanmerking  ook  genomen  dat 
zij  vele  buitengewone  uitgaven  hebben.  Ofschoon  nu  ook 
S  de  beraadslagingen  over  dat  voorstel  algemeen  hulde 
gebragt  wordt  aan  de  bedoeling  van  den  heer  i^öörf/iw^^^öw, 
worden  de  meeste  leden  door  de  redenen ,  welke  de  meer- 
derheid   der    Synodale    Commissie   terughielden  om  zulk 


40 

eene  tegemoetkoming  voor  te  stellen ,  insgelijks  van  de 
ondersteuning  van  het  voorstel  teruggehouden,  terwijl  bij 
hen  ook  weegt  dat  bij  de  tot  stand  gebragte  regeling  van 
de  tractementen  en  het  pensioen  der  kerkelijke  hoog- 
leeraren zoo  veel  mogelijk  te  gemoet  is  gekomen  aan  het 
bezwaar  der  korting  en  de  bedenking  ook,  dat  het  voor 
de  verhouding  der  hoogleeraren  tot  de  studenten  niet 
wenschelijk  is  te  achten ,  dat  de  tegemoetkoming  uit  hunne 
bijdragen  zou  moeten  gevonden  worden.  In  stemming  ge- 
bragt  wordt  het  voorstel  met  zestien  tegen  drie  stemmen 
verworpen.  Bij  de  stemming  hadden  de  Hoogleeraren  zich 
van  het  uitbrengen  hunner  adviserende  stem  onthouden. 

Verslag  van  het  Door  de  heeren  Bruna  en  Overman  wordt  bij  monde 
8pra^°*van*^het  Pro'-  ^^^  eerstgenoemde  rapport  uitgebragt  ter  zake  der  in 
vinciaal  Kerkbestuar  hunne  handen  gestelde  uitspraak  van  het  Provinciaal  Eerk- 
vau    Zuidholland  bestuur  van  Zuidholland,  luidende  als  volgt: 

en  overeenkomstig  oe- 
sluit  tot  aanneming 
voor  kennisgeving.  MiJNB    HbEEBN  EN    BrOEDEES  ! 

In  onze  handen  is  ten  fine  van  onderzoek  gesteld  eene 
beslissing  in  zake  van  tucht  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Zuidholland,  gereg.  onder  n*^.  68.  Zij 
betreft  den  diaken  der  Hervormde  Gemeente  te  Herkingen 
A.  Klein,  die  wegens  verzuim  in  de  uitoefening  van  zijne 
kerkelijke  betrekking  uit  die  betrekking  is  ontzet  met 
vervallen  verklaring  van  de  bevoegdheid  tot  het  bekleeden 
van    kerkelijke    bedieningen  voor  den  tijd  van   vijf  jaren. 

Wij  hebben  die  beslissing  onderzocht  en  op  de  daarin 
voorkomende  omschrijving  en  qualificeering  der  feiten 
gelet,  doch  geene  schennis  of  verkeerde  toepassing  van 
eenig  artikel  der  fieglementen  gevonden ,  zoodat  naar  onze 
meening  aan  genoemd  Kerkbestuur  ter  zake  geene  op- 
merkingen naar  art.  29  van  het  Regl.  voor  kerkelijk  op- 
zicht en  tucht  zijn  mede  te  deelen.  Wij  adviseeren  daarom, 
het   ontvangen  afschrift  voor  kennisgeving  aan  te  nemen. 

G.  Bruna. 

B.  A.  Overman. 

Dit  rapport  wordt  terstond  in  behandeling  genomen  en 
zonder  hoofdelijke  stemming  goedgekeurd. 


41 
Nog  wordt  door  den  heer  van  Eerde ,   namens  de   be- ,  ^vv^^  der  betrok- 

.11^  ..  ^      *L     t^       A.   j.  11  «Il    Commissie   aan- 

trokken   Commissie  rapport  mtgebragt  ter  zake  der  voor-  gaande  de  voorloopig 

loopig    aangenomen    verandering   van  art.  14  7^  van  het  aangenomen  ?eraDde- 

Reglement    voor    de    Kerkeraden ,    en    wordt  dit  rapport  "°8  v»»  "tji^  ^**; 

voor  latere   behandeling    inzage   der   leden  voor  ter  tafel  ™r  de  Kerkraldeo? 

gelegd. 

Het  rapport  Inidt  als  volgt: 

MuNB  HbbsbnI 

Aangaande  de  ten  vorigen  jare  voorloopig  aangenomen 
verandering  in  art.  14  7°.,  Reglement  voor  de  Kerkeraden 
zijn  van  de  Provineiale  Kerkbesturen  en  Classicale  Ver- 
gaderingen de  volgende  consideratiën  en  adviesen  inge- 
komen. 

Wij  doen  de  opmerking  vooraj^gaan,  dat  bijna  allen 
zich  door  de  meest  mogelijke  kortheid  kenmerken ,  dat 
zelfs  hier  en  daar  de  voorgestelde  ampliatie  geen  punt 
van  opzettelijke  beraadslaging  heeft  uitgemaakt,  zeker 
omdat  de  tijd  door  gewigtiger  werkzaamheden  in  beslag 
vreid  genomen ,  en  dat  er  zelfs  gevonden  worden  die  niet 
van  hunne  meening  deden  blijken. 

De  JCerkbesturen  van  Gelderland,  Noordholland 
en  Zuid  hol  land  hebben  geene  bedenkingen  en  wenschen 
het  voorloopig  aangenomene  definitief  vastgesteld.  —  In 
Zeeland  vereenigen  zich  vtjf  leden  met  de  wijziging. 
Eén  lid  verklaart  er  zich  tegen,  omdat  hij  vreest,  dat 
zij  verwarring  ten  gevolge  zal  hebben.  Er  zullen  toch 
kerkeraden  zijn,  die  er  de  hand  niet  aan  houden.  Er 
zullen  onjuiste  data  worden  opg^even.  Er  zijn  menschen , 
die  hun  eigen  ouderdom  niet  kennen.  Men  moet  het  den 
Kerkeraden  niet  te  lastig  maken ,  die ,  zoo  zij  eenige  inlich- 
tingen ter  zake  wenschen ,  die  bij  den  ambtenaar  van  den 
Burgerlijken  Stand  kunnen  verkrijgen.  De  vijf  eerstgenoem- 
den  zonden  echter  willen  lezen :  geboortejaar  en  geboorte- 
dag. —  Het  oordeel  van  Utrecht  omtrent  het  voorgestelde 
is  gunstig.  —  In  Friesland  werden  geene  bezwaren 
gemaakt,  behalve  dat  drie  leden  het  moeijelijk ,  ja  dikwijls 
onmogelijk  vinden ,  aan  het  vereischte :  //de  vermelding  van 
den  geboortedag'^  te  voldoen.  —  Overijssel  raadt  met 
eenparige  stemmen  de  ampliatie  aan.  —  Ook  Gro.ningen 
verklaart  zich  er  voor.  —  Insgelijks  Noord-Brabant  met 
Limburg  dat  het  tevens  wenschelijk  zou  achten,  om  bij 


42 


de  belijdenisaflegging  den  Kerkeraden  de  verpligting  op  te 
leggen,  den  leeftijd  der  lidmaten  op  te  vragen,  en  in  het  regis- 
ter op  te  nemen,  en  in  8^  van  hetzelfde  artikel  14  achter  b 
te  plaatsen  //van  lidmaten^  met  vermelding  van  den  geboorte* 
dag,  zooveel  de  manslidmaten  betreft.  —  Drenthe  keurt 
de  wijziging  af,  omdat  men ,  volgens  zijn  oordeel ,  den 
Kerkeraad  niet  te  veel  lasten  moet  opleggen ,  en  zou  het  ^ 
in  elk  geval,  wenschelijk  achten,  dat  het  vermelden  van 
den  geboortedag  op  eene  lidmaatsattestatie  slechts  in  met 
het  oog  op  de  stemgeregtigdheid  twijfelachtige  gevallen 
gelast  worde.  —  De  Waalsche  Commissie  wederom 
keart  de  wijziging  met  eenparige  stemmen  goed ,  met  het 
oog  op  het  Beglement  op  de  benoeming  van  ouderlingen 
enz. ,  terwijl  één  lid  verder  wenscht  te  gaan ,  en  de  woor- 
den: //Zooveel  de  manslidmaten  betreft ,^^  te  doen  vervallen. 

Wij  gaan  nu  over  tot  de  Classicale   Vergaderingen. 

Atn hem  adviseert,  tusschen  de  woorden:  /ymet  ver- 
melding van,"  en  yvan  den  geboortedag,"  in  te  voegen : 
//Zooveel  mogelijk."  — Nijmegen  berigt:  zonder  discussie 
aangenomen  met  algemeene  stemmen.  —  Te  Ti  el  ook 
wordt  de  aanneming  als  zeer  gewenscht  beschouwd.  —  Te 
Harderwijk  adviseert  de  meerderheid  gelijk  te  Arnhem , 
dat  tusschen  gevoegd  worde:   // zooveel  mogelijk." 

Te  'sGravenhage  verklaren  zich  sommige  leden 
voor,  maar  de  groote  meerderheid  is  er  tegen.  Wordt  de 
voorgestelde  bepaling  in  de  wet  opgenomen,  dan  zal  elke 
Kerkeraad  in  culpa  zijn,  die  een  attestatie  zonder  geboorte- 
datum afgeeft;  vooral  in  grooter  gemeenten  zal  de  maatregel 
tot  allerlei  bezwaren  en  moeiten  aanleiding  geven.  En  al 
die  moeite  zal  zijn ,  ter  wille  van  betrekkelijk  weinige  per- 
sonen ,  van  wie  het  quaestieus  is ,  of  zij  al  dan  niet  stem- 
geregtigd  zijn.  —  Rotterdam  raadt  tot  de  aanneming.  — 
Ook  Dordrecht  is  over  't  algemeen  gunstig  gezind; 
men  meende  hier  echter  de  Synode  te  moeten  verzoeken , 
maatregelen  te  nemen  en  te  bepalen ,  op  welke  wijze  men 
zal  kunnen  geraken  tot  eene  juiste  kennisneming  van  den 
dag  der  geboorte  van  de  manslidmaten.  —  Gouda  en 
Haarlem  kunnen  almede  er  zich  mee  vereenigen. 

Ook  Alkmaar,  als  slechts  bepaald  wordt,  dat  de  ver- 
melding van  den  geboortedag  zooveel  mogelijk  zal  geschie- 
den, daar  het  dikwerf  onmogelijk  zal  zijn.  —  Hoorn 
betuigt  eenparig  zijne  instemming.  —  E  dam  evenzoo, 
maar  is  daarbij  van  oordeel ,  dat  het  even  nuttig  en  noodig 


43 


is ,  den  maatregel  ook  op  vrouwelijke  lidmaten  toe  te  passen. 
Men  wees  er  op,  dat  er  kantonregters  zijn ,  die  geen  regle- 
ment in  zake  kerkbeheer  als  geldig  erkennen ,  tenzg  het 
is  aangenomen  door  mannelijke  en  vronwelijke  stemgereg- 
tigden ;  ook  daarop ,  dat  vooral  in  groote  gemeenten  vele 
meisjes  en  vroawen  in  het  lidmatenboek  staan  opgeschreven 
die  dezelfde  voor-  en  achternamen  voeren ,  zoodat  bij  ver- 
trek of  sterven  het  soms  moeijelijk  is,  uit  te  maken,  wie 
eigenlijk  bedoeld  wordt. 

Te  Middelburg  verklaren  zich  43  leden  voar^  en 
4  leden  tegen  de  nieuwe  redactie  van  het  artikel.  — 
Zierikzee  acht  ze  met  algemeene %\/cmme{i  aannemelijk.  -~ 
Te  Goes  achten  haar  van  de  56  leden  28  onraadzaam,  — 
Te  IJ  ze  n  d  ij  k  e  vindt  zij   bij  niemand  bezwaar. 

Te  Amersfoort  adviseert  men  eenparig  voor  de  goed- 
keuring. —  Hetzelfde  doet  de  Vergadering  van  Wijk. 

Leeuwarden  stelt  voor,  de  nieuwe  redactie  dus  te 
doen  luiden :  //met  vermelding  van  het  jaar  en  den  dag 
der  geboorte^^  enz.  Te  Sn  eek  acht  men  de  verandering 
algemeen  gewenscht.  Franeker  neemt  ze  aan  bij  accla- 
matie. Heerenveen  geeft  in  bedenking,  met  het  oog 
op  het  Eeglement  op  de  kerspel  vorming,  de  woorden: 
//Zooveel  de  manslidmaten  betreft'^,  weg  te  laten. 

Zwolle  adviseert  tot  de  definitieve  vaststelling  der  ver- 
anderingen. Deventer  daarentegen  vindt  zij  bij  alle  leden 
der  vergadering  (45)  onvoorwaardelijke  afkeuring.  Want  1®. 
de  opgave  van  den  ouderdom  heeft  geene  nuttigheid  j  de 
stemgerechtigde  weet  zelf  zijn  leeftijd,  en  zoo  hij  ooit  op 
het  denkbeeld  kwam,  te  vroeg  in  eene  nieuwe  gemeente 
deel  te  willen  nemen  aan  de  stemming ,  en  zich  ouder  aan 
te  geven  dan  hij  is ,  niemand ,  die  er  geen  register  van 
den  burgerlijken  stand  op  na  houdt,  kan  hem  controleren; 
2°.  velen ,  vooral  uit  den  minderen  stand ,  weten  niet ,  op  één 
of  twee  jaar  na ,  hoe  oud  zij  zijn ;  doen  zij  eene  verkeerde 
opgave,  dan  zon  de  verkeerdheid  gestempeld  worden  door 
den  Kerkeraad,  die  de  attestatie  gaf,  of  weder  zou  men 
er  een  register  van  den  burgerlijken  stand  op  na  moeten 
houden;  8^  het  baart  een  ondoelmatigen  en  werkelijk 
iioodeloozen   omslag. 

En  nu  acht  Groningen  weer  de  wijziging  zeer  nuttig; 
keuren  al  de  leden  der  vergadering  te  Winschoten 
(55)  haar  goed,  gelijk  ook  te  Appingedam;  terwijl 
Onderdendam    voorstelt,  in  plaate  van  de  verwijadng 


44 


naar  de  oude  Synodale  verordeningen ,  de  betrekkelijke 
bepalingen  zelve  hier  uitdrukkelijk  op  te  nemen ,  zooals  dit 
nu,  wat  betreft  de  verordening  van  1868,  door  de  Synode 
zelve  wordt   voorgesteld. 

'sHertogenbosch  besloot  zonder  discussie  tot  aan- 
neming der  verandering,  en  drukt  daarbij  den  wensch  uit, 
dat  ook  bij  alinea  8  bepaald  worde ,  dat  bij  de  aan- 
neming van  manslidmaten  de  datum  der  geboorte  vermeld 
moet  worden.  Breda,  Heusden,  Eindhoven  en 
Maastricht  betuigen  eenparig  hunne  adhaesie. 

Te  Assen  verklaren  van  de  25  leden  er  7  zich  tegen, 
dewijl  het  dikwijls  onmogelijk  is  van  die  de  attestatie  aan- 
vragen, den  geboortedag  ontwaar  te  worden.  Te  Meppel 
stemmen  16  voor,  4  tegen.  Te  Coevorden  konden 
16  leden  zich  met  de  verandering  vereenigen,  indien  de 
woorden:  ,/ Zooveel  de  manslidmaten  betreft*^  er  worden 
uitgelaten ,  en  zulks  met  het  oog  op  eene  mogelijke  uit- 
breiding van  het  stemregt  tot  de  vrouwen-lidmaten.  Een 
lid  keurde  de  verandering,  zooals  zij  voorgesteld  is,  goed. 

Eindelijk  is  nog  de  Waalsche  Bennie  met  algemeene 
stemmen  van  oordeel,  dat  de  aanvulling  door  de  Synode 
behoort  te  worden   vastgesteld. 

Uit  het  gegeven  verslag  zal  u  gebleken  zijn,  dat  de 
voorgestelde  wijziging  van  Art.  14,  7®  Regl.  voor  de  Ker- 
keraden, bij  de  meerderheid  dergenen,  die  advies  hebben 
gegeven,  geen  ongunstig  onthaal  heeft  gevonden.  Maar 
behalve  dat  er  onderscheiden  stemmen  zijn  opgegaan,  en 
met  kracht  zich  lieten  hooren  in  tegenovergestelden  zin, 
willen  wij  uwe  aandacht  vestigen  op  het  oordeel  van  niet 
weinigen,  die  de  opgave  van  den  dag  der  geboorte  der 
manslidmaten  wenschen  met  bijvoeging  echter:  ^Zooveel 
mogelijk*^,  en  die  daarmede  overtuigd  bleken  te  zijn  van 
het  hoogst  moeijelijke,  zoo  niet  onmogelijke  der  uitvoering , 
wat  naar  onze  wijze  van  beschouwing ,  de  niet  wenschelijk- 
heid  der  invoering  zou  medebrengen.  En  wanneer  nu  uwe 
Commissie  acht  geeft  op  de  verschillende,  niet  uit  den 
weg  te  ruimen  bezwaren,  aan  de  uitvoering  verbonden, 
en  waarop  zoo  teregt  door  een  lid  van  het  Prov.  Kerk- 
bestuur van  Zeeland ,  door  de  Classicale  Vergaderingen  vooral 
van  ^sQravenhage  en  Deventer  gewezen  is,  wanneer 
te  voren  vaststaat,  dat  het  voorschrift,  in  het  Eeglement 
opgenomen,  zeer  dikwijls  niet  zal,  immers  niet  kan  worden 
nageleefd,  en  velen  ook  huns  ondanks  tot  overtreders  der 


45 

wel  zal  stellen I  zoo  moet  de  Commissie,  althans  hare 
meerderheid  tot  u  komen  met  den  raad  om  de  voorloopig 
aangenomen  verandering  van  art.  14  7^  Beglement  voor 
de  Kerkeraden  niet  vast  te  stellen^  en  das  niet  aan  de 
stemming  van  de  leden  der  Provinciale  Kerkbesturen  te 
onderwerpen. 

De  Commissie  voor  de  voorloopig  aangenomen  verande- 
ringen in  Reglementen : 

G.  W.  VAN  Ebrde. 

B.    A.    OVËRtfAN. 

A.  G.  Jans. 

J.    DOUWES. 

Yan  den  Bbandeler. 

De   overige    tijd  der  zitting  wordt  gewijd  aan  de  her-     De  door  de  Synodale 
ziening   der  qnotisatie,  waarover  hei   verslag  der  Synodale  h^St^r^ï^T- 
Commissie   op  blz.  57   en  58  handelt,  waarbij  nog  gelezen  satie  vastgesteld, 
wordt   een    berigt    van    het    Classicaal  Bestuur   van  Am- 
sterdam van   11  Julij,  gereg.  onder  n®.  873,  houdende, 
dat  de    Algemeene    Kerkeraad   te  Amsterdam  zijn  in 
i878  gedaan    verzoek  om  verlaging  van   het  quotum   der 
gemeente    intrekt.    De    door   de  Synodale  Commissie  naar 
de   ingekomen    adviezen    herziene   quotisatielijst,   waarvan 
aan  de    leden  der  Vergadering   tijdig  mededeeling  gedaan 
is,  wordt  nu  met  geringe  wijziging  vastgesteld,  bedragende 
het   eindcijfer  f  23,955.    De  uitvaardiging  wordt   daarbij 
aan  de  Synodale  Commissie  opgedragen. 

De     Vergadering    wordt   hierop    tot    morgen  namiddag     Sloiting  der  zesde 
half   een  nur  verdaagd,  daar  vooraf  de  Synodus  contracta °**'°8- 
in  zake   het  hooger  beroep  van  den   Kerkeraad  te  Apel- 
doorn   moet   zamen  komen.    Hiermede  wordt   de  zitting 
gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  President, 


ZEVENDE  ZITTING. 

Donderdag,   den  29  Jol^j  1880. 

De  QuaMtaf'generaal  tegenwoordig. 

Opening  der  zevende      Na  opening  der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting 
"**^°^*  van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Uitspraak  der  Sy-      De    heer    Overman  deelt  aan  de  Vergadering  als  presi- 

nodos    contracten    inj.j         o»        ^  i.      l      ,  iii^i  l 

zake  het  hooger  be-  ^^^^  "®^  ojnodus  contracta  ter  zake  het  hooger  beroep 
roep  van  den  kerkeraad  van  den  Kerkeraad  der  Hervormde  gemeente  te  Apel- 
te  Apeldoorn.        doorn  mede,   dat  deze  Synode  iu  ééne  zitting  zoo  even 

hare    taak    heeft    volbragt  en  dat  hare  uitspraak  luidt  als 

volgt : 

De  Algemeene  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk,  volgens  art.  16  van  het  Algemeen  Beglement  bij 
uitloting  verminderd  op  de  helft  harer  leden  ; 

Gezien  een  schrijven  van  den  Kerkeraad  der  Hervormde 
Gemeente  te  Apeldoorn  en  het  Lo o  dd.  26  September 
1879,  gerigt  aan  de  Synodale  Commissie,  waarbij  die 
Kerkeraad  verklaart  te  komen  in  hooger  beroep  van  eene 
beslissing  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- 
land in  eersten  aanleg  gewezen,  in  geschillen  tusschen 
den  Kerkeraad  voornoemd  (classis  Arnhem)  en  de  Ker- 
keraden van  Vaassen  en  Kootwijk  (classis  Har- 
derwijk) medegedeeld  per  missive  dato  16  September 
1879; 

Gelezen  het  schrijven  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Gelderland  voornoemd,  dd.  16  September  1879 
n^  2708,  met  de  daarbij  gevoegde  bescheiden; 

Overwegende  , 

dat  het  door  klagers  ingestelde  hooger  beroep  niet  bij 
de  Synodale  Commissie,  maar  bij  de  Algemeene  Synode 
moest  zijn  aangebragt; 

Overwegende,  dat  het  bovenvermeld  schrijven  van 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  dd. 
16    September    1879,   n^  2708,    wel  bevat  een  oordeel 


47 

of  eene  meening  van  dat  Kerkbestuur  over  de  geschillen 
aan  zijne  regtspraak  onderworpen,  maar  dat  twee  ver- 
schillende zaken  als  ééne  behandeld  zijn ,  en  daarbij  geenszins 
uitspraak  gedaan  of  eene  beslissing  genomen  is  naar  den 
eisch  der  wet,  volgens  art.  21  en  61  van  het  Eeglement 
voor  kerkelijk  opzicht  en  tucht; 

Overwegende,  alzoo  dat  hier  ontbreekt  eene  kerkelijke 
beslissing,  van  welk  een  hooger  beroep  geldend  is; 

Gezien  de  art.  15,  51  6°  en  63  van  het  Algemeen 
Eeglement,  art.  54,  60,  61  en  69  van  het  B*eglement 
voor  kerkelijk  opzicht  en  tucht; 

Verklaart  de  eischers  niet  ontvankelijk  in  hun  hooger 
beroep; 

Zendt  ter  behandeling  dier  geschillen  de  stukken  terug 
naar  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland,  om 
daarover  ter  eerster  instantie  naar  den  eisch  der  kerke- 
lijke voorschriften  regt   te  spreken. 

Beveelt  dat  afschrift  dezer  uitspraak  zal  worden  gezon- 
den aan  den  Kerkeraad  van  Apeldoorn  en  het  Loo, 
en  aan  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland; 

Aldus  gedaan  in  onze  Vergadering te^sGravenhage, 
den  29  Julij    1880. 

Tegenwoordig  M,  A,  Gooszen ,  praeadviseur ,  B.  A,  Over- 
man,  president,  S.  F,  van  Hasselt,  secretaris,  J  P. 
Bruinwold  Riedel,  G,  Bruna,  J.  Douwes,  dr.  L.  Dikema, 
Mr.  E.  de  Man,  G.  W.  van  Eerde,  E.  C.  Segers ,  mr. 
P.  van  den  Br  andeier  en  A.  G,  Jans,  leden. 

Volgen  de  onderstaande   handteekeningen : 

Het  woord  is  aan  de  Commissie  ter  zake  van  de  voor-     Verslag  van  de  bc- 
dragten    der   betrokken  besturen  van  gemeenten  en  predi- ^^^^'^^^.^^^'^^f ^ff ■ 

1°,.,,.  ^     .         .  ö        ,-.        ^f  kende  de  voordragten 

iantsbetrekkingen  voor  toekenning  van  kleine  toelagen,  voor  kleine  toelagen 
Bij  monde  van  den  heer  Jans  brengt  zij  het  volgende  en  daarop  genomen 
rapport  uit:  ^^^^^*'°- 

Se  Commissie ,  benoemd  om  Uwe  vergadering  te  dienen 
van  advies  ten  opzigte  van  de  kleine  toelagen,  dit  jaar 
door  de  Synode  te  verleenen  aan  hulpbehoevende  gemeen- 
ten en  personen ,  heeft  de  eer  U  nevensgaande  voordragt 
aan  te  bieden.  Bij  vergelijking  van  deze  lijst  met  die  des 
horigen  jaars^  zal  men  opmerken, dat  de  voordragten  slechts 
tóer  en  daar  van  de  vroegere  verschillen.  Tot  toelichting 
lebben  wij  het  volgende  mede  te  deelen. 


48 


Yan  drie  gemeenten,  die  vroeger  ondersteuning  genoten, 
zijn  geene  aanvragen  ingekomen.  Daarentegen  worden  drie 
andere  gemeenten ,  op  aanbeveling  der  betrokken  Glassicale 
Besturen,  voor  het  eerst  voor  eene  kleine  toelage  aanbe- 
volen. Slechts  voor  twee  gemeenten  hebben  wij  gemeend 
de  toelage  iets  te   mogen  verhoogen. 

Wat  de  voorgedragen  subsidiën  aan  noodlijdende  perso- 
nen betreft,  nemen  wij  de  vrijheid  het  volgende  op  te 
merken. 

Yan  een  weduwe  is ,  om  onbekende  reden ,  geen  nieuwe 
aanvraag  ingekomen.  Eene  meerderjarige  dochter  is  niet 
andermaal  ter  subsidieering  voorgedragen,  omdat  van  haar 
slechts  onvolledige  berigten  waren  verstrekt.  Yan  twee  per- 
sonen is  ons  berigt,  dat  zij  overleden  zijn.  Yan  eene 
weduwe  is  de  toelage  ingetrokken,  omdat  zij  onder  de 
gebenificieerden  uit  het  fonds  Steijn  is  opgenomen.  Twee 
aanvragen  hebben  wij  gemeend  niet  te  mogen  aanbevelen, 
de  eene,  omdat  zij  niet  werd  aanbevolen  door  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur,  de  andere,  omdat  zij  eene  weduwe 
betreft,  die  later  hertrouwd  zijnde,  thans  weduwe  is  van 
iemand,  die  geen  predikant  was.  Ten  opzigte  van  eene 
andere  weduwe,  hebben  wij  ons  veroorloofd  dien  regel ,  bij 
uitzondering,  niet  toe  te  passen,  wegens  de  hoogst  be- 
droevende omstandigheden^  waarin  zij  verkeert.  Sommige 
subsidiën  hebben  wij  eenigzins  verhoogd ,  andere  een  weinig 
verminderd ,  meest  op  voordragt  der  adviserende  kerkelijke 
Besturen.  Yerscheidene  nieuwe  aanvragen ,  die  zijn  inge- 
komen, meenden  wij  niet  te  mogen  afwijzen. 

A.  6.  Jans. 

J.  V.  D.  Yebn  Az. 

VAN   DEN    BeANDBLEE. 

De  Quaestor-generaal  draagt  nu  de  door  de  Commissie 
in  overeenstemming  met  even  uitgebragt  rapport  opge- 
maakte lijst  voor  van  toe  te  kennen  toelagen  eerst  aan 
gemeenten,  daarna  aan  predikantsbetrekkingen. 

Behoudens  eene  wijziging  wordt  tot  de  toekenning  vaii 
toelagen  aan  gemeenten  besloten  zoodanig  als  door  de 
Commissie  wordt  voorgedragen  voor  het  gezamenlijke  be- 
drag van  f  2266.  Daarbij  wordt  besloten  aangaande  een 
drietal  gemeenten,  van  welke  verondersteld  wordt  dat  hare 
voordragt    door    de    betrokken    Besturen   verzuimd  is  van 


49 

deze  inlichtiDg  te  vragen,  met  nitnoodiging  om  die  in- 
lichtingen ten  spoedigste  aan  de  Synodale  Commissie  te 
geven ,  en  wordt  besloten  deze  Commissie  te  magtigen  om 
aan  bedoelde  gemeenten,  wanneer  zij  alsnog  door  het 
Classicaal  Bestuur  van  het  ressort  worden  voorgedragen  de 
toelagen  toe  te  kennen,  die  zij  ten  voorgaanden  jare  ge- 
noten hebben,  tot  een  gezamenlijk  bedrag  van  ƒ140. 

Dewijl  twee  gemeenten,  die  thans  voor  het  eerst  eene 
toelage  zullen  ontvangen,  naar  het  bij  de  herziening  der 
qnoiisatie  aangenomen  beginsel  van  die  quotisatie  moeten 
volden  vrijgesteld,  wordt  het  eindcijfer  de):  quotisatie  tot 
de  som  van  f  23940  terug  gebragt. 

Met  enkele  wijzigingen  wordt  vervolgens  ook  de  voor- 
dragt  der  Commissie  omtrent  aan  predikantsbetrekkingen 
toe  te  kennen  toelagen  goedgekeurd ,  behalve  dat  de  voor- 
dragt  der  in  de  classis  van  Amsterdam  wonende  perso- 
nen wordt  aangehouden,  tengevolge  van  de  mededeeling 
van  den  Quaestor-generaal  dat  de  Kerkeraad  te  Amster- 
dam weder  slechts  eene  collecte  gehouden  voor  predikants- 
betieULingen ,  en  de  opbrengst  daarvan  onder  de  hulpbe- 
hoevende predikantsbetrekkingen  die  te  Amsterdam  ge- 
vestigd zijn  verdeeld  heeft.  Daar  deze  alzoo  boven  alle 
predikantsbetrekkingen,  die  uit  het  fonds  ondersteuning 
ontvangen,  bevoordeeld  zouden  worden,  indien  haar  ook 
toelagen  uit  het  fonds  wierden  toegekend,  acht  de  verga- 
dering het  noodig  den  Quaestor-generaal  op  te  dragen  te 
onderzoeken,  welke  van  de  in  de  classis  van  Amsterdam 
woonachtige  personen,  in  de  gemeente  te  Amsterdam 
gevestigd  zijn  en  door  den  Kerkeraad  te  Amsterdam 
^t  de  aan  het  fonds  onttrokken  gelden  ondersteund  zijn 
geworden,  om  deze  van  de  toekenning  èener  toelage  uit 
liet  fonds  voor  ditmaal  uit  te  zonderen.  Nog  wordt  den 
Qaaestor-generaal  opgedragen  om  te  onderzoeken,  of  eene 
voorgedragen  weduwe,  door  een  ander  Classicaal  Bestuur 
voorgedragen,  onlangs  overleden  zou  zijn,  gelijk  een  van 
de  leden  der  vergadering  meent  vernomen  te  hebben. 

De  vaststelling  van  het  gezamenlijk  bedrag  der  aan 
pfedikantsbetrekkingen  uit  te  betalen  toelagen  wordt  uit- 
S^teld  tot  dat  de  verlangde  inlichtingen  zullen  verkre- 
gen zijn. 

^og    worden     tot     leden     der     Synodale     Commissie     Benoemingen    voor 
^it    de     bestaande     drietallen     aanstonds     met     groote  ^«SyuodaleCommisaie. 

4 


50 

meerderheid  benoemd  de  HH.  H.  Steenberg  pred.  te  Am- 
sterdam en  Mr.  W.  B.  8.  Boeles,  oud-onderliog  te 
Leeuwarden. 

Sluiting  der  zevende      Op   verzoek    van   onderscheiden    Commissiën   wordt  de 
zitting.  vergadering  tot  morgen  voormiddag  elf  uur  verdaagd^  ter- 

wijl op  verzoek  van  den  heer  Overman ,  als  President  van 
de  Synodas  Contracta  ter  zake  het  hooger  beroep  van  den 
predikant  Alemjn  Faure,  voor  deze  de  gelegenheid  zal 
gegeven  worden  om  vervolgens  te  een  nar  te  vergaderen. 
De  tegenwoordige  zitting  wordt  hierop  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  Preeident. 


ACHTSTE  ZITTING. 

Vr^dag   den  SOsten  Jnlj   1880. 

De  Quaestor-generaal  tegenwoordig. 

Na  opening  der  zitting,  worden  de  notulen  der  zitting    Opening  der acfatete 
van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  satting. 

Door  de  Commissie  voor  de  nieuwe  wetsvoorstellen  wor-    Rapporten  van  de 
den  onderscheiden  rapporten  «i^bragt  als:  ^rr^^o^SUi' 

01]  monde  van  de  heer  de  Man  ter  zake  van  het  voor-  ais : 
stel  der  Waalsche  Reunie  om  de  gevallen  te  doen  bepalen ,     vandeWaalscheRe- 
waarin  men  ophoudt  lid  eener  bijzondere  gemeente  te  zijn  ^'^^  ^^^Z 

(n^  688),  luidende  als  volgt:  ophoudt'lid  eener  by- 

zondere   gemeente  te 

Hoog  Ebbwaabde  Hbeben  !  '^°' 

De  Waalsche  fieunie  vergaderd  te  Arnhem ,  heeft  over- 
genomen een  voorstel  van  een  harer  leden,  jhr.  mr. 
D.  O,  Engelen y  strekkende  dat  de  Synode,  even  als  de 
Synodale  Éeglementen  aanwijzen  hoe  de  lidmaten  hunne 
hoedanigheid  als  zoodanig  verliezen,  ook  aanwijzing  geve 
hoe  deze  ophouden  leden  eener  bijzondere  gemeente 
te  zijn. 

Zij  meent  dat  de  hier  bespande  leemte  bijzonder  ge- 
voeld wordt  wanneer  leden  eene  gemeente  verlaten,  zon- 
der attestatie  op  te  vragen  om  zich  elders  te  vestigen. 

Zij  wenscht  dat  de  Synode  in  deze  leemte  voorzie  en 
duidelijk  de  gevallen  bepale,  waarin  men  ophoudt  lid 
eenei  bijzondere  gemeente  te  zijn. 

Uwe  Commissie  heeft  de  eer  op  te  merken, 

dat  de  vraag  wie  tot  elke  bijzondere  gemeente  behooren 
hare  beantwoording  vindt  in  art.  2  Algemeen  Reglement 
terwijl  in  art.  3  Algemeen  Reglement,  buiten  het  geval 
van  vervallenverklaring ,  wordt  bepaald ,  dat  de  in  art.  2 
opgenoemden    tot  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  blij- 


52 


ven  behooren  zoolang  zij  niet  door  woord  of  daad  ten  ivi- 
delijkste  toonen  zich  van  haar  af  te  scheiden. 

Nu  zal  het  wel  geen  betoog  behoeven,  dat  hij  die  op- 
houdt deel  uit  te  maken  van  het  geheel^  per  se  moet 
ophouden  te  behooren  tot  eenig  deel  van  dat  geheel,  met 
andere  woorden  dat  hij  die  ophoudt  lid  te  zijn  van  de 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk  per  se  moet  ophouden  lid 
te  zijn  van  eeiiige  bijzondere  gemeente  dier  Kerk. 

Hierbij  wordt  dus  in  het  algemeen  uitgemaakt  hoe  men 
lid  eener  bijzondere  gemeente  wordt  en  ophoudt  daarvan 
deel  uit  te  maken ,  blijft  de  vraag  hoe  men  in  engeren  zin 
lid  eener  bijzondere  gemeente  wordt  of  ophoudt  dit  te  zijn  ? 

Daar  nu  het  bestuur  over  de  Gemeenten  bij  art.  4  alge- 
meen reglement,  wordt  oj^edragen  aan  de  Kerkeraden, 
zullen  deze  met  inachtneming  der  algemeene  voorschriften 
der  Synode,  art.  14,  5%  6®,  7°  en  8«,  Beglement  voor 
de  Kerkeraden,  in  de  eerste  plaats  behooren  vast  te  stellen, 
wie  tot  hunne  bijzondere  gemeente  behooren  en  bij  gevolg 
aan  hun  bestuur  onderworpen  zijn. 

De  Synode  kan  niet  verder  gaan  zooals  zij  gedaan  heeft 
dan  voorschriften  te  geven  die  in  alle  bijzondere  Gemeenten 
moeten  gelden;  ging  zij  verder,  zij  zou  den  kring  der 
algemeene  belangen  (art.  56  Algemeen  fieglement)  over- 
schrijden en  hare  bevoegdheid  te  buiten  gaan. 

Uwe  Commissie  meent  alzoo  dat  de  wensch  der  Waalsche 
Bennie  hare  voldoening  behoort  te  vinden  in  de  plaatselijke 
Beglementen  en  de  leemte  waar  die  bestaat  behoort  te 
worden  aangevuld. 

De  Commissie  voornoemd, 

Mr.  E.  DE  Man  £z. 
J.  Alingh  Peins. 
G.  W.  VAN  Eerde. 

G.  VAN  DüIJL  G.Wz. 


Van  den  Kerkeraad  Als  voren,  ter  zake  vau  het  door  tusschenkomst  van 
te  Sluis  om  aanvul- hel;  Classicaal  Bestuur  van  Uzendijke  ingekomen  voor- 
Alleen  Keglemcut,  ^^^  ^^^  ^®"  Kerkeraad  te  Sluis  tot  aanvulling  van  art.  3 
met  opzigt  tot  mans-  vau  het  Algemeen  Beglement  met  opzigt  tot  manslidmaten , 
lidmaten,  die  hunne  ^ie  Üij  vertrek  hunne  attestatie  niet  opvragen,  (n^  719), 

attestatie   met  opvra-  i  •   i       i  j:     -o      /    % 

gen.  van  dezen  inhoud  : 


58 

Hoog  Eebwaabdb  Hberen! 

De  Kerkeraad  der  Gemeente  Sluis  stelt  voor^  aan 
art.  S  Algemeen  Beglement,  eene  8®  alinea  toe  te  voegen, 
luidende : 

ffManslidmaten,  die  zonder  attestatie  of  bewijs  van  lid- 
f/maatschap  op  te  vragen,  eene  Gemeente  met  ter  woon 
//Verlaten ,  worden ,  indien  zij  naderhand  zich  op  nieuw  in 
inbaar  midden  vestigen ,  eerst  een  jaar  na  die  vestiging  tot 
ffde  uitoefening  van  het  stemrecht  toegelaten.^ 

De  Kerkeraad  grondt  dien  wensch  op  mogelijke  mis- 
bniiken.  TJwe  Commissie  in  het  midden  latende,  in  hoevere 
art.  3^  van  het  Algemeen  Beglement  daarin  reeds  voor- 
ziet, meent  dat  onmogelijk  bij  algemeenen  maatregel  tegen 
alle  misbruiken  is  te  waken,  daar  die  niet  vooraf  zijn  te 
bepalen,  doch  veelal  van  omstandigheden  afhangen.  Zij  is 
dos  van  oordeel  dat  daartegen  veel  beter  bij  plaatselijk 
Beglement  altijd  binnen  den  grens  dezer  bevoegdheid  kan 
worden  voorzien. 

De  Commissie: 

Mr.  £.  DE  Man  Ez. 
J.  Alingh  Prins. 
G.  W.  VAN  Eerde. 
G.  VAN  DuTL  G.Wz. 

Bij  monde  van  den  heer  van  Eerde,  ter  zake  van  het  ^^J^^^^^  ^^^^ 
voorstel  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Onderdendamdendam,  om'art.4i, 
om  de    2e  alinea  van  art  41  van  het  Beglement  op  de  »!•  2  van  het  Begle- 

vacataren  te  doen  vervallen  (n^  780)  en  het  verzoek  van  JJ'^^^P^ÏvX^"'' 
den  Kerkeraad  der  Nederdoitsche  Hervormde  gemeente  te 
Leid  e  n   om  wijziging  van  bet  artikel  (n^.  886) ,  luidende : 

Mijne  Heeren! 

Uwe  Commissie,  benoemd  om  te  adviseren  ten  aanzien 
van  de  nieuwe  voorstellen  tot  wetsverandering ,  zi^  in  hare 
handen  gesteld  twee  adressen  van  gelijke  strekking,  het 
eene  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Onderdendam, 
dd.  Mei  11.,  het  ander  ingediend  door  den  Kerkeraad  der 
Hervormde  gemeente  te  Leiden,  dd.  5  Julij  dezes  jaars. 

Deze  adressen  hebben  betrekking  op  de  2de  alinea  van 
art.  41  van  het  Beglement  op  de  vacaturen,  bepalende 
dat  het  Classicaal  Bestuur  de  magtiging,  in  art.  40  bedoeld , 
om  namelijk  op  de  laatstelijk  aan  de  standplaats  verbonden 
inkomsten  te  beroepen  bij  het  daartoe  aangewezen  Minis- 


54 


terieel  Departement  niet  indient  ^  //tenzij  gebleken  is,  dat 
de  verschenen  Glassicale  quota  (quota  voor  de  kosten  van 
bestuur)  zijn  betaald,  en  eene  schriftelijke  verklaring  is 
overgelegd  van  de  Kerkelijke  Administratie  der  roepende 
gemeente,  dat  zij  bereid  is,  niet  slechts  art.  27  na  te 
leven,  maar  ook  de  kosten  vermeld  in  art.  73  te  voldoen, 
en  bij  verschil  over  hun  bedrag  de  beslissing  aan  het 
Classicaal  Bestuur  over  te  laten/^ 

Door  het  Classicaal  Bestuur  van  Onderden  dam  wordt 
voorgesteld,  //langs  wettigen  weg  de  2de  al.  van  art.  41 
van  het  B«glement  op  de  vacaturen  te  doen  vervallen." 
Uitgaande  van  de  veronderstelling,  dat  men  in  der  tijd 
de  bepaling  heeft  ingelascht  om  zeker  te  gaan ,  daar  men 
de  bevoegdheid  der  Synode  scheen  te  betwijfelen,  doet 
het  opmerken,  dat  die  twijfel  sints  onjuist  is  gebleken. 
Immers  het  Geregtshof  te  Leeuwarden  heeft  in  de  be- 
kende zaak  van  den  Eing  van  L  e  e  n  s  tegen  Kerkvoogden 
van  UI  rum  (uitvoerig  vermeld  door  de  heeren  Souwes 
en  mr.  FeilA,  Kerk.  Wetboek  blz.  110  en  verv.)  vóór 
een  paar  jaren  de  wettelijke  bevoegdheid  der  Synode  uit- 
gemaakt, bepaaldelijk  voor  het  geval  vaa  art.  27 ,  en 
moet  die  beslissing  geacht  worden  evenzeer  te  gelden  voor 
de  regeling    der  quota  en  der  kosten ,  omschreven  bij  art.  73. 

Voorts  wordt  eene  wet,  die  hare  regtsgeldigheid  moet 
ontleenen  aan  dergelijke  schriftelijke  verklaring ,  eene  tegen- 
spraak in  zich  zelve  genoemd,  en  zoude  dit  alleen  reeds 
eene  voldoende  reden  zijn ,  de  bepaling  thans  te  schrappen. 

Er  wordt  op  gewezen ,  hoe  de  bepaling  niet  zelden  aan- 
leiding geeft  tot  vertraging  in  het  werk  der  beroeping, 
doordien  Kerkvoogden  weigeren  de  verklaring  af  te  geven , 
en  dat  gedurende  eenige  jaren ,  en  hoe  zij  de  Kerkbesturen 
afhankelijk  maakt  van  de  willekeur  en  den  onwil  van 
weerspannige  Kerkvoogden. 

Waarmede  het  Classicaal  Bestuur  de  wenschelijkheid 
staaft  der  voorgestelde  wetsverandering. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Groningen  geeft  bij 
missive  van  2  Julij  11  te  kennen,  dat  het  aan  zijn  ver- 
zoek, om  het  voorstel  bij  de  Algemeene  Synode  aan  te 
bevelen,  gaarne  gevolg  geeft,  als  zijnde  van  oordeel,  dat 
de  bedoelde  alinea  behoort  weggenomen  te  worden,  omdat 
zij  in  den  laatsten  tijd  erg  misbruikt,  en  voor  het  doel, 
waartoe  zij  in  het  Beglement  is  opgenomen ,  nu  niet  meer 
noodig  is. 


55 


Ook  de  Xerkeraad  der  Hervormde  gemeente  te  Leiden 
wendt  zich  tot  Uwe  Vergadering  met  het  verzoek,  dat 
art.  41  Beglement  op  de  vacaturen  2X)odanige  wijziging 
moge  ondergaan,  waardoor  de  moeijelijkheden  voorkomen 
worden ,  waarin  hij  reeds  een  en  andermaal  gekomen  is 
met  de  Kerkelijke  Administratie  bij  voorkomende  vacataren. 
De  Kerkvoogdij  aldaar  had  een  vaste  som  bepaald  voor 
verliaiskosten.  Zij  maakt  telkens  bezwaar  tegen  het  geven 
eener  onvoorwaardelijke  verklaring,  om  al  de  kosten  in 
art.  73  bedoeld  te  vergoeden.  Mogt  aan  de  Classicale 
Bestaren  vrijheid  verleend  worden  om  handopening  te  vragen 
ook  in  zoodanige  gevallen^  mits  de  toegezegde  som  aan 
genoemde  Besturen  billijk  voorkome,  dan  zooden  de  moei- 
jelijkheden voorkomen   worden. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  brengt 
dit  verzoek  door  het  Classicaal  Bestuur  ondersteund,  over 
met  de  opmerking,  dat  de  toepassing  der  bepaling,  ook 
io  andere  gemeenten,  met  name  in  die  te  Dordrecht, 
tot  moeijelijkheden  aanleiding  geeft. 

Vraagt  dus  het  Classicaal  Bestuur  van  Onderden- 
dam  dat  bedoelde  alinea  uit  art.  41  van  het  Begle- 
ment op  de  vacaturen  worde  weggenomen,  en  de  Ker- 
keraad  te  Leiden,  om  het  in  een  aangegeven  geval 
niet  in  al  zijne  kracht  te  doen  gelden,  aan  beide  is  de 
bepaling  dier  alinea  gebleken  van  eene  ongunstige  werking 
te  zijn ,  die  zeker  bij  de  vaststelling  niet  is  vooruitgezien. 
Die  vaststelling  dagteekent  van  den  15  Februarij  1872  en 
1  Pebruarij  1873,  en  had  ten  doel  om  vroeger  reeds 
bestaande  verpligtingen  aan  de  Bingpredikanten ,  aan  den 
te  beroepen  predikant  en  aan  de  algemeene  kas  meer  ver- 
bindend te  maken  en  zekerder  te  doen  uitvoeren  in  een 
tijd,  toen  de  zaak  van  het  kerkelijk  beheer  in  een  onge- 
regelden  toestand  dreigde  te  geraken ,  en  twijfel  en  vrees 
de  Kerkelijke  Besturen  tot  zulke  buitengewone  maatregelen 
de  toevlugt  deden  nemen.  In  zulke  omstandigheden  is  het 
zeker  moeijelijk ,  altoos  eene  waardige  houding  te  bewaren , 
en  Uwe  Commissie  schroomt  wel  geene  tegenspraak  als  zij 
beweert,  dat  de  bewuste  bepaling  van  alinea  2  zulk  eene 
hoading  geenszins  inneemt,  waar  zij  al  aanstonds  dreigend 
zich  verheft  tegen  wie  zich  nog  verstouten  de  Kerk  aan 
te  randen  in  een  dierbaar  belang.  Uwe  Commissie  merkt 
hierbij  op,  dat  zij  de  zaak  van  het  beheer  en  die  van 
bet  bestuur  dooreen  mengt  op  eene  wijze,  die  wel  gedurig 


56 

wrevel  en  onwil  ^  verzet  en  wanorde  te  weeg  moefc  brengen. 
Maar  bovenal  wijst  zij  op  de  schromelijke  nadeelige  gevol- 
gen ,  die  de  bepüing  voor  het  godsdienstig  leven  uitoefent 
in  zoo  menige  gemeente,  als  reeds  door  haren  invloed 
langen  tijd,  soms  gedurende  jaren,  van  een  eigen  herder 
en  leeraar  verstoken  is  gebleven.  £n  laat  zich  de  uitvoering 
van  de  wetsbepaling  ligt  verklaren  y  en  gewis  ook  van  wege 
de  tijdsomstandigheden  tot  op  zekere  hoogte  zeer  goed  ver- 
dedigen ,  thans  nu  het  goed  r^  der  Kerk  door  de  bekende 
uitspraak  van  het  Geregtshof  te  Leeuwarden  op  zulke 
afdoende  gronden  is  uitgesproken,  meent  ook  Uwe  Com- 
missie, —  en  zij  is  eenstemmig  in  dit  haar  oordeel,  — - 
dat  de  tijd  is  aangebroken  waarop  de  bepaling  moet  opge- 
heven worden ,  en  zij  adviseert  U  dientengevolge  om  ter 
wegneming  van  de  bezwaren,  door  den  Kerkeraad  te  Lei- 
den,  door  het  Glassicaal  Bestuur  van  dien  naam  en  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  ter  uwer 
kennis  gebragt,  en  voldoende  aan  het  verzoek  van  het 
Glassicaal  Bestuur  van  Onderdendam,  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Groningen  ook  tot  het  zijne 
gemaakt,  daartoe  voorloopig  te  besluiten,  en  daarop  de 
consideratiën  en  adviezen  in  te  winnen  van  de  Classicale 
Vergaderingen  en  Provinciale  Kerkbesturen. 

Uwe  Commissie  voornoemd, 

G.  W.  VAN  Eerde. 
J.  Alingh  Prins. 
G.  VAN  DuiJL  G.Wz. 
Mr.  E.  DS  Man  Ez. 

vandecaassicalcVer-      A.ls  voren,  ter  zake  van  het  voorstel  van  de  Classicale 

v^nUge^^'om  ^  k- ^^'2*^®"'*8    ^*^   's  Gravenhage  tot  invoering  van  een 
▼oeriii^   van  een  ofof  meer  examencommissien ,  (n^  900),  luidende. 

meer  ezamenconunis- 

"®^'  Mijne  Hebren! 

Door  de  Classicale  Vergadering  van  'sGravenhage 
is  het  volgende  voorstel  bij  U  ter  tafel  gebragt. 

Eene  of  meerdere  commissiën  worden  benoemd ,  aan  welke 
de  afneming  van  het  candidaatsexamen  opgedragen  wordt. 

Dit  examen  vereenigt  in  zich  het  examen  bij  de  ker- 
kelijke hoogleeraren  en  het  candidaatsexamen. 


57 


In  die  Commissie  of  oommissien  hebben  drie  kerkelijke 
professoren  sdtting,  van  iedere  Hoogeschool  een.  Mogt  de 
Universiteit  te  Amsterdam  ook  kerkelijke  hoogleeraren 
verkrijgen,  dan  wordt  het  getal  gebn^  op  vier. 

In  die  commissie  of  commissien  kannen  ook  zij  geko- 
zen worden,  die  geen  leden  van  het  Provinciaal  of  Clas- 
sicaal  Bestuur  zijn  of  geweest  zijn. 

Het  voorstel  wordt  aanbevolen  1®  door  dat  naar  het 
beweren  der  vergadering  het  een  feit  is,  dat  wanneer  zij  die 
in  de  Provinciale  Kerkbesturen  volkomen  op  hun  plaats 
zijn,  soms  de  bekwaamheid  en  den  tact  missen  om  te 
examineren,  2®.  er  thans  geen  eenparigheid  in  de  exa- 
mens is,  en  3*^.  het  a&onderlijk  examen  bij  de  kerkelijke 
professoren  hierdoor  wegvalt,  de  studenten  niet  door  een 
nieuw  examen  bemoeijelijkt  worden,  maar  aan  de  kerke- 
lijke professoren  in  de  commissien  zitting  en  stem  wordt 
gegeven. 

Het  is  geene  nieuwe  en  vreemde  zaak  M.  H.  waarvoor 
hier  Uwe  aandacht  wordt  ingeroepen.  Meermalen  en  met 
ernst  werd  zij  in  de  laatste  jaren  door  U  overwogen.  In 
het  Heglement  op  het  examen  ter  toelating  tot  de  Evan- 
geliebediening heeft  zij  eerst  onlangs  hare  regeling  gevon- 
den. Gij  hebt,  wat  er  voor  en  tegen  de  bestaande  can- 
didaatsexamens  te  zeggen  viel ,  aan  eene  zorgvuldige  kritiek 
onderworpen,  en  niet  geaarzeld  aan  de  Provinciale  Kerk- 
besturen de  examens  voor  't  vervolg  op  te  dragen.  De 
bepaling  omtrent  het  voorbereidend  examen ,  door  alle  ker- 
kelijke hoogleeraren  af  te  nemen,  is  pas  ingevoerd;  van 
eene  ongunstige  werking  kan  nog  niet  gebleken  zijn,  waarom 
men  nu  reeds  tot  afschaffing  van  dit  examen  zou  moeten 
ovei^aan.  In  welk  een  en  ander  uwe  commissie  voldoende 
reden  meent  te  vinden,  om  U  te  adviseren ,  bovengenoemd 
voorstel  van  de  Glassicale  Vergadering  te  's  O  r a  v  e  n  h  a  g  e 
hoeveel  men  anders  misschien  tot  aanbeveling  zou  kunnen 
bijbrengen ,  niet  te  stellen  tot  een  punt  van  opzettelijke 
beraadslaging. 

Uwe  Commissie  fjoor  de  nieuwe  wetsvoorstellen 

G.  W.  VAN  Eerde. 
J.  Alimgh  Pbins. 
Mb.  e.  de  Mak.  Ez. 
G.  VAN  DuYii  G.Wz. 


58 

cii^^'clSLfte; .  D«  fi"»»««^«  Commissie  brengt  bq  monde  van  den 
zake  der  nog  inge-  heer  van  den  Brandeler  het  volgende  rapport  uit  ter  zake 
komen  verslagen  van  der    nagekomen  verslagen  van  Classicale  Besturen  volgens 

Sr'«!rt.  7  ^vaiTt  ^^^'  ^  ^*»  ^«^  Eeglement  op  het  fonds  tot  verbetering 
Reglement  op  het  fonds  der  schraalste  predikantstractementeu  in  verband  met  het 
tot    verbetering   der  Verslag  der  Synodale  Commissie  omtrent  zulke  inffekomen 

schraalste  predikants-  „^««u  °  „ 
tractementen.  verslagen. 

Uwe  Commissie ,  in  wier  handen  gesteld  sdjn  de  verslagen 
der  Classicale  Besturen  omtrent  alle  inkomsten  der  toelagen 
genietende  predikantsplaatsen ,  heeft  de  eer,  zich  aanslui- 
tende aan  het  deswege  door  de  Synodale  Commissie  aan 
U  gerapporteerde  (zie  bladz.  48 ,  Bijl.  A.)  Uwe  Yergade- 
ring  te  berichten ,  dat  behalve  de  door  haar  vermelde  ver- 
shigen  bij  de  Synode  nog  zijn  ingekomen:  die  van  Zut- 
phen  voor  Etten  en  Wichmond;  van  'sGraven- 
hage,  voor  Wateringen;  van  Gouda^  voor  Wil- 
lige Langerak,  Ammerstol,  Langerak  bez.  de 
Lek,  Oosterwijk,  Nieuwland  en  Everdingen; 
die  van  Leeuwarden,  voor  Bergumerheide  en 
Bottevalle;  die  van  Groningen,  voor  Groote- 
gasten  Doezum,  Kropswolde,  Lutjegast,  Nie- 
zijl,  Visvlieten  Zevenhuizen,  die  van  Onder- 
dendam,  voor  Bottum;  en  die  van  Eindhoven, 
voor  Valkenswaard.  Dien  ten  gevolge  ontbreken  nog 
de  versli^en  der  Classicale  Besturen  van  Arnhem,  Leiden, 
Dordrecht,  Haarlem  en  Alkmaar  voor  deinhaar 
ressort  aanwezige  predikantsplaatsen  die  toelagen  ge- 
nieten. 

Volgens  de  berigten  was  in  den  toestand  der  gemeenten 
geene  verandering  gekomen,  zoodat  zij  aanspraak  bleven 
maken  op  de  vroeger  toegekende  toelagen.  De  door  de 
gemeente  Bottnm  verlangde  verhooging  van  f  50  met 
gelijke  som,  wordt  echter  niet  door  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Groningen  ondersteund,  hetwelk  echter 
tot  voortduring  dier  toelage  adviseert. 

Naar  aanleiding  van  een  en  ander  vindt  Uwe  Commissie 
de  volle  vrijheid  om  u  te  adviseren  aan  bovengemelde 
gemeenten  de  gewone  toelagen  te  blijven  verleenen,  en 
omtrent  de  overige  gemeenten  te  besluiten  overeenkomstig 
het  advies  der  Synodale  Commissie ,  ten  gevolge  waar- 
van de  gemeenten  Wanneperveen,  Meed  huizen 
en  Daarle  zouden  vervallen. 


59 

Met  het  oog  op  de  Classic.  Besturen ,  die  nalatig  bleven 
hunne  verslagen  dienaangaande  toe  te  zenden,  acht  uwe 
Commissie  het  wenschelijk  dat  aan  genoemde  besturen  te 
dier  zake  eene  teregtwijzing  gerigt  worde ,  overeenkomstig 
den  wenk  door  de  Synod.  Commissie  bij  deze  gelegenheid 
gegeven ,  terwijl  zij  in  de  gelegenheid  zullen  gesteld  wor- 
den^ alsnog  de  verlangde  verslagen  in  te  zenden,  met 
magtiging  van  de  Synod.  Comm.  van  in  dezen  naar  bevind 
van  zaken  te  handelen. 

Yan  den  Beandelbe. 

A.  G.  Jans. 

J.  VAN  DBE  Veen  Az. 

Nog  brengt   de  Commissie   in   wier  handen  gesteld  zijn     aIb  voren,  omtrent 
de  consideratiën  over  de  in  1879  voorloopig  aangenomen  de  foorloopig  aange- 
veranderingen    in    Reglementen    bij    monde  van  den  heer  SJS^g^ïï^of  hit 
van  den  Brandeler  het  na  te  melden  rapport  uit  ter  zake  evengenoemde  fonds, 
der  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  het  Reglement 
op  het  fonds  tot  verbetering  der  schraalste  predikantstrac- 
tementen, 

Vwe  Commissie  berigt  U^  dat  ter  zake  der  voorloopig 
aangenomen  veranderingen  in  het  Reglement  op  het  fonds 
tot  verbetering  der  schraalste  predikantstractementen  zijn 
ingekomen  de  adviezen  van  10  Provinciale  Kerkbesturen 
en  42  Glassicale  Vergaderingen  en  van  de  Waalsche  Com- 
missie en  Reunie. 

De  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  bedoeld 
Eeglement  ontmoetten ,  in  verband  met  de  verbetering ,  in 
de  aanschrijving  van  het  Moderamen  der  Synode  van  19 
November  1879,  n®.  91  aangewezen,  bij  de  groote meer- 
derheid der  Provinciale  Kerkbesturen  en  Classicale  Verga- 
deringen onverdeelden  bijval.  Die  van  E  dam  meende  dat 
langs  dien  weg  te  beter  in  dringende  behoeften  zou  kunnen 
voorzien  worden,  terwijl  de  voorgestelde  verandering  van 
art.  8  tot  bevordering  van  de  goede  orde  zou  strekken. 
Die  van  Amersfoort  motiveerde  hare  goedkeuring  door 
de  overweging,  dat  er  in  het  kapitaliseren  van  gelden, 
die  voor  de  tegenwoordige  behoefte  hoog  noodig  zijn, 
onbillijkheid  gelegen  is. 

In  die  van  Middelburg  verklaarden  zich  43  voor  en 
4   leden    tegen  de  voorgestelde  veranderingen^  welke  door 


60 


de  Classicale  Vergaderingen  te  Meppel  en  Winschoten 
met  algemeene  stemmen  op  één  na  werden  goedgekeurd. 

Ofschoon  die  van  Coevorden  tegen  geen  der  voorge- 
dragen veranderingen  bezwaar  had^  kon  de  meerderheid 
zich  met  het  voorstel  van  een  harer  leden  vereenigen ,  om 
in  de  op  art.  8  voorloopig  aangenomen  verandering  de 
woorden:  bij  blijvende  behoefte,  te  doen  wegvallen^  daar 
dit  tot  onduidelijkheid  aanleiding  gaf,  alsof  elk  verzoek  bij 
blijvende  behoefte  jaarlijks  moest  worden  ingediend.  Boven- 
dien kwam  het  haar  overbodig  voor,  daar  waar  geen  behoefte 
meer  is,  geen  verzoek  door  den  Kerkeraad  zal  ingediend 
worden. 

Op  art.  4  wordt  door  de  Classicale  vergadering  van 
Onderdendam  opgemerkt,  dat  niet,  zooals  in  de  aan- 
schrijving van  19  November  1879,  n®.  91,  bericht  is, 
de  woorden:  de  helft,  maar  de  woorden:  van  het  bedrag 
der  renten  en,  moet  geschrapt  worden.  Be  helft  moet  blijven 
staan ,  anders  zon  het  geen  zin  zijn.  De  Classic.  Vergadering 
van  G  o  e  s  alleen  achtte  de  aanneming  der  voorloopig  vast- 
gestelde veranderingen  niet  raadzaam. 

De  Provinc.  Kerkbesturen  van  Zeeland,  Overijssel 
en  Noord-Brabant  doen ,  eveneens  als  de  Classic.  Yergadsr 
ring  van  Onderdendam,  opmerken,  naar  aanleiding  van 
de  aanschrijving  van  19  November  1879,  n®.  91,  dat  de 
woorden ,  voorkomende  in  art.  3i. :  het  volle  bedrag  der 
renten  en  moeten  wegvallen,  zoodat  er  moet  gelezen  worden: 
de  helft  van  de  vrijwillige  bijdragen,  enz.  daar,  zooals  dat 
van  Zeeland  er  ter  toelichting  bijvoegt ,  uit  de  voorgestelde 
wijziging  zon  volgen,  dat  het  geheele  bedrag  ook  van  de 
vrijwillige  bijdragen  tot  de  vergrooting  van  het  fonds  moet 
worden  aangewend.  Daarenboven  stelt  het  Prov.  Kerkbestaur 
van  Noord-Brabant  voor,  art.  4  te  lezen :  bestemd 
het  bedrag  der  renten ,  met  weglating  van :  de  helft  der 
vrijmillige  bijdragen;  en  geeft  der  Synode  in  overweging, 
in  de  voorloopig  aangenomen  verandering  van  art.  8  na 
de  woorden:  voor  de  eerste  maalj  liever  te  lezen,  en  bij 
blijvende  behoefte  telken  jare ,  zoolang  er  niet  op  beschut 
is,  door  den  Kerkeraad  ingezonden,  enz. 

Het  Provinc.  Kerkbestuur  van  Drenthe,  zich  met  de 
voorgestelde  veranderingen  van  de  artikelen  Sb  en  4  wel 
kunnende  vereenigen ,  acht  echter  de  verandering  van  artikel 
8  overbodig,  omdat  het  van  meening  is,  dat  de  woorden  in  het 
vigerend  reglement:  de  verzoeken,  in  zich  bevatten  of  kunnen 


61 


bevatten  ook  /y  verzoeken  om  eene  toelage  voor  de  eerste  mtal," 

Zooals  wij  reeds  in  den  aanvang  van  ons  rapport  deden 
opmerken  9  vonden  de  voorgestelde  veranderingen  op  het 
reglement  bijna  algemeene  instemming,  en  werd  de  wensche- 
lijkheid  er  van  algemeen  erkend ,  met  uitzondering  van  eene 
Clasdc.  Vergadering^  die  deze  niet  raadzaam  vond  en  een 
Prov.  Kerkbestuur,  dat  de  voorgestelde  verandering  van 
art.   8  overbodig  achtte. 

Uwe  Commissie  meent  echter  met  de  Prov.  Kerkbesturen 
van  Zeeland,  Overijssel  en  Noord-Brabant,  dat 
zal  aan  de  bedoeling  van  de  Synode  gevolg  gegeven  worden , 
art.  32.  moet  gelezen  worden :  de  helft  van  de  vrijwillige 
bijdragen ,  enz.,  met  weglating  van  de  woorden :  Aeó  volle 
bedrag  der  renten  en.  Waar  toch  art.  4  bepaalt,  dat  het 
volle  bedrag  der  renten  ter  uitdeeling  bestemd  is,  kunnen 
diezelfde  renten  niet  gebezigd  worden  tot  vergrooting  der 
kapitalen  van  het  fonds. 

Yoorts  komt  het  der  Commissie  voor,  dat  door  weglating 
van  het  woordje  of,  in  de  op  art.  8  voorgestelde  ver- 
andering ,  door  te  lezen :  en ,  zoolang  er  niet  op  beschikt  is , 
bij  blijvende  behoefte ,  enz.  eene  groote  onduidelijkheid  zou 
worden  voorkomen,  aangezien  dit  door  sommigen  zoo  is 
opgevat,  alsof  men  hiermede  wilde  te  kennen  geven  dat 
telkens,  zoowel  bij  een  eerste  verzoek  als  in  het  vervolg 
aan  het  voorschrift  van  art.  8  gevolg  moest  gegeven  worden, 
waarom  zij  het  overbodig  achtten.  Uwe  Commissie  is  intus- 
schen  van  oordeel,  in  verband  met  de  Handel,  der  Synode 
van  het  vorige  jaar,  blz.  49  volg.,  en  het  rapport  der 
Synod.  Comm.  van  dat  jaar.  Bijl.  A,  bl.  68,  dat  men 
juist  duidelijk  heeft  willen  doen  uitkomen,  dat,  onver- 
minderd de  bepaling  van  art.  7 ,  de  voorschriften  in  art.  8 
gegeven  slechts  bij  eerste  aanvragen  van  toepassing  zijn, 
en  bij  die  aanvragen ,  waarop  nog  niet  beschikt  was ,  terwijl 
de  behoefte  aan  ondersteuning  onveranderd  gebleven  was. 

Behoudens  boven  aangewezen  wijzigingen  stelt  Uwe  Com- 
missie voor  tot  de  vaststelling  van  de  voorloopig  aange- 
nomen verandering  op  het  Reglement  op  het  fonds  tot 
verbetering  der  schraalste  predikantstractementen  te  besluiten. 

Yan  den  Bjeunbeler. 

J.    DOUWES. 

G.  W.  VAN  Ebedb. 
A.  G.  Jans. 


62 

laaSe^twMra^^rtcn!  Laatstgenoemde  twee  rapporten  worden  aanstonds  ach- 
tereenvolgens in  behandeling  genomen  met  het  verslag 
der  Synodale  Commissie ,  rakende  de  aangelegenheden  van 
het  meergenoemde  fonds,  blz.  42 — 45.  Bij  de  daarover 
gevoerde  beraadslagingen  wordt  als  volgt  besloten,  telkens 
met  eenparigheid. 

1°.  de  Classicale  Bestaren ,  die  in  gebreke  gebleven 
zijn  aan  art.  7  van  het  Beglement  te  voldoen ,  aan  te 
schrijven  zooals  door  de  Provinciale  Commissie  is  voor- 
gesteld met  daarbij  bedoelde  magtiging  der  Synodale 
Commissie. 

2®.  Met  het  oog  inzonderheid  op  art.  5  van  het  Begle- 
ment de  tot  hiertoe  door  de  predikantsplaatsen  te  Wan- 
neperveen,  Meedhuizen  en  Daarle  genoten  toe- 
lagen in  te  trekken. 

3°.  Daartegen  de  vrijge vallen  toelagen  van  f  50  toe  te 
kennen  aan  de  predikantsplaatsen  te  Leeuwen  c.  a., 
Soesterberg  en  Drunen. 

4®.  Aangezien  door  den  Quaestor-generaal  aangewezen 
wordt,  dat  de  Synodale  Commissie  bij  hare  blz.  83  voor- 
komende berekening  de  buitengewone  ontvangsten,  die 
gekapitaliseerd  worden,  niet  in  aanmerking  heeft  genomen 
en  er  dus  wel  gelegenheid  bestaat  om  nieuwe  toelagen  toe 
te  kennen,  ook  de  predikantsplaats  te  Borselen  met 
eene  toelage  van  f  50  te  begunstigen ,  daar  voor  de  te 
late  inzending  van  het  verzoek  door  den  Kerkeraad  afdoende 
redenen  van  verschooning  worden  aangevoerd  en  de  be- 
hoefte aan  zulke  toelage,  ook  naar  de  adviezen  der  Ker- 
kelijke Besturen ,  hier  te  meer  dringt,  waar  het  lage  tracte- 
ment  de  vervulling  der  vacature  bemoeijelijkt. 

5^.  de  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  het 
Beglement ,  in  overeenstemming  met  het  advies  der  be- 
trokken Commissie  vast  te  stellen,  en  ze  alzoo  gewijzigd 
aan  de  stemmen  van  de  leden  der  Provinciale  Kerkbe- 
sturen en  den  Waalsche  Commissie  te  onderwerpen. 

6°.  goed  te  keuren  dat  het  batig  saldo  over  1879  niet 
door  den  Quaestor-generaal  gekapitaliseerd  worde  om  de 
afdoende  reden',  daarvoor  door  de  Synodale  Commissie 
aangevoerd. 

7®.  de  handelinsc  van  het  Moderamen   tot  rectificatie  der 


63 

SjHiodale    drcdaire  van  ^7  Augustus  n^.  121  ^    eveneens 
goed  te  keuren. 

De  vei^adering    wordt   hierna   tot  morgen  voormiddag     siniting  der  achtste 
tien  uur  verdaagd ,  waarmede  de  zitting  wordt  gesloten,     '^^^'s- 

J.  J.  L.  LuTi|  Preêident. 


NEGENDE  ZITTING. 

Zaturdag  den  31  Julg  1880. 

De   QuaestoT'generaal  tegenwoordige  de  heer  van  Eerde 
afwezig. 

Opening  der  negende  Na  opening  der  zitting,  worden  de  notulen  der  zitting 
zitting.  yj^j^  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Besluit   tot  uitbe-      Ter   tafel    komt   een   verzoek    van    het   Classicaal  Be- 

S^S^nteÏGtX «*«"'    ™n    Sneek   van    29  JuUj  jl.  gereg.  onder  n».  5, 
meer.  om    aan    Kerkvoogden    te    Gaastmeer    de    toegewezen 

subsidie  van  f  1215  uit  te  betalen,  nu  de  bouw  der 
nieuwe  pastory  voltooid  is  en  het  werk  is  afgeleverd.  Daar 
de  bijgevoegde  stukken  in  orde  worden  bevonden,  wordt 
de  Quaestor-generaal  aanstonds  tot  de  uitbetaling  der  sub- 
sidie gemagtigd. 

Toestemming  aan  Aan  de  Commissie  die  te  rapporteren  heeft  ter  zake 
de  betrokken  Commis-  der  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  het  Reglement 
mitéteAmsterdam^P  ^^^,  Hooger  Onderwijs  in  verband  met  de  verlangde 
in  nader  overleg  te  aanstelling  van  Kerkelijke  Hoogleeraren  te  Amsterdam, 
treden   aangaande  de  ^Qj^t    q^    Jq  harentwege  door  den  heer  Doutoes  gedane 

zaak    van    aanstelhng  en  j     •  31         .^        n   .      ^  1.   -l  l 

van  KerkeUjke  Hoog-  ^^^S  f  O'  ^e  vergadering  goedkeurt ,  dat  zij  met  het 
leeraren  aldaar.  Comité    te   Amsterdam  in  correspondentie  trede  over 

gerezen  bedenkingen  tegen  de  ingezonden  statuten,  ten 
volle  vrijheid  toegestaan  tot  zulke  correspondentie  als  ook, 
indien  zulks  wenschelijk  mogt  geacht  worden,  nog  met 
het  Comité  in   mondeling  overleg  te  treden. 

Voortgezette  behan-  Bij  Voortzetting  der  behandeling  van  het  Verslag  der  Syno- 
deling  van  het  Verslag  j^le  Commissie  rakende  de  aangelegenheden  der  Algem.  Kas, 

der  Synodale  Commis-  ,  ut-  ^  j  i    n     t  i_i      cd      öa 

sie  rakende  de  aange-  worden  alle  daann  voorkomende  mededeelmgen  blz.  58 — oU 
legenheden  der  Alge-  voor  kenisgeving,  voor  zooveel  noodig,  met  goedkeuring} 
meene  Kas.  aangenomen,    als    ook  het   berigt  van  den  Secretaris  dat 

door  de  Synodale  Commissie  alsnog  order  is  gesteld  op 
de    voldoening    der    nader    ingezonden    declaratie  van  het 


65 

Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  in  zake  de 
procedure  tegen  de  Dordtsche  ouderlingen,  g^reg.  onder 
no.  555,  groot  f  216.30,  alsook  van  het  Classicaal  Be- 
stuur van  Leiden,  gereg.  onder  n^  580,  voor  kosten 
eener  buitengewone  kerkvisitatie  ter  zake  der  tegen  den 
voormaligen  predikant  J.  N,  van  der  Hoeve  te  Noord- 
wijkerhout  ingebragte  bezwaren,  groot  ƒ  17.40,  terwijl 
een  nog  ingekomen  verzoek  van  den  Scriba  van  het  Clas- 
sicaal Bestuur  van  Appingedam  om  vergoeding  van  kos- 
ten in  zake  van  tucht  gereg.  onder  n®.  932,  geacht  wordt 
door  de  Synodale  Commissie,  waaraan  het  geadresseerd  is, 
ook  te  moeten   worden  a^edaan. 

Nog  wordt  goedgekeurd  dat  het  Moderamen  der  Syno- 
dale Commissie  ter  bespoediging  van  de  verzending  de 
Handelingen  van  de  Buitengewone  Vergadering  der  Synode 
den  prijs  der  afgeleverde  exemplaren  van  elk  op  6  O  centen 
en  van  de  in  den  handel  te  brengen,  van  elk  op  75 
centen  gesteld  heeft,  en  worden  twee  ingekomen  brieven 
van  dankbetuiging  voor  gratis  ontvangen  exemplaren,  na- 
meliik  van  de  Directeuren  der  Leidsche  en  Amsterdamsche 
üniversiteits-bibliotheken ,  gereg.  onder  n°.  606  en  607, 
yooi  kennisgeving  aangenomen. 

Aan  de    orde    komt  nu  het  ten  voorgaanden  jare  aan-    Het  ten  voorgaanden 
gebonden  rapport  van  de  Commissie  voor  het  Godsdienst-  J*^  aangehoiiden  rap- 

j       -•      TT      j     UI       m       oA-  i»j  i.j  port  van  de  Commissie 

onderwijs  Hand.   blz.  21 — 30 ,  in  verband  met  de  vraag,  voor  het  Godsdienst- 
welk  gebruik  te  maken  van  de  daarvoor  ingezamelde  gelden,  onderwijs  in  behande- 
In  de  eerste  plaats  loopen  de  beraadslagingen  over  de  vraag,  ^°^'  daarin**  vervatte 
of  nu    nog  naar  het  in  het  rapport  vervatte  voorstel  tot  voorstel  tot  het  instel- 
de aanstelling  van  eene  bijzondere   Commissie  voor  de  be-  len  eener  permanente 
langen  van  het  Godsdienstonderwijs  zal  worden  overgegaan.  ^°™^g^"®^^^ 
Daarbij  wordt  het  algemeen  betreurd  dat  de  ter  zake  ont-  Synodale  Commissie  de 
worpen    plannen ,    blijkens  de   geringe  opbrengst  ook  van  beschikking   over  de 
de  tweede  collecte ,  zoo  weinig  sympathie  in  de  Kerk  heeft  tTS^n!  ^  ^^  °^ 
gevonden ,  om  het  belang  van  het  Godsdienstonderwijs  op 
zich   zelf    zoowel,  als   omdat   hier   een  gemeenschappelijk 
terrein    werd  geopend ,  waarop  de  verschillende  rigtingen 
nog  zouden    kunnen  zamenwerken.  Maar  zijn  er  daarom 
die  in     weerwil    der    bij    herhaling  ondervonden    teleur- 
stelling de  plannen  niet   willen  hebben  opgegeven  en  nog 
tot  het  benoemen   van   eene  Comncissie  willen  hebben  over- 
gegaan  met  verwijzing  inzonderheid  naar  de  goede  vruchten 
welke  de  pogingen  van  den  Protestantenbond  voor  de  be- 

5 


66 

vordering  van  het  Godsdienstonderwijs  gedragen  hebben, 
en  de  halde  welke  daardoor  aan  de  geprezen  bedoelingen 
van  de  h.h.  van  Hoorn  eu  BoodAuizen  vsltï  Yeenendaal 
gebragt  zou  worden^  de  overgroote  meerderheid  der  ver- 
gadering is  van  oordeel^  dat  naar  de  opgedane  ervaring 
vooralsnog  geene  algemeene  zamenwerking  van  de  verschil- 
lende rigtingen  op  dit  gebied  zal  te  verkrijgen  zijn,  en 
hierin  juist  een  onoverkomelijk  bezwaar  gelegen  is  tegen 
de  benoeming  van  eene  Commissie,  als  in  het  rapport 
bedoeld  wordt.  De  meeste  leden  meenen  dat  daarvoor 
gunstiger  tijd  moet  worden  afgewacht ,  en  voorshands  aan 
de  verschillende  vereenigingen  die  de  belangen  van  het 
Godsdienstonderwijs  voorstaan  en  aan  Predikanten  en  Eer- 
keraden  verder  moet  worden  overgelaten  ieder  in  het  zijne 
te  doen ,  wat  daar  te  doen  gegeven  is.  Als  dan  de  Pre- 
sident ook ,  na  de  sluiting  der  beraadslagingen ,  vraagt 
of  de  vergadering  het  oogenblik  thans  gekomen  acht,  om 
meerbedoelde  Commissie  in  het  leven  te  roepen ,  verklaren 
van  de  achttien  leden  zestien  dat  oogenblik  nog  niet 
gekomen,  en  wordt  daarmede  besloten  aan  het  betrek- 
kelijk voorstel  in  het  rapport  vooralsnog  geen  gevolg  te 
geven. 

Hierna  wordt  overeenkomstig  het  voorstel  van  President 
en  Secretaris  besloten  de  ingezamelde  gelden  intusschen 
overeenkomstig  het  doel  waartoe  zij  gevraagd  zijn  te  ge- 
bruiken en  aan  de  Synodale  Commissie,  met  in  handen 
stelling  ook  van  het  door  de  Synodale  Commissie  over- 
gebragte  verzoek  van  den  predikant  te  Bossnm,  zie  bijl 
A  blz.  41,  op  te  dragen  dat  zij  door  raadpleging  der 
vroeger  ter  zake  uitgebragte  rapporten  onderzoeke  waar  wer- 
kelijk behoefte  aan  hulp  bestaat  met  magtiging  om  bedoelde  gel- 
den voor  de  voorziening  in  die  behoeften  aan  te  wenden  zoo 
al»  haar  dat  meest  doelmatig  zal  voorkomen ,  desgevorderd 
door  inwinning  van  de  adviezen  der  Classicale  Besturen 
van  het  ressort. 

aaS^an^l^t*  ^  ^**  "°^  ^^^  ^^^^  *®'  voormalige  Commissie  betreft, 
aaSgX)ud°ii  adreTvan  makende  het  adres  van  de  h.h.  Thoden  van  Velzen ,  «^^^ 
de  heeien  TAoden  van  Staveren  en  Butgers ,  Hand.  1879  blz.  29  en  80  voor- 
e^^lTt  ^^  ^^^^^  komende ,  oordeelt  de  vergadering  eenstemmig ,  het  ook 
u  gert,  thans  ongeraden,  ter  zake  een  algemeenen  maatregel  te  nemen, 

behoudens    goedkeuring    dat    de  Kerkeraden  in   den  gees 

van  het  voorstel  werkzaam  zijn. 


67 

Nog  wordt  gelezen  een  adres  van  het  Classicaal  Bestuur     Afmang  van  het 
van    Franeker    van    15  Junij,    gereg.  onder  n".  597,  ^^'^^''^^^j 
hoadende  het  verzoek  om  verhooging  van  de  toelage  voor  Deker  tot  Terhooging 
de    Kerkvisitatie ,  op   grond    voornamelijk    van  het  groot  ^®'   toelage  van   de 
aantal    van    de   gemeenten,  tot  de  classis  behoorende,  en    ®^  ^******* 
bet  belang,  dat  er  in  gelegen  zon  zijn,  dat  door  ruimere 
vergoeding  der  kosten  de  leden   van  het  Bestuur  in  staat 
gesteld  worden  langeren  tijd  aan  de  Kerkvisitatie  te  wijden. 
Het  verzoek  van  het  Classicaal  Bestuur  vindt  bij  de  ver- 
gadering geen  ondersteuning,  dewijl  volgens  Hand.   1874 
bijl.    A.   blz.   86  en  1875  bijl.  A.  blz.  68,  bij  de  rege- 
ling   der    bestuurskosten    en    de   vaststelling  der  toelagen 
voor    de    Kerkvisitatie    het    getal  van  de  gemeenten  niet 
tot   grondslag   genomen  is  en  over  het  algemeen  die  toe- 
lagen   voldoende  bevonden  zijn,  zoo  wordt  dan  ook  besloten 
aan  het  Classicaal  Bestuur  te  melden,  dat  er  geen  grond 
is  gevonden  om  aan  zijn  verzoek  gevolg  te  geven. 

Dewijl   hiermede   de  behandeling  der  financiële  aangele-     Sluiting  der  negende 
genheden    is  afgeloopen  wordt  den  Quaestor-generaal  dank^^**^°8»  nadankbetui- 

betuigd   voor    «i„e  aangename    medewerking,  waarna  de  1^-,"»^^^; 
vergadering ,  in  het  belang  der  onderscheiden  Commissiën  medevrerking. 
tot  aanstaanden  Maandag  namiddag  te  half  twee  uur  ver- 
daagd wordt.  De  zittingen  dezer  week  worden  hierop  door 
den  President  met  dankzegging  gesloten. 

J.  J.  L.  Ltjti,  President. 


TIENDE  ZITTING. 

Maandag  2  Augustus  1880. 

De  heer  van  Eerde  afwezig. 

Opening  der  tiende  De  zitting  wordt  door  den  President  met  gebed  geopend; 
zitting.  daarna    worden    de   notulen   der  zitting  van  j.1.  Zaturdag 

goedgekeurd. 

Mededeeling  van  den  Ter  tafel  komt  eene  mededeeling  van  den  Kerkeraad 
fer b^r^  lltrekkePk  *^  Soesterberg  van  29  Julij,  gereg.  onder  n^  6,hou- 
eeM  wnvraa^bs  de^öï^^e  dat  hij  zich  in  vereeniging  met  het  CoUegie  van 
Regering  om  verhoo-  Kerkvoogden  aan  de  Eegering  geadresseerd  heeft  om  het 
ging  van  liet  predi- yjj^g^yg^tgj^gjj^  ^^  j^  predikantsplaats  verbonden  op  /  700 

kantstractement.  ,  •'  ,  ,       -^  t  .       i         i  ..        i  i.  'j  */» 

te  brengen,  verzoekende  om  dat  adxes  bij  gel^enneia  ie 
ondersteunen.  Daar  de  Synode  in  den  regel  zich  onthoudt 
van  zich  in  de  beschikkingen  der  Begering  rakende  de 
verhooging  van  predikantstractementen  uit  's  Bijks  kas 
te  mengen ,  wordt  de  mededeeling  slechts  voor  kennisgeving 
aangenomen. 

Berigt  van  het  be-  Nog  komt  ter  tafel  een  schrijven  van  Mr.  W.  B.  S. 
danken  van  Mr.  J^.  Soeles ,    van    31    Juüj ,   gereg.  onder  n«.   8,    behelzende 

B.  S.  Boeles  voor  de ,      .       '.       ,  ..         i.    ,     *'       °      "  t  t      i  •  « 

benoeming  tot  lid  der  berigt  dat  hij ,  ofschoon  zeer  gevoelig  voor  de  benoeming 
Synodale  Commissie,  tot  lid  der  Algemeene  Synodale  Commissie ,  zich  genood- 
zaakt ziet  voor  die  vereerende  taak  te  bedanken  wegens 
de  vele  werkzaamheden  waarmede  hij  in  verschillende  be- 
trekkingen belast  is.  Dit  berigt  wordt  met  leedwezen  ver- 
nomen. Er  wordt  nu  besloten  het  drietal ,  waaruit  de  heer 
Boetes  gekozen  werd  ^  morgen  aan  te  vullen  en  alsdan  on- 
middellijk tot  eene  nieuwe  keuze  over  te  gaan. 

Intrekking  der  op-      Aan  de  orde  is  de  voortzetting  der  behandeling  van  het 

&i'S?e''''^S^e'«l««  d«'  Synodale  Commissie  in  bijl.  B.  Bij  kennis- 
gewenschtc  wettelijke  neming  van  hare  op  blz.  89  voorkomende  vraag  terzake 
maatregelen  tot  beten-  der  opdragt  Omtrent  gewenschte  wettelijke  bepalingen  tot 
t^k  ""van  ^IterTen  beteugeling  van  het  misbruik  van  sterken  drank  worden 
drank;   kennisneming  gel  czen   twee  ingekomen  stukken^   het  eene  van  de  Clas- 


69 

sicale    Vergadering    van  Amersfoort,  gereg.  onde;  »*•  ^ J^^ ®7^*5*  ^^  ^"^I 
721,   waarin   naar  met  algemeene  stemmen  genomen  be- ingekome? adreMenen 
sluit  het  verzoek  tot  de  Synode  gerigt  wordt,  dat  zij  den  ^slait  om  zich  te  dier 
Staat  steune  in   zijnen  strijd  tegen   de  dronkenschap ;  het  ^^®.  '^^  ^^  ^^° 
andere   van   de   Classicale  Vergadering  te  Amsterdam,  Tweede  Kamer  der  Sta- 
gereg.    ouder    n®.  874,    ter  mededeeling  in  afschrift  van  t^^^-Generaal  te  adres- 
adressen    door    haar  gezonden  aan  de  Tweede  Kamer  der  "*^°' 
Staten-Generaal  en  aan  den  Minister  van  Justitie,  waarin 
zij  insgelijks  naar  eenparig  besluit  aan  den  Minister  haren 
dank  heeft  betuigd  voor  de  ingediende  wet ,  aan  de  Tweede 
Kamer  gemeld  heeft,  dat  zij  met  groote  belangstelling  de 
indiening    dier   wet  heeft  vernomen,  en  zonder  eenigzins 
in  eene  beoordeeling  dier  wet  te  treden ,  met  allen  nadruk 
op  het  nemen  van  doeltreffende  maatregelen  moet  aandrin- 
gen tot  onderdrukking  der  steeds  voortwoekerende  volks- 
zonde.  Terwijl  van  deze  stukken  met  belangstelling  kennis 
wordt   genomen,    oordeelt  de  vergadering,  dat  nu  er  bij 
de  Tweede  Kamer  eene  wet  tot  beteugeling  van  het  kwaad 
is  ingediend,  de  aan  de  Synodale  Commissie  gegeven  op- 
diagt  moet  vervallen,    maar   rijst  thans  alleen  de  vraag, 
of  de  Synode  zelve  zich  ter  zake  van  die  wet  behoort  te 
adresseren,    en  wordt  nu,  daar  de  meeste  leden  van  oor- 
deel zijn,    dat  het  haar  niet  voegt  in  eene  beoordeeling 
der  wet    te   treden,   alleenlijk  besloten,  in  den  geest  als 
door  de  Classicale  Vergadering  van  Amsterdam  geschied 
is,  dat  de  Synode  een  dank-adres  aan   den  Koning  voor 
de  indiening    der    wet  zal  rigten  en  een  verzoek  aan  de 
Tweede  Kamer  om  de  wet  hoe  dan  ook  gewijzigd  aan  te 
nemen.    Het   stellen  dezer  adressen  wordt  aan  den  Secre- 
taris overgelaten. 

Het    verslag  der  Synodale  Commissie  omtrent  de  inge-     KeuniBneming   van 
komen  stukken  van  kennisgeving  blz.  90—94  wordt  voor  5®*  ^«"^*8  ^^.  Sy°o- 

1       .         .  .   L"        n  11         •  dale    Gomini88ie  om- 

Kenni^evmg  aangenomen ,  met  bijzondere  goedkeuring  van  trent  bij  haar  ingeko- 
de  handelingen  der  Commissie  naar  aanleiding  van  het  men  stnkken  tot  de 
vanwege  Z.  M.  ontvangen  heugelijke  berigt  van  dezwan- '^?^"^j^*°  ^f*""^" 
gerschap  van  H.  M.  de  Koningin.  ^^°^   e  oo  n  e. 

De  Secretaris  deelt  nog  naar  aanleiding  van  het  berigt 
omtrent  het  boekgeschenk  van  den  heer  van  Alpken  blz. 
H  op  diens  verzoek  mede,  dat  deze  de  voortzetting  van 
zijn  werk  nog  niet  heeft  gestaakt ,  maar  daartoe  zou  moe- 
ten besluiten ,  indien  het  getal  van  de  inteekenaren  op  het 
werk  in  den  loop  van  het  jaar  niet  mogt  toenemen. 


70 

Goedkeuring  vaa  de  Bi}  de  kennisneming  vervolgens  van  het  verslag  der  Commis- 
^te  SMe^in^^kê  ^^®'  rakende  de  zaak  van  den  predikant  C.  L  D.  van  Coeverden 
van  den  predikant  c.  Adriani ,  blz.  94 — 97^  wordt  weder  gelezen  een  ingekomen 
z.  p,  van  Cbwtfrefo» antwoord  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- 
bij heTprovinc*  Kerf^  ^^^^  op  ï^^t  laatste  schfijven  der  Commissie,  van  15  Junij, 
bestuur  van  Gelder- gereg.  onder  n^  366 ,  hoofdzakelijk  behelzende,  dat  de 
land  op  het  nemen  vertraging,  welke  het  nemen  van  eene  beslissing  in  deze 
Z'geo""^'^""*' hoogst  moeijeHjke  ^  ondermdt.  toe  te  schrijyen  is  aan 

het  omslagtige  van  het  in  deze  noodzakelijk  bevonden 
onderzoek,  dat  onafgebroken  voortgezet,  doch  nog  niet 
geëindigd  is.  Na  gehouden  beraadslagingen  en  verkregen 
inlichtingen  van  de  afgevaardigden  uit  Gelderland 
worden  de  handelingen  der  Synodale  Commissie  door  de 
bevoegde  leden  eenparig  goedgekeurd  en  vervolgens  besloten 
nog  een  schrijven  aan  het  Provinciaal  Kerkbestuur  te  rigten 
om  op  bespoediging  der  te  nemen  beslissing  aan  te  dringen. 

Als  Toren,  vanhaar  De  mededeelingen  der  Commissie  aangaande  het  verzoek 
schrijvea  aan  hetzelfde  van    het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  om 

Kerkbestuur  betrekke-      ,        ,         .  „  i       -•  i     i         •      i    ,    /-n      •     i 

lijk  verlangde  voorzie-  ^^^^^  ^^  stellen  op  onregelmatigheden  m  het  Glassicaai 
ning  in  vermelde  on- ressort  van  Harderwijk,  blz.  97,  98,  de  bij  haar  in 
h^^'^ifö"  ""VT  ï°?etomen  verzoeken  om  dispensatie  naar  art.  23  van  het 
verschillende  ingektn  Reglement  op  de  Vacaturen,  blz.  98 — 102,  en  het  verzoek 
men  verzoeken  om  dis- om  dispensatie  van  de  bepaling  omtrent  den  leeftijd  in 
^^^^^'  art.    13    van    het   Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs 

worden  alle,  voor  zooveel  noodig  met  goedkeuring  door 
de  bevoegde  leden,  voor  kennisgeving  aangenomen. 

Sluiting  der  tiende  De  Vergadering  wordt  hierna  verdaagd  tot  morgen 
zitting.  namiddag   een    uur,    waarmede    de  tegenwoordige  zitting 

wordt  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi, 

Premlent, 


ELFDE  ZITTING. 

Dingsdag   3   Augustus   1880. 
De  heer  van  Eerde  afwezig. 

Na   opening  der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting  .  Op^^^S  ^^  ^^^ 
van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  attwg. 

De    Secretaris    deelt    mede^    dat    van    het    Provinciaal      Synodi    coniaractae 
Kerkbestuur    Van   Z  u  i  d  -  H  o  1 1  a  u  d   zijn  ingekomen :        "Z  it  S?wt>? 

l^  een  afschrift  van  eene  uitspraak  met  betrekkelijke  ciaal  Kerkbestuar  van 
stukken,  ger,  onder  n®.  12,  waarbij  ie  heer  Jac.  Ei^eman ,^^^^^^^^  overge- 
predikant  te  Dordrecht  en  Scriba,  van  het  Classicaal  jj^^^ij^^"  ^ 
Bestuur  wegens  verzet  tegen  de  uitvoering  van  de  eind-  Eigeman  en  J?.  J.  o. 
besliaang  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  G  e  1  d  e  r-  f***  Boog^huijze  te 
land  tot  schorsing  van  de  ouderlingen  te  Dordrecht, 
Foorloopig  in  beide  zijne  betrekkingen  geschorst  is  en  de 
tegen  hem  ingebragte   bezwaren   bij  de  Synode  zijn  over- 


2^  een  afschrift  van  zijn  besluit  als  te  Dordrecht 
doende  wat  des  Eerkeraads  is  om  het  tegen  den  predikant 
E,  A.  G,  van  Boogenhuijze  ingebragte  bezwaar  van  gelijke 
handelingen  tot  de  Synode  over  te  brengen ,  met  betrekke- 
lijke stukken  gereg.  onder  n®.  13. 

De  Vergadering  oordeelt  dat  naar  analogie  der  in  het 
Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  bestaande  bepa- 
lingen voor  de  behandeling  van  beide  deze  zaken  de  Synode 
volgens  art.  15  van  het  Algemeen  Beglement  tot  op  de 
helft  van  hare  leden  moet  worden  verminderd,  waarom 
terstond  tot  de  hiervoor  vereischte  lotingen  wordt  overge- 
gaan, met  deze  uitkomst,  dat  de  Synodus  contracta  in 
zake  den  predikant  Eigeman \^  zamengesteld  als  volgt: 

President  de  heer  Overman ,  praeadviserend  lid  de  hoog- 
leeraar Lasonder,  adviserend  lid  en  secretaris  vanHasêeU; 
overige  leden  de  heeren  Douwes,  van  der  Veen,  Kronenberg, 
van  der  Hoeve,  van  Duijl,  Jans,  Alingk  Prins,  Bruinwold 
Riedel  en  Bmna. 


72 

Tot  de  Synodus  contracta  in  zake  den  predikant  van 
Hoogenkuijze ,  behooren  de  heeren  Overman,  Lasonder 
van  Hasselt  in  evenvermelde  betrekkingen  en  voorts  als 
gewone  leden  de  heeren  JDiiema,  van  Eerde  ^  Kronenberg  ^ 
van  der  Hoeve ,  Segers ,  van  den  Brandeler ,  Jans ,  Alingh 
Prins  en  Bruna. 

Benoeming  van  Mr.      Naar  besiuit  van  gisteren  wordt  het  drietal  van  ouder- 
J.    c,  Bergsma  tot  üngen    voor    de  vacature  bij   de  Synodale  Commissie ,  uit 

lid  der  Synodale  Com-  iPi^j  i.i.i!^ji  -ii 

missie.  het    bestaande    gros    wegens    het  bedanken   van   den  heer 

Boetes  bij  eene  derde  stemming  tusschen  de  heeren  Kronen- 
berg en  Frinia  aangevuld  met  eerstgenoemde^  waarna  uit 
het  drietal  terstond  met  groote  meerderheid  van  stemmen  de 
heer  Mr.  J.  C.  Bergsma,  oud-ouderliog  te  Leeuwarden^ 
gekozen  wordt. 

Rapport  betreffende      Door  den  heer  van  Duijl  worden  van  wege  de  Com- 
een   voorstel  van  de  miggie  voor  de  nieuwe  wetsvoorstellen  twee  rapporten  uit- 

vau^Dordr^^htTinS^'^'^g^i  ^ï®  ^^^^^  tot  nadere  inzage  van  de  leden  ter  tafel 
voor  de  toelating  tot  worden  gelegd. 

Evan^^b^ienk''  o^k  ^^^  ^®'®*®  rapport  betreft  het  voorstel  van  de  Classicale 
ge\dg8ctrifter^Mn°^te  vergadering  van  Dordrecht,  gereg.  onder  n^  7  5  9,  om 
nemen  van  buiten  de  voor  de  toelating  tot  het  examen  voor  de  Evangeliebediening 

lUjksnniversiteitenhier  q^^  getuigschriften  te  erkennen  van  studie  aan  andere  in- 
te  lande  bestaande  m-    .   , .  °        =>         -^  /-^    j        ••       j  j     t»"i 

rigtingcn  voor  Hooger  ngfciiïgen  van  Hooger  Onderwijs,  dan  aan  de  Eijksuniversi- 
Onderwijs.  teiten ,  luidende  als  volgt: 

Mijne  Heebbn! 

Aan  uwe  Commissie  voor  de  nieuwe  wetsvoorstellen  is 
opgedragen  u  te  dienen  van  advies  ten  opzigte  van  een 
voorstel  ter  tafel  gebragt  in  de  Classicale  Vergadering  van 
Dordrecht  dd.  30  Junij  jl,  door  al  de  leden  op  vier 
na,  aangenomen,  en  luidende  als  volgt: 

//De  Synode  stelle  de  binnenlandsche  studenten  niet 
//achter  bij  hen,  die  in  het  buitenland  hunne  studiën 
//volbragten,  maar  erkenne  ook  getuigschriften  van  studie, 
//volbragt  aan  andere  inrichtingen  van  Hooger  Onderwijs 
//dan  de  Eijks-Universiteiten ,  mits  ook  door  hen,  die 
//zich  aanmelden,  bewijzen  van  goed  gedrag  worden  over- 
jygelegd.'' 

Uit  de  officieele  mededeeling  blijkt,  dat  //men  meende 


73 


//dit  voorstel  te  moeten  doen,  om  der  Synode  aan  te 
//toonen,  dat  zij  door  het  voorstel  Meiêchert  van  Vollen^ 
f/ hoven  c,  s.  te  ondersteunen ,  partij  koos  tegen  eene  andere 
//richting  dan  die  de  hare  is/' 

Qualificatie  van  dit  motief  en  van  deze  beschouwing 
laten  wij  liefst  achterwege. 

Maar  geen  voorstel  misschien ,  dat,  mocht  het  door 
u  worden  aangenomen ,  dieper  zou  ingrijpen  in  de  economie 
van  't  Beglement  op  't  examen ,  en  van  't  Reglement  op 
het  Hooger  Onderwijs  in  de  godgeleerdheid ,  dan  dit  van 
de  Classicale  Vergadering  van  Dordrecht. 

Werd  het  Wet,  illusoir  zouden  de  bepalingen  zijn  in 
art.  7  van  't  Beglement  op  't  examen ;  illusoir  de  waar- 
boigen,  welke  de  Synode  dddrin  eischt  en  bezit  voor 
degelijke  studie  en  vorming  van  de  aanstaande  Evangelie- 
dienaren der  Ned.  Hervormde  Kerk. 

Dat  het  der  Synode  om  dien  waarborg  te  doen  is, 
blijkt  ook  uit  hetgeen  ten  opzigte  van  hen,  die  buiten- 
slands hunne  studiën  volbragt  hebben,  sub  a  van  art.  8, 
in  dat  reglement  bepaald  is  met  de  woorden :  //bewijs , 
17 dat  zij  (nl.  de  buitenlandsche  studenten)  aan  een  weiiig 
f/criende  inrichting  van  Hooger  Onderwijs  den  graad  van 
//candidaten  in  de  godgeleerdheid,  of  een  daarmee  gelijk 
//staanden  verworven  hebben ,  enz." 

Heeft  voorts  de  Classicale  Vergadering  van  Do  r  d  r  e  c  h  t, 
haar  voorstel  tot  u  overbrengende,  wel  overwogen,  dat 
de  Universiteit  van  Amsterdam  eene  stedelijke  Vrnvet' 
siteit  is,  welke  met  de  Neder landscke Bijis- Universiteiten 
in  rang  gelijk  staat,  en  dat,  indien  ook  te  Amsterdam 
Hooger  Onderwijs  in  de  godgeleerdheid  zal  worden  gege- 
ven, dit  geschieden  zal  van  wege  de  Nederlandsche  Her- 
vormde Kerk ,  door  Kerkelijke  Hoogleeraren ,  die  door  de 
Algemeene  Synode  worden  benoemd? 

Was  men  op  de  Classicale  Vergadering  algemeen  van 
oordeel,  //dat  echte  liberaliteit  vrijheid  erkennen  en  vol- 
//doende  kennis  boven  alles  stellen  moest"  uwe  Commissie 
is  van  't  zelfde  gevoelen,  doch  wil  niet  vergeten,  dat 
het  geenszins  uit  echte,  maar  uit  valsche  liberaliteit, 
uit  een  verkeerd  vrijheidsbegrip  voortkomt,  indien  een 
vrijheid  wordt  gehuldigd  of  gegund,  welke  het  verkrijgen 
van  voldoende  en  degelijke  kennis  niet  genoegzaam  waar- 
borgt. 

Op    grond    van    een    en    ander  adviseeren  vnj  u,  het 


74 

voorstel    van  de  Glassicale  Vergadering  van  Dordrecht 
te  wijzen  van  de  hand. 

G.  VAN  DuiJL  GWz. 
J.  Alingh  Prins. 
Mr.  E.  DE  Man  Ez. 
G.  W.  VAN  Eebde. 

Als  voren,  terzake      Het    andere    rapport  betreft  de  adressen  tot  aanvulling 
der  adressen  tot  aan- ^^jj  ^^j.    3  ^^  g  ^^^^  j^et  Reglement  voor  de  Kerkeraden, 

valling  van  art.  3  al.    ..    -,  j  •   1.      j 

2  van  het  Reglement  Zijnde  van  dezen    innoud : 

voor  de  Kerkeraden. 

Mltne  Heeben! 

Wederom  zijn  in  Uwe  Vergadering  voorstellen  ingekomen, 
om  in  het  Reglement  voor  de  Eerkeraden,  art.  3  al.  2 
na  de  woorden:  //ouderlingen  en  diakenen  behooren  te  zijn 
vgeen  tegenstrevers  van  kerkelijke  verordeningen^'  de  be- 
paling te  laten  volgen:  //geen  fabrikanten  of  verkoopers 
//van  sterken   drank.'' 

Een  daartoe  strekkend  voorstel ,  geteekend  door  de  HH. 
C.  J.  Bruéel  de  la  Bivière  en  J.  S.  van  Arhel  werd 
in  de  Glassicale  Vergadering  van  Haarlem  ter  tafel  ge- 
bragt  en   door  21  leden   ondersteund. 

De  Glassicale  Vergadering  van  Heusden  met  26  tsgen 
10,  van  Zutphen  met  38  tegen  37  stemmen,  van 
Utrecht,  van  Wijk,  van  Gouda  met  groote meerder- 
heid ,  van  'sGravenhage  met  bijna  algemeene  stemmen, 
en  de  heer  L,  van  Gheel  Oildemeester ,  pred.  te  Wil- 
helminadorp, achten  de  opname  van  bovengemelde 
bijvoeging  alleszins  noodzakelijk,  ten  einde  ook  hienn 
een  middel  te  hebben ,  om  het  drankmisbruik ,  't  welk 
onze  maatschappij  ontzenuwt  en  veel  en  velerlei  ellende 
sticht,  te   bestrijden. 

Een  lid  van  de  Glassicale  Vergadering  van  E  dam 
verlangde  evenzeer ,  dat  genoemde  bepaling  in  het  Reglement 
voor  de  Eerkeraden  zou  worden  opgenomen  ,  maar  ofschoon 
onderscheidene  leden  met  de  bedoeling  van  den  voorsteller 
sympathie  betuigden,  kon  het  meerendeel  zich  met  het 
voorstel  zelf  op  verschillende  gronden  niet  vereenigen.  Het 
werd  verworpen  met  34  tegen  6  stemmen.  Er  werd  echter 
unaniem  besloten  den  wensch  uit  te  spreken ,  dat  de  Synode 
voortga  te  doen,  wat  zij  vermag  om  het  schromelijk  mis- 
bruik van   bedwelmende  dranken  te  keer  te  gaan. 


75 

Heeft  de  Synode  een  paar  jaar  geleden  de  Kerkeradeu 
aitgenoodigd  zich  tot  de  Hooge  Eegeering  te  wenden  met 
de  bede  f  dat  deze  verordeningen  tot  beperking  van  het 
gebruik  van  sterken  drank  in  het  leven  roepe ,  en  mogen 
vij  verwachten  y  dat  de  Begering  eerlang  het  hare  zal 
doen  om  deze  groote  volkszonde  door  wettelijke  bepalingen 
te  bestrijden;  is  door  Uwe  Vergadering  in  1878  een 
voorstel  van  de  Classis  Kampen ,  die  toen  hetzelfde  ver- 
zoek deed  ten  aanzien  van  //fabrikanten  van  en  handelaars 
//in  sterke  dranken^'  met  16  tegen  S  stemmen  afgewezen ; 
trof  ten  vorigen  jare  een  dergelijk  voorstel  van  de  classis 
van  Gouda  hetzelfde  lot,  uwe  Commissie,  ofschoon  de 
meest  oprechte  hulde  brengende  aan  de  bedoelingen  der 
voorstellers,  deelt  ook  nu  in  de  bezwaren,  welke  toen 
den  aanbevolen  maatregel  als  ongepast  en  niet  doeltrefiend 
hebben   doen  verwerpen. 

Zij  meent  te  kunnen  volstaan  met  te  verwijzen  naar 
het  daaromtrent  meegedeelde  en  overwogene  in  uwe  Ver- 
gadering van  1878  (Hand.  bladz.  176  ,  177  en  260) 
en  1879  (Hand.  bladz.  90,  91  en  92)  en  u  te  advi- 
seeren  aan  ^t  verzoek  der  adressanten  geen  gevolg  te 
geven. 

G.  VAN  DuiJL  GWz. 
J.  Alingh  Pkins. 
Mr.  E.  DE  Man  Ez. 
G.  W.  VAN  Eerde. 

Ter  tafel  komt  een  adres  van  den  Kerkeraad  te  B  ij  n-  Besluit  op  een  be- 
saterwoude  van  2  Augustus,  gereg.  onder  n®..  I0,^a»"clmft  van  den 
hoofdzakelijk  behelzende  bezwaren  over  het  uitblijven  der  f  *[g"  ^^„^1*^  ^^J^j^^J 
beslissing  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- uitblijven  der  beslissing 
land   in    zake  den  aldaar  beroepen  predikant  C.  L.  D.  ^^  ,^f  »*^  ^^^  ^^^ 

^  j  Éj  •      *  jj  iiij      predikant  van  Coever- 

van    Coeverden   Aanam  en  daarvoor  de  vragen  stellende :  ^^  jdHani. 

i/a.  Is  eene  //zedelijke  overtuiging^'  van  een  Kerkerai^d 
genoegzaam  om  de  approbatie  van  de  beroeping  eens  leeraars 
naar  eene  andere  gemeente  terug  te  houden  P 

fih.  Is  het  geoorloofd  eene  zaak  van  zulk  een  groot 
gewigt  z<56  langen  tijd  in  behandeling  te  houden^  terwijl 
toch  art.  70  van  het  Beglement  op  de  vacaturen  tot  den 
meesten  spoed  aanspoort?'' 

Na  kennisneming  van  dit  schrijven  oordeelt  de  ver- 
gadering dat  er  geen  bedenking  kan  bestaan ,  naar 
art.    14  van    het    Algemeen    Reglement    den    Kerkeraad 


76 

in  zake  ontvankelijk  te  verklaren,  doch  besluit  zij  nu  na 
het  gisteren  verhandelde  den  Eerkeraad  te  doen  opmerken , 
ten  aanzien  van  zijne  eerste  vraag,  dat  bij  de  aanhangige 
procedure  nog  moet  uitgemaakt  worden,  of  er  geene  feiten 
zijn  die  de  tegen  den  predikant  van  Coeverden  Adriani 
ingebragte  beschuldigingen  regtvaardigen ,  en  wat  de  tweede 
vraag  betreft  //den  Kerkeraad  te  melden ,  dat  juist  gisteren 
door  de  Vergadering  het  besluit  is  genomen  om  bij  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  op  bespoedi- 
ging van  zijne  beslissing  aan  te  dringen. 

Beslait,  naar  mede-  Nog  komt  ter  tafel  een  berigt  van  den  Quaestor-generaal 
q!!^S- ene^l  tm  ^^^  ^  Augustus,  gercg.  onder  n^  11,  houdende,  dat  hij 
het  Classicaal  Bestuu  ^^}  ^^^  Quaestor  der  classis  van  Amsterdam,  den  heer 
van  Amsterdam  te  6r.  J,  Vo8 ,  onderzoek  gedaan  heeft,  welke  weduwen  en 
verpligten  tot  volledige    ^g^itj^^^gfjgljjgj^j^in        uit  de  te  Amsterdam  gehouden 

ODzaat  van  de  inKom~  jl^  o  o 

sten  der  door  hem  voor  collecte,  die  ƒ903.89  ZOU  hebben  opgebragt,  toelagen 
kleine  toelagen  voorge- ontvangen  hebben,  doch  dat  de  heer  Vos  bezwaar  had 
tSiger^'^""*'^"  g^°^aakt    daarvan    mededeeling  te  doen   en  hem  verwezen 

had  naar  den  Algemeenen  Kerkeraad.  Na  kennisneming 
van  dit  berigt  besluit  de  Vergadering  op  voorstel  van  den 
President  door  tusschenkomst  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Noordholland  aan  het  Glassicaal  Bestuur  van 
Amsterdam  te  melden,  dat  op  zijne  voordr^t  omtrent  het 
toekennen  van  kleine  toelagen  vooralsnog  geen  besluit  kan 
genomen  worden,  zoolang  daaraan  eene  volledige  opgaaf 
ontbreekt  van  de  inkomsten ,  welke  de  voorgedragen 
personen  genoten  hebben,  als  waartoe  ook  gerekend  moet 
worden,  wat  zij,  zoo  niet  allen,  toch  naar  men  meent, de 
meesten  uit  de  te  Amsterdam  gehouden  collecte  hebben 
genoten. 

Nader  beslnit  om-  De  President  stelt  voor ,  dat  de  Vergadering  terugkome 
ov»de^voJrift^°^^P  *^*"  j'*  Zaturdag  genomen  besluit  omtrent  het  van  de 
dienstondemijs*  ^-  ^^or  het  godsdienstonderwijs  ingezamelde  gelden  te  maken 
zamelde  gelden.  gebruik,  om  de  moeijelijkheid ,  welke  het  opsporen  van  de 

behoeften,  bij  nader  indenken,  voor  de  Synodale  Com- 
missie opleveren  zal,  dewijl  er,  buiten  de  aanvraag  thans 
van  den  predikant  te  Bossum,  geene  bepaalde  aanvragen 
om  bijdragen ,  nu  noch  vroeger  ,  zijn  ingekomen ,  maar  dat 
uitgegaan  worde  van  de  in  1878,  zie  Handl  blz.  284, 
285,  gemaakte  bepalingen  omtrent  de  bestemming  der 
gevraagde  gelden  en  nu  in  de  Kerkelijke  Ourant  rondweg 


77 

worde  medegedeeld  dat  de  opbrengst  der  gehouden  collecte 
onvoldoende    is    gebleken    oxn^   waar    zulks  noodig  mogt 
zijn  y  ondersteuning  voor  het  bouwen  van  catechisatielocalen 
te    rerleenen,    doch  dat   de  Synode  oordeelt  voor  Kerke- 
raden   en    Predikanten    die  ten    gebruike   van  het  gods* 
dienstonderwijs   tegemoetkoming    voor  het  aanschaffen  van 
Bijbels^    gedeelten    van    Bijbels^    psalmen-  en  gezangboe- 
ken of  ook  kaarten ,    platen    en    boeken  noodig   mogten 
hebben ,    de    gelegenheid    open    te    stellen     om    daaraan 
geholpen  te    worden,    en    hen    uit    te    noodigen    dat   zij 
zich    daartoe  met  hunne   aanvragen  tot  de  Algemeene  Sy- 
nodale Commissie  wenden^  en    deze    vddr    15   September 
inzenden    bij    het    Classicaal   Bestuur  van  het  ressort  om 
door  tnsschenkomst  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  inge- 
zonden   te    worden^  wordende  de  genoemde   Besturen   bij 
deze    uitgenoodigd    omtrent    de    aanvragen    de    Synodale 
Commissie  van  raad   te   dienen,  als    door  de   Synode  ge- 
magtigd    tot    het    toekennen    van    toelagen    tot   genoemd 
einde  uit  de  ingezamelde  gelden ,  voor  zoo  ver  het  bedrag 
der  ingezamelde   gelden,  dat  met  de  gemaakte  rente  om- 
streeks f  1175    beloopt,    toelaten  zal.    Na  eenige   beraad- 
slaging wordt  met  algemeene  stemmen  overeenkomstig  het 
voorstel  van  den   President  besloten. 

Nog  wordt  in  behandeling  genomen  het  door  de  Syno-     Afwijzing  van  een 
dale    Commissie   in    haar  verslag  blz,  102   volg.  medege- ^°°^^®^y^°^*l6Com- 
deelde  voorstel  van  Kerkvoogden  te  Groningen  om  bij  S'vSÏiS» 
art.    S    en  5  van  het  Algemeen  Beglement  het   stemregt  teGroningenombij 
en    de    verkiesbaarheid    voor    eenig    bestuur  te  beperken  *'**■  3  en  5  van  het 
door    daarvan  uit  te  sluiten ,    die  hunne  kerkelijke  lasten  re^^en  de  bevoegdhdd 
niet    voldoen.    Gaarne    wordt   door    de  vergadering  hulde  tot  benoeming  in  Ker- 
gebragt    aan  de    bedoeling    der  Kerkvoogden,  terwijl  het  ^®^?^®  ^®*°^®^ *® ^®" 
ook   algemeen  als  eene  gewenschte  zaak  wordt  beschouwd ,  niet  *%o\doemng  der 
dat  een  afdoende  maatregel  kon  worden  genomen  om  de  kerkeUjke  lasten, 
gemeenteleden ,  die  mogten  weigeren  zich  van  hunne  gel- 
delijke verpligtingen  jegens  de  Kerk  te  kwijten,   daarvan 
terug  te  brengen ,  ten  einde  aan  het  voeren  van  processen 
daarover  voor    goed    een  einde    te  maken.   Doch,  terwijl 
slechts    enkele    leden   de   daarvoor  door  Kerkvoogden  van 
Groningen   voorgestelde  maatregel  aanbevelenswaardig 
achten ,   ook  omdat    die    zou  kunnen  dienen   om  zamen- 
werking  van  het  bestuur  en  beheer  te  bevorderen ,  hebben 
de    meeste    leden    evenwel    tegen    de  inwilliging   van  het 


78 

verzoek  groot  bezwaar ,  omdat  door  het  maken  vau  zalke 
bepalingen^  als  daarbij  verlangd  wordt ^  werkelijk  in  het 
beheer  zoa  worden  ingegrepen,  dewijl  bij  de  toepassing 
er  van  in  eene  beoordeeling  zon  moeten  worden  getreden 
van  de  regtmatigheid  der  opgelegde  kerkelijke  lasten. 
Bedenkelijk  wordt  ook  geacht ,  dat  door  zulke  bepalingen 
een  soort  van  tucht  zou  worden  uitgeoefend  ter  handhaving 
van  besluiten  van  andere  CoUegiën  op  een  gebied ,  dat  niet 
tot  het  Bestuur  der  Kerk  behoort.  Ook  wordt  opgemerkt, 
dat  de  voorgestelde  bepalingen  niet  zouden  voegen  in  het 
Algemeen  Beglement,  als  alleen  zullende  dienen  voor 
gemeenten ,  waar  kerkelijke  lasten  geheven  worden.  In  elk 
geval  wordt  voor  het  maken  van  dergelijke  bepalingen 
gepaster  geacht  den  tijd  af  te  wachten  dat  het  verband 
tusschen  bestuur  en  beheer  behoorlijk  geregeld  zal  kunnen 
worden,  en  wanneer  Kerkvoogden  te  Groningen  moeije- 
lijkheden  ondervinden  in  het  heffen  van  den  kerkdijken 
aanslag ,  gewezen  op  art.  40  van  het  Algemeen  Reglement 
op  het  beheer ,  naar  hetwelk  het  Algemeene  CoUegie  ge- 
roepen is  om  ter  zake  maatregelen  te  nemen ,  waarom  ook 
geoordeeld  wordt ,  dat  de  Kerkvoogden  zich  aan  dat  CoUegie 
hadden  behooren  te  adresseren.  Na  sluiting  der  beraadslagin- 
gen wordt  het  verzoek  van  Kerkvoogden  te  Groningen  in 
stemming  gebragt;  veertien  leden  stemden  er  tegen,  vier 
slechts  voor ,  zoodat  het  met  groote  meerderheid  is  a^ewezen. 

Slaiting   der  elfde      De  vergadering  wordt  nu  wegens  de  bijeenkomst  eener 
zittmg.  Synodus  Contracta  tot  morgen-namiddag  één  uur  verdaagd, 

waarmede  de  tegenwoordige  zitting  gesloten  wordt. 

J.  J,  L.  LuTi,  PresidenL 


TWAALFDE  ZITTING. 

Woensdag  den  4den  Angastus  1880. 

De  heer  van  Eerde  afwezig. 

Na  opening  der  zitting  wordt  bet  lezen  der  notulen  tot  Opening  der  twaalfde 
morgen  uitgesteld.  ^***"8- 

Ter  tafel  komt  een  nader  berigt  van  bet  Glassicaal  Nader berigt omtrent 
Bestuur  van  Winschoten  van  2  Augustus ,  gereg.  onder  ^®     grensverindering 

n^  14,  betrekkelijk  de  grensveraudering  van  de  gemeenten  ^*old™*en  Wolden- 
te   Nieuwolda    en    Woldendorp,    behelzende    datdorp. 
daarbij   alle   reglementaire  voorschriften  zijn  in  acht  geno- 
men. Thans   wordt  besloten  de  kennisgeving  dier  grensver- 
andering,    welke    in  de    zitting  van  24  Julij  was  aange- 
hoQdeo,  voor  zoodanig  aan  te  nemen. 

Nog  wordt  naar  voorstel  van  den  Secretarie  besloten ,  Beslnit  omtrent  de 
dat  van  de  aan  den  predikant  te  Drogeham  voor  de^oo'  den  predikant  te 
dienst  te  Harkema  Opeinde  (Heide)  toegekende ^7/ J^^^J^^  ^^ 
toelage  van  f  100,  als  over  het  jaar  Julij  1880  tot  30  fonds  ter  voorziening 
Junij   1881  loopende,  aan  den  predikant   P.  t^an  Zfo/tf««iQge«teUJke behoeften. 

slechts  voor  éene  maand  zal  worden  uitbetaald,  aange- 
zien deze  jl.  Zondag  zijn  afscheid  van  de  gemeente  heeft 
genomen ,  en  dat  met  het  uitbetalen  der  toelage  na  op 
f25  per  kwartaal  te  berekenen ,  eerst  weder  zal  worden 
voortgegaan,  zoodra  de  te  beroepen  predikant  zijn  dienst 
te  Drogeham  zal  hebben  aanvaard,  te  rekenen  van 
den  dag  zijner  bevestiging. 

De  Commissie,  in  welker  handen  de  oonsideratiën  van  Rapport  der  Gom- 
de  voorloopig  aangenomen    verandering    van  art  38  van  rSLlTJ^"  ^« 

k.i-Di4.  i,*njj-       xj-  i.j  voorloopig  aangenomen 

net  Eeglement  op  het  Godsdienstonderwijs  met  de  voor-  verandering  van  art. 
stellen  art.  88  en  89  van  dit  Beglement  rakende  gesteld  38  van  het  Reglement 
werden ,  brengt  bij  monde  van  den  hoogleeraar  Lasonder  5^*  en'Ï^Tomen 
rapport  uit,  dat  tot  latere  behandeling  voor  inzage  der  voorstellen  op  de  be- 
leden ter  tafel  gelegd  wordt.  Jfldenis-kwestie  betrek- 
Het  rapport  luidt  als  volgt :  ^^"8  ^'^^°^^- 


80 


Mijne  Hebeen! 

De  Commissie,  door  U  vereerd  met  de  opdracht  om 
U  te  dienen  van  bericht  en  raad  over<  de  in  hare  handen 
gestelde  stukken  ter  zake  de  in  de  buitengewone  Synode 
dezes  jaars  voorloopig  aangenomen  veranderingen  van  art. 
38  van  het  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs ,  brengt 
bij  deze   rapport  van  haren  arbeid  uit. 

Zij  vangt  dit  verslag  aan  met  de  verzekering,  die  gewis 
geloof  bij  U  zal  vinden,  dat  zij  getracht  heeft  hare  taak 
te  vervullen  met  al  den  ernst,  waarop  een  door  ü  opge- 
dragen arbeid  aanspraak  heeft;  te  meer,  wanneer,  gelijk 
hier  het  geval  is,  voorstellen  moeten  behandeld  worden, 
die  met  de  teederste  belangen  der  Kerk  in  betrekking 
staan,  die  hunne  geboorte  hebben  te  danken  aan  moeite- 
volle verwikkelingen,  die  gedaan  zijn  uit  vurige  begeerte 
om  aan  gerezen  bezwaren  te  gemoet  te  komen ,  en  wier 
lot  voor  de  vrijheid  en  de  orde ,  de  eenheid  en  den  vrede 
in  den  boezem  der  Kerk ,  de  gewichtigste  gevolgen  kan 
hebben.  Het  zou  hare  hoogste  voldoening  zijn,  indien  haai 
arbeid  ü  eenigszins  van  dienst  mocht  wezen  bij  Uwe  over- 
wegingen, en  alzoo  medewerken  om  iets  goeds  te  bevor- 
deren voor  de  ons  allen  dierbare  Kerk. 

Uwe  Commissie,  M.  H. !  heeft  gemeend,  U  vóór  alles 
een  getrouw  verslag  te  moeten  geven  van  het  onthaal  dat 
de  bewuste  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  de  Kerk 
hebben  gevonden ,  toen  zij ,  naar  art,  62  ö  Algemeen  Regle- 
ment, aan  de  Provinciale  Kerkbesturen  en  de  Classikale 
Vergaderingen  werden  toegezonden  om  er  hunne  consideratiën 
op  in  te  winnen.  Dit  onthaal  toch  moest  eenen  hoogst  belang- 
rijken invloed  hebben  op  de  beantwoording  der  ^^^^^  vraag, 
die  zij  meende  zich  te  moeten  stellen :  //of  zij ,  in  de  ge- 
geven omstandigheden,  U  de  vaststelling  dier  veranderin- 
gen zoo  als  die  er  nu  liggen,  moest  aan- dan  wel  ontraden? 

Zij  deelt  U  thans  mede  wat  gebleken  is  uit  eene  aan- 
dachtige kennisneming  van  de  verschillende  Provinciale 
Kerkbesturen. 

In  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  ver- 
klaarde een  lid  de  bedoelde  verandering  in  art.  38  niet 
te  wenschen :  zij  zou  de  bezwaren  niet  wegnemen ;  het  den 
oud-ouderlingen  te  verkenen  recht  zou  de  rechten  en  plichten 
van  den  Kerkeraad  neutraliseeren.  Meende  een  ander  weder 
dat    deze    verandering  goed  zou  zijn,  om  quaesties  als  te 


81 


Dordrecht  ontstonden,  niet  te  doen  plaats  vinden.  Een 
derde  noemde  haar  in  tegendeel  ongelukkig  en  reglemen- 
tair onbestaanbaar.  Ook  deze  achtte  de  rechten  en  plichten 
der  ouderlingen  aangetast ,  en  vreesde  dat  de  hartstochten 
hierdoor  in  beweging  zouden  worden  gebracht.  Hij  oordeelde 
dat  in  al.  5  het  nu  ingevoegde  alzoo  niet  genoeg  zou 
geven,  als  nu  heen  wijzend  naar  de  in  de  vorige  alinea 
geooemde  aflegging  van  belijdenis  van  het  Christelijk  ge- 
loof; maar  dat  dit  niet  voldoende  was.  De  laatste  zinsnede 
van  al.  4  zou  z.  i.  gelezen  moeten  worden:  //Aan  het 
onderzoek  wordt  verbonden  het  afleggen  van  belijdenis  van 
het  Christelijk  geloof/^  Dan  art.  5  aldus:  //Worden  de 
aannemeliugen  door  de  meerderheid  der  afgevaardigden 
geschikt  geoordeeld,  dan  heeft  de  aanneming  plaats-^^  — 
Een  vierde  wijst  op  de  groote  verbetering,  die  dit  artikel 
zoa  aanbrengen  wanneer  de  Kerkeraad  zijn  plicht  niet  deed. 
Een  vijfde  zou  het  als  proefneming  willen  laten  gelden, 
indien  het  vrede  kon  aanbrengen ;  ^t  is  z.  i.  eene  concessie 
aan  de  modernen  en  aan  de  orthodoxen.  Een  zesde  vraagt 
^elke  bij  de  slapheid  der  tucht  de  waarborgen  zijn  voor 
de  onberbpelijkheid  der  oud-ouderlingen. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  ver- 
klaart zich  eenparig  tegen  deze  voorloopig  aangenomen  ver- 
anderingen. Het  doet  hulde  aan  de  bedoeling  der  Synode 
om  op  deze  wijze  aan  vele  bezwaren  te  willen  te  gemoet 
komen,  maar  om  verschillende  redenen  kan  het  zijne  ad- 
haesie  daaraan  niet  verkenen. 

Eén  lid  zou  dit  kunnen  indien  de  bijvoeging  luidde: 
ffzijnde  het  den  predikant  bij  verhindering  der  ouderlingen 
vergund,  onder  goedkeuring  van  den  Kerkeraad,  een  of 
meer  oud-ouderlingen  uit  te  noodigen.^^  Ook  volgens  een 
ander  lid  is  de  aanneming  van  deze  bijvoeging  onraad- 
zaam, omdat:  L^.  het  verzet  tegen  art.  38  hierdoor  niet 
zal  verminderen;  2^.  het  recht  der  ouderlingen  er  door 
wordt  verkort ;  3^.  het  opdragen  van  functies ,  ja  van 
de  voornaamste  functie  van  ouderlingen ,  aan  personen  die 
geen  ouderlingen  meer  zijn,  z66  geheel  en  al  indruischt 
tegen  alles  wat  ooit  in  de  Kerk  is  geschied ,  dat  deze  toe- 
voeging op  zich  zelve  reeds  geheel  verwerpelijk  moet  geacht 
worden  ,  en  4°.  gevolgen  van  deze  bijvoeging  zouden  zijn  de 
opheffing  van  allen  waarborg  bij  de  aanneming,  van  alle  orde  in 
de  gemeenten ,  willekeurig  heerschappij  voeren  der  predikan- 
ten en  een  twistappel  te  meer  in  de  reeds  verdeelde  Kerk. 

6 


82 


Dit  lid  vindt  de  overgangsbepaling  diaarom  onaanneme- 
lijk^ omdat  eene  aanneming  met  oud-ouderlingen  eenvoudig 
geen  aanneming  is. 

Een  ander  lid  zou  deze  veranderingen  wenschelijk  achten, 
indien  zij  den  vrede  herstellen  zouden  en  allen  voldoening 
geven ;  maar  hij  moet  nu  verklaren  ^  dat  de  wijziging  van 
al.  3  in  onze  wetgeving  een  ongekend  element  brengt  y  de 
aanneming  van  wege  den  Kerkeraad  ilusoir  maakt  ^  aan 
predikanten  de  meest  mogelijke  vrijheid  geeft,  en  er  toe 
leiden  kan  om  den  Kerkeraad  geheel  op  zijde  te  zetten. 
Hij  zou  er  echter  vóór  kunnen  zijn,  indien  er  werd  bij- 
gevoegd :  //mits  onder  goedkeuring  van  den  Kerkeraad." 
De  wegneming  in  al.  5  van  de  woorden :  //Bezwaren^'  enz. 
zou  hij  zeer  gewenscht  achten,  zoo  ook  de  overgangs- 
bepaling. 

Een  derde  lid  meent  dat  de  veranderingen  het  pres- 
byteriaansch  karakter  der  Kerk  aantasten,  terwijl  een 
vierde  de  aanneming  van  deze  wijzigingen  vrij  overbodig 
acht,  waar  kerspel  vorming  de  niet  ingeschrevene  aange- 
nomenen  spoedig  tot  hun  recht  zal  doen  komen« 

Ten  slotte  verklaart  een  ander  lid  deze  veranderingen 
volstrekt  onaannemelijk,  en  meent,  dat  de  Synode,  bij 
aanneming  van  het  reglement  op  de  kerspel  vorming,  de 
bedoelde  voorschriften  zóó  moet  wijzigen ,  dat  aan  de  Ker- 
keraden van  alle  gemeenten  en  van  kerspelen  in  de  ge- 
meente de  regeling  der  aanneming  en  bevestiging  van 
nieuwe  leden  wordt  overgelaten ,  onder  uitdrukkelijk  voor- 
behoud ,  dat  het  Christelijk-godsdienstig  karakter  er  van 
wordt  gehandhaafd  en  de  regeling  geschiedt  bij  plaatselijk 
reglement.  Alleen  op  deze  wijze  zou  gewetensdrag  worden 
weggenomen  en  voorkomen,  terwijl  de  rechten  van  het 
presbyterium  onaangetast  zouden  blijven. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Noor  d-H  o  1 1  a  n  d 
is  eenparig  van  oordeel  dat  de  voorgestelde  veranderingen 
de  orde  in  de  kerk  niet  zullen  handhaven  en  den  vrede 
niet  zullen  bewaren.  Het  vindt  groot  bezwaar  in  het  op- 
treden van  oud-ouderlingen ,  ^twelk  geheel  en  al  vreemd 
is  in  onze  kerkelijke  wegeving  en  niet  met  een  beroep 
op  art.  18  van  het  Reglement  voor  kerkelijk  opzicht  en 
tucht  kan  gerechtvaardigd  worden.  Hierdoor  zou  het  recht 
der  ouderlingen  worden  verkort  en  niet  minder  de  af- 
vaardiging door  den  Kerkeraad  illusoir  gemaakt.  De  oude 
bedenkingen  zouden  door  deze  wijziging  in  verhoogde  mate 


83 


temgkeeren  ^  al  is  de  zooveel  aanstoot  gevende  zinsnede 
uit  de  5e  alinea  weggevallen.  Een  en  ander  heeft  het 
Provinciaal  Kerkbestanr  van  Noord-Holland  er  toe 
geleid  ^  der  Synode  in  ernstige  overweging  te  geven ,  tot 
de  definitieve  vaststelling  dezer  wijziging  niet  over  te  gaan 
en  art.  38  onveranderd  te  laten. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Utrecht  begroet  de 
verwijdering  van  de  zooveel  aanstoot  gevende  al.  5^  art. 
38  met  genoegen ,  maar  verklaart  zich  tegen  de  bijvoeging 
in  al.  3  ,  wat  betreft  de  oud-ouderlingen.  Het  is  van  oor- 
deel dat  reeds  de  zonderlinge  stijl  van  dit  toevoegsel , 
^twelk  buiten  eenig  verband  staat  met  de  alinea,  verraadt ^ 
dat  het  in  dit  artikel  niet  te  huis  behoort.  Het  is  1^  met 
art.  38  zelf  in  strijd^  't  welk  bepaalt,  dat  de  aanneming 
geschiede  van  wege  den  Kerheraad,  Mag  nu  een  predikant , 
buiten  den  Kerkeraad  om,  de  oud-ouderlingen  kiezen  om 
bij  de  aanneming  tegenwoordig  te  zijn,  dan  wordt  hier- 
mede art.  38  geschonden  en  bovendien  het  ondragelijkst 
clericalisme  in  de  hand  gewerkt.  De  bijvoeging  is :  2^.  mede 
in  striid  met  de  rechten  en  verplichtingen ,  den  Kerkeraden 
in  onze  ieri  opgelegd  en  toegekend;  3®.  met  de  rechten 
der  gemeente.  Bedenen  waarom  het  Prov.  Kerkbestuur  van 
Utrecht  adviseert  om  deze  bijvoeging  niet  definitief  vast 
te  stellen. 

Evenmin  kan  zijn  oordeel  gunstig  luiden  over  alinea  5. 
Wel  is  waar  verheugt  het  zich  over  hare  verdwijning, 
maar  //wat  baat  het,  wanneer,  schoon  de  aanstootelijke 
woorden  worden  weggenomen,  de  zaak  die  aanstoot  gaf, 
toch  blijft  ?''  En  dat  is  het  geval.  De  Synode  zegt  het 
zelve  in  hare  overwegingen;  de  aanneming  blijft  ook  nu 
eene  zaak  van  bloot  verstandelijke  kennis;  het  belijdend 
karakter  blijft  er  aan  ontbreken  en  daarom  blijft  ook  de 
grieve,  die  zoo  vele  gemoederen  heeft  warm  gemaakt.  De 
Synode  late  de  al  te  groote  vrees  varen,  dat  soms  het 
onderzoek  naar  het  geloof  min  gepast  zoude  zijn  en  make 
de  afneming  van  belijdenis  des  geloofs  weder  mogelijk  door 
deze  eenvoudige  bepaling  op  te  nemen:  //Wordt de  uitslag 
van  het  onderzoek  door  de  meerderheid  der  afgevaardigden 
voldoende  bevonden,  dan  heeft  de  aanneming  plaats";  — 
waaraan  dan  eene  andere  onafscheidelijk  moet  worden  toe- 
gevoegd :  //Wordt  de  uitslag  van  dat  onderzoek  door  de 
meerderheid  der  afgevaardigde  niet  voldoende  gekeurd ,  dan 
geeft    de    commissie   daarvan  kennis  aan  den  Kerkeraad, 


84 


die  de  zaak  op  nieuw  ter  hand  neemt/'  Wat  eindelijk  al.  6 
art.  38  betreft:  Deze  verricht  de  predikant  namens  den 
Kerkeraad^^  het  Kerkbestuur  dringt  ernstig  op  verwijdering 
daarvan  aan. 

In  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zeeland  verklaren 
drie  leden  zich  v6<5r  en  drie  tegen  de  bijvoeging  in  al.  3 
van  art.  38  Begl.  Godsdienstonderwijs.  Yier  leden  merken 
ten  opzigte  van  de  5e  al.  op,  dat,  al  worden  de  aan- 
stootelijke  woorden  ook  weggenomen,  de  zaak  toch  blijfl;. 
En  bij  de  aanneming  van  het  Eeglement  op  de  kerspel- 
vorming is  een  groot  deel  der  wijzigingen  overbodig.  Ëen 
dier  leden  kan  zich  met  nog  twee  anderen  met  die  wijzi- 
gingen vereenigen.  Terwijl  men  zich  van  de  andere  zijde 
tegen  het  toelaten  van  oud-ouderlingen  verklaarde,  ontmoette 
al.  6  geen  bezwaar. 

Tegen  de  overgangsbepaling  bij  art.  38  verklaarden  zich 
al  de  leden. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Friesland  berigt, 
dat  twee  leden  geen  bezwaar  hebben  tegen  al.  3,  indien 
in  de  plaats  van  de  woorden  //den  predikant^'  gelezen 
worde:  de  //Kerkeraad^\  De  overige  leden  waren  er  tegen , 
evenzoo,  op  één  na,  tegen  de  weglating  der  5^ alinea.  Zij 
achtten  deze  wijzigingen  onnoodig,  ondoelnmtig  en  niet  in 
staat  de  bestaande  bezwaren  weg  te  nemen. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  O  v  e  r  ij  s  s  el  meent 
zich  niet  tegen  de  voorgestelde  wijzigingen  te  mogen  ver- 
klaren ,  al  ziet  het  daarin  abnormaliteit ,  omdat  ze  welliclit 
hier  en  daar  tot  bevrediging  kunnen  dienen.  Toch  zouden 
twee  zijner  leden  voor  zich  liever  de  thans  bestaande  redactie 
behouden ,  omdat  toch  eigenlijk  alleen  misverstand  er  zich 
tegen  deed  verzetten. 

Van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Groningen  ver- 
klaart de  meerderheid  zich  v66r  de  toevoeging  tot  al.  3 
en  alle  leden  vóór  de  wijziging  van  al.   5. 

Noordbrabant  -met  Limburg  verwerpt  eenparig 
al  de  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  het  Begl. 
op  het  Godsdienstonderwijs.  De  uitnoodiging  van  oud- 
ouderlingen  vond  krachtige  bestrijding,  vooral  op  grond, 
dat  volgens  al.  1  van  art.  38  //het  aannemen  van  lidmaten 
geschiedt  van  wege  den  Kerkeraad'^,  waarbij  nog  gevoegd 
wordt,  dat  het  voorstel  sub  al.  5  volkomen  in  strijd  is 
met  den  Synodalen  brief,  van  wege  de  Synode  aan  de 
gemeenten    gerigt,    terwijl  het  nu  den  schijn  heeft,  alsof 


85 


bij  de  aanneming  aan  de  geloo&belijdenis  niet  de  minste 
waarde  gehecht  wordt.  Men  betreurde  bij  dat  alles  de 
beginselloosheid  der  Synode ,  waarvan  deze  aangenomene 
veranderingen  blijkbaar  getuigen. 

In  de  overgangsbepalingen  stellen  twee  leden  voor,  de 
woorden  /^zoodra  deze  yerandering  van  art.  88  zal  zijn 
uitgevaardigd/'  te  lezen:  /»/in  1879  en  1880.^'  Aan 
andere  leden  kwamen  deze  bepalingen  ontijdig  voor,  ter- 
wijl een  lid  die   wilde  hebben  afgewezen. 

Het  Drentsche  Provinciale  Kerkbestuur  is  gunstig  ge* 
stemd  voor  de  voorloopig  aangenomene  veranderingen.  Één 
lid  meent  echter  dat,  bij  weigering  van  ouderlingen  om 
bij  de  aanneming  tegenwoordig  te  zijn,  het  Classicaal 
Bestuur ,  en ,  bij  weigering  van  dit ,  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur kon  doen  wat  anders  de  Kerkeraad  of  het  Clas- 
sicaal Bestuur  zouden  hebben  moeten  doen. 

Een  ander  lid  vindt  de  aanwezigheid  van  oud-ouder- 
lingen  irrationeel  en  in  strijd  met  al.  1  art.  38 ;  hij  vindt 
dit  artikel  een  onwaardig  artikel,  ook  zal  de  predikant 
daarvan  misbruik  kunnen  maken;  en  geeft  eindelijk  in 
bedenking  of  het  woord  //alzoo'^  er  niet  uit  gemist  kan 
worden.  Met  de  overgangsbepaling  kan  men  zich  vereeni- 
gen, doch  de  vraag  wordt  gedaan:  // waarom  werd  eene 
bepaling  in  de  Algemeene  Kerkelijke  Beglementen  opge- 
nomen ,  die  slechts  op  andere  gemeenten  van  toepassing  is  P^' 

Bij  de  Commissie  tot  de  zaken  der  Waahche  kerken  vond 
de  opname  van  oud^ouderlingen  als  practische  maatregel 
over  het  algemeen  bijval.  Toch  hadden  vele  leden  be- 
zwaren. Wanneer  de  dienstdoende  ouderlingen  bezwaar 
maken ,  zich  aan  art.  38  te  onderwerpen  en  dus  meenen , 
het  regt  te  hebben  een'  aannemeling  wegens  verschil  van 
geloofsovertuiging  af  te  wijzen ,  dan  moeten  zij  thans  of 
in  verzet  komen  tegen  de  reglementen ,  hi  hunne  betrek- 
king neerleggen.  Nu  is,  bij  de  voorgestelde  wijziging  nog 
eeu  derde  mogelijk:  zij  kunnen  de  zaak  aan  oud-ouder- 
lingen  overlaten.  In  de  oogen  van  sommige  leden  was 
dit  eene  aanbeveling  van  de  voorgestelde  wijziging,  maar 
één  lid  vroeg  of  dit  wel  zedelijk  kon  worden  genoemd. 
Een  ander  bezwaar ,  door  drie  leden  gedeeld ,  was  de  ver- 
melding van  oud-oaderlingen ;  zij  achten  dit  in  strijd  met 
het  reglement  op  het  Godsdienstonderwijs,  daar  deze  toch 
nimmer  als  vertegenwoordigers  van  de  gemeente,  maar 
alleen  als  getuigen  bij  de  aanneming  kunnen  tegenwoordig 


86 


zijn.  Algemeen  was  men  echter  van  gevoelen,  dat  het  niet 
aangaat  die  uitnoodiging  te  doen  plaats  hebben,  wanneer 
ffie  predikant  dit  wenschelijk  acht/^  Op  deze  wijze  ver- 
liest de  handeling  der  aanneming  geheel  het  karakter  van 
eene  handeling  des  kerkeraada  te  zijn.  Enkele  leden  meen- 
den, dat  het  nog  aannemelijker  ware,  eene  bepaling  ie 
maken,  volgens  welke  de  predikant,  bij  ontstentenis  van 
ouderlingen  zelf  tot  de  aanneming  over  kan  gaan,  daar  toch 
de  predikant,  luidens  het  artikel,  door  den  kerkeraad 
wordt  afgevaardigd. 

Om  aan  de  verschillende  bezwaren  te  gemoet  te  komen , 
en  tevens  een^  practischen  maatregel,  als  modus  vivendi 
mogelijk  te  maken,  werd  met  algemeene  stemmen  be- 
sloten, al.  3  aldus  te  wijzigen: 

//Indien  de  ouderlingen  bezwaar  hebben  tegen  hunne 
afvaardiging,  is  het  den  predikant  geoorloofd,  zich  door 
twee  notabele  personen  te  laten  bijstaan,  onder  verplich- 
ting, de  namen  dier  personen  aan  den  Kerkeraad  op  te 
geven." 

Mocht  de  Synode  dit  of  dergelijk  amendement  niei 
kunnen  aannemen,  dan  adviseeren  drie  leden,  de  veran- 
dering niet  vast  te  stellen ,  de  vier  andere  echter  raaden 
als  practische   oplossing  daartoe  aan. 

Ook  tegen  al.  5  werden  door  weinige  leden  bezwaren 
ingebragt.  Een  lid  was  er  in  beginsel  v66r,  maar  vond 
haar  in  de  bestaande  omstandigheden  onzedelijk.  //Men 
neemt  den  schijn  aan ,  alsof  men  een  bezwaar  wil  op- 
heffen ,  maar  laat  de  zaak  zelve  zoo  als  zij  is.'^  Hij  noemt 
dit:  //de  orthodoxen  met  een  kluitje  in  het  riet  sturen." 
Een  ander  lid  heeft  bezwaar  tegen  de  uitdrukking :  //  Wordt 
alzoo"  enz.  Dit  woord  r/alzoo'^  kan  aanleiding  geven,  dat 
men  ook  over  het  geloof  zelf  gaat  oordeelen ,  in  verband 
met  al.  S.  Is  dit  niet  de  bedoeling,  dan  heeft  de  invoeging 
van  dit  woord  geen^  zin.  Andere  leden  komen  hier  tegen 
op  en  zeggen,  dat  hier  een  modus  vivendi hedoeld  woiit; 
dat  in  zulke  gevallen  niets  ten  gelieve  van  eene  der  partijen 
mag  worden  gepraejndiceerd ,  en  men  dus  niet  spreken  mag 
van  //met  een  kluitje  in  het  riet  sturen.'^ 

Op  dien  grond  adviseeren  vier  leden  voor  de  vaststelling, 
twee  leden  er  tegen,  terwijl  één  lid  meent,  geen  bepaald 
gevoelen  hieromtrent  te  kunnen  uitspreken. 

Yan  de  overgangsbepaling  is  met  groote  instemming 
kennis    genomen.    Men   is    zelfs    verder   gegaan    dan   de 


87 


Synodale  redactie.  Daarop  is  door  één  lid  dit  amendement 
voorgesteld y  waardoor  de  woorden:  // zoodra  deze  verande- 
ring van  art.  38^  zal  zijn  uitgevaardigd/'  wegvallen. 
Het  doel  er  van  is,  om^  als  nutairegel  van  orde,  deze 
wijziging  voor  ééns  toe  te  passen.  Het  werd  door  allen 
eenparig  aangenomen. 

Zietdaar  M.  HH. !  wat  de  verschillende  Provinciale  Kerk- 
besturen ,  met  de  Commissie  voor  de  Waalsche  kerken 
gemeend  hebben,  omtrent  de  voorgestelde  wijzigingen  van 
art.  38,  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs ,  te  moeten 
adviseeren.  Gij  ziet  er  uit  dat  deze  aldaar  geen  zeer 
gunstig  onthacd  hebben  gevonden. 

Bij  de  Classicale  Vergaderingen  vonden  de  voorgestelde 
veranderingen  van  art.  38  bijna  eenparige  afkeuring:  De 
toevoeging  //zijnde  den  predikant  geoorloofd  oud-ouder- 
lingen  uit  te  noodigen'^  vond  in  de  classis  Nijmegen 
bijval  bij  2  leden,  te  Botterdam  bij  een  twaalftal, 
maar  slechts  onder  voorbehoud,  zoo  ook  in  den  Haag. 
In  Friesland  waren  er  in  de  classis  Heerenveen 
7  voor;  in  Deventer  18,  in  Groningen  32,  in 
Ondeidenda,m  de  meerderheid,  mits  geamendeerd;  in 
Noord-Brabant  waren  er  te  Heusden  4  voor  en 
in  Drenthe  te  Assen  9  voor.  Van  al  de  38  overige 
dassen  luidde  het  berigt  eenparig:  /^met  algemeene  stem- 
men," sommige  zelfs  hij  acclamatie,  verworpen.  De  gron- 
den waren  hoofdzakelijk  dat  door  aan  den  predikant  het 
regt  te  geven,  oud-ouderlingen  uit  te  noodigen  het  ambt 
der  ouderlingen  miskend  werd,  het  regt  der  ouderlingen 
geschonden ,  te  kort  gedaan  aan  de  waardigheid ,  aan  het 
regt,  aan  de  verpligtingen  des  Kerkeraads,  het  presbyte- 
riaal  karakter  der  Herv.  Kerk  miskend,  in  strijd  met  de 
traditie  en  gewoonte  der  Kerk,  een  nieuw  element  in 
de  kerkelijke  wetgeving  gebragt,  en  een  nieuwe  stand 
in  de  Kerk  in  het  leven  geroepen,  terwijl  er  nog  van 
verschillende  zijde  werd  bijgevoegd,  dat  door  deze  toe- 
voeging de  vredelievende  bedoeling  van  den  geachten  voor- 
steller geenszins  zou  bereikt  worden.  Anderen  waren  er 
die  zeer  krachtig  drukten  op  den  pligt  der  ouderlingen 
om  bij  de  aanneming  tegenwoordig  te  zijn ,  waarbij  weer 
anderen  er  op  wezen,  hoe  bij  weigering  der  ouderlingen 
de  thans  bestaande  bepalingen  nog  wel  een  uitweg  toe- 
laten. 

Wat    de  wijziging  in  alinea   5  betreft,    ook  deze  ver- 


88 


andering  vond  weinig  bijval,  de  algemeene  indruk ,  dien 
wij  van  de  adviezen  der  Classicale  vergadering  ontvingen 
was  dat  in  de  voorgestelde  wijziging  in  strijd  met  den 
considerans  toch  nog  al  de  nadruk  op  de  kennis  bleef 
gelegd,  terwijl  van  de  geloofsbelijdenis  zelve  geen  mel- 
ding meer  gemaakt  wordt.  Deze  verandering  werd  dan 
ook  algemeen  als  onbevredigend  geacht  voor  de  Confessio- 
nelen. Dit  werd  meermalen  uitgesproken,  zoowel  door  de 
Confessionelen  zelven  als  door  de  tegenpartij.  Of  de  begane 
unanieme  verwerping  van  deze  wijziging  den  wensch  in- 
volveert  de  bestaande  redactie  te  behouden,  is  aangaande 
alle  dassen  niet  even  zoo  gemakkelijk  te  beantwoorden. 
Op  de  classis  Hoorn  ,  vond  men  de  woorden  waaruit 
al  de  moeijelijkheden  ontstaan  zijn,  f/gulden  woorden  die 
behouden  moeten  worden.^'  Eindhoven  vindt  ook  in 
die  wijziging  een  terug  treden.  Wij  merken  op,  dat 
over  deze  alinea  op  zich  zelve  niet  overal  bijzondere  ad- 
viezen gegeven  zijn.  Door  onderscheidene  dassen  werd 
vooral  op  het  bezwaar  gewezen  dat  alleen  van  kennis 
en  geenszins  van  geloof  en  geloofsbelijdenis  sprake 
is.  Dat  een  streng  onderzoek  naar  de  dogmatische  opvat- 
tingen der  aannemelingen  door  iemand  in  de  kerk  bij  de 
aanneming  begeerd  wordt  is  ons  uit  geen  enkele  consi- 
diratie  gebleken;  zelfs  waar  in  een  enkele  over  de  Be- 
lijdenisschriften gesproken  werd ,  was  het  slechts  om  open- 
bare tegenspraak  met  deze  als  voldoende  grond  tot 
afwijzing  aan  te  bevelen. 

Over  de  laatste  alinea :  //De  aanneming  geschiedt  van 
wege  den  Kerkeraad^'  werd  in  vele  dassen  geen  consideratie 
gegeven.  Waar  de  aandacht  op  deze  alinea  gevestigd  werd^ 
vond  deze  bijvoeging  geen  bezwaar ,  mits  in  alinea  8  geen 
bepalingen  werden  opgenomen ,  die  het  regt  des  Kerkeraads 
illusoir  maken. 

Ook  de  Overgangsbepalingen  vonden  weinig 
bijval.  Onthielden  zich  vele  dassen  van  consideraties ^ 
anderen  merkten  op,  hoe  het  tegen  alle  goede  beginselen 
van  wetgeving  indruischt ,  onwettige  handelingen  door  een 
wet  met  terugwerkende  kracht  te  sanctioneeren. 

Men  wees  er  op,  hoe  daardoor  het  regt  van  ouder- 
lingen, kerkeraad  en  gemeenten  verkort  werd.  Naar  het 
schijnt,  is  men  algemeen  overtuigd,  dat,  wanneer  de  be- 
staande moeijelijkheden  principieel  uit  den  weg  geruimd 
zijn,    de   practische    gevolgen    der  plaats  gehad  hebbende 


89 


vewikkelingen  ^  zelf  zullen  opgeheven  worden.  Hier  en 
daar  werd  te  dezen  aanzien  de  meening  nitgesproken,  dat 
indien  kerspelvorming  tot  stand  kwam^  dan  van  zelf  alles 
in  orde  zou  komen. 

Na  kennis  genomen  te  hebben  van  dit  overzicht  der 
ingeironnen  consideratiën  van  de  Provinciale  Kerkbesturen 
en  Classicale  Vergaderingen ,  zal  het  U  niet  verwonderen , 
M.  H. !  dat  Uwe  Commissie  spoedig  gereed  was  met  het 
antwoord  op  de  eerste  vraag  die  zij  zich  had  gesteld :  ^/of 
zij  U  mocht  aanraden  de  voorgestelde  wijzigingen  in  art. 
^8  mei  de  daaraan  verbondene  overgangsbepaling ,  zoo  als 
die  nn  liggen ,  vast  te  stellen  P^'  Haar  antwoord  luidde 
eenparig  ontkennend,  al  werden  sommige  harer  leden  daarbij 
meer  geleid  door  de  overweging  van  het  onthaal ,  dat  aan 
de  verandering  in  de  Kerk  te  beurt  viel^  anderen  meer 
door  bedenkingen ,  die  in  den  geest  en  de  strekking  zelve 
zelven  waren  gelegen. 

Moet  Uwe  Commissie  U  derhalve  U  de  aanneming  van 
bedoelde  wijziging  ontraden^  eene  andere  vraag  is,  of  zij 
U  ook  naar  aanleiding  van  hetgeen  in  hare  handen  gesteld 
is,  iets  heeft  voortestellen  dat  ter  zake  dient? 

Toer  dat  zij  tot  de  behandeling  overgaat  zal  het  goed 
zijn  ü  mededeeling  te  doen  van  de  amendementen  en 
bijzondere  voorstellen,  die  tot  hare  kennis  gekomen  zijn, 
hetzij  als  ingediend  door  de  Provinciale  Kerkbesturen  en 
Classicale  Vergaderingen ,  hetzij  als  door  Uwe  Vegadering 
in  hare  handen  gesteld. 

In  den  loop  van  dit  verslt^  is  reeds  een  en  andermaal 
biervan  melding  gemaakt ,  en  de  strekking  van  deze  wijzi- 
gingen U  duidelijk  geworden.  Zij  volgen  hier  nu  zoo  na 
mogelijk  in  haar  geheel. 

Een  lid  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid- 
holland  stelt  vó6r  de  bijvoeging  aan  al.  3  te  doen  luiden  : 
ffZijnde  het  den  predikant  bij  verhindering  der  ouderlingen 
vergond,  onder  goedkeuring  van  den  Kerkeraad,  een  of 
meer  oud-ouderlingen  uit  te  noodigen/^  Een  ander  lid 
stelde  voor   //mits  onder  goedkeuring  des  Kerkeraads.^' 

De  Commissie  voor  de  Waalsche  kerken  wilde  al.  8  in 
dezer  voege  gewijzigd  zien  :  //Indien  de  ouderlingen  bezwaar 
hebben  tegen  hunne  afvaardiging,  is  het  den  predikant 
geoorloofd ,  zich  door  twee  notabele  personen  der  gemeente 
aIs  getuigen  te  laten  bijstaan,  onder  verplichting  de  namen 
dier  personen  aan  den  Kerkeraad  op  te  geven." 


90 


Ditzelfde  amendement  bad  in  de  Waals  oh  e  Beun  ie 
reeds  elf  van  de  29  stemmen  op  zich  vereenigd. 

In  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Priesl and  willen 
twee  leden  de  voorgestelde  al.  3  dus  geamendeerd  zien: 
//zijnde  het  den  Kerkeraad  vergund^^  enz. 

In  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Drenthe  werd 
door  een  lid  voorgesteld^  ^dat,  bij  weigering  van  ouder- 
lingen om  bij.  de  aanneming  tegenwoordig  te  zijn,  het 
Classicaal  Bestuur  doe ,  wat  anders  des  Kerkeraads  of  des 
Classicalen  Bestuurs  zoude  zijn.^' 

Op  de  Classicale  Vergaderingen  van  Hoorn,  IJzen- 
dijke,  Deventer  en  Onderden  dam  werden  stemmen 
gehoord  ten  gunste  van  een  amendement,  waardoor  de 
vergunning  om  oud-ouderlingen  uit  te  noodigen  den  pre- 
dikant dan  alleen  gegeven  zou  zijn  wanneer  de  ouderlingen 
hadden  geweigerd;  te  Botterdam  en  Groningen  wil- 
den sommigen  nagenoeg  hetzelfde,  met  dit,  niet  onbe- 
langrijke verschil  evenwel,  dat  de  goedheuring  van  den 
Kerkeraad  bij  die  uitnoodiging  een  vereischte   zou  zijn. 

Te  Coevorden  wilden  eenige  leden  adhaesie  geven 
aan  de  voorgestelde  wijziging  van  alinea  3,  //onder  voor- 
waarde dat  zij  van  toepassing  werd  gemaakt  alleen  op 
gemeenten  met  één  predikant,  tot  zoo  lang  daar  de 
kerspelvorming  werd  ingevoerd.'^ 

^ Wordt  de  uitslag  van  het  onderzoek  door  de  meerder- 
heid der  afgevaardigden  voldoende  bevonden,  dan  heeft 
de  aanneming  plaats/' 

Wat  al.  5  betreft,  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Utrecht  verlangt  deze  bepalingen: 

//Wordt  de  uitslag  van  dat  onderzoek  door  de  meerder- 
heid der  afgevaardigden  niet  voldoende  gekeurd ,  dan  geeft 
de  Commissie  daarvan  kennis  aan  haren  committent,  den 
Kerkeraad,  die  de  zaak  op  nieuw  ter   harte  neemt.'' 

Iets  dergelijks  wordt  ook  door  de  meerderheid  der  Clas- 
sicale Yergaderingen  van  Groningen  en  Heusden 
voorgesteld. 

Nog  vermelden  wij  een  amendement  van  het  Kerk- 
bestuur van  Zuidholland,  op  al.  5  voorgedragen  ,  waarin 
/^aan  de  Kerkeraden  der  kerspelen  de  regeling  der  aanne- 
ming en  bevestiging  van  nieuwe  leden  wordt  overgelaten , 
onder  uitdrukkelijk  voorbehoud,  dat  het  Christelijk-gods- 
dienstig  karakter  er  van  worde  gehandhaafd  en  de  regeling 
geschiede  bij  plaatselijk  Beglement." 


91 


Voorts  werden  nog  te  Harderwijk  en  te  Amster- 
dam amendementen  op  al.  6  voorgesteld^  daartoe  strek- 
kende, dat  wanneer  de  gelooüsovertniging  der  aannemelin- 
gen  in  strijd  bleek  met  de  belijdenis  der  Kerk  (Amsterdam) , 
of  //ongereformeerd  en  strijdig  tegen  de  Formulieren  van 
lenigheid ,  bij  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  erkend^' 
(Harderwijk),  dit  een  grond  zou  opleveren  voor  hunne 
afwijzing/' 

De  Classicale  Vergadering  te  Amsterdam  wilde  verder 
al.  4  van  art.   88  dus  gelezen  zien: 

//Het  onderzoek  wordt  zóó  ingericht,  dat  de  aanneme- 
lingeu  niet  alleen  van  hunne  verkregene  kennis ,  maar  ook 
van  hunne  geloofsovertuiging  blijken  moeten   geven/' 

Uwe  Commissie  heeft  verder  mede  te  deelen,  dat  de 
voorgestelde  wijzigingen  in  art.  38  aanleiding  hebbeu  ge- 
geven tot  eenige  nieuwe  voorstellen,  terwijl  zij  U  in  her- 
innering brengt ,  dat  in  hare  handen  is  gesteld  het  voorstel , 
den  26  Julij  jl.  in  Uwe  Vergadering  ingediend  door  de 
HH.  WestriJc^  Segers  en  van  den  Brandeler ,  verg.  hier- 
voien  blz.   24  en  £5. 

De  nieuwe  voorstellen  komen  hier  op  neder,  dat  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Utrecht  art.  39  wil  ont- 
daan zien  van  de  woorden:  //geest  en  hoofdzaak'';  dat 
de  Classen  van  Amersfoort,  Kampen  en  Gronin- 
gen de  artt.  38  en  39  wenschen  hersteld  te  zien  in  de 
oude  redactie,  d.  i.  die  gold  tot  op  15  Jan.  1879. 
Enkele  stemmen  van  elders  gingen  ook  hier  voor  op. 

Dan  hebbe  wij  nog  te  vermelden  het  voorstel ,  door  den 
predikant  Brntel  de  la  Rioière  in  de  Class.  Vergadering 
te  Haarlem  ter  tafel  gebragt.  De  voorsteller  wenschte 
art.  1  Algem.  Eeglement  dus  gewijzigd  te   zien: 

//De  Ned.  Hervormde  Kerk  is  eene  afdeeUng  van  de 
Algemeene  Christelijke  Kerk ,  gevestigd  in  het  Koninkrijk 
der  Nederlanden ,  gebouwd  op  den  grondslag  van  het 
Protestantisme  en  wier  leden  door  toetreding  zich  ver- 
binden om  de  bedoelingen  van  Jezus  Christus,  zoowel 
bij  zich  zelven  en  elkander  als  bij  het  menschdom  in  het 
algemeen  te  verwezenlijken.  Zij  bestaat  uit  al  de  Herv. 
Gemeenten   enz." 

Voorts  zou  art.  38  Begl.  Godsdienstonderwijs  op  eene 
geheel  nieuwe  leest  worden  geschoeid.  Er  zouden  twee 
categoriën  van  aannemelingen  in  het  leven  worden  ge- 
roepen: a,  de  zulken  die  gedurende  de  twee  laatste  jarei^ 


92 


v6<$r  hunne  aannenriing  jliot  het  lidmaatschap  getrouw  ge- 
bruik hebben  gemaakt  van  het  godsdienstonderwijs  en  die 
gewoon  zijn ,  de  godsdienstoefeningen  bij  te  wonen ;  b.  de 
zulken  die  aan  deze  vereischte  niet  voldoen.  De  eerste 
zouden  dan  zonder  nader  onderzoek  worden  toegelaten, 
de  anderen  zouden  door  den  predikant  hunner  keaze  on- 
dervraagd en  alleen  dan  worden  toegelaten ,  wanneer  de 
maat  der  verkregen  kennis  door  de  afgevaardigden  des 
kerkeraads  voldoende  werd  bevonden. 

Uwe  Commissie  heeft  nog  mede  te  deelen  dat  de 
Classicale  Vergadering  van  Heerenveen  het  navolgende 
voorstel  heeft  ingediend  dat  met  31  tegen  28  stemmen 
werd  aangenomen. 

//  De  Classicale  Vergadering  van  H  e  e  r  e  n  v  e  e  n  ,  met 
erkentelijkheid  kennis  genomen  hebbende  van  het  Ontwerp- 
Reglement  op  de  kerspelvorming,  wenscht  het  niet  be- 
schouwd te  zien  als  een  middel  tot  oplossing  der  kerke- 
lijke kwestie,  en  dringt  daarom  bij  de  Synode  er  op  aan, 
dat  aan  alle  rigtingen  in  de  Kerk  vrije  beweging  zal 
worden  geschonken,  ook  wat  betreft  de  belijdenis  en  de 
voorwaarden  van  het  lidmaatschap.^' 

Van  de  Classicale  Vergadering  van  Wijk  kwam  een 
gemotiveerd  schrijven  in,  naar  aanleiding  van  de  Uord- 
sche  kwestie.  Zij  acht  art.  38  Begl.  Godsd.  Onderwijs 
in  strijd  met  het  Woord  Gods  ,  met  de  geschiedenis  onzer 
Kerk,  de  waardigheid  en  de  roeping  van  het  ambt  van 
ouderling,  met  art.  11  Alg.  Eeglement  en  andereartt.de 
belijdenis  betreffende,  met  waarheid  en  regt.  Zij  geeft  aan 
de  Synode  in  overweging  „a\  zalke  maatregelen  te  nemen, 
//die  leiden  kunnen  tot  wegneming  van  bedoeld  bezwaar." 
De  Kerkeraad  van  de  Vuursche  diende,  om  gelijk- 
soortige overwegingen,  een  heztoaarschriftva,  leidende  tot 
de  conclasie  dat  de  Synode  door  vaststelling  en  uitvaar- 
diging van  art.  38  en  van  de  wijziging  van  art.  39  van 
het  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  hare  bevoegdheid 
heeft  overschreden  en  genoemde  artikelen  als  zoodanig 
geen  kracht  van  wet  hebben, 

Eenige  leden  der  classis  Zierikzee,  de  predikant 
J,  Montijn  c.  s.  hebben  bij  afzonderlijke  memorie  tegen 
de  voorgestelde  veranderingen  in  art.  88  Godsdienstonder- 
wijs geadviseerd.  Zij  achten  die  in  strijd  met  de  regten  der 
ouderlingen  en  met  ons  kerkregt,  terwijl  in  de  voorge- 
stelde   veranderingen    is    voorbij    gezien ,     dat    niet   alle 


93 


oud-ouderlingen  bij  de  han  to^edachts  functie  op  hunue 
plaats  zouden  zijn^  en  de  Xerkeraad  het  regt  niet  ge- 
laten wordt  zijne  plaatsvervanger  te  weigeren^  noch  zelf 
hanne  namen  te  kennen.  Zij  zijn  van  oordeel ,  dat ,  waar 
de  kennis  zal  moeten  blijven  beslissen,  het  bezwaar  tegen 
de  nu  vigeerende  bepaling  niet  is  weggenomen  ;  hun  strijdt 
geldt  niet  een  woord  maar  een  beginsel,  hunne  grieve  kan 
dus  niet  door  verandering  van  een  woord  worden  wegge- 
nomen. 

De  overweging  van  hetgeen  door  U  in  hare  handen 
gesteld  is  moest  Uwe  Commissie  leiden  tot  de  gezette 
behandeling  der  hierboven  genoemde  vraag :  //of  zij,  naar 
aanleiding  van  dit  alles ,  U  iets  ter  zake  dienende  zou 
hebben  voor  te  stellen  f^' 

Al  aanstonds  kan  zij  U  mede  deelen  dat  zij  eenparig 
heeft  gemeend  U  te  moeten  adviseeren  tot  afwijzing  van 
alle  voorstellen,  die  de  strekking  hebben  tot  eenig  be- 
sluit, omtrent  andere  artikelen  dan  art.  38  van  hetBeglem. 
op  het  Godsdienstonderwijs  met  de  //Overgangsbepaling.^' 
Hieimede  is  niet  gezegd ,  dat  alle  leden  deze  voorstellen  , 
of  sommige  daarvan  ,  op  zich  zelven  verwerpelijk  vonden. 
Integendeel ,  het  gevoelen  dat  b.  v.  eene  herstelling  van 
art.  39  Godsdienstonderwijs  in  den  ouden  vorm  (van  voor 
15  Jan.  '79)  heilzaam  zou  zijn  vond  evenzeer  warme  on- 
dersteuning als  het  aan  den  anderen  kant  krachtige  be- 
strijding ontmoette.  Maar  op  dit  punt  waren  allen  het 
eens:  //naar  aanleiding  der  Synodale  circulaire  dd.  28/29 
April  jl.  n^.  34  zijn  alleen  consideratiën  en  adviezen  of 
bijzondere  voorstellen  ontvankelijk  ,  die  art.  38  van  het 
Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs  betreffen ;  alles 
wat  verder  gaat  of  iets  anders  betreft  dan  dit  artikel , 
moet ,  afgezien  van  zijne  al  of  niet  aannemelijkheid ,  bij 
de  behandeling  van  dit  punt  ter  zijde  worden  gelegd. 

Elk  besluit  toch^  over  een  dezer  verder  strekkende 
voorstellen  genomen  ,  zou  van  nieuws  aan  de  consideratiën 
der  Prov.  Kerkbesturen  en  der  Glassicale  Vergaderingen 
moeten  worden  onderworpen.  De  leden  Uwer  Commissie, 
ofschoon  ieder  voor  zich  zijn  gevoelen  houdend  over  de 
belijdeniskwestie  in  het  algemeen,  oordeelden  het  eenparig 
wenschelijk,  dat  Uwe  vergadering  mocht  kunnen  komen 
tot  een  afdoend  besluit  aangaande  de  in  hare  handen 
gestelde  zaak.  Hieruit  volgt  dat  een  harer  leden,  schoon 
mede    onderteekenaar     van    het    voorstel     Westrih   c.    s. 


94 


bovengemeld,  afzag  van  de  verdere  behandeling  van  alles 
wat  daarin  gelezen  wordt  aangaande  een  provisorium  b.  v. 
van  10  jaren  en  de  voorbereiding  van  eene  buitengewone 
Synode.  Het  behoeft  geen  betoog,  dat  dit  lid  omtrent  dit 
een  en  ander ,  wat  zijn  persoonlijk  gevoelen  betrof  in  zijn  ge- 
heel wilde  blijven  en  zichten  aanzien  der  wenschelijkheid  dezer 
zaken  niet  van  zijne  medeonderteekenaars  scheiden.  Zulks 
werd  door  hem  dan  ook  nog  opzettelijk  en  gemotiveerd 
uiteengezet. 

Volhardende  bij  den  wensch  dat  de  Synode  mocht  uit- 
spreken dat  het  belang  der  kerk  vordert,  de  belijdenis- 
kwestie vooreerst  te  laten  rusten,  nam  hij  er  genoden 
mede,  dat  ten  aanzien  van  het  voorstel  Westrik  e.  s. 
door  Uwe  Commissie  alleen  gehandeld  werd  over  deze 
vraag:  //Zal  men  de  Synode  adviseeren  om  art.  38  Begl. 
Godsdienstonderwijs  te  herstellen  in  den  vorm  van  vóór 
15  Jan.  1879 r 

Het  antwoord  op  deze  vrat^  luidde  niet  eenparig.  De 
meerderheid  oordeelde  dat  onraadzaam.  In  haar  midden 
leidden  tweeërlei  motieven  tot  dit  besluit.  Aan  den  eenen 
kant  meer  de  overweging  dat  de  nu  vigerende  redactie 
maar  blijven  moest,  omdat  zij  nu  eenmaal  was  vastgesteld 
en  elke  verandering^  ook  de  herstelling 'van  de  oude  redactie, 
moeite  zou  geven ;  aan  den  anderen  kant  werd  met  meer 
beslistheid  het  gevoelen  uitgesproken  dat  men  zich  met 
eene  herstelling  der  oude  redactie  in  het  geheel  niet  zou 
kunnen  vereenigen ,  dat  men  zich  niet  kon  voorstellen  hoe 
daaruit  vrede  zou  voortkomen ,  aangezien  dit  juist  vuur  en 
vlam  aan  de  zijde  van  de  tegenpartij  der  voorstellers  zou  doen 
ontbranden.  Doch  deze  schakeering  der  gevoelens  ver- 
hinderde de  meerderheid  niet  om  u  de  herstelling  der  oude 
redactie  van  art.  38  (die  van  v66r  15  Jan.  1879)  bepaald 
te  ontraden. 

De  minderheid  meende  u  dit  wèl  te  moeten  aanraden. 
Doch  ook  hier  weder  liepen  de  motieven  uitéén.  De  voor- 
steller zelf,  hoewel  de  felheid  van  den  over  dit  artikel 
gevoerden  strijd  betreurende,  voelde  zich  gedrongen  met 
nadruk  te  doen  uitkomen  aan  welke  gewichtige  principiële 
bezwaren  de  tegenwoordige  redactie  z.  i.  lijdt,  en  hoe  de 
strijd  eigenlijk  niet  loopt  over  dit  punt:  ifoi  de  eene  of 
andere  predikant  leerlingen  kan  aannemen?  maar  hierover : 
„of  de  Kerkeraad  al  dan  niet  recht  heeft  over  de  belijdenis 
der  aannemelingen  een  oordeel  uit  te  spreken  P^\  Het  andere 


95 


lid  had  tegen  de  nu  vigerende  redactie  op  zichzelve  geen 
bezwaar^  maar  meende  dat  de  Synode  wel  en  wijs  zou 
handelen y  indien  zij  kon  besluiten  de  vroegere^  z.  i.  betere 
redactie  van  art.  38  te  herstellen.  Het  door  de  buiten- 
gewone Synode  dezes  jaars  uitgesproken  doel  (circulaire 
28/29  April  j.1.  n°.  34)  was:  aan  een  gerezen  bezwaar 
tegemoet  te  komen.  Het  bleek,  dat  de  voorgestelde  wijzi- 
gisgeu  daartoe  onvoldoende  waren  en  dat  herstel  der  oude 
redactie  van  de  zijde  der  bezwaarden  met  aandrang  werd 
verzocht,  en  dus  meende  hij  dat  het  op  den  weg  der 
Synode  lag  om  des  vredes  wil  aan  dezen  aandrang  toe 
te  geven. 

De  meerderheid  Uwer  Commissie  kon  de  juistheid  dezer 
redeneringen  geenszins  toegeven.  Zij  bleef  bij  haar  gevoelen , 
dat  hierbij  niet  werd  gelet  op  de  van  eene  andere  zijde 
gerezen  bezwaren ,  die  indertijd  tot  de  nu  vigerende 
redactie  aanleiding  hadden  gegeven,  bezwaren,  die,  werd 
de  oade  redactie  hersteld,  in  dubbele  mate  terug  zouden 
keeren.  Handhaving  van  orde  en  bevordering  van  den  vrede 
in  de  kerk  waren  naar  hare  overtuiging  onmogelijk  door 
dit  middel  te  bereiken  en  daarom  moest  zij  u  ernstig 
ontraden  tot  de  gevraagde  herstelling  van  art.  38,  Begl. 
op  het  Godsdienstonderwijs,  in  den  vorm  van  vóór  16  Jan. 
1879  te  besluiten. 

Er  bleef  thans  nog  slechts  ééne  vaaag  voor  Uwe  Com- 
missie ter  behandeling  over,  te  weten:  //of  men  oordeelde 
dat,  ter  zake  van  art.  38  Begl.  Godsdienstonderwijs  nog 
iets  gedaan  kan  worden  V^  Op  deze  vraag  werd  door  enkele 
leden  bevestigend  antwoord  gegeven.  In  uwe  commissie  kwam 
al  aanstonds  het  volgende  voorstel  van  een  lid  ter  tafel: 

al.  3  achter  de  woorden  een  of  meer  ouderlingen  de 
volgende    zinsnede    te    voegen :    //  Wanneer  de  ouderlingen 

^aar  maken  of  verhinderd  zijn ,  den  predikant  in  de 
lij  de  staan,  is  de  Kerker aad  bevoegd,  op 
voordracht  van  den  predikant ,  een  of  meer  oud-ouderlingen 
daartoe  af  te  vaardigen,^^  Hij  meende  dat  zulk  eene  be- 
püng  wel  niet  den  vrede  der  kerk  zou  herstellen, 
gestoord  als  die  was  door  dieper  liggende  oorzaken,  die 
niet  weg  te-  nemen  waren  door  de  wijziging  van  enkele 
artikelen ,  maar  toch  geschikt  zou  zijn  tot  handhaving  der 
wde  en  bevordering  van  den  vrede  bij  tegemoetkoming  aan 
gerezen  bezwaar.  En  dat  om  deze  redenen  : 

De   algemeen  ongunstige  ontvangst  der  door  de  laatst 


96 


gehoudene    buiteogewone    Synode    voorloopig    aangenomen 
wijzigingen  in  art.  38  Begl.  Godsdienstonderwijs  was ,  naar 
zijn  inzien,  blijkens  de  ingewonnen  consideratiën  en  adviezen, 
wel  niet  bij  allen ,  maar  toch  bij  de  overgroote  meerderheid 
mede  hieruit  voortgevloeid ,  dat  men  hierdoor  te  kort  gedaaii 
achtte  aan  de  rechten  en  plichten  van  den  Kerkeraad  en 
het  aan  de  willekeur  der  predikanten  zag  overgelaten  oad- 
ouderlingen  in  de  plaats  der  ouderlingen  te  substitueeren , 
en  dat  nog  wel  bij  de  zoo  bij  uitnemendheid  belangrijke 
werkzaamheid  van  de  aanneming  der  lidmaten.   Deze  be- 
denking scheen  hem  volkomen  gegrond.  Maar  welk  bezwaar 
kon    er    van  deze  zijde  rijzen,  indien  men  in  plaats  van 
de  bevoegdheden  van  den  Kerkeraad  te  verkorten ,  juist  het 
tegendeel  deed  en  die  met  ééne  vermeerderde  ?  .  .   Wat  de 
aard    dezer    bevoegdheid  betrof,    hij  meende,  dat^  zoodra 
het   gebruik  daarvan  geheel  aan  den  Kerkeraad  was  over- 
gelaten^ in  de  bestaande  wetgeving  voldoende  grond  was, 
om  die  bij    de  aanneming  van  lidmaten  in  te  voeren.  In 
zoover  scheen  de  verwijzing  naar  art.  18  Begl.  voor  £erk. 
Opz.  en  Tucht  en  herinnering  aan  de  benoembaarheid  van 
oud-ouderlingen  in  de  Synodale  Commissie  en  in  de  Kerke- 
lijke Besturen  (zie  Hand.  Buiteng.  Verg.  1880  p.  121,  125) 
zeer  juist.  Op  de  vraag  of  in  de  ingewonnen  consideratiën 
en    adviezen   voldoende  aanleiding  was  om  eene   wijziging 
als  hier  bedoeld  aan  U  te  mogen  voorstellen ,  mocht  worden 
geantwoord ,    dat  immers  van  onderscheidene  zijden  reeds 
het   denkbeeld  was  geopperd  om  de  bedoelde   vergunning 
aan    den    predikant    slechts    //onder  goedkeuring  van   den 
Kerkeraad'^  te  verleenen  ;  dat  met  name  in  het  Prov.  Kerk- 
bestuur van  friesland  door  twee  leden  was  verklaard, 
//geen  bezwaar  te  hebben  tegen  de  voorgestelde  toevoeging 
van  al.   3,  wanneer  in  plaats  van  de  woorden  i, den  predi- 
kant'' werd  gelezen   ^den  Kerkeraad^^ ,  —  iets  wat  al  vrij 
wel  op  hetzelfde  neer  kwam ,  als  de  thans  aan  Uwe  Com- 
missie voorgelegde  redactie. 

Mocht  deze  aangenomen  en  tot  wet  verheven  worden, 
dan  zouden  geenszins  alle  bezwaren  ter  zake  de  aanneming 
van  lidmaten  ophouden.  Maar  dit  zou  gewonnen  zijn :  dat 
het  recht  en  de  plicht  des  Kerkeraads,  bijzonder  der 
ouderlingen ,  geheel  onaangetast  bleef.  Immers  wanneer  een 
Kerkeraad  in  gemoede  oordeelde  dit  werk  of  in  beginsel 
aan  geen  oud-ouderlingen  te  mogen  opdragen  of  in  de 
practijk    dit   niet    te    kunnen  doen,  b.v.   wegens  de  zijns 


97 


erachtens  mindere  geschiktheid  van  het  aanwezig  personeel 
dier  oad-ouderlingen ;  —  dan  had  die  Kerkeraad  eenvoudig 
te  besluiten  van  deze  bevoegdheid  geen  gebruik  te  maken. 
In  zulk  een  geval  zou  dan  de  predikant  nog  altijd  den 
weg  kunnen  inslaan ,  in  de  laatste  jaren  reeds  zoo  dikwijls 
\)etreden  ,  zijne  leerlingen  elders  te  doen  aannemen  na  over- 
legging van  een  behoorlijk  attest  van  zedelijk  gedrag  (art. 
40  Regl.  Godsd.  onderw.  al.  2).  En  waar  een  kerkeraad 
oordeelde ,  in  beginsel  van  deze  bevoegdheid  te  mogen ,  en 
iu  de  practijk  te  kunnen  gebruik  maken»  daar  werd  dat 
gebruik  maken  een  zaak  van  welwillendheid.  Op  deze 
welwillendheid  mocht  in  verreweg  de  meeste  gevallen  met 
goeden  grond  worden  gehoopt,  getuigen  de  vele  blijken 
van  persoonlijke  hoogachting  en  toegenegenheid,  die  ver- 
tegenwoordigers van  allerlei  zienswijzen  elkander  gaven ,  in 
weerwil  ja  zelfs  te  midden  van  den  hevigen  strijd  der 
beginselen.  Yan  het  betoonen  dezer  welwillendheid  mocht 
goede  vrucht  worden  verwacht.  Geen  ouderling  zou  bezwaard 
zijn  door  het  drukkend  gevoel  iets  te  doen  of  toe  te  laten , 
dat  met  zijn  overtuiging  streed.  En  den  predikant  was  de 
gelegenheid  geopend  zijne  leerlingen  in  hunne  eigene 
gemeente ,  te  midden  hunner  betrekkingen  aangenomen  en 
en  bevestigd  te  zien.  Aan  de  gemeente  was  het  pijnlijke 
tooneel  bespaard  een  schaar  van  aannemelingen  naar  elders 
ter  belijdenis  te  zien  uitgaan ,  omdat  de  strijd  onzer  dagen 
lien  daartoe  in  hunne  eigene  woonplaats  de  gelegenheid 
afsneed. 

Dit  voorstel  vond  in  den  boezem  Uwer  Commissie  geen 
algemeene  goedkeuring.  Met  nadruk  werd  er  tegen  inge- 
bracht, dat  de  zaak  waarover  het  bekende  bezwaar  was 
gerezen  en  waarop  in  de  overwegingen  der  Synodale  circu- 
laire van  28/29  April  j.1.  n^  43  werd  gedoeld ,  er  geheel 
deaelfde  door  zou  blijven.  Juist  diezelfde  Kerkeraden,  aan 
wie  men  zich  vleide  hiermede  te  gemoet  te  komen,  zouden 
het  weigeren.  Dat  was  ook  duidelijk  te  bespeuren  uit  veel 
van  hetgeen  er  in  de  Classicale  Vergaderingen  enz.  was 
te  berde  gebracht.  En  de  hoop,  hiermede  iets  goeds  te 
stichten  moest  wel  ijdel  zijn  wanneer  men  naging,  hoe 
b.y.  een  orthodoxe  Kerkeraad,  op  zijn  eigen  standpunt 
consequent  denkend  en  handelend ,  o.a.  blijkens  een  in  de 
Synode  des  vorigen  jaars  uitgesproken  gevoelen ,  den  niet- 
fechtzinnige  wel  feitelijk,  maar  niet  rechtens  eene  plaats 
in  de  Kerk  kan  toestaan.  Hoe  zou  nu  iemand,   z66  den- 


98 


kend,  vrijheid  kunnen  vinden,  genoegen  te  nemen  met 
en  zich  te  bedienen  van  een  expediënt ,  waaruit  toch  altijd 
zou  voortvloeien,  dat  door  hem  werd  gedoogd,  wat  hij 
niet  gedoogen  kon:  de  toelating  van  zoodanige  aanneme- 
lingen  tot  het  lidmaatschap,  als,  naar  zijne  innigste  over- 
tuiging ,  niet .  in  de  Kerk  behoorden  ?  In  deze  kon  alleen 
principiëele  oplossing^  der  belijdeniskwestie,  niet  een  of  ander 
hulpmiddel ,  genezing  aanbrengen.  Een  ander  lid  meende , 
dat  door  de  aanneming  van  dit  voorstel  de  moeielijkheid 
verplaatst ,  niet  weggenomen  zou  zijn ,  en  kon  er  zich  alleen 
dan  mede  vereenigen,  wanneer  de  nd  vigeerende  redactie 
van  al.  5  werd  gehandhaafd;  zoo  niet,  dan  was  hij  er 
tegen. 

De  meerderheid  Uwer  Commissie  was  echter  van  gevoelen, 
dat  zij ,  zonder  voorbehoud ,  U  de  aanneming  van  dit  voor- 
stel mocht  aanraden.  Zonder  het  betrekkelijk  gewicht  der 
door  het  eerstgemelde  lid  daartegen  ingebrachte  bedenkin- 
gen geheel  te  ontkennen ,  meende  zij  echter ,  dat  de  prak- 
tijk in  meer  dan  eene  aanzienlijke  gemeente  had  bewezen, 
hoe  Kerkeraden  van  rechtzinnige  zienswijze  niet  tot  eiken 
prijs  de  leerlingen  van  moderne  predikanten  trachtten  te 
weren,  wanneer  maar  hun  recht  om  toezicht  te  houden 
over  de  belijdenis  zoo  wel  als  over  de  kennis  der  aanneme- 
lingen  werd  erkend.  Zij  achtte  dit  voorstel  aannemelijk, 
en  besloot,  ü  tot  die  aanneming  te  adviseeren.  Zij  durfde 
niet  hopen  dat  hierin  een  afdoend  middel  zou  gevonden 
zijn  om  vrede  te  stichten.  Neen,  moeielijkheden  zouden 
zich  ook  hiermede  nog  voordoen,  wanneer  de  Kerkeraden, 
hetzij  dan  door  hunne  overtuiging  gebonden,  hetzij  tot 
toegevendheid  ongenegen,  van  de  hier  bedoelde  bevoegd- 
heid geen  gebruik  maakten.  Maar  zij  meende,  dat,  indien 
dit  voorstel  werd  aangenomen ,  het  kerkrechtelijk  bezwaar 
tegen  het  Synodale  voorstel  al.  3  was  opgeheven,  eene 
meening  trouwens,  waaromtrent  alle  leden  het  eens  waren. 
Voorts  achtte  zij  het  wenschelijk  dat  door  het  vaststel- 
len dezer  bepaling  de  gelegenheid  werd  gegeven  om ,  waar 
goede  wil  bestond,  bij  spanning  en  strijd  moeielijkheden 
te  voorkomen  en  het  uiterste  eener  aanneming  elders  te 
vermijden. 

Uwe  Commissie  heeft  alzoo  bij  meerderheid  van  stem- 
men goedgevonden  U  te  adviseeren  om  al.  3,  art  38 
Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  vast  te  stellen, 
zoo  als   het  hierboven  vermelde  voorstel  luidt. 


99 


Na  de  behandeling  van  dit  onderwerp  werd  in  den 
boezem  Uwer  Commissie  nog  een  ander  voorstel  ter  tafel 
gebracht.  Het  strekt  om  U  te  adviseeren  tot  vaststelling 
Fan  al.  5  art.  38  Beglement  Godsdienstonderwijs,  als  volgt: 
ifWordó  de  uitslag  van  het  onderzoek  door  de  meerderheid 
der  daartoe  aangewezene  personen  voldoende  bevonden ,  dan 
heeft  de  aanneming  plaats,'' 

De  voorsteller  zag  hierin  eene  tegemoetkoming  aan  den 
eisch  en  de  dringende  noodzakelijkheid  van  den  tegenwoor- 
digen  kerkelijken  toestand  ten  aanzien  der  belijdenisquaestie , 
zoo  als  die  door  de  buitengewone  Synode  dezes  jaars  in 
hare  meergemelde  circulaire  (n°.  34)  waren  uitgesproken. 
De  door  hem  voorgestelde  wijziging  zou ,  zijns  inziens,  het 
bezwaar  doen  vervallen  waarvan  in  die  circulaire  werd 
gewaagd.  Hij  achtte  haar  te  meer  aannemelijk  omdat  hier« 
mede  geen  onrecht  werd  gedaan  aan  de,  tegenover  die 
der  bezwaarden  staande  richting.  Nu  toch  werd  aan  iederen 
Kerkeraad  de  gelegenheid  gegeven  de  aanneming  af  hauke* 
liik  te  stellen  zoowel  van  de  mate  der  kennis  als  van  de 
aïgelegde  belijdenis  des  geloofs.  Werd  in  dezen  het  recht 
des  Rerkeraads  erkend,  dan  stond  de  weg  open  om  daar- 
van laet  de  nieeste  zachtmoedigheid  gebruik  te  maken; 
Iiij  meende  gerust  te  kunnen  verzekeren ,  dat  dit  ook  zou 
geschieden.  Velen,  die  de  Kerk  wenschten  te  behouden, 
en  orde  en  vrede  in  haren  boezem  met  al  hunne  kracht 
te  handhaven ,  maar  die  door  de  nu  vigeerende  bepalin- 
gen iu  al.  5  zich  ernstig  bezwaard  gevoelden ,  zouden  als 
één  man  kunnen  pal  staan  om  de  broederlijke  gemeen- 
schap, ook  bij  verschil  van  zienswijze,  te  bewaren,  om 
alle  pogingen  tot  scheuring  te  verijdelen ,  wanneer  hun 
eenige  tegemoetkoming  in  hun  bezwaar  werd  gegeven. 
Gebeurde  dit  niet ,  dan  achtte  hij  de  zaak  der  Kerk  hope- 
loos; er  zou  voor  hem  en  zijne  geestverwanten  niets  anders 
meer  over  blijven,  dan  met  alle  kracht  een  toestand  te 
bestrijden,  die  huns  inziens  met  het  recht  en  de  levens- 
beginselen der  Kerk  in  tegenspraak  was. 

Hiertegen  werden  van  eene  andere  zijde  belangrijke 
bedenkingen  geopperd.  De  vrees  werd  uitgesproken,  dat 
loen,  dit  aannemende,  door  de  achterdeur  zou  binnen 
laten,  wat  ten  voordeur  was  uitgedreven:  de  dwang  door 
sommige  Kerkeraden  uitgeoefend  ten  aanzien  van  de  geloofs- 
lï^grippen  der  aannemelingen. 

Werd    er    alleen    geijverd  voor  de  handhaving   van  de 


100 


levensbeginselen  der  Kerk ,  dan  zou  men  gaarne  mede  pal 
staan  in  dien  strijd.  Maar  de  ervaring  had  geleerd  en  be- 
vestigde het  dagelijks,  dat  het  te  doen  was  om  geloofs- 
begrippen, en  juist  dit  wilde  de  nu  vigeerende  wet  keereo , 
althans  den  Kerkeraad  het  recht  niet  toestaan ,  om  dddrom 
iemand  af  te  wijzen.  Het  kon  wel  zijn ,  dat  de  aanneming 
van  dit  voorstel  aan  de  ééne  zijde  bevrediging  gaf;  maar 
wat  zou  dat  baten ,  indien ,  gelijk  te  vreezen  was ,  aan 
den  anderen  kant  weder  onrust  werd  verwekt?  Was  het 
niet  beter,  nil  te  laten  blijven,  wat  met  zooveel  moeite 
tot  stand  werd  gebracht?  De  Kerkeraad  zou  dan  —  ook 
hierop  werd  nog  gewezen ,  naar  al.  5  den  maatstaf  in 
handen  krijgen  van  het  al  of  niet  voldoende  in  den  uitslag 
van  het  onderzoek.  Werd  daardoor  niet  de  belijdenis,  in 
al.  4  genoemd  en  in  al.  5  ondersteld,  afhankelijk  ge- 
maakt van  de  goedkeuring  des  Kerkeraads ,  en  eene  wijde 
deur  voor  onbetamelijken  dwang  geopend?  Was  niet  de 
«bepaling  van  art.  39 ,  dat  de  geest  en  hoofdzaak  der 
daarin  vermelde  vragen  moesten  worden  voorgehouden  en 
toegestemd,  voor  eiken  Kerkeraad  voldoende? 

Tegenover  deze  bedenkingen  werd  het  voorstel  door 
anderen  verdedigd.  Niet  dat  men  zich  illusie  maakte  van 
eenige  verandering,  maar  de  nu  vigeerende  redactie  ver- 
gelijkend met  de  voorloopig  aangenomene  en  met  de  thans 
voorgestelde,  achtte  men  de  voorloopig  aangenomene  (cir- 
culaire meergenoemd  n°.  34)  de  slechtste  van  alle.  Zij 
past  niet  in  het  organisme  van  art.  38 ,  daar  zij  ten  eene- 
male  zwijgt  van  de  belijdenis  die  in  al.  4  wordt  genoemd. 
Bij  de  bestaande  bezwaren  tegen  de  tweede  zinsnede  in  al. 
5  moet  die  vervallen ,  en  in  het  nu  voorgestelde  kan  men 
zich  vinden.  Wel  zal  er  misbruik  van  gemaakt  kunnen 
worden  en  evenmin  als  de  straks  door  de  meerderheid  der 
Commissie  aangenomen  wijziging  van  al.  3  alle  moeielijk- 
heden  afsnijden,  maar  bij  eenige  welwillendheid  zal  dit 
toch  wel  goed  gaan.  Juist  dit,  dat  het  voorstel  de  strek- 
king heeft  om  op  een  zoo  belangrijk  punt  aan  de  gemeenten 
eene ,  met  de  kerkelijke  gemeenschap  bestaanbare  aulonofme 
te  vergunnen,  zal  de  scherpe  punten  van  den  strijd  onzer 
dagen  doen  afslijten.  Men  late,  wat  verder  noodigisvoor 
orde  en  vrede ,  over  aan  den  invloed  van  den  Geest  die  m 
de  waarheid  leidt  en  die,  hoeveel  betreurenswaardigs  de 
tegen woordigeu  toestand  oplevere,   de   Nederlandsche  Her- 


101 


vormde  Kerk  nog  niet  verlaten  heeft  en  ^  gelijk  toch  allen 
eenparig  hopen  ^  ook  niet  verlaten  zal. 

De  voorsteller,  de  gedachtewisseling  over  dit  pant aan- 
gehoord hebbende,  meende  met  alle  kracht  die  in  hem  is 
te  moeten  opkomen  tegen  de  meening ,  alsof  het  hem  en 
den  Kerkeraden  en  Kerkelijke  Besturen ,  die  zich  door  de 
thans  vigeerende  bepalingen  in  hun  geweten  gekrenkt  ge- 
voeleii  en  verhinderd  zijn,  ze  op  te  volgen,  te  doen  zou 
wezen  om  dwang  uit  te  oefenen  of  spitsvondig  onderzoek 
te  mogen  instellen  naar  de  begrippen  der  aannemelingen. 
Neen ,  het  is  alleen  te  doen  om  eene  belijdenis  van  CAris- 
ielijk  geloof;  de  vertegenwoordigers  der  gemeente  moet  het 
recht  worden  toegekend  om ,  bij  de  belijdenis  des  geloofs 
de  aanneming  daarvan  te  doen  afhangen.  En,  moge  er 
wellicht  nu  en  dan  dioor  enkele  ouderlingen  van  hun  recht 
misbruik  gemaakt  zijn;  —  alle  misbruiken  te  voorkomen 
is  onmogelijk.  Maar  daartegenover  staan  al  die  ouderlingen 
en  kerkeraden  die  met  de  meeste  teederheid  des  gewetens 
van  hun  recht  gebruik  gemaakt  hebben;  en  eene  hier  of 
daai  plaats  gehad  hebbende  moeielijkheid ,  die  had  kunnen 
voorkomen  worden ,  indien  de  predikant  van  art.  40  Segle- 
ment  op  het  Godsdienstonderwijs  had  willen  gebruik  maken , 
geeft  zijns  inziens  geen  grond  om  allen  kerkeraden  en  ouder- 
lingen hun  onvervreemdbaar  recht  te  ontnemen  en  daardoor 
het  ambt  van  ouderling  en  het  recht  des  kerkeraads  in 
be^nsel  te  vernietigen. 

Uwe  Commissie  ging  alsnu  tot  stemming  over,  om  de 
vraag  te  beslissen  of  zij  U  al  dan  niet  tot  de  aanneming 
van  het  bedoelde  voorstel  zou  adviseeren.  Met  drie  tegen 
ime  stemmen  werd  hiertoe  besloten. 

Haren  arbeid  resumeerende ,  heeft  zij  de  eer  U  als  resul- 
taat harer  overwegingen  tot  de  aanneming  der  vijf  volgende 
conclusiën  te  adviseeren: 

P.  Eenparig:  Alle  in  har^  handen  gestelde  voorstellen , 
de  belijdenisquaestie  rakende,  en  buiten  art.  38Beglement 
Godsdienstonderwijs  omgaande,  af  te  wijzen. 

2°.  Eenparig:  De  voorloopig  aangenomene  wijzigingen 
in  art.  38  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs,  met  de 
daaraan  verbonden  overgangsbepaling,  zoo  als  die  nu  lig- 
gen, niet  vast  te  stellen. 

3®.  Mei  meerderheid  van  eiemmen:  Het  voorstel  te  ver- 
werpen om  art.  38  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs 
^  herstellen  in  den  vorm  van  voor  15  Jan.  1879. 


102 

4°.  Met  meerderheid  van  stemmen :  Te  bepalen  dat  in  al.  8 
van  art.  38  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  achter 
de  woorden  :  //een  of  meer  ouderlingen''  zal  worden  gevoegd 
de  zinsnede:  //Wanneer  de  ouderlingen  bezwaar  maken  of 
verhinderd  zijn  den  predikant  in  de  aanneming  bij  te  staan, 
is  de  Kerkeraad  bevoegd^  op  voordracht  van  den  predikant, 
een'  of  meer  oud-ouderlingen  daartoe  af  te  vaardigen/' 

5®.  Met  meerderheid  van  stemmen :  Te  bepalen  dat  al.  5 
van  art.  38  van  het  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs 
zal  luiden  als  volgt:  //Wordt  de  uitslag  van  het  onderzoek 
door  de  meerderheid  der  daartoe  aangewezene  personen 
voldoende  bevonden,  dan  heeft  de  aanneming  plaats.'' 

De  Commissie,  deze  conclusiën  aan  het  oordeel  Uwer 
Vergadering  onderwerpende,  eindigt  haren  arbeid  met  ü 
dank  te  zeggen  voor  het  in  haar  gestelde  vertrouwen,  U 
toe  te  wenschen ,  dat  Uwe  beraadslagingen  over  dit  onder- 
werp mogen  bezield  blijven  met  dien  geest  van  onderUnge 
waardeering  en  broederlijke  hoogachting,  die  in  al  uwe 
samenkomsten  plegen  te  heerschen,  en  U  toe  te  bidden 
dat  Gods  onmisbare  zegen,  welke  ook  de  uitslag  Uwer 
overwegingen  zij ,  alles  zoo  doe  uitloopen ,  dat  de  gevolgen 
mogen  strekken  tot  heil  der  ons  allen  dierbare  Nederlandscbe 
Hervormde  Kerk. 

E.  H.  Lasondbr. 

J.    DOUWES, 

J.  P.  Beuinwold  Riedel. 

L.    DiKEMA. 

E.  Gesau  Segers. 

Een  voorstel  van  den  heer  Segers  om  het  geheele  rap- 
port alvast,  voor  dat  het  in  behandeling  komt,  te  laten 
drukken  om  vervolgens  als  bijlage  in  de  Handelingen  te 
worden  opgenomen,  wordt  na  eenige  beraadslaging  met 
veertien  tegen  vier  stemmen  verworpen  op  grond  voor- 
namelijk dat  de  leden ,  nu  het  rapport  naar  gewoonte  ter 
tafel  blijft  liggen ,  gelegenheid  hebben  er  nader  kennis  van 
te  nemen ,  en  de  tijd  en  zorg  voor  het  drukken  van  het 
uitvoerige  stuk  vereischt  zouden  verhinderen  het  spoedig 
aan  de  orde  te  stellen ,  zoo  als  met  het  oog  op  de  overige 
werkzaamheden   der  Vergadering  wenschelijk  wordt  geacht. 

Voorstel    van   den      ^^  ^^^^    Bruna   brengt    daarna  het  voorstel    ter  tafel, 
heer  Bruna   om  de  dat  de  Synode   verklare^  dat  naar  art.  62  van  het  Alg^- 


103 

meen  Begleinent   de  Provinciale  Kerkbesturen  hunne  (der  Syaode  te  doeu  ver- 
Besturen)  considerafcien  en  niet  die  van  hunne  individuele  j^^*"?*^^'^*^'^^^""?^' 
leden  hebben  te  geven.  Hij  meent  dat  art.  62  geene  andere  hanneindividaele leden 
uitloging    toelaat^  omdat  het  slechts ,   waar   het   over  den&ar  art.  62  van  het 
eindstemming  handelt,  deze  aan  de  leden  der  Kerkbesturen  ^^«J'^^^g^^f^^^^^^ 
opdraagt,   met    opmerking    dat   de    uitzondering  ten  deze  geven,  na  beraadala- 
volgens    art.   40   van    het    Algemeen    Beglement  voor  de  Kingt  verworpen. 
Classicale  Yergaderingen  gemaakt  te  gelijk  met  de  tegen- 
woordige  redactie  van  art.    62    is  vastgesteld,  waarin  hij 
het  bewijs   gelegen  acht,  dat  van  de  Provinciale  Kerkbe- 
sturen   slechts  collectieve    consideratiën    verlangd    werden, 
tegen  het   einde  der  beraadslagingen  zich  nog    beroepende 
op  de   slotbepaling    van   het  Algemeen  Beglement,    waar 
voor  de  eindstemming ,  daar  bedoeld ,  blijkbaar  slechts  een 
collectief   advies  der    Classicale    Besturen  verlangd    wordt. 
Hij  acht  nu   eene  verklaring  van   de  Synode  daaromtrent 
noodig ,  om    aan    de   Commissiën ,  die  verslag  hebben   te 
geven    van    de   uitgebragte    consideratiën ,   het   omslagtige 
werk  te  besparen  van   ook  de  verschillende  gevoelens  van 
de  leden  der  Provinciale  Kerkbesturen  te  moeten  mededeelen. 

Onderscheiden  leden  ondersteunen  het  voorstel  van  den 
hetiBruna,  zich  met  zijne  opvatting  van  art.  62  vereenigende, 
waarbij  onder  anderen  ook  wordt  opgemerkt,  dat  de  leden 
der  Provinciale  Kerkbesturen ,  voor  zoo  verre  zij  althans 
predikanten  zijn,  bij  de  Classicale  Yergaderingen  gelegen- 
heid hebben  hunne  beschouwingen  te  doen   vermelden. 

De  groote  meerderheid  der  leden  is  van  een  tegenover- 
gesteld gevoelen,  hoofdzakelijk  op  grond  dat  in  art.  62 
slechts  van  het  geven  van  consideratiën ,  niet  van  het  vragen 
van  een  bepaald  advies ,  door  stemmen  uit  te  maken , 
sprake  is ;  dat  juist  de  misvatting  die  hieromtrent  bij  vele 
Classicale  Yergaderingen  bestond,  aanleiding  heeft  gegeven 
tot  de  ingevoerde  wijziging  van  art.  40 ,  zoodat  deze  moet 
beschouwd  worden  als  eene  verklaring  van  art.  62,  waar 
hunne  consideratiën  zoowel  op  de  Classicale  Yergaderingen 
als  op  de  Provinciale  Kerkbesturen  betrekkelijk  is;  dat 
het  ook  geheel  ligt  in  den  geest  en  de  strekking  van  de 
bepaling  in  art.  62,  dat  geen  voorloopig  aangenomen 
Seglementen  of  veranderingen  vast  worden  gesteld,  vóór 
dat  aan  alle  leden  der  Classicale  vergaderingen  en  Prov. 
Kerkbesturen  gelegenheid  is  gegeven  van  hun  gevoelen 
daarover  te  doen  blijken ,  om  de  Synode  omtrent  het  oordeel 
der  kerk  zoo  veel  mogelijk  voor  te  lichten ;  dat  het  voorts 


104 

voor  haar  van  het  meeste  belang  is^  inzonderheid  met  de 
verschillende  beschouwingen  van  de  leden  der  Kerkbestaren 
bekend  te  worden  opgemaakt,  nu  bij  hen  de  goed-  of 
afkeuring  van  het  vastgestelde  berust ,  en  dat  ook  de  slot- 
bepaling, waarop  zich  de  voorsteller  nog  beriep  ^  juist  de 
voorgestane  onderscheiding  van  het  geven  van  consideratiën 
en  het  uitbrengen  van  een  bepaald  collectief  advies  vol- 
komen wettigt. 

Na  sluiting  der  beraadslagingen  wordt  het  voorstel  van 
den  heer  Bruna  i\\  stemming  gebragt  en  met  twaalf  tegen 
zes  stemmen  verworpen. 

Keoaisneming  van  Nadat  nog  kennis  werd  genomen  van  de  mededeelingen 
^L  ^*°Jf^^°8  .^®f  ^y*  der  Synodale  Commissie  aan  het  einde  van  haar  verslag 
Lke  vau^M^bezwaar- ^ï^*  l^^ — H^  betrekkelijk  het  bezwaarschrift  vanden 
schrift  van  den  Ker- Kerkeraad    te    Alkmaar    en    de    verzoeken  om  cassatie 

keraad  te  Alkmaar ^j^jj  uitspraken  van  Kerkelijke  Besturen,  en  die  mede- 
en    van   de  by    haar  ii«  it  i\         •  -x 

gediend  hebbende  ver-  deelmgeu ,  voor  ZOO  veel  noodig  met  goedkeunng  door 
zoeken  om  cassatie,  de  bevoegde  leden,  waren  aangenomen  voor  kennisgeving, 
en  goedkeuring,   dat  jjg^f^  j^  Secretaris  nog  verslag  te  geven  van  eene  handeling 

de  Synodale  Commissie  ^  .^-i  ?oiii-i  •• 

bezwaar  vond,  het  ^&i^  (Gecommitteerden  van  de  Synodale  Commissie  voor 
Provinciaal  Kerkbe-  spoed vorderende  zaken  ,  namelijk  omtrent  een  verzoek  van 
h'r VT.Il»  m"  l«t  Provinciaal  Kerkbestuur  van  dd.  10  Jalij.  gereg.  onder 
de  predikanten  J?f^tf- n^  846,  om,  met  het  oog  op  den  buitengewonen  toestand , 
man  ea  van  Hoogen- ^^oxin  de  Hervormde  Gemeente  te  Dordrecht  verkeert 
Sns*teM 'met'^de  ®".  ®P  ^«  gevolgen,  welke  de  toepassing  van  strenge  tucht- 
geschorste  ouderlingen  middelen  voor  de  gansche  Yaderlandsche  Kerk  zou  kunnen 
gebonden  vergadering,  hebben ,    te    worden    voorgelicht  hoe  te  handelen ,  nu  de 

heer  Eigeman  als  Praeses  van  den  Kerkeraad  de  ge- 
schorste ouderlingen  aldaar  tot  eene  Algemeene  Kerkeraads- 
vergadering heeft  za&mgeroepen  en  met  hen  op  4  Juiij 
vergaderd  heeft,  terwijl  op  de  aanvraag  van  attestatiën 
door  lidmaten  die  met  adsistentie  der  Commissie  uit  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  zijn  aangenomen ,  door  de  heeren 
Eigeman  y  van  Hoogenhuyze  en  de  geschorste  ouderUng 
Kemp  is  geantwoord,  dat  daaromtrent  door  hen  geen 
uitspraak  kan  gedaan  worden,  zoolang  de  namen  der 
lidmaten  niet  langs  den  weg  van  orde  en  regt  ingeschreven 
zijn  in  het  ofiSdële  lidmatenboek.^' 

De  Secretaris  meldt,  dat  Gecommitteerden  bijschrijven 
van  17  Julij  n®.  6  geantwoord  hebben,  met  vereischte  be- 
langstelling van  den  inhoud  van  den  brief  des  Kerkbestuurs 
kennis    te   hebben    genomen,    maar  dat  zij  eenparig  van 


105 

gevoelen  waren,  dat  aan  het  daarin  vervat  verzoek  om 
voorlichting  door  de  Synodale  Commissie  niet  kon  voldaan 
worden,  omdat  het  aan  een  Hooger  CoUegie  niet  voegt 
zich  in  de  regtspraak  van  een  lager  Bestuur  te  mengen, 
reden  waarom  zij  ook  geoordeeld  hadden  dit  verzoek  niet 
tot  de  Synode  te  moeten  overbrengen ;  zij  meenden ,  dat 
\\et  Provinciaal  Kerkbestuur,  na  behoorlijk  onderzoek  der 
zaak,  zelf  diende  uit  to  maken,  wat  het  in  deze  naar 
de  Seglementen   te  doen  had. 

Na  eenige  beraadslaging,  waarbij  gaarne  hulde  gedaan 
wordt  aan  de  bedoeling  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
om  in  eene  zoo  belangrijke  zaak  het  oordeel  van  de 
SjDodale  Commissie  te  vernemen ,  wordt  evenwel ,  om  de 
aangevoerde  reden,  met  algemeene  stemmen  op  een  na 
tot  goedkeuring  van  de  handeling  der  Spoedcoromissie  be- 
sloten. 

De  Vergadering    wordt    hierop  weder   tot  morgen  na-     Skiting der  twaalfde 
middag  een   uur  verdaagd ,  daar  de  Synode  contracten  in  «i^^ng- 
ïake  het  hooger  beroep  van  den   predikant  Alewijn  Faure 
vootai  eene    bijeenkomst   moet  honden.  De  zitting  wordt 
daarmede  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  President, 


DERTIENDE  ZITTING. 

Donderdag  den  6  Augostus  1880. 

De  heer  van  Eerde  afwezig. 

Opening  van  de  der-  Na  opening  der  zitting  worden  de  notalen  der  zittingen 
tiende  zitting.  ^^^    eergisteren    en    gisteren    achtereenvolgens   gelezen  en 

goedgekeurd. 

Berigt  van  den  heer      De  Secretaris   deelt  mede ,  dat  van  den  heer  H,  Steen- 

^  benoe^Tn'  tot  Kd  ^^^^  "^^  ^^^  Buitenland  een  brief  is  ingekomen  van  gis- 
van  de  Synodale  Com- teren  ,  gereg.  onder  u®.  15,  behelzende  dat  hij  de  be- 
missie  aanneemt.        noemiug   tot    lid    der  Synodale  Commissie  aanneemt.  De 

mededeeling  wordt  met  belangstelling  vernomen. 

Verslag  van  eene  De  President  meldt,  dat  het  Moderamen  straks  zijne 
d^in^'KnM^^P^*^*^*^"?  ^y  ^^^  Minister  van  Financiën  gemaakt  heeft 
nieter  van  Financiën,  en  daarbij  dien  Minister ,  onder  dankbetuiging  voor  onder- , 

scheidene  gewaardeerde  beschikkingen  voor  noodlijdende 
gemeenten,  met  overlegging  der  betrekkelijke  missive  ver- 
zocht heeft  even  gunstige  beschikkikkingen  ten  behoeve 
der  thans  aanbevolen  gemeenten  te  nemen,  ook  indien 
maar  eenigzins  mogelijk  ten  behoeve  vap  de  gemeente  te 
Westkapelle,  en  van  den  Minister  nu  wel  de  ver- 
zekering heeft  verkregen,  het  verzoek  in  ernstige  overwe- 
ging te  zullen  nemen,  doch  daarbij  heeft  vernomen,  dai 
de  Minister  zich  genoodzaakt  zal  vinden  om  den  post  voor 
rijkssubsidiën  op  de  volgende  begrooting,  als  maatregel 
van  bezuiniging,  in  te  krimpen. 

Rapporten  der  Com-  De  Commissie  voor  de  Verslagen  der  Provinciale  Kerk- 
missie   voor  de  ver-  besturen    brengt    twee    rapporten    uit  die  beiden  ter  tafel 

slasren  van  de  xTovin~  o  jri^  _ 

ciale  Kerkbesturen  worden  gelegd;  het  eene  bij  monde  van  den  heer  a>(?«^«* 
rakende  den  staat  van  lerg ,  rakende  den  staat  van  het  hulppredikeraehap,  luidenafl 

het  hulppredikerschap    j  j. 

en  de  examina.  tvjqv. 


107 


Mijne  Heeken  ! 

Ons  rapport  omtrent  de  verslagen  der  Provinciale  Kerk- 
besturen kan,  wat  het  hulpprediker  schap  betreft,    buiten- 
gemeen   kort   zijn.    Sommige   besturen   bewaren    daarover 
een  diep  stilzwijgen ,  waaruit  men  wel  zal  moeten  besluiten, 
dat    in    hun   ressort  in  het  jaar  1879   geen  hulpprediker 
werkzaam    was.    Uitdrukkelijk    wordt     dit   verklaard  door 
friesland,    Zeeland    en    Drenthe,    terwijl  Zuid- 
holland   berigt  dat   te   Hekendorp  of  Goverwelle 
de    heer     H.   C.  .Beijera  de  betrekking  van  hulpprediker 
op    waardige    wijze    vervult,    Overijssel,  dat  de   heer 
J.  Hoek  te  Kampen,  die  sedert   1  Februarij  1857  werk- 
zaam is  bij  het  Instructie-bataillon  daarmede  ook  nu  nog 
met    allen  grooten  ijver  voortgaat,    terwijl    uit   de  mede- 
deelingen    der    Waalache    Commissie   blijkt,    dat    de   heer 
B.  J,    M.    Wihtenhoff,  kandidaat  tot  de  H.   Dienst   in 
het  Waalsch  ressort,    in  de  maand  Februarij  des  vorigen 
jaars  aangesteld    tot  proposani  catéchiste  bij  de  Waalsche 
gemeente  te  Leiden,  den  31   December  jl.  nog  als  zoo- 
danig werkzaam   was. 

J.  F.  G.  Kronenberg. 
G.  VAN  DuYii  G.Wz. 
H.  BooDHunzEN  Jr. 

Het  andere  rapport  bij  monde  van  den  heer  van  Duyl , 
betreffende  de  examina,  luidt: 

Mijne  Heeren! 

De  Commissie  voor  de  verslagen  der  Provinciale  Kerk- 
besturen ,  heeft  de  eer  het  volgende  rapport  uit  te  brengen, 
betreffende  de  examina  en  één  colloquium  doctum. 

Door  de  Provinciale  Kerkbesturen  werden  44*  candidaten 
geëxamineerd ,  waarvan  36  tot  de  Evangeliebediening  werden 
toegelaten,  terwijl  een  achttal  moest  worden  afgewezen. 
Tan  deze  36  candidaten  slaagden  in  Gelderland  5; 
in  Zuidholland  2;  in  Noordholland  3;  in  Zee- 
land 2;  in  Utrecht  3;  in  Friesland  6;  in  Over- 
ijssel4;  in  Groningen  3;  in  Noordbrabant  met 
Limburg  4;  in  Drenthe  4. 


108 

Daarentegen  had  het  ingesteld  onderzoek  een  onbe- 
vredigenden  uitslag  voor  1  candidaat  in  Zuid  holland; 
voor  2  in  Noordholland;  voor  2>  in  Zeeland  en 
voor  3  in  Overijssel. 

Omtrent  de  mate  der  bekwaamheid ,  welke  de  geexami- 
neerden,  zoover  zij  toegelaten  zijn,  in  de  onderscheidene 
vakken  aan  den  dag  hebben  gelegd ,  berichten  de  Pro- 
vinciale Kerkbesturen  het  volgende : 

In  de  uitlegkunde  O.  T.  voldeden  zeer  goed  11,  goed 
20  ,  middelmatig  5  ;  N.  T.  zeer  goed  5  ,  goed  21 ,  mid- 
delmatig 10  ;  Bijbelsche  Geschiedenis  ,  zeer  goed  9  ,  goed 
.  12,  middelmatig  14,  één  onvoldoende;  Geschiedenis  van 
de  Kerk ,  zeer  goed  9 ,  goed  1 5 ,  middelmatig  1 4 ;  Bijhel- 
sche  en  leerstellige  godgeleerdheid,  zeer  goed  8,  goed  19, 
middelmatig  14;  Christelijke  zedekunde ,  zeer  goed  5, 
goed  17,  middelmatig  14;  Pr actische  godgeleerdheid,  z^^t 
goed  3,  goed  19,  middelmatig  14;  Prediking ,  voor 
zoover  de  opgaven  strekten,  zeer  goed  S,  goed  U; 
middelmatig  11,  onvoldoende  1. 

Door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Utrecht  werd 
aan  den  heer  W.  Houbolt  Azn,,  na  colloquium  doctum, 
het  verlangde  diploma  uitgereikt. 

G.  VAN  DüYL    G.Wz. 

J.  P.  C.  Kronenberg. 
H.  RooDHUiJZBN  Jr. 

Behandeliug  van  het  Hierna  wordt  aan  de  orde  gesteld  het  in  de  zitting  van 
voorstel  van  den  heer  26  JuUj  door  den  heer  Segers  ingediende  voorstel,  //dat  de 
Sr^eï'^Sci^l  Synode  haar  leedwezen  uitspreke  over  de  weigering  van 
Kerkbestuur  van  Gel- het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  om  de 
der  land    afgewezen  schorsing  van   de   Dordtsche   ouderlingen   op  te  heffen  en 

smg  de/*\)ordt8chê  ^®"  wensch  uitspreke  dat  voornoemd  Bestuur  alsnog  be- 
ouderlingen,  en  ver- sluitc  moge  aan  den  ondragelijken  toestand  te  Dordrecht 
werping  van  het  eerste  een  einde  te  maken.^* 

voors  .  Qp  j^  aanmerking  van  den  President,  dat  hij  de  be- 
handeling van  het  voorstel  niet  zou  kunnen  toelaten  als 
de  daarbij  voorkomende  overweging  //de  onregt vaardigheid 
der  uitgesproken  straf'  niet  teruggenomen  wordt,  omdat 
het  aan  de  Synode  niet  voegt  een  oordeel  over  de  gevallen 
eindbeslissing  uit  te  spreken,  neemt  de  heer  Segers  deze 
overweging  terug,  hoewel  de  heer  Soodhuijzen  op  het  behoud 
daarvan    aandringt^    omdat   zij    hem    de  gelegenheid   ^ 


109 


geven,    de    onjuistheid    van   dat  oordeel  in  het  licht  te 
stellen. 

Alvorens  nu  tot  behandeling  van  het  voorstel  wordt 
overgegaan ,  worden  nogmaals  gelezen ,  zoowel  het  schrijven 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland, 
waarin  het  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- 
land de  opheffing  van  de  schorsing  gevraagd  heeft,  als 
het  daarop  door  dit  Kerkbestuur  gegeven  antwoord ,  waarin 
het  dat  verzoek  heeft  afgewezen. 

Daarop  wordt  het  voorstel' door  den  heer  Segèrs  toege- 
licht en  op  de  aanneming  daarvan  ernstig  aangedrongen. 
Hij  wijst  daartoe  op  hetgeen  volgens  hem  tot  verschooning 
van  het  gedrag  der  ouderlingen  in  aanmerking  moet  ge- 
nomen worden  ,  dat  zij  gewetenshalve  zich  bezwaard  moes- 
ten gevoelen  tot  de  uitvoering  mede  te  werken  van  de 
nieuwe  redactie  van  art.  38 ,  zoo  als  die  door  hen  en  velen 
werd  opgevat,  terwijl  eerst  later  in  den  Synodalen  brief 
het  ten  dezen  bestaande  misverstand  is  aangewezen;  hij 
herinnert  aan  de  vele  verklaringen  van  Kerkeraden  en 
Classicale  Besturen  van  bezwaar  tegen  de  uitvoering  van 
het  artikel,  althans  met  de  verklaringen  der  tien  ouder- 
lingen gelijk  te  stellen ,  terwijl  die  Kerkeraden  en  Besturen 
ter  zake  ongemoeid  zijn  gelaten;  —  hij  wijst  op  den 
bedroevenden  toestand  der  Dordtsche  gemeente,  en  treedt 
verder  in  eene  ontwikkeling  van  de  gronden  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  voor  zijn 
verzoek  aangevoerd ,  als  zijn  gevoelen  uitsprekende ,  dat  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland,  nu  ook  de 
buitengewone  vergadering  der  Synode  ernstige  pogingen  had 
in  het  werk  gesteld  om  aan  de  ontstane  verwarring  een 
einde  te  maken  en  den  vrede  te  herstellen,  met  het  oog 
op  het  belang  der  geheele  Vaderlandsche  Kerk  overwegende 
gronden  had  om  de  schorsing  op  te  heffen ,  en  hiertoe  te 
eer  had  moeten  besluiten  na  de  verklaring  van  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur,  dat  het  de  volle  verantwoordelijkheid 
daarvan  op  zich  nam,  en  is  naar  zijne  beschouwing  de 
Synode  verpligt  om  over  het  nalaten  daarvan  haar  leed- 
wezen uit  te  spreken  en  eene  krachtige  poging  aan  te 
wenden  om  het  Kerkbestuur  op  zijne  weigering  te  doen  terug- 
komen wegens  de  schromelijke  gevolgen ,  die  van  de  voort- 
during van  den  toestand  te  Dordrecht  te  voorzien  zijn. 

Bij    de  nu  over  het  voorstel  van   den  heer  Segers  ge- 
houden  beraadslaging  wordt  algemeen  hulde  gebragt  aan 


110 


zijne  onmiskenbaar  gebleken  bedoeling  om  den  vrede  in 
de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  te  herstellen,  gelijk 
ook  allen  evenzeer  den  toestand  te  Dordrecht  betrearen 
en  van  de  ernstige  gevolgen  daarvan  verklaren  doordron- 
gen te  zijn.  Maar,  terwijl  dit  voorstel  door  enkele  leden 
ondersteund  wordt,  verklaren  de  meeste  leden  in  overeen- 
stemming met  een  welsprekend  praeadvies  van  den  hoog- 
leeraar Gooszen  daartegen  groot  bezwaar  te  hebben ,  niet 
omdat  zij  niet  tot  herstel  van  den  vrede  zouden  willen 
medewerken,  zij  achten  de  Synode  ten  duurste  verpligt, om 
elk  daartoe  aangeprezen  middel  aan  te  grijpen ,  doch  altoos 
binnen  de  grenzen  van  hare  bevoegdheid  en  met  stipte  in- 
achtneming van  hetgeen  de  Reglementen  omtrent  de  handha- 
ving der  orde  en  de  beschermingvan  ieders  regt  voorschrijven. 
Even  weinig  als  zij  de  Synode  bevoegd  achten  om  in  eene  be- 
oordeeling van  de  uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Gelderland  te  treden,  evenzeer meenen  zij  de  redenen, 
welke  door  dat  Kerkbestuur  als  gronden  voor  zijne  weigering 
zijn  aangevoerd ,  te  moeten  eerbiedigen ,  en  te  moeten  aan- 
nemen f  dat  genoemd  Kerkbestuur  of  zijne  meerderheid , 
naar  de  uitspraak  van  pligt  en  geweten  gehandeld  heeft 
en  ook  niets  liever  dan  het  herstel  van  vrede  en  orde  kan 
verlangen.  Bij  alle  hulde,  waarop  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Zuidholland  naar  hunne  meening  wegens 
zijne  handelwijze  aanspraak  heeft  en  bij  gelijke  waardering 
van  zijne  bedoelingen,  meenen  zij,  dat  dit  Kerkbestuur 
een  verkeerden  weg  heeft  ingeslagen ,  dat  het  namelijk  van 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  niet  de 
vernietiging  van  zijn  vonnis  had  mogen  vragen ,  terwijl  de 
bezwaarden,  van  welke  alleen  zulke  aanvraag  kan  uitgaan , 
in  hun  verzet  bleven  volharden ,  maar  zich  tot  dezen  had 
moeten  wenden  en  krachtige  pogingen  had  moeten  in  wer- 
king stellen,  om  hen  van  hun  verzet  terug  te  brengen, 
als  het  eenige  middel  om  de  schorsing  te  doen  opheffen, 
waarbij  nog  opgemerkt  wordt,  dat ,  wat  door  den  voorsteller 
tot  verschooning  van  het  gedrag  der  ouderlingen  aange- 
voerd werd,  de  misvatting  van  de  nieuwe  redactie  van 
art.  88  niet  opgaat,  omdat  de  teregtwijzing  daaromtrent 
in  den  Synodalen  brief  hun  den  stap  tot  terugkeer  gemak- 
kelijk moest  maken. 

Onder  de  beraadslagingen  diende  de  heer  van  den  Bran- 
deler  nog  de  volgende  motie  in : 

/5fBij  de  mogelijkheid  die  bestaat  dat  de  bepaling,  <Ji^ 


111 

tot  schorsing  der  ouderlingen  geleid  heeft  ^  uit  art.  38 
Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  geligt  zal  worden^ 
en  daardoor  de  grond  vervalt ,  waarop  het  vonnis  van  het 
Kerkbestuur  van  Gelderland  berust^  wordt  de  verdere 
behandeling  der  zaak  verdaagd  tot  na  afloop  van  de  behan- 
deling der  voorstellen  tot  wijziging  van  gemeld  artikel/' 

Deze  motie  wordt  evenwel  door  de  groote  meerderheid 
der  vergadering  niet  aannemelijk  geacht,  omdat  wat  ook 
door  de  Synode  vastgesteld  worde,  altoos  nog  aan  de  goed- 
keuring  der  Frovinlile  Kerkbesturen  ondemorpen  moet 
YTorden  en  het  voorstel  van  den  heer  Segera  geheel  op  zich 
zelve  staat.  Terwijl  de  hoogleeraar  Lasonder  en  de  heer 
Wtiirih  zich  alleen  voor  de  aanneming  der  motie  verklaren  y 
stemmen  naar  de  adviezen  van  den  hoogleeraar  Qooêzen  en 
nn  den  Secretaris  alle  overige  leden  er  tegen. 

Na  sluiting  der  langdurige  beraadslagingen  wordt  het 
eerste  gedeelte  van  het  voorstel  van  den  heer  Segera  in 
stemming  gebragt  en  wordt  dit  met  vijftien  tegen  drie 
stemmen  verworpen.  Met  den  hoogleeraar  Oooszen  en  den 
Seerekris,  stemden,  behalve  de  hoogleeraar  Laaonder  en 
de  heeren  Segers,  van  den  Brandeler  en  Weelrii,  alle 
overige  leden  er  tegen. 

Ofschoon  ook  nu  het  tweede  gedeelte  van  het  voorstel  zon 
kunnen  aangemerkt  worden  vervallen  te  zijn,  besluit  de 
Vergadering  dit  nog  aan  te  honden,  in  afwachting  of  de 
heer  Segers  of  andere  leden  daarin  aanleiding  kunnen  vinden 
tot  eenig  voorstel  in  het  belang  van  herstel  van  de  orde 
te  Dordrecht,  waarvoor  ook  door  eenige  leden  de  ken- 
nisneming van  een  ingekomen  adres  van  leden  van  het 
Provinciaal  GoUegie  te  Dordrecht  noodig  wordt  geacht. 

De  vergadering   wordt   hiermede  tot  morgen  verdaagd,   ,  Sluiting  van  de  der- 
waarmede  de  zitting  gesloten  wordt.  *''''^*  '^"'''»- 

J.  J.  L.  LuTi,  PreêidenL 


VEERTIENDE  ZITTING. 

Vr^dag  den  6  Angastus  1880. 

Opeoing  der  veer-      Na  opening  der  zitting^  worden  de  notulen  der  zitting 
tiende  atting.  ^^^  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Besluit  om  over  te      Het  aan  het  einde   der  gelezen   notulen  bedoelde  adres 
gaan  tot  de  orde  van  ^^„  g^^  zestigtal  leden  van  het  KiescoUegie  te  Dordrecht, 

den  dag  ter  zake  van  n^^  i^.        .  ai         i         .i«ij 

een  ter  tafel  gebragt  gereg.    onder    n^    4,    wordt   ter  tafel  gebragt,  luidende 

adres  van  zestig  leden  als    volgt : 
van  het  KiescoUegie  te 

Aan  de  Synode  der  NederL  Herv,  Kerk 
Hoog  Eebwaaede  Heeren! 

De  ondergeteekenden ,  leden  van  het  KiescoUegie  der 
Ned.  Herv.  gemeente  te  Dordrecht^  komen  niet  met 
een  smeekschrift  tot  U»  maar  veeleer  met  een  kreet  van 
diepe  verontwaardiging ,  ten  gevolge  van  den  meer  dan  trea- 
rigen ,  ja ,  onhoudbaren  toestand  ^  waarin  door  hoogere  en 
lagere  Kerkbesturen ,  de  gemeente  Dordrecht,  eender 
belangrijkste  gedeelten  van  onze  Yaderlandsche  Kerk ,  ge- 
bracht is. 

Als  een  éénig  man  wenschen  zij  zich,  in  de  kracht 
Gods,  ten  bloede  toe,  tegen  dergelijke  wederrechtelijke 
handelwijze  te   verzetten. 

Niet ,  dat  zij ,  naar  de  heilige  uitspraken  van  Gods  Woord 
en  de  bepalingen  der  Ned.  Herv.  Kerk ,  daarop  oorspron- 
kelijk berustende ,  de  machten  door  God  over  hen  gesteld 
ongehoorzaam  wenschen  te  zijn; 

Niet ,  dat  zij  zich  van  Godswege  niet  geroepen  zouden 
achten,  om  alles  wat  hun  in  verband  met  dat  Woord, 
geboden  of  verboden  wordt,  na  te  komen; 

Maar  datzelfde  Woord  gebiedt  hun ,  om  der  conscientie 
wil,  Gode  meer  te  gehoorzamen  dan  de  menschen. 

En,  aangezien  nu  in  den  laatsten  tijd  vooral  in  de  ge- 
meente, wier  vertegenwoordigers  zij  zijn,  door  hoogere  en 


113 


lagere  Kerkbesturen  in  openbaren  strijd  met  dat  Woord 
gehandeld  is  en  wordt  ^  zoo  meenen  ze  daartegen  met  al 
wat  in  hen  is^  te  moeten  opkomen  en  getuigen. 

De  ondergeteekenden  kozen  mannen  tot  Ouderlingen ,  die , 
in  zake  van  bun  verzet  tegen  art.  38  nieuw  Godsdienst- 
onderwijs, overeenkomstig  het  mandaat  hun  gegeven  en 
last,  hun  naar  de  historische  inrichting  onzer  Herv.  Kerk, 
op  Gods  Woord  gegrond ,  gehandeld  hebben ;  en  daarom 
kunnen ,  daarom  mogen ,  daarom  zullen  de  ondergeteekenden 
niet  dulden ,  dat  ze  —  waar  de  kinderen  des  ongeloofs 
iu  ons  kerkgenootschap  onbelemmerd  hun  weg  o{^aan  — 
langer  onder  eene  onheilige  roede  doorgaan  en ,  tegen  Gods 
Woord  en  de  oorspronkelijke  inrichting  der  Kerk  in,  als 
ygeschorsf'  worden  beschouwd. 

Als  een  eenig  man  wenschen  zij  —  daarin  gesteund 
door  menige  gemeente,  die  tot  nog  toe  eene  wachtende 
liouding  aanneemt,  en  daarom  tot  nog  toe  het  stilzwijgen 
bewaarde  —  de  beide  predikanten,  die  hun  moedig  ter 
zijde  staan  in  dezen  hangen  strijd ,  ten  einde  toe  krachtig 
te  ondersteunen,  terwijl  niet  weinigen  in  de  gemeente 
Dordrecht  in  Gods  kracht  onversaagd  hetzelfde  wen- 
chen  te  doen. 

Dit  alleen  meenen  zij  U  van  Godswege  te  moeten  toe- 
roepen: Duldt  niet  langer,  dat  de  grondvesten  van  de  Kerk 
onzer  vaderen  266  schandelijk  ondermijnd  worden,  want 
God  van  den  hemel  zal  zulks  niet  straffeloos  doen  geschieden. 

Waakt  voor  het  heil  der  Kerk,  en  de  eer  van  Hem, 
die  haar  Heer  en  Koning  is,  opdat  ge  in  don  groeten  dag 
niet  bevonden  wordt  openbare  bestrijders  te  zijn  geweest 
van  wat  heilig  en  dierbaar  in  de  oogen  Gods  is. 

Nog  eens,  wij  komen  met  geen  èmeeiêchrifi  tot  U, 
^vant  waar  we ,  op  grond  van  Gods  Woord  en  dè  grond- 
wettige bepalingen  onzer  Kerk,  recht  hebben,  is  het  ons 
i^iet  geoorloofd,  om  genade  te   vragen. 

We  eischen  van  U ,  HoogEerwaarde  Heeren ,  dat  ge  met 
onze  gemeente  handelt,  zooals  ge  van  Godswege  verplicht 
zijt,  en  in  dezen  verwarden  toestand  —  in  spijt  van  welk 
Kerkelijk  Bestuur  ook!  —  een  greep  doet,  die  ons  doet 
zeggen:  //Er  bestaat  nog  rechtsgevoel  bij  de  Hooge  Macht, 
die  ons   regeert/' 

In  Gods  naam  roepen  wij  het  U  ter  laatste  instantie  toe, 
eer  deze  aanzienlijke  gemeente  uiteenspat:  gedoogt  niet, 
waar   gij    ten  onrechte  zoo  vaak  als  beschermers  optreedt 

8 


I  • 


114, 

van  wat  in  openbaren  strijd  met  Bijbel  en  Belijdenis  is, 
dat  zij,  die  de  laatsten  met  hart  en  ziel  liefhebben^  langer 
wederrechtelijk  vervolgd  en  onderdrukt  worden. 

En,  God  Almachtig,  die  de  potentaat  aller  potentaten 
is ,  voor  wien  gij  —  misschien  kort  na  dezen  —  ter  ver- 
antwoording zult  worden  geroepen,  doe  u  ter  elfder  ure 
tot  het  besef  komen,  dat  die  zijn  volk  aanraakt,  zijn  oog- 
appel aanraakt. 

De  ondergeteekenden  wenschen  van  U  op  dit  schrijven 
een  waardig  antwoord  te  ontvangen,  gegrond  op  Gods 
Woord  en  de  Belijdenis  onzer  Nederl.  Herv.  Kerk. 

Dordrecht  Juli  1880. 

Met  weerzin  wordt  van  dit  adres  kennis  genomen. 
Wordt  daar  ook  nog  eene  poging  aangewend  om  den  daarin 
aangeslagen  toon  te  vergoelijken  wegens  de  te  Dordrecht 
heerschende  opgewondenheid  en  den  daar  gevoerden  princi- 
pielen  strijd ,  en  het  zenden  van  een  antwoord  wel  gewenscht 
geacht,  omdat  onder  de  adressanten  ligt  nog  lieden  vaneen 
vromen  zin  zouden  kunnen  worden  aangetroffen  en  het  uit- 
blijven van  antwoord  ook  verkeerd  zou  kunnen  worden 
uitgelegd;  men  oordeelt,  dat  in  dat  adres  zoo  geheel  het 
kenmerk  der  ware  vroomheid,  de  ootmoed,  gemist  wordt 
en  het  zoozeer  den  stempel  van  de  verblinding  der  partij- 
'  zucht  draagt,  dat  van  welk  antwoord  ook  geenerlei  heil 
kon  verwacht  worden ,  en  de  beschuldigingen  in  het  adres 
tegen  de  Synode  gerigt  zoo  onregtmatig  zijn,  dat  zij  het 
beneden  hare  waardigheid  moet  achten  het  in  verdere  be- 
liandeling  te  nemen,  waarom  dan  ook  een  voorstel  van 
den  heer  Riedel  om  ten  aanzien  van  dit  adres  over  te 
gaa(n  tot  dó  orde  van  den  dag  naar  de  eenparige  adviezen 
van  de  Hoogleeraren  en  van  den  Secretaris  met  afgemeene 
stemmen  werd  aangenomen  op  drie  stemmen  na,  van  de 
heeren  Segers ,  van  den  Brandeler  en  Westrik ,  aan  wie  op 
hun  verzoek  door  de  vergadering  vergund  was  zich  van  het 
uitbrengen  hunner  stem  te  onthouden. 

Het  tweede  lid  van  het      Aan  de    orde    is  nog  het  tweede  lid  van  het  gisteren 

S^^l^'lerwo/ en  d^^  voorstel  van  den  heer  Segers.  De  heer  Bood- 

aanneming   van  eene  ^«^^^^^  g®^ft   naar  aanleiding  daarvan  als  motie  van  orde 

gewijzigde  motie  van  aan  de  vergadering  in  overweging  de  volgende  verklaring 

ring   verklaart,    hoe      //Volkomen  gezind  tot  alles,  wat  godsdienst,  vrijheiden 


115 

orde  io  de  Nederlaudsche  Hervormde  kerk  kan  bevorderen  ««"*  «^^  opheffing  van 
en  ook   een  einde  maken  kan  aan  den  onhoudbaren  toestand  gUncTte^DordTec^ht 
van  de  Dordtsche  gemeente^  ia  de  Synode  van  oordeel ^  dat  mogelijk  zal  zjjn. 
alleen  goede  uitslag  te  wachten  is  van  maatregelen ,  waar- 
door ieder  van  de  leden   dier  kerk  evenzeer  gehandhaafd 
wordt  in  zijne  regten^  en  in  staat  gesteld  wordt  tot  ver- 
vulling  van  zijne  pligten; 

^Zij  acht  ook  op  kerkregtelijken  grond  het  voorstel 
onaannemelijk  om  de  behandeling  der  Dordtsche  kwestie 
op  nieuw  aan  het  provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- 
land op  te  dragen,  en  gaat  over  tot  de  orde  van  den  dag/' 
Tot  aanbeveling  van  zijne  motie  doet  de  heer  Boodhuijzen 
opmerken,  dat  zij  duidelijk  de  strekking  heeft  om  bij  de 
voorziene  verwerping  ook  van  het  tweede  gedeelte  van  het 
voorstel  van  den  heer  Segera ,  helder  te  doen  uitkomen, 
welke  beginselen  bij  de  Synode  in  den  strijd  der  partijen 
op  den  voorgrond  behooren  te  staan,  en  haar  daarom  moeten 
terughoudeen  van  eenigen  maatregel,  waardoor  de  hand- 
having der  goede  orde  in  de  waagschaal  gesteld  en  op  de 
ugten  van  anderen  inbreuk  zou  kunnen  gemaakt  worden. 

Deze  strekking  der  motie  vindt  bij  een  aantal  leden 
grooten  bijval,  omdat,  naar  zij  meenen,  die  beginselen 
maar  al  te  zeer  miskend  worden  en  de  miskenning  daarvan 
als  de  voorname  oorzaak  van  het  verzet  tegen  de  Synodale 
verordeningen  en  van  geheel  de  Dordtsche  kwestie  moet 
worden  aangemerkt.  Anderen  achten  het  onnoodig ,  dat  de 
Sjnode  bij  hare  besluiten  zulk  eene  verklaring  aflegge ,  als  ' 

in  het  eerste  gedeelte  der  motie  vervat  is,  of  vinden  ook 
geen  reden  voor  het  tweede  gedeelte  der  motie  na  de 
gisteren  over  geheel  het  voorstel  van  den  heer  Segers  ge- 
voerde beraadslaging  en  verwerping  van  het  eerste  lid, 
waarin  werkelijk  ook  de  verwerping  van  het  tweede  lid 
gelegen  is.  Men  heeft  ook  tegen  den  inhoud  nog  deze 
bedenking  dat  van  eene  opdragt  aan  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur in  Gelderland  geen  sprake  geweest  is  en  dat 
liet  ook  niet  aangaat  ten  aanzien  van  eene  zaak ,  die  wijd 
en  breed  behandeld  is,  tot  de  orde  van  den  dag  te  besluiten. 
Men  meeut,  dat  na  het  besluit  van  gisteren  de  eenvoudige 
weg  is,  dat  er  gevraagd  wordt,  of  iemand  eenig  ander 
middel  wete ,  om  de  Dordtsche  kwestie  tot  een  gewenscht 
einde  te  brengen ,  en  wanneer  daartoe  geen  voorstel  gedaan 
wordt ,  het  tweede  gedeelte  van  het  voorstel  van  den  heer 
Segers  in  stemming  te  brengen.  Als  nu  echter  op  de  be- 


116 

trekkelijke  vraag  van  den  President  geen  der  leden  zulk 
een  voorstel  ter  tafel  brengt^  wordt  aan  den  heer  Roodhuijzen 
gelegenheid  gegeven  om  zijne  motie  naar  de  gemaakte 
opmerkingen  te  wijzigen  en  geeft  hij  nn  in  overweging 
tot  de  volgende  verklaring  te  besluiten: 

//De  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde  kerk,  vol- 
komen gezind  tot  alles  wat  godsdienst ,  vrijheid  en  orde  in 
deze  kan  bevorderen ,  van  oordeel ,  dat  alleen  goede  uitslag 
te  wachten  is  van  maatregelen,  waardoor  ieder  van  hare 
leden  evenzeer  gehandhaafd  wordt  in  zijne  regten  en  in 
staat  wordt  gesteld  tot  vervulling  van  zijne  pligten,  acht 
slechts  van  de  toepassing  dezer  beginselen  opheffing  van 
den  onhoudbaren  toestand  der  Dordtsche  gemeente  mogelijk 
en  daarom  ook  het  tweede  gedeelte  van  het  voorstel  van 
den  heer  Segere  onaannemelijk/' 

De  motie  wordt  nu,  aldus  gewijzigd,  in  stemming gebragt 
en  met  veertien  stemmen  tegen  vijf  aangenomen.  Met  den 
hoogleeraar  Gooszen  en  den  Secretaris  stemden  er  voor  de 
heeren  Overman ,  van  der  Veen ,  Kronenberg ,  RoodAuijzen , 
van  der  Hoeve,  van  Duijl,  Jans,  Alingh  Prins ^  Bruin- 
wold  Riedel,  Bruna,  Douwes ,  Dikema ,  van  Laierveld 
en  de  President.  Met  den  hoogleeraar  Lasonder  stemden 
er  tegen  de  heeren  de  Man,  van  Eerde,  Segers,  vanden 
Brandeler  en   Westrik, 

Hiermede  is  de  behandeling  van  het  voorstel  van  den 
heer  Segers  geëindigd. 

Het  rapport  in  be-  Nu  komt  in  behandeling  het  rapport  dat  in  de  zitting 
handeling  over  het  ver- van  30  Julij  door  den  heer  de  Man  namens  de  Commissie 
ïutuietm  de^^aUen  ^^^''  ^^  mtxkVf^  Wetsvoorstellen  uitgebragt  is ,  rakende  het 
te  bepalen  waarin  men  verzoek  van  de  Waalschc  Beunie,  dat  de  Synode  duidelijk 
ophoudt  lid  eener  ge-  ^q  gevallen  bepale ,  waarin  men  ophoudt  lid  eener  gemeente 
M^ de  Sy1'o"da?e^CM^  *6  zijn.  Algemeen  wordt  erkend  dat  hier  eene  leemte  in 
missie  om  der  Synode  het  Algemeen  Reglement  bestaat  en  het  inzonderheid  met 
ter  zake  van  advies  te  opzigt  tot  de  uitoefening  van  het  kiesregt  gewenscht  is  dat 

hierin  voorzien  worde.  Het  voorstel  van  de  Commissie  wordt 
hiervoor  niet  voldoende  geacht,  dewijl  de  eene  gemeente  niet 
aan  het  plaatselijk  reglement  eener  andere  gemeente  ge- 
bonden is,  terwijl  ook  plaatselijke  reglementen  hunne 
kracht  slechts  van  algemeen  verbindende  bepalingen  kannen 
ontleenen.  Daar  het  echter  moeijelijk  geacht  wordt  terstond 
zulk  eene  bepaling  te  maken,  stelt  de  Secretaris  voor  het 
verzoek  der  Waalsche  Beunie  in  handen  te  stellen  van  de 


117 

Synodale  Commissie ^  opdat  deze  der  Synode  in  het  volgende 
jaar  omtrent  zulke  bepèding  van  advies  diene.  Dit  voorstel 
wordt  na  eenige  beraadslaging  met  algemeene  stemmen  op 
een  na  aangenomen. 

Vervolgens  wordt  het  rapport  aan  de  orde  gesteld,  in  Gd^ke  opdragti  ter 
dezelfde  zitting  door  genoemde  Commissie  ook  door  den  ^^^L  y^j8tol"vanden 
heer  de  Man  uitgebragt  ter  zake  van  een  gelijksoortig  Kerkenuid  te  Sluis, 
voorstel  van  den  Kerkeraad  te  Sluis,  maar  wordt  nu  ^Ö  ^«^«^"^«^^nK^^^^o^- 
ook  daaromtrent  op  het  eigen  voorstel  van  den  heer  De  Man  uUgebragt  ranpoAr*' 
gelijk  besluit  genomen  tot  inhandengeving  van  de  Synodale 
Commissie. 

Daarna  wordt  in  overweging  genomen  het  rapport  van      Afwijzing  overeen- 
meervermelde  Commissie  in  de  zitting  van  3  Augustus  door  }^°,|"'*^^^^^^ 
den  beer  van  Duijl  uitgebragt,   rakende  het  voorstel  van  voorstel  van  de Classi- 
de  Classicale  "Vergadering  van  Dordrecht,  om  de  getuig- ^^®  Vergadering  van 
schriften    van    studie,  aan  andere  inrigtingen  van  Hooger ke°^iug7an de gTtotg! 
Onderwijs  dan  de  Rijksuniversiteiten  volbragt ,  evenzeer  te  schriften    van   stadie 
ctkeMen.    Bij    de   hierover   gevoerde  beraadslagingen   ver-  °?^.  ^°   andwe  in- 
klaren de  meeste  leden  zich  geheel  met  de  in  het  rapport  Onderwi>  dan  dirier 
neergelegde  beschouwingen  te  vereenigen  en  het  stelsel  van  Rijksaniversiteitea. 
uni?ersitaire    opleiding   gehandhaafd   te    wenscben,  als  in 
het  wel    begrepen    belang  der  Kerk  onmisbaren  waarborg 
opleverende  voor  wetenschappelijke  vorming  van  hare  aan- 
staande   Evangeliedienaren.    Men    wijst  er  ook  op  dat  de 
bepalingen    omtrent   Buitenlanders,   inzonderheid   om  den 
wille  van  de  Waalsche  gemeenten  gemaakt ,  zoodanig  luiden , 
dat  zij  geen  inbreuk  op  dit  stelsel  van  universitaire  opleiding 
maken,  maar  dat  aan  dit  stelsel  den  bodem  zou  worden 
ingeslagen,  wanneer  in  bet  voorstel  van  de  Classicale Ver- 
gadering van   Dordrecht  wierd  getreden,  dat  blijkbaar 
ondoordacht    den    weg  tot  zoogenaamden  vrije  studie  zou 
banen  en  ten  gevolge  zou  hebben,  dat  ieder,  van  welke 
inrigting  voor  hooger  onderwijs  ook ,  die  zich  hier  te  lande 
als  zoodanig  opwierp,  tot  het  examen  zou  moeten  worden 
toegelaten  en  het  betrekkelijk  Reglement  geheel  zou  moeten 
worden  omgewerkt.  Twee  leden  slechts,  de  heercn  Rood^ 
inijzen  en  WeslriJk,  verklaarden  het  voorstel  der  Classicale 
Vergadering  niet  onaannemelijk  te  kunnen  achten.  Eerst- 
genoemde meende  dat  de  Kerk  ten  deze  de  meest  moge- 
lijke liberaliteit   moest  en  ook  kon  aan  den  dag  leggen, 
omdat  zij    in    het  esamen,   wat   zij  vordert,  voldoenden 


118 

waarborg  heeft  ^  dat  geen  onbekwame  mannen  zullen  worden 
aangenomen  en  men  gelegenheid  behoudt  om  daarvoor  aan 
het  examen  nog  meer  uitbreiding  te  geven  ^  terwijl  de 
heer  fTestrii,  zich  daarbij  aansluitende,  nog  op  de  door 
den  heer  Kuiper  opgerigte  vrije  Universiteit  op  Gerefor- 
meerden grondslag  wijst  als  die,  wanneer  zij  geheel  tot 
stand  komt^  wel  zal  mogen  geacht  worden  waarborg  voor 
wetenschappelijke  opleiding  te  zullen  opleveren. 

Na  sluiting  der  beraadslagingen  wordt  de  conclusie  van 
het  rapport  in  stemming  gebragt  en  met  zeventien  tegen 
twee  stemmen  goedgekeurd ,  waarmede  derhalve  het  voorstel 
der  Classicale  Vergadering  van  Dordrecht  verworpen  is. 

Rapportter  zake  der  ^®  Commissie,  in  welker  handen  de  ten  voorgaanden 
voorloopigajangenomeiï  jare  voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  Reglementen 
verandering  van  art.  gggteld  Werd,  brengt  bij  monde  van  den  heer  Jans  nog 
op  de°vacatawn!°^°  ^^^  rapport  uit  betreffende    de  wijziging  van   art.   24  van 

het  Reglement  op  de  vacaturen ,   dat  voorshands  ter  tafel 

wordt  gelegd,  luidende  als  volgt: 

Mijne  Heerbn! 

Uwe  Commissie,  benoemd  om  Ie  dienen  van  berichten 
advies  omtrent  de  ten  vorigcn  jare  voorloopig  aangenomen 
wetsveranderingen ,  voorkomende  in  de  Synodale  circulaire 
van  27  Augustus,  n®.  121,  heeft  de  eer  omtrent  n°.  II, 
Reglement  op  de  vacaturen.  Art.   24,  dus  luidende: 

//Wanneer  meer  dan  een  derde  der  predikantsplaatsen 
in  het  Ressort  van  den  Ring  vacant  is,  zorgt  het  Classi- 
caal  Bestuur,  of,  zoo  noodig,  het  Provinciaal  Kerkbestuur, 
oordeelende,  na  den  Ring  gehoord  te  hebben,  dat  daar- 
voor overwegende  redenen  bestaan ,  dat  de  vacaturen  enz. 

U  het  volgende  te  berichten. 

Verre  de  meeste  Provinciale  Kerkbesturen  eii  Classicale 
Vergaderingen  hebben  met  algemeene  of  bijna  algemeene 
stemmen  aan  de  voorgestelde  verandering  hunne  adhaesie 
betuigd ,  enkele  Classicale  vergaderingen  slechts  met  meer- 
derheid van  stemmen.  Zij  onthielden  zich  daarbij  over  het 
geheel  van  het  geven  van  consideratiën ;  de  Waalsche 
Reunie,  omdat  bedoelde  bepalingen  in  het  ressort  der 
Waalsche  Kerk  niet  kunnen  worden  toegepast,  aangezien 
er  geene  Ringen  bestaan.  Slechts  enkele  vergaderingen 
voegden  er  als  reden  van  hare  goedkeuring  bij:  of,  dat  bet 


119 


zijn  nuttigheid  kan  hebben  ^  de  in  art.  24  bedoelde  rege- 
ling niet  aan  het  goedvinden  der  Bingen  overtelaten ;  — h{, 
dat  de  Eing  in  deze  niet  geacht  kan  worden  onpartijdig 
beoordeelaar  te  zijn;  —  bf  dat  de  voorgestelde  wijziging 
in  het  belang  is  van  een  goeden  en  geregelden  gang  van 
zaken;  bf  dat  zij  verhindert,  dat  de  Singpredikanten  de 
belangen  hunner  eigene  gemeenten  zouden  vergeten,  ter 
wille  van  voordeelen,  welke  de  vacaturen  hnn  aanbieden. 
])e  meerderheid  in  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zee- 
land wenschte  zelfs  de  wijziging  verscherpt,  door  de  woor- 
den wegtelaten :  ^^oordeelende,  na  den  Bing  gehoord  te 
bebben,  dat  daarvoor  overwegende  redenen  bestaan^'  en  in 
de  laatste  zinsnede  van  het  thans  vigeereiid  artikel  op  te 
nemen  de  woorden:  j^in  overleg  met  den  Bing'^  waar- 
tegen werd  opgemerkt ,  dat  het  zeer  moeielijk  zou  zijn  het 
genoemde  imperatieve  voorschrift  te  doen  opvolgen. 

Sommige  Classicale  Vergaderingen  konden  de  verande- 
ring slechts  goedkeuren ,  indien  zij  geamendeerd  werd.  Die 
van  Nijmegen  stelt  voor,  dat  in  het  Artikel,  na  het 
vrooid:  i^oordeelende'' ,  worde  ingevoegd:  //Zoo  eene  der 
gemeenten  van  den  Bing  de  tusschenkomst  dier  Besturen 
verlangt'^;  die  van  Harderwijk,  dat  in  plaats  van  //den 
Bing''  gelezen  worde:  //de  betrokkene  gemeenten^^;  die 
van  Franeker ,  dat  daarvoor  gelezen  worde  :  //de  belangheb- 
bende gemeenten'^;  terwijl  de  Classicale  Vergadering  van 
Onderdendam,  alleen  euphoniae  causa,  aan  de  redactie  de 
voorkeur  geeft:  ffket  Provinciaal  Kerkbestuur  zulks,  na 
den  Ring  te  hebben  gehoord,  wensehelijk  oordeeletide , 
dat  enz.'* 

Daarentegen  wordt  de  voorgestelde  wijziging  met  een- 
parigheid of  groote  meerderheid  van  stemmen  afgekeurd 
door  de  Provinciale  Kerkbesturen  van  Utrecht,  Noord- 
brabant  met  Limburg  en  Drenthe  en  door  de  Classi- 
cale Vergaderingen  van  Edam,  Middelburg,  Goes, 
Wijk  en  Dokkum.  Genoemde  Besturen  achten  de  ver- 
andering onnoodig;  dat  van  Drenthe  op  grond,  dat  de 
Biingen  even  goed  als  de  Classicale  Besturen  doordrongen 
zoUen  zijn  van  de  zorg,  om  in  bedoelde  gemeenten  de 
liulp  van  een  of  meer  Bingen  interoepen ;  terwijl  dat  van 
Noord-brabant  met  Limburg  tevens  wijst  op  de 
finantieele  bezwaren ,  verbonden  aan  de  waarneming  van 
predikbeurten,  inzonderheid    bij  een    annus  grative,    voor 


120 

predikanten  buiten  den  Bing  en  in  den  regel  in  gemeenten, 
die  op  verren  afstand  van  hunne  woonplaats  verwijderd  zijn. 
Ook  de  gemelde  Classicale  Vergaderingen  achten  de  nieuwe 
bepaling  niet  wenschelijk  y  deels  omdat  zij  er  de  noodzake- 
lijkheid niet  van  inzien,  vermits  de  zorg  voor  de  vacante 
gemeenten  gerust  aan  de  Eingen  kan  worden  overgelaten; 
deels,  omdat  aan  de  uitvoering  daarvan  eigenaardige 
bezwaren  verbonden  zijn.  Immers  zij  invoiveert  eene  ver- 
I  korting  van  de  rechten  en  inmenging  in  de  werkzaamheden 

van  den  Eing,  zal  verschillen  tusschen  Classicaal  Bestuur 
en  Eing  doen  ontstaan  en  aan  het  eerste  groote  moeite 
baren ,  om  zijne  bevelen  tegenover  den  Eing  te  regelen  eu 
te  handhaven. 

Ook  in  die  Vergaderingen,  waar  de  groote  meerderheid 
zich  met  het  Synodale  voorstel  kon  vereeuigen,  werden 
door  enkele  leden  daartegen  bedenkingen  ingebracht  eenig- 
zins  verschillende  van  de  reeds  genoemde.  Men  veronder- 
stelde namelijk ,  dat  een  Eing,  uit  geestverwanten  bestaande, 
in  gevallen  als  hier  bedoeld  worden ,  de  hulp  van.  aangren- 
zende Eingen  zou  weigeren,  wijl  die  door  eene  andere 
prediking  aan  de  gemeente  overlast  zou  aandoen.  Een  ander 
lid  beweerde,  dat  de  bewuste  verandering  tot  willekeur 
leidt ,  omdat  een  Classicaal  Bestuur  van  liberale  en  moderne 
richting  daarvan  gebruik  zal  maken,  om  liberalen  en  modernen 
in  orthodoxe  gemeenten  te  doen  optreden ,  en  dat  zij  ook 
niet  noodig  was^  aangezien  hij  best  in  staat  was  driemaal 
op  een  Zondag  te  preeken.  Waartegen  werd  opgemerkt,  dat 
dit  voorstel  niets  te  maken  had  met  de  verschillende  rich- 
tingen en  dat  de  gemeente  te  beklagen  was ,  die  veroor- 
deeld werd  die  derde  preek  aantehooren. 

Ofschoon  Uwe  Commissie  het  gewicht  van  de  meeste 
der  medegedeelde  bedenkingen,  vooral  die  aan  het  annus 
gratiae,  de  finantieele  bezwaren  en  de  verre  afstanden  ont- 
leend zijn,  gaarne  erkent,  heeft  toch  de  groote  meerder- 
heid geen  vrijheid  de  verwerping  aanteraden  van  een  voor- 
stel ,  dat  door  de  Synode  ten  vorigen  jare  met  op  één  na 
eenparige  stemmen  aangenomen  en  door  verre  de  meeste 
*  Provinciale  Kerkbesturen  en  Classicale  Vergaderingen  goed- 
gekeurd is ;  te  minder  omdat  de  bedoelde  bepalingen  door 
de  Besturen  niet  worden  gemaakt,  dan  wanneer  zij  van 
oordeel  zijn ,  na  den  Eing  gehoord  te  hebben ,  dat  daartoe 
overwegende  redenen  bestaan ,  waarom  zij  Uwe  Vergadering 


121 

adviseert  de  voorgestelde  verandering  in  art.  24  Beglement 
op  de  vacaturen  aan  de  stemming  van  de  leden  der  Provin- 
ciale Kerkbesturen  te  onderwerpen. 

A.  G.  Jaiïs. 

J.   DOUWES. 

B.    A.    OVEKMAN. 

VAN   DEN   BbaNDELER. 

G.  W.  VAN  Eerde. 

Het  rapport,  gisteren  door  de  Commissie  voor  de  ver-    Goedkeuringvan  het 
slagen    der   Provinciale  Kerkbesturen  bij  monde  van    den  [^^vlnM^ïrfikw'ï 
heer    Kronenberg    uitgebragt  omtrent   den    staat   van    het  schap, 
holppredikerschap  ^    wordt    zonder   beraadslaging    eenparig 
goedgekeurd. 

Nog  wordt  bet  van  wege  genoemde  Commissie  gisteren     AU  Toren  van  het 
door  den  heer   van  Duyl  gelezen  rapport ,    betreffende  de  ^VV^J^    omtrent    de 
examina,  ter  hand  genomen.  Het  rapport  leidt  tot   geone  ^JJ^^^IJ^^^^^^^ 
andere   opmerking    dan    dat    omtrent  een    examen    in   de  vraag.oftoeUtingkan 
Bijbelsche  sesohiedenis  voorkomt  onvoldoende  te  zijn  s^eacht  geschieden,  aU  debe- 

j-i.    if  j  1  1.       L  j  j      1  kwaamheid  in   een  of 

en  ditzelfde  ook  omtrent  een  ander  examen  van  de  leer- ^^^g^  ^^j^  o^^Ql^o^^^g 
tgAq  gemeld  wordt.  Men  vraagt  hoe  dat  in  overeenstem-  is  bevonden, 
ming  te  brengen  met  hetgeen  bij  art.  27  aangenomen 
wordt,  dat  voor  de  toelating  wordt  gevorderd,  dat  de  geëxami- 
neerden  aan  het  vereischte  van  het  examen  heeft  voldaan. 
In  de  daaromtrent  gegeven  opheldering ,  dat  hier  de  geval- 
len bestaan  hebben ,  dat  de  nitslag  van  het  examen  in  alle 
andere  vakken  zeer  goed  bevonden  werd  en  het  betrok- 
ken Bestuur  daarom  volle  vrijheid  meende  te  hebben  tot 
toelating,  meent  de  Vergadering  te  moeten  berusten  zoo- 
wel met  het  oog  op  art.  23  als  om  reden ,  dat  de  Kerk- 
besturen wegens  hun  besluit  tot  toelating  aan  de  Synode 
geen  verantwoording  schuldig  zijn.  Het  rapport  wordt  ver- 
volgens zonder   hoofdelijke  stemming  goedgekeurd. 

De  Vergadering  wordt    hierna  tot    morgen   voormiddag     siaiting  der  veer- 
tien uur  verdaagd  en  de  zitting  hiermede  gesloten.  *^*°^®  zitting. 

J.  J.  L.  LuTi,  President, 


I 


VIJFTIENDE    ZITTING. 

Zatordag  den  7den  Augustus  1880. 

Opening  van  de  vijf-      Na  opening  der  zitting  worden   de  notulen   der  zitting 
tiende  zitting.  y^n  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Voorloopige  kennis-      Ter    tafel  wordt    gebragt    een  door  de  Synodale    Com- 
?ri"^i,T  ^'"^  ^' raissie    overgebragt  bezwaarschrift    van    den    Kerkeraad  te 

zwaarscnnft   van    den  *         i  ?  -ii         •  i     •        i 

Kerkeraad  te    A rn- -^^^^ li^m  over  de  goedkeuring  eener  grensverandermg  der 
hem  over  de  goed- gemeenten  te  Arnhem  en  te  Schaarsbergen,   waar- 

v3eri«7".n'^«L'; '^^  ^'«*  '»°''go«d  ^«  Zijp  e  en  aanhoorigheden  ,  thans  onder 
gemeente  en  die  van  eerstgenoemde  gemeente  behoorende ,  tot  laatstgenoemde 
Schaarabergen.  wordt  overgebragt.  Na  kennisneming  van  dat  bezwaar- 
schrift en  van  alle  daarop  betrekkelijke  stukken ,  waar- 
onder ook  een  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Gelderland  ingewonnen  berigt,  respectivelijk  gereg. 
onder  n^  111,  185,  en  221,  wordt  besloten  de  stokken 
voor  nadere  inzage  der  leden  ter  tafel  te  leggen,  om  zoo 
mogelijk  Maandag  a.s.  in  behandeling  genomen  te  worden  in 
afwachting  van  het  bij  het  maken  der  grensverandering 
gebezigde  kaartje,  dat  zal  worden  opgevraagd. 

Het   rapport  over      Geheel  deze  zitting  wordt  overigens  gewijd  aan  de  be- 
het  voorstd  van  het  handeling  van    het    door    de  Commissie    voor   de  nieuwe 

Classicaal  Bestaurvan       ^  ui..  n  11  n     1     •      2 

Onderdendam  tot  wetsvoorstellen  bi]  monde  van  den  heer  van  Mierde  m  de 
het  doen  vervallen  van  zitting  van  80  JuUj  uitgebragte  rapport  over  het  voorstel 
J!!!;;^J'L*  n«!iJ?f  «!i!  ^an  het  Classicaal   Bestuur  van  Onderdendam,  om  de 

nandelmg.  i5eslnit  ora  1         in     1  i 

de  alinea  te  hand- tweede  alinea  van  art.  41  van  het  Reglement  op  devaca- 
haven,  —  verwerping  turen  te  doen  vervallen  en  het  voorstel  van  den  Kerkeraad 
ZvuTiVTlf  ^1  te  Leiden  om  de  alinea  te  wijzigen, 
artikel;  aanneming  Door  een  groot  aantal  leden  worden  onderscheiden  be- 
daarentegen  van  een  denkingen  tegen  het  doen  wegvallen  der  bedoelde  alinea 
vw"  rt.*^73!*°'°"'°^  ingebragt.  Nu  eenmaal  zulke  bepalingen  zijn  gemaakt  heb- 

ben  zij  groot  bezwaar  die  weder  op  te  heffen,  daar  het 
verband  van  bestuur  en  beheer  nog  even  onvast  en  onge- 
regeld is  als  ten  tijde  dat  de  bepalingen  gemaakt  werden 
en  de  gunstige  werking  er   van,  met  name  voor  de  bèta- 


123 


ling  der  qnola  en  de  aauzoivering   van  het  achterstallige^ 
iiaar   aangehaalde  voorbeelden    gedurig  blijkt.    Zij  vreezen 
dat  het  vervallen   der  alinea    de  raoeijelijkheden  zal  doen 
vermeerderen,  waaraan  men  door  hare  invoering  een  eind 
heeft  willen  maken.  Het  beroep  op  de   uitspraak  van  het 
Geregtshof  te  Leeuwarden  wordt  ten  deze  niet  afdoende 
geacht.  Vooreerst  omdat  deze  ééne  uitspraak,  hoe  belang- 
rijk ook,  en  schijnbaar  afdoende  omtrent  het  regt  der  Kerk, 
geen  vaste  jurisprudentie  ter  zake  \iaarborgt,  en  zij  ten  andere 
meer  betrekkelijk    is  op  de  handhaving  van   art.  27   van 
kt  Reglement  op  de  vacaturen,  of  zoo  zij  ook  op  de  voor- 
schriften omtrent  de  quotisatie  van  toepassing  mogt  geacht 
worden  ,  ten   deze  veelal  weinig  zon  baten ,  omdat  bij  ont- 
staan  geschil    over  verpligting  tot  betaling  der  quota ,  dit 
over  geringe    sommen  zou  loopen  waarin  alleen  door  den 
Kantonregter    kan    beslist  wordeil  en  daarvan   geen  appel 
op  hooger   regtscoUegie  wordt  toegelaten.  Men   meent  dat 
door  de  Commissie  en   nu  ook  door   de  leden,  die  verkla- 
ren zich  met  hare  beschouwingen  te  vereenigen,    te  zeer 
wordt  voorbijgezien ,  dat  de  duidelijke  strekking  der  alinea 
is  procedures  te  verhoeden ,  waaronder  vacante  gemeenten, 
wegeus  haren  meestal  langen  duur  in  geestelijk  opzigt  niet 
minder  lijden ,  dan  wanneer  de   vervulling  van  hare  vaca- 
ture vertraagd  wordt  door  de  weigering  van  kerkvoogden 
om  de  in  de  alinea  gevorderde  schriftelijke  verklaring  af 
te  geven,  wat  volgens  het  rapport  bij  het  Classicaal  Bestuur 
vanOnderdendam  de  voorname  reden  voorde  indie- 
ning van  zijn  voorstel  geweest  is ,  en  ook  bij  de  Commissie 
en  de    leden    die  zich  bij  haar  voegen  eene  overwegende 
reden  tot  ondersteuning  van  het  voorstel  is.  Tevens  wordt 
opgemerkt,  dat,  zoo  men  door  het  wegnemen  van  de  alinea, 
de  in  deze  gerezen  moeijelijkheden  in  het  vervolg  voorko- 
men wil,  die  moeijelijkheden  slechts  verplaatst  zouden  wor- 
den, daar  kerkvoogden  eveneens  bezwaar  zouden  kunnen 
maken  om    den  beroepen   predikant   de  hem  toekomende 
gelden   uit    te    betalen,  waaruit   voor  dezen  aanstonds  bij 
de  aanvaarding  van  zijn  dienstwerk ,  onaangename  verwik- 
kelingen zouden  geboren  worden* 

De  opmerking  der  Commissie  dat  het  niet  aangaat ,  de 
regtsgeldigheid  van  wettelijke  bepalingen  afhankelijk  te  stel- 
len van  eene  schriftelijke  verklaring ,  als  in  de  alinea  ge- 
vorderd wordt,  wil  men  gaarne  toegeven,  maar  daarbij 
niet  uit  het  oog  gehouden  hebben ,  dat  men  ter  zake  te 


lU 


doen    heeft   met  coUegiën  op  welke  door  het  Bestuur  der 
Kerk  geen  regtsmagt  kan  worden  uitgeoefend. 

Daar  intusschen  uit  de  beraadslagingen  blijkt ,  dat  de 
groote  meerderheid  der  vergadering  vooral  bedenking  heeft 
tegen  het  loslaten  der  bepaling  omtrent  de  quota,  wordt 
door  enkele  leden  in  overweging  gegeven ,  om  althans  wat 
daarop  in  de  alinea  volgt  te  laten  vallen^  om  tegemoet  te 
komen  aan  den  tegenzin  van  kerkvoogden  om  zich  vooraf 
schriftelijk  te  verbinden  tot  betaling  der  in  art.  73  om- 
schreven kosten  en  zich  ten  deze  aan  de  beslissing  van 
het  Classicaal  Bestuur  te  onderwerpen.  Daarvoor  meent 
men,  dat  voldoende  grond  bestaat,  om  het  misbruik 
vaak  door  beroepen  predikanten  gemaakt  bij  het  in  reke- 
ning brengen  vaii  hunne  kosten,  en  wil  men  ten  deze 
vooral  gewigt  hebben  gehecht  aan  de  uitnemende  uiteen- 
zetting van  het  regt  der  Kerk  in  de  aangehaalde  uit- 
spraak van  het  Geregtshof  te  Leeuwarden,  Hand. 
1877  bijl.  B.  blz.  154 — 167  in  haar  geheel  opgenomen. 
Doch  terwijl  vele  leden  meenen,  dat  voor  kerkvoogden 
in  art.  73,  als  daar  slechts  van  noodzakelijke  kosten  ter 
beoordeeling  van  het  Classicaal  Bestuur  gesproken  wordt, 
genoeg  waarborg  gelegen  ligt,  dat  zij  zich  niet  verbinden 
tot  hetgeen  hun  redelijkerwijze  niet  in  rekening  zou 
kunnen  gebragt  worden ,  hechten  zij  vooral  aan  het 
behoud  der  geheele  alinea  om  het  belang  dat  beroepen 
predikanten  in  deze  de  noodige  zekerheid  bekomen  en  geen 
gevaar  loopen  dat  regtmatige  vorderingen  hun  betwist 
worden.  Intusschen  wordt  na  de  sluiting  der  beraadsla- 
gingen door  den  heer  AlingA  Prins  als  amendement  op 
het  advies  der  Commissie  voorgesteld ,  slechts  het  eerste 
gedeelte  van  de  alinea ,  dat  op  de  quota  betrekking  heeft, 
te  behouden,  en   het  overige  té   doen  verwijderen. 

Dit  amendement  wordt  echter  met  dertien  tegen  zes 
stemmen  verworpen.  Overeenkomstig  de  adviezen  van  den 
hoogleeraar  Gooszen  en  den  Secretafh  stemden  tegen  de 
heeren  Overman  ,  van  der  Veen ,  Kronenberg,  Boodhuij^^ 
van  der  Hoeve ,  Segera ,  van  den  Brandeler ,  «/«»*  > 
Westrik,  Srun/i ,  van  Laherveld ,  de  Man  en  de  Tf^' 
stdenL  Met  den  hoogleeraar  Laèonder  stemden  er  voor 
de  heeren  van  Eerde ,  van  Duyl ,  AUngh  Prins,  Brutn- 
wold  Riedel,  Douwes  en  Dikema. 

Hierna  wordt  het  advies  der  Commissie  in  stemming  ge- 
bragt  om    de   gehede    alinea    te  verwijderen.  Het  wordt 


125 


insgelijks  mot  dertien  tegen  zes  stemmen  verworpen.  De 
stemming  verschilde  in  zoo  verre  slechts  van  die  over  het 
amendement  van  den  heer  Prins  plaats  vond ,  dat  de  heer 
Bruinwold  Riedel,  die  voor  het  amendement  gestemd  had 
zich  tegen  het  advies  der  Commissie  verklaarde,  en  de 
heet  Ae  Man  weder  voor  dit  advies ,  maar  tegen  het  amen* 
dement  stemde. 

De  heer  van  Eerde  dient  nu  nog  een  voorstel  in  om 
als  3de  alinea  in  art.  41  de  volgende  bepalingen  op  te 
nemen  : 

1/ Weigert  de  Kerkelijke  administratie  de  verklaring  over 
te  leggen,  dan  is  het  Classicaal  Bestuar  bevoegd  om  de 
aanvraag  aan  het  Ministerieel  Departement  op  te  zenden  , 
indien  het  oordeelt,  dat  hierdoor  geen  belang  schade  lijdt/' 
Dewijl  de  schriftelijke  verklaring  toch  vooral  voor  zekerheid 
van  de  vergoeding  der  beroepingskosten  geldt;  en  het 
geval  kan  worden  aangenomen ,  dat  Kerkvoogden  op  zich 
zelfs  niet  onwillig  zijn  tot  vergoeding  der  kosten,  maar 
overwegende  reden  mogten  in  te  brengen  hebben  van 
bezwaar  om  zich  vooraf  daartoe  te  verbinden ,  wil  de 
heer  van  Eerde  de  omschreven  uitzondering  gemaakt  heb- 
ben. Hij  wordt  hierin  door  onderscheiden  leden  ondersteund. 
De  meeste  leden  verklaren  zieh  echter  tegen  dit  voorstel, 
op  grond  vooral  van  de  moeijelijkheden ,  waarin  declassi- 
cale  Besturen  door  zulke  bepaling  zullen  gebragt  worden  , 
van  te  moeten  beslissen ,  dat  hier  geen  belang  schade  zou 
hebben  te  vreezen,  terwijl  ligt  de  toegestane  uitzondering 
al.  2  gansch  krachteloos  zou  kunnen  gaan  maken.  Het 
voorstel  wordt  na  eenige  beraadslaging  met  elf  van  de 
zeventien  uitgebragte  stemmen  verworpen.  Twee  leden 
hadden  de  vergadering  reeds  verlaten. 

Ten  slotte  wordt  nog  een  voorstel  van  den  heer  Segers 
in  beraadslaging  genomen ,  houdende  om  aan  al.  1  van  art. 
73  bij  te  voegen,  ,/ welke  de  kosten  vergoedt,  des  gevorderd 
iiaar  een  vast  tarief  door  het  Classicaal  Bestuur  goedge- 
keurd.'' De  heer  Segers  had  reeds  de  opmerking  gemaakt, 
dat  de  Commissie  in  haar  advies  veel  verder  gegaan  was, 
dan  door  den  Kerkeraad  te  Leiden  gewenscht  was;  dat 
deze  slechts  voorziening  had  verlangd  in  de  gevallen,  die 
zich  in  alle  groote  gemeenten  konden  voordoen ,  waar  voor 
beroepingskosten,  met  name  voor  de  verhuiskosten  van 
beroepen  predikanten,  een  vast  tarief  bestaat ,  dat  tegen  zulk 
een    tarief   bedenkingen  werden  gemaakt;  daarvoor  alleen 


126 

wilde  de  Kerkeraad  art.  41  gewijzigd  hebben ,  maar 
nu  onder  de  beraadslagingen  de  opmerking  was  gemaakt, 
dat  eene  bepaling  hieromtrent  beter  voegde  bij  art.  73, 
werd  het  gemelde  voorstel  door  den  heer  Segera  ter  tafel 
gebragt.  Intusschen  houdt  de  gevreesde  moeijelijkheid  van 
beoordeeling  en  de  overweging,  dat  het  niet  aangaat,  Kerk- 
voogden voor  te  schrijven  dat  zij  hunne  tarieven  aan  de 
goedkeuring  van  het  Classicaa)  Bestuur  zullen  moeten  onder- 
werpen ,  onderscheiden  leden  van  de  ondersteuning  vau  dit 
voorstel  terug.  Daar  naar  het  oordeel  der  overige  leden  echter 
bezwaarlijk  een  ander  middel  kan  gebezigd  worden  om  in 
de  omschreven  ongelegenheid  te  gemoet  te  komen  en  ook 
straks  reeds  aangeduide  misbruiken  te  keer  te  gaan  hecM 
de  meerderheid  der  vergadering  er  haar  zegel  aan,  zoodat 
het  met  elf  tegen  zes  stemmen  wordt  aangenomen  om 
aan  de  consideratiën  der  Provinciale  Kerkbesturen  en  Classi- 
cale  Vergaderingen   onderworpen  te  worden. 

Sluiting  der  vijftiencle      Daar   a.  s.  Maandag  voormiddag  een  Synodus  contracta 
^****°8'  bijeenkomen    moet,    wordt   de    vergadering    tot   Maandag 

namiddag   halfeen  uur  verdaagd^  waarna  de  zitting  als  de 
laatste  der  week  met  dankzegging  wordt  gesloten. 

J,  J.  L.  LuTi,  President. 


ZESTIENDE  ZITTING. 

Maandag  9  Augnstiis  1880. 

De  zitting  wordt  met  gebed  geopend;  daarna  worden  de    Opening  der  zestiende 
notulen  der  zitting  van  jl.  Zaturdag  gelezen  en  goedgekeurd,  fitting- 

De  behandeling  van  het  bezwaarschrift  van  den   Kerke-     Uitstel  der  behan- 
raad  te  Arnhem  over  de  goedkeuring  van  de  grensver- ^"li'»»    ^^  ^«t  ^' 

J-J  aau  OU  u  zwaarschrift   van   den 

andenng    der    gemeenten    Arnhem  — Schaarsbergen  ^erkeraad  te   Am- 
wordt  tot  eene  latere  zitting  uitgesteld.  hem. 

Voor    kennisneming   wordt  ingenomen  een  ingekomen     Dankbetuiging  van 
sclirijven  van  den  Kerkvoogd  der  Hervormde  gemeente  te  ^^^     Kerkvoogd    te 

n         UI  '  i.  jnioijij    Groesbeek  voor  de 

Groesb  e  e  k  van  eergisteren ,  gereg.  onder  n^  18 ,  houdende  toezegging  van  subsidie, 
dankbetuiging   voor  de  toekenning  van  subsidie  met  ver- 
zekering dat  daaromtrent  de  bepalingen  van  het  Beglement 
op  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen  zullen 
worden  nageleefd. 

Ook  wordt  voor  kennisgeving  aangenomen  een  schrijven     Aanneming  door  den 
vau  den    predikant    L.     Overman   te  S  p  ij  k  e  n  i  s  s  e    van  ^\^-  ^''•'^  ^tT-d 
6  Augustus,  gereg.  onder  n®.  19,  behelzende  de  verklaring  a^  ^°Gfangen.Cora- 
dat  hij  de  benoeming  tot  lid  der  Commissie  van  toezigt  op  missie, 
den  druk  en  de  uitgaaf  der  Evangelische  gezangen  aanneemt. 

Namens  de  Commissie  voor  de  verslagen  der  Provinciale     Rapport  omtrent  de 
Kerkbesturen  wordt  door  den  heer  Roodhuyzen  het  volgende  ^e^o^'^^^^^^ 
rapport  uitgebragt  over  de  verslagen ,  rakende  de  kerkvisitatie. 

Mijne  Hebren, 

De  Commissie  benoemd,  om  verslag  uit  te  brengen 
omtrent  de  uitkomsten  der  kerkvisitatie ,  moet  evenals  die 
van  het  vorige  jaar  beginnen  met  de  mededeeling,  dat  er 
te  Moerdijk  geen  kerkvisitatie  is  gehouden,  tengevolge 
van  den  aldaar  nog  altijd  voortdurende^  abnormalen  toestand. 

Thans  moet  ook  omtrent  Dordrecht  hetzelfde  worden 
vermeld. 

Wat  betreft  de  onregelmatigheden  bij  de  vorige  kerk- 
visitatie aan  het  licht  gekomen ,  en  door  de  Synode  onder 


128 


de  aandacht  van  de  Frov.  Kerkbesturen  gebracht  y  is  alleen 
door  het  Prov.  Kerkbestuur  van  Gelderland  bericht 
wat  het  in  dezen  had  gedaan,  en  de  goede  uitslag  daar- 
door verkregen.  Het  schijnt,  dat  de  overige  Prov.  Kerk- 
besturen, de  missive  niet  in  dien  zin  hebben  opgevat, 
dat  daarop  antwoord  werd  tegemoet  gezien. 

Waar  de  visitatie  persoonlijk  is  gehouden ,  werd  daarvan 
behoorlijk  kennis  gegeven,  behalve  te  Bosendaal  (prov. 
Gelderland),  waar  wegens  herstel  van  't  orgel  geen  dienst 
was;  te  Haarlo,  zonder  dat  de  reden  daarvan  werd 
medegedeeld,  Ie  Buren,  waar  't  vergeten  was,  te  Aalst, 
waar  de  brief  van  kennisgeving  op  de  post  was  weggeraakt , 
te  Waardenburg,  waar  de  predikant  afwezig  was,  te 
Küog  a/d.  Zaan  en  te  O  dijk,  zonder  dat  van  de  reden 
blijkt,  en  te  Wormerveer,  waar  het  verzuimd  was. 

Te  Oudemirdum  kon  de  kennisgeving  door  foutieve 
bestelling  van  de  post  niet  geschieden. 

Op  2  Juli  was  nog  geen  verslag  van  de  Kerkeraden 
van  Aalsmeer  en  ï  hamen  a/d.  Am  stel,  bij  het 
Prov.  Kerbestuur  van  N.-Holl.  ingekomen,  in  weerwil 
van  het  daartoe  uitdrukkelijk  gedaan  verzoek  aan  liet 
Classicaal  Bestuur  van  Amsterdam. 

Waar  kerkeraadsleden  afwezig  waren,  was  het  meestal 
om  voldoende  reden.  Te  Amsterdam  bleef  de  vraag 
onbeantwoord.  Te  Middelburg  waren  er  eerst  19, 
daarna  13  leden  afwezig  zonder  opgave  van  redenen. 

Bij  de  schriftelijke  kerkvisitatie  waren  de  afwezige  leden 
zulks  om  voldoende  redenen,  behalve  een  ouderling  te 
Bunschoten. 

Te  Opheusden  zijn  in  den  Kerkeraad  twee  vacaturen , 
waarin  eerstdaags  voorzien  zou  worden;  te  Per  nis  had 
de  bevestiging  van  een  tusschentijds  benoemd  kerkeraadslid 
niet  onmiddellijk  na  de  afkondiging  kunnen  geschieden 
wegens  sterfgeval  in  de  familie.  De  Kerkeraad  vraagt  of 
in  zoodanig  geval  is  voorzien  bij  de  wet. 

De  gemeente  'sHeerenhoek  maakt  een  uitzondering 
bij  de  overigens  voldoende  beantwoording  van  de  vraag  omtrent 
de  samenstelling  des  Kerkeraads  in  't  prov.  ressort  Zeeland. 

In  Eisden  (cl.  Maasst  richt)  bestaat  geen  kerkeraad; 
maar    doet    het  Classicaal  Bestuur  wat  des  kerkeraads  is. 

Te  Hemmen  waren  er  klachten ,  die  reeds  vóór  de 
kerkvisitatie  ter  kennis  van  het  Classicaal  Bestuur  waren 
gebracht  en  een  punt   van  onderzoek  uitmaakten. 


129 


Overal  werd  in  de  waarneming  der  vacaturen  voorssien. 

De  consulent  te  Arnemuiden  beklaagt  zielig  dat 
door  de  ouderlingen  de  Froye  en  Koets  ^  tevens  kerk- 
voogden^ hem  het  gebruik  der  consistorie  geweigerd  werd. 
Van  den  Kerkeraad  te  Middelburg  wordt  gemeld^ 
dat  éen  lid  de  vraag  overbodig  vindt  ^  en  een  ander  haar 
niet  beantwoorden  wil.  Andere  leden  aldaar  verklaren , 
dat  de  belijdenis  getrapt  wordt  door  de  moderne  predi- 
kanten, terwijl  de  predikant  Abresch  constateert^  dat  vier 
ouderlingen  bij  het  aannemen  van  lidmaten  dienst  ge- 
weigerd hebben. 

In  de  classis  Sn  eek  verklaart  de  Kerkeraad  van  Sneek 
zich  niet  te  kunnen  vereenigen  met  de  belijdenis  van  dr. 
Niemeyer,  en  protesteert  één  der  diakenen  te  Koudum 
tegen  het  doen  dezer  vraag ,  voor  zoover  de  belijdenis  betreft , 
omdat  de  Synode  de  belijdenis  der  Herv.  kerk  toch  niet 
handhaaft. 

Overigens  is  overal,  waar  de  pers.  kerkv.  gehouden 
werd,  /yneen'*  geantwoord. 

In  de  classis  Deventer  klaagde  te  Delden  een 
ouderÜBg,  dat  de  predikant,  (welke?)  over  het  geheel  de 
Kerkeraadsvergaderingen  niet  bijwoonde;  dat  hij  voor  den 
Kerkeraad  ingekomen  stukken  aan  anderen  liet  lezen ,  voor- 
dat de  Kerkeraad  er  mee  bekend  was,  over  zijn  houding 
in  de  Kerkeraadsvergadering  van  30  Januari  11.  (welke 
bonding  wordt  niet  medegedeeld)  en  eindelijk ,  dat  hij  den 
voorzanger  verhinderde  voor  te  lezen  door  geene  opgave  te 
doen.  De  predikant  was  op  reis,  maar  het  Class.  Bestuur 
had  gemeld ,  dat  D  e  1  d  e  n  zich  over  een  verbeterde 
harmonie  scheen  te  mogen  verheugen. 

In  het  prov.  ressort  van  Groningen,  waar  de  visitatie 
in  101  gemeenten  persoonlijk  werd  gehouden ,  werd  slechts 
bezwaar  ingebragt  tegen  één  predikant  wegens  het  niet  doen 
van  huisbezoek.  Anders  werden  ook  daar  geene  bezwaren 
tegen  de  belijdenis,  den  wandel  en  de  vervulling  der  ambts- 
pligten  van  Kerkeraadsleden  ingebragt. 

In  het  prov.  ressort  van  Noordbrabant  met  Lim- 
burg werd  bij  die  vraag  omtrent  Baard  wij k  aangeteekend, 
dat  als  ddér  de  afwezige  ouderling  tegenwoordig  was  geweest, 
de  predikant  enkele  vragen  tot  hem  zou  hebben  willen  richten 
nopens  kerk-  en  diaconie-administratie.  Het  Kerkbestuur  stelde 
zich  voor  aan  't  Class.  Bestuur  nadere  inlichtingen  te  vragen. 

Ook  in  Drenthe  verlangt  niemand  bezwaren  in  te  brengen. 

9 


180 


Omtrent  de  hulppredikers  verwijst  de  Commissie  naar 
't  afzonderlijk  verslag. 

In  Gelderland  ontbreken  enkele  liggers  en  worden 
sommige  boeken  niet  bijgehouden. 

In  ZuidhoUand  niet  aanwezig  de  tractementenliggers  te 
O.  Alblas^  Goudriaan  en  Ottoland;  die  te 
Molenaarsgraaf  was  niet  door  kerkvoogden  geteekend. 

In  de  class.  Br  iel  Ie  was  de  origineele  tractementligger 
niet  aanwezig  te  Hekelingen,  maar  volgens  den  predi- 
kant aldaar  nog  berustende  bij  't  Prov.  Kerkbestuur^  doch 
door  dat  Kerkbestuur  den  18  Maart  1878  aan  't  Class. 
Bestuur  goedgekeurd  teruggezonden. 

De  li^er  was  niet  aanwezig  te  Oud  dorp;  die  van 
Oude  Tonge  en  Sommolsdijk  misten  de  vereischte 
goedkeuring. 

In  de  cl.  van  'sGravenhage  was  uit  de  notulen  der 
handelingen  van  den  Kerkeraad  te  Voorburg  niet  op 
te  maken,  dat  4  maal  in  't  jaar  kerkeraadsvergaderingeii 
gehouden  werden  en  ontbrak  te  Wasenaar  een  register 
op  de  ingekomen  kerk.  stukken. 

In  de  cl.  van  Eotterdam  waren  niet  aanwezig  te 
Botterdam: 

een  duplicaat  trouwboek.  Het  censuurboek  in  1879  was 
in  1879  was  niet  a^eteekend  door  de  commissie.  Bet 
register  op  de  acte  van  den  bijzonderen  Kerkeraad  was 
niet  behoorlijk  in  orde.  D^  liggers  van  de  bijfondsen  loopen 
veelal  tot  1866; 

in  het  archief  werd  niet  gevonden  IV  Instructie-  en 
Besolutieboek  voor  Begenten  van  het  Diaconiehuis  van 
1708  tot  1796.  De  lidmatenboeken  lieten  wat  netheid 
betreft  te  wenschen  over. 

In  de  classis  Leiden  ontbraken  hier  en  daar  contra- j 
trouwboeken ,  registers  op  ingekomen  kerkelijke  stukken  en 
de  index  van  het  archief. 

In   de   classis  van  Dordrecht  was  te   Goudriaan 

« 

het  contra-doopboek  na  1877  niet  bijgehouden^  en  evenmin 
het  contra-lidmatenboek  na  1876,  ontbrak  te  O.  Al  bias 
het  contra-trouwboek,  waren  te  Ottoland  het  contra- 
doopboek na  Julij  1879  en  het  contra-lidmatenboek  n* 
Maart  1879  niet  bijgewerkt,  werd  te  Molenaarsgraaf 
het  cl.  quotum  uit  de  Diaconiefondsen  voldaan,  werd  te 
te  Ottoland  niet  slechts  het  quotum ,  maar  ook  de 
jaarwedde  van  den  voorzanger  ad  ƒ  66,  het  lezen  van  de 


131 


Kerkelijke  Courant  ad  /  3.50  en  andere  uitgaven  uit  de 
de  diakoniefondsen  voldaan. 

Ook  in  de  classis  Qouda  bleek  het  een  en  ander  te 
ontbreken.  In  de  classis  Brielle  ontbraken  hier  en  daar 
contra-trouwboeken  en  registers  op  ingekomen  stukken; 
te  Sommelsdijk  werden  de kerkeraadsacten ingeschreven 
door  een  der  kerkeraadsleden,  niet  door  den  voorzitter, 
werden  meermalen  vergaderingen  gehouden  buiten  den  pre- 
dikant ^  die  de  notulen  dan  ook  niet  teekende. 

De  Kerkeraad  heeft  dien  aangaande  eene  aanschrijving 
ontvangen  van  het  Class.   Bestuur. 

Of  de  overige  bovenvermelde  Kerkeraden ,  waar  liggers 
enz.  ontbraken,  of  de  diakoniegelden  werden  gebruikt 
voor  doeleinden,  waarvoor  zij  zekerlijk  niet  waren  bestemd, 
deswege  aanschrijvingen  hebben  ontvangen  blijkt  niet. 

Te  Krommeniedijk  (d.  Haarlem)  liet  de  be- 
antwoording van  vraag  7  veel  te  wenschen  over.  Te 
Nieuw  Vennep  waren  geene  duplicaten  aanwezig;  in 
de  classis  Alkmaar  ontbrak  op  vele  plaatsen  het  een 
o{  ander.  De  berigten  uit  sommige  gemeenten  van  de 
classis  Middelburg  zijn  voor  een  deel  zeer  onduidelijk. 
Zoo  wordt  b.  V.  van  de  gemeente  Aagtekerke  gemeld,  dat 
aldaar  alles  in  orde  is,  behalve  de  index,  terwijl  het 
Classicaal  Bestuur  als  eene  bijzonderheid  omtrent  die  ge- 
meente mededeelt,  dat  het  archief  aldaar  in  «^a»(>f^i0 
is.  Ook  wordt  daar  eene  beschuldiging  uitgebragt  tegen 
twee  predikanten,  en  als  waar  aangenomen,  zonder  dat 
blijkt^  dat  de  beklaagden  daarop  zelfs  zijn  gehoord.  Aan- 
gaande Yeere  wordt  in  kolom  7  vermeld,  dat  de  ker- 
keraadseigendommen  in  goede  orde  zijn,  terwijl  in  de 
bijzonderheden  wordt  gerelateerd ,  dat  het  archief  in  deso- 
laten  toestand  verkeert. 

In  de  meeste  gemeenten  onder  het  classicaal  ressort 
van  Zierikzee  ontbreekt  hier  meer,  daar  minder  aan  de 
goede  orde ,  waarin  de  kerkeraadseigendommen  zich  moeten 
bevinden. 

Te  Jaar s veld  (classis  Utrecht)  is  geen  trouwboek 
voorhanden  en  de  ligger  van  het  predikantstractement 
niet  gewaarmerkt;  te  Lopikerkapel  moet  een  nieuwe 
li^ei^  gemaakt  worden;  te  IJselsteijn  is  geen  ligger 
voorhanden;  te  Breukelen  ontbreekt  die  van  het  predi- 
kantstractement;  te  Baarn  is  die  van  de  bezittingen  der 
diakonie  onvoldoende.  Het  diakonie-rekeningboek  ontbreekt. 


132 


Te  EemsGs-Binnen  is  de  ligger  der  diakonie 
eigendommen  na  1876  niet  aangevuld,  de  rekening 
over  1879  nog  niet  gedaan.  Troawboek  was  niet 
bijgehouden.  De  duplicaten  worden  op  dezelfde  plaats 
bewaard  als  de  boeken.  Te  Eemnes-B  ui  ten  zijn  de 
dubbel  trouw-  en  lidmatenboeken  niet  aangevuld  na  Maart 
1878.  't  Register  van  't  Archief  is  niet  bijgewerkt.  Te 
N.  Loosdrecht  ontbreekt  de  ligger  van  de  bezittingen 
der  diakonie.  Te  Tien  hoven  het  register  op  de  por- 
tefeuille niet  bijgehouden.  De  ligger  van  de  diakonie- 
eigendommen  was  nóg  niet  gereed.  TeYreelandzal 
een  nieuwe  ligger  gemaakt  worden.  Te  D  o  d  r  n  en  te 
Bhenen  was  de  diakonierekening  over  1879  nog  niet 
gedaan.  Te  O  d  ij  k  ontbreken  dubbele  lidmaten-  en  doop- 
boeken. Te  Overlangbroek  ontbraken  de  liggers  van 
het  predikantstractement ,  en  de  index  van  het  kerkelijk 
arcJaief.  Te  Werkhoven  was  de  ligger  van  het  predi- 
kantstractement,  te  Schalkwijk  de  index  van  het  ker- 
kelijk archief  niet  aanwezig.  Yan  al  deze  onregelmatigheden 
in  't  prov.  ressort  Utrecht  was  redres  gevraagd. 

In  de  classis  S  n  e  e  k  was  te  B  oz  u  m  slechts  één  trouwboek 
en  geen  ligger  van  de  diakonie  goederen,  te  Goënga 
geen  trouwboek  en  geen  li^er  van  het  predikantstracte- 
ment^  te  Irnsum  geen  index  van  kerkelijke  stukken, 
te  Lutkewierum  was  geen  trouwboek  en  geen  ligger 
van  het  predikantstractement^  noch  van  de  diakoniegoede- 
ren,  te  Oosterwierum  was  slechts  één  trouwboek,  te 
Scharnegoutum,  Sneek  en  Usbrechtum  was  de 
li^er  van  het  predikantstractement,  niet  in  orde ,  terwijl 
die  ligger  te  Sybrandaburen  niet  geteekend  waS;  en 
aldaar  ook  de  boeken  der  diakonie-administratie  ont- 
braken. 

Te  Gaastmeer  was  nagenoeg  niets  in  order. 

Te  H  e  e  g  was  de  ligger  van  't  predikantstractement 
niet  gewaarmerkt  door  kerkvoogden,  er  waren  onder  de 
diaconale  fondsen  buitenlandsche  effecten.  Te  Ju  trijp 
was  de  ligger  van  het  predikantstractement  niet  in  orde. 
Te  Nieuwland  was  het  register  van  ingekomen  stukken 
evenmin  als  te  Óosthem  c.  a.  en  te  Oppenhuizen 
c.  a.  waar  bovendien  de  ligger  van  de  diaoonalia  niet  in 
orde  was. 

Ontbrak  ook  te  Wolsum  de  ligger  van  het  predi- 
kantstractement; te  Woudsend  ontbrak  nog  bovendien 


183 


het  register    van   kerkelijke    stokken  ^   en    de  index  van 
het  kerkelijk  archief. 

Te  LI  Ist  bevond  zich  onder  de  diaconie-eigendommen  een 
finssissch  effect;  er  wordt  opgemerkt^  dat  dit  effect  reeds 
vóór  twaalf  jaar  aangekocht  was. 

Nog  waren  teBalk,  Hemelum,  Nyega,Oudega 
enEolderwolde  de  liggers  van  het  predikantstractement 
niet  in  orde,  en  ontbraken  te  Oudemirdum  bij  on- 
ordeHjken  staat  der  doop-  en  lidmatenboeken ,  de  trouw- 
boeken geheel. 

Te  Hardenberg  en  Gramsbergen  (ressort  Over- 
ijssel) waren  register  en  de  ligger  niet  in  orde;  te 
He  e  ma  e  was  geen  ligger  aanwezig.  Te  Kaalte  en  te 
Staphorst  was  de  ligger  niet  in  orde.  Te  Wijhe  liet 
de  Torm  van  de  diakonie-rekening  iets  te  wenschen  over. 
Be  predikanten  van  Hardenberg  en  van  Baal  te 
hadden  verklaard ,  den  ligger  in  orde  te  zullen  brengen. 
Te  Almelo  was  de  index  van  het  archief  niet  ter  t^el, 
te  Enter  ontbrak  het  register  van  ingekomen  stukken 
en  te  K  ijs  se  n  het  register  van  het  archief,  terwijl  hier 
almede  een  der  trouwboeken  niet  geheel  volledig  was,  en 
de  diakonie-rekening  over  1879  nog  niet  gedaan.  Ook  ie 
Weerselo  was  ^t trouwboek  niet  geheel  in  orde,  ont- 
biaken  index  en  register  en  was  de  diakonie-rekening  niet 
door  den  consulent  geteekend.  Te  Deventer  werd  de 
diakonierekening  in  het  najaar  gehouden;  te  Blokzijl 
waren  het  trouwboek  en  het  register  niet  in  orde.  Te 
IJsselmuijden  waren  het  dubbel  doop-  en  lidmaten- 
boek onder  berusting  van  den  vorigen  koster ,  die  weigerde 
ze  a{  te  geven  ter  zake  van  eene  procedure  tusschen  twee 
coUegien  van  Kerkvoogden  voor  den  burgerlijken  rechter. 
TeÊamperveen  was  de  portefeuille  metingekomen 
kerkelijke  stukken,  die  geen  blijvende  waarde  hadden  en 
door  voortvretend  bederf  waren  aangetast ,  vernietigd. 

Aangaande  den  staat  der  kerkeraadseigendommen  wordt 
oit  het  provinciaal  ressort  Groningen  vermeld,  zonder 
opgave  der  gemeenten,  dat  niet  overal  van  alle  boeken 
dubbele  exemplaren  zijn.  Soms  ontbreken  de  trouwboeken 
geheel;  daaromtrent  staat  bij  eene  gemeente  aangeteekend : 
omdat  zij  onnoodig  zijn.  Ook  de  liggers  van  kosterij  en 
pastorij  goederen  in  enkele   gemeenten  zijn    niet  in    orde. 

TeQeertruidenberg  (ressort  Noordbrabant  met 
Limburg  bleek  uitdenliggerder  diakoniegoederen,  datin 


184 


strijd  met  het  reglement  voor  Kerkeraden  een  aandeel  Nederl. 
Eijnspoorweg  en  een  obligatie  premieleening ,  stad  £  ot- 
ter da  m^  aanwezig  waren,  en  bovendien  een  aanzienlijk 
bedrag  obligatiën  Nat.  W.  S.  In  andere  gemeenten 
te  Made,  Terheijden,  Hooge  Zwaluwe  wer- 
den eveneens  voor  kleiner  en  grooter  bedrag  obligatiën 
Ned.  Werk.  schuld  in  plaats  van  inschrijvingen  aange- 
troffen. De  ligger  der  diakoniegoederen  was  zelfs  te 
Hooge  Zwaluwe  niet  aanwezig.  Daar  niet  blijkt, 
dat  daartegen  door  het  Cl.  Bestuur  maatregelen  genomen 
waren  of  zouden  worden ,  zou  daarop  ter  vergadering  van 
September  de  aandacht  van  het  Kerkbestuur  gevestigd  wor- 
den. Te  Geertruidenberg  was  de  index  sedert  1875 
niet  bijgewerkt  wegens  het  ontbreken  der  meeste  stukken. 
Te  Baardwijk  bevond  zich  geen  dublicaat  van  doop- 
lidmaten  en  trouwboeken.  De  ligger  der  diakonie  was  niet 
conform  dien,  welke  bij  het  Cl.  Bestuur  berust.  Te 
Bes  o  yen  was  mede  geen  duplicaat  van  het  lidmaten- 
boek; te  Eaamsdonk  was  nooit  een  duplicaat  van  doop- 
lidmatenboeken  geweest ,  doch  zal  't  worden  aangelegd.  Te 
Yeghel  was  alleen  de  diakonie  rekening  van  1879  ter 
tafel,  geschreven  als  een  los  blad  papier,  zoodat  geen 
onderzoek  kan  worden  gedaan  naar  't  diakoniebeheer.  Ook 
van  die  zaak  zal  ter  vergadering  van  September  a.  s.  mede- 
deeliug  aan  het  Kerkbestuur  gedaan  worden. 

TeAnrooy,  Giejten,  Buinerwolde  en  Borger, 
(ressort  Drenthe)  ontbreken  liggers  der  kosterijgoederen, 
te  Beilen  werd  een  index,  te  Gieterveen  een  door- 
loopend register  van  ingekomen  stukken  gemist,  te  H  o  o  ge r- 
s mild  e  waar  de  index  ontbreekt,  en  de  dubbele  doop-, 
trouw-  en  lidmaten  boeken  in  de  laatste  jaren  niet  zijn 
bijgehouden ,  en  te  S 1  e  e  n  waar  een  dubbel  lidmatenboek 
werd  gemist. 

Aangaande  het  godsdienstonderwijs  wordt  het  navolgende 
bericht : 

Het  getal  der  godsdienstonderwijzers  en  onderwijzeressen 
bedraagt  voor 

Gelderland  28 

Zuidholland  43 

Noordholland        40  onderwijzers  8  onderwijzeressen 

Zeeland  4  n 

Utrecht  15  „  %  „ 

friesland  9  u 


1S5 


OFerijssel  14  onderwijzers  1  onderwijzeres 

Groningen  2  // 

Noordbrabant        — 

Drenthe  8  // 

Waalsch  Bessort      4  n 

Behalve  de  gewone  ^  schier  overal  ten  platten  lande  voor- 
komende opmerking  omtrent  het  verschil  tusschen  het  be- 
zoek der  catechisatiën  des  zomers  en  des  winters^  valt  het 
volgende  op  te  merken.  Te  Noorden  (Zuidholland)  ver- 
schenen geen  leerlingen  op  de  catechisatie,  maar  werd 
godsdienstonderwijs  gegeven  door  een  onbevoegde.  Te 
Ottoland  werd  evenmin  onderwijs  gegeven,  zonder  dat 
de  reden  daarvan  vermeld  wordt. 

Te  Amsterdam  en  elders  wordt  op  alle  openbare 
scholen  van  lager  en  middelbaar  onderwijs  godsdienstonder- 
wijs gegeven  van  wege  den  Kerkeraad.  Yan  's  He  eren- 
hoek  wordt  gemeld,  dat  de  predikant  dikwijls  de  noodige 
medewerking  mist,  en  dat  aldaar  eene  zondagschool  bestaat, 
diehemeer  tegenwerkt  dan  steunt.  Te  Vrouwenparochie 
(ressort  Friesland)  is  niet  gecatechiseerd,  wegens  gebrek 
aan  geld  voor  locaalhuur  en  brandstof,  te  Bergumer- 
heide  wordt  door  gemis  van  catechisatiekamer  te  weinig 
gebruikgemaakt  van  de  catechisaties.  Te  IJsbrechtnm 
is  niet  gecatechiseerd  en  de  predikant  heeft  het  voorstel 
van  den  Kerkeraad  en  van  Kerkvoogden,  om  door  de  aan- 
stelling van  een  godsdienstonderwijzer  uit  de  kerkekas  te 
bezoldigen  in  het  godsdienstonderwijs  te  voorzien  van  de 
band  gewezen,  terwijl  te  Stavoren  zich  niemand  heeft 
aangemeld  en  te  Hiaure  al  zeer  weinig  is  gecatechiseerd. 

Te  Groningen  is  eene  catechisatie  in  de  kweekschool 
Toor  onderwijzers,  terwijl  twee  godsdienstonderwijzers  les 
geven  in  alle  openbare  scholen. 

Tot  bevordering  van  het  regelmatig  catechiseeren  worden 
ook  nu  weer  bijzondere  maatregelen  overbodig  geacht,  of 
ie  gewone  en  bekende  middelen  gebezigd :  huisbezoek , 
opwekking,  prijsuitdeeling,  invloed  op  bedeelden. 

Te  Spijkenisse  wordt  jaarlijks  eene  vaste  som  be- 
voer het  aanschaffen  van  boeken,  platen  enz.  bij 
onderwijs. 

Te  Groningen  geschiedt  de  opwekking  door  eene 
Commissie  voor  Godsdienstonderwijs. 

Hier  en  daar  bevordert  men  de  zaak  door  Zondagscholen 
en  Christelijke  bewaarscholen. 


1S6 


Te  Yinkeveen  is  eene  veieeniging  voor  eene  school 

met  den  bijbel. 

In  gestichten,  gevangenissen  enz.  wordt  gepredikt,  ge- 

catechiseerd, of   worden    bezoeken  ter  opbeuring  a%elegd. 

Het  aantal  catechisanten 

bedroeg  voor 

Gelderland 

39708 

Zuidholland 

55772 

Noordholland 

29942 

Zeeland 

13180 

Utrecht 

15823 

Friesland 

32930 

Overijssel 

23274 

Groningen 

18207 

Noordbrabant  met 

Limburg 

5370 

Drenthe 

10781 

Schotsche  gemeente 

1  te  Botterdam 

19 

Waalsch  Eessort 

910 

Totaal  245925 

Bij    de    opgave  is   niet  zelden  vermeld,   dat  zij  //onge- 
veer'' gedaan  werd. 

Behalve  deze  werden  tot  de  belijdenis  des  geloofs  voor- 
bereid, in: 

Gelderland  3850 

Zuidholland  5727 

Noordholland  4760 


u 


eeland  1374 

Utrecht  1407 

Friesland  1736 

Overijssel  2607 

Groningen  959 

Noordbrabant  met  Limburg  706 

Drenthe  1104 

Schotsche  gemeente  te  Rotterdam  7 

Waalsch  Ressort  272 

Totaal  24517 

Het  aantal  catechisanten,  dat  het  vorige  jaar  een  ver- 
meerderingvan 13430  aantoonde  was  thans  17165  minder. 
Het  cijfer  der  aangenomen  lidmaten,  dat  toen  1000  lager 
was  dan  in  1878  is  thans  1177  hooger,  terwijl  hierbij 
nog  in  aanmerking  moeten  komen  de  gemeenten,  waarin 
geen  kerkvisitatie  werd  gehouden. 

De  mededeelingen  omtrent  de  gesteldheid  der  gemeen- 


187 


ten  zijn  in  de  meeste  opzichten  over  het  geheel  gelijk- 
laidend  met  vroegere  verslagen.  Tot  jaiste  waardeering  zou 
eenige  maatstaf  noodig  zijn  omtrent  de  beteekenis,  die  in 
dezen  aan  de  woorden  ^goed''^  z/redelijk^^  z/vrij  getrouw^^ 
of  wel  geheel  in  't  algemeen  ^/beter^'  gehecht  wordt 

Wat  betreft  bijwoning  der  godsdienstoefeningen  schijnt 
vooial  de  middagdienst  in  verreweg  de  meeste  gemeenten , 
Tan  welke  richting  ook ,  kwijnend ;  uiterst  zeldzaam  is  de 
mededeeling ,  dat  zij ,  zoowel  des  v<$<$r  als  des  namiddags 
als  /yzeer  goed"  wordt  vermeld. 

De  viering  van  het  avondmaal  we^t  in  den  regel  meerdere 
of  mindere  bekngstelling  naarmate  de  bijwoning  der  gods- 
dienstoefeningen dit  doen.  De  belangstelling  schijnt  over 
lieli  geheel  verminderend.  De  viering  op  den  goeden  Vrijdag 
wordt  dikwijls  als  gunstige  uitzondering  opgegeven. 

De  kerkelijke  inzegening  der  huwelijken  laat  nog  steeds 
zeei  veel^  en  wel  in  toenemende  mate  te  wenschen  over. 
Tan  eene  gemeente  vermelden  wij  reeds  dat  er  geen  trouw- 
boeken waren  gevonden ,  omdat  ze  niet  noodig  zijn.  Het 
gebruik  is  ook  in  dezen  op  vele  streken  een  tyran ,  waar- 
tegen de  meest  ernstige  pogingen  tot  verbetering  weinig 
of  niets  vermogen.  Zooals  bekend  is  komen  ook  hier  echter 
velerlei  invloeden  in  aanmerking,  die  buiten  de  kerkelijke 
richting  omgaan.  Ook  deze  keer  zijn  er  belangrijke  over- 
gangen tot  andere  kerkgenootschappen  te  vermelden ,  er 
kwamen  er  enkele  van  andere  kerkgenootschappen  tot  ons  over. 

Naar  de  Chr.  gereformeerden  gingen  er  te  Sch e  ve- 
ringen 200  over,  te  Amsterdam  117  naar  de 
Semonstrantsch ,  Lutherschen  of  vrije  gemeente,  1  te 
Oudshoorn  naar  de  vrije  gemeente;  naar  de  fiemon- 
stranten  3  te  Leiderdorp,  naar  de  a^esch.  13  te 
Koudekerke  //om  finantiële  redenen^'  naar  beweerd 
vordt,  3  te  Schoonhoven,  tot  de  gemeente  van  Zede- 
her  2,  te  Middelburg  4  tot  de  kerk  van  v^f»  Dijie, 
^  Usselsteijn  1  tot  de  B.  catholieken ,  te  Burg  op 
Texel  bedankten  14  leden  voor  hun  lidmaatschap,  te 
Gidsland  gingen  er  3  tot  de  Baptisten  over,  in  de 
classis  Kampen  (waar  wordt  niet  vermeld)  2  naar  de 
B.  C.  wegens  gemengde  huwelijken,  te  Groningen  gingen 
er S  tot  de  B.  G. ,  1  tot  de  Baptisten  over,  te  Boxtel, 
te  Qrave,  te  Qeertruidenberg  1  tot  de  K.  C. 

Hier  en  daar,  zoo  wordt  vermeld,  kwamen  in  het  res- 
sort Brabant  met  Limburg  afgescheidenen  tot  ons  over. 


188 


Te  Groningen  hadden  670  overgangen  tot  de  Se- 
monstranten  plaats,  en  gingen  nog  80  leden  heen  zonder 
zich  bij  eene  gemeente  te  voegen. 

Te  Amsterdam  hadden  6  overgangen  plaats  zonder 
vermelding  van  waar. 

Yan  de  B.  C.  Kerk  kwamen  er  tot  ons  30  te  's  6 ra- 
venhagO;  9  te  Haarlem^  1  te  Botterdam^  1  te 
Alphen,  1  te  Noordw.-binnen,  1  te  Wou- 
brugge,  2  te  Hellevoetsluis,  1  te  Heemstede, 
1  te  Noordzijpe,  6  minderjarige  te  Goes,  1  teAb- 
conde,  2  te  Kampen,  te  Ginneken  was  er  onderde 
aangenomen  tot  't  lidmaatschap  1  B.  G.,  van  deBemon- 
stranten  kwamen  er  te  Bot  ter  dam  1  tot  ons  over,  ook 
ging  er  ]  lid  van  de  Doopsgezinde  tot  ons  over,  bet 
laatste  had  ook  te  Steenwijk  plaats  met  vermelding  dat 
het  uit  belangstelling  geschiedde. 

Omtrent  het  deelgenootschap  in  de  christelijke  genoot- 
schappen valt  niet  veel  te  vermelden.  Tegen  meerdere 
belangstelling  op  sommige  plaatsen,  staat  vermindering 
elders  over. 

De  weezenverpleging  blijft  in  toenemende  mate  een 
verblijdend  punt  van  ernstige  overweging  nitmaken. 

De  kerkelijke  gebouwen  zijn  tegen  brandschade  ver- 
zekerd, behalve  te  Veenhuizen.  De  kerk  volgt  d^ 
nog  steeds  den  Staat,  die  't  ook  niet  doet. 

Uiterst  zeldzaam  kwamen  leden  der  gemeenten  op,  waar 
persoonlijke  kerkvisitatie  werd  gehouden. 

Te  Bredevoort,  (Gelderland)  kwam  één  persoon 
namens  kerkvoogden;  er  wordt  echter  niet  vermeld,  wat 
hij  is  komen  doen. 

Te  Ha  geste  in  kwamen  er  drie  van  wie  evenmin 
wordt  vermeld,  wat  hun  dreef. 

Te  Sirjansland  zijn  twee  personen  komen  klagen  over 
't  uitstellen  eener  doopsbediening  tijdens  de  vacature  aldaar. 

Te  Wouters  woude  (classis  Dokkum)  is  men  komen 
klagen  over  te  hoogen  aanslag  van  het  classicale  quotnm, 
dat  echter  naar  het  oordeel  van  het  Class.  Bestuur  billijk 
geregeld  is. 

Te  Enschedé  kwamen  twee  gemeenteleden  klagen ,  dat 
er  Zondag  te  voren  bij  de  doopsbediening  noch  ouderling 
noch  dia^ken  was  tegenwoordig  geweest,  't  Bleek  later, 
dat  dit  althans  wat  betreft  den  diaken  gevolg  van  minder 
duidelijke  afspraak  was  geweest. 


1S9 


Te  Meeawen  klaagde  iemand  over  xnoeijelijkheden 
bij  den  doop  Tan  zijn  kleinkind  nit  eene  ongehuwde  dochter 
geboren  onderYonden. 

Dit  waren   de  klachten. 

Uwe  Commissie  kent  geen  beteren  wensch  om  haar 
verslag  te  beslniten  ^  dan  dat  eens  de  dag  moge  aanbreken , 
dat  er  in  de  Ned.  Herv.  Kerk  geene  andere  klachten 
worden  vernomen^  dan  die  welke  thans  bij  de  persoon- 
lijke kerkvisitatie  werden  geuit. 

Haar  verslag  moest  echter  gewagen  van  feiten,  vol- 
komen in  strijd  met  den  indruk ,  dien  die  kerkvisitatie 
op  onwetenden  zou  kunnen   maken. 

Te  Moerdijk  werd  opnieuw  en  te  Dordrecht  voor 
^t  eerst  geen  kerkvisitatie  gehouden.  Ieder  weet  wat  dat 
beteekent.  Honderde  leden  gingen  over  tot  andere  kerk- 
genootschappen. Duizende  ontevredenen  deden  op  allerlei 
zorgwekkende  wijze  blijken,  dat  zij  gebleven  waren  in 
onze  kerk. 

De  onverschilligheid  nam  op  uiterst  bedenkelijke  wijze  toe. 

Een  verontrustend  aantal  van  vacaturen  spreekt  van  de 
moedeloosheid  om  in  deze  dagen  zich  voor  't  predikambt 
voor  te  bereiden ,  ondanks  alle  «Mnnoediging. 

Bij  al  deze  levensvragen  schijnt  het  eene  zaak  van  on- 
dergeschikten aard  dat  de  archieven  op  vele  plaatsen ,  zoo 
veel  reden  tot  ontevredenheid  opleveren. 

Het  is  Uwer  Vergadering  gegeven  op  ieder  gebied 
maatregelen  te  nemen,  die  de  onregelmatigheden  doen 
ophouden  maar  vooral  leven  te  wekken  in  de  kerk,  wier 
verleden  zoo  roemrijk  was,  en  die  slechts  op  bezieling 
wacht  ,om  ook  in  het  heden  zij  het  in  vernieuwde  vormen 
de  macht  te  openbaren  van  de  beginselen ,  die  haar  in  't 
leven  riepen. 

Mocht  gij  in  staat  gesteld  worden  verschillende  rich- 
tingen in  onze  kerk  te  overtuigen,  dat  er  een  gemeen- 
schappelijk gebied  is,  dat  nog  altijd  vergeefs  op  haar 
arbeid  wacht;  op  te  wekken  tot  een  heiligen  wedstrijd 
om  daar  —  naar  't  goede  ^  woord''  —  uit  de  vruchten 
te  toonen,  welke  inderdaad  de  beste  richting  is. 

H.   BOOBHUUZEN   Jb. 

G.  VAN  DuiJL  G.Wz. 
J.  F.  C.  Erokenbbbg. 


»• 


140 

Het  rapport  wordt  terstond  iu  behandeling  genomen. 
Ten  gevolge  van  de  opmerkingen ,  daarbij  door  onder- 
scheidene leden  gemaakt,  wordt  in  de  eerste  plaats  be- 
sloten het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Noordbrabant 
met  Limburg  uit  te  noodigen  aan  de  Synodale  Com- 
missie een  naauwkeurig  verslag  te  geven  van  den  toestand 
in  de  gemeente  te  Moerdijk  en  daarbij  bepaald  te  be- 
rigten,  of  er  nog  pogingen  worden  aangewend  tot  herstel 
van  het  wettig  gezag;  en  of  de  Consulent  der  gemeeniie 
ook  werkzaam  ia  in  het  godsdienstig  belang  van  het  wel- 
gezinde deel  der  gemeente. 

Verder  wordt  besloten  aan  de  Provinciale  Kerkbesturen, 
weder  even  als  ten  voorgaanden  jare  geschied  is,  uit  te 
noodigen  zorgvuldig  te  letten  op  de  in  de  verslagen  hier  en 
daar  vermelde  verkeerdhedeu  en  onregelmatigheden,  om  waar 
niet  blijkt,  dat  de  betrokken  Classicale  Besturen  de  noodige 
maatregelen  namen  om  die  verkeerdhedeu  uit  den  weg  te 
ruimen,  hen  daartoe  nogmaals  aan  te  sporen,  en,  wat 
thans  alleen  door  het  Prov.  Kerkbestuur  van  Gelder- 
land geschied  is,  vervolgens  te  berigtenof  en  met  welken 
uitslag  daaraan  gevolg  is  gegeven.  Tevens  wordt  besloten 
de  Provinciale  Kerkbesturen  uit  te  noodigen  aan  de 
Besturen  der  dassen  op  te  dragen  een  nauwkeurig 
onderzoek  te  doen  naar  het  getal  der  gemeenteleden,  die 
de  Hervormde  kerk  in  de  laatste  drie  jaren  verlaten  hebben, 
ten  einde  daarvan  ten  volgenden  jare  eene  juiste  opgaaf  te 
kunnen  doen  zoodanig  als  volgens  het  rapport  door  het 
Classicaal  Bestuur  van  Groningen  geschied  is. 

Het  rapport  wordt  ten  slotte,  met  groote  waardering  van 
den  arbeid  er  aan  besteed^  zonder  hoofdelijke  stemoiing 
goedgekeurd. 

Het  rapport  over  de  Thans  wordt  aan  de  orde  van  behandeling  gesteld  het 
^^^pi.»  *««8e'»o°»en  in  de  zitting  van  28  Julij  door  de  betrokken  Commissie 
14  7**va^liet*Rede- "^y  ïöonde  vau  den  heer  van  Eerde  uitgebragte  rapport, 
ment  van  de  Kerkeraad  rakende  de  voorloopig  aangenomen  verandering  van  art. 
dait*^d?e*'ve»nd^  ^*  '^''"  ^*"  ^®^  Eeglcment  voor  de  Kerkeraden.  De  heer 
ring  niet  vast  te  stellen.  ^^^  ^  Bf andeier  geeft  rekenschap  waarom  hij  als  lid  der 

Commissie  niet  met  de  meerderheid  heeft  kunnen  instem- 
men. Hij  herinnert  daartoe,  dat  teu  voorgaanden  jare 
met  groote  meerderheid  tot  de  verandering  besloten  werd , 
naar  aaalfiiding  van  een  voorstel  van  de  Classicale  Ver- 
gadering van  Wijk,  en  men  toen  met  het  oog  inzonder- 


141 


beid  op  de  aitoefening  van  het  kiesregt  bet  Tan  groot 
belang  achtte  het  besluit  der  Synode  van  1868  ten  aansden 
der  manslidmaten  in  het  artikel  op  te  nemen,  zoodat  het 
nu  eene  vreemde  hoading  zou  hebben,  indien  de  ver- 
andering niet  werd  vastgesteld,  waarvoor  hij  verklaart  in 
hetgeen  de  meerderheid  voor  haar  advies  heeft  aangevoerd 
geen  overwegenden  grond  te  kunnen  vinden,  daar  hij  de 
vermelde  bezwaren  als  overdreven  beschouwt,  dewijliedere 
Kerkeraad  bij  het  a^even  der  attestatiën  de  gelegenheid 
heeft  de  registers  van  den  Burgerlijken  Stand  te  raadplegen , 
terwijl  de  invoering  der  verandering  al  spoedig  het  voorbeeld 
van  onderscheiden  Kerkeraden  in  groote  gemeenten  zal  doen 
volgen,  van  bij  de  inschrijving  der  aangenomen  lidmaten 
den  dag  der  geboorte  aan  te  teekenen.  Er  zijn  intusschen 
slechts  enkele  leden  die  zich  aansluiten  bij  hetgeen  door 
den  heer  van  den  Brandeler  in  het  midden  werd  gebragt. 
De  meeste  leden  vereenigen  zich  met  het  advies  der  Com- 
missie, het  bedenkelijk  achtende  de  geldigheid  eener 
attestatie  volstrekt  afhankelijk  te  maken  van  opgaven ,  van 
wier  Yertrouwbaarheid  inzonderheid  ten  platte  lande  be- 
zwaarlijk de  noodige  zekerheid  te  verkrijgen  is.  Naar  hun 
oordeel  behoort  geene  verandering  of  aanvulling  in  een 
reglement  gemaakt  te  worden ,  als  van  te  voren  kan  worden 
berekend ,  dat  de  getrouwe  naleving  groote  moeijelijkheid 
zal  ondervinden.  Als  ten  dezen  een  ander  besluit  mogt 
genomen  worden  dan  ten  voorgaanden  jare,  achten  zij  de 
Sjnode  ten  deze  behoorlijk  verantwoord,  nu  door  de  in- 
gekomen oonsideratiën  de  aandacht  op  de  bezwaren  der 
uitvoering  gevestigd  is,  en  men  acht  de  niet-vaststelling 
der  verandering  ook  minder  bedenkelijk ,  omdat  het  besluit 
der  Synode  van  1868  toch  van  kracht  blijft,  en  in 
twijfelachtige  gevallen,  waarvoor  de  opneming  in  het 
artikel  alleen  wenschelijk  kon  schijnen,  er  gelegenheid 
bestaat  alleen  bij  de  ambtenaren  van  den  Burgerlijken  Stand 
de  noodige  zekerheid  te  verkrijgen. 

Na  sluiting  der  beraadslagingen  wordt  het  advies  der 
Commissie  in  stemming  gebragt  en  met  veertien  tegen  vijf 
stemmen  overeenkomstig  het  advies  tot  niet- vaststelling  der 
verandering  besloten.  Met  de  Hoogleeraren  en  den  Secretarie 
stemden  voor  het  advies  der  Commissie  de  heeren  Overman , 
van  der  Veen,  Kronenberg,  Boodhuijzen,  van  der  Hoeve, 
Weslrik ,  Alingh  Prins,  Bruinwold  Riedel,  Douwes , 
Bikema,    van    Laierveld,    de   Man,    van    Eerde   en  de 


142 

President  Tegen  stemden  de  heeren  Segere,  van  dm 
Brandeler,  van  Dmjl,  Jana  en  Bfuna. 

De  Toowtellen  tot  Hierna  wordt  aan  de  orde  gesteld  het  rapport  van  de 
Hf **  2*^  h!t  Reidee  Commissie  voor  de  nieuwe  wetsvoorstellen ,  dat  in  de  zit- 
ment  voor  de  Kerke-  ting  van  S  Augnstus  door  den  heer  van  Duyl  werd  ge- 
raden naar  het  advies  lezen ,   rakende  de  voorstellen  tot  aanvulling  van  art.  3  al. 

woroen^"^™*"^*   ^^  ^   ^*°    ^^^   Eeglement   voor  de  Kerkeraden  om  hier  ook 

fabriekanten  of  verkoopers  van  sterken  drank  uit  te  slaiten. 
Slechts  een  lid  der  vergadering  voegt  zich  bij  de  adres- 
santen^ met  hen  van  meening^  dat  zij  die  door  kn 
bedrijf  de  zonde  der  dronkenschap  in  de  hand  werken  geen 
zitting  in  den  Kerkeraad  moeten  hebben.  Bij  alle  overige 
leden  wegen  de  bezwaren  ^  die  een  en  andermaal  de  Spode 
tot  verwerping  van  gelijke  voorstellen  geleid  hebben  en  waarop 
zich  de  Commissie  in  het  rapport  ook  beroept  y  al  te  zeer  om 
thans  tot  de  aanneming  te  kunnen  medewerken,  voorna- 
melijk de  bedenking,  dat  de  maatregel  niet  het  misbmik 
van  sterken  drank  treffen  zou.  Overeenkomstig  het  advies 
der  commissie  wordt  dan  ook  na  gehouden  beraadslaging 
met  algemeene  stemmen  op  een  na  besloten ,  aan  de  voor- 
stellen geen  gevolg  te  geven. 

Als  voren,  bet  voor-      Nog    komt  het  rapport  in  beraadslaging,  dat  door  de- 

vligXrin''  te^G^^  ^®^^*®  Commissie  bij  monde  van  den  heer  van  Eerde  in 
venhage  tot'invoel  cle  zitting  van  30  Julij  uitgebragt  werd  ter  zake  van  het 
ring  van  een  of  meer  voorstel  van  de  Classicale  Vergadering  van  's  Graven- 
ezamenoommissiën.     jj^g^  ^i^  ^^^^  instellen  van  een  of  meer  examen-commis- 

siën.  Ofschoon  het  bij  de  beraadslagingen  niet  ontbreekt 
aan  leden ,  die  zich  als  voorstanders  van  de  instelling  van 
a&onderlijke  examencommissiën  doen  kennen  op  de  gron- 
den, die  daarvoor  meermalen  werden  aangevoerd,  zoo  zijn 
daaronder  toch  ook,  die  met  de  commissie  het  voorstel 
daartoe  thans  ontijdig  en  onaannemelijk  achten,  nn  de 
bestaande  regeling  pas  is  ingevoerd  en  over  hare  doelma- 
tigheid nog  geen  oordeel  kan  geveld  worden.  Daar  nu  ook 
de  meeste  leden  der  vergadering  van  dezelfde  meening  zij^i 
om  de  redenen,  die  tot  deze  regeling  geleid  hebben;  en 
om  zoo  veel  wat  meermalen  in  de  Synodale  Vergaderin- 
gen te  berde  werd  gebragt  als  pleitende  voor  het  behoud 
van  het  eind-examen  bij  de  Provinciale  Kerkbesturen ,  wordt 
het  voorstel  der  ClassiaJe  Vergadering  van  'sGravenhage 
naar  het  advies  der  Commissie  met  groote  meerderheid  ver- 
worpen. Slechts  drie  leden  stemden  er  voor ,  zestien  er  tegen- 


143 

De  vei^dering  wordt  hierna  tot  morgen  namiddag  half  ,  Slnitiiig  fun  de 
een  uur    verdaagd ,    daar   de  Synodns  oontracta  ter  zake  **"*^*  n*bng- 
der  bezwaren   tegen  den  predikant  van  Hoogenhuijze  door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  overge- 
bngt  in    den    voormiddag   moet    vergaderen.  De  zitting 
wordt  daarmede  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTij  Preêideni. 


ZEVENTIENDE  ZITTING. 


Dingsdag  den  lOden  Augastus  1880. 


Opening  der  MTen-      jf^    opening  der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting 

tiende  zittine.  ..*  ,  "t,         , 

van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Benoeming  van  eenc      Dewijl     Z.    M.     in     de    residentie    is    teruggekeerd, 

SS'"!  Zij^e  Ma'  ^^^^^  ^^®'  ^®^  President  voorgesteld  en  door  de  verga- 
jesteit.  dering    algemeen  goedgekeurd,  dat  eene  Commissie  worde 

zamengesteld  om  namens  de  Synode  bij  Z.  M.  hare 
opwachting  te  maken  en  worden  daarvoor  behalve  het 
Moderamen  met  den  Hoogleeraar  Gooszen  de  heeren  Ves- 
trih  en  Kronenberg  aangewezen.  Den  Secretaris  wordt  op- 
gedragen voor  de  Commissie  audiëntie  aan  te  vragen. 

Rapport   ter   zake      j)^    Commissie    voor   de  nieuwe  wetsvoorstellen  brengt 

▼an   een  Toorstel  der  ^ ..     »    -r»  .  .      «i.        - 

Glassicale  Vergadering  bij  monde  van  den  heer  Alingh  Prins  rapport  uit  over 
te  utrecht  om  het  het  voorstel  van  de  Classicale  Vergadering  van  Utrecht, 
^r^SLi^rms^  «^^  ^®*  Waalsche  ressort  tot  den  omvang  van  een  Glas- 
te  maken  en  overeen-  sicaal  ressort  terug  te  brengen  /^  luidende  als  volgt : 

komstig     beslnit    tot 

verwerping    van    het  ^  Heeren» 

voorstel  sixxéSija  jLLJiiJiiAJsn  s 

In  handen  Uwer  Commissie  voor  nieuwe  wetsvoorstellen 
is  mede  gesteld  een  voorstel  van  de  Classicale  Vergade- 
ring van  Utrecht,  om  het  Waalsche  ressort  tot  den 
omvang  van  eene  classis  terug  te  brengen;  ofschoon  zij 
verklaart,  gaarne  te  eerbiedigen  het  regt  der  Waalsche 
gemeenten  in  de  Ned.  Herv.  Kerk  om  te  vormen  de 
Waalsche  Reunie,  acht  zij  het  echter  niet  billijk,  dat 
het  Waalsche  ressort  bij  zijn  tegenwoordig  kleinen  omvang, 
zooveel  invloed  als  daaraan  thans  toegekend  is,  op  het 
bestuur  onzer  kerk  zou  blijven  uitoefenen  en  merkt  hierbij 
op,  dat  ook  gemeenten,  wier  zielen  tal  beneden  zeker  cijfer 
is  gedaald,  met  eene  andere  gemeente  gecombineerd 
worden. 


145 


Zooals  de  meesten  Uwer  zich  zuUen  herinneren  is 
zoodanig  voorstel  nog  ten  Torigen  jare  van  de  Classioale 
Vergaderingen  van  Wijk,  Qoes  en  Haarlem  hier  ter 
tafel  geweest  en  behandeld. 

De  Glassicale  Vergadering  van  Utrecht  verkeert, 
onzes  inziens ,  in  dwaling ,  als  zij  meent,  dat  het  Waalsche 
ressort  tot  den  omvang  van  eene  classis  zou  kunnen  wor- 
den ieruggehragt ,  aangezien  zoo  ver  ons  bekend  is,  dat 
ressort  vroeger  nimmer  uitsluitend  in  dien  toestand  is 
geweest. 

Wanneer  genoemde  Glassicale  Vergadering  zich  beroept 
op  het  combineeren  van  gemeenten  beneden  een  bepaald 
zielental ,  zooals  zulks  vroeger  bij  Koninklijk  Besluit  van 
8  April  1814  was  geregeld,  dan  vergeet  zij  daarbij,  dat 
iaar?an  steeds  werden  uitgezonderd  alle  gemeenten  hoe 
klein  ook  wier  behoeften  een  afzonderlijk  bestaan  volstrekt 
^ereischten ,  en  tevens  dat  genoemd  Besluit  bij  later  Kon. 
Besluit  van  19  Jan.  1876  is  ingetrokken  en  buiten  wer- 
b'ng  gesteld. 

De  voorstellers  schijnen  ten  eenenmale  onbekend  te  zijn 
gebleven  met  het  zoo  hoogst  belangrijk  en  uitnemend 
rapport  dat  door  den  hoogleeraar  Acquoy  in  de  zitting 
7an  den  1  Aug*.  des  vorigen  jaars  over  deze  zaak  is  uit- 
gebragt,  dat  in  de  Handelingen  der  Synode  van  dat  jaar 
(bk  104 — 109)  is  opgenomen  en  in  de  volgende  zitting 
inet  algemeene  stemmen  is  goedgekeurd.  Wij  meenen  dan 
ooi  te  kunnen  volstaan ,  met  U  naar  dat  rapport  te  ver- 
azen. Onzes  inziens  is  daarin  het  goed  regt  der  Waalsche 
gemeenten  om  voortdurend  een  afzonderlijk  kerkelijk  ressort 
te  zijn  alleszins  afdoende  gehandhaafd  en  op  de  uitnemendste 
^jze  in  het  licht  gesteld,  dat  deze  gemeenten  ook  voor 
bet  vervolg  die  plaats  in  de  Ned.  Herv.  Kerk  moeten 
blijyen  behouden,  die  zij  tot  nu  toe  op  zoo  eervolle 
vijze  innemen. 

Met  de  rapporteerende  Commissie  ten  vorigen  jare, 
zouden  wij  aan  de  voorstellers  willen  zeggen : 

vWat  kwaad  hebben  deze  vreedzame  kerken  U  gedaan, 
«rdat  gij  ze  wilt  bemoeijelijken  ,  ja  van  hare  regten  be* 
«rrooveu?  Hebben  zij  door  haar  verleden  of  heden  ver- 
«rdiend,  aldus  te  worden  behandeld?  Blijf  af  van  haar, 
'^die  allerminst  door  Nederlandsche  Hervormden  mogen 
«fWorden  achteruitgezet." 

Het  is  bijna  overbodig  uit  te  spreken,  dat  Uwe   Com- 

10 


146 

missie  U  adviseert ,  om  niet  te  treden  in  het  voorstel 
door  de  Classioale  Vergadering  van  Utrecht  gedaan. 

J.  Alingh  Fsins. 

Q.  VAN  DüIJL  G.Wz. 

Mb.  e.  de  Man.  Ez. 
G.  W.  VAN  Eerde. 

Het  rapport  wordt  terstond  in  behandeling  genomen,  eo 
na  eenige  beraadslaging  met  algemeene  stemmen  goedge- 
keurd op  de  stem  na  van  den  heer  JTeaêrik,  wien  ui- 
gand  was  buiten  stemming  te  mogen  blijven.  Hij  verzocht 
zulks  omdat  hij  van  de  eene  zijde  wel  het  historisch  regt 
en  de  groote  diensten  van  de  Waalsche  Kerken  erkende, 
waarom  zij  aanspraak  hadden  om  een  afzonderlijk  ressort  uit 
te  maken  ^  maar  ook  gewigt  hechtte  aan  de  bedenking 
inzonderheid  dat  hare  Commissie  ondanks  het  gering  aantal 
van  hare  gemeenten  in  zake  van  wetgeving  zoo  veel  gewigt 
in  de  schaal  legt. 

Voorloopige  behan-      Hoewel    naar    de    mededeeling  van  den  Secretaris  het 
deKng   van   het  be-  taajtje    dat    bij    de    grensverandering   van  de  gemeenten 

zwaarschnft   van    den  " .         ,  •*  ,  °  ,  ,  °  t      t    i     i?i.  «« 

Kerkeraad  te  Arn-^aö  Arnhem  en  Schaar sbergen  gediend  heetten 
hem  over  de  goed- daarbij  nog  Ongevraagde  stukken  nog  niet  zijn  ingekomen; 
kcnring  der  grensver-   -      ^^    president  en  de  meeste  leden   der  Vergadering 

andenng     van     zyne     •'  ,  ^ ,         ■>  ^     -,  i        ^  ,  ,  i  -i        j       •;« 

gemeente  en  die  van  van  oordeel ,  dat  de  voorhanden  stukken  voldoende  zijn 
Schaarsbergen.      om  op  het  bezwaarschrift  van  den  Kerkeraad  te  Arnhem 

eene  beslissing  te  nemen  ^  dewijl  het  daarbij  toch  voor- 
namelijk aankomt  op  de  beantwoording  der  vraag;  o^ 
voor  de  grensverandering  de  in  art.  48  van  het  Algemeen 
reglement  geeischte  noodzakelijkheid  bestaat.  Na  het  lezen 
der  stukken  loopen  daarover  inzonderheid  de  beraadslagin- 
gen. Daarbij  wordt  algemeen  erkend,  dat  hier  voldoende 
blijkt  van  de  wenschelijkheid  voor  de  gemeente  te  S  chaars• 
b  e  r  g  e  n ,  dat  het  landgoed  de  Z  ij  p  e  en  onderhoorigheden 
waarover  het  geschil  gevoerd  wordt,  tot  haar  worde  over- 
gebragt,  dewijl  de  gemeente  aan  den  eigenaar  van  dat 
landgoed  voornamelijk  hare  stichting  te  danken  heeft 
met  aanzienlijke  ondersteuning  tot  den  bouw  van  kerk 
en  pastory  en  de  verzekering  van  het  predikantstiac- 
tement  terwijl  hij  zich  nog  alles  aan  de  instandhoading 
en  den  bloei  der  gemeente  laat  gelegen  zijn.  Onder- 
scheiden    leden    betwijfelen    echter    met    het    Provinciaal 


UI 

CoUegie  ran  toezigt ,  dat  overigens  gunstig  voor  de  grens- 
yerandering  adviseerde ,  of  de  naar  het  Algemeen  Beglement 
vereischte  noodzakelijkheid  tot  grensverandering  wel  be- 
staat met  het  oog  op  de  onmiddellijke  nabijheid  van 
Arnhem^  waarom  zij  vreezen^  dat  aan  het  regt  van  de 
gemeente  te  Arnhem  zon  worden  te  kort  gedaan  als 
tegen  haar  verlangen  een  belangrijk  deel  van  haar  wierd 
afgenomen,  en  zulke  handeling  voor  andere  gemeenten 
ligt  bedenkelijke  gevolgen  zou  kunnen  hebben.  Andere 
leden  zijn  daarentegen  van  oordeel  dat  indien  hier  ook 
al  van  geene  volstrekte  noodzakelijkheid  het  bewijs  kan 
worden  geleverd,  de  grensverandering  toch  betrekkelijk 
noodzakelijk  geheeten  kan  worden,  als  daarvoor  het  belang 
van  de  gemeente  te  Schaarsbergen  zoo  zeer  pleit, 
en,  wanneer  hier  ook  in  overweging  moet  komen ,  of  door 
de  grensverandering  niet  beter  dan  thans  in  de  gods- 
dienstige behoeften  van  de  onder  de  Z  ij  p  e  wonende  ge- 
zinnen zal  kunnen  voorzien  worden,  dat  daarvoor  in 
aanmerking  moet  worden  genomen,  dat  velen  feitelijk 
zich  reeds  bij  de  gemeente  te  Schaarsbergen  aan- 
sldten  en  dat  door  de  uitbreiding  der  gemeente  te  A  r  n  h  e  m 
de  predikanten  aldaar  reeds  te  zeer  bezwaard  worden  in 
de  uitoefening  van  hunne  ambtspligten  om  hunne  zorg 
naar  behooren  aan  eenigzins  verwijderde  gedeelten  der  ge* 
meente  te  wijden.  Daar  intusschen  bij  het  gebleken  ver* 
schil  van  gevoelen  door  enkele  leden  nog  inzage  wen- 
scheüjk  wordt  geacht  van  de  ontbrekende  stukken,  ook 
tot  onderzoek  of  bij  de  grensverandering  wel  alle  coUegiën 
in  het  Beglement  genoemd  gehoord  zijn  geworden,  wordt 
de  beslissing  verdaagd,  in  afwachting  dat  deze  welligt 
morgen  of  in  eene  latere  zitting  ter  tafel  zullen  kunnen 
gebragt  worden. 

Boor    de    Commissie    voor    de    kerspelvorming    wordt     Rapport   ter  zake 
Wem  rapport    uitgebragt.  yoor    zooveel  de  consideratien  L'ögen^en^Ö 
der  Provinciale  Kerkbesturen  en  Classicale  Yergaderingen  op  de  kerspelvorming, 
betreft  bij    monde   van    de    heeren    Bruna  en    Weskii, 
voor  zoo   veel  aangaat  de  afzonderlijke  adressen  en   voor- 
stellen  en  het  advies  der  Commissie,  bij  monde  van  den 
heer     van     Lakerveld,     achtereenvolgens     luidende      als 
volgt: 


148 


Heeren  en  Broedere! 

De  Commissie  benoemd  om  U  te  dienen  van  rapport  en 
advies  omtrent  het  voorloopig  aangenomen  Reglement  op 
de  herapelnormmg  heeft  gemeend  hare  taak  zoo  te  moeten 
verdeelen  dat  zij  U  eerst  verslag  doet  van  de  consideratiën 
der  Prov.  Kerkbesturen ,  daarna  van  die  der  Glassicale 
Vergaderingen,  vervolgens  van  CoUegies  en  Personen,  die 
door  het  A.  fi.  niet  tot  het  geven  van  consideratiën  worden 
geroepen  en  ten  slotte  haar  eigen  advies  geeft. 

1.  Alle  Provinciale  Kerkbesturen,  daaronder  begrepen 
de  Waalsche  Commissie,  hebben  consideratiën  gegeven. 

In  dat  van  Gelderland  noemt  één  lid  kerspel  vorming 
een  noodzakelijk  kwaad ,  omdat  alle  richtingen  gelegenheid 
moeten  hebben  om  voldoening  te  vinden  voor  hunne 
godsdienstige  behoeften.  Een  tweede  stelt  haar  voor  als  een 
ongeoorloofd  sanctie  geven  aan  toestanden  in  de  Kerk, 
aan  rigtingen  die  afwijken  van  de  belijdenis  van  Oods 
Woord.  Men  zal  vrede  willen  maken  en  toch  met  vaar 
spelen,  en  aanleiding  geven  tot  cabaleeren,  drijven  en  jagen 
zonder  einde.  Een  derde  lid  vereenigt  zich  met  het  advies 
van  het  eerstgenoemde  en  acht  de  voordeden  van  kerspelvor- 
ming voor  vele  plaatsen  groot.  Éénheid  is  er  ook  nu  niet 
bij  hen  die  zeggen  dat  ze  zich  aan  Gods  Woord  en  de 
belijdenis  houden.  Dr.  Knijper ,  Toorenenbergen  en  Boedei 
staan  daar  tegen  elkander  over.  Daartegen  wordt  het, 
naar  het  schijnt  door  het  tweede  lid,  een  verschrikkelijk 
iets  genoemd ,  dat  men  den  preekstoel  zou  moeten  afstaan 
aan  iemand  die  steenen  brengt  voor  brood,  en  aan  de 
Moerdijk  als  voorbeeld  tot  waarschuwing  herinnerd. 
Een  vierde  is  ook  tegen  kerspelvorming  omdat  hij  het 
regt  der  tegenwoordige  richtingen  in  de  Kerk  niet  kan 
erkennen.  Toch  zou  hij  het  als  proefneming  voor  den  tijd 
van  tien  jaren  wülen  invoeren  als  tijdelijke  maatregel. 
Definitieve  invoering  zou  hij  echter  bepaald  afkeuren  met 
het  oog  op  de  regten  der  belijdenis  en  de  scheuring  die 
ontstaan  zal.  Eindelijk  wordt  gezegd,  dat  kerspelvorming 
zou  moeten  plaats  hebben  in  alle  gemeenten,  ook  in  die 
met  één  predikant. 

In  het  Kerkbestuur  van  Zuid-Holland  vond  het 
Beglement  bij  de  meerderheid  der  leden  geen  bijval.  Meer 
dan  één  lid  merkte  aan ,  dat ,  bijaldien  eene  kerspelvor- 
ming wenschelijk  was ,  men  hoogst  onbillijk  handelde  met 


149 


meer  dan  1200  Gemeenten^  die  slechts  één  predikant  be- 
zitten^ van  de  daaraan  verbonden  voordeelen  te  doen  ver- 
stoken blijven,  terwijl  men  toch  door  combineering  van 
eenige  Gemeenten  zou  kunnen  helpen.  Intusschen  kon  men 
dat  wenschelijke  niet  toestemmen.  Men  meende  integendeel 
vooral  ook  met  het  oog  op  den  tegenstand ,  die  er  bij 
Kerkeraden  en  Classicale  Besturen  ontstaan  zou  ter  zake 
van  de  belijdenis ,  en  de  kerspelvorming  onregtvaardig , 
kogit  gevaarlijk  voor  de  rust  in  de  Kerk  en  geheel  on- 
doeltreffend te  moeten  noemen.  Een  ander  lid  meende  het 
voor  de  honderdste  maal  te  moeten  zeggen  ,  wat  de  Synode 
scheen  niet  te  willen  begrijpen ,  dat  de  oorzaak  van  de 
troebelen  in  de  Kerk  niet  ligt  in  het  niet  genieten  van 
eene  billijke  vrijheid  van  beweging,  maar  in  het  streven 
om  absolute  leervrijheid  in  de  Kerk  te  doen  wettigen  en 
in  \  gedurig  wijzigen  en  omzetten  van  de  belijdenisquaestie , 
ten  einde  gelijke  vrijheid  te  verleenen  aan  hen  die  Gods 
Woord  als  regel  van  geloof  en  leven  erkennen  en  mitsdien 
de  genade  in  Christus  als  den  eenigen  grond  der  zalig- 
heid belijden,  en  aan  hen  die  dit  alles  loochenen,  terwijl 
toch  die  laatsten  niet  in  de  Kerk  behooren.  Wederom 
een  ander  lid  zegt  dat  de  kerspelvorming,  behalve  dat 
ze  onuitvoerbaar  is,  slechts  de  uiterste  richtingen  zal 
helpen ,  en  vraagt  wat  er  moet  geschieden  als  de  aan  een 
kerspel  verbonden  predikant  van  overtuiging  verandert  en 
door  niemand  meer  gewild  is  P  Nog  een  ander  is  in  be- 
giosel  voor  de  zaak  en  vindt  ook  eene  geleidelijke  in- 
voering wenschelijk.  Hiermede  vereenigt  zich  nog  een  lid 
^at  evenwel  daarbij  verlangt  dat  aan  de  Kerkeraden  der 
lierspelen  en  gemeenten  de  regeling  der  aanneming  en  be- 
vestiging van  nieuwe  leden  worde  vrijgelaten. 

Van  Noord-Holland  ^s  Kerkbestuur  juicht  de  groote 
meerderheid  dit  Seglement  als  een  reddingsmiddel  toe  en  hul- 
digt onvoorwaardelijk  de  beginselen  van  welke  het  Beglement 
nitgaat  en  ziet  daarin  ook  geene  miskenning  van  gemeenten 
met  ééne  predikantsplaats.  Enkelen  twijfelen  er  echter  aan 
of  de  kerspel  vorming  wel  redding  zou  kunnen  aanbrengen. 

In  het  Kerkbestuur  van  Zeeland  achten  vier  leden 
het  geraden  tot  de  kerspelvorming  over  te  gaan ,  de  twee 
anderen  hebben  daartegen  gewigtige  bedenkingen.  Zij  zal 
strijd  verwekken  waar  nu  nog  vrede  is.  Eén  lid  zou  schei- 
ding verkiezen  boven  een  gekunsteld  samenleven  der  wijd 
uiteenloopende  richtingen. 


150 


Het  Kerkbestuur  van  Utrecht  verklaart  zioh  eenparig 
tegen  de  geheele  zaak.  Het  acht  de  toekenning  van  het 
recht  tot  kerspelvorming  aan  een  klein  gedeelte  der  Kerk 
hoogst  onrechtvaardig  als  er  van  zoodanig  recht  in  de  Kerk 
sprake  kan  wezen.  Het  kan  echter  zulk  een  recht  niet 
erkennen;  het  noemt  de  praemiêse  van  welke  de  Kerk 
uitgaat  //  dat  de  tegenwoordige  richtingen  in  de  Kerk 
aldaar  feitelijk  recht  van  bestaan  ïiebhen^'  principieel 
valsch  als  in  lijnrechten  strijd  met  het  karakter  onzer 
Kerk ,  die  eene  belijdenis  heeft  en  (nimmer  haar  belijdend 
karakter  heeft  prijs  gegeven)  ondanks  alle  daartoe  aange- 
wende pogingen).  De  Synode,  in  de  eerste  plaats  geroepen 
om  de  belijdenis  der  Kerk  te  handhaven  (art.  11  Algemeen 
Beglement)  mag  van  haar  standpunt  het  feitelijk  bestaan 
van  verschillende  richtingen  in  de  Kerk  niet  erkennen  en 
veel  minder  trachten  te  wettigen  en  tot  punt  van  uitgang 
maken  van  eene  nieuwe  organisatie,  waardoor  feitelijk  het 
geheele  karakter  onzer  Kerk  wordt  prijs  gegeven.  Van  de 
verklaring  der  Synode  in  hare  Memorie  van  toelichting, 
dat  in  de  eerste  plaats  alles  wat  op  de  belijdenisquaestie 
betrekking  heeft  is  blijven  rusten  bij  de  vaststelling  van 
dit  Beglement,  zegt  het  Kerkbestuur,  dat  het  waarlijk 
van  al  te  groote  naïviteit  zou  getuigen,  wanneer  niet 
werd  ingezien  dat  de  belijdenisquaestie  door  de  aanneming 
van  dit  Beglement  ware  opgelost  in  dien  zin  dat  er  voortaan 
naar  geene  belijdenis  meer  zou  worden  gevraagd  en  de 
Kerk  feitelijk  zou  zijn  ondergegaan  in  een  genootschap, 
waarin  iedere  meening  recht  van  bestaan  zou  hebben, 
mits  zij  slechts  door  een  zeker  aantal  personen  werd  aan- 
gekleefd. Eindelijk  wijst  het  Kerkbestuur  nog  op  conflicten 
die  met  de   coUegies  van  beheer  zullen  ontstaan. 

In  het  Kerkbestuur  van  Eriesland  heeft  éen  lid 
bezwaar,  1®.  in  de  ongelijke  rechtsbedeeling ,  2'.  in  den 
Jlagrantenstrijd  van  de  kerspelvorming  met  het  door  de 
Synode  vooropgezette  intact  laten  der  belijdenis,  3^  inde 
erkenning  van  lidmaateattestatié'n  ingediend  door  leden 
van  zeker  kerspel  in  gemeenten  waar  geen  zoodanig 
kerspel  is  enz. ,  4°.  in  de  onbevoegdheid  der  Kerkbesturen 
om  de  gemeenteleden  tot  eene  keuze  in  dezen  te  verplichten. 
Hoe  toch  de  onvervreemdbare  rechten  te  handhaven  van 
hen,  die  van  elke  kerspelvorming  en  zoogenaamde  groe- 
peering van  gelijkgezinden  (lees  geUjkdenkenden)  afkeerig, 
zich    niet   vnllen   laten   inlijven    in  eenig  kerspel,  omdat 


161 


naar  han  oordeel  gemeenschap  des  H.  G.  en  niet  gelijk- 
heid ?an  begrippen  de  band  aller  eenheid  in  Christus  is 
en  blijven  moet ;  5°.  in  het  flueiueeren  der  richtingen , 
daar  vooral  modernen  en  orthodoxen,  in  hun  eigen 
midden  fracties  hebben  tusschen  welke  een  diepgaand 
piindpieel  verschil  bestaat;  6^.  in  het  door  de  Synode 
wel  bedoelde  maar  door  kerspelvorming  ondermijnde  samen 
blijven  der  verschillende  richtingen;  vermits  toch  de  het 
talrijkst,  in  de  Kerk  vertegenwoordigde  orthodoxe  richting 
er  zich  pertinent  tegen  verklaart,  zal  de  invoering  en  door 
zetting  der  kerspelvorming  den  tijd  verhaasten,  waarop 
niet  alleen  de  kerspelvorming  weer  zal  verdwijnen,  maar 
al  wat  op  de  belijdenis  betrekking  heeft  worden  ver- 
scherpt en  dos  jaist  het  tegendeel  worden  uitgewerkt 
van  helgeen  de  Synode  bedoelde ;  7®.  in  de  ontbin- 
ding der  Nederl,  Herv,  Kerk,  daar  de  voorgestelde  her- 
mlvorming  wel  den  naam  van  Kerk  behoudt  maar  elk 
begrip  van  kerk  in  onderscheiding  van  andere  zedelijke 
ligchamen  prijs  geeft.  De  kerspelvorming  is  inderdaad 
krkonibinding  nl.  ontbinding  van  dat  ligchaam,  waarvan 
Christus  het  hoofd  is,  en  welks  leden  zich  naar  zijne  uit- 
gedrukte bedoeling  in  Hem  één  en  lotgemeen  gevoelen 
en  betoonen  in  alles. 

Een  ander  lid  betreurt  de  scherpe  veroordeeling  van 
de  kerspelen  van  orthodoxe  zijde  en  zou  er  voor  kunnen 
zijn,  als  het  beginsel  van  belijdenis  ongeschonden  bleef 
en  de  zaak  voor  uitvoering  vatbaar  was.  Vermits  dit  echter 
met  het  geval  is  en  vele  groote  steden  hun  non  possumus 
zullen  uitspreken  en  door  de  kerspelen  eene  totale  kerk- 
scheuring zal  verhaast  worden,  verklaart  hij  er  zich  tegen. 
Ook  een  derde  verklaart  om  gelijksoortige  reden  er  zich 
t^n ,  terwijl  een  vierde  haar  in  de  tegenwoordige  omstan- 
digheden een  zegen  noemt,  met  het  oog  vooral  op  de 
aanneming  van  lidmaten  die  nu  hier  en  daar  door  confessio- 
neele  ouderlingen  onmogelijk  gemaakt  wordt ,  en  het  Begl.  ze 
niet  voorschrijft  maar  alleen  mogelijk  maakt.  Een  vijfde 
lid  zou  ze  voor  alle  gemeenten  verkrijgbaar  wenschen ,  doch 
wil  even  als  de  overigen  over  het  bezwaar  der  uitsluiting 
▼an  zoovele  gemeenten  heenstappen. 

Van  Overijssels  Kerkbestuur  kan  slechts  één  lid  in 
de  voorgestelde  kerspelvorming  berusten;  de  andere  leden 
zijn  er  tegen;  een  Ud  omdat  hij  de  voorwaarden  tot  toe- 
treding aan  elk  kerspel  wil  overlaten;  een  ander  verklaart 


152 


zich  tegen  de  strekking,  als  leidende  tot  kerkontbinding 
en  daarbij  practisch  onuitvoerbaar.  Ook  het  woord  kerspel 
moet  hij  afkeuren  zoo  men  de  zaak  wil ,  omdat  dit  woord 
in  onze  taal  eene  geheel  andere  beteekenis  heeft  dan 
waarin   het  hier  wordt  genomen. 

Groningen's  Kerkbestuur  kan  zich  met  de  beginse- 
len waarvan  dit  Beglement  uitgaat  eenparig  vereen^n. 
Het  geeft  in  bedenking  in  ^t  opschrift  voor  herspehorrnkg 
te  lezen  kerspelmrichiing,  omdat  het  Beglement  over  meer 
dan  over  de  vorming  van  kerspelen   handelt. 

Yan  het  Kerkbestuur  van  Noordbrabant  met  Lim- 
burg verklaarde  zich  één  lid  bepaald  tegen  de  zaak.  De 
meesten  vereenigen  zich  met  het  voorgestelde,  doch  sommi- 
gen wenschen  dat  het  plan  worde  doorgevoerd  tot  alle 
gemeenten ,  en  één  lid  vraagt  of  de  woorden  van  art.  62 
Algemeen  Beglement  in  Aare  vergadering  van  het  volgende 
Jaar  wel  gedoogen  het  plan  reeds  in  dit  jaar  vasttestellen. 

Yan  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Drenthe  zijo 
de  leden  in  beginsel  voor  de  zaak.  Zij  achten  er  echter 
twee  gevaren  aan  verbonden  1®.  dat  de  verdeeldheid  er  door 
bestendigd  zal  worden  en  2o.  dat  onder  de  leus  van  niet 
voldoening  aan  Christelijk-Godsdienstige  behoeften  zich 
allerlei  malcontentisme  zal  doen  gelden,  hier  eer-  en  heersch- 
zucht,  daar  persoonlijke  grieven  tegen  predikanten,  elders 
atheisme  en  materialisme. 

Wat  eindelijk  betreft  de  Waalache  Commissie,  met  uit- 
zondering van 'één  lid,  dat  in  kerspelvorming  slechts kerk- 
ontbinding  ziet,  zijn  al  de  leden  voor  de  zaak,  doch  be- 
treuren twee  leden  het  dat  men  de  belijdenisquastie  heeft 
laten  rusten ,  waardoor  het  Beglement  in  theorie  zijn  eigene 
gezegde  reden  van  bestaan  zou  hebben  verloren.  Zij  zouden 
gaarne  aan  de  verschillende  kerspelen  het  recht  toegekend 
zien  de  vragen  der  aanneming  te  regelen  zooals  zij  die 
het  best  oordeelden,  terwijl  nu  in  de  praktijk  de  Kerke- 
raden toch  zullen  doen ,  wat  hun  in  beginsel  is  verboden. 
Ook  nog  een  ander  lid ,  dat  in  kerspelvorming  slechts  een 
noodschot  ziet,  meent  dat,  als  men  ze  eenmaal  wil,  men  ook 
aan  de  kerspelen  zooveel  mogelijk  ruimte  en  vrijheid  moet 
geven.  De  drie  overige  leden  zijn  het  met  deze  vorigen 
in  zoover  niet  ééns  dat,  waar  deze  de  belijdenis  vraag  des- 
noods willen  doorhakken  ten  gunste  der  vrijheid ,  zij  van 
oordeel  zijn  dat  men  naar  eene  oplossing  der  vraag  moet 


16S 


ij  ven  zoeken^  zal  werkelijk  aan  allen  recht  geschieden. 
Daarom  noemen  zij  het  Eeglement  aanbevelenswaardig  dat 
een  modus  invendi  in  't  leven  roept  en  aan  den  strijd  op 
menige  plaats  zijne  scherpte  ontneemt.  Omtrent  de  vrai^^; 
of  het  Beglement  ook  de  gemeenten  met  één  pred.  moet 
opnemen^  was  men  het  niet  eens.  Sommigen  meenden 
Fan  wèl  y  omdat  de  billijkheid  zulks  eischt^  anderen  noemden 
het  ook  wel  billijk,  maar  achtten  de  daaraan  verbonden 
bezwaren  nog  al  groot  en  meenden  dat  men  zoo  de  aan* 
neming  van  het  geheele  Beglement  in  de  waagschaal  stelde  — 
weshalve  het  beter  was  daartoe  voor  als  nog  niet  over  te  gaan. 

Overzien  wij  thans  de  consideratien  der  verschillende 
Kerkbesturen,  dan  blijkt  ons  dat  de  Kerkbesturen  van 
Groningen  en  Drenthe  eenparig  voor  de  voorgestelde 
kerspel  vorming  zijn,  dat  van  Utrecht  eenparig  tegen, 
terwijl  in  de  overigen  de  gevoelens  verdeeld  zijn.  In  't  Kerk- 
bestunrvan  Gelderland  zijn  vijf  voor  en  vier  tegen ;  in  dat 
van  Zuidholland  twee  voor  en  zeven  tegen;  in  dat  van 
Noordholland  de  groote  meerderheid  voor  (er  worden 
geen  getallen  opgegeven);  in  dat  van  Friesland  vier 
voor  en  drie  tegen;  in  dat  van  Overijssel  een  voor  en 
twee  t^n  (de  classis  van  Kampen  was  door  geen  predi- 
kant vertegenwoordigd);  in  dat  van  Noordbrabant 
met  Limburg  zes  voor  en  een  tegen  en  in  de  Waal- 
scbe  Commissie  vijf  voor  en  een  tegen.  De  redenen 
waarom  men  er  tegen  is  zijn  door  een  lid  van  Fries- 
lands  Kerkbestuur  breedvoerig  ontwikkeld  en  boven  reeds 
medegedeeld.  Daarop  komt  •—  zij  het  ook  in  andere  bewoor- 
dingen uitgedrukt  —  gelijk  door  de  Kerkbesturen  van 
Znidholland  en  Utrecht  — allesneer  wat  men  er 
tegen  aanvoert.  Alleenlijk  meenen  wij  ook  hier  nog  te 
moeten  herinneren,  dat  Utrechts  Kerkbestuur  het  bewee- 
ren,  diU  de  tegenwoordige  richtingen  in  de  kerk  aldaar 
feiieUji  recht  van  bestaan  zouden  hébben ,  principieel  vaheh 
noemt  en  de  Synode  geroepen  acht  de  belijdenis  der  Kerk 
te  handhaven ,  zoodat  zij  hare  roeping  zou  miskennen  door 
eene  organisatie  in  ^t  leven  te  roepen,  waardoor  feitelijk 
het  geheele  karakter  onzer  Kerk  wordt  prijs  gegeven.  Wie 
voor  de  voorgestelde  kerspelvorming  zijn  geven  daarvoor 
in  ^t  geheel  dezelfde  redenen  op  welke  in  de  memorie  van 
toelichting  tot  aanbeveling  van  de  zaak  genoemd  worden. 
Ten    slotte  deelen  wij  U  nog  mede   de  door  Provinciale 


154 


Kerkbesturen  of  hunne  leden  voorgestelde  veranderingen 
in   verschillende  artikelen. 

In  het  opschrift  wil  Groningen  in  plaats  van  kerspel- 
vorming  lezen  kerspelinricMing, 

In  art.  1^  lid  1  wil  Noordbrabant  de  kerspel- 
vorming hebben  uitgestrekt  ook  tot  gemeenten  met  één 
predikant  met  dien  verstande,  dat  waar  ^  der  stemgerech- 
tigden dit  begeeren  dit  kerspel  het  recht  heeft  een  eigen 
Kerkeraad  te  hebben  en  op  eigen  kosten  eenmaal  in  de  maand 
een  predikant  zijner  keuze  te  laten   optreden. 

In  art.  1  lid  3  acht  de  Waalsche  Commissie  de  woorden: 
door  zijne  stemgerechtigden  of  gemachtigden  op  de  wijze  enz, 
onduidel^k  en  met  het  oog  op  het  laatste  lid  van  art.  5 
overbodig. 

In  art.  2,  a  willen  twee  leden  van  Drenthe  voor  | 
lezen  ^en  Zeeland  voor  stemgerechtigden :  niet  gecensu* 
reefde  lidmaten.  Zoo  ook  in  art.  3^  4  en  8.  Drenthe 
wil  aan  ^t  slot  bepaald  hebben  dat  dit  slechts  éénmaal 
kan  worden   toegestaan. 

In  art.  3  acht  de  Waalsche  Commissie  noodig 
dat  bij    geschillen  ter  zake  het  Classicaal  Bestuur  beslist. 

In  art.  5  lid  1  wil  Noordbrabant  voor  ;$:««  maanden 
lezen  drie]  lid  2  wil  Drenthe  bepaald  hebben  dat  de 
intevoeren  verklaring  zij  eene  met  reden  omileede;  lid  6 
wil  één  lid  van  Znidholland  bepaald  hebben  dat  het  voor- 
loopig  bestuur ,  binnen  zes  weken  geen  antwoord  hebbende, 
bevoegd  zij  tot  de  vorming  van  het  kerspel  over  te  gaan. 

In  art.  6  lid  1  wenscht  één  lid  van  Zeeland  voor 
telien  jare  te  lezen  om  de  vijf  jaren. 

In  art  6  lid  %  zou  Groningen  dus  willen  lezen: 
//De  in  art.  5  al.  1 — 6  bedoelde  Kerkeraad  is  in  gemeen- 
ten ^  waar  kerspelen  zijn  //de  Groote  Kerkeraad  (art.  12y^ 
De  Waalsche  Commissie  wil  tusschen  1  en  3  hebben  inge- 
voegd 2. 

In  art.  7  willen  Drenthe  en  de  Waalsche  Com- 
missie de  woorden:  //niet  onder  censuur  staande^'  doen 
vervallen. 

In  art.  8  verlangt  de  Waalsche  Commissie  eene  juiste 
omschrijving  van  de  rechten  en  verplichtingen  van  ^t  eerste 
kerspel  dat  niet  vrijwillig  ontstaat. 

In  art.  11  l.  en  m.  wil  Zeeland  lezen;  zijner  predi- 
kanten, zijner  ouderlingen  en  diakenen  en  zijner  armen. 


155 


Omtrent  art.  l^  a,  doet  Zeeland  opmerken  dat  de 
bepaling  van  het  getal  en  den  tijd  der  godsdienstoefeningen 
aan  den  Kerkeraad  van  het  kerspel  moet  worden  overgelaten. 
Aan  art.  18  wil  Drenthe  toevoegen:  £fln  geval  van 
ontbinding  van  een  kerspel  worden  deze  boeken  een  beschei- 
den aan  den  Kerkeraad  der  Gemeente  overgedragen  en 
door  dezen  bewaard'\ 

In  art.  14  wil  Zeeland  voor  de  woorden  aan  ^t  slot 
doek  alleen  wanneer  enz.  lezen :  tot  dit  kerspel  behoorende» 
In  art.  22  wenschen  Noordholland,  Groningen 
en  Noordbrabant  de  laatste  zinsnede  te  doen  weg- 
vallen; Groningen  en  Noordbrabant  geven  aan  de 
door  de  Synodale  Commissie  voorgestelde  redactie  de 
voorkeur. 

In  art.  23  lid  1  willen  Noordholland  en  de  Waal- 
sche  Commissie  achter  //predikbeart^'  invoegen  //op 
een  zondag  voormiddag^'  en  lid  2  wil  Drenthe  de  woor- 
den: door  een  predikant  enz,  vervangen  hebben  door  ^den 
in  jaren  oudsten  ouderling'\ 
II.  Consideratiën  der  Classicale  Vergaderingen. 
Arnhem  3  leden  voor^  vergadering  tegen.  Tegen, 
wegens  strijd  met  art.  62  Alg.  Begl.  en  met  den  grondslag 
der  kerk,  en  als  bron  van  wanorde.  Voor,  wegens  be- 
vordering van  vrede  en  onderlinge  samenwerking. 

Nijttiegen  15  leden  voor^  34  tegen.  In  plaats  van 
kerspelvorming  wordt  vnjkvorming  vooi^esteid,  op  grond 
dat  de  Synodale  kerspelen  facultatief,  de  wijken  imperatief 
zouden  zijn.  Dit  voorstel  wordt  echter  verworpen  met  30 
tegen  21  stemmen. 

Zutphen  46  stemmen  tegen  het  wenschelijke  van 
kerspel  vorming,  47  voor.  Overeenkomstig  art.  62  Algem. 
Segl.  wordt  voorgesteld  en  aangenomen ,  om  uit  art.  1 
van  het  Begl.  de  woorden :  met  twee  of  meer  predikanten 
t^  verwijderen,  en  de  kerspelvorming  op  alle  gemeenten 
van  toepassing  te  verklaren.  Voorts  werd  bijna  eenparig 
aangenomen  om  ook  de  vrouwelijke  lidmaten  tot  de  stem- 
geregtigden  te  brengen. 

Tiel  17  stemmen  voor  en  19  tegen.  Met  32  tegen  4 
stemmen  wordt  het  amendement  aangenomen,  om  het 
fiegl.  ook  van  toepassing  te  maken  op  gemeenten  met 
^n  predikant. 


156 


Bommel  17  leden  voor  en  30  tegen.  Tegen,  op 
grond  van  de  erkenning  van  het  wettig  bestaan  van  ver- 
schillende richtingen,  op  grond  van  toenemenden  strijd 
en  twist,  op  grond  van  moeilijkheden  met  kerkvoogdijen, 
op  grond  van  verlof  aan  Dageraadsmannen  ^  enz.  Yoor, 
wegens  bevrediging  van  godsdienstige  behoeften ,  den  ouden 
vrijheidszin  van  onze  Kerk  en  het  practisch  nat.  Een 
enkele  stem  wenschte  bij  art.  5  de  richting  te  zien  opge- 
geven van  het  gewenschte  kerspel. 

Het  voorstel  der  Glass.  Vergadering  van  Bommel  is, 
om  vooral  te  letten  op  de  adviezen,  voortkomende  uit 
plaatsen ,  waar  twee  of  meer  predikanten  zijn ,  en  eerd 
de  veranderingen  van  het  Alg.  Begl.  op  wettige  wijze  te 
bewerkstelligen. 

Harderwijk  eenparig  tegen,  op  grond  van  het  kerk- 
ontbindend  beginsel  van  het  recht  van  bestaan  in  den 
boezem  der  kerk  van  alle  richtingen. 

Yan  de  6  Glassicale  Vergaderingen  in  Gelderland 
hebben  zich  derhalve  verklaard   1   voor  en   5   tegen, 

's  Gravenhage.  Zeer  kleine  minderheid  voor,  de groote 
meerderheid  tegen.  Voor,  wegens  aanvulling  van  art.  23, 
wegens  zorg,  dat  de  meerderheid  niet  heersche  over  de 
minderheid,  als  laatste  middel  tot  verhoeding  van  uiteen- 
spatting der  Kerk.  Tegen,  wegens  de  praemisse  in  de 
Memorie  van  toelichting,  wegens  toepassing  alleen  op 
grootere  gemeenten,  wegens  aantasten  van  het  recht  der 
kiescoUegies,  wegens  vervalsching  van  het  geweten.  Verder 
heeft  de  Synode  toch  de  macht  niet,  om  zulke  besluiten 
in  het  midden  der  gemeente  ook  tot  werkelijke  uitvoering 
te  doen  komen.  Volgens  enkele  leden  wenschelijk ,  om  uit 
art.  1  al.  1  de  zinsnede :  //indien  zij  '*  enz.  weg  te  laten. 

Botterdam  protesteert  met  72  stemmen  tegen,  7  leden 
vereenigden  zich  niet  met  dit  protest ,  hoewel  ook  2  hunner 
de  kerspel  vorming  niet  wenschelijk  achten.  De  overige  5 
stellen  2  amendementen  voor^  nl.  om  art  7  al,  1 
laatste  zin  weg  te  laten  en  om  art.  22  laatste  zin  te  ver- 
anderen. 

Leiden  11  leden  voor  en  59  tegen.  Die  voor  advi- 
seerden ,  achtten  het  in  overeenstemming  met  het  karakter 
onzer  kerk^  geboden  door  haar  tegen woordigen  toestand i 
bevorderlijk  aan  haar  welbegrepen  belang.  Die  tegen  advi- 
seerden ,  verklaarden  het  onaannemelijk  wegens  het  verheffen 


167 


tot  kerkoiganisatie  van  tegenstrgdige  richtingen^  en  in  de 
practijk  onuitvoerbaar.  Het  is  eene  gedwongene  splitsing 
en  ontbinding  der  Kerk. 

Door  11  leden  werd  op  art.  22  het  amendement  voor- 
gesteld/ om  den  predikanten  ook  vrijheid  te  geven,  zich 
a&D  te  sluiten  bij  het  kerspel,  dat  zij  wenschen;  om  ver- 
volgens in  art.  5  ffZes  maanden'^  te  veranderen  in  twee 
maanden^  en  om  in  art.  lid.  op  te  nemen  het  vermelden 
van  den  geboortedag  der  mansUdmaten. 

Dordrecht  16  stemmen  voor,  53  tepen.  Die  voor 
adviseerden ,  verklaarden ,  dat  zij  bijna  allen  dit  deden  in  de 
stille  hoop^  dat  het  het  begin  van  eene  weldra  in  het  leven 
te  roepen  boedelscheiding  zou  zijn.  Die  tegen  adviseerden , 
verklaarden,  dat  het,  in  spijt  van  het  historisch  karakter 
der  Ned.  Herv.  Kerk,  de  samenwoning  van  het  meest 
heterogeene  hielp  wettigen. 

De  vergadering  stelde  aan  de  Synode  boedelscheiding 
voor,  waartegen  zich  slechts  4  stemmen  verklaarden. 

Gouda  18  leden  voor,  64  ^^^^n.  Tegen ,  wegens  onuit- 
voerbaarheid en  wegens  het  beginsel. 

Brie  11  e  17  leden  te^en,  33  voor.  De  33  voor  ver* 
klaarden  evenwel^  dat  ook  het  Begloment  op  de  Kerspel- 
vorming  : 

a,  ondoeltreffend  blijken  zal  ter  herstelling  van  den  vrede 
in  de  Kerk, 

l,  de  formeel  bestaande  eenheid  der  Kerk  niet  zal  kunnen 
redden,  weshalve  zij  boven  de  kerspelvorming  voorkeur 
gaven  aan  de  verzekering  der  autonomie  in  zaken  van  be- 
lijdenis, zoo  noodig  met  behoud  van  een  administratief 
verband.  Verder  stelden  31  leden  een  amendement  voor  op 
art.  2a,  om  namelijk  ^  te  veranderen  in  -^^  en  16  leden 
een  amendement  op  art.  5  al.  6. 

Eindelijk  achten  31  leden  het  wenschelijk,  om  het 
Beglement  toepasselijk  op  alle  gemeenten  te  verklaren. 

De  17  tegen  achten  het  Begl.  in  dadelijken  strijd  met 
de  geheele  Synodale  organisatie ,  die  slechts  éene  Herv.  Kerk 
kent;  het  zal  geen  vrede  aanbrengen ,  is  inconsequent ,  laat 
het  recht  der  belijdenis  onbeslist.  Men  adviseert  tot  opheffing 
van  provinciale  besturen ,  onder  behoud  alleen  van  eene 
gemengde  financiëele  commissie.  13  leden  wezen  vooral  op 
den  tegenstand,  dien  het  voorstel  in  de  gemeenten  ver- 
wekken zal. 


158 


Hierbij    nog   afzonderlijk    een    voorstel    van    den 
Mr.  H,  P.  de  Kanter. 

Van  de  6  classen  in  Zuid-Holland  verklaarden  zich 
5  tegen,  en  1  eigenlijk  ook  meer  voor  de  autonomie  der 
gemeenten  dan  voor  kerspelvorming. 

Amsterdam  tegen ,  wegens  ontbinding  der  kerk  en  de 
oplossing  in  een  aantal  kringen ,  in  strijd  met  ieder  gezond 
kerkbegrip;  er  wordt  geweld  gepleegd  en  er  zal  in  groote 
gemeenten  eene  verschrikkelijke  verwarring  ontstaan. 

Enkele  leden ,  8  in  getal ,  hebben  hierbij  eene  afzonder- 
lijke consideratie  gevoegd;  zij  verklaren  zich  met  groote 
ingenomenheid  voor  ,  op  grond  dat  de  voorgedragene  modus 
vivendi  tijdig  en  noodzakelijk  is ,  een  middel  tot  bevorde- 
ring van  rust  en  orde  aan  de  hand  doet  en  gelegenheid 
geeft,  om  aan  de  godsdienstige  behoeften  te  voldoen, 

Haarlem  met  groote  meerderheid  tegen.  En  dat  wel 
op  verschillende  gronden.  26  waren  van  oordeel:  Het  is 
slechts  een  maatregel  voor  bijna  100  gemeenten,  de  onrast 
zal  vermeerderen ,  het  zal  aanleiding  geven  tot  strijd  in 
administratieve  zaken ,  men  kan  de  rechten  der  minderheid 
niet  reglementeeren  zonder  de  meerderheid  te  kwetsen. 
Deze  26  houden  zich  aan  het  advies  van  den  heer  Bruin- 
wold  Riedel  en  aan  dat  van  dr.  Gunning  ^  om  namelijk 
aan  de  gemeenten  te  verleenen  autonomie  in  allee  wat  leer 
en  geestelijke  behoeften  betreft  met  eeti  Synode  met  uit- 
sluitend administratieven  band,  15  andere  leden  zijn  er 
tegen  wegens  strijd  met  het  karakter  der  kerk,  grootere 
verdeeldheid  en  onoverkomelijke  bezwaren  in  de  uitvoe- 
ring. De  minderheid ,  die  er  voor  is,  wenscht  de  Kerspel- 
vorming  uitgebreid  ook  tot  gemeenten  met  één  predikant 
en  o.  a.  ook  de  pondspondsgewijze  verdeeling  der  Diaconie- 
inkomsten. 

Alkmaar.  Door  de  vergadering  goedgekeurd:  behalve 
3  stemmen  waren  allen  er  voor.  Sommigen  wenschten  uit- 
breiding tot  alle  gemeenten ,  anderen  juichten  het  ontwerp 
toe,  zooals  het  was.  Als  men  deze  proef  genomen  had,  kon 
het  later ,  en  wel  spoedig ,  bij  welslagen  uitgebreid  worden. 
2  amendementen  worden  aangenomen: 

1®.  art.  22  vervalle  de  laatste  zinsnede,  en 

2®.  art.  23  loco  //eene  predikbeurt"  te  lezen :  eene  voor- 
middagbeurt  op  Zondag. 

Eindelijk  werd  aangenomen ,  der  Synode  te  adviseeren : 


159 


a.  om  de  Kerspelvorming  soodra  mogelqk  ook  op  ge- 
meenten  met  een  predikant  toe  te  passen; 

h.  om  de  meest  mogelijke  vrijheid  ten  aanzien  van  leer 
en  eeredienst  bij  de  regeling  der  kerspelen  te  decreteeren. 

Hoorn  met  aanzienlijke  meerderheid  voor.  Bij  invoering 
wordt  geadviseerd  om  alles  met  betrekking  tot  de  belijdenis 
te  laten  rusten ,  en  om  aan  te  vullen  het  een  en  ander  be- 
treffende de  vervulling  der  vacatuurbeurten  in  de  kerspelen 

E  dam.  Tegen  4  stemmen  en  86  f7(M?f.  Van  de  5  klassen 
in  N.-Holland  adviseerden  2   tegen  en  8  voor. 

Middelburg  7  leden  voor,  41  tegen.  Hierbij  het 
voorstel  der  vergadering :  De  Synode  hergeve  aan  de  kerk 
hare  oorspronkelijke  inrichting  betreffende  de  rechten  der 
gemeenten  en  klassen ,  en  bereide  de  bijeenkomst  der 
mtionale   Synode  voor. 

Zierikzee  11  leden  tegen,  29  voor.  Men  wenscht  in 
art.  %a  ^  veranderd  te  hebben  in  \. 

Goes  15  leden  voor,  80  tegen.  Die  er  voor  zijn,  wenschen 
daarbij  autonomie  der  kerspelen  in  geestelijke  zaken;  ook 
uitbreiding  tot  alle  gemeenten. 

IJzendijke  38  voor.  Van  de  4  klassen  in  Zeeland 
zijn  2  voor  en  2  tegen. 

Utrecht  eenparig  tegen,  omdat  het  in  strijd  is  met 
wettige  rechten ,  verbittering  en  wanorde  doet  stijgen  en 
tot  erger  conflicten,  dan  de  bestaande,  zal  leiden. 

Amersfoort  2  stemmen  voor,  40  tegen.  Tegen:  als 
onwettig,  onbillijk,  onuitvoerbaar,  onvolledig. 

Wijk  eenparig  tegen.  De  3  klassen  van  Utrecht  tegen. 

Leeuwarden  29  leden  tegen  het  beginsel,  85  voor. 
Voor,  omdat  de  toestand  der  kerk  in  de  groote  steden 
ondragelijk  is,  al  is  die  in  Leeuwarden  wellicht 
gimstiger.  Tegen,  omdat  het  een  ondragelijk  juk  zal  zijn 
voor  hen ,  die  niet  tot  eene  partij  behooren ,  en  de  regeling 
der  predikbeurten ,  alsmede  de  toewijzing  der  kerkgebouwen , 
onuitvoerbaar  zijn. 

S  n  e  e  k  minderheid  voor ,  groote  meerderheid  tegen.  De 
minderheid  was  ook  niet  ten  volle  hiermede  bevredigd, 
en  bij  de  meerderheid  bestond  de  vrees,  dat  het  geeste- 
lijk karakter  der  kerk  nog  meer  zou  lijden. 

Franeker  24  st.  voor  en  54  st.  ^^^«.  Harlingen, 
Praneker  en  Makkum  hebben  zich  tegen  verklaard; 
de  halve  Kerkeraad  van  fiolsward  er  voor,  en  de  andere 


160 


helft  tegen.  47  leden  waren  tegen  de  uitbreiding  van  ket 
Begl.  voor  alle  gemeenten. 

Dat  de  armen  den  band  van  eenheid  zullen  vormen, 
acht  men  een  treurige  illusie. 

Dokkum  14  tegen,  23  buiten  stemming  en  43  voor. 
De  discussiën  waren  buitengewoon  levendig. 

Heeren  veen  23  tegen  en  39  voor.  Yan  de  5  klassen 
in  Friesland  3  voor  en  2  tegen. 

Zwolle  19  voor  en  34  tegen;  2  buiten  stemming. Die 
er  voor  zijn ,  zien  geen  anderen  uitweg.  Die  er  tegen  advi- 
seerden f  wezen  ten  deele  daarop:  hl,  dat  de  belijdeniskwestie 
er  geheel  buiten  is  gelaten,  h{,  dat  de  verwikkelingen  nu 
eerst  recht  beginnen^  en  op  het  verzet  der  kerkvoogdijen. 

Deventer  10  tegen  het  beginsel  en  32  voor.  Die  er 
voor  waren ,  gaven  o.  a.  op ,  dat  het  een  einde  maken  kon 
aan  het  ergerlijk  in  troebel  water  visschen  van  de  zijde  der 
llemonstranten  en  Doopsgezinden. 

Er  wordt  o.  a.  een  amendement  op  art.  1  voorgesteld 
als  al.  2,  verder,  om  uit  art.  7  de  woorden : //niet onder 
censuur  staande^'  weg  te  laten. 

Kampen  19  voor  en  23  tegen.  De  verwijdering  zal 
grooter  worden  en  de  liefde  te  loor  gaan.  Yan  de  3  klassen 
in   Overijssel  1   voor  en  2  tegen. 

Groningen  16  leden  tegen  en  27  voor.  Deze  27 
wilden  het  kerspel-idee  om  den  toestand  der  kerk  wel 
toelaten.  Yooral  van  de  zijde  van  afgevaardigden  des 
Kerkeraads  van  Groningen  werd  het  bestreden,  waar- 
mede  12   leden  zich  vereenigden. 

Winschoten  2  st.  tegen  en  53  voor. 

Appi  n  ge  dam  19  st.  tegen  en  37  voor.  Sommigen  zagen 
ook  in  dit  Eegl.  slechts  een  halven  maatregel.  Anderen 
prezen  de  strekking  en  het  beginsel,  om  de  leden  der 
gemeente  zich  te  laten  uitspreken. 

Amendementen  werden  voorgesteld  op  art.  5  al.  1  en 
al.  4  en  art  6  al.  6. 

Onderdendam.  Voor  b^nsel  en  strekking  27; en 
tegen  8.  30  stemmen  verklaren  zich  tegen  uitbreiding  tot 
gemeenten  met  éen  predikant,  als  verderfelijk. 

Amendementen  worden  voorgesteld,  om  nl.  art.  22  te 
schrappen  en  art.  24  aldus  aan  te  vangen:  //Predikanten, 
ouderlingen  en  diakenen ,  die  bij  het  ontstaan  van  een  kerspel 
in  dienst  zijn ,  blijven  bij  het  kerspel  hunner  keuze  enz 


)i 


161 


Öok   in    art.    IIA    moet   de    zinsnede  geschrapt  worden. 
In  de  provincie  Groningen  alle  vier  dassen  voor, 

^s  Hertogenbosch  algemeen  voor.  De  Vergadering^ 
iiellende  19  stemmen,  wenscht  reeds  dadelijk  het  uit  te 
breiden  tot  gemeenten  met  éen  predikant,  mits  met  niet 
minder  dan  100  stemgerechtigden. 

Breda^  van  de  46  stemmen  80  voor.  Als  amendementen 
voorgesteld^  om  art.  5  al.  1  te  lezen:  drie  maanden, 
en  in  art.  7  al.  1  te  doen  wegvallen :  //niet  onder  censuur 
staande^'.  Eindelijk ,  om  in  art.  7  al.  1  //stemgerechtigden^' 
te  doen  wegvallen. 

Heus  den,  voor  7  en  ie^en  30  leden.  Men  zegt: 
in  de  cl.  Heusden  is  het  regl.  van  geen  toepassing.  Men 
noemt  het  niet-uitvoerbaar.  Enkelen  meenen :  het  is  noodig. 

Eindhoven  voor.  Er  schijnen  17  leden  opgekomen  te 
zijn,  die  allen  voor  stemden.  Toch  wordt  de  maatregel 
onvoldoende  geacht,  omdat  art.  11  Alg.  Begl.,  art.  19, 
38  en  89  Begl.  Godsdienstonderwijs  en  art.  27  Begl. 
Examen  onveranderd  gelaten  zijn.  Niettemin  wordt  ten  sterkste 
tot  aanneming  geadviseerd.  Als  amendementen  voorgesteld : 
art.  2a  te  wijzigen  z6o,  dat  kerspelvorming  ook  mogelijk 
wordt  in  gemeenten  met  één  predikant.  In  art.  5  den 
termijn  te  veranderen  in  8  maanden.  In  art.  7  te  schrappen : 
//niet  onder  censuur  staande^^  Ook  de  laatste  zin  van  art.  7 
ie  schrappen.  Eindelijk  nog  amendementen  op  art.  12  litt.  a 
en  art.   16   en  28. 

Maastricht  voor.  Het  schijnt,  dat  16  leden  opge- 
komen zijn.  Van  deze  verklaarden  zich  5  voor  toepassing 
dadelijk  op  alle  gemeenten,   11  tegen. 

Van  de  5  Glass.  Vergaderingen  in  Noordbrabant 
met  Limburg  waren   4  voor  en  1  tegen. 

Assen  7  tegen  en  14  voor.  De  7  zien  gevaar  in  de 
kerspelvorming,  wegens  aanleiding  tot  scheuring,  agitatie 
en  blijvende  scheiding  in  de  toekomst. 

Me  pp  el  tegen  (bepaald)  8  en  voor  16;  7  van  de 
20  leden  verklaarden  zich  voor  de  aanvaarding  onder 
protest. 

Amendementen  zijn  voorgesteld,  om  in  art.  2a  |  te 
veranderen  in  -^.  Ook  achtte  een  lid  het  wenschelijk,  om 
in  gemeenten  met  één  predikant,  bij  verklaring  van  ^ 
der  gemeenteleden,  in  de  godsdienstige  behoeften  van 
andere  richtingen  te  voorzien,  mits  op  eigen  kosten 
van  deze. 

11 


162 


Al  de  veranderingen  in  reglementen  hierop  betrekkelijk, 
werden  goedgekeurd. 

Coevorden  1  tegen  en  voor  16.  De  16  ferwachten 
veel  heil  van  de  invoering.  Men  wenschte  echter  alle 
gemeenten    gemachtigd,    om    kerspelen   in  te  voeren. 

In  Drenthe  alle  Classic.  Verg.  voor,   zijnde  3. 

Waalsche  Reunie.  11  leden  Uffen  en  21  voor. 
Op  verschillende  gronden ,  in  het  schrijven  der  fieunie  ge- 
noemd. Met  24  tegen  8  stemmen  wensoht  men  art.  23  te  zien 
aangevuld  door  de  bepaling^  dat  zoodanige  kerspelen  door 
een  predikant  hunner  keuze  hunne  kinderen  kunnen  laten 
onderwijzen,  aannemen  en  bevestigen.  2  voorstellen  werden 
aangenomen^  ui.  a.  //Gemeenten  met  één  predikant  ge- 
nieten dezelfde  voorrechten  als  bij  art.  23  (aangevuld)  aan 
kerspelen  zonder  predikant  worden  geschonken''  en  h. 
//indien  4-  der  stemgerechtigde  leden  eener  gemeente  met 
een  predikant  het  verlangt ,  wordt  hun  eenmaal  's  maands 
eene  predikbeurt  afgestaan.''  16  leden  waren  voor  het  1"^ 
voorstel;  en  15  er  tegen,  en  voor  het  2^  21  leden ,  met 
10  tegen.  Eindelijk  aditten  14  leden  noodig,  dat  art.  39 
Regl.  Gd.  O.  en  art.  27  Begl.  Ex.  gewijzigd  worden, 
waartegen  zich  evenwel  18  leden  verklaarden. 

Overzicht  en  Opmerkingen. 

Van  de  44  Glassicale  Vergaderingen  adviseerden  22 
tegen  het  voorloopig  aangenomen  Reglement  op  de  Kerspel- 
vorming en  22  voor.  De  Waalsche  Reunie  adviseerde  met 
21  stemmen  voor  en  11  tegen.  Telt  men  de  stemmen 
der  leden ,  die  op  al  de  Glassicale  Vergaderingen  uitgebracht 
zijn ,  voor  zoover  die  in  de  verslagen  zijn  opgegeven,  dan 
blijkt;  dat  758  voor  en  819  tegen  gestemd  hebben, 
waarbij  in  aanmerking  moet  genomen  worden,  dat  van 
Amsterdam,  Haarlem,  Sneek,  Wijk,  Utrecht, 
's  Gravenhage,  Harderwijk  en  Arnhem  (meerder- 
heid of  alle  tegen),  en  daarentegen  van  Alkmaar, 
Hoorn  en  IJ  zend  ij  ke  (groote  meerderheid  voor)  g«6iï6 
bepaalde  of  veelzijdige  opgave  van  het  voor  of  tegen  ge- 
daan is.  Het  ontwerp  is  derhalve  door  de  meerderheid  i 
vooral  op  de  groote  Glassicale  Vergaderingen,  ongunstig 
beoordeeld. 

Van  meer  gewicht  is  deze  opmerking,  dat  men, 
lettende  in  het  bijzonder  op  die  Glassicale  VergaderingeD, 


163 


waarvan  de  groote  stadsgemeenten  de  middenpunten  uit- 
maken^ kan  nagaan,  dat  bijna  al  deze  gemeenten  met 
groote  meerderheid ,  eene  enkele  zelfs  eenparig  Iepen 
geadviseerd  hebben,  zooals  Amsterdam,  's  Gr  ave  n- 
hage,  Rotterdam,  Utrecht,  Arnhem,  Nijmegen, 
Leiden,  Dordrecht,  Middelburg,  Gouda, 
Sn  eek,  ook  12  afgevaardigden  der  stadsgemeente  Gro- 
ningen; en  het  is  vooral  opmerkelijk,  dat  zelfs  de 
Classicale  Vergaderingen  van  Zwolle  en  Haarlem,  blijkens 
het  verslag,  de  kerspelvorming  hebben  afgekeurd. 

Het  B^lement  is  derhalve  in  bijna  alle  stadsgemeenten 
van  meer  of  minder  omvang,  die  over  de  uitvoerbaarheid 
praktisch  juister  en  beter  kunnen  oordeeleu  dan  die  Clas- 
sicale Vergaderingen ,  welker  leden  slechts  dorpsgemeenten 
of  kleine  steden  vertegenwoordigen  ,  ongunstig  ontvangen. 

Let  men  op  de  uitgebrachte  adviezen,  zoowel  van  de 
ééne  als  van  de  andere  zijde ,  dan  blijkt ,  dat  8  leden  van 
Bommel,  Zutphen,  Tiel,  Br ielle,  meerderheid  Haar- 
lem, Alkmaar,  5  leden  Go  es,  'sHertogenbosch, 
Eindhoven,  5  leden  Maastricht,  Goevorden, 
Deventer  en  de  Waalsche  Bennie  de  kerspel- 
vorming tot  alle  gemeenten  wenschen  uitgebreid  te  zien, 
waartegen  Eraneker  en  Onderdendam  zich  ver- 
klaren ,  en  dat  de  modernen  ten  deele  wel  dankbaar ,  maar 
niet  voldaan  zijn  met  dit  wetsontwerp  ,  verlangende  geheele 
reglementaire  vrijmaking  van  den  confessioneelen  band, 
terwijl  daarentegen  de  meesten  der  andere  zijde  óf  tegen 
dit  Éeglement  protesteeren ,  óf  voor  grootere  spanning ,  ja 
zelfs  voor  verzet  in  de  gemeenten,  vooral  bij  Kerkvoogdijen 
en  Collegiën  van  beheer,  beducht  zijn.  Noch  principieel, 
noch  practisch  wordt  derhalve  dit  Beglement ,  blijkens  de 
adviezen  der  Classicale  Vergaderingen  ,  voor  de  oplossing 
der  kerkelijke  kwestie  geschikt  gehouden. 

Nog  verdienen  bijzondere  voorstellen  van  enkele  Classi- 
kale  Vergaderingen  onze  opmerkzaamheid.  Zoo  stelt  N  ij  m  e- 
gen  met  21  stemmen  voor  en  80  tegen  mjkwrming  in 
plaats  van  kerspel  vorming  voor;  zoo  wenscht  Dordrecht 
eenparig,  met  uitzondering  van  4  stemmen ,  dat  de  Synode 
een  middel  beramie,  dienstig  om  boedelscheiding  langs 
gematigden  w^  in  het  leven  te  roepen ,  opdat  het  hetero- 
gene niet  langer  als  éen  worde  beschouwd;  zoo  meent 
Middelburg  den  eisch  te  mogen  doen,  dat  de  Synode 
aan  de  Kerk  hare  oorspronkelijke  inriekting ,  voor  zoo  ver 


164 


de  rechten  der  gemeenten  en  der  classen  binnen  haar  ressort 
betreft,  hergeve  en  de  bijeenkomst  der  Nationale  Synode 
voorbereide;  zoo  heeft  Eindhoven  met  10  stemmen 
voor  en  7  tegen  het  voorstel  aangenomen ,  om  de  geheele 
kerk  in  twee  afdeelingen  te  splitsen;  zoo  verlangen  Haar- 
lem, Briell^  en  15  leden  van  Goes  autonomie  der 
gemeenten  in  alles  wat  leer  en  geestelijke  belangen  betreft, 
met  eene  Synode,  die  uitsluitend  administratieve  macht 
heeft;  zoo  wenscht  eene  groote  meerderheid  der  Waalsche 
Beunie,  dat  art.  39  Begl.  Godsdienstonderwijs  en  art.  27 
Begl.  Examen  gewijzigd  worden,  waarbij  Eindhoven 
nog  voegt  art.  11  A.  E.  en  art.  19  en  38  Eegl.  Gods- 
dienstonderwijs. Men  ziet  hieruit :  er  is  alles  behalve  een- 
stemmigheid, en  er  zijn  zoowel  van  de  éëne  als  van  de 
andere  zijde,  die  veel  verder  dan  dit  Eeglement  op  de 
Kerspelvorming  wenschen  te  gaan. 

Atnefidemenien. 

Een  tal  van  amendementen  zijn  door  eene  meerderheid 
of  minderheid  of  slechts  door  een  enkel  lid  van  verschil- 
lende Classikale  Vergaderingen  voorgesteld. 

Zoo  op  art.  1  drie  amendementen.  De  Classicale  Ver- 
gadering van  Zutphen  wenscht  bijna  eenparig,  in 
art.  1  ook  tot  de  stemgerechtigden  te  brengen  de  vrmoe- 
Ujke  lidmaten.  Enkele  leden  van  ^sGravenhage  wen- 
schen in  art.  1  al.  1  den  laatsten  zin:  //indien  i\f, 
enz.  te  schrappen.  Deventer  stelt  voor,  bij  art.  1 
al.  %  te  voegen :  ^/in  gemeenten  met  één  predikant  heeft 
de  minderheid,  voldoende  aan  de  eischen  van  getalsterkte, 
aan  kerspelen  gesteld,  dezelfde  rechten  als  in  art.  23  wor- 
den toegekend  aan  een  kerspel ,  dat  nog  geen  eigen  predi- 
kant heeft'\ 

Op  art.  2a  wordt  door  81  leden  van  Brielle  en 
door  de  meerderheid  van  Zierikzee  voorgesteld,  om, 
in  plaats  van  |^,  te  lezen  \. 

Op  art.  5  al.  1  zijn  de  volgende  amendementen:  H 
leden  van  Leiden  verlangen  //6  maanden'^  in  //2  maanden^ 
veranderd  te  hebben,  terwijl  8  leden  van  Bommel,  de  Classi- 
cale Vergaderingvan  Breda  en  die  van  Eindhoven  een 
termijn  van  8  maanden  wenschen  gesteld  te  zien.  Appi"' 
gedam  merkt  op  bij  art.  5  al.  1,  dat  het  plaatselijl^ 
r^lement  door  de  kerkbesturen  behoort  te  worden  goed- 


165 


gekeurd.  Aan  art.  5  al.  4  moet,  volgens  Onderden- 
dam,  nog  toegevoegd  worden:  //minstens  8  dagen  na  pas 
genoemden  termjjn'^  terwijl  Appingedam  het  recht 
wenscht  uitgesproken  te  zien ,  om  in  hooger  beroep  bij  het 
Classicaal  Bestuur  te  komen.  In  art.  5  al.  6  wordt  door 
16  leden  van  Brielle  eene  bepaling  verlangd,  waarbij  het 
voorloopig  Bestuur,  binnen  6  weken  na  de  aanvrage  geen 
antwoord  bekomen  hebbende,  bevoegd  verklaard  wordt, 
tot  de  vorming  van  een  kerspel  over  te  gaan. 

In  art.  6  behoort  volgens  Appingedam,  al.  6  van 
het  5*^  artikel,  daarin   vermeld^  geschrapt  te  worden. 

In  art.  7  al.  1  moeten  volgens  Deventer,  Breda 
en  8  leden  van  Bommel  de  woorden:  //niet  onder  cen- 
suur staande^'  wegvallen,  en  verder  de  laatste  zin  van 
art.  7  al.  1 ,  volgens  Breda,  Eindhoven^  4  leden 
van  Botterdam  en   8   van  Bommel. 

Op  art.  11  zijn  verscheidene  amendementen  voorgesteld. 
Zoo  verlangen  11  leden  van  Leiden  in  art.  11  b 
op  te  nemen  het  vermelden  van  den  geboortedag  der  manne- 
lijke lidmaten.  Art.  11  ^  moet  volgens  Deventer  aldus 
luiden :  //het  toezicht  op  de  leden  van^'  enz.  Wederom 
wenscht  Deventer  te  lezen  in  art  11/,  in  plaats  van 
de  woorden :  j/ volgens  het  Beglement  op  het  Godsdienstonder- 
wijs": ly  volgens  huishoudelijke  bepalingen  van  elk  kerspel'^, 
terwijl  1  lid  van  Nijmegen  adviseert,  om  de  woor- 
den: ^volgens  het  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs^' 
te  doen  vervallen.  Volgens  Deventer  behoort  men  bij 
art.  11  i  achter  attestaties  in  te  voegen:  //of  bewijzen 
vanlidmaatschap^',  en  Onderdendam  wenscht  in  dit 
artikel  de  tweede  zinsnede:  ^met  inachtneming'^  enz. 
geschrapt  te  hebben. 

In  art.  1 2,  behoort,  volgens  8  leden  van  Bommel,  de 
regeling  van  het  aantal  godsdienstoefeningen  aan  elk  ker- 
spel te  worden  overgelaten ,  en  Eindhoven  verlangt 
aan  elk  kerspel  meer  vrijheid  te  zien  geschonken  voor  de 
regeling  zijner  godsdienstoefeningen.  Onderdendam 
wil  bij  ^  art.  1  £  achter  de  woorden  van  de  laatste  alinea : 
fGroote  Kerkeraad''  nog  bijgevoegd  te  hebben:  //en  wor- 
den de  daarop  betrekkelijke  bepalingen  in  andere  regle- 
menten in  diien  zin  opgevat''. 

In  Art.  16  verlangt  Eindhoven  den  Diakenen  volle- 


*  In  het  verslag  staat  Art.  2;  dit  moet  waar8cliijnl\)k  zijn  12. 


166 


dige   vrijheid  toegekend  te  hebben ,    om    de  armenzorg  te 
regelen. 

Art.  22  kan  volgens  Appingedam  geschrapt  worden, 
indien  Art.  24    (zie  hieronder)  gewijzigd  wordt 

Alkmaar  stelt  voor^  van  art.  22  de  laatste  zin- 
snede te  doen  vervallen^  terwijl  4  leden  van  Botter- 
dam  het  aldus  veranderd  wenschen  te  hebben :  //Elk  ker- 
spel is  echter  verplicht*'  enz.,  en  11  leden  van  Leiden 
als  amendement  verlangen ,  dat  den  predikanten  ook  vrijheid 
gegeven  worde,  zich  bij  het  kerspel,  dat  zij  begeeren, 
aan   te  sluiten. 

In  art.  23  stellen  16  leden  van  Brielle  voor,  in 
plaats  van  eene  predikbeurt,  te  lezen:  /^eene  voormiddag- 
beurt  op  Zondag". 

Art.  24  moet  volgens  Appingedam,  als  volgt  aan- 
vangen :  //Predikanten ,  Ouderlingen'*  enz. ,  tenzij  op  eenige 
andere  wijze  bepaald  worde ,  dat  predikanten  bij  de  gemeente 
in  dienst,  als  zoodanig  werkzaam  blijven  bij  het  kerspel  hunner 
keuze'*.  Onderdendam  verlangt  hetzelfde,  en  stelt 
eenvoudig  voor,  om  vódr  de  woorden:  Ouderlingen  en 
Diakenen  te  voegen :  //Predikanten." 

Eindelijk  acht  een  lid  van  Onderdendam  het 
wenschelijk,  om,  met  het  oog  op  de  vacatuurbeurten ,  het 
geheele  Beglement  te  revideeren,  en  stelt  Hoorn  voor, 
om  het  een  en  ander  aan  te  vullen  betreffende  de  ver- 
vulling der   vacatuurbeurten  in  de  kerspelen. 

III.  Ter  zake  zijn  ingekomen  vier  adressen  van  Kerke- 
raden  en  vier  van  by zondere  personen ,  benevens  twee  voor- 
stellen van  leden   der  vergadering. 

Omtrent  één  der  adressen  van  Kerieraden  blijkt  niet, 
dat  het  langs  den  kerkdijken  weg  is  ingezonden.  Ten 
opzichte  van  een  ander  geeft  het  betrokken  Provinciaal 
Kerkbestuur  bij  de  overbrenging  zijne  meening  te  kennen, 
dat  de  Kerkeraad  zijne  bezwaren,  naar  art.  40,  2^  in 
verband  beschouwd  met  art.  13  Algemeen  Beglement, 
door  zijne  predikanten  en  mede-afgevaardigden  ouderlingen 
ter  Classicale  Vergadering  had  moeten  indienen. 

De  Kerkeraad  te  Groningen  verzoekt  in  een  adres, 
geregistreerd  onder  n®.  550,  de  Synode  dringend,  het  voor- 
loopig  aangenomen  reglement  terug  te  nemen.  Hij  gevoelt 
zich  daartoe  gedrongen  met  het  oog  op  de  gemeente,  die 
hij  vertegenwoordigt,  en  die  de  éénige  in  zijne  classis  is^ 
die  bij  genoemd  reglement  belang  zou  kunnen  hebben.  Hij 


167 


zwijgt  van  de  miskenning  van  de  bekende  artt.  11  en  23 
Algemeen  Reglement^  die  bij  den  bedoelden  maatregel  plaats 
heeft,  maar  wijst  op  het  navolgende.  Waren  het  werkelijk 
kerspelen ,  die  gevormd  werden ,  hij  zou  geen  bezwaar  heb- 
ben. Inderdaad  zijn  het  echter  gemeenten  met  eigen  kerke- 
raden,  die,  ja,  in  den  Orooten  Kerkeraad  zich  vereenigen, 
doch  niet  om  godsdienstige  belangen  te  behartigen.  Daar 
na  alleen  het  godsdienstige  leven  een  gemeente  vormt, 
draagt  de  Qroote  Kerkeraad ,  bij  aanneming  van  dit  regle- 
ment, zijn  naam  ten  onrechte. 

Geen  enkel  verschijnsel  in  zijne  gemeente  doet  hem  naar 
zulk  eene  oplossing  in  twee  of  meer  gemeenten  verlangen. 
Alles  integendeel  doet  hem  vreezen,  dat  daardoor  velen 
voor  goed  van  elkander  zollen  vervreemd  worden ,  die  moge- 
lijk later  elkander  beter  zouden  kunnen  verstaan. 

De  Kerkeraad  ie  Opperdoeê  oppert  in  een  verzoekschrift , 
geregistreerd  onder  n®.  761,  dezelfde,  maar  ook  andere 
bezwaren.  De  kerspelen,  meent  hij,  bestaan  reeds;  ieder 
toch  gaat  ter  kerk ,  waar  hij  geen  aanstoot  denkt  te  zullen 
vinden.  Wie  zal  zijne  goederen  ovei^even  aan  eene  richting , 
die  hem  vreemd  isp  Bezit  de  Synode,  waar  dit  wordt 
geweigerd ,  middelen  van  dwang  P  Zal  het  niet  tot  onein- 
dige procedaren  leiden?  Kerspehorming  is  scheiding,  en 
scheiding  het  begin  van  het  einde  der  Ned.  Herv.  Kerk. 
Minderheid  en  meerderheid  zullen  door  allerlei  middelen 
elkander  zoeken  te  verdringen.  De  scheiding  zal  bevor- 
derlijk  worden  aan  de  Commune.  Indien  het  zoogenaamd 
denkend  deel  der  gemeente  zich  van  de  overigen  scheidt, 
zullen  dezen  zich  hierdoor  gekrenkt  gevoelen.  Eene  Synode, 
geroepen  om  eenheid  te  bevorderen ,  moest  nooit  een  regle- 
ment tot  scheiding  ontwerpen.  Het  reglementeeren  van  een 
ziekelijken  toestand  kan  geen  gezondheid  baren.  De  tijd 
geneest  alles.  Men  oefene  geduld,  en  sla,  om  verwarring 
te  keer  te  gaan,  geen  weg  in,  die  nietalleen  in  strijd 
is  met  het  Algemeen  Beglement  der  Kerk,  maar  ook  tot 
grooter  verwarring  leidt.  De  kerkeraad  eindigt  met  de 
opmerking,  dat  door  geven  en  nemen  de  toestand  niet 
verbeterd  wordt,  en  dat  men,  twee  heeren  dienende,  ten 
laatste  niemand  toebehoort. 

De  Kerkeraad  ie  Oosierbierum ,  ofschoon  het  belang  zijner 
gemeente  in  de  zaak  niet  betrokken  is,  protesteert  ook 
//bescheiden ,  maar  ernstig^^  tegen  het  finaal  arresteeren  van 
het  reglement.  Hij  spreekt  zijne  verbazing  uit ,  dat  de  Synode 


168 


het  gewaagd  heeft  i  met  zulk  een  kerkontbiudend  reglement 
tot  de  Glassicale  Vergaderingen  te  komen ,  eene  verbazing, 
die  bijna  tot  verontwaardiging  stijgt  bij  de  gedachte :  namen 
en  vormen  zijn  wat  veranderd ,  maar  in  hoofdzaak  hebben 
wij  hier  terug  het  ten  vorigen  jare  verworpen  reglement 
tot  handhaving  van  de  rechten  der  minderheden.  De  kerke- 
raad  wil;  naar  den  aard  der  liefde,  nog  altijd  gelooven, 
dat  het  der  Synode  niet  te  doen  is  om  de  Kerk  te  ver- 
woesten ^  maar  om,  zoo  doenlijk,  hare  breake  te  heelen. 
Zij  haaste  zich  dan  echter  om  een  reglement  intetrekken, 
dat  in  gemeenten  met  twee  en  meer  predikanten  tal  van 
conflicten  zal  in  ^t  leven  roepen.  Deze  kerkeraad  roept  der 
Synode  vervolgens  nog  toe :  //Verschoon  ons  nu  eens  eenige 
jaren  van  nieuwe  voorstellen  tot  wetsverandering,  waardoor 
de  kerkelijke  regiementen  een  doolhof  worden  ^  en  de  Glassi- 
cale Vergaderingen  meer  debatingdubs,  dan  samenkomsten 
van  broeders,  over  wie  de  naam  des  Heeren  is  aange- 
roepen. 

De  Kerkeraad  van  Enschede  richt  in  een  schrijven,  gereg. 
sub  n^.  878,  tot  de  Synode  een  verzoek  van  dezelfde 
strekking.  Hij  doet  het  als  vertegenwoordiger  eener  gemeente 
met  drie  predikanten ,  wier  belang  dus  rechtstreeks  bij  den 
maatregel  betrokken  is.  Hij  vergenoegt  zich  met  te  wijzen 
op  de  onoverkomelijke  bezwaren ,  aan  de  uitvoering  ver- 
bonden, maar  ook  op  de  toenemende  verwarring  en  ver- 
deeldheid, die  er  naar  zijne  overtuiging  uit  zullen  voort- 
vloeien, zoodat  het  middel  erger  zal  blijken,  dan  de  kwaal, 
die  men   genezen   wil. 

Onder  de  adressen  van  bijzondere  personen  komt  voor: 

1^  een  adres  van  elf  leden  der  classis  Zierikzee, 
geregistreerd  sub  vP.  836(7 ,  houdende  verzoek  aan  de  Synode 
om  het  reglement  niet  definitief  vast  te  stellen.  Zij  gron- 
den dit  verzoek  op  principieele ,  practischeen  reglementaire 
redenen. 

Zij  zeggen  met  de  Synodale  Commissie:  //Wie  aan  de 
verschillende  richtingen  in  de  Kerk  geen  recht  van  bestaan 
toekent ,  kan  deze  kerspelvorming  onmogelijk  goedkeuren/' 
Zij  nu  kunnen  niet  erkennen ,  dat  /yhet  talloos  tal  nuances 
in  het  modernisme^'  recht  zou  hebben,  in  de  Kerk  te  blijven 
en  haar  haar  karakter  te  ontnemen.  Daar  dit  karakter 
belijdend  is,  kan  zoodanige  kerspel-organisatie  niet  plaats 
hebben,  zooals  de  Synode  wil,  //behoudens  het  karakter 
der  Kerk,''  en  is  hier  ook  niet  werkelijk //blijven  rusten 


169 


alles  wat  op  de  belijdenisquaestie  betrekking  heeft/'  Door 
de  erkenning;  dat  alle  meeningen  gelijke  rechten  hebben 
in  de  Kerk,  wordt  de  belijdenis,  en  hiermee  de  Kerk 
zelve  —  immers  geen  kerk  zonder  belijdenis!  —  dood 
verklaard  en  opgeheven. 

Een  goed  deel  der  practische  bezwaren,  verleden  jaar, 
ook  door  hen,  tegen  het  Minderheden*reglement  inge> 
bracht,  gelden   evenzeer   ten  opzichte  van    dit  reglement. 

De  verwarring  in  de  kerkelijke  wetgeving  zal  wanhopig 
groot  worden,  wanneer  de  onderscheiden  reglementen  van 
geheel  verschillende  b^nselen  ui%aan ,  en  met  de  grond- 
wet en  't  kar^ter  der  Kerk  hoe  langer  hoe  meer  in  strijd 
komen. 

2^.  een  verzoekschrift  van  Mr,  W,  van  Nauia  Lemie, 
lid  der  Herv,  gemeente  ie  Amsterdam,  gereg.  sub.  n^ 
610,  daartoe  strekkende,  dat  de  Synode  besluite:  a,  het 
voorloopig  vastgesteld  reglement  op  de  kerspelvorming  in 
een  definitief  te  veranderen  ;  b.  een  reglement  te  ontwer- 
pen en  voorloopig  vast  te  stellen,  waardoor  ook  gemeenten 
met  é&XL  predikant  op  gelijke  of  soortgelijke  wijze  zullen 
worden  gebaat. 

Adressant  geeft  zijne  vreugde  te  kennen ,  dat  de  Synode 
het  eindelijk  noodig  heeft  geacht,  een  reglement  op  de 
kerspelvorming  te  ontwerpen  en  aan  te  nemen ,  ten  einde 
zoo  mogelijk,  de  uiteenspatting  der  Ned.  Herv.  Kerk  te 
verhoeden.  Hij  houdt  zich  overtuigd ,  dat  de  vele  pogingen, 
die  worden  aangewend  om  de  Synode  van  definitieve 
vaststelling  van  het  reglement  te  doen  afzien,  vruchteFoos 
zijn  zullen.  Zij  is  toch  geroepen,  de  belangen  Ast geheele 
kerk  te  behartigen.  De  gronden,  door  de  tegenstanders 
aangevoerd,  zijn  van  gewicht  ontbloot.  Volkomen  onjuist 
zijn  met  Jiame  die  van  den  Kerkeraad  te  Groningen. 
Immers:  indien  het,  zooals  die  kerkeraad  zegt,  //ontegen- 
zeggelijk  waar''  is,  /^dat  het  godsdienstig  leven  eene  ge« 
meente  vormt",  is  stellig  onwaar ,  't  geen  hij  verder 
beweert:  //dat  eene  gemeente  door  kerspelvorming  zou 
ophouden  te  bestaan".  Kerspelvorming  toch  zal  juist  het 
middel  worden  om  het  godsdienstig  leven  te  wekken  en 
te  versterken  bij  dat  ontzaglijk  groot  aantal  gemeenteleden 
in  de  woonplaats  van  den  adressant  en  elders ,  dat  in 
de  gemeente,  waartoe  het  behoort,  in  't  geheel  geene  of 
maar  eene  gebrekkige  gelegenheid  vindt  tot  bevrediging 
der   godsdienstige    behoeften.    Adressant    heeft   tegen    dit 


170 


reglement  slechts  het  bezwaar,  dat  gemeenten  met  één 
predikant,  die  de  overgroote  meerderheid  uitmaken,  er 
niet  door  zullen  worden  gebaat,  terwijl  in  deze  de  be- 
hoefte aan  dergelijke  tegemoetkoming  zich  nog  sterker  dan 
in  de  andere  doet  gevoelen.  In  grootere  plaatsen  toch  kaïi 
men  in  den  regel  buiten  de  eigen  gemeente  vinden,  wat 
men  daarbinnen  mist.  Ook  in  gemeenten  niet  één  pre- 
dikant zou  men  kerspelvorming  kunnen  toestaan ,  of  aan 
een  bepaald  getal  leden,  liefst  niet  te  hoog  gesteld,  de 
bevoegdheid  toekennen  om  met  of  zonder  bezwaar  van  de 
gemeentelijke  fondsen ,  een  predikant  van  hunne  richting 
te  doen  optreden ,  waartoe  de  gelegenheid  in  den  regel 
gemakkelijk  te  vinden  zal  zijn.  Met  den  meestmogelijken 
spoed  behoort  door  de  Synode  ook  in  deze  behoefte  te 
worden  voorzien. 

8^.  een  adres  van  W.  Huurling  e»  s.,  leden  der  Nel 
Herv,  Kerk,  ^ö'sGravenhage,  gereg.  onder  n°.  914, 
behelzende  het  ernstig  verzoek,  dat  de  Synode  het  ont- 
worpen plan  van  kerspel  vorming ,  met  de  wijzigingen,  door 
haar  noodig  en  nuttig  geoordeeld,  finaal  arresteere,  en 
verder  doe  wat  in  haar  vermogen  is ,  om  dat  plan  zoodra 
mogelijk  ten  uitvoer  te  brengen^ 

Adressanten ,  hoewel  niet  blind  voor  bezwaren ,  aan  die 
uitvoering  verbonden,  zijn  met  zeer  velen  overtuigd,  dat 
zoodanige  kerspelvorming  in  de  gegeven  omstandigheden 
het  eenig  aangewezen  middel  is ,  om  aan  de  godsdienstige 
behoeften  der  verschillende  richtingen  in  de  Kerk  naar 
vereischte  en  naar  billijkheid  tegemoet  te  komen ;  de 
verdere  verbrokkeling  en  dreigende  scheuring  der  Kerk 
nog  bijtijds  te  voorkomen ;  de  eenheid  van  het  kerk- 
verband, bij  erkenning  en  handhaving  van  het  recht  der 
verschillende  richtingen  te  bewaren,  en  —  wat  wel  bet 
voornaamste  is  —  om  voor  de  Ned.  Herv.  Kerk  zulk 
een  toestand  wettig  verzekerd  te  krijgen,  als  zij-zelve  door 
hare  steeds  voortgaande  ontwikkeling  feitelijk  in  het  leven 
heeft  geroepen  •  —  een  toestand ,  •  volstrekt  onmisbaar  én 
voor  Imre  verdere  regelmatige  ontwikkeling,  én  voor  de 
vervulling  harer  heiige  roeping,  aan  de  uitbreiding  van 
het  Godsrijk  werkzaam  te  zijn  naar  de  behoefte  des  tijdi» 

De  adressanten,  schoon  weinigen  (16)  in  getal,  houden 
zich  overtuigd,  de  tolken  te  zijn  van  het  verlangen  van 
zeer  velen  hunner  geestverwanten  in  de  gemeente  hunner 
woonplaats. 


171 


4^  Een  adres  van  mr.  H.  Ph.  de  Kanier ,  lid  der 
Ned.  Herv.  Kerh  te  Brielle,  gereg.  onder  n^  916. 
Adressant  hoopt ,  dat  het  voorloopig  aangenomen  reglement 
op  de  kerspel  vorming ,  waarin  hij  grootelijks  belangstelt, 
definitief  gearresteerd  zal  worden ,  al  strookt  het  niet 
geheel  met  zijne  wenschen,  die  hij  de  eer  had,  naast 
zijn  hooggeschatten  vriend  en  medelid  der  negencommissie 
in  1873  uit  te  spreken.  Hij  is  evenwel  ten  diepste  over- 
tuigd t  dat ,  als  de  Synode  in  deze  saak  A  zegt ,  zij  ook 
B  zal  moeten  z^gen ,  en  de  tijdsomstandigheden  zullen 
dwingen,  om  eerlang  aan  alle  kerspelen  volledige  vrijheid 
van  beweging  in  eigen  boezem  te  geven ,  zoodat  van  ^t 
kerkverband  niets  zal  overblijven ,  dan  het  financieel  verband. 

Wordt  de  aanhangige  regeling  wet,  dan  zal  in  1881 
in  bijna  alle  gemeenten  van  meer  dan  één  predikant, 
en ,  indien ,  wat  hij  hartelijk  wenscht ,  het  beginsel  der 
kerspel  vorming  algemeen  wordt  toegepast ,  in  alle  gemeenten 
eene  stemming  over  de  vraag :  al  of  niet  splitsing  P  worden 
uitgelokt  en  de  gevormde  kerspel,  zullen  zich  hebben  te 
organiseeren  binnen  de  grenzen  hunner  bevoegdheid.  Bij 
adressant  is  nu  echter  de  vraag  gerezen,  of  het  wel  goed 
is,  tegelijk  met  deze  doelmatige  poging  om  rust  in  de 
gemeenten  te  brengen,  den  grootsten  twistappel  in  haar 
midden  te  werpen.  Het  komt  hem  voor,  dat  de  vraag: 
al  of  niet  kiescoU^  P  juist  behoort  tot  die  eigenaardig 
inwendige  belangen  der  kerspelen,  welke  geheel  door 
dezen  zelve  dient  te  worden  uitgemaakt.  Tot  heden  was 
't  een  strijdvraag  voor  de  partijen,  en  de  stemming  er 
over  een  felle  strijd  over  de  suprematie.  Dien  strijd  wil 
de  Synode  terecht  bannen  uit  de  gemeenten ;  maar  dan  kan 
de  nieuwe  organisatie  onmogelijk  samengaan  met  het  verder 
uitvoeren  van  een  reglement ,  dat  geheel  voor  de  oude 
organisatie  is  gemaakt,  en  daarop  alleen  van  toepassing 
kan  geacht  worden.  Hij  verzoekt  dus  schorsing  der  uit* 
voering  van  ^t  bestaande  reglement,  en  wijziging  van  'i 
reglement  op  de  kerspelvorming  in  dier  voege,  dat  de 
qnaestie :  «ral  of  niet  kiescollege'^  worde  eene  quaestie ,  die 
in  den  boezen  der  kerspelen  wordt  uitgemaakt,  niet  meer 
door  de  gemeente  als  één  geheel. 

Eindelijk  volgen  hier  de  beide  voorstellen,  door  leden 
der  Synode  in  uwe  vergadering  ingediend.  Zij  betreffen 
wijziging  van  bijzondere  artikelen  van  het  Reglement.  Dr. 
H,   Roodhuijzen  Jr.    wenscht  art.  5  in  dier  vo^e  geam** 


172 


plieerd  te  zien,  dat  na  de  woorden:  //geven  het  verlangen 
daartoe^'  worde  opgenomen:  //inet  opgave  van  de  gods- 
dienstige richting ,  waartoe  zij  behooren/'  En  ons  medelid 
J.  P.  Bruinwold  Riedel  verlangt  uit  art.  11/  de  woor- 
den te  zien  weggenomen:  // volgens  het  reglement  op  het 
godsdienstonderwijs/' 

lY.  Gij  hebt  over  het  fieglement  op  de  Kerspelvorming 
het  oordeel  der  kerk  gehoord,  't  Is  in  de  verste  verte  niet 
eenparig.  Hier  warme  toejuiching ,  daar  scherpe  afkeuring. 
Hier  dringende  verzoeken  om  het  in  te  trekken ,  daar 
ernstige  aansporing  om  het  vast  te  stellen,  ja!  bij  som- 
migen, om  in  den  zin  van  't  beginsel,  dat  er  aan  ten 
grondslag  ligt,  nog  een  stap  verder  te  gaan.  Een  en  ander 
op  de  bekende  gronden.  Droefheid,  bekommering  zelfs 
moge  dit  groot  verschil  van  gevoelen  u  baren,  het  kan 
n  niet  verwonderen,  nauwelijks  teleurstellen.  De  gehoorde 
zoozeer  uiteenloopende  consideratiën  en  adviezen  spiegelen 
af  den  bedroevenden  toestand  onzer  ten  gevolge  van  een 
strijd  van  beginselen  door  partijschap  verdeelde  kerk.  Gij 
kent  dien  toestand.  Hij  plaatst  u  sedert  jaren  voor  een 
moeilijk  vraagstuk:  de  vraag,  op  welke  wijze  het  sanieu- 
blijven  der  verschillende  bestaande  richtingen  in  de  kerk 
op  den  duur  mogelijk  te  maken.  Seeds  in  1873  vroeg  de 
Synode  tot  oplossing  van  dat  vraagstuk  de  voorlichting  van 
een  negental  geachte  en  bekwame  mannen ,  in  wie  zij  de 
onderscheiden  hoofdrichtingen  vertegenwoordigd  zag.  Na 
meer  dan  ééne  mislukte  poging  kwam  zij  in  hare  buiten- 
gewone vergadering  van  April  dezes  jaars  tot  het  aannemen 
van  dit  reglement ,  waarin ,  hoewel  met  zeer  beperkte  toepas- 
sing ,  't  beginsel  is  belichaamd  van  de  3®  sectie  der  bedoelde 
Commissie  van  advies. 

Ware  de  Synode  geroepen  om,  als  gehoorzame  dienares, 
den  wil  van  Provinciale  Kerkbesturen  en  Glassicale  Vergade- 
ringen te  volbrengen ,  't  kon  haar  moeite  baren ,  in  deze 
zaak  tot  een  besluit  te  komen.  Verklaarden  zich  toch 
verreweg  de  meeste  leden  der  genoemde  kerkbesturen  f7(?^, 
omstreeks  de  helft  der  dassen  adviseerden  tegen  de  vast- 
stelling van  het  reglement;  ja,  wanneer  men  de  conside- 
ratiën, die  hoofdelijk  werden  uitgebracht,  telt,  blijkt  bij 
de  dassen  de  helft ,  die  tegen  adviseerde ,  nog  de  grootste. 
Doch  de  Synode  is,  als  wetgeefster  en  bestuur deres,  geroepen 
tot  voorgaan,  niet  tot  blindelings  volgen.  Met  eigen  oordeel 
moet  zij  onafhankelijk  te  rade  gaan ,  na  de  stem  der  Kerk 


173 


te  hebben  gehoord.  De  gegeven  adviezen  heeft  zij  geenszins 
te  tellen,  ^aar  te  wepen,  In  dien  geest  heeft  ook  uwe 
Commissie  gehandeld.  En  hare  ernstige  overwegingen 
hebben  haar  geleid  tot  een  bijna  eenparig  advies.  U  dit 
advies,  maar  ook  dat  van  het  ééne  lid,  dat  in  gemoede 
meende,  van  de  meerderheid  uwer  Commissie  te  moeten 
verschillen,  mee  te  deelen  en  u  daarvan  rekenschap  te 
geven,  daartoe  gaan  wij  thans  over. 

Al  dadelijk  heeft  het  ons  getroffen ,  dat  het  Reglement 
op  de  Kerspelvorming  in  de  kerk  zooveel  gunstiger  is 
ontvangen,  dan  ten  vorigen  jare  dat  tot  regeling  van  de 
rechten  en  bevo^dheden  der  minderheden.  De  meerderheid 
der  Provinciale  Kerkbesturen  en  verreweg  de  groote  meerder- 
heid der  dassen  adviseerde  dédrtegen.  De  oorzaak  schijnt 
ons  deze  te  zign.  Eensdeels,  dat  kerspelvorming  de  partijen 
voor  de  behartiging  der  geestelijke  belangen  zelfstandiger, 
meer  van  elkander  onafhankelijk  maakt.  Doch  vooral,  dat 
de  nood  hooger  gestegen,  de  drang  der  omstandigheden 
sterker  geworden  is.  Dit  gevoelde  ook  de  Synodale  Com- 
missie, aan  wie  door  uwe  vergadering  des  vorigen  jaars 
werd  opgedragen ,  haar  omtrent  een  in  haar  midden  gedaan 
voorstel  tot  het  ontwerpen  van  een  reglement  voor  faculta- 
tieve kerspelvorming  van  advies  te  dienen.  //Wij  achten 
't  ongeraden,  dat  voorstel  te  behandelen  in  dit  zittingjaar ^', 
had  de  Synode  gezegd.  Maar  zie,  de  Dordtsohe  troebelen 
kwamen ,  ^t  verzet  dèr  geschorste  ouderlingen  tegen  de  door 
't  Kerkbestuur  van  Gelderland  genomen  eindbeslissing , 
toegejuicht  door  tal  van  kerkeraden,  ja,  goedgekeurd  door 
hoogere  besturen;  een  verzet,  waarvan  de  Syn.  Commissie 
oordeelde ,  dat  het  de  kerk  met  geheele  ontbinding  dreigde. 
En  die  Commissie  besloot  in  eene  buitengewone  vergadering , 
naar  aanleiding  dier  zaak  gehouden,  de  Synode  tot  eene 
buitengewone  vergadering  samen  te  roepen  en  haar  uit  te 
noodigen  een  door  de  Commissie  ontworpen  Beglement  op 
de  Kerspel vormiug  aanstonds  ter  hand  te  nemen.  De  //logica 
der  feiten'^  had  gesproken,  ^t  Voorstel  van  Augustus  1879 
kwam  in  behandeling  f,nog  in  hetzelfde  zittingjaaf^'.  Het 
E^I.  der  Syn.  Commissie  werd  met  groote  meerderheid 
van  stemmen  voorloopig  vastgesteld.  De  groote  meerderheid 
van  de  leden  der  vergadering ,  ofschoon  niet  allen  evenzeer 
met  het  beginsel  van  kerspelvorming  ingenomen ,  oordeelden 
met  de  Synodale  Commissie:  //Zoóals  het  nu  is,  kan  het 
niet  blijven ,  er  moet  iets  gedaan  worden,  en  dat  zoo  spoedig 


174 


mogelijk^  om  tegemoet  te  komen  aan  de  ernstige  gewetens- 
bezwaren^ die  de  tegenwoordige  toestand  niet  voor  ééne 
richting^  maar  voor  allen  te  zamen  oplevert.  Het  stelsel 
van  uitstellen^  van  het  aan  den  tijd  overlaten  mag  niet 
langer  worden  volgehouden,  waar  de  verwarring  met  den 
dag  toeneemt^  en  het  gevaar  van  anarchie  steeds  grooter 
afmetingen  verkrijgt/^  Uwe  Commissie  is  geheel  van  het- 
zelfde gevoelen.  Zij  neemt  daarbij  met  volle  instemming 
ook  deze  woorden  uit  het  rapport  der  Synodale  Commissie 
over :  //Dat  in  tal  van  gemeenten  de  toestand  onhoudbaar 
is ;  dat  de  minderheden  er  volstrekt  geen  voldoening  vinden 
voor  hare  godsdienstige  behoeften  en  letterlijk  doodgedrakt 
worden;  dat  velen  reeds  hier  en  daar^  des  wachtens  moede, 
elders  een  uitweg  zochten,  en  anderen  gereed  staan,  dat 
voorbeeld  te  volgen ,  zoodra  het  blijken  zal ,  dat  ook  nn 
zelfs  van  deze  zijde  niets  gedaan  zal  worden  om  een 
beteren  toestand  in  't  leven  te  roepen  ;'*  wij  voegen  er  bij : 
de  afscheiding  door  overgang  tot  andere  kerkgenootschappen, 
die  in  vollen  gang  is ,  en  het  aantal  dergenen ,  vooral  ook 
onder  de  jongeren ,  die  van  de  kerk  en  daardoor  licht  van 
deiv  godsdienst  in  onzen  toch  reeds  zoo  materialistischen 
tijd  worden  vervreemd;  dit  alles,  wat  overbekend  is  en 
slechts  behoeft  te  worden  aangestipt,  roept  de  Synode, 
om  iets  te  doen  tot  voorziening  in  den  dringenden  nood. 

Onder  hen ,  die  u  als  leden  van  kerkbesturen  en  class. 
vergaderingen  of  als  bijzondere  coUegiën  en  personen  hun 
advies  hebben  medegedeeld,  zijn  er  niet  weinigen  die  n 
raden,  in  dezen  toestand  der  Kerk  niet  door  wettelijke 
maatregelen  in  te  grijpen,  de  genezing  barer  krankheid 
ifaan  den  tijd,  aan  God  overtelaten'\  Bij  dezen  sluit  zich 
in  gemoede  één  lid  uwer  Commissie  aan.  Zijn  advies  heeft 
hij  in  ons  midden  schriftelijk  medegedeeld.  Het  luidt 
als  volgt: 

//Een  lid  der  minderheid  verklaart  zich  ten  sterkste  tegen 
deze  voorgestelde  kerspelvorming,  niet  slechts  omdat  de 
meerderheid  der  leden  van  de  Classicale  Yergaderingen  en 
inzonderheid  de  meeste  afgevaardigden  van  bijna  alle  groote 
gemeenten  er  eenstemmig  tegen  geadviseerd  hebben,  maar 
bovenal,  omdat  zij,  als  organiseering  van  de  desorganisatie, 
het  beginsel  der  belijdende  Kerk  aantast;  omdat  zij  eene 
gevaarlijke  proefneming  is;  omdat  zij,  in  plaats  van  de 
eenheid  te  bevorderen,  de  verdeeldheid  en  de  verwarring 
vermeerdert,  en  tot  eene  gedwongene  splitsing  en  ontbin- 


175 


ding  van  het  Ned.  Hervormd  kerkgenootschap  leidt. 
Wordt  dit  voorloopig  aangenomen  reglement  vastgesteld 
en  ingevoerd^  dan  voorziet  hij  verzet  in  de  groote  gemeen- 
ten, voornamelijk  bij  Kerkvoogdijen  en  Gollegiën  van 
beheer,  en  de  verwikkelingen  zullen  dan  eerst  recht  aan- 
vangen ,  vermits  men  wel  in  aanmerking  moet  nemen,  dat 
de  strijd  alsdan  van  het  geduldig  papier  op  het  veelzijdig 
bewogen  leven  wordt  overgebracht. 

jy Bescheiden,  maar  dringend  verzoekt  hij  daarom  zijne 
geachte  medeleden,  om,  niet  ingrijpende  met  het  heelmes 
van  eene  kerkelijke  wet  in  het  ziek  te-proces ,  dit  ont- 
worpen reglement  in  te  trekken,  en  de  genezing  van 
het  kritiek  kranke  lichaam  der  Kerk  onzer  Vaderen  aan 
de  almachtige  zorg  van  den  besten  Medidjnmeester  en  aan 
de  goddelijke  leiding  van  Zijnen  Geest  over  te  geven .^' 

Naar  't  oordeel  van  de  overige  leden  uwer  Commissie 
wordt  in  zulke  adviezen  (wij  zeggen  't,  behoudens  alle 
waardeering  der  bedoeling  van  ons  geacht  medelid)  de 
nood  des  tijds  voorbijgezien.  Indien  het  juist  is,  de 
Kerk  bij  een  kranke  te  vergelijken,  mag  men  haar  niet 
werkeloos  aan  God  overlaten.  Men  mag  de  hulp  van  den 
geneesheer  niet  versmaden,  die,  al  vermag  hij  niets  zonder 
den  besten  Medicijnmeester ,  de  natuur  kan  te  hulp  komen , 
verergering  der  kwaal  voorkomen ,  of  althans  't  lijden  ver- 
zachten. Dit  is  de  bedoeling  van  het  Beglement  op  de 
Kerspelvorming.  Wie  het  middel  afkeurt ,  is  verplicht  zich 
ernstig  aftevragen,  of  een  ander  en  beier  kan  worden 
gevonden. 

Dat  de  krankheid  der  Kerk  een  nieuw  tijdperk  is  inge- 
treden, blijkt  daaruit,  dat,  terwijl  vroeger  van  de  rechterzijde 
slechts  adviezen  tot  verwerping  van  het  voorgestelde  en  tot 
handhaving  van  den  status  quo  werden  gegeven,  thans  van 
die  zijde  ook  middelen  tot  herstel  worden  aan  de  hand 
gedaan.  Wij  vonden  deze  in  de  consideratiën ,  van  de  dassen 
Nijmegen,  Dordrecht,  Brielle  en  Middelburg 
tot  n  gekomen.  Ook  van  de  linkerzijde  kwamen  bijzondere 
voorstellen  in  uit  de  dassen  Brielle,  Haarlem  en 
Eindhoven.  Wij  deden  ze  u  mede  in  de  volgende  orde. 
Sommigen  willen  ieia  geheel  andere  dan  kerspelvorming, 
anderen  iets  meer ^  weder  anderen  hetzelfde,  maar  op 
andere  tcije. 

jr/Er  nK>et  iets  geschieden'^,  zegt  de  dassis  Middel- 
^^^Sf    //^n   hoe    zal    dit  kunnen?'^  Zij  is  van  oorded, 


176 


dat  de  Synode,  tengevolge  van^  baar  oorsprong  en  de 
inrichting  der  kerk,  deze  hoogst  gebrekkig  vertegenwoor- 
digt. Zij  meent  daarom  met  volle  recht  te  mogen  eischen , 
dat  de  Synode  aan  de  kerk  hare  oorspronkelijke  inrichting, 
voor  zoover  de  rechten  der  gemeenten  en  der  dassen 
binnen  haar  ressort  betreft ,  hergeve  en  de  bijeenkomst  der 
Nationale  Synode  voorbereide.  Zulk  eene  Synode  zal,  volgens 
de  bedoeling  der  voorstellers,  dan  de  leer  kunnen  hand- 
haven. //De  Kerk"  toch,  //wettig  vertegenwoordigd,  heeft 
het  regt ,  hare  belijdenis  uit  te  spreken ;  dat  wil  zeggen : 
aan  Gods  Woord  te  toetsen  en  gravamina ,  daartegen  in- 
gebragt,  te  onderzoeken.*' 

Eenparig  ontraden  wij  u,  in  dit  voorstel  te  treden. 
Het  komt  ons  voor,  dat  de  bezwaren  tegen  de  kerkin- 
richting van  1816,  van  die  zijde  ingebragt,  grootendeels 
van  kracht  worden  beroofd  door  de  herziening  van  het 
Algemeen  Eeglement,  die  in  185&,  en  vooral  door  de 
invoering  van  het  algemeen  stemregt,  die  in  1867  heeft 
plaats  gehad,  en  dat  het  oude,  dat  zijn  tijd  gehad  heeft, 
zich  niet  laat  herstellen.  Maar  dat  vooral  geen  heil  is  te 
verwachten  van  eene  Nationale  Synode,  als  door  voorstellers 
bedoeld,  door  welk  denkbeeld  dit  voorstel  zich  aansluit  aan  het 
advies,  door  de  1*  sectieder  Commissievan  Negen  in  1873 
gegeven.  Zulk  eene  Synode  zal  de  scheuring  te  voorschijn 
roepen,  die  men  wenscht  te  voorkomen.  Een  andere 
Bogerman  zal  het  //ite,  ite,  dimittimini^'  spreken,  en  wie 
zullen  de  gebannenen  zijn? 

Indien  uwe  vergadering  meent,  dezen  weg  niet  te 
kunnen  inslaan,  adviseert  de  classis  Middelburg  haar 
toch,  //de  schijnbare  eenheid  dér  Kerk  niet  langer  te 
handhaven ,  maar  ridderlijk  de  autonomie  aan  de  afzonder- 
lijke gemeenten  terug  te  geven,  en  hetzij  eene  provisie 
voor  de  minderheden  buiten  het  kerkverband  te  maken ; 
hetzij  de  regeling  van  deze  aangelegenheid  geheel  vrij  te 
laten.'' 

In  overeenstemming  met  de  hoofdstrekking  van  dit 
voorstel  vraagt  de  meerderheid  in  de  dassen  Brielle 
en  Haarlem  gemeente-autonomie  in  al  wat  de  gees- 
telijke belangen  betreft ,  met  eene  Synode ,  die  alleen  ad- 
miniêtratieve  macht  heeft. 

Omtrent  dit  voorstel  meenen  wij  te  moeten  opmerken, 
dat  autonomie  der  gemeenten ,  zonder  dat  de  rechten  der 
minderheden  binnen  het  kerkverband  wettig  verzekerd  zijn. 


177 


die  rechten  blootstelt  aan  schromelijke  verkorting,  ^t  Be- 
zwaar van  den  tegenwoordigen  toestand  wordt  opdiewijse 
uit  de  Kerk  naar  de  gemeente  verplaatst ,  waarin  de 
heerschappij  der  meerderheid  zich  op  ondragdqke  wijs  zal 
doen  gevoelen.  Dit  middel  juist  zal  erger  blijken  dan  de 
kwaal,  die  men  genezen  wil.  De  onderdrukte  minderheid 
toch  zal  weerloos  zijn ,  daar  haar  de  steun  en  bescherming 
van   hooger  bestuur  ontbreekt. 

Ook  de  eloisia  Dordrecht  wil  de  eenheid  verbroken 
zien.  Zij  raadt  dat  de  Synode  hoe  eer  hoe  beter  middelen 
berame,  dienstig  om  i,boedel8cheiding^'  in  het  leven  te 
roepen.  De  meest  heterogene  bestanddeelen  der  Vergadering 
gaven  aan  dit  voorstel  hunne  stem,  opdat  de  grenzenlooze 
Ter  warring  toch  eenmaal  een  einde  mocht  nemen. 

Hoewel  uwe  Commissie,  het  karakteristiek  acht,  dat 
dit  voorstel  uit  Dordrecht  komt,  meent  zij  u  daar- 
omtrent het  volgende  in  overweging  te  moeten  geven. 
Wie  meent  dat  de  Synode  het  daarheen  kan  leiden,  dat 
in  de  Ifed.  Herv.  Kerk,  ten  behoeve  van  hare  leden 
boedelscheiding  plaats  hebbe,  maakt  zich  eenvoudig 
eene  illusie.  Yan  boedelscheiding  spreekt  het  Burgerlijk 
Wetboek  met  het  oog  op  erfenissen.  Erfgenamen  hebben 
^t  recht  eene  nalatenschap  ,  die  hun  gezamenlijk  toekomt, 
onderling  te  verdeeleu.  Elke  Vereeniging  (aociëtas)  kan, 
met  verdeeling  van  het  gemeenschappelijk  eigendom,  uit- 
eengaan. Maar  de  Ned.  Herv.  Kerk  in  haar  geheel  en 
iedere  bijzondere  gemeente  is  zulk  eene  Vereeniging  niet. 
Zij  is  een  zedelijk  lichaam  (universüas).  De  Kerk,  de 
gemeente  bestaat  niet  maar  eenvoudig  uit  de  som  van 
hare  tijdelijke  leden.  Ook  waar  die  leden  ontbreken,  //sla^ 
nomen  universitaüs/'  Aan  de  goederen  van  het  zedelijk 
lichaam  wordt ,  wanneer  't  geacht  kan  worden ,  niet  meer 
te  bestaan ,  door  den  Staat  eene  bestemming  aangewezen , 
zoo  na  mogelijk  overeenkomende  met  de  oorspronkelijke 
bestemming.  Uwe  Commissie  is  op  dezen  grond  eenparig 
van  gevoelen,  dat  door  U  aan  het  verzoek  der  Classicale 
Vergadering    van    Dordrecht  niet  kan  worden  voldaan. 

Van  orthodoxe  zijde  kwam  mi  Ae  elasêis  BtigIIq  eene 
consideratie  in,  waarmede  17  leden  zich  vereenigden.  Zij 
adviseert  tot  //het  ontwerpen  van  zoodanige  bepalingen , 
waardoor  het  onvereenigbare  kan  uiteengaan  en  zich  zelf- 
standig ontwikkelen,  zoowel  in  gemeenten  als  dassen  en 
Synode,  met  opheffing  der  provinciale  indeeling  en. pro vin- 

12 


178 


ciale  besturen^  onder  behoud  alleen  van  eene  gemengde 
financiëele  commissie/^  Wegens  het  ingrijpende  van  dezen 
maatregel  kan  uwe  Commissie  u.niet  adviseeren  daartoe ^ 
over  te  gaan. 

Om  dezelfde  reden  onraadt  hare  meerderheid  a  ook, 
te  treden  in  het  voorstel  van  de  classis  Eindhoven, 
dat ,  hoewel  van  het  evengenoemde  verschillend ,  in  de 
bijzonderheden  eene  dergelijke  strekking  heeft. 

Die  vergadering,  immers  hare  meerderieid,  verzoekt  U,  de 
kerkelijke  qaaestie  op  te  lossen  door  de**  geheele  kerk  in  twee 
of  meer  afdeelingen  te  splitsen ,  die  ieder  hare  eigen  geestelijke 
belangen  regelen,  maar  samen  de  gemeenschappelijke  stoffelijke 
belangen  door  een  hoogst  college^  waarin  al  de  afdeelin- 
gen evenredig  vertegenwoordigd  zijn.  Zij  acht  dit  de 
éénig  mogelijke  wijze ,  om  de  belijdenisvra^  en  alle  quaes- 
tiën,  die  daarmee  samenhangen ,  op  billijke  en  bevredigende 
wijze  op  te  lossen.  Langs  dezen  weg  wordt  ook  het  gevaar 
voorkomen  van  overheersching  der  Kerk  door  ééne  der 
bestaande  partijen,  Zij  vraagt  U,  dat  het  geschiede  in 
den  geest  van  het  voorstel  gedaan^  in  Uwe  buitengewone 
vergadering  van  April  jl.  (zie  Synod:  Hand.  blz.  118, 
119,   126— 128.'^ 

Dit  voorstel  vond  bij  één  lid  uwer  Commissie  warme 
ondersteuning.  Hij  beval  het  in  onze  kleine  vergadering 
aan ,  gedrongen  door  den  vurigen  wensch  om  den  kerkdijken 
strijd^  die  zoo  onberekenbare  zedelijke  schade  veroorzaakt, 
tot  een  gewenscht  einde  te  brengen.  Hij  lichtte  het  toe 
met  de  navolgende  opmerkingen.  //De  Sjnode  zou  langs 
dien  weg  eenvoudig  voortgaan  op  de  lijn ,  waarop  zij  zich 
met  het  Eeglement  op  de  kerspelvorming  heeft  bleven. 
Die  maatregel  blijft  nu  eene  halve.  In  de  classicale  ver- 
gaderingen en  hoogere  kerkbesturen^  ook  in  de  Synode, 
blijven  de  in  de  gemeenten  gescheidene  partijen  bijeen, 
om  met  en  voor  elkander  leerbepalingen  vast  te  stellen, 
hooger  onderwas  in  te  richten ,  aanneming  en  bevestiging 
Van  lidmaten  en  toelating  tot  de  Evangeliebediening  te 
regelen.  Men  kan  dit  niet  doen ,  zonder  dat  de  tijdelijke 
meerderheid  der  minderheid  een  juk  oplegt ,  in  strijd  met 
den  christelijken  geest  en  vrije  mannen  onwaardig.  ''tZal 
dus  voor  de  Synode  een  peven  en  nemen  moeten  blijven. 
Een  zuivere  toestand  zal  niet  geboren  worden.  En  het 
einde  zal  zijn ,  dat  de  meerderheid  in  de  Provinciale  Kerk- 
besturen   en    in    de   Synode    de    minderheid  uitdringt  of 


179 


uitdrijfil;,  en  haar  alzoo  bare  rechten  ontneemt ,  zonder  dat 
de  minderheid  zich  op  éénige  menschelgke  macht  tot  hand- 
having van  haar  recht  kan  beroepen/^  Het  voorstel^  dat 
met  het  voorafgaande  onmiskenbare  punten  van  overeen* 
komst  heeft;  onderscheidt  zich  daarvan  echter  hierdoor , 
dat  het  de  onderscheiden  partijen  zelfstandig  wil  maken, 
door  de  kerkeraden  zich  te  doen  verklaren  binnen  een  te 
bepalen  tijd ,  nadat  het  Reglement  op  de  kerspelvorming  in 
werking  is  getreden.  Tot  schibboletA  wil  het  maken  het 
al  of  niet  instemmen  met  het  beginsel:  recht  voor  allen, 
dat  in  art.  88  Godsdienstonderwijs  is  uitgedrukt.  Bedoeld 
lid  had  zijn  denkbeeld  vorm  gegeven  in  een  concept- 
reglement op  de  splitsing  der  Kerk  in  afdeelingen,  dat 
hij  zijne  medeleden  der  Commissie  meedeelde.  Hij  wilde  het 
niet  gesteld  zien  in  plaats  van,  maar  beschouwd  hebben 
als  supplement  op  het  Beglement-kerspelvorming.  Hij  zag 
hierin  eene  oplossing  waarbij  geen  rechten  werden  gekrenkt, 
een  grooten  maatregel  waarbij  allen  werden  gebaat,  en 
meende  ook  bij  mannen  van  de  rechterzijde  hiervoor  steun 
te  zullen  vinden. 

Ëen  ander  lid  uwer  Commissie  verklaarde,  dat  hij, 
zoo  hij  eene  keuze  had  te  doen ,  het  laatstgemelde  voorstel 
boven  het  Beglement  op  de  kerspelvorming  zou  verkiezen, 
en  gaf  te  kennen,  dat  het  naar  zijne  meening  tot  de 
bedoelde  splitsing  wellicht  eenmaal  nog  zou  moeten  komen, 
doch  dat  hij  voor  Hoogenblik  zich  met  dergelijke  ingrij- 
pende maatregelen  niet  vereenigen  kon.  Ook  de  overige 
leden  uwer  Commissie  meenen  U  het.  aannemen  van  dit 
voorstel  te  moeten  ontraden.  Gezwegen  van  de  moeilijk- 
heid om  de  Kerk  in  afdeelingen  te  splitsen ,  daar  er  tal- 
looze  schakeeringen  en  nuances  in  de  opvatting  van  bet 
christendom  zijn,  zou  volgens  hen  de  strijd,  die  nu 
bestaat ,  slechts  weer  verplaatst  worden  in  den  boezem  dier 
afdeelingen.  Ook  zou,  naar  hun  gevoelen,  een  266  ingrij- 
pend voorstel ,  dat  eene  geheele  reorganisatie  der  Kerk  ten 
gevolge  hebben  zou ,  zeker  op  geen  gunstig  onthaal  bij  de 
Classicale  Yergaderingen  en  de  Frov.  Kerkbesturen  kunnen 
rekenen. 

De  minderheid  eindelijk  in  de  Classicale  Vergaie- 
ring  van  Nijmegen  stelt  U  voor,  het  beginsel  van 
kerspelvorming  op  eene  andere  wijze  ten  uitvoer  te  bren- 
gen: zóó  namelijk,  dat  in  de  groote  gemeenten  overal 
wijten   worden  gevormd,    en    daarbij    aan  elke    gemeente 


180 


^t  recht  toegekend ,  om  leden  van  andere  gemeenten  in 
haar  midden  op  te  nemen. 

Als  grond  wordt  aangevoerd  ^  //dat  de  wijken  sinds  de 
Hervorming  bestaan  hebben ;  dat  deze  wijkvorming  impera- 
tief zou  zijn ,  en  alle  minderheden ,  ook  de  kleinste,  ten 
goede  komen;  dat  zij  ook  op  ^t  platteland  reeds  is  voor- 
bereid, door  de  verleende  vrijheid  om  elders  te  lateu 
doopen  en  belijdenis  afleggen ;  dat  op  deze  wijze,  beter  dan 
door  kerspel  vorming,  een  natuurlijke  gang  van  zaken  zon 
geboren  worden,  en  aan  het  den  modernen  niet  te  ontzeg- 
gen historisch  recht  in  de  kerk  voldaan/' 

Hoewel  er  in  dit  voorstel  is  wat  uwe  Commissie  toe- 
lacht, als  b.  V.  dat  fe;e;/{;vorming  al  de  minderheden ,  ook 
de  kleinste,  ten  goede  zou  komen,  zoo  kan  zij  zich  toch 
geen  denkbeeld  maken  van  eene  inrichting,  waarbij  ^t  ver- 
band tusschen  woonplaats  en  gemeente  geheel  is  verbroken. 

Zij  kan  U  daarom  dit  ftvluchtheuveW*^\x^^ ,  dat  eigen- 
aardig uit  de  classis  komt,  waartoe  de  nieuwe  gemeente 
u  FlucAtAeuvelieri"  behoort,  geenszins  boven  het  Begletnent 
op  de  kerspelvorming  aanbevelen. 

Na  ernstige  overweging  van  al  de  medegedeelde  voor- 
stellen, weet  de  meerderheid  uwer  Commissie  U  geen  beteren 
raad  te  geven ,  dan :  het  voorloopig  aangenomen  reglement 
definitief  vasttestellen.  Zij  vindt  daartoe  vrijmoedigheid, 
ook  na  de  vele  bezwaren ,  die  er  tegen  werden  ingebracht, 
te  hebben  gewikt  en  gewogen.  Men  noemt  het  ffierkont- 
bindend."  Maar  bestaat  niet  reeds  in  den  tegenwoordigen 
toestand  der  Kerk  het  gevaar  van  ontbinding?  Zal  zij 
niet  onvermijdelijk  volgen ,  indien  aan  de  bestaande  bezwa- 
ren niet  wordt  tegomoet  gekomen?  Is  het  ooit  mogelijk, 
door  dwang  de  uitwendige  eenheid  te  bewaren,  waar  de 
innerlijke  eenheid  ontbreekt?  Heeft  de  Boomsche  Eerk, 
door  dit  verkeerd  beginsel  te  volgen,  niet  in  den  loop 
der  eeuwen  tal  van  hare  vroomste  en  edelste  zonen  uit- 
gestooten  ?  En  loopt  de  Hervormde ,  als  zij  't  zelfde  beginsel 
huldigt,  niet  hetzelfde  gevaar? 

De  kerspel  vorming  is  zonder  twijfel  iels  nieuws ,  dat  tot 
heden  aan  onze  kerkelijke  inrichting  vreemd  was.  Maar 
schrijft  het  beginsel  van  het  Protestantisme,  evenals  dat 
van  Rome,  een  vasten  on  veranderlijken  kerkvorm  voor? 
Is  volgens  Protestantsche  en  Christelijke  beginselen  vorm 
en  inrichting  van  het  gemeenteleven  niet  geheel  onder- 
geschikt te  achten  aan  het  godsdienstig  en  zedelijk  element, 


181 


en  niet  éUe  inrichting  de  beate,  die  dat  element  het  meest 
kan  bevorderen?  Opent  kerspel  vorming  niet  den  weg,  om 
het  godsdienstig  en  zedelijk  leven  aantekweeken  in  znlk 
een  deel  der  gemeente ,  van  welke  denkwijze  ook  y  dat  bij 
de  tegenwoordige  inrichting  geen  voldoend  voedsel  voor 
dat  leven  vindt P 

De  bedenking^  die  uwe  Commissie  toeschijnt,  bij  opper- 
vlakkige beschouwing  't  meest  gewicht  te  hebben ,  is  deze : 
//de  verwarring  zal  toenemen;  onuitvoerbaar  zal  de  maat« 
regel  blijken,  daar  hij  op  verzet  afstuiten  zal/'  Uwe  Com- 
missie vereenigt  zich  echter  met  het  advies ,  uit  de  classe 
Zwolle  tot  U  gekomen:  //Wat  in  zijn  doel  zooveel  toe- 
juiching  verdient,  is  ook  waard,  dat  men  over  de  bezwa- 
ren, aan  de  uitvoering  verbonden,  heenstappe/'  Ja,  zij 
gaat  verder.  Zij  acht  de  spreuk  hier  van  toepassing:  //De 
vrees  is  eene  slechte  raadgeefster/'  De  bedoelde  bezwaren 
vervallen  overal ,  waar  men  het  doeltreffende  van  den  maat- 
regel, die  niet  slechts  ééne ,  maar  alle  richtingen  ten  goede 
komt ,  inziet.  De  Synode  mag  zich  niet  laten  weerhouden 
door  vrees  voor  den  reeds  in  de  Kerk  aanwezigen  en  werk- 
zamen  geest  van  onrechtmatig  verzet. 

Onrechtmatig :  op  dit  woord  legt  uwe  Commissie  vollen 
nadruk.  Zij  voelt  zich  sterk  in  hare  aanbeveling  van  het 
reglement,  omdat  zij,  immers  hare  meerderheid^  (het  lid, 
wiens  afzonderlijke  verklaring  gij  gehoord  hebt ,  deelt  natuur- 
lijk niet  in  deze  beschouwing)  zich  overtuigd  houdt,  dat 
de  Synode ,  door  het  vast  te  stellen ,  in  hare  bescherming 
neemt  drie  hooge  en  heilige  dingen ,  kostbare  panden ,  wel- 
ker bewaring  en  handhaving  in  den  boezem  onzer  Kerk 
aan  haar  is  toevertrouwd:  het  recht ,  het  geloof  en  de 
liefde. 

Hei  recht.  De  tegenstanders  van  de  kerspelvorming  druk- 
ken steeds  op  het  recht  der  gemeente ,  maar  verliezen  dat 
der  gemeente^dftf»  uit  het  oog.  Zij  zien  naar  ons  oordeel 
voorbij ,  dat ,  naar  Christelijke  en  Protestantsche  beginselen , 
niet  minder  nadruk  moet  worden  gelegd  op  het  individu , 
dan  op  de  gemeenschap.  Het  eerstgenoemde  komt  in  hunne 
beschouwing,  evenmin  als  bij  Kome,  tot  zijn  recht.  Uit 
een  gevoel  van  rechtvaardigheid  heeft  men  voor  13  jaren 
't  algemeen  stemrecht  ingevoerd.  Daarvan  is  evenwel,  door 
miskenning  der  godsdienstige  behoeften  van  andersden- 
kende leden  der  gemeente,  een  schromelijk  misbruik  gemaakt. 
De  helft  plus  één  regeert  despotisch,  waar  het  de  vervulling 


182 


geldt  van  godsdienstige  behoeften  van  gemeenteleden.  Ondn^ 
lijk^  onchristelijk  is  deze  tyrannie.  De  Staat  spiegelt  zich 
zacht;  hij' put  nog  ter  rechter  tijd  wijsheid  uit  de  droevige 
ervaringen  der  Kerk.  Maar  terwijl  een  ter  goeder  trouw 
ingevoerd  en  op  goede  gronden  rustend  stelsel  zulke. bittere 
vruchten  heeft  gedragen :  zou  een  maatregel  niet  hoc^st 
rechtvaardig  zijn^  die  eindelijk  genomen  wordt,  om,  zoo- 
veel mogelijk,  die  gevolgen  te  beperken  en  de  bereiking 
van  het  bij  de  invoering  beoogde  doel  te  bevorderen. 
De  tegenstanders  van  de  kerspelvorming  erkennen  echter 
niet,  dat  //allen,  die  thans  leden  zijn  der  Kerk,  recht 
hebben  op  het  lidmaatschap/^  //Wordt  dit  recht  niet  erkend, 
dan/^  zeide  in  haar  rapport  de  Synodale  Commissie,  //is 
iedere  poging  tot  kerspelvorming  geoordeeld/^  Velen  beroe- 
pen zich  op  deze  hare  bewering,  waarvan  niemand  het 
gegronde  zal  ontkennen.  De  Synode  heeft  echter  in  hare 
gewone  vergadering  van  1879  en  hare  buitengewone  dezes 
jaars  de  juistheid  van  bovenbedoelde  stelling  erkend.  Ook  Uwe 
vergadering  deed  het  feitelijk ,  toen  zij  door  aanneming  der 
motiQ-RoodAuiJzen  het  beginsel  uitsprak ,  dat  alle  leden 
der  Kerk  evenzeer  gehandhaafd  moeten  worden  in  hunne 
rechten  en  in  staat  gesteld  tot  de  vervulling  hunner  plichten. 
Voor  U  kan  dus  omtrent  het  al  of  niet  rechtvaardige  van 
het  vaststellen  van  het  Reglement  op  de  kerspelvorming 
geen  de  minste  twijfel  bestaan.  Inderdaad!  Wie  zijn  het, 
die  bij  de  tegenwoordige  inrichting,  onder  de  heerschappij 
van  art.  23  Algemeen  Beglement,  niet  voldoende  gehand- 
haafd worden  in  hunne  rechten  en  in  staat  gesteld  tot  de 
vervulling  hunner  plichten  ?  Lidmaten ,  godsdienstonder- 
wijzers, predikanten,  wel  en  wettig  als  zoodanig  toege- 
laten en  door  de  Kerk  zelve  gevormd.  Of  hebben  zij ,  die 
reeds  voor  dertig,  veertig  jaren  hunne  opleiding  tot 
de  Evangeliebediening  ontvingen,  die  opleiding  niet  te 
danken  aan  de  Kerk.  Mag  dan  die  Kerk  toelaten,  dat  ^ 
bemoeilijkt  worden  of  zelfs  van  hun  wel  en  wettig  ver- 
kregen plaats  gedrongen ,  omdat  zij  tengevolge  van  die 
opleidint^  afwijken  van  de  leerstellige  gevoelens  der  meer- 
derheid P  Waar  is  in  den  tegenwoordigen  tijd ,  bij  het  zoo 
groot  verschil  van  gevoelen  ook  in  het  kamp  der  recht- 
zinnigen,  de  grens  te  trekken  van  het  recht  op  het  lid- 
maatschap? Kan  er  gevaar  voor  de  Kerk  in  zijn  gele- 
gen, zulke  gemeenteleden  zich  te  laten  aaneensluiten, 
en  zelfstandig    in   hunne    christelijk-godsdienstige    behoef- 


188 


ten  te  laten  voorzien,  die  plechtig  verklaren  dat  zij 
voor  die  behoeften  bevrediging  wensohen?  De  Kerk  vret« 
tigt  zoodoende  slechts  een  toestand  dien  zijzelve,  naar 
het  woord  van  één  der  adressanten^  door  hare  voortgaande 
ontwikkeling  feitelijk  heeft  in  't  leven  geroepen.  Eu  die 
ontwikkeling,  voegen  wij  er  bij,  is  eene  vrucht  van  haar 
verbond  met  de  zich  steeds  ontwikkelende  Wetenschap , 
waaraan  ^t  Protestantisme  ten  deele  zijn  oorsprong  en  zijne 
kracht  verschuldigd  is. 

Doch  niet  alleen  het  recAl :  een  ander  kostbaar  pand  wordt 
in  den  boezem  onzer  Kerk  door  den  voorloopig  aangeno- 
men maatregel  beschermd ,  namelijk  het  geloof.  Wij  bedoe- 
len ^téénige,  dat  daaronder  naar  den  geest  van  't  oor- 
spronkelijk Christendom  verstaan  mag  worden:  het  geloof 
dei  harien»  Dü  geloof,  waarvan  ^t innigst  wezen  is:  vast- 
hoaden  aan  den  Oneindige  en  de  oneindige  dingen,  kan 
zuiver  zijn ,  ook  waar  de  voorstellingen,  die  men  zich  omtrent 
het  onaienlijke  vormt,  verschillen.  Het  is  de  gronddwaling 
van  het  Gatholicisme ,  die^  helaas  I  als  een  verderfelijke 
zuurdeesem  heeft  voortgewerkt  in  den  boezem  van  het  Protes- 
tantisme en  daar  krachtig  voortwerkt  tot  op  den  huidigen 
dag,  en  de  Kerk  vaak  tot  een  vloek  heeft  gemaakt  in 
plaats  van  tot  een  zegen ,  dat  deze  waarheid  werd  voorbij 
gezien,  't  Geloo/  des  Aarten  met  uit  den  aard  der  zaak  bij 
ondersdieidene  personen  grootelijks  verschillende  begrippen 
des  verstands  vereenzelvigende,  en  op  die  dwaling  tucht- 
oefening bouwende,  heeft  men  in  den  loop  der  tijden  al 
vrij  wat  kostbare  tarwe  tegelijk  met  schadelijk  onkruid 
nilgeroeid.  Die  gronddwaling  i&  de  oorzaak  ook  van  onze 
tegenwoordige  ellende.  Niet  overbodig  is  ^t ,  dat  een  edel 
vertegenwoordiger  der  rechtzinnige  parlij  in  onze  Kerk 
zijne  geestverwanten  met  al  den  ernst,  die  in  hem  is, 
wijst  op  het  ethiêch  karakter  van  het  Evangelie,  op  de 
vaak  voorbijgeziene  waarheid,  dat,  naar  de  Schrift,  bet 
overtreden  van  Gods  heilige  geboden  in  de  eerste  plaats 
in  strijd  is  met  de  gezonde  leer,  en  dat  //de  leer  van  Jezus 
en  de  apostelen  belijden^'  is :  een  nieuw  mensch  in  Christus 
te  zijn.  7  Geloof  des  Aarteti ,  dat  geheel  persoonlijk  is ,  en 
warm  en  innig  zijn  kan  bij  mensdien  van  geheel  verschil- 
lende denkwijs :  dat  wil  het  kerspelstelsel  tot  zijn  recht  doen 
komen ,  waar  het  in  de  gemeenschap,  zooals  die  thans  is 
ingericht,  geen  genoegzame  erkenning,  niet  het  vereischte 
voedsel  ontvangt. 


184 


Maar  in  de  derde  en  niet  de  geringste  plaats:  de 
vrijheid  tot  kerspelvorming  te  vergunnen ,  is  een  werk 
des  vredea  verrichten.  Waar  broeders,  bij  onderscheiden, 
ja  tegenovergestelde  opvatting  des  christendoms,  moeten 
samenwerken  om  geestelijke  belangen  te  behartigen,  ja, 
om  elkander  kerkelijke  rechten  toe  te  kennen ,  daar 
moet  onvermijdelijk  botsing,  en  zal  allicht  verwijdering, 
verbittering  ontstaan.  Geef  de  gelegenheid  aan  de  partijen, 
elk  haars  weegs  te  gaan ,  en  de  vrede  zal  bewaard  blijven , 
de  liefde  niet  verkoelen.  De  liefde,  die,  naar  het ^  heiaas I 
nog  steeds  maar  al  te  weinig  begrepen  woord  van  Paulus, 
de  voornaamste  is.  Uwe  Commissie  raadt  U  met  volle  vrij- 
moedigheid ,  een  reglement,  dat  deze  strekking  heeft ,  vast 
te  stellen ,  omdat  zij  in  gemoede  overtuigd  is ,  dat  uwe 
Vergadering  daardoor  handelen  zal  in  den  geest  van  den 
éénigen  Meester,  die  zonder  twijfel  de  maatstaf  moet  zijn 
van  al  wat  in  een  christelijk  genootschap  wordt  bepaald. 
Zij  is  daarbij  gedachtig,  niet  slechts  aan  het  woord  van 
den  Apostel:  >yEen  iegelijk  zij  in  zijn  eigen  gemoed  ten 
volle  verzekerd'';  //een  iegelijk  zal  voor  zich-zelven  Gode 
rekenschap  geven'' ,  maar  vooral  aan  't  woord  van  Jezus 
tot  zijne  discipelen :  ff  Hebt  zout  in  U-zelven  en  houdt 
vrede  onder  elkander. ^^  Zout  in  u-zelv' :  dat  is  het  onschend- 
baar persoonlijk  geloof  des  harten.  Frede  onder  elkander: 
dat  is  de  ware  band  der  gemeenschap ,  door  de  liefde  gevloch- 
ten ,  die  het  éénig  ware  kenmerk  van  Gods  kinderen  is.  O! 
mocht ,  ook  door  den  te  nemen  maatregel ,  in  en  door  onze 
Kerk  meer-en-meer  overvloedig  de  zegen  worden  genoten, 
dien  de  Heer  dddr  en  d^r  alleen  gebiedt ,  waar  liefde  woont! 

Aan  het  einde  onzer  beschouwingen  gekomen,  bieden 
wij  u  het  concept  aan,  zooals  het  door  ons,  naar  aanleiding 
van  ingekomen   voorstellen,  is  herzien  en  gewijzigd. 

Wij  willen  u  kortelijk  rekenschap  geven ,  waarom  wij  ons 
met  sommige  voorgestelde  wijzigingen  niet,  met  andere  «'^Z 
hebben  vereenigd.  De  voornaamste  betreffen  de  beginselen , 
die  de  Syn.  Commissie  bij  het  ontwerpen  van  het  reglement 
hebben  geleid,  en  door  u  bij  de  voorloopige  vaststelling 
werden   overgenomen. 

1°.  De  belijdenisquaesiie  hier  te  laten  rusten. 

Yan  meer  dan  ééne  zijde  geeft  men  in  de  consideratiën 
bevreemding  te  kennen,  dat  de  Synode,  een  re^ement  op 
de  kerspel  vorming  ontwerpende ,  deze  quaestie ,  die  de  aan- 
leiding tot  het  verlangen  naar  kerspelvorming  is  geweest, 


185 


onaangeroerd  heeft  gelaten.  Yelen  verlangen ,  dat  bij  de 
definitieTe  vaststelling,  het  reglement  toch  in  dien  zin  zal 
worden  geamendeerd  dat  de  kerspelen  vrij  zijn  ten  opzichte 
van  al  wat  leer  en  belijdenis  betreft,  of  althans  ten  opzichte 
der  aanneming  en  bevestiging  van  lidmaten.  Te  dezer  zake 
herinneren  wij  het  volgende.  De  Synodale  Commissie  vatte 
de  kerspelvorming  op  als  /^een  tijdelijk  uiteengaan  van  hen, 
die  om  verschil  van  richting  moeilijk  kunnen  samenwerken , 
en  elkander  belemmeren;  maar  meende,  dat,  ook  met 
behoud  der  bekende  bepalingen ,  die  de  belijdenis  betreffen , 
iedere  richting  zich  op  haar  eigen  terrein  met  genoegzame 
vrijheid  zou  kunnen  bewegen ,  en  wenschte  het  aan  kalmer 
tijden  over  te  laten ,  in  dat  opzicht  de  letter  der  wet  met 
den  feitelijken  toestand  meer  in  overeenstemming  te  brengen. ^^ 
De  buitengewone  vergadering  der  Synode  keurde  dit  leidend 
beginsel  goed  en  nam,  blijkens  de  Memorie  van  toelichting, 
aan  het  reglement  toegevoegd,  dit  beginsel  aan:  ^De  vraag 
naar  meer  of  minder  vrijheid  ten  opzichte  der  belijdenis 
moet  geheel  afpesekeiden  van  de  vraag  naar  kerspelvorming 
worden  behandeld.^' 

In  uwe  Commissie  is  dit  punt,  naar  aanleiding  der 
ingekomen  consideratiën  en  voorstellen,  met  ernst  overwogen. 
Enkelen  leden  uwer  .Commissie  lachte  het  denkbeeld ,  in 
dit  opzicht  aan  de  kerspelen  volledige  vrijheid  te  geven, 
grootelijks  toe.  Twee  overwegingen  deden  ons  echter  eenparig 
besluiten  ,  u  geen  wijziging  van  het  voorloopig  aangenomen 
reglement  in  dien  zin  voor  te  stellen.  Foor  eerst  rees  in 
ons  midden  de  vraag ,  of  op  eene  wijziging  van  het  reglement , 
een  zoo  gewichtig ,  teeier  punt  betreffende,  niet  weer  het 
oordeel  der  Kerk  zou  moeten  worden  gevraagd,  en  ten 
anderen  woog  de  opmerking,  dat  het  beter  was,  de  be- 
lijdenisvnu^  afzonderlijk  te  behandelen ,  omdat :  alleen  den 
kerspelen,  te  dezen  aanzien  vrijheid  te  geven,  eene  onge- 
lijke rechtsbedeeling  in  het  leven  roepen  zou.  Werd  de 
vraag  in  dien  zin  beslist ,  dat  vrijheid  aan  allen  werd  ver* 
leend,  dan  zou  die  vrijheid  ook  aan  de  kerspelen  ten  goede 
komen,  en  't  voor  ons  liggend  reglement  in  dien  zin,  voor 
zooveel  noodig,  zou  kunnen  worden  gewijzigd.  Wij  besloten 
dus,  U  te  adviseeren,  het  voorstel  van  ons  geacht  medelid 
Bruinwold  Riedel y  ook  onder  de  consideratiën  der  classis 
Nijmegen  voorkomende,  dat  door  U  uit  art  11/ van 
't  Reglement  de  woorden  zouden  worden  weggenomen : 
v volgens  'tEegl.  op  ^t  godsdienstonderwijs'',  niet  aantenemen. 


186 


De  aanneming  van  dit  voorsiel  kwam  ons  daarenboven 
onvoldoende  voor  ^  om  te  verwezenlijken  wat  door  den  voor- 
steller blijkbaar  wordt  bedoeld. 

Een  '  ander  advies  geven  wij  U  ten  opadchte  van  het 
tweede  leidende  beginsel ,  door  U ,  in  overerastemming  met 
de  Synodale  Commissie ,  bij  de  voorloopige  vaststelling  van 
\  reglement  gevolgd:  ff  De  vergunning  tot  ier»pelvorming 
te  beperken  tot  gemeenten  met  twee  of  meer  prediianten". 

Tegen  dit  beginsel  zijn ,  zooals  u  is  gebleken ,  eon  aantal 
dassen  en  vele  leden  van  Prov.  Kerkbesturen  opgekomen , 
ofschoon  andere  er  zich  v66t  hebben  verklaard.  Men  noemt, 
op  grond  daarvan,  van  meer  dan  ééne  zijde ^  't  reglement 
onvolledig  en  onreehtvaardig,  f/t  ZaV',  merkt  men  op,  /^slechts 
aan  een  100-ial,  dus  aan  een  zeer  klein  deel  van  de  1400 
gemeenten  onzer  Kerk  ten  goede  komen ,  terwijl  in  de  ge- 
meenten, waarop  het  niet  van  toepassing  zijn  zal,  er  nog  de 
meeste  behoefte  aan  bestaat.^'  Men  beroept  zich  zelfs  op  de 
artt.  12  en  62  van  ons  Algemeen  Reglement,  om  te  bewijzen, 
dat  de  Synode  geen  bepalingen  mag  maken ,  dan  die  verbin- 
dend zijn  voor  alle  gemeenten.  Ofschoon  nu  niet  alle  leden 
uwer  Commissie  zich  even  gereedelijk  door  het  laatstgenoemde 
lieten  overtuigen ,  meenden  zij  toch ,  uit  een  beginsel  van 
consequentie  en  rechtvaardigheid  zich  vó<5r  de  toepassing 
op  alle  gemeenten  te  moeten  verklaren.  De  meerderheid 
was  echter  van  oordeel,  dat  aan  kerspelen  in  gemeenten 
met  ééne  predikantsplaats  niet  dezelfde  rechten  kunnen 
worden  toegekend ,  als  aan  kerspelen ,  die  aanspraak  hebben 
op  een  eigen  predikant.  Vandaar,  dat  aan  zulke  kerspelen 
slechts  't  recht  wordt  toegekend  op  één  ouderling  en  één 
diaken ,  onder  de  bepalingen ,  uitgedrukt  in  de  artikelen  1 
al.  4 ,  10  al.  2, 14  al.  2,  23  al  4  van  het  herzien  Beglement. 

Wat  het  derde  beginsel  betreft,  waardoor  de  buiten- 
gewone vergadering  der  Synode  zich  in  aansluiting  aan 
het  advies  der  Syn.  Commissie  heeft  laten  leiden :  ffvoor 
diaconale  zaken  de  eenheid  der  gemeente  te  handhaven"  ^ 
daarmee  heeft  uwe  Commissie  zich  kunnen  vereenigen.  Te 
bepalen ,  dat ,  waar  kerspelen  zijn ,  de  inkomsten  der  diaconie- 
goederen  pondspondsgewijs  tosschen  die  kerspelen  worden 
verdeeld,  zooals  't  advies  der  minderheid  in  de  classis 
Haarlem  wil,  daartoe  kunnen  wij  u  niet  raden.  Wel 
kwam  het  denkbeeld  der  classis  Eindhoven  ons  aan- 
nemelijk voor,  dat  de  coUegiën  van  diakenen  vrij  zouden 
zijn ,  behoudens  goedkeuring  van  den  Kerkeraad ,  zich  voor 


187 


de  armenzorg,  maar  ook  alleen  Toor  deze,  te  splitsen ;  eene 
afzonderlijke  alinea  daarvoor  op  te  nemen  ^  werd  echter  door  de 
meerderheid  nwer  Commissie  niet  noodzakelijk  geacht.  De 
vraag  eindelijk ,  of  in  het  Reglement  voorziening  voor  vacaturen 
zal  worden  gemaakt,  laien  wij  aan  uwe  beslissing  over. 

Nog  slechts  eene  enkele  opmerking  over  de  amendementen , 
die  wij,  in  de  hoop,  dat  het  werkelijke  verbeteringen  mogen 
zijn,  in  het  Beglement  hebben  opgenomen.  De  meeste, 
nl.  art.  1  al.  1 ,  3 ,  4 ;  art  2  lit.  a ;  art.  4  al.  1  ^  2 ; 
art.  5  al.  1;  art.  10  al.  1,  2;  art.  14  al.  2;  art.  19 
al.  1  ;  artt.  20  en  23  al.  2 ,  3  ^  4  hebben  betrekking  op 
de  kerspelvorming  in  gemeenten  met  één  predikant ,  of 
werden  door  de  opname  van  dit  fzt^?/»' beginsel  noodzakelijk. 

Art.  1  al.  1  onderging  bovendien  eene  ampliatie,  waarmee  wij 
meenden  iets  in  den  geest  van  't  voorstel  van  ons  medelid 
Roodhuijzen  te  doen^  die  in  art.  5  de  woorden  wenschte 
opgenomen  te  zien:  //met  opgave  van  de  godsdienstige 
richting^  waartoe  zij  behooren.^'  Bedoelde  verklaring  achtten 
wij ,  tot  het  weren  van  alle  misbruik  tengevolge  van  onedele 
bedoelingen ,   voldoende. 

Art.  5  al.  2  moet  in  verband  met  het  vorige  worden 
beschouwd^  en  wordt  daardoor  verklaard. 

Art.  5  al.  4  namen  wij  op,  om  bij  eene  aanvrage  van  stem- 
gerechtigden den  Kerkeraad  tot  spoed  en  diligentie  te  nopen. 

Art.  6  al.  2  is  slechts  eene  verbeterde  redactie.  Alleen 
is,  wijl  ons  dit  noodzakelijk  bleek,  een  artikel  meer,  dan 
in  het  oorspronkelijk  reglement,  genoemd. 

Art.  7  al.  1.  Wie,  zooals  somtijds  geschiedt,  wegens 
ontrouw  in  belijdenis  werd  gecensureerd  ,  moet  naar  ons 
oordeel  de  bevoegdheid  hebben  ,  tot  een  kerspel  toetetreden. 

Art.  1 3  al.  2  voorziet  in  een  geval ,  waarin  bij  't  oor- 
spronkelijk reglement  niet  wordt  voorzien. 

Art.  22  2^  zinsnede.  Predikanten  moeten  naar  ons  oordeel , 
evenzeer  als*  gemeenteleden ,  vrijheid  hebben ,  wanneer  een 
kerspel  gevormd  wordt ,  zich  nit  eigen  beweging  aan  te  sluiten. 
Onhoudbaar  wordt  de  toestand  van  een  predikant,  die 
door  de  leden  van  een  kerspel  niet  zou  worden  uitge- 
noodigd.  Buitendien  zou  voor  het  eerste  kerspel  eene  groote 
onbillijkheid  ontstaan ,  indien  een  zich  vormend  kerspel  in 
eene  gemeente,  waar  predikanten  zijner  denkwijs  werkzaam, 
zijn ,  geen  enkele  dier  predikanten  uitnoodigde.  Het  eerste 
kerspel  behield  dan  die  predikanten ,  en  't  tweede  mocht 
bij  de  eerstvolgende  vacature  beroepen. 


188 


Art.  23  al.  2  en  3  bevat  bepalingen^  van-zelf  voort- 
vloeiende uit  art.  11^  van  't  reglement^  maar  die  toch 
behooren  te  worden  uitgedrukt. 

Nog  slechts  ééne  opmerking  heeft  uwe  Commissie  te 
maken.  Het  voorstel  van  den  heer  H,  PA,  de  Kanter  te 
Brielle,  ook  door  U  in  hare  handen  gesteld^  heeft  zij 
overwogen  met  dit  gevolgd  dat  zij  U  niet  kan  adviseeren, 
dienovereenkomstig  te  besluiten.  Moge  't  al  op  zichzelf 
wenschelijk  worden  geoordeeld ,  dat  de  stemming  van  stem- 
gerechtigden in  de  onderscheidene  gemeenten ,  overeenkomstig 
art.  6  van  het  Reglement  op  de  benoeming  van  ouder- 
lingen en  diakenen  en  de  beroeping  van  predikanten ,  ten 
jare  1881  te  honden ,  niet  plaats  vond;  de  bepaling  in 
een  reglementsartikel  te  schorsen  ,  daartoe  is  de  Synode 
niet  bevoegd ,  terwijl  eene  thans  door  U  ontworpen  regle- 
mentsverandering y  daartoe  strekkende ,  niet  meer  v66r  dien 
tijd  definitief  zou  kunnen  worden   vastgesteld. 

En  hiermede  geven  wij  het  door  ons  herzien  Reglement 
op  de  kerspelvorming  met  onze  overwegingen  met  ver- 
trouwen in  uwe  handen  over.  Mogen  uwe  besluiten  onder 
den  goddelijken  zegen  der  Kerk  tot  heil  verstrekken! 

G.  J.  VAN  Lakerveld. 

M.  A,  GooszBN. 

G.  Beuna. 

A.  H.  VAN  DEK  Hoeve. 

J.  Wbsteik. 

REGLEMENT  OP  DE  KERSPELVORMING. 

Aetikel  1.  in  alle  gemeenten  bestaat  voor  stemge- 
regtigden  van  nader  bij  dit  reglement  te  bepalen  getol- 
sterkte  de  gelegenheid  een  kerspel  te  vormen,  indien  zij 
verklaren,  dat  zij  dit  voor  de  bevrediging  hunner  Chris- 
telijk-godsdienstige  behoeften   noodig  achten. 

Zoodra  in  eene  gemeente  een  of  meer  kerspelen  tot 
stand  gekomen  zijn ,  wordt  het  overig  gedeelte  der 
stemgeregtigden  geacht  insgelijks  een  kerspel  uit  te  maken , 
dat  alsdan  den  naam  van  eerste  kerspel  draagt. 

Elk  kerspel  van  gemeenten  mei  meer  dan  ééne  predi' 
kantsplaatê  is  bevoegd  tot  het  benoemen  van  een  predikant 
of  predikanten,  ouderlingen  en  diakenen  door  zijne  stem- 
geregtigden of  gemagtigden  op  de  wijze,  in  het  Reglement 


189 


op  de  benoeming  van  ouderlingen  en  diakenen  en  de 
beroeping  van  predikanten  bepaald.  De  aldus]  benoemde 
predikanten,  ouderlingen  en  diakenen  vormen  te  zamen 
den  Kerkeraad  van  het  kerspel,  die  naar  art.  38  Alg. 
fiegl.  op  de  Classicdie  vergadering  vertegenwoordigd  wordt. 

JEen  tweede  kerspel  in  gemeenten  met  ééne  predikante" 
plaats  bestaat  uit  slechts  één  ouderling  en  één  diaken  en 
leeft  geen  regt  op  vertegenwoordiging  ter  classicale  verga- 
dering. Die  ouderling  kan  even  als  de  ouderlingen  van 
het  eerste  kerspel  door  den  Grooten  Kerkeraad  tot  de 
genoemde  vergadering  worden  afgevaardigd. 

De  predikanten  en  ouderlingen ,  bij  eenig  kerspel  in 
dienst,  zijn  evenzeer  als  de  overige  predikanten  en  ouder* 
lingen  verkiesbaar  tot  leden  van  hoogere  besturen. 

Art.  2.  Het  regt  tot  vorming  van  een  kerspel  kan 
worden   uitgeoefend  : 

a.  In  gemeenten  met  één  of  twee  predikanten  door 
ten  minste  twee  vijfde  van   de  stemgeregtigden ; 

h,  in  gemeenten  met  meer  dan  twee  predikanten ,  door 
ten  minste  een  zooveelste  deel  der  stemgeregtigden  als 
het  aantal  predikantsplaatsen  der  gemeente  bedraagt. 

Abt.  3.  In  gemeenten  met  twee  predikanten  is  ieder 
kerspel  geregtigd  tot  de  beroeping  van  één  predikant;  in 
gemeenten  met  meer  dan  twee ,  tot  de  beroeping  van  een 
zooveelste  deel  van  het  aantal  predikanten,  als  aan  de 
betrekkelijke  getalsterkte  van  zijne  stemgeregtigden  even- 
redig is. 

A&T.  4.  Worden  er  in  eene  gemeente  met  meer  dan  ééne 
predikantsplaats  kerspelen  gevormd ,  dan  is  de  Kerkeraad  van 
ieder  kerspel  zamengesteld  uit  zijn  predikant  of  predikanten 
en  ten  minste  twee  ouderlingen  en  twee  diakenen  voor 
iedere  predikantsplaats,  op  wier  vervulling  het^kerspel  regt 
heeft. 

Deze  kerspelen  hebben  voor  elke  predikantsplaats  een 
gelijk  aantal  ouderlingen  en  diakenen. 

Aet.  5.  Binnen  zes  maanden  na  het  in  werkingtreden 
van  dit  Begiement,  en  voorts  jaarlijks  op  tijd  en  wijze, 
door  den  Kerkeraad  bij  plaatselijk  reglement  tej(bepalen, 
wordt  in  alle  gemeenten  eene  lijst  van  stemgeregtigden 
door  den  Kerkeraad  opgemaakt,  gedurende  veertien  dagen 
ter  inzage  gelegd  en  daarna  vastgesteld. 

Stemgeregtigden,  die  van  de  bevoegdheid  tot  vorming 
van    een  kerspel  wenschen  gebruik  te  maken  ,    geven  het 


190 


verlangen  daartoe  bij  schriftelijke  ,  door  allen  onderteekende 
verklaring  overeenkoimiig  art.  ]  aan  den  Kerkeraad  te 
kennen ,  met  aanwijzing  van  drie  personen ,  die  het  voor- 
loopig  bestuur  uitmaken. 

Deze  aanvraag  wordt  binnen  vier  weken  door  den 
Kerkeraad  onderzocht. 

Wordt  het  aantal  dezer  stemgeregtigden  bevonden  ^  over- 
eenkomstig art.  2  lit.  a  %n  b  regt  te  geven  tot  het  vor- 
men van  een  kerspel,  dan  geeft  de  Kerkeraad^  onder 
overlegging  van  de  noodige  bewijsstukken^  hiervan  binnen 
veertien  dagen  kennis  aan  het  Classicaal  Bestuur ,  waar- 
onder hij  ressorteert.  In  het  tegenovergestelde  geval  wordt 
van  de  afwijzing  aan  het  voorloopig  bestuur  berigt  ge- 
geven. 

Het  Classicaal  bestuur^  na  zich  van  het  regt  tot  vor- 
ming van  een  kerspel  verzekerd  te  hebben,  geeft  hiervan 
berigt  aan  den  Kerkeraad  en  aan  het  voorloopig  bestuur. 

Daarna  kunnen  zij ,  die  het  verlangd  hebben ,  zich 
onder  de  leiding  van  hun  voorloopig  bestuur  tot  een 
kerspel  vereenigen,  en  overgaan  tot  de  benoeming  van 
het   daaraan  toekomende  aantal  ouderlingen  en  diakenen. 

Overigens  blijven  voor  ieder  kerspel  artt.  2  en  6  van 
het  Reglement  op  de  benoeming  van  ouderlingen  en 
diakenen  enz.  van  kracht. 

Art.  6.  Telken  jare  na  de  vaststelling  der  lijst  van 
stemgeregtigden  bestaat  er  gedurende  veertien  dagen  ge- 
legenheid tot  het  indienen  der  in  art.  5  al.  2  bedoelde 
verkkring. 

De  in  art*  5  al,  1 — 5  bedoelde  Kerkeraad  ia  in  ge- 
meenten ,  waar  kerspelen  zijn ,  de   Oroote  Kerkeraad, 

Art.  7.  Alle  niet  wegens  onchristelijken  wandel  ouder 
censuur  staande  lidmaten ,  zoo  mannen  als  vrouwen , 
die  zich  bij  een  kerspel  wenschen  aan  te  sluiten ,  geven 
daarvan  schriftelijk  kennis  aan  den  Kerkeraad  der  ge- 
meente of  van  het  kerspel ,  waarbij  zij  zich  wenschen 
te  voegen^  ter  inschrijving  in  het  lidmatenboek.  Stem- 
geregtigden kunnen  echter  in  dat  geval  gedurende  een 
jaar  na  de  inschrijving  geen  stemregt  uitoefenen. 

Yan  elders  inkomenden^  die  hunne  attestatiën  in- 
dienen zonder  daarbij  te  verklaren  tot  welk  kerspel  zij 
wenschen  te  behooren  ,  worden  gerekend  zich  bij  het  eerste 
kerspel  aan  te  sluiten. 

Art.    8.    Zoolang   een    kerspel    van   zijne  bevoegdheid 


191 


tot  beroeping  van  een  predikant  geen  gebruik  heeft  kan- 
nen nnaken  ,  dewijl  er  geen  vacature  bestond ,  is  zijn  Ker- 
keraad  gehouden ,  jaarlijks  door  overlegging  van  de  lijst 
zijner  stemgeregtigden  aan  den  Groeten  Kerkeraad  (art.  W) 
te  bewijzen  ,  dat  het  voortdurend  de  voor  zijn  bestaan 
vereischte  getalsterkte  bezit.  Blijkt  het  vereischte  getal 
niet  meer  aanwezig ,  dan  geeft  de  Qroote  Kerkeraad , 
onder  overlegging  van  genoemde  lijst,  hiervan  kennis  aan 
het  Classicaal  Bestuur,  en  wordt  het  betrokken  kerspel 
door  dat  Bestuur   ontbonden  verklaard. 

Heeft  een  kerspel  een  eigen  predikant  of  predikanten 
verkregen ,  dan  heeft  hetzelfde  plaats  bij  het  ontstaan 
eener  vacature ,  om  zich  te  vergewissen  of  het  regt  heeft 
op  de  vervulling  der  opengevallen  predikantsplaats.  Blijkt 
het  vereischte  getal  niet  meer  aanwezig  ,  dan  wordt,  waar 
het  kerspel  regt  had  op  één  predikant,  dat  kerspel  ont- 
bonden verklaard  ,  en  de  opengevallen  predikantsplaats  in 
gemeenten  met  twee  predikanten  vervuld  door  en  ten 
behoeve  der  gemeente  in  haar  geheel,  in  gemeenten  met 
drie  of  meer  kerspelen  door  en  ten  behoeve  van  het  ker- 
spel y  dat  daarop  naar  den  regel  van  art.  8  zal  blijken 
aanspraak  te  hebben.  Waai  het  kerspel  regt  had  op  meer 
dan  één  predikant,  wordt  ten  opzigte  der  opengevallen 
predikantsplaats  dezelfde  regel  gevolgd. 

Art.  9.  De  kerspelen  zijn  met  hunne  stemgeregtigden, 
gemagtigden  en  kerkeraad ,  behoudens  de  bepalingen  van 
dit  en  de  overige  reglementen ,  in  de  uitoefening  hunner 
werkzaamheden  onafhankelijk  van  elkander. 

Art.  10.  De  werkzaamheden,  bij  art.  14  en  16  van 
het  Beglement  voor  de  Kerkeraden  aan  deze  opgedragen, 
worden  in  gemeenten  met  meer  dan  ééne  predikantsplaats, 
met  inachtneming  van  het  daarin  bepaalde ,  op  de  wijze 
in  de  beide  volgende  artikelen  omschreven  ,  tusschen  den 
Kerkeraad  van  ieder  kerspel  en  den  Qrooten  Kerkeraad 
verdeeld. 

In  gemeenten  met  ééne  predikantsplaats  bekoort  al  het 
in  die  artikelen  bepaalde  tot  de  werkzaamkeid  van  den 
Grooten   Kerkeraad, 

Art.   11.  Aan  den  Kerkeraad  van  ieder  kerspel  behoort : 

a.  de  zorg  voor  de  betamelijke  viering  der  openbare 
godsdienstoefeningen  in  het  algemeen  en  voor  de  bediening 
van  Doop  en  Avondmaal  in  het  bijzonder ; 

è.    het  inwinnen  en  afgeven  van  schriftelijk  berigt  om- 


192 


trent  het  zedelijk  gedrag  der  ouders ,  die  hunne  kinderen 
in  eene  andere  gemeente  willen  doen  doopen ,  alsmede 
het  kennisgeven  van  de  volbragte  handeling  binnen  acht 
dagen  aan  den  Kerkeraad  der  gemeente  waarin  de  ouders 
wonen  of  van  het  kerspel  waartoe  zij  behooren ; 

c.  de  zorg  voor  het  godsdienstonderwijs ,  naar  de  voor- 
schriften van  het  Reglement  op  dat  onderwerp; 

d.  het  toezigt  op  de  belijdenis  en  den  wandel  der 
leden  van  het  kerspel  en  de  handhaving  der  orde ,  volgens 
het  Bpeglement  voor   kerkelijk  opzigt  en  tucht; 

e.  de  bevordering  van  alles  ^  wat  het  godsdienstig  leven 
kan  verhoogen ,  met  name  ook  van  de  kerkelijke  inzege- 
ning des  huwelijks; 

f.  de  afneming  van  de  belijdenis  des  geloofs  en  de 
bevestiging  van  de  nieuwe  lidmaten  volgens  het  r^lement 
op  het  godsdienstonderwijs ,  en  y  zooveel  dezulken  betreft , 
die  eene  kerkelijke  bediening  bij  een  ander  kerkgenoot- 
schap bekleed  hebben ,  naar  de  Synodale  verordening  van 
21  Julij   1830  ; 

g.  het  waken  voor  het  geregeld  indienen  van  de  attes- 
tatiën  der  lidmaten  ,  die  van  elders  zijn  ingekomen  ,  door 
hen  v66r  elke  avondmaalsbediening  hiertoe  openlijk  uit  te 
noodigen ,  alsmede  de  toekenning  van  het  lidmaatschap 
in  het  kerspel  aan  allen,  die  eene  behoorlijke  attestatie 
overleggen. 

h.  het  uitreiken  van  attestatiën  op  aanvraag  van  naar 
elders  vertrekkende  lidmaten  ,  met  inachtneming  der  Syno- 
dale verordeningen  van  den  10  Julij  1829  en  den  12  Juli] 
1841; 

i  het  houden  van  dubbele,  aan  verschillende  plaatsen 
bewaarde  doop- ,  lidmaten-  en  trouwboeken ; 

j.  de  aanstelling  met  instructie,  de  schorsing  en  het 
ontslag  van  godsdienstonderwijzers; 

h,  de  jaarlijksche  afvaardiging  tot  de  Classicale  ver- 
gadering en  het  ontvangen  van  het  verslag  van  hetgeen 
aldaar  belangrijks  is  geschied; 

/.  de  zorg  voor  hetgeen  betrekking  heeft  op  de  beroeping 
en  het  ontslag  van  predikanten,  alsmede  voor  de  ver- 
kiezing van  ouderlingen   en  diakenen. 

m,  de  behartiging  van  de  geestelijke  belangen  der 
armen ; 

n.  het  ontvangen  der  persoonlijke  en  de  beantwoording 
van  de  vragen  der  schriftelijke  kerkvisitatie ; 


193 


Het  onder  a  tot  i  vermelde  blijft  ook  in  kerspelen 
met  drie  of  meer  predikantsplaatsen  (art.  14  Begl.  Kerker.) 
opgedragen   aan  predikanten  en  ouderlingen. 

Abt.  12.  De  gemeente  in  haar  geheel  wordt  vertegen* 
woordigd  door  den  Grooten  Kerkeraad ,  bestaande  uit  de 
Kerkeraden  der  gezamenlijke  kerspelen ,  die  minstens  een* 
maal  's  jaars  op  een  bij  huishoudelijk  reglement  te  be- 
palen  tijd  bijeenkomt. 

A.an  hem  is  opgedragen : 

a.  de  bepaling  van  getal,  tijd  en  plaats  der  openbare 
godsdienstoefeningen ; 

b.  de  regeling  der  predikbeurten  ,  onder  de  kerspelen 
naar  evenredigheid  te  verdeelen  en  op  vastgestelde  tijden  te 
vervallen  in  alle  in  gebruik  zijnde  kerkgebouwen  der  ge- 
meente, tenzij  bij  minnelijke  schikking  de  onderscheidene 
kerkgebouwen  aan  de  verschillende  kerspelen  ten  gebruike 
worden  toegewezen ; 

c.  de  regeling  van  het  gebruik  der  consistorie-  en  cate- 
chisatiekamers  voor  kerkeraadsvergaderingen  en  godsdienst- 
onderwijs ; 

d.  de  aanstelling  met  instructie ,  de  schorsing  en  het 
ontslag  van  voorlezers  en  voorzangers; 

e.  de  bepaling  van  het  aantal  godsdienstonderwijzers 
en  godsdienstonderwijzeressen ,  die  zooveel  mogelijk  aan  de 
verschillende  kerspelen  naar  de  bestaande  behoefte  worden 
toegewezen ; 

ƒ.  het  toezigt  op  het  diaconiebeheer  ,  volgens  het  Synodaal 
reglement  op  de  diaconiën  ; 

^.  het   bepalen  van  collecten  voor  de  armen; 

i.  de  zorg  voor  de  diaconiegoederen ; 

i.  het  jaarlijks  opnemen  der  diaconie-rekening  en  het 
geven  van  de  vereischte  inlichtingen  betreffende  het  diaco- 
niebeheer ; 

y.  het  kennisgeven  aan  het  Classicaal  Bestuur  van  ont- 
dekte verkeerdheden  in  de  administratie  der  kerkelijke 
goederen ; 

i.  het  houden  van  eene  volledige  beschrijving  of  ligger 
van  al  de  fondsen  en  eigendommen ,  die  aan  de  ge- 
meente behooren,  voor  zooverre  die  onder  het  beheer  of 
toezigt  van  //den  kerkeraad^'  zijn; 

l.  het  houden  van  eene  dergelijke  beschrijving  of  ligger 
Van  het  tractement  der  predikanten ,  met  de  gewone  emolu- 
menten ;    het   zenden    van  een  afschrift  daarvan  aan  het 

18 


194 


Glassicaal  Bestuur,  en  het  onverwijld  kennisgeven  aan 
genoemd  bestuur  van  elke  verandering ,  die  in  dezen  ligger 
gemaakt  wordt,  ter  goedkeuring  daarvan  door  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur. 

Het  onder  a  tot  f  vermelde  wordt  in  gemeenten  met 
drie  en  meer  predikantsplaatsen  opgedragen  aan  predikanten 
en   ouderlingen. 

A.RT.  13.  De  in  artt,  11  en  12  genoemde  Kerkeraden 
houden  aanteekening  van  de  handelingen  des  Kerkeraads 
en  van  de  belangrijke  door  hem  uitgevaardigde  brieven ,  in 
behoorlijk  daartoe  aangelegde  boeken,  en  bewaren  de  ar- 
chieven en  al  de  ingekomen  stukken  waarvan  getrouw 
register  wordt  gehouden. 

Ingeval  van  onihinding  van  een  kerspel  worden  deze 
hoeken  en  bescheiden  aan  tien  kerkeraad  der  gemeente 
overgedragen  en  door  dezen  bewaard. 

Aet.  14.  Ieder  niet  onder  censuur  staand  manslidmaat 
is  bevoegd  bij  den  Kerkeraad  van  zijn  kerspel,  bij  onder- 
teekend geschrift ,  bezwaren  in  te  brengen  tegen  den  handel 
en  wandel  van  een  lidmaat  (ook  van  een  der  personen, 
genoemd  in  art.  39  Begl.  Opzigt  en  Tuoht),  doch  alleen 
wanneer  zoodanig  lidmaat  tot  hetzelfde  kerspel  behoort  als 
de  klager. 

In  gemeenten  met  eene  predikantsplaats ,  waar  kerspelen 
zijn  f  kunnen  die  bezwaren  alleen  bij  den  Orooten  Ker- 
keraad worden  ingebragt. 

Art.  15.  De  bestaande  diaconale  fondsen,  alsmede 
de  schenkingen,  erflatingen  en  legaten,  aan  de  diaconie 
eener  gemeente  gedaan  of  vermaakt,  zijn  of  worden  het 
eigendom  der  gemeente  in  haar  geheel. 

De  liefdegaven,  onder  de  godsdienstoefeningen  en  aan 
de  huizen  ingezameld  of  op  welke  andere  wijze  ook  ver- 
kregen ,  worden  door  de  kerspelen  gestort  in  de  diaco- 
nale kas. 

Art.  16,  De  administratie  van  de  diaconiegoederen 
en  diaconiefondsen  der  gemeente,  mitsgaders  de  zorg  voor 
de  bedeeling  der  armen,  onverschillig  tot  welk  kerspel 
zij  behooren,  wordt  opgedragen  aan  de  gezamenlijke  dia- 
kenen der  kerspelen,  waaruit  de  gemeente  bestaat,  die 
tot  dat  einde  een  gecombineerd  collegie  uitmaken,  met 
inachtneming  der  voorschriften  en  bepalingen  ,  te  dezer  zake 
dienende. 

Art.    17.  Het  gebruik  van  en  beheer  over  de  fondsen 


195 


tot  eenig  bijzonder  doel,  aan  /yden  Kerkeraad'^  toebe- 
hoerende,  wordt  door  den  Grooten  Kerkeraad  geregeld 
in  het  belang  der  kerspelen ,  onder  goedkeuring  van  het 
Classicaal  Bestuur. 

Aet.  18.  Yan  den  ligger  van  het  tractement  der  pre- 
dikanten met  de  gewone  emolumenten  (zie  art.  12  litt.  l) 
berust  in  het  kerkeraadsarchief  van  ieder  kerspel  een  door 
den  Grooten  Kerkeraad   gewaarmerkt  afschrift. 

Art.  19.  In  gemeenten  met  meer  dan  ééne  predikante- 
plaats  wordt  ter  voldoening  aan  art  19  van  het  Beglement 
voor  de  Kerkeraden  van  alle  officiële  stukken  aan  den 
Kerkeraad  van  ieder  kerspel  een  exemplaar  ter  kennis* 
neming  en  bewaring  in  zijn  archief  toegezonden. 

Art.  20.  In  de  gemeenten^  art.  19  bedoeld,  regelen 
de  gezamenlijke  predikanten  de  waarneming  der  functiën 
van  praeses  en  scriba  bij  den  Grooten  Kerkeraad. 

Art.  21.  De  bepalingen  aangaande  het  regt  van  een 
kerspel  tot  het  beroepen  van  één  of  meer  predikanten, 
in  art.  3  gemaakt,  treden  eerst  dan  in  werking,  wan- 
neer bij  het  ontstaan  eener  vacature  blijkt,  dat  het  be- 
trokken kerspel  daarop  aanspraak  heeft. 

De  kerspelen,  die  nog  geene  of  geen  voldoend  aantal 
predikanten  hebben ,  kunnen  bij  het  vervullen  eener  vaca- 
ture hun  regt  van  beroeping  uitoefenen  met  dien  verstande, 
dat  het  eerst  in  aanmerking  komen  die  welke  geen 
predikant  hebben,  te  beginnen  met  de  meest  talrijke,  en 
daarna  die,  aan  welke  het  grootste  getal  predikanten  ont- 
breekt, lu  geval  van  verschil  beslist  het  Classicaal  Bestuur. 

Art.  22.  Bij  het  vormen  van  één  of  meer  kerspelen 
in  eene  gemeente  blijven  de  alsdan  dienstdoende  predi- 
kanten de  hun  wettig  opgedragen  werkzaamheden  voort- 
zetten, terwijl  hun  de  gelegenheid  wordt  geschonken  om 
ie  verklaren,  bij  welk  kerspel  zij  bij  voorkeur  hun  dienst- 
werk wenschen  te  verrigten. 

ksjn.  23.  Aan  een  kerspel,  dat  geen  eigen  predikant  heeft, 
wordt  op  zijne  aanvraag  door  den  Grooten  Kerkeraad  mins- 
tens eenmaal  ^smaauds  eene  predikbeurt  in  het  kerkge- 
bouw of  een  der  kerkgebouwen  afgestaan,  waarin  het  op 
zijne  kosten  een  predikant  naar  zijne  keuze  kan  laten 
optreden. 

In  zulke  kerspelen  in  gemeenten  met  meer  dan  ééne  pre- 
dikantsplaats  worden  de  kerkeraadsvergaderingen  geleid  en 
de  aanneming   en   bevestiging   van    lidmaten  volbragt  door 


196 

eeu  predikant  naar  hunne  keuze  voor  hunne  eigene  rekening. 

Be  afvaardiging  tot  de  classicale  vergadering  gesekiedi 
er  overeenkomêtig  art,  38  al.  %  van  het  Algemeen  Re- 
glement, 

In  genteenten  met  ééne  predikantsplaats  treedt  de  Ker- 
keraad  van  het  tweede  kerspel  als  zoodanig  niet  handelend 
op  dan  bij  de  godsdienstoefeningen  ^  al,  1  van  dit  artikel 
vermeld. 

Abt.  24.  Ouderlingen  en  diakenen^  die  bij  het  ont- 
staan van  een  kerspel  in  dienst  zijn,  blijven  bij  het  kerspel 
hunner  keuze  hunnen  tijd  uitdienen ,  al  mogt  hun  aantal 
het  cijfer  te  boven  gaan,  waarop  het  volgens  dit  Regle- 
ment regt  heeft. 

Art.  25.  Alle  Synodale  reglementen  blijven  ook  voor 
de  kerspelen  van  kracht,  voor  zooverre  in  dit  Reglement 
niefc  anders  bepaald  is. 

Het  rapport  wordt  voorshands  ter  tafel  gelegd. 

siaiting  der  zeven-      De    Vergadering    wordt    hierna  tot    morgen  verdaagd, 
tiende  zitting.  waarmede  de  tegenwoordige  zitting  wordt  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  President, 


ACHTTIENDE  ZITTING. 

Woensdag  den  Uden  Angastas  1880. 

Na    opening  der  zitting  worden  de  notalen  der  zitting     Opening  der  aeh- 
van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  *"''^®  ritting. 

Met  belangstelling  wordt  kennis  genomen  van  een  berigt    Aanneming  door  den 
van  den  heer  Berffsma  van  9  Augustus,  gereg.  onder  n».  J^^^^*^^  HTa^ 
20 ,  houdende  dat  hij  de  benoeming  tot  lid  der  Synodale  Synodale  Commissie. 
Commissie  aanneemt  en  van  eenen  brief  van  den  heer  Mom 
van  gisteren,  gereg.  onder  n^  £1 ,  behelzende  mededeeling 
dat  hij    zich  bereid  verklaart,  de  betrekking  van  secundus 
van  den  Quaestor-generaal  op  nieuw  op  zich  te  nemen. 

Nog    wordt    gelezen    een    ingekomen    adres  van  1126     P«>test van gcmeen- 

gemeenteleden  te  Dordrecht  van   10  Augustus,   gereg.  tegen^de^vJ^rlMpig^ 

onder  n^.  22,  houdende  protest  tegen  de  voorloopige  schor-  schorsing    van    den 

sing  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zn idhoUandP"^'^*"*  '^'*-  ^•^*" 

van  den  predikant  Jai.  Eigeman  te  Dordrecht,  en  2 

tegelijk   ontvangen  brieven  van  vrouwen,  waarvan  de  een 

zonder    naamteekening ,    van    een    zich    noemend    lid  der 

Bijbeloefening,    waarin   om    de    herstelling  van  den  heer 

Bigeman  in  zijn  dienstwerk  verzocht  wordt.  Daar  een  der 

leden    meent   dat   de    Synode   deze   stukken  slechts  voor 

kennisgeving   behoort   aan    te  nemen,   stelt  de  President 

voor,  ze  in  handen  te  geven  van  de  Synodus  Contracta, 

bij    wie    de    zaak    van    den    predikant    aanhangig  is,  en 

wordt   daarin    door   onderscheiden  leden  ondersteund,    op 

grond  dat    de  Synodus  Contracta,  om  der  onpartijdigheid 

wil  wel  kennis    mag  nemen   van  hetgeen  in  die  stukken 

door    geestverwanten  ten  gunste  van   den  bezwaarde  voor- 

komt.  Bij  stemming  wordt  het  voorstel  van  den  President 

met  algemeene  stemmen  op  een  na  aangenomen. 

Thans    wordt  het  rapport  aan  de  orde  gesteld,  dat  in     Algemeene beschon- 


198 

dingen  over  de  voor-  de  zitting  van  4  Augustos  door  de  Commissie  ter  zake 
stelleu  der  Commissie  jgj.  belijdenis-kwestie  bij  monde  van  den  hoogleeraar  La- 
kwestie.  ^  ^°^*  sondet  werd  uitgebragt.  Geheel  de  overige   tijd  der  zitting 

wordt  aan  algemeene  beschouwingen  over  de  voorstellen 
der  Commissie  gewijd.  Deze  beschouwingen  betreffen  hoofd- 
zakelijk de  door  de  buitengewone  vergadering  voorloopig 
aangenomen  verandering  van  art.  38  van  het  Beglement 
op  het  Godsdienstonderwijs^  en  de  redactie  daarvoor  door 
de  meerderheid  der  Commissie  aanbevolen.  Yerschillende 
bedenkingen  worden  tegen  de  eene  redactie  zoowel  als 
tegen  de  andere  ingebragt^  inzonderheid  van  alinea  5. 
Wel  wordt  geenszins  het  verzoenend  karakter  van  beide 
miskend^  maar  men  meent  dat  daarvan  weinig  heil  voor 
den  vrede  der  Kerk  te  verwachten  is  ^  waar  men  zich  ge- 
plaatst ziet^  als  te  Dordrecht,  tegenover  eene  partij , 
die  zich  steeds  beroept  op  Gods  Woord  en  de  belijdenis- 
schriften^ in  den  waan  dat  zij  daarvan  de  onfeilbare 
uitlegging  bezit  ^  en  daarom  tegen  andersdenkenden  geene 
verdraagzaamheid  weet  te  oefenen.  Men  meent  ook  dat 
geschiedenis  en  ervaring  voldoende  geleerd  hebben^  dat 
bezwaarlijk  formules  zullen  te  vinden  zijn^  die  de  ver- 
schillende godsdienstige  rigtingen  bevredigen  of  niet  op 
nieuw  tegenkanting  zullen  ontmoeten.  Daar  het  bij  de 
aannemingskwestie  vooral  een  strijd  van  beginselen  geldt, 
meent  daarom  ook  een  lid,  dat  bij  den  ontstanen  strijd 
geene  andere  goede  uitkomst  te  verwachten  is  dan  dat 
men,  in  overeenstemming  met  het  voorstel  van  de  Classicale 
Vergadering  van  Eindhoven,  de  Kerk  in  twee  of  meer 
afdeelingen  splitse,  een  ander  weder  dat  men  bij  de  aan- 
neming slechts  naar  de  gezindheid  des  harten  vrage,  aan- 
gezien toch  het  ware  lidmaatschap  der  Kerk  niet  in  het 
aankleven  van  bijzondere  leerbegrippen,  maar  in  de  bereidheid 
om  Jezus  te  volgen  en  naar  de  voorschriften  des  Evangelies 
te  leven  gelegen  kan  zijn.  Het  voorname  bezwaar,  dat 
vele  leden ,  waaronder  ook  de  minderheid  in  de  Commissie, 
volgens  hunne  verklaring  van  de  ondersteuning  van  het 
voorstel  der  meerderheid  terughoudt  en  vooral  door  den 
President  tegen  het  einde  der  beraadslagingen  met  warmte 
wordt  voorgedragen  is  hierin  gelegen ,  dat  het  hedektelijk, 
ofschoon  niet  bedoeld ,  aan  de  ouderlingen  de  bevoegdheid 
toekent  om  over  de  geloofsovertuiging  der  aannemelingen  te 
oordeelen ,  en  derhalve  op  nieuw  een  toestand  zon  scheppen, 


199 


waaraan  de  nu  bestaande  redactie  van  art.  88  een  einde 
heeft  willen  maken  ^  dat  de  ouderlingen  namelijk  zich  die 
bevoegdheid  aanmatigen.  Naar  hunne  beschouwing  gaat 
de  bevoegdheid  van  ouderlingen  niet  verder  dan  over  de 
verkregen  keunis  te  oordeelen,  en  zou  het  in  volslagen 
strijd  zijn  met  het  Protestantsch  beginsel  van  gewetens- 
vrijheid en  eene  stellige  verkorting  van  het  regt  der 
aannemelingen ,  indien  toegestaan  werd ,  dat  iemand  wegens 
verschil  van  geloofsovertuiging  kon  worden  afgewezen. 
Hoe  ook  tot  herstel  van  den  vrede  gezind,  het  beginsel 
van  gewetensvrijheid  meenen  zij  tot  geenen  prijs  te  mogen 
loslaten. 

De  beschouwingen  van  de  overige  leden  rigten  zich 
meer  naar  den  tegenwoordigen  toestand  der  kerk.  Nu 
het  vaststaat,  dat  de  tegenwoordige  redactie  van  artikel 
88  aanleiding  heeft  gegeven  tot  openbaar  verzet,  dat  de 
schromelijkste  verwarring  heeft  doen  ontstaan  en  de  Kerk 
met  scheuring  en  uiteenspatting  dreigt,  zijn  zij  van  oor- 
deel dat  de  Synode  verpligt  is ,  aan  de  bezwaren ,  indien 
ook  al  aan  misvatting  van  bedoelde  redactie  te  wijten, 
zooveel  mogelijk  en  bestaanbaar  is,  tegemoet  te  komen. 
Willen  sommigen  daartoe  de  vroegere  redactie  van  art. 
38  zoo  als  reeds  door  hen  voorgesteld  werd  hersteld 
hebben ,  deze  erkennen  zelven  niet  te  kunnen  verwachten , 
dat  zoodanig  voorstel  bij  de  vergadering  ingang  zal  kunnen 
vinden ,  en  verklaren  daarom  bij  verwerping  van  dat  voorstel 
bereid  te  zijn  in  het  voorstel  te  treden  van  de  meer- 
derheid der  Commissie ,  als  eene  tegemoetkoming  aan  veler 
bezwaren ,  dat  tot  bevrediging  dienen  kan.  Uit  zulk  een 
oogpunt  wil  bedoelde  meerderheid  dan  ook  haar  voorstel 
alleen  beschouwd  hebben ,  zonder  in  de  daartegen  in- 
gebragte  bedenkingen  te  deelen,  hechtende  inzonderheid 
aan  het  godsdienstig  karakter  der  kennis,  naar  welke  bij 
de  aanneming  onderzoek  moet  gedaan  worden. 

T^en  de  bepaling  omtrent  het  uitnoodigen  van  oud- 
ouderlingen  hebben  ook  sommige  leden  het  zelfde  kerk- 
regtelijk  bezwaar,  als  waarvan  reeds  in  het  verslag  van 
de  consideratiën  voorkomt,  terwijl  de  poging  der  Com- 
missie om  dat  bezwaar  weg  te  nemen  wel  gewaardeerd, 
maar  niet  doelmatig  geacht  wordt,  daar  op  de  toestem- 
ming der  kerkeraden  in  de  gegeven  gevallen  bezwaarlijk 
zou  kunnen  gerekend  worden. 


200 

Na  slaiting  der  algemeene  beraadslagiiigen^  die  hier  slechts 
in  enkele  hoofdtrekken  vermeld  zijn ,  wordt  de  afeonderlijke 
behandeling  van  de  voorstellen  der  Commissie  tegen  mor- 
gen aan   de  orde  gesteld. 

Sluiting  der  acht-      Hiermede  wordt  de  tegenwoordige  zitting  gesloten. 

tiende  adtting. 

J.  J.  L.  LuTi,  PresidenL 


NEGENTIENDE  ZITTING. 

Donderdag  den  12  AngnstaB  1880. 

Na  opening  der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting  Opening  der  negen- 
van gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  ^^^  «itting. 

De  Secretaris  deelt  een  brief  mede  van  den  adjudant  des     Berigt  van  den  ad- 
Konings,   Baron   Taeiê  van  Amerongen  van    Woudenberg  /^"^^^^   *^   Konings 
van  gisteren,  gereg.  onder  n\  24,  op  last  van  Z.  M.  ter^",^  ^LJ&T' 
kennis    van  de  heeren  Leden  der  Synode  brengende,  dat 
Z.  M.  tot  Hoogstdeszelfs  leedwezen  op  bet  oogenblik  niet 
in   de    gelegenheid  is  de  Commissie  te  ontvangen,  doch, 
gevoelig  voor    de   goede  bedoelingen  der  Synode,  hoopt, 
dat  zich   later  eene  betere  gelegenheid  ter  ontvangst   zal 
voordoen.   De    mededeeling  wordt  voor  kennisgeving  aan- 
genomen. 

Yoor  kennisgeving  worden  nog  aangenomen  een  brief  Verschillende  brieven 
van  den  heer  E.  F.  H.  Wolf,  quaestor  der  classis  van  "^^  dankbetuiging. 
Utrecht,  van  11  Aug.,  gereg.  onder  n^  27,  behelzende 
dankbetuiging  voor  de  gunstige  beschikking  omtrent  het 
honorarium  voor  het  ontvangen  en  overmaken  van  de 
bijdragen  der  studenten  voor  het  bijwonen  van  de  lessen 
der  kerkelijke  hoogleeraren;  een  door  den  Scriba  van  het 
Classicaal  Bestuur  van  Sn  eek  bij  schrijven  van  eergisteren 
overgebragte  dankbetuiging  van  kerkvoogden  te  Qaast* 
meer,  voor  de  ontvangen  subsidie  voor  den  bouw 
der  nieuwe  pastorij ,  gereg.  onder  n°.  28 ,  en  eene  dank* 
betaiging  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Nijmegen,  te 
Mi]  1  in  gen  doende  wat  des  Kerkeraads  is,  vervat  in 
een  schrijven  van  10  Augustus,  gereg.  onder  n^.  28,  voor 
de  aan  de  gemeente  te  Millingen  toegekende  subsidie 
voor  het  te  bouwen  kerkje. 

Naar  aanleiding  van  eene  motie  van  den  heer  Roodhuijzen ,  Motie  van  den  heer 
om  thans  te  beslissen  over  de  voorloopig  aangenomen  ^Roodhuijzen  ter  zake 
veranderingen  van  art.  38  van  het  B^lement  op  het  ^^'/^g"*^^^!'*^*^^^ 
Godsdienstonderwijs  en  de  daarin  door  de  Commissie  voor-  dienstouderwijs. 


»02 

gedragen  wijzigingen  en  nog  over  andere  voorstellen 
ter  zake  van  genoemd  artikel  nader  rapport  te  doen  uit- 
brengen ,  besluit  de  vergadering  na  gehouden  beraadsli^ng 
om^  alvorens  tot  de  afzonderlijke  behandeling  van  de 
voorstellen  der  Commissie  wordt  overgegaan ,  aan  de  leden 
der  vergadering,  die  nog  voorstellen  mogten  wenschen  in 
te  dienen^  gelegenheid  te  geven,  deze  na  de  pauze  ter 
tafel  te  brengen. 

Besluit  tot  afwijzing      Intusschen    wordt  de  zaak  der  grensveraudering  van  de 
vBu  het  bezwaarschrift   ^^jg^jj^gjj    te  Arnhem  en  Schaarsbergen   ter  hand 

van  den  Kerkeraad  te  o  -■  i  i  .?     .        i 

Arnhem  tegen  de  genomen ,  daar  de  opgevraagde  stukken  zijn  ingekomen, 
goedkeuring  der  grens- jfa  kennisneming  dezer  stukken  wordt  op  nieuw  de  vraag 

KOTfle^te°^en  ^de  oè- ^^®'^^8^°  *  ^^  ®'  ^®°^  ^®^®  grensverandering  noodzake- 
meente  te  Schaars-lijkheid  bestaat,  en  thans  met  meerderheid  van  vijftien 
bergen.  t^en  twee  stemmen  beslist,  dat  voldoende  blijkt  dat  het 

belang  van  de  gemeente  te  Schaarsbergen  bij  deze 
grensverandering  zoo  zeer  betrokken  is,  dat  haar  voort- 
durend bestaan  en  haar  bloei  er  van  afhankelijk  zijn  en 
er  hierom  wèl  noodzakelijkheid  tot  de  grensverandering 
mag  worden  aangenomen,  weshalve  de  bezwaren,  als 
overigens  weinig  afdoende  geacht,  door  den  Kerkeraad 
te  Arnhem  tegen  hare  goedkeuring  ingebragt  moeten 
worden  a%ewezen. 

De  heeren  Boodhuijzen  en  van  der  jETt^^^  hebben  zielig 
als  leden  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelder- 
land van  medewerking  tot  doze  beslissing  onthouden. 

Goedkeuringvan  een      Op  een  ingekomen  schrijven  van  het  Glassicaal  Bestuur 

liï^**^ B^ïtu^i^ ^lan  ^^'^  Onderdendamvan  10  Aug.  gereg.  onder  n^  26, 
Onderdendamra-ter  zake  der  achterstallige  quota  van  de  gemeente  te 
kende  de  aanzuivering  We  he,  wordt  zonder  hoofdelijke  stemming  besloten ,  goed 
^otel'lï'Sa: te  keuren,  dat  aan  de  kerkelijke  administratie  dier  ge- 
te  We  h  e.  meen  te  wordt  toegestaan,  te  beginnen  met  dit  jaar  jaarlijks 

f  10    af    te    betalen   tot    dat   geheel  het  bedrag  van  hoi 

achterstallige  zal  zijn  aangezuiverd. 

Vervulling  der  open-      Aan  de  orde  wordt  nu  gesteld  de  vervulling  der  open- 
vallende  betrekkingen  vallende  betrekkingen    van  secundi  bij  de  Synodale  Com- 

van    secundi     bij   de      .    .         x\  ij.  i  i    -i  ^  i 

Synodale  Commissie,   missie.     Daarvoor     wordt    nog    gelegenheid    gegeven    tot 

aanvulling   van  het  gros  van  predikanten  en   ouderlingen. 

Bij    achtereenvolgende    stemmingen    worden    daarna  op 

het   drietal   voor    de   betrekking    van    secundus   van  den 


203 

heer  Steenberg  gebragt  de  heeren  Bruintoold  Riedel,  Alingh 
Prins  en  &.  J,  van  Laierveld,  leden  der  vergadering, 
en  hieruit  met  het  lot  tegen  den  heer  Alingh  Prins  tot 
secundus  benoemd  de  heer  Bruintoold  Biedel,  die  de 
benoeming  aanneemt. 

Tot  vervulling  der  betrekking  van  aeoundus  van  den 
heer  Janssen  voor  den  tijd  van  een  jaar,  in  plaats  van 
den  heer  £uH  in  dat  jaar  als  President  der  Commissie 
fangerende,  wordt  het  vermelde  drietal  aangevuld  met  den 
heer  dr.  A.  Brost  met  het  lot  tegen  den  heer  BoodAuyzen ,  en 
na  uit  het  drietal  bij  eene  derde  stemming  tusschen  den 
heer  Alingh  Prins  en  den  heer  Brost  eerstgenoemde  ge- 
kozen, die  insgelijks  zich  de   benoeming  laat  welgevallen. 

Tot  vervulling  der  betrekking  van  secundus  van  den 
heer  Bergsma,  wordt  een  drietal  van  ouderlingen  gefor- 
meerd, bestaande  uit  de  heeren  Mr.  H.  Frima,  oud- 
oaderling  te  Leens,  Kronenberg  lid  der  Vergadering, 
met  het  lot  tegen  den  heer  Mr.  W.  O,  Servatius  te 
Dwing  el  o,  als  de  tweede  van  het  drietal  benoemd,  en 
laats^enoemde  vervolgens  als  de  derde  van  het  drietal 
aangewezen.  Uit  het  drietal  wordt  daarna  terstond  de  heer 
Frima  gekozen. 

Eüerna  worden  twee  voorstellen  ter  tafel  gebragt.  Het  Nieuwe  voorstellen 
eerste  door  de  heeren  Boodhuyzen,  van  Buy l  en  «?«» SlSfe  met^K 
Lakerveld^  rakende  art.  38  en  39  van  het  Ileglement  op  het  rapport  reeds  ver- 
het  Qt)dsdienstonderwiis,  luidende  als    volgt:  P«l^«  in  handen  der 

*  betrokken    Coipmissie 

_-  ,  gesteld,  ten   fine  van 

//De     ondergeteekeriden    hebben     de    eer    U    voor    te  advies, 
stellen : 

nV*.  Art.  38  van  het  Reglement  op  het  Godsdienstonder- 
wijs aldus  te  wijzigen,  dat  in  de  5^^  alinea  aan  het  slot 
gelezen  ^worde,  in  plaats  van:  wanneer  zij  zich  bereid  ver- 
klaren enz. ,  slechts  te  lezen :  wanneer  zij  verklaren  als  leden 
van  de  Ned.  Hervormde  Kerk  te  willen  medewerken  tot 
haren  bloei  met  opvolging  van  hare  verordeningen. 

/y2°.  In  art*  39  alleen  te  behouden  de  woorden:  de 
bevestiging  van  lidmaten  heeft  plaats  in  eene  daarvoor 
bepaalde  godsdienstoefening  en  al  het  volgende  te  ischrappen. 

;y3^  Art.  22  Begl.  voor  de  kerkeraden  al.  2  achter  het 
woord  j^AvondmaaF^  in  te  voegen  de  woorden :  de  be- 
vestiging van  lidmaten. 

f/Ondei^eteekeuden    zijn   overtuigd,   dat   de  logica  4eT 


204 


feiten  genoegzaam  heeft  aangetoond,  hoe  wenschelijk  het 
ware  geweest  y  gehoor  te  geven  aan  hetgeen  door  ver- 
schillende leden  Uwer  Vergadering  in  vroegere  en  lateren 
tijd  is  voorgesteld.  Zij  meenen,  dat  ook  nu  nog,  voor 
de  toekomst  door  deze  regeling  aan  alle  moeilijkheden 
bij  de  aanneming  tot  lidmaat  een  einde  wordt  gemaakt 
voor  allen,  die,  tot  welke  godsdienstige  richting  zij  mogen 
behooren ,  van  oordeel  zijn ,  dat  iedeb  lid  onzer  Kerk 
EVENZEER  moct  wordcn  gehandhaafd  in  zijn  rechten  en  in 
staat  gesteld  tot  vervulling  van  zijn  plichten.^ 


>f 


Het  andere  voorstel  betreft  artt.  1  en  11  van  het  Al- 
gemeen Beglement,  ingediend  door  de  heeren  vdkU  Laler- 
veld,  Roodhuyzen  en  van  Buyl,  en  is  van  dezen  inhoud: 

//De  ondergeteekenden  stellen  de  vergadering  voor,  om 
in  art.  1  Alg.  Begl.  als  1^  alinea  te  lezen,  zooals  is 
voorgesteld  door  den  heer  Brutel  de  la  Rimère,  te  H  a  a  r  1  e  m: 

/r/De  Ned.  Herv.  Kerk  is  eene  afdeeling  van  de  Al- 
gemeene  Christelijke  Kerk,  gevestigd  in  het  Koninkrijk 
der  Nederlanden,  gebouwd  op  den  grondslag  van  het 
Protestantisme  en  wier  leden  door  hunne  toetreding  zich 
verbinden  om  te  trachten  de  bedoelingen  van  Jezus  Christus 
zoowel  bij  zich  en  elkander  als  bij  het  menschdom  in  het 
algemeen  naar  vermogen  te  verwezenlijken. 

//Ën  art.  11  van  het  Alg.  B^l.  in  verband  daarmede 
dus  te  wijzigen ,  dat  in  plaats  van  handhaving  harer  leer 
gelezen  worde:  handhaving  van  haar  beginsel,  overeen- 
kotnstig  art.  1  Alg.  Begl.'^ 

Daar  nu  ook  de  heer  Weetrik ,  de  behandeling  verlangt 
van  het  door  hem  en  de  heeren  Segers  en  van  den  Bran- 
deler  ingediende  voorstel  om  art.  38  van  het  Reglement 
op  het  Godsdienstonderwijs  te  herstellen  in  den  vorm  van 
voor  15  Januarij  1879,  is  thans  het  oordeel  der  Ver- 
gadering, dat  het  eerste  voorstel  der  Commissie  om  de 
verschillende  daar  bedoelde  voorstellen  ter  zijde  te  leggen, 
als  vervallen  moet  beschouwd  worden,  en  stelt  na  de 
President  voor  dat  de  Commissie  uitgenoodigd  worde  om 
over  alle  in  hare  handen  gestelde  voorstellen  als  ook 
over  de  twee  thans  ter  tafel  gekomen  voorstellen  zoo 
spoedig  mogelijk  nog  haar  advies  te  geven.  Vele  leden  on- 
dersteunen   het    voorstel  van  den  President  opdat  elk  der 


205 

bedoelde  voorstellen  tot  zijn  regt  kome;  anderen  zijn 
echter  ?an  oordeel,  dat  over  die  voorstellen  geen  advies 
der  Commissie  noodig  zal  zijn ,  of  willen  sommigen  daarvan 
slechts  ten  aanzien  der  thans  ingediende  voorstellen ,  als 
van  diep  ingrrjpenden  aard,  eene  uitzondering  gemaakt 
hebben.  Met  elf  tegen  zeven  stemmen  —  de  heer  van 
Duyl  had  zich  moeten  verwijderen  —  wordt  het  voorstel 
van  den  President  aangenomen,  waarna  de  President  ver- 
klaart de  overblijvende  vier  voorstellen  van  de  Commissie 
tegen  morgen  op  nieuw  aan  de  orde  te  zullen  stellen  , 
wanneer  alsdan  het  opgedragen  advies  door  de  Commissie 
moge  worden  uitgebragt,  of  wanneer  dit  niet  kan  geschie^ 
den  het  rapport  van  de  Commissie  over  de  kerspelvorming 
in  behandeling  te  zullen  doen  nemen. 

De  Vergadering  wordt  nu  verdaagd  tot  morgen  namiddag     ^l"^^^ïï-  ^®'  °^^®"' 
een  uur  dewijl  de  Synodus  Contracta  in  zake  den  predikant 
Eigeman  vooraf  weder  bijeenkomen  moet.  Hiermede  wordt 
de  zitting  gesloten. 

J.  J.  L.  LüTi,  PreHdeni. 


TWINTIGSTE  ZITTING. 

Vrqdag  den  13  Angattus  1880. 

Opening  der  twin-  Na  opeuing  der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting 
tigste  zitting.  van  gisteren  goedgekeurd. 

Dankbetaiging  van  Wordt  gelezen  een  ingekomen  schrijven  van  kerkvoogden 
kerkvoogdenteWest- te  West-Kapellen  Van  IJ  Augustus,  gereg.  onder 
ve^lTi'g  dT  sub!  n"-  31 ,  onder  dankbetuiging  voor  de  verhoopng  der 
sidie.  subsidie  het  verzoek  behelzende  om  een  in  afschrift  over- 

gelegd adres  aan  den  Minister  van  Financiën  om  aan  de 
gemeente  alsnog  eene  subsidie  van  f  1000  te  bezorgen  te 
ondersteunen,  wordt  voor  kennisgeving  aangenomen,  dewijl 
de  Synode  reeds  in  het  gemeld  belang  werkzaam  is  geweest. 

Nader  rapport  der  De  Commissie  ter  zake  der  belijdeniskwestie  brengt  naar 
betrokken   Commissie  gisteren  ontvangen  opdragt  nog  het  volgende  rapport  uit : 

ter   zake  der  in  hare  o  *        «         «  o 

steUen   de  belijdenis-      De  Commissie  heeft  nogmaals  de  u  bekende ,  vroeger  in 
kwestie.  hare  handen  gestelde  voorstellen  te   dezer  zake  overwogen. 

Haarresultaat  te  dezen  aanzien  is  geen  ander,  dan  hetgeen  zij 
reeds  de  eer  had  u  gemotiveerd  mede  te  deelen :  dat  hare 
leden  niet  eenparig  waren ,  wat  de  voorstellen  op  zich  zelven 
betrof;  dat  zij,  na  verdediging  en  bestrijding  der  verschil- 
lende gevoelens  in  haren  boezem,  gevoelens,  die  bij  una 
al  wat  te  dier  zake  reeds  gezegd  is  als  bekend  mogen 
worden  ondersteld,  eenparig  tot  besluit  was  gekomen  om 
u  te  adviseeren ,  alles  te  verwerpen  wat  te  dezer  zake  verder 
gaat  dan  de  onderwerpelijke  voorloopig  aangenomen  ver- 
anderingen met  de  overgangsbepaling,  en  wel,  omdat  dit 
alles  opnieuw  aan  de  consideratiën  der  Prov.  Kerkbesturen 
en  Class.  Vergaderingen  zou  moeten  worden  onderworpen , 
iets  wat  uwe  Commissie  meende  dat  in  de  gegeven 
omstandigheden  vermeden  moest  worden. 

Thans   echter   is  een  nieuwe  toestand  geboren.  Nieuwe 
voorstellen   zijn  ingediend,  en  uwe  vergadering  heeft  het 


207 


noodig  geacht  y  dat  uwe  Commissie  zich  hiermede  onledig 
hield,   om  a  daarover  te  dienen  van  bericht  en  raad. 

Hierbij  moet  0{^merkt  worden ,  dat  het  voorstel  Wesirik 
CS,,  hoewel  teruggenomen,  met  genoegen  der  voorstellers,  voor 
zoover  hierin  meer  gevraagd  werd  dan  herstel  van  art.  38 , 
om  reden  in  ons  rapport  vroeger  vermeld,  nu  met  volle 
recht  weder  ter  tafel  kan  worden  gebracht,  wanneer  ook 
andere ,  verder  dan  art.  38  gaande  voorstellen ,  in  behande- 
ling kwamen. 

Uwe  Commissie  heeft  de  drie  voorstellen  achtereen- 
volgens aandachtig  overwogen  en  deelt  u  als  slotsom  daar- 
van het  volgende  mee: 

I.  Voorstel  Roodkuijzen  c.  s.  Bij  de  bespreking  hiervan 
werd  eerst  art.  39 ,  zooals  dat  nu  voorgesteld  werd ,  over- 
wogen. De  meerderheid  ontraadt  u  ten  ernstigste,  in  deze 
verandering  te  treden.  Immers,  wanneer  uit  art.  39  wordt 
geschrapt,  al  wat  dit  voorstel  verwijderd  wil  zien,  dan 
spreekt  de  Synode  uit ,  dat  de  Kerk  niet  meer  vraagt  naar 
de  belijdenis.  Dat  zal  velen  grieven  en  groote  strijd  ver- 
wekken. Zij  zou  zulk  een  besluit  hoogst  bedenkelijk  achten. 
De  minderheid  oordeelde  anders.  Wel  werd  ook  in  haren 
boezem  uitgesproken ,  dat  men  gewenscht  had ,  dat  het  nu 
niet  ter  tafel  kwam,  omdat  men  het  beter  had  geoordeeld , 
zich  nó  te  bepalen  tot  art.  38  en  daarop  een  afdoend 
besluit  te  nemen.  Maar ,  nu  het  eens  ter  tafel  ligt ,  achtte 
men  de  aanneming  in  het  belang  der  Kerk.  Wat  geopperd 
werd  van  den  strijd  die  hieruit  zou  ontstaan,  achtte  men 
ongegrond,  aangezien  deze  strijd  reeds  aanwezig  was,  en 
toch   al   zoo  hevig,  dat  die  niet  levendiger  worden  kon. 

De  voorgestelde  wijziging  in  art.  38  vond  bij  de  meerder- 
heid evenmin  ondersteuning.  Behalve  dat  zij  bleef  volharden 
bij  hare  amendementen ,  sub  3  en  5  van  het  vroeger  rapport 
aan  het  oordeel  uwer  vergadering  onderworpen,  waarin 
reeds  ingewikkeld  lag  opgesloten ,  dat  zij  niets  anders  te 
dezer  zake  had  voor  te  stellen,  of  althans,  in  de  gegeven 
omstandigheden  meende  zich  daarbij  te  moeten  bepalen ;  — 
had  zij  tegen  de  redactie  van  arl.  38  al.  5  ,^  zooals  die  nu 
werd  voorgesteld ,  groot  bezwaar.  Zulk  eene  verklaring  mag , 
haars  inziens ,  in  de  ure  der  aanneming  niet  van  alle  nieuwe 
lidmaten  worden  gevraagd.  Zij  onderstelt ,  omvat  en  vereischt 
veel  meer  dan  van  allen  mag  worden  verwacht.  De  minder- 
heid merkte  hiertegen  op,  dat  de  bedoeling  van  het  voorstel 
niet  was,  dat  allen,  al  wat  hiertoe  betrekkelijk  was,  zöö 


208 


grondig  zoaden  kennen^  zoo  diep  opvatten.  En  kon  niet 
ieder  leeraar  zijne  leerlingen  daaromtrent  voorlichten,  en 
hen  zóó  opleiden  dat  zij ,  wel  bewust  van  hetgeen  zij  deden, 
in  de  heiligste  levensure  beloofden  den  bloei  te  bevorderen 
van  de  vereenïging  tot  welke  zij  toetraden?  Één  lid  der 
minderheid  zou ,  indien  de  kerspelvorming  werd  aangenomen 
en  ingevoerd,  meer  neigen  tot  de  meerderheid  der  Com- 
missie; nu  die  nog  onzeker  is,  schaarde  hij  zich  aan  de 
zijde  van  het  voorstel  Roodkuijzen,  De  minderheid,  hoewel 
hiervoor  gezind,  zou  nog  liever  zien  dat  het  dus  werd 
gelezen:  //indien  zij  verklaren,  de  beginselen  van  Jezus 
//in  woord  en  daad  te  openbaren  en  te  beleven  en  tot  den 
//bloei  der  Herv.  Kerk  te  willen  medewerken'^  De  meerder- 
heid erkende  harerzijds  gaarne  dat  dit  amendement  veel 
aannemelijker  was  dan  het  door  de  heer  B.  voorgestelde, 
maar  meent  er  niet  in  te  kunnen  treden  omdat  het,  in 
den  gegeven  toestand  der  Kerk,  haars  inziens,  onmogelijk 
den  vrede  bevorderen  kan.  Wat  betreft  de  voorgestelde 
wijziging  in  art.  22  al.  2  Regiem.  Kerkeraden ,  uwe  Com- 
missie adviseert  eenparig  hiertegen.  Immers  een  van  tweeën: 
of  het  voorstel  R,  omtrent  art.  39  wordt  aangenomen^ 
dan  is  deze  wijziging  in  art  22  al  2.  geheel  overbodig, 
en  het  is  altijd  af  te  raden,  overbodige  bepalingen  in  de 
wetgeving  op  te  nemen;  of  dat  voorstel  wordt  verworpen, 
dan  zou  de  aanneming  van  deze  verandering  strijd  brengen 
tusschen  art.  39  Godsdienstonderwijs,  dat  den  predikant 
bij  de  bevestiging  verplicht  eenige  vragen  te  doen ,  al 
worden  hem  die  niet  letterlijk  voorgeschreven,  en  art.  22 
al.  2  Kerkeraden,  dat  hem  ten  dezen  aanzien  geheel  vrij 
zou  laten. 

Uwe  Commissie  ontraadt  u  derhalve  de  aanneming  van 
het  voorstel  Boodhuijzen ,  met  meerderheid,  voor  zoover  het 
art.  38  en  39  Begl.  Godsdienstonderwijs  betreft,  eenparig 
ten  aanzien  van  art.  22  Kerkeraden  al.  2. 

II.  Yoorstel  van  Lakerveld  c.  s. 

Uwe  Commissie  herinnert  u  dat  dit  voorstel ,  voor  zoover 
het  art.  1  Alg.  Begl.  betreft,  gelijkluidend  is  met  het  vroeger 
door  haar  gememoreerde  van  den  heer  Brutel  de  la  Rivière, 
pred.  te  Haarlem,  maar  dat  het  daarvan  verschilt  .in 
zoover,  dat  laatstgenoemde  hiermede  eene  verandering 
van  art.  38  Godsdienstonderwijs  wilde  verbinden,  terwijl 
dit  voorstel  er  een  wijziging  van  art.  11  Alg.  Beglem. 
mede  wil  doen  gepaard  gaan. 


209 


Volgens  het  eenparig  oordeel  uwer  Commissie  behoort 
aan  u  geadviseerd  te  worden  het  voorstel  van  Lakerveld 
niet  aan  te  nemen.  Het  ligt  echter  in  den  aard  der  zaak 
dat  de  motieven  van  dit  advies  bij  de  verschillende  leden 
zeer  uiteenloopend  waren.  De  redactie  werd  algemeen  minder 
gelukkig  geoordeeld.  Men  wil  hierin  een  definitie  geven  van 
hetgeen  de  Ned.  Herv.  Kerk  U.  Maar  dan  wordt  hier  ten 
eene  male  gemist  die  helderheid  en  juistheid  en  dat  op  den 
voorgrond  stellen  van  het  kenmerkende ,  die  in  elke  definitie 
hoofd vereischten  zijn.  Al  ware  deze  definitie  nog  zoo  goed  ^ 
werd  door  anderen  o]^emerkt,  wij  moeten  hier  niet  van 
eene  definitie  uitgaan  en  daarnaar  de  Kerk  construeeren. 
Dat  mag  niet  en  dat  is  gevaarlijk.  Er  wordt  gewezen  op 
vroeger  mislukte  pogingen  om  met  dergelijke  voorstellen 
heil  aan  te  brengen  en  op  de  klippen  waarop  vrome  en 
bekwame  mannen  met  die  voorstellen  onvermijdelijk  ver- 
zeilden. Neen  we  moeten  niet  de  Kerk  a  priori  constru- 
eeren, maar  de  bestaande  acoepteeren  en  dan  zien  wat 
kan  gedaan  worden  om  dat  bestaande,  zoo  ^t  noodig  en 
mogelijk  is,  te  verbeteren  en  de  hulpmiddelen  en  inrich- 
tingen der  Kerk  ten  dienste  van  het  Godsrijk  aan  te  wenden. 
Met  wijsheid  heeft  de  wetgever  alleen  bepaald:  De  //Ned. 
Herv.  kerk  bestaat  uit'^  etc.  Het  voorstel  werd  ook  nog 
van  eene  andere  zijde  bezien.  —  Er  werd  op  gewezen  hoe  er 
alle  reden  was  om  te  vragen  //waar  is  de  Alg.  Christel. 
Kerk,  van  welke  de  voorgestelde  redactie  gewaagt P  Het 
Godsrijk  is  aanwezig,  zeker  1  Maar  de  Algemeene C\ms,ie\. 
Kerk?  Eeii  ander  weer  stelt  de  vraag:  //Bevat  dit  voorstel 
niet  de  kiem  eener  geheele  reorganisatie  der  KerkP'^  Zeer 
zeker!  Welnu,  dit  aannemende ,  zou  er  eene  geheele  omwer- 
king van  alle  reglementen  en  verordeningen  moeten  volgen , 
eene  radicale  hervorming  der  geheele  kerkelijke  organisatie. 
Wilde  men  dit,  men  zon  bedoeld  lid  aan  zijne  zijde 
vinden  wat  het  beginsel  betreft.  Maar  hij  was  van  oordeel , 
en  had  dit  ook  al  vroeger  kenbaar  gemaakt,  dat  de  zaak 
dan  toch  nog  op  eene  andere  wijze  moest  aangevat  worden. 
Hij  achtte  den  tijd  voor  die,  z.  i. ,  hoogst  wenschelijke 
radicale  hervorming  niet  gekomen  en  kan  zich  nu  niet 
verheugen  over  de  indiening  van  een  voorstel ,  dat  daartoe 
moest  leiden. 

Gij  beseft  M.  H.  dat  het  oordeel  over  de  voorgestelde 
wijziging  van  art.  11  Alg.  Begl.  door  dat  over  art.  1  werd 
bepaald  en  hierover  na  het  gesprokene  niets  bijzonders  meer 

14 


210 


te  zeggen  viel  hoe  hoogst  belangrijk  dat  art.  en  de  voor- 
gestelde wijziging  op  zichzelve  beschouwd  zijn. 

De  slotsom  is  dat  uwe  Commissie ,  oüsdLoon  hare  leden 
zeer  uiteenloopende  zienswijzen  aankleefden  omtrent  ge- 
wichtige punten  die  artt.  1  en  11  Alg.  Begl.  betreifeD^ 
en  dus  ook  geenszins  eenstemmig  waren  over  de  vraag 
6f  en  zoo  ja,  op  welke  wijze  deze  artt.  zouden  moeten 
gewijzigd  worden ,  toch  eenparig  u  ontraadt  thans  den 
weg  op  te  gaan,  dien  de  geachte  voorsteller  u  in  deze 
meent  te  moeten  wijzen. 

Blijft  over  het  derde  voorstel  Westrik  c,  s. 

Het  lid  nwer  Commissie,  dat  dit  voorstel  weder  had 
onderteekend,  bepleitte  met  warmte  het  gevoelen,  door 
hem  met  vele  zijner  geestverwanten  voorgestaan  dat  herstel 
van  art.  38  in  den  vorm  van  voor  15  Jan.  1879  in  de 
gegeven  omstandigheden  het  eenige  middel  was  waardoor 
aan  de  gerezen  bezwaren  (bedoeld  in  de  Synodale  circulaire 
van  28/29  April  jl.)  kon  worden  tegemoetgekomen  ,  en  dat 
deze  herstelling  ook  aan  niemands  rechten  en  plichten  te 
kort  deed,  integendeel  aan  een  iegelijk  de  billijke  en 
noodige  vrijheid  waarborgde.  Voorts  lichtte  hij  toe  met 
welke  bedoeling  in  dit  voorstel  was  gewaagd  van  een  z.g. 
pravisorium  b.v.  voor  10  jaren.  Men  wilde  alleen  het 
wenschelijke  daarvan  uitgesproken  zien ,  wel  beseffende  dat 
geen  Synode  in  onze  Ned.  Herv.  Kerk ,  naar  de  bestaande 
organisatie  iets  meer  te  dezen  aanzien  kan  of  mag  doen 
en  eene  volgende  Synode  geheel  vrij  blijft,  dien  wensch 
al  of  niet  op  te  volgen.  Zoo  was  het  ook  met  het  punt 
der  voorbereiding  eener  buitengewone  Synode ^  door  hemen 
zijne  medeonderteekenaren  genoemd.  Ook  deze  zou  de 
Sydode,  huns  inziens,  wenêcheliji  moeten  noemen,  en, 
altijd  langs  wettigen  weg,  voorbereiden.  Uwe  Commissie 
kon  echter  met  de  geachte  voorstellers  of  geheel  niet,  of 
slechts  ten  deele  medegaan.  Over  herstel  van  art,  38  oud. 
is  haar  advies  al  bekend.  En  wat  het  wenschelijke  betreft 
om  de  belijdeniskwestie  te  laten  rusten ,  hiert^nover  stond 
het  gevoelen ,  dat  zij  behoefte  had  aan  eene  radicale  oplos- 
sing. Ook  waar  men  deze  niet  in  den  door  bedoelde  leden 
beoogden  zin  begeerde,  twijfelde  de  een  of  het  uitspreken 
van  zulk  een  wenêcA,  als  de  voorstellers  bedoelden,  voor 
de  Synode  wel  raadzaam  was,  ofschoon  een  ander  dien 
wensch  gaarne  zag  uitgesproken.  Nog  minder  instemming 
vond  het  denkbeeld  om,  al  ware  het  in  den  vorm  van 


811 


een  uitgesprohen  wensch^  ingewikkeld  een  eersten  stap  te 
doen  tot  voorbereiding  eener  buitengewone  Synode.  Achtte 
sommigen  dit  bedenkelijk ,  behalve  om  andere  overwegingen , 
mede  hierom  dat  eene  geheele  verandering  van  reglementen 
aan  zulk  eene  buitengewone  Synode  zou  moeten  vooraf- 
gaan, iets,  dat,  al  ware  het  raadzaam,  niet  door  het 
uitspreken  van  wenêchen  moest  worden  voorbereid ;  anderen 
zouden  zulk  een  uitgesproken  wensch  iets  hoogst  ge- 
vaarlijks achten,  en  een  medewerken  aan  pogingen,  die 
werden  aangewend  om  eene  bepaalde  richting  in  de  Kerk 
te  onderdrukken.  De  voorsteller,  hoewel  bij  zijne  uitge- 
sproken  meening  volhardend  en  betuigend  hoe  het  hem  en 
velen  zijner  geestverwanten  om  geenerlei  verkorting  van 
iemands  vrijheid  of  recht  te  doen  was,  maar  om  handhaving 
van  de  beginselen ,  waarop  de  Ned.  Herv.  Kerk  is  gebouwd 
en  waarop  zij  huns  inziens  alleen  kan  blijven  bestaan*  en 
bloeien,  legde  er  zich  bij  neer  dat  tot  het  uitspreken  van 
bedoelde  wenschen  nu  niet  werd  geadviseerd,  en  dat  de 
Commissie  zich  bleef  bepalen  bij  het  advies  ten  aanzien 
van  het  voorstel  Weatrik  c.  s.  in  haar  vorig  rapport,  punt 
8  der  conclusie  gegeven. 

Op  een  punt  waren  ten  slotte  allen  het  ééns,  en  het 
gaf  hun  een  aangenaam  gevoel  met  het  uitspreken  daarvan 
hun  ernstig,  broederlijk  samenspreken  te  besluiten:  //Zij 
zouden  zich  allen  verheugen  wanneer  het  mogelijk  was  de 
belijdenisquaestie  te  laten  rusten .'' 

Èesumeerend  stelt  uwe  Commissie  u  voor: 

1^.  Nogmaals  eenparig  evenals  in  haar  vorig  rapport 
alle  door  den  aanvang  hunner  werkzaamheden  in  hare 
handen  gestelde  voorstellen  af  te  wijzen. 

2**.  Met  meerderhdd  van  stemmen:  af  te  wijzen  het 
voorstel  in  uwe  vergadering  van  gisteren  door  de  heeren 
Roodkidjzen  c.  s.  ingediend. 

3**.  Eenparig:  af  ie  wijzen  het  in  dezelfde  vergadering 
ingediend   voorstel  der  heeren  van  Lakerveld  c.  s. 

4®.  Met  meerderheid  van  stemmen:  af  te  mjzen  het  voorstel, 
gister  andermaal  ter  tafel  gebracht  door  de  HH.  Westrik  c.  s. 

E.  H.  Lasondbb. 

J.    DOÜWBS. 

CÉSAB  Segees. 

J.  Beuinwold  Riedel. 

L.    DiKEMA. 


212 

Overeenkomstig  be-  lil  overeenstemming  met  het  gisteren  genomen  besluit 
sluit  om  verschillende  ]^ojjixt    het  rapport  terstond  in  behandeling  en  wordt  naar 

Xt  if  i^haSng  te  1^«*  ^^^^^  dö'  Commissie  eenstemmig  besloten  geen  ge- 
nemen,  volg  te  geven  aan  de  vermelde  voorstellen  van  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur  van  Utrecht  en  van  de  Classicale 
Vergaderingen  van  Amersfoort  en  Wijk,  rakende  de 
redactie  van  art.  88  en  39  van  het  Reglement  op  het 
Godsdienstonderwijs  y  noch  ook  aan  het  voorstel  van  deu 
predikant  C,  J.  Bruiel  de  la  Rivière  te  Haarlem,  ter 
zake  der  aanneming  en  bevestiging  van  lidmaten,  noch  aan 
het  voorstel  van  de  Classicale  Vergadering  van  Heeren- 
veen om  aan  alle  rigtingen  in  de  Kerk  vrije  beweging 
te  verschaffen,  ook  wat  de  belijdenis  en  de  voorwaarde 
van  het  lidmaatschap  betreft. 

Beraadslaging  over  In  de  eerste  plaats  komt  nu  het  voorstel  van  de  heereii 
^enn^^^llkervem^^''^  Lflitfrüötó  c.  s.  in  behandeling,  wijziging  van  art. 
o.  8.  tot  wijziging  van  1  en  1 1  van  het  Algemeen  Reglement  verlangende.  Tot 
art.  1  en  1 1  van  het  toelichting  van  dat  voorstel  wordt  door  den  heer  van 
lli&etot^me^^^^^^  hoofdzakelijk  gezegd,  dat  het  overeenkomst  met 

daarvan.  het  eerste  gedeelte  van  het  voorstel   van  den  heer  Brukl 

de  la  Rimère,  dat  hem  aanstonds  aannemelijk  voorkwam; 
dat  toch  het  eerste  artikel  van  het  Algemeen  Reglement 
het  karakter  der  Kerk  moet  uitdrukken ,  zooals  h^  meent, 
te  geschieden  in  de  door  hem  en  twee  zijner  medeleden 
voorgestelde  formulering;  dat  als  verklaard  wordt  wat  de 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk  is,  het  ook  uitkomen 
moet,  dat  daarin  de  verschillende  rigtingen  hunne  plaats 
hebben,  opdat  niet  langer  haar  historisch  regt,  dat  nog 
in  het  voorgaande  jaar  door  de  Synode  als  uitgemaakt 
is  verklaard,  kunne  worde  betwist;  daar  moet  wette- 
lijk ruimte  zijn  voor  alle  rigtingen,  aan  de  onbe- 
stemdheid ,  welke  daaromtrent  nog  in  de  Reglementen 
wordt  aangetroffen  moet  een  einde  worden  gemaakt;  er 
moet  waarheid  in  de  reglementen  zijn;  is  het  door  de 
Synode  ten  voorgaanden  jare  met  eenparigheid  van  stemmen 
uitgesproken,  dat  allen,  die  thans  lidmaten  der  Neder- 
landsche Hervormde  Kerk  zijn,  van  welke  rigting  ook, 
regt  op  dat  lidmaatschap  hebben,  en  heeft  zij  steeds  het 
beginsel  van  vrijheid  voor  allen  voorgestaan  en  gehandhaafd, 
en  zulks  ook  op  kerkregtelijke  gronden,  daarin  vindt  de 
voorgestelde  formulering  van  wat  de  Nederlandsche  Her- 
vormde  Kerk  is   hare  aanbeveling,    maar  daarom  ook  is 


213 


de  wijziging  van  art.  11  bij  het  voorstel  opgenomen , 
daar  het ,  zoo  als  het  thans  luidt ,  in  strijd  is  met  de 
door  de  Synode  aangenomen  beginselen.  Om  de  opmerking 
onder  de  beraadslagingen  gemaakt,  dat  de  heer  van 
Lakerveld  aldus  uitspreekt,  wat  altoos  de  grieve  is  van 
de  orthodoxen  tegen  de  Synodale  besluiten,  verklaarde 
hij  zich  nader  door  te  zeggen,  dat  zijne  bedoeling  was, 
dat  er  strijd  is  tusschen  den  historischen  zin ,  die  aan  de 
woorden  //handhaving  harer  leer''  moet  worden  toegekend, 
en  de  letterlijke  beteekenis  dier  woorden. 

Op  gelijke  gronden  als  door  den  heer  van  Laherveld 
zijn  aangevoerd  wordt  ook  door  de  heeren  Soodhuyzen  en 
van  Duyl  op  de  aanneming  van  dit  voorstel  aangedron- 
gen, ook  wat  de  wijziging  van  artikel  11  aangaat,  de- 
wijl dit  art.  zoo  als  het  doorgaans  wordt  opgevat,  een 
wapen  is  in  de  handen  der  tegenstanders. 

Onderscheiden  leden  verklaren  veel  sympathie  te  hebben 
voor  zulke  formulering  van  art.  1  van  het  Algemeen  Be- 
glement,  als  in  het  voorstel  vervat  is;  velen  hunner  staan 
echter  in  twijfel  of  het  thans  wel  de  geschikte  tijd  is 
voor  deze  verandering  van  het  Algemeen  Beglement,  en 
laten  zich  op  een  na  van  de  ondersteuning  van  dit  voorstel 
teraghouden  door  de  bedenking  der  overige  leden,  dat 
door  de  aanneming  er  van  de  tegenwoordige  strijd  te  hefti- 
ger zal  worden,  en  het  gevaar  van  scheuring  en  uit- 
eenspatting der  Kerk  vermeerderen  zal,  terwijl  de  Synode 
zich  thans  geroepen  moet  achten  om  zoo  veel  mogelijk 
tot  herstel  van  orde  en  vrede  mede  te  werken  om  de 
nadeelen,  welke  de  godsdienstige  belangen  van  de  ver- 
deeldheid dezer  dagen  lijden.  De  voorstellers  meenen  dat 
die  bedenking  niet  mag  wegen  als  men  hun  zal  moeten 
toestemmen ,  dat  de  invoering  der  verandering  op  den  duur 
toenadering  zal  bevorderen  en  dan  niet  moet  vergeten ,  dat 
de  groote  Meester  geen  strijd,  zelfs  het  kruis  niet  geschuwd 
heeft  voor  het  groote   doel,    wat  Hij  zich  had  voorgesteld. 

Maar  het  ontbreekt  ook  niet  aan  leden,  die,  evenver- 
melde  bedenking  daargelaten,  tegen  het  dus  formuleren 
van  art.  1  op  zich  zelf  bezwaar  maken.  Hun  voorname 
bezwaar  is  dat  aan  de  omschrijving  der  Kerk  de  uitdruk- 
king van  haar  Hervormd  karakter  ontbreekt,  ter  onder- 
scheiding van  andere  Protestantsche  Kerkgenootschappen; 
zelfs  wordt  door  een  der  leden  twijfel  geopperd  of  de 
Synode    als    vertegenwoordigster     van    de    Nederlandsche 


• 


214 


Hervormde  Kerk^  wel  bevoegd  zou  zijn  om  zulk  een 
voorstel  in  behandeling  te  nemen.  Twijfel  wordt  er  ook 
geopperd  of,  indien  men  eene  omschrijving  wil  geven  aan 
hetgeen  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  is,  zulke  om- 
schrijving thans  wel  kan  gegeven  worden^  naar  den  toe- 
stand waarin  zij  verkeert.  Behalve  het  reeds  vermelde  wordt 
het  ook  als  eene  bepaalde  leemte  beschouwd^  dat  wel  als 
doel  van  de  onderlinge  verbindtenis  genoemd  wordt,  de 
bedoelingen  van  Jezus  Christus  te  helpen  verwezenlijken, 
maar  het  belijden  van  Hem  niet  eens  vermeld  wordt  ^  ter- 
wijl ook  op  de  onbestemdheid  gewezen  wordt  die  de 
omschrijving  krijgt^  als  daar  zoo  veel  uitlegging  vereischt 
wordt  om  te  verstaan  wat  onder  de  bedoelingen  van  Jezus 
Christus  begrepen  is.  Gelijke  onbestemdheid  wordt  ook 
gevonden  in  de  omschrijving  //gebouwd  op  den  grondslag 
van  het  Protestantisme^'  bij  het  verschil  van  meening  wat 
onder  het  Protestantisme  te  verstaan ,  en  bedenking  ook 
gemaakt,  dat  hier  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk 
voorkomt  als  eene  afdeeling  der  Algemeene  Christelijke 
Kerk,  daar  deze  in  den  eigenlijken  zin  niet  dan  als  het 
groote  Godsrijk  bestaat  waarvan  het  bestuur  niet  als  dat 
der  voorbijgaande  Kerkgenootschappen  beligchaamd  is. 

Om  verschillende  redenen  wordt  ook  bedenking  gemaakt 
tegen  de  wijziging  van  art.  11.  Al  deelen  velen  niet  in 
de  beschouwing^  dat  tegen  het  veranderen  van  dat  artikel 
een  kerk-  of  staatsregtelijk  bezwaar  zou  bestaan,  daar  de 
Synode  in  1851  het  artikel  gewijzigd  heeft,  zonder  dat 
daartegen,  van  de  bevoegde  autoriteiten  bedenkingen  zijn 
ingebragt,  om  de  onbestemdheid  wederom  van  het  woord 
beginsel  wordt  de  wijziging  geene  verbetering  geacht  en 
wordt  zij  ook  niet  noodig  gerekend,  nu  in  de  laatste 
jaren  zoo  duidelijk  is  uiteengezet,  wat  daar  handhaving 
der  leer  beteekent,  zoodat  het  bezwaar  der  voorstellers, 
aan  het  misverstand  daarvan  ontleend,  ongegrond  wordt 
geoordeeld,  terwijl  de  aanneming  der  wijziging  voor  de 
rust  der  Kerk  niet  minder  gevaarlijk  wordt  geacht  dan 
de  aanneming  der  voorgestelde  veraQdering  van  art.  1. 

Na  sluiting  der  beraadslagingen,  geeft  de  heer  van 
Lakerveld  in  overweging  om  eerst  de  verandering  van  art. 
1  in  stemming  te  brengen,  omdat  hij  die  verandering 
wenscht,  ook  onafhankelijk  van  de  daarbij  voorgestelde 
wijziging  van  art.  11,  opdat  bij  de  aanneming  van  de 
verlangde    verandering  van  art.  88  van  het  fieglement  op 


216 

het  Godsdienstonderwijs  daarnaar  kanne  worden  oerwezen. 
Als  na  de  verandering  van  art.  1  met  vijftien  tegen  vier  stem- 
men verworpen  werd ,  blijft  het  voorstel  tot  wijziging  van  art. 
11,  als  daarmede  in  verband  gebragt^  buiten  stemming. 
Behalve  de  voarsêeller$  en  de  heer  van  der  Hoeve, 
stemden  alle  overige  leden  in  overeenstemming  met  de 
adviezen  van  de  Hoogleeraren  en  den  Secretaris  tegen  de 
voorgestelde   verandering  van  art.  1. 

Aan  de  orde  komt  nu  het  gisteren  door  de  heeren  ,  ^**  ^^b^LT^ ^^ 
BoodAufzen  c.  s.  ter  tafel  gebragte  voorstel  tot  veran-  c.^T^ot  verandering 
dering  van  art.  38  en  39  van  het  Beglement  op  het  van  art.  88  en  39  van 
Godsdienstonderwijs   en   aanvulling    van    art.  22  van  het  Jl.**  5*'^^*"*°*  °P>®* 

^     ,  n      1      1         1  Tl  r      Godadienatonderwiis  en 

Reglement  voor  de  kerkeraden,  waarop  de  heer  van  i^a- aanynliing  van  art.  22 
kerveld  nog  als  amendement  voorstelt  het  slot  van  art.  38  v>Q  l^et  Reglement 
lie?er  te  doen  luiden:  /^ wanneer  zij  ^^rklaren  de  beginselen  ^^^'^^J^^^^J^*J 
van  Jezus  in  woord  en  daad  te  willen  beleven  en  tot  amendement  van  den 
den  bloei  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  te  willen  ^eer  mm  Lakerveldia 
medewerken.''  behandeUng. 

De  heer  EoodAuyzen  verklaart  weinig  toe  te  voegen  te 
hebben  tot  hetgeen  reeds  bij  het  voorstel  tot  toelichting 
is  aangevoerd.  Even  als  het  voorstel  van  den  heer  van 
laierveld  wil  het  aan  de  verschillende  rigtingen  meer 
ruimte  geven,  en  alle  gewetensbezwaren  wegnemen,  die 
aan  de  vrije  toetreding  in  den  weg  mogten  staan  en  den 
heiligen  indruk  dier  plegtigheid  zoo  dikwijls  bederven, 
waarom  hij  en  zijn  medelid  van  Duyl  ook  het  amendement 
van  den  heer  van  Laherveld  niet  kunnen  overnemen, 
daar  zij  de  vaststelling  van  eenige  formule,  hoe  ruim  ook 
gesteld,  ongeraden  achten,  omdat  daarin  altoos  voor  het 
geweten  van  den  aannemeling  iets  bezwarende  kan  ge- 
legen zijn. 

De  heer  van  Laherveld  geeft  echter  aan  eene  bepaalde 
formule,  zoo  ruim  mogelijk  gesteld,  de  voorkeur,  opdat 
de  aannemelingen  vooruit  weten  waartoe  zij  zich  ver- 
binden. 

Wegens  het  vergevorderde  van  het  uur  voor  deze  zitting 
bepaald ,  moeten  de  beraadslagingen  over  het  voorstel  ge- 
stiutkt  worden,  nadat  de  Hoogleeraren,  de  Vice-President 
en  de  Secretarie  hunne  adviezen  hadden  uitgebragt.  De 
heer  Laeonder  en  de  Secretarie  hadden  zich  daarbij  hoofd- 
zakelijk met  het  praeadvies  van  den  heer  Oooazen  veree- 
nigd,    die    de   aanneming  van   het    voorstel  ontried,  als 


216 

onnoodig,  zoowel  om  de  vooi^enomen  EerspeWorming^  als 
ook  omdat  de  laatste  verandering  van  art«  39,  waarbij 
de  orthodoxen  ziöh  hebben  neergelegd,  voldoende  ruimte 
gegeven  heeft,  en  wanneer  na  ook  nog  enkelen  bezwaren 
blijven  hebben,  daarin  geen  grond  gelegen  is  tot  zulk  een 
ingrijpend  voorstel  waarbij  wegens  de  verwijdering  der 
schoone  overoude  formule  gansch  en  al  met  het  verleden 
zou  gebroken  worden.  Het  officieel,  kerkregtelijk  schrappen 
van  art.  S9,  zon  naar  des  praeadviseurs  oordeel,  een  zeer 
gevaarlijk  en  ongeregtvaardigd  toegeven  zijn  aan  eene  theo- 
logische rigting,  die  weinig  historisch  gevoel  openbaart, 
en  aan  een  bedenkelijk  radicalisme,  ja  een  nihilistische 
streven  op  theologisch  gebied  gehoorzaamt. 

De  Vice*president  gaf  daarentegen  zijne  sympathie  voor 
het  voorstel  te  kennen ,  zelfs  zijnen  wensch  dat  de  regeling 
van  de  aanneming  en  bevestiging  van  lidmaten  aan  de 
autonomie  der  gemeenten  mogt  worden  overgelaten,  daar 
deze  toch  reeds  het  regt  tot  de  benoeming  van  ouderlingen 
en  diakenen  en  tot  beroeping  van  hare  predikanten  ver- 
kregen hebben. 

Sluiting  der  twin-      De    verdere  behandeling  van   het  voorstel  wordt  intus- 
tigste  zitting.  schen  tot  de  volgende  zitting  verdaagd ,  waarvan  de  opening 

op  morgen  voormiddag  tien  uur  bepaald  wordt.  De  tegen- 
woordige zitting  wordt  hiermede  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  PresidefU. 


EEN  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Zatnrdag  den  14  Angiutas  1880. 

Na    opening    der    zitting  wordt  de  Secretaris  voor  het     Opening  der  een  en 
lezen  der  notnlen  van  gisteren  diligent  verklaart.  twiniigate  «tting. 

Aanstonds   wordt    derhalve   ovei^gaan  tot  voortzetting     Voortgezette     be- 
van    de    gisteren   aauffevansen    beraadslagingen    over  het  raadalagingen  over  het 

Li  j     1 1_  «  X       A    j  Toorstel  vandeheeren 

voorstel  van  de  hh.  JioodhuifZên  c.  s.  omtrent  de  aanne*  Boodku^zen  c.  ■.  lei- 
miog  en  bevestiging  der  lidmaten ,  waardoor  de  tijd  dezer  dende  tot  verwerping 
ritting  bijna  geheel  wordt  ingenomen.  I5e5^(Tö/arw  meent  *|[^J*°^^°*^|^^J^8 
nog  ten  aanzien  van  den  gisteren  door  den  Yice-president  van  den  heer  van 
uitgesproken  wensch ,  dat  de  aanneming  en  bevestiging  Lakerpeld, 
der  lidmaten  mogt  worden  overgelaten  aan  de  autonomie 
der  gemeenten,  te  moeten  doen  opmerken,  dat  dit  toch 
niet  zon  aangenaam,  daar  de  aanneming  eene  toetreding 
is  tot  het  lidmaatschap  der  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk,  en  de  zeer  niteenloopende  zamenstelling  der  Kerken- 
raden  onder  de  werking  van  het  Kiesreglement  het  bestaan 
van  algemeene  bepalingen  tot  bescherming  van  de  regten 
en  belangen  der  aankomende  lidmaten  volstrekt  noodig 
maken.  Verder  verklaren  thans  onderscheiden  leden  zich 
te  vereenigen  met  de  bezwaren ,  welke  gisteren  reeds  tegen 
het  voorstel  van  de  heeren  Boodiuyzet^  c.  s.  werden  in- 
gebragt.  Men  merkt  ook  op  dat  het  vastellen  van  eene 
bindende  formule,  hoe  kort  ook,  zou  zijn  in  plaats  van 
vooroitgang  achteruitgang,  nu  in  art.  39  eene  behoorlijke 
mate  van  vrijheid  in  het  gebruik  der  daarin  vermelde 
formale  verzekerd  ia  geworden.  Een  lid  spreekt  zijne  be- 
vreemding uit,  dat  terwijl  men  zich  verzet  tegen  de  vragen 
naar  art.  39  letterlijk  te  doen ,  en  die  ook  niet  letterlijk 
behoeft  te  doen ,  nu  eene  formule  wil  invoeren  waaraan 
men  zich  letterlijk  zou  moeten  houden,  en  hoedanige  formule? 
vraagt  een  ander  lid  weder,  die  volstrekt  niet  rijmt  met  den 
geestelijken  aard  der  aanneming ,  welke  toch  meer  beteekent 
dan  bloote  onderwerping  aan  de  Beglementen  der  Kerk. 
Daar  zijn  zelfa,  die  tegen  de  behandeling  van  het  voorstel 


il8 


protesteren ,  omdat  zij  aan  de  Synode  liet  regt  niet  toekennen 
omtrent  de  belijdenis  der  Kerk  bepalingen  te  maken  ^  laat 
staan  ^  zooals  door  de  aanneming  van  het  voorstel  zou 
geschieden,  bij  de  bevestiging  van  lidmaten  de  belijdenis 
des  geloofs  geheel  te  doen  vervallen.  Daaromtrent  wordt 
nog  herinnerd  aan  het  bekende  antwoord  door  den  Com- 
missaris-generaal bij  de  invoering  van  de  Kerkorganisatie 
van  1816  aan  de  classis  van  Amsterdam  omtrent  de 
bevoegdheid  der  Synode  gegeven. 

Velen  zijn  echter  van  oordeel  dat  het  amendement  van 
den  heer  van  Laierveld  nog  als  eene  verbetering  van  het 
voorstel  EoodAuyzm  te  beschouwen  is,  ofschoon  omtrent 
het  spreken  daarin  enkel  van  de  b^nselen  van  Jezns 
gelijke  .  opmerkingen  gemaakt  worden  als  gisteren  bij  de 
behandeling  van  het  voorstel  tot  verandering  van  art.  1 
van  het  Algemeen  Reglement^  en  er  ook  nog  op  wordt 
gewezen  in  hoe  verschillenden  zin  de  verklaring,  zoowel 
in  het  amendement  als  in  het  voorstel  voorkomende,  van 
tot  den  bloei  der  Hervormde  Kerk  te  willen  medewerken 
kan  worden  verstaan.  De  aanvulling  van  art.  22  van 
het  Beglement  voor  de  Kerkeraden  wordt  door  een  lid 
der  Vergadering  in  elk  geval  bedenkelijk  geacht  op  grond , 
dat  zij  het  clericalisme  zou  bevorderen  en  voor  vele  predi- 
kanten eene  vaste  formule  werkelijk   noodig  is  te  achten. 

Het  ontbreekt  echter  niet  aan  leden,  die  het  voorstel 
zeer  ondersteunen,  hetzij  met  of  zonder  het  amendement 
van  den  heer  van  Laierveld,  De  heer  Bruinwold  Biedel 
wenscht,  als  tot  de  minderheid  der  Commissie  behoorende, 
rekenschap  te  geven  vraarom  hij ,  ofschoon  ter  Vergadering 
gekomen  met  den  wensch  dat  geene  ingrijpende  voor- 
stellen ter  tafel  mogten  komen,  nogtans  zich  niet  bij  do 
meerderheid  der  Commissie  gevoegd  heeft,  omdat  bij 
namelijk,  nu  het  voorstel  eens  ingediend  en  in  handen  der 
Commissie  gesteld  was,  er  te  veel  sympathie  voor  ge- 
voelde om  de  aanneming  tegen  te  werken ,  doch  ook  had 
voorgesteld,  het  zoodanig  te  amenderen,  als  nn  door 
den  heer  van  Laierveld  gesehied  is.  De  heer  DiietMi 
die  ook  tot  de  minderheid  der  Commissie  behoorde, 
spreekt  in  gelijken  geest,  doch  verlangde,  als  hij  later 
tegen  het  voorstel  stemde,  te  hebben  vermeld  dat  dit 
geschiedde  onder  den  indruk  van  de  bedenkingen  omtrent 
de  ontijdigheid  van  het  voorstel  gemaakt. 

Jio  voorstanders  VHn  bet  voorstel  verklaren  zich  geheel 


219 


met  de  besohoawingen  van  den  heer  BoodiujfSfen  te  ver- 
eenigen.  Zij  vinden  geen  grond  om  hier  gelijk  de  eerste 
praeadviseur  van  een  bedenkelijk  tadicalisme  of  nihi- 
listisch streven  te  spreken.  Zij  achten  de  aanneming  ge- 
wenscht,  omdat  het  naar  faun  oordeel  meer  dan  eenig 
ander  ^  dat  ter  tafel  is,  tot  oplossing  der  belijdeniskwestie 
kan  leiden.  Volgens  hen  voegt  bij  de  vragen ,  die  b\j 
de  aanneming  of  bevesUging  gedaan  worden,  geen  dog- 
matiek, geen  gebruik  van  verouderde  formules  i  maar 
voegen  slechts  gezindheidsvragen.  Met  warmte  wordt  door 
den  heer  Roodhuj/zen  vooral  de  aanneming  van  zijn  voorstel 
bepleit,  in  het  belang  der  aannemelingen  en  tot  waarborg 
dat  de  ernst  der  plegtigheid  hunner  toetreding  door  geen 
dogmatisch  geschil  of  twijfeling  verstoord  worde»  Gaarne 
wil  hij  toegeven,  dat  de  vragen  van  art.  39 ,  zoo  als  nu 
de  redactie  luidt,  wel  kunnen  gedaan  worden  zonder  het 
vroeger  daartegen  bestaan  hebbend  bezwaar ,  doch  nimmer 
zoo,  dat  zij  voor  alle  aannemelingen  verstaanbaar  zullen 
zijn  of  allen  zullen  kunnen  bevredigen.  De  heer  van  La- 
kerveld  handhaaft  echter  zijn  amendement,  met  het  oog 
ook  op  de  aanhangige  kerspelvorming,  voor  zich  over- 
tuigd, dat  bij  de  aanneming  eene  bepaalde  verklaring,  als 
hij  verlangde,  niet  kan  gemist  worden. 

Onder  hen  echter^  die  zich  in  beginsel  voor  het  voorstel 
verklaren,  zoo  als  het  geamendeerd  is,  zijn  er  ook  die 
de  bedenking  omtrent  den  tegenstand,  dien  het  in  de 
Kerk  te  wachten  heeft,  niet  ongegrond  aditen  en  is  het 
de  Prmdent  inzonderheid,  die  bij  de  erkenning  dat  hij 
vroeger  met  den  hoogleeraar  Kuenen  soortgelijk  voorstel 
ter  tafel  gebragt  heeft  en  toen  de  aanneming  daarvan 
zeer  wenschelijk  had  beschouwd,  opmerken  doet  dat  de 
tegenwoordige  tijd  van  feilen  strijd  niet  gesdiikt  is  voor 
het  maken  van  zulke  ingrijpende  bq)alingen  en  daarvoor 
rustiger  tijd  behoort  te  worden  afgewacht. 

Na  de  sluiting  der  beraadslagingen  wordt  eerst  het 
amendement  van  den  heer  van  Lakerveld  in  stemming 
gebragt,  waarbij  enkele  leden  verklaren  dat,  indien  zij  ook 
tegen  de  aanneming  van  het  voorstel  zelf  zullen  stemmen , 
voor  het  amendement  wenachen  te  stemmen  om  daardoor 
althans,  tot  verbetering  van  het  voorstel  mede  te  werken. 
Het  amendement  wordt  met  tien  tegen  acht  stemmen  aan- 
genomen, te  weten  door  de  stemmen  den  heeren  Ovet'* 
man,    Jans ,    Alingh    Prins ,  Bruinwold  Riedel ^  Bruna^ 


220 

Bihema^  mn  Lakerveld,  Kronenberg ,  van  der  Hoeve  en 
van  den  President. 

Met  de  Hoogleerdren  eu  den  Secretarie  stemden  tegen 
de  heeren  van  Duyl,  Weetrik ,  Douwee,  de  Man^  van 
Berde ^  van  der  Veen,  Eoodhuyzen  en  Segerê. 

Aan  den  heer  van  den  Brandeler  was  toegestaan  buiten 
stemming  te  blijven.  Hij  verzocht  dit  omdat  hij  aan  de 
verbetering  van  het   voorstel   geen  deel  wilde  nemen. 

Het  geamendeerde  voorstel  komt  nu  in  stemming:  het 
wordt  met  tien  tegen  negen  stemmen  verworpen^  namelijk 
naar  de  adviezen  der  Hoogleeraren  Gn  van  den  Secretark 
door  de  stemmen  der  heeren  van  den  Brandeler,  JFestrii, 
Bruna ,  Douwes ,  Diiema ,  de  Man ,  van  Eerde ,  Kronen» 
i^g ,  Segers  en  van  den  President,  Voor  stemden  de  heeren 
Overman,  van  JDuyl,  Jans,  Alingh  Prins,  BruinwoU 
Riedel,  van  Lakerveld,  van  der  Veen ,  RoodAnyzen  en  van 
der  Hoeve, 

Het  voorstel  van  de      Vervolgens   komt  aan  de  orde  het  advies  van  de  Com- 
hceren  Wettrik  e.  8.  miggie  over  het  voorstel  van  de  heeren    Westrik  e.  s.  tot 

tot  nerstei   der   oude  1.1  t  -■  ii*  «n»  li 

redactie  van  art.  38  herstel  van  de  voorgaande  redactie  van  art.  38  van  net 
iosgelijks  verworpen.  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs.  Noch  door  de  voor- 
stellers, als  die  meenen  het  voorstel  reeds  voldoende  toe- 
gelicht te  hebben,  noch  door  de  overige  leden  der  verga- 
dering wordt  na  de  evengevoerde  beraadslagingen  eene  af- 
zonderlijke beraadslaging  over  het  advies  der  Commissie 
verlangd,  terwijl  de  voorstdlers  verklaren  voor  als  nog  van 
den  nitgësproken  wensch  omtrent  een  provisorium  voor 
den  tijd  van  tien  jaren  geen  voorstel  te  willen  maken. 

Het  advies  der  Commissie  wordt  daarop  met  vijftien 
t^n  vier  stemmen  aangenomen ,  zoodat  ook  dit  voorstel  ver- 
worpen is.  Met  de  voorstellers  had  alleen  de  heer  van  Eerde 
overeenkomstig  het  advies  van  den  heer  Lasonder  tegen  het 
advies  der  Commissie  gestemd.  Alle  overige  leden  hadden 
zich  met  den  hóogleeraar  Ooosüen  en  den  Secretarie  er  voor 
verklaard. 

Na  afloop  der  stemming  antwoordde  de  heer  Segers  nog 
op  de  bij  de  straks  gevoerde  beraadslaging  vernomen  be- 
tvnjfeling  vun  een  der  leden,  of  de  orthodoxen  werkelijk, 
zooals  de  eerste  praeadviseur  beweerd  had,  zich  bij  de 
laatste  verandering  van  art.  39  hadden  neergelegd;  hij 
bevestigde  zulks  bij  mededeeling  van  zijn  gevoelen,  dat 
dit  hieraan  zou  zijn  toe  te  schrijven ,  dat  hunne  aandacht 


Tooral  op  art.  38  gevestigd  was,  maar  van  zijne  overtaiging 
ook  dat  althans  de  gematigde  orthodoxen  zich  bij  bedoelde 
veranderingen  van  art.  39  zouden  blijven  nederle^en ,  als 
de  aanstoot,  dien  de  5^  alinea  van  art.  38  gegeven  had, 
mogt  worden  weggenomen,  en  dat,  indien  dit  geschiedde, 
eene  gewijzigde  kerspelvorming  bij  hen  geen  tegenstand 
zou  ondervinden. 

De  verdere  behandeling  van  het  rapport  der  Commissie 
ter  zake  van  art.  38  wordt  tot  a.  s.  Maandag  uitgesteld. 

Nog    wordt    kennisgenomen    van   een    verzoek  van  het     Goedkenring  van  de 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  van  8  Mei ,  gwMTeranderiMc    der 
gereg.  onder  n°.  444,  om  goedkeuring  van  zijn  in  afschrift  ^?^*^„  Bodegra- 
overgel^d  besluit  van  dezelfde  dagieekening  tot  grens  ver-  ven. 
andering  der  in  twee  verschillende  classicale  ressorten  ge- 
legen gemeenten  te  Sluipwijk  en  Bodegraven.  Dewijl 
uit    dit    besluit    blijkt,    dat    daarbij    alle   wettelijke  voor- 
schriften   zijn    in   acht   genomen,    wordt    met  algemeene 
stemmen  op  de  stem  na  van  den  heer  Segera,  die  als  lid 
van    het  Provinciaal  Kerkbestuur  zich  in  deze  onthouden 
moest,    tot   het  verleenen    der  gevraagde  goedkeuring  be- 
sloten. 

Ter  zake  van  een  thans  ter  tafel  gebragt  berigt  omtrent     Orde  van  den  dag 
eene  door  de  afgevaardigden  van  den  Kerkeraad  te  A  a  g  t  e- 1?[  *^®  de  ^Vwl*- 
kerke  ter  Classicale  vergadering  van  Middelburg  en  digden   van  Aagte- 
nog  vier  leden  dier  vergadering  a%elegde  verklaring,  gereg.  kerke  en  vier  andere 
onder    u».    675,   dat  zij  de  Synode  niet  meer  als  wettig  J^^^'^^^^?^! 
bestaande  zullen  aanmerken,  tenzij  zij  zich  als  demissionair  del  burg. 
beschouwe,    en    hare    voorstellen  ter   zijde  zullen  leggen, 
wordt  met  eenparigheid  van  adviezen  en  stemmen  besloten 
over  te  gaan  tot  de  orde  van  den  dag. 

Daarentegen  wordt  alleen  voor  kennisneming  aangenomen    Aannemingvoorken- 
eene  verklaring  van  de  Classicale  verklaring  van  Middel-  aidMe'wklwdn  ^m 
burg,  gereg.  onder  n®.  679,  hoofdzakelijk  dienende  om  genoemde     classicale 
haar  leedwezen  over  den  gang  der  zaken  en  de  verschil- ^«';g*de5J"8'*»|^«nde  de 
lende  besluiten  der  Synode,  de  belijdeniskwestie  rakende,  **ö^®°"  wesüe. 
uit  te  drukken.  Bij  het  adres  was  aangeteekend ,   dat  de 
predikanten  AbrescA,  Koek,  Carp  en  Serbmacier  Zynen  sis 
ook  de  ouderling  Zijp  zich  er  niet  mede  hadden  kunnen 
vereenigen. 


222 

Slaiting  der  eea  en      De    vergadering    wordt   hierna  tot  Maandag  namiddag 
twintigste  ntting.       ^^^    ^^^  verdaagd ,  zijnde  eene  bijeenkomst  der  Synodus 

contracta  ter  zake  van  het  hooger  beroep  van  den  predikant 
Alemjn  Faure,  bepaald  op  dien  dag  voormiddag  elf  uur. 
De  zittingen  der  week  worden  vervolgens  door  den  Presi- 
dent met  gebed  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi,  President. 


TWEE  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Maandag  16  Augattus  1880. 

De  zitting  wordt  door  den  President  met  gebed  geopend ,  Opening  der  twee 
daarna  worden  de  notulen  van  de  zittingen  van  Vrijdag  en  •"  twintigste  atting. 
Zatnrdag  jl.  achtereenvolgens  gelezen  en  goedgekeurd. 

Aan  de  orde  zijn  thans  de  voorsteilen  der  Commissie  De  voorttellen  der 
ter  zake  van  de  belijdeniskwestie  omtrent  de  voorloopig  l>etrokken  Commissie 
aangenomen  veranderingen  van  art.  88  van  het  Iteglement  J^{;7^a3  'lÜit^^Jn 

op  het    Godsdienstonderwijs.  amendement   van  deu 

Op  het  eerste  voorstel  dient  de  Prendent  het  amende- ï*"«Went  op  de  Se 
ment  in  te  lezen :  //is  de  predikant  bevoegd  tot  de  aan-  ^  '°^' 
neming  over  te  gaan,  mits  in  tegenwoordigheid  van  een 
of  meer  stemgerechtigden  leden  der  gemeente  ter  zijner 
keuze,  die  de  handeling  als  getuigen  bijwonen.'^  Tot  aan- 
beveling van  dit  amendement  doet  de  President  hoofdzake- 
lijk opmerken ,  dat  het  tegemoet  komt  aan  het  bezwaar  dat 
het  voorstel  van  de  Commissie  naar  zijn  oordeel  drukt, 
dat  in  de  gevallen,  waarvan  hier  sprake  is,  de  Kerkeraden 
ook  bedenking  zullen  maken,  hunne  toestemming  tot  het 
uitnoodigen  van  oud-ouderlingen  te  geven;  dat  wanneer 
de  Kerkeraden  daarvan  eene  gewetenszaak  maken ,  het  hen 
ontheft  van  den  moeijelijken  strijd  van  het  geven  van 
toestemming  als  zij  meenen  dat  hun  geweten  dit  verbiedt , 
omdat  het  hen  er  geheel  buitenlaat;  ep  daar  er  niets  tegen 
is  aan  den  predikant  zulke  bevoegdheid  toe  te  kennen, 
omdat  deze  toch  ook  naar  de  Reglementen  bij  de  aanneming 
de  handelende  persoon  is.  Daartegen  verdedigt  de  hoog- 
leeraar Lasonder  het  voerstel  der  Commissie,  omdat  het  de 
kerkregtelijke  bezwaren  tegen  de  voorloopig  aangenomen 
verandering  uit  den  weg  ruimt,  terwijl  het  amendement 
van  den  President  hem  toeschijnt  kerkregtelijk  niet  aan- 
nemelijk te  zijn,  omdat  het  aan  de  bevoegdheid  van  den 
Kerkeraad  te  kort  doet. 

Bij  de  uu  over  geheel  deze  zaak  gevoerde  beraadslagingen 
openbaart  zich  velerlei  verschil  van  gevoelen. 


224 


Daar  zijn  die  nog  de  voorkeur  geven  aan  de  voorloopige 
verandering ,  evenals  de  minderheid  van  de  Commissie  tegen 
dit  voorstel  van  de  meerderheid  aanmerkende  ^  dat  het  de 
zwarigheid  slechts  verplaatst^  en  het  ligt  vooruit  te  zien  is, 
dat  de  Kerkeraden  bezwaar  zullen  maken  de  taak  der 
ouderlingeu  op  oud-ouderlingen  over  te  dragen. 

Daar  zijn  echter  een  groot  aantal  leden,  die  verklaren 
aan  het  voorstel  der  Commissie  de  voorkeur  te  geven, 
omdat  nu  eenmaal  naar  de  Beglementen  de  aanneming 
van  lidmaten  vanwege  den  Kerkeraad  geschiedt,  die 
bepaling  hier  tot  zijn  regt  komt,  en  als  de  ouderlingen 
bezwaar  maken  om  zich  tot  de  aanneming  te  doen  afvaar- 
digen, de  Kerkeraad  te  gereeder  zijne  toestemiAing  kan 
geven ,  dat  hunne  taak  door  oud-ouderlingen  vervuld 
wordt ,  omdat  ook  naar  de  Beglementen  in  andere  gevallen 
de  dienst  van  oud-ouderlingen  kan  worden  ingeroepen.  De 
aanneming  geheel  aan  den  predikant  over  te  laten ,  zij  het 
dan  ook  onder  getuigen ,  schijnt  hun  met  de  Beglementen 
in  strijd. 

Andere  leden  deelen  weder  volstrekt  niet  in  dit  gevoelen. 
Zij  wijzen  er  op  hoe  in  het  Beglement  voor  de  Kerkeraden 
voor  de  aanneming  de  predikant  overal  als  handelende 
op  den  voorgrond  treedt ,  bij  opmerking  dat  het  daar  wel 
luidt,  dat  de  aanneming  van  wege  den  Kerkeraad,  maar 
geenszins  dat  zij  door  den  Kerkeraad  geschiedt.  Men  meent 
zelfs  dat,  indien  de  ouderlingen  terug  blijven ,  de  predikant 
volkomen  bevoegd  zou  zijn  met  de  aanneming  voort  te 
gaan ,  en  er  derhalve  geen  kerkregtelijk  bezwaar  tegen  het 
amendement  van  den  President  bestaat,  waar  deze  in  het 
gegeven  geval  zulke  aanneming  in  tegenwoordigheid  van 
een  of  meer  getuigen  wil  laten  geschieden.  Er  wordt  ook 
opgemerkt  dat  daarvoor  stemgeregtigden  te  kiezen  niet  in 
strijd  kan  geacht  worden  met  het  Beglement  voor  de  Kerke- 
raden, waar  in  art.  14  iets  derglijks  ook  bij  den  Doop 
wordt  toegelaten. 

De  heer  Kronenberg,  die  het  uit  den  aard  der  zaak 
verkieselijker  acht,  in  deze  den  dienst  van  oud-ouder- 
lingen in  te  roepen,  stelt  daarom  als  amendement  op 
het  voorstel  van  den  President  voor,  daarin  op  stem- 
gerechtigden te  doen  volgen :  bij  voorkeur  oud-ouderlingen. 

Daar  werd  echter  door  den  heer  van  Laherveld  gevraagd , 
of  het  niet  wenschelijk  zij  ter  zake  geene  bepaling  te  maken , 
als   geheel    overbodig,   wanneer   de   kerspelvorming    mogt 


225 

doorgaan,  wanneer  toch  aan  de  Kerkeraden  der  verschil- 
lende kerspelen  wel  zal  kunnen  worden  toegelaten,  hais- 
hoadelijke  bepalingen  omtrent  de  aanneming  van  lidmaten 
te  maken. 

De  heer  BooMuiJzen,  die  het  betreurt  dat  de  zaak  der 
aanneming  zulk  een  loop  heeft  genomen,  dat  zij  geheel 
aan  de  ouderlingen  is  overgegeven ,  acht  wel  eene  bepaling 
noodig,  maar  geeft  in  overweging,  in  deze  te  handelen 
naar  de  analogie  der  Beglementen,  en  dus  haar  te  doen 
luiden :  /^Ouderlingen  kunnen  op  hun  verzoek  ontslagen 
worden  van  de  verplichting  om  de  aanneming  bij  te  wonen , 
wanneer  hunne  taak  door  een  lid  van  een  collegie  boven 
den  Kerkeraad  zal  kunnen  vervuld  worden/' 

Nog  wordt  door  den  heer  van  den  Brandeler  gevraagd 
of  de  bepaling ,  hoe  ook  gewijzigd ,  wel  afzonderlijk  in  stem- 
ming zal  kunnen  komen,  en  of  niet  over  geheel  de  ver- 
andering van  art.  38,  al.  5  daaronder  ook  begrepen,  in 
eens  zal  moeten  gestemd  worden ,  evenals  ook  bij  de 
voorloopige  aanneming  geschied  is. 

Intuscben  worden  de  verdere  beraadslagingen  om  het 
vergevorderde  uur  tot  morgen   uitgesteld. 

De   vorgadering    wordt   hierop    verdaagd  en  de  zitting     Vei-dagin^  der  be- 

daarmede   gesloten.  raadslagingen  en  «lui- 

ting  der  twee  en  twin* 

J.  J.  L.  Ltjti  ,  President.  ^'^^  «»«i"S- 


15 


DRIE  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Dingsdag  den  17den  Angustus  1880. 

Opening  der  drie  Na  Opening  der  zitting  wordeu  de  notalen  der  zitting 
en  twintigste  zitting,  van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Dankbetuiging  van  Voor  kennisgeving  worden  aangenomen  twee  brieven 
Kerkeraden  voor  toe-  ^^^  dankbetuiging,  de  een  van  den  Kerkeraad  te  Leeuwen 

gekende  subsidie.  ^  r,     t  ^  i         «no  i^ 

ca.  van  1^  Augustus,  gereg.  onder  n^.  33,  wegens  het 
toekennen  van  eene  toelage  uit  het  fonds  tot  verbetering 
der  schraalste  predikantstractementen;  de  ander  van  den 
Kerkeraad  te  Hollandsche  Veld,  z.  d.  gereg.  onder 
n^.  34 ,  voor  het  verleenen  van  eene  toelage  uit  het  fonds 
tot  voorziening  in  de  geestelijke  behoeften  van  gemeenten , 
waar  eigen  middelen  ontbreken. 

Toekennittg  alsnog  Op  eene  nog  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid- 
Zrn''d,"Smee*rt; holland  ingekomen  voordragt  dd.  15  Augustus,  gereg. 
te  Spijk  in  Znid-onder  n^  32,  om  aan  de  gemeente  te  Spijk  weder  eene 
holland.  toelage    van  f  40  uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken 

ter  tegemoetkoming  van  hare  kerkelijke  administratie  toe 
te  kennen,  wordt    overeenkomstig  de  voordragt   besloten. 

De  beraadslagingen  De  beraadslaging  over  de  voorloopig  aangenomen  ver- 
twn^^arTts^'al^^s  «ndering  van  art.  38  van  het  Reglement  op  het  Gods- 
van  het  Reglement  op  dien ston der wijs  ter  voorziening  in  de  gevallen  dat  ouder- 
het  Godsdienstoudcr-  üngen  bezwaar  maken  bij  de  aanneming  van  lidmaten 
df  stemmtTdiarover  tegenwoordig  te  zijn  en  de  daarop  betrekkelijke  voorstellen 
aangebonden.  van  de  Commissie  en   van  den  President ,   gisteren  gevoerd, 

worden  nog  voortgezet.  Daarbij  verdedigt  de  hoogleeraar 
Lasonder  het  voorstel  der  Commissie  op  grond  vooral,  dat 
het  de  aan  den  Kerkeraad  bij  het  Eeglement  ter  zake  der 
aanneming  van  lidmaten  eens  toegekende  bevoegdheid  hand- 
haaft, terwijl  hij  betwijfelt  of  de  gisteren  door  dezen  en 
genen  geuite  bewering,  dat  een  predikant  met  de  aan- 
neming zou  kunnen  voortgaan,  wanneer  de  ouderlingen 
terugblijven ,  opgaat ,    en  acht  het  althans  in  strijd  met  de 


227 


Beglementen ,    dat    de    predikant    naar  eigen  goedvinden 
oud-ouderlingen  of,  zoo  als  de  President  voorstelde,  stem- 
geregtigden  zoa  kiezen  om  als  getuigen  bij  de  aanneming 
tegenwoordig   te   zijn.  Het    hiervoor   uit  art.  14  van    het 
Reglement  voor  de  Kerkeraden  aangehaalde  voorbeeld  van 
hetgeen   bij  den  daar  bedoelde  doop  is  toegelaten  past  zijns 
inziens  Mer  niet,  als  op  een  gansch   bijzonder  geval   van 
geheel   anderen  aard   betrekkelijk.    Fliertegen    wordt  echter 
opgemerkt,  dat  het  voorbeeld  slechts  werd  aangehaald  tot 
bewijs  dat  het  niet  zoo  in  strijd  zou  zijn  met  de   Begle- 
menten ,  stemgeregtigden   bij  gebreke  van  ouderlingen  tot 
bijwoning  der  aanneming  van  lidmaten  uit  te  noodigen,  als 
dat  slechts  geschiedt  om  daarbij  als  getuigen  te  dienen,  daar  de 
ouderlingen  naar  het  oorspronkelijk  Reglement  even  als  naar 
de  vroegere  Beglementen  van  1816  af  aan,  daarbij  werke- 
lijk in  geene  andere  hoedanigheid    dan   die    van  getuigen 
tegenwoordig  pleegden  te  zijn.  Tot  nadere  toelichting   van 
zijn  voorstel ,  geeft  de  President  te  kennen  dat  hij  er  voor- 
namelijk   toegeleid  is  door  de   overweging,  dat  men   hier 
te    doen    heeft    met    Kerkeraden,    die  zich  gewetenshal ve ' 
bezwaard  maken    om  ouderlingen  af  te  vaardigen,  dat  hij 
dat  gewetensbezwaar  wilde  geëerbiedigd  hebben  ,  en  daarom 
in  het  gegeven  geval  er  den  Kerkeraad  geheel  wilde  buiten 
gelaten  hebben,  verder  dat  hij   er   geen  bezwaar  in    vond 
om  stemgeregtigden  als  getuigen  bij  de  handeling  der  aan- 
neming te  doen  dienen ,  maar  er  ook  geen  bedenking  tegen 
heeft,  om  het  amendement  van   den  heer  Kronenberg  over 
te  nemen ,    om  op   //stemgeregtigden''  in  zijn  voorstel  nog 
te  doen  volgen  //bij  voorkeur  oud-ouderlingen."  Intusschen 
wordt   nog  door  een  der  leden ,  ten  aanzien  van  het  voor- 
stel van  den  President,  opgemerkt,  dat  het  niet  voldoende 
in  de  bestaande  moeijelijkheid  voorziet,  dewijl  de  bedoelde 
Kerkeraden  ligt  bezwaar  tegen  de  inschrijving  van  de  alzoo 
aangenomen    lidmaten    zullen  maken.   Een  ander  lid  wijst 
op  het   bedenkelijke  van  alle  ter  zake  gedane  voorstellen , 
omdat  er  voedsel  door  gegeven  wordt  aan  de  meening ,  dat 
men  zich  met  beroep  op  het  geweten   vrijelijk   pligtverza- 
king  zou  mogen  veroorloven.  Een  ander  meent  ook  dat  de 
Synode  indien   zij  in  het   voorstel  van  den  President  zou 
willen    treden   wel  overwegen  mag,  welken  indruk  het   in 
de  Kerk  zal    maken.  Onderscheiden    leden    maken   echter 
bezwaar,  dat  een  der  gedane  voorstellen  in  stemmen  korae, 
alvorens  omtrent  de  hoofdkwestie ,  de  verandering  van  al.  5 


228 

beslist  worde.  Dientengevolge  besluit  ie  Vergadering  de 
stemming  over  de  behandelde  voorstellen  aan  te  houden  en 
thans  tot  de  behandeling  van  het  voorstel  der  Commissie 
al.  5  betreffende  over  te  gaan. 

Bemadslagiug  over  Als  amendement  op  het  voorstel  der  Commissie  stelt  de 
de  voorstellen  der  Com- jjeer  Bruna  voor  de  5®  alinea  dus  te  doen  luiden: 
ïï!l'"^'^Ldle^  //Wordt  de  uitslag  van  het  onderzoek  door  de  gezameii. 
van  den  heer  ^r«na,—  lijke  daarvoor  aangewezen  personen  niet  onvoldoende  bevon- 
voorstel  ''^^^^^^'^  den ,  dan  heeft  de  aanneming  plaats." 
gd^de  alinea  te  doen  Tot  aanbeveling  van  het  amendement  doet  de  heer  Bruna 
vervallen  in  nadere  opmerken  dat  het  overeenkomt  met  soortgelijke  bepaling 
overweging  gehonden.  omtrent  het  Voorbereidend  kerkelijk  examen  van  de  Hoog- 

leerareu^  —  dat  het  het  bezwaar  wegneemt,  dat  tegen 
de  alinea,  zoo  als  zij  nu  luidt  van  verschillende  zijden 
is  ingebragt.  Hij  doet  nog  opmerken  dat  aangezien  bij  de 
aanneming  slechts  2  personen ,  een  predikant  en  een  ouder- 
ling, als  afgevaardigden  des  Kerkeraads  tegenwoordig  zijn, 
het  niet  aangaat  van  eene  beslissing  der  meerderheid  te 
spreken. 

Bij  de  opening  der  beraadslagingen  geeft  de  hoogleeraar 
Gooszen  te  kennen  dat  hij  verlegen  is,  wat  in  zake  te 
moeten  adviseren.  Ofschoon  de  kerspel  vorming  vele  moeije- 
lijkheden  zal  wegnemen ,  erkent  hij  toch  de  noodzakelijk- 
heid van  de  regeling  buitendien  der  aannemingszaak ;  maar 
waar  hij  meent  dat  daarbij  de  handhaving  van  een  hoofdbe- 
ginsel der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk,  de  vrijheid,  op 
den  voorgrond  moet  staan ,  ziet  hij  niet ,  hoe  die  regeling 
tot  stand  zal  kunnen  komen,  zoodat  zij  de  verschillende 
rigtingen  in  de  Kerk  zal  kunnen  bevredigen.  Voorshands 
schijnt  hem  in  deze  geen  andere  uitkomst  mogelijk,  dan 
dat  aan  elke  gemeente  overgelaten  worde,  de  zaak  naar 
eigen  behoefte  te  regelen  en  derhalve  geheel  de  alinea  te 
schrappen. 

De  hoogleeraar  Lasonder  dringt  daarentegen  op  de  aan- 
neming van  het  voorstel  der  Commissie  aan  op  de 
gronden  daarvoor  in  het  rapport  vermeld,  en  even  als 
reeds  bij  de  algemeene  beschouwingen  in  de  zitting 
van  11  Augustus  zijn  er  onderscheiden  leden,  die  zich 
daarbij  thans  nog  aansluiten.  Naar  hunne  beschouwing  is 
al.  5  zoo  als  zij  thans  luidt  onhoudbaar  en  dringt  bet 
algemeen  belang  der  Kerk  ten  zeerste  om  aan  de  daar- 
tegen gerezen  bezwaren  te  gemoet  te  komen ,    daar  anders 


229 


verei^ering  van  den  toestand^  ja  scheuring  en  uiteenspat- 
ting  der  Kerk  te  voorzien  zijn.  Men  acht  het  noodzake* 
lijk  dat  voortgegaan  worde  op  den  weg  door  de  Baiien- 
gewone  Yergadering  der  Synode  ingeslagen  om  de  orde 
te  handhaven  en  den  vrede  te  herstellen,  en  beroept  men 
zich  ook  op  het  ongunstig  onthaal  dat  de  door  haar  ont- 
worpen verandering  in  de  Kerk  ontmoet  heeft ,  men  meent 
dat  zulks  aan  misverstand  is  toe  te  schrijven^  en  het 
jaist  eene  aanbeveling  is  van  het  voorstel  der  Commissie, 
dat  het  eene  redactie  voordraagt,  die  verband  houdt  met 
alinea  4    en    werkelijk    eene   verzoenende  strekking   heeft. 

Vele  leden  blijven  daarentegen  volharden  bij  hunne 
bezwaren  tegen  het  voorstel,  reeds  bij  de  algemeene  be- 
schouwingen geopenbaard.  Terwijl  men  meent,  dat  de  klagten 
der  ouderlingen,  alsof  door  alinea  5  hunne  regten  verkort 
zijn,  geenerlei  grond  hebben,  zoo  acht  men  de  Synode 
te  meer  verpligt  om  de  regten  der  aannemelingen  hier  in 
bescberming  te  nemen.  Het  toelaten  van  een  onderzoek 
naar  de  geloofsovertuiging  der  aannemelingen,  waartoe  de 
redactie  der  Commissie  weder  aanleiding  zou  geven ,  zouden 
de  bezwaren  der  kwestie  van  de  leer ,  die  al.  5  uit  de  weg 
wilde  ruimen ,  in  volle  kracht  doen  terugkeeren.  Het  in  die 
alinea  neergelegde  Protestantsche  beginsel,  van  vrijheid 
van  geloofsovertuiging,  wil  men  tot  eiken  prijs  gehandhaafd 
hebben.  Daarom  zou  men  nog  aan  het  amendement  van 
den  heer  Bruna  de  voorkeur  geven ,  doch  hebben  sommigen 
daartegen  deze  bedenking,  dat  het  den  schijn  zou  geven, 
alsof  men  aan  de  ouderlingen  allen  invloed  op  de  beslis- 
sing omtrent  de  toelating  zou  willen  ontzeggen,  terwijl 
hun  het  oordeel  over  de  mate  der  kennis  toch  naar  het 
vigerend  kerkregt   niet  mag  worden  onthouden. 

Intusschen  wordt  bij  het  beraadslagen  algemeen  erkend , 
dat  het  komen  tot  eene  beslissing  in  niet  geringe  mate 
bemoeijelijkt  wordt  door  de  heerschende  opgewondenheid 
en  door  dien  het  hier  inderdaad  een  strijd  van  beginselen 
geldt,  o&ehoon  de  vrees  van  sommigen  voor  den  onder- 
gang der  Kerk  als  overdreven  beschouwd  wordt,  omdat 
eene  Kerk ,  die  de  draagster  is  van  Jezus  beginselen ,  niet 
kan  ondergaan.  Door  de  moeijelijkheid  van  beslissing  ver- 
krijgt het  denkbeeld  van  den  hoogleeraar  Oooszen  meer  en 
meer  bijval,  om  geheel  de  alinea  5  te  laten  vallen.  De 
heer  Oooszen  meent  dat  het  de  eenige  aangewezen  weg  is 
om  tot  eene  bevredigende  uitkomst  te  komen.  Hij  merkt 


230 

op  dat  wat  men  sedert  10  jaren  beproefd  heefc  langs  den 
weg  der  wetgeving  om  de  moeijelijkheden  uit  den  weg  te 
ruimen^  niet  heeft  gebaat,  maar  veeleer  geschaad  heeft, 
maar  acht  dit  daaraan  te  moeten  toeschrijven,  dat  men 
van  boven  af  heeft  willen  regelen  wat  eigenlijk  eenc 
gemeentezaak  is ,  en  van  de  aanneming ,  die  vroeger  eene 
bloot  godsdienstige  handeling  was  een  kerkelijk  examen 
heeft  gemaakt.  Hij  wil  dat  men  tot  den  verlaten  weg 
terug  keere.  In  al.  2  meent  hij  duidelijk  omschreven  te 
vinden,  waarop  het  voor  de  aanneming  vooral  aankomt. 
De  regeling  van  al  het  overige  wil  hij  aan  de  Kerkeraden 
van  elke  gemeente  hebben  vrijgelaten,  maar  daarbij  den 
predikant,  die  de  aannemelingen  onderwezen  heeft  of,  waar 
dit  door  godsdienstonderwijzers  geschied  is,  te  onderzoeken 
heeft  of  de  aannemelingen  behoorlijk  onderwezen  zijn, 
weer  tot  zijn  r^t  doen  komen.  Wat  daar  later  bijgekomen 
is  beschouwt  hij  als  de  voorname  oorzaak  der  thans  be- 
staande verwikkelingen. 

Het  voorstel  van  den  heer  Oooszen  vindt  thans  veel 
ondersteuning.  Alleen  wordt  door  sommige  leden  opge- 
merkt, dat  het  geen  verband  houdt  met  de  voorafgaande 
en  volgende  alinea^s,  waarom  na  verdere  bespreking  van 
het  voorstel,  waarbij  ook  het  bezwaar  wordt  gewogen, dat 
indien  het  mogt  worden  aangenomen ,  de  Kerk  daarop  zal 
moeten  gehoord  worden ,  ten  slotte  door  den  Secretaris 
voorgesteld  wordt  aan  de  heereu  Gooszen,  Jatiê  en  Douwes 
op  te  dragen,  de  vergadering  van  advies  te  dienen,  hoe 
het  met  den  overigen  inhoud  in  verband  te  brengen,  en 
derhalve  de  beslissing  over  het  voorstel  tot  eene  volgende 
zitting  aan  te  houden.  Overeenkomstig  de  motie  van  den 
Secretaris  wordt  eenstemmig  besloten,  en  draagt  nu  de 
President  aan  genoemde  leden  op,  de  vergadering  in  deze 
zoo  spoedig  mogelijk  van  advies  te  dienen. 

Vaststelling  der  voor-      Nog  wordt  het  rapport  in  behandeling  genomen ,  dat  in  de 
loopjg  aangenomen  wij.  zitting   van  6  Augusttts  door  de  betrokken  Commissie  bij 

brt°Re^glein*ent  op^de  ™o»do  7^"  ^^"  ^«^^^  J^'^^  ^^rd  uitgebragt  ter  zake  der 
vacaturen  in  overeen-  voorloopig  aangenomen  verandering  van  art.  24  van  het 
tl^ti^t  uT*ebri'^  Reglement  op  de  vacaturen.  De  meeste  leden  vereenigen  zich 
rapport.      "^ ^^        met  de  beschouwingen  van  de  meerderheid  der  Commissie, 

de  vaststelling  van  de  verandering  alleszins  wenschelijk 
achtende.  Daartegen  wordt  door  enkele  leden  gewezen  op  de 
bezwaren,  die  aan  de  verandering  zouden  verbonden  zijn ,  o.  a. 


231 

op  de  grootere  afstanden  van  de  vacante  gemeenten  in  andere 
Bingen  of  Olassen  selfs,  op  het  vei*schil  in  de  bepalingen 
bij  de  ringen  omtrent  de  regeling  der  vacatuarbeurieu ,  de 
verdeeling  der  vacatuurgelden ,  de  waarneming  der  vacature 
bij  een  annns  gratiae,  de  van  daar  te  vreezen  conflicten, 
terwijl  de  heer  van  Eerde,  lid  der  Commissie,  verklaart 
om  alle  deze  redenen  zich  niet  met  het  advies  der  meerder- 
heid te  hebben  kunnen  vereenigen,  vooral  met  het  oog 
op  de  groote  afstanden  in  Drenthe  en  elders,  waar  de 
toepassing  bijna  onmogelijk  zou  zijn.  De  redenen  evenwel, 
die  de  Synode  des  voorgaanden  jaars  tot  bijna  eenparige 
aanneming  der  verandering  geleid  hebben,  worden  ook 
thans  overwegende  voor  de  vaststelling  geacht,  waarbij 
nog  opgemerkt  wordt  dat  de  Besturen  hier  niet  verpligt, 
maar  slechts  bevoegd  verklaard  worden  om  in  de  gegeven 
gevallen  te  handelen,  doch  ook  niet  zonder  de  betrokken 
Bingen  gehoord  te  hebben,  dat  de  verandering  in  het 
belang  der  predikanten  zei  ven  is,  als  zij  door  besluiten 
van  de  meerderheid  van  hunnen  ring  te  zeer  bezwaard 
zouden  kunnen  worden ,  en  als  het  hier  mogt  gelden  een 
strijd  tusschen  het  belang  van  de  beurs  der  predikanten  en 
het  belang  der  gemeenten ,  het  in  zulke  altoos  exceptionele 
gevallen  het  noodig  is,  dat  de  Besturen  de  bevoegdheid 
hebben  om  voor  het  belang  der  gemeenten  op  te  treden. 
Ook  meent  de  rapporteur  der  Commissie,  de  heer  Jane, 
dat  de  meeste  bezwaren  niet  de  verandering ,  maar  geheel 
art.  24  gelden ,  en  daarom  derhalve  hier  niet  in  aanmerking 
kunnen  komen. 

Na  sluiting  der  beraadslagingen  wordt  het  advies  der 
Commissie  met  vijftien  tegen  vier  stemmen  goedgekeurd 
en  alzoo  tot  vaststelling  der  verandering  en  verzending 
naar  de  Provinciale  Kerkbesturen  besloten,  opdat  dezer 
leden  er  hunne  stem  over  uitbrengen. 

Op    de    mededeeling   van    den    Secretaris ,  dat   de  heer     Benoeming  van  den 
H,    Prima   hem  bij  brief  van  25  Augustus,  gereg.  onder  heer  w.  o,  Servatiut 
n».    35,    verzocht    heeft  aan    de    Synode    te  melden  dat ■;g,Pj^^/|^f;-„'S^ 
hij    om    voor    hem    afdoende   redenen   de  betrekking  van  by  de  Synodale  Com- 
secundus   niet   kan    aannemen,  wordt  terstond  tot  aanvul- °^»"e* 
ling   van  het  drietal  en  tot  eene  nieuwe  benoeming  over- 
gegaan.   Het    drietal,    waarop    nog    de   heeren    Servatiua 
en    Kronenberg    staan ,    wordt    aangevuld    met   den    heer 
Jhr.    Mr.    M.    J,    ScAuurbeque   Boeije,  oud-ouderling   te 


232 

Zierikzee,  en  daaruifc  vervolgens  de  heer  Mr.  W,  O. 
Servaiius  gekozen,  aan  wien  onmiddellijk  berigt  van  deze 
benoeming  zal  worden  gegeven. 

Sluiting  der  drie  en      De    vergadering    wordt    hierna    tot    morgenmiddag    te 
twintigste  zitting.      ^.^^jj  ^^^   verdaagd ,    daar    vooraf  de  Synodus  contracta 

ter  zake  van  den  predikant  Si^feman  bijeenkomen  moet. 
De  zitting  wordt  hiermede  gesloten. 

B.  A.  O  VEEMAN  9  fung.  Prendeni. 


VIER  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Woensdag  18  Angustas  1880. 
De  heer  Znii  afwezig. 

Bij  de  opening  der  zitting  deelt  de  heer  Overman  mede ,  Opening  der  vier  en 
dat  de  President  door  eene  ernstige  ongesteldheid  van  zijn  twintigste  zitting, 
jongste  kind  in  de  treurige  noodzakelijkheid  gebragt  is 
van  -huiswaarts  te  keeren  en  de  eerstvolgende  zittingen 
derhalve  niet  zal  kannen  bijwonen.  De  mededeeling  wordt 
door  de  vergadering  met  algemeene  deelneming  vernomen. 
De  heer  Overman  is  nu  als  president  opgetreden^  terwijl 
zijn  plaats  van  vice-president  door  den  heer  van  Duijl 
is  ingenomen. 

De  notulen  der  zitting  van  gisteren  worden  hierna 
gelezen  en  goedgekeurd. 

De  hoogleeraar  Gooezen  meldt^  ook  namens  zijne  mede-  Het  voorstel  van  den 
gecommitteerden,  dat  zij  den  hun  gisteren  gegeven  last ^^oog^eeraar  Oootzen, 
dus  hebben  opgevat,  dat  zij  zich  niet  met  den  inhoud  J^^/'^rt^^s^'f  f  ?^ 
van  zijn  voorstel  hadden  intelaten ,  en  ieder  hunner  voor  verband  met  al.'  5  ge- 
zijn  daaromtrent  nog  te  geven  advies  in  zijn  geheel  moest  J'*?t,  doch  na  lang- 
blijven ,    maar   dat  zij  alleen  hadden  te  overleggen ,  hoe ,  vemMpelT^  " 

indien  volgens  het  voorstel,  alinea  5  van  art.  38  van  het 
Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs  zou  wegvallen ,  al.  4 
in  overeenstemming  met  de  bedoeling  van  het  voorstel  zou 
moeten  luiden  om  tevens  verband  te  houden  met  al.  6, 
en  dat  zij  nu  eenparig  waren  overeengekomen  dat  alsdan 
al  4  dus  zou  moeten  worden  gelezen: 

//Voor  die  aanneming  wordt  aan  de  aannemelingen 
gelegenheid  gegeven  om  te  doen  blijken  van  hunne  kennis 
aangaande  de  Christelijke  geloofs-  en  zedeleer  en  van  de 
Bijbelsche  en  Kerkelijke  geschiedenis,  met  name  van  die 
der  Hervorming  en  om  belijdenis  af  te  leggen  van  hun 
Christelijk  geloof;  al.  6  zöu  dan  worden  al.  5. 

Bij  hetgeen  de  Hoogleeraar  gisteren  reeds  tot  toelichting 
en  aanbeveling  van  zijn  voorstel  heeft  aangevoerd,  meent 


^31 


hij  nog  te  moeten  opmerken  dat,  wanneer  hier  beweerd 
werd ,  dat  de  afgevaardigde  ouderlingen  oorspronkelijk 
slechts  als  getuigen  bij  de  aanneming  tegenwoordig  waren , 
zoodat  de  aanneming  alleen  door  den  predikant  geschiedde, 
zulks  op  een  misverstand  rust ,  dewijl  de  Nationale  Synode 
van  Dordrecht  in  1578  volgens  art.  64  van  hare 
kerkeordening  reeds  aan  den  Kerkeraad  alleen  de  toelating 
tot  het  lidmaatschap  opdroeg,  en  desgelijks  ook  de  Synode 
van  Dordrecht  van  1618  naar  art.  61  van  hare  kerke- 
ordening,  laatstgenoemde  met  aanbeveling  slechts  van  daarbij 
vooral  den  vromen  wandel  in  aanmerking  te  nemen,  dat 
tot  1816  steeds  de  toelating  tot  het  lidmaatschap  eene 
zaak  des  Kerkeraads  geweest  is,  zonder  eenige  bindende 
bepaling,  dat  daaraan  moet  worden  toegeschreven  dat  in 
het  Beglement  van  1816  bepaald  werd,  dat  de  predikant 
bij  de  aanneming  van  ouderlingen ,  als  afgevaardigden  des 
Kerkeraads,  moesten  vergezeld  zijn,  of ,  in  het  latere  regle- 
ment ,  door  hen  moest  worden  bijgestaan ,  en  de  uitlegging 
derhalve  alsof  zij  daarbij  bloot  als  getuigen  tegenwoordig 
waren  niet  opgaat.  De  Hoogleeraar  meent  dus  dat  zijn 
voorstel  om  de  regeling  der  aanneming  aan  de  Kerkeraden 
over  te  laten  geheel  strookt  met  de  beginselen,  die  van 
den  beginne  in  de  Hervormde  Kerk  gegolden  hebben ;  hij 
dringt  nu  te  ernstiger  op  de  aanneming  van  zijn  voorstel 
aan ,  omdat  er  naar  zijne  meening  alle  bestaande  bezwaren 
door  zullen  worden  weggenomen  en  het  strekken  zal  om 
de  ouderlingen  meer  te  doordringen  van  hunne  verplig- 
ting,  om  zich  alles  aan  de  bevordering  van  het  gods- 
dienstonderwijs te  laten  gelegen  zijn.  Hij  meent  dat  hier 
geen  beginsel  wordt  prijs  gegeven,  dewijl  er  niets  bij 
geboden  en  niets  bij  verboden  wordt.  De  heer  Brma 
komt  tegen  het  eerstgezegde  op,  daar  hij  meent,  dat  in 
de  aangehaalde  besluiten  der  Synoden  van  1578  en  1618, 
niets  voorkomt  van  de  aanneming,  wel  van  de  toelating 
tot  de  Avondmaalsviering  en  beroept  zich  op  de  betrekke- 
lijke Reglementen  sedert  1816  en  wat  daaromtrent  in  de 
Handelingen  voorkomt,  dat  daarin  aan  de  ouderlingen  als 
afgevaardigden  des  Kerkeraads  geene  regten  toegekend  zijn , 
maar  de  verpligting  alleen  is  opgelegd  om  bij  de  aan- 
neming tegenwoordig  te  zijn. 

Intussohen  oordeelt  de  JPresident,  dat  aan  de  behande- 
ling van  het  voorstel  de  beslissing  dient  vooraf  te  goan, 
of  het  voorstel  van  den  heer  Oooszen  bloot  als  een  amen- 


235 


dement  op  het  voorstel  der  Commissie  kan  beschouwd 
worden ,  dan  als  een  nieuw  voorstel  moet  gelden ,  waarop , 
indien  het  mogt  worden  aangenomen^  de  Kerk  nog  zou 
moeten  gehoord  worden.  Daar  zijn ,  die  het  eerstgenoemde 
gevoelen  voorstaan,  omdat  het  hier  geldt  de  vraag,  hoe 
art.  38  te  veranderen ,  om  de  daarover  gerezen  bezwaren 
uit  den  weg  te  ruimen  en  de  Synode  volgens  art.  6i&  van 
het  Algemeen  Reglement  in  deze  van  de  ingewonnen 
consideratiën  geheel  naar  eigen  oordeel  kan  gebruik  maken , 
terwijl  dan  door  de  leden  der  Kerkbesturen  beslist  moet 
worden,  of  er  wettelijke  bezwaren  tegen  do  goedkeuring 
bestaan.  De  meeste  leden  zijn  daarentegen  van  meening, 
dat  nu  door  het  voorstel  van  den  heer  Gooszen  een  gansch 
ander  beginsel  zou  worden  gevolgd  dan  bij  de  voorloopig 
aangenomen  verandering  van  art.  38  ten  grondslag  ligt, 
waarover  de  consideratiën  der  Provinciale  Kerkbesturen  en 
Classicale  vergaderingen  niet  zijn  gevraagd,  het  als  een 
nieuw  voorstel  moet  worden  aangemerkt,  dat  slechts  voor- 
loopig kan  worden  aangenomen  en  daarover  derhalve  de 
consideratiën  nog  zullen  moeten  worden  ingewonnen.  Alzoo 
wordt  na  gehouden  beraadslaging  met  zestien  tegen  twee 
stemmen  besloten.  ' 

Hierna  komt  het  voorstel  zelf  in  behandeling.  Verscheiden 
leden  blijven  het  zeer  ondersteunen,  hoofdzakelijk  op  de 
gronden  door  den  hoogleeraar  Gooszen  reeds  genoemd.  Men 
meent  dat  het  in  de  Kerk  veel  bijval  zal  vinden ,  omdat 
daar  gedurig  als  grief  tegen  de  Synode  vernomen  wordt 
dat  zij  zich  in  de  belijdeniskwestie  te  zeer  mengt  en  van 
boven  af  steeds  regelen  wil  wat  bij  de  gemeenten  en  hare 
Kerkeraden  eigenaardig  behoort.  Men  merkt  ook  op  dat 
wetten  en  reglementen  met  de  tegenwoordige  toestanden 
moeten  overeenkomen ,  en  als  dat  met  het  bestaande  art  38. 
niet  het  geval  is ,  het  algemeen  belang  der  Kerk  vordert  i 
dat  het  daarmede  in  overeenstemming  gebragt  worde. 
Men  noemt  het  vooral  eene  groote  aanbeveling  van  het 
voorstel,  dat  er  het  godsdienstig  en  zedelijk  karakter  van 
de  aanneming  der  lidmaten  door  op  den  voorgrond  gesteld 
wordt  en  er  eene  vrijheid  door  gegeven  wordt,  die  alle 
rigtingen  kunnen  aanvaarden,  daar  toch  wat  de  Kerke« 
raden  ter  zake  ook  bepalen  mogen  in  hunne  huishoude* 
lijke  reglementen  zal  behooren  te  worden  opgenomen,  en 
de  Classicale-  Besturen ,  die  daarvan  kennis  krijgen ,  hierdoor 
de  gelegenheid  hebben  om  tegen  misbruik  van  magt  te  waken, 


286 

Vele  andere  leden  maken  ^  ondanks  den  bijval  dien  het 
voorstel  aanvankelijk  bij  de  vergadering  mogt  verwerven, 
bezwaar  tot  de  aanneming  er  van  mede  te  werken.  Hun 
hoofdbezwaar  is,  dat  de  Kerkeraden  in  deze  aan  geene 
regelen  zouden  gebonden  zijn,  dat  het  hun  derhalve  vrij 
zou  staan  om  naar  eigen  goedvinden  bepalingen  te  maken 
en  de  waarborg  tegen  het  exclusief  drijven  van  Kerkeraden 
en  ouderlingen,  thans  in  al.  5  gegeven,  geheel  zou  worden 
weggenomen.  Yolgens  hen  mag,  in  den  tegenwoordigen 
tijd  vooral,  aan  Kerkeraden  niet  zulke  ruimte  gegeven 
worden  tot  allerlei  willekeurige  handelingen ,  wat  ook  ten 
aanzien  der  attestatiën  tot  schromelijke  verwarring  zou 
kunnen  leiden.  Bedenkelijk  wordt  geacht  buiten  de  kerspel- 
vorming den  Kerkeraden  zulke  autonomie  toe  te  kennen. 
Men  acht  het  voorstel  ten  dien  aanzien  veel  te  onbestemd 
en  gevaarlijk,  omdat  het  geene  zekerheid  geeft  dat  de  regten 
van  iedere  rigting  zullen  erkend  blijven.  Het  toezigt  der 
Classicale  Besturen  wordt  ook  niet  geacht  voldoenden  waar- 
borg te  geven ,  dat  die  regten  zullen  geëerbiedigd  worden , 
inzonderheid  omdat  het  voorgestelde  geene  aanleiding  geeft 
om  wat  de  Kerkeraden  besluiten  in  een  huishoudelijk  r^le- 
ment  op  te  nemen.  Wat  de  voorsteller  bedoelde,  dat  bij  de 
aanneming  geen  examen  zou  plaats  hebben,  zal,  vreest 
men ,  wanneer  bij  al.  4  niet  bepaald  wordt  uitgedrukt  dat 
over  de  geloofsovertuiging  aan  de  ouderlingen  geen  oordeel 
toekomt,  wat  grond  tot  afwijzen  zou  kunnen  geven,  volstrekt 
niet  bereikt  worden. 

Hierna  verklaren  een  groot  aantal  leden  het  voorstel, 
zooals  het  daar  ligt,  behoudens  hulde  aan  de  bedoeling, 
niet  te  kunnen  aannemen,  zoodat  het  dan  ook  na  sluiting 
der  beraadslaging  met  twaalf  tegen  zes  stemmen  verworpen 
wordt.  Met  den  Secretaris  stemden  tegen  de  heeren  van 
Duijl,  Alingh  Prins,  Bruinwold  Riedel,  Bruna,  Dikema, 
van  Lakerveld,  van  der  Veen,  Kronenberg ,  RoodAuijzen , 
van  der  Hoeve,  Jans  en  de  fung.  President.  Overeenkomstig  de 
adviezen  der  Hoogleeraren  stemden  er  voor  de  heeren  IFestrik, 
Douwes,  de  Man,  van  Eerde,  Segers  en  van  den Brandeler, 

Slniting  der  vieren      Dewijl  morgen  te  half  elf  uur  de  Synodus  contracta  in  zake 
twintigste  zitting.       den  predikant  van  Hoogenkuijze  vergaderen  moet ,  wordt  de 

opening  der  zitting  op  morgen  namiddag  half  een  uur  be- 
paald, en  de  tegenwoordige  zitting  hiermede  gesloten. 

B.  A.  Overman,  fung.  President. 


VIJF  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Donderdag  19  Angustus  1880. 

De  heer  Luti  afwezig. 

Na  opening  der  zitting  worden  de  notalen   der  zitting     Opening  der  vijf  en 
van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd.  ^^  ig»  e  zi  mg. 

Op    een    door    den   Secretaris   ter    tafel  gebragte  voor-    Toekening  alsnog  van 
dragt   van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van    Overijssel  ^;*'g^^,",'J^^*^w 
van  heden,  gereg.  onder  n^  87,  om  alsnog  de  gemeente  lems  oord  in  o  ver- 
te Willemsoord,  welke  om  vermelde  redenen,  vanhety*^®^- 
Classicaal    Bestuur    onafhankelijk,   niet    op  den   staat  van 
hnlpbehoevende    gemeenten    voorkwam,    alsnog    met  eene 
toelage  van  ƒ  50  te  begunstigen,  wordt  tot  overeenkomstige 
beschikking  besloten. 

Aan  de  orde  is  nog  het  voorstel  der  betrokken  Com-   De  verschillende  voor- 
missie    over    de    voorloopig    aangenomen    verandering   van  Jj®^^*'*^^"^^^*^^®^^ 
al.   5   van  art.  38  van  het  Reglement  op  het  Godsdienst-  mèut   op  het  Gods- 
onderwijs,  en  het  daarop  betrekkelijk  amendement  van  den  dienstonderw.  rakende 
heer    Bruna,    om    de  aanneming  te  doen  plaats  hebben ,  ^«„^^Jf^J^^^f: 
wanneer    het    onderzoek    door    de    aangewezen    personen 
gezamenlijk    niet    onvoldoende   bevonden  wordt.  Naar  het 
bijna  algemeen  oordeel  der  vergadering  is  dit  amendement 
onaannemelijk,  omdat  het  in  de  werkelijkheid  de  beslissing 
over  de  toelating  geheel  in  handen  geeft  van  den  predikant , 
en  velen  niet  deelen  in  de  beschouwing  van  den  heer  Bruna , 
dat   de  ouderlingen  bij  de  aanneming  slechts  als  getuigen 
t^enwoordig  zijn ;  men  meent  ook  dat  langs  dien  weg  geen 
vrede   zal   komen.    Het  wordt  dan  ook   met  zestien  tegen 
twee  stemmen  verworpen. 

Nu  komt  het  voorstel  der  Commissie  zelf  aan  de  orde. 
De  heer  Bruna  geeft  in  overweging ,  daar  uit  de  woorden 
//door  de  meerderheid  der  daartoe  aangewezen  personen^' 
te  schrappen,  als  naar  zijn  oordeel  overbodig,  terwijl  toch 
ook    van    geene    meerderheid    sprake    kan    zijn,   wanneer 


238 


buiten  den  predikant  slechts  een  persoon  aan  de  handeling  der 
aanneming  deel  neemt.  Verscheiden  leden  ondersteunen  dit 
amendement.  Enkelen  willen  de  woorden  behouden  hebben , 
omdat  het  naar  hun  oordeel  behoort  uit  te  komen  dat 
bij  verschil  de  meerderheid  beslissen  moet,  en  zijn  er 
slechts  twee^  zoodat  er  bij  verschil^  staking  vanstemmen 
ontstaan  zou ,  in  zulk  een  geval  de  Kerkeraad  zou  moeten 
beslissen.  Het  amendement  wordt  met  veertien  tegen  vier 
stemmen  aangenomen. 

De  heer  van  den  Brandeler  doet  nu  opmerken, 
dat  de  veranderingen  van  art.  38^  als  naar  het  voor- 
stel van  den  president  Molefiiamp  strekkende  om  in 
de  bezwaren  aan  weerskanten  te  voorzien,  door  de 
buitengewone  vergadering  der  Synode  en  bloc  zijn  aan- 
genomen, en  het  derhalve  met  deze  strekking  der  aan 
de  consideratiën  der  Provinciale  Kerkbesturen  en  Clas- 
sicale  Vergaderingen  onderworpen  veranderingen  overeen 
zal  komen,  wanneer  thans  over  het  voorstel  der  Com- 
missie, zoo  als  het  thans  volgens  het  aangenomen  amen- 
dement van  den  heer  Bruna  luidt ,  nietafzonderlijk  gestemd 
worde ,  maar  als  eerst  beslist  zal  zijn  ,  of  de  vergadering 
aan  het  voorstel  der  Commissie,  rakende  de  voorloopige 
verandering  van  al.  3  dan  aan  het  daarop  betrekkelijk 
amendement-  van  den  heer  Luti  de  voorkeur  geeft,  in 
eens  een  van  beide  met  het  voorstel  der  Commissie  om- 
trent dl.    5  in  stemming  kome. 

Na  eenige  beraadslaging  wordt  zonder  hoofdelijke  stem- 
ming besloten  te  handelen,  overeenkomstig  dit  gevoelen 
van  den  heer  van  den  Brandeler  en  alzoo  eerst  nog  het 
amendement  van  den  heer  Luti  in  stemming  te  brengen, 
dat,  in  plaats  van,  zoo  als  de  Commissie,  met  afwijking  der 
voorloopige  verandering  van  al.  3,  voor  de  uitnoodiging 
van  oud-ouderlingen  de  toestemming  van  den  Kerkeraad 
te^  vorderen,  in  het  gegeven  geval  aan  den  predikant  de 
bevoegdheid  wilde  toekennen  om  een  of  meer  stemge- 
regtigden  bij  voorkeur  oud-onderlingen  —  naar  het  over- 
genomen amendement  van  den  heer  Kronenberg  —  te 
kiezen  en  de  aanneming  als  getuigen  bij  te  wonen. 

Vooraf  heeft  nog  eenige  beraadslaging  over  het  amen- 
dement van  den  heer  Luii  plaats ,  waarbij  een  aantal  leden 
op  de  vroeger  reeds  aangevoerde  gronden  voor  de  aan- 
neming er  van  pleiten,  anderen  volharden  bij  hunne  daar- 
tegen   ingebragte    bezwaren,  terwijl  de  heeren  Bruinwold 


289 


Riedel  en  van  Üuyl,  ofschoon  het  amendement  aanneme- 
lijker achtende  dan  het  voorstel  der  Commissie,  rekenschap 
geven  waarom  zij  er  tegen  zullen  stemmen ,  omdat  zij 
evenmin  als  reeds  ter  buitengewone  vergadering  de  ver- 
andering Van  al.  3  als  eene  door  hen  en  hunne  geest- 
verwanten begeerde  zaak  kunnen  beschouwen  en  volstrekt 
niet  gewenscht,  wanneer  daarbij  het  in  het  tweede  lid 
van  al.  5  neergelegde  beginsel  zon  moeten  worden  prijs 
gegeven. 

De  heer  van  den  Brandeler ,  die  insgelijks  bij  zijne 
vroeger  medegedeelde  bedenking  volhardt,  dat  stemge- 
regtigden  bij  de  aanneming,  ofschoon  dan  ook  slechts 
als  getuigen  zouden  tegenwoordig  zijn ,  en  indien  daar- 
voor oud-ouderlingen  werden  opgeroepen  ,  aan  dezen  ook 
invloed  op  de  beslissing  wilt  doen  toekennen,  dien 
nog  op  het  voorstel  van  den  heer  Luti  het  amendement 
in,  om  het  te  doen  luiden  ^mits  in  tegenwoordigheid 
van  een  of  meer  oud-ouderlingen'\  Ook  over  dit  amendement 
heeft  nog  eenige  beraadslaging  plaats,  waarbij  in  herin- 
nering wordt  gebragt  wat  de  heer  Luli  tot  aanbeveling 
van  zijn  amendement  heeft  aangevoerd  en  vooral  ook 
wordt  opgemerkt,  dat  deze  blijkbaar  het  ligt  te  voorzien 
geval  had  aangenomen,  dat  ook  waar  oud-ouderlingen  te 
vinden  waren  deze  mede  bezwaar  zouden  maken  om  de 
aanneming  bij  te  wonen. 

Daar  intusschen  het  amendement  van  den  heer  Lvii 
in  deze  als  het  verst  strekkende  te  beschouwen  is,  wordt 
dit  geacht  eerst  in  stemming  te  moeten  komen.  Het 
wordt  aangenomen  met  elf  tegen  zeven  stemmen,  waar- 
door het  amendement  van  den  heer  van  den  Brandeler 
vervalt.  In  overeenstemming  met  de  adviezen  der  Ilooff- 
leeraren  en  van  den  Secretaris,  stemden  er  voor  de  heeren 
Alingh  Prins,  Bruna,  Douwes,  JDikema,  de  Man,  van 
Eerde ,  van  der  Veen ,  Kronenberg ,  van  der  Hoeve 
en  Segers,  Tegen  stemden  de  heeren  van  Duyl ,  Bruin» 
wold  Riedel,  van  den  Brandeler,  Jans,  Westrik ,  van 
Lakerveld  en  de  fung.  President 

Thans  wordt  overgegaan  tot  de  gezamenlijke  stemming 
over  al.  8  zoo  als  het  naar  het  aangenomen  amendement 
van  den  heer  Luti  zou  moeten  luiden ,  en  over  de  redactie 
van  al.  5  volgens  het  voorstel  der  Commissie,  waarbij 
door  verscheiden  leden  zeer  op  de  gezamenlijke  aanneming 
van    beide   rcdactiën  wordt  aangedrongen,  omdat  dnn  ook 


240 

het  bezwaar  van  zoo  velen  in  de  Kerk  tegen  de  bestaande 
al.  5  op  eene  bevredigende  wijze  zal  zijn  weggenomen, 
doch  anderen  volharden  bij  hunne  bedenkingen  tegen  het 
van  de  voorloopig  aangenomen  verandering  afwijkende 
voorstel  der  Commissie,  waartegen  de  heer  Segera  weder 
wijst  op  de  veruitziende  gevolgen ,  van  de  verwerping  bij 
deze  stemming  van  het  verzoenend  voorstel  der  Commissie. 
De  uitslag  der  stemming  is  echter ,  dat  zich  elf  stemmen 
tegen,  zeven  stemmen  voor  de  gecombineerde  redactiën 
verklaren ,  en  hiermede  derhalve  het  voorstel  der  Commissie 
omtrent  alinea  5  verworpen  is.  Met  de  Hoogleeraren  en 
den  Secretarü  stemden  er  voor  de  heeren  Bruna ,  DoumSy 
de  Man ,  van  Eerde ,  Segera ,  van  den  Brandeler  en 
JFestrii,  De  elf  leden  ,  die  tegen  stemden,  waren  de  heeren 
vati  Duyl,  Alingh  Prina,  Bruinwold  Riedel,  Diiema,  van 
Laierveld,  van  der  Veen,  Kronenberg,  Roodhuyzen,  van 
der  Hoeve,  Jana  en  de  fung.  President, 

Protestvandeheeren      De    heer   Weatrik  verzoekt  nu  dat  de  door  hem  en  de 
3r«/nA  c.   8.  tegen  helpen  Segera  en  van  den   Brandeler  gestelde  na  te  melden 

het  in  stand  laten  der        ...     *  _  i    t     i  •  ,       i    i  i  i 

nieuwe    redactie  van  verklanng,    na    daarvan    mededeeling    te   hebben  gedaan, 
art.  88  van  het  Regie- in    haar   geheel  in  de  notulen  dezer  zitting  worde  opge- 

ment    op    het   Gods-  ,.^,„0., 
dienatonderwijs.  "Omen. 

//De  ondergeteekenden ,  afgevaardigd  door  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Utrecht  en  van  Zuidholland,  (7t;^- 
wegende  dat  art.  38  B.  G.  O.  nieuw  zoowel  het  recht 
der  Kerk  in  haar  belijdend  beginsel  belemmert  als  te 
kort  doet  aan  de  vrijheid  der  Kerkeraden ,  in  het  bijzonder 
aan  de  verplichting  der  Ouderlingen  ,  om  aan  de  stem  der 
conscientie ,  voorgelicht  door  het  Woord  en  den  Geest  van 
God  ,  te  gehoorzamen ; 

„Ael  feit  conatateerende ,  dat  onderscheidene  Kerkeraden 
verklaard  hebben,  art.  38  nieuw  niet  te  kunnen  ndleveu , 
met  welk  gevoelen  niet  alleen  meer  dan  één  Classicaai 
Bestuur,  maar  zelfs  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Utrecht  overeenstemt,  daar  dit  laatste  Bestuur  art,  3S 
nieuw  in  strijd  acht  met  art.    11  Alg.  Begl. ; 

nin  ernatige  conaideratie  nemende,  dat  4  leden  van  het 
Prov.  Kerkbestuur  van  Gelderland  niet  tot  het  toe- 
passen van  tuchtmiddelen  hebben  kunnen  medewerken 
tegen  handelingen,  die  met  het  bovengenoemd  art.  38 
samenhangen    —    redenen,    waarom    in    dit  voorjaar  ook 


241 


eene  buitengewone  Synode  samengeroepen  is^  die  o.  a. 
getracht  heeft  ^  om  door  weglating  van  de  welbekende 
ergerlijke  zinsnede  de  gemoederen  eenigszins  te  bevredigen ; 
jystelt  met  smartelijk  gevoel  déze  gewone  Synode  van 
1880^  indien  zij  niet  aan  het  gewetensbezwaar  omtrent 
dit  punt  op  eenigerlei  wijze  te  gemoet  komt^  tegenover 
de  Gemeenten,  de  Kerkeraden  en  de  Besturen  verant- 
woordelijk voor  de  gevolgen,  met  name  voor  het  toene- 
mend verzet,  en  voor  de  instandhouding  ten  slotte  van 
het  gebouw  onzer  Kerkelijke  organisatie  sedert  1816  J 


}i 


Ofschoon  niemand  zich  tegen  het  toestaan  van  het  ge- 
daan verzoek  verklaart,  drukt  de  President,  en  daarna 
nog  de  heer  BoodAuyzen,  het  gevoel  van  smarte  uit,  dat 
de  drie  leden,  na  de  langdurige  en  breedvoerige  beraad- 
slagingen over  art.  38  van  het  Beglement  op  het  Gods- 
dienstonderwijs, het  nog  in  twijfel  kunnen  stellen,  dat 
de  leden,  die  tot  de  verwerping  der  door  hen  voorgestane 
7oorsteUen  hebben  medegewerkt,  daarbij  niet  evenzeer 
geheel  doordrongen  zouden  geweest  zijn  van  het  besef 
hanner  verantwoordelijkheid  en  ook  van  hun  standpunt 
niets  anders  dan  het  belang  van  de  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk  zouden    hebben   kunnen  beoogen. 

Daar  nu  nog  naar  veler  meening  te  stemmen  overblijft ,  ?^'?*^fg  ^ff.  ^ij^  «Q 

,  ?      .  Ti-  1       Éf         twintigste  zitting. 

over  de  voorloopig  aangenomen  redactie  van  al.  5  en 
6  vereenigd  met  de  naar  het  amendement  van  den  heer 
Luti  goedgekeurde  redactie  van  al.  3 ,  doch  ter  zake  ver- 
schil van  gevoelen  gerezen  is,  geeft  dë  Secretaris  in  over- 
weging de  beslissing  daarover  tot  morgen  uit  te  stellen, 
waarop  de  vergadering  tot  zoo  lang  verdaagd  wordt  en 
de  tegenwoordige  zitting  hiermede  wordt  gesloten. 

B.  A.  Overman,  fung.  President 


16 


ZES  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Vrpag  den  20n  Augastas  1880. 

De  heer  Luü  afwezig. 

Opeoing  der  zes  en      Na  opening  der  zitting  worden  de  notalen  der  zitting 
twintigste  zitting.       ^^^  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Toekenning   alsnog      Op   een  ingekomen  voordragt  van  het  Provinciaal  Kerk- 

Mr^'de^^^'cmeente^le^®®*'"^^  ^*^  Drenthe  van  18  Augustns  jl.  n^  38,  wordt 
sTckoon^oord  iu besloten  ook  aan  de  gemeente  te  Schoonoord  alsnog 
Drenthe.  de  tot  hiertoe  genoten  toelage  van  f  50  tot  tegemoetkoming 

in    de    behoeften  van  hare  kerkelijke  administratie  toe  te 

kennen. 

Aankondiging   van      De    hoogleeraar    Gooêzen    kondigt   aan  de  Vergadering 
den  hoogleeraar  Goot-  jjiji^   voornemen  aan ,    om  na  afloop   der  behandeling  van 

«^»  van  opzijn  voorstel ,  •'.      t»,  ^  'i,  ,^.         ,  .         °^. 

tot  het  doen  wegvallen  het  ïteglement  op  de  kerspel  vorming  haar  m  ernstige 
van  al.  5  art.  88  van  overweging  te  geven ,  dat  zij  terugkome  op  haar  besluit 
^fetSl^ï^st  t°t  verwerjang  van  zijn  voorstel  betrekkelijk  art.  38  van 
znllen  terugkomen,      het  Eeglement  op  het  Qodsdienstonderwijs ,    als  naar  zijn 

oordeel  nog  het  eenige  middel  zijnde  om  de  bezwaren 
wegens  dat  artikel  op  bevredigende  wijze  uit  den  weg  te 
ruimen. 

Bijzonder    voorstel      De  heer  Roodhuyzen  dient  ter  zake  van  art.  38  even- 
van den  heer  Roorf-  genoemd  nog  het   volgende  voorstel  in : 
sfé^ngSo^^!  ''^*      //In     gemeenten ,    waar    kerspelvorming    is    ingevoerd , 

wordt  de  nadere  regeling  van  de  aanneming  en  bevesti- 
ging van  nieuwe  lidmaten  overgelateu  aan  de  Kerkeraden, 
wanneer  er  bij  deze  geene  afdoende  bezwaren  bestaan 
tegen  het  zedelijk  gedrag,  de  kennis  en  de  belijdenis 
van  den  aannemeling  en  deze  bereid  is  tot  de  verklaring, 
dat  hij  als  lid  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk^  met 
inachtneming  van  hare  verordeningen,  wenscht  mede  te 
werken  aan  haren  bloei/' 


248 

Dit  voorstel  wordt  voorshands  tot  nadere  behandeling 
ter  tafel  gebracht. 

De  President  deelt  aan  de  Vergadering  mede ,  dat  hij  De  voorloopig  aan- 
na  rijpe  overweging  niet  deelen  kan  in  het  gevoelen ,  genomen  veranderin- 
gisteren  door  den  Secretaris  en  andere  'eden  uitgesproken,  l®'' J^^gJ^^lj^p^y^g 
dat  er  nog  eene  stemming  over  al.  3  van  art.  38  van  het  nog  afieonderlijk  in 
Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  naar  de  aangenomen  stemming  gebragt  en 
redactie  van  den  heer  Luii  vereenigd  met  de  voorloopig  ^*'^°'^^*'** 
aangenomen  redactie  van  al.  5  moet  plaats  hebben,  in 
aanmerking  nemende  dat  de  door  den  heer  LuH  aanbevo- 
len redactie  een  amandement  was  op  het  voorstel  van  de 
Commissie  betreffende  al.  3 ,  gelijk  ook  het  laatste  goed- 
gekeurde amendement  van  den  heer  Bruna  het  voorstel 
van  de  Commissie  omtrent  al.  5  betrof,  en,  na  de  alzoo 
geamendeerde  voorstellen  der  Commissie  bij  de  daarover 
gehouden  stemming  verworpen  zijn,  dit  amendement  van 
den  heer  LuH  van  de  tafel  is ,  zoodat  hij  meent  dat  thans 
de  voorloopig  aangenomen  veranderingen  van  al.  3  en  al.  6 
afzonderlijk  in  stemming  moeten  komen.  Daar  zijn 
intusschen ,  die  volharden  bij  hunne  meening ,  dat  voor  de 
redactie  van  eerstgenoemd  al.  3  die  van  den  heer  LuCi 
in  de  plaats  is  getreden  en  als  er  thans  nog  wegens  den 
uitslag  der  bedoelde  stemming,  eene  stemming  noodig 
blijft  over  de  voorloopig  aangenomene  verandering  van  al. 
5  dat  moet  geschieden  in  vereeniging  met  al.  3  naar  de 
redactie  van  den  heer  Luü.  Hierom  meent  de  President 
zijn  voorstel  om  slechts  nog  over  de  voorloopig  aangenomen 
veranderingen  van  al.  3  en  al.  5  met  6  elk  afzonder- 
lijk te  doen  stemmen  in  stemming  te  moeten  brengen. 
Dit  voorstel  wordt  met  elf  tegen  zes  stemmen  goedgekeurd. 
Overeenkomstig  het  advies  van  den  hoogleeraar  Gooszen 
stemden  voor  het  voorstel  van  den  President  de  heeren 
van  Duyl,  Bruinwold  Riedel,  van  Berde  ^  van  der  Veen, 
Kronenberg ,  Roadhuyzen ,  van  der  Hoeve ,  Jans ,  Westrik, 
Alingh  Prins  en  de  fung.  President  zelf.  Met  den  hoogleeraar 
Lasonder  en  den  Secretaris  stemden  er  tegen  de  heeren 
Bruna,  Dautoes,  Dikema,  van  Lakerveld,  de  Man  en 
van  den  Brandeler,  Aan  den  heer  Segers  was  op  zijn 
verzoek    vergund   zich  buiten   deze  stemming    te  houden. 

Hierna  worden  aL  3  en  al.  5  met  al.  6  afzonderlijk  in  stem- 
ming gebragt  en  bij  de  twee  daarover  plaats  hebbende  stem- 
mingen verworpen,  waarbij  enkele  leden  verklaarden,  de  eene 


244 

verandering  niet  afgescheiden  van  de  andere  te  kunnen  aan- 
nemen. De  verwerping  van  al.  3  geschiedde  met  eenparigheid 
van  adviezen  en  stemmen;  die  van  al.  5  met  elf  tegen 
zes  stemmen ,  zijnde  nu  aan  den  heer  Bruna  op  zijn 
verzoek  vergund  geen  deel  aan  deze  stemming  te  nemen. 
Tegen  de  afzonderlijke  vaststelling  van  al.  5  stemden  met  den 
hoogleeraar  Gooszen  en  de  Secretaris  de  heeren  van  Suyl, 
Bruinwold  Riedel  ^  JDiiema,  van  Laierveld,  van  der 
Veen,  Kronenberg,  Roodhuyzen,  van  der  Hoeve,  Jam 
Alingh  Prins  en  de  fung.  President,  Met  den  hoog- 
leeraar Lasonder  stemden  er  voor  de  heeren  Douwes, 
de  Man,  van  Eerde,  Segers,  van  den  Brandeler  en 
Westrii, 

Eene  stemming  en  bloc  wordt  nu  niet  verlangd. 

Wegens  de  niet  vaststelling  der  bedoelde  veranderin- 
gen wordt  zonder  hoofdzakelijke  stemming  besloten  nu 
ook  de  overgangsbepaling  als  vervallen  te  beschouwen. 

Algemeene  beraad-  Aan  de  orde  is  nu  het  rapport  van  de  betrokken 
ÖSt  one  ker!  Commissie  over  de  kerspel  vorming,  dat  sedert  10  Augus- 
spelvorming.  tus  ter  tafel  heeft  gelegen. 

De  Algemeene  beschouwingen  over  het  daarbij  overge- 
legd voorloopig  aangenomen  Beglement^  zooals  dit  nog 
door  de  Commissie  gewijzigd  of  aangevuld  is,  worden 
geopend. 

Daarbij  wordt  algemeen  hulde  gebragt  aan  de  bedoe- 
ling der  Synode  om  zoo  mogelijk  den  zoo  zeer  verstoorden 
vrede  te  herstellen^  en  aan  regtmatige  bezwaren  te 
gemoet  te  komen,  doch  verscheiden  leden,  waaronder  in 
de  eerste  plaats  de  hoogleeraar  Lasonder,  hebben  verschil- 
lende bedenkingen.  Daarlatende  dat  kerspel  een  locaal 
begrip  is  en  derhalve  iets  anders  is,  dan  wat  men  hier 
bedoelt ,  en  men  derhalve  slechts  van  zoogenaamde  kerspelvor- 
ming zou  kunnen  spreken ,  wijst  de  hoogleeraar  op  het  diepin- 
grijpende der  verandering  van  gemeenten  in  kerspelen,die  men 
naar  zijne  meening  niet  moet  beproeven,  nu  uit  het  verslag 
van  de  consideratiën  gebleken  is,  dat  de  meerderheid 
van  de  leden  der  Glassicale  Vergaderingen  een  afkeurend 
advies  gaven ,  en  dus  te  regt  kan  gezegd-  worden ,  dat 
kerspelvorming  door  de  Kerk  niet  gewenscht  wordt.  Het 
beginsel ,  dat  bij  de  ontworpen  kerspel  vorming  tot  grondslag 
gelegd  is,  dat  alle  rigtingen  in  de  Kerk  gelijk  regt  van 
bestaan  hebben ,  acht  de  hoogleeraar  ook  bedenkelijk,  daar 


246 


men  todi  niet  voor  allerlei  rigtingen  de  deur  open 
kan  zetten  en  de  Kerk  niet  aan  het  gevaar  mag  bloot- 
stellen ,  van  die  alle  te  moeten  erkennen.  Hij'  vreest 
dat  de  verwikkelingen^  die  men  door  kerspelvorming  uit 
den  weg  raimen  wil,  in  erge  mate  zullen  toenemen,  zoodat 
de  modus  vivendi  die  men  er  door  tracht  te  verkrijgen , 
wel  eens  de  modus  moriundi  zou  kunnen  worden.  Hij 
besluit^  als  de  Commissie  aan  het  slot  van  het  rapport, 
met  zich  te  beroepen  op  de  eischen  van  het  regt,  van 
het  geloof  en  van  de  liefde,  maar  in  tegenovergestelden 
zin,  om  de  invoering  van  kerspelvorming  te  ontraden. 
Wat  ook ,  vraagt  hij ,  zal  die  invoering  baten ,  als  meu 
in  de  aanzienlijkste  gemeenten  op  onoverkomelijke  bezwaren 
zal  stuiten.  Yan  de  zijde  der  leden  die  zich  bij  den  hoog- 
leeraar Lasonder  aansluiten  wordt  de  invoering  van  ker- 
spelvorming te  bedenkelijker  geacht ,  doordien  de  belijdenis- 
kwestie hier  niet  werd  opgelost,  wat  de  hoop  op  toenadering 
of  medewerking  zeer  moet  verzwakken.  Ook  wordt  opge- 
komen tegen  de  juistheid  der  bewering  in  de  memorie 
van  toelichting  en  in  het  rapport  der  Synodale  Commissie, 
dat  aan  de  verschillende  rigtingen  in  de  Kerk  ten  voor- 
gaanden  jare  door  de  Synode  gelijk  regt  van  bestaan  is 
toegekend,  daar  zulks  slechts  in  historischen  zin  geschied 
is,  met  opzigt  tot  de  regten  der  lidmaten  van  deNeder- 
landsche  Hervormde  Kerk  als  zoodanig  in  het  algemeen, 
van  welke  rigting  ook,  maar  dat,  wanneer  hiermede  ook 
het  feitelijke  bestaan  der  verschillende  rigtingen  is  toege- 
stemd, daarmede  nog  geen  antwoord  gegeven  is  op  de 
vraag,  of  zij  regtens  in  die  Kerk  bestaan.  Terwijl  men 
ook  van  kerspel  vorming  weinig  heil  verwacht,  en  toene- 
ming van  verzet  voorziet,  acht  men  beter  van  zulke 
maatregelen,  waarvoor  de  bevoegdheid  der  Synode  nog  zeer 
te  betwijfelen  valt ,  af  te  zien ,  en  liever  de  zorg  voor  de 
genezing  der  kranke  Kerk  aan  den  Grooten  Medicijnmeester 
over  te  laten.  Daar  zijn  ook  die  het  althans  zeer  ontraden 
aan  het  Reglement  zulke  uitbreiding  te  geven,  dat  ook 
op  gemeenten  met  één  predikant  het  Reglement  van  toe- 
passing zou  worden ,  dewijl  deze  daarmede  slechts  ten  halve 
en  op  zeer  onvoldoende  wijze  zouden  worden  geholpen 
en  daar,  waar  nu  vrede  is,  allerlei  verdeeldheid  en  ver- 
warring zou  ontstaan.  Men  wil  des  noodig  de  kerspelvor- 
ming in  groote  gemeenten  slechts  als  eene  proefneming 
beschouwd  hebben  om  het  later  een  punt  van  overweging 


246 


te  doen  uitmaken,  of  en  in  hoe  verre  ook  voor  gemeen- 
ten van  een  predikant  gevoegelijk  de  gelegenheid  tot 
kerspelvorming  kan  en  behoort  gegeven  te  worden.  Door 
het  lid  der  Commissie,  den  heer  Bruna,  wordt  evenwel  de 
uitbreiding  van  het  Reglement  ten  behoeve  van  alle  ge- 
meenten als  billijk  en  regtvaardig  bepleit,  terwijl  hij 
meent  dat  daarvoor  alleen  do  in  deze  vereischte  wijziging 
van  het  Algemeen  Reglement  past,  dat  algemeen  ver- 
bindend is.  Dit  gevoelen  ontmoet  echter  bij  verscheiden 
leden  tegenspraak ,  met  verwijzing  naar  verschillende  be- 
palingen ,  die,  hoewel  ook  dikwerf  ook  op  enkele  gemeenten 
van  toepassing,  evenwel  tot  de  algemeene  belangen  der 
Kerk  betrekking  hebben ,  waarin  het  Algemeen  Beglement 
behoort  te  voorzien. 

Intusschen  wordt  door  hen,  die  de  kerspelvorming 
voorstaan,  de  gegrondheid  van  vele  aangevoerde  bezwaren 
gereedelijk  toegestemd.  Daar  zijn  zelfs  die  op  zich  zelf 
geene  kerspelvorming  verklaren  te  wenschen ,  maar  men 
acht  het  een  noodzakelijk  kwaad  geboren  uit  de  gespannen 
verhouding  der  verschillende  rigtingen.  Nu  men  geen 
ander  middel  ziet  om  haar  gelegenheid  te  geven  tot  ver- 
vulling van  hare  godsdienstige  behoeften,  acht  men  de 
Synode  althans  tot  de  proefneming  in  gemeenten  van 
twee  of  meer  predikanten  verpligt  en  zulks  te  meer  omdat 
zij  aan  alle  rigtingen  ten  goede  komt.  Zijn  daar  ook,  die 
aan  afwijkende  rigtingen  het  regt  van  bestaan  in  de  Kerk 
betwisten,  het  Beglement  op  de  kerspelvormiug  zal  tot 
regtmatige  erkenning  van  hare  regten  leiden  en  ook  dit 
goede  uitwerken,  dat  elke  rigting  zich  dan  eerst  in  hare 
kracht  zal  kunnen  ontwikkelen  wat  weder  tot  zegen  voor 
de  geheele  Kerk  leiden  moet.  Zelfs  de  heer  Segers,  die 
verklaart  dat  de  orthodoxen  voor  zich  zelven  geen  ker- 
spelvorming begeeren,  daar  zij,  zoo  als  zij  vroeger  steeds 
getoond  hebben  en  het  nog  toonen ,  zich  zelven  weten  te 
helpen ,  acht  het  niet  onbillijk  dat  voor  de  afwijkende 
rigtingen  de  gelegenheid  opengesteld  wordt  om  onbelemmerd 
de  vervulling  van  hare  godsdienstige  behoeften  te  ver- 
krijgen. Hij  beschouwt  het  Beglement  veel  te  omslagtig 
en  niet  radicaal  genoeg,  terwijl  hij  de  bevordering  van 
partijvorming  in  gemeenten  van  een  predikant  ontraadt. 
Hij  geeft  in  overweging  om  door  wijzaging  van  het  Alge- 
meen Beglement  en  aanvulling  van  het  Beglement  op  de 
erkenning    van    nieuwe  gemeenten  liever  nog  gelegenheid 


247 


te  geven  tot  Torming  van  zelfstandige  gemeenten  te  midden 
van  de  verschillende  gemeenten  en  dus  het  beginsel  van  terri- 
toriale begrenzing  te  laten  varen.  Door  anderen  ook  wordt 
aan  hen ,  die  van  geen  toekenning  van  regten  aan  afwijkende 
rigtingen  willen  weten,  tegengeworpen,  dat  het  van  echt 
Christelijk  standpunt  niet  op  dogmatisch  verschil,  maar 
op  het  bezit  van  den  geest  van  Christus,  op  de  oefening 
van  Uefde  en  verdraagzaamheid  aankomt,  dat  men  zich  in 
deze  naar  het  voorbeeld  van  den  Apostel  Faulus  te  ge- 
dragen heeft ,  die  zich  buiten  de  beoordeeling  hield  of  aan 
Joodsche  of  Heidensche  Christenen  r^tens  een  bestaan  in 
de  Christelijke  gemeente  toekwam ,  maar  door  de  aanwijzing 
van  een  modus  vivendi  slechts  hunne  godsdienstige  belangen 
trachtte  te  bevorderen  en  tot  hun  zamenblijven  in  eenig- 
heid  des  geestes  zocht  mede  te  werken.  Voorzooverre  het 
Beglement  op  de  kerspelvorming  zulks  alleenlijk  beoogt, 
acht  men  het  echt  Christelijk  en  echt  Protestantsch  ook, 
daarbij  wijzende  op  art.  82  van  de  Nederlaudache  Geloofs- 
belijdenis. 

In  gelijken  geest  spreekt  de  hoogleeraar  Gooêzen  als 
president  der  betrokken  Commissie.  In  de  eerste  plaats 
bepleit  hij  het  regt  der  verschillende  rigtingen.  Vervolgens 
komt  hij  er  tegen  op  dat  een  en  ander  lid  er  zoo  veel 
gewigt  aan  hechten ,  dat  vele  leden  van  de  Provinciale  Kerk- 
besturen en  de  meerderheid  van  de  leden  der  Classicale  Ver- 
gaderingen zich  tegen  het  Reglement  verklaard  hebben ,  en 
zel&  in  eene  berekening  treden  van  het  getal  der  stemmen , 
die  er  tegen  adviseerden ,  daar  zulks  volstrekt  niet  overeen- 
komt met  den  letter  en  de  strekking  van  art.  62  van  het  Alge- 
meen Seglement ,  dat  slechts  licht  verlangt  en  derhalve  op  een 
goed  en  deugdelijk  advies,  kwame  het  slechts  van  één  lid 
dier  Besturen  of  Vergaderingen ,  hoogeren  prijs  wil  gesteld 
hebben^  dan  op  de  grootte  van  het  getal  der  leden,  die 
zich  voor  of  tegen  verklaren.  Hij  meent  dat  de  vraag,  of 
de  Synode  wel  bevoegd  zij  zulk  een  Beglement  te  maken , 
ligt  te  beantwoorden  is  door  de  wedervraag,  of  zij  ook 
bevoegd  zij  de  kerkordering  te  veranderen  en  met  de 
werkelijke  toestanden  in  overeenstemming  te  brengen.  Hij 
herinnert  hoe  vele  geachte ,  vrijzinnige  mannen  in  de  Kerk , 
en  hij  wil  het  niet  verbergen ,  ook  hij  zelf  indertijd  zich 
beijverd  hebben  om  aan  het  cooptatiestelsel  een  einde  te 
miÜLcn ,  meenende  dat  de  Kerk  daardoor  zou  gered  worden 
en   zich    daarvan   de   schoonste  uitwerking   hebben    voor- 


248 


gespiegeld^  maar  dat  de  theologie  alle  die  illasiën  heeft 
verijdeld ,  en  het  nu  zooverre  gekomen  is ,  dat  de  helft  van 
de  stemgeregtigden  plus  een  eene  beslissing  over  de  heiligste 
belangen  in  handen  heeft,  en  de  minderheden  tot  volslagen 
magteloosheid  veroordeeld  ^\}r\,  en  maakt  de  opmerking  dat 
zij ,  die  op  staatkundig  gebied  steeds  klagen  over  de  onder- 
drukking der  minderheden^  op  kerkelijk  gebied  voor  hare 
bezwaren  steeds  de  ooren  sluiten.  In  dezen  stand  van  zaken 
noemt  hij  de  kerspelvorming  geen  noodzakelijk  kwaad  ^ 
maar  positief  goed^  daar  zij  de  belangen  van  de  onder- 
drukte of  ter  zijde  gestelde  minderheden  behartigt  en  hier- 
door werkelijk  de  belangen  van  geheel  de  Kerk  bevordert^ 
niemands  regten  krenkt  en  op  den  voorgrond  stelt,  dat 
voor  elke  rigting  ruime  gelegenheid  zij  voor  de  vervul- 
ling van  ieders  godsdienstige  behoeften,  van  jong  en  oud, 
niet  het  minst  voor  het  opkomende  geslacht.  Indien  het 
jus  constitutum  hiertegen  in  den  weg  mogt  treden,  welnu 
te  meer  reden  om  daarin  verandering  te  brengen. 

De  heer  van  Laierveld,  die  zich  als  rapporteur  voor- 
behouden had  het  JKeglement  met  de  daarin  nedergel^de 
begitiselen  tegen  de  te  voorziene  bedenkingen  te  verdedigen, 
verklaart  na  het  warm  pleidooi  van  den  hoogleeraar  Gooszen 
weinig  te  zeggen  te  hebben.  Tegenover  het  beroep  van  den 
hoogleeraar  Lasonder  op  het  jus  constitutum  handhaaft  hij 
het  beroep  der  Commissie  aan  het  slot  van  het  rapport  op 
het  zedelijk  regt,  dat  de  bescherming  van  de  heiligste 
belangen  der  minderheden  vordert.  Ook  volgens  hem  is 
het  noodzakelijk  een  modus  vivendi  te  scheppen,  juist  om 
het  zamenblijven  der  verschillende  rigtingen  in  hetzelfde 
kerkverband  mogelijk  te  maken;  daaraan  zal  de  kerspel* 
vorming  voldoen ;  zij  bedoelt  geene  verdeeling  der  Kerk 
in  verschillende  fractiën ,  een  weinig  uiteengaan  alleen  voor 
een  tijd,  opdat  de  verschillende  rigtingen  ruimte  hebben 
om  zich  te  ontwikkelen,  vol  geloof  aan  de  kracht  van 
hare  eigen  beginselen ,  en  daarin  niet  door  de  onderdruk- 
king der  overmagt  belemmerd  wordt.  Hij  meent  vooral  op 
het  defensief  karakter  der  kerspelvorming  de  aandacht  der 
vergadering  te  moeten  vestigen. 

Nadat  hierop  nog  door  enkele  leden  het  woord  gevoerd 
wordt,  hoofdzakelijk  tot  nadere  toelichting  of  verdediging 
van  hunne  voor  of  tegen  het  aanhangig  Reglement  uit- 
gebragte  adviezen,  worden  de  algemeene  beraadslagingen 
voor  gesloten  verklaard. 


249 

Thans  dient  de  heer  Segerê  de  volgende  motie  van  orde  Voontel  vatt  dcu 
in:  ijrvoorloopig  het  Heglement  op  de  kerspel  vorming  terzijde  ^J  ^^fJ^bjrTanlS^ 
te  stellen  en  eerst  te  sieu  of  het  doel  van  het  Begleroentéd  7*  en  6i  7*  ran 
niet  zou  kannen  bereikt  worden  door  wijziging  of  aanval-  ^^  Algemeen  Regie- 

üng  van   art.   48   7'  en  51  7«  «n  het  Algemeen  »egle- ::;|~'a'."«k.'SSng 
ment  en  van  het  Reglement  op  de  erkenning  van  nieuwe  van  nieuwe  gemeenten, 

gemeenten/'  ï>e*  aanhangige  Regie- 

Tot  toelichting  dezer  motie  voegt  de  heer  Seger,  bij  het  '^^x^^^J^^', 
straks  reeds  door  hem  gezegde ,  dat  hier  slechts  de  gevallen  verworpen, 
kunnen  gelden ,  dat  de  meerderheid  of  minderheid  der  ge- 
meente geen  bevrediging  vindt  van  hare  godsdienstige  be« 
heeften ,  dat  uit  de  beraadslagingen  zoowel  als  uit  de  inge- 
wonnen consideratiën  blijkt^  dat  het  ontworpen  Reglement  op 
de  kerspelvorming y  dat  daarin  voorzien  wil,  aan  vt4e  prac- 
tische  bezwaren  lijdt ,  maar  dat  de  weerzin  deswege  tegen  het 
Beglement  ontstaan  geheel  zal  zijn  weggenomen^  wanneer 
het  b^nsel  van  territoriale  begrenzing  der  gemeente  wordt 
opgeheven  y  en  daar  waar  belanghebbenden  het  wenschen 
eu  de  noodige  waarborg  van  levensvatbaarheid  bestaat, 
vrijheid  worde  geopend  om  te  midden  van  de  gemeenten, 
waaraan  z\}  tot  hiertoe  behoorden,  zelfstandige  gemeenten 
te  vestigen ,  ieder  met  hare  eigen  predikant ,  kerkeraden 
en  armverzorging. 

Deze  motie  ontmoet  bij  verscheiden  leden  veel  bijval; 
men  wenscht  evenwel  dat  de  heer  Segera  nader  formulere 
welke  wijziging,  of  aanvulling  hij  in  genoemd  Reglement 
wenscht  gebragt  te  hebben.  De  meeste  leden  maken  echter 
groot  bezwaar  om  de  behandeling  van  het  Reglement  op 
de  kerspel  vorming ,  waaraan  zooveel  arbeid  en  tijd  zijn 
besteed  en  waarop  de  Kerk  gehoord  is ,  thans  te  gaan  staken. 
Gaarne  willen  zij  aan  den  heer  Segers  de  vrijheid  laten 
later  een  voorstel  van  de  strekking  als  door  hem  gemeld 
werd,  in  te  dienen,  maar  thans  meenen  zij  mag  niet  tot 
afbreking  van  de  behandeling  der  kerspelvorming  besloten 
worden.  Na  eenige  beraadslaging  wordt  de  motie  van  den 
heer  Segers  in  stemming  gebragt,  waarvan  de  uitslag  is 
dat   zij   met   twaalf   tegen  zes  stemmen  verworpen  wordt. 

Terwijl  intusschen  de  behandeling  van  het  Reglement  Afwfjzing  van  rer- 
op  de  kerspelvorming  zelf  tot  eene  volgende  zitting  moet  "cl^fllende  voorsteUen 
worden  uitgesteld ,  worden  thans  nog  slechts  de  betrekke-  VCTgiSeringen  in"w- 
lijke  in  het  rapport  der  Commissie  vermelde  voorstellen  band  met  de  aanhan- 
ter    hand    genomen ,    en    wordt   daarop   achtereenvolgend  8>ge  kerspelvorming. 


260 

overeenkomstig  de  adviezen  der  Commissie  als  volgt  besloten: 

1°.  tot  afwijzing  van  het  afzonderlijk  voorstel  van  de 
Glassioale  Vergadering  van  Middelburg,  gereg.  onder 
n®.  680,  (bls&.  175,  176),  om  tot  de  oorspronkelijke 
inrigting  der  Kerk  terag  te  keeren,  zonder  hoofdzake- 
lijke stemming; 

2®.  tot  afwijzing  insgelijks  van  het  voorstel  van  de 
meerderheid  der  Glassicale  Vergadering  van  Haarlem 
en  Brielle,blz.  176,  tot  invoering  van  eene  volstrekte 
autonomie  der  gemeenten  in  geestelijke  zaken ,  met  veertien 
tegen  vier  stemmen ; 

3^.  tot  afwijzing  ook  van  het  afzonderlijk  voorstel  der 
Glassicale  Vergadering  van  Dordrecht  om  middelen  te 
beramen  tot  boedelscheiding,  gereg.  onder  n^  759  (blz  177), 
zonder  hoofdelijke  stemming; 

4^  tot  afwijzing  van  het  voorstel  van  de  minderheid  der 
Classis  van  Brielle  om  een  geregeld  uiteengaan  der  ver- 
schillende rigtingen  te  bevorderen,  (blz.  177),  weder  zonder 
hoofdelijke  stemming; 

6®.  tot  afwijzing  van  het  voorstel  der  Glassicale  Ver- 
gadering van  Eindhoven  tot  splitsing  der  Kerk  in  twee 
of  meer  afdeelingen,  gereg.  onder  n®.  644  (blz.  118), 
met  vijftien  tegen  twee  stemmen.  Den  heer  Wesirik  im 
vergund  zich  omtrent  dat  voorstel  buiten  stemming  te  honden; 

6®.  tot  afwijzing  nog  van  het  voorstel  der  Glassicale  Ver- 
gadering van  Nijmegen  om  door  het  vormen  van  wijken 
hetzelfde  doel  als  van  de  kerspelvorming  te  bevorderen, 
blz.   179,  zonder  hoofdelijke  stemming. 

Sluiting  der  zet  en      De    vergadering    wordt    hierop    tot    morgen    verdaagd, 
twintigste  zitting.       waarbij    de   President  mededeelt ,   dat  alsdan  slechts  eene 

korte  zitting  zal  worden  gehouden ,  dewijl  na  adoop  daar- 
van de  Synodus  contracta  in  zake  het  hooger  beroep  van 
den  predikant  Alewijn  Faure  moet  vergaderen.  De  tegen- 
woordige zitting  wordt  hiermede  gelsoten. 

J.  J.  L.  LuTi,  Presidenl, 


ZEVEN  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Zatnrdag    den  Sisten   Angnstas   1880. 
De  heer  Luli  afwezig. 

Bij  de  opening  der  zitting  wordt  het  lezen  der  notulen     Opening'. der  «ven 
van  de  zitting  van  gisteren  tot  a.  s.  Maandag  uitgesteld.  *^  *'^"**8"*'  °**'"8- 

De  Commissie  ter  zake  der  voorloopig  aangenomen  ver-  ^^PP^^*  ^^^  ^«  ^^' 

j     .  1    1     Tk     1  ^  1    f    rT  /-w    1        ••    missie  rakende  de  voor- 

anderingen  van  het  Beglement  op  het  Hooger  Onderwijs  loopig aangenomen  ver- 
betrekkelijk  het  aanstellen  van  kerkelijke  hoogleeraren  te  anderingen  in  het  Re- 
Amsterdam,  brengt  bij  monde  van  den  heer    J5<«»« gX-Sf^S 

kaar    rapport    nit,    luidende   als    volgt:  het  aanstellen  van  ker- 

kelijke hoogleeraren  te 

Mijne  Meeren!  Amsterdam. 

Geroepen  om  u  verslag  te  geven  en  tevens  om  u  van 
advies  en  raad  te  dienen  in  zake  van  de  voorloopig  aan- 
genomen wijzigingen  in  het  Beglement  op  het  Hooger 
Onderwijs  in  de  Godgeleerdheid ,  volgens  Synodale  Circuhure 
n^.  33^  willen  wij,  ter  vervulling  van  het  eerste  gedeelte 
onzer  taak,  wat  betreft  de  consideratiën  der  Provinciale 
Kerkbesturen  en  Classicale  Vergaderingen  en  de  verder  in 
onze  handen  gestelde  stukken,  op  dezelfde  zaak  betrekke- 
lijk ,  allereerst  in  het  algemeen  op  de  ontvangst ,  welke  de 
vooi^nomen  wijzigingen  in  de  Kerk  hebben  mogen  vinden , 
uwe  aandacht  vestigen,  door  de  verhouding  mede  te  deelen 
van  het  aantal  v6<$r*  en  tegenstanders  dier  wijzigingen  in 
de  genoemde  kerkelijke  CoUegiën.  Daarna  willen  wij  een 
overzicht  geven  van  de  gronden ,  die  een  deel  dier  coUegiën 
of  sommigen  hunner  leden  voor  hun  afkeurend  oordeel 
hebben  aangevoerd ,  alsmede  van  de  aan-  en  opmerkingen , 
die  er  zijn  gemaakt ,  van  de  wenken ,  die  der  Synode  wor- 
den gegeven  en  van  de  ingediende  amendementen ,  waar- 
onder ook  zijn,  bij  welker  aanneming  sommigen,  die  de 
wijzigingen ,  zooals  zij  daar  liggen ,  niet  konden  goedkeuren , 
verklaard  hebben  tot  het  beoogde  doel  te  kunnen  mede- 
werken. 


252 


Wij  willen  hierbij  vooraf  opmerken^  dat  wij,  van  vddr- 
en  tegenstanders  der  wijzigingen  sprekende^  inzonderheid  of 
uitsluitend  het  oog  hebben  op  de  toevoeging  aan  art.  5, 
waarin  het  beginsel  uitgesproken  is^  't  welk  het  meest  tot 
verschil  van  gevoelen  aanleiding  geeft;  terwijl  uit  de  inge- 
komen stukken  blijkt,  wat  ook  in  den  aard  der  zaak  ligt, 
dat  velen,  die  tegen  dit  beginsel  gestemd  zijn,  tegen  de 
toevoegingen   tot  art.  15  en  16  geen  bezwaar  hebben. 

Wat  dan  de  als  Provinciale  Kerkbesturen  adviseerende 
Collegiën  betreft,  in  zes  van  de  elf  verklaarde  de  meer- 
derheid zich  v66r  de  voorloopig  aangenomen  wijzigingen, 
t.  w.  in  Gelderland^  Overijssel  en  Drenthe, 
waar  in  elk  kerkbestuur  slechts  één,  in  Zuidhollaud, 
waar  twee  en  onder  deze  één  niet  onvoorwaardelijk,  in 
Groningen  en  in  Utrecht,  beide  waar  twee  leden 
zich  tegen  de  wijzigingen  verklaarden.  In  Friesland  was 
de  helft  der  leden  er  v66r,  de  helft  er  tegen.  In  twee 
ressorten  was  de  meerderheid  van  het  Kerkbestuur  er  tegen, 
t.w.in  Zeeland  en  Noordbrabant  metLimburg, 
in  beide  Kerkbesturen  met  één  lid  er  véér,  terwij  het 
Kerkbestuur  van  Noordholland  en  de  Waalsche  Commissie 
eenparig  zich  er  tegen  verklaard   hebben. 

Wat  betreft  de  Classicale  Vergaderingen :  Met  algemeene 
of  met  meerderheid  van  stemmen  verklaarden  zich  19  ver- 
gaderingen v66r ,  26  tegen  de  voorloopig  aangenomen  bepa- 
lingen^ terwijl  in  ééne  de  helft  vóór  en  de  helft  tegen- 
gestemd heeft.  Wij  geven  u  een  overzicht. 

De  Glass.  Vergadering  van  Arnhem  bericht^  dat  zij 
//zich  vereenigt  met  de  voorloopig  aangenomen  wijzigin- 
gen.''  Desgelijks  die  van  Gouda  //schier  met  algemeene 
stemmen.^'  Die  van  Amsterdam  adviseert  //bijna  unaniem 
tot  de  vaststelling'^^  daar  zij  zich  //met  het  beoogde  doel 
uitnemend  kan  vereenigen,  als  om  verschillende  redenen 
zeer  wenschelijk.''  De  heer  //.  Steenberg  echter  en  9  andere 
leden  dier  Vergadering  deelen  bij  afzonderlijk  schrijven 
hunne  bezwaren  tegen  de  voorloopige  wijzigingen  mede.  In 
de  Classicale  Vergadering  van  Groningen  vond  het 
voorstel  //algemeene  toejuiching.^^  In  die  van  ^sGraven- 
hage  kon  de  /^overgroote  meerderheid'^  d.  i.  op  /^een  paar 
leden''  na  allen ^  zich  er  meê  vereenigen,  zoo  ook  in  die 
van  Wijk  bij  Duurstede  hadden  slechts  twee  leden 
bezwaar.  In  die  van  Utrecht  verklaarden  zich  37  der 
aanwezige   leden    vóór,    2  tegen,  terwijl  zeven   zich    van 


263 


stemming  onthielden.  Amersfoort  adviseert  met  S7 
tegen  6  stemmen  tot  goedkeuring.  Bommel  desgelijks 
met  40  tegen  7.  Leiden  met  57  tegen  18.  Onder- 
dendam  mel^  27  tegen  7.  Heusden  met  28  tegen  8. 
Ëdam  met  31  tegen  9.  Maastricht  met  11  tegen  5. 
In  de  dassis  Koevorden  waren  op  8  leden  na  allen 
YÓót  de  wetsverandering.  Te  Breda  verklaarden  zich  29 
stemmen  v66r  en   16  er  tegen.  Te  Zwolle   24  vóór  en 

19  tegen,  terwijl  zich  11  leden  buiten  stemming  hielden. 
Bij  stemming  verklaarden  te  Nijmegen  13  leden  zich 
v66r  en  13  tegen.  Assen  heeft  de  wijzigingen  goedge- 
keurd onder  voorbehoud  van  een  amendement,  waarmede 
zich  13  van  de  22  leden   vercenigden. 

De  volgende  Classicale  Vergaderingen  hebben  met  eene 
kleinere  of  grootere  meerderheid  of  met  eenparigheid  van 
stemmen   t^en^geadviseerd. 

Appingedam  had  bijna  evenveel  vö6r«  als  tegen- 
stemmers,  t.  w.  24  vóót  en  25  tegen.  Zoo  ook  Deven- 
ter 22  v66r  en  23  t^en.  Te  Sneek  adviseerde  /rde 
meerderheid''  tegen.  Te  Kampen  waren  19  vöör  de 
regiements- verandering  en  22  tegen.  Te  Ti  el   16  v66r  en 

20  t^en.  Te  Harderwijk  15  v66r  en  21  tegen.  Te 
IJzendijke  12  v6dr,  23  tegen.  Te  Eraneker  waren 
23  v66r,  55  t^n  de  uitbreiding  van  art.  5,  maar  werden 
die  van  artt.  15  en  16  goedgekeurd.  Te  Zierikzee 
waren  10  v6<5r,  30  tegen  de  wijzigingen  van  art.  5  maar 
zonder  bedenking  tegen  die  van  artt.  15  en  16.  Te 
Heerenveen  13  vtför,  42  tegen  de  geheele  zaak.  Te 
Winschoten  11  v6<5r,  48  tegen.  Te  Rotterdam 
waren  18  vóór,  de  overigen  alle  tegen  de  wijzigingen. 
Te  Middelburg  schijnt  de  verhouding  te  zijn  van  10 
vóór-  tot  37  tegen-stemmenden.  Te  Meppel  stemden 
3  vóór,  17  tegen,  terwijl  de  wijzigingen  van  artt.  15 
en  16  met  acclamatie  werden  aangenomen.  In  de  Waalsche 
Réunie  verklaarden  zich  5  leden  vóór,  22  tegen  de  wijzi- 
gingen, terwijl  4  leden  zich  van  advies  onthielden.  Te 
Dordrecht  waren  12  vóór  de  wijzigingen;  terwijl  een 
voorstel  tot  verwerping  door  de  meerderheid  d.  i.  57  leden 
//met  daverend  ap^Jaus  werd  begroet.'^  Haarlem  verklaarde 
met  groote  meerderheid  van  stemmen  de  wijzigingen  onaan- 
nemelijk ,  hoewel  hulde  doende  aan  het  streven  der  Synode 
om  volledige  uitvoering  te  geven  aan  art.  1  van  het  ftegl. 
op  het  H.  O.  Te  Dokkum  werd  met  2  stemmen    voor 


254 


aanneming,  met  79  tot  verwerping  geadyiseerd.  Desgelijks 
heeft  Alkmaar  met  op  één  na  algemeene  stemmen  tot 
verwerping  geadviseerd.  Te  Zutphen  vonden  de  wijzi- 
gingen slechts  bij  enkele  leden  bijval,  hoewel  de  meerder- 
heid jy hulde  doet  aan  de  liberaliteit  en  verdraagzaamheid, 
waarvan  zij  getuigen/^  Te  'sHertogenbosch  zon  men 
gaarne  zien,  dat  Amsterdam  kerkelijke  Hoogleeraren 
kreeg,  maar  heeft  met  algemeene  stemmen  dit  voorstel 
afgekeurd.  Ook  te  Leeuwarden  was  men  er  unaDiem 
tegen.  Eveneens  te  Eindhoven.  Goes  geeft  geene 
andere  dan  ongunstige  consideratiën.  Brielle  adviseert 
op  verschillende  gronden  tot  intrekking.  Hoorn  heeft 
//het  voorstel  der  Synode,  zoowel  wat  het  beginsel  betreft 
als  de  uitwerking  in  artt.  5 ,  16 ,  16 ,  met  algemeene  stem- 
men  verworpen." 

Uit  dit  overzicht  blijkt  Uwe  Vergadering,  dat  de  voor- 
loopig  aangenomen  wijzigingen  door  de  meerderheid  der 
Provinciale  Kerkbesturen  goedgekeurd,  door  de  meerder- 
heid der  Glassicale  Vergaderingen  afgekeurd  zijn,  zoodat 
de  consideratiën  niet  als  eene  roepstem  der  Kerk  zijn  aan 
te  merken  om  ze  nu  onvoorwaardelijk  ter  zijde  te  le^n. 
Bovendien ,  al  ware  die  afkeurende  meerderheid  nog  veel 
grooter ,  het  zou  toch  alles  aankomen  op  de  gronden ,  die 
voor  de  afkeuring  worden  aangevoerd  en  op  de  vraag,  of 
aan  geopperde  bedenkingen  kan  te  gemoet  gekomen  en 
of  rechtmatige  bezwaren,  die  zijn  ingebragt,  kunnen  w^- 
genomen  worden.  Wij  hebben  in  de  consideratiën  ook  niet 
weinig  gevonden  tot  verdediging  van  de  voorloopig  aange- 
nomen r^lements- veranderingen ,  zooals  zij  daar  liggen, 
maar  behoeven  daarvan  geen  uitvoerig  verslag  geven ,  daar 
de  ten  voordeele  van  het  ontwerp  aangevoerde  gronden  toch 
geene  andere  zijn,  dan  die,  door  welke  de  meerderheid 
in  de  Synodale  Vergadering  geleid  is  tot  het  voorloopig 
vaststellen  der  wijzigingen.  Men  beroept  zich  op  het  ver- 
plichtende van  art.  1  van  het  Begl.  op  het  H.  O.  in  de 
godgeleerdheid ,  op  het  belang  der  geheele  Kerk ,  die  door 
vermeerdering  van  de  gelegenheden  tot  opleiding  te  beter 
in  hare  behoefte  aan  vermeerdering  van  het  predikantental 
kan  voorzien,  op  het  belang  van  de  Universiteit  te  Amster- 
dam en  van  vele  jongelieden,  die  daar  ter  stede,  zich  voor 
de  Evangeliedienst  in  onze  Kerk  zullen  kunnen  bekwamen 
en  op  de  billijkheid ,  dat  aan  hen ,  die  de  belangrijke  geld- 
som bijeenbrengen ,  waardoor  het  der  Kerke  mogelijk  wordt, 


S56 


ook  te  Amsterdam  twee  leerstoelen  voorde  godgeleerd- 
heid te  vestigen ,  eenige  invloed  op  de  benoeming  der  man- 
nen, geroepen  om  die  leerstoelen  te  bezetten,  worde  toegekend. 

Alzoo  overgaande  tot  de  mededeeling  van  de  bezwaren , 
die  tegen  de  voorloopig  aangenomen  wijzigingen  zijn  inge- 
bragt,  merken  wij  vooraf  op,  dat  onder  de  tegenstanders 
zoodanigen  zijn ,  die  elke  regeling  van  het  Hooger  Onder- 
wijs in  de  Godgeleerdheid  te  Amsterdam  afkeuren,  ter« 
wijl  de  meesten  zich  alleen  niet  vereenigen  konden  met  de 
regeling ,  zooals  z^  nu  der  Kerk  in  overweging  is  gegeven. 

Er  hebben  zich  namelijk  in  een  enkel  Prov.  Kerkbestuur 
en  in  verschillende  Glassicale  Vergaderingen  stemmen  doen 
hooren  van  zulken ,  die  verklaren ,  dat  de  Universiteit  op 
gereformeerden  grondslag,  de  z.g.  vrije  Universiteit  van  Dr. 
A,  Kujfper,  alleen  hunne  onverdeelde  sympathie  had  en  dat 
zij  daarom  er  niet  aan  konden  medewerken  om  te  Ara  ster- 
dam een  aanvullend  godgeleerd  onderwijs  van  wege  de 
Kerk  te  doen  geven,  waarin  zij  zagen  eene  tegenwerking 
van  de  pogingen  van  Dr.  A.  Kuyper  of  wel  een  streven 
der  Synode  om  door  begunstiging  van  de  ééne  partij  onder 
de  orthodoxen  de  andere  te  nentraliseeren.  Mede  in  een 
paar  Provinciale  Kerkbesturen  en  in  sommige  Glassicale 
Vergaderingen  waren  er,  die  oordeelden,  dat  in  de  be- 
hoefte der  Herv.  Kerk  aan  Hooger  Onderwijs  voor  hare 
kweekeiingeu  volledig  en  ruimschoots  wordt  voorzien ,  terwijl 
elders  de  meerderheid  in  eene  Class.  Vergadering  zich  ver- 
klaart tegen  alle  aanvullings-onderwijs  en  enkele  leden  zelfs 
verlangen,  «^ dat  de  Synode  ophoude  Godgeleerd  Onderwijs 
te  (doen)  geven.''  //De  theologie,''  zeggen  zij,  //is  een 
deel  van  het  universitair  onderwijs,  dat  door  de  Kerk 
niet  kan  worden  gegeven.  De  Kerk  heeft  alleen  aan  den 
ingang  der  Kerk  te  eischen  van  hare  aanstaande  godsdienst- 
leeraars /^deugdelijke  waarborgen,  dat  zij  instemmen  met 
hare  belijdenis.  Daar  eene  behandeling  van  den  door  laatst- 
bedoelden  uitgesproken  wensch  thans  niet  aan  de  orde  is 
en  de  tegenzin  der  anderen  tegen  aanvullend  onderwijs  in 
het  algemeen  met  het  oog  op  art.  1  van  het  Begl.  op  het 
H.  O.  in  de  godgeleerdheid,  niet  in  aanmerking  mag 
komen,  zal  Uwe  Commissie,  straks,  bij  het  beoordeelen 
der  ingebragte  bezwaren,  over  deze  consideratiën  geruste- 
lijk  het  stilzwijgen  kunnen   bewaren. 

Die  overigens  hunne  bezwaren  hebben  medegedeeld ,  heb- 
ben meestal  het  wenschel^ke  uitgesproken ,  dat  ook  te  A  m- 


256 


sterdam  Hooger  Onderwijs  in  de  godgeleerdheid  van 
wege  de  Kerk  worde  gegeven  en  alzoo  art.  1  yan  het 
Beglement  daarop  tot  volle  uitvoering  kome.  Hunne  bezwa- 
ren gelden  de  wijze,  waarop^  volgens  de  voorloopig  aan- 
genomen wijzigingen  in  het  Reglement,  die  zaak  met  betrek- 
king tot  Amsterdam  zou  geregeld  worden. 

Door  verreweg  de  meesten ,  zoo  niet  allen ,  die  zich  tegen 
die  regeling  verklaard  hebben ,  wordt  een  kerkrechtelijk  be- 
zwaar op  den  voorgrond  gesteld.  Niet  alleen  in  het  zeer 
ongunstig  oordeel ,  dat  het  Prov.  Kerkbestuur  van  Noord- 
holland over  die  zaak  heeft  uitgesproken,  is  dat  bezwaar 
genoemd ,  maar  ook  in  andere  Prov.  Kerkbesturen  en  een 
groot  getal  Classicale  Vergaderingen  is  het  gevoeld,  ^tzij 
door  velen,  't  zij  door  weinigen,  en  met  meerdere  of 
mindere  uitvoerigheid  ontwikkeld.  Kort  geformuleerd  komt 
het  bezwaar  hierop  neder.  Men  acht  de  voorgenomen  r^e- 
ling  in  strijd  met  het  recht  der  Kerk ,  om  geheel  langs 
kerkdijken  weg  tot  de  benoeming  van  Hoogleeraren  voor 
het  van  wege  de  Kerk  te  geven  Godgeleerd  Onderwijs  te 
komen,  welk  recht  in  het  Begl.  op  het  H.  O.  in  de 
godgeleerdheid  gehandhaafd  is  met  opzicht  tot  de  drie  Bijks- 
Universiteiten ,  maar  schromelijk  zou  miskend  en  geschon- 
den worden  met  opzicht  tot  de  te  Amsterdam  gewenschte 
leerstoelen.  De  Kerk  mag,  ter  wille  van  eene  vereeniging 
van  particuliere  leden  der  gemeente  Amsterdam,  van 
haar  recht,  om  op  voordracht  van  eene  langs  kerkdijken 
weg  in  't  leven  geroepen  Commissie  Hoogleeraren  te  be- 
noemen, geen  afstand  doen.  Zij  mag  op  de  bevoegdheid 
dezer  Commissie  om  op  de  in  het  reglement  omschreven 
wijze  aan  de  Synode  eene  voordragt  te  doen ,  geen  inbreuk 
maken  door  haar  eerst  eene  nominatie  te  laten  geven, 
opgemaakt  door  eene  Commissie ,  die  aan  de  Kerk  vreemd 
is  en,  al  bestaat  zij  uit  leden  eener  Hervormde  gemeente, 
toch  tot  dat  werk  geen  kerkelijk  radicaal  bezit. 

Hoogstens  zou  men,  naar  het  oordeel  van  sommigen 
dezer  bestrijders  van  het  ontwerp,  eene  aanbeveling  voor 
de  te  bezetten  leerstoelen  van  de  zijde  van  Amsterdam 
kunnen  toelaten  of  aan  de  Amsterdamsche  vereeniging  de 
voegdheid  geven  om  een  drietal  aan  te  bieden ,  't  welk 
door  de  kerkelijke  Commissie  van  voordracht  met  een  drietal 
van  hare  keuze  zou  kunnen  vermeerderd  worden. 

Met  de  ontwikkeling  van  dit,  huns  inziens,  principieele 
bezwaar  hangen  ten  nauwste  samen  verschillende  bedenkin- 


257 


gen  en  overwegingen,  die  alle  tot  dezelfde  categorie  moeten 
gerekend  worden.  Zij  zijn  de  volgende: 

Door  de  voorgenomen  regeling,  zon,  vreest  men,  een 
nieuw  ooUatierecbt  geschapen  worden.  De  Kerk ,  die  reeds 
jaren  lang  er  naar  gestreefd  heeft ,  de  ooUatierechten  afge- 
schaft te  krijgen ,  zou  dus  in  erge  mate  met  zich  zelve  in 
strijd  komen:  zij  zou  een  collatierecht  in  't  leven  roepen, 
dat  later  niet  kan  opgeheven  worden :  zelfs  is  er  gezegd , 
dat  de  voorgenomen  regeling  eene  familieregering  zou  kun- 
nen doen  ontstaan. 

Verder  acht  men  het  bedenkelijk ,  dat  ter  wille  van  de 
belangrijke  geldsom ,  die  door  de  vereeniging  te  Amster- 
dam wordt  bijeengebragt ,  aan  die  geldgevers  invloed  op 
de  benoeming  van  Hoogleeraren  worde  afgestaan.  In  één 
Prov.  Kerkbestuur  acht  men  dit  in  strijd  met  de  bedoe- 
ling van  de  bekende  zinsnede  omtrent  Amsterdam, 
voorkomende  in  art.  1  van  het  £egl.  op  het  H,  O.  in  de 
godgeleerdheid.  Aan  die  bedoeling  zon  alleen  voldaan  zijn, 
indien  zij,  die  te  Amsterdam  het  benoodigda  geld 
bijeenbrengen,  die  som  voor  het  bedoelde  einde  onvoor- 
waardelijk aan  de  Kerk  afstonden ,  om  zoo  de  Synode  in 
staat  te  stellen  ten  opzigte  van  Amsterdam  te  hande- 
len gelijk  zij  gedaan  heeft  in  de  drie  andere  Universiteits- 
steden. Ten  nadeele  der  andere  Universiteiten  zou  Amster- 
dam door  geld  te  geven  een  voorrecht  boven  die  erlangen , 
oordeelt  een  lid  in  het  Prov.  Kerkbestuur  van  Drenthe. 
jyDe  geldkwestie  domineert  en  stnit  velen  tegen  de  borst'' 
werd  gezegd  in  het  Prov.  Kerkbestuur  van  Friesland. 
In  de  Classis  van  Kampen  werd  de  zaak  genoemd  een 
koopen  van  een  collatierecht  door  de  Amsterdamsche  ver- 
eeniging en  in  die  van  Dokkum  werd  door  een  lid 
beweerd ,  dat  de  Synode  zich  daarmee  schuldig  maakte  aan 
simonie:  hij  zei  met  /^collega  Petrus" :  ffuw  geld  zij  met 
u  ten  verderve."  (In  't  voorbijgaan  stellen  wij  u  voor, 
omtrent  die  beschuldiging  over  te  gaan  tot  de  orde  van 
den  dag).  Overigens,  dat  de  Kerk  aan  eene  particuliere 
vereeniging,  omdat  zij  het  noodige  geld  verschaft,  invloed 
zou  toekennen  in  het  benoemen  van  Hoogleeraren,  dat 
acht  het  Prov.  Kerkbestuur  van  Noord-Holland 
en  desgelijks  de  Classis  Alkmaar,  een  onrecht  plegen 
tegenover  den  Staat ,  die  ook  het  noodige  geld  verschaft , 
maar  geen  invloed  in  deze  zaak  uitoefent. 
Ook  wordt  opgemerkt,  dat  de  Synode  met  de  voorge- 

17 


258 


stelde  regeling  er  toe  zou  medewerken^  dat  te  Amsterdam 
Professoren  van  eene  bepaalde  richting  worden  benoemd; 
waardoor  de  opleiding  aan  die  Universiteit  voor  vden 
minder  gewenscht  zou  worden.  Hier  zegt  men,  de  benoe- 
mingen moeten  te  Amsterdam  zoo  min  als  elders 
geschieden  ten  behoeve  van  ééne  partij ,  maar  in  ^t  belang 
der  geheele  Kerk;  elders  oordeelt  men,  dat  door  de 
plaats  gehad  hebbende  benoemingen  reeds  voldoende  of 
meer  dan  voldoende  tegemoet  gekomen  is  aan  de  orthodoxe 
richting  en  is  men  beducht  een  kweekschool  voor  de  or- 
thodoxie te  stichten,  wat  met  de  ware  belangen  der  Kerk 
in  strijd  is ;  en  wederom  elders  vreest  men ,  dat  er  strijd 
zal  ontstaan  tusschen  de  belofte,  die  de  kerkelijke  Hoog- 
leeraren naar  het  reglement,  bij  de  aanvaarding  van  hun 
ambt,  moeten  afleggen  en  de  verbindtenis ,  die  zij  moeten 
aangaan  met  het  Amsterdamsche  comité;  terwijl  ook  nog 
door  één  adviseerend  coUegie  wordt  opgemerkt,  dat  het 
ontwerp  een  wederzijdsch  wantrouwen  uitdrukt^  dat  zeer 
stuitend  is.  De  Amsterdamsche  vereeniging,  wordt  er  ge- 
zegd, wantrouwt  de  Synode  en  durft  daarom  de  vrije 
benoeming  niet  aan  haar  overlaten ;  en  wederkeerig  wan- 
trouwt de  Synode  de  Amsterdamsche  vereeniging  en  wil 
daarom  niet  bloot  een  zestal,  maar  een  twaalftal,  indien 
zij  dit   noodig  mogt  vinden. 

Ziet  daar,  M.  H.,  den  beknopten  inhoud  der  conside- 
ratiën  van  hen ,  die  der  Synode  tot  onvoorwaardelijk  ter 
zijde  leggen  der  voorloopig  aangenomen  wijzigingen  in 
het  Beglement  op  het  H.  O.  adviseeren.  Na  nu  nog  ver- 
meld te  hebbeu,  dat  ook  ergens  de  zaak  niet  onbepaald 
verwerpelijk,  maar  ontijdig  is  geoordeeld;  omdat  men, 
naar  wq  meenen ,  zonder  grond ,  eerst  oplossing  der  be- 
lijdenis-quaestie  en  de  invoering  van  het  r^lement  op  de 
kerspelvorming  noodig  acht;  gaan  we  over  tot  het  mede- 
deelen  van  de  aanmerkingen  en  apiendementen  op  de  voor- 
loopig aangenomen  bepalingen,  ingebracht  door  zulken, 
die  de  zaak  niet  onvoorwaardelijk  verwerpen  of  die,  ter- 
wijl zij  er  mede  ingenomen  zijn,  wenschen  zouden,  dat 
het  een  of  ander  nader  of  anders  bepaald  worde. 

Zij  zqn  de  volgende: 

1.  Men  wenscht  verder  te  gaan  en,  naai  het  voorstel 
Zuti,  in  de  laatst  gehouden  Buitengewone  Vergadering 
der  Synode,  aan  iedere  corporatie,  die  d^elijke  waarbor- 
gen   aanbiedt,  het  recht  te  geven,  om  kerkelijke  Profes- 


259 


soren  te  benoemen  (Fror.  Kerkbestuur  van  G  e  1  d  e  r  I  a  n  d). 
Uwe  Gonamissie  oordeelt»  dat  op  dit  voorstel  straks  niet 
behoeft  te  worden  teruggekomen,  daar  de  Synode  in  hare 
vei^dering  van  den  23  April  II.  (Hand.  der  Buitengew. 
Verg.  ^  bl.  88)  zich  daarover  reeds  heeft  uitgesproken. 

2.  Men  mist  de  waarborgen ,  dat  het  Amsterdamsche 
Comité  altijd  zal  samengesteld  zijn  uit  mannen ,  die  bevoegd 
zijn  tot  het  werk,  hun  opgedragen,  en  die  genoegzaam 
vertrouwen  bezitten  (Leden  uit  de  Prov.  Kerkbesturen 
van  Zuidholland  en  Overijssel  en  sommige  Glass. 
Yergaderingen).  Over  dit  bezwaar  straks  nader. 

3.  Men  acht  de  tusschenkomst  van  de  Commissie  van 
voordracht  overbodig  en  wenscht  rechtstreeks  aan  de  Synode 
aan  te  bieden  nominatiën  (Prov.  Kerkbestuur  van  Zuid- 
holland). Uwe  Commissie  acht  dit  voorstel,  als  indruis- 
schende  tegen  den  geest  van  het  Reglement  op  het  H.  O. 
en  de  Synode  geheel  aan  banden  leggende,  niet  in  behan- 
deling te  kunnen   nemen. 

é.  Men  zou  aan  het  Amsterdamsche  Comité  hoogstens 
voor  de  eerste  maal  het  recht  van  voordracht  willen  heb- 
ben toegekend  (Leden  van  het  Prov.  Kerkbestuur  van 
Zuidholland).  Deze  zaak  is  onder  ons  ter  sprake 
gebragt. 

5.  Men  heeft  verschillende  wijzigingen  voorgesteld  met 
opzicht  tot  het  opmaken  der  nominatiën.  Men  vindt  een 
zestal  te  veel;  beter  een  viertal,  aan  te  vullen  tot  een 
ichttal;  of  een  drietal,  aan  te  vullen  tot  een  zestal;  of 
3en  zestal  voor  eens,  zonder  uitbreiding  tot  een  twaalftal , 
srijl  men  vreest  dat  daar  moeijelijk  aan  zal  kunnen  vol- 
iaan  worden;  of  men  wil  te  Amsterdam. voor  elke 
Eloogleeraarsplaata  voor  de  eerste  maal  een  tweetal 
volgens  art.  23  Begl.  op  het  H.  O.)  en  later  een  drietal; 
>f  men  acht  het  beter,  dat  terstond  een  twaalftal  aange- 
)oden  worde,  om  onaangename  spanning  tusschen  het 
VjDsterdamsohe  Comiité  en  de  Commissie  van  voordracht 
e  voorkomen;  of  men  wenacht,  dat  de  Commissie  van 
voordracht  de  bevoegdheid  hebbe ,  om  het  zestal  te  ver- 
rerpen,  zoo  vaak  zij  dit  noodig  acht.  (Uit  het  Prov. 
Cerkbestttur  van  Znidholland,  uit  de  Class.  Yerg.  van 
jeiden,  Heusden,  VQravenhage,  Utrecht, 
Lmersfoort  en  Deventer,)  Terwijl  ook  op  deze 
Fenschen  in  uwe  Commissie  gelet  is,  merkt  zij  reeds 
lier  op,  dat  de  iu  deze  eonsideratiën  voorkomende  ver- 


260 


wijzing  naar  art.  23  B^l.  op  het  H.  O.  op  eene  verkeerde 
opvatting  van  dat  art.  berust,  daar  de  aldaar  bedoelde 
eerste  maal  alleen  kan  zien  op  de  eerste  maal  dat  de 
Synode  het  werk  van  het  benoemen  van  Hoogleeraren 
moest  ter  hand  nemen. 

6.  Men  verlangt  waarborgen  yoor  kunde  en  geschiktheid 
der  aan  te  stellen  Hoogleeraren,  b.  v.  de  bepaling:  nti 
worde  ingediend  eene  met  redenen  omkleede  aanbeveling 
door  de  Commissie  ad  hoc.^'  Men  wenscht  in  plaats  van 
eene  nominatie  eene  bloote  aanbeveling  van  personen  dooi 
het  Amsterdamsche  Comité,  waaruit  de  Commissie  Tan 
voordracht  al  of  niet  het  drietal  opmake.  Of  men  stelt 
voor,  dat  de  Commissie  van  voordracht  de  bevoegdheid 
erlange  om  het  aangeboden  drietal  met  een  drietal  van 
hare  keuze  aan  te  vullen.  (Leden  uit  de  Prov.  Kerkbe- 
sturen van  Gelderland  en  Zuidholland,  uit  som- 
mige Class.  Vergaderingen,  en  wat  het  laatste  voorstel 
betreft,  de  heer  Steenberg  en  9  andere  leden  der  dassis 
Amsterdam).  In  uwe  Commissie  zijn  deze  voorstellen 
overwogen. 

7.  Men  wenscht,  om  te  voorkomen  dat  de  aanbieding 
van  eene  nominatie  om  de  een  of  andere  reden  uitgesteld 
worde ,  b.  v.  totdat  er  een  hun  geschikt  voorkomend  per- 
soon gevonden  worde,  bij  art.  5  als  slotalinea  te  voegen: 
//Wanneer  de  aanbieding  eener  nominatie  niet  binnen  den 
tijd  van  (nader  te  bepalen)  geschiedt,  dan  wordt  de  wijze 
van  benoeming  aan  andere  Universiteiten  ook  hier  geheel 
gevolgd.''  (Class.  Verg.  van  On  derden  dam.)  Ter 
overweging  in    uwe  Commissie. 

8.  Men  oordeelt,  dat  de  naam  van  het  Fonds,  in  de 
voorloopig  aangenomen  aanvulling  van  art.  15  vermeld, 
niet  moet  zijn :  vPands  der  Commissie^*  enz.  maar  ff  Synodaal 
fonds  voor  Kerkelijk  Hooger  Onderwijs  te  Amsterdam, 
opdat  de  Synode  blijke  eigenaresse  te  zijn  en  er  nimmer 
afschrijving  van  gene  zijde  kunne  gevraagd  worden.  (Prov. 
Kerkbestuur  van  Ge  Iderl  an  d  en  Class.  Vei^.  van  Onder- 
den dam).  Ook  dit  overwogen  in  uwe  Commissie;  terwijl 
nog  een  voorstel  van  de  Class.  Verg.  van  Onderdendam, 
om  nl.  dein  art.  16  bedoelde  ƒ  50  niet  tot  het  scheppen 
van  een  nieuw  fonds  te  bezigen ,  maar  in  de  algemeene  kas 
te  storten,  niet  in  beraadslaging  kan  komen,  daar  dezeSv- 
node ,  voor  eenige  dagen  ,  bij  de  behandeling  der  finandeete 
aangelegenheden ,   hietomtrent  reeds  afwijzend  heeft  beslist 


261 


Bij  deze  voorstelleu  en  amendementen  van  Prov.  Kerk- 
besturen en  Clasfit.  Vergaderingen  komt  nog  het  in  onze 
handen  gestelde  voorstel  van  ons  medelid  der  Synode, 
den  heer  Boodhuyzen ,  waaromtrent  nwe  vergadering  advies 
verwacht.  Het  is  een  amendement  op  het  voorloopig  aan- 
genomen art.  5  ,  t.  w.  om  y  in  plaats  van  de  slotwoorden: 
ifBe  Commissie  is  bevoegd ''  enz.  te  lezen  :  //De  Com- 
missie is  alleen  op  grond  van  onbekwaamheid ,  ongeschikt- 
heid of  onzedelijkheid  bevoegd  wijziging  van  het  zestal 
te  vorderen.  De  kerkelijke  richting  der  voorgedragenen 
blijft  buiten  hare  beoordeeling  en  mag  in  geen  geval 
oorzaak  van  afwijzing  zijn.'^ 

Ocd:  dienen  wij  hier  ter  plaatse  melding  te  maken  van 
een  in  onze  handen  gesteld  schrijven  van  veertien  Amster- 
damsche  studenten  of  aanstaande  studenten  in  de  theologie, 
zich  voorbereidend  voor  het  leeraarsambt  in  de  Ned. 
Herv.  Kerk ,  die  eerbiedig  en  met  den  meesten  ernst  aan- 
dringen //op  de  aanneming  van  het  voorstel^  bij  Uwe 
HoogEerw.  vergadering  aanbangig,  strekkende  om  ook 
aan  genoemde  Hoogeschool  kerkelijke  Hoogleeraren  aan 
te  steil^i.^^  Adressanten  wijzen  er  op,  hoe,  door  de  in- 
voering van  de  nieuwe  wet  op  het  Hooger  Onderwijs  en 
de  daarmede  in  verband  staande  regeling  van  het  kerkelijk 
godgeleerd  onderwijs  te  Amsterdam  de  gelegenheid  om  op- 
geleid te  worden  voor  de  Evangeliedienst  in  de  Ned. 
Herv.  Kerk  veel  minder  geworden  is  dan  ze  vroeger  was 
en  hoe  voor  tal  van  te  Amsterdam  woonachtige  jongelie- 
den, vder  ouders  het  te  bezwarend  zou  zijn  hunne  zonen 
naar  eene  andere  Universiteit  te  zenden,  het  nu  zoo  goed 
als  onmogelijk  geworden  is  om  zich  aan  de  studie  hun- 
ner keuze  en  aan  de  dienst  der  Kerk  te  wijden. 

Eindelijk  hebben  wij  U  nog  mededeeling  te  doen  van 
de  ouder  begeleidende  missive  van  den  29  Mei  1880  aan 
de  Synode  der  Ned.  Herv.  Kerk  ter  eventueele  goedkeu- 
ring ingezonden  Concept-Statuten  der  meergemelde  Amster- 
damsche  Yereeniging.  Zij  luiden  als  volgt: 

CONCEPT-STATUTEN  van  de  Vereeniging  tot  aanvul- 
ling van  het  Godgeleerd  Ondertoijs  aan  de  univer- 
siteit te  Amsterdam. 

Art.  1. 
Er    bestaat   te   Amsterdam    eene   Yereeniging:  //tot 
«invulling  van  het  Godgeleerd  Onderwijs  aan  de  Univer- 
dteit   te  Amsterdam.^' 


262 


Art.  2.  Die  aanvulling  geldt  die  vakken,  waarvan  in 
art.  2  van  het  Synodaal  reglement  op  het  Hooger  On- 
derwijs in  de  Godgeleerdheid  van  24  Augastus  1877  ge- 
sproken wordt. 

Het  onderwijs  hierin,  dat  aan  twee  Hoogleeraren  is 
opgedragen ,  wordt  gegeven  in  overeenstemming  met  de 
belijdenis  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk,  in  hare 
belijdenisschriften  nedergelegd. 

Art.  3.  Leden  der  Vereeniging  zijn  zij ,  die  eene  bij- 
drage voor  eens  aan  de  Vereeniging  verstrekken  ten  be- 
drage van  minstens  f  800. 

Begunstigers  zijn  zij,  die  door  giften  of  jaarlijksche 
bijdragen  hunne  belangstelling  in  het  doel  der  Vereeniging 
toonen. 

De  Begunstigers  m(^en  de  Vergaderingen  bijwonen, 
doch  hebben  geen  stemrecht. 

Art.  4.  De  Leden  ontvangen  bewijs,  op  naam,  van  het 
lidmaatschap. 

Zij  kunnen  niet  anders  uit  de  Vereeniging  uittreden, 
dan  door  schriftelijke  opzegging  aan  bet  Bestuur. 

Art.  5.  Het  Bestuur  der  Vereeniging  bestaat  uit  minsiens 
zeven  leden. 

Jaarlijks  treedt  één  lid  af  in  de  gewone  Vergadering 
van  April  (zie  art.  10),  volgens  rooster. 

Het  Bestuur  stelt  voor  iedere  vacature  in  zijn  midden 
een  drietal,  wsusruit  de  Vergadering  met  volstrekte  meer- 
derheid  kiest. 

De  aftredende  is  dadelijk  herkiesbaar. 

Art.  6.  Het  Bestuur  vergadert  zoo  dikwijls  het  zalks 
noodig  oordeelt. 

Het  verdeelt  de  werkzaamheden  naar  goedvinden,  maar 
z66,  dat  één  lid  zij  Voorzitter,  één  Onder- Voorzitter, 
één  Secretaris  en   één  Penningmeester. 

Art.  7.  De  wijze  van  benoeming  der  Hoogleeraren  heeft 
plaats  overeenkomstig  de  bepalingen  van  het  Beglement 
op  het  Hooger  Onderwijs  in  de  Godgeleerdheid  tot  vor- 
ming van  Evangeliedienaren  voor  de  Nederlandsche  Her- 
vormde Kerk,  vastgesteld  den  24°  Augustus  1877  en 
gewijzigd  den  1880. 

De    Voordragten   worden  opgemaakt  door  het  Bestuur. 

Art.  8.  Het  Synodaal  Beglement ,  in  het  vorig  artikel 
genoemd ,  is  van  toepassing  op  de  Kerkelijke  Hoogleeraren 
aan  de  Universiteit  te  Amsterdam,    speciaal  wat  bon 


263 


getal,  de  vereiscfaten  van  hnnne  benoembaarheid,  de  door 
hen  bij  de  aanvaarding  van  hun  ambt  af  te  leggen  belofte, 
het  tijdstip  van  hun  emeritaat  en  het  ontslag  uit  hun  ambt 
om  plichtverzuim  of  wangedrag   betreft. 

De  f  50. — ,  ook  door  de  Studenten  te  Amsterdam 
voor  het  bijwonen  van  de  lessen  der  Kerkelijke  Hoog* 
leeraren  te  betalen ,  zallen  gestort  worden  bij  den  Quaestor- 
generaal  der  Synode,  als  bijdrage  tot  het  onder  zijne 
administratie  staande  Synodaal  fonds  voor  het  Hooger 
Onderwijs  in  de  Godgeleerdheid. 

De  rechten  en  verpligtingen ,  bij  het  Synodaal  reglement 
aan  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  en  Studenten  aan  de  Rijks- 
universiteiten verzekerd  en  opgelegd ,  of  later  te  verzekeren 
en  op  te  l^gen,  zijn  ook  van  kracht  voor  die  aan  de 
Amsterdamsche   IJ  ni versiteit. 

Art.  9,  Aan  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  te  Amsterdam 
worden  gelijke  jaarwedde  en  pensioen  verzekerd,  als  aan 
de  Kerkelijke  Hoogleeraren  der  Rijksuniversiteiten. 

Geene  voordracht  en  geene  benoeming  geschieden  vóórdat 
tot  dat  einde  op  een  der  Grootboeken  der  Nationale 
Schuld  eene  som  verbonden  zij,  waarvan  de  renten  min- 
stens f  12000  ^sjaars  bedragen,  of  tot  dat  bedrag  sub- 
sidiën,  door  publieke  lichamen  verleend,  aanvullen. 

Art.  10.  Telken  jare,  in  de  maand  April,  wordt  eene 
Algemeene  Vergadering  van  Leden  te  Amsterdam 
gehouden,  in  een  bij  den  Oproepingsbrief  aan  te  wijzen 
lokaal. 

In  dien  brief  worden  de  te  behandelen  punten  be- 
schreven. 

Het  Bestuur  legt  in  die  Vergadering  over  de  balans 
van  het  afgeloopen  jaar,  die  door  eene  Commissie  van 
drie  leden,  daartoe  door  de  Vergadering  te  benoemen  , 
wordt  onderzocht  en,  na  goedkeuring,  vastgesteld. 

De  Leden  worden  mede  opgeroepen  bij  advertentie  in 
twee  of  meer  der  meest  gelezen  dagbladen ,  ter  keuze  van 
het  Bestuur. 

De  Leden  verschijnen  in  persoon  of  door  schriftelijk 
gevolmachtigden. 

Als  gevolmachtigden  treden  alleen  leden   op. 

Art.  11.  Algemeene  Vergaderingen  van  Leden  worden 
ook  gehouden,  zoodra  tien  Leden  die  verlangen. 

De  voorschriften  van  het  vorig  artikel,  omtrent  de  op- 
roeping, zijn  ook  op  deze  Vergaderingen  toepasselijk. 


264f 


Art.  12.  In  alle  Vergaderingen,  zonder  onderscheid, 
heeft  ieder  Lid,  om  'teven  voor  welke  bijdrage  hij  zich 
verbonden  heeft ,  eene  stem. 

Art.  13.  Indien  geen  meerderheid  verkregen  wordt,  be- 
slist bij  stemming  over  zaken  de  Voorzitter,  en  over  per- 
sonen het  lot. 

Art.  14.  De  Vereeniging  wordt  voor  29  jaren  op- 
gericht. 

Aldus  vastgesteld  in  onze  Vergadering  van  19  Mei 
1880. 

J.  Mbsschbrt  van  Vollbnhoven. 

B.  J.  Adeiani. 

N.  H.  DB  Graaf.  f       uitmakende 

G.    J.    Vos    Az.  l  -tr       1        •       n       'i' 

^^    _  -.  T  \  Voorloopig  Comité. 

N.  J.  VAN    LiBiMIK  Je.  I  ^° 

G.  Wbndbeaar. 

Uwe  Commissie,  thans  geroepen  om  U  te  dezer  zake 
te  dienen  van  advies,  ziet  zich  genoodzaakt  U  mede  te 
deelen,  dat  haar  gevoelen  niet  eenstemmig  is,  maar  al 
aanstonds  over  de  beginselen,  waarop  de  geheele  voorge- 
nomen regeling  van  het  Kerkelijk  Onderwijs  in  de  God- 
geleerdheid rast,  uiteenloopt. 

Twee  leden  der  Commissie  hebben  principieele  bezwaren 
tegen  het  voorstel ,  en  zulks  hoofdzakelijk  op  de  gronden; 
die  reeds  in  de  Prov.  Kerkbesturen  en  Classicale  Vergade- 
ringen daartegen  zijn  aangevoerd.  Er  wordt,  volgens  hen, 
als  ^t  ware  een  nieuw  element  in  ons  kerkrecht  gebracht. 
Bovendien  de  Synode,  die  geroepen  is  om  de  belangen  der 
Kerk,  niet  die  van  eene  partij  te  bevorderen,  stelt  zicli 
zoo  doende  in  dienst  van  diegene  der  partijen,  die  over 
genoegzame  materieele  krachten  kan  beschikken,  om  door 
de  Synode  geestelijken  invloed  uit  te  oefenen.  Daartoe 
mag  het  hoogste  Kerkbestuur  zich  niet  leenen.  En  gesteld, 
dat  men  aan  het  voorstel  een  gunstig  oor  leende,  ook 
dan  is  ^t  aannemen  er  van  in  deze  omstandigheden  niet 
geraden.  De  Synode,  in  dit  voorjaar  bijeengekomen ,  maakte 
bezwaar  tegen  den  grondslag,  waarop  de  Vereeniging  te 
Amsterdam  is  opgericht,  en  wenschte  de  formuleering 
van  dien  grondslag,  in  termen  die  meer  in  overeenstem- 
ming met  de  wetgeving  onzer  Kerk  zijn.    In  weerwil  van 


865 


de  mondeling  ter  zake  gegeven  milde  verklaring,  is  in 
de  sedert  to^ezonden  Statuten  die  grondslag  onveranderd 
gebleven ,  en  blijven  dus  de  bezwaren ,  reeds  bij  de  vorige 
Synode  gerezen  ,  hunne  volle  kracht  behouden.  Gelegenheid 
tot  overleg  of  gedachtenwisseling  met  het  Comité  heeft 
niet  bestaan.  Ook  zijn  zij,  en  een  derde  lid  is  met  hen 
van  oordeel ,  dat  het  niet  aangaat  om  ten  aanzien  van  dat 
hoofdpunt  wijziging  te  verwachten ,  omdat  het  hier  het 
beginsel,  den  grondslag  der  vereeniging  betreft,  waarop 
waarschijnlijk  aan  haar  de  reeds  verkregen  giften  en  in- 
schrijvingen zijn  verstrekt,  zoodat  dat  beginsel  moeilijk 
zal  te  wijzigen  zijn. 

Zij  kunnen  zich  almede  niet  vereenigen  met  het  denk- 
beeld om  de  bezwaren ,  die  bij  Uwe  vergadering  tegen 
het  voorstel  kunnen  rijzen,  te  formuleeren  in  dier  voege, 
dat  zij  aan  het  Comité  worden  medegedeeld,  opdat  dit 
laatste  dan  zou  verklaren  of  het  die  bezwaren  kan  opheffen, 
en  aldus  tot  overeenstemming  geraken.  Zij  zijn  van  meening, 
dat  Uwe  vergadering  voorstellen  kan  inwachten  van  de 
Vereeniging  en  die  goed-  of  afkeuren,  —  maar  niet 
omgekeerd,  zoo  dat  dezerzijds  voorstellen  worden  gedaan 
of  voorwaarden  gesteld,  die  afhangen  van  de  goed-  of 
afkeuring  der  Vereeniging  te  Amsterdam.  Het  laatste 
acht  men  beneden  de  waardigheid  der  Synode. 

Hebben  deze  twee  leden  Uwer  Commissie  op  die  wijze 
hunne  principieele  bezwaren  tegen  de  ontworpen  regeling 
van  het  Hooger  Godgeleerd  onderwijs,  te  Amsterdam 
van  w^e  de  Kerk  te  geven :  in  het  licht  gesteld ,  het 
spreekt  van  zelf,  dat.  zij,  dien  ten  gevolge,  alleen  onder 
voorbehoud  van  hun  principieel  bezwaar,  treden  kunnen 
in  overweging  van  amendementen  op  de  voorloopig  aan- 
genomen wijzigingen  der  betrokken  artt.  van  het  Beglement, 
daar  zij  eenvoudig  de  uitvoering  van  art.  1  met  opzicht 
tot  Amsterdam,  wanneer  het  geldelijk  bezwaar  voor 
de  Kerk  opgeheven  is ,  wenschen  op  geene  andere  wijze , 
dan  volgens  het  Beglement  ten  opzichte  van  de  drie  andere 
Universiteitssteden  geschiedt ,  en  dus  de  Synode  adviseeren, 
die  wijzigingen  niet  aan  te  nemen,  maar  het  Beglement 
op  die  punten  onveranderd  te  laten. 

Drie  leden  Uwer  Commissie  deelen  in  de  principieele 
bezwaren  van  hunne  medeleden  niet,  en  meenen,  dat  de 
voorloopig  aangenomen  wijzigingen  in  het  Beglement  op 
het    Hooger    Onderwijs,    voor    zoover  noodig,  zeer  goed 


266 


zóó  geamendeerd  of  geamplieerd  kunnen  worden^  dat  de 
beoogde  zaak  haar  beslag  krijge,  van  welk  gevoelen  zij 
rekenschap  zullen  geven.  Echter  is  ook  onder  hen  geene 
eenstemmigheid  ten  aanzien  van  een  zeer  aangel^en  punt. 
Ten  einde  dit  al  aanstonds  onder  de  aandacht  te  brengen 
en  noodelooze  herhalingen  te  vermijden,  laten  wij  hier 
de  beschouwingen  van  ons  medelid  over  de  geheele  zaak 
woordelijk  volgen.  Hij  heeft  die  vastgeknoopt  aan  sommige 
bepalingen,  in  de  Ü  voorgelezen  concept-Statuten  voor- 
komende en  aan  de  samenspreking  daarover  in  den  boezem 
Uwer  Commissie.  Voor  zoo  ver  zijne  bezwaren  echter  tegen 
die  Statuten  zijn ,  betreffen  zij ,  naar  zijne  uitdrukkelijke 
verklaring,  geen  beginselen.  Wij  geven  ons  medelid  het 
woord. 

//In  strijd  met  het  gevoelen  van  mijne  medeleden,  acht 
ik  de  bepaling,  in  art.  2  voorkomende,  betreffende  den 
grondslag,  waarop  het  onderwijs  rust,  of  liever,  de  be- 
ginselen ,  waarnaar  het  door  de  te  benoemen  kerkelijke 
hoogleeraren  gegeven  moet  worden,  niet  alleen  hoogst 
wenscheKjk,  maar  ook  noodzakelijk. 

//Een  der  groote  bezwaren,  welke  bij  de  behandeling 
van  dit  onderwerp  tegen  de  benoeming  van  de  door  het 
bestuur  der  vereeniging  voorgedragen  personen  zijn  inge- 
bracht ,  dat  die  vereeniging  namelijk  geen  kerkelijk  karakter 
zou  bezitten,  vervalt,  naar  het  oordeel  van  ons  medelid, 
daardoor  grootendeels.  Eene  vereeniging  toch,  die,  zonder 
te  doen  blijken  van  den  aard  van  hare  gezindheid,  zonder 
de  beginselen  voorop  te  stellen ,  die  haar  bij  de  handeling 
leiden  zullen,  aanspraak  wil  maken  op  den  naam  van 
kerkelijk ,  moet ,  volgens  hem ,  in  de  eerste  plaats  de  be- 
lijdenis van  de  Kerk  aannemen,  welke  zij  van  leeraren 
wil  voorzien.  Die  belijdenis  is  uitgedrukt  in  de  formulieren 
van  eenigheid,  welke  tot  hiertoe  de  normazijn,  waarnaar 
de  leer  der  Ned.  Herv.  Kerk  getoetst  kan  worden,  met 
Gods  Woord  als  richtsnoer.  En  dat  dit  zoo  is  (indien 
hier  alle  betoog  niet  overbodig  is)  blijkt  uit  de  reglementen 
zelven,  om  slechts  te  noemen  art.  27  Begl.  Ex.,  art.  19 
Regl.  Godsd.  Ond.,  art.  8  Eegl.  voor  Kerk  O.  en  T. , 
enz.,  terwijl  de  door  de  Synode  in  1874  afgelegde  ver- 
klaring ,  dat  deze  den  historischen  grondslag  der  belijdenis 
van  de  Ned.  Herv.  Kerk  uitmaken,  daaromtrent  geen 
twijfel  overlaat.  Zij  zijn  noch  afgeschaft,  noch  door  andere 
vervangen.   Doch    niet   alleen  uit  een  kerkrechtelijk  oc^- 


267 


post  is  zoodanige  toevoeging  noodzakelijk :  het  levert  een 
waarboi^  voor  goede  kenzen.  Le%  idees  marehent ,  en  wie 
verzekert  ons,  dat  dezelfde  gezindheden,  hetzelfde  geloof 
de  leden  der  vereeniging  zal  bezielen,  die  over  tien,  ja 
twintig  jaren  hun  invloed  op  de  keuze  zullen  uitoefenen/' 

/^Men  is  bevreesd/'  zegt  ons  medelid,  /^voor  reactio- 
naire invloeden,  indien  ik  mij  dus  mag  uitdrukken,  voor 
streng  rechtzinnige  aspiraties;  maar  geldt  dit  niet  even- 
zeer en  in  meerdere  mate  het  materialisme  en  ongeloof, 
indien  door  formulering  van  den  grondslag  daartegen  geen 
dam  werd  opgeworpen?  Bovendien  moge  de  verklaring, 
door  de  afgevaardigden  van  het  Comité  in  het  vooijaar 
voor  een  Commissie  uit  de  Synode  afgelegd ,  dat  zij  na- 
melijk die  woorden  in  een  milden  geest  willen  toegepast 
zien,  zooals  dit  in  art.  27  B^l.  op  het  Ex.  is  aange- 
wezen, ons  omtrent  het  doel  der  vereeniging  gerust  stel- 
len. Mocht  het  Comité  echter ,  ten  einde  aan  de  bezwaren 
van  sommige  leden  der  Synode  te  gemoet  te  komen,  er 
toe  te  bewegen  zijn ,  er  de  woorden :  geest  en  hoofdzaak 
der  leer,  enz.  bij  te  voegen,  hiertegen  zou  ik  mij  niet 
willen  verzetten,  indien  de  zaak  dan  meer  kans  tot  sla- 
gen zou  hebben :  noodzakelijk  acht  ik  die  wijziging  niet/' 

Doch  er  is  nog  een  ander  punt,  waarop  ons  medelid 
de  aandacht  wü  gevestigd  hebben.  //Noch  aangaande  de  leer 
der  vereeniging,  noch  aangaande  die  van  het  Bestuur  dat 
de  voordracht  doet,  is  eenig  radicaal  aangewezen.  Hij 
meent,  dat,  zal  de  Vereeniging  aanspraak  kunnen  maken 
op  den  naam  van  Kerkelijke  Vereeniging,  zij  niet  alleen 
met  de  Kerk ,  wier  medewerking  zij  inroept ,  op  denzelfden 
bodem  moet  staan ,  wat  hare  belijdenis  betreft ,  maar  ook 
hare  leden  lidmaten  der  Ned.  Herv.  Kerk  moeten  zijn, 
terwijl  bovendien  de  uit  hun  midden  gekozen  Commissie 
van  voordracht  of  Bestuur  uit  mannen  moet  bestaan ,  die , 
hetzij  als  predikanten ,  hetzij  als  wetenschappelijk  gevormde 
personen,  voorzien  van  een  doctoralen  graad,  waarborgen 
opleveren  voor  keuzen  overeenkomstig  met  de  behoeften 
des  tijds  en  de  eischen  der  wetenschap." 

Ten  slotte  ziet  ons  medelid  //geen  genoegzamen  waarborg 
in  de  statuten  nedergelegd ,  dat  in  de  geldelijke  behoeften 
van  het  Kerkelijk  Godgeleerd  Onderwijs  te  Amsterdam 
te  allen  tijde  zal  voorzien  worden.  Hij  acht  het  wensche- 
lijk,  dat  dienaangaande  opheldering  gevraagd  worde,  al- 
vorens  men    zich    verbinde  tot    eene    zaak,  van  met  le« 


268 


yen8vaü)aarheid  oin  geldelijke  redenen  men  niet  geheel 
verzekerd  is. 

De  twee  overige  leden  uwer  (Üommissie  deelen  in  de 
beide  bezwaren,  door  hun  medelid  tc^n  de  Gonoept^sta- 
tuten  zelve  in  het  midden  gebragt,  maar  meenen  dat  ze 
wel  uit  den  weg  te  ruimen  zijn.  Zij  deelen  echter  niet  in 
de  beschouwing,  door  hem  vooropgesteld,  welke,  zooals 
hij  zelf  duidelijk  aanduidt,  geen  bezwaar  behelst  tegen  de 
Statuten,  maar  tegen  het  bezwaar,  dat  zijne  medeleden 
hebben  tegen  al.  2  van  art.  2  der  Statuten.  De  twee  leden 
der  Commissie,  van  wie  wij  nu  spreken,  achten  het  zeer 
bedenkelijk,  wat  t.  a.  p.  geschreven  staat.  //Het  onder- 
wijs —  — -  wordt  gegeven  in  overeenstemming  met  de  be- 
lijdenis der  Ned.  Herv.  Kerk,  in  hare  belijdenisschriften 
nedergelegd.^^  Daargelaten  het  onkerkelijke  of  onreglemen- 
taire van  deze  formule,  daar  in  onze  reglementen  wel  van 
geeêi  en  hoofdzaak  der  leer  of  belijdenis  der  Ned.  Herv. 
Kerk  enz.  sprake  is,  waarbij  verder  in  aanmerking  kan 
komen  wat  uitgedrukt  staat  in  de  verklaring  van  art.  27 
van  het  Reglement  op  het  examen ,  oordeelen  zij ,  dat  het 
niet  aangaat,  in  Siatuten  te  bepalen,  hoe,  in  welke  ker- 
kelijke of  theologische  richting,  in  overeenstemming  met 
welke  denkbeelden  of  geschriften  heé  onderwijê  zal  gegeven 
worden.  Meent  de  Yereeniging  te  Amsterdam  eenige 
waarborgen  noodig  te  hebben ,  dat  zij ,  aan  wie  het  for- 
meeren  van  nominatiën  voor  de  hoogleeraarsbetrekking 
eventueel  zal  opgedragen  worden ,  geene  hoogleeraren  voor- 
dragen, dan  van  wie  men  mag  verwachten,  dat  zij  in 
eene  door  hen  gewenschte  richting  zullen  werkzaam  zijn, 
toch  mag  eene  bepaling  niet  opgenomen  worden ,  waardoor 
de  benoemde  Hoogleeraren  zich  op  eenige  wijze  in  hun 
onderufijs  gebonden  zouden  moeten  of  kunnen  achten ;  zóó 
oordeelen  twee  leden  uwer  Commissie,  terwijl  de  twee 
leden ,  wier  advies  boven  is  medegedeeld ,  behoudens  hun 
standpunt,  het  toch  met  het  lid,  wiens  advies  in  't  al- 
gemeen ook  reeds  dóór  ons  gegeven  is,  noodzakelijk  ach- 
ten, dat  het  beginsel  der  vereeniging  in  de  Statuten  uit- 
gedrukt worde. 

Alsnu  voortgaande  met  ons  advies,  hebben  wij  het  vol- 
gende aan  de  Synode  mede  te  deelen. 

Uwe  Commissie  heeft  gevoeld,  dat,  indien  de  fiynode 
op  deze  zaak  ingaan  wil,  alles  ten  slotte  zal  afhangen 
van  de  vraag,  of  de  Concept-statuten  der  Amsterdamsche 


269 


Veieeniging  kannen ,  en  onder  welke  voorwaarden  zij  zouden 
kunnen  worden  goedgekeurd.  Daarom  is  het  haar  in  dat 
geval  v6<5r  alles  noodzakelijk  voorgekomen ,  dat  in  het  Begle- 
ment  op  het  Hooger  Onderwijs  eene  nu  nog  ontbrekende 
bepaling  worde  opgenomen^  dat  de  Statuten  der  gezegde 
Yereeniging^  mitsgaders  elke  later  daarin  te  maken  ver- 
andering, door  de  Synode  moet  goedgekeurd  worden. 

Treedt  uwe  Commissie  nu  verder  in  algemeene  of  bij- 
zondere beschouwingen ,  't  spreekt  van  zelve ,  dat  hetgeen 
zij  heeft  in  het  midden  te  brengen  om  bovenvermelde 
redenen  ook  als  het  niet  uitdrukkelijk  aangeduid  wordt, 
wel  eens  als  het  advies  van  drie,  soms  van  twee  harer 
ledea  moet  aangemerkt  worden,  terwijl  wij  de  vraag  op 
belijdenis  betrekking  hebbende,  naar  art.  2  al.  2  der 
Concept- statu  ten,  na  de  gegeven  adviezen,  buiten  onze 
verdere  overwegingen  houden. 

Wat  de  Statuten  betreft,  betreuren  wij  het,  dat  aan 
de  door  de  Synode  ons  gegeven  machtiging,  om  met  het 
Comité  der  Amsterdamsche  Vereeniging  in  schriftelijk  of 
mondeling  overleg  te  treden,  ten  einde  op  sommige  pun- 
ten inlichting  te  bekomen,  op  andere  het  concept  der 
Statnten  gewijzigd  te  krijgen,  aleer  het  der  Synode  werd 
voorgedragen ,  geen  gevolg  kon  gegeven  worden ,  daar  vele 
leden  van  dat  Comité,  op  reis  en  verre  van  elkander  ver- 
wijderd zijnde,  niet  onderling  beraadslagen  konden.  Wij 
zullen  dus  het  concept  hebben  te  nemen  zooals  het  daar 
ligt,  en  ons  gevoelen  daarover  uitspreken. 

Wat  Uwe  Commissie  in  de  Concept-statuten  niet  op- 
genomen vindt  en  toch  noodzakelijk  oordeelt,  bepaalt  zich 
tot  twee  bijzonderheden. 

Yooreerst  geven,  haars  inziens,  de  Statuten  volstrekt 
geen  waarboi^ ,  dat  de  personen ,  die  namens  de  vereeni- 
ging zullen  handelen,  wanneer  de  nominatiën  voor  te 
benoemen  Hoogleeraren  moeten  worden  opgemaakt,  zooda- 
nigen  zullen  zijn ,  als  geacht  mogen  worden  door  hunne 
maatschappelijke  positie,  wetenschappelijke  ontwikkeling  en 
kerkelijken  zin  tot  dat  werk  bevoegd  te  zijn.  Yerg.  art. 
7,  al.  2.  Uwe  Commissie  is  van  oordeel,  dat  die  perso- 
nen in  ieder  geval  beliooren  te  zijn  lidmaten  der  Her- 
vormde Gemeente  te  Amsterdam,  dat  zij  moeten  be- 
hooren  tot  de  aanzienlijkste  en  ineest  geachte  onder  dezen , 
dat  zij  door  het  bezit  van  een  wetenschappelijken  graad 
of  titel,  in  allen  gevalle  door  erkende   wetenschappelijke 


270 


bekwaamheid  tot  het  hau  op  te  dragen  werk  ah  aange- 
wezen zijn.  Bovendien  weegt  bij  uwe  Commissie  zeer  het 
bezwaar,  dat  de  Commissie,  die  de  nominatie  heeft  op 
te  maken,  geen  kerkelijk  karakter  heeft,  zooals  de  Com- 
missie van  voordri^  krachtens  het  Beglement  op  het  H. 
O.  optredende ,  door  benoeming  langs  kerkelijken  weg  be- 
zit. Aan  al  deze  bezwaren  meent  uwe  Commissie  in  dezen 
verder  gaande  dan  haar  medelid ,  wiens  advies  zij  boven 
heeft  medegedeeld,  dat  kan  worden  te  gemoet  gekomen 
door  de  bepaling,  dat  het  Bestuur  der  Yereeniging  te 
Amsterdam  jaarlijks  eene  lijst  van  de  stemgeregtigde  leden 
der  Yereeniging  bij  de  Synode  inzende  en  dat  deze  daaruit 
benoeme  of  aanwijze  jaarlijks  een  zevental  personen  (das 
een  getid ,  gelijkstaande  met  dat  van  het  Bestuur  der 
Yereeniging),  aan  wie  vanw^  de  Kerk  worde  opgedragen 
om  casu  quo  een  zestal  of  desgevorderd  een  twaalftal  per- 
sonen voor  de  benoeming  tot  Hoogleeraar  te  nomineeren. 
Zoo  zouden,  naar  het  oordeel  der  Commissie,  aan  die 
personen  een  kerkelijk  radicaal  gegeven  zijn,  wd  niet  op 
dezelfde  wijze  verkregen  als  door  de  Commissie  van  voor- 
dragt,  maar  toch  kerkelijk ,  als  zijnde  tot  dat  werk  gede- 
legeerd door  het  hoogste  coUegie  in  de  Ned.  Her v.  Kerk, 
de  Synode.  De  voorstanders  van  dit  denkbeeld  in  uwe 
Commissie  souden  deze  of  dergelijke  bepaling  in  het  BiOgle- 
ment  op  het  Hooger  Onderwijs  wenschen  opgenomen  te  zien. 
Ten  tweede  vindt  uwe  Commissie  eenparig  in  de  Concept- 
Statuten  geen  genoegzamen  of  duidelijk  aangeduiden  waar- 
borg omtrent  het  vereischt«  kapitaal  ter  voorziening  in  de 
kosten  van  het  te  Amsterdam  te  geven  Kerkelijk 
Hooger  Onderwijs.  Wel  leest  zij  in  art.  9  al.  2:  Geene 
voordracht .  en  geene  benoeming  geschieden  vóórdat  tot  dat 
einde  op  eene  der  Grootboeken  der  N.  S.  eene  som  ver- 
bonden  zij,  waarvan  de  renten  minstens  f  12000  ^sjaars 
bedragen  of  tot  dat  bedrag  rsubsidiën  door  publieke  ückamen 
verleend,  ^  aanvullen/^  Maar  de  bedoeling  dezer  laatste 
woorden  is.  haar  niet  duidelijk.  Met  haar  medelid,  wiens 
advies  bove.n  is  medegedeeld,  zou  zij  dienaangaande  op- 
heldering;, verlangen,  aleer  de  Statuten  te  kunnen  goed- 
keuren ^n.der  Synode  adviseeren,  de  Statuten  niet  goed 
te  keuren,  wanneer  de  gelden,  voor  de  zaak  van  het 
Hooger  Onderwijs  in  de  Godgeleerdheid  teAmsterdam 
benoodigd,  gedeeltelijk  zouden  moeten  proflueeeren  uit 
jaarlijkscbe  bijdragen  van  personen  of  corporaties  van  welken 


271 


aard  ook ,  die  te  eeniger  tqd  zouden  kannen  ophouden  die 
bijdragen  te  leveren,  't  Ie  ook  om  deze  reden  ^  dat  in  het 
Reglement  op  het  Hooger  Onderwijs  in  de  provisioneel 
aangenomen  alinea  van  art  5  o.  i.  niet  moet  gelezen 
worden:  ^^die  in  de  kosten,  enz.  —  voorzien'',  maar 
hebben  voorzien/' 

Bij  de  bespreking  dezer  financieele  zqde  van  de  zaak 
wil  Uwe  Commissie  mede  opmerken,  dat  de  bedenking  in 
de  Classicale  Vergadering  van  Onderdendam  en  elders 
gemaakt  omtrent  den  titel,  waaronder  het  op  het  Grootboek 
in  te  schrijven  kapitaal  in  de  voorloopig  aangenomen  al.  8 
van  art.  16  Begl.  H.  O.  is  aangeduid,  haar  alleszins 
gerond  voorkomt.  Die  alinea  dient  zóó  te  moeten  worden  ver- 
anderd ,  dat  er  nimmer  gevaar  kan  bestaan ,  dat  het  fonds 
onder  welke  omstandigheden  ook,  aan  zijne  bestemming 
onttrokken  worde. 

N(^  ééne  aanmerking  heeft  uwe  Commissie  op  de  Concept- 
Statuten;  na  niet  dat  er  iets  in  ontbreekt,  maar  dat  zij 
er  iets  uit  wenscht  te  verwijderen.  Art.  8  al.  1  lezen  wij : 
//Het  Synodaal  Beglement  in  het  vorig  art.  genoemd  is 
van  toepassing  op  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  te  Amster- 
dam, speciaal  wat  bun  getal,  de  vereischten  van  hunne 
benoembaarheid,  de  door  hen  bij  de  aanvaarding  van  hun 
ambt  af  te  leggen  belofte,  het  tijdstip  van  hun  emeritaat 
en  het  ontslag  uit  hun  ambt  om  plichtverzuim  of  wan- 
gedrag betreft/'  Niet  alleen  achten  wij  deze  bepaling  over- 
bodig, maar  oordeelen  ook,  dat  het  bedenkelijk  is,  te 
vermelden  in  welke  opzichten  het  Synodaal  Begl.  van 
toepassing  is,  waaruit  men  zou  kunnen  afleiden,  dat  het 
in  andere  niet  van  toepassing  ware.  De  geheele  al.  behoort 
te  worden  weggenomen.  Of  er  zou  eenvoudig  kunnen  gelezen 
worden :  ^Het  Kerkelijk  Reglement  op  het  Hooger  Onderwijs 
enz.,  is  op  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  te  Amsterdam 
in  diles  van  toepassing.^' 

Met  de  strekking  van  het  voorstel  van  den  heer  Bood* 
huijzen  kan  uwe  Commissie  zich  wel  vereenigen.  Maar, 
alle  hulde  brengende  aan  de  goede  bedoelingen  van  den 
geachten  voorsteller,  oordeelt  uwe  Commissie,  met  het  oog 
op  de  overige  in  dit  Reglement  voorkomende  bepalingen, 
dat  het  overtollig  en  in  het  kader  van  dit  Reglement,  niet 
passend  is. 

Het  voorstel  van  de  Classicale  Vergadering  van  Onder- 
dendam, om  eene  t^dsbepaling  vast  te  stellen,  binnen 


272 


welke  het  sses-  of  twaalftal  door  de  Amsterdamsche  Ver- 
eeniging  zal  moeten  ingediend  worden ,  acht  uwe  Commissie 
om  de  daar  aangevoerde  redenen  alleszins  aanbevelenwaardig. 

Nog  eene  bepaling  zou  uwe  Commissie  wensehen  in  het 
Beglement  op  het  Hooger  Onderwijs  opgenomen  te  zien^ 
nl.  hoe  de  benoeming  van  Kerkelijke  Hoogleeraren  zal 
geschieden,  wanneer  de  Vereeniging,  die  zich  te  Ams t er- 
da  in  voor  de  behartiging  dier  zaak  heeft  gevormd ,  ont- 
bonden zal  zijn.  Het  belang  dezer  bepaling  zal  uit  eene 
opmerking ,  straks  onder  uwe  aandacht  te  brengen ,  nader 
blijken. 

Met  opzicht  tot  het  bepaalde  in  de  voorloopig  aangenomen 
al.  van  art.  5  omtrent  zestal  of  twaalftal  en  daaruit  te 
formeeren  drietal ,  vond  uwe  Commissie  in  de  daartegen  bij 
verschillende  collegiën  gerezen  bedenkingen  geen  aanleiding 
om  uwe  Vergadering  eene  andere  regeling  voor  te  stellen. 
Komt  het  haar  vrij  onverschillig  voor,  of  men  door  een 
zestal  of  een  viertal  en,  zoo  noodig,  twaalftal  of  achttal 
tot  een  drietal  kome ,  zij  meent  toch ,  dat  de  in  de  Synodale 
circulaire  aangewezen  weg  de  meeste  ruimte  van  keus  voor 
de  Synode  waarborgt  —  tenzij  dat  men  met  sommigen 
meenen  mocht ,  dat  de  Kerk ,  handhavende  haar  recht  van 
geheel  onafhankelijke  keuze  door  de  Synode,  aan  de 
Amsterdamsche  Vereeniging  niet  meer  behoort  toe  te  staan , 
dan  hoogstens  het  indienen  van  eene  aanbevelingslijst  van 
personen,  waaraan  de  Synode  niet  zal  gebonden  zijn,  of 
van  een  zeker  getal,  waarnaast  de  Commissie  van  voordracht 
even  zooveel  andere  personen  zon  kunnen  nomineeren ,  en 
uit  deze  te  zamen  het  drietal  opmaken;  iets  waartoe  we 
niet  kunnen  raden,  omdat  zulks  het  geheele  plan  in  zijn 
beginsel  zou  aantasten. 

Met  de  alzoo  door  ons  aanbevolen  wijzigingen  of  aan- 
vullingen achten  wij  aan  al  de  wensehen  en  voorstellen , 
die  wij  boven  hebben  medegedeeld,  sub  n®".  1—8,  voor 
zoover  zij  door  ons  behandeld  konden  worden ,  genoegzaam 
te  gemoet  gekomen. 

Thans  rust  nog  op  de  meerderheid  in  Uwe  Commissie 
de  taak ,  om  Uwe  vergadering  rekenschap  te  geven  van  de 
gronden ,  waarop  zij ,  behoudens  de  door  hen  zei  ven  gestelde 
voorwaarden ,  der  Synode  durft  adviseeren ,  om  de  zaak  der 
aanstelling  van  Kerkelijke  Hoogleeraren  te  Amsterdam 
op  den  voet  der  voorloopig  aangenomen  wijzigingen  van 
het  Reglement  op  het  Hooger  Onderwijs  te  regelen.   Hier 


878 


is  het  de  plaats  om  eerst  ééne  voorname  bedenking ,  die 
bij  sommige  adviseerende  coUegiën  tegen  het  ontwerp  is 
iiigebragt,  weg  te  nemen,  door  de  opmerking,  waarop  wij 
zoo  even  doelden. 

Het  is  namelijk  gezegd  en  met  ?eel  kracht  uitgesproken , 
dat  de  Kerk,  die  sedert  lang  pogingen  heeft  in  H  werk 
gesteld  om  de  Gollatierechten  afgeschaft  te  krijgen ,  door  in 
te  gaan  in  het  plan  der  Amsterdamsche  Yereeniging,  eene 
nieuwe  en  veel  meer  ingrijpende  soort  van  coUatierecht 
zoude  scheppen ,  zonder  dat  ooit  weer  te  kunnen  opheffen , 
en  zelfs  lichtelijk  in  dezen  eene  familie-regeering  in  het 
leven  zou  roepen.  Niets,  M.  H.  is  minder  juist  dan  dit. 
De  Amsterdamsche  Yereeniging  heeft  geen  eeuwigdurend 
bestaan;  zij  bestaat  maar  voor  een  betrekkelijk  kort  tijds- 
bestek. Dat  is  natuurlijk ,  want  zij  bedoelt  niet  en  kan 
niet  bedoelen,  de  zaak  van  het  Kerkelijk  Hooger  Onder- 
wijs te  Amsterdam  voortdurend  ie  regele^i ,  of  liever  gezegd , 
daarin  voortdurend  werkzaam  te  ziju ,  maar  alleen  die  zaak 
te  helpen  tot  stand  brengen.  Zij  wenscht  op  de  keuze 
der  Hoogleeraren  eenigen  invloed  uit  te  oefenen,  zoolang 
zij  bestaat.  En  zij  bestaat  slechts  29  jaren.  In  hare  statuten 
staat,  art.  14 ,  te  lezen :  //De  vereenigiug  wordt  voor  29  jaren 
opgericht^\  Alzoo  den  19  Mei  1909  houdt  zij  op  te  bestaan. 
Wellicht  reeds  vroeger.  Want  volgens  art.  3  zijn  leden  der 
Vereeniging,  met  stemrecht ,  alleen  zij,  die  minstens  / 300 
voor  het  geprojecteerde  fonds  bijdragen.  Dezen  ontvangen, 
volgens  art.  4,  een  bewijs  van  lidmaatschap  op  naam. 
Hoevelen  van  dezen  zullen  over  29  jaren  nog  in  leven 
zijn?  Er  diende  alzoo  in  hunne  statuten  opgenomen  te  zijn, 
tot  welk  minimum  het  ledental  moet  gedaald  zijn,  om 
de  Yereeniging  ais  ontbonden  te  beschouwen,  gelijk  in 
ons  Beglemeut,  dat  de  exceptioneele  bepalingen  omtrent 
Amsterdam  gelden  voor  29  jaren,  of  korter  ingeval  de 
Yereeniging  vroeger  mogt  ontbonden  zijn.  Wel  verre  er 
dus  van  daan,  dat  hier  een  nieuw  collatie-recht  of  iets 
blijvends  zou  geschapen  worden ,  zou  het  zelfs  kunnen  zijn , 
indien  leven  en  gezondheid  der  eerstaangestelde  Hoog- 
leeraren te  Amsterdam  gespaard  worden ,  dat  de  Amster- 
damsche Yereeniging  slechts  voor  ééne  maal  geroepen  werd 
om  tot  het  doen  bezetten  der  twee  aldaar  op  te  richten 
leerstoelen  mede  te  werken. 

In    dezen    stand    van    zaken  behoeft  ook  niet  verder  te 
gemoet    gekomen    worden    aan    den  boven  medegedeelden 

18 


274 


wenseh^  dat  de  benoeming  van  Hoogleeraren  te  Amster- 
dam alleen  de  eerste  maal  op  de  voorgestelde  wijze  zon 
geschieden. 

De  meerderheid  Uwer  Commissie  is  dan  ook  van  oordeel , 
dat|  wanneer,  langs  den  weg,  dien  zij  wenscht  ingeslagen 
te  zien ,  gezorgd  zal  zijn ,  dat  het  opmaken  der  nominatie 
aan  mannen  opgedragen  worde,  die  tot  dat  werk  bevoegd 
zijn ,  en  de  overige  reeds  aangewezen  waarborgen  voor  de 
degelijkheid  en  ook  voor  de  vrijheid  van  het  onderwijs  znl- 
len  zijn  gegeven ,  het  geen  bezwaar  meer  kan  of  mag  zijn , 
dat  de  benoemingen,  althans  in  den  eersten  tijd,  zullen 
geschieden  in  den  zin  van  eene  bepaalde  kerkelijke  of 
theologische  richting.  Nu  niet  eens  in  aanmerking  genomen 
de  milde ,  vrijgevige  geest  der  mannen  ,  die  zich  voorshands 
aan  ^t  hoofd  der  zaak  bevinden  ,  wordt  er  door  twee  leden 
Uwer  Commissie  bijzonder  op  gewezen ,  dat  in  deze  dagen , 
nu  het  hoogste  bestuur  in  onze  Kerk  er  op  uit  is  om  door 
wettelijke  verordeningen  zooveel  mogelijk  voor  verschillende 
richtingen  in  de  Kerk  ruimte  en  vrijheid  van  ontwikkeling 
te  handhaven ,  ook  hier  eene  gelegenheid  is  gegeven ,  om 
van  dit  echt  liberaal  streven  te  doen  blijken.  En  daartoe 
moet ,  naar  het  oordeel  dezer  twee  leden  Uwer  Commissie , 
de  Synode  zich  te  meer  gedrongen  gevoelen,  nu  in  diezelfde 
Universiteitstad  met  kracht  geijverd  wordt  voor  eene  andere 
inrichting  van  Hooger  Onderwijs,  die,  naar  het  oordeel 
van  allen ,  die  de  teekenen  der  tijden  verstaan ,  alleen  dan 
eene  toekomst  kan  hebben ,  wanneer  de  vredelievende  pogin- 
gen van  de  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk 
mislukken  en  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  vroeg  of 
laat  uiteenspat. 

De  meerderheid  Uwer  Commissie  oordeelt,  dat  met  deze 
opmerking,  in  verband  met  de  voorstellen,  die  zij  reeds 
de  eer  had  Uwe  Vergadering  te  doen ,  ook  de  bedenking , 
dat  de  geheele  zaak  eene  geldquaestie  en  daarom  verwerpe- 
lijk is,  of  wel,  dat  de  Synode  voor  eene  geldsom  een 
recht  prijs  geeft ,  waarvan  zij  geen  afstand  mag  doen ,  hare 
kracht  verloren  heeft.  De  ware  beschouwing  dezer  zaak  is , 
naar  hare  bescheidene  meening,  niet  deze:  de  Synode,  of 
liever  de  Kerk,  geeft  voor  geld  een  recht  prijs,  maar:  de 
Kerk,  wenschende  volledige  uitvoering  te  geven  aan  art.  1 
van  het  Reglement  op  het  H.  O. ,  ziet  met  genoegen , 
dat  het  financieel  bezwaar  opgeheven  wordt  en  verleent  aan 
hen,  die  het  opheflen,  eenigen  invloed  —  gedurende  een 


275 


kort  tijdbesfcek  — ^  op  de  benoeming  van  Hoogleeraren  te 
Amsterdam,  overtuigd ,  dat  er  geen  kans  is ,  dat  die 
volledige  uitvoering  van  art.  1  ooit  of  immer  tot  stand  zal 
komen ,  dan  langs  dezen  weg. 

De  bedenking,  dat  te  Amsterdam  aan  eene  partica- 
liere  Vereeniging,  die  het  benoodigde  geld  voor  de  rege- 
ling van  het  godgeleerd  onderwijs  aldaar  verschaft,  een  invloed 
op  het  benoemen  van  Hoogleeraren  zal  toegekend  worden , 
welken  de  Staat ,  die  ook  het  geld  voor  die  zaak  verschaft , 
aan  de  Bijks-nniversiteiten  zich  niet  heeft  voorbehouden, 
en  dat  alzoo  jegens  den  Staat  eene  soort  van  onrecht  zou  begaan 
worden ,  kan  althans  voor  de  meerderheid  Uwer  Commissie 
geen  bezwaar  opleveren.  Zij  bedenkt,  dat  wij  tot  die  Amster- 
damsche  Yereeniging  noodwendig  in  eene  geheel  andere  ver- 
houding komen  te  staan ,  als  tot  den  Staat ,  wat  betreft  de 
oprichting  van  Kerkelijke  leerstoelen  in  do  Universiteits- 
steden. De  Staat  onttrok  door  de  wet  op  het  Hooger  Onder- 
wijs werkelijk  iets  aan  de  Kerk,  wat  deze  vroeger  bezat, 
nl.  door  den  Staat  bekostigde  faculteiten  te  haren  dienste , 
en  gaf  nu  daarvoor  vergoeding.  Wat  de  Staat  deed  bij  de 
vestiging  van  zijne  Universiteiten,  kon  hij  te  Amster- 
dam niet  doen.  Amsterdam  zelve  was  jegens  de  Ned. 
Herv.  Kerk  bij  de  oprichting  der  nieuwe  Universiteit  tot 
uiets  verpligt  en  de  Amsterdamsche  regering  moest  zich  wel 
onbevoegd  achten  om  voor  de  Kerk  hetzelfde  te  doen  in 
Amsterdam,  wat  de  Hooge  Begeering  had  gedaan  te 
Leiden,  Utrecht  en  Groningen.  Treden  nu  te 
Amsterdam  particulieren  op,  om  te  doen,  wat  geen 
publieke  macht  doen  kan ,  dan  mag  het  niet  meer  dan  billijk 
geacht  worden,  dat  zij,  die  zich  voor  het  tot  stand  brengen 
eener  door  hen  gewenschte  zaak ,  die  zij  ook  in  het  belang 
der  Kerk  achten,  eene  groote  opoffering  getroosten ,  op  de 
regeling  dier  zaak  ook  eenigen,  altijd  zeer  beperkten, 
invloed  uitoefenen. 

Hiermede  acht  de  meerderheid  Uwer  Commissie  de  hoofd- 
bedenkingen, die  tegen  het  plan  in  zijn  geheel  zijn  inge- 
bragt,  weggevallen  of  althans  in  kracht  aanmerkelijk  ver- 
minderd. De  meerderheid  der  Commissie  alzoo  raadt  Uwe 
Vergadering  om  de  zaak  te  helpen  tot  stand  brengen. 

Het  zal  zijn ,  meenen  zij ,  in  ^t  belang  der  godgeleerde 
wetenschap ,  die  er  grootelijks  door  gebaat  zal  worden,  indien 
aan  de  nieuw  gestichte  en  overigens  zoo  rijk  bedeelde 
Universiteit  van  Amsterdam  ook  deze  wetenschap  tot  haar 


276 


volle  recht  komt.  Met  dit  belang  der  wetenschap  is  dat  der 
Kerk  op  het  nauwst  verbonden.  Indien  toch  te  Amster- 
dam Kerkelijke  Hoogleeraren  worden  aangesteld ,  eerst  dan 
zal  ook  de  wetenschappelijke  arbeid  der  Hoogleeraren ,  die 
in  de  theologische  faculteit  aan  die  Hoogeschool  van  gemeente- 
wege zijn  aangesteld ,  in  de  gewenschte  mate  vruchten  kun- 
nen dragen  voor  de  Ned.  Herv.  Kerk^  daar  alleen  ia  dat 
geval  verwacht  kan  worden ,  dat  vele  jongelieden  van  aanleg 
en  geschiktheid  voor  de  Kerk  uit  de  hoofdstad  des  rijks 
zich  tot  de  evangeliebediening  zullen  bekwamen ,  die  nu  ^ 
door  den  nood  gedrongen,  een  ander  studievak  en  een 
ander  levensdoel  moeten  kiezen;  wat  vooral  in  onzen  tijd 
van  zoo  groot  gebrek  aan  predikanten  zeer  te  betreuren  is. 

Uwe  Commissie^  tot  het  einde  van  haren  arbeid  genaderd^ 
trekt ,  wat  zij  aan  de  beslissing  Uwer  Vergadering  wenscht 
over  te  geven,  in  de  volgende  voorstellen   samen. 

Terwijl  twee  leden  der  Commissie  u  adviseeren  om  de 
voorloopig  aangenomen  wijzigingen  van  artt.  5,  15  en  16 
van  het  Reglement  op  het  H.  O.  in  de  Godgeleerdheid 
niet  vast  te  stellen^  maar  het  Reglement  met  opzicht  tot 
die  artt.  onveranderd  te  laten ,  raden  de  overige  leden  U 
aan ,  ze  definitief  vast  te  stellen  en  aan  de  eindstemming 
van  de  leden  der  Provinciale  Kerkbesturen  te  onderwerpen  , 
echter  met  de  noodige  veranderingen  en  aanvullingen. 

Deze  veranderingen  en  aanvullingen ,  waartoe ,  in  gevalle 
de  Synode  in  't  algemeen  mogt  goedvinden  ten  behoeve 
van  het  Godgeleerd  Hooger  Onderwijs  te  Amsterdam, 
wijzigingen  in  het  Reglement  te  brengen,  ook  de  overige 
leden  adviseeren,  zijn  de  volgende. 

1®.  De  nu  voorloopig  aangenomen  alinea  van  art.  5  te 
lezen:  /^Yoor  keó  benoemen  van  hoogleeraren  te  Amster- 
dam biedt  eene  aldaar  bestaande  vereeniging  van  personen, 
die  onder  de  door  de  Synode  geeischte  waarborgen  in  de 
kosten  van  het  daar  te  geven  onderwijs  hebben  voorzien^ 
aan  deze  Commissie  een  zestal  aan ,  waaruit  de  Commissie 
aan  de  Synode  een  drietal  voordraagt.  De  Commissie  is 
bevoegd,  van  het  aangeboden  zestal  aanvulling  tot  een 
twaalftal  te   vorderen  .'V 

2®.  Aan  dit  artikel  nog  toe  te  voegen: 

/yDe  in  de  vorige  alinea  bedoelde  waarborgen  moeten 
omschreven  zijn  in  de  Statuten  der  Yereeniging,  die  echter, 
alvorens  tot  de  benoeming  van  Hoogleeraren  te  Amster- 
dam  kan  worden    overgegaan,    de  goedkeuring    van  de 


•> ''  —. 


£77 


Synode  moeten  hebben  verkregen.  Gteeue  verandering  wordt 
in  de  Statuten  gemaakt  zonder  bekrachtiging  door  de 
Synode/' 

//Het  bestuur  dier  vereeniging  legt  jaarlijks  aan  de  Synode 
over  eene  lijst  van  de  leden ,  die  stemrecht  in  de  Vereeni- 
ging  bezitten  ^  opdat  de  Synode  uit  dezen  een  zevental  aan- 
wijzen, aan  wie  is  0]^edragen  de  boven  bedoelde  zes-  en 
twaalftallen  op   te  maken/' 

(Deze  al.   is  het   voorstel  van  twee  leden). 

//Wanneer  voor  de  eerste  maal  hoogleeraarsplaatsen  te 
Amsterdam  moeten  vervuld  worden^  neemt  de  Synode 
daartoe  een  besluit  en  geeft  daarvan  kennis  aan  het  Bestuur 
der  Yereeniging.  Binnen  drie  maanden  na  deze  kennisgeving 
zendt  de  daartoe  aangewezen  Commissie  de  zestallen  in. 
Bij  ontstane  vacature  zendt  de  aangewezen  Commissie 
te  Amsterdam,  zonder  dat  een  besluit  der  Synode 
is  voorafgaan ,  het  zestal  in  binnen  denzelfden  termijn , 
te  rekenen  van  den  dag  waarop  de  vacature  een  aanvang 
heeft  genomen.  Indien  aanvulling  tot  een  twaalftal  verlangd 
wordt,  geschiedt  deze  binnen  vier  weken  na  de  daartoe 
strekkende  aanvrage.  Blijft  de  Commissie  der  Yereeniging 
in  gebreke  binnen  de  gestelde  termijnen  hare  nominatiën 
in  te  zenden ,  dan  gaat  de  Commissie  van  Voordracht  met 
haar  werk   voort  naar  het  Eeglement.'' 

//De  meergenoemde  Amsterdamsche  Yereeniging  bestaat 
voor  den  tijd  van  negen  en  twintig  jaren.  Na  dien  tijd  ^  of 
zoodra  de  Yereeniging  mogt  ontbonden  zijn ,  komen  de  in 
dit  artikel  vervatte  speciale  bepalingen  omtrent  Amster- 
dam buiten  werking/'  (Gevoelen  van  de  meerderheid  der 
Commissie). 

Kan  uwe  Yergadering  er  toe  besluiten^  deze  of  derge* 
lijke  bepalingen  vast  te  stellen ,  dan  zouden  wij  U  raden , 
al  het  bovenstaande,  op  Amsterdam  betrekking  heb- 
bende, gewijzigd  zooveel  noodig ,  als  een  afzonderlijk  art.  5^ 
in  het  Reglement  op  te  nemen. 

3^.  In  art.  15  al.  2  in  plaats  van  Fmda  der  Commissie, 
enz.  te  lezen :  Fonds  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk , 
enz.  (Gevoelen  van  de  minderheid  der  Commissie). 

4®.  De  bij  de  Synode  ingezonden  Concept-Statuten  niet 
goed  te  keuren ,  maar  terug  te  zenden  aan  het  Comité , 
uitmakende  het  Yoorloopig  Bestuur  der  Yereeniging,  met 
een  afschrift  of  afdruk  van  dit  Bapport  en  van  de  daarop 
genomen  besluiten  der  Synode,  ter  kennisneming. 


278 

Uwer  Vergadering  wordt  de  noodige  wijsheid  toege- 
beden^  opdat  zij  in  dezen  moge  besluiten  wat  waarÜjk 
voor  onze  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  de  meest  heil- 
zame gevolgen   kan   hebben. 

De  Commissie: 

J.   DOUWDS. 

B.    A.    OVBBM^N. 

Q.  W.  VAN  Ebedb. 
Vak  den  Bbandslsr. 
A.  Q.  Jans. 

Het  rapport  wordt  voorshands  ter  tafel  gelegd  voor 
inzage  van  de  leden. 

Uitspraak  der  Sy-  ^®  ^^^  Douwêê  leest  verder  nog  de  gisteren  avond 
noduscontraeta  in  zake  door  de  Synodus  contracta  in  zake  van  den  predikant 
^«naïf^te**  0*0**  ^V^^^^  gedane  uitspraak ,  zijnde  van  dezen  inhoud : 

drecht. 

De  Algeraeene  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk^  naar  art.  15  al.  5  van  het  Algemeen  Beglement 
voor  de  Hervormde  Kerk  in  het  Koningrijkrijk  der  Neder- 
landen,  uitgeloot  op  de  helft  harer  leden  ^ 

Ontvangen  hebbende  bij  missive  van  2  Augustus  1880 
van  het  Provinciaal  Kerbestuur  van  Zuid-Holland,  in 
dezen  overeenkomstig  zijn  besluit  van  5  April  1880,  goed- 
gekeurd dpor  de  Algemeene  Synode  d.d.  2)  April  1880, 
in  de  plaats  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Dordrecht, 
doende  wat  des  Classicalen  Bestuurs  is,  afschrift  van  een 
besluit  in  zake  van  den  heer  Jakob  Bigeman,  predikant 
bij  de  Nederduitsche  Hervormde  Qemeente  te  Dordrecht, 
genomen  in  de  buitengewone  vergadering  van  dat  Kerk- 
bestuur te  ^sGravenhage  op  den  28  Julij  1880,  waarbij 
over  genoemden  heer  Jakob  Eigeman  de  provisionele  schorsing 
wordt  uitgesproken,  bedoeld  in  art.  48  van  het  Reglement 
voor  kerkelijk  opzicht  en  tucht ,  ingaande  den  3  Augustus 
1880,  en  voorts  naar  art.  4i7  van  genoemd  Heglement 
deze  gansche  zaak ,  met  al  de  stukken ,  daartoe  betrekke- 
lijk aan  de  Algemeene  Synode  wordt  verzonden ,  opdat  zij 
daarover  uitspraak  doe; 

Overwegende,  dat  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid- 
Holland,  na  als  Classicaal  Bestuur  deze  zaak  te  hebben 
ter  hand  genomen  en  nu ,  oordeelende  dat  de  de  zaak  tot 


279 


ontzetting  van  den  bezwaarde  uit  zijne  kerkelijke  bedie- 
ningen en  ambten  zon  kunnen  leiden,  handelende  naar 
art.  47  al.  S  van  het  Begl.  voor  kerkelijk  opzigt  en 
tucht  y  zelf  niet  verder  bevoegd  was  dan  tot  het  uitspreken 
van  eene  provisionele  schorsing  van  den  heer  Jakob  Eigeman 
en  alzoo  teregt  de  verdere  behandeling  dezer  zaak  aau 
het  opvolgende  collegie ,  de  Algemeene  Synode ,  heeft  over- 
gedragen, opdat  dit  doende  wat  des  Provincialen  Kerk- 
bestaars  is  in*  dezen  ter  eersten  aanleg  uitspraak  doe; 

Gelezen  al  de  tot  deze  zaak  betrekkelijke  stukken ; 

Gezien  het  proces-verbaal  van  een  verhoor  van  den  heer 
Jakob  Eigeman,  ingesteld  door  eene  uit  de  Synodus  contracta 
te  dezer  zake  benoemde  Commissie; 

Overwegende,  wat  de  feiten  aangaat,  dat  uit  de  stukken 
voldoende  gebleken  is: 

1®.  dat  bezwaarde,  voor  de  maand  Julij  j.1.  als  Praeses 
van  den  Kerkeraad  te  Dordrecht  opgetreden ,  tegen  den 
V^  dier  maand  tot  eene  te  houden  Kerkeraadsvergadering 
heeft  opgeroepen,  behalve  de  overige  predikanten  van 
Dordrecht,  de  ouderlingen,  die  door  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland  bij  eindbeslissing  vanden 
29  Januarij   11.  in  hunne  bediening  zijn  geschorst; 

2^.  dat  hij ,  die  alzoo  onwettig  samengestelde  vergadering 
als  Praeses  geleid  heeft ,  bijgestaan  door  den  heer  E,  A.  O, 
van  Hoogenhuijze ,  predikant  te  Dordrecht,  als  Scriba, 
in  welke  vergadering  de  overige  predikanten,  schoon  op- 
geroepen, niet  tegenwoordig  waren; 

3°.  dat  hij  in  die  vergadering  het  voorstel  gedaan  heeft 
om  al  de  personen ,  die  onder  medewerking  van  gecommit- 
teerden des  Provincialen  Kerkbestuurs  van  Zuid -Hol  land 
tot  lidmaten  der  gemeente  aangenomen  zijn,  te  verbieden 
aan  het  H.  Avondmaal  deel  te  nemen ,  welk  voorstel  echter 
door  de  geschorste  ouderlingen  niet  is  aangenomen; 

4^.  dat  hij ,  daarop  den  %  Julij  in  de  Yoorbereidingsbeurt 
predikende,  verklaard  heeft  den  daaraan  volgenden  Zondag, 
den  4  Julij,  geen  Avondmaal  te  zullen  bedienen  en  dan 
ook  op  dien  dag  wel  gepredikt,  maar  geen  Avondmaal 
bediend  heeft,  zooals,  volgens  de  bestaande  bepalingen, 
door  hem  had  moeten  geschieden; 

5^.  dat  hij  als  Praeses  des  Kerkeraads  schriftdijk ,  met 
medeonderteekening  van  den  heer  E.  d.  O.  van  Hoogen* 
huijze ,  Scriba  des  Kerkeraads ,  en  van  een  der  geschorste 
ouderlingen    den    heer    M.    Kemp,   geweigerd  heeft  opge- 


£80 


vraagde  attestaiiëii  af  te  geven  aan  lidmaten ,  die  onder 
medewerking  van  gecommitteerden  van  het'  Provinciaal 
Kerkbestuac  van  Zuid- Holland  zijn  aangenomen ,  onder 
beweren ,  dat  de  namen  dier  personen  /f/ wel  op  eene  bijlijst 
genoteerd  staan'^  maar  //niet  langs  den  weg  van  orde  en 
recht  ingeschreven  zijn  in  het  officieele  lidmatenboek''; 

Overwegende  in  rechten: 

dat  de  genoemde  welgestaafde  feiten  ^  door  ieder  van 
welke  de  heer  Eigeman  met  de  daad  in  verzet  is  gekomen 
tegen  de  eindbeslissing  des  Provincialen  Kerkbestaurs  van 
Gelderland  d.d.  29  Januarij  1880  en  de  kerkrechtelijke 
gevolgen  van  die  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Zuid-Holland  terecht  gekwalificeerd  zijn  als  dragende 
het  kenmerk  van  //verstoring  van  orde  en  rust^'  en  van 
//Verzuim'^  zoowel  als  van  //vergrijp  in  de  uitoefening  van 
kerkelijke  betrekkingen^' ; 

Overwegende  verder,  dat  de  heer  Eigeman  ^  in  het 
persoonlijk  verhoor,  verklaard  heeft  bij  het  oproepen  van 
de  geschorste  ouderlingen  en  bij  hetgeen  verder  dien- 
tengevolge door  hem  gedaan  is,  zich  wel  bewust  te  zijn 
geweest,  dat  hij  in  strijd  handelde  met  de  kerkelijke 
reglementen,  door  welke  verklaring  de  qualificatie  van 
zijne  daden  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Z  a  i  d- 
Holland  als  //moedwillige*'  verstoring  van  orde  en  rust, 
enz.  gerechtvaardigd  wordt,  niettegenstaande  de  heer  Eigeman 
aan  deze  verklaring  deed  voorafgaan,  //dat  het  eene  krenking 
van  zijne  conscientie  zou  geweest  zijn'*,  indien  hij  anders 
gehandeld  had; 

Overwegende,  dat  de  heer  Eigeman  niet  alleen  zelf  zich 
verzet  heeft  tegen  de  kerkelijke  reglementen  en  verordeningen, 
maar  ook  door  anderen  op  te  wekken ,  hem  in  dat  verzet 
te  steunen ,  zijne  schuld  heeft  verzwaard ; 

Overwegende,  dat  al  wat  de  heer  Eigeman  in  gemeld 
verhoor,  met  miskenning  van  het  in  art.  6  van  't  Regle- 
ment voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  voorgeschrevene 
tot  regtvaardiging  van  zijn  gehouden  gedrag  aanvoerde, 
namelijk  dat  hij  de  eindbeslissing  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Gelderland  niet  als  wettig  erkent ,  mitsdien 
de  geschorste  ouderlingen  niet  als  geschorst,  de  onder 
medewerking  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid- 
Holland  aangenomen  lidmaten  niet  als  wettige  lidmaten 
beschouwt,  slechts  te  meer  het  willekeurige  van  zijn  verzet 
tegen  de  kerkelijke  verordeningen  in  het  licht  doet  komen ; 


281 


Overwegende,  dat  de  heer  Eigeman,  gewezen  op  de 
verwarring  en  wanorde  door  hem  aangerigt  of,  waar  die 
reeds  bestond,  veeleer  in  de  hand  gewerkt  dan  tegenge- 
gaan en  op  de  verderfelijke  gevolgen,  die  een  verder 
voortgaan  op  den  door  hem  betreden  weg  noodwendig 
moesten  na  zich  slepen ,  niet  tot  erkentenis  voor  het  ver- 
keerde zijner  handelingen  is  gebragt,  daar  elke  vermaning 
en  teregtwijzing  in  den  geest  der  broederlijke  liefde  hem 
gegeven  afstuitte  op  een  beroep  op  zijne  conscientie,  die 
hij  in  overeenstemming  verklaarde  te  zijn  met  Gods  Woord 
en  de  belijdenis  der  Kerk; 

Overwegende,  dat  op  de  vraag  tot  den  bezwaarde  ge—, 
rigt,  of  hij  van  plan  was  ook  verder  zich  tegen  de  ker- 
kelijke reglementen  en  verordeningen  te  verzetten,  het 
antwoord  wel  ontkennend  Inidde,  maar  door  de  bijvoeging, 
dat  hij  op  den  ingeslagen  weg  van  verzet  wel  zou  willen 
maar  nu  niet  kon  voortgaan,  aangezien  hij  bij  de  ge- 
schorste Ouderlingen  niet  de  noodige  en  verwachte  steun 
had  gevonden  en  thans  moest  bukken  voor  overmagt, 
eveneens  getuigt,  dat  bezwaarde  niet  tot  erkentenis  van  het 
verkeerde  zijner  handelingen  is  gekomen; 

Overwegende,  dat,  ofschoon  de  gebleken  verkeerdheden 
en  overtredingen  aanleiding  zouden  kunnen  geven  tot  ont- 
zetting uit  kerkelijke  bedieningen  en  ambten,  toch  het 
beginsel,  waarvan  in  de  Ned.  Herv.  Kerk  de  uitoefening 
van  kerkelijke  tucht  uitgaat,  in  dezen  de  toepassing  van 
een  minder  zwaar  tuchtmiddel  veroorlooft; 

Gezien  art.  51,  52  van  het  Algemeen  fieglement,  art. 
23  van  het  Reglement  voor  de  Kerkeraden ,  art.  27  van  het 
Reglement  op  het  examen  ter  toelating  tot  de  evangelie- 
bediening, art.  1,  2,  3,  4,  6,  7,  21,  22,  50,  51 
en  63   van  het  reglement  voor  kerkelijk  opzigt'  en  tucht; 

Begtsprekende  in  eersten   aanleg, 

Yerklaart  den  heer  Jakoh  Mgieman,  Predikant  bij  de 
Nederduitsche  Hervormde  Gemeente  te  Dordrecht, 
schuldig  aan  verstoring  van  orde  en  rust  en  aan  verzuim 
en   vergrijp  in  de  uitoefening  van  kerkelijke  betrekkingen ; 

Schorst  hem  in  de  waarneming  van  zijne  kerkelijke  be- 
dieningen en  ambten  voor  den  tijd  van  één  jaar  met 
geheel  verlies  van  tractement; 

Bepaalt,  dat  de  schorsing  zal  ingaan  op  den  dag, 
waarop  deze  beslissing  kracht  van  gewijsde  zal  verkregen 
hebben ; 


282 

Bepaalt,  dat  deze  uitspraak,  nadat  zij  kracht  van  ge- 
wijsde zal  hebben  ontvangen ,  zal  openbaar  gemaakt  wordeo 
in  het  kerkelijk  orgaan. 

Afschrift  dezes  zal  gezonden  worden  aan  het  Provindaal 
Kerkbestuur  van  Zuidholland,  aan  het  Classicaal  Be- 
stuur van  Dordrecht,  aan  den  Kerkeraad  der  Neder- 
duitsche  Hervormde  Qemeente  te  Dordrecht  en  aan 
den  heer  Jakob  Eigeman^  Predikant. 

Aldus  gedaan  in  de  Yergadering  van  den  20  Augus- 
tus 1880; 

Tegenwoordig  waren  de  heeren  B,  A,  Overman^  presi- 
dent, E.  H,  Lasonder,  praead viserend  lid,  S.  F.  van 
HoêseU,  secretaris,  J,  P.  Bruintoold  Riedel,  G,  Bruna^ 
J.  Douweê ,  J,  van  der  Veen  Az.,  J.  F.  C  Kronenberg , 
A.  H,  win  der  Hoeve,  6r.  van  Duyl  G.Wie,,  A^  O,  Janê 
en  «7.  Almgk  Prme. 

Volgen  de  onderteekeningen. 

Sluiting  der  zeven      Daar   straks    nog   de    Synodus    Gontracta    in   zake  het 
en  twintigste  ritting.  hooger  beroep  van  den  predikant  Alewyn  Paure  vergadert, 

wordt  de  Yergadering  tot  Maandag  a.  s.  voormiddag  elf 
uur  verdaagd,  waarna  de  zittingen  dezer  week  met  dank- 
zegging gesloten  worden. 

J.  J.  L.  LuTi,  President, 


ACHT  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Maandag  23  Angastas  1880, 

De  zitting  wordt  nog  door  den  heer  Overman  met  gebed     Opening  der  ackt 
geopend,    die   daarna    de    leiding   der  Vergadering  weder  «"  *^i"*^8»te  atting. 

overgeeft  aan  den  teruggekeerden  president ,  ouder  herhaalde 
betuiging  als  tolk  der  Vergadering  van  innige  deelneming 
wegens  het  in  den  tusschentijd  geleden  verlies  van  eeu 
kiad^  en  voor  zich  zelven  de  Vergadering  dankt  voor 
de  welwillendheid,  welke  hij  van  haar  tijdens  de  waar- 
neming van  het  praesidium  had  mogen  ondervinden.  De 
President  dankt  den  heer  Overman  en  alle  leden  der  Ver- 
gadering vervolgens  voor  de  betoonde  deelneming  wegens 
de  ondergane  beproeving. 

De  notulen  der  zittingen  van  jl.  Vrijdag  en  Zaturdag 
worden  vervolgens  gelezen  en  goedgekeurd. 

Namena   de  Synodus  Contracta  in  zake  van  het  hooger     P^^'P'Jf  \  ^®f  ^?' 
beroep   van  den  predikant  Alewyn  Faure  wordt  door  den  ^^   ^^^^  predikant 
heer   Bruna   de    door  haar  jl.  Zaturdag  gedane  uitspraak  Alewt/n  Faure. 
gelezen,  luidende  als  volgt: 

Gezien  een  schrijven  van  den  heer  A,  W.  F,  Alewijn 
Faure,  predikant  bij  de  Hervormde  Gemeente  te  Hem- 
men, dd.  21  April  jl.  aan  de  Alg.  Synodale  Commissie, 
gereg.  onder  n^  578,  en  een  gelijkluidend  aan  de  Alg. 
Synode  van  23  April  jl,,  gereg.  onder  n®.  595,  waarin 
hij  verklaart  in  hooger  beroep  te  komen  van  eene  uitspraak 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland,  bij 
welke  hij  voor  den  tijd  van  drie  maanden  geschorst  is  in 
de  waarneming  zijner  kerkelijke  bediening , 

Overwegende,  dat  appellant  binnen  den  bepaalden  tijd 
ia  hooger  beroep  is  gekomen  en  voldoende  bewijzen  van 
geldelijk  onvermogen  geleverd  heeft,  verklaart  hem  ont- 
vankelijk in  zijn  hooger  beroep. 

Gelezen  de  uitspraak,  van  welke  hooger  beroep  gedaan 
is,  met  alle  daarbij  gediend  hebbende  bescheiden  en  stukkeu, 


284 


Overwegende  dat  het  Kerkbestuur  zijne  uitspraak  ge- 
grond heeft: 

l**.  op  een  namens  het  Glassicaal  Bestuur  van  Nijme- 
gen door  eene  commissie  van  drie  leden  uit  zijn  midden 
ingesteld  verhoor,  waarvan  het  proces-verbaal  aan  den 
bezwaarde  niet  is  voorgelezen,  althans  niet  door  hem  is 
geteekend ; 

2^  op  een  gelijksoortig,  namens  het  Prov.  Kerkbestuur 
door  eene  commissie  van  drie  zijner  leden  ingesteld  ver- 
hoor ,  waarvan  het  proces-verbaal  slechts  door  één  lid  dier 
commissie  onderteekend  is,  zoodat  die  beide  stukken  moeten 
geacht  worden  alle  regisgeldigheid  te  missen ; 

Overwegende  verder,  dat  in  de  beslissing  des  Kerk- 
bestuurs  ontbreekt  de  in  art.  21  van  het  Reglement  voor 
kerkelijk  opzigt  en  tucht  voorgeschreven  uüdrukMng ,  Üj 
name  van  de  verkeerdheid  of  overtreding,  welke  voortvloeit 
uit  de  naanwkeurige  omschrijving  van  de  feiten,  die  het 
onderwerp  der  veroordeeling  hebben  uitgemaakt,  en  dat 
alzoo  de  genomen  beslissing  niet  beantwoordt  aan  de  voor- 
schriften der  Kerk  in  dezen; 

Oezien  artt.  14  en  21  van  het  Begl.  voor  kerkelijk 
opzigt  en  tucht. 

Vernietigt  de  uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Gelderland,  en  nu  naar  art.  36  van  het  Begl. 
voor  kerk.  opzigt  en  tucht  zelve  doende  wat  bij  de  eerste 
uitspraak  had  behooren  gedaan  te  zijn,  na  de  zaak  op 
nieuw  onderzocht  en  den  bezwaarde  door  drie  leden  uit 
haar  midden  gehoord  te  hebben. 

Gelezen  het  mede  door  den  bezwaarde  onderteekende 
proces- verbaal  van   dat  ingestelde  verhoor; 

Gelezen  eene  missive  van  den  Kerkeraad  der  Hervormde 
Gemeente  te  Hemmen,  dd.  29  Julij  jl.,  gereg.  onder 
no.  611,  waarin  die  Kerkeraad  zijne  bezwaren  tegen  de 
door  het  Kerkbestuur  van  Gelderland  genomen  beslis- 
sing ontwikkelt: 

Gelezen  alle  ter  zake  dienende  stukken; 

Kennis  genomen  hebbende  1®.  van  //De  bij  de  hooge 
Regeering  ingediende  bepalingen  betreflPénde  de  inrigting 
en  het  bestuur  der  Algemeene  Apostolische  kerk''  en  2°. 
van  het  Besluit  der  Regering  van  17  Oct.  1868,  n®. 
4174,  waarbij  de  nieuw  opgerigte  Apostolische  Gemeente 
te'sGravenhage,  door  de  Regering  is  erkend  te  bestaan, 
voor   zooveel  de  wet  van    10  Sept.  1863  zulks  vereischt. 


285 


Overwegende,  wat  de  feiten  betreft: 

1°.  dat  de  heer  A.  W.  F.  Alewijn  Faure  de  handop- 
l^giog  Iieeft  ontvangen  door  den  heer  Cappadoce  als 
coadjutor  van  de  Apostelen  te  Alburij  daartoe  gecom- 
mitteerd, in  welke  handoplegging  hij  erkent  eeue  be- 
krachtiging des  Heiligen  Geestes  van  alles  wat  men  bij 
de  inlijving  in  de  gemeente  door  den  doop  in  beginsel 
heeft  verkregen,  gelijk  hij  zulks  in  den  brief  aan  de 
Hebreërs,  in  de  Handelingen  der  Apostelen  en  verder  in 
het  N.  T.  acht  uitgesproken  te  zijn; 

2^  dat  de  heer  Alewijn  Faure  wel  en  wettig  is  in- 
geschreven in  het  register  dergenen ,  die  de  handoplegging 
heben  ontvangen,  ten  gevolge  waarvan  hij  nu  erkent  is 
als  een  geloovige  in  de  Apostelen,  onder  wier  leiding  zich 
de  Apostolische  Gemeenten  stellen; 

3°.  dat  hij ,  hoewel  nog  niet  ingeschreven  in  het  register 
der  leden  van  de  Apostolische  Gemeente  haar  toch  met 
zijn  gansche  hart  is  toegedaan ,  omdat  hij  op  zijn  gebed 
en  door  in  aanraking  te  komen  met  de  Apostelen  te 
Alburij  is  overtuigd,  dat  zij  zijn,  wat  ze  zeggen  te 
wezen.  Apostelen  van  den  heer  </.  C,  die  van  Hem  de 
magt  hebben  ontvangen,  om  door  handoplegging  den  H. 
Geest  mede  te  deelen  —  en  dat  hij  zich  in  het  register 
van  deleden  der  gemeente  te  ^sGravenhage  zou  laten 
inschrijven  als  hij  in  den   Haag  woonde; 

4^.  dat  hij  verklaard  heeft  tot  nu  toe  geene  pogingen 
te  hebben  aangewend  om  leden  zijner  gemeente  tot  de 
Apostolische  Gemeente  te  doen  toetreden,  maar  dat  hij 
zalks  doen  zoude  bijaldien  zich  de  behoefte  daaraan  open- 
baarde, daar  men  in  de  Hervormde  kerk  wel  het  ideaal 
van  de  onzigtbare  kerk  kan  najagen ,  maar  niet  bereiken , 
zooals  in  de  Apostolische  Gemeente,  waar  de  Heer  dit 
schenkt,  —  welke  handelwijze  hij  evenwel  niet  in  strijd 
acht  met  zijne  verpligting  als  predikant  in  de  Ned.  Herv. 
kerk; 

Overwegende  in  regten: 

1°.  dat  de  Irvingiaansche  of  zoogenaamde  Apostolische 
Gemeenten  geene  Hervormden  zijn,  zooals  die  te  ^s  Gra- 
ven hag  e  reeds  toont  door  zich  naast  de  bestaande  Neder- 
duitsch-  en  Waalsch-Hervormden  als  eene  afzonderlijke 
gemeente  te  constitueren,  maar  dat  ze  zijn  bijzondere  van 
de  overige  kerkgenootschappen  doorleer,  eeredienst,  inrig- 
ting  en  bestuur  onderscheiden  gemeenten,  die  zich  stellen 


286 


onderde  leiding  der  dusgenaamde  Apostelen  te  Alburij, 
aan  welke  zij  zich  in  alles  hebben  te  onderwerpen; 

2^  dat  ieder ^  die  tot  deze  gemeenten  behoort,  zich  als 
predikant  in  de  Nederlandsche  Hervormde  kerk  niet  naar 
art.  23  van  het  Synodaal  Beglement  voor  de  Kerkeraden 
in  zijne  geheele  ambtsbediening  Tcan  gedragen  naar  de 
kerkelijke  reglementen  en  verordeningen ,  en  nog  minder 
overeenkomstig  zijne  verklaring  en  belofte  naar  art.  27  van 
^t  Begl.  op  't  examen ,  in  H  bijzonder  de  belangen  van  de 
Neder L   Hervormde  kerk  behartigen; 

3^.  dat  de  heer  Faure  evenwel  meent  dit  wel  te  kun- 
nen, hoewel  hij  erkent,  dat  wie  niet  op  zijn  stanpunt 
staat,  daarover  wel  anders  zal  moeten  oordeelen; 

4^.  dat  de  heer  Faure  zich  aan  niets  heeft  schaldig 
gemaakt  wat  naar  art.  21  van  het  Begl.  voor  kerkelijk 
opzigt  en  tucht  bij  name  als  zoodanige  verkeerdheid  of  over- 
treding kan  uitgedrukt  worden ,  dat  daarop  een  van  de  in 
art.  4  van  genoemd  Begl.  genoemde  tuchtmiddelèn  zou 
moeten   worden  toegepast; 

5^.  dat  hij  evenwel,  zóó  door  zijne  betrekking  tot  de 
zoogenaamde  Apostolische  kerk  als  door  zijne  overtuiging 
omtrent  het  gezag  en  de  magt  der  Apostelen  te  Alburij 
en  omtrent  zijne  verpligting  jegens  de,  van  de  Hervormde 
kerk  geheel  onderscheiden,  Apostolische  Gemeenten  onmo- 
gelijk in  de  Hervormde  kerk  als  predikant  kan  dienen, 
en  de  Kerkeraad  der  gemeente  Hemmen  met  het  oog 
op  de  belangen  der  gemeente  teregt  tegen  het  weer  optre- 
den van  den  heer  Faure  als  haar  predikant  bezwaar  heeft ; 

6^.  dat  hier  dus  de  andere  zeer  gewigtige  redenen  ,  in 
art.  37'**'  van  het  Beglement  op  de  Vacaturen  genoemd, 
aanwezig  zijn  ,  welke  noch  in  ouderdom  of  ligchaamszwakte 
noch  in  krankzinnigheid  gelegen  zijn ,  en  ook  niet  in  de 
termen  van  het  Beglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht 
vallen ,  maar  door  welke  toch  een  predikant  voor  zijn  diefist- 
werk  in  de  Hervormde  Kerk  ongeschikt  is  geworden,  ver- 
mits na  alle  daartoe  aangewende  pogingen  in  deze  geene 
verandering  van  zijne  met  zooveel  nadruk  uitgesproken 
overtuiging  is  te  verwachten  bij  een  man  die  kennelijk  door 
gevoel  en  verbeelding  in  plaats  van  door  de  rede  geleid 
wordt,  en  bij  wien  't  een  idee  fixe  is  geworden,  dat  hij 
door  de  handoplegging  in  de  zoogenaamde  Apostolische 
gemeente  buitengewone  gaven  heeft  ontvangen,  weshalve 
hij  met  geheel  zijn   hart  haar  toebehoort; 


287 

Gezien  art  15  van  het  Alg.  Regh,  art.  28  Begl.  voor 
de  Kerkeraden  en  art.  27  Regl.  op  ^tezamen,  art.  13, 
14,  15,  17,  21,  24,  26,  38,  34  en  85  van  het  Regie- 
laent  voor  kerkelijk  opsigt  en  tucht  en  art.  37^  van  het 
Regl.  op  de  vacaturen. 

Oordeelt  dat  de  predikant  A.  W.  F.  Alemjn  Faure 
behoort  ontslagen  te  worden, 

Bepaalt  dat  hem  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Gelderland  eervol  ontslag  zal    worden  gegeven   zoodra 
de  in  ari  37^  lid  4  en  5  van  het  Begl.  op  de  vacature 
aangewezen  tijd  om  in  hooger  beroep  te  komen  (in  casu, 
herziening  te  vragen)  is  verstreken. 

Verklaart  dat  de  kosten,  te  dezer  zake  gemaakt,  zullen 
gedragen  worden  door  de  Kerk, 

Beveelt  dat  afschrift  van  deze  beslissing  zal  gezonden 
worden  tot  informatie  aan  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Gelderland;  voorts  aan  ^tClassicaal  Bestuur  van  Nijme- 
gen en  aan  den  Kerkeraad  der  Hervormde  Gemeente  te 
Hemmen,  alsmede  aan  den  heer  A.  W,P,  Alemjn  Faure 
die  daarbij  tevens  zal  worden  uitgenoodigd  zelf  aan  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  zijn  emeritaat 
te  verzoeken, 

Gelast  dat  deze  uitspraak ,  zoodra  zij  kracht  van  gewijsde 
zal  hebben  verkregen ,  zal  openbaar  gemaakt  worden  door 
haar  te  plaatsen  in  het   Kerkelijk  orgaan. 

Aldus  gedaan  in  onze  vergadering  te  's  Graven hage, 
den  21n  Augustus  L880,  tegenwoordig  al  de  in  dezen  ter 
beoordeeling  en  beslissing  bevoegde  leden,  B,  A,  Over* 
man,  president,  M,  A.  Qooizen^  praeadviseur,  8,  F.  van 
Hasselt,  secretaris  en  adviserend  lid,  O,  Bruna,  O.  J, 
van  Lakerveld,  J,  van  der  Veen  Az,,  J,  F,  C,  Kronenberg , 
G.  van  Duijl  GJFe.y  A,   O.  Jans,  J.  Alingh  Prins. 

(Volgen  de  onderteekeningen.) 

Na   kennisneming    van    een    schrijven  van  Mr.   W.  O,     De  heer  Krouenberff 
Servaüus  te  D  win  gel  o  van  21  Augustus,  gereg.  <>nder  ™^  ^**^^^^*^^^^^^ 
n^    89,    behelzende    berigt,    dat    de  werkzaamheden  aan  noemd  tot  Secundas  bq 
zijne    betrekking  van  Notaris  verbonden  hem  verhinderen  de  SynodaleCommissie. 
de    benoeming  tot   secundus    van    den  heer  Bergsma  als 
lid  der  Synodale   Commissie  aan  te  nemen ,  wordt  terstond 
overgegaan  tot  aanvnlUng  van  het  drietal,  waarop  nu  nevens 
de   heeren    Kronenberg   en    ScAuurbeque  Boezje   geplaatst 


288 

wordt  de  heer  Mr.  R.  van  Boneval  Faure^oxiA'OXiA&xYaïi 
bij  de  Waalsche  Gemeente  te  Leiden.  Vervolgens  wordt 
uit  dit  drietal  de  heer  Kronenberg  gekozen,  na  tasschen- 
stemming  over  de  heeren  ScAuufbeque  Boeije  en  FaurCy 
waarbij  laatstgenoemde  de  meeste  stemmen  bekomen 
had.  De  heer  Kronenberg  verklaart  de  benoeming  aan  te 
nemen. 

iTet  Reglement  op      ^^^    fl^   Orde   is   thans   het  Eeglement  op   de  kerspel- 
de   kerspelvorming  in  .  t       i  i      r>  •    •  i  •• 

behandeling.    Daarop  vorming ,  naar  de  door  de  Commissie  voorgedragen  gewij- 

nog    door   de   heeren  zigde   redactie. 

Jan8,LuHtxiSegersm      p^  j^^gj  j^^^  g^^H-  ^^  amendement  op  art.   1   voor  dit 

gediende    amendemen-      ,.1    i     .         i  1    • -i  1      i    .  i  1       • 

ten;  laatst  vermeld  Ai*^ikei  te  doen  luiden ,  ZOO  als  het  naar  de  voorloopig 
voorstel  echter  bniten  aangenomen  redactie  luidde,  met  behoud  echter  der  door 
behandeling  gehouden,  ^j^  Commissie  in  al  1  gebragte  wijziging ,  „indien  zij  ver- 

klaren  dat  zij  dit  voor  de  bevrediging  hunner  Christelijk 
Godsdienstige    behoefte    noodig  achten.^^ 

De  President  stelt  de  volgende  verandering  voor: 

//Art.  ^^  Het  regt  tot  vorming  van  een  Kerspel  wordt 
verleend  door  de  stemgeregtigden  der  gemeente. 

//Wanneer  in  gemeenten  met  minder  dan  500  stemge- 
regtigden 20,  in  gemeenten  van  500  tot  1000  stemge- 
regtigden 50,  in  gemeenten  met  meer  dan  1000  stemge- 
regtigden 100  stemgeregtigden  bij  den  kerkeraad  aanvragen, 
om  op  grond  van  art.  1  al.  1  een  kerspel  te  mogen 
vormen,  wordt  deze  aanvraag  door  den  kerkeraad  binnen 
drie  weken  aan  de  stemming  der  stemgeregtigden  onder- 
worpen. 

//Wanneer  in  gemeenten  met  twee  predikanten  twee 
vijfde  der  uitgebragte  stemming  zich  ten  gunste  der  aan- 
vrage verklaart,  wordt  het  verzoek  gerekend  ie  zijn 
toegestaan.  In  gemeenten  met  meer  dan  twee  predikanten 
heeft  hetzelfde  plaats,  indien  het  voorstel  wordt  aangeno- 
men door  ten  minste  een  zooveelste  deel  der  uitgebragte 
stemmen  als  het  aantal  predikantsplaatsen  in  de  gemeente 
bedraagt. 

„Van  den  uitslag  der  stemming  wordt  door  den  kerkeraad 
berigt  gezonden  aan  den  eersten  onderteekenaar  van  de 
aanvrage.'^ 

//Art.  2b.  Nieuwe  alinea  aan  het  slot  toe  te  voegen. 

//Bij  deze  berekeningen  evenals  bij  die  in  art.  3  bedoeld 
wordt  het  aantal  stemger^tigden  gerekend  gelijk  te  zijn 
aan   dat  der  volgens  art.  2  al.    2  uitgebragte  stenamen.'' 


289 


ifAxi,  5  achter  al.  1  eene  nieuwe  alinea. 

/r/De  aanvrage  bedoeld  in  art.  2>a  moet  geschieden  bin- 
nen vier  welen,  te  rekenen  van  den  dag  waarop  de  lijst 
van  stemgeregtigden  ter  inzage  is  gelegd. 

//Stemgeregtigden  9  die  van  de  door  stemming  verkregen 
bevoegdheid  enz. 

//Art.  6.  Telken  jare ....  indienen  der  in  art.  2a  be- 
doelde aanvrage.  In  gemeenten  van  meer  dan  twee  pre- 
dikanten waar  kerspelen  zijn,  wordt  het  regt  tot  vorming 
van  een  nieuw  kerspel  verleend  door  den  grooten  kerkeraad, 
tenzij  sedert  de  laatste  aanvrage  meer  dan  vijf  jaren  zijn 
verlo!,peD,  in  welk  geval  de\anvr.ge  aan  de  ttemming 
der  stemgeregtigden  wordt  onderworpen,  op  welke  stem- 
ming het  in  art.  2a  bepaalde  van  toepassing  is. 

ff'DQ  in  art.  5  al.  1 — 6    bedoelde  kerkeraad  enz.^' 

Nog  dient  de  heer  Segerê  het  voorstel  in,  van  de  strek- 
iing  rijner  jl.  Vrijdag  gedane  motie,  om  d«  volgende 
wijzigingen  te  brengen  in  het  Beglement  op  de  erkenning 
van  nieuwe  gemeenten. 

//Art.  1  bij  te  voegen :  ƒ.  door  toekenning  van  zelf- 
standig bestaan  aan  leden  der  gemeente,  die  dit  voorde 
bevrediging  hunner  Christelijk-godsdienstige  behoeften  noo- 
dig  achten. 

//Art  6.  Bij  de  aanvraag  in  art.  3  bedoeld,  wordt  in 
geval  van  alinea  ƒ.  art.  1  overlegd : 

vP.  Een  juiste  of^ve  van  het  getal  der  lidmaten  en 
leden,  die  de  nieuwe  gemeente  zullen  uitmaken. 

tt%^.  Eene  verklaring  van  dienstdoende  predikant  of  pre- 
dikanten, die  in  deze  gemeenten  wenschen  werkzaam  te  zijn  of 
bij  ontstentenis  daarvan,  hoe  men  voornemens  is  in  den 
predikdienst  te  voorzien. 

//S^.  Een  conceptregeling  der  predikbeurten  en  gebruik 
der  kerkgebouwen,  consistorie-  en  catechisatiekamers  voor 
kerkeraadsvergaderingen  en  godsdienstig  onderwijs. 

//4^  Een  conceptregeling  aangaande  het  gezamenlijk  ge- 
bruik der  Godshuizen  en  de  verdeeling  der  diaconale 
inkomsten,  welke  voor  een  tijdvak  van  10  jaren  billijk 
geacht  wordt. 

//5^.  De  aanwijzing  der  wijze,  waarop  in  de  kosten  van 
predik-  en  eeredienst  zal  voorzien  worden. 

//Art.  14.  Bij  stichting  van  nieuwe  gemeenten  volgens 
art.  1  al.  f  worden  bijzondere  bepalingen  door  den  Ker- 
keraad en  belanghebbenden  ontworpen,  onder  goedkeuring 

19 


290 

van  Glass.  en  Prov.  Besfcuur,  aan  welke  gemeente  bij  vaca- 
ture de  vervalling  zal  worden  toegestaan/^ 

Daar  het  thans  in  behandeling  nemen  van  dit  voorstel 
echter  geoordeeld  wordt  een  terug  komen  te  zullen  zijn 
op  het  Vrijdag  genomen  besluit  om  met  de  behandeling 
van  het  Reglement  op  de  kerspelvorming  voort  te  gaan, 
doch  sommige  leden  het  aanstonds  in  overweging  wenschen 
genomen  te  hebben,  wordt  door  den  President  de  vraag 
gesteld y  of  op  bedoeld  besluit  zal  worden  teruggekomen. 
Daar  zich  echter  slechts  zes  leden  hiervoor  verklaarden, 
wordt  het  voorstel  voor  als  nog  aangehouden.  Den  heer 
Segers  was  het  verzoek  toegestaan  om  zich  buiten  stem- 
ming te  houden. 

Het  amendement  van  Nadat  de  President  verzocht  had,  dat  voorstellen,  die 
LXSrnogl^'^t®'  de  redactie  van  het  Iteglement  betreffen,  in  han- 
niet  op  gemeenten  van  den  van  de  Commissie  gegeven  worden ,  loopen  nu  de 
een  predikant  toe  te  beraadslagingen    in  de  eerste  plaats  over  het  amendement 

mig  "en^^over^nkom- ^*"  d®"  ^^^^  Jaw5,  derhalve  over  het  door  de  Commissie 
stige  vaststelling  van  nog  bij  het  Reglement  voorgedragen  beginsel ,  om  het  ook 
^^-  ^'  van   toepassing  te  maken  op  gemeenten  met  een  predikant. 

De  hoogleeraar  Qooazen  deelt  aan  de  vergadering 
mede,  dat  de  Commissie  daartoe  geleid  is  door  de 
consideratiëii  van  verscheidene  Classicale  Yergaderingen  en 
van  de  Waalsche  Reunie,  en  eenparig  tot  de  overtuiging 
was  gekomen ,  dat  zulks  gevorderd  werd  door  de  bepaling 
van  art.  62  van  het  Algemeen  Reglement  in  verband 
met  art.  12  van  het  Reglement,  naar  welke  door  de 
Synode  slechts  algemeen  verbindende  Reglementen  voor 
de  Synode  worden  vastgesteld ,  en  derhalve  de  uitsluiting 
in  casu  van  gemeenten  met  een  predikant  zou  verboden 
zijn,  terwijl  zij  ook  met  het  oog  op  de  strekking  van 
het  Reglement  om  aan  elke  rigüng  gelegenheid  te  ver- 
schaffen voor  de  bevrediging  van  hare  godsdienstige  be- 
hoeften het  als  een  eisch  der  billijkheid  en  regtvaardigheid 
beschouwde,  dat  zulke  gelegenheid  voor  de  verschillende 
rigtingen  in  alle  gemeenten  zonder  onderacheid  geopend 
worde.  De  meeste  leden  ondersteunen  evenwel  het  amen- 
dement van  den  heer  Jana^  evenmin  als  deze  in  het  j 
kerkregtelijk  bezwaar  van  de  Commissie  deelende.  Bij 
hetgeen  daaromtrent  reeds  jl.  Vrijdag  onder  de  algemeene 
beraadslagingen  werd  opgemerkt,  tracht  de  heer  Douwes 
inzonderheid  in  het  licht  te  stellen ,  dat  voor  dat  kerkreg- 


291 


telijk  bezwaar  volstrekt  geen  grond  bestaat^  dewijl  het 
Yoorloopig  aangenomen  Beglement  werkelijk,  indien  het 
ook  zonder  het  opnemen  van  gemeenten  met  een  predi- 
kant mogt  worden  vastgesteld  en  in  werking  gebragt^  voor 
geheel  de  Kerk  verbindend  zal  zijn^  maar  even  gelijk  als 
in  andere  reeds  vermelde  Reglementen^  ook  in  het  Begle- 
ment voor  de  Kerkeraden  afzonderlijke  bepalingen  omtrent 
kleinere  en  grootere  gemeenten  voorkomen,  slechts  daar 
van  toepassing  zal  zijn,  waar  het  volstrekt  noodig  en 
aitvoerlijk  bevonden  zal  worden.  Met  hem  zijn  de  meeste 
andere  leden  van  oordeel  dat  in  gemeenten  van  één  pre- 
dikant geen  kerspel  kan  gevormd  worden ,  om  de  eenvou- 
dige reden  dat  die  predikant  tot  geheel  de  gemeente  in 
betrekking  zal  blijven  staan,  waarbij  nog  gewezen  wordt 
op  het  verschil  tasschen  het  aanhangig  Beglement  en  het 
ten  voorgaan  den  jare  verworpen  Beglement  op  de  uitoefening 
van  de  regten  der  minderheden.  Men  meent  ook  dat  niet 
beweerd  mag  worden  dat  hier  ter  zijde  stelling  van  de 
belangen  der  verschillende  rigtingen  in  gemeenten  van  een 
predikant  zou  plaats  vinden ,  omdat  deze  altoos  gele- 
genheid behouden,  zoo  ze  in  grootte  met  gemeenten  van 
meer  predikanten  gelijk  gesteld  kunnen  worden,  om  een 
tweeden  predikant  te  vragen,  wanneer  het  Beglement  ook 
op  liaar  van  toepassing  zou  worden,  terwijl  de  moeijelijk- 
heden ,  uit  het  bezit  van  slechts  een  predikant  voortvloeiende 
toch  niet  kunnen  weggenomen  worden,  zoodat  de  beden- 
king ontleend  aan  den  eisch  der  regtvaardigheid  hier  niet 
opgaat.  Ook  de  heer  van  Lakerveld,  ofschoon  lid  der 
Commissie,  geeft  te  kennen,  dat  hij  haar  kerkregtelijk 
bezwaar,  bij  nadere  overweging ,  ongegrond  moet  verklaren, 
daarbij  nog  in  enkele  bijzonderheden  aanwijzende ,  hoe  ook 
door  de  op  de  gemeenten  met  een  predikant  door  de 
Conamissie  gemaakte  bepalingen  de  belanghebbenden  aldaar 
weinig  of  niet  gebaat  zouden  worden,  omdat  zij  er  geen 
kerspel  door  verkrijgen,  dat  de  regten  daarvan  heeft,  bo- 
vendien opmerkende,  dat  de  Classicale  vergadering  van 
'sHertogenbosch,  ofschoon  zij  de  gemeenten  met  een 
predikant  opgenomen  wenschte,  daarvan  toch  de  gemeente 
beneden  100  stemgeregtigden  wilde  uitzonderen.  Hij  kondigt 
echter  aan,  dat  hij,  even  als  reeds  in  de  buitengewone 
vergadering,  door  hem  bij  art.  22  een  voorstel  zal  gedaan 
worden  om  ook  haar  meer  gelegenheid  tot  bevrediging  van  hare 
godsdienstige    behoeften   te  openen.  Ook  de  heer   van  der 


292 


Hoeve  verklaart  als  lid  der  Commissie  ^  na  bet  gehoorde  niet 
langer  in  hare  bezwaren  te  deelen.  Bij  vele  leden  blijft 
ook  de  11.  Vrijdag  reeds  gemaakte  bedenking  wegen  y  van 
in  bedoelde  gemeenten  te  vreezen  verwikkelingen.  Enkele 
leden  deelen  in  de  bezwaren  der  Commissie ,  die  haar  lid, 
den  heer  Bruna,  inzonderheid  nog  voor  het  opnemen  der 
gemeenten  van  een  predikant  doen  pleiten.  Als  het  amen- 
dement van  den  heer  Jana  in  stemming  wordt  gebragt, 
wordt  dit  met  vijftien  tegen  vier  stemmen  aange- 
nomen. 

De  President  verlangt  nu  dat  over  de  vaststelling  van 
al  1  bepaaldelijk  nog  gestemd  worde  ^  in  den  zin  van 
verklaring  of  men  al  dan  niet  tot  kerspelvorming  vil 
mede  werken,  zonder  daardoor  bij  de  eindstemming  over 
het  geheele  reglement  gebonden  te  worden.  Hij  meent 
dat  dit  na  de  Yrijdag  gevoerde  algemeene  beraadslagingen 
nog  wenschelijk  is. 

Al  1  zoo  als  het  nu  naar  het  amendement  van  den 
heer  Jana  luidt  wordt  daarop  in  stemming  gebragt,  en 
met  veertien  tegen  vijf  stemmen  goedgekeurd.  De  hoog- 
leeraar Gooszen  en  de  Secretaris  adviseerden  tot  goedkeuring, 
waarvoor  ook  stemden  de  heeren  Overman,  Doutoea,  Dik- 
ma,  van  Lakerveld,  van  Eerde,  van  der  Veen,  Kronenberg 
Roodhuyzen,  van  der  Hoeve^  van  Duyl,  Jane,  Alingh  Prins 
Bruinwold  Riedel  en  de  Preeident  Met  den  hoogleeraar 
Laeonder  stemden  tegen  de  heeren  de  Man,  Segera,  van 
den  Brandeler,  Westrih^  en  Bruna,  laatstgenoemde 
bij  verklaring,  dat  hij,  nu  het  Beglement  niet  op 
alle  gemeenten  betrekkelijk  zou  zijn^  er  tegen  moest 
stemmen. 

Al.  2  wordt  met  vijftien  tegen  vier  stemmen  goedge- 
keurd. In  de  door  een  der  leden  gemaakte  bedenking , 
dat  het  onregtmatig  zou  zijn,  dat  de  meerderheid  hier 
gedwongen  zou  zijn  hare  zelfstandigheid  op  te  geven,  en 
ook  de  leden  der  gemeente ,  die  ten  deze  onbepaald  waren 
gebleven ,  even  zeer  gedwongen  zich  bij  het  eerste  kerspel 
te  voegen,  wordt  door  de  meeste  leden  niet  gedeeld ,  voor- 
namelijk met  verwijzing  naar  de  redenen ,  die  de  buitengewone 
vergadering  tot  deze  formulering  der  alinea  geleid 
hebben. 

Al.  3  wordt  met  weglating  der  gecursiveerde  woorden 


298 

en   vervolgens  ook  al.   5  nu  al.  4  geworden ,  zonder  hoof- 
delijke stemming  goedgekeurd. 

Hierna  wordt  de  vergadering  tot  morgen  namiddag  een     Slnitüig  der  acht  en 
uur    verdaagd ,   daar    de    Synodus  Centracta  in  zake  den  t^^'»*^»"**  «**^°8- 
predikant    van    Boogenhuyze  vooraf  vergaderen  moet.    De 
zitting  wordt  daarmede  gesloten. 

J.  J.  L.  LuTi, 


NEGEN  EN  TWINTIGSTE  ZITTING. 

Dingsdag  den  24  Augnstus  1880. 

Opening  der  negen      Nadat    de    zitÜDg   geopend  is  y  worden  de  notulen  der 
en  twintigste  zitting,  zitting  van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Uitspraak  der  Synodus      De    heer    Jans   deelt  namens  de  Synodus  Contracta  in 
Contracta  in  zake  den     ^  ^^^  predikant  van  Hoogenhuyze  de  straks  door 

predikant  van  Hoogen-  .f  i        i    •  f     j    ''^  i  i    . 

fiuyze   te  Dordrecht,  naar  gedane  Uitspraak  mede ,   luidende  als  volgt : 

De  Algemeene  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk,  volgens  Art.  15  van  het  Algemeen  Reglement,  ver- 
minderd tot  de  helft  van  hare  leden, 

Ontvangen  hebbende  bij  missive  van  den  2n  Augustus 
1880,  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid  hol- 
land, in  deze,  overeenkomstig  zijn  besluit,  dd.  5  April 
1880,  goedgekeurd  door  de  Algemeene  Synode  dd.  28  April 
1880,  in  plaats  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Dord- 
recht, doende  wat  des  Classicalen  Bestuurs  is,  afschrift 
van  een  besluit  over  de  zaak  van  den  heer  E,  A,  G.  van 
Hoogenhuyze  y  predikant  bij  de  Nederduitsche  Hervormde 
Gemeente  te  Dordrecht,  genomen  in  de  buitengewone 
vergadering  van  dat  Kerkbestuur  te  'sGravenhage  op 
den  28n  Julij  1880,  waarbij  tegen  den  heer  Eliza  Arnold 
Gerard  van  Hoogenhuijze  het  bezwaar  wordt  ingebragt, 
dat  hij  zich  niet  gedraagt  in  zijne  ambtsbediening  naar  de 
kerkelijke  reglementen  en  verordeningen ,  zooals  hem  in 
Art.  23  van  het  Beglement  voor  de  Kerkeraden  wordt  voor- 
geschreven ,  en  voorts  de  bescheiden  betrekkelijk  deze  zaak 
in   handen  worden  gesteld  van  de  Algemeene  Synode, 

Overwegende,  dat  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Zuid  hol  land  na  als  Classicaal  Bestuur  deze  zaak  te 
hebben  ter  hand  genomen,  en  nu,  ofschoon  zelf  ge^ne 
uitspraak  doende,  toch,  gelijk  blijkt  uit  de  qualificatie  der 
feiten  en  zijne  vervdjzing  naar  Art.  47  van  het  Beglement 
voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht ,  van  oordeel ,  dat  deze  zaak 
tot  ontzetting  van  den  bezwaarde  uit  zijne  kerkelijke  bedie* 


««5 


Dingen  en  ambten  aanleiding  sou  kunnen  geven ,  teregfc 
de  verdere  behandeling  daarvan  aan  het  in  rang  opvolgend 
CoUegie  in  casu  de  Algemeene  Synode,  heeft  overgedra- 
gen ,  opdat  dit ,  doende  wat  des  Provincialen  Kerkbestuurs 
is,  in  eersten  aanleg  uitspraak  doe; 

Qelezen  de  tot  dese  zaak  betrekkelijke  stukken; 

Gelezen  het  door  den  bezwaarde  onderteekend  proces^- 
verbaal  van  een  verhoor ,  ingesteld  door  eene  uit  de  Synodus 
Contracta  ter  dezer  zake  benoemde  Commissie; 

Overwegende  wat  de  feiten  betreft: 
dat  uit  de  stukken  voldoende  gebleken  is, 

1^  dat  bezwaarde  als  Scriba  is  werkzaam  geweest  bij 
eene  op  den  In  Julij  11.  door  den  Praeses,  den  heer 
J.  Eigemany  belegde  kerkeraadsvergadering,  waarbij  opge- 
roepen en  tegenwoordig  waren  de  ouderlingen,  die  door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland,  bij  eind- 
beslissing van  d€n  29  Januari]  U.  in  hunne  bediening  zijn 
geschorst ; 

2°.  dat  hij  in  deze  onwettig  zamengestelde  vergadering 
het  voorstel  door  den  Praeses  gedaan ,  om  al  de  personen , 
die  onder  medewerking  van  Gecommitteerden  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  tot  lidmaten 
der  Gemeente  zijn  aangenomen,  te  verbieden  aan  het 
Avondmaal  deel  te  nemen,  ondersteund  heeft,  welk  voorstel 
echter  door  de  geschorste  Ouderlingen  niet  is  aangenomen ; 

3^.  dat  hij ,  in  zijne  qualiteit  van  Scriba  des  Kerkeraads, 
schriftelijk  met  medeonderteekening  van  den  heer  «/.  Eigs- 
man,  Praeses  des  Kerkeraads  en  van  een  der  geschorste 
Ouderlingen,  den  heer  M.  Kemp,  geweigerd  heeft  de  aan- 
gevraagde attestatiën  afgegeven  aan  lidmaten,  die,  onder 
medewerking  van  Gecommitteerden  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Zuidholland  zijn  aangenomen ,  verkla- 
rende, dat  de  namen  dier  personen,  wel  op  eene  bijlijst 
genoteerd  staan  ,^^  doch  niet  //langs  den  weg  van  orde  en 
regt  ingeschreven  zijn   in  het  officiële   lidmatenboek; 

Overwegende  in   regten : 

dat  de  genoemde  welgestaafde  feiten ,  door  ieder  van  welke 
de  heer  E.  A,  G.  van  Hoogenhuijze  met  de  daad  in  verzet 
is  gekomen  tegen  de  eindbeslissing  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland  dd.  29  Januari]  11.,  en 
de  kerkregtelijke  gevolgen  van  die,  het  kenmerk  dragen 
van  verstoring  van  orde  en  rust  en  van  verzuim  en  vergrijp 
in  de   uitoefening  van  kerkelijke  betrekkingen. 


296 


Overwegende  verder,  dat  de  heer  van  Hoogenhuijze ^  in 
hel  persoonlijk  verhoor^  verklaard  heeft  zich  wel  bewust 
te  zijn  geweest,  dat  hij,  door  het  bijwonen  der  vergade- 
ring met  de  geschorste  Ouderlingen  en  door  hetgeen 
dientengevolge  door  hem  is  gedaan,  in  strijd  handelde 
met  de  kerkelijke  reglementen^  ofschoon  hij  er  bijvoegde, 
dat  hij  daartoe  gedrongen  was  door  den  toestand ,  die  in 
Dordrecht   bestond; 

Overwegende,  dat  de  heer  van  HoogenAuijze ,  in  gemeld 
verhoor,  met  miskenning  van  het  in  Art.  6  van  het  Begle- 
ment  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  voorgesehrevene ,  tot 
regtvaardiging  van  zijn  gedrag  aanvoerde ,  dat  hij  de  schor- 
sing der  Ouderlingen  niet  als  wettig  en  mitsdien  de  met 
assistentie  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid  hol- 
land aangenomen  lidmaten  niet  als  wettige  lidmaten  erkent, 
maar  tevens  verklaarde,  dat,  van  het  standpunt  der  Wet 
bezien,  de  uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Gelderland  als  wettig  te  erkennen  is  en  dat  als  gevolg 
daarvan  de  aanneming  der  lidmaten  en  al  de  daaruit  voort- 
gevloeide gevolgen  als  wettig  en  regelmatig  moeten  worden 
aangemerkt ; 

Overwegende,  dat  de  heer  van  Hoogenhuijze  na  zijne 
weigering  om  de  attestatiën  aftegeven ,  een  gevolg  van  het 
door  hem  ingenomen  standpunt  te  hebben  genoemd ,  dat 
standpunt  zijdelings  regtvaardigde  door  een  beroep  op  de 
geschorste  Ouderlingen,  die,  gedrongen  door  hunne  con- 
sdentie,  Art.  38  van  het  Reglement  op  het  Godsdienst- 
onderwijs  niet  hadden    aangenomen; 

Overwegende,  dat  de  heer  van  Hoogenhuijze ,  gewezen 
op  de  verwarring  en  wanorde,  door  hem  in  de  hand  ge- 
werkt en  op  de  verderfelijke  gevolgen,  die  een  verder 
voor^^aan  op  den  door  hem  betreden  weg  moest  na  zich 
slepen,  zich  verontschuldigde,  door  te  herinneren  aan  het- 
geen aanleiding  tot  den  tegenwoordigen  strijd  gegeven  had, 
namelijk,  de  afwijking  van  de  belijdenis  in  het  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  uitgesproken 
vonnis; 

Overwegende,  dat  op  de  vraag  aan  den  bezwaarde  gerigt, 
of  hij  bereid  was,  voortaan  zich  in  zijne  ambtbediening, 
met  name  in  zijne  betrekking  als  Scriba ,  naar  de  kerke- 
lijke reglementen  en  verordeningen  te  gedragen,  het  ant- 
woord eenigzins  ontwijkend  luidde ,  dat  hij  zich  liever  aan 
de  geheele  zaak  zou  onttrekken ,  en  bereid  was ,  indien  de 


297 


Kerkeraad  hem  als  Scriba  wilde  ontslaan ,  aan  zijnen  opvol- 
ger de  boeken  aftegeven ,  maar  zich  niet  durfde  verbinden , 
aangezien  de  Beglementen  in  strijd  konden  zijn  met  Qods 
woord,  in  welk  geval  hij  zich  in  gemoede  verpligt  zou 
achten  die  niet  optevolgen; 

Overwegende,  dat,  ofschoon  de  feiten  voldoende  zijn 
gestaafd  en  de  schold  van  den  bezwaarde  voldoende  is  geble- 
ken ,  toch  in  aanmerking  mag  genomen  worden : 

dat  uit  de  afgelegde  verklaringen  schijnt  te  blijken ,  dat 
hij  zich  geeii  heldere  voorstelling  heeft  gevormd  van  den 
bestaanden  toestand  en  van  zijne  verhouding  tot  de  ver- 
ordeningen der  Kerk; 

dat  hij  niet  als  Praeses,  maar  inzonderheid  als  Scriba 
des  Kerkeraads  gehandeld  heeft  en  den  wensch  heeft  uit- 
gedrukt, zich  i/aan  die  moeijelijke  betrekking  te  kunnen 
onttrekken ;" 

dat  derhalve  hier  aanleiding  bestaat  om  in  den  geest 
van  het  Beglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  een 
zachter  iuchtmiddel  toe  te  passen,  dan  waartoe  de  feiten 
op  zichzelve  beschouwd,  zouden  leiden; 

Qezien  de  artt.  61,  52  van  het  Algmeen  Beglement, 
art.  23  van  het  Beglement  voor  de  Eerkeraden,  art.  27 
van  het  Beglement  op  het  Examen  ter  toelating  tot  de 
Evangeliebediening,  artt  1,  2,  8,  4,  6,  7,  21,  22, 
50,  51  van  het  Beglement  voor  kerkelijk  opzigt  ontucht; 

Begtsprekenden  in  eersten  aanleg, 

Verklaart  den  heer  £.  A.  O.  van  Hoogenhuijze  y  predi- 
kant bij  de  Nederduitsch-Hervormde  gemeente  te  Dord- 
recht, schuldig  aan  verstoring  van  orde  en  rust  en  aan 
verzuim  en  vergrijp  in  de  uitoefening  van  kerkelijke  be- 
trekkingen ; 

Schorst  hem  in  de  waarneming  van  zijn  kerkelijke  be- 
dieningen en  ambten  voor  den  tijd  van  vier  weken,  met 
geheel  verlies  van  tractement; 

Bepaalt ,  dat  de  schorsing  zal  ingaan  op  den  dag ,  waarop 
deze  beslissing  kracht  van  gewijsde  zal  hebben  ver- 
kregen ; 

Bepaalt ,  dat  deze  uitspraak ,  nadat  zij  kracht  van  gewijsde 
zal  hebben  ontvangen,  zal  openbaar  gemaakt  worden  in 
het   kerkelijk  orgaan. 

Afschrift  dezes  zal  gezonden  worden  aan  het  Provin- 
ciaal Kerkbestuur  van  Zuidholland,  aan  het  Classi- 
caal  Bestuur  van  Dordrecht,   aan  den  Kerkeraad    der 


Nederduitsche    Hervormde   Gemeente  te  Dordrecht  en 
aan  den  heer  E,  A,   G,  van  Hoogenhuijze,  Predikant. 

Aldus  gedaan  in  de  vergadering  van  den  24  Augus- 
tus 1880. 

Tegenwoordig  de  heeren  B,  A,  Overman,  president,  E. 
B.  Lasonder,  praeadvkeerend  lid,  8.  F.  van  HaêseU, 
secretaris.  Dr,  L,  Diiema,  6.  JF.  van  Eerde,  J.  F,  C, 
Kronenberg,  A*  H,  van  der  Hoeve,  A.  O.Jans,  J,  Alingh 
Prins  en  G.  Bruna. 

(Volgen  de  onderteekeningen.) 

üe  behandeling  van      Bij  Voortzetting  der  behandeling  van  het  Reglement  op 
het  Reglement  op  de  jg    kerspelvorming  komt  het  amendement  van  den  Presi- 

kerspelvorming  voort-  ,,  ,       ^  j  jmj.i.Ti.i.- 

gezet  tot  art.  10,  met  dent    op    art.    2   aan    de   orde.  Tot  toehchtiog  van  zijne 
aanneming   van    het  bedoeling    met    dit  amendement ,  waarmede  de  voorgestelde 

Sdrt'^Vart/2>"^"''i"g  ^*"   *^^-    ö  ®"  wijziging  van  art.  6  zamanhan- 
5  en  6.  '    'g^n,  Zegt  de  President,  dat  hij  in  zake  het  eerste  woord 

wil  gegeven  hebben  aan  de  stemgeregtigden^  die  in  de  bevre- 
diging van  hunne  godsdienstige  behoeften  levendig  belang- 
stellen en  wil  verhoeden^  dat  zij  zich  in  het  verkrijgen 
daarvan  teleurgesteld  vinden  door  de  onverschilligheid  van 
zoo  vele  stemgeregtigden ,  die  gerekend  worden  tot  de 
gemeente  te  behooreu^  maar  eigenlijk  in  de  Kerk  geen 
belang  stellen.  Door  de  bepalingen  in  arfc.  ia  en  art.  2i 
voorgesteld  komen  deze  bij  de  bepalingen  van  de  getal 
sterkte  der  stemgeregtigden  niet  meer  in  aanmerking,  daar 
zij  bezwaarlijk  er  toe  overgaan  om  ter  stembus  op  te  komen 
en  van  hunne  regten  gebruik  te  maken.  Hij  heeft  hierbij 
het  oog  vooral  op groote  gemeenten ,  h«v.  te  Amsterdam^ 
waar  men  gerust  mag  aannemen  dat  van  de  50000  stem- 
geregtigden slechts  iOOOO  als  zoodanige  zich  bij  den 
kerkeraad  op  de  kiezerslijst  hebbeu  laten  inschrijven,  van 
welken  velen  nog  als  er  gestemd  moet  worden  te  huis 
blijven.  Nu  wil  hij  die  onverschilligen  uit  hunnen  slaap 
wakker  sdiudden  of  ook  anderen,  die  om  allerlei  redenen 
zich  terug  plegen  te  houden  in  de  noodzakelijkheid  gebragt 
zien ,  van  zich  te  verklaren  of  anders  niet  medegerekend  te 
worden,  waar  het  er  op  aankomt  iu  de  Christelijk-gods- 
dienstige  behoeften  der  gemeente  te  voorzien.  Aanleiding 
tot  zijn  voorstel  vindt  hij  in  de  beteekenis ,  die  aan  het 
woord  stemgeregtigden  in  gemeenten  als  te  Amsterdam 
pleegt  gegeven  te  worden,  waarmede  men  eigenlijk  hen 
bedoelt^    die    als    belangstellende   leden  der  gemeente  de 


290 


noodige  stappen  gedaan  hebben  om  op  de  kiezerslijst  te 
worden  geplaatst.  Daarenbofen  is  in  de  consideratiën  er 
op  gewezen,  dat  het  BegUment,  zoo  als  het  daar  ligt, 
onuitvoerbaar  zou  zijn  en  dat  men  ook  de  vrouwen,  als 
de  meest  belangstellende  leden  der  gemeente  bij  de  bere- 
kening  in   art.  2  voorkomende  >  behoort    mede  te  tellen. 

Voorshands  maken  verscheidene  leden  bezwaar  tegen 
bet  amendement,  omdat  zij  het  bedenkelijk  achten  aan 
een  betrekkelijk  klein  getal  van  stemgeregtigden  zulke 
bevoegdheid  te  geven,  met  afwijking  van  het  beginsel  in 
het  Reglement  aangenomen,  dat  vooraf  de  stemgeregtig- 
den^ die  bevrediging  van  hunne  godsdienstige  behoeften 
verlangen,  zich  tot  de  bepaalde  getalsterkte  zullen  moeten 
voreenigen.  Zij  achten  zulks  veel  eenvoudiger,  den  weg, 
dien  het  amendement  wil  doen  ingaan ,  veel  te  omslagtig. 
Ongeraden  achten  zij  het  ook  den  kerkeraad  nog  meer  te 
bezwaren  en  in  gemeenten,  waar  toch  voor  het  vormen 
van  een  kerspel  niet  het  voldoende  getal  van  stemgereg- 
tigden aanwezig  jnogt  zijn,  noodeloos  de  gemoederen  in 
beweging  te  brengen.  Wie  de  kerspelvorming  op  zich  zelve 
niet  gewenscht  rekenen,  hebben  ook  dit  tegen  het  amen- 
dement, dat  het  vormen  van  kerspelen  er  meer  door  in 
de  hand  zou  worden  gewerkt,  en  zulks  tot  vermenigvul- 
diging der  kerspelen  zou  leiden. 

Yele  andere  leden  schenken  daarentegen  aan  het  urnen- 
dement  hunnen  bijval,  bij  al  de  moeijelijkheden ,  die  toch 
van  de  invoering  van  de  kerspelvorming  zijn  te  voorzien, 
de  vermelde  bezwaren  overdreven  en  niet  overwegende 
achtende  om  van  den  meer  omalagtigen  weg  af  te  zien, 
als  daardoor  het  doel  van  heit  Reglement  te  zekerder  zal 
bereikt  worden.  Zij  stemmen  het  volkomen  toe,  dat  in 
deze  met  d^n  werkelijken  toestand ,  inzonderheid  in  groote 
gemeenten  moet  worden  te  rade  gegaan,  en  oordeelen  dat 
in  deze  aan  den  eisch  der  billijkheid  moet  gehoor  g^even, 
dat  gezorgd  worde,  dat  de  belangen  van  het  beste  deel 
der  stemgeregtigden  van  de  onverschilligheid  van  hunne 
geestverwanten  geen  schade  lijden. 

Na  gezette  be^reking  van  het  amendement,  wordt  .het 
daarin  neergelegde  beginsel  van  aan  de  meest  belangstel- 
lenden de  bevoegdheid  te  geven  om  door  tusschenkomst 
van  den  Kerkeraad  eene  verklaring  van  de  stemgeregtig- 
den  te  vorderen  in  stemming  gebragt. 

Het    beginsel    wordt   daarbij    goedgekeurd.     Met    den 


800 


Secretaris  verklaarden  zich  daar  voor  de  heeren  Overman^ 
bikema^  van  Lakerveld,  de  Man,  van  der  Feen,  Kronen- 
berg, BoodAuyzen,  van  der  Hoeve,  Segers,  van  Duyl,  Janê, 
Alingh  Prins,  Bruinwold  Riedel,  Douwes  en  de  President 
zelf;  overeenkomstig  de  adviezen  der  Hoogleeraren  stemden 
er  tegen  de  heeren  van  Eerde,  van  den  Brandeler,  Westrik 
en  Bruna. 

Het  amendement  wordt  hierop  in  zijne  onderdeelen  aan 
de  stemming  onderworpen ;  daarbij  wordt  door  den  Presi- 
dent een  amendement  van  den  heer  van  Laierveld  out- 
genomen;  om  de  eerste  al.  te  doen  luiden:  //Het  regt 
tot  vorming  van  een  kerspel  wordt  verkregen  onder  de 
volgende  voorwaarden/'  De  alinea  wordt,  alzoo  gewijzigd 
goedgekeurd ,  de  overige  alinea's  ook  op  üh  betrekkelijk,  wor- 
den achtereenvolgens  mede  goedgekeurd  met  vijftien  tegen 
vier  stemmen. 

Na  goedkeuuring  alzoo  van  geheel  art.  2,  wordt  art. 
8  zonder  hoofdelijke  stemming  goedgekeurd. 

Een  amendement  van  den  heer  Segers  om  in  art.  4 
al.  1  te  lezen  ^in  den  regel  een  gelijk  getal  van  ouder- 
lingen en  diakenen,  wordt  met  het  oog  op  de  bepaling 
omtrent  den  Groote  Kerkeraad  met  veertien  tegen  vijf 
stemmen  verworpen;  de  alinea  wordt  hierna  met  verwij- 
dering der  woorden  /^met  meer  dan  eene  predikantsplaats'^ 
zonder  hoofdelijke  stemming  aangenomen ,  evenals  al.  2  bij 
verandering  van  //deze''  in  //de".  • 

Op  art.  6  al.  1  wordt  door  den  heer  van  Lakerveld 
het  amendement  ingediend  om  te  lezen  voor  //zes"  maanden 
ff  drie"  maanden  om  vertraging  te  verhoeden.  Met  ver- 
wijzing naar  de  redenen  waarom  hier  door  de  Baiten- 
gewone  Vergadering  zes  maanden  gesteld  zijn,  wordt  tegen 
dit  amendement  bezwaar  gemaakt  en  het  dan  ook  met 
zeventien  t^n  twee  stemmen  verworpen.  De  alinea  wordt 
vervolgens ,  behoudens  de  verandering  van  alle  //gemeenten^' 
in  /y gemeenten  met  twee  of  meer  predikanten"  goedgekeurd; 
met  de  daaraan  naar  het  amendement  toe  te  voegen  twee 
nieuwe  alinea's.  De  overige  inhoud  van  het  art.  wordt 
vervolgens  insgelijks  goedgekeurd,  alles  zonder  hoofdelijke 
stemming. 

Art.  6  wordt  goedgekeurd,  zoodanig  gewijzigd,  als  in 
het  amendement  van  den  heer  Luti  werd  voorgesteld, 
behoudens  nog  deze  verandering  in  de  tweede  alinea,  dat 
daar    voor   5    in   plaats    gesteld   wordt    6,  weder  zonder 


301 

hoofdelijke  stemming  ^  even  als  achtereen  volgens  artt.  7 — 10 
het  laatstgenoemde  met  weglating  van  de  woorden  van  de 
eerste  alinea  //in  gemeenten  met  meer  dan  eene  predikants- 
plaats'^  en  van  geheel  de  tweede  alinea. 

De  vergadering  wordt  hierop  tot  morgen  verdaagd ,  waar-     Sluiting  der  n^n 
mede  de  tegenwoordige  zitting  gesloten  wordt.  ^^  twintigste  litting. 

J.  J.  L.  LuTiy  Preêidenl. 


DERTIGSTE  ZITTING. 

Woensdag  25  Augustus  1880. 

Opening  van  de  der-  Na  opening  der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting 
tigste  zitting.  van  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 

Aanneming  voor  ken-  Yoor  kennisgeving  wordt  aangenomen  een  protest  van 
nisgeving  van  nog  een  nog  een  aantal  lidmaten,  meest  vrouwen,  te  Dordrecht 
trDoU?rcli\te*^a20"<ïer  dagteekening,  gereg.  onder  n^  40 ,  tegen  de  hande- 
(le  handelingen  van  het  lingen  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland, 
Provinciaal     Kerkbe-  y^n  gelijken  inhoud  als  vroegere  ingekomen  protesten  van 

stuur  lu  de  zaaK  cier  j  •  -^ 

geschorste  ouderlingen.  ^^^    aara. 

Rapport  van  de  Gom-  De  Commissie  ter  zake  van  de  nieuwe  wetsvoorstellen 
missie  voor  de  nieuwe  brengt  bij  monde  van  den  heer  AUngh  Prins  het  volgende 
7an  len"  oorstel  ui? de  ^appoï^t  «ït  omtrent  het  voorstel  van  elf  leden  der  Classicale 
classis  van  Hoorn  tot  Vergadering  van  Hoorn  tot  verandering  der  onderteeke- 
verandering van  art.  27  ninggformule  voor  predikanten  in  art.  27  van  het  Regle- 
he^  Exame^n  tCT^oela^  ï^®"^  op  het  examen  ter  toelating  tot  de  Evangeliebediening. 

ting  tot  de  Evangelie- 
bediening. Mijne  Hebren! 

Bij  uwe  vergadering  is  ingekomen  en  in  handen  uwer 
Commissie  voor  nieuwe  wetsvoorstellen  gesteld  een  adres 
van  elf  leden,  predikanten  en  ouderlingen  uit  de  classis 
Hoorn,  waarbij  zij  hun  leedwezen  betuigen ,  dat  er  door 
u  geene  veranderingen  in  de  onderteekeningsformale  voor 
Proponenten  zijn  voorgesteld  en  het  daarom  noodig  achten 
met  ernst  en  klem  er  bij  u  op  aan  te  dringen,  gelijk 
dat  vroeger  reeds  door  anderen  is  gedaan,  in  genoemde 
formule  zoodanige  wijzigingen  aan  te  brengen ,  dat  daardoor 
jongelieden  van  moderne  beginselen,  geenzins  worden  be- 
lemmerd het  leeraarsambt  in  ons  kerkgenootschap  te  aan- 
vaarden; zij  doen  het  in  de  hoop,  dat  dit  hun  verzoek 
door  u  niet  alleen  in  ernstige  overweging  zal  worden 
genomen,   maar  er  ook  aan  zal  kunnen  worden    voldaan. 

Zooals    de    adressanten    terecht    opmerken,    is   het   een 


308 


voorstel^  dat  reeds  vroeger  door  anderen  is  gedaan  en  meer- 
malen in  ernstige  overweging  genomen;  wij  behoeven  u 
slechts  er  aan  te  herinneren  wat  in  1872  en  later  in  deze 
zaak  is  geschied;  in  de  zitting  van  den  4"^  Juli  1872 
deed  de  hoogleeraar  Sieêé  Lorgion  het  gemotiveerde  voorstel : 
//dat  al  de  artikelen  in  de  Kerkelijke  Reglementen^  welke 
betrekking  hebben  op  de  leer ,  zoodanig  gewijzigd  worden  , 
dat  daaruit  verwijderd  worde  ^  wat  aanleiding  kan  geven 
tot  bestrijding  van  de  bestaande  leer  vrijheid/' 

Naar  aanleiding  van  dit  voorstel ,  waarbij  onder  anderen 
met  name  ook  gewezen  werd  op  art.  27  van  het  Begl. 
op  het  Examen  ^  werd  genoemd  artikel  mede  in  behandeling 
genomen;  het  toenmalig  praeadviseerend  lid  uit  Leiden, 
de  hoogleeraar  ScAoltet^,  ontvouwde  in  de  zitting  van  29  Juli 
(zie  Hand.  der  Synode  1872,  bl.  220,  221)  de  bezwaren, 
die  naar  zijn  oordeel  met  recht  tegen  veel ,  wat  daarin 
voorkomt,  kunnen  worden  ingebracht;  als  hoofdbezwaar 
noemt  hij,  dat  daarin  eensdeels  uitdrukkingen  voorkomen, 
waarvan  de  beteekenis  onzeker  is,  zooals  dit  het  geval  is 
met  de  woorden  //den  ganschen  raad  Gods'',  anderdeels 
uitdrukkingen,  die  wanneer  zij  in  hare  ware  historische 
beteekenis  worden  opgevat,  uit  een  leerstellig  oogpunt  niet 
kunnen  gerechtvaardigd  worden  en  bij  de  onderteekeniiig 
aanleiding  kunnen  geven  tot  menig  afkeurenswaardig  voor- 
behoud. Hiertoe  rekent  de  Hoogleeraar  de  betuiging  van 
instemming  met  //Qods  heilig  woord  in  de  schriften  des 
Ouden  en  Nieuwen  Verbonds  vervat."  Deze  schriften  bevatten 
toch  niet,  zooals  velen  onder  de  oudere  Protestantsche 
Godgeleerden  gemeend  hebben ,  één  en  hetzelfde  doorloopend 
,/ Woord  van  God",  maar  hoogst  verschillende  somtijds  met 
elkander ,  ja  met  de  Christelijke  waarheid  strijdige  woorden , 
die  naar  gelang  van  den  verschillenden  trap  van  gods- 
dienstige ontwikkeling  aan  God  worden  toegekend ,  zoodat 
de  leeraar  eener  Christelijke  gemeente  niet  geacht  kan 
worden  in  gemoede  zijne  instemming  te  kunnen  betuigen 
met  alles  wat  de  schrijvers ,  niets  slechts  van  de  boeken  des 
Ouden,  maar  ook  die  des  Nieuwen  Verbonds,  op  hun 
bijzonder  standpunt,  niet  zelden  in  afwijking  van  elkander 
als  Gods  Woord  hebben  voorgesteld.  Ook  met  betrekking 
tot  de  uitdrukking  //Gods  genade  in  Jezus  Christus"  is  de 
Hoogleeraar  van  oordeel,  dat  deze  woorden,  historisch  op- 
gevat, nog  iets  anders  inhouden,  dan  hetgeen  de  kerkelijke 
wetgever  bedoelde  en  daarom  kwalqk  voegen  in  eene  duide- 


304 


lijk  voor  iedere  leeraar  geldende  verbindiBgsformule.  Voorts 
kwam  hem  de  betuiging  van  instemming  //met  den  geest 
//en  de  hoofdzaak  der  leer^  welke  in  de  aangenomen  forma- 
//lieren  van  eenigheid  der  Nederlandsche  Hervormde  kerk 
//begrepen  is^'  bedenkelijk  voor  in  een  tijd,  waarin  de 
hoofdzaak  dier  leer,  waartoe  bij  eene  getrouwe  historisclie 
verklaring  dier  belijdenisschriften  o.  a.  wel  in  de  eerste 
plaats  behoort  de  leer  der  onvoorwaardelijke  praedestinatie, 
uitgedrukt  in  art.  16  der  Nederlandsche  geloofsbelijdenis, 
en  in  de  daaraan  beantwoordende  Canones  van  Dordrecht, 
niet  meer  uitdrukt  de  overtuiging  van  het  grootere  deel  zelfs 
van  de  meest  behoudende  leeraars  en  leden  der  Hervormde 
Kerk,  terwijl  het  z.  i.  niet  aangaat,  het  oordeel  over 
hetgeen  al  of  niet  tot  die  hoofdzaak  behoort,  aan  elks 
subjective  willekeur  over  te  laten. 

Om  deze  verschillende  bezwaren  uit  den  weg  te  ruimen 
deed  de  Hoogleeraar  het  volgende  voorstel  om  in  art.  27 
na  de  woorden  ^y  verklaren  bij  deze  oprechtelijk^'  in  plaats 
van  het  daargestelde  te  lezen: 

//dat  wij  overeenkomstig  de  schriften  des  Ouden  en 
//Nieuwen  Yerbonds  en  het  grondbeginsel  der  Hervormde 
//Kerk  het  Evangelie  van  Jezus  Christus  van  ganscher  harte 
/y aannemen,  en  naar  de  gave  ons  geschonken  aan  de  ge- 
^  meen  te  zullen  verkondigen'^  enz. 

Dat  voorstel  door  den  Hoogleeraar  nader  toegelicht  (zie 
Hand.  bl.  £23)  werd  na  verwerping  van  een  amendement 
van  nog  wijdere  strekking  voorloopig  aangenomen,  maar 
door  de  Synode  van  het  volgende  jaar  niet  gearresteerd, 
en  wel  op  grond,  dat  de  Synode  na  de  benoeming  eener 
Commissie  van  advies  over  de  reorganisatie  van  Kerk  en 
Kerkbestuur  zich  van  elke  verandering  in  de  bepalingen 
omtrent  leer  en  belijdenis  onthouden  moest  (zie  Hand. 
der  Synode  1873   (bl.  151). 

In  de  buitengewone  vergaderining  der  Synode  van  1874 
in  de  zitting  van  den  i^  Maart  werd  de  zaak  weder  ter 
sprake  gebracht  door  den  heer  Krabbe,  die  het  voorstel 
deed  om  het  slot  van  art.  27  te  doen  vervallen  nl.  de 
woorden :  //en  om  zoo  wij  bevonden  worden  tegen  eenig 
gedeelte  van  deze  verklaring  en  belofte  gehandeld  te  hebben 
deswege  ons  te  zullen  onderwerpen  aan  de  uitspraken  der 
bevoegde  Kerkelijke  Vergaderingen'',  welk  voorstel  toen 
nader  door  hem  werd  toegelicht  (zie  Hand.  der  Synode 
1873/74  bl  143—146.) 


305 


Zn  de  Synode  van  1877  werd  door  de  heeren  Kuenen 
en  Luü  (zie  Hand.  1877  bl.  195)  opnieuw  aangedrongen 
op  verandering  in  art.  27.  De  verklaring  en  belofte  in 
art.  27  Begl.  op  het  Examen  (en  art  19  Begl.  Godsdienst- 
onderwijs) lezen  wij  in  de  toelichting  van  hun  voorstel, 
behelst  meer  dan  de  betuiging  van  instemming  met  de 
grondbeginselen  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk,  meer 
dan  de  verklaring  van  de  gezindheid  om  in  haar  dienst  werk- 
zaam te  zijn,  meer  dan  de  belofte  om  in  het  ambt,  dat  men 
wenscfat  te  aanvaarden,  met  inspanning  van  alle  krachten 
ter  bevordering  van  haren  bloei  te  arbeiden ;  dat  meerdere 
wilden  de  voorstellers  gaarne  laten  gelden  als  eene  uit- 
drukking —  en  wel  als  eene  zeer  voortrefielijke  uitdruk- 
king —  van  den  geest  en  den  inhoud  der  Evangelie- 
prediking  (of  van  het  Godsdienstonderwijs)  in  onze  Kerk; 
doch  zij  constateeren  dat  velen  zich  in  dat  meerdere  niet 
geheel  kunnen  vinden  en  zien  niet  in,  dat  de  kerk  het 
aan  allen  opleggen  mag.  Als  het  kort  begrip  van  de  leer  der 
kerk  kan  dat  meerdere,  met  het  oog  op  zijnen  oorsprong 
niet  worden  aangemerkt.  Onaantastbaar  in  het  oog  van 
hen,  die  dat  ki^rakter  aan  de  kerkleer  toeschrijven,  is  het 
dus  niet,  maar  dan  worde  het  ook  uit  beide  artikelen  ver- 
wijderd en  de  verbintenis  daarin  vervat  teruggebracht  tot 
hetgeen  van  allen,  die  Evangeliedienaar  of  godsdienst- 
onderwijzer willen  worden,  kan  worden  geëischt:  de  ver- 
klaring van  welberaden  en  oprechte  aansluiting  bij  de  Kerk 
en  de  belofte  van  ijverige  medewerking  aan  hare  schoone  taak. 

Zij   stelden  dan  ook  voor  art.  27  Begl.  op  het  Examen 
aldus  te  doen  luiden: 

/r/Wij  ondergeschreven ,  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur 

//van (of   door   de  Commissie  tot  de  zaken  der 

/^  Waalsche  Kerken)  tot  de  openbare  bediening  in  de  Neder- 
//landsche  Hervormde  Kerk  toegelaten,  verklaren  bij  deze 
/^opreehtelijk  dat  wij,  getrouw  aan  de  grondbeginselen  van 
/f die  Kerk,  zooals  deze  in  hare  aangenomene  formulieren 
j/van  eenigheid  zijn.  neergelegd  en  uit  hare  historische 
//ontwikkeling  blijken ,  op  de  bevordering  van  godsdienstige 
jr kennis  en  van  Christelijk  geloof  en  leven  ons  met  allen 
//ijver  toeleggen  en  orde  en  eendracht  voorstaan  en  aan- 
/^ kweeken  zullen,  dat  wij  onder  opzien  tot  de  hulp  die 
ffYSLB  boven  is,  de  belangen  van  Gods  Koningrijk  en  in 
//het  bijzonder  die  van  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk 
//Zorgvuldig    zullen    behartigen   en  naar  vermógen  aan  de 

20 


306 


//bevordering  daarvan  medewerken;  verbindende  wij  ons  bij 
//deze  handieekening  tot  het  voorschrevene  en  om  zoo  wij 
//bevonden  worden  tegen  eenig  gedeelte  van  deze  verklaring 
/^en  belofte  gehandeld  te  hebben^  deswege  ons  te  zullen 
//Onderwerpen  aan  de  uitspraken  van  de  bevo^e  kerkelijke 
//Vergaderingen". 

Na  breedvoerige  discussiën  y66t  en  tegen  ^  medegedeeld 
in  de  Handelingen  der  Synode  van  dat  jaar  bl.  474 — 487, 
te  breed  om  hier  op  te  nemen  en  waarnaar  wij  u  daarom 
verwijzen^  werd  dit  voorstel  evenwel  door  de  vergadering 
met  groote   meerderheid  verworpen. 

In  de  vergadering  der  Synode  van  1878  werden  bij  de 
behandeling  van  het  Beglement  op  het  Examen  nogmaals 
twee  voorstellen  gedaan ,  het  een  door  den  heer  van  Later- 
veld  {zie  Hand.  1879  blz.  26^  vg.),  óm  de  verklaring  en 
belofte  in  art.  21  aldas  te  doen  luiden : 

Wij  ondergeschrevenen ,  door  het  Provinciaal  Kerkbestaar 
van  of  door  de  Commissie  tot  de  zaken  der  Waalsehe 
kerken^  tot  de  openbare  Evangeliebediening  toegelaten, 
verklaren  bij  deze  oprechtelijk ,  dat  wij  overeenkomstig  den 
geest  en  de  hoofdzaak  van  de  leer  der  Nederlandsche 
Hervormde  Kerk  de  godsdienstige  en  zedelijke  beginselen 
van  Jezus  Christus ,  zooals  die  uit  de  boeken  des  Nieawen 
Testaments  en  inzonderheid  uit  de  Evangeliën  worden 
gekend,  oprechtelijk  aannemen,  getrouwelijk  zullen  hand- 
haven en  ernstig  en  van  harte  naar  de  gaven  ons  geschonken , 
aan  de  gemeente  zullen  verkondigen; 

dat  wij  op  de  bevordering  van  godsdienstige  kennis  en 
van  Christelijk  geloof  en  leven  ons  met  allen  ijver  zallen 
toeleggen  en  orde  en  eendracht  voorstaan  en  aankweeken; 

en  dat  wij  onder  opzien  tot  de  hulp  die  van  Boven  is , 
de  belangen  van  Gods  Koninkrijk  en  in  ^t  bijzonder  die 
van  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  zorgvuldig  zallen 
behartigen  en  naar  vermogen  aan  de  bevordering  daarvan 
medewerken ,  verbindende  wij  ons  bij  deze  onze  handteeke- 
ning  tot  al  het  voorschrevene,  en  om,  zoo  wij  bevonden 
worden  tegen  eenig  gedeelte  van  deze  verklaring  en  belofte 
gehandeld  te  hebben,  deswege  ons  te  zullen  onderwerpen 
aan  de  uitspraken  der  bevoegde  kerkelijke  vergaderingen/^ 

Het  andere  voorstel  was  van  den  rapporteur  Uwer  Com- 
missie (zie  Hand.  der  Synode  1878,  bl.  255)die  wenschte 
dat  de  verklaring  en  belofte  aldus  zouden  luiden : 

//Wij  ondergeschrevenen,  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur 


307 


van (of  door  de  Gommime  tot  de  zaken  der  Waabdie 

Kerken)  tot  de  openbare  Evangeliebediening  toegelaten,  ver- 
klaren bij  deze  oprechtelijk  en  beloven,  dat  wij  daarin 
overeenkomstig  onze  roeping  met  ijver  en  trouw  zullen  werk- 
zaam zijn  en  de  belangen  van  het  Godsrijk  en  die  der 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk  met  opvolging  van  hare 
verordeningen  naar  vermogen  zullen  blijven  behartigen/' 

De  Synode  besloot  evenwel  art.  27  niet  te  moeten 
herzien  en  beide  voorstellen  later  op  nieuw,  door  de  voor- 
stellers ingediend  en  toegelicht  in  geen  nadere  behandeling 
te  nemen. 

Het  laatst  genoemde  voorstel  van  den  rapporteur  Uwer 
Commissie  door  de  heeren  BruinwoU  Riedel,  van  Duyl 
en  van  der  Hoeve  ten  vorigen  jare  overgenomen  (zie 
Hand.  der  Synode  1879^  blz.  260)  mocht  evemin  als 
het  andere  voorstel  door  den  heer  van  Laierveld  als 
amendement  daarop  ingediend  de  goedkeuring  der  ver- 
gadering verwerven.  Ofschoon  er  toen  ook  onder  de  meer- 
derheid waren,  die  de  redactie  van  art.  27  niet  onver- 
beterlijk achtten,  kwamen  zij  met  de  overige  leden,  die 
geene  verandering  wenschten ,  hierin  overeen ,  dat  de  tegen- 
woordige toestand  der  Kerk  ook  in  deze  elke  verandering 
ongeraden  maakte  en  werden  dan  ook  de  voorstelien  met 
11   tegen  8  stemmen   verworpen. 

Ziedaar,  Mijne  Heeren,  U  althans  in  hoofdzaak  een 
overzicht  gegeven  van  de  voorstellen,  betrekkelijk  art.  27 
Regl.  op  het  examen ,  op  welks  verandering  ook  uu  weder 
zoo  ernstig  wordt  aangedrongen. 

Het  verschil  van  zienswijze  dat  betrekkelijk  deze  zaak 
steeds  bestaan  heeft,  wordt  ook  in  Uwe  Commissie  ge- 
vonden. 

Twee  leden  Uwer  Commissie  achtten  ook  nu  verandering 
eensdeels  onnoodig,  omdat  zij  meenen,  dat  de  bestaande 
verklaring  en  belofte  genoegzame  vrijheid  geeft,  anderdeels 
hoogst  ongeraden,  daar  zij  vreezen,  dat  verandering  in 
deze  nieuw  voedsel  zal  geven  aan  den  strijd,  die  nu  reeds 
zoo  hevig  in  onze  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  wordt 
gevoerd. 

De  beide  andere  leden  Uwer  Commissie,  de  rapporteur 
en  de  tweede  ondergeteekende  vau  dit  rapport,  meenen 
het  verzoek  der  adressanten  krachtig  te  moeten  ondersteunen ; 
zij  deelen  ten  volle  in  hunnen  wensch,  dat  hun  verzoek 
niet    alleen    in    ernstige  overweging  zal  worden  genomen, 


308 


maar    ook    door   U    daaraan  zal  kunnen  worden  voldaan. 

Reeds  te  lang  zijn  volgens  hen  de  wenschen  naar  ver- 
andering van  art.  27  ,  zoo  herhaaldelijk  en  met  aandrang 
tot  U  gebracht,  onvervuld  gebleven. 

De  bezwaren  door  den  hoogleeraar  Scholeen  tegen  de  thans 
bestaande  verklaring  en  belofte  in  1872  aangevoerd,  blijven 
voor  velen  in  hunne  volle  kracht  bestaan,  zouden  nog  ge- 
makkelijk vermeerderd  kunnen  worden  en  zullen  onzes 
inziens  zich  hoe  langer  zoo  meer  doen  gevoelen,  zoodat 
het  te  voorzien  is,  dat  er  steeds  meerderen  zullen  zijn 
die,  hoe  waarachtig  vroom  en  christelijk  ook  gezind, 
hoe  ook  bezield  met  den  last,  om  eens  als  EvangeHe- 
dienaren  in  de  Nederlandsohe  Hervormde  Kerk  op  te  treden, 
hoe  wetenschappelijk  ook  gevormd  en  bekwaam  om  die 
Kerk  ten  zegen  te  zijn,  jaist  door  hunne  naauwgezetheid, 
eerlijkheid  en  oprechtheid  zich  door  die  bezwaren  van  de 
Evangeliebediening  zullen  zien  uitgesloten  of  a%eschrikt 
om  zich  daarvoor  te  vormen. 

De  vrijheid  toch,  die  vroeger  bij  de  aanneming  en  be- 
vestiging van  lidmaten  door  velen  geoorloofd  W€rd  geacht 
en  genomen,  om  de  vragen  te  wijzigen  ten  einde  aan 
bezwaren  bij  de  aannemelingen  te  gemoet  te  komen,  en 
later  ook  bij  de  wet  is  gegeven  wordt  hier  gemist;  geen 
Provinciaal  Kerkbestuur  is  bevoegd  bij  gerezen  bezwaren 
daarin  wijzigingen  te  brengen;  die  verklaring  en  belofte, 
zooals  zij  daar  liggen  moeten  worden  aangenomen  ,  letterlijk, 
onderschreven;  met  zijne  handteekening  dus  bekrachtigd; 
// verbindende  wij  ons,'^  lezen  wij,  /^met  onze  handteeke- 
ning tot  al  het  voorschrevene /'  en  dat  niet  alleen^  maar 
tevens,  //om  zoo  wij  bevonden  worden  tegen  eenig  gedeelte 
van  deze  verklaring  en  belofte  gehandeld  te  hebben,  des- 
wege ons  te  zullen  onderwerpen  aan  de  uitspraken  der 
bevoegde  kerkelijke  vergaderingen.^' 

Terecht  heeft ,  onzes  inziens ,  de  heer  Krabbe  indertijd  er  op 
gewezen ,  dat  een  protestantsch  leeraar  geroepen  is  om 
voortdurend  in  kennis  vooruit  te  gaan  en  tot  juister 
inzicht  en  beter  formulering  niet  alleen  kan,  maar  ook 
waarschijnlijk  zal  komen,  en  achtte  hij  het  dus  in  strijd  met 
het  Protestantsch  beginsel ,  om  in  de  dogmatieke  formu- 
lering zich  zoo  voor  de  toekomst  te  moeten  binden, 
waarom  hij  dan  ook  die  laatste  woorden  wilde  doen  weg- 
vallen. 

Met  de  heeren  Knenen  en  Luti  zijn  zij  het  voorts  eens, 


809 


dat  de  tegenwoordige  Terklaring  te  veel  bevat;  het  blijft 
steeds  hunne  vaste  overtuiging^  dat  bij  zoodanige  ver- 
klaring en  belofte  geenszins  eene  volkomene  instemming 
mag  worden  geeischt  in  leerstellingen,  die  op  den  duur 
onmogelijk  is  en   zulks  wel  het  allerminst  in  onze  dagen. 

Men  bepale  zich  daarbij  tot  den  geest,  het  wezen,  de 
beginselen^  of  hoe  men  het  ook  noemen  moge,  van  Chris- 
tendom en  Protestantisme^  of  wil  men^  vrage  alleen  mede- 
werking tot  bloei  van  het  Godsrijk  in  het  algemeen  en 
van  de  Hervormde  Kerk  in  het  bijzonder.  Geschiedenis 
en  ervaring  toch  hebben  het  geleerd  en  het  is  in  den 
aard  der  zaak  gegrond,  dat  zoodra  het  leerstellig  gebied 
wordt  betreden  en  overeenstemming  daarbij  als  noodzakelijk 
wordt  geeischt  de  éénigheid  des  geestes  verbroken  en  de 
vrijheid  des  gewetens  onderdrukt  wordt. 

Daarom  houde  de  Kerk  zich  buiten  de  reglementering 
en  beoordeeling  van  dogmatische  geschillen,  die  door  de 
wetenschap  en  het  vrije  onderzoek  moeten  worden  beslist 
en  vertrouwe  op  den  geest  der  waarheid  en  der  liefde, 
die  te  midden  van  dien  strijd  steeds  meer  over  eenzijdigheid 
en  dwaling  zal  zegevieren;  zij  drage  zorg,  dat  geen  ern- 
stig ,  oprecht,  waarheidlievend ,  Christelijk  gemoed  om  zijne 
geloofsovertuiging  uitgesloten  en  in  zijne  Christelijke  voor- 
rechten verkort  worde. 

Zij  achten  dit  een  dringende  eisch  inzonderheid  van 
onzen  t^d,  waarin  het  individuëele  zich  zoo  sterk  doet 
gevoelen  en  zoo  krachtig  zich  openbaart  als  misschien 
nimmer  te  voren. 

Zij  meenen ,  dat  dit  geheel  is  in  den  geënt  der  Neder- 
landsehe  Hervormde  Kerk,  die  verklaard  heeft,  dat  wij 
daarom  Christenen  genoemd  worden ,  omdat  wij  de  zalving 
van  Christus  deelachtig  zijn,  die  het  krachtig  heeft  uit- 
gesproken dat  op  godsdienstig  gebied  geene  uitspraken 
en  besluiten  van  Kerkvergaderingen  gelijk  gesteld  mogen 
worden  met  de  waarheid ,  die  boven  alle  is,  en  die  erkende, 
dat  die  waarheid  daarom  vooral  moet  worden  aangenomen, 
omdat  de  Heilige  Geest  zelve  daarvan  in  onze  harten  ge- 
tuigenis geeft. 

Dit  achten  zij  in  den  geest  van  het  Proteètaniisme  ^  dat 
op  het  gebied  van  het  Christelijk  geloof  de  vrijheid  des 
gewetens  gehandhaafd  worde  en  men  zich  in  geloofszaken 
tegen  alle  menschelijk  gezag  verzet. 

Dit    is  volgens  hunne  diepe  overtuiging  het  wezen  vau 


310 


liet  oorspronkelijke  Christendom,  dat  nu  eenmaal  als  gods- 
dienst des  geestes  vrijheid  en  zelfstandigheid  van  overtuiging 
eischt;  de  aanbidding  van  God  in  geest  en  waarheid  is 
door  Christus  zelve  gewild;  met  al  den  ernst,  die  in  hem 
was  heeft  hij  uitgesproken ,  dat  in  zijn  rijk  geen  uiterlijke 
macht  en  uitwendig  gezag  heersdiappij  mag  voeren,  maar 
dat  de  eerste  in  zijn  rijk  zal  zijn ,  die  de  meeste  is  in 
dienende  zelfopofferende  liefde.  Dat  is  na  eenmaal  zijn 
roem  en  zijn  heerlijkheid  tegenover  andere  Godsdiensten; 
wie  dat  wezen  van  het  Christendom  aantast  berooft  het 
onzes  inziens  van  zijne  schoonste   kroon. 

Van  de  verschillende  wijzigingen,  die  voorgesteld  en  U 
in  dit  rapport  zijn  med^edeeld,  komt  ons  de  laatste  het 
meest  aanbevelingswaardig  voor;  zij  is  de  kortste  en  een- 
voudigste ;  niet  dat  wij  veel ,  wat  wij  in  de  anderen  vinden 
op  zich  zelve  zouden  afkeuren;  integendeel  ook  wij  spreken 
gaarne  van  geest  en  beginselen,  ook  wq  schatten  het 
Evangelie  hoog;  maar  omdat  eene  treurige  ervaring  ons 
heeft  geleerd,  dat  deze  verhevene  zaken  slechts  genoemd 
behoeven  te  worden  om  als  een  aanleiding  het  verschil 
▼an  opvatting  te  dienen. 

Daarenboven  achten  wij  de  door  ons  aanbevolene  ver- 
klaring en  belofte  alleszins   voldoende. 

Immers,  zij  die  tot  de  Evangeliebediening  worden  toe- 
gelaten ,  zijn  lidmaten  der  Hervormde  Kerk.  Zij  moeten 
dit  meer  dan  twee  jaren  zijn  geweest;  zij  hebben  das 
vroeger  belijdenis  des  geloofs  afgelegd;  zij  zijn  eens  als 
lidmaten  der  Hervormde  Kerk  aangenomen;  zij  hebben 
toen  beloofd,  tot  den  bloei  van  het  Godsrijk  i»  het  al- 
gemeen en  van  de  Nederlandsche  Kerk  in  het  bijssonder, 
met  opvolging  van  hare  verordeningen  naar  hun  vermogen 
volijverig  mede  te  werken.  Zij  moeten  buitendien  over- 
leggen een  getuigschrift  van  zedelijk  gedrag  afgegeven  door 
de  Kerkelijke  Hoogleeraren,  en  eene  kerkelijke  attestatie, 
mede  inhoudende,  dat  de  examitjandus  meer  dan  twee 
jaren  lidmaat  is  van  de  Hervormde  Kerk. 

Door  hunne  wetenschappelijke  opleiding  gedurende  een 
reeks,  van  jaren ,  door  hunne  volbrachte  studiën ,  door  te 
voldoen  aan  al  de  eischen  in  het  Reglement  op  het  examen 
ter  toelating  tot  de  Evangeliebediening  voorgeschreven, 
hebben  zij  getoond  de  vereischte  bekwaamheid  te  bezitten, 
om  als  Evangeliedienaren  te  kunnen  optreden. 

In    hun    meer  dan   tweejarig  lidmaatschap,  in  de  door 


311 


beo  overgelegde  kerkel^ke  attestatie  en  bet  getuigschrift 
van  goed  gedrag  en  in  hun  voor  een  der  Provinciale 
Kerkbesturen  afgelegd  voldoend  examen^  in  verband  met 
hunne  voorbereidende  wetenschappelijke  opleiding,  heeft 
men  dus  den  noodigen  waarborg  dat  geene  onwaardigen  tot 
de  Evangeliebediening  worden  toegelaten. 

Wanneer  zij  dan  nog  daarbij  oprechtehjk  verklaren  en 
heioven  dat  zij  in  die  Evangeliebediening  werkzaam  zullen 
zijn  overeenkomêiig  hunne  roeping  ^  dat  zij  het  doen  zullen 
met  ijver  en  trouw;  dat  zij  zullen  blijven  behartigen  de 
belangen  van  het  Godsrijk  en  die  der  Nederlandeche  Her- 
vormde Kerk,  dat  zij  het  doen  zullen  met  opvolging  harer 
verordeningen  en  dat  zij  het  doen  zullen  naar  hun  vermogen^ 
wij  herhalen  het ,  dan  komt  het  ons  voor ,  dat  zulk  eene 
verklaring  en  belofte  alleszine  voldoende  mogen  worden 
geacht. 

Ofschoon  het  door  adressanten  niet  is  verzocht,  meenen 
wij  echter  U  tevens  te  moeten  voorstellen,  om  de  ver- 
klaring en  belofte  van  godsdienstonderwijzers  in  art.  19 
van  het  Begl.  op  het  Godsdienstonderwijs  in  den  zelfden 
geest  te  wijzigen  ,  en  die  verklaring  aldus  te  doen  luiden  : 
/^Wij  ond^geteekenden ,  bij  het  Classicaal  Bestuur  van 
(de  Waalsche  Commissie)  geëxamineerd  en  toe- 
gelaten tot  het  geven  van  Godsdienstonderwijs,  verklaren 
bij  deze  oprechtelijk  en  beloven ,  dat  wij  daarin  overeen- 
komstig onze  roeping  met  ijver  en  trouw  zullen  werkzaam 
zijn  en  de  belangeii  van  het  Godsrijk  en  die  der  Neder- 
landsche  Kerk  met  opvolging  harer  verordeningen  naar 
vermogen  zullen  blijven  behartigen.^^ 

Eindelijk,  al  kan  het  overbodig  geacht  worden ,  meenen  wij 
u  toch  te  moeten  doen  opmerken,  dat  ook  dit  laatste  voorstel 
alleen  van  de  beide  eerste  onderteekenaars  van  dit  rapport 
uitgaat  en  de  beide  andere  leden  om  dezelfde  redenen  zich 
bieraiede  niet  kunnen  vereenigen. 

J.  Alingh  Peins. 

G.   VAN   DüYL  Q.Wz. 

G.  W.  VAN  Eerde. 
Mb.  e.  de  Man  Ez» 

Het  rapport  wordt  voor  nadere  inzage  der  leden  ter 
tafel  gelegd. 


312 

De  behandeliiig  van      De  behandeling  van   het  Eegleinent  op  Ae    kerspelvor- 

kcw^elvorrain*   ""^'ten  °™^"^    ^°^^*^    VOOrtgezet. 

eiudrgeWa'^U^^  Op  a^t.  11,  dat  thans  aan  de  orde  is,   wordt  door  den 

waardeiijkevoorlüopige  heer  Segets  het  auiendenïent  ingediend  //aldaar  na  andere 
Sw^'wtiker''    "^^  gemeente"  nog  te  lezen  :  „of  in  eén  ander  kerspel"   Dit 

amendement  wordt  met  twaalf  tegen  zeven  stemmen  goed- 
gekeurd. 

Daarentegen  wordt  met  elf  tegen  acht  stemmen  een  voor- 
stel van  den  heer  Bouwes,  om  in  het  artikel  de  verwij- 
zing naar  de  betrokken  Reglementen,  als  zijns  inziens 
onnoodig ,  weg  te  laten ,  verworpen ,  op  grond  voornamelijk 
dat  die  verwijzing  ook  voorkomt  in  het  Reglement  voor 
de  Kerkeraden ,  waaruit  de  inhoud  van  het  artikel  is  over- 
genomen, en  nu  dit  bij  de  voorloopige  aanneming  geschied 
is,  dat  weglaten  er  van  verkeerd  zou  kunnen  worden  uitgelegd. 

Art.  11  wordt  daarop,  behoudens  de  aangenomen  aan- 
vulling onder  lett.  b  zonder  hoofdelijke  stemming  goed- 
gekeurd. 

Tegen  de  bepaling  in  art.  12  omtrent  de  vertegen- 
woordiging der  gemeente  in  haar  geheel  door  den  Groeten 
Kerkeraad  hebben  een  paar  leden  bedenking,  dewijl  zij 
aan  ieder  kerspel  een  geheel  zelfstandig  bestaan  willen 
hebben  toegekend,  waaromtrent  echter  wordt  opgemerkt ^ 
dat  zulks  in  strijd  zoude  konoen  met  het  aangenomen 
beginsel  om  de  eenheid  der  gemeente  te  behouden.  Tegen 
den  overigen  inhoud  van  het  artikel  worden  geen  beden- 
kingen gemaakt^  zoodat  het  artikel  met  zeventien  t^en 
twee  stemmen  wordt  goedgekeurd. 

Art.  18  wordt  zonder  hoofdelijke  stemming  goedgekeurd 
met  opneming  in  de  tweede  alinea  naar  voorstel  van  den 
heer  Boutoes  na  //bescheiden"  van  de  woorden  „aan  den 
Groeten  Kerkeraad  of," 

artt.  14  en  15  worden  insgelijks  goedgekeurd,  behou- 
dens wegneming  van  de  tweede  alinea  in  eersl^noemd 
artikel , 

art.  16  wordt  met  algemeene  stemmen  op  een  na  even- 
eens goedgekeurd, 

art.  17  wordt  ook  goedgekeurd,  nadat  op  voorstel  van 
de  heeren  Segers  en  Bruna  met  algemeene  stemmen  op 
twee  na  er  de  woorden  „in  het  belang  der  kerspelen" 
uit  verwijderd  waren,  als  onnoodig,  dewijl  hier  de  rege- 
ling aan  den  Groeten  Kerkeraad  wordt  opgedragen,  en  tot 
verkeerde   uitlegging  kunnende   leiden. 


313 


Na  artikel  17  wil  de  heer  van  Laherveld  als  nieaw 
artikel  het  volgende  opgenomen  hebben : 

yDe  goederen  en  fondsen  der  diaconie  of  hunne  inkom- 
sten ^  alsmede  de  fondsen  en  eigendommen  die  aan  de 
gemeente  behooren ,  voor  zoover  die  onder  het  beheer  of 
toezicht  van  den  Kerkeraad  zijn ,  kunnen  door  de  kerspelen 
onderling  worden  verdeeld^  doch  niet  dan  onder  goed- 
keuring van  het  Provinciaal  Kerkbestuur^  op  voordracht 
van  het  Classicaal  Bestuur. 

En  dan  na  art.  24  te  doen  lezen: 

j/Waar  de  kerkelijke  en  diaconale  goederen  en  fondsen , 
alsmede  goederen  en  fondsen  aan  de  gemeente  behoorende , 
die  onder  het  beheer  of  toezicht  van  den  Grooten  Kerke* 
raad  zijn ,  volledig  en  wettig  zijn  verdeeld ,  kunnen  de 
onderscheiden  kerspelen  als  gemeenten  worden  erkend  onder 
de  voorwaarden^  in  het  Syn.  fieglement  op  de  erkenning 
van  nieuwe  gemeenten  vastgesteld. 

//In  genoemd  reglement  worde  dan  bij  art.  1  opgenomen 
door  toekenning  van  een  zelfstandig  bestaan  aan  kerspelen/' 

Daar  met  de  aanneming  van  dit  voorstel ,  naar  ook  de 
heer  van  Laherveld  toestemt^  een  nieuw  beginsel  in  het 
Reglement  zou  worden  opgenomen ,  blijft  het  buiten  behan- 
deling. 

De  beer  van  Laierveld  stelt  thans  echter  voor  als  nieuw 
artikel  op  te  nemen : 

ffDe  inkomsten  der  diaconie  kunnen  door  den  Qrooten 
Kerkeraad  op  verzoek  van  het  coUegie  van  diakenen  onder 
de  kerspelen  naar  evenredigheid  hunner  behoefte  worden 
verdeeld. 

/7  Hetzij  eene  verdeeling  van  de  inkomsten  der  diaconie 
overeenkomstig  al.  1  al  of  niet  plaats  hebbe,  kan  het 
coUegie  van  diakenen  zich  voor  de  armverzorging  in  de 
onderscheidene  kerspelen  der  gemeenten  in  afzonderlijke 
collegiën  splitsen  onder  goedkeuring  van  den  Grooten 
Kerkeraad." 

Ook  dit  voorsiel  wordt  door  de  meeste  leden  in  strijd 
geacht  met  het  aangenomen  beginsel ,  dat  de  diaconale  arm- 
verzorging  voor  geheel  de  gemeente  één  zou  blijven  tot 
het  einde  als  in  de  memorie  van  toelichting  reeds  werd 
aangeduid.  De  door  den  heer  van  Laierveld  aangevoerde 
grond  voor  zijn  voorstel^  dat  diakenen  in  hunne  betrekking 
de  geestelijke  belangen  behartigen  en  hierin  de  zienswijzen 
uit   den  aard  der  zaak  zullen  uiteenloopen  wordt  niet  aan- 


314 


nemeUjk  geacht,  dewijl  volgens  art.  11  onder  m  de 
zorg  voor  de  geestelijke  belangen  der  armen  aan  den  Kerke- 
raad  van  ieder  kerspel  is  opgedragen.  Ook  meent  men  dat 
op  het  gebied  der  armverzorging  geene  partijdigheid  mag 
worden  aangenomen,  en  het  voor  de  onderlinge  toenade- 
ring bevorderlijk  geacht,  dat  hier  zamen werking  van  de 
verschillende  kerspelen  plaats  hebbe.  Het  voorstel  van  den 
heer  van  Lakervdd  wordt  dan  ook  met  vijftien  tegen  vier 
stemmen  verworpen. 

Artt.  18 — 21  worden  achtereenvolgens  goedgekeurd, 
art.  19  dns  veranderd,  dat  het  luidt  /f Ter  voldoening  aan 
art.  19  van  het  Beglement  voor  de  Kerkeraden  wordt  enz. 
en  art.  20 :    //De  gezamenlijke  predikanten    regelen  enz. 

Tegen  art.  22  wordt  vooral  deze  bedenking  iogebragt, 
dat  predikanten,  die  zich  bij  geen  kerspel  willen  voegen 
omdat  zij  zich  geroepen  achten  hunne  zorg  tot  geheel 
de  gemeente  uit  te  strekken,  hier  gedwongen  worden  om 
zich  voor  het  eene  of  andere  kerspel  te  bepalen,  en  dat 
ook  in  groote  gemeenten,  waar  meerdere  predikanten  bij 
voorkeur  bij  hetzelfde  kerspel  wenschen  werkzaam  te  zijn, 
de  overblijvende  predikanten  van  het  eerste  kerspel  te  zeer 
bezwaard  zullen  worden.  Bij  de  bespreking  dezer  bezwaren 
wordt  toegestemd,  dat  ze  niet  ongegrond  zijn  te  achten, 
maar  tevens  opgemerkt,  dat  ze  tijdelijk  slechts  moeijelijk- 
heid  zallen  kunnen  baren,  daar  ze  bij  geregelde  werking 
van  het  reglement  van  lieverlede  zullen  worden  opgeheven, 
terwijl  aan  de  redactie  van  het  artikel,  zoo  als  het  door 
de  Commissie  gesteld  is ,  nog  de  voorkeur  gegeven  wordt 
boven  die  van  het  voorloopig  aangenomen  artikel,  waar 
de  overgang  van  den  predikant  tot  een  kerspel  van  des 
zelfs  uitnoodigiug  afhankelijk  wordt  gemaakt ,  en  de  positie 
van  den  predikant,  die  geen  uitnoodiging  ontvangende  bij 
het  eerste  kerspel  zou  blijven,  veelal  onhoudbaar  zou  wor- 
den. Het  artikel  wordt  na  gehouden  beraadslaging  met 
zestien  tegen  drie  stemmen  goedgekeurd. 

Op  art.  28  wordt  door  den  heer  van  Duyl  het  amende- 
ment ingediend,  om  daar  voor  //predikbeurt'^  te  lezen 
//bij  voorkeur  Zondag  voormiddagbeurt'\  Wegens  verschil 
van  gevoelen  over  de  aannemelijkheid  van  dat  voorstel, 
daar  verscheiden  leden  de  regeling  der  zaak  aan  onder- 
ling overleg  willen  hebben  overgelaten ,  wordt  het  amen- 
dement in  stemming  gebragt  en  met  twaalf  tegen  zeven 
stemmen  aangenomen.  Met  den  hoogleeraar  Ooaszen  stem- 


316 


den  er  voor  de  heeren  Overman,  van  Lakerveld,  van  der 
Veen ,  Kronenberg,  B4^huyzen,  van  der  Hoeve,  van  Dut/l, 
Jane,  Alingh  Piiiia,  Bruinmld  Biedel,  Dikema  en 
de  PreeidenL  Met  den  hoogleeraar  Laeonder  en  den 
Secreéariê  stemden  tegen  de  heeren  de  Man,  van 
Eerde,  Segerê ,  van  den  £r andeier,  Westrik,  Bruna  en 
Bouwee. 

Behoudens  deze  wijziging  wordt  art.  28  goedgekeurd, 
terwijl  uit  al.  2  de  , woorden  //in  gemeenten  met  meer  dan 
ééne  predikantaplaats'^  worden  we^enomen. 

Hierna  stelt  de  heer  van  Laierveld  voor  als  nieuw  arti< 
kei   op  te  nemen : 

f/Het  in  art.  23  al.  1  bepaalde  geschiedt  ook  in  ge- 
meenten met  een  predikant ,  indien  dit  bij  den  Kerkeraad 
wordt  aangevraagd  door  minstens  twee  vijfden  van  de  stem- 
geregtigde  leden  der  gemeente,  schriftelijk  en  onderteekend , 
onder  verklaring,  dat  zij  dat  voor  de  bevrediging  hunner 
christelijk  godsdienstige  behoeften  noodig  achten/^ 

Hierbij  wil  de  heer  Segers  nog  gelezen  hebben^  waar- 
mede ook  de  heer  van  Laierveld  zich  vereeuigt: 

//In  deze  beurten  kunnen  Doop  en  Avondmaal  bediend 
worden  en  kan  ook  bevestiging  van  lidmaten  plaats  hebben.^' 

Beide  voorstellen  vinden  bij  een  groot  aantal  leden  warme 
ondersteuning,  omdat  het  te  gemoet  komt  aan  de  beden- 
king dat,  nu  de  gemeenten  met  een  predikant  niet  in  het 
Beglement  zijn  opgenomen ,  velen  verstoken  zullen  blijven 
van  de  gelegenheid  om  bevrediging  van  hunne  godsdien- 
stige behoeften  te  verkrijgen.  De  bezwaren  door  een  paar 
leden  er  tegen  iugebragt  zijn  hoofdzakelijk,  dat  de  voor- 
stellen in  strijd  komen  met  het  beslqit  der  vergadering 
om  in  bedoelde  gemeenten  vooralsnog  geen  kerspel  vorming 
in  te  voeren  en  ze  voor  dit  Ileglement,  als  slechts  op 
kerspel  vorming  betrekking  hebbende,  niet  passen  en,  als 
inbreuk  makende  op  de  regten  van  den  predikant  der  ge* 
meente,  ook  eene  bron  van  onoverzienbare  moeijelijkheden 
zouden  scheppen ,  die  de  orde  en  rust  en  de  geestelijke 
belangen  in  bedoelde  gemeenten  geenszins  zouden  bevorde- 
ren. Daar  sommige  leden  iutusschen^  die  om  genoemde 
redenen,  de  voorstellen  ondersteunen,  in  twijfel  staan  of 
het  daarvoor  vereischte  nieuwe  artikel  aanstonds  zou  kun- 
nen worden  vastgesteld,  geeft  de  President  in  overweging^ 
dat  punt  nog  in  het  midden  te  laten,  en  eerst  de  voor- 
stellen in  stemming  te  brengen  om  vervolgens  te  beslissen^ 


316 


of  het  nieuwe  artikel  aanstonds  in  het  Begleinent  kan  wor- 
den opgenomen^  dan  of  het  afzonderlijk  aan  de  conside- 
ratien  der  Provinciale  Kerkbesturen  en  Classicale  Vergade- 
ringen zal  onderworpen  worden^  zoodra  bet  Reglement  de 
goedkeuring  van  de  leden  der  Provinciale  Kerkbesturen 
moge  verkregen  hebben  en  derhalve  uitgevaardigd  zal 
worden. 

De  voorstellen  worden  hierop  gezamenlijk  in  stemming 
gebragt  en  naar  de  adviezen  der  Hoogleeraren  en  van  den 
Secretarie  met  algemeene  stemmen  aangenomen  op  twee 
stemmen  na,  van  de  heeren  van  Berde  en  Douwes,  die 
er  zich  tegen  verklaarden. 

Thans  komt  de  vraag  in  overweging  of  het  nieuwe 
artikel,  dat  tevens  eene  verandering  van  het  reeds  goed- 
gekeurde artikel  5  zal  vereischen ,  namelijk  dat  in  alle 
gemeenten  een  lijst  van  stemgeregtigden  wordt  opgemaakt, 
in  het  Beglement  zal  worden  opgenomen ,  dan  daarop  nog 
de  Kerk  zal  worden  gehoord.  Tegen  de  opneming  in  het 
Reglement  hebben  verscheiden  leden  geen  bezwaar ,  omdat 
het  artikel  beantwoordt  aan  hetgeen  volgens  de  considera- 
tiën  door  velen  in  de  Kerk  gewenscht  werd;  anderen 
daarentegen  beschouwen  de  verzending  aan  de  Provinciale 
Kerkbesturen  en  de  Classicale  Vergaderingen  noodzakelijk 
omdat  het  artikel  werkelijk,  als  niet  op  kerspel  vorming 
betrekkelijk ,  op  zich  zelf  staat.  Bij  stemming  wordt  dan  ook 
met  eene  meerderheid  van  dertien  stemmen  tegen  zes  stem- 
men uitgemaakt,  dat  op  het  nieuwe  artikel  met  de  ver- 
andering in  art.  5  de  oonsideratien  zullen  gevraagd  worden , 
met  lastgeving  aan  de  Synodale  Commissie  om  hieraan 
gevolg  te  doen  geven ,  als  zij  het  Reglement  mogt  kunnen 
uitvaardigen.  Voor  de  opneming  in  het  Reglement  advi- 
seerden de  Hoogleeraren  en  de  Secretaria  en  stemden  de 
HH.  de  Man,  van  Eerde,  Segerê,  van  den  Brandeler , 
Weêtrik  en  Bruna.  Alie  overige  leden  stemden  daar  tegen. 

Artt.  24  en  25  worden  zonder  hoofdelijke  stemming 
goedgekeurd. 

Daarna  wordt  geheel  het  Reglement  in  stemming  gebragt 
en  met  veertien  tegen  vijf  stemmen  vastgesteld.  De  hoog- 
leeraar Lasonder  adviseerde  tegen  de  vaststelling,  even 
als  ook  daartegen  stemden  de  heeren  de  Man,  Segers, 
van  den  Brandeler,  fFestrii  en  Bruna,  Met  den  hoog- 
leeraar Gooazen  en  den  Secretarie  stemden  alle  overige 
leden  voor. 


317 

Hierna  maakt  de  heer  Bruna  bedenking,  of  de  vaststel-     Bedenking  van  den 
ling  van    het   Eeijrlement    wel  wettig   zou  kunnen   geacht  ^®®f  ,^''?«^  tegen  de 

j  j  1  *^,  j  .  j       1.        vaststelling    van    het 

worden  nu  door  het  aangenomen  amendement  van  den  heer  Rcdcment  om  de  op- 
Luti  op  art.  2  werkelijk  een    beginsel  er  in    gebragt  is ,  neming  in  art.  2  van 
waarop    de    Kerk  niet  is    gehoord ,    en    waartoe   ook    de  ^®*  v^wtel  van  den 
consideratien ^  naar  zijn  oordeel,  volstrekt  geen  aanleiding 
gaven.  Hij  meent   de  vergadering  hier  opmerkzaam  op  te 
moeten  maken,  om  te  verhoeden ,  dat  de  van  het  Reglement  te 
voorziene  tegenstand  een  wapen  te  meer  verkrijgen  zal  in  de 
zijns  inziens  bestaande  onwettigheid.  Daarbij  doet  de  heer 
Bruna  nog  opmerken,  dat  door  de  aanneming  van  het  amen- 
dement Luti  wel  het  verkrijgen  van  een  kerspel  voor  eene 
minderheid  veel  gemakkelijker  geworden  is ,  maar  met  mis- 
kenning van  het  in  het  voorloopig  aangenomen  Reglement 
aan  de   meerderheid    verbleven  regt. 

Bij  de  hiervoren  gevoerde  beraadslagingen  deelen  som- 
mige leden  in  de  bedenking  van  den  heer  Bruna,  doch 
wordt  door  andere  leden  de  gegrondheid  daar^^n  geenszins 
toegegeven,  omdat  het  amendement  van  den  hq^  Luü  slechts 
de  wijze  van  uitvoering  betreft  en  daardoor  werkelijk  te 
gemoet  is  gekomen  aan  de  bezwaren  van  vele  Kerkbesturen 
en  Classicale  Vergaderingen  de  moeijelijkheid  der  uitvoe- 
ring betreffende,  terwijl  aan  de  Provinciale  Kerkbesturen 
de  beoordeeling  verblijft,  of  de  Synode,  die  hierin  naar 
eigen  oordeel  het  Reglement  verbeterd  heeft,  ten  deze 
onwettig  zou  gehandeld  hebben ,  en  die  Besturen  in  deze 
te  beslissen  hebben. 

De   stemming  over  dit  punt   wordt  intusschen  om  het     Sluiting  van  de  der- 
ver gevorderde  uur  tot  morgen  verdaagd.  Hiermede  wordt  **^®*®  zittmg. 
de  zitting  gesloten. 

J.  J.  L.  Luti,  President. 


EEN  EN  DERTIGSTE  ZITTING. 


Donderdag  den  268ten  Augustus  1880. 


en 


Opening  van  de  een      Na  openiDg   der  zitting  worden  de  notulen  der  zitting 
dertigste  ritting.    yan  gisteren  gelezen  en  goedgekeurd. 


Besluit  tot  vaststel-  Thans  tot  stemming  overgegaan  over  de  uit  de  gisteren 
ling  van  het  Regie-  overwogen  bedenking  van  den  heer  Bruna  ontstane  vraag, 

voming  ondanrt  °^  ^""^  Vastgestelde  Heglement  op  de  kerspelvorming  met  be- 

daartegendoor  denheer  houd  vau  de  door  het  amondement-Zyti^f  ingebragte  verande- 

Bntna  gemaakte  be-  ringen  aan  de  stemming  der  leden  van  de  Provinciale  Kerkbe- 

^^  *°^*  sturen,  behoMens  de  door  de  Commissie  nog  voor  te  dragen 

eindredactie,  onderworpen  zal  worden  ,  dan  of  op  die  verande- 
ringen nog  de  Kerk  zal  worden  gehoord,  besluit  de  vergadering 
tot  het  eerste  met  elf  tegen  acht  stemmen.  Overeenkomstig 
de  adviezen  van  den  hoogleeraar  Oooszen  en  den  Secretarie 
stemden  daarvoor  de  heeren  Overman,  van  der  Veen, 
Kronenberg^  Boodkuyzen,  van  der  Hoeve ,  van  Dnyl, 
Jans,  Aüngh  Prins,  Bruinwold  Riedel,  Dikema  en  de 
President,  Voor  het  alsnog  op  gemelde  veranderingen  hooren 
der  Kerk  adviseerde  de  hoogleeraar  Lasonder  en  stemden 
de  heeren  de  Man,  van  Eerde,  Segers,  van  den  Brande- 
Ier ,   Westrik ,  Bmna,   Douwee  en  van  Lakerveld. 

Verschillende  voor-  Aan  de  Orde  is  gesteld  het  in  de  zitting  van  20  Augns- 
stellen  betreffende  art.,  tus  nog  door  den  heer  Roodhuyzen  ingediende  voorstel 
ment^^op  ^hrt  ^'^s^  betrekkelijk  art.  38  van  het  Reglement  op  het  Godsdienst- 

dienstonderwij8,vande  onderwijs. 

heeren    Roodhuyzen,      Daarbij   brengt  de  hoogleeraar  Oooszen  zijn  in  de  zitting 
iiZrüi'behaL^ng  ^»"   ^^  Augustus  aangekondigd  voorstel  tot  schrapping  van 
en  beslnit  ten  slotte  al.  5  van  dat  artikel  ter  tafel, 
naar  een  op  laatstge-      Dg  President  dient  het  voorstel  in   om   achter   art.  88 

uoemd  voorstel  inge-  n  •  i*  x        i     i 

diend  amendement  van  deze   nieuwe  alinea  te  plaatsen  : 

den  heer  van  den  //Kerkeraden,  die  zich  door  de  bepalingen  van  alinea 
Brandeier  tot  veran-  5  bezwaard  gevoelen ,  Zijn  bevoegd  andere  bepalingen  te 
lennga  nog  van  a.     j^j^^gjj  ^  onder    verpligting   deze  mede  te  deelen   aan    hel 


319 


Classicaal  Bestuur.  Predikanten  die  in  het  bezwaar  van 
hunnen  Kerkeraad  niet  deelen ,  zijn  alsdan  bevoegd ,  insge- 
lijks onder  mededeeling  aan  het  Olassicaal  Bestuur^  tot  het 
onderzoek  en  de  aanneming  over  te  gaan  in  tegenwoordig- 
heid van  een  of  meer  stemgeregtigde  leden  der  gemeente 
ter  hunner  keuze,  bij  voorkeur  oud-ouderlingen^  als  ge- 
tuigen/' 

De  hoogleoraar  Oooszen  geeft  rekenschap,  waarom  hij, 
gelijk  hij  vóór  de  behandeling  van  het  Reglement  op  de 
kerspelvorming  reeds  aan  had  gekondigd,  zijn  voorstel  weder 
onveranderd  ter  tafel  brengt.  Hij  is ,  even  als  hij  van  zijne 
medeleden  vertrouwt,  er  diep  van  doordrongen,  dat  er 
iets  moet  gedaan  worden  om  aan  den  strijd  over  art.  38 
een  bevredigend  einde  te  maken,  en  meent  alsnog,  ook 
omdat  het  Reglement  op  de  kerspel  vorming  in  veler  behoeften 
zal  voorzien,  in  zijn  voorstel  een  daarvoor  afdoend  middel 
te  vinden ,  dat  van  decentralisatie.  De  bedenkingen ,  tegen 
het  overbrengen  der  zaak  naar  de  Kerkeraden  ingebragt, 
acht  hij  niet  overwegende ,  daar  in  de  voorai^gaande  artikelen 
duidelijk  genoeg  omschreven  is,  waar  het  voor  de  aan- 
neming Tan  lidmaten  vooral  op  aankomt,  en  in  de  rege- 
ling van  hetgeen  daartoe  nog  behoort  de  Kerkeraad  aan 
den  letter  en  den  geest  d^  wet  gebonden  is,  terwijl  hij 
zoo  hij  daarvan  afwijkt  daarover  door  hooger  Bestuur  kan 
worden  teregt  gewezen,  dat  bij  ontstaan  geschil  naar 
de  bestaande  Reglementen  te  beslissen  heeft.  Hij  doet 
ook  opmerken  dat  de  modernen  door  het  behoud  der 
alinea  5,  waaraan  zij  zich  zoo  zeer  vastklemmen,  weinig 
gebaat  zijn,  door  het  verzet  wat  zich  daartegen  geopenbaard 
heeft. 

De  President  vraagt  daarop  aan  de  Vergadering,  of  zij 
op  haar  besluit  tot  verwerping  van  dat  voorstel  wil 
terugkomen.  Slechts  één  lid  verklaart  zich  daartegen,  zoodat 
tot  het  op  nieuw  in  behandeling  nemen  van  het  voorstel 
besloten   wordt. 

De  heer  Roodhnyzen  meent  dat  door  zijn  voorstel  de 
bestaande  bezwaren  worden  opgeheven.  Het  wil  de  min^- 
derheden  tot  haar  regt  doen  komen,  en  aan  de  meerder- 
heid volkomen  vrijheid  laten  om  bepalingen,  zelfs  ook 
omtrent  de  belijdenis ,  te  maken.  Het  schrappen  van  al. 
5  moet  hij  ernstig  ontraden ,  omdat  de  modernen  daardoor 
hun  regt  van  bestaan  zonden  prijs  geven. 

De    President  meent  dat  moet  worden  toegestemd ,  dat 


320 


al»  5  de  voorname  oorzaak  der  tegenwoordige  verwikke- 
lingen is.  Voor  het  nemen  van  bevredigende  maatr^elen 
daartegen  mag  naar  zijn»  overtuiging  het  tot  stand  komen 
der  kerspelvorming  niet  worden  afgewacht^  zoowel  om  de 
onzekerheid  daarvan  als  omdat,  zelfs  indien  het  voorstel 
van  den  heer  Boodhuyzen  mogt  worden  aangenomen,  zulks 
een  groot  aantal  gemeenten  die  daar  buiten  vallen  niet 
ten  goede  zou  komen.  Doch  tegen  het  prijs  geven  van  al. 
5  zou  hij  groot  bezwaar  maken ,  omdat  daarbij  een  zuiver 
protestantsch  beginsel  ten  grondslag  ligt,  waaraan  hij 
gewetenshalve  gebonden  is.  Hij  wil  echter  het  gewetens- 
bezwaar van  andersdenkenden  tegen  die  alinea  meer  geëer- 
biedigd hebben,  als  een  eisch  der  billijkheid,  en  meent 
dat   daarvoor  zijn  voorstel  aanbeveling  verdient. 

Bij  de  over  deze  voorstellen  gevoerde  beraadslagingen 
zijn  alle  leden  eenstemmig  in  den  wensch,  dat  de  Synode 
nog  een  middel  moge  vinden  om  de  bezwaren  tegen  art. 
38  uit  den  weg  te  ruimen,  doch  loopen  de  gevoelens 
over  de  aannemelijkheid  der  gedane  voorstellen  weder  zeer 
uiteen.  Bijna  algemeen  wordt  in  de  bezwaren  van  den 
President  tegen  het  voorstel  van  den  heer  BoodAuyzen 
gedeeld.  Maar  indien  nu  ook  verscheiden  leden  aan  het 
voorstel  van  den  hoogleeraar  Gootzen  de  voorkeur  geven, 
hebben  vele  andere  leden  daartegen  nog  dezelfde  beden- 
kingen als  vroeger,  dat  het  geen  waarborg  geeft  tegen 
willekeurige  handelingen  van  Kerkeraden ,  en  hun  volkomen 
vrijlaat  aannemelingen  bij  verschil  van  geloofsovertuiging 
af  te  wijzen ,  en  derhalve  de  vroegere  moeijelijkheden ,  die 
men  door  de  invoering  van  al.  &  heeft  trachten  uit  den 
weg  te  ruimen,  zal  doen  terugkeeren.  Daar  zijn  evenwel 
die  de  aanneming  van  het  voorstel  juist  gewenscht  rekenen, 
omdat  het  een  terugkeeren  is  tot  hetgeen  vroeger 
bestond,  en  in  de  gegeven  omstandigheden  het  schrappen 
van  al.  5  eene  noodzakelijkheid  achten,  doch  ook  met 
de  andere  leden  erkennen ,  dat  insgelijks  het  voorstel  van  den 
President  veel  heeft  waardoor  het  zich  aanbeveelt,  vooral 
omdat  het  het  beginsel,  dat  de  aanneming  van  wege  den 
Kerkeraad  geschiedt ,  tot  zijn  regt  doet  komen ,  doch  tevens 
bij  ontstaan  geschil  de  belangen  der  aannemelingen  in 
bescherming  neemt. 

Als  na  deze  algemeene  beschouwingen  over  de  drie 
voorstellen,  het  voorstel  van  den  hoogleeraar  Gooszen  in 
stemming  zal  komen ,  dient  de  heer  van  Laiervéld  daarop 


321 


het  amendement  in ,  ?an  te  bepalen ,  //dat  de  aanneming 
plaats  heeft  ook  in  geval  de  afgevaardigde  ouderlingen 
bezwaar  maken ,  tot  de  aanneming  mede  te  werken/^  Dit 
amendement  wordt  echter  met  dertien  tegen  zes  stemmen 
verworpen. 

Het  voorstel  van  den  Hoogleeraar  Gooszen  wordt  daarna 
op  nieuw  afgewezen  met  twaalf  tegen  zeven  stemmen.  De 
Èaogleeraren  hadden  tot  de  aanneming  geadviseerd  even 
als  thans  ook  de  Secretaria.  Daarvoor  stemden  verder  de 
heeren  de  Man,  van  Eerde,  Segera ,  van  den  Brandeler , 
Weitrik,  Bruna  en  Douwes,  Tegen  steraden  de  heeren 
Overman y  van  der  Veen,  Kronenberg,  Roodhuyzen,  van 
der  Hoeve,  van  Duyl,  Jans,  Alingh  Prins,  Bruintoold 
Riedel,  Likema,  van  LaTcerveld  en  de  President, 

Intusschen  had  de  heer  RoodAnyzen  zijn  voorstel  dus 
gewijzigd :  dat  art.  38  van  het  Reglement  op  het  Gods- 
dienstonderwijs worde  gelezen,  voor  het  geval  het  voor- 
gestelde Reglement  op  de  Kerspelvorming  door  de  leden 
der  Provinciale  Kerkbesturen  wordt  goedgekeurd  :  //De  aan- 
neming der  nieuwe  lidmaten  geschiedt  van  wege  den 
Kerkeraad ,  wanneer  er  geen  afdoende  bezwaren  bestaan 
tegen  het  zedelijk  gedrag,  de  kennis  en  de  geloofsbelijdenis 
van  de  aannemelingen/' 

Daar  echter  het  voorstel  van  den  President  eerst  in 
stemming  moet  komen,  stelt  de  hoogleeraar  Lasonder  voor 
het  tweede  gedeelte  daarvan  dus  te  doen  luiden : 

//De  predikanten,  die  zich  bezwaard  gevoelen  door  de 
bepalingen  des  Kerkeraads  kunnen  tot  het  onderzoek  en 
de  aanneming  overgaan,  enz/^ 

De  President  verklaart  dat  amendement  wel  te  willen 
overnemen.  Doch  nu  stelt  de  heer  van  den  Brandeler 
voor  al.  5  van  het  Reglement  dus  te  lezen.  De  Kerkeraad 
kan  nadere  bepalingen  omtrent  de  aanneming  van  lidmaten 
maken,  onder  verpligting  van  deze  mede  te  deelen  aan 
het  Classicaal  Bestuur.  Predikanten^  die  zich  met  deze 
regeling  niet  kunnen  vereenigen  zijn  alsdan  bevoegd,  zoo 
als  het  in  het  amendement  van  den  President  luidt,  ins- 
gelijks onder  mededeeling  aan  het  Classicaal  Bestuur  tot 
het  onderzoek  en  de  aanneming  over  te  gaan  in  tegen- 
woordigheid  van  een  of  meer  stemgeregtigde  leden  der 
gemeente,  bij  voorkeur  oud-ouderlingen ,  als  getuigen.^* 

Dit  amendement  van  den  heer  van  den  Brandeler 
verwerft  den  bijval  der  geheele  Vergadering.  Ook  de  leden 

21 


822 

die  op  het  behoud  van  alinea  5  prijs  stelden^  oordeelen 
daaraan  hunne  stem  te  kunnen  geven ,  omdat  het  voldoende 
waarborg  geeft,  dat  er  wegens  verschil  van  geloofsover- 
tuiging geene  afwijzing  van  aannemelingen  zal  plaats  hebben  : 
een  lid  voegt  zich  daarbij,  ondanks  de  bij  hem  nog 
blijvende  bezwaren.  Het  amendement  wordt  alzoo  met  al- 
gemeene  stemmen  aangenomen,  en  besloten  al.  5  dus 
veranderd  aan  de  consideratiën  der  Provinciale  Kerk- 
besturen en  Classicale  Vergaderingen  te  onderwerpen. 

Vaststelling  van  de  Hierna  worden  de  betrekkelijk  de  kerspel  vorming  voor- 
rhet^SSLTse!  lo«Pig  aangenomen  veranderingen  in  het  Algemeen  Eegle- 
giement  en  in  bijzon-  ment  en  in  sommige  bijzondere  Reglementen  in  behandeling 

dcre  Reglementen  ge-  genomen. 

SlC.rd'tX      Naar    het  door  de  Commissie  bij   monde  van  den  heer 
visie.  Bruna  gegeven  advies,  worden  nog  onder  de  veranderingen 

in  het  Algemeen  Eeglement  opgenomen,  te  lezen  in  art. 
20  al.  4  ^gemeenten  of  kerspelen;  in  art.  22  gfot  waar 
kerspelen  zijn  over  dezer  leden;  in  art.  25,  of  van  het 
kerspel;  art.  27  ^yin'^  in  plaats  van //bij";  art.  28  gemeen- 
ten of  kerspelen." 

Deze  veranderingen  worden  met  de  voorloopig  aange- 
nomen veranderingen  in  het  Algemeen  Beglement  met 
eenparigheid  der  zeventien  uitgebragte  stemmen  vastgesteld. 
De  heer  Bruinwold  Riedel  was  reeds  om  huiselijke  om- 
standigheden vertrokken.  De  heer  Bruna  had  toestemming 
verkregen  om  zich  buiten  stemming  te  houden  omdat  hij 
aan  het  vastgestelde  Beglement  zijne  stem  niet  had  kannen 
geven,  daar  hij,  hoewel  voor  het  beginsel  van  kerspel- 
vorming en  daarom  als  lid  der  Commissie  tot  het  inge- 
diende ontwerp  meegewerkt  hebbende,  wegens  de  hierin 
gemaakte  principiële  veranderingen,  er  zich  tegen  had 
moeten  verklaren,  terwijl  de  leden,  die  evenzeer  daar- 
tegen hadden  gestemd,  verklaarden  deze  veranderingen 
te  moeten  goedkeuren  als  verband  houdende  met  het  door 
de  Vergadering  bij  meerderheid  tot  die  vaststelling  ge- 
nomen besluit. 

Ook  de  veranderingen  in  de  overige  bijzondere  B^le- 
meuten  worden  vastgesteld ,  met  opdragt  aan  het  Moderamen 
om  daarin  nog  die  veranderingen  op  te  nemen,  als  het 
na  ingewonnen  advies  der  Commissie  n(^  noodig  zal 
oordeelen. 

Besluit  naar  voorttel      Ook    werd    besloten,    op    voorstel    van    den  heer   van 


823 

Laierveld,    met    het    oog   op    het    geval,    dat    in    den^*^    ^«"  ^^^   "5» 
tijd    van    overgang ,    kerspelen    meer    predikanten  mogten  ^zi^ng  in°  heT  r!^ 
hebben  dan   waarop   zij  aanspraak  kunnen  maken ,  in  art.  glement    op  de  ker- 
1    van    het  B^lement  op  de  Kerspelvorming  nog  als  al.  8p«l^o'^°»>og. 
3    op    te   nemen :  //Het  getal  der   door  een  kerspel  af  te 
vaardigen  ouderlingen   is  gelijk  aan  het  aantal  predikanten, 
waarop  het   regt  heeft^^  en  verder   al.   3   van   art.   23  zoo 
als  door  de  Commissie  was  voorgedragen   te  herstellen. 

Nog  wordt  het  gisteren  door  de  Commissie  voor  de  Het  rapport  betref- 
nieuwe  wetsvoorstellen  bij  monde  van  den  heer  ^^«*«^*  Rg^fe^nt  ^^  o *^  h^ 
Prins  uitgebragie  rapport  in  behandeling  genomen,  rakende  examen  ter  toelating 
de  verlangde  verandering  van  art.  27  van  het  Reglement  to*  .^o  Evangeiiebe- 
op  het  examen   ter  toelatig  tot  de  Evangeliebediening.       Hngj^fe  tydighcra^der 

In    de    eerste    plaats    wordt    als  punt  van   overweging  verandering  van  bet 
gesteld ,    of  het   tijdig  zij  voorstellen  tot  verandering   van  ^^^^^  door  de  meer- 
genoemd   artikel    ter    hand  te  nemen.  Verscheiden    leden  ar^terdêre^'beS 
vinden  met  de  heeren  van  Eerde  en  de  Man ,  leden  der  slagingen    tot    eene 
Commissie,  bezwaar   om  deze    vraag  toestemmend  te  be- ^*®" *^***°8 ^*^'^**8d- 
antwoorden,   omdat  zij  na  het  straks   genomen  verzoenend 
besluit    omtrent    de    aannemingskwestie    het    niet    gepast 
achten  tot  eene   verandering   over  te  gaan ,  die  een  nieuwe 
twistappel    in  de  Kerk  dreigt   te  werpen,  terwijl  enkelen 
hunner    in    geen    geval    verandering    van   het  artikel  ge- 
wenscht  achten. 

Vele  andere  leden  verklaren  daarentegen  zich  met  de 
beschouwingen  van  de  heeren  Alingh  Prins  en  van  Dut/l, 
de  overige  leden  der  Commissie ,  ten  deze  te  vereenigen , 
uit  aanmerking  ook  dat  de  aannemingskwestie  eene  andere 
is  dan  hier  geldt  en  de  gemaakte  bezwaren  van  ontijdig- 
heid wegvallen,  als  het"  der  Synode  evenzeer  moge  ge- 
lukken  eene  algemeen^  bevredigende  formule  te  vinden. 

Na  gehouden  beraadslaging  wordt  de  in  behandeling 
neming  van  voorstellen  tot  verandering  van  het  artikel 
wel  tijdig  verklaard  en  alzoo  besloten  met  de  behandeling 
van  het  rapport  voort  te  gaan.  Dus  werd  besloten  met 
tien  tegen  acht  stemmen.  Daarvoor  stemden  de  heeren 
Overman^  Kronenberg  RoodAuyzen,  van  der  Hoeve^  van 
Duyl,  Jans,  Alingh  Prins,  Biiema,  van  Lakerveld  en  de 
President,  tegen  de  adviezen  der  Hoogleeraren  en  van  den 
Secretaris  en  de  stemmen  der  heeren  de  Man,  van  Eerden,  van 
der  Veen,  Segers,  van  den  Brandeler,  Wesirik,  Bruna 
en  Douwes. 


324 

Iiitasschen  wordt  bepaald^  op  verzoek  van  den  heer 
Douwes,  als  rapporteur  van  de  Commissie  ter  zake  der 
voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  het  Beglement  op 
het  Hooger  Onderwijs^  dat  de  behandeling  van  het  rap- 
port dier  Commissie  zal  voorgaan ,  uit  hoofde  de  heer 
Douwes  zich  bezwaarlijk  kan  verbinden  om  de  vergade- 
ring  tot  het  einde  bij  te  wonen. 

Sluiting  der  een  en      ^^    vergadering    wordt    hierna    tot   morgen   verdaagd, 
dertigste  zitting.        Waarmede  de  tegenwoordige  zitting  gesloten  wordt. 

J.  J.  L.  LuTiy  Preêident. 


TWEE  EN  DERTIGSTE  ZITTING. 

Yrgdag  den  S7sten  Angustns  1880. 

De  heer  Bruinwold  Riedel  afwezig. 

De    zitting  wordt  door  den   President  geopend;  daarna    opening  der  twee 
worden    de    notulen    der   zitting   van  gisteren  gelezen  en  «n  dertigste  ritting. 
goedgekeurd. 

De  heer  van  Laierveld  geeft  aan  de  vergadering  in  Voorstel  van  den 
overw^ing  om  terug  te  komen  op  haar  besluit  van  gis-  ^^"^  komT^i  d" 
teren  tot  vaststelling  ook  van  de  veranderingen ,  welke  het  vaststelling  van  de  in 
Bedement  op  de  kerspelvorming  ondersaan  heeft  door  de  ^«*  Reglement  op  de 

•  1.x  ji.  j-n'ji>         kerspelvonnidg  bij  art 

aanneming    van    het    amendement   van    den  President  op  2^  5  en  6  opgenomen 
art.  2,  5  en  6,  als  zijnde  daarmede  naar  zijne  beschouwing  principiële  veranderin- 
ten    aanzien   der  wijze  van  uitvoering  een  nieuw  beginsel  ^^  **"*  aangenomen, 
gevolgd,    dat   diep  ingrijpt  in  het  gemeenteleven,  waarop 
de  Kerk  niet  is  gehoond.  Na  eenige  beraadslaging,  waarbij 
het  voorstel   van    den  heer  van  Laierveld  door  sommige 
leden     ondersteund    wordt,  doch  anderen  volharden  bij  de   ' 
voor  de  vaststelling  aangevoerde  gronden ,  ofschoon  daaronder 
ook    zijn,    die    voorzigtigheidshalve    het  hooren  der  Kerk 
op  bedoelde  veranderingen  aanraden,  vraagt  de  President 
of  de  vergadering   op  haar  desbetreffend  besluit  wil  terug- 
komen ,  en    verklaren    zich  daar  elf  leden  voor  en  zeven 
leden  tegen.  Dewijl  hiermede  echter  het  vereischte  tweederde 
der   uitgebragte    stemmen    niet    verkregen    is,   blijft    het 
voorstel  buiten  verdere  behandeling. 

In  behandeling  komt  nu  het  rapport  der  Commissie  De  voorloopig  aan- 
voor  de  veranderingen  in  het  Reglement  op  het  Hooger  genomen  veranderfn- 
Onderwijs,  betrekkelijk  het  aanstellen  van  Kerkelijke  Hoog-  ^^XSr^^^^ 
leeraren  te  Amsterdam.  Daaraan  wordt  geheel  de  overige  w(j8  betrekkelijk  het 
tijd  der  zitting  gewijd.  De  beraadslagingen  gaan  uit  van  aanstellen  van  Kerke- 
de  vraag,  of  aan  het  Comité  te  Amsterdam  eenige  in- ^^ke^ t^^^li*;^^^ 
vloed    op    de  benoeming  van  de  hoogleeraren  zal  worden  behandeling  van  het 


«26 
rapport       behoudeus  toegekend,    maar    leiden    tot  eene  algemeene  besohouwing 

eenige  aanvulling  vast-  iij  ii^-i  ?  i.ij 

gesteld,  met  besluit  o^^r  geheel  de  zaak.  Daarin  komen  de  meeste  leden  over- 
bctrekkeli^k  de  ter  een,  dat  het  aanstellen  van  Kerkelijke  hoogleeraren  bij 
8^f ^"JJ^°f  J^^eko- ^g  Universiteit  te  Amsterdam  eene  gewenschte  zaak  is, 

men   statuten  van  de     .  ,     ,  11.1 

betrokkeuVereenigiug.  i)i6t  slechts  voor  Amsterdam  zelf,  maar  ook  voor  ge- 
heel de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk,  om  de  redenen 
die  daarvoor  ter  buitengewone  vergadering  reeds  werden 
aangevoerd.  Enkele  leden  slechts  zijn  van  oordeel  dat  het 
hier  enkel  een  Amsterdamsch  belang  geldt ,  dewijl  er  voor 
de  opleiding  tot  de  Evangeliebediening  in  onze  Kerk  vol- 
doende gelegenheid  bestaat. 

Doch  even  als  in  de  buitengewone  vergadering  en  bij 
de  Commissie  zijn  de  gevoelens  nu  ook  verdeeld,  of  er 
overwegend  bezwaar  bestaat  om  aan  het  Comité  ssalken 
invloed  op  de  benoeming  van  Hoogleeraren  toe  te  kennen, 
dat  men  door  zijne  voordragt  gebonden  zou  zijn.  Ver- 
scheiden leden  vereenigen  zich  ten  deze  met  de  beschou- 
wingen van  de  meerderheid  der  Commissie ,  anderen  weder 
met  hare  minderheid.  Bij  genen  weegt  inzonderheid  de 
overtuiging  dat  men  langs  geen  anderen  weg  tot  de  uit- 
voering van  art.  1  van  het  Reglement  zal  kunnen  geraken, 
dat  de  billijkheid  vordert  aan  personen  ,  die  zulke  belang- 
rijke offers  brengen  voor  het  tot  stand  komen  daarvan 
eenige  invloed  op  de  benoeming  toe  te  staan,  dat  het 
Kerkregtelijk  bezwaar  alsof  hier  een  coUatie-regt  zou  wor- 
den geschapen  door  hetgeen  de  meerderheid  daaromtrent  in  het 
midden  bragt  vervalt ;  bij  de  andere  leden  weegt  de  meening 
dat  de  Synode  het  regt  aan  de  Commissie  van  voordragt  bij  dit 
Reglement  toegekend  niet  kan  prijs  geven  ter  wille  van  derden, 
noch  de  uitvoering  van  daaromtrent  gemaakte  bepalingen 
van  het  goedvinden  van  derden  afhankelijk  mag  stellen ; 
dat  de  overgelegde  Statuten  niet  beantwoorden  aan  hetgene 
ten  deze  door  de  buitengewone  vergadering  verlangd  is, 
en  hierdoor  de  voor  de  regeling  der  zaak  vereischte  waar- 
borgen ontbreken,  en  dat,  bij  zoo  veel  bezwaren  tegen 
die  regeling  bestaande ,  ook  rekening  moet  gehouden  wor- 
den met  de  bedenkingen  van  vele  Kerkbesturen  en  Clas- 
sicale  Vergaderingen.  Een  lid  van  de  minderheid  vijidt 
vooral  bezwaar,  dat,  terwijl  de  Statuten  door  de  Conn- 
missie  en  de  groote  meerderheid  der  Vergadering  niet 
kunnen  goedgekeurd  worden,  de  zaak  evenwel,  die  naar 
zijn  beschouwing  op  die  Statuten  rusten  moet ,  zoii  worden 
vastgesteld  en  aan  de  eindstemming  der  Kerkbesturen 
onderworpen  zou  worden. 


327 


Daar  tegen  wordt  van  de  andere  zijde  opgemerkt,  dat 
de  betrekkelijke  veranderingen  in  het  Beglement  bij  de 
meerderheid  der  Kerkbesturen  en  ook  bij  vele  Classicale 
Vergaderingen  ondersteuning  hebben  gevonden;  dat  als 
aan  het  Comité  de  verpligting  wordt  opgelegd  om  de  in- 
gezonden voordragt  zelfs  tot  een  twaalftal  aan  te  vullen, 
aan  de  Commissie  van  voordragt  genoeg  ruimte  van  keus 
wordt  gelaten  en  hier  derhalve  van  prijs  geven  van  regt 
slechts  in  beperkten  zin  sprake  kan  zijn;  dat  de  uitvoe- 
ring der  te  maken  bepalingen  niet  van  het  goedvinden 
van  derden  afhankelijk  wordt  gesteld,  daar  van  deze  in- 
tegendeel verlangd  wordt  zich  naar  die  bepalingen  te 
gedragen,  en  dat  de  bezwaren  aan  de  overgelegde  Statu- 
ten ontleend  ten  deze  niet  afdoen ,  daar  ook  de  Commissie  ' 
eenparig  de  goedkeuring  ontraadt,  en  ook  bij  de  vaststelling 
der  veranderingen  de  gelegenheid  overblijft  om ,  gelijk 
hare  meerderheid  voorstelt,  van  het  Comité  verandering  in 
de  Statuten  te  vragen.  Wat  inzonderheid  een  der  hoofd- 
bedenkingen betreft  aan  art.  2  der  Statuten  ontleend; 
men  meent  grond  te  hebben  om  te  verwachten  dat  het 
Comité  bereid  zal  zijn  om  dat  artikel  in  milderen  zin  te 
wijzigen ,  terwijl  men  overigens  van  oordeel  is ,  dat  het 
voor  de  Synode  geen  overwegend  bezwaar  kan  zijn,  toe 
te  laten  dat  de  voordragt  geschiede  in  overeenstemming 
met  de  rigting ,  welke  de  leden  der  vereeniging  voorstaan , 
indien  daarvan  het  tot  stand  komen  der  zaak  afhanke- 
lijk gesteld  wordt,  als  met  den  eisch  der  billijkheid 
overeenkomende,  en  het  in  de  vast  te  stellen  verande- 
ringen slechts  duidelijk  uitkome,  dat  de  Synode  voor 
niet  langer  dan  hoogstens  voor  29  jaren  aan  de  regeling 
omtrent  de  aanstelling  der  hoogleeraren  gebonden  is, 
waardoor  aan  de  principiële  bedenking  tegen  die  regeling 
te  gemoet  wordt  gekomen  en  zij  meer  aannemelijk  wordt 
gemaakt.  Na  deze  hier  slechts  in  hoofdzaak  mede  gedeelde 
beschouwingen  wordt  tot  afzonderlijke  behandeling  der 
veranderingen  overgegaan  naar  het  daarover  door  de  Com- 
missie gegeven  advies. 

De  heer  Douwes  doet  opmerken  dat,  als  in  art.  5  ge- 
sproken wordt  van  de  personen  die  in  de  kosten  van 
het  Onderwijs  voorzien,  hebben  gecursiveerd  voorkomt 
met  het  oog  op  de  mogelijkheid ,  dat  de  vereeniging  na 
verloop  van  29  jaren  zou  kunnen  vernieuwd  worden.  Dit 
wordt  door  de   vergadering  goedgekeurd. 


328 


De  heer  Westrik  stelt  voor,  dat  slechts  een  viertal 
worde  voorgedragen  in  overeenstemming  met  art.  23  van 
het  Reglement,  aangezien  het  ook  hier  eene  eerste  benoe- 
ming voor  Amsterdam  geldt  eii  het  niet  zou  ziju  aan 
te  nemen ,  dat  er  zooveel  geschikte  mannen  zouden  worden 
aangetroffen,  als  naar  het  voorloopig  aangenomeue  noodig 
zou  zijn.  Algemeen  wordt  echter  geoordeeld,  dat  men 
hiervan  niet  afwijken  moet,  in  aanmerking  genomen,  dat 
art.  23  slechts  gesteld  werd  omdat  er  voor  de  eerste 
maal  zoo  vele  hoogleeraren  op  eens  moesten  benoemd 
worden,  en  daarvoor  destijds  toch  zulk  een  groot  aantal  van 
predikanten  zijn  aanbevolen,  dat  er  geen  vrees  behoeft 
te  bestaan,  dat  de  bepaling  van  een  zestal,  des  noods 
voor  een  twaalftal  moeijelijkheid  zal  opleveren,  terwijl  ook 
het  Comité  daartegen  geen  bedenking  gemaakt  heeft.  Het 
voorstel  wordt  met  eenparigheid  van  stemmen  verworpen 
op  de  stem  na  van  den  heer  Westrik  zelven.  Het  artikel 
wordt  nu  in  zijn  geheel  goedgekeurd. 

Wat  daar  nu  verder  door  de  Commissie  vooi^edragen 
wordt  aan  het  artikel  toe  te  voegen,  wordt  achtereen- 
volgens insgelijks  goedgekeurd ,  behalve  de  door  twee  leden 
der  Commissie  voorgestelde  alinea.  //Het  bestuur  dier 
vereeniging  legt  jaarlijks  enz/'  Daarvoor  wordt  naar  een 
amendement  van  den  heer  Segers  de  volgende  alinea  in 
plaats  gesteld  //De  Commissie,  die  de  bedoelde  zes  of 
twaalftallen  opmaakt,  bestaat  uit  lidmaten  der  Hervormde 
Kerk,  die  predikanten  of  andere  gegradueerde  personen 
zijn. 

Het  aldus  aangevulde  artikel  wordt  nu  met  negen  tegen 
acht  stemmen  vastgesteld  om  als  art.  5*  in  het  Reglement 
te  worden  opgenomen. 

Met  de  Hoogleeraren  en  den  Secretaris  stemden  voor  de 
heeren  van  Eerde,  Segers,  van  den  Brandeler ,  Weètrik , 
Bruna,  Dotéwes,  Dikema,  de  Man  en  de  President. 
Tegen  stemden  de  heeren  Overman ,  van  der  Veen ,  Kro- 
nenberg,  SoodAujfzen,  van  der  Hoeve,  van  Duyl,  Jans 
en  Alingh  Prins. 

Aan  den  heer  van  Laierveld  werd  op  zijn  verzoek 
toegestaan  geen  stem  ten  deze  uit  te  brengen. 

Ook  worden  art.  15  al.  2  en  de  nieuwe  alinea  van 
art.  16,  waaromtrent  de  Commissie  niets  heeft  opgemerkt 
na  elkander  vastgesteld,  art.  15  al.  2  gewijzigd  over- 
eenkomstig het  gevoelen  van  de  minderheid  der  Commissie 


329 

• 

ten    einde    voor  de  stipte  uitbetaling  der  jaarwedden  van 
de  hoogleeraren  een  vasten  waarborg  te  hebben. 

Verder  wordt  zonder  hoofdelijke  stemming  besloten, 
de  ingezonden  oonoept-stataten  niet  goed  te  keuren  en 
daarvan  aan  het  Comité  berigt  te  geven,  zoodanig  als 
de  Commissie  heeft  voorgesteld,  maar  tevens  de  Synodale 
Commissie,  als  de  vastg^telde  aanvullingen  en  verande- 
ringen van  het  Reglement  de  goedkeuring  van  de  leden 
der  kerkbesturen  mogen  verkrijgen  en  dientengevolge  uit- 
gevaardigd worden,  gemagtigd  tot  het  onderzoek  van  de 
door  het  Comité  in  te  zenden  gewijzigde  Statuten  ter 
zake  de  volgende  Vergadering  der  Synode  van  berigt  en 
advies  te  dienen. 

Hierna  geeft  de  heer  van  den  Brandeler  der  Vergadering     Motie  van  den  heer 
in    overweging,    in    verband    met   het  verzoenend  besluit  ^f***^'"**^^®'" 
omtrent   de    verandering  van  art.  38  van  het  Reglement  het  verzet  tegen  art. 
op    het    Godsdienstonderwijs    een  buitengewone  maatregel  88  van  bet  Reglement 
te  nemen  in  den  zin  van  zijn  ter  buitengewone  Vergade-  °^«;  ^f  tnfvoT- 
ring    der    Synode,    blz.   160  van  hare  Handelingen   voor- ledige  amnestie  te  be- 
komende, tot  volledige  bevrediging,  als  naar  zijn  oordeel  ^laiten. 
tot    herstelling   van  de  orde  en  rust  te  Dordrecht  ge- 
vorderd   wordt   en    tot    beëindiging  der  aldaar  bestaande 
verwarring  zal  kunnen  leiden.   De  motie  wordt  voorshands 
aangehouden. 

De     Vergadering    wordt    hierop    tot   morgen  verdaagd,     Sluiting  dor  twee  en 
waarmede  de  tegenwoordige  zitting  gesloten  wordt.  ^  igs  e  a  mg. 

J.  J.  L.  LuTi,  Prmdeni. 


DRIE  EN  DERTIGSTE  ZITTING. 

Zatardag  28  Augustus  1880. 

De  heeren  Bruinwold  Riedel,  Douwei ,  de  Man  en  van 
Eerde  afwezig. 

Opening  van  de  Na  opening  der  zitting,  wordt  de  lezing  der  notalen 
drie  en  dertigste  rit-  ^^^   j^  j^-^j^^g  ^^^  gisteren  tot  a.  s.  Maandag  uitgesteld. 

De  behandeling  van  Aan  de  orde  is  op  nieuw  het  rapport  der  Commissie 
27  vJ^^C  Regïlm^t  ^^'  ^®  nieuwe  wetsvoorstellen  ter  xake  der  verandering 
op  het  examen  ter  toe- Van  art.  27  van  het  Beglement  op  het  examen  ter  toe- 
lating tot  de  Evange-  lating  tot  de  Evangeliebediening. 

ï2:?;"iS^^S?n      Op    het  betrekkelijke  voorstel  van  de  heeren  PHn,  en 
}ieesvanLakerveld\/fiivan    Duyl    dient    de   heer    van    Lakerveld   het  volgende 

aanneming  eener  twee-  amendement   in  : 
de  formule;  voorkeur 

door  de  Vergadering      Indien  de  geëxamineerden  in  gemoede  bezwaar  hebbeu, 
!»ven^°*  fo'mnle  ge-  ^^    verklaring  en  belofte  al.  2  te  onderteekenen ,    worden 

zij  tot  de  Evangeliebediening  toegelaten^  indien  zij  de 
navolgende  verklaring  en  belofte  afleggen  en  met  hunue 
onderteekening   bekrachtigen: 

//Verklaren  bij  deze^  dat  wij^  overeenkomstig  den  geest 
der  leer  van  de  Kederlandsche  Hervormde  Kerk ,  de  gods- 
dienstige en  zedelijke  beginselen  van  Jezus,  zooals  die  uit 
de  boeken  der  N.  Y.  en  inzonderheid  uit  de  Evangeliën 
worden  gekeend ,  oprechtelijk  aannemen ,  getrouwelijk  zullen 
handhaven  en  ernstig  en  van  harte  zullen  verkondigen; 
dat  wij  op  de  bevordering  van  godsdienstige  kennis  enz.  enz.'' 

Naar  aanleiding  van  dit  amendement  maakt  de  President 
het  tot  een  punt  van  overweging,  of  het  gewenscht  zij 
voor  de  verklaring  en  belofte  van  de  aankomende  predi- 
kant gevorderd  ééne  formule  te  behouden,  dan  of  men 
de  voorkeur  geeft  aan  het  invoeren  nog  van  eene  tweede 
formule.  De  meeste  leden  achten  het  gewenscht,  dat  er 
slechts  ééne  formule  besta,  niet  slechts  omdat  dit  over- 
eenkomt   met    bet   gebruik    in  ons^e  Kerk  van   oudsher , 


331 

maar  omdat  ook  het  geven  van  keus  tosschen  twee  for- 
mules onwillekeurig  tén  gevolge  zou  hebben,  dat  er  twee 
categoriën  van  predikanten  zouden  ontstaan ,  waardoor  de 
weg  tot  splitsing  der  Kerk  in  twee  deelen  zou  worden 
geopend ;  men  aéht  het  in  den  aard  der  zaak  gelegen 
dat  voor  de  toetreding  tot  de  Evangeliebediening  in  onze 
Kerk  eene  en  dezelfde  verklaring  gevorderd  worde; 
werden  er  twee  formules  gesteld,  het  zou  voor  de  candi- 
daten  dikwijls  groote  moeijelijkheid  opleveren  tusschen  beide 
te  kiezen.  Intusschen  zijn  er  onder  bedoelde  leden  die 
het  behoud  van  slechts  eene  formule  voorstaan,  indien 
deze  maar  ruim  genoeg  gesteld  wordt  dat  niemand  der 
geëxamineerden  behoeve  te  aarzelen  om  haar  te  onder- 
teekenen ;  anderen  daarentegen  die  de  predikanten  aan  de 
eens  afgelegde  verklaring  en  belofte  gebonden  rekenen 
en  hierom  elke  verandering  ten  deze  ten  sterkste  ont- 
raden. 

Daar  zijn  evenwel  ook  die  volstrekt  niet  deelen 
in  de  bezwaren  tegen  het  stellen  van  twee  formules  gemaakt. 
Nu  de  Vergadering  eenmaal  besloten  heeft,  art.  27  te 
wijzigen,  zoo  meenen  zij  met  den  heer  van  Lakerveld 
dat  daarbij  de  werkelijke  toestand  in  het  oog  moet 
worden  gehouden ,  en  de  Synode  zich  zelve  volkomen  ge- 
lijk zal  blijven,  wanneer  zij  nevens  de  bestaande  eene 
formule  schept,  waardoor  aan  de  daartegen  bestaande  be- 
zwaren wordt  te  gemoet  te  komen,  omdat  zij  voor  (3e 
toelating  van  nieuwe  lidmaten  zelfs  nog  meerdere  ruimte 
heeft  gegeven.  Na  gehouden  beraadslaging  brengt  nu  de 
President  de  vraag  in  stemming,  of  de  Vergadering  één 
formule  wensohelijk  acht,  zonder  haar  daarom  te  binden 
voor  het  geval,  dat  het  haar  niet  mogt  gelukken  eene 
bevredigende  formule  te  stellen ,  om  alsdan  nog  de  invoering 
van  twee  formules  in  overweging  te  nemen.  Hierop  ver- 
klaren twaalf  leden  één  formule  wenschel^k,  tegen  drie 
leden ,  die  twee  formules  met  de  beho^te  des  tijds  over- 
eenkomstig achten. 

De  PreêidetU  geeft  nu  in  overweging  art.  27  te  doen  VoorsUl  van  dea 
luiden,  zóo  als  in  1877  reeds  door  hem  en  den  ^oog- f^''i^\Z  t^tn 
leeraar  Küenen ,   verg.    Hand.    v.  d.  J.,    blz.  995,    werd  den  hoogleeraar  ir«^- 

VOOrgesteld,    t.    W.  :       '  «<?«  aanbevolen  redac- 

,,Wij  ondergeschrevenen,  door  het  Provinciaal  Kerkbe- *^'em?nV dé ^Jer?^^^^ 
stuur  vaó (of  door  de  Commissie  voor  de  zaken  lende  ter  zake  dienende 


332 

ddi"*''"'"  '"  ^'^*""  ^®'  Waalsche  Kerken)  tot  de  openbare  EvangeliebedieniDg 

iu  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  to^elaten,  ver- 
klaren bij  deze  opregtelijk,  dat  wij  getrouw  aan  de  grond- 
beginselen dier  Kerk,  zoo  als  deze  in  hare  aangenomen 
Formalieren  van  eenigheid  zijn  neergelegd  en  uit  hare 
historische  ontwikkeling  blijken^  op  de  bevordering  vaii 
Godsdienstige  kennis  en  van  Christelijk  geloof  en  leven 
ons  met  allen  ijver  toeleggen  en  orde  en  eendragt  voor- 
staan en  aankweeken  zullen;  dat  wij,  onder  opzien  tot 
de  hulp,  die  van  boven  is,  de  belangen  van  Gods  Ko- 
ningrijk en  in  het  bijzonder  die  van  de  Nederlandsche 
Hervormde  Kerk  zorgvuldig  zullen  behartigen  en  naar 
vermogen  aan  de  bevordering  daarvan  medewerken;  ver- 
bindende wij  ons  bij  deze  handteekening  tot  het  voor- 
schrevene  en  zoo  wij  bevonden  worden  tegen  eenig 
gedeelte  van  deze  verklaring  en  belofte  gehandeld  te  heb- 
ben ,  deswege  ons  te  zullen  onderwerpen  aan  de  uitspraken 
van  de  bevoegde  Kerkelijke  Vergaderingen." 

De  President  meent  dat  zulke  formule  nog  het  minste 
aanstool  zal  geven,  daar  zij  niet  breekt  met  het  verledene 
en  geene  bepaalde  dogmatische  zienswijze  huldigt,  maar  de 
historische  ontwikkeling  der  Kerk  tot  haar  regt  doet  komen^ 
wat  ook  de  strengste  confersionelen  moeten  billijken,  en 
dus   voor   alle  rigtingen  bevredigend  kan    geacht  worden. 

De  heer  van  LakerveM  handhaaft  echter  zijne  voorge- 
dragen formule,  hoewel  zij  nu  ook  tengevolge  van  de 
even  door  de  vergadering  uitgesproken  verklaring  losge- 
maakt moet  worden  van  de  bestaande  formule,  met  bereid- 
verklaring  om  haar  nog  te  wijzigen  en  haar  meer  geschikt 
te  maken  voor  eene  algemeene  formule,  daar  zij  uit  den 
aard  der  zaak  de  kleur  draagt  der  rigting,  waarvoor  hij 
ze  inzonderheid  bestemd  had. 

Ook  de  heeren  Prin9  en  van  Dnyl  handhaven  de 
formule  door  hen  voorgestdd  op  de  gronden  daarvoor  in 
het  rapport  reeds  ontwikkeld. 

De  drie  voorstellen  komen  nu  in  beraadslaging.  Beide 
praeadviseurs  blijven  daarbij  bezwaar  maken  tegen  elke 
verandering  der  bestaande  formule  >  ondanks  de  daarin 
voorkomende  dogmatische  uitdrukkingen,  omdat  gelijk 
de  heer  Oooszen  in  bijzonderheden  aanwijst,  achter  ieder 
van  die  godsdienstige  beginselen  en  overtuigingen  schuilen , 
waardoor  de  Hervormde  Kerk  van  Christelijk  standpunt, 
zich   boven    alle    andere  Kerkgenootschappen  onderscheidt 


SS3 


en  die  niet  mogen  worden  prijs  gegeven.  Geen  der  voor- 
stellen kannen  sij  eene  verbetering  noemen.  Moeten  zij  intus- 
schen  tusschen  de  drie  voorsteUen  eene  keose  doen^  dan 
zouden  zij  aan  dat  van  den  President  de  voorkeur  geven, 
aangevuld  met  hetgeen  het  voorstel  van  den  heer  van 
Lakerveld  als  aansluiting  aan  het  bestaande  bevat,  maar 
dan  ook  niet  de  vermelding  van  de  Schriften  des  Ouden 
Verbond  willen  gemist  hebben.  De  formule  door  de  heeren 
Prins  en  van  Duyl  voorgesteld  achten  zij  niet  aannemelijk, 
dewijl  zij  geen  Hervormd  karakter  draagt.  De  leeraar 
Lasander  maakt  nog  op  de  drie  voorgestelde  formules  de 
algemeene  aanmerking ,  dat  er  de  belijdenis  van  den  naam 
van  Jezus  Christus  als  den  Eenigen  naam  ontbreekt  Sommige 
leden  deelen  in  de  beschouwingen  der  praeadviseurs.  Daartegen 
weegt  bij  de  overige  leden,  met  toestemming  zelfs  van 
de  voortreffelijkheid  der  bestaande  formule,  het  bezwaar, 
dat  zij  zonder  nadere  uitlegging  voor  verreweg  de  meeste 
candidaten  niet  verstaanbaar  is ,  en  uitdrukkingen  behelst, 
die  naar  de  letter  met  de  overtuiging  van  menigeen  in  strijd 
komen.  Men  beschouwt  de  formule,  als  gesteld  in  de  taal 
die  niet  de  taal  is  der  tegenwoordige  Kerk,  niet  langer 
geschikt.  Men  wil  niet  voorbij  gezien  hebben,  dat  men 
te  doen  heeft  met  jongelieden  die  meerendeels  slechts 
intellectueel  gevormd  zijn,  en  hierdoor  niet  in  staat  zijn 
om  den  diepen,  godsdienstigen  zin  der  in  de  bestaande 
formule  gebezigde  uitdrukkingen  genoeg  te  waardeeren. 
Men  wenscht  «ene  formule  die  algemeen  verstaanbaar  is, 
waarop  ieder  terstond  het  ja  kan  uitspreken,  zoodanig 
gesteld  dat  verwacht  mag  worden,  dat  zij  getrouwelijk  zal 
worden  nagekomen.  Daarom  geven  verscheiden  leden  de 
voorkeur  aan  de  formule  van  de  heeren  Prinê  en  van  DugL 
Het  noemen  van  den  naam  van  Jezus  Christus  wordt  als 
geen  onmisbaar  vereischte  beschouwd ,  als  de  kennis  van 
hem  in  alle  voorgestelde  formules  ondersteld  wordt,  niet 
het  minste  in  even  vermelde  formule ,  waar  de  belangen 
van  het  door  Hem  gestichte  Gbdsrijk  voorop  worden  ge- 
steld. Anderen  verklaren  echter  even  als  de  praeadviseurs 
de  voorkeur  te  geven  aan  de  formule  in  het  voorstel  van 
den  Preident,  als  zich  het  meest  aan  de  bestaande  for- 
mule aansluitende,  waarom  men  meent  dat  zij  algemeen 
meer  zal  bevredigen.  Aanvulling  met  hetgeen  nog  de 
formule  van  den  heer  van  Lakerveld  van  de  bestaande 
formule  behouden  heeft  wordt  daarbij  aannemelijk  beschouwd. 


I     • 

I 


8S4 


De  heer  van  Lakerveld  brengt  intusschen  eene  wijziging 
ging  van  de  door  hem  voorgedragen  formule  ter  tafel,  om 
haar  voor  algemeen  gebruik  te  laten  dienen.  Zij  luidt 
als  volgt: 

^Wij  verklaren  bij  deze  dat  wij,  overeenkomstig  den 
geest  der  leer  van  de  Ned.  Herv.  Kerk,  de  b^nselen 
van  den  zuiveren  godsdienst,  zooals  die  in  de  schriften 
des  O.  en  N.  Y.  ^jn  nedergelegd,  maar  inzonderheid 
door  J.  C.  met  woorden  zijn  gepredikt  en  in  zijn  leven 
en  sterven  geopenbaard  enz.^ 


f} 


Voorstel    van  dea      Intussohen    stelt    de    hooffleeraar    Qooêzen   in  overeen- 

hooKleeraar     Oooszèn    .  .  .  jjji.  jt»jt 

om  de  verschillende  ®^?"^®'*^8  ™®*  ®®"®  teeds  door  den  heer  van  den  Branoeler 
voorstellen  in  handen  gedane  motie  voor,  dat  de  Synode  thans  omtrent  de  ver- 
te geven  van  de  Syno- ^jj^^ring    van    art.    27  geen  besluit  neme,  om  het  hoog 

dale    Commissie  aan-  .    .     j  i  j      i      .v    «j  j    ^-i     t     i 

gehouden  tot  de  vol-  S^^^S^  dezer  zaak  en  de  kortheid  van  den  tijd  die  haar 
gend  zitting.  overblijft ,    maar    haar    in    handen  geve  van    de  Synodale 

Commissie,  opdat  deze  de  Synode  van  het  volgende  jaar, 
in  deze  van  berigt  en  advies  diene.  Dit  voorstel  wordt 
door  enkele  leden  ondersteund  om  reden  ook  van  de  on- 
voltalligheid  der  vergadering  en  van  de  moeijelijkfaeid  oin 
ten  aanzien  der  gedane  voorstellen  tot  eene  beslissing  te 
komen.  Anderen  vinden  echter  bezwaar  in  langer  uitstel 
der  veranderingen ,  waarop  reeds  zoo  lang  is  aangedrongen 
en  meenen  dat  zij  hierdoor  ook  genoegzaam  is  voorbe- 
reid om  thans  daarover  eene  beslissing  te  nemen, 
waartegen  naar  hun  oordeel  minder  bedenking  bestaat, 
omdat  d«  Kerk  voldoende  in  de  gelegenheid  zal  komen 
om  daarover  haar  oordeel  uit  te  spreken.  Op  voorstel  van 
den  heer  Bruna  wordt  echter  besloten  de  behandeling  van 
het  voorstel  van  den  heer  Oooêzen  tot  a.  s.  Maandag  te 
verdagen. 

Sluiting  van  de  drie      ^a    bepaUug   nog   dat  alsdau    de    zitting    te    10  uur 
en  dertigs  e «  mg.     voormiddag    zal    aanvangen ,    worden    de    zittingen  dezer 

week  door  den  President  met  dankzegging  gesloten. 

J.  J.  L.  LüTi,  President. 


VIER  EN  DERTIGSTE  ZITTING. 

Maandag    den   SOBten   Angnstus    1880. 

De  heeren  Lasonder,  Wesirii,  Bruinwold  Riedel,  Dauwee 
de  Man  en  van  Eerde  afwezig. 

Na    opening  der  zitting  met  gebed  worden  de  notulen     Openiog  van  de  vier 
der  zittingen  van  jl.  Vrijdag  en  Zaterdag  achtereenvolgens  ®"   «'**8»*«  «ittiug. 
gelezen  en  goedgekeurd. 

De    heer    van    Laherveld  wenscht  nog  een  voorstel  te     Voorstel    van  den 
doen   betrekkelijk  art.  39  van  het  Reglement  op  het  Gods-  ^^5  7"*  M"^^""^ 
dienstonderwijs.    Hij    meent    dat    dit    artikel  ook    na   de  het  Reglement  op  het 
wijziging    welke  het    laatst  ondergaan   heeft  ^   vele  bezwa- Godadienat  -  Onderwijs 
ren    blijft  opleveren  voor  hen  bijzonder ,  die   ten  aanzien  "a*om*n   ^^«'^^'^^«"ng 
der    vragen    bij    de    bevestiging    van   lidmaten  nog  meer 
ruimte  wenschelijk  oordeelen ,  en   geeft  nu  in  overweging 
de    Synodale   Commissie  op  te  dragen^  om,  bijaldien  het 
Reglement    op   de    kerspel  vorming    mogt   kannen  worden 
uitgevaardigd,  de  Synode  des  volgenden  jaars  van  advies 
te  dienen  ter  zake  der  volgende  aanvalling  van  het  artikel. 

//In  de  gemeenten^  waar  kerspelen  zijn,  kunnen  de 
kerkeraden  omtrent  de  bevestiging  van  lidmaten  hunne 
eigene  bepalingen  maken  onder  verpligting  om  deze  mede 
te  deelen  aan  het  Classicaal  Bestuur.^^ 

De  vergadering  maakt  echter  bezwaar  in  deze  laatste 
zitting ,  terwijl  vele  leden  reeds  vertrokken  zijn ,  zulk  een 
gansch  nieuw  voorstel  nog  in  overweging  te  nemen,  wes- 
halve dan  ook  zonder  hoofdelijke  stemming  besloten  wordt, 
het  buiten  behandeling  te  laten,  terwijl  echter  met  tien 
tegen  vier  stemmen  de  vermelding  er  van  in  deze  notu- 
len toegestaan  wordt. 

Aan  de  orde  is  nu  de  motie  van  den  heer  Gooszen  van  Verwerping  van  de 
eergisteren  om  de  voorstellen  tot  verandering  van  art.  27  "o**®  ''^  ^«"  ^<»8" 
van  het  Reglement  op  het  examen  ter  toelating  tot  de  vSllen'^Tndrart 
Evangeliebediening  ter  handen  te  stellen  van  de  Synodale  87  van  het  Reglement 


1 


236 

op  het  examen  ter  Commissie.  De  motie  wordt  met  elf  tegen  drie  stemmen 
to^ting  tot  de  Evan- ^gy^Qyp^n.  Met  den  Hooff leeraar  zelven  en  Aqïï  Seeretarii 
den  der  Synodale  Com-  stemden  er  voor  de  heeren  Segers^  van  den  Brandeler  en 
uiissie  te  stellen.         Bfuna,  De  leden  die  er  zich  tegen  verklaarden  waren  de 

heeren  Overman,  Roodhuyzen,  Kronenberg,  van  der  Hoeve, 
van  Buyl,  Jans,  Alingk  Prins,  Dikema,  van  Laierveld, 
van  der  Veen  en  de  President, 

Amendement     van      De  heer    Overman  dient  no  nog  het  volgende  amende- 
den  heer  Overman  m  j^^j^^    j^    ^p    \^^^  voorstel  van  den  President  betrekkelijk 

net   Toorstel  van  den  ^  ^         .mi  i*m       i       ^       •  .. 

President  betreffende ^^^i^  genoemd  artikel^  om  namelijk  de  daann  vervatte 
gemeld  art.  27.         verklaring  en  belofte  dus  te  doen  luiden : 

Art.  7  regl.  o.  h.  examen. 

//Wij  ondergeschrevenen ,  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  —  (of  door  de  Commissie  tot  de  zaken  der  Waalsche 
Kerken)  tot  de  openbare  Evangeliebediening  in  de  Neder* 
landsche  Hervormde  Kerk  toegelaten,  verklaren  bij  deze, 
dat  wij,  overeenkomstig  de  grondbeginselen  van  die  Kerk, 
zoo  als  deze  in  hare  aangenomen  formulieren  van  eenig- 
heid  zijn  neergelegd  en  uit  hare  historische  ontwikkeling 
blijken,  het  Evangelie  van  Jezus  Christus  van  ganscher 
harte  aannemen  en  oprechtelijk  gelooven ;  dat  wij  op  de 
bevordering  van  Godsdienstige  kennis  en  van  Christelijk 
geloof  en  leven  ons  met  allen  ijver  toeleggen  en  orde  en 
eendracht  voorstaan  en  aankweeken  zullen ;  en  dat  «ij 
onder  opzien  tot  de  hulp,  die  van  boven  is,  de  belangen 
van  Oods  Koningrijk,  en  in  het  bijzonder  die  van  de 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk  zorgvuldig  zaUen  behar- 
tigen ,  en  naar  vermogen  aan  de  bevordering  daarvan 
mede  werken;  verbindende  wij  ons  bij  deae  handtee- 
kening  tot  het  voorschrevene  en  om,  zoo  wij  bevonden 
worden  tegen  eenig  gedeelte  van  deze  verklaring  en  belofte 
gehandeld  te  hebben,  deswege  ons  te  zullen  onderwerpen 
aan  de  uitspraken  van  de  bevoegde  Kerkelijke  Vergaderingen/^ 

//Art.  19  regl.  Godsdienst-Onderwijs  wordt  overeenkom- 
stig het  bovenstaande  gewijzigd.^' 

Ter  toelichting  van  dit  amendement  geeft  de  heer  Over- 
man  alleenlijk  te  kennen,  dat  hij  er  door  tegemoet  wil 
kómen  aan  de  bedenking ,  tegen  alle  voorgestelde  formules 
gemaakt,  dat  er  de  naam  van  Jezus  Christus  niet  in  ver- 
meld wordt. 


387 

De  voorstellen  tot  verandering  van  art.  27  worden  Het  door  den  heer 
hierna  achtereenvolgens  in  stemming  gebragt.  Overman  geameadeer- 

Het  voorstel  van  de  heeren  Alingk  Prins  en  van  Buyl  w'rpi^^Yan  de  voot- 
wordt  met  acht  tegen  zes  stemmen  verworpen.  Met  den  hoog-  stel  der  heeren  j/m^a 
leeraar  Qooszen  en  den  Secretaris  stemden  er  tegen  de  heeren  ^"'^  '^  *'^"  ^"y'» 

n  o  j         T>        j  1  Ti  r\'i  cn   van  den  heer  va» 

Overman,    Segers,    van    den    Brandeler,    Bruna,    Dikema,  Ztf*«-wWaangenomeu 
van  Lakerveld,  van  der  Feen  en  de  President,  Ook  wordt  ook  met  betrekb'ng  tot 
het  gisteren  laatstgedane  voorstel  van  dLtnhtet  van  Laker-^^' }^ ''^}^^^^^^^^' 
vela  verworpen.    De   hoogleeraar  Gooszen  en  de  &<?r«^an«  dienst-Onderwijs. 
adviseerden    weder   tegen,    even  als  ook  tegen  stemden  de 
heeren  Overman,  Kronenberg,  Boodhuyzen,  van  der  Hoeve, 
Segers,    van    den   Brandeler,    Jans,   Eruna^  Dikema,  van 
der    Veen    en  de  President.  Voor  stemden  de  heeren  van 
Duyl,  Alingh  Prins  en   de  heer  van  Lakerveld  zelf. 

Het  amendement  van  den  beer  Overman  werd  aange- 
nomen met  tien  tegen  vier  stemmen,  door  medewerking 
ook  van  leden  die  geen  verandering  van  art.  27  verlang- 
den ,  maar  het  in  elk  geval  als  eene  verbetering  van  de 
door  den  President  voorgestelde  verandering  beschouwden, 
wanneer  daarin  opgenomen  wordt:  //het  Evangelie  van 
Jezus  Christus  van  ganscher  harte  aannemen  en  opregtelijk 
gelooven."  Met  den  hoogleeraar  Gooszen  en  den  Secretaris 
en  den  heer  Overman  zelven  verklaren  er  zich  voor  de 
heeren  Kronenberg^  Segers^  van  den  Brandeler,  van  Duyl, 
Jans,  Bruna,  Dekema,  van  der  Veen  en  de  President. 
Tegen  stemden  de  heeren  Boodhuyzen,  van  der  Hoeve, 
Alingli  Prins  en  van  Lakerveld. 

Hierna  wordt  het  geamendeerde  voorstel  van  den  Presi- 
dent aangenomen  met  negen  tegen  vijf  stemmen.  Deleden 
die  daar  voor  stemden  waren  de  heeren  Overman,  Kronen- 
berg, Roodhuyzen,  van  der  Hoeve,  van  Buyl,  Jans,  Alingh 
Prins,  Dikema  en  de  President  zelf.  Met  den  hoogleeraar 
Gooszen  en  den  Secretaris  stemden  tegen  de  heeren  Segers, 
van  den  Brandeler,  Bruna,  van  Lakerveld  en  van  der  Veen. 

De  thans  aangenomen  verandering  van  art.  27  zal  aan 
de  Kerkbesturen  en  Classicale  Vergaderingen  verzonden 
worden,  opdat  deze  er  hunne  consideratiën  over  geven, 
even  als  gelijke  verandering  in  art.  19  van  het  Beglement 
op  het  Godsdienstonderwijs,  naar  voorstel  van  den  heer 
Overman,  nu  ook  met  dezelfde  meerderheid  vtin  stemmen 
voorloopig  aangenomen. 

De  motie  van  den  heer  van  den  Brandeler ,  ter  zitting     ^^  «notie  van  den 

Qo  heer  van  den  Brande- 


838 

Ur  tot  het  verkenen  van  jl.  Vrijdag  gedaan ,  strekkende  tot  buiten  werking 
van  cene  volledige  ajn-gjjgHJng  y^^   ^11^  tcrkelijke  uitspraken  en  besluiten  betref- 

nestie  ter  zake  van  het  •     i      i     t       i  i*  \    ^  j         «i^ 

verzet  tegen  art.  38  '«i^^®  d®  handelingen  van  verzet  tegen  de  mtvoenng  van 
bij  door  den  heeriS<?^tfr#  art.  38,  komt  nu  in  behanddtng.  De  heer  van  den  Bran- 
voorgestelde  vörkla-  ^^^  meent  dat  zulke  amnestie  geheel  past  aan  het  geno- 
nng  verworpen.  ^^^    verzoenend    besluit    omtrent  de  verandering  van  dat 

artikel,  dat  zij  het  afdoende  middel  tot  volledig  herstel 
van  den  gestoorden  vrede  in  de  Kerk  zal  zijn  en  wegens 
den  buitengewone  toestand,  waarin  de  Kerk  verkeert, vol- 
doende gewettigd  zou  zijn.  Onderscheiden  leden  verklaren 
behoudens  waardering  der  goede  bedoelingen  ernstige  be- 
denkingen tegen  deze  motie  te  hebben ,  zoowel  omdat  zij 
kerkregtelijk  niet  aangaat,  daar  de  Synode  tot  het  nemen 
van  zulken  maatregel,  zonder  daarover  de  Kerk  gehoord 
te  hebben,  volstrekt  onbevoegd  zoude  zijn.  Zij  meenen 
ook  dat  dus  het  belang  der  handhaving  van  orde  niet 
voor  de  zucht  tot  vredemaken  mag  in  de  waagschaal 
gesteld  worden,  dat  daaruit  in  het  vervolg  niets  meer 
dan  nieuwe  verwarring  zon  worden  geboren ,  maar  dat 
ook,  nu  de  Synode  een  gewigtige  stap  tot  verzoening 
heeft  gedaan ,  het  niet  aan  haar,  maar  aan  de  bezwaarden 
staat,  den  tweeden  stap  te  doen  door  terugkeer  tot  de 
orde  en  nakoming  der  bestaande  Reglementen.  Naar  aan- 
leiding eener  motie  van  den  heer  Segers  komt  de  verga- 
dering tot   het  uitspreken  der  volgende  verklaring: 

^De  Synode,  overwegende  dat  het  voorstel  van  den 
heer  van  den  Brandeler  kerkregtelijk  onaannemelijk  is,  ver- 
werpt dat  voorstel,  doch  hopende,  dat  de  betrokken  per- 
sonen ,  nu  de  Synode  getracht  heeft  de  aanleiding  tot  hun 
verzet  in  de  toekomst  weg  te  nemen ,  tot  de  goede  orde 
zullen  terngkeeren ,  gaat  over  tot  de  orde  van  den  dag/' 
Deze  verklaring  werd  met  elf  tegen  drie  stemmen  goed- 
gekeurd. Twee  leden  die  er  zich  tegen  verklaarden  deden 
zulks  voornamelijk  omdat  vooralsnog  de  bestaande  redactie 
van  art.  38  in  wezen  blijft,  en  zij  geen  grond  meenden 
te  vinden  voor  de  uitgesproken  hoop,  dat  door  de  nog 
maar  voorloopig  aangenomen  verandering  van  het  artikel 
het  verzet  geëindigd  zou  worden. 

Met  den  hoogleeraar  Qooszen  en  den  Secretaris  hadden 
voor  het  uitspreken  der  bedoelde  verklaring  gestemd  de 
heeren  Overman,  Kronenberg^  van  der  Hoeve,  Segerii 
Jana ,  Alingh  Prins y  Bruna,  Dikema,van  Laierveld,van 
der  Veen  en  de  President,  Tegen  stemden  de  heeren  Rood- 


389 

huyzen,  van  den  Brandeler  en  van  Duijl,  de  heer  van 
den  Brandeler  onder  betuiging  van  niet  van  de  onaanne* 
melijkheid  van  zijn  voorstel  overtuigd  te  zijn ,  maar  zich 
gaarne  met  de  uitgesproken  hoop  te  vereenigen. 

Onder  de  even  vermelde  beraadslagingen  over  de  motie      Overgangsbepaling 
van    den    heer  van    den   Brandeler  werd    het  door    velen  ^^^^  ^^XjiT^^l 
betreurd,  dat  de  aan  de  verworpen  veranderingen  in  art.  88  van  het  Reglement  op 
vastgemaakte  overgangsbepaling    niet  had   kunnen  worden  tet godsdienstonderwijs 
vastgesteld ,   waar  zoo  veel  honderde  nieuwe  lidmaten  zich 
altoos  nog  het   regt  op  inschrijving  in  de  lidmatenboeken 
der  gemeente  betwist  moesten  zien.  De  heer   Overman  gaf 
zelfs  in  overweging  om  op  het  besluit  tot  niet  vaststelling 
der  bedoelde  overgangsbepaling  terug  te  komen ,  doch  toe- 
stemmende dat  dat  niet  zou  aangaan  om  het  verband  waarin 
zij  stond  tot  de  verworpen  verandering  van  art.  88 ,  ver- 
eenigt   hij    zich  thans  met  het  voorstel  van  den  Secretaria 
om  gelijke  overgangsbepaling  te  verbinden  met  de  nu  voor- 
loopig  aangenomen  verandering  van  het  artikel  en  daarop 
derhalve  de  Kerk  andermaal  te  hooren.  Dit  voorstel  wordt 
vervolgens  zonder  hoofdelijke  stemming  aangenomen. 

De  Commissie  voor  de  kerspelvorming  draagt  bij  monde  Eindredactie  van 
van  den  heer  Bmna  de  eindredactie  voor  van  het  Reglement  KCTspelvombg  °e^n  de 
op  de  Kerspelvorming  en  van  de  daarmede  verbonden  verande-  betrekkelijke  verande- 
ringen  in  het  Algemeen    Reglement  en  in   enkele  bijzon-  "°gen  i"  bet  Alge- 

j         T>     1  L         n      2       i.      fj  T'i         i.  •  ji.   j        meen  en  andere  Resle- 

dere  Eeglementen.  iionder  hoofdelijke  stemming  wordt  deze  mentea  vastgesteld! 
eindredactie  goedgekeurd  ter  verzending  naar   de   Frovin-» 
ciale  Kerkbesturen. 

Het  vastgestelde  R^lement  luidt  dienovereenkomstig  als 
volgt : 

REGLEMENT  OP  DE  KERSPELVORMINQ. 

Artikel  1.  In  gemeenten  met  twee  of  meer  predikanten 
bestaat  voor  stemgeregtigden  van  nader  bij  dit  reglement 
te  bepalen  getalsterkte  de  gelegenheid  een  kerspel  te  vor- 
men ,  indien  zij  verklaren ,  dat  zy  dit  voor  de  bevrediging 
hunner   Christelijk^godsdienstige   behoeften   noodig  achten. 

Zoodra  in  eene  gemeente  een  of  meer  kerspelen  tot  stand 
gekomen  zijn^  wordt  het  overig  gedeelte  der  gemeente 
geacht  insgelijks  een  kerspel  tfit  te  maken ,  dat  alsdan  den 
naam  van  eerste  kerspel  draagt. 

Elk  kerspel  is  bevoegd  tot  het  benoemen  van  een  predi- 


340 


kant  of  predikanten^  ouderlingen  en  diakenen  door  zijne 
stemgeregtigden  of  gemagtigden  op  de  wijze  ^  in  het  B^le- 
ment  op  de  benoeming  van  ouderlingen  en  diakenen  en  de 
beroeping  van  predikanten  bepaald.  De  aldus  benoemde 
predikanten ,  ouderlingen  en  diakenen  vormen  te  zamen 
den  Kerkeraad  van  het  kerspel^  die  naar  art.  88  Alg.  Begl. 
op  Glassicale  Vergadering  vertegenwoordigd  wordt. 

Het  getal  der  door  een  kerspel  aftevaardigen  ouderlingen 
is  gelijk  aan  het  aantal  predikanten  waarop  het  naar  art.  4 
regt  heeft. 

De  predikanten  en  ouderlingen,  bij  eenig  kerspel  in  dienst^ 
zijn  evenzeer  als  de  overige  predikanten  en  ouderlingen 
verkiesbaar  tot  leden  van  hoogere  besturen. 

Art.  2.  Het  regt  tot  vorming  van  een  kerspel  wordt 
verkregen  onder  de  volgende  voorwaarden : 

Wanneer  in  eene  gemeente  met  minder  dan  500  stem- 
geregtigden 20 ,  in  eene  gemeente  van  500  tot  1000  stem- 
geregtigden 60,  in  eene  gemeente  met  meer  dan  1000 
stemgeregtigden  100  stemgeregtigden  bij  den  kerkeraad 
aanvragen  om  op  grond  van  art.  1 ,  al.  1  een  kerapel  te 
mogen  vormen  wordt  de^e  aanvraag  door  den  Kerkeraad 
binnen  drie    weken  aan  de  stemgeregtigden   onderworpen. 

Wanneer  in  gemeenten  van  twee  predikanten  f  der  uit- 
gebri^te  stemmen  zich  ten  gunste  der  aanvrage  verklaren 
wordt  het  regt  tot  vorming  van  een  kerspel  verleend.  In 
gemeenten  met  meer  dan  twee  predikanten ,  heeft  hetzelfde 
plaats  y  indien  de  aanvraag  wordt  goedgekeurd  door  ten 
minste  een  zooveelste  deel  der  uitgebragte  stemmen  als 
het  aantal  predikantsplaatsen  der  gemeente  bedraagt. 

Yan  den  uitslag  der  stemming  wordt  door  den  Kerke- 
raad berigt  gezonden  aan  den  eersten  onderteekenaar  van 
de  aanvrage. 

Art.  3.  Het  regt  tot  vorming  van  een  kerspel  kan 
worden  uitgeoefeud: 

a.  In  gemeenten  met  twee  predikanten  door  ten  minste 
twee   vijfde  van  de  stemgeregtigden; 

b.  in  gemeenten  met  meer  dan  twee  predikanten ,  door 
ten  minste  een  zooveelste  deel  der  stemgeregtigden  als  het 
aantal  predikantsplaatsen  der  gemeente   bedraagt. 

Bij  deze  berekening  even  als  bij  die  in  art.  4  bedoeld, 
wordt  het  aantal    stemgeregtigden  gerekend  gelijk  te  zijn 
aan  dat  der  volgens  art.   2  aL  2  uitgebragte  stemmen. 
.    Art.  4.    In  gemeenten   met   twee  predikanten  is   ieder 


341 


kerspel  geregtigd  tot  de  beroeping  van  éën  predikant;  in 
gemeenten  met  meer  dan  twee^  tot  de  beroeping  van  een 
zooveelste  deel  van  het  aantal  predikanten ,  ais  aan  de  betrek- 
kelijke getaleterkte  van  zijne  stemgeregtigden  evenredig  is. 

Art.  5.  In  eene  gemeente  waar  kerspelen  zijn  is  de 
Kerkeraad  van  ieder  kerspel  zamengesteld  uit  zijn  predi- 
kant of  predikanten  en  ten  minste  twee  ouderlingen  en 
twee  diakenen  voor  iedere  predikantsplaats  ^  op  wier  vervul- 
ling het  kerspel  regt  heeft. 

De  kerspelen  derzelfde  gemeente  hebben  voor  elke  predi- 
kantsplaats een  gelijk  aantal  ouderlingen  en  diakenen. 

Art.  6.  Binnen  zes  maanden  na  het  in  werking  treden 
van  dit  Beglement,  en  voorts  jaarlijks  op  tijd  en  wijze, 
door  den  Kerkeraad  bij  plaatselijk  reglement  te  bepalen, 
wordt  in  alle  gemeenten  met  twee  of  meer  predikanten  eene 
lijst  van  stemgeregtigden  door  den  Kerkeraad  opgemaakt, 
gedurende  veertien  dagen  ter  inzage  gelegd  en  daarna 
vastgesteld. 

De  aanvrage,  bedoeld  in  art.  2,  geschiedt  binnen  vier 
weken,  te  rekenen  van  den  dag,  waarop  de  lijst  der  stem- 
geregtigden  ter  inzage  is  gelegd. 

Stemgeregtigden,  die  van  de  volgens  art.  2  verkregen 
bevoegdheid  tot  vorming  van  een  kerspel  wenschen  gebruik 
te  maken,  geven  het  verlangen  daartoe  bij  schriftelijke, 
door  allen  onderteekende  verklaring  overeenkomstig  art.  1 
aan  den  Kerkeraad  te  kennen ,  met  aanwijzing  van  drie 
personen ,  die  het  voorloopig  bestuur   uitmaken. 

Deze  aanvraag  wordt  binnen  vier  weken  door  den  Kerke- 
raad onderzocht. 

Wordt  het  aantal  dezer  stemgeregtigden  bevonden,  over- 
eenkomstig art.  2  lit.  a  en  b  regt  te  geven  tot  het  vormen 
van  een  kerspel,  dan  geeft  de  Kerkeraad,  onder  overleg- 
ging van  de  noodige  bewijsstukken ,  hiervan  binnen  veer- 
tien dagen  kennis  aan  het  Glassicaal  Bestuur,  waaronder 
hij  ressorteert.  In  het  tegenovergestelde  geval  wordt  van  de 
afwijzing  aan   het  voorloopig  bestuur  berigt  gegeven. 

Het  ólassicaal  bestuur ,  na  zich  van  het  regt  tot  vorming 
van  een  kerspel  verzekerd  te  hebben,  geeft  hiervan  berigt 
aan   den   Kerkeraad  en  aan  het  voorloopig  bestuur. 

Daarna  kunnen  zij ,  die  het  verlangd  hebben ,  zich  onder 
de  leiding  van  hun  voorloopig  bestuur  tot  een  kerspel  ver- 
eenigen, en  overgaan  tot  de  benoeming  van  het  daaraan 
toekomende  altntal  ouderlingen  en  diakenen. 


342 


Overigens  blijven  voor  ieder  kerspel  ftrtt»  2  en  6  van  hei 
Beglement  op  de  benoeming  van  ouderlingen  en  diakenen 
enz.  van  kracht. 

Art.  7.  Telken  jare  na  de  vaststelling  der  lijst  van 
stemgeregtigden  bestaat  er  gedurende  veertien  dagen  gele- 
genheid tot  het  indienen  der  in  art.  6  al.  2  bedoelde 
aanvrage. 

In  gemeenten  van  meer  dan  twee  predikantsplaatsen , 
waar  kerspelen  zijn^  wordt  het  regt  tot  vorming  van  een 
nieuw  kerspel  door  den  Grooten  Kerkeraad  verleend ,  ten- 
zij  dat  sedert  de  laatste  aauvn^e  meer  dan  5  jaren  zijn 
verloopen.  In  dit  geval  wordt  de  aanvraag  aan  de  stem- 
ming der  stemgeregtigden  der  gemeente  onderworpen,  op 
welke  stemming  het  in  art.  2  bepaalde  van  toepassing  is. 

De  in  art.  6  al.  1 — 6,  bedoelde  Kerkeraad  is  in  ge- 
meenten,  waar  kerspelen  zijn^  de  Grooten  Kerkeraad. 

Art.  8.  Alle  niet  wegens  onchristelijken  wandel  onder 
censuur  staande  lidmaten,  zoo  mannen  als  vrouwen,  die 
zich  bij  een  kerspel  wenschen  aan  te  sluiten ,  geven  daar- 
van schriftelijk  kennis  aan  den  Kerkeraad  der  gemeente  of 
van  het  kerspel,  waartoe  zij  behooren,  ter  afschrijving, 
en  aan  den  Kerkeraad  van  het  kerspel^  waarbij  zij  zich 
wenschen  te  voegen,  ter  inschrijving  in  het  lidmatenboek. 
Stemgeregtigden  kunnen  echter  in  dat  geval  gedurende 
een  jaar  na  de  inschrijving  geen  stemregt  uitoefenen. 

Van  elders  inkomeuden,  die  hunne  attestatiën  indienen 
zonder  daarbij  te  verklaren  tot  welk  kerspel  zij  wenschen 
te  behooren,  worden  gerekend  zich  bij  het  eerste  kerspel 
aan  te  sluiten. 

Art.  9.  Zoolang  een  kerspel  van  zijne  bevoegdheid  tot 
beroeping  van  een  predikant  geen  gebruik  heeft  kunnen 
maken,  dewijl  er  geen  vacature  bestond,  is  zijn  Kerkeraad 
gehouden,  jaarlijks  door  overleving  van  de  lijst  zijner 
stemgeregtigden  aan  den  Grooten  Kerkeraad  (art.  12)  te 
bewijzen,  dat  het  voortdurend  de  voor  zijn  bestaan  ver- 
eischte  getalssterkte  bezit.  Blijkt  het  vereischte  getal  niet 
meer  aanwezig,  dan  geeft  de  Groote  Kerkeraad,  onder 
overlegging  van  genoemde  lijst,  hiervan  kennis  aan  het 
Classicaal  Bestuur,  en  wordt  het  betrokken  kerspel  door 
dat  Bestuur  ontbonden  verklaard. 

Heeft  een  kerspel  een  eigen  predikant  of  predikanten 
verkregen ,  dan  heeft  hetzelfde  plaats  bij  het  ontstaan  eeuer 
vacature,  om  zich  te  vergewissen  of  het  regt  heeft  op  de 


S4S 


vervulling  der  opengevallen  predikantsplaats.  Blijkt  het 
veteischte  getal  niet  meer  aanwezig,  dan  wordt,  waar  het 
kerspel  regt  had  op  één  predikant ,  dat  kerspel  ontbonden 
verklaard,  en  de  opengevallen  predikantsplaats  in  gemeenten 
met  twee  predikanten  vervuld  door  en  ten  behoeve  der 
gemeente  in  haar  geheel,  in  gemeenten  met  drie  of  meer 
kerspelen  door  en  ten  behoeve  van  het  kerspel ,  dat  daarop 
naar  den  regel  van  art.  3  zal  blijken  aanspraak  te  hebben. 
Waar  het  kerspel  regt  had  op  meer  dan  één  predikant, 
wordt  ten  opzigte  der  opengevallen  predikantsplaats  de- 
zelfde  regel  gevolgd. 

Art.  10.  De  kerspelen  zijn  met  hunne  stemgeregtigden , 
gemagtigden  en  kerkeraad,  behoudens  de  bepalingen  van 
dit  en  de  overige  reglementen,  in  de  uitoefening  hunner 
werkzaamheden  onafhankelijk  van  elkander. 

Art.  11,  De  werkzaamheden,  bij  art.  14  en  16  van 
het  Bpeglement  voor  de  Kerkeraden  aan  deze  opgedragen , 
worden  met  inachtneming  van  het  daarin  bepaalde,  op 
de  wijze  in  de  beide  volgende  artikelen  omschreven,  tus- 
schen  den  Kerkeraad  van  ieder  kerspel  en  den  Grooten 
Kerkeraad  verdeeld. 

Art.  12.  Aan  den  Kerkeraad  van  ieder  kerspel  behoort: 

a.  de  zorg  voor  de  betamelijke  viering  der  openbare 
godsdienstoefeningen  in  het  algemeen  en  voor  de  bediening 
van   Doop  en  Avondmaal  in  het  bijzonder; 

b.  het  inwinnen  en  afgeven  van  schriftelijk  berigt  om- 
trent het  zedelijk  gedrag  der  ouders,  die  hunne  kinderen 
in  eene  andere  gemeente  of  in  een  ander  kerspel  willen 
doen  doopen,  alsmede  het  kennisgeven  van  de  volbragte 
handeling  binnen  acht  dagen  aan  den  Kerkraad  der  ge- 
meente waarin  de  ouders  wonen  of  van  het  kerspel  waar*' 
toe  zij  behooren; 

c.  de  zorg  voor  het  godsdienstonderwijs,  naar  de  voor- 
schriften van  het  Beglement  op  dat  onderwerp; 

d.  het  toezigt  op  de  belijdenis  en  den  wandel  der  leden 
van  het  kerspel  en  de  handhaving  der  orde,  volgens  het 
Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht; 

e.  de  bevordering  van  alles,  wat  het  godsdienstig  leven 
kan  verhoogen,  met  name  ook  van  de  kerkelijke  inzege- 
ning des  huwelijks; 

ƒ.  de  afneming  van  de  belijdenis  des  geloofs  en  de  be- 
vestiging van  de  nieuwe  lidmaten  volgens  het  Beglement 
op  het  godsdienstonderwijs ,  en ,  zooveel  dezulken  betreft , 


344 

die  eene  kerkelijke  bedienlDg  bij  een  ander  kerkgenoot- 
schap 'bekleed  hebben ,  naar  de  Synodale  verordening  van 
n  Julij   1830; 

ff.  het  waken  voor  het  geregeld  indienen  van  de  attesta- 
tiën  der  lidmaten ,  die  van  elders  zijn  ingekomen ,  door 
hen  vóór  elke  avondmaalsbediening  hiertoe  openlijk  uit  te 
noodigen^  alsmede  de  toekenning  van  het  lidmaatschap  in 
het  kerspel  aan  allen ,  die  eene  behoorlijke  attestatie  over- 
leggen; 

A,  het  uitreiken  van  attestatiën  op  aanvraag  van  naar 
elders  vertrekkende  lidmaten,  met  inachtneming  der  Syno- 
dale verordeningen  van  den  10  Julij  1829  en  den  12 
Julij  1841; 

i.  het  houden  van  dubbele,  aan  verschillende  plaatsen 
bewaarde  doop-^  lidmaten  en  trouwboeken; 

j.  de  aanstelling  met  instructie^  de  schorsing  en  het 
ontslag  van  godsdienstonderwijzers; 

i.  de  jaarlijksche  afvaardiging  tot  de  Classicale  verga- 
dering en  het  ontvangen  van  het  verslag  van  hetgeen  al- 
daar belangrijks  is  geschied; 

/.  de  zorg  voor  hetgeen  betrekking  heeft  op  de  beroe- 
ping en  het  ontslag  van  predikanten,  alsmede  voor  de 
verkiezing  van  ouderlingen  en  diakenen; 

m.  de  behartiging  van  de  geestelijke  belangen  der  armen; 

n.  het  ontvangen  der  persoonlijke  en  de  beantwoording 
van  de  vragen  der  schriftelijke  kerk  visitatie; 

Het  onder  a  tot  k  vermelde  blijft  ook  in  kerspelen  met 
drie  of  meer  predikantsplaatsen  (art.  14  Regl.  Kerker.) 
opgedragen  aan  predikanten  en  ouderlingen. 

Art.  13.  De  Groote  Kerkeraad^  bestaande  uit  de  Kerke- 
raden der  gezamenlijke  kerspelen,  vertegenwoordigt  de  ge- 
meente in  haar  geheel  en  komt  minstens  eenmaal  'sjaars 
op  een ,  bij  huishoudelijk  reglement  te  bepalen ,  tijd  bijeen. 

Aan  hem  is  opgedr^en: 

a,  de  bepaling  van  getal,  tijd  en  plaats  der  openbare 
godsdienstoefeningen ; 

b,  de  regeling  der  predikbeurten^  onder  de  kerspelen 
naar  evenredigheid  te  verdeelen  en  op  vastgestelde  tijden 
te  vervullen  in  alle  in  gebruik  zijnde  kerkgebouwen  der 
gemeente,  tenzij  bij  minnelijke  schikking  de  onderschei- 
dene kerkgebouwen  aan  de  verschillende  kerspelen  ten  ge- 
bruike  worden  toegewezen ; 

c,  de  regeling  van  het  gebruik  der  consistorie-  en  cate- 


345 


chisatiekamers  voor  kerkeraadsTergaderingen  en  godsdienst- 
onderwijs ; 

d,  de  aanstelling  met  instructie,  de  schorsing  en  het 
ontslag  van  voorlezers  en  voorzangers; 

e.  de  bepaling  van  het  aanttd  godsdienstonderwijzers 
en  godsdienstonderwijzeressen,  die  zooveel  mogelijk  aan 
de  verschillende  kerspelen  naar  de  bestaande  behoefte  wor« 
den   toegewezen ; 

f.  bet  toezigt  op  het  diaconiebeheer ,  volgens  het  8y-> 
nodaal  reglement  op  de  diaconiën; 

g.  het  bepalen  van  collecten  voor  de  armen ; 
h.  de  zorg  voor  de  diaconiegoederen; 

u  het  jaarlijks  opnemen  der  diaconie-rekening  en  het 
geven  van  de  vereischte  inlichtingen  betreffende  het  dia* 
coniebeheer; 

j.  het  kennisgeven  aan  het  Classicaal  Bestuur  van  ont- 
dekte verkeerdheden  in  de  administratie  der  kerkelijke 
goederen ; 

k,  het  houden  van  eene  volledige  beschrijving  of  ligger 
van  al  de  fondsen  en  eigendommen ,  die  aan  de  gemeente 
behooren,  voor  zooverre  die  onder  het  beheer  of  toezigt 
van   /r/den  kerkeraad^'  zijn ; 

/.  het  houden  van  eene  dergelijke  beschrijving  of  ligger 
van  het  tractement  der  predikanten,  met  de  gewone  emo- 
lumenten; het  zenden  van  een  afschrift  daarvan  aan  het 
Classicaal  Bestuur,  en  het  onverwijld  kennis  geven  aan 
genoemd  bestuur  van  elke  verandering,  die  in  dezen  ligger 
gemaakt  wordt,  ter  goedkeuring  daarvan  door  het  Pro* 
vinciaal  Kerkbestuur; 

Het  onder  a  tot  /  vermelde  wordt  in  gemeenten  met 
drie  en  meer  jnredikantsplaatsen  opgedragen  aan  predikanten 
en   ouderlingen. 

Art.  14.  De  in  artt.  11  en  12  genoemde  Kerkeraden 
houden  aanteekening  van  de  handelingen  des  Kerkeraads 
en  van  de  belangrijke  door  hem  uitgevaardigde  brieven, 
in  behoorlijk  daartoe  aangelegde  boeken,  en  bewaren  de 
archieven  en  al  de  ingekomen  Btnkken  waarvan  getrouw 
register  wordt  gehouden. 

In  geval  van  ontbinding  van  een  kerspel  worden  deze 
boeken  en  bescheiden  aan  den  Kerkeraad  der  gemeente, 
of  aan  den  Grooten  Kerkeraad  overgedragen  en  door  dezen 
bewaard. 

Art.   16.  Ieder  niet  onder  censuur  staand  manslidmaat 


346 


is  bevoegd  bij  den  Kerkeraad  van  zyn  kerspel ,  bij  onder- 
teekend geschrift^  bezwaren  in  te  brengen  tegen  den  handel 
en  wandel  van  een  lidmaat  (ook  van  een  der  personen, 
genoemd  in  art.  89  Begl.  opzigt  en  tucht),  doch  alleen 
wanneer  zoodanig  lidmaat  tot  hetzelfde  kerspel  behoort  als 
de  klager. 

Art.  15.  De  bestaande  diaconale  fondsen^  alsmede  de 
schenkingen ,  erflatingen  en  legaten ,  aan  de  diaconie  eeuer 
gemeente  gedaan  of  vermaakt^  zijn  of  worden  het  eigendom 
der  gemeente  in  haar  geheel. 

De  liefdegaven,  onder  de  godsdienstoefeningen  en  aan 
de  huizen  ingezameld  of  op  welke  andere  wijze  ook  ver- 
kregen, worden  door  de  kerspelen  gestort  in  de  diaco- 
nale kas. 

Art.  17.  De  administratie  van  de  diaconiegoederen  en 
diaconiefoudsen  der  gemeente ,  mitsgaders  de  zorg  voor  de 
bedeeling  der  armen ,  onverschillig  tot  welk  kerspel  zij  be- 
hooren,  wordt  opgedragen  aan  de  gezamenlijke  diakenen 
der  kerspelen^  waaruit  de  gemeente  bestaat,  die  tot  dat 
einde  een  collegie  uitmaken ,  met  inachtneming  der  voor- 
schriften en  bepalingen,  te  dezer  zake  dienende. 

Art.  18.  Het  gebruik  van  en  beheer  over  de  fondsen 
tot  eeuig  bijzonder  doel,  aan  //den  Kerkeraad'^  toebehoo- 
rende,  wordt  door  den  Qrooten  Kerkeraad  geregeld  onder 
goedkeuring  van  het  Classicaal  Bestuur. 

Art.  19.  Yan  den  ligger  van  het  tractement  der  predi- 
kanten met  de  gewone  emolumenten  (zie  art.  12  litt.  l) 
berust  in  het  kerkeraadsarchlef  van  ieder  kerspel  eendoor 
den  Groeten  Kerkeraad  gewaarmerkt  afschrift. 

Art.  20.  Ter  voldoening  aan  art.  19  van  hetEeglement 
voor  de  Kerkeraden  wordt  van  alle  officiële  stukken  aan 
den  Kerkeraad  van  ieder  kerspel  een  exemplaar  ter  ken- 
nisneming en  bewaring  in  zijn  archief  toegezonden. 

Art.  21.  De  gezamenlijke  predikanten  regelen  de  waar- 
neming der  functiën  van  praeses  en  scriba  bij  den  Qroo- 
ten Kerkeraad. 

Art.  22.  De  bepalingen  aangaande  het  regt  van  een 
kerspel  tot  het  beroepen  van  één  of  meer  predikanten ,  in 
artv  3  gemaakt,  treden  eerst  dan  in  werking,  wanneer  bij 
bet  ontstaan  eener  vacature  blijkt,  dat  het  betrokken  kers- 
pel daarop  aanspraak   heeft. . 

De  kerspelen ,  die  nog  geene  of  geen  voldoend  aantal 
predikanten  hebben ,  kunnen  bij  het  vervullen  eener  vaca- 


347 


ture  han  regt  van  beroeping  uitoefenen  met  dien  verstande , 
dat  het  eerst  in  aanmerking  komen  die  welke  geen  predi- 
kant hebben,  te  beginnen  met  de  meest  talrijke ,  en  daarna 
die,  aan  welke  het  grootste  getal  predikanten  ontbreekt. 
In  geval  van  verschil  beslist  het  Classicaal  Bestuur. 

Art.  23.  Bij  het  vormen  van  één  of  meer  kerspelen  in 
eene  gemeente  blijven  de  alsdan  dienstdoende  predikanten 
de  hun  wettig  opgedragen  werkzaamheden  voortzetten ;  ter-, 
wijl  hun  de  gelegenheid  wordt  geschonken  om  te  verkla- 
ren, bij  wdk  kerspel  zij  bij  voorkeur  hun  dienstwerk 
wenschen  te  verrigten. 

Art.  24.  Aan  een  kerspel,  dat  nog  geen  eigen  predikant 
heeft,  wordt  op  zijne  aanvraag  door  den  Kerkeraad  mins- 
tens eenmaal  's  maands  eene  predikbeurt ,  bij  voorkeur 
eene  zondagsvoormiddagbeurt ,  in  het  kerkgebouw  of  een 
der  kerkgebouwen  afgestaan,  waarin  het  op  zijne  kosten 
een  predikant  naar  zijne  keuze  kan  laten  optreden. 

In  zulke  kerspelen  worden  de  kerkeraadsvergaderingen 
geleid  en  de  aanneming  en  bevestiging  van  lidmaten  vol- 
bragt  door  een  predikant  naar  hunne  keuze  voor  hunne 
eigene  rekening. 

De  afvaardiging  ter  classicale  vergadering  geschiedt  er 
naar  art.   38  van  het  Algemeen  BiCglement. 

Art.  25.  Ouderlingen  en  diakenen,  die  bij  het  ontstaan 
van  een  kerspel  in  dienst  zijn,  blijven  bij  het  kerspel 
hunner  keuze  hunnen  tijd  uitdienen,  al  mogt  hun  aantal 
het  cijfer  te  boven  gaan,  waarop  het  volgens  dit  Begle- 
ment  regt  heeft. 

Art.  £6.  AUe  Synodale  reglementen  blijven  ook  voor 
de  kerspelen  van  kracht,  voor  zooverre  in  dit  Beglement 
niet  anders  bepaald  is. 

De  bedoelde  veranderingen  in  de  Beglemenien  zijn  van 
dezen  inhoud : 

VERANDERINGEN,  welke  het  algemeen  en  enkele 
bijzondere  Reglementen  tot  invoering  van  zulk  een 
Reglement  moeten  ondergaan. 

Algemeen  Reglement, 

Art.  18,  al.  I.  In  alle  gemeenten,  waar  het  personeel 
daartoe  niet  ontbreekt,  is  ten  minste  één  Kerkeraad, 
al.  2  blijft. 


S48 


al.  3.  In  gemeenten^  waarin  kerspelen  zijn,  heeft  ieder 
kerspel  zijn  eigen  Kerkeraad. 

Art.  19.  Nieuwe  alinea.  Waar  de  Eerkeraden  der  ver- 
schillende kerspelen,  tot  één  Kerkeraad  vereenigd,  werk- 
zaam zijn,  draagt  deze  den   naam  van   Grooie  Kerkeraad. 

Art.  20,  al.  4.  In  gemeenten  of  kerspelen. 

Art.  22.  De  censuur  over  de  leden  der  gemeente,  of, 
waar  kerspelen  zijn,  over  de  leden  vau  deze. 

Art.  23.  Het  regt  enz.  --  berust  bij  de  gemeente  of 
waar  kerspelen  zijn  —  bij  deze. 

TA]  zullen,  behoudens  de  verkregen  regten  van  Derden, 
dit  of  zelve  uitoefenen  of  het  doen  uitoefenen  door  hen, 
die  zij  daartoe  bepaaldelijk  magtigen  naar  gelang  zulks  in 
de  bijzondere  fieglementen  wordt  vastgesteld. 

Art.    24,  al.  2.  Geen  kerkeraad,  gemeente  of  kerspel. 

Art.   25  achter  gemeenten,  of  van  het  kerspel. 

Art.  27  achter  dienstdoende  lees  in  in  plaats  van  nUf, 

Art.   28  achter  gemeenten  //of  kerspelen^\ 

Art.  38 ,  al.    1 ,  tweede  volzin  aldus   te  lezen : 

Deze  ouderlingen  worden  door  den  Kerkeraad  van  iedere 
gemeente  of,  waar  kerspelen  zijn  van  ieder  kerspel  voor 
rekening  der  gemeente  afgevaardigd. 

In    al.    2  achter  /^ gemeente'^  invoegen;  of  het  kerspel 

Art.  43  I® — 5°.  Achter  //de  gemeenten*'  invoegen:  de 
kerspelen. 

Reglement  op  het  Oodsdienstonderwijs. 

Art.  6.  Het  regt  om  godsdienstonderwijzers  in  eene 
gemeente  of  in  een  kerspel  aan  te  stellen  en  te  ontslaan, 
berust  overeenkomstig  de  bepalingen  in  artt.  14  en  15  van 
het  Syn.  Begl.  voor  de  Kerkeraden  en  art.  12  van  hetBegle- 
ment  op  de  kerspelvorming  bij  den  Kerkeraad  der  gemeente 
of  van  het  kerspel. 

Art.   7  achter  gemeente  f/of  het  kerspel". 

Art.  10  achter  gemeenten  t/of  kerspelen". 

Art.   11  achter  gemeente  ff  of  van  het  kerspeP\ 

Art.  12,  tweede  alinea:  De  keuze  geschiedt  door  den 
Kerkeraad,  in  gemeenten  of  kerspelen  van  één  predikant 
op  voordragt  van  dezen ;  in  andere  gemeenten  of  kerspelen 
op  voordragt  van  hen  enz. 

Art.  33  achter  al.  1  of  van  het  kerspel; 

al.   2.  In  iedere  gemeente  of  kerspel. 


349 


Art.  38 ,  al.  2  achter  ^van  wege  den  Kerkeraad  sijner 
gemeente'^  of  van  zijn  kerspel  en  verder  achter  gemeenten 
telkens  //kersper\ 

Art.  40  achter  /g^zijne  woonplaats^^  of  in  zijn  kerspel. 

Synodaal  Reglement  op  de  benoeming  van  ouderlingen  en 
diahenen  en  de  beroeping  van  predikanten. 

Art.  1,  al  1.  Het  regt  der  gemeente  of  van  het  kerspel 
tot  benoeming  van  ouderlingen  en  diakenen  en  de  be- 
roeping van  predikanten  worden  behoudens  regten  van  derden 
(art.  23  A.  B.)  en  met  inachtneming  van  de  Synodale 
Reglementen  door  hunne  stemgeregtigde  leden  uitgeoefend. 

al.  2  achter  //gemeente'^  invoegen :  of  van  het  kerspel. 

In  art.  3  telkens  achter  ^gemeenten'^  invoegen  en  kerspelen. 

Synodaal  Reglement  voor  de  Kerkeraden, 

Art.  1  ....  is  ten  minste  één  Kerkeraad. 

Art.  2  in  al.  T  en  2  achter  //gemeenten'^  invoegen  en 
kerspelen. 

Aan  't  slot  deze  nieuwe  alinea:  In  gemeenten,  die  uit 
kerspelen  bestaan ,  dragen  de  gezamenlijke  Kerkeraden ,  tot 
één  vereenigd,  den  naam  van  Groote  Kerkeraad. 

Art.  15  nieuwe  al.  2. 

In  gemeenten,  waar  kerspelen  zijn,  worden  de  werkzaam- 
heden, in  het  vorige  en  in  het  volgende  art.  vermeld, 
aan  de  Kerkeraden  dier  kerspelen  opgedragen ,  gelijk  zulks 
in  't  Beglement  op  de  kerspelvorming  bepaald  is. 

In  art.  18  invoegen  achter  ^  gemeeute^'  of  van  het  kerspel. 
y     23        //  if  n 

Reglement  voor  kerkelijk  opssigt  en  tucht. 

Art.  39  achter  //zijner  gemeente''  invoegen:  of  van  zijn 
kerspel. 

Art.  40  achter  // zijner  gemeente"  invoegen :  of  van  zijn 
kerspel, 

/y  derzelfde  gemeente^'  of  van  hetzelfde  kerspel. 

In  artt.  42  en  46  telkens  achter  /r/gemeenten"  invoegen : 
kerspel, 

In  art.  67  achter  //derzelfde  gemeente"  invoegen:  of  van 
hetzelfde  kerspel;  achter  //der  gemeente"  of  van  het  kerspel. 


350 

In  art.  68  achter  jyin  de  gemeenten*'  invo^n:  o  f  in 
de  kerspelen. 

Reglement  op  de  vacaturen,  (Aan  het  slot.) 

In  gemeenten,  waar  kerspelen  zijn,  worden  de  bepalingen 
van  dit  Reglement  in  acht  genomen  in  overeenstemming 
roet  het  Reglement  op  de  kerspelvorming;  er  is  dus  telkens 
in  plaats  van  gemeente^  gemeenten  te  lezen  kerspel,  kerspelen, 
als  de  aard  der  zaak  zulks  eischt. 

Reglement  op  het  Hulppredikerschap. 

In  dit  Reglement  wordt  telkens ,  waar  de  aard  der  zaak 
zulks  medebrengt,  even  als  in  dat  op  de  vacaturen,  in  plaats 
van  gemeente,  gemeenten  gelezen  kerspel,  kerspelen. 

Reglement  op  de  kerkvisüatie. 

Art.  2  achter  //gemeenten^'  invoegen:  en  kerspelen. 

Art.  5  achter  //gemeente^'  ff  of  kerspeL 

Art.  7  tusschen  Algemeene  en  Kerkeraad  invoegen,  o/, 
waar  kerspelen  zijn^  aan  deth  Grooten;  verder  achter  ter 
kennis  brengt  van  de  gemeente ;  of  van  het  kerspeL 

Art.  8  achter  Algemeenen  Kerkeraad :  o/  van  de  Kerke- 
raden  der  kerspelen. 

Art.  9   achter  /^gemeente''  invoegen :  of  kerspeL 

Art.  12  in  ^  telkens  achter  /^gemeente^'  invoegen:  of 
het  kerspel. 

Art.  12  in  i  bl.  3  achter  ^gemeente'Mnvoegen:  (j/'vafl 
het  kerspel. 

Art.  17  achter  j^gemeenten^'  invoegen:  of  kerspelen. 

Kennisneming  van  Nog  wordt  kennis  genomen  van  de  in  Bijlage  C  ver- 
de  mededeeliogeu  der  vatte  mededeelingen  van  de  Synodale  Commissie  rakende 
Sydodale    Commissie  ^g,j  gj^lj  ^^^  Nederlandsche  Hcrvormde  Kerk,   en  worden 

omtrent  den  staat  der  ^  .    i      i  •  . 

Kerk  in  Bijlage  C.     deze  met  dankzegging  ontvangen. 

BerigtvandenSecre-  ï^e  Secretaris  berigt  vervolgens  dat  de  Commissie  voor 
taris  omtrent  het  weg-  de  zaken  der  Protestantsche  kerken  in  Neerl.  Indien  ditmaal 
Wijven    van     mede-  ^^jer    geene    ffelcffenheid   heeft  gehad  om   mededeelingen 

«leehngen   omtrent  de  ji.^i»ii_xj 

ludische  kerken         aangaande  den  staat  dier  kerken  te  doen. 


351 

Gelezen  wordt  intusschen  het  ingekomen  verslag  van  het     Kennisneming   van 
Comité    van    de    Waalsche  gemeenten   voor   de  zaken   der  comiirY^r  7^\M- 
Waldenzen  van  5  Augustus,  gereg.  onder  n^  17,  waarvan  denzen. 
met  belangstelling  kennis  wordt  genomen,  terwijl  het  der 
vergadering   aangenaam   is    bij    voorbaat  weder  de    toelage 
van   f  100  voor  de  Waldenzen  te  hebben  toegestaan.  Het 
verslag   zal   als    bijlage    bij    de    Handelingen    der   Synode 
worden    opgenomen,    met  het  gewone  Berigt,   indien  dat 
nog  tijdig  mogt  worden  ingezonden. 

Op    eene   mededeeling    van  den  Secretaris  omtrent  den     Magtigiug  van  de 
financiëlen  nood  der  gemeente  te  Asten,  volgens  een  aan  ?^"?^*^®.,, 9^°*™^^® 

1  .   «^        1.  ••  j        o     •!_  1    i^    /-Il       •       1  tot  beschikking  opeeu 

hem    gengt    schrijven    van  den  Scriba  van   het  Classicaal  verwacht  verzoek  tot 
Bestuur    van    Eindhoven^  wordt  besloten  de  Synodale  verhooging  der  kleine 
Commissie    te    magtigen  om  aan  die  gemeente,  boven  de  ^^^^^^®^™®®^*® 
gewone  toelage  van  f  40^  nog  eene  toelage  van  /  50  toe  « 
te   kennen    uit    het    fonds    voor    noodlijdende   kerken   en 
personen,   wanneer  eene  daartoe  strekkende  voordragt  der 
betrokkeii  Besturen  bij  haar  zal  zijn  ingekomen  en  uit  die 
voordragt   zal    gebleken  zijn  dat  deze  buitengewone  hulp 
noodzakelijk  is. 

De    Vice-preêident  geeft  verslag  van  zijn  onderzoek  van    Verslag  van  den  Vicc- 
het  Register  der  tijdens  deze  vergadering  ingekomen  stukken ,  ^^^^^'ï'  omtrent  de 
meldende    dat   deze  het  getal  van   41   bedragen,  alle  be- gekomen  stukken."  ^' 
hoorlijk  ingeschreven.  De  President  wordt  hierop  gemagtigd 
genoemd  fiegister  voor  gezien  en  goedgekeurd  te  teekenen. 

Daar    alle    zaken   der  agenda  afgedaan  zijn  en  er  ook     Besluit  omtrent  de 
geen  voorstellen  van  de  leden  nog  ter  tafel  komen ,  wordt  "s'^™*^®  ^«f  notulen 

T»      'j      i.  o        X     •    j  i.'  j         A   1       en  sluitmg  der  vier  en 

nog  aan  President  en  Secretans  de  resumtie  van  de  notulen  dertigste  Stting. 

dezer  zitting  toevertrouwd  en  wordt  nu  de  vergadering  door 

den    President    met    hartelijke    toespraak    en  dankzegging 

gesloten ,   terwijl  hem  zoowel  door  den  Vice-president  uit 

naam  der  gansche  vergadering  als  ook  door  den  Secretaris 

warme  hulde  was  gebragt  voor  zijne  gematigde  en  onpartijdige 

leiding  van  de  werkzaamheden. 

J.  J.  L.  LuTi,  President. 

S.  F.  VAN  Hasselt,  Secretaris. 


e  vaa  de  Notulen  der  Zitting  van 
26  JuUj  1880. 

Rapport  aan  de  Commissie  van  toezigt  op 
den  druk  en  de  uitgave  der  Evangelische  Ge- 
zangen aangaande  de  auteurs  dier  bij  de  Neder- 
landsche  Hervormde  kerk  in  gebruik  zijnde 
liederen  f    door  haren  Secretaris  dr,  B.  Glasias. 

Op  de  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk 
van  1879  werd  door  haar  medelid,  den  oud  hoogleeraar 
dr.  P.  Hofstede  de  Groot,  het  wenschelijke  aangetoond^ 
om,  evenals  zulks  met  den  Vervolgbundel  plaats  heeft, 
aan  de  uitgaven  der  Evangelische  gezangen  een'  naamlijst 
van  de  auteurs  toe  te  voegen.  De  Synode,  dit  wensche- 
lijke erkennende,  noodigde,  bij  hare  missive  van  30  Ju) ij 
en  26  Augustus  1879  n^  61  en  99 ,  onze  Commissie 
uit  niet  alleen  om  met  de  uitgevers  der  Gezangen  hier- 
omtrent te  onderhandelen,  maar  ook  om  een  nieuw  en 
naauwkeurig  onderzoek  naar  de  auteurs  dier  kerkliederen 
in  te  stellen.  Aan  mij  werd  die  taak  opgedragen  en , 
hoezeer  ik  al  de  moeijelijkheden  en  het  tijdroovende 
daarvan  inzag,  besloot  ik  haar,  in  het  belang  der  ge- 
schiedenis van  ons  kerkgezang  te  aanvaarden  en  met  de 
meest  mogelijke  naauwgezetheid  en  volledigheid  te  vol- 
brengen. Thans  heb  ik  de  eer  U  de  slotsom  van  mijn 
onderzoek  mede  te  deelen. 


De  zesde  September  1805  was  voor  de  tot  zamenstelling , 
van  een  Evangelisch  gezangboek  door  al  de  Provinciale 
Synoden  der  Nederlandsche  Hervormde  kerk  Gecommit- 
teerden een  hoogst  merkwaardige  dag.  Zij  hadden  hunnen 
den  15n  September  1803  te  Utrecht  aangevangen,  gemeen- 

1 


schappelijken  arbeid  voltooid.  Met  genoegdoening  mogten 
zij  daarop  terugzien.  Aan  ijver  en  ingenomenheid  met  hanne 
taak,  aan  zucht  om  een  goed  werk  te  leveren^  aan  zorg 
had  het  hun  niet  ontbroken.  De  bundel  was  gereed,  het 
notarieel  contract^  verbindend  en  geldend  voor  hem  en 
zijne  regtverkrijgenden ,  met  den  uitgever  Johannes  Allart 
gesloten  en  de  druk  der  gezangen  zóó  voorbereid ,  dat 
die  onder  het  blijvend  toezigt  der  gecommitteerden  en 
van  hunne  opvolgers  kon  plaats  vinden  en  de  invoering 
voor  kerkelijk  gebruik  op  1  Januarij  1807  bepaald  worden. 
Zeker ,  toen  die  achtenswaardige  mannen  daar  voor  het 
laatste  in  de  Nieuwe  of  Schuttersdoelen  te  's  Gravenhage 
vergaderd  waren ,  was  hun  oog  niet  blind  voor  de  moeilijk- 
heden,  die  nog  konden  volgen.  Zij  wisten  hoe  bitterheid^ 
vooroordeel  en  bekrompenheid  zich  eenige  jaren  vroeger 
tegen  de  invoering  der  nieuwe  Psalmberijming  hadden  ge- 
kant; en,  dat  zij  tians  Van  dezelfde  zijde  tegenwerking 
vreesden^  had  hun  voorzitter^  de  grijze  van  den  Berg 
niet  verzwegen ,  toen  zij  twee  dagen  vóór  hunne  scheiding^ 
bij  ^slands  Raadpensionaris,  mr.  B.  J.  Schimmelpenninck, 
in  plegtig  gehoor  werden  ontvangen.  Het  bleek  dan  ook 
weldra,  dat  zij  zich  in  dit  opzigt  niet  hadden  bedrogen  (1). 
Insgelijks  waren  er,  zooals  mij  uit  aanteekeningen  bleek, 
onder  hen  die  sóherpc  aanmerking  omtrent  de  dichterlijke 
waarde  hunner  liederen  te  gemoet  zagen,  eene  meening, 
die  reeds  zeer  spoedig  waarheid  werd  bevonden  (2).  Maar 
wat  zij  waarschijnlijk  wel  niet  verwacht  zullen  hebben ,  is 
het  feit,  dat  er  reeds  na  kort  tijdsverloop  verschillende,  zeer 
uiteenloopende  naamlijsten  van  de  auteurs  der  gezangen 
in  omloop  waren ,  zelfs  zoo  verschillend ,  dat ,  wil  men 
hieromtrent  zekerheid  hebben,  na  vijf  en  zeventig  jaren 
een  geheel  nieuw  onderzoek  moet  worden  ingesteld. 


(1)  Z.  o.  a.  IJpey  en  Dermont  lY  blz.  325  verv.  Aanteekening 
805,  bladz.  55.  Mijne  Geschied,  der  Chr.  Kerk  in  Kederl.  na 
de  Herv.  III.  blz.  201  verv. 

(2)  Z.  o.  a.  Yaderlandsohe  Letteroefeningen  1806,  n^.  14,  bladz. 
647  verv. 


De  oorzaak  van  dit  misschien  zonderling  verschijnsel  kan 
moeilijk  daarin  gezocht  worden  ,  dat  men  in  den  aanvang  der 
werkzaamheden ,  ter  bevordering  van  een  onpartijdig  oordeel , 
had  aangenomen,  dat  de  leden^  die  liederen  of  van  zich  zelve  of 
van  anderen  inzonden ,  den  naam  des  dichters  niet  zonden 
noemen.  Zoodanige  bepaling  kon  althans  niet  van  kracht 
zijn  omtrent  reeds  met  den  naam  hunner  vervaardigers 
uitgegeven  gezangen ,  terwijl  de  gecommitteerden  zich  ook 
later  niet  tot  geheimhouding  verplicht  hielden.  Enkelen 
hunner  gaven  zelfs  naamlijsten  aan  vrienden  en  bekenden , 
maar  ook  in  deze  wordt  groot  verschil  aangetroffen,  wei- 
ligt  daaruit  te  verklaren ,  dat  sommige  liederen  zoo  dikwijls 
aan  verbetering  en  herziening  werden  onderworpen,  dat 
het  geheugen  meer  den  naam  van  den  Revisor,  dan  dien 
van  den  oorspronkelijken  maker  bewaard  had. 

Aan  bronnen  heeft  het  mij  niet  ontbroken.  Zal  de 
slotsom  van  mijn  onderzoek  vertrouwbaar  wezen,  dan 
behoor  ik  U  omtrent  die  bronnen  en  het  gebruik,  dat 
ik  er  van  gemaakt  heb,  een  en  ander  mede  te  deelen. 

Een  groot  aantal  naamlijsten  werd  mij  toegezonden.  Het 
is  duidelijk,  dat  ik  aan  die,  welker  oorsprong  onbekend 
was,  geen  gezag  mogt  toekennen.  Meer  vertrouwbaar 
waren  die,  welke  samengesteld  werden  doormannen,  wier 
naam  reeds  borg  stond  voor  de  zorg,  aan  hunnen  arbeid 
besteed ,  of  die  opgegeven  werden  als  afkomstig  van  leden 
der  verzamelings-commissie.  Hiertoe  behoorden  de  naam- 
lijsten door  dr.  P.  Hofstede  de  Qroot  ter  synodale  ver- 
gadering gebragt,  —  door  den  heer  F.  J,  van  Süpriaan 
Luiaeius^  pieiiludint  te  Heerjansdam,  mij  toegezonden,  —  door 
wijlen  den  Utrechtschen  predikant  /.  J,  D.  Molster 
vervaardigd,  —  door  den  heer  J.  F.  van  Hoogatraien,  in 
leven  predikant  te  Utrecht ,  met  groote  zorg  zamengesteld 
en  bij  Kemink  ^  Zoon  gedrukt,  —  door  mr.  H,  N,  van 
Beeftmg^  in  leven  gewoond  hebbende  te  Valkenburg,  uit- 
gegeven met  het  opschrift:  Naar  het  handschrift  van  J, 
Rutger» ,  predikant  te  Haarlem ,  —  naamlijst  van  de  dichters 
der  Evangelische  gezangen  naar  het  H.  S,  van  den  Secre- 


4 

larie  der  Commissie  tot  de  verzameling,  gedrukt  achter 
het  Alphabetisch  Register  van  alle  verzen  der  Psalmen  en 
Evangelische  Gezangen ,  Amsterdam  J.  Brandt  en  Zoon  1877. 

In  deze  naamlijsten  heerschte  intusschen  zoo  groot  ver- 
schil ,  dat  ik  meende  tot  geene  zekerheid  te  kunnen  komen 
zonder  meer  authentieke  bronnen  bij  bekende  nakomelin- 
gen van  leden  der  Yerzamelingscommissie  of  van  de 
genoemde  auteurs  gezocht  te  hebben.  Bij  sommigen  slaagde 
ik  niet,  maar  bij  anderen  naar  wensch. 

De  Leidsche  Hoogleeraar  dr.  A.  Kuenen,  kleinzoon  van 
Abraiam  Rutgers^  die  met  van  den  Berg  wel  het  meeste 
tot  den  bundel  heeft  bijgedragen ,  zond  mij  een  herinne- 
ringsrede,  door  zijnen  vader ,  den  heer  /.  P.  Kuenen,  in 
1840  te  Haarlem  uitgesproken,  waarbij  niet  alleen  al  de 
liederen,  door  A.  Rutgers  vervaardigd,  nauwkeurig  wor^ 
den  opgegeven,  maar  ook  eene  naamlijst  der  auteurs  van 
al  de  Gezangen  gevoegd  is.  Mr.  E,  O.  Feith  te  Gronin- 
gen deelde  mij  niet  alleen  een  door  zijnen  vader  geschre- 
ven lijst  van  al  de  vervaardigers  mede,  maar  ook  bij  welke 
Gezangen  in  de  Alphabetische  lijst  achter  eene  onder 
hem  berustende  4^  uitgave  der  gezangen  door  zijnen  groot- 
vader mr.  Bh.  Feith  ten  bewijze,  dat  hij  deze  als  de 
zijne  erkend  had,  eigenhandig  de  letter  F.  geplaatst  was. 
De  Brielsche  predikant  dr.  N.  van  der  Tuuk  Adriani 
deed  mij  eene  door  zijnen  vader  Jf.  /.  Adriani^  gedic- 
teerde naamlijst  toekomen,  waarboven  deze  in  velerlei  op- 
zicht verdienstelijke  Eriesche  Kerkleeraar  eigenhandig  had 
geschreven,  dat  die  door  hem  was  opgegeven. 

De  heer/.  Proost ,  Secretaris  der  Gezangen-compagnie , 
had  mij  medegedeeld  dat  de  firma  «T.  Brandt  8^  Zoon  in 
het  bezit  was  van  een  der  ten  dienste  van  de  leden  der 
Yerzamelings  Commissie  gedrukte  exemplaren  der  voor- 
loopig  door  die  Commissie  aangenomen  liederen,  afkom- 
stig van  wijlen  den  hoogleeraar  J.  A.  Lotze  en  door  dezen 
met  schriftelijke  aanteekeningen  voorzien.  Daar  dit  stuk, 
volgens  bestaande  beschikking,  niet  mocht  toegezonden 
worden,  heb  ik  mij  naar  Amsterdam  begeven  om  het   te 


raadplegen.  Het  belangrijke,  dat  ik  vond^  was  een  aan- 
genaam loon  voor  den  daaraan  besteeden  tijd. 

Ofschoon  ik,  in  het  bezit  van  al  deze  stukken,  de 
auteurs  der  meeste  Gezangen  met  zekerheid  kon  aanwij- 
zen, bleef  er  echter  omtrent  sommigen  onzekerheid  bestaan. 
Het  eenige  middel  om  deze,  zoomogelijk,  weg  te  nemen, 
was  op  te  sporen ,  wat  in  de  oorspronkelijke  akten-stukken 
der  YerzamelingsCommissie,  in  het  oud  archief  der  Synode 
berustende,  omtrent  de  vervaardiging  van  onze  kerklie- 
dereu kon  gevonden  worden.  Wel  waren  deze  reeds  vroeger, 
maar  toch  niet  bepaaldelijk  met  dit  doel,  door  dr.  R.  Ben- 
nink  Janssonius  (8)  geraadpleegd.  De  door  mij  gebruikte 
stukken  zijn: 

1^  Een  in  losse  bladen  geschreven  verzameling  van 
door  de  Gecommitteerden  voorloopig  aangenomen  liederen. 
Zij  is  echter  niet  volledig;  want  er  ontbreekt  een  aantal 
nommers ,  die  in  de  andere  akten  worden  genoemd.  Hoogst 
belangrijk  is  zij  zeker  voor  de  geschiedenis  van  onzen 
bundel ,  niet  alleen  meestal  met  een  enkel  woord  den  oor* 
sprong  dier  liederen  aanwijzende ,  maar  doorgaans  ze  ook 
boekende,  zooals  zij  waren  ingekomen  en  tevens  de  ver- 
anderingen vermeldende,  die  daarin  door  de  Commissie 
gebracht  zijn.  Enkele  aanteekeningen ,  niet  van  belang 
ontbloot,  worden  op  den  kant  gevonden,  insgelijks  vele 
liederen ,  die  niet  in  den  bundel  zijn  opgenomen ,  en  onder 
deze  zoodanige,  waaruit  blijkt,  dat  men  toen  reeds  bedacht 
was  op  Gelegenheids-Gezangen ,  b.  v.  bij  de  intrede  van 
een  Evangeliedienaar  enz.,  zooals  die  later  in  den  Vervolg- 
bundel gegeven  zijn. 

2o.  Handelingen  der  Vergadering  van  de  Gecommit- 
teerden uit  Gelderland,  Zuid-  en  Noordholland,  Utrecht, 
Friesland  en  Groningen,  gehouden  te  Utrecht  den  27  Sep- 
tember 1803  en  volgende  dagen. 

8°.  Handelingen  van  den  coetus   der    Gecommitteerden 


(3)  Gesohiedenis  van  het  kerkgezang  b$   de  Hervormden   in 
Nederl.  Arnh.  1861. 


6 

uit  Gelderland  ^  Zuid-  en  Noordholland,  Zeeland,  Utrecht^ 
Friesland  en  Groningen,  te  Utrecht  17  April  1804  en 
volgende  dagen,  waarbij  een  aantal  voor  de  Geschiedenis 
van  de  werkzaamheden  der  Commissie  belangrijke  rapporten 
en  stakken  gevoegd   zijn. 

4®.  Akten  van  den  Coetns  Contractus^  gehouden  in 
den  Haag^  den  19  September  1804  en  volgende  dagen. 
Hij  was  saamgesteld  uit  de  leden  van  den  Berg,  Jorissen^ 
Scharp,  van  de  Kasteele,  A.  Rutgers,  Lotze  en  Feith. 
De  laatstgenoemde  kon  echter ,  hoezeer  schriftelijk  aan  de 
werkzaamheden  deelnemende,  wegens  lichaamszwakte  de 
vergaderingen  niet  bijwonen. 

5^  Akten  van  den  tweeden  Coetus  Contractas  in  den 
Haag  den  15  Mei  1805  en  volgende  dagen.  De  hande- 
lingen der  laatste  vergaderingen,  tegelijk  invallende  met 
die  der  algemeene  vergadering,  zijn  niet  opgeteekend. 

6®.  Akten  der  laatste  algemeene  of  groote  vergadering 
van  al  de  gecommitteerden  gehouden  in  den  Haag  van 
12  Juni  tot  6  September  1805  waaraan,  echter  de  zes  en 
dertig  eerste  bladzijden  ontbreken. 

Dat  al  deze  geschriften  met  de  zich  daarbij  bevindende 
adviezen,  praeadviezen ,  rapporten,  brieven  enz  ,  hoogst 
belangrijk  zijn  voor  de  geschiedenis  van  de  samenstelling 
onzer  Gezangen,  dat  zij  doorgaans  een  helder  licht  wer- 
pen op  den  geest  en  de  bedoeling  der  gecommitteerden, 
dat  zij  hooge  achting  verwekken  voor  deze  mannen ,  al 
wenschen  wij  hun  somwijlen  wat  meer  poëtischen  gloed 
toe,  wat  minder  stijf  purisme  en  wat  milderen  zin,  — 
dat  zij  zelfs  eeue  belangrijke  bladzijde  leveren  voor  de 
geschiedenis  onzer  Letterkunde  bij  den  aanvang  dezer 
eeuw,  behoeft  nauwelijks  herinnerd  te  worden.  Ik  moet 
mij  echter  bepalen  tot  het  doel  van  mijn  onderzoek  en  ik 
heb  de  bronnen,  waaruit  ik  geput  heb,  alleen  genoemd 
om  aan  te  wijzen,  dat  de  slotsommen  van  dat  onderzoek 
op  zekere,  vertrouwbare  grondslagen  rusten.  Dit  kan  ech- 
ter niet  blijken,  tenzij  ik  dit  bij  elk  Gezang  aan  wijze, 
mij    alleen   dan   daarvan    onthoudende,    wanneer   dezelfde 


aateor  algemeen  erkend  wordt.  Toch  zij  het  mij  geoor- 
loofd hier  en  daar  enkele  bijzonderheden  te  vermelden , 
min  bekend  en  wel  waard  der  vergetelheid  onttrokken  te 
worden. 

Het  ligt  in  den  aard  der  zaak,  dat  de  eerste  met 
redenen  omkleede  opgave  van  de  auteurs  der  Gezangen 
niet  aan  den  druk  der  liederen  kan  worden  toegevoegd. 
Zij  strekt  alleen  tot  waarborg  voor  de  zekerheid  der  tweede^ 
die  daarvoor  bestemd  is. 


I. 

Qez.  1.  A,  van  den  Berg  (4)  naar  n^.  65  der  Waal- 
sche  Cantiques,  dat  wederom  ontleend  is  aan  den  Saksi- 
schen  Predikant  B,  Crasseline  (geboren  te  Wernsdorf  1667 
overleden  1724).  De  navolging  komt  voor  in  van  den 
Bergs  oden  en  gedichten  11^  89.  De  Commissie  heeft  er 
voor  het  kerkelijk  gebruik  nog  al  in  veranderd ,  o.  a.  ook 
vers  1 ,  reg.  2 ,  oorspronkelijk  luidende ;  Looft  God  den 
Vader  in  Aanbidt  den  Vader. 

Gez.  %,  Mejufvrouw  Johanna  Elisabeth  van  de  Velde, 
geboren  Relmcke  (5).  Yan  het  oorspronkelijke  vooral  van 
het  laatste  couplet^  is  veel  veranderd^  vermoedelijk  door 
jL  Rutgers, 

Gez.  3.  A.  van  den  Berg  en  A.  Butgers  (6)  naar  het  oude 
kerklied  //Te  Deum  laudamus^".  Volgens  Lotze  hebben  zij 
gebruik  gemaakt  van  een  stak  van  /.  Jordens, 

Bij  de  beoordeeling  van  dit  gezang  kwam  op  den  twee- 
den Haagschen  coetus  (Act.  pag.  40,  42,  45)  de  vraag 
ter  tafel,  of  ^tniet  wenschelijk  zijn  zou,   naar    het  voor- 


(4)  Zie  over  hem  E.  I.  Post,  leerr.  ter  gedachtenis  van  A.  yan 
den  Berg,  Arnhem  1807. 

(5)  Echtgenoote  yan  W.  yan  de  Velde,  yan  wien  drie  onzer 
gezangen  zijn.  Zij  werd  geboren  te  Amsterdam  1778,  oyerleed  te 
Zutphen  1842. 

(6)  Z.  mjjn  Godgel.  Nederland  UI  blz.  240. 


8 

beeld  van  andere  Frotestantsche  kerken ,  meer  liederen  der 
oude  kerk ,  zooals  het  Veni  Creator  Spirüua,  —  Aet  Agnua 
Dei  enz.  na  te  volgen  of  te  vertalen.  Later  werden  dan 
ook  dusdanige  navolgingen  geleverd  en  beoordeeld  ^  maar 
niet  in  den  bundel  opgenomen. 

Gez.  4.  A.  J.  ZubU(l)  naar  /.  A.  Cramer  (geb.  1723, 
predikant  te  Grellwitz,  later  opperhofprediker  te  Qaedlin- 
burg,  toen    hofprediker   te    Koppenhagen,  overleden    als 
hoogleeraar  te  Kiel   1788). 
Gez.  5.  ƒ.  Schar p,   (8) 

Gez.  6.  A,  vanden  Berg  (Oden  III,  41)  naar  B.  Munte. 
(geb.  te  Lubeck  1735,  predikant  te  Koppenhagen,  overl. 
1793).  De  tweede  Haagsche  coetus  nam  dit  lied  met 
hooge  ingenomenheid  aan  en  veranderde  alleen  in  reg.  1 
van  vers  2  Jonge  Zon  in  Nieuwe  Zon,  Lotze^  die  niet 
op  dezen  coetus,  maar  op  de  daaraan  volgende  groote 
vergadering  tegenwoordig  was,  teekent  aan,  dat  hij  een 
aantal  veranderingen  heeft  voorgeslagen,  o.  a.  in  vers  2 
waar  hij  gelezen  wilde  hebben : 

//Nog  schoot  de  zon  haar  helder  licht 
Op  geen  der  wereldbollen."' 
Ook  bericht  hij ,  dat  tusschen  vs.  7  en  8  het  volgende 
couplet  geschrapt  is : 

//Schoon  aarde  en  hemel  ras  verga, 

Bas  rigte  s'menschen  zoone. 
Dan  dank  ik,  dat  ik  nog  besta. 

En  \  Godlijk  licht  bewoone. 
Dan  zal  ik  eeuwig,  eeuwig  zijn 
En  eeuwig  vol  van   vreugde   zijn 
Bij  U ,  O  eeuwig  Wezen !" 
Gez.   7.  A»  van  den  Berg  (Od.  en  lied.  II,  105)  naar 
Cramer  en    C,  C.   Sturm   (geboren    te  Augsburg   1740, 


(7)  Geb.  in  de  Berbice  1751 ,  eerst  koopman  te  Amsterdam,  ia 
1795  lid  der  Nationale  vergader.,  later  ontranger  der  belastingen 
te  Vlaardingen,  overleden  1820. 

(8)  Leyensbeschr.  van  J.  Scharp.  Rolt.  1828.  Mgn  Godg.  Nederl. 
III  blz.  279  verv. 


9 

pred.  laatst  te  Hamborg,  overleden  1786).  Eene  fniaijere 
vertolking  wordt  gevonden  in  het  Evangelisch  Lutherache 
Gezangboek  n^.  60. 

Oez.  8.  Mr.  W.  Bilderdiji  naar  Munter.  Vroeger  was 
een  ander  lied  op  Qods  onveranderlijkheid  van  van  den 
Berg  (Od.  en  lied  1|52)  aangenomen,  maar  men  koos  later 
de  krachtiger  poëzij  van  een  onbekenden  dichter,  die  weldra 
als  de  toen  te  Brnnswijk  vertoevende  Bilderdijk  bekend 
werd.  De  uitdrukking :  Jezus  bloed,  vers  8  en  9,  ofschoon 
niet  bij  Üunter  voorkomende,  liet  men  staan,  maar  de 
regels  van  Bilderdiji : 

Gij  hebt  mijn   zoen,  in  Jezus   bloed 
Bevredigd,  aangenomen, 
veranderde  men  in :  Gij  hebt  m^  om  Jezus  dierbaar  bloed 

Genadig  aangenomen. 

Gez.  9.  Fan  den  Berg,  (Od.  en  lied  28)  naar  Munter. 
De  Commissie  was  met  dit  lied  zeer  ingenomen. 

Gez.  10.  Mr.  Rh.  Feith  naar  het  Bremer  Gterefor* 
meerd  Gezangboek  (9).  De  tweede  Haagsche  coetos  meende 
dit  lied  te  moeten  verwerpen.  (Hand.  bl.  27),  omdat 
het  in  de  gemeente  aan  zooveel  misverstand,  misduiding 
en  misbruik  onderhevig  zijn  zou.  Op  de  Algemeene  Ver- 
gadering (Hand.  bl.  40)  werd  het  echter  eenparig  aange- 
nomen. Of  er  vooraf  iets  in  veranderd  was,  is  mij  niet 
gebleken.  In  de  M.  S.  poorloapig  aangenomen  liederen  ligt 
alleen  een  afschrift  van  vers  1  van  's  dichters  eigen  hand. 

Gez.  11.  Feiik  naar  het  Bremer  Gezangboek  (10). 
Volgens  het  oordeel  van  den  tweeden  Haagschen  coetus 
(Hand.  26  en  27)  beantwoordde  dit  lied  niet  aan  de 
vereischten  van  een  lofzang  op  Gods  heiligheid.  De  groote 


(9)  Oorspronkelgk  van  dr.  J.  J.  Bambach,  geb.  1693,  hoog- 
leeraar te  Halle,  later  te  Giessen,  overl.  1735.  In  het  Bremer  €^- 
zangboek  1802  werd  het  lied  met  eenige  verandering  opgenomen. 

<10)  Feith  zelf  heeft  er  alleen  bggeschreTen :  vertaald.  Yolgens 
Dr.  Bennink  Janssonios  blz.  307  is  het  Doitsche  lied  van  J.  C. 
Zimmermann  (geb.  1702  overl.  1783),  in  het  door  hem  bezorgde 
Hanoversche  gezangboek  geplaatst. 


10 

vergadering  (Hand  blz.  40)  nam  het  echter  met  eenparig- 
heid van  stemmen  in  den  bundel  op.  Zeker  is  *t,  dat  in 
het  (in  het  Synodaal  archief  aanwezig)  M.  S.  van  den 
dichter  door  eene  andere  hand  nog  al  iets  is  veranderd,  en 
zelfs  een  geheel  couplet  geschrapt;,  hetwelk  dan  ook  in  den 
bundel  is  weggelaten.  Vermoedelijk  waren  deze  veranderingen 
van  van  den  Berg  en  is  daarom  door  sommigen  het  lied 
aan  dezen  toegeschreven.  FeilA  heeft  het  als  het  zijne 
erkend. 

Gez. :  12.  Fan  den  Berg  naar  &^//tfr^(diegüteGotte8). 
De  Commissie  heeft  er  in  veranderd.  Lotze  vond  het 
begin  der  vertolking  hard  en  Gellerta  denkbeelden  niet 
weer  gegeven. 

Gez. :  13.  Fan  den  Berg  naar  Cramer,  maar,  zooals 
Lolze  aanteekent,  veel  verbeterd  door  van  de  KasUele^ 
Scharp  en  Lotze. 

Gez. :  14.  FHth,  Van  het  oorspronkelijke  werden  twee 
coupletten  ter  zijde  gelegd. 

Gez. :  15.  Mr.  H.  van  Alphen,  (11).  Deii  2  Aug.  1805 
nam  de  groote  vergadering  (Hand,  blz.  62)  in  overweging, 
dat  er  tot  nog  toe  weinig  gebruik  was  gemaakt  van  van 
Alphen*»  liederen,  en  besloot  ze,  ofschoon  om  verschillende 
redenen  minder  geschikt  voor  kerkelijk  gebruik,  uit  hoog- 
achting voor  ^s  Mans  nagedachtenis,  nog  eens  na  te  zien, 
of  er  iets  braikbaar  in  werd  gevonden.  M,  Jorüsen  nam 
die  taak  op  zich.  Het  gevolg  hiervan  was  de  opneming 
van  dit  lied  en  van  eenige  andere. 

Gez. :  16.  Van  den  Berg  naar  Oellerl  (Gottes  macht 
und  v(»*sehung.) 

Gez.  :  17.  A.  Rutgers  naar  Oeorg  Neumari,  (geb.  1621 
te  Mühlhausen  in  Thuringen,  als  Secretaris  van  het  Sak- 
sisch archief  overleden  te  Weimar,  1681).  Er  zijn  in  den 
arbeid  van  Rutgers  door  de  gecommitteerden  zooveel  ver- 


(11)  Z.  het  leyenisberigt  door  Mr.  J.  S.  D.  Nepreu  geplaatst 
vóór  de  dichtwerken  van  Mr.  H.  van  Alphen,  Utrecht.  1858.  Mgn 
öod^.  Nederl.  I  blsj.  30. 


11 

anderiogen  gemaakt^  dat  het  oorspronkelijke  (n^  4  der 
M.  8.  voorU  aangenomen  &V^.)  bijna  onleesbaar  is  geworden. 
Lezenswaardig  is,  wat  W.  Franchen  omtrent  dit  troostend 
lied  in  Licht,  Liefde  en  Leven  1854  geschreven  heeft. 

Gcz.  18.  Van  den  Berg,  (Od.:  111,108).  Er  is  door 
de  Commissie  veel  veranderd. 

Qez.  19.  B.  van  Weeman,  (12).  Hand.  der  Qroote 
Vergadering  1805  blz.  62. 

6ez.  20.     H,  van  Alphen. 

Gez.  21.  J,  van  Zodenstein,  (18)  blijkens  de  M.  S. 
provisioneel  aangenomen  liederen  n°.  16,  hebben  verschil- 
lende leden  der  Commissie  dit  lied  gemoderniseerd.  Loize 
teekent  aan,  dat  eerst  Rutgers  en  daarna  van  den  Berg 
eene  bewerking  inleverde  en  dat  het  in  onzen  bundel 
opgenomene  uit  die  twee  redactien  door  Joriasen  en  Itotze 
is  vervaardigd. 

Qez.  22.  Van  Alphen  en  Mr.  P.  L.  van  de  Kasteele 
(14).  Ik  volg  hier  de  officieele  opgave  in  het  rapport 
van  gecommitteerden ,  bij  monde  van  de  Fremery  op  de 
groote  vergadering  29  Jalij  1805  ingeleverd.  Adriani  en 
anderen  met  hem  noemen  alleen  van  Alphen ,  Loize  e.  a. 
alleen  van  de  Kasteele,  Vermoedelijk  heeft  laatstgenoemde 
het  oorspronkelijke  van  van  Alphen  voor  den  bnndel  bewerkt. 

Gez.  23.     Feith. 

Gez.  24.  Mr.  J.  P.  Kleijn  (15).  Er  werd  hier  en 
daar  in  het  oorspronkelijke  veranderd. 

Gez.  25.  Feiih,  Aanvankelijk  werd  de  vraag  gedaan 
of  het  niet  tot  de  passie-liederen  behoorde. 

Gez.  26.     Feiih,  Er  is  nog  al  wat  in  veranderd. 


(12)  Qeboren  te  'sHage  1761,  pred.  te  Leeuwarden ,  overl.  1808. 

(13)  Z.  Mgn  Godg,  Nederl.  U  blz.  887  verv.  Dr.  P.  Jz.  Proost. 
J.  van  Lodenstein,  Ams.  1880« 

(14)  Z.  de  door  mr.  J.  G.  van  de  Easteele  aan  's  mans  dicht- 
werken, 'sHage  1844,  2d.,  toegevoegde  LevenBchets. 

(15)  Geb.  1760  te   Hooge  Zwaluwe,  Raadsheer   in   het  Frov, 
Gerechtshof  van  Gelderl.  orerl.  te  Arnhem  1805. 


u 

Gez.  27.     Van  Alpkm.  Scharp  heeft  er  in  veranderd. 

Gez.  28.  Mejufvrouw  C.  A.  van  Lier  (16).  Z.  haar 
Dagboek  blz.  62.  De  vier  laatste  regels  zijn  door  de 
Commissie  veranderd. 

Gez.  29.  Fan  den  Berg  naar  Cramer.  Lotze  teekent  op, 
dat  eene  veel  betere  vertolking  van  J.  LMink  (opgeno- 
men in  Bichthundige  aanmerkingen  op  de  Bvangelische 
Gezangen.  Amst.  bij  de  Wed^  J,  Doll)  aan  de  Commissie 
niet  bekend  was,  toen  zij  die  van  van  den  Berg  in  den 
bandel  opnam. 

Gez.  30.  A.  Ruigere.  In  het  oorspronkelijke  is  veel 
veranderd.  Loize ,  die  de  denkbeelden  goed ,  maar  de  poezy 
zwak  noemt,  meldt,  dat  dé  vier  laatste  regels  ontleend 
zijn  aan  een  stukje  van  /.  van  der  Roeet  (17) 

Gez.  31.  Feith. 

Gez.  32.  Van  den  Berg  naar  Cramer.  Loize  teekent 
aan ,  dat  het  lied  van  Cramer  schoon ,  maar  de  vertaling 
bitter  slecht  is.  Zeker  behoort  het  tot  de  min3te  stukken 
uit  onzen  bundel.  Nogtans  rapporteerde  de  Commissie 
ter  correctie  aan  de  Algemeene  Vergadering  (8  Angustas 
1805),  dat  van  den  Berg  door  dit  lied,  waaraan  men 
volstrekt  behoefte  had ,  de  Nederlandsche  Hervormde  Kerk 
ten  hoogste  aan  zich  verplicht  had.  Het  werd  echter  niet 
met  algemeene  goedkeuring  in  den  bundel  opgenomen. 
Adriani,  Bruining  en  Janssen  stemden  er  tegen  (Hand. 
der  groote  Verg.   blz.  77). 

Gtez.  33.  Fan  den  Berg  naar  Cramer. 

Gez.  34.   Fan  den  Berg, 

Qez,  35.  FeitA  naar  de  Confesaum  des  pécAes ,  welke 
oorspronkelijk  door  Calvijn  in  de  Latijnsche  taal  gestelde 
schuldbelijdenis  in  de  Waalsche  kerken  gebruikt  werd  en 
in  onze  Liturgische  Schriften  gedeeltelijk  is  nagevolgd 
in  hei  gebed  voor  de  predikatie  in  den  week. 

Gez.  36.  Fan  den  Berg,  Door  sommigen ,  maar  in  geen 


(16)  Geb.  te  Assen  1768,  orerl.  aan  de  Kaap  de  Goede  Hoop. 
17)  Godgel.  Nederl.  III  bte.  199  vers. 


13 

der  meer  officieele  bescheiden ,  wordt  hierbij  gevoegd  naar 
H.  C.  Heeker  (geboren  te  Hamborg  1699,  overleden  als 
predikant  te  Meuselwitz  bij  Altenburg  1743).  Waarschijn- 
lijk is  het  lied  niet  geheel  van  van  den  Berg,  Ook  in  de 
M.  S.  voorloopiff  aangenomen  liederen  (n®  107)  staat  op 
den  kant  aangeteekend :  //Cf.  Haagsch  Luthersch  Gezang- 
boek blz.  311." 

In  VS    3  luidden  de  vier  laatste  regels  oorspronkelijk : 
Jezus  bloed, 
Maakt  alles  goed^ 
Zelv'  heeft  hij  den  zoen  gevonden 
Voor  de  grootste  zonden. 

De  Commissie  veranderde. 

Gez.  37.  FeüL  Of  de  dichter,  zooals  men  op  den  twee- 
den Haagschen  coetus  (Hand.  blz.  20)  van  hem  verlangde , 
veranderd  en  bekort  heeft,  heb  ik  bij  ontstentenis  van 
het  oorspronkelijke  niet  kunnen  nagaan. 

Gez.  38.  /.  Scharp, 

Gez.  39.  /.  Scharp  naar  «/.  (7.  Zimmermann.  Ik  volg 
hier  de  opgave  in  de  M.  8.  voorloopig  aangenomen  lie^ 
deren ,  die  van  Loize ,  Adriani  e.  a.  Dr.  Bennink  Janssonius 
e.  a.  hebben  naar  R  NeumeUter  (geb.  1671  t  1756). 
^8  Mans  Psalmen  und  lobgesangen^  Hamb.  1755,  heb  ik 
niet  voorhanden,  evenmin  het  Hanoversche  Gezangboek 
van  Zimmermann,  Ik  gis,  dat  deze  het  daarin  van  Neu- 
meister  heeft  overgenomen. 

Gez.  40.  A.  Ruigere.  Van  het  oorspronkelijke  is  veel 
veranderd. 

Gez.  41.  Van  den  Berg  naar  Klopstock  (de  dichter  der 
Messiade,  geb.  1724  f  1803).  Ook  in  deze  vertaling  of 
navolging  is  door  de  Commissie  veel  veranderd  en  van  het 
oorspronkelijke  van  den  Duitschen  dichter  afgeweken. 

Gez.  42.  Van  de  Kasteele  naar  Oellert,  (Trost  der 
erlösung).  In  de  M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n®.  73 
staat  van  den  Berg  en  van  de  Kasteele  naar  Geiler t.  Op 
den  kant  wordt  echter  aangeteekend,  dat  het  lied,  zoóals 
het   oorspronkelijk   door  van  de  Kasteele   was  ingeleverd, 


14 

door  hem  zelven  nader  geredigeerd  is.  Miaschien  nam 
van  den  Berg  deel  aan  die  nadere  redactie.  Yera  15  luidde 
oorspronkelijk: 

Ja,  zoo  ik  ooit  mogt  waardig  zijn 

Om  nwen  naam  bier  ]eed  te  smaken, 
Bewaar  mij,  dat  geen  smaad  of  pijn, 
Mij  onverduldig  maken  1 
Het   is,    zooals  het  nu  in  den  Bundel  voorkomt,  ver- 
anderd door  Feith. 

6ez.  43.  «7.  Lodenslein  ,  bewerkt  door  A,  Ruigere.  De 
tweede    Haagsche    coetus   (Hand.   blz.  36)  was  met  deee 
bewerking  zeer  ingenomen,  maar  besloot  op  voorstel  van 
van  den  Berg  één  couplet  weg   te  laten. 
Het  luidde: 

AUerminnelijkste  schoonheid , 

Bron  van  al  wat  schoonheid  schijnt, 
Die  door  jaren  noch  gewoonheid 

Min  vermaakt  of  ooit  verdwijnt, 
Wat  men  hier  bedenken  kan 

^t  Is  er  maar  een  schaduw  van. 
Wat  wij  lieven,  looven,  leeven, 
Gij  zult  glans  en  luister  geven. 
Gez.    44.    Vrouwe    C.  F,  van  Raeefeldt^  geboren  van 
Sytzama  (18).  Het  begin  luidde  oorspronkelijk: 
Nu  daal,  O  Heer,  Uw  zegen  neer 

Op  ons  en  alle  uw  leden. 
U  eeren  wij  als  onzen  Heer 
Met  liedren  en  gebeden, 
en  is  door  v.  d.  Berg  veranderd. 
Gez.  66.   Van  de  Kasleele, 
Gez.  46.   Van  de  Kasieele. 
Gez.  47.  Fan  de  Kasleele, 
Gez.  48.  Fei^A* 


(18)  Qebpreu  te  Leeuwarden  1729,  in  1750gohuwdmet  J.R.  van 
Raesfeldt,  Heer  van  Heemse  enz.  bapitein  in  dieiret  dezer  landen, 
overleden  te  Heemse  1807. 


15 

Gez.  49.  Mr.  J.  Hinlopen.  (19).  Of  er  door  de  Com- 
missie in  veranderd  is,  is  mij  niet  gebleken.  Het  komt 
niet,  zooals  Gezang  71,  in  de  M.  S.  voorloopig  aange- 
nomen liederen  voor.  De  nagelaten  papieren  van  Mr.  /, 
Hinlopen  zijn  volgens  testamentaire  beschikking  van  zijnen 
oudsten  zoon  vernietigd. 

Gez.  50.  Mej.  van  de  Velde,  geb.  Helmeke,  Er  is  veel 
door  de  Commissie  veranderd. 

Gez.  51.   Fan  Alphen. 

Gez.  52.  J,  Scharp,  Zijne  eerste  proeve  van  eene  be- 
rijming der  Geloofsartikelen  beviel  den  tweeden  Haag- 
schen  coetus  (Hand.  blz.  52)  minder.  ScAarp  heeft  haar 
toen  op  nieuw  bewerkt  en  dit  lied,  door  Feith,  terwijl 
de  auteur  afwezig  was,  ter  tafel  van  de  Algemeene  Ver- 
gadering (Hand.  bladz.  72)  gebracht ,  werd  door  deze 
goedgekeurd. 

Gez.  53.  Feitk  Dit  lied  had  eene  zonderlinge  geschie- 
denis. De  tweede  Haagsche  coetus  (Hand.  blz.  30  en  31) 
noemde  het  30  Mei  1805  een  fraai  dichtstuk,  maar  voor 
kerkgezang  niet  bruikbaar  en  ook  niet  geschikt  om  het 
door  veranderingen  daarvoor  geschikt  te  maken ,  aangezien 
men  door  aan  dat  lied  te  likken  er  de  ziel  zou  hebben 
uitgelikt.  Den  30  Juli  1805  bracht  Professor  Muntinghe 
het  met  aanprijzing  ter  algemeene  vergadering ,  die  het 
der  commissie  van  correctie  aanbeval.  Vermoedelijk  heeft 
deze  iets  veranderd.  Den  9  Augustus  werd  het  voor  den 
bundel  aangenomen,  maar^  zooals  de  notulen  het  uit- 
drukken, de  stem  van  Noord-Holland  en  stad  en  lande 
sliep,  (Hand.  der  Groote  vergadering  blz.  58,  59,  61,  72). 

Gez.  54.  Naar  FeitL  Feith  zelf  erkent  het  niet  voor 
zijn  werk.  Wel  is  van  zijne  hand  (maar  aanvankelijk 
wist    men  niet,    dat  hij   de  dichter  was)  een  gezang  over 


(19)  Geboren  te  Utrecht  1769,  vriend  van  Bellamy ,  Ockerse  en 
Kleyn,  is  Hinlopen  in  yersohillende  betrekkingen  werkzaam  ge- 
i^eest,  laatst  als  Staatsraad  onder  Lodewgk  ISTapoleon.  Over- 
leden 1808. 


ia 

de  noodzaieKJiieid  des  geloof s  iDgekomen ,  maar  men  heeft 
daarin  zooveel  veranderd  (verbasterd^  schrijft  Lotze  en  ik 
meen  terecht)  dat  de  dichter  zijn  eigen  lied  niet  meer 
kende.  ScAarp,  Ruigere^  Janseen  en  vooral  van  den  Berg 
zLjn  hierin  werkzaam  geweest.  Het  groot  verschil  blijkt, 
wanneer  wij  hier  het  oorspronkelijke,  zooals  het,  door  de 
eigen  hand  des  dichters  geschreven ,  bij  de  firma  /.  Brandt 
en  Zoon  te  Amsterdam  berust^  laten  volgen. 

Mijn  ziel|  waartoe  dat  anstig  vreezen, 
Geen  wanhoop  komt  uw  smart  te  staê, 

Gij  zolt  hier  steeds  een  zondaar  wezen 
En  moet  hier  leven  bij  genaê. 

O^  zalig  hij,  die  in  zijn  nooden 
Tot  deze  rijke  bron  gevlooden 
Daar  dankbre  liefdetranen  schreit. 

Uw  vader  op  zijn  woord  betrouwen , 
U  zei  ven  in  zijn  Zoon  te  aanschonwen. 

Is  hier  de  hoogste  heiligheid. 

Geen  heiligheid  wordt  hier  gevonden. 

Die  niet  op  dezen  wortel  groeit, 
Aan  hem  is  alle  deugd  verbonden, 

Die  immer  voor  den  hemel  bloeit. 
Vergeefs  is  hier  ^t  wanhoopig  treuren, 
Vergeefs  slechts  wettisch  *t  hart  te  scheuren , 

Niets  baiten  Jezus  heelt  de  smart. 
De  vrees  moog  onder  *t  angstig  zweeten. 
Haar  daden  naar  ^swets  rigtsnoer  meeten , 

^t  Geloof  alleen  vernieuwt  het  hart. 

Ga  vrij  aan  Horebs  bergvoet  dooien, 

En  zwoeg  op  Sina's  donderstem, 
't  Bederf  blijft  diep  in  ^t  hart  verschoolen. 

En  Ebals  vloek  behoudt  zijn  klem. 
Hoe  diep  ge  uw  schuld  voor  God  moogt  voelen  , 
De  zonde  zal  steeds  feller  woelen, 

Als  ^t  zielsoog  niet  op  Jezus  ziet. 


17 


Bicht  vrij  naar  't  Oost  en  West  uw  gangen , 
Als  zondaar  moet  gij  rast  ontvangen, 
Als  heilig  vindt  gij  ze  eeuwig  niet. 

Ligt  zal  't  bedorven  vleescb   nog  woelen , 

Als  ik  mijn  laatste  snikken  geef, 
En  ik  zal  stervend  nog  gevoelen, 

Dat  ik  als  arme  zondaar  sneef , 
Maar,  o  mijn  Vader,  wat  moog'  wijken, 
Uw  zoenverbond  zal  nooit  bezwijken, 

Uw  eed  wordt  nooit  van  kracht  beroofd. 
Ik  heb  voldaan  aan   Uw  beveelen, 
Uw  wet  volbracht  in  al  haar  deelen, 

Toen  ik  in  Jezas  heb  geloofd. 

O  Gij,  die  al  mijn  schuld  woudt  boeten. 

Door  Uwe  naamenlooze  pijn, 
Mijn  Heiland,  leer  mij  aan  Uw  voeten  , 

Altijd  een  arme  zonder  zijn. 
Bij  al  mijn  deugd,  bij  al  mijn  zonden, 
Yind  ik  geen   troost,  dan  in  uw  wonden  , 

Geen  hoop,  dan  als  ik  U  aanschouw. 
Voor  Uwe  reekning  blijf  ik   leeven, 
Voor  Uwe  reekning  zal  ik  sneeven, 

Gij  blijft  de  rots,  waarop  ik  bouw. 

1778. 


Gez.  55.  Gedeeltelijk  van  Mejufvrouw  van  de  Velde 
geb.  üelmcle  (Kleefsch  Gezangboek)  en  gedeeltelijk  van 
van  den  Berg.  Op  een  aantal  naamlijsten,  die  in  omloop 
zijn,  worden  verschillende  auteurs ,  zooals  W,  van  de  Velde 
en  Feith,  genoemd.  Ik  volg  hier  Loize^  die  het  lied  van 
Mejufvrouw  van  de  Velde  inzond.  Bovendien  blijkt  uit  de 
M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n».  10  ^  dat  van 
het  oorspronkelijke  alleen  vs.  2  in  den  bundel  is  opge- 
nomen en  dat  vs.  1   en  3  geheel  van  van  den  Berg  zijn. 

2 


18 

Gez.  56.  Mr.  /.  Hinlopen, 

Gez.  57.  van  dm  Berg  naar  C  F,  Neander  (geboren 
1723  te  Eckau  in  Koerland,  overleden  1802). 

Gez.  58.  van  den  Berg  (od.  IV:  93)  naar  /.  A. 
Schlegel  (geboren   1721^  overleden   1793). 

Gez.  59.  van  den  Berg  naar  Gellert.  (Der  thatige 
Glaube).  Sommigen,  ook  Adriani^  noemen  van  den  Berg 
en  Mr.  J,  Hinlopen,  De  notulen  van  den  tweeden  Haag- 
schen  coetas  noemen  alleen  van  den  Berg. 

Gez,  60.  van  den  Berg  naar  Oellert  (von  der  quelle  der 
guten  werken). 

Gez.  61.  /.  Scharp.  De  commissie  veranderde  veel. 

Gez.  62.  «/.  Lodensleiny   bewerkt  door  A.  Rutgers. 

Gez.  63.  A,  Rutgera,  van  den  Berg  heeft  er  veel  in 
veranderd. 

Gez.  64.  J.  VoUenhoven  (20)  bewerkt  door  A.  R^Ugers. 

Gez.  65.  van  Alphen,  Ys.  6  en  7  zijn  veel  veranderd. 
Onder  vs.  6 ,  zooals  het  in  den  bundel  is  opgenomen , 
staat  in  de  M.  S.  voarloopig  aangenomen  liederen:  Mevr. 
MuntingAe.  Of  de  echtgenoot  van  den  Hopgleeraar  M, , 
.ƒ.  F.  Drijfhout^  evenals  hare  zaster^  aan  wie  gezang  86 
te  danken  is,  dichteres  was,  is  mij  onbekend. 

Gez.  66.  Feith.  Er  is  in  dit  lied  veel  door  de  commissie 
veranderd.  Zelfs  zijn  er  vier  coupletten  geschrapt.  Alle 
verandering  was  echter  geen  verbetering.  In  het  oorspron- 
kelijke luiden  althans  de  twee  laatste  regels,  zooals  Lotze 
ze  opgeeft,  veel  krachtiger: 

//Verbreek  in  ons  de  heerschappij. 
Der  zonde  en  maak  ons  waarlijk  vrij  !^^ 

Gez.  67.  van  den  Berg ^  naar  i/at7a^er  (geboren  te  Zurich 
1741 ,  overleden  1801).  De  tweede  Haagsche  coetus  (Hand. 
blz.  20  en  21)  vergeleek  van  den  Berg%  bewerking  (Oden 


(20)  Geboren  te  Yollenhoyen  1632,  laatst  predikant  te'sHage, 
overleden  1708. 


19 

III,  62)  met  eene  andere  in  het  Doopsgezind  gezangboek 
te  Haarlem  n®.  82  en  verbeterde  de  eene  uit  de  andere. 

Gtez.  68.  Lodenêlein ,  bewerkt  door  A.  Rutgera,  maar 
veel  veranderd  door  de  Commissie. 

Gez.  69.  Van  Alphen  en  van  de  Kaeteele.  In  de  ojpgave 
van  den  auteur  van  dit  lied  heerscht  in  de  bekende 
naamlijsten  groot  verschil.  Sommigen ,  en  onder  dezen  dr. 
Benninh  Janssonins,  noemen  van  AlpAen,  anderen^  met 
Lotze  en  Adriani ,  van  de  Kasteele ,  een  enkele  A,  Rul- 
ffere,  In  de  M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n^.  24 
staat  gevolgd  naar  van  Alphen  en  van  de  Kasteele,  Zeker 
is  'i,  dat  al  ware  het  oorspronkelijk  van  van  Alphen  y 
van  de  Kasteele  er  toch  de  hand  in  gehad  heeft.  Het  is 
ontleend  aan  de  door  beiden  uitgegeven  mengelpoezy.  De 
Commissie  heeft  er  in  veranderd  en  op  haar  verlangen 
heeft  A.  Rutgere  er  het  laatste  vers  bijgevoegd. 

Qez.  70.  A.  Butgers  naar  het  Hoogduitsch,  zooalsde 
M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n^  25  melden.  Van 
den  Berg  heeft  het^overgewerkt.  (Hand.  van  den  tweeden 
Haagschen  coetus  blz.   4). 

Gez.  71.  Mr.  /.  Hi/nlopen  naar  Oellert  (die  liebe  der 
feinde). 

Gez.  72.  Butgerê ,  Scharp  en  van  den  Berg  uit  het 
Haarlemsch  Doopsgezind  Gezangboek.  Zoo  is  het  door 
Adriani  opgegeven  en ,  ik  meen ,  te  regt.  In  de  bestaande 
naamlijsten  heerscht  groot  verschil.  Uit  de  notulen  van 
den  tweeden  Haagschen  coetus  (bladz.  26)  blijkt,  dat  dit 
lied,  waarvan  de  herkomst  niet  genoemd  wordt  (ofschoon 
oorspronkelijk  van  «/.  P.  Kasteleijn  (21)  en  opgenomen 
in  den  grooten  bundel  der  Doopsgezinden  n^  148)  op  den 
Utrechtschen  coetus  onder  de  betwijfelden  was  gesteld. 
Door  die  vergadering  werd  het  ter  nadere  beoordeeling 
aan  Seharp  en  Butgers  en  eindelijk  met  de  aanmerkingen 
van  dezen  in  handen  van  van  den  Berg  gegeven.  Op  deze 


(21)  Geboren  ie  Breukelen  1746,  apotheker  te  Amsterdam,  over- 
leden 1794. 


£0 

wijze  werd  het  zoo  overgewerkt,  dat  het  oorspronkelijke 
bijna  geheel  verloren  ging. 

Gez.  73.  Van  den  -B^^  naar  Ö^Z/tfr^  (die  Wachsamkeit), 
Men  vond  dit  lied  en  ook  de  vertaling  zeer  fraai  ^  maar 
voegde  er  coupletten  bij  uit  eene  andere  editie  van  het 
oorspronkelijke  naar  het  Bremer  Luthersohe  Gezangboek 
(notulen  van  den  tweeden  Haagschen  coetus  bladzijde 
12).  (22) 

Gez.  74.  Van  den  Berg  naar  Cramer.  Het  werd  bij- 
zonder aangeprezen  door  professor  Muntinghe  (notulen 
tweede  Haagsche  coetus ,  bladzijde  24). 

Gez.  75.  Van  den  Berg  naar  /.  A,  SeAlegel.  Scklegel 
heeft  het  Duitsche  lied  naar  een  oud  lied  van  een^  onbe- 
kenden dichter,  maar  dat  in  vele  Duitsche  gezangboeken 
voorkomt^  bewerkt  en  verbeterd.  Van  den  Berg  moest 
zijne  vertolking  op  verlangen  zijner  mede  gecommitteerden 
herzien  en  verkorten  (Hand.  van  den  tweeden  Haagschen 
coetes  blz.  26). 

Gez,  76.  Van  den  Berg  naar  Oerard  Brandt.  » Men 
//bevondt  dit  lied  oorspronkelijk  te  zijn  een  oud  lied  van 
nGerard  Brandt  den  ouden  ^  te  vinden  in  zijne  gedichten^ 
//blz.  105  van  de  editie  in  4®.,  te  Amsterdam  1688^ 
/s^hetwelk  door  Br.  van  den  Berg ,  met  weinige  verandering 
//gebragt  was  op  de  wijze  van  Psalm  51.  Bij  de  over- 
/^weging  oordeelde  men,  dat  hetzelve  door  professor  Mun» 
fftinghe  bijzonder  aangeprezen  was  naar  verdiensten  ^  —  de 
/^Evangelische  en  Gereformeerde  regtzinnige  denkwijze  en 
/^toon  over  de  noodzakelijkheid  en  kracht  der  genade, 
/i'treffend ,  te  meer  daar  de  maker  tot  het  Kerkgenootschap 
^der  Remonstranten^  in  zijn  leven ^  behoord  had;  men 
//wenschte  hartelijk  dat  dit  de  heerschende  toon  bij  de 
^Bemonstranten  zijn  mogt^  en  nam  het  gaarne  aan,  ge- 
//lijk  het  dan  ook  gedicteerd,  ingeschreven, en  onder  de 
//provisioneel  aangenomene  gesteld  is  sub  n^  153'\  (Hand. 
van    den    tweeden    Haagschen    coetus   blz.    32    en    33). 

(22)  In  sommige  naamlgsten  worden  Gez.  78,  74  en  75  aan  mr. 

J.  Uinlópen  toegekend,  maar  zonder  eenigen  grond. 


21 

Qaarne  willende  beoordeelen ,  of  er  inderdaad  zoo  weinig 
in  dit  lied  veranderd  was  en  geen  exemplaar  van  Brandts 
stichtelijke  gedichten  bij  de  hand  hebbende,  verzocht  ik 
dr.  B,  C.  Rogge ^  Bibliothecaris  van  de  Universiteit  te 
Amsterdam,  ons  gezang  met  het  oorspronkelijke  op  de 
Uemonstrantsche  Bibliotheek  te  vergelijken.  Met  zijne  ge- 
wone welwillendheid  heeft  hij  aan  mijn  verzoek  voldaan 
en  daartoe  de  uitgave  van  1665  (Amst.  kl.  8<*.) gebruikt, 
waarin  het  biz.  98  voorkomt,  met  het  opschrift :  Gehedt 
om  Oodta  Oenade  en  kulpe.  Ik  stem  geheel  met  dr.  Rogge 
in,  dat  de  gedachten -gang  van  het  oorspronkelijke  in  ons  kerk- 
lied wel  behouden ,  maar  dat  het  toch  zoo  geheel  is  veranderd^ 
dat  het  bezwaarlijk  meer  het  werk  van  den  verdienstelijken 
geschiedschrijver  en  dichter  kan  genoemd  worden.  Ten 
bewijze  hiervan   laat  ik  de  drie  eerste  strophen  volgen: 

Hoe  wordt  de  mensch^  soo  broos  en  swak  van  aardt, 
Die  zich  soo  licht  verrukken  laat  ten  quaede, 

Met   sulk  een  jok  tot  sijn  verderf  beswaart, 
Hoe  red  hij  sich,  o  Heilbron  der  genade  P 

Ik  vind  mij  swaar  beladen  en  belast, 
Verleidt,  vervoert,  en  van  Uw  weg  versteeken : 

De  zonde  houdt  mij  met  mijn  handen  vast, 
Ja  doodt  mij  met  mijn  eigene  gebreeken. 

Ach,  Heer,  gij  siet  uw  schepsel  in  dien  noodt, 
Den  dooden  geest  kunt  gij  alleen  verwekken 

Of  straffen  met  veel  schrikkelijker  doodt. 
Laat  Uwe  handt  mij  weer  naer  't  leven  trekken. 

Met  Adriani  schrijf  ik  bij  dit  lied: 
van  den  Berg  naar  O.  Brandt 

Gen.  77.  /.  Doijer  (28)  naar  1  Cor.  XVI  :  13.  XV  : 
58.  II  Petr.   1:5,  8,  11. 


(23)  Geboren  te  Zwolle  1748, overleden  1805.  Hij  was  trgpfabriekani 
in  zgne  geboortestad,  behoorde  tot  de  Doopsgezinde  gemeente, 
bekleedde  in  het  laatste  der  ISe  eenw  versohillende  staatsambten 
en  was  naar  het  oordeel  van  Feith  geen  onverdienstelgk  dichter. 


22 

Hij  zond  dat  lied  met  het  opschrift:  Pli^t  dei  Chris' 
telijhen  levens  op   verzoek  van  mr.  Rh.  Feith. 

Qez.  78,  /,  Schar p. 

Oez.  79.  Mejafvrouw  van  de  Velde  ^  geb.  Belmcke. 

Gez.  80.  Van  den  Berg  (Oden  1 ,  99).  Feith  was  met 
dit  lied  zeer  ingenomen  (Hand.  van  den  tweeden  Haagschen 
coetus  bh.  12). 

Qez.  81.  Van  den  Berg. 

Gez.  82.  Feith.  Het  oorspronkelijk  opschrift:  algemeen 
gebed  werd  eerst  in  Bede  om  geloof  en  ijver  in  het  goede , 
later  in  Bagelijkseh  Gebed  veranderd. 

Qez.  83.  Van  den  Berg.  (oden  111,  52)  naar  C.  F. 
D.  Schubart  (geboren  1739,  te  Obersontheim  overleden, 
na  vele  lotwisselingen ,  als  hof-  en  tooneeldichter ,  1791). 

Qez.  84.   Feith. 

Qez.  85.  Mejafvrouw  van  de  Velde ^  geb.  Helmcke. 

Qez.  86.  Mejufvrouw  T.  P.  Drijfhout  (24). 

Qez.  87.  Van  Alphen.  A.  Rutgers  heeft  het  herzien. 

Qez.  88.  i^if/M. /9^  Veer,  schrijft  £0^0^,  jy is  om  dit  schoone 
lied  te  koop  geweest,  dat  in  de  vergetelheid  begraven 
moet  worden.^'  Op  den  tweeden  Haagschen  coetus  (Hand. 
biz.  11  en  12)  was  het,  ofschoon  men  den  oorspronke- 
lijken  titel  veranderde  en  den  wensch  uitte,  dat  de  dichter 
zelf  in  VS.  4  en  5  verandering  bragt ,  onder  de  provisioneel 
aangenomene  geplaatst. 

Op  de  Algemeene  vergadering  echter  (5  Julij  1805^ 
bladz.  89)  berigtte  van  den  Berg,  /srdat  over  het  lied  n®. 
^97  genaamd  Zaligheid  of  Weldadigheid  van  het  geloof 
//eenig  verschil  van  denkwijze  had  plaats  gehad  bij  de 
>irleden  der  commissie  ter  redactie,  en  communiceerde  zijne 
//bedenkingen.  De  vergadering  dezelve  gehoord  hebbende, 
//heeft  het  gemelde  lied  nog  eens  herlezen  en  met  aan- 
//dacht  overwogen ,  en  daarop  geconcludeerd ,  dat  het  lied 
//onder    de    aangehoudene    blijven    moest;    alleen  zou  de 

(24)  Dochter  y&n  den  Harderwijker  hoogleeraar  (Godg.  Nederl. 
I  blz.  390),  schoonzuster  van  professor  MimtinghO)  geb.  1764, 
overleden  1797. 


i 


28 

//Commissie  eetiigc  verandering  maken  in  het  3^1°  couplet 
//en  het  opschrift  veranderen  in :  voortreffelijkheid  der  open- 
»baring  hoven  de  rede^ 

Dat  derde  couplet  luidde  oorspronkelijk : 

Waar  zou  ons  hart  in  eiken  nood, 
Waar  bij  het  nadren  van  den  dood 

Hier  uitkomst  zien  in  zijn  ellende^ 
Zo  ^t  niet  in  zijnen  donkren  nacht 
Aan  eindelooze  liefde  en  magt 

Geloofde  en  tot  zijn  God  zich  wendde. 

Zou    dit^    in  het  oog  van  van  den  Berg,  te  ruim  ge- 
steld zijn? 

Gez.  89.  Feith, 

Gez.  90.  van  den  Berg  naar  Lavater,  Den  21  Mei 
1805  kwam  bij  den  tweeden  Haagschen  coetus  (bladzijde 
14)  van  een^  onbekende  de  vertaling  ter  tafel  van  La- 
vaters  Zondagslied,  beginnende:  Deez'  dag  zal  ik  mijn 
Bondgod  wijden.  Hoe  fraai  men  haar  ook  op  zich  zelve 
vond,  achtte  men  haar  minder  geschikt  voor  kerkgezang  en 
meende  ook,  dat  zij  bekort  moest  worden.  Toch  werd  zij 
als  n°,  114*  onder  de  M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen 
geplaatst.  Later  leverde  van  den  Berg  (bladzijde  29)  eene 
verkorte  bewerking  in  drie  coupletten.  Dit  lied  is  eene 
zeer  verre  navolging  van  Lavater.  In  dat  van  den  onbe- 
kende is  meer  diepte,  meer  gevoel,  meer  poezy. 

Gez   91.  H.  A.  Bruining,  (25) 

Gez.  92.   Van  den  Berg.  Adriani  liet  er  bij  schrijven: 
naar  Cramer. 

Gez.  93.  Feith.    Lotze  voegde    er  bij:  naar  het  hoog- 
duitsch. 

Gez.  94.  A.  Rutgera. 

Gez.  95.  A.  Ruigere. 

Gez.  96.  A.  Rutgers. 

Gez.    97.   A.  Rutgers,  De   Commissie  heeft  er  veel  in 
veranderd. 


(25)  Gloren  ITSS,  laatst  predikant  te  Veere,  overleden  1811. 


24 

Gez.  98.  Feilk,  De  tweede  Haagsche  coetas  (bladz.  14) 
noemt  het  een  kunstige  navolging  van  het  Liturgisch 
Gebed  of  dankzegging  na  den  doop ,  maar  daardoor  meer 
stijf,  gedwongen  en  prozaïsch  dan  men  van  FeitA  ge- 
woon was. 

Gez.  99.  A.  Rutgers.  Dit  lied  moest  door  den  auteur 
meermalen  overgewerkt  worden ,  vóórdat  het  werd  aange- 
nomen (tweede  Haagsche  coetus  blz.  50), 

Gez.  100.  A.  Ruiger s  Het  oorspronkelijke  is ^  op  voorstel 
van  van  den  Berg^  aanmerkelijk  verkort. 
Gez.  101.   Van  den  Berg  naar  Klopetoch. 
Gez.  102.   Van  Alphen^  herzien  door  van  den  Berg, 
Gez.  108.   Van  Alphen,  herzien  door  van  den  Berg, 
Gez.    104.    Van  den  Berg,   Oorspronkelijk  was  het  in 
drie    afdeelingen    gesplitst.    De  derde  met  het  opschrift: 
vóór  het  nagezang,  bevatte  de  twee  laatste  verzen. 

Gez.  105.  Van  den  Berg  naar  dr.  y.  A.  Hermea  (geboren 
1786^  overleden  1822)  maar  verkort. 
Gez.  106.  Van  den  Berg  naar  Klopstock. 
Gez.  107.  H,  G.  Ooaterdijk  (26).  Op  vele  naamlijsten , 
ook  door  Adriani  en  Lotze^  wordt  dit  gezang  aan  B.  de 
Bosch  toegekend.  Het  is  echter  uit  de  oorspronkelijke 
aanteekeningen  van  de  verzamelings-commissie  voor  den 
z.  g  kleinen  bundel  der  Doopsgezinden ,  waarin  het  voor- 
komt, aan  dr.  Benninh  Jansaoniuê  gebleken,  dat  het  aan 
Ooaterdijk  te  danken  is.  Voor  onzen  bundel  is  het  hier 
en  daar  veranderd. 

Gez    108.  Van  Alphen,   herzien  door  van  den  Berg. 
Gez.  109.  A.  Ruigere. 
Gez.  110.  Feiih. 

Gez.  111.   Van  de  Kasteele.  Hij  bewerkte  het  naar  een 

ander  lied  van  zijne  hand  (Gezang,  blz.  88),  maar  waarvan. 

het  metrum  min  geschikt  scheen  om  er  eene  goede  melodie 

op  te  vinden.  (Hand.  tweede  Haagsche  coetus  blz  7  en  22). 

Gez.  112.  Van  éfe  JTew^^fo  naair  G^//^^  (1®  Weihnachta- 


(2e)  Geboren  1781,  geneesheer  te  Amsterdam,  overleden  1705. 


25 

lied).  Loize  teekent  aan,  dat  er  nog  al  in  veranderd  was, 
b.  V.  de  twee  laatste  regels  van  vers  1: 

//Hem  viere  met  erkentenis^ 

i^Wie  vriend  van  God  en  Jezus  is.^* 

Met  die  veranderingen  werd  het  bij  afwezigheid  van 
van  de  Kaêleele,  die  door  zijne  staatsbetrekking  verhinderd 
werd  de  zittingen  van  den  tweeden  Haagschen  coetus 
dikwijls  bij  te  wonen ,  voorloopig  aangenomen.  Later  zelf 
tegenwoordig  zijnde,  vorderde  hij,  dat  het  lied  blijven 
zon ,  zooals  hij  het  geschreven  had. 

Gez.  113.  FeitA. 

Gez,  114.  Fan  de  Kasteele  (Gezang,  blz.  17).  Er  is  in 
veranderd. 

Gez.  115.  Tan  de  Kaèteele  qxü  van  den  Berg  wviViX  Qellert 
(2*®  Weihnachtslied).  De  vertolking  van  van  de  Kaateele 
(Mengelpoezij  van  van  Alphen  en  van  de  Kasteele  blz.  348) 
was  ingezonden  door  Lotze,  Er  bestond  echter  ook  eene 
vertaling  door  van  den  Berg,  De  tweede  Haagsche  coetus 
(blz.  39)  besloot  deze  twee  stukken  te  vergelijken  en  uit 
beiden  Gez.  115  zamen  te  stellen. 

Gez.  116.  Bruining. 

Gez.  117.  d.  Rutgers.  De  Amsterdamsche  predikant 
P.  Haak  had  een  Engelenzang  ingezonden  (beginnende : 
Eer  en  roem  zij  Isrels  Koning),  maar  men  oordeelde^ 
dat  dit  lied ,  hoewel  nielr  van  de  slechtste ,  weinig  van  den 
Engelenzang  had.  Bovendien  meende  men,  dat  zulk  een 
lied,  om  niet  in  strijd  te  komen  met  de  verschillende 
uitleggingen,  kort  moest  wezen.  Rutgera  bood  hierop  in 
den  tweeden  Haagschen  coetus  (blz.  40)  zijn  gedicht  aan , 
maar  nam  het  later  terug,  omdat  het  hem  niet  beviel. 
Feith  maakte  er  eenige  verandering  in  en  nu  werd  het  op 
de  algemeene  vergadering  van  1805  (Uz.  51,  54)  aange- 
nomen. Het  heeft  zeker  bij  Feühs  redactie  gewonnen.  De 
vier  laatste  r^els  van  Rutgera  lied  luidden: 

Juicht  van  *t  eeuwig  welbehagen, 
Dat  de  Heer  in  menschen  heeft. 


26 

Alles  juicht:  de  Heiland  leeft! 
Halleluja!  Welbehagen. 
Qez.  1 18.  Van  de  KasUele  naar  Qellert  (ü^  Passionslied). 
Lotze  teekent  aan ,  dat  hij  er  te  vergeefs  op  aandrong  in 
vers  2  God  zelv'  te  veranderen  in  Oods  zoon  (GelleH  heeft : 
Yereint  mit  Gott,  ein  mensch  gleich  uns  auf  Erden),  als 
ook,  dat  de  Commissie  de  twee  eerste  regels  van  vers  18 
had  veranderd  in : 

Ja,  zoo  ik  steeds  het  pad  der  deugd  betrede, 
Geloovig  waak  en  strijd  in  den  gebede^ 
maar  dat  van  de  Kasteele  bepaald  gevorderd  heeft  zijne 
woorden  te  herstellen,  zooals  dan  ook  geschied  is. 

Gez.  119.  Van  de  Kasteele  naar  Oellert  (1"*®  Passions- 
lied).  Ook  hier  trachtte  Lotze  met  de  bewering,  dat  het 
onzin  was  God  als  lijdende  voor  te  stellen ,  te  vergeefs  in 
vers  2  God  zeW  in  God%  zoon  te  veranderen. 
Gelieft  schreef: 

Bath,  Kraft  und  Friedefurst  nnd  Held! 
In  fleisch  und  blut  gekleidet. 

Gez.  120.  jS.  &^ff^^é  (27)  maar  aanmerkelijk  veranderd. 
Adriani  dicteerde  R.  Schutte  en  van  den  Berg. 

Gez.  121.  FeitA.  De  dichter  zelf  heeft  het  als  het  zijne 
geteekend.  Dat  er  nogtans  op  sommige  naamlijsten  staat : 
FeitA  en  t;.  d,  Kaeteele^  vindt  zijne  aanleiding  daarin ,  dat 
er  ook  van  laatstgenoemden  (M.  S.  voorioopig  aangenomen 
liederen  n®.  79)  een  lied  op  Jezus'  Grootheid,  voorko- 
mende in  zijne  Nieuwe  Gezangen  blz.  68,  ter  tafel  was 
en  wel  in  dezelfde  maat,  als  dat  van  FeUh. 

Gez.  122.  Van  de  Kaeteele. 

Gez.  128.  J.  Scharp. 

Gez.  124.  Van  den  Berg  naar  SehlegeL 

Gez.  125.  Dr.  J.  FoUenhoven^  volgens  sommige  naam- 
lijsten bewerkt  door  SeAarp,  volgens  Adriani  door  X,  M, 
Engetteria,  Uit  de  voorhanden  zijnde  notulen  blijkt  noch 
het  een,  noch  het  andere. 


(27)  Z.  mijn  Godg.  Nederland  UI,  bladz.  329  veryolgens. 


27 

Gez.  126.  Van  Alphen. 

Gez.  127.  Van  Alphen. 

Gez.  128.  FeUh.  Aan  den  tweeden  Haagschen  coetos 
(blz.  19)  beviel  dit  lied  niet.  Zelfs  staat  op  den  kant  in 
de  M.  S.  voorhopig  aangenomen  liederefh :  niet  mooi.  Later 
is  er  iets,  maar  niet  veel  in  veranderd,  en  zoo  is  het, 
ofschoon  door  den  coetus  gepasseerd,  op  de  algemeene 
vergadering  van   1805  aangenomen. 

Gez.  129.  A,  L.  Barbaz  (28).  Het  is  gerevideerd  door 
Feilh  en  tot  vier  coupletten  verkort.  Handel,  der  algemeene 
vergadering  180S  blz.  61. 

Gez.  130.  FeUh. 

Gez.  181.  Fan  den  Berg, 

Gez.  132.  B.  MiJkini  (29). 

Gez.  133.   Follenhoven. 

Gez.  134.  A,  Ruigere. 

Gez.  135.  Van  den  Berg  naar  Oelleri  (1ste  Osterlied). 
Er  is  door  de  Commissie  veel  in  veranderd  en  hierbij, 
zooals  Lotze  mededeelt,  gebruik  gemaakt  van  eene  vertaling 
van  Mr.  J.  Hinlópen.  Van  daar  wordt  op  sommige  naam- 
lijsten (niet  geheel  te  onrecht)  geschreven :  ran  den  Berg 
en  Hinlópen  naar  Gellert, 

Gez.  136.     Van  den  Berg  naar  Lavater. 

Gez.  137.  Van  den  Berg  naar  Gellert  (2de  Osterlied). 
van  den  Berge  vertaling  werd  vergeleken  met  twee  andere 
en  daaruit  verbeterd.  Hand.  tweede  Haagsche  coetus 
blz.  44. 

Gez.  138.  Van  de  Kasteele  urbi  van  Alphen  en  van  der 
Roest.  Het  komt,  zooals  het  nu  geredigeerd  is,  in  de 
M.  S.  f^oorloopig  aangenomen  liederen  voor  onder  n**.  81 , 
het  stuk  van  /.  van  den  Roest  onder  n^.  66. 

Gez.  139k  Bruining. 

Gez.  140.    Van   den  Berg  naar  Klopstock.   De  dichter 


(28)  Oeb.  1770  te  AmBterdam,  Btedeiyk  ambtenaar,  overleden 
J833. 

(29)  Geb.  te  Amsterdam  1701,  laatst  predikant  te  Papendrecht, 
overleden  1767, 


28 

heeft   met    Lotze   het    oorspronkelijke    tot  7  verzen  ver- 
minderd.   M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n^  35. 

Gez.  14L  Feith.  Het  vond  in  den  tweeden  Haagschen 
coetas  groote  tegenkanting.  Sommigen  vonden  het  bieren 
daar  flaaw^  de  denkbeelden  verward  enz.  M.  8.  Voorloopig 
aangenomen  liederen  w9,  57.  Men  kan  niet  zeggen,  dat 
Feith  door  zijne  medegecommitteerden  te  welwillend  is 
bejegend. 

Gfez.  142.     Bruining. 

Gez.  148.      Fan  de  Koêieele, 

Qez.  144.  Feith,  Van  den  Berg  heeft  er  iets  in  ver- 
anderd. Hand.  tweede  Haagsche  coetas  blz.   33  en  36. 

Gez.  145.  Van  den  Berg  naar  Lavater.  De  Commissie 
heeft  veel  veranderd. 

Gez.  146.     Van  Alphen, 

Gez.  147.  W,  van  de  Velde  (30).  Door  sommigen 
wordt  zijne  echtgenoot  genoemd,  maar  Lotze,  Adriani  en 
de  M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n^  6  kennen 
het  lied  bepaald  aan    W.  v,  d.   Velde  toe. 

Gez.  148.     Bruining. 

Gez.  149.     Van  de  Kaeteele. 

Gez.  150.     A,  Ruigere, 

Gez.  151.   Van  den  Berg. 

Gez.  152.  FeitA,  Van  het  oorspronkelijke  is  veel  ver- 
anderd en  een  geheel  couplet  weggevallen,  M.  S.  voor- 
loopig aangenomen  lied,  n®.  62, 

Gez.  153.  A.  Ruigere,  Hij  had  eerst  een  ander  pink- 
sterlied geleverd,  maar  dit  was  reeds  door  den  Utrechtschen 
coetus  afgekeurd^  en  gezang  151  (van  van  den  Berg) 
daarvoor  in  de  plaats  gesteld.  Op  den  tweeden  Haagschen 
coetus  (blz.  41  en  43)  bracht  Ruigere  een  v^beterde 
en  gedeeltelijk  nieawe  bewerking  ter  tafel  en  deze  werd 
aangenomen. 

Gez.  154.  Vrouwe  C  F.  van  Raeefeldt  geboren  van 
Sytzama.  De  Commissie  veroorloofde  zich  menige  veran- 
dering. M.  8.  voorloopig  aangenomen  lied.  n^.  34. 

(30)  Qeb.  te  Amsterdam  1751,  overleden  te  Belfshayen  1827. 


29 

Gez.  155.  J.  Schar p  naar  /.  WaiU  (geboren  te  Sou t- 
hampton  1674,  presbijter.  predikant  te  Londen,  overleden 
1748).  Door  Lotze^  Adriani,  in  de  M.  S.  voorhopig  aan- 
genomen  lied,  n®.  161  en  in  de  Hand.  van  den  tweeden 
Haagschen  coetas  bladzijde  49,  44,  wordt  van  geene 
navolging  of  vertaling  gesproken.  Toch  is  't  zeker,  dat 
Scharp  dit  lied  uit  de  Gezangen  van  het  Eugelsch  Zende- 
lingsgenootschap (waarin  het  was  overgenomen  uit  JFats 
tie  Peahne  of  David,  imitated  in  New  Testament  language) 
vertaald,  en,  eerst  met  anderen  te  Amsterdam  in  1799 
uitgegeven  hebbende,  later  voor  onzen  bundel  heeft  aan- 
geboden. Vgl.  Dr.  Benninck  Janeeonius  blz.  806. 

Gez.  156.  Van  den  Berg  naar  (7^/^^  (der  Schutz  der 
Kirchen). 

Gez.  157.      Van  den  Berg  (Oden  IV,  25). 

Gez.  158.     Feith. 

Gez.  159.  Van  de  Kaeteele,  (Mengelpoezij  van  van 
Alphen  en  van  de  Kasieele  blz.  354)  naar  Qellert  (Am 
neuen  Jahre). 

Gez.  160.  Feith.  Aanvankelijk  was  men  met  dat  lied 
niet  ingenomen.  Hand.  van  den  tweeden  Haagschen  coetus 
bladzijde  28« 

Gez.  161.  Verscheidenen.  Zoo  zeggen  de  Hand.  van 
den  tweeden  Haagschen  coetus  bladz.  14  en  boven  het 
afschrift,  in  de  M.  8.  voorloopig  aangenomen  lied.n^.  118, 
staat  variorum.  Adriani  dicteerde :  Scharp  en  van  de  Kasteele 
naar  bet  hoogduitsch.  Vermoedelijk  is  het  dus  meest  van 
deze  twee.  In  de  oflBcieele  bescheiden  wordt  van  geen  ver- 
taling gesproken. 

Gez.  162.  B,  van  fVeemen,  A.  Butgers  heeft  er  veel 
in   veranderd.    M.  S.  voorloopig  aangenomen  lied.  n°.  203. 

Gez.  163.  Van  den  Berg.  Adriani  dicteerde:  A.  van 
den  Berg  en  J.  Scharp  naar  het  Luthersch  Gezangboek. 
In  de  M.  S.  aangenomen  liederen  n^.  155  wordt  alleen 
v.  d.  Berg  genoemd.  Uit  de  notulen  van  den  tweeden 
Haagschen  coetus,  bladzijde  32  en  36,  blijkt  dat  de  leden 
zich  80  Mei  1805  herinnerden,  dat  er  aan  den  bundel  een 


30 

lentelied  ontbrak  en  dat  toen  hunne  aandacht  gevestigd  werd 
op  een  lentelied  van  van  den  Berg,  voorkomende  in  zijne 
Oden  ir  bladz.  113.  Den  volgenden  dag  gaven  al  deleden 
hunne  consideratien  over  dit  zangstuk  ,  vooral  Scharp. 
Fan  den  Berg  heeft  het  toen,  van  die  consideratien  gebruik 
makende,  overgewerkt,  Er  bestaat  dus  geen  reden  om  hem 
uiet  als  den  auteur  te  noemen. 

Qez.  164.  van  den  Berg  en  A.  Butgere  naar  G.  C. 
Sturm  (geboren  te  Augsburg  1740,  laatst  hoofdpredikant 
aan  dePetri  kerk  te  Hamburg,  overleden  1786).  Buégere 
bragt  eene  veranderde  redactie  van  van  den  Bergs  zomer- 
lied  (Oden  II,  95)  ter  tafel,  en,  zoo  geredigeerd,  dus 
door  beiden  bewerkt,  werd  het  onder  n^.  163  voorloopig 
aangenomen.  Hand.  van  den  tweeden  Haagschen  coetns 
bladzijde  47  en  50. 

Gez.  165.  Bilderdiji  naar  Munter.  Reeds  op  den  eersten 
Haagschen  coetus  (September  1804)  hadden  van  de  Kas- 
teele  en  A,  Bulgers  in  hun  praeadvies  (z.  het  achter  de 
notulen  van  dien  coetus)  aangeraden  een  herfstlied  van 
van  den  Berg  voorloopig  aan  te  nemen  ^  gelijk  het  dan 
ook  reeds  vroeger  in  een  praeadvies  van  van  den  Berg  e,  s. 
dd.  Arnhem  18  Februarij  1804  (ook  op  het  synodaal 
archief  berustende)  ernstig  was  aangeprezen.  Den  28  Mei 
1805  kwam  bij  den  tweeden  Haagschen  coetus  (bladzijde 
24)  een  herfstlied  ter  tafel,  door  een  onbekende  vertaald 
uit  Munter's  £r.  sammlung  n^.  43.  Men  vond  er  veel 
schoons ,  maar  ook  te  veel  toespeling  in  op  den  wijnoogst , 
en  dus  op  Duitsche  toestanden.  Men  besloot  het  te  pas- 
seeren, te  meer,  daar  men  reeds  een  herfstlied  had.  Nu 
vind  ik  wel  opgeteekend ,  dat  dit  lied  (// Reeds  daalt  met 
een  onwolkt  gezicht'") ,  op  de  algemeene  vergadering  van 
1805  blz.  82  en  84  door  de  Commissie  gerevideerd  en 
door  die  vergadering  voor  den  bundel  bestemd  werd ,  maar 
niet  opgegeven ,  wat  bewogen  heefb  van  een  vroeger  besluit 
terug  te  keeren.  Het  gezang  behoorde  tot  het  zestal  door 
een  onbekende  ingezonden.  Dat  die  onbekende  Bilderdijk 
was,  bleek  toen  hij  in  1806  eenige  dier  stukken  in  zijne 


31 

Nieuwe  Mengelingen  opnam.  Het  Herfstlied  zelf  werd  door 
Da  Costa  in  de  Nalezingen  als  Bilderdijks  werk  erkend. 
Waarschijnlijk  heeft  A.  Botgers  het  in  de  correctie-com- 
missie gerevideerd  en  dit  aanleiding  gegeven ,  dat  in  som- 
mige naamlijsten  Ruigere  of  Bilderdijk  als  auteur  vermeld 
worden. 

Gtez.  166.  FeitL  Blijkens  de  M.  S.  voorloopig  aangc' 
namen  liederen  vP.  128  viel  dit  stuk  der  praead viserende 
commissie  ^ellendig"^  tegen ,  als  verward  en  onverstaanbaar , 
vooral  aan  van  den  Berg  en  Jorieeen,  Op  den  tweeden 
Haagschen  coetus  (bladzijde  18)  werd  het  echter  voor- 
loopig aangenomen.  Alleen  wenschte  men  regel  5  van  vers 
1  veranderd  te  zien.  De  zon  ons  zijlings  en  van  verre  was 
eene  nataorkundige  onwaarheid.  Lotze  vooral  ijverde  hier 
tegen. 

Oez.  167.  Van  den  Berg  naar  Siurm,  Sommigen  ook 
Lotze,  hebben  </.  C,  Boot  naar  Sturm,  Adriani  dicteerde 
terecht  van  den  Berg,  Dit  blijkt  uit  de  M.  S.  voorloopig 
aangenomen  lied,  n^.  84^  waar  niet  alleen  van  den  Berg^ 
maar  ook  's  mans  oden  III,  87  genoemd  worden^  en 
tevens  vermeld,  dat  uit  het  oorspronkelijke  het  4e  con- 
plet  is  weggevallen,  omdat  hier  geen  wijnoogst  is^  en 
het  laatste  couplet  (vers  5)  er  bijgevoegd. 

Gez.  168.  /.  C,  Boot  (31).  Van  den  Berg  heeft  er  in 
veranderd. 

Gez.  169.  Sehutte.  Er  is  veel  door  de  Commissie  ver- 
anderd. Daarom  schrijft  Loize  naar  ScAutte. 

Gez.  170.  ƒ.  Jordens  (32). 

Gez.  171.  Heitk. 

Gez.  172.   Teiti. 

Gez.  173.  ü.  M.  Engelberts  (33)  of  J.  Scharp,  Som- 
migen met  Lotze  aan  het  hoofd  noemen  Engelberte ,  ande- 


(31)  Geb.  1761  te  Leur,  laatst  predikant  te  Arnhem,  overle- 
den 1834. 

(32)  Geb.  1755  te  Amsterdam,  overleden  1817. 

(33)  Geb.  te  Noordlaren  1731,  laatst  predikant  te  Hoorn,  over- 
leden 1807. 


38 

ren  met  Adriani,  Seiarp.  Ik  darf  niet  beslissen.  De  stuk- 
ken op  het  synodaal  archief  geven  geen  licht.  Het  gezang 
is  niet  ingeschreven  in  de  voarloópig  aanffenomeu  liederen. 
Wel  komt  het  als  n<>.  226  in  de  notulen  van  de  groote 
vergadering,  bladzijde  76,  82  en  84  voor,  maar  nergens 
wordt  de  naam  des  auteurs  genoemd. 

Gez.  174.  JF.  van  de  Velde,  In  de  M.  S.  voorloopig 
aangenomen  liederen  n^  26  en  27  en  door  Zolee,  die  ze 
ter  tafel  bracht,  wordt  dit  en  het  volgend  gezang  aan 
W.  van  de  Velde  en  niet,  zooals  sommige  naamlijsten 
willen,  aan  zijne  echtgenoot  toegekend. 

Gez.  175.  JV,  van  de  Velde. 

Gez.  176.   Van  den  Berg  (Oden  IX,  59)  naar  Cramer. 

Gez.  177.  Van  den  Berg  (Oden  IV,  78).  Het  laatste 
couplet  werd  er,  op  verzoek  van  den  tweeden  Haagschen 
coetus  (bladzijde  4)  bijgevoegd  als  een  meer  eigenlijk  Gods- 
dienstig slotvers. 

Gez.  178.  A.  Rutgers, 

Gez.  179.  Feitk.  De  dichter  heeft  het  in  het  onder 
mr.  H,  O.  Feith  berustend  gezangboek  met  geen  F.  getee- 
kend.  Toch  is  het  van  hem.  De  akten,  de  M.  S.  voor- 
loopig aangenomen  liederen  n^  135,  Lotze  en  Adriani 
noemen  hem.  Misschien  schreef  Feith  er  niet  de  F.  bij , 
omdat  in  het  lied  eenige  verandering  gemaakt  en  een 
geheel  couplet  geschrapt  is.  In  het  eerst  wilde  de  verza- 
melings^commissie  geen  morgen-  of  avondliederen ,  als  meer 
voor  bijzonder  gebruik  geschikt.  lister  kwam  men  hiervan 
terug,  omdat  die  soort  van  liederen  in  alle  gezangboeken 
werden  gevonden.  Hand.  van  den  tweeden  Haagschen  coetus 
bladzijde  8. 

Gez.  180.  Bruining.  In  sommige  naamlijsten  worden 
Bruining  en  Rutgers,  in  andere,  ook  door  den  doorgaans 
vertrouwbaren  Adriani^  Bruining,  Rutgers  en  van  den  Berg 
genoemd.  Te  vergeefs  heb  ik,  om  dit  verschil  op  telos- 
sen, het  Synodaal  archief  geraadpleegd.  Ik  vermoed,  dat 
het  oorspronkelijke  van  Bruining,  maar  dat,  zooals  dik- 
wijls gebeurde,  dit  door  A.  Rutgers  en  van  den  Berg  aan- 


38 


merkelijk  veranderd  is.  Adriani  voegt  er  bij :  naar  Qellert, 
Er  zijn  zeker  in  dit  gezang  denkbeelden  van  bet  abend- 
lied  des  Duitscben  dichters  (Pür  alfe  güte  sey  gepreist  u. 
s.  w.)^  maar  eene  vertaling  of  bepaalde  navolging  is  het  niet. 

Oez.  181.  Van  den  Berg  naar  Klopstock.  De  commissie 
veranderde  veel. 

Gez.  182.   W.  de  Roo  (84). 

Oez.  188.  Anna  Maria  Moen8[^h).  Fan  den  Berg  heeh 
er  in  veranderd.  Iland.  van  den  tweeden  Haagschen  coetus 
biz.  84,  86,  39.  Op  vele  naamlijsten  ook  door  Adriani 
en  Lolze  wordt  Peironella  Moens  genoemd.  Uit  de  aan- 
gehaalde notulen  blijkt  ontegensprekelijk ,  dat  niet  deze 
bekende  blinde,  maar  Anna  Maria  de  dichteres  is  van 
gezang   183. 

Qez.  184.  Fan  den  Berg  naar  N.  Hermann  (Cantor  in 
Joachim«dal  in   Bohemen,  overleden  1561). 

Qez.  185.  W,  Sluiter  (36)  geredigeerd  door  van  den  Berg. 

Gez.  186.  Fan  den  Berg  nhtif  dr.  J.  G.  Krak  (geb.  1735, 
laatst  predikant  te  Priesnitz   in  Saksen,  overleden  1810). 

Gez.  187.  FeitA  naar  C.  F.  Weisse  (geb.  1726,  overl. 
1804). 

Gez.  188.  van  den  Berg ,  naar  Sturm,  Zoo  schrijven  de 
M.  S.  voorloopig  aangenomen  liederen  n*'.  30,  Adriani 
en  Lotze.  Op  vele  naamlijsten  ,  ook  bij  Dr.  Bennink 
Janssoniue,  staat  naar  /.  G.  Pfranger^  (geboren  1745, 
hoofdprediker  te  Heiningen,  overleden  1790).  Het  kan 
zijn,  dat  het  lied  oorspronkelijk  van  laatstgenoemde  is. 
Sturm  nam  in  zijne  liederbundels  ook  stukken  van 
anderen  op,  zonder  hunnen  naam   te  vermelden. 

Gez.  189.  van  Alphen  en  Ruigere.  Het  lied  is  voor 
een  gedeelte  uit  van  AlpAens  Cantate :  de  hoop  der  zalig- 
heid  (te  vinden  in  zijne  Mengelingen  in  proza  en  poezy), 
voor  het  andere  deel  van  A.  Rutgers. 


(M)  Geboren  1753,  laatst  predikant  te  Tiel,  overleden  1831. 

(35)  Geboren  te  Hoorn  1777.  Zij  had  eene  bloeiende  kostschool  te 
Ede  en  is  overleden  1832. 

(36)  2.  Godgel.  Ned.  YI,  blz.  367  verv. 

3 


34 


Oez.  190.  W.  Sluiter^  bewerkt  door  van  den  Berg. 
Gez.  191.  Feith. 

Gez.  192.  van  den  Berg  naar  Gelleri,  (Trost  des Ewigen 
Lebens.) 


Op  deze  breede  opgave ,  die  alleen  dient  om  de  grond- 
slagen aan  te  wijzen ,  waarop  het  resultaat  van  mijn  onder- 
zoek rust ,  laat  ik  eene  tweede  volgen  om ,  naar  het  ver- 
langen van  de  Synode^  in  het  vervolg  achter  de  uitgaven 
der  Evangelische  gezangen  geplaatst  te  worden.  Uit  den 
aard  harer  bestemming  moet  zij  zoo  beknopt  mogelijk 
zijn.  Ik  heb  dan  ook  grond  om  te  verwachten ,  dat  tegen 
deze  vorm  bij  de  gezangencompagnie  geen  bezwaar  zal 
zijn.  Ik  wensch  alleen  dat'  bij  den  druk  van  de  naamlijst 
eene  door  President  en  Secretaris  van  de  commissie  van 
toezigt  geteekende  verklaring  worde  gevoegd,  waaruit 
blijkt,  dat  die  naamlijst  van  onze  Commissie  is  uitgegaan. 

n. 

Mr.  H.  van  Alpken,  Gezang  15,  20,  27,  51,  66, 
87,   102,  103,   108,   126,   127,  146. 

Van  Alphen  en  Mr.  P.  L,  van  de  Kaateele  22 ,  69  , 

Van  Alphen  en  A.  Ruigere  189. 

A.  L,  Barbaz,  Gezang  129. 

A,  van  den  Berg,  Gezang.  18,  84,  80^  81,  92,104, 
181,  151,  157,  163,  177.  Naar  G.  Brandé  76,  naar 
J.  A.  Cramer  18,  29,  32,  33,  74,  176,  naar  Cramer 
en  C.  C.  Sturm  7,  naar  Gellert  12,  16,  59,  60,  78, 
135,  137,  156,  192,  naar  JST.  C,  Heeier  36,  naariVT. 
Hertnann  184  ,  naar  J.  A.  Hermea  105  ,iiaar  Klopstock  41 , 
101,  106,  140,  181,  naar  J.  G.  Krak  186,  naar  J. 
C.  Lavaier  67  ,  90,  136,  145  ,  naar  B.  Munter  6,9, 
naar  C.  F,  Neander  57,  naar  «/.  A,  Schlegel  58,  75  , 
124,  naar  C.  F.  D  Schubart  83,  riaar  Sturm  167,  188, 
naar  de  65  cantique  in  het  Waalsohe  Gezangboek,  (ge- 
volgd   naar    C.    Crasselius)  1. 


85 


Van  den  Berg  en  van  de  Kaeteele  naar  Oellert  115. 
van  den  Berg  en  Rutgera  naar  het  te  Deum  8,  naar 
Sturm  164.  van  den  Berg ,  Ruigere  en  Seharp  naar  ƒ. 
P.  Kasteletjn  72.  e;a»^;e  B^f^  en  Mejufvrouw  va»  de 
Velde  geboren   Helmcke   55. 

W,  Bilderdijk  naar  Munter  8,    165. 

J.   67  5öö^,  168. 

H.  A.  Bruining  91,  116,   139,  142,   148,   180. 

J.  Doyer,  77. 

Mejufvrouw  J.  F.  Drijfhout,  86. 

B.  EUkink,  182. 

E,  M,  Engelberts  of  /.  Seharp  y  173. 

Mr.  üï>4.  J^öiM,  14,  23,  25,  26,  31,  37,  48,  53, 
^^,  82,  84,  88,  89,  110,  118,  121,128,130,141, 
144,  152,  158,  160,  171,  172,  179,  191.  Naar  het 
Bremer  Gezangboek  10,  11,  naar  Ia  confession  des  péchés 
35,  naar  de  Dankzegging  na  het  avondmaal  98,  naar  T, 
Clauênitzer  93,  naar  Munter,  166,  naar  C.  F.  Weisse 
187.  —  Naar  FeitA,  54. 
Mr.  ƒ.  Hinlopen  49,  56,  naar   Oellert  71. 

J,  Jordens  170. 

Mr.  P.  L.  van  de  Kasteele  45,  46,  47  111,  114, 
122,  143,  149.  Naar  van  Alphen  en  van  der  Roest 
138,   naar   Oellert  42,  112,  118,  119,   159. 

Mr.   /.  P.  Kleijn  24. 

Mejufvrouw  C.  A.  van  Lier  28. 

/.  van  Lodenstein   21,  43,  62,   68. 

Mejufvrouw  A,  M,  Moena  188. 

H.  G.  Oosterdijk  107. 

Vrouwe  C.  F.  van  Raeseldt  vanHeemse,  geboren  van 
Sytzama  44,  154. 

W.  de  Roo  182. 

A.  Ruigere,  30,  40,  63,  94,  95,  96,  97,  99,100, 
109,  117,  134,  150,  153,  178.  Naar  O.Neumarkll, 
naar  het  Hoogduitsch  70. 

Dr.  J.  Seharp,  5,  38,  52,  61,  78,  3  23.  Naat  J.C. 
Zitnmermann  39,  naar  7.   Watts  155. 


36 

R.  Schutte  en  A.  va»  den  Berg  IZO.'Nmx  Schutte  169. 

ÏF.  Sluiter  185,  190. 

W.  van  de  Velde  147,  174,  175. 

Mejofvrouw  /.  E.  van  de  Velde,  geboren  Helmcke  2  , 
50,  79.  85. 

Verscheidenen  161. 

Dr.  J.  VoUenhoven  64,   125,  138. 

B.  van  Weemen   19,   162. 

A,  J.  Zubli  naar  Cramer  4. 

Uit  het  door  mij  medegedeelde  blijkt,  dat  slechts  de 
auteurs  van  een  paar  gezangen^  bepaaldelijk  van  gezang 
161,  en  173,  niet  met  volkomen  zekerheid  kannen  opge- 
geven worden. 

Breda,    26  Februarij  1880. 

Dr.  B.  Glasius. 


VAN    DE 


OPBRENGST  DER  GEWONE  COLLECTE 

ten  behoeve  van  het  fonds  voor  noodlijdende 

kerken  en  personen 

in  het  Jaar   1879. 


ClaHsis  Am 

hem. 

Classis  Nijmegen 

Arnhem      .     .     . 

/'SéO.öO 

Nijmegen    .     .     .  f  45,90 

Oosterbeek 

.       23,14 

MUlingen  ca.     .         1,50 

Bozendaal 

.       15,27 

Ooij  ca.     .     .     .      21,79' 

Bheden  . 

27,40 

Beek  ca..     .     .       12,51» 

Ëllecom 

.       12,07 

Beuningen  ca..         8,00 

Spankeren 

18,13 

Neerbosch  e.   a.  .       24,40 

Dieren  , 

16,90 

Heumen    ca.     .          4,79 

Schaarsbergen . . 

.       20,50 

Over-  en  Neder- Asselt     3,16 

Wageningen     . 

.       19,90 

Qroesbeek   .     .     .       21,67' 

Scherpenzeel    .     . 

7,30 

Batenburg  c  a.     .         2,50 

Hoeveilaken 

7,00 

Bergharen  c  a.    .         5,25 

Apeldoorn . .     .     . 

.       62,05 

Altforst  ca..     .         1,70« 

Beekbergen     . .   . , 

5,00 

Maasbommel  c.  a,         3,61' 

Nijbroek     •     .     < 

6,53 

Wainel  c  'a.    .     .         5,00 

Terwolde    , 

10,00 

Leeuwen   c.  a.     .         4,19' 

Twello   .     , 

15,94 

Uorssen      .     .     .    '     3,90 

Wilp     .     . 

6,00 

Druten  c  a.  '.    ".    "     1,81 

Voorst   .     , 

• 

8,15 

Winssen     '.     .     .         4,00 

Loenen  . 

4,10 

Eist  .....       21,25 

Brommen    . 

« 

21,74 

Hessen  c  a.    .     .         9,17 

Hoenderloo. 

3,50 

Lent.     .     .     .     .       16,00 

Eerbeek 

• 

<          * 

11,25 

Gent   ca.     .     .       12,55 

■          •                   >     ■ 

- 

Geheel 

/•662,37 

Overbrengen  ^234,6 7 

23 

354 


Overgebragt  /234,67 


Bemmel .     . 
Herwen , 
Lobith  .     . 
Angeren 
Haissen    c.    a 
Ëlden    .     . 
Heteren 
Randwijk  c.  a 
Hemmen     . 
betten  c.  a. 
Valburg  c.  a. 
Slijk-Ewijk  c.  a. 
Herveld 
Driel      .     . 
Ylachtheuvelkerk 


4,50 

2,00 
18,20 

5,50 
17,60 

1,725 

14,20 
4,04 
8,00 
3,48 
7,20 
4,75 
6,775 
5,00 

10,00 


Geheel  ƒ  342,64 


Classis  Zotphen. 


Zutphen 
Gorssel  . 
Warnsveld 
Almen  . 
Laren    . 
Locbem 
Gelselaar 
Geesteren 
Buarlo  • 
Vorden . 
Barchem 
Wichmond 
Uoesborgh 
Steenderen 
Hengelo 
Eeppel  . 


/'196,40 

9,00 

20,00 

75,30 

9,00 

30,76 

3,15 

6,55 

76,49 

34,00 

10,85 

7,25 

23,12 

31,89 

12,54 

8,00 


Overbrengen  /553,30 


Overgebragt  /558,30 


Drempt .     .     . 

.  f     6,65 

Angerlo      .     . 

12,75 

Bahr  en  Latbnm, 

6,46 

Westervoort     . 

14,45 

Zevenaar    .     .     , 

20,00 

Didam  .     .     . 

6,00 

Wehl     .     .     . 

2,47 

Doetinnhem     .     , 

70,16* 

Hummelo  .     .     , 

29,68* 

Zelhem  .     .     . 

9,15* 

Zeddam      .     . 

10,50 

's  Heerenberg  .     , 

5,00 

Gendringen      .     , 

21,00 

Silvolde .     .     . 

7,20 

Dinxperlo  .     .     , 

32,50 

Yarsseveld  .     . 

.       13,60 

Etten    .     .     .     . 

5,98 

Halle    .     .     .     . 

4,40 

Winterswijk     . 

.       25,05 

Groenlo      .     .     . 

21,00 

Bekken .    .     .     , 

6,15 

Neede    .     .     .     , 

11,76 

Eibergen     .     .     , 

12,00 

Borcolo      .     .     , 

18,07 

Licbtenvoorde .     . 

5,48 

Aalten  .     .     .     , 

17,8» 

Breedevoort     . 

10,00 

Hasrlo    .    .    . 

2,60* 

Geheel  /'955,45 

Classis  Ti  el. 

Tiel f  45,25 

IJzendoom.     .     .  4,03 

Hienen  Doodewaard  3,64' 

Echteld.     .     •     .  3,60 


Overbrengen  f  56,5 2  ^ 


355 


Qfeigebragt  /  56,62« 


Zoelen  ,  . 
Avezathen  . 
Wadenoijen. 
Kuilenburg. 
Tricht  .  . 
Erichem.  . 
Asch. 

Ingen  ,  . 
Eek  en  Wiel 
Manrik  •  . 
Bijswijk .  , 
Bavenswaaij. 
Ommeren  . 
Lienden .  . 
Kesteren     • 


4,54» 

2,00 

2,50 

15,43 
8,00 
1,65 
5,90 
3,60 
1,05 
7,25 
4,00 
4,06» 
2,50 

12,25 
2,29» 


Geheel  ƒ128,56 


Classis  Bommel. 


Zalt-Bommel 
Hurwenen 
Bossum. 
Driel.     . 
Hedel    . 
WelL     . 
Bruchem  c.  a. 
Nederhemert 
Brakel   • 
Gameren 
Tuijl.     . 
Haaften . 
Hellouw. 
Herwij  nen 
Vuren  en  Dalem 


/ 


85,46 
4,00 
3,86» 
4,75 

13,78 
3,15 
6,09 
4,02 
0,90 
3,75 
5,00 
4,218 
1,95 
8,56 
5,00 


Overbrengen  f  102,89 


Overgebragt  /*  102,89 


Aoqnoy  .  .  . 
Beest  .  .  . 
Bampt  .  .  . 
Qellicam  en  Bhenoy 
Dell  en  Enspijk 
Geldermalsen  . 
Est  ...  . 
Meteren.  .  , 
Opijnen  o.  a.  . 
Varik  .  .  . 
Ophemert  .     . 


4,90 

17,72» 
4,50 
2,50 

10,22 
5,20 
0,62 
3,91 

20,00 
2,50 

10,42 


Geheel  /"l  85,39  « 


Classis  Harderwijk. 


Harderwijk 
Barneveld 
Doornspijk 
Elbnrg  . 
Elspeet  . 
Ernst     . 
Epe  .     . 
Ermelo  . 
Garderen 
Hattem  . 
Heerde  . 
Hierden . 
Eootwijk 
Nijkerk . 
Nanspeet 
Oene.     . 
Oldebroek 
Oosterwolde 
Patten  .     . 


/  41,68 

18,49 

9,25 

13,66 

4,20 

7,52» 

10,60 

4,50 

7,51 

21,00 

26,60 

4,71 

1,50 

41,50 

13,00 

8,32 

15,00 

30,25 

22,15 


Overbrengen  /*  296,34» 


3Ö& 


Ov«rgebr»gt  f  296,84^ 

Overgebragt  ƒ  50^,25* 

Vaassen     •     . 

4,00 

Schiedam  .  ■ .     . 

45,20 

Veessert    .  •  .     , 

7,26 

Vlaardingen   .     . 

84,00 

Yoorthuizen   .     , 

6,47» 

Bozenburg     .     . 

8,27 

Vorchten  .     .     , 

6,00 

Maassluis  .     .  ' . 

25,41 

W  apen  velde   .     . 

7,00 

Maasland  .     .     • 

26,20 

Wezep .     .  • .  ■ , 

9,00 

Kethel .     ... 

16,50 

p 

Delfshaven     .     . 

86,15 

1 

Hillegondsberg    . 

12,00 

Geheel 

i  f  836,07 

Overschie  .     ,     . 

68,00 

ê          i 

» 

Berkel .     •  -  .     . 
Bergschenhoek  - . 

9,20 

»                  .          k 

• 

11,25 

Classis   's  Gravenhage. 

Bleiswijk  .     .     . 

6,00 

Moerkapelle'  .  ■  . 

5,40 

'sHage     •     .     . 

/   758,67» 

Zevenhuizen  .  • . 

6,08 

Delft   .    .     .     , 

360,26» 

Kralingen.     .     . 

105,10 

't  Woud    .     .     , 

4,50 

Capelle  a/d  IJssel 

9,62 

de  Lieif    •     «     . 

5,20 

IJsselmonde  .     . 

11,18 

Schipluiden    .     , 

11,65 

Charlois     .     ,     . 

^       20,92 

Pijnacker  .  . .     « 

53,16 

Pernis  .... 

8,41 

Nootdorp  •     .     , 

10,05 

Hoogvliet .     .     . 

2,38 

Soetermeer       en 

Poortugaal     .     . 

14,07 

Zegwaard   .     . 

21,10 

Bhoon.     .     .     . 

9,50 

Voorburg .     .     . 

56,50 

Barendrecht   .     . 

5,08 

Loosduinen  .  .     . 

14,65 
2,62» 

ter  Heide .     ,     , 

Monster    .     .     . 

29,55 

Geheel 

/  1048,125 

's  Gravesande . 

83,00 
7,00 

Wateringen    .     , 

Leidschendam.     . 

3,60 

Classis  Le 
Leiden  .     .     . 

iden. 

Geheel 

/1371,42» 

7  170,00 

•                     / 

Noordwijk  binner 

1.       22,85 

Noordwijkerhout 

1,75 

Classis  Boti 

terdam. 

Hillegom     ,     . 

.       10,00 

Lisse.     .     .     . 

.       16,00 

Botterdam  (N.  U.) 

f  410,25» 

Sassenheim ,     . 

18,51 

Botterdam  (Sch.) 

92,00 

Voorhout    .     . 
'           Overbrengei 

8,25 

Overbrengen 

f  602,25» 

a  f  287,86 

357 


Overgebragt  f  237,86 

Overgebragt  f  207,04 

Warmond  .     .     . 

19,00 

Qroote  Lindt  t.  a. 

1,00 

Oegstgeest  .     .     . 

42,87  « 

H.  Ido  Ambacht  . 

11,00 

Katwijk  binnen     . 

8,52 

Ridderkerk .     .     . 

12,00 

Katwijk  aan  Zee    • 

22,02 

Bijsoord.     .     .     . 

7,00 

Noordwijk  aan  Zee 

4,09 

Oud-Beijerland.     . 

19,00 

Valkenburg.     .     . 

4,60 

Zuid-Beijerland     . 

4,60 

Voorschoten     .     , 

47,20 

Numansdorp    .     • 

20,00 

Oudshoorn .     ,     . 

58,00 

Strijen    .... 

11,60 

Woubrugge     .     . 

6,64 

Westmaas  .     .     . 

8,00 

Hoogmade       •     . 

6,87 

Cillaarshoek     .     . 

2,50 

Koudekerk  .     .     . 

12,62 

Mijnsheerenland    . 

12,63 

Leiderdorp  .     .     , 

.       22,80 

Heinenoord.     •     . 

3,11 

Zoeterwoude     •     . 

2,00 

's  Gravendeel   •     . 

25.00 

Benthuizen .     .     . 

3,60 

Sliedrecht    .     . 

41,00 

Hazerswoude    .     , 

.       15,40 

Papendreeht     .     . 

17.60 

Boskoop.     .     . 

.       31,00 

Wijngaarden    •     , 

4,00 

Woerden     .     .     , 

9,00 

Oud  Alblas      . 

8,10 

Bodegraven.     . 

7,16 

Alblasserdam   . 

.       81,00 

Aarlanderveen  . 

10,845 

Nieuw  Lekkerlanc 

l         7,35 

Nieuwkoop .     . 

6,50 

Streefkerk  .     .     . 

6,42 

Noorden     .     . 

3,50 

Bieskensgraaf  . 

6,60 

Nieuwveen .     . 

.       30,00 

Ottoland     .     . 

9,50 

ïer  Aar     .     . 

4,00 

Goudriaan  .     . 

5,00 

Oude  Wetering 

6,94 

Gorinchem .     . 

.     100,00 

Zevenhoven 

.       14,50 

Arkel     .     .     . 

.       15,00 

Leimuiden  .     • 

.       11,25 

Hardinxveld     . 

.       18,87» 

Zwammerdam  . 

8,00 

Giessendam 

.       17,56 

Giessen  Nieuwker] 
Giessen  Oudkerk 

L         1,40 

8,00 

f  656,17 

Spijk.     .     .     • 
Classis  Go 

4,50 

Classis  Dorc 

[recht. 
.ƒ  188,075 

f  646,28* 

Dordrecht  .     . 

nda. 

Dubbeldam.     . 

6,265 

i 

Zwijndrecht 

.       17,70 

Gouda  .     .     . 

0«7  A1[iKll*0*l  tttXW 

./    68,27» 

■     ■■VAaWwAVk  ««A«« 

ƒ  OA7  H/L 

t      Aft  9.7S 

358 


II'    J  .  i  m^tmtmivn 


OTOtgebragk  /    68,27* 

Nieuwerkerk  a/d  IJ 
Waddinxveen 
Seeuwijk    . 
Slaipvijk    . 
Schoonhoven 
Lekkerkerk 
Berkenwoude 
Stolwijk 

Willige  Langerak 
Krimpen  a/d  IJssel 
Vianen  .     . 
Leksmond  . 
Ameide  c.  a. 
Langerak   bez.   de 

Lek  .     . 
Mieawpoort 
Groot- Ammers 
Meerkerk    . 
Leerdam     . 
Asperen 
Heukelum  . 
Kedicbem  . 
Oosterwijk  . 
Nieuvland . 
Leerbroek  . 
Schoonrewoerd 
Zijderveld  . 
Hekendorp . 


^,50 
14.24 

3,60 
12,00 
10,80 

7,67 

2,01 
29,41 « 

9,10 
13,20 
26,60 
12,10 

6,13 

1,37 
1,50 
4,30 

16,25 
7,26 
2,50 
7,02 
6,88 
2.60 
2,60 
8,00 

19,00 
l,86s 
5,30 


91 


0?ergebfagt  f    46,74 


Geheel^  298,98 « 


Classis  Brielle. 


Brielle  •  .  . 
Hellevoetsluis  . 
Nieuwenhoorn . 


22,09 

15,40 

8,25 


Overbrengen  f    46,74 


Brielsoh  Nieawland 
Zwartewaal . 
Bockanje     . 
Nieuw-Helvoet 
Zaidland     . 
Geervliet     . 
Spijkenisse  • 
Hekelingen. 
Abbenbroek 
Oudenhoorn 
Goudswaard 
Priershil 
Heenvliet    . 
Simonshaven 
Goedereede . 
Den  Bommel 
Dirksland    . 
Sommelsdijk 
Stellendam . 
Melissant    . 
Oude  Tonge 
Ooltgensplaat 
Middelbarnis 
Herkingen  . 
Ouddorp     . 
Stad  a/t  Haringvliet 
Nieuwe  Tonge .     . 


2,25 

5,00 

2,00 

3,08 

5,80 

4,00 

6,52 

2,00 

2,40 

1,10 

8,00 

2,20 

6,00 

7,33'^ 

5,50 

6,00 

10,00 
6,60 
1,85 
2,83 
9,50 
6,50 

10,805 
1,27 

13,50 
6,30 
2,88 


Geheel  ƒ  180,46 


Classis  Amsterdam. 


Muiden      .  . 

Eortenhoef .  . 

'sGravenland  . 

Diemen .     .  . 


■f 


7,75 
10,00 
27,14 

9,60 


Overbrengon  f    54,49 


S59 


Overgebiagt 

f  54,49 

Overgebragt  f  289,68 

Hilversum  .     .     . 

26,a7 

Santpoort    .     .     . 

12,05 

Amsterdam  Eng. 

Uoutrijk  en  Polanen        2,50 

Gem.       .     .     . 

28,26 

Heemskerk .     .     , 

4,01 

Nederhorst  den 

Haarlemmermeer 

.       20,21* 

Berg  .... 

31,58 

Nieuw- Vennep.     , 

10,86 

Amsterd.  gec.  N. 

West-Zaandam.     . 

13,41* 

K.  6   Julij .     . 

8,00 

Oost-Zaandam .     . 

53,015 

Ankeveen    .     .     . 

6,00 

Oostzaan     .     .     . 

12,85 

Maiderberg.     .     . 

8,28» 

Jisp 

7,50 

Naarden      .     .     . 

6,97 

Wormer.     .     .     . 

7,68 

Huizen  .     .     .     . 

28,36'^ 

Koog  a/d.  Zaan  . 

13,805 

Bassam.     .     .     . 

18,76 

Westzaan     .     . 

30,24« 

Uithoorn     .     .     . 

22,10 

Assendelft   .     .     , 

7,16 

Ouderkerk  a/d. 

Wormerveer 

45,76 

Amstel    .     .     . 

20,00 

Krommenie .     . 

.       86,07 

Aalsmeer     .     .     . 

84,24» 

Krommeniedijk 

5,00 

Amstelveen .     .     . 

14,25 

KnoUendam 

9,00 

Sloten     .     .     .     . 

25,55 
52,91 

Sloterdijk    .     .     . 

Geheel 

f  580,265 

f  365,085 

Geheel 

Classis   Alk 

maar. 

■  1  ■   %m  V*  m  • 

Classis  Haarlem. 


Haarlem  .  . 
Spaarnwoude  e.  a 
Heemstede  . 
Bennebroek. 
Zandvoort  . 
Bloemendaal 
Meerenberg. 
Velzen  .  • 
Castricnm  . 
Uitgeest .  . 
Wijk  aan  Zee  en  D 


27,10 
8,00 
16,11 
20,87 
40,06 
184,725 
12,00 
11.215 

10,15 

10,45 

4,00 


Overbrengen  f  289,68 


Alkmaar.  .  . 
Heilo  •  .  . 
Akersloot  .  . 
Limmen.  •  • 
Egmond  binnen 
Bergen  ... 
De  Bijp  .  . 
O.  en  W.  Graftdijk 
Groot  Schermer 
Zuid-Scharwoude 
Broek  op  Langen- 
dijk  .  .  .  . 
Noord-Scharwonde 


138,505 
19,06 

5,98 
22,50 
10,00 
85,02 
15,36 

9,00 
22,745 

4,00 

14,45 
7,00 


Overbrengen  /  308,62 


360 


Overgebragt  f  803,62 


Nieuwe  Niedorp  . 
Haringkarspel  ca.. 
Warmenhuizen 
Schoorl  ca..  . 
Koedijk .... 
St.  Fancras.  .  . 
Heer  Hugowaard  . 
Zijpe  (N.  zijde)  . 
Barsingerhorn  .  . 
Schagen.  .  .  . 
St.  Maarten  c.  a. 
Calantsoog  .  .  . 
Helder  .  ,  .  . 
Hippolitushoef  o. 

Wier 

Oosterland  .     .     . 
Anna  Faulownapolder 
Waal  en  Koog  o. 

Texel.  .  .  . 
Westterschelling  . 
Midsland  o.  Tersch. 
Hoorn      u       » 


54,64» 

9,26 

15,00 

81,50 

14,50 

8,55 

22,17 

14,40 

22,80 

88,00 

4,90 

5,00 

65,58 

7,50 

5,00 

18,55* 

6,78 
16,01 
7,00 
5,00 


Oyergebragt  /  279^25 


Geheel  f  670,21 


Classis  Hoorn. 


Hoorn   .     .     .  .ƒ 

Scharwoude      .  . 

Grosthaizen  c.  a.  . 

Zwaag    .     .     .  . 
Oost  en  Westblokker 

Wijdenes     .     .  . 

Enkhuizen  .     .  • 

Boyenkarspel    .  • 


94,085 
4,51» 

80,55 
9,61 

13,50 
7,02« 
104,00 

16,01« 


Grootebroek 
Lutjebroek  . 
Hoogkarspel 
Westwoud   c.  a 
Hem .     ... 
Venhuizen  . 
Medemblik 
Andijk   .     . 
Wervershoof 
Midwoud    . 
Oostwoud    . 
Abbekerk  c.  a 
Ursem    .     . 
Wognum  c,  a. 
Obdam  .     . 
Hauwert 
Benningbroek 
Sijbekarspel 


10,25 
2,00 

58,00 

41,00 
5,10 

10,00 
4,75» 

8,52 

7,18 

2,87 

21,68 

20,00 

15,00 

20,00 

8,41 

10,87* 

4,00 

6,00 


Geheel  f  584,84 


Classis  Edam. 


Overbrengen  f  279,25 


Edam    . 
Warder .     . 
Etershem  c.  a 
Beets     .     . 
Oudendijk  • 
Oosthuizen . 
Middelie 
Pnrmerend 
Beemster     . 
Kwad^k      . 
Parmerland 
Qpendam    . 


60,86 

7,80 

10,00 

16,15* 

15,60 

22,70 

9,20 

58,32 

65,00 

18,20 

6,77 

12,25 


Orerbrengen  ƒ  291,85' 


361 


Overgebragt/  291,85« 


Watergang .     . 
Landsmeer  •     . 
Buiksloot    .     . 
Purmer  .     .     , 
Monnikendam  • 
Broek  in  Waterland 
Zuuderdorp.     . 
Nieuwendam    . 
Durgerdam .     , 
Bansdorp   c.  a. 
Holysloot    . 
Uitdam  . 
Zuiderwoude    . 
Marken  (eiland) 


9,35 
18,00 
40,00 
18,80 
12,58^ 

46,85 

5,00 

37,68 
6,805 

22,51 
9,45 
4,00 
5,20 
7,625 


Geheel/"  535,71 


Classis   Middelburg 

Middelburg  (Ned.  ] 

Her?,  gem.)     .f^igi  on 
Middelburg  (Eng.  l^^^^''^" 

Herv.  gem.)     .  / 

St.  Laurens     .     .  5,25 

Arnemuiden     .     ,  4,55 
Nieuw  &  St.  Joos- 

land  ....  16,35 

Kleverskerke    .     .  3,67 
Vlissingen  (Ned.  .  \ 

Herv.  gem)     . 

Vlissingen  (Eng.  .  i  ' 

Herv.  gem.)     .  / 

Ritthem      .     .     .  9,20 

O.  en  W.  Souburg  8,67 

Koudekerke     .     ..  9,05 

Biggekerke       .     .  2,35 


Overbrengen  ƒ  274,59 


Overgebragt  ƒ  274,59 


Zoutelande  • 
Meliskerke  , 
Westkapelle 
Veere     .     , 
Qapiïige. 
Vroüwenpolder 
Serooskerke 
Oostkapelle . 
Domburg    . 
Aagtekerke . 
Grijpskerke . 


3,755 

8.77 

3,79 

15,00» 

1,15 
5,50 
9,715 
13,50 
5,20 
4,00 
4,56  = 


Geheel/"  344,54 


Classis    Z  i  e  r  i  k  z  e  e. 


Zierikzee    . 
Ouwerkerk . 
Nieuwerkerk 
Oosterland  . 
Bruinisse     . 
Sirjansland  . 
Kerkwerve  . 
Zonnemaire. 
NoorJgouwe 
Dreischor    . 
Elkerzee 
Benesse . 
Noordwelle 
Serooskerken 
Haamstede  . 
Burgh    .     . 
Tholen  .     . 
Oud-Vossemeer 
Poortvliet    . 
Scherpenisse 


f  27,90 
7,493 
19,00 
5,00 
6,01 
4,9  O  s 
5,20 
4,28 
6,10 
3,50 
3,25 
3,10 
3,90 
1,10 
4,805 

2,50 
13,10 
8,80 
5,00 
7,80 


Overbrengen  /  142,74 ^ 

24 


862 


Overgebragt/'  142,745 


Sint   Maartensdijk 
Stavenisse  .     . 
Sint  Annaland     . 
Sint  Philipsland   . 


12,586 

8,00 
7.685 

4,00 


Geheel  ƒ  175,01» 


Classis    G  o  e  s. 

Goes      .     .     .     .  f  19,19 
^s  Heer  Hendriks- 

kindcren  ...  3,00 

's  Heer  Arendskerke  6,00 

Kattendijke     .     .  3,855 

Wolfaartsdijk  .     .  8,70 

Kloetinge   .     .     .  7,86 » 

's  Heer  Abtskerke  1,11 

Wilhelininadorp    .  4,60 

Cortgene     .     .     .  18,07 

Wissekerke      .     .  11,32* 

Cats 4,35 

Kruiningen      .     .  5,80 

Krabbendijke  •     .  7,25 

Waarde      .     .     .  5,22  5 

Schore    en   Vlake  4,00 

Yerzeke      .     ,     .  11,71 

Wemeldinge     .     .  9,46 

Kapelle.     .     .     .  13,00 

Biezelinge   ...  3,30 

's  Heerenhoek .     .  3,10 

Heinkenszand  .     .  7,00 

Nisse     ....  2,50 

Ovezande  c.  a.     .  2,70 

EUewoutsdijk   .     .  1.823 

Oudelande  .     .     .  3,60 


Overbrengen/  168,535 


Overgebragt/^  168,585 


Hoedekenskerke 
's  Gravenpolder 


8,45 

3,00 


Geheel/"  174,985 


Classis  IJ  zendijk  e. 


IJzendijke  .     . 
Biervliet     .     . 
Hoofdplaat .     . 
Waterlandkerkje 
Groede  .     .     . 
Sluis     •     .     . 
St.  Anna  ter  Muiden 
Aardenburg     . 
Kadzand     .     . 
B.etranchement 
Axel      .     .     .. 
Hoek     .     .     . 
Terneuzen  .     . 
Zaamslag    .     . 
Hulst     .     •     • 
Sas  van  Gent. 
Philippine  •     . 


8,00 
1,89 
4,685 

4,17 

11,50 

17,88 

5,30 

12,80 

7,05 

3,80 

17,00 

12,275 

18,90 

15,50 

10,40 

4,57 

3,46 


Geheel/  158,68 


Classis    Utrecht. 


Utrecht . 
Maarssen 
Meern   . 
Vleuten 
IJsselstein 


/895,655 
39,425 

2,40 
3,265 
26,74 


Overbrengen/  467,485 


868 


Overgebragt  ƒ467,48' 


14,10 

7,58 

10,00 

16,40 

5,65 

17,46 

13,25 

12,17» 

10,10 

5.28 

7,00 

7,60 

22,60 

5,16 

11,65 

10,50 

7,65 

50,56 

4,00 

20,00 

11,81 


Jatpb 
Vreeswijk  , 
Jaarsveld  . 
Lopik  .  . 
Lopikerkapel 
Benschop  . 
Polsbroek  . 
Montfoort  . 
Linschoten  • 
Harmeien  . 
Mijdrecht  . 
Waverveen . 
Vinkeveen  . 
Wilnis  .  . 
Abcoude  . 
Baambrugge 
Ter  Aa,  . 
Breukelen  . 
Kockengen . 
Kamerik  . 
Zegveld .     . 


Geheel /737,96 


Classis  Amersfoort. 


Amersfoort .     . 
Austerlitz.  •     . 
Baarn    .     .     . 
De    Bilt     .     . 
Blaauwkapel    . 
Bunschoten 
Eemnes-binnendijks 
Eemnes'buitendijks 
Hoogland    ,     .     , 
Leasden      .     .     . 


36,07'^ 
2,00 

71,81 

19,22 
5,535 

11,80 
5,30 
6,00 
4,84 « 

18,10 


Overbrengen  /180,685 


Overgebragt  ƒ180,685 


Loenen  a./d.  Vecht 
Loosdrecht  (Oud)  . 
//  (Nieuw) 
Maartensdijk 
Nigtevecht . 
Soest  .  . 
Soesterberg. 
Tienhoven  . 
Vreeland  . 
Vuursche  . 
Westbroek . 
Woudenberg 
Zeist  .  . 
Zuilen    .     . 


ƒ103,09 

21,00 

6,40 

9,05 

10,68 

18,005 

4,38 
9,86 
30,45 
17,85 
4,05 
52,21 
87,60 
15,00 


Geheel  /5 7 0,31 


Classis   W 

ijk. 

Wijk  bij  Duurstede 

f   21,20 

Cothen  .     .     .     , 

8.00 

Neerlangbroek .     , 

5,36 

Schalkwijk  c.  a.  . 

8,62» 

't  Waal      .     .     . 

7,20 

Houten  .     .     .     . 

6,00 

Bunnik  c.  a.     . 

17,16 

Odijk     .     .     .     , 

1,80 

Overlangbroek .     , 

2,50 

Rhenen  .     .     . 

8,20 

Leersum     .     «     . 

5,50 

Doorn    .     .     .     . 

47,75 

Driebergen .     .     . 

50,05 

Geheel/ 189,34  5 


364 


Classis  Leeuwarden. 

Classis  Sneek. 

Leeuwarden      ,     . 

/  170,45 

Sneek    .     •     ;     . 

f    61,70 

Uuizum      .     •     , 

16,00 

Goënga  .     .     •     < 

11,89 

Uempens  e.  a. 

3,60 

Sybrandeburen .     . 

3,01 

Goutum  c.  a.  •     . 

9,35 

Deersum     .     .     . 

3,15 

Deinum      .     .     . 

4,80 

Bauwerd      .     . 

8,50 

Marssum     ,     .     < 

10,00 

Oosterwierum  .     . 

4,56 

Engelum     .     •     . 

5,00  * 

Britswerd    .     .     , 

.       10,00 

Stiens    .     •     .     , 

.       11,23 

Lutkewierum  . 

2,00 

Britsum.     .     •     . 

4,625 

Bozum  .... 

10.00 

Gorujum     .     •     . 

3,65 

Scharnegoutum.     . 

.       25,70 

Jelsum  .     .     •     . 

1,77 

IJsbrechtum     . 

10,00 

Beetgum     •     .     . 

12,50 

Irnsum  .... 

7,50 

Berlikum    .     •     , 

10,00 

IJlst      .     .     . 

.       16,32 

Wier     .     .     •     . 

1,50 

Jutrijp  &  Hommert 

8      12,425 

Fiiikum.     .     .     . 

7.46 

Heeg     .     .     •     . 

17,65 

Hallum .... 

.       10,00 

Gaastraeer  .     .     . 

7,60 

Marrum      •     .     . 

.       12,50 

Oosthem     .     .     . 

16,20 

Bergumerheide.     , 

3,00 

Wolsum     .     .     . 

3,87 

Oudkerk   c.   a.     . 

7,13 

Woudsend  .     .     . 

11,00 

Suawoude  c.  a.     . 

9,20 

Nijland  .... 

12,00 

Garijp    .... 

4,775 

Workum     .     .     . 

26,25 

B.ottevalle   .     .     . 

7,50 

Parrega .     .     . 

.       20,00 

Dragten.     .     .     , 

11,10 

Tjerkwerd  .     . 

7,25 

Dr.  Compagnie.     . 

2,54 

Hindeloopen     . 

8,09 

Boornbergum   .     . 

8,10 

Molkweram 

.       10,91 

Oudega  c.  a.  . 

3,60 

Stavoren     ...     . 

4,45 

Eernewoude     . 

3,316 

Eoudum     •     . 

.       13,70 

Warga   .     .     . 

.       13,10 

Sloten    .     .     . 

4,65 

Wartena    c.   a. 

.       11,25 

Wijckel.     .     . 

2,415 

Idaard  e.  a.     .     . 

12,50 

Balk.     .     .     . 

.       16^45 

Grouw   .     .     . 

14,00 

Oudemir^um    . 

9,33s 

Boordahuizum .     . 

7,04 

Oudega  en  Kolder- 

Mantgum  c.  a. 

7,35 

wolde      .     . 

3,60 

Beers   ca... 

4,00 

Nijega   .... 

4,45 

Hijlaard.     .     .     , 

7,00 

Hemelum    .     . 

.       17,50 

Boxlim  c.  a.     •     , 

10,00 
3,00 

Huins  c.  a.      .     . 

Gelieel 

ƒ  403,925 

Geheel 

/  443,935 

M          ^L  y^  \^  *  ^^  ^» 

865 


Classis  Franeker. 

Overgebragfc  ƒ230,13 

Harlingen    .     .     , 

,  f  22,67 

Sarhuizum .     .     . 

6,71 

Pietersbierum  .     . 

5,00 

Sarhuisterveeii 

7,00 

Oosterbieram  .     , 

8,05 

Drogeham  .     .     , 

2,50 

Tzummarnm    .     , 

24,76 

Kooten  .     .     .     , 

1,68 

St.  Jacobi-Parochi . 

11,00 

Twijzel  .... 

6,00 

Franeker    i     ,     . 

14,40 

Koliumerzwaag 

3,00 

Herbaijom  ,     .     , 

5,02* 

Holwerd      .     .     , 

4,00 

Dongjam     .     . 

8,75 

Terwerd      .     .     . 

8,80 

Peins    ca.., 

6,00 

Wanswerd  .     . 

.       10,00 

Dronrijp     ,     .     , 

83,80 

Foudgum    .     .     . 

1.90 

Weisrijp    c.   a.     . 

17,87 

Waaxens     .     .     . 

2,00 

Tzum    •     .     •     , 

,       10,45 

Hantum      .     .     . 

6,445 

Bolsward     .     .     , 

.       81,62 

Nes  op  Ameland  , 

1,82 

Burgwerd  c.  a. 

9,50 

Metslawier  .     .     , 

3,00 

Wommels  c.  a.     . 

15,80 

Nijkerk      .     .     . 

2,62 

IJtens    .... 

7,25 

Nes  en  Wierum  . 

7,00 

Arum    •     •     .     . 

11,50 

Paesens.     .     .     , 

1,50 

Morrha  .... 
Oostrum      .     . 

5,38 

1,30 

Geheel 

/•  238,94* 

Ee 

10,45 

Engwierura      .     , 
Schiermonnikoog  . 

10,00 

8,00 

Classis  Dok 

kutn. 
f  71,92 

Geheel 

Dokkum     .     .     . 

ƒ285,735 

Dantumawonde 
Woaterswonde 

2,50 

/         ' 

2,60 

Driesnm     .     . 

6,30 

Classis  He  ere 

nveeii. 

Zwaagvesteinde    . 

13,00 

Veenwouden     .     , 

4,36  «^ 

Heerenveeu .     . 

.       19,37 

AkkerwoudB    .     . 

10,00 

Oudeschoot .     . 

7,50 

Binsnmageest  .     , 

10,87» 

Knijpe  .... 

5,00 

Birdaard     .    .     , 

;         7,15 

Wijnjeterp  c.  a.  , 

8,60 

Aalsam .     .     .     . 

6,00 

Lippenhuizen  .     . 

5,00 

KoUam .... 

29,27 

Qorredijk    .     .     , 

17,00 

Barum  .... 

3,25 

Lange  Zwaag  .     . 

4,00 

Gerkesklooster .     , 

5,00 

Tjalleberd  c.  a.    . 

7,50 

Aogustinusga  .     , 

3,90 

Haskerdijkc  c.  a.   . 

18,85 

Oyerbrengen 

ƒ230,13 

Overbrengen 

r   82,8? 

S66 


Overgebragt  f  82,82 


Korte  Zwaag 

Bakkeveen 

Tjerkgaast 

Langweer 

Joure     . 

Goingarijp 

Terkaple 

Haskerhorne 

Oosterhaule 

Oosterzee    • 

Oldeboorn  . 

Terhorne     . 

Wolvega 

Oldelamer   • 

Scherpenzeel 

Peperga .     . 

Oldeholtpade 

Ter  Idzard . 

Noordwolde 

Makkinga  • 

Oosterwolde 

Appelscha   . 

Boijl      .     . 


3,77 
3,00 
4,27 
5,50 

75.12 
8,75 
1,75 
6,00 
4,35 
7,16 

27,50 
9,61« 

13,64 
3,40 
1,56 
2,00 
8,60 
1,145 

7,00 
3,52 
7,00 
8,30 
2,75 


Geheel  /"  283,52 


Classis  Zwolle. 


Zwolle  .  . 
Windesheim 

Wijhe    .  . 

Baalte    •  . 

Heino    .  . 

Dalfsen  •  . 

Hasselt  .  • 
Boa  veen 


ƒ162,10 
13,32« 
32,62« 
26,53 
11,75 
22,30 
26,565 
4,70 


Overbrengen  /•  299,895 


Overgebri^t  ƒ299,89* 


Staphorst    .     .     . 

f     7,20 

IJhorst  en  de  Wijk 

:         5,45 

Avereest     .     .     , 

10,80 

Nieuw  Leasen 

8,00 

Ommen.     .     .     . 

9,33 

Hellendoorn     .     . 

,       10,83 

Den   Ham  .     . 

.       14,85 

Hardenberg     .     . 

15,40 

Heemse.     .     .     , 

5,00 

Gramsbergen    .     , 

30,58 

Dedemsvaart    .     . 

29,75 

Lutten  •     .     .     , 

5,76 

Daarle    .     •     . 

3.60 

Ommerschans  •     . 

3,785 

Lemele  en  Archem 

5,00 

Vroomshoop     . 

5,20 

Geheel  ƒ  47  0,43 


Classis   Deventer. 


Deventer    .     .     , 

,  f  95,85 

Diepenveen      .     , 

5,75 

Golmscliate.     .     , 

.       31,10 

Wezepe.     .     .     , 

4,94 

Bathmen     .     .     . 

13,48 

Holten  .     .     .     . 

,       12.50 

Markelo      .     .     . 

31,00 

Almelo  .     .     . 

.       75,00 

Tubbergen  .     . 

3,00 

Vrieaenveen     .     . 

27,31 

Wierden     .     .     ■ 

7.05 

Borne     .     .     .     , 

.       18.50 

Weereelo     .     .     . 

3,00 

Ootmarsnm      .     , 

8,22 

Denekamp .     .     . 

5,80 

Overbrengen 

/337,00 

367 


Enschede 
Losser   . 
Oldenzaal 
Hengelo 
Delden  . 
Goor 
Diepenheim 
Usselo    • 


Overgebragfc /•  887,00 

f 


47,47» 
6,54B 
40,00 
81,50 
15,79 
83,10 
19,50 
8,55 


Geheel  /  589,46 


Classis  Kampen. 


Kampen 
Kamperveen 
Zalk  e.  a.  • 
Wilsura .     • 
Genemuiden 
IJsselmuiden 
Karopereiland 
VoUenhove . 
Blokzijl .     . 
Blankenham 
Kninre  .     , 
Willemsoord 
Steenwijk    . 
Giethoorn   . 
Wanneperveen 
Zwartsluis  . 


f  115,45 

10,81 

15,30 

4.70 

2a,58 

5,87 

2,70 

10,795 

9,72 
5,83 
5,753 
2,15 

24,25 
2,50 
2,80 

26,41 


Geheel/"  267,12 
Classis  Groningen. 


Groningen  • 
Hoogezand . 


.f  107,88 
.       12,36 


Overbrengen  ƒ  120,19 


Overgcbragt/'  120,19 

Sappemeer  .     .     .  12,00 

Winde  weer.     .     .  2,81 

Noordlaren.     .     .  6,26* 

Haren    .     .     •     .  11,50 

Middelbert.     .     .  2,50 

Noorddijk  .     .     .  4,80 

Zuidhorn     .     .     .  4,02* 

Noordhorn ...  3,25 

Hoog-  en  Leegkerk  2,26 
Wierum  en  Dorkwerd     8,87 

Garnwerd    ...  8,63 

Aduard  ....  4,50 

Den  Ham  .     .     .  6,00 

Feerwerd     ...  2,85 

Ezinge  ....  3,92 

Saaksum     .     .     .  8,00 

Oldehove    ...  2,85 

Niehove.     ...  8,75 

Niezijl   ....  8,25 

Grijpskerk  ...  4,25 

Visvliet.     ...  5,10 

Nieuw-  en  Oldekerk  3,78 ^ 

Sebaldeburen    .     .  1^90 

Opende.     .     .     .  2.52 

Marum  en  Noordwijk  4,00 

Nuis  en  Niebert  .  2,60 

Tolbert  ....  7,00 

Oostwolde  .     .     .  1,82« 


Geheel/"  243,20 


Classis   Winschoten. 

Winschoten  .  .f  18,60 
Eekta  ,  .  .  .  5,69 
Oude  Pekela  .     .         5,92 


Overbrengen  ƒ    30,21 


368 


Overgebragt  f    80,21 


Nieuw  Pekela 
Westerlee  c.  a 
Muntendam 
Meeden  .     . 
Veendam    . 
Wildervank 
Noordbroek 
Zuidbroek  . 
Scheemda    . 
Stadskanaal. 
Omlanderdijk  e.  a 
Midwolde    . 
Nieuw-Scheenda 
Wagenborgen 
Termunten  c. 
Woldendorp 
Nieuwolda  . 
Oostwold    . 
Finsterwold 
Nieuwe  Schans 
Beerta    .     . 
Nieuw-Beerta 
Bellingwolde 
Vriescheloo . 
Vlagtwedde 
Bourtange   . 
Sellingen     . 
Ter  Apel     . 
Onstwedde  . 
Wedde  .     . 
Blij  ham .     . 
Oude  Schans 
Horsten.     . 
Nieuw  Stadskanaal 


10,38 
7,50 
5,00 
5,00 

24,50 
9,40 
2,50 
4,02 
6,87 

15,50 
4,61 
9,50 

10,95 
6,19^ 
1,73 
3,89 

10,50 
7,14^ 
7,32 
2,00 

14,015 

2.48 

12,60 

3,20 

2,40 

2,85 

1,50 

5,00 

5,08 

3,25 

4,50 

2,50 

10,00 

46,45 


Classis  Appingedam. 


Geheel/"  300,94 ' 


Appingedam 

Opwierda 

Farmsum 

Oterdum 

Weiwerd 

Delfzijl  . 

Uitwierde 

Holwierde 

Krewerd 

Bierum  . 

Spijk     . 

Losdorp. 

Godlinze 

Jukwerd 

Solwerd  c.  a. 

Loppersum 

Wirdum 

Oosterwij  twerd 

Zeerijp   .     . 

Garshuizen  , 

Westeremden 

Stedum .     • 

Garrelsweer . 

Harkstede  c.  a 

Kolham .     . 

Schildwolde 

Helium  .     • 

Siddebnren  . 

Wittewierum 

Ten  Boer    . 

Garmerwolde 


f 


13,69 
3,00 

33,00 
2,50 
3,15 
5,86 
3,25 
4,0  2  s 
2,10 
4,85 

12,71 
2,71 
3.40 
2,50 
4,05* 

17,43 
3,43 
3,90 
4,02 
4.23' 
2,95 
8,29 
3,95 
5,60 
6,60 
2,50 
2,55 
3,11 
7.90 
4,60 

10,03 


Geheel  ƒ  190,12 


369 


Classis  Onderdendam. 

Onderdendam  .     .f      6,40 

6,60 

1,00 

4,12» 

12,89 

8,75 

4,16 

2,70 

4,80 

6,00 

1,82 

2,00 

1,21 

10,00 

81,60 

8,00 

11,65 

12,37* 

5,00 

2,10 

8,50 

5,875 

1,92 


Middelstam 
Huisinghe  •     .     . 
Bedum  .... 
Zuidwolde.       .     . 
Noordwolde    . 
Slitswerd    •     •     . 
Kantens.     .     •     . 
Uithuistermeeden  w.  g. 
Uithoistermeden  o.  g. 
Ëppenhuizen    •     . 
Zandeweer 
Bottum  . 
Breede  . 
Warfam 
Usquerd 
Vithuizen 
Leens    . 

Warfhuizen     .     . 
Wehe  ca.      .     . 
TJlrum   .... 
iNiekerk  en  Yliedorp 
Pieterburen      .     . 


Hornhaizen  en  Klooster- 
buren     .     .     .  6,50 
Westernieland    en 

Saaksamhuizen.  2,49 

Winsum     .     .     .  8,05 » 

Adorp    ....  8,75* 

Wetzinghe  .     .     .  6,20 

Obergnm     .     .     .  4,25 

Tinallinge   .     .     .  1,70 

Bailo  Basquert.     .  8,84 

Den  Andel     .     .  8,00 

Eenrum.     .     .     .  10,00 

Mensingeweer  .     .  2,26 


Geheel/^  198,515 


Classis  'sHertogenbosch. 


^s  Hertogenbosch 
Engelen .     . 
Vlijmen  .     . 
Hedikhuizen 
Oss  .     .     . 
Heeswijk  c.  a. 
Berlicam    c.  a 
Lith  c,  a.    . 
Oijen  c.a.  , 
Qrave    .     . 
Eavestein    . 
Boxmeer 
Yierlingsbeek 
Oisterwijk  . 
Tilburg  .     . 
Hilvarenbeek 
Boxtel    •     . 
Michielsgestel 
Vught    .     . 
Helvoirt.     . 


49,50 

1,50 

7,50 

5,00 

8,00 

7,50 

19,50 

10,06 

1,15 

7,50 

0,65 

5,00 

10,32» 

58,52* 

10,25 

3,67» 

8,863 

4,00 

15,48 

4,48 


Geheel  f  227,48 


Classis  Breda. 


Breda  .  .  • 
Prinsenhage  . 
Leur.  .  .  . 
Etten  en  Hoeven 
Zundert .  •  . 
Ginneken  .  . 
Chaam  .     ,     . 

Bergen    op  Zoom 
Ossendrecht     •     • 


17,99 
4,45 
8,00 
7,44 
2,47 

25,00 
1,40 

11,10 
2,67 


Overbrengen  f    80,52 

25 


870 


O^ergebragt  /    80,5» 


Eozendaal  en  Wouw 
Steenbergen  .  . 
Nieuw  Yossetneer 

en  Halsteren 
Willemstad .     . 
Zevenbergen    . 
Standdaarbuiten 
Oudenbosch     . 
Oeertruidenberg 
Dongen .     .     , 
Terheyden  •     , 
Hooge  Zwaluwe 
Made     .     .     . 


41,50 
78,49 

4,87 

7,60 

5,44 

6,66 

18,80 

23,00 

4,70 

8,60 

10,02 

4,50 


Geheel/  199,10 


Classis   Heusden. 


Heusden     .     .     , 

f  14,66* 

Doeveren  c.  a.     , 

2,00 

Aalburg    c.  a.     . 

5,15 

Wijk     .    .     .     . 

8,00 

Dassen  .     .     .     , 

3,96 

Sleeuwijk    .     .     , 

7,80 

Op-  en  Neder  Ande 

il        6,18 

's  Grerelduin-Kapc 

slle   10,52 

Sprang  .     .     .     . 

3,45 

Besoijen     .     .     , 

2,50 

Waalwijk    .     .     . 

5,50 

Loon    op  Zand 

6,50 

Babiloniënbroek    , 

5,00 

Eethen  ,     .     .     , 

1,00 

Drongelen  .     .     , 

0,80* 

Meeuwen    .     .     , 

1,50 

Overgebragt  f  118,58 


Werkendam 
Almkerk  . 
Drunen  .     . 


6,00 

16,50 

1,00 


Geheel  / 142,08 


Classis    Eindhoven. 


Overbrengen  /  118,58 


Eindhoven .     . 

.  f 

5,60 

Oirschot 

10,28 

Bladel    .     .    ., 

5,00 

Hoogeloon  . 

4,00 

Velthoven  ,     , 

1,50 

Heeze    .     .     . 

12,26 

Valkenswaard  , 

8,46 

Bergeik       .     . 

5,20 

Budel    .     .     , 

2,88 

Someren     .     . 

8,86 

Asten    .     •     , 

2,76 

Helmond    •     . 

8,00 

Veghel  .     .     . 

4,00 

St.   Oedenrode 

7,10 

Nuenen .     .     , 

5,68 

Dearne .     .     . 

7,60 

Helenaveen .     . 

2,48 

Gel 

aeel  f 

90,29 

Classis  Ma 

asiricht. 

Maastricht .     . 

.  f 

17,00 

Beek      .     . 

*     • 

6,50 

Meerssen    • 

• 

7,10 

! 

Overbren 

gen/ 

38,60 

871 


Overgebragt  f    88,60 


Eyaden  •  . 
Heerlen .  . 
Vaals  .  • 
Sittard  .  • 
Urmond 
Grevenbicht 
Gennep .  . 
Boermond  . 
Weert    .     . 


7,67 
5,73 
8,00 
6,10 
2,50 
2,56 
5,25 
14,25 
2,60 


Geheel  /  85,26 


Classis  Assen. 

Assen    .     .     .     .  / 

25,57» 

Norg     .... 

11,50 

Peize     .... 

8,25 

Boden    .... 

6,00 

Boderwolde      .     • 

4,10 

Eelde     .... 

7,25 

Anloo    .... 

12,72 

Gieten   .... 

11,07» 

Gasselier-Nijeveen 

9,65 

Oasselte      .     .     . 

6,03» 

Bolde     .... 

4,75 

Beilen    .... 

11,75 

Eekst    .... 

5,10 

Annerveen  .     .     . 

4,96» 

Yeenhuizen      .     . 

2,80 

GroUo    .... 

1,17 

Geheel  ƒ127,19 


CImbis  Meppel. 


Meppd .     .     .     . 

f  82,10 

Kolderveen .     .     . 

1,60 

Mijeveen     .     .     , 

2,00 

Havelte .     .     .     , 

2,80 

Wapsetveen     .     , 

8,30 

Diever  .     .     .     , 

5,00 

Ruinen  .    .     .     . 

4,28 

Buinerwold .    . 

.       10,05 

Koekange   .     . 

5,03 

Zuidwolde  .     . 

6,60 

Hollandeche  Veld 

.       10,30 

Prederiksoord  . 

5,50 

Pesse     .     .     . 

2,40 

Geheel  f   90,52 


Classis   Coevorden, 


Goevorden  .     .     . 

f    17,58» 

Borger  .... 

4,50 

Dalen    .... 

42,50 

ümmen .     .     .     , 

,       10,62 

Nienw-Buinen .     , 

5,00 

Nieuw-Dordreoht  . 

2,30 

Odoom  .     .     . 

9,63 

Boswinkel  .     .     , 

3,65 

Schoonebeek    . 

7,30 

Schoonoord .     . 

8,19 

Sleen     .     .     . 

7,25 

Westerbork.     . 

.       22,03 

Geheel /"  140,54» 

872 


WAALSCHE  KBEKEN. 

Overgebragt  ƒ  1012,87 

Amsterdam    .     , 

f    663,62 

Leeuwarden   . 

80,00 

Arnhem    .     •     . 

26,46 

Leiden .     .     . 

42,41* 

Breda  .... 

20,00 

Middelburg    • 

15,35 

Delft   .... 

16,80 

Nijmegen .     . 

7,00 

Groningen      .     . 

18,80 

Rotterdam 

62,98 

*8  Gravenhage.     . 

145,69 

utrecht     •     . 

.       265,09 

Haarlem    .     .     . 

118,00 

Maastricht 

8,265 

^8  Hertogenbosch 

5,00 

Gehe< 

j^     1 

ïl  / 1448,92 

Overbrengen/"  1012,87 


378 


NAGEKOMEN  COLLECTEN   VAN   1879. 

De   met  *  vermelde   zijn  eerst  in    1880  ontvangen. 


Classis  Arnhem. 


Velp      . 

Benkam 

Bennekom 

Ede  .     . 

Lunteren 

Otterloo 

HalK     . 


/  31,30 
20,00 
7,63 
11,00 
8,50 
2,60 
4,66 


Classis  Zutphen. 
Terborgh    .     .     .       15,85 
Classis   Ti  el. 


Buurmalsen 
Buren  .  . 
Beasichem  . 
Zoelen   .     . 


•     • 


2,00 
5,00 
1,70 
5,00 


Classis   Bommel. 


Aalst     .     .  . 

Poederoijen.  . 

Zailichem    .  . 

Waardenburg  . 


2.00 
2,00 
2,55 
9,13 


Classis  'sQravenhage. 


Wassenaar  . 


8,60 


Overbrengen  f  139,42 


Overgebragt  f  189,42 


Scheveningen 
Naaldwijk    . 
Rijswijk 


29,00 
23,61 
11,00 


Classis  Leiden. 


Rijnsburg    .     , 
Rijnzaterwoude 


10,00 
1,50 


Classis  Gouda. 

Berkenwoude    .     .  1,20 

Moordrecht      .     .  19,65 

Waarder     ...  2.87 

Oudewater  .     .     .  25,07 

Bergambacht    .     .  4.00 

^Ammerstol     .     .  2,25 

Krimpen  a./d.  Lek  9,75 

Ouderkerk  a/d  IJssel  10,10 

Gouderak    ...  2,00 

Haastrecht  .     .     ,  10,00 

^Noordeloos     .     ,  2,75 

*Everdingen     .     ,  2,40 

^Hagestein.     .     .  0,42 

Classis  Haarlem. 


Beverwijk 
Zaandijk 


19,77 
3,73 


Overbrengen  f  330,49 


S74 


Overgebragt  /  880,40 


Classis  Hoorn. 


Berkhout  . 
Schellinkhoat 
Twist  .  , 
Opperdoes  . 
Hensbroek  . 
Hoogwoad  • 
Oosterdijk  . 


8,07 

4,86 
12,0a 
11,00 

2,00 
10,68 

2,28 


Classis  Goes. 


Colijnsplaat . 
Borselen 
^Baarland  . 


25,28 
1,75 
2,56 


Classis  Wijk. 


Veenendaal . 
Beuswoade . 
Amerongen . 


16,50 

7,45 

14,07 


Classis    Leeuwarden. 


Lekknm  en  Miedum       8,60 

Rijperkerk  .     .     . 

6,90 

Oenkerk  enGiekerk 

8,67» 

Oudkerk    2*  CoU. 

16,03 

Oostermeer.     .     . 

6,60 

Wirdum     .     .     . 

14,00 

Jorwerd.     .     .     , 

14,00 

Weidam     .     .     . 

18,00 

Saameer      .     .     . 

7,00 

Hardegarijp      .     . 

6,76 

Classis  Sn  eek. 

Oadega .... 
Warn9  en  Scharl. 


7,04 
6,625 


Overgebragt  /  562^58 

Classis  Franeker. 
Oosterlittens    .     .ƒ      4,60 
Classis  Dokkum. 


Buitenpost  . 
Oudwoude  . 
BHja.  .  , 
Beitsum 
Ternaard  . 
Ballum  .  . 
Anjum  .  . 
Hoogebeitum 


10,48 
1,63 
4,50 
5,06* 
8,60 
5,70 
7,85 
8,6S« 


Classis  Heer  en  veen. 

Oude  en  Nijehorne  1,72 

üreterp.     .     .     .  2,70 

Beetsterzwaag  .     .  28,79 

Hoornsterzwaag    •  2,30 

Terwispel    .     .     •  5,95 

Akkrum      .     .     .  12,65 

^Steggerden    .     .  6,00 

01de-  en  Nijeberkoop  6,00 

*  Donkerbroek .     .  5,00 

*Haulerwijk    .     .  2,50 

Classis  Groningen. 


Grootegast  • 
Lutkegast  • 
Zevenhuizen 


1,10 
1,01 
2,50 


Overbrengen  f  562,58 


Classis   Appingedam. 


Meedhuizen 
Tjamsweer  • 
JSenum  .     . 


2,55 
15,65 
2,05* 


Overbrengen/"  658,38» 


875 


Overgebragt  /6B3,38« 

Overgebragt  f  749,93« 

't  Zandt.     .     .     .       10,00 
Slochteren  .     .     ,         4,25 
Woltersum.     .     .         7,02 
Thesinge     .     .     .         1,30 

Classis  Maastricht. 
Stevenswaard    .     .       11,20 
Classis  Coevorden. 

Classis   Breda. 

• 

Pijnaart.     .     .     .         2,25 
Oosterhoat.     .     .         7,00 
Lage  Zwaluwe.     .         5,00 

Oosterhesselen.     .         1,60 
Zweeloo.     .     .     .         2,28 
Nieuw- Amsterdam.         4,75 

Geertruidenberg    .         5,00 

Geheel  f  769,66» 

/^        _  l.                    '      ^     mif\   nnm. 

876 


OVERZIGT  VAN  DE  COLLECTE , 

gehouden  in  1879. 


Arnhem . 
Nijmegen 
Zatphen  . 
Tiel  .     . 
Bommel . 
Harderwijk 
's  Qraveuhag 
Rotterdam 
Leiden    . 
Dordrecht 
Gouda     • 
Brielle    , 
Amsterdam 
Haarlem . 
Alkmaar . 
Hoorn     • 
Edam     . 
Middelburg. 
Zierikzee 
Goes .     . 
IJzendijke 
Utrecht  . 
Amersfoort 
Wijk.     . 
Leeuwarden 
Snoek     . 
Praneker 
Dokkum 
Heerenveen 


662,87 
342,64 
955,45 
128,56 
185,39» 

336,07 
1371,425 
1048,125 
656,17 
646,28* 
293,985 

180,46 

365,035 

580,265 

670,21 

534,34 

535,71 

344,54 

175,015 

174,985 

158.63 

737,96 

570,31 

189,345 

443,935 

403,925 

238,945 

285,735 

283,52 


Overbrengen  /*  13499,34 


Overgebragt/  13499,84 


Zwolle    .     • 
Deventer 
Kampen  • 
Groningen  . 
Winschoten . 
Appingedam 
Onderdendam 
's  Bosch  . 
Breda 
Heasden 
Eindhoven 
Maastricht 
Assen 
Meppel   • 
Coevorden 
Waalsche  Kerken 


/  470,48 
539,46 
267,12 
243,20 
300,945 

190,12 

198,51* 

227,43 

279,10 

102,43 

90,29 

85,26 

127,19 

90,52 

140,555 

1443,92 


Te  zamen  ƒ  18295,825 
Nagekomen  745,785 


^19041,61 


Nagekomen     tot 
23  Sept.  1880    . 


23,88 


Geheel  / 19065,49 


I 


377 


Uit  de  volgende  gemeenten  was  den  28  September 
1880  de  Collecte  van  1879  niet  ingekomen: 

cl.  Nijmegen:  Wijohen  c.  a. ; 

cl.  Tiel:  Ochten,  Drumpt^  Zoelmond,  Opheusden; 

cl.  Bommel:  Heerewaarden ,  Nieuwwaal; 

d.  Leiden:  Kage,  Alphen; 

cl.  Dordrecht,  Heerjansdam,  Nieuw-Beijerland ,  Klaaswaal, 
Antoniepolder,  Maasdam,  Pottershoek,  Brand  wijk ,  Molenaars- 
graaf,  Hoogblokland ,  Hoornaar,  Schelluinen; 

d.  Qouda:  Hei-  en  Boekop; 

cl.  Brielle:  OosUoorne; 

cL  Amsterdam :  Amsterdam ,  Weesp ,  Thamen  aan  den 
Aimstel,  Laren; 

cl.  Alkmaar :  Egmond  aan  Zee ,  Graft ,  Schermerhorn , 
Bedijkte  Schermer,  Ondorp  c.  a.,  Oudkarspel,  OudeNiedorp, 
Winkel,  Wieringerwaard ,  Petten,  Huisduinen,  Eenigenburg, 
Burg,  Hoorn  op  Texel,  Oude-Schild,  Oosterend,  Vlieland, 
Eijerland,  Zuidscharwoude; 

cl.  Hoorn:  Urk,  Spanbroek,  Aartswbud; 

cl.  Goes :  Bath; 

cl.  IJzendijke:  Schoondijke,  Breskens,  Nieuwvliet,  St.  Kruis 
Oostburg,  Zuidzande,  Hontenisse; 

d.  Wijk:  Werkhoven,  Eist; 

d.  Leeuwarden:  Menaldum,  Vrouwen-Parochie,  St.  Anna- 
Parachie,  Bergum; 

cl.  Sneek:  Oppenhuizen,  Harich; 

cl.  Eraneker:  Kimswerd,  Midlum ,  Wijnaldum .  Sexbierum , 
Minnestiga,  Achlum,  Bied  c.  a. ,  Schingen,  Schalsum, 
Oosterend,  Winsum.  Spannum  c.  a.,  Kubaard,  LoUum, 
Makkum ,  Idsegahuizen  c.  a..  Gaast  c.  a.,  Exmorra,  Longerhouw , 
Schraard,  Wons,  Witmarsum,  Pingjum  c.  a.; 

d.  Dokkum:  Hiaure; 

d.  Heerenveen:  de  Lemmer,  St. Jansga,  Compagnonsvaart 
onder  Hoornsterzwaag ; 

d.  Deventer :  Olst ,  Welsum ,  Bijssen ,  Enter ,  Haaksbergen ; 

cl.  Kampen:  Mastenbroek,  Oldemarkt,  Steenwijkerwold; 

cl.  Kampen:    Mastenbroek,   Oldemarkt,   Steenwijkerwold; 

cl.  Groningen:  Kropswolde,  Westerbroek,  Engelbert ,  Mid- 
wolde  c.  a.,  Lettelbert,  de  Wilp; 

26 


378 

cl.  Appingedam:    Heveskes,    Leermens,  Lellens. 

cl.  Onderdendam  :  Westerwijtwerd ,  Oosternieland ,  Vier- 
hnizen  c.  a. ,  Oldezijl; 

cl.  ^s  HertQgenbosch :  Diede» ,  Knik  c»  a. ; 

cl.  Breda:  Kruisland,  Klandert^  Dinteloord  c.  a.^  Drim- 
melen I  Moerdijk; 

cl.  Heusden:  Veen,  Woudriehom,  Uitwijk,  Qiessen  e.  a., 
Waspik^  Baamsdonk,  ^s  Graven  moer,  Baard  wijk; 

cl.  Maastricht:  Oalpen,  Yenlo,  Blitterswijk ; 

cl.  Assen  :  Vries ,  Zuidlaren ,  Oieterveen ,  HijkersmUde , 
Hoogersmilde,  Bovensmilde; 

cl.  Mqipel:  Yledder,  Dwingelo,  Hoc^veen; 

Waalsche  Kerken:  Dordrecht,  Zwolle, 

In  30  dassen  141  gemeenten  I 


379 


N<^  nagekomen  Collecten. 

Van  1877.  Cl.  Heusden.  Gemeente  te  Waalwijk  ...  ƒ    2,02 
//   1877.  //  Coevorden.       m       ^^  Nieuw  Dordrecht /,     8,44 


f  10,46 

Van  18  7  8. 

Classis 

Brielle  Gemeente  te  Abbenbroek      .     .     .ƒ 

ff        ff  Oudenhoorn     .     .     . 
//        //  Sommelsdijk     .     .     . 

2,40 
1,20 
4,50 

8,10 

0 

Amsterdam 

n 

ff  Amsterdam.     .     .     . 
//  Slooten 

29,70 
45,705 

75,40« 

n 

Alkmaar 

il 
n 

ff  Egmond  aan  Zee.     . 

f,  Graft 

ft  St.  Maarten  enYalkoog 

7,12 
1,50 
7,50 

16,12 

V 

IJzendijke 

n 
// 

ff  Schoondijk  .... 
;/  Hontenisse  .... 

18,00 
10,00 

28,00 

ft 

Utrecht 

n 
u 

n 
n 
n 

f,  Vleuten 

//  Wilnis 

//  Abcoude      .... 
»  Eockinge  en  de  Haar 
//  Zegveld 

3,50 
3,84 
15,00 
5,55 
9,08 

36,97 

it 

Sneek 

tf 

ff  Lutkewierum   .     .     . 
//   Woudsend  .... 
n  Stavoren      .... 

2,50 

13,50 

4,80 

20,80 

Overbrengen  f  185,39 ^ 


380 


Overgebragt  /  185,89 


9f 

u 
ff 
II 


II       Heerenveen    n 

II  II 

II  II 

n       Kampen        // 

// 

II       Appingedam  n 
n      's  Hertogenb.  tf 

n 

II       Heusden        // 

n 
v 


Meppel 


te  Oosterburam    .     .     . 
1,  WinsDin      .     .     .     , 
u  ftchraard  ca..     .     , 
g   Wons  ca.      .     .     , 
K  Pingjum  ca..     .     , 

6,00 
25.00 
7,05 
9,00 
5,11 

//  St.  Jansga .     .     .     . 
„  Hoornsterzwaag     .     . 
n   Wijnjeterp.      .     .     . 

52,16 

5,00 
2,85 
8,56» 

n  Kamperreen     .     .     . 
H  Steenwijkerwold     .     . 

n  Thesinge     .     .     .     . 
H  Berlicum     .     .     .     . 
«  O^en 

11,41» 

4,05 
3,14» 

7,19» 

2,75 

20,50 

1,10 

u  Uitwijk 

H  Bezoijen      .     .     .     . 
f  Waalwijk    .     .     .     . 

21,60 

2,57 
2,60 
2,02 

H  Pesse 

7,09 
1,85 

Te  zamen.     .     . 

/  288,96» 

REGISTER 

OP  DË 

HANDELINGEN  DEE  ALGEMEENE  SYNODE 

VAN    DE 

PDERUNDiSCHe  HERYORMDË  KER&, 


22  Julij.   Opening  der  vergadering Blz.  3 

ff         Hare  zamenstelling j/     3 

ff  Benoeming  van  President^  Vice-president  en  zijn 
secandas Blz.  6 

ff         Beglement  van  orde //     6 

ff  Goedkeuring  van  het  besluit  der  Synodale  Com- 
missie om  de  opening  der  Synode  een  dag  later 
te   stellen Blz.  6 

ff         Punten    van    behandeling ff     6 

ff  Aankondiging  der  benoeming  van  de  noodigecom- 
missiën Blz.  6 

ff  Opdragt  aan  den  Vice-president  van  het  onderzoek 
der  Begisters  van  de  ingekomen  en  verzonden 
stukken Blz.  7 

ff         Verzoek  ter  zake  der  in  te  dienen  voorstellen,     u     7 


II  REGISTER. 


22  Julij.  'Zamenstelling  van  Synodi  contractae.     .     Blz.     7 

//  Beslait  na  kennisneming  der  Inleiding  tot  het 
verslag  der  Synodale  Commissie ,  omtrent  de  ver- 
vulling der  by  haar  openvallende  plaatsen  en  de 
benoemingen  voor  het  Algemeen  GoUegie  van 
toezigt Blz.     7 

„         Oproeping  van  den  Quaestor-generaal     .       //       7 

//  Kennisneming  van  de  verslagen  der  Hoogleeraren 
omtrent  den  staat  van  het  gegeven  onderwijs  en 
goedkeuring  van  hunne  ingediende  lijst  der  lessen 
in    het    volgende  studiejaar     ....     Blz.     7 


ff 
« 
ft 
ft 


8 

9 

9 

10 


„  Sluiting  der  eerste  zitting .... 

23  Julij.  Opening  der  tweede  zitting     .     .     . 

//  Voorstellen  van  leden  der  vergadering 

//  Benoeming  van  Commissiën    .     .     . 

//  Verslag  van  den  Vice-president  van  zijn  onderzoek 
van  de  Registers  der  ingekomen  en  uitgegane 
stukken Blz.  11 

//  Uitspraak  der  Synodus  contracta  in  zake  der  vier 
leden  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gel- 
derland   «     .     .     Blz.  11 

tl  Kennisneming  van  het  Verslag  der  Synodale  Com- 
missie omtrent  het  beheer  van  den  Quaestor-generaal 
in  zijn  geheel  en  betrekkelijke  besluiten.     Blz.  14 

//  Verwerping  van  het  voorstel  van  den  heer  Seger^ 
tot  vervroeging  van  den  druk  der  Synodale  Han- 
delingen      Blz.  15 

f/  Als  voren ,  van  het  voorstel  van  den  heer  t>an  den 
Brandeler,  betreffende  het  niet-o£Bcieel  gedeelte 
der    Kerkelijke    Coumni     .     .     .     ,     .     Blz.  17 

//         Sluiting   der  tweede  zitting     .     .     .     .       //     18 

24  Julij.   Opening   van   de  derde  zitting     .     ;     .       /gr     19 

if  Goedkeuring  van  het  door  de  Synodale  Commissie 
gestelde  berigt  van  den  Staat  der  Algemeene 
kas Blz.  19 


REGISTER.  iii 

^4*  Jalij.  Gros  van  predikanten  en  ouderlingen  voor  de  ver- 
vulling der  bij  de  Synodale  Commissie  openvallende 
plaatsen Blz.  19 

//  Benoemingen  voor  het  Algemeen  Gollegie  van 
toezigt Blz.  19 

//  Berigten  omtrent  de  benoemingen  bij  de  Gom- 
missie  van  Voordragt  voor  de  aanstelling  van  ker- 
kelijke hoogleeraren Blz.  19 

fi  Mededeelingen  van  het  Provinciaal  Karkbestuar  van 
ZuidhoUand  rakende  de  zaak  der  geschorste  Dordt- 
sche  ouderlingen Blz.  20 

u  Besluit  tot  overbrenging  van  ingezonden  rekeningen 
van  Provinciale  weduwenbear2sen  tot  de  Synodale 
Commissie Blz.  21 

n  Berigt  van  het  Glassioaal  Bestuur  van  Leeuwarden 
omtrent  de  splitsing  der  gemeente  te  Bergnm.  Blz,  21 

//  Berigt  van  het  Glassicaal  Bestuur  van  Winschoten 
omtrent  de  grensscheiding  der  gemeenten  te  Nie- 
wolda  en  Woldendorp Blz.  21 

if  Ontvangt  van  het  Provinciaal  Gollegie  van  toezigt 
in  Noordholland  van  eene  teekening  der  oude  kerk 
te  Midsland Blz.  21 

//  Berigt  van  den  Kerkeraad  te  Nijmegen  omtrent 
voorgenomen  collecten  voor  het  godsdienstonder- 
wijs      Blz.  21 

u  Overgang  tot  de  orde  van  den  dag  ter  zake  een 
medegedeeld  oordeel  van  de  Classis  van  Harderwijk 
over  de  uitspraken  van  de  Provinciale  Kerkbesturen 
van  Gelderland  eu  ZuidhoUand.  *en  van  de  Synode 
rakende  de  zaak  der  geschorste  Dordtsche  ouder- 
lingen     Blz.  22 

//         Boekgeschenk n     %% 

//  Kennisneming  van  het  Verslag  der  Synodale  Com- 
missie rakende  de  uitvaardiging  van  vastgestelde 
Reglementen  en  van  verandering  in  bestaande  Re- 
glementen   Blz.  22 


IV  REGISTER. 

24  Jttlij.   Goedkeuring  van  de  herziening  van  de  tabel  voor 
de  verslagen  der  examina  .     •     .     •     .     Blz.  23 

ff  Diligent-verklaring  der  Synodale  Commissie  voor 
het  opgedragen  advies  rakende  het  beheer  der  ker- 
kelijke goederen  en  het  behond  van  bepalingen  tot 
instandhouding  van  den  wekelijkschen  rustdag.  Blz.  23 

//  Besluit  tot  overbrenging  bij  de  Synodale  Commissie 
van  een  verzoek  van  het  Classicaal  Bestuur  van 
Franeker  tot  behartiging  van  het  belang  der  kosterij- 
goederen Blz.  23 

fi         Sluiting  der  derde  zitting.     ....     Blz.  23 

26  Julij.  Opening  der  vierde  zitting #24 

n  Dankbetuiging  aan  den  Quaestor-generaal  bij  mede- 
deeling  van  het  besluit  omtrent  zijn  aanblijven.  Blz.  24 

tl  Voorstel  van  de  hh.  Weêtrii  c.  s.  tot  herstel  der 
oude  redactie  van  art.  88  van  het  Reglement  op 
het  Godsdienstonderwijs Blz.  24 

/f  Voorstel  van  den  heer  Segers  tot  bevordering 
alsnog  van  de  opheffing  van  de  schorsing  der  Dordt- 
sche  ouderlingen Blz.  25 

it  Besluit  om  v<5<$r  de  behandeling  van  de  voordragten 
der  Synodale  Commissie  betreffende  gevravgde  sub- 
sidiën  het  verslag  dier  Commissie  omtrent  het  fonds 
van  de  Bijbelvertaling  en  den  Vervolgbundel  ter 
hand  te  nemen Blz.  26 

//  Kennisneming  van  het  Verslag  der  Commissie  om- 
trent evengenoemd  fonds;  besluiten  omtrent  het 
intnsschen  ingekomen  rapport  der  Gezangen  Com- 
missie rakende  het  door  haren  Secretaris  gedaan 
onderzoek  naar  de  auteurs  der  Evangelische  Ge- 
zangen en  het  gebruik  der  bij  het  fonds  voorhanden 
middelen  voor  de  aan  de  noodlijdende  kerken  te 
verleenen  subsidiën Blz.  26 

if  Berekening  der  nu  voor  gemelde  subsidiën  be- 
schikbare middelen Blz.  28 

it  Voorloopige  besluiten  op  de  voordragten  der  Sy- 
nodale Commissie Blz.  29 


REGISTER.  V 

26  Jalij.   Besluit    omtrent   een    door    den  Minister  van  !Fi« 

nanciën  gevraagd  advies  over  een  verzoek  om 
rijkssubsidie  ten  bdioeve  van  de  gemeente  te  Lich- 
ten voorde   BIz.  32 

//         Sluiting   der   vierde   zitting     ,     .     .     •     Blz.  32 

27  JuHj.   Opening    der    vijfde   zitting     ....     Blz.  33 

n  Besluit  tot  het  vormen  van  drietallen  voor  de 
vervulling  der  openvallende  plaatsen  bij  de  Synodale 
Commissie Blz.  33 

//  Vaststelling  der  subsidiën  aau  noodlijdende  ge- 
meenten       Blz.  33 

//  Kennisneming  van  het  verdere  verslag  der  Synodale 

Commissie     rakende    de  aangelegenheden   van  het 

fonds    voor  noodlijdende  kerken    en  personen ,    en 

besluit    omtrent    de    uitbetaling   van  subsidie  aan 

de  gemeente  te  Ootraarsum     ....     Blz.  33 

tl  Als  voren  ,  van  het  verslag  der  Synodale  Commissie 
rakende  de  aangelegenheden  van  het  fonds  ter 
voorziening  in  de  geestelijke  behoeften  van  ge- 
meenten waar  eigen  middelen  ontbreken  en  daarop 
betrekkelijke  besluiten Blz.  33 

//  Als  voren,  rakende  de  aangelegenheden  van  het 
fonds  voor  de  kosten  van  het  Hooger  Onder- 
wijs  Blz.  34 

it  Drietallen  voor  de  vervulling  der  openvallende 
plaatsen  bij  de  Synodale  Commissie  .     .     Blz.  35 

//  Sluiting    der    vijfde  zitting     ....       //     36 

28  Julij.    Opening    der    zesde    zitting     ....     Blz,  37 

//  JMededeeling  van  den  Quaestor-generaal  rakende 
de  voldoening  der  gemeente  Oldemarkt  van  de 
contributie  voor  de  Algemeene  Weduwenbeurs.  Blz.  37 

tl  Inlichting  van  den  Quaestor-generaal  aangaande 
de  bevoegdheid  der  Hoogleeraren  van  de  vrije 
Universiteit  tot  deelneming  in  de  Algemeene  We- 
duwenbeurs      .     Blz.  37 

27 


VI  REGISTEB. 

28  Julij.  Voortzetting  van  de  behandeling  van  het  Verslag 
der  Synodale  Commissie  rakende  het  fonds  voor 
de  kosten  van  het  hooger  onderwijs ,  weerlegging 
van  de  bedenking  van  de  Classioile  Vergadering 
van  Onderdendam  tegen  het  afzonderlijk  bestaan 
van  zulk  een  fonds  en  verschillende  besluiten  op 
of  naar  aanleiding  van  de  voorstellen  der  Commissie 
omtrent  het  gebruik  van  het  fonds  met  afwijzing 
van  een  voorstel  van  den  heer  Boodiuyzen  om  ien 
Hoogleeraren  in  de  hun  voor  het  pensioen  o{^ 
legde  korting  van  het  tractemeut  te  gemoet  te 
komen Blz.  38 

//  Verslag  van  het  onderzoek  eener  uitspraak  van 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  en 
overeenkomstig  besluit  tot  aanneming  van  kennis- 
geving    Blz.  40 

Bapport  der  betrokken  Commissie  aangaande  de 
voorloopig  aangenomen  verandering  van  art  14  7^ 
van  het  Beglement  voor  de  Kerkeraden.     Blz.  41 

De  door  de  Synodale  Commissie  aangeboden  her- 
ziening   der   quotisatie  vastgesteld     •     •     Blz.  45 

Sluiting  der  zesde  zitting ir     45 


// 


// 


// 


29  Julij.   Opening  der  zevende  zitting   ....       «r     46 

//  Uitspraak  der  Synodus  contracten  in  zake  het  hooger 
beroep  van  den  kerkeraad  te  Apeldoorn.     Blz.  46 

//  Verslag  van  de  betrokken  Commissie  rakende  de 
voordragten  voor  kleine  toelagen  en  daarop  genomen 
besluiten Blz.  47 

,f         Benoemingen  voor  de  Synodale  Commissie.       if     49 

//         Sluiting  der  zevende  zitting    ....       /y     60 

30  Julij.   Opening  der  achtste  zitting     ....       /y     51 

^  Bapporten  van  de  Commissie  voor  de  nieuwe  wets- 
voorstellen als: 

van  de  Waalsche  Beunie  om  bepaling  der  ge- 
vallen, waarin  men  ophoudt  lid  eener  bijzondere 
gemeente  te  zijn Blz.  51 


J 


HEGISTEB.  VII 

30  Julij.  ?an    den    Kerkeraad    te  Sluis   om  aanvulling  van 

art.  8  van  het  Algemeen  Beglement  met  opzigt 
tot  manslidmaten  y  die  hunne  attestatie  niet  op- 
vragen   Blz.  62 

//  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Onderdendam,  om 
art.  41,  al.  2  van  het  Beglement  op  de  vacaturen 
te    doen  vervallen Blz.  53 

ff  van  de  Glassicale  Vergadering  van  \  Gravenhage 
om  invoering  van  een  of  meer  examen-commis- 
sien Blz.  56 

//  Bapport  der  financiële  Commissie  ter  zake  der  nog 
ingekomen  verslagen  van  Glassicale  Besturen  naar 
art.  7  van  het  Beglement  op  het  fonds  tot  ver- 
beteringder schraalste  predikantstractementen.  Blz.  58 

II  Als  voren,  omtrent  de  voorloopig  aangenomen 
veranderingen  in  hei  Beglement  op  het  evenge- 
noemde  fonds Blz.  59 

ff        Besluiten    op    de  laatste  twee  rapporten.       //     62 

fi         Sluiting  der  achtste  zitting     .     .     .     •       //     63 

31  Julij.  Opening  der  negende  zitting    ....       //     64 

fi  Besluit  tot  uitbetaling  der  subsidie  aan  da  ge- 
meente te  Gaastmeer Blz.  64 

« 

/y  Toestemming  aan  de  betrokken  Commissie,  om 
met  het  Comité  te.  Amsterdam  in  nader  overleg 
te  treden  aangaande  de  zaak  van  aanstelling  van 
Kerkelijke  Hoogleeraren  aldaar     .     .     .     Blz.  64 

^  Voortgezette  behandeling  van  het  Verslag  der 
Synodale  Commissie  rakende  de  aangelegenheden 
der    Algmeeene    Kas Blz.   64 

//  Het  ten  voorgaanden  jare  aangehouden  rapport 
van  de  Commissie  voor  het  Godsdienstonderwijs 
in  behandeling,  besluit  om  aan  het  daarin  vervatte 
voorstel  tot  het  instellen  eener  permanente  Com- 
missie geen  gevolg  te  geven ,  maar  aan  de  Syno- 
dale Commissie  de  beschikking  over  de  verzamelde 
gelden   op  te  dragen Blz.  65 


viii  REGI8TBIL 

31  Julij.  Gelijk  besluit  ten  aanzie  van  het  mede  aange- 
houden adres  van  de  heeren  TAoden  van  Velzen , 
ifon  Staveren  en  Rutgerê   •     •     .     •     .     Blz.  66 

if  Afwijzing  van  het  verzoek  van  het  het  Glassicaal 
Bestuur  van  Franeker  tot  verhoo^ng  der  toelage 
voor  de  Kerkvisitatie Blz.  67 

//  Sluiting  der  negende  zitting,  na  dankbetuiging 
aan  den  Quaestor-Generaal  voor  zijne  medewer- 
king  , Blz.  67 

2  Aug.   Opening  der  tiende  zitting jy     68 

ff  Mededeeling  van  den  Kerkeraad  te  Soesterberg  be- 
trekkelijk eene  aanvraag  bij  de  Begeering  om  ver- 
hooging van  het  predikantstractement    .     Blz.  68 

1/  Berigt  van  het  bedanken  van  Mr.  W.  B.  8.  Boeles  voor 
de  benoeming  tot  lid  der  Syn.  Commissie.     Blz.  68 

//  Intrekking  der  opdragt  aan  de  Synodale  Commissie 
omtrent  gewenschte  wettelijke  maatregelen  tot  be- 
teugeling van  het  misbruik  van  sterken  drank; 
kennisneming  van  omtïent  de  daarvoor  ingediende 
wet  ingekomen  adressen  en  besluit  om  zich  te  dier 
zake  zoowel  aan  den  Koning  als  aan  de  Tweede 
Kamer  der  Staten-Qeneraal  te  adresseren.     BU  68 

//  Kennisneming  van  het  verslag  der  Synodale  Com- 
missie omtrent  bij  haar  ingekomen  stukken  tot  de 
rubriek  van  kennisgeving  behoorende.     •     Blz.  69 

y  Goedkeuring  van  de  handelingen  der  Synadale  Com- 
missie in  zake  van  den  predikant  C.  L.  D.  van 
Coeverden  Jdriani  en  besluit  om  bij  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland  op  het  nemen  eener 
beslissing  aan  te  dringen    .....     Blz.   70 

ff  Als  voren,  van  haar  schrijven  aan  hetzelfde  Kerk- 
bestuur betrekkelijk  verlangde  voorziening  in  ver- 
melde onregelmatigheden  en  van  hare  beschikkingen 
op  verschillende  ingekomen  verzoeken  om  dispen- 
satie      Blz.   70 

V        Sluiting  der  tiende  zitting //     70 


BEOISTEB.  IX 

3   Aog«   Opening  der  elfde  aiUing ^^     71 

n  Synodi  contractae  voor  de  behondeling  yan  door 
het  Provinciaal  Kerbesiuar  van  Zaidholland  over- 
gebragte  bezwaren  tegen  de  predikanten  Jak,  Bigeman 
en  K  A.  O.  van  Hoogenhuijze  te  Dordrecht     Blz.  7 1 

if  Benoeming  van  Mr.  /.  C.  Bergsma  tot  lid  der 
Synodale  Commissie Blz.   72 

//  Bapport  betrefiende  een  voorsrei  van  de  Classicale 
Vergadering  van  Dordrecht  om  voor  de  toelating 
tot  het  examen  voor  de  Evangeliebediening  ook 
getuigschriften  aan  te  nemen  van  buiten  de  Bijks- 
universiteiten  hier  te  lande  bestaande  iurigtingen 
voor  Hooger  Onderwijs Blz.  72 

ff  Als  voren ,  ter  zake  der  adressen  tot  aanvulling  van 
art.  3  al.  2  van  het  Beglement  voor  de  Kerke- 
raden      Blz.  74 

ff  Besluit  op  een  bezwaarschrift  van  den  Eerkeraad 
te  Bijnsaterwoude  over  het  uitblijven  der  beslis- 
sing in  de  zaak  van  den  predikant  van  Coeverden 
Adfiani Blz.  75 

//  Besluit y  naar  mededeelingen  van  den  Quaestor- 
generaal,  om  het  Glassicaal  Bestuur  van  Amster- 
dam te  verpligten  tot  volledige  opgaaf  van  de 
inkomsten  der  door  hem  voor  kleine  toelagen  voor- 
gedragen predikantsbebetrekkingen     .     .     Blz.   76 

,/  Nader  besluit  omtrent  de  beschikking  over  de  voor 
het  godsdienstonderwijs  ingezamelde  gelden.     Blz.  7  6 

ff  Afwijzing  van  een  door  de  Synodale  Commissie  over- 
gebragt  verzoek  van  Kerkvoogden  te  Groningen  om 
bij  artt.  3  en  5  van  het  Algemeen  Beglement  het 
stemregt  en  de  bevoegdheid  tot  benoeming  in 
Kerkelijke  Besturen  te  beperken  in  geval  van  niet 
voldoening  der  kerkelijke  lasten    .     ,     .     Blz.  77 

ff         Sluiting  der  elfde  zitting Blz.  78 

4  Aug!    Opening  der  twaalfde  zitting   ....     Blz.   79 

ff  Nader  berigt  omtrent  de  grensverandering  der  ge- 
meenten te  Nieuwolda  en  Woldendorp.     Blz.  79, 


REGISTER. 

4  Aug.    Besluit  omtrent  de  voor  den  predikant  te  Drogeham 

toegestane    toelage    uit   het  fonds  ter  voorziening 
in  geestelijke  behoeften Blz.     79 

if  Rapport  der  Commissie  ter  zake  der  voorloopig 
aangenomen  verandering  van  art.  38  van  het  Re- 
glement op  het  Godsdienstonderwijs  en  bijgekomen 
voorstellen  op  de  belijdenis-kwestie  betrekking 
hebbende Blz.     79 

4f  Voorstel  van  den  heer  Bruna  om  de  Synode  te 
doen  verklaren ,  dat  de  Provinciale  Kerkbesturen ,  en 
niet  hunne  individuele  leden  naar  art.  62  van  het 
Algemeen  Reglement  consideratiën  hebben  te  geven, 
na   beraadslaging,    verworpen     .     .     .     Blz.  103 

//  Kennisneming  van  de  handeling  der  Synodale  Com- 
missie ter  zake  van  een  bezwaarschrift  van  den 
Kerkeraad  te  Alkmaar  en  van  de  bij  haar  gediend 
hebbende  verzoeken  om  cassatie ^  en  goedkeuring, 
dat  de  Synodale  Commissie  bezwaar  vond,  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  voor  te  lichten  hoe  te 
handelen  met  de  predikanten  Eigeman  en  van 
Hoogenhuijze  te  Dordrecht  wegens  eene  met  de  ge- 
schorste ouderlingen  gehouden  vergadering.  Blz.  104 

if        Sluiting   der    twaalfde  zitting     .     .     .       n     105 

5  Aug.    Opening  van  de  dertiende  zitting    .     .       j^     106 

if  Berigt  van  den  heer  H.  Steenberg  ^  dat  hij  de 
benoeming  tot  lid  van  de  Synodale  Commissie 
aanneemt *     .     .     .     .     Blz.  106 

//  Verslag  van  eene  audiëntie  van  het  Moderamen 
bij    den  Minister  van  Financiën     .     .     Blz.  106 

ff  Rapporten  der  Commissie  voor  de  verslagen  van 
de  Provinciale  Kerkbesturen  rakende  den  staat  van 
het  hulppredikerschap  en  de  examina  .     Blz.  106 

ff  Behandeling  van  het  voorstel  van  den  heer  Segers 
betreffende  door  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Gelderland  afgewezen  opheffing  van  de  schorsing 
der  Dordtsche  ouderlingen ,  en  verwerping  van  het 
eerste  lid  van  dat  voorstel    .     ,     .     ,     Blz.  108 


BEGISTER.  XI 

5  Attg;    Sluiting  ?an  de  dertiende  zitting   .     .     Blz.  111 

6  Aug.    Opening    der   veertiende    zitting     .     .       ^     H^ 

n  Besluit  om  over  te  gaan  tot  de  orde  van  den  dag 
ter  zake  van  een  ter  tafel  gebragt  adres  van  zestig 
leden  van  het  Kiescollege  te  Dordrecht.     Blz.  112 


u 


Het  tweede  lid  van  het  voorstel  van  den  heer 
Segerê  verworpen  door  aanneming  van  eene  ge- 
wijzigde motie  van  den  heer  Roodhuijzen^  naar 
welke  de  vergadering  verklaart^  hoe  eerst  de  op- 
heffing van  den  onhoudbaren  toestand  te  Dordrecht 
mogelijk  zal  zijn Blz.  114 

//  Het  rapport  in  behandeling  over  het  verzoek  der 
Waalsche  Bennie  om  de  gevallen  te  bepalen  waarin 
men  ophoudt  lid  eener  gemeente  te  zijn:  Opdragt 
aan  de  Synodale  Commissie  om  de  Synode  ter 
zake  van  advies  te  dienen     ....     Blz.  116 

I,  Gelijke  opdragt  ter  zake  van  een  soortgelijk  voorstel 
van  den  Kerkeraad  te  Sluis ,  bij  behandeling  vervol- 
gens van  het  daarover  uitgebragt  rapport.  Blz.  117 

tf  Afwijzing  overeenkomstig  het  betrekkelijk  rapport 
van  het  voorstel  van  de  Classicale  Vergadering  van 
Dordrecht  om  erkenning  van  de  getuigschriften 
van  studie  ook  van  andere  inrigtingen  van  Hooger 
Onderwijs  dan  die  der  Rijksuniversiteiten.    Blz.  117 

//  Bapport  ter  zake  der  voorloopig  aangenomen  ver- 
andering van  art.  24  van  het  Beglement  op  de 
vacaturen Blz.  118 

ff  Goedkeuring  van  het  rapport  omtrent  den  staat 
van  het  hulppredikerschap Blz.  121 

//  Als  voren  van  het  rapport  omtrent  de  examina , 
na  eenige  beraadslaging  over  de  vraagt  of  toelating 
kan  geschieden  y  als  de  bekwaamheid  in  een  of 
ander  vak  onvoldoende  is  bevonden     .     Blz.  121 


// 


Sluiting  der  veertiende  zitting    .     .     .       //     121 
7   Aag.    Opening  van  de  vijftiende  zitting    .     .       „     122 
ff         Yoorloopige    kennisneming   van   een  bezwaarschrift 


XII  BEGISTëB. 

van  den  Kerkeraad  te  Arnhem  over  de  goedkeuring 
eener  grensverandering  van  zijne  gemeente  en  die 
van  Schaarsbergen BIz.     ÏZ2 

ff  Het  rapport  over  het  voorstel  van  het  Glassicaal 
Bestuur  van  Onderdendam  tot  het  doen  vervallen 
van  art.  41  al.  2  van  het  Beglement  op  de  Vaca- 
turen in  behandeling.  Besluit  om  de  alinea  te  hand- 
haven, —  verwerping  van  een  voorstel  totaanvul- 
.  ling  van  het  artikel ;  aanneming  daarentegen  van  een 
voorstel  tot  aanvulling  van  art.  78.     .     Blz.  122 

//         Sluiting   der  vijftiende  zitting     ...       i^     126 

9  Aug.    Opening  der  zestiende  zitting     ...       //     127 

V  Uitstel  der  beliandeling  van  het  bezwaarschrift  van 
den  Kerkeraad  te  Arnhem     .     .     .     .     Blz.   127 

,/  Dankbetuiging    van    den   Kerkvoogd  te   Groesbeek 

voor   de  toezegging  van  subsidie     .     .     Blz.   127 

//  Aanneming  door  den  heer  L.  Overman  van  de 
benoeming  tot  lid  der  Gezangen-Commissie.  Blz.  127 

ff  Bapport  omtrent  de  kerkvisitatie  en  daarop  genomen 
besluit Blz.  127 

//  Het  rapport  over  de  voorloopig  aangenomen  veran- 

dering van  art.  14  7®  van  het  Eeglement  van  de 
Kerkeraad  in  behandeling  en  besluit  om  die  ver- 
andering   niet  vast  te  stellen     .     .     .     Blz.   140 

//  De  voorstellen  tot  aanvulling  van  art.  3  al.  2 
van  het  Beglement  voor  de  Kerkeraden  naar  het 
advies   der  Commissie  verworpen     .     •     Blz.  142 

ff  Als  voren,  het  voorstel  van  de  Glassicak  Ver- 
gadering te  ^s  Gravenhage  tot  invoering  van  een 
of  meer  examencommissien     ....     Blz.  142 

//         Sluiting  van   de  zestiende  zitting    .     •       ^     143 

10  Aug.    Opening  der  zeventiende  zitting     .     .       //      144 

ff  Benoeming  van  eene  Commissie  voor  audiëntie 
bij   Zijne  Majesteit     ......     Blz,     144 

ff         Bapport   ter  zake    van  een  voorstel  der  Glassicale 


BEOISTÜR.  xin 

Vergadering  te  Utrecht  om  het  Waalsch  ressort 
tot  een  Claseicaal  ressort  te  maken  en  overeen- 
komstig besluit  tot  verwerping  van  het  voor- 
stel      Blz.  144 

ff  Yoorloopige  behandeling  van  het  bezwaarschrift 
van  den  Eerkeraad  te  Arnhem  over  de  goedkeuring 
der  grensverandering  van  zijne  gemeente  en  die 
van  Schaarsbergen Blz.  146 

//  Bapport  ter  zake  van  het  voorloopig  aangenomen 
Beglement  op  de  kefspelvorming     .     .     Biz.  147 

//         Sluiting    der   zeventiende  zitting     •     .       ff     196 

11  Aug.   Opening  der  achttiende  zitting..   .     .       /^     197 

ff  Aanneming  door  den  heer  Bergsma  van  de  be- 
noeming tot  lid  der  Synodale  Commissie.     Blz.  197 

//  Protest  van  gemeenteleden  te  Dordrecht  tegen  de 
voorloop^e  schorsing  van  den  predikant  Jak.  Eige- 
man Blz.  197 

,/  Algemeene  beschouwingen  over  de  voorstellen  der 
Commissie  voor  de  belijdenis-kwestie   .     Blz.  198 

//         Sluiting    der   achttiende   zitting     .     .     Blz.  200 

12  Aug.    Opening  der  negentiende  zitting    .     •       ü^     201 

//  Berigt    van     den    adjudant  des  Konings  omtrent 

de   aangevraagde  audiëntie     ....     Blz.  201 

ff         Verschillende  brieven  van  dankbetuiging.     Blz.  201 

//  Motie  van  den  heer  Roodhuijzen  ter  zake  der 
voorstellen  rakende  art.  38  Begl.  Godsdienston- 
derwijs       Blz.  201 

//         Besluit    tot    afwijzing    van  het  bezwaarschrift  van 
//         den    Kerkeraad  te  Arnhem   tegen  de  goedkeuring 
der  grensverandering  van  die  gemeente  en  de  ge- 
meente te  Schaarsbergen Blz.  202 

ff  Goedkeuring  van  een  voorstel  van  het  Classicaal 
Bestuut  van  Onderdendam  rakende  de  aanzuive- 
ring   van  da  achterstallige  quota  van  de  gemeente 

te    Wehe Blz.  202 

28 


XIV  REGISTER. 

12  Aug.    Vervulling      der     openvallende   betrekkingen    van 

secundi  bij   de  Synodale  Commissie     .     Blz.  202 

//  Nieuwe  voorstellen  betreffende  de  belijdeniskwestie 
met  de  in  hét  rapport  reeds  'vermelde  in  handen 
der  betrokken  Commissie  gesteld  ^  ter  fine  van 
advies Blz.  203 

//         Sluiting    der  negentiende  zitting     •     .       //     205 

13  Aug.   Opening  der  twintigste  zitting  ...       i/     206 

ff  Dankbetuiging  van  kerkvoogden  te  West-Kapelle 
voor  de  verhooging  der  subsidie     .     .     Blz.   206 

//  Nader  rapport  der  betrokken  Commissie  ter  zake 
der  in  hare  handen  gestelde  voorstellen  omtrent 
de  belijdenis-kwestie Blz.   206 

if  Overeenkomstig  besluit  om  verschillende  van  deze 
voorstellen  niet  in  behandeling  te  nemen.     Blz.   212 

//  Beraadslaging  over  het  voorstel  van  de  heeren 
van  Laierveld  o.  s.  tot  wijziging  van  art.  1  en 
11  van  het  Algemeen  Reglement  leidende  tot  ver- 
werping  daarvan Blz.   212 

f,  Het  voorstel  van  de  heeren  Roodhuijzen  c.  s.  tot 
verandering  van  art.  38  en  39  van  het  Reglement 
op  het  Godsdienstonderwijs  en  aanvulling  van  art. 
22  van  het  Reglement  voor  de  Kerkeraden  met 
daartoe  behoorend  amendement  van  de  heer  van 
Lakerveld    in  behandeling     ....     Blz.   215 

//         Sluiting    der   twintigste  zitting  .     .     •       //     216 

14  Aug.    Opening  der  een  en   twintigste  zitting.       //     217 

if  Voortgezette   beraadslagingen  over  het  voorstel  van 

de  heeren  Roodhuijz$n  e.  s.  leidende  tot  verwerping 
er  van  ,  na  aanneming  van  het  amendement  van 
den    heer    van    Lakerveld    ....     Blz.  217 


// 


Het  voorstel  van  de  heeren  WeHrik  c.  s.  tot 
herstel  der  oude  redactie  van  art.  38  insgelijks 
verworpen Blz.  220 

//         Goedkeuring  van  de  grensverandering  der  gemeenten 
te  Sluipwijk    en    Bodegraven     .     .     •     Blz.  221 


RJBGISTEK  XV 

1 4  .  Aag.  Orde  ?aii  den  dag  ter  zake  eener  verklaring  yi^n  de 
afgevaardigden  van  Aagtekerke  en  vier  andere  leden 
dér  Class.  Vergadering  van  Middelburg.     Blz.  £21 

V  Aanxieming  voor  kennisgevjng  van  eene  andere  ver- 
klaring van  genoen^de  Gla^siqJe  Vergadering  rakende 
de  belijdeniskwestie Blz.  221 

//         Sluiting  der  een  en  twintigste  zitting.       //     222 

16  Aug.  Opening  der  twee  en  twintigste  zitting.       h     223 

ff  De  voorstellen  der  betrokken  Commissie  betrekke- 
lijk ai't.  88  in  behandeling  met  een  amendement 
van  den  President  op  de  3"  alinea.     .     Blz.  223 

tt  Verdaging  der  beraadslagingen  en  sluiting  der 
twee  en   twintigste  zitting Blz.  225 

17  Aug.   Opening  der  drie  en  twintigste  zitting.       //     226 

//  Dankbetuiging  van  Kerkeraden  vooor  toegekende 
subsidie    . Blz.   226 

//  Toekenning  alsnog  van  eene  kleine  toelage  aan  de 
gemeente  te  Spijk  in  Zuidholland    .     .     Blz.  226 

//  De  beraadslagingen  over  de  voorstellen  omtrent  art. 
38  al.  3  van  het  Eeglement  op  bet  Godsdienst- 
onderwijs voortgezet,  doch  de  stemming  daarover 
aangehouden Blz.  226 

n  Beraadslaging  over  de  voorstellen  der  Commissie 
rakende  art.  38  al.  5  —  amendement  van  den.  heer 
Bruna,  —  voorstel  van  den  hoogleeraar  Gooszen 
om  geheel  de  alinea  te  doen  vervallen  in  nadere 
overweging  gehouden Blz.   228 

//  Vaststelling  der  voorloopig  aangenomen  wijziging 
van  arb.  24  van  het  Reglement  op  de  vacaturen 
in  overeenstemming  met  het  daarover  uitgebragt 
rapport  •  .  •  .     . Blz.  230 

//  Benoeming  van  den  heer  W,  O.  Servatiua  in  plaats 
van  den  heer  H,  Frima  tot  secundus  bij  de 
Synodale  Commissie Blz.  231 

.  u    .      Sluiting  der.  drie  en  twintigste  zitting.       //     232 


XVI  BEOISTBR 

18  Aag.  Opening  der  vier  en  twintigste  ritting.       //     238 

y  Het  voorstel  van  den  hoogleeraar  Gooizen  ^  tot  het 
doen  wegvallen  van  art.  88  al.  6  in  verband  met 
al.  4  gebragt,  doch  na  langdurige  beraadskgingen 
verworpen Blz.  288 

if         Sluiting  der  vier  en  twintigste  zitting.       ^     286 

19  Aug.  Opening  der  vijf  en  twintigste  zitting..      „     287 

//  Toekenning  alsnog  van  eene  kleine  toelage  aan 
de  gemeente  Willemsoord  in  Overijssel.     Blz.  287 

//  De  verschillende  voorstellen  art.  38  al.  8  en  al.  5 
van  het  Begl.  op  het  Godsdienstonderw.  rakende  bij 
achtereenvolgende  stemmingen  verworpen.     Blz.  287 

ff  Protest  van  de  heeren  Weètrik  e,  s.  tegen  het  in 
stand  laten  der  nieuwe  redactie  van  art.  88  van 
het  Reglement  op  het  Godsdienstonderw.     Blz.  240 

//         Sluiting   der   vijf  en  twintigste  zitting.       /^     241 

20  Aug.  Opening   der  zes  en  twintigste  zitting.       /^     242 

//  Toekenning  alsnog  eener  kleine  toelage  aan  de  ge- 
meente te  Schoonoord  in  Drenthe  .     .     Blz.  242 

//  Aankondiging  van  den  hoogleeraar  Gooêzen  van  op 
zijn  voorstel  tot  het  doen  wegvallen  van  al.  5  art. 
88  van  het  Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs 
te  zuUen  terugkomen Blz.  242 

//  Bijzonder  voorstel  van  deu  heer  Roodiuifsen  rakende 
art.  88  evengenoemd Blz.  242 

//  De  voorloopig  aangenomen  veranderingen  van  art. 
88  met  de  overgangsbepaling  nog  afzonderlijk  in 
stemming  gebragt  en  verworpen.     .     .     Blz.  243 

/f  Algemeene  beraadslagingeu  over  het  Bieglemet  op 
de  kerspelvorming Blz.   244 

ff  Voorstel  van  den  heer  Se§ferê  om  door  eene  wijzi- 
ging van  art.  43  7®  en  51  7®  van  het  Algemeen 
Beglement  en  van  het  Beglement  op  de  erkenning 
van  nieuwe  gemeenten ,  het  aanhangige  Begl.  op  de 
kerspel  vorming  te  vervangen ,  verworpen.     Blz.  249 


BEGIST£B.  XYii 

20  Attg.  Afw^ing  van  verschillende  voorstellen  van  of  uit 

Glassicale  Vergaderingen   in   verband  met  de  aan- 
hangige kerspelvorming Blz.  249 

I,        Sluiting  der  zes  en  twintigste  zitting.       t,     250 

21  Aog.  Opening  der  zeven  en  twintigste  zitting.       //     251 

ff  Rapport  van  de  Commissie  rakende  de  voorloopig 
aangenomen  veranderingen  in  het  Reglement  op  het 
Hooger  Onderwijs  betrekkelijk  het  aanstellen  van 
kerkelijke   hoogleeraren  te  Amsterdam.     Blz.  251 

ff  Uitspraak  der  Synodus  contracta  in  zake  den  predi- 
kant Jak.  Eigeman  te  Dordrecht     .     .     Blz.  278 

//         Sluiting  der  zeven  en  twingtigste  zitting.       /^     282 

^3   Aug.   Opening  der  acht  en  twintigste  zitting.       ff     283 

//  Uitspraak  der  Synodus  contracta  in  zake  den  predi- 
kant Alemjn  Faure Blz.  288 

//  De  heer  Kronenberg  na  het  bedanken  van  den  heer 
Servatiuê  benoemd  tot  secundus  bij  de  Synodale 
Commissie Blz.  287 

//  Het  Reglement  op  de  kerspelvorming  in  behande- 
ling. Daarop  nog  door  de  heeren  Janê^  Luii  en  Segerê 
ingediende  amendementen;  laatst  vermeld  voorstel 
echter  buiten  behandeling  gehouden.     .     Blz.  288 

;/  Het  amendemenr  van  de  heer  Janê  om  de  kerspel- 
vorming  alsnog  niet  op  gemeenten  van  eeu  predi- 
kant toe  te  passen  in  beraadslaging  en  overeen- 
komstige vaststelling  van  art.  1.     .     .     Blz.  290 

ff         Sluiting  der  acht  en  twintigste  zitting.       if     293 

24   Aug.   Opening  der  negen  en  twintigste  zitting.      /f     294 

ff  Uitspraak  der  Synodus  contracta  in  zake  den  predi- 
kant van  Hoogenhuijze  te  Dordrecht    .     Blz.   294 

ff  De  behandeling  van  het  Reglement  op  de  kerspel- 
vorming  voortgezet  tot  art.  10^  met  aanneming 
van  het  amendement  van  den  President  op  art.  2, 
5  eu  6 Blz.  298 

¥        Sluiting  der  ne^en  en  twinti^te  zitting.       ff     30 1 


xviu  BËGISTEB, 

25  A.ug.    Opening  van  de  dertigste  siiting     .     .     BU,  802 

p  Aanneming  voor  kennisgeving  van  nog  èen  protest 
van  lidmaten  te  Dordrecht  tegen  de  handelingen 
van  het  Provinoiaal  Kerkbestuur  in  de  zaak,  der 
geschorste  ouderlingen Blz.  802 

/y  Bapport  van  de  Commissie  voor  de  nieuwe  wets- 
voorstellen  ter  zake  van  een  voorstel  uit  de  ch^ia 
van  Hoorn  tot  verandering  van  art.  27  van  het 
Beglement  op  het  Examen  ter  toelating  tot  de 
Evangeliebediening Blz.  302 

ff  De  behandeling  van  het  Reglement  op  de  kerapel- 
vorming  ten  einde  gebragt^  bij  voorwaardelijke 
voorloopige  aanneming  van  een  nieuw  artikel.  Blz.  312 

//  Bedenking  van  den  heer  Bruna  tegen  de  vast* 
stelling  van  het  Keglement  om  de  opneming  in 
art.  2  van  het  voorstel  van  den  heer  Luti.     Blz.  317 

//         Sluiting  van  de  dertigste  zitting     .     .       i,     817 

26  Aug.    Opening  van  de  een  en  dertigste  zitting.         u     318 

if  Besluit  tot  vaststelling  van  het  Reglement  op  de 
kerspelvorming  ondanks  de  daartegen  door  den  heer 
Bruna  gemaakte  bedenking   ....     Blz.  318 

//  Verschillende  voorstellen  betreffende  art.  38  van 
het  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  van  de 
heeren  Roodhuijzen,  GooBMn  en  den  Preêidenl, 
iu  behandeling  en  besluit  ten  slotte  naar  een  op 
laatstgenoemd  voorstel  ingediend  amendement  van 
den  heer  voin  den  Bran  deler  tot  verandering  alsnc^ 
van   al.    5 Blz.  318 

ff  Vaststelling  van  de  voor  de  kerspelvorming  in  het 
Algemeen  Reglement  en  in  bijzondere  Reglementen 
gemaakte  veranderingen,  behoudens  de  eindre- 
visie Blz.  322 

ff  Besluit  naar  voorstel  van  den  heer  van  Laierveld 
tot  eenige  wijziging  iu  het  Reglement  op  de  ker- 
spelvorming     Blz.  322 

ff  Het  rapport  betreffende  art.  27  van  het  Reglement 
op  het    examen    ter  toelating  tot  de  Evangeliebe* 


REGISTER. 


XIX 


diening  in   behandeling ;  de  tijdigheid  der  verande- 
ring van  het  artikel  door  de  meerderheid  aangenomen ; 
de    verdere  beraadslagingen  tot  eene  latere  zitting 
^     verdaagd Blz.  323 

n         Sluiting  der  een  en  dertigste   zitting   •       //     324 

27  Aag.    Opening    der  twee  en  dertigste  zitting.       n     325 

n  Voorstel  van  den  heer  van  Laherveld  om  terug 
te  komen  op  de  vaststelling  van  de  in  het  Re- 
glement op  de  kerspelvorming  bij  art.  2,  5  en 
6  opgenomen  principiële  veranderingen  niet  aan- 
genomen      Blz.  326 

ff  Be  voorloopig  aangenomen  veranderingen  van  het 
Reglement  op  het  Hooger  Onderwijs  betrekkelijk 
het  aanstellen  van  Kerkelijke  Hoogleeraren  te  Am- 
sterdam, bij  de  behandeling  van  het  rapport  be- 
houdens eenige  aanvulling  vastgesteld  met  besluit 
betrekkelijk  de  ter  goedkeuring  ingekomen  statuten 
van  de  betrokken  Yereeniging    .     .     .     Blz.  325 

//  Motie  van  den  heer  van  den  Brandeler  om  alsnog 
ter  zake  van  het  verzet  tegen  art.  38  van  het 
Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  tot  eene 
volledige  amnestie  te  besluiten    .     ,     .     Blz.  329 

//         Sluiting    der  twee  en  dertigste  zitting.       //     329 

28  Aug.    Opening  van  de  drie  en  dertigste  zitting.       f,     330 

//  De  behandeling  van  het  rapport  over  art.  27  van 
het  Reglement  op  het  examen  ter  toelating  tot 
de  Evangeliebediening  weder  opgevat;  voorstel  van 
den  heer  van  LaJcerveld  tot  aanneming  eener  tweede 
formule;  voorkeur  door  de  Vergadering  aan  ééne 
formule  gegeven Blz.  330 

ff  Voorstel  van  den  Fresident  om  de  reeds  in  1877 
door  hem  en  den  hoogleeraar  Kuenen  aanbevolen 
redactie  van  art.  27  aan  te  nemen:  de  ver- 
schillende ter  zake  dienende  voorstellen  in  behan- 
deling   Blz.  331 

//  Voorstel  van  den  hoogleeraar  Gooszen  om  de  ver- 
schillende   voorstellen  in  handen  te  geven  van  de 


XX  BBQISTER. 

.  Synodale  Commissie   aangehouden  tqt  de  volgende 
zitting Blz.  SS4 

//         Slaiting  van  de  drie  en  dertigste  zitting.       ^     334 

ff         Opening  van  de  vier  en  dertigste  zitting.       ^     235 

^  Voorstel  van  den  heer  van  Lahervdd  omtrent  art. 
39  van  het  Beglementop  het  Godsdienstonderwijs 
niet   in  behandeling  genomen     .     .     .     Blz.  235 

//  Verwerping  van  de  motie  van  den  hoogleeraar 
Gooêzen  om  de  voorstellen  rakende  art.  27  vi^ 
het  Reglement  op  het  examen  ter  toelating  tot 
de  Evangelie-bediening  in  handen  der  Synodale 
Commissie  te  stellen Blz.  235 

n  Amendement  van  den  heer  Overman  op  het  voor- 
stel van  den  President  betreffende  gemeld  art. 
27 Blz.  236 

//  Het  door  den.  heer  Overman  geamendeerde  voorstel , 
na  verwerping  van  de  voorstellen  der  heeren  AlingA 
Prins  en  van  Duijl ,  en  van  den  heer  van  Laker- 
veld  aangenomen  ook  met  betrekking  tot  art.  19 
van  het  Reglement  op  het  Godsdienst-Onder- 
wijs      Blz.  337 


// 


De  motie  van  den  heer  van  den  Brandeler  tot 
het  verleenen  van  eene  volledige  amnestie  ter  zake 
van  het  verzet  tegen  art.  38  bij  door  den  heer 
Segera  voorgestelde  verklaring  verworpen,    Blz.  337 

if  Overgangsbepaling  aan  de  nieuwe  verandering  van 
art.  38  van  het  Reglement  op  het  godsdienst- 
onderwijs verbonden Blz.  339 

if  Eindredactie  van  het  Reglement  op  de  Kerspel- 
vorming en  de  betrekkelijke  veranderingen  in  het 
Algemeen     en     andere    Reglementen    vastgesteld. 

Blz.  339 

;/  Kennisneming  van  de  mededeelingen  der  Synodale 
Commissie  omtrent  den  staat  der  Kerk  in  Bij- 
lage C     •     Blz.  350 


REGISTER.  XXI 

28  Aug.   Berigt  van  den  Secretaris  omtrent  het  wegblijven 
van    mededeelingen   omtrent   de    Indische  kerken. 

Blz.    350 

//  Kennisneming  van  het  verslag  van  het  Comité 
voor  de    Waldenzen Blz.  361 

//  Magtiging  van  de  Synodale  Commissie  tot  be- 
schikking op  een  verwacht  verzoek  tot  verhooging 
der  kleine  toelage  aan  de  gemeente  te  Asten.  Blz.  351 

//  Verslag  van  den  Yice-president  omtrent  de  tijdens 
de    zittingen  ingekomen  stukken     .     .     Blz.  351 

//  Besluit  omtrent  de  resumtie  der  notulen  en  sluiting 
der  vier  en  dertigste  zitting  ....     Blz.  351 

//  Opgave  van  de  opbrengst  der  gewone  collecte  ten 
behoeve  van  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken 
en  personen  in   het  jaar  1879  .     .     .     Blz.  353 

//         Nagekomen    collecten  van  1879     .     .       //     373 

//         O verzigt  van  de  collecte  gehouden  in  1879.    //     376 

//  Opgaaf  der  gemeenten  van  welke  den  23  September 
1880  de  collecte  van  1879  nog  niet  was  ingekomen 

Blz.  377 

//         Nog   nagekomen   collecten     ....       //     379 


BIJLAGEN. 


^ 


Verslag  van  de  verrigtingen  der  Algemeene  Synodale 
Commmie  gedurende  iel  jaar  1879 — 1880. 

Aanbieding  van  het  verslag Blz.     5 

Zamenstelling  der  Commissie //       5 

Getal  en  tijd  van  hare  zittingen //       5 

29 


XXII  REGISTER. 

Medewerking  van  hare  leden     ......  Blz.     5 

Pan  ten  van  behandeling //       6 

Reglement  van  orde ^       6 

Commissie  tot  de  spoed  vorderende  zaken.     •     •  //       6 

Openvallende  plaatsen  in  de  Synodale  Commissie.  //       6 

Als  voren ,  bij  het  Algemeen  Collegie  van  toesigt.  //       6 

A.  Einanciële  aangelegenheden //        7 

I.  Aangelegenheden  van  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken 

en  personen Blz.     7 

a.  Correspondenten  voor  de  hulpvragende  gemeenten  ^       7 

b.  Beschikbare  middelen  voor  subsidie  tot  kerk-  of  pastorij- 
bouw   Blz.     7 

c.  Voordragten  ter  zake  der  aanvragen  ,     .     .  „       8 

d.  Voordragten  ter  gunstige  beschikking,     .     .  //        8 

Millingen „       8 

Groesbeek //      12 

Zevenhoven //      14 

Driebuizen - //      15 

Kleverskerke //16 

Molkwerum //      17 

Haulerwijk /yl8 

Weerselo //     18 

Grootegast //     19 

Stitswerd //     21 

Yierlingsbeek //22 

Besoijen ,  /y     28 

Bergeik //     24 

e.  Voordragten  tot  Bf wijzing //     27 

Westkappelle h     ^^ 


aBQISTER.  xxin 

Grijpskerke. Blz.  28 

EindhoTen //  29 

f.  Ovenigfc  van  de  gedane  voordr^ten  ...       //  31 

ff.  Berigten  omtrent  verleende  rijkssubsidie.     .       //  82 

h,  Yergunning  aan  Kerkvoogden  te  Nieawe  Pekela  tot 
wijziging  in  het  bestek Blz.  33 

i.  Uitbetaling  van  duböidiën //     33 

;.  Toekenning  van  zoogenaamde  kleine  toelagen       f,     36 

k.  Berigt  omtrent  verleende  toelagen  uit  het  fonds  van 
vrijjlen  Vrouwe  Steyn-Schellinffer     ....     Blz.  37 

/.  CoUectebrief ^37 

II.  Aangelegenheden  van  het  fonds  ter  voorziening  in  de 
geestelijke  beboetten  van  gemeenten^  waar  eigen  mid- 
delen ontbreken •     •     Blz.  39 

a.  Aanbevolen  gemeenten //     39 

b.  Advies  tot  afwijzing  van  eene  aanvraag  van  ^s  Heeren- 
hoek Blz.  41 

c.  Overbrenging  van  een  verzoek  van  den  predikant  te 
Boósum  om  eene  bijdrage  voor  de  belangen  van  het 
godsdienstonderwijs Blz.  41 

d.  Onderzoek  naar  den  financiëlen  toestand  der  gemeente 
te  Bussum Blz.  41 

e.  Toekenning  van  toelagen  voor  opleiding  tot  de  be- 
trekking van  godsdienstonderwijzer     .     .     .     Blz.  42 

/*.  Verzoek  tot  op  nieuw  beschikbaarstelling  eener  som 
voor  onvoorziene  behoeften Blz.  42 

III.  Aangelegenheden     van    het    fonds  tot  verbetering  der 
schraalste  predikantstractementen   ....     Blz.  42 

a.  Verslagen  der  Classicale  Besturen  omtrent  de  inkomsten 
der  toelagen  genietende  gemeenten     .     •     .     Blz.  42 

b.  Advies  omtrent  de  toekenning  der  toelagen.       //     43 

c.  Magtiging  van  den  Quaestor-generaal  om  voor  ditmaal 
het  batig   saldo    van  het    fonds  niet  te  kapitaliseren. 

Blz.  44 


XXIV  REGISTER. 

IV.  Aangelegenheden    van    de   Algemeene    Weduwehbeurs. 

Blz.  45 

V.  Aangelegenheden  van  het  Holppensioenfonds.     u     45 

YI.  Aangelegenheden  van  het  fonds  der  nieuwe  vertaling 
van  het  Nieuwe  Testament  en  van  den  Vervolgbundel 
op  de  Evangelische  Qezangen    .     .     .     .     •     Blz.  45 

a.  Inkomsten  van  het  fonds ^45 

b.  Beschikkingen     over    de    inkomsten    van    het    fonds. 

Blz.  46 

VII.  Aangelegenheden    van    het   fonds  voor  de  kosten   van 
het  Hooger  Onderwijs Blz.  46 

a.  Regeling  van  de  tractemenien  en  het  pensioen  der 
kerkelijke  Hoogleeraren Blz.  47 

b.  Terugbekoming  der  vrije  beschikking  over  de  bijdragen 
der    studenten    voor   het    onderwijs    der  hoogleeraren. 

Blz.  50 

c.  Storting  van  de  opbrengst  der  bijdragen  van  studenten 
over  1879  in  's  Rijks  kas Blz.  52 

d.  Verleende  vrijstelling  van  de  verpligting  tot  betaling 
der    bijdrage    voor   1880 Blz.  52 

e»    Voorstel  tot  verandering  van  art.  16  van  het  Reglement 
op  het  Hooger  Onderwijs Blz.  53 

/.  Voorloopige  voorziening  in  de  kosten  van  het  voorbe- 
reidend kerkelijk  examen  der  candidaten  in  de  Godge- 
leerdheid      Blz.  53 

g.  Verschillende  voorstellen  rakende  het  gebruik  en  het 
beheer  van   het  fonds Blz.  56 

VIII.  Aangelegenheden    der  Algemeene  kas.     .     .       /y     57 

a.  Herziening  der  quotisatie  van  de  gemeenten.       //     57 

b.  Décharge  aan  den  Quaestor-generaal  verleend  voor  de 
betalingen  die  uit  de  Rijksbijdrage  plegen  te  geschieden. 

Blz.  58 

0.  Vergoeding  van  kosten  in  zaken  van  tucht  .       //   58 


REGISTER.  XXV 

d.  Vergoeding  van  kosten  van  secandi-leden  van  Provin- 
ciale Kerkgesturen  wegens  medewerking  aan  het  afnemen 
van  examina Blz.  59 

e.  Kosten-  en  prijsbepaling  der  Synodale  Handelingen 
van    1879    en    van  het  Algemeen  Tienjarig  Register. 

Blz.  69 

f.  Overige  drukkosten  en  schrijfbehoeften    •     .       //     60 

IX.  Beheer  van  den   Quaestor-generaal  over  alle  Synodale 
Synodale  fondsen  in  zijn  geheel  ....     Blz.  60 

a.  Onderzoek  van  het  beheer  ten  huize  van  den  Quaes- 
tor-generaal       Blz.  60 

b.  Rekeningen   en  staat  der  Synodale  fondsen.       //     61 
e.  Memorie  van  toelichting  bij  de  rekeningen.       //     61 

A.  Fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen.       ^     63 

B.  Fonds  ter  voorziening  in  de  geestelijke  behoeften  van 
gemeenten^  waar   eigen  middelen  ontbreken.     Blz.  65 

C.  Fonds  tot  verbetering  der  schraalste  predikantstrac- 
tementen Blz.  68 

D.  Algemeene  Weduwenbeurs //     70 

E.  Fonds  van  de  Bijbelvertaling  (Nieuw  Testament)  en 
den  Vervolgbundel  op  de  Evangelische  Gezangen.  Blz.  72 

F.  Algemeene  kas //     73 

G.  Hulppensioenfonds  voor  emeriti -predikanten.       „     79 

H.  Fonds  voor  de  kosten  van  het  Hooger  Onderwijs  in 
de  Godgeleerdheid  van  wege  de  Nederlandsche  Her- 
vormde Kerk Blz.  80 

« 

d.  Voorstel  tot  goedkeuring  der  rekeningen.     .       »     82 

e.  Opmerkingen  naar  aanleiding  der  rekeningen       //     82 

f.  Voorstel  tot  openbare  vermelding  der  giften  en  legaten 

Blz.  84 

ff.  Gecommitteerden  voor  het  toezigt  op  de  administratie 
van  den  Quaestor-generaal Blz.  84 


xxYi  REGISTER. 

h.  Aanbeveling  tot  het  doen  aanblijven  van  de  heeren 
Scholten  en  Mom  in  hunne  betrekkingen  van  Quaestor- 
generaal  en  diens  secundus Blz.  85 

B.  Aangelegenheden  van  verschillenden  aard.     .       ^     86 

I,  Door  de  Synode  aanbevolen  zakeii     ...       /y     86 

a.  Uitvaardiging  vau  Reglementen  en  van  veranderingen 
in  Reglementen Blz.  86 

L  Herziening  van  de  tabel  voor  het  examen  ter  toelating 
tot  de  Evangeliebediening Blz.   88 

c.  Verzoek  om  diligentverklaring  ter  zake  van  een  nader 
advies    rakende    het    beheer    der    kerkelijke   goedereu 

Blz.  88 

d.  Als  voren,  ter  zake  der  behartiging  van  het  behoud 
van  bepalingen  tot  instandhouding  van  een  wekelijkschen 
rustdag Blz.   89 

e.  Vraag  ter  zake  der  opdragt  ten  aanzien  van  gewenschte 
wettelijke  bepalingen  tot  beteugeling  van  het  misbruik 
van  sterken  drank Blz.  89 

ƒ.  Voorziening  in  de  door  het  overlijden  van  den  heer 
Junius  ontstane  vacature  bij  de  Commissie  van  toezigt 
op  deu  druk  van  de  uitgaaf  der  Evangelische  Gezangen 

Blz.  90 

II.  Ingekomen  stukken   van  kennisgeving     .     .       //     90 

a.  Vanwege  Z.  M.,  berigt  van  de  zwangerschap  van 
H.  M.  de  Koningin Blz.  90 

b.  Van  den  Minister  van  Financiën  omtrent  toekenning 
van  Rijksbijdragen  tot  predikantstractementen.     Blz.  92 

c.  Van  den  Minister  van  Koloniën  omtrent  de  vervulling 
eener  vacature  bij  de  Indische  Commissie    .     Blz.  92 

rf.  Uitspraken  van  Kerkelijke  Besturen  ...       //     92 

e.  Dankbetuiging  van  de  Commissie  der  Remonstrantsche 
broederschap  ter  zake  der  handhaving  van  het  Synodaal 
besluit  van  20  Julij  1819 Blz.  98 

f.  Boekgeschenken    ....;....       «r93 
^.  Dankbetuigingen  voor  genoten  subsidie  .     .       //     94 


BEGISTËB.  xxvii 

III.  Oyerige  stokken  ter  overweging    •     .     •     •     Blz.  94 

a.  Verzoek  van  het  Frov.  Kerkbestuur  van  Gelderland 
om  voorlichting  hoe  te  handelen  ter  zake  van  ter  zijner 
kennis  gekomen  bezwaren  ten  aanzien  van  den  wandel 
van  den  predikant  C.  L.  D,  van  Coeverden  Adriani  te 
Harderwijk ,  en  van  genoemden  predikant  om  tnsschen- 
komst  in  zijn  belang BIz.  94 

b.  Verzoek  van  hetzelfde  Frov.  Kerkbestuur  om  order  te 
stellen  op  onregelmatigheden  in  het  Classicaal  ressort 
van  Harderwijk Blz.  97 

e.  Verzoekeji  om  dispensatie  naar  art.  ^S  van  hetBegle- 
ment  op  de  vacaturen Blz.  98 

e.  Verzoek  om  dispensatie  van  de  bepaling  omtrent  den 
leeftijd  in  art.  13  van  het  Beglement  op  het  Godsdienst- 
onderwijs   BIz.   102 

/;  Overgebragt  voorstel  van  Kerkvoogden  te  Groningen  om 
bij  artt.  3  en  5  van  het  Algemeen  Beglement  het 
stemregt  en  de  verkiesbaarheid  voor  eenig  bestuur  te 
beperken Blz.  102 

ff.  Bezwaarschrift  van  den  Kerkeraad  te  Alkmaar  over  eene 
eindbeslissing  van  het  Frovinciaal  Kerkbestuur  van 
Noordholland  ter  zake  van  zijn  bezwaar  tegen  de  in- 
schrijving van  elders  aangenomen  lidmaten.     Blz.  105 

A,  Verzoeken  om  vernietiging  (cassatie)  van  uitspraken  van 
Kerkelijke  Besturen^    als  : Blz.  105 

1®.  Van  den  Kerkeraad  te  Eernewoude  ter  zake  eener  uit- 
spraak van  het  Frovinciaal  Kerkbestuur  van  Friesland 
omtrent  zijne  verpligting  tot  het  afgeven  van  berigt 
van  het  zedelijk  gedrag  van  ouders  die  elders  hunne 
kinderen  laten  doopen Blz.  105 

2®,  Van  Kerkeraads-  en  gemeenteleden  te  Oldelamer  c.  a 
om  vernietiging  eener  beslissing  van  hetzelfde  Kerk- 
bestuur in  een  geschil  tusschen  de  gecombineerde  ge- 
meenten  ten   opzigte    van   hare    diaconie-administratie. 

Blz.  109 

8°.  Verzoek  van  C.  de  Wolf,  godsdienstonderwijzer  te 
Harderwijk,    om    vernietiging    van  eene  uitspraak  van 


xxvin  REGISTER. 

het  Classicaal  Bestuar  van  Harderwijk  ^  waarbij  hij  uit 
zijne  betrekking  werd  ontslagen .     .     .     ,     Blz.  112 

4®,  Van  J.  P,  van  der  Wier  c.  s.  te  Goënga  om  ver- 
nietiging van  oen  besluit  yan  het  Classicaal  Bestoar 
van  Sneek,  waarbij  zij  niet  ontvankelijk  werden  ver* 
klaard  in  hun  bezwaar  over  de  weigering  van  den 
Eerkeraad  tot  a%ift  van  de  hun  noodige  bewijzen  van 
zedelijk  gedrag  om  elders  tot  lidmaat  te  worden  aan- 
genomen     Blz.  114 

i.  Mededeeling  van  het  besluit  der  Commissie  om  de 
opening  van  de  aanstaande  Vergadering  der  Synode 
een  dag  later  te  stellen Blz.  IIS 

C.  Overzigt  van  den  staat  der  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk Blz.  116 

a.  Getal  van  de  leden,  gemeenten  en  predikantsplaatsen. 

Blz.  116 

b.  Subsidiën  uit  's  Rijks  kas  verstrekt  voor  kerk  of  pas- 
torij-bouw  Blz.  117 

(?•  Subsidiën  uit  Provinciale  fondsen     .     .     .  //  118 

d.  Rijksbijdragen  tot  predikantstractementen  •  ^  118 

e.  Aangekomen  caudidaten iv  120 

f.  Studenten  in  en  voor  de  Godgeleerdheid  .  /y  1 21 

D.  Verslag  van  het  Comité  voor  de  Waldeneen  aan  de 
Algemeene  Synode  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk, 


ALPHABETISCH  REGISTER 


VAN   DE 


HANDELINGEN  DER  ALGEMEENE  SYNODE, 

ZOO  Tan  hare  eertte  Buitengewone-  ah  van  hare 

Gewone  yergadering 

ten  Jare  1880.    (i) 


Acqiioy  (dr.  /.  Ö.  ƒ?.),  hoogleeraar  te  Leiden ,  pracad viserend 
lid  der  Synode,  13.  V.  blz.  4;  rapport  ter  zake  der 
eindredactie  van  de  regeling  der  kerspelvorming ,  B.  V. 
blz.   91. 

Adressen  ter  zake  der  aannemingskwestie  voorshands  aange- 
houden, B.  Y.  blz.  45;  voor  kennisgeving  aangeno- 
men, als  blz.  148;  ter  zake  der  kerspelvorming,  blz. 
166—172. 

Adriani  {C.  Z.  D,  van  Coevorden),  voormalig  predikant  te 
Harderwijk ,.  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland 
voorgelicht ,  hoe  met  tegen  hem  ingebrachte  bezwaren  te 
handelen  en  tot  het  nemen  van  eene  beslissing  aan- 
gespoord, blz.  70,  bijl.  B,  blz.  94 — 97;  besluit  op 
een  bezwaarschrift  van  den  Eerkeraad  te  Bijnzaterwoude 
ter  zake,  blz.  75,  76. 

Algemeen  Beglement,  veranderingen  daarin  voorgesteld  door 
van  Lakerveld,  ter  voorziening  van  buitengewone  maat- 
regelen iu  het  belang  der  orde,  B.  V.  blz,  119,  128, 
19  ;  zie  omtrent  de  voor  de  kerspelvorming  vereischte 


(1)   ^Yao^  geen  B.  V.  voorkomt,  wordt  de  Gewone  Vergadering  der  Synode 
bedoeld. 


II  ALPHABETISOH  REGISTER. 

veranderingen:  kerspeWorming;  —  verandering  van 
art.  1  en  11  voorgesteld  door  van  Lakerveïd  c.  s. 
blz.  204;  haar  uitgebracht  rapport  verworpen  ^  biz.  208, 
210,   212—215. 

//  art.  62.  Voorstel  van  Bruna  om  te  doen  verldaren , 
dat  naar  dit  artikel  de  Provinciale  Kerkbestaren ,  en 
niet  hunne  individuele  leden  consideratiën  hebben  te 
geven,  verworpen,  blz.  102 — 104. 

Algemeene  kas;  haar  door  do  Synodale  Commissie  bezorgde 
staat  goedgekeurd,  blz.  19,  bijl.  A  blz.  84;  verslag 
der  Commissie  omtrent  hare  aangelegenheden  en  daarop 
genomen  besluiten,  blz.  45,  64,  65,  bijl.  A,  blz. 
57—60. 

Alkmaar  (Kerkeraad  te),  met  sijn  bezwaar  over  eene  eind- 
beslissing van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Noord- 
holland afgewezen,  blz.   104,  bijl.  6,   blz.  105. 

Alphen  {M,  W,  L.  van).  Verslag  van  zijn  Kerkelijk  Hand- 
boek, blz.  69  bijl.  B,  blz,  93,  94. 

Amersfoort  (Classikale  Vergadering  van),  om  den  staat  te 
steunen  in  zijn  strijd  tegen  de  dronkenschap,  blz.  69. 

Ammerstol  (Gemeente  té),  aanspraak  haar  toegekend  op  de 
uitbetaling  van  het  volle  bedrag  der  éubsidie,  blz.  83, 
bijl.  A,  blz.  86. 

Amsterdam  (Aanstelling  van  Kerkelijke  hoogleeraren  bij  de 
Universiteit  te) ;  verzoek  van  de  heeren  MeEickeré  van 
nilenhovm  om  medewerking  daartoe,  in  handen  eener 
Commissie,  fi.  V.  blz.  5,  23;  adres  van  iZ.  PojMz^m»^ 
Meijeê  c.  $.  ter  zake,  ald.  blz.  44;  rapport  der  Com- 
missie en  overeenkomstige  besluiten,  behoudens  eene 
door  Bruna  voorgestelde  wijziging,  idd.  blz«  67 — 70, 
79 — 84;  daaromtrent  aan  de  heeren  Menckert  van 
Vollenhoten  gericht  schrijven,  ald.  blz.  87 — 90  ;  overleg 
met  hen  noodig  verklaard  omtrent  de  i  ngezonden  stuk- 
ken, blz.  64;  rapport  der  Commissie  rakende  de  voor- 
loopig  aangenomen  veranderingen  ter  zake  in  het  Regle- 
ment op  het  Hooger  Onderwijs,  blz.  251 — 278. 

//     (Classikale  Vergadering  te),   om  ondersteuning  der  wet 
tot  beteugeling  der  dronkenschap,  blz.  69. 


A^LPHABETiaCH  REGISTER.  iii 

Am&terdam  (Kerkeraad  te),  Besluiten  ter  zake  van  zijne 
wiUekeohge  beschikking  over  de  voor  hulpbehoevende 
predikantsbetrekkingen  gecollecteerde  gelden ,  blz.  49,  76. 

Anspcush  (Dr.  «T,  J.),  ouderling  te  Deventer ,  lid  der  Synode, 
B.  V.  blz.  4. 

Apeldoorn  (Kerkeraad  te),  om  vernietiging  eener  uitspraak 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  in  ge- 
schillen over  armverzorging ;  Synodus  contracta  ter  zake, 
blz.  7,  hare  uitspraak,   blz.  46,  47. 

Arnhem  (Kerkeraad  te},  bezvraar  over  de  grensscheiding  van 
Schaarsbergen ;  zie  Schaarsbergen. 

Asten  (Vacature  te),  daarvoor  naar  art.  23  Regl.  Vac.  dis- 
pensatie verleend,  blz.  70  bijl.  B,  blz.  98 — 100.  Kleine 
toelage  aan  die   gemeente,  blz.  851. 

Baumhauer  (Dr.  T,  Jf.  M.  von) ,  president  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland,  ter  zake  der  niet-onder- 
teekeniug  der  eindbeslissing  in  zake  der  Dordtsche 
ouderlingen  door  vier  leden  van  het  Bestuur,  B.  Y. 
biz.  21— 2:^ 

Be^i  {C.  H.  ien  Sarmsen  van  der)y  pred.  te  Valburg.  Zie 
Creutzherg  [K.  F.). 

Beheer  der  kerkelijke  goederen;  de  Synodale  Commissie  ter 
zake  van  dit  belang  diligent  verklaard,  blz.  23,  bijl. 
B  blz.  88,  S9. 

Beilen  (Gemeente  te) ,  toelage  voor  een  godsdienstonderwijzer 
onder  Tiefiderveen,  blz.   33,  bijl.   A,  blz.  89. 

Belijdenis.  Voorstel  van  Siedel  om  wat  daarop  betrekking 
heeft  uit  de  Kerkelijke  wetgeving  te  verwijderen,  niet 
aangenomen,  B.  V.  blz.  84,  85,  119,  120. 

Benoemingen  voor  de  Synode  (Nieuwe)  blz.   8,  4. 

Bergeik  (Gemeente  te),  voor  pastoriebouw  ondersteund  n^ 
verkregen  toestemming  tot.de  aanbesteding,  blz.  30, 
38,  bijl.  A,  blz.  24—27,  197. 

Bergsma  (Mr.  /.  C),  oud-ouderling  te  Leeuwarden ,  benoemd 
tot  lid  der  Synodale  Commissie,  blz.  72. 


IV  ALPHABETISCH  REGISTER. 

Bergum  (Gemeente  te)^  in  tweeën  gespltiat,  met  erkenning 
der  gemeente   te  Bergomerheide  voor  zelfstandig,  bis.  21. 

Beschrijvingsbrief  van  de  Buitengewone  Vergadering  der 
Synode,  B.  V.   blz.  4,  5. 

Besoijen  (Gemeente  te),  voor  kerkherstel  subsidie  verkregen 
en  voor  rijkssubsidie  aanbevolen,  blz.  30,  33,  bijl.  A, 
blz.    23. 

Bodegraven  (Gemeente  te),  zie  Sluipwijk. 

Boekgeschenken,  blz.  22,  69,  bijl.  B^  blz.  93. 

Boetes  (mr,  W.  B.  8,,  oud -ouderling  te  Leeuwarden,  ver- 
geefs benoemd  tot  lid  der  Synodale  Commissie,  blz. 
50,   68. 

Borssele  (Predikantsplaats  te),  toelage  uit  het  fonds  tot  ver* 
betering  der  schraalste  predikantstractementen  verkregen, 
blz.    62. 

Brandeler  (mr.  P.  van  der),  lid  der  Synode,  B.  V,  blz, 
4,  G.  V.  blz.  5. 

//  rapport  ter  zake  der  uits23raak  tot  ontzetting  van  den 
predikant  J.  N,  van  der  Hoeve,  B.  V.  blz.  130. 

ff  rapport  ter  zake  der  nagekomen  verslagen  van  Classi- 
kale  Besturen  naar  art.  7  van  het  Reglement  op  het 
fonds  tot  verbetering  der  schraalste  predikantstractementen, 
blz  58;  ter  zake  der  voorloopig  aangenomen  verande- 
ringen in  het  Reglement  op  dat  fonds,  blz.  59. 

//  voorstel  met  Verhoef,  tot  herstel  der  o,ade  redactie 
van  artt,  38  en  39  van  het  Reglement  op  het  Gods- 
dienstonderwijs, B,  V.  blz,  78,  79;  tot  buitenwerk- 
stelling van  de  uitspraken  de  aannemingskwestie  rakende, 
ald.  blz.  150;  —  tot  veranderitig  in  de  inriditing  van 
het  niet-officiëel  gedeelte  der  Kerkelijke  Courant,  blz.  9. 

II     Zie  ook  nog  Weèirik . 

Brandt  {H,  W,) ,  predikant  te  'sHeerènhoek;  zijn  verzoek 
om  eene  toelage  voor  onkosten  zijner  Catecbisatiën,.  af- 
gewezen, blz.  34,  bijl,  A,  blz.  41. 


ALPHABBTI8CH    BEQISTER.  v 

Brielle  (Classis) ,  voorstelling  tot  invoering  van  eene  volstrekte 
.  autonomie  der  gemeenten ,  of  tot  uiteengaan  der  richtingen 
afgewezen^   blz.  250. 

Bruna  (&.),  predikant  te  Hasselt^  lid  der  Synode,  B.  V. 
blz,  4;  O.  V.  blz.  5;  lid  der  Synodale  Commissie , 
Inl.  versl.  blz.  5;  benoemd  tot  lid  van  het  Algemeen 
Collegie  van   toezicht,  blz.  19. 

»  rapport  ter  zake  der  uitspraak  tot  ontzetting  van  den 
predikant  H.  BombacA,  B.  Y.  blz.  72;  ter  zake  eener 
uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuid- 
holland, blz.  40;  ter  zake  der  kerspel  vorming,  blz.  147. 

//  voorstel  om  te  doen  verklaren,  dat  de  Provinciale 
Kerkbesturen  en  niet  hunne  individuele  leden ,  naar  art. 
62  van  het  Algemeen  Reglement,  consideratie  hebben 
te  geven,  blz.  102—204. 

Bussam  (Predikantsplaats  te),  daarvoor  alsnog  ondersteuning 
noodig  bevonden,  blz.  34,  bijl.  A,  blz,  40,  41. 

Bijbelvertaling  (N.  T.) ,  Zie  Vervolgbundel  op  de  Evangelische 
Gezangen. 

Bijdragen  voor  de  bijwoning  der  lessen  van  de  Kerkelijke 
hoogleeraren.  Beschikking  daarover  aan  de  Kerk  ge- 
komen, blz.  S4,  bijl.  A,  blz.  50 — 52;  storting  alsnog 
over  1879,  bb.  34,  bijl.  A,  blz.  52;  verleende  vrij- 
stellingen na  de  betaling  en  daaromtrent  gedane  voor- 
stellen,  blz.   35,  bijl.  A,  blz.  52,  53. 

Candidaten  tot  de  heilige  dienst  (Aangekomen).  Hun  getal 
blz.   107,  108,  bijl.  C,  blz.  120,  121. 

Capelle  aan  den  IJssel,  toelage  voor  haren  godsdienstonder- 
wijzer, blz.  33,  bijl.  A,  blz.  39. 

Catechisanten.  Hun  getal  volgens  het  rapport  over  de  kcrk- 
visitatie,  blz.   136. 

Collectebrief  voor  noodlijdende  kerken  en  personen,  blz.  33, 
bijl.   A,   blz.  37—39. 

Collegie  van  toezicht  op  het  beheer  der  kerkelijke  goederen 
(Algemeen),  daarvoor  gedane  benoemingen,  blz.  7,  19, 
Inl.  Versl.  blz.   6. 


VI  ALPHABETI8CH  REGISTER 

Commissie  van  Voordracht  voor  de  benoeming  va»  Kerkelijke 
hoogleeraren  (Benoemingen  voor  de),  blz.  19 ,  20. 

Commissie  voor  verschillende  zaken  benoemd;  blz.  10,  144. 
B.  V.  blz.  101. 

Compagnonsvaart  onder  Hoornsterwaag  (Hervormden  aan  de), 
toelage    voor  den   godsdienstonderwijzer,    blz.  83,  bijl. 

A,  blz.  89. 

CorU  (J5.),  Sec.4id  der  Synode  overleden,  blz.  4. 

Courant  (Kerkelijke),  voorstel  van  den  Brandeler  tot  kleur- 
looze  inrichting  van  het  niet-officiëel  gedeelte  niet  aan- 
genomen, blz.   9,  10,  17,  18. 

Creutzberg   {K.  F.) ,  predikant  te  Arnhem ,  lid  der  Synode , 

B.  V.  blz.  4. 

ff  C.  H.  ten  Harmsen  van  der  Beek,  Jhr.  JF.  F,  Trip 
van  Zoudtlandt  en  /.  Spronk,  leden  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland;  bezwaar  tegen  hen  inge- 
bracht wegens  het  niet-onderteekenen  der  eindbeslissing 
in  zake  der  Dordtsche  ouderlingen,  B.  Y.  blz.  21,  22, 
verg,  blz.  7 ;  naar  herhaald  voorstel  van  Douweê,  gesteld 
in  handen  eener  Synodus  Contracta  ald.  Uz.  64 — 56, 
verg.  blz.  44,  45;  —  uitspraak  der  Synodus  Contracta 
ter  gewone  vergadering  medegedeeld,  blz.  11-— 14. 

Crommelin  (Mr.  itf.),  ouderling  te  Utrecht,  lid  der  Synodale 
Commissie,  Inl.  Yersl.  blz.  5. 

Daarle  (Predikantsplaats  te),  de  toelage  uit  het  fonds  tot 
verbetering  der  schraalste  predikantstractementen  inge- 
trokken, blz.  62. 

Dankbetuiging  ?oor  subsidie,  blz.  127,  206,  bijl.  B,  blz.  94. 

Dikema  (Dr.  L),  oud-ouderling  te  Winschoten,  opgetreden 
als  lid  der  Synode,  blz.  4,   6. 

Dispensatie  voor  den  leeftijd,  ter  toelating  töt  het  examen 
van  godsdienstonderwijzeres,  niet  meer  verkrijgbaar  ver- 
klaard, blz.  70,  bijl.  B,  blz.   102. 

Dispensatiën  naar  art.  23  van  het  Heglement  op  de  Vaca- 
turen,  blz.  70,  bijl.  B,  blz.  98—102. 


ALPHABETISCH   EEQISTER.  vii 

Uoedeê  (Dr.  /.  J),  hoogleeraar  te  Utrecht,  over  de  Neder- 
landsche  Geloofsbelijdenis,   bijl.  B,  blz.  93. 

Dordrecht  (Classikaal  Bestuur  van) ,  terecht  gewezen  door  de 
Synodale  Commissie  wegens  zijn  het  onwettig  verklaren 
der  eindbeslissing  in  zake  de  Dordtsche  ouderlingen , 
B.  V.  blz.  9,  11,  20;  betrekkelijke  besluiten  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland,  ald.  blz.  63; 
beklag  daarover  in  handen  eener  Commissie,  ald.  blz. 
60,  61;  rapport  der  Commissie  en  overeenkomstig  be- 
sluit, ald.   blz.  101—114,  141,   142. 

Dordrecht  (Classikale  Vergadering  van).  Voorstel  om  voor  de 
toelating  tot  het  examen  voor  de  Evangeliebediening 
getuigschriften  van  allerlei  inrichtingen  van  Hooger  on- 
derwijs te  erkennen  naar  uitgebracht  rapport  verworpen, 
blz.  72 — 74,  117,  118;  desgelijks  haar  voorstel  om 
boedelscheiding   te  bevorderen,  blz.  250. 

//     (KiescoUegie) ,    adres   ter  zake  van  den  toestand  aldaar 
niet  in  behandeling  genomen,  blz.   112. 

Dordtsche  ouderlingen ,  bij  eindbeslissing  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland  voor  onbepaalden  tijd  ge- 
schorst en  verwikkelingen  uit  hun  verzet  daartegen 
ontstaan,  B,  V.  blz.  6 — 20;  een  door  hen  ingediend 
bezwaarschrift  in  handen  eener  Commissie,  ald.  blz. 
100,  101;  rapport  der  Commissie  en  overeenkomstig 
besluit,  ald.  blz.  136 — 139,  142;  het  bezwaarschrift 
beantwoord,  ald.  blz.  144 — 147;  mededeelingen  van 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zeeland  ter  zake,  blz. 
20;  voorstel  van  Segera  om  alsnog  de  opheffing  van 
de  schorsing  te  bevorderen,  blz.  25,  26;  het  voorstel 
a^ewczen,  blz.  108—111,   114—117. 

Bouwes  (t/.),  pred.  te  Leens,  lid  der  Synode,  B.  V, 
blz.  4,  G.  V.  blz.  4,  5;  sec.  lid  van  het  Algemeen 
CoUegie  van  toezicht,  blz.  29;  rapport  ter  zake  der 
voorloopig  aangenomen  veranderingen  in  hetBeglement 
op  het  Hooger  onderwijs,  betrekkelijk  het  aanstellen  van 
Kerkelijke  hoogleeraren  te  Amsterdam,  blz.  251;  ter 
zake  der  uitspraak  tot  schorsing  van  den  predikant  Jah, 
Migeman  te  Dordrecht,  blz.  278. 

ff     Voorstel    ter   zake  der  tegen   vier  leden  van  het  Pro- 


VIII  ALPHIBETISCH  REGISTER. 

vinciaal  Keckbestaur  van  Gelderland  ingediende  bezwaren^ 
B.  V.  blz.  44,  45. 

Drank  (Sterke),  besluifc  der  Synode,  na  keanisneming  van 
betrekkelijke  adressen  van  de  Glassikale  Vergaderingen 
van  Amersfoort,  om  zich  ten  ganste  der  betrekkelijke 
wet  aan  den  Koning  en  de  Tweede  Kamer  te  adviseeren, 
blz.  68,  69,  bijl.  B.  bh.  89. 

Dretix  (P.  de  Grien£),  pred.  ie  Witmarsnm,  sec.  lid  der 
Synode,  blz.  4. 

Driebuizen  (Gemeente  te) ,  rijkssubsidie  verkregen ,  bijl.  A, 
blz.  33;  subsidie  haar  bovendien  door  de  Synode  toe- 
gekend, blz.  ^29,  83,  bijl.  A,  blz.   15  en  16. 

Drogeham  (Predikant  te),  ondersteund  ter  voorziening  in  de 
godsdienstige  behoeften  van  de  bewoners  der  heide  on« 
der  Harkema  Opeinde,  blz.  33,  bijLA,  blz.  39 «besluit 
omtrent  de  inhouding  der  toelage  tijdens  de  Vacature , 
blz.    79. 

Drukkosten,   blz.  64,  bijl.  A,  blz.   60. 

Drunen  (Predikantsplaate  te),  toelage  uit  het  fonds  tot  ver- 
betering der  schraalste  predikantstraotementen  verkregen, 
blz.  62. 

Duurswoude  (Gemeente)^  de  subsidie  haar  uitbetaald ^  blz. 
33,  bijl,  A,  blz.  34. 

Duyl  6Wz,  (C.  van),  predikant  te  Broek  in  Waterland,  lid 
der  Synode,  B.  V.  blz.  4 ,  G.  V.  blz.  5 ;  rapport  ter 
zake  een  voorstel  van  de  Glassikale  Vergadering  van 
Dordrecht  om  tot  het  examen  voor  de  Evangeliebe- 
diening getuigschriften  van  allerlei  inrichtingen  van  Hooger 
onderwijs  te  erkennen,  bz.  72;  ter  zake  der  adressen 
tot  aanvulling  van  art.  3  al.  2  van  het  Reglement  voor 
de  Kerkeraden,  blz.   74;  ter  zake  der  examina,  blz.  107. 

,/     Zie  nog   Boodhuijzen  en  van  Zaierveld. 

Eerde  {6.  W.  van) ,  predikant  te  Westerbork ,  lid  der  Synode, 
B.  V.  blz.  4;  G.  V.  blz.  4,   5. 

ff     rapport    ter  zake  van  het  bezwaarschrift  der  Dordtsche 
ouderlingen,   B.  V.  blz.   136;  ter  zake  der oon^ideratiën 


ALPHABETISCH  REGISTER.  ix 

over  art.  14,  7^  van  het  Reglement  voor  de  Kerke- 
raden,  blz.  41  j  ter  zake  van  het  voorstel  van  het 
Glassikaal  Bestuur  van  Onderdendam  om  de  2^°  al.  van 
art.  41  van  het  Reglement  op  de  Vacaturen  te  doen 
vervallen  en  van  den  Kerkeraad  te  Leiden  om  wijziging 
van  het  artikel,  blz.  63;  ter  zake  van  het  voorstel  der 
classis  van  's  Gravenhage  om  een  of  meer  Examen 
Gommissiën  in  te  voeren ,  blz.  56. 

if  Voorstel  tot  aanvulling  van  art.  41  van  het  Reglement 
op  de  Vacaturen,  blz.    125. 

Ëernewoude  (Kerkeraad  te),  zijn  verzoek  om  cassatie  eener 
uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Fries- 
land omtrent  zijne  verplichting  tot  het  afgeven  van  bericht 
van  het  zedelijk  gedrag  van  ouders,  die  elders  hunne 
kinderen  laten  doopen,  afgewezen,  bijl.  B,  blz,  106 — 109. 

Eigeman  (fak.),  pred.  te  Dordrecht,  zijn  verzet  tegen  de 
uitvoering  van  de  eindbeslissing  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Gelderland  ia  zake  der  Dordtsche  ouder- 
lingen,  in  handen  eener  Synodus  Contracta ,  blz.  7 1 ; 
protest  van  gemeenteleden  tegen  zijne  voorloopige  schor- 
sing, blz.  197;  uitspraak  der  Synodus  Contracta  tot 
schorsing  voor  een  jaar,  blz.  278 — 282. 

Eindhoven  (Classikale  Vergadering  van) ,  haar  voorstel  om 
de  kerk  in  twee  afdeelingen  te  splitsen  verworpen , 
blz.   250. 

»  (Gemeente  te),  haar  verzoek  om  subsidie  voor  kerk- 
bouw in  advies  gehouden,  blz.  30,  31,  33,  bijl.  A, 
blz.  29—81. 

Enter  (Gemeente  te),  de  subsidie  haar  uitbetaald,  blz.  33, 
bijl.  A,  blz.  34. 

Escher  (Dr.  •/,  P.),  predikant  te  Dronrijp,  wegens  over- 
lijden als  sec.  lid  der  Synode  vervangen,  blz.   4. 

Ëxaihen  ter  toelating  tot  de  Evangeliebediening  (Herzien 
Reglement  op  het) ,  uitgevaardigd ,  blz.  22,  bijl.  B, 
blz.  86,  88.  (Voorbereidend)  examen  bij  de  Kerke- 
lijke hoogleeraren.  De  daarvoor  vereischte  localen  door 
Curatoren  der  Rijksuniversiteiten  beschikbaar  gesteld  , 
blz.  38,  bijl.  A,  blz.  53—55. 


X  ALPHABETISCH   BEQISTER. 

Examenkosten  van  secondi  bij  de  Kerkbestaren  (Vergoeding 
van)  biz.  64  bijl.  A^  blz.  69. 

Examina  bij  de  Kerkbesturen  (Verslagen  der)  daarover  ait- 
gebracht  rapport^  bh.   107^  108,   121. 

tl     de    voor    de  Verslagen  vereischte  tabellen  herzien,  blz. 
23,  bijl.  B,  blz.  88. 

Fawte  {E.  W.  F.  Alewijn),  pred.  te  Hemmen,  in  hooger 
beroep  van  eene  uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbe- 
stuur, waarbij  hij  geschorst  was,  Synodus  Contracta 
ter  zake,  blz.  7,   288—287. 

Faure  (Mr.  E^  van  Boneval),  Waalsch  oud-ouderling  te 
Leiden,  als  lid  der  Synode  door  zijn  secundus  ver- 
vangen, blz.  4,  6. 

FeitA  (Mr.  B.  O.),  oud*ouderling  te  Groningen,  lid  der 
Synodale  Commissie.  Inl  versl.  blz.  5,  als  zoodanig 
afgetreden,  ald.  blz.  6. 

IHnanciën  (Minister  van) ,  verslag  van  eene  audiëntie  bij  hem, 
blz.  106. 

Flier  (Dr.  G,  /.  van  der)^  predikant  te  's  Gravenhage,  be- 
noemd tot  sec.  lid  der  Synode,  blz.  3,   5. 

Franeker  (Classikaal  Bestuur  van),  beveelt  het  belang  der 
kosterygoederen  aan,  blz.  23;  zijn  voorstel  tot  ver- 
hooging der  toelage  van  de  Kerk-visiiatie ,  afgewezen, 
blz.   67. 

Frima  (H.),  oud-ouderling  te  Leens,  vergeefs  tot  secundus 
bij  de  Synodale  Commissie  benoemd,  blz.  203,  231. 

Eijeiioord  onder  IJsselmonde  (Hervormden  te),  toelage  voor 
hunnen   godsdienstonderwijzer,  blz.  33,  bijl.  A,  blz.  89. 

Gaastmeer  (Gemeente  te),  vermindering  van  subsidie  na  de 
aanbesteding  der  pastorie  ondergaan,  blz.  33,  bijl.  A, 
blz.  36;  uitbetaling  dier  subsidie,  blz..  64;  dankbe- 
tuiging daarvoor,  blz,   201. 

Geestelijke    behoeften    voor   gemeenten  waar  eigen  middelen 

'  ontbreken    (Fonds    ter    voorziening  in),  staat  van  het 

fonds,  bijl.  A,  blz.  65 — 67;    toekenning  van   toelagen 


ALPHABETISCH  EEQISTBR.  xi 

uit   het  fonds   en    overige  betrekkelijke  beslaiten,  blz. 
3&,  84,  bijl.  A,  blz.  89—42. 

Gelderland  (Provinciaal  Kerkbestuur  van),  eindbeslissing  in 
de  zaak  der  Dordtsche  ouderlingen,  B.  Y.  blz.  7;  op- 
merkingen der  Sjitodale  Cominissie  daarover  medege- 
deeld, ald.  blz.  12 — 14,  20;  bericht  omtrent  de  niet- 
onderteekening  door  vier  zijner  leden,  ald.  blz.  5 ,  44 , 
54—56. 

//     Zie  Baumhauer  (Dr.  T.  K.  M.) 

Gemeenten  (Getal  der),  Bijl.  C.  bl.  116—117. 

Gezangen  (Evangelische),  rapport  van  de  betrokken  Com- 
missie, met  name  van  haren  Secretaris,  dr.  B,  Gla- 
êiuê,  omtrent  een  onderzoek  naar  de  autears  en  daar- 
omtrent  genomen  besluiten,  blz.  27,  28. 

Giften  en  legaten  voor  de  Synodale  liefdefondsen,  openbaar 
te  vermelden,  blz,  15,  bijl.  A,  blz.  64,  71. 

Olasiua  (dr.  jS.),  em.-predikant,  secretaris  van  de  Gezangen- 
Commissie,  hulde  aan  zijn  onderzoek  naar  de  auteurs 
van  de  Evangelische  Gezangen,  blz.  27,  bijl.  A,  blz. 
46,  73.  , 

Godsdienst^onderwijs  (Commissie  van  1879  voor  de  belangen 
van  het).  Haar  aangehouden  rapport  in  behandeling, 
doch  de  daarin  vervatte  voorstellen  niet  aangenomen , 
blz.  65,  66. 

//  (Ingezamelde  gelden  voor  de  behoeften  van  het);  des 
betreffende  mededeeliugen  der  Synodale  Commissie ,  blz. 
15,  bijl.  A,  blz.  82,  83;  bericht  van  den  Kerkeraad 
te  Nijmegen  omtrent  eene  voorgenomen  collecte,  blz. 
21;  besluit  omtrent  het  gebruik  der  gelden,  blz.  66; 
dat  besluit  later  gewijzigd,   blz.  76,  77. 

ff  (Reglement  op  het),  artt.  38  en  39,  veranderingen  er 
van  uitgevaardigd',  bk.  22,  bijl.  B,  blz.  87,  88;  voor- 
stel van  Ferhoeff  en  van  dien  Brandeler  tot  herstel  der 
oude  redactie  er  van  verworpen,  B.  V.  blz.  78,  79, 
120;  121;  nieuwe  redactie  van  artikel  38,  door  den 
president  Molenkamp  voorgesteld,  voorloopig  aangeno- 
men, ald.  blz.  121,   128,  12-6,  verg.  blz.  185,  136; 


XII  ALPHABBTISCH  BEQI8TEB. 

overgangsbepalingen  voor  de  insckrijving  van  onregel- 
noatig  aangenomen  lidmaten^  ald.  blz.  151— *152y  verg. 
blz.  148^  149;  voorsiel  van  Westrik  c,  s.,  om  alsnog 
de  oade  redactie  van  art.  88  te  herstellen ,  blz.  t4f,  25 ; 
rapport  ter  zake  der  voorloopig  aangenomen  nieuwe 
redactie  en  bijgekomen  voorstellen,  blz.  79—102;  al- 
gemeene  beschoawingen ,  blz.  197 — 200;  motie  van 
Roodhuyzen  rakende  de  behandeling  der  voorstellen ,  blz. 
201,  202;  voorstellen  van  Roodhuyzen  c.  8.  rakende 
artt.  88  en  89  en  van  Lakerveld  c,  ê.  rakende  artt.  1 
en  11  van  het  Algemeen  Beglement  nog  ter  fine  van 
nader  rapport,  ook  over  andere  voorstellen  in  handen 
der  Commissie  gesteld,  blz.  203 — 205;  nader  rapport 
der  Commissie,  blz.  206 — 211;  besluiten,  deels  tot 
buiten  behandeling-lating  der  van  buiten  ingekomen, 
deels  tot  verwerping  van  bovengenoemde  voorstellen  van 
leden  der  Synode,  bl&  212 — 224;  de  voorstellen  der 
Commissie  betrekkelijk  art.  88  met  daarop  ingediende 
amendementen  in  behandeling,  blz.  223 — 225,  226-;-* 
230;  het  voorstel  van  den  hoogleeraar  Gooszen  om  de 
regeling  der  aanneming  geheel  aan  de  Kerkeraden  over 
te  laten,  blz.  229,  230,  na  hierover  nog  uitgebracht 
afzonderlijk  rapport  verworpen,  blz.  238 — 236;  ver- 
werping vervolgens  van  de  verschillende  voorstellen  en 
amendementen,  blz.  237^—240;  protest  van  TFeêtrik 
c.  9.  tegen  het  in  stand  laten  der  nieuwe  redactie  van 
art.  88,  blz.  241,  242;  terugkomen  op  zijn  voorstel 
door  den  hoogleeraar  Gooszen  aangekondigd,  blz.  242; 
voorstel  van  Roodhuyzen  ter  zake,  ald.;  de  voorloopig 
aangenomen  veranderingen  van  art.  88  met  de  over- 
gangsbepaling nog  in  afzonderlijke  stemming  gebracht  en 
verworpen,  blz.    248,  244,  818—822. 

Godsdienst-onderwijzer    (Opleiding    voor),    daarvoor   toelagen 
toegekend^  blz.  84,  bijl.  A,  blz.  42. 

Godsdienst-onderwijzers   en    onderwijzeressen   (Getal  der)  blz. 
134,  135. 

Gooêzen    {M.    A.),    hoogleeraar   te   Leiden,     praeadviserend 
lid  der  Synode,   bl.  4. 

ff  voorstel  en  de  regeling  van  de  aanneming  der  lidmaten 
bij  de  Kerkeraden  over  te  brengen,  blz.  228 — 280. 
verg.  blz.  283—235,  242. 


ALPHABETISCH  REGISTER.  xiii 

's  Grayenhage  (Olassikale  Vergadering  van) ,  voorstel  tot  in- 
voering Van  examen-commissiën ,  blz.  56,  57;  het  voor- 
stel verworpen,  blz.  142,  14r8. 

Grevenbidit  (Gemeente  te),  de  subsidie  haar  uitbetaald,  blz. 
88,  bijl.  A,  blz.  84. 

Griethuyaen  {J.  O,  van),  Em. -predikant  te  Zatpheri,  verhinderd 
om  als  sec.  van  A,  H,  van  der  Hoeve  op  te  treden, 
B.  V.  blz.  4. 

Qroesbeek  (Gemeente  te),  voor  kerkherstel  ondersteund ,  blz. 
29,  33,  bijl.  A,  blz.  12—14. 

f,     dankbetuiging    van  Kerkvoogden,  blz.  127,  206,  bijl. 
B,  blz.  94. 

Groningen  (Kerkvoogden  te),  voorstel  om  bij  artt.  3  en  5 
van  het  Algemeen  Reglement,  het  stemrecht  en  de  be- 
voegdheid tot  benoeming  in  Kerkelijke  Besturen  te 
beperken  in  geval  van  niet  voldoening  der  kerkelijke 
lasten ,  afgewezen ,  blz.  77,  78,  bijl.  B,  blz.  102 — 105. 

Groot  (Dr.  P.  Hofstede  de),  oud-ouderling  te  Groningen, 
lid  der  Synode,  B.  V.  blz.  4;  vervangen  door  zijnen 
secundus,  6.  Y.  blz.  5. 

Grootegast  (Gemeente  te) ,  voor  de  kosten  van  haar  kerkher- 
stel ondersteund,    blz.  29,  33,   bijl.  A,  blz.  19,  20. 

Qnjpskerke  (Gemeente  te),  haar  verzoek  om  subsidie  voor 
pastoriebouw  afgewezen,  blz.  30,  33,  bijl.  A,  blz. 
28,  29. 

Haarlem  (Glassikale  Vergadering  van),  voorstel  van  hare 
meerderheid  tot  invoering  van  eene  volstrekte  autonomie 
der  gemeenten  in  geestelijke  zaken  verworpen,  blz.  250. 

Haefó  (ff.),  te  Nieuwe  Niedorp,  boekgeschenk,  blz»  22. 

Haffen  [IJ,  G,)  c,  s,,  predikanten  te  Leiden,  ter  zake  der 
aanneming  van  hunne  leerlingen  met  oud-ouderlingen , 
B.  V.  blz.   10,   11,  20. 

Handelingen  der  Synode ,  voorstel  van  Seff&rs  om  ze  reeds 
staande  de  vergadering  te  doen  drukken  niet  aangeno- 
men, blz.  9,  15 — 17;  kosten  en  prijsbepaling  der 
Handelingen  van  1870,  blz.  64,  bijl.  A,  blz.  59,60; 
alsvoren  van  de  Handelingen  der  buitengewone  Synode, 
blz.  165. 


XIV  ALPHABETISCH  REGISTER. 

Harderwijk  (CJassikaal  Bestuur  van)^  wegens  onregelmatighe- 
deu  in  zijn  ressort  door  het  FrovinciAol  Kerkbestuur 
terecht  gewezen,  blz.  71^  b(jl.  B,  97»  98, 

HaiêeU  {S,  F,  van)^  Haulerwijl^  Héél  (van),  en  Heer9* 
pint,  leden  der  Synode  en  als  zoodanig  ook  van  de 
Synodale  Commissie,  B.  V,  blz.  4,  Inl.  Versl.  blz.  5; 
Q.  V.  blz.   5, 

Hekendorp  onder  Oudewater  (Hervormden  te),  toelage  voor 
hunnen  hulpprediker ^  ook  van  het  Rijk,  blz.  SS,  bijl. 
A,   blz.  39. 

Helenaveen  (Gemeente  te),  toelage  tot  het  tractement  van 
haren  tijdelijken   predikant,    blz.  83,  bijl.  A»  blz.  39. 

Herwerden  (/.  B.  van),  lid  der  Indische  Commissie,  overle- 
den, bijl.  B,  blz.  92, 

Hilvarenbeek  (Gemeente  te),  de  subsidie  haar  uitbetaald, 
blz.   33,   bijl.  A,  blz.  84. 

Hoeve  (A,  H,  van  der),  ouderling  te  Eeppel,  bij  de  B.  V, 
afwezig,  blz.  6;   G.  V.  blz.  4.. 

tf  («/.  N.  van  der) ,  predikant  te  Noord  wij  kerhout,  in  hooger 
beroep  bij  de  Synode,  uit  zijne  bediening  ontzet,  B.  Y. 
blz.  5,  130—135. 

Hollandsche  Veld  (Gemeente  te),  toelage  voor  den  gods- 
dienst-onderwijzer,   blz.  34,  bijl.  A,  blz.  40,  41. 

HoUum  op  Ameland  (Gemeente  te),  rijkssubsidie  verkregen, 
b^K  A,  blz.  32;  uitbetaling  al  vast  van  de  helft  der 
Synodale   subsidie  verkregen ,  bhs.  33 ,  bijl.  A ,  blz.  34. 

Holysloot  (Gemeente  te),  uitbetaling  van  subsidie  verkregen, 
blz/ 83,  bijl.  A,  blz.  84. 

Haogenhuijze  E.  A.  G.  {van) ,  predikant  te  Dordrecht,  tegen 
hem  ingebrachte  bezwaren  van  ver2et  ter  zake  der  schor- 
sing van  de  Dordtsche  ouderlingen  in  handen  eener 
Synodo3  Contracta,  bU.  71,.7&,.  294—298^ 

Hooger  onderwijs  in  de  Godgeleerdjieid  van  wege  de  Her- 
vormde kerk  (Fonds  voor  d&  kosten  yan  het).  De  aan- 
gelegenheden er  van  behandeld ,  blz,  34,  &5,  38 — 40; 
bijl.  A,  blz.  46—57. 


ALPHABBTI80H  BEQISTER.  xv 

n  (Begkment  op  het);  verwerping  van  een  ten  voorgaan- 
den  jare  door  Dr.  P.  Hofstede  de  Orpot  voorgestelde 
uitbreiding  van  art.  9,  B.  V.  blz.  84^  85;  verandering 
van  art.  16^  voorloopig  aangenomen^  blz.  36^  bijl.  A^ 
blz.  53.  Zie  omtrent  de  overige  vastgestelde  verande* 
ringen  van  dit  Reglement:  Amsterdam  (Aanstelling 
van  Kerkelijke  Hoogleeraren  te). 

Hoogleeraren  (Kerkelijke) «  verslagen  van  den  staat  van  han 
onderwijs  en  daaromtrent  genomen  besluiten ,  blz.  1,  8  ; 
goedkeuring  van  de  lijsten  hunner  lessen  ^  ald.;  regeling 
van  hun  tractement  en  pensioen  bij  Koninklijk  beslait, 
blz.  34,  bijl.  A,  blz.  46 — 50  ;  voorziening  in  de  door 
hen  te  maken  kosten,  blz.  38 ,  39,  bijl.  A,  blz.  52-« 
55 ;  een  voorstel  van  Roodhuyzen  om  hen  in  de  kor- 
ting van  hun  tractement  voor  het  pensioen  tegemoet  te 
komen,   verworpen,  blz.  39,  40. 

Hoorn  (P.  M.  Keiler  van)  c.  s,,  predikanten  te  Dordrecht, 
bezwaard  door  de  weigering  van  de  ouderlingen  aldaar 
om  bij  de  aanneming  hunner  leerlingen  tegenwoordig 
te  zijn  en  daaruit  ontstane  verwikkelingen,  B.  Y.  blz. 
6 — 11.  Zie  verder  Dordrecht  (Ouderlingen  te). 

Horsten  (Gemeente  te),  afbetaling  van  subsidie  verkregen, 
blz.  33,  bijl.  A,  blz,  33. 

Hauwing  {W.  M.) ,  pred.  te  Havelte,  benoemd  tot  sec.  lid  der 
Synode,  blz.  4. 

Huizen  (Gemeente  te),  toelage  voor  haren  godsdienstonder- 
wijzer, blz.   33,  bijL  A,  blz.  39. 

Hulppensioenfonds  (Staat  van  het),  bijl.  A,  blz.  79 — 81; 
uitkeering  niet  vóór  1883  te  verhoogen,  blz,  15,  bijl, 
A,  blz,  84. 

Hulppredikersdiap  (Staat  van  het),  daaromtrent  uitgebracht 
rapport,  blz.  106,  107,   121. 

Indische  Commissie.  Verandering  in  hare  zamenstelling,  blz. 
21,  bijl.  B,  blz.  92. 

Jane .  {J,  G.) ,  predikant  te  Westzaan,  lid  der  Synode,  B. 
V.  blz,  4,.  Q.   V.  blz.   5. 

if  rapport  ter  zake  der  voordragten  voor  kleine  toelagen, 
blz«  47;  ter  zake  der  voorloopig  aangenomen  wijziging 
van  art.  94  van  het  Reglement  op  de  vacaturen,  blz.   118. 


XVI  ALPHABETISCH   REGISTER. 

Janssen  {H.  Q,),  pred.  te  St.  Anna  ter  Muiden,  lid  der 
Synode,  B,  V.  blz.  4;  Hd  der  Synodale  Commissie, 
Inl.  Versl.  blz.  5,  tijdelijk  vervangen,  ald. 

Junius  (Dr.  F.  J.  J.  A,)^  predikant  te  Tiel,  vervulling  der 
door  zijn  overlijden  bij  de  Gezangen-Commissie  ont- 
stane vacature,  bijl.  B,  blz.  90.  Zie  nog  Ooerman  (L.), 

Kage  (Vacature  te),  daarvoor  naar  art.  23  Eegl.  Vac.  op 
nieuw  dispensatie  verleend,  blz.  70,  bijl.  B,  blz.  101. 

Kaub  (J.  A,),  oud-ouderling  te  's  Hertogenbosch,  opgetreden 
ter  B.  V.,  blz.  4. 

Kerk  in  twee  afdeelingen  (Splitsing  der) ,  desbetreffend  voor- 
stel van  iai^^T^W  verworpen ,  B.  V.  blz.  118,  119, 
126—128. 

Kerkeraden  (Reglement  voor  de) ,  art.  3  al.  2 ,  voorstel  van 
C.  J.  Brutel  de  la  Bivière  en  leden  van  ondersclieiden 
Classikale  Vergaderingen,  om  daarbij  fabrikanten  of 
verkoopers  van  sterken  drank  van  de  benoeming  tot 
ouderling  of  diaken  uit  te  sluiten ,  haar  uitgebracht  rap- 
port verworpen,  blz.  74,  75,  142. 

//  art.  14,  7^  rapport  van  de  ingekomen  consideratiën  over 
de  voorloopig  aangenomen  verandering,  blz.  41 — 45; 
de  verandering  niet  vastgesteld,  blz.  140 — 142. 

Kerk  visitatie  (Reglement  en  Rapport  op  de) ,  blz.  127 — 140, 
350,  B.  V.  blz.  100. 

//  (Verslagen  van  de) ,  rapport  ter  zake  en  daarop  geno- 
men besluiten,  blz.   127 — 139,   140. 

Kerspel  vorming,  rapport  der  Synodale  Commissie  omtrent 
de  betrekkelijke  voorstellen  van  de  HH.  Acquoy  en  van 
Lakerveldy  met  Concept-reglement,  B.  V.  blz.  24 — 45; 
algemeene  beraadslagingen  over  het  rapport,  ald.  blz. 
46 — 48;  het  Reglement  in  behandeling,  ald.  blz.  49 — 
52,  56,  57,  61—63,  64—66;  het  Reglement  en 
daarbij  voorgedragen  veranderingen  in  het  Algemeen. 
Reglement  en  bijzondere  reglementen  voorloopig  aange- 
nomen, ald.  blz.  66,  67,  90 — 100;  daarop  betrek- 
kelijke memorie  vao  toeUchting,  ald.  blz.  114 — 117; 
benoeming  eener  Commissie  ter  zake  der  ingekomen 
cohsiderafiën   en   adressen,   blz.    10;  rapport  der  Gom- 


ALPHABBTISCH  REGISTER.  xvii 

missie^  bh.  147 — 188,  haar  ontwerp  van  herzien  Regle- 
ment, blz.  188 — 196;  algemeene  beschouwingen,  blz. 
244 — 249;  afwijzing  van  de  in  het  rapport  vermelde 
ingekomen  voorstellen  ter  zake,  blz.  249,  250,  288 — 
293,  818,  322,  823,  325,  339—350. 

Kleverskerke  (Gemeente  te),  voor  pastoriebouw  ondersteund 
en  voor  rijkssubsidie  aanbevolen,  blz.  29,  33,  bijl.  A, 
blz.   16,  17. 

Kluitman  {M,  H.) ,  oud*ouderIing  te  Gouda ,  benoemd  tot  sec. 
lid  der  Synode,  blz.  4. 

Koel  (Dr.  /.  K) ,  predikant  te  's  Hertogenbpsch,  lid  der  Syno- 
.  dale    Commissie,  lul.  Yersl.  blz.  5,  als  zoodanig  afge- 
treden, ald.  blz.  6. 

Koning  (Z.  M.  de),  bericht  omtrent  de  zwangerschap  der 
Koningin  beantwoord,  blz.  69,  bijl.  B,  blz  90 — 92; 
Commissie  voor  audiëntie,  blz.  144;  de  aangevraagde 
audiëntie  niet  verkregen,  blz.  201. 

Kootwijk  (Vacature  te) ,  vragen  van  dispensatie  ter  zake  naar 
art.  23  Reglement  op  de  Vacaturen  noodzakelijk  ver- 
klaard, blz.  70,  bijl.  B,  blz.  98. 

Kosten  der  procedure  tegen  de  Dordtsche  ouderlingen  voor 
rekening  van  de  Kerk  gebracht ,  B.  V.  blz.  9,11, 
12,  20. 

Kosten  in  zake  van  tucht.   Bijl.  A,  blz.   58 ,  59. 

Kosterygoederen ;  een  schrijven  van  het  Classikaal  Bestuur 
van  Eraneker,  rakende  het  belang  dier  goederen  bij  de 
Synodale  Commissie  overgebracht ,  blz.  23. 

Kronenberg  (/.  F.  C),  Waalsch  ouderling  te  Arnhem,  voor 
den  heer  van  Boneval  Faure  als  lid  der  Synode  opge- 
treden, blz.  4,  5,  288;  rapport  omtrent  den  staat 
van  het  hulppredikerschap ,  blz.  106. 

Kruijf  (Dr.  E,  F,) ,  hoogleeraar  te  Groningen ,  praeadviserend 
lid  der  Synode ,  B.  V. ,  blz.  4. 

Xaierveld  {O,  J,  van),  predikant  te  Helmond,  lid  der 
Synode,  B.  V.  blz.  4;  G.   V.  blz.   5. 

//     rapport  ter  zake  der  kerspel  vorming,  blz.  147. 

^    voorstel  tot  splitsing  der  kerk  in  twee  afdeelingen ,  B. 

2 


xviii  ALPHABETISCH  REGISTER. 

Y.  bk.  118;  tot  Toorziening  bij  het  Algemeen  Regle- 
ment van  bnitengewone  maatregelen  in  het  belang  der 
ofde^  ald.  biz.  119. 

Laherveld  {van),  Boodhuyzen  en  van  Duyl,  voorstel  tot 
verandering  van  art.  1  en  11  van  het  Algemeen  Regle- 
ment ^  blz«  204t. 

ff     Zie  nog  Roodhuyzen. 

Laren  (Gemeente  te)^  toelage  voor  haren  godsdienstonder- 
wijzer,   blz.  33  9  bijl.  A,  blz.  79. 

Loêonder  (K  ff.)^  hoogleeraar  te  Utrecht,  praead viserend 
lid  der  Synode ,  blz.  4 ;  rapport  ter  zake  der  voorloopig 
aangenomen  verandering  van  art.  38  van  het  Reglement 
op  het  Hooger  Onderwijs  en  verschillende  voorstellen  op 
de  belijdeniskwestie  betrekking  hebbende,  blz.   79, 

Leden  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk,  bijl,  C,  blz.  117. 

Leeuwen  (Predikantsplaats  te) ,  toelage  uit  het  fonds  tot 
verbetering  der  schraalste  predikantstractementen ,  ver- 
kregen, blz.  62. 

Legaten.  Zie  Giften, 

Leiden  (Kerkeraad  te);  om  wijziging  van  art.  41  van  het 
Reglement  op  de  vacaturen,  blz.   53 — 56. 

Lichtenvoorde  (Gemeente  te) ;  advies  omtrent  haar  verzoek 
om  rijkssubsidie  aangehouden,  blz.  82. 

Lidmaten   (Aangenomen);  getal,  blz.  136,  bijl.  C,  blz.  117. 

Zuti  (/.  J.  £.),  predikant  bij  de  Waalsche  gemeente  te 
Middelburg,  vice-president  der  Synode  en  der  Synodale 
Commissie,  B.  V.,  blz.  4,  inl,  versl.  blz.  5;  lid  en 
president  G.  V.,  blz.  5,  6. 

//  rapport  ter  zake  van  het  bezwaarschrift  van  het  Classi- 
kaal  Bestuur  van  Dordrecht,  B.  V.,"blz.  101;  tot  toe- 
lichting van  het  Reglement  op  de  kerspelvorming,  ald. 
blz.  114;  betrekkel^k  de  voorloopig  aangenomen  veran- 
deringen van  art.  38  van  het  Reglement  op  het  Gods- 
dienst-onderwijs, ald.  blz.   135. 

//     voorstel   om    in    de    Universiteitssteden   op  kosten  van 


ALPHABÊTISOH  REGISTER.  xix 

bijzondere  vereenigiagen  gelegenheid  te  geven  tot  aan- 
stelling Tan  buitengewone  kerkelijke  hoogleeraren ,  B. 
Y. ,  blz  82 ;  omtrent  een  niet-praejudicerend  overgangs- 
iijdperki  ald.  blz.  149. 

Lijsten  van  de  lessen  der  Kerkelijke  hoogleeraren  goedge- 
keurd, blz.   7 — 8. 

ManJSz,  (Mr.  JE.  de) ,  oud-ouderling  te  Breda,  lid  der  Synode, 
bij  de  Buitengewone  vergadering  door  zijnen  secundus 
vervangen,  blz.  4,  ter  gewone  vergadering  tegenwoor- 
dig, blz.  4;  rapport  ter  zake  van  het  voorstel  der 
Waalsche  Reunie  om  de  gevfillen  te  doen  bepalen, 
waarin  men  ophoudt  lid  eener  bijzondere  gemeente  te 
zijn,  blz.  51;  ter  zake  van  een  gelijksoortig  voorstel 
van   den  Kerkeraad  te  Sluis,  blz,  52. 

Mare  {A.  de),  ouderling  te  Leiden,  sec.  lid  der  Synode, 
daarvoor  bedankt,  blz.  4. 

Meedhuizen  (Predikantsplaats  te);  de  toelage  uit  het  fonds 
tot  verbetering  der  schraalste  predikantstractementen 
ingetrokken,  blz.  62. 

Meyes  {B.  PoHhumus)  c.  s.,  te  Amsterdam,  ter  zake  der 
aanstelling  van  Kerkelijke  hoogleeraren  ald.  B.  T.  blz.  44. 

Middelburg  (Classikale  Vergadering  van);  verschillende  be- 
sluiten op  van  daar  ingekomen  verklaringen  rakende  de 
besluiten  der  Synode  aangaande  de  belijdeniskwestie, 
blz.  220 ;  haar  voorstel  tot  herstelling  van  de  oorspron- 
kelijke inrichting  der  Kerk  verworpen,  blz.  250. 

Midsland  op  Terschelling ;  teekening  der  oude  kerk  en  toren, 
bk.  21. 

Millingen  (Gemeente  te);  voor  kerkbouw  van  wege  het 
Rijk  ondersteund,  bijl.  A,  blz.  32;  insgelijks  door  de 
Synode,  blz  29,  33,  bijl.  A,  blz.  8—11;  dankbe- 
tuiging daarvoor,  blz.  201. 

Minderheden  (Reglement  voor  de  uitoefening  van  de  rechten 
der).  Zie  Heel  {JF.  F.  C.  J.  van). 

Moerdijk  (Gemeente) ;  onderzoek  naar  haren  toestand  aan  het 
betrokken  Provinciaal  Kerkbestuur  opgedragen ,  blz. 
127,  140. 


XX  ALPHABETISCH  REGISTER. 

Molenkamp  (&.),  predikant  te  Delft  ^  president  van  de  B. 
Y.  en  van  de  Synodale  Commissie,  B.  Y.  blz.  3,4, 
inl.  versl.  blz.  5;  voorstel  tot  verandering  der  redactie 
van  art.  88  van  het  Reglement  op  het  Godsdienst- 
onderwijs, B.  Y.  blz.  121. 

Molkwerum  (Gemeente  te);  voor  pastorieboaw  nog  onder- 
steund,  blz.  29,    31,    83,  bijl.  A,  blz.  17,  18,  32. 

Mom,  (P.),  te  Amsterdam,  als  secandas  van  den  quaestor- 
generaal  aangebleven ,  blz,  15. 

Nieuwe  Pekela  (Gemeente  te);  rijkssubsidie  voor  pastorie- 
bouw verkregen  en  vergunning  tot  wijziging  van  het 
bestek,  blz.  33,  bijl.  A,  blz.  32,  33. 

Nieuwolda  en  Wildendorp  (Grensscheiding  der  gemeenten  te), 
blz.  21  verg.  blz.  79. 

Noodlijdende  kerken  en  personen  (Fonds  voor);  aangelegen- 
heden van  het  fonds  in  het  verslag  der  Synodale  Com- 
missie behandeld,  staat  van  het  fonds,  bijl.  A,  blz. 
6,  volgg.  beschikbare  middelen,  blz.  26,  28,  bijl. 
A,  blz.  7,8;  correspondenten  voor  de  hulpbehoevende 
gemeenten,  bijl.  A,  blz.  7;  orderstelling  op  de  uitbe- 
taling van  subsidiën,  na  kennisneming  van  de  aanne- 
mingssom, blz.  33,  bijl.  A,  blz.  33 — 36.  Yoordragten 
der  Synodale  Commissie  betrekkelijk  de  verzoeken  om 
subsidie  en  daarop  genomen  besluiten,  blz.  29,  33, 
bijl.  A,  blz.  8 — 32;  overige  aangelegenheden  er  van 
behandeld,  blz.  33;  voordrachten  voor  kleine  toelagen. 
Zie  Toelagen. 

Noorden  ( Yacature  te) ;  daarvoor  naar  art.  23  Regl.  Yac.  ge- 
vraagde dispensatie  niet  toegestaan,  blz.  70,  bijl.  B, 
blz.  101,  102. 

Nijmegen  (Glassikale  Yergadering  van),  voorstel  tot  wijkvor- 
ming  afgewezen,  blz.  260. 

Oldelamer  c.  a.  (/.  de  Ruiter  c.  e.  te)  hun  verzoek  om  cas- 
satie eener  beslissing  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Friesland  in  een  geschil  tusschen  de  gecombineerde 
gemeenten  ten  opzichte  van  hare  diaconie-administratie 
afgewezen,  bijl.  B,  blz.  109 — 112. 


ALPHABETISCH  EEGISTER.  xxi 

Oldemarki  (Gemeente  te);  eene  verkeerde  omtrent  haar  ge- 
dane mededeeling  door  den  Quaestor-generaal  hersteld , 
blz.  87. 

Onderdendam  (Classikaal  Bestuur  van)  om  art.  41  al.  2 
van  het  Beglement  op  de  vacaturen  te  doen  vervallen^ 
blz.  68—66  verg.  blz.  122—126. 

Onderwijs  (Beglement  op  het  Hooger);  voorloopig  aangeno- 
men veranderingen  betrekkelijk  de  aanstelling  van  Ker- 
kelijke hoogleeraren  te  Amsterdam^  B.  Y.  blz.  90; 
woord  ter  toelichting  daarvan ,  ald.  blz.  117,  118;  de 
voorstellen  door  de  hh.  Messchert  van  Vollenhoven  goed- 
gekeurd, ald.  blz.  123;  voorstel  van  BoodAuyzen  tot 
wijziging,  blz.  9,  10;  benoeming  eener  commissie  ter 
zake  der   ingekomen  consideratiën ,  blz.   10. 

Oost-Tlieland»  Zie  Ylieland. 

Ootmarsum  (Gemeente  te);  subsidie  haar  uitbetaald ,  blz.  88. 

Orde  (Reglement  van),  der  Synodale  Commissie,  Inl.  Versl. 
blz.  6;  der  Synode,  blz.   6. 

Ouderlingen  te  Dordrecht ,  ZieDordtsche  Ouderlingen. 

Ouderlingen  en  diakenen  en  de  beroeping  van  predikanten 
(Reglement  op  de  benoeming  van);  blz.  74,  849,  B. 
V.  blz.  42—43,  99. 

Overgangstijdperk  (Niet-praejudicerend) ;  desbetreffende  voor- 
stellen en  besluiten,  B.  V.,  blz.  148 — 162. 

Overman  [B.  A.),  predikant  te  Heinkenszand ,  lid  en  Yice- 
president  der  Sijnode,  blz.  4 — 6. 

//  rapport  ter  zake  der  uitspraak  der  Synodus  Contracta 
op  het  hooger  beroep  van  den  Kerkeraad  te  Apeldoorn, 
blz.  46. 

Overman  (L.),  predikant  te  Spijkenisse,  op  voordracht  van 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland  eenparig 
benoemd  tot  lid  van  de  Commissie  van  toezicht  op  den 
druk  en  de  uitgaaf  der  Evangelische  gezangen;  (1) 
aanneming  der  benoeming,  blz.  12. 


(1)  OnwiUekearig  is  de  venneldiog   dezer  benoeming  niet  in  den  drok  dor 
Handelingen  opgenomen. 


XXII  ALPHABETISCH  BEGISTER. 

Over  't  Schild  (Hervormden  te) ,  toelage  voor  de  onder  hen 
werkzame  predikanten ^  blz.  83,  bijl.  A,  blz.  39. 

PUlo  (if.  B.),  pred.  te  Zoelen,  benoemd  tot  secundas-lid  der 
Synode^  blz.  3. 

Fredikantsplaatsen  (Getal  der),  bijl.  O,  blz.   117. 

Fredikantstractementen  (Fonds  tot  verbetering  der  schraalste)^ 
aangelegenheden  van  het  fonds  door  de  Synodale  Com- 
missie behandeld  en  daarop ,  ook  naar  uitgebracht  rapport, 
genomen  besluiten,  blz.  58,  59,  62,  63. 

f,  Beglement  op  het  fonds,  voorloopig  aangenomen  ver- 
anderingen naar  uitgebracht  rapport  vastgesteld,  blz.  59 — 
61,  62. 

f,     (Verhooging  van  Bijks),  bijl.  B,  blz.  92. 

Prins  (t7.  Alingh),  predikant  te  Korte  Zwaag,  lid  van  de 
Synode,  B.  V.  blz.  4,  Q.  V.  blz.  5;  benoemd  tot 
secundus  bij  de  Synodale  Commissie,  blz.  203. 

If  rapport  ter  zake  van  het  voorstel  der  Classikale.  Ver- 
gadering van  Utrecht  om  de  Waalsche  kerken  tot  een 
classis  te  maken,  blz.  144. 

Provinciale  Kerkbesturen  (Verslagen  der),  in  handen  eener 
Commissie,  blz.  6;  rapporten  der  Commissie  en  daarop 
genomen  besluiten,  106  (121),  107  (121),  127— 
139    (140). 

Frovinciale  subsidiën,  bijl.  C,  bl.  118. 

Funten  van  behandeling  bij  de  Synode ,  B.  V.  blz.  4,5; 
G.  V.  blz.  6. 

Quaestoren  der  dassen  in  de  Universiteitssteden ;  toekenning 
van  een  honorarium  voor  het  bezorgen  der  bijdragen 
van  de  studenten  voor  de  bijwoning  der  lessen  van  de 
Kerkelijke  hoogleeraren,  blz.  39,  bijl.  A,  blz.  57. 

Quaestor-generaal  ter  vergadering  opgeroepen  en  daar  tegen- 
woordig, blz.  7,  24,  33,  37,  46,  51,  64;  gede- 
chargeerd voor  de  gewone  betalingen ,  bijl.  A,  blz.  58 ; 
Verslag  der  Synodale  Commissie  van  zijn  beheer  en 
daarop  genomen   besluiten;    blz.  14,  16,  bijl  A,-blz. 


ALPHABETISOH  RBGISTEE.  xxin 

60  volgg,;  mededeeling  hjem  daarvan  gedaan^  blz.  24; 
toekenning  van  honorarium  voor  het  beheer  van  het 
fonds  voor  de  kosten  van  het  Hooger  onderwijs^  blz. 
39,  bijl.  A,  blz.  67. 

Quotisatie  der  gemeenten  (Herziening  van  de) ,  door  de  Synode 
naar  voordracht  der  Synodale  Commissie  vastgesteld,  blz. 
45,  bijl.  A,  blz.  57,  58. 

Begisters  van  ingekomen  en  uitgegane  stukken,  door  den 
Vioe-president  onderzocht,  blz.  7,   11,  351. 

Beglementen  of  veranderingen  in  bestaande  (Nieuwe),  uitge- 
vaardigd en  in  werking  gesteld,  blz.  22,  bijl.  B,  blz. 
86—88. 

//  Uitvaardiging  van  veranderingen  daarin,  bijl.  B,  blz. 
86—88. 

ff  (Nieuwe  voorstellen  tot  veranderingen  in),  in  handen 
eener  Commissie,  blz.  10;  rapporten  der  Commissie 
en  daarop  genomen  besluiten,  blz.  51  (116),  52  (117), 
53  (122—126),  56  (142,  148),  72  (117,  118),  74 
(142),  144—146  (146). 

//  (Yoorloopig  aangenomen  veranderingen  in) ,  betrekkelijke 
consideratiën  in  handen  eener  Commissie,  blz.  10;  rap- 
porten  der  Commissie  en  daarop  genomen  besluiten,  blz. 
40—45  (140—142),  blz.  118—121. 

Reihma  (Dr.  A»  T.) ,  pred.  te  Groningen,  lid  der  Synode, 
zijn  overlijden   vermeld ,  B.  Y.  blz.  3. 

Bekeningen  der  Synodale  fondsen  goedgekeurd,  blz.  14, 15. 

Bemonstrantsche  Broederschap  (Commissie  der),  dankbetui- 
ging voor  de  handhaving  van  het  Synodaal  besluit  van 
20  Julij  1819,  blz.  69,  bijl.  B,  blz.  93. 

Riedel  (/.  P.  Bruinwold)  ,  predikant  te  Waaxens ,  lid  der 
Synode.  B.  V.  blz.  4 ,  Q.  V.  blz.  5 ;  benoemd  tot 
secundus  bij  de  Synodale  Commissie ,  blz.  203. 

ff  rapport  ter  zake  van  het  bezwaarschrift  van  den  Dordt- 
schen  ouderling  Dr.  Stronck ,  B.  V.  blz.  139  ,  verg. 
blz.  147. 

//  voorstel  tot  herziening  der  Kerkelijke  wetgeving  ter 
verwijdering  van  hetgeen  op  belijdenis  betrekking  heeft, 
B.  V.  blz.  85. 


XXIV  ALPHABEÏISCH   REGISTER. 

Roermond  (Gemeente  te) ,  subsidie  ontvangen  tot  verminderd 
bedrag,  blz.  83,   bijl.  A,  biz,  33. 

Romhach  (£f.),  predikant  te  St.  Antoniepolder,  in  hooger  be- 
roep en  ter  laatste  instantie  uit  zijne  bediening  ontzet, 
B.  V.  blz.  5,  58—61,  72—78. 

Boodhuyzen  (Dr.  /ƒ.),  pred.  te  Zaltbommel,  lid  der  Synode, 
blz.  3,  4. 

if     rapport  ter  zake  der  kerkvisitatie ,  blz.  127. 

ff  voorstel  tot  wijziging  der  voorloopig  aangenomen  ver- 
anderingen in  het  Reglement  op  het  Hooger  Onderwijs, 
blz.  9  ;  tot  tegemoetkoming  der  Kerkelijke  hoogleeraren 
voor  de  korting  van  hun  tractement  voor  het  pensioen, 
blz.  39 ;  om  niet  aannemelijk  te  doen  verklaren ,  dat 
de  behandeling  der  Dordtsche  kwestie  opnieuw  aan  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  zou  worden 
opgedragen,  blz.  114;  motie  omtrent  de  behandeling 
der  voorstellen  rakende  art.  38  Regl.  Godsdienstonderwijs, 
blz.  201;  tot  zuivere  toepassing  van  art.   38,  blz.  242. 

Roodkuyzen,  van  Duyl  en  van  Laierveld,  voorstel  rakende 
art.  38  en  39  van  het  Reglement  op  het  Godsdienst- 
onderwijs ,  blz.   203. 

//     Zie  nog  Laierveld  (van). 

Rossum  (Predikant  te),  zijn  verzoek  om  bijdrage  voor  het 
godsdienstonderwijs  aangehouden,  blz.  34,  bijl.  A,  blz.  41. 

Rijkssubsidiën ,  blz.  33,  bijl.  A,  blz.  32,  33  en  bijl.  C, 
blz.  117—118,  118—120. 

Rijnsaterwoude  (Kerkeraad  te),  bezwaarschrift  over  het  uit- 
blijven eener  beslissing  in  zake  den  predikant  van 
Coeverden  Adriani,  blz.  76,  76. 

Schaarsbergen  (Gemeente  te),  hare  grensscheiding  naar  de  zijde 
van  Arnhem  tegen  de  bezwaren  van  den  Kerkeraad 
aldaar  gahandhaafd,   blz.  122,    127,  146,  147,  202. 

SchoUen  (/.  iZ.),  als  Quaestor-generaal  aangebleven,  blz. 
15,  24. 

Schoonoord  (Gemeente  te),  alsnog  eeue  kleine  toelage  ver- 
kregen, blz.  242. 


ALPHABETISCH   REQISTEll.  xxv 

Schrijf  behoeften  I  blz,  64,  bijl.  A,  blz.  60. 

Segen  {E,  César) ,  pred.  te  Leiden ,  lid  der  Synode ,  blz. 
8,  5. 

f,  voorstel  om  de  Handelingen  der  Synode  nog  tijdens  hare 
vergadering  te  doen  drukken ,  blz.  9 ;  tot  bevordering 
van  de  ophe£Sng  der  schorsing  van  de  Dordtsche  ouder- 
lingen, blz.  25;  tot  wijziging  van  art.  73  al.  1  van 
het  Beglement  op  de  Vacaturen,  blz.  125. 

ff     Zie  ook  nog   Westfik. 

Servatius  (Mr.  W.  O.),  oud-ouderling  te  Dordrecht  vergeefs 
tot  secundus  bij  de  Synodale  Commissie  benoemd,  blz.  232. 

Slaiswijk  en  Bod^raven  (Gemeenten  te),  goedkeuring  van 
hare  grens  verandering ,  blz.  221. 

Sluis  (Kerkeraad  te),  om  aanvulling  van  art.  3  van  het  Al- 
gemeen Beglement  voor  wie  hunne  attestatie  niet  op- 
vragen, blz.  52,  53;  opgedragen  aan  de  Synodale  Com- 
missie, blz.  117. 

Sluiskil  onder  Terneuzen  (Hervormden  te),  met  eene  toelage 
tot  voorziening  in  hunne  geestelijke  behoeften  onder- 
steund, blz.  33,  bijl.  A,  blz.  39. 

Sneek  (Glassikaal  Bestuur  van),  terechtgewezen  wegens  de 
verkeerde  behandeling  eener  bij  hem  aangebrachte  zaak , 
blz.  104,  bijl.  B,  blz.  114,  115. 

Soesterberg  (Predikantsplaats  te),  toelage  uit  het  fonds  tot 
verbetering  der  schraalste  predikantstractementen  ver- 
kregen,  blz.  62;  het  adres  om  verhooging  van  het 
rijkstractement  niet  ondersteund ,    blz.  68. 

Spoedvorderende  zaken  (Commissie  voor),  bijl.  A,  blz.  6.- 

Spijk  (Gemeente  te),  kleine  toelage  verkregen,  blz.   226. 

Sprank  (/.),  lid  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gel- 
derland, zie  Creutzberg  {K.  F.). 

Staat  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk;  desbetreffende 
mededeelingen  in  bijl.  C,  blz.  116—117. 

Steenberg   (i?.),  predikant  te  Amsterdam,  als  secundus  van 


XXVI  ALPHABETISCH  BBGI8TER. 

H.  Q.  Janseen  bij  de  Synodale  Gommissie  opgetreden, 
Inl.  Yersl.  blz.  6 ;  benoemd  tot  lid  der  Synodale  Com- 
missie, blz.  50,  106. 

Steyn-Schellinger  (Fonds  van  wijlen  vrouwe),  oj^aven  van 
nieawe  toelagen  daaruit,  bijl.  A,  blz.  S7. 

Stiens  (Bing  van),  onverplicht  verklaard  tot  voldoening  van 
contributiën  voor  de  vacante  predikantsplaatsen ,  waar- 
van hij  de  inkomsten  niet  geniet,  blz.  16. 

Stitswerd  (Qemeente  te) ,  voor  kerkherstel  ondersteund ,  blz. 
30,  33,  bijl.  A,  blz.  21,  22. 

Stronch  (/.  «/.) ,  geschorst  ouderling  te  Dordrecht,  onbevoegd 
verklaard  om  als  lid  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
aan  zijne  werkzaamheden  deel  te  nemen,  B.  Y.  blz. 
9,  11,  20;  beklag  daarover  in  handen  eener  Commissie, 
ald.  blz.  64,  100,  101;  rapport  der  Commissie  en 
overeenkomstig  afwijzend  besluit,  ald.  bl.  139,  142, 
143,  147,  148. 

Stadenten  voor  en  in  de  Godgeleerdheid  (Getal  der) ,  B.  Y. 
blz.  69;  bijl.  A,  blz.  50—57;  bijl.  C,  blz.  121;  zie 
omtrent  die  aanvragen  van  vrijstelling  van  de  bijdrage 
tot  bijwoning  der  lessen  van  de  Kerkelijke  hoogleeraren, 
B  ij  dragen,    enz. 

Sabsidiën  uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen 
(Dankbetuiging  voor  verleende),  blz.  29 — 33;  bijl.  A, 
blz.  8—36  ;  bijl.  B ,  blz.  94. 

Sarhuisterveen  (Heide) ,  toelage  aan  den  predikant  voor  zijnen 
dienst  aldaar,  blz.  33,  bijl.  A,  blz.  39. 

Synodale  Gommissie  (Algemeene),  hare  zamenstelling,  het 
getal  van  hare  leden  en  hare  werkzaamheden,  Inl.  Yersl. 
blz.  5,  6;  aftreding  van  hunne  leden  en  Secundi, 
ald.;  voorziening  in  de  Yacataren,  Hand.  blz.  7  ,  19, 
35,  36,  49,  50,  72,  106,  197,202,203,231,232. 

;/  verslag  omtrent  de  verwikkelingen,  die  tot  bijeenroeping 
der  Synode  in  buitengewone  vergadering  geleid  hebben, 
B.  Y.  blz.  5 — 16;  rapport  omtrent  kerspel  vorming , 
ald.  blz.  24—43.  De  inleiding  tot  haar  gewoon  verslag 
in  behandeling,  blz.  7;  als  voren  haar  verslag  omtrent 
de  financiële  aangelegenheden  in  bijl.  A,  blz.  60«— 85. 


ALPHABETISCH   REGISTER.  xxvii 

Synodde  Commissie  (Algemeene) ,  omtrent  de  aangelegenheden 
van  Terschillenden  aard^  bijl.  B^  blz.  86 — 115. 

^     betrekkelijk    den    staat   der    Nederlandsche  Hervormde 
Kerk,  bijl.  C,  blz.   116—117. 

Synode  (Algemeene) ,  hare  zamenstellingi  B.  V.  blz.  4; 
G.  V.  blz.  4,  6;  tijd  van  hare  zamenkomst  een  dag 
later  gesteld,  blz.  6,  bijl.  B,  blz.   115. 

Synodi  Contractae,  B.  V.  blz.  5,  56,  74;  G.  V.  blz.  7, 
71,  72. 

Toelagen  uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen 
(Kleine),  door  de  Synodale  Commissie  toegekend,  blz. 
33,  bijl.  A,  blz.  36,  37;  betrekkelijke  voordrachten  in 
handen  eener  Commissie ,  blz.  10;  rapport  der  Commissie 
en  daarop  genomen  besluiten ,  blz.  47 — 49. 

Trip  van  Zoudllandt  (Jhr.  W.  F.),  lid  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur   van  Gelderland;  zie  Creutzberg  (JT.  F,). 

Tucht  (Reglement  voor  Kerkelijk  opzicht  en),  blz.  349;  B. 
V.  blz.  43,  100. 

n     (Vergoeding    van    kosten    in    zake   Van),  blz.  64,  65, 
bijl.  A,  blz.  58,  59. 

Uitspraken  van  Kerkelijke  Besturen  (Afschriften  van),  blz. 
69,  bijl.  B,  blz.  92,  93. 

Uitspraak  van  de  Synodale  Commissie  op  het  verzoek  van 
de  predikanten  Keiler  van  Hoorn  c,  8,  te  Dordrecht,  om 
cassatie  van  de  beslissing  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Zuidholland  in  zake  hun  bezwaarschrift  over  de 
weigering  der  ouderlingen  om  bij  de  aanneming  hunner 
leerlingen  tegenwoordig  te  zijn,  B.  V.  blz.  16 — 20; 
overige  uitspraken  in  cassatie,  bijl.  B,  blz.  105 — 115. 

Universiteit  (Hoogleeraren  der  Vrije),  verklaring  omtrent 
hunne  verhouding  tot  de  Algemeene  Weduwenbeurs , 
blz.  37,  38. 

Utrecht  (Classikale  Vergadering  van),  haar  voorstel  om  van 
de  Waalsche  Kerken  eene  classis  te  maken  a%ewezen, 
blz.  144—146. 

Vacaturen  (Reglement  op  de),  art.   24,   de  voorloopig  aan- 


xxvin  ALPHABETI80H  BEQI8TER. 

genomeu  wijziging  naar  uitgebracht  rapport  vastgesteld, 
blz.  118*^121,  280^  231;  art.  41,  voorstel  van  het 
Classikaal  fiestuur  van  Onderdendam  om  al.  2  te  doen 
vervallen  en  van  den  Kerkeraad  te  Leiden  om  het  artikel 
te  wijzigen,  blz.  58 — 56;  het  voorstel  verworpen ,  maar 
daarentegen   art.  78  al.  1  gewijzigd,  blz.  122 — 126. 

Vacaturen  (Beglement  op  de),  art.  53,  aanvulling  uitgevaar- 
digd, blz.    22,  bijl.  B,  blz.  87,  88. 

Veen  Az.  («/.  van  der)y  oud-ouderling  te  Hoogeveen,  lid 
der  Synode ,  B.  V.  blz.  4 ;  G.  V.  blz.  5. 

Yegchel  (Gemeente  ie),  uitbetaling  van  de  helft  van  het 
verminderd  bedrag  der  subsidie  verkregen  ,  blz.  38,  bijl. 
A,  blz.  34. 

Vegt  (/.  van  der) ,  oud-ouderling  te  ^s  Gravenhage ,  lid  der 
Synodale  Commissie ,  Inl.  Yersl.  blz.  5. 

Velzen  (Dr.  8»  K.  Thoden  van) ,  predikant  te  Leeuwar- 
den c.  s. ,  hun  van  1879  aangehouden  adres  in  het 
belang  van  het  Godsdienstonderwijs ,  zonder  gevolg  ge- 
laten, blz.  66. 

Verslag  (omtrent  de  financiële  aangelegenheden);  bijl.  A,  blz. 
60—85. 

if  (omtrent  aangelegenheden  van  onderscheiden  aard);  blz. 
blz.  106—108,  121,  351. 

ff  (omtrent  den  staat  der  Nederl.  Herv.  kerk);  bijl.  C, 
116—120. 

Verhoeff  (/.  C),  predikant  te  Utrecht,  lid  der  Synode  B. 
V.  blz.  4;  tijdelijk  als  lid  der  Synodale  Commissie 
opgetreden,  Inl.  Versl.  blz.  6,  6;  benoemd  tot  sec. lid 
der  Synode,  blz.  4. 

ff  rapport  ter  zake  der  verlangde  aanstelling  van  Kerke- 
lijke hoogleeraren  te  Amsterdam,  B.  V.,  blz.  67;  ter 
zake  van  betrekkelijk  schrijven  aan  de  hh.  Vollenhoven 
c,  s.,  ald.  blz.  87;  ter  zake  de  vereischte  veranderin- 
gen in  het  Beglement  op  het  Hooger  Onderwijs,   ald. 


ALPHABETISCH  SEQISTEE.  xxix 

blz.  90;   alsvóren   ter    toelichting    daftrvan^   biz.    117, 
antwoord  aan  de  Dordtsche  oaderlingen,  bis.  144. 

II  voorstel  met  van  den  Brandeler  tot  herstel  der  oude 
redacties  y  artt.  38  en  89  van  het  Beglement  op  het 
Godsdienstonderwijs,  B.  V.  blz.  78,  79. 

Yervolgbundel  op  de  Evangelische  Gezangen  en  Bijbelver- 
taling N.  T.  (Fonds  van  den);  verslag  van  de  Syno- 
dale Commissie  omtrent  de  ingekomen  baten  en  be- 
schikking daarover,  en  daarop  genomen  besluiten, 
blz.  26—28,  bijl.  A,  blz.  45,   46. 

Vierlingsbeek  (Gemeente  te)  voor  pastoriebouw  ondersteund 
en  tot  het  bekomen  van  rijkssubsidie  aanbevolen,  blz. 
30,  33,  bijl.   A.  blz.  22,  23. 

Vlieland  (Gemeente  te);  uitbetaling  der  subsidie  verkregen, 
na  gemaakte  bedenking  om  eerst  nog  de  helft  te  vol- 
doen, blz.  33,  bijl.  A,  blz.  34—36. 

Vollenhoven  (Mr.  J.  MesBchert  van)  c,  a.  zie  Amsterdam. 

Voorstellen,  Schriftelijke  ter  tweede  zitting  ingediend,  blz. 
9—10. 

Vrouwenparochie  (Vacature  te);  daarvoor  naar  art.  23  Begl. 
Vac.  op  nieuw  dispensatie  verleend,  blz.  70,  bijl.  B, 
blz.  100. 

Waalsche  Kerken  (Commissie  voor  de  zaken  der). 

if  tot  een  Classikaal  ressort  te  maken.  Voorstel  van  de 
Classikale  Vergadering  van  Utrecht  afgewezen ,  blz. 
144—146. 

Waalsche  Reunie,  om  bepaling  der  gevallen,  waar  men  op- 
houdt lid  eener  bijzondere  gemeente  te  zijn,  blz.  51, 
52,  opgedragen  aan  de  Synodale  Commissie,  blz.  116. 

Wal  f  (Mr.  /.  de),  benoemd  tot  lid  der  Indische  Commissie, 
bijl,  B,  blz.  92. 

Waldenzen  (Verslag  van  het  Comitë  voor  de)  in  bijl.  D. 

Wanneperveen  (Predikantsplaats  te) ;  de  toelage  uit  het  fonds 
tot  verbetering  der  schraalste  predikants-tractementen 
ingetrokken,  blz.  62. 


XXX  ALPHABETISCH  EEQISTER. 

Wedawenbeurs  (Algemeene) ;  haar  staat  ^  bijl.  A,  blz.  70 — 72, 
hare  uitkeering  over  1880,  blz.  16,   bijl.  k,  blz.  83. 

//  (Beglement  op  de)  eene  aanvulling  van  art.  10  uitge- 
vaardigd, bk  22,  37,  bijL  B,  blz.  87,  88. 

Weduwenbeurzen  (Provinciale);  verslagen  van  hare  rekening 
tot  de  Synodale  Commissie  overgebracht,  blz.  21. 

//  Eeglement  op  de  Glassikale  en  Provinciale  weduwen- 
beurzen  uitgevaardigd,  blz.  22,  bijl.  B,  blz.  87,  88. 

Weerselo  (Gemeente  te);  haar  verzoek  om  subsidie  voor 
pastoriebouw  nog  in  advies  gehouden,  bijzondere  op- 
dracht aan  de  Synodale  Commissie,  blz.  29,  33,  bijl. 
A,  blz.   18,  19. 

Wehe  (Gemeente  te) ;  de  aanzuivering  van  hare  achterstallige 
quota  geregeld,  blz.  202. 

Westkapelle  (Gemeente  te);  de  toegekende  subsidie  verhoogd 
met  aanbeveling  voor  verhooging  der  rijkssubsidie ,  blz. 
30,  33,  106,  bijl.  A,  blz.  27,  verg.  blz.  33;  dankbe- 
tuiging, blz.   206. 

JFestrii  (J),  predikant  te  Cothen,  lid  der  Synode,  blz.  4,  5. 

,,     rapport  ter  zake  der  kerspel  vorming ,  blz.  147. 

ff  van  den  Brandeler  en  SegerSy  voorstel  tot  herstel  der 
oude  redactie  van  art.  38  van  het  Reglement  op  het 
Godsdienstonderwijs,  blz.  24;  protest  tegen  de  hand- 
having dier  redactie,  blz.  240. 

Wetsvoorstellen  (Nieuwe);  zie  Beglementen  (Nieuwe  daarin 
voorgestelde  veranderingen). 

Wier  (/.  P.  van  der)y  e,  s.  te  Goënga,  bezwaar  wegens  de 
weigering  van  den  Kerkeraad  om  hun  bewijzen  af 
te  geven  van  zedelijk  gedrag  voor  hunne  aanneming 
tot    lidmaat    elders,  bijl.  B,  114,  115. 

Willemsoord  in  Overijssel  (Gemeente  te);  haar  alsnog  eene 
kleine  toelage  toegekend,  blz.  237. 

Woldendorp,  zie  Nieuwolda. 

Wolf  ((/.),  godsdienst-onderwijzer  te  Harderwijk,  zijn  ont- 
slag uit  die  betrekking  bij  uitspraak  der  Syn.  Com. 
gehandhaafd,  bijl.  B,  blz.   112—114. 


ALPHABETISCH  REGISTER.  xxxi 

Wolf  (E.  F.  B.),  Quaestor  bij  het  Glassikaal  Bestuur  van 
Utrecht,  dankbetuiging  voor  de  toekenning  van  honora- 
rium wegens  de  bezorging  van  de  bijdragen  der  Stu- 
denten, blz.  201. 

Woude  (S.  CoolAaas  van  der),  pred.  te  Meeden,  benoemd 
tot  sec.  lid  der  Synode,  blz.  4. 

IJsselmonde,  zie  F  ij  en  oord. 

IJzendijke  (Classikaal  Bestuur  van),  wegens  zijne  uitspraak 
betreffende  een  lidmaat  te  Oostburg  terecht  gewezen,  blz. 
69,  bijl.  B,  blz.  92,  93. 

Zeeman  {C,  F.),  pred.  te  Zonnemaire,  benoemd  tot  sec.  lid 
der  Synode,  blz.  4. 

Zevenhoven  (Gemeente  te),  voor  kerkherstel  ondersteund, 
blz.  29,  33,  bijl.  A,  blz.  14,  16,  verg.  blz.  32. 

Zondagswet.  De  Synodale  Commissie  ter  zake  van  het  be- 
lang van  het  behoud  van  hare  bepalingen  diligent 
verklaard,   blz.  23,  bijl.  B,  blz.  89. 

Zoutelande  (Vacature  te),  daarvoor  weder  naar  art.  23  B.egl. 
Yac.   dispensatie  verleend,    blz.  70,  bijl.  B,  blz.   100. 

Zaidholland  (Provinciaal  Kerkbestuur  van),  zijne  uitspraak 
in  hooger  beroep  ter  zake  het  bezwaarschrift  van  de 
predikanten  Keiler  van  Hoorn  c.  e.  over  de  weigering 
der  Dordtsche  ouderlingen  om  bij  de  aanneming  hun- 
ner leerlingen  tegenwoordig  te  zijn  door  de  Synodale 
Commissie  vernietigd,  B.  V.  blz.  16 — 20;  besluit  tot 
vernietiging  van  het  besluit  van  het  Glassikaal  Bestuur 
van  Dordrecht  waarbij  de  gevolgde  eindbeslissing  van 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  onwettig  verklaard  werd 
en  zijn  optreden  te  Dordrecht  als  Kerkeraad,  ald.  blz. 
53;  mededeeling  betreffende  de  geschorste  ouderlingen, 
ook  van  eene  vruchtelooze  poging  tot  opheffing  der 
schorsing,  blz.  20;  verzoek  om  voorlichting  hoe  met 
de  predikanten  Eigeman  en  van  Hoogenhuize  te  hande- 
len door  de  spoedcommissie  afgewezen ,.  blz.  104,  105. 
Uitspraak  tot  ontzetting  van  een  diaken  te  Herkingen 
in  handen  eener  commissie,  blz.  11,  40;  tot  schor- 
sing van  den  predikant  H.  Groeneveld  te  Waarder,  bijl. 
B.,  blz.  92. 


SYNODALE  HANDELINGEN  1880. 


49. 

« 

19 

62. 

« 

9 

85. 

f 

19 

86. 

m 

20 

129. 

H 

8 

189. 

m 

13 

Drukfouieu  : 

Badz.  11.  Begd  13  vau  ouderen  het  adoiet  vervalle. 

f     boveD,  slechts  eene  collecte  Aeefi  gehoudeu. 

f     boYcn,  proviuciale  vervalle. 

'     onderen,  op  andere  lees  op  enkele  gemeenten.  . 

'     onderen,  werden  door  weinige  lees  eenige  leden. 

f    boven,  de  Froye  lees  de  Troge, 

V     onderen,   het   iê  Uwer  Vergadering  gegeven,  lees 
het  zij  Uwer  Vergadering  gegeven. 
«210.      »      13     "     onderen,  Sgdode  lees  Sgnode. 
"   211.  Laatste  regel,  giiter  lees  gisteren, 
«   212.  Regel  19  van  boven,  orereenkomtt  lees  overeenkomt. 
"   221.  2  laatste  regels,  «Sbr&macher  lees  5»^macher.    Zyp  lees  Zip. 
"    223.  Regel  12  van  onderen,  daar  lees  dat, 

t         m  Voersiel  lees   Foorsiel. 

f         »  gevallen  het  noodïg,  weglaten  het. 

'f     boven,  instandhouding  lees  ineenstorting. 

*  boven,  amandememeni  lees  amendement. 
»     boven,  erkent  is  lees  erkend. 
/     onderen,  stemming  lees  stemmen. 
»     boven,  a*  lees  2a. 

*  boven,  leeraar  lees  hoogleeraar. 
f»    van  onderen ,  preident  lees  president, 
f    onderen,  19  lees  IS. 


228. 

M 

8 

231. 

m 

20 

241. 

M 

9 

243. 

H 

11 

285. 

U 

13 

288. 

m 

14 

300. 

m 

14 

333. 

V 

10 

333. 

m 

6 

342. 

* 

10 

1 


BIJLAGEN 


VAN  DE 


HANDELINGEN  DER  ALGEMEENE  SYNODE 


VAN  DE 


NEDERLANDSCHE  HERVORMDE  KERK, 


TEN  JARE  1880. 


BIJLAGEN 


VAN    DE 


HAISDEUNGEN  DER  ALGfiilEeiüe  SYNODE 


VAM   DB 


NEDEBLANDSCHE  HEBVOBMDE  EXBE, 


/^ÜjlMICyy 


;>bodl:libr)* 


's  Gbatenhaoe, 
BW  A.  VAN  HOOGSTRATEN  EN  ZOON. 


1880. 


Verslag  van  de  verrigtingen  der  Al- 
gemeene  Synodale  Commissie  gedu- 
rende het  jaar  1879  tot  1880. 


De  Algemeene  Synodale  Commissie  kwijt  zich  van  de  Aanbieding  van  het 
verpligting ,  in  art.  74  van  het  Algemeen  Reglement  om-  ^®***ï*g- 
schreven ,  met  IJ  verslag  te  geven  van  hare  verrigtingen 
sedert  de  sluiting  der  laatste  gewone  vergadering  van  de 
Synode  op  27  Augustus  1879,  voor  zoo  verre  daarvan 
thans  uitgezonderd  behoort  te  worden ,  wat  op  de  bijeen- 
roeping der  gehouden  buitengewone  vergadering  der  Synode 
betrekking  had,  waarvan  het  verslag  reeds  voorkomt  in 
de  Handelingen  dier  vergadering,   blz.   6—20,   24—43. 

De  Commissie  was  als  volgt  zamengesteld :  O,  Molen-  Zamenstelüng  der 
kamp^  pred.  te  Delft,  president;  J.  T.  L.  Zuii,  pred.  Commissie, 
bij  de  Waalsche  Gemeente  te  Middelburg,  vice-presi- 
dent;  8,  P.  van  Hasselt ^  adviserend  lid  en  secretaris;  dr, 
J".  JT.  Kochf  pred.  te  's  Hertogenbosch;  mr.  H.  O. 
FeM,  oud-ouderling  te  Groningen;  H.  Q,  Janssen^ 
pred.  te  St.  Anna  ter  Muiden;  J.  van  der  Vegt, 
oud-ouderling  te  'sGravenhage,  6,  Bruna ,  pred.  te 
Hasselt  en  mr,  M.  Crommelin ,  ouderling  te  Utrecht. 

Voor  de  gewone  najaars-  en  voorjaars-vergaderingen  wer-     Getal  en  tijd  van 
den  telkens  niet  meer  dan  vijf  zittingen  gehouden  ;  eerstge-  ^^^  zittingen, 
noemde  duurde   van  12  tot  17  November,  laatstgenoemde 
van  19   tot  24  Mei.  Buitendien  vergaderden  wij  in  zeven 
zittingen    buitengewoon  van   10  tot  12  Maart  en  van  30 
Maart  tot  2  April. 

In  laatstgemelde  vier  zittingen  moest  de  heer  Janssen,  Medewerking  van 
tot  andere  werkzaamheden  geroepen ,  zich  door  zijnen  se-  *^"«  ^®^®^- 
candas,  den  heer  ff.  Steenberg,  pred.  te  Amsterdam, 
laten  vervangen  ,  terwijl  in  de  voorjaars-vergadering  voor 
den  heer  Luti ,  die  wegens  huiselijke  omstandigheden  af- 
wezig moest  blijven ,  de  heer  Bruna  de  betrekking  van 
vice-president    bekleedde ,   en  diens  secundus ,  de  heer  /. 


6 

C,  Verhoeff,  pred.  te  Utrecht,  als  gewoon  lid  was  op- 
getreden. Overigens  ondervonden  de  leden  der  Commissie 
geene  verhindering  om  aan  de  werkzaamheden  der  verga- 
dering deel  te  nemen. 

Pnnten  vbq  behan-  De  tijdige  bezorging  der  punten  van  behandeling  leed 
^®^"*^-  geene  vertraging,    door    de  prompte   medewerking,  welke 

de  Secretaris  daarbij ,  gelijk  steeds  door  de  vlugge  afleve- 
ring van  alle  drukwerken  ,  van  de  firma  C.  Blommendaal 
ondervindt. 

Reglement  van  orde.      ^^^  Beglement  van  orde  onderging,  sedert  dit  in  No- 
vember 1877   gewijzigd  werd,  geene  verandering. 

Commissie  tot  de  De  behandeling  van  spoedvorderende  zaken  bleef  tot 
spoedvorderende zaken,  aan   de  voorjaarsvergadering  bij  den  President  toevertroDJrd 

aan  de  heeren  Koeh  en  FeiiA,  Daar  deze  eerlang  moeten 
aftreden ,  werden  de  heeren  Bruna  en  van  der  Vegt  in 
hunne  plaats  gekozen. 

Openvallende  plaat-      Omtrent  de  vervulling  der  openvallende  plaatsen  in  de 

sea   in   de  Synodale  Synodale  Commissie  doen  wij  opmerken ,  dat  de  heer  Luü 

ommissie.  weder  invalt  als  secundus  van  den  heer  Janèsen.  De  leden, 

die  aan  de  beurt  van  aftreding  zijn ,  noemden  wij  reeds. 
De  secundus  van  den  heer  KocA  was  de  heer  ƒ.  B,  F. 
Heerspink,  pred.  te  Gieten,  die  tusschentijds  op  verzoek 
emeritaat  heeft  verkregen;  de  heer  dr.  A,  Kuenen ,  ond- 
ouderling  te  Leiden  ,  is  de  secundus  van  den  heer  Pé&» 

Als  voren,  bij  het  ^^g  doen  wij  ü  opmerken ,  dat  benoemingen  moeten 
Algemeen  Collegie  van  geschieden  voor  het  Algemeen  Collegie.  De  heer  Molenkamp 
toezigt.  ^^g  |.q|.  dusverre  lid  van  dat  Collegie ,  de  heer  Bruna  zijn 

plaatsvervanger. 


BIJLAGE  A. 


Naar  gewoonte  loopt  het  eerste  gedeelte  van  ons  verslag     ^öj-  A-  Financiële 
over   de  Jmanciële  aangelegenheden,  die  wij  te  behartigen  "^'^^ *^^*^^  *  *'"' 
hadden. 

L  Wij   beginnen    met  de  aangelegenheden  rakende  het     I-  Aangelegcuheden 
fondè  voor  noodlijdende  kerken  en  personen.  noodlildein^^ 

personen. 

a.  Voor  het  onderzoek  der  aanvragen  van  subsidie  voor  «•  Ck)rre8pondentcn 
kerk-  of  pastorijbouw,  tevens  van  toeli^en  uit  het  fonds  tot  I^'eenten."  ^^^^^  ^ 
'  voorziening  in  de  geestelijke  behoeften  van  gemeenten  waar 
eigen  middelen  ontbreken,  benoemden  wij  in  onze  na- 
jaarsvergadering tot  correspondenten  uit  ons  midden:  voor 
Gelderland,  den  heer  Crommelin;  voor  Zuidholland ,  onzen 
president  den  heer  Molenkamp;  voor  Noordholland  ^  den 
heer  van  der  Fegt;  voor  Zeeland ,  den  heer  Janssen;  voor 
Utrecht,  den  heer  Crommelin;  voor  Friesland,  den  heer 
Feith;  voor  Overijssel,  den  heer  G.  Bruna;  voor  Gro- 
ningen ,  den  heer  Feitk;  voor  Noordbrabant  met  Limburg, 
den  heer  Koek;  voor  Drenthe,  den  heer  Bruna;  voor  de 
Indische    kerken,  onzen  secretaris  den  heer  van  Hasselt, 

i.  Terwijl  ten  voorgaanden  jare  menige  aanvraag  van  *.  Beachikbare  mid- 
subsidie  voor  kerk  of  pastorijbouw  meest  wegens  gebrek  ^^'^J"^^^^^^^ 
aan  de  vereischte  middelen  in  advies  moest  gehouden  wor- 
den en  daar  thans  nog  andere  aanvragen  bijkwamen, 
vonden  wij  ons  weder  belemmerd  door  de  mededeeling 
van  den  Quaestor-generaal  in  de  memorie  van  toelichting 
zijner  rekeningen  dat  daarvoor  niet  meer  dan  f  14.600 
beschikbaar  zou  zijn^  te  meer  omdat  ons  uit  kennis- 
gevingen van  den  Minister  van  Financiën  omtrent  ver- 
leende Bijkssnibsidiën  gebleken  was,  dat  daarvoor  van 
de  begrooting  dezes  jaars  reeds  over  eene  som  van 
f  3000  beschikt  was,  en  naar  onze  berekening  derhalve, 


Bijl.  A.  8 

als  u  zou  moeten  worden  aangeraden  in  deze  weder  de 
hulp  van  de  Begering  in  te  roepen  ^  ten  deze  het  bedrag 
van  f  6000  niet  zou  mogen  worden  overschreden.  Intusscheu 
meenden  wij ,  indien  wij  ook  den  Quaestor-generaal  moesten 
toestemmen^  dat  het  ongeraden  zou  zijn  voor  de  raming 
der  opbrengst  van  de  collecte  een  hooger  cijfer  dan  van 
f  19000  aan  te  nemen,  te  rade  gaande  met  de  reke- 
ningen der  voorgaande  jaren,  de  som  der  buitengewone 
ontvangsten  wèl  f  1000  hooger  te  mogen  stellen,  en 
als  wij  nu  aannamen,  dat  het  bij  u  geen  bezwaar  zou 
,  ontmoeten  ,  van  de  uitkeering  van  den  Vervolgbundel  op  de 
Evangelische  Gezangen  de  som  van  f  1500  ten  bate  van 
het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen  te  besteden 
dan  zou  het  bedrag  der  voorhanden  middelen  ten  naaste 
bij  voldoende  zijn  om  in  de  gebleken  behoeften  te  voor- 
zien. Wij  moesten  er  evenwel  bij  onze  voordragten  op  be- 
dacht zijn ,  dat  bedrag  niet  te  overschrijden ,  waarom 
wij  het  cijfer  van  sommige  voorgedragen  snbsidiën  lager 
gesteld  hebben  dan  bij  meerdere  ruimte  van  middelen 
geschied  zoude  zijn. 

e.  Voordragten  ter      e.    Na   zorgvuldig   onderzoek  der  aanvragen  is  ons  ge- 
zake  der  aanvrageo.    bleken,   dat  13  gemeenten  voor  eene  gunstige  beschikking 

op  hare  verzoeken  om  hulp  in  aanmerking  moeten  komen, 
waartegen  3   aanvragen  zouden  moeten  worden  a%ewezen. 

d,  Voordragten  ter      d.  De  voordragten  tot  gunstige  beschikkingen  laten  wij 
gunstige  beschikking,  l^er   volgen  naar  de  orde  der  dassen  waarin   de  betrokken 

gemeenten  gelegen  zijn,  zoodanig  als  zij  door  onze  cor- 
respondenten opgemaakt  en  door  ons  zijn  overgenomen. 

Millingen.  M  i  1 1  i  n  g  e  n ,  classis  Nijmegen,  Blijkens  de  Handelingen 

der  Synode  is  de  stichting  van  eene  hulpkerk  te  Millingen 
en  de  daarvoor  gedane  aanvraag  van  subsidie  uit  het  fonds 
voor  noodlijdende  kerken  en  personen  reeds  meermalen 
zoowel  in  de  Synode  als  in  de  Synodale  Commis- 
sie ter  sprake  geweest.  Uit  die  Handelingen  ziet  men 
o.  a.  dat  de  Synode  zich  met  het  denkbeeld  in  het  al- 
gemeen tot  stichting  van  een  gebouw  daar  ter  plaatje 
heeft  vereenigd,  want  reeds  in  1878  heeft  zij  besloten 
de  Synodale  Commissie  te  magtigen: 

ifkh  de  vereischte  bouwkundige  stukken  zouden  zijn  op- 
gevraagd  en    ingekomen  y  subsidie  te  geven  voor  eene  zeer 


9  Bul.  A. 

toenêcAelijke  en  noodig  geachte  hulpkerh  in  de  kleine  Her- 
vormde noodlijdende  gemeente  te  Millingen  te  midden  van 
eene  overwegende  S.  K.  bevolking  en  moeijelijk  met  eene 
andere  gemeente  te  combineren'^ 

Nadat  die  magtiging  was  verleend  heeft  naar  aanleiding 
daarvan  eene  correspondentie  plaats  gehad  van  de  Syno- 
dale Commissie  zoowel  met  het  Classicaal  Bestuar  van  Nij- 
megen als  met  den  Minister  van  Financiën,  zooals  uit- 
voerig in  de  Bijlagen  van  de  Handelingen  is  medegedeeld 
(1879  blz.  87—39). 

Uit  een  en  ander  blijkt^  dat  het  oorspronkelijke  plan, 
waarop  de  Synode  magtiging  tot  subsidie  had  verleend 
eenige  uitbreiding  had  ondergaan  en  dat  de  aanvraag  van 
subsidie  in  1879  werd  gedaan  voor  eene  hulpkerk  met 
bijgebouwen,  waarvan  de  kosten  /  5170. —  zouden  be- 
dragen. 

De  Synodale  Commissie  heeft  in  het  vorige  jaar  gead- 
viseerd de  toegezegde  subsidie  voor  dit  uitgebreidere  plan 
niet  toe  te  staan,  omdat  van  het  oorspronkelijke  was  af- 
geweken en  er  aan  een  gebouw  als  toen  bedoeld  daar  ter 
plaatse  geen  behoefte  scheen  te  bestaan. 

De  Synode  heeft  in  hare  zomervergadering  van  1879 
besloten  de  bedoelde  aanvraag  in  advies  te  houden  en  wel 
omdat  i/cen  aantal  leden  nog  in  het  onzekere  verkeerden 
omtrent  de  doelmatigheid  van  het  tweede  bouwplan  en 
omdat  anderen  tot  vereenvoudiging  of  wijziging  van  dat 
plan  nog  s^elegenheid  wilden  gegeven  hebben.  Hand. 
1879   blz.  32. 

Nadat  het  Classicaal  Bestuur  van  Nijmegen  was  bekend 
gemaakt  met  het  gevoelen  der  Synode,  heeft  het  bij  mis- 
sive van  15  Sept.  1879,  gereg.  onder  n®.  63,  zich  an- 
dermaal tot  de  Synodale  Commissie  gewend. 

Het  geeft  daarin  te  kennen,  dat  het  bezwaar  ziet  in 
het  veranderen  van  het  bouwplan  voor  het  hulpkerkje , 
hoofdzakelijk  omdat  het  laatst  ingediende  bouwplan  is 
vastgesteld  naar  het  advies  van  den  bouwkundige  voor  de 
landsgebouwen  en  vrees  bestaat  dat  men  gevaar  zou  loopen 
de  rijkssubsidie  te  missen,  indien  men  in  het  bouwplan 
belangrijke   veranderingen  bragt. 

Het  herinnert  tevens  dat  het  hulpkerkje  ruimte  zou  be- 
vatten voor  slechts  75  personen ,  een  cijfer  naar  het  Classicaal 
Bestuur  meent  niet  te  hoog,  wanneer  men  bedenkt  dat 
de    gemeente  voor  uitbreiding  vatbaar  is ,  omdat  een  groot 


Bijl.  A.  10 

gedeelte   van    de    gronden    in    handen   van  Frotestantsche 
ingezetenen  is. 

Het  Classicaal  Bestuur  meent  echter  aan  het  hoofdbezwaar 
der  Synode  tegemoet  te  komen  door  voor  te  stellen  het  bijg^ 
bouwtje  weg  te  laten,  waardoor  de  kostenvan  f  5170  tot 
op  ±  f4000  worden  teruggebragt.  (Volgens  nader  inge- 
komen begrooting  tot  f  3955.91  of  met  aftrek  van-  de 
opbrengst  van   oude  materialen  groot  f300  tot  f3655.91. 

Bij  die  missive  wordt  de  verwachting  uitgesproken  dat 
de  noodige  gelden   zullen  worden  gevonden  als  volgt: 

van  het  Rijk  f  1000. —  (reeds  toegestaan);  van  de 
Gustaaf-Adolf-Vereeniging  f  1000. — ;  door  eene  Prov. 
collecte  f  1000. —  Met  het  oog  op  die  berekening  werd 
het  verzoek  gedaan  om  eene  subsidie  van  f  1000. —  of 
zooveel  minder  als  eventueel  bij  gunstigen  uitslag  van  de 
collecte  zou  noodig  blijken. 

Een  nader  schrijven  dd.  3  Mei  11.  (gereg.  onder  n^  439)  is 
van  voormeld  Classicaal  Bestuur  ontvangen,,  houdende  het be- 
rigt  dat  de  opbrengst  van  de  prov.  collecte  niet  f  1000.— 
is  geweest,  doch  f615.27^  waarvan  f8.515  moet  worden 
afgetrokken  als  het  bedrag  van  eenige  noodzakelijke  on- 
kosten van  circulaires  enz. ,  zoodat  er  als  zuivere  opbrengst 
f  606.76  blijft  —  alsmede  dat  van  de  Gustaaf-Adolf- 
Vereeniging  in  plaats  van  f  1000. —  slechts  f  427.80  is 
ingekomen. 

Hieruit  volgt  dat  f  965.44  minder  is  ontvangen  dan 
men  bij   de  aanvrage  dd.   15   Sept.   1879  had  verwacht. 

Deze  omstandigheid  geeft  aan  het  Classicaal  Bestuur  voor- 
meld aanleiding  om  terugkomende  op  de  aanvraag  dd.  15 
Sept.  alsnu  in  de  plaats  van  f  1000,  eene  subsidie  van 
f  1400. —  te  verzoeken ,  in  de  hoop  dat  het  overblijvende 
te  kort  gevonden  zal  kunnen  worden  uit  enkele  collecten 
die  men  met  eenigen  grond  nog  te  gemoet  meent  te 
mogen  zien,  en  uit  bijdragen  van  eenige  belangsteUende 
personen. 

De  Synodale  Commissie  heeft  tengevolge  dezer  hernieuwde 
aanvraag  de  zaak  op  nieuw  onderzocht,  vooral  ook  inet 
het  oog  op  het  in  het  vorige  jaar  te  dezer  zake  io  de 
Synode  verhandelde,  waarna  zij  de  volgende  beschouwin- 
gen   ter  uwer  overweging  wil  geven: 

1®.  Door  het  doen  vervallen  van  het  bijgebouwtje,  in 
het  vroegere  plan  begrepen ,  heeft  inderdaad  eene  aan- 
merkelijke  vereenvoudiging  en  daardoor  vermindering  van 


11  Bijl.  A. 

kosten    plaats    gehad    en  is  daardoor  aan  een  der   hoofd- 
bezwaren in  het  vorige  jaar  geait  te  gemoet  gekomen. 

2^  Al  wordt  het  gebouw  dat  men  wenscht  te  stichten 
ook  thans  nog  hulp^^^  genoemd  ^  zoo  is  toch  de  bedoe- 
ling niet  anders  dan  een  geschikt  locaal  voor  catechisatiën 
en  godsdienstoefeningen  te  verkrijgen. 

De  behoefte  daaraan  wordt  met  levendige  kleuren  ge- 
schetst in  een  opstel  van  den  heer  J8.  JF.  Colenbrander, 
pred.  te  Herwen  c,  a.  dd.   Februarij   1879. 

8^.  De  bedoeling  is  dat  dit  gebouw  voor  Ae  plaatselijke 
behoeften  wordt  vereischt. 

A.angezien  de  Frotestantsche  bevolking  te  Millingen  in 
den  regel  70  è  80  personen  telt  (thans  82  lidm.  en  87 
niet-lidm.)  moet  een  gebouw  met  plaatsruimte  voor  75 
personen  evenredig  aan  de  behoefte  worden  geacht,  vooral 
met  de  mogelijkheid  van  uitbreiding  der  Frotestantsche 
bevolking,  —  dit  alles  onafhankelijk  van  deschippers  die 
van  elders  gekomen  welligt  aldaar  somtijds  de  godsdienst- 
oefeningen zouden  komen  bijwonen. 

Dit  geval  wordt  echter  niet  in  rekening  gebragt  ten 
voordeele  van  de  plaatselijke  behoeften  ,  omdat  die  schip- 
pers van  elders  zouden  komen ,  terwijl  bovendien  de  meeste 
schippers  der  binnenvaart  tot  de  Christelijk  Gereformeerde 
Kerk  behooren. 

Als  een  bewijs  voor  de  behoefte  welke  daar  ter  plaatse 
aan  een  gebouw  bestaat ,  wijzen  wij  u  op  de  belangstelling 
die  deze  zaak  sedert  geruimen  tijd  heeft  ondervonden , 
zoodat  men  reeds  in  1878  ook  door  medewerking  van 
vele  particulieren  het  noodige  terrein  voor  de  som  van 
±  f2000  heeft  aangekocht. 

Ten  slotte  nog  dit :  daar ,  waar  de  behoefte  aan  een  ge- 
bouw als  het  bedoelde  blijkt^  bestaan  zooveel  te  meer 
redenen  om  tot  den  bouw  over  te  gaan  wat  den  indruk  betreft 
tegenover  de  zoo  talrijke  Katholieke  bevolking  daar  ter 
plaatse ,  op  welke  het  een  zonderlingen  indruk  moet  makeu^ 
dat  terwijl  de  Katholieke  Kerk  overal  gebouwen  doet  ver- 
rijzen^ de  Frotestanten  ten  hunnen  behoeve  niets  zouden 
kunnen  tot  stand  brengen. 

Op  grond  van  al  het  bovenstaande  meent  de  Syn.  Com- 
missie dat  er  alleszins  termen  bestaan  om  ten  deze  gunstig 
te  adviseren  en  om  door  de  gevraagde  subsidie  van  f  1400 
toe  te  staan  de  stichting  van  het  bedoelde  gebouw  op  de 
thans  voorgestelde  wijze  mogelijk  te  maken, 


Bijl.  A.  12 

Groesbeek.  Groesbeek,  classis  Nijmegen.  Bij  adres  van  20  Au- 

gustus,  gereg.  onder  n®.  40,  is  ingekomen  een  verzoek 
van  den  Kerkeraad  te  Qroesbeek  tot  het  bekomen  van 
subsidie  ter  tegemoetkoming  in  de  kosten  tot  herstel  va!\ 
het  kerkgebouw,  waarvan  vooral  muur-  en  dakwerk  in 
een  toestand  verkeeren ,  welke  dringend  verbetering  eischt. 

Bij  dit  verzoek  wordt  gemeld,  dat  de  zeer  kleine  te 
midden  van  eene  talrijke  Roomsche  bevolking  zich  bevin- 
dende gemeente ,  niet  in  staat  is  zelve  daartoe  de  noodige 
gelden  bij   te  dragen. 

Als  bewijsstukken  tot  het  verkrijgen  van  de  gewenschte 
toelage  worden  overgelegd: 

a.  Een  staat,  waaruit  blijkt  dat  de  kerkelijke  rekening  in 
1876  sluit  met  een  voordeelig  saldo  van  f  9.8 7^,  in  1877 
met  een  nadeelig  saldo  van  f  24.47^  in  1878  met  een 
voordeelig  van  f  18.96  en  dat  de  Kerk  te  Qroesbeek  nog 
een  schuld  van  f  300. —  heeft  te  voldoen. 

Tot  nadere  specificatie  van  een  en  ander  werden  later 
drie  behoorlijk  voor  afschrift  geteekende  afschriften  van  de 
rekening  en  verantwoording  van  den  administrateur  kerk- 
voogd over  de  dienstjaren  1877,  1878  en  1879  over- 
gelegd. 

h.  Bestek  en  specifieke  begrooting  van  het  werk  dat  men 
wenschte  te  doen  verrigten ,  waaruit  blijkt  dat  de  bedoelde 
herstellingskosten  aanvankelijk  op  f  2933.52  zijn   begroot. 

Bij  missive  van  12  Mei  wordt  echter  gemeld  dat  bij 
nader  onderzoek  is  gebleken  dat  de  kosten  van  f  75.— 
voor  herstelling  van  het  dak  te  laag  zijn  geraamd  en  dat 
die  kosten  volgens  bijgevoegde  suppletoire  begrooting  op 
f764.80  moeten  worden  begroot.  De  ^^a/d  kosten  van  ber- 
stel  worden   derhalve  gebragt  op  f8623.32. 

c.  Eene  verklaring  van  het  Provinciaal  Collegie  van  toezigtop 
het  beheer  der  kerkelijke  goederen  in  Gelderland  dat  de  Her- 
vormde Gemeente  teGroesbeek  werkelijk  is  hulpbehoevend 
en  dat  de  som  van  f  2933.52,  waarop  de  kosten  der  nood- 
zakelijke reparatiën  aanvankelijk  (vóór  het  opmaken  van 
gemelde  suppletoire  begrooting)  zijn  geschat,  geenszins 
overdreven  is  te  achten. 

d.  Eene  verklaring  van  het  collie  van  Kerkvoogden  en  No- 
tabelen van  Groesbeek  waarbij  dit  collegie  eene  bijdrage  van 
f  100.—  ten    behoeve  van  de  bedoelde  reparatiën  toezegt. 

e.  Een  staat  waaruit  blijkt  dat  behalve  het  sub  d  toe- 
gezegde reeds  is  ontvangen  of  toegezegd  de  som  van  f1320 
en  wel  als  volgt: 


18  Bijl.  A. 

Provinciaal  CoUegie  van  toezigt  onder  reserve 

van  aanwijzing  der  verdere  fondsen  ....  f  500. — 

Hoofdbestuur  Ned.  Gust.  Adolf-Vereeniging  u  100. — 

Vrouwen-af d.  Amsterdam //  100. — 

n           Utrecht //  15. — 

//           Aruhem ^  10, — 

//           Maarssen //  25. — 

ff           Gouda //  20. — 

Kerkvoogdij  Ooijen  en  Persisingen    .     .     .  //  50. — 

N.  N. //  500.— 

f  1320.— 

Yoegt  men  bij  dat  bedrag  van  f1320. —  de  bovenver- 
melde som  van  f  100. — ,  dan  blijkt  dat  f1420. —  voor 
het  verr^en  van  de  voorgenomen  herstelling  beschikbaar  is. 

Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  zegt  in  zijn 
schrijven  28  Aug.  1879 :  gaarne  het  bedoelde  verzoek  van  de 
gemeente  Groesbeek  te  ondersteunen,  zoowel  in  het  be- 
lang dier  gemeente  alsmede  in  het  belang  van  het  Protes- 
tantisme in  die  landstreek. 

De  Synodale  Commissie  is  overtuigd  dat  de  gemeente 
Groesbeek  onder  de  hulpbehoevende  gemeenten  gerekend 
moet  worden. 

Ingevolge  ingewonnen  informatiën  vernam  zij  met  ge- 
noegen, dat  de  Protestantsche  bevolking ,  ook  vooral  ouder 
de  landpachters ,  langzamerhand  vermeerdert  en  dat  zoowel 
vroeger  als  ook  uu  blijken  van  levendige  belangstelling 
in  den  bloei   der  gemeente  worden  aangetroffen. 

De  Commissie  meent  derhalve ,  dat  er  aanleiding  bestaat 
subsidie  te  verleenen. 

Terwijl  nu  aan  de  geraamde  herstellingskosten  nog  eene 
som  van  f  2203,35  ontbreekt ,  meent  uwe  Commissie 
echter,  dat  de  op  de  bovengemelde  suppl.  begrooting  voor- 
komende twee  posten  ^  die  betrekking  hebben  op  de  be- 
dekking van  een  muur  die  het  kerkhof  naast  het  kerk- 
gebouw gelegen  omringt,  tot  een  bedrag  van  f171,  ten 
deze  niet  in  aanmerking  kunnen  komen ,  omdat  die  kos- 
ten niet  Yoor  het  kerkgebouw  als  zoodanig  bestemd  zijn  : 
dat  ook  sommige  andere  posten  van  de  begrooting  welligt 
^n  weinig  te  hoog  zijn  gesteld ,  althans  onvoldoende  zijn 
gemotiveerd. 

Dientengevolge ,  en  vooral  ook  met  het  pog  op  de  uit 
het  fonds  weinig  beschikbare  gelden,  stelt  de  Commissie 
voor  niet  het  volle    bedrag   van    het  nog  ontbrekende  te 


Bijl.  A.  14 

betalen,  docb  eene  subsidie  van  f  1000  voor  dat  doel  te 
bestemmen. 

De  Commissie  meent  ten  slotte  de  verdere  aanvraag  vio 
subsidie  voor  een  nieuw  te  bouwen  pastorij ,  vervat  in  de 
meergemelde  missive  d.d.  12  Mei,  in  advies  te  moeten 
houden  totdat  eenmaal  nadere  aanvraag  met  bestek  en  be- 
grooting, volgens  de  voorschriften  van  het  Beglement, 
zal  zijn  ingekomen. 

Zevenhoven.  Zevenhoven,  classis  Leiden.  Van  Kerkvoogden  dezer 

gemeente  kwam  verleden  jaar  reeds  een  verzoek  in  om 
subsidie  voor  herstelling  der  kerk  en  pastorij.  Dit  was 
door  een  schrijven  van  den  Minister  van  Einanden  d.d. 
3  Juni  1879  reeds  voorafgegaan,  om  advies  omtrent  een 
verzoek  van  dezelfde  Kerkvoogden  om  Bijkssubsidie ,  en 
om  inlichting  of  er  uitzigt  bestaat  op  het  verleenen  van 
Synodale  subsidie. 

Had  de  Commissie  voor  spoedvorderende  zaken  bij  schrijd 
ven  van  10  Junij  hierop  geantwoord ,  dat  eerst  voor  weinige 
dagen  een  verzoek  om  subsidie  uit  het  Fonds  voor  nood- 
lijdende kerken  bij  ons  was  ingekomen  en  dat  alzoo  thans 
geen  uitzigt  op  subsidie  hieruit  bestond ,  en  alzoo  den 
Minister  in  overweging  gegeven  alsnog  het  verzoek  om 
Rijkssubsidie  buiten  behandeling  te  houden ,  —  dit  werd 
in  de  vergadering  der  Synode  van  19  Julij  door  de  be- 
voegde leden  goedgekeurd ,  en  alzoo  besloten  de  aanvrasg 
van  Kerkvoogden  van  Zevenhoven  in  advies  te  houdeu. 
Zie  Hand.   1879,  bl.   82  en   33. 

Die  aanvraag ,  gereg.  onder  n^.  534 ,  had  zich  eerst 
bepaald  tot  de  som  van  f400.  Men  had  voor  hersteJiing 
der  kerk  noodig  f900.  Door  de  gemeente  was  f  100  ver- 
zekerd. De  overige  f  400  hoopte  men  van  de  Begering 
te  verkrijgen.  Maar  een  raad ,  hun  van  het  Provin(daal 
Gollegie  van  toezigt  geworden ,  dat  men  door  een  bouw- 
kundigen bestek  en  begrooting  der  werkzaamheden,  die 
men  wenschte  te  doen  verrigten  ,  moest  laten  opmaken , 
veroorzaakte ,  dat  zij  eenen  architect  te  Nieuwkoop ,  den 
heer  Qaartel ,  raadpleegden.  Deze  maakte  hen  op  meerdere 
behoeften  van  de  kerk,  ook  van  de  pastorij  en  daarb^ 
behoorenden  bergschuur,  opmerkzaam.  Hiervan  was  het  ge- 
volg, dat  de  voorgestelde  begrooting  klom  tot  de  som  van 
f4473,  vermeld  onder  n*.  534»  en  534<^.  Van  de  Synode 
vraagden    zij   nu    eene   subsidie  van  f2175,  in  de  hoop 


15  Bijl.  A. 

dat  het  Bijk  gelijke  subsidie  zou  toekennen ,  terwijl  zij 
nu  bepaaldelijk  meldden ,  dat  door  de  gemeente  is  bijeen - 
gebragt  eene  som  van  f  67,50  door  vrijwillige  gaven ,  en 
eene  van  f  38  als  renteloos  voorschot ,  dus  te  zamen  f  105,50. 

Bij  schrijven  van  9  Januarij  1880  ,  gereg.  onder  n®. 
240 ,  deelen  zij  ons  mede ,  dat  na  eenige  verandering  in 
het  bestek,  door  den  bouwkundige  voor  de  landsgebou- 
wen  verlangd ,  waarbij  zij  ixn  eene  begrooting  van  bijna 
gelijke  sotn,  f  4471,  inzenden,  hun  d.d.  20  November  1879 
uit  's  Rijkskas  eene  subsidie  van  f2000  is  toegekend. 

Had  het  Provinciaal  CoUegie  van  toezigt  d.d.  12  Deo. 
1878  hunne  behoefte  aan  hulp  reeds  erkend,  het  Classicaal 
Bestuur  van  Leiden  maakt  de  opmerking,  en  hiermede 
vereenigi  zich  ook  het  Provinciaal  Kerkbestuur,  1^.  dat 
het  bedrag  van  de  vrijwillige  bijdragen  der  gemeente  te 
gering  moet  geacht  worden ,  en  2®.  dat  de  overgelegde 
rekeningen  geen  blijk  geven  van  eene  geregelde,  zuinige 
en  degelijke  administratie  der  kerkelijke  fondsen.  Maar 
hierbij  hebben  wij  nog  de  opmerking  te  voegen ,  dat  de 
aanvraag  zich  in  meer  dan  één  opzigt  bepaalt  tot  gewone 
reparatie,  waarvan,  door  verzuim  om  hierin  tijdig  te  voor- 
zien ,  de  omvang  in  bijzondere  mate  geklommen  is.  In  hun 
eerste  schrijven  zeggen  Kerkvoogden  zelve  reeds  omtrent  de 
kerk  :  /t  geheel  heeft  een  uiterlijk ,  zoo  onaanzienlijk ,  dat 
er  tal  van  jaren  bij  wijze  van  spreken  geen  pond  verf  noch 
aan  't  gebouw  noch  aan  't  ameublement  is  te  koste  gelegd.'' 
Zoo  men  de  begrooting  inziet,  wordt  dit  ook  bevestigd, 
^oor  een  bergschuur  alleen  wordt  nu  voor  allerlei  reparatiën 
vereischt  eene  som  van  f519,  en  voor  het  verwen  van 
kerk  en  consistoriekamer  en  het  verwen  en  behangen  van 
twee  kamers  in  de  pastorij  een  bedrag  van  f450. 

Hoezeer  behoeften ,  die  buitengewone  hulp  behoeven , 
mede  worden  opgegeven ,  zooals  verzakking ,  waaraan  het 
kerkgebouw  mede  onderhevig  is,  en  waardoor  de  funde- 
ring daarvan  minstens  0,40  zal  moeten  verdiept  worden , 
kunnen  wij  toch  het  hierboven  opgenoemde  daarbij  niet 
voorbijzien. 

Nadat  het  Bijk  in  November  1.1.  eene  subsidie  van 
f  2000  heeft  toegestaan  ,  kunnen  wij  U  in  dezen  stand 
der  zaak  alzoo  niet  meer  aanraden  ,  dan  om  aan  deze  ge- 
meente uit  ons  fondseene  subsidie  van  f  1000  toetekennen. 

Driebuizen,    classis    Alkmaar.    Ten   aanzien  van  de     Driehuizeu. 


Bul.  A.  16 

aanvraag  der  Kerkvoogden  dezer  gemeente,  kannen  vnj  ons 
hoofdzakelijk  naar  de  voordragt  van  het  voorgaande  jaar, 
zie  Bijl.  A,  blz.  35 — S7,  gedragen.  Omtrent  de  wensclN- 
lijkheid  der  verbetering  van  de  pastorij  kan,  als  men  de 
stukken  raadpleegt,  geen  verschil  van  gevoelen  bestaan,  i 
Ook  na  die  verbetering  zal  het  gebouw  nog  slechts  aan 
de  meest  bescheiden  eischen  voldoen.  Het  ontwerp  is  met 
zorg  en  door  bekwame  handen  opgemaakt.  Eene  goede 
uitvoering  schijnt  daardoor  tevens  verzekerd. 

De  gemeente ,  hoe  arm  ook ,  toonde  zich  bereid  om  in 
de  kosten  van  den  bouw,  op  f4290  geraamd,  eene  som 
van  f1290  bijtedragen. 

Het  Glassicaal  Bestuur  van  Alkmaar  achtte  die  bijdrage 
echter  hooger  dan  de  krachten  der  gemeente  toelieten  en 
aan  de  bemiddeling  van  dat  Bestuur  is  het  te  danken  dat 
de  gemeente  te  Zuidschermer,  welke  met  Driebuizen  is 
gecombineerd ,  een  bedrag  van  f  860  voor  zijne  rekening 
heeft  genomen,  zoodat  voor  Driebuizen  eene  som  van 
f  430  zoude  overblijven ,  indien  van  Bijk  en  Synode 
beide  een  som  van  f1500  kon  worden  verstrekt. 

De  Eijksbijdrage  is  reeds  verleend ,  blijkens  missive  van 
14  Eebr.  1880  n®.  9  (van  den  Minister  van  Financien, 
gereg.  onder  n^.  283 ,  bij  Kon.  besluit  van  9  Eebr.  be- 
vorens, n°.  10. 

Wanneer  bij  het  Eonds  voor  noodlijdende  kerken  ruimte 
van  middelen  was,  zouden  wij  niet  aarzelen  U  te  advise- 
ren, om  aan  de  gemeente  eene  subsidie  tot  gelijk  bedrag 
toe  te  staan.  Thans  kunnen  wij  daarvoor  geen  hooger  cijfet 
dan  f1200  voorstellen,  in  hope  dat  de  gecombineerde 
gemeente  van  Zuidschermer  hare  bijdrage  nog  zal  kunnen 
verhoogen  ,  als  de  gemeente  van  Driebuizen  buiten  magte 
mogt  zijn  om  in  het  ontbrekende  te  voorzien. 

Klevenkerke.  Kleverskerke,  classis  Middelburg.  Kerkvoogden  de- 

zer gemeente  vragen  uit  het  Fonds  eene  som  van  f3250 
tot  vertimmering  en  vergrooting  der  pastorij.  Dit  verzoek 
was  ten  voorgaanden  jare  in  advies  gehouden.  Thans  her- 
balen Kerkvoogden,  bij  schrijven  van  8  Sept.  1879,  gereg. 
onder  n^  113,  hetzelfde  verzoek,  dat  ook  nu  krachtig 
ondersteund  wordt  door  het  Glassicaal  Bestuur  van  Mid- 
delburg en  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zeeland.  De- 
zelfde gronden  als  bij  onze  eerste  voordragt,  bijl.  A,  blz. 
84 ,  werden  aangevoerd ,  pleiten  ook  nog  ten  gunste  van 


17  Bijl.  A. 

het  voorstel.  Echter  moet  naar  ons  oordeel  de  hulp 
om  den  stand  der  beschikbare  middelen  tot  f  3000 
worden  beperkt^  en  geven  wij  U  in  overweging  om  de 
gemeente  daarvoor  eene  subsidie  van  f  1800  toe  te  ken- 
nen en  haar  den  Minister  voor  het  bekomen  eener  Bijks- 
subsidie  van  f1200  aan  te  bevelen.  Den  Minister  hebben 
wij  bij  schrijven  van  29  Mei  n**.  145  van  deze  onze  voor- 
dragt  in  kennis  gesteld^  terwijl  Kerkvoogden  door  den 
Secretaris  gewezen  zijn  op  hun  belang  om  zich  ter  zake  aan 
den  Minister  te  adresseren. 

Molkwerum,  classis  Sneek.  Deze  gemeente,  ontving  Molkwerum. 
in  1879  de  toezegging  van  eene  subsidie  groot  f  2000 
uit  het  fonds  en  eene  bijdrage  van  f  2000  van  het  Bijk 
tot  den  bouw  van  eene  pastorij  waarvoor  de  kosten  waren 
begroot  op  eene  som  van  f  6344 — 51^  (Hand.  bl.  18, 
33.  Bijl.  A.  bl.  20—22).  Bij  verzoek  van  2  Maart  1880 
ger.  onder  n^.  334,  geven  Kerkvoogden  te  kennen,  dat  ten 
gevolge  van  de  toegestane  bijdragen  zij  eene  som  van  f5700 
bijeen  hebben  tot  voorschreven  doel,  te  weten,  fonds  en 
het  Bijk  f4000,  bijdrage  van  ingezetenen  f  700,  gift  van 
een  aanzienlijk  man  buiten  de  gemeente  f  1000  j  dat  zij 
aan  de  bouwkosten  nog  te  kort  komen  de  som  van  f  650; 
dat  er  nog  moet  worden  voorzien  in  de  uitgaven  veroor- 
zaakt a.  door  het  herhaaldelijk  opmaken  van  de  bestekken  , 
b.  die  benoodigd  voor  opzigt  en  c.  die  voor  onvermijde- 
lijke verrekening  wegens  bijwerken ,  een  en  ander  ten  be- 
drage van  pi.  m.  f  900,  te  zamen  f  1550.  Voor  deze 
mtgaven  is  geen  fonds  aanwezig;  de  leden  der  gemeente 
kunnen  niet  meer  bijdragen :  eene  leening  is  niet  aan  te 
gaan  omdat  de  kerk  geene  middelen  heeft  voor  de  aflos- 
sing. Voor  dat  zij  tot  de  aanbesteding  kunnen  overgaan, 
moet  naar  hunne  mening  ook  voor  deze  uitgaven  fonds 
zijn.  Zij  verzoeken  op  dien  grond  dat  tot  dat  bedrag 
de  subsidie  moge  worden  verhoogd.  Classicaal  Bestuur 
en  Provinciaal  Kerkbestuur  ondersteunen  dit  verzoek  zeer; 
zij  zijn  van  oordeel  dat  het  bouwen  eener  nieuwe  pastorij 
allernoodzakelijkst  is,  opdat  in  de  vacature,  die ,  uithoofde 
'an  slechte  pastorij,  niet  schijnt  vervuld  te  kunnen  wor- 
den, spoedig  kan  worden  voorzien. 

Wij  zijn  van  gevoelen,  dat,  zoo  met  het  oog  op  den 
)ngun8tigen  toestand  van  het  fonds,  als  op  den  verschil- 
enden  aard  der  voorgestelde  uitgaven  niet  de  geheele  aan- 

2 


Bijl.  A.  18 

vraag  van  Kerkvoogden  kan  worden  voldaan,  maar  dat 
door  U  aan  die  gemeente  nog  uit  het  fonds  moet  worden 
gegeven  eene  bijdrage  van  f  1000^  waartoe  wij  haar  gaarne 
aanbevelen. 

Haulerwijk.  Haulerwijk,   classis   Heerenveen.  Kerkvoogden  dezer 

gemeente  verzochten  in  het  vorige  jaar  uit  het  fonds  voor 
noodlijdende  kerken  en  personen  eene  subsidie  van  14000 
tot  het  bouwen  eener  nieuwe  pastorij^  waarvan  de  kosten 
zijn  begroot  op  f  5800.72.  Dit  verzoek  werd  door  Classi- 
caal  Bestuur,  Provinciaal  Bestuur,  het  CoUegie  van  toezigt 
en  door  de  Synodale  Commissie  alleszins  gegrond  geoordeeld. 

Gebrek  aan  voldoend  fonds  was  de  reden  dat  de  Synode 
moest  besluiten  het  verzoek  in  advies  te  houden.  (Hand. 
1879  bl.  19,  33  bijl.  A  bl.  32—84)  Bij  verzoek  van 
28  Aug.  1879  gereg.  onder  no.  85  betuigden  Kerk- 
voogden hun  leedwezen  over  dit  besluit,  maar  spreken  tevens 
hunnen  wensch  uit,  dat  er  in  1880  voldoend  fonds  mo^ 
aanwezig  zijn  om  aan  hun  verzoek  te  kunnen  voldoen. 
Dit  verzoek  is  op  nieuw  krachtig  ondersteund  door  het 
Glassicaal    Bestuur    en    door  het  Provinciaal  Kerkbestuur. 

Wij  zijn  ook  van  meening,  dat  het  verkenen  van  hulp 
hier  geen  langer  uitstel  gedoogt;  doch  vermits  die  be- 
zwaarlijk uit  het  fonds  alleen  zou  kunnen  verstrekt  worden, 
zoo  stellen  wij  u  voor  eene  subsidie  van  f  2000  toe  te 
kennen  en  de  gemeente  voor  het  bekomen  van  Bijkssubsidie 
tot  gelijk  bedrag  aan  den  Minister  van  Financiën  aan  te 
bevelen.  Bij  onze  reeds  aangehaalde  missieve  van  29  Mei 
d.  d.  145  hebben  wij  den  Minister  bereids  van  deze  voor- 
dragt  onderrigt,  gelijk  ook  Kerkvoogden  van  den  Secretaris 
hiervan  mededeeling  ontvingen ,  opdat  zij  zich  onmiddellijk 
aan  den  Minister  om  het  verkrijgen  van  Bijkssubsidie 
zouden  kunnen  adresseren. 

Weerselo.  Weerselo,    classis    Deventer.   Kerkvoogden  dezer  ge- 

meente wenden  zich  bij  adres  van  29  November  1879 
ger.  onder  no.  390  tot  ons  om  eene  subsidie  van  f  1000 
uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen  lot 
herstelling  der  pastorij.  Uit  de  daarbij  overgelegde  beschei- 
den bleek,  dat  die  herstelling  dringend  noodig  is ,  te  meer 
daar  de  kleine  gemeente  reeds  4  jaren  vacant  is  en  de 
beroepen  predikanten  bedankten  als  zij  de  onbewoonbare 
pastorij  zagen.  De  kosten  der  noodzakelijke  herstelling  zijn 


19  Bijl.  A. 

geraamd  op  f  1118.  De  gemeente^  die  gevaar  loopt  van 
geheel  te  niet  gegaan  vermits  ook  het  geregeld  catechiseren 
voor  den  consulent  bij  den  afstand  van  1^  uar  bezwaarlijk 
is^  heeft  alle  krachten  ingespannen  en  wil  zelve  de  voor  haar 
vrij   aanzienlijke  som  van   f   120  bijdragen. 

Het  Classicaal  Bestuur  van  Deventer  en  het  Provin- 
ciaal CoUegie  van  toezigt  in  Overijssel,  dat  door  een 
zijner  leden  de  pastorij  heeft  doen  nazien ,  dringen  er  ten 
zeerste  op  aan  om  toch  de  arme  gemeente  te  helpen.  En 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Overijssel  vereenigt  zich 
daarmede  volgaarne. — 

Wel  is  eigenlijk  de  vraag  te  laat  ingekomen,  doch  de 
Besturen  wenschen  te  doen  opmerken ,  dat  de  gemeente , 
geen  predikant  hebbende,  zondigde  in  hare  onkunde,  nog 
rekening  houdende  met  de  oude  bepaling  en  onbekend  met 
het  nog  zoo  kort  geleden  ingevoerde  reglement.  Zij  meenen 
daarbij  haren  hulpbehoevenden  toestand  als  eene  buitenge- 
wone omstandigheid  te  mogen  doen  gelden  en  durven  althans 
verzekeren  dat  hier  door  het  verkenen  van  de  gevraagde 
hulp  veel  goeds  zou  worden  gedaan  aan  eene  arme  gemeente  . 
te  midden  van  eene  overgroote  en  niet  altijd  vriendelijke 
Boomsche  bevolking.  Om  alle  die  redenen  meenen  dan  ook 
wij  de  gemeente  te  Weerselo  voor  de  gevraagde  subsidie 
van  f  1000  aan  U  te  moeten  voordragen. — 

Grootegast,  classis  Groningen.  In  December  1877  Grootegast. 
hebben  Kerkvoogden  en  Notabelen  dezer  gemeente  zich  tot 
U  gewend  om  eene  subsidie  groot  f  7000  te  mogen  ont- 
vangen uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  perso- 
nen, tot  bijdrage  voor  de  stichting  van  een  nieuw  kerk- 
gebouw. Bij  besluit  van  den  29  Julij  1878  n°.  20,  werd  hun 
toegestaan  eene  subsidie  van  f  1000  en  werden  zij  bij  de 
Eegering  aanbevolen  voor  f2000  (Hand.  1878  bl.  21,  23, 
30,  31.  Bijl.  A.  bl.  23,  24).  Veriiiits  deze  bijdrage  van 
f  1000,  al  werd  zij  ook  verhoogd  met  de  f  2000  waar- 
voor de  gemeente  bij  de  Begering  werd  aanbevolen ,  welke 
deze  haar  intusschen  niet  toestond ,  niet  voldoende  was  om 
een  nieuw  kerkgebouw  te  stichten ,  hebben  Kerkvoogden  en 
Notabelen  van  deze  subsidie  afstand  gedaan.  Zij  zijn  toen  tot 
het  besluit  gekomen  om  de  kerk  zooveel  doenlijk  te  herstel- 
len, en  hebben  daartoe  de  gelden  pi.  m.  ten  bedrage  van 
f  4000  gevonden  door  1°.  vrijwillige  bijdragen,  2®.  dooreene 
geldleening.  (Hand.  1879  bl.  33,  34,  BijL  A.  bl.  47  en  48) 


Bijl.  A,  20 

De  aan  deze  geldleeiiing  verbonden  yerpligte  jaarlijkscbe  aflos- 
sing van  f  100  en  de  renten  zijn  de  oorzaak,  dat  de  hoofde- 
lijke omslag,  waarmede  de  gemeenteleden  reeds  wa»D 
bezwaard,  nu  voor  de  hoogste  klassen  bedraagt  jaarlijb 
f  40.  Kerkvoogden  en  Notabelen  zijn  nu  verpligt  dekeik 
inwendig  wat  zitbanken  enz.  betreft  te  herstellen  en  tevens 
de  kerk  en  pastorij  te  verwen.  De  begrooting  daarvan 
bedraagt  f  856.331,  Bij  verzoek  van  20  December  1879 
gereg.  onder  n°.  243  hebben  zij  zich  gewend  tot  u  om 
voor  deze  noodzakelijke  herstellingen  uit  het  fonds  te  mogen 
worden  voorzien  met  eene  subsidie  tot  dat  genoemd  be- 
drag. Zij  verklaren ,  dat  zij  geene  bijdragen  hiervoor  van 
de  gemeenteleden  kunnen  verkrijgen  en  dat  de  gelden 
evenmin  uit  eene  geldleening  kunnen  worden  verkregen, 
vermits  de  leden  der  gemeente  met  geen  hoogeren  omslag 
kunnen   worden  belast. 

Ofschoon  dit  verzoek  niet  tijdig  volgens  het  Beglement 
was  ingekomen ,  hebben  wij ,  op  grond  dat  het  in  naauw 
verband  staat  met  en  als  het  ware  een  vervolg  is  van  het 
vroeger  ingediende  verzoek ,  gemeend  in  dit  geval  het  te 
mogen  beschouwen  tijdig  te  zijn  ingediend. 

Het  verzoek  wordt  onderstennd  door  het  CoUegie  van 
toezigt,  dat  verklaart,  dat  de  gemeente  geene  middeles 
bezit  om  in  deze  kosten  te  voorzien  en  dat  de  aangevraagde 
subsidie  niet  kan  worden  geacht  overdreven  te  zijn.  Het 
Glassicaal  Bestuur  van  Groningen  acht  daarbij  op  de  door 
de  gemeente  uit  eigen  boezem  aangebragte  som  van  f  4000 
voor  de  herstelling  van  het  kerkgebouw ,  en  op  de  belang- 
rijke door  haar  gedane  opoffering  om  de  persoonlijke  toe- 
lagen van  het  Eijk  voor  het  tractement  van  deu  predüraot 
te  zien  veranderen  in  een  vast  traetement  hoopt  met  den 
meesteu  aandrang,  dat  de  Synode  in  deze  wezenlijke  behoefte 
van  de  nu  inderdaad  ten  uiterst  bezwaarde  gemeente  zal 
kunnen  voorzien.  Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gronin- 
gen ondersteunt  evenzeer  krachtig  het  verzoek ,  doch  is  van 
oordeel  dat  de  aanvrage  moet  worden  beperkt  tot  de  her- 
stelling van  het  inwendige  van  het  kerkgebouw ;  waarvan 
de  kosten  zijn  begroot  op  f  687,33,  maar  dat  die  be- 
benoodigd  voor  verwen  en  behangen  der  pastorij  moeten 
worden  geacht  te  behooren  tot  het  gewone  onderhoud.  Wij 
vereeenigen  ons  met  dit  oordeel  van  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur en  adviseren  IJ  mitsdien  aan  de  gemeente  te  ver- 
kenen eene  subsidie  van  f  680. 


21  Bijl.  A. 

Stitswerd,  classis  Onderdendam.  Bij  adres  van  18  Stitswcrd. 
October,  gereg.  onder  n**.  129,  verzoeken  Kerkvoogden, 
uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen  eene 
bijdrage  tot  herstel  van  het  thans  in  bouwvalligen  toestand 
verkeerende  kerkgebouw.  De  muren  verzakken  gedurig, 
de  oude  in  lood  opgezette  kleine  glazen  zijn  verweerd ,  de 
preekstoel,  thans  gestut,  is  zeer  ondoelmatig  geplaatst,  de 
oude  steenen  vloer  is  geheel  verzakt,  enz.  enz.  De  ge- 
meente is  hulpbehoevend:  zij  verkreeg  jaarlijks  tot  onder- 
houd van  de  gebouwen  eene  toelage  uit  het  fonds;  zij 
heeft  geene  bezittingen ;  collecten  in  de  kerk ,  huur  der 
zitplaatsen  en  een  hoofdel.  omslag  van  f230  'sjaars  zijn 
met  de  bijdrage  uit  het  fonds  de  bronnen  waaruit  de  uit- 
gaven moeten  worden  bestreden.  Deze  uitgaven  waren  in 
de  laatste  jaren  groot ,  vermits  de  gemeente  was  bezwaard 
met  eene  schuld ,  veroorzaakt  door  den  bouw  eener  nieuwe 
pastorij.  Deze  schuld  is  thans  afgelost.  De  begrooting  der 
herstelling  van  het  kerkgebouw  bedraagt  de  som  van 
f  3204.24.  Kerkvoogden  verklaren  dat  de  gemeente  bereid 
is  f700  bij  te  dragen,  onder  uitdrukkelijke  voorwaarde 
dat  de  Synode  daarvoor  f2500  aan  die  gemeente  toe- 
kent. Het  CoUegie  van  toezigt  bevestigt  de  mededeelingen 
van  kerkvoogden  en  verklaart  dat  de  gemeente  is  hulp- 
behoevend en  dat  hare  aanvrage  niet  is  overdreven.  Het 
Classicaal  Bestuur  ondersteunt  zeer  het  verzoek  op  grond, 
dat  de  herstelling  dringend  noodzakelijk  is  en  de  uitgave 
daarvoor  te  doen  de  krachten  der  gemeente  verre  te  boven 
gaat.  Ook  wordt  het  verzoek  zeer  aanbevolen  door  het 
Provinciaal  Kerkbestuur,  welk  bestuur  evenwel  in  bedenking 
geeft,  of  het  niet  welligt  in  het  belang  der  gemeente  ge- 
acht moet  worden  de  geheele  oude  kerk  af  te  breken  en 
daarvoor  eene  nieuwe  te  bouwen. 

Naar  aanleiding  van  deze  opmerking  hebben  Kerkvoog- 
den op  verzoek  van  onzen  Correspondent  de  bedoelde  vraag 
aan  het  oordeel  van  eenen  bouwkundige  onderworpen ,  wiens 
rapport  later  is  overgelegd.  De  conclusie,  waartoe  die  des- 
kundige na  een  naauwkeurig  onderzoek  van  het  gebouw 
is  gekomen,  is  dat  de  wijze  van  herstelling,  zooals  door 
hem  door  eene  kleine  verandering  in  het  bestek  werd 
voorgesteld ,  en  het  bezigen  van  eene  minder  kostbare  kalk- 
loods  en  opzigtersverblijf  gedurende  de  uitvoering  van  het 
werk,  door  welk  een  en  ander  de  begrooting  niet  wordt 
overschreden,  „verreweg  te   verkiezen  is  boven  het  bouwen 


Bijl.  A.  22 

van  eene  nieuwe  kerk^  in  verband  met  de  daartoe  be- 
iioodigde  gelden ,  daar  het  tegenwoordig  kerkgebouw ,  aldas 
hersteld  en  gerestaureerd^  op  den  duur  al  zeer  weinig  on- 
derhoud zal  vorderen  en  geen  nieuw  gebouw  daartegen  bn 
opwegen/'  Wij  vereenigen  ons  met  de  adviezen  betreffende 
het  verzoek  dezer  gemeente  en  meenen  de  vrijheid  te  kan- 
nen hebben  U  in  verband  met  de  beschikbare  middelen 
voor  te  dragen  aan  de  gemeente  te  Stitswerd  uit  het  fonds 
tot  voorschreven  doel  te  verleenen  de  som  van  f  2400. 

Vierlingsbeek.  Yierlingsbeek^  classis  's  Hertogenbosch.   Het  Kerk- 

bestuur dezer  gemeente  heeft  bij  adres  van  14  November, 
gereg.  onder  n^  258,  met  overlegging  der  vereischte  be- 
scheiden ,  subsidie  uit  het  Synodale  fonds  aangevraagd  vooi 
verbouwing  der  pastorij.  Eene  gelijke  aanvraag,  28  Sept 
te  voren  aan  Z.  M.  den  Koning  gerigt ,  werd  door  Z.  Exc. 
den  Minister  van  financiën  bij  missive  van  9  Februarij  1.1. 
(gereg.  onder  n^  274)  ter  fine  van  advies  in  onze  handen 
gesteld^  met  verzoek  om  tevens  inlichting  te  verstrekken 
of  er  uitzigt  bestaat  op  eene  Synodale  subsidie. 

Het  voorgenomen  werk  bestaat  in  het  afbreken  van  een 
deel  der  pastorij  aan  de  zuidzijde,  de  verhooging  van  het 
overige  deel  met  eene  verdieping,  en  het  maken  van  eene 
waschkeuken  en  bergplaats  aan  de  achterzijde. 

Het  bestaande  gebouw  heeft  een  ontzaggelijken  omvang; 
het  beslaat  namelijk  eene  oppervlakte  van  niet  minder  dan 
245  n  Meter.  Geen  wonder  dat  een  huis  van  die  afmeting 
met  de  jaarlijksche  subsidie  van  f  100,  van  Rijkswege 
verstrekt,  bij  volstrekt  gemis  aan  eigen  middelen^  onmo- 
gelijk behoorlijk  kon  onderhouden  worden  en  telkens  meer 
moest  vervallen;  zoodat  het  dan  ook  na  het  vertrek  van 
den  vorigen  predikant  in  den  aanvang  des  vorigen  jaars 
bleek  letterlijk  onbewoonbaar  te  zijn.  Deskundigen  gaven 
toen  den  raad,  het  gebouw  gedeeltelijk  te  sloopen  en  de 
rest  doelmatig  te  vernieuwen ;  en  het  kerkbestuur  begreep 
dat  dit  verreweg  de  voorkeur  verdiende  boven  altijd  ge- 
brekkige reparatie  van  het  geheel,  waarbij  de  gemeente 
met  een  gebouw  bezwaard  bleef,  voor  welks  behoorliik 
onderhoud  ook  voortaan  de  middelen  zouden  ontbreken, 
en  dat  ook  voor  den  gebruiker  te  kostbaar  zou  zijn  om 
te  bewonen. 

Het  heeft  zich  daarop  beijverd,  een  klein  gedeelte  voor 
den  nieuwen  predikant  al  vast  zoo  goed  mogelijk  bewoon- 


23  Bul.  A. 

baar  te  maken,  en  voorts  de  medewerking  der  besturen 
ingeroepen  tot  verwezenlijking  van  het  omschreven  plan, 
waarvan  de  kosten  geraamd  zijn  op  f2918.30. 

De  begrooting,  toegelicht  door  bestek  en  teekening,  is 
volgens  ingewonnen  deskundig  advies  niet  te  hoog  opge- 
voerd; terwijl  bij  de  raming  der  kosten  behoorlijk  reke- 
ning gehouden  is  met  hetgeen  van  het  af  te  breken  ge- 
deelte aan  afbraak  bruikbaar  zal  zijn. 

Het  Kerkbestuur  legt  de  verklaring  over,  dat  de  ge- 
meente uit  eigen  boezem  eene  som  van  f  100  zal  bijdra- 
gen, onder  opmerking  dat  de  gemeente  volstrekt  geen 
{ondsen  bezit  en  hare  leden,  slechts  38  in  getal,  meest 
tot  de  mingegoede  klasse  behooren,  zoodat  eene  grootere 
bijdrage  onmogelijk  is. 

Het  Provinciaal  Collegie  van  toezigt  heeft  na  naauwkeu- 
rig  onderzoek ,  overeenkomstig  het  rapport  van  een  zijner 
leden ,  die  persoonlijk  in  loco  zich  van  de  noodzakelijkheid 
en  doelmatigheid  der  voorgenomen  verbouwing  overtuigd 
had,  de  verklaring  gegeven,  dat  de  gemeente  werkelijk 
hulpbehoevend  is  en  dat  het  de  gevraagde  som  niet  over- 
dreven acht.  In  zijn  rapport  aan  den  Minister  voegt  het 
daarbij,  dat  de  bijdragen  van  f  100. —  uit  de  gemeente, 
hoewel  klein  in  verhouding  tot  de  behoefte,  in  evenredig- 
heid van  het  luttel  aantal  en  de  weinige  gegoedheid  der 
gemeenteleden,  niet  onaanzienlijk  mag  heeten. 

Het  Classicaal  Bestuur,  met  de  plaatselijke  gesteldheid 
bekend,  noemt  deze  reparatie  allernoodzakelijkst  en  zonder 
ruime  subsidie  onmogelijk  tot  stand  te  brengen ,  en  spreekt 
daarbij  als  zijne  overtuiging  uit,  dat  de  gemeente  tot  de 
noodlijdenden  moet  gerekend  worden  en  zelf  naar  vermo- 
gen wil  bijdragen. 

Gelijke  ondersteuning  ondervindt  het  verzoek  van  de 
zijde  des  Provincialen  Eerkbestuurs. 

In  overeenstemming  met  deze  eenparige  adviezen  zijn  wij 
van  oordeel,  dat  Yierlingsbeek  moet  geholpen  worden 
en  aarzelen  wij  niet,  die  gemeente  voor  te  dragen  voor 
eene  subsidie  van  f1400  uit  het  synodale  fonds,  terwijl 
wij,  onder  mededeeliug  daarvan,  haar  aan  den  Minister 
bij  schrijven  van  29  Mei  n^.  144  hebben  aanbevolen  tot 
het  verkrijgen  eener  toelage  van  Rijkswege  tot  een  gelijk 
bedrag. 

Bes  o  ij  en,  classis  Heusden.  De  aanvraag  van  eene  toe-     Besoijen. 


Bijl.  A.  24 

lage  ten  behoeve  eener  noodzakelijke  herstelling  van  het 
kerkgebouw  dier  gemeente ,  ten  •  vorigen  jare  door  Kerk- 
voogden ingediend ,  werd  toen ,  bij  gebrek  aan  beschikbare 
middelen ,  overeenkomstig  het  voorstel  der  Synodale  Com- 
missie^ door  de  Synode  in  advies  gehouden,  zie  Hand. 
1879  bl.   19.  Bijl.  A.  bl.  34,  35. 

Blijkens    de  mededeeling    van  den    correspondent  is  de 
behoefte    aan    die    voorgenomen    herstelling,   voornamelijk 
bestaande    in   het  vernieuwen    der   geheele  dakbedekking, 
het   maken    van    nieuwe   banken  eu    het  aanbrengen  van 
nieuwe   ramen,    door    het   gedwongen  uitstel  van  een  jaar 
nog  dringender  geworden ,  en  overigens  de  financiëele  toe- 
stand aldaar  dezelfde  gebleven.  In  het  22  December  1879 
gedagteekende  verzoekschrift  van  den  Kerkeraad  om  besten- 
diging der    toelage    tot  het  predikantstractement  heet  het 
o.  a.  dat  de  kerk  zoo  in  verval  is ,  dat  de  B.  K.  er  mede  spo^, 
en    dat   in  dat  jaargetijde   de  namiddag-godsdienstoefening 
moest  gestaakt  worden  van  wege  het  lekken  en  het  droe- 
vige licht  dat  steelsgewijze  door  eenige  verweerde  glasruitjes 
moet  binnenkomen. 

Zou  de  Synodale  Commissie  op  de  in  haar  verslagaan- 
gevoerde  gronden  ten  vorigen  jare  alle  vrijmoedigheid  gehad 
hebben,  om  die  gemeente  voor  de  gevraagde  bijdrage  van 
f  2880  aan  te  bevelen ,  wij  meenen  thans  te  kunnen  vol- 
staan met  naar  dat  verslag  te  verwijzen ,  onder  opmerking 
dat  zij  naar  ons  oordeel  thans  onder  die  gemeenten  be- 
hoort ,  die  in  de  eerste  plaats  voor  ondersteuning  in  aan- 
merking mogen  komen.  In  verband  echter  met  den  stand 
der  middelen ,  moeten  wij  U  voorstellen  haar  uit  het  fonds 
slechts  eene  subsidie  van  f1400  toe  te  kennen,  doch 
haar  aan  den  Minister  voor  eene  rijkssubsidie  van  gelijk 
bedrag  aan  te  bevelen ,  wanneer  het  aan  Kerkvoogden  moet 
worden  overgelaten  in  het  dan  nog  ontbrekende  langs  an- 
deren weg  te  voorzien.  In  den  meer  aangehaalden  brief 
van  29  Mei  n®.  145  hebben  wij  den  Minister  van  die 
voordragt  mededeeling  gedaan ,  gelijk  wij  ook  aan  de  Kerk- 
voogden door  onzen  Secretaris  hebben  doen  melden,  dat 
het  in  het  belang  der  gemeente  is ,  zich  al  vast  onmiddel- 
lijk aan  den  Minister  om  het  bekomen  der  rijkssubsidie  te 
adresseren. 

Bergeik.  Bergeik  c.  a. ,    classis    Eindhoven.    In  onze   najaars- 

zitting  kwam    ter    tafel  een   adres  van   het    Kerkbestuur 


25  Bijl.  A. 

dezer  gemeente ,  dd.  8  Nov.  1879,  gereg.  onder  ii^  147, 
waarbij  onder  overlegging  der  vereischte  bescheiden  subsidie 
werd  aangevraagd  voor  herstelling  der  pastorij  en  tevens 
toestemming  verzocht  om  al  vast  tot  de  aanbesteding  en 
de  uitvoering  van  het  werk  over  te  gaan,  als  zijnde  dit 
van  spoedvereischenden   aard. 

Dat  werk  bestaat  volgens  overgeleverd  bestek  en  tee- 
kening  in  het  afbreken  der  bestaande  kap ,  het  opmetselen 
van  achtergevel  en  zijgevels  en  het  inrigten  van  dien  op- 
bouw tot  drie  kamers  en   droogzolder. 

Het  dak  der  pastorij ,  zoo  schrijven  adressanten ,  ver- 
keert in  zeer  bouwvalligen  staat,  ontstaan  door  de  ge- 
brekkige inrigting  bij  den  bouw.  Het  huis  moest  in  1838 
uit  zeer  beperkte  middelen  in  zijnen  tegenwoordigen  vorm 
worden  opgetrokken ,  hetgeen  bij  toenemend  verval  voor  de 
stevigheid  der  woning  hoogst  schadelijk  blijkt.  Door  zijn 
eigen  zwaarte  dringt  thans  het  lange  achtergedeelte  van 
liet  pannen  dak  het  korte  voorbovendeel  en  de  muren 
voorover ;  ook  worden  houtwerk  en  pannen  over  het  geheele 
dak  uit  hun  verband  geligt.  Talrijke  en  daaronder  groote 
openingen  der  losrakende  pannen  geven  aan  regen  en  sneeuw 
vrijen  doortogt,  en  zijn  oorzaak  dat  groote  lekkages  door 
zoldering  en  plafonds  heen  deze  en  de  muren  en  behang- 
sels bederven.  Zooveel  mogelijk  heeft  men  getracht  door 
tijdig  onderhoud  zoowel  uit  particuliere  bijdragen  als  uit 
de  kleine  kerkefondsen  verder  verval  te  voorkomen  — 
nog  onlangs  in  1879  is  ca.  f38. —  besteed  om  door  het 
inleggen  van  nieuwe  pannen,  het  aanstrijken  van  deze  en 
de  oude  pannen  een  dragelijken  toestand  te  scheppen ,  doch 
te  vergeefs.  Het  vooroverdringen  van  het  dak  weerhoudt 
niet  alleen  het  onderling  verband ,  maar  veroorzaakt  telkens 
na  eenig  herstel  het  losraken  en  de  verschuiving  der  be- 
dekking,  zoodat  geen  reparatie  mogelijk  is  zonder  grondige 

verandering Aan    de   op  min  kostbare  wijze  aan  te 

brengen  twee  zolderkamers  en  meidenkamers ,  gelijk  ook 
aan  een  behoorlijken  droogzolder  bestaat  voor  het  gezin 
van  den  predikant  groote  behoefte.^^ 

De  deskundige,  met  het  opnemen  der  pastorij  belast, 
rapporteert  dienaangaande:  //in  het  bestaande  defect  der 
kap  kan  op  geenerlei  wijze  voorzien  worden,  zoo  dat  door 
kleine  reparatiën  dezen  winter  de  toestand  dragelijk  zou 
worden.  Ook  lijdt  het  huis  zeer  door  den  aanhoudend  in- 
stroomenden   regen.  De  voorgestelde  verbouwing  is  de  eenig 


Bijl.  A.  26 

afdoende  maatregel  en  ook  voor  de  gezondheid  der  be- 
woners noodzakelijk.  Het  werk  vereischt  ten  spoedigste 
voorziening;  uitstel  zou  des  te  grooter  schade  veroor- 
zaken/' 

De  begrooting  van  het  werk  bedraagt  f  851.15^  makende 
met   de  kosten : 

van    het   opnemen,    begroeten^  ontwerpen 
van  het  bestek .     ,     .     f     25. — 

van  de  aanbesteding.     ...,...//     30.— 

en  van  toezigt  op  den    bouw o  100. — 

Te  zamen     ....     f  1006.15 

De  gemeenteleden  hebben  zich  verbonden  aan 
vrijwillige  giften  daarvoor  bij  te  dragen     .     .     f    135.— 

Blijft  dus  te  kort .     .     f    871.15 

Uit  de  kerkefondsen  kan  daarvoor  niets  worden  ai^- 
zonderd.  De  kerk  heeft  geene  andere  vaste  inkomsten  dan 
f60  huishuur,  door  den  predikant  te  betalen,  en  ± 
f25  huur  van  zitplaatsen,  terwijl  zij  daarentegen  nog 
aan  diversen  een  schuld  heeft  van  f  616.62^,  waarvan 
jaarlijks  f  19.20  rente  moet  betaald  worden.  Bergeik  be- 
hoort dan  ook  sints  jaren  onder  de  gemeenten,  die  door 
kleine  toelagen  uit  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  in 
staat  gesteld  moeten  worden  om  hare  administratie  gaande 
te  houden. 

Door  het  Glassicaal  en  het  Provinciaal  Kerkbestuur  wordt 
het  verzoek  krachtig  ondersteund;  zoo  ook  door  het  Pro- 
vinciaal CoUegie  van  toezigt,  dat  de  inschrijving  van  f  135 
aan  vrijwillige  giften  door  de  gemeenteleden  bevredigend 
noemt. 

Blijkens  de  overgelegde  lijst  hebben  nagenoeg  alle  leden 
der  gemeente  —  grootendeels  hoevenaars  der  Maatschappij 
van  Welstand  —  naar  vermogen  daartoe  bijgedragen,  en 
mag  dus ,  ook  naar  het  oordeel  van  den  correspondent ,  de 
gemeente  geacht  worden  voldoende  blijk  van  haar  belang- 
stelling gegeven  te  hebben. 

In  onze  najaarszitting  kon  het  verzoek  om  vergunning 
tot  aanbesteding  niet  worden  afgedaan,  daar  het  toen  ter 
tafel  zijnde  bestek  nadere  toelichting  vereischte  en  tot  eenige 
opmerkingen  van  bouwkundigen  aard  aanleiding  gaf,  die 
aan  het  kerkbestuur  werden  medegedeeld.  Nadat  de  ge- 
vraagde inlichtingen  verkregen  waren  en  het  bestek,  over- 
eenkomstig de  gemaakte  opmerkingen  gewijzigd ,  was  terug- 


27  Bijl.  A. 

ontvangen ,  heeft  de  Spoedcommissie  volgens  haar  verstrekt 
mandaat  de  gevraagde  toestemming  tot  aanbesteding  gege- 
ven^ natuurlijk  onder  het  uitdrukkelijk  voorbehoud,  in 
art.    19  van  het  Beglement  omschreven. 

Eenparig  rekenden  wij  dit  onder  de  buitengewone  ge- 
vallen ,  waarvan  dat  artikel  spreekt.  Dat  hier  behoefte  was 
aan  dadelijke  voorziening,  scheen  ons  even  ontwijfelbaar 
als  dat  de  gemeente  werkelijk  onder  de  noodlijdenden  moet 
gerekend  worden,  die  voor  het  geraamde  tekort  hulp 
iioodig  heeft. 

Sedert  ontvingen  wij  berigt ,  dat  het  werk  is  aanbesteed 
voor  de  som  van  f  842.  Voeg  daarbij  voor  de  boven- 
vermelde kosten  van  architect,  aanbesteding  en  opzigt 
f155,  zoo   maakt  dit  te  zamen  de  som   van.      f997.'-— 

de  gemeenteleden   dragen   daartoe  bij .     .     .     //  135. — 

zoodat    nog    voorzien    moet   worden   in  een 
tekort  van. f862.— 

Hoewel  bij  de  toestemming  tot  aanbesteding  aan  de  ge- 
meente uitdrukkelijk  verklaard  is,  dat  de  Sjnode  geheel 
vrij  blijft  in  hare  beschikking  op  de  aanvraag,  vleijen  wij 
ons  met  de  verwachting,  dat  onze  overtuiging  aangaande 
de  noodzakelijkheid  der  gevraagde  hulp  op  grond  van  al 
liet  aangevoerde  door  U  zal  worden  gedeeld;  en  dat  gij 
mitsdien  geen  bezwaar  zult  maken  om  aan  de  gemeente 
te  Bergeik  subsidie  te  verleenen  tot  het  bedrag,  als  nog 
beschikbaar  blijft,  namelijk  van  f  820,  zoodat  aan  de  ge- 
meente moet  worden  overgelaten  door  wat  meerdere  krachts- 
inspanning zelve  in  het  ontbrekende  te  voorzien. 

e.    Overeenkomstig  de  betrekkelijke  voordragten  blijven     e.  Voordragten  tot 
nog  de  aanvragen   van   drie  gemeenten  over,  waaromtrent *^'S^^°8- 
wij  U  tot  afwijzing  adviseren,  als  volgt. 

Westkapelle,  classis  Heusden.  Voor  deze  gemeente  Westkapelle. 
was  ten  vorigen  jare  ter  vertimmering  en  vergrooting  der 
pastorij  uit  het  fonds  toegestaan  ^3000,  met  aanbeveling 
voor  eene  Eijkssubsidie  tot  gelijk  bedrag.  (Handel,  blz. 
18,  33.)  Uit  een  schrijven  van  Kerkvoogden,  gerigt  tot 
de  Synode,  van  21  Januarij  IL,  gereg.  onder  n^  253, 
blijkt,  dat  de  Rijksrapporteur  op  het  bouwplan  des  vorigen 
jaars  zoovele  aanmerkingen  had ,  dat  Kerkvoogden  genood- 
zaakt waren  een  geheel  nieuw  plan  Ie  maken,  welk  plan 
dan   ook    bij   gemeld  schrijven  overgelegd  wordt.  Volgens 


Bul.  A.  28 

dat  plan  wordt  zeker  het  gebouw  veel  deugdzamer;  doch 
daar  staat   tegenover,    dat  het  nu  ook  f  1169,18^   meer 
kosten  moet^  zoodat  de  raming  voor  het  geheele  werk  is 
gestegen  tot  de  som  van  f  9168,26^.  Daarbij  komt,   dat 
door  het  Eijk  niet  meer  toegestaan   is   dan  f  2500.  Trekt 
men  deze  som ,  te  zamen  met  de  toegestane  som  van  f  8000 
uit   het   fonds,    af  van  de  geraamde  kosten  voor  het  ge- 
heele  werk,    d&n    blijft   er    f  8668,26^    te   betalen  over, 
waarvoor  de  fondsen  niet  aanwezig  zijn.  Alzoo  is  thans  de  toe- 
stand eene  geheel  andere  geworden.  Er  is  een  gansch  nieuir 
bouwplan  gekomen,  waaraan  wij  in  de  gegeven  omstandigheden 
buiten  Uwe  vergadering  om  geene  goedkeuring  mogten  geven. 
Die  goedkeuring  te  weigeren  valt  moeijelijk,  nu  reeds  Rijkssub- 
sidie is  toegestaan.  Wij  maken  echter  bezwaar ,  met  het  oog 
op  het  hoog  bedrag  der  verleden  jaar  vergunde  subsidie, 
U  te  adviseren  nog  verhooging  daarvan  in  te  willigen  ,  waar- 
voor trouwens  ook  de  middelen  niet  voorhanden  zijn.  "Et 
zal   dus   niet   anders    overblijven,   dan  dat  Kerkvoogden, 
hetzij   door  vrijwillige  leening  of  opneming  van  gelden  met 
jaarlijksche  aflossing  tegen  matigen  intrest,  hetzij  op  andere 
wijze  het  tekort  van  f8668,265   trachtten  te  dekken.  Wij 
stellen  ü  voor  aan  Kerkvoogden  te  antwoorden ,  dat  in  de 
gegeven  omstandigheden  de  verandering  van  het  bouwplan 
met  behoud  der  toegekende  subsidie  van  f3000  kan  wor- 
den toegestaan ,  maar  aan  de  gemeente  moet  worden  over- 
gelaten  zelve   in    het   ontbrekende    te  voorzien,   dewijl  de 
Synode  builen  magte  is  om  ruimere  ondersteuning  te  ver- 
strekken. 

Grgpskerke.  Grijpskerke,  classis  Middelburg.   Kerkvoogden  dier 

gemeente  wenden  zich,  bij  schrijven  van  22  December  11., 
gereg.  onder  n^  430,  tot  de  Synode,  met  verzoek  om 
tot  den  bouw  eener  nieuwe  pastorij  uit  het  fonds  te  ont- 
vangen eene  som  van  f  7500.  Het  Glassicaal  Bestuur  van 
Middelburg  ondersteunt  deze  aanvrage  in  een  schrijven 
van  24  Maart  11.  met  de  opmerking ,  dat  de  tegenwoordige 
pastorij  onbewoonbaar  is  en  veeleer  voor  eene  arbeiders- 
woning geschikt,  en  dat  zoolang  er  geene  nieuwe  pastorij 
is,  de  gemeente,  die  reeds  eenige  jaren  herderloos  is, 
vacant  zal  moeten  blijven.  De  aanvraag  wordt  mede  on- 
dersteund door  het  Provinciaal  Collegie  van  toezigt,  met 
de  verklaring,  dat  de  gemeente,  die  niet  meer  telt  dan 
557  leden,  waarvan  226  lidmaten,  en  geenerlei  kerkelijke 


29  Bijl.  A. 

goederen  bezit  ^  hulpbehoevend  is;  echter  met  de  bij  voeging , 
dat   het  bouwplan  voor  aanmerkelijke  vereenvoudiging  vat- 
baar  ia    en   dat  de  bijdrage  der  gemeente  verhoogd  dient 
te  worden.   Volgens  dat  bouwplan  en   de  daarbij  gevoegde 
begroeting^  opgemaakt  door   twee  eenvoudige  timmerlieden 
ter    plaatse,    worden    de    kosten    voor  het  nieuwe  gebouw 
geraamd    op    f  8000  ^    waarvoor    de    gemeente    bijdraagt 
{  500  y    welke   laatste  som  evenwel ,  volgens  het  schrijven 
van  Kerkvoogden  ^  uit  niets  anders  voortvloeit  dan  uit  het 
vermoedelijk    batig  saldo  der  kerkelijke  rekening  over  het 
loopende   jaar^   terwijl   later  Kerkvoogden   zich  verbonden 
hebben    uit  den  boezem  der  gemeente  f97  bij  te  dragen. 
Ook    het   Provinciaal   Kerkbestuur   van  Zeeland  verklaart^ 
dat  de  bijdrage  der  gemeente  in  evenredigheid  tot  de  als 
subsidie  gevraagde  som  te  gering  is  en  acht  het  mogelijk^ 
dat  een    goedkooper   en   doeltreffender  bouwplan  door  een 
deskundigen   architect  opgemaakt  worde.  Met  een  en  ander 
vereenigen   wij    ons.    Mitsdien    raden   wij    U^  aan   Kerk- 
voogden   te   Qrijpskerke    te  kennen  te  geven,  dat  er 
èn  een  bouwplan  op  zuiniger  schaal  zal  dienen  te  worden 
opgemaakt  met  behulp  van  een  bevoegd  bouwkundige  ^  èn 
dat  de  gemeente  grootere  belangstelling  moet  toonen  dan 
in    hare   aangeboden  bijdrage  van  nog  geen  f  100   blijk- 
baar   is.    Ook    mogen   wij  niet  verzwijgen,  dat  in   plaats 
van    v(5(5r    het    einde    des    jaars^    zooals    art.   12  van  het 
Seglement  voorschrijft^  de  stukken  eerst  met  het  schrijven 
van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  27   April  ons  werden 
toegezonden.  De  aanvraag  van  Kerkvoogden,  gedagteekend 
22   December  11.,    is  dus  veel  te  laat  ingediend^  waaraan 
ook    de    veel   te    late  ontvangst  bij  ons  CoUegie  is  toe  te 
schrijven.    Op    deze    gronden   adviseren    wij   het   verzoek , 
zooals  het  daar  ligt^  af  te  wijzen. 

Eindhoven,  classis  Eindhoven.  Het  Kerkbestuur  dezer  Eindhoven, 
gemeente  heeft  bij  adres  van  12  September  1879,  gereg. 
onder  n^  718 ,  voor  den  bouw  eener  nieuwe  Kerk  eene  sub- 
sidie van  f  6000  uit  het  Syn.  fonds  aangevraagd,  daarbij 
tevens  verzoekende  dat  eene  aanvraag  om  subsidie  van  gelijk 
bedrag  bij  de  Begering  door  de  Synode  zal  worden  onder- 
steund. De  aanvraag  om  zulke  Bijkssubsidie  werd  bij  Minis- 
terieel schrijen  van  den  9  Februarij  jl. ,  gereg.  onder  n®.  273, 
ter  fine  van  consideratie  en  advies  in  onze  handen  gesteld. 

Het     Kerkbestuur     berigt     dat     het     kerkgebouw    in 


Bul.  A.  30 

zulk  ëen  bouwvalligen  staat  verkeert^  dat  het  naar  het  oor- 
deel van  bevoegde  bouwkundigen  geheel  moet  worden  af- 
gebroken; dat  de  gemeente  niet  bij  magte  is  uit  eigen 
middelen  in  die  behoefte  te  voorzien ,  maar  dat  de  gemeente- 
leden zich  bereid  hebben  verklaard  aan  vrijwillige  giften 
eeue  som  van  ruim  f  1350  daarvoor  bij  te  dragen. 

Het  legt  daarbij  over  alle  vereischte  bescheiden,  o.  a. 
teekening  van  het  te  sloopen  en  van  het  nieuw  op  te  rigten 
kerkgebouw,  bestek  en  begrooting,  volgens  welke  laatste 
de  kosten  van  hetgeheele  werk  geraamd  zijn  op  f  14600. 

Volgens  het  advies  van  den  door  het  Provinciaal  Col- 
legie  van  toezigt  geraadpleegden  deskundige  zijn  de  kosten 
matig  berekend  en  draagt  het  bestek  de  blijken  van  met 
zorg  en  zaakkennis  opgemaakt  te  zijn.  De  correspondejit 
kan  daarbij  voegen,  dat  hij  van  verschillende  zijden  be- 
rigten  omtrent  den  toestand  van  het  bestaande  kerkgebouw 
heeft  ingewonnen  en  dat  er  naar  eenparig  getuigenis  inder- 
daad dringende   behoefte  bestaat  aan   eene   nieuwe  kerk. 

Het  Provinciaal  Collegie  van  toezigt,  dat,  naar  den 
correspondent  van  nabij  bekend  is ,  met  groote  zorg  de 
zaak  onderzocht  heeft  vódr  dat  het  de  verklaring  gaf  dat 
de  gemeente  werkelijk  hulpbehoevend  en  de  gevraagde  som 
niet  overdreven  is,  getuigt  daarbij  dat  uit  het  kerkefonds 
voor  het  beoogde  doel  geene  middelen  kunnen  worden 
aangewezen,  daar  de  kerk  van  Eindhoven  geen  an- 
dere rentegeveude  eigendommen  heeft  dan  de  pastorij, 
waarvan  de  predikant  huishuur  betaalt,  en  eenige  kleine 
grondrenten  waarvan  de  aflossing  of  betaling  onzeker  is, 
en  daartegenover  nog  eene  schuld  aan  de  Diaconie  van 
f  1350.  Hoewel  alleszins  waarderende  dat  de  gemeente- 
leden door  aan  vrijwillige  giften  eene  som  van  ruim  f  1350 
in  te  schrijven  een  lofwaardig  blijk  van  belangstelling  ge- 
geven hadden ,  had  het  Collegie  toch ,  met  het  oog  op 
het  cijfer  der  begrooting,  zich  verpligt  gerekend  voord[ 
nog  aan  het  Kerkbestuur  de  vraag  voor  te  leggen  of  de 
gemeente  niet  door  leening  eene  grootere  som  zou  kunnen 
bijeenbrengen.  Het  ontving  daarop  ten  antwoord  dat  het 
Kerkbestuur  te  vergeefs  getracht  heeft  eene  rentelooze  lee- 
ning te  sluiten  en  bezwaar  maakt  eene  leening  aan  te  gaan 
tegen  behoorlijke  rente,  dewijl  het  voor  rentebetaling  en 
aflossing  geen  zekerheid  kan  geven.  Het  Collegie  heeft 
toen,  de  gegrondheid  van  dat  bezwaar  erkennende,  gemeend 
in    dat    antwoord  te  moeten  berusten  en  vrijheid  te  heb- 


31  Bijl.  A. 

ben^  om  de  gemeente  voor  de  subsidie  aan  te  bereleB. 

Het  Classicaal  Bestuur  getuigt  dat  de  kerkte  Eindho- 
ven in  zeer  bouwvalligen  toestand  verkeert;  dat  de  ge- 
meente zich  naar  zijn  oordeel  zeer  aanzienlijke  offers  wil 
getroosten  voor  het  verkrijgen  van  een  nieuw  kerkgebouw, 
en  dat  het  de  gemeente  daarom  gaarne  aanbeveelt  voor  het 
verwerven  van  de  noodzakelijke  financiële  hulp. 

Op  gelijke  gronden  wordt  het  verzoek  ondersteund  door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur. 

In  weerwil  van  alle  deze  gunstige  adviezen  vonden  wij 
volstrekt  geene  vrijheid  u  het  toestaan  der  gevraagde  sub- 
sidie aan  te  raden ,  in  aanmerking  nemende ,  dat  voor  eene 
gemeente  die  niet  meer  dan  175  leden  (zielen)  telt,  een 
kleiner  kerkgebouw,  dat  ligtelijk  niet  meer  dan  f  7000 
of  f  8000  zou  behoeven  te  kosten,  aan  de  behoeften  zou 
voldoen.  Voor  meer  dan  de  behoefte  volstrekt  vordert, 
mag  naar  onze  overtuiging  uit  het  voor  noodlijdende  ge- 
meenten bestemde  fonds  geene  ondersteuning  verleend  wor- 
den. Zonder  twijfel  bestaat  hier  behoefte  aan  een  nieuw 
kerkgebouw  en  valt  ook  de  offervaardigheid  der  gemeente 
niet  te  miskennen;  maar  verlangt  zij  daarbij  hulp  uit 
het  fonds,  dan  behoort  zij  zich  ook  vereenvoudiging  van 
het  bouwplan  te  laten  welgevallen.  Wij  moeten  u  der- 
halve voorstellen  op  het  verzoek  zoo  als  het  daar  ligt 
afwijzend  te  beschikken,  even  als  wij  bij  schrijven  van  den 
29  Mei  n°.  143  den  Minister  ook  ontraden  hebben  voor 
dit  bouwplan  Bijkssubsidie  toe  te  staan,  meldende,  wel 
te  kunnen  verzekeren ,  dat  er  geen  uitzigt  bestaat  dat  daar- 
voor subsidie  uit  het  Synodale  fonds  zal  verleend  worden. 

f.   Wij  geven  hier  van  de  gedane  voordragten  het  vol-    /.  Ovcraigt  van  de 

gende   OVERZIGT  :  gedane  voordragten. 

P.  13  it  het  fonds  als  subsidie  toe  te  staan  aan  de 
gemeenten  te: 

Millingen -     -  f  1400.00 

Groesbeek //  1000.00 

Zevenhoven „  1000.00 

Driehuizen /y  1200.00 

Overbrengen.     .     f     4600.00 


Bijl.  A.  82 

Overgebragt.     .     f     4600.00 

Kleverskerke „  1800.00 

Molkwerum  nog „  1000. 00 

Haulerwijk „  2000.00 

Weerselo „  1000.00 

Qrootegast „  680.00 

Stitswerd ,  2400.00 

Vierliiigsbeek „  1400.00 

Besoijen „  1400.00 

Bergeik „  820.00 

Te  zamen.     .     f  17100.00 

2^    Voor    het   bekomen   van  Bijkssubsidie  tot  vermeld 
bedrag  aan  te  bevelen  de  gemeenten  te: 

Kleverskerke f     1200.00 

Haulerwijk „     4000.00 

Vierlingsbeek ^1400.00 

Besoijen „     1400.00 

Te  zamen.     .     f     6000.00 

8^    Af   te    wijzen   de   aanvragen   uit  Westkapelle, 
Grijpskerke  en  Eindhoven. 

^.  Berigten  omtrent     g>  Bij   missive  van  19  November  no.  11^  gereg.  onder 
verleende  rijkssubsidie,  n».   186,  gaf  de  Minister   van  Pinanciën  ons  kennis,  dat 

bij  Z.  M.  besluit  van  13  November  b.v.  n^.  36,  als 
subsidie  was  toegestaan  aan  het  Classicaal  Bestuur  van 
Nijmegen  ten  behoeve  van  de  gemeente  te  Mi  Hing  en 
f  1000  in  de  kosten  van  den  bouw  eener  kerk;  aan  de 
gemeente  te  Zevenhoven  f2000  in  de  kosten  van 
herstelling  der  kerk;  aan  de  gemeente  te  Molkwerum 
f  2000  in  de  kosten  van  den  bouw  eener  nieuwe  pastorij 
en    aan    de  gemeente  te  HoUum  op  Ameland  f2500 


38  Bul.  A. 

in  de  kosten  van  de  herstelling  der  kerk.  Behahe  de 
laatstgenoemde  twee  gemeenten  waren  nog  door  de  Synode 
voor  Rijkssubsidie  aanbevolen  de  gemeente  te  Westka- 
pelle  ?oor  f  3000  en  de  gemeente  te  Nieuwe  Pekela 
voor  f  1500.  Volgens  hiervoren  reeds  aangehaalde  mede- 
deeling  werd  echter  aan  eerstgenoemde  gemeente  in  1879 
Dog  f  2500  toegestaan,  terwql  in  dit  jaar  naar  het  blz. 
16  vermelde  berigt  aan  de  gemeente  te  Driebuizen, 
waarvan  de  aanvraag  door  de  Synode  in  advies  was  ge- 
houden, al  vast  f1500  Bijkssubsidie  werd  toegekend, 
doch  ook  volgens  kennisgeving  van  den  Minister  van  14 
febraarij  n®.  10 ,  gereg.  onder  n®.  284 ,  bij  Z.  M.  besluit 
van  9  Februarij  n^  11,  aan  de  gemeente  te  Nieuwe 
Pekela  de  aanbevolen  subsidie  van  f  1500  voor  de 
kosten  van  pastorijbouw  verleend  werd, 

h.  Terwijl  Kerkvoogden  van  de  gemeente  te  Nieuwe  A.  Vergunning  aan 
Pekela  ons  bij  schrijven  van  8  Maart,  gereg.  o^der  no.  ^®'^Jj^8^®^^.^^^^^ 
309 ,  berigt  gaven  van  het  verkrijgen  der  subsidie ,  deelden  in  het  bestek.  ^"^"* 
zij  ons  tevens  mede,  dat  van  wege  den  Minister  eenige 
wijzigingen  in  het  bestek  en  de  begrooting  waren  gebragt , 
waarvoor  zij  nu  onze  goedkeuring  met  handhaving  der 
toegekende  subsidie  uit  het  fonds  voor  noodlijdende  ker- 
ken en  personen  verzochten,  hopende  dat  daartegen  geen 
bezwaar  zou  bestaan ,  omdat ,  indien  door  bedoelde  wijziging 
eene  vermindering  der  kosten  verkregen  was,  deze  vermin- 
doring  van  zeer  geringe  beteekenis  was.  Wij  vonden  geen 
grond  om  tegen  de  inwilliging  van  het  verzoek  bezwaar 
te  maken,  omdat  volgens  art.  17  van  het  Reglement  na 
de  aanbesteding  het  bedrag  der  uit  te  betalen  subsidie 
toch  naar  de  werkelijke  kosten  berekend  zou  worden  en 
berigten  derhalve  bij  schrijven  van  13  Maart  n\  68  dat 
het  verzoek  door  ons  werd  toegestaan. 

i.   Op  de  met  de  voorschriften  overeenstemmende  aan-     i.  Uitbetaling  vau 
vragen  hebben  wij   steeds  onverwijld   order   gesteld  op  de  sobaidiën. 
uitbetaling  der  na  te  melden  subsidiën  als: 

aan  de  gemeente  te  Eoermond  (n^  42)  van  f213 
Tiaar  de  eigen  opgaaf  van  Kerkvoogden  in  verband  met 
de  werkelijke  kosten  f  287  minder  dan  oorspronkelijk  aan 
de  gemeente  was  toegekend ; 

aan  de  gemeente  te  Horsten  (n^.  54  en  79)  van 
1950  nog  voor  den  voltooiden  kerkbouw  schuldig  gebleven ; 

3 


Bul.  A,  34 

aan  de  gemeente  te  Holijsloot  (n^  55)  ?anf  5107, 
in  verband  met  de  aannemingssom  f  643  minder  dan 
in   1878  was  toegestaan  en  in  uitzigt  gegeven; 

aan  de  gemeente  te  Duurswoude  (n^  58)  van  f  4O0, 
die  zij  nog  van  de  toegekende  subsidie  van  f  2000  te  vor- 
deren   had ; 

aan    de  gemeente    te  Enter   (no.   183)   van  £2000; 

aan  de  gemeente  te  Qre  v e  n  bicht  (n^  243)  van  f  292, 
met  afwijzing  van  het  verzoek  van  het  Classicaal  Bestaur 
tot  betaling  van  enkele  kosten  bovendien,  ofschoon  niet 
meer  dan  f  15  bedragende,  als  niet  in  de  oorspronkelijke 
begrooting  begrepen; 

aan  de  gemeente  te  Hil varenbeek  (n^  395,  401} 
van  f650. 

Buitendien  voldeden  wij  gaarne  aan  het  verlangen  van 
Kerkvoogden  te  Yeghel  (n^  102)  om  van  de  subsidie, 
die,  hoewel  naar  de  aannemingssom  met  f  164  verminderd, 
toch  nog  f  2336  kon  blijven  bedragen,  volgens  de  bepaling  in 
art.  20  van  het  Beglement  de  helft  t.  w.  f  1 163  te  doen  uitbeta- 
len. Evenzoo  werd  aan  de  Kerkvoogden  te  Hollum  op  Ame- 
land (n^  206),  nadat  gebleken  was  dat  de  kosten  van  den 
kerkbouw  verre  boven  de  raming  kwamen ,  de  uitbetaling 
der  helft  van  de  daarvoor  toegekende  subsidie  t.  w. :  f1250 
gaarne  ingewilligd ,  terwijl  na  onze  voorjaarsvergadering  op 
de  uitbetaling  der  andere  helft  order  kon  gesteld  worden, 
als  de  bij  de  daarna  gedane  aanvraag  ontbrekende  verkla- 
ring ,  dat  het  werk  behoorlijk  was  afgeleverd  en  goedgekeurd 
was,  in  was  gekomen  (n^  522). 

Op  een  door   het  Provinciaal    GoUegie   van    toezigt  in 
Noordholland    bij  missive  van  3  November,  gereg.  onder 
n^.    103,  tot  ons  gerigt   verzoek,   om   aan    de  gemeente 
te  Vlieland  al  vast  ter  voldoening  aan  de  verpligtingen 
j^ens  den  aannemer  van  het  werk  de  helft  der  door  de 
Synode  toegestane  subsidie  van  f1500  uit  te  keerenen, 
ofschoon    de   kosten  f276  beneden  de  raming  waren   ge- 
komen ,  de  subsidie  niet  te  verminderen ,  maar  dese  gelden 
te    laten  gebruiken    voor   de  uitvoering  van   werken,    die 
niet  op  de   begrooting  voorkwamen ,  moesten  wij  het  Col- 
legie  in  ons  antwoord   van  20  November  n^.  50  te  kennen 
geven ,    dat    wij ,    behoudens  groote  waardering  van    zijne 
voor  de  belangen  der  gemeente  aan  den  dag  gelegde  zoi^, 
door  de  bepalingen  van  het  pas   ingevoerde  Beglement  op 
het  fonds   verhinderd   werden  aan  zijn  verzoek  gevolg  ts 


85  Bijl.  A. 

geven  I  terwijl  de  daarbij  overgelegde  stukken  ons  aanlei- 
ding  gaven  aan  de  Kerkvoogden  tevens  bij  schrijven  van 
dezelfde  dagteekening  n®.  5 1  de  opmerking  te  maJ^en ,  dat 
zij  zich  wat  de  goedkeuring  der  aanbesteding  en  de  ken- 
ni^eving  der  aannemingssom  betreft  naar  de  bepalingen 
▼an  dat  Beglement  te  gedragen  hadden. 

Van  Kerkvoogden  ontvingen  wij  hierop  door  tusschen- 
komst  van  het  Glassicaal  Bestuur  van  Alkmaar  een  uit- 
voerig schrijven,  dd.  3  December,  gereg.  215,  waarin  zij 
meldden  dat  de  aanbesteding  van  het  werk  door  het  Pro- 
Wnciaal  Kerkbestuur  was  goedgekeurd,  doch  dat  zij  in  de 
meening  hadden  verkeerd,  dat  dit  Bestuur  het  bedrag 
der  aannemingssom  aan  ons  zou  melden ,  en  van  ons  ver- 
schooning vraagden ,  van  deze  mededeeling  te  hebben  ver- 
zuimd, intusschen  wegens  de  financiële  verlegenheid,  waarin 
zij  verkeerden ,  alsnog  aandringende  op  de  inwilliging  van 
het  reeds  door  het  Provinciaal  CoUegie  gedane  verzoek, 
waarin  zij  ook  door  het  Glassicaal  Bestuur  in  zijn  geleidend 
schrijven  zeer  ondersteund  werden.  Wij  antwoordden  echter 
aan  de  Kerkvoogden  bij  schrijven  van  28  December  n°.  110, 
1*^.  dat  de  Synodale  Commissie  onbevoegd  is  om  meer  sub- 
sidie toe  te  wijzen,  dan  voor  de  bestrijding  der  kosten 
noodig  is ,  en  derhalve  verpligt  werd ,  de  subsidie  door  de 
Synode  toegestaan  met  f276  te  verminderen,  vermiis  de 
som  der  aanneming  en  de  kosten  van  het  toezigt  te  zamen 
zooveel  beneden  de  raming  gebleven  waren;  2^.  dat  de 
Commissie  niet  bij  magte  is  voor  zoogenaamde  bijwerken 
subsidie  te  verleenen ,  als  zijnde  hiertoe  de  Synode  alleen 
bevond,  maar  indien  de  noodzakelijkheid  daarvan  naar 
behooren  kon  worden  aangetoond ,  niet  ongezind  zoude  zijn 
ten  deze  eene  gunstige  voordragt  aan  de  Synode  te  doen ; 
3^.  dat  aan  Kerkvoogden  uit  de  bepaling  in  art.  20  van 
het  Beglement  zelve  kon  blijken,  dat  geene  partiële  uit- 
betaling van  subsidie  kan  geschieden ,  dan  wanneer  de  sub- 
sidie, door  de  Synode  toegestaan,  meer  dan  f2000  be- 
draagt ,  en  zij ,  daar  v6<5r  het  in  werking  treden  van  het 
Beglement  zelfs  zulke  uitzonderende  bepaling  niet  bestond, 
niet,  gelijk  zij  deden,  misverstand  van  het  Eeglement  als 
verschooning  konden  laten  gelden ,  dat  zij  bij  het  stellen 
der  voorwaarden  van  de  aanbesteding  niet  in  het  oog  had- 
den gehouden  dat  vóór  de  voltooijing  van  het  werk  niet 
op  de  uitbetaling  der  subsidie  kon  worden  gerekend.  Wij 
zonden  dit  antwoord  door  tusschenkomst  van  het  Classicaal 


Bul;  A.  36 

Bestuar,  met  een  schriJTen,  waarin  wij  het  Terzoclitra, 
dien  brief  aan  Kerkvoogden  tevens  als  antwoord  op  zijne 
aanbeveling  van  het  verzoek  van  Kerkvoogden  te  beschouweiu 

Later  werd  ons  door  het  Classicaal  Bestuur  ^  bij  brief  van 
5  Januari],  gereg.  onder  n®.  238,  de  voltooijing  van  het 
werk  berigt  en  met  overlegging  der  noodige  stukken  ver- 
zocht om  orderstelling  op  de  uitbetaling  der  subsidie^  On- 
middellijk werd  nu  aaa  den  Quaestor-generaal,  t.  w.  bij 
brief  van  8  Januarij  n®.  7 ,  opgedragen ,  aan  Kerkvoogden 
de  som  van  f1224  uit  te  betalen,  doch,  daar  het  Clas- 
sicaal Bestuur  in  zijn  aangehaald  schrijven  van  eene  door  ons 
voor  de  herstelling  der  pastorij  toegezegde  buitengewone 
toelage  schreef,  maakten  wij  bij  de  kennisgeving  er  van 
de  opmerking,  dat  uit  onzen  brief  aan  Kerkvoogd^i  niet 
meer  kon  worden  afgeleid ,  dan  dat  wij  wel  geneigd  waren 
om  de  Synode  tot  het  verleenen  eener  buitengewone  toe- 
lage te  adviseren,  indien  blijken  mogt  dat  daaraan  nog 
behoefte  bestond  tot  dekking  van  onvermijdelijk  bevonden 
kosten. 

Aan  Kerkvoogden  te  Gaastmeer  is  naar  de  ontvan- 
gen opgaaf  der  aannemingssom  der  nieuwe  pastorij  (n®.  95) 
bij  brief  van  25  November  n°.  73  berigt,  dat  zij  zich 
de  vermindering  der  toegekende  subsidie  met  f*  785  zoaden 
moeten  laten  welgevallen,  zoodat,  wanneer  het  werk  zal 
voltooid  zijn,  hun  daarvoor  niet  meer  dan  f1215  zal 
kunnen  worden  uitbetaald. 

Uit  de  van  Kerkvoogden  te  Ammerstol  ingekomen 
opgaaf  van  de  kosten  van  het  nieuwe  kerkgebouw  (n®.  310) 
is  ons  gebleken ,  dat  er  geen  grond  bestaat  om  het  cijfer 
der  daarvoor  toegekende  subsidie  van  f  5000  te  vermin- 
deren. 

y.  Toekeniimg  van     J.  Tweemalen  kwamen  wij  op  daarvoor  ingekomen  voor- 

•Mi^naamdekleinetoe.  jragten  Van  de  betrokken   Besturen  in  de  gelegenheid  om 

'  naar  de  ons   bij  art.    26    van  het  Reglement  to^ekende 

bevoegdheid  door  het  verleenen  van  zoogenaamde  kleine 
toelagen  in  onvoorziene  nood  te  helpen.  Eens  ten  behoeve 
van  eene  predikantsdochter  in  Groningen  (n®.  180),  die 
na  20  jaren  in  betrekking  te  zijn  geweest  die  moest  ver- 
laten wegens  haren  lijdenden  toestand  (kanker)  en  bij  eene 
zuster  werd  opgenomen,  die  zelve  met  moeite  in  eigen 
behoefte  voorziet.  Bij  schrijven  van  19  November  n^  41 
droegen    wij   den  Queastor-generaal   op  aan  deze  halpbe- 


87  Bijl.  A. 

hoevende  £50  over  te  maken.  Kort  daarna  werd  vooreene 
wedawe ,  dochter  van  eenen  voormaligen  predikant  in  Zuid- 
Holland,  onze  hulp  ingeroepen  (n^.  222),  die  door  hare 
twee  zoons,  uit  de  geringe  middelen  waarover  deze  te 
beschikken  hebben,  in  een  gasthuis  geplaatst  was,  doch, 
dewijl  zij  daar  zelve  voor  hare  kleeding  te  zorgen  heeft, 
van  de  daarvoor  noodige  gelden  verstoken  was.  Volgens 
aan  den  Quaestor-generaal  dd.  23  December  gedane  op- 
dragt,  hebben  wij  haar  daarvoor  eene  toelage  van  f  80 
doen  toekomen. 

k  Bij  het  onderzoek  der  bij  U  ingekomen  voordragten     ^-  Berigt  omtrent 
van    kleine  toelagen  zal  door   ü  inzage  kunnen  genomen  J^^^Jq^I  *°m*^*)!rikn 
worden  van  eene  nadere  van  het  Ministerie  van  Financiën  vroaw«    Sieyn-ScAO' 
dd.  26  November  gereg.   onder  n®.  197  ,  ontvangen  mede- '»«^«'- 
deeling    omtrent    de  toekenning  van  bijdragen  aan  predi- 
kantswedawen   uit  het  fonds  van  wijlen  Vrouwe  C,  Schel- 
Ikger,  wed.  Mr.  P.  Steyn. 

h  Wij  deelen  U  hierbij  den  aan  de  gemeenten  uit  uwen     i  CoUectebrief. 
naam  gerigten  CoUectebrief  mede  met  het  daarbij  aan  de  Ker- 
keraden gerigte  schrijven  van  17  November  n**.  16,  dat  wij 
naar  art.  28  van  het  Eeglement  van  den  door  ons  opge- 
maakten  staat  van  het  fonds  hebben  doen  vergezeld  gaan. 

De  CoUectebrief  luidde  als   volgt: 

'/Geliefde  Broeders  en   Zusters! 

//Wij  komen  met  vrijmoedigheid  een  beroep  doen  op 
Qwe  Christelijke  liefdadigheid  ten  behoeve  van  noodlijdende 
gemeenten  en  hulpbehoevende  betrekkingen  van  predikan- 
ten in  onze  Ned.  Herv.  Kerk.  Het  verdriete  u  niet  indien 
wij  telken  jare  met  dezelfde  vraag  tot  u  terugkeeren ,  want 
zoo  wij  vragen  het  is  omdat  er  nog  altijd  behoefte  aan 
hulp  bestaat.  Ook  het  laatst  verloopen  jaar  konden  wij 
niet  aan  alle  aanvragen  van  noodlijdende  gemeenten  vol- 
doen, en  het  zijn  slechts  kleine  giften  die  wij  aan  de 
nagelaten  betrekkingen  van  predikanten  kunnen  toekennen. 
Het  verwondere  u  ook  niet  dat  wij  met  vrijmoedigheid  onze 
bede  tot  u  rigten  en  niemand  zegge,  daar  wordt  reeds 
zooveel  gevraagd!  Zoolang  gij  niet  te  véél  gegeven  hebt, 
heeft  uwe  klagt  over  het  vele  vragen  geen  grond.  En  zoo- 
lang liefde  het  echte  kenmerk  is  van  de  volgelingen  van 
onzen  Heer,  zoolang  zullen  wij  vrijmoedigheid  hebben  uwe 


Bijl.  A.  38 

gaven  te  vragen  voor  noodlijdenden.  Op  dien  liefdadigheids- 
zin  hebben  de  oprigters  van  het  fonds  gerekend  als  op 
een  vast  en  blijvend  kapitaal.  Beschaamt  gij  han  ühriste- 
lijk  vertrouwen  niet^  maar  wilt  ons  door  milde  gaven  in 
staat  stellen  om  krachtige  hulp  te  verleenen  aan  nood- 
lijdende gemeenten  en  den  druk  te  verzachten  van  hulp- 
behoevende personen/' 

Onze  brief  aan  de  Kerkeraden  was  van  dezen  inhoud : 
^Bij  toezending  van  den  collectebrief  ten  behoeve  van 
het  Ponds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen  roepen 
wij  uwe  krachtige  medewerking  in.  Wij  doen  dit  met  te 
meer  vrijmoedigheid ,  omdat  de  bepalingen  van  het  15 
Jan.  11.  in  werking  getreden  Beglement  u  een  waarborg 
kunnen  geven  dat  de  toekenning  der  toelagen  nit  dit 
fonds  met  de  meeste  naauwgezetheid  plaats  vindt;  terwij'i 
in  de  voortdurende  behoeften  niet  dan  door  ruime  op- 
brengst der  collecte  kan  worden  voorzien.  Ofschoon  de 
Synode  dit  jaar  aan  15  noodlijdende  gemeenten  voor  op- 
bouw of  herstelling  van  kerk  of  pastorij  toelagen  kon  ver- 
strekken tot  een  bedrag  van  f  21500^  moesten  echter^ 
bij  gebrek  aan  beschikbare  middelen ,  nog  vier  aanvragen , 
waaronder  zelfs  die  dringend  voorziening  vorderden,  tot 
een  volgend  jaar  worden  aangehouden.  Aan  47  gemeenten 
werden  om  in  de  gewone  behoeften  der  kerkelijke  admi- 
nistratie te  voorzien  kleine  toelagen  verstrekt  tot  een  ge- 
zamenlijk bedrag  van  f  2190.  Voegen  wij  daar  nog  bij 
eene  som  van  f  7985  aan  toelagen  van  f  25  tot  f  90  voor 
nagelaten  predikantsbetrekkingen  ^  dan  verkrijgen  wij  een 
totaal  bedrag  van  f  31,675^  hetwelk  dit  jaar  uit  bet 
fonds  aan  noodlijdende  gemeenten  en  personen  werd  ver- 
strekt. Uit  den  hierbij  gevoegden  staat  van  het  fonds  kan 
blijken  dat  aan  interest  slechts  werd  ontvangen  f  6563,64'% 
terwijl  de  overige  ruim  f25000  uit  de  collecte  en  toe- 
vallige baten  werden  verkregen.  De  opgave  dezer  cijfers 
is  voldoende  om  te  doen  zien,  dat  slechts  door  ruime 
bijdragen  van  de  zijde  der  leden  van  de  gemeente  aan 
billijke  aanvragen  om  hulp  naar  eisch  kan  worden  voldaan. 
//Terwijl  wij  de  bepaling  der  wijze,  waardoor  de  inza- 
meling in  uwe  gemeente  meest  bevorderd  zal  kunnen  wor- 
den ,  met  vertrouwen  aan  u  overlaten ,  roepen  wij  u  nog- 
maals toe,  met  al  den  drang  der  Christelijke  liefde: 
onthoud  ons  ook  dit  jaar  uwe  medewerking  niet. 


39  Bijl.  A. 

iy  Overeenkomstig  art.  28  van  het  Reglement  laten  wij 
hier  volgen  een  staat  van  het  fonds  en  van  de  rekening 
en  verantwoording  over  het  afgeloopen  jaar  1878,  waar- 
van gij  wel  een  exemplaar  aan  de  kerkelijke  administratie 
uwer  gemeente  zult  willen  ter  hand  stellen.^^ 

U.    Ten   aanzien    van    het   fondn  ter  voorziening  m  de     II.    Aangelegeohe- 
geestelijke  behoeften   van  gemeenten ,  waar  eigen  middelen  ^®^  X*^.  ^®*.  ^°^^*  ^ 

ontbreken  y  blijven   wij  met  onzen  Quaestor-generaal  de  toe- J^^^"i^oJ5ten^tau 
nemende  vermindering  der  belangstellirg  betreuren ,  waarop  gemeenten,  waar  eigea 
zeker  ook  de  heerschende  spanning  in  de  Kerk  ongunstig  "iï<i<ielen  ontbreken, 
werkt.  Nog  stellen  de  renten  van  het  verzamelde  kapitaal 
U  in  staat  om  met  het  toekennen   van  toelagen  voort  te 
gaan.    Maar,    wanneer   de    bijdragen    der   gemeenten    niet 
toenemen ,    dan  vreezen   wij ,   dat   spoedig  althans  aan  de 
uitbreiding  van  hulp  niet  meer  te  denken  zal  vallen. 

a.     Waar    na    zorgvuldig    onderzoek    der    aanvragen ,     a.  Aanbevolen  ge- 
ons   gebleken    is ,    dat    de   behoefte    dezelfde    gebleven  is  meenten, 
als   ten    voorgaanden  jare    zal  Uwe   vergadering    ons  wel 
van   het   doen    van    omstandige  voordragten  ontslaan  om- 
trent  die    gemeenten,    die  wij  U  voor  het  bekomen  van 
gelijke    toelagen    aanbevelen    als    zij    in     1879     genoten 
hebben.    Bij   hare   namen    vermelden    wij    het    nummer , 
waaronder  hare  aanvragen  in  het  Eegister  der  ingekomen 
stukken   voorkomen.    Wij  dragen  ü  derhalve  de  volgende 
gemeenten  voor  tot  het  daarbij   uitgedrukte  bedrag: 
Laren,  classis  Zutphen,  n°.  6 2,  per  kwartaal  /25  f    100.00 
Capelle  aan  den  IJssel,  n®.  74,  per  kwart.  /SO  ,/    200.00 
IJsselmonde  voor  Fijenoord,  n**.  75,  als  voren  ^    200.00 
Hekendorp,  onder  Oudewater,   bij   de  /"  75 
volgens  berigt  van  den  Minister  van  Financiën 
(n°.   268)    per   kwart,    voor   den   hulpprediker 
van  Rijkswege  verstrekt,  /*50  per  kwart.  .     .  //     200.00 
Huizen,  n^  106,  per  kwartaal  /•  25.     .     .  „     100.00 
Terneuzen  voor  Sluiskil,  n®.  81,  in  eens   .  n       75.00 

Drogeham,  n®.  90,  in  eens u    100.00 

Surhuis  ter  veen ,  n®.  91,  per  kwartaal  i^50.  /y  200.00 
Compagnonsvaart,  n®.  84,  per  kwart.  3^125  ,/  500.00 
Over  't  Schild,  n^  128,  in  eens.  .  .  .  „  300.00 
Beilen  voor  't  Tiende  veen,  n®.  4  7 ,  per  kw.  /*  2  5  ,/  1 0  0 .0  ü 
Helenaveen,  n°.  148,  per  kwartaal  /25    .;/    100.00 

Te  zamen.     .  f  2175.00 


Bul.  A.  40 

Buitendien   herinneren  wij   dat   reeds  ten   voorgaanden 
jare,   zie    1879  bijl.  A  blz.  63  en  64,  door  den  Kerke- 
raad   der  Herv.   gemeente  te  Hollandsche  Yeld   eene 
toelage  van   f  800  gevraagd  werd  voor  een  godsdienston- 
derwijzer,  die  in  een  afgelegen  gedeelte  dier  gemeente  en 
in  een  gedeelte  der  gemeente  te  Westerbork,  dat  van 
de   kerk   dier  gemeente   ±   3   uur  verwijderd  ligt,  gods- 
dienstonderwijs zou  geven  en  oefeningen  houden.  Aan  dat 
verzoek   werd   toen  om  verschillende  redenen  niet  voldaan 
en   nadere   inlichting   verlangd.  Thans  komt  de  genoemde 
Kerkeraad   bij   missive  van  31  Angs.  1879,  gereg.  onder 
no.  141,  op  nieuw  met  zijn  verzoek,  en  ontwikkelt  breed- 
voerig de  behoefte  die  er  aan  een  godsdienstonderwijzer  bestaat, 
vermits  een  groot  aantal  gemeenteleden  vooral  in  de  rigting 
van   Lutten  —  Gramsbergen  bijna  twee  uren  van  de 
kom  der  gemeente  verwijderd  is  en  zeer  vele  kinderen  niet 
ter  catechisatie  kunnen  komen,  velen  zelfs  niet  ter  school 
kunnen  gaan.  De  aan  te  stellen  godsdienstonderwijzer ,  die 
tevens    voor   het   nu  niet  behoorlijk  te  verzorgen  gedeelte 
van  de  gemeente  Westerbork  dienst  zou  doen,  zon  ten 
minste  eene  bezoldiging  van  f700  'sjaars  moeten  hebben 
en  van  die  f700  dacht  men  f  400  te  verkrijgen  door  bij- 
dragen  van  belangstellenden,  die  nu  reeds  voor  eene  som 
van  over  de  f  100  hebben  geteekend,  en  uit  dekerkekas, 
hoewel  die  op  dit  oogenblik  nog  niet  veel  kan  doen  wegens 
eene  nog  af  te  lossen  schuld  en  zoo  noodig  door  het  hon- 
den  van  eene   derde   collecte  bij  de  godsdienstoefeningen, 
terwijl   Westerbork   verklaart  tot  geenerlei  bijdrage  in 
staat  te  zijn.  De  noodige  localen  zijn  te  vinden  zoo  in  het 
bedoelde   gedeelte   van  de  gemeente  Westerbork  als  in 
die  van  Hollandsche  Veld. 

Het  Glassicaal  Bestuur  van  Mep  pel  erkent  in  zijne  ge- 
leidende missive  van  16  Oct.  1879,  dat  er  te  Holland- 
sche Yeld  groote  behoefte  bestaat  aan  een  catechiseer- 
meester, doch  acht  het  tractement  van  dezen  te  hoog 
aangeslagen  en  eene  derde  collecte  ligi  nadeelig  voor  an- 
dere collecten.  Het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Drenthe 
zegt  in  zijne  geleidende  missive  van  6  Nov.  1879,  dat 
het  de  som  van  f  800  uit  het  fonds  ter  voorziening  in 
de  geestelijke  behoeften  enz.  te  hoog  acht,  bet  afkeurt, 
dat  de  Kerkeraad  der  gemeente  Hollandsche  Yeld 
wil  voorzien  in  de  behoeften  van  een  gedeelte  eener  an- 
dere gemeente  en  dat  de  in  de  nabijheid  werkzame  gods- 


41  Bijl.  A, 

dienstonderwijser  A.  Busman  ten  minste  aan  een  groot 
deel  der  van  godsdienstonderwijs  yerstokenen  voor  een 
minderen  prijs  onderwijs  wil  geven,  doch  dat  men  dien 
niet  wil  om  zekere  rigting  te  protegeren,  en  dat  het  daar- 
om het  verzoek  van  den  Kerkeraad  te  HoUandsche 
Yeld  niet  kan  ondersteunen.  In  een  later  schrijven  van 
13  Nov.  jl.,  gereg.  onder  n^.  47,  komt  het  Kerkbestuur 
echter  op  zijn  genoemd  schrijven  terug  en  meent  nu  ook 
voor  Nienwenoord,  behoorende  tot  de  gemeente  We s- 
terbork,  na  gedaan  onderzoek,  den  godsdienstonder- 
wijzer Bubers  ten  krachtigste  te  moeten  aanbevelen  voor 
eene  toelage  uit  het  fonds  ter  voorziening  in  de  geestelijke 
behoeften  enz.  zoo  mogelijk  ten  bedrage  van  f  SOO  of  f  50 
per  kwartaal,  ten  behoeve  van  den  bedoelden  catechiseer- 
meester. Wij  meenen  U  nu  ook  tot  toekenning  dezer  toe- 
lage te  moeten  adviseren.  Het  geheele  bedrag  der  toe  te  ken- 
nen toelagen   zal  hierdoor  derhalve  tot  f  2375  klimmen. 

i.  Wij  hebben  nog  eene  aanvraag  te  vermelden  van  den     *.  Advies  tot  afwg- 
predikant    ff.    W.    Brandt  te  's  Heerenhoek    van  gg  "°8T*"~^*"''T^8 

^T         1  1  «/«-.-..11.         1  van   8  Heerenhoek. 

^ovemb^,  gereg*  onder  n^.  211,  tot  het  verleenen  eener 
toelage  van  f  80  aan  de  Kerkvoogden  zijner  gemeente  ter 
bestrijding  der  onkosten  van  het  houden  zijner  catechisa- 
tiën  in  de  tuinkamer  zijner  pastorij ,  dewijl  de  consistorie- 
kamer daarvoor  onbruikbaar  zon  zijn  en  de  kerk  te  tochtig 
en  koud.  Het  schijnt  dat  de  gespannen  verhouding  tus- 
schen  den  Predikant  en  de  Kerkvoogden  oorzaak  is,  dat 
dezen  in  de  betaling  dier  kosten  bezwaar  maken.  Wij  von- 
den intusschen  geene  vrijheid  U  tot  het  toestaan  der  aan- 
vraag te  adviseren,  daar  de  gelden  van  het  fonds  niet 
voor  het  verschaffen  van  catechisatie-localen  bestemd  zijn, 
en  het  medegedeelde  geen  grond  geeft  om  in  dit  bijzonder 
geval  eene  uitzondering  te  maken. 

c.  Een  verzoek  van  den  predikant  te  Rossum,  gereg.     <;.  Overbrengiag  van 
onder  n®.  223 ,  om  eene  bijdrage  voor  de  belangen  van  het  ^°  verzoek  van  den 

«^j  j»       i.        j        ••         1  ..  -i  j   .        i  i.  TT  predikant  te  Rossmn  om 

godsdienst-onderwijs,    brengen    wij    zonder   advies   tot  U  ^„^  ijij^j^g^  ^^^  3^ 
over,   als  geldende  eene  beschikking  over  de  afzonderlijke  belangen  van  het  gods- 
voor    het   godsdienstonderwijs   ingezamelde  gelden,  waarop  ^^*°®*°°^®''^j*- 
wij  tegen  het  einde  van  ons  verslag  nog  terugkomen. 

d.  Verder  deelen  wij  U  mede ,  dat  wij ,  hoorende  van  ^^('  ^^^^  ^! 
de  toeneming  der  welvaart  van  de  gemeente  te  Bussum ,  stand  der  gemeente  te 

Bnssnm. 


Bijl.  A.  42 

bij  schrijven  van  24  Mei  n®.  76  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur van  Noordholland  hebben  nitgenoodigd  om,  na 
ingesteld  onderzoek  bij  het  Classicaal  Bestuur  van  Amst»- 
dam,  aan  U  te  melden ,  of  die  gemeente  langer  aanspraak 
kan  maken  op  het  behoud  der  toelage  van  f  200  tot  het 
predikantstractement.  Volgens  Bijl.  A.  1879  blz.  66  is 
den  Kerkeraad  uitdrukkelijk  gemeld  ^  dat  deze  toel^e  tot 
wederopzegging  is  toegestaan,  zoodat  de  Synode  zich  de 
intrekHng  voorbehoudt ,  zoodra  mogt  gebleken  zijn ,  dat 
de  gemeente  niet  langer  kan  -aangemerkt  worden  als  eigen 
middelen  te  missen  om  zelve  in  hare  behoeften  te  voorzien. 

e.  Toekenning  van      e,    In  overeenstemming  met  Hand.    1878   blz.  16  ver- 
t^r^bZkË'^^^^^  besluit  der  Synode   hebben  wij  uit  de  som  van  f  600, 

godsdienstonderwijzer,  die  voor  onvoorziene  behoeften  ter  onzer  beschikking  wer- 
den gesteld,  op  betrekkelijke  aanbevelingen  van  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur  van  Friesland  en  de  Classicale  Bestu- 
ren van  het  ressort,  gereg.  onder  n^  241  en  244,  aan 
B,  T.  Jonker  te  Woudsend  en  M.  C.  van  Munster  te 
Leeuwarden  volgens  bij  schrijven  van  22Mein^  71  aan 
den  Quaestor-generaal  gerigte  opdragt  elk  eene  toelage  van 
f60  doen  toekomen  ter  tegemoetkoming  in  de  kosten  hunner 
opleiding  voor  de  betrekking  van  Godsdienstonderwijzer. 

/.  Verzoek  tot  op     ƒ.  Ofschoon  van  e  ven  vermelde  som  derhalve  slechts  f  100 
nieuw  beschikbaarstel- jQ^jy  ^^g  besteed  is,  stellen  wij  ü  toch  voor,  met  hetoc» 

ling    eener  som   Toor  ,,,  i.t»i  ,  t  «  ^Zx 

onvoorziene  behoeften,  op  art.  11  van  het  Eeglement,  weder  eene  som  van  f  600 

voor  onvoorziene  behoeften  ter  onzer  beschikking  te  stellen. 

III.  Aangdegenhe-      UI.   lu  de  derde  plaats  behandelen  wij  de  aaBffelesfen- 

den  van  het  fonds  totrj  i^  l     j*     j     u  j^         i^     *        jz        t-Tj* 

verbetering  der  schraal-  heden  van    het   fonoê  tot  veroetenng  der  schraalgte  predtr 
ste    predikantstrakte-  konistractementen. 

menten. 

a.    Verslagen    der      a.  Van  vele  Classicale  Besturen,  onder  wier  ressort  de 

^^nt\e  inkl^sten *^«^*?^  genietende  gemeenten  behooren,  ontvingen  wij  het 
der  toelagen  genietende  in  art.  7  van  het  Reglement  bedoelde  verslag.  De  Glassi- 
gemeenten.  cale   Besturen    van    Arnhem,   Zutphen,  'sGraven- 

hage.  Leiden,  Dordrecht,  Gouda,  Haarlem, 
Alkmaar,  Praneker,  Groningen,  Onderden* 
dam  en  Eindhoven  bleven  ten  deze  in  gebreke ,  zoodat 
wij  geene  gelegenheid  hadden  om  te  beoordeelen,  of  in 
die  ressorten  met  de  uitbetaling  der  toelagen  kan  worden 
voortgegaan.  Wij  meenden  aan  u  de  besl^sing  te  moeten 


43 

overlaten  of  ter  zake  eene  teregtwijzing  aan  deze  Besturen 
zal  moeten  gerigt  worden. 

Van  de  Besturen^  die  versli^  gaven^  verklaarden  de  meesten 
het  behoud  der  toelagen  voor  de  betrokken  gemeenten  volstrekt 
noodig.  Uitzondering  maakten  ten  deze  echter  de  Classicale  Be- 
sturen van  K  a mp  e  n  (n^  486)  en  A  p  p  i  n  g  ed  a  m  (n^.  443). 

Het  Classicaal  Bestuur  van  Kampen  oordeelde  dat 
de  gemeente  te  Wanneperveen  op  het  behoud  der 
toelage  niet  langer  aanspraak  kan  maken  uithoofde  de 
predikant  thans  bij  vrij  gebruik  der  pastorij  een  inkomen 
van  f  1100  geniet  en  de  kerkekas  zeer  wel  verhooging 
van  dat  tractement  toelaat. 

Het  Classicaal  Bestuur  van  Appingedam  oordeelde 
dat  het  niet  aangaat  de  gemeente  te  Mee dhui zen  lan- 
ger de  toelage  te  doen  behouden,  dewijl  het  tractement 
aldaar  f1400  bedraagt.  Het  stond  zelfs  in  twijfel  of  het 
predikantstractement  te  L ellens  wel  onder  de  schraalste 
zou  kunnen  gerekend  worden,  als  f988  bedragende,  of- 
schoon daarvan  echter,  buiten  de  personele  en  gemeente- 
lasten, f33  aan  grond-  en  waterschapslasten  moeten  be- 
taald worden.  Ook  maakte  het  bedenking  omtrent  Gar- 
relsweer,  waar  bet  tractement  zuiver  f  896.97^ beloopt, 
doch  het  appelhof,  wat  ^sjaars  voor  den  predikant  een 
voordeel  van  +  f  60  afwierp,  met  zijne  toestemming  voor 
f2000  verkocht  is,  ten  einde  tot  den  bouw  eener  nieuwe 
pastorij  te  dienen ,  waartegen  Kerkvoogden  zich  echter  ver- 
bondeo  hebben  de  hierdoor  verloren  gegane  inkomst  van 
f60  bij  vacature  weer  te  vergoeden. 

Het  Classicaal  Bestuur  van  Harderwijk  gaf  nog  in 
overweging  om  de  toelage,  welke  de  predikantsplaats  te 
Ernst  geniet,  met  eene  bijdrage  van  f50. —  te  verhoo- 
gen,  om  als  prius  tantum  te  dienen  voor  een  van  de 
Begering  aan  te  vragen  alterum  tantum,  //vermits  het 
tractement  verre  beneden  de  waardigheid  van  den  predi- 
kant staat  (het  bedrag  wordt  niet  Vermeld)  en  de  gemeente 
niets  doen   kan.^' 

b.    Terwijl    wij  meenen,   dat   aan  evenvermeld  voorstel     *.  Advies  omtrent 
van    het  Classicaal  Bestuur  van  Harderwijk  wegens  de  *^  ^^®"^^°8^®^*^- 
beperktheid    der  middelen  geen  gevolg  kan  worden  gege- 
ven, zoo  bestaan  er  naar  ons  oordeel  en  voor  zooveel  wij 
dit  konden   nagaan   geene   redenen   om   eenige  toelage  in 
te   trekken,    met   uitzondering    van    de    toelagen,  die  de 


Bijl.  A.  44 

predikantsplaatsen  te  Wanneperveen  en  Meedhai- 
zen  tot  hiertoe  genoten.  Overeenkomstig  de  vermelde  ad- 
viezen der  betrokken  Classicale  Besturen,  raden  wij  U  de 
betaling  dezer  toelagen  te  staken,  en  wij  willen  daar  ook 
nog  onder  begrepen  hebben  de  todage  welke  de  gemeente 
te  Daarle  in  de  classis  van  Zwolle  voor  hare  predi- 
kantsplaats  geniet ,  dewijl  uit  het  verslag  van  het  Glassicaal 
Bestuur  blijkt,  dat  het  tractement  aldaar  f1200  bedraagt, 
bij  het  vrije  gebruik  van  pastorij,  tuin  en  trekland  groot 
88  roeden  en  20  ellen,  waarvan  echter  de  daarop  loopende 
grond-  en  andere  belastingen  door  den  bewoner  en  ge- 
bruiker moeten  voldaan  worden. 

Door   de   intrekking    van    gemelde    toelagen,    elk    van 
f  50,  wordt  U  gelegenheid  gegeven  om  gunstig  te  beschik- 
ken op  drie  nieuwe  aanvragen ;  l^,  van  den  Kerkeraad  der 
gemeente  te  Leeuwen  en  Fuiflijk,  classis  Nijmegen 
(n®.    247) ,    waar    het  predikantstractement  slechts  f  800 
bedraagt  en  de  middelen  tot  vermeerdering  er  van  geheel 
ontbreken,  zoodat  de  betrokken  besturen  de  aanvraag  zeer 
ondersteunen;    2^    van  den  Kerkeraad  te  Soesterberg, 
classis  Amersfoort  (n^  220),  waar  het  tractement  ook 
niet  meer  dan  f  800  bedraagt  en  door  vrij  wat  belastingen 
bezwaard   is,    waarom    ook   het  Moderamen  van  het  Pro- 
vinciaal  Kerkbestuur    ten   sterkste  het  verleenen  der  door 
het    Glassicaal    Bestuur  voorgedragen  toelage   aanbeveelt; 
3^  van  de  Kerkeraad  te  Drunen,  waar  het  tractement 
eveneens  slechts  f800  bedraagt,  zoodat  ook  het  verleenen 
der  toelage  zeer  door  de  Besturen  wordt  aanbevolen.  Wi] 
raden    het   toestaan    van  deze  verzoeken  zeer  aan,  te  eer 
omdat   het   fonds    er    niet  door  bezwaard  wordt  als  daar- 
tegen de  eerstgenoemde  drie  toelagen  worden  ingetrokken. 

Wij  vermelden  hier  dat  in  de  laatste  zitting  van  onze 
voorjaarsvergadering  nog  is  ingekomen  eene  aanvraag  van 
den  Kerkeraad  te  Borselen,  classis  Goes,ger^.  onder 
n^  499,  doch  dat  wij  deze  aanvraag  wegens  de  late  in- 
zending buiten  behandeling  hebben  gelaten. 

<;.MagtigingYaaden      €,    Bij   ons   even  gegeven  advies  lieten  wij  nog  onver- 
Quaestor-generaal  om  meld ,  dat  wij  den  Quaestor-generaal  op  zijn  desbetreffend 
121  vlZlfol'^t!  verzoek   (n».    289)   gemagtigd  hebben   om  voor   dUmaal , 
te  kapitaliseren.         bij  afwachting  van  de  vaststelling  der  voorloopig  aangeno- 
men verandering  van  art.  4  van  het  Beglement ,  het  batig 
saldo  van  het  fonds  over  1879  niet  te  kapitaliseren,  ten 


45  Bltl.  A. 

einde  het  fonds  in  staat  te  stellen  aan  zijne  verpligtingen 
te  voldoen.  Het  is  hier  welligt  de  geschikte  plaats  voor  de 
mededeeling  9  dat  de  door  het  Moderamen  bij  circnlaire 
van  17  November  (n^.  91)  aan  de  Frovinci^e  Kerkbe- 
sturen en  Classicale  Vergaderingen  gezonden  rectificatie  der 
Synodale  circulaire  van  27  Augustus  (n®.  121)  ter  zake  van  de 
voorloopig  aangenomen  verandering  van  artt.  3  en  4 ,  ge- 
schied is  in  overleg  met  onze  najaarsvergadering. 

IV.  Omtrent  de  aangelegenheden  der  Algemeens  Wedvr  IV.  Aangelegenhe- 
wenbeurs   hebben    wij    «iets  anders   mede   te  deelen.  dan  ?®"/*°  ^®  ^^8®™*®°® 

^^  AoIUKTAn  nPlll*A 

later  nog  in  ons  verslag  aangaande  de  uitkeering  moet 
voorkomen. 

V.  Het  even  gezegde  geldt  ook  de  aangelegenheden  van     v.  Aangelegenheden 

het  hulppeneioen/ondê.  van^het  Hnlppensioen- 

VI.  Naar  de  gewone  orde  van  ons  verslag  komen  nu  vi.  Aangelegenhe- 
de  aangelegenheden  van  het  fonds  van  de  nieuwe  vertaling  d?»  '^^^  ^^  fo^ds  der 
van  het  Nieuwe  Testament  en  van  den  Vervolgbundel  <?P  het°l?ieuwe  TestomeS 
de  evangelische  Gezangen  ter  sprake.  en  van  den  Vervolg- 

bnndel  op  de  EvangeU- 

a.  Als  inkomsten  van  het  fonds  hebben  wij  vooreerst  *^^®j^^f^'^'^^^,^g^ 
te  vermelden  de  uitkeering  wegens  de  in  1879  verkochte  fonds, 
exemplaren  van  den  Vervolgbundel ,  die  volgens  door  den 
Secretaris  der  Evangelische  Gezangen-Compagnie  dd.  12 
Mei^  gereg.  onder  n^  450^  ingezonden  nota  overeenkom- 
stig het  contract. f  1886.46  moet  bedragen.  Tot  de  ont- 
vangst daarvan  tegen  het  einde  dezer  maand  is  de  Quaes- 
tor-generaal bij  brief  van  22  Mei  (n^  70)gemagtigd.  Aan 
aathentisatie-gelden  werd  door  de  Compagnie,  volgens 
daarvan  onvergelegde  rekening  van  21  Januari]  1880 , 
gereg.  onder  u^  251,  de  som  van  f  742.62^  uitbetaald, 
waarvan  volgens  daaromtrent  bestaande  bepaling  twee  vijfde 
t.  w.  f  297.12^  ten  goede  is  gekomen  aan  de  Algemeene 
Weduwenbeurs  en  het  overblijvende  onder  de  leden  der 
Moderamina ,  die  met  het  teekenen  der  titels  belast  waren , 
verdeeld  is  geworden.  Van  de  nieuwe  vertaling  van  het 
Nieuwe  Testament  werden  in  1879  slechts  300  titels,  na- 
melijk 50  van  het  groote  formaat  en  250  van  het  kleine 
formaat  geteekend.  Daarvan  zal  door  de  Bijbelcompagnie 
in  de  maand  Julij  f95.16  moeten  worden  uitgekeerd  ten 
bate  van  het  fonds. 


Bijl.  A.  46 

6,     Beschikkingen      i,   In   den  regel   komen  de  inkomsten   van  het  fonds 
over  de  inkomsten  van  ^j^   goede   van   de  algemeene  fondsen ,  naar   gelang  deze 

geacht  worden  zulken  steun  het  meest  noodig  te  hebbeD. 
Zoo  stelden  wij  u,  reeds  voor  f1500  gulden  af  te  zondere» 
ten  behoeve  van  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en 
personen.  Bij  de  berekening  van  hetgeen  dan  nog  beschik- 
baar blijft  moet  vooreerst  in  aanmerking  worden  genomen  ^ 
dat  de  rekening  van  het  fonds  over  1879  sloot  met  een 
tekort  van  f  23.49^^  ontstaan  doordien  wij  op  eene  decla- 
ratie van  den  Secretaris  der  Commissie  van  toezigt  op  den 
druk  en  de  uitgaaf  der  Evangelische  Gezangen  aan  dezen 
vergoed  hebben  de  reis-  en  verblijfkosten  van  een  te  A  m- 
s  ter  dam  ingesteld  onderzoek  naar  de  auteurs  der  Evan- 
gelische Gezangen  ^  overeenkomstig  de  te  dier  zake  aan  de 
Commissie  door  de  Spode  gedane  opdragt.  Volgens  ge- 
melde declaratie  (n®.  173)  bedroegen  die  kosten  f  37.55. 
Kunnen  wij  u  hier  verder  mededeelen,  dat  President 
en  Secretaris  naar  de  ontvangen  magtiging  van  de  Synode, 
verg.  Hand.  1879  blz.  45,  de  overeenkomst  gesloten  hebbeu 
omtrent  de  gecombineerde  uitgaaf  der  Gezangenbandels, 
waarvan  het  duplicaat  als  ingekomen  stuk  onder  n*^.  80 
geregistreerd  is ,  wij  melden  daarbij  tevens ,  dat  wij ,  over- 
eenkomstig de  daarbij  aan  ons  gegeven  opdragt,  den  beer 
de  Hoog  te  Haarlem  met  de  correctie  der  melodiën  van 
den  Vervolgbundel  voor  de  betrekkelijke  vier  formaten  be- 
last hebben  met  toekenning  van  eene  renumeratie  van  f  100, 
en,  ofschoon  onze  Secretaris  voor  de  hem  opgedragen  cor- 
rectie van  den  tekst  geene  renumeratie  verlangde,  toch 
geoordeeld  hebben  dat  deze  hem  billijkerwijze  toekwam 
waarvoor  dan  nog  althans  eene  som  van  f50  beschikbaar  moet 
worden  gehouden.  Nog  zal  ten  laste  van  bet  fonds  komen 
eene  nadere  declaratie  van  kosten,  volgens  mededeeling 
van  den  Secretaris  van  de  evengenoemde  Gezangencom- 
missie te  verwachten  bij  de  inzending  van  haar  rapport 
omtrent  haar  geëindigd  onderzoek  naar  de  auteurs  der 
Evangelische  Gezangen. 

VII.  Aangelegenhe-      VII.  Ten  aanzien  van  het  fonds  voor  de  kosten  van  het 
den  van  het  fonds  voor  Hooger  Ondertoijs  in  de   Godgeleerdheid  van  wege  de  Neder- 

%^o^lt^^!^^'^^'^^^^^  ifervomrfö  Kerk  hebben  wij  u  mededeeUngen  te 

doen ,  die  zeker  met  belangstelling  door  U  zullen  vernomen 
worden ,  waarbij  wij  thans  bepaalde  voorstellen  kunnen  voegen 
omtrent  de  regeling  der  kosten ,  die  nog  voorziening  vorderen. 


47  Bijl.  A. 

a.  Hoogst  belaiigrijk  achten  wij  inzonderheid  de  mede-     a.  KegDling  van  de 
deeling  van  het  tot  stand  komen  eener  wettelijke  regeling  tractementen   en  het 

J.M  ,  T  j  •  7       7     7   7*'7      ri         pensioen  der  kerkelijke 

van  de  tractementen  en  het  penswen  der  kerkelijke  Hoog"  Hoogleeraren. 
leeraren.  Tijdens  de  gewone  vergadering  der  Synode  van  het 
voorgaande  jaar  was  nog  de  door  den  voormaligen  Minister  van 
Binnenlandsche  Zaken  voorgenomen  overeenkomst  omtrent 
eene  vaste  jaarlijksche  uitkeering  van  het  Bijk  voor  de 
kosten  van  het  kerkelijk  Hooger  Onderwijs  aanhangig  ge- 
bleven, en  werd  het  in  de  laatste  zitting  aan  President 
en  Secretaris  opgedragen ,  daaromtrent  den  nieuwen  Minister 
van  Binnenlandsche  Zaken  te  verstaan  en  der  Synodale 
Commissie  verder  aanbevolen,  in  deze  de  belangen  der 
Kerk  naar  bevind  van  zaken  te  behartigen,  Hand.  1879 
blz.  350.  Naar  het  verslag  ons  door  President  en  Secretaris 
van  een  daarop  gevolgd  onderhoud  met  dien  Minister  ge- 
geven had  deze  aanstonds  groot  bezwaar  tegen  het  treffen 
van  zulk  eene  overeenkomst  gemaakt.  Hij  achtte  het  be- 
denkelijk ,  dat  volgens  dat  plan  een  fonds  uit  's  lands 
gelden  zou  gesticht  worden ,  zonder  de  vereischte  waarbor- 
gen voor  de  Begering,  dat  het  beheer  daarvan  steeds  in 
betrouwbare  handen  zou  blijven;  hij  betwijfelde  het  zeer, 
of  ten  deze  op  de  medewerking  der  Staten-Generaal  zou 
kannen  worden  gerekend^  en  hij  vond  ook  de  voorname 
grond,  die  voor  de  aannemelijkheid  van  het  plan  aange- 
voerd werd,  het  belang  namelijk  van  aan  de  kerkelijke 
Hoogleeraren  zekerheid  te  verschaffen  voor  het  bekomen 
van  het  pensioen,  waarop  art.  16  van  het  Eeglement  op 
het  Hooger  Onderwijs  hun  aanspraak  geeft ,  niet  afdoende, 
dewijl  die  zekerheid  even  goed  door  eene  afzonderlijke 
regeling  te  verkrijgen  zou  zijn ,  waarin  door  hem  gaarne 
zou  worden  voorzien.  Weinige  dagen  later  meldde  de  Minis- 
ter ons  bij  missive  van  9  September,  gereg.  onder  n*'. 
53,  dat  het  punt  der  eventuele  aanspraken  der  van  wege 
de  Kerk  aangestelde  Hoogleeraren  op  pensioen  door  hem 
nader  onderzocht  werd,  met  het  voornemen  dienaangaande 
tot  eene  beslissing  te  geraken  in  den  zin  van  art.  15  van 
het  Beglement  op  het  Hooger  Onderwijs.  Bij  ons  antwoord 
op  deze  missive,  dd.  15  September  n^  138,  gaven  wij 
den  Minister  te  kennen,  dat  wij  de  redenen,  die  hem 
weerhielden  gevolg  te  geven  aan  de  toezegging  van  zijnen 
ambtsvoorganger  moesten  eerbiedigen ,  en  meenden ,  dat  de 
Synode  daarin  te  eer  zou  kunnen  berusten ,  omdat  's  Mi- 
nisters  missive   de   aangename   verzekering   gaf   van  zijne 


Bul.  A.  48 

welwillende  gezindheid  om  art.  15  van  het  E^lement  op 
het  Hooger  Onderwijs  voor  het  welbegrepen  belang  vaD 
dat  Onderwijs  tot  zijn  regt  te  doen  komen. 

Door  eene  tijdens  de  najaarsvergadering  met  den  Minister 
gehouden  zamenkomst  werden  wij  reeds  omtrent  eene 
gewenschte  regeling  ook  voor  de  gelijkstelling  ten  aan- 
zien der  tractementen  van  de  kerkelijke  Hoogleerareu 
met  de  Hoogleeraren  der  Godgeleerde  faculteiten  aan 
's  Bijks  Universiteiten  voldoende  gerust  gesteld ,  en  de 
uitkomst  heeft  geheel  aan  de  daarop  gegronde  verwach- 
ting beantwoord,  blijkens  het  schrijven  van  den  Minister 
van  19  Februarij^  gereg.  onder  n^  286,  wat  wij  hier 
in  zijn  geheel  meenen  te  moeten  vermelden.  Het  luidde 
als  volgt: 

//Ik  heb  de  eer  u  hierbij  te  doen  toekomen  B&cbritt 
van  Zijner  Majesteits  besluit  van  11  dezer  n^  17.  Het 
daarin  vermeld  bedrag  van  f  19200  zal  kwartaalsgeirijze 
betaalbaar  gesteld  worden. 

//Dit  besluit  rust  op  het  beginsel:  dat  op  de  hoog- 
leeraren,  van  wege  de  Ned.  Herv.  Kerk  werkzaam,  ook 
toepasselijk  zijn  de  voorschriften  a«  der  wet  betreffende  de 
burgerlijke  pensioenen  laatstelijk  gewijzigd  bij  die  van  21 
Mei  1873  Staatsblad  n^.  64),  b.  van  Zijner  Majesteits 
besluit  van  2  Februarij  1879  (Staatsblad  n^  29); 

//dat  hetgeen  door  hen  verschuldigd  zou  zijn  wegens  bijdrage 
aan  het  pensioenfonds  in  mindering  zal  strekken  van  de 
krachtens  art.  104  der  Wet  van  28  April  1876  {StaaUblad 
n^.   102)  te  verleenen  Bijksbijdrage; 

//dat  die  Rijksbijdrage  daarentegen  zal  worden  vermeer- 
derd met  de  eventueel  aan  deze  hoogleeraren  toe  te  kennen 
pensioenen  en  met  de  geleidelijke  verhooging  hunner  jaar- 
wedde met  f4000  tot  f6000; 

//dat  de  Synode  zorgt  voor  de  uitbetaling  der  pensioenen 
aan  de  hoogleeraren,  welke  daarop  te  zijner  tijd  aanspraak 
zullen  verkrijgen,  en  dat  de  taak  der  Begering  ten  deze 
beperkt  blijft  tot  de  controle  op  de  geleidelijke  verhooging 
der  jaarwedde  en  het  verleenen  van  pensioenen  plaats  vin- 
den met  inachtneming  der  voorschriften  die  voor  de  hoog- 
leeraren aan  de  Bijksuniversiteiten  gelden. 

//In  overeenstemming  met  deze  regelen  is  de  Bijksbij- 
drage  voor  1880  be{mald  op  f19200,  uitmakende  het 
bedrag  der  jaarwedde  van  6  hoogleeraren  è  f4000,  na 
aftrek    van  ^  Vo  d&t  elk  hoogleeraar  zou  moeten  storten, 


49  Bijl.  A. 

ware  hij  werkelijk  in  het  pensioenfonds  voor  burgerlijke 
i  ambtenaren  opgenomen. 

//Het  zal  mij  aangenaam  zijn  in  het  vervolg  v66r  eiken 
15^^^  Janij  eene  berekening  te  ontvangen  van  hetgeen , 
met  inachtneming  der  bovenomschreven  beginselen,  voor 
het  volgend  jaar  door  het  Bijk  te  dezer  zake  behoort  te 
worden   bijgedragen.'^ 

Het  bedoelde  Koninklijk  besluit  was  van  den  volgenden 
inhoud: 

„Wij  WILLEM  Hl,  enz. 

,/Op  de  voordragt  van  Onzen  Minister  van  Binnen- 
landsche  Zaken  van  9  Februarij  1880,  1*.  G,  afdeeling 
Onderwijs; 

„Gelet  op  art.  107  der  wet  van  28  April  1876  {Staats- 
blad n^   102; 

„Hebben  goedgevonden   en  verstaan : 

„1®.  aan  de  Algemeene  Synode  der  Ned.  Herv.  Kerk 
ter  bestrijding  van  de  kosten  der  opleiding  van  leeraren 
voor  het  Hervormd  Kerkgenootschap,  van  wege  dat  ge- 
nootschap ,  voor  1880  eene  som  uit  's  Rijks  kas  te  ver- 
leenen  van  negentien  duizend  twee  honderd  gulden  (f  19200); 

„2°.  te  bepalen  dat  op  de  hoogleeraren,  met  de  sub  1®. 
hiervoren  bedoelde  opleiding  belast,  toepasselijk  zijn  de 
regelen,  vastgesteld 

a.  bij  de  wet,  betreffende  de  burgerlijke  pensioenen, 
laatstelijk  gewijzigd  bij  die  van  21  Mei  1873  [Staats- 
blad n^  64); 

b.  bij  Ons  besluit  van  2  Pebruarij  1879  [Staatsblad n"".  29); 
„Onze  Minister  van  Binnenlandsche  Zaken  is  belast  met 

de  uitvoering  van  dit  besluit ,  waarvan  afschrift  zal  wor- 
den gezonden  aan  de  Algemeene  Bekenkamer/' 

Aan  de  kerkelijke  Hoogleeraren  is  terstond,  dd.  21 
Pebruarij  n®.  39 — 41 ,  de  inhoud  van  dat  schrijven  des 
Ministers  en  bijgevoegd  afschrift  van  het  Koninklijk  be- 
sluit medegedeeld,  met  berigt  dat  hun  thans  wegens  de 
korting  voor  het  pensioen  slechts  f800  per  kwartaal  zou 
kunnen  worden  uitbetaald,  terwijl  bij  schrijven  van  dezelfde 
dagteekening  (n**.  42)  de  Quaestor-generaal,  zoo  veel  noo- 
dig,  is  gemagtigd  geworden  tot  de  ontvangst  der  Bijks- 
bijdrage ,  en  hem  de  uitbetaling  der  tractementen  tot  ver- 
meld bedrag  is  opgedragen. 

Wij  zijn  buitendien  niet  in  gebreke  gebleven  den  Minister 

4 


area. 


50  Bijl.  A. 

door  het  Moderamen  voor  het  tot  stand  brengen  dezer 
regeling  onzen  dank  te  betuigen,  terwijl  wij  bij  schrijven 
van  10  Junij  (n°.  157)  de  verlangde  berekening  bij  deii 
Minister  hebben  ingediend  van  hetgeen  naar  gemeld  Ko- 
ninklijk beslait  in  het  volgende  jaar  door  het  Rijk  tei 
zake  behoort  te  worden  bijgedragen. 

b.    Terugbekomiüg      b.    Behalve   gemelde  regeling   hebben    wij  nog  voor  de 
der  vrye  ^^eachikking  j^gji^    ^g  ^f.{jg  beschikking  terug  mogen    bekomen   over  de 

studenten  voor  het  on-  htjdragen  der  studenten   voor   het  kerkelijk  Hooger  Onder- 
derwijs  der  hoogleer-  mjs.   In  ons  aangehaald   antwoord  aan   den   Minister  van 

15  September  n®.  138,  hadden  wij  nog,  in  overeenstem- 
ming met  de  van  de  Synode  ontvangen  opdragt.  Hand. 
blz.  350 ,  verg.  blz.  56 ,  ^s  Ministers  aandacht  ook  op  dit 
punt  gevestigd ,  dat  insgelijks  reeds  door  President  en 
Secretaris  in  hunne  eerste  bijeenkomst  met  den  Minister 
ter  sprake  werd  gebragt,  op  de  wenschelijkheid  en  biüijk- 
heid  namelijk ,  dat  aan  de  Kerk  de  vrije  beschikking  over 
deze  bijdragen  mogt  verblijven. 

//Het   werd /^    dus   luidde  ons    schrijven   daaromtrent, 
//reeds  door  onzen  Voorzitter  en  Secretaris  aan  uwe  Excel- 
lentie  medegedeeld,    hoe  art.  16  van  het  Beglement  zijn 
ontstaan  te  danken  heeft  aan  de  opmerking  van  den  toen- 
maligen    Minister,   Mr.   /.    Heemskerk ,  dat  het  niet  aan- 
ging,  dat   het  kerkelijk   Hooger  Onderwijs  gratis  zou  ge- 
geven worden,  en  het  vervolgens  tevens  in  overeenstemming 
was  met  het  verlangen  van  dien  Minister  dat  de  opbrengst 
der  daarin  bedoelde  bijdragen  als  eene  bate  voor  hetBijk 
op    de    voor    1879    voorgedragen    begrooting  zou  gebr^ 
worden.  Maar  wat  onze  Voorzitter  en  Secretaris  daar  bij- 
voegden ,  schroomen  wij  niet  te  bevestigen ,  dat  dit  laatste 
niet    zonder   weerzin   geschiedde,   en   de  voorname  reden, 
waarom    daarop  door  de  Synode  niet  werd  terug  gekomen 
gelegen   was   in   eene    toezegging   van  den  Minister  Kap- 
peyne  van  eene  schikking,  waardoor  de  bedenkingen  tegen 
den  afstand  van  de  opbrengst  dier  bijdragen  grootendeels 
moesten    vervallen.    Bij    de  onzekerheid  evenwel  sedert  de 
daarop  gevolgde  Ministeriële  crisis,  of  gemelde  toezegging 
wel   het    gewenschte    gevolg    zou    verkrijgen,    meende    de 
Synode   er   in    elk   geval  gewigt  aan  te  moeten  hechten, 
dat   aan    de    Kerk   de   vrije   beschikking  over  die   gelden 
mogt   worden   gelaten,  in   verband   inzonderheid  met  haar 
besluit  omtrent  een  door  de  kerkelijke  Hoogleeraren  al  te 


51  Bijl.  A. 

nemen  voorbereidend  examen^  wat  waarschijnlijk  te  Gro- 
ningen en  te  Leiden,  en  zeer  zeker  te  Utrecht  het 
bezorgen  van  daarvoor  geschikte  localen  en  bijzondere  be- 
diening noodzakelijk  zou  maken  ^  waarbij  nog  kwam  de 
steeds  levendiger  gevoelde  behoefte,  om  den  Hoogleeraren 
ook  op  andere  wijze  te  gemoet  te  komen,  en  door  rui- 
mere toepassing  van  het  verleenen  van  vrijstelling  van  de 
betaling  der  bijdrage  de  veeltijds  van  middelen  ontbloote 
studenten  in  de  Godgeleerdheid  in  hunne  studiën  aan  te 
moedigen.  Zoo  werd  door  de  Synode  aan  ons  opgedragen , 
in  het  gegeven  geval  Uwe  Excellentie  de  behartiging  van 
dit  belang  ernstig  aan  te  bevelen. 

//Wij  veroorlooven  ons  daartoe  op  te  merken ,  dat  in 
art.  16  van  het  Eeglement  op  het  Hooger  Onderwijs  geene 
bepaling  voorkomt ,  dat  de  bijdragen ,  waarvan  daar  sprake 
is,  ter  beschikking  van  het  Rijk  zullen  gesteld  worden, 
en  veeleer  het  geven  aan  de  Synodale  Commissie  van  de 
bevoegdheid  om  vrijstelling  van  de  betaling  te  verleenen, 
uitgaat  van  de  onderstelling,  dat  de  beschikking  daarover 
aan  de  Kerk  behoort.  Daarbij  schijnt  ons  uit  art.  106 
al.  2  van  de  Wet  tot  regeling  van  het  Hooger  Onderwijs 
te  moeten  volgen,  dat  van  de  studenten  of  kweekelingen 
van  instellingen,  als  die  van  de  in  het  leven  getreden 
inrigting  van  Hooger  Onderwijs  in  de  Godgeleerdheid  ten 
behoeve  der  Hervormde  Kerk,  door  het  Rijk  niet  meer 
dan  de  betaling  van  f  100  en  zulks  voor  het  Universiteits- 
onderwijs gevorderd  kan  wordeu. 

//Met  vertrouwen  geven  wij  daarom  aan  Uwe  Excel- 
lentie in  welwillende  overweging,  het  in  overleg  met  Uwen 
Amtgenoot  van  Financiën  daarheen  te  rigten ,  dat  in  de 
aan  de  Staten-Generaal  aan  te  bieden  wet  op  de  middelen 
onder  de  onvoorziene  ontvangsten  niet  weder  opgenomen 
worde  de  post  van  de  bijdragen  der  studenten  in  de  God- 
geleerdheid voor  de  bijwoning  der  lessen  van  de  voor  de  Her- 
vormde Kerk  aangestelde  Hoogleeraren  in  de  Godgeleerdheid.'^ 

Toen  dit  schrijven  aan  den  Minister  van  Binnenlandsche 
Zaken  gerigt  werd,  was  het  ons  niet  bekend,  dat  de  post 
weder  in  de  bij  de  begrooting  voor  1880  voorgedragen 
wet  op  de  middelen  was  opgenomen,  maar  des  te  aange- 
namer was  voor  ons  het  berigt  van  ons  Moderamen  in  de 
najaarsvergadering,  dat  het  van  den  Minister  van  Finan- 
ciën had  mogen  vernemen ,  dat  reeds  aan  onzen  wensch 
na   overleg    met    den    Minister  van  Binnenlandsche  zaken 


Bijl.  A.  52 

voldaan   was^    dat   namelijk  bedoelde  post  in  de  voorge- 
dragen   wet    op   de    middelen    voor   1880  geschrapt  was,     i 
waarmede  derhalve  aan  de  Kerk  de  vrije  beschikking  over     ' 
deze  gelden  gelaten  werd. 

e.  storting  van  de  <?•  Deze  uitkomst  ontsloeg  de  Synode  echter  niet  van 
opbrengst  der  bijdragen  de  verpligtiog  om  de  iii  1879  ontvangen  bijdragen  nog 
van    Btudenten    over -^^  ^s  Rijks  kas  te  stoften.  Ofschoon  door  ons  aan  29  stu- 

1879  m  's  Rijks  kas.  J         ^     tt  i         i.  i.      i      ^      n  •  -  4.  ir 

denten  zoo  te  Utrecht  als  te  Groningen   vrijstelling 
van  de  verpligting  tot  betaling  der  bijdrage  verleend  was, 
zoo  is  uit  verschillende  opgaven  van  den  Qaaestor-generaal 
gebleken  dat  de  opbrengst  van  de  bijdragen  in  het  eerste 
halQaar    van    1879    f1550,   in   het   tweede    halfjaar  nog 
f  7000,  over  het  geheele  jaar  derhalve  f8550  had  beloo- 
pen.   Op    daartoe  door  ons  verstrekte  magtiging  zijn  deze 
gelden    achtereenvolgens    door    den    Quaestor-generaal    bij 
^s  Eijks    Betaalmeester  te  Amsterdam  gestort ,  waarvan 
door    ons   weder   aan   den    Minister    van    Binnenlandsche 
Zaken,  bij  verschillende  missives,  laatstelijk  van  3  Febra- 
arij  n®'  25 ,  berigt  is  gegeven. 

d.  Verleende  vrij-  d.  Terwijl  nog  een  student  van  de  Utrechtsche  Univer- 
stellingvandeverpiig- gijjeit   voor    de    eerste  helft  van  het  jaar   1880   door  ons 

dwl^v^^tf^^^  ^aï^   de  verpligting  tot  betaling  der  bijdrage  van  f  50  was 

vrijgesteld,  maar  wij  even  als  in  1879  reeds  op  verschil- 
lende daartoe  betrekkelijke  verzoeken  afwijzend  hadden 
moeten  beschikken,  hebben  wij  aan  de  kerkelijke  Hoog- 
leeraren in  overweging  gegeven,  om  van  de  studenten ,  wier 
verzoeken  om  vrijstelling  in  hunne  handen  gesteld  wordeB, 
eigen  opgaven  te  vragen  van  hunne  ouders  of  voogden  om- 
trent de  middelen,  waarover  zij  voor  hunne  studiën  hebben  ie 
beschikken ,  meenende  dat  zulks  zoowel  voor  de  hoogleeraren 
bij  het  geven  van  hun  advies ,  als  voor  ons  bij  de  beschik- 
king op  die  verzoeken  onmisbaar  is  ter  zoo  veel  mogelijk 
juiste  beoordeeling,  of  de  adressanten  werkelijk  aanspraak 
op  vrijstelling  hebben.  Als  nu  echter  op  onze,  overeen- 
komstig het  Hand.  blz.  75  vermelde  besluit  der  Synode,  ge- 
dane aankondiging  dat  de  studenten,  die  vrijstelling  verlangen 
voor  het  volgende  studiejaar ,  zich  daarom  vóór  den  1  Mei 
moesten  aanmelden,  weder  in  het  geheel  47  verzoeken  om 
vrijstelling  waren  ingekomen,  konden  daarvan  slechts  26 
door  ons  worden  toegestaan,  maar  moesten  de  overige  21 
meest  wegens  het  onvoldoende  der  nog  door  de  Hoog- 
leeraren gevraagde  opgaven  door  ons  worden  afgewezen. 


53  Bijl.  A. 

Drie  lang  na  den  gestelden  termijn  ingekomen  aanvragen, 
gereg.  onder  n®.  464,  509,  534,  zijn  daarom  niet  in 
behandeling  kannen  genomen  worden. 

e.  De  bij  de  behandeling  der  verzoeken  om  vrijstelling     e.  Voorstel  tot  ver- 
gedurig   ondervonden    moeijelijkheid    om    te    beslissen,    of ?"f*"°8,^°*^*^^Y^ 

1    .  1  i«  ••.11*  11        1  1  1       net  ilefirleiiieiit  op  Jiet 

voor  net  verleenen  dier  vrijstelling  voldoende  redenen  be- Hoogcr  Oaderw^ja. 
staan,  en  de  onvermijdelijkheid  van  het  gevaar  van  on- 
billijke afwijzing  heeft  ons  tot  de  overtuiging  gebragt 
van  de  wenschelijkheid  dat  de  desbetreffende  bepaling 
in  art.  16  van  het  Eeglement  worde  opgeheven.  Er  was 
alleen  verschil  van  gevoelen,  of  bij  die  opheffing  het  cijfer 
der  bijdrage  al  dan  niet  lager  zou  moeten  gesteld  wor- 
den. Wij  stemden  er  allen  in  overeen,  dat  het  in  weer- 
wil van  de  gunstige  beschikkingen  der  Eegering  ten  aan- 
zien van  de  tractementen  en  pensioenen  der  Hoogleeraren 
voor  de  Kerk  van  groot  belang  is  nog  een  afzonderlijk 
fonds  te  bezitten,  waaruit  alle  overige  kosten  van  het 
kerkelijk  Hooger  Onderwijs  en  de  kosten  ook  van  de 
benoeming  van  nieuwe  hoogleeraren  ruimschoots  kunnen 
worden  goedgemaakt  en  in  later  ligt  voorkomende  behoef- 
ten zal  kunnen  voorzien  worden,  maar  daarom  waren  er 
onder  ons  bij  de  voorjaarsvergadering  zelfs  een  paar  leden  , 
die  wel  tot  de  opheffing  der  bepaling  omtrent  de  vrijstel- 
ling, maar  niet  tot  vermindering  van  het  cijfer  der  bij- 
drage wenschten  mede  te  werken ,  als  naar  hun  oordeel 
voor  de  studenten  niet  te  bezwarend  te  achten.  De  groote 
meerderheid  der  vergadering ,  zes  leden  met  den  Secretaris , 
was  echter  van  meening,  dat  tot  opheffing  der  bepaling 
slechts  zou  mogen  worden  overgegaan ,  wanneer  tegelijk  het 
cijfer  der  bijdrage  althans  tot  f  25  verminderd  werd,  waar 
tegen  volgens  hen  geen  overwegend  bezwaar  kon  bestaan , 
omdat  de  opbrengst,  die  alsdan  nog  ten  minste  drie  vijfde 
van  het  tegenwoordige  zou  beloopen,  voor  de  vermeerde- 
ring van  het  kapitaal  voldoende  mogt  beschouwd  worden. 
Alzoo  werd  dan  ook  besloten  U  voor  te  stellen  //in  art. 
16  f  50  te  veranderen  in  f  25  en  de  tweede  alinea  daar- 
uit  te  verwijderen.'^ 

/.    Volgens    Hand.  blz.  213  werd  ons  door  de  Synode    ƒ.  Voorloopige  voor- 
opgedragen,    zoodra  het  herzien-Reglement  op  het  examen  zieningJn  de  kosten  van 
der  candidaten  ter  toelating  tot  de  Evangeliebediening  door  ^^J.^°^^^^^^^^ 
de    leden    der    Provinciale   Kerkbesturen   zou  zijn  goedge-  didaten  in  de  Godge- 
keurd ,  de  voorziening  in  de  kosten  van  het  voorbereidend  leerdheid. 


Bijl.  A.  54 

kerkelijk  examen ,  in  overleg  met  de  Hoogleeraren  en 
Curatoren  der  Universiteiten,  zoo  veel  noodig,  te  regelen. 
Het  is  ons  aangenaam  U  te  kunnen  melden,  dat  deze 
regeling  door  de  welwillendheid  van  de  tegenwoordige 
Collegiën  van  Curatoren  geen  bezwaar  heeft  opgeleverd. 
Toen  het  Reglement  goedgekeurd  en  in  werking  was  ge- 
treden meenden  wij  toch  ons  in  de  eerste  plaats  tot  deze 
collegiën  te  moeten  wenden.  Wij  deden  zulks  door  het 
volgende  eensluidend  schrijven  bij  missives  van  9  Januarij 
no.  9—11. 

//Uit  de  bepaling  in  art.  Tb  van  het  den  1  Januarij  jl. 
in  werking  getreden  Reglement,  waarvan  wij  de  eer  heb- 
ben U  een  exemplaar  aan  te  bieden,  volgt,  dat  aan  de 
van  wege  de  Hervormde  Kerk  in  de  Universiteitssteden 
aangestelde  Hoogleeraren  in  de  Godgeleerdheid  is  opg-e- 
dragen  de  candidaten  in  de  Godgeleerdheid,  die  voor  de 
Evangeliebediening  in  die  Kerk  zijn  opgeleid ,  een  voorbe- 
reidend examen  te  doen  ondergaan,  dat  met  open  deuren 
wordt  afgenomen.  De  Hoogleeraren  zullen  daarvoor  een 
geschikt  locaal  noodig  hebben  met  de  vereischte  bediening. 
Van  wege  de  Algemeene  Synode  nemen  wij  nu  de  vrijheid 
tot  Uw  Collegie  te  komen  met  de  vraag ,  of  en  op  welke 
wijze  hun  daarvoor  de  gelegenheid  in  het  Universiteits- 
gebouw kan  verschaft  worden.  Bij  de  aangename  onder- 
vinding van  Uwe  groote  welwillendheid  ten  aanzien  van 
het  kerkelijk  Hooger  Onderwijs,  waardoor  de  aanstaande 
Evangeliebedienaren  onzer  Kerk  eerst  eene  volledige  op- 
leiding aan  de  Universiteiten  kunnen  verkrijgen,  twijfelen 
wij  niet,  dat  ons  verzoek  om  aan  bedoelde  Hoogleeraren 
zulke  gelegenheid ,  zoo  mogelijk ,  te  verschaffen  ,  gaarne 
door  U  zal  worden  ingewilligd.  Dewijl  voorziening  in 
deze  aangelegenheid  geen  uitstel  kan  lijden ,  worde 
het  door  Uw  Collegie  niet  onbescheiden  geacht,  wan- 
neer wij  ons  voor  eene  spoedige  beschikking  op  dit  ver- 
zoek aan  bevelen  .^^ 

De  op  dit  schrijven  ontvangen  antwoorden  getuigden 
allen  van  de   meeste  voorkomendheid. 

HH.  Curatoren  te  Leiden  meldden  reeds  den  volgen- 
den dag,  gereg.  onder  n^.  242,  dat  zij  bereids  aan  het 
daarin  gedaan  verzoek  hadden  voldaan  ten  gevolge  van 
eene  aanvraag  van  gelijke  strekking,  door  de  kerkelijke 
Hoogleeraren  tot  hen  gerigt. 

HH.   Curatoren    te  Utrecht   gaven    in   hunnen   brief 


55  Bijl.  A. 

« 
van  £0  Januarij ,  gereg.  onder  n°.  249 ,  hun  leedwezen  te 
kennen,  dat  zij  wegens  de  onvoldoende  ruimte  in  het 
Universiteitsgebouw  geen  bepaald  locaal  tot  gemeld  doel 
konden  afstaan ,  maar  boden  toch  de  beschikking  aan  over 
de  gewoonlijk  voor  examens  bestemde  vertrekken  op  uren , 
wanneer  deze  vertrekken  niet  door  de  Hoogleeraren  der 
Universiteit  worden  gebruikt,  met  verklaring  van  daarbij 
voor  brandstoffen  en  gaslicht  niets  in  rekening  te  wenschen 
te  brengen.  Ten  aanzien  der  bediening  wezen  zij  intus- 
schen  op  de  billijkheid,  dat  de  pedellen  voor  de  vermeer- 
dering der  werkzaamheden,  in  deze  van  hen  gevorderd, 
eenige  vergoeding  mogten  verkrijgen,  en  gaven  nu  in 
overweging  om  hen  met  f  2  voor  elk  examen  te  beloonen , 
zooals  zij  onder  de  werking  van  het  organiek  besluit  van 
2  Augustus  1815  pleegden  te  genieten. 

HH.  Curatoren  te  Groningen  antwoordden  mede  bij 
brief  van  22  Januarij,  gereg.  onder  n°.  212,  dat  zij  het 
gedane  verzoek  gaarne  inwilligden.  Zij  zouden  den  conciërge 
van  het  Universiteitsgebouw  voor  elk  Synodaal  examen 
telkens  een  geschikt  locaal  doen  aanwijzen ,  voor  zoo  verre 
dit  niet  ten  gevolge  van  andere  op  dezelfde  uren  gestelde 
examens  geheel  onmogelijk  mogt  zijn.  Wat  de  bediening 
betreft  maakten  zij  volstrekt  geene  bedenking  om  deze  door 
de  pedels  der  Universiteit  te  doen  verleenen. 

Wij  hebben  van  deze  antwoorden  der  Collegiën  van 
Curatoren  mededeeling  gedaan  aan  de  HH.  Hoogleeraren , 
voor  zooveel  ieders  Universiteit  betreffende ,  met  uitnoodiging 
ons  nog  te  melden  wat  zij  omtrent  de  regeling  van  de 
kosten  der  examina  buitendien  noodig  mogten  achten. 
Op  de  nu  ontvangen  brieven  der  Hoogleeraren  (n^  263, 
279  ,  270)  hebben  wij  gemeend  hun,  ook  in  het  belang  der 
uniformiteit ,  het  kosteloos  bezorgen  van  bewijzen  van  toe- 
lating te  moeten  toestaan ,  en  hen  voorioopig  gemagtigd , 
voor  elk  van  de  door  hen  af  te  nemen  examina  aan  den 
pedel  f  2  en  aan  den  kamerbewaarder  f  1  als  vergoeding 
voor  hunne  moeite  aan  te  bieden  ,  behoudens  wat  in  onze 
voorjaarsvergadering  ten  aanzien  van  het  advies  aan  de 
Synode  omtrent  de  regeling  der  kosten  van  de  examina 
besloten  mogt  worden ,  terwijl  wij  de  Hoogleeraren  te 
Utrecht  gemagtigd  hebben  om,  wanneer  de  aanschaffing 
van  een  afzonderlijk  locaal  aldaar  toch  mogt  blijken  vol- 
strekt noodig  te  zijn  ,  zulk  een  locaal  voor  rekening  der 
Synode  te  huuren.  Miss.   21  Febr.  n^  36—88. 


Bijl.  A.  56 

^.Verschillende  voor-      g.   Twee   van  onze  leden  y  aan  wie  was  opgedragen  ter 
stellen  rakende  het  ge- 2ake  van   de  financiële  belangen  van  het  kerkelijk  Hooser 

oraikenhetheheervan  ^    ,..     .  «t-^  \ 

het  fonds.  Underwijs  m  onze  voorjaarsvergadering  te  rapporteren ,  ga- 

ven in  overweging  ^  aan  de  hoogleeraren ,  voor  de  korting, 
welke    hun    tractement  in   de  eerste  vijf  jaren  zou  onder- 
gaan  voor   hun   pensioen  gedurende  dien  tijd  ^s  jaars  met 
eene  toelage  van  f  700  te  gemoet  te  komen.  Dit  voorstel 
werd   echter    nog   slechts    door    een  van  de  overige  leden 
der    vergadering   ondersteund.    Met  den  Secretaris   hadden 
echter    de   andere    leden  ^  hoe  op  zichzelf  ook  gezind  om 
den    hoogleeraren   eenige    tegemoetkoming    te  verschaffen^ 
ernstige    bedenking    tegen   het    voorstel,   als   in  de   eerste 
plaats    te    bezwarend   voor    het   fonds  ^  maar  als  ook  niet 
vereenigbaar   met   de    voorwaarde,  waaronder  de  Eegering 
het    verleenen    van  pensioen  gewaarborgd  heeft,  terwijl  er 
naar  de  beschouwing  dier  leden  geen  voldoende  grond  be- 
stond om  met  zulk  een  voorstel  tot  U  te  komen ,  na  doot 
de  Hoogleeraren  zelve  geen  tegemoetkoming  gevraagd  was , 
het  bezwaar  der  korting  aanmerkelijk  verligt  was  daar  zij 
tot  hiertoe  het  volle  tractement  van  f4000  hadden  mogen 
genieten^    en  zij  ook  bij  hunne  aanstelling  onderrigt  zijn 
geweest,   dat  zij  ten  aanzien   van  hun  pensioen  onder  de- 
zelfde verpligtingen  zouden  gebragt  worden  als  de  Univer- 
siteitshoogleeraren.   Met   vijf  tegen  drie  stemmen   werd  dit 
voorstel  dan  ook  verworpen. 

Aannemelijker  werd  echter  het  voorstel  van  een  ander 
lid  geacht  om  den  Hoogleeraren  te  gemoet  te,  komen  in 
voorkomende  onvermijdelijke  kosten^  aan  de  waarneming 
van  hun  ambt  verbonden ,  waartoe  dan  de  reeds  berekende 
kosten  van  het  kerkelijk  examen  en  van  drukwerk,  maar 
ook ,  zoo  noodig ,  de  kosten  van  gemeenschappelijke  localen 
voor  het  houden  der  lessen  en  het  afnemen  der  examina, 
alsmede  het  aanschaffen  van  belangrijke  boekwerken  tot 
blijvend  gebruik  van  het  kerkelijk  Hooger  Onderwijs  aan 
de  Universiteit  zouden  behooren ,  en  voor  deze  kosten  aan 
de  hoogleeraren  jaarlijks  een  crediet  te  openen,  waarop  zij 
die  kosten  in  rekening  zouden  kunnen  brengen.  Na  ge- 
houden overleg  werd  dit  voorstel  met  zeven  stemmen  tegen 
een  in  overeenstemming  met  het  advies  van  den  Secretaris 
aangenomen,  en  besloten  wij  nu  U  te  adviseren  om  voor 
bedoelde  kosten  ten  behoeve  der  kerkelijke  Hoogleeraren 
van  elke  Universiteit,  jaarlijks  eene  som  van  f300,  der- 
halve van  f  900  te  zamen  beschikbaar  te  houden. 


57  Bijl.  A. 

Verder  werd  algemeen  goedgevonden  U  te  adviseren^ 
alle  kosten  aan  de  benoeming  van  nieuwe  hoogleeraren 
verbonden ,  met  name  ook  van  de  vergaderingen  der  Com- 
missie van  voordragt  en  van  de  ten  deze  vereischte  bui- 
tengewone vergaderingen  der  Synode  ten  laste  van  het 
fonds  voor  de  kosten  van  het  Hooger  Onderwijs  te  brengen. 

Nog  werd  in  verband  met  de  ter  zake  ten  voorgaanden  jare 
reeds  bij  de  Synode  gediend  hebbende  voorstellen  besloten  ü 
thans  te  adviseren  tot  toekenning  aan  den  Quaestor-gene- 
raal van  eene  jaarlijksche  toelage  van  f150  en  aan  de 
Quaestoren  in  de  Universiteitssteden^  die  met  de  ontvangst 
van  de  bijdragen  der  studenten  belast  zijn ,  van  een  ten 
honderd  belooning  voor  de  daaraan  verbonden  moeite  of 
van  twee  ten  honderd,  indien  de  bijdrage  tot  f25  ver- 
minderd wordt ,  en  U  daarbij  in  overweging  te  geven ,  de 
toekenning  dier  honoraria  van  den  Quaestor-generaal  en 
van  bedoelde  Quaestoren  te  doen  rekenen  reeds  1  Januarij 
1879  te  zijn  ingegaan. 

Yin.  Betrekkelijk  de  aangelegenheden  der  Algemeene  kas     viii.  Aangelegen- 
hebben wij  nog  het  volgende  mede  te  deelen.  ^^«"  ^^  Algemeene 

a.  Ter  zitling  der  Synode  van  28  Julij  1879  (Hand.  «.  Herziening  der 
blz.  76)  werd  ons  opgedragen  de  voorbereiding  van  Ae^^^^^^  van  de  ge- 
herziening  der  quotisatie ,  die  volgens  art.  11  van  het 
Beglement  op  de  kosten  voor  de  Besturen  dit  jaar  moet 
plaats  hebben.  Als  maatstaf  voor  die  herziening  nam  de 
Synode  aan ,  dat  wegens  den  gunstigen  staat  der  Alge- 
meene kas  geene  verhooging  van  het  gezamenlijk  bedrag 
der  quota  noodig  was ,  maar  dat  slechts  gelegenheid  moest 
gegeven  worden  om  ten  naastenbij,  wat  thans  door  de 
gezamenlijke  gemeenten  der  classen  jaarlijks  moet  wor- 
den bijgedragen  ,  gelijkmatiger  dan  thans  nog  het  geval 
is,  over  de  gemeenten  om  te  slaan.  Met mededeeling hier- 
van werden  de  Besturen  uitgenoodigd  hunne  voorstellen  of 
adviefcen  dienaangaande  uiterlijk  1**.  Januarij  bij  ons  in  te 
dienen.  Hand.  blz.  88,  361. 

Wij  leggen  nu  de  tabel  van  den  omslag  bij  ons  ver- 
slag over  zoodanig  als  die  door  ons  is  herzien ,  vergezeld 
naar  art.  8  van  het  Eeglement  van  een  overzigt  van  de 
ingekomen  adviezen  onder  bijvoeging  voor  ieder  provin- 
ciaal ressort  van  onze  voorstellen.  Wij  hebben  daarbij  re- 
kening gehouden  met  de  veranderingen  tusscbentijds  door 


Bul.  A,  58 

de  Synode  in  de  quotisatie  gebragt,  en  met  de  verzoeken 
tot  wijziging,  door  enkele  gemeenten  ingediend  en  door 
de  Synode  met  het  oog  op  de  vijfjarige  herziening  aan- 
gehouden- 

b.  Décharge  aan  den      j,  Qp  de  daartoe  betrekkelijke  verzoeken  van  den  Quaestor- 

Qnaestor-generaal  ver-  ii.uu  "   x.         xii  t_         j.'jj 

leend  voor  de  betalin-  generaal  hebben  Wij  hem  telkens  overeenkomstig  de  daar- 
gen  die  nit  de  Rijks-  over  uitgebragte  adviezen  van  onze  gecommitteerden  voor 
bijdrage     plegen    te  j^ejj  toezifft  GD  zijne  administratie  gaarne  déchars^e  verleend 

seschieden  o       u      ^  o  o 

voor  de  verloopen  kwartalen  van  de  betalingen  die  uit  de 
Bijksbijdrage  plegen  te  geschieden. 

c.  Vergoeding  van      ^^    Veelvuldige    beschikkinffen    zijn    door  ons  genomen 

Kosten    in   zaKen   van  v-?  w  o 

tucht.  moeten  worden  tot  vergoeding  van  kosten  in  zaken  van  tucht. 

Aan  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidhoiland 
ter  zake  der  ontzetting  van  een  diaken  te  Her  kin  gen 
(n**.  68)  van  f6.50,  en  aan  het  Classicaal  Bestuur  van 
Brielle,  naar  zijne  bij  de  Synode  in  1879  reeds  ingekomen 
declaratie,  zie   Hand.  blz.    279,  terzelfdezake  van  f  40.10, 

Aan  hetzelfde  Kerkbestuur  (n^.  436)  ter  zake  der  ont- 
zetting van  den  predikant  H,  Rombach  teSt.  Antonie- 
polder  van  f49.90  en  aan  het  Classicaal  Bestuur  van 
Dordrecht  terzelfde  zake  van  f  50. 

Aan  hetzelfde  Kerkbestuur  (n®.  445)  ter  zake  der  ont- 
zetting van  den  predikant  J,  N,  van  der  Hoeve  te  Hoor i- 
wijkerhout  van  f76.60;  —  van  het  Classicaal  Bestaor 
van  Leiden  wordt  omtrent  eene  declaratie  (n°.  516)  der  te 
dezer  zake  gemaakte  kosten  gevraagde  inlichting  ingewacht. 

Aan  hetzelfde  Kerkbestuur  (n®.  348)  ter  zake  der  pro- 
cedure in  de  Dordsche  aannemingskwestie  f  101.80,  en 
aan  het  Classicaal  Bestuur  van  Dordrecht  (n^.  475)  ter- 
zelfde zake,  van  f  37.78. 

Yan  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  wordt 
door  ons  ook  nog  eene  nadere  opgaaf  van  zijne  in  deze 
zaak  gemaakte  kosten  ingewacht.  Naar  de  door  ons  gegeven 
inlichting ,  door  de  Synode  goedgekeurd ,  zie  Hand.  B.  Y. 
blz.  9,  11,  1^,  20,  moesten  , deze  kosten  komen  ten  laste 
der  Algemeene  kas. 

Aan  het  Classicaal  Bestuur  van  Brielle  (n®.  340),  ter 
zake  van  een  onderzoek  naar  den  levenswandel  van  den 
diaken  te  Dirksland,   van  f8.20,  en 

aan  het  Classicaal  Bestuur  van  Nijmegen  (n®.  369) ,  ter 
zake   van   het  onderzoek   te  Hemmen  ingesteld   wegens 


59  Bijl.  A. 

eene  aaiiklagt  zoo  tegen  de  ouderlingen  als  tegen  den 
predikant^  van  f  14.10. 

Yan  het  Classicaal  Bestuur  van  Harderwijk  kwam  ook 
nog  eene  declaratie  van  kosten  in  (n^.  479)  ter  zake  der 
behandeling  in  hooger  beroep  van  eene  aanklagt  tegen  den 
godsdienstonderwijzer  C.  de  Wolf  aldaar ,  die  tot  diens  ont- 
zetting uit  zijne  betrekking  in  de  gemeente  geleid  heeft.  De 
toegestane  vergoeding  bedroeg  ƒ49.30. 

Bij  onze  beschikkingen  hebben  wij  zorgvuldig  toegezien 
op  de  stipte  inachtneming  van  de  bepalingen  in  art.  23 
van  het  Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht ,  waarom 
wij  ook  bezwaar  gemaakt  hebben  om  de  door  de  Secreta- 
rissen van  de  Provinciale  Kerkbesturen  van  Gelderland  en 
Zuidholland  in  rekening  gebragte  kosten  van  afschriften 
van  uitspraken   te  voldoen. 

Een  door  het  Classicaal  Bestuur  van  Onderdendam 
ingezonden  declaratie  van  kosten  eener  Commissie  uit  zijn 
midden  om  de  vervulling  der  vacature  te  Pietersburen 
te  bespoedigen  (n".  852),  hebben  wij  niet  kunnen  doen  gel- 
den als  geene  zaak  van  tucht  betreffende. 

d.  Voor  kosten  wegens  medewerking  aan  het  afnemen  van  d.  Vergoeding  van 
examina  van  secundi-leden  van  Provinciale  Kerkbesturen  is  kosten  van  secundi- 
naar  de  bij  ons  ingezonden  declaratiën  de  vereischte  order  ge-  v^'vKpX.^''' w!l^,I« 

,j  j'iiPi'  1C1  •  1-r».      Kerkbesturen    wegens 

steld  op  de  uitbetaling  aan  den  Secretaris  van  het  rrovm-  medewerking  aan  het 
ciaal  Kerkbestuur  van  Drenthe   (n°.  160)  van  f  57.30 ,  *f'i«men  van  examina, 
aan   den    Secretaris    van   het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Overijssel    van  f49.20,    beide  in  1879,    en  aan  den 
Secretaris  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Utrecht 
(n®.  459)  van  f45.60  over  dit  jaar, 

e.  De  kosten  van  de  Handelingen  der  Synode  van  1879  ^.  Kosten-  enprijs- 
hebben  volgens  ingeleverde  rekening  van  de  firma  A,  van  bepaling  der  Synodale 
Hoogstraten   en    Zoon    (n«.  153)  in  het    geheel   f  853.80  "*°^'^^°8«Tf^^'^^ 

IJ  i.  j  1  •!        iTi  ii^ïi  van  het  Algemeen 

bedragen ,  waartegen  de  verkoop  m  den  handel  van  enkele  Tieiyarig  Register, 
exemplaren  van  de  Hand.  van  1878  een  voordeel  van  f  '22.05 
heeft  opgeleverd,  zoodat  aan  genoemde  firma  f831.75  is 
uitbetaald.  In  overeenstemming  met  het  Hand.  1879  blz. 
87,  88  vermelde  besluit  der  Synode  om  de  Algemeene  kas 
voor  de  helft  in  de  kosten  zoo  van  de  Handelingen  als 
van  het  laatst  bezorgde  Algemeen  Tienjarig  Register  te  doen 
dealen,  hebben  wij  den  prijs  der  door  tusschenkomst  van  onzen 
Secretaris  verzonden  exemplaren  (ditmaal  224)  op  f  2  be- 
paald, en  van  het  Algemeen  Tienjarig  Register,  waarvan 


Bijl.  A.  60 

de  prijs  volgens  Bijl.  A,  1879  blz.  86  op  f  2.40  het 
exemplaar  gesteld  was,  zijn  nu  door  den  Secretaris  de 
exemplaren  slechts  voor  f  1.20  in  rekening  gebn^.  Yoor 
den  handel  is  de  prijs  der  Handelingen  van  1879  op 
f  2.25  en  van  het  Algemeen  Register  op  f  1.25  het  exem- 
plaar gesteld  geworden. 

/.  Overige  dnikkos-  f.  Yan  de  door  de  firma  C.  Blammendaal  in  rekening 
ten  easchrijfbchoeften.  ggbragte  drukkosten  (n«.  230)  te  zamen  bedragende  f  576.50, 

moesten  f  33  komen  ten  laste  van  het  fonds  voor  nood- 
lijdende kerken  en  personen  ,  f  11.25  ten  laste  van  het 
fonds  ter  voorziening  in  geestelijke  behoeften  en  f  £2.50 
ten  laste  van  het  fonds  tot  verbetering  der  schraalste 
predikantstractementen ,  zoodat  f  509.85  uit  de  Algemeene 
kas  moest  worden  afgedaan.  Op  de  rekening  van  den 
Boekhandelaar  J.  M.  van  HEaaff  groot  f  89.45  (n«.  227), 
op  wier  betaling  gelijkelijk  order  is  gesteld  kwam  sleclits 
f  341.80  voor  wegens  schrijfbehoeften;  de  overige  f54.65 
waren  kosten  van  den  druk  en  de  verzending  van  den 
Synodalen  brief  aan  de  Kerkeraden,  waarvoor  de  zorg 
aan  den   heer  van  H  Baaff  was  opgedragen. 

IX.  Beheer  van  den  IX.  Aan  het  einde  van  de  behandeling  der  financiële  aange- 
Quaestor-generaal  over  legenheden  komt  nog  ons  verslag  aangaande  het  beheer  van  den 
ia  2\ja  geheel.  Quaestor- generaal  over  alle  Synodale  fondsen  in  zijn  geheel. 

«.Onderzoek  van  het  a.  Ouze  gecommitteerden  voor  het  toezigt  op  de  admi- 
beheerten  huize  van  den  nistratie  van  den  Quaestor- generaal  hebben  op  den  7  Md 
Qnaes  r-generaa.       jj     ^  zijnen   huize  inzage  ontvangen  in  zijne  boeken  en 

zich  overtuigd    dat  deze   zich  in  goede  orde  bevonden ,  alle 
rekeningen  behoorlijk  afgesloten  en  de  kasgelden  aanwezig 
waren.  Dat   onderzoek  werd  hun  gemakkelijk  gemaakt  door 
^  de  heusche  wijze  waarop  hun  alle  gewenschte  inlichtingen 

daarbij  door  den  Quaestor-generaal  zoo  volledig  mogelijk 
werden  verstrekt. 

Het  saldo  der  onderscheidene  hoofdrekeningen  beliep  toen 

eene  som  van ƒ  23828.69^ 

Waarvoor  in  kas  was 
saldo  uit.  Dec.  1879  ....   ƒ      209.40 
„      op  7  Mei   1880.  ...  -     2436.46 « 
en  bij  de  Classicale  Quaestoren  -  22966.63 

f  25612.495 


Overbrengen   /"  25612.49«    ƒ  28828.693 


61  Bul.  A. 

Overgebragt  /  25612.496    /•  23828.69» 
Waarvan    af  te   trekken   nog 

loopende 
1  promesse  over  1879  ƒ209.40 

3  dito  over  1880  als 

eene  van -  860.00 

eene  van -  295.00 

eene  van -  650.00 

4  mandaten  overl880 

als 

eene  van -      6.00 

eene  van -    12.00 

eene  van - 111.30 

eene  van -  140.10 

1783.80 

ƒ23828.696 

Zij  hebben  zich  tevens  overtuigd,  dat  de  gelden,  die 
tijdelijk  konden  gemist  worden,  door  prolongatiën  en  be- 
leeningen renten  afwierpen  en  dat  op  den  dag  des  on- 
derzoeks  waren  geplaatst 

van  de  Algemeene  kas ƒ    8000.00 

van  de  Algemeene  Weduwenbeurs.     .     .     -  39000.00 

van   het   fonds   voor  noodlijdende  kerken 
en  personen -  12000.00 

van  het  fonds  tot  verbetering  der  schraalste 
predikantstractementen -     8000.00 

van  het  fonds  voor  de  geestelijke  behoeften     -     7000.00 

Te  zamen     .     .     ƒ  74000.00 

en  dit  alles  bij  behoorlijke  contracten,  ten  name  van  den 
Quaestor-generaal ,  overeenkomstig  zijne  instructie  door 
meer  dan  voldoende  onderpanden  tot  zekerheid  der  ge- 
plaatste gelden  gedekt.  Wij  adviseren  U  daarom  met  vrij- 
moedigheid, den  Quaestor-generaal  dank  te  betuigen  voor 
zijn  naauwgezet  en  ordelijk  beheer. 

b.  De  rekeningen  der  verschillende  Synodale  fondsen ,  door     b.   Rekeniugen  en 
den  Quaestor-generaal  ingediend  bij  geleidend  schrijven  van  staat    der    Synodale 
6  Mei,  gereg.  onder  n^  451,  waren  vergezeld  van  de  daarbij  °°  **^°' 
vereischte  opgaaf  van  den  staat  dier  fondsen. 

c.  De  memorie  van  toelichting  dier  rekeningen,  daarbij  door  c.  Memorie  van  toe- 
den Quaestor-generaal  naar  gewoonte  overgelegd ,  nemen  lichtiug  bij  de  reke- 
wij  hier  op.  "^^"S"^- 


Bijl.  A,  62 


MEMORIE  VAN  TOELICHTING ,  behoorende  hij  de 
Rekening  en  Verantwoording  over  1879,  door  mij  ak 
Quaestor-generaal  van  de  Algemeene  Synode  der  Neier- 
landsche  Hervormde  Kerk  op  den  8  Mei  1880,  md 
de  daarbij  behoorende  bescheiden  aan  de  Algemeent 
Synodale  Commissie  gezonden. 

Erkennende  het  voorregt ,  mij  ook  nu  wederom  geschon- 
ken ,  om  aan  Uwe  vergadering  rekening  en  verantwoording 
van  mijne  gehouden  administratie  te  kunnen  doen,  uit 
ik  daarbij  den  wensch,  dat  Uwe  goedkeuring  daarop  vol- 
gen moge. 

Als  naar  gewoonte  begin  ik  met  het: 

A.  Fonds  voor  nood-    A.  FONDS  VOOR  NOODLIJDENDE  KERKEN  EN 

l^deode  kerken  en  per-  PERSONEN. 

Ontvaiiggt. 

1®  afd.  Saldo  van  het  vorige  jaar  .     .     .     ,  /      151.17 
2®  //     Inzamelingen: 

Nagek.   collecte    1877  f        10.46 
„  ,/  1878  -       288.955 

„  f,         1879   .  18295.825 

„  „  1879  -       745.785 

19341.0^5 

S''  „     Beleeningen,  afgeloste -21100.00 

4®  //     Rente: 

fl.  12/m.  van  /179S00  2i7oIïischr. 

N.  S f  4482.50 

*.  12/m.  van  /    16500 

87o  Inschr.  N.  S.     .  -     495.00 
c.  Van  tijdelijk  op  belee- 
ning uitgezette  gelden  -     502.12 

/  5479.62 
af  verpl.  uitk.  aan  N.  N.  -     104.00 

-    5375.62 

5^  ,/     Buitengewone  ontvangsten ,  giften  enz.  -    3598.00 


/■  49565.81 


68  Bijl.  A. 


Uitgaaf. 


1®  afd.  Kleine  toelagen  aan  gemeenten  met  inbe- 
grip van/ 100  aan  de  Waldenzen 
2®  //     Kleine  toelagen  aan  personen  .     , 
3®  ff     Qroote  toelagen   aan  gemeenten     . 
4^  if     Gesloteue  beleeningen     .... 
5®  //•    Administratiekosten 


f    2290.00 

-  7905.00 
.  28439.00 
-10500.00 

-  400.00 


/  49534.00 


De  ontvangsten  bedragen     .     /  49565.81  ^ 
en  de  uitgaven -  49534.00 

Overschot  op  nieuwe  rekening  f        31.81» 

Mogt  ik  in  het  voorgaande  jaar  verblijdende  berigten 
omtrent  den  uitslag  der  gehouden  collecten  mededeelen, 
en  waagde  ik  het  daarom  het  bedrag  van  die  in  1879  te 
houden  op  f21500  te  stellen,  hoezeer  werd  die  verwach- 
ting teleurgesteld.  Met  inbegrip  van  het  nagekomene  over 
1877  en  1878  bedroeg  die  slechts  f  19341.021,  en  dus 
ongeveer  f  2200  beneden  de  raming  en  ruim  f  3300  minder 
dan  het  ingezamelde  in  1878.  Ofschoon  de  minder  gunstige 
tijdsomstandigheden  misschien  op  de  opbrengst  nadeelig 
gewerkt  hebben,  die  ook  door  enkele  heeren  Quaestoren 
als  reden  werden  aangevoerd,  mag  toch  met  die  vermin- 
derde belangstelling  bij  het  verleenen  van  toelagen  wel 
rekening  gehouden  worden,  zoodat  het  nu  niet  raadzaam 
geacht  kan  worden  de  opbrengst  der  in  dit  jaar  te  houden 
collecte  boven  de  f  19000  te  stellen.  Dat  ook  de  rente 
aanmerkelijk  minder  dan  in  1878  opbragt ,  kan  geene  be- 
vreemding baren.  Het  vlottend  kapitaal  in  1878  uitgezet, 
was  dooréén  aanmerkelijk  grooter  dan  in  1879.  Door  de 
belangrijke  uitbetaling,  in  laatstgemeld  jaar  gedaan,  was 
reeds  in  Augustus  over  alle  tijdelijk  belegde  gelden  beschikt 
en  eerst  in  het  laatst  der  maand  December  kon  er  aan 
gedacht  worden,  om  weder  eenige  gelden  op  beleeniiig 
uit  te  zetten.  Bovendien  werden  in  1878  voor  rente  van 
2^®/o  Inschrijving  Nat.  Schuld  f5085  verantwoord  en  in 
1879  slechts  f4482.50. 

De  buitengewone  ontvangsten ,  ofschoon  niet  onbelangrijk , 
waren  toch   aanmerkelijk  minder  dan  in   1878.  Toen  be- 


Bijl.  A.  64 

droegen  die  f  6176.171  en  in  1879  ontving  ik  f  3598,  als, 
Een   legaat  besproken  door  wijlen  Mej uf vrouw  jE'.  iST.  Grohi 

te  Amsterdam  overleden /"  1000. 00 

if     gift  van  de  erfgenamen  van  wijlen  Mevrouw 

de  wed.  J,  Laan  Willink  te  Amsterdam  -  100. 00 
n  gift  van  N.  N.  bij  mij  bezorgd  ...  -  400.00 
„       „     „     N.  N.    „     „  „  ...  -     180.00 

„       ,/     „     N.  N.    „     „  „  ...  -        10.00 

„       „     „     N.  N.    „     „         „         .     •     .  -     100.00 
;,       „     „     N.  N.    ,/     „         ,/  ....     400.00 

tf       II     uit  de  baten   van  den  Vervolgbundel 

op  de  Evangelische  Gezangen     .     .  -     800.00 
II       II     van  N.   N.  bij  mij  bezorgd    ...  -     200.00 
en   door  tusschenkomst  van  HH.  Quaestoren 
van  verschillende  Classicale  Besturen.     ...  -     408.00 

te  zamen  bedragende.     .  f  3598.00 

Volgens  wettelijke  bepalingen  had  het  legaat  van  wijlen 
Mejufvrouw  E.  H.  Groh  gekapitaliseerd  behooren  te  wor- 
den, maar  ik  heb  het  beter  geacht  om  het  f  1500  nominaal 
bedrag  2|^®/o  Inschrijvingen  Nat.  Schuld,  die  daarvoor 
aangekocht  had  kunnen  worden ,  af  te  schrijven  van  het 
verleende  crediet.  Op  ultimo  December  bedroeg  dat  nog 
f22800,  zoodat  nu  nog  f21300  nominaal  bedrag  In- 
schrijving 21 7o  N.  S.  beschikbaar  is.  —  Uit  de  rekening 
en  verantwoording  blijkt  nog  dat  in  1879  geen  verkoop 
van  kapitaal  heeft  behoeven  te  geschieden,  maar  de  bij  de 
rekening  overgelegde  staat  toont  aan ,  dat  op  ult^.  December 
1879  nog  f20984  aan  vroeger  toegestane  subsidiën  moesten 
voldaan  worden,  waarvoor  slechts  f  10531.81^  beschikbaar 
was.  Zonder  buitengewone  gelukkige  omstandigheden  zal 
dus  van  het  vroeger  toegestaan  crediet  in  dit  jaar  een  ruim 
gebruik  gemaakt  moeten  worden ,  om  de  vastgestelde  toe- 
lagen, die  nog  onvoldaan  zijn,  te  kunnen  betalen.  Als 
altoos  is  het  gewaagd  eene  raming  van  inkomsten  over  1880 
te  maken. 

Om  vermelde  redenen  stel  ik  de  collecte  op  f  19000.00 

de  rente     ,     .     .  „    -     5000.00 
en  de  buitengewone  ontvangsten     //    -     1000.00 

ƒ  25000.00 
af  voor  administratiekosten     -        400.00 

blijft.     .     .  f  24600.00 


65  Bijl.  A. 

Het  zal  dus  raadzaam  zijn  om  voor  de  kleine  toelagen 
hoogstens  ƒ10000  af  te  zonderen,  ten  einde  ƒ14600 
voor  de  groote  subsidiën  beschikbaar  te  houden. 

Het  kapitaal  van  het  fonds  bestond  op  uit.  Dec.  1879 
uit  / 179300  Inschrijving  21  7o  N.  S.  en  uit  ƒ16500 
der  3  Vo  N.  S. 

"Uit  de  bij  de  rekening  en  verantwoording  gevoegde  kwi- 
tantiën  blijkt  dat  de  renten  toebehoorende  aan  de  gemeenten 
der  Waldenzen,  van  Litthauen  en  van  Assweiler  vol- 
daan zijn. 

B.     FONDS    TER    VOORZIENING     IN    DE     GEESÏE-      B.  Fonds  ter  voorzie- 

LIJKE  BEHOEFTEN  VAN  GEMEENTEN,  WAAR    i'l^  '^  de  geesteUjke 
.     EIGEN  MIDDELEN  ONTBREKEN.  Lt fal?  Jgcn'S^^ 

len  ontbreken. 

Ontvangst. 

Pafd.  Saldo  van  het  vorige  jaar  ....  ƒ      468.61 
2^  ;/     Inzamelingen 

nagekomen  over  1878  f       46. 12^ 
en  in    1879  -    1473.31 

1519.435 

3«  //     A^eloste  beleeningen -     7600.00 

4®   u     Rente 

12       maanden        van 

/ 127700   Ins.   21  %  -    3192.50 

van  tijdelijk  uitgezette 

gelden -      267.395 

af f   3459.89^' 

bijbetaalde  rente  van 
aangekochte  ƒ  700  op 
2i  Vo  ^7  I'ebr.  '80  .  -  2.72 

'—..  .,     -t  .     3457.175 

5®  ƒ/     Buitengewone   ontvangst     ....  -  1.00 

6,  7,  8  afd.  FONDS  GODSDIENSTONDERWIJS. 

6®afd.  Inzamelingen  .     .     .    ƒ      715.91 

7«  „     Rente -        45.50 

8«  f,     Buitengewone  ontvangst  -  2.36 

763.77 


f  13809.99 


BlJIr.      A. 


66 


2 

4 
5 


e 


uitgaaf. 

afd.  Ondersteuning  tot  voorziening  in  voort 

durende  behoeften 

Idem  in  tijdelijke  behoeften  .  . 
Op  beleening  uitgezette  gelden  • 
Aankoop  van  f  700  21  Vo  N.  S. 
Administratiekosten 


// 


// 


// 


2139.44 

2075,00 
8700.00 
461.125 

400.00 


f  13775.565 


De  ontvangsten  bedragen 
en  de  uitgaven.     .     . 

Overschot 


.  /  13809.99 
•  -  13775.565 

77        34.425 


Tot  mijn  leedwezen  moet  ik  ook  van  dit  fonds  getui- 
gen //de  belangstelling  vermindert  van  jaar  tot  jaar.''  Het 
bedrag  der  inzamelingen  was  in  1878/1795.89  en  iu 
1879  ƒ1519.435,  terwijl  die  nog  voor  weinige  jaren  ruim 
ƒ  6000  bedroeg.  Het  cijfer  der  gemaakte  rente  was  iets 
hooger  dan  in  1878.  Ingevolge  magtiging  heb  ik  daarvan 
ƒ45.50  gebragt  op  het  fonds  Godsdienstonderwijs  en  wel 
^  18  maanden  over  ƒ400  is  ƒ21.00  i 
12        „  „     -  700  is  -  24.50     } 

gerekend  tegen  3i  %  in  het  jaar. 

Yoor  dat  fonds  is  dus  beschikbaar 
Pafd.  De  inzamelingen  in  1878  .     .     . 

2«  /,     Die  van  1879 - 

De   netto  opbrengst   van   het  rapport 
omtrent  den  staat  van  het  G.ouderw.  - 
De  gemaakte  renten - 


ƒ45.50 


/ 


3« 


// 


4 


// 


384.405 
715.91 

2.36 
45.50 


te  zamen     .     •  ƒ  1148.17 


In   1880  is  bereids  en  moet  nog  voldaan  worden: 
1^  aan  vaste  toelagen,  eene  som  van  ...     ƒ  1100.00 
2*  en  ter  voorziening  in  tijdelijke  behoeften.    -     850.00 

Aannemende    dat   voor  1880/81  dezelfde  sommen  wor- 
den  toegestaan,   zooals    in    1879/80    geschied    is^    moet 


67  Bul.  A. 

daarvoor  beschikbaar  blijven 

1^  ter   voorziening  in   voordurende  behoeften 

in  driemaandelijksche  termijnen.    .     .     .     /*  2350.00 

2®  voor  tijdelijke  behoeften  in  gelijke  termij- 
nen of  in   ééns -  2075.00 

3®  Administratiekosten -     400.00 


f  6775.00 
Daarvoor  zijn  voorhanden 
de  op  beleening  uitgezette  gelden  .     .     .     .-8700.00 
en  de  kasgelden -       34.42^ 

te  zamen     .     .  f  8734.425 

Waarvan  echter   moet  worden  afgetrokken 
wat  aan  het  fonds  Godsdienstonderwijs  behoort  -  1148.1 7  ^ 

f  7586.25 


Tot  kapitaalsvermeerdering  had  dus  ongeveer  ƒ  800 
meer  kunnen  gebezigd  zijn  dan  het  \  der  inzamelin- 
gen daartoe  bestemd,  indien  niet  de  Synodale  Commissie 
gemagtigd  ware  geweest^  om^  evenals  zulks  vroeger  ge- 
schiedde^ ƒ  600  voor  onvoorziene  uitgaven  te  gebruiken^ 
welke  gelden  dus  beschikbaar  moesten  blijven.  Bovendien 
is  aan  de  gemeente  Bussum  in  plaats  van  /200  slechts 
/ 139.64  uitbetaald,  terwijl  de  toelage  aan  Nieuwe  Pe- 
kela  groot  ƒ  150  mede  niet  is  verstrekt^  omdat  de  tweede 
predikantsplaats  aldaar  nog  niet  vervuld  is. 

Worden  bovenstaande  uitgaven  vastgesteld,  dan  kunnen 
die  geheel  gedekt  worden  met  de  gelden  op  beleening 
uitgezet  en  hetgeen  in  contanten  aanwezig  is,  maar  de 
steeds  verminderende  opbrengst  der  inzamelingen  doet  het 
mijns  inziens  onraadzaam  achten  om  aan  de  bestaande 
toelagen  nieuwe  toe  te  voegen. 

Even  als  ten  vorigen  jare  heb  ik  in  de  rekening  en 
verantwoording  specifiek  opgave  gedaan ,  wat  door  de  ver- 
schillende Classicale  Besturen  voor  het  fonds  Godsdienst- 
onderwijs ingezameld  en  bij  mij  gestort  is. 

ITet  kapitaal  op  het  Grootboek  der  2^  7o  Nat.  Schuld 
ten  name  van  het  fonds  ingeschreven  bedraagt  thans 
/•  128400   nominaal. 


I 

Bijl.  A.  68  ' 

c.  Fonds  tot  verbe-  C.  FONDS  TOT  VERBETERING  DER  SCHRAALSTE 
SlLti^St^^^^  PREDIKANTSTRACTEMENTBN. 

Ontvangst. 

l'^afd.  Saldo  van  het  vorige  jaar.     ...  ƒ         93.29 
^®  //     Vrijwillige  bijdragen 

nagekomen  over  1876.  f      10.00 
„  „     1878.  -       78.00 

en     „     1879.  -  2270.50«^ 

.     2353.505 


3«  ,/     Afgeloste  beleeningen -     3900.00 

4®  if     Rente 

a,  12  maanden  van 
/•108000,  2io/oIn- 
schr.  op  het  Grootboek 

der  N.  S f  2700.00 

b,  van  tijdelijk  belegde 

gelden -     177.58 

.    2877.58 


5^  //     Buitengewone  ontvangsten  ....  -     2381.90 


ƒ  11606.275 


uitgaaf. 

1^  afd.  Tractementsverhooging f  4050.00 

2®  if     Op  beleening  uitgezette  gelden  -     .     .  -  7400.00 
3**  tf     Administratiekosten -     lOO.OO 

f  11550.00 


De  ontvangsten  bedragen    .     .  f  11606.27^ 
en  de  uitgaven     .     .  -  11550.00 

Overschot  op  nieuwe  rekening     .     .  f        56.27 ^ 

De  vrijwillige  bijdragen  bragten  ongeveer  /  260  minder 
op  dan  in  1878^  de  renten  vermeerderden  echter  met  f  50, 
terwijl  de  buitengewone  ontvangsten  ruim  ƒ1500  meer 
bedroegen. 


69  Bijl.  A. 

Ik  ontving: 

van  de  Erven  van  wijlen  Mevr.  wed.  J.  Laan  Willink  /  200.00 

en  eene  gift  bij  mij  bezorgd -  25.00 

van  N.  N.      /y     ^         „        -  400.00 

„    N.  N.      „     „         „        -  50.00 

„    N.  N.      V     „         „        .......  100.00 

uit  de  baten  van  den  Yervolgb.  op  de  Evang.  Gez.  -  1850.00 

van  N.  N.  bij  mij  bezorgd -  200.00 

en   door   tusschenkomst    van   HH.   Quaestoren 

van  Fraueker  en  's  Hertogenbosch .     .     .     .  -  56.90 

/  2381.90 

tegen  /850  in  1878.  Ofschoon  meerdere  belangstelling  ook 
voor  dit  fonds  hoogst  welkom  zou  zijn,  mag  ik  echter 
niet  voorbij  zien  dat  dit  gedeelte  mijner  administratie,  in 
vergelijking  van  1878,  verblijdende  uitkomsten  heeft  op- 
geleverd. 

In  afwachting  op  eene  definitieve  beslissing  of  art.  4 
van  het  Beglement  in  het  vervolg  onveranderd  behoort  toe- 
gepast te  worden  heb  ik,  gesteund  door  de  Synodale  ver- 
gadering in  1879  gehouden,  geene  sommen  ter  kapitaals- 
vermeerdering aangewend.  Wordt  het  echter  onveranderd 
toegepast  dan  zou  er  voor  tractementsverhooging  in  Octo- 
ber  a.  s.  te  voldoen,  beschikbaar  zijn 

de  helft  der  inzamelingen •/1176.75 

//      //       //    renten -  1488.79 

vermeerderd  met  het  bedrag  der  rente  voort- 
spruitende uit  eene  kapitaalsvermeerdering 
van  ca.  ƒ5000 -     200.00 

/  2815.54 
af  administratiekosten  en  kleine  kosten.  .  .  *  115.54 
zoodat  dan  slechts  een  bedrag  van  /  2700  beschikbaar  zou  zijn. 
Wordt  echter  de  vroegere  wijze  gevolgd  dan  zou  ik  Uwe 
Commissie  voorstellen  aan  de  Synode  te  adviseren  /4200 
voor  tractementsverhooging  toe  te  staan  en  de  buitenge- 
wone ontvangsten ,  vermeerderd  met  hetgeen  de  inzamelin- 
gen en  de  renten  meer  dan  voor  uitkeering  vereischt  wordt 
hebben  opgebragt,  te  kapitaliseren.  /8100  zouden  daartoe 
gebezigd  kunnen  worden.  Er  is  nu  aanwezig 

op  beleening  uitgezette  gelden ƒ  7400.00 

aan   kasgelden •       56.27^ 

f  7456.27S 


Bijl.  A.  70 

zoodat  in  beide  uitgaven^  na  aftrek  der  administratie- 
kosten y  zou  kunnen  voorzien  worden.  Het  kapitaal  best4iat 
even  als  in  1878  uit  / 108000  2^  Vo  Inschrijving  op  hrt 
Grootboek  der  Nationale  Schuld. 

D.Algemeenewedu.  D.    ALGEMEENE    WEDUWENBEüRS. 

wenbeurs. 

Ontvangst. 

l^afd.  Saldo  van  het  vorige  jaar.     .     .     .  /         52.48 

2«  „     Examengelden -     1075.00 

3«  „     Contributièn -  20115.00 

4^  //     Afgeloste  beleeningen -  18400.00 

5^  //     Benten 

a.  12  m.  van  /*  960800 

21  Vo  Inschrijving    .  f  24020.00 

b,  renten  van  tijdelijk  be- 
legde gelden    ....  -    1459.74 
waarvan  moet  a^etrokken 

worden  ƒ25479.74 

a.  12  m.  rente  v./ 16000 
2*  Vo  uitkeering  aan 
N.N.     .     .  /•  400.00 
h.    bijbetaalde 
rente  v.  aan- 
gekochte 
ƒ1600  21Vo  -      6.11 

-      406.11 

-  25073.6a 

6«  „     Diverse  artikelen,  12,  13,  14  .     .  -     4269.00 
7®  //     Verpligte  uitkeering  van  de  uitgevers 

van  de  Kerkelijke  Courant.     .     .  -     1589.25 
8«  if     Buitengewone  ontvangsten  .....     2225.065 

f  72749.42^ 

Uitgaaf. 

l'^afd.  Uitkeeringen 

g;  /  aan  434  weduwen  .  ƒ49052.67 
2  \  aan  22  minderjarigen  -  2442.99 
S.  i  aan  2  geïnst.  dochters  -  240.00 
^  \  en  aan  1  geïnst.  zuster  -      120.00 

—  f  51855.66 

Overbrengen  f  51855.66 


71  Bul.  A. 

Overgebragt  f  51855.66 
2^afd.  Op  beleening  uitgezette  gelden.  .  .  -  19200.00 
3«  „  Aankoop  van  f  1600  2i  Vo  Inschr.  .  -  1059.00 
4®    ff     Drukwerken,  jaarlijksch  Verslag     .     .  -         18.50 

5°   if     Buitengewone  uitgaven -  5.50 

6»   „     Administratiekosten -       600.00 

f  72738.66 


De  ontvangsten  bedroegen  .     .  f  72749.42^ 
en  de  uitgaven  .     .  -  72738.66 

Overschot  op  nieuwe   rekening  .     .f        10.76* 

De  examengelden  bragten  f  100  minder  op  dan  in  1878. 
Volgens  wettelijke  bepalingen  is  met  het  geld  daarvoor 
ontvangen  het  kapitaal  met  f  1600  2^  Vo  Inschrijving 
op  het  Grootboek  der  Nat.  Schuld  vergroot,  zoodat  het 
thans   bedraagt  f  962400  nominaal. 

Door  het  Gouvernement  werd  in  1879  de  achterstallige 
contributie  over  1877  en  de  contributie  over  1878  beide 
van  O.  en  W.  Ind.  predikanten  verantwoord.  Ik  ontving 
f  1530  tegen  f940  in  1878,  waaruit  de  vermeerdering 
van  f  520  in  die  afdeeling  verklaard  wordt.  Het  bedrag 
der  rente  was  ongeveer  f180  hooger,  tengevolge  van  de 
niet  onaanzienlijke  kapitaalsvermeerdering  in  1878.  Dein* 
komsten  uit  de  Kerkelijke  Courant  verkregen  waren  onge- 
veer dezelfde.  De  buitengewone  ontvangsten,  ook  afge- 
scheiden van  het  belangrijke  legaat  van  wijlen  den  heer 
E.  C.  Groeneveld,  waren  daartegen  aanmerkelijk  minder 
Toen  ontving  ik  met  inbegrip  van  dat  legaat  f7935.05* 
en  in  1879  f2225.065   als: 

van  N.N.  bij  mij  bezorgd ƒ    400.00 

'^  van  het  bedrag  der  authentisatiegelden  van 
den  Vervolgbundel  op  de  Evang.  Gezangen  .  -       55.18 
eene  gift  van  den  Eing  van  Tholen  over  1878  -         4.34 

van  N.N.  bij  mij  bezorgd -     100.00 

van  N.N.   bij  mij  bezorgd -     100.00 

van  N.N.  bij  mij  bezorgd -     200.00 

door  hh.  Quaestoren  van  onderscheidene 
Classicale  Besturen  en  van  den  heer  Secr. 
der  Waalsche  Commissie -  1365.54* 

f  2225.06* 


Bijl.  A.  72 

Niettegenstaande  het  geheele  bedrag  der  inkomsten  min- 
der was  dan  in  1878,  is  toch  aan  459  deelgeregtigden 
(11  meer  dan  in  1878)  de  uitkeering,  gerekend  tegen 
f120  'sjaars,  kannen  geschieden,  waarvoor  alle  inkom- 
sten ,  met  uitzondering  van  de  examengelden ,  en  een  goed 
deel  der  buitengewone  ontvangsten  gebezigd  zijn,  terwijl 
zelfs  het  bedrag  der  op  beleening  uitgezette  gelden  met 
f  800  vermeerderd  is.  Geheel  onverwacht  is  het  getal  deel- 
geregtigden betrekkelijk  aanmerkelijk  vermeerderd,  zoodat 
ruim  f1500  meer  is  uitgekeerd  moeten  worden  dan  in 
'  het  vorige  dienstjaar.    Ware   dit  niet   het    geval   geweest, 

dan  zou  ik  vrijmoedigheid  hebben  gevonden.  Uwe  Com- 
missie voor  te    stellen    aan    de   Synode  te    adviseren,  de 
uitkeering  op  f  125  vast  te  stellen.  Nu  acht  ik  het  echter, 
wegens  de  onzekerheid  van  den.  stand  van  zaken  in  1880, 
voorzichtiger  de  uitkeering  even  als  in  1879  op  f120  te 
bepalen. 

Voor  de  eerste  maal  sedert  ik  het  genoegen  had  met 
Uw  vertrouwen  vereerd  te  worden,  zijn  niet  alle  contri- 
butiën  voldaan.  De  Ring  van  Stiens,  classis  Leeuwarden , 
weigert  die  voor  de  gemeenten  St.  Anna-Parochie  en  Vrou- 
wen-Parochie te  voldoen ,  omdat  deze  geen  rijks-tractement 
voor  hare  predikanten  ontvangen  en  er  dus  van  vacatuur- 
penningen  geen  sprake  kan  zijn.  Ook  de  gemeente  01de- 
markt  c.  a. ,  classis  Kampen,  heeft  geweigerd  die  te  vol- 
doen, zonder  bepaalde  opgave  van  reden.  Ook  daar  wordt 
geen  rijks-tractement  genoten.  —  Het  Jaarlijksch  Verslag 
is  als  naar  gewoonte  verzonden. 

E.  Fonds  van  de  Bij.  E.  FONDS  VAN  DE  BIJBELVERTALING,  NIEUW 
beiverteiing,     Nieuw     TESTAMENT,  EN  DEN  VERVOLGBUNDEL  OP 
voS  ^^  EVANGELISCHE  GEZANGEN. 

gelische  Gezangen. 

Ontvangst. 

l^afd.  Saldo  van  het  vorige  jaar    ..../'     135.08 
2®  f,     a.  Van     de     Evangelische    Gezangen- 
Compagnie  het  bedrag  der  authenti- 

gelden /    137.95 

b.  uitkeering  van  de  in 
1878  verkochte  exempl. 
van  den  Vervolgbundel 


Overbrengen  ƒ    137.95  f    135*08 


73  Bijl.  A. 

Overgebragt  /   137.95     f    135.08 
op    de    Evangelische 
Gezangen   ....    -  2212.01^ 


2849.965 
S^afd.  Gemaakte  rente -         9.31 


Uitgaaf. 

a.  Uitkeering  der  authen- 
tisatiegeldeii  van  den 
Vervolgbundel    .     .     .  f     137.95 

b.  aan  de  leden  der  voor- 
malige Commissie  tot  de 
Psalmberijming  ...  -     192.35 

c.  aan  het  fonds  voor  noodl. 

kerken  en  personen.     .  -     800.00 

d.  idem  ter  verbetering  der 
schraalste predik.tractem.  -  1350.00 

e.  aan  Dr.  È.  Oloêius  voor 
het  onderzoek  naar  dé 
auteurs  der  Evang.  Ge- 
zangen  -       37.55 


f  2494.35«» 


-  2517.85 


Er  werd  alzoo  uitgegeven  ƒ  2517.85 
en  ontvangen     .  -  2494.35^ 

Nadeelig  slot  op  N.  K77  23.49« 
Deze  rekening  vereischt  weinig  toelichting.  De  authen- 
tisatiegelden  zijn  verdeeld  zooals  dit  door  wettelijke  bepa- 
lingen is  voorgeschreven,  f  55.18  daarvan  kwamen  ten  bate 
van  de  Algemeene  Weduwenbeurs ,  onder  afd.  8  Buiten- 
gewone ontvangst  aldaar  vermeld.  Van  het  aandeel  in  de 
winsten  der  verkochte  exemplaren  van  den  Vervolgbundel 
op  de  Evangelische  Gezangen  kwamen  f  800  ten  goede  van 
het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen  en  f  1350 
aan  dat  ter  verbetering  der  schraalste  predikant stracte- 
menten^  beide  als  buitengewone  ontvangsten  in  die  reke- 
ningen opgenomen. 

F.  ALGEMEENE  KAS.  ^'  ^^»'"''°'  ^"• 

Ontvangst. 

1*  afd.  Overschot  van  het  vorige  jaar     .     .ƒ      10 1.25 ^ 
2*^  „     Toelagen  van  het  Bijk -  39899.28 

Overbrengen  f  40000.53^5 


Bijl.  A.  74 


5 


Overgebragt  /  40000.53 

8«afd.  Quota -  24135.00 

4®  //     Opbrengst  der  gedrukte  Synodale  Hand.  -       738.45 

5*  t,     Beleeningen,  afgeloste -  29500.00 

6^  //     Eenten: 

a.  6/m.  van  f  25000  4  % Inschr.  Nat. 

Schuld f    500.00 

h,  van  tijdelijk  uitgezette 

gelden -  1061.155^ 

/  1561.155 
waarvan  behoort  te  wor- 
den   a^etrokken    rente 
van  aangek.  4  ®/o  N.  S. : 
4  Aug.  4/m.   3/d-  va» 
f  10/m.  .     .ƒ136.67 
6  Aug.  4/m.  (  -     361.89 

5/d.v.f7/m.  -    97.22  ( -  1199.46^ 

25  Aug.  4/m. 
24/d.v.f  8/m.  - 128.00 
V  ff     Buitengewone  ontvangsten  .     •     .     .  19.89 

f  95593.14 


Uitgaaf. 

1*  afd.  Synodale  kosten : 

A.  Honorarium  van   den  Secretaris  en 
bureaukosten.     .     .     .ƒ3600.00 

B.  Reis-  en  verblijfkosten  en 
presentiegelden : 

a.  Aan    de  leden   der  64® 

Synod.  verg.  f  6063.15 
8.  Overige 

kosten    .     .  -     488.66 

6551.81 

C.  a.  Aan  de  leden  der  voor- 
jaarsvergad.    f     595.60 
b.  Overige 

kosten    .     .  -       69.86 

665.46 


P.  a.  Aan    de    leden  der  na- 


Overbrengen  f  10817.27 


75  Bijl.  A. 

Overgebragt  /  10817.27 
jaarsvergad.    f    478.60 

b.  Aan  den  heer 
8.  F.  V.  Has- 
selt V.  ver- 
schotten .     .  •       16.20 

c.  Overige 

kosten    .     .  -       96.15 

•     590.95 

E.  Kosten  gevallen  op  eene 
audiëntie  bij  Z.  Exc.  den 
Minister  en  bij  gelegen- 
heid  van  het  Cour.  bij 

HH.  MM 17.75 

F.  Aan  gecommitteerden 
belast  met  het  nazien  der 
Quaestorale  rekeningen.  -       27.80 

G.  Lokaalhuur    .....     100.00 
H.  Schrijfbehoeften  voorde 

verschillende     vergader.  -       34.80 

.  11588.07 

2^afd.  Provinciale  kosten  : 

A.  Honoraria  van  de  Se- 
cretarissen   enz.     .     .  -  11920.00 

B.  Vergoeding     van     on- 
kosten        209.40 

12129.40 

3^  if      Classicale  kosten: 

Honoraria  van  de  Scriba's  enz.  kosten 
der  Biingsvergaderingen  9  kleine  kos- 
ten   enz -  28815.00 

4«  afd.  Kosten  der  kerk  visitatie     .     .     .     .  -       725.01 

5^    //     Toelagen    ten  behoeve  van  de  Clas- 

sikale  Vergaderingen -     3900.00 

6'    //     Druk  der  Synodale  Handelingen  .     .  -       853.80 

7®    //     Buitengewone  uitgaven : 

a.  Aan  de  Commissie  in  zake  de 
belangen  van  het  Godsdienston- 
derwijs met  inbegrip  van  reis-  en 
verblijfkosten    aau   haren   verslag- 


Overbrengen  f  58011.28 


Bijl.  A,  76 

Overgebragt  f  58011.28 
gever .f  108.50 

b,  Aan  het  Grootboek  der 
Nat.  Schuld  voor  het 
ligten  van  letter ,  deel  en 
nummer  der  aangekochte 
Inschrijving    ....  -       3.75 

c.  Herstellingen  aan  het 
vloerkleed  in  de  Verga- 
derkamer   -     52.85 

-       165.10 


8^afd.  Buitengewone  drukkosten : 

a.  Voor  de  bezorgitig  van  Albums 
voor  inschr.  en  Notul.  BB.  aan  de 
kerkelijke  hoogleeraren  -       65.80 

b.  Algemeen  Begister  van 
de  Algemeene  Synodale 

Hand.  van   1861/70  .  -     525.60 

c.  Expeditie  van  den  Cata- 
logus van  het  oad  Sy- 
nodaal archief   .     .     .  -         8.57* 

d.  Expeditie  van  het  Bap- 
port  omtrent  den  staat 

van  het  Gbdsdienstond.  -       10.95 

e.  Aan  ƒ.  M.  van  H  Haaff 
drukkosten  en  verzen- 
ding van    den  Synod. 

brief  aan  de  Kerkeraden  -       54.65 


-       665.57 

9®  1/    Gewone  drukkosten -       576.50 

10®  //    Burgerlijke  en  kerkelijke  proceskosten : 

a.  Aan    het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Zuidholland     .     .  -         6.05 

b,  Aan  den  Scriba  van  het 

Classic.  Best.  v.  Brielle  -       40.10 

46.15 


5 


11®  ,/    Inschr.  4®/oN.  S.  voor  aankoop  van: 
f  10000  &.  101  V,6  Vo  /10118.75 

-  7000  „  101  ^U^%  "    7091.87« 
partijgeld  van /^17/m.  -  .85 

-  8000  \k  101     Vg  Vo  -     8090.00  -  25301.475 

Overbrengen  f  84766.08 


77  Bijl.  A. 

Overgebragt  f  84766.08 
1 2^  afd.  Beleeniugen,  tijdelijk  geplaatste  gelden  •  9000.00 
18®  9    Administratiekosten -     1500.00 

/  <5g66.08 

Het  geheele  bedrag  der  ontvangsten  was  dus  f  95593.14 

en  dat  der  uitgaven  -  95266.08 

Overschot  op  nieuwe  rekening  f      327.06 

Uit  deze  opgave  blijkt  dat  alle  gewone  en  buitengewone 
uitgaven  door  de  ontvangstenuiet  alleen  ruimschoots  gedekt 
zijn  geworden^  maar  dat  deze  rekening  nog  een  batig  saldo 
van   f  5389.17  oplevert,  namelijk: 

a.  Op  uit.  Dec.  1879  was  er  op  de  beleening 
geplaatst f   9000.00 

b.  de  aangekochte  ƒ25000  47o  N.  Schold 

hebben  gekost -  25301.47* 

c.  de    daarbij  betaalde    rente  zie    Afd.  6 
(ontvangst) -361.89 

d.  het  saldo  in  contanten  op  uit.  Dec  1879  - 
aanwezig , -       327.06 

Op  pr.    Januari]    1879    waren   aanwezig  f  34990.42^ 

a.  de  op  beleening  geplaatste 

gelden /*  29500.00 

b,  aan  kasgeld -      101.25^ 

29601.25» 

Overschot  7"5889. 17 

Bij  de  aanzienlijke  buitengewone  uitgaven,  die  dit  jaar 
voldaan  zullen  moeten  worden .  zal  dit  overschot  zeer  te 
stade  komen,  terwijl  ook  bovendien  de  personele  kerk- 
visitatien  belangrijke  uitgaven  zullen  vorderen. 

Volgens  opgave  op  31  Dec.  1878  gedaan  waren  van  af 
1870  aan   achterstallige   quota    nog   f  617.50    onbetaald. 

In  '79  werd  die  som  met  142.50  verminderd,  als: 

van  de  gemeente  Borselen  cl.  Goes  over  1875/^78  /  40.00 
//    if        if        Stiens     cl.    Leeuwarden     over 
1878 20.00 

van  de  gemeente  Vrouwen  Parochie  cl.  Leeu- 
warden over  1878 -  20.00 

van  de  gemeente  Delfzijl  cl.  Appingadam  over 
1876/'78 , 45.00 

Overbrengen  / 125,00 


Bijl.  A.  78 

Overgebragt  ƒ125.00 
van  de  gemeente  Zunrdijk  cl.  Onderdendam  o?er 

1878 10.00 

van  de  gemeente  Hornhuizen  cl.  Onderdendam 

over  1878 7,5Ö 

ƒ  142.50 

daartegen  is  over  '79  ƒ147.50  onbetaald  gebleven ,  als: 

in  de  cl.  Tiel  de  gemeente  Usendoorn  ƒ10.00 

Opheusden -  20.00 

: ƒ    30.00 

in  de  cl.  Leiden  de  gemeente  Eage ,  hei  halve 

quotum -       2.50 

in  de  cl.  Hoorn  de  gemeente  Urk    ...  -       5.00 

//    //    ff   Leeuwarden  de  gemeente  Onze  Lieve 

Vrouwe  Parochie -    EO.OO 

in  de  cl.  Franeker  de  gemeente  Welsryp  en 

Bayum*     .     .     . -     10.00 

in  de  cl.  Eraneker  de  gemeente    St.  Jacobi 

Parochie -     20.00 

in  de  cl.  Heerenveen  de  gemeente  Haskerdijke  -     10. OO 

//  //    //    Zwolle  de   gemeente  Ommen     .     .  -     20.00 

if  //    //  Onderdendam  de  gemeente  Pietersb.  -     20.00 

//  ff   ff  Breda   de  gemeente  Moerdijk     .     .  -     10.00 

f  147.50 

Zoodat   het    geheele  bedrag    der  onbetaalde 
quota  thans  is  ƒ  622.50. 

Het  bedrag  der  geheele  quotisatie  is  f  24115 

Noordwijk    a/z.      betaalde      over 
1878/^79   vrijwillig -    10.00 

en    Bussum    over    1879   vrijwillig  -    15.00 

ƒ24140.- 

te  zamen^  waarvan  ƒ  5  behoort  afgetrokken  te  worden, 
d.  i.  het  meerdere  bedrag  der  achterstallen  boven  het- 
geen in  '79  daarvoor  ontvangenis.  Blijft  dus  ƒ  24135.00. 
Als  noodzakelijk  gevolg  van  den  verlaagden  prijs  der  Syno- 
dale Handelingen  zijn  de  uitgaven  daarvoor  niet  door  de 
ontvangsten  kunnen  gedekt  worden. 

Even  als  bij  andere  onderdeelen  mijner  administratie 
heeft  de  lage  rentestand  daar  ook  nadeelig  op  de  inkom- 
sten van  deze  rekening  gewerkt.  Gedurende  verscheidene 
maanden  in   1879  was   die  slechts  3^/ o  ^sjaars. 


79  Bul.  A. 

Ook  nu  weder  heeft  de  gemeente  Oosierend  in  het 
afgeloopen  jaar  vrijwillig  /  7.50  boven  de  /  26,00  quotum 
betaald  en  eindelijk  wordt  als  buitengewone  ontvangst 
f  12.39  verantwoord  9  zijnde  de  netto  opbrengst  van  de 
verkochte  exemplaren  van  het  oud  Synodaal  archief. 

De  uitgaven ,  zoo  gewone  als  buitengewone  reeds  breed- 
voerig vermeld^  eiachen  geene  toelichting^  terwijl  einde- 
lijk nog  wordt  vermeld  dat  het  kapitaal  van  de  Algemeene 
kas  bestaat  uit  /  25000  ingeschreven  op  het  Grootboek 
der  4»7o  N.  S.  in  1879  aangekocht. 

G.  HÜLPPENSI0ENF0ND8  VOOR  EMERITI-  6.    HnlppenaiocD- 

PREDIKANTEN.  ^««^f»    ^,°°'  «"«"*^- 

predikanteu. 

Ontvangst. 

V  Afd.  Saldo  van  het  vorige  jaar    .     .     ,     .  /      35.37 

2«     H     Contributiën -  6841.00 

3»     u     Rente 

a.    6/m.   van  ƒ  19600  4^0 

inschrijving    N.  S.     .       .  /  392.00 
ê.   6/m.   van   ƒ  24000   4^0 
inschrijving  N.  S.       .     .  -  480.00 

/  872.00 
waarvan  behoort  te  worden 

afgetrokken 
4/m.  25/d.  rente  van  bijge- 
kochte  ƒ  1300  47o    .     •    -    20.94  -    851.06 
4^     //     Buitengewone  ontvangst  ......        5.00 

ƒ  6782^3 

uitgaaf. 

1^  Afd.  Uitkeeringen  aan  diversen  .     .     .    /  769.45 
2«     //      Vergoeding  van  kosten    aan    HH. 

Quaestoren   ........  146.15 

3«     „     Aankoop  van  ƒ  4400  en  /1300 

47o  inschrijving -  5660.685 

4^     II     Administratiekosten -  150.00 

ƒ  6726.285 

Er  werd  alzoo  ontvangen  /  6732.43 
en  uitgegeven   ....  -  6726.285 

Saldo  op  N.  R.  ƒ        6.14^ 


Bijl.  A.  80 

Negen  gemeenten  hebben  zich  aan  verdere  bijdragen 
onttrokken 9  als: 

in  de  cl.  Dordrecht       de  gem.  Schelluinen 
//  //  if  Brielle  /y     //     Zwartewaal  en  Briels  NieuFJ. 

if  //  //  Zierikzee,        //     i/     fienesse 
u  II  II  Uzendijke        n     n     Hontenisse 
II  II  II  Leeuwarden      u     n     Hempens  en   Wier 
//   n  II  Sneek  n     n     Balk  en 

n  H  n  Dokkum  //     n     Drogeham. 

Daartegen  heeft  de  gemeente  Hardinxveld.  classis  Dord- 
recht zich  tot  deelgeregtigheid  bereid  verklaard.  Het  getal 
is  das  tot  op  585  verminderd.  De  contributie  werd  vol- 
daan door  576   gemeenten  /  10.00  maakt     .  ƒ  5760.00 

3  jaar  achterstallige  van  de  gemeente  Har- 
dinxveld        -      36.00 

1  gemeente  betaalde •*      20.00 

en  1   „  ,/         -      a5.00 

ƒ5841.00 

waarbij  gevoegd  behooren  te  worden  de  7  gemeenten,  die 
zich  tegen  voldoening  van  /250  uitkochten,  welke  gelden 
vroeger  verantwoord  werden.  In  1878  werd  de  ontvangsten 
over  593  standplaatsen  verantwoord. 

Even  als  in  vroegere  jaren  ontving  ik  eene  gift  van  ƒ  5 
die  als  buitengewone  ontvangst  in  rekening  wordt  gebragt 

Aan  16  deelgeregtigden  geschiedde  de  uitkeering  gere- 
kend tegen  ƒ  100  'sjaars. 

Het  zal  in  Julij  a.  s.  5  jaar  geleden  zijn,  dat  het  fonds 
werd  opgerigt.  Art.  8  van  het  ïleglcment  zou  dus  missctuen 
aanleiding  kunnen  geven ,  een  voorstel  van  verhoogde  uit- 
keering te  doen.  Ik  acht  het  echter  voor  's  hands  voor- 
zichtiger  dit  na  te  laten. 

Het  kapitaal  bestaat  thans  uit  ƒ25300  4^0  inschrijving 
nationale  schuld  tegen  f  19600  in  1878. 

H.  Fonds  voor  de  H.  TONDS  VOOR  DE  KOSTEN  VAN  HET  HOOGER 
kostenvauhet  hooger     ONDERWIJS  IN  DE  GODGELEERDHEID   VAN 
gS^id'van'  wcï  WEGE  DE  NEDERLANDSGHE  HER- 

de  Nederlaudsche  Her-  VORMDE   KERK. 

vormde  Kerk.  ^   .  . 

Ontvangst. 

1®  Afd.  Overschot  van  het  vorige  jaar    .     .  ƒ      281.92 
2«    „      Toelagen  van  het  Rijk      ....  -  23999.03 

Overbrengen/  24230.95 


81  Bijl.  A. 

Overgebragt  /  24230.95 

3«  afd.  CoUegiegelden 8500.00 

4®   //     BeleeniDgen,  afloste -     8000.00 

5«   „     Eente -       315.94 


/  41046.89 


ïïitgaAf. 

l^afd.  Installatiekosten ƒ          4.50 

2«  „     Tractementen  der  Hoogleeraren    .     .  -   24000.00 

3*  ,/     Aankoop  van  Inschrijving  4Vo     .     .  -     8086.25 

4®  //     Buitengewone  uitgaven -            1.25 

5*  ,/     Bij  het  Kijk  overgebragte CoUegiegelden  -     8550.00 

/  40642.0^ 


de  ontvangsten  bedragen     .     .    ƒ  41046.89 
en  de  uitgaven     .     .     -  40642.00 

een  overschot  opleverende  van  .     .    ƒ      404.89 

Voor  de  ƒ8000  in  1879  op  beleening  uitgezet  heb 
ik,  daartoe  door  de  Synode  in  dat  jaar  gehouden  ge- 
magtigd,  /8000  Inschrijving  op  het  Grootboek  der  4Vo 
Nat.  Schuld  aangekocht.  Dat  kapitaal  is  gesteld  ten  name  van 

//Nederlanden  (de  Algemeene  Synode  van  de  Nederland- 
sche  Hervormde  Kerk  in  het  Koningrijk  der)  voor  het  fonds 
voor  de  kosten  van  het  Hooger  Onderwijs  in  de  Godge- 
leerdheid.^' 

De  ƒ315.94  als  rente  verantwoord  werden  verkregen 
als  volgt: 

/  262.61  van  tijdelijk  uitgezette  gelden  en  ƒ160  voor 
6  maanden  rente  van  ƒ8000  4%,  waarvan  behoort  te 
worden  afgetrokken  ƒ  106.67,  te  weten  voor  bijbetaalde  rente 
van  den  inkoop  groot  /•3000  op  den  1  Aug.  ƒ40  en 
van  ƒ5000  op  dezelfden  ƒ66.67,  zoodat  als  saldo 
/  315.94   blijft. 

De  ƒ4.50  voor  installatiekosten  betaald  waren  bij  de 
installatie  van  den  heer  T,  Cannegieter  nog  in  1878 
onvoldaan  gebleven;  tot  de  voldoening  werd  ik  later 
gemagtigd. 

De  werkelijke  opbrengst  der  CoUegiegelden  was  ƒ  8550. 

6 


Bijl.  A.  8^ 

Aan  een  student  is  zijne  in  1878  gestorte  bijdrage  van /*  50 
volgens  verkregen  dispensatie  in  1879  terugbetaald^  waarom 
slechts  /  8500  als  ontvangst  in  rekening  is  gebr^. 

f  3000  van  de  aangekochte  Inschrijving  4Vo  N.  S.  be- 
taalde ik  met   lOlVo  en  ƒ5000   met   lOljVo- 

De  ƒ  1.25  als  buitengewone  uitgave  voorkomende  be- 
taalde ik  aan  het  Grootboek  voor  het  ligten  van  Letter 
Deel  en  nummer. 

Be  Quaestor-generaal  voornoemd, 

J.    B.    SCHOLTBN. 

rf.  Voorstel  tot  goed-      ^  ^2AX  het  advies  van  onze  gecommitteerden  adviseren 

keuriiiK  der   rekenia-      ..tt  i^i  n         •         i  i- 

g^Q  Wij  U   gaarne  tot  goedkennng  der  rekeningen. 

<?.  Opmerkingen  naar      e.  Het  onderzoek  der  rekeningen  leidt  ons  nog  tot  de 

dn^tf"^    ^''  '*''''"  volgende  opmerkingen. 

1®.  Fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  personen,  ïla 
de  vaststelling  van  het  beschikbaar  bedrag  met  af?njking 
van  het  advies  van  den  Q.  G.  ten  aanzien  der  raming 
van  de  buitengewone  ontvangsten  hebben  wij  omtrent  de 
rekening  van  het  fonds  voor  noodlijdende  kerken  en  per- 
sonen verder  niets  in  het  midden  te  brengen. 

2^.  Fonds  ter  voorziening  in  de  geestelijke  behoeften 
van  gemeenten  waar  eigen  middelen  ontbreken.  Op  deze 
rekening  komt  voor  het  bedrag  der  inzamelingen  in 
1878  en  1879  voor  het  Godsdienstonderwijs,  met  de  op- 
brengst van  het  rapport  ter  zake  en  de  gemaakte  rente 
bedragende  f  1148.171^.  Bij  den  door  ons  opgemaakten 
staat  van  het  fonds  voor  de  Kerkeraden  is,  evenals  ten 
vorigen  jare,  dit  bedrag  afgetrokken,  waardoor  het  ver- 
schil in  de  cijfers  der  saldo's  en  op  prolongatie  uitgezette 
gelden   verklaard  wordt. 

De  post  prolongatiën  bedraagt  in  de  rekening  van  den 
Q.  G.  f  8700.  Daarvan  hebben  wij  voor  rekening  van 
het  fonds  geestelijke  behoeften  gebragt  f  7560;  voor  het 
fonds  Godsdienstonderwijs   f  1140. 

Het  saldo  der  rekening  van  den  Q.  G.  (met  inbegrip 
van    het    fonds    Godsdienstonderwijs)  bedraagt  f  34.42^; 

dat  van  het  Eonds   geestelijke  behoeften 
volgens  den  door  ons  opgemaakten  staat    .    f       26.25 
voeg  daarbij  het  voor  Godsdienstonderwijs 
beschikbare -    1148.17^^ 

dat  maakt  te  zamen  ƒ  1174.42^ 


88  Bijl.  A. 

welke  som  men  eveneens  verkrijgt^  door  van  de  op 
beleening  uitgezette  gelden  te  rekenen  als  voor  Godsdienst- 
onderwijs     f  1140.00 

saldo  van  den  Quaestor-generaal  ....     -       84.42^ 

f  1174.425 

Intusschen  komt  het  ons  voor,  dat  deze  wijze  van 
boeking  tot  verwarring  aanleiding  geven  kan.  Een  van 
beiden :  men  make  eene  nieuwe  rekening ,  wanneer  men  een 
afzonderlijk  fonds  voor  Godsdienstonderwijs  wil  hebben  — 
gelijk  daarvoor  in  deze  rekening  afzonderlijk  rente  is  verant- 
woord —  of  men  doe  het  met  het  fonds  geestelijke  be- 
hoeften geheel  ineensmelten.  Het  laatste  komt  ons  het 
wenschelijkt  voor,  niet  alleen  omdat  het  als  afzonderlijk 
fonds  beschouwd  van  te  luttel  beteekenis  is,  maar  ook 
omdat  het  naar  zijn  bestemming  geheel  tot  het  fonds 
geestelijke  behoeften  behoort. 

8^.  Fonds  tot  verbetering  der  schraahte  predikantstrac* 
tementen.  Tot  ons  leedwezen  kunnen  wij  met  den  Quaes- 
tor-generaal niet  medegaan,  die  aan  U  wil  adviseren 
f  4200  en  dus  f150  meer  dan  in  het  vorige  jaar  voor  trac- 
tementsverhooging  toetestaan.  Ook  bij  vooruitloopen  op  de 
veranderde  redactie  van  art.  4,  waartoe  voorloopig  besloten 
is,  kan  het  vroeger  toegestane  bedrag  ter  naauwernood 
worden  beschikbaar  gesteld.  Immers  dan  zal  ter  uitdeeling 
bestemd  zijn  het  volle  bedrag  der  rente  .  .  f  2877.58 
en  (op  zijn  hoogst)  de  helft  der  vrijwillige  bij- 
dragen groot  f  2358.505 -  1176.75 

f  4054,33 

Hieruit  blijkt  duidelijk  dat  men  althans  niet  verder  gaan 
mag  dan  de  f  4050  van  het  vorige  jaar. 

4^.  Algemeene  Weduwenbeurs.  Wij  zijn  het  geheel  eens 
met  den  Q.  G.  op  grond  der  gegevens  in  zijne  rekening 
en  memorie  van  toelichting ,  dat  het  niet  raadzaam  zijn 
zou  eene  verhooging  der  uitkeering  van  f  120  opfl25 
aan  D  voortestellen. 

5®.  Fonds  voor  Bijbelvertaling  en  Vervolgbundel  op  de 
Evangelische  Gezangen,  Van  deze  rekening  valt  niets  bij- 
zonders te  vermelden.  Alleen  zij  aangestipt  dat  de  baten 
der   Bijbelvertaling  schitteren  door  hare  afwezigheid. 

6°.  Algemeene  Kas,  Bij  deze  rekening  merken  wij  op 
dat  daarop  voorkomt  een  post  van  f  65.80  voor  albums 
en    notulenboeken  voor  de  kerkelijke  Hoogleeraren,  waar- 


Bijl.  A.  84 

mede  gevoegelijk  het  Fonds  Hooger  Onderwijs  had  kun- 
nen  bezwaard  zijn. 

Den  voor  de  Kerkeraden  en  de  Kerkelijke  Administratien 
bestemde  staat    der   Kas  leggen  wij  bij  ons  verslag  oyer. 

7^  Hulppenmenfonds,  Het  saldo  van  het  vorige  jaar  is 
volgens  de  rekening  f  35.37;  volgens  de  gedrukte  bijlage 
f35.36;  vermoedelijk  is  het  laatste  een  drukfout. 

In  zijne  memorie  van  toelichting  zegt  de  Q.  G.:  /yhet 
zal  in  Juli  a.  s.  5  jaar  geleden  zijn  dat  het  fonds  werd 
opgerigt.  Art.  8  van  het  Eeglement  zou  dus  misschien 
aanleiding  kunnen  geven  ^  een  voorstel  van  verhoogde 
uitkeering  te  doen.  Ik  acht  het  echter  voorshands  voor- 
zichtiger dit   natelaten.'' 

Dit  laatste  stemmen  wij  gaarne  toe.  Maar  wij  meenen 
dat  de  kwestie  over  verhooging  of  wijziging  der  toelage 
eerst  in  '83  ter  sprake  kan  komen.  In  verband   met  art. 

7  toch  kan  met  art.  8  moeijelijk  iets  anders  bedoeld  zijn 
dan  dat  onder  de  eerste  vijf  jaren  dat  het  fonds  bestsu&t 
verstaan  moeten  worden  de  eerste  vijf  jaren  dat  ex  eene 
nitkeering  heeft  plaats  gehad.  Die  bedoeling  is  dan  wel 
onduidelijk  of  eigenlijk  onjuist  uitgedrukt,  maar  daartegen- 
over staat  dat  de  bepaling  wanneer  zij  letterlijk  wordt  op- 
gevat tot  eene  ongerijmdheid  leidt.  Immers  dan  zegt  art 
7:    de    eerste  toelage  wordt  in  1879  uitbetaald,  en  art. 

8  onmiddellijk  daarna:  gedurende  de  eerste  5  jaren  van 
de  oprigting  af,  dus  van  1875 — 1880,  bedraagt  de  nit- 
keering niet  meer  dan  f  100.  Het  een  sluit  het  andere  uit. 

Yoor  de  toekomst  van  het  fonds  achten  wij  het  daar- 
enboven van  groot  belang  dat  in  de  eerste  jaren,  althans 
tot  1883,  geen  verhooging  plaats  vindt. 

8.  Fonds  Hooger  Onderwijs,  Het  verschil  van  het  cijfer 
der  coUegiegelden  in  ontvangst  f  8500  ,  in  uitgaaf  f  8550 
is  door  den  Quaestor-generaal  in  zijne  memorie  voldoende 
opgehelderd. 

Overigens  hebben  wij  omtrent  de  rekening  van  dit  fonds 

na   onze  mededeelingen   en  voorstellen  ter  zake  niets  meer 

in  het  midden  te  brengen. 

/:  Voorstel  tot  open-      f.    De    openbare  vermelding  der  ingekomen  legaten  en 

bare  vermelding  der    jfj-g^  ^^^^  j^  Synodale  liefdefondsen   blijve  u  aangeraden. 

giften  en  legaten.         &  rri.^-^  j       j    -    -  ^     x-  ^        /?        j 

g.  Gecommitteerden  9*  Het  toezigt  ovet  de  administratie  van  den  Huaestor- 
voor  het  toezigt  op  de  generaal  was  tot  aan  de  voorjaarsvergadering  opgedragen 
o„l"J™itr!i"^'''  aan  de  heeren  Koch  en  van  der  Fegt.  De  katste  werd  als 

C^uaeator -generaal.  -ü.       j      u     i  x        -i  j        üj.     j- 

gecommitteerde  herkozen»  terwijl  wegens  de  aftreding  van 


85  Bul.  A. 

den    heer    Koch    in  diens  plaats   benoemd    werd    de  heer 
Bruna,  Als  hunne  plaatsvervangers  werden  de  heeren  Jans- 
sen   en   Crommelin  aangewezen.  A.  ianbeveling  tot 
A.  In  overeenstemminfic  met  hefc  ffetuigenis  van  onze  ore- ^«t  doen  aanbleven  van 

..^       j  .Ptt   V-   j       1    --L-  /»  de    hh.    SehoUen   en 

committeerden  geven  wij  U  bij  de  sluiting  van  ons  nnan-  m^^  \^  hvumt  be- 
cieël  verslag  gaarne  de  verzekering  dat  het  beheer  der  trekkingen  van  Qaaes- 
Synodale    fondsen    in    goede   handen  is ,  waarom  wij  niet  to^^-g^neraal  en  diens 

secundus 

aarzelen  het  aanblijven  van  den  heer  SchoUen  als  Quaestor- 
generaal  en  van  den  heer  Mom  als  zijn  secundus  eene  voor 
de  Kerk  zeer  gewenschte  zaak  te  noemen. 

De  Algemeene  Synodale  Commissie  der 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk , 

^s  Graveniage,  G.   Molenkamp,   President 

den  6  Junij  1880.  S.  F.  van  Hasselt,  Secretaris. 


BIJLAGE    B. 

Vervolg  van  het  verslag  der  verrig- 
ttogen  van  de  Algemeene  Synodale 
Commissie  der  Nederlandsche  Her- 
vormde Kerk,  gedurende  het  jaar 
1879  tot  IJ 


::  • 


Bijl.  B.  Aangelegen-      Bijl.  6.  Het  tweede  deel  van  ons  verslag  pleegt  over  aangele- 
heden  van  verschiUen-  g^^k^aen   van  verseUUenden  aard  te  loopen.  Na  het  ver- 

den  aard 

slag  door  ons  bij  de  Buitengewone  Vergadering  der  Synode 
ingediend^  valt  daarvan  intusschen  niet  veel  mèe  te  deelen, 
dewijl  er  buiten  de  gewigtige  punten,  waarop  dat  verslag 
betrekking  had ,  weinig  nieuwe  zaken  bij  ons  ter  tafel  zijn 
gekomen. 
1.  Door  de  Synode  1^.  AIs  door  de  Synode  aanbevolen  zaken  of  wat  daar- 
aanbevolen  zaken.       ^^^    ^^^   gerekend  worden   te    hehooren,    hebben    wij  nog 

slechts  het  volgende  te  vermelden: 
a.  Uitvaardiging  van      a.  Wij  kunnen  u   mededeelen ,  dat  beide  door  de  Synode 
Reglementen   en  van  vastgestelde    Eeglementen  en   de  veranderingen   daarbij  in 
iementen"^^"  *°    ^'  ^^idere  Eeglementen  gemaakt  door  ons  konden  worden  uit- 
gevaardigd. Volgens  de  op  de  betrekkelijke  Synodale  aan- 
schrijvingen in    118 — 120,  gereg.  onder  N°.   108,   110, 
114—116,    121,.  122— 126,    133—135,     137—139, 
142—151,    154—159,    161—163   en    164   ontvangen 
antwoorden   hebben   die  alle  de  goedkeuring  van  de  meer- 
derheid der  leden  van  de  Provinciale  Kerkbesturen  verkregen. 
Aan    de    stemming   over   het  herzien-Reglement  op  het 
exameyi   werd    in  het  geheel  door   66   leden  der   Kerkbe- 
sturen deelgenomen.    Bij  Gelderland  waren  nog  twee  leden 
afwezig,   terwijl  bij  Noordholland  een  lid  door  ongesteld- 
heid ontbrak  en   desgelijks  bij  Noordbrabant  met  Limburg  i 
door  vacature,  zoo  van  den  primus  als  vanden  secundus, 


87  Bijl.  B. 

Yan  de  leden ,  die  aan  de  stemming  deel  konden  nemen, 
verklaarden  zich  46  voor,  t.  w. ;  bij  Gelderland  3,  Zuid- 
holland 8,  Zeeland  4,  Utrecht  3,  Friesland  6,  Overijssel 
4 ,  Groningen  6 ,  Noordbrabant  met  Limburg  3 ,  Drenthe 
3  en  de  Waalsche  Commissie  6.  Tegen  stemden  20,  t.  w.  bij  Gel- 
derland 4,  Zuidholland  1,  Noordholland  6,  Zeeland  2, 
Utrecht  1 ,  Friesland  1 ,  Noordbrabant  met  Limburg  3 , 
Drenthe  1  en  de  Waalsche  Commissie  1. 

Over  het  Reglement  op  de  Classicale  en  Provinciale 
fFeduwenbeurzen  waren  68  stemmen  uitgebragt.  De  twee 
ontbrekende  stemmen  waren  even  als  bij  de  na  te  melden 
stemmingen  over  de  veranderingen  in  het  Eeglement  op 
het  Godsdienstonderwijs  van  Noordholland  en  Noordbrabant 
met  Limburg.  Het  Eeglement  werd  met  53  tegen  15 
stemmen  goedgekeurd.  Bij  Gelderland,  Zuidholland,  Utrecht, 
Overijssel,  Groningen,  Noordbrabant  met  Limburg  en 
Drenthe  stemden  alle  leden  voor,  bij  Noordholland  alle 
6  leden  tegen ,  bij  Zeeland  5  voor  1  tegen ,  bij  Friesland 
6  voor  1  tegen,  bij  de  Waalsche  Commissie  alle  7  leden 
tegen. 

Van  de  68  leden,  die  over  het  bijvoegsel  tot  art,  38 
van  het  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  stemden, 
verklaarden  zich  52  daarvoor  en  16  tegen,  namelijk  bij 
Gelderland  8  voor  1  tegen,  bij  Zuidholland  2  voor  7 
tegen,  bij  Noordholland  alle  6  leden  voor,  bij  Zeeland 
desgelijks  alle  6  leden  voor ,  bij  Utrecht  alle  4  leden  tegen, 
bij  Friesland  5  voor  2  tegen,  bij  Overijssel  2  voor  2 
tegen ,  bij  Groningen  alle  6  leden  voor ,  bij  Noordbrabant 
met  Limbujg  alle  6  leden  voor,  bij  Drenthe  alle  4  leden 
voor,  bij   de  Waalsche  Commissie  alle   7  leden   voor. 

De  uitslag  der  stemming  over  de  verandering  van  art, 
39  van  het  Reglement  op  het  Godsdienstonderwijs  was  deze, 
dat  39  leden  er  voor,  en  29  er  tegen  stemden.  Tot  de 
voorstemmenden  behoorden  4  in  Gelderland ,  1  in  Zuid- 
holland, 6  in  Noordholland,  4  in  Zeeland,  5  in  Fries- 
land, 2  in  Overijssel,  3  in  Groningen,  6  in  Noordbra- 
bant met  Limburg,  2  in  Drenthe  en  6  in  de  Waalsche 
Commissie.  Yan  Gelderland  stemden  5,  van  Zuidholland 
8 ,  van  Zeeland  2 ,  van  Utrecht  alle  4 ,  van  Friesland  2, 
van  Overijssel  2,  van  Groningen  3,  van  Drenthe  2  en 
van  de  Waalsche  Commissie  1   tegen. 

De  veranderingen  in  het  Reglement  op  de  vacaturen 
(art.  53)  en  in  het  Reglement  op  de  Algemeene  Weduwen^ 


Bijl.  B.  88 

beurs  (art.  10)  werden  met  algemeene  stemmen  goedge^ 
keurd  door  de  67  leden,  die  aan  de  stemming  deelnamen. 
Daarbij  was  nog  bij  Groningen  een   der  leden  afwezig. 

Naar  art.  1  van  de  Wet  op  de  kerkgenootschappen  werd 
na  bij  adres  van  17  November  n°.  37  van  de  alzoo  goed- 
gekeurde Beglementen  alsmede  van  de  veranderingen  in 
andere  Reglementen  aan  Z.  M.  kennisgegeven,  zoo  veel 
noodig  mogt  geacht  worden,  ter  goedkeuring.  Daar  reeds 
bij  missive  van  JJ8  November  n®.  81  door  den  Minister 
van  Justitie  daarop  van  wege  den  Koning  berigt  werd, 
dat  het  niet  was  gebleken  dat  ten  deze  de  Koninklijke 
goedkeuring  vereischt  werd,  kon  de  uitvaardiging  reeds 
dd.  5  December  plaats  hebben  en  de  in  werking  stelling 
met  1  Januarij  dezes  jaars. 

h.  Herziening  van  h.  Naar  advies  van  den  Seeretafis  is,  zoodra  van  de 
de  tabel  voor  het  exa-  goedkeuring  van  het  herzien  Reglement  op  het  examen  ¥itö 
rLtySS^^^^^  ^«  ^bel,   die  door  de  Provinciale  Kerkbesturen 

voor  hun  verslag  van  de  afgenomen  examina  gebruikt 
pleegt  te  worden,  met  het  nieuwe  reglement  in  overeen- 
stemming gebragt  en  zijn  daarvan  voor  die  Besturen  de 
noodige  exemplaren  gedrukt.  Een  onzer  leden  had  bij  deze 
herziening  van  de  tabel  de  rubriek  voor  de  graden  willen 
doen  wegvallen;  zulks  vond  echter  bij  de  meeste  leden 
bedenking,  zoowel  omdat  zij  de  Synodale  Commissie  daar- 
toe onbevoegd  achtten,  als  omdat  zij  het  behoud  van  die 
rubriek  voor  de  Synode  niet  zonder  belang  reke^iden,  als 
geschikt  om  haar  een  juister  overzigt  over  de  afgenometv 
examina  te  doen  verkrijgen.  Bedoeld  voorstel  werd  dan  ook 
naar  het  advies  van  den  Secretaris  met  zes  tegen  twee 
stemmen  verworpen. 

e.  Verzoek  om  dili-      c.  Verleden  jaar  werd  de  Synodale  Commissie  op  haar 
gentverklaring  ter  zake  verzoek   diligent  verklaard  ter  zake  van  een   nader    advies 

rakende"het\eheer  to  ^*'^^^^®  ^^^  i^A^^r  der  kerkelijke  goederen.  Zie  Hand.  blz. 

kerkelijke  goederen.     110.  Het  was  ons  aangenaam   van  ons  Moderamen  in  de 

najaarsvergaderfng  te  vernemen ,  dat  het  den  Minisier  van 
Justitie  zeer  bereid  had  bevonden  om  mede  te  werken  tot 
het  uit  den  weg  ruimen  der  bezwaren ,  die  het  zoogenaamde 
vrije  beheer  der  kerkelijke  goederen  oplevert.  Met  blijkbare 
belangstelling  liet  hij  zich  de  aanleiding  mededeelen  tot  het 
nog  aanhangig  gebleven  verzoek  om  wettelijke  regeling  van 
de  bestemming  der  kerkelijke  goederen  en  hij  gaf  de  ver- 


89  Bul.  B. 

zekering  dat  hij^  zoo  spoedig  als  de  zorg  voor  andere 
aangelegenheden  van  zijne  pas  aanvaarde  betrekking  het 
zouden  toelaten^  dat  verzoek  in  ernstige  overweging  zou 
nemen.  Buitendien  wilde  hij  gaarne  In  overweging  nemen , 
hoe  van  de  zijde  der  Begering  zou  kunnen  voorzien  wor- 
den in  de  moeijelijkheden ,  ontstaan  uit  de  bij  de  uit- 
spraken van  kantonregters  zoo  zeer  uiteenloopende  toepas- 
sing der  bepalingen  van  het  Burgerlijk  Wetboek  omtrent 
de  zedelijke  ligchamen.  Dat  het  den  tegenwoordigen  Minis- 
ter van  Justitie  ernst  is  om ,  zooveel  hier  iets  van  de  zijde 
der  Begering  nog  kan  gedaan  worden ,  tegemoet  te  komen 
aan  de  bezwaren ,  die  uit  het  loslaten  van  het  toezigt  van 
den  Staat  op  het  beheer  der  kerkelijke  goederen  zijn  voort- 
gekomen,  is  uit  verschillende  zijner  handelingen  gebleken. 
Wij  meenden  daarom  te  moeten  afwachten ,  tot  welke  resul- 
taten deze  zullen  leiden  en  besloten  daarom  op  nieuw 
diligentverklaring  van  U  te  vragen  voor  het  ter  zake  nog 
van   ons  verlangd  advies. 

d.  Met  genoegen  lazen  wij  Hand.  1879  blz.  112^  dat  d.  Als  voren,  ter 
door  de  Synode  met  bijzondere  goedkeuring  kennis  geno-  ^*^®  ^^  i}^^^^^ 
men  werd  van  ons  berigt  omtrent  het  door  ons  aan  den  bepalingen  tot  iiMtand- 
Koning  verzonden  adres  om  behoud  van  wettelijke  bepa-  hoading  van  een  weke- 
lingen  tot  inêtandhouding  van  eenen  algemeenen  wehelijk-  ^^^^^  rustdag. 
schen  rustdag.  Werd  daarbij  aan  ons  overgelaten  om ,  wan- 
neer het  ontwerp  van  Wetboek  van  Strafregt  bij  de  Tweede 

Kamer  der  Staten-Üeneraal  zou  zijn  ingediend ,  zoo  noodig 
verdere  stappen  te  doen  in  de  rigting  van  het  aan  Z.  M. 
verzonden  adres,  wij  zullen  ten  deze  gaarne  door  u 
diligent  worden  verklaard  na  de  bekende  verklaring  van 
den  Minister  van  Justitie  van  zijn  voornemen  om  een 
nieuwe  Wet  ter  vervanging  van  de  nog  bestaande  Wet 
omtrent  de  heiliging  van  den  Zondag  in  het  leven  te 
roepen. 

e.  Volgens  Hand.   blz.  121  werd  nog  op  voorstel  van     «.  Vraag  terzake  der 
den  heer  van  den  Brandeler  aan  ons  opgedraffen ,  om  ons  tot  opdmgt  ten  aanzien  van 

j     -n         •         i.  j  j       i.       !_••         1         1    'j  gewenschte    wettelijke 

de  Begering  te   wenden,  wanneer  daartoe  bij    gelegenheid  bepalingen  tot  beteuge- 
van  de  behandeling  van  het  ontwerp  van  Wetboek  op  het  ling  van  het  misbmik 
Strafregt  aanleiding  zou  bestaan ,  om  wettelijke  maatregelen  ^^  «terkeu  drank, 
te  verkrijgen  tot  beteugeling  van  het  misbruik  van  sterken 
drank.  Daar  sedert  in  de  troonrede  bij  de  opening  van  de  zitting 
der  Staten-Generaal  eene  afzonderlijke  Wet  van  zalke  strek- 


Bijl.  B.  90 

king  is  aangekondigd  en  de  indiening  daarvan  iederen  dag 
kan  worden  tegemoet  gessien  of  thans  werkelijk  reeds  heeft 
plaats  gehad ,  laten  wij  het  gaarne  aan  uw  oordeel  te  beslissen 
over,  of  wij  ons  alsnog  aan  vermelde  opdragt  te  hoaden  heb- 
ben en  ter  ssi^e  derhalve  insgelijks  diligentverklaring  noodig  q. 

ƒ.  Voorziening  in  f.  Het  treffend  verlies  wat,  behalve  de  naaste  betrekkingen 
de  door  het  ovttUjden  g^  vrienden ,  ook  de  wetenschap  en  de  kerk  ondergaan 
ontstane  vacature  bijhebben  door  het  overlijden  van  dr.  F.  J.  J,  A.  Junius, 
de  Commissie  van  toe-  heeft  bij  de  Commissie  van  toezigt  op  den  drak  en  de 
dl^ni^tf^^der™^^^^  ^^'^  Evangelische  Gezangen,  waarin  hij  pas  zitting 

gelische  Gezangen,      genomen  had ,   opnieuw  eene  vacatare  doen   ontstaan.   Op 

bij   brief  van    24    October  gereg.    onder    n®.  92   van  die 
Commissie  ontvangen  verzoek  om  maatregelen    tot  verval- 
ling dezer  vacature  te  nemen ,  hebben    wij  het   thans  aan 
de  beurt  komende  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidhol- 
land uitgenoodigd ,  dat  het  bij  u  voor  de  benoeming  van  een 
nieuw  lid  de  voordragt  van  een  predikant  uit  zijn  ressort  indiene. 

II.  Ingekomen  stuk-  H.  Jfaar  de  gewone  orde  van  onze  jaarlijksche  verslagen 
kenvan  kennisgeving,  hebben  wij  aan  u   mededeeling  te  doen  van  de  stukken, 

die  als  bloote  kennisgevingen  kunnen  worden  aangemerkt 
of  onder  deze  rubriek  de  meest  geschikte  plaats  vinden, 
voor  zoo  verre  daarvan  in  het  eerste  gedeelte  van  ons 
verslag  nog  geen  melding  mogt  gemaakt  zijn. 

a.  Vanwege  Z.M. ,  a.  Vooraan ,  niet  het  minste  om  het  heugelijke  van  den 
sraï'^van^^T^dê^^^^^  Vermelden  wij  den  ingekomen  brief  vanden  Ditec- 
Koningin.  teur  van  het  kabinet  des  Konings  van  25   Maart,  gereg. 

onder  n^.  332,  houdende  mededeeling  van  wege  Zijne 
Majesteit  den  Koning ,  dat  de  geëerbiedigde  en  geliefde 
Koningin  zich  in  gezegende  omstandigheden  bevindt ,  waarbij 
tevens  het  vertrouwen  werd  uitgedrukt,  dat  de  onder- 
scheidene gezindten  op  de  gebruikelijke  wijze  in  hare 
godsdienstoefeningen  deze  heugelijke  gebeurtenis  zouden 
willen  gedenken  door  gebeden  voor  den  voortdurenden 
welstand  van  H.  M.  en  voor  hare  voorspoedige  bevalling. 
Deze  brief  was  juist  ingekomen  toen  wij  onze  buiten- 
gewone vergadering  tot  behandeling  van  het  rapport 
omtrent  de  kerspelvorming  zouden  voortzetten.  Met  schul- 
dige belangstelling  namen  wij  van  deze  mededeeling 
kennis,  en    besloten    aanstonds    tot  goedkeuring    van  den 


91  Bui..  B. 

reeds  door    den   Secretaris  gestelden    brief  van  gelukwen- 
sching  aan  Z.  M.  ^  luidende  als  volgt : 

//SlES  1 

ffDe  Algemeene  Synodale  Commissie  der  Nederlandsche 
Hervormde  Kerk  heeft  met  levendige  belangstelling  de 
kennisgeving  ontvangen ,  dat  Hare  Majesteit  de  geëer- 
biedigde en  geliefde  Koningin  zich  in  eenen  gezegenden 
staat  bevindt. 

//Bij  hooge  waardering  van  de  eer  dezer  mededeeling^ 
geeft  de  Commissie  Uwe  Majesteit  de  verzekering  van  hiare 
opregte  deelneming  in  de  vreugde ,  welke  deze  gebeurtenis 
bij  Uwe  Majesteit  verwekt  eu  verbindt  zij  daaraan  de 
betuiging  van  haren  vurigen  wensch  en  bede,  dat  de  blijde 
vooruitzigten ,  die  daardoor  voor  Uwe  Majesteit,  voor 
geheel  het  Koninklijk  Huis  en  voor  geheel  het  Neder- 
landsche volk  geopend  worden ,  ten  volle  mogen  verwezen- 
lijkt worden. 

ffDe  Commissie  houdt  zich  overtuigd,  dat  zij  met  de 
uitdrukking  van  deze  gevoelens  de  tolk  is  der  gansche 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk ,  die  zij  vertegenwoordigt , 
en  dat  daarom  hare  gemeenten,  naar  Uwer  Majesteits 
regtmatigen  wensch  allerwege  in  de  openbare  godsdienst- 
oefeningen met  gelijke  belangstelling  aan  de  heugelijke 
gebeurtenis  zullen  gedenken  door  gebeden  voor  den  voort- 
durenden  welstand  van  Hare  Majesteit  de  Koningin  en  voor 
Hoogstderzelve  voorspoedige  bevalling/' 

Buitendien  werd  in  de  Kerkelijke  Courant  van  3  April 
het  volgende  berigt  geplaatst: 

//De  Algemeene  Synodale  Commissie  der  Nederlandsche 
Hervormde  Kerk  nam  in  hare  voortgezette  buitengewone 
vergadering  met  levendige  belangstelling  kennis  van  een 
schrijven  van  den  Directeur  van  het  Kabinet  des  Konings , 
waarin  haar  van  wege  Zijne  Majesteit  de  blijde  mededee- 
ling  werd  gedaan ,  dat  onze  geërbiedigde  en  geliefde  Koningin 
zich  in  gezegenden  staat    bevindt. 

//Bij  deze  mededeeling  vond  zij  Zijner  Majesteits  verlan- 
gen vermeld,  dat  de  verschillende  gezindten  op  gebruike- 
lijke wijze  bij  de  openbare  godsdienstoefeningen  deze  heuge- 
lijke gebeurtenis  zullen  gedenken  door  gebeden  voor  Harer 
Majesteits  voortdurenden  welstand  en  voorspoedige  bevalling. 

//Besloot  de  Commissie  aanstonds ,  om  Z.M.  bij  eerbiedig 
adres  hare  opregte  deelneming  te  betuigen  in  de  vreugde , 
welke  de  gebeurtenis  bij  Z.  M.  en  geheel  het  Koninklijk 


Bijl.  B.  92 

Huis  verwekt,  gaarne  kwijt  zij  zich  ook  van  de  verplig- 
ting  om  ^sKonings  regtmatig  verlangen  hier  openlijk  aan 
de  Kerkeraden  en  Predikanten  der  Hervormde  gemeente 
kenbaar  te  maken ,  wel  verzekerd ,  dat  dit  bij  hen  de  volste 
sympathie  zal  vinden/^ 

b.  Van  den  Minister  *•  ^*^  ^^n  Minister  van  Pinanciën  zijn  weder  onder- 
van Financiën  omtrent  scheiden  mededeelingen  ontvangen  van  toekenning  van  rijks- 
todcennwg^vau  Rgks- jjjjjj.3ggj^  *°*  predikantstractemcntcn ,  waarvan  wederkeerig 

kantstractementen.      op  ^^j^   verzoek  aan  de  betrokken  Kerkbesturen  kennis  is 

gegeven.  Wij  verwijzen  U  ter  zake  naar  de  vermelding 
dier  gewaardeerde  beschikkingen  in  bijlage  C. 

e.  Van  den  Minister  c.  Van  den  Minister  van  Koloniën  ontvingen  wij  bij 
van  Koloniën  omtrent  brief  van  8  November,  gereg.  onder  n^.  148,  berigt  da( 
vLat^^^dê^lnSe ''y  's  Konings  besluit  van  Z  November  b.  v.  n\  20, 
Commissie.  ter  voorziening  in    de  vacature,   ontstaan   door    het  oTet- 

lijden  van  den  heer  /.  D.  van  Herwerden  de  gepensio- 
neerde Oost-Indische  Hoofdambtenaar  Mr.  J.  de  Wal, 
laatst  vice-president  van  het  Hooggeregtshof  van  Neder- 
landsch  Indië  en  gewezen  president  van  het  Protestantsche 
Kerkbestuur  daar  te  lande ,  benoemd  is  tot  lid  der  Com- 
missie voor  de  zaken  der  Protestantsche  Kerken  in  Neder- 
landsche  Oost-  en  West-Indië. 

d,  UiUpraken  van  d.  Behalve  van  de  eindbeslissing  van  het  Provinciaal 
Kerkelijke  Besturen.    Kerkbestuur  van  Gelderland  in  de  zaak  der  Dordsche 

Ouderlingen ,  waaromtrent  wij  naar  de  Hand.  van  de  Buiten- 
gewone Vergadering  van  die  Synode  blz.  1 2  verwijzen,  ontvin- 
gen wij  nog  afschriften  van  uitspraken  in  hooger  beroep  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland,  gereg.  onder 
n®.  179,  ter  zake  der  schorsing  van  den  predikant  H,  Groene- 
velt  te  Waarder,  en  van  het  Classicaal  Bestuur  van  IJ  z  e  n- 
dijke,  gereg.  onder  n^  109,  betreffende  het  voor  onbe- 
paalden  tijd  vervallen  verklaren  van  een  lidmaat  te  Oost- 
burg van  zijne  regten  als  zoodanig.  Beide  uitspraken 
werden  naar  art.  29  van  het  Beglement  voor  kerkelijk 
opzigt  en  tucht  door  ons  onderzocht,  doch  terwijl  het 
afschrift  der  aangehaalde  uitspraak  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Zuid-holland  door  ons  slechts  voor  kennis- 
geving werd  aangenomen,  als  geen  aanleiding  opleverende 
tot  eenigerlei  opmerking,  vonden  wij  ons  verpligt  bij  schrij- 
ven van  25  November  n^   70  aan  het  Classicaal  Bestuur 


93  Bul.  B. 

van  IJzendijke  ónder  het  oog  brengen^  dat  het  in  zijne 
uitspraak  de  feiten  niet  naauwkeurig  had  omschreven ,  als 
ook  de  opgaaf  verzuimd  had  van  de  plaats ,  waar  die  feiten 
waren  voorgevaUen ;  dat  ook  uit  zijne  uitspraak  niet  bleek , 
hoe  de  zaak  ter  zijner  kennis  was  gekomen  en  dat ,  indien 
ook  al  aangenomen  mogt  worden,  dat  het  aangewende 
tuchtmiddel  teregt  was  toegepast,  het  voor  de  schuldig 
verklaring  aangevoerde  bewijsmiddel  als  niet  voldoende  te 
beschouwen  was. 

e.  Met  belangstelling  namen  wij  kennis  van  een  schrij-     «.Dankbetnigingvan 
ven    van   de   Commism  tot  de  zaken  der  BemonstrantscAe  ^®  Commissie  der  Re- 
Broederschap   van    1    September,    gereg.    onder    n«.  43 ,  ",hapter^eVr°^^^^ 
waarin  zij  verklaarde  met  blijdschap  het  schrijven  ontvan-  hayingvanhetsynodaal 
gen  te  hebben  van  de  Synode  van   11   Augustus  ö'^-ÖI^H^q*  "^^^  ^^  •^"^*' 
houdende   berigt  op  het  schrijven  der  Commissie   van  14 
September    1878  aan  de  Algemeene  Synodale  Commissie, 
betreffende  het  weigeren  van  het  aannemen  der  altestatie,  door 
een  lid  der  Broederschap,  Thomas  de  Graaf ,  bij  den  Kerkeraad 
der  Nederduitsche  Hervormde  Gemeente  te  Leeuwarden 
ingediend.  Verg.  daaromtrent  Hand.  1879  biz.  112,113, 
bijl.    B    blz.    116 — 141.    De    Commissie   voegde  daarbij, 
zich    grootelijks    verheugd    te    hebben    over    hetgeen  haar 
bij    dat   schrijven    werd    medegedeeld    zoowel    omtrent  de 
correspondentie  over  die  zaak  door  de  Algemeene  Synodale 
Commissie  met  den  Kerkeraad  te  Leeuwarden  gevoerd, 
als  over  de  goedkeuring  door  de  Synode  van  de  handelwijze 
der  Synodale  Commissie,  omdat  haar  daaruit  bleek,  dat  door  de 
Syoode   nog  altijd  de  oade  traditie  der  verdrilagzaamheid 
jegens  leden  der  zuster-kerkgenootschappen  wordt  gehand- 
haafd.   Zij   dankte   de    Synode   voor  het  in  deze  genomen 
besluit  en  het  berigt  daarvan  haar  toegezonden. 

ƒ.  Met  schuldige  waardering  aanvaardden  wij  voor  U  /.  Boekgeschenken, 
het  daarop  nog  van  genoemde  Commissie  bij  geleidende 
van  8  September,  gereg.  onder  no.  52,  ontvangen  ge- 
schenk van  een  exemplaar  van  de  Handelingen  der  jongst 
gehouden  vergadering  der  Broederschap  en  van  haar  daar- 
bij herzien-Algemeen  Beglement.  Tevens  melden  wij  U 
dat  de  hoogleeraar  Dr.  J.  /.  Boedes  voor  U  een  exem- 
plaar heeft  gezonden  van  zijn  belangrijk  werk  over  de 
Nederlandsche  geloofsbelijdenis,  gereg.  onder  n®.  277,  ter- 
wijl ook  nog  de  heer  M,   W,  L.  van  Alphen  met  een  ge- 


Bul.  B.  94 

leidend  scbrgven^  gereg.  onder  n^  394,  een  exemplau 
heeft  gezonden  van  het  2^  vervolg  van  het  Nieuw  Kerke- 
lijk Handboek ,  daarbij  intasschen  meldende  dat  gemis  vsn 
geno^ame  ondersteuning  hem  noodzaakt  het  verder  ver- 
volgen van   zijn  werk  te  staken. 

g,  Dankbetaigingen     g.  Wij  teekenen   hier  nog  aan ,  wat  in  het  eerste  deel 
voor  genoten  subsidiën.  ygjj    Q^g  verslag  verzuimd  werd,  dat  van  den  Kerkeraad 

te  Urk  (n®.  66),  van  Kerkvoogden  te  Horsten  en 
Duurs  WO  ude  (n^  89  en  145),  alsmede  van  den  Ker- 
keraad te  Aruba  in  West-Indië  (n^  207)  brieven 
zijn  ingekomen,  behelzende  dankbetuiging  voor  de  aan 
hunne  gemeenten  verleende  ondersteuning. 

lli.Overigestukken      III.   Nog    kwamen,   deels  in  de  najaars-,  deels  in  de 
ter  overweging.  voorjaarsvergadering ,   enkele   stukken  voor  overweging  ter 

tafel,  omtrent  welker  behandeling  wij  U  mededeeling 
en  voor  zoo  verre  zij  niet  tot  de  regtspraak  van  cassatie 
behooreu  tevens  verantwoording  schuldig  zijn. 

0.  Verzoek  van  het      A.    In   onze    najaarsvergadering  kwam  bij  ons  ter  tafel 
Prov.  Kerkbestuur  van  een   uitvoerig  schrijven  van   het  Provinciaal    Kerkbestuur 
SSteTandX; 'a°    Gelderland   van    14  November,  gereg,  onder  n« 
ter  zake  van  ter  zijner  172,    het  verzoek  behelzende  om  te  worden   voorgelicht, 
kennis  gekomen bezwa- ijoe   te   handelen  ter  zake  van  ter  zijner  kennis  gekomen 

ren  ten  aanzien  van  den  i  ijj  ji  j  j'ii.!rirn 

wandel  van  den  predi-  bezwaren  rakende  den  wandel  van  den  predikant  C  A  x/. 
kmt  c,  L.  D.  van  Coe- van  Coeverden  Adriani,  terwijl  deze  hangende  het  aunge- 
verden  JdnaHiiGKaT'  vangen    onderzoek ,  bij  weigering  van  eeue  hem  aangdao- 

derwnk,envangeaoem-  j  .  j.  i  x  i  j.«  i   ^>     •• 

den  predikant  om  tus- den  acte  vau  outslag,  met  weglating  van  ir  eer  vol/'  zijne 
schenkomst  in  zijn  be- bediening  te  Harderwijk  had  nedergelegd,  en  de  Ker- 
^^'  keraad   aldaar    alsook  het  Glassicaal  Bestuur  aan  de  zaak 

geen  verder  gevolg  hadden  gegeven.  Het  Kerkbestuur  deelde 
daaromtrent,  nog  mede,  dat  het  in  overweging  genomen 
had  de  zaak  over  te  brengen  bij  het  Provinciaal  Kerkbe- 
stuur van  Utrecht,  op  het  vernemen  dat  genoemde  pre- 
dikant zich  metterwoon  te  Utrecht  had  gevestigd,  en 
daar  uit  buitendien  nog  medegedeelde  brieven  bleek ,  dat  be- 
doelde predikant  intusschen  te  Bijnsaterwoude  beroe- 
pen was  en  van  het  Glassicaal  Bestuur  van  U  t  r  e  c  h  t  een 
bewijs  had  verkregen,  dat  er  tijdens  zijn  verblijf  in  het 
ressort  geen  bezwaren  tegen  zijnen  wandel  waren  inge- 
bragt  om  voor  de  goedkeuring  dier  beroeping  te  dienen. 
Na   kennisneming  van  dat  schrijven  en  daarbij  overge- 


95  BwL.  B. 

legde  stukken,  waaronder  ook  een  rapport  van  eene  Com- 
missie uit  het  Eerkbestuar,  antwoordden  wij  bij  brief  van 
16  November  no.  82 ,  dat  het  naar  ons  oorde^  overeen- 
komstig art.  27  van  het  Beglement  voor  kerkelijk  opzigt 
en  tucht  en  met  het  oog  op  art.  86  in  deze  zelf  had 
behooren  te  handelen  en  alsnog  onverwijld  te  handelen  had 
zoodanig  als  de  bepalingen  van  het  Beglement  voorschrij- 
ven^ en  hier  van  geen  overbrenging  der  zaak  bij  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur  van  Utrecht  sprake  kon  komen  ^ 
vermits  het  wanbedrijf^  dat  den  predikant  van  Coeverden 
Adriani  ten  laste  werd  gelegd  ^  gepleegd  zou  zijn  terwijl 
hij  te  H  a  r  d  e  r  w  ij  k  nog  in  dienst  was  en  de  zaak  derhalve , 
indien  hij  ook  intnsschen  zijne  betrekking  mogt  hebben 
neergelegd^  volgens  het  aangehaalde  art.  36  niet  als  ge- 
termineerd  mogt  beschouwd  worden.  Wij  gaven  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur  tevens  den  raad,  dat  het  aan  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Utrecht  ter  fiue  ook  van 
kennisgeving  aan  het  Classicaal  Bestuur  van  dien  naam  zou 
berigten,  dat  het  de  zaak  naar  art.  27  van  het  Beglement 
ter  hand  had  genomen ,  en  insgelijks  onverwijld  het  Clas- 
sicaal Bestuur  van  Leiden  zou  waarschuwen,  om  te 
verhoeden^  dat  dit  Bestuur  de  beroeping  van  den  predi- 
kant van  Coeverden  Adriani  bij  de  gemeente  te  Bijnsa- 
terwoude  mc^t  goedkeuren^  als  in  strijd  zullende  komen 
met  de  Synodale  circulaire  van   30   Julij   1870   n°.   127. 

Buitendien  droegen  wij  onzen  Secretaris  op  officieus  den 
Praeses  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Le  i  d  e  n  te  waarschu- 
wen^ om  het  verleenen  van  goedkeuring  dier  beroeping,  terwijl 
de  zaak  nog  aanhangig  was,  te  voorkomen.  Als  nu  berigtte  ons 
namens  dat  Bestuur  zijn  Scriba ,  bij  brief  van  1 7  November , 
gereg.  onder  n^  181  ^  dat  het ,  in  zake  het  door  het  Classicaal 
Bestuur  van  Utrecht  afgegeven  getuigschrift  piet  vol- 
doende achtende,  reeds  begonnen  was  naar  aanleiding  der 
straks  aangehaalde  circulaire  van  30  Jalij  1870  eennader 
onderzoek  in  te  stellen ,  doch  daarmede  nu  ophield  totdat 
door  hooger  Kerkbestuur  omtrent  het  ontslag  van  ge- 
noemden heer  als  predikant  te  Harderwijk  nader  zou 
zijn  beslist. 

Nu  kwam  tegen  het  einde  van  onze  voorjaarsvergadering 
een  brief  van  meergenoemden  predikant  van  Coeverden 
Adriani  in,  van  22  Mei,  gereg.  onder  n®.  497,  waarin 
hij  meldde  overeenkomstig  art.  7  van  het  Beglement  op 
de  vacaturen  z^ne  bediening  den  26  Junij  te  hebben  ne- 


Bijl.  B.  96 

dergelegd  en  dat  de  Kerkeraad  te  Harderwijk  hieimede 
genoegen  had  genomen;  dat  hij  intusschen  door  het  Pro- 
vinciaal Kerkbestuur  onlangs  ter  verantwoording  geroepen 
was  wegens  geruchten,  die  te  Harderwijk  ten  zijnen 
nadeele  zonden  loepen;  dat  hij  den  20  Mei  aan  die  opr 
roeping  voldaan  had,  doch  bij  het  Provinciaal  Kerkbestuur, 
hoewel  daar  vernemende  dat  het  handelde  naar  eeue  de- 
zerzijds ontvangen  aanschrijving,  geprotesteerd  had  tegen 
de  behandeling  dier  zaak,  op  grond  namelijk  dat  hij  wet- 
tig ontslagen  predikant  zou  zijn;  dat  hij  nu  van  ons 
moest  verzoeken,  bf  het  door  den  Kerkeraad  aangenomen 
ontslag  te  vernietigen,  waardoor  hij  beweerde  eerst  onder 
het  ressort  van  Gelderland  te  kunnen  terugkomen,  of 
zoo  daar  eene  aanklagt  tegen  hem  bestond  en  daar  ge- 
ruchten ten  zijnen  nadeele  liepen,  die  door  het  Piovincf- 
aal  Kerkbestuur  van  Utrecht  te  doen  behandelen,  of, 
daar  hij  eene  beroeping  naar  Bijnsaterwoude  inde 
laatste  dagen  van  October  had  ontvangen  en  daarvoor  van 
het  Glassicaal  Bestuur  van  Utrecht  een  bewijs  van  zede- 
lijk gedrag  verkregen  had,  het  Glassicaal  Bestuur  van 
Leiden  te  doen  gelasten  de  approbatie  te  geven  of  te 
handelen  overeenkomstig  de  Synodale  circulaire  van  30  Julij 
1870.  /r/Naar  zijne  bescheiden  meening  werd  het  meer  dan 
tijd  dat  er  een  einde  kwame  aan  deze  dubbele  zaak ,  waar- 
van de  eene  reeds  nagenoeg  een  jaar ,  de  andere  een  half 
jaar  had  geduurd/^  Hij  verklaarde  zich  tot  nadere  inlicb- 
tingen  of  tot  overlegging  der  vereischte  stukken  bereid, 
op  zijn  genomen  ontslag  betrekkelijk ,  onderstellende  dal 
wij  daarmede  niet  bekend  waren  toen  wij  aan  het  Provin- 
ciaal Kerkbestuur  het  onderzoek  der  zaak  opdroegen.  Of 
indien  dit  wel  het  geval  mogt  zijn  en  de  zaak  naar  de 
Reglementen  toch  in  Gelderland  moest  behandeld  wor- 
den, dan  verlangde  hij  //dat  overeenkomstig  zijn  eerste 
verzoek  zou  worden  gehandeld,  dat  al  wat  tusschen  den 
Kerkeraad  en  hem  gebeurd  was  zou  worden  vernietigd  en 
alles  van  meet  af  aan  worden  ter  hand  genomen/^ 

Na  kennisneming  van  dezen  brief  schreven  wij  aan  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland,  dd.  29  Mei  n°. 
141   als   volgt: 

//Uit  een  van  den  heer  van  Coeverden  Adriani  ontvangen 
schrijven  hebben  wij  met  leedwezen  ontwaard,  dat  er  in 
zijne  zaak  nog  geene  beslissing  genomen  is.  Na  onze  be- 
trekkelijke aanbeveling  reeds  in  November  des  voorgaanden 


97  Bhtl.  B. 

jaars  meenen  wij  vrijheid  te  hebben  U  naar  de  reden  hier- 
van te  vragen.  Indien  de  bezwaren  ten  zijnen  laste  na 
behoorlijk  onderzoek  ongegrond  mogten  bevonden  zijn ,  dan 
mag  hij  vorderen  ^  dat  zulks  zoo  spoedig  mogelijk  door 
het  bevoegde  Collegie  aan  het  licht  gebragt  worde.  Maar 
ook  het  belang  der  gemeente  te  E  ij  nsat  er  woud  e^  waar 
hij  beroepen  is,  vordert  even  dringend^  dat  het  spoedig 
uitgemaakt  worde,  of  het  betrokken  Glassicaal  Bestuur  die 
beroeping  kan  approberen.  Hierom  moeten  wij  op  het 
onverwijld  nemen  eener  beslissing  in  deze  ten  sterkste 
aandringen.^' 

Intusschen  antwoordden  wij  den  heer  van  Coeverden 
Adriani  bij  'brief  van  dezelfde  dagteekening  n^  142, 
als   volgt: 

//In  antwoord  op  uw  schrijven  van  22  Mei  moeten  wij 
U  melden  ,  dat  ons  in  de  maand  November  des  voorgaan- 
den  jaars  uit  mededeelingen  van  het  Provinciaal  Kerkbe- 
stuur van  Gelderland  gebleken  is,  dat  alvorens  door  U 
besloten  is  tot  het  nederleggen  uwer  bediening,  door  den 
Kerkeraad  te  Harderwijk  bezwaar  was  gemaakt  te  vol- 
doen aan  uw  verzoek  om  eervol  ontslag.  Hierom  hebben 
wij,  als  ons  om  inlichting  gevraagd  werd,  welk  Kerkbestuur 
in  deze  naar  art.  27  van  het  Reglement  voor  kerkelijk 
opzigt  en  tucht  te  handelen  had,  niet  geaarzeld  met  het 
oog  op  art.  36  van  dat  Beglement,  te  antwoorden,  dat 
zulks  was  van  de  roeping  van  het  «Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Gelderland.  Tot  onze  bevreemding  bemerkende,  dat 
ten  deze  nog  geen  behoorlijk  onderzoek  gedaan  en  geene 
beslissing  genomen  is,  hebbeu  wij  uit  uw  schrijven  aan- 
leiding genomen  om  daarop  bij  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Gelderland  alsnog  ernstig  aan  te  dringen.^' 

b.  Nog  kwam  in  de  voorjaarsvergadering  bij  ons  ter  tafel     b.  Verzoek  van  het- 
een   op  last  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Gelderland  welfde  Prov.  Kerkbe- 
door    zijnen    Secretaris  tot  ons   overgebragt  antwoord  van  fp^'^^oMeglfmaü^^^^^^ 
het  Glassicaal  Bestuur  van  Harderwijk  op  eeneaanditia  het  Glassicaal  res- 
Bestuur  medegedeelde  klagt  over  onregelmatigheden  in  zijn  ^^  ^^'^  Harderwijk. 
Glassicaal  ressort,   //of  het  ons  gelukken  mogt  in  dat  ver- 
warde Classicale  huishouden  eenige  orde  te  scheppen.^^ 

Uit  dat  overgezonden  schrijven  van  het  Glassicaal  Bestuur 
van  Harderwijk  leidden  wij  af,  dat  de  vermelde  klagt 
o.  a.  betroffen  had  het  ontbreken  van  de  liggers  der  pre- 
dikantstractementen    in    vele    gemeenten   van    het  ressort. 

7 


Bijl.  B.  98 

Althans  wij  vonden  er  in  ▼ermelcj ,  dat  van  de  gemeenten  te 
Oene  en  Vaassen  de  ontbrekende  liggers  waren  inge- 
zonden. Doch  vooral  scheen  ons  de  klagt  betrekking  gehad 
te  hebben  op  den  stand  van  zaken  te  Koot  wijk.  Het 
Classicaal  Bestuur  deelde  toch  in  zijn  antwoord  mede,  dat 
aan  de  gemeente  aldaar,  waar  36  vergeefsche  beroepingen 
gedaan  waren  en  het  predikantstractement  slechts  f  800 
bedraagt,  vrijheid  gegeven  was  om  een  godsdienstonder- 
wijzer aan  te  stellen,  onder  voorwaarde,  dat  door  den 
Bing  om  de  drie  maanden  voorbereiding,  avondmaal  en 
dankzegging  gehouden  worden  en  op  eiken  eersten  Zondag 
van  iedere  maand  gepredikt  en  de  doop  bediend  worde, 
zonder  kennisgeving  hiervan  aan  het  Classicaal  Bestuur. 

Wij  hebben  gemeend  aan  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
het  schrijven  van  het  Classicaal  Bestuur  van  Harderwijk 
te  moeten  terugzenden  met  te  kennengeving,  zoo  als  ons 
betrekkelijk  schrijven  van  24  Mei  n®.  80  luidde,  dat  de 
Synodale  Commissie  zich  niet  geroepen  achtte  zich  te  men- 
gen in  hetgeen  het  Provinciaal  Kerkbestuur  ten  dezen  te 
doen  had ,  maar  dat  zij  de  opmerking  niet  wilde  terug- 
houden,  dat  zoolang  de  Bing  van  Harderwijk  geen  dis- 
pensatie van  de  bepaling  in  art.  23  al.  1  van  het  Eegle- 
ment  op  de  vacaturen  gevraagd  en  verkregen  had,  de 
handelwijze  te  Kootwijk  niet  gewettigd  was  en  als  onbe- 
staanbaar met  de  Beglementen  niet  mogt  worden  toege- 
laten. 

c.  Verzoeken  om  dis-      c.  Onderscheiden  verzoeken  om   zvliie  di$penêatieva%de 
pensatie  naar  art  23  i^alifio  in  art.  23  al.   1   van  het  Beglement  op  de  meaiU' 

van  net  Reglement  op     '^,11  ••^iiii  it  -i 

de  vacaturen.  ^^^  hebben  WIJ  te  behandelen  gehad ,   waarvan   de  meesten 

door  ons  werden  toegestaan  doch  een  door  ons  is  afgewezen. 
Tot  de  toegestane  verzoeken  behoorde  in  de  eerste 
plaats  het  verzoek  van  den  Bing  van  Helmond  van 
22  September,  gereg.  onder  n®.  82,  om  vergunning, 
dat  in  de  vacerende  gemeente  te  Asten,  waar  het  gra- 
tiejaar  1  April  1879  geëindigd  was,  slechts  om  de  14 
dagen  des  Zondags,  behalve  nog  op  den  eersten  Kerst- 
dag, eene  voormiddagbeurt  worde  waargenomen.  TJit  het 
uitvoerig  adres  van  den  Bing  bleek,  dat  het  besluit  om 
die  vergunning  te  vragen  met  eenparigheid  was  genomen, 
nadat  te  Asten  drie  vergeefsche  beroepingen  waren  ge- 
daan en  nu  de  vrees  was  ontstaan  voor  een  langen  duur 
der  vacature,  daar  het  predikantstractement  niet  meer  dan 


99  Bijl.  B. 

f  800  bedraagt.  Yan  de  vele  redesen^  door  den  Bing 
aangevoerd  legde  het  Classicaal  Bestuur^  dat,  eveu  als 
het  ProTiüciaal  Kerkbestuur^  het  verzoek  zeer  sterk  on- 
dersteunde, vooral  gewigt  op  de  volgende:  1®.  het  geringe 
zielental  der  gemeente  (35),  terwijl  de  gemeenteleden  nog 
de  gelegenheid  hadden  de  godsdienstoefeningen  te  Some- 
r  en ,  slechts  f  uur  verwijderd ,  bij  te  wonen  en  daarvan  dik- 
wijls gebruik  maken ;  bovendien  dat  de  gemeente  voor  een 
deel  uit  marechaussees  en  rijksambtenaren  bestaat  die  niet 
elke  week  de  godsdienstoefeningen  kunnen  bijwonen ,  zoo- 
dat het  gehoor  dikwijls  zoo  klein  wordt,  dat  moeijelijk 
kan  gevergd  worden,  dat  daarvoor  de  godsdienstoefenin- 
gen in  grootere  gemeenten  stilstaan;  2^.  het  belang  juist 
van  de  overige  gemeenten  van  den  Bing,  waar  de  dienst 
veelal  moest  stilstaan,  daar  de  meeste  Bingpredikauten 
om  de  groote  afstanden  bezwaarlijk  of  onmogelijk  in  de 
eigen  gemeente  dienst  konden  doen  op  den  eigen  dag  dat 
zij  te  Asten  moesten  prediken;  8*^.  de  eenparige  goed- 
keuring door  den  Kerkeraad  te  Asten  van  het  voorstel 
van  den  Bing,  daar  de  Kerkeraad  het  voor  de  behoefte 
der  gemeente  juist  gewenscht  achtte  dat  geregeld  om  de 
14  dagen  de  voormiddagh&uxt  mogt  worden  waargenomen. 
Sommigen  onzer  hadden  bezwaar  tegen  het  toestaan  van 
het  verzoek,  omdat  zij  de  aangevoerde  redenen  niet  be- 
schouwden als  zoo  bijzonder  en  gewigtig  als  naar  al.  2 
van  het  artikel  voor  het  verleenen  van  dispensatie  ver- 
eischt  wordt,  daar  ook  uil  de  stukken  niet  bleek,  dat  de 
Bing  door  meerdere  vacaturen  bezwaard  was  of  zich  voor 
hem  hier  meerdere  moeijelijkheden  voordeden,  als  bij  an- 
dere niet  minder  uitgebreide  Bingen  het  geval  is.  De 
overige  leden  vereenigden  zich  echter  met  de  adviezen  der 
betrokken  Besturen.  Zij  wilden  daarbij  niet  uit  het  oog 
verloren  hebben,  dat  de  toestanden  in  Noordbrabant  en 
Limburg,  wegens  het  overwegend  getal  der  Boomsche  be- 
volking niet  met  die  van  andere  oorden  in  hetYaderland 
gelijk  staan,  en  hechtten  er  vooral  gewigt  aan,  dat  door 
de  voorgestelde  schikking  de  gemeente  te  Asten  gewaar- 
borgd werd ,  dat  er  om  de  veertien  dagen  des  voormiddags 
godsdienstoefening  zou  zijn  daar  deze  anders  meestal  slechts 
des  namiddags  zou  kunnen  plaats  vinden,  waarmede  die 
gemeente  weinig  zou  gebaat  zijn,  en  meenden  in  de/e 
ook  rekening  te  moeten  houden  met  de  goedkeuring  van 
den    Kerkeraad,    als   die   geacht  mogt  worden  het  welbe- 


Bijl.  B.  100 

begrepen  belang  der  gemeente  in  deze  voor  te  staan.  Het 
besluit  tot  het  verleenen  der  dispensatie  werd  ten  slotte 
met  vijf  tegen  drie  stemmen  genomen.  Naar  het  adra'es 
van  den  Secretaria  verklaarden  er  zich  voor  de  heeien 
Luti^  Koek,  Janssen,  van  der  Vegt  en  CromrMlvn^  tegni 
de  stemmen  der  heeren  Feith,  Bruna  en  van  den  Pre- 
sident.  Tegen  alle  verwachting  is  intasschen  toen  de  dis- 
pensatie 20  November  n^  53  verleend  was,  de  .vacatare 
spoedig  vervuld  geworden,  zoodat  de  Eing  slechts  voor 
enkele  malen  van  de  verkregen  vergunning  gebruik  heeft 
behoeven   te  maken. 

Het  verzoek  van  den  Bing  van  Vlissingen  van  25 
October,  gpreg.  onder  n^  112,  om  opnieuw  op  den  vo- 
rigen  voet  dispensatie  te  verkrijgen  in  zake  de  waarneming 
der  vacature  te  Zo  ut  elan  de,  dat  door  de  betrokken 
Besturen  insgelijks  zeer  ondersteund  werd,  ontmoette  bij 
ons  geenerlei  bedenking.  Daar  ons  duidelijk  bleek,  dat 
de  omstandigheden  geheel  dezelfde  waren  als  tot  hiertoe 
grond  voor  het  verleenen  van  dispensatie  gaven ,  zoo  werd 
het  verzoek  gereedelijk  ingewilligd  bij  beschikking  van  21 
November ,  n^^.  56 ,  onder  hernieuwde  aanbeveling  even- 
wel aan  de  Besturen  om  toe  te  zien ,  dat  de  vereischte 
maatregelen  genomen  worden  om  de  gemeente  zoo  moge- 
lijk in   het  bezit  van  een   eigen  predikant  te  doen  komen. 

Ook  tegen  het  toestaan  van  het  verzoek  van  den  Bing 
van  Stiens  van  3  Januarij,  gereg.  onder  n^  254,  om 
dispensatie  ter  zake  der  vacature  te  Yrouwen-Parocliie 
kon  na  de  daarbij  gedane  mededeelingen  geen  bezwaar 
bestaan.  De  Bing  meldde,  dat  met  de  gemeente  te  St. 
Anna-parochie  eene  schikking  was  getroffen,  waar- 
door aldaar  althans  voor  één  jaar  aan  de  Bingpre^kanteo 
vergoeding  van  reiskosten  zou  worden  gegeven  en  de  ge- 
heele  dienst  door  den  Bing  zou  worden  waargenomen, 
doch  dat  pogingen  daartoe  te  Vrouwen-Parochie  aan- 
gewend vruchteloos  waren  gebleven ;  dat  evenwel  de  goede 
gezindheid  van  den  Kerkeraad ,  als  steeds  werkzaam  om 
verbetering  in  den  toestand  te  brengen ,  de  Bing  genoopt 
had ,  om  alsnog  geen  ontslag  te  vragen  van  zijne  ver- 
pligting  om  in  de  dienst  te  voorzien ,  maar  slechts  her- 
nieuwing der  vroeger  verkregen  dispensatie ,  ditmaal  alleen 
voor  de  vacature  te  Vrouwen -Parochie  ,  te  verzoeken. 
In  overeenstemming  met  de  adviezen  van  het  Classicaal 
Bestuur    en    van    het    Provinciaal    Kerkbestuur   werd  de 


101  Bijl.  B. 

dispensatie  bij  beschikking  van  3  Februarij  n®.  26  verleend. 

Insgelijks  werd  het  verzoek  van  den  Ring  van  Noord- 
wijk  om  hernieawde  dispensatie  ter  zake  der  vacature  te 
Ka  ge  van  10  Maart,  gereg.  onder  n**.  335  bij  beschik- 
king van  5  April  n®.  9  toegestaan.  Uit  het  bijgevoegd 
schrijven  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Zuidholland 
vernamen  wij,  dat  bereids  eene  betrekkelijk  aanzienlijke 
som  was  ingezameld  voor  de  vorming  van  het  voor  de 
zelfstandigverklaring  der  gemeente  te  Abbenes  vereischte 
kapitaal.  Zoo  overtuigden  wij  ons  dat  het  den  Kerkeraad 
ernst  is  met  de  aanbevolen  pogingen  om  uit  den  abnor- 
malen  toestand  te  geraken  en  te  geruster  kon  thans  de 
dispensatie  hernieuwd  worden ,  omdat  omtrent  den  dienst 
van  den  aangestelden  godsdienstonderwijzer  een  gunstig 
getuigenis  gegeven  werd. 

Aan  een  verzoek  van  den  Kerkeraad  te  Noorden  van 
5  October  gereg.  onder  n®.  99,  om  onze  toestemming, 
dat  daar,  voorshands  voor  den  tijd  van  een  jaar,  in  de 
godsdienstige  behoeften  der  gemeenten  door  een  godsdienst- 
onderwijzer mogt  voorzien  worden,  terwijl  de  Ringpredi- 
kanten  zouden  voortgaan  met  doop  en  avondmaal  te  be- 
dienen, waarvoor  te  gelijkertijd  ook  door  den  Ring  van 
Woerden  vergunning  werd  gevraagd,  meenden  wij  niet 
te  mogen  voldoen.  Wel  scheen  voor  de  inwilliging  van 
het  verzoek  te  pleiten  dat  de  plaats  reeds  7  jaren  vacant 
was  en  het  tractement,  groot  f  1000,  niet  scheen  op  te 
wegen  tegen  de  ongunstige  ligging  der  plaats  en  de  moeije- 
lijkheid  om  haar  in  den  winter  te  bezoeken  wegens  het 
slechte  onderhoud  van  den  smallen  daarheen  voerenden 
weg,  reden  waaraan  ook  door  het  Classicaal  Bestuur  van 
Leiden  groot  gewigt  gehecht  werd,  daartegen  woog 
bij  ons  de  bedenking  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur, 
of  bij  een  toestand  als  die  te  Noorden  bestaat,  waar 
aanhoudend  vergeefeche  beroepingen  gedaan  waren ,  niet  eer 
pogingen  moesten  worden  aangewend  om  de  gemeente  met 
eene  andere  te  combineren  of  bij  andere  gemeenten  in  te 
deelen ,  dan  hare  godsdienstige  leiding  eerst  voor  den  tijd 
van  een  jaar,  maar  vermoedelijk  voortdurend  toe  te  ver- 
trouwen aan  iemand,  die  de  vorming  en  de  wetenschap- 
pelijke vereischten  mist ,  welke  de  Nederlandsche  Hervormde 
Kerk  van  hare  Evangeliedienaren  vordert.  Wij  moesten  het 
verder  ook  toestemmen ,  dat  de  omstandigheid ,  waarop 
zich  het    Classicaal    Bestuur    beriep,    dat   de   Ring    van 


Bijl.  B.  102 

Woerden  in  twee  deelen  gesplitst  is  en  het  aan  drie 
of  vier  leden  van  den  Sing  was  opgedragen  de  dienst  te 
Noorden  waar  te  nemen ^  op  zich  zelve  niet  als  reden 
voor  het  toestaan  van  het  verzoek  gelden  kon.  Maar  wij 
meenden  ook  dat ,  indien  de  gemeente  geen  bezvinaar  vond 
om  de  aanstelling  van  een  godsdienstonderwijzer  voor  een 
deel  te  bekostigen,  —  de  Bing  zou  daarvoor  slechts  f  400 
van  de  inkomsten  der  predikantsplaats  afstaan,  —  zij  ook 
in  staat  mogt  geacht  worden  het  predikantstractement  te 
verhoogen  en  hierdoor  toch  wel  kans  tot  vervalling  der 
vacature  zou  verkregen  worden.  In  elk  geval  schenen  ons 
hier  de  vereischte  bijzondere  en  gewigtige  redenen  van  de 
zijde  van  den  Bing  te  ontbreken.  Alzoo  werd  aan  den  Biog  en 
den  Eerkeraad  bij  missives  van  21  November  n^.  54>  en  55 
berigt'dat  de  gevraagde  dispensatie  niet  kon  worden  verleend 

e.  Verzoek  om  dis-      e.    Ook   werd   bij   brief  van  22  Mei  n**.   74  door  ons 
pensatie  van  de  bepa-  afgewezen  een  door  den  Scriba  van   het  Classicaal  Bestuur 

ling  omtrent  den  leef-      ^     ^  -  ,  ,         ,  _ 

tijd  in  art.  13  van  het  van  Amsterdam  overgebn^t  en  aanbevolen  verzoek  van 
ReglementophetGods- jufvrouw  M.  P.  Bekking  aldaar  dd.  11  Mei,  gereg.  onder 
dienstonderwijs.         ^^o    477^  q^  Q^ge  medewerking  dat  zij  nog  in  het  a.  s. 

najaar  het    examen    voor  de    betrekking   van  godsdienst- 
onderwijzeres   zou  kunnen  afleggen.    Dewijl  de  adiessaute, 
volgens  haren  brief  maar  even  twintig  jaren   oud  is  en  in 
art.    13    van    het   Beglement  op  het  Godsdienstonderwijs 
voor   de  aangifte  tot  het  examen  uitdrukkelijk   de  leeiïyd 
van    23    jaren  wordt  gevorderd,  vonden  wij  hierin,  zoo- 
als  wij   bij  schrijven   van   22  Mei  n°.   74  ook  genoemden 
Scriba    berigt   hebben,  voldoenden  grond  om   het  verzoek 
buiten  verdere  behandeling  te  laten ,   zijnde  daarop  van  zelf 
de  bepaling    aan  het  slot  van  art.  12  van   het  Algemeen 
Beglement  van  toepassing. 

/.Overgebragtvoor-      f  Van    Kerkvoogden  der  Nederduitsche  Hervormde  ge- 
stel van  Kerkvoogden  ^g^,^^g  ^g  Groningen  kwam  bij  ons  het  volgende  schrij- 

te   Irroningen    om  t-i-,/»-»*-  t  «,«  «<■ 

bij  artt.  3  en  5  vanden,  dd.  16  Maart,  gereg.  onder  n^  313,  ter  tafel: 
het  Algemeen  Regie-      ,,Het  kan  üwe  Vergadering  niet  onbekend  zijn  hoe  in 
rv°elkt1ba«reWvoor  ^^^^  gemeenten  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk  waar 
eenig  bestuur  te  be-  tot  voorziening  in  velerlei  dringende  behoeften  hoofdelijke 
V^T^^^'  omslagen    zijn    ingevoerd,  groote    moeijelijkheden    worden 

ondervonden   bij    de  invordering  van  den  aanslag. 

//Ook  wij  hebben  toen  wij  genoodzaakt  zijn  geweest  om , 
vooral  tot  verhooging  der  tractementen  van  de  predikanten 
alhier,   met  den  aanvang  van  het  vorig  jaar,  een  hoofde- 


103  Bijl.  B. 

lijken  omsli^  in  deze  gemeente  intevoeren ,  daarvan  onder- 
vinding gehad.  Hoewel  de  toestand  hier,  vergeleken  bij 
elders,  althans  in  het  afgeloopen  jaar  redelijk  was,  bleven 
toch  vele  aanslagen  onbetaald.  De  vraag  rees  das  aanstonds , 
welke  middelen  konden  worden  aangewend  óm  dat  kwaad 
te  keeren.  Eene  vervolging  in  regten  tot  de  betaling  van 
het  verschuldigd  bedrag ,  met  goeden  uitslag  bekroond ,  is 
zeker  het  meest  afdoende  middel,  toch  zal  Uwe  Vergade- 
ring begrijpen  en  billijken,  dat  wij  tot  dien  uitersten 
dwangmaatregel  niet  overgaan ,  zoolang  het  uitzigt  op  andere 
middelen  die  het  doel  kunnen  bevorderen  open  staat. 

//Van  de  zijde  der  Kerk  zelve  kon,  meenden  wij,  in 
dien  geest  nog  wel  iets  worden  gedaan  en  dit  is  dan  ook 
de  reden  dat  wij  de  vrijheid  nemen  ons  te  dezer  zake  tot 
Uwe  Vergadering  te  wenden. 

//In  het  algemeen  Reglement  op  het  beheer  der  kerke- 
lijke goederen  en  fondsen  van  de  Hervormde  gemeenten  in 
Nederland  en  het  toezigt  daarop ,  dat  ook  iu  onze  gemeente 
vigeert,  wordt  in  alinea  2  van  artikel  2  bepaald  dat  van 
stemgeregtigdheid  zijn  uitgesloten  o.  a.  zij  die  nalatig  zijn 
in  het  voldoen  van  het  aan  de  gemeente  verschuldigde 
hetwelk  op  den  dag  van  de  sluiting  der  stemlijst  opvor- 
derbaar  is.  Wie  dus  zijn  aanslag  in  den  hoofdelijken  omslag 
niet  betaalt,  wordt  voor  het  volgende  jaar  en  blijft  ook 
verder  zoolang  hij  niet  betaalt  van  de  stemlijst  tot  ver- 
kiezing van  notabelen  geroijeerd ,  is  volgens  art.  4  van  het 
reglement  ook  niet  tot  Kerkvoogd  of  Notabel  verkiesbaar 
en  verliest,  eenmaal  gekozen,  volgens  art.  45  zijne  betrek- 
king. Een  en  ander  —  vooral  het  verlies  van  stemregt  — 
zal  voor  sommigen  een  doelmatige  prikkel  zijn  tot  betaling 
van  hetgeen  zij  aan  de  Kerk  verschuldigd  zijn.  Maar  dit- 
zelfde doel  zal  nog  meer  worden  bevorderd  indien  bij 
wanbetaling  van  den  aanslag  in  den  hoofdelijken  omslag 
ook  het  stemregt  voor  de  verkiezing  van  leden  van  het 
kiescollegie ,  waardoor  de  kiezer  invloed  heeft  op  de  zamen- 
stelling  van  den  kerkeraad  en  de  keuze  van  predikanten, 
verloren  ging  en  evenzeer  de  bevoegdheid  om  zitting  te 
nemen  in  eenig  kerkelijk  bestuur.  Dit  zou  beter  doel  tref- 
fen ,  zooals  wij  de  eer  hadden  optemerken ,  omdat  aan  het 
stemregt  voor  leden  van  het  kiescollegie  —  om  te  zwijgen 
van  de  verkiezing  tot  lid  van  eenig  bestuur  —  meer  gehecht 
wordt  dan  aan  dezelfde  regten  waar  het  geldt  het  beheer 
der  kerkelijke  goederen.  Daarenboven  zou  daardoor  de  mis- 
stand   worden    opgeheven    die    er    thans    ontegenzeggelijk 


104  Bijl.  B. 

bestaat,  dat  iemand  die  weigert  in  de  kerkelasten  bij  te 
dragen  en  uit  dien  hoofde  het  stemregt  in  beheerszaken 
verliest  kiezer  blijft  voor  leden  van  het  kiesooU^e  en 
lid  blijft  van  een  kerkelijk  bestuur.  1 

//Ten  einde  onze  bedoeling  duidelijk  te  doen  i]itkomei\     | 
nemen  wij  de   vrijheid  hierbij  te    voegen  op   welke  wijze 
o.  i.  daaraan  zou    kunnen    worden    voldaan.    Wij    zouden 
namelijk  van  meening  zijn  dat  ten  dien  einde  zouden  kunnen 
worden  toegevoegd: 

a.  aan  het  slot  van  art.  3  bis  van  het  algemeen  regle- 
ment voor  de  Hervormde  Kerk  in  het  Koningrijk  der  Neder- 
landen, de  woorden:  //of  die  nalatig  zijn  in  het  voldoen 
van  het  aan  de  Gemeente  verschuldigde  hetwelk  op  den 
dag  van  de  stemlijst  opvorderbaar  is.^' 

b.  aan  art.  6  van  dat  reglement  eene  zinsnede  van  den 
navolgenden  inhoud :  //Niemand  is  tot  lid  van  eenig  bestuur 
verkiesbaar  die  niet  bevoegd  is  tot  uitoefening  van  stemregt-/' 

terwijl  dan  nog,  in  verband  met  laatstgenoemde  bijvoeging, 
hier  of  elders  in  het  Algemeen  Beglement  (voor  het  Bestuur) 
eene  bepaling  zou  kunnen  worden  opgenomen  gelijkluidende 
met  art.  45  van  het  Algemeen  Beglement  op  het  beheer. 

//Wij  vertrouwen  dat  Uwe  Vergadering ,  het  belang  van 
den  maatregel  dien  wij  voorstellen  inziende,  genegen  zal 
worden  bevonden  om  op  deze  wijze  mede  te  werken  tot 
bevordering  van  de  belangen  onzer  gemeente  die  in  dezen 
gelijk  zijn  aan  die  van  vele  andere  kerkelijke  gemeenten 
in  ons  Vaderland  en  nemen  mitsdien  beleefdelijk  de  vrij- 
heid er  bij  Uwe  Vergadering  met  den  meesten  ern&t  op 
aan  te  dringen  om  in  het  Algemeen  Reglement  der  Neder- 
landsche  Hervormde  Kerk ,  of  indien  UHEerw.  dit  raad- 
zaam mogten  achten  in  een  ander  Beglement,  bepalingen 
als  door  ons  worden  voorgesteld  of  althans  van  dezelfde 
strekking  te  willen  opnemen.^' 

Wij  achtten  het  voorstel ,  in  dit  schrijven  van  Kerk- 
voogden te  Groningen  vervat,  belangrijk  geno^  om 
tot  uwe  vergadering,  waar  het  ook  eigenlijk  behoorde, 
te  worden  overgebragt.  Daar  intusschen  enkele  leden  slechts 
het  voorstel  aannemenlijk  achtten  op  grond  dat  lidmaten 
der  gemeente,  die  niet  aan  hunne  verpligtingen  als  zoo- 
danige voldoen,  ook  geen  aanspraak  kannen  maken  op 
het  behoud  van  hunne  regten,  doch  anderen  tegen  het 
voorstel  dit  principieel  bezwaar  hadden,  dat  in  een  Beg- 
lement voor  het    bestuur   der  Kerk  bestemd  geene  bepa- 


105  Bijl.  B. 

lingen  kunnen  worden  opgenomen  die  in  het  beheer  in 
grijpen ,  zoo  besloten  wij  ons  bij  het  overbrengen  van  het 
voorstel  ons  van  ondersteuning  er  van  te  onthouden,  on- 
der mededeeling  alleen  van  gemeld  verschil  van  beschouwing. 

g^  In  de  najaarsvergadering  kwam  ook  nog  ter  tafel  een    ^. Bezwaarschrift vaa 
bezwaarschrift    van  den  Kerkeraad  te  Alkmaar  van  23  denKerkeraadteAlk- 

/-v      1  _  _,^  -         1  1    1..1        •  .maar  over  eene  eind- 

üctober,  gereg.   onder  n®.   87,  met  betrekkelijke  uitvoerige  beslissing  van  het  Pro- 
memorie  van  November ,  zonder  dagteekening ,  gereg.  onder  vinciaal    Kerkbestnur 
n».   104,  rakende  eene   ««jar  art.    14  van  het  Algemeen  ^  v^ïw^ 
Eeglement    door   het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Noord-  tegen  de  inschrijving 
holland    genomen    eindbeslissing ,    waarbij  de   Kerkeraad ,  ^f^  ^^^^  aangenomen 
onafhankelijk    van    een    aan    het   Classicaal    bestuur    van       ^^' 
Alkmaar  overgelaten  onderzoek  naar  de  beweerde  onwet- 
tigheid der  bevestiging  van  eenige  te  Oudorp  aangenomen 
lidmaten,    de  Kerkeraad  verpligt  was  verklaard  deze  lid- 
maten   in    te    schrijven.    Naar    ons  eenparig  oordeel,  kon 
dat  bezwaarschrift  bij  ons  geen  punt  van  behandeling  uit- 
maken,   en  moesten    wij  den  Kerkeraad  antwoorden,  zoo 
als    bij    brief  van  20  November  n^   49  geschied  is,  dat 
de    uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur,  waartegen 
door  hem  werd  opgekomen  eene  m^beslisslng  was,  waar- 
aan hij  gehouden  was,  zoodat  wij  ten  eenenmale  onbevoegd 
waren  van  zijn  bezwaarschrift  kennis   te  nemen. 

h.  Verschillende  verzoeken  om  vernietiging  {coêsatie)  van      h.  Verzoeken  om 
uitspraken    van    Kerkelijke    Besturen    hebben    wij    nog  te  ^a"'*'!dtl°^^.^"v2 
behandelen  gehad.    Ter  buitengewone  vergadering   van  de  Kerkelijke   Besturen , 
Synode,  verg.   Hand.  B.  V.  blz.  6,  16 — 20,  deelden  wij  als: 
onze    uitspraak    mede    rakende    de   Dordsche  aannemings- 
kwestie. Onze  overige  beslissingen  vermelden  wij  hier,  waar 
bij    wij   ons    naar    gewoonte    onthouden  van  eene  nadere 
ontvouwing  van  de  zaken  ,  waarop  zij  betrekking  hadden  , 
uithoofde   deze,   naar  wij  vertrouwen,  uit  onze  uitspraken 
zelve  voldoende  kenbaar  zijn. 

P.    Onze  eerste  beslissing  betrof  een  verzoek  van  den     \°;  1}^  ^®^  Kerke- 

Tr     1  1     ,       T,  1  •  X'   •  raadteSernewoude 

Kerkeraad  te  Eernewoude  om  vernietiging  van  eene  terzake eener uitspraak 
uitspraak  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Priesland  vau  het  Provinciaal 
in  hooger  beroep ,  (de  stukken  waren  gereg.  onder  no.  491,  ^na^o^Sent  ri'n^^ 
499,  542),  waarbij  de  Kerkeraad  verpligt  was  verklaard  pügting  tot  het  afgeven 
tot  de  door  hem  geweigerde  afgift  van  berigt  omtrent  van  berigt  van  het  ze- 
het  zedelijk  gedrag  van  ouders,  die  elders  hun  Hnd  wil- ^^|?f  ^ff^^J^J^^^^ 
den   laten  doopen.  Dit  verzoek  was  ten  voorgaanden  jare  kinderen  laten  doopen. 


Bijl.  B.  106 

korfc  na  de  sluiting  oneer  voorjaarsvergadering  ingekomeiij 
maar  kon  ni^t  vóór  de  najaarsvergadering  in  behandeling 
komen,  dewijl  door  den  Kerkeraad  geen  zekerheid  voorde 
kosten  eener  buitengewone  vergadering  gesteld  was.  Uil 
onze  beslissing  zal  u  blijken^  dat  de  gevraagde  vernieti- 
ging van  de  uitspraak  van  het  Kerkbestuur  van  Friesland 
niet  is  toegestaan.  De  beslissing  luidde  als  volgt: 

De  Algemeene  Synodale  Commissie  der  Nederlandsche 
Hervormde  Kerk; 

Ontvangen  hebbende  een  schrijven  van  den  Kerkeraad 
der  Hervormde  gemeente  te  Eernewoude  dd«  22  Mei 
1879,  waarbij^  volgens  art.  71,  al.  1,  in  verband  met 
art.  56,  al.  2,,  van  het  Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en 
tucht ,  genoemde  Kerkeraad  aanvraagt  vernietiging  van  eene 
uitspraak  in  hooger  beroep  gedaan  door  het  Prorindaai 
Kerkbestuur  van  Friesland  in  zijne  gewone  vergadering  te 
Leeuwarden  den  7  Mei  en  door  den  Kerkeraad  ontvangen 
den  12  Mei  1879,  bij  welke  uitspraak  het  Provinciaal 
Kerkbestuur,  wijzigende  en  verbeterende  de  uitspraak  van 
het  Classicaal  Bestuur  van  Leeuwarden  d.d.  20  December 
1878^  bepaalt,  dat  de  Kerkeraad  te  Eernewoude  in 
een  geschil  tusschen  hem  en  den  Kerkeraad  te  Garijp 
in  strijd  heeft  gehandeld  met  het  bepaalde  in  art.  14, 
al.  1 ,  van  het  Beglement  voor  de  Kerkeraden ,  door  aan 
den  Kerkeraad  te  Garijp  het  door  hem  gevraagde  bengt 
omtrent  het  zedelijk  gedrag  van  K.  W.  Toering  en  ecbt- 
genoote  )üet  te  geven,  zooals  hij  had  behooren  te  doen, 
en  den  Kerkeraad  te  Eernewoude  verpUgt  verklaart  om 
zulks  nog  te  doen ,  met  lastgeving  dat  berigt  aan  den  Ker- 
keraad te  Garijp  zoo  spoedig  mogelijk  te  doen  geworden; 

Gelezen  de  memorie  van  den  Kerkeraad  teEernewoude 
d.d.  30  Mei  1879 ,  volgens  art.  51  van  het  Beglement 
voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  ingediend ,  waarin  genoemde 
Kerkeraad  de  gronden  ontwikkelt,  die  hem  tot  de  ver- 
vermelde  aanvraag  om  vernietiging  bewegen; 

Overwegende,  dat  gezegde  aanvraag  is  geschied  binnen 
den  door  de  wet  gestelden  termijn; 

Verklaart  den  adressant  ontvankelijk  in  deze  aanvraag; 

Overwegende,  dat  als  gronden  voor  vernietiging  door 
den  adressant  zijn  aangevoerd  schending  of  verkeerde  toe- 
passing van  artikel  71  van  het  Beglement  voor  kerke- 
lijk opzigt  en  tucht,  art.  21  van  hetzelfde  Beglement, 
artt.  17  en  20,  al.  1  en  2,  van  het  Algemeen  B^lement, 


107  Bul.  B. 

arfct.  1,  13,  al.  1^  en  art.  21  van  het  Beglement  voor 
de  Kerkeraden,  art.  14,  P  van  hetzelfde  B^lement, 
art.  38  (thans  40)  al.  1  ,  van  het  Beglement  op  het  gods- 
dienstonderwijs en  artt.  15 — 17  van  het  Beglement  voor 
kerkelijk  opzigt  en   tucht; 

Overwegende,  wat  vooreerst  betreft  art.  71  van  het 
Beglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht ,  dat  in  dat  arti- 
kel niet  te  lezen  is,  zooals  adressant  beweert,  dat  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  //door  eene  beslissing  te  nemen 
niet  ten  aanzien  van  eene  beslissing  van  het  Classicaal 
Bestuur  in  het  aanhangige  geschil  tnsachen  ons  en  den 
Kerkeraad  der  Hervormde  gemeente  te  6a rijp,  zooals 
die  door  het  Classicaal  Bestuur  van  Leeuwarden  is 
genomen ,  maar  in  eene  //uitspraak^^  van  dat  Bestuur , 
welke  door  dat  Bestuur  niet  kon  en  mogt  worden  geno- 
men/^ zoodat  gemeld  art.  71  door  het  Provinciaal  Kerk- 
bestuur  niet  is  geschonden ; 

Overwegende,  dat  evenmin  geschonden  is  art.  21  van 
hetzelfde  reglement ,  voorschrijvende,  dat  bij  beslissing  van 
kerkelijke  coUegiën  de  feiten ,  welke  het  onderwerp  der 
beoordeeling  hebben  uitgemaakt ,  naauwkeurig  moeten  wor- 
den omschreven,  aangezien  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
wat  die  feiten  betreft,  betuigt  dat  zij  door  het  Classicaal 
Bestuur  in  zijne  uitspraak  naauwkeurig  zijn  omschreven, 
met  uitdrukkelijke  verklaring,  dat  het  die  omschrijving 
der  feiten  overneemt; 

Overwegende,  dat  mede  niet  geschonden  zijn  artt.  17 
en  20 ,  al.  1  en  2 ,  van  het  Algemeen  Beglement ,  en  artt. 
1^  13,  al.  1,  en  21  van  het  Beglement  voor  de  Kerke- 
raden ,  als  staande  deze  artikelen  in  geen  het  minste  ver- 
band  met  het  geschilpunt; 

Overwegende ,  dat  de  Synodale  Commissie  den  adressant 
niet  heeft  te  volgen  in  zijne  redenering  dddrover,  dat  het 
Provinciaal  Kerkbestuur  met  zichzelven  in  tegenspraak  is , 
als  moetende  door  haar  dadrop  alleen  gelet  worden ,  of 
er  door  dat  Kerkbestuur  schennis  of  verkeerde  toepassing 
der  Beglementen  heeft  plaats  gehad; 

Overwegende ,  dat  alleszins  geldig  zijn  de  gronden  ,  door 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  opgegeven  ten  bewijze,  dat 
het  berigt,  volgens  art.  14,  1®.  van  het  Beglement  voor 
de  Kerkeraden ,  te  vragen ,  niet  uit  kracht  van  dat  artikel 
door  de  doopouders  moet  gevraagd  worden; 

Overwegende   mede,  dat    het    Provinciaal    Kerkbestuur 


Bul.  B.  108 

volkomen  jaist  redeneert^  als  het  beweert,  dat  het  //behoor- 
lijk attest  van  zedelijk  gedrag/^  dat  volgens  art.  38,  al.  1, 
van  het  Reglement  op  het  godsdienstonderwijs ,  moet  afge- 
geven worden  door  den  Kerkeraad  der  gemeente,  waanxv 
iemand  woont,  die  elders  verlangt  aangenomen  te  worden, 
in  aard  geheel  anders  is  dan  het  //schriftelijk  berigt  omtrent 
het  zedelijk  gedrag  der  ouders  ^^  die  in  eene  andere  gemeente 
dan  waarin  zij  woonachtig  zijn  den  doop  hunner  kinderen 
wenschen  bediend  te  hebben ,  zoodat  evenmin  beweerd  kan 
worden,  dat  gemeld  art.  verkeerd  wordt  uitgelegd  en  toegepast; 

Overwegende,  dat  naar  de  juiste  opvatting  van  het 
Provinciaal  Kerkbestuur ,  het  veeleer  uit  art.  14,  1®.  van 
het  Eeglement  voor  de  Kerkeraden  is  af  te  leiden,  dat 
het  bedoelde  berigt,  door  den  Kerkeraad  ontvangen ^  (kI\l 
door  den  Kerkeraad  behoort  ingewonnen  te  worden,  dan 
dat  de  ouders  dit  zelven  zouden  moeten  inwinnen ; 

Overwegende  eindelijk,  dat  de  buitengewone  vergade- 
ring van  het  Glassicaal  Bestuur  van  Leeuwarden  van 
20  December  1878,  waarin  de  uitspraak  tegen  den  Kerke- 
raad van  Eernewoude  heeft  plaats  gehad ,  niet ,  zooals 
de  adressant  beweert,  onwettig  was,  omdat  de  Voorzitter 
van  den  Kerkeraad  van  Eernewoude,  zijnde  lid  van 
dat  Bestuur,  daartoe  niet  was  opgeroepen,  maar  dat  deze, 
juist  omdat  hij  als  betrokken  in  het  aanhangige  geschil 
in  die  vergadering  geen  zitting  kon  hebben,  naar  art.  15 
tot  17  van  het  Eeglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht, 
te  regt  niet  opgeroepen  was,  zoodat  genoemde  artikelen 
evenmin  geschonden  zijn;  zijnde  het  hier  onverschillig  of 
er  in  die  vergadering  nog  andere  zaken  behandeld  ziju 
dan  genoemd  geschil ,  daar  de  behandeling  van  dat  geschil 
buiten  de  tegenwoordigheid  van  den  predikant  van  Eerne- 
woude volkomen  wettig  was,  en  ingeval  het  blijken 
mogt,  dat  er  nog  andere  zaken  behandeld  zijn,  waarnaar 
de  Synodale  Commissie  niet  heeft  te  onderzoeken ,  gemelde 
predikant ,  lid  van  het  Classicaal  Bestuur ,  bevoegd  is  zich 
deswege  te  beklagen; 

Gelet  op  art.  15  van  het  Algemeen  Reglement ,  art.  56 
van  het  Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  en  art. 
14   1®.  van  het  Reglement  voor  de  Kerkeraden. 

Verwerpt  het  verzoek  om  vernietiging; 

Bepaalt ,  dat  afschrift  dezes  zal  gezonden  worden  aan 
de  Kerkeraden  te  Eernewoude  en  te  Garijp  en  aan 
het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Friesland; 


109  Bijl.  B. 

Gedaan  in  onze  vergadering  van  den  17  November  1879. 

Tegenwoordig  G.  Molenkamp,  President^  J,  J.  L.  Luü, 
Vice-preaident  f  S.  F.  van  Hasseli,  adviserend  lid  en  Se- 
cretarie, Dr.  /.  K.  KocA,  Mr.  JS.  O.  Feith,  H,  Q.JanS' 
aen,  J.  van  der  Vegt,  6,  Bruna  en  Mr.  M.  Crommelin. 

Yolgen  de  onderteekeningen. 

2®.    Van   gansch   anderen    aard    was    een    verzoek   van     2«.VauKerkeTaada- 

Kerkeraads-   en   gemeenteleden  te  Oldelamer  c.  a.  als  f  8^°*^°*®^•^«°*«9^- 
.    .   .  °  -       T  1     !•    •  .1  aelamcr c. a. om vernic- 

vernietiging  verzoekende  van  eene  beslissing  lu  hooger  tiging  eener  beslissing 
beroep  weder  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  F  r  i  e  s-  ▼»«!  hetzelfde  Kerkbe- 
land,  in  een  geschil  tusschen  de  gecombineerde  gemeen- J*^^^^';.^^^^^^^ 
ten  ten  opzigte  van  hare  diaconieadministratie.  De  betrek-  gemeenten  ten  opzigte 
kelijke  stukken  zijn  gereg.  onder  n^  65,  73,  77.  Volgens  ^aj^ï^af e diaconieadmi- 

na   te  melden  beslissing  kon  ook  dit  verzoek  om   vernie-  °" "  **' 
tiging  niet  worden  toegestaan. 

De  Algemeene  Synodale  Commissie  der  Nederlandsche 
Hervormde  Kerk, 

Ontvangen  hebbende  een  schrijven  van  /.  de  Buiter  Dz. , 
/.  H,  de  Jong,  A,  H,  Blom  en  H.  J.  van  der  Veen, 
leden  van  den  Kerkeraad  der  gecombineerde  gemeente  van 
Oldelamer  en  Oldetrijne,  namens  vele  leden  aan 
den  Secretaris  der  Algemeene  Synodale  Commissie  gerigt, 
dd.  2é  Sept.  1879,  waarbij  zij  vernietiging  aanvragen  van 
eene  beslissing,  door  het  Proviciaal  Kerkbestuur  van 
Friesland  in  zijne  vergadering  van  11  Sept.  1879  in 
hooger  beroep  genomen  ter  zake  eener  aanhangige  quaestie 
tusschen  de  beide  deelen  der  gemeente  ten  opzigte  der 
diaconieadministratie  aldaar,  waarvan  afschrift  door  hen 
ontvangen  is  den  21  daaraanvolgende;  zijnde  dit  afschrift 
volgens  mededeeling  van  den  Secretaris  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  door  dezen  met  conductoire  dd.  13  Sept.  jl. 
verzonden  aan  het  Classicaal  Bestuur  van  Heerenveen; 

Gezien  de  memorie  van  toelichting  tot  dat  verzoek  om 
vernietiging  dd.  6  October  1879,  behalve  door  bovenge- 
noemden,  ook  door  onderscheiden  andere  leden  der  ge- 
meente onderteekend; 

Gezien  de  bovenvermelde  beslissing  van  het  Provinciaal 
Kerkbestuur  van  Friesland  en  alle  bescheiden^  die  ter 
zake  gediend  hebben,  zoowel  in  eersten  aanleg  als  in 
hooger  beroep; 

Overwegende,  dat  de  termijn  in  art.  61  j^  art.  56  van 
het  Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht  voorgeschre- 


Bijl.  B.  110 

voor  het  indienen  van  verzoeken  om  vernietiging  door  adres- 
santen is  in  acht  genomen; 

Verklaart  adressanten  ontvankelijk   in  hun  verzoek  om 
vernietiging  van   meergenoemde  beslissing; 

Overwegende^  wat  de  feiten  betreft, 

dat  door  /.  H.  Veenbaas  en  andere  lidmaten  der  Her- 
vormde gemeente  te  Oldetrijne  en  Oldelamer  dd. 
9  Deo.  1878  een  adres  is  gerigt  tot  het  Glassicaal  Bestuar 
van  Heerenveen,  waarin  zij  mededeelen  de  scheidacte 
welke  in  1872  tusschen  de  twee  deelen  hunner  gemeente 
is  gemaakt  tot  regeling  der  armenzaken  van  Oldela- 
mer en  Oldetrijne,  de  nadeelen  opsommen^  welke 
uit  die  regeling  vooral  voor  Oldetrijne  voortvloeijen , 
en  de  tusschenkomst  van  het  Glassicaal  Bestuur  inroepen 
tot  ophefiBing  daarvan,  als  zijnde  onwettig  en  niet  wen- 
schelijk ,  vooral  ook  wegens  den  nadeeligen  invloed  ^  welken 
die  regeling  uitoefent  op  de  noodzakelijke  eendragt  en 
zamenwerking  in  de  gemeente,  omdat  men,  door  klein- 
geestigen  naijver  gedreven,  meer  de  belangen  van  zijn  dorp 
dan  die  der   gemeente  voorstaat; 

Overwegende  dat  het  Glassicaal   Bestuur  van  Heeren- 
veen den  26  Maart  1879,  na  kennis  genomen  te  hebben 
van    de    consideratiën   en    het    advies   van  den  Kerkeraad 
der   Hervormde   gemeente    te  Oldelamer  c.  a. ,  van  de 
bezwaren    der    minderheid    in  den   Kerkeraad  en  van  het 
rapport  zijner  gecommitteerden  ad  hoc  10  Febr.  1879  der- 
waarts   afgevaardigd,   op  grond    dat  al    de  diaconieeigen- 
dommen,   zoowel   die   onder   Oldelamer  als    die  onder 
Oldetrijne,  staan  ten  name  der  diaconie  der  gecombineerde 
gemeente  van  Oldelamer  en  Oldetrijne;  dat  er  slechts 
ééne   diaconie   voor  de  geheele  gemeente  bestaat,  uit  wier 
inkomsten  dus  al  de  arme  lidmaten  der  gemeente ,  in  welk 
deel  ook  woonachtig,  ondersteuning  moeten  erlangen ;  dat, 
wat  betreft  de  bestemming  der  slikgelden  en  het  daarmede 
in    verband   staande   oprigten    van    een   burgerlijk  armbe- 
stuur,   dit   eene  zaak  is  die  geheel  buiten  den  werkkring 
der   diaconie   ligt,  als   zijnde   deze  eene  kerkelijke  instel- 
ling;   dat    art.    14    van    het   Reglement  op  de  diaconiën 
nadrukkelijk    verklaart ,    dat   kerkelijke    gemeenten    geene 
subsidie    mogen    aannemen    van  het  burgerlijk  bestuur  en 
met    dat    bestuur   geene   zoodanige  overeenkomsten  mogen 
aangaan ,  als  waardoor  diakenen  op  eenigerlei  wijze  zouden 
beperkt  worden  in  de  vrijheid  en  onafhankelijkheid  hunner 


111  Bul.  B. 

handelingen  en  in  de  naleving  der  kerkelijke  wet;  gezien 
artt.  1 ,  6  en  14  van  het  Seglement  op  de  diaooniën ,  de 
iu  1872  gemaakte  regeling  der  armenzaken  tasschen  Ol- 
delamer  en  Oldetrijne  verklaard  heeft  in  strijd  te 
zijn  met  de  wet,  den  Kerkeraad  te  kennen  gevende  dat 
het  zijne  goedkeuring  niet  kan  en  mag  schenken  aan  eene 
langere  bestendiging  dezer  onwettige  regeling,  en  hem 
gelastende,  dat,  zoolang  de  eigendommen  en  mitsdien  ook 
de  inkomsten  der  diaconie  massaal  zijn,  de  diaconie  van 
Oldelamer  en  Oldetrijne  ook  als  ééne  diaconie  moet 
worden  beschouwd,  en  daj;  onder  ééne  administratie  daar- 
uit de  verzorging  der  armen ,  die  in  het  kerkelijk  ressort 
der  gemeente,  onverschillig  welk  deel  daarvan,  wonen, 
moet  plaats  hebben  overeenkomstig  art.  3  van  het  Regle- 
ment op  de  diaconiën; 

Overwegende ,  dat  J.  de  Ruiter  Bz,  en  J,  H,  de  Jong 
leden  van  den  meergenoemden  Kerkeraad  den  10  April 
1879  bij  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Friesland 
in  hooger  beroep  gekomen  ^ijn  van  deze  beslissing  van 
het  Glassicaal  Bestuur  van  Heerenveeu,  terwijl  de  me- 
morie van  toelichting ,  waarbij  de  bezwaren  daartegen  wor- 
den ontwikkeld,  behalve  door  de  twee  genoemden,  door 
onderscheiden    leden   der  gemeente  mede  onderteekend  is; 

Overwegende,  dat  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van  Fries- 
land, in  zijne  vergadering  van  11  September  1879  uit- 
spraak doende  in  hooger  beroep,  de  beslissing  van  het 
Glassicaal  Bestuur  wegens  een  gebrek  in  den  vorm  heeft 
vernietigd ,  maar  overigens  op  gelijke  gronden  dezelfde  be- 
slissing heeft  genomen  als  dat  Glassicaal  Bestuur; 

Overwegende,  dat  adressanten  in  hunne  memorie  van 
toelichting  tot  het  verzoek  om  vernietiging  dier  beslissing 
vermeenen  dat  het  Provinciaal  Kerkbestuur  in  de  scheid- 
acte  van  1872  ten  onregte  heeft  gezien  een  bijzonder  regle- 
ment volgens  art.  29  van  het  Beglement  op  de  diaconiën ,  en 
verder  verschillende  redenen  aanvoeren  waarom  zij  de  op- 
heffing der  in  1872  gemaakte  regeling  schadelijk  achten 
en  onbillijk  voor  een  deel  der  gemeente,  maar  tevens  er- 
kennen dat  het  uit  de  zoogenaamde  slikgelden  afkomstige 
fonds,  om  den  wille  waarvan  die  regeling  gemaakt  is ,  een 
fonds  is  van  zuiver  burgerlijken  aard ,  en  dat  de  gemeente 
slechts  ééne  diaconie  heeft ,  al  is  de  administratie  over  de 
gecombineerde  deelen  om  plaatselijke  behoeften  in  1872 
tweeledig  geworden ; 


Bijl.  B.  112 

Overwegende  in  regten ,  dat  de  verssoekers  geene  midde- 
len tot  vernietiging  der  uitspraak  hebben  bijgebragt,  maar 
dat  zij  er  zich  toe  bepalen  te  wijzen  op  bezwaren  betref- 
fende   1®.   de   in    hun    oog    onjuiste   opvatting   door  het 
Provinciaal    Kerkbestuur    van    de    strekking  der  door  den 
Kerkeraad  in  1872  met  het  burgerlijk  bestuur  of  de  Com- 
missie tot   regeling  der  armenzaken  gesloten  overeenkomst 
over    een    fonds    van  zuiver  burgerlijken  aard^  en  2^  de 
voor    de  diaconie  nadeelige  gevolgen  die  de  uitspraak  zal 
hebben;   welke   beide  punten  zijn  zoo  van  feitelijken  aard 
als   niet    betreffende    schennis    of  verkeerde  toepassing  der 
reglementen^  en  mitsdien  buiten  beschouwing  moeten  blij- 
ven bij  het  oordeel  over  het  verzoek  om  vernietiging  eener 
uitspraak ; 

Overwegende,  dat  het  Provinciaal  Kerkbestuur,  aan- 
nemende ,  dat  de  meergenoemde  overeenkomst  is  eei\e 
overeenkomst ,  die  diakenen  beperkt  in  de  vrijheid  en  on- 
afhankelijkheid hunner  handelingen  en  in  de  naleving  der 
kerkelijke  wet ,  op  die  overeenkomst  juist  heeft  toegepast 
art.  14  van  het  Eeglement  voor  de  diaooniën  en  haar 
teregt  in  strijd  met  de  wet  heeft  verklaard; 

Gezien  art.  15  van  het  Algemeen  Reglement,  artt.  61 
j^.  56  en  71  van  het  Eeglement  voor  kerkelijk  opzigt  en 
tucht ,  artt.  1 ,  3 ,  .6  en  art.  14  van  het  Beglement  op 
de   diaconiëu  ; 

Verwerpt  het  verzoek  om  vernietiging  van  mterge- 
noemde  beslissing  van  het  Provinciaal  Kerkbestuur  van 
Priesland; 

Bepaalt  dat  afschrift  dezer  beslissing  zal  gezonden  wor- 
den aan  adressanten  en  aan  het  Provinciaal  Kerkbestuur 
van  Priesland. 

Gedaan  in  onze  vergadering  van  den  17  November 
1879. 

Tegenwoordig  G,  Molenkamp,  President,  J.J.L.Luti, 
Vice-president ,  S.  F,  van  Hasselt,  adviserend  lid  en  Se- 
cretaris ,  Dr.  J.  K.  Koch ,  Mr.  É.  O.  Feith ,  H.  Q.  Jans- 
sen^ /.  van  der  Tegt ,  G.  Bruna  en  Mr.  M,  Crommelin. 

(Volgen  de  onderteekeningen.) 

3 •.  Verzoek  van  c.      3°.   Een  verzoek  van  C.  de  Wolf ,  godsdienstonderwijzer 
rfé?  Fö^/^godsdienston- te  Harderwijk  om  vernietiging  van  eene  uitspraak  van 

derwijzer  te  Harderwijk,  1    .    rii       •       i    t>     i.  o        j  ••  i  u"    u-  • 

om   vernietiging  van  "®^  Classicaal  Bestuur  van  Harderwijk,  waarbij  hij  m 
nene  uitspraak  van  het  hooger    beroep    uit    zijne    betrekking  ontslagen  werd   (n°. 


118  Bijl.  B. 

262,   255,  270,  276)   werd  niet  ontvankelijk  verklaard  Classicaal  Bestuur  van 
volgens  de  na  te  melden  beslissing.  uit'^^^'bXkkb^ 

.  De    Algemeene  Synodale  Commissie   der  Nederlandsche  werd  ontslagen. 
Hervormde  Kerk: 

Gelezen  de  in  tijds  ingekomen  missive  van  den  gewe- 
zen Godsdienstonderwijzer  C.  de  "Wolf.  daarbij  verzoekende 
vernietiging  van  de  uitspraak  van  het  Classicaal  Bestuur 
vau  Harderwijk  d.d.  14  Januarij  1880,  bij  welke 
uitspraak  is  bevestigd  de  uitspraak  van  den  Kerkeraad 
der  Hervormde  gemeente  te  Harderwijk  van  9  Decem- 
ber 1879,  «waarbij  de  godsdienstonderwijzer  is  ontslagen 
uit  zijne  bediening  als  godsdienstonderwijzer  in  dienst  der 
genoemde  gemeente  ; 

Gelezen  de  bovengenoemde  uitspraak  van  het  Classicaal 
Bestuur  van  Harderwijk; 

Gezien  en  gelezen  de  beide  memoriëu  van  C.  de  Wolf 
d.d.  30  Januarij  en  Februarij  1880,  bij  welke  memoriën 
zeven  gronden  tot  vernietiging  der  uitspraak  door  den  ver- 
zoeker worden  opgegeven; 

Overwegende,  dat  de  adressant  niet  is  veroordeeld  we- 
gens tucht  tot  een  der  tuchtmiddelen  in  art.  4  van  het 
Eeglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht,  maar  dat  de 
Kerkeraad  den  beklaagde,  met  toepassing  van  art.  14, 
9^  van  het  Reglement  voor  de  kerkeraden  in  verband  met 
art.  46  van  het  Reglement  voor  kerkelijk  opzigt  en  tucht 
ongeschikt  heeft  verklaard  om  in  de  dienst  der  gemeente 
werkzaam  te  zijn  en  mitsdien  hem  heeft  ontslagen  uit  de 
dienst  der  gemeente  te  Harderwijk; 

Overwegende,  dat  zoodanig  ontslag  geschiedt  bij  besluit 
en  geenszins  bij  uitspraak  bedoeld  in  zake  van  vervolging 
wegens  tucht; 

Overwegende,  dat  de  uitspraken  van  den  Kerkeraad  en 
van  het  Classicaal  Bestuur  te  Harderwijk,  al  mogen  zij 
al  den  vorm  van  eene  uitspraak  hebben,  inderdaad  voor 
niet  anders   dan  als  besluiten  kunnen  worden  gehouden; 

Overwegende,  dat  alleen  van  uitspraken  in  hooger  be- 
roep en  niet  van  besluiten  vernietiging  wegens  schennis 
of  verkeerde  toepassing  der  Reglementen  kan  worden  ge- 
vraagd ; 

Gelet  op  art.  15  van  het  Algemeen  Reglement,  artt.  4, 
46 ,  56  en  58  van  het  Reglement  voor  kerkelijk  opzigt 
en  tucht  en  art.  14  9®  van  het  Reglement  voor  de  Ker- 
keraden ; 

8 


Bijl.  B.  114 

Verklaart  den  adressantniet  ontvankelijk  in  zijn  verzoek; 

Bepaalt  dat  afschriften  van  deze  uitspraak  zullen  worden 
gezonden  aan  het  Glassicaal  Bestuur  van  Harderw^'i 
aan  den  Kerkeraad  te  Harderwijk  en  aan  den  adressant 
C.  de  Wolf. 

Aldus  gedaan  door  de  Vergadering  der  Algemeene  Sy- 
nodale Commissie  te  ^sGravenhage  den  2  April  1880, 
tegenvroordig  G,  Molenkamp  president,  J.  J,  L.  Lnti 
vice^esident ,  8.  F,  van  Hasselt  adviserend  lid  en  se- 
cretaris, Dr,  J,  K.  Koek,  Mr.  H.  O,  Feitk,  H,  Steenberg 
secundus  van  den  keer  E,  Q.  Janssen ,  J,  van  der  Vegt , 
6,  Bruna  en  Mr.  Jf.  Crommelin,  leden. 

Volgen  de  onderteekeningen. 

4^.  Van  /.  P.  van      4^.  Nog  kwam  in  de   voorjaarsvergadering  tot  ons  een 
rf<?r    Wier  c.  s.    te  ygjgoek  van  /.   P.  van  der  Wier  c.  s.  te  Goënga,  om 
tiging  van'°een  bwluit  Vernietiging    van  een  besluit    van  het    Glassicaal   Bestuur 
van  het  Glassicaal  Be-  van  S  n  e  e  k ,  waarbij  zij  niet  ontvankelijk  werden  verklaard 
stuur vanSneek.waar-  jj^  j^^j^  bezwaar  over  de  weiffcrinff  van  den  Kerkeraad  tot 

bij  zü  met  ontvanke-    ,  ,^^  ,    ,  ,.       ,      °        °  t  i-i         -i 

lijk  werden  verklaard  afgiite  van  de  hun  noodige  bewijzen  van  zedelijk  gedrag  om  m 
in  hun  bezwaar  over  de  naburige  gemeente  te  D  e  e  r  s  u  m  tot  lidmaat  te  worden 

Kerkeraad'^^tor^Mft ^^^^S^^^"'^^" >  ^^^  ^®  betrekkelijke  stukken,  gereg.  onder 
van  de  hun  noodige  n^  415,  427  en  437.  Uit  deze  stukken  bleek  ons  dat  de 
bewijzen  van  zedelijk  Kerkeraad  te  Goënga  aan  deze  jongelieden  het  naar  art. 
Ud^t  ^^ordeTaan*  ^^  ^^^  ^^^  Jleglement  op  het  Godsdienstonderwijs  gevor- 
genomen.  derde  getuigschrift  zonder  opgaaf  van  redenen  had  gewei- 

gerd ,  en  dat  zij  in  hun  beklag  daarover  bij  het  Glassicaal 
Bestuur  door  dat  Bestuur  of  liever  door  Praeses  en  Scriba 
niet  ontvankelijk  werden  verklaard  op  grond ,  dat  zij  niet 
binnen  den  termijn  van  14  dagen  hun  bezwaar  hadden 
ingediend.  Daar  in  deze  zaak  geene  uitspraak  was  gedaan , 
was  gemeld  verzoek  uit  den  aard  der  zaak  niet  vatbaar  voor 
behandeling.  Wij  vonden  ons  echter  verpligt  bij  schrijven 
van  22  Mei  n°.  72,  het  Glassicaal  Bestuur  van  Sn  eek 
wegens  de  verkeerde  behandeling  dezer  zaak  te  regt  te 
wijzen,  door  de  opmerking,  dat  het  vooreerst  niet  aan- 
ging adressanten  niet  ontvankelijk  te  verklaren  met  toe- 
passing der  bepalingen  omtrent  den  voor  het  komen  in 
hooger  beroep  in  zake  van  tucht  in  acht  te  nemen  termijn 
en  zulks  in  elk  geval  niet  door  een  bloot  besluit  van  Praeses 
en  Scriba  had  kunnen  geschieden ,  maar  dat  het  Glassicaal 
Bestuur  hier  geroepen  was  om  bij  den  Kerkeraad  te 
Goënga  onderzoek  te  doen  naar  deredenen,  waarom  hij 


115  Bijl.  B. 

geweigerd  had  de  bedoelde  bewijzen  van  zedelijk  gedrag 
af  te  geven,  en  zich  van  de  verpligting  daartoe  alsnog 
niet  ontslagen  mogt  achten  om,  indien  die  redenen  niet 
afdoende  bevonden  werden  ,  den  Kerkeraad  te  wijzen  op  zijne 
verpligting  tot  het  afgeven  van  bewijzen  van  zedelijk  gedrag. 
Aan  adressanten  gaven  wij  bij  schrijven  van  dezelfde  dag- 
teekening  kennis ,  dat  wij  hun  verzoek  om  gemelde  reden 
niet  in  behandeling  hadden  kunnen  nemen,  maar  bij  het 
Classicaal  Bestuur  hadden  aangedrongen  op  het  onderzoek 
der  zaak  en  zij  nu  derhalve  de  beslissing  van  dat  Bestuur 
hadden  af  te  wachten. 

Volgens  een  ons  later  door  dat  Bestuur  toegezonden 
afschrift  zijner  beslissing  in  deze  (gereg.  onder  n®.  528), 
is  de  zaak  werkelijk  door  dat  Bestuur  ter  hand  genomen , 
maar  vermits  adressanten  bij  die  beslissing  in  het  ongelijk 
zijn  gesteld  is  daarvan  door  hen  thans  vernietiging  aan- 
gevraagd (gereg.  onder  n^  544),  welke  aanvraag  tot  eene 
volgende  vergadering  moet  worden  aangehouden. 

i.  Voordat    wij   ons  verslag   eindigen  deelen   wij  u   nog     i.  Mededeeling  van 
mede ,  dat    wij   naar   de  bevoegdheid    ons  bij  art.  59   van  ^®*  besluit  der  Com- 

,..,  -ni  i.  'uiij  •       mi88ie  om  de  openiug 

het  Algemeen  Reglement  gegeven  eenparig  besloten  de  opening  ^^„^1^  aanstaande  Ver- 
Uwer  Vergadering  een  dag  later  te  stellen  ,  op  grond  van  gadering  der  Synode  een 
de  mededeeling  van  onzen  Secretaris  dat  de  huwelij ksinze-  ^*8  ^^^^  ^  stellen, 
gen  ing    van    een    zijner  dochters  hem  zou   verhinderen  de 
eerste    zitting   bij    te   wonen ,  wanneer  de  vergadering  op 
den   gewonen  tijd  bijeenkwam. 

's  Gravenhage^  12  Junij   1880. 

De  Algemeene  Synodale  Commissie  der 
Nederlandsche  Hervormde  Kerk, 

G.  Molenkamp,   President. 
S.  r.  VA.N  Hasselt,  Secretaris. 


BIJLAGE    C. 

Overzigt  van  den  staat  der  Neder- 
landsche  Hervormde  Kerk. 


Bijl.  C.  Overzigt  van      Wij   hebben  U  nog  de  gewone  mededeelingen   te  doen 
den  staat  der  Neder-  betreffende  den    9Óaat  der  Nederlandsche  Hervormde  Kerk, 

landsche     Hervormde 
Kerk. 

a.    Getal  van  de      a.  Onze  opgaaf   van  het  getal  der  leden  ^  gemeetUen  en 
leden ,  gemeenten  en  predikanUploatêeti  kan,  wat  de  leden  betreft,  onzes  ondanks, 

predikantsplaatsen.  i    j'.         i  i         i  j     •     j  i_j. 

^  ook  ditmaal  geene  aanspraak  maken  op  de  m  deze  gewenschte 

juistheid  en  volledigheid.  Vooreerst  is  de  nadere  opgaaf  omtrent 
Gelderland  toch  nog  maar  van  1  Januarij  1879.  Slechts 
die  omtrent  Drenthe  en  Limburg  dagteekent  van  1 
Januarij  1880.  Omtrent  alle  andere  provinciën  hebben  wij 
geene  opgaven  van  latere  dagteekening  dan  verleden  jaar 
gemeld  werd  kunnen  verkrijgen.  Wij  vleijen  ons  dat  in 
een  volgend  jaar  de  uitkomsten  der  volbragte  volkstelling 
ons  in  deze  ten  dienste  zullen  staan.  Ten  anderen  zijn 
wij  nog  onzeker,  of  b.v.  in  de  opgaven  omtrent  Gelder- 
land en  Drenthe,  die  beide  eene  vermeerdering  van 
het  getal  der  Hervormde  leden  aanwijzen,  wel  in  bereke- 
ning is  genomen  het  verlies  wat  de  Kerk  te  Arnhem, 
Lochem  en  Mep  pel  ondergaan  heeft  door  de  stichting 
van  Bemonstrantsche  gemeenten.  Dezelfde  onzekerheid  be- 
staat ten  aanzien  van  Groningen,  waar  insgelijks  uit 
leden  der  Hervormde  gemeente  eene  Eemonstrantsche  ge- 
meente is  opgerigt ,  en  van  Noordholland,  waar  de 
stichting  der  zoogenaamde  vrije  gemeente  te  Amsterdam 
onze  kerk  op  het  verlies  van  een  aanmerkelijk  getal  van 
leden  is  te  staan  genomen.  In  aanmerking  echter  nemende, 
dat  de  opgaven  omtrent  de  andere  provinciën  alle  van 
vroegere  dagteekening  dan  van  1  Januarij  1879  zijn  en  de  be- 
volking aldaar  intusschen  wel  toegenomen  zal  zijn,  mogen  wij 
aannemen  dat  het  totaal  getal  van  de  leden  der  Hervormde  Kerk 
niet  beneden  het  verleden  jaar  gemelde  cijfer  zal  gedaald  zijn. 
Het  getal   der  gemeenten  is  met  één  vermeerderd ,  name- 


117 


Bijl.  C. 


lijk  te  Bergumerheide,  in  Friesland^  bij  afschei- 
ding van  Bergum  als  zelfstandige  gemeente  gevestigd. 

De  erkenning  der  gemeente  te  Bergumerheide 
heeft  intusschen  geen  invloed  op  het  getal  der  predikants- 
plaatsen  gehad ,  dewijl  die  gemeente  den  tweeden  predikant  te 
Bergum^  die  haar  tot  dusverre  reeds  bediende ,  voor  zich 
heeft  behouden.  Nogtans  is  het  getal  der  predikantsplaatsen 
met  één  verminderd  door  de  ophefSng  der  predikantsplaats 
te  Helle  voet  sluis. 

Het  getal  van  leden ,  gemeenten  en  predikantsplaatsen 
is  als  volgt: 


PROVINCiëN. 

LEDEN. 

GBUEENTBN. 

PRKDIKANTS- 
FT.AAT8EN. 

Gelderland 

Zuidholland  .... 
Noordholland  .  .  . 

Zeeland 

Utrecht 

Friesland 

Overijssel 

Groningen 

Noordbrabant  .  .  . 

Drenthe 

Limburg 

275738 

543121 

313521 

127089 

110353 

253754 

171352 

187756 

46608 

97277 

2941 

195 

202 

170 

101 

69 

219 

72 

155 

95 

53 

17 

228 

278 
223 
116 

85 
237 

96 
169 
100 

59 

18 

In  het  geheel  . 

2129510 

1348 

1609 

b.  Uit    ons  financieel  verslag  is  u  reeds  gebleken,    dat      h,    Sabsidiën    uit 
voor    kerk-    of   pastorijbouw    bij  betrekkelijke  Koninklijke '» Rijks  kas  verstrekt 
besluiten    in    1879    de  som  van  f  10000   en  in  dit  jaar  J^^^]'"'^  °^  P"*^"j- 
reeds   de    som   van  f3000  aan  rijkssubsidie  is  verstrekt , 
namelijk  in  1879  aan  de  gemeenten  te: 

MiUingen f    1000 

Zevenhoven -     2000 

Molkwerum -     2000 

HoUum  op  Ameland -     2500 

Westkapelle -     2500 

te  zamen  ~.~^f  10000 


Bijl.  C.  118 

in  1880  aan  de  gemeenten  te: 

Driebuizen •     1500 

Nieuwe  Pekela -     1500 


ie  zamen     .     f    3000 

(?.  Subsidiën  uit  Pro-      c.  Van  in   1879  uit  Provinciale  fondsen   verleende  sub- 
vinciale  fondsen.        sidiën  dragen  wij   geen  andere  kennis  dan  van  de  subsidie 

van  f  lOOy  welke  de  gemeente  te  Grevenbicht  uitde 
Provinciale  fondsen   van  Limburg  genoten  heeft. 

d.    Rijksbijdragen      d.  Aangenaam  zal  u  het  berigt  zijn^  dat  weder  onder- 
tot   predikantstracte-  gcheidene  Koninklijke  besluiten   ons  door  den  Minister  van 

jnanrnn  w 

financiën  zijn  medegedeeld  ^  waarbij  op  zijne  gewaardeerde 
voordragt  verschillende  predikantstractementen  verboogd 
zijn ,   als : 

te  Kropswolde^  classis  Groningen,  volg.  berigt  van 
22  Aug. ,  gereg.  onder  n°.  39 ,  bij  Koninklijk  besluit  van 
16  Augustus,  n°.  27,  met  f98,  tot  dusverre  door  den 
predikant  als  personele  toelage  genoten,  tegenover  eene 
verhooging  der  gemeentelijke  toelage  met  f  100 ,  waardoor 
het  vaste  tractement  f1003  zal  bedragen,  te  w.  f  448 
uit  ^sLands  kas,  f183  uit  de  kerkelijke  fondsen  der 
gemeente,  f322  uit  pastorijgoederen  en  f  50  uit  het  fonds 
tot  verbetering  der  schraalste  predikantstractementen; 

te    Grootegast    en    Doezum,    classis    Groningeo, 
volgens    berigt    van  1  December,  gereg.  onder    n°.  205, 
bij  Koninklijk  besluit  van   25  Maart,  n^  19 ,  met  f  53.50  , 
insgelijks  door  den  vertrokken  predikant  als  personele  toe- 
lage   genoten ,    tegenover  eene   nieuwe  verhooging  van  de 
toelage  der  gemeente  met  f  100,  zoodat  het  predikantstrac- 
tement    voortaan    bedraagt    f  1058.70,  namelijk  f286.50 
uit    'sLands   kas,    f  50  uit  het  fonds  tot  verbetering  der 
schraalste  predikantstractementen ,  f  462.20  van  de  kerke- 
lijke gemeente  te  Grootegast  en   260  van  de  kerkelijke 
gemeente  te  Doezum; 

te  Zoelmond,    classis    Tiel,    volgens  berigt  van    24 
December,    gereg.    onder    n^   226,  bij  Koninklijk  besluit 
van  17  December  n®.   26,  met  f34,  eveneens  door    den 
,  vertrokken  predikant  als  personele  toelage  genoten,   tegen- 

over eene  verhooging  van  de  ioelage  der  gemeente  met 
f25,  om  het  predikantstractement  op  f  863  te  brengen, 
waarvan    f713  komt  uit  'sLands  kas,  f  100  van  de  ge- 


119  Bijl.  C. 

meen  te  en  f  50  uit  het  fonds  tot  verbetering  der  schraalste 
predikantstractementen ; 

te  Medemblik  classis  Hoorn^  volgens  berigt  van 
24  Januari],  gereg.  onder  n^  259,  bij  Koninklijk  besluit 
van  10  Januari]  n®.  6,  met  f90,  tegenover  eene  ver- 
hooging van  de  bijdrage  der  gemeente  met  f150  om  het 
vaste  tracteroent  f1550  te  doen  bedragen,  t.  w.  f  1100 
uit  ^sLands  kas  en  f  450  uit  de  gemeentefondsen,  met 
terugbetaling  der  personele  belasting ,  zijnde  daarmede  intus- 
schen  de  tijdelijke  verhooging  van  het  rijkstractement 
met  f300  'sjaars  vervallen,  in  verband  met  de  opheffing 
der  tweede  predikantsplaats ,  door  den  laatsten  predikant 
genoten ; 

in  vier  onderscheidene  gemeenten,  volgens  berigt  van 
14  Februarij,  gereg.  onder  n°.  282 ,  bij  Koninklijk  besluit 
van  9  Februari]  n°.  8 ,  namelijk : 

te  Sijnsaterwoude,  classis  Leiden,  met  f  100,  tegen- 
over gelijke  verhooging  met  f  100  van  de  gemeente,  om 
het  vaste  tractement  f1050  te  doen  bedragen,  t.  w.  f  850 
uit  ^sLands  kas,  en  f200  uit  de  kerkelijke  gemeente- 
fondsen ,  behalve  nog  terugbetaling  der  personele  belasting ; 

te  Nieuwen  dam,  classis  Edam,  met  f50  tegenover 
f150  verhooging  van  de  gemeente,  waardoor  het  vaste 
tractement  in  zijn  geheel  f  1000  zal  bedragen,  t.  w.  f  630 
uit   ^sLands  kas   en  f470   van  de  gemeente; 

te  Kerkwerve,  classis  Zierikzee ,  met  f  1 0  O  tegenover 
eene  verhooging  met  f  150  van  de  gemeente,  om  het  pre- 
dikantstractement  op  f1200  te  brengen,  t.  w.  f950  uit 
'sLands  kas  en  f250   van  de  gemeente; 

te  Ossendrecht,  classis  Breda ,  met  f50  tegenover 
eene  verhooging  met  f40  van  de  gemeente,  zoodat  het 
tractement  in  het  geheel  f  1014  zal  bedragen,  t.  w.  f  950 
uit  ^sLands  kas  en  f64  van  de  gemeente,  echter  zonder 
vrije  woning; 

te  Kol  ham,  classis  Appingedam,  volgens  berigt  van 
6  Maart,  gereg.  onder  n^  306,  bij  Koninklijk  besluit  van 
29  Februarij  n®.  11,  met  f70  tegenover  eene  verhooging 
der  gemeentelijke  toelage  met  gelijk  bedrag  van  f  70,  om 
het  vaste  tractement  op  f  1000  te  brengen,  waarvan  f  738 
komt  uit  ^sLands  kas,  minstens  f163  uit  de  kerkelijke 
fondsen  der  gemeente,  f49  aan  jaarrenten  van  kapitalen 
en  f  50  uit  het  fonds  tot  verbetering  der  schraalste  pre- 
dikantstractementen ; 


Bijl.  C.  1^0 

te  Windeweer  en  Lula^  classis  Groningen^  volgens 
berigt  van  13  April,  gereg.  onder  n®.  392 ,  bij  Koninkii/k 
besluit  van  7  April  n^.  108  met  f65  tegenover  eene  ver- 
hooging van  gelijk  bedrag  van  f65  der  gemeeDtelijke 
toelage,  waardoor  het  vaste  tractement  f  1000  wordt,  t.  ir. 
f167  uit  de  kerkelijke  fondsen  der  gemeente,  f170  on- 
zuiver aan  landhuur  en  f230  dusgenoemd  predikantengeld , 
behalve  terugbetaling  van  personele  belasting; 

te  Engelen,  classis  ^s  Hertogenbosch ,  volgens  berigt  van 
22  April,  gereg.  onder  n^.  413^  bij  Koninklijk  besluit 
van  15  April  n".  30,  met  f20  tegenover  eene  verhooging 
der  toelage  van  de  gemeente  met  f  50 ,  zoodat  het  trac- 
tement  voortaan  bedraagt  f925.50,  t.  w.  f  850  uit  ^sLands 
kas  en  f75.50  uit  de  kerkelijke  fondsen  der  gemeente, 
behalve   terugbetaling  der  personele  belasting. 

Nog  is  ons  medegedeeld ,  dat  bij  Koninklijk  besluit  van 

9  Februarij  n^  9  tot  verhooging  van  het  predikantstrac- 
tement  te  Oosterland,  classis  Alkmaar,  uit 's  Bijks kas 
voor  den  te  beroepen  predikant  eene  personele  toelage  van 
f  100  is  toegestaan. 

Yerder    werd    ons    door    den    Minister  bij  missive  van 

10  April,  gereg.  onder  n^.  382 ,  gemeld ,  dat  bij  Koninklijk 
besluit  van  5  April  n®.  12  is  bepaald,  dat  het  rijkstrac- 
tement  van  f800,  dat  tot  hiertoe  door  den  heer  ü.  fF'. 
Thoden  van  Velzen  als  tweeden  predikant  van  Berg  urn 
genoten  werd,  na  de  afscheiding  van  de  gemeente  te 
Bergumerheide,  aan  hem  als  predikant  van  laatstge- 
noemde gemeente  is  toegekend. 

Volgens  berigt  van  den  Minister  van  22  September  is 
bij  Koninklijk  besluit  van  15  September  n^.  5  de  lands- 
jaarwedde  van  f500,  die  aan  de  tweede  predikantsplaats 
te  Hellevoetsluis  verbonden  was,  na  de  ophefKng 
daarvan  door  de  bevoegde  kerkelijke  magt,  ingetrokken. 

Ook  vernamen  wij,  dat  bij  Koninklijk  besluit  van  11 
November  n^  14,  ter  gelegenheid  der  te  K o  Hum  er- 
zwaag,  classis  Dokkum,  ontstane  vacature,  de  personele 
verhooging  van  het  predikantstractement  aldaar  is  inge- 
trokken. 

A».  Aangekomen  can-      e.  Bij    het  groot  aantal   van  predikantsvacaturen  is  het 
didaten.  ^eer    te    betreuren,    dat  er  nog  geen  toeneming  van  het 

aantal   van    aangekomen    candidaten  te  vermelden  is.   Het 
cijfer  is  zelfs  vier  minder  dan  verleden  jaar.  Toen  bedroeg 


121  Bijl.  C. 

het  nog   41;  thans  slechts  37  ^   ten  gevolge  ook  van  den 
ongunstigen  afloop  van  onderscheiden  examina. 

ƒ.  Volgens  de  ontvangen  mededeelingen  zijn  er  van  de  /.  studenten  in  en 
Leidsche  Universiteit  bij  de  Kerkelijke  Hoogleeraren  21  ^^ot  de  Godgeleerd- 
studenten  ingeschreven ,  waaronder  8  hunne  voorbereidende 
stadiën  voor  de  Godgeleerdheid  nog  niet  volbragt  hebben ; 
van  de  18  die  in  de  Godgeleerdheid  studeren,  volgen  9 
de  lessen  der  kerkelijke  hoogleeraren ,  terwijl  bovendien  8  , 
uiet  ingeschreven  ,  voor  korter  of  langeren  tijd  die  lessen 
hebben  gehouden. 

Bij  de  Kerkelijke  hoogleeraren  te  Utrecht  werden  134 
ingeschreven,  waarvan  92  hunne  lessen  volgden.  Onder 
de  ingeschreven  studenten  waren  er  toch  velen,  die  zich 
nog  aan  de  voorbereidende  studiën  voor  de  Godgeleerdheid 
moesten  wijden.  Aan  de  Universiteit  bedroeg  het  aantal 
van  studenten  in  de  Godgeleerdheid  104,  in  de  voorbe- 
reidende studiën  69. 

Te  Groningen  zijn  aan  de  Universiteit  in  het  geheel  21 
studenten  ingeschreven ,  waarvan  8  zich  nog  voor  de  God- 
geleerdheid voorbereiden.  Van  de  18,  die  in  de  Godge- 
leerdheid studeren,  volgen  9  de  lessen  der  Kerkelijke 
Hoogleeraren. 

Aan  de  Universiteit  te  Amsterdam  bevinden  zich  voor- 
alsnog 7  studenten ,  die  zich  aan  de  voorbereidende  studiën 
vf^ijden  ,  maar  slechts  2  die  de  Godgeleerde  lessen  bijwonen , 
daar  van  hen ,  die  te  Amsterdam  hunne  eerste  opleiding 
genoten  zich  thans  8  te  Leiden  en  10  te  Utrecht  bevinden 
om  naar  den  eisch  van  het  Eeglement  op  het  Hooger  Onder- 
vï^ijs  hunne  Godgeleerde  studiën   voort  te  zetten. 

^sGravenhage  f         De  Algemeene  Synodale  Commmie  der 
19   Junij    1880.  Nederlandsche  Hervormde  Kerky 

G.  Molenkamp  ,  President, 
S.  F,  VAN  Hasselt,  Secretaris. 


8-* 


■PPPP^F 


t