Google
This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project
to make the world's books discoverablc onlinc.
It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover.
Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the
publisher to a library and fmally to you.
Usage guidelines
Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying.
We also ask that you:
+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for
personal, non-commercial purposes.
+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the
use of public domain materials for these purposes and may be able to help.
+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe.
About Google Book Search
Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web
at|http: //books. google .com/l
^' 1/73 oi. -^L
/880
^- 1/73 06. -a^
'880
^
HANDELINGEN
VAN DE
ALGEMEENE SYNODE
DER
NEDERUKDISGHË HERVORMDE RERR,
^/fOHtJ^^,
(•(BODLILIBR
70ülC
• >
>-y
's Gbayenhage,
BIJ A. VAN HOOGSTRATEN EN ZOON.
1880.
HANDELINaEN
TAN DE
65ste Gewone Vergadering
VAN DE
ALGEMEENE SYNODE
DEA
MDERLANDSCHE HERVORMDE KERK,
nr£:r^ jr^RS i<d@o.
EERSTE ZITTING.
Donderdag, den 22sten Jolg 1880.
De vergadering wordt door den heer Bruna, predikant Opening der verga-
te Hasselt, als zijnde de oudste in diensttijd van de ^®"°8-
^vaardigde predikanten, met toespraak en gebed geopend.
De Secretaris geeft verslag van de benoemingen door Hare zamenstelling.
ie provinciale Kerkbesturen en de Waalsche Commissie
gedaan ter voorziening in de wegens aftreding of overlijden
ontstane vacaturen, volgens de officiële hiervan bij hem
ingekomen berigten.
^aar deze berigten zijn benoemd door het Provinciaal
^tkbestuur van Gelderland tot lid dr. Jï. ^ö^ii«2;>ew,
Mte Zalt-Bommel, en tot zijn secundus de heer M. B.
föi^pred. te Zoele n; — door het Provinciaal Kerkbestuur
^w Zuidholland tot lid B, César Segiers, ^xei, te Lei -
l^en, en tot zijn secundus dr. G. J, van der Flier, pred. te
i^Gravenhage , en nog tot secundus van den heer mr.
P. van den Brandeler, de heer M, H. Kluitman, oud-
ouderling te Gouda, ten gevolge van het overlijden van
den lieer B, Corts te Leiden, die wegens het bedanken
van den heer A. de Mare it Leiden voor die betrekking,
in diens plaats eerst tot secundus benoemd was; — door
het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland tot lid de heer
B. A. Overman, pred. te Heinkenszand, en tot zijn
secundus de heer C, F. Zeeman , pred, te Z o n n e m air e ; —
door het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht tot lid
de heer J, fTestrik, pred. te Cothen, en tot zijn secundas
de heer J, C, FerAoeff, pred. te Utrecht; — door het
Provinciaal Kerkbestuur van Friesland, wegens het over-
lijden van den heer dr, J. P. Bscker, prei. iQ Dr onrijp,
tot secundus van den heer J. Alingh Prins de heer P.
fle Grient Dreux y pred. te Witmarsum; ^-^ door het
Provinciaal Kerkbestuur van Groningen tot lid dr, P.
Hofstede de Groot, oud-ouderling te Groningen, en tot
zijn secundus dr. L, Dikema, ouderling te Winscho-
ten, en nog tot secundus van den heer <7. JDouwes , pred.
te Leens, die wegens het overlijden van den heer dr.
A, T. Reitsma , als gewoon lid is opgetreden , de heer
<9. Coolhaas van der Wonde, pred. te Meeden; — door
het Provinciaal Kerkbestuur van Drenthe tot secundus
van den heer G. fF, van Eerde, die wegens aftreding
tusschentijds van den heer J. B, F, Heerspink, wegens
verleend emeritaat als pred. te Gieten, gewoon lid is
geworden, de heer W. M, Houwing, pred. te Havelte,
en door de Commissie voor de zaken der Waalsche Kerken
tot lid de heer mr. R. van Boneval Faure , oud-ouderling
te Leiden, en tot zijn secundus de heer J. F. C, KrO'
nenherg, ouderling te Arnhem.
De Synode is dus zamengesteld als volgt, voor zoo
verre de Hoogleeraren aangaat , naar den voor hen be-
staanden rooster.
AFGEVAAEDIGDEN VAN WBGB DE KEEKBLIJKÈ INBIGTINGBK
VAN HOOGEK ONDERWIJS:
t
M. A, Qooszen, hoogleeraar te Leiden;
E, H. Lasonder, hoogleeraar te Utrecht.
AFGEVAARDIGDEN VAN WEGE DE PROVINCIALE KERKBESTUREN
EN WAALSCHE COMMISSIE:
Dr. H. Roodhuijzen, predikant te Zaltbommel;
i. B, van der Hoeve, ouderling te K e pp el;
E, C. Segers, predikant te Leiden;
Mr. P. »fl» den Brandeler, ouderl. te ^s Graven ha ge;
G. van Duyl GWz., pred. te Broek in Waterland;
i. 6. Jans , pred. te Westzaan;
B, A. Overman , pred. te Heinkenszand;
l Weêtrik, pred. te Cothen;
J, Alkgh Prins, pred. te Korte Zwaag;
/ P. Bruinwold Riedel , pred. te Waazens;
ff. Bruna, pred. te Hasselt;
J. Dowes f pred. te L e e n s ;
Dr. P. Hofstede de Groot , oud-ouderl. te Groningen;
G. J. van Lakerveld, pred. te Helmond;
^f. E, de Man , oud-ouderl. te Breda;
6. W, van Eerde, pred. te Westerbork;
J'tan der Veen Az., oud-ouderl. te Hoogeveen;
/. J. L. Luti, Waalsch pred. te Middelburg;
-Jfr. R, van Boneval Faure, ouderl. bij de Waalsche ge-
meente te Leiden;
TASTE IiEDEN MET ADVISERENDE STEM:
ƒ. R. Scholten, Quaestor-generaal te Anisterdam;
S> F. van Hasselt , Secretaris te 's Gravenhage;
De Secretaris deelt intusschen mede dat de heer Hof'
stede de Groot berigt heeft , dat hij nog niet ver genoeg
hersteld is van de zware ziekte , waardoor hij in de buiten-
gewone vergadering der Synode overvallen werd , dat hij
^e tegenwoordige zittingen der Synode zal kunnen bijwonen,
zoodat hij zich daarvoor door zijnen secundus den heer
Kkema moet laten vervangen, en dat ook de heer van
Boneval Faure zijnen secundus den heer Kronenberg heeft
moeten verzoeken thans voor hem als lid op te treden,
«8 volgens zijn schrijven verhinderd de tegenwoordige ver-
gadering der Synode bij te wonen.
ïfog meldt de Secretaris dat hij van den heer Alingh
PHm een brief heeft ontvangen , inhoudende , dat hij
^Pgens een treurig sterfgeval in zijne familie in de eerste
2ittii)gen van de vergadering afwezig zal moeten blijven,
CD dat ook de heer Dikema geschreven heeft, dat dringende
omstandigheden hem verhinderen om in deze week en in
het begin der volgende week ter vergadering op te komen.
6
Benoeming van Pre- Daar tegen geen der gemelde benoemingen eenig bezwaar
en ^z«V secundus ^^^ uitgebragt en de vergadering derhalve zamengesteld
wordt verklaard zoo als hiervoren is medegedeeld wordt
onder de leiding van den president van jaren tot de ver-
kiezing van president, vice-president en diens secundus
overgegaan.
Naar de uitkomst van de hiervoor gehouden stemmingen
wordt de heer Lnti aanstonds bij volstrekte meerderheid
tot president en de heer Overman desgelijks tot vice-pre-
sident benoemd, terwijl de heer van Buyl na eene derde
stemming door het lot tegen den heer Bruna als secundus
van den vice-president wordt aangewezen.
Daar al de benoemden verklaren de hun opgedragen
betrekkingen aan te nemen, nemen de heeren Zuü en
Overman de zetels van president en vice-president in, de
eerstgenoemde met eene toespraak, waarbij hij den heer
Bruna ook namens de vergadering dank betuigt voor de
wijze waarop hij de vergadering geopend en hare eerste
werkzaamheden geleid heeft.
Reglement van orde. Het Reglement van orde, dat voor de laatste vergade-
ring gediend heeft wordt vastgesteld , behoudens deze ver-
andering in het eerste artikel, naar een met elf tegen zes
stemmen aangenomen voorstel van den President , dat het
luide: //de eerste zitting van elke week wordt met gebed
geopend , de laatste met dankzegging gesloten.^^
Goedkeuring van het Na kennisneming vervolgens van het besluit der Syno-
besluit der Synodale (Jaie Commissie, volgens bl. 116 van haar verslag , om de
ning der Synode L' openi^g dezer Vergadering een dag later te stellen dan
dag later te stellen, naar art. 56 van het Algemeen Reglement steeds regel
was, wordt de daarvoor aangevoerde reden als verschuldigde
waardering van de verdiensten van den geachten Secretaris
algemeen gebillijkt , en dat besluit alzoo zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Punten yan behan- De punten van behandeling , waarvan aan de leden tijdig
^®^^°s- een exemplaar door den Secretaris werd toegezonden , wor-
den hierna nog met de sedert ingekomen stukken aangevuld.
Aankondiging der Dewijl , op betrekkelijke vraag van den President, door
benoeming yan de noo- gjgg,^ vau de leden der vergadering verlangd wordt, dat
dige commissien. ^.. , t t ° . -.. , ° , i^
Zij zelve een der noodige commissien benoeme, meldt
de President, dat hij in de volgende zitting^ na te houden
overleg van het Moderamen , tot die benoeming zal overgaan.
Aan den Fice^preêident wordt het onderzoek van de Opdragt aan den
RegisteTs der ingekomen en verzonden stukken en van den JnaeS'^Tel'^irc^s-
index opgedragen om daarvan morgen verslag te geven, ters van de ingekomea
ea verzonden stukken.
Ook worden de leden ^ die het voornemen mogten heb- Verzoek ter zake
ben bijzondere voorstellen te doen , verzocht deze morgen ^tdJn. *'"*''"'" '°''"
zoo veel mogelijk schriftelijk ter tafel te brengen.
Toor de behandeling der hoogere beroepen van den Ker- Zamenstelling van
ieraad te Apeldoorn en van den predikant //. W. i''. Synodi contractae.
Alewy% Faure te Hemmen worden bij uitloting naar
art. 15 van het Algemeen Beglement en art. 22 van het
Beglement van orde twee Synodi contractae zamengesteld^
in welke beide naar den uitslag der loting de heer Overman
als president en de heer Gooszen als praeadviseerend lid
zitting zullen hebben, terwijl in de Synodus contracta
ter zake van het hooger beroep van den Kerkeraad te
Apeldoorn verder zitting zullen hebben de heeren Segers,
van den Brandeler, Jans, Bruinwold Riedel, Bruna,
Bouwee, Diiema^ de Man en van Eerde, in de Synodus
contracta ter zake het hooger beroep van den predikant
Alewijn Faure de heeren Roodhuyzen, van der Hoeve,
mn Duyl^ Jans, Alingh Prins, Bruna, van Lakerveld,
van der Veen en Kronenberg,
Bij kennisneming van de inleiding tot het verslag der Besluit na kennin-
Synodale Commissie wordt bepaald , dat aanstaanden Zatur- "^^^"^«^ ^ycrïlag'"^^^^^^
dag een gros zal worden opgemaakt van predikanten en Synodale Commissie ,
ouderlingen voor de vervulling der bij de Synodale Com- omtrent de vervulling
missie openvallende plaatsen en tevens de benoeming van mailende plaateen en^dê
een lid van het Algemeen CoUegie en van diens plaats- benoemingen voor het
vervanger zal geschieden. t^riT"" ^°^^'^''' ""*"
Den Secretaris wordt nog opgedragen den Quaestor- Oproeping van den
generaal uit te noodigen om a. s. Maandag ter vergadering Q^aestor-generaal.
op te komen.
Het schuldige belangstelling wordt nog kennis genomen Kennisneming van
Tan de door de Kerkelijke Hoogleeraren ingezonden ver- de verslagen der Hoog-
uv wv/w •'t, 1° , • 1 i. ..• j* j leeraren omtrent den
slagen van den staat van het door hen m net geëindigde ^^^ gtaat van het ge-
8
^^Lurin^*^i?Ln*° ®^"^^®^ gegeven onderwijs, gereg. onder n^ 723, 876
ingedieude^ lijst der ^" 899, en na eenige beraadslaging besloten die verslagen
lessen iu het volgende voor kennisgeving aan te nemen, doch den Hoogleeraren
studiejaar. ^^^ j^ verschillende universiteiten kennis te doen nemen
van de door hunne ambtgenooten opgemaakte verslagen ,
om de gelijkvormigheid tot verkrijging van een geleidelijk
overzigt van den staat van het kerkelijk hooger onderwijs
zoo veel mogelijk te bevorderen. Tevens wordt, na ken-
nisneming der door de hoogleeraren ingezonden lijsten van
hunne in het volgende studiejaar te honden lessen, gereg.
onder n**. 724, 877, 900 en 901, tot goedkeuring
daarvan besloten.
Sluiting der eerste De vergadering wordt nu tot morgen verdaagd en wordt
"^"S- hiermede de gehouden zitting gesloten.
J. J. L. LuTi, PreHdettt.
TWEEDE ZITTING.
Trydag 23 Jniq 1880.
De heeren Alingh Prins en Dikema afwezig.
Na opening der zitting worden de notulen der eerste ..5^P*™°*? der tweede
.... ^, ° JIJ attiDg.
zitting gelezen en goedgekeurd.
De volgende voorstellen worden ter tafel gebragt : de/X^^in*"^*^"
Door den heer Segera , //om aan den Secretaris zooda-
nige yerhooging van bureaukosten toe te staan , dat reeds
tijdens de zittingen met den druk der Handelingen een
aanvang kan gemaakt worden/^
Door den heer van den Brandeler, //dat voortaan het
nietrOËdêle gedeelte der Kerkelijke Courant zich bepale
tot mededeelingen en berigten van kerkelijken en gods-
diensti^n' aard, zonder dat men trede in leerstellige
beschouwingen of beoordeelingen op godsdienstig gebied.^'
«fEen officieel orgaan der Synode^', meent de voorsteller,
iQag geen tendenzblad zijn, waarin eene bepaalde rig-
ting wordt voorgestaan , zoo als thans het geval is. Daar-
voor bestaan afzonderlijke maand-, week en dagbladen ,
zooals de Stemmen voor Waarheid en Vrede, de Heraut,
^ Bazuin ^ de Hervorming , het Kerkelijk Weekblad en
andere. De Synode moet op kerkelijk gebied neutraal
blijven/^
Door den heer Roodhuyzen , betrekkelijk art. 5 van het
fi^lement op het Hooger Onderwijs, luidende als volgt:
De ondergeteekende neemt de vrijheid het navolgende
amendement op art. 5 Synodaal Voorstel omtrent deKer-
Vdijke Hoogleeraren te Amsterdam aan Uwe overweging
^ te bevelen :
In plaats van de slotwoorden >yde Commissie is be-
^oqid enz. te lezen :
igrDe Commissie is alleen op grond van onbekwaamheid,
(ongeschiktheid of onzedelijkheid bevoegd wijziging van het
2ötal te vorderen.
10
//De kerkelijke richting der voorgedragenen blijft buiten
hare beoordeeling ^ en mag in geen geval oorzaak van
afwijzing zijn.'
}>
Door hetzelfde lid, tot wijziging van art. 5 al. i. van
het voorloopig aangenomen Eeglement op de kerspelvor-
ming, dus luidende:
De ondergeteekende wenscht het onderstaand amendement
op art. 5 van het Eeglement op Kerspelvorming aan Uwe
overweging aan te bieden.
In de tweede alinea worden na onderteekende verklaring
ingelascht de woorden : ff met opgave van hunne gods-
dienstige richting.^'
Benoeming vaiiCom- De na te melden Commissien worden door den Presi-
missiën. jgjjt benoemd:
ter zake der Verslagen van de Provinciale Kerkbe-
sturen ,
de heeren Roodknyzen, van Buyl en Kronenberg.
ter zake der voordragten van de Provinciale Kerkbe-
sturen voor kleine toelagen uit het fonds voor noodlijdende
kerken , alsmede van de nagekomen berigten van Classicale
Besturen omtrent de inkomsten der predikantsplaatsen , die
toelagen genieten uit het fonds tot verbetering der schraalste
predikantstractementen ,
de heeren van den Br andeier , Jans en van der Veen.
ter zake der ten voorgaanden jare voorloopig aangenome
veranderingen in Beglementen en de in de buitengewone
vergadering dezes jaars voorloopig aangenomen veranderin-
gen in het Eeglement op het Hooger Onderwijs rakende
de verlangde aanstelling van kerkelijke hoogleeraren te
Amsterdam, met het betrekkelijke voorstel van den heer
Roodhuyzen ,
de heeren Overman , van den Brandèler , Jans, Douwes,
en van Eerde,
ter zake van het voorloopig aangenomen Eeglement op
de kerspel vorming met de daaromtrent ingekomen adressen
en het even door den heer Roodhuyzen ingediende voorstel,
de heeren Gooazen^ van der Hoeve ^ Westrik , Bruna
en van Lakerveld,
ter zake der nieuwe wetsvoorstellen,
de heeren van Buyl, Alingk Prins, de Man en van
Eerde.
11
ter zake der in afschrift toegezonden uitspraak van het
Provinciaal Eerbestuur van ZuidhoUand tot ontzetting
van een diaken te Herkingen,
de heeren Overman en Bruna.
De V ice-president brengt het volgende verslag uit be- _^®"^*? ^" ^^^
treffende het onderzoek van de Registers der ingekomen ondenoek van^deS^
eo verzonden stukken en van den Index. gisters der ingekomen
en uitgegane stokken.
M. H.!
Yoldoende aan de mij opgedragen taak om te onder-
zoeken de registers der ingekomen en verzonden stukken,
eo den index , heb ik de eer te berichten :
dat, sedert de sluiting van de voorgaande gewone ver-
gadering, zijn ingekomen 878 stukken, geregistreerd sub
110.39— 916 j
dat verzonden zijn 537 stukken n.1. van 1 Juli — 26
September 161; van 4 October — 31 December 126; van
Uannari— 31 Maart 78; en van 2 April— 30 Juni 172;
i&t van deze allen behoorlijk aanteekening gehouden
en ook Je index bijgehouden is.
lic aarzel dan ook niet U te adviseeren om den Secretaris
t6 betuigen uwe waardeering voor zijne nauwkeurige zorg,
en om den President te machtigen de registers ten blijke
van goedkeuring te teekenen.
B. A. OvBEMAN, Fice-president.
Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen met
besluit overeenkomstig het advies het daarbij door den
Vice-president gegeven advies.
Namens de Synodus contracta ter zake der tegen vier Uitspraak der Syno-
leden van het Kerkbestuur van Gelderland bij ^e^^* ^^^'^^^^'^^^^^
Buitengewone Vergadering der Synode ingebragte bezwa- provinciaal KeAbe-
ren deelt de Secretaris thans de in deze gedane uitspraak stuur van Gelder-
ïnede waarin de bezwaarden hebben berust, luidende als^*°^'
'olgt:
Be Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk
üit kracht van Art. 52 van het Reglement voor kerkelijk
f^pzigt en tucht naar Art. 15 van het Algemeen Reglement
door üitloting tot de helft harer leden verminderd;
Gelezen :
12
Gelezen :
1. Eene kennisgeving van dr. T. K, M. von Baum-
Aauer, President van het Provinciaal Kerkbestnar van Gel-
derland^ dato 8 April 1880, inhoudende, dat vier leden
van genoemd Bestuur geweigerd hadden eene gevallen beslis-
sing in zake de ouderlingen van Dordrecht, welke naar
Art. 38 Beglement op het Godsdienstonderwijs niet bij de
aanneming van lidmaten hadden willen tegenwoordig zijn,
te onderteekenen, gelijk ook uit het bij de Synodale
Commissie ontvangen afschrift van de bedoelde beslissing
blijkt;
2. Eene door de genoemde vier leden, zijnde de heeren
K. F, Creulzberg, C. H. ten Harmsen van der Beek ,
jhr. W. F. Trip van Zoudtland en J. Sprank gezonden
missive aan de Kerkeraden in de dassen Arnhem,
Nijmegen en Harderwijk, dato 4 Febr. 1880, waarin
zij kennis geven van den door hen gedanen stap, welke
missive door den heer von Baumhauer als Bijlage werd
ingezonden ;
3. Een afschrift van het verhandelde in de Vergaderingen
van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland op
den 15den en 29sten Januari] j.1. gehouden, voor zoover
het op de Ouderlingen van Dordrecht betrekking
heeft;
4. Eene nadere toelichting, dato 25 April 1880, van
den heer von Baumhauer , omtrent den loop, die de behande-
ling der Dordsche kwestie bij het Provinciaal Kerkbestuur
van Gelderland genomen heeft;
5. Een schrijven van de vier bovengenoemde leden van
het Kerkbestuur van Gelderland bevattende hunne
verantwoording aangaande het niet onderteekenen der
minute.
Gehoord :
Het verslag van de Commissie, benoemd ten einde de
ter kennis gekomen verkeerdheid door raadgeving en teregt-
wijzing, voor zoover daarvoor vatbaar, in den geest der
broederlijke liefde uit den weg te ruimen;
Overwegende :
Wat de feiten betreft:
— dat de beklaagden, geroepen om als leden van het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland deel te nemen
aan eene eindbeslissing in zake de ouderlingen van Dord-
recht, wel aan die beslissing hebbeu deelgenomen , doch
IS
daarna hebben geweigerd de minute dier beslissing te onder-
teekenen , omdat zij zich daarmede niet konden vereenigen ,
op grond dat de ouderlingen te Dordrecht, volgeus
hunne overtuiging naar pligt en geweten gehandeld
hebben ;
— dat hoewel zij door den President van het Provin-
ciaal Kerkbestuur van Gelderland, staande de Vergade-
ring, op het onbehoorlijke van deze wetsovertreding gewe-
zen waren , zij evenwel bij hun gevoelen hebben volhard ,
terwijl, zoowel uit hunne verantwoording als in het onder-
houd met de Commissie uit de Synode gebleken is dat de
beklaagden blijven beweeren tot de uitvoering van dit vonnis
met te hebben kunnen medewerken ;
Wat het regt betreft:
-- dat Art. 21 al. 2 van het Reglement voor kerkelijk
opzigt en tucht , de onderteekening der minute eener beslis-
sing, door alle leden die daaraan deel hebben genomen
uitdrukkelijk voorschrijft; niet, om zulk eene beslissing
wettig te doen zijn , maar om te doen blijken wie al dan
niet aan haar hebben deelgenomen ;
— dat ofschoon de vier leden van het Provinciaal Kerk-
bestuur van Gelderland bezwaren hadden tegen het
Feroordeelen van mannen , die ook naar hunne beschou-
wing pligtmatig hadden gehandeld, van hen, nadat zij
overeenkomstig hunne roeping aan deliberatie en stemming
hadden deelgenomen met regt kon geëischt worden dat
zij door bet onderteekenen der minute daarvan bewijs
gaven;
— dat hoewel de vier leden gemeend hebben te moeten
handelen naar de uitspraak van het geweten, toch derge-
lijk opzettelijk verzuim , vooral bij leden van hoogere Kerke-
lijke Besturen nimmer kan worden goedgekeurd , als zijnde
zij in hunne kerkelijke betrekking aan de kerkelijke ver-
ordeningen gebonden;
— dat, hoewel hunne weigering blijkbaar met de goede
orde in strijd is, de beklaagden echter in hunne verant-
woording en in het gesprek met hen gehouden uitdruk-
kelijk verklaard hebben dat zij geen verwarring hebben
rïlen veroorzaken, maar meenden juist zoo te moeten
iandelen als door hen geschied is, om regt en orde in
de Kerk, welks welzijn hun ter harte gaat, te hand-
14
Gezien Art. 15 al. 5 Algemeen Beglement en Artt. 4*,
5, 19, 21, 28 al. 1, 31, 41, 52 en 53 Beglement
voor opzigt en tucht;
Begt doende in eersten aanleg;
"Verklaart de heeren K, F, Creuizberg ^ C. H, ten
Harmsen van der Beek, jhr. W, F. Trip van Zoudtlandt
en «ƒ. Spronk schuldig aan verzuim in de uitoefening hun-
ner kerkelijke betrekking als leden van het Frov. Kerk-
bestuur van Gelderland en past op hen toe het eerste
tuchtmiddel genoemd in Art. 4 Beglement voor opzigt en
tucht, nl. eene berisping.
Beveelt, dat afschrift van deze uitspraak zal gezonden
worden aan elk der vier beklaagden en aan het Provin-
ciaal Kerkbestuur van Gelderland, en dat zij, zoodra
zij kracht van gewijsde zal erlangd hebben, openbaar zal
worden gemaakt.
Gedaan te ^s Gravenhage den 27sten Mei 1880.
Tegenwoordig, behalve de heer P. Hofstede de Grroot,
door ongesteldheid verhinderd, al de leden in dezen be-
voegd: G. Molenkamp, President; dr. E, F, Kruijf,
Praeadviseur; 8, F. van Hasselt, adviserend lid en Secre-
taris; H, Q. Janssen; J. C, Verhoeff; J. AlingA Prins;
J, Doutoes; O, J. van Lakerveld, G. W. van Eerde;
ö. van Dutjl G.JFzn.
(Volgen de onderteekeningen.)
De mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Kennisneming van -^.an de orde is nu het Verslag der Synodale Commissie
het Verslag der Syno- rakende het beheer van den Quaestor-generaal over alle
dale Commissie om- Synodale fondsen in zijn geheel, als uit den aard der
trent net beneer van ii». ■ ti*t t /^ > i
den Quaestor-generaal zaak buiten tegenwoordigheid van den Quaestor-generaal
in zijn geheel en he- te behandelen, voorkomende in bijl. A blz, 60 en vol-
trekkcUjk besluiten, ggjjjg ^jj jg kennisneming van dat verslag wordt in de
eerste plaats overeenkomstig het advies der Synodale Com-
missie besloten, den Quaestor-generaal dank te betuigen
voor zijn naauwgezet en ordelijk beheer.
Daarna wordt naar het advies van gemelde Commissie
achtereenvolgens bij kennisneming van de medegedeelde
memorie van toelichting en de opmerkingen der Synodale
Commissie besloten tot goedkeuring der verschillende reke-
ningen behoudens nader besluit omtrent de bij het fonds
15
f
voor noodlijdende kerken en het fonds tot verbetering der
schraalste predikantstractementen beschikbare middelen en
het van de voor de belangen van het Godsdienstonderwijs inge-
zamelde gelden te maken gebruik. Verder wordt besloten
de uitkeering van de Algemeene Weduwenbeurs voor dit
jaar om de aangevoerde reden wederom op f120 vast te
stellen j terwijl aangaande de mededeeling ^an den Quaestor-
generaal omtrent achterstallige contributiën voor de beurs ,
bk H, vooreerst de opmerking noodig wordt geacht , dat
ook waar geen rijkstractement genoten wordt, de Itingen
tijdens de vacature der betrokken predikantsplaats aan-
spraak hebben op hare inkomsten , doch ten andere geoor-
deeld wordt dat de Bing van Stiens niet verpligt kan
worden de contributiën voor de gemeenten te St. Anna
Parochie en Vrouwenparochie te voldoen, aangezien deze
predikantsplaatsen voor het oogenblik van alle inkomsten
verstoken zijn, en gemelde Bing geenerlei voordeden
voor de waarneming der vacature geniet, en nog
ten aanzien van het vermelde omtrent de gemeente te
Oldemarkt nadere inlichting van den Ouaestor-generaal
zal gevraagd worden. Wat de overige opmerkingen der
SjBodaïe Commissie betreft , deelt de vergadering niet in
Iiare meening dat de in de rekening der Algemeene kas
voor albums en notulenboeken ten behoeve der Kerkelijke
hoogleeraren voorkomende post ten voorgaanden jaren gevoe-
gelijk ten laste van het fonds Hooger Onderwijs had kun-
nen gebragt worden, dewijl destijds nog aan de Synode
de vrije beschikking over de bijdragen der studenten niet
was toegestaan , maar vereenigt zich de vergadering geheel
met hare beschouwingen omtrent de bedoeling van art. 8 van
het fieglenient op het hulppensioenfonds , en acht zij daarom
dat er althans v66r 1883 van geene verhooging der uit-
keering sprake mag komen. Tot openbare vermelding der
ingekomen legaten en giften wordt in overeenstemming
met het advies der Synodale Commissie besloten , en desge-
lijks met algemeene stemmen tot het doen aanblijven van
i« heeren Schollen en Mom in hunne betrekkingen van
Qioaestor-generaal en van dien secundus.
Het straks door den heer Segers ingediende voorstel voowLT^n^deThecr
tot vervroeging van den druk der Handelingen van de Segen tot vervroeging
Synode wordt nu aanstonds in behandeling genomen. Bij ^*?,^^°,.^^°^,.^®'Sy"
° ® *' nodale Handelingen.
16
de aanbeveling van zijn voorstel wijst de heer Segerè voor-
namelijk op het groot belang y dat er zoowel voor de Kerk
als voor de Synode zelve in gelegen is dat met het
drukken der Handelingen de meeste spoed gemaakt wordt^
en geeft zelfs tot nadere toelichting van zijn voorstel als
zijne bedoeling te kennen^ dat de notulen van elke zit-
ting terstond ter perse gelegd worden en onmiddellijk bij
afzonderlijke blaadjes verspreid worden^ ten einde bij
de Kerk meer belangstelling te wekken in de werkzaam-
heden der Synode en eene billijker beoordeeling van
hare besluiten te bevorderen , wat hij meent vooral in den
tegen woordigen tijd van spanning van het hoogste gewigi
te zijn. De heer Segers erkent gaarne dat het van den
Secretaris niet is te vergen^ dat hij te midden van alle
werkzaamheden , die voor zijne rekening liggen , nog met
de zorg voor de correctie en de verzending dier blaadjes
belast worde ; maar wil hem daarom eene verhooging van
bujreaugelden toegekend hebben opdat hij zich hiervoor
de onmisbare hulp kunne verschafien.
Bij de beraadslagingen over dit voorstel wordt door
onderscheiden leden aan de strekking er van hulde ge-
daan , maar tevens op de groote bezwaren gewezen ^ die
aan de uitvoering verbonden zouden zijn ^ niet het minste
van financiëlen maar ook van technischen aard^ terwijl
de maatregel voor de Besturen niet noodig wordt geacht,
omdat de Handelingen in den regel vroeg genoeg uit-
komen, om er hen zooveel noodig kennis van te doen
nemen , en overigens het doel , wat de heer Segera beoogt,
volgens hen voldoende bereikt wordt , wanneer aan den
Vice-president slechts aanbevolen wordt zijn wekelijksch
verslag van de handelingen en besluiten der vergadering
zoo volledig mogelijk te maken, terwijl, wanneer deze
gewigtige kwestien betreffen , altoos nog , zoo als vroeger
meermalen geschiedde de daarover uitgebragte rapporten
afzonderlijk zouden kunnen worden in het licht gegeven.
Bij enkele leden slechts ondervindt het voorstel warme
ondersteuning, als volgens hen tegemoet komende aan
veler wensch, dat de zittingen der Synode in het open-
baar worden gehouden. Met den voorsteller meenen zij
dat de financiële bezwaren niet opwegen tegen het belang
der zaak, of, wanneer het dagelijks uitgeven der notulen
niet te weerspreken moeijelijkheden moge opleveren, wordt
17
van hunne zijde in overweging gegeven, onder anderen,
aan eene commissie uit de vergadering op te dragen, een
uitgebreid verslag te stellen, met behulp van een rap-
porter bij de zittingen , en dat verslag op te nemen in
een bijblad van de Kerkelijke Courant, waartegen echter
vooral deze bedenking wordt ingebragt , dat in de daaraan
verbonden kosten bezwaarlijk zou kunnen voorzien worden.
Intusschen wordt door den President gevraagd of de vergade-
ring verlangt dat het voorstel aangehouden en alsnog in handen
eener Commissie gesteld worde. Yan de zeventien leden
verklaren zich tien daartegen, omdat naar hunne meening
de zaak geene toelichting eener Commissie, na de gehou-
den beraadslagingen, noodig heeft. Het voorstel wordt daarop
in stemming gebragt en met dertien tegen vier stemmen
^etworpen.
Bierna wordt het voorstel van den heer van den Bran- Als voren, van het
deler aan de orde gesteld. De voorsteller verklaart weinig l'^^^^^r^}!'^
te voegen te hebben bij hetgeen hij reeds tot toelichting betreffende het met'
en aanbeveling van zijn voorstel gezegd heeft. Volgens officieel gedeelte der
, hem gaat het niet aan , dat een weekblad dat door velen , ^«•*^'*>'** Courant,
I ook naar zijn titel , als een officieel orgaan van de Neder-
landsche Hervormde Kerk beschouwd wordt , en zulks niet
zoDder grond, omdat voor de benoeming ook van den
redacteur de goedkeuring der Synode vereischt wordt , eene
bepaalde kleur heeft en is het inzonderheid bij den tegen-
voordigen strijd der partijen gewenscht , dat het zich van
alle inmenging in dezen strijd onthoude. Het voorstel wordt
echter slechts door twee leden ondersteund. De bedenkin-
gen , welke van de zijde der andere leden tegen het voor-
stel worden ingebragt, komen voornamelijk hierop neder:
vooreerst dat de voorstelling als of de Kerkelijke Courant
20U moeten gelden als officieel orgaan der Hervormde Kerk
of der Synode volstrekt ongegrond is , dewijl daarin officieel
en niet-officieel duidelijk onderscheiden wordt en de goed-
waring van de benoeming van den redacteur volstrekt
^^ct in zich sluit dat deze aan de Synode verantwoorde-
1*'L •• .
^5* zou zijn; dat de Kerkelijke Courant niet het eigen-
dom van de Synode maar van eene particuliere firma is ,
|Qf de Synode zich derhalve, ook volgens het contract,
Wet mag mengen in de zamenstelling van het niet-
omcieel gedeelte , en dat ook een volstrekt kleurloos blad
uoch mogelijk noch voor het belang van het debiet ge-
18
wensokt is , maar dat ook de wijze waarop het niet-officieel
orgaan geredigeerd en ingerigt is geen voldoende grond
geeft om over eenzijdigheid en partijdigheid te klagen.
Na sluiting der beraadslagingen wordt het voorstel dan
ook met veertien tegen drie stemmen verworpen.
Sluiting der tweede De vergadering wordt hierna tot morgen voormiddag
zifting. tien uur verdaagd, waarna de zitting gesloten wordt.
J. J. L. LuTi, President.
DERDE ZITTING.
Zatnrdag den 248teii Julg 1880.
De heeren Alingh Prins en Dikema afwezig.
Na opening der zitting worden de notnlen der zitting Opening van de derde
Fan gisteren gelezen en goedgekeurd. atüng.
Na kennisneming alsnog van den door de Synodale Ooedkearing van het
Commissie bezorgden Staat der Algemeene kas over het ^?*'.^® ^^ïf^^'"'!'!
io«rt T . 11 . 1 Cl, . . . miasie gestelde berigt
jaar 1879 wordt tot goedkennng van dezen Staat en tot van den Staat der Alge-
verzending er van aan de Kerkeraden en de kerkelijke mecne kas.
administratien besloten.
i^an de orde is de zamenstelling van een gros van Gros van predikan-
predikanten en ouderlingen tot vervulling der openvallende **" yerTuuT^°^êrTg
plaatsen bij de Synodale Commissie. Als nu zulk een de Synodale Commissie
gros opgemaakt is , wordt voor de aanvulling tot het openvallende plaatsen,
begin der zitting van aanstaanden Dingsdag gelegenheid
gegeven, om als dan na de pauze tot vorming van de
noodige drietalleii over te gaan.
Tot lid van het Algemeen CoUegie wordt de heer Benoemingen voor
Bfuna benoemd ; tot zijn plaatsvervanger ^^ ^^^t Bouwes.)'^^^^''^''^^''
Onderscheiden stukken, behoorende tot de rubriek van Berigten omtrent de
leinisgevingen worden ter tafel gebragt, als in de eerste ^"Srvaa'voor!
plaats van onderscheiden Kerkbesturen omtrent benoemingen dragt voor de aan-
tot vervulling van opengevallen plaatsen bij de commissie stelling van kerkelijke
van voordragt voor de benoeming van Kerkelijke Hoog- ^^K^^'*^®"-
Wen, gereg. onder n^ 120, 131, 142, 225, 472,
^ «n 2; door het Provinciaal Kerkbestuur van Gelder-
land, aftreding in 1880, wegens het overlijden eerst
^an Dr. J. Witkop , daarna van Dr, F* J- J . A. Junius,
toHid C. H. ten Harmsen van der Beek, predikant te
Aalburg, en tot diens secundus Jhr. W. F, Trip
vün Zovdélandi f pred. te Hat tem; door het Provinciaal
20
Kerkbestuur vau Friesland, aftreding in 1881 , wegens
het overlijden van Dr. J. P. Eacher ^ tot secundus
van het lid J. Alingh Prins, J. P. Bruinwold Rie-
del, pred. te Waaxens; door het Provinciaal Kerk-
bestuur van Overijssel; aftreding in 1882, wegens het
vertrek van </. W, Kautzman tot secundus van G,
Bruna, als lid opgetreden, H. C. JuUgius, pred. te
Deventer; door het Provinciaal Kerkbestuur van Gro-
ningen, aftreding in 1883 tot secundus van J, Douwes,
wegens het overlijden van Dr. A, T. Reitêman , die her-
kozen was , voor dezen als lid opgetreden , 8, Cool-
haas van de Woude , predikant te Meeden; door
het Provinciaal Kerkbestuur van Drenthe, aftreding in
1882, tot lid G. IF. van Eerde, predikant te W es-
te rbork, en tot diens secundus Dr. J. Offer Aaus , pre-
edikant te Eelde, en door de Waalsche Oom missie,
aftreding in 1882 tot lid C. G. Chavannes , predikant
te Leiden, en tot diens secundus M. A, Perk, predi-
kant te Amsterdam.
Alle deze berigten worden voor kennisgeving aange-
nomen.
Mededeeling&n vaa Ook worden voor kennisgeving aangenomen eenige
be8t^'^°^*r*°^^z^^*^d °^®^^^^^^^"S®" ^^" ^®^ Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-
holland rakeade de l^olland rakende de zaak der geschorste Dordtsche
zaak der geschorste ouderlingen bij schrijven van 25 Mei, gereg. onder n'.
wn^''^^ °"^^^"508 en van 18 Junij , gereg. onder n\ 574, behelzende
in de eerste plaats een afschrift van eenen brief van de
HH. W, Zegers en Jac. Eigeman , Praeses en Scriba van
het Classicaal Bestuur van Dordrecht en van A, G. van
Hoogenhuijze , predikant te Dordrecht, houdende in
hoofdzaak berigt, dat de geschorste ouderlingen passief
wenschen te zijn en daardoor van vergadering houden met
hen geen sprake meer behoeft te wezen ; in de tweede plaats
afschrift van een schrijven van het Kerkbestuur aan het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland van 1 6 Mei,
waarin het dit kerkbestuur in overweging geeft de
schorsing van bedoelde ouderlingen op te heffen, en in
de derde plaats afschrift van het antwoord van laatstge-
noemd Kerkbestuur van 27 Mei, waarin het de redenen
meldt, waarom het bezwaar maakt om aan het voorstel
van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland ge-
volg te geven.
lingen.
21
Ter zake van twee afschrifteü van door de Provinciale Besluit tot over-
Kerkbestaren van Drenthe en Noordbrabant met J^'^°^^8^^f^^
Limbarg naar art. 5 van het Reglement op de Classicale Provinciale weduwen-
en Provinciale Weduwenbeurzen ingezonden rekeningen l)eur7en tot de Synodale
van de Weduwenbeurzen van het ressort , gereg. onder C°""»»«-
ii\ 588 en 622, wordt besloten tot overbrenging naar de
Spodale Commissie , waaraan zij ook geadresseerd zijn.
Hierna wordt gelezen eene door het Classicaal Bestuur van Berigt van het Clas-
Leeuwarden bij geleidende van 26 April , gereg. onder ^^|,^^]"/; J^»
i\^ 423, in afschrift medegedeelde acte van splitsing van de trent de splitsing der
gemeente te Be rgum naar welke Bergumerheide gemeentetcBergum.
daarvan gescheiden en als afzonderlijke gemeente erkend
is geworden. Het stuk wordt voor kennigeving aangenomen
met holde aan de groote zorg waarmede deze scheiding
door het Classicaal Bestuur is tot stand gebragt.
Ook wordt gelezen een berigt van het Classicaal Be- Berigt van het Clas-
stuur van Winschoten van 11 Junii, gereg. onder n^ ti^"*^ ?«**"'^ ^^°
riQ . . j • T 1 'j' 1 vVinschoten om-
ö4ö, omttent eene verandering der grensscheiding van de t^ent de grensscheiding
gemeenten te Nieuwolda en Woldendorp. Dewijl der gemeenten te
uitdaUerigt echter niet blijkt , of bij deze grensscheiding NJenw^
de wetteJijie voorschriften zijn in acht genomen, besluit
de vergadering het Classicaal Bestuur uit te noodigen ,
hiervan nader te berigten.
Met schuldige waardering wordt aanvaard ten behoeve Ontvangst van het
van het archief eene daarvoor door het Provinciaal Col- ^^^'^"^^^^^
legie van toezigt in Noordholland bij schrijven van Junij toUgna van eene
11. zonder dagteekening , gereg. onder n". 599 gezonden teekeningderoude kerk
scletsof teekening van de gesloopt wordende oude kerk*® Gidsland.
fflet toren te Midsland op Terschelling.
Met belangstelling wordt insgelijks kennis genomen van Berigt van den Ker-
^De mededeeling van den Kerkeraad der Kederduitsche^fc»*^ *e Nijmegen
Hervormde gemeente te Nijmegen dd. 26 Junij . gereg. -^TteU'STd::
öMern». 609, omtrent zijn besluit om voor het verschafien dienstonderwije.
^anklpmiddelen bij het Godsdienstonderwijs op den laatsten
bondag der maand Augustus en den eersten Zondag van
de maand September eene collecte te houden , ten einde
^6 verschillende rigtingen , elk voor zich in staat te stellen
'" te het hunne te doen. Het daarbij gevoegd dringend
verzoek, dat toch door de Synode al het mogelijke ge-
22
daan worde om de predikanten aan te manen tegenover
hunne catechisanten zelven met catechisatiebussen als an-
derzins al datgene te doen wat hier hunne hand vindt
om te doen, wordt in overweging gehouden.
Overgang tot de Vervolgens wordt gelezen een berigt van het Classicaal
oi^e van dea dag ter Bestuur van Harderwijk van 7 Julij, gereg. onder n°.
oordeerva™ de ^classis ^^^» houdende, dat het de opdragt van de Classicale
Harder wijk over de Vergadering gekregen heeft, /yals unaniem vandegeheele
uitspraken vaii de Pro- Vergadering uitgaande //het volgende aan de Synode over
vinciaie jverKoestiiren . *
van Gelderland en «ie brengen:
Zu i d h o 11 a n d en ,/ De Classicale Vergadering van Harderwijk geeft
de^za^^ d"^^* rakende {j^rg afkeuring te kennen over de uitspraken van de
Dordsche ouderlingen^ Provinciale Kerkbesturen van Gelderland en Zuid-
holland aangaande de Dordsche kwestie en over de
handelingen der Synode aangaande de HH. leden van het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, die teregt
bezwaar vonden in de onderteekening van het door het
Provinciaal Kerkbestuur gevelde vonnis over de handelwijze
der Dordsche ouderlingen, en gaat over tot de orde
van den dag/^
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten ten aanzien
van deze mededeeling ook over te gaan tot de orde van
den dag.
Boekgeschenk. Als boekgeschenk wordt gaarne aanvaard een door den
uitgever G, Halff te Nieuwe Niedorp gezonden exem-
plaar eener brochure, getiteld uBe beste wijze van arm-
verzorging in Nederland,'^ Aan het verzoek evenwel in den
geleideuden brief van 14 Julij, gereg. onder n**. 898,
vervat, om dit werkje, na kennisneming van den inhoud,
aan de Kerkeraden aan te bevelen oordeelt de Vergade-
ring niet te zullen kunnen voldoen, als tot zulke aanbe-
veling niet geroepen.
Kennisneming van Overgaande tot de kennisneming van het verslag der'
het verslag der Syno- Synodale Commissie betreflende aaneeleffenheden van ver-'
dale Commissie raken- v-n j j u"i t> j. j j •
de de uitvaardiging van schiUenden aard, bijl. B, neemt de vergadenng , voor zoo-
vastgestelde Reglemen- veel noodig met goedkeuring, voor kennisgeving aan het
Jr ^hiJ^7r°R7\? ^^^ 86—88 voorkomende berigt rakende de uitvaardiging
menten. ^ ^^^' ^^^ ^et herzien Reglement op het examen ter toelating
tot de Evangeliebediening , van het Eeglement op de Clas-
sicale en Provinciale Weduwenbeurzen en van de veran-
deringen in enkele andere Reglementen.
£8
Dat de Synodale Commissie naar de mededeeling op blz. Goedkeuring van de
88 de tabel voor de verslagen der examina in overeenstem- 5"^"^°^ '7^* **5®^
, r 1 • T» 1 ^°**^ "® verslagen der
ming heeft gebragt met net herzien Eeglement op het examina,
examen wordt algemeen goedgekeurd ^ als ook dat zij de
inrigtiiig van die tabel overigens onveranderd heeft gelaten.
Toorts wordt de Synodale Commissie om de daarvoor Diiigent-verklaring
blz. 8é, 89 aangevoerde redenen gaarne diligent-verklaard ^5' ^'^y^P^f^*' ^T"""
T. n n ' iAi.i_^i-i_ 1 «ie voor het opgedragen
voor naar nader advies zoowel omtrent het beheer der j^a vies rakende het be-
kerkelijke goederen als ter zake der behartiging van het heer der kerkelijke goe-
behoud van bepalingen tot instandhouding van een ^eke- ?"*°®°^®*^^°"?^*"
,M, 1 . j bepahngen tot instand-
lljkschen rustdag. houding vanden weke-
lijkschen rustdag.
Na de behandeling van het eerste punt werd nog met Besluit tot overbren-
belangstelling kennisgenomen van een door het Provin- S"^ V-J . ^^ Synodale
. , °,, , , ° ^ Tl • 1 1 I 1 ï Commissie van een ver-
ciaai Kerkbestuur van friesland aanbevolen verzoek zoek van het Classicaal
van het Classicaal Bestuur van Praneker, vervat in Bestuur van Fran e-
zijn schrijven van 15 Junij, gereg. onder n°. 596, om Jj"*?* ^^^,^"K/*°
J , • , ... , X u iT i- j 4 j • . liet belang der kostenj-
ae zaak der kostenjgoederen te behartigen opdat deze niet goederen,
van hnnne oorspronkelijke bestemming worden vervreemd ,
zooals naar aangehaalde voorbeelden in sommige gemeenten
van het ressort dreigt te geschieden. Daar dit verzoek
aanstonds door eenige leden , als naar hun oordeel alleszins
tijdig, zeer ondersteund wordt, doch in deze ligt een veel
omvattend onderzoek noodig zal zijn^ wordt zonder hoof-
delijke stemming besloten het belangrijke stuk in handen
te stellen van de Synodale Commissie, met magtiging
om te doen wat zij voor het belang der zaak noodig zal
oordeelen.
De vergadering wordt vervolgens tot Maandag a. s. siuitiog der derde
voormiddag elf uur verdaagd en de zitting daarop met fitting,
dankzegging gesloten.
J. J. L. LüTi, President,
VIERDE ZITTING.
Maandag den 26sten Julij 1880.
De Quaehtor-generaal tegenwoordig.
Opening der vierde Nadat de zitting door den President met gebed geopend
^**^^8- is, worden de notulen der zitting van jl. Zaturdag goed-
gekeurd.
Dankbetuiging aan Naar de jl. Vrijdag genomen besluiten wordt den Quaes-
den Quaestor- generaal tor-sreneraal namens de Verffadering door den President
011 mededeeling van net iii..i •• . jvili.
besluit omtrent zijn "*^^ betuigd voor Zijn naauwgezet en ordelijk beheer en ,
aanblijven. onder mededeeling dat zijne rekeningen zijn goedgekeurd
de algemeene wensch te kennen gegeven, dat hij zich
met het beheer der fondsen moge blijve belasten. De
Quaestor-generaal verklaart zich hiertoe gaarne bereid.
Voorstel van de hh. De heer Westfik dient mede een , ook door de heeren Segers
»'«/«ƒ c. 8. tot herstel en ^^^ rfö« jBrawflfe^(?r onderteekend voorstel in tot herstelling
art. 38 van het Regie- ^*" ^® vroegere redactie van artt. 38 van het Reglement
ment op het Godsdienst- op het Godsdienstonderwijs, luidende als volgt:
onderwijs. „Met gevoel van diepe smart de steeds breedere en
diepere kloof in onze Vaderlandsche Kerk aanschouwende,
waardoor de zonen derzelfde oorspronkelijke Moeder ver-
deeld en gescheiden worden , omdat het verschil niet zoozeer
bijzaken raakt, maar geest en hoofdzaak, niet zoozeer op
meeningen en opvattingen betrekking heeft, maar op be-
ginsel en grondslag, ja eigenlijk op de vraag neerkomt:
belijdt gij den Christus naar de Schriften of ontkent gij
Hem als zoodanig;
/r/ verder met ernst overwegende, dat de belijdeniskwestie ,
die het vorige jaar schier de gansche Kerk in beroering
gebracht heeft, door de vereenigde en afmattende pogin-
gen van Synodale Commissie en van Synode zelfs niet
gesust en gebluscht is, maar, wel verre van door de kracht
der waarheid op de conscientiën beslist te zijn, veeleer
onder de asch rustende en smeulende blijft;
25
yeindelijk niet zonder grond vreezende, dat ook het
voorloopig aangenomen Eeglement van kerspel vorming^ of-
schoon met de beste bedoeling ontworpen , om nl. éénheid ^
vrede en liefde onder alle partijen in één zelfde kerkver-
band te bevorderen , tot grootere verdeeldheid ^ verwarring
en verzet in gemeenten en bij besturen zal leiden , indien
het onverhoopt mocht worden vastgesteld en uitgevoerd;
/rom al dergelijke redenen achten de ondergeteekenden
zich niet voor den Heer der gemeente en dat deel der
Kerk, dat hen afvaardigde, verantwoord, zonder in Uwe
achtbare Vergadering het volgende voorstel ter tafel te
brengen.
^De Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk her-
stelle art. 38 Beglement Godsdienstonderwijs in den vorm
van voor 15 Januari 1879, en make provisioneel bv.
gedurende een tijdperk van 10 jaren geene veranderingen
in de r^lementen betreffende de belijdenis , ten einde op
deze wijs, zonder verdere gewaagde proeven te nemen, het
kranke lichaam der Kerk aan de leiding van den Geest
der waarheid over te geven , en den tijd voor te bereiden
tot vertegenwoordiging der Kerk in eene buitengewone Sy-
node, gekozen door de Classicale Yergaderingen als grond-
vergaderingen der Kerk/^
Het voorstel wordt in handen gegeven van de Com-
missie ter zake der belijdeniskwestie.
Nog wordt door den heer Segers naar aanleiding der Voorstelvandenhcer
jl. Zaturdag gelezen mededeelingen van het Provinciaal %«•« tot bevordering
Kerkbestuur van Zuidholland aangaande zijne vergeef- ,trr«h:.:&'*"d'2
sche pogingen om bij het Provinciaal Kerkbestuur van Dordtsche ouderlingen.
Gelderland de ophefBug van de schorsing der Dordtsche
oaderlingen te bewerken, het volgende voorstel ter tafel
gebragt.
«fDe Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde
Kerk kennis gekregen hebbende van de poging door het
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland aangewend om
Mowel in het belang der Hervormde gemeente te Dordt
^^ van den vrede in de geheele Kerk de schorsing van
^Ne ouderlingen te Dordt opgeheven te krijgen, en van
"e weigering van het Provinciaal Kerkbestuur van Gel-
derland om aan dien treurigen toestand een einde te maken.
yOverwegende dat 1®. de oorzaak van het gerezen ge-
schil, 2<*. de onberekenbare gevolgen eener schorsing van
26
den bijzonderen Kerkeraad in zulke aanzienlijke gemeente^
8**. de rechtmatige ergenis , bij velen gewekt door de ver-
oordeeling van mannen^ die ter goeder trouw gedreven
waren door oprechte liefde voor de belijdenis der Kerk
en gehoorzaamheid aan Gods H. Woord ^ 4^ de pogingen
door de buitengewone Synode aangewend om door wijzi-
ging van art. 38 Reglement Godsdienstenderwijs dergelijke
moeijelijkheden in het vervolg te voorkomen, het bestuur
tot gematigheid en vredelievendheid had moeten stemmen;
//spreekt haar leedwezen uit over de weigering van het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland om de schor-
sing op te heffen, en den wensch dat voornoemd bestuur
alsnog besluiten moge aan den ondragelijken toestand te
Dordt een einde te maken."
Dit voorstel wordt voorshands ter inzage der leden gelegd.
Besluit om v^r de Aan de orde is het verslag der Synodale Commissie
behandeling van de aangaande de financiële aangelegenheden , met name in de
dXcommissie^etre^f- ®^ plaats van het fonds voor noodlijdende kerken en
fende gevraagde sabsi- personen ; doch als reeds kennis was genomen van het
dien het verslag dier |jgj,jgf rakende de Correspondenten voor de hulpvragende
Commissie omtrent het . ii » -i i i • -i i i m
fonds van de Bijbelver- gemeenten, blz. 7 , en nu de berekening van de beschik-
taling en den Vervolg- bare middelen voor de toekenning van groote toelagen ter
bundel ter hand te j^^,j j ^ou worden genomen , geeft de Secretaria in over-
nemen ^ o
weging om vooraf het verslag der Commissie , rakende het
fonds van de Bijbelvertaling en den Vervolgbundel op de
Evangelische gezangen , voorkomende op blz. 45 , 46 ^ aan
de orde te stellen. De Secretaria meent, dat alsdan de
bijdrage uit dat fonds ten behoeve van het fonds voor
noodlijdeiide kerken en personen nog iets ruimer zal kun-
nen genomen worden dan door de Synodale Commissie
werd voorgesteld en hierdoor gelegenheid zal gegeven wor-
den om sommige voorgedragen subsidiën, die wegens ge-
brek aan de vereischte middelen moesten worden inge-
krompen, meer met de gebleken behoeften in overeenstem-
ming te brengen. Het voorstel wordt algemeen goedgekeurd.
Kennisneming van Als dan nu bedoeld verslag omtrent het fonds van de
het verslag der Com- Bijbelvertaling en den Vervolgbundel op de Evangelische
missie omtrent even- '* i.i.j ji. «jx « j. i ^«
genoemd fonds; beslui- gezangen ter hand genomen wordt, wordt eerst gelezen
ten omtrent het intns- wat de Commissie mededeelt omtrent de inkomsten van
schen ingekomen rap- j^g^. fonds en daarbij kennisgenomen van het ingekomen
CommissTe rakciSë he°t berigt van de Bijbelcompagnie van 8 Julij, gereg. onder
27
11*. 760, houdende dat het aangewezen bedrag van ƒ 95,16 door haren Secretaris
wegens de geteekende titels van de vertaling van het 8^^^^^^^^^^^^^
Nieuwe Testament over het verloopen halfjaar tegen het ü^he Gezangen en het
einde der maand beschikbaar is, en wordt nu besloten gebruik der bij hetfouds
den Quaestor-generaal tot de ontvangst dezer gelden te ^^J^°^^ ^ J°^^ J
magtigen. dende kerken te verlee-
Na kennisneming vervolgens van hetgeen de Commissie nen subsidiën.
meldt ten aanzien van de beschikkingen over de inkom-
sten van het fonds ^ wordt gelezen een ter tafel gebragt
schrijven van de Commissie van toezigt op den druk en
de uitgaaf der Evangelische gezangen van 24 Junij^ ge-
reg. onder n®. 581 , waarbij het door haren Secretaris Dr.
B, Glasius bezorgde rapport van het hem door de Com-
missie opgedragen onderzoek naar de auteurs der Gezangen
overeenkomstig de uitnoodiging der Synode aangeboden
wordt naet berigt, dat de Commissie eene door haar ge-
authentiseerde naamlijst zoo als die in het rapport voor-
komt aan de Uitgevers der Evangelische Gezangen heeft
doen toekomen om door hen in het vervolg , naar de daar-
omtrent gedane toezegging^ achter de uitgaven der Evan-
gelische Gezangen geplaatst te worden. De Secretaris van
Hasselt voegt daaraan als President der Commissie nog
toe, dat de heer Glaaius geene moeite heeft ontzien om
naar den wensch der Synode een zoo naauwkeurige en be-
trouwbare naamlijst van de auteurs te verkrijgen, als bij
de schaarste van geloofwaardige bronnen maar immer mo-
gelijk was en stelt nu voor dat het belangrijk rapport als
bijlage van de notulen dezer zitting moge gedrukt worden
en ondersteunt zeer het bovendien door den heer Overman
gedane voorstel om den heer Glasius als blijk van
waardering van zijnen arbeid daarvoor uit het fonds een
honorarium van /lOO aan te bieden. Beide voorstellen
worden algemeen goedgekeurd, even als het voorstel van
den President om het rapport aanstonds te doen drukken
opdat de leden der vergadering er te gemakkelijker kennis
van kunnen nemen. Aan de Commissie zal van een en
ander mededeeling worden gedaan met uitdrukking van
den dank der Synode aan de Commissie, inzonderheid
aan haren Secretaris, dat aan hare uitnoodiging op zulk
eene uitnemende wijze is voldaan.
Nog wordt besloten den Quaestor-generaal te magtigen
tot voldoening der door de Commissie bij schrijven van
26 Julij, gereg. onder n®. 598 , overgelegde rekening van
28
kosten van 'het doen afschrijven van drie exemplaren van
het rapport en verschillende geleden verschotten , te zamen
tot een bedrag van / 21.60.
Terwijl nu het verslag der Synodale Commissie voor
kennisgeving , zooveel noodig met goedkeuring , wordt aan-
genomen^ en derhalve ook naar haar advies goedgekeurd
wordt ^ uit het fonds de som van f 1500 ten bate van
de noodlijdende gemeenten te doen komen ^ wordt, als thans
uit eene door den Quaestor-generaal opgemaakte berekening
blijkt, dat de in deze maand te maken rente er onder
begrepen bovendien eene som van ^190 voorhanden zal
blijven , wordt naar het voorstel van den Secretaris besloten
om ook deze gelden voor de aan bedoelde gemeenten toe
te stane subsidiën te gebruiken.
Berekening der nn Als hierna tot het Opmaken van het bedrag der bij het
voor graaelde subsidiën foy^jg van noodlijdende kerken beschikbare middelen voor
bescnikbare middelen. , ^^i ji^ iii^j/^.
de groote toelagen wordt overgegaan, verklaart de Quaestor-
generaal geen bezwaar te hebben tegen het advies der
Synodale Commissie, blz. 8, om het bedrag der buiten-
gewone ontvangsten op /" 2000 te ramen, daar dezer dagen
nog eene belangrijke gift bij hem is ingekomen. In over-
eenstemming met de in de memorie van den Quaestor-
generaal blz. 64 en 65 voorkomende gegevens, wordt de
opbrengst der collecte dezes jaars geraamd op / 19000
de rente op - 5000
de buitengewone ontvangst op - 2000
waarbij nu komt f 1690 uit de middelen bij
het fonds van de Bijbelvertaling en den
Vervolgbundel -1690
zamen . . . / 27690
waarvan echter afgaat voor de kleine
toelagen /* 10000
en voor administratiekosten van den
Quaestor-generaal - 400
^ - 10400
zoodat voor de groote toelagen beschikbaaar blijft / 17290
doch volgens de mededeelingen der Synodale Commissie de
aanbevelingen aan de Begering het bedrag van / 6000
bezwaarlijk zullen kunnen overschrijden.
29
De voordra^ten der Syuodale Commissie worden thans , Voorloopige beslui-
^1 " . I . 1 I •, ten op de voordraKten
overwogen , en daarop naar gewoonte voorloopig de volgende der Synodale ConüLie.
besluiten genomen:
aan Millingen toe te staan f 1400;
de subsidie voor Qroesbeek^ nu de middelen dit
toelaten ; te stellen op / 1100, doch het bij adres van
15Janij, gei^^g. onder n^ 558, gedaan verzoek om ver-
ganning tot onderhandsche aanbesteding, als strijdig met
het Reglement, af te wijzen;
aan Zevenhoven^ om de redenen , door de Commissie
genoemd, niet meer dan f 1000 toe te staan;
aan Driehuizen / 1200 subsidie toe te kennen:
het cijfer der subsidie voor Kleverskerke tot ƒ 1800 te
beperken, doch met aanbeveling voor rijkssubsidie tot^het
bedrag van f 1200;
aan Molkwerum nog eene ondersteuning met / 1000
te verstrekken ;
voor Haulerwijk / 2000 uit het fonds beschikbaar te
stellen, doch insgelijks met aanbeveling aan de Begering
van rijkssubsidie tot gelijk bedrag;
bet verzoek van Kerkvoogden te Weerselo in advies te
liondeo, ten gevolge van door den heer Douwes over-
gebragte mededeelingen van den consulent der gemeente,
dat aldaar onderscheidene gegoede en daaronder zelfs zeer
gegoede leden zouden zijn. Ofschoon daartegen het eenparig
advies der Kerkelijke Besturen en van het Provinciaal Col-
legie van toezigt door onderscheidene leden voldoende geacht
wordt om aan de gemeente aanspraak op subsidie toe te
kennen, zijn vele andere leden van oordeel, dat de gedane
mededeelingen van zulken aard zijn, dat de Synode zich
niet ontslaan kan van de verpligting om een onderzoek in
te stellen , of de gemeente werkelijk als hulpbehoevende kan
worden beschouwd. Hierom wordt na gehouden beraadslaging
besloten de mededeelingen van den consulent in handen te
stellen van de Synodale Commissie^ met opdragt om ter
zake een nauwkeurig onderzoek in te stellen, maar met
magtiging tevens om, wanneer uit het ingestelde onderzoek
^ken mogt, dat de gemeente werkelijk aanspraak op
ondersteuning heeft, haar al vast vergunning tot de aan-
besteding en het bouwen te geven, om hierdoor het
nadeel van uitstel van een geheel jaar te verhelpen;
aan Grootegast de voorgedragen subsidie van/'680
te verleenen;
30
insgelijks aan Stilswerd subsidie tot het bedrag van
f 2400 toe te staan;
Vierlingsbeek met / 1400 te ondersteunen en voor
rijkssubsidie tot gelijk bedrag aan de Begering aan te bevelen ;
de subsidie uit het fonds voor Besoyen, nu de
middelen het toelaten naar de werkelijke behoefte f 1480
te doen bedragen met aanbeveling voor rijkssubsidie tot het
voorgedragen bedrag van / 1400 ;
aan Bergeik thans ook , na kennisneming van een
sdirijven van kerkvoogden ^ rakende de aanbesteding , van
9 Junij , gereg. onder n°. 547 en bij goedkeuring van de
handelingen der Synodale Commissie ten deze , subsidie tot
het voUe bedrag der behoefte, namelijk van f 862 te
verleenen.
Tegen het advies der Synodale Commissie, om het ver-
zoek van Kerkvoogden te Wesikapelle af te wijzen , heeft de
vergadering bedenking, met het oog op den beschreven
loop van zaken , in de overtuiging dat kerkvoogden
volstrekt buiten magte zouden zijn om de middelen tot
dekking van het aanzienlijk tekort te vinden , wanneer de
gemeente gansch hulpeloos zou gelaten zijn en de reeds
toegezegde subsidie van f 2500 van het Rijk ook voorde
kerk verloren zijn. Het wordt betreurd, dat de middelen
der Synode niet toelaten om geheel in den nood dezer
gemeente te voorzien, wat ook door onderscheiden leden
bedenkelijk zou worden geacht uit aanmerking van het
belangrijke cijfer der reeds toegestane subsidie. Nu intusschen
door het besluit omtrent We er se 1 o eene som van /' 1000
vrijgevallen is en daarvan , na de genomen besluiten , nog
f 968 beschikbaar zou blijven, wordt onderling overlegd
aan de gemeente te Westkapelle hiervan nog / 500 toe te
staan , en Kerkvoogden te raden , dat zij zich nog aan de
Eegering om eene nieuwe rijkssubsidie van /lOOO adres-
seren, en toestemming vragen van het Provinciaal Kerk-
bestuur tot het houden van eene provinciale collecte om
in het overblijvende tekort te voorzien, terwijl aan het
Moderamen wordt opgedragen den Minister de hernieuwde
ondersteuning der gemeente aan te bevelen.
Wat betreft de aanvraag voor Qrijpskerke, vereenigt
de vergadering zich met het advies der Synodale Commissie
om het verzoek, zooals het daar ligt, af te wijzen.
Bij de kennisneming van de voordragt der Commissie
omtrent de aanvraag voor Eindhoven, mede leidende tot
81
het advies om deze aanvraag af te wijzen j wordt nog gelezen
een berigt van den Minister van financiën van 9 Junij^
gereg. onder n^ 541 , houdende dat de Minister na bet
rapport der Synodale Commissie , en overwegende dat de
geldcD, die bij de staatsbegrooting voor kerk- en pastorij-
bouw zijn toegestaan, uitsluitend zijn bestemd voor hulp-
belioe?encle kerkgemeenten , die de noodzakelijke bouw- of
herstelwerken beperkt tot de volstrekte behoefte^ zonder
een matig subsidie uit de staatskas niet tot stand te brengen ,
dat de bouw eener nieuwe kerk te Eindhoven, welke
gemeente nog geen 200 zielen telt , blijkens de opgemaakte
b^ooting van kosten , is geraamd op het aanzienlijk bedrag
Tan / 15.600, en zulk een kostbaar bouwplan minder
Toegt aan eene gemeente, die zelve niet meer bijdraagt
dan f 1350 en het overige vraagt aan subsidiën van het
Kijk en van de Synode , aan Kerkvoogden te kennen heeft
g^even, dat er geen termen zijn gevonden om aan het
verzoek om rijkssubsidie gunstig gevolg te geven. De heer
van Lakerveld deelt nu mede dat dit besluit des Ministers
bi] de gemeente eene groote teleurstelling heeft verwekt en
bevreemding tevens , vooral ook omdat , volgens betrouwbare
opgaaf van den predikant, hier blijkbaar eeue vergissing
schaflt betreffende het aantal zielen, dat 426 zou bedragen.
Deze mededeeling doet bij onderscheidene leden den wensch
ontstaan, dat nog beproefd zou worden den Minister op
zijn besluit te doen terugkomen; doch daar anderen ten
dezen in elk geval een nader onderzoek noodig oordeelen ,
en het verzoek met het oog op het aanzienlijke der aan-
gevraagde som, zooals het daar ligt, bezwaarlijk voor
iBwilliging Tatbaar achten, zoo wordt besloten het verzoek
in advies te houden , en Kerkvoogden uit te noodigen , dat
zij bij hernieuwde aanvraag eene juiste opgaaf doen van
het getal zielen, en bij de weder over te leggen begrooting
haar tot de volstrekte behoefte beperken , en trachten de
bijdrage van wege de gemeente aan te bieden, desnoods
door hulp van elders, aanmerkelijk te verhoogen , dewijl de
tój de Synode voorhanden middelen volstrekt niet het ver-
leenen van groote subsidiën gedoogen.
Daar na de genomen besluiten de som van f 468
bij het fonds beschikbaar zou blijven, wordt nog, op de
mededeeling van den heer Riedel, dat de gemeente te
Molkwerum bezwaarlijk de gelden zou kunnen bijeen-
brengen om het overblijvende tekort te dekken, besloten
32
de thans voorloopig toegestane subsidie tot f 1450 te
verhoogen.
Beslait omtrent een Ter tafel komt nog een van den Minister van Financiën
door den Ministervan j^^yj jjg Synodale Commissie gerigt verzoek, bij schrijven
vi^ omtre^nt^?e*n ver- v^^^ 19 Junïj ""*• 1^* g^reg. onder n». 569, om ter zake
zoek om rijkssubsidie van een overgelegd adres van Kerkvoogden te Lich ten-
ton behoeve van de^^^j^g ^^ rijkssubsidie in de kosten der herstelling van
gemeenteteLichten- , , , 2 x ocq/i u • j. r • * • i.
voorde. de kerk geraamd op f 2534, en om berigt of er uitzigt
bestaat dat ter voorschreven zake Synodaal subsidie zal
worden verleend.
Wordt besloten aan den Minister te melden , dat er van
Kerkvoogden van Lichten voorde nog geen verzoek om
subsidie bij de Synode is ingekomen en dat ook, indien
dit nog in mogt komen , daarop in dit jaar geen beschik-
king zou kunnen genomen worden , en het derhalve ge-
wenscht is, dat de Minister in het loopende jaar op bet
verzoek om rijkssubsidie geen gunstige beschikking neme,
dewijl de gemeente, zoolang zij geen subsidie van de
Synode verkrijgt, daarmede weinig of niet gebaat zoude zijn.
Slnitiüg der vierde De vergadering wordt hierop tot morgen verdaagd en
^^**^°S- wordt de zitting hiermede gesloten.
J. J. L. LüTi,
President.
VIJFDE ZITTING.
Dingsdag den 27st6ii Julg 1880.
De Quaestor-generaal tegenwoordig; de heer Bruna
wegens ongesteldheid afwezig.
Na opening der zitting worden de notulen van de zit- Opening der v^fde
ting van gisteren gelezen en goedgekeurd. zitting.
Daar geen der leden gebruik maakt van de gelegenheid Bealait tot het vor-
om het gros van predikanten en ouderlingen voor de ver- °^®" ^**^ drietallen
vulling der bij de Synodale Commissie openvallende plaatsen openvaUend7°lJ«at»OT
Aan te vullen , wordt het gros gesloten verklaard en zullen b\j de Synodale Com-
daatuit tegen het einde der zitting de noodige drietallen °"'''®'
gemaakt worden.
De gisteren omtrent de aanvragen van subsidie uit het Vaststelling der sub-
fonds "voor noodlijdende kerken en personen voorloopie "^"* ^"^ "°*^^y^®"^®
* flTcnieenien
genomen besluiten worden nu voor goed vastgesteld.
Van de verschillende mededeelingen der Synodale Com- Kennisneming van
missie nog betrekking hebbende op de aangelegenheden gyn^^e"^ Co"^^^^
van evengenoemd fonds ^ blz. 252 — 89 wordt thans achter- rakende de aangelegen-
eenvolficens kennis trenomen, en die alle voor zoo veel ^*^®^ van het fonds
2' . jii_ • T_ • • voor noodlijdende ker-
Doodig met goedkeuring voor kennisgeving aangenomen , ten «n penonen, en
terwijl aan een door tusschenkomst der betrokken Besturen beslnit omtrent de nit-
ingekomen verzoek van Kerkvoogden te Ootmarsum ^®**^*°K ''^ *"te^^
dd. 10 Jolij, gereg. onder n°. 879, om uitbetaling der ootmarsnm!"
toegekende subsidie van f 700 besloten wordt onmiddel-
lijk gevolg te geven door den Quaestor-generaal tot die
Tiitbetaling te magtigen.
Aan de orde komen nu de aangelegenheden van het Als voren, van het
fonds tot voorziening in de geestelijke behoeften van ge- ^^Jf jjj°de^de
meenten waar eigen middelen ontbreken , waarover het aangelegenheden van
verslag der Synodale Commissie blz. 39 — 42 handelt. Alle bet fonds ter voorzie-
door de Commissie gedane voordragten tot toekenning ^^«.Ltn'^n!
34
ten waar eigen midde- van toelagen voor het bedrag als waartoe zij adviseert
^o^ betrekkluke ^Ibe- ^^'^^^ achtereenvolgens goedgekeurd , ook tot toekenning
siaiten. voor het eerst van eene toelage van f 200 aan de gemeente
te Hollandsche Veld tot bezoldiging van den gods-
dienstonderwijzer Robbers. Het verzoek van den predikant
H, P. Brandt te 'sHeerenhoek wordt overeenkomstig
het advies der Synodale Commissie afgewezen, terwijl het
verzoek van den predikant teRossum, omeene bijdrage
voor de belangen van het Godsdienstonderwijs tot de zit-
ting van Donderdag a.s. wordt aangehouden , tegen welke
zitting het verleden jaar aangehouden rapport van den heer
van Hoorn, Hand. blz. 21 volgg. , aan de orde wordt
gesteld ten einde tot een besluit te komen omtrent het
gebruik van de voor het Godsdienstonderwijs ingezamelde
gelden.
Na kennisneming vervolgens van een ingekomen berigt
van het Provinciaal Kerkbestuur van Noordholland
van 15 Junij, gereg. onder n°. 577, omtrent den finandëlen
toestand van de gemeente te Bussum, wordt besloten
vooralsnog die gemeente in het genot te laten der voor
het predikantstractement toegekende toelage van f 200.
De vermelde toekenning van toelagen van f 50 voor de
opleiding tot de betrekking van Godsdienstonderwijzer -wordt
goedgekeurd , waarna overeenkomstig het verlangen der Syno-
dale Commissie weder de som van f 600 voor haar ter
beschikking gesteld wordt voor onvoorziene behoeften.
Als voren, rakende Hierna wordt het verslag der Synodale Commissie ,
de aangelegenheden van rakende de aangelegenheden van het fonds voor de kosten
ten vTn^hT'^Hooger ^^^ ^^^^ Hooger Onderwijs, voorkomende op blz. 46 volgg.
Onderwijs. iu behandeling genomen , en al aanstonds met groote be-
langstelling en waardering kennisgenomen van de tot stand
gekomen regeling van de tractementen en het pensioen der
kerkelijke hoogleeraren.
Insgelijks wordt van de mededeeling der Synodale Com-
missie op blz. 50 — 52 omtrent het terugbekomen der vrije
beschikking over de bijdragen der studenten voor het
onderwijs der hoogleeraren met gelijke belangstelling kennis
genomen en waardering evenzeer van ^e zorg, waarmede
de Synodale Commissie ook in deze de belangen van het
Kerkelijk Hooger Onderwijs behartigd heeft. Haar berigt
omtrent de storting van de opbrengst der in 1879 ontvan-
gen bijdragen wordt voor kennisgeving aangenomen.
36
Ook wordt na^ zooveel noodig met goedkeuring, voor
kennisgeving aangenomen , wat de Commissie blz. 52 mede-
deelt omtrent hare beschikkingen op verzoeken van studen-
ten om vrijstelling van de betaling der bijdrage , terwijl
de vergadering ook van oordeel is ; dat de na den gestel-
den termijn ingekomen verzoeken , blz. 63 vermeld ,
buiten behandeling moeten blijven , en de redenen , waarom
7olgens mededeeling van den Secretaris , de Spoed-commissie
niet heeft voldaan aan het verzoek van een student om
terug te komen op de afwijzing van zijn verzoek om vrij-
stelling, gereg. onder n^ 668, algemeen gebillijkt worden.
Tvee sedert nog ingekomen verzoeken om vrijstelling,
gereg. onder n^ 682 en 904^ zullen tot de Synodale
Commissie worden overgebragt.
Het voorstel der Commissie tot verandering van art. 16
van het fieglement op het hooger onderwijs om het ver-
leenen van vrijstelling af te schaffen , doch dan ook het
cijfer der bijdrage tot f 25 te verminderen vindt bij de
meeste leden der vergadering om de. door de Commissie
aangevoerde redenen grooten bijval. Het voorstel van een
der overige leden om voor enkele bijzondere gevallen nog
de gelegenheid tot het verleenen van vrijstelling open te
laten nndt geene ondersteuning. Zijn daar ook die niet
tot de voorgedragen verandering wenschen mede te wer-
ken, om reden voornamelijk dat volgens hen de verlaging
der bijdrage te kort zou doen aan de waardering van
het kerkelijk hooger onderwijs en de gelegenheid zou
a&nijden om b.v. tot aanmoediging der studie in de God-
geleerdheid beurzen op te rigten , daartegen wordt opge-
merkt, dat het voor ieder duidelijk zal zijn, dat de ver-
andering slechts in het algemeen belang der studenten
wordt voorgesteld en, indien zij wordt aangenomen, het
fonds genoeg zal aanwassen, om desverlangd ook tot het
oprigten van beurzen gebezigd te worden. Na gehouden
beraadslaging wordt het voorstel in stemming gebragt en
met veertien tegen vier stemmen aangenomen, zoodat het
aan de consideratiën der Provinciale Kerkbesturen en
Classicale Vergaderingen zal worden onderworpen.
De overblijvende tijd der zitting wordt ingenomen door Drietallen voor de
de zamenstelling van twee drietallen voor de vervalUng :;SS«p,fLnTs
Qer bij de Synodale Commissie openvallende plaatsen. deSTnodaleCommissie.
Op het drietal van predikanten worden na achtereen-
36
volgende stemmingen gebragt de heeren H. Steenberg ^
predikant te Amsterdam, «7. P. Brumwold Riedel en
G, «7. van Lakerveld, leden der Synode^ laatstgenoemde
met het lot tegen den heer Bouwes.
Op het drietal van ouderlingen worden geplaatst de
HH. mr. W, B. S, Boeles en mr. J", C. Bergsma, beiden
oud-ouderlingen te Leeuwarden, en dr. C, G. von
Reeken, oud-ouderling te Haarlem.
Benqeming aanstaande Donderdag.
Sluiting der vgfde De Vergadering wordt hierna tot morgen verdaagd,
^^'^"*S- waarmede de tegenwoordige zitting gesloten wordt.
J. J. L. LuTi, President.
ZESDE ZITTING.
Woensdag den 28 Julq 1880.
De Quaestor-generaal tegenwoordig.
Na opening der zitting , worden de notulen van gis- Opening der zesde
teren gelezen en goedgekeurd. zitting.
De Quaestor-generaal deelt mede^ dat wat in zijne Mededeeling vanden
memorie, blz. 72, voorkomt betrekkelijk de weigering van Quaestor-generaal ra-
de gemeente te O ld e markt om de contributie voor de .^'°^* ^"^ T^m'^"^
Al -rrr i i n . ^^ gemeente Olde-
Algemeene Weduwenbeurs te voldoen, waaromtrent van markt van de con-
hem opheldering gevraagd was, volgens nader door hem ^"botie voor de Alge-
gedaan onderzoek op een misverstand rust en bedoelde """'"" Weduwenbeurs.
contiibutie voldaan is geworden.
^aar gegeven aanleiding vraagt de Quaestor-generaal Inlichting van den
het gevoelen der vergadering, of de heer l^t. A, Knijper ,^^^'f'^:^Z^^^\T%
,. f.., •• i-j X 1- j m j ï^ "^ ' gaande de bevoegdheid
die tijdens zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer, aan der Hoogleeraren vau
de weduwenbeurs als eervol ontslagen predikant f 20 be- ^®v"je universiteit tot
taalde , thans nu hij de betrekking van hoogleeraar aan ^^^^^^ '^^^J^;,
de opgerigte vrije Universiteit bekleedt met de betaling beurs,
van f 10 zou kunnen volstaan, en derhalve ook niet meer
zou moeten gevorderd worden van de heeren Dr. Hoede-
maier en Dr. Ruigere , die eveneens de betrekking van
hoogleeraar aan genoemde Universiteit aanvaard en hun
eervol ontslag uit de betrekking van predikant bekomen
hebben. Na eeuige beraadslaging komt de vergadering
met algemeene stemmen op een na er in overeen , dat de
bepaling in het Reglement op de Algemeene Weduwenbeurs
omtrent de bevoegdheid tot deelneming in die beurs van de
Universiteits- en de Kerkelijke Hoogleeraren niet van toepassing
tan zijn op de Hoogleeraren der vrije Universiteit , uithoofde
deze eerst na de laatste in dat Reglement wegens de in-
gevoerde nieuwe regeling van het hooger onderwijs voor
de opleiding van Evangeliedienaren bij de Nederlandsche
Hervormde Kerk gemaakte veranderingen in het leven is
38
geroepen en ook in geenerlei betrekking staat tot onze
Kerk^ zoodat willen de genoemde heeren deel aan de AI-
gemeene Weduwenbears blijven nemen ^ zij hiertoe alleen
als buiten redenen van gezondheid of leeftijd ontslagen
predikanten bevoegd^ maar dan ook tot betaling der jaar-
lijksche contributie van f 20 verpligt zijn.
Voortzetting van de ^ij voortzetting alsnog van de behandeling van het
behandeling van het verslag der Synodale Commissie over de aangelegenheden
Veralag der Synodale ^^^ j^g|. j^^^^ ^^^^ jg j^Qg|.g„ ^^^ j,gj. HoOger Onderwijs
Commissie rakende het _ , iikoi-k ^ a ^t
fonds voor de kosten wordt wat daar blz. 00 — 55 voorkoQit omtrent de voor-
van het hooger, on- loopige voorziening in de kosten van het voorbereidend
vfnie Wr^^an l^^^l^^^^^ e^a"'^" ^^' candidaten in de godgeleerdheid
de Classicale Vergade- goedgekeurd met waardering van de daarbij vermelde
ringvan Onderden- welwillendheid der Curatoren van de Bijks-Universiteiten.
Sk**^6toln*\°an Hierna komen de blz. 66, 57 vermelde voorstellen der
znlk een fonds en ver- Commissie rakende het gebruik en beheer van het fonds
schillende beslaiten op ^an de orde. Bij de beraadslaging over deze voorstellen
de vwstSlen derCoi^ ^®®'^ ^® ^^^^ ^outoeg mede, dat onder de consideratiën
missie omtrent het van de Classicale Vergadering van Onderdendam om-
gebrmk van het fonds ^^g^^ jg voorloopig aangenomen veranderinffen in het
met afwijzing van een -. , a i_ * i j •• • i ««»*
voorstel van den heer Reglement op het hooger onderwijs eene overweging voorkomt
Roodhuyzen om den tegen het bestaan van een afzonderlijk fonds voor de
Hoogleeraren in de ^^g^^^ ^^„ j^^^ j^o onderwijs uit aanmerking dat de
hun voor het pensioen _ . i^ l-j • j ai i ;i««
opgelegde korting van daarvoor gestorte bijdragen m de Algemeene kas zouden
het tractement te ge- moeten gestort worden. De vergadering oordeelt evenwel
moet te komen. j^^ ^^^e consideratie niet opgaat , uithoofde de Algemeene
kas slechts dient voor de kosten van bestuur, en dat ook,
terwijl nimmer de bevoegdheid der Synode tot het oprigten
van afzonderlijke fondsen voor bijzondere belangen be-
streden is geworden noch ook op grond der Eeglementen
in twijfel kan gesteld worden, het aan haar, die volgens
het door de Kerk goedgekeurde Beglement op het hooger
onderwijs de bijdragen voor het kerkelijk hooger onderwijs
ontvangt, volkomen vrijstaat in het belang van een ordelijk
beheer, die tot een afzonderlijk fonds zaS,m te brengen. .
Van de voorstellen der Synodale Commissie vindt het
eerste bij de vergadering algemeenen bijval. Daar evenwel
uit den aard de kosten aan de kerkelijke examina en
van drukwerk als ook des noodig van gemeenschappelijke
localen voor het houden der lessen en het afnemen der
examina aanmerkelijk kunnen verschillen, wordt naar
voorstel van den heer Almgh Prins besloten, den hoog*
39
leeraren de bevoegdheid te geven deze afzonderlijk bij de
Synodale Commissie in rekening te brengen, en nu het
jaarlijks voor het aanschaffen van belangrijke boekwerken
tot blijvend gebruik van het kerkelijk onderwijs aan elke
Universiteit te openen crediet te bepalen op de som van
{ 250, voor allen te zamen derhalve op de som van f 750.
Daar de aanneming van het tweede voorstel naar veler
meening eene verandering van art. 12 van lietBeglement
op de kosten noodzakelijk zou maken, vinden onder-
scheiden leden daarin voorshands bezwaar, terwijl er ook
zijn, die oordeelen, dat de kosten aan de benoeming
nn nieuwe hoogleeraren verbonden, onder de bestuurs-
kosten moeten gerekend hebben, die ten laste der Alge-
meene Kas komen, zoodat het voorstel na eenige beraad-
slaging met elf tegen acht stemmen wordt afgewezen.
Het derde voorstel betrekkelijk het honorarium van den
Quaestor-generaal en de tegemoetkoming aan de Quaestoren
in de Universiteitssteden toe te kennen , met ingang van
1 Januarij 1879, wordt algemeen goedgekeurd, als ten
vooïgaanden jare reeds billijk geacht.
Itog wordt door den heer Èoodhuyzen voorgesteld aan
de kerkelijke , hoogleeraren voor de korting, welke hun
tractement in de eerste vijf jaren zal ondergaan voor hun
pensioen, gedurende dien tijd met eene toelage van f 400
'sjaars te gemoet te komen, tot dat voorstel aanleiding
nemende uit de mededeeling der Synodale Commissie blz.
56 dat drie leden dier Commissie zulke tegemoetkoming
hadden voorgestaan, en wel tot een bedrag van f700
's jaars aan eiken hoogleeraar ; hij voegt daarbij dat hij
in overleg met den Quaestor-generaal, die de aanneming
van het voorstel wenschelijk acht, gemeend heeft het be-
drag tot f éOO te moeten beperken.
Tot aanbeveling van het voorstel brengt de heer Rood-
hyzen voornamelijk in het midden, dat de kerkelijke
hoogleeraren ten gevolge der bedoelde korting, althans
in de eerste drie jaren niet meer dan f 3200 ^s jaars
«nllen genieten, wat niet geëvenredigd kan geacht worden
^ hunne behoeften , in aanmerking ook genomen dat
zij vele buitengewone uitgaven hebben. Ofschoon nu ook
S de beraadslagingen over dat voorstel algemeen hulde
gebragt wordt aan de bedoeling van den heer i^öörf/iw^^^öw,
worden de meeste leden door de redenen , welke de meer-
derheid der Synodale Commissie terughielden om zulk
40
eene tegemoetkoming voor te stellen , insgelijks van de
ondersteuning van het voorstel teruggehouden, terwijl bij
hen ook weegt dat bij de tot stand gebragte regeling van
de tractementen en het pensioen der kerkelijke hoog-
leeraren zoo veel mogelijk te gemoet is gekomen aan het
bezwaar der korting en de bedenking ook, dat het voor
de verhouding der hoogleeraren tot de studenten niet
wenschelijk is te achten , dat de tegemoetkoming uit hunne
bijdragen zou moeten gevonden worden. In stemming ge-
bragt wordt het voorstel met zestien tegen drie stemmen
verworpen. Bij de stemming hadden de Hoogleeraren zich
van het uitbrengen hunner adviserende stem onthouden.
Verslag van het Door de heeren Bruna en Overman wordt bij monde
8pra^°*van*^het Pro'- ^^^ eerstgenoemde rapport uitgebragt ter zake der in
vinciaal Kerkbestuar hunne handen gestelde uitspraak van het Provinciaal Eerk-
vau Zuidholland bestuur van Zuidholland, luidende als volgt:
en overeenkomstig oe-
sluit tot aanneming
voor kennisgeving. MiJNB HbEEBN EN BrOEDEES !
In onze handen is ten fine van onderzoek gesteld eene
beslissing in zake van tucht van het Provinciaal Kerk-
bestuur van Zuidholland, gereg. onder n*^. 68. Zij
betreft den diaken der Hervormde Gemeente te Herkingen
A. Klein, die wegens verzuim in de uitoefening van zijne
kerkelijke betrekking uit die betrekking is ontzet met
vervallen verklaring van de bevoegdheid tot het bekleeden
van kerkelijke bedieningen voor den tijd van vijf jaren.
Wij hebben die beslissing onderzocht en op de daarin
voorkomende omschrijving en qualificeering der feiten
gelet, doch geene schennis of verkeerde toepassing van
eenig artikel der fieglementen gevonden , zoodat naar onze
meening aan genoemd Kerkbestuur ter zake geene op-
merkingen naar art. 29 van het Regl. voor kerkelijk op-
zicht en tucht zijn mede te deelen. Wij adviseeren daarom,
het ontvangen afschrift voor kennisgeving aan te nemen.
G. Bruna.
B. A. Overman.
Dit rapport wordt terstond in behandeling genomen en
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
41
Nog wordt door den heer van Eerde , namens de be- , ^vv^^ der betrok-
.11^ .. ^ *L t^ A. j. 11 «Il Commissie aan-
trokken Commissie rapport mtgebragt ter zake der voor- gaande de voorloopig
loopig aangenomen verandering van art. 14 7^ van het aangenomen ?eraDde-
Reglement voor de Kerkeraden , en wordt dit rapport "°8 v»» "tji^ ^**;
voor latere behandeling inzage der leden voor ter tafel ™r de Kerkraldeo?
gelegd.
Het rapport Inidt als volgt:
MuNB HbbsbnI
Aangaande de ten vorigen jare voorloopig aangenomen
verandering in art. 14 7°., Reglement voor de Kerkeraden
zijn van de Provineiale Kerkbesturen en Classicale Ver-
gaderingen de volgende consideratiën en adviesen inge-
komen.
Wij doen de opmerking vooraj^gaan, dat bijna allen
zich door de meest mogelijke kortheid kenmerken , dat
zelfs hier en daar de voorgestelde ampliatie geen punt
van opzettelijke beraadslaging heeft uitgemaakt, zeker
omdat de tijd door gewigtiger werkzaamheden in beslag
vreid genomen , en dat er zelfs gevonden worden die niet
van hunne meening deden blijken.
De JCerkbesturen van Gelderland, Noordholland
en Zuid hol land hebben geene bedenkingen en wenschen
het voorloopig aangenomene definitief vastgesteld. — In
Zeeland vereenigen zich vtjf leden met de wijziging.
Eén lid verklaart er zich tegen, omdat hij vreest, dat
zij verwarring ten gevolge zal hebben. Er zullen toch
kerkeraden zijn, die er de hand niet aan houden. Er
zullen onjuiste data worden opg^even. Er zijn menschen ,
die hun eigen ouderdom niet kennen. Men moet het den
Kerkeraden niet te lastig maken , die , zoo zij eenige inlich-
tingen ter zake wenschen , die bij den ambtenaar van den
Burgerlijken Stand kunnen verkrijgen. De vijf eerstgenoem-
den zonden echter willen lezen : geboortejaar en geboorte-
dag. — Het oordeel van Utrecht omtrent het voorgestelde
is gunstig. — In Friesland werden geene bezwaren
gemaakt, behalve dat drie leden het moeijelijk , ja dikwijls
onmogelijk vinden , aan het vereischte : //de vermelding van
den geboortedag'^ te voldoen. — Overijssel raadt met
eenparige stemmen de ampliatie aan. — Ook Gro.ningen
verklaart zich er voor. — Insgelijks Noord-Brabant met
Limburg dat het tevens wenschelijk zou achten, om bij
42
de belijdenisaflegging den Kerkeraden de verpligting op te
leggen, den leeftijd der lidmaten op te vragen, en in het regis-
ter op te nemen, en in 8^ van hetzelfde artikel 14 achter b
te plaatsen //van lidmaten^ met vermelding van den geboorte*
dag, zooveel de manslidmaten betreft. — Drenthe keurt
de wijziging af, omdat men , volgens zijn oordeel , den
Kerkeraad niet te veel lasten moet opleggen , en zou het ^
in elk geval, wenschelijk achten, dat het vermelden van
den geboortedag op eene lidmaatsattestatie slechts in met
het oog op de stemgeregtigdheid twijfelachtige gevallen
gelast worde. — De Waalsche Commissie wederom
keart de wijziging met eenparige stemmen goed , met het
oog op het Beglement op de benoeming van ouderlingen
enz. , terwijl één lid verder wenscht te gaan , en de woor-
den: //Zooveel de manslidmaten betreft ,^^ te doen vervallen.
Wij gaan nu over tot de Classicale Vergaderingen.
Atn hem adviseert, tusschen de woorden: /ymet ver-
melding van," en yvan den geboortedag," in te voegen :
//Zooveel mogelijk." — Nijmegen berigt: zonder discussie
aangenomen met algemeene stemmen. — Te Ti el ook
wordt de aanneming als zeer gewenscht beschouwd. — Te
Harderwijk adviseert de meerderheid gelijk te Arnhem ,
dat tusschen gevoegd worde: // zooveel mogelijk."
Te 'sGravenhage verklaren zich sommige leden
voor, maar de groote meerderheid is er tegen. Wordt de
voorgestelde bepaling in de wet opgenomen, dan zal elke
Kerkeraad in culpa zijn, die een attestatie zonder geboorte-
datum afgeeft; vooral in grooter gemeenten zal de maatregel
tot allerlei bezwaren en moeiten aanleiding geven. En al
die moeite zal zijn , ter wille van betrekkelijk weinige per-
sonen , van wie het quaestieus is , of zij al dan niet stem-
geregtigd zijn. — Rotterdam raadt tot de aanneming. —
Ook Dordrecht is over 't algemeen gunstig gezind;
men meende hier echter de Synode te moeten verzoeken ,
maatregelen te nemen en te bepalen , op welke wijze men
zal kunnen geraken tot eene juiste kennisneming van den
dag der geboorte van de manslidmaten. — Gouda en
Haarlem kunnen almede er zich mee vereenigen.
Ook Alkmaar, als slechts bepaald wordt, dat de ver-
melding van den geboortedag zooveel mogelijk zal geschie-
den, daar het dikwerf onmogelijk zal zijn. — Hoorn
betuigt eenparig zijne instemming. — E dam evenzoo,
maar is daarbij van oordeel , dat het even nuttig en noodig
43
is , den maatregel ook op vrouwelijke lidmaten toe te passen.
Men wees er op, dat er kantonregters zijn , die geen regle-
ment in zake kerkbeheer als geldig erkennen , tenzg het
is aangenomen door mannelijke en vronwelijke stemgereg-
tigden ; ook daarop , dat vooral in groote gemeenten vele
meisjes en vroawen in het lidmatenboek staan opgeschreven
die dezelfde voor- en achternamen voeren , zoodat bij ver-
trek of sterven het soms moeijelijk is, uit te maken, wie
eigenlijk bedoeld wordt.
Te Middelburg verklaren zich 43 leden voar^ en
4 leden tegen de nieuwe redactie van het artikel. —
Zierikzee acht ze met algemeene %\/cmme{i aannemelijk. -~
Te Goes achten haar van de 56 leden 28 onraadzaam, —
Te IJ ze n d ij k e vindt zij bij niemand bezwaar.
Te Amersfoort adviseert men eenparig voor de goed-
keuring. — Hetzelfde doet de Vergadering van Wijk.
Leeuwarden stelt voor, de nieuwe redactie dus te
doen luiden : //met vermelding van het jaar en den dag
der geboorte^^ enz. Te Sn eek acht men de verandering
algemeen gewenscht. Franeker neemt ze aan bij accla-
matie. Heerenveen geeft in bedenking, met het oog
op het Eeglement op de kerspel vorming, de woorden:
//Zooveel de manslidmaten betreft'^, weg te laten.
Zwolle adviseert tot de definitieve vaststelling der ver-
anderingen. Deventer daarentegen vindt zij bij alle leden
der vergadering (45) onvoorwaardelijke afkeuring. Want 1®.
de opgave van den ouderdom heeft geene nuttigheid j de
stemgerechtigde weet zelf zijn leeftijd, en zoo hij ooit op
het denkbeeld kwam, te vroeg in eene nieuwe gemeente
deel te willen nemen aan de stemming , en zich ouder aan
te geven dan hij is , niemand , die er geen register van
den burgerlijken stand op na houdt, kan hem controleren;
2°. velen , vooral uit den minderen stand , weten niet , op één
of twee jaar na , hoe oud zij zijn ; doen zij eene verkeerde
opgave, dan zon de verkeerdheid gestempeld worden door
den Kerkeraad, die de attestatie gaf, of weder zou men
er een register van den burgerlijken stand op na moeten
houden; 8^ het baart een ondoelmatigen en werkelijk
iioodeloozen omslag.
En nu acht Groningen weer de wijziging zeer nuttig;
keuren al de leden der vergadering te Winschoten
(55) haar goed, gelijk ook te Appingedam; terwijl
Onderdendam voorstelt, in plaate van de verwijadng
44
naar de oude Synodale verordeningen , de betrekkelijke
bepalingen zelve hier uitdrukkelijk op te nemen , zooals dit
nu, wat betreft de verordening van 1868, door de Synode
zelve wordt voorgesteld.
'sHertogenbosch besloot zonder discussie tot aan-
neming der verandering, en drukt daarbij den wensch uit,
dat ook bij alinea 8 bepaald worde , dat bij de aan-
neming van manslidmaten de datum der geboorte vermeld
moet worden. Breda, Heusden, Eindhoven en
Maastricht betuigen eenparig hunne adhaesie.
Te Assen verklaren van de 25 leden er 7 zich tegen,
dewijl het dikwijls onmogelijk is van die de attestatie aan-
vragen, den geboortedag ontwaar te worden. Te Meppel
stemmen 16 voor, 4 tegen. Te Coevorden konden
16 leden zich met de verandering vereenigen, indien de
woorden: ,/ Zooveel de manslidmaten betreft*^ er worden
uitgelaten , en zulks met het oog op eene mogelijke uit-
breiding van het stemregt tot de vrouwen-lidmaten. Een
lid keurde de verandering, zooals zij voorgesteld is, goed.
Eindelijk is nog de Waalsche Bennie met algemeene
stemmen van oordeel, dat de aanvulling door de Synode
behoort te worden vastgesteld.
Uit het gegeven verslag zal u gebleken zijn, dat de
voorgestelde wijziging van Art. 14, 7® Regl. voor de Ker-
keraden, bij de meerderheid dergenen, die advies hebben
gegeven, geen ongunstig onthaal heeft gevonden. Maar
behalve dat er onderscheiden stemmen zijn opgegaan, en
met kracht zich lieten hooren in tegenovergestelden zin,
willen wij uwe aandacht vestigen op het oordeel van niet
weinigen, die de opgave van den dag der geboorte der
manslidmaten wenschen met bijvoeging echter: ^Zooveel
mogelijk*^, en die daarmede overtuigd bleken te zijn van
het hoogst moeijelijke, zoo niet onmogelijke der uitvoering ,
wat naar onze wijze van beschouwing , de niet wenschelijk-
heid der invoering zou medebrengen. En wanneer nu uwe
Commissie acht geeft op de verschillende, niet uit den
weg te ruimen bezwaren, aan de uitvoering verbonden,
en waarop zoo teregt door een lid van het Prov. Kerk-
bestuur van Zeeland , door de Classicale Vergaderingen vooral
van ^sQravenhage en Deventer gewezen is, wanneer
te voren vaststaat, dat het voorschrift, in het Eeglement
opgenomen, zeer dikwijls niet zal, immers niet kan worden
nageleefd, en velen ook huns ondanks tot overtreders der
45
wel zal stellen I zoo moet de Commissie, althans hare
meerderheid tot u komen met den raad om de voorloopig
aangenomen verandering van art. 14 7^ Beglement voor
de Kerkeraden niet vast te stellen^ en das niet aan de
stemming van de leden der Provinciale Kerkbesturen te
onderwerpen.
De Commissie voor de voorloopig aangenomen verande-
ringen in Reglementen :
G. W. VAN Ebrde.
B. A. OVËRtfAN.
A. G. Jans.
J. DOUWES.
Yan den Bbandeler.
De overige tijd der zitting wordt gewijd aan de her- De door de Synodale
ziening der qnotisatie, waarover hei verslag der Synodale h^St^r^ï^T-
Commissie op blz. 57 en 58 handelt, waarbij nog gelezen satie vastgesteld,
wordt een berigt van het Classicaal Bestuur van Am-
sterdam van 11 Julij, gereg. onder n®. 873, houdende,
dat de Algemeene Kerkeraad te Amsterdam zijn in
i878 gedaan verzoek om verlaging van het quotum der
gemeente intrekt. De door de Synodale Commissie naar
de ingekomen adviezen herziene quotisatielijst, waarvan
aan de leden der Vergadering tijdig mededeeling gedaan
is, wordt nu met geringe wijziging vastgesteld, bedragende
het eindcijfer f 23,955. De uitvaardiging wordt daarbij
aan de Synodale Commissie opgedragen.
De Vergadering wordt hierop tot morgen namiddag Sloiting der zesde
half een nur verdaagd, daar vooraf de Synodus contracta °**'°8-
in zake het hooger beroep van den Kerkeraad te Apel-
doorn moet zamen komen. Hiermede wordt de zitting
gesloten.
J. J. L. LuTi, President,
ZEVENDE ZITTING.
Donderdag, den 29 Jol^j 1880.
De QuaMtaf'generaal tegenwoordig.
Opening der zevende Na opening der zitting worden de notulen der zitting
"**^°^* van gisteren gelezen en goedgekeurd.
Uitspraak der Sy- De heer Overman deelt aan de Vergadering als presi-
nodos contracten inj.j o» ^ i. l , iii^i l
zake het hooger be- ^^^^ "®^ ojnodus contracta ter zake het hooger beroep
roep van den kerkeraad van den Kerkeraad der Hervormde gemeente te Apel-
te Apeldoorn. doorn mede, dat deze Synode iu ééne zitting zoo even
hare taak heeft volbragt en dat hare uitspraak luidt als
volgt :
De Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde
Kerk, volgens art. 16 van het Algemeen Beglement bij
uitloting verminderd op de helft harer leden ;
Gezien een schrijven van den Kerkeraad der Hervormde
Gemeente te Apeldoorn en het Lo o dd. 26 September
1879, gerigt aan de Synodale Commissie, waarbij die
Kerkeraad verklaart te komen in hooger beroep van eene
beslissing door het Provinciaal Kerkbestuur van Gelder-
land in eersten aanleg gewezen, in geschillen tusschen
den Kerkeraad voornoemd (classis Arnhem) en de Ker-
keraden van Vaassen en Kootwijk (classis Har-
derwijk) medegedeeld per missive dato 16 September
1879;
Gelezen het schrijven van het Provinciaal Kerkbestuur
van Gelderland voornoemd, dd. 16 September 1879
n^ 2708, met de daarbij gevoegde bescheiden;
Overwegende ,
dat het door klagers ingestelde hooger beroep niet bij
de Synodale Commissie, maar bij de Algemeene Synode
moest zijn aangebragt;
Overwegende, dat het bovenvermeld schrijven van
het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland dd.
16 September 1879, n^ 2708, wel bevat een oordeel
47
of eene meening van dat Kerkbestuur over de geschillen
aan zijne regtspraak onderworpen, maar dat twee ver-
schillende zaken als ééne behandeld zijn , en daarbij geenszins
uitspraak gedaan of eene beslissing genomen is naar den
eisch der wet, volgens art. 21 en 61 van het Eeglement
voor kerkelijk opzicht en tucht;
Overwegende, alzoo dat hier ontbreekt eene kerkelijke
beslissing, van welk een hooger beroep geldend is;
Gezien de art. 15, 51 6° en 63 van het Algemeen
Eeglement, art. 54, 60, 61 en 69 van het B*eglement
voor kerkelijk opzicht en tucht;
Verklaart de eischers niet ontvankelijk in hun hooger
beroep;
Zendt ter behandeling dier geschillen de stukken terug
naar het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, om
daarover ter eerster instantie naar den eisch der kerke-
lijke voorschriften regt te spreken.
Beveelt dat afschrift dezer uitspraak zal worden gezon-
den aan den Kerkeraad van Apeldoorn en het Loo,
en aan het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland;
Aldus gedaan in onze Vergadering te^sGravenhage,
den 29 Julij 1880.
Tegenwoordig M, A, Gooszen , praeadviseur , B. A, Over-
man, president, S. F, van Hasselt, secretaris, J P.
Bruinwold Riedel, G, Bruna, J. Douwes, dr. L. Dikema,
Mr. E. de Man, G. W. van Eerde, E. C. Segers , mr.
P. van den Br andeier en A. G, Jans, leden.
Volgen de onderstaande handteekeningen :
Het woord is aan de Commissie ter zake van de voor- Verslag van de bc-
dragten der betrokken besturen van gemeenten en predi- ^^^^'^^^.^^^'^^f ^ff ■
1°,.,,. ^ . . ö ,-. ^f kende de voordragten
iantsbetrekkingen voor toekenning van kleine toelagen, voor kleine toelagen
Bij monde van den heer Jans brengt zij het volgende en daarop genomen
rapport uit: ^^^^^*'°-
Se Commissie , benoemd om Uwe vergadering te dienen
van advies ten opzigte van de kleine toelagen, dit jaar
door de Synode te verleenen aan hulpbehoevende gemeen-
ten en personen , heeft de eer U nevensgaande voordragt
aan te bieden. Bij vergelijking van deze lijst met die des
horigen jaars^ zal men opmerken, dat de voordragten slechts
tóer en daar van de vroegere verschillen. Tot toelichting
lebben wij het volgende mede te deelen.
48
Yan drie gemeenten, die vroeger ondersteuning genoten,
zijn geene aanvragen ingekomen. Daarentegen worden drie
andere gemeenten , op aanbeveling der betrokken Glassicale
Besturen, voor het eerst voor eene kleine toelage aanbe-
volen. Slechts voor twee gemeenten hebben wij gemeend
de toelage iets te mogen verhoogen.
Wat de voorgedragen subsidiën aan noodlijdende perso-
nen betreft, nemen wij de vrijheid het volgende op te
merken.
Yan een weduwe is , om onbekende reden , geen nieuwe
aanvraag ingekomen. Eene meerderjarige dochter is niet
andermaal ter subsidieering voorgedragen, omdat van haar
slechts onvolledige berigten waren verstrekt. Yan twee per-
sonen is ons berigt, dat zij overleden zijn. Yan eene
weduwe is de toelage ingetrokken, omdat zij onder de
gebenificieerden uit het fonds Steijn is opgenomen. Twee
aanvragen hebben wij gemeend niet te mogen aanbevelen,
de eene, omdat zij niet werd aanbevolen door het Pro-
vinciaal Kerkbestuur, de andere, omdat zij eene weduwe
betreft, die later hertrouwd zijnde, thans weduwe is van
iemand, die geen predikant was. Ten opzigte van eene
andere weduwe, hebben wij ons veroorloofd dien regel , bij
uitzondering, niet toe te passen, wegens de hoogst be-
droevende omstandigheden^ waarin zij verkeert. Sommige
subsidiën hebben wij eenigzins verhoogd , andere een weinig
verminderd , meest op voordragt der adviserende kerkelijke
Besturen. Yerscheidene nieuwe aanvragen , die zijn inge-
komen, meenden wij niet te mogen afwijzen.
A. 6. Jans.
J. V. D. Yebn Az.
VAN DEN BeANDBLEE.
De Quaestor-generaal draagt nu de door de Commissie
in overeenstemming met even uitgebragt rapport opge-
maakte lijst voor van toe te kennen toelagen eerst aan
gemeenten, daarna aan predikantsbetrekkingen.
Behoudens eene wijziging wordt tot de toekenning vaii
toelagen aan gemeenten besloten zoodanig als door de
Commissie wordt voorgedragen voor het gezamenlijke be-
drag van f 2266. Daarbij wordt besloten aangaande een
drietal gemeenten, van welke verondersteld wordt dat hare
voordragt door de betrokken Besturen verzuimd is van
49
deze inlichtiDg te vragen, met nitnoodiging om die in-
lichtingen ten spoedigste aan de Synodale Commissie te
geven , en wordt besloten deze Commissie te magtigen om
aan bedoelde gemeenten, wanneer zij alsnog door het
Classicaal Bestuur van het ressort worden voorgedragen de
toelagen toe te kennen, die zij ten voorgaanden jare ge-
noten hebben, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ140.
Dewijl twee gemeenten, die thans voor het eerst eene
toelage zullen ontvangen, naar het bij de herziening der
qnoiisatie aangenomen beginsel van die quotisatie moeten
volden vrijgesteld, wordt het eindcijfer de): quotisatie tot
de som van f 23940 terug gebragt.
Met enkele wijzigingen wordt vervolgens ook de voor-
dragt der Commissie omtrent aan predikantsbetrekkingen
toe te kennen toelagen goedgekeurd , behalve dat de voor-
dragt der in de classis van Amsterdam wonende perso-
nen wordt aangehouden, tengevolge van de mededeeling
van den Quaestor-generaal dat de Kerkeraad te Amster-
dam weder slechts eene collecte gehouden voor predikants-
betieULingen , en de opbrengst daarvan onder de hulpbe-
hoevende predikantsbetrekkingen die te Amsterdam ge-
vestigd zijn verdeeld heeft. Daar deze alzoo boven alle
predikantsbetrekkingen, die uit het fonds ondersteuning
ontvangen, bevoordeeld zouden worden, indien haar ook
toelagen uit het fonds wierden toegekend, acht de verga-
dering het noodig den Quaestor-generaal op te dragen te
onderzoeken, welke van de in de classis van Amsterdam
woonachtige personen, in de gemeente te Amsterdam
gevestigd zijn en door den Kerkeraad te Amsterdam
^t de aan het fonds onttrokken gelden ondersteund zijn
geworden, om deze van de toekenning èener toelage uit
liet fonds voor ditmaal uit te zonderen. Nog wordt den
Qaaestor-generaal opgedragen om te onderzoeken, of eene
voorgedragen weduwe, door een ander Classicaal Bestuur
voorgedragen, onlangs overleden zou zijn, gelijk een van
de leden der vergadering meent vernomen te hebben.
De vaststelling van het gezamenlijk bedrag der aan
pfedikantsbetrekkingen uit te betalen toelagen wordt uit-
S^teld tot dat de verlangde inlichtingen zullen verkre-
gen zijn.
^og worden tot leden der Synodale Commissie Benoemingen voor
^it de bestaande drietallen aanstonds met groote ^«SyuodaleCommisaie.
4
50
meerderheid benoemd de HH. H. Steenberg pred. te Am-
sterdam en Mr. W. B. 8. Boeles, oud-onderliog te
Leeuwarden.
Sluiting der zevende Op verzoek van onderscheiden Commissiën wordt de
zitting. vergadering tot morgen voormiddag elf uur verdaagd^ ter-
wijl op verzoek van den heer Overman , als President van
de Synodas Contracta ter zake het hooger beroep van den
predikant Alemjn Faure, voor deze de gelegenheid zal
gegeven worden om vervolgens te een nar te vergaderen.
De tegenwoordige zitting wordt hierop gesloten.
J. J. L. LuTi, Preeident.
ACHTSTE ZITTING.
Vr^dag den SOsten Jnlj 1880.
De Quaestor-generaal tegenwoordig.
Na opening der zitting, worden de notulen der zitting Opening der acfatete
van gisteren gelezen en goedgekeurd. satting.
Door de Commissie voor de nieuwe wetsvoorstellen wor- Rapporten van de
den onderscheiden rapporten «i^bragt als: ^rr^^o^SUi'
01] monde van de heer de Man ter zake van het voor- ais :
stel der Waalsche Reunie om de gevallen te doen bepalen , vandeWaalscheRe-
waarin men ophoudt lid eener bijzondere gemeente te zijn ^'^^ ^^^Z
(n^ 688), luidende als volgt: ophoudt'lid eener by-
zondere gemeente te
Hoog Ebbwaabde Hbeben ! '^°'
De Waalsche fieunie vergaderd te Arnhem , heeft over-
genomen een voorstel van een harer leden, jhr. mr.
D. O, Engelen y strekkende dat de Synode, even als de
Synodale Éeglementen aanwijzen hoe de lidmaten hunne
hoedanigheid als zoodanig verliezen, ook aanwijzing geve
hoe deze ophouden leden eener bijzondere gemeente
te zijn.
Zij meent dat de hier bespande leemte bijzonder ge-
voeld wordt wanneer leden eene gemeente verlaten, zon-
der attestatie op te vragen om zich elders te vestigen.
Zij wenscht dat de Synode in deze leemte voorzie en
duidelijk de gevallen bepale, waarin men ophoudt lid
eenei bijzondere gemeente te zijn.
Uwe Commissie heeft de eer op te merken,
dat de vraag wie tot elke bijzondere gemeente behooren
hare beantwoording vindt in art. 2 Algemeen Reglement
terwijl in art. 3 Algemeen Reglement, buiten het geval
van vervallenverklaring , wordt bepaald , dat de in art. 2
opgenoemden tot de Nederlandsche Hervormde Kerk blij-
52
ven behooren zoolang zij niet door woord of daad ten ivi-
delijkste toonen zich van haar af te scheiden.
Nu zal het wel geen betoog behoeven, dat hij die op-
houdt deel uit te maken van het geheel^ per se moet
ophouden te behooren tot eenig deel van dat geheel, met
andere woorden dat hij die ophoudt lid te zijn van de
Nederlandsche Hervormde Kerk per se moet ophouden lid
te zijn van eeiiige bijzondere gemeente dier Kerk.
Hierbij wordt dus in het algemeen uitgemaakt hoe men
lid eener bijzondere gemeente wordt en ophoudt daarvan
deel uit te maken , blijft de vraag hoe men in engeren zin
lid eener bijzondere gemeente wordt of ophoudt dit te zijn ?
Daar nu het bestuur over de Gemeenten bij art. 4 alge-
meen reglement, wordt oj^edragen aan de Kerkeraden,
zullen deze met inachtneming der algemeene voorschriften
der Synode, art. 14, 5% 6®, 7° en 8«, Beglement voor
de Kerkeraden, in de eerste plaats behooren vast te stellen,
wie tot hunne bijzondere gemeente behooren en bij gevolg
aan hun bestuur onderworpen zijn.
De Synode kan niet verder gaan zooals zij gedaan heeft
dan voorschriften te geven die in alle bijzondere Gemeenten
moeten gelden; ging zij verder, zij zou den kring der
algemeene belangen (art. 56 Algemeen fieglement) over-
schrijden en hare bevoegdheid te buiten gaan.
Uwe Commissie meent alzoo dat de wensch der Waalsche
Bennie hare voldoening behoort te vinden in de plaatselijke
Beglementen en de leemte waar die bestaat behoort te
worden aangevuld.
De Commissie voornoemd,
Mr. E. DE Man £z.
J. Alingh Peins.
G. W. VAN Eerde.
G. VAN DüIJL G.Wz.
Van den Kerkeraad Als voren, ter zake vau het door tusschenkomst van
te Sluis om aanvul- hel; Classicaal Bestuur van Uzendijke ingekomen voor-
Alleen Keglemcut, ^^^ ^^^ ^®" Kerkeraad te Sluis tot aanvulling van art. 3
met opzigt tot mans- vau het Algemeen Beglement met opzigt tot manslidmaten ,
lidmaten, die hunne ^ie Üij vertrek hunne attestatie niet opvragen, (n^ 719),
attestatie met opvra- i • i i j: -o / %
gen. van dezen inhoud :
58
Hoog Eebwaabdb Hberen!
De Kerkeraad der Gemeente Sluis stelt voor^ aan
art. S Algemeen Beglement, eene 8® alinea toe te voegen,
luidende :
ffManslidmaten, die zonder attestatie of bewijs van lid-
f/maatschap op te vragen, eene Gemeente met ter woon
//Verlaten , worden , indien zij naderhand zich op nieuw in
inbaar midden vestigen , eerst een jaar na die vestiging tot
ffde uitoefening van het stemrecht toegelaten.^
De Kerkeraad grondt dien wensch op mogelijke mis-
bniiken. TJwe Commissie in het midden latende, in hoevere
art. 3^ van het Algemeen Beglement daarin reeds voor-
ziet, meent dat onmogelijk bij algemeenen maatregel tegen
alle misbruiken is te waken, daar die niet vooraf zijn te
bepalen, doch veelal van omstandigheden afhangen. Zij is
dos van oordeel dat daartegen veel beter bij plaatselijk
Beglement altijd binnen den grens dezer bevoegdheid kan
worden voorzien.
De Commissie:
Mr. £. DE Man Ez.
J. Alingh Prins.
G. W. VAN Eerde.
G. VAN DuTL G.Wz.
Bij monde van den heer van Eerde, ter zake van het ^^J^^^^^ ^^^^
voorstel van het Classicaal Bestuur van Onderdendamdendam, om'art.4i,
om de 2e alinea van art 41 van het Beglement op de »!• 2 van het Begle-
vacataren te doen vervallen (n^ 780) en het verzoek van JJ'^^^P^ÏvX^"''
den Kerkeraad der Nederdoitsche Hervormde gemeente te
Leid e n om wijziging van bet artikel (n^. 886) , luidende :
Mijne Heeren!
Uwe Commissie, benoemd om te adviseren ten aanzien
van de nieuwe voorstellen tot wetsverandering , zi^ in hare
handen gesteld twee adressen van gelijke strekking, het
eene van het Classicaal Bestuur van Onderdendam,
dd. Mei 11., het ander ingediend door den Kerkeraad der
Hervormde gemeente te Leiden, dd. 5 Julij dezes jaars.
Deze adressen hebben betrekking op de 2de alinea van
art. 41 van het Beglement op de vacaturen, bepalende
dat het Classicaal Bestuur de magtiging, in art. 40 bedoeld ,
om namelijk op de laatstelijk aan de standplaats verbonden
inkomsten te beroepen bij het daartoe aangewezen Minis-
54
terieel Departement niet indient ^ //tenzij gebleken is, dat
de verschenen Glassicale quota (quota voor de kosten van
bestuur) zijn betaald, en eene schriftelijke verklaring is
overgelegd van de Kerkelijke Administratie der roepende
gemeente, dat zij bereid is, niet slechts art. 27 na te
leven, maar ook de kosten vermeld in art. 73 te voldoen,
en bij verschil over hun bedrag de beslissing aan het
Classicaal Bestuur over te laten/^
Door het Classicaal Bestuur van Onderden dam wordt
voorgesteld, //langs wettigen weg de 2de al. van art. 41
van het B«glement op de vacaturen te doen vervallen."
Uitgaande van de veronderstelling, dat men in der tijd
de bepaling heeft ingelascht om zeker te gaan , daar men
de bevoegdheid der Synode scheen te betwijfelen, doet
het opmerken, dat die twijfel sints onjuist is gebleken.
Immers het Geregtshof te Leeuwarden heeft in de be-
kende zaak van den Eing van L e e n s tegen Kerkvoogden
van UI rum (uitvoerig vermeld door de heeren Souwes
en mr. FeilA, Kerk. Wetboek blz. 110 en verv.) vóór
een paar jaren de wettelijke bevoegdheid der Synode uit-
gemaakt, bepaaldelijk voor het geval vaa art. 27 , en
moet die beslissing geacht worden evenzeer te gelden voor
de regeling der quota en der kosten , omschreven bij art. 73.
Voorts wordt eene wet, die hare regtsgeldigheid moet
ontleenen aan dergelijke schriftelijke verklaring , eene tegen-
spraak in zich zelve genoemd, en zoude dit alleen reeds
eene voldoende reden zijn , de bepaling thans te schrappen.
Er wordt op gewezen , hoe de bepaling niet zelden aan-
leiding geeft tot vertraging in het werk der beroeping,
doordien Kerkvoogden weigeren de verklaring af te geven ,
en dat gedurende eenige jaren , en hoe zij de Kerkbesturen
afhankelijk maakt van de willekeur en den onwil van
weerspannige Kerkvoogden.
Waarmede het Classicaal Bestuur de wenschelijkheid
staaft der voorgestelde wetsverandering.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Groningen geeft bij
missive van 2 Julij 11 te kennen, dat het aan zijn ver-
zoek, om het voorstel bij de Algemeene Synode aan te
bevelen, gaarne gevolg geeft, als zijnde van oordeel, dat
de bedoelde alinea behoort weggenomen te worden, omdat
zij in den laatsten tijd erg misbruikt, en voor het doel,
waartoe zij in het Beglement is opgenomen , nu niet meer
noodig is.
55
Ook de Xerkeraad der Hervormde gemeente te Leiden
wendt zich tot Uwe Vergadering met het verzoek, dat
art. 41 Beglement op de vacaturen 2X)odanige wijziging
moge ondergaan, waardoor de moeijelijkheden voorkomen
worden , waarin hij reeds een en andermaal gekomen is
met de Kerkelijke Administratie bij voorkomende vacataren.
De Kerkvoogdij aldaar had een vaste som bepaald voor
verliaiskosten. Zij maakt telkens bezwaar tegen het geven
eener onvoorwaardelijke verklaring, om al de kosten in
art. 73 bedoeld te vergoeden. Mogt aan de Classicale
Bestaren vrijheid verleend worden om handopening te vragen
ook in zoodanige gevallen^ mits de toegezegde som aan
genoemde Besturen billijk voorkome, dan zooden de moei-
jelijkheden voorkomen worden.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland brengt
dit verzoek door het Classicaal Bestuur ondersteund, over
met de opmerking, dat de toepassing der bepaling, ook
io andere gemeenten, met name in die te Dordrecht,
tot moeijelijkheden aanleiding geeft.
Vraagt dus het Classicaal Bestuur van Onderden-
dam dat bedoelde alinea uit art. 41 van het Begle-
ment op de vacaturen worde weggenomen, en de Ker-
keraad te Leiden, om het in een aangegeven geval
niet in al zijne kracht te doen gelden, aan beide is de
bepaling dier alinea gebleken van eene ongunstige werking
te zijn , die zeker bij de vaststelling niet is vooruitgezien.
Die vaststelling dagteekent van den 15 Februarij 1872 en
1 Pebruarij 1873, en had ten doel om vroeger reeds
bestaande verpligtingen aan de Bingpredikanten , aan den
te beroepen predikant en aan de algemeene kas meer ver-
bindend te maken en zekerder te doen uitvoeren in een
tijd, toen de zaak van het kerkelijk beheer in een onge-
regelden toestand dreigde te geraken , en twijfel en vrees
de Kerkelijke Besturen tot zulke buitengewone maatregelen
de toevlugt deden nemen. In zulke omstandigheden is het
zeker moeijelijk , altoos eene waardige houding te bewaren ,
en Uwe Commissie schroomt wel geene tegenspraak als zij
beweert, dat de bewuste bepaling van alinea 2 zulk eene
hoading geenszins inneemt, waar zij al aanstonds dreigend
zich verheft tegen wie zich nog verstouten de Kerk aan
te randen in een dierbaar belang. Uwe Commissie merkt
hierbij op, dat zij de zaak van het beheer en die van
bet bestuur dooreen mengt op eene wijze, die wel gedurig
56
wrevel en onwil ^ verzet en wanorde te weeg moefc brengen.
Maar bovenal wijst zij op de schromelijke nadeelige gevol-
gen , die de bepüing voor het godsdienstig leven uitoefent
in zoo menige gemeente, als reeds door haren invloed
langen tijd, soms gedurende jaren, van een eigen herder
en leeraar verstoken is gebleven. £n laat zich de uitvoering
van de wetsbepaling ligt verklaren y en gewis ook van wege
de tijdsomstandigheden tot op zekere hoogte zeer goed ver-
dedigen , thans nu het goed r^ der Kerk door de bekende
uitspraak van het Geregtshof te Leeuwarden op zulke
afdoende gronden is uitgesproken, meent ook Uwe Com-
missie, — en zij is eenstemmig in dit haar oordeel, — -
dat de tijd is aangebroken waarop de bepaling moet opge-
heven worden , en zij adviseert U dientengevolge om ter
wegneming van de bezwaren, door den Kerkeraad te Lei-
den, door het Glassicaal Bestuur van dien naam en het
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland ter uwer
kennis gebragt, en voldoende aan het verzoek van het
Glassicaal Bestuur van Onderdendam, door het
Provinciaal Kerkbestuur van Groningen ook tot het zijne
gemaakt, daartoe voorloopig te besluiten, en daarop de
consideratiën en adviezen in te winnen van de Classicale
Vergaderingen en Provinciale Kerkbesturen.
Uwe Commissie voornoemd,
G. W. VAN Eerde.
J. Alingh Prins.
G. VAN DuiJL G.Wz.
Mr. E. DS Man Ez.
vandecaassicalcVer- A.ls voren, ter zake van het voorstel van de Classicale
v^nUge^^'om ^ k- ^^'2*^®"'*8 ^*^ 's Gravenhage tot invoering van een
▼oeriii^ van een ofof meer examencommissien , (n^ 900), luidende.
meer ezamenconunis-
"®^' Mijne Hebren!
Door de Classicale Vergadering van 'sGravenhage
is het volgende voorstel bij U ter tafel gebragt.
Eene of meerdere commissiën worden benoemd , aan welke
de afneming van het candidaatsexamen opgedragen wordt.
Dit examen vereenigt in zich het examen bij de ker-
kelijke hoogleeraren en het candidaatsexamen.
57
In die Commissie of oommissien hebben drie kerkelijke
professoren sdtting, van iedere Hoogeschool een. Mogt de
Universiteit te Amsterdam ook kerkelijke hoogleeraren
verkrijgen, dan wordt het getal gebn^ op vier.
In die commissie of commissien kannen ook zij geko-
zen worden, die geen leden van het Provinciaal of Clas-
sicaal Bestuur zijn of geweest zijn.
Het voorstel wordt aanbevolen 1® door dat naar het
beweren der vergadering het een feit is, dat wanneer zij die
in de Provinciale Kerkbesturen volkomen op hun plaats
zijn, soms de bekwaamheid en den tact missen om te
examineren, 2®. er thans geen eenparigheid in de exa-
mens is, en 3*^. het a&onderlijk examen bij de kerkelijke
professoren hierdoor wegvalt, de studenten niet door een
nieuw examen bemoeijelijkt worden, maar aan de kerke-
lijke professoren in de commissien zitting en stem wordt
gegeven.
Het is geene nieuwe en vreemde zaak M. H. waarvoor
hier Uwe aandacht wordt ingeroepen. Meermalen en met
ernst werd zij in de laatste jaren door U overwogen. In
het Heglement op het examen ter toelating tot de Evan-
geliebediening heeft zij eerst onlangs hare regeling gevon-
den. Gij hebt, wat er voor en tegen de bestaande can-
didaatsexamens te zeggen viel , aan eene zorgvuldige kritiek
onderworpen, en niet geaarzeld aan de Provinciale Kerk-
besturen de examens voor 't vervolg op te dragen. De
bepaling omtrent het voorbereidend examen , door alle ker-
kelijke hoogleeraren af te nemen, is pas ingevoerd; van
eene ongunstige werking kan nog niet gebleken zijn, waarom
men nu reeds tot afschaffing van dit examen zou moeten
ovei^aan. In welk een en ander uwe commissie voldoende
reden meent te vinden, om U te adviseren , bovengenoemd
voorstel van de Glassicale Vergadering te 's O r a v e n h a g e
hoeveel men anders misschien tot aanbeveling zou kunnen
bijbrengen , niet te stellen tot een punt van opzettelijke
beraadslaging.
Uwe Commissie fjoor de nieuwe wetsvoorstellen
G. W. VAN Eerde.
J. Alimgh Pbins.
Mb. e. de Mak. Ez.
G. VAN DuYii G.Wz.
58
cii^^'clSLfte; . D« fi"»»««^« Commissie brengt bq monde van den
zake der nog inge- heer van den Brandeler het volgende rapport uit ter zake
komen verslagen van der nagekomen verslagen van Classicale Besturen volgens
Sr'«!rt. 7 ^vaiTt ^^^' ^ ^*» ^«^ Eeglement op het fonds tot verbetering
Reglement op het fonds der schraalste predikantstractementeu in verband met het
tot verbetering der Verslag der Synodale Commissie omtrent zulke inffekomen
schraalste predikants- „^««u ° „
tractementen. verslagen.
Uwe Commissie , in wier handen gesteld sdjn de verslagen
der Classicale Besturen omtrent alle inkomsten der toelagen
genietende predikantsplaatsen , heeft de eer, zich aanslui-
tende aan het deswege door de Synodale Commissie aan
U gerapporteerde (zie bladz. 48 , Bijl. A.) Uwe Yergade-
ring te berichten , dat behalve de door haar vermelde ver-
shigen bij de Synode nog zijn ingekomen: die van Zut-
phen voor Etten en Wichmond; van 'sGraven-
hage, voor Wateringen; van Gouda^ voor Wil-
lige Langerak, Ammerstol, Langerak bez. de
Lek, Oosterwijk, Nieuwland en Everdingen;
die van Leeuwarden, voor Bergumerheide en
Bottevalle; die van Groningen, voor Groote-
gasten Doezum, Kropswolde, Lutjegast, Nie-
zijl, Visvlieten Zevenhuizen, die van Onder-
dendam, voor Bottum; en die van Eindhoven,
voor Valkenswaard. Dien ten gevolge ontbreken nog
de versli^en der Classicale Besturen van Arnhem, Leiden,
Dordrecht, Haarlem en Alkmaar voor deinhaar
ressort aanwezige predikantsplaatsen die toelagen ge-
nieten.
Volgens de berigten was in den toestand der gemeenten
geene verandering gekomen, zoodat zij aanspraak bleven
maken op de vroeger toegekende toelagen. De door de
gemeente Bottnm verlangde verhooging van f 50 met
gelijke som, wordt echter niet door het Provinciaal Kerk-
bestuur van Groningen ondersteund, hetwelk echter
tot voortduring dier toelage adviseert.
Naar aanleiding van een en ander vindt Uwe Commissie
de volle vrijheid om u te adviseren aan bovengemelde
gemeenten de gewone toelagen te blijven verleenen, en
omtrent de overige gemeenten te besluiten overeenkomstig
het advies der Synodale Commissie , ten gevolge waar-
van de gemeenten Wanneperveen, Meed huizen
en Daarle zouden vervallen.
59
Met het oog op de Classic. Besturen , die nalatig bleven
hunne verslagen dienaangaande toe te zenden, acht uwe
Commissie het wenschelijk dat aan genoemde besturen te
dier zake eene teregtwijzing gerigt worde , overeenkomstig
den wenk door de Synod. Commissie bij deze gelegenheid
gegeven , terwijl zij in de gelegenheid zullen gesteld wor-
den^ alsnog de verlangde verslagen in te zenden, met
magtiging van de Synod. Comm. van in dezen naar bevind
van zaken te handelen.
Yan den Beandelbe.
A. G. Jans.
J. VAN DBE Veen Az.
Nog brengt de Commissie in wier handen gesteld zijn aIb voren, omtrent
de consideratiën over de in 1879 voorloopig aangenomen de foorloopig aange-
veranderingen in Reglementen bij monde van den heer SJS^g^ïï^of hit
van den Brandeler het na te melden rapport uit ter zake evengenoemde fonds,
der voorloopig aangenomen veranderingen in het Reglement
op het fonds tot verbetering der schraalste predikantstrac-
tementen,
Vwe Commissie berigt U^ dat ter zake der voorloopig
aangenomen veranderingen in het Reglement op het fonds
tot verbetering der schraalste predikantstractementen zijn
ingekomen de adviezen van 10 Provinciale Kerkbesturen
en 42 Glassicale Vergaderingen en van de Waalsche Com-
missie en Reunie.
De voorloopig aangenomen veranderingen in bedoeld
Eeglement ontmoetten , in verband met de verbetering , in
de aanschrijving van het Moderamen der Synode van 19
November 1879, n®. 91 aangewezen, bij de groote meer-
derheid der Provinciale Kerkbesturen en Classicale Verga-
deringen onverdeelden bijval. Die van E dam meende dat
langs dien weg te beter in dringende behoeften zou kunnen
voorzien worden, terwijl de voorgestelde verandering van
art. 8 tot bevordering van de goede orde zou strekken.
Die van Amersfoort motiveerde hare goedkeuring door
de overweging, dat er in het kapitaliseren van gelden,
die voor de tegenwoordige behoefte hoog noodig zijn,
onbillijkheid gelegen is.
In die van Middelburg verklaarden zich 43 voor en
4 leden tegen de voorgestelde veranderingen^ welke door
60
de Classicale Vergaderingen te Meppel en Winschoten
met algemeene stemmen op één na werden goedgekeurd.
Ofschoon die van Coevorden tegen geen der voorge-
dragen veranderingen bezwaar had^ kon de meerderheid
zich met het voorstel van een harer leden vereenigen , om
in de op art. 8 voorloopig aangenomen verandering de
woorden: bij blijvende behoefte, te doen wegvallen^ daar
dit tot onduidelijkheid aanleiding gaf, alsof elk verzoek bij
blijvende behoefte jaarlijks moest worden ingediend. Boven-
dien kwam het haar overbodig voor, daar waar geen behoefte
meer is, geen verzoek door den Kerkeraad zal ingediend
worden.
Op art. 4 wordt door de Classicale vergadering van
Onderdendam opgemerkt, dat niet, zooals in de aan-
schrijving van 19 November 1879, n®. 91, bericht is,
de woorden: de helft, maar de woorden: van het bedrag
der renten en, moet geschrapt worden. Be helft moet blijven
staan , anders zon het geen zin zijn. De Classic. Vergadering
van G o e s alleen achtte de aanneming der voorloopig vast-
gestelde veranderingen niet raadzaam.
De Provinc. Kerkbesturen van Zeeland, Overijssel
en Noord-Brabant doen , eveneens als de Classic. Yergadsr
ring van Onderdendam, opmerken, naar aanleiding van
de aanschrijving van 19 November 1879, n®. 91, dat de
woorden , voorkomende in art. 3i. : het volle bedrag der
renten en moeten wegvallen, zoodat er moet gelezen worden:
de helft van de vrijwillige bijdragen, enz. daar, zooals dat
van Zeeland er ter toelichting bijvoegt , uit de voorgestelde
wijziging zon volgen, dat het geheele bedrag ook van de
vrijwillige bijdragen tot de vergrooting van het fonds moet
worden aangewend. Daarenboven stelt het Prov. Kerkbestaur
van Noord-Brabant voor, art. 4 te lezen : bestemd
het bedrag der renten , met weglating van : de helft der
vrijmillige bijdragen; en geeft der Synode in overweging,
in de voorloopig aangenomen verandering van art. 8 na
de woorden: voor de eerste maalj liever te lezen, en bij
blijvende behoefte telken jare , zoolang er niet op beschut
is, door den Kerkeraad ingezonden, enz.
Het Provinc. Kerkbestuur van Drenthe, zich met de
voorgestelde veranderingen van de artikelen Sb en 4 wel
kunnende vereenigen , acht echter de verandering van artikel
8 overbodig, omdat het van meening is, dat de woorden in het
vigerend reglement: de verzoeken, in zich bevatten of kunnen
61
bevatten ook /y verzoeken om eene toelage voor de eerste mtal,"
Zooals wij reeds in den aanvang van ons rapport deden
opmerken 9 vonden de voorgestelde veranderingen op het
reglement bijna algemeene instemming, en werd de wensche-
lijkheid er van algemeen erkend , met uitzondering van eene
Clasdc. Vergadering^ die deze niet raadzaam vond en een
Prov. Kerkbestuur, dat de voorgestelde verandering van
art. 8 overbodig achtte.
Uwe Commissie meent echter met de Prov. Kerkbesturen
van Zeeland, Overijssel en Noord-Brabant, dat
zal aan de bedoeling van de Synode gevolg gegeven worden ,
art. 32. moet gelezen worden : de helft van de vrijwillige
bijdragen , enz., met weglating van de woorden : Aeó volle
bedrag der renten en. Waar toch art. 4 bepaalt, dat het
volle bedrag der renten ter uitdeeling bestemd is, kunnen
diezelfde renten niet gebezigd worden tot vergrooting der
kapitalen van het fonds.
Yoorts komt het der Commissie voor, dat door weglating
van het woordje of, in de op art. 8 voorgestelde ver-
andering , door te lezen : en , zoolang er niet op beschikt is ,
bij blijvende behoefte , enz. eene groote onduidelijkheid zou
worden voorkomen, aangezien dit door sommigen zoo is
opgevat, alsof men hiermede wilde te kennen geven dat
telkens, zoowel bij een eerste verzoek als in het vervolg
aan het voorschrift van art. 8 gevolg moest gegeven worden,
waarom zij het overbodig achtten. Uwe Commissie is intus-
schen van oordeel, in verband met de Handel, der Synode
van het vorige jaar, blz. 49 volg., en het rapport der
Synod. Comm. van dat jaar. Bijl. A, bl. 68, dat men
juist duidelijk heeft willen doen uitkomen, dat, onver-
minderd de bepaling van art. 7 , de voorschriften in art. 8
gegeven slechts bij eerste aanvragen van toepassing zijn,
en bij die aanvragen , waarop nog niet beschikt was , terwijl
de behoefte aan ondersteuning onveranderd gebleven was.
Behoudens boven aangewezen wijzigingen stelt Uwe Com-
missie voor tot de vaststelling van de voorloopig aange-
nomen verandering op het Reglement op het fonds tot
verbetering der schraalste predikantstractementen te besluiten.
Yan den Bjeunbeler.
J. DOUWES.
G. W. VAN Ebedb.
A. G. Jans.
62
laaSe^twMra^^rtcn! Laatstgenoemde twee rapporten worden aanstonds ach-
tereenvolgens in behandeling genomen met het verslag
der Synodale Commissie , rakende de aangelegenheden van
het meergenoemde fonds, blz. 42 — 45. Bij de daarover
gevoerde beraadslagingen wordt als volgt besloten, telkens
met eenparigheid.
1°. de Classicale Bestaren , die in gebreke gebleven
zijn aan art. 7 van het Beglement te voldoen , aan te
schrijven zooals door de Provinciale Commissie is voor-
gesteld met daarbij bedoelde magtiging der Synodale
Commissie.
2®. Met het oog inzonderheid op art. 5 van het Begle-
ment de tot hiertoe door de predikantsplaatsen te Wan-
neperveen, Meedhuizen en Daarle genoten toe-
lagen in te trekken.
3°. Daartegen de vrijge vallen toelagen van f 50 toe te
kennen aan de predikantsplaatsen te Leeuwen c. a.,
Soesterberg en Drunen.
4®. Aangezien door den Quaestor-generaal aangewezen
wordt, dat de Synodale Commissie bij hare blz. 83 voor-
komende berekening de buitengewone ontvangsten, die
gekapitaliseerd worden, niet in aanmerking heeft genomen
en er dus wel gelegenheid bestaat om nieuwe toelagen toe
te kennen, ook de predikantsplaats te Borselen met
eene toelage van f 50 te begunstigen , daar voor de te
late inzending van het verzoek door den Kerkeraad afdoende
redenen van verschooning worden aangevoerd en de be-
hoefte aan zulke toelage, ook naar de adviezen der Ker-
kelijke Besturen , hier te meer dringt, waar het lage tracte-
ment de vervulling der vacature bemoeijelijkt.
5^. de voorloopig aangenomen veranderingen in het
Beglement , in overeenstemming met het advies der be-
trokken Commissie vast te stellen, en ze alzoo gewijzigd
aan de stemmen van de leden der Provinciale Kerkbe-
sturen en den Waalsche Commissie te onderwerpen.
6°. goed te keuren dat het batig saldo over 1879 niet
door den Quaestor-generaal gekapitaliseerd worde om de
afdoende reden', daarvoor door de Synodale Commissie
aangevoerd.
7®. de handelinsc van het Moderamen tot rectificatie der
63
SjHiodale drcdaire van ^7 Augustus n^. 121 ^ eveneens
goed te keuren.
De vei^adering wordt hierna tot morgen voormiddag siniting der achtste
tien uur verdaagd , waarmede de zitting wordt gesloten, '^^^'s-
J. J. L. LuTi| Preêident.
NEGENDE ZITTING.
Zaturdag den 31 Julg 1880.
De QuaestoT'generaal tegenwoordige de heer van Eerde
afwezig.
Opening der negende Na opening der zitting, worden de notulen der zitting
zitting. yj^j^ gisteren gelezen en goedgekeurd.
Besluit tot uitbe- Ter tafel komt een verzoek van het Classicaal Be-
S^S^nteÏGtX «*«"' ™n Sneek van 29 JuUj jl. gereg. onder n». 5,
meer. om aan Kerkvoogden te Gaastmeer de toegewezen
subsidie van f 1215 uit te betalen, nu de bouw der
nieuwe pastory voltooid is en het werk is afgeleverd. Daar
de bijgevoegde stukken in orde worden bevonden, wordt
de Quaestor-generaal aanstonds tot de uitbetaling der sub-
sidie gemagtigd.
Toestemming aan Aan de Commissie die te rapporteren heeft ter zake
de betrokken Commis- der voorloopig aangenomen veranderingen in het Reglement
mitéteAmsterdam^P ^^^, Hooger Onderwijs in verband met de verlangde
in nader overleg te aanstelling van Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam,
treden aangaande de ^Qj^t q^ Jq harentwege door den heer Doutoes gedane
zaak van aanstelhng en j • 31 .^ n . ^ 1. -l l
van KerkeUjke Hoog- ^^^S f O' ^e vergadering goedkeurt , dat zij met het
leeraren aldaar. Comité te Amsterdam in correspondentie trede over
gerezen bedenkingen tegen de ingezonden statuten, ten
volle vrijheid toegestaan tot zulke correspondentie als ook,
indien zulks wenschelijk mogt geacht worden, nog met
het Comité in mondeling overleg te treden.
Voortgezette behan- Bij Voortzetting der behandeling van het Verslag der Syno-
deling van het Verslag j^le Commissie rakende de aangelegenheden der Algem. Kas,
der Synodale Commis- , ut- ^ j i n t i_i cd öa
sie rakende de aange- worden alle daann voorkomende mededeelmgen blz. 58 — oU
legenheden der Alge- voor kenisgeving, voor zooveel noodig, met goedkeuring}
meene Kas. aangenomen, als ook het berigt van den Secretaris dat
door de Synodale Commissie alsnog order is gesteld op
de voldoening der nader ingezonden declaratie van het
65
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland in zake de
procedure tegen de Dordtsche ouderlingen, g^reg. onder
no. 555, groot f 216.30, alsook van het Classicaal Be-
stuur van Leiden, gereg. onder n^ 580, voor kosten
eener buitengewone kerkvisitatie ter zake der tegen den
voormaligen predikant J. N, van der Hoeve te Noord-
wijkerhout ingebragte bezwaren, groot ƒ 17.40, terwijl
een nog ingekomen verzoek van den Scriba van het Clas-
sicaal Bestuur van Appingedam om vergoeding van kos-
ten in zake van tucht gereg. onder n®. 932, geacht wordt
door de Synodale Commissie, waaraan het geadresseerd is,
ook te moeten worden a^edaan.
Nog wordt goedgekeurd dat het Moderamen der Syno-
dale Commissie ter bespoediging van de verzending de
Handelingen van de Buitengewone Vergadering der Synode
den prijs der afgeleverde exemplaren van elk op 6 O centen
en van de in den handel te brengen, van elk op 75
centen gesteld heeft, en worden twee ingekomen brieven
van dankbetuiging voor gratis ontvangen exemplaren, na-
meliik van de Directeuren der Leidsche en Amsterdamsche
üniversiteits-bibliotheken , gereg. onder n°. 606 en 607,
yooi kennisgeving aangenomen.
Aan de orde komt nu het ten voorgaanden jare aan- Het ten voorgaanden
gebonden rapport van de Commissie voor het Godsdienst- J*^ aangehoiiden rap-
j -• TT j UI m oA- i»j i.j port van de Commissie
onderwijs Hand. blz. 21 — 30 , in verband met de vraag, voor het Godsdienst-
welk gebruik te maken van de daarvoor ingezamelde gelden, onderwijs in behande-
In de eerste plaats loopen de beraadslagingen over de vraag, ^°^' daarin** vervatte
of nu nog naar het in het rapport vervatte voorstel tot voorstel tot het instel-
de aanstelling van eene bijzondere Commissie voor de be- len eener permanente
langen van het Godsdienstonderwijs zal worden overgegaan. ^°™^g^"®^^^
Daarbij wordt het algemeen betreurd dat de ter zake ont- Synodale Commissie de
worpen plannen , blijkens de geringe opbrengst ook van beschikking over de
de tweede collecte , zoo weinig sympathie in de Kerk heeft tTS^n! ^ ^^ °^
gevonden , om het belang van het Godsdienstonderwijs op
zich zelf zoowel, als omdat hier een gemeenschappelijk
terrein werd geopend , waarop de verschillende rigtingen
nog zouden kunnen zamenwerken. Maar zijn er daarom
die in weerwil der bij herhaling ondervonden teleur-
stelling de plannen niet willen hebben opgegeven en nog
tot het benoemen van eene Comncissie willen hebben over-
gegaan met verwijzing inzonderheid naar de goede vruchten
welke de pogingen van den Protestantenbond voor de be-
5
66
vordering van het Godsdienstonderwijs gedragen hebben,
en de halde welke daardoor aan de geprezen bedoelingen
van de h.h. van Hoorn eu BoodAuizen vsltï Yeenendaal
gebragt zou worden^ de overgroote meerderheid der ver-
gadering is van oordeel^ dat naar de opgedane ervaring
vooralsnog geene algemeene zamenwerking van de verschil-
lende rigtingen op dit gebied zal te verkrijgen zijn, en
hierin juist een onoverkomelijk bezwaar gelegen is tegen
de benoeming van eene Commissie, als in het rapport
bedoeld wordt. De meeste leden meenen dat daarvoor
gunstiger tijd moet worden afgewacht , en voorshands aan
de verschillende vereenigingen die de belangen van het
Godsdienstonderwijs voorstaan en aan Predikanten en Eer-
keraden verder moet worden overgelaten ieder in het zijne
te doen , wat daar te doen gegeven is. Als dan de Pre-
sident ook , na de sluiting der beraadslagingen , vraagt
of de vergadering het oogenblik thans gekomen acht, om
meerbedoelde Commissie in het leven te roepen , verklaren
van de achttien leden zestien dat oogenblik nog niet
gekomen, en wordt daarmede besloten aan het betrek-
kelijk voorstel in het rapport vooralsnog geen gevolg te
geven.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van President
en Secretaris besloten de ingezamelde gelden intusschen
overeenkomstig het doel waartoe zij gevraagd zijn te ge-
bruiken en aan de Synodale Commissie, met in handen
stelling ook van het door de Synodale Commissie over-
gebragte verzoek van den predikant te Bossnm, zie bijl
A blz. 41, op te dragen dat zij door raadpleging der
vroeger ter zake uitgebragte rapporten onderzoeke waar wer-
kelijk behoefte aan hulp bestaat met magtiging om bedoelde gel-
den voor de voorziening in die behoeften aan te wenden zoo
al» haar dat meest doelmatig zal voorkomen , desgevorderd
door inwinning van de adviezen der Classicale Besturen
van het ressort.
aaS^an^l^t* ^ ^** "°^ ^^^ ^^^^ *®' voormalige Commissie betreft,
aaSgX)ud°ii adreTvan makende het adres van de h.h. Thoden van Velzen , «^^^
de heeien TAoden van Staveren en Butgers , Hand. 1879 blz. 29 en 80 voor-
e^^lTt ^^ ^^^^^ komende , oordeelt de vergadering eenstemmig , het ook
u gert, thans ongeraden, ter zake een algemeenen maatregel te nemen,
behoudens goedkeuring dat de Kerkeraden in den gees
van het voorstel werkzaam zijn.
67
Nog wordt gelezen een adres van het Classicaal Bestuur Afmang van het
van Franeker van 15 Junij, gereg. onder n". 597, ^^'^^''^^^j
hoadende het verzoek om verhooging van de toelage voor Deker tot Terhooging
de Kerkvisitatie , op grond voornamelijk van het groot ^®' toelage van de
aantal van de gemeenten, tot de classis behoorende, en ®^ ^*******
bet belang, dat er in gelegen zon zijn, dat door ruimere
vergoeding der kosten de leden van het Bestuur in staat
gesteld worden langeren tijd aan de Kerkvisitatie te wijden.
Het verzoek van het Classicaal Bestuur vindt bij de ver-
gadering geen ondersteuning, dewijl volgens Hand. 1874
bijl. A. blz. 86 en 1875 bijl. A. blz. 68, bij de rege-
ling der bestuurskosten en de vaststelling der toelagen
voor de Kerkvisitatie het getal van de gemeenten niet
tot grondslag genomen is en over het algemeen die toe-
lagen voldoende bevonden zijn, zoo wordt dan ook besloten
aan het Classicaal Bestuur te melden, dat er geen grond
is gevonden om aan zijn verzoek gevolg te geven.
Dewijl hiermede de behandeling der financiële aangele- Sluiting der negende
genheden is afgeloopen wordt den Quaestor-generaal dank^^**^°8» nadankbetui-
betuigd voor «i„e aangename medewerking, waarna de 1^-,"»^^^;
vergadering , in het belang der onderscheiden Commissiën medevrerking.
tot aanstaanden Maandag namiddag te half twee uur ver-
daagd wordt. De zittingen dezer week worden hierop door
den President met dankzegging gesloten.
J. J. L. Ltjti, President.
TIENDE ZITTING.
Maandag 2 Augustus 1880.
De heer van Eerde afwezig.
Opening der tiende De zitting wordt door den President met gebed geopend;
zitting. daarna worden de notulen der zitting van j.1. Zaturdag
goedgekeurd.
Mededeeling van den Ter tafel komt eene mededeeling van den Kerkeraad
fer b^r^ lltrekkePk *^ Soesterberg van 29 Julij, gereg. onder n^ 6,hou-
eeM wnvraa^bs de^öï^^e dat hij zich in vereeniging met het CoUegie van
Regering om verhoo- Kerkvoogden aan de Eegering geadresseerd heeft om het
ging van liet predi- yjj^g^yg^tgj^gjj^ ^^ j^ predikantsplaats verbonden op / 700
kantstractement. , •' , , -^ t . i i .. i i. 'j */»
te brengen, verzoekende om dat adxes bij gel^enneia ie
ondersteunen. Daar de Synode in den regel zich onthoudt
van zich in de beschikkingen der Begering rakende de
verhooging van predikantstractementen uit 's Bijks kas
te mengen , wordt de mededeeling slechts voor kennisgeving
aangenomen.
Berigt van het be- Nog komt ter tafel een schrijven van Mr. W. B. S.
danken van Mr. J^. Soeles , van 31 Juüj , gereg. onder n«. 8, behelzende
B. S. Boeles voor de , . '. , .. i. , *' ° " t t i • «
benoeming tot lid der berigt dat hij , ofschoon zeer gevoelig voor de benoeming
Synodale Commissie, tot lid der Algemeene Synodale Commissie , zich genood-
zaakt ziet voor die vereerende taak te bedanken wegens
de vele werkzaamheden waarmede hij in verschillende be-
trekkingen belast is. Dit berigt wordt met leedwezen ver-
nomen. Er wordt nu besloten het drietal , waaruit de heer
Boetes gekozen werd ^ morgen aan te vullen en alsdan on-
middellijk tot eene nieuwe keuze over te gaan.
Intrekking der op- Aan de orde is de voortzetting der behandeling van het
&i'S?e''''^S^e'«l«« d«' Synodale Commissie in bijl. B. Bij kennis-
gewenschtc wettelijke neming van hare op blz. 89 voorkomende vraag terzake
maatregelen tot beten- der opdragt Omtrent gewenschte wettelijke bepalingen tot
t^k ""van ^IterTen beteugeling van het misbruik van sterken drank worden
drank; kennisneming gel czen twee ingekomen stukken^ het eene van de Clas-
69
sicale Vergadering van Amersfoort, gereg. onde; »*• ^ J^^ ®7^*5* ^^ ^"^I
721, waarin naar met algemeene stemmen genomen be- ingekome? adreMenen
sluit het verzoek tot de Synode gerigt wordt, dat zij den ^slait om zich te dier
Staat steune in zijnen strijd tegen de dronkenschap ; het ^^®. '^^ ^^ ^^°
andere van de Classicale Vergadering te Amsterdam, Tweede Kamer der Sta-
gereg. ouder n®. 874, ter mededeeling in afschrift van t^^^-Generaal te adres-
adressen door haar gezonden aan de Tweede Kamer der "*^°'
Staten-Generaal en aan den Minister van Justitie, waarin
zij insgelijks naar eenparig besluit aan den Minister haren
dank heeft betuigd voor de ingediende wet , aan de Tweede
Kamer gemeld heeft, dat zij met groote belangstelling de
indiening dier wet heeft vernomen, en zonder eenigzins
in eene beoordeeling dier wet te treden , met allen nadruk
op het nemen van doeltreffende maatregelen moet aandrin-
gen tot onderdrukking der steeds voortwoekerende volks-
zonde. Terwijl van deze stukken met belangstelling kennis
wordt genomen, oordeelt de vergadering, dat nu er bij
de Tweede Kamer eene wet tot beteugeling van het kwaad
is ingediend, de aan de Synodale Commissie gegeven op-
diagt moet vervallen, maar rijst thans alleen de vraag,
of de Synode zelve zich ter zake van die wet behoort te
adresseren, en wordt nu, daar de meeste leden van oor-
deel zijn, dat het haar niet voegt in eene beoordeeling
der wet te treden, alleenlijk besloten, in den geest als
door de Classicale Vergadering van Amsterdam geschied
is, dat de Synode een dank-adres aan den Koning voor
de indiening der wet zal rigten en een verzoek aan de
Tweede Kamer om de wet hoe dan ook gewijzigd aan te
nemen. Het stellen dezer adressen wordt aan den Secre-
taris overgelaten.
Het verslag der Synodale Commissie omtrent de inge- KeuniBneming van
komen stukken van kennisgeving blz. 90—94 wordt voor 5®* ^«"^*8 ^^. Sy°o-
1 . . . L" n 11 • dale Gomini88ie om-
Kenni^evmg aangenomen , met bijzondere goedkeuring van trent bij haar ingeko-
de handelingen der Commissie naar aanleiding van het men stnkken tot de
vanwege Z. M. ontvangen heugelijke berigt van dezwan- '^?^"^j^*° ^f*""^"
gerschap van H. M. de Koningin. ^^°^ e oo n e.
De Secretaris deelt nog naar aanleiding van het berigt
omtrent het boekgeschenk van den heer van Alpken blz.
H op diens verzoek mede, dat deze de voortzetting van
zijn werk nog niet heeft gestaakt , maar daartoe zou moe-
ten besluiten , indien het getal van de inteekenaren op het
werk in den loop van het jaar niet mogt toenemen.
70
Goedkeuring vaa de Bi} de kennisneming vervolgens van het verslag der Commis-
^te SMe^in^^kê ^^®' rakende de zaak van den predikant C. L D. van Coeverden
van den predikant c. Adriani , blz. 94 — 97^ wordt weder gelezen een ingekomen
z. p, van Cbwtfrefo» antwoord van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelder-
bij heTprovinc* Kerf^ ^^^^ op ï^^t laatste schfijven der Commissie, van 15 Junij,
bestuur van Gelder- gereg. onder n^ 366 , hoofdzakelijk behelzende, dat de
land op het nemen vertraging, welke het nemen van eene beslissing in deze
Z'geo""^'^""*' hoogst moeijeHjke ^ ondermdt. toe te schrijyen is aan
het omslagtige van het in deze noodzakelijk bevonden
onderzoek, dat onafgebroken voortgezet, doch nog niet
geëindigd is. Na gehouden beraadslagingen en verkregen
inlichtingen van de afgevaardigden uit Gelderland
worden de handelingen der Synodale Commissie door de
bevoegde leden eenparig goedgekeurd en vervolgens besloten
nog een schrijven aan het Provinciaal Kerkbestuur te rigten
om op bespoediging der te nemen beslissing aan te dringen.
Als Toren, vanhaar De mededeelingen der Commissie aangaande het verzoek
schrijvea aan hetzelfde van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland om
Kerkbestuur betrekke- , , . „ i -• i i • i , /-n • i
lijk verlangde voorzie- ^^^^^ ^^ stellen op onregelmatigheden m het Glassicaai
ning in vermelde on- ressort van Harderwijk, blz. 97, 98, de bij haar in
h^^'^ifö" ""VT ï°?etomen verzoeken om dispensatie naar art. 23 van het
verschillende ingektn Reglement op de Vacaturen, blz. 98 — 102, en het verzoek
men verzoeken om dis- om dispensatie van de bepaling omtrent den leeftijd in
^^^^^' art. 13 van het Reglement op het Godsdienstonderwijs
worden alle, voor zooveel noodig met goedkeuring door
de bevoegde leden, voor kennisgeving aangenomen.
Sluiting der tiende De Vergadering wordt hierna verdaagd tot morgen
zitting. namiddag een uur, waarmede de tegenwoordige zitting
wordt gesloten.
J. J. L. LuTi,
Premlent,
ELFDE ZITTING.
Dingsdag 3 Augustus 1880.
De heer van Eerde afwezig.
Na opening der zitting worden de notulen der zitting . Op^^^S ^^ ^^^
van gisteren gelezen en goedgekeurd. attwg.
De Secretaris deelt mede^ dat van het Provinciaal Synodi coniaractae
Kerkbestuur Van Z u i d - H o 1 1 a u d zijn ingekomen : "Z it S?wt>?
l^ een afschrift van eene uitspraak met betrekkelijke ciaal Kerkbestuar van
stukken, ger, onder n®. 12, waarbij ie heer Jac. Ei^eman ,^^^^^^^^ overge-
predikant te Dordrecht en Scriba, van het Classicaal jj^^^ij^^" ^
Bestuur wegens verzet tegen de uitvoering van de eind- Eigeman en J?. J. o.
besliaang van het Provinciaal Kerkbestuur van G e 1 d e r- f*** Boog^huijze te
land tot schorsing van de ouderlingen te Dordrecht,
Foorloopig in beide zijne betrekkingen geschorst is en de
tegen hem ingebragte bezwaren bij de Synode zijn over-
2^ een afschrift van zijn besluit als te Dordrecht
doende wat des Eerkeraads is om het tegen den predikant
E, A. G, van Boogenhuijze ingebragte bezwaar van gelijke
handelingen tot de Synode over te brengen , met betrekke-
lijke stukken gereg. onder n®. 13.
De Vergadering oordeelt dat naar analogie der in het
Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht bestaande bepa-
lingen voor de behandeling van beide deze zaken de Synode
volgens art. 15 van het Algemeen Beglement tot op de
helft van hare leden moet worden verminderd, waarom
terstond tot de hiervoor vereischte lotingen wordt overge-
gaan, met deze uitkomst, dat de Synodus contracta in
zake den predikant Eigeman \^ zamengesteld als volgt:
President de heer Overman , praeadviserend lid de hoog-
leeraar Lasonder, adviserend lid en secretaris vanHasêeU;
overige leden de heeren Douwes, van der Veen, Kronenberg,
van der Hoeve, van Duijl, Jans, Alingk Prins, Bruinwold
Riedel en Bmna.
72
Tot de Synodus contracta in zake den predikant van
Hoogenkuijze , behooren de heeren Overman, Lasonder
van Hasselt in evenvermelde betrekkingen en voorts als
gewone leden de heeren JDiiema, van Eerde ^ Kronenberg ^
van der Hoeve , Segers , van den Brandeler , Jans , Alingh
Prins en Bruna.
Benoeming van Mr. Naar besiuit van gisteren wordt het drietal van ouder-
J. c, Bergsma tot üngen voor de vacature bij de Synodale Commissie , uit
lid der Synodale Com- iPi^j i.i.i!^ji -ii
missie. het bestaande gros wegens het bedanken van den heer
Boetes bij eene derde stemming tusschen de heeren Kronen-
berg en Frinia aangevuld met eerstgenoemde^ waarna uit
het drietal terstond met groote meerderheid van stemmen de
heer Mr. J. C. Bergsma, oud-ouderliog te Leeuwarden^
gekozen wordt.
Rapport betreffende Door den heer van Duijl worden van wege de Com-
een voorstel van de miggie voor de nieuwe wetsvoorstellen twee rapporten uit-
vau^Dordr^^htTinS^'^'^g^i ^ï® ^^^^^ tot nadere inzage van de leden ter tafel
voor de toelating tot worden gelegd.
Evan^^b^ienk'' o^k ^^^ ^®'®*® rapport betreft het voorstel van de Classicale
ge\dg8ctrifter^Mn°^te vergadering van Dordrecht, gereg. onder n^ 7 5 9, om
nemen van buiten de voor de toelating tot het examen voor de Evangeliebediening
lUjksnniversiteitenhier q^^ getuigschriften te erkennen van studie aan andere in-
te lande bestaande m- . , . ° => -^ /-^ j •• j j t»"i
rigtingcn voor Hooger ngfciiïgen van Hooger Onderwijs, dan aan de Eijksuniversi-
Onderwijs. teiten , luidende als volgt:
Mijne Heebbn!
Aan uwe Commissie voor de nieuwe wetsvoorstellen is
opgedragen u te dienen van advies ten opzigte van een
voorstel ter tafel gebragt in de Classicale Vergadering van
Dordrecht dd. 30 Junij jl, door al de leden op vier
na, aangenomen, en luidende als volgt:
//De Synode stelle de binnenlandsche studenten niet
//achter bij hen, die in het buitenland hunne studiën
//volbragten, maar erkenne ook getuigschriften van studie,
//volbragt aan andere inrichtingen van Hooger Onderwijs
//dan de Eijks-Universiteiten , mits ook door hen, die
//zich aanmelden, bewijzen van goed gedrag worden over-
jygelegd.''
Uit de officieele mededeeling blijkt, dat //men meende
73
//dit voorstel te moeten doen, om der Synode aan te
//toonen, dat zij door het voorstel Meiêchert van Vollen^
f/ hoven c, s. te ondersteunen , partij koos tegen eene andere
//richting dan die de hare is/'
Qualificatie van dit motief en van deze beschouwing
laten wij liefst achterwege.
Maar geen voorstel misschien , dat, mocht het door
u worden aangenomen , dieper zou ingrijpen in de economie
van 't Beglement op 't examen , en van 't Reglement op
het Hooger Onderwijs in de godgeleerdheid , dan dit van
de Classicale Vergadering van Dordrecht.
Werd het Wet, illusoir zouden de bepalingen zijn in
art. 7 van 't Beglement op 't examen ; illusoir de waar-
boigen, welke de Synode dddrin eischt en bezit voor
degelijke studie en vorming van de aanstaande Evangelie-
dienaren der Ned. Hervormde Kerk.
Dat het der Synode om dien waarborg te doen is,
blijkt ook uit hetgeen ten opzigte van hen, die buiten-
slands hunne studiën volbragt hebben, sub a van art. 8,
in dat reglement bepaald is met de woorden : //bewijs ,
17 dat zij (nl. de buitenlandsche studenten) aan een weiiig
f/criende inrichting van Hooger Onderwijs den graad van
//candidaten in de godgeleerdheid, of een daarmee gelijk
//staanden verworven hebben , enz."
Heeft voorts de Classicale Vergadering van Do r d r e c h t,
haar voorstel tot u overbrengende, wel overwogen, dat
de Universiteit van Amsterdam eene stedelijke Vrnvet'
siteit is, welke met de Neder landscke Bijis- Universiteiten
in rang gelijk staat, en dat, indien ook te Amsterdam
Hooger Onderwijs in de godgeleerdheid zal worden gege-
ven, dit geschieden zal van wege de Nederlandsche Her-
vormde Kerk , door Kerkelijke Hoogleeraren , die door de
Algemeene Synode worden benoemd?
Was men op de Classicale Vergadering algemeen van
oordeel, //dat echte liberaliteit vrijheid erkennen en vol-
//doende kennis boven alles stellen moest" uwe Commissie
is van 't zelfde gevoelen, doch wil niet vergeten, dat
het geenszins uit echte, maar uit valsche liberaliteit,
uit een verkeerd vrijheidsbegrip voortkomt, indien een
vrijheid wordt gehuldigd of gegund, welke het verkrijgen
van voldoende en degelijke kennis niet genoegzaam waar-
borgt.
Op grond van een en ander adviseeren vnj u, het
74
voorstel van de Glassicale Vergadering van Dordrecht
te wijzen van de hand.
G. VAN DuiJL GWz.
J. Alingh Prins.
Mr. E. DE Man Ez.
G. W. VAN Eebde.
Als voren, terzake Het andere rapport betreft de adressen tot aanvulling
der adressen tot aan- ^^jj ^^j. 3 ^^ g ^^^^ j^et Reglement voor de Kerkeraden,
valling van art. 3 al. .. -, j • 1. j
2 van het Reglement Zijnde van dezen innoud :
voor de Kerkeraden.
Mltne Heeben!
Wederom zijn in Uwe Vergadering voorstellen ingekomen,
om in het Reglement voor de Eerkeraden, art. 3 al. 2
na de woorden: //ouderlingen en diakenen behooren te zijn
vgeen tegenstrevers van kerkelijke verordeningen^' de be-
paling te laten volgen: //geen fabrikanten of verkoopers
//van sterken drank.''
Een daartoe strekkend voorstel , geteekend door de HH.
C. J. Bruéel de la Bivière en J. S. van Arhel werd
in de Glassicale Vergadering van Haarlem ter tafel ge-
bragt en door 21 leden ondersteund.
De Glassicale Vergadering van Heusden met 26 tsgen
10, van Zutphen met 38 tegen 37 stemmen, van
Utrecht, van Wijk, van Gouda met groote meerder-
heid , van 'sGravenhage met bijna algemeene stemmen,
en de heer L, van Gheel Oildemeester , pred. te Wil-
helminadorp, achten de opname van bovengemelde
bijvoeging alleszins noodzakelijk, ten einde ook hienn
een middel te hebben , om het drankmisbruik , 't welk
onze maatschappij ontzenuwt en veel en velerlei ellende
sticht, te bestrijden.
Een lid van de Glassicale Vergadering van E dam
verlangde evenzeer , dat genoemde bepaling in het Reglement
voor de Eerkeraden zou worden opgenomen , maar ofschoon
onderscheidene leden met de bedoeling van den voorsteller
sympathie betuigden, kon het meerendeel zich met het
voorstel zelf op verschillende gronden niet vereenigen. Het
werd verworpen met 34 tegen 6 stemmen. Er werd echter
unaniem besloten den wensch uit te spreken , dat de Synode
voortga te doen, wat zij vermag om het schromelijk mis-
bruik van bedwelmende dranken te keer te gaan.
75
Heeft de Synode een paar jaar geleden de Kerkeradeu
aitgenoodigd zich tot de Hooge Eegeering te wenden met
de bede f dat deze verordeningen tot beperking van het
gebruik van sterken drank in het leven roepe , en mogen
vij verwachten y dat de Begering eerlang het hare zal
doen om deze groote volkszonde door wettelijke bepalingen
te bestrijden; is door Uwe Vergadering in 1878 een
voorstel van de Classis Kampen , die toen hetzelfde ver-
zoek deed ten aanzien van //fabrikanten van en handelaars
//in sterke dranken^' met 16 tegen S stemmen afgewezen ;
trof ten vorigen jare een dergelijk voorstel van de classis
van Gouda hetzelfde lot, uwe Commissie, ofschoon de
meest oprechte hulde brengende aan de bedoelingen der
voorstellers, deelt ook nu in de bezwaren, welke toen
den aanbevolen maatregel als ongepast en niet doeltrefiend
hebben doen verwerpen.
Zij meent te kunnen volstaan met te verwijzen naar
het daaromtrent meegedeelde en overwogene in uwe Ver-
gadering van 1878 (Hand. bladz. 176 , 177 en 260)
en 1879 (Hand. bladz. 90, 91 en 92) en u te advi-
seeren aan ^t verzoek der adressanten geen gevolg te
geven.
G. VAN DuiJL GWz.
J. Alingh Pkins.
Mr. E. DE Man Ez.
G. W. VAN Eerde.
Ter tafel komt een adres van den Kerkeraad te B ij n- Besluit op een be-
saterwoude van 2 Augustus, gereg. onder n®.. I0,^a»"clmft van den
hoofdzakelijk behelzende bezwaren over het uitblijven der f *[g" ^^„^1*^ ^^J^j^^J
beslissing van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelder- uitblijven der beslissing
land in zake den aldaar beroepen predikant C. L. D. ^^ ,^f »*^ ^^^ ^^^
^ j Éj • * jj iiij predikant van Coever-
van Coeverden Aanam en daarvoor de vragen stellende : ^^ jdHani.
i/a. Is eene //zedelijke overtuiging^' van een Kerkerai^d
genoegzaam om de approbatie van de beroeping eens leeraars
naar eene andere gemeente terug te houden P
fih. Is het geoorloofd eene zaak van zulk een groot
gewigt z<56 langen tijd in behandeling te houden^ terwijl
toch art. 70 van het Beglement op de vacaturen tot den
meesten spoed aanspoort?''
Na kennisneming van dit schrijven oordeelt de ver-
gadering dat er geen bedenking kan bestaan , naar
art. 14 van het Algemeen Reglement den Kerkeraad
76
in zake ontvankelijk te verklaren, doch besluit zij nu na
het gisteren verhandelde den Eerkeraad te doen opmerken ,
ten aanzien van zijne eerste vraag, dat bij de aanhangige
procedure nog moet uitgemaakt worden, of er geene feiten
zijn die de tegen den predikant van Coeverden Adriani
ingebragte beschuldigingen regtvaardigen , en wat de tweede
vraag betreft //den Kerkeraad te melden , dat juist gisteren
door de Vergadering het besluit is genomen om bij het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland op bespoedi-
ging van zijne beslissing aan te dringen.
Beslait, naar mede- Nog komt ter tafel een berigt van den Quaestor-generaal
q!!^S- ene^l tm ^^^ ^ Augustus, gercg. onder n^ 11, houdende, dat hij
het Classicaal Bestuu ^^} ^^^ Quaestor der classis van Amsterdam, den heer
van Amsterdam te 6r. J, Vo8 , onderzoek gedaan heeft, welke weduwen en
verpligten tot volledige ^g^itj^^^gfjgljjgj^j^in uit de te Amsterdam gehouden
ODzaat van de inKom~ jl^ o o
sten der door hem voor collecte, die ƒ903.89 ZOU hebben opgebragt, toelagen
kleine toelagen voorge- ontvangen hebben, doch dat de heer Vos bezwaar had
tSiger^'^""*'^" g^°^aakt daarvan mededeeling te doen en hem verwezen
had naar den Algemeenen Kerkeraad. Na kennisneming
van dit berigt besluit de Vergadering op voorstel van den
President door tusschenkomst van het Provinciaal Kerk-
bestuur van Noordholland aan het Glassicaal Bestuur van
Amsterdam te melden, dat op zijne voordr^t omtrent het
toekennen van kleine toelagen vooralsnog geen besluit kan
genomen worden, zoolang daaraan eene volledige opgaaf
ontbreekt van de inkomsten , welke de voorgedragen
personen genoten hebben, als waartoe ook gerekend moet
worden, wat zij, zoo niet allen, toch naar men meent, de
meesten uit de te Amsterdam gehouden collecte hebben
genoten.
Nader beslnit om- De President stelt voor , dat de Vergadering terugkome
ov»de^voJrift^°^^P *^*" j'* Zaturdag genomen besluit omtrent het van de
dienstondemijs* ^- ^^or het godsdienstonderwijs ingezamelde gelden te maken
zamelde gelden. gebruik, om de moeijelijkheid , welke het opsporen van de
behoeften, bij nader indenken, voor de Synodale Com-
missie opleveren zal, dewijl er, buiten de aanvraag thans
van den predikant te Bossum, geene bepaalde aanvragen
om bijdragen , nu noch vroeger , zijn ingekomen , maar dat
uitgegaan worde van de in 1878, zie Handl blz. 284,
285, gemaakte bepalingen omtrent de bestemming der
gevraagde gelden en nu in de Kerkelijke Ourant rondweg
77
worde medegedeeld dat de opbrengst der gehouden collecte
onvoldoende is gebleken oxn^ waar zulks noodig mogt
zijn y ondersteuning voor het bouwen van catechisatielocalen
te rerleenen, doch dat de Synode oordeelt voor Kerke-
raden en Predikanten die ten gebruike van het gods*
dienstonderwijs tegemoetkoming voor het aanschaffen van
Bijbels^ gedeelten van Bijbels^ psalmen- en gezangboe-
ken of ook kaarten , platen en boeken noodig mogten
hebben , de gelegenheid open te stellen om daaraan
geholpen te worden, en hen uit te noodigen dat zij
zich daartoe met hunne aanvragen tot de Algemeene Sy-
nodale Commissie wenden^ en deze vddr 15 September
inzenden bij het Classicaal Bestuur van het ressort om
door tnsschenkomst van het Provinciaal Kerkbestuur inge-
zonden te worden^ wordende de genoemde Besturen bij
deze uitgenoodigd omtrent de aanvragen de Synodale
Commissie van raad te dienen, als door de Synode ge-
magtigd tot het toekennen van toelagen tot genoemd
einde uit de ingezamelde gelden , voor zoo ver het bedrag
der ingezamelde gelden, dat met de gemaakte rente om-
streeks f 1175 beloopt, toelaten zal. Na eenige beraad-
slaging wordt met algemeene stemmen overeenkomstig het
voorstel van den President besloten.
Nog wordt in behandeling genomen het door de Syno- Afwijzing van een
dale Commissie in haar verslag blz, 102 volg. medege- ^°°^^®^y^°^*l6Com-
deelde voorstel van Kerkvoogden te Groningen om bij S'vSÏiS»
art. S en 5 van het Algemeen Beglement het stemregt teGroningenombij
en de verkiesbaarheid voor eenig bestuur te beperken *'**■ 3 en 5 van het
door daarvan uit te sluiten , die hunne kerkelijke lasten re^^en de bevoegdhdd
niet voldoen. Gaarne wordt door de vergadering hulde tot benoeming in Ker-
gebragt aan de bedoeling der Kerkvoogden, terwijl het ^®^?^® ^®*°^®^ *® ^®"
ook algemeen als eene gewenschte zaak wordt beschouwd , niet *%o\doemng der
dat een afdoende maatregel kon worden genomen om de kerkeUjke lasten,
gemeenteleden , die mogten weigeren zich van hunne gel-
delijke verpligtingen jegens de Kerk te kwijten, daarvan
terug te brengen , ten einde aan het voeren van processen
daarover voor goed een einde te maken. Doch, terwijl
slechts enkele leden de daarvoor door Kerkvoogden van
Groningen voorgestelde maatregel aanbevelenswaardig
achten , ook omdat die zou kunnen dienen om zamen-
werking van het bestuur en beheer te bevorderen , hebben
de meeste leden evenwel tegen de inwilliging van het
78
verzoek groot bezwaar , omdat door het maken vau zalke
bepalingen^ als daarbij verlangd wordt ^ werkelijk in het
beheer zoa worden ingegrepen, dewijl bij de toepassing
er van in eene beoordeeling zon moeten worden getreden
van de regtmatigheid der opgelegde kerkelijke lasten.
Bedenkelijk wordt ook geacht , dat door zulke bepalingen
een soort van tucht zou worden uitgeoefend ter handhaving
van besluiten van andere CoUegiën op een gebied , dat niet
tot het Bestuur der Kerk behoort. Ook wordt opgemerkt,
dat de voorgestelde bepalingen niet zouden voegen in het
Algemeen Beglement, als alleen zullende dienen voor
gemeenten , waar kerkelijke lasten geheven worden. In elk
geval wordt voor het maken van dergelijke bepalingen
gepaster geacht den tijd af te wachten dat het verband
tusschen bestuur en beheer behoorlijk geregeld zal kunnen
worden, en wanneer Kerkvoogden te Groningen moeije-
lijkheden ondervinden in het heffen van den kerkdijken
aanslag , gewezen op art. 40 van het Algemeen Reglement
op het beheer , naar hetwelk het Algemeene CoUegie ge-
roepen is om ter zake maatregelen te nemen , waarom ook
geoordeeld wordt , dat de Kerkvoogden zich aan dat CoUegie
hadden behooren te adresseren. Na sluiting der beraadslagin-
gen wordt het verzoek van Kerkvoogden te Groningen in
stemming gebragt; veertien leden stemden er tegen, vier
slechts voor , zoodat het met groote meerderheid is a^ewezen.
Slaiting der elfde De vergadering wordt nu wegens de bijeenkomst eener
zittmg. Synodus Contracta tot morgen-namiddag één uur verdaagd,
waarmede de tegenwoordige zitting gesloten wordt.
J. J, L. LuTi, PresidenL
TWAALFDE ZITTING.
Woensdag den 4den Angastus 1880.
De heer van Eerde afwezig.
Na opening der zitting wordt bet lezen der notulen tot Opening der twaalfde
morgen uitgesteld. ^***"8-
Ter tafel komt een nader berigt van bet Glassicaal Nader berigt omtrent
Bestuur van Winschoten van 2 Augustus , gereg. onder ^® grensverindering
n^ 14, betrekkelijk de grensveraudering van de gemeenten ^*old™*en Wolden-
te Nieuwolda en Woldendorp, behelzende datdorp.
daarbij alle reglementaire voorschriften zijn in acht geno-
men. Thans wordt besloten de kennisgeving dier grensver-
andering, welke in de zitting van 24 Julij was aange-
hoQdeo, voor zoodanig aan te nemen.
Nog wordt naar voorstel van den Secretarie besloten , Beslnit omtrent de
dat van de aan den predikant te Drogeham voor de^oo' den predikant te
dienst te Harkema Opeinde (Heide) toegekende ^7/ J^^^J^^ ^^
toelage van f 100, als over het jaar Julij 1880 tot 30 fonds ter voorziening
Junij 1881 loopende, aan den predikant P. t^an Zfo/tf««iQge«teUJke behoeften.
slechts voor éene maand zal worden uitbetaald, aange-
zien deze jl. Zondag zijn afscheid van de gemeente heeft
genomen , en dat met het uitbetalen der toelage na op
f25 per kwartaal te berekenen , eerst weder zal worden
voortgegaan, zoodra de te beroepen predikant zijn dienst
te Drogeham zal hebben aanvaard, te rekenen van
den dag zijner bevestiging.
De Commissie, in welker handen de oonsideratiën van Rapport der Gom-
de voorloopig aangenomen verandering van art 38 van rSLlTJ^" ^«
k.i-Di4. i,*njj- xj- i.j voorloopig aangenomen
net Eeglement op het Godsdienstonderwijs met de voor- verandering van art.
stellen art. 88 en 89 van dit Beglement rakende gesteld 38 van het Reglement
werden , brengt bij monde van den hoogleeraar Lasonder 5^* en'Ï^Tomen
rapport uit, dat tot latere behandeling voor inzage der voorstellen op de be-
leden ter tafel gelegd wordt. Jfldenis-kwestie betrek-
Het rapport luidt als volgt : ^^"8 ^'^^°^^-
80
Mijne Hebeen!
De Commissie, door U vereerd met de opdracht om
U te dienen van bericht en raad over< de in hare handen
gestelde stukken ter zake de in de buitengewone Synode
dezes jaars voorloopig aangenomen veranderingen van art.
38 van het Reglement op het Godsdienstonderwijs , brengt
bij deze rapport van haren arbeid uit.
Zij vangt dit verslag aan met de verzekering, die gewis
geloof bij U zal vinden, dat zij getracht heeft hare taak
te vervullen met al den ernst, waarop een door ü opge-
dragen arbeid aanspraak heeft; te meer, wanneer, gelijk
hier het geval is, voorstellen moeten behandeld worden,
die met de teederste belangen der Kerk in betrekking
staan, die hunne geboorte hebben te danken aan moeite-
volle verwikkelingen, die gedaan zijn uit vurige begeerte
om aan gerezen bezwaren te gemoet te komen , en wier
lot voor de vrijheid en de orde , de eenheid en den vrede
in den boezem der Kerk , de gewichtigste gevolgen kan
hebben. Het zou hare hoogste voldoening zijn, indien haai
arbeid ü eenigszins van dienst mocht wezen bij Uwe over-
wegingen, en alzoo medewerken om iets goeds te bevor-
deren voor de ons allen dierbare Kerk.
Uwe Commissie, M. H. ! heeft gemeend, U vóór alles
een getrouw verslag te moeten geven van het onthaal dat
de bewuste voorloopig aangenomen veranderingen in de Kerk
hebben gevonden , toen zij , naar art, 62 ö Algemeen Regle-
ment, aan de Provinciale Kerkbesturen en de Classikale
Vergaderingen werden toegezonden om er hunne consideratiën
op in te winnen. Dit onthaal toch moest eenen hoogst belang-
rijken invloed hebben op de beantwoording der ^^^^^ vraag,
die zij meende zich te moeten stellen : //of zij , in de ge-
geven omstandigheden, U de vaststelling dier veranderin-
gen zoo als die er nu liggen, moest aan- dan wel ontraden?
Zij deelt U thans mede wat gebleken is uit eene aan-
dachtige kennisneming van de verschillende Provinciale
Kerkbesturen.
In het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland ver-
klaarde een lid de bedoelde verandering in art. 38 niet
te wenschen : zij zou de bezwaren niet wegnemen ; het den
oud-ouderlingen te verkenen recht zou de rechten en plichten
van den Kerkeraad neutraliseeren. Meende een ander weder
dat deze verandering goed zou zijn, om quaesties als te
81
Dordrecht ontstonden, niet te doen plaats vinden. Een
derde noemde haar in tegendeel ongelukkig en reglemen-
tair onbestaanbaar. Ook deze achtte de rechten en plichten
der ouderlingen aangetast , en vreesde dat de hartstochten
hierdoor in beweging zouden worden gebracht. Hij oordeelde
dat in al. 5 het nu ingevoegde alzoo niet genoeg zou
geven, als nu heen wijzend naar de in de vorige alinea
geooemde aflegging van belijdenis van het Christelijk ge-
loof; maar dat dit niet voldoende was. De laatste zinsnede
van al. 4 zou z. i. gelezen moeten worden: //Aan het
onderzoek wordt verbonden het afleggen van belijdenis van
het Christelijk geloof/^ Dan art. 5 aldus: //Worden de
aannemeliugen door de meerderheid der afgevaardigden
geschikt geoordeeld, dan heeft de aanneming plaats-^^ —
Een vierde wijst op de groote verbetering, die dit artikel
zoa aanbrengen wanneer de Kerkeraad zijn plicht niet deed.
Een vijfde zou het als proefneming willen laten gelden,
indien het vrede kon aanbrengen ; ^t is z. i. eene concessie
aan de modernen en aan de orthodoxen. Een zesde vraagt
^elke bij de slapheid der tucht de waarborgen zijn voor
de onberbpelijkheid der oud-ouderlingen.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland ver-
klaart zich eenparig tegen deze voorloopig aangenomen ver-
anderingen. Het doet hulde aan de bedoeling der Synode
om op deze wijze aan vele bezwaren te willen te gemoet
komen, maar om verschillende redenen kan het zijne ad-
haesie daaraan niet verkenen.
Eén lid zou dit kunnen indien de bijvoeging luidde:
ffzijnde het den predikant bij verhindering der ouderlingen
vergund, onder goedkeuring van den Kerkeraad, een of
meer oud-ouderlingen uit te noodigen.^^ Ook volgens een
ander lid is de aanneming van deze bijvoeging onraad-
zaam, omdat: L^. het verzet tegen art. 38 hierdoor niet
zal verminderen; 2^. het recht der ouderlingen er door
wordt verkort ; 3^. het opdragen van functies , ja van
de voornaamste functie van ouderlingen , aan personen die
geen ouderlingen meer zijn, z66 geheel en al indruischt
tegen alles wat ooit in de Kerk is geschied , dat deze toe-
voeging op zich zelve reeds geheel verwerpelijk moet geacht
worden , en 4°. gevolgen van deze bijvoeging zouden zijn de
opheffing van allen waarborg bij de aanneming, van alle orde in
de gemeenten , willekeurig heerschappij voeren der predikan-
ten en een twistappel te meer in de reeds verdeelde Kerk.
6
82
Dit lid vindt de overgangsbepaling diaarom onaanneme-
lijk^ omdat eene aanneming met oud-ouderlingen eenvoudig
geen aanneming is.
Een ander lid zou deze veranderingen wenschelijk achten,
indien zij den vrede herstellen zouden en allen voldoening
geven ; maar hij moet nu verklaren ^ dat de wijziging van
al. 3 in onze wetgeving een ongekend element brengt y de
aanneming van wege den Kerkeraad ilusoir maakt ^ aan
predikanten de meest mogelijke vrijheid geeft, en er toe
leiden kan om den Kerkeraad geheel op zijde te zetten.
Hij zou er echter vóór kunnen zijn, indien er werd bij-
gevoegd : //mits onder goedkeuring van den Kerkeraad."
De wegneming in al. 5 van de woorden : //Bezwaren^' enz.
zou hij zeer gewenscht achten, zoo ook de overgangs-
bepaling.
Een derde lid meent dat de veranderingen het pres-
byteriaansch karakter der Kerk aantasten, terwijl een
vierde de aanneming van deze wijzigingen vrij overbodig
acht, waar kerspel vorming de niet ingeschrevene aange-
nomenen spoedig tot hun recht zal doen komen«
Ten slotte verklaart een ander lid deze veranderingen
volstrekt onaannemelijk, en meent, dat de Synode, bij
aanneming van het reglement op de kerspel vorming, de
bedoelde voorschriften zóó moet wijzigen , dat aan de Ker-
keraden van alle gemeenten en van kerspelen in de ge-
meente de regeling der aanneming en bevestiging van
nieuwe leden wordt overgelaten , onder uitdrukkelijk voor-
behoud , dat het Christelijk-godsdienstig karakter er van
wordt gehandhaafd en de regeling geschiedt bij plaatselijk
reglement. Alleen op deze wijze zou gewetensdrag worden
weggenomen en voorkomen, terwijl de rechten van het
presbyterium onaangetast zouden blijven.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Noor d-H o 1 1 a n d
is eenparig van oordeel dat de voorgestelde veranderingen
de orde in de kerk niet zullen handhaven en den vrede
niet zullen bewaren. Het vindt groot bezwaar in het op-
treden van oud-ouderlingen , ^twelk geheel en al vreemd
is in onze kerkelijke wegeving en niet met een beroep
op art. 18 van het Reglement voor kerkelijk opzicht en
tucht kan gerechtvaardigd worden. Hierdoor zou het recht
der ouderlingen worden verkort en niet minder de af-
vaardiging door den Kerkeraad illusoir gemaakt. De oude
bedenkingen zouden door deze wijziging in verhoogde mate
83
temgkeeren ^ al is de zooveel aanstoot gevende zinsnede
uit de 5e alinea weggevallen. Een en ander heeft het
Provinciaal Kerkbestanr van Noord-Holland er toe
geleid ^ der Synode in ernstige overweging te geven , tot
de definitieve vaststelling dezer wijziging niet over te gaan
en art. 38 onveranderd te laten.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht begroet de
verwijdering van de zooveel aanstoot gevende al. 5^ art.
38 met genoegen , maar verklaart zich tegen de bijvoeging
in al. 3 , wat betreft de oud-ouderlingen. Het is van oor-
deel dat reeds de zonderlinge stijl van dit toevoegsel ,
^twelk buiten eenig verband staat met de alinea, verraadt ^
dat het in dit artikel niet te huis behoort. Het is 1^ met
art. 38 zelf in strijd^ 't welk bepaalt, dat de aanneming
geschiede van wege den Kerheraad, Mag nu een predikant ,
buiten den Kerkeraad om, de oud-ouderlingen kiezen om
bij de aanneming tegenwoordig te zijn, dan wordt hier-
mede art. 38 geschonden en bovendien het ondragelijkst
clericalisme in de hand gewerkt. De bijvoeging is : 2^. mede
in striid met de rechten en verplichtingen , den Kerkeraden
in onze ieri opgelegd en toegekend; 3®. met de rechten
der gemeente. Bedenen waarom het Prov. Kerkbestuur van
Utrecht adviseert om deze bijvoeging niet definitief vast
te stellen.
Evenmin kan zijn oordeel gunstig luiden over alinea 5.
Wel is waar verheugt het zich over hare verdwijning,
maar //wat baat het, wanneer, schoon de aanstootelijke
woorden worden weggenomen, de zaak die aanstoot gaf,
toch blijft ?'' En dat is het geval. De Synode zegt het
zelve in hare overwegingen; de aanneming blijft ook nu
eene zaak van bloot verstandelijke kennis; het belijdend
karakter blijft er aan ontbreken en daarom blijft ook de
grieve, die zoo vele gemoederen heeft warm gemaakt. De
Synode late de al te groote vrees varen, dat soms het
onderzoek naar het geloof min gepast zoude zijn en make
de afneming van belijdenis des geloofs weder mogelijk door
deze eenvoudige bepaling op te nemen: //Wordt de uitslag
van het onderzoek door de meerderheid der afgevaardigden
voldoende bevonden, dan heeft de aanneming plaats"; —
waaraan dan eene andere onafscheidelijk moet worden toe-
gevoegd : //Wordt de uitslag van dat onderzoek door de
meerderheid der afgevaardigde niet voldoende gekeurd , dan
geeft de commissie daarvan kennis aan den Kerkeraad,
84
die de zaak op nieuw ter hand neemt/' Wat eindelijk al. 6
art. 38 betreft: Deze verricht de predikant namens den
Kerkeraad^^ het Kerkbestuur dringt ernstig op verwijdering
daarvan aan.
In het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland verklaren
drie leden zich v6<5r en drie tegen de bijvoeging in al. 3
van art. 38 Begl. Godsdienstonderwijs. Yier leden merken
ten opzigte van de 5e al. op, dat, al worden de aan-
stootelijke woorden ook weggenomen, de zaak toch blijfl;.
En bij de aanneming van het Eeglement op de kerspel-
vorming is een groot deel der wijzigingen overbodig. Ëen
dier leden kan zich met nog twee anderen met die wijzi-
gingen vereenigen. Terwijl men zich van de andere zijde
tegen het toelaten van oud-ouderlingen verklaarde, ontmoette
al. 6 geen bezwaar.
Tegen de overgangsbepaling bij art. 38 verklaarden zich
al de leden.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland berigt,
dat twee leden geen bezwaar hebben tegen al. 3, indien
in de plaats van de woorden //den predikant^' gelezen
worde: de //Kerkeraad^\ De overige leden waren er tegen ,
evenzoo, op één na, tegen de weglating der 5^ alinea. Zij
achtten deze wijzigingen onnoodig, ondoelnmtig en niet in
staat de bestaande bezwaren weg te nemen.
Het Provinciaal Kerkbestuur van O v e r ij s s el meent
zich niet tegen de voorgestelde wijzigingen te mogen ver-
klaren , al ziet het daarin abnormaliteit , omdat ze welliclit
hier en daar tot bevrediging kunnen dienen. Toch zouden
twee zijner leden voor zich liever de thans bestaande redactie
behouden , omdat toch eigenlijk alleen misverstand er zich
tegen deed verzetten.
Van het Provinciaal Kerkbestuur van Groningen ver-
klaart de meerderheid zich v66r de toevoeging tot al. 3
en alle leden vóór de wijziging van al. 5.
Noordbrabant -met Limburg verwerpt eenparig
al de voorloopig aangenomen veranderingen in het Begl.
op het Godsdienstonderwijs. De uitnoodiging van oud-
ouderlingen vond krachtige bestrijding, vooral op grond,
dat volgens al. 1 van art. 38 //het aannemen van lidmaten
geschiedt van wege den Kerkeraad'^, waarbij nog gevoegd
wordt, dat het voorstel sub al. 5 volkomen in strijd is
met den Synodalen brief, van wege de Synode aan de
gemeenten gerigt, terwijl het nu den schijn heeft, alsof
85
bij de aanneming aan de geloo&belijdenis niet de minste
waarde gehecht wordt. Men betreurde bij dat alles de
beginselloosheid der Synode , waarvan deze aangenomene
veranderingen blijkbaar getuigen.
In de overgangsbepalingen stellen twee leden voor, de
woorden /^zoodra deze yerandering van art. 88 zal zijn
uitgevaardigd/' te lezen: /»/in 1879 en 1880.^' Aan
andere leden kwamen deze bepalingen ontijdig voor, ter-
wijl een lid die wilde hebben afgewezen.
Het Drentsche Provinciale Kerkbestuur is gunstig ge*
stemd voor de voorloopig aangenomene veranderingen. Één
lid meent echter dat, bij weigering van ouderlingen om
bij de aanneming tegenwoordig te zijn, het Classicaal
Bestuur , en , bij weigering van dit , het Provinciaal Kerk-
bestuur kon doen wat anders de Kerkeraad of het Clas-
sicaal Bestuur zouden hebben moeten doen.
Een ander lid vindt de aanwezigheid van oud-ouder-
lingen irrationeel en in strijd met al. 1 art. 38 ; hij vindt
dit artikel een onwaardig artikel, ook zal de predikant
daarvan misbruik kunnen maken; en geeft eindelijk in
bedenking of het woord //alzoo'^ er niet uit gemist kan
worden. Met de overgangsbepaling kan men zich vereeni-
gen, doch de vraag wordt gedaan: // waarom werd eene
bepaling in de Algemeene Kerkelijke Beglementen opge-
nomen , die slechts op andere gemeenten van toepassing is P^'
Bij de Commissie tot de zaken der Waahche kerken vond
de opname van oud^ouderlingen als practische maatregel
over het algemeen bijval. Toch hadden vele leden be-
zwaren. Wanneer de dienstdoende ouderlingen bezwaar
maken , zich aan art. 38 te onderwerpen en dus meenen ,
het regt te hebben een' aannemeling wegens verschil van
geloofsovertuiging af te wijzen , dan moeten zij thans of
in verzet komen tegen de reglementen , hi hunne betrek-
king neerleggen. Nu is, bij de voorgestelde wijziging nog
eeu derde mogelijk: zij kunnen de zaak aan oud-ouder-
lingen overlaten. In de oogen van sommige leden was
dit eene aanbeveling van de voorgestelde wijziging, maar
één lid vroeg of dit wel zedelijk kon worden genoemd.
Een ander bezwaar , door drie leden gedeeld , was de ver-
melding van oud-oaderlingen ; zij achten dit in strijd met
het reglement op het Godsdienstonderwijs, daar deze toch
nimmer als vertegenwoordigers van de gemeente, maar
alleen als getuigen bij de aanneming kunnen tegenwoordig
86
zijn. Algemeen was men echter van gevoelen, dat het niet
aangaat die uitnoodiging te doen plaats hebben, wanneer
ffie predikant dit wenschelijk acht/^ Op deze wijze ver-
liest de handeling der aanneming geheel het karakter van
eene handeling des kerkeraada te zijn. Enkele leden meen-
den, dat het nog aannemelijker ware, eene bepaling ie
maken, volgens welke de predikant, bij ontstentenis van
ouderlingen zelf tot de aanneming over kan gaan, daar toch
de predikant, luidens het artikel, door den kerkeraad
wordt afgevaardigd.
Om aan de verschillende bezwaren te gemoet te komen ,
en tevens een^ practischen maatregel, als modus vivendi
mogelijk te maken, werd met algemeene stemmen be-
sloten, al. 3 aldus te wijzigen:
//Indien de ouderlingen bezwaar hebben tegen hunne
afvaardiging, is het den predikant geoorloofd, zich door
twee notabele personen te laten bijstaan, onder verplich-
ting, de namen dier personen aan den Kerkeraad op te
geven."
Mocht de Synode dit of dergelijk amendement niei
kunnen aannemen, dan adviseeren drie leden, de veran-
dering niet vast te stellen , de vier andere echter raaden
als practische oplossing daartoe aan.
Ook tegen al. 5 werden door weinige leden bezwaren
ingebragt. Een lid was er in beginsel v66r, maar vond
haar in de bestaande omstandigheden onzedelijk. //Men
neemt den schijn aan , alsof men een bezwaar wil op-
heffen , maar laat de zaak zelve zoo als zij is.'^ Hij noemt
dit: //de orthodoxen met een kluitje in het riet sturen."
Een ander lid heeft bezwaar tegen de uitdrukking : // Wordt
alzoo" enz. Dit woord r/alzoo'^ kan aanleiding geven, dat
men ook over het geloof zelf gaat oordeelen , in verband
met al. S. Is dit niet de bedoeling, dan heeft de invoeging
van dit woord geen^ zin. Andere leden komen hier tegen
op en zeggen, dat hier een modus vivendi hedoeld woiit;
dat in zulke gevallen niets ten gelieve van eene der partijen
mag worden gepraejndiceerd , en men dus niet spreken mag
van //met een kluitje in het riet sturen.'^
Op dien grond adviseeren vier leden voor de vaststelling,
twee leden er tegen, terwijl één lid meent, geen bepaald
gevoelen hieromtrent te kunnen uitspreken.
Yan de overgangsbepaling is met groote instemming
kennis genomen. Men is zelfs verder gegaan dan de
87
Synodale redactie. Daarop is door één lid dit amendement
voorgesteld y waardoor de woorden: // zoodra deze verande-
ring van art. 38^ zal zijn uitgevaardigd/' wegvallen.
Het doel er van is, om^ als nutairegel van orde, deze
wijziging voor ééns toe te passen. Het werd door allen
eenparig aangenomen.
Zietdaar M. HH. ! wat de verschillende Provinciale Kerk-
besturen , met de Commissie voor de Waalsche kerken
gemeend hebben, omtrent de voorgestelde wijzigingen van
art. 38, Beglement op het Godsdienstonderwijs , te moeten
adviseeren. Gij ziet er uit dat deze aldaar geen zeer
gunstig onthacd hebben gevonden.
Bij de Classicale Vergaderingen vonden de voorgestelde
veranderingen van art. 38 bijna eenparige afkeuring: De
toevoeging //zijnde den predikant geoorloofd oud-ouder-
lingen uit te noodigen'^ vond in de classis Nijmegen
bijval bij 2 leden, te Botterdam bij een twaalftal,
maar slechts onder voorbehoud, zoo ook in den Haag.
In Friesland waren er in de classis Heerenveen
7 voor; in Deventer 18, in Groningen 32, in
Ondeidenda,m de meerderheid, mits geamendeerd; in
Noord-Brabant waren er te Heusden 4 voor en
in Drenthe te Assen 9 voor. Van al de 38 overige
dassen luidde het berigt eenparig: /^met algemeene stem-
men," sommige zelfs hij acclamatie, verworpen. De gron-
den waren hoofdzakelijk dat door aan den predikant het
regt te geven, oud-ouderlingen uit te noodigen het ambt
der ouderlingen miskend werd, het regt der ouderlingen
geschonden , te kort gedaan aan de waardigheid , aan het
regt, aan de verpligtingen des Kerkeraads, het presbyte-
riaal karakter der Herv. Kerk miskend, in strijd met de
traditie en gewoonte der Kerk, een nieuw element in
de kerkelijke wetgeving gebragt, en een nieuwe stand
in de Kerk in het leven geroepen, terwijl er nog van
verschillende zijde werd bijgevoegd, dat door deze toe-
voeging de vredelievende bedoeling van den geachten voor-
steller geenszins zou bereikt worden. Anderen waren er
die zeer krachtig drukten op den pligt der ouderlingen
om bij de aanneming tegenwoordig te zijn , waarbij weer
anderen er op wezen, hoe bij weigering der ouderlingen
de thans bestaande bepalingen nog wel een uitweg toe-
laten.
Wat de wijziging in alinea 5 betreft, ook deze ver-
88
andering vond weinig bijval, de algemeene indruk , dien
wij van de adviezen der Classicale vergadering ontvingen
was dat in de voorgestelde wijziging in strijd met den
considerans toch nog al de nadruk op de kennis bleef
gelegd, terwijl van de geloofsbelijdenis zelve geen mel-
ding meer gemaakt wordt. Deze verandering werd dan
ook algemeen als onbevredigend geacht voor de Confessio-
nelen. Dit werd meermalen uitgesproken, zoowel door de
Confessionelen zelven als door de tegenpartij. Of de begane
unanieme verwerping van deze wijziging den wensch in-
volveert de bestaande redactie te behouden, is aangaande
alle dassen niet even zoo gemakkelijk te beantwoorden.
Op de classis Hoorn , vond men de woorden waaruit
al de moeijelijkheden ontstaan zijn, f/gulden woorden die
behouden moeten worden.^' Eindhoven vindt ook in
die wijziging een terug treden. Wij merken op, dat
over deze alinea op zich zelve niet overal bijzondere ad-
viezen gegeven zijn. Door onderscheidene dassen werd
vooral op het bezwaar gewezen dat alleen van kennis
en geenszins van geloof en geloofsbelijdenis sprake
is. Dat een streng onderzoek naar de dogmatische opvat-
tingen der aannemelingen door iemand in de kerk bij de
aanneming begeerd wordt is ons uit geen enkele consi-
diratie gebleken; zelfs waar in een enkele over de Be-
lijdenisschriften gesproken werd , was het slechts om open-
bare tegenspraak met deze als voldoende grond tot
afwijzing aan te bevelen.
Over de laatste alinea : //De aanneming geschiedt van
wege den Kerkeraad^' werd in vele dassen geen consideratie
gegeven. Waar de aandacht op deze alinea gevestigd werd^
vond deze bijvoeging geen bezwaar , mits in alinea 8 geen
bepalingen werden opgenomen , die het regt des Kerkeraads
illusoir maken.
Ook de Overgangsbepalingen vonden weinig
bijval. Onthielden zich vele dassen van consideraties ^
anderen merkten op, hoe het tegen alle goede beginselen
van wetgeving indruischt , onwettige handelingen door een
wet met terugwerkende kracht te sanctioneeren.
Men wees er op, hoe daardoor het regt van ouder-
lingen, kerkeraad en gemeenten verkort werd. Naar het
schijnt, is men algemeen overtuigd, dat, wanneer de be-
staande moeijelijkheden principieel uit den weg geruimd
zijn, de practische gevolgen der plaats gehad hebbende
89
vewikkelingen ^ zelf zullen opgeheven worden. Hier en
daar werd te dezen aanzien de meening nitgesproken, dat
indien kerspelvorming tot stand kwam^ dan van zelf alles
in orde zou komen.
Na kennis genomen te hebben van dit overzicht der
ingeironnen consideratiën van de Provinciale Kerkbesturen
en Classicale Vergaderingen , zal het U niet verwonderen ,
M. H. ! dat Uwe Commissie spoedig gereed was met het
antwoord op de eerste vraag die zij zich had gesteld : ^/of
zij U mocht aanraden de voorgestelde wijzigingen in art.
^8 mei de daaraan verbondene overgangsbepaling , zoo als
die nn liggen , vast te stellen P^' Haar antwoord luidde
eenparig ontkennend, al werden sommige harer leden daarbij
meer geleid door de overweging van het onthaal , dat aan
de verandering in de Kerk te beurt viel^ anderen meer
door bedenkingen , die in den geest en de strekking zelve
zelven waren gelegen.
Moet Uwe Commissie U derhalve U de aanneming van
bedoelde wijziging ontraden^ eene andere vraag is, of zij
U ook naar aanleiding van hetgeen in hare handen gesteld
is, iets heeft voortestellen dat ter zake dient?
Toer dat zij tot de behandeling overgaat zal het goed
zijn ü mededeeling te doen van de amendementen en
bijzondere voorstellen, die tot hare kennis gekomen zijn,
hetzij als ingediend door de Provinciale Kerkbesturen en
Classicale Vergaderingen , hetzij als door Uwe Vegadering
in hare handen gesteld.
In den loop van dit verslt^ is reeds een en andermaal
biervan melding gemaakt , en de strekking van deze wijzi-
gingen U duidelijk geworden. Zij volgen hier nu zoo na
mogelijk in haar geheel.
Een lid van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-
holland stelt vó6r de bijvoeging aan al. 3 te doen luiden :
ffZijnde het den predikant bij verhindering der ouderlingen
vergond, onder goedkeuring van den Kerkeraad, een of
meer oud-ouderlingen uit te noodigen/^ Een ander lid
stelde voor //mits onder goedkeuring des Kerkeraads.^'
De Commissie voor de Waalsche kerken wilde al. 8 in
dezer voege gewijzigd zien : //Indien de ouderlingen bezwaar
hebben tegen hunne afvaardiging, is het den predikant
geoorloofd , zich door twee notabele personen der gemeente
aIs getuigen te laten bijstaan, onder verplichting de namen
dier personen aan den Kerkeraad op te geven."
90
Ditzelfde amendement bad in de Waals oh e Beun ie
reeds elf van de 29 stemmen op zich vereenigd.
In het Provinciaal Kerkbestuur van Priesl and willen
twee leden de voorgestelde al. 3 dus geamendeerd zien:
//zijnde het den Kerkeraad vergund^^ enz.
In het Provinciaal Kerkbestuur van Drenthe werd
door een lid voorgesteld^ ^dat, bij weigering van ouder-
lingen om bij. de aanneming tegenwoordig te zijn, het
Classicaal Bestuur doe , wat anders des Kerkeraads of des
Classicalen Bestuurs zoude zijn.^'
Op de Classicale Vergaderingen van Hoorn, IJzen-
dijke, Deventer en Onderden dam werden stemmen
gehoord ten gunste van een amendement, waardoor de
vergunning om oud-ouderlingen uit te noodigen den pre-
dikant dan alleen gegeven zou zijn wanneer de ouderlingen
hadden geweigerd; te Botterdam en Groningen wil-
den sommigen nagenoeg hetzelfde, met dit, niet onbe-
langrijke verschil evenwel, dat de goedheuring van den
Kerkeraad bij die uitnoodiging een vereischte zou zijn.
Te Coevorden wilden eenige leden adhaesie geven
aan de voorgestelde wijziging van alinea 3, //onder voor-
waarde dat zij van toepassing werd gemaakt alleen op
gemeenten met één predikant, tot zoo lang daar de
kerspelvorming werd ingevoerd.'^
^ Wordt de uitslag van het onderzoek door de meerder-
heid der afgevaardigden voldoende bevonden, dan heeft
de aanneming plaats/'
Wat al. 5 betreft, het Provinciaal Kerkbestuur van
Utrecht verlangt deze bepalingen:
//Wordt de uitslag van dat onderzoek door de meerder-
heid der afgevaardigden niet voldoende gekeurd , dan geeft
de Commissie daarvan kennis aan haren committent, den
Kerkeraad, die de zaak op nieuw ter harte neemt.''
Iets dergelijks wordt ook door de meerderheid der Clas-
sicale Yergaderingen van Groningen en Heusden
voorgesteld.
Nog vermelden wij een amendement van het Kerk-
bestuur van Zuidholland, op al. 5 voorgedragen , waarin
/^aan de Kerkeraden der kerspelen de regeling der aanne-
ming en bevestiging van nieuwe leden wordt overgelaten ,
onder uitdrukkelijk voorbehoud, dat het Christelijk-gods-
dienstig karakter er van worde gehandhaafd en de regeling
geschiede bij plaatselijk Beglement."
91
Voorts werden nog te Harderwijk en te Amster-
dam amendementen op al. 6 voorgesteld^ daartoe strek-
kende, dat wanneer de gelooüsovertniging der aannemelin-
gen in strijd bleek met de belijdenis der Kerk (Amsterdam) ,
of //ongereformeerd en strijdig tegen de Formulieren van
lenigheid , bij de Nederlandsche Hervormde Kerk erkend^'
(Harderwijk), dit een grond zou opleveren voor hunne
afwijzing/'
De Classicale Vergadering te Amsterdam wilde verder
al. 4 van art. 88 dus gelezen zien:
//Het onderzoek wordt zóó ingericht, dat de aanneme-
lingeu niet alleen van hunne verkregene kennis , maar ook
van hunne geloofsovertuiging blijken moeten geven/'
Uwe Commissie heeft verder mede te deelen, dat de
voorgestelde wijzigingen in art. 38 aanleiding hebbeu ge-
geven tot eenige nieuwe voorstellen, terwijl zij U in her-
innering brengt , dat in hare handen is gesteld het voorstel ,
den 26 Julij jl. in Uwe Vergadering ingediend door de
HH. WestriJc^ Segers en van den Brandeler , verg. hier-
voien blz. 24 en £5.
De nieuwe voorstellen komen hier op neder, dat het
Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht art. 39 wil ont-
daan zien van de woorden: //geest en hoofdzaak''; dat
de Classen van Amersfoort, Kampen en Gronin-
gen de artt. 38 en 39 wenschen hersteld te zien in de
oude redactie, d. i. die gold tot op 15 Jan. 1879.
Enkele stemmen van elders gingen ook hier voor op.
Dan hebbe wij nog te vermelden het voorstel , door den
predikant Brntel de la Rioière in de Class. Vergadering
te Haarlem ter tafel gebragt. De voorsteller wenschte
art. 1 Algem. Eeglement dus gewijzigd te zien:
//De Ned. Hervormde Kerk is eene afdeeUng van de
Algemeene Christelijke Kerk , gevestigd in het Koninkrijk
der Nederlanden , gebouwd op den grondslag van het
Protestantisme en wier leden door toetreding zich ver-
binden om de bedoelingen van Jezus Christus, zoowel
bij zich zelven en elkander als bij het menschdom in het
algemeen te verwezenlijken. Zij bestaat uit al de Herv.
Gemeenten enz."
Voorts zou art. 38 Begl. Godsdienstonderwijs op eene
geheel nieuwe leest worden geschoeid. Er zouden twee
categoriën van aannemelingen in het leven worden ge-
roepen: a, de zulken die gedurende de twee laatste jarei^
92
v6<$r hunne aannenriing jliot het lidmaatschap getrouw ge-
bruik hebben gemaakt van het godsdienstonderwijs en die
gewoon zijn , de godsdienstoefeningen bij te wonen ; b. de
zulken die aan deze vereischte niet voldoen. De eerste
zouden dan zonder nader onderzoek worden toegelaten,
de anderen zouden door den predikant hunner keaze on-
dervraagd en alleen dan worden toegelaten , wanneer de
maat der verkregen kennis door de afgevaardigden des
kerkeraads voldoende werd bevonden.
Uwe Commissie heeft nog mede te deelen dat de
Classicale Vergadering van Heerenveen het navolgende
voorstel heeft ingediend dat met 31 tegen 28 stemmen
werd aangenomen.
// De Classicale Vergadering van H e e r e n v e e n , met
erkentelijkheid kennis genomen hebbende van het Ontwerp-
Reglement op de kerspelvorming, wenscht het niet be-
schouwd te zien als een middel tot oplossing der kerke-
lijke kwestie, en dringt daarom bij de Synode er op aan,
dat aan alle rigtingen in de Kerk vrije beweging zal
worden geschonken, ook wat betreft de belijdenis en de
voorwaarden van het lidmaatschap.^'
Van de Classicale Vergadering van Wijk kwam een
gemotiveerd schrijven in, naar aanleiding van de Uord-
sche kwestie. Zij acht art. 38 Begl. Godsd. Onderwijs
in strijd met het Woord Gods , met de geschiedenis onzer
Kerk, de waardigheid en de roeping van het ambt van
ouderling, met art. 11 Alg. Eeglement en andereartt.de
belijdenis betreffende, met waarheid en regt. Zij geeft aan
de Synode in overweging „a\ zalke maatregelen te nemen,
//die leiden kunnen tot wegneming van bedoeld bezwaar."
De Kerkeraad van de Vuursche diende, om gelijk-
soortige overwegingen, een heztoaarschriftva, leidende tot
de conclasie dat de Synode door vaststelling en uitvaar-
diging van art. 38 en van de wijziging van art. 39 van
het Reglement op het Godsdienstonderwijs hare bevoegdheid
heeft overschreden en genoemde artikelen als zoodanig
geen kracht van wet hebben,
Eenige leden der classis Zierikzee, de predikant
J, Montijn c. s. hebben bij afzonderlijke memorie tegen
de voorgestelde veranderingen in art. 88 Godsdienstonder-
wijs geadviseerd. Zij achten die in strijd met de regten der
ouderlingen en met ons kerkregt, terwijl in de voorge-
stelde veranderingen is voorbij gezien , dat niet alle
93
oud-ouderlingen bij de han to^edachts functie op hunue
plaats zouden zijn^ en de Xerkeraad het regt niet ge-
laten wordt zijne plaatsvervanger te weigeren^ noch zelf
hanne namen te kennen. Zij zijn van oordeel , dat , waar
de kennis zal moeten blijven beslissen, het bezwaar tegen
de nu vigeerende bepaling niet is weggenomen ; hun strijdt
geldt niet een woord maar een beginsel, hunne grieve kan
dus niet door verandering van een woord worden wegge-
nomen.
De overweging van hetgeen door U in hare handen
gesteld is moest Uwe Commissie leiden tot de gezette
behandeling der hierboven genoemde vraag : //of zij, naar
aanleiding van dit alles , U iets ter zake dienende zou
hebben voor te stellen f^'
Al aanstonds kan zij U mede deelen dat zij eenparig
heeft gemeend U te moeten adviseeren tot afwijzing van
alle voorstellen, die de strekking hebben tot eenig be-
sluit, omtrent andere artikelen dan art. 38 van hetBeglem.
op het Godsdienstonderwijs met de //Overgangsbepaling.^'
Hieimede is niet gezegd , dat alle leden deze voorstellen ,
of sommige daarvan , op zich zelven verwerpelijk vonden.
Integendeel , het gevoelen dat b. v. eene herstelling van
art. 39 Godsdienstonderwijs in den ouden vorm (van voor
15 Jan. '79) heilzaam zou zijn vond evenzeer warme on-
dersteuning als het aan den anderen kant krachtige be-
strijding ontmoette. Maar op dit punt waren allen het
eens: //naar aanleiding der Synodale circulaire dd. 28/29
April jl. n^. 34 zijn alleen consideratiën en adviezen of
bijzondere voorstellen ontvankelijk , die art. 38 van het
Beglement op het Godsdienstonderwijs betreffen ; alles
wat verder gaat of iets anders betreft dan dit artikel ,
moet , afgezien van zijne al of niet aannemelijkheid , bij
de behandeling van dit punt ter zijde worden gelegd.
Elk besluit toch^ over een dezer verder strekkende
voorstellen genomen , zou van nieuws aan de consideratiën
der Prov. Kerkbesturen en der Glassicale Vergaderingen
moeten worden onderworpen. De leden Uwer Commissie,
ofschoon ieder voor zich zijn gevoelen houdend over de
belijdeniskwestie in het algemeen, oordeelden het eenparig
wenschelijk, dat Uwe vergadering mocht kunnen komen
tot een afdoend besluit aangaande de in hare handen
gestelde zaak. Hieruit volgt dat een harer leden, schoon
mede onderteekenaar van het voorstel Westrih c. s.
94
bovengemeld, afzag van de verdere behandeling van alles
wat daarin gelezen wordt aangaande een provisorium b. v.
van 10 jaren en de voorbereiding van eene buitengewone
Synode. Het behoeft geen betoog, dat dit lid omtrent dit
een en ander , wat zijn persoonlijk gevoelen betrof in zijn ge-
heel wilde blijven en zichten aanzien der wenschelijkheid dezer
zaken niet van zijne medeonderteekenaars scheiden. Zulks
werd door hem dan ook nog opzettelijk en gemotiveerd
uiteengezet.
Volhardende bij den wensch dat de Synode mocht uit-
spreken dat het belang der kerk vordert, de belijdenis-
kwestie vooreerst te laten rusten, nam hij er genoden
mede, dat ten aanzien van het voorstel Westrik e. s.
door Uwe Commissie alleen gehandeld werd over deze
vraag: //Zal men de Synode adviseeren om art. 38 Begl.
Godsdienstonderwijs te herstellen in den vorm van vóór
15 Jan. 1879 r
Het antwoord op deze vrat^ luidde niet eenparig. De
meerderheid oordeelde dat onraadzaam. In haar midden
leidden tweeërlei motieven tot dit besluit. Aan den eenen
kant meer de overweging dat de nu vigerende redactie
maar blijven moest, omdat zij nu eenmaal was vastgesteld
en elke verandering^ ook de herstelling 'van de oude redactie,
moeite zou geven ; aan den anderen kant werd met meer
beslistheid het gevoelen uitgesproken dat men zich met
eene herstelling der oude redactie in het geheel niet zou
kunnen vereenigen , dat men zich niet kon voorstellen hoe
daaruit vrede zou voortkomen , aangezien dit juist vuur en
vlam aan de zijde van de tegenpartij der voorstellers zou doen
ontbranden. Doch deze schakeering der gevoelens ver-
hinderde de meerderheid niet om u de herstelling der oude
redactie van art. 38 (die van v66r 15 Jan. 1879) bepaald
te ontraden.
De minderheid meende u dit wèl te moeten aanraden.
Doch ook hier weder liepen de motieven uitéén. De voor-
steller zelf, hoewel de felheid van den over dit artikel
gevoerden strijd betreurende, voelde zich gedrongen met
nadruk te doen uitkomen aan welke gewichtige principiële
bezwaren de tegenwoordige redactie z. i. lijdt, en hoe de
strijd eigenlijk niet loopt over dit punt: ifoi de eene of
andere predikant leerlingen kan aannemen? maar hierover :
„of de Kerkeraad al dan niet recht heeft over de belijdenis
der aannemelingen een oordeel uit te spreken P^\ Het andere
95
lid had tegen de nu vigerende redactie op zichzelve geen
bezwaar^ maar meende dat de Synode wel en wijs zou
handelen y indien zij kon besluiten de vroegere^ z. i. betere
redactie van art. 38 te herstellen. Het door de buiten-
gewone Synode dezes jaars uitgesproken doel (circulaire
28/29 April j.1. n°. 34) was: aan een gerezen bezwaar
tegemoet te komen. Het bleek, dat de voorgestelde wijzi-
gisgeu daartoe onvoldoende waren en dat herstel der oude
redactie van de zijde der bezwaarden met aandrang werd
verzocht, en dus meende hij dat het op den weg der
Synode lag om des vredes wil aan dezen aandrang toe
te geven.
De meerderheid Uwer Commissie kon de juistheid dezer
redeneringen geenszins toegeven. Zij bleef bij haar gevoelen ,
dat hierbij niet werd gelet op de van eene andere zijde
gerezen bezwaren , die indertijd tot de nu vigerende
redactie aanleiding hadden gegeven, bezwaren, die, werd
de oade redactie hersteld, in dubbele mate terug zouden
keeren. Handhaving van orde en bevordering van den vrede
in de kerk waren naar hare overtuiging onmogelijk door
dit middel te bereiken en daarom moest zij u ernstig
ontraden tot de gevraagde herstelling van art. 38, Begl.
op het Godsdienstonderwijs, in den vorm van vóór 16 Jan.
1879 te besluiten.
Er bleef thans nog slechts ééne vaaag voor Uwe Com-
missie ter behandeling over, te weten: //of men oordeelde
dat, ter zake van art. 38 Begl. Godsdienstonderwijs nog
iets gedaan kan worden V^ Op deze vraag werd door enkele
leden bevestigend antwoord gegeven. In uwe commissie kwam
al aanstonds het volgende voorstel van een lid ter tafel:
al. 3 achter de woorden een of meer ouderlingen de
volgende zinsnede te voegen : // Wanneer de ouderlingen
^aar maken of verhinderd zijn , den predikant in de
lij de staan, is de Kerker aad bevoegd, op
voordracht van den predikant , een of meer oud-ouderlingen
daartoe af te vaardigen,^^ Hij meende dat zulk eene be-
püng wel niet den vrede der kerk zou herstellen,
gestoord als die was door dieper liggende oorzaken, die
niet weg te- nemen waren door de wijziging van enkele
artikelen , maar toch geschikt zou zijn tot handhaving der
wde en bevordering van den vrede bij tegemoetkoming aan
gerezen bezwaar. En dat om deze redenen :
De algemeen ongunstige ontvangst der door de laatst
96
gehoudene buiteogewone Synode voorloopig aangenomen
wijzigingen in art. 38 Begl. Godsdienstonderwijs was , naar
zijn inzien, blijkens de ingewonnen consideratiën en adviezen,
wel niet bij allen , maar toch bij de overgroote meerderheid
mede hieruit voortgevloeid , dat men hierdoor te kort gedaaii
achtte aan de rechten en plichten van den Kerkeraad en
het aan de willekeur der predikanten zag overgelaten oad-
ouderlingen in de plaats der ouderlingen te substitueeren ,
en dat nog wel bij de zoo bij uitnemendheid belangrijke
werkzaamheid van de aanneming der lidmaten. Deze be-
denking scheen hem volkomen gegrond. Maar welk bezwaar
kon er van deze zijde rijzen, indien men in plaats van
de bevoegdheden van den Kerkeraad te verkorten , juist het
tegendeel deed en die met ééne vermeerderde ? . . Wat de
aard dezer bevoegdheid betrof, hij meende, dat^ zoodra
het gebruik daarvan geheel aan den Kerkeraad was over-
gelaten^ in de bestaande wetgeving voldoende grond was,
om die bij de aanneming van lidmaten in te voeren. In
zoover scheen de verwijzing naar art. 18 Begl. voor £erk.
Opz. en Tucht en herinnering aan de benoembaarheid van
oud-ouderlingen in de Synodale Commissie en in de Kerke-
lijke Besturen (zie Hand. Buiteng. Verg. 1880 p. 121, 125)
zeer juist. Op de vraag of in de ingewonnen consideratiën
en adviezen voldoende aanleiding was om eene wijziging
als hier bedoeld aan U te mogen voorstellen , mocht worden
geantwoord , dat immers van onderscheidene zijden reeds
het denkbeeld was geopperd om de bedoelde vergunning
aan den predikant slechts //onder goedkeuring van den
Kerkeraad'^ te verleenen ; dat met name in het Prov. Kerk-
bestuur van friesland door twee leden was verklaard,
//geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde toevoeging
van al. 3, wanneer in plaats van de woorden i, den predi-
kant'' werd gelezen ^den Kerkeraad^^ , — iets wat al vrij
wel op hetzelfde neer kwam , als de thans aan Uwe Com-
missie voorgelegde redactie.
Mocht deze aangenomen en tot wet verheven worden,
dan zouden geenszins alle bezwaren ter zake de aanneming
van lidmaten ophouden. Maar dit zou gewonnen zijn : dat
het recht en de plicht des Kerkeraads, bijzonder der
ouderlingen , geheel onaangetast bleef. Immers wanneer een
Kerkeraad in gemoede oordeelde dit werk of in beginsel
aan geen oud-ouderlingen te mogen opdragen of in de
practijk dit niet te kunnen doen, b.v. wegens de zijns
97
erachtens mindere geschiktheid van het aanwezig personeel
dier oad-ouderlingen ; — dan had die Kerkeraad eenvoudig
te besluiten van deze bevoegdheid geen gebruik te maken.
In zulk een geval zou dan de predikant nog altijd den
weg kunnen inslaan , in de laatste jaren reeds zoo dikwijls
\)etreden , zijne leerlingen elders te doen aannemen na over-
legging van een behoorlijk attest van zedelijk gedrag (art.
40 Regl. Godsd. onderw. al. 2). En waar een kerkeraad
oordeelde , in beginsel van deze bevoegdheid te mogen , en
iu de practijk te kunnen gebruik maken» daar werd dat
gebruik maken een zaak van welwillendheid. Op deze
welwillendheid mocht in verreweg de meeste gevallen met
goeden grond worden gehoopt, getuigen de vele blijken
van persoonlijke hoogachting en toegenegenheid, die ver-
tegenwoordigers van allerlei zienswijzen elkander gaven , in
weerwil ja zelfs te midden van den hevigen strijd der
beginselen. Yan het betoonen dezer welwillendheid mocht
goede vrucht worden verwacht. Geen ouderling zou bezwaard
zijn door het drukkend gevoel iets te doen of toe te laten ,
dat met zijn overtuiging streed. En den predikant was de
gelegenheid geopend zijne leerlingen in hunne eigene
gemeente , te midden hunner betrekkingen aangenomen en
en bevestigd te zien. Aan de gemeente was het pijnlijke
tooneel bespaard een schaar van aannemelingen naar elders
ter belijdenis te zien uitgaan , omdat de strijd onzer dagen
lien daartoe in hunne eigene woonplaats de gelegenheid
afsneed.
Dit voorstel vond in den boezem Uwer Commissie geen
algemeene goedkeuring. Met nadruk werd er tegen inge-
bracht, dat de zaak waarover het bekende bezwaar was
gerezen en waarop in de overwegingen der Synodale circu-
laire van 28/29 April j.1. n^ 43 werd gedoeld , er geheel
deaelfde door zou blijven. Juist diezelfde Kerkeraden, aan
wie men zich vleide hiermede te gemoet te komen, zouden
het weigeren. Dat was ook duidelijk te bespeuren uit veel
van hetgeen er in de Classicale Vergaderingen enz. was
te berde gebracht. En de hoop, hiermede iets goeds te
stichten moest wel ijdel zijn wanneer men naging, hoe
b.y. een orthodoxe Kerkeraad, op zijn eigen standpunt
consequent denkend en handelend , o.a. blijkens een in de
Synode des vorigen jaars uitgesproken gevoelen , den niet-
fechtzinnige wel feitelijk, maar niet rechtens eene plaats
in de Kerk kan toestaan. Hoe zou nu iemand, z66 den-
98
kend, vrijheid kunnen vinden, genoegen te nemen met
en zich te bedienen van een expediënt , waaruit toch altijd
zou voortvloeien, dat door hem werd gedoogd, wat hij
niet gedoogen kon: de toelating van zoodanige aanneme-
lingen tot het lidmaatschap, als, naar zijne innigste over-
tuiging , niet . in de Kerk behoorden ? In deze kon alleen
principiëele oplossing^ der belijdeniskwestie, niet een of ander
hulpmiddel , genezing aanbrengen. Een ander lid meende ,
dat door de aanneming van dit voorstel de moeielijkheid
verplaatst , niet weggenomen zou zijn , en kon er zich alleen
dan mede vereenigen, wanneer de nd vigeerende redactie
van al. 5 werd gehandhaafd; zoo niet, dan was hij er
tegen.
De meerderheid Uwer Commissie was echter van gevoelen,
dat zij , zonder voorbehoud , U de aanneming van dit voor-
stel mocht aanraden. Zonder het betrekkelijk gewicht der
door het eerstgemelde lid daartegen ingebrachte bedenkin-
gen geheel te ontkennen , meende zij echter , dat de prak-
tijk in meer dan eene aanzienlijke gemeente had bewezen,
hoe Kerkeraden van rechtzinnige zienswijze niet tot eiken
prijs de leerlingen van moderne predikanten trachtten te
weren, wanneer maar hun recht om toezicht te houden
over de belijdenis zoo wel als over de kennis der aanneme-
lingen werd erkend. Zij achtte dit voorstel aannemelijk,
en besloot, ü tot die aanneming te adviseeren. Zij durfde
niet hopen dat hierin een afdoend middel zou gevonden
zijn om vrede te stichten. Neen, moeielijkheden zouden
zich ook hiermede nog voordoen, wanneer de Kerkeraden,
hetzij dan door hunne overtuiging gebonden, hetzij tot
toegevendheid ongenegen, van de hier bedoelde bevoegd-
heid geen gebruik maakten. Maar zij meende, dat, indien
dit voorstel werd aangenomen , het kerkrechtelijk bezwaar
tegen het Synodale voorstel al. 3 was opgeheven, eene
meening trouwens, waaromtrent alle leden het eens waren.
Voorts achtte zij het wenschelijk dat door het vaststel-
len dezer bepaling de gelegenheid werd gegeven om , waar
goede wil bestond, bij spanning en strijd moeielijkheden
te voorkomen en het uiterste eener aanneming elders te
vermijden.
Uwe Commissie heeft alzoo bij meerderheid van stem-
men goedgevonden U te adviseeren om al. 3, art 38
Reglement op het Godsdienstonderwijs vast te stellen,
zoo als het hierboven vermelde voorstel luidt.
99
Na de behandeling van dit onderwerp werd in den
boezem Uwer Commissie nog een ander voorstel ter tafel
gebracht. Het strekt om U te adviseeren tot vaststelling
Fan al. 5 art. 38 Beglement Godsdienstonderwijs, als volgt:
ifWordó de uitslag van het onderzoek door de meerderheid
der daartoe aangewezene personen voldoende bevonden , dan
heeft de aanneming plaats,''
De voorsteller zag hierin eene tegemoetkoming aan den
eisch en de dringende noodzakelijkheid van den tegenwoor-
digen kerkelijken toestand ten aanzien der belijdenisquaestie ,
zoo als die door de buitengewone Synode dezes jaars in
hare meergemelde circulaire (n°. 34) waren uitgesproken.
De door hem voorgestelde wijziging zou , zijns inziens, het
bezwaar doen vervallen waarvan in die circulaire werd
gewaagd. Hij achtte haar te meer aannemelijk omdat hier«
mede geen onrecht werd gedaan aan de, tegenover die
der bezwaarden staande richting. Nu toch werd aan iederen
Kerkeraad de gelegenheid gegeven de aanneming af hauke*
liik te stellen zoowel van de mate der kennis als van de
aïgelegde belijdenis des geloofs. Werd in dezen het recht
des Rerkeraads erkend, dan stond de weg open om daar-
van laet de nieeste zachtmoedigheid gebruik te maken;
Iiij meende gerust te kunnen verzekeren , dat dit ook zou
geschieden. Velen, die de Kerk wenschten te behouden,
en orde en vrede in haren boezem met al hunne kracht
te handhaven , maar die door de nu vigeerende bepalin-
gen iu al. 5 zich ernstig bezwaard gevoelden , zouden als
één man kunnen pal staan om de broederlijke gemeen-
schap, ook bij verschil van zienswijze, te bewaren, om
alle pogingen tot scheuring te verijdelen , wanneer hun
eenige tegemoetkoming in hun bezwaar werd gegeven.
Gebeurde dit niet , dan achtte hij de zaak der Kerk hope-
loos; er zou voor hem en zijne geestverwanten niets anders
meer over blijven, dan met alle kracht een toestand te
bestrijden, die huns inziens met het recht en de levens-
beginselen der Kerk in tegenspraak was.
Hiertegen werden van eene andere zijde belangrijke
bedenkingen geopperd. De vrees werd uitgesproken, dat
loen, dit aannemende, door de achterdeur zou binnen
laten, wat ten voordeur was uitgedreven: de dwang door
sommige Kerkeraden uitgeoefend ten aanzien van de geloofs-
lï^grippen der aannemelingen.
Werd er alleen geijverd voor de handhaving van de
100
levensbeginselen der Kerk , dan zou men gaarne mede pal
staan in dien strijd. Maar de ervaring had geleerd en be-
vestigde het dagelijks, dat het te doen was om geloofs-
begrippen, en juist dit wilde de nu vigeerende wet keereo ,
althans den Kerkeraad het recht niet toestaan , om dddrom
iemand af te wijzen. Het kon wel zijn , dat de aanneming
van dit voorstel aan de ééne zijde bevrediging gaf; maar
wat zou dat baten , indien , gelijk te vreezen was , aan
den anderen kant weder onrust werd verwekt? Was het
niet beter, nil te laten blijven, wat met zooveel moeite
tot stand werd gebracht? De Kerkeraad zou dan — ook
hierop werd nog gewezen , naar al. 5 den maatstaf in
handen krijgen van het al of niet voldoende in den uitslag
van het onderzoek. Werd daardoor niet de belijdenis, in
al. 4 genoemd en in al. 5 ondersteld, afhankelijk ge-
maakt van de goedkeuring des Kerkeraads , en eene wijde
deur voor onbetamelijken dwang geopend? Was niet de
«bepaling van art. 39 , dat de geest en hoofdzaak der
daarin vermelde vragen moesten worden voorgehouden en
toegestemd, voor eiken Kerkeraad voldoende?
Tegenover deze bedenkingen werd het voorstel door
anderen verdedigd. Niet dat men zich illusie maakte van
eenige verandering, maar de nu vigeerende redactie ver-
gelijkend met de voorloopig aangenomene en met de thans
voorgestelde, achtte men de voorloopig aangenomene (cir-
culaire meergenoemd n°. 34) de slechtste van alle. Zij
past niet in het organisme van art. 38 , daar zij ten eene-
male zwijgt van de belijdenis die in al. 4 wordt genoemd.
Bij de bestaande bezwaren tegen de tweede zinsnede in al.
5 moet die vervallen , en in het nu voorgestelde kan men
zich vinden. Wel zal er misbruik van gemaakt kunnen
worden en evenmin als de straks door de meerderheid der
Commissie aangenomen wijziging van al. 3 alle moeielijk-
heden afsnijden, maar bij eenige welwillendheid zal dit
toch wel goed gaan. Juist dit, dat het voorstel de strek-
king heeft om op een zoo belangrijk punt aan de gemeenten
eene , met de kerkelijke gemeenschap bestaanbare aulonofme
te vergunnen, zal de scherpe punten van den strijd onzer
dagen doen afslijten. Men late, wat verder noodigisvoor
orde en vrede , over aan den invloed van den Geest die m
de waarheid leidt en die, hoeveel betreurenswaardigs de
tegen woordigeu toestand oplevere, de Nederlandsche Her-
101
vormde Kerk nog niet verlaten heeft en ^ gelijk toch allen
eenparig hopen ^ ook niet verlaten zal.
De voorsteller, de gedachtewisseling over dit pant aan-
gehoord hebbende, meende met alle kracht die in hem is
te moeten opkomen tegen de meening , alsof het hem en
den Kerkeraden en Kerkelijke Besturen , die zich door de
thans vigeerende bepalingen in hun geweten gekrenkt ge-
voeleii en verhinderd zijn, ze op te volgen, te doen zou
wezen om dwang uit te oefenen of spitsvondig onderzoek
te mogen instellen naar de begrippen der aannemelingen.
Neen , het is alleen te doen om eene belijdenis van CAris-
ielijk geloof; de vertegenwoordigers der gemeente moet het
recht worden toegekend om , bij de belijdenis des geloofs
de aanneming daarvan te doen afhangen. En, moge er
wellicht nu en dan dioor enkele ouderlingen van hun recht
misbruik gemaakt zijn; — alle misbruiken te voorkomen
is onmogelijk. Maar daartegenover staan al die ouderlingen
en kerkeraden die met de meeste teederheid des gewetens
van hun recht gebruik gemaakt hebben; en eene hier of
daai plaats gehad hebbende moeielijkheid , die had kunnen
voorkomen worden , indien de predikant van art. 40 Segle-
ment op het Godsdienstonderwijs had willen gebruik maken ,
geeft zijns inziens geen grond om allen kerkeraden en ouder-
lingen hun onvervreemdbaar recht te ontnemen en daardoor
het ambt van ouderling en het recht des kerkeraads in
be^nsel te vernietigen.
Uwe Commissie ging alsnu tot stemming over, om de
vraag te beslissen of zij U al dan niet tot de aanneming
van het bedoelde voorstel zou adviseeren. Met drie tegen
ime stemmen werd hiertoe besloten.
Haren arbeid resumeerende , heeft zij de eer U als resul-
taat harer overwegingen tot de aanneming der vijf volgende
conclusiën te adviseeren:
P. Eenparig: Alle in har^ handen gestelde voorstellen ,
de belijdenisquaestie rakende, en buiten art. 38Beglement
Godsdienstonderwijs omgaande, af te wijzen.
2°. Eenparig: De voorloopig aangenomene wijzigingen
in art. 38 Beglement op het Godsdienstonderwijs, met de
daaraan verbonden overgangsbepaling, zoo als die nu lig-
gen, niet vast te stellen.
3®. Mei meerderheid van eiemmen: Het voorstel te ver-
werpen om art. 38 Beglement op het Godsdienstonderwijs
^ herstellen in den vorm van voor 15 Jan. 1879.
102
4°. Met meerderheid van stemmen : Te bepalen dat in al. 8
van art. 38 Reglement op het Godsdienstonderwijs achter
de woorden : //een of meer ouderlingen'' zal worden gevoegd
de zinsnede: //Wanneer de ouderlingen bezwaar maken of
verhinderd zijn den predikant in de aanneming bij te staan,
is de Kerkeraad bevoegd^ op voordracht van den predikant,
een' of meer oud-ouderlingen daartoe af te vaardigen/'
5®. Met meerderheid van stemmen : Te bepalen dat al. 5
van art. 38 van het Beglement op het Godsdienstonderwijs
zal luiden als volgt: //Wordt de uitslag van het onderzoek
door de meerderheid der daartoe aangewezene personen
voldoende bevonden, dan heeft de aanneming plaats.''
De Commissie, deze conclusiën aan het oordeel Uwer
Vergadering onderwerpende, eindigt haren arbeid met ü
dank te zeggen voor het in haar gestelde vertrouwen, U
toe te wenschen , dat Uwe beraadslagingen over dit onder-
werp mogen bezield blijven met dien geest van onderUnge
waardeering en broederlijke hoogachting, die in al uwe
samenkomsten plegen te heerschen, en U toe te bidden
dat Gods onmisbare zegen, welke ook de uitslag Uwer
overwegingen zij , alles zoo doe uitloopen , dat de gevolgen
mogen strekken tot heil der ons allen dierbare Nederlandscbe
Hervormde Kerk.
E. H. Lasondbr.
J. DOUWES,
J. P. Beuinwold Riedel.
L. DiKEMA.
E. Gesau Segers.
Een voorstel van den heer Segers om het geheele rap-
port alvast, voor dat het in behandeling komt, te laten
drukken om vervolgens als bijlage in de Handelingen te
worden opgenomen, wordt na eenige beraadslaging met
veertien tegen vier stemmen verworpen op grond voor-
namelijk dat de leden , nu het rapport naar gewoonte ter
tafel blijft liggen , gelegenheid hebben er nader kennis van
te nemen , en de tijd en zorg voor het drukken van het
uitvoerige stuk vereischt zouden verhinderen het spoedig
aan de orde te stellen , zoo als met het oog op de overige
werkzaamheden der Vergadering wenschelijk wordt geacht.
Voorstel van den ^^ ^^^^ Bruna brengt daarna het voorstel ter tafel,
heer Bruna om de dat de Synode verklare^ dat naar art. 62 van het Alg^-
103
meen Begleinent de Provinciale Kerkbesturen hunne (der Syaode te doeu ver-
Besturen) considerafcien en niet die van hunne individuele j^^*"?*^^'^*^'^^^""?^'
leden hebben te geven. Hij meent dat art. 62 geene andere hanneindividaele leden
uitloging toelaat^ omdat het slechts , waar het over den&ar art. 62 van het
eindstemming handelt, deze aan de leden der Kerkbesturen ^^«J'^^^g^^f^^^^^^
opdraagt, met opmerking dat de uitzondering ten deze geven, na beraadala-
volgens art. 40 van het Algemeen Beglement voor de Kingt verworpen.
Classicale Yergaderingen gemaakt te gelijk met de tegen-
woordige redactie van art. 62 is vastgesteld, waarin hij
het bewijs gelegen acht, dat van de Provinciale Kerkbe-
sturen slechts collectieve consideratiën verlangd werden,
tegen het einde der beraadslagingen zich nog beroepende
op de slotbepaling van het Algemeen Beglement, waar
voor de eindstemming , daar bedoeld , blijkbaar slechts een
collectief advies der Classicale Besturen verlangd wordt.
Hij acht nu eene verklaring van de Synode daaromtrent
noodig , om aan de Commissiën , die verslag hebben te
geven van de uitgebragte consideratiën , het omslagtige
werk te besparen van ook de verschillende gevoelens van
de leden der Provinciale Kerkbesturen te moeten mededeelen.
Onderscheiden leden ondersteunen het voorstel van den
hetiBruna, zich met zijne opvatting van art. 62 vereenigende,
waarbij onder anderen ook wordt opgemerkt, dat de leden
der Provinciale Kerkbesturen , voor zoo verre zij althans
predikanten zijn, bij de Classicale Yergaderingen gelegen-
heid hebben hunne beschouwingen te doen vermelden.
De groote meerderheid der leden is van een tegenover-
gesteld gevoelen, hoofdzakelijk op grond dat in art. 62
slechts van het geven van consideratiën , niet van het vragen
van een bepaald advies , door stemmen uit te maken ,
sprake is ; dat juist de misvatting die hieromtrent bij vele
Classicale Yergaderingen bestond, aanleiding heeft gegeven
tot de ingevoerde wijziging van art. 40 , zoodat deze moet
beschouwd worden als eene verklaring van art. 62, waar
hunne consideratiën zoowel op de Classicale Yergaderingen
als op de Provinciale Kerkbesturen betrekkelijk is; dat
het ook geheel ligt in den geest en de strekking van de
bepaling in art. 62, dat geen voorloopig aangenomen
Seglementen of veranderingen vast worden gesteld, vóór
dat aan alle leden der Classicale vergaderingen en Prov.
Kerkbesturen gelegenheid is gegeven van hun gevoelen
daarover te doen blijken , om de Synode omtrent het oordeel
der kerk zoo veel mogelijk voor te lichten ; dat het voorts
104
voor haar van het meeste belang is^ inzonderheid met de
verschillende beschouwingen van de leden der Kerkbestaren
bekend te worden opgemaakt, nu bij hen de goed- of
afkeuring van het vastgestelde berust , en dat ook de slot-
bepaling, waarop zich de voorsteller nog beriep ^ juist de
voorgestane onderscheiding van het geven van consideratiën
en het uitbrengen van een bepaald collectief advies vol-
komen wettigt.
Na sluiting der beraadslagingen wordt het voorstel van
den heer Bruna i\\ stemming gebragt en met twaalf tegen
zes stemmen verworpen.
Keoaisneming van Nadat nog kennis werd genomen van de mededeelingen
^L ^*°Jf^^°8 .^®f ^y* der Synodale Commissie aan het einde van haar verslag
Lke vau^M^bezwaar- ^ï^* l^^ — H^ betrekkelijk het bezwaarschrift vanden
schrift van den Ker- Kerkeraad te Alkmaar en de verzoeken om cassatie
keraad te Alkmaar ^j^jj uitspraken van Kerkelijke Besturen, en die mede-
en van de by haar ii« it i\ • -x
gediend hebbende ver- deelmgeu , voor ZOO veel noodig met goedkeunng door
zoeken om cassatie, de bevoegde leden, waren aangenomen voor kennisgeving,
en goedkeuring, dat jjg^f^ j^ Secretaris nog verslag te geven van eene handeling
de Synodale Commissie ^ .^-i ?oiii-i ••
bezwaar vond, het ^&i^ (Gecommitteerden van de Synodale Commissie voor
Provinciaal Kerkbe- spoed vorderende zaken , namelijk omtrent een verzoek van
h'r VT.Il» m" l«t Provinciaal Kerkbestuur van dd. 10 Jalij. gereg. onder
de predikanten J?f^tf- n^ 846, om, met het oog op den buitengewonen toestand ,
man ea van Hoogen- ^^oxin de Hervormde Gemeente te Dordrecht verkeert
Sns*teM 'met'^de ®". ®P ^« gevolgen, welke de toepassing van strenge tucht-
geschorste ouderlingen middelen voor de gansche Yaderlandsche Kerk zou kunnen
gebonden vergadering, hebben , te worden voorgelicht hoe te handelen , nu de
heer Eigeman als Praeses van den Kerkeraad de ge-
schorste ouderlingen aldaar tot eene Algemeene Kerkeraads-
vergadering heeft za&mgeroepen en met hen op 4 Juiij
vergaderd heeft, terwijl op de aanvraag van attestatiën
door lidmaten die met adsistentie der Commissie uit het
Provinciaal Kerkbestuur zijn aangenomen , door de heeren
Eigeman y van Hoogenhuyze en de geschorste ouderUng
Kemp is geantwoord, dat daaromtrent door hen geen
uitspraak kan gedaan worden, zoolang de namen der
lidmaten niet langs den weg van orde en regt ingeschreven
zijn in het ofiSdële lidmatenboek.^'
De Secretaris meldt, dat Gecommitteerden bijschrijven
van 17 Julij n®. 6 geantwoord hebben, met vereischte be-
langstelling van den inhoud van den brief des Kerkbestuurs
kennis te hebben genomen, maar dat zij eenparig van
105
gevoelen waren, dat aan het daarin vervat verzoek om
voorlichting door de Synodale Commissie niet kon voldaan
worden, omdat het aan een Hooger CoUegie niet voegt
zich in de regtspraak van een lager Bestuur te mengen,
reden waarom zij ook geoordeeld hadden dit verzoek niet
tot de Synode te moeten overbrengen ; zij meenden , dat
\\et Provinciaal Kerkbestuur, na behoorlijk onderzoek der
zaak, zelf diende uit to maken, wat het in deze naar
de Seglementen te doen had.
Na eenige beraadslaging, waarbij gaarne hulde gedaan
wordt aan de bedoeling van het Provinciaal Kerkbestuur
om in eene zoo belangrijke zaak het oordeel van de
SjDodale Commissie te vernemen , wordt evenwel , om de
aangevoerde reden, met algemeene stemmen op een na
tot goedkeuring van de handeling der Spoedcoromissie be-
sloten.
De Vergadering wordt hierop weder tot morgen na- Skiting der twaalfde
middag een uur verdaagd , daar de Synode contracten in «i^^ng-
ïake het hooger beroep van den predikant Alewijn Faure
vootai eene bijeenkomst moet honden. De zitting wordt
daarmede gesloten.
J. J. L. LuTi, President,
DERTIENDE ZITTING.
Donderdag den 6 Augostus 1880.
De heer van Eerde afwezig.
Opening van de der- Na opening der zitting worden de notalen der zittingen
tiende zitting. ^^^ eergisteren en gisteren achtereenvolgens gelezen en
goedgekeurd.
Berigt van den heer De Secretaris deelt mede , dat van den heer H, Steen-
^ benoe^Tn' tot Kd ^^^^ "^^ ^^^ Buitenland een brief is ingekomen van gis-
van de Synodale Com- teren , gereg. onder u®. 15, behelzende dat hij de be-
missie aanneemt. noemiug tot lid der Synodale Commissie aanneemt. De
mededeeling wordt met belangstelling vernomen.
Verslag van eene De President meldt, dat het Moderamen straks zijne
d^in^'KnM^^P^*^*^*^"? ^y ^^^ Minister van Financiën gemaakt heeft
nieter van Financiën, en daarbij dien Minister , onder dankbetuiging voor onder- ,
scheidene gewaardeerde beschikkingen voor noodlijdende
gemeenten, met overlegging der betrekkelijke missive ver-
zocht heeft even gunstige beschikkikkingen ten behoeve
der thans aanbevolen gemeenten te nemen, ook indien
maar eenigzins mogelijk ten behoeve vap de gemeente te
Westkapelle, en van den Minister nu wel de ver-
zekering heeft verkregen, het verzoek in ernstige overwe-
ging te zullen nemen, doch daarbij heeft vernomen, dai
de Minister zich genoodzaakt zal vinden om den post voor
rijkssubsidiën op de volgende begrooting, als maatregel
van bezuiniging, in te krimpen.
Rapporten der Com- De Commissie voor de Verslagen der Provinciale Kerk-
missie voor de ver- besturen brengt twee rapporten uit die beiden ter tafel
slasren van de xTovin~ o jri^ _
ciale Kerkbesturen worden gelegd; het eene bij monde van den heer a>(?«^«*
rakende den staat van lerg , rakende den staat van het hulppredikeraehap, luidenafl
het hulppredikerschap j j.
en de examina. tvjqv.
107
Mijne Heeken !
Ons rapport omtrent de verslagen der Provinciale Kerk-
besturen kan, wat het hulpprediker schap betreft, buiten-
gemeen kort zijn. Sommige besturen bewaren daarover
een diep stilzwijgen , waaruit men wel zal moeten besluiten,
dat in hun ressort in het jaar 1879 geen hulpprediker
werkzaam was. Uitdrukkelijk wordt dit verklaard door
friesland, Zeeland en Drenthe, terwijl Zuid-
holland berigt dat te Hekendorp of Goverwelle
de heer H. C. .Beijera de betrekking van hulpprediker
op waardige wijze vervult, Overijssel, dat de heer
J. Hoek te Kampen, die sedert 1 Februarij 1857 werk-
zaam is bij het Instructie-bataillon daarmede ook nu nog
met allen grooten ijver voortgaat, terwijl uit de mede-
deelingen der Waalache Commissie blijkt, dat de heer
B. J, M. Wihtenhoff, kandidaat tot de H. Dienst in
het Waalsch ressort, in de maand Februarij des vorigen
jaars aangesteld tot proposani catéchiste bij de Waalsche
gemeente te Leiden, den 31 December jl. nog als zoo-
danig werkzaam was.
J. F. G. Kronenberg.
G. VAN DuYii G.Wz.
H. BooDHunzEN Jr.
Het andere rapport bij monde van den heer van Duyl ,
betreffende de examina, luidt:
Mijne Heeren!
De Commissie voor de verslagen der Provinciale Kerk-
besturen , heeft de eer het volgende rapport uit te brengen,
betreffende de examina en één colloquium doctum.
Door de Provinciale Kerkbesturen werden 44* candidaten
geëxamineerd , waarvan 36 tot de Evangeliebediening werden
toegelaten, terwijl een achttal moest worden afgewezen.
Tan deze 36 candidaten slaagden in Gelderland 5;
in Zuidholland 2; in Noordholland 3; in Zee-
land 2; in Utrecht 3; in Friesland 6; in Over-
ijssel4; in Groningen 3; in Noordbrabant met
Limburg 4; in Drenthe 4.
108
Daarentegen had het ingesteld onderzoek een onbe-
vredigenden uitslag voor 1 candidaat in Zuid holland;
voor 2 in Noordholland; voor 2> in Zeeland en
voor 3 in Overijssel.
Omtrent de mate der bekwaamheid , welke de geexami-
neerden, zoover zij toegelaten zijn, in de onderscheidene
vakken aan den dag hebben gelegd , berichten de Pro-
vinciale Kerkbesturen het volgende :
In de uitlegkunde O. T. voldeden zeer goed 11, goed
20 , middelmatig 5 ; N. T. zeer goed 5 , goed 21 , mid-
delmatig 10 ; Bijbelsche Geschiedenis , zeer goed 9 , goed
. 12, middelmatig 14, één onvoldoende; Geschiedenis van
de Kerk , zeer goed 9 , goed 1 5 , middelmatig 1 4 ; Bijhel-
sche en leerstellige godgeleerdheid, zeer goed 8, goed 19,
middelmatig 14; Christelijke zedekunde , zeer goed 5,
goed 17, middelmatig 14; Pr actische godgeleerdheid, z^^t
goed 3, goed 19, middelmatig 14; Prediking , voor
zoover de opgaven strekten, zeer goed S, goed U;
middelmatig 11, onvoldoende 1.
Door het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht werd
aan den heer W. Houbolt Azn,, na colloquium doctum,
het verlangde diploma uitgereikt.
G. VAN DüYL G.Wz.
J. P. C. Kronenberg.
H. RooDHUiJZBN Jr.
Behandeliug van het Hierna wordt aan de orde gesteld het in de zitting van
voorstel van den heer 26 JuUj door den heer Segers ingediende voorstel, //dat de
Sr^eï'^Sci^l Synode haar leedwezen uitspreke over de weigering van
Kerkbestuur van Gel- het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland om de
der land afgewezen schorsing van de Dordtsche ouderlingen op te heffen en
smg de/*\)ordt8chê ^®" wensch uitspreke dat voornoemd Bestuur alsnog be-
ouderlingen, en ver- sluitc moge aan den ondragelijken toestand te Dordrecht
werping van het eerste een einde te maken.^*
voors . Qp j^ aanmerking van den President, dat hij de be-
handeling van het voorstel niet zou kunnen toelaten als
de daarbij voorkomende overweging //de onregt vaardigheid
der uitgesproken straf' niet teruggenomen wordt, omdat
het aan de Synode niet voegt een oordeel over de gevallen
eindbeslissing uit te spreken, neemt de heer Segers deze
overweging terug, hoewel de heer Soodhuijzen op het behoud
daarvan aandringt^ omdat zij hem de gelegenheid ^
109
geven, de onjuistheid van dat oordeel in het licht te
stellen.
Alvorens nu tot behandeling van het voorstel wordt
overgegaan , worden nogmaals gelezen , zoowel het schrijven
van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland,
waarin het van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelder-
land de opheffing van de schorsing gevraagd heeft, als
het daarop door dit Kerkbestuur gegeven antwoord , waarin
het dat verzoek heeft afgewezen.
Daarop wordt het voorstel' door den heer Segèrs toege-
licht en op de aanneming daarvan ernstig aangedrongen.
Hij wijst daartoe op hetgeen volgens hem tot verschooning
van het gedrag der ouderlingen in aanmerking moet ge-
nomen worden , dat zij gewetenshalve zich bezwaard moes-
ten gevoelen tot de uitvoering mede te werken van de
nieuwe redactie van art. 38 , zoo als die door hen en velen
werd opgevat, terwijl eerst later in den Synodalen brief
het ten dezen bestaande misverstand is aangewezen; hij
herinnert aan de vele verklaringen van Kerkeraden en
Classicale Besturen van bezwaar tegen de uitvoering van
het artikel, althans met de verklaringen der tien ouder-
lingen gelijk te stellen , terwijl die Kerkeraden en Besturen
ter zake ongemoeid zijn gelaten; — hij wijst op den
bedroevenden toestand der Dordtsche gemeente, en treedt
verder in eene ontwikkeling van de gronden door het
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland voor zijn
verzoek aangevoerd , als zijn gevoelen uitsprekende , dat het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, nu ook de
buitengewone vergadering der Synode ernstige pogingen had
in het werk gesteld om aan de ontstane verwarring een
einde te maken en den vrede te herstellen, met het oog
op het belang der geheele Vaderlandsche Kerk overwegende
gronden had om de schorsing op te heffen , en hiertoe te
eer had moeten besluiten na de verklaring van het Pro-
vinciaal Kerkbestuur, dat het de volle verantwoordelijkheid
daarvan op zich nam, en is naar zijne beschouwing de
Synode verpligt om over het nalaten daarvan haar leed-
wezen uit te spreken en eene krachtige poging aan te
wenden om het Kerkbestuur op zijne weigering te doen terug-
komen wegens de schromelijke gevolgen , die van de voort-
during van den toestand te Dordrecht te voorzien zijn.
Bij de nu over het voorstel van den heer Segers ge-
houden beraadslaging wordt algemeen hulde gebragt aan
110
zijne onmiskenbaar gebleken bedoeling om den vrede in
de Nederlandsche Hervormde Kerk te herstellen, gelijk
ook allen evenzeer den toestand te Dordrecht betrearen
en van de ernstige gevolgen daarvan verklaren doordron-
gen te zijn. Maar, terwijl dit voorstel door enkele leden
ondersteund wordt, verklaren de meeste leden in overeen-
stemming met een welsprekend praeadvies van den hoog-
leeraar Gooszen daartegen groot bezwaar te hebben , niet
omdat zij niet tot herstel van den vrede zouden willen
medewerken, zij achten de Synode ten duurste verpligt, om
elk daartoe aangeprezen middel aan te grijpen , doch altoos
binnen de grenzen van hare bevoegdheid en met stipte in-
achtneming van hetgeen de Reglementen omtrent de handha-
ving der orde en de beschermingvan ieders regt voorschrijven.
Even weinig als zij de Synode bevoegd achten om in eene be-
oordeeling van de uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur
van Gelderland te treden, evenzeer meenen zij de redenen,
welke door dat Kerkbestuur als gronden voor zijne weigering
zijn aangevoerd , te moeten eerbiedigen , en te moeten aan-
nemen f dat genoemd Kerkbestuur of zijne meerderheid ,
naar de uitspraak van pligt en geweten gehandeld heeft
en ook niets liever dan het herstel van vrede en orde kan
verlangen. Bij alle hulde, waarop het Provinciaal Kerk-
bestuur van Zuidholland naar hunne meening wegens
zijne handelwijze aanspraak heeft en bij gelijke waardering
van zijne bedoelingen, meenen zij, dat dit Kerkbestuur
een verkeerden weg heeft ingeslagen , dat het namelijk van
het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland niet de
vernietiging van zijn vonnis had mogen vragen , terwijl de
bezwaarden, van welke alleen zulke aanvraag kan uitgaan ,
in hun verzet bleven volharden , maar zich tot dezen had
moeten wenden en krachtige pogingen had moeten in wer-
king stellen, om hen van hun verzet terug te brengen,
als het eenige middel om de schorsing te doen opheffen,
waarbij nog opgemerkt wordt, dat , wat door den voorsteller
tot verschooning van het gedrag der ouderlingen aange-
voerd werd, de misvatting van de nieuwe redactie van
art. 88 niet opgaat, omdat de teregtwijzing daaromtrent
in den Synodalen brief hun den stap tot terugkeer gemak-
kelijk moest maken.
Onder de beraadslagingen diende de heer van den Bran-
deler nog de volgende motie in :
/5fBij de mogelijkheid die bestaat dat de bepaling, <Ji^
111
tot schorsing der ouderlingen geleid heeft ^ uit art. 38
Reglement op het Godsdienstonderwijs geligt zal worden^
en daardoor de grond vervalt , waarop het vonnis van het
Kerkbestuur van Gelderland berust^ wordt de verdere
behandeling der zaak verdaagd tot na afloop van de behan-
deling der voorstellen tot wijziging van gemeld artikel/'
Deze motie wordt evenwel door de groote meerderheid
der vergadering niet aannemelijk geacht, omdat wat ook
door de Synode vastgesteld worde, altoos nog aan de goed-
keuring der Frovinlile Kerkbesturen ondemorpen moet
YTorden en het voorstel van den heer Segera geheel op zich
zelve staat. Terwijl de hoogleeraar Lasonder en de heer
Wtiirih zich alleen voor de aanneming der motie verklaren y
stemmen naar de adviezen van den hoogleeraar Qooêzen en
nn den Secretaris alle overige leden er tegen.
Na sluiting der langdurige beraadslagingen wordt het
eerste gedeelte van het voorstel van den heer Segera in
stemming gebragt en wordt dit met vijftien tegen drie
stemmen verworpen. Met den hoogleeraar Oooszen en den
Seerekris, stemden, behalve de hoogleeraar Laaonder en
de heeren Segers, van den Brandeler en Weelrii, alle
overige leden er tegen.
Ofschoon ook nu het tweede gedeelte van het voorstel zon
kunnen aangemerkt worden vervallen te zijn, besluit de
Vergadering dit nog aan te honden, in afwachting of de
heer Segers of andere leden daarin aanleiding kunnen vinden
tot eenig voorstel in het belang van herstel van de orde
te Dordrecht, waarvoor ook door eenige leden de ken-
nisneming van een ingekomen adres van leden van het
Provinciaal GoUegie te Dordrecht noodig wordt geacht.
De vergadering wordt hiermede tot morgen verdaagd, , Sluiting van de der-
waarmede de zitting gesloten wordt. *''''^* '^"'''»-
J. J. L. LuTi, PreêidenL
VEERTIENDE ZITTING.
Vr^dag den 6 Angastus 1880.
Opeoing der veer- Na opening der zitting^ worden de notulen der zitting
tiende atting. ^^^ gisteren gelezen en goedgekeurd.
Besluit om over te Het aan het einde der gelezen notulen bedoelde adres
gaan tot de orde van ^^„ g^^ zestigtal leden van het KiescoUegie te Dordrecht,
den dag ter zake van n^^ i^. . ai i .i«ij
een ter tafel gebragt gereg. onder n^ 4, wordt ter tafel gebragt, luidende
adres van zestig leden als volgt :
van het KiescoUegie te
Aan de Synode der NederL Herv, Kerk
Hoog Eebwaaede Heeren!
De ondergeteekenden , leden van het KiescoUegie der
Ned. Herv. gemeente te Dordrecht^ komen niet met
een smeekschrift tot U» maar veeleer met een kreet van
diepe verontwaardiging , ten gevolge van den meer dan trea-
rigen , ja , onhoudbaren toestand ^ waarin door hoogere en
lagere Kerkbesturen , de gemeente Dordrecht, eender
belangrijkste gedeelten van onze Yaderlandsche Kerk , ge-
bracht is.
Als een éénig man wenschen zij zich, in de kracht
Gods, ten bloede toe, tegen dergelijke wederrechtelijke
handelwijze te verzetten.
Niet , dat zij , naar de heilige uitspraken van Gods Woord
en de bepalingen der Ned. Herv. Kerk , daarop oorspron-
kelijk berustende , de machten door God over hen gesteld
ongehoorzaam wenschen te zijn;
Niet , dat zij zich van Godswege niet geroepen zouden
achten, om alles wat hun in verband met dat Woord,
geboden of verboden wordt, na te komen;
Maar datzelfde Woord gebiedt hun , om der conscientie
wil, Gode meer te gehoorzamen dan de menschen.
En, aangezien nu in den laatsten tijd vooral in de ge-
meente, wier vertegenwoordigers zij zijn, door hoogere en
113
lagere Kerkbesturen in openbaren strijd met dat Woord
gehandeld is en wordt ^ zoo meenen ze daartegen met al
wat in hen is^ te moeten opkomen en getuigen.
De ondergeteekenden kozen mannen tot Ouderlingen , die ,
in zake van bun verzet tegen art. 38 nieuw Godsdienst-
onderwijs, overeenkomstig het mandaat hun gegeven en
last, hun naar de historische inrichting onzer Herv. Kerk,
op Gods Woord gegrond , gehandeld hebben ; en daarom
kunnen , daarom mogen , daarom zullen de ondergeteekenden
niet dulden , dat ze — waar de kinderen des ongeloofs
iu ons kerkgenootschap onbelemmerd hun weg o{^aan —
langer onder eene onheilige roede doorgaan en , tegen Gods
Woord en de oorspronkelijke inrichting der Kerk in, als
ygeschorsf' worden beschouwd.
Als een eenig man wenschen zij — daarin gesteund
door menige gemeente, die tot nog toe eene wachtende
liouding aanneemt, en daarom tot nog toe het stilzwijgen
bewaarde — de beide predikanten, die hun moedig ter
zijde staan in dezen hangen strijd , ten einde toe krachtig
te ondersteunen, terwijl niet weinigen in de gemeente
Dordrecht in Gods kracht onversaagd hetzelfde wen-
chen te doen.
Dit alleen meenen zij U van Godswege te moeten toe-
roepen: Duldt niet langer, dat de grondvesten van de Kerk
onzer vaderen 266 schandelijk ondermijnd worden, want
God van den hemel zal zulks niet straffeloos doen geschieden.
Waakt voor het heil der Kerk, en de eer van Hem,
die haar Heer en Koning is, opdat ge in don groeten dag
niet bevonden wordt openbare bestrijders te zijn geweest
van wat heilig en dierbaar in de oogen Gods is.
Nog eens, wij komen met geen èmeeiêchrifi tot U,
^vant waar we , op grond van Gods Woord en dè grond-
wettige bepalingen onzer Kerk, recht hebben, is het ons
i^iet geoorloofd, om genade te vragen.
We eischen van U , HoogEerwaarde Heeren , dat ge met
onze gemeente handelt, zooals ge van Godswege verplicht
zijt, en in dezen verwarden toestand — in spijt van welk
Kerkelijk Bestuur ook! — een greep doet, die ons doet
zeggen: //Er bestaat nog rechtsgevoel bij de Hooge Macht,
die ons regeert/'
In Gods naam roepen wij het U ter laatste instantie toe,
eer deze aanzienlijke gemeente uiteenspat: gedoogt niet,
waar gij ten onrechte zoo vaak als beschermers optreedt
8
I •
114,
van wat in openbaren strijd met Bijbel en Belijdenis is,
dat zij, die de laatsten met hart en ziel liefhebben^ langer
wederrechtelijk vervolgd en onderdrukt worden.
En, God Almachtig, die de potentaat aller potentaten
is , voor wien gij — misschien kort na dezen — ter ver-
antwoording zult worden geroepen, doe u ter elfder ure
tot het besef komen, dat die zijn volk aanraakt, zijn oog-
appel aanraakt.
De ondergeteekenden wenschen van U op dit schrijven
een waardig antwoord te ontvangen, gegrond op Gods
Woord en de Belijdenis onzer Nederl. Herv. Kerk.
Dordrecht Juli 1880.
Met weerzin wordt van dit adres kennis genomen.
Wordt daar ook nog eene poging aangewend om den daarin
aangeslagen toon te vergoelijken wegens de te Dordrecht
heerschende opgewondenheid en den daar gevoerden princi-
pielen strijd , en het zenden van een antwoord wel gewenscht
geacht, omdat onder de adressanten ligt nog lieden vaneen
vromen zin zouden kunnen worden aangetroffen en het uit-
blijven van antwoord ook verkeerd zou kunnen worden
uitgelegd; men oordeelt, dat in dat adres zoo geheel het
kenmerk der ware vroomheid, de ootmoed, gemist wordt
en het zoozeer den stempel van de verblinding der partij-
' zucht draagt, dat van welk antwoord ook geenerlei heil
kon verwacht worden , en de beschuldigingen in het adres
tegen de Synode gerigt zoo onregtmatig zijn, dat zij het
beneden hare waardigheid moet achten het in verdere be-
liandeling te nemen, waarom dan ook een voorstel van
den heer Riedel om ten aanzien van dit adres over te
gaa(n tot dó orde van den dag naar de eenparige adviezen
van de Hoogleeraren en van den Secretaris met afgemeene
stemmen werd aangenomen op drie stemmen na, van de
heeren Segers , van den Brandeler en Westrik , aan wie op
hun verzoek door de vergadering vergund was zich van het
uitbrengen hunner stem te onthouden.
Het tweede lid van het Aan de orde is nog het tweede lid van het gisteren
S^^l^'lerwo/ en d^^ voorstel van den heer Segers. De heer Bood-
aanneming van eene ^«^^^^^ g®^ft naar aanleiding daarvan als motie van orde
gewijzigde motie van aan de vergadering in overweging de volgende verklaring
ring verklaart, hoe //Volkomen gezind tot alles, wat godsdienst, vrijheiden
115
orde io de Nederlaudsche Hervormde kerk kan bevorderen ««"* «^^ opheffing van
en ook een einde maken kan aan den onhoudbaren toestand gUncTte^DordTec^ht
van de Dordtsche gemeente^ ia de Synode van oordeel ^ dat mogelijk zal zjjn.
alleen goede uitslag te wachten is van maatregelen , waar-
door ieder van de leden dier kerk evenzeer gehandhaafd
wordt in zijne regten^ en in staat gesteld wordt tot ver-
vulling van zijne pligten;
^Zij acht ook op kerkregtelijken grond het voorstel
onaannemelijk om de behandeling der Dordtsche kwestie
op nieuw aan het provinciaal Kerkbestuur van Gelder-
land op te dragen, en gaat over tot de orde van den dag/'
Tot aanbeveling van zijne motie doet de heer Boodhuijzen
opmerken, dat zij duidelijk de strekking heeft om bij de
voorziene verwerping ook van het tweede gedeelte van het
voorstel van den heer Segera , helder te doen uitkomen,
welke beginselen bij de Synode in den strijd der partijen
op den voorgrond behooren te staan, en haar daarom moeten
terughoudeen van eenigen maatregel, waardoor de hand-
having der goede orde in de waagschaal gesteld en op de
ugten van anderen inbreuk zou kunnen gemaakt worden.
Deze strekking der motie vindt bij een aantal leden
grooten bijval, omdat, naar zij meenen, die beginselen
maar al te zeer miskend worden en de miskenning daarvan
als de voorname oorzaak van het verzet tegen de Synodale
verordeningen en van geheel de Dordtsche kwestie moet
worden aangemerkt. Anderen achten het onnoodig , dat de
Sjnode bij hare besluiten zulk eene verklaring aflegge , als '
in het eerste gedeelte der motie vervat is, of vinden ook
geen reden voor het tweede gedeelte der motie na de
gisteren over geheel het voorstel van den heer Segers ge-
voerde beraadslaging en verwerping van het eerste lid,
waarin werkelijk ook de verwerping van het tweede lid
gelegen is. Men heeft ook tegen den inhoud nog deze
bedenking dat van eene opdragt aan het Provinciaal Kerk-
bestuur in Gelderland geen sprake geweest is en dat
liet ook niet aangaat ten aanzien van eene zaak , die wijd
en breed behandeld is, tot de orde van den dag te besluiten.
Men meeut, dat na het besluit van gisteren de eenvoudige
weg is, dat er gevraagd wordt, of iemand eenig ander
middel wete , om de Dordtsche kwestie tot een gewenscht
einde te brengen , en wanneer daartoe geen voorstel gedaan
wordt , het tweede gedeelte van het voorstel van den heer
Segers in stemming te brengen. Als nu echter op de be-
116
trekkelijke vraag van den President geen der leden zulk
een voorstel ter tafel brengt^ wordt aan den heer Roodhuijzen
gelegenheid gegeven om zijne motie naar de gemaakte
opmerkingen te wijzigen en geeft hij nn in overweging
tot de volgende verklaring te besluiten:
//De Synode der Nederlandsche Hervormde kerk, vol-
komen gezind tot alles wat godsdienst , vrijheid en orde in
deze kan bevorderen , van oordeel , dat alleen goede uitslag
te wachten is van maatregelen, waardoor ieder van hare
leden evenzeer gehandhaafd wordt in zijne regten en in
staat wordt gesteld tot vervulling van zijne pligten, acht
slechts van de toepassing dezer beginselen opheffing van
den onhoudbaren toestand der Dordtsche gemeente mogelijk
en daarom ook het tweede gedeelte van het voorstel van
den heer Segere onaannemelijk/'
De motie wordt nu, aldus gewijzigd, in stemming gebragt
en met veertien stemmen tegen vijf aangenomen. Met den
hoogleeraar Gooszen en den Secretaris stemden er voor de
heeren Overman , van der Veen , Kronenberg , RoodAuijzen ,
van der Hoeve, van Duijl, Jans, Alingh Prins ^ Bruin-
wold Riedel, Bruna, Douwes , Dikema , van Laierveld
en de President. Met den hoogleeraar Lasonder stemden
er tegen de heeren de Man, van Eerde, Segers, vanden
Brandeler en Westrik,
Hiermede is de behandeling van het voorstel van den
heer Segers geëindigd.
Het rapport in be- Nu komt in behandeling het rapport dat in de zitting
handeling over het ver- van 30 Julij door den heer de Man namens de Commissie
ïutuietm de^^aUen ^^^'' ^^ mtxkVf^ Wetsvoorstellen uitgebragt is , rakende het
te bepalen waarin men verzoek van de Waalschc Beunie, dat de Synode duidelijk
ophoudt lid eener ge- ^q gevallen bepale , waarin men ophoudt lid eener gemeente
M^ de Sy1'o"da?e^CM^ *6 zijn. Algemeen wordt erkend dat hier eene leemte in
missie om der Synode het Algemeen Reglement bestaat en het inzonderheid met
ter zake van advies te opzigt tot de uitoefening van het kiesregt gewenscht is dat
hierin voorzien worde. Het voorstel van de Commissie wordt
hiervoor niet voldoende geacht, dewijl de eene gemeente niet
aan het plaatselijk reglement eener andere gemeente ge-
bonden is, terwijl ook plaatselijke reglementen hunne
kracht slechts van algemeen verbindende bepalingen kannen
ontleenen. Daar het echter moeijelijk geacht wordt terstond
zulk eene bepaling te maken, stelt de Secretaris voor het
verzoek der Waalsche Beunie in handen te stellen van de
117
Synodale Commissie ^ opdat deze der Synode in het volgende
jaar omtrent zulke bepèding van advies diene. Dit voorstel
wordt na eenige beraadslaging met algemeene stemmen op
een na aangenomen.
Vervolgens wordt het rapport aan de orde gesteld, in Gd^ke opdragti ter
dezelfde zitting door genoemde Commissie ook door den ^^^L y^j8tol"vanden
heer de Man uitgebragt ter zake van een gelijksoortig Kerkenuid te Sluis,
voorstel van den Kerkeraad te Sluis, maar wordt nu ^Ö ^«^«^"^«^^nK^^^^o^-
ook daaromtrent op het eigen voorstel van den heer De Man uUgebragt ranpoAr*'
gelijk besluit genomen tot inhandengeving van de Synodale
Commissie.
Daarna wordt in overweging genomen het rapport van Afwijzing overeen-
meervermelde Commissie in de zitting van 3 Augustus door }^°,|"'*^^^^^^
den beer van Duijl uitgebragt, rakende het voorstel van voorstel van de Classi-
de Classicale "Vergadering van Dordrecht, om de getuig- ^^® Vergadering van
schriften van studie, aan andere inrigtingen van Hooger ke°^iug7an de gTtotg!
Onderwijs dan de Rijksuniversiteiten volbragt , evenzeer te schriften van stadie
ctkeMen. Bij de hierover gevoerde beraadslagingen ver- °?^. ^° andwe in-
klaren de meeste leden zich geheel met de in het rapport Onderwi> dan dirier
neergelegde beschouwingen te vereenigen en het stelsel van Rijksaniversiteitea.
uni?ersitaire opleiding gehandhaafd te wenscben, als in
het wel begrepen belang der Kerk onmisbaren waarborg
opleverende voor wetenschappelijke vorming van hare aan-
staande Evangeliedienaren. Men wijst er ook op dat de
bepalingen omtrent Buitenlanders, inzonderheid om den
wille van de Waalsche gemeenten gemaakt , zoodanig luiden ,
dat zij geen inbreuk op dit stelsel van universitaire opleiding
maken, maar dat aan dit stelsel den bodem zou worden
ingeslagen, wanneer in bet voorstel van de Classicale Ver-
gadering van Dordrecht wierd getreden, dat blijkbaar
ondoordacht den weg tot zoogenaamden vrije studie zou
banen en ten gevolge zou hebben, dat ieder, van welke
inrigting voor hooger onderwijs ook , die zich hier te lande
als zoodanig opwierp, tot het examen zou moeten worden
toegelaten en het betrekkelijk Reglement geheel zou moeten
worden omgewerkt. Twee leden slechts, de heercn Rood^
inijzen en WeslriJk, verklaarden het voorstel der Classicale
Vergadering niet onaannemelijk te kunnen achten. Eerst-
genoemde meende dat de Kerk ten deze de meest moge-
lijke liberaliteit moest en ook kon aan den dag leggen,
omdat zij in het esamen, wat zij vordert, voldoenden
118
waarborg heeft ^ dat geen onbekwame mannen zullen worden
aangenomen en men gelegenheid behoudt om daarvoor aan
het examen nog meer uitbreiding te geven ^ terwijl de
heer fTestrii, zich daarbij aansluitende, nog op de door
den heer Kuiper opgerigte vrije Universiteit op Gerefor-
meerden grondslag wijst als die, wanneer zij geheel tot
stand komt^ wel zal mogen geacht worden waarborg voor
wetenschappelijke opleiding te zullen opleveren.
Na sluiting der beraadslagingen wordt de conclusie van
het rapport in stemming gebragt en met zeventien tegen
twee stemmen goedgekeurd , waarmede derhalve het voorstel
der Classicale Vergadering van Dordrecht verworpen is.
Rapportter zake der ^® Commissie, in welker handen de ten voorgaanden
voorloopigajangenomeiï jare voorloopig aangenomen veranderingen in Reglementen
verandering van art. gggteld Werd, brengt bij monde van den heer Jans nog
op de°vacatawn!°^° ^^^ rapport uit betreffende de wijziging van art. 24 van
het Reglement op de vacaturen , dat voorshands ter tafel
wordt gelegd, luidende als volgt:
Mijne Heerbn!
Uwe Commissie, benoemd om Ie dienen van berichten
advies omtrent de ten vorigcn jare voorloopig aangenomen
wetsveranderingen , voorkomende in de Synodale circulaire
van 27 Augustus, n®. 121, heeft de eer omtrent n°. II,
Reglement op de vacaturen. Art. 24, dus luidende:
//Wanneer meer dan een derde der predikantsplaatsen
in het Ressort van den Ring vacant is, zorgt het Classi-
caal Bestuur, of, zoo noodig, het Provinciaal Kerkbestuur,
oordeelende, na den Ring gehoord te hebben, dat daar-
voor overwegende redenen bestaan , dat de vacaturen enz.
U het volgende te berichten.
Verre de meeste Provinciale Kerkbesturen eii Classicale
Vergaderingen hebben met algemeene of bijna algemeene
stemmen aan de voorgestelde verandering hunne adhaesie
betuigd , enkele Classicale vergaderingen slechts met meer-
derheid van stemmen. Zij onthielden zich daarbij over het
geheel van het geven van consideratiën ; de Waalsche
Reunie, omdat bedoelde bepalingen in het ressort der
Waalsche Kerk niet kunnen worden toegepast, aangezien
er geene Ringen bestaan. Slechts enkele vergaderingen
voegden er als reden van hare goedkeuring bij: of, dat bet
119
zijn nuttigheid kan hebben ^ de in art. 24 bedoelde rege-
ling niet aan het goedvinden der Bingen overtelaten ; — h{,
dat de Eing in deze niet geacht kan worden onpartijdig
beoordeelaar te zijn; — bf dat de voorgestelde wijziging
in het belang is van een goeden en geregelden gang van
zaken; bf dat zij verhindert, dat de Singpredikanten de
belangen hunner eigene gemeenten zouden vergeten, ter
wille van voordeelen, welke de vacaturen hnn aanbieden.
])e meerderheid in het Provinciaal Kerkbestuur van Zee-
land wenschte zelfs de wijziging verscherpt, door de woor-
den wegtelaten : ^^oordeelende, na den Bing gehoord te
bebben, dat daarvoor overwegende redenen bestaan^' en in
de laatste zinsnede van het thans vigeereiid artikel op te
nemen de woorden: j^in overleg met den Bing'^ waar-
tegen werd opgemerkt , dat het zeer moeielijk zou zijn het
genoemde imperatieve voorschrift te doen opvolgen.
Sommige Classicale Vergaderingen konden de verande-
ring slechts goedkeuren , indien zij geamendeerd werd. Die
van Nijmegen stelt voor, dat in het Artikel, na het
vrooid: i^oordeelende'' , worde ingevoegd: //Zoo eene der
gemeenten van den Bing de tusschenkomst dier Besturen
verlangt'^; die van Harderwijk, dat in plaats van //den
Bing'' gelezen worde: //de betrokkene gemeenten^^; die
van Franeker , dat daarvoor gelezen worde : //de belangheb-
bende gemeenten'^; terwijl de Classicale Vergadering van
Onderdendam, alleen euphoniae causa, aan de redactie de
voorkeur geeft: ffket Provinciaal Kerkbestuur zulks, na
den Ring te hebben gehoord, wensehelijk oordeeletide ,
dat enz.'*
Daarentegen wordt de voorgestelde wijziging met een-
parigheid of groote meerderheid van stemmen afgekeurd
door de Provinciale Kerkbesturen van Utrecht, Noord-
brabant met Limburg en Drenthe en door de Classi-
cale Vergaderingen van Edam, Middelburg, Goes,
Wijk en Dokkum. Genoemde Besturen achten de ver-
andering onnoodig; dat van Drenthe op grond, dat de
Biingen even goed als de Classicale Besturen doordrongen
zoUen zijn van de zorg, om in bedoelde gemeenten de
liulp van een of meer Bingen interoepen ; terwijl dat van
Noord-brabant met Limburg tevens wijst op de
finantieele bezwaren , verbonden aan de waarneming van
predikbeurten, inzonderheid bij een annus grative, voor
120
predikanten buiten den Bing en in den regel in gemeenten,
die op verren afstand van hunne woonplaats verwijderd zijn.
Ook de gemelde Classicale Vergaderingen achten de nieuwe
bepaling niet wenschelijk y deels omdat zij er de noodzake-
lijkheid niet van inzien, vermits de zorg voor de vacante
gemeenten gerust aan de Eingen kan worden overgelaten;
deels, omdat aan de uitvoering daarvan eigenaardige
bezwaren verbonden zijn. Immers zij invoiveert eene ver-
I korting van de rechten en inmenging in de werkzaamheden
van den Eing, zal verschillen tusschen Classicaal Bestuur
en Eing doen ontstaan en aan het eerste groote moeite
baren , om zijne bevelen tegenover den Eing te regelen eu
te handhaven.
Ook in die Vergaderingen, waar de groote meerderheid
zich met het Synodale voorstel kon vereeuigen, werden
door enkele leden daartegen bedenkingen ingebracht eenig-
zins verschillende van de reeds genoemde. Men veronder-
stelde namelijk , dat een Eing, uit geestverwanten bestaande,
in gevallen als hier bedoeld worden , de hulp van. aangren-
zende Eingen zou weigeren, wijl die door eene andere
prediking aan de gemeente overlast zou aandoen. Een ander
lid beweerde, dat de bewuste verandering tot willekeur
leidt , omdat een Classicaal Bestuur van liberale en moderne
richting daarvan gebruik zal maken, om liberalen en modernen
in orthodoxe gemeenten te doen optreden , en dat zij ook
niet noodig was^ aangezien hij best in staat was driemaal
op een Zondag te preeken. Waartegen werd opgemerkt, dat
dit voorstel niets te maken had met de verschillende rich-
tingen en dat de gemeente te beklagen was , die veroor-
deeld werd die derde preek aantehooren.
Ofschoon Uwe Commissie het gewicht van de meeste
der medegedeelde bedenkingen, vooral die aan het annus
gratiae, de finantieele bezwaren en de verre afstanden ont-
leend zijn, gaarne erkent, heeft toch de groote meerder-
heid geen vrijheid de verwerping aanteraden van een voor-
stel , dat door de Synode ten vorigen jare met op één na
eenparige stemmen aangenomen en door verre de meeste
* Provinciale Kerkbesturen en Classicale Vergaderingen goed-
gekeurd is ; te minder omdat de bedoelde bepalingen door
de Besturen niet worden gemaakt, dan wanneer zij van
oordeel zijn , na den Eing gehoord te hebben , dat daartoe
overwegende redenen bestaan , waarom zij Uwe Vergadering
121
adviseert de voorgestelde verandering in art. 24 Beglement
op de vacaturen aan de stemming van de leden der Provin-
ciale Kerkbesturen te onderwerpen.
A. G. Jaiïs.
J. DOUWES.
B. A. OVEKMAN.
VAN DEN BbaNDELER.
G. W. VAN Eerde.
Het rapport, gisteren door de Commissie voor de ver- Goedkeuringvan het
slagen der Provinciale Kerkbesturen bij monde van den [^^vlnM^ïrfikw'ï
heer Kronenberg uitgebragt omtrent den staat van het schap,
holppredikerschap ^ wordt zonder beraadslaging eenparig
goedgekeurd.
Nog wordt bet van wege genoemde Commissie gisteren AU Toren van het
door den heer van Duyl gelezen rapport , betreffende de ^VV^J^ omtrent de
examina, ter hand genomen. Het rapport leidt tot geone ^JJ^^^IJ^^^^^^^
andere opmerking dan dat omtrent een examen in de vraag.oftoeUtingkan
Bijbelsche sesohiedenis voorkomt onvoldoende te zijn s^eacht geschieden, aU debe-
j-i. if j 1 1. L j j 1 kwaamheid in een of
en ditzelfde ook omtrent een ander examen van de leer- ^^^g^ ^^j^ o^^Ql^o^^^g
tgAq gemeld wordt. Men vraagt hoe dat in overeenstem- is bevonden,
ming te brengen met hetgeen bij art. 27 aangenomen
wordt, dat voor de toelating wordt gevorderd, dat de geëxami-
neerden aan het vereischte van het examen heeft voldaan.
In de daaromtrent gegeven opheldering , dat hier de geval-
len bestaan hebben , dat de nitslag van het examen in alle
andere vakken zeer goed bevonden werd en het betrok-
ken Bestuur daarom volle vrijheid meende te hebben tot
toelating, meent de Vergadering te moeten berusten zoo-
wel met het oog op art. 23 als om reden , dat de Kerk-
besturen wegens hun besluit tot toelating aan de Synode
geen verantwoording schuldig zijn. Het rapport wordt ver-
volgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Vergadering wordt hierna tot morgen voormiddag siaiting der veer-
tien uur verdaagd en de zitting hiermede gesloten. *^*°^® zitting.
J. J. L. LuTi, President,
I
VIJFTIENDE ZITTING.
Zatordag den 7den Augustus 1880.
Opening van de vijf- Na opening der zitting worden de notulen der zitting
tiende zitting. y^n gisteren gelezen en goedgekeurd.
Voorloopige kennis- Ter tafel wordt gebragt een door de Synodale Com-
?ri"^i,T ^'"^ ^' raissie overgebragt bezwaarschrift van den Kerkeraad te
zwaarscnnft van den * i ? -ii • i • i
Kerkeraad te A rn- -^^^^ li^m over de goedkeuring eener grensverandermg der
hem over de goed- gemeenten te Arnhem en te Schaarsbergen, waar-
v3eri«7".n'^«L'; '^^ ^'«* '»°''go«d ^« Zijp e en aanhoorigheden , thans onder
gemeente en die van eerstgenoemde gemeente behoorende , tot laatstgenoemde
Schaarabergen. wordt overgebragt. Na kennisneming van dat bezwaar-
schrift en van alle daarop betrekkelijke stukken , waar-
onder ook een van het Provinciaal Kerkbestuur van
Gelderland ingewonnen berigt, respectivelijk gereg.
onder n^ 111, 185, en 221, wordt besloten de stokken
voor nadere inzage der leden ter tafel te leggen, om zoo
mogelijk Maandag a.s. in behandeling genomen te worden in
afwachting van het bij het maken der grensverandering
gebezigde kaartje, dat zal worden opgevraagd.
Het rapport over Geheel deze zitting wordt overigens gewijd aan de be-
het voorstd van het handeling van het door de Commissie voor de nieuwe
Classicaal Bestaurvan ^ ui.. n 11 n 1 • 2
Onderdendam tot wetsvoorstellen bi] monde van den heer van Mierde m de
het doen vervallen van zitting van 80 JuUj uitgebragte rapport over het voorstel
J!!!;;^J'L* n«!iJ?f «!i! ^an het Classicaal Bestuur van Onderdendam, om de
nandelmg. i5eslnit ora 1 in 1 i
de alinea te hand- tweede alinea van art. 41 van het Reglement op devaca-
haven, — verwerping turen te doen vervallen en het voorstel van den Kerkeraad
ZvuTiVTlf ^1 te Leiden om de alinea te wijzigen,
artikel; aanneming Door een groot aantal leden worden onderscheiden be-
daarentegen van een denkingen tegen het doen wegvallen der bedoelde alinea
vw" rt.*^73!*°'°"'°^ ingebragt. Nu eenmaal zulke bepalingen zijn gemaakt heb-
ben zij groot bezwaar die weder op te heffen, daar het
verband van bestuur en beheer nog even onvast en onge-
regeld is als ten tijde dat de bepalingen gemaakt werden
en de gunstige werking er van, met name voor de bèta-
123
ling der qnola en de aauzoivering van het achterstallige^
iiaar aangehaalde voorbeelden gedurig blijkt. Zij vreezen
dat het vervallen der alinea de raoeijelijkheden zal doen
vermeerderen, waaraan men door hare invoering een eind
heeft willen maken. Het beroep op de uitspraak van het
Geregtshof te Leeuwarden wordt ten deze niet afdoende
geacht. Vooreerst omdat deze ééne uitspraak, hoe belang-
rijk ook, en schijnbaar afdoende omtrent het regt der Kerk,
geen vaste jurisprudentie ter zake \iaarborgt, en zij ten andere
meer betrekkelijk is op de handhaving van art. 27 van
kt Reglement op de vacaturen, of zoo zij ook op de voor-
schriften omtrent de quotisatie van toepassing mogt geacht
worden , ten deze veelal weinig zon baten , omdat bij ont-
staan geschil over verpligting tot betaling der quota , dit
over geringe sommen zou loopen waarin alleen door den
Kantonregter kan beslist wordeil en daarvan geen appel
op hooger regtscoUegie wordt toegelaten. Men meent dat
door de Commissie en nu ook door de leden, die verkla-
ren zich met hare beschouwingen te vereenigen, te zeer
wordt voorbijgezien , dat de duidelijke strekking der alinea
is procedures te verhoeden , waaronder vacante gemeenten,
wegeus haren meestal langen duur in geestelijk opzigt niet
minder lijden , dan wanneer de vervulling van hare vaca-
ture vertraagd wordt door de weigering van kerkvoogden
om de in de alinea gevorderde schriftelijke verklaring af
te geven, wat volgens het rapport bij het Classicaal Bestuur
vanOnderdendam de voorname reden voorde indie-
ning van zijn voorstel geweest is , en ook bij de Commissie
en de leden die zich bij haar voegen eene overwegende
reden tot ondersteuning van het voorstel is. Tevens wordt
opgemerkt, dat, zoo men door het wegnemen van de alinea,
de in deze gerezen moeijelijkheden in het vervolg voorko-
men wil, die moeijelijkheden slechts verplaatst zouden wor-
den, daar kerkvoogden eveneens bezwaar zouden kunnen
maken om den beroepen predikant de hem toekomende
gelden uit te betalen, waaruit voor dezen aanstonds bij
de aanvaarding van zijn dienstwerk , onaangename verwik-
kelingen zouden geboren worden*
De opmerking der Commissie dat het niet aangaat , de
regtsgeldigheid van wettelijke bepalingen afhankelijk te stel-
len van eene schriftelijke verklaring , als in de alinea ge-
vorderd wordt, wil men gaarne toegeven, maar daarbij
niet uit het oog gehouden hebben , dat men ter zake te
lU
doen heeft met coUegiën op welke door het Bestuur der
Kerk geen regtsmagt kan worden uitgeoefend.
Daar intusschen uit de beraadslagingen blijkt , dat de
groote meerderheid der vergadering vooral bedenking heeft
tegen het loslaten der bepaling omtrent de quota, wordt
door enkele leden in overweging gegeven , om althans wat
daarop in de alinea volgt te laten vallen^ om tegemoet te
komen aan den tegenzin van kerkvoogden om zich vooraf
schriftelijk te verbinden tot betaling der in art. 73 om-
schreven kosten en zich ten deze aan de beslissing van
het Classicaal Bestuur te onderwerpen. Daarvoor meent
men, dat voldoende grond bestaat, om het misbruik
vaak door beroepen predikanten gemaakt bij het in reke-
ning brengen vaii hunne kosten, en wil men ten deze
vooral gewigt hebben gehecht aan de uitnemende uiteen-
zetting van het regt der Kerk in de aangehaalde uit-
spraak van het Geregtshof te Leeuwarden, Hand.
1877 bijl. B. blz. 154 — 167 in haar geheel opgenomen.
Doch terwijl vele leden meenen, dat voor kerkvoogden
in art. 73, als daar slechts van noodzakelijke kosten ter
beoordeeling van het Classicaal Bestuur gesproken wordt,
genoeg waarborg gelegen ligt, dat zij zich niet verbinden
tot hetgeen hun redelijkerwijze niet in rekening zou
kunnen gebragt worden , hechten zij vooral aan het
behoud der geheele alinea om het belang dat beroepen
predikanten in deze de noodige zekerheid bekomen en geen
gevaar loopen dat regtmatige vorderingen hun betwist
worden. Intusschen wordt na de sluiting der beraadsla-
gingen door den heer AlingA Prins als amendement op
het advies der Commissie voorgesteld , slechts het eerste
gedeelte van de alinea , dat op de quota betrekking heeft,
te behouden, en het overige té doen verwijderen.
Dit amendement wordt echter met dertien tegen zes
stemmen verworpen. Overeenkomstig de adviezen van den
hoogleeraar Gooszen en den Secretafh stemden tegen de
heeren Overman , van der Veen , Kronenberg, Boodhuij^^
van der Hoeve , Segera , van den Brandeler , «/«»* >
Westrik, Srun/i , van Laherveld , de Man en de Tf^'
stdenL Met den hoogleeraar Laèonder stemden er voor
de heeren van Eerde , van Duyl , AUngh Prins, Brutn-
wold Riedel, Douwes en Dikema.
Hierna wordt het advies der Commissie in stemming ge-
bragt om de gehede alinea te verwijderen. Het wordt
125
insgelijks mot dertien tegen zes stemmen verworpen. De
stemming verschilde in zoo verre slechts van die over het
amendement van den heer Prins plaats vond , dat de heer
Bruinwold Riedel, die voor het amendement gestemd had
zich tegen het advies der Commissie verklaarde, en de
heet Ae Man weder voor dit advies , maar tegen het amen*
dement stemde.
De heer van Eerde dient nu nog een voorstel in om
als 3de alinea in art. 41 de volgende bepalingen op te
nemen :
1/ Weigert de Kerkelijke administratie de verklaring over
te leggen, dan is het Classicaal Bestuar bevoegd om de
aanvraag aan het Ministerieel Departement op te zenden ,
indien het oordeelt, dat hierdoor geen belang schade lijdt/'
Dewijl de schriftelijke verklaring toch vooral voor zekerheid
van de vergoeding der beroepingskosten geldt; en het
geval kan worden aangenomen , dat Kerkvoogden op zich
zelfs niet onwillig zijn tot vergoeding der kosten, maar
overwegende reden mogten in te brengen hebben van
bezwaar om zich vooraf daartoe te verbinden , wil de
heer van Eerde de omschreven uitzondering gemaakt heb-
ben. Hij wordt hierin door onderscheiden leden ondersteund.
De meeste leden verklaren zieh echter tegen dit voorstel,
op grond vooral van de moeijelijkheden , waarin declassi-
cale Besturen door zulke bepaling zullen gebragt worden ,
van te moeten beslissen , dat hier geen belang schade zou
hebben te vreezen, terwijl ligt de toegestane uitzondering
al. 2 gansch krachteloos zou kunnen gaan maken. Het
voorstel wordt na eenige beraadslaging met elf van de
zeventien uitgebragte stemmen verworpen. Twee leden
hadden de vergadering reeds verlaten.
Ten slotte wordt nog een voorstel van den heer Segers
in beraadslaging genomen , houdende om aan al. 1 van art.
73 bij te voegen, ,/ welke de kosten vergoedt, des gevorderd
iiaar een vast tarief door het Classicaal Bestuur goedge-
keurd.'' De heer Segers had reeds de opmerking gemaakt,
dat de Commissie in haar advies veel verder gegaan was,
dan door den Kerkeraad te Leiden gewenscht was; dat
deze slechts voorziening had verlangd in de gevallen, die
zich in alle groote gemeenten konden voordoen , waar voor
beroepingskosten, met name voor de verhuiskosten van
beroepen predikanten, een vast tarief bestaat , dat tegen zulk
een tarief bedenkingen werden gemaakt; daarvoor alleen
126
wilde de Kerkeraad art. 41 gewijzigd hebben , maar
nu onder de beraadslagingen de opmerking was gemaakt,
dat eene bepaling hieromtrent beter voegde bij art. 73,
werd het gemelde voorstel door den heer Segera ter tafel
gebragt. Intusschen houdt de gevreesde moeijelijkheid van
beoordeeling en de overweging, dat het niet aangaat, Kerk-
voogden voor te schrijven dat zij hunne tarieven aan de
goedkeuring van het Classicaa) Bestuur zullen moeten onder-
werpen , onderscheiden leden van de ondersteuning vau dit
voorstel terug. Daar naar het oordeel der overige leden echter
bezwaarlijk een ander middel kan gebezigd worden om in
de omschreven ongelegenheid te gemoet te komen en ook
straks reeds aangeduide misbruiken te keer te gaan hecM
de meerderheid der vergadering er haar zegel aan, zoodat
het met elf tegen zes stemmen wordt aangenomen om
aan de consideratiën der Provinciale Kerkbesturen en Classi-
cale Vergaderingen onderworpen te worden.
Sluiting der vijftiencle Daar a. s. Maandag voormiddag een Synodus contracta
^****°8' bijeenkomen moet, wordt de vergadering tot Maandag
namiddag halfeen uur verdaagd^ waarna de zitting als de
laatste der week met dankzegging wordt gesloten.
J, J. L. LuTi, President.
ZESTIENDE ZITTING.
Maandag 9 Augnstiis 1880.
De zitting wordt met gebed geopend; daarna worden de Opening der zestiende
notulen der zitting van jl. Zaturdag gelezen en goedgekeurd, fitting-
De behandeling van het bezwaarschrift van den Kerke- Uitstel der behan-
raad te Arnhem over de goedkeuring van de grensver- ^"li'»» ^^ ^«t ^'
J-J aau OU u zwaarschrift van den
andenng der gemeenten Arnhem — Schaarsbergen ^erkeraad te Am-
wordt tot eene latere zitting uitgesteld. hem.
Voor kennisneming wordt ingenomen een ingekomen Dankbetuiging van
sclirijven van den Kerkvoogd der Hervormde gemeente te ^^^ Kerkvoogd te
n UI ' i. jnioijij Groesbeek voor de
Groesb e e k van eergisteren , gereg. onder n^ 18 , houdende toezegging van subsidie,
dankbetuiging voor de toekenning van subsidie met ver-
zekering dat daaromtrent de bepalingen van het Beglement
op het fonds voor noodlijdende kerken en personen zullen
worden nageleefd.
Ook wordt voor kennisgeving aangenomen een schrijven Aanneming door den
vau den predikant L. Overman te S p ij k e n i s s e van ^\^- ^''•'^ ^tT-d
6 Augustus, gereg. onder n®. 19, behelzende de verklaring a^ ^°Gfangen.Cora-
dat hij de benoeming tot lid der Commissie van toezigt op missie,
den druk en de uitgaaf der Evangelische gezangen aanneemt.
Namens de Commissie voor de verslagen der Provinciale Rapport omtrent de
Kerkbesturen wordt door den heer Roodhuyzen het volgende ^e^o^'^^^^^^
rapport uitgebragt over de verslagen , rakende de kerkvisitatie.
Mijne Hebren,
De Commissie benoemd, om verslag uit te brengen
omtrent de uitkomsten der kerkvisitatie , moet evenals die
van het vorige jaar beginnen met de mededeeling, dat er
te Moerdijk geen kerkvisitatie is gehouden, tengevolge
van den aldaar nog altijd voortdurende^ abnormalen toestand.
Thans moet ook omtrent Dordrecht hetzelfde worden
vermeld.
Wat betreft de onregelmatigheden bij de vorige kerk-
visitatie aan het licht gekomen , en door de Synode onder
128
de aandacht van de Frov. Kerkbesturen gebracht y is alleen
door het Prov. Kerkbestuur van Gelderland bericht
wat het in dezen had gedaan, en de goede uitslag daar-
door verkregen. Het schijnt, dat de overige Prov. Kerk-
besturen, de missive niet in dien zin hebben opgevat,
dat daarop antwoord werd tegemoet gezien.
Waar de visitatie persoonlijk is gehouden , werd daarvan
behoorlijk kennis gegeven, behalve te Bosendaal (prov.
Gelderland), waar wegens herstel van 't orgel geen dienst
was; te Haarlo, zonder dat de reden daarvan werd
medegedeeld, Ie Buren, waar 't vergeten was, te Aalst,
waar de brief van kennisgeving op de post was weggeraakt ,
te Waardenburg, waar de predikant afwezig was, te
Küog a/d. Zaan en te O dijk, zonder dat van de reden
blijkt, en te Wormerveer, waar het verzuimd was.
Te Oudemirdum kon de kennisgeving door foutieve
bestelling van de post niet geschieden.
Op 2 Juli was nog geen verslag van de Kerkeraden
van Aalsmeer en ï hamen a/d. Am stel, bij het
Prov. Kerbestuur van N.-Holl. ingekomen, in weerwil
van het daartoe uitdrukkelijk gedaan verzoek aan liet
Classicaal Bestuur van Amsterdam.
Waar kerkeraadsleden afwezig waren, was het meestal
om voldoende reden. Te Amsterdam bleef de vraag
onbeantwoord. Te Middelburg waren er eerst 19,
daarna 13 leden afwezig zonder opgave van redenen.
Bij de schriftelijke kerkvisitatie waren de afwezige leden
zulks om voldoende redenen, behalve een ouderling te
Bunschoten.
Te Opheusden zijn in den Kerkeraad twee vacaturen ,
waarin eerstdaags voorzien zou worden; te Per nis had
de bevestiging van een tusschentijds benoemd kerkeraadslid
niet onmiddellijk na de afkondiging kunnen geschieden
wegens sterfgeval in de familie. De Kerkeraad vraagt of
in zoodanig geval is voorzien bij de wet.
De gemeente 'sHeerenhoek maakt een uitzondering
bij de overigens voldoende beantwoording van de vraag omtrent
de samenstelling des Kerkeraads in 't prov. ressort Zeeland.
In Eisden (cl. Maasst richt) bestaat geen kerkeraad;
maar doet het Classicaal Bestuur wat des kerkeraads is.
Te Hemmen waren er klachten , die reeds vóór de
kerkvisitatie ter kennis van het Classicaal Bestuur waren
gebracht en een punt van onderzoek uitmaakten.
129
Overal werd in de waarneming der vacaturen voorssien.
De consulent te Arnemuiden beklaagt zielig dat
door de ouderlingen de Froye en Koets ^ tevens kerk-
voogden^ hem het gebruik der consistorie geweigerd werd.
Van den Kerkeraad te Middelburg wordt gemeld^
dat éen lid de vraag overbodig vindt ^ en een ander haar
niet beantwoorden wil. Andere leden aldaar verklaren ,
dat de belijdenis getrapt wordt door de moderne predi-
kanten, terwijl de predikant Abresch constateert^ dat vier
ouderlingen bij het aannemen van lidmaten dienst ge-
weigerd hebben.
In de classis Sn eek verklaart de Kerkeraad van Sneek
zich niet te kunnen vereenigen met de belijdenis van dr.
Niemeyer, en protesteert één der diakenen te Koudum
tegen het doen dezer vraag , voor zoover de belijdenis betreft ,
omdat de Synode de belijdenis der Herv. kerk toch niet
handhaaft.
Overigens is overal, waar de pers. kerkv. gehouden
werd, /yneen'* geantwoord.
In de classis Deventer klaagde te Delden een
ouderÜBg, dat de predikant, (welke?) over het geheel de
Kerkeraadsvergaderingen niet bijwoonde; dat hij voor den
Kerkeraad ingekomen stukken aan anderen liet lezen , voor-
dat de Kerkeraad er mee bekend was, over zijn houding
in de Kerkeraadsvergadering van 30 Januari 11. (welke
bonding wordt niet medegedeeld) en eindelijk , dat hij den
voorzanger verhinderde voor te lezen door geene opgave te
doen. De predikant was op reis, maar het Class. Bestuur
had gemeld , dat D e 1 d e n zich over een verbeterde
harmonie scheen te mogen verheugen.
In het prov. ressort van Groningen, waar de visitatie
in 101 gemeenten persoonlijk werd gehouden , werd slechts
bezwaar ingebragt tegen één predikant wegens het niet doen
van huisbezoek. Anders werden ook daar geene bezwaren
tegen de belijdenis, den wandel en de vervulling der ambts-
pligten van Kerkeraadsleden ingebragt.
In het prov. ressort van Noordbrabant met Lim-
burg werd bij die vraag omtrent Baard wij k aangeteekend,
dat als ddér de afwezige ouderling tegenwoordig was geweest,
de predikant enkele vragen tot hem zou hebben willen richten
nopens kerk- en diaconie-administratie. Het Kerkbestuur stelde
zich voor aan 't Class. Bestuur nadere inlichtingen te vragen.
Ook in Drenthe verlangt niemand bezwaren in te brengen.
9
180
Omtrent de hulppredikers verwijst de Commissie naar
't afzonderlijk verslag.
In Gelderland ontbreken enkele liggers en worden
sommige boeken niet bijgehouden.
In ZuidhoUand niet aanwezig de tractementenliggers te
O. Alblas^ Goudriaan en Ottoland; die te
Molenaarsgraaf was niet door kerkvoogden geteekend.
In de class. Br iel Ie was de origineele tractementligger
niet aanwezig te Hekelingen, maar volgens den predi-
kant aldaar nog berustende bij 't Prov. Kerkbestuur^ doch
door dat Kerkbestuur den 18 Maart 1878 aan 't Class.
Bestuur goedgekeurd teruggezonden.
De li^er was niet aanwezig te Oud dorp; die van
Oude Tonge en Sommolsdijk misten de vereischte
goedkeuring.
In de cl. van 'sGravenhage was uit de notulen der
handelingen van den Kerkeraad te Voorburg niet op
te maken, dat 4 maal in 't jaar kerkeraadsvergaderingeii
gehouden werden en ontbrak te Wasenaar een register
op de ingekomen kerk. stukken.
In de cl. van Eotterdam waren niet aanwezig te
Botterdam:
een duplicaat trouwboek. Het censuurboek in 1879 was
in 1879 was niet a^eteekend door de commissie. Bet
register op de acte van den bijzonderen Kerkeraad was
niet behoorlijk in orde. D^ liggers van de bijfondsen loopen
veelal tot 1866;
in het archief werd niet gevonden IV Instructie- en
Besolutieboek voor Begenten van het Diaconiehuis van
1708 tot 1796. De lidmatenboeken lieten wat netheid
betreft te wenschen over.
In de classis Leiden ontbraken hier en daar contra- j
trouwboeken , registers op ingekomen kerkelijke stukken en
de index van het archief.
In de classis van Dordrecht was te Goudriaan
«
het contra-doopboek na 1877 niet bijgehouden^ en evenmin
het contra-lidmatenboek na 1876, ontbrak te O. Al bias
het contra-trouwboek, waren te Ottoland het contra-
doopboek na Julij 1879 en het contra-lidmatenboek n*
Maart 1879 niet bijgewerkt, werd te Molenaarsgraaf
het cl. quotum uit de Diaconiefondsen voldaan, werd te
te Ottoland niet slechts het quotum , maar ook de
jaarwedde van den voorzanger ad ƒ 66, het lezen van de
131
Kerkelijke Courant ad / 3.50 en andere uitgaven uit de
de diakoniefondsen voldaan.
Ook in de classis Qouda bleek het een en ander te
ontbreken. In de classis Brielle ontbraken hier en daar
contra-trouwboeken en registers op ingekomen stukken;
te Sommelsdijk werden de kerkeraadsacten ingeschreven
door een der kerkeraadsleden, niet door den voorzitter,
werden meermalen vergaderingen gehouden buiten den pre-
dikant ^ die de notulen dan ook niet teekende.
De Kerkeraad heeft dien aangaande eene aanschrijving
ontvangen van het Class. Bestuur.
Of de overige bovenvermelde Kerkeraden , waar liggers
enz. ontbraken, of de diakoniegelden werden gebruikt
voor doeleinden, waarvoor zij zekerlijk niet waren bestemd,
deswege aanschrijvingen hebben ontvangen blijkt niet.
Te Krommeniedijk (d. Haarlem) liet de be-
antwoording van vraag 7 veel te wenschen over. Te
Nieuw Vennep waren geene duplicaten aanwezig; in
de classis Alkmaar ontbrak op vele plaatsen het een
o{ ander. De berigten uit sommige gemeenten van de
classis Middelburg zijn voor een deel zeer onduidelijk.
Zoo wordt b. V. van de gemeente Aagtekerke gemeld, dat
aldaar alles in orde is, behalve de index, terwijl het
Classicaal Bestuur als eene bijzonderheid omtrent die ge-
meente mededeelt, dat het archief aldaar in «^a»(>f^i0
is. Ook wordt daar eene beschuldiging uitgebragt tegen
twee predikanten, en als waar aangenomen, zonder dat
blijkt^ dat de beklaagden daarop zelfs zijn gehoord. Aan-
gaande Yeere wordt in kolom 7 vermeld, dat de ker-
keraadseigendommen in goede orde zijn, terwijl in de
bijzonderheden wordt gerelateerd , dat het archief in deso-
laten toestand verkeert.
In de meeste gemeenten onder het classicaal ressort
van Zierikzee ontbreekt hier meer, daar minder aan de
goede orde , waarin de kerkeraadseigendommen zich moeten
bevinden.
Te Jaar s veld (classis Utrecht) is geen trouwboek
voorhanden en de ligger van het predikantstractement
niet gewaarmerkt; te Lopikerkapel moet een nieuwe
li^ei^ gemaakt worden; te IJselsteijn is geen ligger
voorhanden; te Breukelen ontbreekt die van het predi-
kantstractement; te Baarn is die van de bezittingen der
diakonie onvoldoende. Het diakonie-rekeningboek ontbreekt.
132
Te EemsGs-Binnen is de ligger der diakonie
eigendommen na 1876 niet aangevuld, de rekening
over 1879 nog niet gedaan. Troawboek was niet
bijgehouden. De duplicaten worden op dezelfde plaats
bewaard als de boeken. Te Eemnes-B ui ten zijn de
dubbel trouw- en lidmatenboeken niet aangevuld na Maart
1878. 't Register van 't Archief is niet bijgewerkt. Te
N. Loosdrecht ontbreekt de ligger van de bezittingen
der diakonie. Te Tien hoven het register op de por-
tefeuille niet bijgehouden. De ligger van de diakonie-
eigendommen was nóg niet gereed. TeYreelandzal
een nieuwe ligger gemaakt worden. Te D o d r n en te
Bhenen was de diakonierekening over 1879 nog niet
gedaan. Te O d ij k ontbreken dubbele lidmaten- en doop-
boeken. Te Overlangbroek ontbraken de liggers van
het predikantstractement , en de index van het kerkelijk
arcJaief. Te Werkhoven was de ligger van het predi-
kantstractement, te Schalkwijk de index van het ker-
kelijk archief niet aanwezig. Yan al deze onregelmatigheden
in 't prov. ressort Utrecht was redres gevraagd.
In de classis S n e e k was te B oz u m slechts één trouwboek
en geen ligger van de diakonie goederen, te Goënga
geen trouwboek en geen li^er van het predikantstracte-
ment^ te Irnsum geen index van kerkelijke stukken,
te Lutkewierum was geen trouwboek en geen ligger
van het predikantstractement^ noch van de diakoniegoede-
ren, te Oosterwierum was slechts één trouwboek, te
Scharnegoutum, Sneek en Usbrechtum was de
li^er van het predikantstractement, niet in orde , terwijl
die ligger te Sybrandaburen niet geteekend waS; en
aldaar ook de boeken der diakonie-administratie ont-
braken.
Te Gaastmeer was nagenoeg niets in order.
Te H e e g was de ligger van 't predikantstractement
niet gewaarmerkt door kerkvoogden, er waren onder de
diaconale fondsen buitenlandsche effecten. Te Ju trijp
was de ligger van het predikantstractement niet in orde.
Te Nieuwland was het register van ingekomen stukken
evenmin als te Óosthem c. a. en te Oppenhuizen
c. a. waar bovendien de ligger van de diaoonalia niet in
orde was.
Ontbrak ook te Wolsum de ligger van het predi-
kantstractement; te Woudsend ontbrak nog bovendien
183
het register van kerkelijke stokken ^ en de index van
het kerkelijk archief.
Te LI Ist bevond zich onder de diaconie-eigendommen een
finssissch effect; er wordt opgemerkt^ dat dit effect reeds
vóór twaalf jaar aangekocht was.
Nog waren teBalk, Hemelum, Nyega,Oudega
enEolderwolde de liggers van het predikantstractement
niet in orde, en ontbraken te Oudemirdum bij on-
ordeHjken staat der doop- en lidmatenboeken , de trouw-
boeken geheel.
Te Hardenberg en Gramsbergen (ressort Over-
ijssel) waren register en de ligger niet in orde; te
He e ma e was geen ligger aanwezig. Te Kaalte en te
Staphorst was de ligger niet in orde. Te Wijhe liet
de Torm van de diakonie-rekening iets te wenschen over.
Be predikanten van Hardenberg en van Baal te
hadden verklaard , den ligger in orde te zullen brengen.
Te Almelo was de index van het archief niet ter t^el,
te Enter ontbrak het register van ingekomen stukken
en te K ijs se n het register van het archief, terwijl hier
almede een der trouwboeken niet geheel volledig was, en
de diakonie-rekening over 1879 nog niet gedaan. Ook ie
Weerselo was ^t trouwboek niet geheel in orde, ont-
biaken index en register en was de diakonie-rekening niet
door den consulent geteekend. Te Deventer werd de
diakonierekening in het najaar gehouden; te Blokzijl
waren het trouwboek en het register niet in orde. Te
IJsselmuijden waren het dubbel doop- en lidmaten-
boek onder berusting van den vorigen koster , die weigerde
ze a{ te geven ter zake van eene procedure tusschen twee
coUegien van Kerkvoogden voor den burgerlijken rechter.
TeÊamperveen was de portefeuille metingekomen
kerkelijke stukken, die geen blijvende waarde hadden en
door voortvretend bederf waren aangetast , vernietigd.
Aangaande den staat der kerkeraadseigendommen wordt
oit het provinciaal ressort Groningen vermeld, zonder
opgave der gemeenten, dat niet overal van alle boeken
dubbele exemplaren zijn. Soms ontbreken de trouwboeken
geheel; daaromtrent staat bij eene gemeente aangeteekend :
omdat zij onnoodig zijn. Ook de liggers van kosterij en
pastorij goederen in enkele gemeenten zijn niet in orde.
TeQeertruidenberg (ressort Noordbrabant met
Limburg bleek uitdenliggerder diakoniegoederen, datin
184
strijd met het reglement voor Kerkeraden een aandeel Nederl.
Eijnspoorweg en een obligatie premieleening , stad £ ot-
ter da m^ aanwezig waren, en bovendien een aanzienlijk
bedrag obligatiën Nat. W. S. In andere gemeenten
te Made, Terheijden, Hooge Zwaluwe wer-
den eveneens voor kleiner en grooter bedrag obligatiën
Ned. Werk. schuld in plaats van inschrijvingen aange-
troffen. De ligger der diakoniegoederen was zelfs te
Hooge Zwaluwe niet aanwezig. Daar niet blijkt,
dat daartegen door het Cl. Bestuur maatregelen genomen
waren of zouden worden , zou daarop ter vergadering van
September de aandacht van het Kerkbestuur gevestigd wor-
den. Te Geertruidenberg was de index sedert 1875
niet bijgewerkt wegens het ontbreken der meeste stukken.
Te Baardwijk bevond zich geen dublicaat van doop-
lidmaten en trouwboeken. De ligger der diakonie was niet
conform dien, welke bij het Cl. Bestuur berust. Te
Bes o yen was mede geen duplicaat van het lidmaten-
boek; te Eaamsdonk was nooit een duplicaat van doop-
lidmatenboeken geweest , doch zal 't worden aangelegd. Te
Yeghel was alleen de diakonie rekening van 1879 ter
tafel, geschreven als een los blad papier, zoodat geen
onderzoek kan worden gedaan naar 't diakoniebeheer. Ook
van die zaak zal ter vergadering van September a. s. mede-
deeliug aan het Kerkbestuur gedaan worden.
TeAnrooy, Giejten, Buinerwolde en Borger,
(ressort Drenthe) ontbreken liggers der kosterijgoederen,
te Beilen werd een index, te Gieterveen een door-
loopend register van ingekomen stukken gemist, te H o o ge r-
s mild e waar de index ontbreekt, en de dubbele doop-,
trouw- en lidmaten boeken in de laatste jaren niet zijn
bijgehouden , en te S 1 e e n waar een dubbel lidmatenboek
werd gemist.
Aangaande het godsdienstonderwijs wordt het navolgende
bericht :
Het getal der godsdienstonderwijzers en onderwijzeressen
bedraagt voor
Gelderland 28
Zuidholland 43
Noordholland 40 onderwijzers 8 onderwijzeressen
Zeeland 4 n
Utrecht 15 „ % „
friesland 9 u
1S5
OFerijssel 14 onderwijzers 1 onderwijzeres
Groningen 2 //
Noordbrabant —
Drenthe 8 //
Waalsch Bessort 4 n
Behalve de gewone ^ schier overal ten platten lande voor-
komende opmerking omtrent het verschil tusschen het be-
zoek der catechisatiën des zomers en des winters^ valt het
volgende op te merken. Te Noorden (Zuidholland) ver-
schenen geen leerlingen op de catechisatie, maar werd
godsdienstonderwijs gegeven door een onbevoegde. Te
Ottoland werd evenmin onderwijs gegeven, zonder dat
de reden daarvan vermeld wordt.
Te Amsterdam en elders wordt op alle openbare
scholen van lager en middelbaar onderwijs godsdienstonder-
wijs gegeven van wege den Kerkeraad. Yan 's He eren-
hoek wordt gemeld, dat de predikant dikwijls de noodige
medewerking mist, en dat aldaar eene zondagschool bestaat,
diehemeer tegenwerkt dan steunt. Te Vrouwenparochie
(ressort Friesland) is niet gecatechiseerd, wegens gebrek
aan geld voor locaalhuur en brandstof, te Bergumer-
heide wordt door gemis van catechisatiekamer te weinig
gebruikgemaakt van de catechisaties. Te IJsbrechtnm
is niet gecatechiseerd en de predikant heeft het voorstel
van den Kerkeraad en van Kerkvoogden, om door de aan-
stelling van een godsdienstonderwijzer uit de kerkekas te
bezoldigen in het godsdienstonderwijs te voorzien van de
band gewezen, terwijl te Stavoren zich niemand heeft
aangemeld en te Hiaure al zeer weinig is gecatechiseerd.
Te Groningen is eene catechisatie in de kweekschool
Toor onderwijzers, terwijl twee godsdienstonderwijzers les
geven in alle openbare scholen.
Tot bevordering van het regelmatig catechiseeren worden
ook nu weer bijzondere maatregelen overbodig geacht, of
ie gewone en bekende middelen gebezigd : huisbezoek ,
opwekking, prijsuitdeeling, invloed op bedeelden.
Te Spijkenisse wordt jaarlijks eene vaste som be-
voer het aanschaffen van boeken, platen enz. bij
onderwijs.
Te Groningen geschiedt de opwekking door eene
Commissie voor Godsdienstonderwijs.
Hier en daar bevordert men de zaak door Zondagscholen
en Christelijke bewaarscholen.
1S6
Te Yinkeveen is eene veieeniging voor eene school
met den bijbel.
In gestichten, gevangenissen enz. wordt gepredikt, ge-
catechiseerd, of worden bezoeken ter opbeuring a%elegd.
Het aantal catechisanten
bedroeg voor
Gelderland
39708
Zuidholland
55772
Noordholland
29942
Zeeland
13180
Utrecht
15823
Friesland
32930
Overijssel
23274
Groningen
18207
Noordbrabant met
Limburg
5370
Drenthe
10781
Schotsche gemeente
1 te Botterdam
19
Waalsch Eessort
910
Totaal 245925
Bij de opgave is niet zelden vermeld, dat zij //onge-
veer'' gedaan werd.
Behalve deze werden tot de belijdenis des geloofs voor-
bereid, in:
Gelderland 3850
Zuidholland 5727
Noordholland 4760
u
eeland 1374
Utrecht 1407
Friesland 1736
Overijssel 2607
Groningen 959
Noordbrabant met Limburg 706
Drenthe 1104
Schotsche gemeente te Rotterdam 7
Waalsch Ressort 272
Totaal 24517
Het aantal catechisanten, dat het vorige jaar een ver-
meerderingvan 13430 aantoonde was thans 17165 minder.
Het cijfer der aangenomen lidmaten, dat toen 1000 lager
was dan in 1878 is thans 1177 hooger, terwijl hierbij
nog in aanmerking moeten komen de gemeenten, waarin
geen kerkvisitatie werd gehouden.
De mededeelingen omtrent de gesteldheid der gemeen-
187
ten zijn in de meeste opzichten over het geheel gelijk-
laidend met vroegere verslagen. Tot jaiste waardeering zou
eenige maatstaf noodig zijn omtrent de beteekenis, die in
dezen aan de woorden ^goed''^ z/redelijk^^ z/vrij getrouw^^
of wel geheel in 't algemeen ^/beter^' gehecht wordt
Wat betreft bijwoning der godsdienstoefeningen schijnt
vooial de middagdienst in verreweg de meeste gemeenten ,
Tan welke richting ook , kwijnend ; uiterst zeldzaam is de
mededeeling , dat zij , zoowel des v<$<$r als des namiddags
als /yzeer goed" wordt vermeld.
De viering van het avondmaal we^t in den regel meerdere
of mindere bekngstelling naarmate de bijwoning der gods-
dienstoefeningen dit doen. De belangstelling schijnt over
lieli geheel verminderend. De viering op den goeden Vrijdag
wordt dikwijls als gunstige uitzondering opgegeven.
De kerkelijke inzegening der huwelijken laat nog steeds
zeei veel^ en wel in toenemende mate te wenschen over.
Tan eene gemeente vermelden wij reeds dat er geen trouw-
boeken waren gevonden , omdat ze niet noodig zijn. Het
gebruik is ook in dezen op vele streken een tyran , waar-
tegen de meest ernstige pogingen tot verbetering weinig
of niets vermogen. Zooals bekend is komen ook hier echter
velerlei invloeden in aanmerking, die buiten de kerkelijke
richting omgaan. Ook deze keer zijn er belangrijke over-
gangen tot andere kerkgenootschappen te vermelden , er
kwamen er enkele van andere kerkgenootschappen tot ons over.
Naar de Chr. gereformeerden gingen er te Sch e ve-
ringen 200 over, te Amsterdam 117 naar de
Semonstrantsch , Lutherschen of vrije gemeente, 1 te
Oudshoorn naar de vrije gemeente; naar de fiemon-
stranten 3 te Leiderdorp, naar de a^esch. 13 te
Koudekerke //om finantiële redenen^' naar beweerd
vordt, 3 te Schoonhoven, tot de gemeente van Zede-
her 2, te Middelburg 4 tot de kerk van v^f» Dijie,
^ Usselsteijn 1 tot de B. catholieken , te Burg op
Texel bedankten 14 leden voor hun lidmaatschap, te
Gidsland gingen er 3 tot de Baptisten over, in de
classis Kampen (waar wordt niet vermeld) 2 naar de
B. C. wegens gemengde huwelijken, te Groningen gingen
er S tot de B. G. , 1 tot de Baptisten over, te Boxtel,
te Qrave, te Qeertruidenberg 1 tot de K. C.
Hier en daar, zoo wordt vermeld, kwamen in het res-
sort Brabant met Limburg afgescheidenen tot ons over.
188
Te Groningen hadden 670 overgangen tot de Se-
monstranten plaats, en gingen nog 80 leden heen zonder
zich bij eene gemeente te voegen.
Te Amsterdam hadden 6 overgangen plaats zonder
vermelding van waar.
Yan de B. C. Kerk kwamen er tot ons 30 te 's 6 ra-
venhagO; 9 te Haarlem^ 1 te Botterdam^ 1 te
Alphen, 1 te Noordw.-binnen, 1 te Wou-
brugge, 2 te Hellevoetsluis, 1 te Heemstede,
1 te Noordzijpe, 6 minderjarige te Goes, 1 teAb-
conde, 2 te Kampen, te Ginneken was er onderde
aangenomen tot 't lidmaatschap 1 B. G., van deBemon-
stranten kwamen er te Bot ter dam 1 tot ons over, ook
ging er ] lid van de Doopsgezinde tot ons over, bet
laatste had ook te Steenwijk plaats met vermelding dat
het uit belangstelling geschiedde.
Omtrent het deelgenootschap in de christelijke genoot-
schappen valt niet veel te vermelden. Tegen meerdere
belangstelling op sommige plaatsen, staat vermindering
elders over.
De weezenverpleging blijft in toenemende mate een
verblijdend punt van ernstige overweging nitmaken.
De kerkelijke gebouwen zijn tegen brandschade ver-
zekerd, behalve te Veenhuizen. De kerk volgt d^
nog steeds den Staat, die 't ook niet doet.
Uiterst zeldzaam kwamen leden der gemeenten op, waar
persoonlijke kerkvisitatie werd gehouden.
Te Bredevoort, (Gelderland) kwam één persoon
namens kerkvoogden; er wordt echter niet vermeld, wat
hij is komen doen.
Te Ha geste in kwamen er drie van wie evenmin
wordt vermeld, wat hun dreef.
Te Sirjansland zijn twee personen komen klagen over
't uitstellen eener doopsbediening tijdens de vacature aldaar.
Te Wouters woude (classis Dokkum) is men komen
klagen over te hoogen aanslag van het classicale quotnm,
dat echter naar het oordeel van het Class. Bestuur billijk
geregeld is.
Te Enschedé kwamen twee gemeenteleden klagen , dat
er Zondag te voren bij de doopsbediening noch ouderling
noch dia^ken was tegenwoordig geweest, 't Bleek later,
dat dit althans wat betreft den diaken gevolg van minder
duidelijke afspraak was geweest.
1S9
Te Meeawen klaagde iemand over xnoeijelijkheden
bij den doop Tan zijn kleinkind nit eene ongehuwde dochter
geboren onderYonden.
Dit waren de klachten.
Uwe Commissie kent geen beteren wensch om haar
verslag te beslniten ^ dan dat eens de dag moge aanbreken ,
dat er in de Ned. Herv. Kerk geene andere klachten
worden vernomen^ dan die welke thans bij de persoon-
lijke kerkvisitatie werden geuit.
Haar verslag moest echter gewagen van feiten, vol-
komen in strijd met den indruk , dien die kerkvisitatie
op onwetenden zou kunnen maken.
Te Moerdijk werd opnieuw en te Dordrecht voor
^t eerst geen kerkvisitatie gehouden. Ieder weet wat dat
beteekent. Honderde leden gingen over tot andere kerk-
genootschappen. Duizende ontevredenen deden op allerlei
zorgwekkende wijze blijken, dat zij gebleven waren in
onze kerk.
De onverschilligheid nam op uiterst bedenkelijke wijze toe.
Een verontrustend aantal van vacaturen spreekt van de
moedeloosheid om in deze dagen zich voor 't predikambt
voor te bereiden , ondanks alle «Mnnoediging.
Bij al deze levensvragen schijnt het eene zaak van on-
dergeschikten aard dat de archieven op vele plaatsen , zoo
veel reden tot ontevredenheid opleveren.
Het is Uwer Vergadering gegeven op ieder gebied
maatregelen te nemen, die de onregelmatigheden doen
ophouden maar vooral leven te wekken in de kerk, wier
verleden zoo roemrijk was, en die slechts op bezieling
wacht ,om ook in het heden zij het in vernieuwde vormen
de macht te openbaren van de beginselen , die haar in 't
leven riepen.
Mocht gij in staat gesteld worden verschillende rich-
tingen in onze kerk te overtuigen, dat er een gemeen-
schappelijk gebied is, dat nog altijd vergeefs op haar
arbeid wacht; op te wekken tot een heiligen wedstrijd
om daar — naar 't goede ^ woord'' — uit de vruchten
te toonen, welke inderdaad de beste richting is.
H. BOOBHUUZEN Jb.
G. VAN DuiJL G.Wz.
J. F. C. Erokenbbbg.
»•
140
Het rapport wordt terstond iu behandeling genomen.
Ten gevolge van de opmerkingen , daarbij door onder-
scheidene leden gemaakt, wordt in de eerste plaats be-
sloten het Provinciaal Kerkbestuur van Noordbrabant
met Limburg uit te noodigen aan de Synodale Com-
missie een naauwkeurig verslag te geven van den toestand
in de gemeente te Moerdijk en daarbij bepaald te be-
rigten, of er nog pogingen worden aangewend tot herstel
van het wettig gezag; en of de Consulent der gemeeniie
ook werkzaam ia in het godsdienstig belang van het wel-
gezinde deel der gemeente.
Verder wordt besloten aan de Provinciale Kerkbesturen,
weder even als ten voorgaanden jare geschied is, uit te
noodigen zorgvuldig te letten op de in de verslagen hier en
daar vermelde verkeerdhedeu en onregelmatigheden, om waar
niet blijkt, dat de betrokken Classicale Besturen de noodige
maatregelen namen om die verkeerdhedeu uit den weg te
ruimen, hen daartoe nogmaals aan te sporen, en, wat
thans alleen door het Prov. Kerkbestuur van Gelder-
land geschied is, vervolgens te berigtenof en met welken
uitslag daaraan gevolg is gegeven. Tevens wordt besloten
de Provinciale Kerkbesturen uit te noodigen aan de
Besturen der dassen op te dragen een nauwkeurig
onderzoek te doen naar het getal der gemeenteleden, die
de Hervormde kerk in de laatste drie jaren verlaten hebben,
ten einde daarvan ten volgenden jare eene juiste opgaaf te
kunnen doen zoodanig als volgens het rapport door het
Classicaal Bestuur van Groningen geschied is.
Het rapport wordt ten slotte, met groote waardering van
den arbeid er aan besteed^ zonder hoofdelijke stemoiing
goedgekeurd.
Het rapport over de Thans wordt aan de orde van behandeling gesteld het
^^^pi.» *««8e'»o°»en in de zitting van 28 Julij door de betrokken Commissie
14 7**va^liet*Rede- "^y ïöonde vau den heer van Eerde uitgebragte rapport,
ment van de Kerkeraad rakende de voorloopig aangenomen verandering van art.
dait*^d?e*'ve»nd^ ^* '^''" ^*" ^®^ Eeglcment voor de Kerkeraden. De heer
ring niet vast te stellen. ^^^ ^ Bf andeier geeft rekenschap waarom hij als lid der
Commissie niet met de meerderheid heeft kunnen instem-
men. Hij herinnert daartoe, dat teu voorgaanden jare
met groote meerderheid tot de verandering besloten werd ,
naar aaalfiiding van een voorstel van de Classicale Ver-
gadering van Wijk, en men toen met het oog inzonder-
141
beid op de aitoefening van het kiesregt bet Tan groot
belang achtte het besluit der Synode van 1868 ten aansden
der manslidmaten in het artikel op te nemen, zoodat het
nu eene vreemde hoading zou hebben, indien de ver-
andering niet werd vastgesteld, waarvoor hij verklaart in
hetgeen de meerderheid voor haar advies heeft aangevoerd
geen overwegenden grond te kunnen vinden, daar hij de
vermelde bezwaren als overdreven beschouwt, dewijliedere
Kerkeraad bij het a^even der attestatiën de gelegenheid
heeft de registers van den Burgerlijken Stand te raadplegen ,
terwijl de invoering der verandering al spoedig het voorbeeld
van onderscheiden Kerkeraden in groote gemeenten zal doen
volgen, van bij de inschrijving der aangenomen lidmaten
den dag der geboorte aan te teekenen. Er zijn intusschen
slechts enkele leden die zich aansluiten bij hetgeen door
den heer van den Brandeler in het midden werd gebragt.
De meeste leden vereenigen zich met het advies der Com-
missie, het bedenkelijk achtende de geldigheid eener
attestatie volstrekt afhankelijk te maken van opgaven , van
wier Yertrouwbaarheid inzonderheid ten platte lande be-
zwaarlijk de noodige zekerheid te verkrijgen is. Naar hun
oordeel behoort geene verandering of aanvulling in een
reglement gemaakt te worden , als van te voren kan worden
berekend , dat de getrouwe naleving groote moeijelijkheid
zal ondervinden. Als ten dezen een ander besluit mogt
genomen worden dan ten voorgaanden jare, achten zij de
Sjnode ten deze behoorlijk verantwoord, nu door de in-
gekomen oonsideratiën de aandacht op de bezwaren der
uitvoering gevestigd is, en men acht de niet-vaststelling
der verandering ook minder bedenkelijk , omdat het besluit
der Synode van 1868 toch van kracht blijft, en in
twijfelachtige gevallen, waarvoor de opneming in het
artikel alleen wenschelijk kon schijnen, er gelegenheid
bestaat alleen bij de ambtenaren van den Burgerlijken Stand
de noodige zekerheid te verkrijgen.
Na sluiting der beraadslagingen wordt het advies der
Commissie in stemming gebragt en met veertien tegen vijf
stemmen overeenkomstig het advies tot niet- vaststelling der
verandering besloten. Met de Hoogleeraren en den Secretarie
stemden voor het advies der Commissie de heeren Overman ,
van der Veen, Kronenberg, Boodhuijzen, van der Hoeve,
Weslrik , Alingh Prins, Bruinwold Riedel, Douwes ,
Bikema, van Laierveld, de Man, van Eerde en de
142
President Tegen stemden de heeren Segere, van dm
Brandeler, van Dmjl, Jana en Bfuna.
De Toowtellen tot Hierna wordt aan de orde gesteld het rapport van de
Hf ** 2*^ h!t Reidee Commissie voor de nieuwe wetsvoorstellen , dat in de zit-
ment voor de Kerke- ting van S Augnstus door den heer van Duyl werd ge-
raden naar het advies lezen , rakende de voorstellen tot aanvulling van art. 3 al.
woroen^"^™*"^* ^^ ^ ^*° ^^^ Eeglement voor de Kerkeraden om hier ook
fabriekanten of verkoopers van sterken drank uit te slaiten.
Slechts een lid der vergadering voegt zich bij de adres-
santen^ met hen van meening^ dat zij die door kn
bedrijf de zonde der dronkenschap in de hand werken geen
zitting in den Kerkeraad moeten hebben. Bij alle overige
leden wegen de bezwaren ^ die een en andermaal de Spode
tot verwerping van gelijke voorstellen geleid hebben en waarop
zich de Commissie in het rapport ook beroept y al te zeer om
thans tot de aanneming te kunnen medewerken, voorna-
melijk de bedenking, dat de maatregel niet het misbmik
van sterken drank treffen zou. Overeenkomstig het advies
der commissie wordt dan ook na gehouden beraadslaging
met algemeene stemmen op een na besloten , aan de voor-
stellen geen gevolg te geven.
Als voren, bet voor- Nog komt het rapport in beraadslaging, dat door de-
vligXrin'' te^G^^ ^®^^*® Commissie bij monde van den heer van Eerde in
venhage tot'invoel cle zitting van 30 Julij uitgebragt werd ter zake van het
ring van een of meer voorstel van de Classicale Vergadering van 's Graven-
ezamenoommissiën. jj^g^ ^i^ ^^^^ instellen van een of meer examen-commis-
siën. Ofschoon het bij de beraadslagingen niet ontbreekt
aan leden , die zich als voorstanders van de instelling van
a&onderlijke examencommissiën doen kennen op de gron-
den, die daarvoor meermalen werden aangevoerd, zoo zijn
daaronder toch ook, die met de commissie het voorstel
daartoe thans ontijdig en onaannemelijk achten, nn de
bestaande regeling pas is ingevoerd en over hare doelma-
tigheid nog geen oordeel kan geveld worden. Daar nu ook
de meeste leden der vergadering van dezelfde meening zij^i
om de redenen, die tot deze regeling geleid hebben; en
om zoo veel wat meermalen in de Synodale Vergaderin-
gen te berde werd gebragt als pleitende voor het behoud
van het eind-examen bij de Provinciale Kerkbesturen , wordt
het voorstel der ClassiaJe Vergadering van 'sGravenhage
naar het advies der Commissie met groote meerderheid ver-
worpen. Slechts drie leden stemden er voor , zestien er tegen-
143
De vei^dering wordt hierna tot morgen namiddag half , Slnitiiig fun de
een uur verdaagd , daar de Synodns oontracta ter zake **"*^* n*bng-
der bezwaren tegen den predikant van Hoogenhuijze door
het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland overge-
bngt in den voormiddag moet vergaderen. De zitting
wordt daarmede gesloten.
J. J. L. LuTij Preêideni.
ZEVENTIENDE ZITTING.
Dingsdag den lOden Augastus 1880.
Opening der MTen- jf^ opening der zitting worden de notulen der zitting
tiende zittine. ..* , "t, ,
van gisteren gelezen en goedgekeurd.
Benoeming van eenc Dewijl Z. M. in de residentie is teruggekeerd,
SS'"! Zij^e Ma' ^^^^^ ^^®' ^®^ President voorgesteld en door de verga-
jesteit. dering algemeen goedgekeurd, dat eene Commissie worde
zamengesteld om namens de Synode bij Z. M. hare
opwachting te maken en worden daarvoor behalve het
Moderamen met den Hoogleeraar Gooszen de heeren Ves-
trih en Kronenberg aangewezen. Den Secretaris wordt op-
gedragen voor de Commissie audiëntie aan te vragen.
Rapport ter zake j)^ Commissie voor de nieuwe wetsvoorstellen brengt
▼an een Toorstel der ^ .. » -r» . . «i. -
Glassicale Vergadering bij monde van den heer Alingh Prins rapport uit over
te utrecht om het het voorstel van de Classicale Vergadering van Utrecht,
^r^SLi^rms^ «^^ ^®* Waalsche ressort tot den omvang van een Glas-
te maken en overeen- sicaal ressort terug te brengen /^ luidende als volgt :
komstig beslnit tot
verwerping van het ^ Heeren»
voorstel sixxéSija jLLJiiJiiAJsn s
In handen Uwer Commissie voor nieuwe wetsvoorstellen
is mede gesteld een voorstel van de Classicale Vergade-
ring van Utrecht, om het Waalsche ressort tot den
omvang van eene classis terug te brengen; ofschoon zij
verklaart, gaarne te eerbiedigen het regt der Waalsche
gemeenten in de Ned. Herv. Kerk om te vormen de
Waalsche Reunie, acht zij het echter niet billijk, dat
het Waalsche ressort bij zijn tegenwoordig kleinen omvang,
zooveel invloed als daaraan thans toegekend is, op het
bestuur onzer kerk zou blijven uitoefenen en merkt hierbij
op, dat ook gemeenten, wier zielen tal beneden zeker cijfer
is gedaald, met eene andere gemeente gecombineerd
worden.
145
Zooals de meesten Uwer zich zuUen herinneren is
zoodanig voorstel nog ten Torigen jare van de Classioale
Vergaderingen van Wijk, Qoes en Haarlem hier ter
tafel geweest en behandeld.
De Glassicale Vergadering van Utrecht verkeert,
onzes inziens , in dwaling , als zij meent, dat het Waalsche
ressort tot den omvang van eene classis zou kunnen wor-
den ieruggehragt , aangezien zoo ver ons bekend is, dat
ressort vroeger nimmer uitsluitend in dien toestand is
geweest.
Wanneer genoemde Glassicale Vergadering zich beroept
op het combineeren van gemeenten beneden een bepaald
zielental , zooals zulks vroeger bij Koninklijk Besluit van
8 April 1814 was geregeld, dan vergeet zij daarbij, dat
iaar?an steeds werden uitgezonderd alle gemeenten hoe
klein ook wier behoeften een afzonderlijk bestaan volstrekt
^ereischten , en tevens dat genoemd Besluit bij later Kon.
Besluit van 19 Jan. 1876 is ingetrokken en buiten wer-
b'ng gesteld.
De voorstellers schijnen ten eenenmale onbekend te zijn
gebleven met het zoo hoogst belangrijk en uitnemend
rapport dat door den hoogleeraar Acquoy in de zitting
7an den 1 Aug*. des vorigen jaars over deze zaak is uit-
gebragt, dat in de Handelingen der Synode van dat jaar
(bk 104 — 109) is opgenomen en in de volgende zitting
inet algemeene stemmen is goedgekeurd. Wij meenen dan
ooi te kunnen volstaan , met U naar dat rapport te ver-
azen. Onzes inziens is daarin het goed regt der Waalsche
gemeenten om voortdurend een afzonderlijk kerkelijk ressort
te zijn alleszins afdoende gehandhaafd en op de uitnemendste
^jze in het licht gesteld, dat deze gemeenten ook voor
bet vervolg die plaats in de Ned. Herv. Kerk moeten
blijyen behouden, die zij tot nu toe op zoo eervolle
vijze innemen.
Met de rapporteerende Commissie ten vorigen jare,
zouden wij aan de voorstellers willen zeggen :
vWat kwaad hebben deze vreedzame kerken U gedaan,
«rdat gij ze wilt bemoeijelijken , ja van hare regten be*
«rrooveu? Hebben zij door haar verleden of heden ver-
«rdiend, aldus te worden behandeld? Blijf af van haar,
'^die allerminst door Nederlandsche Hervormden mogen
«fWorden achteruitgezet."
Het is bijna overbodig uit te spreken, dat Uwe Com-
10
146
missie U adviseert , om niet te treden in het voorstel
door de Classioale Vergadering van Utrecht gedaan.
J. Alingh Fsins.
Q. VAN DüIJL G.Wz.
Mb. e. de Man. Ez.
G. W. VAN Eerde.
Het rapport wordt terstond in behandeling genomen, eo
na eenige beraadslaging met algemeene stemmen goedge-
keurd op de stem na van den heer JTeaêrik, wien ui-
gand was buiten stemming te mogen blijven. Hij verzocht
zulks omdat hij van de eene zijde wel het historisch regt
en de groote diensten van de Waalsche Kerken erkende,
waarom zij aanspraak hadden om een afzonderlijk ressort uit
te maken ^ maar ook gewigt hechtte aan de bedenking
inzonderheid dat hare Commissie ondanks het gering aantal
van hare gemeenten in zake van wetgeving zoo veel gewigt
in de schaal legt.
Voorloopige behan- Hoewel naar de mededeeling van den Secretaris het
deKng van het be- taajtje dat bij de grensverandering van de gemeenten
zwaarschnft van den " . , •* , ° , , ° t t i i?i. ««
Kerkeraad te Arn-^aö Arnhem en Schaar sbergen gediend heetten
hem over de goed- daarbij nog Ongevraagde stukken nog niet zijn ingekomen;
kcnring der grensver- - ^^ president en de meeste leden der Vergadering
andenng van zyne •' , ^ , ■> ^ -, i ^ , , i -i j •;«
gemeente en die van van oordeel , dat de voorhanden stukken voldoende zijn
Schaarsbergen. om op het bezwaarschrift van den Kerkeraad te Arnhem
eene beslissing te nemen ^ dewijl het daarbij toch voor-
namelijk aankomt op de beantwoording der vraag; o^
voor de grensverandering de in art. 48 van het Algemeen
reglement geeischte noodzakelijkheid bestaat. Na het lezen
der stukken loopen daarover inzonderheid de beraadslagin-
gen. Daarbij wordt algemeen erkend, dat hier voldoende
blijkt van de wenschelijkheid voor de gemeente te S chaars•
b e r g e n , dat het landgoed de Z ij p e en onderhoorigheden
waarover het geschil gevoerd wordt, tot haar worde over-
gebragt, dewijl de gemeente aan den eigenaar van dat
landgoed voornamelijk hare stichting te danken heeft
met aanzienlijke ondersteuning tot den bouw van kerk
en pastory en de verzekering van het predikantstiac-
tement terwijl hij zich nog alles aan de instandhoading
en den bloei der gemeente laat gelegen zijn. Onder-
scheiden leden betwijfelen echter met het Provinciaal
UI
CoUegie ran toezigt , dat overigens gunstig voor de grens-
yerandering adviseerde , of de naar het Algemeen Beglement
vereischte noodzakelijkheid tot grensverandering wel be-
staat met het oog op de onmiddellijke nabijheid van
Arnhem^ waarom zij vreezen^ dat aan het regt van de
gemeente te Arnhem zon worden te kort gedaan als
tegen haar verlangen een belangrijk deel van haar wierd
afgenomen, en zulke handeling voor andere gemeenten
ligt bedenkelijke gevolgen zou kunnen hebben. Andere
leden zijn daarentegen van oordeel dat indien hier ook
al van geene volstrekte noodzakelijkheid het bewijs kan
worden geleverd, de grensverandering toch betrekkelijk
noodzakelijk geheeten kan worden, als daarvoor het belang
van de gemeente te Schaarsbergen zoo zeer pleit,
en, wanneer hier ook in overweging moet komen , of door
de grensverandering niet beter dan thans in de gods-
dienstige behoeften van de onder de Z ij p e wonende ge-
zinnen zal kunnen voorzien worden, dat daarvoor in
aanmerking moet worden genomen, dat velen feitelijk
zich reeds bij de gemeente te Schaarsbergen aan-
sldten en dat door de uitbreiding der gemeente te A r n h e m
de predikanten aldaar reeds te zeer bezwaard worden in
de uitoefening van hunne ambtspligten om hunne zorg
naar behooren aan eenigzins verwijderde gedeelten der ge*
meente te wijden. Daar intusschen bij het gebleken ver*
schil van gevoelen door enkele leden nog inzage wen-
scheüjk wordt geacht van de ontbrekende stukken, ook
tot onderzoek of bij de grensverandering wel alle coUegiën
in het Beglement genoemd gehoord zijn geworden, wordt
de beslissing verdaagd, in afwachting dat deze welligt
morgen of in eene latere zitting ter tafel zullen kunnen
gebragt worden.
Boor de Commissie voor de kerspelvorming wordt Rapport ter zake
Wem rapport uitgebragt. yoor zooveel de consideratien L'ögen^en^Ö
der Provinciale Kerkbesturen en Classicale Yergaderingen op de kerspelvorming,
betreft bij monde van de heeren Bruna en Weskii,
voor zoo veel aangaat de afzonderlijke adressen en voor-
stellen en het advies der Commissie, bij monde van den
heer van Lakerveld, achtereenvolgens luidende als
volgt:
148
Heeren en Broedere!
De Commissie benoemd om U te dienen van rapport en
advies omtrent het voorloopig aangenomen Reglement op
de herapelnormmg heeft gemeend hare taak zoo te moeten
verdeelen dat zij U eerst verslag doet van de consideratiën
der Prov. Kerkbesturen , daarna van die der Glassicale
Vergaderingen, vervolgens van CoUegies en Personen, die
door het A. fi. niet tot het geven van consideratiën worden
geroepen en ten slotte haar eigen advies geeft.
1. Alle Provinciale Kerkbesturen, daaronder begrepen
de Waalsche Commissie, hebben consideratiën gegeven.
In dat van Gelderland noemt één lid kerspel vorming
een noodzakelijk kwaad , omdat alle richtingen gelegenheid
moeten hebben om voldoening te vinden voor hunne
godsdienstige behoeften. Een tweede stelt haar voor als een
ongeoorloofd sanctie geven aan toestanden in de Kerk,
aan rigtingen die afwijken van de belijdenis van Oods
Woord. Men zal vrede willen maken en toch met vaar
spelen, en aanleiding geven tot cabaleeren, drijven en jagen
zonder einde. Een derde lid vereenigt zich met het advies
van het eerstgenoemde en acht de voordeden van kerspelvor-
ming voor vele plaatsen groot. Éénheid is er ook nu niet
bij hen die zeggen dat ze zich aan Gods Woord en de
belijdenis houden. Dr. Knijper , Toorenenbergen en Boedei
staan daar tegen elkander over. Daartegen wordt het,
naar het schijnt door het tweede lid, een verschrikkelijk
iets genoemd , dat men den preekstoel zou moeten afstaan
aan iemand die steenen brengt voor brood, en aan de
Moerdijk als voorbeeld tot waarschuwing herinnerd.
Een vierde is ook tegen kerspelvorming omdat hij het
regt der tegenwoordige richtingen in de Kerk niet kan
erkennen. Toch zou hij het als proefneming voor den tijd
van tien jaren wülen invoeren als tijdelijke maatregel.
Definitieve invoering zou hij echter bepaald afkeuren met
het oog op de regten der belijdenis en de scheuring die
ontstaan zal. Eindelijk wordt gezegd, dat kerspelvorming
zou moeten plaats hebben in alle gemeenten, ook in die
met één predikant.
In het Kerkbestuur van Zuid-Holland vond het
Beglement bij de meerderheid der leden geen bijval. Meer
dan één lid merkte aan , dat , bijaldien eene kerspelvor-
ming wenschelijk was , men hoogst onbillijk handelde met
149
meer dan 1200 Gemeenten^ die slechts één predikant be-
zitten^ van de daaraan verbonden voordeelen te doen ver-
stoken blijven, terwijl men toch door combineering van
eenige Gemeenten zou kunnen helpen. Intusschen kon men
dat wenschelijke niet toestemmen. Men meende integendeel
vooral ook met het oog op den tegenstand , die er bij
Kerkeraden en Classicale Besturen ontstaan zou ter zake
van de belijdenis , en de kerspelvorming onregtvaardig ,
kogit gevaarlijk voor de rust in de Kerk en geheel on-
doeltreffend te moeten noemen. Een ander lid meende het
voor de honderdste maal te moeten zeggen , wat de Synode
scheen niet te willen begrijpen , dat de oorzaak van de
troebelen in de Kerk niet ligt in het niet genieten van
eene billijke vrijheid van beweging, maar in het streven
om absolute leervrijheid in de Kerk te doen wettigen en
in \ gedurig wijzigen en omzetten van de belijdenisquaestie ,
ten einde gelijke vrijheid te verleenen aan hen die Gods
Woord als regel van geloof en leven erkennen en mitsdien
de genade in Christus als den eenigen grond der zalig-
heid belijden, en aan hen die dit alles loochenen, terwijl
toch die laatsten niet in de Kerk behooren. Wederom
een ander lid zegt dat de kerspelvorming, behalve dat
ze onuitvoerbaar is, slechts de uiterste richtingen zal
helpen , en vraagt wat er moet geschieden als de aan een
kerspel verbonden predikant van overtuiging verandert en
door niemand meer gewild is P Nog een ander is in be-
giosel voor de zaak en vindt ook eene geleidelijke in-
voering wenschelijk. Hiermede vereenigt zich nog een lid
^at evenwel daarbij verlangt dat aan de Kerkeraden der
lierspelen en gemeenten de regeling der aanneming en be-
vestiging van nieuwe leden worde vrijgelaten.
Van Noord-Holland ^s Kerkbestuur juicht de groote
meerderheid dit Seglement als een reddingsmiddel toe en hul-
digt onvoorwaardelijk de beginselen van welke het Beglement
nitgaat en ziet daarin ook geene miskenning van gemeenten
met ééne predikantsplaats. Enkelen twijfelen er echter aan
of de kerspel vorming wel redding zou kunnen aanbrengen.
In het Kerkbestuur van Zeeland achten vier leden
het geraden tot de kerspelvorming over te gaan , de twee
anderen hebben daartegen gewigtige bedenkingen. Zij zal
strijd verwekken waar nu nog vrede is. Eén lid zou schei-
ding verkiezen boven een gekunsteld samenleven der wijd
uiteenloopende richtingen.
150
Het Kerkbestuur van Utrecht verklaart zioh eenparig
tegen de geheele zaak. Het acht de toekenning van het
recht tot kerspelvorming aan een klein gedeelte der Kerk
hoogst onrechtvaardig als er van zoodanig recht in de Kerk
sprake kan wezen. Het kan echter zulk een recht niet
erkennen; het noemt de praemiêse van welke de Kerk
uitgaat // dat de tegenwoordige richtingen in de Kerk
aldaar feitelijk recht van bestaan ïiebhen^' principieel
valsch als in lijnrechten strijd met het karakter onzer
Kerk , die eene belijdenis heeft en (nimmer haar belijdend
karakter heeft prijs gegeven) ondanks alle daartoe aange-
wende pogingen). De Synode, in de eerste plaats geroepen
om de belijdenis der Kerk te handhaven (art. 11 Algemeen
Beglement) mag van haar standpunt het feitelijk bestaan
van verschillende richtingen in de Kerk niet erkennen en
veel minder trachten te wettigen en tot punt van uitgang
maken van eene nieuwe organisatie, waardoor feitelijk het
geheele karakter onzer Kerk wordt prijs gegeven. Van de
verklaring der Synode in hare Memorie van toelichting,
dat in de eerste plaats alles wat op de belijdenisquaestie
betrekking heeft is blijven rusten bij de vaststelling van
dit Beglement, zegt het Kerkbestuur, dat het waarlijk
van al te groote naïviteit zou getuigen, wanneer niet
werd ingezien dat de belijdenisquaestie door de aanneming
van dit Beglement ware opgelost in dien zin dat er voortaan
naar geene belijdenis meer zou worden gevraagd en de
Kerk feitelijk zou zijn ondergegaan in een genootschap,
waarin iedere meening recht van bestaan zou hebben,
mits zij slechts door een zeker aantal personen werd aan-
gekleefd. Eindelijk wijst het Kerkbestuur nog op conflicten
die met de coUegies van beheer zullen ontstaan.
In het Kerkbestuur van Eriesland heeft éen lid
bezwaar, 1®. in de ongelijke rechtsbedeeling , 2'. in den
Jlagrantenstrijd van de kerspelvorming met het door de
Synode vooropgezette intact laten der belijdenis, 3^ inde
erkenning van lidmaateattestatié'n ingediend door leden
van zeker kerspel in gemeenten waar geen zoodanig
kerspel is enz. , 4°. in de onbevoegdheid der Kerkbesturen
om de gemeenteleden tot eene keuze in dezen te verplichten.
Hoe toch de onvervreemdbare rechten te handhaven van
hen, die van elke kerspelvorming en zoogenaamde groe-
peering van gelijkgezinden (lees geUjkdenkenden) afkeerig,
zich niet vnllen laten inlijven in eenig kerspel, omdat
161
naar han oordeel gemeenschap des H. G. en niet gelijk-
heid ?an begrippen de band aller eenheid in Christus is
en blijven moet ; 5°. in het flueiueeren der richtingen ,
daar vooral modernen en orthodoxen, in hun eigen
midden fracties hebben tusschen welke een diepgaand
piindpieel verschil bestaat; 6^. in het door de Synode
wel bedoelde maar door kerspelvorming ondermijnde samen
blijven der verschillende richtingen; vermits toch de het
talrijkst, in de Kerk vertegenwoordigde orthodoxe richting
er zich pertinent tegen verklaart, zal de invoering en door
zetting der kerspelvorming den tijd verhaasten, waarop
niet alleen de kerspelvorming weer zal verdwijnen, maar
al wat op de belijdenis betrekking heeft worden ver-
scherpt en dos jaist het tegendeel worden uitgewerkt
van helgeen de Synode bedoelde ; 7®. in de ontbin-
ding der Nederl, Herv, Kerk, daar de voorgestelde her-
mlvorming wel den naam van Kerk behoudt maar elk
begrip van kerk in onderscheiding van andere zedelijke
ligchamen prijs geeft. De kerspelvorming is inderdaad
krkonibinding nl. ontbinding van dat ligchaam, waarvan
Christus het hoofd is, en welks leden zich naar zijne uit-
gedrukte bedoeling in Hem één en lotgemeen gevoelen
en betoonen in alles.
Een ander lid betreurt de scherpe veroordeeling van
de kerspelen van orthodoxe zijde en zou er voor kunnen
zijn, als het beginsel van belijdenis ongeschonden bleef
en de zaak voor uitvoering vatbaar was. Vermits dit echter
met het geval is en vele groote steden hun non possumus
zullen uitspreken en door de kerspelen eene totale kerk-
scheuring zal verhaast worden, verklaart hij er zich tegen.
Ook een derde verklaart om gelijksoortige reden er zich
t^n , terwijl een vierde haar in de tegenwoordige omstan-
digheden een zegen noemt, met het oog vooral op de
aanneming van lidmaten die nu hier en daar door confessio-
neele ouderlingen onmogelijk gemaakt wordt , en het Begl. ze
niet voorschrijft maar alleen mogelijk maakt. Een vijfde
lid zou ze voor alle gemeenten verkrijgbaar wenschen , doch
wil even als de overigen over het bezwaar der uitsluiting
▼an zoovele gemeenten heenstappen.
Van Overijssels Kerkbestuur kan slechts één lid in
de voorgestelde kerspelvorming berusten; de andere leden
zijn er tegen; een Ud omdat hij de voorwaarden tot toe-
treding aan elk kerspel wil overlaten; een ander verklaart
152
zich tegen de strekking, als leidende tot kerkontbinding
en daarbij practisch onuitvoerbaar. Ook het woord kerspel
moet hij afkeuren zoo men de zaak wil , omdat dit woord
in onze taal eene geheel andere beteekenis heeft dan
waarin het hier wordt genomen.
Groningen's Kerkbestuur kan zich met de beginse-
len waarvan dit Beglement uitgaat eenparig vereen^n.
Het geeft in bedenking in ^t opschrift voor herspehorrnkg
te lezen kerspelmrichiing, omdat het Beglement over meer
dan over de vorming van kerspelen handelt.
Yan het Kerkbestuur van Noordbrabant met Lim-
burg verklaarde zich één lid bepaald tegen de zaak. De
meesten vereenigen zich met het voorgestelde, doch sommi-
gen wenschen dat het plan worde doorgevoerd tot alle
gemeenten , en één lid vraagt of de woorden van art. 62
Algemeen Beglement in Aare vergadering van het volgende
Jaar wel gedoogen het plan reeds in dit jaar vasttestellen.
Yan het Provinciaal Kerkbestuur van Drenthe zijo
de leden in beginsel voor de zaak. Zij achten er echter
twee gevaren aan verbonden 1®. dat de verdeeldheid er door
bestendigd zal worden en 2o. dat onder de leus van niet
voldoening aan Christelijk-Godsdienstige behoeften zich
allerlei malcontentisme zal doen gelden, hier eer- en heersch-
zucht, daar persoonlijke grieven tegen predikanten, elders
atheisme en materialisme.
Wat eindelijk betreft de Waalache Commissie, met uit-
zondering van 'één lid, dat in kerspelvorming slechts kerk-
ontbinding ziet, zijn al de leden voor de zaak, doch be-
treuren twee leden het dat men de belijdenisquastie heeft
laten rusten , waardoor het Beglement in theorie zijn eigene
gezegde reden van bestaan zou hebben verloren. Zij zouden
gaarne aan de verschillende kerspelen het recht toegekend
zien de vragen der aanneming te regelen zooals zij die
het best oordeelden, terwijl nu in de praktijk de Kerke-
raden toch zullen doen , wat hun in beginsel is verboden.
Ook nog een ander lid , dat in kerspelvorming slechts een
noodschot ziet, meent dat, als men ze eenmaal wil, men ook
aan de kerspelen zooveel mogelijk ruimte en vrijheid moet
geven. De drie overige leden zijn het met deze vorigen
in zoover niet ééns dat, waar deze de belijdenis vraag des-
noods willen doorhakken ten gunste der vrijheid , zij van
oordeel zijn dat men naar eene oplossing der vraag moet
16S
ij ven zoeken^ zal werkelijk aan allen recht geschieden.
Daarom noemen zij het Eeglement aanbevelenswaardig dat
een modus invendi in 't leven roept en aan den strijd op
menige plaats zijne scherpte ontneemt. Omtrent de vrai^^;
of het Beglement ook de gemeenten met één pred. moet
opnemen^ was men het niet eens. Sommigen meenden
Fan wèl y omdat de billijkheid zulks eischt^ anderen noemden
het ook wel billijk, maar achtten de daaraan verbonden
bezwaren nog al groot en meenden dat men zoo de aan*
neming van het geheele Beglement in de waagschaal stelde —
weshalve het beter was daartoe voor als nog niet over te gaan.
Overzien wij thans de consideratien der verschillende
Kerkbesturen, dan blijkt ons dat de Kerkbesturen van
Groningen en Drenthe eenparig voor de voorgestelde
kerspel vorming zijn, dat van Utrecht eenparig tegen,
terwijl in de overigen de gevoelens verdeeld zijn. In 't Kerk-
bestunrvan Gelderland zijn vijf voor en vier tegen ; in dat
van Zuidholland twee voor en zeven tegen; in dat van
Noordholland de groote meerderheid voor (er worden
geen getallen opgegeven); in dat van Friesland vier
voor en drie tegen; in dat van Overijssel een voor en
twee t^n (de classis van Kampen was door geen predi-
kant vertegenwoordigd); in dat van Noordbrabant
met Limburg zes voor en een tegen en in de Waal-
scbe Commissie vijf voor en een tegen. De redenen
waarom men er tegen is zijn door een lid van Fries-
lands Kerkbestuur breedvoerig ontwikkeld en boven reeds
medegedeeld. Daarop komt •— zij het ook in andere bewoor-
dingen uitgedrukt — gelijk door de Kerkbesturen van
Znidholland en Utrecht — allesneer wat men er
tegen aanvoert. Alleenlijk meenen wij ook hier nog te
moeten herinneren, dat Utrechts Kerkbestuur het bewee-
ren, diU de tegenwoordige richtingen in de kerk aldaar
feiieUji recht van bestaan zouden hébben , principieel vaheh
noemt en de Synode geroepen acht de belijdenis der Kerk
te handhaven , zoodat zij hare roeping zou miskennen door
eene organisatie in ^t leven te roepen, waardoor feitelijk
het geheele karakter onzer Kerk wordt prijs gegeven. Wie
voor de voorgestelde kerspelvorming zijn geven daarvoor
in ^t geheel dezelfde redenen op welke in de memorie van
toelichting tot aanbeveling van de zaak genoemd worden.
Ten slotte deelen wij U nog mede de door Provinciale
154
Kerkbesturen of hunne leden voorgestelde veranderingen
in verschillende artikelen.
In het opschrift wil Groningen in plaats van kerspel-
vorming lezen kerspelinricMing,
In art. 1^ lid 1 wil Noordbrabant de kerspel-
vorming hebben uitgestrekt ook tot gemeenten met één
predikant met dien verstande, dat waar ^ der stemgerech-
tigden dit begeeren dit kerspel het recht heeft een eigen
Kerkeraad te hebben en op eigen kosten eenmaal in de maand
een predikant zijner keuze te laten optreden.
In art. 1 lid 3 acht de Waalsche Commissie de woorden:
door zijne stemgerechtigden of gemachtigden op de wijze enz,
onduidel^k en met het oog op het laatste lid van art. 5
overbodig.
In art. 2, a willen twee leden van Drenthe voor |
lezen ^en Zeeland voor stemgerechtigden : niet gecensu*
reefde lidmaten. Zoo ook in art. 3^ 4 en 8. Drenthe
wil aan ^t slot bepaald hebben dat dit slechts éénmaal
kan worden toegestaan.
In art. 3 acht de Waalsche Commissie noodig
dat bij geschillen ter zake het Classicaal Bestuur beslist.
In art. 5 lid 1 wil Noordbrabant voor ;$:«« maanden
lezen drie] lid 2 wil Drenthe bepaald hebben dat de
intevoeren verklaring zij eene met reden omileede; lid 6
wil één lid van Znidholland bepaald hebben dat het voor-
loopig bestuur , binnen zes weken geen antwoord hebbende,
bevoegd zij tot de vorming van het kerspel over te gaan.
In art. 6 lid 1 wenscht één lid van Zeeland voor
telien jare te lezen om de vijf jaren.
In art 6 lid % zou Groningen dus willen lezen:
//De in art. 5 al. 1 — 6 bedoelde Kerkeraad is in gemeen-
ten ^ waar kerspelen zijn //de Groote Kerkeraad (art. 12y^
De Waalsche Commissie wil tusschen 1 en 3 hebben inge-
voegd 2.
In art. 7 willen Drenthe en de Waalsche Com-
missie de woorden: //niet onder censuur staande^' doen
vervallen.
In art. 8 verlangt de Waalsche Commissie eene juiste
omschrijving van de rechten en verplichtingen van ^t eerste
kerspel dat niet vrijwillig ontstaat.
In art. 11 l. en m. wil Zeeland lezen; zijner predi-
kanten, zijner ouderlingen en diakenen en zijner armen.
155
Omtrent art. l^ a, doet Zeeland opmerken dat de
bepaling van het getal en den tijd der godsdienstoefeningen
aan den Kerkeraad van het kerspel moet worden overgelaten.
Aan art. 18 wil Drenthe toevoegen: £fln geval van
ontbinding van een kerspel worden deze boeken een beschei-
den aan den Kerkeraad der Gemeente overgedragen en
door dezen bewaard'\
In art. 14 wil Zeeland voor de woorden aan ^t slot
doek alleen wanneer enz. lezen : tot dit kerspel behoorende»
In art. 22 wenschen Noordholland, Groningen
en Noordbrabant de laatste zinsnede te doen weg-
vallen; Groningen en Noordbrabant geven aan de
door de Synodale Commissie voorgestelde redactie de
voorkeur.
In art. 23 lid 1 willen Noordholland en de Waal-
sche Commissie achter //predikbeart^' invoegen //op
een zondag voormiddag^' en lid 2 wil Drenthe de woor-
den: door een predikant enz, vervangen hebben door ^den
in jaren oudsten ouderling'\
II. Consideratiën der Classicale Vergaderingen.
Arnhem 3 leden voor^ vergadering tegen. Tegen,
wegens strijd met art. 62 Alg. Begl. en met den grondslag
der kerk, en als bron van wanorde. Voor, wegens be-
vordering van vrede en onderlinge samenwerking.
Nijttiegen 15 leden voor^ 34 tegen. In plaats van
kerspelvorming wordt vnjkvorming vooi^esteid, op grond
dat de Synodale kerspelen facultatief, de wijken imperatief
zouden zijn. Dit voorstel wordt echter verworpen met 30
tegen 21 stemmen.
Zutphen 46 stemmen tegen het wenschelijke van
kerspel vorming, 47 voor. Overeenkomstig art. 62 Algem.
Segl. wordt voorgesteld en aangenomen , om uit art. 1
van het Begl. de woorden : met twee of meer predikanten
t^ verwijderen, en de kerspelvorming op alle gemeenten
van toepassing te verklaren. Voorts werd bijna eenparig
aangenomen om ook de vrouwelijke lidmaten tot de stem-
geregtigden te brengen.
Tiel 17 stemmen voor en 19 tegen. Met 32 tegen 4
stemmen wordt het amendement aangenomen, om het
fiegl. ook van toepassing te maken op gemeenten met
^n predikant.
156
Bommel 17 leden voor en 30 tegen. Tegen, op
grond van de erkenning van het wettig bestaan van ver-
schillende richtingen, op grond van toenemenden strijd
en twist, op grond van moeilijkheden met kerkvoogdijen,
op grond van verlof aan Dageraadsmannen ^ enz. Yoor,
wegens bevrediging van godsdienstige behoeften , den ouden
vrijheidszin van onze Kerk en het practisch nat. Een
enkele stem wenschte bij art. 5 de richting te zien opge-
geven van het gewenschte kerspel.
Het voorstel der Glass. Vergadering van Bommel is,
om vooral te letten op de adviezen, voortkomende uit
plaatsen , waar twee of meer predikanten zijn , en eerd
de veranderingen van het Alg. Begl. op wettige wijze te
bewerkstelligen.
Harderwijk eenparig tegen, op grond van het kerk-
ontbindend beginsel van het recht van bestaan in den
boezem der kerk van alle richtingen.
Yan de 6 Glassicale Vergaderingen in Gelderland
hebben zich derhalve verklaard 1 voor en 5 tegen,
's Gravenhage. Zeer kleine minderheid voor, de groote
meerderheid tegen. Voor, wegens aanvulling van art. 23,
wegens zorg, dat de meerderheid niet heersche over de
minderheid, als laatste middel tot verhoeding van uiteen-
spatting der Kerk. Tegen, wegens de praemisse in de
Memorie van toelichting, wegens toepassing alleen op
grootere gemeenten, wegens aantasten van het recht der
kiescoUegies, wegens vervalsching van het geweten. Verder
heeft de Synode toch de macht niet, om zulke besluiten
in het midden der gemeente ook tot werkelijke uitvoering
te doen komen. Volgens enkele leden wenschelijk , om uit
art. 1 al. 1 de zinsnede : //indien zij '* enz. weg te laten.
Botterdam protesteert met 72 stemmen tegen, 7 leden
vereenigden zich niet met dit protest , hoewel ook 2 hunner
de kerspel vorming niet wenschelijk achten. De overige 5
stellen 2 amendementen voor^ nl. om art 7 al, 1
laatste zin weg te laten en om art. 22 laatste zin te ver-
anderen.
Leiden 11 leden voor en 59 tegen. Die voor advi-
seerden , achtten het in overeenstemming met het karakter
onzer kerk^ geboden door haar tegen woordigen toestand i
bevorderlijk aan haar welbegrepen belang. Die tegen advi-
seerden , verklaarden het onaannemelijk wegens het verheffen
167
tot kerkoiganisatie van tegenstrgdige richtingen^ en in de
practijk onuitvoerbaar. Het is eene gedwongene splitsing
en ontbinding der Kerk.
Door 11 leden werd op art. 22 het amendement voor-
gesteld/ om den predikanten ook vrijheid te geven, zich
a&D te sluiten bij het kerspel, dat zij wenschen; om ver-
volgens in art. 5 ffZes maanden'^ te veranderen in twee
maanden^ en om in art. lid. op te nemen het vermelden
van den geboortedag der mansUdmaten.
Dordrecht 16 stemmen voor, 53 tepen. Die voor
adviseerden , verklaarden , dat zij bijna allen dit deden in de
stille hoop^ dat het het begin van eene weldra in het leven
te roepen boedelscheiding zou zijn. Die tegen adviseerden ,
verklaarden, dat het, in spijt van het historisch karakter
der Ned. Herv. Kerk, de samenwoning van het meest
heterogeene hielp wettigen.
De vergadering stelde aan de Synode boedelscheiding
voor, waartegen zich slechts 4 stemmen verklaarden.
Gouda 18 leden voor, 64 ^^^^n. Tegen , wegens onuit-
voerbaarheid en wegens het beginsel.
Brie 11 e 17 leden te^en, 33 voor. De 33 voor ver*
klaarden evenwel^ dat ook het Begloment op de Kerspel-
vorming :
a, ondoeltreffend blijken zal ter herstelling van den vrede
in de Kerk,
l, de formeel bestaande eenheid der Kerk niet zal kunnen
redden, weshalve zij boven de kerspelvorming voorkeur
gaven aan de verzekering der autonomie in zaken van be-
lijdenis, zoo noodig met behoud van een administratief
verband. Verder stelden 31 leden een amendement voor op
art. 2a, om namelijk ^ te veranderen in -^^ en 16 leden
een amendement op art. 5 al. 6.
Eindelijk achten 31 leden het wenschelijk, om het
Beglement toepasselijk op alle gemeenten te verklaren.
De 17 tegen achten het Begl. in dadelijken strijd met
de geheele Synodale organisatie , die slechts éene Herv. Kerk
kent; het zal geen vrede aanbrengen , is inconsequent , laat
het recht der belijdenis onbeslist. Men adviseert tot opheffing
van provinciale besturen , onder behoud alleen van eene
gemengde financiëele commissie. 13 leden wezen vooral op
den tegenstand, dien het voorstel in de gemeenten ver-
wekken zal.
158
Hierbij nog afzonderlijk een voorstel van den
Mr. H, P. de Kanter.
Van de 6 classen in Zuid-Holland verklaarden zich
5 tegen, en 1 eigenlijk ook meer voor de autonomie der
gemeenten dan voor kerspelvorming.
Amsterdam tegen , wegens ontbinding der kerk en de
oplossing in een aantal kringen , in strijd met ieder gezond
kerkbegrip; er wordt geweld gepleegd en er zal in groote
gemeenten eene verschrikkelijke verwarring ontstaan.
Enkele leden , 8 in getal , hebben hierbij eene afzonder-
lijke consideratie gevoegd; zij verklaren zich met groote
ingenomenheid voor , op grond dat de voorgedragene modus
vivendi tijdig en noodzakelijk is , een middel tot bevorde-
ring van rust en orde aan de hand doet en gelegenheid
geeft, om aan de godsdienstige behoeften te voldoen,
Haarlem met groote meerderheid tegen. En dat wel
op verschillende gronden. 26 waren van oordeel: Het is
slechts een maatregel voor bijna 100 gemeenten, de onrast
zal vermeerderen , het zal aanleiding geven tot strijd in
administratieve zaken , men kan de rechten der minderheid
niet reglementeeren zonder de meerderheid te kwetsen.
Deze 26 houden zich aan het advies van den heer Bruin-
wold Riedel en aan dat van dr. Gunning ^ om namelijk
aan de gemeenten te verleenen autonomie in allee wat leer
en geestelijke behoeften betreft met eeti Synode met uit-
sluitend administratieven band, 15 andere leden zijn er
tegen wegens strijd met het karakter der kerk, grootere
verdeeldheid en onoverkomelijke bezwaren in de uitvoe-
ring. De minderheid , die er voor is, wenscht de Kerspel-
vorming uitgebreid ook tot gemeenten met één predikant
en o. a. ook de pondspondsgewijze verdeeling der Diaconie-
inkomsten.
Alkmaar. Door de vergadering goedgekeurd: behalve
3 stemmen waren allen er voor. Sommigen wenschten uit-
breiding tot alle gemeenten , anderen juichten het ontwerp
toe, zooals het was. Als men deze proef genomen had, kon
het later , en wel spoedig , bij welslagen uitgebreid worden.
2 amendementen worden aangenomen:
1®. art. 22 vervalle de laatste zinsnede, en
2®. art. 23 loco //eene predikbeurt" te lezen : eene voor-
middagbeurt op Zondag.
Eindelijk werd aangenomen , der Synode te adviseeren :
159
a. om de Kerspelvorming soodra mogelqk ook op ge-
meenten met een predikant toe te passen;
h. om de meest mogelijke vrijheid ten aanzien van leer
en eeredienst bij de regeling der kerspelen te decreteeren.
Hoorn met aanzienlijke meerderheid voor. Bij invoering
wordt geadviseerd om alles met betrekking tot de belijdenis
te laten rusten , en om aan te vullen het een en ander be-
treffende de vervulling der vacatuurbeurten in de kerspelen
E dam. Tegen 4 stemmen en 86 f7(M?f. Van de 5 klassen
in N.-Holland adviseerden 2 tegen en 8 voor.
Middelburg 7 leden voor, 41 tegen. Hierbij het
voorstel der vergadering : De Synode hergeve aan de kerk
hare oorspronkelijke inrichting betreffende de rechten der
gemeenten en klassen , en bereide de bijeenkomst der
mtionale Synode voor.
Zierikzee 11 leden tegen, 29 voor. Men wenscht in
art. %a ^ veranderd te hebben in \.
Goes 15 leden voor, 80 tegen. Die er voor zijn, wenschen
daarbij autonomie der kerspelen in geestelijke zaken; ook
uitbreiding tot alle gemeenten.
IJzendijke 38 voor. Van de 4 klassen in Zeeland
zijn 2 voor en 2 tegen.
Utrecht eenparig tegen, omdat het in strijd is met
wettige rechten , verbittering en wanorde doet stijgen en
tot erger conflicten, dan de bestaande, zal leiden.
Amersfoort 2 stemmen voor, 40 tegen. Tegen: als
onwettig, onbillijk, onuitvoerbaar, onvolledig.
Wijk eenparig tegen. De 3 klassen van Utrecht tegen.
Leeuwarden 29 leden tegen het beginsel, 85 voor.
Voor, omdat de toestand der kerk in de groote steden
ondragelijk is, al is die in Leeuwarden wellicht
gimstiger. Tegen, omdat het een ondragelijk juk zal zijn
voor hen , die niet tot eene partij behooren , en de regeling
der predikbeurten , alsmede de toewijzing der kerkgebouwen ,
onuitvoerbaar zijn.
S n e e k minderheid voor , groote meerderheid tegen. De
minderheid was ook niet ten volle hiermede bevredigd,
en bij de meerderheid bestond de vrees, dat het geeste-
lijk karakter der kerk nog meer zou lijden.
Franeker 24 st. voor en 54 st. ^^^«. Harlingen,
Praneker en Makkum hebben zich tegen verklaard;
de halve Kerkeraad van fiolsward er voor, en de andere
160
helft tegen. 47 leden waren tegen de uitbreiding van ket
Begl. voor alle gemeenten.
Dat de armen den band van eenheid zullen vormen,
acht men een treurige illusie.
Dokkum 14 tegen, 23 buiten stemming en 43 voor.
De discussiën waren buitengewoon levendig.
Heeren veen 23 tegen en 39 voor. Yan de 5 klassen
in Friesland 3 voor en 2 tegen.
Zwolle 19 voor en 34 tegen; 2 buiten stemming. Die
er voor zijn , zien geen anderen uitweg. Die er tegen advi-
seerden f wezen ten deele daarop: hl, dat de belijdeniskwestie
er geheel buiten is gelaten, h{, dat de verwikkelingen nu
eerst recht beginnen^ en op het verzet der kerkvoogdijen.
Deventer 10 tegen het beginsel en 32 voor. Die er
voor waren , gaven o. a. op , dat het een einde maken kon
aan het ergerlijk in troebel water visschen van de zijde der
llemonstranten en Doopsgezinden.
Er wordt o. a. een amendement op art. 1 voorgesteld
als al. 2, verder, om uit art. 7 de woorden : //niet onder
censuur staande^' weg te laten.
Kampen 19 voor en 23 tegen. De verwijdering zal
grooter worden en de liefde te loor gaan. Yan de 3 klassen
in Overijssel 1 voor en 2 tegen.
Groningen 16 leden tegen en 27 voor. Deze 27
wilden het kerspel-idee om den toestand der kerk wel
toelaten. Yooral van de zijde van afgevaardigden des
Kerkeraads van Groningen werd het bestreden, waar-
mede 12 leden zich vereenigden.
Winschoten 2 st. tegen en 53 voor.
Appi n ge dam 19 st. tegen en 37 voor. Sommigen zagen
ook in dit Eegl. slechts een halven maatregel. Anderen
prezen de strekking en het beginsel, om de leden der
gemeente zich te laten uitspreken.
Amendementen werden voorgesteld op art. 5 al. 1 en
al. 4 en art 6 al. 6.
Onderdendam. Voor b^nsel en strekking 27; en
tegen 8. 30 stemmen verklaren zich tegen uitbreiding tot
gemeenten met éen predikant, als verderfelijk.
Amendementen worden voorgesteld, om nl. art. 22 te
schrappen en art. 24 aldus aan te vangen: //Predikanten,
ouderlingen en diakenen , die bij het ontstaan van een kerspel
in dienst zijn , blijven bij het kerspel hunner keuze enz
)i
161
Öok in art. IIA moet de zinsnede geschrapt worden.
In de provincie Groningen alle vier dassen voor,
^s Hertogenbosch algemeen voor. De Vergadering^
iiellende 19 stemmen, wenscht reeds dadelijk het uit te
breiden tot gemeenten met éen predikant, mits met niet
minder dan 100 stemgerechtigden.
Breda^ van de 46 stemmen 80 voor. Als amendementen
voorgesteld^ om art. 5 al. 1 te lezen: drie maanden,
en in art. 7 al. 1 te doen wegvallen : //niet onder censuur
staande^'. Eindelijk , om in art. 7 al. 1 //stemgerechtigden^'
te doen wegvallen.
Heus den, voor 7 en ie^en 30 leden. Men zegt:
in de cl. Heusden is het regl. van geen toepassing. Men
noemt het niet-uitvoerbaar. Enkelen meenen : het is noodig.
Eindhoven voor. Er schijnen 17 leden opgekomen te
zijn, die allen voor stemden. Toch wordt de maatregel
onvoldoende geacht, omdat art. 11 Alg. Begl., art. 19,
38 en 89 Begl. Godsdienstonderwijs en art. 27 Begl.
Examen onveranderd gelaten zijn. Niettemin wordt ten sterkste
tot aanneming geadviseerd. Als amendementen voorgesteld :
art. 2a te wijzigen z6o, dat kerspelvorming ook mogelijk
wordt in gemeenten met één predikant. In art. 5 den
termijn te veranderen in 8 maanden. In art. 7 te schrappen :
//niet onder censuur staande^^ Ook de laatste zin van art. 7
ie schrappen. Eindelijk nog amendementen op art. 12 litt. a
en art. 16 en 28.
Maastricht voor. Het schijnt, dat 16 leden opge-
komen zijn. Van deze verklaarden zich 5 voor toepassing
dadelijk op alle gemeenten, 11 tegen.
Van de 5 Glass. Vergaderingen in Noordbrabant
met Limburg waren 4 voor en 1 tegen.
Assen 7 tegen en 14 voor. De 7 zien gevaar in de
kerspelvorming, wegens aanleiding tot scheuring, agitatie
en blijvende scheiding in de toekomst.
Me pp el tegen (bepaald) 8 en voor 16; 7 van de
20 leden verklaarden zich voor de aanvaarding onder
protest.
Amendementen zijn voorgesteld, om in art. 2a | te
veranderen in -^. Ook achtte een lid het wenschelijk, om
in gemeenten met één predikant, bij verklaring van ^
der gemeenteleden, in de godsdienstige behoeften van
andere richtingen te voorzien, mits op eigen kosten
van deze.
11
162
Al de veranderingen in reglementen hierop betrekkelijk,
werden goedgekeurd.
Coevorden 1 tegen en voor 16. De 16 ferwachten
veel heil van de invoering. Men wenschte echter alle
gemeenten gemachtigd, om kerspelen in te voeren.
In Drenthe alle Classic. Verg. voor, zijnde 3.
Waalsche Reunie. 11 leden Uffen en 21 voor.
Op verschillende gronden , in het schrijven der fieunie ge-
noemd. Met 24 tegen 8 stemmen wensoht men art. 23 te zien
aangevuld door de bepaling^ dat zoodanige kerspelen door
een predikant hunner keuze hunne kinderen kunnen laten
onderwijzen, aannemen en bevestigen. 2 voorstellen werden
aangenomen^ ui. a. //Gemeenten met één predikant ge-
nieten dezelfde voorrechten als bij art. 23 (aangevuld) aan
kerspelen zonder predikant worden geschonken'' en h.
//indien 4- der stemgerechtigde leden eener gemeente met
een predikant het verlangt , wordt hun eenmaal 's maands
eene predikbeurt afgestaan.'' 16 leden waren voor het 1"^
voorstel; en 15 er tegen, en voor het 2^ 21 leden , met
10 tegen. Eindelijk aditten 14 leden noodig, dat art. 39
Regl. Gd. O. en art. 27 Begl. Ex. gewijzigd worden,
waartegen zich evenwel 18 leden verklaarden.
Overzicht en Opmerkingen.
Van de 44 Glassicale Vergaderingen adviseerden 22
tegen het voorloopig aangenomen Reglement op de Kerspel-
vorming en 22 voor. De Waalsche Reunie adviseerde met
21 stemmen voor en 11 tegen. Telt men de stemmen
der leden , die op al de Glassicale Vergaderingen uitgebracht
zijn , voor zoover die in de verslagen zijn opgegeven, dan
blijkt; dat 758 voor en 819 tegen gestemd hebben,
waarbij in aanmerking moet genomen worden, dat van
Amsterdam, Haarlem, Sneek, Wijk, Utrecht,
's Gravenhage, Harderwijk en Arnhem (meerder-
heid of alle tegen), en daarentegen van Alkmaar,
Hoorn en IJ zend ij ke (groote meerderheid voor) g«6iï6
bepaalde of veelzijdige opgave van het voor of tegen ge-
daan is. Het ontwerp is derhalve door de meerderheid i
vooral op de groote Glassicale Vergaderingen, ongunstig
beoordeeld.
Van meer gewicht is deze opmerking, dat men,
lettende in het bijzonder op die Glassicale VergaderingeD,
163
waarvan de groote stadsgemeenten de middenpunten uit-
maken^ kan nagaan, dat bijna al deze gemeenten met
groote meerderheid , eene enkele zelfs eenparig Iepen
geadviseerd hebben, zooals Amsterdam, 's Gr ave n-
hage, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Nijmegen,
Leiden, Dordrecht, Middelburg, Gouda,
Sn eek, ook 12 afgevaardigden der stadsgemeente Gro-
ningen; en het is vooral opmerkelijk, dat zelfs de
Classicale Vergaderingen van Zwolle en Haarlem, blijkens
het verslag, de kerspelvorming hebben afgekeurd.
Het B^lement is derhalve in bijna alle stadsgemeenten
van meer of minder omvang, die over de uitvoerbaarheid
praktisch juister en beter kunnen oordeeleu dan die Clas-
sicale Vergaderingen , welker leden slechts dorpsgemeenten
of kleine steden vertegenwoordigen , ongunstig ontvangen.
Let men op de uitgebrachte adviezen, zoowel van de
ééne als van de andere zijde , dan blijkt , dat 8 leden van
Bommel, Zutphen, Tiel, Br ielle, meerderheid Haar-
lem, Alkmaar, 5 leden Go es, 'sHertogenbosch,
Eindhoven, 5 leden Maastricht, Goevorden,
Deventer en de Waalsche Bennie de kerspel-
vorming tot alle gemeenten wenschen uitgebreid te zien,
waartegen Eraneker en Onderdendam zich ver-
klaren , en dat de modernen ten deele wel dankbaar , maar
niet voldaan zijn met dit wetsontwerp , verlangende geheele
reglementaire vrijmaking van den confessioneelen band,
terwijl daarentegen de meesten der andere zijde óf tegen
dit Éeglement protesteeren , óf voor grootere spanning , ja
zelfs voor verzet in de gemeenten, vooral bij Kerkvoogdijen
en Collegiën van beheer, beducht zijn. Noch principieel,
noch practisch wordt derhalve dit Beglement , blijkens de
adviezen der Classicale Vergaderingen , voor de oplossing
der kerkelijke kwestie geschikt gehouden.
Nog verdienen bijzondere voorstellen van enkele Classi-
kale Vergaderingen onze opmerkzaamheid. Zoo stelt N ij m e-
gen met 21 stemmen voor en 80 tegen mjkwrming in
plaats van kerspel vorming voor; zoo wenscht Dordrecht
eenparig, met uitzondering van 4 stemmen , dat de Synode
een middel beramie, dienstig om boedelscheiding langs
gematigden w^ in het leven te roepen , opdat het hetero-
gene niet langer als éen worde beschouwd; zoo meent
Middelburg den eisch te mogen doen, dat de Synode
aan de Kerk hare oorspronkelijke inriekting , voor zoo ver
164
de rechten der gemeenten en der classen binnen haar ressort
betreft, hergeve en de bijeenkomst der Nationale Synode
voorbereide; zoo heeft Eindhoven met 10 stemmen
voor en 7 tegen het voorstel aangenomen , om de geheele
kerk in twee afdeelingen te splitsen; zoo verlangen Haar-
lem, Briell^ en 15 leden van Goes autonomie der
gemeenten in alles wat leer en geestelijke belangen betreft,
met eene Synode, die uitsluitend administratieve macht
heeft; zoo wenscht eene groote meerderheid der Waalsche
Beunie, dat art. 39 Begl. Godsdienstonderwijs en art. 27
Begl. Examen gewijzigd worden, waarbij Eindhoven
nog voegt art. 11 A. E. en art. 19 en 38 Eegl. Gods-
dienstonderwijs. Men ziet hieruit : er is alles behalve een-
stemmigheid, en er zijn zoowel van de éëne als van de
andere zijde, die veel verder dan dit Eeglement op de
Kerspelvorming wenschen te gaan.
Atnefidemenien.
Een tal van amendementen zijn door eene meerderheid
of minderheid of slechts door een enkel lid van verschil-
lende Classikale Vergaderingen voorgesteld.
Zoo op art. 1 drie amendementen. De Classicale Ver-
gadering van Zutphen wenscht bijna eenparig, in
art. 1 ook tot de stemgerechtigden te brengen de vrmoe-
Ujke lidmaten. Enkele leden van ^sGravenhage wen-
schen in art. 1 al. 1 den laatsten zin: //indien i\f,
enz. te schrappen. Deventer stelt voor, bij art. 1
al. % te voegen : ^/in gemeenten met één predikant heeft
de minderheid, voldoende aan de eischen van getalsterkte,
aan kerspelen gesteld, dezelfde rechten als in art. 23 wor-
den toegekend aan een kerspel , dat nog geen eigen predi-
kant heeft'\
Op art. 2a wordt door 81 leden van Brielle en
door de meerderheid van Zierikzee voorgesteld, om,
in plaats van |^, te lezen \.
Op art. 5 al. 1 zijn de volgende amendementen: H
leden van Leiden verlangen //6 maanden'^ in //2 maanden^
veranderd te hebben, terwijl 8 leden van Bommel, de Classi-
cale Vergaderingvan Breda en die van Eindhoven een
termijn van 8 maanden wenschen gesteld te zien. Appi"'
gedam merkt op bij art. 5 al. 1, dat het plaatselijl^
r^lement door de kerkbesturen behoort te worden goed-
165
gekeurd. Aan art. 5 al. 4 moet, volgens Onderden-
dam, nog toegevoegd worden: //minstens 8 dagen na pas
genoemden termjjn'^ terwijl Appingedam het recht
wenscht uitgesproken te zien , om in hooger beroep bij het
Classicaal Bestuur te komen. In art. 5 al. 6 wordt door
16 leden van Brielle eene bepaling verlangd, waarbij het
voorloopig Bestuur, binnen 6 weken na de aanvrage geen
antwoord bekomen hebbende, bevoegd verklaard wordt,
tot de vorming van een kerspel over te gaan.
In art. 6 behoort volgens Appingedam, al. 6 van
het 5*^ artikel, daarin vermeld^ geschrapt te worden.
In art. 7 al. 1 moeten volgens Deventer, Breda
en 8 leden van Bommel de woorden: //niet onder cen-
suur staande^' wegvallen, en verder de laatste zin van
art. 7 al. 1 , volgens Breda, Eindhoven^ 4 leden
van Botterdam en 8 van Bommel.
Op art. 11 zijn verscheidene amendementen voorgesteld.
Zoo verlangen 11 leden van Leiden in art. 11 b
op te nemen het vermelden van den geboortedag der manne-
lijke lidmaten. Art. 11 ^ moet volgens Deventer aldus
luiden : //het toezicht op de leden van^' enz. Wederom
wenscht Deventer te lezen in art 11/, in plaats van
de woorden : j/ volgens het Beglement op het Godsdienstonder-
wijs": ly volgens huishoudelijke bepalingen van elk kerspel'^,
terwijl 1 lid van Nijmegen adviseert, om de woor-
den: ^volgens het Beglement op het Godsdienstonderwijs^'
te doen vervallen. Volgens Deventer behoort men bij
art. 11 i achter attestaties in te voegen: //of bewijzen
vanlidmaatschap^', en Onderdendam wenscht in dit
artikel de tweede zinsnede: ^met inachtneming'^ enz.
geschrapt te hebben.
In art. 1 2, behoort, volgens 8 leden van Bommel, de
regeling van het aantal godsdienstoefeningen aan elk ker-
spel te worden overgelaten , en Eindhoven verlangt
aan elk kerspel meer vrijheid te zien geschonken voor de
regeling zijner godsdienstoefeningen. Onderdendam
wil bij ^ art. 1 £ achter de woorden van de laatste alinea :
fGroote Kerkeraad'' nog bijgevoegd te hebben: //en wor-
den de daarop betrekkelijke bepalingen in andere regle-
menten in diien zin opgevat''.
In Art. 16 verlangt Eindhoven den Diakenen volle-
* In het verslag staat Art. 2; dit moet waar8cliijnl\)k zijn 12.
166
dige vrijheid toegekend te hebben , om de armenzorg te
regelen.
Art. 22 kan volgens Appingedam geschrapt worden,
indien Art. 24 (zie hieronder) gewijzigd wordt
Alkmaar stelt voor^ van art. 22 de laatste zin-
snede te doen vervallen^ terwijl 4 leden van Botter-
dam het aldus veranderd wenschen te hebben : //Elk ker-
spel is echter verplicht*' enz., en 11 leden van Leiden
als amendement verlangen , dat den predikanten ook vrijheid
gegeven worde, zich bij het kerspel, dat zij begeeren,
aan te sluiten.
In art. 23 stellen 16 leden van Brielle voor, in
plaats van eene predikbeurt, te lezen: /^eene voormiddag-
beurt op Zondag".
Art. 24 moet volgens Appingedam, als volgt aan-
vangen : //Predikanten , Ouderlingen'* enz. , tenzij op eenige
andere wijze bepaald worde , dat predikanten bij de gemeente
in dienst, als zoodanig werkzaam blijven bij het kerspel hunner
keuze'*. Onderdendam verlangt hetzelfde, en stelt
eenvoudig voor, om vódr de woorden: Ouderlingen en
Diakenen te voegen : //Predikanten."
Eindelijk acht een lid van Onderdendam het
wenschelijk, om, met het oog op de vacatuurbeurten , het
geheele Beglement te revideeren, en stelt Hoorn voor,
om het een en ander aan te vullen betreffende de ver-
vulling der vacatuurbeurten in de kerspelen.
III. Ter zake zijn ingekomen vier adressen van Kerke-
raden en vier van by zondere personen , benevens twee voor-
stellen van leden der vergadering.
Omtrent één der adressen van Kerieraden blijkt niet,
dat het langs den kerkdijken weg is ingezonden. Ten
opzichte van een ander geeft het betrokken Provinciaal
Kerkbestuur bij de overbrenging zijne meening te kennen,
dat de Kerkeraad zijne bezwaren, naar art. 40, 2^ in
verband beschouwd met art. 13 Algemeen Beglement,
door zijne predikanten en mede-afgevaardigden ouderlingen
ter Classicale Vergadering had moeten indienen.
De Kerkeraad te Groningen verzoekt in een adres,
geregistreerd onder n®. 550, de Synode dringend, het voor-
loopig aangenomen reglement terug te nemen. Hij gevoelt
zich daartoe gedrongen met het oog op de gemeente, die
hij vertegenwoordigt, en die de éénige in zijne classis is^
die bij genoemd reglement belang zou kunnen hebben. Hij
167
zwijgt van de miskenning van de bekende artt. 11 en 23
Algemeen Reglement^ die bij den bedoelden maatregel plaats
heeft, maar wijst op het navolgende. Waren het werkelijk
kerspelen , die gevormd werden , hij zou geen bezwaar heb-
ben. Inderdaad zijn het echter gemeenten met eigen kerke-
raden, die, ja, in den Orooten Kerkeraad zich vereenigen,
doch niet om godsdienstige belangen te behartigen. Daar
na alleen het godsdienstige leven een gemeente vormt,
draagt de Qroote Kerkeraad , bij aanneming van dit regle-
ment, zijn naam ten onrechte.
Geen enkel verschijnsel in zijne gemeente doet hem naar
zulk eene oplossing in twee of meer gemeenten verlangen.
Alles integendeel doet hem vreezen, dat daardoor velen
voor goed van elkander zollen vervreemd worden , die moge-
lijk later elkander beter zouden kunnen verstaan.
De Kerkeraad ie Opperdoeê oppert in een verzoekschrift ,
geregistreerd onder n®. 761, dezelfde, maar ook andere
bezwaren. De kerspelen, meent hij, bestaan reeds; ieder
toch gaat ter kerk , waar hij geen aanstoot denkt te zullen
vinden. Wie zal zijne goederen ovei^even aan eene richting ,
die hem vreemd isp Bezit de Synode, waar dit wordt
geweigerd , middelen van dwang P Zal het niet tot onein-
dige procedaren leiden? Kerspehorming is scheiding, en
scheiding het begin van het einde der Ned. Herv. Kerk.
Minderheid en meerderheid zullen door allerlei middelen
elkander zoeken te verdringen. De scheiding zal bevor-
derlijk worden aan de Commune. Indien het zoogenaamd
denkend deel der gemeente zich van de overigen scheidt,
zullen dezen zich hierdoor gekrenkt gevoelen. Eene Synode,
geroepen om eenheid te bevorderen , moest nooit een regle-
ment tot scheiding ontwerpen. Het reglementeeren van een
ziekelijken toestand kan geen gezondheid baren. De tijd
geneest alles. Men oefene geduld, en sla, om verwarring
te keer te gaan, geen weg in, die nietalleen in strijd
is met het Algemeen Beglement der Kerk, maar ook tot
grooter verwarring leidt. De kerkeraad eindigt met de
opmerking, dat door geven en nemen de toestand niet
verbeterd wordt, en dat men, twee heeren dienende, ten
laatste niemand toebehoort.
De Kerkeraad ie Oosierbierum , ofschoon het belang zijner
gemeente in de zaak niet betrokken is, protesteert ook
//bescheiden , maar ernstig^^ tegen het finaal arresteeren van
het reglement. Hij spreekt zijne verbazing uit , dat de Synode
168
het gewaagd heeft i met zulk een kerkontbiudend reglement
tot de Glassicale Vergaderingen te komen , eene verbazing,
die bijna tot verontwaardiging stijgt bij de gedachte : namen
en vormen zijn wat veranderd , maar in hoofdzaak hebben
wij hier terug het ten vorigen jare verworpen reglement
tot handhaving van de rechten der minderheden. De kerke-
raad wil; naar den aard der liefde, nog altijd gelooven,
dat het der Synode niet te doen is om de Kerk te ver-
woesten ^ maar om, zoo doenlijk, hare breake te heelen.
Zij haaste zich dan echter om een reglement intetrekken,
dat in gemeenten met twee en meer predikanten tal van
conflicten zal in ^t leven roepen. Deze kerkeraad roept der
Synode vervolgens nog toe : //Verschoon ons nu eens eenige
jaren van nieuwe voorstellen tot wetsverandering, waardoor
de kerkelijke regiementen een doolhof worden ^ en de Glassi-
cale Vergaderingen meer debatingdubs, dan samenkomsten
van broeders, over wie de naam des Heeren is aange-
roepen.
De Kerkeraad van Enschede richt in een schrijven, gereg.
sub n^. 878, tot de Synode een verzoek van dezelfde
strekking. Hij doet het als vertegenwoordiger eener gemeente
met drie predikanten , wier belang dus rechtstreeks bij den
maatregel betrokken is. Hij vergenoegt zich met te wijzen
op de onoverkomelijke bezwaren , aan de uitvoering ver-
bonden, maar ook op de toenemende verwarring en ver-
deeldheid, die er naar zijne overtuiging uit zullen voort-
vloeien, zoodat het middel erger zal blijken, dan de kwaal,
die men genezen wil.
Onder de adressen van bijzondere personen komt voor:
1^ een adres van elf leden der classis Zierikzee,
geregistreerd sub vP. 836(7 , houdende verzoek aan de Synode
om het reglement niet definitief vast te stellen. Zij gron-
den dit verzoek op principieele , practischeen reglementaire
redenen.
Zij zeggen met de Synodale Commissie: //Wie aan de
verschillende richtingen in de Kerk geen recht van bestaan
toekent , kan deze kerspelvorming onmogelijk goedkeuren/'
Zij nu kunnen niet erkennen , dat /yhet talloos tal nuances
in het modernisme^' recht zou hebben, in de Kerk te blijven
en haar haar karakter te ontnemen. Daar dit karakter
belijdend is, kan zoodanige kerspel-organisatie niet plaats
hebben, zooals de Synode wil, //behoudens het karakter
der Kerk,'' en is hier ook niet werkelijk //blijven rusten
169
alles wat op de belijdenisquaestie betrekking heeft/' Door
de erkenning; dat alle meeningen gelijke rechten hebben
in de Kerk, wordt de belijdenis, en hiermee de Kerk
zelve — immers geen kerk zonder belijdenis! — dood
verklaard en opgeheven.
Een goed deel der practische bezwaren, verleden jaar,
ook door hen, tegen het Minderheden*reglement inge>
bracht, gelden evenzeer ten opzichte van dit reglement.
De verwarring in de kerkelijke wetgeving zal wanhopig
groot worden, wanneer de onderscheiden reglementen van
geheel verschillende b^nselen ui%aan , en met de grond-
wet en 't kar^ter der Kerk hoe langer hoe meer in strijd
komen.
2^. een verzoekschrift van Mr, W, van Nauia Lemie,
lid der Herv, gemeente ie Amsterdam, gereg. sub. n^
610, daartoe strekkende, dat de Synode besluite: a, het
voorloopig vastgesteld reglement op de kerspelvorming in
een definitief te veranderen ; b. een reglement te ontwer-
pen en voorloopig vast te stellen, waardoor ook gemeenten
met é&XL predikant op gelijke of soortgelijke wijze zullen
worden gebaat.
Adressant geeft zijne vreugde te kennen , dat de Synode
het eindelijk noodig heeft geacht, een reglement op de
kerspelvorming te ontwerpen en aan te nemen , ten einde
zoo mogelijk, de uiteenspatting der Ned. Herv. Kerk te
verhoeden. Hij houdt zich overtuigd , dat de vele pogingen,
die worden aangewend om de Synode van definitieve
vaststelling van het reglement te doen afzien, vruchteFoos
zijn zullen. Zij is toch geroepen, de belangen Ast geheele
kerk te behartigen. De gronden, door de tegenstanders
aangevoerd, zijn van gewicht ontbloot. Volkomen onjuist
zijn met Jiame die van den Kerkeraad te Groningen.
Immers: indien het, zooals die kerkeraad zegt, //ontegen-
zeggelijk waar'' is, /^dat het godsdienstig leven eene ge«
meente vormt", is stellig onwaar , 't geen hij verder
beweert: //dat eene gemeente door kerspelvorming zou
ophouden te bestaan". Kerspelvorming toch zal juist het
middel worden om het godsdienstig leven te wekken en
te versterken bij dat ontzaglijk groot aantal gemeenteleden
in de woonplaats van den adressant en elders , dat in
de gemeente, waartoe het behoort, in 't geheel geene of
maar eene gebrekkige gelegenheid vindt tot bevrediging
der godsdienstige behoeften. Adressant heeft tegen dit
170
reglement slechts het bezwaar, dat gemeenten met één
predikant, die de overgroote meerderheid uitmaken, er
niet door zullen worden gebaat, terwijl in deze de be-
hoefte aan dergelijke tegemoetkoming zich nog sterker dan
in de andere doet gevoelen. In grootere plaatsen toch kaïi
men in den regel buiten de eigen gemeente vinden, wat
men daarbinnen mist. Ook in gemeenten niet één pre-
dikant zou men kerspelvorming kunnen toestaan , of aan
een bepaald getal leden, liefst niet te hoog gesteld, de
bevoegdheid toekennen om met of zonder bezwaar van de
gemeentelijke fondsen , een predikant van hunne richting
te doen optreden , waartoe de gelegenheid in den regel
gemakkelijk te vinden zal zijn. Met den meestmogelijken
spoed behoort door de Synode ook in deze behoefte te
worden voorzien.
8^. een adres van W. Huurling e» s., leden der Nel
Herv, Kerk, ^ö'sGravenhage, gereg. onder n°. 914,
behelzende het ernstig verzoek, dat de Synode het ont-
worpen plan van kerspel vorming , met de wijzigingen, door
haar noodig en nuttig geoordeeld, finaal arresteere, en
verder doe wat in haar vermogen is , om dat plan zoodra
mogelijk ten uitvoer te brengen^
Adressanten , hoewel niet blind voor bezwaren , aan die
uitvoering verbonden, zijn met zeer velen overtuigd, dat
zoodanige kerspelvorming in de gegeven omstandigheden
het eenig aangewezen middel is , om aan de godsdienstige
behoeften der verschillende richtingen in de Kerk naar
vereischte en naar billijkheid tegemoet te komen ; de
verdere verbrokkeling en dreigende scheuring der Kerk
nog bijtijds te voorkomen ; de eenheid van het kerk-
verband, bij erkenning en handhaving van het recht der
verschillende richtingen te bewaren, en — wat wel bet
voornaamste is — om voor de Ned. Herv. Kerk zulk
een toestand wettig verzekerd te krijgen, als zij-zelve door
hare steeds voortgaande ontwikkeling feitelijk in het leven
heeft geroepen • — een toestand , • volstrekt onmisbaar én
voor Imre verdere regelmatige ontwikkeling, én voor de
vervulling harer heiige roeping, aan de uitbreiding van
het Godsrijk werkzaam te zijn naar de behoefte des tijdi»
De adressanten, schoon weinigen (16) in getal, houden
zich overtuigd, de tolken te zijn van het verlangen van
zeer velen hunner geestverwanten in de gemeente hunner
woonplaats.
171
4^ Een adres van mr. H. Ph. de Kanier , lid der
Ned. Herv. Kerh te Brielle, gereg. onder n^ 916.
Adressant hoopt , dat het voorloopig aangenomen reglement
op de kerspel vorming , waarin hij grootelijks belangstelt,
definitief gearresteerd zal worden , al strookt het niet
geheel met zijne wenschen, die hij de eer had, naast
zijn hooggeschatten vriend en medelid der negencommissie
in 1873 uit te spreken. Hij is evenwel ten diepste over-
tuigd t dat , als de Synode in deze saak A zegt , zij ook
B zal moeten z^gen , en de tijdsomstandigheden zullen
dwingen, om eerlang aan alle kerspelen volledige vrijheid
van beweging in eigen boezem te geven , zoodat van ^t
kerkverband niets zal overblijven , dan het financieel verband.
Wordt de aanhangige regeling wet, dan zal in 1881
in bijna alle gemeenten van meer dan één predikant,
en , indien , wat hij hartelijk wenscht , het beginsel der
kerspel vorming algemeen wordt toegepast , in alle gemeenten
eene stemming over de vraag : al of niet splitsing P worden
uitgelokt en de gevormde kerspel, zullen zich hebben te
organiseeren binnen de grenzen hunner bevoegdheid. Bij
adressant is nu echter de vraag gerezen, of het wel goed
is, tegelijk met deze doelmatige poging om rust in de
gemeenten te brengen, den grootsten twistappel in haar
midden te werpen. Het komt hem voor, dat de vraag:
al of niet kiescoU^ P juist behoort tot die eigenaardig
inwendige belangen der kerspelen, welke geheel door
dezen zelve dient te worden uitgemaakt. Tot heden was
't een strijdvraag voor de partijen, en de stemming er
over een felle strijd over de suprematie. Dien strijd wil
de Synode terecht bannen uit de gemeenten ; maar dan kan
de nieuwe organisatie onmogelijk samengaan met het verder
uitvoeren van een reglement , dat geheel voor de oude
organisatie is gemaakt, en daarop alleen van toepassing
kan geacht worden. Hij verzoekt dus schorsing der uit*
voering van ^t bestaande reglement, en wijziging van 'i
reglement op de kerspelvorming in dier voege, dat de
qnaestie : «ral of niet kiescollege'^ worde eene quaestie , die
in den boezen der kerspelen wordt uitgemaakt, niet meer
door de gemeente als één geheel.
Eindelijk volgen hier de beide voorstellen, door leden
der Synode in uwe vergadering ingediend. Zij betreffen
wijziging van bijzondere artikelen van het Reglement. Dr.
H, Roodhuijzen Jr. wenscht art. 5 in dier vo^e geam**
172
plieerd te zien, dat na de woorden: //geven het verlangen
daartoe^' worde opgenomen: //inet opgave van de gods-
dienstige richting , waartoe zij behooren/' En ons medelid
J. P. Bruinwold Riedel verlangt uit art. 11/ de woor-
den te zien weggenomen: // volgens het reglement op het
godsdienstonderwijs/'
lY. Gij hebt over het fieglement op de Kerspelvorming
het oordeel der kerk gehoord, 't Is in de verste verte niet
eenparig. Hier warme toejuiching , daar scherpe afkeuring.
Hier dringende verzoeken om het in te trekken , daar
ernstige aansporing om het vast te stellen, ja! bij som-
migen, om in den zin van 't beginsel, dat er aan ten
grondslag ligt, nog een stap verder te gaan. Een en ander
op de bekende gronden. Droefheid, bekommering zelfs
moge dit groot verschil van gevoelen u baren, het kan
n niet verwonderen, nauwelijks teleurstellen. De gehoorde
zoozeer uiteenloopende consideratiën en adviezen spiegelen
af den bedroevenden toestand onzer ten gevolge van een
strijd van beginselen door partijschap verdeelde kerk. Gij
kent dien toestand. Hij plaatst u sedert jaren voor een
moeilijk vraagstuk: de vraag, op welke wijze het sanieu-
blijven der verschillende bestaande richtingen in de kerk
op den duur mogelijk te maken. Seeds in 1873 vroeg de
Synode tot oplossing van dat vraagstuk de voorlichting van
een negental geachte en bekwame mannen , in wie zij de
onderscheiden hoofdrichtingen vertegenwoordigd zag. Na
meer dan ééne mislukte poging kwam zij in hare buiten-
gewone vergadering van April dezes jaars tot het aannemen
van dit reglement , waarin , hoewel met zeer beperkte toepas-
sing , 't beginsel is belichaamd van de 3® sectie der bedoelde
Commissie van advies.
Ware de Synode geroepen om, als gehoorzame dienares,
den wil van Provinciale Kerkbesturen en Glassicale Vergade-
ringen te volbrengen , 't kon haar moeite baren , in deze
zaak tot een besluit te komen. Verklaarden zich toch
verreweg de meeste leden der genoemde kerkbesturen f7(?^,
omstreeks de helft der dassen adviseerden tegen de vast-
stelling van het reglement; ja, wanneer men de conside-
ratiën, die hoofdelijk werden uitgebracht, telt, blijkt bij
de dassen de helft , die tegen adviseerde , nog de grootste.
Doch de Synode is, als wetgeefster en bestuur deres, geroepen
tot voorgaan, niet tot blindelings volgen. Met eigen oordeel
moet zij onafhankelijk te rade gaan , na de stem der Kerk
173
te hebben gehoord. De gegeven adviezen heeft zij geenszins
te tellen, ^aar te wepen, In dien geest heeft ook uwe
Commissie gehandeld. En hare ernstige overwegingen
hebben haar geleid tot een bijna eenparig advies. U dit
advies, maar ook dat van het ééne lid, dat in gemoede
meende, van de meerderheid uwer Commissie te moeten
verschillen, mee te deelen en u daarvan rekenschap te
geven, daartoe gaan wij thans over.
Al dadelijk heeft het ons getroffen , dat het Reglement
op de Kerspelvorming in de kerk zooveel gunstiger is
ontvangen, dan ten vorigen jare dat tot regeling van de
rechten en bevo^dheden der minderheden. De meerderheid
der Provinciale Kerkbesturen en verreweg de groote meerder-
heid der dassen adviseerde dédrtegen. De oorzaak schijnt
ons deze te zign. Eensdeels, dat kerspelvorming de partijen
voor de behartiging der geestelijke belangen zelfstandiger,
meer van elkander onafhankelijk maakt. Doch vooral, dat
de nood hooger gestegen, de drang der omstandigheden
sterker geworden is. Dit gevoelde ook de Synodale Com-
missie, aan wie door uwe vergadering des vorigen jaars
werd opgedragen , haar omtrent een in haar midden gedaan
voorstel tot het ontwerpen van een reglement voor faculta-
tieve kerspelvorming van advies te dienen. //Wij achten
't ongeraden, dat voorstel te behandelen in dit zittingjaar ^',
had de Synode gezegd. Maar zie, de Dordtsohe troebelen
kwamen , ^t verzet dèr geschorste ouderlingen tegen de door
't Kerkbestuur van Gelderland genomen eindbeslissing ,
toegejuicht door tal van kerkeraden, ja, goedgekeurd door
hoogere besturen; een verzet, waarvan de Syn. Commissie
oordeelde , dat het de kerk met geheele ontbinding dreigde.
En die Commissie besloot in eene buitengewone vergadering ,
naar aanleiding dier zaak gehouden, de Synode tot eene
buitengewone vergadering samen te roepen en haar uit te
noodigen een door de Commissie ontworpen Beglement op
de Kerspel vormiug aanstonds ter hand te nemen. De //logica
der feiten'^ had gesproken, ^t Voorstel van Augustus 1879
kwam in behandeling f,nog in hetzelfde zittingjaaf^'. Het
E^I. der Syn. Commissie werd met groote meerderheid
van stemmen voorloopig vastgesteld. De groote meerderheid
van de leden der vergadering , ofschoon niet allen evenzeer
met het beginsel van kerspelvorming ingenomen , oordeelden
met de Synodale Commissie: //Zoóals het nu is, kan het
niet blijven , er moet iets gedaan worden, en dat zoo spoedig
174
mogelijk^ om tegemoet te komen aan de ernstige gewetens-
bezwaren^ die de tegenwoordige toestand niet voor ééne
richting^ maar voor allen te zamen oplevert. Het stelsel
van uitstellen^ van het aan den tijd overlaten mag niet
langer worden volgehouden, waar de verwarring met den
dag toeneemt^ en het gevaar van anarchie steeds grooter
afmetingen verkrijgt/^ Uwe Commissie is geheel van het-
zelfde gevoelen. Zij neemt daarbij met volle instemming
ook deze woorden uit het rapport der Synodale Commissie
over : //Dat in tal van gemeenten de toestand onhoudbaar
is ; dat de minderheden er volstrekt geen voldoening vinden
voor hare godsdienstige behoeften en letterlijk doodgedrakt
worden; dat velen reeds hier en daar^ des wachtens moede,
elders een uitweg zochten, en anderen gereed staan, dat
voorbeeld te volgen , zoodra het blijken zal , dat ook nn
zelfs van deze zijde niets gedaan zal worden om een
beteren toestand in 't leven te roepen ;'* wij voegen er bij :
de afscheiding door overgang tot andere kerkgenootschappen,
die in vollen gang is , en het aantal dergenen , vooral ook
onder de jongeren , die van de kerk en daardoor licht van
deiv godsdienst in onzen toch reeds zoo materialistischen
tijd worden vervreemd; dit alles, wat overbekend is en
slechts behoeft te worden aangestipt, roept de Synode,
om iets te doen tot voorziening in den dringenden nood.
Onder hen , die u als leden van kerkbesturen en class.
vergaderingen of als bijzondere coUegiën en personen hun
advies hebben medegedeeld, zijn er niet weinigen die n
raden, in dezen toestand der Kerk niet door wettelijke
maatregelen in te grijpen, de genezing barer krankheid
ifaan den tijd, aan God overtelaten'\ Bij dezen sluit zich
in gemoede één lid uwer Commissie aan. Zijn advies heeft
hij in ons midden schriftelijk medegedeeld. Het luidt
als volgt:
//Een lid der minderheid verklaart zich ten sterkste tegen
deze voorgestelde kerspelvorming, niet slechts omdat de
meerderheid der leden van de Classicale Yergaderingen en
inzonderheid de meeste afgevaardigden van bijna alle groote
gemeenten er eenstemmig tegen geadviseerd hebben, maar
bovenal, omdat zij, als organiseering van de desorganisatie,
het beginsel der belijdende Kerk aantast; omdat zij eene
gevaarlijke proefneming is; omdat zij, in plaats van de
eenheid te bevorderen, de verdeeldheid en de verwarring
vermeerdert, en tot eene gedwongene splitsing en ontbin-
175
ding van het Ned. Hervormd kerkgenootschap leidt.
Wordt dit voorloopig aangenomen reglement vastgesteld
en ingevoerd^ dan voorziet hij verzet in de groote gemeen-
ten, voornamelijk bij Kerkvoogdijen en Gollegiën van
beheer, en de verwikkelingen zullen dan eerst recht aan-
vangen , vermits men wel in aanmerking moet nemen, dat
de strijd alsdan van het geduldig papier op het veelzijdig
bewogen leven wordt overgebracht.
jy Bescheiden, maar dringend verzoekt hij daarom zijne
geachte medeleden, om, niet ingrijpende met het heelmes
van eene kerkelijke wet in het ziek te-proces , dit ont-
worpen reglement in te trekken, en de genezing van
het kritiek kranke lichaam der Kerk onzer Vaderen aan
de almachtige zorg van den besten Medidjnmeester en aan
de goddelijke leiding van Zijnen Geest over te geven .^'
Naar 't oordeel van de overige leden uwer Commissie
wordt in zulke adviezen (wij zeggen 't, behoudens alle
waardeering der bedoeling van ons geacht medelid) de
nood des tijds voorbijgezien. Indien het juist is, de
Kerk bij een kranke te vergelijken, mag men haar niet
werkeloos aan God overlaten. Men mag de hulp van den
geneesheer niet versmaden, die, al vermag hij niets zonder
den besten Medicijnmeester , de natuur kan te hulp komen ,
verergering der kwaal voorkomen , of althans 't lijden ver-
zachten. Dit is de bedoeling van het Beglement op de
Kerspelvorming. Wie het middel afkeurt , is verplicht zich
ernstig aftevragen, of een ander en beier kan worden
gevonden.
Dat de krankheid der Kerk een nieuw tijdperk is inge-
treden, blijkt daaruit, dat, terwijl vroeger van de rechterzijde
slechts adviezen tot verwerping van het voorgestelde en tot
handhaving van den status quo werden gegeven, thans van
die zijde ook middelen tot herstel worden aan de hand
gedaan. Wij vonden deze in de consideratiën , van de dassen
Nijmegen, Dordrecht, Brielle en Middelburg
tot n gekomen. Ook van de linkerzijde kwamen bijzondere
voorstellen in uit de dassen Brielle, Haarlem en
Eindhoven. Wij deden ze u mede in de volgende orde.
Sommigen willen ieia geheel andere dan kerspelvorming,
anderen iets meer ^ weder anderen hetzelfde, maar op
andere tcije.
jr/Er nK>et iets geschieden'^, zegt de dassis Middel-
^^^Sf //^n hoe zal dit kunnen?'^ Zij is van oorded,
176
dat de Synode, tengevolge van^ baar oorsprong en de
inrichting der kerk, deze hoogst gebrekkig vertegenwoor-
digt. Zij meent daarom met volle recht te mogen eischen ,
dat de Synode aan de kerk hare oorspronkelijke inrichting,
voor zoover de rechten der gemeenten en der dassen
binnen haar ressort betreft , hergeve en de bijeenkomst der
Nationale Synode voorbereide. Zulk eene Synode zal, volgens
de bedoeling der voorstellers, dan de leer kunnen hand-
haven. //De Kerk" toch, //wettig vertegenwoordigd, heeft
het regt , hare belijdenis uit te spreken ; dat wil zeggen :
aan Gods Woord te toetsen en gravamina , daartegen in-
gebragt, te onderzoeken.*'
Eenparig ontraden wij u, in dit voorstel te treden.
Het komt ons voor, dat de bezwaren tegen de kerkin-
richting van 1816, van die zijde ingebragt, grootendeels
van kracht worden beroofd door de herziening van het
Algemeen Eeglement, die in 185&, en vooral door de
invoering van het algemeen stemregt, die in 1867 heeft
plaats gehad, en dat het oude, dat zijn tijd gehad heeft,
zich niet laat herstellen. Maar dat vooral geen heil is te
verwachten van eene Nationale Synode, als door voorstellers
bedoeld, door welk denkbeeld dit voorstel zich aansluit aan het
advies, door de 1* sectieder Commissievan Negen in 1873
gegeven. Zulk eene Synode zal de scheuring te voorschijn
roepen, die men wenscht te voorkomen. Een andere
Bogerman zal het //ite, ite, dimittimini^' spreken, en wie
zullen de gebannenen zijn?
Indien uwe vergadering meent, dezen weg niet te
kunnen inslaan, adviseert de classis Middelburg haar
toch, //de schijnbare eenheid dér Kerk niet langer te
handhaven , maar ridderlijk de autonomie aan de afzonder-
lijke gemeenten terug te geven, en hetzij eene provisie
voor de minderheden buiten het kerkverband te maken ;
hetzij de regeling van deze aangelegenheid geheel vrij te
laten.''
In overeenstemming met de hoofdstrekking van dit
voorstel vraagt de meerderheid in de dassen Brielle
en Haarlem gemeente-autonomie in al wat de gees-
telijke belangen betreft , met eene Synode , die alleen ad-
miniêtratieve macht heeft.
Omtrent dit voorstel meenen wij te moeten opmerken,
dat autonomie der gemeenten , zonder dat de rechten der
minderheden binnen het kerkverband wettig verzekerd zijn.
177
die rechten blootstelt aan schromelijke verkorting, ^t Be-
zwaar van den tegenwoordigen toestand wordt opdiewijse
uit de Kerk naar de gemeente verplaatst , waarin de
heerschappij der meerderheid zich op ondragdqke wijs zal
doen gevoelen. Dit middel juist zal erger blijken dan de
kwaal, die men genezen wil. De onderdrukte minderheid
toch zal weerloos zijn , daar haar de steun en bescherming
van hooger bestuur ontbreekt.
Ook de eloisia Dordrecht wil de eenheid verbroken
zien. Zij raadt dat de Synode hoe eer hoe beter middelen
berame, dienstig om i,boedel8cheiding^' in het leven te
roepen. De meest heterogene bestanddeelen der Vergadering
gaven aan dit voorstel hunne stem, opdat de grenzenlooze
Ter warring toch eenmaal een einde mocht nemen.
Hoewel uwe Commissie, het karakteristiek acht, dat
dit voorstel uit Dordrecht komt, meent zij u daar-
omtrent het volgende in overweging te moeten geven.
Wie meent dat de Synode het daarheen kan leiden, dat
in de Ifed. Herv. Kerk, ten behoeve van hare leden
boedelscheiding plaats hebbe, maakt zich eenvoudig
eene illusie. Yan boedelscheiding spreekt het Burgerlijk
Wetboek met het oog op erfenissen. Erfgenamen hebben
^t recht eene nalatenschap , die hun gezamenlijk toekomt,
onderling te verdeeleu. Elke Vereeniging (aociëtas) kan,
met verdeeling van het gemeenschappelijk eigendom, uit-
eengaan. Maar de Ned. Herv. Kerk in haar geheel en
iedere bijzondere gemeente is zulk eene Vereeniging niet.
Zij is een zedelijk lichaam (universüas). De Kerk, de
gemeente bestaat niet maar eenvoudig uit de som van
hare tijdelijke leden. Ook waar die leden ontbreken, //sla^
nomen universitaüs/' Aan de goederen van het zedelijk
lichaam wordt , wanneer 't geacht kan worden , niet meer
te bestaan , door den Staat eene bestemming aangewezen ,
zoo na mogelijk overeenkomende met de oorspronkelijke
bestemming. Uwe Commissie is op dezen grond eenparig
van gevoelen, dat door U aan het verzoek der Classicale
Vergadering van Dordrecht niet kan worden voldaan.
Van orthodoxe zijde kwam mi Ae elasêis BtigIIq eene
consideratie in, waarmede 17 leden zich vereenigden. Zij
adviseert tot //het ontwerpen van zoodanige bepalingen ,
waardoor het onvereenigbare kan uiteengaan en zich zelf-
standig ontwikkelen, zoowel in gemeenten als dassen en
Synode, met opheffing der provinciale indeeling en. pro vin-
12
178
ciale besturen^ onder behoud alleen van eene gemengde
financiëele commissie/^ Wegens het ingrijpende van dezen
maatregel kan uwe Commissie u.niet adviseeren daartoe ^
over te gaan.
Om dezelfde reden onraadt hare meerderheid a ook,
te treden in het voorstel van de classis Eindhoven,
dat , hoewel van het evengenoemde verschillend , in de
bijzonderheden eene dergelijke strekking heeft.
Die vergadering, immers hare meerderieid, verzoekt U, de
kerkelijke qaaestie op te lossen door de** geheele kerk in twee
of meer afdeelingen te splitsen , die ieder hare eigen geestelijke
belangen regelen, maar samen de gemeenschappelijke stoffelijke
belangen door een hoogst college^ waarin al de afdeelin-
gen evenredig vertegenwoordigd zijn. Zij acht dit de
éénig mogelijke wijze , om de belijdenisvra^ en alle quaes-
tiën, die daarmee samenhangen , op billijke en bevredigende
wijze op te lossen. Langs dezen weg wordt ook het gevaar
voorkomen van overheersching der Kerk door ééne der
bestaande partijen, Zij vraagt U, dat het geschiede in
den geest van het voorstel gedaan^ in Uwe buitengewone
vergadering van April jl. (zie Synod: Hand. blz. 118,
119, 126— 128.'^
Dit voorstel vond bij één lid uwer Commissie warme
ondersteuning. Hij beval het in onze kleine vergadering
aan , gedrongen door den vurigen wensch om den kerkdijken
strijd^ die zoo onberekenbare zedelijke schade veroorzaakt,
tot een gewenscht einde te brengen. Hij lichtte het toe
met de navolgende opmerkingen. //De Sjnode zou langs
dien weg eenvoudig voortgaan op de lijn , waarop zij zich
met het Eeglement op de kerspelvorming heeft bleven.
Die maatregel blijft nu eene halve. In de classicale ver-
gaderingen en hoogere kerkbesturen^ ook in de Synode,
blijven de in de gemeenten gescheidene partijen bijeen,
om met en voor elkander leerbepalingen vast te stellen,
hooger onderwas in te richten , aanneming en bevestiging
Van lidmaten en toelating tot de Evangeliebediening te
regelen. Men kan dit niet doen , zonder dat de tijdelijke
meerderheid der minderheid een juk oplegt , in strijd met
den christelijken geest en vrije mannen onwaardig. ''tZal
dus voor de Synode een peven en nemen moeten blijven.
Een zuivere toestand zal niet geboren worden. En het
einde zal zijn , dat de meerderheid in de Provinciale Kerk-
besturen en in de Synode de minderheid uitdringt of
179
uitdrijfil;, en haar alzoo bare rechten ontneemt , zonder dat
de minderheid zich op éénige menschelgke macht tot hand-
having van haar recht kan beroepen/^ Het voorstel^ dat
met het voorafgaande onmiskenbare punten van overeen*
komst heeft; onderscheidt zich daarvan echter hierdoor ,
dat het de onderscheiden partijen zelfstandig wil maken,
door de kerkeraden zich te doen verklaren binnen een te
bepalen tijd , nadat het Reglement op de kerspelvorming in
werking is getreden. Tot schibboletA wil het maken het
al of niet instemmen met het beginsel: recht voor allen,
dat in art. 88 Godsdienstonderwijs is uitgedrukt. Bedoeld
lid had zijn denkbeeld vorm gegeven in een concept-
reglement op de splitsing der Kerk in afdeelingen, dat
hij zijne medeleden der Commissie meedeelde. Hij wilde het
niet gesteld zien in plaats van, maar beschouwd hebben
als supplement op het Beglement-kerspelvorming. Hij zag
hierin eene oplossing waarbij geen rechten werden gekrenkt,
een grooten maatregel waarbij allen werden gebaat, en
meende ook bij mannen van de rechterzijde hiervoor steun
te zullen vinden.
Ëen ander lid uwer Commissie verklaarde, dat hij,
zoo hij eene keuze had te doen , het laatstgemelde voorstel
boven het Beglement op de kerspelvorming zou verkiezen,
en gaf te kennen, dat het naar zijne meening tot de
bedoelde splitsing wellicht eenmaal nog zou moeten komen,
doch dat hij voor Hoogenblik zich met dergelijke ingrij-
pende maatregelen niet vereenigen kon. Ook de overige
leden uwer Commissie meenen U het. aannemen van dit
voorstel te moeten ontraden. Gezwegen van de moeilijk-
heid om de Kerk in afdeelingen te splitsen , daar er tal-
looze schakeeringen en nuances in de opvatting van bet
christendom zijn, zou volgens hen de strijd, die nu
bestaat , slechts weer verplaatst worden in den boezem dier
afdeelingen. Ook zou, naar hun gevoelen, een 266 ingrij-
pend voorstel , dat eene geheele reorganisatie der Kerk ten
gevolge hebben zou , zeker op geen gunstig onthaal bij de
Classicale Yergaderingen en de Frov. Kerkbesturen kunnen
rekenen.
De minderheid eindelijk in de Classicale Vergaie-
ring van Nijmegen stelt U voor, het beginsel van
kerspelvorming op eene andere wijze ten uitvoer te bren-
gen: zóó namelijk, dat in de groote gemeenten overal
wijten worden gevormd, en daarbij aan elke gemeente
180
^t recht toegekend , om leden van andere gemeenten in
haar midden op te nemen.
Als grond wordt aangevoerd ^ //dat de wijken sinds de
Hervorming bestaan hebben ; dat deze wijkvorming impera-
tief zou zijn , en alle minderheden , ook de kleinste, ten
goede komen; dat zij ook op ^t platteland reeds is voor-
bereid, door de verleende vrijheid om elders te lateu
doopen en belijdenis afleggen ; dat op deze wijze, beter dan
door kerspel vorming, een natuurlijke gang van zaken zon
geboren worden, en aan het den modernen niet te ontzeg-
gen historisch recht in de kerk voldaan/'
Hoewel er in dit voorstel is wat uwe Commissie toe-
lacht, als b. V. dat fe;e;/{;vorming al de minderheden , ook
de kleinste, ten goede zou komen, zoo kan zij zich toch
geen denkbeeld maken van eene inrichting, waarbij ^t ver-
band tusschen woonplaats en gemeente geheel is verbroken.
Zij kan U daarom dit ftvluchtheuveW*^\x^^ , dat eigen-
aardig uit de classis komt, waartoe de nieuwe gemeente
u FlucAtAeuvelieri" behoort, geenszins boven het Begletnent
op de kerspelvorming aanbevelen.
Na ernstige overweging van al de medegedeelde voor-
stellen, weet de meerderheid uwer Commissie U geen beteren
raad te geven , dan : het voorloopig aangenomen reglement
definitief vasttestellen. Zij vindt daartoe vrijmoedigheid,
ook na de vele bezwaren , die er tegen werden ingebracht,
te hebben gewikt en gewogen. Men noemt het ffierkont-
bindend." Maar bestaat niet reeds in den tegenwoordigen
toestand der Kerk het gevaar van ontbinding? Zal zij
niet onvermijdelijk volgen , indien aan de bestaande bezwa-
ren niet wordt tegomoet gekomen? Is het ooit mogelijk,
door dwang de uitwendige eenheid te bewaren, waar de
innerlijke eenheid ontbreekt? Heeft de Boomsche Eerk,
door dit verkeerd beginsel te volgen, niet in den loop
der eeuwen tal van hare vroomste en edelste zonen uit-
gestooten ? En loopt de Hervormde , als zij 't zelfde beginsel
huldigt, niet hetzelfde gevaar?
De kerspel vorming is zonder twijfel iels nieuws , dat tot
heden aan onze kerkelijke inrichting vreemd was. Maar
schrijft het beginsel van het Protestantisme, evenals dat
van Rome, een vasten on veranderlijken kerkvorm voor?
Is volgens Protestantsche en Christelijke beginselen vorm
en inrichting van het gemeenteleven niet geheel onder-
geschikt te achten aan het godsdienstig en zedelijk element,
181
en niet éUe inrichting de beate, die dat element het meest
kan bevorderen? Opent kerspel vorming niet den weg, om
het godsdienstig en zedelijk leven aantekweeken in znlk
een deel der gemeente , van welke denkwijze ook y dat bij
de tegenwoordige inrichting geen voldoend voedsel voor
dat leven vindt P
De bedenking^ die uwe Commissie toeschijnt, bij opper-
vlakkige beschouwing 't meest gewicht te hebben , is deze :
//de verwarring zal toenemen; onuitvoerbaar zal de maat«
regel blijken, daar hij op verzet afstuiten zal/' Uwe Com-
missie vereenigt zich echter met het advies , uit de classe
Zwolle tot U gekomen: //Wat in zijn doel zooveel toe-
juiching verdient, is ook waard, dat men over de bezwa-
ren, aan de uitvoering verbonden, heenstappe/' Ja, zij
gaat verder. Zij acht de spreuk hier van toepassing: //De
vrees is eene slechte raadgeefster/' De bedoelde bezwaren
vervallen overal , waar men het doeltreffende van den maat-
regel, die niet slechts ééne , maar alle richtingen ten goede
komt , inziet. De Synode mag zich niet laten weerhouden
door vrees voor den reeds in de Kerk aanwezigen en werk-
zamen geest van onrechtmatig verzet.
Onrechtmatig : op dit woord legt uwe Commissie vollen
nadruk. Zij voelt zich sterk in hare aanbeveling van het
reglement, omdat zij, immers hare meerderheid^ (het lid,
wiens afzonderlijke verklaring gij gehoord hebt , deelt natuur-
lijk niet in deze beschouwing) zich overtuigd houdt, dat
de Synode , door het vast te stellen , in hare bescherming
neemt drie hooge en heilige dingen , kostbare panden , wel-
ker bewaring en handhaving in den boezem onzer Kerk
aan haar is toevertrouwd: het recht , het geloof en de
liefde.
Hei recht. De tegenstanders van de kerspelvorming druk-
ken steeds op het recht der gemeente , maar verliezen dat
der gemeente^dftf» uit het oog. Zij zien naar ons oordeel
voorbij , dat , naar Christelijke en Protestantsche beginselen ,
niet minder nadruk moet worden gelegd op het individu ,
dan op de gemeenschap. Het eerstgenoemde komt in hunne
beschouwing, evenmin als bij Kome, tot zijn recht. Uit
een gevoel van rechtvaardigheid heeft men voor 13 jaren
't algemeen stemrecht ingevoerd. Daarvan is evenwel, door
miskenning der godsdienstige behoeften van andersden-
kende leden der gemeente, een schromelijk misbruik gemaakt.
De helft plus één regeert despotisch, waar het de vervulling
182
geldt van godsdienstige behoeften van gemeenteleden. Ondn^
lijk^ onchristelijk is deze tyrannie. De Staat spiegelt zich
zacht; hij' put nog ter rechter tijd wijsheid uit de droevige
ervaringen der Kerk. Maar terwijl een ter goeder trouw
ingevoerd en op goede gronden rustend stelsel zulke. bittere
vruchten heeft gedragen : zou een maatregel niet hoc^st
rechtvaardig zijn^ die eindelijk genomen wordt, om, zoo-
veel mogelijk, die gevolgen te beperken en de bereiking
van het bij de invoering beoogde doel te bevorderen.
De tegenstanders van de kerspelvorming erkennen echter
niet, dat //allen, die thans leden zijn der Kerk, recht
hebben op het lidmaatschap/^ //Wordt dit recht niet erkend,
dan/^ zeide in haar rapport de Synodale Commissie, //is
iedere poging tot kerspelvorming geoordeeld/^ Velen beroe-
pen zich op deze hare bewering, waarvan niemand het
gegronde zal ontkennen. De Synode heeft echter in hare
gewone vergadering van 1879 en hare buitengewone dezes
jaars de juistheid van bovenbedoelde stelling erkend. Ook Uwe
vergadering deed het feitelijk , toen zij door aanneming der
motiQ-RoodAuiJzen het beginsel uitsprak , dat alle leden
der Kerk evenzeer gehandhaafd moeten worden in hunne
rechten en in staat gesteld tot de vervulling hunner plichten.
Voor U kan dus omtrent het al of niet rechtvaardige van
het vaststellen van het Reglement op de kerspelvorming
geen de minste twijfel bestaan. Inderdaad! Wie zijn het,
die bij de tegenwoordige inrichting, onder de heerschappij
van art. 23 Algemeen Beglement, niet voldoende gehand-
haafd worden in hunne rechten en in staat gesteld tot de
vervulling hunner plichten ? Lidmaten , godsdienstonder-
wijzers, predikanten, wel en wettig als zoodanig toege-
laten en door de Kerk zelve gevormd. Of hebben zij , die
reeds voor dertig, veertig jaren hunne opleiding tot
de Evangeliebediening ontvingen, die opleiding niet te
danken aan de Kerk. Mag dan die Kerk toelaten, dat ^
bemoeilijkt worden of zelfs van hun wel en wettig ver-
kregen plaats gedrongen , omdat zij tengevolge van die
opleidint^ afwijken van de leerstellige gevoelens der meer-
derheid P Waar is in den tegenwoordigen tijd , bij het zoo
groot verschil van gevoelen ook in het kamp der recht-
zinnigen, de grens te trekken van het recht op het lid-
maatschap? Kan er gevaar voor de Kerk in zijn gele-
gen, zulke gemeenteleden zich te laten aaneensluiten,
en zelfstandig in hunne christelijk-godsdienstige behoef-
188
ten te laten voorzien, die plechtig verklaren dat zij
voor die behoeften bevrediging wensohen? De Kerk vret«
tigt zoodoende slechts een toestand dien zijzelve, naar
het woord van één der adressanten^ door hare voortgaande
ontwikkeling feitelijk heeft in 't leven geroepen. Eu die
ontwikkeling, voegen wij er bij, is eene vrucht van haar
verbond met de zich steeds ontwikkelende Wetenschap ,
waaraan ^t Protestantisme ten deele zijn oorsprong en zijne
kracht verschuldigd is.
Doch niet alleen het recAl : een ander kostbaar pand wordt
in den boezem onzer Kerk door den voorloopig aangeno-
men maatregel beschermd , namelijk het geloof. Wij bedoe-
len ^téénige, dat daaronder naar den geest van 't oor-
spronkelijk Christendom verstaan mag worden: het geloof
dei harien» Dü geloof, waarvan ^t innigst wezen is: vast-
hoaden aan den Oneindige en de oneindige dingen, kan
zuiver zijn , ook waar de voorstellingen, die men zich omtrent
het onaienlijke vormt, verschillen. Het is de gronddwaling
van het Gatholicisme , die^ helaas I als een verderfelijke
zuurdeesem heeft voortgewerkt in den boezem van het Protes-
tantisme en daar krachtig voortwerkt tot op den huidigen
dag, en de Kerk vaak tot een vloek heeft gemaakt in
plaats van tot een zegen , dat deze waarheid werd voorbij
gezien, 't Geloo/ des Aarten met uit den aard der zaak bij
ondersdieidene personen grootelijks verschillende begrippen
des verstands vereenzelvigende, en op die dwaling tucht-
oefening bouwende, heeft men in den loop der tijden al
vrij wat kostbare tarwe tegelijk met schadelijk onkruid
nilgeroeid. Die gronddwaling i& de oorzaak ook van onze
tegenwoordige ellende. Niet overbodig is ^t , dat een edel
vertegenwoordiger der rechtzinnige parlij in onze Kerk
zijne geestverwanten met al den ernst, die in hem is,
wijst op het ethiêch karakter van het Evangelie, op de
vaak voorbijgeziene waarheid, dat, naar de Schrift, bet
overtreden van Gods heilige geboden in de eerste plaats
in strijd is met de gezonde leer, en dat //de leer van Jezus
en de apostelen belijden^' is : een nieuw mensch in Christus
te zijn. 7 Geloof des Aarteti , dat geheel persoonlijk is , en
warm en innig zijn kan bij mensdien van geheel verschil-
lende denkwijs : dat wil het kerspelstelsel tot zijn recht doen
komen , waar het in de gemeenschap, zooals die thans is
ingericht, geen genoegzame erkenning, niet het vereischte
voedsel ontvangt.
184
Maar in de derde en niet de geringste plaats: de
vrijheid tot kerspelvorming te vergunnen , is een werk
des vredea verrichten. Waar broeders, bij onderscheiden,
ja tegenovergestelde opvatting des christendoms, moeten
samenwerken om geestelijke belangen te behartigen, ja,
om elkander kerkelijke rechten toe te kennen , daar
moet onvermijdelijk botsing, en zal allicht verwijdering,
verbittering ontstaan. Geef de gelegenheid aan de partijen,
elk haars weegs te gaan , en de vrede zal bewaard blijven ,
de liefde niet verkoelen. De liefde, die, naar het ^ heiaas I
nog steeds maar al te weinig begrepen woord van Paulus,
de voornaamste is. Uwe Commissie raadt U met volle vrij-
moedigheid , een reglement, dat deze strekking heeft , vast
te stellen , omdat zij in gemoede overtuigd is , dat uwe
Vergadering daardoor handelen zal in den geest van den
éénigen Meester, die zonder twijfel de maatstaf moet zijn
van al wat in een christelijk genootschap wordt bepaald.
Zij is daarbij gedachtig, niet slechts aan het woord van
den Apostel: >yEen iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten
volle verzekerd''; //een iegelijk zal voor zich-zelven Gode
rekenschap geven'' , maar vooral aan 't woord van Jezus
tot zijne discipelen : ff Hebt zout in U-zelven en houdt
vrede onder elkander. ^^ Zout in u-zelv' : dat is het onschend-
baar persoonlijk geloof des harten. Frede onder elkander:
dat is de ware band der gemeenschap , door de liefde gevloch-
ten , die het éénig ware kenmerk van Gods kinderen is. O!
mocht , ook door den te nemen maatregel , in en door onze
Kerk meer-en-meer overvloedig de zegen worden genoten,
dien de Heer dddr en d^r alleen gebiedt , waar liefde woont!
Aan het einde onzer beschouwingen gekomen, bieden
wij u het concept aan, zooals het door ons, naar aanleiding
van ingekomen voorstellen, is herzien en gewijzigd.
Wij willen u kortelijk rekenschap geven , waarom wij ons
met sommige voorgestelde wijzigingen niet, met andere «'^Z
hebben vereenigd. De voornaamste betreffen de beginselen ,
die de Syn. Commissie bij het ontwerpen van het reglement
hebben geleid, en door u bij de voorloopige vaststelling
werden overgenomen.
1°. De belijdenisquaesiie hier te laten rusten.
Yan meer dan ééne zijde geeft men in de consideratiën
bevreemding te kennen, dat de Synode, een re^ement op
de kerspel vorming ontwerpende , deze quaestie , die de aan-
leiding tot het verlangen naar kerspelvorming is geweest,
185
onaangeroerd heeft gelaten. Yelen verlangen , dat bij de
definitieTe vaststelling, het reglement toch in dien zin zal
worden geamendeerd dat de kerspelen vrij zijn ten opzichte
van al wat leer en belijdenis betreft, of althans ten opzichte
der aanneming en bevestiging van lidmaten. Te dezer zake
herinneren wij het volgende. De Synodale Commissie vatte
de kerspelvorming op als /^een tijdelijk uiteengaan van hen,
die om verschil van richting moeilijk kunnen samenwerken ,
en elkander belemmeren; maar meende, dat, ook met
behoud der bekende bepalingen , die de belijdenis betreffen ,
iedere richting zich op haar eigen terrein met genoegzame
vrijheid zou kunnen bewegen , en wenschte het aan kalmer
tijden over te laten , in dat opzicht de letter der wet met
den feitelijken toestand meer in overeenstemming te brengen. ^^
De buitengewone vergadering der Synode keurde dit leidend
beginsel goed en nam, blijkens de Memorie van toelichting,
aan het reglement toegevoegd, dit beginsel aan: ^De vraag
naar meer of minder vrijheid ten opzichte der belijdenis
moet geheel afpesekeiden van de vraag naar kerspelvorming
worden behandeld.^'
In uwe Commissie is dit punt, naar aanleiding der
ingekomen consideratiën en voorstellen, met ernst overwogen.
Enkelen leden uwer .Commissie lachte het denkbeeld , in
dit opzicht aan de kerspelen volledige vrijheid te geven,
grootelijks toe. Twee overwegingen deden ons echter eenparig
besluiten , u geen wijziging van het voorloopig aangenomen
reglement in dien zin voor te stellen. Foor eerst rees in
ons midden de vraag , of op eene wijziging van het reglement ,
een zoo gewichtig , teeier punt betreffende, niet weer het
oordeel der Kerk zou moeten worden gevraagd, en ten
anderen woog de opmerking, dat het beter was, de be-
lijdenisvnu^ afzonderlijk te behandelen , omdat : alleen den
kerspelen, te dezen aanzien vrijheid te geven, eene onge-
lijke rechtsbedeeling in het leven roepen zou. Werd de
vraag in dien zin beslist , dat vrijheid aan allen werd ver*
leend, dan zou die vrijheid ook aan de kerspelen ten goede
komen, en 't voor ons liggend reglement in dien zin, voor
zooveel noodig, zou kunnen worden gewijzigd. Wij besloten
dus, U te adviseeren, het voorstel van ons geacht medelid
Bruinwold Riedel y ook onder de consideratiën der classis
Nijmegen voorkomende, dat door U uit art 11/ van
't Reglement de woorden zouden worden weggenomen :
v volgens 'tEegl. op ^t godsdienstonderwijs'', niet aantenemen.
186
De aanneming van dit voorsiel kwam ons daarenboven
onvoldoende voor ^ om te verwezenlijken wat door den voor-
steller blijkbaar wordt bedoeld.
Een ' ander advies geven wij U ten opadchte van het
tweede leidende beginsel , door U , in overerastemming met
de Synodale Commissie , bij de voorloopige vaststelling van
\ reglement gevolgd: ff De vergunning tot ier»pelvorming
te beperken tot gemeenten met twee of meer prediianten".
Tegen dit beginsel zijn , zooals u is gebleken , eon aantal
dassen en vele leden van Prov. Kerkbesturen opgekomen ,
ofschoon andere er zich v66t hebben verklaard. Men noemt,
op grond daarvan, van meer dan ééne zijde ^ 't reglement
onvolledig en onreehtvaardig, f/t ZaV', merkt men op, /^slechts
aan een 100-ial, dus aan een zeer klein deel van de 1400
gemeenten onzer Kerk ten goede komen , terwijl in de ge-
meenten, waarop het niet van toepassing zijn zal, er nog de
meeste behoefte aan bestaat.^' Men beroept zich zelfs op de
artt. 12 en 62 van ons Algemeen Reglement, om te bewijzen,
dat de Synode geen bepalingen mag maken , dan die verbin-
dend zijn voor alle gemeenten. Ofschoon nu niet alle leden
uwer Commissie zich even gereedelijk door het laatstgenoemde
lieten overtuigen , meenden zij toch , uit een beginsel van
consequentie en rechtvaardigheid zich vó<5r de toepassing
op alle gemeenten te moeten verklaren. De meerderheid
was echter van oordeel, dat aan kerspelen in gemeenten
met ééne predikantsplaats niet dezelfde rechten kunnen
worden toegekend , als aan kerspelen , die aanspraak hebben
op een eigen predikant. Vandaar, dat aan zulke kerspelen
slechts 't recht wordt toegekend op één ouderling en één
diaken , onder de bepalingen , uitgedrukt in de artikelen 1
al. 4 , 10 al. 2, 14 al. 2, 23 al 4 van het herzien Beglement.
Wat het derde beginsel betreft, waardoor de buiten-
gewone vergadering der Synode zich in aansluiting aan
het advies der Syn. Commissie heeft laten leiden : ffvoor
diaconale zaken de eenheid der gemeente te handhaven" ^
daarmee heeft uwe Commissie zich kunnen vereenigen. Te
bepalen , dat , waar kerspelen zijn , de inkomsten der diaconie-
goederen pondspondsgewijs tosschen die kerspelen worden
verdeeld, zooals 't advies der minderheid in de classis
Haarlem wil, daartoe kunnen wij u niet raden. Wel
kwam het denkbeeld der classis Eindhoven ons aan-
nemelijk voor, dat de coUegiën van diakenen vrij zouden
zijn , behoudens goedkeuring van den Kerkeraad , zich voor
187
de armenzorg, maar ook alleen Toor deze, te splitsen ; eene
afzonderlijke alinea daarvoor op te nemen ^ werd echter door de
meerderheid nwer Commissie niet noodzakelijk geacht. De
vraag eindelijk , of in het Reglement voorziening voor vacaturen
zal worden gemaakt, laien wij aan uwe beslissing over.
Nog slechts eene enkele opmerking over de amendementen ,
die wij, in de hoop, dat het werkelijke verbeteringen mogen
zijn, in het Beglement hebben opgenomen. De meeste,
nl. art. 1 al. 1 , 3 , 4 ; art 2 lit. a ; art. 4 al. 1 ^ 2 ;
art. 5 al. 1; art. 10 al. 1, 2; art. 14 al. 2; art. 19
al. 1 ; artt. 20 en 23 al. 2 , 3 ^ 4 hebben betrekking op
de kerspelvorming in gemeenten met één predikant , of
werden door de opname van dit fzt^?/»' beginsel noodzakelijk.
Art. 1 al. 1 onderging bovendien eene ampliatie, waarmee wij
meenden iets in den geest van 't voorstel van ons medelid
Roodhuijzen te doen^ die in art. 5 de woorden wenschte
opgenomen te zien: //met opgave van de godsdienstige
richting^ waartoe zij behooren.^' Bedoelde verklaring achtten
wij , tot het weren van alle misbruik tengevolge van onedele
bedoelingen , voldoende.
Art. 5 al. 2 moet in verband met het vorige worden
beschouwd^ en wordt daardoor verklaard.
Art. 5 al. 4 namen wij op, om bij eene aanvrage van stem-
gerechtigden den Kerkeraad tot spoed en diligentie te nopen.
Art. 6 al. 2 is slechts eene verbeterde redactie. Alleen
is, wijl ons dit noodzakelijk bleek, een artikel meer, dan
in het oorspronkelijk reglement, genoemd.
Art. 7 al. 1. Wie, zooals somtijds geschiedt, wegens
ontrouw in belijdenis werd gecensureerd , moet naar ons
oordeel de bevoegdheid hebben , tot een kerspel toetetreden.
Art. 1 3 al. 2 voorziet in een geval , waarin bij 't oor-
spronkelijk reglement niet wordt voorzien.
Art. 22 2^ zinsnede. Predikanten moeten naar ons oordeel ,
evenzeer als* gemeenteleden , vrijheid hebben , wanneer een
kerspel gevormd wordt , zich nit eigen beweging aan te sluiten.
Onhoudbaar wordt de toestand van een predikant, die
door de leden van een kerspel niet zou worden uitge-
noodigd. Buitendien zou voor het eerste kerspel eene groote
onbillijkheid ontstaan , indien een zich vormend kerspel in
eene gemeente, waar predikanten zijner denkwijs werkzaam,
zijn , geen enkele dier predikanten uitnoodigde. Het eerste
kerspel behield dan die predikanten , en 't tweede mocht
bij de eerstvolgende vacature beroepen.
188
Art. 23 al. 2 en 3 bevat bepalingen^ van-zelf voort-
vloeiende uit art. 11^ van 't reglement^ maar die toch
behooren te worden uitgedrukt.
Nog slechts ééne opmerking heeft uwe Commissie te
maken. Het voorstel van den heer H, PA, de Kanter te
Brielle, ook door U in hare handen gesteld^ heeft zij
overwogen met dit gevolgd dat zij U niet kan adviseeren,
dienovereenkomstig te besluiten. Moge 't al op zichzelf
wenschelijk worden geoordeeld , dat de stemming van stem-
gerechtigden in de onderscheidene gemeenten , overeenkomstig
art. 6 van het Reglement op de benoeming van ouder-
lingen en diakenen en de beroeping van predikanten , ten
jare 1881 te honden , niet plaats vond; de bepaling in
een reglementsartikel te schorsen , daartoe is de Synode
niet bevoegd , terwijl eene thans door U ontworpen regle-
mentsverandering y daartoe strekkende , niet meer v66r dien
tijd definitief zou kunnen worden vastgesteld.
En hiermede geven wij het door ons herzien Reglement
op de kerspelvorming met onze overwegingen met ver-
trouwen in uwe handen over. Mogen uwe besluiten onder
den goddelijken zegen der Kerk tot heil verstrekken!
G. J. VAN Lakerveld.
M. A, GooszBN.
G. Beuna.
A. H. VAN DEK Hoeve.
J. Wbsteik.
REGLEMENT OP DE KERSPELVORMING.
Aetikel 1. in alle gemeenten bestaat voor stemge-
regtigden van nader bij dit reglement te bepalen getol-
sterkte de gelegenheid een kerspel te vormen, indien zij
verklaren, dat zij dit voor de bevrediging hunner Chris-
telijk-godsdienstige behoeften noodig achten.
Zoodra in eene gemeente een of meer kerspelen tot
stand gekomen zijn , wordt het overig gedeelte der
stemgeregtigden geacht insgelijks een kerspel uit te maken ,
dat alsdan den naam van eerste kerspel draagt.
Elk kerspel van gemeenten mei meer dan ééne predi'
kantsplaatê is bevoegd tot het benoemen van een predikant
of predikanten, ouderlingen en diakenen door zijne stem-
geregtigden of gemagtigden op de wijze, in het Reglement
189
op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de
beroeping van predikanten bepaald. De aldus] benoemde
predikanten, ouderlingen en diakenen vormen te zamen
den Kerkeraad van het kerspel, die naar art. 38 Alg.
fiegl. op de Classicdie vergadering vertegenwoordigd wordt.
JEen tweede kerspel in gemeenten met ééne predikante"
plaats bestaat uit slechts één ouderling en één diaken en
leeft geen regt op vertegenwoordiging ter classicale verga-
dering. Die ouderling kan even als de ouderlingen van
het eerste kerspel door den Grooten Kerkeraad tot de
genoemde vergadering worden afgevaardigd.
De predikanten en ouderlingen , bij eenig kerspel in
dienst, zijn evenzeer als de overige predikanten en ouder*
lingen verkiesbaar tot leden van hoogere besturen.
Art. 2. Het regt tot vorming van een kerspel kan
worden uitgeoefend :
a. In gemeenten met één of twee predikanten door
ten minste twee vijfde van de stemgeregtigden ;
h, in gemeenten met meer dan twee predikanten , door
ten minste een zooveelste deel der stemgeregtigden als
het aantal predikantsplaatsen der gemeente bedraagt.
Abt. 3. In gemeenten met twee predikanten is ieder
kerspel geregtigd tot de beroeping van één predikant; in
gemeenten met meer dan twee , tot de beroeping van een
zooveelste deel van het aantal predikanten, als aan de
betrekkelijke getalsterkte van zijne stemgeregtigden even-
redig is.
A&T. 4. Worden er in eene gemeente met meer dan ééne
predikantsplaats kerspelen gevormd , dan is de Kerkeraad van
ieder kerspel zamengesteld uit zijn predikant of predikanten
en ten minste twee ouderlingen en twee diakenen voor
iedere predikantsplaats, op wier vervulling het^kerspel regt
heeft.
Deze kerspelen hebben voor elke predikantsplaats een
gelijk aantal ouderlingen en diakenen.
Aet. 5. Binnen zes maanden na het in werkingtreden
van dit Begiement, en voorts jaarlijks op tijd en wijze,
door den Kerkeraad bij plaatselijk reglement tej(bepalen,
wordt in alle gemeenten eene lijst van stemgeregtigden
door den Kerkeraad opgemaakt, gedurende veertien dagen
ter inzage gelegd en daarna vastgesteld.
Stemgeregtigden, die van de bevoegdheid tot vorming
van een kerspel wenschen gebruik te maken , geven het
190
verlangen daartoe bij schriftelijke , door allen onderteekende
verklaring overeenkoimiig art. ] aan den Kerkeraad te
kennen , met aanwijzing van drie personen , die het voor-
loopig bestuur uitmaken.
Deze aanvraag wordt binnen vier weken door den
Kerkeraad onderzocht.
Wordt het aantal dezer stemgeregtigden bevonden ^ over-
eenkomstig art. 2 lit. a %n b regt te geven tot het vor-
men van een kerspel, dan geeft de Kerkeraad^ onder
overlegging van de noodige bewijsstukken^ hiervan binnen
veertien dagen kennis aan het Classicaal Bestuur , waar-
onder hij ressorteert. In het tegenovergestelde geval wordt
van de afwijzing aan het voorloopig bestuur berigt ge-
geven.
Het Classicaal bestuur^ na zich van het regt tot vor-
ming van een kerspel verzekerd te hebben, geeft hiervan
berigt aan den Kerkeraad en aan het voorloopig bestuur.
Daarna kunnen zij , die het verlangd hebben , zich
onder de leiding van hun voorloopig bestuur tot een
kerspel vereenigen, en overgaan tot de benoeming van
het daaraan toekomende aantal ouderlingen en diakenen.
Overigens blijven voor ieder kerspel artt. 2 en 6 van
het Reglement op de benoeming van ouderlingen en
diakenen enz. van kracht.
Art. 6. Telken jare na de vaststelling der lijst van
stemgeregtigden bestaat er gedurende veertien dagen ge-
legenheid tot het indienen der in art. 5 al. 2 bedoelde
verkkring.
De in art* 5 al, 1 — 5 bedoelde Kerkeraad ia in ge-
meenten , waar kerspelen zijn , de Oroote Kerkeraad,
Art. 7. Alle niet wegens onchristelijken wandel ouder
censuur staande lidmaten , zoo mannen als vrouwen ,
die zich bij een kerspel wenschen aan te sluiten , geven
daarvan schriftelijk kennis aan den Kerkeraad der ge-
meente of van het kerspel , waarbij zij zich wenschen
te voegen^ ter inschrijving in het lidmatenboek. Stem-
geregtigden kunnen echter in dat geval gedurende een
jaar na de inschrijving geen stemregt uitoefenen.
Yan elders inkomenden^ die hunne attestatiën in-
dienen zonder daarbij te verklaren tot welk kerspel zij
wenschen te behooren , worden gerekend zich bij het eerste
kerspel aan te sluiten.
Art. 8. Zoolang een kerspel van zijne bevoegdheid
191
tot beroeping van een predikant geen gebruik heeft kan-
nen nnaken , dewijl er geen vacature bestond , is zijn Ker-
keraad gehouden , jaarlijks door overlegging van de lijst
zijner stemgeregtigden aan den Groeten Kerkeraad (art. W)
te bewijzen , dat het voortdurend de voor zijn bestaan
vereischte getalsterkte bezit. Blijkt het vereischte getal
niet meer aanwezig , dan geeft de Qroote Kerkeraad ,
onder overlegging van genoemde lijst, hiervan kennis aan
het Classicaal Bestuur, en wordt het betrokken kerspel
door dat Bestuur ontbonden verklaard.
Heeft een kerspel een eigen predikant of predikanten
verkregen , dan heeft hetzelfde plaats bij het ontstaan
eener vacature , om zich te vergewissen of het regt heeft
op de vervulling der opengevallen predikantsplaats. Blijkt
het vereischte getal niet meer aanwezig , dan wordt, waar
het kerspel regt had op één predikant, dat kerspel ont-
bonden verklaard , en de opengevallen predikantsplaats in
gemeenten met twee predikanten vervuld door en ten
behoeve der gemeente in haar geheel, in gemeenten met
drie of meer kerspelen door en ten behoeve van het ker-
spel y dat daarop naar den regel van art. 8 zal blijken
aanspraak te hebben. Waai het kerspel regt had op meer
dan één predikant, wordt ten opzigte der opengevallen
predikantsplaats dezelfde regel gevolgd.
Art. 9. De kerspelen zijn met hunne stemgeregtigden,
gemagtigden en kerkeraad , behoudens de bepalingen van
dit en de overige reglementen , in de uitoefening hunner
werkzaamheden onafhankelijk van elkander.
Art. 10. De werkzaamheden, bij art. 14 en 16 van
het Beglement voor de Kerkeraden aan deze opgedragen,
worden in gemeenten met meer dan ééne predikantsplaats,
met inachtneming van het daarin bepaalde , op de wijze
in de beide volgende artikelen omschreven , tusschen den
Kerkeraad van ieder kerspel en den Qrooten Kerkeraad
verdeeld.
In gemeenten met ééne predikantsplaats bekoort al het
in die artikelen bepaalde tot de werkzaamkeid van den
Grooten Kerkeraad,
Art. 11. Aan den Kerkeraad van ieder kerspel behoort :
a. de zorg voor de betamelijke viering der openbare
godsdienstoefeningen in het algemeen en voor de bediening
van Doop en Avondmaal in het bijzonder ;
è. het inwinnen en afgeven van schriftelijk berigt om-
192
trent het zedelijk gedrag der ouders , die hunne kinderen
in eene andere gemeente willen doen doopen , alsmede
het kennisgeven van de volbragte handeling binnen acht
dagen aan den Kerkeraad der gemeente waarin de ouders
wonen of van het kerspel waartoe zij behooren ;
c. de zorg voor het godsdienstonderwijs , naar de voor-
schriften van het Reglement op dat onderwerp;
d. het toezigt op de belijdenis en den wandel der
leden van het kerspel en de handhaving der orde , volgens
het Bpeglement voor kerkelijk opzigt en tucht;
e. de bevordering van alles ^ wat het godsdienstig leven
kan verhoogen , met name ook van de kerkelijke inzege-
ning des huwelijks;
f. de afneming van de belijdenis des geloofs en de
bevestiging van de nieuwe lidmaten volgens het r^lement
op het godsdienstonderwijs , en y zooveel dezulken betreft ,
die eene kerkelijke bediening bij een ander kerkgenoot-
schap bekleed hebben , naar de Synodale verordening van
21 Julij 1830 ;
g. het waken voor het geregeld indienen van de attes-
tatiën der lidmaten , die van elders zijn ingekomen , door
hen v66r elke avondmaalsbediening hiertoe openlijk uit te
noodigen , alsmede de toekenning van het lidmaatschap
in het kerspel aan allen, die eene behoorlijke attestatie
overleggen.
h. het uitreiken van attestatiën op aanvraag van naar
elders vertrekkende lidmaten , met inachtneming der Syno-
dale verordeningen van den 10 Julij 1829 en den 12 Juli]
1841;
i het houden van dubbele, aan verschillende plaatsen
bewaarde doop- , lidmaten- en trouwboeken ;
j. de aanstelling met instructie, de schorsing en het
ontslag van godsdienstonderwijzers;
h, de jaarlijksche afvaardiging tot de Classicale ver-
gadering en het ontvangen van het verslag van hetgeen
aldaar belangrijks is geschied;
/. de zorg voor hetgeen betrekking heeft op de beroeping
en het ontslag van predikanten, alsmede voor de ver-
kiezing van ouderlingen en diakenen.
m, de behartiging van de geestelijke belangen der
armen ;
n. het ontvangen der persoonlijke en de beantwoording
van de vragen der schriftelijke kerkvisitatie ;
193
Het onder a tot i vermelde blijft ook in kerspelen
met drie of meer predikantsplaatsen (art. 14 Begl. Kerker.)
opgedragen aan predikanten en ouderlingen.
Abt. 12. De gemeente in haar geheel wordt vertegen*
woordigd door den Grooten Kerkeraad , bestaande uit de
Kerkeraden der gezamenlijke kerspelen , die minstens een*
maal 's jaars op een bij huishoudelijk reglement te be-
palen tijd bijeenkomt.
A.an hem is opgedragen :
a. de bepaling van getal, tijd en plaats der openbare
godsdienstoefeningen ;
b. de regeling der predikbeurten , onder de kerspelen
naar evenredigheid te verdeelen en op vastgestelde tijden te
vervallen in alle in gebruik zijnde kerkgebouwen der ge-
meente, tenzij bij minnelijke schikking de onderscheidene
kerkgebouwen aan de verschillende kerspelen ten gebruike
worden toegewezen ;
c. de regeling van het gebruik der consistorie- en cate-
chisatiekamers voor kerkeraadsvergaderingen en godsdienst-
onderwijs ;
d. de aanstelling met instructie , de schorsing en het
ontslag van voorlezers en voorzangers;
e. de bepaling van het aantal godsdienstonderwijzers
en godsdienstonderwijzeressen , die zooveel mogelijk aan de
verschillende kerspelen naar de bestaande behoefte worden
toegewezen ;
ƒ. het toezigt op het diaconiebeheer , volgens het Synodaal
reglement op de diaconiën ;
^. het bepalen van collecten voor de armen;
i. de zorg voor de diaconiegoederen ;
i. het jaarlijks opnemen der diaconie-rekening en het
geven van de vereischte inlichtingen betreffende het diaco-
niebeheer ;
y. het kennisgeven aan het Classicaal Bestuur van ont-
dekte verkeerdheden in de administratie der kerkelijke
goederen ;
i. het houden van eene volledige beschrijving of ligger
van al de fondsen en eigendommen , die aan de ge-
meente behooren, voor zooverre die onder het beheer of
toezigt van //den kerkeraad^' zijn;
l. het houden van eene dergelijke beschrijving of ligger
Van het tractement der predikanten , met de gewone emolu-
menten ; het zenden van een afschrift daarvan aan het
18
194
Glassicaal Bestuur, en het onverwijld kennisgeven aan
genoemd bestuur van elke verandering , die in dezen ligger
gemaakt wordt, ter goedkeuring daarvan door het Pro-
vinciaal Kerkbestuur.
Het onder a tot f vermelde wordt in gemeenten met
drie en meer predikantsplaatsen opgedragen aan predikanten
en ouderlingen.
A.RT. 13. De in artt, 11 en 12 genoemde Kerkeraden
houden aanteekening van de handelingen des Kerkeraads
en van de belangrijke door hem uitgevaardigde brieven , in
behoorlijk daartoe aangelegde boeken, en bewaren de ar-
chieven en al de ingekomen stukken waarvan getrouw
register wordt gehouden.
Ingeval van onihinding van een kerspel worden deze
hoeken en bescheiden aan tien kerkeraad der gemeente
overgedragen en door dezen bewaard.
Aet. 14. Ieder niet onder censuur staand manslidmaat
is bevoegd bij den Kerkeraad van zijn kerspel, bij onder-
teekend geschrift , bezwaren in te brengen tegen den handel
en wandel van een lidmaat (ook van een der personen,
genoemd in art. 39 Begl. Opzigt en Tuoht), doch alleen
wanneer zoodanig lidmaat tot hetzelfde kerspel behoort als
de klager.
In gemeenten met eene predikantsplaats , waar kerspelen
zijn f kunnen die bezwaren alleen bij den Orooten Ker-
keraad worden ingebragt.
Art. 15. De bestaande diaconale fondsen, alsmede
de schenkingen, erflatingen en legaten, aan de diaconie
eener gemeente gedaan of vermaakt, zijn of worden het
eigendom der gemeente in haar geheel.
De liefdegaven, onder de godsdienstoefeningen en aan
de huizen ingezameld of op welke andere wijze ook ver-
kregen , worden door de kerspelen gestort in de diaco-
nale kas.
Art. 16, De administratie van de diaconiegoederen
en diaconiefondsen der gemeente, mitsgaders de zorg voor
de bedeeling der armen, onverschillig tot welk kerspel
zij behooren, wordt opgedragen aan de gezamenlijke dia-
kenen der kerspelen, waaruit de gemeente bestaat, die
tot dat einde een gecombineerd collegie uitmaken, met
inachtneming der voorschriften en bepalingen , te dezer zake
dienende.
Art. 17. Het gebruik van en beheer over de fondsen
195
tot eenig bijzonder doel, aan /yden Kerkeraad'^ toebe-
hoerende, wordt door den Grooten Kerkeraad geregeld
in het belang der kerspelen , onder goedkeuring van het
Classicaal Bestuur.
Aet. 18. Yan den ligger van het tractement der pre-
dikanten met de gewone emolumenten (zie art. 12 litt. l)
berust in het kerkeraadsarchief van ieder kerspel een door
den Grooten Kerkeraad gewaarmerkt afschrift.
Art. 19. In gemeenten met meer dan ééne predikante-
plaats wordt ter voldoening aan art 19 van het Beglement
voor de Kerkeraden van alle officiële stukken aan den
Kerkeraad van ieder kerspel een exemplaar ter kennis*
neming en bewaring in zijn archief toegezonden.
Art. 20. In de gemeenten^ art. 19 bedoeld, regelen
de gezamenlijke predikanten de waarneming der functiën
van praeses en scriba bij den Grooten Kerkeraad.
Art. 21. De bepalingen aangaande het regt van een
kerspel tot het beroepen van één of meer predikanten,
in art. 3 gemaakt, treden eerst dan in werking, wan-
neer bij het ontstaan eener vacature blijkt, dat het be-
trokken kerspel daarop aanspraak heeft.
De kerspelen, die nog geene of geen voldoend aantal
predikanten hebben , kunnen bij het vervullen eener vaca-
ture hun regt van beroeping uitoefenen met dien verstande,
dat het eerst in aanmerking komen die welke geen
predikant hebben, te beginnen met de meest talrijke, en
daarna die, aan welke het grootste getal predikanten ont-
breekt, lu geval van verschil beslist het Classicaal Bestuur.
Art. 22. Bij het vormen van één of meer kerspelen
in eene gemeente blijven de alsdan dienstdoende predi-
kanten de hun wettig opgedragen werkzaamheden voort-
zetten, terwijl hun de gelegenheid wordt geschonken om
ie verklaren, bij welk kerspel zij bij voorkeur hun dienst-
werk wenschen te verrigten.
ksjn. 23. Aan een kerspel, dat geen eigen predikant heeft,
wordt op zijne aanvraag door den Grooten Kerkeraad mins-
tens eenmaal ^smaauds eene predikbeurt in het kerkge-
bouw of een der kerkgebouwen afgestaan, waarin het op
zijne kosten een predikant naar zijne keuze kan laten
optreden.
In zulke kerspelen in gemeenten met meer dan ééne pre-
dikantsplaats worden de kerkeraadsvergaderingen geleid en
de aanneming en bevestiging van lidmaten volbragt door
196
eeu predikant naar hunne keuze voor hunne eigene rekening.
Be afvaardiging tot de classicale vergadering gesekiedi
er overeenkomêtig art, 38 al. % van het Algemeen Re-
glement,
In genteenten met ééne predikantsplaats treedt de Ker-
keraad van het tweede kerspel als zoodanig niet handelend
op dan bij de godsdienstoefeningen ^ al, 1 van dit artikel
vermeld.
Abt. 24. Ouderlingen en diakenen^ die bij het ont-
staan van een kerspel in dienst zijn, blijven bij het kerspel
hunner keuze hunnen tijd uitdienen , al mogt hun aantal
het cijfer te boven gaan, waarop het volgens dit Regle-
ment regt heeft.
Art. 25. Alle Synodale reglementen blijven ook voor
de kerspelen van kracht, voor zooverre in dit Reglement
niefc anders bepaald is.
Het rapport wordt voorshands ter tafel gelegd.
siaiting der zeven- De Vergadering wordt hierna tot morgen verdaagd,
tiende zitting. waarmede de tegenwoordige zitting wordt gesloten.
J. J. L. LuTi, President,
ACHTTIENDE ZITTING.
Woensdag den Uden Angastas 1880.
Na opening der zitting worden de notalen der zitting Opening der aeh-
van gisteren gelezen en goedgekeurd. *"''^® ritting.
Met belangstelling wordt kennis genomen van een berigt Aanneming door den
van den heer Berffsma van 9 Augustus, gereg. onder n». J^^^^*^^ HTa^
20 , houdende dat hij de benoeming tot lid der Synodale Synodale Commissie.
Commissie aanneemt en van eenen brief van den heer Mom
van gisteren, gereg. onder n^ £1 , behelzende mededeeling
dat hij zich bereid verklaart, de betrekking van secundus
van den Quaestor-generaal op nieuw op zich te nemen.
Nog wordt gelezen een ingekomen adres van 1126 P«>test van gcmeen-
gemeenteleden te Dordrecht van 10 Augustus, gereg. tegen^de^vJ^rlMpig^
onder n^. 22, houdende protest tegen de voorloopige schor- schorsing van den
sing door het Provinciaal Kerkbestuur van Zn idhoUandP"^'^*"* '^'*- ^•^*"
van den predikant Jai. Eigeman te Dordrecht, en 2
tegelijk ontvangen brieven van vrouwen, waarvan de een
zonder naamteekening , van een zich noemend lid der
Bijbeloefening, waarin om de herstelling van den heer
Bigeman in zijn dienstwerk verzocht wordt. Daar een der
leden meent dat de Synode deze stukken slechts voor
kennisgeving behoort aan te nemen, stelt de President
voor, ze in handen te geven van de Synodus Contracta,
bij wie de zaak van den predikant aanhangig is, en
wordt daarin door onderscheiden leden ondersteund, op
grond dat de Synodus Contracta, om der onpartijdigheid
wil wel kennis mag nemen van hetgeen in die stukken
door geestverwanten ten gunste van den bezwaarde voor-
komt. Bij stemming wordt het voorstel van den President
met algemeene stemmen op een na aangenomen.
Thans wordt het rapport aan de orde gesteld, dat in Algemeene beschon-
198
dingen over de voor- de zitting van 4 Augustos door de Commissie ter zake
stelleu der Commissie jgj. belijdenis-kwestie bij monde van den hoogleeraar La-
kwestie. ^ ^°^* sondet werd uitgebragt. Geheel de overige tijd der zitting
wordt aan algemeene beschouwingen over de voorstellen
der Commissie gewijd. Deze beschouwingen betreffen hoofd-
zakelijk de door de buitengewone vergadering voorloopig
aangenomen verandering van art. 38 van het Beglement
op het Godsdienstonderwijs^ en de redactie daarvoor door
de meerderheid der Commissie aanbevolen. Yerschillende
bedenkingen worden tegen de eene redactie zoowel als
tegen de andere ingebragt^ inzonderheid van alinea 5.
Wel wordt geenszins het verzoenend karakter van beide
miskend^ maar men meent dat daarvan weinig heil voor
den vrede der Kerk te verwachten is ^ waar men zich ge-
plaatst ziet^ als te Dordrecht, tegenover eene partij ,
die zich steeds beroept op Gods Woord en de belijdenis-
schriften^ in den waan dat zij daarvan de onfeilbare
uitlegging bezit ^ en daarom tegen andersdenkenden geene
verdraagzaamheid weet te oefenen. Men meent ook dat
geschiedenis en ervaring voldoende geleerd hebben^ dat
bezwaarlijk formules zullen te vinden zijn^ die de ver-
schillende godsdienstige rigtingen bevredigen of niet op
nieuw tegenkanting zullen ontmoeten. Daar het bij de
aannemingskwestie vooral een strijd van beginselen geldt,
meent daarom ook een lid, dat bij den ontstanen strijd
geene andere goede uitkomst te verwachten is dan dat
men, in overeenstemming met het voorstel van de Classicale
Vergadering van Eindhoven, de Kerk in twee of meer
afdeelingen splitse, een ander weder dat men bij de aan-
neming slechts naar de gezindheid des harten vrage, aan-
gezien toch het ware lidmaatschap der Kerk niet in het
aankleven van bijzondere leerbegrippen, maar in de bereidheid
om Jezus te volgen en naar de voorschriften des Evangelies
te leven gelegen kan zijn. Het voorname bezwaar, dat
vele leden , waaronder ook de minderheid in de Commissie,
volgens hunne verklaring van de ondersteuning van het
voorstel der meerderheid terughoudt en vooral door den
President tegen het einde der beraadslagingen met warmte
wordt voorgedragen is hierin gelegen , dat het hedektelijk,
ofschoon niet bedoeld , aan de ouderlingen de bevoegdheid
toekent om over de geloofsovertuiging der aannemelingen te
oordeelen , en derhalve op nieuw een toestand zon scheppen,
199
waaraan de nu bestaande redactie van art. 88 een einde
heeft willen maken ^ dat de ouderlingen namelijk zich die
bevoegdheid aanmatigen. Naar hunne beschouwing gaat
de bevoegdheid van ouderlingen niet verder dan over de
verkregen keunis te oordeelen, en zou het in volslagen
strijd zijn met het Protestantsch beginsel van gewetens-
vrijheid en eene stellige verkorting van het regt der
aannemelingen , indien toegestaan werd , dat iemand wegens
verschil van geloofsovertuiging kon worden afgewezen.
Hoe ook tot herstel van den vrede gezind, het beginsel
van gewetensvrijheid meenen zij tot geenen prijs te mogen
loslaten.
De beschouwingen van de overige leden rigten zich
meer naar den tegenwoordigen toestand der kerk. Nu
het vaststaat, dat de tegenwoordige redactie van artikel
88 aanleiding heeft gegeven tot openbaar verzet, dat de
schromelijkste verwarring heeft doen ontstaan en de Kerk
met scheuring en uiteenspatting dreigt, zijn zij van oor-
deel dat de Synode verpligt is , aan de bezwaren , indien
ook al aan misvatting van bedoelde redactie te wijten,
zooveel mogelijk en bestaanbaar is, tegemoet te komen.
Willen sommigen daartoe de vroegere redactie van art.
38 zoo als reeds door hen voorgesteld werd hersteld
hebben , deze erkennen zelven niet te kunnen verwachten ,
dat zoodanig voorstel bij de vergadering ingang zal kunnen
vinden , en verklaren daarom bij verwerping van dat voorstel
bereid te zijn in het voorstel te treden van de meer-
derheid der Commissie , als eene tegemoetkoming aan veler
bezwaren , dat tot bevrediging dienen kan. Uit zulk een
oogpunt wil bedoelde meerderheid dan ook haar voorstel
alleen beschouwd hebben , zonder in de daartegen in-
gebragte bedenkingen te deelen, hechtende inzonderheid
aan het godsdienstig karakter der kennis, naar welke bij
de aanneming onderzoek moet gedaan worden.
T^en de bepaling omtrent het uitnoodigen van oud-
ouderlingen hebben ook sommige leden het zelfde kerk-
regtelijk bezwaar, als waarvan reeds in het verslag van
de consideratiën voorkomt, terwijl de poging der Com-
missie om dat bezwaar weg te nemen wel gewaardeerd,
maar niet doelmatig geacht wordt, daar op de toestem-
ming der kerkeraden in de gegeven gevallen bezwaarlijk
zou kunnen gerekend worden.
200
Na slaiting der algemeene beraadslagiiigen^ die hier slechts
in enkele hoofdtrekken vermeld zijn , wordt de afeonderlijke
behandeling van de voorstellen der Commissie tegen mor-
gen aan de orde gesteld.
Sluiting der acht- Hiermede wordt de tegenwoordige zitting gesloten.
tiende adtting.
J. J. L. LuTi, PresidenL
NEGENTIENDE ZITTING.
Donderdag den 12 AngnstaB 1880.
Na opening der zitting worden de notulen der zitting Opening der negen-
van gisteren gelezen en goedgekeurd. ^^^ «itting.
De Secretaris deelt een brief mede van den adjudant des Berigt van den ad-
Konings, Baron Taeiê van Amerongen van Woudenberg /^"^^^^ *^ Konings
van gisteren, gereg. onder n\ 24, op last van Z. M. ter^",^ ^LJ&T'
kennis van de heeren Leden der Synode brengende, dat
Z. M. tot Hoogstdeszelfs leedwezen op bet oogenblik niet
in de gelegenheid is de Commissie te ontvangen, doch,
gevoelig voor de goede bedoelingen der Synode, hoopt,
dat zich later eene betere gelegenheid ter ontvangst zal
voordoen. De mededeeling wordt voor kennisgeving aan-
genomen.
Yoor kennisgeving worden nog aangenomen een brief Verschillende brieven
van den heer E. F. H. Wolf, quaestor der classis van "^^ dankbetuiging.
Utrecht, van 11 Aug., gereg. onder n^ 27, behelzende
dankbetuiging voor de gunstige beschikking omtrent het
honorarium voor het ontvangen en overmaken van de
bijdragen der studenten voor het bijwonen van de lessen
der kerkelijke hoogleeraren; een door den Scriba van het
Classicaal Bestuur van Sn eek bij schrijven van eergisteren
overgebragte dankbetuiging van kerkvoogden te Qaast*
meer, voor de ontvangen subsidie voor den bouw
der nieuwe pastorij , gereg. onder n°. 28 , en eene dank*
betaiging van het Classicaal Bestuur van Nijmegen, te
Mi] 1 in gen doende wat des Kerkeraads is, vervat in
een schrijven van 10 Augustus, gereg. onder n^. 28, voor
de aan de gemeente te Millingen toegekende subsidie
voor het te bouwen kerkje.
Naar aanleiding van eene motie van den heer Roodhuijzen , Motie van den heer
om thans te beslissen over de voorloopig aangenomen ^Roodhuijzen ter zake
veranderingen van art. 38 van het B^lement op het ^^'/^g"*^^^!'*^*^^^
Godsdienstonderwijs en de daarin door de Commissie voor- dienstouderwijs.
»02
gedragen wijzigingen en nog over andere voorstellen
ter zake van genoemd artikel nader rapport te doen uit-
brengen , besluit de vergadering na gehouden beraadsli^ng
om^ alvorens tot de afzonderlijke behandeling van de
voorstellen der Commissie wordt overgegaan , aan de leden
der vergadering, die nog voorstellen mogten wenschen in
te dienen^ gelegenheid te geven, deze na de pauze ter
tafel te brengen.
Besluit tot afwijzing Intusschen wordt de zaak der grensveraudering van de
vBu het bezwaarschrift ^^jg^jj^gjj te Arnhem en Schaarsbergen ter hand
van den Kerkeraad te o -■ i i .? . i
Arnhem tegen de genomen , daar de opgevraagde stukken zijn ingekomen,
goedkeuring der grens- jfa kennisneming dezer stukken wordt op nieuw de vraag
KOTfle^te°^en ^de oè- ^^®'^^8^° * ^^ ®' ^®°^ ^®^® grensverandering noodzake-
meente te Schaars-lijkheid bestaat, en thans met meerderheid van vijftien
bergen. t^en twee stemmen beslist, dat voldoende blijkt dat het
belang van de gemeente te Schaarsbergen bij deze
grensverandering zoo zeer betrokken is, dat haar voort-
durend bestaan en haar bloei er van afhankelijk zijn en
er hierom wèl noodzakelijkheid tot de grensverandering
mag worden aangenomen, weshalve de bezwaren, als
overigens weinig afdoende geacht, door den Kerkeraad
te Arnhem tegen hare goedkeuring ingebragt moeten
worden a%ewezen.
De heeren Boodhuijzen en van der jETt^^^ hebben zielig
als leden van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelder-
land van medewerking tot doze beslissing onthouden.
Goedkeuringvan een Op een ingekomen schrijven van het Glassicaal Bestuur
liï^**^ B^ïtu^i^ ^lan ^^'^ Onderdendamvan 10 Aug. gereg. onder n^ 26,
Onderdendamra-ter zake der achterstallige quota van de gemeente te
kende de aanzuivering We he, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten , goed
^otel'lï'Sa: te keuren, dat aan de kerkelijke administratie dier ge-
te We h e. meen te wordt toegestaan, te beginnen met dit jaar jaarlijks
f 10 af te betalen tot dat geheel het bedrag van hoi
achterstallige zal zijn aangezuiverd.
Vervulling der open- Aan de orde wordt nu gesteld de vervulling der open-
vallende betrekkingen vallende betrekkingen van secundi bij de Synodale Com-
van secundi bij de . . x\ ij. i i -i ^ i
Synodale Commissie, missie. Daarvoor wordt nog gelegenheid gegeven tot
aanvulling van het gros van predikanten en ouderlingen.
Bij achtereenvolgende stemmingen worden daarna op
het drietal voor de betrekking van secundus van den
203
heer Steenberg gebragt de heeren Bruintoold Riedel, Alingh
Prins en &. J, van Laierveld, leden der vergadering,
en hieruit met het lot tegen den heer Alingh Prins tot
secundus benoemd de heer Bruintoold Biedel, die de
benoeming aanneemt.
Tot vervulling der betrekking van aeoundus van den
heer Janssen voor den tijd van een jaar, in plaats van
den heer £uH in dat jaar als President der Commissie
fangerende, wordt het vermelde drietal aangevuld met den
heer dr. A. Brost met het lot tegen den heer BoodAuyzen , en
na uit het drietal bij eene derde stemming tusschen den
heer Alingh Prins en den heer Brost eerstgenoemde ge-
kozen, die insgelijks zich de benoeming laat welgevallen.
Tot vervulling der betrekking van secundus van den
heer Bergsma, wordt een drietal van ouderlingen gefor-
meerd, bestaande uit de heeren Mr. H. Frima, oud-
oaderling te Leens, Kronenberg lid der Vergadering,
met het lot tegen den heer Mr. W. O, Servatius te
Dwing el o, als de tweede van het drietal benoemd, en
laats^enoemde vervolgens als de derde van het drietal
aangewezen. Uit het drietal wordt daarna terstond de heer
Frima gekozen.
Eüerna worden twee voorstellen ter tafel gebragt. Het Nieuwe voorstellen
eerste door de heeren Boodhuyzen, van Buy l en «?«» SlSfe met^K
Lakerveld^ rakende art. 38 en 39 van het Ileglement op het rapport reeds ver-
het Qt)dsdienstonderwiis, luidende als volgt: P«l^« in handen der
* betrokken Coipmissie
_- , gesteld, ten fine van
//De ondergeteekeriden hebben de eer U voor te advies,
stellen :
nV*. Art. 38 van het Reglement op het Godsdienstonder-
wijs aldus te wijzigen, dat in de 5^^ alinea aan het slot
gelezen ^worde, in plaats van: wanneer zij zich bereid ver-
klaren enz. , slechts te lezen : wanneer zij verklaren als leden
van de Ned. Hervormde Kerk te willen medewerken tot
haren bloei met opvolging van hare verordeningen.
/y2°. In art* 39 alleen te behouden de woorden: de
bevestiging van lidmaten heeft plaats in eene daarvoor
bepaalde godsdienstoefening en al het volgende te ischrappen.
;y3^ Art. 22 Begl. voor de kerkeraden al. 2 achter het
woord j^AvondmaaF^ in te voegen de woorden : de be-
vestiging van lidmaten.
f/Ondei^eteekeuden zijn overtuigd, dat de logica 4eT
204
feiten genoegzaam heeft aangetoond, hoe wenschelijk het
ware geweest y gehoor te geven aan hetgeen door ver-
schillende leden Uwer Vergadering in vroegere en lateren
tijd is voorgesteld. Zij meenen, dat ook nu nog, voor
de toekomst door deze regeling aan alle moeilijkheden
bij de aanneming tot lidmaat een einde wordt gemaakt
voor allen, die, tot welke godsdienstige richting zij mogen
behooren , van oordeel zijn , dat iedeb lid onzer Kerk
EVENZEER moct wordcn gehandhaafd in zijn rechten en in
staat gesteld tot vervulling van zijn plichten.^
>f
Het andere voorstel betreft artt. 1 en 11 van het Al-
gemeen Beglement, ingediend door de heeren vdkU Laler-
veld, Roodhuyzen en van Buyl, en is van dezen inhoud:
//De ondergeteekenden stellen de vergadering voor, om
in art. 1 Alg. Begl. als 1^ alinea te lezen, zooals is
voorgesteld door den heer Brutel de la Rimère, te H a a r 1 e m:
/r/De Ned. Herv. Kerk is eene afdeeling van de Al-
gemeene Christelijke Kerk, gevestigd in het Koninkrijk
der Nederlanden, gebouwd op den grondslag van het
Protestantisme en wier leden door hunne toetreding zich
verbinden om te trachten de bedoelingen van Jezus Christus
zoowel bij zich en elkander als bij het menschdom in het
algemeen naar vermogen te verwezenlijken.
//Ën art. 11 van het Alg. B^l. in verband daarmede
dus te wijzigen , dat in plaats van handhaving harer leer
gelezen worde: handhaving van haar beginsel, overeen-
kotnstig art. 1 Alg. Begl.'^
Daar nu ook de heer Weetrik , de behandeling verlangt
van het door hem en de heeren Segers en van den Bran-
deler ingediende voorstel om art. 38 van het Reglement
op het Godsdienstonderwijs te herstellen in den vorm van
voor 15 Januarij 1879, is thans het oordeel der Ver-
gadering, dat het eerste voorstel der Commissie om de
verschillende daar bedoelde voorstellen ter zijde te leggen,
als vervallen moet beschouwd worden, en stelt na de
President voor dat de Commissie uitgenoodigd worde om
over alle in hare handen gestelde voorstellen als ook
over de twee thans ter tafel gekomen voorstellen zoo
spoedig mogelijk nog haar advies te geven. Vele leden on-
dersteunen het voorstel van den President opdat elk der
205
bedoelde voorstellen tot zijn regt kome; anderen zijn
echter ?an oordeel, dat over die voorstellen geen advies
der Commissie noodig zal zijn , of willen sommigen daarvan
slechts ten aanzien der thans ingediende voorstellen , als
van diep ingrrjpenden aard, eene uitzondering gemaakt
hebben. Met elf tegen zeven stemmen — de heer van
Duyl had zich moeten verwijderen — wordt het voorstel
van den President aangenomen, waarna de President ver-
klaart de overblijvende vier voorstellen van de Commissie
tegen morgen op nieuw aan de orde te zullen stellen ,
wanneer alsdan het opgedragen advies door de Commissie
moge worden uitgebragt, of wanneer dit niet kan geschie^
den het rapport van de Commissie over de kerspelvorming
in behandeling te zullen doen nemen.
De Vergadering wordt nu verdaagd tot morgen namiddag ^l"^^^ïï- ^®' °^^®"'
een uur dewijl de Synodus Contracta in zake den predikant
Eigeman vooraf weder bijeenkomen moet. Hiermede wordt
de zitting gesloten.
J. J. L. LüTi, PreHdeni.
TWINTIGSTE ZITTING.
Vrqdag den 13 Angattus 1880.
Opening der twin- Na opeuing der zitting worden de notulen der zitting
tigste zitting. van gisteren goedgekeurd.
Dankbetaiging van Wordt gelezen een ingekomen schrijven van kerkvoogden
kerkvoogdenteWest- te West-Kapellen Van IJ Augustus, gereg. onder
ve^lTi'g dT sub! n"- 31 , onder dankbetuiging voor de verhoopng der
sidie. subsidie het verzoek behelzende om een in afschrift over-
gelegd adres aan den Minister van Financiën om aan de
gemeente alsnog eene subsidie van f 1000 te bezorgen te
ondersteunen, wordt voor kennisgeving aangenomen, dewijl
de Synode reeds in het gemeld belang werkzaam is geweest.
Nader rapport der De Commissie ter zake der belijdeniskwestie brengt naar
betrokken Commissie gisteren ontvangen opdragt nog het volgende rapport uit :
ter zake der in hare o * « « o
steUen de belijdenis- De Commissie heeft nogmaals de u bekende , vroeger in
kwestie. hare handen gestelde voorstellen te dezer zake overwogen.
Haarresultaat te dezen aanzien is geen ander, dan hetgeen zij
reeds de eer had u gemotiveerd mede te deelen : dat hare
leden niet eenparig waren , wat de voorstellen op zich zelven
betrof; dat zij, na verdediging en bestrijding der verschil-
lende gevoelens in haren boezem, gevoelens, die bij una
al wat te dier zake reeds gezegd is als bekend mogen
worden ondersteld, eenparig tot besluit was gekomen om
u te adviseeren , alles te verwerpen wat te dezer zake verder
gaat dan de onderwerpelijke voorloopig aangenomen ver-
anderingen met de overgangsbepaling, en wel, omdat dit
alles opnieuw aan de consideratiën der Prov. Kerkbesturen
en Class. Vergaderingen zou moeten worden onderworpen ,
iets wat uwe Commissie meende dat in de gegeven
omstandigheden vermeden moest worden.
Thans echter is een nieuwe toestand geboren. Nieuwe
voorstellen zijn ingediend, en uwe vergadering heeft het
207
noodig geacht y dat uwe Commissie zich hiermede onledig
hield, om a daarover te dienen van bericht en raad.
Hierbij moet 0{^merkt worden , dat het voorstel Wesirik
CS,, hoewel teruggenomen, met genoegen der voorstellers, voor
zoover hierin meer gevraagd werd dan herstel van art. 38 ,
om reden in ons rapport vroeger vermeld, nu met volle
recht weder ter tafel kan worden gebracht, wanneer ook
andere , verder dan art. 38 gaande voorstellen , in behande-
ling kwamen.
Uwe Commissie heeft de drie voorstellen achtereen-
volgens aandachtig overwogen en deelt u als slotsom daar-
van het volgende mee:
I. Voorstel Roodkuijzen c. s. Bij de bespreking hiervan
werd eerst art. 39 , zooals dat nu voorgesteld werd , over-
wogen. De meerderheid ontraadt u ten ernstigste, in deze
verandering te treden. Immers, wanneer uit art. 39 wordt
geschrapt, al wat dit voorstel verwijderd wil zien, dan
spreekt de Synode uit , dat de Kerk niet meer vraagt naar
de belijdenis. Dat zal velen grieven en groote strijd ver-
wekken. Zij zou zulk een besluit hoogst bedenkelijk achten.
De minderheid oordeelde anders. Wel werd ook in haren
boezem uitgesproken , dat men gewenscht had , dat het nu
niet ter tafel kwam, omdat men het beter had geoordeeld ,
zich nó te bepalen tot art. 38 en daarop een afdoend
besluit te nemen. Maar , nu het eens ter tafel ligt , achtte
men de aanneming in het belang der Kerk. Wat geopperd
werd van den strijd die hieruit zou ontstaan, achtte men
ongegrond, aangezien deze strijd reeds aanwezig was, en
toch al zoo hevig, dat die niet levendiger worden kon.
De voorgestelde wijziging in art. 38 vond bij de meerder-
heid evenmin ondersteuning. Behalve dat zij bleef volharden
bij hare amendementen , sub 3 en 5 van het vroeger rapport
aan het oordeel uwer vergadering onderworpen, waarin
reeds ingewikkeld lag opgesloten , dat zij niets anders te
dezer zake had voor te stellen, of althans, in de gegeven
omstandigheden meende zich daarbij te moeten bepalen ; —
had zij tegen de redactie van arl. 38 al. 5 ,^ zooals die nu
werd voorgesteld , groot bezwaar. Zulk eene verklaring mag ,
haars inziens , in de ure der aanneming niet van alle nieuwe
lidmaten worden gevraagd. Zij onderstelt , omvat en vereischt
veel meer dan van allen mag worden verwacht. De minder-
heid merkte hiertegen op, dat de bedoeling van het voorstel
niet was, dat allen, al wat hiertoe betrekkelijk was, zöö
208
grondig zoaden kennen^ zoo diep opvatten. En kon niet
ieder leeraar zijne leerlingen daaromtrent voorlichten, en
hen zóó opleiden dat zij , wel bewust van hetgeen zij deden,
in de heiligste levensure beloofden den bloei te bevorderen
van de vereenïging tot welke zij toetraden? Één lid der
minderheid zou , indien de kerspelvorming werd aangenomen
en ingevoerd, meer neigen tot de meerderheid der Com-
missie; nu die nog onzeker is, schaarde hij zich aan de
zijde van het voorstel Roodkuijzen, De minderheid, hoewel
hiervoor gezind, zou nog liever zien dat het dus werd
gelezen: //indien zij verklaren, de beginselen van Jezus
//in woord en daad te openbaren en te beleven en tot den
//bloei der Herv. Kerk te willen medewerken'^ De meerder-
heid erkende harerzijds gaarne dat dit amendement veel
aannemelijker was dan het door de heer B. voorgestelde,
maar meent er niet in te kunnen treden omdat het, in
den gegeven toestand der Kerk, haars inziens, onmogelijk
den vrede bevorderen kan. Wat betreft de voorgestelde
wijziging in art. 22 al. 2 Regiem. Kerkeraden , uwe Com-
missie adviseert eenparig hiertegen. Immers een van tweeën:
of het voorstel R, omtrent art. 39 wordt aangenomen^
dan is deze wijziging in art 22 al 2. geheel overbodig,
en het is altijd af te raden, overbodige bepalingen in de
wetgeving op te nemen; of dat voorstel wordt verworpen,
dan zou de aanneming van deze verandering strijd brengen
tusschen art. 39 Godsdienstonderwijs, dat den predikant
bij de bevestiging verplicht eenige vragen te doen , al
worden hem die niet letterlijk voorgeschreven, en art. 22
al. 2 Kerkeraden, dat hem ten dezen aanzien geheel vrij
zou laten.
Uwe Commissie ontraadt u derhalve de aanneming van
het voorstel Boodhuijzen , met meerderheid, voor zoover het
art. 38 en 39 Begl. Godsdienstonderwijs betreft, eenparig
ten aanzien van art. 22 Kerkeraden al. 2.
II. Yoorstel van Lakerveld c. s.
Uwe Commissie herinnert u dat dit voorstel , voor zoover
het art. 1 Alg. Begl. betreft, gelijkluidend is met het vroeger
door haar gememoreerde van den heer Brutel de la Rivière,
pred. te Haarlem, maar dat het daarvan verschilt .in
zoover, dat laatstgenoemde hiermede eene verandering
van art. 38 Godsdienstonderwijs wilde verbinden, terwijl
dit voorstel er een wijziging van art. 11 Alg. Beglem.
mede wil doen gepaard gaan.
209
Volgens het eenparig oordeel uwer Commissie behoort
aan u geadviseerd te worden het voorstel van Lakerveld
niet aan te nemen. Het ligt echter in den aard der zaak
dat de motieven van dit advies bij de verschillende leden
zeer uiteenloopend waren. De redactie werd algemeen minder
gelukkig geoordeeld. Men wil hierin een definitie geven van
hetgeen de Ned. Herv. Kerk U. Maar dan wordt hier ten
eene male gemist die helderheid en juistheid en dat op den
voorgrond stellen van het kenmerkende , die in elke definitie
hoofd vereischten zijn. Al ware deze definitie nog zoo goed ^
werd door anderen o]^emerkt, wij moeten hier niet van
eene definitie uitgaan en daarnaar de Kerk construeeren.
Dat mag niet en dat is gevaarlijk. Er wordt gewezen op
vroeger mislukte pogingen om met dergelijke voorstellen
heil aan te brengen en op de klippen waarop vrome en
bekwame mannen met die voorstellen onvermijdelijk ver-
zeilden. Neen we moeten niet de Kerk a priori constru-
eeren, maar de bestaande acoepteeren en dan zien wat
kan gedaan worden om dat bestaande, zoo ^t noodig en
mogelijk is, te verbeteren en de hulpmiddelen en inrich-
tingen der Kerk ten dienste van het Godsrijk aan te wenden.
Met wijsheid heeft de wetgever alleen bepaald: De //Ned.
Herv. kerk bestaat uit'^ etc. Het voorstel werd ook nog
van eene andere zijde bezien. — Er werd op gewezen hoe er
alle reden was om te vragen //waar is de Alg. Christel.
Kerk, van welke de voorgestelde redactie gewaagt P Het
Godsrijk is aanwezig, zeker 1 Maar de Algemeene C\ms,ie\.
Kerk? Eeii ander weer stelt de vraag: //Bevat dit voorstel
niet de kiem eener geheele reorganisatie der KerkP'^ Zeer
zeker! Welnu, dit aannemende , zou er eene geheele omwer-
king van alle reglementen en verordeningen moeten volgen ,
eene radicale hervorming der geheele kerkelijke organisatie.
Wilde men dit, men zon bedoeld lid aan zijne zijde
vinden wat het beginsel betreft. Maar hij was van oordeel ,
en had dit ook al vroeger kenbaar gemaakt, dat de zaak
dan toch nog op eene andere wijze moest aangevat worden.
Hij achtte den tijd voor die, z. i. , hoogst wenschelijke
radicale hervorming niet gekomen en kan zich nu niet
verheugen over de indiening van een voorstel , dat daartoe
moest leiden.
Gij beseft M. H. dat het oordeel over de voorgestelde
wijziging van art. 11 Alg. Begl. door dat over art. 1 werd
bepaald en hierover na het gesprokene niets bijzonders meer
14
210
te zeggen viel hoe hoogst belangrijk dat art. en de voor-
gestelde wijziging op zichzelve beschouwd zijn.
De slotsom is dat uwe Commissie , oüsdLoon hare leden
zeer uiteenloopende zienswijzen aankleefden omtrent ge-
wichtige punten die artt. 1 en 11 Alg. Begl. betreifeD^
en dus ook geenszins eenstemmig waren over de vraag
6f en zoo ja, op welke wijze deze artt. zouden moeten
gewijzigd worden , toch eenparig u ontraadt thans den
weg op te gaan, dien de geachte voorsteller u in deze
meent te moeten wijzen.
Blijft over het derde voorstel Westrik c, s.
Het lid nwer Commissie, dat dit voorstel weder had
onderteekend, bepleitte met warmte het gevoelen, door
hem met vele zijner geestverwanten voorgestaan dat herstel
van art. 38 in den vorm van voor 15 Jan. 1879 in de
gegeven omstandigheden het eenige middel was waardoor
aan de gerezen bezwaren (bedoeld in de Synodale circulaire
van 28/29 April jl.) kon worden tegemoetgekomen , en dat
deze herstelling ook aan niemands rechten en plichten te
kort deed, integendeel aan een iegelijk de billijke en
noodige vrijheid waarborgde. Voorts lichtte hij toe met
welke bedoeling in dit voorstel was gewaagd van een z.g.
pravisorium b.v. voor 10 jaren. Men wilde alleen het
wenschelijke daarvan uitgesproken zien , wel beseffende dat
geen Synode in onze Ned. Herv. Kerk , naar de bestaande
organisatie iets meer te dezen aanzien kan of mag doen
en eene volgende Synode geheel vrij blijft, dien wensch
al of niet op te volgen. Zoo was het ook met het punt
der voorbereiding eener buitengewone Synode ^ door hemen
zijne medeonderteekenaren genoemd. Ook deze zou de
Sydode, huns inziens, wenêcheliji moeten noemen, en,
altijd langs wettigen weg, voorbereiden. Uwe Commissie
kon echter met de geachte voorstellers of geheel niet, of
slechts ten deele medegaan. Over herstel van art, 38 oud.
is haar advies al bekend. En wat het wenschelijke betreft
om de belijdeniskwestie te laten rusten , hiert^nover stond
het gevoelen , dat zij behoefte had aan eene radicale oplos-
sing. Ook waar men deze niet in den door bedoelde leden
beoogden zin begeerde, twijfelde de een of het uitspreken
van zulk een wenêcA, als de voorstellers bedoelden, voor
de Synode wel raadzaam was, ofschoon een ander dien
wensch gaarne zag uitgesproken. Nog minder instemming
vond het denkbeeld om, al ware het in den vorm van
811
een uitgesprohen wensch^ ingewikkeld een eersten stap te
doen tot voorbereiding eener buitengewone Synode. Achtte
sommigen dit bedenkelijk , behalve om andere overwegingen ,
mede hierom dat eene geheele verandering van reglementen
aan zulk eene buitengewone Synode zou moeten vooraf-
gaan, iets, dat, al ware het raadzaam, niet door het
uitspreken van wenêchen moest worden voorbereid ; anderen
zouden zulk een uitgesproken wensch iets hoogst ge-
vaarlijks achten, en een medewerken aan pogingen, die
werden aangewend om eene bepaalde richting in de Kerk
te onderdrukken. De voorsteller, hoewel bij zijne uitge-
sproken meening volhardend en betuigend hoe het hem en
velen zijner geestverwanten om geenerlei verkorting van
iemands vrijheid of recht te doen was, maar om handhaving
van de beginselen , waarop de Ned. Herv. Kerk is gebouwd
en waarop zij huns inziens alleen kan blijven bestaan* en
bloeien, legde er zich bij neer dat tot het uitspreken van
bedoelde wenschen nu niet werd geadviseerd, en dat de
Commissie zich bleef bepalen bij het advies ten aanzien
van het voorstel Weatrik c. s. in haar vorig rapport, punt
8 der conclusie gegeven.
Op een punt waren ten slotte allen het ééns, en het
gaf hun een aangenaam gevoel met het uitspreken daarvan
hun ernstig, broederlijk samenspreken te besluiten: //Zij
zouden zich allen verheugen wanneer het mogelijk was de
belijdenisquaestie te laten rusten .''
Èesumeerend stelt uwe Commissie u voor:
1^. Nogmaals eenparig evenals in haar vorig rapport
alle door den aanvang hunner werkzaamheden in hare
handen gestelde voorstellen af te wijzen.
2**. Met meerderhdd van stemmen: af te wijzen het
voorstel in uwe vergadering van gisteren door de heeren
Roodkidjzen c. s. ingediend.
3**. Eenparig: af ie wijzen het in dezelfde vergadering
ingediend voorstel der heeren van Lakerveld c. s.
4®. Met meerderheid van stemmen: af te mjzen het voorstel,
gister andermaal ter tafel gebracht door de HH. Westrik c. s.
E. H. Lasondbb.
J. DOÜWBS.
CÉSAB Segees.
J. Beuinwold Riedel.
L. DiKEMA.
212
Overeenkomstig be- lil overeenstemming met het gisteren genomen besluit
sluit om verschillende ]^ojjixt het rapport terstond in behandeling en wordt naar
Xt if i^haSng te 1^«* ^^^^^ dö' Commissie eenstemmig besloten geen ge-
nemen, volg te geven aan de vermelde voorstellen van het Pro-
vinciaal Kerkbestuur van Utrecht en van de Classicale
Vergaderingen van Amersfoort en Wijk, rakende de
redactie van art. 88 en 39 van het Reglement op het
Godsdienstonderwijs y noch ook aan het voorstel van deu
predikant C, J. Bruiel de la Rivière te Haarlem, ter
zake der aanneming en bevestiging van lidmaten, noch aan
het voorstel van de Classicale Vergadering van Heeren-
veen om aan alle rigtingen in de Kerk vrije beweging
te verschaffen, ook wat de belijdenis en de voorwaarde
van het lidmaatschap betreft.
Beraadslaging over In de eerste plaats komt nu het voorstel van de heereii
^enn^^^llkervem^^''^ Lflitfrüötó c. s. in behandeling, wijziging van art.
o. 8. tot wijziging van 1 en 1 1 van het Algemeen Reglement verlangende. Tot
art. 1 en 1 1 van het toelichting van dat voorstel wordt door den heer van
lli&etot^me^^^^^^ hoofdzakelijk gezegd, dat het overeenkomst met
daarvan. het eerste gedeelte van het voorstel van den heer Brukl
de la Rimère, dat hem aanstonds aannemelijk voorkwam;
dat toch het eerste artikel van het Algemeen Reglement
het karakter der Kerk moet uitdrukken , zooals h^ meent,
te geschieden in de door hem en twee zijner medeleden
voorgestelde formulering; dat als verklaard wordt wat de
Nederlandsche Hervormde Kerk is, het ook uitkomen
moet, dat daarin de verschillende rigtingen hunne plaats
hebben, opdat niet langer haar historisch regt, dat nog
in het voorgaande jaar door de Synode als uitgemaakt
is verklaard, kunne worde betwist; daar moet wette-
lijk ruimte zijn voor alle rigtingen, aan de onbe-
stemdheid , welke daaromtrent nog in de Reglementen
wordt aangetroffen moet een einde worden gemaakt; er
moet waarheid in de reglementen zijn; is het door de
Synode ten voorgaanden jare met eenparigheid van stemmen
uitgesproken, dat allen, die thans lidmaten der Neder-
landsche Hervormde Kerk zijn, van welke rigting ook,
regt op dat lidmaatschap hebben, en heeft zij steeds het
beginsel van vrijheid voor allen voorgestaan en gehandhaafd,
en zulks ook op kerkregtelijke gronden, daarin vindt de
voorgestelde formulering van wat de Nederlandsche Her-
vormde Kerk is hare aanbeveling, maar daarom ook is
213
de wijziging van art. 11 bij het voorstel opgenomen ,
daar het , zoo als het thans luidt , in strijd is met de
door de Synode aangenomen beginselen. Om de opmerking
onder de beraadslagingen gemaakt, dat de heer van
Lakerveld aldus uitspreekt, wat altoos de grieve is van
de orthodoxen tegen de Synodale besluiten, verklaarde
hij zich nader door te zeggen, dat zijne bedoeling was,
dat er strijd is tusschen den historischen zin , die aan de
woorden //handhaving harer leer'' moet worden toegekend,
en de letterlijke beteekenis dier woorden.
Op gelijke gronden als door den heer van Laherveld
zijn aangevoerd wordt ook door de heeren Soodhuyzen en
van Duyl op de aanneming van dit voorstel aangedron-
gen, ook wat de wijziging van artikel 11 aangaat, de-
wijl dit art. zoo als het doorgaans wordt opgevat, een
wapen is in de handen der tegenstanders.
Onderscheiden leden verklaren veel sympathie te hebben
voor zulke formulering van art. 1 van het Algemeen Be-
glement, als in het voorstel vervat is; velen hunner staan
echter in twijfel of het thans wel de geschikte tijd is
voor deze verandering van het Algemeen Beglement, en
laten zich op een na van de ondersteuning van dit voorstel
teraghouden door de bedenking der overige leden, dat
door de aanneming er van de tegenwoordige strijd te hefti-
ger zal worden, en het gevaar van scheuring en uit-
eenspatting der Kerk vermeerderen zal, terwijl de Synode
zich thans geroepen moet achten om zoo veel mogelijk
tot herstel van orde en vrede mede te werken om de
nadeelen, welke de godsdienstige belangen van de ver-
deeldheid dezer dagen lijden. De voorstellers meenen dat
die bedenking niet mag wegen als men hun zal moeten
toestemmen , dat de invoering der verandering op den duur
toenadering zal bevorderen en dan niet moet vergeten , dat
de groote Meester geen strijd, zelfs het kruis niet geschuwd
heeft voor het groote doel, wat Hij zich had voorgesteld.
Maar het ontbreekt ook niet aan leden, die, evenver-
melde bedenking daargelaten, tegen het dus formuleren
van art. 1 op zich zelf bezwaar maken. Hun voorname
bezwaar is dat aan de omschrijving der Kerk de uitdruk-
king van haar Hervormd karakter ontbreekt, ter onder-
scheiding van andere Protestantsche Kerkgenootschappen;
zelfs wordt door een der leden twijfel geopperd of de
Synode als vertegenwoordigster van de Nederlandsche
•
214
Hervormde Kerk^ wel bevoegd zou zijn om zulk een
voorstel in behandeling te nemen. Twijfel wordt er ook
geopperd of, indien men eene omschrijving wil geven aan
hetgeen de Nederlandsche Hervormde Kerk is, zulke om-
schrijving thans wel kan gegeven worden^ naar den toe-
stand waarin zij verkeert. Behalve het reeds vermelde wordt
het ook als eene bepaalde leemte beschouwd^ dat wel als
doel van de onderlinge verbindtenis genoemd wordt, de
bedoelingen van Jezus Christus te helpen verwezenlijken,
maar het belijden van Hem niet eens vermeld wordt ^ ter-
wijl ook op de onbestemdheid gewezen wordt die de
omschrijving krijgt^ als daar zoo veel uitlegging vereischt
wordt om te verstaan wat onder de bedoelingen van Jezus
Christus begrepen is. Gelijke onbestemdheid wordt ook
gevonden in de omschrijving //gebouwd op den grondslag
van het Protestantisme^' bij het verschil van meening wat
onder het Protestantisme te verstaan , en bedenking ook
gemaakt, dat hier de Nederlandsche Hervormde Kerk
voorkomt als eene afdeeling der Algemeene Christelijke
Kerk, daar deze in den eigenlijken zin niet dan als het
groote Godsrijk bestaat waarvan het bestuur niet als dat
der voorbijgaande Kerkgenootschappen beligchaamd is.
Om verschillende redenen wordt ook bedenking gemaakt
tegen de wijziging van art. 11. Al deelen velen niet in
de beschouwing^ dat tegen het veranderen van dat artikel
een kerk- of staatsregtelijk bezwaar zou bestaan, daar de
Synode in 1851 het artikel gewijzigd heeft, zonder dat
daartegen, van de bevoegde autoriteiten bedenkingen zijn
ingebragt, om de onbestemdheid wederom van het woord
beginsel wordt de wijziging geene verbetering geacht en
wordt zij ook niet noodig gerekend, nu in de laatste
jaren zoo duidelijk is uiteengezet, wat daar handhaving
der leer beteekent, zoodat het bezwaar der voorstellers,
aan het misverstand daarvan ontleend, ongegrond wordt
geoordeeld, terwijl de aanneming der wijziging voor de
rust der Kerk niet minder gevaarlijk wordt geacht dan
de aanneming der voorgestelde veraQdering van art. 1.
Na sluiting der beraadslagingen, geeft de heer van
Lakerveld in overweging om eerst de verandering van art.
1 in stemming te brengen, omdat hij die verandering
wenscht, ook onafhankelijk van de daarbij voorgestelde
wijziging van art. 11, opdat bij de aanneming van de
verlangde verandering van art. 88 van het fieglement op
216
het Godsdienstonderwijs daarnaar kanne worden oerwezen.
Als na de verandering van art. 1 met vijftien tegen vier stem-
men verworpen werd , blijft het voorstel tot wijziging van art.
11, als daarmede in verband gebragt^ buiten stemming.
Behalve de voarsêeller$ en de heer van der Hoeve,
stemden alle overige leden in overeenstemming met de
adviezen van de Hoogleeraren en den Secretaris tegen de
voorgestelde verandering van art. 1.
Aan de orde komt nu het gisteren door de heeren , ^** ^^b^LT^ ^^
BoodAufzen c. s. ter tafel gebragte voorstel tot veran- c.^T^ot verandering
dering van art. 38 en 39 van het Beglement op het van art. 88 en 39 van
Godsdienstonderwijs en aanvulling van art. 22 van het Jl.** 5*'^^*"*°* °P>®*
^ , n 1 1 1 Tl r Godadienatonderwiis en
Reglement voor de kerkeraden, waarop de heer van i^a- aanynliing van art. 22
kerveld nog als amendement voorstelt het slot van art. 38 v>Q l^et Reglement
lie?er te doen luiden: /^ wanneer zij ^^rklaren de beginselen ^^^'^^J^^^^J^*J
van Jezus in woord en daad te willen beleven en tot amendement van den
den bloei der Nederlandsche Hervormde Kerk te willen ^eer mm Lakerveldia
medewerken.'' behandeUng.
De heer EoodAuyzen verklaart weinig toe te voegen te
hebben tot hetgeen reeds bij het voorstel tot toelichting
is aangevoerd. Even als het voorstel van den heer van
laierveld wil het aan de verschillende rigtingen meer
ruimte geven, en alle gewetensbezwaren wegnemen, die
aan de vrije toetreding in den weg mogten staan en den
heiligen indruk dier plegtigheid zoo dikwijls bederven,
waarom hij en zijn medelid van Duyl ook het amendement
van den heer van Laherveld niet kunnen overnemen,
daar zij de vaststelling van eenige formule, hoe ruim ook
gesteld, ongeraden achten, omdat daarin altoos voor het
geweten van den aannemeling iets bezwarende kan ge-
legen zijn.
De heer van Laherveld geeft echter aan eene bepaalde
formule, zoo ruim mogelijk gesteld, de voorkeur, opdat
de aannemelingen vooruit weten waartoe zij zich ver-
binden.
Wegens het vergevorderde van het uur voor deze zitting
bepaald , moeten de beraadslagingen over het voorstel ge-
stiutkt worden, nadat de Hoogleeraren, de Vice-President
en de Secretarie hunne adviezen hadden uitgebragt. De
heer Laeonder en de Secretarie hadden zich daarbij hoofd-
zakelijk met het praeadvies van den heer Oooazen veree-
nigd, die de aanneming van het voorstel ontried, als
216
onnoodig, zoowel om de vooi^enomen EerspeWorming^ als
ook omdat de laatste verandering van art« 39, waarbij
de orthodoxen ziöh hebben neergelegd, voldoende ruimte
gegeven heeft, en wanneer na ook nog enkelen bezwaren
blijven hebben, daarin geen grond gelegen is tot zulk een
ingrijpend voorstel waarbij wegens de verwijdering der
schoone overoude formule gansch en al met het verleden
zou gebroken worden. Het officieel, kerkregtelijk schrappen
van art. S9, zon naar des praeadviseurs oordeel, een zeer
gevaarlijk en ongeregtvaardigd toegeven zijn aan eene theo-
logische rigting, die weinig historisch gevoel openbaart,
en aan een bedenkelijk radicalisme, ja een nihilistische
streven op theologisch gebied gehoorzaamt.
De Vice*president gaf daarentegen zijne sympathie voor
het voorstel te kennen , zelfs zijnen wensch dat de regeling
van de aanneming en bevestiging van lidmaten aan de
autonomie der gemeenten mogt worden overgelaten, daar
deze toch reeds het regt tot de benoeming van ouderlingen
en diakenen en tot beroeping van hare predikanten ver-
kregen hebben.
Sluiting der twin- De verdere behandeling van het voorstel wordt intus-
tigste zitting. schen tot de volgende zitting verdaagd , waarvan de opening
op morgen voormiddag tien uur bepaald wordt. De tegen-
woordige zitting wordt hiermede gesloten.
J. J. L. LuTi, PresidefU.
EEN EN TWINTIGSTE ZITTING.
Zatnrdag den 14 Angiutas 1880.
Na opening der zitting wordt de Secretaris voor het Opening der een en
lezen der notnlen van gisteren diligent verklaart. twiniigate «tting.
Aanstonds wordt derhalve ovei^gaan tot voortzetting Voortgezette be-
van de gisteren aauffevansen beraadslagingen over het raadalagingen over het
Li j 1 1_ « X A j Toorstel vandeheeren
voorstel van de hh. JioodhuifZên c. s. omtrent de aanne* Boodku^zen c. ■. lei-
miog en bevestiging der lidmaten , waardoor de tijd dezer dende tot verwerping
ritting bijna geheel wordt ingenomen. I5e5^(Tö/arw meent *|[^J*°^^°*^|^^J^8
nog ten aanzien van den gisteren door den Yice-president van den heer van
uitgesproken wensch , dat de aanneming en bevestiging Lakerpeld,
der lidmaten mogt worden overgelaten aan de autonomie
der gemeenten, te moeten doen opmerken, dat dit toch
niet zon aangenaam, daar de aanneming eene toetreding
is tot het lidmaatschap der Nederlandsche Hervormde
Kerk, en de zeer niteenloopende zamenstelling der Kerken-
raden onder de werking van het Kiesreglement het bestaan
van algemeene bepalingen tot bescherming van de regten
en belangen der aankomende lidmaten volstrekt noodig
maken. Verder verklaren thans onderscheiden leden zich
te vereenigen met de bezwaren , welke gisteren reeds tegen
het voorstel van de heeren Boodiuyzet^ c. s. werden in-
gebragt. Men merkt ook op dat het vastellen van eene
bindende formule, hoe kort ook, zou zijn in plaats van
vooroitgang achteruitgang, nu in art. 39 eene behoorlijke
mate van vrijheid in het gebruik der daarin vermelde
formale verzekerd ia geworden. Een lid spreekt zijne be-
vreemding uit, dat terwijl men zich verzet tegen de vragen
naar art. 39 letterlijk te doen , en die ook niet letterlijk
behoeft te doen , nu eene formule wil invoeren waaraan
men zich letterlijk zou moeten houden, en hoedanige formule?
vraagt een ander lid weder, die volstrekt niet rijmt met den
geestelijken aard der aanneming , welke toch meer beteekent
dan bloote onderwerping aan de Beglementen der Kerk.
Daar zijn zelfa, die tegen de behandeling van het voorstel
il8
protesteren , omdat zij aan de Synode liet regt niet toekennen
omtrent de belijdenis der Kerk bepalingen te maken ^ laat
staan ^ zooals door de aanneming van het voorstel zou
geschieden, bij de bevestiging van lidmaten de belijdenis
des geloofs geheel te doen vervallen. Daaromtrent wordt
nog herinnerd aan het bekende antwoord door den Com-
missaris-generaal bij de invoering van de Kerkorganisatie
van 1816 aan de classis van Amsterdam omtrent de
bevoegdheid der Synode gegeven.
Velen zijn echter van oordeel dat het amendement van
den heer van Laierveld nog als eene verbetering van het
voorstel EoodAuyzm te beschouwen is, ofschoon omtrent
het spreken daarin enkel van de b^nselen van Jezns
gelijke . opmerkingen gemaakt worden als gisteren bij de
behandeling van het voorstel tot verandering van art. 1
van het Algemeen Reglement^ en er ook nog op wordt
gewezen in hoe verschillenden zin de verklaring, zoowel
in het amendement als in het voorstel voorkomende, van
tot den bloei der Hervormde Kerk te willen medewerken
kan worden verstaan. De aanvulling van art. 22 van
het Beglement voor de Kerkeraden wordt door een lid
der Vergadering in elk geval bedenkelijk geacht op grond ,
dat zij het clericalisme zou bevorderen en voor vele predi-
kanten eene vaste formule werkelijk noodig is te achten.
Het ontbreekt echter niet aan leden, die het voorstel
zeer ondersteunen, hetzij met of zonder het amendement
van den heer van Laierveld, De heer Bruinwold Biedel
wenscht, als tot de minderheid der Commissie behoorende,
rekenschap te geven vraarom hij , ofschoon ter Vergadering
gekomen met den wensch dat geene ingrijpende voor-
stellen ter tafel mogten komen, nogtans zich niet bij do
meerderheid der Commissie gevoegd heeft, omdat bij
namelijk, nu het voorstel eens ingediend en in handen der
Commissie gesteld was, er te veel sympathie voor ge-
voelde om de aanneming tegen te werken , doch ook had
voorgesteld, het zoodanig te amenderen, als nn door
den heer van Laierveld gesehied is. De heer DiietMi
die ook tot de minderheid der Commissie behoorde,
spreekt in gelijken geest, doch verlangde, als hij later
tegen het voorstel stemde, te hebben vermeld dat dit
geschiedde onder den indruk van de bedenkingen omtrent
de ontijdigheid van het voorstel gemaakt.
Jio voorstanders VHn bet voorstel verklaren zich geheel
219
met de besohoawingen van den heer BoodiujfSfen te ver-
eenigen. Zij vinden geen grond om hier gelijk de eerste
praeadviseur van een bedenkelijk tadicalisme of nihi-
listisch streven te spreken. Zij achten de aanneming ge-
wenscht, omdat het naar faun oordeel meer dan eenig
ander ^ dat ter tafel is, tot oplossing der belijdeniskwestie
kan leiden. Volgens hen voegt bij de vragen , die b\j
de aanneming of bevesUging gedaan worden, geen dog-
matiek, geen gebruik van verouderde formules i maar
voegen slechts gezindheidsvragen. Met warmte wordt door
den heer Roodhuj/zen vooral de aanneming van zijn voorstel
bepleit, in het belang der aannemelingen en tot waarborg
dat de ernst der plegtigheid hunner toetreding door geen
dogmatisch geschil of twijfeling verstoord worde» Gaarne
wil hij toegeven, dat de vragen van art. 39 , zoo als nu
de redactie luidt, wel kunnen gedaan worden zonder het
vroeger daartegen bestaan hebbend bezwaar , doch nimmer
zoo, dat zij voor alle aannemelingen verstaanbaar zullen
zijn of allen zullen kunnen bevredigen. De heer van La-
kerveld handhaaft echter zijn amendement, met het oog
ook op de aanhangige kerspelvorming, voor zich over-
tuigd, dat bij de aanneming eene bepaalde verklaring, als
hij verlangde, niet kan gemist worden.
Onder hen echter^ die zich in beginsel voor het voorstel
verklaren, zoo als het geamendeerd is, zijn er ook die
de bedenking omtrent den tegenstand, dien het in de
Kerk te wachten heeft, niet ongegrond aditen en is het
de Prmdent inzonderheid, die bij de erkenning dat hij
vroeger met den hoogleeraar Kuenen soortgelijk voorstel
ter tafel gebragt heeft en toen de aanneming daarvan
zeer wenschelijk had beschouwd, opmerken doet dat de
tegenwoordige tijd van feilen strijd niet gesdiikt is voor
het maken van zulke ingrijpende bq)alingen en daarvoor
rustiger tijd behoort te worden afgewacht.
Na de sluiting der beraadslagingen wordt eerst het
amendement van den heer van Lakerveld in stemming
gebragt, waarbij enkele leden verklaren dat, indien zij ook
tegen de aanneming van het voorstel zelf zullen stemmen ,
voor het amendement wenachen te stemmen om daardoor
althans, tot verbetering van het voorstel mede te werken.
Het amendement wordt met tien tegen acht stemmen aan-
genomen, te weten door de stemmen den heeren Ovet'*
man, Jans , Alingh Prins , Bruinwold Riedel ^ Bruna^
220
Bihema^ mn Lakerveld, Kronenberg , van der Hoeve en
van den President.
Met de Hoogleerdren eu den Secretarie stemden tegen
de heeren van Duyl, Weetrik , Douwee, de Man^ van
Berde ^ van der Veen, Eoodhuyzen en Segerê.
Aan den heer van den Brandeler was toegestaan buiten
stemming te blijven. Hij verzocht dit omdat hij aan de
verbetering van het voorstel geen deel wilde nemen.
Het geamendeerde voorstel komt nu in stemming: het
wordt met tien tegen negen stemmen verworpen^ namelijk
naar de adviezen der Hoogleeraren Gn van den Secretark
door de stemmen der heeren van den Brandeler, JFestrii,
Bruna , Douwes , Diiema , de Man , van Eerde , Kronen»
i^g , Segers en van den President, Voor stemden de heeren
Overman, van JDuyl, Jans, Alingh Prins, BruinwoU
Riedel, van Lakerveld, van der Veen , RoodAnyzen en van
der Hoeve,
Het voorstel van de Vervolgens komt aan de orde het advies van de Com-
hceren Wettrik e. 8. miggie over het voorstel van de heeren Westrik e. s. tot
tot nerstei der oude 1.1 t -■ ii* «n» li
redactie van art. 38 herstel van de voorgaande redactie van art. 38 van net
iosgelijks verworpen. Reglement op het Godsdienstonderwijs. Noch door de voor-
stellers, als die meenen het voorstel reeds voldoende toe-
gelicht te hebben, noch door de overige leden der verga-
dering wordt na de evengevoerde beraadslagingen eene af-
zonderlijke beraadslaging over het advies der Commissie
verlangd, terwijl de voorstdlers verklaren voor als nog van
den nitgësproken wensch omtrent een provisorium voor
den tijd van tien jaren geen voorstel te willen maken.
Het advies der Commissie wordt daarop met vijftien
t^n vier stemmen aangenomen , zoodat ook dit voorstel ver-
worpen is. Met de voorstellers had alleen de heer van Eerde
overeenkomstig het advies van den heer Lasonder tegen het
advies der Commissie gestemd. Alle overige leden hadden
zich met den hóogleeraar Ooosüen en den Secretarie er voor
verklaard.
Na afloop der stemming antwoordde de heer Segers nog
op de bij de straks gevoerde beraadslaging vernomen be-
tvnjfeling vun een der leden, of de orthodoxen werkelijk,
zooals de eerste praeadviseur beweerd had, zich bij de
laatste verandering van art. 39 hadden neergelegd; hij
bevestigde zulks bij mededeeling van zijn gevoelen, dat
dit hieraan zou zijn toe te schrijven , dat hunne aandacht
Tooral op art. 38 gevestigd was, maar van zijne overtaiging
ook dat althans de gematigde orthodoxen zich bij bedoelde
veranderingen van art. 39 zouden blijven nederle^en , als
de aanstoot, dien de 5^ alinea van art. 38 gegeven had,
mogt worden weggenomen, en dat, indien dit geschiedde,
eene gewijzigde kerspelvorming bij hen geen tegenstand
zou ondervinden.
De verdere behandeling van het rapport der Commissie
ter zake van art. 38 wordt tot a. s. Maandag uitgesteld.
Nog wordt kennisgenomen van een verzoek van het Goedkenring van de
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland van 8 Mei , gwMTeranderiMc der
gereg. onder n°. 444, om goedkeuring van zijn in afschrift ^?^*^„ Bodegra-
overgel^d besluit van dezelfde dagieekening tot grens ver- ven.
andering der in twee verschillende classicale ressorten ge-
legen gemeenten te Sluipwijk en Bodegraven. Dewijl
uit dit besluit blijkt, dat daarbij alle wettelijke voor-
schriften zijn in acht genomen, wordt met algemeene
stemmen op de stem na van den heer Segera, die als lid
van het Provinciaal Kerkbestuur zich in deze onthouden
moest, tot het verleenen der gevraagde goedkeuring be-
sloten.
Ter zake van een thans ter tafel gebragt berigt omtrent Orde van den dag
eene door de afgevaardigden van den Kerkeraad te A a g t e- 1?[ *^® de ^Vwl*-
kerke ter Classicale vergadering van Middelburg en digden van Aagte-
nog vier leden dier vergadering a%elegde verklaring, gereg. kerke en vier andere
onder u». 675, dat zij de Synode niet meer als wettig J^^^'^^^^?^!
bestaande zullen aanmerken, tenzij zij zich als demissionair del burg.
beschouwe, en hare voorstellen ter zijde zullen leggen,
wordt met eenparigheid van adviezen en stemmen besloten
over te gaan tot de orde van den dag.
Daarentegen wordt alleen voor kennisneming aangenomen Aannemingvoorken-
eene verklaring van de Classicale verklaring van Middel- aidMe'wklwdn ^m
burg, gereg. onder n®. 679, hoofdzakelijk dienende om genoemde classicale
haar leedwezen over den gang der zaken en de verschil- ^«';g*de5J"8'*»|^«nde de
lende besluiten der Synode, de belijdeniskwestie rakende, **ö^®°" wesüe.
uit te drukken. Bij het adres was aangeteekend , dat de
predikanten AbrescA, Koek, Carp en Serbmacier Zynen sis
ook de ouderling Zijp zich er niet mede hadden kunnen
vereenigen.
222
Slaiting der eea en De vergadering wordt hierna tot Maandag namiddag
twintigste ntting. ^^^ ^^^ verdaagd , zijnde eene bijeenkomst der Synodus
contracta ter zake van het hooger beroep van den predikant
Alemjn Faure, bepaald op dien dag voormiddag elf uur.
De zittingen der week worden vervolgens door den Presi-
dent met gebed gesloten.
J. J. L. LuTi, President.
TWEE EN TWINTIGSTE ZITTING.
Maandag 16 Augattus 1880.
De zitting wordt door den President met gebed geopend , Opening der twee
daarna worden de notulen van de zittingen van Vrijdag en •" twintigste atting.
Zatnrdag jl. achtereenvolgens gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde zijn thans de voorsteilen der Commissie De voorttellen der
ter zake van de belijdeniskwestie omtrent de voorloopig l>etrokken Commissie
aangenomen veranderingen van art. 88 van het Iteglement J^{;7^a3 'lÜit^^Jn
op het Godsdienstonderwijs. amendement van deu
Op het eerste voorstel dient de Prendent het amende- ï*"«Went op de Se
ment in te lezen : //is de predikant bevoegd tot de aan- ^ '°^'
neming over te gaan, mits in tegenwoordigheid van een
of meer stemgerechtigden leden der gemeente ter zijner
keuze, die de handeling als getuigen bijwonen.'^ Tot aan-
beveling van dit amendement doet de President hoofdzake-
lijk opmerken , dat het tegemoet komt aan het bezwaar dat
het voorstel van de Commissie naar zijn oordeel drukt,
dat in de gevallen, waarvan hier sprake is, de Kerkeraden
ook bedenking zullen maken, hunne toestemming tot het
uitnoodigen van oud-ouderlingen te geven; dat wanneer
de Kerkeraden daarvan eene gewetenszaak maken , het hen
ontheft van den moeijelijken strijd van het geven van
toestemming als zij meenen dat hun geweten dit verbiedt ,
omdat het hen er geheel buitenlaat; ep daar er niets tegen
is aan den predikant zulke bevoegdheid toe te kennen,
omdat deze toch ook naar de Reglementen bij de aanneming
de handelende persoon is. Daartegen verdedigt de hoog-
leeraar Lasonder het voerstel der Commissie, omdat het de
kerkregtelijke bezwaren tegen de voorloopig aangenomen
verandering uit den weg ruimt, terwijl het amendement
van den President hem toeschijnt kerkregtelijk niet aan-
nemelijk te zijn, omdat het aan de bevoegdheid van den
Kerkeraad te kort doet.
Bij de uu over geheel deze zaak gevoerde beraadslagingen
openbaart zich velerlei verschil van gevoelen.
224
Daar zijn die nog de voorkeur geven aan de voorloopige
verandering , evenals de minderheid van de Commissie tegen
dit voorstel van de meerderheid aanmerkende ^ dat het de
zwarigheid slechts verplaatst^ en het ligt vooruit te zien is,
dat de Kerkeraden bezwaar zullen maken de taak der
ouderlingeu op oud-ouderlingen over te dragen.
Daar zijn echter een groot aantal leden, die verklaren
aan het voorstel der Commissie de voorkeur te geven,
omdat nu eenmaal naar de Beglementen de aanneming
van lidmaten vanwege den Kerkeraad geschiedt, die
bepaling hier tot zijn regt komt, en als de ouderlingen
bezwaar maken om zich tot de aanneming te doen afvaar-
digen, de Kerkeraad te gereeder zijne toestemiAing kan
geven , dat hunne taak door oud-ouderlingen vervuld
wordt , omdat ook naar de Beglementen in andere gevallen
de dienst van oud-ouderlingen kan worden ingeroepen. De
aanneming geheel aan den predikant over te laten , zij het
dan ook onder getuigen , schijnt hun met de Beglementen
in strijd.
Andere leden deelen weder volstrekt niet in dit gevoelen.
Zij wijzen er op hoe in het Beglement voor de Kerkeraden
voor de aanneming de predikant overal als handelende
op den voorgrond treedt , bij opmerking dat het daar wel
luidt, dat de aanneming van wege den Kerkeraad, maar
geenszins dat zij door den Kerkeraad geschiedt. Men meent
zelfs dat, indien de ouderlingen terug blijven , de predikant
volkomen bevoegd zou zijn met de aanneming voort te
gaan , en er derhalve geen kerkregtelijk bezwaar tegen het
amendement van den President bestaat, waar deze in het
gegeven geval zulke aanneming in tegenwoordigheid van
een of meer getuigen wil laten geschieden. Er wordt ook
opgemerkt dat daarvoor stemgeregtigden te kiezen niet in
strijd kan geacht worden met het Beglement voor de Kerke-
raden, waar in art. 14 iets derglijks ook bij den Doop
wordt toegelaten.
De heer Kronenberg, die het uit den aard der zaak
verkieselijker acht, in deze den dienst van oud-ouder-
lingen in te roepen, stelt daarom als amendement op
het voorstel van den President voor, daarin op stem-
gerechtigden te doen volgen : bij voorkeur oud-ouderlingen.
Daar werd echter door den heer van Laherveld gevraagd ,
of het niet wenschelijk zij ter zake geene bepaling te maken ,
als geheel overbodig, wanneer de kerspelvorming mogt
225
doorgaan, wanneer toch aan de Kerkeraden der verschil-
lende kerspelen wel zal kunnen worden toegelaten, hais-
hoadelijke bepalingen omtrent de aanneming van lidmaten
te maken.
De heer BooMuiJzen, die het betreurt dat de zaak der
aanneming zulk een loop heeft genomen, dat zij geheel
aan de ouderlingen is overgegeven , acht wel eene bepaling
noodig, maar geeft in overweging, in deze te handelen
naar de analogie der Beglementen, en dus haar te doen
luiden : /^Ouderlingen kunnen op hun verzoek ontslagen
worden van de verplichting om de aanneming bij te wonen ,
wanneer hunne taak door een lid van een collegie boven
den Kerkeraad zal kunnen vervuld worden/'
Nog wordt door den heer van den Brandeler gevraagd
of de bepaling , hoe ook gewijzigd , wel afzonderlijk in stem-
ming zal kunnen komen, en of niet over geheel de ver-
andering van art. 38, al. 5 daaronder ook begrepen, in
eens zal moeten gestemd worden , evenals ook bij de
voorloopige aanneming geschied is.
Intuscben worden de verdere beraadslagingen om het
vergevorderde uur tot morgen uitgesteld.
De vorgadering wordt hierop verdaagd en de zitting Vei-dagin^ der be-
daarmede gesloten. raadslagingen en «lui-
ting der twee en twin*
J. J. L. Ltjti , President. ^'^^ «»«i"S-
15
DRIE EN TWINTIGSTE ZITTING.
Dingsdag den 17den Angustus 1880.
Opening der drie Na Opening der zitting wordeu de notalen der zitting
en twintigste zitting, van gisteren gelezen en goedgekeurd.
Dankbetuiging van Voor kennisgeving worden aangenomen twee brieven
Kerkeraden voor toe- ^^^ dankbetuiging, de een van den Kerkeraad te Leeuwen
gekende subsidie. ^ r, t ^ i «no i^
ca. van 1^ Augustus, gereg. onder n^. 33, wegens het
toekennen van eene toelage uit het fonds tot verbetering
der schraalste predikantstractementen; de ander van den
Kerkeraad te Hollandsche Veld, z. d. gereg. onder
n^. 34 , voor het verleenen van eene toelage uit het fonds
tot voorziening in de geestelijke behoeften van gemeenten ,
waar eigen middelen ontbreken.
Toekennittg alsnog Op eene nog van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-
Zrn''d,"Smee*rt; holland ingekomen voordragt dd. 15 Augustus, gereg.
te Spijk in Znid-onder n^ 32, om aan de gemeente te Spijk weder eene
holland. toelage van f 40 uit het fonds voor noodlijdende kerken
ter tegemoetkoming van hare kerkelijke administratie toe
te kennen, wordt overeenkomstig de voordragt besloten.
De beraadslagingen De beraadslaging over de voorloopig aangenomen ver-
twn^^arTts^'al^^s «ndering van art. 38 van het Reglement op het Gods-
van het Reglement op dien ston der wijs ter voorziening in de gevallen dat ouder-
het Godsdienstoudcr- üngen bezwaar maken bij de aanneming van lidmaten
df stemmtTdiarover tegenwoordig te zijn en de daarop betrekkelijke voorstellen
aangebonden. van de Commissie en van den President , gisteren gevoerd,
worden nog voortgezet. Daarbij verdedigt de hoogleeraar
Lasonder het voorstel der Commissie op grond vooral, dat
het de aan den Kerkeraad bij het Eeglement ter zake der
aanneming van lidmaten eens toegekende bevoegdheid hand-
haaft, terwijl hij betwijfelt of de gisteren door dezen en
genen geuite bewering, dat een predikant met de aan-
neming zou kunnen voortgaan, wanneer de ouderlingen
terugblijven , opgaat , en acht het althans in strijd met de
227
Beglementen , dat de predikant naar eigen goedvinden
oud-ouderlingen of, zoo als de President voorstelde, stem-
geregtigden zoa kiezen om als getuigen bij de aanneming
tegenwoordig te zijn. Het hiervoor uit art. 14 van het
Reglement voor de Kerkeraden aangehaalde voorbeeld van
hetgeen bij den daar bedoelde doop is toegelaten past zijns
inziens Mer niet, als op een gansch bijzonder geval van
geheel anderen aard betrekkelijk. Fliertegen wordt echter
opgemerkt, dat het voorbeeld slechts werd aangehaald tot
bewijs dat het niet zoo in strijd zou zijn met de Begle-
menten , stemgeregtigden bij gebreke van ouderlingen tot
bijwoning der aanneming van lidmaten uit te noodigen, als
dat slechts geschiedt om daarbij als getuigen te dienen, daar de
ouderlingen naar het oorspronkelijk Reglement even als naar
de vroegere Beglementen van 1816 af aan, daarbij werke-
lijk in geene andere hoedanigheid dan die van getuigen
tegenwoordig pleegden te zijn. Tot nadere toelichting van
zijn voorstel , geeft de President te kennen dat hij er voor-
namelijk toegeleid is door de overweging, dat men hier
te doen heeft met Kerkeraden, die zich gewetenshal ve '
bezwaard maken om ouderlingen af te vaardigen, dat hij
dat gewetensbezwaar wilde geëerbiedigd hebben , en daarom
in het gegeven geval er den Kerkeraad geheel wilde buiten
gelaten hebben, verder dat hij er geen bezwaar in vond
om stemgeregtigden als getuigen bij de handeling der aan-
neming te doen dienen , maar er ook geen bedenking tegen
heeft, om het amendement van den heer Kronenberg over
te nemen , om op //stemgeregtigden'' in zijn voorstel nog
te doen volgen //bij voorkeur oud-ouderlingen." Intusschen
wordt nog door een der leden , ten aanzien van het voor-
stel van den President, opgemerkt, dat het niet voldoende
in de bestaande moeijelijkheid voorziet, dewijl de bedoelde
Kerkeraden ligt bezwaar tegen de inschrijving van de alzoo
aangenomen lidmaten zullen maken. Een ander lid wijst
op het bedenkelijke van alle ter zake gedane voorstellen ,
omdat er voedsel door gegeven wordt aan de meening , dat
men zich met beroep op het geweten vrijelijk pligtverza-
king zou mogen veroorloven. Een ander meent ook dat de
Synode indien zij in het voorstel van den President zou
willen treden wel overwegen mag, welken indruk het in
de Kerk zal maken. Onderscheiden leden maken echter
bezwaar, dat een der gedane voorstellen in stemmen korae,
alvorens omtrent de hoofdkwestie , de verandering van al. 5
228
beslist worde. Dientengevolge besluit ie Vergadering de
stemming over de behandelde voorstellen aan te houden en
thans tot de behandeling van het voorstel der Commissie
al. 5 betreffende over te gaan.
Bemadslagiug over Als amendement op het voorstel der Commissie stelt de
de voorstellen der Com- jjeer Bruna voor de 5® alinea dus te doen luiden:
ïï!l'"^'^Ldle^ //Wordt de uitslag van het onderzoek door de gezameii.
van den heer ^r«na,— lijke daarvoor aangewezen personen niet onvoldoende bevon-
voorstel ''^^^^^^'^ den , dan heeft de aanneming plaats."
gd^de alinea te doen Tot aanbeveling van het amendement doet de heer Bruna
vervallen in nadere opmerken dat het overeenkomt met soortgelijke bepaling
overweging gehonden. omtrent het Voorbereidend kerkelijk examen van de Hoog-
leerareu^ — dat het het bezwaar wegneemt, dat tegen
de alinea, zoo als zij nu luidt van verschillende zijden
is ingebragt. Hij doet nog opmerken dat aangezien bij de
aanneming slechts 2 personen , een predikant en een ouder-
ling, als afgevaardigden des Kerkeraads tegenwoordig zijn,
het niet aangaat van eene beslissing der meerderheid te
spreken.
Bij de opening der beraadslagingen geeft de hoogleeraar
Gooszen te kennen dat hij verlegen is, wat in zake te
moeten adviseren. Ofschoon de kerspel vorming vele moeije-
lijkheden zal wegnemen , erkent hij toch de noodzakelijk-
heid van de regeling buitendien der aannemingszaak ; maar
waar hij meent dat daarbij de handhaving van een hoofdbe-
ginsel der Nederlandsche Hervormde Kerk, de vrijheid, op
den voorgrond moet staan , ziet hij niet , hoe die regeling
tot stand zal kunnen komen, zoodat zij de verschillende
rigtingen in de Kerk zal kunnen bevredigen. Voorshands
schijnt hem in deze geen andere uitkomst mogelijk, dan
dat aan elke gemeente overgelaten worde, de zaak naar
eigen behoefte te regelen en derhalve geheel de alinea te
schrappen.
De hoogleeraar Lasonder dringt daarentegen op de aan-
neming van het voorstel der Commissie aan op de
gronden daarvoor in het rapport vermeld, en even als
reeds bij de algemeene beschouwingen in de zitting
van 11 Augustus zijn er onderscheiden leden, die zich
daarbij thans nog aansluiten. Naar hunne beschouwing is
al. 5 zoo als zij thans luidt onhoudbaar en dringt bet
algemeen belang der Kerk ten zeerste om aan de daar-
tegen gerezen bezwaren te gemoet te komen , daar anders
229
verei^ering van den toestand^ ja scheuring en uiteenspat-
ting der Kerk te voorzien zijn. Men acht het noodzake*
lijk dat voortgegaan worde op den weg door de Baiien-
gewone Yergadering der Synode ingeslagen om de orde
te handhaven en den vrede te herstellen, en beroept men
zich ook op het ongunstig onthaal dat de door haar ont-
worpen verandering in de Kerk ontmoet heeft , men meent
dat zulks aan misverstand is toe te schrijven^ en het
jaist eene aanbeveling is van het voorstel der Commissie,
dat het eene redactie voordraagt, die verband houdt met
alinea 4 en werkelijk eene verzoenende strekking heeft.
Vele leden blijven daarentegen volharden bij hunne
bezwaren tegen het voorstel, reeds bij de algemeene be-
schouwingen geopenbaard. Terwijl men meent, dat de klagten
der ouderlingen, alsof door alinea 5 hunne regten verkort
zijn, geenerlei grond hebben, zoo acht men de Synode
te meer verpligt om de regten der aannemelingen hier in
bescberming te nemen. Het toelaten van een onderzoek
naar de geloofsovertuiging der aannemelingen, waartoe de
redactie der Commissie weder aanleiding zou geven , zouden
de bezwaren der kwestie van de leer , die al. 5 uit de weg
wilde ruimen , in volle kracht doen terugkeeren. Het in die
alinea neergelegde Protestantsche beginsel, van vrijheid
van geloofsovertuiging, wil men tot eiken prijs gehandhaafd
hebben. Daarom zou men nog aan het amendement van
den heer Bruna de voorkeur geven , doch hebben sommigen
daartegen deze bedenking, dat het den schijn zou geven,
alsof men aan de ouderlingen allen invloed op de beslis-
sing omtrent de toelating zou willen ontzeggen, terwijl
hun het oordeel over de mate der kennis toch naar het
vigerend kerkregt niet mag worden onthouden.
Intusschen wordt bij het beraadslagen algemeen erkend ,
dat het komen tot eene beslissing in niet geringe mate
bemoeijelijkt wordt door de heerschende opgewondenheid
en door dien het hier inderdaad een strijd van beginselen
geldt, o&ehoon de vrees van sommigen voor den onder-
gang der Kerk als overdreven beschouwd wordt, omdat
eene Kerk , die de draagster is van Jezus beginselen , niet
kan ondergaan. Door de moeijelijkheid van beslissing ver-
krijgt het denkbeeld van den hoogleeraar Oooszen meer en
meer bijval, om geheel de alinea 5 te laten vallen. De
heer Oooszen meent dat het de eenige aangewezen weg is
om tot eene bevredigende uitkomst te komen. Hij merkt
230
op dat wat men sedert 10 jaren beproefd heefc langs den
weg der wetgeving om de moeijelijkheden uit den weg te
ruimen^ niet heeft gebaat, maar veeleer geschaad heeft,
maar acht dit daaraan te moeten toeschrijven, dat men
van boven af heeft willen regelen wat eigenlijk eenc
gemeentezaak is , en van de aanneming , die vroeger eene
bloot godsdienstige handeling was een kerkelijk examen
heeft gemaakt. Hij wil dat men tot den verlaten weg
terug keere. In al. 2 meent hij duidelijk omschreven te
vinden, waarop het voor de aanneming vooral aankomt.
De regeling van al het overige wil hij aan de Kerkeraden
van elke gemeente hebben vrijgelaten, maar daarbij den
predikant, die de aannemelingen onderwezen heeft of, waar
dit door godsdienstonderwijzers geschied is, te onderzoeken
heeft of de aannemelingen behoorlijk onderwezen zijn,
weer tot zijn r^t doen komen. Wat daar later bijgekomen
is beschouwt hij als de voorname oorzaak der thans be-
staande verwikkelingen.
Het voorstel van den heer Oooszen vindt thans veel
ondersteuning. Alleen wordt door sommige leden opge-
merkt, dat het geen verband houdt met de voorafgaande
en volgende alinea^s, waarom na verdere bespreking van
het voorstel, waarbij ook het bezwaar wordt gewogen, dat
indien het mogt worden aangenomen , de Kerk daarop zal
moeten gehoord worden , ten slotte door den Secretaris
voorgesteld wordt aan de heereu Gooszen, Jatiê en Douwes
op te dragen, de vergadering van advies te dienen, hoe
het met den overigen inhoud in verband te brengen, en
derhalve de beslissing over het voorstel tot eene volgende
zitting aan te houden. Overeenkomstig de motie van den
Secretaris wordt eenstemmig besloten, en draagt nu de
President aan genoemde leden op, de vergadering in deze
zoo spoedig mogelijk van advies te dienen.
Vaststelling der voor- Nog wordt het rapport in behandeling genomen , dat in de
loopjg aangenomen wij. zitting van 6 Augusttts door de betrokken Commissie bij
brt°Re^glein*ent op^de ™o»do 7^" ^^" ^«^^^ J^'^^ ^^rd uitgebragt ter zake der
vacaturen in overeen- voorloopig aangenomen verandering van art. 24 van het
tl^ti^t uT*ebri'^ Reglement op de vacaturen. De meeste leden vereenigen zich
rapport. "^ ^^ met de beschouwingen van de meerderheid der Commissie,
de vaststelling van de verandering alleszins wenschelijk
achtende. Daartegen wordt door enkele leden gewezen op de
bezwaren, die aan de verandering zouden verbonden zijn , o. a.
231
op de grootere afstanden van de vacante gemeenten in andere
Bingen of Olassen selfs, op het vei*schil in de bepalingen
bij de ringen omtrent de regeling der vacatuarbeurieu , de
verdeeling der vacatuurgelden , de waarneming der vacature
bij een annns gratiae, de van daar te vreezen conflicten,
terwijl de heer van Eerde, lid der Commissie, verklaart
om alle deze redenen zich niet met het advies der meerder-
heid te hebben kunnen vereenigen, vooral met het oog
op de groote afstanden in Drenthe en elders, waar de
toepassing bijna onmogelijk zou zijn. De redenen evenwel,
die de Synode des voorgaanden jaars tot bijna eenparige
aanneming der verandering geleid hebben, worden ook
thans overwegende voor de vaststelling geacht, waarbij
nog opgemerkt wordt dat de Besturen hier niet verpligt,
maar slechts bevoegd verklaard worden om in de gegeven
gevallen te handelen, doch ook niet zonder de betrokken
Bingen gehoord te hebben, dat de verandering in het
belang der predikanten zei ven is, als zij door besluiten
van de meerderheid van hunnen ring te zeer bezwaard
zouden kunnen worden , en als het hier mogt gelden een
strijd tusschen het belang van de beurs der predikanten en
het belang der gemeenten , het in zulke altoos exceptionele
gevallen het noodig is, dat de Besturen de bevoegdheid
hebben om voor het belang der gemeenten op te treden.
Ook meent de rapporteur der Commissie, de heer Jane,
dat de meeste bezwaren niet de verandering , maar geheel
art. 24 gelden , en daarom derhalve hier niet in aanmerking
kunnen komen.
Na sluiting der beraadslagingen wordt het advies der
Commissie met vijftien tegen vier stemmen goedgekeurd
en alzoo tot vaststelling der verandering en verzending
naar de Provinciale Kerkbesturen besloten, opdat dezer
leden er hunne stem over uitbrengen.
Op de mededeeling van den Secretaris , dat de heer Benoeming van den
H, Prima hem bij brief van 25 Augustus, gereg. onder heer w. o, Servatiut
n». 35, verzocht heeft aan de Synode te melden dat ■;g,Pj^^/|^f;-„'S^
hij om voor hem afdoende redenen de betrekking van by de Synodale Com-
secundus niet kan aannemen, wordt terstond tot aanvul- °^»"e*
ling van het drietal en tot eene nieuwe benoeming over-
gegaan. Het drietal, waarop nog de heeren Servatiua
en Kronenberg staan , wordt aangevuld met den heer
Jhr. Mr. M. J, ScAuurbeque Boeije, oud-ouderling te
232
Zierikzee, en daaruifc vervolgens de heer Mr. W, O.
Servaiius gekozen, aan wien onmiddellijk berigt van deze
benoeming zal worden gegeven.
Sluiting der drie en De vergadering wordt hierna tot morgenmiddag te
twintigste zitting. ^.^^jj ^^^ verdaagd , daar vooraf de Synodus contracta
ter zake van den predikant Si^feman bijeenkomen moet.
De zitting wordt hiermede gesloten.
B. A. O VEEMAN 9 fung. Prendeni.
VIER EN TWINTIGSTE ZITTING.
Woensdag 18 Angustas 1880.
De heer Znii afwezig.
Bij de opening der zitting deelt de heer Overman mede , Opening der vier en
dat de President door eene ernstige ongesteldheid van zijn twintigste zitting,
jongste kind in de treurige noodzakelijkheid gebragt is
van -huiswaarts te keeren en de eerstvolgende zittingen
derhalve niet zal kannen bijwonen. De mededeeling wordt
door de vergadering met algemeene deelneming vernomen.
De heer Overman is nu als president opgetreden^ terwijl
zijn plaats van vice-president door den heer van Duijl
is ingenomen.
De notulen der zitting van gisteren worden hierna
gelezen en goedgekeurd.
De hoogleeraar Gooezen meldt^ ook namens zijne mede- Het voorstel van den
gecommitteerden, dat zij den hun gisteren gegeven last ^^oog^eeraar Oootzen,
dus hebben opgevat, dat zij zich niet met den inhoud J^^/'^rt^^s^'f f ?^
van zijn voorstel hadden intelaten , en ieder hunner voor verband met al.' 5 ge-
zijn daaromtrent nog te geven advies in zijn geheel moest J'*?t, doch na lang-
blijven , maar dat zij alleen hadden te overleggen , hoe , vemMpelT^ "
indien volgens het voorstel, alinea 5 van art. 38 van het
Beglement op het Godsdienstonderwijs zou wegvallen , al. 4
in overeenstemming met de bedoeling van het voorstel zou
moeten luiden om tevens verband te houden met al. 6,
en dat zij nu eenparig waren overeengekomen dat alsdan
al 4 dus zou moeten worden gelezen:
//Voor die aanneming wordt aan de aannemelingen
gelegenheid gegeven om te doen blijken van hunne kennis
aangaande de Christelijke geloofs- en zedeleer en van de
Bijbelsche en Kerkelijke geschiedenis, met name van die
der Hervorming en om belijdenis af te leggen van hun
Christelijk geloof; al. 6 zöu dan worden al. 5.
Bij hetgeen de Hoogleeraar gisteren reeds tot toelichting
en aanbeveling van zijn voorstel heeft aangevoerd, meent
^31
hij nog te moeten opmerken dat, wanneer hier beweerd
werd , dat de afgevaardigde ouderlingen oorspronkelijk
slechts als getuigen bij de aanneming tegenwoordig waren ,
zoodat de aanneming alleen door den predikant geschiedde,
zulks op een misverstand rust , dewijl de Nationale Synode
van Dordrecht in 1578 volgens art. 64 van hare
kerkeordening reeds aan den Kerkeraad alleen de toelating
tot het lidmaatschap opdroeg, en desgelijks ook de Synode
van Dordrecht van 1618 naar art. 61 van hare kerke-
ordening, laatstgenoemde met aanbeveling slechts van daarbij
vooral den vromen wandel in aanmerking te nemen, dat
tot 1816 steeds de toelating tot het lidmaatschap eene
zaak des Kerkeraads geweest is, zonder eenige bindende
bepaling, dat daaraan moet worden toegeschreven dat in
het Beglement van 1816 bepaald werd, dat de predikant
bij de aanneming van ouderlingen , als afgevaardigden des
Kerkeraads, moesten vergezeld zijn, of , in het latere regle-
ment , door hen moest worden bijgestaan , en de uitlegging
derhalve alsof zij daarbij bloot als getuigen tegenwoordig
waren niet opgaat. De Hoogleeraar meent dus dat zijn
voorstel om de regeling der aanneming aan de Kerkeraden
over te laten geheel strookt met de beginselen, die van
den beginne in de Hervormde Kerk gegolden hebben ; hij
dringt nu te ernstiger op de aanneming van zijn voorstel
aan , omdat er naar zijne meening alle bestaande bezwaren
door zullen worden weggenomen en het strekken zal om
de ouderlingen meer te doordringen van hunne verplig-
ting, om zich alles aan de bevordering van het gods-
dienstonderwijs te laten gelegen zijn. Hij meent dat hier
geen beginsel wordt prijs gegeven, dewijl er niets bij
geboden en niets bij verboden wordt. De heer Brma
komt tegen het eerstgezegde op, daar hij meent, dat in
de aangehaalde besluiten der Synoden van 1578 en 1618,
niets voorkomt van de aanneming, wel van de toelating
tot de Avondmaalsviering en beroept zich op de betrekke-
lijke Reglementen sedert 1816 en wat daaromtrent in de
Handelingen voorkomt, dat daarin aan de ouderlingen als
afgevaardigden des Kerkeraads geene regten toegekend zijn ,
maar de verpligting alleen is opgelegd om bij de aan-
neming tegenwoordig te zijn.
Intussohen oordeelt de JPresident, dat aan de behande-
ling van het voorstel de beslissing dient vooraf te goan,
of het voorstel van den heer Oooszen bloot als een amen-
235
dement op het voorstel der Commissie kan beschouwd
worden , dan als een nieuw voorstel moet gelden , waarop ,
indien het mogt worden aangenomen^ de Kerk nog zou
moeten gehoord worden. Daar zijn , die het eerstgenoemde
gevoelen voorstaan, omdat het hier geldt de vraag, hoe
art. 38 te veranderen , om de daarover gerezen bezwaren
uit den weg te ruimen en de Synode volgens art. 6i& van
het Algemeen Reglement in deze van de ingewonnen
consideratiën geheel naar eigen oordeel kan gebruik maken ,
terwijl dan door de leden der Kerkbesturen beslist moet
worden, of er wettelijke bezwaren tegen do goedkeuring
bestaan. De meeste leden zijn daarentegen van meening,
dat nu door het voorstel van den heer Gooszen een gansch
ander beginsel zou worden gevolgd dan bij de voorloopig
aangenomen verandering van art. 38 ten grondslag ligt,
waarover de consideratiën der Provinciale Kerkbesturen en
Classicale vergaderingen niet zijn gevraagd, het als een
nieuw voorstel moet worden aangemerkt, dat slechts voor-
loopig kan worden aangenomen en daarover derhalve de
consideratiën nog zullen moeten worden ingewonnen. Alzoo
wordt na gehouden beraadslaging met zestien tegen twee
stemmen besloten. '
Hierna komt het voorstel zelf in behandeling. Verscheiden
leden blijven het zeer ondersteunen, hoofdzakelijk op de
gronden door den hoogleeraar Gooszen reeds genoemd. Men
meent dat het in de Kerk veel bijval zal vinden , omdat
daar gedurig als grief tegen de Synode vernomen wordt
dat zij zich in de belijdeniskwestie te zeer mengt en van
boven af steeds regelen wil wat bij de gemeenten en hare
Kerkeraden eigenaardig behoort. Men merkt ook op dat
wetten en reglementen met de tegenwoordige toestanden
moeten overeenkomen , en als dat met het bestaande art 38.
niet het geval is , het algemeen belang der Kerk vordert i
dat het daarmede in overeenstemming gebragt worde.
Men noemt het vooral eene groote aanbeveling van het
voorstel, dat er het godsdienstig en zedelijk karakter van
de aanneming der lidmaten door op den voorgrond gesteld
wordt en er eene vrijheid door gegeven wordt, die alle
rigtingen kunnen aanvaarden, daar toch wat de Kerke«
raden ter zake ook bepalen mogen in hunne huishoude*
lijke reglementen zal behooren te worden opgenomen, en
de Classicale- Besturen , die daarvan kennis krijgen , hierdoor
de gelegenheid hebben om tegen misbruik van magt te waken,
286
Vele andere leden maken ^ ondanks den bijval dien het
voorstel aanvankelijk bij de vergadering mogt verwerven,
bezwaar tot de aanneming er van mede te werken. Hun
hoofdbezwaar is, dat de Kerkeraden in deze aan geene
regelen zouden gebonden zijn, dat het hun derhalve vrij
zou staan om naar eigen goedvinden bepalingen te maken
en de waarborg tegen het exclusief drijven van Kerkeraden
en ouderlingen, thans in al. 5 gegeven, geheel zou worden
weggenomen. Yolgens hen mag, in den tegenwoordigen
tijd vooral, aan Kerkeraden niet zulke ruimte gegeven
worden tot allerlei willekeurige handelingen , wat ook ten
aanzien der attestatiën tot schromelijke verwarring zou
kunnen leiden. Bedenkelijk wordt geacht buiten de kerspel-
vorming den Kerkeraden zulke autonomie toe te kennen.
Men acht het voorstel ten dien aanzien veel te onbestemd
en gevaarlijk, omdat het geene zekerheid geeft dat de regten
van iedere rigting zullen erkend blijven. Het toezigt der
Classicale Besturen wordt ook niet geacht voldoenden waar-
borg te geven , dat die regten zullen geëerbiedigd worden ,
inzonderheid omdat het voorgestelde geene aanleiding geeft
om wat de Kerkeraden besluiten in een huishoudelijk r^le-
ment op te nemen. Wat de voorsteller bedoelde, dat bij de
aanneming geen examen zou plaats hebben, zal, vreest
men , wanneer bij al. 4 niet bepaald wordt uitgedrukt dat
over de geloofsovertuiging aan de ouderlingen geen oordeel
toekomt, wat grond tot afwijzen zou kunnen geven, volstrekt
niet bereikt worden.
Hierna verklaren een groot aantal leden het voorstel,
zooals het daar ligt, behoudens hulde aan de bedoeling,
niet te kunnen aannemen, zoodat het dan ook na sluiting
der beraadslaging met twaalf tegen zes stemmen verworpen
wordt. Met den Secretaris stemden tegen de heeren van
Duijl, Alingh Prins, Bruinwold Riedel, Bruna, Dikema,
van Lakerveld, van der Veen, Kronenberg , RoodAuijzen ,
van der Hoeve, Jans en de fung. President. Overeenkomstig de
adviezen der Hoogleeraren stemden er voor de heeren IFestrik,
Douwes, de Man, van Eerde, Segers en van den Brandeler,
Slniting der vieren Dewijl morgen te half elf uur de Synodus contracta in zake
twintigste zitting. den predikant van Hoogenkuijze vergaderen moet , wordt de
opening der zitting op morgen namiddag half een uur be-
paald, en de tegenwoordige zitting hiermede gesloten.
B. A. Overman, fung. President.
VIJF EN TWINTIGSTE ZITTING.
Donderdag 19 Angustus 1880.
De heer Luti afwezig.
Na opening der zitting worden de notalen der zitting Opening der vijf en
van gisteren gelezen en goedgekeurd. ^^ ig» e zi mg.
Op een door den Secretaris ter tafel gebragte voor- Toekening alsnog van
dragt van het Provinciaal Kerkbestuur van Overijssel ^;*'g^^,",'J^^*^w
van heden, gereg. onder n^ 87, om alsnog de gemeente lems oord in o ver-
te Willemsoord, welke om vermelde redenen, vanhety*^®^-
Classicaal Bestuur onafhankelijk, niet op den staat van
hnlpbehoevende gemeenten voorkwam, alsnog met eene
toelage van ƒ 50 te begunstigen, wordt tot overeenkomstige
beschikking besloten.
Aan de orde is nog het voorstel der betrokken Com- De verschillende voor-
missie over de voorloopig aangenomen verandering van Jj®^^*'*^^"^^^*^^®^^
al. 5 van art. 38 van het Reglement op het Godsdienst- mèut op het Gods-
onderwijs, en het daarop betrekkelijk amendement van den dienstonderw. rakende
heer Bruna, om de aanneming te doen plaats hebben , ^«„^^Jf^J^^^f:
wanneer het onderzoek door de aangewezen personen
gezamenlijk niet onvoldoende bevonden wordt. Naar het
bijna algemeen oordeel der vergadering is dit amendement
onaannemelijk, omdat het in de werkelijkheid de beslissing
over de toelating geheel in handen geeft van den predikant ,
en velen niet deelen in de beschouwing van den heer Bruna ,
dat de ouderlingen bij de aanneming slechts als getuigen
t^enwoordig zijn ; men meent ook dat langs dien weg geen
vrede zal komen. Het wordt dan ook met zestien tegen
twee stemmen verworpen.
Nu komt het voorstel der Commissie zelf aan de orde.
De heer Bruna geeft in overweging , daar uit de woorden
//door de meerderheid der daartoe aangewezen personen^'
te schrappen, als naar zijn oordeel overbodig, terwijl toch
ook van geene meerderheid sprake kan zijn, wanneer
238
buiten den predikant slechts een persoon aan de handeling der
aanneming deel neemt. Verscheiden leden ondersteunen dit
amendement. Enkelen willen de woorden behouden hebben ,
omdat het naar hun oordeel behoort uit te komen dat
bij verschil de meerderheid beslissen moet, en zijn er
slechts twee^ zoodat er bij verschil^ staking vanstemmen
ontstaan zou , in zulk een geval de Kerkeraad zou moeten
beslissen. Het amendement wordt met veertien tegen vier
stemmen aangenomen.
De heer van den Brandeler doet nu opmerken,
dat de veranderingen van art. 38^ als naar het voor-
stel van den president Molefiiamp strekkende om in
de bezwaren aan weerskanten te voorzien, door de
buitengewone vergadering der Synode en bloc zijn aan-
genomen, en het derhalve met deze strekking der aan
de consideratiën der Provinciale Kerkbesturen en Clas-
sicale Vergaderingen onderworpen veranderingen overeen
zal komen, wanneer thans over het voorstel der Com-
missie, zoo als het thans volgens het aangenomen amen-
dement van den heer Bruna luidt , nietafzonderlijk gestemd
worde , maar als eerst beslist zal zijn , of de vergadering
aan het voorstel der Commissie, rakende de voorloopige
verandering van al. 3 dan aan het daarop betrekkelijk
amendement- van den heer Luti de voorkeur geeft, in
eens een van beide met het voorstel der Commissie om-
trent dl. 5 in stemming kome.
Na eenige beraadslaging wordt zonder hoofdelijke stem-
ming besloten te handelen, overeenkomstig dit gevoelen
van den heer van den Brandeler en alzoo eerst nog het
amendement van den heer Luti in stemming te brengen,
dat, in plaats van, zoo als de Commissie, met afwijking der
voorloopige verandering van al. 3, voor de uitnoodiging
van oud-ouderlingen de toestemming van den Kerkeraad
te^ vorderen, in het gegeven geval aan den predikant de
bevoegdheid wilde toekennen om een of meer stemge-
regtigden bij voorkeur oud-onderlingen — naar het over-
genomen amendement van den heer Kronenberg — te
kiezen en de aanneming als getuigen bij te wonen.
Vooraf heeft nog eenige beraadslaging over het amen-
dement van den heer Luii plaats , waarbij een aantal leden
op de vroeger reeds aangevoerde gronden voor de aan-
neming er van pleiten, anderen volharden bij hunne daar-
tegen ingebragte bezwaren, terwijl de heeren Bruinwold
289
Riedel en van Üuyl, ofschoon het amendement aanneme-
lijker achtende dan het voorstel der Commissie, rekenschap
geven waarom zij er tegen zullen stemmen , omdat zij
evenmin als reeds ter buitengewone vergadering de ver-
andering Van al. 3 als eene door hen en hunne geest-
verwanten begeerde zaak kunnen beschouwen en volstrekt
niet gewenscht, wanneer daarbij het in het tweede lid
van al. 5 neergelegde beginsel zon moeten worden prijs
gegeven.
De heer van den Brandeler , die insgelijks bij zijne
vroeger medegedeelde bedenking volhardt, dat stemge-
regtigden bij de aanneming, ofschoon dan ook slechts
als getuigen zouden tegenwoordig zijn , en indien daar-
voor oud-ouderlingen werden opgeroepen , aan dezen ook
invloed op de beslissing wilt doen toekennen, dien
nog op het voorstel van den heer Luti het amendement
in, om het te doen luiden ^mits in tegenwoordigheid
van een of meer oud-ouderlingen'\ Ook over dit amendement
heeft nog eenige beraadslaging plaats, waarbij in herin-
nering wordt gebragt wat de heer Luli tot aanbeveling
van zijn amendement heeft aangevoerd en vooral ook
wordt opgemerkt, dat deze blijkbaar het ligt te voorzien
geval had aangenomen, dat ook waar oud-ouderlingen te
vinden waren deze mede bezwaar zouden maken om de
aanneming bij te wonen.
Daar intusschen het amendement van den heer Lvii
in deze als het verst strekkende te beschouwen is, wordt
dit geacht eerst in stemming te moeten komen. Het
wordt aangenomen met elf tegen zeven stemmen, waar-
door het amendement van den heer van den Brandeler
vervalt. In overeenstemming met de adviezen der Ilooff-
leeraren en van den Secretaris, stemden er voor de heeren
Alingh Prins, Bruna, Douwes, JDikema, de Man, van
Eerde , van der Veen , Kronenberg , van der Hoeve
en Segers, Tegen stemden de heeren van Duyl , Bruin»
wold Riedel, van den Brandeler, Jans, Westrik , van
Lakerveld en de fung. President
Thans wordt overgegaan tot de gezamenlijke stemming
over al. 8 zoo als het naar het aangenomen amendement
van den heer Luti zou moeten luiden , en over de redactie
van al. 5 volgens het voorstel der Commissie, waarbij
door verscheiden leden zeer op de gezamenlijke aanneming
van beide rcdactiën wordt aangedrongen, omdat dnn ook
240
het bezwaar van zoo velen in de Kerk tegen de bestaande
al. 5 op eene bevredigende wijze zal zijn weggenomen,
doch anderen volharden bij hunne bedenkingen tegen het
van de voorloopig aangenomen verandering afwijkende
voorstel der Commissie, waartegen de heer Segera weder
wijst op de veruitziende gevolgen , van de verwerping bij
deze stemming van het verzoenend voorstel der Commissie.
De uitslag der stemming is echter , dat zich elf stemmen
tegen, zeven stemmen voor de gecombineerde redactiën
verklaren , en hiermede derhalve het voorstel der Commissie
omtrent alinea 5 verworpen is. Met de Hoogleeraren en
den Secretarü stemden er voor de heeren Bruna , DoumSy
de Man , van Eerde , Segera , van den Brandeler en
JFestrii, De elf leden , die tegen stemden, waren de heeren
vati Duyl, Alingh Prina, Bruinwold Riedel, Diiema, van
Laierveld, van der Veen, Kronenberg, Roodhuyzen, van
der Hoeve, Jana en de fung. President,
Protestvandeheeren De heer Weatrik verzoekt nu dat de door hem en de
3r«/nA c. 8. tegen helpen Segera en van den Brandeler gestelde na te melden
het in stand laten der ... * _ i t i • , i i i i
nieuwe redactie van verklanng, na daarvan mededeeling te hebben gedaan,
art. 88 van het Regie- in haar geheel in de notulen dezer zitting worde opge-
ment op het Gods- ,.^,„0.,
dienatonderwijs. "Omen.
//De ondergeteekenden , afgevaardigd door het Provinciaal
Kerkbestuur van Utrecht en van Zuidholland, (7t;^-
wegende dat art. 38 B. G. O. nieuw zoowel het recht
der Kerk in haar belijdend beginsel belemmert als te
kort doet aan de vrijheid der Kerkeraden , in het bijzonder
aan de verplichting der Ouderlingen , om aan de stem der
conscientie , voorgelicht door het Woord en den Geest van
God , te gehoorzamen ;
„Ael feit conatateerende , dat onderscheidene Kerkeraden
verklaard hebben, art. 38 nieuw niet te kunnen ndleveu ,
met welk gevoelen niet alleen meer dan één Classicaai
Bestuur, maar zelfs het Provinciaal Kerkbestuur van
Utrecht overeenstemt, daar dit laatste Bestuur art, 3S
nieuw in strijd acht met art. 11 Alg. Begl. ;
nin ernatige conaideratie nemende, dat 4 leden van het
Prov. Kerkbestuur van Gelderland niet tot het toe-
passen van tuchtmiddelen hebben kunnen medewerken
tegen handelingen, die met het bovengenoemd art. 38
samenhangen — redenen, waarom in dit voorjaar ook
241
eene buitengewone Synode samengeroepen is^ die o. a.
getracht heeft ^ om door weglating van de welbekende
ergerlijke zinsnede de gemoederen eenigszins te bevredigen ;
jystelt met smartelijk gevoel déze gewone Synode van
1880^ indien zij niet aan het gewetensbezwaar omtrent
dit punt op eenigerlei wijze te gemoet komt^ tegenover
de Gemeenten, de Kerkeraden en de Besturen verant-
woordelijk voor de gevolgen, met name voor het toene-
mend verzet, en voor de instandhouding ten slotte van
het gebouw onzer Kerkelijke organisatie sedert 1816 J
}i
Ofschoon niemand zich tegen het toestaan van het ge-
daan verzoek verklaart, drukt de President, en daarna
nog de heer BoodAuyzen, het gevoel van smarte uit, dat
de drie leden, na de langdurige en breedvoerige beraad-
slagingen over art. 38 van het Beglement op het Gods-
dienstonderwijs, het nog in twijfel kunnen stellen, dat
de leden, die tot de verwerping der door hen voorgestane
7oorsteUen hebben medegewerkt, daarbij niet evenzeer
geheel doordrongen zouden geweest zijn van het besef
hanner verantwoordelijkheid en ook van hun standpunt
niets anders dan het belang van de Nederlandsche Hervormde
Kerk zouden hebben kunnen beoogen.
Daar nu nog naar veler meening te stemmen overblijft , ?^'?*^fg ^ff. ^ij^ «Q
, ? . Ti- 1 Éf twintigste zitting.
over de voorloopig aangenomen redactie van al. 5 en
6 vereenigd met de naar het amendement van den heer
Luti goedgekeurde redactie van al. 3 , doch ter zake ver-
schil van gevoelen gerezen is, geeft dë Secretaris in over-
weging de beslissing daarover tot morgen uit te stellen,
waarop de vergadering tot zoo lang verdaagd wordt en
de tegenwoordige zitting hiermede wordt gesloten.
B. A. Overman, fung. President
16
ZES EN TWINTIGSTE ZITTING.
Vrpag den 20n Augastas 1880.
De heer Luü afwezig.
Opeoing der zes en Na opening der zitting worden de notalen der zitting
twintigste zitting. ^^^ gisteren gelezen en goedgekeurd.
Toekenning alsnog Op een ingekomen voordragt van het Provinciaal Kerk-
Mr^'de^^^'cmeente^le^®®*'"^^ ^*^ Drenthe van 18 Augustns jl. n^ 38, wordt
sTckoon^oord iu besloten ook aan de gemeente te Schoonoord alsnog
Drenthe. de tot hiertoe genoten toelage van f 50 tot tegemoetkoming
in de behoeften van hare kerkelijke administratie toe te
kennen.
Aankondiging van De hoogleeraar Gooêzen kondigt aan de Vergadering
den hoogleeraar Goot- jjiji^ voornemen aan , om na afloop der behandeling van
«^» van opzijn voorstel , •'. t», ^ 'i, ,^. , . °^.
tot het doen wegvallen het ïteglement op de kerspel vorming haar m ernstige
van al. 5 art. 88 van overweging te geven , dat zij terugkome op haar besluit
^fetSl^ï^st t°t verwerjang van zijn voorstel betrekkelijk art. 38 van
znllen terugkomen, het Eeglement op het Qodsdienstonderwijs , als naar zijn
oordeel nog het eenige middel zijnde om de bezwaren
wegens dat artikel op bevredigende wijze uit den weg te
ruimen.
Bijzonder voorstel De heer Roodhuyzen dient ter zake van art. 38 even-
van den heer Roorf- genoemd nog het volgende voorstel in :
sfé^ngSo^^! ''^* //In gemeenten , waar kerspelvorming is ingevoerd ,
wordt de nadere regeling van de aanneming en bevesti-
ging van nieuwe lidmaten overgelateu aan de Kerkeraden,
wanneer er bij deze geene afdoende bezwaren bestaan
tegen het zedelijk gedrag, de kennis en de belijdenis
van den aannemeling en deze bereid is tot de verklaring,
dat hij als lid der Nederlandsche Hervormde Kerk^ met
inachtneming van hare verordeningen, wenscht mede te
werken aan haren bloei/'
248
Dit voorstel wordt voorshands tot nadere behandeling
ter tafel gebracht.
De President deelt aan de Vergadering mede , dat hij De voorloopig aan-
na rijpe overweging niet deelen kan in het gevoelen , genomen veranderin-
gisteren door den Secretaris en andere 'eden uitgesproken, l®'' J^^gJ^^lj^p^y^g
dat er nog eene stemming over al. 3 van art. 38 van het nog afieonderlijk in
Reglement op het Godsdienstonderwijs naar de aangenomen stemming gebragt en
redactie van den heer Luii vereenigd met de voorloopig ^*'^°'^^*'**
aangenomen redactie van al. 5 moet plaats hebben, in
aanmerking nemende dat de door den heer LuH aanbevo-
len redactie een amandement was op het voorstel van de
Commissie betreffende al. 3 , gelijk ook het laatste goed-
gekeurde amendement van den heer Bruna het voorstel
van de Commissie omtrent al. 5 betrof, en, na de alzoo
geamendeerde voorstellen der Commissie bij de daarover
gehouden stemming verworpen zijn, dit amendement van
den heer LuH van de tafel is , zoodat hij meent dat thans
de voorloopig aangenomen veranderingen van al. 3 en al. 6
afzonderlijk in stemming moeten komen. Daar zijn
intusschen , die volharden bij hunne meening , dat voor de
redactie van eerstgenoemd al. 3 die van den heer LuCi
in de plaats is getreden en als er thans nog wegens den
uitslag der bedoelde stemming, eene stemming noodig
blijft over de voorloopig aangenomene verandering van al.
5 dat moet geschieden in vereeniging met al. 3 naar de
redactie van den heer Luü. Hierom meent de President
zijn voorstel om slechts nog over de voorloopig aangenomen
veranderingen van al. 3 en al. 5 met 6 elk afzonder-
lijk te doen stemmen in stemming te moeten brengen.
Dit voorstel wordt met elf tegen zes stemmen goedgekeurd.
Overeenkomstig het advies van den hoogleeraar Gooszen
stemden voor het voorstel van den President de heeren
van Duyl, Bruinwold Riedel, van Berde ^ van der Veen,
Kronenberg , Roadhuyzen , van der Hoeve , Jans , Westrik,
Alingh Prins en de fung. President zelf. Met den hoogleeraar
Lasonder en den Secretaris stemden er tegen de heeren
Bruna, Dautoes, Dikema, van Lakerveld, de Man en
van den Brandeler, Aan den heer Segers was op zijn
verzoek vergund zich buiten deze stemming te houden.
Hierna worden aL 3 en al. 5 met al. 6 afzonderlijk in stem-
ming gebragt en bij de twee daarover plaats hebbende stem-
mingen verworpen, waarbij enkele leden verklaarden, de eene
244
verandering niet afgescheiden van de andere te kunnen aan-
nemen. De verwerping van al. 3 geschiedde met eenparigheid
van adviezen en stemmen; die van al. 5 met elf tegen
zes stemmen , zijnde nu aan den heer Bruna op zijn
verzoek vergund geen deel aan deze stemming te nemen.
Tegen de afzonderlijke vaststelling van al. 5 stemden met den
hoogleeraar Gooszen en de Secretaris de heeren van Suyl,
Bruinwold Riedel ^ JDiiema, van Laierveld, van der
Veen, Kronenberg, Roodhuyzen, van der Hoeve, Jam
Alingh Prins en de fung. President, Met den hoog-
leeraar Lasonder stemden er voor de heeren Douwes,
de Man, van Eerde, Segers, van den Brandeler en
Westrii,
Eene stemming en bloc wordt nu niet verlangd.
Wegens de niet vaststelling der bedoelde veranderin-
gen wordt zonder hoofdzakelijke stemming besloten nu
ook de overgangsbepaling als vervallen te beschouwen.
Algemeene beraad- Aan de orde is nu het rapport van de betrokken
ÖSt one ker! Commissie over de kerspel vorming, dat sedert 10 Augus-
spelvorming. tus ter tafel heeft gelegen.
De Algemeene beschouwingen over het daarbij overge-
legd voorloopig aangenomen Beglement^ zooals dit nog
door de Commissie gewijzigd of aangevuld is, worden
geopend.
Daarbij wordt algemeen hulde gebragt aan de bedoe-
ling der Synode om zoo mogelijk den zoo zeer verstoorden
vrede te herstellen^ en aan regtmatige bezwaren te
gemoet te komen, doch verscheiden leden, waaronder in
de eerste plaats de hoogleeraar Lasonder, hebben verschil-
lende bedenkingen. Daarlatende dat kerspel een locaal
begrip is en derhalve iets anders is, dan wat men hier
bedoelt , en men derhalve slechts van zoogenaamde kerspelvor-
ming zou kunnen spreken , wijst de hoogleeraar op het diepin-
grijpende der verandering van gemeenten in kerspelen,die men
naar zijne meening niet moet beproeven, nu uit het verslag
van de consideratiën gebleken is, dat de meerderheid
van de leden der Glassicale Vergaderingen een afkeurend
advies gaven , en dus te regt kan gezegd- worden , dat
kerspelvorming door de Kerk niet gewenscht wordt. Het
beginsel , dat bij de ontworpen kerspel vorming tot grondslag
gelegd is, dat alle rigtingen in de Kerk gelijk regt van
bestaan hebben , acht de hoogleeraar ook bedenkelijk, daar
246
men todi niet voor allerlei rigtingen de deur open
kan zetten en de Kerk niet aan het gevaar mag bloot-
stellen , van die alle te moeten erkennen. Hij' vreest
dat de verwikkelingen^ die men door kerspelvorming uit
den weg raimen wil, in erge mate zullen toenemen, zoodat
de modus vivendi die men er door tracht te verkrijgen ,
wel eens de modus moriundi zou kunnen worden. Hij
besluit^ als de Commissie aan het slot van het rapport,
met zich te beroepen op de eischen van het regt, van
het geloof en van de liefde, maar in tegenovergestelden
zin, om de invoering van kerspelvorming te ontraden.
Wat ook , vraagt hij , zal die invoering baten , als meu
in de aanzienlijkste gemeenten op onoverkomelijke bezwaren
zal stuiten. Yan de zijde der leden die zich bij den hoog-
leeraar Lasonder aansluiten wordt de invoering van ker-
spelvorming te bedenkelijker geacht , doordien de belijdenis-
kwestie hier niet werd opgelost, wat de hoop op toenadering
of medewerking zeer moet verzwakken. Ook wordt opge-
komen tegen de juistheid der bewering in de memorie
van toelichting en in het rapport der Synodale Commissie,
dat aan de verschillende rigtingen in de Kerk ten voor-
gaanden jare door de Synode gelijk regt van bestaan is
toegekend, daar zulks slechts in historischen zin geschied
is, met opzigt tot de regten der lidmaten van deNeder-
landsche Hervormde Kerk als zoodanig in het algemeen,
van welke rigting ook, maar dat, wanneer hiermede ook
het feitelijke bestaan der verschillende rigtingen is toege-
stemd, daarmede nog geen antwoord gegeven is op de
vraag, of zij regtens in die Kerk bestaan. Terwijl men
ook van kerspel vorming weinig heil verwacht, en toene-
ming van verzet voorziet, acht men beter van zulke
maatregelen, waarvoor de bevoegdheid der Synode nog zeer
te betwijfelen valt , af te zien , en liever de zorg voor de
genezing der kranke Kerk aan den Grooten Medicijnmeester
over te laten. Daar zijn ook die het althans zeer ontraden
aan het Reglement zulke uitbreiding te geven, dat ook
op gemeenten met één predikant het Reglement van toe-
passing zou worden , dewijl deze daarmede slechts ten halve
en op zeer onvoldoende wijze zouden worden geholpen
en daar, waar nu vrede is, allerlei verdeeldheid en ver-
warring zou ontstaan. Men wil des noodig de kerspelvor-
ming in groote gemeenten slechts als eene proefneming
beschouwd hebben om het later een punt van overweging
246
te doen uitmaken, of en in hoe verre ook voor gemeen-
ten van een predikant gevoegelijk de gelegenheid tot
kerspelvorming kan en behoort gegeven te worden. Door
het lid der Commissie, den heer Bruna, wordt evenwel de
uitbreiding van het Reglement ten behoeve van alle ge-
meenten als billijk en regtvaardig bepleit, terwijl hij
meent dat daarvoor alleen do in deze vereischte wijziging
van het Algemeen Reglement past, dat algemeen ver-
bindend is. Dit gevoelen ontmoet echter bij verscheiden
leden tegenspraak , met verwijzing naar verschillende be-
palingen , die, hoewel ook dikwerf ook op enkele gemeenten
van toepassing, evenwel tot de algemeene belangen der
Kerk betrekking hebben , waarin het Algemeen Beglement
behoort te voorzien.
Intusschen wordt door hen, die de kerspelvorming
voorstaan, de gegrondheid van vele aangevoerde bezwaren
gereedelijk toegestemd. Daar zijn zelfs die op zich zelf
geene kerspelvorming verklaren te wenschen , maar men
acht het een noodzakelijk kwaad geboren uit de gespannen
verhouding der verschillende rigtingen. Nu men geen
ander middel ziet om haar gelegenheid te geven tot ver-
vulling van hare godsdienstige behoeften, acht men de
Synode althans tot de proefneming in gemeenten van
twee of meer predikanten verpligt en zulks te meer omdat
zij aan alle rigtingen ten goede komt. Zijn daar ook, die
aan afwijkende rigtingen het regt van bestaan in de Kerk
betwisten, het Beglement op de kerspelvormiug zal tot
regtmatige erkenning van hare regten leiden en ook dit
goede uitwerken, dat elke rigting zich dan eerst in hare
kracht zal kunnen ontwikkelen wat weder tot zegen voor
de geheele Kerk leiden moet. Zelfs de heer Segers, die
verklaart dat de orthodoxen voor zich zelven geen ker-
spelvorming begeeren, daar zij, zoo als zij vroeger steeds
getoond hebben en het nog toonen , zich zelven weten te
helpen , acht het niet onbillijk dat voor de afwijkende
rigtingen de gelegenheid opengesteld wordt om onbelemmerd
de vervulling van hare godsdienstige behoeften te ver-
krijgen. Hij beschouwt het Beglement veel te omslagtig
en niet radicaal genoeg, terwijl hij de bevordering van
partijvorming in gemeenten van een predikant ontraadt.
Hij geeft in overweging om door wijzaging van het Alge-
meen Beglement en aanvulling van het Beglement op de
erkenning van nieuwe gemeenten liever nog gelegenheid
247
te geven tot Torming van zelfstandige gemeenten te midden
van de verschillende gemeenten en dus het beginsel van terri-
toriale begrenzing te laten varen. Door anderen ook wordt
aan hen , die van geen toekenning van regten aan afwijkende
rigtingen willen weten, tegengeworpen, dat het van echt
Christelijk standpunt niet op dogmatisch verschil, maar
op het bezit van den geest van Christus, op de oefening
van Uefde en verdraagzaamheid aankomt, dat men zich in
deze naar het voorbeeld van den Apostel Faulus te ge-
dragen heeft , die zich buiten de beoordeeling hield of aan
Joodsche of Heidensche Christenen r^tens een bestaan in
de Christelijke gemeente toekwam , maar door de aanwijzing
van een modus vivendi slechts hunne godsdienstige belangen
trachtte te bevorderen en tot hun zamenblijven in eenig-
heid des geestes zocht mede te werken. Voorzooverre het
Beglement op de kerspelvorming zulks alleenlijk beoogt,
acht men het echt Christelijk en echt Protestantsch ook,
daarbij wijzende op art. 82 van de Nederlaudache Geloofs-
belijdenis.
In gelijken geest spreekt de hoogleeraar Gooêzen als
president der betrokken Commissie. In de eerste plaats
bepleit hij het regt der verschillende rigtingen. Vervolgens
komt hij er tegen op dat een en ander lid er zoo veel
gewigt aan hechten , dat vele leden van de Provinciale Kerk-
besturen en de meerderheid van de leden der Classicale Ver-
gaderingen zich tegen het Reglement verklaard hebben , en
zel& in eene berekening treden van het getal der stemmen ,
die er tegen adviseerden , daar zulks volstrekt niet overeen-
komt met den letter en de strekking van art. 62 van het Alge-
meen Seglement , dat slechts licht verlangt en derhalve op een
goed en deugdelijk advies, kwame het slechts van één lid
dier Besturen of Vergaderingen , hoogeren prijs wil gesteld
hebben^ dan op de grootte van het getal der leden, die
zich voor of tegen verklaren. Hij meent dat de vraag, of
de Synode wel bevoegd zij zulk een Beglement te maken ,
ligt te beantwoorden is door de wedervraag, of zij ook
bevoegd zij de kerkordering te veranderen en met de
werkelijke toestanden in overeenstemming te brengen. Hij
herinnert hoe vele geachte , vrijzinnige mannen in de Kerk ,
en hij wil het niet verbergen , ook hij zelf indertijd zich
beijverd hebben om aan het cooptatiestelsel een einde te
miÜLcn , meenende dat de Kerk daardoor zou gered worden
en zich daarvan de schoonste uitwerking hebben voor-
248
gespiegeld^ maar dat de theologie alle die illasiën heeft
verijdeld , en het nu zooverre gekomen is , dat de helft van
de stemgeregtigden plus een eene beslissing over de heiligste
belangen in handen heeft, en de minderheden tot volslagen
magteloosheid veroordeeld ^\}r\, en maakt de opmerking dat
zij , die op staatkundig gebied steeds klagen over de onder-
drukking der minderheden^ op kerkelijk gebied voor hare
bezwaren steeds de ooren sluiten. In dezen stand van zaken
noemt hij de kerspelvorming geen noodzakelijk kwaad ^
maar positief goed^ daar zij de belangen van de onder-
drukte of ter zijde gestelde minderheden behartigt en hier-
door werkelijk de belangen van geheel de Kerk bevordert^
niemands regten krenkt en op den voorgrond stelt, dat
voor elke rigting ruime gelegenheid zij voor de vervul-
ling van ieders godsdienstige behoeften, van jong en oud,
niet het minst voor het opkomende geslacht. Indien het
jus constitutum hiertegen in den weg mogt treden, welnu
te meer reden om daarin verandering te brengen.
De heer van Laierveld, die zich als rapporteur voor-
behouden had het JKeglement met de daarin nedergel^de
begitiselen tegen de te voorziene bedenkingen te verdedigen,
verklaart na het warm pleidooi van den hoogleeraar Gooszen
weinig te zeggen te hebben. Tegenover het beroep van den
hoogleeraar Lasonder op het jus constitutum handhaaft hij
het beroep der Commissie aan het slot van het rapport op
het zedelijk regt, dat de bescherming van de heiligste
belangen der minderheden vordert. Ook volgens hem is
het noodzakelijk een modus vivendi te scheppen, juist om
het zamenblijven der verschillende rigtingen in hetzelfde
kerkverband mogelijk te maken; daaraan zal de kerspel*
vorming voldoen ; zij bedoelt geene verdeeling der Kerk
in verschillende fractiën , een weinig uiteengaan alleen voor
een tijd, opdat de verschillende rigtingen ruimte hebben
om zich te ontwikkelen, vol geloof aan de kracht van
hare eigen beginselen , en daarin niet door de onderdruk-
king der overmagt belemmerd wordt. Hij meent vooral op
het defensief karakter der kerspelvorming de aandacht der
vergadering te moeten vestigen.
Nadat hierop nog door enkele leden het woord gevoerd
wordt, hoofdzakelijk tot nadere toelichting of verdediging
van hunne voor of tegen het aanhangig Reglement uit-
gebragte adviezen, worden de algemeene beraadslagingen
voor gesloten verklaard.
249
Thans dient de heer Segerê de volgende motie van orde Voontel vatt dcu
in: ijrvoorloopig het Heglement op de kerspel vorming terzijde ^J ^^fJ^bjrTanlS^
te stellen en eerst te sieu of het doel van het Begleroentéd 7* en 6i 7* ran
niet zou kannen bereikt worden door wijziging of aanval- ^^ Algemeen Regie-
üng van art. 48 7' en 51 7« «n het Algemeen »egle- ::;|~'a'."«k.'SSng
ment en van het Reglement op de erkenning van nieuwe van nieuwe gemeenten,
gemeenten/' ï>e* aanhangige Regie-
Tot toelichting dezer motie voegt de heer Seger, bij het '^^x^^^J^^',
straks reeds door hem gezegde , dat hier slechts de gevallen verworpen,
kunnen gelden , dat de meerderheid of minderheid der ge-
meente geen bevrediging vindt van hare godsdienstige be«
heeften , dat uit de beraadslagingen zoowel als uit de inge-
wonnen consideratiën blijkt^ dat het ontworpen Reglement op
de kerspelvorming y dat daarin voorzien wil, aan vt4e prac-
tische bezwaren lijdt , maar dat de weerzin deswege tegen het
Beglement ontstaan geheel zal zijn weggenomen^ wanneer
het b^nsel van territoriale begrenzing der gemeente wordt
opgeheven y en daar waar belanghebbenden het wenschen
eu de noodige waarborg van levensvatbaarheid bestaat,
vrijheid worde geopend om te midden van de gemeenten,
waaraan z\} tot hiertoe behoorden, zelfstandige gemeenten
te vestigen , ieder met hare eigen predikant , kerkeraden
en armverzorging.
Deze motie ontmoet bij verscheiden leden veel bijval;
men wenscht evenwel dat de heer Segera nader formulere
welke wijziging, of aanvulling hij in genoemd Reglement
wenscht gebragt te hebben. De meeste leden maken echter
groot bezwaar om de behandeling van het Reglement op
de kerspel vorming , waaraan zooveel arbeid en tijd zijn
besteed en waarop de Kerk gehoord is , thans te gaan staken.
Gaarne willen zij aan den heer Segers de vrijheid laten
later een voorstel van de strekking als door hem gemeld
werd, in te dienen, maar thans meenen zij mag niet tot
afbreking van de behandeling der kerspelvorming besloten
worden. Na eenige beraadslaging wordt de motie van den
heer Segers in stemming gebragt, waarvan de uitslag is
dat zij met twaalf tegen zes stemmen verworpen wordt.
Terwijl intusschen de behandeling van het Reglement Afwfjzing van rer-
op de kerspelvorming zelf tot eene volgende zitting moet "cl^fllende voorsteUen
worden uitgesteld , worden thans nog slechts de betrekke- VCTgiSeringen in"w-
lijke in het rapport der Commissie vermelde voorstellen band met de aanhan-
ter hand genomen , en wordt daarop achtereenvolgend 8>ge kerspelvorming.
260
overeenkomstig de adviezen der Commissie als volgt besloten:
1°. tot afwijzing van het afzonderlijk voorstel van de
Glassioale Vergadering van Middelburg, gereg. onder
n®. 680, (bls&. 175, 176), om tot de oorspronkelijke
inrigting der Kerk terag te keeren, zonder hoofdzake-
lijke stemming;
2®. tot afwijzing insgelijks van het voorstel van de
meerderheid der Glassicale Vergadering van Haarlem
en Brielle,blz. 176, tot invoering van eene volstrekte
autonomie der gemeenten in geestelijke zaken , met veertien
tegen vier stemmen ;
3^. tot afwijzing ook van het afzonderlijk voorstel der
Glassicale Vergadering van Dordrecht om middelen te
beramen tot boedelscheiding, gereg. onder n^ 759 (blz 177),
zonder hoofdelijke stemming;
4^ tot afwijzing van het voorstel van de minderheid der
Classis van Brielle om een geregeld uiteengaan der ver-
schillende rigtingen te bevorderen, (blz. 177), weder zonder
hoofdelijke stemming;
6®. tot afwijzing van het voorstel der Glassicale Ver-
gadering van Eindhoven tot splitsing der Kerk in twee
of meer afdeelingen, gereg. onder n®. 644 (blz. 118),
met vijftien tegen twee stemmen. Den heer Wesirik im
vergund zich omtrent dat voorstel buiten stemming te honden;
6®. tot afwijzing nog van het voorstel der Glassicale Ver-
gadering van Nijmegen om door het vormen van wijken
hetzelfde doel als van de kerspelvorming te bevorderen,
blz. 179, zonder hoofdelijke stemming.
Sluiting der zet en De vergadering wordt hierop tot morgen verdaagd,
twintigste zitting. waarbij de President mededeelt , dat alsdan slechts eene
korte zitting zal worden gehouden , dewijl na adoop daar-
van de Synodus contracta in zake het hooger beroep van
den predikant Alewijn Faure moet vergaderen. De tegen-
woordige zitting wordt hiermede gelsoten.
J. J. L. LuTi, Presidenl,
ZEVEN EN TWINTIGSTE ZITTING.
Zatnrdag den Sisten Angnstas 1880.
De heer Luli afwezig.
Bij de opening der zitting wordt het lezen der notulen Opening'. der «ven
van de zitting van gisteren tot a. s. Maandag uitgesteld. *^ *'^"**8"*' °**'"8-
De Commissie ter zake der voorloopig aangenomen ver- ^^PP^^* ^^^ ^« ^^'
j . 1 1 Tk 1 ^ 1 f rT /-w 1 •• missie rakende de voor-
anderingen van het Beglement op het Hooger Onderwijs loopig aangenomen ver-
betrekkelijk het aanstellen van kerkelijke hoogleeraren te anderingen in het Re-
Amsterdam, brengt bij monde van den heer J5<«»« gX-Sf^S
kaar rapport nit, luidende als volgt: het aanstellen van ker-
kelijke hoogleeraren te
Mijne Meeren! Amsterdam.
Geroepen om u verslag te geven en tevens om u van
advies en raad te dienen in zake van de voorloopig aan-
genomen wijzigingen in het Beglement op het Hooger
Onderwijs in de Godgeleerdheid , volgens Synodale Circuhure
n^. 33^ willen wij, ter vervulling van het eerste gedeelte
onzer taak, wat betreft de consideratiën der Provinciale
Kerkbesturen en Classicale Vergaderingen en de verder in
onze handen gestelde stukken, op dezelfde zaak betrekke-
lijk , allereerst in het algemeen op de ontvangst , welke de
vooi^nomen wijzigingen in de Kerk hebben mogen vinden ,
uwe aandacht vestigen, door de verhouding mede te deelen
van het aantal v6<$r* en tegenstanders dier wijzigingen in
de genoemde kerkelijke CoUegiën. Daarna willen wij een
overzicht geven van de gronden , die een deel dier coUegiën
of sommigen hunner leden voor hun afkeurend oordeel
hebben aangevoerd , alsmede van de aan- en opmerkingen ,
die er zijn gemaakt , van de wenken , die der Synode wor-
den gegeven en van de ingediende amendementen , waar-
onder ook zijn, bij welker aanneming sommigen, die de
wijzigingen , zooals zij daar liggen , niet konden goedkeuren ,
verklaard hebben tot het beoogde doel te kunnen mede-
werken.
252
Wij willen hierbij vooraf opmerken^ dat wij, van vddr-
en tegenstanders der wijzigingen sprekende^ inzonderheid of
uitsluitend het oog hebben op de toevoeging aan art. 5,
waarin het beginsel uitgesproken is^ 't welk het meest tot
verschil van gevoelen aanleiding geeft; terwijl uit de inge-
komen stukken blijkt, wat ook in den aard der zaak ligt,
dat velen, die tegen dit beginsel gestemd zijn, tegen de
toevoegingen tot art. 15 en 16 geen bezwaar hebben.
Wat dan de als Provinciale Kerkbesturen adviseerende
Collegiën betreft, in zes van de elf verklaarde de meer-
derheid zich v66r de voorloopig aangenomen wijzigingen,
t. w. in Gelderland^ Overijssel en Drenthe,
waar in elk kerkbestuur slechts één, in Zuidhollaud,
waar twee en onder deze één niet onvoorwaardelijk, in
Groningen en in Utrecht, beide waar twee leden
zich tegen de wijzigingen verklaarden. In Friesland was
de helft der leden er v66r, de helft er tegen. In twee
ressorten was de meerderheid van het Kerkbestuur er tegen,
t.w.in Zeeland en Noordbrabant metLimburg,
in beide Kerkbesturen met één lid er véér, terwij het
Kerkbestuur van Noordholland en de Waalsche Commissie
eenparig zich er tegen verklaard hebben.
Wat betreft de Classicale Vergaderingen : Met algemeene
of met meerderheid van stemmen verklaarden zich 19 ver-
gaderingen v66r , 26 tegen de voorloopig aangenomen bepa-
lingen^ terwijl in ééne de helft vóór en de helft tegen-
gestemd heeft. Wij geven u een overzicht.
De Glass. Vergadering van Arnhem bericht^ dat zij
//zich vereenigt met de voorloopig aangenomen wijzigin-
gen.'' Desgelijks die van Gouda //schier met algemeene
stemmen.^' Die van Amsterdam adviseert //bijna unaniem
tot de vaststelling'^^ daar zij zich //met het beoogde doel
uitnemend kan vereenigen, als om verschillende redenen
zeer wenschelijk.'' De heer //. Steenberg echter en 9 andere
leden dier Vergadering deelen bij afzonderlijk schrijven
hunne bezwaren tegen de voorloopige wijzigingen mede. In
de Classicale Vergadering van Groningen vond het
voorstel //algemeene toejuiching.^^ In die van ^sGraven-
hage kon de /^overgroote meerderheid'^ d. i. op /^een paar
leden'' na allen ^ zich er meê vereenigen, zoo ook in die
van Wijk bij Duurstede hadden slechts twee leden
bezwaar. In die van Utrecht verklaarden zich 37 der
aanwezige leden vóór, 2 tegen, terwijl zeven zich van
263
stemming onthielden. Amersfoort adviseert met S7
tegen 6 stemmen tot goedkeuring. Bommel desgelijks
met 40 tegen 7. Leiden met 57 tegen 18. Onder-
dendam mel^ 27 tegen 7. Heusden met 28 tegen 8.
Ëdam met 31 tegen 9. Maastricht met 11 tegen 5.
In de dassis Koevorden waren op 8 leden na allen
YÓót de wetsverandering. Te Breda verklaarden zich 29
stemmen v66r en 16 er tegen. Te Zwolle 24 vóór en
19 tegen, terwijl zich 11 leden buiten stemming hielden.
Bij stemming verklaarden te Nijmegen 13 leden zich
v66r en 13 tegen. Assen heeft de wijzigingen goedge-
keurd onder voorbehoud van een amendement, waarmede
zich 13 van de 22 leden vercenigden.
De volgende Classicale Vergaderingen hebben met eene
kleinere of grootere meerderheid of met eenparigheid van
stemmen t^en^geadviseerd.
Appingedam had bijna evenveel vö6r« als tegen-
stemmers, t. w. 24 vóót en 25 tegen. Zoo ook Deven-
ter 22 v66r en 23 t^en. Te Sneek adviseerde /rde
meerderheid'' tegen. Te Kampen waren 19 vöör de
regiements- verandering en 22 tegen. Te Ti el 16 v66r en
20 t^en. Te Harderwijk 15 v66r en 21 tegen. Te
IJzendijke 12 v6dr, 23 tegen. Te Eraneker waren
23 v66r, 55 t^n de uitbreiding van art. 5, maar werden
die van artt. 15 en 16 goedgekeurd. Te Zierikzee
waren 10 v6<5r, 30 tegen de wijzigingen van art. 5 maar
zonder bedenking tegen die van artt. 15 en 16. Te
Heerenveen 13 vtför, 42 tegen de geheele zaak. Te
Winschoten 11 v6<5r, 48 tegen. Te Rotterdam
waren 18 vóór, de overigen alle tegen de wijzigingen.
Te Middelburg schijnt de verhouding te zijn van 10
vóór- tot 37 tegen-stemmenden. Te Meppel stemden
3 vóór, 17 tegen, terwijl de wijzigingen van artt. 15
en 16 met acclamatie werden aangenomen. In de Waalsche
Réunie verklaarden zich 5 leden vóór, 22 tegen de wijzi-
gingen, terwijl 4 leden zich van advies onthielden. Te
Dordrecht waren 12 vóór de wijzigingen; terwijl een
voorstel tot verwerping door de meerderheid d. i. 57 leden
//met daverend ap^Jaus werd begroet.'^ Haarlem verklaarde
met groote meerderheid van stemmen de wijzigingen onaan-
nemelijk , hoewel hulde doende aan het streven der Synode
om volledige uitvoering te geven aan art. 1 van het ftegl.
op het H. O. Te Dokkum werd met 2 stemmen voor
254
aanneming, met 79 tot verwerping geadyiseerd. Desgelijks
heeft Alkmaar met op één na algemeene stemmen tot
verwerping geadviseerd. Te Zutphen vonden de wijzi-
gingen slechts bij enkele leden bijval, hoewel de meerder-
heid jy hulde doet aan de liberaliteit en verdraagzaamheid,
waarvan zij getuigen/^ Te 'sHertogenbosch zon men
gaarne zien, dat Amsterdam kerkelijke Hoogleeraren
kreeg, maar heeft met algemeene stemmen dit voorstel
afgekeurd. Ook te Leeuwarden was men er unaDiem
tegen. Eveneens te Eindhoven. Goes geeft geene
andere dan ongunstige consideratiën. Brielle adviseert
op verschillende gronden tot intrekking. Hoorn heeft
//het voorstel der Synode, zoowel wat het beginsel betreft
als de uitwerking in artt. 5 , 16 , 16 , met algemeene stem-
men verworpen."
Uit dit overzicht blijkt Uwe Vergadering, dat de voor-
loopig aangenomen wijzigingen door de meerderheid der
Provinciale Kerkbesturen goedgekeurd, door de meerder-
heid der Glassicale Vergaderingen afgekeurd zijn, zoodat
de consideratiën niet als eene roepstem der Kerk zijn aan
te merken om ze nu onvoorwaardelijk ter zijde te le^n.
Bovendien , al ware die afkeurende meerderheid nog veel
grooter , het zou toch alles aankomen op de gronden , die
voor de afkeuring worden aangevoerd en op de vraag, of
aan geopperde bedenkingen kan te gemoet gekomen en
of rechtmatige bezwaren, die zijn ingebragt, kunnen w^-
genomen worden. Wij hebben in de consideratiën ook niet
weinig gevonden tot verdediging van de voorloopig aange-
nomen r^lements- veranderingen , zooals zij daar liggen,
maar behoeven daarvan geen uitvoerig verslag geven , daar
de ten voordeele van het ontwerp aangevoerde gronden toch
geene andere zijn, dan die, door welke de meerderheid
in de Synodale Vergadering geleid is tot het voorloopig
vaststellen der wijzigingen. Men beroept zich op het ver-
plichtende van art. 1 van het Begl. op het H. O. in de
godgeleerdheid , op het belang der geheele Kerk , die door
vermeerdering van de gelegenheden tot opleiding te beter
in hare behoefte aan vermeerdering van het predikantental
kan voorzien, op het belang van de Universiteit te Amster-
dam en van vele jongelieden, die daar ter stede, zich voor
de Evangeliedienst in onze Kerk zullen kunnen bekwamen
en op de billijkheid , dat aan hen , die de belangrijke geld-
som bijeenbrengen , waardoor het der Kerke mogelijk wordt,
S56
ook te Amsterdam twee leerstoelen voorde godgeleerd-
heid te vestigen , eenige invloed op de benoeming der man-
nen, geroepen om die leerstoelen te bezetten, worde toegekend.
Alzoo overgaande tot de mededeeling van de bezwaren ,
die tegen de voorloopig aangenomen wijzigingen zijn inge-
bragt, merken wij vooraf op, dat onder de tegenstanders
zoodanigen zijn , die elke regeling van het Hooger Onder-
wijs in de Godgeleerdheid te Amsterdam afkeuren, ter«
wijl de meesten zich alleen niet vereenigen konden met de
regeling , zooals z^ nu der Kerk in overweging is gegeven.
Er hebben zich namelijk in een enkel Prov. Kerkbestuur
en in verschillende Glassicale Vergaderingen stemmen doen
hooren van zulken , die verklaren , dat de Universiteit op
gereformeerden grondslag, de z.g. vrije Universiteit van Dr.
A, Kujfper, alleen hunne onverdeelde sympathie had en dat
zij daarom er niet aan konden medewerken om te Ara ster-
dam een aanvullend godgeleerd onderwijs van wege de
Kerk te doen geven, waarin zij zagen eene tegenwerking
van de pogingen van Dr. A. Kuyper of wel een streven
der Synode om door begunstiging van de ééne partij onder
de orthodoxen de andere te nentraliseeren. Mede in een
paar Provinciale Kerkbesturen en in sommige Glassicale
Vergaderingen waren er, die oordeelden, dat in de be-
hoefte der Herv. Kerk aan Hooger Onderwijs voor hare
kweekeiingeu volledig en ruimschoots wordt voorzien , terwijl
elders de meerderheid in eene Class. Vergadering zich ver-
klaart tegen alle aanvullings-onderwijs en enkele leden zelfs
verlangen, «^ dat de Synode ophoude Godgeleerd Onderwijs
te (doen) geven.'' //De theologie,'' zeggen zij, //is een
deel van het universitair onderwijs, dat door de Kerk
niet kan worden gegeven. De Kerk heeft alleen aan den
ingang der Kerk te eischen van hare aanstaande godsdienst-
leeraars /^deugdelijke waarborgen, dat zij instemmen met
hare belijdenis. Daar eene behandeling van den door laatst-
bedoelden uitgesproken wensch thans niet aan de orde is
en de tegenzin der anderen tegen aanvullend onderwijs in
het algemeen met het oog op art. 1 van het Begl. op het
H. O. in de godgeleerdheid, niet in aanmerking mag
komen, zal Uwe Commissie, straks, bij het beoordeelen
der ingebragte bezwaren, over deze consideratiën geruste-
lijk het stilzwijgen kunnen bewaren.
Die overigens hunne bezwaren hebben medegedeeld , heb-
ben meestal het wenschel^ke uitgesproken , dat ook te A m-
256
sterdam Hooger Onderwijs in de godgeleerdheid van
wege de Kerk worde gegeven en alzoo art. 1 yan het
Beglement daarop tot volle uitvoering kome. Hunne bezwa-
ren gelden de wijze, waarop^ volgens de voorloopig aan-
genomen wijzigingen in het Reglement, die zaak met betrek-
king tot Amsterdam zou geregeld worden.
Door verreweg de meesten , zoo niet allen , die zich tegen
die regeling verklaard hebben , wordt een kerkrechtelijk be-
zwaar op den voorgrond gesteld. Niet alleen in het zeer
ongunstig oordeel , dat het Prov. Kerkbestuur van Noord-
holland over die zaak heeft uitgesproken, is dat bezwaar
genoemd , maar ook in andere Prov. Kerkbesturen en een
groot getal Classicale Vergaderingen is het gevoeld, ^tzij
door velen, 't zij door weinigen, en met meerdere of
mindere uitvoerigheid ontwikkeld. Kort geformuleerd komt
het bezwaar hierop neder. Men acht de voorgenomen r^e-
ling in strijd met het recht der Kerk , om geheel langs
kerkdijken weg tot de benoeming van Hoogleeraren voor
het van wege de Kerk te geven Godgeleerd Onderwijs te
komen, welk recht in het Begl. op het H. O. in de
godgeleerdheid gehandhaafd is met opzicht tot de drie Bijks-
Universiteiten , maar schromelijk zou miskend en geschon-
den worden met opzicht tot de te Amsterdam gewenschte
leerstoelen. De Kerk mag, ter wille van eene vereeniging
van particuliere leden der gemeente Amsterdam, van
haar recht, om op voordracht van eene langs kerkdijken
weg in 't leven geroepen Commissie Hoogleeraren te be-
noemen, geen afstand doen. Zij mag op de bevoegdheid
dezer Commissie om op de in het reglement omschreven
wijze aan de Synode eene voordragt te doen , geen inbreuk
maken door haar eerst eene nominatie te laten geven,
opgemaakt door eene Commissie , die aan de Kerk vreemd
is en, al bestaat zij uit leden eener Hervormde gemeente,
toch tot dat werk geen kerkelijk radicaal bezit.
Hoogstens zou men, naar het oordeel van sommigen
dezer bestrijders van het ontwerp, eene aanbeveling voor
de te bezetten leerstoelen van de zijde van Amsterdam
kunnen toelaten of aan de Amsterdamsche vereeniging de
voegdheid geven om een drietal aan te bieden , 't welk
door de kerkelijke Commissie van voordracht met een drietal
van hare keuze zou kunnen vermeerderd worden.
Met de ontwikkeling van dit, huns inziens, principieele
bezwaar hangen ten nauwste samen verschillende bedenkin-
257
gen en overwegingen, die alle tot dezelfde categorie moeten
gerekend worden. Zij zijn de volgende:
Door de voorgenomen regeling, zon, vreest men, een
nieuw ooUatierecbt geschapen worden. De Kerk , die reeds
jaren lang er naar gestreefd heeft , de ooUatierechten afge-
schaft te krijgen , zou dus in erge mate met zich zelve in
strijd komen: zij zou een collatierecht in 't leven roepen,
dat later niet kan opgeheven worden : zelfs is er gezegd ,
dat de voorgenomen regeling eene familieregering zou kun-
nen doen ontstaan.
Verder acht men het bedenkelijk , dat ter wille van de
belangrijke geldsom , die door de vereeniging te Amster-
dam wordt bijeengebragt , aan die geldgevers invloed op
de benoeming van Hoogleeraren worde afgestaan. In één
Prov. Kerkbestuur acht men dit in strijd met de bedoe-
ling van de bekende zinsnede omtrent Amsterdam,
voorkomende in art. 1 van het £egl. op het H, O. in de
godgeleerdheid. Aan die bedoeling zon alleen voldaan zijn,
indien zij, die te Amsterdam het benoodigda geld
bijeenbrengen, die som voor het bedoelde einde onvoor-
waardelijk aan de Kerk afstonden , om zoo de Synode in
staat te stellen ten opzigte van Amsterdam te hande-
len gelijk zij gedaan heeft in de drie andere Universiteits-
steden. Ten nadeele der andere Universiteiten zou Amster-
dam door geld te geven een voorrecht boven die erlangen ,
oordeelt een lid in het Prov. Kerkbestuur van Drenthe.
jyDe geldkwestie domineert en stnit velen tegen de borst''
werd gezegd in het Prov. Kerkbestuur van Friesland.
In de Classis van Kampen werd de zaak genoemd een
koopen van een collatierecht door de Amsterdamsche ver-
eeniging en in die van Dokkum werd door een lid
beweerd , dat de Synode zich daarmee schuldig maakte aan
simonie: hij zei met /^collega Petrus" : ffuw geld zij met
u ten verderve." (In 't voorbijgaan stellen wij u voor,
omtrent die beschuldiging over te gaan tot de orde van
den dag). Overigens, dat de Kerk aan eene particuliere
vereeniging, omdat zij het noodige geld verschaft, invloed
zou toekennen in het benoemen van Hoogleeraren, dat
acht het Prov. Kerkbestuur van Noord-Holland
en desgelijks de Classis Alkmaar, een onrecht plegen
tegenover den Staat , die ook het noodige geld verschaft ,
maar geen invloed in deze zaak uitoefent.
Ook wordt opgemerkt, dat de Synode met de voorge-
17
258
stelde regeling er toe zou medewerken^ dat te Amsterdam
Professoren van eene bepaalde richting worden benoemd;
waardoor de opleiding aan die Universiteit voor vden
minder gewenscht zou worden. Hier zegt men, de benoe-
mingen moeten te Amsterdam zoo min als elders
geschieden ten behoeve van ééne partij , maar in ^t belang
der geheele Kerk; elders oordeelt men, dat door de
plaats gehad hebbende benoemingen reeds voldoende of
meer dan voldoende tegemoet gekomen is aan de orthodoxe
richting en is men beducht een kweekschool voor de or-
thodoxie te stichten, wat met de ware belangen der Kerk
in strijd is ; en wederom elders vreest men , dat er strijd
zal ontstaan tusschen de belofte, die de kerkelijke Hoog-
leeraren naar het reglement, bij de aanvaarding van hun
ambt, moeten afleggen en de verbindtenis , die zij moeten
aangaan met het Amsterdamsche comité; terwijl ook nog
door één adviseerend coUegie wordt opgemerkt, dat het
ontwerp een wederzijdsch wantrouwen uitdrukt^ dat zeer
stuitend is. De Amsterdamsche vereeniging, wordt er ge-
zegd, wantrouwt de Synode en durft daarom de vrije
benoeming niet aan haar overlaten ; en wederkeerig wan-
trouwt de Synode de Amsterdamsche vereeniging en wil
daarom niet bloot een zestal, maar een twaalftal, indien
zij dit noodig mogt vinden.
Ziet daar, M. H., den beknopten inhoud der conside-
ratiën van hen , die der Synode tot onvoorwaardelijk ter
zijde leggen der voorloopig aangenomen wijzigingen in
het Beglement op het H. O. adviseeren. Na nu nog ver-
meld te hebbeu, dat ook ergens de zaak niet onbepaald
verwerpelijk, maar ontijdig is geoordeeld; omdat men,
naar wq meenen , zonder grond , eerst oplossing der be-
lijdenis-quaestie en de invoering van het r^lement op de
kerspelvorming noodig acht; gaan we over tot het mede-
deelen van de aanmerkingen en apiendementen op de voor-
loopig aangenomen bepalingen, ingebracht door zulken,
die de zaak niet onvoorwaardelijk verwerpen of die, ter-
wijl zij er mede ingenomen zijn, wenschen zouden, dat
het een of ander nader of anders bepaald worde.
Zij zqn de volgende:
1. Men wenscht verder te gaan en, naai het voorstel
Zuti, in de laatst gehouden Buitengewone Vergadering
der Synode, aan iedere corporatie, die d^elijke waarbor-
gen aanbiedt, het recht te geven, om kerkelijke Profes-
259
soren te benoemen (Fror. Kerkbestuur van G e 1 d e r I a n d).
Uwe Gonamissie oordeelt» dat op dit voorstel straks niet
behoeft te worden teruggekomen, daar de Synode in hare
vei^dering van den 23 April II. (Hand. der Buitengew.
Verg. ^ bl. 88) zich daarover reeds heeft uitgesproken.
2. Men mist de waarborgen , dat het Amsterdamsche
Comité altijd zal samengesteld zijn uit mannen , die bevoegd
zijn tot het werk, hun opgedragen, en die genoegzaam
vertrouwen bezitten (Leden uit de Prov. Kerkbesturen
van Zuidholland en Overijssel en sommige Glass.
Yergaderingen). Over dit bezwaar straks nader.
3. Men acht de tusschenkomst van de Commissie van
voordracht overbodig en wenscht rechtstreeks aan de Synode
aan te bieden nominatiën (Prov. Kerkbestuur van Zuid-
holland). Uwe Commissie acht dit voorstel, als indruis-
schende tegen den geest van het Reglement op het H. O.
en de Synode geheel aan banden leggende, niet in behan-
deling te kunnen nemen.
é. Men zou aan het Amsterdamsche Comité hoogstens
voor de eerste maal het recht van voordracht willen heb-
ben toegekend (Leden van het Prov. Kerkbestuur van
Zuidholland). Deze zaak is onder ons ter sprake
gebragt.
5. Men heeft verschillende wijzigingen voorgesteld met
opzicht tot het opmaken der nominatiën. Men vindt een
zestal te veel; beter een viertal, aan te vullen tot een
ichttal; of een drietal, aan te vullen tot een zestal; of
3en zestal voor eens, zonder uitbreiding tot een twaalftal ,
srijl men vreest dat daar moeijelijk aan zal kunnen vol-
iaan worden; of men wil te Amsterdam. voor elke
Eloogleeraarsplaata voor de eerste maal een tweetal
volgens art. 23 Begl. op het H. O.) en later een drietal;
>f men acht het beter, dat terstond een twaalftal aange-
)oden worde, om onaangename spanning tusschen het
VjDsterdamsohe Comiité en de Commissie van voordracht
e voorkomen; of men wenacht, dat de Commissie van
voordracht de bevoegdheid hebbe , om het zestal te ver-
rerpen, zoo vaak zij dit noodig acht. (Uit het Prov.
Cerkbestttur van Znidholland, uit de Class. Yerg. van
jeiden, Heusden, VQravenhage, Utrecht,
Lmersfoort en Deventer,) Terwijl ook op deze
Fenschen in uwe Commissie gelet is, merkt zij reeds
lier op, dat de iu deze eonsideratiën voorkomende ver-
260
wijzing naar art. 23 B^l. op het H. O. op eene verkeerde
opvatting van dat art. berust, daar de aldaar bedoelde
eerste maal alleen kan zien op de eerste maal dat de
Synode het werk van het benoemen van Hoogleeraren
moest ter hand nemen.
6. Men verlangt waarborgen yoor kunde en geschiktheid
der aan te stellen Hoogleeraren, b. v. de bepaling: nti
worde ingediend eene met redenen omkleede aanbeveling
door de Commissie ad hoc.^' Men wenscht in plaats van
eene nominatie eene bloote aanbeveling van personen dooi
het Amsterdamsche Comité, waaruit de Commissie Tan
voordracht al of niet het drietal opmake. Of men stelt
voor, dat de Commissie van voordracht de bevoegdheid
erlange om het aangeboden drietal met een drietal van
hare keuze aan te vullen. (Leden uit de Prov. Kerkbe-
sturen van Gelderland en Zuidholland, uit som-
mige Class. Vergaderingen, en wat het laatste voorstel
betreft, de heer Steenberg en 9 andere leden der dassis
Amsterdam). In uwe Commissie zijn deze voorstellen
overwogen.
7. Men wenscht, om te voorkomen dat de aanbieding
van eene nominatie om de een of andere reden uitgesteld
worde , b. v. totdat er een hun geschikt voorkomend per-
soon gevonden worde, bij art. 5 als slotalinea te voegen:
//Wanneer de aanbieding eener nominatie niet binnen den
tijd van (nader te bepalen) geschiedt, dan wordt de wijze
van benoeming aan andere Universiteiten ook hier geheel
gevolgd.'' (Class. Verg. van On derden dam.) Ter
overweging in uwe Commissie.
8. Men oordeelt, dat de naam van het Fonds, in de
voorloopig aangenomen aanvulling van art. 15 vermeld,
niet moet zijn : vPands der Commissie^* enz. maar ff Synodaal
fonds voor Kerkelijk Hooger Onderwijs te Amsterdam,
opdat de Synode blijke eigenaresse te zijn en er nimmer
afschrijving van gene zijde kunne gevraagd worden. (Prov.
Kerkbestuur van Ge Iderl an d en Class. Vei^. van Onder-
den dam). Ook dit overwogen in uwe Commissie; terwijl
nog een voorstel van de Class. Verg. van Onderdendam,
om nl. dein art. 16 bedoelde ƒ 50 niet tot het scheppen
van een nieuw fonds te bezigen , maar in de algemeene kas
te storten, niet in beraadslaging kan komen, daar dezeSv-
node , voor eenige dagen , bij de behandeling der finandeete
aangelegenheden , hietomtrent reeds afwijzend heeft beslist
261
Bij deze voorstelleu en amendementen van Prov. Kerk-
besturen en Clasfit. Vergaderingen komt nog het in onze
handen gestelde voorstel van ons medelid der Synode,
den heer Boodhuyzen , waaromtrent nwe vergadering advies
verwacht. Het is een amendement op het voorloopig aan-
genomen art. 5 , t. w. om y in plaats van de slotwoorden:
ifBe Commissie is bevoegd '' enz. te lezen : //De Com-
missie is alleen op grond van onbekwaamheid , ongeschikt-
heid of onzedelijkheid bevoegd wijziging van het zestal
te vorderen. De kerkelijke richting der voorgedragenen
blijft buiten hare beoordeeling en mag in geen geval
oorzaak van afwijzing zijn.'^
Ocd: dienen wij hier ter plaatse melding te maken van
een in onze handen gesteld schrijven van veertien Amster-
damsche studenten of aanstaande studenten in de theologie,
zich voorbereidend voor het leeraarsambt in de Ned.
Herv. Kerk , die eerbiedig en met den meesten ernst aan-
dringen //op de aanneming van het voorstel^ bij Uwe
HoogEerw. vergadering aanbangig, strekkende om ook
aan genoemde Hoogeschool kerkelijke Hoogleeraren aan
te steil^i.^^ Adressanten wijzen er op, hoe, door de in-
voering van de nieuwe wet op het Hooger Onderwijs en
de daarmede in verband staande regeling van het kerkelijk
godgeleerd onderwijs te Amsterdam de gelegenheid om op-
geleid te worden voor de Evangeliedienst in de Ned.
Herv. Kerk veel minder geworden is dan ze vroeger was
en hoe voor tal van te Amsterdam woonachtige jongelie-
den, vder ouders het te bezwarend zou zijn hunne zonen
naar eene andere Universiteit te zenden, het nu zoo goed
als onmogelijk geworden is om zich aan de studie hun-
ner keuze en aan de dienst der Kerk te wijden.
Eindelijk hebben wij U nog mededeeling te doen van
de ouder begeleidende missive van den 29 Mei 1880 aan
de Synode der Ned. Herv. Kerk ter eventueele goedkeu-
ring ingezonden Concept-Statuten der meergemelde Amster-
damsche Yereeniging. Zij luiden als volgt:
CONCEPT-STATUTEN van de Vereeniging tot aanvul-
ling van het Godgeleerd Ondertoijs aan de univer-
siteit te Amsterdam.
Art. 1.
Er bestaat te Amsterdam eene Yereeniging: //tot
«invulling van het Godgeleerd Onderwijs aan de Univer-
dteit te Amsterdam.^'
262
Art. 2. Die aanvulling geldt die vakken, waarvan in
art. 2 van het Synodaal reglement op het Hooger On-
derwijs in de Godgeleerdheid van 24 Augastus 1877 ge-
sproken wordt.
Het onderwijs hierin, dat aan twee Hoogleeraren is
opgedragen , wordt gegeven in overeenstemming met de
belijdenis der Nederlandsche Hervormde Kerk, in hare
belijdenisschriften nedergelegd.
Art. 3. Leden der Vereeniging zijn zij , die eene bij-
drage voor eens aan de Vereeniging verstrekken ten be-
drage van minstens f 800.
Begunstigers zijn zij, die door giften of jaarlijksche
bijdragen hunne belangstelling in het doel der Vereeniging
toonen.
De Begunstigers m(^en de Vergaderingen bijwonen,
doch hebben geen stemrecht.
Art. 4. De Leden ontvangen bewijs, op naam, van het
lidmaatschap.
Zij kunnen niet anders uit de Vereeniging uittreden,
dan door schriftelijke opzegging aan bet Bestuur.
Art. 5. Het Bestuur der Vereeniging bestaat uit minsiens
zeven leden.
Jaarlijks treedt één lid af in de gewone Vergadering
van April (zie art. 10), volgens rooster.
Het Bestuur stelt voor iedere vacature in zijn midden
een drietal, wsusruit de Vergadering met volstrekte meer-
derheid kiest.
De aftredende is dadelijk herkiesbaar.
Art. 6. Het Bestuur vergadert zoo dikwijls het zalks
noodig oordeelt.
Het verdeelt de werkzaamheden naar goedvinden, maar
z66, dat één lid zij Voorzitter, één Onder- Voorzitter,
één Secretaris en één Penningmeester.
Art. 7. De wijze van benoeming der Hoogleeraren heeft
plaats overeenkomstig de bepalingen van het Beglement
op het Hooger Onderwijs in de Godgeleerdheid tot vor-
ming van Evangeliedienaren voor de Nederlandsche Her-
vormde Kerk, vastgesteld den 24° Augustus 1877 en
gewijzigd den 1880.
De Voordragten worden opgemaakt door het Bestuur.
Art. 8. Het Synodaal Beglement , in het vorig artikel
genoemd , is van toepassing op de Kerkelijke Hoogleeraren
aan de Universiteit te Amsterdam, speciaal wat bon
263
getal, de vereiscfaten van hnnne benoembaarheid, de door
hen bij de aanvaarding van hun ambt af te leggen belofte,
het tijdstip van hun emeritaat en het ontslag uit hun ambt
om plichtverzuim of wangedrag betreft.
De f 50. — , ook door de Studenten te Amsterdam
voor het bijwonen van de lessen der Kerkelijke Hoog*
leeraren te betalen , zallen gestort worden bij den Quaestor-
generaal der Synode, als bijdrage tot het onder zijne
administratie staande Synodaal fonds voor het Hooger
Onderwijs in de Godgeleerdheid.
De rechten en verpligtingen , bij het Synodaal reglement
aan de Kerkelijke Hoogleeraren en Studenten aan de Rijks-
universiteiten verzekerd en opgelegd , of later te verzekeren
en op te l^gen, zijn ook van kracht voor die aan de
Amsterdamsche IJ ni versiteit.
Art. 9, Aan de Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam
worden gelijke jaarwedde en pensioen verzekerd, als aan
de Kerkelijke Hoogleeraren der Rijksuniversiteiten.
Geene voordracht en geene benoeming geschieden vóórdat
tot dat einde op een der Grootboeken der Nationale
Schuld eene som verbonden zij, waarvan de renten min-
stens f 12000 ^sjaars bedragen, of tot dat bedrag sub-
sidiën, door publieke lichamen verleend, aanvullen.
Art. 10. Telken jare, in de maand April, wordt eene
Algemeene Vergadering van Leden te Amsterdam
gehouden, in een bij den Oproepingsbrief aan te wijzen
lokaal.
In dien brief worden de te behandelen punten be-
schreven.
Het Bestuur legt in die Vergadering over de balans
van het afgeloopen jaar, die door eene Commissie van
drie leden, daartoe door de Vergadering te benoemen ,
wordt onderzocht en, na goedkeuring, vastgesteld.
De Leden worden mede opgeroepen bij advertentie in
twee of meer der meest gelezen dagbladen , ter keuze van
het Bestuur.
De Leden verschijnen in persoon of door schriftelijk
gevolmachtigden.
Als gevolmachtigden treden alleen leden op.
Art. 11. Algemeene Vergaderingen van Leden worden
ook gehouden, zoodra tien Leden die verlangen.
De voorschriften van het vorig artikel, omtrent de op-
roeping, zijn ook op deze Vergaderingen toepasselijk.
264f
Art. 12. In alle Vergaderingen, zonder onderscheid,
heeft ieder Lid, om 'teven voor welke bijdrage hij zich
verbonden heeft , eene stem.
Art. 13. Indien geen meerderheid verkregen wordt, be-
slist bij stemming over zaken de Voorzitter, en over per-
sonen het lot.
Art. 14. De Vereeniging wordt voor 29 jaren op-
gericht.
Aldus vastgesteld in onze Vergadering van 19 Mei
1880.
J. Mbsschbrt van Vollbnhoven.
B. J. Adeiani.
N. H. DB Graaf. f uitmakende
G. J. Vos Az. l -tr 1 • n 'i'
^^ _ -. T \ Voorloopig Comité.
N. J. VAN LiBiMIK Je. I ^°
G. Wbndbeaar.
Uwe Commissie, thans geroepen om U te dezer zake
te dienen van advies, ziet zich genoodzaakt U mede te
deelen, dat haar gevoelen niet eenstemmig is, maar al
aanstonds over de beginselen, waarop de geheele voorge-
nomen regeling van het Kerkelijk Onderwijs in de God-
geleerdheid rast, uiteenloopt.
Twee leden der Commissie hebben principieele bezwaren
tegen het voorstel , en zulks hoofdzakelijk op de gronden;
die reeds in de Prov. Kerkbesturen en Classicale Vergade-
ringen daartegen zijn aangevoerd. Er wordt, volgens hen,
als ^t ware een nieuw element in ons kerkrecht gebracht.
Bovendien de Synode, die geroepen is om de belangen der
Kerk, niet die van eene partij te bevorderen, stelt zicli
zoo doende in dienst van diegene der partijen, die over
genoegzame materieele krachten kan beschikken, om door
de Synode geestelijken invloed uit te oefenen. Daartoe
mag het hoogste Kerkbestuur zich niet leenen. En gesteld,
dat men aan het voorstel een gunstig oor leende, ook
dan is ^t aannemen er van in deze omstandigheden niet
geraden. De Synode, in dit voorjaar bijeengekomen , maakte
bezwaar tegen den grondslag, waarop de Vereeniging te
Amsterdam is opgericht, en wenschte de formuleering
van dien grondslag, in termen die meer in overeenstem-
ming met de wetgeving onzer Kerk zijn. In weerwil van
865
de mondeling ter zake gegeven milde verklaring, is in
de sedert to^ezonden Statuten die grondslag onveranderd
gebleven , en blijven dus de bezwaren , reeds bij de vorige
Synode gerezen , hunne volle kracht behouden. Gelegenheid
tot overleg of gedachtenwisseling met het Comité heeft
niet bestaan. Ook zijn zij, en een derde lid is met hen
van oordeel , dat het niet aangaat om ten aanzien van dat
hoofdpunt wijziging te verwachten , omdat het hier het
beginsel, den grondslag der vereeniging betreft, waarop
waarschijnlijk aan haar de reeds verkregen giften en in-
schrijvingen zijn verstrekt, zoodat dat beginsel moeilijk
zal te wijzigen zijn.
Zij kunnen zich almede niet vereenigen met het denk-
beeld om de bezwaren , die bij Uwe vergadering tegen
het voorstel kunnen rijzen, te formuleeren in dier voege,
dat zij aan het Comité worden medegedeeld, opdat dit
laatste dan zou verklaren of het die bezwaren kan opheffen,
en aldus tot overeenstemming geraken. Zij zijn van meening,
dat Uwe vergadering voorstellen kan inwachten van de
Vereeniging en die goed- of afkeuren, — maar niet
omgekeerd, zoo dat dezerzijds voorstellen worden gedaan
of voorwaarden gesteld, die afhangen van de goed- of
afkeuring der Vereeniging te Amsterdam. Het laatste
acht men beneden de waardigheid der Synode.
Hebben deze twee leden Uwer Commissie op die wijze
hunne principieele bezwaren tegen de ontworpen regeling
van het Hooger Godgeleerd onderwijs, te Amsterdam
van w^e de Kerk te geven : in het licht gesteld , het
spreekt van zelf, dat. zij, dien ten gevolge, alleen onder
voorbehoud van hun principieel bezwaar, treden kunnen
in overweging van amendementen op de voorloopig aan-
genomen wijzigingen der betrokken artt. van het Beglement,
daar zij eenvoudig de uitvoering van art. 1 met opzicht
tot Amsterdam, wanneer het geldelijk bezwaar voor
de Kerk opgeheven is , wenschen op geene andere wijze ,
dan volgens het Beglement ten opzichte van de drie andere
Universiteitssteden geschiedt , en dus de Synode adviseeren,
die wijzigingen niet aan te nemen, maar het Beglement
op die punten onveranderd te laten.
Drie leden Uwer Commissie deelen in de principieele
bezwaren van hunne medeleden niet, en meenen, dat de
voorloopig aangenomen wijzigingen in het Beglement op
het Hooger Onderwijs, voor zoover noodig, zeer goed
266
zóó geamendeerd of geamplieerd kunnen worden^ dat de
beoogde zaak haar beslag krijge, van welk gevoelen zij
rekenschap zullen geven. Echter is ook onder hen geene
eenstemmigheid ten aanzien van een zeer aangel^en punt.
Ten einde dit al aanstonds onder de aandacht te brengen
en noodelooze herhalingen te vermijden, laten wij hier
de beschouwingen van ons medelid over de geheele zaak
woordelijk volgen. Hij heeft die vastgeknoopt aan sommige
bepalingen, in de Ü voorgelezen concept-Statuten voor-
komende en aan de samenspreking daarover in den boezem
Uwer Commissie. Voor zoo ver zijne bezwaren echter tegen
die Statuten zijn , betreffen zij , naar zijne uitdrukkelijke
verklaring, geen beginselen. Wij geven ons medelid het
woord.
//In strijd met het gevoelen van mijne medeleden, acht
ik de bepaling, in art. 2 voorkomende, betreffende den
grondslag, waarop het onderwijs rust, of liever, de be-
ginselen , waarnaar het door de te benoemen kerkelijke
hoogleeraren gegeven moet worden, niet alleen hoogst
wenscheKjk, maar ook noodzakelijk.
//Een der groote bezwaren, welke bij de behandeling
van dit onderwerp tegen de benoeming van de door het
bestuur der vereeniging voorgedragen personen zijn inge-
bracht , dat die vereeniging namelijk geen kerkelijk karakter
zou bezitten, vervalt, naar het oordeel van ons medelid,
daardoor grootendeels. Eene vereeniging toch, die, zonder
te doen blijken van den aard van hare gezindheid, zonder
de beginselen voorop te stellen , die haar bij de handeling
leiden zullen, aanspraak wil maken op den naam van
kerkelijk , moet , volgens hem , in de eerste plaats de be-
lijdenis van de Kerk aannemen, welke zij van leeraren
wil voorzien. Die belijdenis is uitgedrukt in de formulieren
van eenigheid, welke tot hiertoe de normazijn, waarnaar
de leer der Ned. Herv. Kerk getoetst kan worden, met
Gods Woord als richtsnoer. En dat dit zoo is (indien
hier alle betoog niet overbodig is) blijkt uit de reglementen
zelven, om slechts te noemen art. 27 Begl. Ex., art. 19
Regl. Godsd. Ond., art. 8 Eegl. voor Kerk O. en T. ,
enz., terwijl de door de Synode in 1874 afgelegde ver-
klaring , dat deze den historischen grondslag der belijdenis
van de Ned. Herv. Kerk uitmaken, daaromtrent geen
twijfel overlaat. Zij zijn noch afgeschaft, noch door andere
vervangen. Doch niet alleen uit een kerkrechtelijk oc^-
267
post is zoodanige toevoeging noodzakelijk : het levert een
waarboi^ voor goede kenzen. Le% idees marehent , en wie
verzekert ons, dat dezelfde gezindheden, hetzelfde geloof
de leden der vereeniging zal bezielen, die over tien, ja
twintig jaren hun invloed op de keuze zullen uitoefenen/'
/^Men is bevreesd/' zegt ons medelid, /^voor reactio-
naire invloeden, indien ik mij dus mag uitdrukken, voor
streng rechtzinnige aspiraties; maar geldt dit niet even-
zeer en in meerdere mate het materialisme en ongeloof,
indien door formulering van den grondslag daartegen geen
dam werd opgeworpen? Bovendien moge de verklaring,
door de afgevaardigden van het Comité in het vooijaar
voor een Commissie uit de Synode afgelegd , dat zij na-
melijk die woorden in een milden geest willen toegepast
zien, zooals dit in art. 27 B^l. op het Ex. is aange-
wezen, ons omtrent het doel der vereeniging gerust stel-
len. Mocht het Comité echter , ten einde aan de bezwaren
van sommige leden der Synode te gemoet te komen, er
toe te bewegen zijn , er de woorden : geest en hoofdzaak
der leer, enz. bij te voegen, hiertegen zou ik mij niet
willen verzetten, indien de zaak dan meer kans tot sla-
gen zou hebben : noodzakelijk acht ik die wijziging niet/'
Doch er is nog een ander punt, waarop ons medelid
de aandacht wü gevestigd hebben. //Noch aangaande de leer
der vereeniging, noch aangaande die van het Bestuur dat
de voordracht doet, is eenig radicaal aangewezen. Hij
meent, dat, zal de Vereeniging aanspraak kunnen maken
op den naam van Kerkelijke Vereeniging, zij niet alleen
met de Kerk , wier medewerking zij inroept , op denzelfden
bodem moet staan , wat hare belijdenis betreft , maar ook
hare leden lidmaten der Ned. Herv. Kerk moeten zijn,
terwijl bovendien de uit hun midden gekozen Commissie
van voordracht of Bestuur uit mannen moet bestaan , die ,
hetzij als predikanten , hetzij als wetenschappelijk gevormde
personen, voorzien van een doctoralen graad, waarborgen
opleveren voor keuzen overeenkomstig met de behoeften
des tijds en de eischen der wetenschap."
Ten slotte ziet ons medelid //geen genoegzamen waarborg
in de statuten nedergelegd , dat in de geldelijke behoeften
van het Kerkelijk Godgeleerd Onderwijs te Amsterdam
te allen tijde zal voorzien worden. Hij acht het wensche-
lijk, dat dienaangaande opheldering gevraagd worde, al-
vorens men zich verbinde tot eene zaak, van met le«
268
yen8vaü)aarheid oin geldelijke redenen men niet geheel
verzekerd is.
De twee overige leden uwer (Üommissie deelen in de
beide bezwaren, door hun medelid tc^n de Gonoept^sta-
tuten zelve in het midden gebragt, maar meenen dat ze
wel uit den weg te ruimen zijn. Zij deelen echter niet in
de beschouwing, door hem vooropgesteld, welke, zooals
hij zelf duidelijk aanduidt, geen bezwaar behelst tegen de
Statuten, maar tegen het bezwaar, dat zijne medeleden
hebben tegen al. 2 van art. 2 der Statuten. De twee leden
der Commissie, van wie wij nu spreken, achten het zeer
bedenkelijk, wat t. a. p. geschreven staat. //Het onder-
wijs — — - wordt gegeven in overeenstemming met de be-
lijdenis der Ned. Herv. Kerk, in hare belijdenisschriften
nedergelegd.^^ Daargelaten het onkerkelijke of onreglemen-
taire van deze formule, daar in onze reglementen wel van
geeêi en hoofdzaak der leer of belijdenis der Ned. Herv.
Kerk enz. sprake is, waarbij verder in aanmerking kan
komen wat uitgedrukt staat in de verklaring van art. 27
van het Reglement op het examen , oordeelen zij , dat het
niet aangaat, in Siatuten te bepalen, hoe, in welke ker-
kelijke of theologische richting, in overeenstemming met
welke denkbeelden of geschriften heé onderwijê zal gegeven
worden. Meent de Yereeniging te Amsterdam eenige
waarborgen noodig te hebben , dat zij , aan wie het for-
meeren van nominatiën voor de hoogleeraarsbetrekking
eventueel zal opgedragen worden , geene hoogleeraren voor-
dragen, dan van wie men mag verwachten, dat zij in
eene door hen gewenschte richting zullen werkzaam zijn,
toch mag eene bepaling niet opgenomen worden , waardoor
de benoemde Hoogleeraren zich op eenige wijze in hun
onderufijs gebonden zouden moeten of kunnen achten ; zóó
oordeelen twee leden uwer Commissie, terwijl de twee
leden , wier advies boven is medegedeeld , behoudens hun
standpunt, het toch met het lid, wiens advies in 't al-
gemeen ook reeds dóór ons gegeven is, noodzakelijk ach-
ten, dat het beginsel der vereeniging in de Statuten uit-
gedrukt worde.
Alsnu voortgaande met ons advies, hebben wij het vol-
gende aan de Synode mede te deelen.
Uwe Commissie heeft gevoeld, dat, indien de fiynode
op deze zaak ingaan wil, alles ten slotte zal afhangen
van de vraag, of de Concept-statuten der Amsterdamsche
269
Veieeniging kannen , en onder welke voorwaarden zij zouden
kunnen worden goedgekeurd. Daarom is het haar in dat
geval v6<5r alles noodzakelijk voorgekomen , dat in het Begle-
ment op het Hooger Onderwijs eene nu nog ontbrekende
bepaling worde opgenomen^ dat de Statuten der gezegde
Yereeniging^ mitsgaders elke later daarin te maken ver-
andering, door de Synode moet goedgekeurd worden.
Treedt uwe Commissie nu verder in algemeene of bij-
zondere beschouwingen , 't spreekt van zelve , dat hetgeen
zij heeft in het midden te brengen om bovenvermelde
redenen ook als het niet uitdrukkelijk aangeduid wordt,
wel eens als het advies van drie, soms van twee harer
ledea moet aangemerkt worden, terwijl wij de vraag op
belijdenis betrekking hebbende, naar art. 2 al. 2 der
Concept- statu ten, na de gegeven adviezen, buiten onze
verdere overwegingen houden.
Wat de Statuten betreft, betreuren wij het, dat aan
de door de Synode ons gegeven machtiging, om met het
Comité der Amsterdamsche Vereeniging in schriftelijk of
mondeling overleg te treden, ten einde op sommige pun-
ten inlichting te bekomen, op andere het concept der
Statnten gewijzigd te krijgen, aleer het der Synode werd
voorgedragen , geen gevolg kon gegeven worden , daar vele
leden van dat Comité, op reis en verre van elkander ver-
wijderd zijnde, niet onderling beraadslagen konden. Wij
zullen dus het concept hebben te nemen zooals het daar
ligt, en ons gevoelen daarover uitspreken.
Wat Uwe Commissie in de Concept-statuten niet op-
genomen vindt en toch noodzakelijk oordeelt, bepaalt zich
tot twee bijzonderheden.
Yooreerst geven, haars inziens, de Statuten volstrekt
geen waarboi^ , dat de personen , die namens de vereeni-
ging zullen handelen, wanneer de nominatiën voor te
benoemen Hoogleeraren moeten worden opgemaakt, zooda-
nigen zullen zijn , als geacht mogen worden door hunne
maatschappelijke positie, wetenschappelijke ontwikkeling en
kerkelijken zin tot dat werk bevoegd te zijn. Yerg. art.
7, al. 2. Uwe Commissie is van oordeel, dat die perso-
nen in ieder geval beliooren te zijn lidmaten der Her-
vormde Gemeente te Amsterdam, dat zij moeten be-
hooren tot de aanzienlijkste en ineest geachte onder dezen ,
dat zij door het bezit van een wetenschappelijken graad
of titel, in allen gevalle door erkende wetenschappelijke
270
bekwaamheid tot het hau op te dragen werk ah aange-
wezen zijn. Bovendien weegt bij uwe Commissie zeer het
bezwaar, dat de Commissie, die de nominatie heeft op
te maken, geen kerkelijk karakter heeft, zooals de Com-
missie van voordri^ krachtens het Beglement op het H.
O. optredende , door benoeming langs kerkelijken weg be-
zit. Aan al deze bezwaren meent uwe Commissie in dezen
verder gaande dan haar medelid , wiens advies zij boven
heeft medegedeeld, dat kan worden te gemoet gekomen
door de bepaling, dat het Bestuur der Yereeniging te
Amsterdam jaarlijks eene lijst van de stemgeregtigde leden
der Yereeniging bij de Synode inzende en dat deze daaruit
benoeme of aanwijze jaarlijks een zevental personen (das
een getid , gelijkstaande met dat van het Bestuur der
Yereeniging), aan wie vanw^ de Kerk worde opgedragen
om casu quo een zestal of desgevorderd een twaalftal per-
sonen voor de benoeming tot Hoogleeraar te nomineeren.
Zoo zouden, naar het oordeel der Commissie, aan die
personen een kerkelijk radicaal gegeven zijn, wd niet op
dezelfde wijze verkregen als door de Commissie van voor-
dragt, maar toch kerkelijk , als zijnde tot dat werk gede-
legeerd door het hoogste coUegie in de Ned. Her v. Kerk,
de Synode. De voorstanders van dit denkbeeld in uwe
Commissie souden deze of dergelijke bepaling in het BiOgle-
ment op het Hooger Onderwijs wenschen opgenomen te zien.
Ten tweede vindt uwe Commissie eenparig in de Concept-
Statuten geen genoegzamen of duidelijk aangeduiden waar-
borg omtrent het vereischt« kapitaal ter voorziening in de
kosten van het te Amsterdam te geven Kerkelijk
Hooger Onderwijs. Wel leest zij in art. 9 al. 2: Geene
voordracht . en geene benoeming geschieden vóórdat tot dat
einde op eene der Grootboeken der N. S. eene som ver-
bonden zij, waarvan de renten minstens f 12000 ^sjaars
bedragen of tot dat bedrag rsubsidiën door publieke ückamen
verleend, ^ aanvullen/^ Maar de bedoeling dezer laatste
woorden is. haar niet duidelijk. Met haar medelid, wiens
advies bove.n is medegedeeld, zou zij dienaangaande op-
heldering;, verlangen, aleer de Statuten te kunnen goed-
keuren ^n.der Synode adviseeren, de Statuten niet goed
te keuren, wanneer de gelden, voor de zaak van het
Hooger Onderwijs in de Godgeleerdheid teAmsterdam
benoodigd, gedeeltelijk zouden moeten proflueeeren uit
jaarlijkscbe bijdragen van personen of corporaties van welken
271
aard ook , die te eeniger tqd zouden kannen ophouden die
bijdragen te leveren, 't Ie ook om deze reden ^ dat in het
Reglement op het Hooger Onderwijs in de provisioneel
aangenomen alinea van art 5 o. i. niet moet gelezen
worden: ^^die in de kosten, enz. — voorzien'', maar
hebben voorzien/'
Bij de bespreking dezer financieele zqde van de zaak
wil Uwe Commissie mede opmerken, dat de bedenking in
de Classicale Vergadering van Onderdendam en elders
gemaakt omtrent den titel, waaronder het op het Grootboek
in te schrijven kapitaal in de voorloopig aangenomen al. 8
van art. 16 Begl. H. O. is aangeduid, haar alleszins
gerond voorkomt. Die alinea dient zóó te moeten worden ver-
anderd , dat er nimmer gevaar kan bestaan , dat het fonds
onder welke omstandigheden ook, aan zijne bestemming
onttrokken worde.
N(^ ééne aanmerking heeft uwe Commissie op de Concept-
Statuten; na niet dat er iets in ontbreekt, maar dat zij
er iets uit wenscht te verwijderen. Art. 8 al. 1 lezen wij :
//Het Synodaal Beglement in het vorig art. genoemd is
van toepassing op de Kerkelijke Hoogleeraren te Amster-
dam, speciaal wat bun getal, de vereischten van hunne
benoembaarheid, de door hen bij de aanvaarding van hun
ambt af te leggen belofte, het tijdstip van hun emeritaat
en het ontslag uit hun ambt om plichtverzuim of wan-
gedrag betreft/' Niet alleen achten wij deze bepaling over-
bodig, maar oordeelen ook, dat het bedenkelijk is, te
vermelden in welke opzichten het Synodaal Begl. van
toepassing is, waaruit men zou kunnen afleiden, dat het
in andere niet van toepassing ware. De geheele al. behoort
te worden weggenomen. Of er zou eenvoudig kunnen gelezen
worden : ^Het Kerkelijk Reglement op het Hooger Onderwijs
enz., is op de Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam
in diles van toepassing.^'
Met de strekking van het voorstel van den heer Bood*
huijzen kan uwe Commissie zich wel vereenigen. Maar,
alle hulde brengende aan de goede bedoelingen van den
geachten voorsteller, oordeelt uwe Commissie, met het oog
op de overige in dit Reglement voorkomende bepalingen,
dat het overtollig en in het kader van dit Reglement, niet
passend is.
Het voorstel van de Classicale Vergadering van Onder-
dendam, om eene t^dsbepaling vast te stellen, binnen
272
welke het sses- of twaalftal door de Amsterdamsche Ver-
eeniging zal moeten ingediend worden , acht uwe Commissie
om de daar aangevoerde redenen alleszins aanbevelenwaardig.
Nog eene bepaling zou uwe Commissie wensehen in het
Beglement op het Hooger Onderwijs opgenomen te zien^
nl. hoe de benoeming van Kerkelijke Hoogleeraren zal
geschieden, wanneer de Vereeniging, die zich te Ams t er-
da in voor de behartiging dier zaak heeft gevormd , ont-
bonden zal zijn. Het belang dezer bepaling zal uit eene
opmerking , straks onder uwe aandacht te brengen , nader
blijken.
Met opzicht tot het bepaalde in de voorloopig aangenomen
al. van art. 5 omtrent zestal of twaalftal en daaruit te
formeeren drietal , vond uwe Commissie in de daartegen bij
verschillende collegiën gerezen bedenkingen geen aanleiding
om uwe Vergadering eene andere regeling voor te stellen.
Komt het haar vrij onverschillig voor, of men door een
zestal of een viertal en, zoo noodig, twaalftal of achttal
tot een drietal kome , zij meent toch , dat de in de Synodale
circulaire aangewezen weg de meeste ruimte van keus voor
de Synode waarborgt — tenzij dat men met sommigen
meenen mocht , dat de Kerk , handhavende haar recht van
geheel onafhankelijke keuze door de Synode, aan de
Amsterdamsche Vereeniging niet meer behoort toe te staan ,
dan hoogstens het indienen van eene aanbevelingslijst van
personen, waaraan de Synode niet zal gebonden zijn, of
van een zeker getal, waarnaast de Commissie van voordracht
even zooveel andere personen zon kunnen nomineeren , en
uit deze te zamen het drietal opmaken; iets waartoe we
niet kunnen raden, omdat zulks het geheele plan in zijn
beginsel zou aantasten.
Met de alzoo door ons aanbevolen wijzigingen of aan-
vullingen achten wij aan al de wensehen en voorstellen ,
die wij boven hebben medegedeeld, sub n®". 1—8, voor
zoover zij door ons behandeld konden worden , genoegzaam
te gemoet gekomen.
Thans rust nog op de meerderheid in Uwe Commissie
de taak , om Uwe vergadering rekenschap te geven van de
gronden , waarop zij , behoudens de door hen zei ven gestelde
voorwaarden , der Synode durft adviseeren , om de zaak der
aanstelling van Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam
op den voet der voorloopig aangenomen wijzigingen van
het Reglement op het Hooger Onderwijs te regelen. Hier
878
is het de plaats om eerst ééne voorname bedenking , die
bij sommige adviseerende coUegiën tegen het ontwerp is
iiigebragt, weg te nemen, door de opmerking, waarop wij
zoo even doelden.
Het is namelijk gezegd en met ?eel kracht uitgesproken ,
dat de Kerk, die sedert lang pogingen heeft in H werk
gesteld om de Gollatierechten afgeschaft te krijgen , door in
te gaan in het plan der Amsterdamsche Yereeniging, eene
nieuwe en veel meer ingrijpende soort van coUatierecht
zoude scheppen , zonder dat ooit weer te kunnen opheffen ,
en zelfs lichtelijk in dezen eene familie-regeering in het
leven zou roepen. Niets, M. H. is minder juist dan dit.
De Amsterdamsche Yereeniging heeft geen eeuwigdurend
bestaan; zij bestaat maar voor een betrekkelijk kort tijds-
bestek. Dat is natuurlijk , want zij bedoelt niet en kan
niet bedoelen, de zaak van het Kerkelijk Hooger Onder-
wijs te Amsterdam voortdurend ie regele^i , of liever gezegd ,
daarin voortdurend werkzaam te ziju , maar alleen die zaak
te helpen tot stand brengen. Zij wenscht op de keuze
der Hoogleeraren eenigen invloed uit te oefenen, zoolang
zij bestaat. En zij bestaat slechts 29 jaren. In hare statuten
staat, art. 14 , te lezen : //De vereenigiug wordt voor 29 jaren
opgericht^\ Alzoo den 19 Mei 1909 houdt zij op te bestaan.
Wellicht reeds vroeger. Want volgens art. 3 zijn leden der
Vereeniging, met stemrecht , alleen zij, die minstens / 300
voor het geprojecteerde fonds bijdragen. Dezen ontvangen,
volgens art. 4, een bewijs van lidmaatschap op naam.
Hoevelen van dezen zullen over 29 jaren nog in leven
zijn? Er diende alzoo in hunne statuten opgenomen te zijn,
tot welk minimum het ledental moet gedaald zijn, om
de Yereeniging ais ontbonden te beschouwen, gelijk in
ons Beglemeut, dat de exceptioneele bepalingen omtrent
Amsterdam gelden voor 29 jaren, of korter ingeval de
Yereeniging vroeger mogt ontbonden zijn. Wel verre er
dus van daan, dat hier een nieuw collatie-recht of iets
blijvends zou geschapen worden , zou het zelfs kunnen zijn ,
indien leven en gezondheid der eerstaangestelde Hoog-
leeraren te Amsterdam gespaard worden , dat de Amster-
damsche Yereeniging slechts voor ééne maal geroepen werd
om tot het doen bezetten der twee aldaar op te richten
leerstoelen mede te werken.
In dezen stand van zaken behoeft ook niet verder te
gemoet gekomen worden aan den boven medegedeelden
18
274
wenseh^ dat de benoeming van Hoogleeraren te Amster-
dam alleen de eerste maal op de voorgestelde wijze zon
geschieden.
De meerderheid Uwer Commissie is dan ook van oordeel ,
dat| wanneer, langs den weg, dien zij wenscht ingeslagen
te zien , gezorgd zal zijn , dat het opmaken der nominatie
aan mannen opgedragen worde, die tot dat werk bevoegd
zijn , en de overige reeds aangewezen waarborgen voor de
degelijkheid en ook voor de vrijheid van het onderwijs znl-
len zijn gegeven , het geen bezwaar meer kan of mag zijn ,
dat de benoemingen, althans in den eersten tijd, zullen
geschieden in den zin van eene bepaalde kerkelijke of
theologische richting. Nu niet eens in aanmerking genomen
de milde , vrijgevige geest der mannen , die zich voorshands
aan ^t hoofd der zaak bevinden , wordt er door twee leden
Uwer Commissie bijzonder op gewezen , dat in deze dagen ,
nu het hoogste bestuur in onze Kerk er op uit is om door
wettelijke verordeningen zooveel mogelijk voor verschillende
richtingen in de Kerk ruimte en vrijheid van ontwikkeling
te handhaven , ook hier eene gelegenheid is gegeven , om
van dit echt liberaal streven te doen blijken. En daartoe
moet , naar het oordeel dezer twee leden Uwer Commissie ,
de Synode zich te meer gedrongen gevoelen, nu in diezelfde
Universiteitstad met kracht geijverd wordt voor eene andere
inrichting van Hooger Onderwijs, die, naar het oordeel
van allen , die de teekenen der tijden verstaan , alleen dan
eene toekomst kan hebben , wanneer de vredelievende pogin-
gen van de Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk
mislukken en de Nederlandsche Hervormde Kerk vroeg of
laat uiteenspat.
De meerderheid Uwer Commissie oordeelt, dat met deze
opmerking, in verband met de voorstellen, die zij reeds
de eer had Uwe Vergadering te doen , ook de bedenking ,
dat de geheele zaak eene geldquaestie en daarom verwerpe-
lijk is, of wel, dat de Synode voor eene geldsom een
recht prijs geeft , waarvan zij geen afstand mag doen , hare
kracht verloren heeft. De ware beschouwing dezer zaak is ,
naar hare bescheidene meening, niet deze: de Synode, of
liever de Kerk, geeft voor geld een recht prijs, maar: de
Kerk, wenschende volledige uitvoering te geven aan art. 1
van het Reglement op het H. O. , ziet met genoegen ,
dat het financieel bezwaar opgeheven wordt en verleent aan
hen, die het opheflen, eenigen invloed — gedurende een
275
kort tijdbesfcek — ^ op de benoeming van Hoogleeraren te
Amsterdam, overtuigd , dat er geen kans is , dat die
volledige uitvoering van art. 1 ooit of immer tot stand zal
komen , dan langs dezen weg.
De bedenking, dat te Amsterdam aan eene partica-
liere Vereeniging, die het benoodigde geld voor de rege-
ling van het godgeleerd onderwijs aldaar verschaft, een invloed
op het benoemen van Hoogleeraren zal toegekend worden ,
welken de Staat , die ook het geld voor die zaak verschaft ,
aan de Bijks-nniversiteiten zich niet heeft voorbehouden,
en dat alzoo jegens den Staat eene soort van onrecht zou begaan
worden , kan althans voor de meerderheid Uwer Commissie
geen bezwaar opleveren. Zij bedenkt, dat wij tot die Amster-
damsche Yereeniging noodwendig in eene geheel andere ver-
houding komen te staan , als tot den Staat , wat betreft de
oprichting van Kerkelijke leerstoelen in do Universiteits-
steden. De Staat onttrok door de wet op het Hooger Onder-
wijs werkelijk iets aan de Kerk, wat deze vroeger bezat,
nl. door den Staat bekostigde faculteiten te haren dienste ,
en gaf nu daarvoor vergoeding. Wat de Staat deed bij de
vestiging van zijne Universiteiten, kon hij te Amster-
dam niet doen. Amsterdam zelve was jegens de Ned.
Herv. Kerk bij de oprichting der nieuwe Universiteit tot
uiets verpligt en de Amsterdamsche regering moest zich wel
onbevoegd achten om voor de Kerk hetzelfde te doen in
Amsterdam, wat de Hooge Begeering had gedaan te
Leiden, Utrecht en Groningen. Treden nu te
Amsterdam particulieren op, om te doen, wat geen
publieke macht doen kan , dan mag het niet meer dan billijk
geacht worden, dat zij, die zich voor het tot stand brengen
eener door hen gewenschte zaak , die zij ook in het belang
der Kerk achten, eene groote opoffering getroosten , op de
regeling dier zaak ook eenigen, altijd zeer beperkten,
invloed uitoefenen.
Hiermede acht de meerderheid Uwer Commissie de hoofd-
bedenkingen, die tegen het plan in zijn geheel zijn inge-
bragt, weggevallen of althans in kracht aanmerkelijk ver-
minderd. De meerderheid der Commissie alzoo raadt Uwe
Vergadering om de zaak te helpen tot stand brengen.
Het zal zijn , meenen zij , in ^t belang der godgeleerde
wetenschap , die er grootelijks door gebaat zal worden, indien
aan de nieuw gestichte en overigens zoo rijk bedeelde
Universiteit van Amsterdam ook deze wetenschap tot haar
276
volle recht komt. Met dit belang der wetenschap is dat der
Kerk op het nauwst verbonden. Indien toch te Amster-
dam Kerkelijke Hoogleeraren worden aangesteld , eerst dan
zal ook de wetenschappelijke arbeid der Hoogleeraren , die
in de theologische faculteit aan die Hoogeschool van gemeente-
wege zijn aangesteld , in de gewenschte mate vruchten kun-
nen dragen voor de Ned. Herv. Kerk^ daar alleen ia dat
geval verwacht kan worden , dat vele jongelieden van aanleg
en geschiktheid voor de Kerk uit de hoofdstad des rijks
zich tot de evangeliebediening zullen bekwamen , die nu ^
door den nood gedrongen, een ander studievak en een
ander levensdoel moeten kiezen; wat vooral in onzen tijd
van zoo groot gebrek aan predikanten zeer te betreuren is.
Uwe Commissie^ tot het einde van haren arbeid genaderd^
trekt , wat zij aan de beslissing Uwer Vergadering wenscht
over te geven, in de volgende voorstellen samen.
Terwijl twee leden der Commissie u adviseeren om de
voorloopig aangenomen wijzigingen van artt. 5, 15 en 16
van het Reglement op het H. O. in de Godgeleerdheid
niet vast te stellen^ maar het Reglement met opzicht tot
die artt. onveranderd te laten , raden de overige leden U
aan , ze definitief vast te stellen en aan de eindstemming
van de leden der Provinciale Kerkbesturen te onderwerpen ,
echter met de noodige veranderingen en aanvullingen.
Deze veranderingen en aanvullingen , waartoe , in gevalle
de Synode in 't algemeen mogt goedvinden ten behoeve
van het Godgeleerd Hooger Onderwijs te Amsterdam,
wijzigingen in het Reglement te brengen, ook de overige
leden adviseeren, zijn de volgende.
1®. De nu voorloopig aangenomen alinea van art. 5 te
lezen: /^Yoor keó benoemen van hoogleeraren te Amster-
dam biedt eene aldaar bestaande vereeniging van personen,
die onder de door de Synode geeischte waarborgen in de
kosten van het daar te geven onderwijs hebben voorzien^
aan deze Commissie een zestal aan , waaruit de Commissie
aan de Synode een drietal voordraagt. De Commissie is
bevoegd, van het aangeboden zestal aanvulling tot een
twaalftal te vorderen .'V
2®. Aan dit artikel nog toe te voegen:
/yDe in de vorige alinea bedoelde waarborgen moeten
omschreven zijn in de Statuten der Yereeniging, die echter,
alvorens tot de benoeming van Hoogleeraren te Amster-
dam kan worden overgegaan, de goedkeuring van de
•> '' —.
£77
Synode moeten hebben verkregen. Gteeue verandering wordt
in de Statuten gemaakt zonder bekrachtiging door de
Synode/'
//Het bestuur dier vereeniging legt jaarlijks aan de Synode
over eene lijst van de leden , die stemrecht in de Vereeni-
ging bezitten ^ opdat de Synode uit dezen een zevental aan-
wijzen, aan wie is 0]^edragen de boven bedoelde zes- en
twaalftallen op te maken/'
(Deze al. is het voorstel van twee leden).
//Wanneer voor de eerste maal hoogleeraarsplaatsen te
Amsterdam moeten vervuld worden^ neemt de Synode
daartoe een besluit en geeft daarvan kennis aan het Bestuur
der Yereeniging. Binnen drie maanden na deze kennisgeving
zendt de daartoe aangewezen Commissie de zestallen in.
Bij ontstane vacature zendt de aangewezen Commissie
te Amsterdam, zonder dat een besluit der Synode
is voorafgaan , het zestal in binnen denzelfden termijn ,
te rekenen van den dag waarop de vacature een aanvang
heeft genomen. Indien aanvulling tot een twaalftal verlangd
wordt, geschiedt deze binnen vier weken na de daartoe
strekkende aanvrage. Blijft de Commissie der Yereeniging
in gebreke binnen de gestelde termijnen hare nominatiën
in te zenden , dan gaat de Commissie van Voordracht met
haar werk voort naar het Eeglement.''
//De meergenoemde Amsterdamsche Yereeniging bestaat
voor den tijd van negen en twintig jaren. Na dien tijd ^ of
zoodra de Yereeniging mogt ontbonden zijn , komen de in
dit artikel vervatte speciale bepalingen omtrent Amster-
dam buiten werking/' (Gevoelen van de meerderheid der
Commissie).
Kan uwe Yergadering er toe besluiten^ deze of derge*
lijke bepalingen vast te stellen , dan zouden wij U raden ,
al het bovenstaande, op Amsterdam betrekking heb-
bende, gewijzigd zooveel noodig , als een afzonderlijk art. 5^
in het Reglement op te nemen.
3^. In art. 15 al. 2 in plaats van Fmda der Commissie,
enz. te lezen : Fonds der Nederlandsche Hervormde Kerk ,
enz. (Gevoelen van de minderheid der Commissie).
4®. De bij de Synode ingezonden Concept-Statuten niet
goed te keuren , maar terug te zenden aan het Comité ,
uitmakende het Yoorloopig Bestuur der Yereeniging, met
een afschrift of afdruk van dit Bapport en van de daarop
genomen besluiten der Synode, ter kennisneming.
278
Uwer Vergadering wordt de noodige wijsheid toege-
beden^ opdat zij in dezen moge besluiten wat waarÜjk
voor onze Nederlandsche Hervormde Kerk de meest heil-
zame gevolgen kan hebben.
De Commissie:
J. DOUWDS.
B. A. OVBBM^N.
Q. W. VAN Ebedb.
Vak den Bbandslsr.
A. Q. Jans.
Het rapport wordt voorshands ter tafel gelegd voor
inzage van de leden.
Uitspraak der Sy- ^® ^^^ Douwêê leest verder nog de gisteren avond
noduscontraeta in zake door de Synodus contracta in zake van den predikant
^«naïf^te** 0*0** ^V^^^^ gedane uitspraak , zijnde van dezen inhoud :
drecht.
De Algeraeene Synode der Nederlandsche Hervormde
Kerk^ naar art. 15 al. 5 van het Algemeen Beglement
voor de Hervormde Kerk in het Koningrijkrijk der Neder-
landen, uitgeloot op de helft harer leden ^
Ontvangen hebbende bij missive van 2 Augustus 1880
van het Provinciaal Kerbestuur van Zuid-Holland, in
dezen overeenkomstig zijn besluit van 5 April 1880, goed-
gekeurd dpor de Algemeene Synode d.d. 2) April 1880,
in de plaats van het Classicaal Bestuur van Dordrecht,
doende wat des Classicalen Bestuurs is, afschrift van een
besluit in zake van den heer Jakob Bigeman, predikant
bij de Nederduitsche Hervormde Qemeente te Dordrecht,
genomen in de buitengewone vergadering van dat Kerk-
bestuur te ^sGravenhage op den 28 Julij 1880, waarbij
over genoemden heer Jakob Eigeman de provisionele schorsing
wordt uitgesproken, bedoeld in art. 48 van het Reglement
voor kerkelijk opzicht en tucht , ingaande den 3 Augustus
1880, en voorts naar art. 4i7 van genoemd Heglement
deze gansche zaak , met al de stukken , daartoe betrekke-
lijk aan de Algemeene Synode wordt verzonden , opdat zij
daarover uitspraak doe;
Overwegende, dat het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-
Holland, na als Classicaal Bestuur deze zaak te hebben
ter hand genomen en nu , oordeelende dat de de zaak tot
279
ontzetting van den bezwaarde uit zijne kerkelijke bedie-
ningen en ambten zon kunnen leiden, handelende naar
art. 47 al. S van het Begl. voor kerkelijk opzigt en
tucht y zelf niet verder bevoegd was dan tot het uitspreken
van eene provisionele schorsing van den heer Jakob Eigeman
en alzoo teregt de verdere behandeling dezer zaak aau
het opvolgende collegie , de Algemeene Synode , heeft over-
gedragen, opdat dit doende wat des Provincialen Kerk-
bestaars is in* dezen ter eersten aanleg uitspraak doe;
Gelezen al de tot deze zaak betrekkelijke stukken ;
Gezien het proces-verbaal van een verhoor van den heer
Jakob Eigeman, ingesteld door eene uit de Synodus contracta
te dezer zake benoemde Commissie;
Overwegende, wat de feiten aangaat, dat uit de stukken
voldoende gebleken is:
1®. dat bezwaarde, voor de maand Julij j.1. als Praeses
van den Kerkeraad te Dordrecht opgetreden , tegen den
V^ dier maand tot eene te houden Kerkeraadsvergadering
heeft opgeroepen, behalve de overige predikanten van
Dordrecht, de ouderlingen, die door het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland bij eindbeslissing vanden
29 Januarij 11. in hunne bediening zijn geschorst;
2^. dat hij , die alzoo onwettig samengestelde vergadering
als Praeses geleid heeft , bijgestaan door den heer E, A. O,
van Hoogenhuijze , predikant te Dordrecht, als Scriba,
in welke vergadering de overige predikanten, schoon op-
geroepen, niet tegenwoordig waren;
3°. dat hij in die vergadering het voorstel gedaan heeft
om al de personen , die onder medewerking van gecommit-
teerden des Provincialen Kerkbestuurs van Zuid -Hol land
tot lidmaten der gemeente aangenomen zijn, te verbieden
aan het H. Avondmaal deel te nemen , welk voorstel echter
door de geschorste ouderlingen niet is aangenomen;
4^. dat hij , daarop den % Julij in de Yoorbereidingsbeurt
predikende, verklaard heeft den daaraan volgenden Zondag,
den 4 Julij, geen Avondmaal te zullen bedienen en dan
ook op dien dag wel gepredikt, maar geen Avondmaal
bediend heeft, zooals, volgens de bestaande bepalingen,
door hem had moeten geschieden;
5^. dat hij als Praeses des Kerkeraads schriftdijk , met
medeonderteekening van den heer E. d. O. van Hoogen*
huijze , Scriba des Kerkeraads , en van een der geschorste
ouderlingen den heer M. Kemp, geweigerd heeft opge-
£80
vraagde attestaiiëii af te geven aan lidmaten , die onder
medewerking van gecommitteerden van het' Provinciaal
Kerkbestuac van Zuid- Holland zijn aangenomen , onder
beweren , dat de namen dier personen /f/ wel op eene bijlijst
genoteerd staan'^ maar //niet langs den weg van orde en
recht ingeschreven zijn in het officieele lidmatenboek'';
Overwegende in rechten:
dat de genoemde welgestaafde feiten ^ door ieder van
welke de heer Eigeman met de daad in verzet is gekomen
tegen de eindbeslissing des Provincialen Kerkbestaurs van
Gelderland d.d. 29 Januarij 1880 en de kerkrechtelijke
gevolgen van die door het Provinciaal Kerkbestuur van
Zuid-Holland terecht gekwalificeerd zijn als dragende
het kenmerk van //verstoring van orde en rust^' en van
//Verzuim'^ zoowel als van //vergrijp in de uitoefening van
kerkelijke betrekkingen^' ;
Overwegende verder, dat de heer Eigeman ^ in het
persoonlijk verhoor, verklaard heeft bij het oproepen van
de geschorste ouderlingen en bij hetgeen verder dien-
tengevolge door hem gedaan is, zich wel bewust te zijn
geweest, dat hij in strijd handelde met de kerkelijke
reglementen, door welke verklaring de qualificatie van
zijne daden door het Provinciaal Kerkbestuur van Z a i d-
Holland als //moedwillige*' verstoring van orde en rust,
enz. gerechtvaardigd wordt, niettegenstaande de heer Eigeman
aan deze verklaring deed voorafgaan, //dat het eene krenking
van zijne conscientie zou geweest zijn'*, indien hij anders
gehandeld had;
Overwegende, dat de heer Eigeman niet alleen zelf zich
verzet heeft tegen de kerkelijke reglementen en verordeningen,
maar ook door anderen op te wekken , hem in dat verzet
te steunen , zijne schuld heeft verzwaard ;
Overwegende, dat al wat de heer Eigeman in gemeld
verhoor, met miskenning van het in art. 6 van 't Regle-
ment voor kerkelijk opzigt en tucht voorgeschrevene
tot regtvaardiging van zijn gehouden gedrag aanvoerde,
namelijk dat hij de eindbeslissing van het Provinciaal Kerk-
bestuur van Gelderland niet als wettig erkent , mitsdien
de geschorste ouderlingen niet als geschorst, de onder
medewerking van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-
Holland aangenomen lidmaten niet als wettige lidmaten
beschouwt, slechts te meer het willekeurige van zijn verzet
tegen de kerkelijke verordeningen in het licht doet komen ;
281
Overwegende, dat de heer Eigeman, gewezen op de
verwarring en wanorde door hem aangerigt of, waar die
reeds bestond, veeleer in de hand gewerkt dan tegenge-
gaan en op de verderfelijke gevolgen, die een verder
voortgaan op den door hem betreden weg noodwendig
moesten na zich slepen , niet tot erkentenis voor het ver-
keerde zijner handelingen is gebragt, daar elke vermaning
en teregtwijzing in den geest der broederlijke liefde hem
gegeven afstuitte op een beroep op zijne conscientie, die
hij in overeenstemming verklaarde te zijn met Gods Woord
en de belijdenis der Kerk;
Overwegende, dat op de vraag tot den bezwaarde ge—,
rigt, of hij van plan was ook verder zich tegen de ker-
kelijke reglementen en verordeningen te verzetten, het
antwoord wel ontkennend Inidde, maar door de bijvoeging,
dat hij op den ingeslagen weg van verzet wel zou willen
maar nu niet kon voortgaan, aangezien hij bij de ge-
schorste Ouderlingen niet de noodige en verwachte steun
had gevonden en thans moest bukken voor overmagt,
eveneens getuigt, dat bezwaarde niet tot erkentenis van het
verkeerde zijner handelingen is gekomen;
Overwegende, dat, ofschoon de gebleken verkeerdheden
en overtredingen aanleiding zouden kunnen geven tot ont-
zetting uit kerkelijke bedieningen en ambten, toch het
beginsel, waarvan in de Ned. Herv. Kerk de uitoefening
van kerkelijke tucht uitgaat, in dezen de toepassing van
een minder zwaar tuchtmiddel veroorlooft;
Gezien art. 51, 52 van het Algemeen fieglement, art.
23 van het Reglement voor de Kerkeraden , art. 27 van het
Reglement op het examen ter toelating tot de evangelie-
bediening, art. 1, 2, 3, 4, 6, 7, 21, 22, 50, 51
en 63 van het reglement voor kerkelijk opzigt' en tucht;
Begtsprekende in eersten aanleg,
Yerklaart den heer Jakoh Mgieman, Predikant bij de
Nederduitsche Hervormde Gemeente te Dordrecht,
schuldig aan verstoring van orde en rust en aan verzuim
en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen ;
Schorst hem in de waarneming van zijne kerkelijke be-
dieningen en ambten voor den tijd van één jaar met
geheel verlies van tractement;
Bepaalt, dat de schorsing zal ingaan op den dag,
waarop deze beslissing kracht van gewijsde zal verkregen
hebben ;
282
Bepaalt, dat deze uitspraak, nadat zij kracht van ge-
wijsde zal hebben ontvangen , zal openbaar gemaakt wordeo
in het kerkelijk orgaan.
Afschrift dezes zal gezonden worden aan het Provindaal
Kerkbestuur van Zuidholland, aan het Classicaal Be-
stuur van Dordrecht, aan den Kerkeraad der Neder-
duitsche Hervormde Qemeente te Dordrecht en aan
den heer Jakob Eigeman^ Predikant.
Aldus gedaan in de Yergadering van den 20 Augus-
tus 1880;
Tegenwoordig waren de heeren B, A, Overman^ presi-
dent, E. H, Lasonder, praead viserend lid, S. F. van
HoêseU, secretaris, J, P. Bruintoold Riedel, G, Bruna^
J. Douweê , J, van der Veen Az., J. F. C Kronenberg ,
A. H, win der Hoeve, 6r. van Duyl G.Wie,, A^ O, Janê
en «7. Almgk Prme.
Volgen de onderteekeningen.
Sluiting der zeven Daar straks nog de Synodus Gontracta in zake het
en twintigste ritting. hooger beroep van den predikant Alewyn Paure vergadert,
wordt de Yergadering tot Maandag a. s. voormiddag elf
uur verdaagd, waarna de zittingen dezer week met dank-
zegging gesloten worden.
J. J. L. LuTi, President,
ACHT EN TWINTIGSTE ZITTING.
Maandag 23 Angastas 1880,
De zitting wordt nog door den heer Overman met gebed Opening der ackt
geopend, die daarna de leiding der Vergadering weder «" *^i"*^8»te atting.
overgeeft aan den teruggekeerden president , ouder herhaalde
betuiging als tolk der Vergadering van innige deelneming
wegens het in den tusschentijd geleden verlies van eeu
kiad^ en voor zich zelven de Vergadering dankt voor
de welwillendheid, welke hij van haar tijdens de waar-
neming van het praesidium had mogen ondervinden. De
President dankt den heer Overman en alle leden der Ver-
gadering vervolgens voor de betoonde deelneming wegens
de ondergane beproeving.
De notulen der zittingen van jl. Vrijdag en Zaturdag
worden vervolgens gelezen en goedgekeurd.
Namena de Synodus Contracta in zake van het hooger P^^'P'Jf \ ^®f ^?'
beroep van den predikant Alewyn Faure wordt door den ^^ ^^^^ predikant
heer Bruna de door haar jl. Zaturdag gedane uitspraak Alewt/n Faure.
gelezen, luidende als volgt:
Gezien een schrijven van den heer A, W. F, Alewijn
Faure, predikant bij de Hervormde Gemeente te Hem-
men, dd. 21 April jl. aan de Alg. Synodale Commissie,
gereg. onder n^ 578, en een gelijkluidend aan de Alg.
Synode van 23 April jl,, gereg. onder n®. 595, waarin
hij verklaart in hooger beroep te komen van eene uitspraak
van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, bij
welke hij voor den tijd van drie maanden geschorst is in
de waarneming zijner kerkelijke bediening ,
Overwegende, dat appellant binnen den bepaalden tijd
ia hooger beroep is gekomen en voldoende bewijzen van
geldelijk onvermogen geleverd heeft, verklaart hem ont-
vankelijk in zijn hooger beroep.
Gelezen de uitspraak, van welke hooger beroep gedaan
is, met alle daarbij gediend hebbende bescheiden en stukkeu,
284
Overwegende dat het Kerkbestuur zijne uitspraak ge-
grond heeft:
l**. op een namens het Glassicaal Bestuur van Nijme-
gen door eene commissie van drie leden uit zijn midden
ingesteld verhoor, waarvan het proces-verbaal aan den
bezwaarde niet is voorgelezen, althans niet door hem is
geteekend ;
2^ op een gelijksoortig, namens het Prov. Kerkbestuur
door eene commissie van drie zijner leden ingesteld ver-
hoor , waarvan het proces-verbaal slechts door één lid dier
commissie onderteekend is, zoodat die beide stukken moeten
geacht worden alle regisgeldigheid te missen ;
Overwegende verder, dat in de beslissing des Kerk-
bestuurs ontbreekt de in art. 21 van het Reglement voor
kerkelijk opzigt en tucht voorgeschreven uüdrukMng , Üj
name van de verkeerdheid of overtreding, welke voortvloeit
uit de naanwkeurige omschrijving van de feiten, die het
onderwerp der veroordeeling hebben uitgemaakt, en dat
alzoo de genomen beslissing niet beantwoordt aan de voor-
schriften der Kerk in dezen;
Oezien artt. 14 en 21 van het Begl. voor kerkelijk
opzigt en tucht.
Vernietigt de uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur
van Gelderland, en nu naar art. 36 van het Begl.
voor kerk. opzigt en tucht zelve doende wat bij de eerste
uitspraak had behooren gedaan te zijn, na de zaak op
nieuw onderzocht en den bezwaarde door drie leden uit
haar midden gehoord te hebben.
Gelezen het mede door den bezwaarde onderteekende
proces- verbaal van dat ingestelde verhoor;
Gelezen eene missive van den Kerkeraad der Hervormde
Gemeente te Hemmen, dd. 29 Julij jl., gereg. onder
no. 611, waarin die Kerkeraad zijne bezwaren tegen de
door het Kerkbestuur van Gelderland genomen beslis-
sing ontwikkelt:
Gelezen alle ter zake dienende stukken;
Kennis genomen hebbende 1®. van //De bij de hooge
Regeering ingediende bepalingen betreflPénde de inrigting
en het bestuur der Algemeene Apostolische kerk'' en 2°.
van het Besluit der Regering van 17 Oct. 1868, n®.
4174, waarbij de nieuw opgerigte Apostolische Gemeente
te'sGravenhage, door de Regering is erkend te bestaan,
voor zooveel de wet van 10 Sept. 1863 zulks vereischt.
285
Overwegende, wat de feiten betreft:
1°. dat de heer A. W. F. Alewijn Faure de handop-
l^giog Iieeft ontvangen door den heer Cappadoce als
coadjutor van de Apostelen te Alburij daartoe gecom-
mitteerd, in welke handoplegging hij erkent eeue be-
krachtiging des Heiligen Geestes van alles wat men bij
de inlijving in de gemeente door den doop in beginsel
heeft verkregen, gelijk hij zulks in den brief aan de
Hebreërs, in de Handelingen der Apostelen en verder in
het N. T. acht uitgesproken te zijn;
2^ dat de heer Alewijn Faure wel en wettig is in-
geschreven in het register dergenen , die de handoplegging
heben ontvangen, ten gevolge waarvan hij nu erkent is
als een geloovige in de Apostelen, onder wier leiding zich
de Apostolische Gemeenten stellen;
3°. dat hij , hoewel nog niet ingeschreven in het register
der leden van de Apostolische Gemeente haar toch met
zijn gansche hart is toegedaan , omdat hij op zijn gebed
en door in aanraking te komen met de Apostelen te
Alburij is overtuigd, dat zij zijn, wat ze zeggen te
wezen. Apostelen van den heer </. C, die van Hem de
magt hebben ontvangen, om door handoplegging den H.
Geest mede te deelen — en dat hij zich in het register
van deleden der gemeente te ^sGravenhage zou laten
inschrijven als hij in den Haag woonde;
4^. dat hij verklaard heeft tot nu toe geene pogingen
te hebben aangewend om leden zijner gemeente tot de
Apostolische Gemeente te doen toetreden, maar dat hij
zalks doen zoude bijaldien zich de behoefte daaraan open-
baarde, daar men in de Hervormde kerk wel het ideaal
van de onzigtbare kerk kan najagen , maar niet bereiken ,
zooals in de Apostolische Gemeente, waar de Heer dit
schenkt, — welke handelwijze hij evenwel niet in strijd
acht met zijne verpligting als predikant in de Ned. Herv.
kerk;
Overwegende in regten:
1°. dat de Irvingiaansche of zoogenaamde Apostolische
Gemeenten geene Hervormden zijn, zooals die te ^s Gra-
ven hag e reeds toont door zich naast de bestaande Neder-
duitsch- en Waalsch-Hervormden als eene afzonderlijke
gemeente te constitueren, maar dat ze zijn bijzondere van
de overige kerkgenootschappen doorleer, eeredienst, inrig-
ting en bestuur onderscheiden gemeenten, die zich stellen
286
onderde leiding der dusgenaamde Apostelen te Alburij,
aan welke zij zich in alles hebben te onderwerpen;
2^ dat ieder ^ die tot deze gemeenten behoort, zich als
predikant in de Nederlandsche Hervormde kerk niet naar
art. 23 van het Synodaal Beglement voor de Kerkeraden
in zijne geheele ambtsbediening Tcan gedragen naar de
kerkelijke reglementen en verordeningen , en nog minder
overeenkomstig zijne verklaring en belofte naar art. 27 van
^t Begl. op 't examen , in H bijzonder de belangen van de
Neder L Hervormde kerk behartigen;
3^. dat de heer Faure evenwel meent dit wel te kun-
nen, hoewel hij erkent, dat wie niet op zijn stanpunt
staat, daarover wel anders zal moeten oordeelen;
4^. dat de heer Faure zich aan niets heeft schaldig
gemaakt wat naar art. 21 van het Begl. voor kerkelijk
opzigt en tucht bij name als zoodanige verkeerdheid of over-
treding kan uitgedrukt worden , dat daarop een van de in
art. 4 van genoemd Begl. genoemde tuchtmiddelèn zou
moeten worden toegepast;
5^. dat hij evenwel, zóó door zijne betrekking tot de
zoogenaamde Apostolische kerk als door zijne overtuiging
omtrent het gezag en de magt der Apostelen te Alburij
en omtrent zijne verpligting jegens de, van de Hervormde
kerk geheel onderscheiden, Apostolische Gemeenten onmo-
gelijk in de Hervormde kerk als predikant kan dienen,
en de Kerkeraad der gemeente Hemmen met het oog
op de belangen der gemeente teregt tegen het weer optre-
den van den heer Faure als haar predikant bezwaar heeft ;
6^. dat hier dus de andere zeer gewigtige redenen , in
art. 37'**' van het Beglement op de Vacaturen genoemd,
aanwezig zijn , welke noch in ouderdom of ligchaamszwakte
noch in krankzinnigheid gelegen zijn , en ook niet in de
termen van het Beglement voor kerkelijk opzigt en tucht
vallen , maar door welke toch een predikant voor zijn diefist-
werk in de Hervormde Kerk ongeschikt is geworden, ver-
mits na alle daartoe aangewende pogingen in deze geene
verandering van zijne met zooveel nadruk uitgesproken
overtuiging is te verwachten bij een man die kennelijk door
gevoel en verbeelding in plaats van door de rede geleid
wordt, en bij wien 't een idee fixe is geworden, dat hij
door de handoplegging in de zoogenaamde Apostolische
gemeente buitengewone gaven heeft ontvangen, weshalve
hij met geheel zijn hart haar toebehoort;
287
Gezien art 15 van het Alg. Regh, art. 28 Begl. voor
de Kerkeraden en art. 27 Regl. op ^tezamen, art. 13,
14, 15, 17, 21, 24, 26, 38, 34 en 85 van het Regie-
laent voor kerkelijk opsigt en tucht en art. 37^ van het
Regl. op de vacaturen.
Oordeelt dat de predikant A. W. F. Alemjn Faure
behoort ontslagen te worden,
Bepaalt dat hem door het Provinciaal Kerkbestuur van
Gelderland eervol ontslag zal worden gegeven zoodra
de in ari 37^ lid 4 en 5 van het Begl. op de vacature
aangewezen tijd om in hooger beroep te komen (in casu,
herziening te vragen) is verstreken.
Verklaart dat de kosten, te dezer zake gemaakt, zullen
gedragen worden door de Kerk,
Beveelt dat afschrift van deze beslissing zal gezonden
worden tot informatie aan het Provinciaal Kerkbestuur van
Gelderland; voorts aan ^tClassicaal Bestuur van Nijme-
gen en aan den Kerkeraad der Hervormde Gemeente te
Hemmen, alsmede aan den heer A. W,P, Alemjn Faure
die daarbij tevens zal worden uitgenoodigd zelf aan het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland zijn emeritaat
te verzoeken,
Gelast dat deze uitspraak , zoodra zij kracht van gewijsde
zal hebben verkregen , zal openbaar gemaakt worden door
haar te plaatsen in het Kerkelijk orgaan.
Aldus gedaan in onze vergadering te 's Graven hage,
den 21n Augustus L880, tegenwoordig al de in dezen ter
beoordeeling en beslissing bevoegde leden, B, A, Over*
man, president, M, A. Qooizen^ praeadviseur, 8, F. van
Hasselt, secretaris en adviserend lid, O, Bruna, O. J,
van Lakerveld, J, van der Veen Az,, J, F, C, Kronenberg ,
G. van Duijl GJFe.y A, O. Jans, J. Alingh Prins.
(Volgen de onderteekeningen.)
Na kennisneming van een schrijven van Mr. W. O, De heer Krouenberff
Servaüus te D win gel o van 21 Augustus, gereg. <>nder ™^ ^**^^^^*^^^^^^
n^ 89, behelzende berigt, dat de werkzaamheden aan noemd tot Secundas bq
zijne betrekking van Notaris verbonden hem verhinderen de SynodaleCommissie.
de benoeming tot secundus van den heer Bergsma als
lid der Synodale Commissie aan te nemen , wordt terstond
overgegaan tot aanvnlUng van het drietal, waarop nu nevens
de heeren Kronenberg en ScAuurbeque Boezje geplaatst
288
wordt de heer Mr. R. van Boneval Faure^oxiA'OXiA&xYaïi
bij de Waalsche Gemeente te Leiden. Vervolgens wordt
uit dit drietal de heer Kronenberg gekozen, na tasschen-
stemming over de heeren ScAuufbeque Boeije en FaurCy
waarbij laatstgenoemde de meeste stemmen bekomen
had. De heer Kronenberg verklaart de benoeming aan te
nemen.
iTet Reglement op ^^^ fl^ Orde is thans het Eeglement op de kerspel-
de kerspelvorming in . t i i r> • • i ••
behandeling. Daarop vorming , naar de door de Commissie voorgedragen gewij-
nog door de heeren zigde redactie.
Jan8,LuHtxiSegersm p^ j^^gj j^^^ g^^H- ^^ amendement op art. 1 voor dit
gediende amendemen- ,.1 i . i 1 • -i 1 i . i 1 •
ten; laatst vermeld Ai*^ikei te doen luiden , ZOO als het naar de voorloopig
voorstel echter bniten aangenomen redactie luidde, met behoud echter der door
behandeling gehouden, ^j^ Commissie in al 1 gebragte wijziging , „indien zij ver-
klaren dat zij dit voor de bevrediging hunner Christelijk
Godsdienstige behoefte noodig achten.^^
De President stelt de volgende verandering voor:
//Art. ^^ Het regt tot vorming van een Kerspel wordt
verleend door de stemgeregtigden der gemeente.
//Wanneer in gemeenten met minder dan 500 stemge-
regtigden 20, in gemeenten van 500 tot 1000 stemge-
regtigden 50, in gemeenten met meer dan 1000 stemge-
regtigden 100 stemgeregtigden bij den kerkeraad aanvragen,
om op grond van art. 1 al. 1 een kerspel te mogen
vormen, wordt deze aanvraag door den kerkeraad binnen
drie weken aan de stemming der stemgeregtigden onder-
worpen.
//Wanneer in gemeenten met twee predikanten twee
vijfde der uitgebragte stemming zich ten gunste der aan-
vrage verklaart, wordt het verzoek gerekend ie zijn
toegestaan. In gemeenten met meer dan twee predikanten
heeft hetzelfde plaats, indien het voorstel wordt aangeno-
men door ten minste een zooveelste deel der uitgebragte
stemmen als het aantal predikantsplaatsen in de gemeente
bedraagt.
„Van den uitslag der stemming wordt door den kerkeraad
berigt gezonden aan den eersten onderteekenaar van de
aanvrage.'^
//Art. 2b. Nieuwe alinea aan het slot toe te voegen.
//Bij deze berekeningen evenals bij die in art. 3 bedoeld
wordt het aantal stemger^tigden gerekend gelijk te zijn
aan dat der volgens art. 2 al. 2 uitgebragte stenamen.''
289
ifAxi, 5 achter al. 1 eene nieuwe alinea.
/r/De aanvrage bedoeld in art. 2>a moet geschieden bin-
nen vier welen, te rekenen van den dag waarop de lijst
van stemgeregtigden ter inzage is gelegd.
//Stemgeregtigden 9 die van de door stemming verkregen
bevoegdheid enz.
//Art. 6. Telken jare .... indienen der in art. 2a be-
doelde aanvrage. In gemeenten van meer dan twee pre-
dikanten waar kerspelen zijn, wordt het regt tot vorming
van een nieuw kerspel verleend door den grooten kerkeraad,
tenzij sedert de laatste aanvrage meer dan vijf jaren zijn
verlo!,peD, in welk geval de\anvr.ge aan de ttemming
der stemgeregtigden wordt onderworpen, op welke stem-
ming het in art. 2a bepaalde van toepassing is.
ff'DQ in art. 5 al. 1 — 6 bedoelde kerkeraad enz.^'
Nog dient de heer Segerê het voorstel in, van de strek-
iing rijner jl. Vrijdag gedane motie, om d« volgende
wijzigingen te brengen in het Beglement op de erkenning
van nieuwe gemeenten.
//Art. 1 bij te voegen : ƒ. door toekenning van zelf-
standig bestaan aan leden der gemeente, die dit voorde
bevrediging hunner Christelijk-godsdienstige behoeften noo-
dig achten.
//Art 6. Bij de aanvraag in art. 3 bedoeld, wordt in
geval van alinea ƒ. art. 1 overlegd :
vP. Een juiste of^ve van het getal der lidmaten en
leden, die de nieuwe gemeente zullen uitmaken.
tt%^. Eene verklaring van dienstdoende predikant of pre-
dikanten, die in deze gemeenten wenschen werkzaam te zijn of
bij ontstentenis daarvan, hoe men voornemens is in den
predikdienst te voorzien.
//S^. Een conceptregeling der predikbeurten en gebruik
der kerkgebouwen, consistorie- en catechisatiekamers voor
kerkeraadsvergaderingen en godsdienstig onderwijs.
//4^ Een conceptregeling aangaande het gezamenlijk ge-
bruik der Godshuizen en de verdeeling der diaconale
inkomsten, welke voor een tijdvak van 10 jaren billijk
geacht wordt.
//5^. De aanwijzing der wijze, waarop in de kosten van
predik- en eeredienst zal voorzien worden.
//Art. 14. Bij stichting van nieuwe gemeenten volgens
art. 1 al. f worden bijzondere bepalingen door den Ker-
keraad en belanghebbenden ontworpen, onder goedkeuring
19
290
van Glass. en Prov. Besfcuur, aan welke gemeente bij vaca-
ture de vervalling zal worden toegestaan/^
Daar het thans in behandeling nemen van dit voorstel
echter geoordeeld wordt een terug komen te zullen zijn
op het Vrijdag genomen besluit om met de behandeling
van het Reglement op de kerspelvorming voort te gaan,
doch sommige leden het aanstonds in overweging wenschen
genomen te hebben, wordt door den President de vraag
gesteld y of op bedoeld besluit zal worden teruggekomen.
Daar zich echter slechts zes leden hiervoor verklaarden,
wordt het voorstel voor als nog aangehouden. Den heer
Segers was het verzoek toegestaan om zich buiten stem-
ming te houden.
Het amendement van Nadat de President verzocht had, dat voorstellen, die
LXSrnogl^'^t®' de redactie van het Iteglement betreffen, in han-
niet op gemeenten van den van de Commissie gegeven worden , loopen nu de
een predikant toe te beraadslagingen in de eerste plaats over het amendement
mig "en^^over^nkom- ^*" d®" ^^^^ Jaw5, derhalve over het door de Commissie
stige vaststelling van nog bij het Reglement voorgedragen beginsel , om het ook
^^- ^' van toepassing te maken op gemeenten met een predikant.
De hoogleeraar Qooazen deelt aan de vergadering
mede, dat de Commissie daartoe geleid is door de
consideratiëii van verscheidene Classicale Yergaderingen en
van de Waalsche Reunie, en eenparig tot de overtuiging
was gekomen , dat zulks gevorderd werd door de bepaling
van art. 62 van het Algemeen Reglement in verband
met art. 12 van het Reglement, naar welke door de
Synode slechts algemeen verbindende Reglementen voor
de Synode worden vastgesteld , en derhalve de uitsluiting
in casu van gemeenten met een predikant zou verboden
zijn, terwijl zij ook met het oog op de strekking van
het Reglement om aan elke rigüng gelegenheid te ver-
schaffen voor de bevrediging van hare godsdienstige be-
hoeften het als een eisch der billijkheid en regtvaardigheid
beschouwde, dat zulke gelegenheid voor de verschillende
rigtingen in alle gemeenten zonder onderacheid geopend
worde. De meeste leden ondersteunen evenwel het amen-
dement van den heer Jana^ evenmin als deze in het j
kerkregtelijk bezwaar van de Commissie deelende. Bij
hetgeen daaromtrent reeds jl. Vrijdag onder de algemeene
beraadslagingen werd opgemerkt, tracht de heer Douwes
inzonderheid in het licht te stellen , dat voor dat kerkreg-
291
telijk bezwaar volstrekt geen grond bestaat^ dewijl het
Yoorloopig aangenomen Beglement werkelijk, indien het
ook zonder het opnemen van gemeenten met een predi-
kant mogt worden vastgesteld en in werking gebragt^ voor
geheel de Kerk verbindend zal zijn^ maar even gelijk als
in andere reeds vermelde Reglementen^ ook in het Begle-
ment voor de Kerkeraden afzonderlijke bepalingen omtrent
kleinere en grootere gemeenten voorkomen, slechts daar
van toepassing zal zijn, waar het volstrekt noodig en
aitvoerlijk bevonden zal worden. Met hem zijn de meeste
andere leden van oordeel dat in gemeenten van één pre-
dikant geen kerspel kan gevormd worden , om de eenvou-
dige reden dat die predikant tot geheel de gemeente in
betrekking zal blijven staan, waarbij nog gewezen wordt
op het verschil tasschen het aanhangig Beglement en het
ten voorgaan den jare verworpen Beglement op de uitoefening
van de regten der minderheden. Men meent ook dat niet
beweerd mag worden dat hier ter zijde stelling van de
belangen der verschillende rigtingen in gemeenten van een
predikant zou plaats vinden , omdat deze altoos gele-
genheid behouden, zoo ze in grootte met gemeenten van
meer predikanten gelijk gesteld kunnen worden, om een
tweeden predikant te vragen, wanneer het Beglement ook
op liaar van toepassing zou worden, terwijl de moeijelijk-
heden , uit het bezit van slechts een predikant voortvloeiende
toch niet kunnen weggenomen worden, zoodat de beden-
king ontleend aan den eisch der regtvaardigheid hier niet
opgaat. Ook de heer van Lakerveld, ofschoon lid der
Commissie, geeft te kennen, dat hij haar kerkregtelijk
bezwaar, bij nadere overweging , ongegrond moet verklaren,
daarbij nog in enkele bijzonderheden aanwijzende , hoe ook
door de op de gemeenten met een predikant door de
Conamissie gemaakte bepalingen de belanghebbenden aldaar
weinig of niet gebaat zouden worden, omdat zij er geen
kerspel door verkrijgen, dat de regten daarvan heeft, bo-
vendien opmerkende, dat de Classicale vergadering van
'sHertogenbosch, ofschoon zij de gemeenten met een
predikant opgenomen wenschte, daarvan toch de gemeente
beneden 100 stemgeregtigden wilde uitzonderen. Hij kondigt
echter aan, dat hij, even als reeds in de buitengewone
vergadering, door hem bij art. 22 een voorstel zal gedaan
worden om ook haar meer gelegenheid tot bevrediging van hare
godsdienstige behoeften te openen. Ook de heer van der
292
Hoeve verklaart als lid der Commissie ^ na bet gehoorde niet
langer in hare bezwaren te deelen. Bij vele leden blijft
ook de 11. Vrijdag reeds gemaakte bedenking wegen y van
in bedoelde gemeenten te vreezen verwikkelingen. Enkele
leden deelen in de bezwaren der Commissie , die haar lid,
den heer Bruna, inzonderheid nog voor het opnemen der
gemeenten van een predikant doen pleiten. Als het amen-
dement van den heer Jana in stemming wordt gebragt,
wordt dit met vijftien tegen vier stemmen aange-
nomen.
De President verlangt nu dat over de vaststelling van
al 1 bepaaldelijk nog gestemd worde ^ in den zin van
verklaring of men al dan niet tot kerspelvorming vil
mede werken, zonder daardoor bij de eindstemming over
het geheele reglement gebonden te worden. Hij meent
dat dit na de Yrijdag gevoerde algemeene beraadslagingen
nog wenschelijk is.
Al 1 zoo als het nu naar het amendement van den
heer Jana luidt wordt daarop in stemming gebragt, en
met veertien tegen vijf stemmen goedgekeurd. De hoog-
leeraar Gooszen en de Secretaris adviseerden tot goedkeuring,
waarvoor ook stemden de heeren Overman, Doutoea, Dik-
ma, van Lakerveld, van Eerde, van der Veen, Kronenberg
Roodhuyzen, van der Hoeve^ van Duyl, Jane, Alingh Prins
Bruinwold Riedel en de Preeident Met den hoogleeraar
Laeonder stemden tegen de heeren de Man, Segera, van
den Brandeler, Westrih^ en Bruna, laatstgenoemde
bij verklaring, dat hij, nu het Beglement niet op
alle gemeenten betrekkelijk zou zijn^ er tegen moest
stemmen.
Al. 2 wordt met vijftien tegen vier stemmen goedge-
keurd. In de door een der leden gemaakte bedenking ,
dat het onregtmatig zou zijn, dat de meerderheid hier
gedwongen zou zijn hare zelfstandigheid op te geven, en
ook de leden der gemeente , die ten deze onbepaald waren
gebleven , even zeer gedwongen zich bij het eerste kerspel
te voegen, wordt door de meeste leden niet gedeeld , voor-
namelijk met verwijzing naar de redenen , die de buitengewone
vergadering tot deze formulering der alinea geleid
hebben.
Al. 3 wordt met weglating der gecursiveerde woorden
298
en vervolgens ook al. 5 nu al. 4 geworden , zonder hoof-
delijke stemming goedgekeurd.
Hierna wordt de vergadering tot morgen namiddag een Slnitüig der acht en
uur verdaagd , daar de Synodus Centracta in zake den t^^'»*^»"** «**^°8-
predikant van Boogenhuyze vooraf vergaderen moet. De
zitting wordt daarmede gesloten.
J. J. L. LuTi,
NEGEN EN TWINTIGSTE ZITTING.
Dingsdag den 24 Augnstus 1880.
Opening der negen Nadat de zitÜDg geopend is y worden de notulen der
en twintigste zitting, zitting van gisteren gelezen en goedgekeurd.
Uitspraak der Synodus De heer Jans deelt namens de Synodus Contracta in
Contracta in zake den ^ ^^^ predikant van Hoogenhuyze de straks door
predikant van Hoogen- .f i i • f j ''^ i i .
fiuyze te Dordrecht, naar gedane Uitspraak mede , luidende als volgt :
De Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde
Kerk, volgens Art. 15 van het Algemeen Reglement, ver-
minderd tot de helft van hare leden,
Ontvangen hebbende bij missive van den 2n Augustus
1880, van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid hol-
land, in deze, overeenkomstig zijn besluit, dd. 5 April
1880, goedgekeurd door de Algemeene Synode dd. 28 April
1880, in plaats van het Classicaal Bestuur van Dord-
recht, doende wat des Classicalen Bestuurs is, afschrift
van een besluit over de zaak van den heer E, A, G. van
Hoogenhuyze y predikant bij de Nederduitsche Hervormde
Gemeente te Dordrecht, genomen in de buitengewone
vergadering van dat Kerkbestuur te 'sGravenhage op
den 28n Julij 1880, waarbij tegen den heer Eliza Arnold
Gerard van Hoogenhuijze het bezwaar wordt ingebragt,
dat hij zich niet gedraagt in zijne ambtsbediening naar de
kerkelijke reglementen en verordeningen , zooals hem in
Art. 23 van het Beglement voor de Kerkeraden wordt voor-
geschreven , en voorts de bescheiden betrekkelijk deze zaak
in handen worden gesteld van de Algemeene Synode,
Overwegende, dat het Provinciaal Kerkbestuur van
Zuid hol land na als Classicaal Bestuur deze zaak te
hebben ter hand genomen, en nu, ofschoon zelf ge^ne
uitspraak doende, toch, gelijk blijkt uit de qualificatie der
feiten en zijne vervdjzing naar Art. 47 van het Beglement
voor kerkelijk opzigt en tucht , van oordeel , dat deze zaak
tot ontzetting van den bezwaarde uit zijne kerkelijke bedie*
««5
Dingen en ambten aanleiding sou kunnen geven , teregfc
de verdere behandeling daarvan aan het in rang opvolgend
CoUegie in casu de Algemeene Synode, heeft overgedra-
gen , opdat dit , doende wat des Provincialen Kerkbestuurs
is, in eersten aanleg uitspraak doe;
Qelezen de tot dese zaak betrekkelijke stukken;
Gelezen het door den bezwaarde onderteekend proces^-
verbaal van een verhoor , ingesteld door eene uit de Synodus
Contracta ter dezer zake benoemde Commissie;
Overwegende wat de feiten betreft:
dat uit de stukken voldoende gebleken is,
1^ dat bezwaarde als Scriba is werkzaam geweest bij
eene op den In Julij 11. door den Praeses, den heer
J. Eigemany belegde kerkeraadsvergadering, waarbij opge-
roepen en tegenwoordig waren de ouderlingen, die door
het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, bij eind-
beslissing van d€n 29 Januari] U. in hunne bediening zijn
geschorst ;
2°. dat hij in deze onwettig zamengestelde vergadering
het voorstel door den Praeses gedaan , om al de personen ,
die onder medewerking van Gecommitteerden van het
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland tot lidmaten
der Gemeente zijn aangenomen, te verbieden aan het
Avondmaal deel te nemen, ondersteund heeft, welk voorstel
echter door de geschorste Ouderlingen niet is aangenomen ;
3^. dat hij , in zijne qualiteit van Scriba des Kerkeraads,
schriftelijk met medeonderteekening van den heer «/. Eigs-
man, Praeses des Kerkeraads en van een der geschorste
Ouderlingen, den heer M. Kemp, geweigerd heeft de aan-
gevraagde attestatiën afgegeven aan lidmaten, die, onder
medewerking van Gecommitteerden van het Provinciaal Kerk-
bestuur van Zuidholland zijn aangenomen , verkla-
rende, dat de namen dier personen, wel op eene bijlijst
genoteerd staan ,^^ doch niet //langs den weg van orde en
regt ingeschreven zijn in het officiële lidmatenboek;
Overwegende in regten :
dat de genoemde welgestaafde feiten , door ieder van welke
de heer E. A, G. van Hoogenhuijze met de daad in verzet
is gekomen tegen de eindbeslissing van het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland dd. 29 Januari] 11., en
de kerkregtelijke gevolgen van die, het kenmerk dragen
van verstoring van orde en rust en van verzuim en vergrijp
in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen.
296
Overwegende verder, dat de heer van Hoogenhuijze ^ in
hel persoonlijk verhoor^ verklaard heeft zich wel bewust
te zijn geweest, dat hij, door het bijwonen der vergade-
ring met de geschorste Ouderlingen en door hetgeen
dientengevolge door hem is gedaan, in strijd handelde
met de kerkelijke reglementen^ ofschoon hij er bijvoegde,
dat hij daartoe gedrongen was door den toestand , die in
Dordrecht bestond;
Overwegende, dat de heer van HoogenAuijze , in gemeld
verhoor, met miskenning van het in Art. 6 van het Begle-
ment voor kerkelijk opzigt en tucht voorgesehrevene , tot
regtvaardiging van zijn gedrag aanvoerde , dat hij de schor-
sing der Ouderlingen niet als wettig en mitsdien de met
assistentie van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid hol-
land aangenomen lidmaten niet als wettige lidmaten erkent,
maar tevens verklaarde, dat, van het standpunt der Wet
bezien, de uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur van
Gelderland als wettig te erkennen is en dat als gevolg
daarvan de aanneming der lidmaten en al de daaruit voort-
gevloeide gevolgen als wettig en regelmatig moeten worden
aangemerkt ;
Overwegende, dat de heer van Hoogenhuijze na zijne
weigering om de attestatiën aftegeven , een gevolg van het
door hem ingenomen standpunt te hebben genoemd , dat
standpunt zijdelings regtvaardigde door een beroep op de
geschorste Ouderlingen, die, gedrongen door hunne con-
sdentie, Art. 38 van het Reglement op het Godsdienst-
onderwijs niet hadden aangenomen;
Overwegende, dat de heer van Hoogenhuijze , gewezen
op de verwarring en wanorde, door hem in de hand ge-
werkt en op de verderfelijke gevolgen, die een verder
voor^^aan op den door hem betreden weg moest na zich
slepen, zich verontschuldigde, door te herinneren aan het-
geen aanleiding tot den tegenwoordigen strijd gegeven had,
namelijk, de afwijking van de belijdenis in het door het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland uitgesproken
vonnis;
Overwegende, dat op de vraag aan den bezwaarde gerigt,
of hij bereid was, voortaan zich in zijne ambtbediening,
met name in zijne betrekking als Scriba , naar de kerke-
lijke reglementen en verordeningen te gedragen, het ant-
woord eenigzins ontwijkend luidde , dat hij zich liever aan
de geheele zaak zou onttrekken , en bereid was , indien de
297
Kerkeraad hem als Scriba wilde ontslaan , aan zijnen opvol-
ger de boeken aftegeven , maar zich niet durfde verbinden ,
aangezien de Beglementen in strijd konden zijn met Qods
woord, in welk geval hij zich in gemoede verpligt zou
achten die niet optevolgen;
Overwegende, dat, ofschoon de feiten voldoende zijn
gestaafd en de schold van den bezwaarde voldoende is geble-
ken , toch in aanmerking mag genomen worden :
dat uit de afgelegde verklaringen schijnt te blijken , dat
hij zich geeii heldere voorstelling heeft gevormd van den
bestaanden toestand en van zijne verhouding tot de ver-
ordeningen der Kerk;
dat hij niet als Praeses, maar inzonderheid als Scriba
des Kerkeraads gehandeld heeft en den wensch heeft uit-
gedrukt, zich i/aan die moeijelijke betrekking te kunnen
onttrekken ;"
dat derhalve hier aanleiding bestaat om in den geest
van het Beglement voor kerkelijk opzigt en tucht een
zachter iuchtmiddel toe te passen, dan waartoe de feiten
op zichzelve beschouwd, zouden leiden;
Qezien de artt. 61, 52 van het Algmeen Beglement,
art. 23 van het Beglement voor de Eerkeraden, art. 27
van het Beglement op het Examen ter toelating tot de
Evangeliebediening, artt 1, 2, 8, 4, 6, 7, 21, 22,
50, 51 van het Beglement voor kerkelijk opzigt ontucht;
Begtsprekenden in eersten aanleg,
Verklaart den heer £. A. O. van Hoogenhuijze y predi-
kant bij de Nederduitsch-Hervormde gemeente te Dord-
recht, schuldig aan verstoring van orde en rust en aan
verzuim en vergrijp in de uitoefening van kerkelijke be-
trekkingen ;
Schorst hem in de waarneming van zijn kerkelijke be-
dieningen en ambten voor den tijd van vier weken, met
geheel verlies van tractement;
Bepaalt , dat de schorsing zal ingaan op den dag , waarop
deze beslissing kracht van gewijsde zal hebben ver-
kregen ;
Bepaalt , dat deze uitspraak , nadat zij kracht van gewijsde
zal hebben ontvangen, zal openbaar gemaakt worden in
het kerkelijk orgaan.
Afschrift dezes zal gezonden worden aan het Provin-
ciaal Kerkbestuur van Zuidholland, aan het Classi-
caal Bestuur van Dordrecht, aan den Kerkeraad der
Nederduitsche Hervormde Gemeente te Dordrecht en
aan den heer E, A, G, van Hoogenhuijze, Predikant.
Aldus gedaan in de vergadering van den 24 Augus-
tus 1880.
Tegenwoordig de heeren B, A, Overman, president, E.
B. Lasonder, praeadvkeerend lid, 8. F. van HaêseU,
secretaris. Dr, L, Diiema, 6. JF. van Eerde, J. F, C,
Kronenberg, A* H, van der Hoeve, A. O.Jans, J, Alingh
Prins en G. Bruna.
(Volgen de onderteekeningen.)
üe behandeling van Bij Voortzetting der behandeling van het Reglement op
het Reglement op de jg kerspelvorming komt het amendement van den Presi-
kerspelvorming voort- ,, , ^ j jmj.i.Ti.i.-
gezet tot art. 10, met dent op art. 2 aan de orde. Tot toehchtiog van zijne
aanneming van het bedoeling met dit amendement , waarmede de voorgestelde
Sdrt'^Vart/2>"^"''i"g ^*" *^^- ö ®" wijziging van art. 6 zamanhan-
5 en 6. ' 'g^n, Zegt de President, dat hij in zake het eerste woord
wil gegeven hebben aan de stemgeregtigden^ die in de bevre-
diging van hunne godsdienstige behoeften levendig belang-
stellen en wil verhoeden^ dat zij zich in het verkrijgen
daarvan teleurgesteld vinden door de onverschilligheid van
zoo vele stemgeregtigden , die gerekend worden tot de
gemeente te behooreu^ maar eigenlijk in de Kerk geen
belang stellen. Door de bepalingen in arfc. ia en art. 2i
voorgesteld komen deze bij de bepalingen van de getal
sterkte der stemgeregtigden niet meer in aanmerking, daar
zij bezwaarlijk er toe overgaan om ter stembus op te komen
en van hunne regten gebruik te maken. Hij heeft hierbij
het oog vooral op groote gemeenten , h«v. te Amsterdam^
waar men gerust mag aannemen dat van de 50000 stem-
geregtigden slechts iOOOO als zoodanige zich bij den
kerkeraad op de kiezerslijst hebbeu laten inschrijven, van
welken velen nog als er gestemd moet worden te huis
blijven. Nu wil hij die onverschilligen uit hunnen slaap
wakker sdiudden of ook anderen, die om allerlei redenen
zich terug plegen te houden in de noodzakelijkheid gebragt
zien , van zich te verklaren of anders niet medegerekend te
worden, waar het er op aankomt iu de Christelijk-gods-
dienstige behoeften der gemeente te voorzien. Aanleiding
tot zijn voorstel vindt hij in de beteekenis , die aan het
woord stemgeregtigden in gemeenten als te Amsterdam
pleegt gegeven te worden, waarmede men eigenlijk hen
bedoelt^ die als belangstellende leden der gemeente de
290
noodige stappen gedaan hebben om op de kiezerslijst te
worden geplaatst. Daarenbofen is in de consideratiën er
op gewezen, dat het BegUment, zoo als het daar ligt,
onuitvoerbaar zou zijn en dat men ook de vrouwen, als
de meest belangstellende leden der gemeente bij de bere-
kening in art. 2 voorkomende > behoort mede te tellen.
Voorshands maken verscheidene leden bezwaar tegen
bet amendement, omdat zij het bedenkelijk achten aan
een betrekkelijk klein getal van stemgeregtigden zulke
bevoegdheid te geven, met afwijking van het beginsel in
het Reglement aangenomen, dat vooraf de stemgeregtig-
den^ die bevrediging van hunne godsdienstige behoeften
verlangen, zich tot de bepaalde getalsterkte zullen moeten
voreenigen. Zij achten zulks veel eenvoudiger, den weg,
dien het amendement wil doen ingaan , veel te omslagtig.
Ongeraden achten zij het ook den kerkeraad nog meer te
bezwaren en in gemeenten, waar toch voor het vormen
van een kerspel niet het voldoende getal van stemgereg-
tigden aanwezig jnogt zijn, noodeloos de gemoederen in
beweging te brengen. Wie de kerspelvorming op zich zelve
niet gewenscht rekenen, hebben ook dit tegen het amen-
dement, dat het vormen van kerspelen er meer door in
de hand zou worden gewerkt, en zulks tot vermenigvul-
diging der kerspelen zou leiden.
Yele andere leden schenken daarentegen aan het urnen-
dement hunnen bijval, bij al de moeijelijkheden , die toch
van de invoering van de kerspelvorming zijn te voorzien,
de vermelde bezwaren overdreven en niet overwegende
achtende om van den meer omalagtigen weg af te zien,
als daardoor het doel van heit Reglement te zekerder zal
bereikt worden. Zij stemmen het volkomen toe, dat in
deze met d^n werkelijken toestand , inzonderheid in groote
gemeenten moet worden te rade gegaan, en oordeelen dat
in deze aan den eisch der billijkheid moet gehoor g^even,
dat gezorgd worde, dat de belangen van het beste deel
der stemgeregtigden van de onverschilligheid van hunne
geestverwanten geen schade lijden.
Na gezette be^reking van het amendement, wordt .het
daarin neergelegde beginsel van aan de meest belangstel-
lenden de bevoegdheid te geven om door tusschenkomst
van den Kerkeraad eene verklaring van de stemgeregtig-
den te vorderen in stemming gebragt.
Het beginsel wordt daarbij goedgekeurd. Met den
800
Secretaris verklaarden zich daar voor de heeren Overman^
bikema^ van Lakerveld, de Man, van der Feen, Kronen-
berg, BoodAuyzen, van der Hoeve, Segers, van Duyl, Janê,
Alingh Prins, Bruinwold Riedel, Douwes en de President
zelf; overeenkomstig de adviezen der Hoogleeraren stemden
er tegen de heeren van Eerde, van den Brandeler, Westrik
en Bruna.
Het amendement wordt hierop in zijne onderdeelen aan
de stemming onderworpen ; daarbij wordt door den Presi-
dent een amendement van den heer van Laierveld out-
genomen; om de eerste al. te doen luiden: //Het regt
tot vorming van een kerspel wordt verkregen onder de
volgende voorwaarden/' De alinea wordt, alzoo gewijzigd
goedgekeurd , de overige alinea's ook op üh betrekkelijk, wor-
den achtereenvolgens mede goedgekeurd met vijftien tegen
vier stemmen.
Na goedkeuuring alzoo van geheel art. 2, wordt art.
8 zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Een amendement van den heer Segers om in art. 4
al. 1 te lezen ^in den regel een gelijk getal van ouder-
lingen en diakenen, wordt met het oog op de bepaling
omtrent den Groote Kerkeraad met veertien tegen vijf
stemmen verworpen; de alinea wordt hierna met verwij-
dering der woorden /^met meer dan eene predikantsplaats'^
zonder hoofdelijke stemming aangenomen , evenals al. 2 bij
verandering van //deze'' in //de". •
Op art. 6 al. 1 wordt door den heer van Lakerveld
het amendement ingediend om te lezen voor //zes" maanden
ff drie" maanden om vertraging te verhoeden. Met ver-
wijzing naar de redenen waarom hier door de Baiten-
gewone Vergadering zes maanden gesteld zijn, wordt tegen
dit amendement bezwaar gemaakt en het dan ook met
zeventien t^n twee stemmen verworpen. De alinea wordt
vervolgens , behoudens de verandering van alle //gemeenten^'
in /y gemeenten met twee of meer predikanten" goedgekeurd;
met de daaraan naar het amendement toe te voegen twee
nieuwe alinea's. De overige inhoud van het art. wordt
vervolgens insgelijks goedgekeurd, alles zonder hoofdelijke
stemming.
Art. 6 wordt goedgekeurd, zoodanig gewijzigd, als in
het amendement van den heer Luti werd voorgesteld,
behoudens nog deze verandering in de tweede alinea, dat
daar voor 5 in plaats gesteld wordt 6, weder zonder
301
hoofdelijke stemming ^ even als achtereen volgens artt. 7 — 10
het laatstgenoemde met weglating van de woorden van de
eerste alinea //in gemeenten met meer dan eene predikants-
plaats'^ en van geheel de tweede alinea.
De vergadering wordt hierop tot morgen verdaagd , waar- Sluiting der n^n
mede de tegenwoordige zitting gesloten wordt. ^^ twintigste litting.
J. J. L. LuTiy Preêidenl.
DERTIGSTE ZITTING.
Woensdag 25 Augustus 1880.
Opening van de der- Na opening der zitting worden de notulen der zitting
tigste zitting. van gisteren gelezen en goedgekeurd.
Aanneming voor ken- Yoor kennisgeving wordt aangenomen een protest van
nisgeving van nog een nog een aantal lidmaten, meest vrouwen, te Dordrecht
trDoU?rcli\te*^a20"<ïer dagteekening, gereg. onder n^ 40 , tegen de hande-
(le handelingen van het lingen van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland,
Provinciaal Kerkbe- y^n gelijken inhoud als vroegere ingekomen protesten van
stuur lu de zaaK cier j • -^
geschorste ouderlingen. ^^^ aara.
Rapport van de Gom- De Commissie ter zake van de nieuwe wetsvoorstellen
missie voor de nieuwe brengt bij monde van den heer AUngh Prins het volgende
7an len" oorstel ui? de ^appoï^t «ït omtrent het voorstel van elf leden der Classicale
classis van Hoorn tot Vergadering van Hoorn tot verandering der onderteeke-
verandering van art. 27 ninggformule voor predikanten in art. 27 van het Regle-
he^ Exame^n tCT^oela^ ï^®"^ op het examen ter toelating tot de Evangeliebediening.
ting tot de Evangelie-
bediening. Mijne Hebren!
Bij uwe vergadering is ingekomen en in handen uwer
Commissie voor nieuwe wetsvoorstellen gesteld een adres
van elf leden, predikanten en ouderlingen uit de classis
Hoorn, waarbij zij hun leedwezen betuigen , dat er door
u geene veranderingen in de onderteekeningsformale voor
Proponenten zijn voorgesteld en het daarom noodig achten
met ernst en klem er bij u op aan te dringen, gelijk
dat vroeger reeds door anderen is gedaan, in genoemde
formule zoodanige wijzigingen aan te brengen , dat daardoor
jongelieden van moderne beginselen, geenzins worden be-
lemmerd het leeraarsambt in ons kerkgenootschap te aan-
vaarden; zij doen het in de hoop, dat dit hun verzoek
door u niet alleen in ernstige overweging zal worden
genomen, maar er ook aan zal kunnen worden voldaan.
Zooals de adressanten terecht opmerken, is het een
308
voorstel^ dat reeds vroeger door anderen is gedaan en meer-
malen in ernstige overweging genomen; wij behoeven u
slechts er aan te herinneren wat in 1872 en later in deze
zaak is geschied; in de zitting van den 4"^ Juli 1872
deed de hoogleeraar Sieêé Lorgion het gemotiveerde voorstel :
//dat al de artikelen in de Kerkelijke Reglementen^ welke
betrekking hebben op de leer , zoodanig gewijzigd worden ,
dat daaruit verwijderd worde ^ wat aanleiding kan geven
tot bestrijding van de bestaande leer vrijheid/'
Naar aanleiding van dit voorstel , waarbij onder anderen
met name ook gewezen werd op art. 27 van het Begl.
op het Examen ^ werd genoemd artikel mede in behandeling
genomen; het toenmalig praeadviseerend lid uit Leiden,
de hoogleeraar ScAoltet^, ontvouwde in de zitting van 29 Juli
(zie Hand. der Synode 1872, bl. 220, 221) de bezwaren,
die naar zijn oordeel met recht tegen veel , wat daarin
voorkomt, kunnen worden ingebracht; als hoofdbezwaar
noemt hij, dat daarin eensdeels uitdrukkingen voorkomen,
waarvan de beteekenis onzeker is, zooals dit het geval is
met de woorden //den ganschen raad Gods'', anderdeels
uitdrukkingen, die wanneer zij in hare ware historische
beteekenis worden opgevat, uit een leerstellig oogpunt niet
kunnen gerechtvaardigd worden en bij de onderteekeniiig
aanleiding kunnen geven tot menig afkeurenswaardig voor-
behoud. Hiertoe rekent de Hoogleeraar de betuiging van
instemming met //Qods heilig woord in de schriften des
Ouden en Nieuwen Verbonds vervat." Deze schriften bevatten
toch niet, zooals velen onder de oudere Protestantsche
Godgeleerden gemeend hebben , één en hetzelfde doorloopend
,/ Woord van God", maar hoogst verschillende somtijds met
elkander , ja met de Christelijke waarheid strijdige woorden ,
die naar gelang van den verschillenden trap van gods-
dienstige ontwikkeling aan God worden toegekend , zoodat
de leeraar eener Christelijke gemeente niet geacht kan
worden in gemoede zijne instemming te kunnen betuigen
met alles wat de schrijvers , niets slechts van de boeken des
Ouden, maar ook die des Nieuwen Verbonds, op hun
bijzonder standpunt, niet zelden in afwijking van elkander
als Gods Woord hebben voorgesteld. Ook met betrekking
tot de uitdrukking //Gods genade in Jezus Christus" is de
Hoogleeraar van oordeel, dat deze woorden, historisch op-
gevat, nog iets anders inhouden, dan hetgeen de kerkelijke
wetgever bedoelde en daarom kwalqk voegen in eene duide-
304
lijk voor iedere leeraar geldende verbindiBgsformule. Voorts
kwam hem de betuiging van instemming //met den geest
//en de hoofdzaak der leer^ welke in de aangenomen forma-
//lieren van eenigheid der Nederlandsche Hervormde kerk
//begrepen is^' bedenkelijk voor in een tijd, waarin de
hoofdzaak dier leer, waartoe bij eene getrouwe historisclie
verklaring dier belijdenisschriften o. a. wel in de eerste
plaats behoort de leer der onvoorwaardelijke praedestinatie,
uitgedrukt in art. 16 der Nederlandsche geloofsbelijdenis,
en in de daaraan beantwoordende Canones van Dordrecht,
niet meer uitdrukt de overtuiging van het grootere deel zelfs
van de meest behoudende leeraars en leden der Hervormde
Kerk, terwijl het z. i. niet aangaat, het oordeel over
hetgeen al of niet tot die hoofdzaak behoort, aan elks
subjective willekeur over te laten.
Om deze verschillende bezwaren uit den weg te ruimen
deed de Hoogleeraar het volgende voorstel om in art. 27
na de woorden ^y verklaren bij deze oprechtelijk^' in plaats
van het daargestelde te lezen:
//dat wij overeenkomstig de schriften des Ouden en
//Nieuwen Yerbonds en het grondbeginsel der Hervormde
//Kerk het Evangelie van Jezus Christus van ganscher harte
/y aannemen, en naar de gave ons geschonken aan de ge-
^ meen te zullen verkondigen'^ enz.
Dat voorstel door den Hoogleeraar nader toegelicht (zie
Hand. bl. £23) werd na verwerping van een amendement
van nog wijdere strekking voorloopig aangenomen, maar
door de Synode van het volgende jaar niet gearresteerd,
en wel op grond, dat de Synode na de benoeming eener
Commissie van advies over de reorganisatie van Kerk en
Kerkbestuur zich van elke verandering in de bepalingen
omtrent leer en belijdenis onthouden moest (zie Hand.
der Synode 1873 (bl. 151).
In de buitengewone vergaderining der Synode van 1874
in de zitting van den i^ Maart werd de zaak weder ter
sprake gebracht door den heer Krabbe, die het voorstel
deed om het slot van art. 27 te doen vervallen nl. de
woorden : //en om zoo wij bevonden worden tegen eenig
gedeelte van deze verklaring en belofte gehandeld te hebben
deswege ons te zullen onderwerpen aan de uitspraken der
bevoegde Kerkelijke Vergaderingen'', welk voorstel toen
nader door hem werd toegelicht (zie Hand. der Synode
1873/74 bl 143—146.)
305
Zn de Synode van 1877 werd door de heeren Kuenen
en Luü (zie Hand. 1877 bl. 195) opnieuw aangedrongen
op verandering in art. 27. De verklaring en belofte in
art. 27 Begl. op het Examen (en art 19 Begl. Godsdienst-
onderwijs) lezen wij in de toelichting van hun voorstel,
behelst meer dan de betuiging van instemming met de
grondbeginselen der Nederlandsche Hervormde Kerk, meer
dan de verklaring van de gezindheid om in haar dienst werk-
zaam te zijn, meer dan de belofte om in het ambt, dat men
wenscfat te aanvaarden, met inspanning van alle krachten
ter bevordering van haren bloei te arbeiden ; dat meerdere
wilden de voorstellers gaarne laten gelden als eene uit-
drukking — en wel als eene zeer voortrefielijke uitdruk-
king — van den geest en den inhoud der Evangelie-
prediking (of van het Godsdienstonderwijs) in onze Kerk;
doch zij constateeren dat velen zich in dat meerdere niet
geheel kunnen vinden en zien niet in, dat de kerk het
aan allen opleggen mag. Als het kort begrip van de leer der
kerk kan dat meerdere, met het oog op zijnen oorsprong
niet worden aangemerkt. Onaantastbaar in het oog van
hen, die dat ki^rakter aan de kerkleer toeschrijven, is het
dus niet, maar dan worde het ook uit beide artikelen ver-
wijderd en de verbintenis daarin vervat teruggebracht tot
hetgeen van allen, die Evangeliedienaar of godsdienst-
onderwijzer willen worden, kan worden geëischt: de ver-
klaring van welberaden en oprechte aansluiting bij de Kerk
en de belofte van ijverige medewerking aan hare schoone taak.
Zij stelden dan ook voor art. 27 Begl. op het Examen
aldus te doen luiden:
/r/Wij ondergeschreven , door het Provinciaal Kerkbestuur
//van (of door de Commissie tot de zaken der
/^ Waalsche Kerken) tot de openbare bediening in de Neder-
//landsche Hervormde Kerk toegelaten, verklaren bij deze
/^opreehtelijk dat wij, getrouw aan de grondbeginselen van
/f die Kerk, zooals deze in hare aangenomene formulieren
j/van eenigheid zijn. neergelegd en uit hare historische
//ontwikkeling blijken , op de bevordering van godsdienstige
jr kennis en van Christelijk geloof en leven ons met allen
//ijver toeleggen en orde en eendracht voorstaan en aan-
/^ kweeken zullen, dat wij onder opzien tot de hulp die
ffYSLB boven is, de belangen van Gods Koningrijk en in
//het bijzonder die van de Nederlandsche Hervormde Kerk
//Zorgvuldig zullen behartigen en naar vermógen aan de
20
306
//bevordering daarvan medewerken; verbindende wij ons bij
//deze handieekening tot het voorschrevene en om zoo wij
//bevonden worden tegen eenig gedeelte van deze verklaring
/^en belofte gehandeld te hebben^ deswege ons te zullen
//Onderwerpen aan de uitspraken van de bevo^e kerkelijke
//Vergaderingen".
Na breedvoerige discussiën y66t en tegen ^ medegedeeld
in de Handelingen der Synode van dat jaar bl. 474 — 487,
te breed om hier op te nemen en waarnaar wij u daarom
verwijzen^ werd dit voorstel evenwel door de vergadering
met groote meerderheid verworpen.
In de vergadering der Synode van 1878 werden bij de
behandeling van het Beglement op het Examen nogmaals
twee voorstellen gedaan , het een door den heer van Later-
veld {zie Hand. 1879 blz. 26^ vg.), óm de verklaring en
belofte in art. 21 aldas te doen luiden :
Wij ondergeschrevenen , door het Provinciaal Kerkbestaar
van of door de Commissie tot de zaken der Waalsehe
kerken^ tot de openbare Evangeliebediening toegelaten,
verklaren bij deze oprechtelijk , dat wij overeenkomstig den
geest en de hoofdzaak van de leer der Nederlandsche
Hervormde Kerk de godsdienstige en zedelijke beginselen
van Jezus Christus , zooals die uit de boeken des Nieawen
Testaments en inzonderheid uit de Evangeliën worden
gekend, oprechtelijk aannemen, getrouwelijk zullen hand-
haven en ernstig en van harte naar de gaven ons geschonken ,
aan de gemeente zullen verkondigen;
dat wij op de bevordering van godsdienstige kennis en
van Christelijk geloof en leven ons met allen ijver zallen
toeleggen en orde en eendracht voorstaan en aankweeken;
en dat wij onder opzien tot de hulp die van Boven is ,
de belangen van Gods Koninkrijk en in ^t bijzonder die
van de Nederlandsche Hervormde Kerk zorgvuldig zallen
behartigen en naar vermogen aan de bevordering daarvan
medewerken , verbindende wij ons bij deze onze handteeke-
ning tot al het voorschrevene, en om, zoo wij bevonden
worden tegen eenig gedeelte van deze verklaring en belofte
gehandeld te hebben, deswege ons te zullen onderwerpen
aan de uitspraken der bevoegde kerkelijke vergaderingen/^
Het andere voorstel was van den rapporteur Uwer Com-
missie (zie Hand. der Synode 1878, bl. 255)die wenschte
dat de verklaring en belofte aldus zouden luiden :
//Wij ondergeschrevenen, door het Provinciaal Kerkbestuur
307
van (of door de Gommime tot de zaken der Waabdie
Kerken) tot de openbare Evangeliebediening toegelaten, ver-
klaren bij deze oprechtelijk en beloven, dat wij daarin
overeenkomstig onze roeping met ijver en trouw zullen werk-
zaam zijn en de belangen van het Godsrijk en die der
Nederlandsche Hervormde Kerk met opvolging van hare
verordeningen naar vermogen zullen blijven behartigen/'
De Synode besloot evenwel art. 27 niet te moeten
herzien en beide voorstellen later op nieuw, door de voor-
stellers ingediend en toegelicht in geen nadere behandeling
te nemen.
Het laatst genoemde voorstel van den rapporteur Uwer
Commissie door de heeren BruinwoU Riedel, van Duyl
en van der Hoeve ten vorigen jare overgenomen (zie
Hand. der Synode 1879^ blz. 260) mocht evemin als
het andere voorstel door den heer van Laierveld als
amendement daarop ingediend de goedkeuring der ver-
gadering verwerven. Ofschoon er toen ook onder de meer-
derheid waren, die de redactie van art. 27 niet onver-
beterlijk achtten, kwamen zij met de overige leden, die
geene verandering wenschten , hierin overeen , dat de tegen-
woordige toestand der Kerk ook in deze elke verandering
ongeraden maakte en werden dan ook de voorstelien met
11 tegen 8 stemmen verworpen.
Ziedaar, Mijne Heeren, U althans in hoofdzaak een
overzicht gegeven van de voorstellen, betrekkelijk art. 27
Regl. op het examen , op welks verandering ook uu weder
zoo ernstig wordt aangedrongen.
Het verschil van zienswijze dat betrekkelijk deze zaak
steeds bestaan heeft, wordt ook in Uwe Commissie ge-
vonden.
Twee leden Uwer Commissie achtten ook nu verandering
eensdeels onnoodig, omdat zij meenen, dat de bestaande
verklaring en belofte genoegzame vrijheid geeft, anderdeels
hoogst ongeraden, daar zij vreezen, dat verandering in
deze nieuw voedsel zal geven aan den strijd, die nu reeds
zoo hevig in onze Nederlandsche Hervormde Kerk wordt
gevoerd.
De beide andere leden Uwer Commissie, de rapporteur
en de tweede ondergeteekende vau dit rapport, meenen
het verzoek der adressanten krachtig te moeten ondersteunen ;
zij deelen ten volle in hunnen wensch, dat hun verzoek
niet alleen in ernstige overweging zal worden genomen,
308
maar ook door U daaraan zal kunnen worden voldaan.
Reeds te lang zijn volgens hen de wenschen naar ver-
andering van art. 27 , zoo herhaaldelijk en met aandrang
tot U gebracht, onvervuld gebleven.
De bezwaren door den hoogleeraar Scholeen tegen de thans
bestaande verklaring en belofte in 1872 aangevoerd, blijven
voor velen in hunne volle kracht bestaan, zouden nog ge-
makkelijk vermeerderd kunnen worden en zullen onzes
inziens zich hoe langer zoo meer doen gevoelen, zoodat
het te voorzien is, dat er steeds meerderen zullen zijn
die, hoe waarachtig vroom en christelijk ook gezind,
hoe ook bezield met den last, om eens als EvangeHe-
dienaren in de Nederlandsohe Hervormde Kerk op te treden,
hoe wetenschappelijk ook gevormd en bekwaam om die
Kerk ten zegen te zijn, jaist door hunne naauwgezetheid,
eerlijkheid en oprechtheid zich door die bezwaren van de
Evangeliebediening zullen zien uitgesloten of a%eschrikt
om zich daarvoor te vormen.
De vrijheid toch, die vroeger bij de aanneming en be-
vestiging van lidmaten door velen geoorloofd W€rd geacht
en genomen, om de vragen te wijzigen ten einde aan
bezwaren bij de aannemelingen te gemoet te komen, en
later ook bij de wet is gegeven wordt hier gemist; geen
Provinciaal Kerkbestuur is bevoegd bij gerezen bezwaren
daarin wijzigingen te brengen; die verklaring en belofte,
zooals zij daar liggen moeten worden aangenomen , letterlijk,
onderschreven; met zijne handteekening dus bekrachtigd;
// verbindende wij ons,'^ lezen wij, /^met onze handteeke-
ning tot al het voorschrevene /' en dat niet alleen^ maar
tevens, //om zoo wij bevonden worden tegen eenig gedeelte
van deze verklaring en belofte gehandeld te hebben, des-
wege ons te zullen onderwerpen aan de uitspraken der
bevoegde kerkelijke vergaderingen.^'
Terecht heeft , onzes inziens , de heer Krabbe indertijd er op
gewezen , dat een protestantsch leeraar geroepen is om
voortdurend in kennis vooruit te gaan en tot juister
inzicht en beter formulering niet alleen kan, maar ook
waarschijnlijk zal komen, en achtte hij het dus in strijd met
het Protestantsch beginsel , om in de dogmatieke formu-
lering zich zoo voor de toekomst te moeten binden,
waarom hij dan ook die laatste woorden wilde doen weg-
vallen.
Met de heeren Knenen en Luti zijn zij het voorts eens,
809
dat de tegenwoordige Terklaring te veel bevat; het blijft
steeds hunne vaste overtuiging^ dat bij zoodanige ver-
klaring en belofte geenszins eene volkomene instemming
mag worden geeischt in leerstellingen, die op den duur
onmogelijk is en zulks wel het allerminst in onze dagen.
Men bepale zich daarbij tot den geest, het wezen, de
beginselen^ of hoe men het ook noemen moge, van Chris-
tendom en Protestantisme^ of wil men^ vrage alleen mede-
werking tot bloei van het Godsrijk in het algemeen en
van de Hervormde Kerk in het bijzonder. Geschiedenis
en ervaring toch hebben het geleerd en het is in den
aard der zaak gegrond, dat zoodra het leerstellig gebied
wordt betreden en overeenstemming daarbij als noodzakelijk
wordt geeischt de éénigheid des geestes verbroken en de
vrijheid des gewetens onderdrukt wordt.
Daarom houde de Kerk zich buiten de reglementering
en beoordeeling van dogmatische geschillen, die door de
wetenschap en het vrije onderzoek moeten worden beslist
en vertrouwe op den geest der waarheid en der liefde,
die te midden van dien strijd steeds meer over eenzijdigheid
en dwaling zal zegevieren; zij drage zorg, dat geen ern-
stig , oprecht, waarheidlievend , Christelijk gemoed om zijne
geloofsovertuiging uitgesloten en in zijne Christelijke voor-
rechten verkort worde.
Zij achten dit een dringende eisch inzonderheid van
onzen t^d, waarin het individuëele zich zoo sterk doet
gevoelen en zoo krachtig zich openbaart als misschien
nimmer te voren.
Zij meenen , dat dit geheel is in den geënt der Neder-
landsehe Hervormde Kerk, die verklaard heeft, dat wij
daarom Christenen genoemd worden , omdat wij de zalving
van Christus deelachtig zijn, die het krachtig heeft uit-
gesproken dat op godsdienstig gebied geene uitspraken
en besluiten van Kerkvergaderingen gelijk gesteld mogen
worden met de waarheid , die boven alle is, en die erkende,
dat die waarheid daarom vooral moet worden aangenomen,
omdat de Heilige Geest zelve daarvan in onze harten ge-
tuigenis geeft.
Dit achten zij in den geest van het Proteètaniisme ^ dat
op het gebied van het Christelijk geloof de vrijheid des
gewetens gehandhaafd worde en men zich in geloofszaken
tegen alle menschelijk gezag verzet.
Dit is volgens hunne diepe overtuiging het wezen vau
310
liet oorspronkelijke Christendom, dat nu eenmaal als gods-
dienst des geestes vrijheid en zelfstandigheid van overtuiging
eischt; de aanbidding van God in geest en waarheid is
door Christus zelve gewild; met al den ernst, die in hem
was heeft hij uitgesproken , dat in zijn rijk geen uiterlijke
macht en uitwendig gezag heersdiappij mag voeren, maar
dat de eerste in zijn rijk zal zijn , die de meeste is in
dienende zelfopofferende liefde. Dat is na eenmaal zijn
roem en zijn heerlijkheid tegenover andere Godsdiensten;
wie dat wezen van het Christendom aantast berooft het
onzes inziens van zijne schoonste kroon.
Van de verschillende wijzigingen, die voorgesteld en U
in dit rapport zijn med^edeeld, komt ons de laatste het
meest aanbevelingswaardig voor; zij is de kortste en een-
voudigste ; niet dat wij veel , wat wij in de anderen vinden
op zich zelve zouden afkeuren; integendeel ook wij spreken
gaarne van geest en beginselen, ook wq schatten het
Evangelie hoog; maar omdat eene treurige ervaring ons
heeft geleerd, dat deze verhevene zaken slechts genoemd
behoeven te worden om als een aanleiding het verschil
▼an opvatting te dienen.
Daarenboven achten wij de door ons aanbevolene ver-
klaring en belofte alleszins voldoende.
Immers, zij die tot de Evangeliebediening worden toe-
gelaten , zijn lidmaten der Hervormde Kerk. Zij moeten
dit meer dan twee jaren zijn geweest; zij hebben das
vroeger belijdenis des geloofs afgelegd; zij zijn eens als
lidmaten der Hervormde Kerk aangenomen; zij hebben
toen beloofd, tot den bloei van het Godsrijk i» het al-
gemeen en van de Nederlandsche Kerk in het bijssonder,
met opvolging van hare verordeningen naar hun vermogen
volijverig mede te werken. Zij moeten buitendien over-
leggen een getuigschrift van zedelijk gedrag afgegeven door
de Kerkelijke Hoogleeraren, en eene kerkelijke attestatie,
mede inhoudende, dat de examitjandus meer dan twee
jaren lidmaat is van de Hervormde Kerk.
Door hunne wetenschappelijke opleiding gedurende een
reeks, van jaren , door hunne volbrachte studiën , door te
voldoen aan al de eischen in het Reglement op het examen
ter toelating tot de Evangeliebediening voorgeschreven,
hebben zij getoond de vereischte bekwaamheid te bezitten,
om als Evangeliedienaren te kunnen optreden.
In hun meer dan tweejarig lidmaatschap, in de door
311
beo overgelegde kerkel^ke attestatie en bet getuigschrift
van goed gedrag en in hun voor een der Provinciale
Kerkbesturen afgelegd voldoend examen^ in verband met
hunne voorbereidende wetenschappelijke opleiding, heeft
men dus den noodigen waarborg dat geene onwaardigen tot
de Evangeliebediening worden toegelaten.
Wanneer zij dan nog daarbij oprechtehjk verklaren en
heioven dat zij in die Evangeliebediening werkzaam zullen
zijn overeenkomêiig hunne roeping ^ dat zij het doen zullen
met ijver en trouw; dat zij zullen blijven behartigen de
belangen van het Godsrijk en die der Nederlandeche Her-
vormde Kerk, dat zij het doen zullen met opvolging harer
verordeningen en dat zij het doen zullen naar hun vermogen^
wij herhalen het , dan komt het ons voor , dat zulk eene
verklaring en belofte alleszine voldoende mogen worden
geacht.
Ofschoon het door adressanten niet is verzocht, meenen
wij echter U tevens te moeten voorstellen, om de ver-
klaring en belofte van godsdienstonderwijzers in art. 19
van het Begl. op het Godsdienstonderwijs in den zelfden
geest te wijzigen , en die verklaring aldus te doen luiden :
/^Wij ond^geteekenden , bij het Classicaal Bestuur van
(de Waalsche Commissie) geëxamineerd en toe-
gelaten tot het geven van Godsdienstonderwijs, verklaren
bij deze oprechtelijk en beloven , dat wij daarin overeen-
komstig onze roeping met ijver en trouw zullen werkzaam
zijn en de belangeii van het Godsrijk en die der Neder-
landsche Kerk met opvolging harer verordeningen naar
vermogen zullen blijven behartigen.^^
Eindelijk, al kan het overbodig geacht worden , meenen wij
u toch te moeten doen opmerken, dat ook dit laatste voorstel
alleen van de beide eerste onderteekenaars van dit rapport
uitgaat en de beide andere leden om dezelfde redenen zich
bieraiede niet kunnen vereenigen.
J. Alingh Peins.
G. VAN DüYL Q.Wz.
G. W. VAN Eerde.
Mb. e. de Man Ez»
Het rapport wordt voor nadere inzage der leden ter
tafel gelegd.
312
De behandeliiig van De behandeling van het Eegleinent op Ae kerspelvor-
kcw^elvorrain* ""^'ten °™^"^ ^°^^*^ VOOrtgezet.
eiudrgeWa'^U^^ Op a^t. 11, dat thans aan de orde is, wordt door den
waardeiijkevoorlüopige heer Segets het auiendenïent ingediend //aldaar na andere
Sw^'wtiker'' "^^ gemeente" nog te lezen : „of in eén ander kerspel" Dit
amendement wordt met twaalf tegen zeven stemmen goed-
gekeurd.
Daarentegen wordt met elf tegen acht stemmen een voor-
stel van den heer Bouwes, om in het artikel de verwij-
zing naar de betrokken Reglementen, als zijns inziens
onnoodig , weg te laten , verworpen , op grond voornamelijk
dat die verwijzing ook voorkomt in het Reglement voor
de Kerkeraden , waaruit de inhoud van het artikel is over-
genomen, en nu dit bij de voorloopige aanneming geschied
is, dat weglaten er van verkeerd zou kunnen worden uitgelegd.
Art. 11 wordt daarop, behoudens de aangenomen aan-
vulling onder lett. b zonder hoofdelijke stemming goed-
gekeurd.
Tegen de bepaling in art. 12 omtrent de vertegen-
woordiging der gemeente in haar geheel door den Groeten
Kerkeraad hebben een paar leden bedenking, dewijl zij
aan ieder kerspel een geheel zelfstandig bestaan willen
hebben toegekend, waaromtrent echter wordt opgemerkt ^
dat zulks in strijd zoude konoen met het aangenomen
beginsel om de eenheid der gemeente te behouden. Tegen
den overigen inhoud van het artikel worden geen beden-
kingen gemaakt^ zoodat het artikel met zeventien t^en
twee stemmen wordt goedgekeurd.
Art. 18 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd
met opneming in de tweede alinea naar voorstel van den
heer Boutoes na //bescheiden" van de woorden „aan den
Groeten Kerkeraad of,"
artt. 14 en 15 worden insgelijks goedgekeurd, behou-
dens wegneming van de tweede alinea in eersl^noemd
artikel ,
art. 16 wordt met algemeene stemmen op een na even-
eens goedgekeurd,
art. 17 wordt ook goedgekeurd, nadat op voorstel van
de heeren Segers en Bruna met algemeene stemmen op
twee na er de woorden „in het belang der kerspelen"
uit verwijderd waren, als onnoodig, dewijl hier de rege-
ling aan den Groeten Kerkeraad wordt opgedragen, en tot
verkeerde uitlegging kunnende leiden.
313
Na artikel 17 wil de heer van Laherveld als nieaw
artikel het volgende opgenomen hebben :
yDe goederen en fondsen der diaconie of hunne inkom-
sten ^ alsmede de fondsen en eigendommen die aan de
gemeente behooren , voor zoover die onder het beheer of
toezicht van den Kerkeraad zijn , kunnen door de kerspelen
onderling worden verdeeld^ doch niet dan onder goed-
keuring van het Provinciaal Kerkbestuur^ op voordracht
van het Classicaal Bestuur.
En dan na art. 24 te doen lezen:
j/Waar de kerkelijke en diaconale goederen en fondsen ,
alsmede goederen en fondsen aan de gemeente behoorende ,
die onder het beheer of toezicht van den Grooten Kerke*
raad zijn , volledig en wettig zijn verdeeld , kunnen de
onderscheiden kerspelen als gemeenten worden erkend onder
de voorwaarden^ in het Syn. fieglement op de erkenning
van nieuwe gemeenten vastgesteld.
//In genoemd reglement worde dan bij art. 1 opgenomen
door toekenning van een zelfstandig bestaan aan kerspelen/'
Daar met de aanneming van dit voorstel , naar ook de
heer van Laherveld toestemt^ een nieuw beginsel in het
Reglement zou worden opgenomen , blijft het buiten behan-
deling.
De beer van Laierveld stelt thans echter voor als nieuw
artikel op te nemen :
ffDe inkomsten der diaconie kunnen door den Qrooten
Kerkeraad op verzoek van het coUegie van diakenen onder
de kerspelen naar evenredigheid hunner behoefte worden
verdeeld.
/7 Hetzij eene verdeeling van de inkomsten der diaconie
overeenkomstig al. 1 al of niet plaats hebbe, kan het
coUegie van diakenen zich voor de armverzorging in de
onderscheidene kerspelen der gemeenten in afzonderlijke
collegiën splitsen onder goedkeuring van den Grooten
Kerkeraad."
Ook dit voorsiel wordt door de meeste leden in strijd
geacht met het aangenomen beginsel , dat de diaconale arm-
verzorging voor geheel de gemeente één zou blijven tot
het einde als in de memorie van toelichting reeds werd
aangeduid. De door den heer van Laierveld aangevoerde
grond voor zijn voorstel^ dat diakenen in hunne betrekking
de geestelijke belangen behartigen en hierin de zienswijzen
uit den aard der zaak zullen uiteenloopen wordt niet aan-
314
nemeUjk geacht, dewijl volgens art. 11 onder m de
zorg voor de geestelijke belangen der armen aan den Kerke-
raad van ieder kerspel is opgedragen. Ook meent men dat
op het gebied der armverzorging geene partijdigheid mag
worden aangenomen, en het voor de onderlinge toenade-
ring bevorderlijk geacht, dat hier zamen werking van de
verschillende kerspelen plaats hebbe. Het voorstel van den
heer van Lakervdd wordt dan ook met vijftien tegen vier
stemmen verworpen.
Artt. 18 — 21 worden achtereenvolgens goedgekeurd,
art. 19 dns veranderd, dat het luidt /f Ter voldoening aan
art. 19 van het Beglement voor de Kerkeraden wordt enz.
en art. 20 : //De gezamenlijke predikanten regelen enz.
Tegen art. 22 wordt vooral deze bedenking iogebragt,
dat predikanten, die zich bij geen kerspel willen voegen
omdat zij zich geroepen achten hunne zorg tot geheel
de gemeente uit te strekken, hier gedwongen worden om
zich voor het eene of andere kerspel te bepalen, en dat
ook in groote gemeenten, waar meerdere predikanten bij
voorkeur bij hetzelfde kerspel wenschen werkzaam te zijn,
de overblijvende predikanten van het eerste kerspel te zeer
bezwaard zullen worden. Bij de bespreking dezer bezwaren
wordt toegestemd, dat ze niet ongegrond zijn te achten,
maar tevens opgemerkt, dat ze tijdelijk slechts moeijelijk-
heid zallen kunnen baren, daar ze bij geregelde werking
van het reglement van lieverlede zullen worden opgeheven,
terwijl aan de redactie van het artikel, zoo als het door
de Commissie gesteld is , nog de voorkeur gegeven wordt
boven die van het voorloopig aangenomen artikel, waar
de overgang van den predikant tot een kerspel van des
zelfs uitnoodigiug afhankelijk wordt gemaakt , en de positie
van den predikant, die geen uitnoodiging ontvangende bij
het eerste kerspel zou blijven, veelal onhoudbaar zou wor-
den. Het artikel wordt na gehouden beraadslaging met
zestien tegen drie stemmen goedgekeurd.
Op art. 28 wordt door den heer van Duyl het amende-
ment ingediend, om daar voor //predikbeurt'^ te lezen
//bij voorkeur Zondag voormiddagbeurt'\ Wegens verschil
van gevoelen over de aannemelijkheid van dat voorstel,
daar verscheiden leden de regeling der zaak aan onder-
ling overleg willen hebben overgelaten , wordt het amen-
dement in stemming gebragt en met twaalf tegen zeven
stemmen aangenomen. Met den hoogleeraar Ooaszen stem-
316
den er voor de heeren Overman, van Lakerveld, van der
Veen , Kronenberg, B4^huyzen, van der Hoeve, van Dut/l,
Jane, Alingh Piiiia, Bruinmld Biedel, Dikema en
de PreeidenL Met den hoogleeraar Laeonder en den
Secreéariê stemden tegen de heeren de Man, van
Eerde, Segerê , van den £r andeier, Westrik, Bruna en
Bouwee.
Behoudens deze wijziging wordt art. 28 goedgekeurd,
terwijl uit al. 2 de , woorden //in gemeenten met meer dan
ééne predikantaplaats'^ worden we^enomen.
Hierna stelt de heer van Laierveld voor als nieuw arti<
kei op te nemen :
f/Het in art. 23 al. 1 bepaalde geschiedt ook in ge-
meenten met een predikant , indien dit bij den Kerkeraad
wordt aangevraagd door minstens twee vijfden van de stem-
geregtigde leden der gemeente, schriftelijk en onderteekend ,
onder verklaring, dat zij dat voor de bevrediging hunner
christelijk godsdienstige behoeften noodig achten/^
Hierbij wil de heer Segers nog gelezen hebben^ waar-
mede ook de heer van Laierveld zich vereeuigt:
//In deze beurten kunnen Doop en Avondmaal bediend
worden en kan ook bevestiging van lidmaten plaats hebben.^'
Beide voorstellen vinden bij een groot aantal leden warme
ondersteuning, omdat het te gemoet komt aan de beden-
king dat, nu de gemeenten met een predikant niet in het
Beglement zijn opgenomen , velen verstoken zullen blijven
van de gelegenheid om bevrediging van hunne godsdien-
stige behoeften te verkrijgen. De bezwaren door een paar
leden er tegen iugebragt zijn hoofdzakelijk, dat de voor-
stellen in strijd komen met het beslqit der vergadering
om in bedoelde gemeenten vooralsnog geen kerspel vorming
in te voeren en ze voor dit Ileglement, als slechts op
kerspel vorming betrekking hebbende, niet passen en, als
inbreuk makende op de regten van den predikant der ge*
meente, ook eene bron van onoverzienbare moeijelijkheden
zouden scheppen , die de orde en rust en de geestelijke
belangen in bedoelde gemeenten geenszins zouden bevorde-
ren. Daar sommige leden iutusschen^ die om genoemde
redenen, de voorstellen ondersteunen, in twijfel staan of
het daarvoor vereischte nieuwe artikel aanstonds zou kun-
nen worden vastgesteld, geeft de President in overweging^
dat punt nog in het midden te laten, en eerst de voor-
stellen in stemming te brengen om vervolgens te beslissen^
316
of het nieuwe artikel aanstonds in het Begleinent kan wor-
den opgenomen^ dan of het afzonderlijk aan de conside-
ratien der Provinciale Kerkbesturen en Classicale Vergade-
ringen zal onderworpen worden^ zoodra bet Reglement de
goedkeuring van de leden der Provinciale Kerkbesturen
moge verkregen hebben en derhalve uitgevaardigd zal
worden.
De voorstellen worden hierop gezamenlijk in stemming
gebragt en naar de adviezen der Hoogleeraren en van den
Secretarie met algemeene stemmen aangenomen op twee
stemmen na, van de heeren van Berde en Douwes, die
er zich tegen verklaarden.
Thans komt de vraag in overweging of het nieuwe
artikel, dat tevens eene verandering van het reeds goed-
gekeurde artikel 5 zal vereischen , namelijk dat in alle
gemeenten een lijst van stemgeregtigden wordt opgemaakt,
in het Beglement zal worden opgenomen , dan daarop nog
de Kerk zal worden gehoord. Tegen de opneming in het
Reglement hebben verscheiden leden geen bezwaar , omdat
het artikel beantwoordt aan hetgeen volgens de considera-
tiën door velen in de Kerk gewenscht werd; anderen
daarentegen beschouwen de verzending aan de Provinciale
Kerkbesturen en de Classicale Vergaderingen noodzakelijk
omdat het artikel werkelijk, als niet op kerspel vorming
betrekkelijk , op zich zelf staat. Bij stemming wordt dan ook
met eene meerderheid van dertien stemmen tegen zes stem-
men uitgemaakt, dat op het nieuwe artikel met de ver-
andering in art. 5 de oonsideratien zullen gevraagd worden ,
met lastgeving aan de Synodale Commissie om hieraan
gevolg te doen geven , als zij het Reglement mogt kunnen
uitvaardigen. Voor de opneming in het Reglement advi-
seerden de Hoogleeraren en de Secretaria en stemden de
HH. de Man, van Eerde, Segerê, van den Brandeler ,
Weêtrik en Bruna. Alie overige leden stemden daar tegen.
Artt. 24 en 25 worden zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Daarna wordt geheel het Reglement in stemming gebragt
en met veertien tegen vijf stemmen vastgesteld. De hoog-
leeraar Lasonder adviseerde tegen de vaststelling, even
als ook daartegen stemden de heeren de Man, Segers,
van den Brandeler, fFestrii en Bruna, Met den hoog-
leeraar Gooazen en den Secretarie stemden alle overige
leden voor.
317
Hierna maakt de heer Bruna bedenking, of de vaststel- Bedenking van den
ling van het Eeijrlement wel wettig zou kunnen geacht ^®®f ,^''?«^ tegen de
j j 1 *^, j . j 1. vaststelling van het
worden nu door het aangenomen amendement van den heer Rcdcment om de op-
Luti op art. 2 werkelijk een beginsel er in gebragt is , neming in art. 2 van
waarop de Kerk niet is gehoord , en waartoe ook de ^®* v^wtel van den
consideratien ^ naar zijn oordeel, volstrekt geen aanleiding
gaven. Hij meent de vergadering hier opmerkzaam op te
moeten maken, om te verhoeden , dat de van het Reglement te
voorziene tegenstand een wapen te meer verkrijgen zal in de
zijns inziens bestaande onwettigheid. Daarbij doet de heer
Bruna nog opmerken, dat door de aanneming van het amen-
dement Luti wel het verkrijgen van een kerspel voor eene
minderheid veel gemakkelijker geworden is , maar met mis-
kenning van het in het voorloopig aangenomen Reglement
aan de meerderheid verbleven regt.
Bij de hiervoren gevoerde beraadslagingen deelen som-
mige leden in de bedenking van den heer Bruna, doch
wordt door andere leden de gegrondheid daar^^n geenszins
toegegeven, omdat het amendement van den hq^ Luü slechts
de wijze van uitvoering betreft en daardoor werkelijk te
gemoet is gekomen aan de bezwaren van vele Kerkbesturen
en Classicale Vergaderingen de moeijelijkheid der uitvoe-
ring betreffende, terwijl aan de Provinciale Kerkbesturen
de beoordeeling verblijft, of de Synode, die hierin naar
eigen oordeel het Reglement verbeterd heeft, ten deze
onwettig zou gehandeld hebben , en die Besturen in deze
te beslissen hebben.
De stemming over dit punt wordt intusschen om het Sluiting van de der-
ver gevorderde uur tot morgen verdaagd. Hiermede wordt **^®*® zittmg.
de zitting gesloten.
J. J. L. Luti, President.
EEN EN DERTIGSTE ZITTING.
Donderdag den 268ten Augustus 1880.
en
Opening van de een Na openiDg der zitting worden de notulen der zitting
dertigste ritting. yan gisteren gelezen en goedgekeurd.
Besluit tot vaststel- Thans tot stemming overgegaan over de uit de gisteren
ling van het Regie- overwogen bedenking van den heer Bruna ontstane vraag,
voming ondanrt °^ ^""^ Vastgestelde Heglement op de kerspelvorming met be-
daartegendoor denheer houd vau de door het amondement-Zyti^f ingebragte verande-
Bntna gemaakte be- ringen aan de stemming der leden van de Provinciale Kerkbe-
^^ *°^* sturen, behoMens de door de Commissie nog voor te dragen
eindredactie, onderworpen zal worden , dan of op die verande-
ringen nog de Kerk zal worden gehoord, besluit de vergadering
tot het eerste met elf tegen acht stemmen. Overeenkomstig
de adviezen van den hoogleeraar Oooszen en den Secretarie
stemden daarvoor de heeren Overman, van der Veen,
Kronenberg^ Boodkuyzen, van der Hoeve , van Dnyl,
Jans, Aüngh Prins, Bruinwold Riedel, Dikema en de
President, Voor het alsnog op gemelde veranderingen hooren
der Kerk adviseerde de hoogleeraar Lasonder en stemden
de heeren de Man, van Eerde, Segers, van den Brande-
Ier , Westrik , Bmna, Douwee en van Lakerveld.
Verschillende voor- Aan de Orde is gesteld het in de zitting van 20 Augns-
stellen betreffende art., tus nog door den heer Roodhuyzen ingediende voorstel
ment^^op ^hrt ^'^s^ betrekkelijk art. 38 van het Reglement op het Godsdienst-
dienstonderwij8,vande onderwijs.
heeren Roodhuyzen, Daarbij brengt de hoogleeraar Oooszen zijn in de zitting
iiZrüi'behaL^ng ^»" ^^ Augustus aangekondigd voorstel tot schrapping van
en beslnit ten slotte al. 5 van dat artikel ter tafel,
naar een op laatstge- Dg President dient het voorstel in om achter art. 88
uoemd voorstel inge- n • i* x i i
diend amendement van deze nieuwe alinea te plaatsen :
den heer van den //Kerkeraden, die zich door de bepalingen van alinea
Brandeier tot veran- 5 bezwaard gevoelen , Zijn bevoegd andere bepalingen te
lennga nog van a. j^j^^gjj ^ onder verpligting deze mede te deelen aan hel
319
Classicaal Bestuur. Predikanten die in het bezwaar van
hunnen Kerkeraad niet deelen , zijn alsdan bevoegd , insge-
lijks onder mededeeling aan het Olassicaal Bestuur^ tot het
onderzoek en de aanneming over te gaan in tegenwoordig-
heid van een of meer stemgeregtigde leden der gemeente
ter hunner keuze, bij voorkeur oud-ouderlingen^ als ge-
tuigen/'
De hoogleoraar Oooszen geeft rekenschap, waarom hij,
gelijk hij vóór de behandeling van het Reglement op de
kerspelvorming reeds aan had gekondigd, zijn voorstel weder
onveranderd ter tafel brengt. Hij is , even als hij van zijne
medeleden vertrouwt, er diep van doordrongen, dat er
iets moet gedaan worden om aan den strijd over art. 38
een bevredigend einde te maken, en meent alsnog, ook
omdat het Reglement op de kerspel vorming in veler behoeften
zal voorzien, in zijn voorstel een daarvoor afdoend middel
te vinden , dat van decentralisatie. De bedenkingen , tegen
het overbrengen der zaak naar de Kerkeraden ingebragt,
acht hij niet overwegende , daar in de voorai^gaande artikelen
duidelijk genoeg omschreven is, waar het voor de aan-
neming Tan lidmaten vooral op aankomt, en in de rege-
ling van hetgeen daartoe nog behoort de Kerkeraad aan
den letter en den geest d^ wet gebonden is, terwijl hij
zoo hij daarvan afwijkt daarover door hooger Bestuur kan
worden teregt gewezen, dat bij ontstaan geschil naar
de bestaande Reglementen te beslissen heeft. Hij doet
ook opmerken dat de modernen door het behoud der
alinea 5, waaraan zij zich zoo zeer vastklemmen, weinig
gebaat zijn, door het verzet wat zich daartegen geopenbaard
heeft.
De President vraagt daarop aan de Vergadering, of zij
op haar besluit tot verwerping van dat voorstel wil
terugkomen. Slechts één lid verklaart zich daartegen, zoodat
tot het op nieuw in behandeling nemen van het voorstel
besloten wordt.
De heer Roodhnyzen meent dat door zijn voorstel de
bestaande bezwaren worden opgeheven. Het wil de min^-
derheden tot haar regt doen komen, en aan de meerder-
heid volkomen vrijheid laten om bepalingen, zelfs ook
omtrent de belijdenis , te maken. Het schrappen van al.
5 moet hij ernstig ontraden , omdat de modernen daardoor
hun regt van bestaan zonden prijs geven.
De President meent dat moet worden toegestemd , dat
320
al» 5 de voorname oorzaak der tegenwoordige verwikke-
lingen is. Voor het nemen van bevredigende maatr^elen
daartegen mag naar zijn» overtuiging het tot stand komen
der kerspelvorming niet worden afgewacht^ zoowel om de
onzekerheid daarvan als omdat, zelfs indien het voorstel
van den heer Boodhuyzen mogt worden aangenomen, zulks
een groot aantal gemeenten die daar buiten vallen niet
ten goede zou komen. Doch tegen het prijs geven van al.
5 zou hij groot bezwaar maken , omdat daarbij een zuiver
protestantsch beginsel ten grondslag ligt, waaraan hij
gewetenshalve gebonden is. Hij wil echter het gewetens-
bezwaar van andersdenkenden tegen die alinea meer geëer-
biedigd hebben, als een eisch der billijkheid, en meent
dat daarvoor zijn voorstel aanbeveling verdient.
Bij de over deze voorstellen gevoerde beraadslagingen
zijn alle leden eenstemmig in den wensch, dat de Synode
nog een middel moge vinden om de bezwaren tegen art.
38 uit den weg te ruimen, doch loopen de gevoelens
over de aannemelijkheid der gedane voorstellen weder zeer
uiteen. Bijna algemeen wordt in de bezwaren van den
President tegen het voorstel van den heer BoodAuyzen
gedeeld. Maar indien nu ook verscheiden leden aan het
voorstel van den hoogleeraar Gootzen de voorkeur geven,
hebben vele andere leden daartegen nog dezelfde beden-
kingen als vroeger, dat het geen waarborg geeft tegen
willekeurige handelingen van Kerkeraden , en hun volkomen
vrijlaat aannemelingen bij verschil van geloofsovertuiging
af te wijzen , en derhalve de vroegere moeijelijkheden , die
men door de invoering van al. & heeft trachten uit den
weg te ruimen, zal doen terugkeeren. Daar zijn evenwel
die de aanneming van het voorstel juist gewenscht rekenen,
omdat het een terugkeeren is tot hetgeen vroeger
bestond, en in de gegeven omstandigheden het schrappen
van al. 5 eene noodzakelijkheid achten, doch ook met
de andere leden erkennen , dat insgelijks het voorstel van den
President veel heeft waardoor het zich aanbeveelt, vooral
omdat het het beginsel, dat de aanneming van wege den
Kerkeraad geschiedt , tot zijn regt doet komen , doch tevens
bij ontstaan geschil de belangen der aannemelingen in
bescherming neemt.
Als na deze algemeene beschouwingen over de drie
voorstellen, het voorstel van den hoogleeraar Gooszen in
stemming zal komen , dient de heer van Laiervéld daarop
321
het amendement in , ?an te bepalen , //dat de aanneming
plaats heeft ook in geval de afgevaardigde ouderlingen
bezwaar maken , tot de aanneming mede te werken/^ Dit
amendement wordt echter met dertien tegen zes stemmen
verworpen.
Het voorstel van den Hoogleeraar Gooszen wordt daarna
op nieuw afgewezen met twaalf tegen zeven stemmen. De
Èaogleeraren hadden tot de aanneming geadviseerd even
als thans ook de Secretaria. Daarvoor stemden verder de
heeren de Man, van Eerde, Segera , van den Brandeler ,
Weitrik, Bruna en Douwes, Tegen steraden de heeren
Overman y van der Veen, Kronenberg, Roodhuyzen, van
der Hoeve, van Duyl, Jans, Alingh Prins, Bruintoold
Riedel, Likema, van LaTcerveld en de President,
Intusschen had de heer RoodAnyzen zijn voorstel dus
gewijzigd : dat art. 38 van het Reglement op het Gods-
dienstonderwijs worde gelezen, voor het geval het voor-
gestelde Reglement op de Kerspelvorming door de leden
der Provinciale Kerkbesturen wordt goedgekeurd : //De aan-
neming der nieuwe lidmaten geschiedt van wege den
Kerkeraad , wanneer er geen afdoende bezwaren bestaan
tegen het zedelijk gedrag, de kennis en de geloofsbelijdenis
van de aannemelingen/'
Daar echter het voorstel van den President eerst in
stemming moet komen, stelt de hoogleeraar Lasonder voor
het tweede gedeelte daarvan dus te doen luiden :
//De predikanten, die zich bezwaard gevoelen door de
bepalingen des Kerkeraads kunnen tot het onderzoek en
de aanneming overgaan, enz/^
De President verklaart dat amendement wel te willen
overnemen. Doch nu stelt de heer van den Brandeler
voor al. 5 van het Reglement dus te lezen. De Kerkeraad
kan nadere bepalingen omtrent de aanneming van lidmaten
maken, onder verpligting van deze mede te deelen aan
het Classicaal Bestuur. Predikanten^ die zich met deze
regeling niet kunnen vereenigen zijn alsdan bevoegd, zoo
als het in het amendement van den President luidt, ins-
gelijks onder mededeeling aan het Classicaal Bestuur tot
het onderzoek en de aanneming over te gaan in tegen-
woordigheid van een of meer stemgeregtigde leden der
gemeente, bij voorkeur oud-ouderlingen , als getuigen.^*
Dit amendement van den heer van den Brandeler
verwerft den bijval der geheele Vergadering. Ook de leden
21
822
die op het behoud van alinea 5 prijs stelden^ oordeelen
daaraan hunne stem te kunnen geven , omdat het voldoende
waarborg geeft, dat er wegens verschil van geloofsover-
tuiging geene afwijzing van aannemelingen zal plaats hebben :
een lid voegt zich daarbij, ondanks de bij hem nog
blijvende bezwaren. Het amendement wordt alzoo met al-
gemeene stemmen aangenomen, en besloten al. 5 dus
veranderd aan de consideratiën der Provinciale Kerk-
besturen en Classicale Vergaderingen te onderwerpen.
Vaststelling van de Hierna worden de betrekkelijk de kerspel vorming voor-
rhet^SSLTse! lo«Pig aangenomen veranderingen in het Algemeen Eegle-
giement en in bijzon- ment en in sommige bijzondere Reglementen in behandeling
dcre Reglementen ge- genomen.
SlC.rd'tX Naar het door de Commissie bij monde van den heer
visie. Bruna gegeven advies, worden nog onder de veranderingen
in het Algemeen Eeglement opgenomen, te lezen in art.
20 al. 4 ^gemeenten of kerspelen; in art. 22 gfot waar
kerspelen zijn over dezer leden; in art. 25, of van het
kerspel; art. 27 ^yin'^ in plaats van //bij"; art. 28 gemeen-
ten of kerspelen."
Deze veranderingen worden met de voorloopig aange-
nomen veranderingen in het Algemeen Beglement met
eenparigheid der zeventien uitgebragte stemmen vastgesteld.
De heer Bruinwold Riedel was reeds om huiselijke om-
standigheden vertrokken. De heer Bruna had toestemming
verkregen om zich buiten stemming te houden omdat hij
aan het vastgestelde Beglement zijne stem niet had kannen
geven, daar hij, hoewel voor het beginsel van kerspel-
vorming en daarom als lid der Commissie tot het inge-
diende ontwerp meegewerkt hebbende, wegens de hierin
gemaakte principiële veranderingen, er zich tegen had
moeten verklaren, terwijl de leden, die evenzeer daar-
tegen hadden gestemd, verklaarden deze veranderingen
te moeten goedkeuren als verband houdende met het door
de Vergadering bij meerderheid tot die vaststelling ge-
nomen besluit.
Ook de veranderingen in de overige bijzondere B^le-
meuten worden vastgesteld , met opdragt aan het Moderamen
om daarin nog die veranderingen op te nemen, als het
na ingewonnen advies der Commissie n(^ noodig zal
oordeelen.
Besluit naar voorttel Ook werd besloten, op voorstel van den heer van
823
Laierveld, met het oog op het geval, dat in den^*^ ^«" ^^^ "5»
tijd van overgang , kerspelen meer predikanten mogten ^zi^ng in° heT r!^
hebben dan waarop zij aanspraak kunnen maken , in art. glement op de ker-
1 van het B^lement op de Kerspelvorming nog als al. 8p«l^o'^°»>og.
3 op te nemen : //Het getal der door een kerspel af te
vaardigen ouderlingen is gelijk aan het aantal predikanten,
waarop het regt heeft^^ en verder al. 3 van art. 23 zoo
als door de Commissie was voorgedragen te herstellen.
Nog wordt het gisteren door de Commissie voor de Het rapport betref-
nieuwe wetsvoorstellen bij monde van den heer ^^«*«^* Rg^fe^nt ^^ o *^ h^
Prins uitgebragie rapport in behandeling genomen, rakende examen ter toelating
de verlangde verandering van art. 27 van het Reglement to* .^o Evangeiiebe-
op het examen ter toelatig tot de Evangeliebediening. Hngj^fe tydighcra^der
In de eerste plaats wordt als punt van overweging verandering van bet
gesteld , of het tijdig zij voorstellen tot verandering van ^^^^^ door de meer-
genoemd artikel ter hand te nemen. Verscheiden leden ar^terdêre^'beS
vinden met de heeren van Eerde en de Man , leden der slagingen tot eene
Commissie, bezwaar om deze vraag toestemmend te be- ^*®" *^***°8 ^*^'^**8d-
antwoorden, omdat zij na het straks genomen verzoenend
besluit omtrent de aannemingskwestie het niet gepast
achten tot eene verandering over te gaan , die een nieuwe
twistappel in de Kerk dreigt te werpen, terwijl enkelen
hunner in geen geval verandering van het artikel ge-
wenscht achten.
Vele andere leden verklaren daarentegen zich met de
beschouwingen van de heeren Alingh Prins en van Dut/l,
de overige leden der Commissie , ten deze te vereenigen ,
uit aanmerking ook dat de aannemingskwestie eene andere
is dan hier geldt en de gemaakte bezwaren van ontijdig-
heid wegvallen, als het" der Synode evenzeer moge ge-
lukken eene algemeen^ bevredigende formule te vinden.
Na gehouden beraadslaging wordt de in behandeling
neming van voorstellen tot verandering van het artikel
wel tijdig verklaard en alzoo besloten met de behandeling
van het rapport voort te gaan. Dus werd besloten met
tien tegen acht stemmen. Daarvoor stemden de heeren
Overman^ Kronenberg RoodAuyzen, van der Hoeve^ van
Duyl, Jans, Alingh Prins, Biiema, van Lakerveld en de
President, tegen de adviezen der Hoogleeraren en van den
Secretaris en de stemmen der heeren de Man, van Eerden, van
der Veen, Segers, van den Brandeler, Wesirik, Bruna
en Douwes.
324
Iiitasschen wordt bepaald^ op verzoek van den heer
Douwes, als rapporteur van de Commissie ter zake der
voorloopig aangenomen veranderingen in het Beglement op
het Hooger Onderwijs^ dat de behandeling van het rap-
port dier Commissie zal voorgaan , uit hoofde de heer
Douwes zich bezwaarlijk kan verbinden om de vergade-
ring tot het einde bij te wonen.
Sluiting der een en ^^ vergadering wordt hierna tot morgen verdaagd,
dertigste zitting. Waarmede de tegenwoordige zitting gesloten wordt.
J. J. L. LuTiy Preêident.
TWEE EN DERTIGSTE ZITTING.
Yrgdag den S7sten Angustns 1880.
De heer Bruinwold Riedel afwezig.
De zitting wordt door den President geopend; daarna opening der twee
worden de notulen der zitting van gisteren gelezen en «n dertigste ritting.
goedgekeurd.
De heer van Laierveld geeft aan de vergadering in Voorstel van den
overw^ing om terug te komen op haar besluit van gis- ^^"^ komT^i d"
teren tot vaststelling ook van de veranderingen , welke het vaststelling van de in
Bedement op de kerspelvorming ondersaan heeft door de ^«* Reglement op de
• 1.x ji. j-n'ji> kerspelvonnidg bij art
aanneming van het amendement van den President op 2^ 5 en 6 opgenomen
art. 2, 5 en 6, als zijnde daarmede naar zijne beschouwing principiële veranderin-
ten aanzien der wijze van uitvoering een nieuw beginsel ^^ **"* aangenomen,
gevolgd, dat diep ingrijpt in het gemeenteleven, waarop
de Kerk niet is gehoond. Na eenige beraadslaging, waarbij
het voorstel van den heer van Laierveld door sommige
leden ondersteund wordt, doch anderen volharden bij de '
voor de vaststelling aangevoerde gronden , ofschoon daaronder
ook zijn, die voorzigtigheidshalve het hooren der Kerk
op bedoelde veranderingen aanraden, vraagt de President
of de vergadering op haar desbetreffend besluit wil terug-
komen , en verklaren zich daar elf leden voor en zeven
leden tegen. Dewijl hiermede echter het vereischte tweederde
der uitgebragte stemmen niet verkregen is, blijft het
voorstel buiten verdere behandeling.
In behandeling komt nu het rapport der Commissie De voorloopig aan-
voor de veranderingen in het Reglement op het Hooger genomen veranderfn-
Onderwijs, betrekkelijk het aanstellen van Kerkelijke Hoog- ^^XSr^^^^
leeraren te Amsterdam. Daaraan wordt geheel de overige w(j8 betrekkelijk het
tijd der zitting gewijd. De beraadslagingen gaan uit van aanstellen van Kerke-
de vraag, of aan het Comité te Amsterdam eenige in- ^^ke^ t^^^li*;^^^
vloed op de benoeming van de hoogleeraren zal worden behandeling van het
«26
rapport behoudeus toegekend, maar leiden tot eene algemeene besohouwing
eenige aanvulling vast- iij ii^-i ? i.ij
gesteld, met besluit o^^r geheel de zaak. Daarin komen de meeste leden over-
bctrekkeli^k de ter een, dat het aanstellen van Kerkelijke hoogleeraren bij
8^f ^"JJ^°f J^^eko- ^g Universiteit te Amsterdam eene gewenschte zaak is,
men statuten van de . , , 11.1
betrokkeuVereenigiug. i)i6t slechts voor Amsterdam zelf, maar ook voor ge-
heel de Nederlandsche Hervormde Kerk, om de redenen
die daarvoor ter buitengewone vergadering reeds werden
aangevoerd. Enkele leden slechts zijn van oordeel dat het
hier enkel een Amsterdamsch belang geldt , dewijl er voor
de opleiding tot de Evangeliebediening in onze Kerk vol-
doende gelegenheid bestaat.
Doch even als in de buitengewone vergadering en bij
de Commissie zijn de gevoelens nu ook verdeeld, of er
overwegend bezwaar bestaat om aan het Comité ssalken
invloed op de benoeming van Hoogleeraren toe te kennen,
dat men door zijne voordragt gebonden zou zijn. Ver-
scheiden leden vereenigen zich ten deze met de beschou-
wingen van de meerderheid der Commissie , anderen weder
met hare minderheid. Bij genen weegt inzonderheid de
overtuiging dat men langs geen anderen weg tot de uit-
voering van art. 1 van het Reglement zal kunnen geraken,
dat de billijkheid vordert aan personen , die zulke belang-
rijke offers brengen voor het tot stand komen daarvan
eenige invloed op de benoeming toe te staan, dat het
Kerkregtelijk bezwaar alsof hier een coUatie-regt zou wor-
den geschapen door hetgeen de meerderheid daaromtrent in het
midden bragt vervalt ; bij de andere leden weegt de meening
dat de Synode het regt aan de Commissie van voordragt bij dit
Reglement toegekend niet kan prijs geven ter wille van derden,
noch de uitvoering van daaromtrent gemaakte bepalingen
van het goedvinden van derden afhankelijk mag stellen ;
dat de overgelegde Statuten niet beantwoorden aan hetgene
ten deze door de buitengewone vergadering verlangd is,
en hierdoor de voor de regeling der zaak vereischte waar-
borgen ontbreken, en dat, bij zoo veel bezwaren tegen
die regeling bestaande , ook rekening moet gehouden wor-
den met de bedenkingen van vele Kerkbesturen en Clas-
sicale Vergaderingen. Een lid van de minderheid vijidt
vooral bezwaar, dat, terwijl de Statuten door de Conn-
missie en de groote meerderheid der Vergadering niet
kunnen goedgekeurd worden, de zaak evenwel, die naar
zijn beschouwing op die Statuten rusten moet , zoii worden
vastgesteld en aan de eindstemming der Kerkbesturen
onderworpen zou worden.
327
Daar tegen wordt van de andere zijde opgemerkt, dat
de betrekkelijke veranderingen in het Beglement bij de
meerderheid der Kerkbesturen en ook bij vele Classicale
Vergaderingen ondersteuning hebben gevonden; dat als
aan het Comité de verpligting wordt opgelegd om de in-
gezonden voordragt zelfs tot een twaalftal aan te vullen,
aan de Commissie van voordragt genoeg ruimte van keus
wordt gelaten en hier derhalve van prijs geven van regt
slechts in beperkten zin sprake kan zijn; dat de uitvoe-
ring der te maken bepalingen niet van het goedvinden
van derden afhankelijk wordt gesteld, daar van deze in-
tegendeel verlangd wordt zich naar die bepalingen te
gedragen, en dat de bezwaren aan de overgelegde Statu-
ten ontleend ten deze niet afdoen , daar ook de Commissie '
eenparig de goedkeuring ontraadt, en ook bij de vaststelling
der veranderingen de gelegenheid overblijft om , gelijk
hare meerderheid voorstelt, van het Comité verandering in
de Statuten te vragen. Wat inzonderheid een der hoofd-
bedenkingen betreft aan art. 2 der Statuten ontleend;
men meent grond te hebben om te verwachten dat het
Comité bereid zal zijn om dat artikel in milderen zin te
wijzigen , terwijl men overigens van oordeel is , dat het
voor de Synode geen overwegend bezwaar kan zijn, toe
te laten dat de voordragt geschiede in overeenstemming
met de rigting , welke de leden der vereeniging voorstaan ,
indien daarvan het tot stand komen der zaak afhanke-
lijk gesteld wordt, als met den eisch der billijkheid
overeenkomende, en het in de vast te stellen verande-
ringen slechts duidelijk uitkome, dat de Synode voor
niet langer dan hoogstens voor 29 jaren aan de regeling
omtrent de aanstelling der hoogleeraren gebonden is,
waardoor aan de principiële bedenking tegen die regeling
te gemoet wordt gekomen en zij meer aannemelijk wordt
gemaakt. Na deze hier slechts in hoofdzaak mede gedeelde
beschouwingen wordt tot afzonderlijke behandeling der
veranderingen overgegaan naar het daarover door de Com-
missie gegeven advies.
De heer Douwes doet opmerken dat, als in art. 5 ge-
sproken wordt van de personen die in de kosten van
het Onderwijs voorzien, hebben gecursiveerd voorkomt
met het oog op de mogelijkheid , dat de vereeniging na
verloop van 29 jaren zou kunnen vernieuwd worden. Dit
wordt door de vergadering goedgekeurd.
328
De heer Westrik stelt voor, dat slechts een viertal
worde voorgedragen in overeenstemming met art. 23 van
het Reglement, aangezien het ook hier eene eerste benoe-
ming voor Amsterdam geldt eii het niet zou ziju aan
te nemen , dat er zooveel geschikte mannen zouden worden
aangetroffen, als naar het voorloopig aangenomeue noodig
zou zijn. Algemeen wordt echter geoordeeld, dat men
hiervan niet afwijken moet, in aanmerking genomen, dat
art. 23 slechts gesteld werd omdat er voor de eerste
maal zoo vele hoogleeraren op eens moesten benoemd
worden, en daarvoor destijds toch zulk een groot aantal van
predikanten zijn aanbevolen, dat er geen vrees behoeft
te bestaan, dat de bepaling van een zestal, des noods
voor een twaalftal moeijelijkheid zal opleveren, terwijl ook
het Comité daartegen geen bedenking gemaakt heeft. Het
voorstel wordt met eenparigheid van stemmen verworpen
op de stem na van den heer Westrik zelven. Het artikel
wordt nu in zijn geheel goedgekeurd.
Wat daar nu verder door de Commissie vooi^edragen
wordt aan het artikel toe te voegen, wordt achtereen-
volgens insgelijks goedgekeurd , behalve de door twee leden
der Commissie voorgestelde alinea. //Het bestuur dier
vereeniging legt jaarlijks enz/' Daarvoor wordt naar een
amendement van den heer Segers de volgende alinea in
plaats gesteld //De Commissie, die de bedoelde zes of
twaalftallen opmaakt, bestaat uit lidmaten der Hervormde
Kerk, die predikanten of andere gegradueerde personen
zijn.
Het aldus aangevulde artikel wordt nu met negen tegen
acht stemmen vastgesteld om als art. 5* in het Reglement
te worden opgenomen.
Met de Hoogleeraren en den Secretaris stemden voor de
heeren van Eerde, Segers, van den Brandeler , Weètrik ,
Bruna, Dotéwes, Dikema, de Man en de President.
Tegen stemden de heeren Overman , van der Veen , Kro-
nenberg, SoodAujfzen, van der Hoeve, van Duyl, Jans
en Alingh Prins.
Aan den heer van Laierveld werd op zijn verzoek
toegestaan geen stem ten deze uit te brengen.
Ook worden art. 15 al. 2 en de nieuwe alinea van
art. 16, waaromtrent de Commissie niets heeft opgemerkt
na elkander vastgesteld, art. 15 al. 2 gewijzigd over-
eenkomstig het gevoelen van de minderheid der Commissie
329
•
ten einde voor de stipte uitbetaling der jaarwedden van
de hoogleeraren een vasten waarborg te hebben.
Verder wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
de ingezonden oonoept-stataten niet goed te keuren en
daarvan aan het Comité berigt te geven, zoodanig als
de Commissie heeft voorgesteld, maar tevens de Synodale
Commissie, als de vastg^telde aanvullingen en verande-
ringen van het Reglement de goedkeuring van de leden
der kerkbesturen mogen verkrijgen en dientengevolge uit-
gevaardigd worden, gemagtigd tot het onderzoek van de
door het Comité in te zenden gewijzigde Statuten ter
zake de volgende Vergadering der Synode van berigt en
advies te dienen.
Hierna geeft de heer van den Brandeler der Vergadering Motie van den heer
in overweging, in verband met het verzoenend besluit ^f***^'"**^^®'"
omtrent de verandering van art. 38 van het Reglement het verzet tegen art.
op het Godsdienstonderwijs een buitengewone maatregel 88 van bet Reglement
te nemen in den zin van zijn ter buitengewone Vergade- °^«; ^f tnfvoT-
ring der Synode, blz. 160 van hare Handelingen voor- ledige amnestie te be-
komende, tot volledige bevrediging, als naar zijn oordeel ^laiten.
tot herstelling van de orde en rust te Dordrecht ge-
vorderd wordt en tot beëindiging der aldaar bestaande
verwarring zal kunnen leiden. De motie wordt voorshands
aangehouden.
De Vergadering wordt hierop tot morgen verdaagd, Sluiting dor twee en
waarmede de tegenwoordige zitting gesloten wordt. ^ igs e a mg.
J. J. L. LuTi, Prmdeni.
DRIE EN DERTIGSTE ZITTING.
Zatardag 28 Augustus 1880.
De heeren Bruinwold Riedel, Douwei , de Man en van
Eerde afwezig.
Opening van de Na opening der zitting, wordt de lezing der notalen
drie en dertigste rit- ^^^ j^ j^-^j^^g ^^^ gisteren tot a. s. Maandag uitgesteld.
De behandeling van Aan de orde is op nieuw het rapport der Commissie
27 vJ^^C Regïlm^t ^^' ^® nieuwe wetsvoorstellen ter xake der verandering
op het examen ter toe- Van art. 27 van het Beglement op het examen ter toe-
lating tot de Evange- lating tot de Evangeliebediening.
ï2:?;"iS^^S?n Op het betrekkelijke voorstel van de heeren PHn, en
}ieesvanLakerveld\/fiivan Duyl dient de heer van Lakerveld het volgende
aanneming eener twee- amendement in :
de formule; voorkeur
door de Vergadering Indien de geëxamineerden in gemoede bezwaar hebbeu,
!»ven^°* fo'mnle ge- ^^ verklaring en belofte al. 2 te onderteekenen , worden
zij tot de Evangeliebediening toegelaten^ indien zij de
navolgende verklaring en belofte afleggen en met hunue
onderteekening bekrachtigen:
//Verklaren bij deze^ dat wij^ overeenkomstig den geest
der leer van de Kederlandsche Hervormde Kerk , de gods-
dienstige en zedelijke beginselen van Jezus, zooals die uit
de boeken der N. Y. en inzonderheid uit de Evangeliën
worden gekeend , oprechtelijk aannemen , getrouwelijk zullen
handhaven en ernstig en van harte zullen verkondigen;
dat wij op de bevordering van godsdienstige kennis enz. enz.''
Naar aanleiding van dit amendement maakt de President
het tot een punt van overweging, of het gewenscht zij
voor de verklaring en belofte van de aankomende predi-
kant gevorderd ééne formule te behouden, dan of men
de voorkeur geeft aan het invoeren nog van eene tweede
formule. De meeste leden achten het gewenscht, dat er
slechts ééne formule besta, niet slechts omdat dit over-
eenkomt met bet gebruik in ons^e Kerk van oudsher ,
331
maar omdat ook het geven van keus tosschen twee for-
mules onwillekeurig tén gevolge zou hebben, dat er twee
categoriën van predikanten zouden ontstaan , waardoor de
weg tot splitsing der Kerk in twee deelen zou worden
geopend ; men aéht het in den aard der zaak gelegen
dat voor de toetreding tot de Evangeliebediening in onze
Kerk eene en dezelfde verklaring gevorderd worde;
werden er twee formules gesteld, het zou voor de candi-
daten dikwijls groote moeijelijkheid opleveren tusschen beide
te kiezen. Intusschen zijn er onder bedoelde leden die
het behoud van slechts eene formule voorstaan, indien
deze maar ruim genoeg gesteld wordt dat niemand der
geëxamineerden behoeve te aarzelen om haar te onder-
teekenen ; anderen daarentegen die de predikanten aan de
eens afgelegde verklaring en belofte gebonden rekenen
en hierom elke verandering ten deze ten sterkste ont-
raden.
Daar zijn evenwel ook die volstrekt niet deelen
in de bezwaren tegen het stellen van twee formules gemaakt.
Nu de Vergadering eenmaal besloten heeft, art. 27 te
wijzigen, zoo meenen zij met den heer van Lakerveld
dat daarbij de werkelijke toestand in het oog moet
worden gehouden , en de Synode zich zelve volkomen ge-
lijk zal blijven, wanneer zij nevens de bestaande eene
formule schept, waardoor aan de daartegen bestaande be-
zwaren wordt te gemoet te komen, omdat zij voor (3e
toelating van nieuwe lidmaten zelfs nog meerdere ruimte
heeft gegeven. Na gehouden beraadslaging brengt nu de
President de vraag in stemming, of de Vergadering één
formule wensohelijk acht, zonder haar daarom te binden
voor het geval, dat het haar niet mogt gelukken eene
bevredigende formule te stellen , om alsdan nog de invoering
van twee formules in overweging te nemen. Hierop ver-
klaren twaalf leden één formule wenschel^k, tegen drie
leden , die twee formules met de beho^te des tijds over-
eenkomstig achten.
De PreêidetU geeft nu in overweging art. 27 te doen VoorsUl van dea
luiden, zóo als in 1877 reeds door hem en den ^oog- f^''i^\Z t^tn
leeraar Küenen , verg. Hand. v. d. J., blz. 995, werd den hoogleeraar ir«^-
VOOrgesteld, t. W. : ' «<?« aanbevolen redac-
,,Wij ondergeschrevenen, door het Provinciaal Kerkbe- *^'em?nV dé ^Jer?^^^^
stuur vaó (of door de Commissie voor de zaken lende ter zake dienende
332
ddi"*''"'" '" ^'^*"" ^®' Waalsche Kerken) tot de openbare EvangeliebedieniDg
iu de Nederlandsche Hervormde Kerk to^elaten, ver-
klaren bij deze opregtelijk, dat wij getrouw aan de grond-
beginselen dier Kerk, zoo als deze in hare aangenomen
Formalieren van eenigheid zijn neergelegd en uit hare
historische ontwikkeling blijken^ op de bevordering vaii
Godsdienstige kennis en van Christelijk geloof en leven
ons met allen ijver toeleggen en orde en eendragt voor-
staan en aankweeken zullen; dat wij, onder opzien tot
de hulp, die van boven is, de belangen van Gods Ko-
ningrijk en in het bijzonder die van de Nederlandsche
Hervormde Kerk zorgvuldig zullen behartigen en naar
vermogen aan de bevordering daarvan medewerken; ver-
bindende wij ons bij deze handteekening tot het voor-
schrevene en zoo wij bevonden worden tegen eenig
gedeelte van deze verklaring en belofte gehandeld te heb-
ben , deswege ons te zullen onderwerpen aan de uitspraken
van de bevoegde Kerkelijke Vergaderingen."
De President meent dat zulke formule nog het minste
aanstool zal geven, daar zij niet breekt met het verledene
en geene bepaalde dogmatische zienswijze huldigt, maar de
historische ontwikkeling der Kerk tot haar regt doet komen^
wat ook de strengste confersionelen moeten billijken, en
dus voor alle rigtingen bevredigend kan geacht worden.
De heer van LakerveM handhaaft echter zijne voorge-
dragen formule, hoewel zij nu ook tengevolge van de
even door de vergadering uitgesproken verklaring losge-
maakt moet worden van de bestaande formule, met bereid-
verklaring om haar nog te wijzigen en haar meer geschikt
te maken voor eene algemeene formule, daar zij uit den
aard der zaak de kleur draagt der rigting, waarvoor hij
ze inzonderheid bestemd had.
Ook de heeren Prin9 en van Dnyl handhaven de
formule door hen voorgestdd op de gronden daarvoor in
het rapport reeds ontwikkeld.
De drie voorstellen komen nu in beraadslaging. Beide
praeadviseurs blijven daarbij bezwaar maken tegen elke
verandering der bestaande formule > ondanks de daarin
voorkomende dogmatische uitdrukkingen, omdat gelijk
de heer Oooszen in bijzonderheden aanwijst, achter ieder
van die godsdienstige beginselen en overtuigingen schuilen ,
waardoor de Hervormde Kerk van Christelijk standpunt,
zich boven alle andere Kerkgenootschappen onderscheidt
SS3
en die niet mogen worden prijs gegeven. Geen der voor-
stellen kannen sij eene verbetering noemen. Moeten zij intus-
schen tusschen de drie voorsteUen eene keose doen^ dan
zouden zij aan dat van den President de voorkeur geven,
aangevuld met hetgeen het voorstel van den heer van
Lakerveld als aansluiting aan het bestaande bevat, maar
dan ook niet de vermelding van de Schriften des Ouden
Verbond willen gemist hebben. De formule door de heeren
Prins en van Duyl voorgesteld achten zij niet aannemelijk,
dewijl zij geen Hervormd karakter draagt. De leeraar
Lasander maakt nog op de drie voorgestelde formules de
algemeene aanmerking , dat er de belijdenis van den naam
van Jezus Christus als den Eenigen naam ontbreekt Sommige
leden deelen in de beschouwingen der praeadviseurs. Daartegen
weegt bij de overige leden, met toestemming zelfs van
de voortreffelijkheid der bestaande formule, het bezwaar,
dat zij zonder nadere uitlegging voor verreweg de meeste
candidaten niet verstaanbaar is , en uitdrukkingen behelst,
die naar de letter met de overtuiging van menigeen in strijd
komen. Men beschouwt de formule, als gesteld in de taal
die niet de taal is der tegenwoordige Kerk, niet langer
geschikt. Men wil niet voorbij gezien hebben, dat men
te doen heeft met jongelieden die meerendeels slechts
intellectueel gevormd zijn, en hierdoor niet in staat zijn
om den diepen, godsdienstigen zin der in de bestaande
formule gebezigde uitdrukkingen genoeg te waardeeren.
Men wenscht «ene formule die algemeen verstaanbaar is,
waarop ieder terstond het ja kan uitspreken, zoodanig
gesteld dat verwacht mag worden, dat zij getrouwelijk zal
worden nagekomen. Daarom geven verscheiden leden de
voorkeur aan de formule van de heeren Prinê en van DugL
Het noemen van den naam van Jezus Christus wordt als
geen onmisbaar vereischte beschouwd , als de kennis van
hem in alle voorgestelde formules ondersteld wordt, niet
het minste in even vermelde formule , waar de belangen
van het door Hem gestichte Gbdsrijk voorop worden ge-
steld. Anderen verklaren echter even als de praeadviseurs
de voorkeur te geven aan de formule in het voorstel van
den Preident, als zich het meest aan de bestaande for-
mule aansluitende, waarom men meent dat zij algemeen
meer zal bevredigen. Aanvulling met hetgeen nog de
formule van den heer van Lakerveld van de bestaande
formule behouden heeft wordt daarbij aannemelijk beschouwd.
I •
I
8S4
De heer van Lakerveld brengt intusschen eene wijziging
ging van de door hem voorgedragen formule ter tafel, om
haar voor algemeen gebruik te laten dienen. Zij luidt
als volgt:
^Wij verklaren bij deze dat wij, overeenkomstig den
geest der leer van de Ned. Herv. Kerk, de b^nselen
van den zuiveren godsdienst, zooals die in de schriften
des O. en N. Y. ^jn nedergelegd, maar inzonderheid
door J. C. met woorden zijn gepredikt en in zijn leven
en sterven geopenbaard enz.^
f}
Voorstel van dea Intussohen stelt de hooffleeraar Qooêzen in overeen-
hooKleeraar Oooszèn . . . jjji. jt»jt
om de verschillende ®^?"^®'*^8 ™®* ®®"® teeds door den heer van den Branoeler
voorstellen in handen gedane motie voor, dat de Synode thans omtrent de ver-
te geven van de Syno- ^jj^^ring van art. 27 geen besluit neme, om het hoog
dale Commissie aan- . . j i j i .v «j j ^-i t i
gehouden tot de vol- S^^^S^ dezer zaak en de kortheid van den tijd die haar
gend zitting. overblijft , maar haar in handen geve van de Synodale
Commissie, opdat deze de Synode van het volgende jaar,
in deze van berigt en advies diene. Dit voorstel wordt
door enkele leden ondersteund om reden ook van de on-
voltalligheid der vergadering en van de moeijelijkfaeid oin
ten aanzien der gedane voorstellen tot eene beslissing te
komen. Anderen vinden echter bezwaar in langer uitstel
der veranderingen , waarop reeds zoo lang is aangedrongen
en meenen dat zij hierdoor ook genoegzaam is voorbe-
reid om thans daarover eene beslissing te nemen,
waartegen naar hun oordeel minder bedenking bestaat,
omdat d« Kerk voldoende in de gelegenheid zal komen
om daarover haar oordeel uit te spreken. Op voorstel van
den heer Bruna wordt echter besloten de behandeling van
het voorstel van den heer Oooêzen tot a. s. Maandag te
verdagen.
Sluiting van de drie ^a bepaUug nog dat alsdau de zitting te 10 uur
en dertigs e « mg. voormiddag zal aanvangen , worden de zittingen dezer
week door den President met dankzegging gesloten.
J. J. L. LüTi, President.
VIER EN DERTIGSTE ZITTING.
Maandag den SOBten Angnstus 1880.
De heeren Lasonder, Wesirii, Bruinwold Riedel, Dauwee
de Man en van Eerde afwezig.
Na opening der zitting met gebed worden de notulen Openiog van de vier
der zittingen van jl. Vrijdag en Zaterdag achtereenvolgens ®" «'**8»*« «ittiug.
gelezen en goedgekeurd.
De heer van Laherveld wenscht nog een voorstel te Voorstel van den
doen betrekkelijk art. 39 van het Reglement op het Gods- ^^5 7"* M"^^""^
dienstonderwijs. Hij meent dat dit artikel ook na de het Reglement op het
wijziging welke het laatst ondergaan heeft ^ vele bezwa- Godadienat - Onderwijs
ren blijft opleveren voor hen bijzonder , die ten aanzien "a*om*n ^^«'^^'^^«"ng
der vragen bij de bevestiging van lidmaten nog meer
ruimte wenschelijk oordeelen , en geeft nu in overweging
de Synodale Commissie op te dragen^ om, bijaldien het
Reglement op de kerspel vorming mogt kannen worden
uitgevaardigd, de Synode des volgenden jaars van advies
te dienen ter zake der volgende aanvalling van het artikel.
//In de gemeenten^ waar kerspelen zijn, kunnen de
kerkeraden omtrent de bevestiging van lidmaten hunne
eigene bepalingen maken onder verpligting om deze mede
te deelen aan het Classicaal Bestuur.^^
De vergadering maakt echter bezwaar in deze laatste
zitting , terwijl vele leden reeds vertrokken zijn , zulk een
gansch nieuw voorstel nog in overweging te nemen, wes-
halve dan ook zonder hoofdelijke stemming besloten wordt,
het buiten behandeling te laten, terwijl echter met tien
tegen vier stemmen de vermelding er van in deze notu-
len toegestaan wordt.
Aan de orde is nu de motie van den heer Gooszen van Verwerping van de
eergisteren om de voorstellen tot verandering van art. 27 "o**® ''^ ^«" ^<»8"
van het Reglement op het examen ter toelating tot de vSllen'^Tndrart
Evangeliebediening ter handen te stellen van de Synodale 87 van het Reglement
1
236
op het examen ter Commissie. De motie wordt met elf tegen drie stemmen
to^ting tot de Evan- ^gy^Qyp^n. Met den Hooff leeraar zelven en Aqïï Seeretarii
den der Synodale Com- stemden er voor de heeren Segers^ van den Brandeler en
uiissie te stellen. Bfuna, De leden die er zich tegen verklaarden waren de
heeren Overman, Roodhuyzen, Kronenberg, van der Hoeve,
van Buyl, Jans, Alingk Prins, Dikema, van Laierveld,
van der Veen en de President,
Amendement van De heer Overman dient no nog het volgende amende-
den heer Overman m j^^j^^ j^ ^p \^^^ voorstel van den President betrekkelijk
net Toorstel van den ^ ^ .mi i*m i ^ • ..
President betreffende ^^^i^ genoemd artikel^ om namelijk de daann vervatte
gemeld art. 27. verklaring en belofte dus te doen luiden :
Art. 7 regl. o. h. examen.
//Wij ondergeschrevenen , door het Provinciaal Kerkbestuur
van — (of door de Commissie tot de zaken der Waalsche
Kerken) tot de openbare Evangeliebediening in de Neder*
landsche Hervormde Kerk toegelaten, verklaren bij deze,
dat wij, overeenkomstig de grondbeginselen van die Kerk,
zoo als deze in hare aangenomen formulieren van eenig-
heid zijn neergelegd en uit hare historische ontwikkeling
blijken, het Evangelie van Jezus Christus van ganscher
harte aannemen en oprechtelijk gelooven ; dat wij op de
bevordering van Godsdienstige kennis en van Christelijk
geloof en leven ons met allen ijver toeleggen en orde en
eendracht voorstaan en aankweeken zullen ; en dat «ij
onder opzien tot de hulp, die van boven is, de belangen
van Oods Koningrijk, en in het bijzonder die van de
Nederlandsche Hervormde Kerk zorgvuldig zaUen behar-
tigen , en naar vermogen aan de bevordering daarvan
mede werken; verbindende wij ons bij deae handtee-
kening tot het voorschrevene en om, zoo wij bevonden
worden tegen eenig gedeelte van deze verklaring en belofte
gehandeld te hebben, deswege ons te zullen onderwerpen
aan de uitspraken van de bevoegde Kerkelijke Vergaderingen/^
//Art. 19 regl. Godsdienst-Onderwijs wordt overeenkom-
stig het bovenstaande gewijzigd.^'
Ter toelichting van dit amendement geeft de heer Over-
man alleenlijk te kennen, dat hij er door tegemoet wil
kómen aan de bedenking , tegen alle voorgestelde formules
gemaakt, dat er de naam van Jezus Christus niet in ver-
meld wordt.
387
De voorstellen tot verandering van art. 27 worden Het door den heer
hierna achtereenvolgens in stemming gebragt. Overman geameadeer-
Het voorstel van de heeren Alingk Prins en van Buyl w'rpi^^Yan de voot-
wordt met acht tegen zes stemmen verworpen. Met den hoog- stel der heeren j/m^a
leeraar Qooszen en den Secretaris stemden er tegen de heeren ^"'^ '^ *'^" ^"y'»
n o j T> j 1 Ti r\'i cn van den heer va»
Overman, Segers, van den Brandeler, Bruna, Dikema, Ztf*«-wWaangenomeu
van Lakerveld, van der Feen en de President, Ook wordt ook met betrekb'ng tot
het gisteren laatstgedane voorstel van dLtnhtet van Laker-^^' }^ ''^}^^^^^^^^'
vela verworpen. De hoogleeraar Gooszen en de &<?r«^an« dienst-Onderwijs.
adviseerden weder tegen, even als ook tegen stemden de
heeren Overman, Kronenberg, Boodhuyzen, van der Hoeve,
Segers, van den Brandeler, Jans, Eruna^ Dikema, van
der Veen en de President. Voor stemden de heeren van
Duyl, Alingh Prins en de heer van Lakerveld zelf.
Het amendement van den beer Overman werd aange-
nomen met tien tegen vier stemmen, door medewerking
ook van leden die geen verandering van art. 27 verlang-
den , maar het in elk geval als eene verbetering van de
door den President voorgestelde verandering beschouwden,
wanneer daarin opgenomen wordt: //het Evangelie van
Jezus Christus van ganscher harte aannemen en opregtelijk
gelooven." Met den hoogleeraar Gooszen en den Secretaris
en den heer Overman zelven verklaren er zich voor de
heeren Kronenberg^ Segers^ van den Brandeler, van Duyl,
Jans, Bruna, Dekema, van der Veen en de President.
Tegen stemden de heeren Boodhuyzen, van der Hoeve,
Alingli Prins en van Lakerveld.
Hierna wordt het geamendeerde voorstel van den Presi-
dent aangenomen met negen tegen vijf stemmen. Deleden
die daar voor stemden waren de heeren Overman, Kronen-
berg, Roodhuyzen, van der Hoeve, van Buyl, Jans, Alingh
Prins, Dikema en de President zelf. Met den hoogleeraar
Gooszen en den Secretaris stemden tegen de heeren Segers,
van den Brandeler, Bruna, van Lakerveld en van der Veen.
De thans aangenomen verandering van art. 27 zal aan
de Kerkbesturen en Classicale Vergaderingen verzonden
worden, opdat deze er hunne consideratiën over geven,
even als gelijke verandering in art. 19 van het Beglement
op het Godsdienstonderwijs, naar voorstel van den heer
Overman, nu ook met dezelfde meerderheid vtin stemmen
voorloopig aangenomen.
De motie van den heer van den Brandeler , ter zitting ^^ «notie van den
Qo heer van den Brande-
838
Ur tot het verkenen van jl. Vrijdag gedaan , strekkende tot buiten werking
van cene volledige ajn-gjjgHJng y^^ ^11^ tcrkelijke uitspraken en besluiten betref-
nestie ter zake van het • i i t i i* \ ^ j «i^
verzet tegen art. 38 '«i^^® d® handelingen van verzet tegen de mtvoenng van
bij door den heeriS<?^tfr# art. 38, komt nu in behanddtng. De heer van den Bran-
voorgestelde vörkla- ^^^ meent dat zulke amnestie geheel past aan het geno-
nng verworpen. ^^^ verzoenend besluit omtrent de verandering van dat
artikel, dat zij het afdoende middel tot volledig herstel
van den gestoorden vrede in de Kerk zal zijn en wegens
den buitengewone toestand, waarin de Kerk verkeert, vol-
doende gewettigd zou zijn. Onderscheiden leden verklaren
behoudens waardering der goede bedoelingen ernstige be-
denkingen tegen deze motie te hebben , zoowel omdat zij
kerkregtelijk niet aangaat, daar de Synode tot het nemen
van zulken maatregel, zonder daarover de Kerk gehoord
te hebben, volstrekt onbevoegd zoude zijn. Zij meenen
ook dat dus het belang der handhaving van orde niet
voor de zucht tot vredemaken mag in de waagschaal
gesteld worden, dat daaruit in het vervolg niets meer
dan nieuwe verwarring zon worden geboren , maar dat
ook, nu de Synode een gewigtige stap tot verzoening
heeft gedaan , het niet aan haar, maar aan de bezwaarden
staat, den tweeden stap te doen door terugkeer tot de
orde en nakoming der bestaande Reglementen. Naar aan-
leiding eener motie van den heer Segers komt de verga-
dering tot het uitspreken der volgende verklaring:
^De Synode, overwegende dat het voorstel van den
heer van den Brandeler kerkregtelijk onaannemelijk is, ver-
werpt dat voorstel, doch hopende, dat de betrokken per-
sonen , nu de Synode getracht heeft de aanleiding tot hun
verzet in de toekomst weg te nemen , tot de goede orde
zullen terngkeeren , gaat over tot de orde van den dag/'
Deze verklaring werd met elf tegen drie stemmen goed-
gekeurd. Twee leden die er zich tegen verklaarden deden
zulks voornamelijk omdat vooralsnog de bestaande redactie
van art. 38 in wezen blijft, en zij geen grond meenden
te vinden voor de uitgesproken hoop, dat door de nog
maar voorloopig aangenomen verandering van het artikel
het verzet geëindigd zou worden.
Met den hoogleeraar Qooszen en den Secretaris hadden
voor het uitspreken der bedoelde verklaring gestemd de
heeren Overman, Kronenberg^ van der Hoeve, Segerii
Jana , Alingh Prins y Bruna, Dikema,van Laierveld,van
der Veen en de President, Tegen stemden de heeren Rood-
389
huyzen, van den Brandeler en van Duijl, de heer van
den Brandeler onder betuiging van niet van de onaanne*
melijkheid van zijn voorstel overtuigd te zijn , maar zich
gaarne met de uitgesproken hoop te vereenigen.
Onder de even vermelde beraadslagingen over de motie Overgangsbepaling
van den heer van den Brandeler werd het door velen ^^^^ ^^XjiT^^l
betreurd, dat de aan de verworpen veranderingen in art. 88 van het Reglement op
vastgemaakte overgangsbepaling niet had kunnen worden tet godsdienstonderwijs
vastgesteld , waar zoo veel honderde nieuwe lidmaten zich
altoos nog het regt op inschrijving in de lidmatenboeken
der gemeente betwist moesten zien. De heer Overman gaf
zelfs in overweging om op het besluit tot niet vaststelling
der bedoelde overgangsbepaling terug te komen , doch toe-
stemmende dat dat niet zou aangaan om het verband waarin
zij stond tot de verworpen verandering van art. 88 , ver-
eenigt hij zich thans met het voorstel van den Secretaria
om gelijke overgangsbepaling te verbinden met de nu voor-
loopig aangenomen verandering van het artikel en daarop
derhalve de Kerk andermaal te hooren. Dit voorstel wordt
vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Commissie voor de kerspelvorming draagt bij monde Eindredactie van
van den heer Bmna de eindredactie voor van het Reglement KCTspelvombg °e^n de
op de Kerspelvorming en van de daarmede verbonden verande- betrekkelijke verande-
ringen in het Algemeen Reglement en in enkele bijzon- "°gen i" bet Alge-
j T> 1 L n 2 i. fj T'i i. • ji. j meen en andere Resle-
dere Eeglementen. iionder hoofdelijke stemming wordt deze mentea vastgesteld!
eindredactie goedgekeurd ter verzending naar de Frovin-»
ciale Kerkbesturen.
Het vastgestelde R^lement luidt dienovereenkomstig als
volgt :
REGLEMENT OP DE KERSPELVORMINQ.
Artikel 1. In gemeenten met twee of meer predikanten
bestaat voor stemgeregtigden van nader bij dit reglement
te bepalen getalsterkte de gelegenheid een kerspel te vor-
men , indien zij verklaren , dat zy dit voor de bevrediging
hunner Christelijk^godsdienstige behoeften noodig achten.
Zoodra in eene gemeente een of meer kerspelen tot stand
gekomen zijn^ wordt het overig gedeelte der gemeente
geacht insgelijks een kerspel tfit te maken , dat alsdan den
naam van eerste kerspel draagt.
Elk kerspel is bevoegd tot het benoemen van een predi-
340
kant of predikanten^ ouderlingen en diakenen door zijne
stemgeregtigden of gemagtigden op de wijze ^ in het B^le-
ment op de benoeming van ouderlingen en diakenen en de
beroeping van predikanten bepaald. De aldus benoemde
predikanten , ouderlingen en diakenen vormen te zamen
den Kerkeraad van het kerspel^ die naar art. 88 Alg. Begl.
op Glassicale Vergadering vertegenwoordigd wordt.
Het getal der door een kerspel aftevaardigen ouderlingen
is gelijk aan het aantal predikanten waarop het naar art. 4
regt heeft.
De predikanten en ouderlingen, bij eenig kerspel in dienst^
zijn evenzeer als de overige predikanten en ouderlingen
verkiesbaar tot leden van hoogere besturen.
Art. 2. Het regt tot vorming van een kerspel wordt
verkregen onder de volgende voorwaarden :
Wanneer in eene gemeente met minder dan 500 stem-
geregtigden 20 , in eene gemeente van 500 tot 1000 stem-
geregtigden 60, in eene gemeente met meer dan 1000
stemgeregtigden 100 stemgeregtigden bij den kerkeraad
aanvragen om op grond van art. 1 , al. 1 een kerapel te
mogen vormen wordt de^e aanvraag door den Kerkeraad
binnen drie weken aan de stemgeregtigden onderworpen.
Wanneer in gemeenten van twee predikanten f der uit-
gebri^te stemmen zich ten gunste der aanvrage verklaren
wordt het regt tot vorming van een kerspel verleend. In
gemeenten met meer dan twee predikanten , heeft hetzelfde
plaats y indien de aanvraag wordt goedgekeurd door ten
minste een zooveelste deel der uitgebragte stemmen als
het aantal predikantsplaatsen der gemeente bedraagt.
Yan den uitslag der stemming wordt door den Kerke-
raad berigt gezonden aan den eersten onderteekenaar van
de aanvrage.
Art. 3. Het regt tot vorming van een kerspel kan
worden uitgeoefeud:
a. In gemeenten met twee predikanten door ten minste
twee vijfde van de stemgeregtigden;
b. in gemeenten met meer dan twee predikanten , door
ten minste een zooveelste deel der stemgeregtigden als het
aantal predikantsplaatsen der gemeente bedraagt.
Bij deze berekening even als bij die in art. 4 bedoeld,
wordt het aantal stemgeregtigden gerekend gelijk te zijn
aan dat der volgens art. 2 aL 2 uitgebragte stemmen.
. Art. 4. In gemeenten met twee predikanten is ieder
341
kerspel geregtigd tot de beroeping van éën predikant; in
gemeenten met meer dan twee^ tot de beroeping van een
zooveelste deel van het aantal predikanten , ais aan de betrek-
kelijke getaleterkte van zijne stemgeregtigden evenredig is.
Art. 5. In eene gemeente waar kerspelen zijn is de
Kerkeraad van ieder kerspel zamengesteld uit zijn predi-
kant of predikanten en ten minste twee ouderlingen en
twee diakenen voor iedere predikantsplaats ^ op wier vervul-
ling het kerspel regt heeft.
De kerspelen derzelfde gemeente hebben voor elke predi-
kantsplaats een gelijk aantal ouderlingen en diakenen.
Art. 6. Binnen zes maanden na het in werking treden
van dit Beglement, en voorts jaarlijks op tijd en wijze,
door den Kerkeraad bij plaatselijk reglement te bepalen,
wordt in alle gemeenten met twee of meer predikanten eene
lijst van stemgeregtigden door den Kerkeraad opgemaakt,
gedurende veertien dagen ter inzage gelegd en daarna
vastgesteld.
De aanvrage, bedoeld in art. 2, geschiedt binnen vier
weken, te rekenen van den dag, waarop de lijst der stem-
geregtigden ter inzage is gelegd.
Stemgeregtigden, die van de volgens art. 2 verkregen
bevoegdheid tot vorming van een kerspel wenschen gebruik
te maken, geven het verlangen daartoe bij schriftelijke,
door allen onderteekende verklaring overeenkomstig art. 1
aan den Kerkeraad te kennen , met aanwijzing van drie
personen , die het voorloopig bestuur uitmaken.
Deze aanvraag wordt binnen vier weken door den Kerke-
raad onderzocht.
Wordt het aantal dezer stemgeregtigden bevonden, over-
eenkomstig art. 2 lit. a en b regt te geven tot het vormen
van een kerspel, dan geeft de Kerkeraad, onder overleg-
ging van de noodige bewijsstukken , hiervan binnen veer-
tien dagen kennis aan het Glassicaal Bestuur, waaronder
hij ressorteert. In het tegenovergestelde geval wordt van de
afwijzing aan het voorloopig bestuur berigt gegeven.
Het ólassicaal bestuur , na zich van het regt tot vorming
van een kerspel verzekerd te hebben, geeft hiervan berigt
aan den Kerkeraad en aan het voorloopig bestuur.
Daarna kunnen zij , die het verlangd hebben , zich onder
de leiding van hun voorloopig bestuur tot een kerspel ver-
eenigen, en overgaan tot de benoeming van het daaraan
toekomende altntal ouderlingen en diakenen.
342
Overigens blijven voor ieder kerspel ftrtt» 2 en 6 van hei
Beglement op de benoeming van ouderlingen en diakenen
enz. van kracht.
Art. 7. Telken jare na de vaststelling der lijst van
stemgeregtigden bestaat er gedurende veertien dagen gele-
genheid tot het indienen der in art. 6 al. 2 bedoelde
aanvrage.
In gemeenten van meer dan twee predikantsplaatsen ,
waar kerspelen zijn^ wordt het regt tot vorming van een
nieuw kerspel door den Grooten Kerkeraad verleend , ten-
zij dat sedert de laatste aauvn^e meer dan 5 jaren zijn
verloopen. In dit geval wordt de aanvraag aan de stem-
ming der stemgeregtigden der gemeente onderworpen, op
welke stemming het in art. 2 bepaalde van toepassing is.
De in art. 6 al. 1 — 6, bedoelde Kerkeraad is in ge-
meenten, waar kerspelen zijn^ de Grooten Kerkeraad.
Art. 8. Alle niet wegens onchristelijken wandel onder
censuur staande lidmaten, zoo mannen als vrouwen, die
zich bij een kerspel wenschen aan te sluiten , geven daar-
van schriftelijk kennis aan den Kerkeraad der gemeente of
van het kerspel, waartoe zij behooren, ter afschrijving,
en aan den Kerkeraad van het kerspel^ waarbij zij zich
wenschen te voegen, ter inschrijving in het lidmatenboek.
Stemgeregtigden kunnen echter in dat geval gedurende
een jaar na de inschrijving geen stemregt uitoefenen.
Van elders inkomeuden, die hunne attestatiën indienen
zonder daarbij te verklaren tot welk kerspel zij wenschen
te behooren, worden gerekend zich bij het eerste kerspel
aan te sluiten.
Art. 9. Zoolang een kerspel van zijne bevoegdheid tot
beroeping van een predikant geen gebruik heeft kunnen
maken, dewijl er geen vacature bestond, is zijn Kerkeraad
gehouden, jaarlijks door overleving van de lijst zijner
stemgeregtigden aan den Grooten Kerkeraad (art. 12) te
bewijzen, dat het voortdurend de voor zijn bestaan ver-
eischte getalssterkte bezit. Blijkt het vereischte getal niet
meer aanwezig, dan geeft de Groote Kerkeraad, onder
overlegging van genoemde lijst, hiervan kennis aan het
Classicaal Bestuur, en wordt het betrokken kerspel door
dat Bestuur ontbonden verklaard.
Heeft een kerspel een eigen predikant of predikanten
verkregen , dan heeft hetzelfde plaats bij het ontstaan eeuer
vacature, om zich te vergewissen of het regt heeft op de
S4S
vervulling der opengevallen predikantsplaats. Blijkt het
veteischte getal niet meer aanwezig, dan wordt, waar het
kerspel regt had op één predikant , dat kerspel ontbonden
verklaard, en de opengevallen predikantsplaats in gemeenten
met twee predikanten vervuld door en ten behoeve der
gemeente in haar geheel, in gemeenten met drie of meer
kerspelen door en ten behoeve van het kerspel , dat daarop
naar den regel van art. 3 zal blijken aanspraak te hebben.
Waar het kerspel regt had op meer dan één predikant,
wordt ten opzigte der opengevallen predikantsplaats de-
zelfde regel gevolgd.
Art. 10. De kerspelen zijn met hunne stemgeregtigden ,
gemagtigden en kerkeraad, behoudens de bepalingen van
dit en de overige reglementen, in de uitoefening hunner
werkzaamheden onafhankelijk van elkander.
Art. 11, De werkzaamheden, bij art. 14 en 16 van
het Bpeglement voor de Kerkeraden aan deze opgedragen ,
worden met inachtneming van het daarin bepaalde, op
de wijze in de beide volgende artikelen omschreven, tus-
schen den Kerkeraad van ieder kerspel en den Grooten
Kerkeraad verdeeld.
Art. 12. Aan den Kerkeraad van ieder kerspel behoort:
a. de zorg voor de betamelijke viering der openbare
godsdienstoefeningen in het algemeen en voor de bediening
van Doop en Avondmaal in het bijzonder;
b. het inwinnen en afgeven van schriftelijk berigt om-
trent het zedelijk gedrag der ouders, die hunne kinderen
in eene andere gemeente of in een ander kerspel willen
doen doopen, alsmede het kennisgeven van de volbragte
handeling binnen acht dagen aan den Kerkraad der ge-
meente waarin de ouders wonen of van het kerspel waar*'
toe zij behooren;
c. de zorg voor het godsdienstonderwijs, naar de voor-
schriften van het Beglement op dat onderwerp;
d. het toezigt op de belijdenis en den wandel der leden
van het kerspel en de handhaving der orde, volgens het
Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht;
e. de bevordering van alles, wat het godsdienstig leven
kan verhoogen, met name ook van de kerkelijke inzege-
ning des huwelijks;
ƒ. de afneming van de belijdenis des geloofs en de be-
vestiging van de nieuwe lidmaten volgens het Beglement
op het godsdienstonderwijs , en , zooveel dezulken betreft ,
344
die eene kerkelijke bedienlDg bij een ander kerkgenoot-
schap 'bekleed hebben , naar de Synodale verordening van
n Julij 1830;
ff. het waken voor het geregeld indienen van de attesta-
tiën der lidmaten , die van elders zijn ingekomen , door
hen vóór elke avondmaalsbediening hiertoe openlijk uit te
noodigen^ alsmede de toekenning van het lidmaatschap in
het kerspel aan allen , die eene behoorlijke attestatie over-
leggen;
A, het uitreiken van attestatiën op aanvraag van naar
elders vertrekkende lidmaten, met inachtneming der Syno-
dale verordeningen van den 10 Julij 1829 en den 12
Julij 1841;
i. het houden van dubbele, aan verschillende plaatsen
bewaarde doop-^ lidmaten en trouwboeken;
j. de aanstelling met instructie^ de schorsing en het
ontslag van godsdienstonderwijzers;
i. de jaarlijksche afvaardiging tot de Classicale verga-
dering en het ontvangen van het verslag van hetgeen al-
daar belangrijks is geschied;
/. de zorg voor hetgeen betrekking heeft op de beroe-
ping en het ontslag van predikanten, alsmede voor de
verkiezing van ouderlingen en diakenen;
m. de behartiging van de geestelijke belangen der armen;
n. het ontvangen der persoonlijke en de beantwoording
van de vragen der schriftelijke kerk visitatie;
Het onder a tot k vermelde blijft ook in kerspelen met
drie of meer predikantsplaatsen (art. 14 Regl. Kerker.)
opgedragen aan predikanten en ouderlingen.
Art. 13. De Groote Kerkeraad^ bestaande uit de Kerke-
raden der gezamenlijke kerspelen, vertegenwoordigt de ge-
meente in haar geheel en komt minstens eenmaal 'sjaars
op een , bij huishoudelijk reglement te bepalen , tijd bijeen.
Aan hem is opgedr^en:
a, de bepaling van getal, tijd en plaats der openbare
godsdienstoefeningen ;
b, de regeling der predikbeurten^ onder de kerspelen
naar evenredigheid te verdeelen en op vastgestelde tijden
te vervullen in alle in gebruik zijnde kerkgebouwen der
gemeente, tenzij bij minnelijke schikking de onderschei-
dene kerkgebouwen aan de verschillende kerspelen ten ge-
bruike worden toegewezen ;
c, de regeling van het gebruik der consistorie- en cate-
345
chisatiekamers voor kerkeraadsTergaderingen en godsdienst-
onderwijs ;
d, de aanstelling met instructie, de schorsing en het
ontslag van voorlezers en voorzangers;
e. de bepaling van het aanttd godsdienstonderwijzers
en godsdienstonderwijzeressen, die zooveel mogelijk aan
de verschillende kerspelen naar de bestaande behoefte wor«
den toegewezen ;
f. bet toezigt op het diaconiebeheer , volgens het 8y->
nodaal reglement op de diaconiën;
g. het bepalen van collecten voor de armen ;
h. de zorg voor de diaconiegoederen;
u het jaarlijks opnemen der diaconie-rekening en het
geven van de vereischte inlichtingen betreffende het dia*
coniebeheer;
j. het kennisgeven aan het Classicaal Bestuur van ont-
dekte verkeerdheden in de administratie der kerkelijke
goederen ;
k, het houden van eene volledige beschrijving of ligger
van al de fondsen en eigendommen , die aan de gemeente
behooren, voor zooverre die onder het beheer of toezigt
van /r/den kerkeraad^' zijn ;
/. het houden van eene dergelijke beschrijving of ligger
van het tractement der predikanten, met de gewone emo-
lumenten; het zenden van een afschrift daarvan aan het
Classicaal Bestuur, en het onverwijld kennis geven aan
genoemd bestuur van elke verandering, die in dezen ligger
gemaakt wordt, ter goedkeuring daarvan door het Pro*
vinciaal Kerkbestuur;
Het onder a tot / vermelde wordt in gemeenten met
drie en meer jnredikantsplaatsen opgedragen aan predikanten
en ouderlingen.
Art. 14. De in artt. 11 en 12 genoemde Kerkeraden
houden aanteekening van de handelingen des Kerkeraads
en van de belangrijke door hem uitgevaardigde brieven,
in behoorlijk daartoe aangelegde boeken, en bewaren de
archieven en al de ingekomen Btnkken waarvan getrouw
register wordt gehouden.
In geval van ontbinding van een kerspel worden deze
boeken en bescheiden aan den Kerkeraad der gemeente,
of aan den Grooten Kerkeraad overgedragen en door dezen
bewaard.
Art. 16. Ieder niet onder censuur staand manslidmaat
346
is bevoegd bij den Kerkeraad van zyn kerspel , bij onder-
teekend geschrift^ bezwaren in te brengen tegen den handel
en wandel van een lidmaat (ook van een der personen,
genoemd in art. 89 Begl. opzigt en tucht), doch alleen
wanneer zoodanig lidmaat tot hetzelfde kerspel behoort als
de klager.
Art. 15. De bestaande diaconale fondsen^ alsmede de
schenkingen , erflatingen en legaten , aan de diaconie eeuer
gemeente gedaan of vermaakt^ zijn of worden het eigendom
der gemeente in haar geheel.
De liefdegaven, onder de godsdienstoefeningen en aan
de huizen ingezameld of op welke andere wijze ook ver-
kregen, worden door de kerspelen gestort in de diaco-
nale kas.
Art. 17. De administratie van de diaconiegoederen en
diaconiefoudsen der gemeente , mitsgaders de zorg voor de
bedeeling der armen , onverschillig tot welk kerspel zij be-
hooren, wordt opgedragen aan de gezamenlijke diakenen
der kerspelen^ waaruit de gemeente bestaat, die tot dat
einde een collegie uitmaken , met inachtneming der voor-
schriften en bepalingen, te dezer zake dienende.
Art. 18. Het gebruik van en beheer over de fondsen
tot eeuig bijzonder doel, aan //den Kerkeraad'^ toebehoo-
rende, wordt door den Qrooten Kerkeraad geregeld onder
goedkeuring van het Classicaal Bestuur.
Art. 19. Yan den ligger van het tractement der predi-
kanten met de gewone emolumenten (zie art. 12 litt. l)
berust in het kerkeraadsarchlef van ieder kerspel eendoor
den Groeten Kerkeraad gewaarmerkt afschrift.
Art. 20. Ter voldoening aan art. 19 van hetEeglement
voor de Kerkeraden wordt van alle officiële stukken aan
den Kerkeraad van ieder kerspel een exemplaar ter ken-
nisneming en bewaring in zijn archief toegezonden.
Art. 21. De gezamenlijke predikanten regelen de waar-
neming der functiën van praeses en scriba bij den Qroo-
ten Kerkeraad.
Art. 22. De bepalingen aangaande het regt van een
kerspel tot het beroepen van één of meer predikanten , in
artv 3 gemaakt, treden eerst dan in werking, wanneer bij
bet ontstaan eener vacature blijkt, dat het betrokken kers-
pel daarop aanspraak heeft. .
De kerspelen , die nog geene of geen voldoend aantal
predikanten hebben , kunnen bij het vervullen eener vaca-
347
ture han regt van beroeping uitoefenen met dien verstande ,
dat het eerst in aanmerking komen die welke geen predi-
kant hebben, te beginnen met de meest talrijke , en daarna
die, aan welke het grootste getal predikanten ontbreekt.
In geval van verschil beslist het Classicaal Bestuur.
Art. 23. Bij het vormen van één of meer kerspelen in
eene gemeente blijven de alsdan dienstdoende predikanten
de hun wettig opgedragen werkzaamheden voortzetten ; ter-,
wijl hun de gelegenheid wordt geschonken om te verkla-
ren, bij wdk kerspel zij bij voorkeur hun dienstwerk
wenschen te verrigten.
Art. 24. Aan een kerspel, dat nog geen eigen predikant
heeft, wordt op zijne aanvraag door den Kerkeraad mins-
tens eenmaal 's maands eene predikbeurt , bij voorkeur
eene zondagsvoormiddagbeurt , in het kerkgebouw of een
der kerkgebouwen afgestaan, waarin het op zijne kosten
een predikant naar zijne keuze kan laten optreden.
In zulke kerspelen worden de kerkeraadsvergaderingen
geleid en de aanneming en bevestiging van lidmaten vol-
bragt door een predikant naar hunne keuze voor hunne
eigene rekening.
De afvaardiging ter classicale vergadering geschiedt er
naar art. 38 van het Algemeen BiCglement.
Art. 25. Ouderlingen en diakenen, die bij het ontstaan
van een kerspel in dienst zijn, blijven bij het kerspel
hunner keuze hunnen tijd uitdienen, al mogt hun aantal
het cijfer te boven gaan, waarop het volgens dit Begle-
ment regt heeft.
Art. £6. AUe Synodale reglementen blijven ook voor
de kerspelen van kracht, voor zooverre in dit Beglement
niet anders bepaald is.
De bedoelde veranderingen in de Beglemenien zijn van
dezen inhoud :
VERANDERINGEN, welke het algemeen en enkele
bijzondere Reglementen tot invoering van zulk een
Reglement moeten ondergaan.
Algemeen Reglement,
Art. 18, al. I. In alle gemeenten, waar het personeel
daartoe niet ontbreekt, is ten minste één Kerkeraad,
al. 2 blijft.
S48
al. 3. In gemeenten^ waarin kerspelen zijn, heeft ieder
kerspel zijn eigen Kerkeraad.
Art. 19. Nieuwe alinea. Waar de Eerkeraden der ver-
schillende kerspelen, tot één Kerkeraad vereenigd, werk-
zaam zijn, draagt deze den naam van Grooie Kerkeraad.
Art. 20, al. 4. In gemeenten of kerspelen.
Art. 22. De censuur over de leden der gemeente, of,
waar kerspelen zijn, over de leden vau deze.
Art. 23. Het regt enz. -- berust bij de gemeente of
waar kerspelen zijn — bij deze.
TA] zullen, behoudens de verkregen regten van Derden,
dit of zelve uitoefenen of het doen uitoefenen door hen,
die zij daartoe bepaaldelijk magtigen naar gelang zulks in
de bijzondere fieglementen wordt vastgesteld.
Art. 24, al. 2. Geen kerkeraad, gemeente of kerspel.
Art. 25 achter gemeenten, of van het kerspel.
Art. 27 achter dienstdoende lees in in plaats van nUf,
Art. 28 achter gemeenten //of kerspelen^\
Art. 38 , al. 1 , tweede volzin aldus te lezen :
Deze ouderlingen worden door den Kerkeraad van iedere
gemeente of, waar kerspelen zijn van ieder kerspel voor
rekening der gemeente afgevaardigd.
In al. 2 achter /^ gemeente'^ invoegen; of het kerspel
Art. 43 I® — 5°. Achter //de gemeenten*' invoegen: de
kerspelen.
Reglement op het Oodsdienstonderwijs.
Art. 6. Het regt om godsdienstonderwijzers in eene
gemeente of in een kerspel aan te stellen en te ontslaan,
berust overeenkomstig de bepalingen in artt. 14 en 15 van
het Syn. Begl. voor de Kerkeraden en art. 12 van hetBegle-
ment op de kerspelvorming bij den Kerkeraad der gemeente
of van het kerspel.
Art. 7 achter gemeente f/of het kerspel".
Art. 10 achter gemeenten t/of kerspelen".
Art. 11 achter gemeente ff of van het kerspeP\
Art. 12, tweede alinea: De keuze geschiedt door den
Kerkeraad, in gemeenten of kerspelen van één predikant
op voordragt van dezen ; in andere gemeenten of kerspelen
op voordragt van hen enz.
Art. 33 achter al. 1 of van het kerspel;
al. 2. In iedere gemeente of kerspel.
349
Art. 38 , al. 2 achter ^van wege den Kerkeraad sijner
gemeente'^ of van zijn kerspel en verder achter gemeenten
telkens //kersper\
Art. 40 achter /g^zijne woonplaats^^ of in zijn kerspel.
Synodaal Reglement op de benoeming van ouderlingen en
diahenen en de beroeping van predikanten.
Art. 1, al 1. Het regt der gemeente of van het kerspel
tot benoeming van ouderlingen en diakenen en de be-
roeping van predikanten worden behoudens regten van derden
(art. 23 A. B.) en met inachtneming van de Synodale
Reglementen door hunne stemgeregtigde leden uitgeoefend.
al. 2 achter //gemeente'^ invoegen : of van het kerspel.
In art. 3 telkens achter ^gemeenten'^ invoegen en kerspelen.
Synodaal Reglement voor de Kerkeraden,
Art. 1 .... is ten minste één Kerkeraad.
Art. 2 in al. T en 2 achter //gemeenten'^ invoegen en
kerspelen.
Aan 't slot deze nieuwe alinea: In gemeenten, die uit
kerspelen bestaan , dragen de gezamenlijke Kerkeraden , tot
één vereenigd, den naam van Groote Kerkeraad.
Art. 15 nieuwe al. 2.
In gemeenten, waar kerspelen zijn, worden de werkzaam-
heden, in het vorige en in het volgende art. vermeld,
aan de Kerkeraden dier kerspelen opgedragen , gelijk zulks
in 't Beglement op de kerspelvorming bepaald is.
In art. 18 invoegen achter ^ gemeeute^' of van het kerspel.
y 23 // if n
Reglement voor kerkelijk opssigt en tucht.
Art. 39 achter //zijner gemeente'' invoegen: of van zijn
kerspel.
Art. 40 achter // zijner gemeente" invoegen : of van zijn
kerspel,
/y derzelfde gemeente^' of van hetzelfde kerspel.
In artt. 42 en 46 telkens achter /r/gemeenten" invoegen :
kerspel,
In art. 67 achter //derzelfde gemeente" invoegen: of van
hetzelfde kerspel; achter //der gemeente" of van het kerspel.
350
In art. 68 achter jyin de gemeenten*' invo^n: o f in
de kerspelen.
Reglement op de vacaturen, (Aan het slot.)
In gemeenten, waar kerspelen zijn, worden de bepalingen
van dit Reglement in acht genomen in overeenstemming
roet het Reglement op de kerspelvorming; er is dus telkens
in plaats van gemeente^ gemeenten te lezen kerspel, kerspelen,
als de aard der zaak zulks eischt.
Reglement op het Hulppredikerschap.
In dit Reglement wordt telkens , waar de aard der zaak
zulks medebrengt, even als in dat op de vacaturen, in plaats
van gemeente, gemeenten gelezen kerspel, kerspelen.
Reglement op de kerkvisüatie.
Art. 2 achter //gemeenten^' invoegen: en kerspelen.
Art. 5 achter //gemeente^' ff of kerspeL
Art. 7 tusschen Algemeene en Kerkeraad invoegen, o/,
waar kerspelen zijn^ aan deth Grooten; verder achter ter
kennis brengt van de gemeente ; of van het kerspeL
Art. 8 achter Algemeenen Kerkeraad : o/ van de Kerke-
raden der kerspelen.
Art. 9 achter /^gemeente'' invoegen : of kerspeL
Art. 12 in ^ telkens achter /^gemeente^' invoegen: of
het kerspel.
Art. 12 in i bl. 3 achter ^gemeente'Mnvoegen: (j/'vafl
het kerspel.
Art. 17 achter j^gemeenten^' invoegen: of kerspelen.
Kennisneming van Nog wordt kennis genomen van de in Bijlage C ver-
de mededeeliogeu der vatte mededeelingen van de Synodale Commissie rakende
Sydodale Commissie ^g,j gj^lj ^^^ Nederlandsche Hcrvormde Kerk, en worden
omtrent den staat der ^ . i i • .
Kerk in Bijlage C. deze met dankzegging ontvangen.
BerigtvandenSecre- ï^e Secretaris berigt vervolgens dat de Commissie voor
taris omtrent het weg- de zaken der Protestantsche kerken in Neerl. Indien ditmaal
Wijven van mede- ^^jer geene ffelcffenheid heeft gehad om mededeelingen
«leehngen omtrent de ji.^i»ii_xj
ludische kerken aangaande den staat dier kerken te doen.
351
Gelezen wordt intusschen het ingekomen verslag van het Kennisneming van
Comité van de Waalsche gemeenten voor de zaken der comiirY^r 7^\M-
Waldenzen van 5 Augustus, gereg. onder n^ 17, waarvan denzen.
met belangstelling kennis wordt genomen, terwijl het der
vergadering aangenaam is bij voorbaat weder de toelage
van f 100 voor de Waldenzen te hebben toegestaan. Het
verslag zal als bijlage bij de Handelingen der Synode
worden opgenomen, met het gewone Berigt, indien dat
nog tijdig mogt worden ingezonden.
Op eene mededeeling van den Secretaris omtrent den Magtigiug van de
financiëlen nood der gemeente te Asten, volgens een aan ?^"?^*^®.,, 9^°*™^^®
1 . «^ 1. •• j o •!_ 1 i^ /-Il • 1 tot beschikking opeeu
hem gengt schrijven van den Scriba van het Classicaal verwacht verzoek tot
Bestuur van Eindhoven^ wordt besloten de Synodale verhooging der kleine
Commissie te magtigen om aan die gemeente, boven de ^^^^^^®^™®®^*®
gewone toelage van f 40^ nog eene toelage van / 50 toe «
te kennen uit het fonds voor noodlijdende kerken en
personen, wanneer eene daartoe strekkende voordragt der
betrokkeii Besturen bij haar zal zijn ingekomen en uit die
voordragt zal gebleken zijn dat deze buitengewone hulp
noodzakelijk is.
De Vice-preêident geeft verslag van zijn onderzoek van Verslag van den Vicc-
het Register der tijdens deze vergadering ingekomen stukken , ^^^^^'ï' omtrent de
meldende dat deze het getal van 41 bedragen, alle be- gekomen stukken." ^'
hoorlijk ingeschreven. De President wordt hierop gemagtigd
genoemd fiegister voor gezien en goedgekeurd te teekenen.
Daar alle zaken der agenda afgedaan zijn en er ook Besluit omtrent de
geen voorstellen van de leden nog ter tafel komen , wordt "s'^™*^® ^«f notulen
T» 'j i. o X • j i.' j A 1 en sluitmg der vier en
nog aan President en Secretans de resumtie van de notulen dertigste Stting.
dezer zitting toevertrouwd en wordt nu de vergadering door
den President met hartelijke toespraak en dankzegging
gesloten , terwijl hem zoowel door den Vice-president uit
naam der gansche vergadering als ook door den Secretaris
warme hulde was gebragt voor zijne gematigde en onpartijdige
leiding van de werkzaamheden.
J. J. L. LuTi, President.
S. F. VAN Hasselt, Secretaris.
e vaa de Notulen der Zitting van
26 JuUj 1880.
Rapport aan de Commissie van toezigt op
den druk en de uitgave der Evangelische Ge-
zangen aangaande de auteurs dier bij de Neder-
landsche Hervormde kerk in gebruik zijnde
liederen f door haren Secretaris dr, B. Glasias.
Op de Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk
van 1879 werd door haar medelid, den oud hoogleeraar
dr. P. Hofstede de Groot, het wenschelijke aangetoond^
om, evenals zulks met den Vervolgbundel plaats heeft,
aan de uitgaven der Evangelische gezangen een' naamlijst
van de auteurs toe te voegen. De Synode, dit wensche-
lijke erkennende, noodigde, bij hare missive van 30 Ju) ij
en 26 Augustus 1879 n^ 61 en 99 , onze Commissie
uit niet alleen om met de uitgevers der Gezangen hier-
omtrent te onderhandelen, maar ook om een nieuw en
naauwkeurig onderzoek naar de auteurs dier kerkliederen
in te stellen. Aan mij werd die taak opgedragen en ,
hoezeer ik al de moeijelijkheden en het tijdroovende
daarvan inzag, besloot ik haar, in het belang der ge-
schiedenis van ons kerkgezang te aanvaarden en met de
meest mogelijke naauwgezetheid en volledigheid te vol-
brengen. Thans heb ik de eer U de slotsom van mijn
onderzoek mede te deelen.
De zesde September 1805 was voor de tot zamenstelling ,
van een Evangelisch gezangboek door al de Provinciale
Synoden der Nederlandsche Hervormde kerk Gecommit-
teerden een hoogst merkwaardige dag. Zij hadden hunnen
den 15n September 1803 te Utrecht aangevangen, gemeen-
1
schappelijken arbeid voltooid. Met genoegdoening mogten
zij daarop terugzien. Aan ijver en ingenomenheid met hanne
taak, aan zucht om een goed werk te leveren^ aan zorg
had het hun niet ontbroken. De bundel was gereed, het
notarieel contract^ verbindend en geldend voor hem en
zijne regtverkrijgenden , met den uitgever Johannes Allart
gesloten en de druk der gezangen zóó voorbereid , dat
die onder het blijvend toezigt der gecommitteerden en
van hunne opvolgers kon plaats vinden en de invoering
voor kerkelijk gebruik op 1 Januarij 1807 bepaald worden.
Zeker , toen die achtenswaardige mannen daar voor het
laatste in de Nieuwe of Schuttersdoelen te 's Gravenhage
vergaderd waren , was hun oog niet blind voor de moeilijk-
heden, die nog konden volgen. Zij wisten hoe bitterheid^
vooroordeel en bekrompenheid zich eenige jaren vroeger
tegen de invoering der nieuwe Psalmberijming hadden ge-
kant; en, dat zij tians Van dezelfde zijde tegenwerking
vreesden^ had hun voorzitter^ de grijze van den Berg
niet verzwegen , toen zij twee dagen vóór hunne scheiding^
bij ^slands Raadpensionaris, mr. B. J. Schimmelpenninck,
in plegtig gehoor werden ontvangen. Het bleek dan ook
weldra, dat zij zich in dit opzigt niet hadden bedrogen (1).
Insgelijks waren er, zooals mij uit aanteekeningen bleek,
onder hen die sóherpc aanmerking omtrent de dichterlijke
waarde hunner liederen te gemoet zagen, eene meening,
die reeds zeer spoedig waarheid werd bevonden (2). Maar
wat zij waarschijnlijk wel niet verwacht zullen hebben , is
het feit, dat er reeds na kort tijdsverloop verschillende, zeer
uiteenloopende naamlijsten van de auteurs der gezangen
in omloop waren , zelfs zoo verschillend , dat , wil men
hieromtrent zekerheid hebben, na vijf en zeventig jaren
een geheel nieuw onderzoek moet worden ingesteld.
(1) Z. o. a. IJpey en Dermont lY blz. 325 verv. Aanteekening
805, bladz. 55. Mijne Geschied, der Chr. Kerk in Kederl. na
de Herv. III. blz. 201 verv.
(2) Z. o. a. Yaderlandsohe Letteroefeningen 1806, n^. 14, bladz.
647 verv.
De oorzaak van dit misschien zonderling verschijnsel kan
moeilijk daarin gezocht worden , dat men in den aanvang der
werkzaamheden , ter bevordering van een onpartijdig oordeel ,
had aangenomen, dat de leden^ die liederen of van zich zelve of
van anderen inzonden , den naam des dichters niet zonden
noemen. Zoodanige bepaling kon althans niet van kracht
zijn omtrent reeds met den naam hunner vervaardigers
uitgegeven gezangen , terwijl de gecommitteerden zich ook
later niet tot geheimhouding verplicht hielden. Enkelen
hunner gaven zelfs naamlijsten aan vrienden en bekenden ,
maar ook in deze wordt groot verschil aangetroffen, wei-
ligt daaruit te verklaren , dat sommige liederen zoo dikwijls
aan verbetering en herziening werden onderworpen, dat
het geheugen meer den naam van den Revisor, dan dien
van den oorspronkelijken maker bewaard had.
Aan bronnen heeft het mij niet ontbroken. Zal de
slotsom van mijn onderzoek vertrouwbaar wezen, dan
behoor ik U omtrent die bronnen en het gebruik, dat
ik er van gemaakt heb, een en ander mede te deelen.
Een groot aantal naamlijsten werd mij toegezonden. Het
is duidelijk, dat ik aan die, welker oorsprong onbekend
was, geen gezag mogt toekennen. Meer vertrouwbaar
waren die, welke samengesteld werden doormannen, wier
naam reeds borg stond voor de zorg, aan hunnen arbeid
besteed , of die opgegeven werden als afkomstig van leden
der verzamelings-commissie. Hiertoe behoorden de naam-
lijsten door dr. P. Hofstede de Qroot ter synodale ver-
gadering gebragt, — door den heer F. J, van Süpriaan
Luiaeius^ pieiiludint te Heerjansdam, mij toegezonden, — door
wijlen den Utrechtschen predikant /. J, D. Molster
vervaardigd, — door den heer J. F. van Hoogatraien, in
leven predikant te Utrecht , met groote zorg zamengesteld
en bij Kemink ^ Zoon gedrukt, — door mr. H, N, van
Beeftmg^ in leven gewoond hebbende te Valkenburg, uit-
gegeven met het opschrift: Naar het handschrift van J,
Rutger» , predikant te Haarlem , — naamlijst van de dichters
der Evangelische gezangen naar het H. S, van den Secre-
4
larie der Commissie tot de verzameling, gedrukt achter
het Alphabetisch Register van alle verzen der Psalmen en
Evangelische Gezangen , Amsterdam J. Brandt en Zoon 1877.
In deze naamlijsten heerschte intusschen zoo groot ver-
schil , dat ik meende tot geene zekerheid te kunnen komen
zonder meer authentieke bronnen bij bekende nakomelin-
gen van leden der Yerzamelingscommissie of van de
genoemde auteurs gezocht te hebben. Bij sommigen slaagde
ik niet, maar bij anderen naar wensch.
De Leidsche Hoogleeraar dr. A. Kuenen, kleinzoon van
Abraiam Rutgers^ die met van den Berg wel het meeste
tot den bundel heeft bijgedragen , zond mij een herinne-
ringsrede, door zijnen vader , den heer /. P. Kuenen, in
1840 te Haarlem uitgesproken, waarbij niet alleen al de
liederen, door A. Rutgers vervaardigd, nauwkeurig wor^
den opgegeven, maar ook eene naamlijst der auteurs van
al de Gezangen gevoegd is. Mr. E, O. Feith te Gronin-
gen deelde mij niet alleen een door zijnen vader geschre-
ven lijst van al de vervaardigers mede, maar ook bij welke
Gezangen in de Alphabetische lijst achter eene onder
hem berustende 4^ uitgave der gezangen door zijnen groot-
vader mr. Bh. Feith ten bewijze, dat hij deze als de
zijne erkend had, eigenhandig de letter F. geplaatst was.
De Brielsche predikant dr. N. van der Tuuk Adriani
deed mij eene door zijnen vader Jf. /. Adriani^ gedic-
teerde naamlijst toekomen, waarboven deze in velerlei op-
zicht verdienstelijke Eriesche Kerkleeraar eigenhandig had
geschreven, dat die door hem was opgegeven.
De heer/. Proost , Secretaris der Gezangen-compagnie ,
had mij medegedeeld dat de firma «T. Brandt 8^ Zoon in
het bezit was van een der ten dienste van de leden der
Yerzamelings Commissie gedrukte exemplaren der voor-
loopig door die Commissie aangenomen liederen, afkom-
stig van wijlen den hoogleeraar J. A. Lotze en door dezen
met schriftelijke aanteekeningen voorzien. Daar dit stuk,
volgens bestaande beschikking, niet mocht toegezonden
worden, heb ik mij naar Amsterdam begeven om het te
raadplegen. Het belangrijke, dat ik vond^ was een aan-
genaam loon voor den daaraan besteeden tijd.
Ofschoon ik, in het bezit van al deze stukken, de
auteurs der meeste Gezangen met zekerheid kon aanwij-
zen, bleef er echter omtrent sommigen onzekerheid bestaan.
Het eenige middel om deze, zoomogelijk, weg te nemen,
was op te sporen , wat in de oorspronkelijke akten-stukken
der YerzamelingsCommissie, in het oud archief der Synode
berustende, omtrent de vervaardiging van onze kerklie-
dereu kon gevonden worden. Wel waren deze reeds vroeger,
maar toch niet bepaaldelijk met dit doel, door dr. R. Ben-
nink Janssonius (8) geraadpleegd. De door mij gebruikte
stukken zijn:
1^ Een in losse bladen geschreven verzameling van
door de Gecommitteerden voorloopig aangenomen liederen.
Zij is echter niet volledig; want er ontbreekt een aantal
nommers , die in de andere akten worden genoemd. Hoogst
belangrijk is zij zeker voor de geschiedenis van onzen
bundel , niet alleen meestal met een enkel woord den oor*
sprong dier liederen aanwijzende , maar doorgaans ze ook
boekende, zooals zij waren ingekomen en tevens de ver-
anderingen vermeldende, die daarin door de Commissie
gebracht zijn. Enkele aanteekeningen , niet van belang
ontbloot, worden op den kant gevonden, insgelijks vele
liederen , die niet in den bundel zijn opgenomen , en onder
deze zoodanige, waaruit blijkt, dat men toen reeds bedacht
was op Gelegenheids-Gezangen , b. v. bij de intrede van
een Evangeliedienaar enz., zooals die later in den Vervolg-
bundel gegeven zijn.
2o. Handelingen der Vergadering van de Gecommit-
teerden uit Gelderland, Zuid- en Noordholland, Utrecht,
Friesland en Groningen, gehouden te Utrecht den 27 Sep-
tember 1803 en volgende dagen.
8°. Handelingen van den coetus der Gecommitteerden
(3) Gesohiedenis van het kerkgezang b$ de Hervormden in
Nederl. Arnh. 1861.
6
uit Gelderland ^ Zuid- en Noordholland, Zeeland, Utrecht^
Friesland en Groningen, te Utrecht 17 April 1804 en
volgende dagen, waarbij een aantal voor de Geschiedenis
van de werkzaamheden der Commissie belangrijke rapporten
en stakken gevoegd zijn.
4®. Akten van den Coetns Contractus^ gehouden in
den Haag^ den 19 September 1804 en volgende dagen.
Hij was saamgesteld uit de leden van den Berg, Jorissen^
Scharp, van de Kasteele, A. Rutgers, Lotze en Feith.
De laatstgenoemde kon echter , hoezeer schriftelijk aan de
werkzaamheden deelnemende, wegens lichaamszwakte de
vergaderingen niet bijwonen.
5^ Akten van den tweeden Coetus Contractas in den
Haag den 15 Mei 1805 en volgende dagen. De hande-
lingen der laatste vergaderingen, tegelijk invallende met
die der algemeene vergadering, zijn niet opgeteekend.
6®. Akten der laatste algemeene of groote vergadering
van al de gecommitteerden gehouden in den Haag van
12 Juni tot 6 September 1805 waaraan, echter de zes en
dertig eerste bladzijden ontbreken.
Dat al deze geschriften met de zich daarbij bevindende
adviezen, praeadviezen , rapporten, brieven enz , hoogst
belangrijk zijn voor de geschiedenis van de samenstelling
onzer Gezangen, dat zij doorgaans een helder licht wer-
pen op den geest en de bedoeling der gecommitteerden,
dat zij hooge achting verwekken voor deze mannen , al
wenschen wij hun somwijlen wat meer poëtischen gloed
toe, wat minder stijf purisme en wat milderen zin, —
dat zij zelfs eeue belangrijke bladzijde leveren voor de
geschiedenis onzer Letterkunde bij den aanvang dezer
eeuw, behoeft nauwelijks herinnerd te worden. Ik moet
mij echter bepalen tot het doel van mijn onderzoek en ik
heb de bronnen, waaruit ik geput heb, alleen genoemd
om aan te wijzen, dat de slotsommen van dat onderzoek
op zekere, vertrouwbare grondslagen rusten. Dit kan ech-
ter niet blijken, tenzij ik dit bij elk Gezang aan wijze,
mij alleen dan daarvan onthoudende, wanneer dezelfde
aateor algemeen erkend wordt. Toch zij het mij geoor-
loofd hier en daar enkele bijzonderheden te vermelden ,
min bekend en wel waard der vergetelheid onttrokken te
worden.
Het ligt in den aard der zaak, dat de eerste met
redenen omkleede opgave van de auteurs der Gezangen
niet aan den druk der liederen kan worden toegevoegd.
Zij strekt alleen tot waarborg voor de zekerheid der tweede^
die daarvoor bestemd is.
I.
Qez. 1. A, van den Berg (4) naar n^. 65 der Waal-
sche Cantiques, dat wederom ontleend is aan den Saksi-
schen Predikant B, Crasseline (geboren te Wernsdorf 1667
overleden 1724). De navolging komt voor in van den
Bergs oden en gedichten 11^ 89. De Commissie heeft er
voor het kerkelijk gebruik nog al in veranderd , o. a. ook
vers 1 , reg. 2 , oorspronkelijk luidende ; Looft God den
Vader in Aanbidt den Vader.
Gez. %, Mejufvrouw Johanna Elisabeth van de Velde,
geboren Relmcke (5). Yan het oorspronkelijke vooral van
het laatste couplet^ is veel veranderd^ vermoedelijk door
jL Rutgers,
Gez. 3. A. van den Berg en A. Butgers (6) naar het oude
kerklied //Te Deum laudamus^". Volgens Lotze hebben zij
gebruik gemaakt van een stak van /. Jordens,
Bij de beoordeeling van dit gezang kwam op den twee-
den Haagschen coetus (Act. pag. 40, 42, 45) de vraag
ter tafel, of ^tniet wenschelijk zijn zou, naar het voor-
(4) Zie over hem E. I. Post, leerr. ter gedachtenis van A. yan
den Berg, Arnhem 1807.
(5) Echtgenoote yan W. yan de Velde, yan wien drie onzer
gezangen zijn. Zij werd geboren te Amsterdam 1778, oyerleed te
Zutphen 1842.
(6) Z. mjjn Godgel. Nederland UI blz. 240.
8
beeld van andere Frotestantsche kerken , meer liederen der
oude kerk , zooals het Veni Creator Spirüua, — Aet Agnua
Dei enz. na te volgen of te vertalen. Later werden dan
ook dusdanige navolgingen geleverd en beoordeeld ^ maar
niet in den bundel opgenomen.
Gez. 4. A. J. ZubU(l) naar /. A. Cramer (geb. 1723,
predikant te Grellwitz, later opperhofprediker te Qaedlin-
burg, toen hofprediker te Koppenhagen, overleden als
hoogleeraar te Kiel 1788).
Gez. 5. ƒ. Schar p, (8)
Gez. 6. A, vanden Berg (Oden III, 41) naar B. Munte.
(geb. te Lubeck 1735, predikant te Koppenhagen, overl.
1793). De tweede Haagsche coetus nam dit lied met
hooge ingenomenheid aan en veranderde alleen in reg. 1
van vers 2 Jonge Zon in Nieuwe Zon, Lotze^ die niet
op dezen coetus, maar op de daaraan volgende groote
vergadering tegenwoordig was, teekent aan, dat hij een
aantal veranderingen heeft voorgeslagen, o. a. in vers 2
waar hij gelezen wilde hebben :
//Nog schoot de zon haar helder licht
Op geen der wereldbollen."'
Ook bericht hij , dat tusschen vs. 7 en 8 het volgende
couplet geschrapt is :
//Schoon aarde en hemel ras verga,
Bas rigte s'menschen zoone.
Dan dank ik, dat ik nog besta.
En \ Godlijk licht bewoone.
Dan zal ik eeuwig, eeuwig zijn
En eeuwig vol van vreugde zijn
Bij U , O eeuwig Wezen !"
Gez. 7. A» van den Berg (Od. en lied. II, 105) naar
Cramer en C, C. Sturm (geboren te Augsburg 1740,
(7) Geb. in de Berbice 1751 , eerst koopman te Amsterdam, ia
1795 lid der Nationale vergader., later ontranger der belastingen
te Vlaardingen, overleden 1820.
(8) Leyensbeschr. van J. Scharp. Rolt. 1828. Mgn Godg. Nederl.
III blz. 279 verv.
9
pred. laatst te Hamborg, overleden 1786). Eene fniaijere
vertolking wordt gevonden in het Evangelisch Lutherache
Gezangboek n^. 60.
Oez. 8. Mr. W. Bilderdiji naar Munter. Vroeger was
een ander lied op Qods onveranderlijkheid van van den
Berg (Od. en lied 1|52) aangenomen, maar men koos later
de krachtiger poëzij van een onbekenden dichter, die weldra
als de toen te Brnnswijk vertoevende Bilderdijk bekend
werd. De uitdrukking : Jezus bloed, vers 8 en 9, ofschoon
niet bij Üunter voorkomende, liet men staan, maar de
regels van Bilderdiji :
Gij hebt mijn zoen, in Jezus bloed
Bevredigd, aangenomen,
veranderde men in : Gij hebt m^ om Jezus dierbaar bloed
Genadig aangenomen.
Gez. 9. Fan den Berg, (Od. en lied 28) naar Munter.
De Commissie was met dit lied zeer ingenomen.
Gez. 10. Mr. Rh. Feith naar het Bremer Gterefor*
meerd Gezangboek (9). De tweede Haagsche coetos meende
dit lied te moeten verwerpen. (Hand. bl. 27), omdat
het in de gemeente aan zooveel misverstand, misduiding
en misbruik onderhevig zijn zou. Op de Algemeene Ver-
gadering (Hand. bl. 40) werd het echter eenparig aange-
nomen. Of er vooraf iets in veranderd was, is mij niet
gebleken. In de M. S. poorloapig aangenomen liederen ligt
alleen een afschrift van vers 1 van 's dichters eigen hand.
Gez. 11. Feiik naar het Bremer Gezangboek (10).
Volgens het oordeel van den tweeden Haagschen coetus
(Hand. 26 en 27) beantwoordde dit lied niet aan de
vereischten van een lofzang op Gods heiligheid. De groote
(9) Oorspronkelgk van dr. J. J. Bambach, geb. 1693, hoog-
leeraar te Halle, later te Giessen, overl. 1735. In het Bremer €^-
zangboek 1802 werd het lied met eenige verandering opgenomen.
<10) Feith zelf heeft er alleen bggeschreTen : vertaald. Yolgens
Dr. Bennink Janssonios blz. 307 is het Doitsche lied van J. C.
Zimmermann (geb. 1702 overl. 1783), in het door hem bezorgde
Hanoversche gezangboek geplaatst.
10
vergadering (Hand blz. 40) nam het echter met eenparig-
heid van stemmen in den bundel op. Zeker is *t, dat in
het (in het Synodaal archief aanwezig) M. S. van den
dichter door eene andere hand nog al iets is veranderd, en
zelfs een geheel couplet geschrapt;, hetwelk dan ook in den
bundel is weggelaten. Vermoedelijk waren deze veranderingen
van van den Berg en is daarom door sommigen het lied
aan dezen toegeschreven. FeilA heeft het als het zijne
erkend.
Gez. : 12. Fan den Berg naar &^//tfr^(diegüteGotte8).
De Commissie heeft er in veranderd. Lotze vond het
begin der vertolking hard en Gellerta denkbeelden niet
weer gegeven.
Gez. : 13. Fan den Berg naar Cramer, maar, zooals
Lolze aanteekent, veel verbeterd door van de KasUele^
Scharp en Lotze.
Gez. : 14. FHth, Van het oorspronkelijke werden twee
coupletten ter zijde gelegd.
Gez. : 15. Mr. H. van Alphen, (11). Deii 2 Aug. 1805
nam de groote vergadering (Hand, blz. 62) in overweging,
dat er tot nog toe weinig gebruik was gemaakt van van
Alphen*» liederen, en besloot ze, ofschoon om verschillende
redenen minder geschikt voor kerkelijk gebruik, uit hoog-
achting voor ^s Mans nagedachtenis, nog eens na te zien,
of er iets braikbaar in werd gevonden. M, Jorüsen nam
die taak op zich. Het gevolg hiervan was de opneming
van dit lied en van eenige andere.
Gez. : 16. Van den Berg naar Oellerl (Gottes macht
und v(»*sehung.)
Gez. : 17. A. Rutgers naar Oeorg Neumari, (geb. 1621
te Mühlhausen in Thuringen, als Secretaris van het Sak-
sisch archief overleden te Weimar, 1681). Er zijn in den
arbeid van Rutgers door de gecommitteerden zooveel ver-
(11) Z. het leyenisberigt door Mr. J. S. D. Nepreu geplaatst
vóór de dichtwerken van Mr. H. van Alphen, Utrecht. 1858. Mgn
öod^. Nederl. I blsj. 30.
11
anderiogen gemaakt^ dat het oorspronkelijke (n^ 4 der
M. 8. voorU aangenomen &V^.) bijna onleesbaar is geworden.
Lezenswaardig is, wat W. Franchen omtrent dit troostend
lied in Licht, Liefde en Leven 1854 geschreven heeft.
Gcz. 18. Van den Berg, (Od.: 111,108). Er is door
de Commissie veel veranderd.
Qez. 19. B. van Weeman, (12). Hand. der Qroote
Vergadering 1805 blz. 62.
6ez. 20. H, van Alphen.
Gez. 21. J, van Zodenstein, (18) blijkens de M. S.
provisioneel aangenomen liederen n°. 16, hebben verschil-
lende leden der Commissie dit lied gemoderniseerd. Loize
teekent aan, dat eerst Rutgers en daarna van den Berg
eene bewerking inleverde en dat het in onzen bundel
opgenomene uit die twee redactien door Joriasen en Itotze
is vervaardigd.
Qez. 22. Van Alphen en Mr. P. L. van de Kasteele
(14). Ik volg hier de officieele opgave in het rapport
van gecommitteerden , bij monde van de Fremery op de
groote vergadering 29 Jalij 1805 ingeleverd. Adriani en
anderen met hem noemen alleen van Alphen , Loize e. a.
alleen van de Kasteele, Vermoedelijk heeft laatstgenoemde
het oorspronkelijke van van Alphen voor den bnndel bewerkt.
Gez. 23. Feith.
Gez. 24. Mr. J. P. Kleijn (15). Er werd hier en
daar in het oorspronkelijke veranderd.
Gez. 25. Feiih, Aanvankelijk werd de vraag gedaan
of het niet tot de passie-liederen behoorde.
Gez. 26. Feiih, Er is nog al wat in veranderd.
(12) Qeboren te 'sHage 1761, pred. te Leeuwarden , overl. 1808.
(13) Z. Mgn Godg, Nederl. U blz. 887 verv. Dr. P. Jz. Proost.
J. van Lodenstein, Ams. 1880«
(14) Z. de door mr. J. G. van de Easteele aan 's mans dicht-
werken, 'sHage 1844, 2d., toegevoegde LevenBchets.
(15) Geb. 1760 te Hooge Zwaluwe, Raadsheer in het Frov,
Gerechtshof van Gelderl. orerl. te Arnhem 1805.
u
Gez. 27. Van Alpkm. Scharp heeft er in veranderd.
Gez. 28. Mejufvrouw C. A. van Lier (16). Z. haar
Dagboek blz. 62. De vier laatste regels zijn door de
Commissie veranderd.
Gez. 29. Fan den Berg naar Cramer. Lotze teekent op,
dat eene veel betere vertolking van J. LMink (opgeno-
men in Bichthundige aanmerkingen op de Bvangelische
Gezangen. Amst. bij de Wed^ J, Doll) aan de Commissie
niet bekend was, toen zij die van van den Berg in den
bandel opnam.
Gez. 30. A. Ruigere. In het oorspronkelijke is veel
veranderd. Loize , die de denkbeelden goed , maar de poezy
zwak noemt, meldt, dat dé vier laatste regels ontleend
zijn aan een stukje van /. van der Roeet (17)
Gez. 31. Feith.
Gez. 32. Van den Berg naar Cramer. Loize teekent
aan , dat het lied van Cramer schoon , maar de vertaling
bitter slecht is. Zeker behoort het tot de min3te stukken
uit onzen bundel. Nogtans rapporteerde de Commissie
ter correctie aan de Algemeene Vergadering (8 Angustas
1805), dat van den Berg door dit lied, waaraan men
volstrekt behoefte had , de Nederlandsche Hervormde Kerk
ten hoogste aan zich verplicht had. Het werd echter niet
met algemeene goedkeuring in den bundel opgenomen.
Adriani, Bruining en Janssen stemden er tegen (Hand.
der groote Verg. blz. 77).
Gtez. 33. Fan den Berg naar Cramer.
Gez. 34. Fan den Berg,
Qez, 35. FeitA naar de Confesaum des pécAes , welke
oorspronkelijk door Calvijn in de Latijnsche taal gestelde
schuldbelijdenis in de Waalsche kerken gebruikt werd en
in onze Liturgische Schriften gedeeltelijk is nagevolgd
in hei gebed voor de predikatie in den week.
Gez. 36. Fan den Berg, Door sommigen , maar in geen
(16) Geb. te Assen 1768, orerl. aan de Kaap de Goede Hoop.
17) Godgel. Nederl. III bte. 199 vers.
13
der meer officieele bescheiden , wordt hierbij gevoegd naar
H. C. Heeker (geboren te Hamborg 1699, overleden als
predikant te Meuselwitz bij Altenburg 1743). Waarschijn-
lijk is het lied niet geheel van van den Berg, Ook in de
M. S. voorloopiff aangenomen liederen (n® 107) staat op
den kant aangeteekend : //Cf. Haagsch Luthersch Gezang-
boek blz. 311."
In VS 3 luidden de vier laatste regels oorspronkelijk :
Jezus bloed,
Maakt alles goed^
Zelv' heeft hij den zoen gevonden
Voor de grootste zonden.
De Commissie veranderde.
Gez. 37. FeüL Of de dichter, zooals men op den twee-
den Haagschen coetus (Hand. blz. 20) van hem verlangde ,
veranderd en bekort heeft, heb ik bij ontstentenis van
het oorspronkelijke niet kunnen nagaan.
Gez. 38. /. Scharp,
Gez. 39. /. Scharp naar «/. (7. Zimmermann. Ik volg
hier de opgave in de M. 8. voorloopig aangenomen lie^
deren , die van Loize , Adriani e. a. Dr. Bennink Janssonius
e. a. hebben naar R NeumeUter (geb. 1671 t 1756).
^8 Mans Psalmen und lobgesangen^ Hamb. 1755, heb ik
niet voorhanden, evenmin het Hanoversche Gezangboek
van Zimmermann, Ik gis, dat deze het daarin van Neu-
meister heeft overgenomen.
Gez. 40. A. Ruigere. Van het oorspronkelijke is veel
veranderd.
Gez. 41. Van den Berg naar Klopstock (de dichter der
Messiade, geb. 1724 f 1803). Ook in deze vertaling of
navolging is door de Commissie veel veranderd en van het
oorspronkelijke van den Duitschen dichter afgeweken.
Gez. 42. Van de Kasteele naar Oellert, (Trost der
erlösung). In de M. S. voorloopig aangenomen liederen n®. 73
staat van den Berg en van de Kasteele naar Geiler t. Op
den kant wordt echter aangeteekend, dat het lied, zoóals
het oorspronkelijk door van de Kasteele was ingeleverd,
14
door hem zelven nader geredigeerd is. Miaschien nam
van den Berg deel aan die nadere redactie. Yera 15 luidde
oorspronkelijk:
Ja, zoo ik ooit mogt waardig zijn
Om nwen naam bier ]eed te smaken,
Bewaar mij, dat geen smaad of pijn,
Mij onverduldig maken 1
Het is, zooals het nu in den Bundel voorkomt, ver-
anderd door Feith.
6ez. 43. «7. Lodenslein , bewerkt door A, Ruigere. De
tweede Haagsche coetus (Hand. blz. 36) was met deee
bewerking zeer ingenomen, maar besloot op voorstel van
van den Berg één couplet weg te laten.
Het luidde:
AUerminnelijkste schoonheid ,
Bron van al wat schoonheid schijnt,
Die door jaren noch gewoonheid
Min vermaakt of ooit verdwijnt,
Wat men hier bedenken kan
^t Is er maar een schaduw van.
Wat wij lieven, looven, leeven,
Gij zult glans en luister geven.
Gez. 44. Vrouwe C. F, van Raeefeldt^ geboren van
Sytzama (18). Het begin luidde oorspronkelijk:
Nu daal, O Heer, Uw zegen neer
Op ons en alle uw leden.
U eeren wij als onzen Heer
Met liedren en gebeden,
en is door v. d. Berg veranderd.
Gez. 66. Van de Kasleele,
Gez. 46. Van de Kasieele.
Gez. 47. Fan de Kasleele,
Gez. 48. Fei^A*
(18) Qebpreu te Leeuwarden 1729, in 1750gohuwdmet J.R. van
Raesfeldt, Heer van Heemse enz. bapitein in dieiret dezer landen,
overleden te Heemse 1807.
15
Gez. 49. Mr. J. Hinlopen. (19). Of er door de Com-
missie in veranderd is, is mij niet gebleken. Het komt
niet, zooals Gezang 71, in de M. S. voorloopig aange-
nomen liederen voor. De nagelaten papieren van Mr. /,
Hinlopen zijn volgens testamentaire beschikking van zijnen
oudsten zoon vernietigd.
Gez. 50. Mej. van de Velde, geb. Helmeke, Er is veel
door de Commissie veranderd.
Gez. 51. Fan Alphen.
Gez. 52. J, Scharp, Zijne eerste proeve van eene be-
rijming der Geloofsartikelen beviel den tweeden Haag-
schen coetus (Hand. blz. 52) minder. ScAarp heeft haar
toen op nieuw bewerkt en dit lied, door Feith, terwijl
de auteur afwezig was, ter tafel van de Algemeene Ver-
gadering (Hand. bladz. 72) gebracht , werd door deze
goedgekeurd.
Gez. 53. Feitk Dit lied had eene zonderlinge geschie-
denis. De tweede Haagsche coetus (Hand. blz. 30 en 31)
noemde het 30 Mei 1805 een fraai dichtstuk, maar voor
kerkgezang niet bruikbaar en ook niet geschikt om het
door veranderingen daarvoor geschikt te maken , aangezien
men door aan dat lied te likken er de ziel zou hebben
uitgelikt. Den 30 Juli 1805 bracht Professor Muntinghe
het met aanprijzing ter algemeene vergadering , die het
der commissie van correctie aanbeval. Vermoedelijk heeft
deze iets veranderd. Den 9 Augustus werd het voor den
bundel aangenomen, maar^ zooals de notulen het uit-
drukken, de stem van Noord-Holland en stad en lande
sliep, (Hand. der Groote vergadering blz. 58, 59, 61, 72).
Gez. 54. Naar FeitL Feith zelf erkent het niet voor
zijn werk. Wel is van zijne hand (maar aanvankelijk
wist men niet, dat hij de dichter was) een gezang over
(19) Geboren te Utrecht 1769, vriend van Bellamy , Ockerse en
Kleyn, is Hinlopen in yersohillende betrekkingen werkzaam ge-
i^eest, laatst als Staatsraad onder Lodewgk ISTapoleon. Over-
leden 1808.
ia
de noodzaieKJiieid des geloof s iDgekomen , maar men heeft
daarin zooveel veranderd (verbasterd^ schrijft Lotze en ik
meen terecht) dat de dichter zijn eigen lied niet meer
kende. ScAarp, Ruigere^ Janseen en vooral van den Berg
zLjn hierin werkzaam geweest. Het groot verschil blijkt,
wanneer wij hier het oorspronkelijke, zooals het, door de
eigen hand des dichters geschreven , bij de firma /. Brandt
en Zoon te Amsterdam berust^ laten volgen.
Mijn ziel| waartoe dat anstig vreezen,
Geen wanhoop komt uw smart te staê,
Gij zolt hier steeds een zondaar wezen
En moet hier leven bij genaê.
O^ zalig hij, die in zijn nooden
Tot deze rijke bron gevlooden
Daar dankbre liefdetranen schreit.
Uw vader op zijn woord betrouwen ,
U zei ven in zijn Zoon te aanschonwen.
Is hier de hoogste heiligheid.
Geen heiligheid wordt hier gevonden.
Die niet op dezen wortel groeit,
Aan hem is alle deugd verbonden,
Die immer voor den hemel bloeit.
Vergeefs is hier ^t wanhoopig treuren,
Vergeefs slechts wettisch *t hart te scheuren ,
Niets baiten Jezus heelt de smart.
De vrees moog onder *t angstig zweeten.
Haar daden naar ^swets rigtsnoer meeten ,
^t Geloof alleen vernieuwt het hart.
Ga vrij aan Horebs bergvoet dooien,
En zwoeg op Sina's donderstem,
't Bederf blijft diep in ^t hart verschoolen.
En Ebals vloek behoudt zijn klem.
Hoe diep ge uw schuld voor God moogt voelen ,
De zonde zal steeds feller woelen,
Als ^t zielsoog niet op Jezus ziet.
17
Bicht vrij naar 't Oost en West uw gangen ,
Als zondaar moet gij rast ontvangen,
Als heilig vindt gij ze eeuwig niet.
Ligt zal 't bedorven vleescb nog woelen ,
Als ik mijn laatste snikken geef,
En ik zal stervend nog gevoelen,
Dat ik als arme zondaar sneef ,
Maar, o mijn Vader, wat moog' wijken,
Uw zoenverbond zal nooit bezwijken,
Uw eed wordt nooit van kracht beroofd.
Ik heb voldaan aan Uw beveelen,
Uw wet volbracht in al haar deelen,
Toen ik in Jezas heb geloofd.
O Gij, die al mijn schuld woudt boeten.
Door Uwe naamenlooze pijn,
Mijn Heiland, leer mij aan Uw voeten ,
Altijd een arme zonder zijn.
Bij al mijn deugd, bij al mijn zonden,
Yind ik geen troost, dan in uw wonden ,
Geen hoop, dan als ik U aanschouw.
Voor Uwe reekning blijf ik leeven,
Voor Uwe reekning zal ik sneeven,
Gij blijft de rots, waarop ik bouw.
1778.
Gez. 55. Gedeeltelijk van Mejufvrouw van de Velde
geb. üelmcle (Kleefsch Gezangboek) en gedeeltelijk van
van den Berg. Op een aantal naamlijsten, die in omloop
zijn, worden verschillende auteurs , zooals W, van de Velde
en Feith, genoemd. Ik volg hier Loize^ die het lied van
Mejufvrouw van de Velde inzond. Bovendien blijkt uit de
M. S. voorloopig aangenomen liederen n». 10 ^ dat van
het oorspronkelijke alleen vs. 2 in den bundel is opge-
nomen en dat vs. 1 en 3 geheel van van den Berg zijn.
2
18
Gez. 56. Mr. /. Hinlopen,
Gez. 57. van dm Berg naar C F, Neander (geboren
1723 te Eckau in Koerland, overleden 1802).
Gez. 58. van den Berg (od. IV: 93) naar /. A.
Schlegel (geboren 1721^ overleden 1793).
Gez. 59. van den Berg naar Gellert. (Der thatige
Glaube). Sommigen, ook Adriani^ noemen van den Berg
en Mr. J, Hinlopen, De notulen van den tweeden Haag-
schen coetas noemen alleen van den Berg.
Gez, 60. van den Berg naar Oellert (von der quelle der
guten werken).
Gez. 61. /. Scharp. De commissie veranderde veel.
Gez. 62. «/. Lodensleiny bewerkt door A. Rutgers.
Gez. 63. A, Rutgera, van den Berg heeft er veel in
veranderd.
Gez. 64. J. VoUenhoven (20) bewerkt door A. R^Ugers.
Gez. 65. van Alphen, Ys. 6 en 7 zijn veel veranderd.
Onder vs. 6 , zooals het in den bundel is opgenomen ,
staat in de M. S. voarloopig aangenomen liederen: Mevr.
MuntingAe. Of de echtgenoot van den Hopgleeraar M, ,
.ƒ. F. Drijfhout^ evenals hare zaster^ aan wie gezang 86
te danken is, dichteres was, is mij onbekend.
Gez. 66. Feith. Er is in dit lied veel door de commissie
veranderd. Zelfs zijn er vier coupletten geschrapt. Alle
verandering was echter geen verbetering. In het oorspron-
kelijke luiden althans de twee laatste regels, zooals Lotze
ze opgeeft, veel krachtiger:
//Verbreek in ons de heerschappij.
Der zonde en maak ons waarlijk vrij !^^
Gez. 67. van den Berg ^ naar i/at7a^er (geboren te Zurich
1741 , overleden 1801). De tweede Haagsche coetus (Hand.
blz. 20 en 21) vergeleek van den Berg% bewerking (Oden
(20) Geboren te Yollenhoyen 1632, laatst predikant te'sHage,
overleden 1708.
19
III, 62) met eene andere in het Doopsgezind gezangboek
te Haarlem n®. 82 en verbeterde de eene uit de andere.
Gtez. 68. Lodenêlein , bewerkt door A. Rutgera, maar
veel veranderd door de Commissie.
Gez. 69. Van Alphen en van de Kaeteele. In de ojpgave
van den auteur van dit lied heerscht in de bekende
naamlijsten groot verschil. Sommigen , en onder dezen dr.
Benninh Janssonins, noemen van AlpAen, anderen^ met
Lotze en Adriani , van de Kasteele , een enkele A, Rul-
ffere, In de M. S. voorloopig aangenomen liederen n^. 24
staat gevolgd naar van Alphen en van de Kasteele, Zeker
is 'i, dat al ware het oorspronkelijk van van Alphen y
van de Kasteele er toch de hand in gehad heeft. Het is
ontleend aan de door beiden uitgegeven mengelpoezy. De
Commissie heeft er in veranderd en op haar verlangen
heeft A. Rutgere er het laatste vers bijgevoegd.
Qez. 70. A. Butgers naar het Hoogduitsch, zooalsde
M. S. voorloopig aangenomen liederen n^ 25 melden. Van
den Berg heeft het^overgewerkt. (Hand. van den tweeden
Haagschen coetus blz. 4).
Gez. 71. Mr. /. Hi/nlopen naar Oellert (die liebe der
feinde).
Gez. 72. Butgerê , Scharp en van den Berg uit het
Haarlemsch Doopsgezind Gezangboek. Zoo is het door
Adriani opgegeven en , ik meen , te regt. In de bestaande
naamlijsten heerscht groot verschil. Uit de notulen van
den tweeden Haagschen coetus (bladz. 26) blijkt, dat dit
lied, waarvan de herkomst niet genoemd wordt (ofschoon
oorspronkelijk van «/. P. Kasteleijn (21) en opgenomen
in den grooten bundel der Doopsgezinden n^ 148) op den
Utrechtschen coetus onder de betwijfelden was gesteld.
Door die vergadering werd het ter nadere beoordeeling
aan Seharp en Butgers en eindelijk met de aanmerkingen
van dezen in handen van van den Berg gegeven. Op deze
(21) Geboren ie Breukelen 1746, apotheker te Amsterdam, over-
leden 1794.
£0
wijze werd het zoo overgewerkt, dat het oorspronkelijke
bijna geheel verloren ging.
Gez. 73. Van den -B^^ naar Ö^Z/tfr^ (die Wachsamkeit),
Men vond dit lied en ook de vertaling zeer fraai ^ maar
voegde er coupletten bij uit eene andere editie van het
oorspronkelijke naar het Bremer Luthersohe Gezangboek
(notulen van den tweeden Haagschen coetus bladzijde
12). (22)
Gez. 74. Van den Berg naar Cramer. Het werd bij-
zonder aangeprezen door professor Muntinghe (notulen
tweede Haagsche coetus , bladzijde 24).
Gez. 75. Van den Berg naar /. A, SeAlegel. Scklegel
heeft het Duitsche lied naar een oud lied van een^ onbe-
kenden dichter, maar dat in vele Duitsche gezangboeken
voorkomt^ bewerkt en verbeterd. Van den Berg moest
zijne vertolking op verlangen zijner mede gecommitteerden
herzien en verkorten (Hand. van den tweeden Haagschen
coetes blz. 26).
Gez, 76. Van den Berg naar Oerard Brandt. » Men
//bevondt dit lied oorspronkelijk te zijn een oud lied van
nGerard Brandt den ouden ^ te vinden in zijne gedichten^
//blz. 105 van de editie in 4®., te Amsterdam 1688^
/s^hetwelk door Br. van den Berg , met weinige verandering
//gebragt was op de wijze van Psalm 51. Bij de over-
/^weging oordeelde men, dat hetzelve door professor Mun»
fftinghe bijzonder aangeprezen was naar verdiensten ^ — de
/^Evangelische en Gereformeerde regtzinnige denkwijze en
/^toon over de noodzakelijkheid en kracht der genade,
/i'treffend , te meer daar de maker tot het Kerkgenootschap
^der Remonstranten^ in zijn leven ^ behoord had; men
//wenschte hartelijk dat dit de heerschende toon bij de
^Bemonstranten zijn mogt^ en nam het gaarne aan, ge-
//lijk het dan ook gedicteerd, ingeschreven, en onder de
//provisioneel aangenomene gesteld is sub n^ 153'\ (Hand.
van den tweeden Haagschen coetus blz. 32 en 33).
(22) In sommige naamlgsten worden Gez. 78, 74 en 75 aan mr.
J. Uinlópen toegekend, maar zonder eenigen grond.
21
Qaarne willende beoordeelen , of er inderdaad zoo weinig
in dit lied veranderd was en geen exemplaar van Brandts
stichtelijke gedichten bij de hand hebbende, verzocht ik
dr. B, C. Rogge ^ Bibliothecaris van de Universiteit te
Amsterdam, ons gezang met het oorspronkelijke op de
Uemonstrantsche Bibliotheek te vergelijken. Met zijne ge-
wone welwillendheid heeft hij aan mijn verzoek voldaan
en daartoe de uitgave van 1665 (Amst. kl. 8<*.) gebruikt,
waarin het biz. 98 voorkomt, met het opschrift : Gehedt
om Oodta Oenade en kulpe. Ik stem geheel met dr. Rogge
in, dat de gedachten -gang van het oorspronkelijke in ons kerk-
lied wel behouden , maar dat het toch zoo geheel is veranderd^
dat het bezwaarlijk meer het werk van den verdienstelijken
geschiedschrijver en dichter kan genoemd worden. Ten
bewijze hiervan laat ik de drie eerste strophen volgen:
Hoe wordt de mensch^ soo broos en swak van aardt,
Die zich soo licht verrukken laat ten quaede,
Met sulk een jok tot sijn verderf beswaart,
Hoe red hij sich, o Heilbron der genade P
Ik vind mij swaar beladen en belast,
Verleidt, vervoert, en van Uw weg versteeken :
De zonde houdt mij met mijn handen vast,
Ja doodt mij met mijn eigene gebreeken.
Ach, Heer, gij siet uw schepsel in dien noodt,
Den dooden geest kunt gij alleen verwekken
Of straffen met veel schrikkelijker doodt.
Laat Uwe handt mij weer naer 't leven trekken.
Met Adriani schrijf ik bij dit lied:
van den Berg naar O. Brandt
Gen. 77. /. Doijer (28) naar 1 Cor. XVI : 13. XV :
58. II Petr. 1:5, 8, 11.
(23) Geboren te Zwolle 1748, overleden 1805. Hij was trgpfabriekani
in zgne geboortestad, behoorde tot de Doopsgezinde gemeente,
bekleedde in het laatste der ISe eenw versohillende staatsambten
en was naar het oordeel van Feith geen onverdienstelgk dichter.
22
Hij zond dat lied met het opschrift: Pli^t dei Chris'
telijhen levens op verzoek van mr. Rh. Feith.
Qez. 78, /, Schar p.
Oez. 79. Mejafvrouw van de Velde ^ geb. Belmcke.
Gez. 80. Van den Berg (Oden 1 , 99). Feith was met
dit lied zeer ingenomen (Hand. van den tweeden Haagschen
coetus bh. 12).
Qez. 81. Van den Berg.
Gez. 82. Feith. Het oorspronkelijk opschrift: algemeen
gebed werd eerst in Bede om geloof en ijver in het goede ,
later in Bagelijkseh Gebed veranderd.
Qez. 83. Van den Berg. (oden 111, 52) naar C. F.
D. Schubart (geboren 1739, te Obersontheim overleden,
na vele lotwisselingen , als hof- en tooneeldichter , 1791).
Qez. 84. Feith.
Qez. 85. Mejafvrouw van de Velde ^ geb. Helmcke.
Qez. 86. Mejufvrouw T. P. Drijfhout (24).
Qez. 87. Van Alphen. A. Rutgers heeft het herzien.
Qez. 88. i^if/M. /9^ Veer, schrijft £0^0^, jy is om dit schoone
lied te koop geweest, dat in de vergetelheid begraven
moet worden.^' Op den tweeden Haagschen coetus (Hand.
biz. 11 en 12) was het, ofschoon men den oorspronke-
lijken titel veranderde en den wensch uitte, dat de dichter
zelf in VS. 4 en 5 verandering bragt , onder de provisioneel
aangenomene geplaatst.
Op de Algemeene vergadering echter (5 Julij 1805^
bladz. 89) berigtte van den Berg, /srdat over het lied n®.
^97 genaamd Zaligheid of Weldadigheid van het geloof
//eenig verschil van denkwijze had plaats gehad bij de
>irleden der commissie ter redactie, en communiceerde zijne
//bedenkingen. De vergadering dezelve gehoord hebbende,
//heeft het gemelde lied nog eens herlezen en met aan-
//dacht overwogen , en daarop geconcludeerd , dat het lied
//onder de aangehoudene blijven moest; alleen zou de
(24) Dochter y&n den Harderwijker hoogleeraar (Godg. Nederl.
I blz. 390), schoonzuster van professor MimtinghO) geb. 1764,
overleden 1797.
i
28
//Commissie eetiigc verandering maken in het 3^1° couplet
//en het opschrift veranderen in : voortreffelijkheid der open-
»baring hoven de rede^
Dat derde couplet luidde oorspronkelijk :
Waar zou ons hart in eiken nood,
Waar bij het nadren van den dood
Hier uitkomst zien in zijn ellende^
Zo ^t niet in zijnen donkren nacht
Aan eindelooze liefde en magt
Geloofde en tot zijn God zich wendde.
Zou dit^ in het oog van van den Berg, te ruim ge-
steld zijn?
Gez. 89. Feith,
Gez. 90. van den Berg naar Lavater, Den 21 Mei
1805 kwam bij den tweeden Haagschen coetus (bladzijde
14) van een^ onbekende de vertaling ter tafel van La-
vaters Zondagslied, beginnende: Deez' dag zal ik mijn
Bondgod wijden. Hoe fraai men haar ook op zich zelve
vond, achtte men haar minder geschikt voor kerkgezang en
meende ook, dat zij bekort moest worden. Toch werd zij
als n°, 114* onder de M. S. voorloopig aangenomen liederen
geplaatst. Later leverde van den Berg (bladzijde 29) eene
verkorte bewerking in drie coupletten. Dit lied is eene
zeer verre navolging van Lavater. In dat van den onbe-
kende is meer diepte, meer gevoel, meer poezy.
Gez 91. H. A. Bruining, (25)
Gez. 92. Van den Berg. Adriani liet er bij schrijven:
naar Cramer.
Gez. 93. Feith. Lotze voegde er bij: naar het hoog-
duitsch.
Gez. 94. A. Rutgera.
Gez. 95. A. Ruigere.
Gez. 96. A. Rutgers.
Gez. 97. A. Rutgers, De Commissie heeft er veel in
veranderd.
(25) Gloren ITSS, laatst predikant te Veere, overleden 1811.
24
Gez. 98. Feilk, De tweede Haagsche coetas (bladz. 14)
noemt het een kunstige navolging van het Liturgisch
Gebed of dankzegging na den doop , maar daardoor meer
stijf, gedwongen en prozaïsch dan men van FeitA ge-
woon was.
Gez. 99. A. Rutgers. Dit lied moest door den auteur
meermalen overgewerkt worden , vóórdat het werd aange-
nomen (tweede Haagsche coetus blz. 50),
Gez. 100. A. Ruiger s Het oorspronkelijke is ^ op voorstel
van van den Berg^ aanmerkelijk verkort.
Gez. 101. Van den Berg naar Klopetoch.
Gez. 102. Van Alphen^ herzien door van den Berg,
Gez. 108. Van Alphen, herzien door van den Berg,
Gez. 104. Van den Berg, Oorspronkelijk was het in
drie afdeelingen gesplitst. De derde met het opschrift:
vóór het nagezang, bevatte de twee laatste verzen.
Gez. 105. Van den Berg naar dr. y. A. Hermea (geboren
1786^ overleden 1822) maar verkort.
Gez. 106. Van den Berg naar Klopstock.
Gez. 107. H, G. Ooaterdijk (26). Op vele naamlijsten ,
ook door Adriani en Lotze^ wordt dit gezang aan B. de
Bosch toegekend. Het is echter uit de oorspronkelijke
aanteekeningen van de verzamelings-commissie voor den
z. g kleinen bundel der Doopsgezinden , waarin het voor-
komt, aan dr. Benninh Jansaoniuê gebleken, dat het aan
Ooaterdijk te danken is. Voor onzen bundel is het hier
en daar veranderd.
Gez 108. Van Alphen, herzien door van den Berg.
Gez. 109. A. Ruigere.
Gez. 110. Feiih.
Gez. 111. Van de Kasteele. Hij bewerkte het naar een
ander lied van zijne hand (Gezang, blz. 88), maar waarvan.
het metrum min geschikt scheen om er eene goede melodie
op te vinden. (Hand. tweede Haagsche coetus blz 7 en 22).
Gez. 112. Van éfe JTew^^fo naair G^//^^ (1® Weihnachta-
(2e) Geboren 1781, geneesheer te Amsterdam, overleden 1705.
25
lied). Loize teekent aan, dat er nog al in veranderd was,
b. V. de twee laatste regels van vers 1:
//Hem viere met erkentenis^
i^Wie vriend van God en Jezus is.^*
Met die veranderingen werd het bij afwezigheid van
van de Kaêleele, die door zijne staatsbetrekking verhinderd
werd de zittingen van den tweeden Haagschen coetus
dikwijls bij te wonen , voorloopig aangenomen. Later zelf
tegenwoordig zijnde, vorderde hij, dat het lied blijven
zon , zooals hij het geschreven had.
Gez. 113. FeitA.
Gez, 114. Fan de Kasteele (Gezang, blz. 17). Er is in
veranderd.
Gez. 115. Tan de Kaèteele qxü van den Berg wviViX Qellert
(2*® Weihnachtslied). De vertolking van van de Kaateele
(Mengelpoezij van van Alphen en van de Kasteele blz. 348)
was ingezonden door Lotze, Er bestond echter ook eene
vertaling door van den Berg, De tweede Haagsche coetus
(blz. 39) besloot deze twee stukken te vergelijken en uit
beiden Gez. 115 zamen te stellen.
Gez. 116. Bruining.
Gez. 117. d. Rutgers. De Amsterdamsche predikant
P. Haak had een Engelenzang ingezonden (beginnende :
Eer en roem zij Isrels Koning), maar men oordeelde^
dat dit lied , hoewel nielr van de slechtste , weinig van den
Engelenzang had. Bovendien meende men, dat zulk een
lied, om niet in strijd te komen met de verschillende
uitleggingen, kort moest wezen. Rutgera bood hierop in
den tweeden Haagschen coetus (blz. 40) zijn gedicht aan ,
maar nam het later terug, omdat het hem niet beviel.
Feith maakte er eenige verandering in en nu werd het op
de algemeene vergadering van 1805 (Uz. 51, 54) aange-
nomen. Het heeft zeker bij Feühs redactie gewonnen. De
vier laatste r^els van Rutgera lied luidden:
Juicht van *t eeuwig welbehagen,
Dat de Heer in menschen heeft.
26
Alles juicht: de Heiland leeft!
Halleluja! Welbehagen.
Qez. 1 18. Van de KasUele naar Qellert (ü^ Passionslied).
Lotze teekent aan , dat hij er te vergeefs op aandrong in
vers 2 God zelv' te veranderen in Oods zoon (GelleH heeft :
Yereint mit Gott, ein mensch gleich uns auf Erden), als
ook, dat de Commissie de twee eerste regels van vers 18
had veranderd in :
Ja, zoo ik steeds het pad der deugd betrede,
Geloovig waak en strijd in den gebede^
maar dat van de Kasteele bepaald gevorderd heeft zijne
woorden te herstellen, zooals dan ook geschied is.
Gez. 119. Van de Kasteele naar Oellert (1"*® Passions-
lied). Ook hier trachtte Lotze met de bewering, dat het
onzin was God als lijdende voor te stellen , te vergeefs in
vers 2 God zeW in God% zoon te veranderen.
Gelieft schreef:
Bath, Kraft und Friedefurst nnd Held!
In fleisch und blut gekleidet.
Gez. 120. jS. &^ff^^é (27) maar aanmerkelijk veranderd.
Adriani dicteerde R. Schutte en van den Berg.
Gez. 121. FeitA. De dichter zelf heeft het als het zijne
geteekend. Dat er nogtans op sommige naamlijsten staat :
FeitA en t;. d, Kaeteele^ vindt zijne aanleiding daarin , dat
er ook van laatstgenoemden (M. S. voorioopig aangenomen
liederen n®. 79) een lied op Jezus' Grootheid, voorko-
mende in zijne Nieuwe Gezangen blz. 68, ter tafel was
en wel in dezelfde maat, als dat van FeUh.
Gez. 122. Van de Kaeteele.
Gez. 128. J. Scharp.
Gez. 124. Van den Berg naar SehlegeL
Gez. 125. Dr. J. FoUenhoven^ volgens sommige naam-
lijsten bewerkt door SeAarp, volgens Adriani door X, M,
Engetteria, Uit de voorhanden zijnde notulen blijkt noch
het een, noch het andere.
(27) Z. mijn Godg. Nederland UI, bladz. 329 veryolgens.
27
Gez. 126. Van Alphen.
Gez. 127. Van Alphen.
Gez. 128. FeUh. Aan den tweeden Haagschen coetos
(blz. 19) beviel dit lied niet. Zelfs staat op den kant in
de M. S. voorhopig aangenomen liederefh : niet mooi. Later
is er iets, maar niet veel in veranderd, en zoo is het,
ofschoon door den coetus gepasseerd, op de algemeene
vergadering van 1805 aangenomen.
Gez. 129. A, L. Barbaz (28). Het is gerevideerd door
Feilh en tot vier coupletten verkort. Handel, der algemeene
vergadering 180S blz. 61.
Gez. 130. FeUh.
Gez. 181. Fan den Berg,
Gez. 132. B. MiJkini (29).
Gez. 133. Follenhoven.
Gez. 134. A, Ruigere.
Gez. 135. Van den Berg naar Oelleri (1ste Osterlied).
Er is door de Commissie veel in veranderd en hierbij,
zooals Lotze mededeelt, gebruik gemaakt van eene vertaling
van Mr. J. Hinlópen. Van daar wordt op sommige naam-
lijsten (niet geheel te onrecht) geschreven : ran den Berg
en Hinlópen naar Gellert,
Gez. 136. Van den Berg naar Lavater.
Gez. 137. Van den Berg naar Gellert (2de Osterlied).
van den Berge vertaling werd vergeleken met twee andere
en daaruit verbeterd. Hand. tweede Haagsche coetus
blz. 44.
Gez. 138. Van de Kasteele urbi van Alphen en van der
Roest. Het komt, zooals het nu geredigeerd is, in de
M. S. f^oorloopig aangenomen liederen voor onder n**. 81 ,
het stuk van /. van den Roest onder n^. 66.
Gez. 139k Bruining.
Gez. 140. Van den Berg naar Klopstock. De dichter
(28) Oeb. 1770 te AmBterdam, Btedeiyk ambtenaar, overleden
J833.
(29) Geb. te Amsterdam 1701, laatst predikant te Papendrecht,
overleden 1767,
28
heeft met Lotze het oorspronkelijke tot 7 verzen ver-
minderd. M. S. voorloopig aangenomen liederen n^ 35.
Gez. 14L Feith. Het vond in den tweeden Haagschen
coetas groote tegenkanting. Sommigen vonden het bieren
daar flaaw^ de denkbeelden verward enz. M. 8. Voorloopig
aangenomen liederen w9, 57. Men kan niet zeggen, dat
Feith door zijne medegecommitteerden te welwillend is
bejegend.
Gfez. 142. Bruining.
Gez. 148. Fan de Koêieele,
Qez. 144. Feith, Van den Berg heeft er iets in ver-
anderd. Hand. tweede Haagsche coetas blz. 33 en 36.
Gez. 145. Van den Berg naar Lavater. De Commissie
heeft veel veranderd.
Gez. 146. Van Alphen,
Gez. 147. W, van de Velde (30). Door sommigen
wordt zijne echtgenoot genoemd, maar Lotze, Adriani en
de M. S. voorloopig aangenomen liederen n^ 6 kennen
het lied bepaald aan W. v, d. Velde toe.
Gez. 148. Bruining.
Gez. 149. Van de Kaeteele.
Gez. 150. A, Ruigere,
Gez. 151. Van den Berg.
Gez. 152. FeitA, Van het oorspronkelijke is veel ver-
anderd en een geheel couplet weggevallen, M. S. voor-
loopig aangenomen lied, n®. 62,
Gez. 153. A. Ruigere, Hij had eerst een ander pink-
sterlied geleverd, maar dit was reeds door den Utrechtschen
coetus afgekeurd^ en gezang 151 (van van den Berg)
daarvoor in de plaats gesteld. Op den tweeden Haagschen
coetus (blz. 41 en 43) bracht Ruigere een v^beterde
en gedeeltelijk nieawe bewerking ter tafel en deze werd
aangenomen.
Gez. 154. Vrouwe C F. van Raeefeldt geboren van
Sytzama. De Commissie veroorloofde zich menige veran-
dering. M. 8. voorloopig aangenomen lied. n^. 34.
(30) Qeb. te Amsterdam 1751, overleden te Belfshayen 1827.
29
Gez. 155. J. Schar p naar /. WaiU (geboren te Sou t-
hampton 1674, presbijter. predikant te Londen, overleden
1748). Door Lotze^ Adriani, in de M. S. voorhopig aan-
genomen lied, n®. 161 en in de Hand. van den tweeden
Haagschen coetas bladzijde 49, 44, wordt van geene
navolging of vertaling gesproken. Toch is 't zeker, dat
Scharp dit lied uit de Gezangen van het Eugelsch Zende-
lingsgenootschap (waarin het was overgenomen uit JFats
tie Peahne of David, imitated in New Testament language)
vertaald, en, eerst met anderen te Amsterdam in 1799
uitgegeven hebbende, later voor onzen bundel heeft aan-
geboden. Vgl. Dr. Benninck Janeeonius blz. 806.
Gez. 156. Van den Berg naar (7^/^^ (der Schutz der
Kirchen).
Gez. 157. Van den Berg (Oden IV, 25).
Gez. 158. Feith.
Gez. 159. Van de Kaeteele, (Mengelpoezij van van
Alphen en van de Kasieele blz. 354) naar Qellert (Am
neuen Jahre).
Gez. 160. Feith. Aanvankelijk was men met dat lied
niet ingenomen. Hand. van den tweeden Haagschen coetus
bladzijde 28«
Gez. 161. Verscheidenen. Zoo zeggen de Hand. van
den tweeden Haagschen coetus bladz. 14 en boven het
afschrift, in de M. 8. voorloopig aangenomen lied.n^. 118,
staat variorum. Adriani dicteerde : Scharp en van de Kasteele
naar bet hoogduitsch. Vermoedelijk is het dus meest van
deze twee. In de oflBcieele bescheiden wordt van geen ver-
taling gesproken.
Gez. 162. B, van fVeemen, A. Butgers heeft er veel
in veranderd. M. S. voorloopig aangenomen lied. n°. 203.
Gez. 163. Van den Berg. Adriani dicteerde: A. van
den Berg en J. Scharp naar het Luthersch Gezangboek.
In de M. S. aangenomen liederen n^. 155 wordt alleen
v. d. Berg genoemd. Uit de notulen van den tweeden
Haagschen coetus, bladzijde 32 en 36, blijkt dat de leden
zich 80 Mei 1805 herinnerden, dat er aan den bundel een
30
lentelied ontbrak en dat toen hunne aandacht gevestigd werd
op een lentelied van van den Berg, voorkomende in zijne
Oden ir bladz. 113. Den volgenden dag gaven al deleden
hunne consideratien over dit zangstuk , vooral Scharp.
Fan den Berg heeft het toen, van die consideratien gebruik
makende, overgewerkt, Er bestaat dus geen reden om hem
uiet als den auteur te noemen.
Qez. 164. van den Berg en A. Butgere naar G. C.
Sturm (geboren te Augsburg 1740, laatst hoofdpredikant
aan dePetri kerk te Hamburg, overleden 1786). Buégere
bragt eene veranderde redactie van van den Bergs zomer-
lied (Oden II, 95) ter tafel, en, zoo geredigeerd, dus
door beiden bewerkt, werd het onder n^. 163 voorloopig
aangenomen. Hand. van den tweeden Haagschen coetns
bladzijde 47 en 50.
Gez. 165. Bilderdiji naar Munter. Reeds op den eersten
Haagschen coetus (September 1804) hadden van de Kas-
teele en A, Bulgers in hun praeadvies (z. het achter de
notulen van dien coetus) aangeraden een herfstlied van
van den Berg voorloopig aan te nemen ^ gelijk het dan
ook reeds vroeger in een praeadvies van van den Berg e, s.
dd. Arnhem 18 Februarij 1804 (ook op het synodaal
archief berustende) ernstig was aangeprezen. Den 28 Mei
1805 kwam bij den tweeden Haagschen coetus (bladzijde
24) een herfstlied ter tafel, door een onbekende vertaald
uit Munter's £r. sammlung n^. 43. Men vond er veel
schoons , maar ook te veel toespeling in op den wijnoogst ,
en dus op Duitsche toestanden. Men besloot het te pas-
seeren, te meer, daar men reeds een herfstlied had. Nu
vind ik wel opgeteekend , dat dit lied (// Reeds daalt met
een onwolkt gezicht'") , op de algemeene vergadering van
1805 blz. 82 en 84 door de Commissie gerevideerd en
door die vergadering voor den bundel bestemd werd , maar
niet opgegeven , wat bewogen heefb van een vroeger besluit
terug te keeren. Het gezang behoorde tot het zestal door
een onbekende ingezonden. Dat die onbekende Bilderdijk
was, bleek toen hij in 1806 eenige dier stukken in zijne
31
Nieuwe Mengelingen opnam. Het Herfstlied zelf werd door
Da Costa in de Nalezingen als Bilderdijks werk erkend.
Waarschijnlijk heeft A. Botgers het in de correctie-com-
missie gerevideerd en dit aanleiding gegeven , dat in som-
mige naamlijsten Ruigere of Bilderdijk als auteur vermeld
worden.
Gtez. 166. FeitL Blijkens de M. S. voorloopig aangc'
namen liederen vP. 128 viel dit stuk der praead viserende
commissie ^ellendig"^ tegen , als verward en onverstaanbaar ,
vooral aan van den Berg en Jorieeen, Op den tweeden
Haagschen coetus (bladzijde 18) werd het echter voor-
loopig aangenomen. Alleen wenschte men regel 5 van vers
1 veranderd te zien. De zon ons zijlings en van verre was
eene nataorkundige onwaarheid. Lotze vooral ijverde hier
tegen.
Oez. 167. Van den Berg naar Siurm, Sommigen ook
Lotze, hebben </. C, Boot naar Sturm, Adriani dicteerde
terecht van den Berg, Dit blijkt uit de M. S. voorloopig
aangenomen lied, n^. 84^ waar niet alleen van den Berg^
maar ook 's mans oden III, 87 genoemd worden^ en
tevens vermeld, dat uit het oorspronkelijke het 4e con-
plet is weggevallen, omdat hier geen wijnoogst is^ en
het laatste couplet (vers 5) er bijgevoegd.
Gez. 168. /. C, Boot (31). Van den Berg heeft er in
veranderd.
Gez. 169. Sehutte. Er is veel door de Commissie ver-
anderd. Daarom schrijft Loize naar ScAutte.
Gez. 170. ƒ. Jordens (32).
Gez. 171. Heitk.
Gez. 172. Teiti.
Gez. 173. ü. M. Engelberts (33) of J. Scharp, Som-
migen met Lotze aan het hoofd noemen Engelberte , ande-
(31) Geb. 1761 te Leur, laatst predikant te Arnhem, overle-
den 1834.
(32) Geb. 1755 te Amsterdam, overleden 1817.
(33) Geb. te Noordlaren 1731, laatst predikant te Hoorn, over-
leden 1807.
38
ren met Adriani, Seiarp. Ik darf niet beslissen. De stuk-
ken op het synodaal archief geven geen licht. Het gezang
is niet ingeschreven in de voarloópig aanffenomeu liederen.
Wel komt het als n<>. 226 in de notulen van de groote
vergadering, bladzijde 76, 82 en 84 voor, maar nergens
wordt de naam des auteurs genoemd.
Gez. 174. JF. van de Velde, In de M. S. voorloopig
aangenomen liederen n^ 26 en 27 en door Zolee, die ze
ter tafel bracht, wordt dit en het volgend gezang aan
W. van de Velde en niet, zooals sommige naamlijsten
willen, aan zijne echtgenoot toegekend.
Gez. 175. JV, van de Velde.
Gez. 176. Van den Berg (Oden IX, 59) naar Cramer.
Gez. 177. Van den Berg (Oden IV, 78). Het laatste
couplet werd er, op verzoek van den tweeden Haagschen
coetus (bladzijde 4) bijgevoegd als een meer eigenlijk Gods-
dienstig slotvers.
Gez. 178. A. Rutgers,
Gez. 179. Feitk. De dichter heeft het in het onder
mr. H, O. Feith berustend gezangboek met geen F. getee-
kend. Toch is het van hem. De akten, de M. S. voor-
loopig aangenomen liederen n^ 135, Lotze en Adriani
noemen hem. Misschien schreef Feith er niet de F. bij ,
omdat in het lied eenige verandering gemaakt en een
geheel couplet geschrapt is. In het eerst wilde de verza-
melings^commissie geen morgen- of avondliederen , als meer
voor bijzonder gebruik geschikt. lister kwam men hiervan
terug, omdat die soort van liederen in alle gezangboeken
werden gevonden. Hand. van den tweeden Haagschen coetus
bladzijde 8.
Gez. 180. Bruining. In sommige naamlijsten worden
Bruining en Rutgers, in andere, ook door den doorgaans
vertrouwbaren Adriani^ Bruining, Rutgers en van den Berg
genoemd. Te vergeefs heb ik, om dit verschil op telos-
sen, het Synodaal archief geraadpleegd. Ik vermoed, dat
het oorspronkelijke van Bruining, maar dat, zooals dik-
wijls gebeurde, dit door A. Rutgers en van den Berg aan-
38
merkelijk veranderd is. Adriani voegt er bij : naar Qellert,
Er zijn zeker in dit gezang denkbeelden van bet abend-
lied des Duitscben dichters (Pür alfe güte sey gepreist u.
s. w.)^ maar eene vertaling of bepaalde navolging is het niet.
Oez. 181. Van den Berg naar Klopstock. De commissie
veranderde veel.
Gez. 182. W. de Roo (84).
Oez. 188. Anna Maria Moen8[^h). Fan den Berg heeh
er in veranderd. Iland. van den tweeden Haagschen coetus
biz. 84, 86, 39. Op vele naamlijsten ook door Adriani
en Lolze wordt Peironella Moens genoemd. Uit de aan-
gehaalde notulen blijkt ontegensprekelijk , dat niet deze
bekende blinde, maar Anna Maria de dichteres is van
gezang 183.
Qez. 184. Fan den Berg naar N. Hermann (Cantor in
Joachim«dal in Bohemen, overleden 1561).
Qez. 185. W, Sluiter (36) geredigeerd door van den Berg.
Gez. 186. Fan den Berg nhtif dr. J. G. Krak (geb. 1735,
laatst predikant te Priesnitz in Saksen, overleden 1810).
Gez. 187. FeitA naar C. F. Weisse (geb. 1726, overl.
1804).
Gez. 188. van den Berg , naar Sturm, Zoo schrijven de
M. S. voorloopig aangenomen liederen n*'. 30, Adriani
en Lotze. Op vele naamlijsten , ook bij Dr. Bennink
Janssoniue, staat naar /. G. Pfranger^ (geboren 1745,
hoofdprediker te Heiningen, overleden 1790). Het kan
zijn, dat het lied oorspronkelijk van laatstgenoemde is.
Sturm nam in zijne liederbundels ook stukken van
anderen op, zonder hunnen naam te vermelden.
Gez. 189. van Alphen en Ruigere. Het lied is voor
een gedeelte uit van AlpAens Cantate : de hoop der zalig-
heid (te vinden in zijne Mengelingen in proza en poezy),
voor het andere deel van A. Rutgers.
(M) Geboren 1753, laatst predikant te Tiel, overleden 1831.
(35) Geboren te Hoorn 1777. Zij had eene bloeiende kostschool te
Ede en is overleden 1832.
(36) 2. Godgel. Ned. YI, blz. 367 verv.
3
34
Oez. 190. W. Sluiter^ bewerkt door van den Berg.
Gez. 191. Feith.
Gez. 192. van den Berg naar Gelleri, (Trost des Ewigen
Lebens.)
Op deze breede opgave , die alleen dient om de grond-
slagen aan te wijzen , waarop het resultaat van mijn onder-
zoek rust , laat ik eene tweede volgen om , naar het ver-
langen van de Synode^ in het vervolg achter de uitgaven
der Evangelische gezangen geplaatst te worden. Uit den
aard harer bestemming moet zij zoo beknopt mogelijk
zijn. Ik heb dan ook grond om te verwachten , dat tegen
deze vorm bij de gezangencompagnie geen bezwaar zal
zijn. Ik wensch alleen dat' bij den druk van de naamlijst
eene door President en Secretaris van de commissie van
toezigt geteekende verklaring worde gevoegd, waaruit
blijkt, dat die naamlijst van onze Commissie is uitgegaan.
n.
Mr. H. van Alpken, Gezang 15, 20, 27, 51, 66,
87, 102, 103, 108, 126, 127, 146.
Van Alphen en Mr. P. L, van de Kaateele 22 , 69 ,
Van Alphen en A. Ruigere 189.
A. L, Barbaz, Gezang 129.
A, van den Berg, Gezang. 18, 84, 80^ 81, 92,104,
181, 151, 157, 163, 177. Naar G. Brandé 76, naar
J. A. Cramer 18, 29, 32, 33, 74, 176, naar Cramer
en C. C. Sturm 7, naar Gellert 12, 16, 59, 60, 78,
135, 137, 156, 192, naar JST. C, Heeier 36, naariVT.
Hertnann 184 , naar J. A. Hermea 105 ,iiaar Klopstock 41 ,
101, 106, 140, 181, naar J. G. Krak 186, naar J.
C. Lavaier 67 , 90, 136, 145 , naar B. Munter 6,9,
naar C. F, Neander 57, naar «/. A, Schlegel 58, 75 ,
124, naar C. F. D Schubart 83, riaar Sturm 167, 188,
naar de 65 cantique in het Waalsohe Gezangboek, (ge-
volgd naar C. Crasselius) 1.
85
Van den Berg en van de Kaeteele naar Oellert 115.
van den Berg en Rutgera naar het te Deum 8, naar
Sturm 164. van den Berg , Ruigere en Seharp naar ƒ.
P. Kasteletjn 72. e;a»^;e B^f^ en Mejufvrouw va» de
Velde geboren Helmcke 55.
W, Bilderdijk naar Munter 8, 165.
J. 67 5öö^, 168.
H. A. Bruining 91, 116, 139, 142, 148, 180.
J. Doyer, 77.
Mejufvrouw J. F. Drijfhout, 86.
B. EUkink, 182.
E, M, Engelberts of /. Seharp y 173.
Mr. üï>4. J^öiM, 14, 23, 25, 26, 31, 37, 48, 53,
^^, 82, 84, 88, 89, 110, 118, 121,128,130,141,
144, 152, 158, 160, 171, 172, 179, 191. Naar het
Bremer Gezangboek 10, 11, naar Ia confession des péchés
35, naar de Dankzegging na het avondmaal 98, naar T,
Clauênitzer 93, naar Munter, 166, naar C. F. Weisse
187. — Naar FeitA, 54.
Mr. ƒ. Hinlopen 49, 56, naar Oellert 71.
J, Jordens 170.
Mr. P. L. van de Kasteele 45, 46, 47 111, 114,
122, 143, 149. Naar van Alphen en van der Roest
138, naar Oellert 42, 112, 118, 119, 159.
Mr. /. P. Kleijn 24.
Mejufvrouw C. A. van Lier 28.
/. van Lodenstein 21, 43, 62, 68.
Mejufvrouw A, M, Moena 188.
H. G. Oosterdijk 107.
Vrouwe C. F. van Raeseldt vanHeemse, geboren van
Sytzama 44, 154.
W. de Roo 182.
A. Ruigere, 30, 40, 63, 94, 95, 96, 97, 99,100,
109, 117, 134, 150, 153, 178. Naar O.Neumarkll,
naar het Hoogduitsch 70.
Dr. J. Seharp, 5, 38, 52, 61, 78, 3 23. Naat J.C.
Zitnmermann 39, naar 7. Watts 155.
36
R. Schutte en A. va» den Berg IZO.'Nmx Schutte 169.
ÏF. Sluiter 185, 190.
W. van de Velde 147, 174, 175.
Mejofvrouw /. E. van de Velde, geboren Helmcke 2 ,
50, 79. 85.
Verscheidenen 161.
Dr. J. VoUenhoven 64, 125, 138.
B. van Weemen 19, 162.
A, J. Zubli naar Cramer 4.
Uit het door mij medegedeelde blijkt, dat slechts de
auteurs van een paar gezangen^ bepaaldelijk van gezang
161, en 173, niet met volkomen zekerheid kannen opge-
geven worden.
Breda, 26 Februarij 1880.
Dr. B. Glasius.
VAN DE
OPBRENGST DER GEWONE COLLECTE
ten behoeve van het fonds voor noodlijdende
kerken en personen
in het Jaar 1879.
ClaHsis Am
hem.
Classis Nijmegen
Arnhem . . .
/'SéO.öO
Nijmegen . . . f 45,90
Oosterbeek
. 23,14
MUlingen ca. . 1,50
Bozendaal
. 15,27
Ooij ca. . . . 21,79'
Bheden .
27,40
Beek ca.. . . 12,51»
Ëllecom
. 12,07
Beuningen ca.. 8,00
Spankeren
18,13
Neerbosch e. a. . 24,40
Dieren ,
16,90
Heumen ca. . 4,79
Schaarsbergen . .
. 20,50
Over- en Neder- Asselt 3,16
Wageningen .
. 19,90
Qroesbeek . . . 21,67'
Scherpenzeel . .
7,30
Batenburg c a. . 2,50
Hoeveilaken
7,00
Bergharen c a. . 5,25
Apeldoorn . . . .
. 62,05
Altforst ca.. . 1,70«
Beekbergen . . . ,
5,00
Maasbommel c. a, 3,61'
Nijbroek • . <
6,53
Wainel c 'a. . . 5,00
Terwolde ,
10,00
Leeuwen c. a. . 4,19'
Twello . ,
15,94
Uorssen . . . ' 3,90
Wilp . .
6,00
Druten c a. '. ". " 1,81
Voorst . ,
•
8,15
Winssen '. . . 4,00
Loenen .
4,10
Eist ..... 21,25
Brommen .
«
21,74
Hessen c a. . . 9,17
Hoenderloo.
3,50
Lent. . . . . 16,00
Eerbeek
•
< *
11,25
Gent ca. . . 12,55
■ • > ■
-
Geheel
/•662,37
Overbrengen ^234,6 7
23
354
Overgebragt /234,67
Bemmel . .
Herwen ,
Lobith . .
Angeren
Haissen c. a
Ëlden . .
Heteren
Randwijk c. a
Hemmen .
betten c. a.
Valburg c. a.
Slijk-Ewijk c. a.
Herveld
Driel . .
Ylachtheuvelkerk
4,50
2,00
18,20
5,50
17,60
1,725
14,20
4,04
8,00
3,48
7,20
4,75
6,775
5,00
10,00
Geheel ƒ 342,64
Classis Zotphen.
Zutphen
Gorssel .
Warnsveld
Almen .
Laren .
Locbem
Gelselaar
Geesteren
Buarlo •
Vorden .
Barchem
Wichmond
Uoesborgh
Steenderen
Hengelo
Eeppel .
/'196,40
9,00
20,00
75,30
9,00
30,76
3,15
6,55
76,49
34,00
10,85
7,25
23,12
31,89
12,54
8,00
Overbrengen /553,30
Overgebragt /558,30
Drempt . . .
. f 6,65
Angerlo . .
12,75
Bahr en Latbnm,
6,46
Westervoort .
14,45
Zevenaar . . ,
20,00
Didam . . .
6,00
Wehl . . .
2,47
Doetinnhem . ,
70,16*
Hummelo . . ,
29,68*
Zelhem . . .
9,15*
Zeddam . .
10,50
's Heerenberg . ,
5,00
Gendringen . ,
21,00
Silvolde . . .
7,20
Dinxperlo . . ,
32,50
Yarsseveld . .
. 13,60
Etten . . . .
5,98
Halle . . . .
4,40
Winterswijk .
. 25,05
Groenlo . . .
21,00
Bekken . . . ,
6,15
Neede . . . ,
11,76
Eibergen . . ,
12,00
Borcolo . . ,
18,07
Licbtenvoorde . .
5,48
Aalten . . . ,
17,8»
Breedevoort .
10,00
Hasrlo . . .
2,60*
Geheel /'955,45
Classis Ti el.
Tiel f 45,25
IJzendoom. . . 4,03
Hienen Doodewaard 3,64'
Echteld. . • . 3,60
Overbrengen f 56,5 2 ^
355
Qfeigebragt / 56,62«
Zoelen , .
Avezathen .
Wadenoijen.
Kuilenburg.
Tricht . .
Erichem. .
Asch.
Ingen , .
Eek en Wiel
Manrik • .
Bijswijk . ,
Bavenswaaij.
Ommeren .
Lienden . .
Kesteren •
4,54»
2,00
2,50
15,43
8,00
1,65
5,90
3,60
1,05
7,25
4,00
4,06»
2,50
12,25
2,29»
Geheel ƒ128,56
Classis Bommel.
Zalt-Bommel
Hurwenen
Bossum.
Driel. .
Hedel .
WelL .
Bruchem c. a.
Nederhemert
Brakel •
Gameren
Tuijl. .
Haaften .
Hellouw.
Herwij nen
Vuren en Dalem
/
85,46
4,00
3,86»
4,75
13,78
3,15
6,09
4,02
0,90
3,75
5,00
4,218
1,95
8,56
5,00
Overbrengen f 102,89
Overgebragt /* 102,89
Aoqnoy . . .
Beest . . .
Bampt . . .
Qellicam en Bhenoy
Dell en Enspijk
Geldermalsen .
Est ... .
Meteren. . ,
Opijnen o. a. .
Varik . . .
Ophemert . .
4,90
17,72»
4,50
2,50
10,22
5,20
0,62
3,91
20,00
2,50
10,42
Geheel /"l 85,39 «
Classis Harderwijk.
Harderwijk
Barneveld
Doornspijk
Elbnrg .
Elspeet .
Ernst .
Epe . .
Ermelo .
Garderen
Hattem .
Heerde .
Hierden .
Eootwijk
Nijkerk .
Nanspeet
Oene. .
Oldebroek
Oosterwolde
Patten . .
/ 41,68
18,49
9,25
13,66
4,20
7,52»
10,60
4,50
7,51
21,00
26,60
4,71
1,50
41,50
13,00
8,32
15,00
30,25
22,15
Overbrengen /* 296,34»
3Ö&
Ov«rgebr»gt f 296,84^
Overgebragt ƒ 50^,25*
Vaassen • .
4,00
Schiedam . ■ . .
45,20
Veessert . • . ,
7,26
Vlaardingen . .
84,00
Yoorthuizen . ,
6,47»
Bozenburg . .
8,27
Vorchten . . ,
6,00
Maassluis . . ' .
25,41
W apen velde . .
7,00
Maasland . . •
26,20
Wezep . . • . ■ ,
9,00
Kethel . ...
16,50
p
Delfshaven . .
86,15
1
Hillegondsberg .
12,00
Geheel
i f 836,07
Overschie . , .
68,00
ê i
»
Berkel . • - . .
Bergschenhoek - .
9,20
» . k
•
11,25
Classis 's Gravenhage.
Bleiswijk . . .
6,00
Moerkapelle' . ■ .
5,40
'sHage • . .
/ 758,67»
Zevenhuizen . • .
6,08
Delft . . . ,
360,26»
Kralingen. . .
105,10
't Woud . . ,
4,50
Capelle a/d IJssel
9,62
de Lieif • « .
5,20
IJsselmonde . .
11,18
Schipluiden . ,
11,65
Charlois . , .
^ 20,92
Pijnacker . . . «
53,16
Pernis ....
8,41
Nootdorp • . ,
10,05
Hoogvliet . . .
2,38
Soetermeer en
Poortugaal . .
14,07
Zegwaard . .
21,10
Bhoon. . . .
9,50
Voorburg . . .
56,50
Barendrecht . .
5,08
Loosduinen . . .
14,65
2,62»
ter Heide . , ,
Monster . . .
29,55
Geheel
/ 1048,125
's Gravesande .
83,00
7,00
Wateringen . ,
Leidschendam. .
3,60
Classis Le
Leiden . . .
iden.
Geheel
/1371,42»
7 170,00
• /
Noordwijk binner
1. 22,85
Noordwijkerhout
1,75
Classis Boti
terdam.
Hillegom , .
. 10,00
Lisse. . . .
. 16,00
Botterdam (N. U.)
f 410,25»
Sassenheim , .
18,51
Botterdam (Sch.)
92,00
Voorhout . .
' Overbrengei
8,25
Overbrengen
f 602,25»
a f 287,86
357
Overgebragt f 237,86
Overgebragt f 207,04
Warmond . . .
19,00
Qroote Lindt t. a.
1,00
Oegstgeest . . .
42,87 «
H. Ido Ambacht .
11,00
Katwijk binnen .
8,52
Ridderkerk . . .
12,00
Katwijk aan Zee •
22,02
Bijsoord. . . .
7,00
Noordwijk aan Zee
4,09
Oud-Beijerland. .
19,00
Valkenburg. . .
4,60
Zuid-Beijerland .
4,60
Voorschoten . ,
47,20
Numansdorp . •
20,00
Oudshoorn . , .
58,00
Strijen ....
11,60
Woubrugge . .
6,64
Westmaas . . .
8,00
Hoogmade • .
6,87
Cillaarshoek . .
2,50
Koudekerk . . .
12,62
Mijnsheerenland .
12,63
Leiderdorp . . ,
. 22,80
Heinenoord. • .
3,11
Zoeterwoude • .
2,00
's Gravendeel • .
25.00
Benthuizen . . .
3,60
Sliedrecht . .
41,00
Hazerswoude . ,
. 15,40
Papendreeht . .
17.60
Boskoop. . .
. 31,00
Wijngaarden • ,
4,00
Woerden . . ,
9,00
Oud Alblas .
8,10
Bodegraven. .
7,16
Alblasserdam .
. 81,00
Aarlanderveen .
10,845
Nieuw Lekkerlanc
l 7,35
Nieuwkoop . .
6,50
Streefkerk . . .
6,42
Noorden . .
3,50
Bieskensgraaf .
6,60
Nieuwveen . .
. 30,00
Ottoland . .
9,50
ïer Aar . .
4,00
Goudriaan . .
5,00
Oude Wetering
6,94
Gorinchem . .
. 100,00
Zevenhoven
. 14,50
Arkel . . .
. 15,00
Leimuiden . •
. 11,25
Hardinxveld .
. 18,87»
Zwammerdam .
8,00
Giessendam
. 17,56
Giessen Nieuwker]
Giessen Oudkerk
L 1,40
8,00
f 656,17
Spijk. . . •
Classis Go
4,50
Classis Dorc
[recht.
.ƒ 188,075
f 646,28*
Dordrecht . .
nda.
Dubbeldam. .
6,265
i
Zwijndrecht
. 17,70
Gouda . . .
0«7 A1[iKll*0*l tttXW
./ 68,27»
■ ■■VAaWwAVk ««A««
ƒ OA7 H/L
t Aft 9.7S
358
II' J . i m^tmtmivn
OTOtgebragk / 68,27*
Nieuwerkerk a/d IJ
Waddinxveen
Seeuwijk .
Slaipvijk .
Schoonhoven
Lekkerkerk
Berkenwoude
Stolwijk
Willige Langerak
Krimpen a/d IJssel
Vianen . .
Leksmond .
Ameide c. a.
Langerak bez. de
Lek . .
Mieawpoort
Groot- Ammers
Meerkerk .
Leerdam .
Asperen
Heukelum .
Kedicbem .
Oosterwijk .
Nieuvland .
Leerbroek .
Schoonrewoerd
Zijderveld .
Hekendorp .
^,50
14.24
3,60
12,00
10,80
7,67
2,01
29,41 «
9,10
13,20
26,60
12,10
6,13
1,37
1,50
4,30
16,25
7,26
2,50
7,02
6,88
2.60
2,60
8,00
19,00
l,86s
5,30
91
0?ergebfagt f 46,74
Geheel^ 298,98 «
Classis Brielle.
Brielle • . .
Hellevoetsluis .
Nieuwenhoorn .
22,09
15,40
8,25
Overbrengen f 46,74
Brielsoh Nieawland
Zwartewaal .
Bockanje .
Nieuw-Helvoet
Zaidland .
Geervliet .
Spijkenisse •
Hekelingen.
Abbenbroek
Oudenhoorn
Goudswaard
Priershil
Heenvliet .
Simonshaven
Goedereede .
Den Bommel
Dirksland .
Sommelsdijk
Stellendam .
Melissant .
Oude Tonge
Ooltgensplaat
Middelbarnis
Herkingen .
Ouddorp .
Stad a/t Haringvliet
Nieuwe Tonge . .
2,25
5,00
2,00
3,08
5,80
4,00
6,52
2,00
2,40
1,10
8,00
2,20
6,00
7,33'^
5,50
6,00
10,00
6,60
1,85
2,83
9,50
6,50
10,805
1,27
13,50
6,30
2,88
Geheel ƒ 180,46
Classis Amsterdam.
Muiden . .
Eortenhoef . .
'sGravenland .
Diemen . . .
■f
7,75
10,00
27,14
9,60
Overbrengon f 54,49
S59
Overgebiagt
f 54,49
Overgebragt f 289,68
Hilversum . . .
26,a7
Santpoort . . .
12,05
Amsterdam Eng.
Uoutrijk en Polanen 2,50
Gem. . . .
28,26
Heemskerk . . ,
4,01
Nederhorst den
Haarlemmermeer
. 20,21*
Berg ....
31,58
Nieuw- Vennep. ,
10,86
Amsterd. gec. N.
West-Zaandam. .
13,41*
K. 6 Julij . .
8,00
Oost-Zaandam . .
53,015
Ankeveen . . .
6,00
Oostzaan . . .
12,85
Maiderberg. . .
8,28»
Jisp
7,50
Naarden . . .
6,97
Wormer. . . .
7,68
Huizen . . . .
28,36'^
Koog a/d. Zaan .
13,805
Bassam. . . .
18,76
Westzaan . .
30,24«
Uithoorn . . .
22,10
Assendelft . . ,
7,16
Ouderkerk a/d.
Wormerveer
45,76
Amstel . . .
20,00
Krommenie . .
. 86,07
Aalsmeer . . .
84,24»
Krommeniedijk
5,00
Amstelveen . . .
14,25
KnoUendam
9,00
Sloten . . . .
25,55
52,91
Sloterdijk . . .
Geheel
f 580,265
f 365,085
Geheel
Classis Alk
maar.
■ 1 ■ %m V* m •
Classis Haarlem.
Haarlem . .
Spaarnwoude e. a
Heemstede .
Bennebroek.
Zandvoort .
Bloemendaal
Meerenberg.
Velzen . •
Castricnm .
Uitgeest . .
Wijk aan Zee en D
27,10
8,00
16,11
20,87
40,06
184,725
12,00
11.215
10,15
10,45
4,00
Overbrengen f 289,68
Alkmaar. . .
Heilo • . .
Akersloot . .
Limmen. • •
Egmond binnen
Bergen ...
De Bijp . .
O. en W. Graftdijk
Groot Schermer
Zuid-Scharwoude
Broek op Langen-
dijk . . . .
Noord-Scharwonde
138,505
19,06
5,98
22,50
10,00
85,02
15,36
9,00
22,745
4,00
14,45
7,00
Overbrengen / 308,62
360
Overgebragt f 803,62
Nieuwe Niedorp .
Haringkarspel ca..
Warmenhuizen
Schoorl ca.. .
Koedijk ....
St. Fancras. . .
Heer Hugowaard .
Zijpe (N. zijde) .
Barsingerhorn . .
Schagen. . . .
St. Maarten c. a.
Calantsoog . . .
Helder . , . .
Hippolitushoef o.
Wier
Oosterland . . .
Anna Faulownapolder
Waal en Koog o.
Texel. . . .
Westterschelling .
Midsland o. Tersch.
Hoorn u »
54,64»
9,26
15,00
81,50
14,50
8,55
22,17
14,40
22,80
88,00
4,90
5,00
65,58
7,50
5,00
18,55*
6,78
16,01
7,00
5,00
Oyergebragt / 279^25
Geheel f 670,21
Classis Hoorn.
Hoorn . . . .ƒ
Scharwoude . .
Grosthaizen c. a. .
Zwaag . . . .
Oost en Westblokker
Wijdenes . . .
Enkhuizen . . •
Boyenkarspel . •
94,085
4,51»
80,55
9,61
13,50
7,02«
104,00
16,01«
Grootebroek
Lutjebroek .
Hoogkarspel
Westwoud c. a
Hem . ...
Venhuizen .
Medemblik
Andijk . .
Wervershoof
Midwoud .
Oostwoud .
Abbekerk c. a
Ursem . .
Wognum c, a.
Obdam . .
Hauwert
Benningbroek
Sijbekarspel
10,25
2,00
58,00
41,00
5,10
10,00
4,75»
8,52
7,18
2,87
21,68
20,00
15,00
20,00
8,41
10,87*
4,00
6,00
Geheel f 584,84
Classis Edam.
Overbrengen f 279,25
Edam .
Warder . .
Etershem c. a
Beets . .
Oudendijk •
Oosthuizen .
Middelie
Pnrmerend
Beemster .
Kwad^k .
Parmerland
Qpendam .
60,86
7,80
10,00
16,15*
15,60
22,70
9,20
58,32
65,00
18,20
6,77
12,25
Orerbrengen ƒ 291,85'
361
Overgebragt/ 291,85«
Watergang . .
Landsmeer • .
Buiksloot . .
Purmer . . ,
Monnikendam •
Broek in Waterland
Zuuderdorp. .
Nieuwendam .
Durgerdam . ,
Bansdorp c. a.
Holysloot .
Uitdam .
Zuiderwoude .
Marken (eiland)
9,35
18,00
40,00
18,80
12,58^
46,85
5,00
37,68
6,805
22,51
9,45
4,00
5,20
7,625
Geheel/" 535,71
Classis Middelburg
Middelburg (Ned. ]
Her?, gem.) .f^igi on
Middelburg (Eng. l^^^^''^"
Herv. gem.) . /
St. Laurens . . 5,25
Arnemuiden . , 4,55
Nieuw & St. Joos-
land .... 16,35
Kleverskerke . . 3,67
Vlissingen (Ned. . \
Herv. gem) .
Vlissingen (Eng. . i '
Herv. gem.) . /
Ritthem . . . 9,20
O. en W. Souburg 8,67
Koudekerke . .. 9,05
Biggekerke . . 2,35
Overbrengen ƒ 274,59
Overgebragt ƒ 274,59
Zoutelande •
Meliskerke ,
Westkapelle
Veere . ,
Qapiïige.
Vroüwenpolder
Serooskerke
Oostkapelle .
Domburg .
Aagtekerke .
Grijpskerke .
3,755
8.77
3,79
15,00»
1,15
5,50
9,715
13,50
5,20
4,00
4,56 =
Geheel/" 344,54
Classis Z i e r i k z e e.
Zierikzee .
Ouwerkerk .
Nieuwerkerk
Oosterland .
Bruinisse .
Sirjansland .
Kerkwerve .
Zonnemaire.
NoorJgouwe
Dreischor .
Elkerzee
Benesse .
Noordwelle
Serooskerken
Haamstede .
Burgh . .
Tholen . .
Oud-Vossemeer
Poortvliet .
Scherpenisse
f 27,90
7,493
19,00
5,00
6,01
4,9 O s
5,20
4,28
6,10
3,50
3,25
3,10
3,90
1,10
4,805
2,50
13,10
8,80
5,00
7,80
Overbrengen / 142,74 ^
24
862
Overgebragt/' 142,745
Sint Maartensdijk
Stavenisse . .
Sint Annaland .
Sint Philipsland .
12,586
8,00
7.685
4,00
Geheel ƒ 175,01»
Classis G o e s.
Goes . . . . f 19,19
^s Heer Hendriks-
kindcren ... 3,00
's Heer Arendskerke 6,00
Kattendijke . . 3,855
Wolfaartsdijk . . 8,70
Kloetinge . . . 7,86 »
's Heer Abtskerke 1,11
Wilhelininadorp . 4,60
Cortgene . . . 18,07
Wissekerke . . 11,32*
Cats 4,35
Kruiningen . . 5,80
Krabbendijke • . 7,25
Waarde . . . 5,22 5
Schore en Vlake 4,00
Yerzeke . , . 11,71
Wemeldinge . . 9,46
Kapelle. . . . 13,00
Biezelinge ... 3,30
's Heerenhoek . . 3,10
Heinkenszand . . 7,00
Nisse .... 2,50
Ovezande c. a. . 2,70
EUewoutsdijk . . 1.823
Oudelande . . . 3,60
Overbrengen/ 168,535
Overgebragt/^ 168,585
Hoedekenskerke
's Gravenpolder
8,45
3,00
Geheel/" 174,985
Classis IJ zendijk e.
IJzendijke . .
Biervliet . .
Hoofdplaat . .
Waterlandkerkje
Groede . . .
Sluis • . .
St. Anna ter Muiden
Aardenburg .
Kadzand . .
B.etranchement
Axel . . ..
Hoek . . .
Terneuzen . .
Zaamslag . .
Hulst . • •
Sas van Gent.
Philippine • .
8,00
1,89
4,685
4,17
11,50
17,88
5,30
12,80
7,05
3,80
17,00
12,275
18,90
15,50
10,40
4,57
3,46
Geheel/ 158,68
Classis Utrecht.
Utrecht .
Maarssen
Meern .
Vleuten
IJsselstein
/895,655
39,425
2,40
3,265
26,74
Overbrengen/ 467,485
868
Overgebragt ƒ467,48'
14,10
7,58
10,00
16,40
5,65
17,46
13,25
12,17»
10,10
5.28
7,00
7,60
22,60
5,16
11,65
10,50
7,65
50,56
4,00
20,00
11,81
Jatpb
Vreeswijk ,
Jaarsveld .
Lopik . .
Lopikerkapel
Benschop .
Polsbroek .
Montfoort .
Linschoten •
Harmeien .
Mijdrecht .
Waverveen .
Vinkeveen .
Wilnis . .
Abcoude .
Baambrugge
Ter Aa, .
Breukelen .
Kockengen .
Kamerik .
Zegveld . .
Geheel /737,96
Classis Amersfoort.
Amersfoort . .
Austerlitz. • .
Baarn . . .
De Bilt . .
Blaauwkapel .
Bunschoten
Eemnes-binnendijks
Eemnes'buitendijks
Hoogland , . ,
Leasden . . .
36,07'^
2,00
71,81
19,22
5,535
11,80
5,30
6,00
4,84 «
18,10
Overbrengen /180,685
Overgebragt ƒ180,685
Loenen a./d. Vecht
Loosdrecht (Oud) .
// (Nieuw)
Maartensdijk
Nigtevecht .
Soest . .
Soesterberg.
Tienhoven .
Vreeland .
Vuursche .
Westbroek .
Woudenberg
Zeist . .
Zuilen . .
ƒ103,09
21,00
6,40
9,05
10,68
18,005
4,38
9,86
30,45
17,85
4,05
52,21
87,60
15,00
Geheel /5 7 0,31
Classis W
ijk.
Wijk bij Duurstede
f 21,20
Cothen . . . ,
8.00
Neerlangbroek . ,
5,36
Schalkwijk c. a. .
8,62»
't Waal . . .
7,20
Houten . . . .
6,00
Bunnik c. a. .
17,16
Odijk . . . ,
1,80
Overlangbroek . ,
2,50
Rhenen . . .
8,20
Leersum . « .
5,50
Doorn . . . .
47,75
Driebergen . . .
50,05
Geheel/ 189,34 5
364
Classis Leeuwarden.
Classis Sneek.
Leeuwarden , .
/ 170,45
Sneek . • ; .
f 61,70
Uuizum . • ,
16,00
Goënga . . • <
11,89
Uempens e. a.
3,60
Sybrandeburen . .
3,01
Goutum c. a. • .
9,35
Deersum . . .
3,15
Deinum . . .
4,80
Bauwerd . .
8,50
Marssum , . <
10,00
Oosterwierum . .
4,56
Engelum . • .
5,00 *
Britswerd . . ,
. 10,00
Stiens . • . ,
. 11,23
Lutkewierum .
2,00
Britsum. . • .
4,625
Bozum ....
10.00
Gorujum . • .
3,65
Scharnegoutum. .
. 25,70
Jelsum . . • .
1,77
IJsbrechtum .
10,00
Beetgum • . .
12,50
Irnsum ....
7,50
Berlikum . • ,
10,00
IJlst . . .
. 16,32
Wier . . • .
1,50
Jutrijp & Hommert
8 12,425
Fiiikum. . . .
7.46
Heeg . . • .
17,65
Hallum ....
. 10,00
Gaastraeer . . .
7,60
Marrum • . .
. 12,50
Oosthem . . .
16,20
Bergumerheide. ,
3,00
Wolsum . . .
3,87
Oudkerk c. a. .
7,13
Woudsend . . .
11,00
Suawoude c. a. .
9,20
Nijland ....
12,00
Garijp ....
4,775
Workum . . .
26,25
B.ottevalle . . .
7,50
Parrega . . .
. 20,00
Dragten. . . ,
11,10
Tjerkwerd . .
7,25
Dr. Compagnie. .
2,54
Hindeloopen .
8,09
Boornbergum . .
8,10
Molkweram
. 10,91
Oudega c. a. .
3,60
Stavoren ... .
4,45
Eernewoude .
3,316
Eoudum • .
. 13,70
Warga . . .
. 13,10
Sloten . . .
4,65
Wartena c. a.
. 11,25
Wijckel. . .
2,415
Idaard e. a. . .
12,50
Balk. . . .
. 16^45
Grouw . . .
14,00
Oudemir^um .
9,33s
Boordahuizum . .
7,04
Oudega en Kolder-
Mantgum c. a.
7,35
wolde . .
3,60
Beers ca...
4,00
Nijega ....
4,45
Hijlaard. . . ,
7,00
Hemelum . .
. 17,50
Boxlim c. a. • ,
10,00
3,00
Huins c. a. . .
Gelieel
ƒ 403,925
Geheel
/ 443,935
M ^L y^ \^ * ^^ ^»
865
Classis Franeker.
Overgebragfc ƒ230,13
Harlingen . . ,
, f 22,67
Sarhuizum . . .
6,71
Pietersbierum . .
5,00
Sarhuisterveeii
7,00
Oosterbieram . ,
8,05
Drogeham . . ,
2,50
Tzummarnm . ,
24,76
Kooten . . . ,
1,68
St. Jacobi-Parochi .
11,00
Twijzel ....
6,00
Franeker i , .
14,40
Koliumerzwaag
3,00
Herbaijom , . ,
5,02*
Holwerd . . ,
4,00
Dongjam . .
8,75
Terwerd . . .
8,80
Peins ca..,
6,00
Wanswerd . .
. 10,00
Dronrijp , . ,
83,80
Foudgum . . .
1.90
Weisrijp c. a. .
17,87
Waaxens . . .
2,00
Tzum • . • ,
, 10,45
Hantum . . .
6,445
Bolsward . . ,
. 81,62
Nes op Ameland ,
1,82
Burgwerd c. a.
9,50
Metslawier . . ,
3,00
Wommels c. a. .
15,80
Nijkerk . . .
2,62
IJtens ....
7,25
Nes en Wierum .
7,00
Arum • • . .
11,50
Paesens. . . ,
1,50
Morrha ....
Oostrum . .
5,38
1,30
Geheel
/• 238,94*
Ee
10,45
Engwierura . ,
Schiermonnikoog .
10,00
8,00
Classis Dok
kutn.
f 71,92
Geheel
Dokkum . . .
ƒ285,735
Dantumawonde
Woaterswonde
2,50
/ '
2,60
Driesnm . .
6,30
Classis He ere
nveeii.
Zwaagvesteinde .
13,00
Veenwouden . ,
4,36 «^
Heerenveeu . .
. 19,37
AkkerwoudB . .
10,00
Oudeschoot . .
7,50
Binsnmageest . ,
10,87»
Knijpe ....
5,00
Birdaard . . ,
; 7,15
Wijnjeterp c. a. ,
8,60
Aalsam . . . .
6,00
Lippenhuizen . .
5,00
KoUam ....
29,27
Qorredijk . . ,
17,00
Barum ....
3,25
Lange Zwaag . .
4,00
Gerkesklooster . ,
5,00
Tjalleberd c. a. .
7,50
Aogustinusga . ,
3,90
Haskerdijkc c. a. .
18,85
Oyerbrengen
ƒ230,13
Overbrengen
r 82,8?
S66
Overgebragt f 82,82
Korte Zwaag
Bakkeveen
Tjerkgaast
Langweer
Joure .
Goingarijp
Terkaple
Haskerhorne
Oosterhaule
Oosterzee •
Oldeboorn .
Terhorne .
Wolvega
Oldelamer •
Scherpenzeel
Peperga . .
Oldeholtpade
Ter Idzard .
Noordwolde
Makkinga •
Oosterwolde
Appelscha .
Boijl . .
3,77
3,00
4,27
5,50
75.12
8,75
1,75
6,00
4,35
7,16
27,50
9,61«
13,64
3,40
1,56
2,00
8,60
1,145
7,00
3,52
7,00
8,30
2,75
Geheel /" 283,52
Classis Zwolle.
Zwolle . .
Windesheim
Wijhe . .
Baalte • .
Heino . .
Dalfsen • .
Hasselt . •
Boa veen
ƒ162,10
13,32«
32,62«
26,53
11,75
22,30
26,565
4,70
Overbrengen /• 299,895
Overgebri^t ƒ299,89*
Staphorst . . .
f 7,20
IJhorst en de Wijk
: 5,45
Avereest . . ,
10,80
Nieuw Leasen
8,00
Ommen. . . .
9,33
Hellendoorn . .
, 10,83
Den Ham . .
. 14,85
Hardenberg . .
15,40
Heemse. . . ,
5,00
Gramsbergen . ,
30,58
Dedemsvaart . .
29,75
Lutten • . . ,
5,76
Daarle . • .
3.60
Ommerschans • .
3,785
Lemele en Archem
5,00
Vroomshoop .
5,20
Geheel ƒ 47 0,43
Classis Deventer.
Deventer . . ,
, f 95,85
Diepenveen . ,
5,75
Golmscliate. . ,
. 31,10
Wezepe. . . ,
4,94
Bathmen . . .
13,48
Holten . . . .
, 12.50
Markelo . . .
31,00
Almelo . . .
. 75,00
Tubbergen . .
3,00
Vrieaenveen . .
27,31
Wierden . . ■
7.05
Borne . . . ,
. 18.50
Weereelo . . .
3,00
Ootmarsnm . ,
8,22
Denekamp . . .
5,80
Overbrengen
/337,00
367
Enschede
Losser .
Oldenzaal
Hengelo
Delden .
Goor
Diepenheim
Usselo •
Overgebragfc /• 887,00
f
47,47»
6,54B
40,00
81,50
15,79
83,10
19,50
8,55
Geheel / 589,46
Classis Kampen.
Kampen
Kamperveen
Zalk e. a. •
Wilsura . •
Genemuiden
IJsselmuiden
Karopereiland
VoUenhove .
Blokzijl . .
Blankenham
Kninre . ,
Willemsoord
Steenwijk .
Giethoorn .
Wanneperveen
Zwartsluis .
f 115,45
10,81
15,30
4.70
2a,58
5,87
2,70
10,795
9,72
5,83
5,753
2,15
24,25
2,50
2,80
26,41
Geheel/" 267,12
Classis Groningen.
Groningen •
Hoogezand .
.f 107,88
. 12,36
Overbrengen ƒ 120,19
Overgcbragt/' 120,19
Sappemeer . . . 12,00
Winde weer. . . 2,81
Noordlaren. . . 6,26*
Haren . . • . 11,50
Middelbert. . . 2,50
Noorddijk . . . 4,80
Zuidhorn . . . 4,02*
Noordhorn ... 3,25
Hoog- en Leegkerk 2,26
Wierum en Dorkwerd 8,87
Garnwerd ... 8,63
Aduard .... 4,50
Den Ham . . . 6,00
Feerwerd ... 2,85
Ezinge .... 3,92
Saaksum . . . 8,00
Oldehove ... 2,85
Niehove. ... 8,75
Niezijl .... 8,25
Grijpskerk ... 4,25
Visvliet. ... 5,10
Nieuw- en Oldekerk 3,78 ^
Sebaldeburen . . 1^90
Opende. . . . 2.52
Marum en Noordwijk 4,00
Nuis en Niebert . 2,60
Tolbert .... 7,00
Oostwolde . . . 1,82«
Geheel/" 243,20
Classis Winschoten.
Winschoten . .f 18,60
Eekta , . . . 5,69
Oude Pekela . . 5,92
Overbrengen ƒ 30,21
368
Overgebragt f 80,21
Nieuw Pekela
Westerlee c. a
Muntendam
Meeden . .
Veendam .
Wildervank
Noordbroek
Zuidbroek .
Scheemda .
Stadskanaal.
Omlanderdijk e. a
Midwolde .
Nieuw-Scheenda
Wagenborgen
Termunten c.
Woldendorp
Nieuwolda .
Oostwold .
Finsterwold
Nieuwe Schans
Beerta . .
Nieuw-Beerta
Bellingwolde
Vriescheloo .
Vlagtwedde
Bourtange .
Sellingen .
Ter Apel .
Onstwedde .
Wedde . .
Blij ham . .
Oude Schans
Horsten. .
Nieuw Stadskanaal
10,38
7,50
5,00
5,00
24,50
9,40
2,50
4,02
6,87
15,50
4,61
9,50
10,95
6,19^
1,73
3,89
10,50
7,14^
7,32
2,00
14,015
2.48
12,60
3,20
2,40
2,85
1,50
5,00
5,08
3,25
4,50
2,50
10,00
46,45
Classis Appingedam.
Geheel/" 300,94 '
Appingedam
Opwierda
Farmsum
Oterdum
Weiwerd
Delfzijl .
Uitwierde
Holwierde
Krewerd
Bierum .
Spijk .
Losdorp.
Godlinze
Jukwerd
Solwerd c. a.
Loppersum
Wirdum
Oosterwij twerd
Zeerijp . .
Garshuizen ,
Westeremden
Stedum . •
Garrelsweer .
Harkstede c. a
Kolham . .
Schildwolde
Helium . •
Siddebnren .
Wittewierum
Ten Boer .
Garmerwolde
f
13,69
3,00
33,00
2,50
3,15
5,86
3,25
4,0 2 s
2,10
4,85
12,71
2,71
3.40
2,50
4,05*
17,43
3,43
3,90
4,02
4.23'
2,95
8,29
3,95
5,60
6,60
2,50
2,55
3,11
7.90
4,60
10,03
Geheel ƒ 190,12
369
Classis Onderdendam.
Onderdendam . .f 6,40
6,60
1,00
4,12»
12,89
8,75
4,16
2,70
4,80
6,00
1,82
2,00
1,21
10,00
81,60
8,00
11,65
12,37*
5,00
2,10
8,50
5,875
1,92
Middelstam
Huisinghe • . .
Bedum ....
Zuidwolde. . .
Noordwolde .
Slitswerd • • .
Kantens. . • .
Uithuistermeeden w. g.
Uithoistermeden o. g.
Ëppenhuizen • .
Zandeweer
Bottum .
Breede .
Warfam
Usquerd
Vithuizen
Leens .
Warfhuizen . .
Wehe ca. . .
TJlrum ....
iNiekerk en Yliedorp
Pieterburen . .
Hornhaizen en Klooster-
buren . . . 6,50
Westernieland en
Saaksamhuizen. 2,49
Winsum . . . 8,05 »
Adorp .... 8,75*
Wetzinghe . . . 6,20
Obergnm . . . 4,25
Tinallinge . . . 1,70
Bailo Basquert. . 8,84
Den Andel . . 8,00
Eenrum. . . . 10,00
Mensingeweer . . 2,26
Geheel/^ 198,515
Classis 'sHertogenbosch.
^s Hertogenbosch
Engelen . .
Vlijmen . .
Hedikhuizen
Oss . . .
Heeswijk c. a.
Berlicam c. a
Lith c, a. .
Oijen c.a. ,
Qrave . .
Eavestein .
Boxmeer
Yierlingsbeek
Oisterwijk .
Tilburg . .
Hilvarenbeek
Boxtel • .
Michielsgestel
Vught . .
Helvoirt. .
49,50
1,50
7,50
5,00
8,00
7,50
19,50
10,06
1,15
7,50
0,65
5,00
10,32»
58,52*
10,25
3,67»
8,863
4,00
15,48
4,48
Geheel f 227,48
Classis Breda.
Breda . . •
Prinsenhage .
Leur. . . .
Etten en Hoeven
Zundert . • .
Ginneken . .
Chaam . , .
Bergen op Zoom
Ossendrecht • •
17,99
4,45
8,00
7,44
2,47
25,00
1,40
11,10
2,67
Overbrengen f 80,52
25
870
O^ergebragt / 80,5»
Eozendaal en Wouw
Steenbergen . .
Nieuw Yossetneer
en Halsteren
Willemstad . .
Zevenbergen .
Standdaarbuiten
Oudenbosch .
Oeertruidenberg
Dongen . . ,
Terheyden • ,
Hooge Zwaluwe
Made . . .
41,50
78,49
4,87
7,60
5,44
6,66
18,80
23,00
4,70
8,60
10,02
4,50
Geheel/ 199,10
Classis Heusden.
Heusden . . ,
f 14,66*
Doeveren c. a. ,
2,00
Aalburg c. a. .
5,15
Wijk . . . .
8,00
Dassen . . . ,
3,96
Sleeuwijk . . ,
7,80
Op- en Neder Ande
il 6,18
's Grerelduin-Kapc
slle 10,52
Sprang . . . .
3,45
Besoijen . . ,
2,50
Waalwijk . . .
5,50
Loon op Zand
6,50
Babiloniënbroek ,
5,00
Eethen , . . ,
1,00
Drongelen . . ,
0,80*
Meeuwen . . ,
1,50
Overgebragt f 118,58
Werkendam
Almkerk .
Drunen . .
6,00
16,50
1,00
Geheel / 142,08
Classis Eindhoven.
Overbrengen / 118,58
Eindhoven . .
. f
5,60
Oirschot
10,28
Bladel . . .,
5,00
Hoogeloon .
4,00
Velthoven , ,
1,50
Heeze . . .
12,26
Valkenswaard ,
8,46
Bergeik . .
5,20
Budel . . ,
2,88
Someren . .
8,86
Asten . • ,
2,76
Helmond • .
8,00
Veghel . . .
4,00
St. Oedenrode
7,10
Nuenen . . ,
5,68
Dearne . . .
7,60
Helenaveen . .
2,48
Gel
aeel f
90,29
Classis Ma
asiricht.
Maastricht . .
. f
17,00
Beek . .
* •
6,50
Meerssen •
•
7,10
!
Overbren
gen/
38,60
871
Overgebragt f 88,60
Eyaden • .
Heerlen . .
Vaals . •
Sittard . •
Urmond
Grevenbicht
Gennep . .
Boermond .
Weert . .
7,67
5,73
8,00
6,10
2,50
2,56
5,25
14,25
2,60
Geheel / 85,26
Classis Assen.
Assen . . . . /
25,57»
Norg ....
11,50
Peize ....
8,25
Boden ....
6,00
Boderwolde . •
4,10
Eelde ....
7,25
Anloo ....
12,72
Gieten ....
11,07»
Gasselier-Nijeveen
9,65
Oasselte . . .
6,03»
Bolde ....
4,75
Beilen ....
11,75
Eekst ....
5,10
Annerveen . . .
4,96»
Yeenhuizen . .
2,80
GroUo ....
1,17
Geheel ƒ127,19
CImbis Meppel.
Meppd . . . .
f 82,10
Kolderveen . . .
1,60
Mijeveen . . ,
2,00
Havelte . . . ,
2,80
Wapsetveen . ,
8,30
Diever . . . ,
5,00
Ruinen . . . .
4,28
Buinerwold . .
. 10,05
Koekange . .
5,03
Zuidwolde . .
6,60
Hollandeche Veld
. 10,30
Prederiksoord .
5,50
Pesse . . .
2,40
Geheel f 90,52
Classis Coevorden,
Goevorden . . .
f 17,58»
Borger ....
4,50
Dalen ....
42,50
ümmen . . . ,
, 10,62
Nienw-Buinen . ,
5,00
Nieuw-Dordreoht .
2,30
Odoom . . .
9,63
Boswinkel . . ,
3,65
Schoonebeek .
7,30
Schoonoord . .
8,19
Sleen . . .
7,25
Westerbork. .
. 22,03
Geheel /" 140,54»
872
WAALSCHE KBEKEN.
Overgebragt ƒ 1012,87
Amsterdam . ,
f 663,62
Leeuwarden .
80,00
Arnhem . • .
26,46
Leiden . . .
42,41*
Breda ....
20,00
Middelburg •
15,35
Delft ....
16,80
Nijmegen . .
7,00
Groningen . .
18,80
Rotterdam
62,98
*8 Gravenhage. .
145,69
utrecht • .
. 265,09
Haarlem . . .
118,00
Maastricht
8,265
^8 Hertogenbosch
5,00
Gehe<
j^ 1
ïl / 1448,92
Overbrengen/" 1012,87
378
NAGEKOMEN COLLECTEN VAN 1879.
De met * vermelde zijn eerst in 1880 ontvangen.
Classis Arnhem.
Velp .
Benkam
Bennekom
Ede . .
Lunteren
Otterloo
HalK .
/ 31,30
20,00
7,63
11,00
8,50
2,60
4,66
Classis Zutphen.
Terborgh . . . 15,85
Classis Ti el.
Buurmalsen
Buren . .
Beasichem .
Zoelen . .
• •
2,00
5,00
1,70
5,00
Classis Bommel.
Aalst . . .
Poederoijen. .
Zailichem . .
Waardenburg .
2.00
2,00
2,55
9,13
Classis 'sQravenhage.
Wassenaar .
8,60
Overbrengen f 139,42
Overgebragt f 189,42
Scheveningen
Naaldwijk .
Rijswijk
29,00
23,61
11,00
Classis Leiden.
Rijnsburg . ,
Rijnzaterwoude
10,00
1,50
Classis Gouda.
Berkenwoude . . 1,20
Moordrecht . . 19,65
Waarder ... 2.87
Oudewater . . . 25,07
Bergambacht . . 4.00
^Ammerstol . . 2,25
Krimpen a./d. Lek 9,75
Ouderkerk a/d IJssel 10,10
Gouderak ... 2,00
Haastrecht . . , 10,00
^Noordeloos . , 2,75
*Everdingen . , 2,40
^Hagestein. . . 0,42
Classis Haarlem.
Beverwijk
Zaandijk
19,77
3,73
Overbrengen f 330,49
S74
Overgebragt / 880,40
Classis Hoorn.
Berkhout .
Schellinkhoat
Twist . ,
Opperdoes .
Hensbroek .
Hoogwoad •
Oosterdijk .
8,07
4,86
12,0a
11,00
2,00
10,68
2,28
Classis Goes.
Colijnsplaat .
Borselen
^Baarland .
25,28
1,75
2,56
Classis Wijk.
Veenendaal .
Beuswoade .
Amerongen .
16,50
7,45
14,07
Classis Leeuwarden.
Lekknm en Miedum 8,60
Rijperkerk . . .
6,90
Oenkerk enGiekerk
8,67»
Oudkerk 2* CoU.
16,03
Oostermeer. . .
6,60
Wirdum . . .
14,00
Jorwerd. . . ,
14,00
Weidam . . .
18,00
Saameer . . .
7,00
Hardegarijp . .
6,76
Classis Sn eek.
Oadega ....
Warn9 en Scharl.
7,04
6,625
Overgebragt / 562^58
Classis Franeker.
Oosterlittens . .ƒ 4,60
Classis Dokkum.
Buitenpost .
Oudwoude .
BHja. . ,
Beitsum
Ternaard .
Ballum . .
Anjum . .
Hoogebeitum
10,48
1,63
4,50
5,06*
8,60
5,70
7,85
8,6S«
Classis Heer en veen.
Oude en Nijehorne 1,72
üreterp. . . . 2,70
Beetsterzwaag . . 28,79
Hoornsterzwaag • 2,30
Terwispel . . • 5,95
Akkrum . . . 12,65
^Steggerden . . 6,00
01de- en Nijeberkoop 6,00
* Donkerbroek . . 5,00
*Haulerwijk . . 2,50
Classis Groningen.
Grootegast •
Lutkegast •
Zevenhuizen
1,10
1,01
2,50
Overbrengen f 562,58
Classis Appingedam.
Meedhuizen
Tjamsweer •
JSenum . .
2,55
15,65
2,05*
Overbrengen/" 658,38»
875
Overgebragt /6B3,38«
Overgebragt f 749,93«
't Zandt. . . . 10,00
Slochteren . . , 4,25
Woltersum. . . 7,02
Thesinge . . . 1,30
Classis Maastricht.
Stevenswaard . . 11,20
Classis Coevorden.
Classis Breda.
•
Pijnaart. . . . 2,25
Oosterhoat. . . 7,00
Lage Zwaluwe. . 5,00
Oosterhesselen. . 1,60
Zweeloo. . . . 2,28
Nieuw- Amsterdam. 4,75
Geertruidenberg . 5,00
Geheel f 769,66»
/^ _ l. ' ^ mif\ nnm.
876
OVERZIGT VAN DE COLLECTE ,
gehouden in 1879.
Arnhem .
Nijmegen
Zatphen .
Tiel . .
Bommel .
Harderwijk
's Qraveuhag
Rotterdam
Leiden .
Dordrecht
Gouda •
Brielle ,
Amsterdam
Haarlem .
Alkmaar .
Hoorn •
Edam .
Middelburg.
Zierikzee
Goes . .
IJzendijke
Utrecht .
Amersfoort
Wijk. .
Leeuwarden
Snoek .
Praneker
Dokkum
Heerenveen
662,87
342,64
955,45
128,56
185,39»
336,07
1371,425
1048,125
656,17
646,28*
293,985
180,46
365,035
580,265
670,21
534,34
535,71
344,54
175,015
174,985
158.63
737,96
570,31
189,345
443,935
403,925
238,945
285,735
283,52
Overbrengen /* 13499,34
Overgebragt/ 13499,84
Zwolle . •
Deventer
Kampen •
Groningen .
Winschoten .
Appingedam
Onderdendam
's Bosch .
Breda
Heasden
Eindhoven
Maastricht
Assen
Meppel •
Coevorden
Waalsche Kerken
/ 470,48
539,46
267,12
243,20
300,945
190,12
198,51*
227,43
279,10
102,43
90,29
85,26
127,19
90,52
140,555
1443,92
Te zamen ƒ 18295,825
Nagekomen 745,785
^19041,61
Nagekomen tot
23 Sept. 1880 .
23,88
Geheel / 19065,49
I
377
Uit de volgende gemeenten was den 28 September
1880 de Collecte van 1879 niet ingekomen:
cl. Nijmegen: Wijohen c. a. ;
cl. Tiel: Ochten, Drumpt^ Zoelmond, Opheusden;
cl. Bommel: Heerewaarden , Nieuwwaal;
d. Leiden: Kage, Alphen;
cl. Dordrecht, Heerjansdam, Nieuw-Beijerland , Klaaswaal,
Antoniepolder, Maasdam, Pottershoek, Brand wijk , Molenaars-
graaf, Hoogblokland , Hoornaar, Schelluinen;
d. Qouda: Hei- en Boekop;
cl. Brielle: OosUoorne;
cL Amsterdam : Amsterdam , Weesp , Thamen aan den
Aimstel, Laren;
cl. Alkmaar : Egmond aan Zee , Graft , Schermerhorn ,
Bedijkte Schermer, Ondorp c. a., Oudkarspel, OudeNiedorp,
Winkel, Wieringerwaard , Petten, Huisduinen, Eenigenburg,
Burg, Hoorn op Texel, Oude-Schild, Oosterend, Vlieland,
Eijerland, Zuidscharwoude;
cl. Hoorn: Urk, Spanbroek, Aartswbud;
cl. Goes : Bath;
cl. IJzendijke: Schoondijke, Breskens, Nieuwvliet, St. Kruis
Oostburg, Zuidzande, Hontenisse;
d. Wijk: Werkhoven, Eist;
d. Leeuwarden: Menaldum, Vrouwen-Parochie, St. Anna-
Parachie, Bergum;
cl. Sneek: Oppenhuizen, Harich;
cl. Eraneker: Kimswerd, Midlum , Wijnaldum . Sexbierum ,
Minnestiga, Achlum, Bied c. a. , Schingen, Schalsum,
Oosterend, Winsum. Spannum c. a., Kubaard, LoUum,
Makkum , Idsegahuizen c. a.. Gaast c. a., Exmorra, Longerhouw ,
Schraard, Wons, Witmarsum, Pingjum c. a.;
d. Dokkum: Hiaure;
d. Heerenveen: de Lemmer, St. Jansga, Compagnonsvaart
onder Hoornsterzwaag ;
d. Deventer : Olst , Welsum , Bijssen , Enter , Haaksbergen ;
cl. Kampen: Mastenbroek, Oldemarkt, Steenwijkerwold;
cl. Kampen: Mastenbroek, Oldemarkt, Steenwijkerwold;
cl. Groningen: Kropswolde, Westerbroek, Engelbert , Mid-
wolde c. a., Lettelbert, de Wilp;
26
378
cl. Appingedam: Heveskes, Leermens, Lellens.
cl. Onderdendam : Westerwijtwerd , Oosternieland , Vier-
hnizen c. a. , Oldezijl;
cl. ^s HertQgenbosch : Diede» , Knik c» a. ;
cl. Breda: Kruisland, Klandert^ Dinteloord c. a.^ Drim-
melen I Moerdijk;
cl. Heusden: Veen, Woudriehom, Uitwijk, Qiessen e. a.,
Waspik^ Baamsdonk, ^s Graven moer, Baard wijk;
cl. Maastricht: Oalpen, Yenlo, Blitterswijk ;
cl. Assen : Vries , Zuidlaren , Oieterveen , HijkersmUde ,
Hoogersmilde, Bovensmilde;
cl. Mqipel: Yledder, Dwingelo, Hoc^veen;
Waalsche Kerken: Dordrecht, Zwolle,
In 30 dassen 141 gemeenten I
379
N<^ nagekomen Collecten.
Van 1877. Cl. Heusden. Gemeente te Waalwijk ... ƒ 2,02
// 1877. // Coevorden. m ^^ Nieuw Dordrecht /, 8,44
f 10,46
Van 18 7 8.
Classis
Brielle Gemeente te Abbenbroek . . .ƒ
ff ff Oudenhoorn . . .
// // Sommelsdijk . . .
2,40
1,20
4,50
8,10
0
Amsterdam
n
ff Amsterdam. . . .
// Slooten
29,70
45,705
75,40«
n
Alkmaar
il
n
ff Egmond aan Zee. .
f, Graft
ft St. Maarten enYalkoog
7,12
1,50
7,50
16,12
V
IJzendijke
n
//
ff Schoondijk ....
;/ Hontenisse ....
18,00
10,00
28,00
ft
Utrecht
n
u
n
n
n
f, Vleuten
// Wilnis
// Abcoude ....
» Eockinge en de Haar
// Zegveld
3,50
3,84
15,00
5,55
9,08
36,97
it
Sneek
tf
ff Lutkewierum . . .
// Woudsend ....
n Stavoren ....
2,50
13,50
4,80
20,80
Overbrengen f 185,39 ^
380
Overgebragt / 185,89
9f
u
ff
II
II Heerenveen n
II II
II II
n Kampen //
//
II Appingedam n
n 's Hertogenb. tf
n
II Heusden //
n
v
Meppel
te Oosterburam . . .
1, WinsDin . . . ,
u ftchraard ca.. . ,
g Wons ca. . . ,
K Pingjum ca.. . ,
6,00
25.00
7,05
9,00
5,11
// St. Jansga . . . .
„ Hoornsterzwaag . .
n Wijnjeterp. . . .
52,16
5,00
2,85
8,56»
n Kamperreen . . .
H Steenwijkerwold . .
n Thesinge . . . .
H Berlicum . . . .
« O^en
11,41»
4,05
3,14»
7,19»
2,75
20,50
1,10
u Uitwijk
H Bezoijen . . . .
f Waalwijk . . . .
21,60
2,57
2,60
2,02
H Pesse
7,09
1,85
Te zamen. . .
/ 288,96»
REGISTER
OP DË
HANDELINGEN DEE ALGEMEENE SYNODE
VAN DE
PDERUNDiSCHe HERYORMDË KER&,
22 Julij. Opening der vergadering Blz. 3
ff Hare zamenstelling j/ 3
ff Benoeming van President^ Vice-president en zijn
secandas Blz. 6
ff Beglement van orde // 6
ff Goedkeuring van het besluit der Synodale Com-
missie om de opening der Synode een dag later
te stellen Blz. 6
ff Punten van behandeling ff 6
ff Aankondiging der benoeming van de noodigecom-
missiën Blz. 6
ff Opdragt aan den Vice-president van het onderzoek
der Begisters van de ingekomen en verzonden
stukken Blz. 7
ff Verzoek ter zake der in te dienen voorstellen, u 7
II REGISTER.
22 Julij. 'Zamenstelling van Synodi contractae. . Blz. 7
// Beslait na kennisneming der Inleiding tot het
verslag der Synodale Commissie , omtrent de ver-
vulling der by haar openvallende plaatsen en de
benoemingen voor het Algemeen GoUegie van
toezigt Blz. 7
„ Oproeping van den Quaestor-generaal . // 7
// Kennisneming van de verslagen der Hoogleeraren
omtrent den staat van het gegeven onderwijs en
goedkeuring van hunne ingediende lijst der lessen
in het volgende studiejaar .... Blz. 7
ff
«
ft
ft
8
9
9
10
„ Sluiting der eerste zitting ....
23 Julij. Opening der tweede zitting . . .
// Voorstellen van leden der vergadering
// Benoeming van Commissiën . . .
// Verslag van den Vice-president van zijn onderzoek
van de Registers der ingekomen en uitgegane
stukken Blz. 11
// Uitspraak der Synodus contracta in zake der vier
leden van het Provinciaal Kerkbestuur van Gel-
derland « . . Blz. 11
tl Kennisneming van het Verslag der Synodale Com-
missie omtrent het beheer van den Quaestor-generaal
in zijn geheel en betrekkelijke besluiten. Blz. 14
// Verwerping van het voorstel van den heer Seger^
tot vervroeging van den druk der Synodale Han-
delingen Blz. 15
f/ Als voren , van het voorstel van den heer t>an den
Brandeler, betreffende het niet-o£Bcieel gedeelte
der Kerkelijke Coumni . . . , . Blz. 17
// Sluiting der tweede zitting . . . . // 18
24 Julij. Opening van de derde zitting . ; . /gr 19
if Goedkeuring van het door de Synodale Commissie
gestelde berigt van den Staat der Algemeene
kas Blz. 19
REGISTER. iii
^4* Jalij. Gros van predikanten en ouderlingen voor de ver-
vulling der bij de Synodale Commissie openvallende
plaatsen Blz. 19
// Benoemingen voor het Algemeen Gollegie van
toezigt Blz. 19
// Berigten omtrent de benoemingen bij de Gom-
missie van Voordragt voor de aanstelling van ker-
kelijke hoogleeraren Blz. 19
fi Mededeelingen van het Provinciaal Karkbestuar van
ZuidhoUand rakende de zaak der geschorste Dordt-
sche ouderlingen Blz. 20
u Besluit tot overbrenging van ingezonden rekeningen
van Provinciale weduwenbear2sen tot de Synodale
Commissie Blz. 21
n Berigt van het Glassioaal Bestuur van Leeuwarden
omtrent de splitsing der gemeente te Bergnm. Blz, 21
// Berigt van het Glassicaal Bestuur van Winschoten
omtrent de grensscheiding der gemeenten te Nie-
wolda en Woldendorp Blz. 21
if Ontvangt van het Provinciaal Gollegie van toezigt
in Noordholland van eene teekening der oude kerk
te Midsland Blz. 21
// Berigt van den Kerkeraad te Nijmegen omtrent
voorgenomen collecten voor het godsdienstonder-
wijs Blz. 21
u Overgang tot de orde van den dag ter zake een
medegedeeld oordeel van de Classis van Harderwijk
over de uitspraken van de Provinciale Kerkbesturen
van Gelderland eu ZuidhoUand. *en van de Synode
rakende de zaak der geschorste Dordtsche ouder-
lingen Blz. 22
// Boekgeschenk n %%
// Kennisneming van het Verslag der Synodale Com-
missie rakende de uitvaardiging van vastgestelde
Reglementen en van verandering in bestaande Re-
glementen Blz. 22
IV REGISTER.
24 Jttlij. Goedkeuring van de herziening van de tabel voor
de verslagen der examina . • . • . Blz. 23
ff Diligent-verklaring der Synodale Commissie voor
het opgedragen advies rakende het beheer der ker-
kelijke goederen en het behond van bepalingen tot
instandhouding van den wekelijkschen rustdag. Blz. 23
// Besluit tot overbrenging bij de Synodale Commissie
van een verzoek van het Classicaal Bestuur van
Franeker tot behartiging van het belang der kosterij-
goederen Blz. 23
fi Sluiting der derde zitting. .... Blz. 23
26 Julij. Opening der vierde zitting #24
n Dankbetuiging aan den Quaestor-generaal bij mede-
deeling van het besluit omtrent zijn aanblijven. Blz. 24
tl Voorstel van de hh. Weêtrii c. s. tot herstel der
oude redactie van art. 88 van het Reglement op
het Godsdienstonderwijs Blz. 24
/f Voorstel van den heer Segers tot bevordering
alsnog van de opheffing van de schorsing der Dordt-
sche ouderlingen Blz. 25
it Besluit om v<5<$r de behandeling van de voordragten
der Synodale Commissie betreffende gevravgde sub-
sidiën het verslag dier Commissie omtrent het fonds
van de Bijbelvertaling en den Vervolgbundel ter
hand te nemen Blz. 26
// Kennisneming van het Verslag der Commissie om-
trent evengenoemd fonds; besluiten omtrent het
intnsschen ingekomen rapport der Gezangen Com-
missie rakende het door haren Secretaris gedaan
onderzoek naar de auteurs der Evangelische Ge-
zangen en het gebruik der bij het fonds voorhanden
middelen voor de aan de noodlijdende kerken te
verleenen subsidiën Blz. 26
if Berekening der nu voor gemelde subsidiën be-
schikbare middelen Blz. 28
it Voorloopige besluiten op de voordragten der Sy-
nodale Commissie Blz. 29
REGISTER. V
26 Jalij. Besluit omtrent een door den Minister van !Fi«
nanciën gevraagd advies over een verzoek om
rijkssubsidie ten bdioeve van de gemeente te Lich-
ten voorde BIz. 32
// Sluiting der vierde zitting , . . • Blz. 32
27 JuHj. Opening der vijfde zitting .... Blz. 33
n Besluit tot het vormen van drietallen voor de
vervulling der openvallende plaatsen bij de Synodale
Commissie Blz. 33
// Vaststelling der subsidiën aau noodlijdende ge-
meenten Blz. 33
// Kennisneming van het verdere verslag der Synodale
Commissie rakende de aangelegenheden van het
fonds voor noodlijdende kerken en personen , en
besluit omtrent de uitbetaling van subsidie aan
de gemeente te Ootraarsum .... Blz. 33
tl Als voren , van het verslag der Synodale Commissie
rakende de aangelegenheden van het fonds ter
voorziening in de geestelijke behoeften van ge-
meenten waar eigen middelen ontbreken en daarop
betrekkelijke besluiten Blz. 33
// Als voren, rakende de aangelegenheden van het
fonds voor de kosten van het Hooger Onder-
wijs Blz. 34
it Drietallen voor de vervulling der openvallende
plaatsen bij de Synodale Commissie . . Blz. 35
// Sluiting der vijfde zitting .... // 36
28 Julij. Opening der zesde zitting .... Blz, 37
// JMededeeling van den Quaestor-generaal rakende
de voldoening der gemeente Oldemarkt van de
contributie voor de Algemeene Weduwenbeurs. Blz. 37
tl Inlichting van den Quaestor-generaal aangaande
de bevoegdheid der Hoogleeraren van de vrije
Universiteit tot deelneming in de Algemeene We-
duwenbeurs . Blz. 37
27
VI REGISTEB.
28 Julij. Voortzetting van de behandeling van het Verslag
der Synodale Commissie rakende het fonds voor
de kosten van het hooger onderwijs , weerlegging
van de bedenking van de Classioile Vergadering
van Onderdendam tegen het afzonderlijk bestaan
van zulk een fonds en verschillende besluiten op
of naar aanleiding van de voorstellen der Commissie
omtrent het gebruik van het fonds met afwijzing
van een voorstel van den heer Boodiuyzen om ien
Hoogleeraren in de hun voor het pensioen o{^
legde korting van het tractemeut te gemoet te
komen Blz. 38
// Verslag van het onderzoek eener uitspraak van
het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland en
overeenkomstig besluit tot aanneming van kennis-
geving Blz. 40
Bapport der betrokken Commissie aangaande de
voorloopig aangenomen verandering van art 14 7^
van het Beglement voor de Kerkeraden. Blz. 41
De door de Synodale Commissie aangeboden her-
ziening der quotisatie vastgesteld • • Blz. 45
Sluiting der zesde zitting ir 45
//
//
//
29 Julij. Opening der zevende zitting .... «r 46
// Uitspraak der Synodus contracten in zake het hooger
beroep van den kerkeraad te Apeldoorn. Blz. 46
// Verslag van de betrokken Commissie rakende de
voordragten voor kleine toelagen en daarop genomen
besluiten Blz. 47
,f Benoemingen voor de Synodale Commissie. if 49
// Sluiting der zevende zitting .... /y 60
30 Julij. Opening der achtste zitting .... /y 51
^ Bapporten van de Commissie voor de nieuwe wets-
voorstellen als:
van de Waalsche Beunie om bepaling der ge-
vallen, waarin men ophoudt lid eener bijzondere
gemeente te zijn Blz. 51
J
HEGISTEB. VII
30 Julij. ?an den Kerkeraad te Sluis om aanvulling van
art. 8 van het Algemeen Beglement met opzigt
tot manslidmaten y die hunne attestatie niet op-
vragen Blz. 62
// van het Classicaal Bestuur van Onderdendam, om
art. 41, al. 2 van het Beglement op de vacaturen
te doen vervallen Blz. 53
ff van de Glassicale Vergadering van \ Gravenhage
om invoering van een of meer examen-commis-
sien Blz. 56
// Bapport der financiële Commissie ter zake der nog
ingekomen verslagen van Glassicale Besturen naar
art. 7 van het Beglement op het fonds tot ver-
beteringder schraalste predikantstractementen. Blz. 58
II Als voren, omtrent de voorloopig aangenomen
veranderingen in hei Beglement op het evenge-
noemde fonds Blz. 59
ff Besluiten op de laatste twee rapporten. // 62
fi Sluiting der achtste zitting . . . • // 63
31 Julij. Opening der negende zitting .... // 64
fi Besluit tot uitbetaling der subsidie aan da ge-
meente te Gaastmeer Blz. 64
«
/y Toestemming aan de betrokken Commissie, om
met het Comité te. Amsterdam in nader overleg
te treden aangaande de zaak van aanstelling van
Kerkelijke Hoogleeraren aldaar . . . Blz. 64
^ Voortgezette behandeling van het Verslag der
Synodale Commissie rakende de aangelegenheden
der Algmeeene Kas Blz. 64
// Het ten voorgaanden jare aangehouden rapport
van de Commissie voor het Godsdienstonderwijs
in behandeling, besluit om aan het daarin vervatte
voorstel tot het instellen eener permanente Com-
missie geen gevolg te geven , maar aan de Syno-
dale Commissie de beschikking over de verzamelde
gelden op te dragen Blz. 65
viii REGI8TBIL
31 Julij. Gelijk besluit ten aanzie van het mede aange-
houden adres van de heeren TAoden van Velzen ,
ifon Staveren en Rutgerê • • . • . Blz. 66
if Afwijzing van het verzoek van het het Glassicaal
Bestuur van Franeker tot verhoo^ng der toelage
voor de Kerkvisitatie Blz. 67
// Sluiting der negende zitting, na dankbetuiging
aan den Quaestor-Generaal voor zijne medewer-
king , Blz. 67
2 Aug. Opening der tiende zitting jy 68
ff Mededeeling van den Kerkeraad te Soesterberg be-
trekkelijk eene aanvraag bij de Begeering om ver-
hooging van het predikantstractement . Blz. 68
1/ Berigt van het bedanken van Mr. W. B. 8. Boeles voor
de benoeming tot lid der Syn. Commissie. Blz. 68
// Intrekking der opdragt aan de Synodale Commissie
omtrent gewenschte wettelijke maatregelen tot be-
teugeling van het misbruik van sterken drank;
kennisneming van omtïent de daarvoor ingediende
wet ingekomen adressen en besluit om zich te dier
zake zoowel aan den Koning als aan de Tweede
Kamer der Staten-Qeneraal te adresseren. BU 68
// Kennisneming van het verslag der Synodale Com-
missie omtrent bij haar ingekomen stukken tot de
rubriek van kennisgeving behoorende. • Blz. 69
y Goedkeuring van de handelingen der Synadale Com-
missie in zake van den predikant C. L. D. van
Coeverden Jdriani en besluit om bij het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland op het nemen eener
beslissing aan te dringen ..... Blz. 70
ff Als voren, van haar schrijven aan hetzelfde Kerk-
bestuur betrekkelijk verlangde voorziening in ver-
melde onregelmatigheden en van hare beschikkingen
op verschillende ingekomen verzoeken om dispen-
satie Blz. 70
V Sluiting der tiende zitting // 70
BEOISTEB. IX
3 Aog« Opening der elfde aiUing ^^ 71
n Synodi contractae voor de behondeling yan door
het Provinciaal Kerbesiuar van Zaidholland over-
gebragte bezwaren tegen de predikanten Jak, Bigeman
en K A. O. van Hoogenhuijze te Dordrecht Blz. 7 1
if Benoeming van Mr. /. C. Bergsma tot lid der
Synodale Commissie Blz. 72
// Bapport betrefiende een voorsrei van de Classicale
Vergadering van Dordrecht om voor de toelating
tot het examen voor de Evangeliebediening ook
getuigschriften aan te nemen van buiten de Bijks-
universiteiten hier te lande bestaande iurigtingen
voor Hooger Onderwijs Blz. 72
ff Als voren , ter zake der adressen tot aanvulling van
art. 3 al. 2 van het Beglement voor de Kerke-
raden Blz. 74
ff Besluit op een bezwaarschrift van den Eerkeraad
te Bijnsaterwoude over het uitblijven der beslis-
sing in de zaak van den predikant van Coeverden
Adfiani Blz. 75
// Besluit y naar mededeelingen van den Quaestor-
generaal, om het Glassicaal Bestuur van Amster-
dam te verpligten tot volledige opgaaf van de
inkomsten der door hem voor kleine toelagen voor-
gedragen predikantsbebetrekkingen . . Blz. 76
,/ Nader besluit omtrent de beschikking over de voor
het godsdienstonderwijs ingezamelde gelden. Blz. 7 6
ff Afwijzing van een door de Synodale Commissie over-
gebragt verzoek van Kerkvoogden te Groningen om
bij artt. 3 en 5 van het Algemeen Beglement het
stemregt en de bevoegdheid tot benoeming in
Kerkelijke Besturen te beperken in geval van niet
voldoening der kerkelijke lasten . , . Blz. 77
ff Sluiting der elfde zitting Blz. 78
4 Aug! Opening der twaalfde zitting .... Blz. 79
ff Nader berigt omtrent de grensverandering der ge-
meenten te Nieuwolda en Woldendorp. Blz. 79,
REGISTER.
4 Aug. Besluit omtrent de voor den predikant te Drogeham
toegestane toelage uit het fonds ter voorziening
in geestelijke behoeften Blz. 79
if Rapport der Commissie ter zake der voorloopig
aangenomen verandering van art. 38 van het Re-
glement op het Godsdienstonderwijs en bijgekomen
voorstellen op de belijdenis-kwestie betrekking
hebbende Blz. 79
4f Voorstel van den heer Bruna om de Synode te
doen verklaren , dat de Provinciale Kerkbesturen , en
niet hunne individuele leden naar art. 62 van het
Algemeen Reglement consideratiën hebben te geven,
na beraadslaging, verworpen . . . Blz. 103
// Kennisneming van de handeling der Synodale Com-
missie ter zake van een bezwaarschrift van den
Kerkeraad te Alkmaar en van de bij haar gediend
hebbende verzoeken om cassatie ^ en goedkeuring,
dat de Synodale Commissie bezwaar vond, het
Provinciaal Kerkbestuur voor te lichten hoe te
handelen met de predikanten Eigeman en van
Hoogenhuijze te Dordrecht wegens eene met de ge-
schorste ouderlingen gehouden vergadering. Blz. 104
if Sluiting der twaalfde zitting . . . n 105
5 Aug. Opening van de dertiende zitting . . j^ 106
if Berigt van den heer H. Steenberg ^ dat hij de
benoeming tot lid van de Synodale Commissie
aanneemt * . . . . Blz. 106
// Verslag van eene audiëntie van het Moderamen
bij den Minister van Financiën . . Blz. 106
ff Rapporten der Commissie voor de verslagen van
de Provinciale Kerkbesturen rakende den staat van
het hulppredikerschap en de examina . Blz. 106
ff Behandeling van het voorstel van den heer Segers
betreffende door het Provinciaal Kerkbestuur van
Gelderland afgewezen opheffing van de schorsing
der Dordtsche ouderlingen , en verwerping van het
eerste lid van dat voorstel . , . , Blz. 108
BEGISTER. XI
5 Attg; Sluiting ?an de dertiende zitting . . Blz. 111
6 Aug. Opening der veertiende zitting . . ^ H^
n Besluit om over te gaan tot de orde van den dag
ter zake van een ter tafel gebragt adres van zestig
leden van het Kiescollege te Dordrecht. Blz. 112
u
Het tweede lid van het voorstel van den heer
Segerê verworpen door aanneming van eene ge-
wijzigde motie van den heer Roodhuijzen^ naar
welke de vergadering verklaart^ hoe eerst de op-
heffing van den onhoudbaren toestand te Dordrecht
mogelijk zal zijn Blz. 114
// Het rapport in behandeling over het verzoek der
Waalsche Bennie om de gevallen te bepalen waarin
men ophoudt lid eener gemeente te zijn: Opdragt
aan de Synodale Commissie om de Synode ter
zake van advies te dienen .... Blz. 116
I, Gelijke opdragt ter zake van een soortgelijk voorstel
van den Kerkeraad te Sluis , bij behandeling vervol-
gens van het daarover uitgebragt rapport. Blz. 117
tf Afwijzing overeenkomstig het betrekkelijk rapport
van het voorstel van de Classicale Vergadering van
Dordrecht om erkenning van de getuigschriften
van studie ook van andere inrigtingen van Hooger
Onderwijs dan die der Rijksuniversiteiten. Blz. 117
// Bapport ter zake der voorloopig aangenomen ver-
andering van art. 24 van het Beglement op de
vacaturen Blz. 118
ff Goedkeuring van het rapport omtrent den staat
van het hulppredikerschap Blz. 121
// Als voren van het rapport omtrent de examina ,
na eenige beraadslaging over de vraagt of toelating
kan geschieden y als de bekwaamheid in een of
ander vak onvoldoende is bevonden . Blz. 121
//
Sluiting der veertiende zitting . . . // 121
7 Aag. Opening van de vijftiende zitting . . „ 122
ff Yoorloopige kennisneming van een bezwaarschrift
XII BEGISTëB.
van den Kerkeraad te Arnhem over de goedkeuring
eener grensverandering van zijne gemeente en die
van Schaarsbergen BIz. ÏZ2
ff Het rapport over het voorstel van het Glassicaal
Bestuur van Onderdendam tot het doen vervallen
van art. 41 al. 2 van het Beglement op de Vaca-
turen in behandeling. Besluit om de alinea te hand-
haven, — verwerping van een voorstel totaanvul-
. ling van het artikel ; aanneming daarentegen van een
voorstel tot aanvulling van art. 78. . Blz. 122
// Sluiting der vijftiende zitting ... i^ 126
9 Aug. Opening der zestiende zitting ... // 127
V Uitstel der beliandeling van het bezwaarschrift van
den Kerkeraad te Arnhem . . . . Blz. 127
,/ Dankbetuiging van den Kerkvoogd te Groesbeek
voor de toezegging van subsidie . . Blz. 127
// Aanneming door den heer L. Overman van de
benoeming tot lid der Gezangen-Commissie. Blz. 127
ff Bapport omtrent de kerkvisitatie en daarop genomen
besluit Blz. 127
// Het rapport over de voorloopig aangenomen veran-
dering van art. 14 7® van het Eeglement van de
Kerkeraad in behandeling en besluit om die ver-
andering niet vast te stellen . . . Blz. 140
// De voorstellen tot aanvulling van art. 3 al. 2
van het Beglement voor de Kerkeraden naar het
advies der Commissie verworpen . • Blz. 142
ff Als voren, het voorstel van de Glassicak Ver-
gadering te ^s Gravenhage tot invoering van een
of meer examencommissien .... Blz. 142
// Sluiting van de zestiende zitting . • ^ 143
10 Aug. Opening der zeventiende zitting . . // 144
ff Benoeming van eene Commissie voor audiëntie
bij Zijne Majesteit ...... Blz, 144
ff Bapport ter zake van een voorstel der Glassicale
BEOISTÜR. xin
Vergadering te Utrecht om het Waalsch ressort
tot een Claseicaal ressort te maken en overeen-
komstig besluit tot verwerping van het voor-
stel Blz. 144
ff Yoorloopige behandeling van het bezwaarschrift
van den Eerkeraad te Arnhem over de goedkeuring
der grensverandering van zijne gemeente en die
van Schaarsbergen Blz. 146
// Bapport ter zake van het voorloopig aangenomen
Beglement op de kefspelvorming . . Biz. 147
// Sluiting der zeventiende zitting • . ff 196
11 Aug. Opening der achttiende zitting.. . . /^ 197
ff Aanneming door den heer Bergsma van de be-
noeming tot lid der Synodale Commissie. Blz. 197
// Protest van gemeenteleden te Dordrecht tegen de
voorloop^e schorsing van den predikant Jak. Eige-
man Blz. 197
,/ Algemeene beschouwingen over de voorstellen der
Commissie voor de belijdenis-kwestie . Blz. 198
// Sluiting der achttiende zitting . . Blz. 200
12 Aug. Opening der negentiende zitting . • ü^ 201
// Berigt van den adjudant des Konings omtrent
de aangevraagde audiëntie .... Blz. 201
ff Verschillende brieven van dankbetuiging. Blz. 201
// Motie van den heer Roodhuijzen ter zake der
voorstellen rakende art. 38 Begl. Godsdienston-
derwijs Blz. 201
// Besluit tot afwijzing van het bezwaarschrift van
// den Kerkeraad te Arnhem tegen de goedkeuring
der grensverandering van die gemeente en de ge-
meente te Schaarsbergen Blz. 202
ff Goedkeuring van een voorstel van het Classicaal
Bestuut van Onderdendam rakende de aanzuive-
ring van da achterstallige quota van de gemeente
te Wehe Blz. 202
28
XIV REGISTER.
12 Aug. Vervulling der openvallende betrekkingen van
secundi bij de Synodale Commissie . Blz. 202
// Nieuwe voorstellen betreffende de belijdeniskwestie
met de in hét rapport reeds 'vermelde in handen
der betrokken Commissie gesteld ^ ter fine van
advies Blz. 203
// Sluiting der negentiende zitting • . // 205
13 Aug. Opening der twintigste zitting ... i/ 206
ff Dankbetuiging van kerkvoogden te West-Kapelle
voor de verhooging der subsidie . . Blz. 206
// Nader rapport der betrokken Commissie ter zake
der in hare handen gestelde voorstellen omtrent
de belijdenis-kwestie Blz. 206
if Overeenkomstig besluit om verschillende van deze
voorstellen niet in behandeling te nemen. Blz. 212
// Beraadslaging over het voorstel van de heeren
van Laierveld o. s. tot wijziging van art. 1 en
11 van het Algemeen Reglement leidende tot ver-
werping daarvan Blz. 212
f, Het voorstel van de heeren Roodhuijzen c. s. tot
verandering van art. 38 en 39 van het Reglement
op het Godsdienstonderwijs en aanvulling van art.
22 van het Reglement voor de Kerkeraden met
daartoe behoorend amendement van de heer van
Lakerveld in behandeling .... Blz. 215
// Sluiting der twintigste zitting . . • // 216
14 Aug. Opening der een en twintigste zitting. // 217
if Voortgezette beraadslagingen over het voorstel van
de heeren Roodhuijz$n e. s. leidende tot verwerping
er van , na aanneming van het amendement van
den heer van Lakerveld .... Blz. 217
//
Het voorstel van de heeren WeHrik c. s. tot
herstel der oude redactie van art. 38 insgelijks
verworpen Blz. 220
// Goedkeuring van de grensverandering der gemeenten
te Sluipwijk en Bodegraven . . • Blz. 221
RJBGISTEK XV
1 4 . Aag. Orde ?aii den dag ter zake eener verklaring yi^n de
afgevaardigden van Aagtekerke en vier andere leden
dér Class. Vergadering van Middelburg. Blz. £21
V Aanxieming voor kennisgevjng van eene andere ver-
klaring van genoen^de Gla^siqJe Vergadering rakende
de belijdeniskwestie Blz. 221
// Sluiting der een en twintigste zitting. // 222
16 Aug. Opening der twee en twintigste zitting. h 223
ff De voorstellen der betrokken Commissie betrekke-
lijk ai't. 88 in behandeling met een amendement
van den President op de 3" alinea. . Blz. 223
tt Verdaging der beraadslagingen en sluiting der
twee en twintigste zitting Blz. 225
17 Aug. Opening der drie en twintigste zitting. // 226
// Dankbetuiging van Kerkeraden vooor toegekende
subsidie . Blz. 226
// Toekenning alsnog van eene kleine toelage aan de
gemeente te Spijk in Zuidholland . . Blz. 226
// De beraadslagingen over de voorstellen omtrent art.
38 al. 3 van het Eeglement op bet Godsdienst-
onderwijs voortgezet, doch de stemming daarover
aangehouden Blz. 226
n Beraadslaging over de voorstellen der Commissie
rakende art. 38 al. 5 — amendement van den. heer
Bruna, — voorstel van den hoogleeraar Gooszen
om geheel de alinea te doen vervallen in nadere
overweging gehouden Blz. 228
// Vaststelling der voorloopig aangenomen wijziging
van arb. 24 van het Reglement op de vacaturen
in overeenstemming met het daarover uitgebragt
rapport • . • . . Blz. 230
// Benoeming van den heer W, O. Servatiua in plaats
van den heer H, Frima tot secundus bij de
Synodale Commissie Blz. 231
. u . Sluiting der. drie en twintigste zitting. // 232
XVI BEOISTBR
18 Aag. Opening der vier en twintigste ritting. // 238
y Het voorstel van den hoogleeraar Gooizen ^ tot het
doen wegvallen van art. 88 al. 6 in verband met
al. 4 gebragt, doch na langdurige beraadskgingen
verworpen Blz. 288
if Sluiting der vier en twintigste zitting. ^ 286
19 Aug. Opening der vijf en twintigste zitting.. „ 287
// Toekenning alsnog van eene kleine toelage aan
de gemeente Willemsoord in Overijssel. Blz. 287
// De verschillende voorstellen art. 38 al. 8 en al. 5
van het Begl. op het Godsdienstonderw. rakende bij
achtereenvolgende stemmingen verworpen. Blz. 287
ff Protest van de heeren Weètrik e, s. tegen het in
stand laten der nieuwe redactie van art. 88 van
het Reglement op het Godsdienstonderw. Blz. 240
// Sluiting der vijf en twintigste zitting. /^ 241
20 Aug. Opening der zes en twintigste zitting. /^ 242
// Toekenning alsnog eener kleine toelage aan de ge-
meente te Schoonoord in Drenthe . . Blz. 242
// Aankondiging van den hoogleeraar Gooêzen van op
zijn voorstel tot het doen wegvallen van al. 5 art.
88 van het Beglement op het Godsdienstonderwijs
te zuUen terugkomen Blz. 242
// Bijzonder voorstel van deu heer Roodiuifsen rakende
art. 88 evengenoemd Blz. 242
// De voorloopig aangenomen veranderingen van art.
88 met de overgangsbepaling nog afzonderlijk in
stemming gebragt en verworpen. . . Blz. 243
/f Algemeene beraadslagingeu over het Bieglemet op
de kerspelvorming Blz. 244
ff Voorstel van den heer Se§ferê om door eene wijzi-
ging van art. 43 7® en 51 7® van het Algemeen
Beglement en van het Beglement op de erkenning
van nieuwe gemeenten , het aanhangige Begl. op de
kerspel vorming te vervangen , verworpen. Blz. 249
BEGIST£B. XYii
20 Attg. Afw^ing van verschillende voorstellen van of uit
Glassicale Vergaderingen in verband met de aan-
hangige kerspelvorming Blz. 249
I, Sluiting der zes en twintigste zitting. t, 250
21 Aog. Opening der zeven en twintigste zitting. // 251
ff Rapport van de Commissie rakende de voorloopig
aangenomen veranderingen in het Reglement op het
Hooger Onderwijs betrekkelijk het aanstellen van
kerkelijke hoogleeraren te Amsterdam. Blz. 251
ff Uitspraak der Synodus contracta in zake den predi-
kant Jak. Eigeman te Dordrecht . . Blz. 278
// Sluiting der zeven en twingtigste zitting. /^ 282
^3 Aug. Opening der acht en twintigste zitting. ff 283
// Uitspraak der Synodus contracta in zake den predi-
kant Alemjn Faure Blz. 288
// De heer Kronenberg na het bedanken van den heer
Servatiuê benoemd tot secundus bij de Synodale
Commissie Blz. 287
// Het Reglement op de kerspelvorming in behande-
ling. Daarop nog door de heeren Janê^ Luii en Segerê
ingediende amendementen; laatst vermeld voorstel
echter buiten behandeling gehouden. . Blz. 288
;/ Het amendemenr van de heer Janê om de kerspel-
vorming alsnog niet op gemeenten van eeu predi-
kant toe te passen in beraadslaging en overeen-
komstige vaststelling van art. 1. . . Blz. 290
ff Sluiting der acht en twintigste zitting. if 293
24 Aug. Opening der negen en twintigste zitting. /f 294
ff Uitspraak der Synodus contracta in zake den predi-
kant van Hoogenhuijze te Dordrecht . Blz. 294
ff De behandeling van het Reglement op de kerspel-
vorming voortgezet tot art. 10^ met aanneming
van het amendement van den President op art. 2,
5 eu 6 Blz. 298
¥ Sluiting der ne^en en twinti^te zitting. ff 30 1
xviu BËGISTEB,
25 A.ug. Opening van de dertigste siiting . . BU, 802
p Aanneming voor kennisgeving van nog èen protest
van lidmaten te Dordrecht tegen de handelingen
van het Provinoiaal Kerkbestuur in de zaak, der
geschorste ouderlingen Blz. 802
/y Bapport van de Commissie voor de nieuwe wets-
voorstellen ter zake van een voorstel uit de ch^ia
van Hoorn tot verandering van art. 27 van het
Beglement op het Examen ter toelating tot de
Evangeliebediening Blz. 302
ff De behandeling van het Reglement op de kerapel-
vorming ten einde gebragt^ bij voorwaardelijke
voorloopige aanneming van een nieuw artikel. Blz. 312
// Bedenking van den heer Bruna tegen de vast*
stelling van het Keglement om de opneming in
art. 2 van het voorstel van den heer Luti. Blz. 317
// Sluiting van de dertigste zitting . . i, 817
26 Aug. Opening van de een en dertigste zitting. u 318
if Besluit tot vaststelling van het Reglement op de
kerspelvorming ondanks de daartegen door den heer
Bruna gemaakte bedenking .... Blz. 318
// Verschillende voorstellen betreffende art. 38 van
het Reglement op het Godsdienstonderwijs van de
heeren Roodhuijzen, GooBMn en den Preêidenl,
iu behandeling en besluit ten slotte naar een op
laatstgenoemd voorstel ingediend amendement van
den heer voin den Bran deler tot verandering alsnc^
van al. 5 Blz. 318
ff Vaststelling van de voor de kerspelvorming in het
Algemeen Reglement en in bijzondere Reglementen
gemaakte veranderingen, behoudens de eindre-
visie Blz. 322
ff Besluit naar voorstel van den heer van Laierveld
tot eenige wijziging iu het Reglement op de ker-
spelvorming Blz. 322
ff Het rapport betreffende art. 27 van het Reglement
op het examen ter toelating tot de Evangeliebe*
REGISTER.
XIX
diening in behandeling ; de tijdigheid der verande-
ring van het artikel door de meerderheid aangenomen ;
de verdere beraadslagingen tot eene latere zitting
^ verdaagd Blz. 323
n Sluiting der een en dertigste zitting • // 324
27 Aag. Opening der twee en dertigste zitting. n 325
n Voorstel van den heer van Laherveld om terug
te komen op de vaststelling van de in het Re-
glement op de kerspelvorming bij art. 2, 5 en
6 opgenomen principiële veranderingen niet aan-
genomen Blz. 326
ff Be voorloopig aangenomen veranderingen van het
Reglement op het Hooger Onderwijs betrekkelijk
het aanstellen van Kerkelijke Hoogleeraren te Am-
sterdam, bij de behandeling van het rapport be-
houdens eenige aanvulling vastgesteld met besluit
betrekkelijk de ter goedkeuring ingekomen statuten
van de betrokken Yereeniging . . . Blz. 325
// Motie van den heer van den Brandeler om alsnog
ter zake van het verzet tegen art. 38 van het
Reglement op het Godsdienstonderwijs tot eene
volledige amnestie te besluiten . , . Blz. 329
// Sluiting der twee en dertigste zitting. // 329
28 Aug. Opening van de drie en dertigste zitting. f, 330
// De behandeling van het rapport over art. 27 van
het Reglement op het examen ter toelating tot
de Evangeliebediening weder opgevat; voorstel van
den heer van LaJcerveld tot aanneming eener tweede
formule; voorkeur door de Vergadering aan ééne
formule gegeven Blz. 330
ff Voorstel van den Fresident om de reeds in 1877
door hem en den hoogleeraar Kuenen aanbevolen
redactie van art. 27 aan te nemen: de ver-
schillende ter zake dienende voorstellen in behan-
deling Blz. 331
// Voorstel van den hoogleeraar Gooszen om de ver-
schillende voorstellen in handen te geven van de
XX BBQISTER.
. Synodale Commissie aangehouden tqt de volgende
zitting Blz. SS4
// Slaiting van de drie en dertigste zitting. ^ 334
ff Opening van de vier en dertigste zitting. ^ 235
^ Voorstel van den heer van Lahervdd omtrent art.
39 van het Beglementop het Godsdienstonderwijs
niet in behandeling genomen . . . Blz. 235
// Verwerping van de motie van den hoogleeraar
Gooêzen om de voorstellen rakende art. 27 vi^
het Reglement op het examen ter toelating tot
de Evangelie-bediening in handen der Synodale
Commissie te stellen Blz. 235
n Amendement van den heer Overman op het voor-
stel van den President betreffende gemeld art.
27 Blz. 236
// Het door den. heer Overman geamendeerde voorstel ,
na verwerping van de voorstellen der heeren AlingA
Prins en van Duijl , en van den heer van Laker-
veld aangenomen ook met betrekking tot art. 19
van het Reglement op het Godsdienst-Onder-
wijs Blz. 337
//
De motie van den heer van den Brandeler tot
het verleenen van eene volledige amnestie ter zake
van het verzet tegen art. 38 bij door den heer
Segera voorgestelde verklaring verworpen, Blz. 337
if Overgangsbepaling aan de nieuwe verandering van
art. 38 van het Reglement op het godsdienst-
onderwijs verbonden Blz. 339
if Eindredactie van het Reglement op de Kerspel-
vorming en de betrekkelijke veranderingen in het
Algemeen en andere Reglementen vastgesteld.
Blz. 339
;/ Kennisneming van de mededeelingen der Synodale
Commissie omtrent den staat der Kerk in Bij-
lage C • Blz. 350
REGISTER. XXI
28 Aug. Berigt van den Secretaris omtrent het wegblijven
van mededeelingen omtrent de Indische kerken.
Blz. 350
// Kennisneming van het verslag van het Comité
voor de Waldenzen Blz. 361
// Magtiging van de Synodale Commissie tot be-
schikking op een verwacht verzoek tot verhooging
der kleine toelage aan de gemeente te Asten. Blz. 351
// Verslag van den Yice-president omtrent de tijdens
de zittingen ingekomen stukken . . Blz. 351
// Besluit omtrent de resumtie der notulen en sluiting
der vier en dertigste zitting .... Blz. 351
// Opgave van de opbrengst der gewone collecte ten
behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken
en personen in het jaar 1879 . . . Blz. 353
// Nagekomen collecten van 1879 . . // 373
// O verzigt van de collecte gehouden in 1879. // 376
// Opgaaf der gemeenten van welke den 23 September
1880 de collecte van 1879 nog niet was ingekomen
Blz. 377
// Nog nagekomen collecten .... // 379
BIJLAGEN.
^
Verslag van de verrigtingen der Algemeene Synodale
Commmie gedurende iel jaar 1879 — 1880.
Aanbieding van het verslag Blz. 5
Zamenstelling der Commissie // 5
Getal en tijd van hare zittingen // 5
29
XXII REGISTER.
Medewerking van hare leden ...... Blz. 5
Pan ten van behandeling // 6
Reglement van orde ^ 6
Commissie tot de spoed vorderende zaken. • • // 6
Openvallende plaatsen in de Synodale Commissie. // 6
Als voren , bij het Algemeen Collegie van toesigt. // 6
A. Einanciële aangelegenheden // 7
I. Aangelegenheden van het fonds voor noodlijdende kerken
en personen Blz. 7
a. Correspondenten voor de hulpvragende gemeenten ^ 7
b. Beschikbare middelen voor subsidie tot kerk- of pastorij-
bouw Blz. 7
c. Voordragten ter zake der aanvragen , . . „ 8
d. Voordragten ter gunstige beschikking, . . // 8
Millingen „ 8
Groesbeek // 12
Zevenhoven // 14
Driebuizen - // 15
Kleverskerke //16
Molkwerum // 17
Haulerwijk /yl8
Weerselo // 18
Grootegast // 19
Stitswerd // 21
Yierlingsbeek //22
Besoijen , /y 28
Bergeik // 24
e. Voordragten tot Bf wijzing // 27
Westkappelle h ^^
aBQISTER. xxin
Grijpskerke. Blz. 28
EindhoTen // 29
f. Ovenigfc van de gedane voordr^ten ... // 31
ff. Berigten omtrent verleende rijkssubsidie. . // 82
h, Yergunning aan Kerkvoogden te Nieawe Pekela tot
wijziging in het bestek Blz. 33
i. Uitbetaling van duböidiën // 33
;. Toekenning van zoogenaamde kleine toelagen f, 36
k. Berigt omtrent verleende toelagen uit het fonds van
vrijjlen Vrouwe Steyn-Schellinffer .... Blz. 37
/. CoUectebrief ^37
II. Aangelegenheden van het fonds ter voorziening in de
geestelijke beboetten van gemeenten^ waar eigen mid-
delen ontbreken • • Blz. 39
a. Aanbevolen gemeenten // 39
b. Advies tot afwijzing van eene aanvraag van ^s Heeren-
hoek Blz. 41
c. Overbrenging van een verzoek van den predikant te
Boósum om eene bijdrage voor de belangen van het
godsdienstonderwijs Blz. 41
d. Onderzoek naar den financiëlen toestand der gemeente
te Bussum Blz. 41
e. Toekenning van toelagen voor opleiding tot de be-
trekking van godsdienstonderwijzer . . . Blz. 42
/*. Verzoek tot op nieuw beschikbaarstelling eener som
voor onvoorziene behoeften Blz. 42
III. Aangelegenheden van het fonds tot verbetering der
schraalste predikantstractementen .... Blz. 42
a. Verslagen der Classicale Besturen omtrent de inkomsten
der toelagen genietende gemeenten . • . Blz. 42
b. Advies omtrent de toekenning der toelagen. // 43
c. Magtiging van den Quaestor-generaal om voor ditmaal
het batig saldo van het fonds niet te kapitaliseren.
Blz. 44
XXIV REGISTER.
IV. Aangelegenheden van de Algemeene Weduwehbeurs.
Blz. 45
V. Aangelegenheden van het Holppensioenfonds. u 45
YI. Aangelegenheden van het fonds der nieuwe vertaling
van het Nieuwe Testament en van den Vervolgbundel
op de Evangelische Qezangen . . . . • Blz. 45
a. Inkomsten van het fonds ^45
b. Beschikkingen over de inkomsten van het fonds.
Blz. 46
VII. Aangelegenheden van het fonds voor de kosten van
het Hooger Onderwijs Blz. 46
a. Regeling van de tractemenien en het pensioen der
kerkelijke Hoogleeraren Blz. 47
b. Terugbekoming der vrije beschikking over de bijdragen
der studenten voor het onderwijs der hoogleeraren.
Blz. 50
c. Storting van de opbrengst der bijdragen van studenten
over 1879 in 's Rijks kas Blz. 52
d. Verleende vrijstelling van de verpligting tot betaling
der bijdrage voor 1880 Blz. 52
e» Voorstel tot verandering van art. 16 van het Reglement
op het Hooger Onderwijs Blz. 53
/. Voorloopige voorziening in de kosten van het voorbe-
reidend kerkelijk examen der candidaten in de Godge-
leerdheid Blz. 53
g. Verschillende voorstellen rakende het gebruik en het
beheer van het fonds Blz. 56
VIII. Aangelegenheden der Algemeene kas. . . /y 57
a. Herziening der quotisatie van de gemeenten. // 57
b. Décharge aan den Quaestor-generaal verleend voor de
betalingen die uit de Rijksbijdrage plegen te geschieden.
Blz. 58
0. Vergoeding van kosten in zaken van tucht . // 58
REGISTER. XXV
d. Vergoeding van kosten van secandi-leden van Provin-
ciale Kerkgesturen wegens medewerking aan het afnemen
van examina Blz. 59
e. Kosten- en prijsbepaling der Synodale Handelingen
van 1879 en van het Algemeen Tienjarig Register.
Blz. 69
f. Overige drukkosten en schrijfbehoeften • . // 60
IX. Beheer van den Quaestor-generaal over alle Synodale
Synodale fondsen in zijn geheel .... Blz. 60
a. Onderzoek van het beheer ten huize van den Quaes-
tor-generaal Blz. 60
b. Rekeningen en staat der Synodale fondsen. // 61
e. Memorie van toelichting bij de rekeningen. // 61
A. Fonds voor noodlijdende kerken en personen. ^ 63
B. Fonds ter voorziening in de geestelijke behoeften van
gemeenten^ waar eigen middelen ontbreken. Blz. 65
C. Fonds tot verbetering der schraalste predikantstrac-
tementen Blz. 68
D. Algemeene Weduwenbeurs // 70
E. Fonds van de Bijbelvertaling (Nieuw Testament) en
den Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen. Blz. 72
F. Algemeene kas // 73
G. Hulppensioenfonds voor emeriti -predikanten. „ 79
H. Fonds voor de kosten van het Hooger Onderwijs in
de Godgeleerdheid van wege de Nederlandsche Her-
vormde Kerk Blz. 80
«
d. Voorstel tot goedkeuring der rekeningen. . » 82
e. Opmerkingen naar aanleiding der rekeningen // 82
f. Voorstel tot openbare vermelding der giften en legaten
Blz. 84
ff. Gecommitteerden voor het toezigt op de administratie
van den Quaestor-generaal Blz. 84
xxYi REGISTER.
h. Aanbeveling tot het doen aanblijven van de heeren
Scholten en Mom in hunne betrekkingen van Quaestor-
generaal en diens secundus Blz. 85
B. Aangelegenheden van verschillenden aard. . ^ 86
I, Door de Synode aanbevolen zakeii ... /y 86
a. Uitvaardiging vau Reglementen en van veranderingen
in Reglementen Blz. 86
L Herziening van de tabel voor het examen ter toelating
tot de Evangeliebediening Blz. 88
c. Verzoek om diligentverklaring ter zake van een nader
advies rakende het beheer der kerkelijke goedereu
Blz. 88
d. Als voren, ter zake der behartiging van het behoud
van bepalingen tot instandhouding van een wekelijkschen
rustdag Blz. 89
e. Vraag ter zake der opdragt ten aanzien van gewenschte
wettelijke bepalingen tot beteugeling van het misbruik
van sterken drank Blz. 89
ƒ. Voorziening in de door het overlijden van den heer
Junius ontstane vacature bij de Commissie van toezigt
op deu druk van de uitgaaf der Evangelische Gezangen
Blz. 90
II. Ingekomen stukken van kennisgeving . . // 90
a. Vanwege Z. M., berigt van de zwangerschap van
H. M. de Koningin Blz. 90
b. Van den Minister van Financiën omtrent toekenning
van Rijksbijdragen tot predikantstractementen. Blz. 92
c. Van den Minister van Koloniën omtrent de vervulling
eener vacature bij de Indische Commissie . Blz. 92
rf. Uitspraken van Kerkelijke Besturen ... // 92
e. Dankbetuiging van de Commissie der Remonstrantsche
broederschap ter zake der handhaving van het Synodaal
besluit van 20 Julij 1819 Blz. 98
f. Boekgeschenken ....;.... «r93
^. Dankbetuigingen voor genoten subsidie . . // 94
BEGISTËB. xxvii
III. Oyerige stokken ter overweging • . • • Blz. 94
a. Verzoek van het Frov. Kerkbestuur van Gelderland
om voorlichting hoe te handelen ter zake van ter zijner
kennis gekomen bezwaren ten aanzien van den wandel
van den predikant C. L. D, van Coeverden Adriani te
Harderwijk , en van genoemden predikant om tnsschen-
komst in zijn belang BIz. 94
b. Verzoek van hetzelfde Frov. Kerkbestuur om order te
stellen op onregelmatigheden in het Classicaal ressort
van Harderwijk Blz. 97
e. Verzoekeji om dispensatie naar art. ^S van hetBegle-
ment op de vacaturen Blz. 98
e. Verzoek om dispensatie van de bepaling omtrent den
leeftijd in art. 13 van het Beglement op het Godsdienst-
onderwijs BIz. 102
/; Overgebragt voorstel van Kerkvoogden te Groningen om
bij artt. 3 en 5 van het Algemeen Beglement het
stemregt en de verkiesbaarheid voor eenig bestuur te
beperken Blz. 102
ff. Bezwaarschrift van den Kerkeraad te Alkmaar over eene
eindbeslissing van het Frovinciaal Kerkbestuur van
Noordholland ter zake van zijn bezwaar tegen de in-
schrijving van elders aangenomen lidmaten. Blz. 105
A, Verzoeken om vernietiging (cassatie) van uitspraken van
Kerkelijke Besturen^ als : Blz. 105
1®. Van den Kerkeraad te Eernewoude ter zake eener uit-
spraak van het Frovinciaal Kerkbestuur van Friesland
omtrent zijne verpligting tot het afgeven van berigt
van het zedelijk gedrag van ouders die elders hunne
kinderen laten doopen Blz. 105
2®, Van Kerkeraads- en gemeenteleden te Oldelamer c. a
om vernietiging eener beslissing van hetzelfde Kerk-
bestuur in een geschil tusschen de gecombineerde ge-
meenten ten opzigte van hare diaconie-administratie.
Blz. 109
8°. Verzoek van C. de Wolf, godsdienstonderwijzer te
Harderwijk, om vernietiging van eene uitspraak van
xxvin REGISTER.
het Classicaal Bestuar van Harderwijk ^ waarbij hij uit
zijne betrekking werd ontslagen . . . , Blz. 112
4®, Van J. P, van der Wier c. s. te Goënga om ver-
nietiging van oen besluit yan het Classicaal Bestoar
van Sneek, waarbij zij niet ontvankelijk werden ver*
klaard in hun bezwaar over de weigering van den
Eerkeraad tot a%ift van de hun noodige bewijzen van
zedelijk gedrag om elders tot lidmaat te worden aan-
genomen Blz. 114
i. Mededeeling van het besluit der Commissie om de
opening van de aanstaande Vergadering der Synode
een dag later te stellen Blz. IIS
C. Overzigt van den staat der Nederlandsche Hervormde
Kerk Blz. 116
a. Getal van de leden, gemeenten en predikantsplaatsen.
Blz. 116
b. Subsidiën uit 's Rijks kas verstrekt voor kerk of pas-
torij-bouw Blz. 117
(?• Subsidiën uit Provinciale fondsen . . . // 118
d. Rijksbijdragen tot predikantstractementen • ^ 118
e. Aangekomen caudidaten iv 120
f. Studenten in en voor de Godgeleerdheid . /y 1 21
D. Verslag van het Comité voor de Waldeneen aan de
Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk,
ALPHABETISCH REGISTER
VAN DE
HANDELINGEN DER ALGEMEENE SYNODE,
ZOO Tan hare eertte Buitengewone- ah van hare
Gewone yergadering
ten Jare 1880. (i)
Acqiioy (dr. /. Ö. ƒ?.), hoogleeraar te Leiden , pracad viserend
lid der Synode, 13. V. blz. 4; rapport ter zake der
eindredactie van de regeling der kerspelvorming , B. V.
blz. 91.
Adressen ter zake der aannemingskwestie voorshands aange-
houden, B. Y. blz. 45; voor kennisgeving aangeno-
men, als blz. 148; ter zake der kerspelvorming, blz.
166—172.
Adriani {C. Z. D, van Coevorden), voormalig predikant te
Harderwijk ,. het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland
voorgelicht , hoe met tegen hem ingebrachte bezwaren te
handelen en tot het nemen van eene beslissing aan-
gespoord, blz. 70, bijl. B, blz. 94 — 97; besluit op
een bezwaarschrift van den Eerkeraad te Bijnzaterwoude
ter zake, blz. 75, 76.
Algemeen Beglement, veranderingen daarin voorgesteld door
van Lakerveld, ter voorziening van buitengewone maat-
regelen iu het belang der orde, B. V. blz, 119, 128,
19 ; zie omtrent de voor de kerspelvorming vereischte
(1) ^Yao^ geen B. V. voorkomt, wordt de Gewone Vergadering der Synode
bedoeld.
II ALPHABETISOH REGISTER.
veranderingen: kerspeWorming; — verandering van
art. 1 en 11 voorgesteld door van Lakerveïd c. s.
blz. 204; haar uitgebracht rapport verworpen ^ biz. 208,
210, 212—215.
// art. 62. Voorstel van Bruna om te doen verldaren ,
dat naar dit artikel de Provinciale Kerkbestaren , en
niet hunne individuele leden consideratiën hebben te
geven, verworpen, blz. 102 — 104.
Algemeene kas; haar door do Synodale Commissie bezorgde
staat goedgekeurd, blz. 19, bijl. A blz. 84; verslag
der Commissie omtrent hare aangelegenheden en daarop
genomen besluiten, blz. 45, 64, 65, bijl. A, blz.
57—60.
Alkmaar (Kerkeraad te), met sijn bezwaar over eene eind-
beslissing van het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-
holland afgewezen, blz. 104, bijl. 6, blz. 105.
Alphen {M, W, L. van). Verslag van zijn Kerkelijk Hand-
boek, blz. 69 bijl. B, blz, 93, 94.
Amersfoort (Classikale Vergadering van), om den staat te
steunen in zijn strijd tegen de dronkenschap, blz. 69.
Ammerstol (Gemeente té), aanspraak haar toegekend op de
uitbetaling van het volle bedrag der éubsidie, blz. 83,
bijl. A, blz. 86.
Amsterdam (Aanstelling van Kerkelijke hoogleeraren bij de
Universiteit te) ; verzoek van de heeren MeEickeré van
nilenhovm om medewerking daartoe, in handen eener
Commissie, fi. V. blz. 5, 23; adres van iZ. PojMz^m»^
Meijeê c. $. ter zake, ald. blz. 44; rapport der Com-
missie en overeenkomstige besluiten, behoudens eene
door Bruna voorgestelde wijziging, idd. blz« 67 — 70,
79 — 84; daaromtrent aan de heeren Menckert van
Vollenhoten gericht schrijven, ald. blz. 87 — 90 ; overleg
met hen noodig verklaard omtrent de i ngezonden stuk-
ken, blz. 64; rapport der Commissie rakende de voor-
loopig aangenomen veranderingen ter zake in het Regle-
ment op het Hooger Onderwijs, blz. 251 — 278.
// (Classikale Vergadering te), om ondersteuning der wet
tot beteugeling der dronkenschap, blz. 69.
A^LPHABETiaCH REGISTER. iii
Am&terdam (Kerkeraad te), Besluiten ter zake van zijne
wiUekeohge beschikking over de voor hulpbehoevende
predikantsbetrekkingen gecollecteerde gelden , blz. 49, 76.
Anspcush (Dr. «T, J.), ouderling te Deventer , lid der Synode,
B. V. blz. 4.
Apeldoorn (Kerkeraad te), om vernietiging eener uitspraak
van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland in ge-
schillen over armverzorging ; Synodus contracta ter zake,
blz. 7, hare uitspraak, blz. 46, 47.
Arnhem (Kerkeraad te}, bezvraar over de grensscheiding van
Schaarsbergen ; zie Schaarsbergen.
Asten (Vacature te), daarvoor naar art. 23 Regl. Vac. dis-
pensatie verleend, blz. 70 bijl. B, blz. 98 — 100. Kleine
toelage aan die gemeente, blz. 851.
Baumhauer (Dr. T, Jf. M. von) , president van het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland, ter zake der niet-onder-
teekeniug der eindbeslissing in zake der Dordtsche
ouderlingen door vier leden van het Bestuur, B. Y.
biz. 21— 2:^
Be^i {C. H. ien Sarmsen van der)y pred. te Valburg. Zie
Creutzherg [K. F.).
Beheer der kerkelijke goederen; de Synodale Commissie ter
zake van dit belang diligent verklaard, blz. 23, bijl.
B blz. 88, S9.
Beilen (Gemeente te) , toelage voor een godsdienstonderwijzer
onder Tiefiderveen, blz. 33, bijl. A, blz. 89.
Belijdenis. Voorstel van Siedel om wat daarop betrekking
heeft uit de Kerkelijke wetgeving te verwijderen, niet
aangenomen, B. V. blz. 84, 85, 119, 120.
Benoemingen voor de Synode (Nieuwe) blz. 8, 4.
Bergeik (Gemeente te), voor pastoriebouw ondersteund n^
verkregen toestemming tot.de aanbesteding, blz. 30,
38, bijl. A, blz. 24—27, 197.
Bergsma (Mr. /. C), oud-ouderling te Leeuwarden , benoemd
tot lid der Synodale Commissie, blz. 72.
IV ALPHABETISCH REGISTER.
Bergum (Gemeente te)^ in tweeën gespltiat, met erkenning
der gemeente te Bergomerheide voor zelfstandig, bis. 21.
Beschrijvingsbrief van de Buitengewone Vergadering der
Synode, B. V. blz. 4, 5.
Besoijen (Gemeente te), voor kerkherstel subsidie verkregen
en voor rijkssubsidie aanbevolen, blz. 30, 33, bijl. A,
blz. 23.
Bodegraven (Gemeente te), zie Sluipwijk.
Boekgeschenken, blz. 22, 69, bijl. B^ blz. 93.
Boetes (mr, W. B. 8,, oud -ouderling te Leeuwarden, ver-
geefs benoemd tot lid der Synodale Commissie, blz.
50, 68.
Borssele (Predikantsplaats te), toelage uit het fonds tot ver*
betering der schraalste predikantstractementen verkregen,
blz. 62.
Brandeler (mr. P. van der), lid der Synode, B. V, blz,
4, G. V. blz. 5.
// rapport ter zake der uits23raak tot ontzetting van den
predikant J. N, van der Hoeve, B. V. blz. 130.
ff rapport ter zake der nagekomen verslagen van Classi-
kale Besturen naar art. 7 van het Reglement op het
fonds tot verbetering der schraalste predikantstractementen,
blz 58; ter zake der voorloopig aangenomen verande-
ringen in het Reglement op dat fonds, blz. 59.
// voorstel met Verhoef, tot herstel der o,ade redactie
van artt, 38 en 39 van het Reglement op het Gods-
dienstonderwijs, B, V. blz, 78, 79; tot buitenwerk-
stelling van de uitspraken de aannemingskwestie rakende,
ald. blz. 150; — tot veranderitig in de inriditing van
het niet-officiëel gedeelte der Kerkelijke Courant, blz. 9.
II Zie ook nog Weèirik .
Brandt {H, W,) , predikant te 'sHeerènhoek; zijn verzoek
om eene toelage voor onkosten zijner Catecbisatiën,. af-
gewezen, blz. 34, bijl, A, blz. 41.
ALPHABBTI8CH BEQISTER. v
Brielle (Classis) , voorstelling tot invoering van eene volstrekte
. autonomie der gemeenten , of tot uiteengaan der richtingen
afgewezen^ blz. 250.
Bruna (&.), predikant te Hasselt^ lid der Synode, B. V.
blz, 4; O. V. blz. 5; lid der Synodale Commissie ,
Inl. versl. blz. 5; benoemd tot lid van het Algemeen
Collegie van toezicht, blz. 19.
» rapport ter zake der uitspraak tot ontzetting van den
predikant H. BombacA, B. Y. blz. 72; ter zake eener
uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuid-
holland, blz. 40; ter zake der kerspel vorming, blz. 147.
// voorstel om te doen verklaren, dat de Provinciale
Kerkbesturen en niet hunne individuele leden , naar art.
62 van het Algemeen Reglement, consideratie hebben
te geven, blz. 102—204.
Bussam (Predikantsplaats te), daarvoor alsnog ondersteuning
noodig bevonden, blz. 34, bijl. A, blz, 40, 41.
Bijbelvertaling (N. T.) , Zie Vervolgbundel op de Evangelische
Gezangen.
Bijdragen voor de bijwoning der lessen van de Kerkelijke
hoogleeraren. Beschikking daarover aan de Kerk ge-
komen, blz. S4, bijl. A, blz. 50 — 52; storting alsnog
over 1879, bb. 34, bijl. A, blz. 52; verleende vrij-
stellingen na de betaling en daaromtrent gedane voor-
stellen, blz. 35, bijl. A, blz. 52, 53.
Candidaten tot de heilige dienst (Aangekomen). Hun getal
blz. 107, 108, bijl. C, blz. 120, 121.
Capelle aan den IJssel, toelage voor haren godsdienstonder-
wijzer, blz. 33, bijl. A, blz. 39.
Catechisanten. Hun getal volgens het rapport over de kcrk-
visitatie, blz. 136.
Collectebrief voor noodlijdende kerken en personen, blz. 33,
bijl. A, blz. 37—39.
Collegie van toezicht op het beheer der kerkelijke goederen
(Algemeen), daarvoor gedane benoemingen, blz. 7, 19,
Inl. Versl. blz. 6.
VI ALPHABETI8CH REGISTER
Commissie van Voordracht voor de benoeming va» Kerkelijke
hoogleeraren (Benoemingen voor de), blz. 19 , 20.
Commissie voor verschillende zaken benoemd; blz. 10, 144.
B. V. blz. 101.
Compagnonsvaart onder Hoornsterwaag (Hervormden aan de),
toelage voor den godsdienstonderwijzer, blz. 83, bijl.
A, blz. 89.
CorU (J5.), Sec.4id der Synode overleden, blz. 4.
Courant (Kerkelijke), voorstel van den Brandeler tot kleur-
looze inrichting van het niet-officiëel gedeelte niet aan-
genomen, blz. 9, 10, 17, 18.
Creutzberg {K. F.) , predikant te Arnhem , lid der Synode ,
B. V. blz. 4.
ff C. H. ten Harmsen van der Beek, Jhr. JF. F, Trip
van Zoudtlandt en /. Spronk, leden van het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland; bezwaar tegen hen inge-
bracht wegens het niet-onderteekenen der eindbeslissing
in zake der Dordtsche ouderlingen, B. Y. blz. 21, 22,
verg, blz. 7 ; naar herhaald voorstel van Douweê, gesteld
in handen eener Synodus Contracta ald. Uz. 64 — 56,
verg. blz. 44, 45; — uitspraak der Synodus Contracta
ter gewone vergadering medegedeeld, blz. 11-— 14.
Crommelin (Mr. itf.), ouderling te Utrecht, lid der Synodale
Commissie, Inl. Yersl. blz. 5.
Daarle (Predikantsplaats te), de toelage uit het fonds tot
verbetering der schraalste predikantstractementen inge-
trokken, blz. 62.
Dankbetuiging ?oor subsidie, blz. 127, 206, bijl. B, blz. 94.
Dikema (Dr. L), oud-ouderling te Winschoten, opgetreden
als lid der Synode, blz. 4, 6.
Dispensatie voor den leeftijd, ter toelating töt het examen
van godsdienstonderwijzeres, niet meer verkrijgbaar ver-
klaard, blz. 70, bijl. B, blz. 102.
Dispensatiën naar art. 23 van het Heglement op de Vaca-
turen, blz. 70, bijl. B, blz. 98—102.
ALPHABETISCH EEQISTER. vii
Uoedeê (Dr. /. J), hoogleeraar te Utrecht, over de Neder-
landsche Geloofsbelijdenis, bijl. B, blz. 93.
Dordrecht (Classikaal Bestuur van) , terecht gewezen door de
Synodale Commissie wegens zijn het onwettig verklaren
der eindbeslissing in zake de Dordtsche ouderlingen ,
B. V. blz. 9, 11, 20; betrekkelijke besluiten van het
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland, ald. blz. 63;
beklag daarover in handen eener Commissie, ald. blz.
60, 61; rapport der Commissie en overeenkomstig be-
sluit, ald. blz. 101—114, 141, 142.
Dordrecht (Classikale Vergadering van). Voorstel om voor de
toelating tot het examen voor de Evangeliebediening
getuigschriften van allerlei inrichtingen van Hooger on-
derwijs te erkennen naar uitgebracht rapport verworpen,
blz. 72 — 74, 117, 118; desgelijks haar voorstel om
boedelscheiding te bevorderen, blz. 250.
// (KiescoUegie) , adres ter zake van den toestand aldaar
niet in behandeling genomen, blz. 112.
Dordtsche ouderlingen , bij eindbeslissing van het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland voor onbepaalden tijd ge-
schorst en verwikkelingen uit hun verzet daartegen
ontstaan, B, V. blz. 6 — 20; een door hen ingediend
bezwaarschrift in handen eener Commissie, ald. blz.
100, 101; rapport der Commissie en overeenkomstig
besluit, ald. blz. 136 — 139, 142; het bezwaarschrift
beantwoord, ald. blz. 144 — 147; mededeelingen van
het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland ter zake, blz.
20; voorstel van Segera om alsnog de opheffing van
de schorsing te bevorderen, blz. 25, 26; het voorstel
a^ewczen, blz. 108—111, 114—117.
Bouwes (t/.), pred. te Leens, lid der Synode, B. V,
blz. 4, G. V. blz. 4, 5; sec. lid van het Algemeen
CoUegie van toezicht, blz. 29; rapport ter zake der
voorloopig aangenomen veranderingen in hetBeglement
op het Hooger onderwijs, betrekkelijk het aanstellen van
Kerkelijke hoogleeraren te Amsterdam, blz. 251; ter
zake der uitspraak tot schorsing van den predikant Jah,
Migeman te Dordrecht, blz. 278.
ff Voorstel ter zake der tegen vier leden van het Pro-
VIII ALPHIBETISCH REGISTER.
vinciaal Keckbestaur van Gelderland ingediende bezwaren^
B. V. blz. 44, 45.
Drank (Sterke), besluifc der Synode, na keanisneming van
betrekkelijke adressen van de Glassikale Vergaderingen
van Amersfoort, om zich ten ganste der betrekkelijke
wet aan den Koning en de Tweede Kamer te adviseeren,
blz. 68, 69, bijl. B. bh. 89.
Dretix (P. de Grien£), pred. ie Witmarsnm, sec. lid der
Synode, blz. 4.
Driebuizen (Gemeente te) , rijkssubsidie verkregen , bijl. A,
blz. 33; subsidie haar bovendien door de Synode toe-
gekend, blz. ^29, 83, bijl. A, blz. 15 en 16.
Drogeham (Predikant te), ondersteund ter voorziening in de
godsdienstige behoeften van de bewoners der heide on«
der Harkema Opeinde, blz. 33, bijLA, blz. 39 «besluit
omtrent de inhouding der toelage tijdens de Vacature ,
blz. 79.
Drukkosten, blz. 64, bijl. A, blz. 60.
Drunen (Predikantsplaate te), toelage uit het fonds tot ver-
betering der schraalste predikantstraotementen verkregen,
blz. 62.
Duurswoude (Gemeente)^ de subsidie haar uitbetaald ^ blz.
33, bijl, A, blz. 34.
Duyl 6Wz, (C. van), predikant te Broek in Waterland, lid
der Synode, B. V. blz. 4 , G. V. blz. 5 ; rapport ter
zake een voorstel van de Glassikale Vergadering van
Dordrecht om tot het examen voor de Evangeliebe-
diening getuigschriften van allerlei inrichtingen van Hooger
onderwijs te erkennen, bz. 72; ter zake der adressen
tot aanvulling van art. 3 al. 2 van het Reglement voor
de Kerkeraden, blz. 74; ter zake der examina, blz. 107.
,/ Zie nog Boodhuijzen en van Zaierveld.
Eerde {6. W. van) , predikant te Westerbork , lid der Synode,
B. V. blz. 4; G. V. blz. 4, 5.
ff rapport ter zake van het bezwaarschrift der Dordtsche
ouderlingen, B. V. blz. 136; ter zake der oon^ideratiën
ALPHABETISCH REGISTER. ix
over art. 14, 7^ van het Reglement voor de Kerke-
raden, blz. 41 j ter zake van het voorstel van het
Glassikaal Bestuur van Onderdendam om de 2^° al. van
art. 41 van het Reglement op de Vacaturen te doen
vervallen en van den Kerkeraad te Leiden om wijziging
van het artikel, blz. 63; ter zake van het voorstel der
classis van 's Gravenhage om een of meer Examen
Gommissiën in te voeren , blz. 56.
if Voorstel tot aanvulling van art. 41 van het Reglement
op de Vacaturen, blz. 125.
Ëernewoude (Kerkeraad te), zijn verzoek om cassatie eener
uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur van Fries-
land omtrent zijne verplichting tot het afgeven van bericht
van het zedelijk gedrag van ouders, die elders hunne
kinderen laten doopen, afgewezen, bijl. B, blz, 106 — 109.
Eigeman (fak.), pred. te Dordrecht, zijn verzet tegen de
uitvoering van de eindbeslissing van het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland ia zake der Dordtsche ouder-
lingen, in handen eener Synodus Contracta , blz. 7 1 ;
protest van gemeenteleden tegen zijne voorloopige schor-
sing, blz. 197; uitspraak der Synodus Contracta tot
schorsing voor een jaar, blz. 278 — 282.
Eindhoven (Classikale Vergadering van) , haar voorstel om
de kerk in twee afdeelingen te splitsen verworpen ,
blz. 250.
» (Gemeente te), haar verzoek om subsidie voor kerk-
bouw in advies gehouden, blz. 30, 31, 33, bijl. A,
blz. 29—81.
Enter (Gemeente te), de subsidie haar uitbetaald, blz. 33,
bijl. A, blz. 34.
Escher (Dr. •/, P.), predikant te Dronrijp, wegens over-
lijden als sec. lid der Synode vervangen, blz. 4.
Ëxaihen ter toelating tot de Evangeliebediening (Herzien
Reglement op het) , uitgevaardigd , blz. 22, bijl. B,
blz. 86, 88. (Voorbereidend) examen bij de Kerke-
lijke hoogleeraren. De daarvoor vereischte localen door
Curatoren der Rijksuniversiteiten beschikbaar gesteld ,
blz. 38, bijl. A, blz. 53—55.
X ALPHABETISCH BEQISTER.
Examenkosten van secondi bij de Kerkbestaren (Vergoeding
van) biz. 64 bijl. A^ blz. 69.
Examina bij de Kerkbesturen (Verslagen der) daarover ait-
gebracht rapport^ bh. 107^ 108, 121.
tl de voor de Verslagen vereischte tabellen herzien, blz.
23, bijl. B, blz. 88.
Fawte {E. W. F. Alewijn), pred. te Hemmen, in hooger
beroep van eene uitspraak van het Provinciaal Kerkbe-
stuur, waarbij hij geschorst was, Synodus Contracta
ter zake, blz. 7, 288—287.
Faure (Mr. E^ van Boneval), Waalsch oud-ouderling te
Leiden, als lid der Synode door zijn secundus ver-
vangen, blz. 4, 6.
FeitA (Mr. B. O.), oud*ouderling te Groningen, lid der
Synodale Commissie. Inl versl. blz. 5, als zoodanig
afgetreden, ald. blz. 6.
IHnanciën (Minister van) , verslag van eene audiëntie bij hem,
blz. 106.
Flier (Dr. G, /. van der)^ predikant te 's Gravenhage, be-
noemd tot sec. lid der Synode, blz. 3, 5.
Franeker (Classikaal Bestuur van), beveelt het belang der
kosterygoederen aan, blz. 23; zijn voorstel tot ver-
hooging der toelage van de Kerk-visiiatie , afgewezen,
blz. 67.
Frima (H.), oud-ouderling te Leens, vergeefs tot secundus
bij de Synodale Commissie benoemd, blz. 203, 231.
Eijeiioord onder IJsselmonde (Hervormden te), toelage voor
hunnen godsdienstonderwijzer, blz. 33, bijl. A, blz. 89.
Gaastmeer (Gemeente te), vermindering van subsidie na de
aanbesteding der pastorie ondergaan, blz. 33, bijl. A,
blz. 36; uitbetaling dier subsidie, blz.. 64; dankbe-
tuiging daarvoor, blz, 201.
Geestelijke behoeften voor gemeenten waar eigen middelen
' ontbreken (Fonds ter voorziening in), staat van het
fonds, bijl. A, blz. 65 — 67; toekenning van toelagen
ALPHABETISCH EEQISTBR. xi
uit het fonds en overige betrekkelijke beslaiten, blz.
3&, 84, bijl. A, blz. 89—42.
Gelderland (Provinciaal Kerkbestuur van), eindbeslissing in
de zaak der Dordtsche ouderlingen, B. Y. blz. 7; op-
merkingen der Sjitodale Cominissie daarover medege-
deeld, ald. blz. 12 — 14, 20; bericht omtrent de niet-
onderteekening door vier zijner leden, ald. blz. 5 , 44 ,
54—56.
// Zie Baumhauer (Dr. T. K. M.)
Gemeenten (Getal der), Bijl. C. bl. 116—117.
Gezangen (Evangelische), rapport van de betrokken Com-
missie, met name van haren Secretaris, dr. B, Gla-
êiuê, omtrent een onderzoek naar de autears en daar-
omtrent genomen besluiten, blz. 27, 28.
Giften en legaten voor de Synodale liefdefondsen, openbaar
te vermelden, blz, 15, bijl. A, blz. 64, 71.
Olasiua (dr. jS.), em.-predikant, secretaris van de Gezangen-
Commissie, hulde aan zijn onderzoek naar de auteurs
van de Evangelische Gezangen, blz. 27, bijl. A, blz.
46, 73. ,
Godsdienst^onderwijs (Commissie van 1879 voor de belangen
van het). Haar aangehouden rapport in behandeling,
doch de daarin vervatte voorstellen niet aangenomen ,
blz. 65, 66.
// (Ingezamelde gelden voor de behoeften van het); des
betreffende mededeeliugen der Synodale Commissie , blz.
15, bijl. A, blz. 82, 83; bericht van den Kerkeraad
te Nijmegen omtrent eene voorgenomen collecte, blz.
21; besluit omtrent het gebruik der gelden, blz. 66;
dat besluit later gewijzigd, blz. 76, 77.
ff (Reglement op het), artt. 38 en 39, veranderingen er
van uitgevaardigd', bk. 22, bijl. B, blz. 87, 88; voor-
stel van Ferhoeff en van dien Brandeler tot herstel der
oude redactie er van verworpen, B. V. blz. 78, 79,
120; 121; nieuwe redactie van artikel 38, door den
president Molenkamp voorgesteld, voorloopig aangeno-
men, ald. blz. 121, 128, 12-6, verg. blz. 185, 136;
XII ALPHABBTISCH BEQI8TEB.
overgangsbepalingen voor de insckrijving van onregel-
noatig aangenomen lidmaten^ ald. blz. 151— *152y verg.
blz. 148^ 149; voorsiel van Westrik c, s., om alsnog
de oade redactie van art. 88 te herstellen , blz. t4f, 25 ;
rapport ter zake der voorloopig aangenomen nieuwe
redactie en bijgekomen voorstellen, blz. 79—102; al-
gemeene beschoawingen , blz. 197 — 200; motie van
Roodhuyzen rakende de behandeling der voorstellen , blz.
201, 202; voorstellen van Roodhuyzen c. 8. rakende
artt. 88 en 89 en van Lakerveld c, ê. rakende artt. 1
en 11 van het Algemeen Beglement nog ter fine van
nader rapport, ook over andere voorstellen in handen
der Commissie gesteld, blz. 203 — 205; nader rapport
der Commissie, blz. 206 — 211; besluiten, deels tot
buiten behandeling-lating der van buiten ingekomen,
deels tot verwerping van bovengenoemde voorstellen van
leden der Synode, bl& 212 — 224; de voorstellen der
Commissie betrekkelijk art. 88 met daarop ingediende
amendementen in behandeling, blz. 223 — 225, 226-;-*
230; het voorstel van den hoogleeraar Gooszen om de
regeling der aanneming geheel aan de Kerkeraden over
te laten, blz. 229, 230, na hierover nog uitgebracht
afzonderlijk rapport verworpen, blz. 238 — 236; ver-
werping vervolgens van de verschillende voorstellen en
amendementen, blz. 237^—240; protest van TFeêtrik
c. 9. tegen het in stand laten der nieuwe redactie van
art. 88, blz. 241, 242; terugkomen op zijn voorstel
door den hoogleeraar Gooszen aangekondigd, blz. 242;
voorstel van Roodhuyzen ter zake, ald.; de voorloopig
aangenomen veranderingen van art. 88 met de over-
gangsbepaling nog in afzonderlijke stemming gebracht en
verworpen, blz. 248, 244, 818—822.
Godsdienst-onderwijzer (Opleiding voor), daarvoor toelagen
toegekend^ blz. 84, bijl. A, blz. 42.
Godsdienst-onderwijzers en onderwijzeressen (Getal der) blz.
134, 135.
Gooêzen {M. A.), hoogleeraar te Leiden, praeadviserend
lid der Synode, bl. 4.
ff voorstel en de regeling van de aanneming der lidmaten
bij de Kerkeraden over te brengen, blz. 228 — 280.
verg. blz. 283—235, 242.
ALPHABETISCH REGISTER. xiii
's Grayenhage (Olassikale Vergadering van) , voorstel tot in-
voering Van examen-commissiën , blz. 56, 57; het voor-
stel verworpen, blz. 142, 14r8.
Grevenbidit (Gemeente te), de subsidie haar uitbetaald, blz.
88, bijl. A, blz. 84.
Griethuyaen {J. O, van), Em. -predikant te Zatpheri, verhinderd
om als sec. van A, H, van der Hoeve op te treden,
B. V. blz. 4.
Qroesbeek (Gemeente te), voor kerkherstel ondersteund , blz.
29, 33, bijl. A, blz. 12—14.
f, dankbetuiging van Kerkvoogden, blz. 127, 206, bijl.
B, blz. 94.
Groningen (Kerkvoogden te), voorstel om bij artt. 3 en 5
van het Algemeen Reglement, het stemrecht en de be-
voegdheid tot benoeming in Kerkelijke Besturen te
beperken in geval van niet voldoening der kerkelijke
lasten , afgewezen , blz. 77, 78, bijl. B, blz. 102 — 105.
Groot (Dr. P. Hofstede de), oud-ouderling te Groningen,
lid der Synode, B. V. blz. 4; vervangen door zijnen
secundus, 6. Y. blz. 5.
Grootegast (Gemeente te) , voor de kosten van haar kerkher-
stel ondersteund, blz. 29, 33, bijl. A, blz. 19, 20.
Qnjpskerke (Gemeente te), haar verzoek om subsidie voor
pastoriebouw afgewezen, blz. 30, 33, bijl. A, blz.
28, 29.
Haarlem (Glassikale Vergadering van), voorstel van hare
meerderheid tot invoering van eene volstrekte autonomie
der gemeenten in geestelijke zaken verworpen, blz. 250.
Haefó (ff.), te Nieuwe Niedorp, boekgeschenk, blz» 22.
Haffen [IJ, G,) c, s,, predikanten te Leiden, ter zake der
aanneming van hunne leerlingen met oud-ouderlingen ,
B. V. blz. 10, 11, 20.
Handelingen der Synode , voorstel van Seff&rs om ze reeds
staande de vergadering te doen drukken niet aangeno-
men, blz. 9, 15 — 17; kosten en prijsbepaling der
Handelingen van 1870, blz. 64, bijl. A, blz. 59,60;
alsvoren van de Handelingen der buitengewone Synode,
blz. 165.
XIV ALPHABETISCH REGISTER.
Harderwijk (CJassikaal Bestuur van)^ wegens onregelmatighe-
deu in zijn ressort door het FrovinciAol Kerkbestuur
terecht gewezen, blz. 71^ b(jl. B, 97» 98,
HaiêeU {S, F, van)^ Haulerwijl^ Héél (van), en Heer9*
pint, leden der Synode en als zoodanig ook van de
Synodale Commissie, B. V, blz. 4, Inl. Versl. blz. 5;
Q. V. blz. 5,
Hekendorp onder Oudewater (Hervormden te), toelage voor
hunnen hulpprediker ^ ook van het Rijk, blz. SS, bijl.
A, blz. 39.
Helenaveen (Gemeente te), toelage tot het tractement van
haren tijdelijken predikant, blz. 83, bijl. A» blz. 39.
Herwerden (/. B. van), lid der Indische Commissie, overle-
den, bijl. B, blz. 92,
Hilvarenbeek (Gemeente te), de subsidie haar uitbetaald,
blz. 33, bijl. A, blz. 84.
Hoeve (A, H, van der), ouderling te Eeppel, bij de B. V,
afwezig, blz. 6; G. V. blz. 4..
tf («/. N. van der) , predikant te Noord wij kerhout, in hooger
beroep bij de Synode, uit zijne bediening ontzet, B. Y.
blz. 5, 130—135.
Hollandsche Veld (Gemeente te), toelage voor den gods-
dienst-onderwijzer, blz. 34, bijl. A, blz. 40, 41.
HoUum op Ameland (Gemeente te), rijkssubsidie verkregen,
b^K A, blz. 32; uitbetaling al vast van de helft der
Synodale subsidie verkregen , bhs. 33 , bijl. A , blz. 34.
Holysloot (Gemeente te), uitbetaling van subsidie verkregen,
blz/ 83, bijl. A, blz. 84.
Haogenhuijze E. A. G. {van) , predikant te Dordrecht, tegen
hem ingebrachte bezwaren van ver2et ter zake der schor-
sing van de Dordtsche ouderlingen in handen eener
Synodo3 Contracta, bU. 71,.7&,. 294—298^
Hooger onderwijs in de Godgeleerdjieid van wege de Her-
vormde kerk (Fonds voor d& kosten yan het). De aan-
gelegenheden er van behandeld , blz, 34, &5, 38 — 40;
bijl. A, blz. 46—57.
ALPHABBTI80H BEQISTER. xv
n (Begkment op het); verwerping van een ten voorgaan-
den jare door Dr. P. Hofstede de Orpot voorgestelde
uitbreiding van art. 9, B. V. blz. 84^ 85; verandering
van art. 16^ voorloopig aangenomen^ blz. 36^ bijl. A^
blz. 53. Zie omtrent de overige vastgestelde verande*
ringen van dit Reglement: Amsterdam (Aanstelling
van Kerkelijke Hoogleeraren te).
Hoogleeraren (Kerkelijke) « verslagen van den staat van han
onderwijs en daaromtrent genomen besluiten , blz. 1, 8 ;
goedkeuring van de lijsten hunner lessen ^ ald.; regeling
van hun tractement en pensioen bij Koninklijk beslait,
blz. 34, bijl. A, blz. 46 — 50 ; voorziening in de door
hen te maken kosten, blz. 38 , 39, bijl. A, blz. 52-«
55 ; een voorstel van Roodhuyzen om hen in de kor-
ting van hun tractement voor het pensioen tegemoet te
komen, verworpen, blz. 39, 40.
Hoorn (P. M. Keiler van) c. s,, predikanten te Dordrecht,
bezwaard door de weigering van de ouderlingen aldaar
om bij de aanneming hunner leerlingen tegenwoordig
te zijn en daaruit ontstane verwikkelingen, B. Y. blz.
6 — 11. Zie verder Dordrecht (Ouderlingen te).
Horsten (Gemeente te), afbetaling van subsidie verkregen,
blz. 33, bijl. A, blz, 33.
Hauwing {W. M.) , pred. te Havelte, benoemd tot sec. lid der
Synode, blz. 4.
Huizen (Gemeente te), toelage voor haren godsdienstonder-
wijzer, blz. 33, bijL A, blz. 39.
Hulppensioenfonds (Staat van het), bijl. A, blz. 79 — 81;
uitkeering niet vóór 1883 te verhoogen, blz, 15, bijl,
A, blz, 84.
Hulppredikersdiap (Staat van het), daaromtrent uitgebracht
rapport, blz. 106, 107, 121.
Indische Commissie. Verandering in hare zamenstelling, blz.
21, bijl. B, blz. 92.
Jane . {J, G.) , predikant te Westzaan, lid der Synode, B.
V. blz, 4,. Q. V. blz. 5.
if rapport ter zake der voordragten voor kleine toelagen,
blz« 47; ter zake der voorloopig aangenomen wijziging
van art. 94 van het Reglement op de vacaturen, blz. 118.
XVI ALPHABETISCH REGISTER.
Janssen {H. Q,), pred. te St. Anna ter Muiden, lid der
Synode, B, V. blz. 4; Hd der Synodale Commissie,
Inl. Versl. blz. 5, tijdelijk vervangen, ald.
Junius (Dr. F. J. J. A,)^ predikant te Tiel, vervulling der
door zijn overlijden bij de Gezangen-Commissie ont-
stane vacature, bijl. B, blz. 90. Zie nog Ooerman (L.),
Kage (Vacature te), daarvoor naar art. 23 Eegl. Vac. op
nieuw dispensatie verleend, blz. 70, bijl. B, blz. 101.
Kaub (J. A,), oud-ouderling te 's Hertogenbosch, opgetreden
ter B. V., blz. 4.
Kerk in twee afdeelingen (Splitsing der) , desbetreffend voor-
stel van iai^^T^W verworpen , B. V. blz. 118, 119,
126—128.
Kerkeraden (Reglement voor de) , art. 3 al. 2 , voorstel van
C. J. Brutel de la Bivière en leden van ondersclieiden
Classikale Vergaderingen, om daarbij fabrikanten of
verkoopers van sterken drank van de benoeming tot
ouderling of diaken uit te sluiten , haar uitgebracht rap-
port verworpen, blz. 74, 75, 142.
// art. 14, 7^ rapport van de ingekomen consideratiën over
de voorloopig aangenomen verandering, blz. 41 — 45;
de verandering niet vastgesteld, blz. 140 — 142.
Kerk visitatie (Reglement en Rapport op de) , blz. 127 — 140,
350, B. V. blz. 100.
// (Verslagen van de) , rapport ter zake en daarop geno-
men besluiten, blz. 127 — 139, 140.
Kerspel vorming, rapport der Synodale Commissie omtrent
de betrekkelijke voorstellen van de HH. Acquoy en van
Lakerveldy met Concept-reglement, B. V. blz. 24 — 45;
algemeene beraadslagingen over het rapport, ald. blz.
46 — 48; het Reglement in behandeling, ald. blz. 49 —
52, 56, 57, 61—63, 64—66; het Reglement en
daarbij voorgedragen veranderingen in het Algemeen.
Reglement en bijzondere reglementen voorloopig aange-
nomen, ald. blz. 66, 67, 90 — 100; daarop betrek-
kelijke memorie vao toeUchting, ald. blz. 114 — 117;
benoeming eener Commissie ter zake der ingekomen
cohsiderafiën en adressen, blz. 10; rapport der Gom-
ALPHABBTISCH REGISTER. xvii
missie^ bh. 147 — 188, haar ontwerp van herzien Regle-
ment, blz. 188 — 196; algemeene beschouwingen, blz.
244 — 249; afwijzing van de in het rapport vermelde
ingekomen voorstellen ter zake, blz. 249, 250, 288 —
293, 818, 322, 823, 325, 339—350.
Kleverskerke (Gemeente te), voor pastoriebouw ondersteund
en voor rijkssubsidie aanbevolen, blz. 29, 33, bijl. A,
blz. 16, 17.
Kluitman {M, H.) , oud*ouderIing te Gouda , benoemd tot sec.
lid der Synode, blz. 4.
Koel (Dr. /. K) , predikant te 's Hertogenbpsch, lid der Syno-
. dale Commissie, lul. Yersl. blz. 5, als zoodanig afge-
treden, ald. blz. 6.
Koning (Z. M. de), bericht omtrent de zwangerschap der
Koningin beantwoord, blz. 69, bijl. B, blz 90 — 92;
Commissie voor audiëntie, blz. 144; de aangevraagde
audiëntie niet verkregen, blz. 201.
Kootwijk (Vacature te) , vragen van dispensatie ter zake naar
art. 23 Reglement op de Vacaturen noodzakelijk ver-
klaard, blz. 70, bijl. B, blz. 98.
Kosten der procedure tegen de Dordtsche ouderlingen voor
rekening van de Kerk gebracht , B. V. blz. 9,11,
12, 20.
Kosten in zake van tucht. Bijl. A, blz. 58 , 59.
Kosterygoederen ; een schrijven van het Classikaal Bestuur
van Eraneker, rakende het belang dier goederen bij de
Synodale Commissie overgebracht , blz. 23.
Kronenberg (/. F. C), Waalsch ouderling te Arnhem, voor
den heer van Boneval Faure als lid der Synode opge-
treden, blz. 4, 5, 288; rapport omtrent den staat
van het hulppredikerschap , blz. 106.
Kruijf (Dr. E, F,) , hoogleeraar te Groningen , praeadviserend
lid der Synode , B. V. , blz. 4.
Xaierveld {O, J, van), predikant te Helmond, lid der
Synode, B. V. blz. 4; G. V. blz. 5.
// rapport ter zake der kerspel vorming, blz. 147.
^ voorstel tot splitsing der kerk in twee afdeelingen , B.
2
xviii ALPHABETISCH REGISTER.
Y. bk. 118; tot Toorziening bij het Algemeen Regle-
ment van bnitengewone maatregelen in het belang der
ofde^ ald. biz. 119.
Laherveld {van), Boodhuyzen en van Duyl, voorstel tot
verandering van art. 1 en 11 van het Algemeen Regle-
ment ^ blz« 204t.
ff Zie nog Roodhuyzen.
Laren (Gemeente te)^ toelage voor haren godsdienstonder-
wijzer, blz. 33 9 bijl. A, blz. 79.
Loêonder (K ff.)^ hoogleeraar te Utrecht, praead viserend
lid der Synode , blz. 4 ; rapport ter zake der voorloopig
aangenomen verandering van art. 38 van het Reglement
op het Hooger Onderwijs en verschillende voorstellen op
de belijdeniskwestie betrekking hebbende, blz. 79,
Leden der Nederlandsche Hervormde Kerk, bijl, C, blz. 117.
Leeuwen (Predikantsplaats te) , toelage uit het fonds tot
verbetering der schraalste predikantstractementen , ver-
kregen, blz. 62.
Legaten. Zie Giften,
Leiden (Kerkeraad te); om wijziging van art. 41 van het
Reglement op de vacaturen, blz. 53 — 56.
Lichtenvoorde (Gemeente te) ; advies omtrent haar verzoek
om rijkssubsidie aangehouden, blz. 82.
Lidmaten (Aangenomen); getal, blz. 136, bijl. C, blz. 117.
Zuti (/. J. £.), predikant bij de Waalsche gemeente te
Middelburg, vice-president der Synode en der Synodale
Commissie, B. V., blz. 4, inl, versl. blz. 5; lid en
president G. V., blz. 5, 6.
// rapport ter zake van het bezwaarschrift van het Classi-
kaal Bestuur van Dordrecht, B. V.,"blz. 101; tot toe-
lichting van het Reglement op de kerspelvorming, ald.
blz. 114; betrekkel^k de voorloopig aangenomen veran-
deringen van art. 38 van het Reglement op het Gods-
dienst-onderwijs, ald. blz. 135.
// voorstel om in de Universiteitssteden op kosten van
ALPHABÊTISOH REGISTER. xix
bijzondere vereenigiagen gelegenheid te geven tot aan-
stelling Tan buitengewone kerkelijke hoogleeraren , B.
Y. , blz 82 ; omtrent een niet-praejudicerend overgangs-
iijdperki ald. blz. 149.
Lijsten van de lessen der Kerkelijke hoogleeraren goedge-
keurd, blz. 7 — 8.
ManJSz, (Mr. JE. de) , oud-ouderling te Breda, lid der Synode,
bij de Buitengewone vergadering door zijnen secundus
vervangen, blz. 4, ter gewone vergadering tegenwoor-
dig, blz. 4; rapport ter zake van het voorstel der
Waalsche Reunie om de gevfillen te doen bepalen,
waarin men ophoudt lid eener bijzondere gemeente te
zijn, blz. 51; ter zake van een gelijksoortig voorstel
van den Kerkeraad te Sluis, blz, 52.
Mare {A. de), ouderling te Leiden, sec. lid der Synode,
daarvoor bedankt, blz. 4.
Meedhuizen (Predikantsplaats te); de toelage uit het fonds
tot verbetering der schraalste predikantstractementen
ingetrokken, blz. 62.
Meyes {B. PoHhumus) c. s., te Amsterdam, ter zake der
aanstelling van Kerkelijke hoogleeraren ald. B. T. blz. 44.
Middelburg (Classikale Vergadering van); verschillende be-
sluiten op van daar ingekomen verklaringen rakende de
besluiten der Synode aangaande de belijdeniskwestie,
blz. 220 ; haar voorstel tot herstelling van de oorspron-
kelijke inrichting der Kerk verworpen, blz. 250.
Midsland op Terschelling ; teekening der oude kerk en toren,
bk. 21.
Millingen (Gemeente te); voor kerkbouw van wege het
Rijk ondersteund, bijl. A, blz. 32; insgelijks door de
Synode, blz 29, 33, bijl. A, blz. 8—11; dankbe-
tuiging daarvoor, blz. 201.
Minderheden (Reglement voor de uitoefening van de rechten
der). Zie Heel {JF. F. C. J. van).
Moerdijk (Gemeente) ; onderzoek naar haren toestand aan het
betrokken Provinciaal Kerkbestuur opgedragen , blz.
127, 140.
XX ALPHABETISCH REGISTER.
Molenkamp (&.), predikant te Delft ^ president van de B.
Y. en van de Synodale Commissie, B. Y. blz. 3,4,
inl. versl. blz. 5; voorstel tot verandering der redactie
van art. 88 van het Reglement op het Godsdienst-
onderwijs, B. Y. blz. 121.
Molkwerum (Gemeente te); voor pastorieboaw nog onder-
steund, blz. 29, 31, 83, bijl. A, blz. 17, 18, 32.
Mom, (P.), te Amsterdam, als secandas van den quaestor-
generaal aangebleven , blz, 15.
Nieuwe Pekela (Gemeente te); rijkssubsidie voor pastorie-
bouw verkregen en vergunning tot wijziging van het
bestek, blz. 33, bijl. A, blz. 32, 33.
Nieuwolda en Wildendorp (Grensscheiding der gemeenten te),
blz. 21 verg. blz. 79.
Noodlijdende kerken en personen (Fonds voor); aangelegen-
heden van het fonds in het verslag der Synodale Com-
missie behandeld, staat van het fonds, bijl. A, blz.
6, volgg. beschikbare middelen, blz. 26, 28, bijl.
A, blz. 7,8; correspondenten voor de hulpbehoevende
gemeenten, bijl. A, blz. 7; orderstelling op de uitbe-
taling van subsidiën, na kennisneming van de aanne-
mingssom, blz. 33, bijl. A, blz. 33 — 36. Yoordragten
der Synodale Commissie betrekkelijk de verzoeken om
subsidie en daarop genomen besluiten, blz. 29, 33,
bijl. A, blz. 8 — 32; overige aangelegenheden er van
behandeld, blz. 33; voordrachten voor kleine toelagen.
Zie Toelagen.
Noorden ( Yacature te) ; daarvoor naar art. 23 Regl. Yac. ge-
vraagde dispensatie niet toegestaan, blz. 70, bijl. B,
blz. 101, 102.
Nijmegen (Glassikale Yergadering van), voorstel tot wijkvor-
ming afgewezen, blz. 260.
Oldelamer c. a. (/. de Ruiter c. e. te) hun verzoek om cas-
satie eener beslissing van het Provinciaal Kerkbestuur
van Friesland in een geschil tusschen de gecombineerde
gemeenten ten opzichte van hare diaconie-administratie
afgewezen, bijl. B, blz. 109 — 112.
ALPHABETISCH EEGISTER. xxi
Oldemarki (Gemeente te); eene verkeerde omtrent haar ge-
dane mededeeling door den Quaestor-generaal hersteld ,
blz. 87.
Onderdendam (Classikaal Bestuur van) om art. 41 al. 2
van het Beglement op de vacaturen te doen vervallen^
blz. 68—66 verg. blz. 122—126.
Onderwijs (Beglement op het Hooger); voorloopig aangeno-
men veranderingen betrekkelijk de aanstelling van Ker-
kelijke hoogleeraren te Amsterdam^ B. Y. blz. 90;
woord ter toelichting daarvan , ald. blz. 117, 118; de
voorstellen door de hh. Messchert van Vollenhoven goed-
gekeurd, ald. blz. 123; voorstel van BoodAuyzen tot
wijziging, blz. 9, 10; benoeming eener commissie ter
zake der ingekomen consideratiën , blz. 10.
Oost-Tlieland» Zie Ylieland.
Ootmarsum (Gemeente te); subsidie haar uitbetaald , blz. 88.
Orde (Reglement van), der Synodale Commissie, Inl. Versl.
blz. 6; der Synode, blz. 6.
Ouderlingen te Dordrecht , ZieDordtsche Ouderlingen.
Ouderlingen en diakenen en de beroeping van predikanten
(Reglement op de benoeming van); blz. 74, 849, B.
V. blz. 42—43, 99.
Overgangstijdperk (Niet-praejudicerend) ; desbetreffende voor-
stellen en besluiten, B. V., blz. 148 — 162.
Overman [B. A.), predikant te Heinkenszand , lid en Yice-
president der Sijnode, blz. 4 — 6.
// rapport ter zake der uitspraak der Synodus Contracta
op het hooger beroep van den Kerkeraad te Apeldoorn,
blz. 46.
Overman (L.), predikant te Spijkenisse, op voordracht van
het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland eenparig
benoemd tot lid van de Commissie van toezicht op den
druk en de uitgaaf der Evangelische gezangen; (1)
aanneming der benoeming, blz. 12.
(1) OnwiUekearig is de venneldiog dezer benoeming niet in den drok dor
Handelingen opgenomen.
XXII ALPHABETISCH BEGISTER.
Over 't Schild (Hervormden te) , toelage voor de onder hen
werkzame predikanten ^ blz. 83, bijl. A, blz. 39.
PUlo (if. B.), pred. te Zoelen, benoemd tot secundas-lid der
Synode^ blz. 3.
Fredikantsplaatsen (Getal der), bijl. O, blz. 117.
Fredikantstractementen (Fonds tot verbetering der schraalste)^
aangelegenheden van het fonds door de Synodale Com-
missie behandeld en daarop , ook naar uitgebracht rapport,
genomen besluiten, blz. 58, 59, 62, 63.
f, Beglement op het fonds, voorloopig aangenomen ver-
anderingen naar uitgebracht rapport vastgesteld, blz. 59 —
61, 62.
f, (Verhooging van Bijks), bijl. B, blz. 92.
Prins (t7. Alingh), predikant te Korte Zwaag, lid van de
Synode, B. V. blz. 4, Q. V. blz. 5; benoemd tot
secundus bij de Synodale Commissie, blz. 203.
If rapport ter zake van het voorstel der Classikale. Ver-
gadering van Utrecht om de Waalsche kerken tot een
classis te maken, blz. 144.
Provinciale Kerkbesturen (Verslagen der), in handen eener
Commissie, blz. 6; rapporten der Commissie en daarop
genomen besluiten, 106 (121), 107 (121), 127—
139 (140).
Frovinciale subsidiën, bijl. C, bl. 118.
Funten van behandeling bij de Synode , B. V. blz. 4,5;
G. V. blz. 6.
Quaestoren der dassen in de Universiteitssteden ; toekenning
van een honorarium voor het bezorgen der bijdragen
van de studenten voor de bijwoning der lessen van de
Kerkelijke hoogleeraren, blz. 39, bijl. A, blz. 57.
Quaestor-generaal ter vergadering opgeroepen en daar tegen-
woordig, blz. 7, 24, 33, 37, 46, 51, 64; gede-
chargeerd voor de gewone betalingen , bijl. A, blz. 58 ;
Verslag der Synodale Commissie van zijn beheer en
daarop genomen besluiten; blz. 14, 16, bijl A,-blz.
ALPHABETISOH RBGISTEE. xxin
60 volgg,; mededeeling hjem daarvan gedaan^ blz. 24;
toekenning van honorarium voor het beheer van het
fonds voor de kosten van het Hooger onderwijs^ blz.
39, bijl. A, blz. 67.
Quotisatie der gemeenten (Herziening van de) , door de Synode
naar voordracht der Synodale Commissie vastgesteld, blz.
45, bijl. A, blz. 57, 58.
Begisters van ingekomen en uitgegane stukken, door den
Vioe-president onderzocht, blz. 7, 11, 351.
Beglementen of veranderingen in bestaande (Nieuwe), uitge-
vaardigd en in werking gesteld, blz. 22, bijl. B, blz.
86—88.
// Uitvaardiging van veranderingen daarin, bijl. B, blz.
86—88.
ff (Nieuwe voorstellen tot veranderingen in), in handen
eener Commissie, blz. 10; rapporten der Commissie
en daarop genomen besluiten, blz. 51 (116), 52 (117),
53 (122—126), 56 (142, 148), 72 (117, 118), 74
(142), 144—146 (146).
// (Yoorloopig aangenomen veranderingen in) , betrekkelijke
consideratiën in handen eener Commissie, blz. 10; rap-
porten der Commissie en daarop genomen besluiten, blz.
40—45 (140—142), blz. 118—121.
Reihma (Dr. A» T.) , pred. te Groningen, lid der Synode,
zijn overlijden vermeld , B. Y. blz. 3.
Bekeningen der Synodale fondsen goedgekeurd, blz. 14, 15.
Bemonstrantsche Broederschap (Commissie der), dankbetui-
ging voor de handhaving van het Synodaal besluit van
20 Julij 1819, blz. 69, bijl. B, blz. 93.
Riedel (/. P. Bruinwold) , predikant te Waaxens , lid der
Synode. B. V. blz. 4 , Q. V. blz. 5 ; benoemd tot
secundus bij de Synodale Commissie , blz. 203.
ff rapport ter zake van het bezwaarschrift van den Dordt-
schen ouderling Dr. Stronck , B. V. blz. 139 , verg.
blz. 147.
// voorstel tot herziening der Kerkelijke wetgeving ter
verwijdering van hetgeen op belijdenis betrekking heeft,
B. V. blz. 85.
XXIV ALPHABEÏISCH REGISTER.
Roermond (Gemeente te) , subsidie ontvangen tot verminderd
bedrag, blz. 83, bijl. A, biz, 33.
Romhach (£f.), predikant te St. Antoniepolder, in hooger be-
roep en ter laatste instantie uit zijne bediening ontzet,
B. V. blz. 5, 58—61, 72—78.
Boodhuyzen (Dr. /ƒ.), pred. te Zaltbommel, lid der Synode,
blz. 3, 4.
if rapport ter zake der kerkvisitatie , blz. 127.
ff voorstel tot wijziging der voorloopig aangenomen ver-
anderingen in het Reglement op het Hooger Onderwijs,
blz. 9 ; tot tegemoetkoming der Kerkelijke hoogleeraren
voor de korting van hun tractement voor het pensioen,
blz. 39 ; om niet aannemelijk te doen verklaren , dat
de behandeling der Dordtsche kwestie opnieuw aan het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland zou worden
opgedragen, blz. 114; motie omtrent de behandeling
der voorstellen rakende art. 38 Regl. Godsdienstonderwijs,
blz. 201; tot zuivere toepassing van art. 38, blz. 242.
Roodkuyzen, van Duyl en van Laierveld, voorstel rakende
art. 38 en 39 van het Reglement op het Godsdienst-
onderwijs , blz. 203.
// Zie nog Laierveld (van).
Rossum (Predikant te), zijn verzoek om bijdrage voor het
godsdienstonderwijs aangehouden, blz. 34, bijl. A, blz. 41.
Rijkssubsidiën , blz. 33, bijl. A, blz. 32, 33 en bijl. C,
blz. 117—118, 118—120.
Rijnsaterwoude (Kerkeraad te), bezwaarschrift over het uit-
blijven eener beslissing in zake den predikant van
Coeverden Adriani, blz. 76, 76.
Schaarsbergen (Gemeente te), hare grensscheiding naar de zijde
van Arnhem tegen de bezwaren van den Kerkeraad
aldaar gahandhaafd, blz. 122, 127, 146, 147, 202.
SchoUen (/. iZ.), als Quaestor-generaal aangebleven, blz.
15, 24.
Schoonoord (Gemeente te), alsnog eeue kleine toelage ver-
kregen, blz. 242.
ALPHABETISCH REQISTEll. xxv
Schrijf behoeften I blz, 64, bijl. A, blz. 60.
Segen {E, César) , pred. te Leiden , lid der Synode , blz.
8, 5.
f, voorstel om de Handelingen der Synode nog tijdens hare
vergadering te doen drukken , blz. 9 ; tot bevordering
van de ophe£Sng der schorsing van de Dordtsche ouder-
lingen, blz. 25; tot wijziging van art. 73 al. 1 van
het Beglement op de Vacaturen, blz. 125.
ff Zie ook nog Westfik.
Servatius (Mr. W. O.), oud-ouderling te Dordrecht vergeefs
tot secundus bij de Synodale Commissie benoemd, blz. 232.
Slaiswijk en Bod^raven (Gemeenten te), goedkeuring van
hare grens verandering , blz. 221.
Sluis (Kerkeraad te), om aanvulling van art. 3 van het Al-
gemeen Beglement voor wie hunne attestatie niet op-
vragen, blz. 52, 53; opgedragen aan de Synodale Com-
missie, blz. 117.
Sluiskil onder Terneuzen (Hervormden te), met eene toelage
tot voorziening in hunne geestelijke behoeften onder-
steund, blz. 33, bijl. A, blz. 39.
Sneek (Glassikaal Bestuur van), terechtgewezen wegens de
verkeerde behandeling eener bij hem aangebrachte zaak ,
blz. 104, bijl. B, blz. 114, 115.
Soesterberg (Predikantsplaats te), toelage uit het fonds tot
verbetering der schraalste predikantstractementen ver-
kregen, blz. 62; het adres om verhooging van het
rijkstractement niet ondersteund , blz. 68.
Spoedvorderende zaken (Commissie voor), bijl. A, blz. 6.-
Spijk (Gemeente te), kleine toelage verkregen, blz. 226.
Sprank (/.), lid van het Provinciaal Kerkbestuur van Gel-
derland, zie Creutzberg {K. F.).
Staat der Nederlandsche Hervormde Kerk; desbetreffende
mededeelingen in bijl. C, blz. 116—117.
Steenberg (i?.), predikant te Amsterdam, als secundus van
XXVI ALPHABETISCH BBGI8TER.
H. Q. Janseen bij de Synodale Gommissie opgetreden,
Inl. Yersl. blz. 6 ; benoemd tot lid der Synodale Com-
missie, blz. 50, 106.
Steyn-Schellinger (Fonds van wijlen vrouwe), oj^aven van
nieawe toelagen daaruit, bijl. A, blz. S7.
Stiens (Bing van), onverplicht verklaard tot voldoening van
contributiën voor de vacante predikantsplaatsen , waar-
van hij de inkomsten niet geniet, blz. 16.
Stitswerd (Qemeente te) , voor kerkherstel ondersteund , blz.
30, 33, bijl. A, blz. 21, 22.
Stronch (/. «/.) , geschorst ouderling te Dordrecht, onbevoegd
verklaard om als lid van het Provinciaal Kerkbestuur
aan zijne werkzaamheden deel te nemen, B. Y. blz.
9, 11, 20; beklag daarover in handen eener Commissie,
ald. blz. 64, 100, 101; rapport der Commissie en
overeenkomstig afwijzend besluit, ald. bl. 139, 142,
143, 147, 148.
Stadenten voor en in de Godgeleerdheid (Getal der) , B. Y.
blz. 69; bijl. A, blz. 50—57; bijl. C, blz. 121; zie
omtrent die aanvragen van vrijstelling van de bijdrage
tot bijwoning der lessen van de Kerkelijke hoogleeraren,
B ij dragen, enz.
Sabsidiën uit het fonds voor noodlijdende kerken en personen
(Dankbetuiging voor verleende), blz. 29 — 33; bijl. A,
blz. 8—36 ; bijl. B , blz. 94.
Sarhuisterveen (Heide) , toelage aan den predikant voor zijnen
dienst aldaar, blz. 33, bijl. A, blz. 39.
Synodale Gommissie (Algemeene), hare zamenstelling, het
getal van hare leden en hare werkzaamheden, Inl. Yersl.
blz. 5, 6; aftreding van hunne leden en Secundi,
ald.; voorziening in de Yacataren, Hand. blz. 7 , 19,
35, 36, 49, 50, 72, 106, 197,202,203,231,232.
;/ verslag omtrent de verwikkelingen, die tot bijeenroeping
der Synode in buitengewone vergadering geleid hebben,
B. Y. blz. 5 — 16; rapport omtrent kerspel vorming ,
ald. blz. 24—43. De inleiding tot haar gewoon verslag
in behandeling, blz. 7; als voren haar verslag omtrent
de financiële aangelegenheden in bijl. A, blz. 60«— 85.
ALPHABETISCH REGISTER. xxvii
Synodde Commissie (Algemeene) , omtrent de aangelegenheden
van Terschillenden aard^ bijl. B^ blz. 86 — 115.
^ betrekkelijk den staat der Nederlandsche Hervormde
Kerk, bijl. C, blz. 116—117.
Synode (Algemeene) , hare zamenstellingi B. V. blz. 4;
G. V. blz. 4, 6; tijd van hare zamenkomst een dag
later gesteld, blz. 6, bijl. B, blz. 115.
Synodi Contractae, B. V. blz. 5, 56, 74; G. V. blz. 7,
71, 72.
Toelagen uit het fonds voor noodlijdende kerken en personen
(Kleine), door de Synodale Commissie toegekend, blz.
33, bijl. A, blz. 36, 37; betrekkelijke voordrachten in
handen eener Commissie , blz. 10; rapport der Commissie
en daarop genomen besluiten , blz. 47 — 49.
Trip van Zoudllandt (Jhr. W. F.), lid van het Provinciaal
Kerkbestuur van Gelderland; zie Creutzberg (JT. F,).
Tucht (Reglement voor Kerkelijk opzicht en), blz. 349; B.
V. blz. 43, 100.
n (Vergoeding van kosten in zake Van), blz. 64, 65,
bijl. A, blz. 58, 59.
Uitspraken van Kerkelijke Besturen (Afschriften van), blz.
69, bijl. B, blz. 92, 93.
Uitspraak van de Synodale Commissie op het verzoek van
de predikanten Keiler van Hoorn c, 8, te Dordrecht, om
cassatie van de beslissing van het Provinciaal Kerkbestuur
van Zuidholland in zake hun bezwaarschrift over de
weigering der ouderlingen om bij de aanneming hunner
leerlingen tegenwoordig te zijn, B. V. blz. 16 — 20;
overige uitspraken in cassatie, bijl. B, blz. 105 — 115.
Universiteit (Hoogleeraren der Vrije), verklaring omtrent
hunne verhouding tot de Algemeene Weduwenbeurs ,
blz. 37, 38.
Utrecht (Classikale Vergadering van), haar voorstel om van
de Waalsche Kerken eene classis te maken a%ewezen,
blz. 144—146.
Vacaturen (Reglement op de), art. 24, de voorloopig aan-
xxvin ALPHABETI80H BEQI8TER.
genomeu wijziging naar uitgebracht rapport vastgesteld,
blz. 118*^121, 280^ 231; art. 41, voorstel van het
Classikaal fiestuur van Onderdendam om al. 2 te doen
vervallen en van den Kerkeraad te Leiden om het artikel
te wijzigen, blz. 58 — 56; het voorstel verworpen , maar
daarentegen art. 78 al. 1 gewijzigd, blz. 122 — 126.
Vacaturen (Beglement op de), art. 53, aanvulling uitgevaar-
digd, blz. 22, bijl. B, blz. 87, 88.
Veen Az. («/. van der)y oud-ouderling te Hoogeveen, lid
der Synode , B. V. blz. 4 ; G. V. blz. 5.
Yegchel (Gemeente ie), uitbetaling van de helft van het
verminderd bedrag der subsidie verkregen , blz. 38, bijl.
A, blz. 34.
Vegt (/. van der) , oud-ouderling te ^s Gravenhage , lid der
Synodale Commissie , Inl. Yersl. blz. 5.
Velzen (Dr. 8» K. Thoden van) , predikant te Leeuwar-
den c. s. , hun van 1879 aangehouden adres in het
belang van het Godsdienstonderwijs , zonder gevolg ge-
laten, blz. 66.
Verslag (omtrent de financiële aangelegenheden); bijl. A, blz.
60—85.
if (omtrent aangelegenheden van onderscheiden aard); blz.
blz. 106—108, 121, 351.
ff (omtrent den staat der Nederl. Herv. kerk); bijl. C,
116—120.
Verhoeff (/. C), predikant te Utrecht, lid der Synode B.
V. blz. 4; tijdelijk als lid der Synodale Commissie
opgetreden, Inl. Versl. blz. 6, 6; benoemd tot sec. lid
der Synode, blz. 4.
ff rapport ter zake der verlangde aanstelling van Kerke-
lijke hoogleeraren te Amsterdam, B. V., blz. 67; ter
zake van betrekkelijk schrijven aan de hh. Vollenhoven
c, s., ald. blz. 87; ter zake de vereischte veranderin-
gen in het Beglement op het Hooger Onderwijs, ald.
ALPHABETISCH SEQISTEE. xxix
blz. 90; alsvóren ter toelichting daftrvan^ biz. 117,
antwoord aan de Dordtsche oaderlingen, bis. 144.
II voorstel met van den Brandeler tot herstel der oude
redacties y artt. 38 en 89 van het Beglement op het
Godsdienstonderwijs, B. V. blz. 78, 79.
Yervolgbundel op de Evangelische Gezangen en Bijbelver-
taling N. T. (Fonds van den); verslag van de Syno-
dale Commissie omtrent de ingekomen baten en be-
schikking daarover, en daarop genomen besluiten,
blz. 26—28, bijl. A, blz. 45, 46.
Vierlingsbeek (Gemeente te) voor pastoriebouw ondersteund
en tot het bekomen van rijkssubsidie aanbevolen, blz.
30, 33, bijl. A. blz. 22, 23.
Vlieland (Gemeente te); uitbetaling der subsidie verkregen,
na gemaakte bedenking om eerst nog de helft te vol-
doen, blz. 33, bijl. A, blz. 34—36.
Vollenhoven (Mr. J. MesBchert van) c, a. zie Amsterdam.
Voorstellen, Schriftelijke ter tweede zitting ingediend, blz.
9—10.
Vrouwenparochie (Vacature te); daarvoor naar art. 23 Begl.
Vac. op nieuw dispensatie verleend, blz. 70, bijl. B,
blz. 100.
Waalsche Kerken (Commissie voor de zaken der).
if tot een Classikaal ressort te maken. Voorstel van de
Classikale Vergadering van Utrecht afgewezen , blz.
144—146.
Waalsche Reunie, om bepaling der gevallen, waar men op-
houdt lid eener bijzondere gemeente te zijn, blz. 51,
52, opgedragen aan de Synodale Commissie, blz. 116.
Wal f (Mr. /. de), benoemd tot lid der Indische Commissie,
bijl, B, blz. 92.
Waldenzen (Verslag van het Comitë voor de) in bijl. D.
Wanneperveen (Predikantsplaats te) ; de toelage uit het fonds
tot verbetering der schraalste predikants-tractementen
ingetrokken, blz. 62.
XXX ALPHABETISCH EEQISTER.
Wedawenbeurs (Algemeene) ; haar staat ^ bijl. A, blz. 70 — 72,
hare uitkeering over 1880, blz. 16, bijl. k, blz. 83.
// (Beglement op de) eene aanvulling van art. 10 uitge-
vaardigd, bk 22, 37, bijL B, blz. 87, 88.
Weduwenbeurzen (Provinciale); verslagen van hare rekening
tot de Synodale Commissie overgebracht, blz. 21.
// Eeglement op de Glassikale en Provinciale weduwen-
beurzen uitgevaardigd, blz. 22, bijl. B, blz. 87, 88.
Weerselo (Gemeente te); haar verzoek om subsidie voor
pastoriebouw nog in advies gehouden, bijzondere op-
dracht aan de Synodale Commissie, blz. 29, 33, bijl.
A, blz. 18, 19.
Wehe (Gemeente te) ; de aanzuivering van hare achterstallige
quota geregeld, blz. 202.
Westkapelle (Gemeente te); de toegekende subsidie verhoogd
met aanbeveling voor verhooging der rijkssubsidie , blz.
30, 33, 106, bijl. A, blz. 27, verg. blz. 33; dankbe-
tuiging, blz. 206.
JFestrii (J), predikant te Cothen, lid der Synode, blz. 4, 5.
,, rapport ter zake der kerspel vorming , blz. 147.
ff van den Brandeler en SegerSy voorstel tot herstel der
oude redactie van art. 38 van het Reglement op het
Godsdienstonderwijs, blz. 24; protest tegen de hand-
having dier redactie, blz. 240.
Wetsvoorstellen (Nieuwe); zie Beglementen (Nieuwe daarin
voorgestelde veranderingen).
Wier (/. P. van der)y e, s. te Goënga, bezwaar wegens de
weigering van den Kerkeraad om hun bewijzen af
te geven van zedelijk gedrag voor hunne aanneming
tot lidmaat elders, bijl. B, 114, 115.
Willemsoord in Overijssel (Gemeente te); haar alsnog eene
kleine toelage toegekend, blz. 237.
Woldendorp, zie Nieuwolda.
Wolf ((/.), godsdienst-onderwijzer te Harderwijk, zijn ont-
slag uit die betrekking bij uitspraak der Syn. Com.
gehandhaafd, bijl. B, blz. 112—114.
ALPHABETISCH REGISTER. xxxi
Wolf (E. F. B.), Quaestor bij het Glassikaal Bestuur van
Utrecht, dankbetuiging voor de toekenning van honora-
rium wegens de bezorging van de bijdragen der Stu-
denten, blz. 201.
Woude (S. CoolAaas van der), pred. te Meeden, benoemd
tot sec. lid der Synode, blz. 4.
IJsselmonde, zie F ij en oord.
IJzendijke (Classikaal Bestuur van), wegens zijne uitspraak
betreffende een lidmaat te Oostburg terecht gewezen, blz.
69, bijl. B, blz. 92, 93.
Zeeman {C, F.), pred. te Zonnemaire, benoemd tot sec. lid
der Synode, blz. 4.
Zevenhoven (Gemeente te), voor kerkherstel ondersteund,
blz. 29, 33, bijl. A, blz. 14, 16, verg. blz. 32.
Zondagswet. De Synodale Commissie ter zake van het be-
lang van het behoud van hare bepalingen diligent
verklaard, blz. 23, bijl. B, blz. 89.
Zoutelande (Vacature te), daarvoor weder naar art. 23 B.egl.
Yac. dispensatie verleend, blz. 70, bijl. B, blz. 100.
Zaidholland (Provinciaal Kerkbestuur van), zijne uitspraak
in hooger beroep ter zake het bezwaarschrift van de
predikanten Keiler van Hoorn c. e. over de weigering
der Dordtsche ouderlingen om bij de aanneming hun-
ner leerlingen tegenwoordig te zijn door de Synodale
Commissie vernietigd, B. V. blz. 16 — 20; besluit tot
vernietiging van het besluit van het Glassikaal Bestuur
van Dordrecht waarbij de gevolgde eindbeslissing van
het Provinciaal Kerkbestuur onwettig verklaard werd
en zijn optreden te Dordrecht als Kerkeraad, ald. blz.
53; mededeeling betreffende de geschorste ouderlingen,
ook van eene vruchtelooze poging tot opheffing der
schorsing, blz. 20; verzoek om voorlichting hoe met
de predikanten Eigeman en van Hoogenhuize te hande-
len door de spoedcommissie afgewezen ,. blz. 104, 105.
Uitspraak tot ontzetting van een diaken te Herkingen
in handen eener commissie, blz. 11, 40; tot schor-
sing van den predikant H. Groeneveld te Waarder, bijl.
B., blz. 92.
SYNODALE HANDELINGEN 1880.
49.
«
19
62.
«
9
85.
f
19
86.
m
20
129.
H
8
189.
m
13
Drukfouieu :
Badz. 11. Begd 13 vau ouderen het adoiet vervalle.
f boveD, slechts eene collecte Aeefi gehoudeu.
f boYcn, proviuciale vervalle.
' onderen, op andere lees op enkele gemeenten. .
' onderen, werden door weinige lees eenige leden.
f boven, de Froye lees de Troge,
V onderen, het iê Uwer Vergadering gegeven, lees
het zij Uwer Vergadering gegeven.
«210. » 13 " onderen, Sgdode lees Sgnode.
" 211. Laatste regel, giiter lees gisteren,
« 212. Regel 19 van boven, orereenkomtt lees overeenkomt.
" 221. 2 laatste regels, «Sbr&macher lees 5»^macher. Zyp lees Zip.
" 223. Regel 12 van onderen, daar lees dat,
t m Voersiel lees Foorsiel.
f » gevallen het noodïg, weglaten het.
'f boven, instandhouding lees ineenstorting.
* boven, amandememeni lees amendement.
» boven, erkent is lees erkend.
/ onderen, stemming lees stemmen.
» boven, a* lees 2a.
* boven, leeraar lees hoogleeraar.
f» van onderen , preident lees president,
f onderen, 19 lees IS.
228.
M
8
231.
m
20
241.
M
9
243.
H
11
285.
U
13
288.
m
14
300.
m
14
333.
V
10
333.
m
6
342.
*
10
1
BIJLAGEN
VAN DE
HANDELINGEN DER ALGEMEENE SYNODE
VAN DE
NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK,
TEN JARE 1880.
BIJLAGEN
VAN DE
HAISDEUNGEN DER ALGfiilEeiüe SYNODE
VAM DB
NEDEBLANDSCHE HEBVOBMDE EXBE,
/^ÜjlMICyy
;>bodl:libr)*
's Gbatenhaoe,
BW A. VAN HOOGSTRATEN EN ZOON.
1880.
Verslag van de verrigtingen der Al-
gemeene Synodale Commissie gedu-
rende het jaar 1879 tot 1880.
De Algemeene Synodale Commissie kwijt zich van de Aanbieding van het
verpligting , in art. 74 van het Algemeen Reglement om- ^®***ï*g-
schreven , met IJ verslag te geven van hare verrigtingen
sedert de sluiting der laatste gewone vergadering van de
Synode op 27 Augustus 1879, voor zoo verre daarvan
thans uitgezonderd behoort te worden , wat op de bijeen-
roeping der gehouden buitengewone vergadering der Synode
betrekking had, waarvan het verslag reeds voorkomt in
de Handelingen dier vergadering, blz. 6—20, 24—43.
De Commissie was als volgt zamengesteld : O, Molen- Zamenstelüng der
kamp^ pred. te Delft, president; J. T. L. Zuii, pred. Commissie,
bij de Waalsche Gemeente te Middelburg, vice-presi-
dent; 8, P. van Hasselt ^ adviserend lid en secretaris; dr,
J". JT. Kochf pred. te 's Hertogenbosch; mr. H. O.
FeM, oud-ouderling te Groningen; H. Q, Janssen^
pred. te St. Anna ter Muiden; J. van der Vegt,
oud-ouderling te 'sGravenhage, 6, Bruna , pred. te
Hasselt en mr, M. Crommelin , ouderling te Utrecht.
Voor de gewone najaars- en voorjaars-vergaderingen wer- Getal en tijd van
den telkens niet meer dan vijf zittingen gehouden ; eerstge- ^^^ zittingen,
noemde duurde van 12 tot 17 November, laatstgenoemde
van 19 tot 24 Mei. Buitendien vergaderden wij in zeven
zittingen buitengewoon van 10 tot 12 Maart en van 30
Maart tot 2 April.
In laatstgemelde vier zittingen moest de heer Janssen, Medewerking van
tot andere werkzaamheden geroepen , zich door zijnen se- *^"« ^®^®^-
candas, den heer ff. Steenberg, pred. te Amsterdam,
laten vervangen , terwijl in de voorjaars-vergadering voor
den heer Luti , die wegens huiselijke omstandigheden af-
wezig moest blijven , de heer Bruna de betrekking van
vice-president bekleedde , en diens secundus , de heer /.
6
C, Verhoeff, pred. te Utrecht, als gewoon lid was op-
getreden. Overigens ondervonden de leden der Commissie
geene verhindering om aan de werkzaamheden der verga-
dering deel te nemen.
Pnnten vbq behan- De tijdige bezorging der punten van behandeling leed
^®^"*^- geene vertraging, door de prompte medewerking, welke
de Secretaris daarbij , gelijk steeds door de vlugge afleve-
ring van alle drukwerken , van de firma C. Blommendaal
ondervindt.
Reglement van orde. ^^^ Beglement van orde onderging, sedert dit in No-
vember 1877 gewijzigd werd, geene verandering.
Commissie tot de De behandeling van spoedvorderende zaken bleef tot
spoedvorderende zaken, aan de voorjaarsvergadering bij den President toevertroDJrd
aan de heeren Koeh en FeiiA, Daar deze eerlang moeten
aftreden , werden de heeren Bruna en van der Vegt in
hunne plaats gekozen.
Openvallende plaat- Omtrent de vervulling der openvallende plaatsen in de
sea in de Synodale Synodale Commissie doen wij opmerken , dat de heer Luü
ommissie. weder invalt als secundus van den heer Janèsen. De leden,
die aan de beurt van aftreding zijn , noemden wij reeds.
De secundus van den heer KocA was de heer ƒ. B, F.
Heerspink, pred. te Gieten, die tusschentijds op verzoek
emeritaat heeft verkregen; de heer dr. A, Kuenen , ond-
ouderling te Leiden , is de secundus van den heer Pé&»
Als voren, bij het ^^g doen wij ü opmerken , dat benoemingen moeten
Algemeen Collegie van geschieden voor het Algemeen Collegie. De heer Molenkamp
toezigt. ^^g |.q|. dusverre lid van dat Collegie , de heer Bruna zijn
plaatsvervanger.
BIJLAGE A.
Naar gewoonte loopt het eerste gedeelte van ons verslag ^öj- A- Financiële
over de Jmanciële aangelegenheden, die wij te behartigen "^'^^ *^^*^^ * *'"'
hadden.
L Wij beginnen met de aangelegenheden rakende het I- Aangelegcuheden
fondè voor noodlijdende kerken en personen. noodlildein^^
personen.
a. Voor het onderzoek der aanvragen van subsidie voor «• Ck)rre8pondentcn
kerk- of pastorijbouw, tevens van toeli^en uit het fonds tot I^'eenten." ^^^^^ ^
' voorziening in de geestelijke behoeften van gemeenten waar
eigen middelen ontbreken, benoemden wij in onze na-
jaarsvergadering tot correspondenten uit ons midden: voor
Gelderland, den heer Crommelin; voor Zuidholland , onzen
president den heer Molenkamp; voor Noordholland ^ den
heer van der Fegt; voor Zeeland , den heer Janssen; voor
Utrecht, den heer Crommelin; voor Friesland, den heer
Feith; voor Overijssel, den heer G. Bruna; voor Gro-
ningen , den heer Feitk; voor Noordbrabant met Limburg,
den heer Koek; voor Drenthe, den heer Bruna; voor de
Indische kerken, onzen secretaris den heer van Hasselt,
i. Terwijl ten voorgaanden jare menige aanvraag van *. Beachikbare mid-
subsidie voor kerk of pastorijbouw meest wegens gebrek ^^'^J"^^^^^^^
aan de vereischte middelen in advies moest gehouden wor-
den en daar thans nog andere aanvragen bijkwamen,
vonden wij ons weder belemmerd door de mededeeling
van den Quaestor-generaal in de memorie van toelichting
zijner rekeningen dat daarvoor niet meer dan f 14.600
beschikbaar zou zijn^ te meer omdat ons uit kennis-
gevingen van den Minister van Financiën omtrent ver-
leende Bijkssnibsidiën gebleken was, dat daarvoor van
de begrooting dezes jaars reeds over eene som van
f 3000 beschikt was, en naar onze berekening derhalve,
Bijl. A. 8
als u zou moeten worden aangeraden in deze weder de
hulp van de Begering in te roepen ^ ten deze het bedrag
van f 6000 niet zou mogen worden overschreden. Intusscheu
meenden wij , indien wij ook den Quaestor-generaal moesten
toestemmen^ dat het ongeraden zou zijn voor de raming
der opbrengst van de collecte een hooger cijfer dan van
f 19000 aan te nemen, te rade gaande met de reke-
ningen der voorgaande jaren, de som der buitengewone
ontvangsten wèl f 1000 hooger te mogen stellen, en
als wij nu aannamen, dat het bij u geen bezwaar zou
, ontmoeten , van de uitkeering van den Vervolgbundel op de
Evangelische Gezangen de som van f 1500 ten bate van
het fonds voor noodlijdende kerken en personen te besteden
dan zou het bedrag der voorhanden middelen ten naaste
bij voldoende zijn om in de gebleken behoeften te voor-
zien. Wij moesten er evenwel bij onze voordragten op be-
dacht zijn , dat bedrag niet te overschrijden , waarom
wij het cijfer van sommige voorgedragen snbsidiën lager
gesteld hebben dan bij meerdere ruimte van middelen
geschied zoude zijn.
e. Voordragten ter e. Na zorgvuldig onderzoek der aanvragen is ons ge-
zake der aanvrageo. bleken, dat 13 gemeenten voor eene gunstige beschikking
op hare verzoeken om hulp in aanmerking moeten komen,
waartegen 3 aanvragen zouden moeten worden a%ewezen.
d, Voordragten ter d. De voordragten tot gunstige beschikkingen laten wij
gunstige beschikking, l^er volgen naar de orde der dassen waarin de betrokken
gemeenten gelegen zijn, zoodanig als zij door onze cor-
respondenten opgemaakt en door ons zijn overgenomen.
Millingen. M i 1 1 i n g e n , classis Nijmegen, Blijkens de Handelingen
der Synode is de stichting van eene hulpkerk te Millingen
en de daarvoor gedane aanvraag van subsidie uit het fonds
voor noodlijdende kerken en personen reeds meermalen
zoowel in de Synode als in de Synodale Commis-
sie ter sprake geweest. Uit die Handelingen ziet men
o. a. dat de Synode zich met het denkbeeld in het al-
gemeen tot stichting van een gebouw daar ter plaatje
heeft vereenigd, want reeds in 1878 heeft zij besloten
de Synodale Commissie te magtigen:
ifkh de vereischte bouwkundige stukken zouden zijn op-
gevraagd en ingekomen y subsidie te geven voor eene zeer
9 Bul. A.
toenêcAelijke en noodig geachte hulpkerh in de kleine Her-
vormde noodlijdende gemeente te Millingen te midden van
eene overwegende S. K. bevolking en moeijelijk met eene
andere gemeente te combineren'^
Nadat die magtiging was verleend heeft naar aanleiding
daarvan eene correspondentie plaats gehad van de Syno-
dale Commissie zoowel met het Classicaal Bestuar van Nij-
megen als met den Minister van Financiën, zooals uit-
voerig in de Bijlagen van de Handelingen is medegedeeld
(1879 blz. 87—39).
Uit een en ander blijkt^ dat het oorspronkelijke plan,
waarop de Synode magtiging tot subsidie had verleend
eenige uitbreiding had ondergaan en dat de aanvraag van
subsidie in 1879 werd gedaan voor eene hulpkerk met
bijgebouwen, waarvan de kosten / 5170. — zouden be-
dragen.
De Synodale Commissie heeft in het vorige jaar gead-
viseerd de toegezegde subsidie voor dit uitgebreidere plan
niet toe te staan, omdat van het oorspronkelijke was af-
geweken en er aan een gebouw als toen bedoeld daar ter
plaatse geen behoefte scheen te bestaan.
De Synode heeft in hare zomervergadering van 1879
besloten de bedoelde aanvraag in advies te houden en wel
omdat i/cen aantal leden nog in het onzekere verkeerden
omtrent de doelmatigheid van het tweede bouwplan en
omdat anderen tot vereenvoudiging of wijziging van dat
plan nog s^elegenheid wilden gegeven hebben. Hand.
1879 blz. 32.
Nadat het Classicaal Bestuur van Nijmegen was bekend
gemaakt met het gevoelen der Synode, heeft het bij mis-
sive van 15 Sept. 1879, gereg. onder n®. 63, zich an-
dermaal tot de Synodale Commissie gewend.
Het geeft daarin te kennen, dat het bezwaar ziet in
het veranderen van het bouwplan voor het hulpkerkje ,
hoofdzakelijk omdat het laatst ingediende bouwplan is
vastgesteld naar het advies van den bouwkundige voor de
landsgebouwen en vrees bestaat dat men gevaar zou loopen
de rijkssubsidie te missen, indien men in het bouwplan
belangrijke veranderingen bragt.
Het herinnert tevens dat het hulpkerkje ruimte zou be-
vatten voor slechts 75 personen , een cijfer naar het Classicaal
Bestuur meent niet te hoog, wanneer men bedenkt dat
de gemeente voor uitbreiding vatbaar is , omdat een groot
Bijl. A. 10
gedeelte van de gronden in handen van Frotestantsche
ingezetenen is.
Het Classicaal Bestuur meent echter aan het hoofdbezwaar
der Synode tegemoet te komen door voor te stellen het bijg^
bouwtje weg te laten, waardoor de kostenvan f 5170 tot
op ± f4000 worden teruggebragt. (Volgens nader inge-
komen begrooting tot f 3955.91 of met aftrek van- de
opbrengst van oude materialen groot f300 tot f3655.91.
Bij die missive wordt de verwachting uitgesproken dat
de noodige gelden zullen worden gevonden als volgt:
van het Rijk f 1000. — (reeds toegestaan); van de
Gustaaf-Adolf-Vereeniging f 1000. — ; door eene Prov.
collecte f 1000. — Met het oog op die berekening werd
het verzoek gedaan om eene subsidie van f 1000. — of
zooveel minder als eventueel bij gunstigen uitslag van de
collecte zou noodig blijken.
Een nader schrijven dd. 3 Mei 11. (gereg. onder n^ 439) is
van voormeld Classicaal Bestuur ontvangen,, houdende het be-
rigt dat de opbrengst van de prov. collecte niet f 1000.—
is geweest, doch f615.27^ waarvan f8.515 moet worden
afgetrokken als het bedrag van eenige noodzakelijke on-
kosten van circulaires enz. , zoodat er als zuivere opbrengst
f 606.76 blijft — alsmede dat van de Gustaaf-Adolf-
Vereeniging in plaats van f 1000. — slechts f 427.80 is
ingekomen.
Hieruit volgt dat f 965.44 minder is ontvangen dan
men bij de aanvrage dd. 15 Sept. 1879 had verwacht.
Deze omstandigheid geeft aan het Classicaal Bestuur voor-
meld aanleiding om terugkomende op de aanvraag dd. 15
Sept. alsnu in de plaats van f 1000, eene subsidie van
f 1400. — te verzoeken , in de hoop dat het overblijvende
te kort gevonden zal kunnen worden uit enkele collecten
die men met eenigen grond nog te gemoet meent te
mogen zien, en uit bijdragen van eenige belangsteUende
personen.
De Synodale Commissie heeft tengevolge dezer hernieuwde
aanvraag de zaak op nieuw onderzocht, vooral ook inet
het oog op het in het vorige jaar te dezer zake io de
Synode verhandelde, waarna zij de volgende beschouwin-
gen ter uwer overweging wil geven:
1®. Door het doen vervallen van het bijgebouwtje, in
het vroegere plan begrepen , heeft inderdaad eene aan-
merkelijke vereenvoudiging en daardoor vermindering van
11 Bijl. A.
kosten plaats gehad en is daardoor aan een der hoofd-
bezwaren in het vorige jaar geait te gemoet gekomen.
2^ Al wordt het gebouw dat men wenscht te stichten
ook thans nog hulp^^^ genoemd ^ zoo is toch de bedoe-
ling niet anders dan een geschikt locaal voor catechisatiën
en godsdienstoefeningen te verkrijgen.
De behoefte daaraan wordt met levendige kleuren ge-
schetst in een opstel van den heer J8. JF. Colenbrander,
pred. te Herwen c, a. dd. Februarij 1879.
8^. De bedoeling is dat dit gebouw voor Ae plaatselijke
behoeften wordt vereischt.
A.angezien de Frotestantsche bevolking te Millingen in
den regel 70 è 80 personen telt (thans 82 lidm. en 87
niet-lidm.) moet een gebouw met plaatsruimte voor 75
personen evenredig aan de behoefte worden geacht, vooral
met de mogelijkheid van uitbreiding der Frotestantsche
bevolking, — dit alles onafhankelijk van deschippers die
van elders gekomen welligt aldaar somtijds de godsdienst-
oefeningen zouden komen bijwonen.
Dit geval wordt echter niet in rekening gebragt ten
voordeele van de plaatselijke behoeften , omdat die schip-
pers van elders zouden komen , terwijl bovendien de meeste
schippers der binnenvaart tot de Christelijk Gereformeerde
Kerk behooren.
Als een bewijs voor de behoefte welke daar ter plaatse
aan een gebouw bestaat , wijzen wij u op de belangstelling
die deze zaak sedert geruimen tijd heeft ondervonden ,
zoodat men reeds in 1878 ook door medewerking van
vele particulieren het noodige terrein voor de som van
± f2000 heeft aangekocht.
Ten slotte nog dit : daar , waar de behoefte aan een ge-
bouw als het bedoelde blijkt^ bestaan zooveel te meer
redenen om tot den bouw over te gaan wat den indruk betreft
tegenover de zoo talrijke Katholieke bevolking daar ter
plaatse , op welke het een zonderlingen indruk moet makeu^
dat terwijl de Katholieke Kerk overal gebouwen doet ver-
rijzen^ de Frotestanten ten hunnen behoeve niets zouden
kunnen tot stand brengen.
Op grond van al het bovenstaande meent de Syn. Com-
missie dat er alleszins termen bestaan om ten deze gunstig
te adviseren en om door de gevraagde subsidie van f 1400
toe te staan de stichting van het bedoelde gebouw op de
thans voorgestelde wijze mogelijk te maken,
Bijl. A. 12
Groesbeek. Groesbeek, classis Nijmegen. Bij adres van 20 Au-
gustus, gereg. onder n®. 40, is ingekomen een verzoek
van den Kerkeraad te Qroesbeek tot het bekomen van
subsidie ter tegemoetkoming in de kosten tot herstel va!\
het kerkgebouw, waarvan vooral muur- en dakwerk in
een toestand verkeeren , welke dringend verbetering eischt.
Bij dit verzoek wordt gemeld, dat de zeer kleine te
midden van eene talrijke Roomsche bevolking zich bevin-
dende gemeente , niet in staat is zelve daartoe de noodige
gelden bij te dragen.
Als bewijsstukken tot het verkrijgen van de gewenschte
toelage worden overgelegd:
a. Een staat, waaruit blijkt dat de kerkelijke rekening in
1876 sluit met een voordeelig saldo van f 9.8 7^, in 1877
met een nadeelig saldo van f 24.47^ in 1878 met een
voordeelig van f 18.96 en dat de Kerk te Qroesbeek nog
een schuld van f 300. — heeft te voldoen.
Tot nadere specificatie van een en ander werden later
drie behoorlijk voor afschrift geteekende afschriften van de
rekening en verantwoording van den administrateur kerk-
voogd over de dienstjaren 1877, 1878 en 1879 over-
gelegd.
h. Bestek en specifieke begrooting van het werk dat men
wenschte te doen verrigten , waaruit blijkt dat de bedoelde
herstellingskosten aanvankelijk op f 2933.52 zijn begroot.
Bij missive van 12 Mei wordt echter gemeld dat bij
nader onderzoek is gebleken dat de kosten van f 75.—
voor herstelling van het dak te laag zijn geraamd en dat
die kosten volgens bijgevoegde suppletoire begrooting op
f764.80 moeten worden begroot. De ^^a/d kosten van ber-
stel worden derhalve gebragt op f8623.32.
c. Eene verklaring van het Provinciaal Collegie van toezigtop
het beheer der kerkelijke goederen in Gelderland dat de Her-
vormde Gemeente teGroesbeek werkelijk is hulpbehoevend
en dat de som van f 2933.52, waarop de kosten der nood-
zakelijke reparatiën aanvankelijk (vóór het opmaken van
gemelde suppletoire begrooting) zijn geschat, geenszins
overdreven is te achten.
d. Eene verklaring van het collie van Kerkvoogden en No-
tabelen van Groesbeek waarbij dit collegie eene bijdrage van
f 100.— ten behoeve van de bedoelde reparatiën toezegt.
e. Een staat waaruit blijkt dat behalve het sub d toe-
gezegde reeds is ontvangen of toegezegd de som van f1320
en wel als volgt:
18 Bijl. A.
Provinciaal CoUegie van toezigt onder reserve
van aanwijzing der verdere fondsen .... f 500. —
Hoofdbestuur Ned. Gust. Adolf-Vereeniging u 100. —
Vrouwen-af d. Amsterdam // 100. —
n Utrecht // 15. —
// Aruhem ^ 10, —
// Maarssen // 25. —
ff Gouda // 20. —
Kerkvoogdij Ooijen en Persisingen . . . // 50. —
N. N. // 500.—
f 1320.—
Yoegt men bij dat bedrag van f1320. — de bovenver-
melde som van f 100. — , dan blijkt dat f1420. — voor
het verr^en van de voorgenomen herstelling beschikbaar is.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland zegt in zijn
schrijven 28 Aug. 1879 : gaarne het bedoelde verzoek van de
gemeente Groesbeek te ondersteunen, zoowel in het be-
lang dier gemeente alsmede in het belang van het Protes-
tantisme in die landstreek.
De Synodale Commissie is overtuigd dat de gemeente
Groesbeek onder de hulpbehoevende gemeenten gerekend
moet worden.
Ingevolge ingewonnen informatiën vernam zij met ge-
noegen, dat de Protestantsche bevolking , ook vooral ouder
de landpachters , langzamerhand vermeerdert en dat zoowel
vroeger als ook uu blijken van levendige belangstelling
in den bloei der gemeente worden aangetroffen.
De Commissie meent derhalve , dat er aanleiding bestaat
subsidie te verleenen.
Terwijl nu aan de geraamde herstellingskosten nog eene
som van f 2203,35 ontbreekt , meent uwe Commissie
echter, dat de op de bovengemelde suppl. begrooting voor-
komende twee posten ^ die betrekking hebben op de be-
dekking van een muur die het kerkhof naast het kerk-
gebouw gelegen omringt, tot een bedrag van f171, ten
deze niet in aanmerking kunnen komen , omdat die kos-
ten niet Yoor het kerkgebouw als zoodanig bestemd zijn :
dat ook sommige andere posten van de begrooting welligt
^n weinig te hoog zijn gesteld , althans onvoldoende zijn
gemotiveerd.
Dientengevolge , en vooral ook met het pog op de uit
het fonds weinig beschikbare gelden, stelt de Commissie
voor niet het volle bedrag van het nog ontbrekende te
Bijl. A. 14
betalen, docb eene subsidie van f 1000 voor dat doel te
bestemmen.
De Commissie meent ten slotte de verdere aanvraag vio
subsidie voor een nieuw te bouwen pastorij , vervat in de
meergemelde missive d.d. 12 Mei, in advies te moeten
houden totdat eenmaal nadere aanvraag met bestek en be-
grooting, volgens de voorschriften van het Beglement,
zal zijn ingekomen.
Zevenhoven. Zevenhoven, classis Leiden. Van Kerkvoogden dezer
gemeente kwam verleden jaar reeds een verzoek in om
subsidie voor herstelling der kerk en pastorij. Dit was
door een schrijven van den Minister van Einanden d.d.
3 Juni 1879 reeds voorafgegaan, om advies omtrent een
verzoek van dezelfde Kerkvoogden om Bijkssubsidie , en
om inlichting of er uitzigt bestaat op het verleenen van
Synodale subsidie.
Had de Commissie voor spoedvorderende zaken bij schrijd
ven van 10 Junij hierop geantwoord , dat eerst voor weinige
dagen een verzoek om subsidie uit het Fonds voor nood-
lijdende kerken bij ons was ingekomen en dat alzoo thans
geen uitzigt op subsidie hieruit bestond , en alzoo den
Minister in overweging gegeven alsnog het verzoek om
Rijkssubsidie buiten behandeling te houden , — dit werd
in de vergadering der Synode van 19 Julij door de be-
voegde leden goedgekeurd , en alzoo besloten de aanvrasg
van Kerkvoogden van Zevenhoven in advies te houdeu.
Zie Hand. 1879, bl. 82 en 33.
Die aanvraag , gereg. onder n^. 534 , had zich eerst
bepaald tot de som van f400. Men had voor hersteJiing
der kerk noodig f900. Door de gemeente was f 100 ver-
zekerd. De overige f 400 hoopte men van de Begering
te verkrijgen. Maar een raad , hun van het Provin(daal
Gollegie van toezigt geworden , dat men door een bouw-
kundigen bestek en begrooting der werkzaamheden, die
men wenschte te doen verrigten , moest laten opmaken ,
veroorzaakte , dat zij eenen architect te Nieuwkoop , den
heer Qaartel , raadpleegden. Deze maakte hen op meerdere
behoeften van de kerk, ook van de pastorij en daarb^
behoorenden bergschuur, opmerkzaam. Hiervan was het ge-
volg, dat de voorgestelde begrooting klom tot de som van
f4473, vermeld onder n*. 534» en 534<^. Van de Synode
vraagden zij nu eene subsidie van f2175, in de hoop
15 Bijl. A.
dat het Bijk gelijke subsidie zou toekennen , terwijl zij
nu bepaaldelijk meldden , dat door de gemeente is bijeen -
gebragt eene som van f 67,50 door vrijwillige gaven , en
eene van f 38 als renteloos voorschot , dus te zamen f 105,50.
Bij schrijven van 9 Januarij 1880 , gereg. onder n®.
240 , deelen zij ons mede , dat na eenige verandering in
het bestek, door den bouwkundige voor de landsgebou-
wen verlangd , waarbij zij ixn eene begrooting van bijna
gelijke sotn, f 4471, inzenden, hun d.d. 20 November 1879
uit 's Rijkskas eene subsidie van f2000 is toegekend.
Had het Provinciaal CoUegie van toezigt d.d. 12 Deo.
1878 hunne behoefte aan hulp reeds erkend, het Classicaal
Bestuur van Leiden maakt de opmerking, en hiermede
vereenigi zich ook het Provinciaal Kerkbestuur, 1^. dat
het bedrag van de vrijwillige bijdragen der gemeente te
gering moet geacht worden , en 2®. dat de overgelegde
rekeningen geen blijk geven van eene geregelde, zuinige
en degelijke administratie der kerkelijke fondsen. Maar
hierbij hebben wij nog de opmerking te voegen , dat de
aanvraag zich in meer dan één opzigt bepaalt tot gewone
reparatie, waarvan, door verzuim om hierin tijdig te voor-
zien , de omvang in bijzondere mate geklommen is. In hun
eerste schrijven zeggen Kerkvoogden zelve reeds omtrent de
kerk : /t geheel heeft een uiterlijk , zoo onaanzienlijk , dat
er tal van jaren bij wijze van spreken geen pond verf noch
aan 't gebouw noch aan 't ameublement is te koste gelegd.''
Zoo men de begrooting inziet, wordt dit ook bevestigd,
^oor een bergschuur alleen wordt nu voor allerlei reparatiën
vereischt eene som van f519, en voor het verwen van
kerk en consistoriekamer en het verwen en behangen van
twee kamers in de pastorij een bedrag van f450.
Hoezeer behoeften , die buitengewone hulp behoeven ,
mede worden opgegeven , zooals verzakking , waaraan het
kerkgebouw mede onderhevig is, en waardoor de funde-
ring daarvan minstens 0,40 zal moeten verdiept worden ,
kunnen wij toch het hierboven opgenoemde daarbij niet
voorbijzien.
Nadat het Bijk in November 1.1. eene subsidie van
f 2000 heeft toegestaan , kunnen wij U in dezen stand
der zaak alzoo niet meer aanraden , dan om aan deze ge-
meente uit ons fondseene subsidie van f 1000 toetekennen.
Driebuizen, classis Alkmaar. Ten aanzien van de Driehuizeu.
Bul. A. 16
aanvraag der Kerkvoogden dezer gemeente, kannen vnj ons
hoofdzakelijk naar de voordragt van het voorgaande jaar,
zie Bijl. A, blz. 35 — S7, gedragen. Omtrent de wensclN-
lijkheid der verbetering van de pastorij kan, als men de
stukken raadpleegt, geen verschil van gevoelen bestaan, i
Ook na die verbetering zal het gebouw nog slechts aan
de meest bescheiden eischen voldoen. Het ontwerp is met
zorg en door bekwame handen opgemaakt. Eene goede
uitvoering schijnt daardoor tevens verzekerd.
De gemeente , hoe arm ook , toonde zich bereid om in
de kosten van den bouw, op f4290 geraamd, eene som
van f1290 bijtedragen.
Het Glassicaal Bestuur van Alkmaar achtte die bijdrage
echter hooger dan de krachten der gemeente toelieten en
aan de bemiddeling van dat Bestuur is het te danken dat
de gemeente te Zuidschermer, welke met Driebuizen is
gecombineerd , een bedrag van f 860 voor zijne rekening
heeft genomen, zoodat voor Driebuizen eene som van
f 430 zoude overblijven , indien van Bijk en Synode
beide een som van f1500 kon worden verstrekt.
De Eijksbijdrage is reeds verleend , blijkens missive van
14 Eebr. 1880 n®. 9 (van den Minister van Financien,
gereg. onder n^. 283 , bij Kon. besluit van 9 Eebr. be-
vorens, n°. 10.
Wanneer bij het Eonds voor noodlijdende kerken ruimte
van middelen was, zouden wij niet aarzelen U te advise-
ren, om aan de gemeente eene subsidie tot gelijk bedrag
toe te staan. Thans kunnen wij daarvoor geen hooger cijfet
dan f1200 voorstellen, in hope dat de gecombineerde
gemeente van Zuidschermer hare bijdrage nog zal kunnen
verhoogen , als de gemeente van Driebuizen buiten magte
mogt zijn om in het ontbrekende te voorzien.
Klevenkerke. Kleverskerke, classis Middelburg. Kerkvoogden de-
zer gemeente vragen uit het Fonds eene som van f3250
tot vertimmering en vergrooting der pastorij. Dit verzoek
was ten voorgaanden jare in advies gehouden. Thans her-
balen Kerkvoogden, bij schrijven van 8 Sept. 1879, gereg.
onder n^ 113, hetzelfde verzoek, dat ook nu krachtig
ondersteund wordt door het Glassicaal Bestuur van Mid-
delburg en het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland. De-
zelfde gronden als bij onze eerste voordragt, bijl. A, blz.
84 , werden aangevoerd , pleiten ook nog ten gunste van
17 Bijl. A.
het voorstel. Echter moet naar ons oordeel de hulp
om den stand der beschikbare middelen tot f 3000
worden beperkt^ en geven wij U in overweging om de
gemeente daarvoor eene subsidie van f 1800 toe te ken-
nen en haar den Minister voor het bekomen eener Bijks-
subsidie van f1200 aan te bevelen. Den Minister hebben
wij bij schrijven van 29 Mei n**. 145 van deze onze voor-
dragt in kennis gesteld^ terwijl Kerkvoogden door den
Secretaris gewezen zijn op hun belang om zich ter zake aan
den Minister te adresseren.
Molkwerum, classis Sneek. Deze gemeente, ontving Molkwerum.
in 1879 de toezegging van eene subsidie groot f 2000
uit het fonds en eene bijdrage van f 2000 van het Bijk
tot den bouw van eene pastorij waarvoor de kosten waren
begroot op eene som van f 6344 — 51^ (Hand. bl. 18,
33. Bijl. A. bl. 20—22). Bij verzoek van 2 Maart 1880
ger. onder n^. 334, geven Kerkvoogden te kennen, dat ten
gevolge van de toegestane bijdragen zij eene som van f5700
bijeen hebben tot voorschreven doel, te weten, fonds en
het Bijk f4000, bijdrage van ingezetenen f 700, gift van
een aanzienlijk man buiten de gemeente f 1000 j dat zij
aan de bouwkosten nog te kort komen de som van f 650;
dat er nog moet worden voorzien in de uitgaven veroor-
zaakt a. door het herhaaldelijk opmaken van de bestekken ,
b. die benoodigd voor opzigt en c. die voor onvermijde-
lijke verrekening wegens bijwerken , een en ander ten be-
drage van pi. m. f 900, te zamen f 1550. Voor deze
mtgaven is geen fonds aanwezig; de leden der gemeente
kunnen niet meer bijdragen : eene leening is niet aan te
gaan omdat de kerk geene middelen heeft voor de aflos-
sing. Voor dat zij tot de aanbesteding kunnen overgaan,
moet naar hunne mening ook voor deze uitgaven fonds
zijn. Zij verzoeken op dien grond dat tot dat bedrag
de subsidie moge worden verhoogd. Classicaal Bestuur
en Provinciaal Kerkbestuur ondersteunen dit verzoek zeer;
zij zijn van oordeel dat het bouwen eener nieuwe pastorij
allernoodzakelijkst is, opdat in de vacature, die , uithoofde
'an slechte pastorij, niet schijnt vervuld te kunnen wor-
den, spoedig kan worden voorzien.
Wij zijn van gevoelen, dat, zoo met het oog op den
)ngun8tigen toestand van het fonds, als op den verschil-
enden aard der voorgestelde uitgaven niet de geheele aan-
2
Bijl. A. 18
vraag van Kerkvoogden kan worden voldaan, maar dat
door U aan die gemeente nog uit het fonds moet worden
gegeven eene bijdrage van f 1000^ waartoe wij haar gaarne
aanbevelen.
Haulerwijk. Haulerwijk, classis Heerenveen. Kerkvoogden dezer
gemeente verzochten in het vorige jaar uit het fonds voor
noodlijdende kerken en personen eene subsidie van 14000
tot het bouwen eener nieuwe pastorij^ waarvan de kosten
zijn begroot op f 5800.72. Dit verzoek werd door Classi-
caal Bestuur, Provinciaal Bestuur, het CoUegie van toezigt
en door de Synodale Commissie alleszins gegrond geoordeeld.
Gebrek aan voldoend fonds was de reden dat de Synode
moest besluiten het verzoek in advies te houden. (Hand.
1879 bl. 19, 33 bijl. A bl. 32—84) Bij verzoek van
28 Aug. 1879 gereg. onder no. 85 betuigden Kerk-
voogden hun leedwezen over dit besluit, maar spreken tevens
hunnen wensch uit, dat er in 1880 voldoend fonds mo^
aanwezig zijn om aan hun verzoek te kunnen voldoen.
Dit verzoek is op nieuw krachtig ondersteund door het
Glassicaal Bestuur en door het Provinciaal Kerkbestuur.
Wij zijn ook van meening, dat het verkenen van hulp
hier geen langer uitstel gedoogt; doch vermits die be-
zwaarlijk uit het fonds alleen zou kunnen verstrekt worden,
zoo stellen wij u voor eene subsidie van f 2000 toe te
kennen en de gemeente voor het bekomen van Bijkssubsidie
tot gelijk bedrag aan den Minister van Financiën aan te
bevelen. Bij onze reeds aangehaalde missieve van 29 Mei
d. d. 145 hebben wij den Minister bereids van deze voor-
dragt onderrigt, gelijk ook Kerkvoogden van den Secretaris
hiervan mededeeling ontvingen , opdat zij zich onmiddellijk
aan den Minister om het verkrijgen van Bijkssubsidie
zouden kunnen adresseren.
Weerselo. Weerselo, classis Deventer. Kerkvoogden dezer ge-
meente wenden zich bij adres van 29 November 1879
ger. onder no. 390 tot ons om eene subsidie van f 1000
uit het fonds voor noodlijdende kerken en personen lot
herstelling der pastorij. Uit de daarbij overgelegde beschei-
den bleek, dat die herstelling dringend noodig is , te meer
daar de kleine gemeente reeds 4 jaren vacant is en de
beroepen predikanten bedankten als zij de onbewoonbare
pastorij zagen. De kosten der noodzakelijke herstelling zijn
19 Bijl. A.
geraamd op f 1118. De gemeente^ die gevaar loopt van
geheel te niet gegaan vermits ook het geregeld catechiseren
voor den consulent bij den afstand van 1^ uar bezwaarlijk
is^ heeft alle krachten ingespannen en wil zelve de voor haar
vrij aanzienlijke som van f 120 bijdragen.
Het Classicaal Bestuur van Deventer en het Provin-
ciaal CoUegie van toezigt in Overijssel, dat door een
zijner leden de pastorij heeft doen nazien , dringen er ten
zeerste op aan om toch de arme gemeente te helpen. En
het Provinciaal Kerkbestuur van Overijssel vereenigt zich
daarmede volgaarne. —
Wel is eigenlijk de vraag te laat ingekomen, doch de
Besturen wenschen te doen opmerken , dat de gemeente ,
geen predikant hebbende, zondigde in hare onkunde, nog
rekening houdende met de oude bepaling en onbekend met
het nog zoo kort geleden ingevoerde reglement. Zij meenen
daarbij haren hulpbehoevenden toestand als eene buitenge-
wone omstandigheid te mogen doen gelden en durven althans
verzekeren dat hier door het verkenen van de gevraagde
hulp veel goeds zou worden gedaan aan eene arme gemeente .
te midden van eene overgroote en niet altijd vriendelijke
Boomsche bevolking. Om alle die redenen meenen dan ook
wij de gemeente te Weerselo voor de gevraagde subsidie
van f 1000 aan U te moeten voordragen. —
Grootegast, classis Groningen. In December 1877 Grootegast.
hebben Kerkvoogden en Notabelen dezer gemeente zich tot
U gewend om eene subsidie groot f 7000 te mogen ont-
vangen uit het fonds voor noodlijdende kerken en perso-
nen, tot bijdrage voor de stichting van een nieuw kerk-
gebouw. Bij besluit van den 29 Julij 1878 n°. 20, werd hun
toegestaan eene subsidie van f 1000 en werden zij bij de
Eegering aanbevolen voor f2000 (Hand. 1878 bl. 21, 23,
30, 31. Bijl. A. bl. 23, 24). Veriiiits deze bijdrage van
f 1000, al werd zij ook verhoogd met de f 2000 waar-
voor de gemeente bij de Begering werd aanbevolen , welke
deze haar intusschen niet toestond , niet voldoende was om
een nieuw kerkgebouw te stichten , hebben Kerkvoogden en
Notabelen van deze subsidie afstand gedaan. Zij zijn toen tot
het besluit gekomen om de kerk zooveel doenlijk te herstel-
len, en hebben daartoe de gelden pi. m. ten bedrage van
f 4000 gevonden door 1°. vrijwillige bijdragen, 2®. dooreene
geldleening. (Hand. 1879 bl. 33, 34, BijL A. bl. 47 en 48)
Bijl. A, 20
De aan deze geldleeiiing verbonden yerpligte jaarlijkscbe aflos-
sing van f 100 en de renten zijn de oorzaak, dat de hoofde-
lijke omslag, waarmede de gemeenteleden reeds wa»D
bezwaard, nu voor de hoogste klassen bedraagt jaarlijb
f 40. Kerkvoogden en Notabelen zijn nu verpligt dekeik
inwendig wat zitbanken enz. betreft te herstellen en tevens
de kerk en pastorij te verwen. De begrooting daarvan
bedraagt f 856.331, Bij verzoek van 20 December 1879
gereg. onder n°. 243 hebben zij zich gewend tot u om
voor deze noodzakelijke herstellingen uit het fonds te mogen
worden voorzien met eene subsidie tot dat genoemd be-
drag. Zij verklaren , dat zij geene bijdragen hiervoor van
de gemeenteleden kunnen verkrijgen en dat de gelden
evenmin uit eene geldleening kunnen worden verkregen,
vermits de leden der gemeente met geen hoogeren omslag
kunnen worden belast.
Ofschoon dit verzoek niet tijdig volgens het Beglement
was ingekomen , hebben wij , op grond dat het in naauw
verband staat met en als het ware een vervolg is van het
vroeger ingediende verzoek , gemeend in dit geval het te
mogen beschouwen tijdig te zijn ingediend.
Het verzoek wordt onderstennd door het CoUegie van
toezigt, dat verklaart, dat de gemeente geene middeles
bezit om in deze kosten te voorzien en dat de aangevraagde
subsidie niet kan worden geacht overdreven te zijn. Het
Glassicaal Bestuur van Groningen acht daarbij op de door
de gemeente uit eigen boezem aangebragte som van f 4000
voor de herstelling van het kerkgebouw , en op de belang-
rijke door haar gedane opoffering om de persoonlijke toe-
lagen van het Eijk voor het tractement van deu predüraot
te zien veranderen in een vast traetement hoopt met den
meesteu aandrang, dat de Synode in deze wezenlijke behoefte
van de nu inderdaad ten uiterst bezwaarde gemeente zal
kunnen voorzien. Het Provinciaal Kerkbestuur van Gronin-
gen ondersteunt evenzeer krachtig het verzoek , doch is van
oordeel dat de aanvrage moet worden beperkt tot de her-
stelling van het inwendige van het kerkgebouw ; waarvan
de kosten zijn begroot op f 687,33, maar dat die be-
benoodigd voor verwen en behangen der pastorij moeten
worden geacht te behooren tot het gewone onderhoud. Wij
vereeenigen ons met dit oordeel van het Provinciaal Kerk-
bestuur en adviseren IJ mitsdien aan de gemeente te ver-
kenen eene subsidie van f 680.
21 Bijl. A.
Stitswerd, classis Onderdendam. Bij adres van 18 Stitswcrd.
October, gereg. onder n**. 129, verzoeken Kerkvoogden,
uit het fonds voor noodlijdende kerken en personen eene
bijdrage tot herstel van het thans in bouwvalligen toestand
verkeerende kerkgebouw. De muren verzakken gedurig,
de oude in lood opgezette kleine glazen zijn verweerd , de
preekstoel, thans gestut, is zeer ondoelmatig geplaatst, de
oude steenen vloer is geheel verzakt, enz. enz. De ge-
meente is hulpbehoevend: zij verkreeg jaarlijks tot onder-
houd van de gebouwen eene toelage uit het fonds; zij
heeft geene bezittingen ; collecten in de kerk , huur der
zitplaatsen en een hoofdel. omslag van f230 'sjaars zijn
met de bijdrage uit het fonds de bronnen waaruit de uit-
gaven moeten worden bestreden. Deze uitgaven waren in
de laatste jaren groot , vermits de gemeente was bezwaard
met eene schuld , veroorzaakt door den bouw eener nieuwe
pastorij. Deze schuld is thans afgelost. De begrooting der
herstelling van het kerkgebouw bedraagt de som van
f 3204.24. Kerkvoogden verklaren dat de gemeente bereid
is f700 bij te dragen, onder uitdrukkelijke voorwaarde
dat de Synode daarvoor f2500 aan die gemeente toe-
kent. Het CoUegie van toezigt bevestigt de mededeelingen
van kerkvoogden en verklaart dat de gemeente is hulp-
behoevend en dat hare aanvrage niet is overdreven. Het
Classicaal Bestuur ondersteunt zeer het verzoek op grond,
dat de herstelling dringend noodzakelijk is en de uitgave
daarvoor te doen de krachten der gemeente verre te boven
gaat. Ook wordt het verzoek zeer aanbevolen door het
Provinciaal Kerkbestuur, welk bestuur evenwel in bedenking
geeft, of het niet welligt in het belang der gemeente ge-
acht moet worden de geheele oude kerk af te breken en
daarvoor eene nieuwe te bouwen.
Naar aanleiding van deze opmerking hebben Kerkvoog-
den op verzoek van onzen Correspondent de bedoelde vraag
aan het oordeel van eenen bouwkundige onderworpen , wiens
rapport later is overgelegd. De conclusie, waartoe die des-
kundige na een naauwkeurig onderzoek van het gebouw
is gekomen, is dat de wijze van herstelling, zooals door
hem door eene kleine verandering in het bestek werd
voorgesteld , en het bezigen van eene minder kostbare kalk-
loods en opzigtersverblijf gedurende de uitvoering van het
werk, door welk een en ander de begrooting niet wordt
overschreden, „verreweg te verkiezen is boven het bouwen
Bijl. A. 22
van eene nieuwe kerk^ in verband met de daartoe be-
iioodigde gelden , daar het tegenwoordig kerkgebouw , aldas
hersteld en gerestaureerd^ op den duur al zeer weinig on-
derhoud zal vorderen en geen nieuw gebouw daartegen bn
opwegen/' Wij vereenigen ons met de adviezen betreffende
het verzoek dezer gemeente en meenen de vrijheid te kan-
nen hebben U in verband met de beschikbare middelen
voor te dragen aan de gemeente te Stitswerd uit het fonds
tot voorschreven doel te verleenen de som van f 2400.
Vierlingsbeek. Yierlingsbeek^ classis 's Hertogenbosch. Het Kerk-
bestuur dezer gemeente heeft bij adres van 14 November,
gereg. onder n^ 258, met overlegging der vereischte be-
scheiden , subsidie uit het Synodale fonds aangevraagd vooi
verbouwing der pastorij. Eene gelijke aanvraag, 28 Sept
te voren aan Z. M. den Koning gerigt , werd door Z. Exc.
den Minister van financiën bij missive van 9 Februarij 1.1.
(gereg. onder n^ 274) ter fine van advies in onze handen
gesteld^ met verzoek om tevens inlichting te verstrekken
of er uitzigt bestaat op eene Synodale subsidie.
Het voorgenomen werk bestaat in het afbreken van een
deel der pastorij aan de zuidzijde, de verhooging van het
overige deel met eene verdieping, en het maken van eene
waschkeuken en bergplaats aan de achterzijde.
Het bestaande gebouw heeft een ontzaggelijken omvang;
het beslaat namelijk eene oppervlakte van niet minder dan
245 n Meter. Geen wonder dat een huis van die afmeting
met de jaarlijksche subsidie van f 100, van Rijkswege
verstrekt, bij volstrekt gemis aan eigen middelen^ onmo-
gelijk behoorlijk kon onderhouden worden en telkens meer
moest vervallen; zoodat het dan ook na het vertrek van
den vorigen predikant in den aanvang des vorigen jaars
bleek letterlijk onbewoonbaar te zijn. Deskundigen gaven
toen den raad, het gebouw gedeeltelijk te sloopen en de
rest doelmatig te vernieuwen ; en het kerkbestuur begreep
dat dit verreweg de voorkeur verdiende boven altijd ge-
brekkige reparatie van het geheel, waarbij de gemeente
met een gebouw bezwaard bleef, voor welks behoorliik
onderhoud ook voortaan de middelen zouden ontbreken,
en dat ook voor den gebruiker te kostbaar zou zijn om
te bewonen.
Het heeft zich daarop beijverd, een klein gedeelte voor
den nieuwen predikant al vast zoo goed mogelijk bewoon-
23 Bul. A.
baar te maken, en voorts de medewerking der besturen
ingeroepen tot verwezenlijking van het omschreven plan,
waarvan de kosten geraamd zijn op f2918.30.
De begrooting, toegelicht door bestek en teekening, is
volgens ingewonnen deskundig advies niet te hoog opge-
voerd; terwijl bij de raming der kosten behoorlijk reke-
ning gehouden is met hetgeen van het af te breken ge-
deelte aan afbraak bruikbaar zal zijn.
Het Kerkbestuur legt de verklaring over, dat de ge-
meente uit eigen boezem eene som van f 100 zal bijdra-
gen, onder opmerking dat de gemeente volstrekt geen
{ondsen bezit en hare leden, slechts 38 in getal, meest
tot de mingegoede klasse behooren, zoodat eene grootere
bijdrage onmogelijk is.
Het Provinciaal Collegie van toezigt heeft na naauwkeu-
rig onderzoek , overeenkomstig het rapport van een zijner
leden , die persoonlijk in loco zich van de noodzakelijkheid
en doelmatigheid der voorgenomen verbouwing overtuigd
had, de verklaring gegeven, dat de gemeente werkelijk
hulpbehoevend is en dat het de gevraagde som niet over-
dreven acht. In zijn rapport aan den Minister voegt het
daarbij, dat de bijdragen van f 100. — uit de gemeente,
hoewel klein in verhouding tot de behoefte, in evenredig-
heid van het luttel aantal en de weinige gegoedheid der
gemeenteleden, niet onaanzienlijk mag heeten.
Het Classicaal Bestuur, met de plaatselijke gesteldheid
bekend, noemt deze reparatie allernoodzakelijkst en zonder
ruime subsidie onmogelijk tot stand te brengen , en spreekt
daarbij als zijne overtuiging uit, dat de gemeente tot de
noodlijdenden moet gerekend worden en zelf naar vermo-
gen wil bijdragen.
Gelijke ondersteuning ondervindt het verzoek van de
zijde des Provincialen Eerkbestuurs.
In overeenstemming met deze eenparige adviezen zijn wij
van oordeel, dat Yierlingsbeek moet geholpen worden
en aarzelen wij niet, die gemeente voor te dragen voor
eene subsidie van f1400 uit het synodale fonds, terwijl
wij, onder mededeeliug daarvan, haar aan den Minister
bij schrijven van 29 Mei n^. 144 hebben aanbevolen tot
het verkrijgen eener toelage van Rijkswege tot een gelijk
bedrag.
Bes o ij en, classis Heusden. De aanvraag van eene toe- Besoijen.
Bijl. A. 24
lage ten behoeve eener noodzakelijke herstelling van het
kerkgebouw dier gemeente , ten • vorigen jare door Kerk-
voogden ingediend , werd toen , bij gebrek aan beschikbare
middelen , overeenkomstig het voorstel der Synodale Com-
missie^ door de Synode in advies gehouden, zie Hand.
1879 bl. 19. Bijl. A. bl. 34, 35.
Blijkens de mededeeling van den correspondent is de
behoefte aan die voorgenomen herstelling, voornamelijk
bestaande in het vernieuwen der geheele dakbedekking,
het maken van nieuwe banken eu het aanbrengen van
nieuwe ramen, door het gedwongen uitstel van een jaar
nog dringender geworden , en overigens de financiëele toe-
stand aldaar dezelfde gebleven. In het 22 December 1879
gedagteekende verzoekschrift van den Kerkeraad om besten-
diging der toelage tot het predikantstractement heet het
o. a. dat de kerk zoo in verval is , dat de B. K. er mede spo^,
en dat in dat jaargetijde de namiddag-godsdienstoefening
moest gestaakt worden van wege het lekken en het droe-
vige licht dat steelsgewijze door eenige verweerde glasruitjes
moet binnenkomen.
Zou de Synodale Commissie op de in haar verslagaan-
gevoerde gronden ten vorigen jare alle vrijmoedigheid gehad
hebben, om die gemeente voor de gevraagde bijdrage van
f 2880 aan te bevelen , wij meenen thans te kunnen vol-
staan met naar dat verslag te verwijzen , onder opmerking
dat zij naar ons oordeel thans onder die gemeenten be-
hoort , die in de eerste plaats voor ondersteuning in aan-
merking mogen komen. In verband echter met den stand
der middelen , moeten wij U voorstellen haar uit het fonds
slechts eene subsidie van f1400 toe te kennen, doch
haar aan den Minister voor eene rijkssubsidie van gelijk
bedrag aan te bevelen , wanneer het aan Kerkvoogden moet
worden overgelaten in het dan nog ontbrekende langs an-
deren weg te voorzien. In den meer aangehaalden brief
van 29 Mei n®. 145 hebben wij den Minister van die
voordragt mededeeling gedaan , gelijk wij ook aan de Kerk-
voogden door onzen Secretaris hebben doen melden, dat
het in het belang der gemeente is , zich al vast onmiddel-
lijk aan den Minister om het bekomen der rijkssubsidie te
adresseren.
Bergeik. Bergeik c. a. , classis Eindhoven. In onze najaars-
zitting kwam ter tafel een adres van het Kerkbestuur
25 Bijl. A.
dezer gemeente , dd. 8 Nov. 1879, gereg. onder ii^ 147,
waarbij onder overlegging der vereischte bescheiden subsidie
werd aangevraagd voor herstelling der pastorij en tevens
toestemming verzocht om al vast tot de aanbesteding en
de uitvoering van het werk over te gaan, als zijnde dit
van spoedvereischenden aard.
Dat werk bestaat volgens overgeleverd bestek en tee-
kening in het afbreken der bestaande kap , het opmetselen
van achtergevel en zijgevels en het inrigten van dien op-
bouw tot drie kamers en droogzolder.
Het dak der pastorij , zoo schrijven adressanten , ver-
keert in zeer bouwvalligen staat, ontstaan door de ge-
brekkige inrigting bij den bouw. Het huis moest in 1838
uit zeer beperkte middelen in zijnen tegenwoordigen vorm
worden opgetrokken , hetgeen bij toenemend verval voor de
stevigheid der woning hoogst schadelijk blijkt. Door zijn
eigen zwaarte dringt thans het lange achtergedeelte van
liet pannen dak het korte voorbovendeel en de muren
voorover ; ook worden houtwerk en pannen over het geheele
dak uit hun verband geligt. Talrijke en daaronder groote
openingen der losrakende pannen geven aan regen en sneeuw
vrijen doortogt, en zijn oorzaak dat groote lekkages door
zoldering en plafonds heen deze en de muren en behang-
sels bederven. Zooveel mogelijk heeft men getracht door
tijdig onderhoud zoowel uit particuliere bijdragen als uit
de kleine kerkefondsen verder verval te voorkomen —
nog onlangs in 1879 is ca. f38. — besteed om door het
inleggen van nieuwe pannen, het aanstrijken van deze en
de oude pannen een dragelijken toestand te scheppen , doch
te vergeefs. Het vooroverdringen van het dak weerhoudt
niet alleen het onderling verband , maar veroorzaakt telkens
na eenig herstel het losraken en de verschuiving der be-
dekking, zoodat geen reparatie mogelijk is zonder grondige
verandering Aan de op min kostbare wijze aan te
brengen twee zolderkamers en meidenkamers , gelijk ook
aan een behoorlijken droogzolder bestaat voor het gezin
van den predikant groote behoefte.^^
De deskundige, met het opnemen der pastorij belast,
rapporteert dienaangaande: //in het bestaande defect der
kap kan op geenerlei wijze voorzien worden, zoo dat door
kleine reparatiën dezen winter de toestand dragelijk zou
worden. Ook lijdt het huis zeer door den aanhoudend in-
stroomenden regen. De voorgestelde verbouwing is de eenig
Bijl. A. 26
afdoende maatregel en ook voor de gezondheid der be-
woners noodzakelijk. Het werk vereischt ten spoedigste
voorziening; uitstel zou des te grooter schade veroor-
zaken/'
De begrooting van het werk bedraagt f 851.15^ makende
met de kosten :
van het opnemen, begroeten^ ontwerpen
van het bestek . , . f 25. —
van de aanbesteding. ...,...// 30.—
en van toezigt op den bouw o 100. —
Te zamen .... f 1006.15
De gemeenteleden hebben zich verbonden aan
vrijwillige giften daarvoor bij te dragen . . f 135.—
Blijft dus te kort . . f 871.15
Uit de kerkefondsen kan daarvoor niets worden ai^-
zonderd. De kerk heeft geene andere vaste inkomsten dan
f60 huishuur, door den predikant te betalen, en ±
f25 huur van zitplaatsen, terwijl zij daarentegen nog
aan diversen een schuld heeft van f 616.62^, waarvan
jaarlijks f 19.20 rente moet betaald worden. Bergeik be-
hoort dan ook sints jaren onder de gemeenten, die door
kleine toelagen uit het fonds voor noodlijdende kerken in
staat gesteld moeten worden om hare administratie gaande
te houden.
Door het Glassicaal en het Provinciaal Kerkbestuur wordt
het verzoek krachtig ondersteund; zoo ook door het Pro-
vinciaal CoUegie van toezigt, dat de inschrijving van f 135
aan vrijwillige giften door de gemeenteleden bevredigend
noemt.
Blijkens de overgelegde lijst hebben nagenoeg alle leden
der gemeente — grootendeels hoevenaars der Maatschappij
van Welstand — naar vermogen daartoe bijgedragen, en
mag dus , ook naar het oordeel van den correspondent , de
gemeente geacht worden voldoende blijk van haar belang-
stelling gegeven te hebben.
In onze najaarszitting kon het verzoek om vergunning
tot aanbesteding niet worden afgedaan, daar het toen ter
tafel zijnde bestek nadere toelichting vereischte en tot eenige
opmerkingen van bouwkundigen aard aanleiding gaf, die
aan het kerkbestuur werden medegedeeld. Nadat de ge-
vraagde inlichtingen verkregen waren en het bestek, over-
eenkomstig de gemaakte opmerkingen gewijzigd , was terug-
27 Bijl. A.
ontvangen , heeft de Spoedcommissie volgens haar verstrekt
mandaat de gevraagde toestemming tot aanbesteding gege-
ven^ natuurlijk onder het uitdrukkelijk voorbehoud, in
art. 19 van het Beglement omschreven.
Eenparig rekenden wij dit onder de buitengewone ge-
vallen , waarvan dat artikel spreekt. Dat hier behoefte was
aan dadelijke voorziening, scheen ons even ontwijfelbaar
als dat de gemeente werkelijk onder de noodlijdenden moet
gerekend worden, die voor het geraamde tekort hulp
iioodig heeft.
Sedert ontvingen wij berigt , dat het werk is aanbesteed
voor de som van f 842. Voeg daarbij voor de boven-
vermelde kosten van architect, aanbesteding en opzigt
f155, zoo maakt dit te zamen de som van. f997.'-—
de gemeenteleden dragen daartoe bij . . . // 135. —
zoodat nog voorzien moet worden in een
tekort van. f862.—
Hoewel bij de toestemming tot aanbesteding aan de ge-
meente uitdrukkelijk verklaard is, dat de Sjnode geheel
vrij blijft in hare beschikking op de aanvraag, vleijen wij
ons met de verwachting, dat onze overtuiging aangaande
de noodzakelijkheid der gevraagde hulp op grond van al
liet aangevoerde door U zal worden gedeeld; en dat gij
mitsdien geen bezwaar zult maken om aan de gemeente
te Bergeik subsidie te verleenen tot het bedrag, als nog
beschikbaar blijft, namelijk van f 820, zoodat aan de ge-
meente moet worden overgelaten door wat meerdere krachts-
inspanning zelve in het ontbrekende te voorzien.
e. Overeenkomstig de betrekkelijke voordragten blijven e. Voordragten tot
nog de aanvragen van drie gemeenten over, waaromtrent *^'S^^°8-
wij U tot afwijzing adviseren, als volgt.
Westkapelle, classis Heusden. Voor deze gemeente Westkapelle.
was ten vorigen jare ter vertimmering en vergrooting der
pastorij uit het fonds toegestaan ^3000, met aanbeveling
voor eene Eijkssubsidie tot gelijk bedrag. (Handel, blz.
18, 33.) Uit een schrijven van Kerkvoogden, gerigt tot
de Synode, van 21 Januarij IL, gereg. onder n^ 253,
blijkt, dat de Rijksrapporteur op het bouwplan des vorigen
jaars zoovele aanmerkingen had , dat Kerkvoogden genood-
zaakt waren een geheel nieuw plan Ie maken, welk plan
dan ook bij gemeld schrijven overgelegd wordt. Volgens
Bul. A. 28
dat plan wordt zeker het gebouw veel deugdzamer; doch
daar staat tegenover, dat het nu ook f 1169,18^ meer
kosten moet^ zoodat de raming voor het geheele werk is
gestegen tot de som van f 9168,26^. Daarbij komt, dat
door het Eijk niet meer toegestaan is dan f 2500. Trekt
men deze som , te zamen met de toegestane som van f 8000
uit het fonds, af van de geraamde kosten voor het ge-
heele werk, d&n blijft er f 8668,26^ te betalen over,
waarvoor de fondsen niet aanwezig zijn. Alzoo is thans de toe-
stand eene geheel andere geworden. Er is een gansch nieuir
bouwplan gekomen, waaraan wij in de gegeven omstandigheden
buiten Uwe vergadering om geene goedkeuring mogten geven.
Die goedkeuring te weigeren valt moeijelijk, nu reeds Rijkssub-
sidie is toegestaan. Wij maken echter bezwaar , met het oog
op het hoog bedrag der verleden jaar vergunde subsidie,
U te adviseren nog verhooging daarvan in te willigen , waar-
voor trouwens ook de middelen niet voorhanden zijn. "Et
zal dus niet anders overblijven, dan dat Kerkvoogden,
hetzij door vrijwillige leening of opneming van gelden met
jaarlijksche aflossing tegen matigen intrest, hetzij op andere
wijze het tekort van f8668,265 trachtten te dekken. Wij
stellen ü voor aan Kerkvoogden te antwoorden , dat in de
gegeven omstandigheden de verandering van het bouwplan
met behoud der toegekende subsidie van f3000 kan wor-
den toegestaan , maar aan de gemeente moet worden over-
gelaten zelve in het ontbrekende te voorzien, dewijl de
Synode builen magte is om ruimere ondersteuning te ver-
strekken.
Grgpskerke. Grijpskerke, classis Middelburg. Kerkvoogden dier
gemeente wenden zich, bij schrijven van 22 December 11.,
gereg. onder n^ 430, tot de Synode, met verzoek om
tot den bouw eener nieuwe pastorij uit het fonds te ont-
vangen eene som van f 7500. Het Glassicaal Bestuur van
Middelburg ondersteunt deze aanvrage in een schrijven
van 24 Maart 11. met de opmerking , dat de tegenwoordige
pastorij onbewoonbaar is en veeleer voor eene arbeiders-
woning geschikt, en dat zoolang er geene nieuwe pastorij
is, de gemeente, die reeds eenige jaren herderloos is,
vacant zal moeten blijven. De aanvraag wordt mede on-
dersteund door het Provinciaal Collegie van toezigt, met
de verklaring, dat de gemeente, die niet meer telt dan
557 leden, waarvan 226 lidmaten, en geenerlei kerkelijke
29 Bijl. A.
goederen bezit ^ hulpbehoevend is; echter met de bij voeging ,
dat het bouwplan voor aanmerkelijke vereenvoudiging vat-
baar ia en dat de bijdrage der gemeente verhoogd dient
te worden. Volgens dat bouwplan en de daarbij gevoegde
begroeting^ opgemaakt door twee eenvoudige timmerlieden
ter plaatse, worden de kosten voor het nieuwe gebouw
geraamd op f 8000 ^ waarvoor de gemeente bijdraagt
{ 500 y welke laatste som evenwel , volgens het schrijven
van Kerkvoogden ^ uit niets anders voortvloeit dan uit het
vermoedelijk batig saldo der kerkelijke rekening over het
loopende jaar^ terwijl later Kerkvoogden zich verbonden
hebben uit den boezem der gemeente f97 bij te dragen.
Ook het Provinciaal Kerkbestuur van Zeeland verklaart^
dat de bijdrage der gemeente in evenredigheid tot de als
subsidie gevraagde som te gering is en acht het mogelijk^
dat een goedkooper en doeltreffender bouwplan door een
deskundigen architect opgemaakt worde. Met een en ander
vereenigen wij ons. Mitsdien raden wij U^ aan Kerk-
voogden te Qrijpskerke te kennen te geven, dat er
èn een bouwplan op zuiniger schaal zal dienen te worden
opgemaakt met behulp van een bevoegd bouwkundige ^ èn
dat de gemeente grootere belangstelling moet toonen dan
in hare aangeboden bijdrage van nog geen f 100 blijk-
baar is. Ook mogen wij niet verzwijgen, dat in plaats
van v(5(5r het einde des jaars^ zooals art. 12 van het
Seglement voorschrijft^ de stukken eerst met het schrijven
van het Provinciaal Kerkbestuur van 27 April ons werden
toegezonden. De aanvraag van Kerkvoogden, gedagteekend
22 December 11., is dus veel te laat ingediend^ waaraan
ook de veel te late ontvangst bij ons CoUegie is toe te
schrijven. Op deze gronden adviseren wij het verzoek ,
zooals het daar ligt^ af te wijzen.
Eindhoven, classis Eindhoven. Het Kerkbestuur dezer Eindhoven,
gemeente heeft bij adres van 12 September 1879, gereg.
onder n^ 718 , voor den bouw eener nieuwe Kerk eene sub-
sidie van f 6000 uit het Syn. fonds aangevraagd, daarbij
tevens verzoekende dat eene aanvraag om subsidie van gelijk
bedrag bij de Begering door de Synode zal worden onder-
steund. De aanvraag om zulke Bijkssubsidie werd bij Minis-
terieel schrijen van den 9 Februarij jl. , gereg. onder n®. 273,
ter fine van consideratie en advies in onze handen gesteld.
Het Kerkbestuur berigt dat het kerkgebouw in
Bul. A. 30
zulk ëen bouwvalligen staat verkeert^ dat het naar het oor-
deel van bevoegde bouwkundigen geheel moet worden af-
gebroken; dat de gemeente niet bij magte is uit eigen
middelen in die behoefte te voorzien , maar dat de gemeente-
leden zich bereid hebben verklaard aan vrijwillige giften
eeue som van ruim f 1350 daarvoor bij te dragen.
Het legt daarbij over alle vereischte bescheiden, o. a.
teekening van het te sloopen en van het nieuw op te rigten
kerkgebouw, bestek en begrooting, volgens welke laatste
de kosten van hetgeheele werk geraamd zijn op f 14600.
Volgens het advies van den door het Provinciaal Col-
legie van toezigt geraadpleegden deskundige zijn de kosten
matig berekend en draagt het bestek de blijken van met
zorg en zaakkennis opgemaakt te zijn. De correspondejit
kan daarbij voegen, dat hij van verschillende zijden be-
rigten omtrent den toestand van het bestaande kerkgebouw
heeft ingewonnen en dat er naar eenparig getuigenis inder-
daad dringende behoefte bestaat aan eene nieuwe kerk.
Het Provinciaal Collegie van toezigt, dat, naar den
correspondent van nabij bekend is , met groote zorg de
zaak onderzocht heeft vódr dat het de verklaring gaf dat
de gemeente werkelijk hulpbehoevend en de gevraagde som
niet overdreven is, getuigt daarbij dat uit het kerkefonds
voor het beoogde doel geene middelen kunnen worden
aangewezen, daar de kerk van Eindhoven geen an-
dere rentegeveude eigendommen heeft dan de pastorij,
waarvan de predikant huishuur betaalt, en eenige kleine
grondrenten waarvan de aflossing of betaling onzeker is,
en daartegenover nog eene schuld aan de Diaconie van
f 1350. Hoewel alleszins waarderende dat de gemeente-
leden door aan vrijwillige giften eene som van ruim f 1350
in te schrijven een lofwaardig blijk van belangstelling ge-
geven hadden , had het Collegie toch , met het oog op
het cijfer der begrooting, zich verpligt gerekend voord[
nog aan het Kerkbestuur de vraag voor te leggen of de
gemeente niet door leening eene grootere som zou kunnen
bijeenbrengen. Het ontving daarop ten antwoord dat het
Kerkbestuur te vergeefs getracht heeft eene rentelooze lee-
ning te sluiten en bezwaar maakt eene leening aan te gaan
tegen behoorlijke rente, dewijl het voor rentebetaling en
aflossing geen zekerheid kan geven. Het Collegie heeft
toen, de gegrondheid van dat bezwaar erkennende, gemeend
in dat antwoord te moeten berusten en vrijheid te heb-
31 Bijl. A.
ben^ om de gemeente voor de subsidie aan te bereleB.
Het Classicaal Bestuur getuigt dat de kerkte Eindho-
ven in zeer bouwvalligen toestand verkeert; dat de ge-
meente zich naar zijn oordeel zeer aanzienlijke offers wil
getroosten voor het verkrijgen van een nieuw kerkgebouw,
en dat het de gemeente daarom gaarne aanbeveelt voor het
verwerven van de noodzakelijke financiële hulp.
Op gelijke gronden wordt het verzoek ondersteund door
het Provinciaal Kerkbestuur.
In weerwil van alle deze gunstige adviezen vonden wij
volstrekt geene vrijheid u het toestaan der gevraagde sub-
sidie aan te raden , in aanmerking nemende , dat voor eene
gemeente die niet meer dan 175 leden (zielen) telt, een
kleiner kerkgebouw, dat ligtelijk niet meer dan f 7000
of f 8000 zou behoeven te kosten, aan de behoeften zou
voldoen. Voor meer dan de behoefte volstrekt vordert,
mag naar onze overtuiging uit het voor noodlijdende ge-
meenten bestemde fonds geene ondersteuning verleend wor-
den. Zonder twijfel bestaat hier behoefte aan een nieuw
kerkgebouw en valt ook de offervaardigheid der gemeente
niet te miskennen; maar verlangt zij daarbij hulp uit
het fonds, dan behoort zij zich ook vereenvoudiging van
het bouwplan te laten welgevallen. Wij moeten u der-
halve voorstellen op het verzoek zoo als het daar ligt
afwijzend te beschikken, even als wij bij schrijven van den
29 Mei n°. 143 den Minister ook ontraden hebben voor
dit bouwplan Bijkssubsidie toe te staan, meldende, wel
te kunnen verzekeren , dat er geen uitzigt bestaat dat daar-
voor subsidie uit het Synodale fonds zal verleend worden.
f. Wij geven hier van de gedane voordragten het vol- /. Ovcraigt van de
gende OVERZIGT : gedane voordragten.
P. 13 it het fonds als subsidie toe te staan aan de
gemeenten te:
Millingen - - f 1400.00
Groesbeek // 1000.00
Zevenhoven „ 1000.00
Driehuizen /y 1200.00
Overbrengen. . f 4600.00
Bijl. A. 82
Overgebragt. . f 4600.00
Kleverskerke „ 1800.00
Molkwerum nog „ 1000. 00
Haulerwijk „ 2000.00
Weerselo „ 1000.00
Qrootegast „ 680.00
Stitswerd , 2400.00
Vierliiigsbeek „ 1400.00
Besoijen „ 1400.00
Bergeik „ 820.00
Te zamen. . f 17100.00
2^ Voor het bekomen van Bijkssubsidie tot vermeld
bedrag aan te bevelen de gemeenten te:
Kleverskerke f 1200.00
Haulerwijk „ 4000.00
Vierlingsbeek ^1400.00
Besoijen „ 1400.00
Te zamen. . f 6000.00
8^ Af te wijzen de aanvragen uit Westkapelle,
Grijpskerke en Eindhoven.
^. Berigten omtrent g> Bij missive van 19 November no. 11^ gereg. onder
verleende rijkssubsidie, n». 186, gaf de Minister van Pinanciën ons kennis, dat
bij Z. M. besluit van 13 November b.v. n^. 36, als
subsidie was toegestaan aan het Classicaal Bestuur van
Nijmegen ten behoeve van de gemeente te Mi Hing en
f 1000 in de kosten van den bouw eener kerk; aan de
gemeente te Zevenhoven f2000 in de kosten van
herstelling der kerk; aan de gemeente te Molkwerum
f 2000 in de kosten van den bouw eener nieuwe pastorij
en aan de gemeente te HoUum op Ameland f2500
38 Bul. A.
in de kosten van de herstelling der kerk. Behahe de
laatstgenoemde twee gemeenten waren nog door de Synode
voor Rijkssubsidie aanbevolen de gemeente te Westka-
pelle ?oor f 3000 en de gemeente te Nieuwe Pekela
voor f 1500. Volgens hiervoren reeds aangehaalde mede-
deeling werd echter aan eerstgenoemde gemeente in 1879
Dog f 2500 toegestaan, terwql in dit jaar naar het blz.
16 vermelde berigt aan de gemeente te Driebuizen,
waarvan de aanvraag door de Synode in advies was ge-
houden, al vast f1500 Bijkssubsidie werd toegekend,
doch ook volgens kennisgeving van den Minister van 14
febraarij n®. 10 , gereg. onder n®. 284 , bij Z. M. besluit
van 9 Februarij n^ 11, aan de gemeente te Nieuwe
Pekela de aanbevolen subsidie van f 1500 voor de
kosten van pastorijbouw verleend werd,
h. Terwijl Kerkvoogden van de gemeente te Nieuwe A. Vergunning aan
Pekela ons bij schrijven van 8 Maart, gereg. o^der no. ^®'^Jj^8^®^^.^^^^^
309 , berigt gaven van het verkrijgen der subsidie , deelden in het bestek. ^"^"*
zij ons tevens mede, dat van wege den Minister eenige
wijzigingen in het bestek en de begrooting waren gebragt ,
waarvoor zij nu onze goedkeuring met handhaving der
toegekende subsidie uit het fonds voor noodlijdende ker-
ken en personen verzochten, hopende dat daartegen geen
bezwaar zou bestaan , omdat , indien door bedoelde wijziging
eene vermindering der kosten verkregen was, deze vermin-
doring van zeer geringe beteekenis was. Wij vonden geen
grond om tegen de inwilliging van het verzoek bezwaar
te maken, omdat volgens art. 17 van het Reglement na
de aanbesteding het bedrag der uit te betalen subsidie
toch naar de werkelijke kosten berekend zou worden en
berigten derhalve bij schrijven van 13 Maart n\ 68 dat
het verzoek door ons werd toegestaan.
i. Op de met de voorschriften overeenstemmende aan- i. Uitbetaling vau
vragen hebben wij steeds onverwijld order gesteld op de sobaidiën.
uitbetaling der na te melden subsidiën als:
aan de gemeente te Eoermond (n^ 42) van f213
Tiaar de eigen opgaaf van Kerkvoogden in verband met
de werkelijke kosten f 287 minder dan oorspronkelijk aan
de gemeente was toegekend ;
aan de gemeente te Horsten (n^. 54 en 79) van
1950 nog voor den voltooiden kerkbouw schuldig gebleven ;
3
Bul. A, 34
aan de gemeente te Holijsloot (n^ 55) ?anf 5107,
in verband met de aannemingssom f 643 minder dan
in 1878 was toegestaan en in uitzigt gegeven;
aan de gemeente te Duurswoude (n^ 58) van f 4O0,
die zij nog van de toegekende subsidie van f 2000 te vor-
deren had ;
aan de gemeente te Enter (no. 183) van £2000;
aan de gemeente te Qre v e n bicht (n^ 243) van f 292,
met afwijzing van het verzoek van het Classicaal Bestaur
tot betaling van enkele kosten bovendien, ofschoon niet
meer dan f 15 bedragende, als niet in de oorspronkelijke
begrooting begrepen;
aan de gemeente te Hil varenbeek (n^ 395, 401}
van f650.
Buitendien voldeden wij gaarne aan het verlangen van
Kerkvoogden te Yeghel (n^ 102) om van de subsidie,
die, hoewel naar de aannemingssom met f 164 verminderd,
toch nog f 2336 kon blijven bedragen, volgens de bepaling in
art. 20 van het Beglement de helft t. w. f 1 163 te doen uitbeta-
len. Evenzoo werd aan de Kerkvoogden te Hollum op Ame-
land (n^ 206), nadat gebleken was dat de kosten van den
kerkbouw verre boven de raming kwamen , de uitbetaling
der helft van de daarvoor toegekende subsidie t. w. : f1250
gaarne ingewilligd , terwijl na onze voorjaarsvergadering op
de uitbetaling der andere helft order kon gesteld worden,
als de bij de daarna gedane aanvraag ontbrekende verkla-
ring , dat het werk behoorlijk was afgeleverd en goedgekeurd
was, in was gekomen (n^ 522).
Op een door het Provinciaal GoUegie van toezigt in
Noordholland bij missive van 3 November, gereg. onder
n^. 103, tot ons gerigt verzoek, om aan de gemeente
te Vlieland al vast ter voldoening aan de verpligtingen
j^ens den aannemer van het werk de helft der door de
Synode toegestane subsidie van f1500 uit te keerenen,
ofschoon de kosten f276 beneden de raming waren ge-
komen , de subsidie niet te verminderen , maar dese gelden
te laten gebruiken voor de uitvoering van werken, die
niet op de begrooting voorkwamen , moesten wij het Col-
legie in ons antwoord van 20 November n^. 50 te kennen
geven , dat wij , behoudens groote waardering van zijne
voor de belangen der gemeente aan den dag gelegde zoi^,
door de bepalingen van het pas ingevoerde Beglement op
het fonds verhinderd werden aan zijn verzoek gevolg ts
85 Bijl. A.
geven I terwijl de daarbij overgelegde stukken ons aanlei-
ding gaven aan de Kerkvoogden tevens bij schrijven van
dezelfde dagteekening n®. 5 1 de opmerking te maJ^en , dat
zij zich wat de goedkeuring der aanbesteding en de ken-
ni^eving der aannemingssom betreft naar de bepalingen
▼an dat Beglement te gedragen hadden.
Van Kerkvoogden ontvingen wij hierop door tusschen-
komst van het Glassicaal Bestuur van Alkmaar een uit-
voerig schrijven, dd. 3 December, gereg. 215, waarin zij
meldden dat de aanbesteding van het werk door het Pro-
Wnciaal Kerkbestuur was goedgekeurd, doch dat zij in de
meening hadden verkeerd, dat dit Bestuur het bedrag
der aannemingssom aan ons zou melden , en van ons ver-
schooning vraagden , van deze mededeeling te hebben ver-
zuimd, intusschen wegens de financiële verlegenheid, waarin
zij verkeerden , alsnog aandringende op de inwilliging van
het reeds door het Provinciaal CoUegie gedane verzoek,
waarin zij ook door het Glassicaal Bestuur in zijn geleidend
schrijven zeer ondersteund werden. Wij antwoordden echter
aan de Kerkvoogden bij schrijven van 28 December n°. 110,
1*^. dat de Synodale Commissie onbevoegd is om meer sub-
sidie toe te wijzen, dan voor de bestrijding der kosten
noodig is , en derhalve verpligt werd , de subsidie door de
Synode toegestaan met f276 te verminderen, vermiis de
som der aanneming en de kosten van het toezigt te zamen
zooveel beneden de raming gebleven waren; 2^. dat de
Commissie niet bij magte is voor zoogenaamde bijwerken
subsidie te verleenen , als zijnde hiertoe de Synode alleen
bevond, maar indien de noodzakelijkheid daarvan naar
behooren kon worden aangetoond , niet ongezind zoude zijn
ten deze eene gunstige voordragt aan de Synode te doen ;
3^. dat aan Kerkvoogden uit de bepaling in art. 20 van
het Beglement zelve kon blijken, dat geene partiële uit-
betaling van subsidie kan geschieden , dan wanneer de sub-
sidie, door de Synode toegestaan, meer dan f2000 be-
draagt , en zij , daar v6<5r het in werking treden van het
Beglement zelfs zulke uitzonderende bepaling niet bestond,
niet, gelijk zij deden, misverstand van het Eeglement als
verschooning konden laten gelden , dat zij bij het stellen
der voorwaarden van de aanbesteding niet in het oog had-
den gehouden dat vóór de voltooijing van het werk niet
op de uitbetaling der subsidie kon worden gerekend. Wij
zonden dit antwoord door tusschenkomst van het Classicaal
Bul; A. 36
Bestuar, met een schriJTen, waarin wij het Terzoclitra,
dien brief aan Kerkvoogden tevens als antwoord op zijne
aanbeveling van het verzoek van Kerkvoogden te beschouweiu
Later werd ons door het Classicaal Bestuur ^ bij brief van
5 Januari], gereg. onder n®. 238, de voltooijing van het
werk berigt en met overlegging der noodige stukken ver-
zocht om orderstelling op de uitbetaling der subsidie^ On-
middellijk werd nu aaa den Quaestor-generaal, t. w. bij
brief van 8 Januarij n®. 7 , opgedragen , aan Kerkvoogden
de som van f1224 uit te betalen, doch, daar het Clas-
sicaal Bestuur in zijn aangehaald schrijven van eene door ons
voor de herstelling der pastorij toegezegde buitengewone
toelage schreef, maakten wij bij de kennisgeving er van
de opmerking, dat uit onzen brief aan Kerkvoogd^i niet
meer kon worden afgeleid , dan dat wij wel geneigd waren
om de Synode tot het verleenen eener buitengewone toe-
lage te adviseren, indien blijken mogt dat daaraan nog
behoefte bestond tot dekking van onvermijdelijk bevonden
kosten.
Aan Kerkvoogden te Gaastmeer is naar de ontvan-
gen opgaaf der aannemingssom der nieuwe pastorij (n®. 95)
bij brief van 25 November n°. 73 berigt, dat zij zich
de vermindering der toegekende subsidie met f* 785 zoaden
moeten laten welgevallen, zoodat, wanneer het werk zal
voltooid zijn, hun daarvoor niet meer dan f1215 zal
kunnen worden uitbetaald.
Uit de van Kerkvoogden te Ammerstol ingekomen
opgaaf van de kosten van het nieuwe kerkgebouw (n®. 310)
is ons gebleken , dat er geen grond bestaat om het cijfer
der daarvoor toegekende subsidie van f 5000 te vermin-
deren.
y. Toekeniimg van J. Tweemalen kwamen wij op daarvoor ingekomen voor-
•Mi^naamdekleinetoe. jragten Van de betrokken Besturen in de gelegenheid om
' naar de ons bij art. 26 van het Reglement to^ekende
bevoegdheid door het verleenen van zoogenaamde kleine
toelagen in onvoorziene nood te helpen. Eens ten behoeve
van eene predikantsdochter in Groningen (n®. 180), die
na 20 jaren in betrekking te zijn geweest die moest ver-
laten wegens haren lijdenden toestand (kanker) en bij eene
zuster werd opgenomen, die zelve met moeite in eigen
behoefte voorziet. Bij schrijven van 19 November n^ 41
droegen wij den Queastor-generaal op aan deze halpbe-
87 Bijl. A.
hoevende £50 over te maken. Kort daarna werd vooreene
wedawe , dochter van eenen voormaligen predikant in Zuid-
Holland, onze hulp ingeroepen (n^. 222), die door hare
twee zoons, uit de geringe middelen waarover deze te
beschikken hebben, in een gasthuis geplaatst was, doch,
dewijl zij daar zelve voor hare kleeding te zorgen heeft,
van de daarvoor noodige gelden verstoken was. Volgens
aan den Quaestor-generaal dd. 23 December gedane op-
dragt, hebben wij haar daarvoor eene toelage van f 80
doen toekomen.
k Bij het onderzoek der bij U ingekomen voordragten ^- Berigt omtrent
van kleine toelagen zal door ü inzage kunnen genomen J^^^Jq^I *°m*^*)!rikn
worden van eene nadere van het Ministerie van Financiën vroaw« Sieyn-ScAO'
dd. 26 November gereg. onder n®. 197 , ontvangen mede- '»«^«'-
deeling omtrent de toekenning van bijdragen aan predi-
kantswedawen uit het fonds van wijlen Vrouwe C, Schel-
Ikger, wed. Mr. P. Steyn.
h Wij deelen U hierbij den aan de gemeenten uit uwen i CoUectebrief.
naam gerigten CoUectebrief mede met het daarbij aan de Ker-
keraden gerigte schrijven van 17 November n**. 16, dat wij
naar art. 28 van het Eeglement van den door ons opge-
maakten staat van het fonds hebben doen vergezeld gaan.
De CoUectebrief luidde als volgt:
'/Geliefde Broeders en Zusters!
//Wij komen met vrijmoedigheid een beroep doen op
Qwe Christelijke liefdadigheid ten behoeve van noodlijdende
gemeenten en hulpbehoevende betrekkingen van predikan-
ten in onze Ned. Herv. Kerk. Het verdriete u niet indien
wij telken jare met dezelfde vraag tot u terugkeeren , want
zoo wij vragen het is omdat er nog altijd behoefte aan
hulp bestaat. Ook het laatst verloopen jaar konden wij
niet aan alle aanvragen van noodlijdende gemeenten vol-
doen, en het zijn slechts kleine giften die wij aan de
nagelaten betrekkingen van predikanten kunnen toekennen.
Het verwondere u ook niet dat wij met vrijmoedigheid onze
bede tot u rigten en niemand zegge, daar wordt reeds
zooveel gevraagd! Zoolang gij niet te véél gegeven hebt,
heeft uwe klagt over het vele vragen geen grond. En zoo-
lang liefde het echte kenmerk is van de volgelingen van
onzen Heer, zoolang zullen wij vrijmoedigheid hebben uwe
Bijl. A. 38
gaven te vragen voor noodlijdenden. Op dien liefdadigheids-
zin hebben de oprigters van het fonds gerekend als op
een vast en blijvend kapitaal. Beschaamt gij han ühriste-
lijk vertrouwen niet^ maar wilt ons door milde gaven in
staat stellen om krachtige hulp te verleenen aan nood-
lijdende gemeenten en den druk te verzachten van hulp-
behoevende personen/'
Onze brief aan de Kerkeraden was van dezen inhoud :
^Bij toezending van den collectebrief ten behoeve van
het Ponds voor noodlijdende kerken en personen roepen
wij uwe krachtige medewerking in. Wij doen dit met te
meer vrijmoedigheid , omdat de bepalingen van het 15
Jan. 11. in werking getreden Beglement u een waarborg
kunnen geven dat de toekenning der toelagen nit dit
fonds met de meeste naauwgezetheid plaats vindt; terwij'i
in de voortdurende behoeften niet dan door ruime op-
brengst der collecte kan worden voorzien. Ofschoon de
Synode dit jaar aan 15 noodlijdende gemeenten voor op-
bouw of herstelling van kerk of pastorij toelagen kon ver-
strekken tot een bedrag van f 21500^ moesten echter^
bij gebrek aan beschikbare middelen , nog vier aanvragen ,
waaronder zelfs die dringend voorziening vorderden, tot
een volgend jaar worden aangehouden. Aan 47 gemeenten
werden om in de gewone behoeften der kerkelijke admi-
nistratie te voorzien kleine toelagen verstrekt tot een ge-
zamenlijk bedrag van f 2190. Voegen wij daar nog bij
eene som van f 7985 aan toelagen van f 25 tot f 90 voor
nagelaten predikantsbetrekkingen ^ dan verkrijgen wij een
totaal bedrag van f 31,675^ hetwelk dit jaar uit bet
fonds aan noodlijdende gemeenten en personen werd ver-
strekt. Uit den hierbij gevoegden staat van het fonds kan
blijken dat aan interest slechts werd ontvangen f 6563,64'%
terwijl de overige ruim f25000 uit de collecte en toe-
vallige baten werden verkregen. De opgave dezer cijfers
is voldoende om te doen zien, dat slechts door ruime
bijdragen van de zijde der leden van de gemeente aan
billijke aanvragen om hulp naar eisch kan worden voldaan.
//Terwijl wij de bepaling der wijze, waardoor de inza-
meling in uwe gemeente meest bevorderd zal kunnen wor-
den , met vertrouwen aan u overlaten , roepen wij u nog-
maals toe, met al den drang der Christelijke liefde:
onthoud ons ook dit jaar uwe medewerking niet.
39 Bijl. A.
iy Overeenkomstig art. 28 van het Reglement laten wij
hier volgen een staat van het fonds en van de rekening
en verantwoording over het afgeloopen jaar 1878, waar-
van gij wel een exemplaar aan de kerkelijke administratie
uwer gemeente zult willen ter hand stellen.^^
U. Ten aanzien van het fondn ter voorziening m de II. Aangelegeohe-
geestelijke behoeften van gemeenten , waar eigen middelen ^®^ X*^. ^®*. ^°^^* ^
ontbreken y blijven wij met onzen Quaestor-generaal de toe- J^^^"i^oJ5ten^tau
nemende vermindering der belangstellirg betreuren , waarop gemeenten, waar eigea
zeker ook de heerschende spanning in de Kerk ongunstig "iï<i<ielen ontbreken,
werkt. Nog stellen de renten van het verzamelde kapitaal
U in staat om met het toekennen van toelagen voort te
gaan. Maar, wanneer de bijdragen der gemeenten niet
toenemen , dan vreezen wij , dat spoedig althans aan de
uitbreiding van hulp niet meer te denken zal vallen.
a. Waar na zorgvuldig onderzoek der aanvragen , a. Aanbevolen ge-
ons gebleken is , dat de behoefte dezelfde gebleven is meenten,
als ten voorgaanden jare zal Uwe vergadering ons wel
van het doen van omstandige voordragten ontslaan om-
trent die gemeenten, die wij U voor het bekomen van
gelijke toelagen aanbevelen als zij in 1879 genoten
hebben. Bij hare namen vermelden wij het nummer ,
waaronder hare aanvragen in het Eegister der ingekomen
stukken voorkomen. Wij dragen ü derhalve de volgende
gemeenten voor tot het daarbij uitgedrukte bedrag:
Laren, classis Zutphen, n°. 6 2, per kwartaal /25 f 100.00
Capelle aan den IJssel, n®. 74, per kwart. /SO ,/ 200.00
IJsselmonde voor Fijenoord, n**. 75, als voren ^ 200.00
Hekendorp, onder Oudewater, bij de /" 75
volgens berigt van den Minister van Financiën
(n°. 268) per kwart, voor den hulpprediker
van Rijkswege verstrekt, /*50 per kwart. . . // 200.00
Huizen, n^ 106, per kwartaal /• 25. . . „ 100.00
Terneuzen voor Sluiskil, n®. 81, in eens . n 75.00
Drogeham, n®. 90, in eens u 100.00
Surhuis ter veen , n®. 91, per kwartaal i^50. /y 200.00
Compagnonsvaart, n®. 84, per kwart. 3^125 ,/ 500.00
Over 't Schild, n^ 128, in eens. . . . „ 300.00
Beilen voor 't Tiende veen, n®. 4 7 , per kw. /* 2 5 ,/ 1 0 0 .0 ü
Helenaveen, n°. 148, per kwartaal /25 .;/ 100.00
Te zamen. . f 2175.00
Bul. A. 40
Buitendien herinneren wij dat reeds ten voorgaanden
jare, zie 1879 bijl. A blz. 63 en 64, door den Kerke-
raad der Herv. gemeente te Hollandsche Yeld eene
toelage van f 800 gevraagd werd voor een godsdienston-
derwijzer, die in een afgelegen gedeelte dier gemeente en
in een gedeelte der gemeente te Westerbork, dat van
de kerk dier gemeente ± 3 uur verwijderd ligt, gods-
dienstonderwijs zou geven en oefeningen houden. Aan dat
verzoek werd toen om verschillende redenen niet voldaan
en nadere inlichting verlangd. Thans komt de genoemde
Kerkeraad bij missive van 31 Angs. 1879, gereg. onder
no. 141, op nieuw met zijn verzoek, en ontwikkelt breed-
voerig de behoefte die er aan een godsdienstonderwijzer bestaat,
vermits een groot aantal gemeenteleden vooral in de rigting
van Lutten — Gramsbergen bijna twee uren van de
kom der gemeente verwijderd is en zeer vele kinderen niet
ter catechisatie kunnen komen, velen zelfs niet ter school
kunnen gaan. De aan te stellen godsdienstonderwijzer , die
tevens voor het nu niet behoorlijk te verzorgen gedeelte
van de gemeente Westerbork dienst zou doen, zon ten
minste eene bezoldiging van f700 'sjaars moeten hebben
en van die f700 dacht men f 400 te verkrijgen door bij-
dragen van belangstellenden, die nu reeds voor eene som
van over de f 100 hebben geteekend, en uit dekerkekas,
hoewel die op dit oogenblik nog niet veel kan doen wegens
eene nog af te lossen schuld en zoo noodig door het hon-
den van eene derde collecte bij de godsdienstoefeningen,
terwijl Westerbork verklaart tot geenerlei bijdrage in
staat te zijn. De noodige localen zijn te vinden zoo in het
bedoelde gedeelte van de gemeente Westerbork als in
die van Hollandsche Veld.
Het Glassicaal Bestuur van Mep pel erkent in zijne ge-
leidende missive van 16 Oct. 1879, dat er te Holland-
sche Yeld groote behoefte bestaat aan een catechiseer-
meester, doch acht het tractement van dezen te hoog
aangeslagen en eene derde collecte ligi nadeelig voor an-
dere collecten. Het Provinciaal Kerkbestuur van Drenthe
zegt in zijne geleidende missive van 6 Nov. 1879, dat
het de som van f 800 uit het fonds ter voorziening in
de geestelijke behoeften enz. te hoog acht, bet afkeurt,
dat de Kerkeraad der gemeente Hollandsche Yeld
wil voorzien in de behoeften van een gedeelte eener an-
dere gemeente en dat de in de nabijheid werkzame gods-
41 Bijl. A,
dienstonderwijser A. Busman ten minste aan een groot
deel der van godsdienstonderwijs yerstokenen voor een
minderen prijs onderwijs wil geven, doch dat men dien
niet wil om zekere rigting te protegeren, en dat het daar-
om het verzoek van den Kerkeraad te HoUandsche
Yeld niet kan ondersteunen. In een later schrijven van
13 Nov. jl., gereg. onder n^. 47, komt het Kerkbestuur
echter op zijn genoemd schrijven terug en meent nu ook
voor Nienwenoord, behoorende tot de gemeente We s-
terbork, na gedaan onderzoek, den godsdienstonder-
wijzer Bubers ten krachtigste te moeten aanbevelen voor
eene toelage uit het fonds ter voorziening in de geestelijke
behoeften enz. zoo mogelijk ten bedrage van f SOO of f 50
per kwartaal, ten behoeve van den bedoelden catechiseer-
meester. Wij meenen U nu ook tot toekenning dezer toe-
lage te moeten adviseren. Het geheele bedrag der toe te ken-
nen toelagen zal hierdoor derhalve tot f 2375 klimmen.
i. Wij hebben nog eene aanvraag te vermelden van den *. Advies tot afwg-
predikant ff. W. Brandt te 's Heerenhoek van gg "°8T*"~^*"''T^8
^T 1 1 «/«-.-..11. 1 van 8 Heerenhoek.
^ovemb^, gereg* onder n^. 211, tot het verleenen eener
toelage van f 80 aan de Kerkvoogden zijner gemeente ter
bestrijding der onkosten van het houden zijner catechisa-
tiën in de tuinkamer zijner pastorij , dewijl de consistorie-
kamer daarvoor onbruikbaar zon zijn en de kerk te tochtig
en koud. Het schijnt dat de gespannen verhouding tus-
schen den Predikant en de Kerkvoogden oorzaak is, dat
dezen in de betaling dier kosten bezwaar maken. Wij von-
den intusschen geene vrijheid U tot het toestaan der aan-
vraag te adviseren, daar de gelden van het fonds niet
voor het verschaffen van catechisatie-localen bestemd zijn,
en het medegedeelde geen grond geeft om in dit bijzonder
geval eene uitzondering te maken.
c. Een verzoek van den predikant te Rossum, gereg. <;. Overbrengiag van
onder n®. 223 , om eene bijdrage voor de belangen van het ^° verzoek van den
«^j j» i. j •• 1 .. -i j . i i. TT predikant te Rossmn om
godsdienst-onderwijs, brengen wij zonder advies tot U ^„^ ijij^j^g^ ^^^ 3^
over, als geldende eene beschikking over de afzonderlijke belangen van het gods-
voor het godsdienstonderwijs ingezamelde gelden, waarop ^^*°®*°°^®''^j*-
wij tegen het einde van ons verslag nog terugkomen.
d. Verder deelen wij U mede , dat wij , hoorende van ^^(' ^^^^ ^!
de toeneming der welvaart van de gemeente te Bussum , stand der gemeente te
Bnssnm.
Bijl. A. 42
bij schrijven van 24 Mei n®. 76 het Provinciaal Kerk-
bestuur van Noordholland hebben nitgenoodigd om, na
ingesteld onderzoek bij het Classicaal Bestuur van Amst»-
dam, aan U te melden , of die gemeente langer aanspraak
kan maken op het behoud der toelage van f 200 tot het
predikantstractement. Volgens Bijl. A. 1879 blz. 66 is
den Kerkeraad uitdrukkelijk gemeld ^ dat deze toel^e tot
wederopzegging is toegestaan, zoodat de Synode zich de
intrekHng voorbehoudt , zoodra mogt gebleken zijn , dat
de gemeente niet langer kan -aangemerkt worden als eigen
middelen te missen om zelve in hare behoeften te voorzien.
e. Toekenning van e, In overeenstemming met Hand. 1878 blz. 16 ver-
t^r^bZkË'^^^^^ besluit der Synode hebben wij uit de som van f 600,
godsdienstonderwijzer, die voor onvoorziene behoeften ter onzer beschikking wer-
den gesteld, op betrekkelijke aanbevelingen van het Pro-
vinciaal Kerkbestuur van Friesland en de Classicale Bestu-
ren van het ressort, gereg. onder n^ 241 en 244, aan
B, T. Jonker te Woudsend en M. C. van Munster te
Leeuwarden volgens bij schrijven van 22Mein^ 71 aan
den Quaestor-generaal gerigte opdragt elk eene toelage van
f60 doen toekomen ter tegemoetkoming in de kosten hunner
opleiding voor de betrekking van Godsdienstonderwijzer.
/. Verzoek tot op ƒ. Ofschoon van e ven vermelde som derhalve slechts f 100
nieuw beschikbaarstel- jQ^jy ^^g besteed is, stellen wij ü toch voor, met hetoc»
ling eener som Toor ,,, i.t»i , t « ^Zx
onvoorziene behoeften, op art. 11 van het Eeglement, weder eene som van f 600
voor onvoorziene behoeften ter onzer beschikking te stellen.
III. Aangdegenhe- UI. lu de derde plaats behandelen wij de aaBffelesfen-
den van het fonds totrj i^ l j* j u j^ i^ * jz t-Tj*
verbetering der schraal- heden van het fonoê tot veroetenng der schraalgte predtr
ste predikantstrakte- konistractementen.
menten.
a. Verslagen der a. Van vele Classicale Besturen, onder wier ressort de
^^nt\e inkl^sten *^«^*?^ genietende gemeenten behooren, ontvingen wij het
der toelagen genietende in art. 7 van het Reglement bedoelde verslag. De Glassi-
gemeenten. cale Besturen van Arnhem, Zutphen, 'sGraven-
hage. Leiden, Dordrecht, Gouda, Haarlem,
Alkmaar, Praneker, Groningen, Onderden*
dam en Eindhoven bleven ten deze in gebreke , zoodat
wij geene gelegenheid hadden om te beoordeelen, of in
die ressorten met de uitbetaling der toelagen kan worden
voortgegaan. Wij meenden aan u de besl^sing te moeten
43
overlaten of ter zake eene teregtwijzing aan deze Besturen
zal moeten gerigt worden.
Van de Besturen^ die versli^ gaven^ verklaarden de meesten
het behoud der toelagen voor de betrokken gemeenten volstrekt
noodig. Uitzondering maakten ten deze echter de Classicale Be-
sturen van K a mp e n (n^ 486) en A p p i n g ed a m (n^. 443).
Het Classicaal Bestuur van Kampen oordeelde dat
de gemeente te Wanneperveen op het behoud der
toelage niet langer aanspraak kan maken uithoofde de
predikant thans bij vrij gebruik der pastorij een inkomen
van f 1100 geniet en de kerkekas zeer wel verhooging
van dat tractement toelaat.
Het Classicaal Bestuur van Appingedam oordeelde
dat het niet aangaat de gemeente te Mee dhui zen lan-
ger de toelage te doen behouden, dewijl het tractement
aldaar f1400 bedraagt. Het stond zelfs in twijfel of het
predikantstractement te L ellens wel onder de schraalste
zou kunnen gerekend worden, als f988 bedragende, of-
schoon daarvan echter, buiten de personele en gemeente-
lasten, f33 aan grond- en waterschapslasten moeten be-
taald worden. Ook maakte het bedenking omtrent Gar-
relsweer, waar bet tractement zuiver f 896.97^ beloopt,
doch het appelhof, wat ^sjaars voor den predikant een
voordeel van + f 60 afwierp, met zijne toestemming voor
f2000 verkocht is, ten einde tot den bouw eener nieuwe
pastorij te dienen , waartegen Kerkvoogden zich echter ver-
bondeo hebben de hierdoor verloren gegane inkomst van
f60 bij vacature weer te vergoeden.
Het Classicaal Bestuur van Harderwijk gaf nog in
overweging om de toelage, welke de predikantsplaats te
Ernst geniet, met eene bijdrage van f50. — te verhoo-
gen, om als prius tantum te dienen voor een van de
Begering aan te vragen alterum tantum, //vermits het
tractement verre beneden de waardigheid van den predi-
kant staat (het bedrag wordt niet Vermeld) en de gemeente
niets doen kan.^'
b. Terwijl wij meenen, dat aan evenvermeld voorstel *. Advies omtrent
van het Classicaal Bestuur van Harderwijk wegens de *^ ^^®"^^°8^®^*^-
beperktheid der middelen geen gevolg kan worden gege-
ven, zoo bestaan er naar ons oordeel en voor zooveel wij
dit konden nagaan geene redenen om eenige toelage in
te trekken, met uitzondering van de toelagen, die de
Bijl. A. 44
predikantsplaatsen te Wanneperveen en Meedhai-
zen tot hiertoe genoten. Overeenkomstig de vermelde ad-
viezen der betrokken Classicale Besturen, raden wij U de
betaling dezer toelagen te staken, en wij willen daar ook
nog onder begrepen hebben de todage welke de gemeente
te Daarle in de classis van Zwolle voor hare predi-
kantsplaats geniet , dewijl uit het verslag van het Glassicaal
Bestuur blijkt, dat het tractement aldaar f1200 bedraagt,
bij het vrije gebruik van pastorij, tuin en trekland groot
88 roeden en 20 ellen, waarvan echter de daarop loopende
grond- en andere belastingen door den bewoner en ge-
bruiker moeten voldaan worden.
Door de intrekking van gemelde toelagen, elk van
f 50, wordt U gelegenheid gegeven om gunstig te beschik-
ken op drie nieuwe aanvragen ; l^, van den Kerkeraad der
gemeente te Leeuwen en Fuiflijk, classis Nijmegen
(n®. 247) , waar het predikantstractement slechts f 800
bedraagt en de middelen tot vermeerdering er van geheel
ontbreken, zoodat de betrokken besturen de aanvraag zeer
ondersteunen; 2^ van den Kerkeraad te Soesterberg,
classis Amersfoort (n^ 220), waar het tractement ook
niet meer dan f 800 bedraagt en door vrij wat belastingen
bezwaard is, waarom ook het Moderamen van het Pro-
vinciaal Kerkbestuur ten sterkste het verleenen der door
het Glassicaal Bestuur voorgedragen toelage aanbeveelt;
3^ van de Kerkeraad te Drunen, waar het tractement
eveneens slechts f800 bedraagt, zoodat ook het verleenen
der toelage zeer door de Besturen wordt aanbevolen. Wi]
raden het toestaan van deze verzoeken zeer aan, te eer
omdat het fonds er niet door bezwaard wordt als daar-
tegen de eerstgenoemde drie toelagen worden ingetrokken.
Wij vermelden hier dat in de laatste zitting van onze
voorjaarsvergadering nog is ingekomen eene aanvraag van
den Kerkeraad te Borselen, classis Goes,ger^. onder
n^ 499, doch dat wij deze aanvraag wegens de late in-
zending buiten behandeling hebben gelaten.
<;.MagtigingYaaden €, Bij ons even gegeven advies lieten wij nog onver-
Quaestor-generaal om meld , dat wij den Quaestor-generaal op zijn desbetreffend
121 vlZlfol'^t! verzoek (n». 289) gemagtigd hebben om voor dUmaal ,
te kapitaliseren. bij afwachting van de vaststelling der voorloopig aangeno-
men verandering van art. 4 van het Beglement , het batig
saldo van het fonds over 1879 niet te kapitaliseren, ten
45 Bltl. A.
einde het fonds in staat te stellen aan zijne verpligtingen
te voldoen. Het is hier welligt de geschikte plaats voor de
mededeeling 9 dat de door het Moderamen bij circnlaire
van 17 November (n^. 91) aan de Frovinci^e Kerkbe-
sturen en Classicale Vergaderingen gezonden rectificatie der
Synodale circulaire van 27 Augustus (n®. 121) ter zake van de
voorloopig aangenomen verandering van artt. 3 en 4 , ge-
schied is in overleg met onze najaarsvergadering.
IV. Omtrent de aangelegenheden der Algemeens Wedvr IV. Aangelegenhe-
wenbeurs hebben wij «iets anders mede te deelen. dan ?®"/*° ^® ^^8®™*®°®
^^ AoIUKTAn nPlll*A
later nog in ons verslag aangaande de uitkeering moet
voorkomen.
V. Het even gezegde geldt ook de aangelegenheden van v. Aangelegenheden
het hulppeneioen/ondê. van^het Hnlppensioen-
VI. Naar de gewone orde van ons verslag komen nu vi. Aangelegenhe-
de aangelegenheden van het fonds van de nieuwe vertaling d?» '^^^ ^^ fo^ds der
van het Nieuwe Testament en van den Vervolgbundel <?P het°l?ieuwe TestomeS
de evangelische Gezangen ter sprake. en van den Vervolg-
bnndel op de EvangeU-
a. Als inkomsten van het fonds hebben wij vooreerst *^^®j^^f^'^'^^^,^g^
te vermelden de uitkeering wegens de in 1879 verkochte fonds,
exemplaren van den Vervolgbundel , die volgens door den
Secretaris der Evangelische Gezangen-Compagnie dd. 12
Mei^ gereg. onder n^ 450^ ingezonden nota overeenkom-
stig het contract. f 1886.46 moet bedragen. Tot de ont-
vangst daarvan tegen het einde dezer maand is de Quaes-
tor-generaal bij brief van 22 Mei (n^ 70)gemagtigd. Aan
aathentisatie-gelden werd door de Compagnie, volgens
daarvan onvergelegde rekening van 21 Januari] 1880 ,
gereg. onder u^ 251, de som van f 742.62^ uitbetaald,
waarvan volgens daaromtrent bestaande bepaling twee vijfde
t. w. f 297.12^ ten goede is gekomen aan de Algemeene
Weduwenbeurs en het overblijvende onder de leden der
Moderamina , die met het teekenen der titels belast waren ,
verdeeld is geworden. Van de nieuwe vertaling van het
Nieuwe Testament werden in 1879 slechts 300 titels, na-
melijk 50 van het groote formaat en 250 van het kleine
formaat geteekend. Daarvan zal door de Bijbelcompagnie
in de maand Julij f95.16 moeten worden uitgekeerd ten
bate van het fonds.
Bijl. A. 46
6, Beschikkingen i, In den regel komen de inkomsten van het fonds
over de inkomsten van ^j^ goede van de algemeene fondsen , naar gelang deze
geacht worden zulken steun het meest noodig te hebbeD.
Zoo stelden wij u, reeds voor f1500 gulden af te zondere»
ten behoeve van het fonds voor noodlijdende kerken en
personen. Bij de berekening van hetgeen dan nog beschik-
baar blijft moet vooreerst in aanmerking worden genomen ^
dat de rekening van het fonds over 1879 sloot met een
tekort van f 23.49^^ ontstaan doordien wij op eene decla-
ratie van den Secretaris der Commissie van toezigt op den
druk en de uitgaaf der Evangelische Gezangen aan dezen
vergoed hebben de reis- en verblijfkosten van een te A m-
s ter dam ingesteld onderzoek naar de auteurs der Evan-
gelische Gezangen ^ overeenkomstig de te dier zake aan de
Commissie door de Spode gedane opdragt. Volgens ge-
melde declaratie (n®. 173) bedroegen die kosten f 37.55.
Kunnen wij u hier verder mededeelen, dat President
en Secretaris naar de ontvangen magtiging van de Synode,
verg. Hand. 1879 blz. 45, de overeenkomst gesloten hebbeu
omtrent de gecombineerde uitgaaf der Gezangenbandels,
waarvan het duplicaat als ingekomen stuk onder n*^. 80
geregistreerd is , wij melden daarbij tevens , dat wij , over-
eenkomstig de daarbij aan ons gegeven opdragt, den beer
de Hoog te Haarlem met de correctie der melodiën van
den Vervolgbundel voor de betrekkelijke vier formaten be-
last hebben met toekenning van eene renumeratie van f 100,
en, ofschoon onze Secretaris voor de hem opgedragen cor-
rectie van den tekst geene renumeratie verlangde, toch
geoordeeld hebben dat deze hem billijkerwijze toekwam
waarvoor dan nog althans eene som van f50 beschikbaar moet
worden gehouden. Nog zal ten laste van bet fonds komen
eene nadere declaratie van kosten, volgens mededeeling
van den Secretaris van de evengenoemde Gezangencom-
missie te verwachten bij de inzending van haar rapport
omtrent haar geëindigd onderzoek naar de auteurs der
Evangelische Gezangen.
VII. Aangelegenhe- VII. Ten aanzien van het fonds voor de kosten van het
den van het fonds voor Hooger Ondertoijs in de Godgeleerdheid van wege de Neder-
%^o^lt^^!^^'^^'^^^^^ ifervomrfö Kerk hebben wij u mededeeUngen te
doen , die zeker met belangstelling door U zullen vernomen
worden , waarbij wij thans bepaalde voorstellen kunnen voegen
omtrent de regeling der kosten , die nog voorziening vorderen.
47 Bijl. A.
a. Hoogst belaiigrijk achten wij inzonderheid de mede- a. KegDling van de
deeling van het tot stand komen eener wettelijke regeling tractementen en het
J.M , T j • 7 7 7 7*'7 ri pensioen der kerkelijke
van de tractementen en het penswen der kerkelijke Hoog" Hoogleeraren.
leeraren. Tijdens de gewone vergadering der Synode van het
voorgaande jaar was nog de door den voormaligen Minister van
Binnenlandsche Zaken voorgenomen overeenkomst omtrent
eene vaste jaarlijksche uitkeering van het Bijk voor de
kosten van het kerkelijk Hooger Onderwijs aanhangig ge-
bleven, en werd het in de laatste zitting aan President
en Secretaris opgedragen , daaromtrent den nieuwen Minister
van Binnenlandsche Zaken te verstaan en der Synodale
Commissie verder aanbevolen, in deze de belangen der
Kerk naar bevind van zaken te behartigen, Hand. 1879
blz. 350. Naar het verslag ons door President en Secretaris
van een daarop gevolgd onderhoud met dien Minister ge-
geven had deze aanstonds groot bezwaar tegen het treffen
van zulk eene overeenkomst gemaakt. Hij achtte het be-
denkelijk , dat volgens dat plan een fonds uit 's lands
gelden zou gesticht worden , zonder de vereischte waarbor-
gen voor de Begering, dat het beheer daarvan steeds in
betrouwbare handen zou blijven; hij betwijfelde het zeer,
of ten deze op de medewerking der Staten-Generaal zou
kannen worden gerekend^ en hij vond ook de voorname
grond, die voor de aannemelijkheid van het plan aange-
voerd werd, het belang namelijk van aan de kerkelijke
Hoogleeraren zekerheid te verschaffen voor het bekomen
van het pensioen, waarop art. 16 van het Eeglement op
het Hooger Onderwijs hun aanspraak geeft , niet afdoende,
dewijl die zekerheid even goed door eene afzonderlijke
regeling te verkrijgen zou zijn , waarin door hem gaarne
zou worden voorzien. Weinige dagen later meldde de Minis-
ter ons bij missive van 9 September, gereg. onder n*'.
53, dat het punt der eventuele aanspraken der van wege
de Kerk aangestelde Hoogleeraren op pensioen door hem
nader onderzocht werd, met het voornemen dienaangaande
tot eene beslissing te geraken in den zin van art. 15 van
het Beglement op het Hooger Onderwijs. Bij ons antwoord
op deze missive, dd. 15 September n^ 138, gaven wij
den Minister te kennen, dat wij de redenen, die hem
weerhielden gevolg te geven aan de toezegging van zijnen
ambtsvoorganger moesten eerbiedigen , en meenden , dat de
Synode daarin te eer zou kunnen berusten , omdat 's Mi-
nisters missive de aangename verzekering gaf van zijne
Bul. A. 48
welwillende gezindheid om art. 15 van het E^lement op
het Hooger Onderwijs voor het welbegrepen belang vaD
dat Onderwijs tot zijn regt te doen komen.
Door eene tijdens de najaarsvergadering met den Minister
gehouden zamenkomst werden wij reeds omtrent eene
gewenschte regeling ook voor de gelijkstelling ten aan-
zien der tractementen van de kerkelijke Hoogleerareu
met de Hoogleeraren der Godgeleerde faculteiten aan
's Bijks Universiteiten voldoende gerust gesteld , en de
uitkomst heeft geheel aan de daarop gegronde verwach-
ting beantwoord, blijkens het schrijven van den Minister
van 19 Februarij^ gereg. onder n^ 286, wat wij hier
in zijn geheel meenen te moeten vermelden. Het luidde
als volgt:
//Ik heb de eer u hierbij te doen toekomen B&cbritt
van Zijner Majesteits besluit van 11 dezer n^ 17. Het
daarin vermeld bedrag van f 19200 zal kwartaalsgeirijze
betaalbaar gesteld worden.
//Dit besluit rust op het beginsel: dat op de hoog-
leeraren, van wege de Ned. Herv. Kerk werkzaam, ook
toepasselijk zijn de voorschriften a« der wet betreffende de
burgerlijke pensioenen laatstelijk gewijzigd bij die van 21
Mei 1873 Staatsblad n^. 64), b. van Zijner Majesteits
besluit van 2 Februarij 1879 (Staatsblad n^ 29);
//dat hetgeen door hen verschuldigd zou zijn wegens bijdrage
aan het pensioenfonds in mindering zal strekken van de
krachtens art. 104 der Wet van 28 April 1876 {StaaUblad
n^. 102) te verleenen Bijksbijdrage;
//dat die Rijksbijdrage daarentegen zal worden vermeer-
derd met de eventueel aan deze hoogleeraren toe te kennen
pensioenen en met de geleidelijke verhooging hunner jaar-
wedde met f4000 tot f6000;
//dat de Synode zorgt voor de uitbetaling der pensioenen
aan de hoogleeraren, welke daarop te zijner tijd aanspraak
zullen verkrijgen, en dat de taak der Begering ten deze
beperkt blijft tot de controle op de geleidelijke verhooging
der jaarwedde en het verleenen van pensioenen plaats vin-
den met inachtneming der voorschriften die voor de hoog-
leeraren aan de Bijksuniversiteiten gelden.
//In overeenstemming met deze regelen is de Bijksbij-
drage voor 1880 be{mald op f19200, uitmakende het
bedrag der jaarwedde van 6 hoogleeraren è f4000, na
aftrek van ^ Vo d&t elk hoogleeraar zou moeten storten,
49 Bijl. A.
ware hij werkelijk in het pensioenfonds voor burgerlijke
i ambtenaren opgenomen.
//Het zal mij aangenaam zijn in het vervolg v66r eiken
15^^^ Janij eene berekening te ontvangen van hetgeen ,
met inachtneming der bovenomschreven beginselen, voor
het volgend jaar door het Bijk te dezer zake behoort te
worden bijgedragen.'^
Het bedoelde Koninklijk besluit was van den volgenden
inhoud:
„Wij WILLEM Hl, enz.
,/Op de voordragt van Onzen Minister van Binnen-
landsche Zaken van 9 Februarij 1880, 1*. G, afdeeling
Onderwijs;
„Gelet op art. 107 der wet van 28 April 1876 {Staats-
blad n^ 102;
„Hebben goedgevonden en verstaan :
„1®. aan de Algemeene Synode der Ned. Herv. Kerk
ter bestrijding van de kosten der opleiding van leeraren
voor het Hervormd Kerkgenootschap, van wege dat ge-
nootschap , voor 1880 eene som uit 's Rijks kas te ver-
leenen van negentien duizend twee honderd gulden (f 19200);
„2°. te bepalen dat op de hoogleeraren, met de sub 1®.
hiervoren bedoelde opleiding belast, toepasselijk zijn de
regelen, vastgesteld
a. bij de wet, betreffende de burgerlijke pensioenen,
laatstelijk gewijzigd bij die van 21 Mei 1873 [Staats-
blad n^ 64);
b. bij Ons besluit van 2 Pebruarij 1879 [Staatsblad n"". 29);
„Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met
de uitvoering van dit besluit , waarvan afschrift zal wor-
den gezonden aan de Algemeene Bekenkamer/'
Aan de kerkelijke Hoogleeraren is terstond, dd. 21
Pebruarij n®. 39 — 41 , de inhoud van dat schrijven des
Ministers en bijgevoegd afschrift van het Koninklijk be-
sluit medegedeeld, met berigt dat hun thans wegens de
korting voor het pensioen slechts f800 per kwartaal zou
kunnen worden uitbetaald, terwijl bij schrijven van dezelfde
dagteekening (n**. 42) de Quaestor-generaal, zoo veel noo-
dig, is gemagtigd geworden tot de ontvangst der Bijks-
bijdrage , en hem de uitbetaling der tractementen tot ver-
meld bedrag is opgedragen.
Wij zijn buitendien niet in gebreke gebleven den Minister
4
area.
50 Bijl. A.
door het Moderamen voor het tot stand brengen dezer
regeling onzen dank te betuigen, terwijl wij bij schrijven
van 10 Junij (n°. 157) de verlangde berekening bij deii
Minister hebben ingediend van hetgeen naar gemeld Ko-
ninklijk beslait in het volgende jaar door het Rijk tei
zake behoort te worden bijgedragen.
b. Terugbekomiüg b. Behalve gemelde regeling hebben wij nog voor de
der vrye ^^eachikking j^gji^ ^g ^f.{jg beschikking terug mogen bekomen over de
studenten voor het on- htjdragen der studenten voor het kerkelijk Hooger Onder-
derwijs der hoogleer- mjs. In ons aangehaald antwoord aan den Minister van
15 September n®. 138, hadden wij nog, in overeenstem-
ming met de van de Synode ontvangen opdragt. Hand.
blz. 350 , verg. blz. 56 , ^s Ministers aandacht ook op dit
punt gevestigd , dat insgelijks reeds door President en
Secretaris in hunne eerste bijeenkomst met den Minister
ter sprake werd gebragt, op de wenschelijkheid en biüijk-
heid namelijk , dat aan de Kerk de vrije beschikking over
deze bijdragen mogt verblijven.
//Het werd /^ dus luidde ons schrijven daaromtrent,
//reeds door onzen Voorzitter en Secretaris aan uwe Excel-
lentie medegedeeld, hoe art. 16 van het Beglement zijn
ontstaan te danken heeft aan de opmerking van den toen-
maligen Minister, Mr. /. Heemskerk , dat het niet aan-
ging, dat het kerkelijk Hooger Onderwijs gratis zou ge-
geven worden, en het vervolgens tevens in overeenstemming
was met het verlangen van dien Minister dat de opbrengst
der daarin bedoelde bijdragen als eene bate voor hetBijk
op de voor 1879 voorgedragen begrooting zou gebr^
worden. Maar wat onze Voorzitter en Secretaris daar bij-
voegden , schroomen wij niet te bevestigen , dat dit laatste
niet zonder weerzin geschiedde, en de voorname reden,
waarom daarop door de Synode niet werd terug gekomen
gelegen was in eene toezegging van den Minister Kap-
peyne van eene schikking, waardoor de bedenkingen tegen
den afstand van de opbrengst dier bijdragen grootendeels
moesten vervallen. Bij de onzekerheid evenwel sedert de
daarop gevolgde Ministeriële crisis, of gemelde toezegging
wel het gewenschte gevolg zou verkrijgen, meende de
Synode er in elk geval gewigt aan te moeten hechten,
dat aan de Kerk de vrije beschikking over die gelden
mogt worden gelaten, in verband inzonderheid met haar
besluit omtrent een door de kerkelijke Hoogleeraren al te
51 Bijl. A.
nemen voorbereidend examen^ wat waarschijnlijk te Gro-
ningen en te Leiden, en zeer zeker te Utrecht het
bezorgen van daarvoor geschikte localen en bijzondere be-
diening noodzakelijk zou maken ^ waarbij nog kwam de
steeds levendiger gevoelde behoefte, om den Hoogleeraren
ook op andere wijze te gemoet te komen, en door rui-
mere toepassing van het verleenen van vrijstelling van de
betaling der bijdrage de veeltijds van middelen ontbloote
studenten in de Godgeleerdheid in hunne studiën aan te
moedigen. Zoo werd door de Synode aan ons opgedragen ,
in het gegeven geval Uwe Excellentie de behartiging van
dit belang ernstig aan te bevelen.
//Wij veroorlooven ons daartoe op te merken , dat in
art. 16 van het Eeglement op het Hooger Onderwijs geene
bepaling voorkomt , dat de bijdragen , waarvan daar sprake
is, ter beschikking van het Rijk zullen gesteld worden,
en veeleer het geven aan de Synodale Commissie van de
bevoegdheid om vrijstelling van de betaling te verleenen,
uitgaat van de onderstelling, dat de beschikking daarover
aan de Kerk behoort. Daarbij schijnt ons uit art. 106
al. 2 van de Wet tot regeling van het Hooger Onderwijs
te moeten volgen, dat van de studenten of kweekelingen
van instellingen, als die van de in het leven getreden
inrigting van Hooger Onderwijs in de Godgeleerdheid ten
behoeve der Hervormde Kerk, door het Rijk niet meer
dan de betaling van f 100 en zulks voor het Universiteits-
onderwijs gevorderd kan wordeu.
//Met vertrouwen geven wij daarom aan Uwe Excel-
lentie in welwillende overweging, het in overleg met Uwen
Amtgenoot van Financiën daarheen te rigten , dat in de
aan de Staten-Generaal aan te bieden wet op de middelen
onder de onvoorziene ontvangsten niet weder opgenomen
worde de post van de bijdragen der studenten in de God-
geleerdheid voor de bijwoning der lessen van de voor de Her-
vormde Kerk aangestelde Hoogleeraren in de Godgeleerdheid.'^
Toen dit schrijven aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken gerigt werd, was het ons niet bekend, dat de post
weder in de bij de begrooting voor 1880 voorgedragen
wet op de middelen was opgenomen, maar des te aange-
namer was voor ons het berigt van ons Moderamen in de
najaarsvergadering, dat het van den Minister van Finan-
ciën had mogen vernemen , dat reeds aan onzen wensch
na overleg met den Minister van Binnenlandsche zaken
Bijl. A. 52
voldaan was^ dat namelijk bedoelde post in de voorge-
dragen wet op de middelen voor 1880 geschrapt was, i
waarmede derhalve aan de Kerk de vrije beschikking over '
deze gelden gelaten werd.
e. storting van de <?• Deze uitkomst ontsloeg de Synode echter niet van
opbrengst der bijdragen de verpligtiog om de iii 1879 ontvangen bijdragen nog
van Btudenten over -^^ ^s Rijks kas te stoften. Ofschoon door ons aan 29 stu-
1879 m 's Rijks kas. J ^ tt i i. i. i ^ n • - 4. ir
denten zoo te Utrecht als te Groningen vrijstelling
van de verpligting tot betaling der bijdrage verleend was,
zoo is uit verschillende opgaven van den Qaaestor-generaal
gebleken dat de opbrengst van de bijdragen in het eerste
halQaar van 1879 f1550, in het tweede halfjaar nog
f 7000, over het geheele jaar derhalve f8550 had beloo-
pen. Op daartoe door ons verstrekte magtiging zijn deze
gelden achtereenvolgens door den Quaestor-generaal bij
^s Eijks Betaalmeester te Amsterdam gestort , waarvan
door ons weder aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken, bij verschillende missives, laatstelijk van 3 Febra-
arij n®' 25 , berigt is gegeven.
d. Verleende vrij- d. Terwijl nog een student van de Utrechtsche Univer-
stellingvandeverpiig- gijjeit voor de eerste helft van het jaar 1880 door ons
dwl^v^^tf^^^ ^aï^ de verpligting tot betaling der bijdrage van f 50 was
vrijgesteld, maar wij even als in 1879 reeds op verschil-
lende daartoe betrekkelijke verzoeken afwijzend hadden
moeten beschikken, hebben wij aan de kerkelijke Hoog-
leeraren in overweging gegeven, om van de studenten , wier
verzoeken om vrijstelling in hunne handen gesteld wordeB,
eigen opgaven te vragen van hunne ouders of voogden om-
trent de middelen, waarover zij voor hunne studiën hebben ie
beschikken , meenende dat zulks zoowel voor de hoogleeraren
bij het geven van hun advies , als voor ons bij de beschik-
king op die verzoeken onmisbaar is ter zoo veel mogelijk
juiste beoordeeling, of de adressanten werkelijk aanspraak
op vrijstelling hebben. Als nu echter op onze, overeen-
komstig het Hand. blz. 75 vermelde besluit der Synode, ge-
dane aankondiging dat de studenten, die vrijstelling verlangen
voor het volgende studiejaar , zich daarom vóór den 1 Mei
moesten aanmelden, weder in het geheel 47 verzoeken om
vrijstelling waren ingekomen, konden daarvan slechts 26
door ons worden toegestaan, maar moesten de overige 21
meest wegens het onvoldoende der nog door de Hoog-
leeraren gevraagde opgaven door ons worden afgewezen.
53 Bijl. A.
Drie lang na den gestelden termijn ingekomen aanvragen,
gereg. onder n®. 464, 509, 534, zijn daarom niet in
behandeling kannen genomen worden.
e. De bij de behandeling der verzoeken om vrijstelling e. Voorstel tot ver-
gedurig ondervonden moeijelijkheid om te beslissen, of ?"f*"°8,^°*^*^^Y^
1 . 1 i« ••.11* 11 1 1 1 net ilefirleiiieiit op Jiet
voor net verleenen dier vrijstelling voldoende redenen be- Hoogcr Oaderw^ja.
staan, en de onvermijdelijkheid van het gevaar van on-
billijke afwijzing heeft ons tot de overtuiging gebragt
van de wenschelijkheid dat de desbetreffende bepaling
in art. 16 van het Eeglement worde opgeheven. Er was
alleen verschil van gevoelen, of bij die opheffing het cijfer
der bijdrage al dan niet lager zou moeten gesteld wor-
den. Wij stemden er allen in overeen, dat het in weer-
wil van de gunstige beschikkingen der Eegering ten aan-
zien van de tractementen en pensioenen der Hoogleeraren
voor de Kerk van groot belang is nog een afzonderlijk
fonds te bezitten, waaruit alle overige kosten van het
kerkelijk Hooger Onderwijs en de kosten ook van de
benoeming van nieuwe hoogleeraren ruimschoots kunnen
worden goedgemaakt en in later ligt voorkomende behoef-
ten zal kunnen voorzien worden, maar daarom waren er
onder ons bij de voorjaarsvergadering zelfs een paar leden ,
die wel tot de opheffing der bepaling omtrent de vrijstel-
ling, maar niet tot vermindering van het cijfer der bij-
drage wenschten mede te werken , als naar hun oordeel
voor de studenten niet te bezwarend te achten. De groote
meerderheid der vergadering , zes leden met den Secretaris ,
was echter van meening, dat tot opheffing der bepaling
slechts zou mogen worden overgegaan , wanneer tegelijk het
cijfer der bijdrage althans tot f 25 verminderd werd, waar
tegen volgens hen geen overwegend bezwaar kon bestaan ,
omdat de opbrengst, die alsdan nog ten minste drie vijfde
van het tegenwoordige zou beloopen, voor de vermeerde-
ring van het kapitaal voldoende mogt beschouwd worden.
Alzoo werd dan ook besloten U voor te stellen //in art.
16 f 50 te veranderen in f 25 en de tweede alinea daar-
uit te verwijderen.'^
/. Volgens Hand. blz. 213 werd ons door de Synode ƒ. Voorloopige voor-
opgedragen, zoodra het herzien-Reglement op het examen zieningJn de kosten van
der candidaten ter toelating tot de Evangeliebediening door ^^J.^°^^^^^^^^
de leden der Provinciale Kerkbesturen zou zijn goedge- didaten in de Godge-
keurd , de voorziening in de kosten van het voorbereidend leerdheid.
Bijl. A. 54
kerkelijk examen , in overleg met de Hoogleeraren en
Curatoren der Universiteiten, zoo veel noodig, te regelen.
Het is ons aangenaam U te kunnen melden, dat deze
regeling door de welwillendheid van de tegenwoordige
Collegiën van Curatoren geen bezwaar heeft opgeleverd.
Toen het Reglement goedgekeurd en in werking was ge-
treden meenden wij toch ons in de eerste plaats tot deze
collegiën te moeten wenden. Wij deden zulks door het
volgende eensluidend schrijven bij missives van 9 Januarij
no. 9—11.
//Uit de bepaling in art. Tb van het den 1 Januarij jl.
in werking getreden Reglement, waarvan wij de eer heb-
ben U een exemplaar aan te bieden, volgt, dat aan de
van wege de Hervormde Kerk in de Universiteitssteden
aangestelde Hoogleeraren in de Godgeleerdheid is opg-e-
dragen de candidaten in de Godgeleerdheid, die voor de
Evangeliebediening in die Kerk zijn opgeleid , een voorbe-
reidend examen te doen ondergaan, dat met open deuren
wordt afgenomen. De Hoogleeraren zullen daarvoor een
geschikt locaal noodig hebben met de vereischte bediening.
Van wege de Algemeene Synode nemen wij nu de vrijheid
tot Uw Collegie te komen met de vraag , of en op welke
wijze hun daarvoor de gelegenheid in het Universiteits-
gebouw kan verschaft worden. Bij de aangename onder-
vinding van Uwe groote welwillendheid ten aanzien van
het kerkelijk Hooger Onderwijs, waardoor de aanstaande
Evangeliebedienaren onzer Kerk eerst eene volledige op-
leiding aan de Universiteiten kunnen verkrijgen, twijfelen
wij niet, dat ons verzoek om aan bedoelde Hoogleeraren
zulke gelegenheid , zoo mogelijk , te verschaffen , gaarne
door U zal worden ingewilligd. Dewijl voorziening in
deze aangelegenheid geen uitstel kan lijden , worde
het door Uw Collegie niet onbescheiden geacht, wan-
neer wij ons voor eene spoedige beschikking op dit ver-
zoek aan bevelen .^^
De op dit schrijven ontvangen antwoorden getuigden
allen van de meeste voorkomendheid.
HH. Curatoren te Leiden meldden reeds den volgen-
den dag, gereg. onder n^. 242, dat zij bereids aan het
daarin gedaan verzoek hadden voldaan ten gevolge van
eene aanvraag van gelijke strekking, door de kerkelijke
Hoogleeraren tot hen gerigt.
HH. Curatoren te Utrecht gaven in hunnen brief
55 Bijl. A.
«
van £0 Januarij , gereg. onder n°. 249 , hun leedwezen te
kennen, dat zij wegens de onvoldoende ruimte in het
Universiteitsgebouw geen bepaald locaal tot gemeld doel
konden afstaan , maar boden toch de beschikking aan over
de gewoonlijk voor examens bestemde vertrekken op uren ,
wanneer deze vertrekken niet door de Hoogleeraren der
Universiteit worden gebruikt, met verklaring van daarbij
voor brandstoffen en gaslicht niets in rekening te wenschen
te brengen. Ten aanzien der bediening wezen zij intus-
schen op de billijkheid, dat de pedellen voor de vermeer-
dering der werkzaamheden, in deze van hen gevorderd,
eenige vergoeding mogten verkrijgen, en gaven nu in
overweging om hen met f 2 voor elk examen te beloonen ,
zooals zij onder de werking van het organiek besluit van
2 Augustus 1815 pleegden te genieten.
HH. Curatoren te Groningen antwoordden mede bij
brief van 22 Januarij, gereg. onder n°. 212, dat zij het
gedane verzoek gaarne inwilligden. Zij zouden den conciërge
van het Universiteitsgebouw voor elk Synodaal examen
telkens een geschikt locaal doen aanwijzen , voor zoo verre
dit niet ten gevolge van andere op dezelfde uren gestelde
examens geheel onmogelijk mogt zijn. Wat de bediening
betreft maakten zij volstrekt geene bedenking om deze door
de pedels der Universiteit te doen verleenen.
Wij hebben van deze antwoorden der Collegiën van
Curatoren mededeeling gedaan aan de HH. Hoogleeraren ,
voor zooveel ieders Universiteit betreffende , met uitnoodiging
ons nog te melden wat zij omtrent de regeling van de
kosten der examina buitendien noodig mogten achten.
Op de nu ontvangen brieven der Hoogleeraren (n^ 263,
279 , 270) hebben wij gemeend hun, ook in het belang der
uniformiteit , het kosteloos bezorgen van bewijzen van toe-
lating te moeten toestaan , en hen voorioopig gemagtigd ,
voor elk van de door hen af te nemen examina aan den
pedel f 2 en aan den kamerbewaarder f 1 als vergoeding
voor hunne moeite aan te bieden , behoudens wat in onze
voorjaarsvergadering ten aanzien van het advies aan de
Synode omtrent de regeling der kosten van de examina
besloten mogt worden , terwijl wij de Hoogleeraren te
Utrecht gemagtigd hebben om, wanneer de aanschaffing
van een afzonderlijk locaal aldaar toch mogt blijken vol-
strekt noodig te zijn , zulk een locaal voor rekening der
Synode te huuren. Miss. 21 Febr. n^ 36—88.
Bijl. A. 56
^.Verschillende voor- g. Twee van onze leden y aan wie was opgedragen ter
stellen rakende het ge- 2ake van de financiële belangen van het kerkelijk Hooser
oraikenhetheheervan ^ ,.. . «t-^ \
het fonds. Underwijs m onze voorjaarsvergadering te rapporteren , ga-
ven in overweging ^ aan de hoogleeraren , voor de korting,
welke hun tractement in de eerste vijf jaren zou onder-
gaan voor hun pensioen gedurende dien tijd ^s jaars met
eene toelage van f 700 te gemoet te komen. Dit voorstel
werd echter nog slechts door een van de overige leden
der vergadering ondersteund. Met den Secretaris hadden
echter de andere leden ^ hoe op zichzelf ook gezind om
den hoogleeraren eenige tegemoetkoming te verschaffen^
ernstige bedenking tegen het voorstel, als in de eerste
plaats te bezwarend voor het fonds ^ maar als ook niet
vereenigbaar met de voorwaarde, waaronder de Eegering
het verleenen van pensioen gewaarborgd heeft, terwijl er
naar de beschouwing dier leden geen voldoende grond be-
stond om met zulk een voorstel tot U te komen , na doot
de Hoogleeraren zelve geen tegemoetkoming gevraagd was ,
het bezwaar der korting aanmerkelijk verligt was daar zij
tot hiertoe het volle tractement van f4000 hadden mogen
genieten^ en zij ook bij hunne aanstelling onderrigt zijn
geweest, dat zij ten aanzien van hun pensioen onder de-
zelfde verpligtingen zouden gebragt worden als de Univer-
siteitshoogleeraren. Met vijf tegen drie stemmen werd dit
voorstel dan ook verworpen.
Aannemelijker werd echter het voorstel van een ander
lid geacht om den Hoogleeraren te gemoet te, komen in
voorkomende onvermijdelijke kosten^ aan de waarneming
van hun ambt verbonden , waartoe dan de reeds berekende
kosten van het kerkelijk examen en van drukwerk, maar
ook , zoo noodig , de kosten van gemeenschappelijke localen
voor het houden der lessen en het afnemen der examina,
alsmede het aanschaffen van belangrijke boekwerken tot
blijvend gebruik van het kerkelijk Hooger Onderwijs aan
de Universiteit zouden behooren , en voor deze kosten aan
de hoogleeraren jaarlijks een crediet te openen, waarop zij
die kosten in rekening zouden kunnen brengen. Na ge-
houden overleg werd dit voorstel met zeven stemmen tegen
een in overeenstemming met het advies van den Secretaris
aangenomen, en besloten wij nu U te adviseren om voor
bedoelde kosten ten behoeve der kerkelijke Hoogleeraren
van elke Universiteit, jaarlijks eene som van f300, der-
halve van f 900 te zamen beschikbaar te houden.
57 Bijl. A.
Verder werd algemeen goedgevonden U te adviseren^
alle kosten aan de benoeming van nieuwe hoogleeraren
verbonden , met name ook van de vergaderingen der Com-
missie van voordragt en van de ten deze vereischte bui-
tengewone vergaderingen der Synode ten laste van het
fonds voor de kosten van het Hooger Onderwijs te brengen.
Nog werd in verband met de ter zake ten voorgaanden jare
reeds bij de Synode gediend hebbende voorstellen besloten ü
thans te adviseren tot toekenning aan den Quaestor-gene-
raal van eene jaarlijksche toelage van f150 en aan de
Quaestoren in de Universiteitssteden^ die met de ontvangst
van de bijdragen der studenten belast zijn , van een ten
honderd belooning voor de daaraan verbonden moeite of
van twee ten honderd, indien de bijdrage tot f25 ver-
minderd wordt , en U daarbij in overweging te geven , de
toekenning dier honoraria van den Quaestor-generaal en
van bedoelde Quaestoren te doen rekenen reeds 1 Januarij
1879 te zijn ingegaan.
Yin. Betrekkelijk de aangelegenheden der Algemeene kas viii. Aangelegen-
hebben wij nog het volgende mede te deelen. ^^«" ^^ Algemeene
a. Ter zitling der Synode van 28 Julij 1879 (Hand. «. Herziening der
blz. 76) werd ons opgedragen de voorbereiding van Ae^^^^^^ van de ge-
herziening der quotisatie , die volgens art. 11 van het
Beglement op de kosten voor de Besturen dit jaar moet
plaats hebben. Als maatstaf voor die herziening nam de
Synode aan , dat wegens den gunstigen staat der Alge-
meene kas geene verhooging van het gezamenlijk bedrag
der quota noodig was , maar dat slechts gelegenheid moest
gegeven worden om ten naastenbij, wat thans door de
gezamenlijke gemeenten der classen jaarlijks moet wor-
den bijgedragen , gelijkmatiger dan thans nog het geval
is, over de gemeenten om te slaan. Met mededeeling hier-
van werden de Besturen uitgenoodigd hunne voorstellen of
adviefcen dienaangaande uiterlijk 1**. Januarij bij ons in te
dienen. Hand. blz. 88, 361.
Wij leggen nu de tabel van den omslag bij ons ver-
slag over zoodanig als die door ons is herzien , vergezeld
naar art. 8 van het Eeglement van een overzigt van de
ingekomen adviezen onder bijvoeging voor ieder provin-
ciaal ressort van onze voorstellen. Wij hebben daarbij re-
kening gehouden met de veranderingen tusscbentijds door
Bul. A, 58
de Synode in de quotisatie gebragt, en met de verzoeken
tot wijziging, door enkele gemeenten ingediend en door
de Synode met het oog op de vijfjarige herziening aan-
gehouden-
b. Décharge aan den j, Qp de daartoe betrekkelijke verzoeken van den Quaestor-
Qnaestor-generaal ver- ii.uu " x. xii t_ j.'jj
leend voor de betalin- generaal hebben Wij hem telkens overeenkomstig de daar-
gen die nit de Rijks- over uitgebragte adviezen van onze gecommitteerden voor
bijdrage plegen te j^ejj toezifft GD zijne administratie gaarne déchars^e verleend
seschieden o u ^ o o
voor de verloopen kwartalen van de betalingen die uit de
Bijksbijdrage plegen te geschieden.
c. Vergoeding van ^^ Veelvuldige beschikkinffen zijn door ons genomen
Kosten in zaKen van v-? w o
tucht. moeten worden tot vergoeding van kosten in zaken van tucht.
Aan het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidhoiland
ter zake der ontzetting van een diaken te Her kin gen
(n**. 68) van f6.50, en aan het Classicaal Bestuur van
Brielle, naar zijne bij de Synode in 1879 reeds ingekomen
declaratie, zie Hand. blz. 279, terzelfdezake van f 40.10,
Aan hetzelfde Kerkbestuur (n^. 436) ter zake der ont-
zetting van den predikant H, Rombach teSt. Antonie-
polder van f49.90 en aan het Classicaal Bestuur van
Dordrecht terzelfde zake van f 50.
Aan hetzelfde Kerkbestuur (n®. 445) ter zake der ont-
zetting van den predikant J, N, van der Hoeve te Hoor i-
wijkerhout van f76.60; — van het Classicaal Bestaor
van Leiden wordt omtrent eene declaratie (n°. 516) der te
dezer zake gemaakte kosten gevraagde inlichting ingewacht.
Aan hetzelfde Kerkbestuur (n®. 348) ter zake der pro-
cedure in de Dordsche aannemingskwestie f 101.80, en
aan het Classicaal Bestuur van Dordrecht (n^. 475) ter-
zelfde zake, van f 37.78.
Yan het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland wordt
door ons ook nog eene nadere opgaaf van zijne in deze
zaak gemaakte kosten ingewacht. Naar de door ons gegeven
inlichting , door de Synode goedgekeurd , zie Hand. B. Y.
blz. 9, 11, 1^, 20, moesten , deze kosten komen ten laste
der Algemeene kas.
Aan het Classicaal Bestuur van Brielle (n®. 340), ter
zake van een onderzoek naar den levenswandel van den
diaken te Dirksland, van f8.20, en
aan het Classicaal Bestuur van Nijmegen (n®. 369) , ter
zake van het onderzoek te Hemmen ingesteld wegens
59 Bijl. A.
eene aaiiklagt zoo tegen de ouderlingen als tegen den
predikant^ van f 14.10.
Yan het Classicaal Bestuur van Harderwijk kwam ook
nog eene declaratie van kosten in (n^. 479) ter zake der
behandeling in hooger beroep van eene aanklagt tegen den
godsdienstonderwijzer C. de Wolf aldaar , die tot diens ont-
zetting uit zijne betrekking in de gemeente geleid heeft. De
toegestane vergoeding bedroeg ƒ49.30.
Bij onze beschikkingen hebben wij zorgvuldig toegezien
op de stipte inachtneming van de bepalingen in art. 23
van het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht , waarom
wij ook bezwaar gemaakt hebben om de door de Secreta-
rissen van de Provinciale Kerkbesturen van Gelderland en
Zuidholland in rekening gebragte kosten van afschriften
van uitspraken te voldoen.
Een door het Classicaal Bestuur van Onderdendam
ingezonden declaratie van kosten eener Commissie uit zijn
midden om de vervulling der vacature te Pietersburen
te bespoedigen (n". 852), hebben wij niet kunnen doen gel-
den als geene zaak van tucht betreffende.
d. Voor kosten wegens medewerking aan het afnemen van d. Vergoeding van
examina van secundi-leden van Provinciale Kerkbesturen is kosten van secundi-
naar de bij ons ingezonden declaratiën de vereischte order ge- v^'vKpX.^''' w!l^,I«
,j j'iiPi' 1C1 • 1-r». Kerkbesturen wegens
steld op de uitbetaling aan den Secretaris van het rrovm- medewerking aan het
ciaal Kerkbestuur van Drenthe (n°. 160) van f 57.30 , *f'i«men van examina,
aan den Secretaris van het Provinciaal Kerkbestuur van
Overijssel van f49.20, beide in 1879, en aan den
Secretaris van het Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht
(n®. 459) van f45.60 over dit jaar,
e. De kosten van de Handelingen der Synode van 1879 ^. Kosten- enprijs-
hebben volgens ingeleverde rekening van de firma A, van bepaling der Synodale
Hoogstraten en Zoon (n«. 153) in het geheel f 853.80 "*°^'^^°8«Tf^^'^^
IJ i. j 1 •! iTi ii^ïi van het Algemeen
bedragen , waartegen de verkoop m den handel van enkele Tieiyarig Register,
exemplaren van de Hand. van 1878 een voordeel van f '22.05
heeft opgeleverd, zoodat aan genoemde firma f831.75 is
uitbetaald. In overeenstemming met het Hand. 1879 blz.
87, 88 vermelde besluit der Synode om de Algemeene kas
voor de helft in de kosten zoo van de Handelingen als
van het laatst bezorgde Algemeen Tienjarig Register te doen
dealen, hebben wij den prijs der door tusschenkomst van onzen
Secretaris verzonden exemplaren (ditmaal 224) op f 2 be-
paald, en van het Algemeen Tienjarig Register, waarvan
Bijl. A. 60
de prijs volgens Bijl. A, 1879 blz. 86 op f 2.40 het
exemplaar gesteld was, zijn nu door den Secretaris de
exemplaren slechts voor f 1.20 in rekening gebn^. Yoor
den handel is de prijs der Handelingen van 1879 op
f 2.25 en van het Algemeen Register op f 1.25 het exem-
plaar gesteld geworden.
/. Overige dnikkos- f. Yan de door de firma C. Blammendaal in rekening
ten easchrijfbchoeften. ggbragte drukkosten (n«. 230) te zamen bedragende f 576.50,
moesten f 33 komen ten laste van het fonds voor nood-
lijdende kerken en personen , f 11.25 ten laste van het
fonds ter voorziening in geestelijke behoeften en f £2.50
ten laste van het fonds tot verbetering der schraalste
predikantstractementen , zoodat f 509.85 uit de Algemeene
kas moest worden afgedaan. Op de rekening van den
Boekhandelaar J. M. van HEaaff groot f 89.45 (n«. 227),
op wier betaling gelijkelijk order is gesteld kwam sleclits
f 341.80 voor wegens schrijfbehoeften; de overige f54.65
waren kosten van den druk en de verzending van den
Synodalen brief aan de Kerkeraden, waarvoor de zorg
aan den heer van H Baaff was opgedragen.
IX. Beheer van den IX. Aan het einde van de behandeling der financiële aange-
Quaestor-generaal over legenheden komt nog ons verslag aangaande het beheer van den
ia 2\ja geheel. Quaestor- generaal over alle Synodale fondsen in zijn geheel.
«.Onderzoek van het a. Ouze gecommitteerden voor het toezigt op de admi-
beheerten huize van den nistratie van den Quaestor- generaal hebben op den 7 Md
Qnaes r-generaa. jj ^ zijnen huize inzage ontvangen in zijne boeken en
zich overtuigd dat deze zich in goede orde bevonden , alle
rekeningen behoorlijk afgesloten en de kasgelden aanwezig
waren. Dat onderzoek werd hun gemakkelijk gemaakt door
^ de heusche wijze waarop hun alle gewenschte inlichtingen
daarbij door den Quaestor-generaal zoo volledig mogelijk
werden verstrekt.
Het saldo der onderscheidene hoofdrekeningen beliep toen
eene som van ƒ 23828.69^
Waarvoor in kas was
saldo uit. Dec. 1879 .... ƒ 209.40
„ op 7 Mei 1880. ... - 2436.46 «
en bij de Classicale Quaestoren - 22966.63
f 25612.495
Overbrengen /" 25612.49« ƒ 28828.693
61 Bul. A.
Overgebragt / 25612.496 /• 23828.69»
Waarvan af te trekken nog
loopende
1 promesse over 1879 ƒ209.40
3 dito over 1880 als
eene van - 860.00
eene van - 295.00
eene van - 650.00
4 mandaten overl880
als
eene van - 6.00
eene van - 12.00
eene van - 111.30
eene van - 140.10
1783.80
ƒ23828.696
Zij hebben zich tevens overtuigd, dat de gelden, die
tijdelijk konden gemist worden, door prolongatiën en be-
leeningen renten afwierpen en dat op den dag des on-
derzoeks waren geplaatst
van de Algemeene kas ƒ 8000.00
van de Algemeene Weduwenbeurs. . . - 39000.00
van het fonds voor noodlijdende kerken
en personen - 12000.00
van het fonds tot verbetering der schraalste
predikantstractementen - 8000.00
van het fonds voor de geestelijke behoeften - 7000.00
Te zamen . . ƒ 74000.00
en dit alles bij behoorlijke contracten, ten name van den
Quaestor-generaal , overeenkomstig zijne instructie door
meer dan voldoende onderpanden tot zekerheid der ge-
plaatste gelden gedekt. Wij adviseren U daarom met vrij-
moedigheid, den Quaestor-generaal dank te betuigen voor
zijn naauwgezet en ordelijk beheer.
b. De rekeningen der verschillende Synodale fondsen , door b. Rekeniugen en
den Quaestor-generaal ingediend bij geleidend schrijven van staat der Synodale
6 Mei, gereg. onder n^ 451, waren vergezeld van de daarbij °° **^°'
vereischte opgaaf van den staat dier fondsen.
c. De memorie van toelichting dier rekeningen, daarbij door c. Memorie van toe-
den Quaestor-generaal naar gewoonte overgelegd , nemen lichtiug bij de reke-
wij hier op. "^^"S"^-
Bijl. A, 62
MEMORIE VAN TOELICHTING , behoorende hij de
Rekening en Verantwoording over 1879, door mij ak
Quaestor-generaal van de Algemeene Synode der Neier-
landsche Hervormde Kerk op den 8 Mei 1880, md
de daarbij behoorende bescheiden aan de Algemeent
Synodale Commissie gezonden.
Erkennende het voorregt , mij ook nu wederom geschon-
ken , om aan Uwe vergadering rekening en verantwoording
van mijne gehouden administratie te kunnen doen, uit
ik daarbij den wensch, dat Uwe goedkeuring daarop vol-
gen moge.
Als naar gewoonte begin ik met het:
A. Fonds voor nood- A. FONDS VOOR NOODLIJDENDE KERKEN EN
l^deode kerken en per- PERSONEN.
Ontvaiiggt.
1® afd. Saldo van het vorige jaar . . . , / 151.17
2® // Inzamelingen:
Nagek. collecte 1877 f 10.46
„ ,/ 1878 - 288.955
„ f, 1879 . 18295.825
„ „ 1879 - 745.785
19341.0^5
S'' „ Beleeningen, afgeloste -21100.00
4® // Rente:
fl. 12/m. van /179S00 2i7oIïischr.
N. S f 4482.50
*. 12/m. van / 16500
87o Inschr. N. S. . - 495.00
c. Van tijdelijk op belee-
ning uitgezette gelden - 502.12
/ 5479.62
af verpl. uitk. aan N. N. - 104.00
- 5375.62
5^ ,/ Buitengewone ontvangsten , giften enz. - 3598.00
/■ 49565.81
68 Bijl. A.
Uitgaaf.
1® afd. Kleine toelagen aan gemeenten met inbe-
grip van/ 100 aan de Waldenzen
2® // Kleine toelagen aan personen . ,
3® ff Qroote toelagen aan gemeenten .
4^ if Gesloteue beleeningen ....
5® //• Administratiekosten
f 2290.00
- 7905.00
. 28439.00
-10500.00
- 400.00
/ 49534.00
De ontvangsten bedragen . / 49565.81 ^
en de uitgaven - 49534.00
Overschot op nieuwe rekening f 31.81»
Mogt ik in het voorgaande jaar verblijdende berigten
omtrent den uitslag der gehouden collecten mededeelen,
en waagde ik het daarom het bedrag van die in 1879 te
houden op f21500 te stellen, hoezeer werd die verwach-
ting teleurgesteld. Met inbegrip van het nagekomene over
1877 en 1878 bedroeg die slechts f 19341.021, en dus
ongeveer f 2200 beneden de raming en ruim f 3300 minder
dan het ingezamelde in 1878. Ofschoon de minder gunstige
tijdsomstandigheden misschien op de opbrengst nadeelig
gewerkt hebben, die ook door enkele heeren Quaestoren
als reden werden aangevoerd, mag toch met die vermin-
derde belangstelling bij het verleenen van toelagen wel
rekening gehouden worden, zoodat het nu niet raadzaam
geacht kan worden de opbrengst der in dit jaar te houden
collecte boven de f 19000 te stellen. Dat ook de rente
aanmerkelijk minder dan in 1878 opbragt , kan geene be-
vreemding baren. Het vlottend kapitaal in 1878 uitgezet,
was dooréén aanmerkelijk grooter dan in 1879. Door de
belangrijke uitbetaling, in laatstgemeld jaar gedaan, was
reeds in Augustus over alle tijdelijk belegde gelden beschikt
en eerst in het laatst der maand December kon er aan
gedacht worden, om weder eenige gelden op beleeniiig
uit te zetten. Bovendien werden in 1878 voor rente van
2^®/o Inschrijving Nat. Schuld f5085 verantwoord en in
1879 slechts f4482.50.
De buitengewone ontvangsten , ofschoon niet onbelangrijk ,
waren toch aanmerkelijk minder dan in 1878. Toen be-
Bijl. A. 64
droegen die f 6176.171 en in 1879 ontving ik f 3598, als,
Een legaat besproken door wijlen Mej uf vrouw jE'. iST. Grohi
te Amsterdam overleden /" 1000. 00
if gift van de erfgenamen van wijlen Mevrouw
de wed. J, Laan Willink te Amsterdam - 100. 00
n gift van N. N. bij mij bezorgd ... - 400.00
„ „ „ N. N. „ „ „ ... - 180.00
„ ,/ „ N. N. „ „ „ ... - 10.00
„ „ „ N. N. „ „ „ . • . - 100.00
;, „ „ N. N. ,/ „ ,/ .... 400.00
tf II uit de baten van den Vervolgbundel
op de Evangelische Gezangen . . - 800.00
II II van N. N. bij mij bezorgd ... - 200.00
en door tusschenkomst van HH. Quaestoren
van verschillende Classicale Besturen. ... - 408.00
te zamen bedragende. . f 3598.00
Volgens wettelijke bepalingen had het legaat van wijlen
Mejufvrouw E. H. Groh gekapitaliseerd behooren te wor-
den, maar ik heb het beter geacht om het f 1500 nominaal
bedrag 2|^®/o Inschrijvingen Nat. Schuld, die daarvoor
aangekocht had kunnen worden , af te schrijven van het
verleende crediet. Op ultimo December bedroeg dat nog
f22800, zoodat nu nog f21300 nominaal bedrag In-
schrijving 21 7o N. S. beschikbaar is. — Uit de rekening
en verantwoording blijkt nog dat in 1879 geen verkoop
van kapitaal heeft behoeven te geschieden, maar de bij de
rekening overgelegde staat toont aan , dat op ult^. December
1879 nog f20984 aan vroeger toegestane subsidiën moesten
voldaan worden, waarvoor slechts f 10531.81^ beschikbaar
was. Zonder buitengewone gelukkige omstandigheden zal
dus van het vroeger toegestaan crediet in dit jaar een ruim
gebruik gemaakt moeten worden , om de vastgestelde toe-
lagen, die nog onvoldaan zijn, te kunnen betalen. Als
altoos is het gewaagd eene raming van inkomsten over 1880
te maken.
Om vermelde redenen stel ik de collecte op f 19000.00
de rente , . . „ - 5000.00
en de buitengewone ontvangsten // - 1000.00
ƒ 25000.00
af voor administratiekosten - 400.00
blijft. . . f 24600.00
65 Bijl. A.
Het zal dus raadzaam zijn om voor de kleine toelagen
hoogstens ƒ10000 af te zonderen, ten einde ƒ14600
voor de groote subsidiën beschikbaar te houden.
Het kapitaal van het fonds bestond op uit. Dec. 1879
uit / 179300 Inschrijving 21 7o N. S. en uit ƒ16500
der 3 Vo N. S.
"Uit de bij de rekening en verantwoording gevoegde kwi-
tantiën blijkt dat de renten toebehoorende aan de gemeenten
der Waldenzen, van Litthauen en van Assweiler vol-
daan zijn.
B. FONDS TER VOORZIENING IN DE GEESÏE- B. Fonds ter voorzie-
LIJKE BEHOEFTEN VAN GEMEENTEN, WAAR i'l^ '^ de geesteUjke
. EIGEN MIDDELEN ONTBREKEN. Lt fal? Jgcn'S^^
len ontbreken.
Ontvangst.
Pafd. Saldo van het vorige jaar .... ƒ 468.61
2^ ;/ Inzamelingen
nagekomen over 1878 f 46. 12^
en in 1879 - 1473.31
1519.435
3« // A^eloste beleeningen - 7600.00
4® u Rente
12 maanden van
/ 127700 Ins. 21 % - 3192.50
van tijdelijk uitgezette
gelden - 267.395
af f 3459.89^'
bijbetaalde rente van
aangekochte ƒ 700 op
2i Vo ^7 I'ebr. '80 . - 2.72
'—.. ., -t . 3457.175
5® ƒ/ Buitengewone ontvangst .... - 1.00
6, 7, 8 afd. FONDS GODSDIENSTONDERWIJS.
6®afd. Inzamelingen . . . ƒ 715.91
7« „ Rente - 45.50
8« f, Buitengewone ontvangst - 2.36
763.77
f 13809.99
BlJIr. A.
66
2
4
5
e
uitgaaf.
afd. Ondersteuning tot voorziening in voort
durende behoeften
Idem in tijdelijke behoeften . .
Op beleening uitgezette gelden •
Aankoop van f 700 21 Vo N. S.
Administratiekosten
//
//
//
2139.44
2075,00
8700.00
461.125
400.00
f 13775.565
De ontvangsten bedragen
en de uitgaven. . .
Overschot
. / 13809.99
• - 13775.565
77 34.425
Tot mijn leedwezen moet ik ook van dit fonds getui-
gen //de belangstelling vermindert van jaar tot jaar.'' Het
bedrag der inzamelingen was in 1878/1795.89 en iu
1879 ƒ1519.435, terwijl die nog voor weinige jaren ruim
ƒ 6000 bedroeg. Het cijfer der gemaakte rente was iets
hooger dan in 1878. Ingevolge magtiging heb ik daarvan
ƒ45.50 gebragt op het fonds Godsdienstonderwijs en wel
^ 18 maanden over ƒ400 is ƒ21.00 i
12 „ „ - 700 is - 24.50 }
gerekend tegen 3i % in het jaar.
Yoor dat fonds is dus beschikbaar
Pafd. De inzamelingen in 1878 . . .
2« /, Die van 1879 -
De netto opbrengst van het rapport
omtrent den staat van het G.ouderw. -
De gemaakte renten -
ƒ45.50
/
3«
//
4
//
384.405
715.91
2.36
45.50
te zamen . • ƒ 1148.17
In 1880 is bereids en moet nog voldaan worden:
1^ aan vaste toelagen, eene som van ... ƒ 1100.00
2* en ter voorziening in tijdelijke behoeften. - 850.00
Aannemende dat voor 1880/81 dezelfde sommen wor-
den toegestaan, zooals in 1879/80 geschied is^ moet
67 Bul. A.
daarvoor beschikbaar blijven
1^ ter voorziening in voordurende behoeften
in driemaandelijksche termijnen. . . . /* 2350.00
2® voor tijdelijke behoeften in gelijke termij-
nen of in ééns - 2075.00
3® Administratiekosten - 400.00
f 6775.00
Daarvoor zijn voorhanden
de op beleening uitgezette gelden . . . .-8700.00
en de kasgelden - 34.42^
te zamen . . f 8734.425
Waarvan echter moet worden afgetrokken
wat aan het fonds Godsdienstonderwijs behoort - 1148.1 7 ^
f 7586.25
Tot kapitaalsvermeerdering had dus ongeveer ƒ 800
meer kunnen gebezigd zijn dan het \ der inzamelin-
gen daartoe bestemd, indien niet de Synodale Commissie
gemagtigd ware geweest^ om^ evenals zulks vroeger ge-
schiedde^ ƒ 600 voor onvoorziene uitgaven te gebruiken^
welke gelden dus beschikbaar moesten blijven. Bovendien
is aan de gemeente Bussum in plaats van /200 slechts
/ 139.64 uitbetaald, terwijl de toelage aan Nieuwe Pe-
kela groot ƒ 150 mede niet is verstrekt^ omdat de tweede
predikantsplaats aldaar nog niet vervuld is.
Worden bovenstaande uitgaven vastgesteld, dan kunnen
die geheel gedekt worden met de gelden op beleening
uitgezet en hetgeen in contanten aanwezig is, maar de
steeds verminderende opbrengst der inzamelingen doet het
mijns inziens onraadzaam achten om aan de bestaande
toelagen nieuwe toe te voegen.
Even als ten vorigen jare heb ik in de rekening en
verantwoording specifiek opgave gedaan , wat door de ver-
schillende Classicale Besturen voor het fonds Godsdienst-
onderwijs ingezameld en bij mij gestort is.
ITet kapitaal op het Grootboek der 2^ 7o Nat. Schuld
ten name van het fonds ingeschreven bedraagt thans
/• 128400 nominaal.
I
Bijl. A. 68 '
c. Fonds tot verbe- C. FONDS TOT VERBETERING DER SCHRAALSTE
SlLti^St^^^^ PREDIKANTSTRACTEMENTBN.
Ontvangst.
l'^afd. Saldo van het vorige jaar. ... ƒ 93.29
^® // Vrijwillige bijdragen
nagekomen over 1876. f 10.00
„ „ 1878. - 78.00
en „ 1879. - 2270.50«^
. 2353.505
3« ,/ Afgeloste beleeningen - 3900.00
4® if Rente
a, 12 maanden van
/•108000, 2io/oIn-
schr. op het Grootboek
der N. S f 2700.00
b, van tijdelijk belegde
gelden - 177.58
. 2877.58
5^ // Buitengewone ontvangsten .... - 2381.90
ƒ 11606.275
uitgaaf.
1^ afd. Tractementsverhooging f 4050.00
2® if Op beleening uitgezette gelden - . . - 7400.00
3** tf Administratiekosten - lOO.OO
f 11550.00
De ontvangsten bedragen . . f 11606.27^
en de uitgaven . . - 11550.00
Overschot op nieuwe rekening . . f 56.27 ^
De vrijwillige bijdragen bragten ongeveer / 260 minder
op dan in 1878^ de renten vermeerderden echter met f 50,
terwijl de buitengewone ontvangsten ruim ƒ1500 meer
bedroegen.
69 Bijl. A.
Ik ontving:
van de Erven van wijlen Mevr. wed. J. Laan Willink / 200.00
en eene gift bij mij bezorgd - 25.00
van N. N. /y ^ „ - 400.00
„ N. N. „ „ „ - 50.00
„ N. N. V „ „ ....... 100.00
uit de baten van den Yervolgb. op de Evang. Gez. - 1850.00
van N. N. bij mij bezorgd - 200.00
en door tusschenkomst van HH. Quaestoren
van Fraueker en 's Hertogenbosch . . . . - 56.90
/ 2381.90
tegen /850 in 1878. Ofschoon meerdere belangstelling ook
voor dit fonds hoogst welkom zou zijn, mag ik echter
niet voorbij zien dat dit gedeelte mijner administratie, in
vergelijking van 1878, verblijdende uitkomsten heeft op-
geleverd.
In afwachting op eene definitieve beslissing of art. 4
van het Beglement in het vervolg onveranderd behoort toe-
gepast te worden heb ik, gesteund door de Synodale ver-
gadering in 1879 gehouden, geene sommen ter kapitaals-
vermeerdering aangewend. Wordt het echter onveranderd
toegepast dan zou er voor tractementsverhooging in Octo-
ber a. s. te voldoen, beschikbaar zijn
de helft der inzamelingen •/1176.75
// // // renten - 1488.79
vermeerderd met het bedrag der rente voort-
spruitende uit eene kapitaalsvermeerdering
van ca. ƒ5000 - 200.00
/ 2815.54
af administratiekosten en kleine kosten. . . * 115.54
zoodat dan slechts een bedrag van / 2700 beschikbaar zou zijn.
Wordt echter de vroegere wijze gevolgd dan zou ik Uwe
Commissie voorstellen aan de Synode te adviseren /4200
voor tractementsverhooging toe te staan en de buitenge-
wone ontvangsten , vermeerderd met hetgeen de inzamelin-
gen en de renten meer dan voor uitkeering vereischt wordt
hebben opgebragt, te kapitaliseren. /8100 zouden daartoe
gebezigd kunnen worden. Er is nu aanwezig
op beleening uitgezette gelden ƒ 7400.00
aan kasgelden • 56.27^
f 7456.27S
Bijl. A. 70
zoodat in beide uitgaven^ na aftrek der administratie-
kosten y zou kunnen voorzien worden. Het kapitaal best4iat
even als in 1878 uit / 108000 2^ Vo Inschrijving op hrt
Grootboek der Nationale Schuld.
D.Algemeenewedu. D. ALGEMEENE WEDUWENBEüRS.
wenbeurs.
Ontvangst.
l^afd. Saldo van het vorige jaar. . . . / 52.48
2« „ Examengelden - 1075.00
3« „ Contributièn - 20115.00
4^ // Afgeloste beleeningen - 18400.00
5^ // Benten
a. 12 m. van /* 960800
21 Vo Inschrijving . f 24020.00
b, renten van tijdelijk be-
legde gelden .... - 1459.74
waarvan moet a^etrokken
worden ƒ25479.74
a. 12 m. rente v./ 16000
2* Vo uitkeering aan
N.N. . . /• 400.00
h. bijbetaalde
rente v. aan-
gekochte
ƒ1600 21Vo - 6.11
- 406.11
- 25073.6a
6« „ Diverse artikelen, 12, 13, 14 . . - 4269.00
7® // Verpligte uitkeering van de uitgevers
van de Kerkelijke Courant. . . - 1589.25
8« if Buitengewone ontvangsten ..... 2225.065
f 72749.42^
Uitgaaf.
l'^afd. Uitkeeringen
g; / aan 434 weduwen . ƒ49052.67
2 \ aan 22 minderjarigen - 2442.99
S. i aan 2 geïnst. dochters - 240.00
^ \ en aan 1 geïnst. zuster - 120.00
— f 51855.66
Overbrengen f 51855.66
71 Bul. A.
Overgebragt f 51855.66
2^afd. Op beleening uitgezette gelden. . . - 19200.00
3« „ Aankoop van f 1600 2i Vo Inschr. . - 1059.00
4® ff Drukwerken, jaarlijksch Verslag . . - 18.50
5° if Buitengewone uitgaven - 5.50
6» „ Administratiekosten - 600.00
f 72738.66
De ontvangsten bedroegen . . f 72749.42^
en de uitgaven . . - 72738.66
Overschot op nieuwe rekening . .f 10.76*
De examengelden bragten f 100 minder op dan in 1878.
Volgens wettelijke bepalingen is met het geld daarvoor
ontvangen het kapitaal met f 1600 2^ Vo Inschrijving
op het Grootboek der Nat. Schuld vergroot, zoodat het
thans bedraagt f 962400 nominaal.
Door het Gouvernement werd in 1879 de achterstallige
contributie over 1877 en de contributie over 1878 beide
van O. en W. Ind. predikanten verantwoord. Ik ontving
f 1530 tegen f940 in 1878, waaruit de vermeerdering
van f 520 in die afdeeling verklaard wordt. Het bedrag
der rente was ongeveer f180 hooger, tengevolge van de
niet onaanzienlijke kapitaalsvermeerdering in 1878. Dein*
komsten uit de Kerkelijke Courant verkregen waren onge-
veer dezelfde. De buitengewone ontvangsten, ook afge-
scheiden van het belangrijke legaat van wijlen den heer
E. C. Groeneveld, waren daartegen aanmerkelijk minder
Toen ontving ik met inbegrip van dat legaat f7935.05*
en in 1879 f2225.065 als:
van N.N. bij mij bezorgd ƒ 400.00
'^ van het bedrag der authentisatiegelden van
den Vervolgbundel op de Evang. Gezangen . - 55.18
eene gift van den Eing van Tholen over 1878 - 4.34
van N.N. bij mij bezorgd - 100.00
van N.N. bij mij bezorgd - 100.00
van N.N. bij mij bezorgd - 200.00
door hh. Quaestoren van onderscheidene
Classicale Besturen en van den heer Secr.
der Waalsche Commissie - 1365.54*
f 2225.06*
Bijl. A. 72
Niettegenstaande het geheele bedrag der inkomsten min-
der was dan in 1878, is toch aan 459 deelgeregtigden
(11 meer dan in 1878) de uitkeering, gerekend tegen
f120 'sjaars, kannen geschieden, waarvoor alle inkom-
sten , met uitzondering van de examengelden , en een goed
deel der buitengewone ontvangsten gebezigd zijn, terwijl
zelfs het bedrag der op beleening uitgezette gelden met
f 800 vermeerderd is. Geheel onverwacht is het getal deel-
geregtigden betrekkelijk aanmerkelijk vermeerderd, zoodat
ruim f1500 meer is uitgekeerd moeten worden dan in
' het vorige dienstjaar. Ware dit niet het geval geweest,
dan zou ik vrijmoedigheid hebben gevonden. Uwe Com-
missie voor te stellen aan de Synode te adviseren, de
uitkeering op f 125 vast te stellen. Nu acht ik het echter,
wegens de onzekerheid van den. stand van zaken in 1880,
voorzichtiger de uitkeering even als in 1879 op f120 te
bepalen.
Voor de eerste maal sedert ik het genoegen had met
Uw vertrouwen vereerd te worden, zijn niet alle contri-
butiën voldaan. De Ring van Stiens, classis Leeuwarden ,
weigert die voor de gemeenten St. Anna-Parochie en Vrou-
wen-Parochie te voldoen , omdat deze geen rijks-tractement
voor hare predikanten ontvangen en er dus van vacatuur-
penningen geen sprake kan zijn. Ook de gemeente 01de-
markt c. a. , classis Kampen, heeft geweigerd die te vol-
doen, zonder bepaalde opgave van reden. Ook daar wordt
geen rijks-tractement genoten. — Het Jaarlijksch Verslag
is als naar gewoonte verzonden.
E. Fonds van de Bij. E. FONDS VAN DE BIJBELVERTALING, NIEUW
beiverteiing, Nieuw TESTAMENT, EN DEN VERVOLGBUNDEL OP
voS ^^ EVANGELISCHE GEZANGEN.
gelische Gezangen.
Ontvangst.
l^afd. Saldo van het vorige jaar ..../' 135.08
2® f, a. Van de Evangelische Gezangen-
Compagnie het bedrag der authenti-
gelden / 137.95
b. uitkeering van de in
1878 verkochte exempl.
van den Vervolgbundel
Overbrengen ƒ 137.95 f 135*08
73 Bijl. A.
Overgebragt / 137.95 f 135.08
op de Evangelische
Gezangen .... - 2212.01^
2849.965
S^afd. Gemaakte rente - 9.31
Uitgaaf.
a. Uitkeering der authen-
tisatiegeldeii van den
Vervolgbundel . . . f 137.95
b. aan de leden der voor-
malige Commissie tot de
Psalmberijming ... - 192.35
c. aan het fonds voor noodl.
kerken en personen. . - 800.00
d. idem ter verbetering der
schraalste predik.tractem. - 1350.00
e. aan Dr. È. Oloêius voor
het onderzoek naar dé
auteurs der Evang. Ge-
zangen - 37.55
f 2494.35«»
- 2517.85
Er werd alzoo uitgegeven ƒ 2517.85
en ontvangen . - 2494.35^
Nadeelig slot op N. K77 23.49«
Deze rekening vereischt weinig toelichting. De authen-
tisatiegelden zijn verdeeld zooals dit door wettelijke bepa-
lingen is voorgeschreven, f 55.18 daarvan kwamen ten bate
van de Algemeene Weduwenbeurs , onder afd. 8 Buiten-
gewone ontvangst aldaar vermeld. Van het aandeel in de
winsten der verkochte exemplaren van den Vervolgbundel
op de Evangelische Gezangen kwamen f 800 ten goede van
het fonds voor noodlijdende kerken en personen en f 1350
aan dat ter verbetering der schraalste predikant stracte-
menten^ beide als buitengewone ontvangsten in die reke-
ningen opgenomen.
F. ALGEMEENE KAS. ^' ^^»'"''°' ^"•
Ontvangst.
1* afd. Overschot van het vorige jaar . .ƒ 10 1.25 ^
2*^ „ Toelagen van het Bijk - 39899.28
Overbrengen f 40000.53^5
Bijl. A. 74
5
Overgebragt / 40000.53
8«afd. Quota - 24135.00
4® // Opbrengst der gedrukte Synodale Hand. - 738.45
5* t, Beleeningen, afgeloste - 29500.00
6^ // Eenten:
a. 6/m. van f 25000 4 % Inschr. Nat.
Schuld f 500.00
h, van tijdelijk uitgezette
gelden - 1061.155^
/ 1561.155
waarvan behoort te wor-
den a^etrokken rente
van aangek. 4 ®/o N. S. :
4 Aug. 4/m. 3/d- va»
f 10/m. . .ƒ136.67
6 Aug. 4/m. ( - 361.89
5/d.v.f7/m. - 97.22 ( - 1199.46^
25 Aug. 4/m.
24/d.v.f 8/m. - 128.00
V ff Buitengewone ontvangsten . • . . 19.89
f 95593.14
Uitgaaf.
1* afd. Synodale kosten :
A. Honorarium van den Secretaris en
bureaukosten. . . .ƒ3600.00
B. Reis- en verblijfkosten en
presentiegelden :
a. Aan de leden der 64®
Synod. verg. f 6063.15
8. Overige
kosten . . - 488.66
6551.81
C. a. Aan de leden der voor-
jaarsvergad. f 595.60
b. Overige
kosten . . - 69.86
665.46
P. a. Aan de leden der na-
Overbrengen f 10817.27
75 Bijl. A.
Overgebragt / 10817.27
jaarsvergad. f 478.60
b. Aan den heer
8. F. V. Has-
selt V. ver-
schotten . . • 16.20
c. Overige
kosten . . - 96.15
• 590.95
E. Kosten gevallen op eene
audiëntie bij Z. Exc. den
Minister en bij gelegen-
heid van het Cour. bij
HH. MM 17.75
F. Aan gecommitteerden
belast met het nazien der
Quaestorale rekeningen. - 27.80
G. Lokaalhuur ..... 100.00
H. Schrijfbehoeften voorde
verschillende vergader. - 34.80
. 11588.07
2^afd. Provinciale kosten :
A. Honoraria van de Se-
cretarissen enz. . . - 11920.00
B. Vergoeding van on-
kosten 209.40
12129.40
3^ if Classicale kosten:
Honoraria van de Scriba's enz. kosten
der Biingsvergaderingen 9 kleine kos-
ten enz - 28815.00
4« afd. Kosten der kerk visitatie . . . . - 725.01
5^ // Toelagen ten behoeve van de Clas-
sikale Vergaderingen - 3900.00
6' // Druk der Synodale Handelingen . . - 853.80
7® // Buitengewone uitgaven :
a. Aan de Commissie in zake de
belangen van het Godsdienston-
derwijs met inbegrip van reis- en
verblijfkosten aau haren verslag-
Overbrengen f 58011.28
Bijl. A, 76
Overgebragt f 58011.28
gever .f 108.50
b, Aan het Grootboek der
Nat. Schuld voor het
ligten van letter , deel en
nummer der aangekochte
Inschrijving .... - 3.75
c. Herstellingen aan het
vloerkleed in de Verga-
derkamer - 52.85
- 165.10
8^afd. Buitengewone drukkosten :
a. Voor de bezorgitig van Albums
voor inschr. en Notul. BB. aan de
kerkelijke hoogleeraren - 65.80
b. Algemeen Begister van
de Algemeene Synodale
Hand. van 1861/70 . - 525.60
c. Expeditie van den Cata-
logus van het oad Sy-
nodaal archief . . . - 8.57*
d. Expeditie van het Bap-
port omtrent den staat
van het Gbdsdienstond. - 10.95
e. Aan ƒ. M. van H Haaff
drukkosten en verzen-
ding van den Synod.
brief aan de Kerkeraden - 54.65
- 665.57
9® 1/ Gewone drukkosten - 576.50
10® // Burgerlijke en kerkelijke proceskosten :
a. Aan het Provinciaal Kerkbestuur
van Zuidholland . . - 6.05
b, Aan den Scriba van het
Classic. Best. v. Brielle - 40.10
46.15
5
11® ,/ Inschr. 4®/oN. S. voor aankoop van:
f 10000 &. 101 V,6 Vo /10118.75
- 7000 „ 101 ^U^% " 7091.87«
partijgeld van /^17/m. - .85
- 8000 \k 101 Vg Vo - 8090.00 - 25301.475
Overbrengen f 84766.08
77 Bijl. A.
Overgebragt f 84766.08
1 2^ afd. Beleeniugen, tijdelijk geplaatste gelden • 9000.00
18® 9 Administratiekosten - 1500.00
/ <5g66.08
Het geheele bedrag der ontvangsten was dus f 95593.14
en dat der uitgaven - 95266.08
Overschot op nieuwe rekening f 327.06
Uit deze opgave blijkt dat alle gewone en buitengewone
uitgaven door de ontvangstenuiet alleen ruimschoots gedekt
zijn geworden^ maar dat deze rekening nog een batig saldo
van f 5389.17 oplevert, namelijk:
a. Op uit. Dec. 1879 was er op de beleening
geplaatst f 9000.00
b. de aangekochte ƒ25000 47o N. Schold
hebben gekost - 25301.47*
c. de daarbij betaalde rente zie Afd. 6
(ontvangst) -361.89
d. het saldo in contanten op uit. Dec 1879 -
aanwezig , - 327.06
Op pr. Januari] 1879 waren aanwezig f 34990.42^
a. de op beleening geplaatste
gelden /* 29500.00
b, aan kasgeld - 101.25^
29601.25»
Overschot 7"5889. 17
Bij de aanzienlijke buitengewone uitgaven, die dit jaar
voldaan zullen moeten worden . zal dit overschot zeer te
stade komen, terwijl ook bovendien de personele kerk-
visitatien belangrijke uitgaven zullen vorderen.
Volgens opgave op 31 Dec. 1878 gedaan waren van af
1870 aan achterstallige quota nog f 617.50 onbetaald.
In '79 werd die som met 142.50 verminderd, als:
van de gemeente Borselen cl. Goes over 1875/^78 / 40.00
// if if Stiens cl. Leeuwarden over
1878 20.00
van de gemeente Vrouwen Parochie cl. Leeu-
warden over 1878 - 20.00
van de gemeente Delfzijl cl. Appingadam over
1876/'78 , 45.00
Overbrengen / 125,00
Bijl. A. 78
Overgebragt ƒ125.00
van de gemeente Zunrdijk cl. Onderdendam o?er
1878 10.00
van de gemeente Hornhuizen cl. Onderdendam
over 1878 7,5Ö
ƒ 142.50
daartegen is over '79 ƒ147.50 onbetaald gebleven , als:
in de cl. Tiel de gemeente Usendoorn ƒ10.00
Opheusden - 20.00
: ƒ 30.00
in de cl. Leiden de gemeente Eage , hei halve
quotum - 2.50
in de cl. Hoorn de gemeente Urk ... - 5.00
// // ff Leeuwarden de gemeente Onze Lieve
Vrouwe Parochie - EO.OO
in de cl. Franeker de gemeente Welsryp en
Bayum* . . . - 10.00
in de cl. Eraneker de gemeente St. Jacobi
Parochie - 20.00
in de cl. Heerenveen de gemeente Haskerdijke - 10. OO
// // // Zwolle de gemeente Ommen . . - 20.00
if // // Onderdendam de gemeente Pietersb. - 20.00
// ff ff Breda de gemeente Moerdijk . . - 10.00
f 147.50
Zoodat het geheele bedrag der onbetaalde
quota thans is ƒ 622.50.
Het bedrag der geheele quotisatie is f 24115
Noordwijk a/z. betaalde over
1878/^79 vrijwillig - 10.00
en Bussum over 1879 vrijwillig - 15.00
ƒ24140.-
te zamen^ waarvan ƒ 5 behoort afgetrokken te worden,
d. i. het meerdere bedrag der achterstallen boven het-
geen in '79 daarvoor ontvangenis. Blijft dus ƒ 24135.00.
Als noodzakelijk gevolg van den verlaagden prijs der Syno-
dale Handelingen zijn de uitgaven daarvoor niet door de
ontvangsten kunnen gedekt worden.
Even als bij andere onderdeelen mijner administratie
heeft de lage rentestand daar ook nadeelig op de inkom-
sten van deze rekening gewerkt. Gedurende verscheidene
maanden in 1879 was die slechts 3^/ o ^sjaars.
79 Bul. A.
Ook nu weder heeft de gemeente Oosierend in het
afgeloopen jaar vrijwillig / 7.50 boven de / 26,00 quotum
betaald en eindelijk wordt als buitengewone ontvangst
f 12.39 verantwoord 9 zijnde de netto opbrengst van de
verkochte exemplaren van het oud Synodaal archief.
De uitgaven , zoo gewone als buitengewone reeds breed-
voerig vermeld^ eiachen geene toelichting^ terwijl einde-
lijk nog wordt vermeld dat het kapitaal van de Algemeene
kas bestaat uit / 25000 ingeschreven op het Grootboek
der 4»7o N. S. in 1879 aangekocht.
G. HÜLPPENSI0ENF0ND8 VOOR EMERITI- 6. HnlppenaiocD-
PREDIKANTEN. ^««^f» ^,°°' «"«"*^-
predikanteu.
Ontvangst.
V Afd. Saldo van het vorige jaar . . , . / 35.37
2« H Contributiën - 6841.00
3» u Rente
a. 6/m. van ƒ 19600 4^0
inschrijving N. S. . . / 392.00
ê. 6/m. van ƒ 24000 4^0
inschrijving N. S. . . - 480.00
/ 872.00
waarvan behoort te worden
afgetrokken
4/m. 25/d. rente van bijge-
kochte ƒ 1300 47o . • - 20.94 - 851.06
4^ // Buitengewone ontvangst ...... 5.00
ƒ 6782^3
uitgaaf.
1^ Afd. Uitkeeringen aan diversen . . . / 769.45
2« // Vergoeding van kosten aan HH.
Quaestoren ........ 146.15
3« „ Aankoop van ƒ 4400 en /1300
47o inschrijving - 5660.685
4^ II Administratiekosten - 150.00
ƒ 6726.285
Er werd alzoo ontvangen / 6732.43
en uitgegeven .... - 6726.285
Saldo op N. R. ƒ 6.14^
Bijl. A. 80
Negen gemeenten hebben zich aan verdere bijdragen
onttrokken 9 als:
in de cl. Dordrecht de gem. Schelluinen
// // if Brielle /y // Zwartewaal en Briels NieuFJ.
if // // Zierikzee, // i/ fienesse
u II II Uzendijke n n Hontenisse
II II II Leeuwarden u n Hempens en Wier
// n II Sneek n n Balk en
n H n Dokkum // n Drogeham.
Daartegen heeft de gemeente Hardinxveld. classis Dord-
recht zich tot deelgeregtigheid bereid verklaard. Het getal
is das tot op 585 verminderd. De contributie werd vol-
daan door 576 gemeenten / 10.00 maakt . ƒ 5760.00
3 jaar achterstallige van de gemeente Har-
dinxveld - 36.00
1 gemeente betaalde •* 20.00
en 1 „ ,/ - a5.00
ƒ5841.00
waarbij gevoegd behooren te worden de 7 gemeenten, die
zich tegen voldoening van /250 uitkochten, welke gelden
vroeger verantwoord werden. In 1878 werd de ontvangsten
over 593 standplaatsen verantwoord.
Even als in vroegere jaren ontving ik eene gift van ƒ 5
die als buitengewone ontvangst in rekening wordt gebragt
Aan 16 deelgeregtigden geschiedde de uitkeering gere-
kend tegen ƒ 100 'sjaars.
Het zal in Julij a. s. 5 jaar geleden zijn, dat het fonds
werd opgerigt. Art. 8 van het ïleglcment zou dus missctuen
aanleiding kunnen geven , een voorstel van verhoogde uit-
keering te doen. Ik acht het echter voor 's hands voor-
zichtiger dit na te laten.
Het kapitaal bestaat thans uit ƒ25300 4^0 inschrijving
nationale schuld tegen f 19600 in 1878.
H. Fonds voor de H. TONDS VOOR DE KOSTEN VAN HET HOOGER
kostenvauhet hooger ONDERWIJS IN DE GODGELEERDHEID VAN
gS^id'van' wcï WEGE DE NEDERLANDSGHE HER-
de Nederlaudsche Her- VORMDE KERK.
vormde Kerk. ^ . .
Ontvangst.
1® Afd. Overschot van het vorige jaar . . ƒ 281.92
2« „ Toelagen van het Rijk .... - 23999.03
Overbrengen/ 24230.95
81 Bijl. A.
Overgebragt / 24230.95
3« afd. CoUegiegelden 8500.00
4® // BeleeniDgen, afloste - 8000.00
5« „ Eente - 315.94
/ 41046.89
ïïitgaAf.
l^afd. Installatiekosten ƒ 4.50
2« „ Tractementen der Hoogleeraren . . - 24000.00
3* ,/ Aankoop van Inschrijving 4Vo . . - 8086.25
4® // Buitengewone uitgaven - 1.25
5* ,/ Bij het Kijk overgebragte CoUegiegelden - 8550.00
/ 40642.0^
de ontvangsten bedragen . . ƒ 41046.89
en de uitgaven . . - 40642.00
een overschot opleverende van . . ƒ 404.89
Voor de ƒ8000 in 1879 op beleening uitgezet heb
ik, daartoe door de Synode in dat jaar gehouden ge-
magtigd, /8000 Inschrijving op het Grootboek der 4Vo
Nat. Schuld aangekocht. Dat kapitaal is gesteld ten name van
//Nederlanden (de Algemeene Synode van de Nederland-
sche Hervormde Kerk in het Koningrijk der) voor het fonds
voor de kosten van het Hooger Onderwijs in de Godge-
leerdheid.^'
De ƒ315.94 als rente verantwoord werden verkregen
als volgt:
/ 262.61 van tijdelijk uitgezette gelden en ƒ160 voor
6 maanden rente van ƒ8000 4%, waarvan behoort te
worden afgetrokken ƒ 106.67, te weten voor bijbetaalde rente
van den inkoop groot /•3000 op den 1 Aug. ƒ40 en
van ƒ5000 op dezelfden ƒ66.67, zoodat als saldo
/ 315.94 blijft.
De ƒ4.50 voor installatiekosten betaald waren bij de
installatie van den heer T, Cannegieter nog in 1878
onvoldaan gebleven; tot de voldoening werd ik later
gemagtigd.
De werkelijke opbrengst der CoUegiegelden was ƒ 8550.
6
Bijl. A. 8^
Aan een student is zijne in 1878 gestorte bijdrage van /* 50
volgens verkregen dispensatie in 1879 terugbetaald^ waarom
slechts / 8500 als ontvangst in rekening is gebr^.
f 3000 van de aangekochte Inschrijving 4Vo N. S. be-
taalde ik met lOlVo en ƒ5000 met lOljVo-
De ƒ 1.25 als buitengewone uitgave voorkomende be-
taalde ik aan het Grootboek voor het ligten van Letter
Deel en nummer.
Be Quaestor-generaal voornoemd,
J. B. SCHOLTBN.
rf. Voorstel tot goed- ^ ^2AX het advies van onze gecommitteerden adviseren
keuriiiK der rekenia- ..tt i^i n • i i-
g^Q Wij U gaarne tot goedkennng der rekeningen.
<?. Opmerkingen naar e. Het onderzoek der rekeningen leidt ons nog tot de
dn^tf"^ ^'' '*''''" volgende opmerkingen.
1®. Fonds voor noodlijdende kerken en personen, ïla
de vaststelling van het beschikbaar bedrag met af?njking
van het advies van den Q. G. ten aanzien der raming
van de buitengewone ontvangsten hebben wij omtrent de
rekening van het fonds voor noodlijdende kerken en per-
sonen verder niets in het midden te brengen.
2^. Fonds ter voorziening in de geestelijke behoeften
van gemeenten waar eigen middelen ontbreken. Op deze
rekening komt voor het bedrag der inzamelingen in
1878 en 1879 voor het Godsdienstonderwijs, met de op-
brengst van het rapport ter zake en de gemaakte rente
bedragende f 1148.171^. Bij den door ons opgemaakten
staat van het fonds voor de Kerkeraden is, evenals ten
vorigen jare, dit bedrag afgetrokken, waardoor het ver-
schil in de cijfers der saldo's en op prolongatie uitgezette
gelden verklaard wordt.
De post prolongatiën bedraagt in de rekening van den
Q. G. f 8700. Daarvan hebben wij voor rekening van
het fonds geestelijke behoeften gebragt f 7560; voor het
fonds Godsdienstonderwijs f 1140.
Het saldo der rekening van den Q. G. (met inbegrip
van het fonds Godsdienstonderwijs) bedraagt f 34.42^;
dat van het Eonds geestelijke behoeften
volgens den door ons opgemaakten staat . f 26.25
voeg daarbij het voor Godsdienstonderwijs
beschikbare - 1148.17^^
dat maakt te zamen ƒ 1174.42^
88 Bijl. A.
welke som men eveneens verkrijgt^ door van de op
beleening uitgezette gelden te rekenen als voor Godsdienst-
onderwijs f 1140.00
saldo van den Quaestor-generaal .... - 84.42^
f 1174.425
Intusschen komt het ons voor, dat deze wijze van
boeking tot verwarring aanleiding geven kan. Een van
beiden : men make eene nieuwe rekening , wanneer men een
afzonderlijk fonds voor Godsdienstonderwijs wil hebben —
gelijk daarvoor in deze rekening afzonderlijk rente is verant-
woord — of men doe het met het fonds geestelijke be-
hoeften geheel ineensmelten. Het laatste komt ons het
wenschelijkt voor, niet alleen omdat het als afzonderlijk
fonds beschouwd van te luttel beteekenis is, maar ook
omdat het naar zijn bestemming geheel tot het fonds
geestelijke behoeften behoort.
8^. Fonds tot verbetering der schraahte predikantstrac*
tementen. Tot ons leedwezen kunnen wij met den Quaes-
tor-generaal niet medegaan, die aan U wil adviseren
f 4200 en dus f150 meer dan in het vorige jaar voor trac-
tementsverhooging toetestaan. Ook bij vooruitloopen op de
veranderde redactie van art. 4, waartoe voorloopig besloten
is, kan het vroeger toegestane bedrag ter naauwernood
worden beschikbaar gesteld. Immers dan zal ter uitdeeling
bestemd zijn het volle bedrag der rente . . f 2877.58
en (op zijn hoogst) de helft der vrijwillige bij-
dragen groot f 2358.505 - 1176.75
f 4054,33
Hieruit blijkt duidelijk dat men althans niet verder gaan
mag dan de f 4050 van het vorige jaar.
4^. Algemeene Weduwenbeurs. Wij zijn het geheel eens
met den Q. G. op grond der gegevens in zijne rekening
en memorie van toelichting , dat het niet raadzaam zijn
zou eene verhooging der uitkeering van f 120 opfl25
aan D voortestellen.
5®. Fonds voor Bijbelvertaling en Vervolgbundel op de
Evangelische Gezangen, Van deze rekening valt niets bij-
zonders te vermelden. Alleen zij aangestipt dat de baten
der Bijbelvertaling schitteren door hare afwezigheid.
6°. Algemeene Kas, Bij deze rekening merken wij op
dat daarop voorkomt een post van f 65.80 voor albums
en notulenboeken voor de kerkelijke Hoogleeraren, waar-
Bijl. A. 84
mede gevoegelijk het Fonds Hooger Onderwijs had kun-
nen bezwaard zijn.
Den voor de Kerkeraden en de Kerkelijke Administratien
bestemde staat der Kas leggen wij bij ons verslag oyer.
7^ Hulppenmenfonds, Het saldo van het vorige jaar is
volgens de rekening f 35.37; volgens de gedrukte bijlage
f35.36; vermoedelijk is het laatste een drukfout.
In zijne memorie van toelichting zegt de Q. G.: /yhet
zal in Juli a. s. 5 jaar geleden zijn dat het fonds werd
opgerigt. Art. 8 van het Eeglement zou dus misschien
aanleiding kunnen geven ^ een voorstel van verhoogde
uitkeering te doen. Ik acht het echter voorshands voor-
zichtiger dit natelaten.''
Dit laatste stemmen wij gaarne toe. Maar wij meenen
dat de kwestie over verhooging of wijziging der toelage
eerst in '83 ter sprake kan komen. In verband met art.
7 toch kan met art. 8 moeijelijk iets anders bedoeld zijn
dan dat onder de eerste vijf jaren dat het fonds bestsu&t
verstaan moeten worden de eerste vijf jaren dat ex eene
nitkeering heeft plaats gehad. Die bedoeling is dan wel
onduidelijk of eigenlijk onjuist uitgedrukt, maar daartegen-
over staat dat de bepaling wanneer zij letterlijk wordt op-
gevat tot eene ongerijmdheid leidt. Immers dan zegt art
7: de eerste toelage wordt in 1879 uitbetaald, en art.
8 onmiddellijk daarna: gedurende de eerste 5 jaren van
de oprigting af, dus van 1875 — 1880, bedraagt de nit-
keering niet meer dan f 100. Het een sluit het andere uit.
Yoor de toekomst van het fonds achten wij het daar-
enboven van groot belang dat in de eerste jaren, althans
tot 1883, geen verhooging plaats vindt.
8. Fonds Hooger Onderwijs, Het verschil van het cijfer
der coUegiegelden in ontvangst f 8500 , in uitgaaf f 8550
is door den Quaestor-generaal in zijne memorie voldoende
opgehelderd.
Overigens hebben wij omtrent de rekening van dit fonds
na onze mededeelingen en voorstellen ter zake niets meer
in het midden te brengen.
/: Voorstel tot open- f. De openbare vermelding der ingekomen legaten en
bare vermelding der jfj-g^ ^^^^ j^ Synodale liefdefondsen blijve u aangeraden.
giften en legaten. & rri.^-^ j j - - ^ x- ^ /? j
g. Gecommitteerden 9* Het toezigt ovet de administratie van den Huaestor-
voor het toezigt op de generaal was tot aan de voorjaarsvergadering opgedragen
o„l"J™itr!i"^''' aan de heeren Koch en van der Fegt. De katste werd als
C^uaeator -generaal. -ü. j u i x -i j üj. j-
gecommitteerde herkozen» terwijl wegens de aftreding van
85 Bul. A.
den heer Koch in diens plaats benoemd werd de heer
Bruna, Als hunne plaatsvervangers werden de heeren Jans-
sen en Crommelin aangewezen. A. ianbeveling tot
A. In overeenstemminfic met hefc ffetuigenis van onze ore- ^«t doen aanbleven van
..^ j .Ptt V- j 1 --L- /» de hh. SehoUen en
committeerden geven wij U bij de sluiting van ons nnan- m^^ \^ hvumt be-
cieël verslag gaarne de verzekering dat het beheer der trekkingen van Qaaes-
Synodale fondsen in goede handen is , waarom wij niet to^^-g^neraal en diens
secundus
aarzelen het aanblijven van den heer SchoUen als Quaestor-
generaal en van den heer Mom als zijn secundus eene voor
de Kerk zeer gewenschte zaak te noemen.
De Algemeene Synodale Commissie der
Nederlandsche Hervormde Kerk ,
^s Graveniage, G. Molenkamp, President
den 6 Junij 1880. S. F. van Hasselt, Secretaris.
BIJLAGE B.
Vervolg van het verslag der verrig-
ttogen van de Algemeene Synodale
Commissie der Nederlandsche Her-
vormde Kerk, gedurende het jaar
1879 tot IJ
:: •
Bijl. B. Aangelegen- Bijl. 6. Het tweede deel van ons verslag pleegt over aangele-
heden van verschiUen- g^^k^aen van verseUUenden aard te loopen. Na het ver-
den aard
slag door ons bij de Buitengewone Vergadering der Synode
ingediend^ valt daarvan intusschen niet veel mèe te deelen,
dewijl er buiten de gewigtige punten, waarop dat verslag
betrekking had , weinig nieuwe zaken bij ons ter tafel zijn
gekomen.
1. Door de Synode 1^. AIs door de Synode aanbevolen zaken of wat daar-
aanbevolen zaken. ^^^ ^^^ gerekend worden te hehooren, hebben wij nog
slechts het volgende te vermelden:
a. Uitvaardiging van a. Wij kunnen u mededeelen , dat beide door de Synode
Reglementen en van vastgestelde Eeglementen en de veranderingen daarbij in
iementen"^^" *° ^' ^^idere Eeglementen gemaakt door ons konden worden uit-
gevaardigd. Volgens de op de betrekkelijke Synodale aan-
schrijvingen in 118 — 120, gereg. onder N°. 108, 110,
114—116, 121,. 122— 126, 133—135, 137—139,
142—151, 154—159, 161—163 en 164 ontvangen
antwoorden hebben die alle de goedkeuring van de meer-
derheid der leden van de Provinciale Kerkbesturen verkregen.
Aan de stemming over het herzien-Reglement op het
exameyi werd in het geheel door 66 leden der Kerkbe-
sturen deelgenomen. Bij Gelderland waren nog twee leden
afwezig, terwijl bij Noordholland een lid door ongesteld-
heid ontbrak en desgelijks bij Noordbrabant met Limburg i
door vacature, zoo van den primus als vanden secundus,
87 Bijl. B.
Yan de leden , die aan de stemming deel konden nemen,
verklaarden zich 46 voor, t. w. ; bij Gelderland 3, Zuid-
holland 8, Zeeland 4, Utrecht 3, Friesland 6, Overijssel
4 , Groningen 6 , Noordbrabant met Limburg 3 , Drenthe
3 en de Waalsche Commissie 6. Tegen stemden 20, t. w. bij Gel-
derland 4, Zuidholland 1, Noordholland 6, Zeeland 2,
Utrecht 1 , Friesland 1 , Noordbrabant met Limburg 3 ,
Drenthe 1 en de Waalsche Commissie 1.
Over het Reglement op de Classicale en Provinciale
fFeduwenbeurzen waren 68 stemmen uitgebragt. De twee
ontbrekende stemmen waren even als bij de na te melden
stemmingen over de veranderingen in het Eeglement op
het Godsdienstonderwijs van Noordholland en Noordbrabant
met Limburg. Het Eeglement werd met 53 tegen 15
stemmen goedgekeurd. Bij Gelderland, Zuidholland, Utrecht,
Overijssel, Groningen, Noordbrabant met Limburg en
Drenthe stemden alle leden voor, bij Noordholland alle
6 leden tegen , bij Zeeland 5 voor 1 tegen , bij Friesland
6 voor 1 tegen, bij de Waalsche Commissie alle 7 leden
tegen.
Van de 68 leden, die over het bijvoegsel tot art, 38
van het Reglement op het Godsdienstonderwijs stemden,
verklaarden zich 52 daarvoor en 16 tegen, namelijk bij
Gelderland 8 voor 1 tegen, bij Zuidholland 2 voor 7
tegen, bij Noordholland alle 6 leden voor, bij Zeeland
desgelijks alle 6 leden voor , bij Utrecht alle 4 leden tegen,
bij Friesland 5 voor 2 tegen, bij Overijssel 2 voor 2
tegen , bij Groningen alle 6 leden voor , bij Noordbrabant
met Limbujg alle 6 leden voor, bij Drenthe alle 4 leden
voor, bij de Waalsche Commissie alle 7 leden voor.
De uitslag der stemming over de verandering van art,
39 van het Reglement op het Godsdienstonderwijs was deze,
dat 39 leden er voor, en 29 er tegen stemden. Tot de
voorstemmenden behoorden 4 in Gelderland , 1 in Zuid-
holland, 6 in Noordholland, 4 in Zeeland, 5 in Fries-
land, 2 in Overijssel, 3 in Groningen, 6 in Noordbra-
bant met Limburg, 2 in Drenthe en 6 in de Waalsche
Commissie. Yan Gelderland stemden 5, van Zuidholland
8 , van Zeeland 2 , van Utrecht alle 4 , van Friesland 2,
van Overijssel 2, van Groningen 3, van Drenthe 2 en
van de Waalsche Commissie 1 tegen.
De veranderingen in het Reglement op de vacaturen
(art. 53) en in het Reglement op de Algemeene Weduwen^
Bijl. B. 88
beurs (art. 10) werden met algemeene stemmen goedge^
keurd door de 67 leden, die aan de stemming deelnamen.
Daarbij was nog bij Groningen een der leden afwezig.
Naar art. 1 van de Wet op de kerkgenootschappen werd
na bij adres van 17 November n°. 37 van de alzoo goed-
gekeurde Beglementen alsmede van de veranderingen in
andere Reglementen aan Z. M. kennisgegeven, zoo veel
noodig mogt geacht worden, ter goedkeuring. Daar reeds
bij missive van JJ8 November n®. 81 door den Minister
van Justitie daarop van wege den Koning berigt werd,
dat het niet was gebleken dat ten deze de Koninklijke
goedkeuring vereischt werd, kon de uitvaardiging reeds
dd. 5 December plaats hebben en de in werking stelling
met 1 Januarij dezes jaars.
h. Herziening van h. Naar advies van den Seeretafis is, zoodra van de
de tabel voor het exa- goedkeuring van het herzien Reglement op het examen ¥itö
rLtySS^^^^^ ^« ^bel, die door de Provinciale Kerkbesturen
voor hun verslag van de afgenomen examina gebruikt
pleegt te worden, met het nieuwe reglement in overeen-
stemming gebragt en zijn daarvan voor die Besturen de
noodige exemplaren gedrukt. Een onzer leden had bij deze
herziening van de tabel de rubriek voor de graden willen
doen wegvallen; zulks vond echter bij de meeste leden
bedenking, zoowel omdat zij de Synodale Commissie daar-
toe onbevoegd achtten, als omdat zij het behoud van die
rubriek voor de Synode niet zonder belang reke^iden, als
geschikt om haar een juister overzigt over de afgenometv
examina te doen verkrijgen. Bedoeld voorstel werd dan ook
naar het advies van den Secretaris met zes tegen twee
stemmen verworpen.
e. Verzoek om dili- c. Verleden jaar werd de Synodale Commissie op haar
gentverklaring ter zake verzoek diligent verklaard ter zake van een nader advies
rakende"het\eheer to ^*'^^^^® ^^^ i^A^^r der kerkelijke goederen. Zie Hand. blz.
kerkelijke goederen. 110. Het was ons aangenaam van ons Moderamen in de
najaarsvergaderfng te vernemen , dat het den Minisier van
Justitie zeer bereid had bevonden om mede te werken tot
het uit den weg ruimen der bezwaren , die het zoogenaamde
vrije beheer der kerkelijke goederen oplevert. Met blijkbare
belangstelling liet hij zich de aanleiding mededeelen tot het
nog aanhangig gebleven verzoek om wettelijke regeling van
de bestemming der kerkelijke goederen en hij gaf de ver-
89 Bul. B.
zekering dat hij^ zoo spoedig als de zorg voor andere
aangelegenheden van zijne pas aanvaarde betrekking het
zouden toelaten^ dat verzoek in ernstige overweging zou
nemen. Buitendien wilde hij gaarne In overweging nemen ,
hoe van de zijde der Begering zou kunnen voorzien wor-
den in de moeijelijkheden , ontstaan uit de bij de uit-
spraken van kantonregters zoo zeer uiteenloopende toepas-
sing der bepalingen van het Burgerlijk Wetboek omtrent
de zedelijke ligchamen. Dat het den tegenwoordigen Minis-
ter van Justitie ernst is om , zooveel hier iets van de zijde
der Begering nog kan gedaan worden , tegemoet te komen
aan de bezwaren , die uit het loslaten van het toezigt van
den Staat op het beheer der kerkelijke goederen zijn voort-
gekomen, is uit verschillende zijner handelingen gebleken.
Wij meenden daarom te moeten afwachten , tot welke resul-
taten deze zullen leiden en besloten daarom op nieuw
diligentverklaring van U te vragen voor het ter zake nog
van ons verlangd advies.
d. Met genoegen lazen wij Hand. 1879 blz. 112^ dat d. Als voren, ter
door de Synode met bijzondere goedkeuring kennis geno- ^*^® ^^ i}^^^^^
men werd van ons berigt omtrent het door ons aan den bepalingen tot iiMtand-
Koning verzonden adres om behoud van wettelijke bepa- hoading van een weke-
lingen tot inêtandhouding van eenen algemeenen wehelijk- ^^^^^ rustdag.
schen rustdag. Werd daarbij aan ons overgelaten om , wan-
neer het ontwerp van Wetboek van Strafregt bij de Tweede
Kamer der Staten-Üeneraal zou zijn ingediend , zoo noodig
verdere stappen te doen in de rigting van het aan Z. M.
verzonden adres, wij zullen ten deze gaarne door u
diligent worden verklaard na de bekende verklaring van
den Minister van Justitie van zijn voornemen om een
nieuwe Wet ter vervanging van de nog bestaande Wet
omtrent de heiliging van den Zondag in het leven te
roepen.
e. Volgens Hand. blz. 121 werd nog op voorstel van «. Vraag terzake der
den heer van den Brandeler aan ons opgedraffen , om ons tot opdmgt ten aanzien van
j -n • i. j j i. !_•• 1 1 'j gewenschte wettelijke
de Begering te wenden, wanneer daartoe bij gelegenheid bepalingen tot beteuge-
van de behandeling van het ontwerp van Wetboek op het ling van het misbmik
Strafregt aanleiding zou bestaan , om wettelijke maatregelen ^^ «terkeu drank,
te verkrijgen tot beteugeling van het misbruik van sterken
drank. Daar sedert in de troonrede bij de opening van de zitting
der Staten-Generaal eene afzonderlijke Wet van zalke strek-
Bijl. B. 90
king is aangekondigd en de indiening daarvan iederen dag
kan worden tegemoet gessien of thans werkelijk reeds heeft
plaats gehad , laten wij het gaarne aan uw oordeel te beslissen
over, of wij ons alsnog aan vermelde opdragt te hoaden heb-
ben en ter ssi^e derhalve insgelijks diligentverklaring noodig q.
ƒ. Voorziening in f. Het treffend verlies wat, behalve de naaste betrekkingen
de door het ovttUjden g^ vrienden , ook de wetenschap en de kerk ondergaan
ontstane vacature bijhebben door het overlijden van dr. F. J. J, A. Junius,
de Commissie van toe- heeft bij de Commissie van toezigt op den drak en de
dl^ni^tf^^der™^^^^ ^^'^ Evangelische Gezangen, waarin hij pas zitting
gelische Gezangen, genomen had , opnieuw eene vacatare doen ontstaan. Op
bij brief van 24 October gereg. onder n®. 92 van die
Commissie ontvangen verzoek om maatregelen tot verval-
ling dezer vacature te nemen , hebben wij het thans aan
de beurt komende Provinciaal Kerkbestuur van Zuidhol-
land uitgenoodigd , dat het bij u voor de benoeming van een
nieuw lid de voordragt van een predikant uit zijn ressort indiene.
II. Ingekomen stuk- H. Jfaar de gewone orde van onze jaarlijksche verslagen
kenvan kennisgeving, hebben wij aan u mededeeling te doen van de stukken,
die als bloote kennisgevingen kunnen worden aangemerkt
of onder deze rubriek de meest geschikte plaats vinden,
voor zoo verre daarvan in het eerste gedeelte van ons
verslag nog geen melding mogt gemaakt zijn.
a. Vanwege Z.M. , a. Vooraan , niet het minste om het heugelijke van den
sraï'^van^^T^dê^^^^^ Vermelden wij den ingekomen brief vanden Ditec-
Koningin. teur van het kabinet des Konings van 25 Maart, gereg.
onder n^. 332, houdende mededeeling van wege Zijne
Majesteit den Koning , dat de geëerbiedigde en geliefde
Koningin zich in gezegende omstandigheden bevindt , waarbij
tevens het vertrouwen werd uitgedrukt, dat de onder-
scheidene gezindten op de gebruikelijke wijze in hare
godsdienstoefeningen deze heugelijke gebeurtenis zouden
willen gedenken door gebeden voor den voortdurenden
welstand van H. M. en voor hare voorspoedige bevalling.
Deze brief was juist ingekomen toen wij onze buiten-
gewone vergadering tot behandeling van het rapport
omtrent de kerspelvorming zouden voortzetten. Met schul-
dige belangstelling namen wij van deze mededeeling
kennis, en besloten aanstonds tot goedkeuring van den
91 Bui.. B.
reeds door den Secretaris gestelden brief van gelukwen-
sching aan Z. M. ^ luidende als volgt :
//SlES 1
ffDe Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche
Hervormde Kerk heeft met levendige belangstelling de
kennisgeving ontvangen , dat Hare Majesteit de geëer-
biedigde en geliefde Koningin zich in eenen gezegenden
staat bevindt.
//Bij hooge waardering van de eer dezer mededeeling^
geeft de Commissie Uwe Majesteit de verzekering van hiare
opregte deelneming in de vreugde , welke deze gebeurtenis
bij Uwe Majesteit verwekt eu verbindt zij daaraan de
betuiging van haren vurigen wensch en bede, dat de blijde
vooruitzigten , die daardoor voor Uwe Majesteit, voor
geheel het Koninklijk Huis en voor geheel het Neder-
landsche volk geopend worden , ten volle mogen verwezen-
lijkt worden.
ffDe Commissie houdt zich overtuigd, dat zij met de
uitdrukking van deze gevoelens de tolk is der gansche
Nederlandsche Hervormde Kerk , die zij vertegenwoordigt ,
en dat daarom hare gemeenten, naar Uwer Majesteits
regtmatigen wensch allerwege in de openbare godsdienst-
oefeningen met gelijke belangstelling aan de heugelijke
gebeurtenis zullen gedenken door gebeden voor den voort-
durenden welstand van Hare Majesteit de Koningin en voor
Hoogstderzelve voorspoedige bevalling/'
Buitendien werd in de Kerkelijke Courant van 3 April
het volgende berigt geplaatst:
//De Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche
Hervormde Kerk nam in hare voortgezette buitengewone
vergadering met levendige belangstelling kennis van een
schrijven van den Directeur van het Kabinet des Konings ,
waarin haar van wege Zijne Majesteit de blijde mededee-
ling werd gedaan , dat onze geërbiedigde en geliefde Koningin
zich in gezegenden staat bevindt.
//Bij deze mededeeling vond zij Zijner Majesteits verlan-
gen vermeld, dat de verschillende gezindten op gebruike-
lijke wijze bij de openbare godsdienstoefeningen deze heuge-
lijke gebeurtenis zullen gedenken door gebeden voor Harer
Majesteits voortdurenden welstand en voorspoedige bevalling.
//Besloot de Commissie aanstonds , om Z.M. bij eerbiedig
adres hare opregte deelneming te betuigen in de vreugde ,
welke de gebeurtenis bij Z. M. en geheel het Koninklijk
Bijl. B. 92
Huis verwekt, gaarne kwijt zij zich ook van de verplig-
ting om ^sKonings regtmatig verlangen hier openlijk aan
de Kerkeraden en Predikanten der Hervormde gemeente
kenbaar te maken , wel verzekerd , dat dit bij hen de volste
sympathie zal vinden/^
b. Van den Minister *• ^*^ ^^n Minister van Pinanciën zijn weder onder-
van Financiën omtrent scheiden mededeelingen ontvangen van toekenning van rijks-
todcennwg^vau Rgks- jjjjjj.3ggj^ *°* predikantstractemcntcn , waarvan wederkeerig
kantstractementen. op ^^j^ verzoek aan de betrokken Kerkbesturen kennis is
gegeven. Wij verwijzen U ter zake naar de vermelding
dier gewaardeerde beschikkingen in bijlage C.
e. Van den Minister c. Van den Minister van Koloniën ontvingen wij bij
van Koloniën omtrent brief van 8 November, gereg. onder n^. 148, berigt da(
vLat^^^dê^lnSe ''y 's Konings besluit van Z November b. v. n\ 20,
Commissie. ter voorziening in de vacature, ontstaan door het oTet-
lijden van den heer /. D. van Herwerden de gepensio-
neerde Oost-Indische Hoofdambtenaar Mr. J. de Wal,
laatst vice-president van het Hooggeregtshof van Neder-
landsch Indië en gewezen president van het Protestantsche
Kerkbestuur daar te lande , benoemd is tot lid der Com-
missie voor de zaken der Protestantsche Kerken in Neder-
landsche Oost- en West-Indië.
d, UiUpraken van d. Behalve van de eindbeslissing van het Provinciaal
Kerkelijke Besturen. Kerkbestuur van Gelderland in de zaak der Dordsche
Ouderlingen , waaromtrent wij naar de Hand. van de Buiten-
gewone Vergadering van die Synode blz. 1 2 verwijzen, ontvin-
gen wij nog afschriften van uitspraken in hooger beroep van het
Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland, gereg. onder
n®. 179, ter zake der schorsing van den predikant H, Groene-
velt te Waarder, en van het Classicaal Bestuur van IJ z e n-
dijke, gereg. onder n^ 109, betreffende het voor onbe-
paalden tijd vervallen verklaren van een lidmaat te Oost-
burg van zijne regten als zoodanig. Beide uitspraken
werden naar art. 29 van het Beglement voor kerkelijk
opzigt en tucht door ons onderzocht, doch terwijl het
afschrift der aangehaalde uitspraak van het Provinciaal
Kerkbestuur van Zuid-holland door ons slechts voor kennis-
geving werd aangenomen, als geen aanleiding opleverende
tot eenigerlei opmerking, vonden wij ons verpligt bij schrij-
ven van 25 November n^ 70 aan het Classicaal Bestuur
93 Bul. B.
van IJzendijke ónder het oog brengen^ dat het in zijne
uitspraak de feiten niet naauwkeurig had omschreven , als
ook de opgaaf verzuimd had van de plaats , waar die feiten
waren voorgevaUen ; dat ook uit zijne uitspraak niet bleek ,
hoe de zaak ter zijner kennis was gekomen en dat , indien
ook al aangenomen mogt worden, dat het aangewende
tuchtmiddel teregt was toegepast, het voor de schuldig
verklaring aangevoerde bewijsmiddel als niet voldoende te
beschouwen was.
e. Met belangstelling namen wij kennis van een schrij- «.Dankbetnigingvan
ven van de Commism tot de zaken der BemonstrantscAe ^® Commissie der Re-
Broederschap van 1 September, gereg. onder n«. 43 , ",hapter^eVr°^^^^
waarin zij verklaarde met blijdschap het schrijven ontvan- hayingvanhetsynodaal
gen te hebben van de Synode van 11 Augustus ö'^-ÖI^H^q* "^^^ ^^ •^"^*'
houdende berigt op het schrijven der Commissie van 14
September 1878 aan de Algemeene Synodale Commissie,
betreffende het weigeren van het aannemen der altestatie, door
een lid der Broederschap, Thomas de Graaf , bij den Kerkeraad
der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Leeuwarden
ingediend. Verg. daaromtrent Hand. 1879 biz. 112,113,
bijl. B blz. 116 — 141. De Commissie voegde daarbij,
zich grootelijks verheugd te hebben over hetgeen haar
bij dat schrijven werd medegedeeld zoowel omtrent de
correspondentie over die zaak door de Algemeene Synodale
Commissie met den Kerkeraad te Leeuwarden gevoerd,
als over de goedkeuring door de Synode van de handelwijze
der Synodale Commissie, omdat haar daaruit bleek, dat door de
Syoode nog altijd de oade traditie der verdrilagzaamheid
jegens leden der zuster-kerkgenootschappen wordt gehand-
haafd. Zij dankte de Synode voor het in deze genomen
besluit en het berigt daarvan haar toegezonden.
ƒ. Met schuldige waardering aanvaardden wij voor U /. Boekgeschenken,
het daarop nog van genoemde Commissie bij geleidende
van 8 September, gereg. onder no. 52, ontvangen ge-
schenk van een exemplaar van de Handelingen der jongst
gehouden vergadering der Broederschap en van haar daar-
bij herzien-Algemeen Beglement. Tevens melden wij U
dat de hoogleeraar Dr. J. /. Boedes voor U een exem-
plaar heeft gezonden van zijn belangrijk werk over de
Nederlandsche geloofsbelijdenis, gereg. onder n®. 277, ter-
wijl ook nog de heer M, W, L. van Alphen met een ge-
Bul. B. 94
leidend scbrgven^ gereg. onder n^ 394, een exemplau
heeft gezonden van het 2^ vervolg van het Nieuw Kerke-
lijk Handboek , daarbij intasschen meldende dat gemis vsn
geno^ame ondersteuning hem noodzaakt het verder ver-
volgen van zijn werk te staken.
g, Dankbetaigingen g. Wij teekenen hier nog aan , wat in het eerste deel
voor genoten subsidiën. ygjj Q^g verslag verzuimd werd, dat van den Kerkeraad
te Urk (n®. 66), van Kerkvoogden te Horsten en
Duurs WO ude (n^ 89 en 145), alsmede van den Ker-
keraad te Aruba in West-Indië (n^ 207) brieven
zijn ingekomen, behelzende dankbetuiging voor de aan
hunne gemeenten verleende ondersteuning.
lli.Overigestukken III. Nog kwamen, deels in de najaars-, deels in de
ter overweging. voorjaarsvergadering , enkele stukken voor overweging ter
tafel, omtrent welker behandeling wij U mededeeling
en voor zoo verre zij niet tot de regtspraak van cassatie
behooreu tevens verantwoording schuldig zijn.
0. Verzoek van het A. In onze najaarsvergadering kwam bij ons ter tafel
Prov. Kerkbestuur van een uitvoerig schrijven van het Provinciaal Kerkbestuur
SSteTandX; 'a° Gelderland van 14 November, gereg, onder n«
ter zake van ter zijner 172, het verzoek behelzende om te worden voorgelicht,
kennis gekomen bezwa- ijoe te handelen ter zake van ter zijner kennis gekomen
ren ten aanzien van den i ijj ji j j'ii.!rirn
wandel van den predi- bezwaren rakende den wandel van den predikant C A x/.
kmt c, L. D. van Coe- van Coeverden Adriani, terwijl deze hangende het aunge-
verden JdnaHiiGKaT' vangen onderzoek , bij weigering van eeue hem aangdao-
derwnk,envangeaoem- j . j. i x i j.« i ^> ••
den predikant om tus- den acte vau outslag, met weglating van ir eer vol/' zijne
schenkomst in zijn be- bediening te Harderwijk had nedergelegd, en de Ker-
^^' keraad aldaar alsook het Glassicaal Bestuur aan de zaak
geen verder gevolg hadden gegeven. Het Kerkbestuur deelde
daaromtrent, nog mede, dat het in overweging genomen
had de zaak over te brengen bij het Provinciaal Kerkbe-
stuur van Utrecht, op het vernemen dat genoemde pre-
dikant zich metterwoon te Utrecht had gevestigd, en
daar uit buitendien nog medegedeelde brieven bleek , dat be-
doelde predikant intusschen te Bijnsaterwoude beroe-
pen was en van het Glassicaal Bestuur van U t r e c h t een
bewijs had verkregen, dat er tijdens zijn verblijf in het
ressort geen bezwaren tegen zijnen wandel waren inge-
bragt om voor de goedkeuring dier beroeping te dienen.
Na kennisneming van dat schrijven en daarbij overge-
95 BwL. B.
legde stukken, waaronder ook een rapport van eene Com-
missie uit het Eerkbestuar, antwoordden wij bij brief van
16 November no. 82 , dat het naar ons oorde^ overeen-
komstig art. 27 van het Beglement voor kerkelijk opzigt
en tucht en met het oog op art. 86 in deze zelf had
behooren te handelen en alsnog onverwijld te handelen had
zoodanig als de bepalingen van het Beglement voorschrij-
ven^ en hier van geen overbrenging der zaak bij het Pro-
vinciaal Kerkbestuur van Utrecht sprake kon komen ^
vermits het wanbedrijf^ dat den predikant van Coeverden
Adriani ten laste werd gelegd ^ gepleegd zou zijn terwijl
hij te H a r d e r w ij k nog in dienst was en de zaak derhalve ,
indien hij ook intnsschen zijne betrekking mogt hebben
neergelegd^ volgens het aangehaalde art. 36 niet als ge-
termineerd mogt beschouwd worden. Wij gaven het Pro-
vinciaal Kerkbestuur tevens den raad, dat het aan het
Provinciaal Kerkbestuur van Utrecht ter fiue ook van
kennisgeving aan het Classicaal Bestuur van dien naam zou
berigten, dat het de zaak naar art. 27 van het Beglement
ter hand had genomen , en insgelijks onverwijld het Clas-
sicaal Bestuur van Leiden zou waarschuwen, om te
verhoeden^ dat dit Bestuur de beroeping van den predi-
kant van Coeverden Adriani bij de gemeente te Bijnsa-
terwoude mc^t goedkeuren^ als in strijd zullende komen
met de Synodale circulaire van 30 Julij 1870 n°. 127.
Buitendien droegen wij onzen Secretaris op officieus den
Praeses van het Classicaal Bestuur van Le i d e n te waarschu-
wen^ om het verleenen van goedkeuring dier beroeping, terwijl
de zaak nog aanhangig was, te voorkomen. Als nu berigtte ons
namens dat Bestuur zijn Scriba , bij brief van 1 7 November ,
gereg. onder n^ 181 ^ dat het , in zake het door het Classicaal
Bestuur van Utrecht afgegeven getuigschrift piet vol-
doende achtende, reeds begonnen was naar aanleiding der
straks aangehaalde circulaire van 30 Jalij 1870 eennader
onderzoek in te stellen , doch daarmede nu ophield totdat
door hooger Kerkbestuur omtrent het ontslag van ge-
noemden heer als predikant te Harderwijk nader zou
zijn beslist.
Nu kwam tegen het einde van onze voorjaarsvergadering
een brief van meergenoemden predikant van Coeverden
Adriani in, van 22 Mei, gereg. onder n®. 497, waarin
hij meldde overeenkomstig art. 7 van het Beglement op
de vacaturen z^ne bediening den 26 Junij te hebben ne-
Bijl. B. 96
dergelegd en dat de Kerkeraad te Harderwijk hieimede
genoegen had genomen; dat hij intusschen door het Pro-
vinciaal Kerkbestuur onlangs ter verantwoording geroepen
was wegens geruchten, die te Harderwijk ten zijnen
nadeele zonden loepen; dat hij den 20 Mei aan die opr
roeping voldaan had, doch bij het Provinciaal Kerkbestuur,
hoewel daar vernemende dat het handelde naar eeue de-
zerzijds ontvangen aanschrijving, geprotesteerd had tegen
de behandeling dier zaak, op grond namelijk dat hij wet-
tig ontslagen predikant zou zijn; dat hij nu van ons
moest verzoeken, bf het door den Kerkeraad aangenomen
ontslag te vernietigen, waardoor hij beweerde eerst onder
het ressort van Gelderland te kunnen terugkomen, of
zoo daar eene aanklagt tegen hem bestond en daar ge-
ruchten ten zijnen nadeele liepen, die door het Piovincf-
aal Kerkbestuur van Utrecht te doen behandelen, of,
daar hij eene beroeping naar Bijnsaterwoude inde
laatste dagen van October had ontvangen en daarvoor van
het Glassicaal Bestuur van Utrecht een bewijs van zede-
lijk gedrag verkregen had, het Glassicaal Bestuur van
Leiden te doen gelasten de approbatie te geven of te
handelen overeenkomstig de Synodale circulaire van 30 Julij
1870. /r/Naar zijne bescheiden meening werd het meer dan
tijd dat er een einde kwame aan deze dubbele zaak , waar-
van de eene reeds nagenoeg een jaar , de andere een half
jaar had geduurd/^ Hij verklaarde zich tot nadere inlicb-
tingen of tot overlegging der vereischte stukken bereid,
op zijn genomen ontslag betrekkelijk , onderstellende dal
wij daarmede niet bekend waren toen wij aan het Provin-
ciaal Kerkbestuur het onderzoek der zaak opdroegen. Of
indien dit wel het geval mogt zijn en de zaak naar de
Reglementen toch in Gelderland moest behandeld wor-
den, dan verlangde hij //dat overeenkomstig zijn eerste
verzoek zou worden gehandeld, dat al wat tusschen den
Kerkeraad en hem gebeurd was zou worden vernietigd en
alles van meet af aan worden ter hand genomen/^
Na kennisneming van dezen brief schreven wij aan het
Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland, dd. 29 Mei n°.
141 als volgt:
//Uit een van den heer van Coeverden Adriani ontvangen
schrijven hebben wij met leedwezen ontwaard, dat er in
zijne zaak nog geene beslissing genomen is. Na onze be-
trekkelijke aanbeveling reeds in November des voorgaanden
97 Bhtl. B.
jaars meenen wij vrijheid te hebben U naar de reden hier-
van te vragen. Indien de bezwaren ten zijnen laste na
behoorlijk onderzoek ongegrond mogten bevonden zijn , dan
mag hij vorderen ^ dat zulks zoo spoedig mogelijk door
het bevoegde Collegie aan het licht gebragt worde. Maar
ook het belang der gemeente te E ij nsat er woud e^ waar
hij beroepen is, vordert even dringend^ dat het spoedig
uitgemaakt worde, of het betrokken Glassicaal Bestuur die
beroeping kan approberen. Hierom moeten wij op het
onverwijld nemen eener beslissing in deze ten sterkste
aandringen.^'
Intusschen antwoordden wij den heer van Coeverden
Adriani bij 'brief van dezelfde dagteekening n^ 142,
als volgt:
//In antwoord op uw schrijven van 22 Mei moeten wij
U melden , dat ons in de maand November des voorgaan-
den jaars uit mededeelingen van het Provinciaal Kerkbe-
stuur van Gelderland gebleken is, dat alvorens door U
besloten is tot het nederleggen uwer bediening, door den
Kerkeraad te Harderwijk bezwaar was gemaakt te vol-
doen aan uw verzoek om eervol ontslag. Hierom hebben
wij, als ons om inlichting gevraagd werd, welk Kerkbestuur
in deze naar art. 27 van het Reglement voor kerkelijk
opzigt en tucht te handelen had, niet geaarzeld met het
oog op art. 36 van dat Beglement, te antwoorden, dat
zulks was van de roeping van het «Provinciaal Kerkbestuur
van Gelderland. Tot onze bevreemding bemerkende, dat
ten deze nog geen behoorlijk onderzoek gedaan en geene
beslissing genomen is, hebbeu wij uit uw schrijven aan-
leiding genomen om daarop bij het Provinciaal Kerkbestuur
van Gelderland alsnog ernstig aan te dringen.^'
b. Nog kwam in de voorjaarsvergadering bij ons ter tafel b. Verzoek van het-
een op last van het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland welfde Prov. Kerkbe-
door zijnen Secretaris tot ons overgebragt antwoord van fp^'^^oMeglfmaü^^^^^^
het Glassicaal Bestuur van Harderwijk op eeneaanditia het Glassicaal res-
Bestuur medegedeelde klagt over onregelmatigheden in zijn ^^ ^^'^ Harderwijk.
Glassicaal ressort, //of het ons gelukken mogt in dat ver-
warde Classicale huishouden eenige orde te scheppen.^^
Uit dat overgezonden schrijven van het Glassicaal Bestuur
van Harderwijk leidden wij af, dat de vermelde klagt
o. a. betroffen had het ontbreken van de liggers der pre-
dikantstractementen in vele gemeenten van het ressort.
7
Bijl. B. 98
Althans wij vonden er in ▼ermelcj , dat van de gemeenten te
Oene en Vaassen de ontbrekende liggers waren inge-
zonden. Doch vooral scheen ons de klagt betrekking gehad
te hebben op den stand van zaken te Koot wijk. Het
Classicaal Bestuur deelde toch in zijn antwoord mede, dat
aan de gemeente aldaar, waar 36 vergeefsche beroepingen
gedaan waren en het predikantstractement slechts f 800
bedraagt, vrijheid gegeven was om een godsdienstonder-
wijzer aan te stellen, onder voorwaarde, dat door den
Bing om de drie maanden voorbereiding, avondmaal en
dankzegging gehouden worden en op eiken eersten Zondag
van iedere maand gepredikt en de doop bediend worde,
zonder kennisgeving hiervan aan het Classicaal Bestuur.
Wij hebben gemeend aan het Provinciaal Kerkbestuur
het schrijven van het Classicaal Bestuur van Harderwijk
te moeten terugzenden met te kennengeving, zoo als ons
betrekkelijk schrijven van 24 Mei n®. 80 luidde, dat de
Synodale Commissie zich niet geroepen achtte zich te men-
gen in hetgeen het Provinciaal Kerkbestuur ten dezen te
doen had , maar dat zij de opmerking niet wilde terug-
houden, dat zoolang de Bing van Harderwijk geen dis-
pensatie van de bepaling in art. 23 al. 1 van het Eegle-
ment op de vacaturen gevraagd en verkregen had, de
handelwijze te Kootwijk niet gewettigd was en als onbe-
staanbaar met de Beglementen niet mogt worden toege-
laten.
c. Verzoeken om dis- c. Onderscheiden verzoeken om zvliie di$penêatieva%de
pensatie naar art 23 i^alifio in art. 23 al. 1 van het Beglement op de meaiU'
van net Reglement op '^,11 ••^iiii it -i
de vacaturen. ^^^ hebben WIJ te behandelen gehad , waarvan de meesten
door ons werden toegestaan doch een door ons is afgewezen.
Tot de toegestane verzoeken behoorde in de eerste
plaats het verzoek van den Bing van Helmond van
22 September, gereg. onder n®. 82, om vergunning,
dat in de vacerende gemeente te Asten, waar het gra-
tiejaar 1 April 1879 geëindigd was, slechts om de 14
dagen des Zondags, behalve nog op den eersten Kerst-
dag, eene voormiddagbeurt worde waargenomen. TJit het
uitvoerig adres van den Bing bleek, dat het besluit om
die vergunning te vragen met eenparigheid was genomen,
nadat te Asten drie vergeefsche beroepingen waren ge-
daan en nu de vrees was ontstaan voor een langen duur
der vacature, daar het predikantstractement niet meer dan
99 Bijl. B.
f 800 bedraagt. Yan de vele redesen^ door den Bing
aangevoerd legde het Classicaal Bestuur^ dat, eveu als
het ProTiüciaal Kerkbestuur^ het verzoek zeer sterk on-
dersteunde, vooral gewigt op de volgende: 1®. het geringe
zielental der gemeente (35), terwijl de gemeenteleden nog
de gelegenheid hadden de godsdienstoefeningen te Some-
r en , slechts f uur verwijderd , bij te wonen en daarvan dik-
wijls gebruik maken ; bovendien dat de gemeente voor een
deel uit marechaussees en rijksambtenaren bestaat die niet
elke week de godsdienstoefeningen kunnen bijwonen , zoo-
dat het gehoor dikwijls zoo klein wordt, dat moeijelijk
kan gevergd worden, dat daarvoor de godsdienstoefenin-
gen in grootere gemeenten stilstaan; 2^. het belang juist
van de overige gemeenten van den Bing, waar de dienst
veelal moest stilstaan, daar de meeste Bingpredikauten
om de groote afstanden bezwaarlijk of onmogelijk in de
eigen gemeente dienst konden doen op den eigen dag dat
zij te Asten moesten prediken; 8*^. de eenparige goed-
keuring door den Kerkeraad te Asten van het voorstel
van den Bing, daar de Kerkeraad het voor de behoefte
der gemeente juist gewenscht achtte dat geregeld om de
14 dagen de voormiddagh&uxt mogt worden waargenomen.
Sommigen onzer hadden bezwaar tegen het toestaan van
het verzoek, omdat zij de aangevoerde redenen niet be-
schouwden als zoo bijzonder en gewigtig als naar al. 2
van het artikel voor het verleenen van dispensatie ver-
eischt wordt, daar ook uil de stukken niet bleek, dat de
Bing door meerdere vacaturen bezwaard was of zich voor
hem hier meerdere moeijelijkheden voordeden, als bij an-
dere niet minder uitgebreide Bingen het geval is. De
overige leden vereenigden zich echter met de adviezen der
betrokken Besturen. Zij wilden daarbij niet uit het oog
verloren hebben, dat de toestanden in Noordbrabant en
Limburg, wegens het overwegend getal der Boomsche be-
volking niet met die van andere oorden in hetYaderland
gelijk staan, en hechtten er vooral gewigt aan, dat door
de voorgestelde schikking de gemeente te Asten gewaar-
borgd werd , dat er om de veertien dagen des voormiddags
godsdienstoefening zou zijn daar deze anders meestal slechts
des namiddags zou kunnen plaats vinden, waarmede die
gemeente weinig zou gebaat zijn, en meenden in de/e
ook rekening te moeten houden met de goedkeuring van
den Kerkeraad, als die geacht mogt worden het welbe-
Bijl. B. 100
begrepen belang der gemeente in deze voor te staan. Het
besluit tot het verleenen der dispensatie werd ten slotte
met vijf tegen drie stemmen genomen. Naar het adra'es
van den Secretaria verklaarden er zich voor de heeien
Luti^ Koek, Janssen, van der Vegt en CromrMlvn^ tegni
de stemmen der heeren Feith, Bruna en van den Pre-
sident. Tegen alle verwachting is intasschen toen de dis-
pensatie 20 November n^ 53 verleend was, de .vacatare
spoedig vervuld geworden, zoodat de Eing slechts voor
enkele malen van de verkregen vergunning gebruik heeft
behoeven te maken.
Het verzoek van den Bing van Vlissingen van 25
October, gpreg. onder n^ 112, om opnieuw op den vo-
rigen voet dispensatie te verkrijgen in zake de waarneming
der vacature te Zo ut elan de, dat door de betrokken
Besturen insgelijks zeer ondersteund werd, ontmoette bij
ons geenerlei bedenking. Daar ons duidelijk bleek, dat
de omstandigheden geheel dezelfde waren als tot hiertoe
grond voor het verleenen van dispensatie gaven , zoo werd
het verzoek gereedelijk ingewilligd bij beschikking van 21
November , n^^. 56 , onder hernieuwde aanbeveling even-
wel aan de Besturen om toe te zien , dat de vereischte
maatregelen genomen worden om de gemeente zoo moge-
lijk in het bezit van een eigen predikant te doen komen.
Ook tegen het toestaan van het verzoek van den Bing
van Stiens van 3 Januarij, gereg. onder n^ 254, om
dispensatie ter zake der vacature te Yrouwen-Parocliie
kon na de daarbij gedane mededeelingen geen bezwaar
bestaan. De Bing meldde, dat met de gemeente te St.
Anna-parochie eene schikking was getroffen, waar-
door aldaar althans voor één jaar aan de Bingpre^kanteo
vergoeding van reiskosten zou worden gegeven en de ge-
heele dienst door den Bing zou worden waargenomen,
doch dat pogingen daartoe te Vrouwen-Parochie aan-
gewend vruchteloos waren gebleven ; dat evenwel de goede
gezindheid van den Kerkeraad , als steeds werkzaam om
verbetering in den toestand te brengen , de Bing genoopt
had , om alsnog geen ontslag te vragen van zijne ver-
pligting om in de dienst te voorzien , maar slechts her-
nieuwing der vroeger verkregen dispensatie , ditmaal alleen
voor de vacature te Vrouwen -Parochie , te verzoeken.
In overeenstemming met de adviezen van het Classicaal
Bestuur en van het Provinciaal Kerkbestuur werd de
101 Bijl. B.
dispensatie bij beschikking van 3 Februarij n®. 26 verleend.
Insgelijks werd het verzoek van den Ring van Noord-
wijk om hernieawde dispensatie ter zake der vacature te
Ka ge van 10 Maart, gereg. onder n**. 335 bij beschik-
king van 5 April n®. 9 toegestaan. Uit het bijgevoegd
schrijven van het Provinciaal Kerkbestuur van Zuidholland
vernamen wij, dat bereids eene betrekkelijk aanzienlijke
som was ingezameld voor de vorming van het voor de
zelfstandigverklaring der gemeente te Abbenes vereischte
kapitaal. Zoo overtuigden wij ons dat het den Kerkeraad
ernst is met de aanbevolen pogingen om uit den abnor-
malen toestand te geraken en te geruster kon thans de
dispensatie hernieuwd worden , omdat omtrent den dienst
van den aangestelden godsdienstonderwijzer een gunstig
getuigenis gegeven werd.
Aan een verzoek van den Kerkeraad te Noorden van
5 October gereg. onder n®. 99, om onze toestemming,
dat daar, voorshands voor den tijd van een jaar, in de
godsdienstige behoeften der gemeenten door een godsdienst-
onderwijzer mogt voorzien worden, terwijl de Ringpredi-
kanten zouden voortgaan met doop en avondmaal te be-
dienen, waarvoor te gelijkertijd ook door den Ring van
Woerden vergunning werd gevraagd, meenden wij niet
te mogen voldoen. Wel scheen voor de inwilliging van
het verzoek te pleiten dat de plaats reeds 7 jaren vacant
was en het tractement, groot f 1000, niet scheen op te
wegen tegen de ongunstige ligging der plaats en de moeije-
lijkheid om haar in den winter te bezoeken wegens het
slechte onderhoud van den smallen daarheen voerenden
weg, reden waaraan ook door het Classicaal Bestuur van
Leiden groot gewigt gehecht werd, daartegen woog
bij ons de bedenking van het Provinciaal Kerkbestuur,
of bij een toestand als die te Noorden bestaat, waar
aanhoudend vergeefeche beroepingen gedaan waren , niet eer
pogingen moesten worden aangewend om de gemeente met
eene andere te combineren of bij andere gemeenten in te
deelen , dan hare godsdienstige leiding eerst voor den tijd
van een jaar, maar vermoedelijk voortdurend toe te ver-
trouwen aan iemand, die de vorming en de wetenschap-
pelijke vereischten mist , welke de Nederlandsche Hervormde
Kerk van hare Evangeliedienaren vordert. Wij moesten het
verder ook toestemmen , dat de omstandigheid , waarop
zich het Classicaal Bestuur beriep, dat de Ring van
Bijl. B. 102
Woerden in twee deelen gesplitst is en het aan drie
of vier leden van den Sing was opgedragen de dienst te
Noorden waar te nemen ^ op zich zelve niet als reden
voor het toestaan van het verzoek gelden kon. Maar wij
meenden ook dat , indien de gemeente geen bezvinaar vond
om de aanstelling van een godsdienstonderwijzer voor een
deel te bekostigen, — de Bing zou daarvoor slechts f 400
van de inkomsten der predikantsplaats afstaan, — zij ook
in staat mogt geacht worden het predikantstractement te
verhoogen en hierdoor toch wel kans tot vervalling der
vacature zou verkregen worden. In elk geval schenen ons
hier de vereischte bijzondere en gewigtige redenen van de
zijde van den Bing te ontbreken. Alzoo werd aan den Biog en
den Eerkeraad bij missives van 21 November n^. 54> en 55
berigt'dat de gevraagde dispensatie niet kon worden verleend
e. Verzoek om dis- e. Ook werd bij brief van 22 Mei n**. 74 door ons
pensatie van de bepa- afgewezen een door den Scriba van het Classicaal Bestuur
ling omtrent den leef- ^ ^ - , , , _
tijd in art. 13 van het van Amsterdam overgebn^t en aanbevolen verzoek van
ReglementophetGods- jufvrouw M. P. Bekking aldaar dd. 11 Mei, gereg. onder
dienstonderwijs. ^^o 477^ q^ Q^ge medewerking dat zij nog in het a. s.
najaar het examen voor de betrekking van godsdienst-
onderwijzeres zou kunnen afleggen. Dewijl de adiessaute,
volgens haren brief maar even twintig jaren oud is en in
art. 13 van het Beglement op het Godsdienstonderwijs
voor de aangifte tot het examen uitdrukkelijk de leeiïyd
van 23 jaren wordt gevorderd, vonden wij hierin, zoo-
als wij bij schrijven van 22 Mei n°. 74 ook genoemden
Scriba berigt hebben, voldoenden grond om het verzoek
buiten verdere behandeling te laten , zijnde daarop van zelf
de bepaling aan het slot van art. 12 van het Algemeen
Beglement van toepassing.
/.Overgebragtvoor- f Van Kerkvoogden der Nederduitsche Hervormde ge-
stel van Kerkvoogden ^g^,^^g ^g Groningen kwam bij ons het volgende schrij-
te Irroningen om t-i-,/»-»*- t «,« «<■
bij artt. 3 en 5 vanden, dd. 16 Maart, gereg. onder n^ 313, ter tafel:
het Algemeen Regie- ,,Het kan üwe Vergadering niet onbekend zijn hoe in
rv°elkt1ba«reWvoor ^^^^ gemeenten der Nederlandsche Hervormde Kerk waar
eenig bestuur te be- tot voorziening in velerlei dringende behoeften hoofdelijke
V^T^^^' omslagen zijn ingevoerd, groote moeijelijkheden worden
ondervonden bij de invordering van den aanslag.
//Ook wij hebben toen wij genoodzaakt zijn geweest om ,
vooral tot verhooging der tractementen van de predikanten
alhier, met den aanvang van het vorig jaar, een hoofde-
103 Bijl. B.
lijken omsli^ in deze gemeente intevoeren , daarvan onder-
vinding gehad. Hoewel de toestand hier, vergeleken bij
elders, althans in het afgeloopen jaar redelijk was, bleven
toch vele aanslagen onbetaald. De vraag rees das aanstonds ,
welke middelen konden worden aangewend óm dat kwaad
te keeren. Eene vervolging in regten tot de betaling van
het verschuldigd bedrag , met goeden uitslag bekroond , is
zeker het meest afdoende middel, toch zal Uwe Vergade-
ring begrijpen en billijken, dat wij tot dien uitersten
dwangmaatregel niet overgaan , zoolang het uitzigt op andere
middelen die het doel kunnen bevorderen open staat.
//Van de zijde der Kerk zelve kon, meenden wij, in
dien geest nog wel iets worden gedaan en dit is dan ook
de reden dat wij de vrijheid nemen ons te dezer zake tot
Uwe Vergadering te wenden.
//In het algemeen Reglement op het beheer der kerke-
lijke goederen en fondsen van de Hervormde gemeenten in
Nederland en het toezigt daarop , dat ook iu onze gemeente
vigeert, wordt in alinea 2 van artikel 2 bepaald dat van
stemgeregtigdheid zijn uitgesloten o. a. zij die nalatig zijn
in het voldoen van het aan de gemeente verschuldigde
hetwelk op den dag van de sluiting der stemlijst opvor-
derbaar is. Wie dus zijn aanslag in den hoofdelijken omslag
niet betaalt, wordt voor het volgende jaar en blijft ook
verder zoolang hij niet betaalt van de stemlijst tot ver-
kiezing van notabelen geroijeerd , is volgens art. 4 van het
reglement ook niet tot Kerkvoogd of Notabel verkiesbaar
en verliest, eenmaal gekozen, volgens art. 45 zijne betrek-
king. Een en ander — vooral het verlies van stemregt —
zal voor sommigen een doelmatige prikkel zijn tot betaling
van hetgeen zij aan de Kerk verschuldigd zijn. Maar dit-
zelfde doel zal nog meer worden bevorderd indien bij
wanbetaling van den aanslag in den hoofdelijken omslag
ook het stemregt voor de verkiezing van leden van het
kiescollegie , waardoor de kiezer invloed heeft op de zamen-
stelling van den kerkeraad en de keuze van predikanten,
verloren ging en evenzeer de bevoegdheid om zitting te
nemen in eenig kerkelijk bestuur. Dit zou beter doel tref-
fen , zooals wij de eer hadden optemerken , omdat aan het
stemregt voor leden van het kiescollegie — om te zwijgen
van de verkiezing tot lid van eenig bestuur — meer gehecht
wordt dan aan dezelfde regten waar het geldt het beheer
der kerkelijke goederen. Daarenboven zou daardoor de mis-
stand worden opgeheven die er thans ontegenzeggelijk
104 Bijl. B.
bestaat, dat iemand die weigert in de kerkelasten bij te
dragen en uit dien hoofde het stemregt in beheerszaken
verliest kiezer blijft voor leden van het kiesooU^e en
lid blijft van een kerkelijk bestuur. 1
//Ten einde onze bedoeling duidelijk te doen i]itkomei\ |
nemen wij de vrijheid hierbij te voegen op welke wijze
o. i. daaraan zou kunnen worden voldaan. Wij zouden
namelijk van meening zijn dat ten dien einde zouden kunnen
worden toegevoegd:
a. aan het slot van art. 3 bis van het algemeen regle-
ment voor de Hervormde Kerk in het Koningrijk der Neder-
landen, de woorden: //of die nalatig zijn in het voldoen
van het aan de Gemeente verschuldigde hetwelk op den
dag van de stemlijst opvorderbaar is.^'
b. aan art. 6 van dat reglement eene zinsnede van den
navolgenden inhoud : //Niemand is tot lid van eenig bestuur
verkiesbaar die niet bevoegd is tot uitoefening van stemregt-/'
terwijl dan nog, in verband met laatstgenoemde bijvoeging,
hier of elders in het Algemeen Beglement (voor het Bestuur)
eene bepaling zou kunnen worden opgenomen gelijkluidende
met art. 45 van het Algemeen Beglement op het beheer.
//Wij vertrouwen dat Uwe Vergadering , het belang van
den maatregel dien wij voorstellen inziende, genegen zal
worden bevonden om op deze wijze mede te werken tot
bevordering van de belangen onzer gemeente die in dezen
gelijk zijn aan die van vele andere kerkelijke gemeenten
in ons Vaderland en nemen mitsdien beleefdelijk de vrij-
heid er bij Uwe Vergadering met den meesten ern&t op
aan te dringen om in het Algemeen Reglement der Neder-
landsche Hervormde Kerk , of indien UHEerw. dit raad-
zaam mogten achten in een ander Beglement, bepalingen
als door ons worden voorgesteld of althans van dezelfde
strekking te willen opnemen.^'
Wij achtten het voorstel , in dit schrijven van Kerk-
voogden te Groningen vervat, belangrijk geno^ om
tot uwe vergadering, waar het ook eigenlijk behoorde,
te worden overgebragt. Daar intusschen enkele leden slechts
het voorstel aannemenlijk achtten op grond dat lidmaten
der gemeente, die niet aan hunne verpligtingen als zoo-
danige voldoen, ook geen aanspraak kannen maken op
het behoud van hunne regten, doch anderen tegen het
voorstel dit principieel bezwaar hadden, dat in een Beg-
lement voor het bestuur der Kerk bestemd geene bepa-
105 Bijl. B.
lingen kunnen worden opgenomen die in het beheer in
grijpen , zoo besloten wij ons bij het overbrengen van het
voorstel ons van ondersteuning er van te onthouden, on-
der mededeeling alleen van gemeld verschil van beschouwing.
g^ In de najaarsvergadering kwam ook nog ter tafel een ^. Bezwaarschrift vaa
bezwaarschrift van den Kerkeraad te Alkmaar van 23 denKerkeraadteAlk-
/-v 1 _ _,^ - 1 1 1..1 • .maar over eene eind-
üctober, gereg. onder n®. 87, met betrekkelijke uitvoerige beslissing van het Pro-
memorie van November , zonder dagteekening , gereg. onder vinciaal Kerkbestnur
n». 104, rakende eene ««jar art. 14 van het Algemeen ^ v^ïw^
Eeglement door het Provinciaal Kerkbestuur van Noord- tegen de inschrijving
holland genomen eindbeslissing , waarbij de Kerkeraad , ^f^ ^^^^ aangenomen
onafhankelijk van een aan het Classicaal bestuur van ^^'
Alkmaar overgelaten onderzoek naar de beweerde onwet-
tigheid der bevestiging van eenige te Oudorp aangenomen
lidmaten, de Kerkeraad verpligt was verklaard deze lid-
maten in te schrijven. Naar ons eenparig oordeel, kon
dat bezwaarschrift bij ons geen punt van behandeling uit-
maken, en moesten wij den Kerkeraad antwoorden, zoo
als bij brief van 20 November n^ 49 geschied is, dat
de uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur, waartegen
door hem werd opgekomen eene m^beslisslng was, waar-
aan hij gehouden was, zoodat wij ten eenenmale onbevoegd
waren van zijn bezwaarschrift kennis te nemen.
h. Verschillende verzoeken om vernietiging {coêsatie) van h. Verzoeken om
uitspraken van Kerkelijke Besturen hebben wij nog te ^a"'*'!dtl°^^.^"v2
behandelen gehad. Ter buitengewone vergadering van de Kerkelijke Besturen ,
Synode, verg. Hand. B. V. blz. 6, 16 — 20, deelden wij als:
onze uitspraak mede rakende de Dordsche aannemings-
kwestie. Onze overige beslissingen vermelden wij hier, waar
bij wij ons naar gewoonte onthouden van eene nadere
ontvouwing van de zaken , waarop zij betrekking hadden ,
uithoofde deze, naar wij vertrouwen, uit onze uitspraken
zelve voldoende kenbaar zijn.
P. Onze eerste beslissing betrof een verzoek van den \°; 1}^ ^®^ Kerke-
Tr 1 1 , T, 1 • X' • raadteSernewoude
Kerkeraad te Eernewoude om vernietiging van eene terzake eener uitspraak
uitspraak van het Provinciaal Kerkbestuur van Priesland vau het Provinciaal
in hooger beroep , (de stukken waren gereg. onder no. 491, ^na^o^Sent ri'n^^
499, 542), waarbij de Kerkeraad verpligt was verklaard pügting tot het afgeven
tot de door hem geweigerde afgift van berigt omtrent van berigt van het ze-
het zedelijk gedrag van ouders, die elders hun Hnd wil- ^^|?f ^ff^^J^J^^^^
den laten doopen. Dit verzoek was ten voorgaanden jare kinderen laten doopen.
Bijl. B. 106
korfc na de sluiting oneer voorjaarsvergadering ingekomeiij
maar kon ni^t vóór de najaarsvergadering in behandeling
komen, dewijl door den Kerkeraad geen zekerheid voorde
kosten eener buitengewone vergadering gesteld was. Uil
onze beslissing zal u blijken^ dat de gevraagde vernieti-
ging van de uitspraak van het Kerkbestuur van Friesland
niet is toegestaan. De beslissing luidde als volgt:
De Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche
Hervormde Kerk;
Ontvangen hebbende een schrijven van den Kerkeraad
der Hervormde gemeente te Eernewoude dd« 22 Mei
1879, waarbij^ volgens art. 71, al. 1, in verband met
art. 56, al. 2,, van het Reglement voor kerkelijk opzigt en
tucht , genoemde Kerkeraad aanvraagt vernietiging van eene
uitspraak in hooger beroep gedaan door het Prorindaai
Kerkbestuur van Friesland in zijne gewone vergadering te
Leeuwarden den 7 Mei en door den Kerkeraad ontvangen
den 12 Mei 1879, bij welke uitspraak het Provinciaal
Kerkbestuur, wijzigende en verbeterende de uitspraak van
het Classicaal Bestuur van Leeuwarden d.d. 20 December
1878^ bepaalt, dat de Kerkeraad te Eernewoude in
een geschil tusschen hem en den Kerkeraad te Garijp
in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in art. 14,
al. 1 , van het Beglement voor de Kerkeraden , door aan
den Kerkeraad te Garijp het door hem gevraagde bengt
omtrent het zedelijk gedrag van K. W. Toering en ecbt-
genoote )üet te geven, zooals hij had behooren te doen,
en den Kerkeraad te Eernewoude verpUgt verklaart om
zulks nog te doen , met lastgeving dat berigt aan den Ker-
keraad te Garijp zoo spoedig mogelijk te doen geworden;
Gelezen de memorie van den Kerkeraad teEernewoude
d.d. 30 Mei 1879 , volgens art. 51 van het Beglement
voor kerkelijk opzigt en tucht ingediend , waarin genoemde
Kerkeraad de gronden ontwikkelt, die hem tot de ver-
vermelde aanvraag om vernietiging bewegen;
Overwegende, dat gezegde aanvraag is geschied binnen
den door de wet gestelden termijn;
Verklaart den adressant ontvankelijk in deze aanvraag;
Overwegende, dat als gronden voor vernietiging door
den adressant zijn aangevoerd schending of verkeerde toe-
passing van artikel 71 van het Beglement voor kerke-
lijk opzigt en tucht, art. 21 van hetzelfde Beglement,
artt. 17 en 20, al. 1 en 2, van het Algemeen B^lement,
107 Bul. B.
arfct. 1, 13, al. 1^ en art. 21 van het Beglement voor
de Kerkeraden, art. 14, P van hetzelfde B^lement,
art. 38 (thans 40) al. 1 , van het Beglement op het gods-
dienstonderwijs en artt. 15 — 17 van het Beglement voor
kerkelijk opzigt en tucht;
Overwegende, wat vooreerst betreft art. 71 van het
Beglement voor kerkelijk opzigt en tucht , dat in dat arti-
kel niet te lezen is, zooals adressant beweert, dat het
Provinciaal Kerkbestuur //door eene beslissing te nemen
niet ten aanzien van eene beslissing van het Classicaal
Bestuur in het aanhangige geschil tnsachen ons en den
Kerkeraad der Hervormde gemeente te 6a rijp, zooals
die door het Classicaal Bestuur van Leeuwarden is
genomen , maar in eene //uitspraak^^ van dat Bestuur ,
welke door dat Bestuur niet kon en mogt worden geno-
men/^ zoodat gemeld art. 71 door het Provinciaal Kerk-
bestuur niet is geschonden ;
Overwegende, dat evenmin geschonden is art. 21 van
hetzelfde reglement , voorschrijvende, dat bij beslissing van
kerkelijke coUegiën de feiten , welke het onderwerp der
beoordeeling hebben uitgemaakt , naauwkeurig moeten wor-
den omschreven, aangezien het Provinciaal Kerkbestuur
wat die feiten betreft, betuigt dat zij door het Classicaal
Bestuur in zijne uitspraak naauwkeurig zijn omschreven,
met uitdrukkelijke verklaring, dat het die omschrijving
der feiten overneemt;
Overwegende, dat mede niet geschonden zijn artt. 17
en 20 , al. 1 en 2 , van het Algemeen Beglement , en artt.
1^ 13, al. 1, en 21 van het Beglement voor de Kerke-
raden , als staande deze artikelen in geen het minste ver-
band met het geschilpunt;
Overwegende , dat de Synodale Commissie den adressant
niet heeft te volgen in zijne redenering dddrover, dat het
Provinciaal Kerkbestuur met zichzelven in tegenspraak is ,
als moetende door haar dadrop alleen gelet worden , of
er door dat Kerkbestuur schennis of verkeerde toepassing
der Beglementen heeft plaats gehad;
Overwegende , dat alleszins geldig zijn de gronden , door
het Provinciaal Kerkbestuur opgegeven ten bewijze, dat
het berigt, volgens art. 14, 1®. van het Beglement voor
de Kerkeraden , te vragen , niet uit kracht van dat artikel
door de doopouders moet gevraagd worden;
Overwegende mede, dat het Provinciaal Kerkbestuur
Bul. B. 108
volkomen jaist redeneert^ als het beweert, dat het //behoor-
lijk attest van zedelijk gedrag/^ dat volgens art. 38, al. 1,
van het Reglement op het godsdienstonderwijs , moet afge-
geven worden door den Kerkeraad der gemeente, waanxv
iemand woont, die elders verlangt aangenomen te worden,
in aard geheel anders is dan het //schriftelijk berigt omtrent
het zedelijk gedrag der ouders ^^ die in eene andere gemeente
dan waarin zij woonachtig zijn den doop hunner kinderen
wenschen bediend te hebben , zoodat evenmin beweerd kan
worden, dat gemeld art. verkeerd wordt uitgelegd en toegepast;
Overwegende, dat naar de juiste opvatting van het
Provinciaal Kerkbestuur , het veeleer uit art. 14, 1®. van
het Eeglement voor de Kerkeraden is af te leiden, dat
het bedoelde berigt, door den Kerkeraad ontvangen ^ (kI\l
door den Kerkeraad behoort ingewonnen te worden, dan
dat de ouders dit zelven zouden moeten inwinnen ;
Overwegende eindelijk, dat de buitengewone vergade-
ring van het Glassicaal Bestuur van Leeuwarden van
20 December 1878, waarin de uitspraak tegen den Kerke-
raad van Eernewoude heeft plaats gehad , niet , zooals
de adressant beweert, onwettig was, omdat de Voorzitter
van den Kerkeraad van Eernewoude, zijnde lid van
dat Bestuur, daartoe niet was opgeroepen, maar dat deze,
juist omdat hij als betrokken in het aanhangige geschil
in die vergadering geen zitting kon hebben, naar art. 15
tot 17 van het Eeglement voor kerkelijk opzigt en tucht,
te regt niet opgeroepen was, zoodat genoemde artikelen
evenmin geschonden zijn; zijnde het hier onverschillig of
er in die vergadering nog andere zaken behandeld ziju
dan genoemd geschil , daar de behandeling van dat geschil
buiten de tegenwoordigheid van den predikant van Eerne-
woude volkomen wettig was, en ingeval het blijken
mogt, dat er nog andere zaken behandeld zijn, waarnaar
de Synodale Commissie niet heeft te onderzoeken , gemelde
predikant , lid van het Classicaal Bestuur , bevoegd is zich
deswege te beklagen;
Gelet op art. 15 van het Algemeen Reglement , art. 56
van het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht en art.
14 1®. van het Reglement voor de Kerkeraden.
Verwerpt het verzoek om vernietiging;
Bepaalt , dat afschrift dezes zal gezonden worden aan
de Kerkeraden te Eernewoude en te Garijp en aan
het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland;
109 Bijl. B.
Gedaan in onze vergadering van den 17 November 1879.
Tegenwoordig G. Molenkamp, President^ J, J. L. Luü,
Vice-preaident f S. F. van Hasseli, adviserend lid en Se-
cretarie, Dr. /. K. KocA, Mr. JS. O. Feith, H, Q.JanS'
aen, J. van der Vegt, 6, Bruna en Mr. M. Crommelin.
Yolgen de onderteekeningen.
2®. Van gansch anderen aard was een verzoek van 2«.VauKerkeTaada-
Kerkeraads- en gemeenteleden te Oldelamer c. a. als f 8^°*^°*®^•^«°*«9^-
. . . ° - T 1 !• • .1 aelamcr c. a. om vernic-
vernietiging verzoekende van eene beslissing lu hooger tiging eener beslissing
beroep weder van het Provinciaal Kerkbestuur van F r i e s- ▼»«! hetzelfde Kerkbe-
land, in een geschil tusschen de gecombineerde gemeen- J*^^^^';.^^^^^^^
ten ten opzigte van hare diaconieadministratie. De betrek- gemeenten ten opzigte
kelijke stukken zijn gereg. onder n^ 65, 73, 77. Volgens ^aj^ï^af e diaconieadmi-
na te melden beslissing kon ook dit verzoek om vernie- °" " **'
tiging niet worden toegestaan.
De Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche
Hervormde Kerk,
Ontvangen hebbende een schrijven van /. de Buiter Dz. ,
/. H, de Jong, A, H, Blom en H. J. van der Veen,
leden van den Kerkeraad der gecombineerde gemeente van
Oldelamer en Oldetrijne, namens vele leden aan
den Secretaris der Algemeene Synodale Commissie gerigt,
dd. 2é Sept. 1879, waarbij zij vernietiging aanvragen van
eene beslissing, door het Proviciaal Kerkbestuur van
Friesland in zijne vergadering van 11 Sept. 1879 in
hooger beroep genomen ter zake eener aanhangige quaestie
tusschen de beide deelen der gemeente ten opzigte der
diaconieadministratie aldaar, waarvan afschrift door hen
ontvangen is den 21 daaraanvolgende; zijnde dit afschrift
volgens mededeeling van den Secretaris van het Provinciaal
Kerkbestuur door dezen met conductoire dd. 13 Sept. jl.
verzonden aan het Classicaal Bestuur van Heerenveen;
Gezien de memorie van toelichting tot dat verzoek om
vernietiging dd. 6 October 1879, behalve door bovenge-
noemden, ook door onderscheiden andere leden der ge-
meente onderteekend;
Gezien de bovenvermelde beslissing van het Provinciaal
Kerkbestuur van Friesland en alle bescheiden^ die ter
zake gediend hebben, zoowel in eersten aanleg als in
hooger beroep;
Overwegende, dat de termijn in art. 61 j^ art. 56 van
het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht voorgeschre-
Bijl. B. 110
voor het indienen van verzoeken om vernietiging door adres-
santen is in acht genomen;
Verklaart adressanten ontvankelijk in hun verzoek om
vernietiging van meergenoemde beslissing;
Overwegende^ wat de feiten betreft,
dat door /. H. Veenbaas en andere lidmaten der Her-
vormde gemeente te Oldetrijne en Oldelamer dd.
9 Deo. 1878 een adres is gerigt tot het Glassicaal Bestuar
van Heerenveen, waarin zij mededeelen de scheidacte
welke in 1872 tusschen de twee deelen hunner gemeente
is gemaakt tot regeling der armenzaken van Oldela-
mer en Oldetrijne, de nadeelen opsommen^ welke
uit die regeling vooral voor Oldetrijne voortvloeijen ,
en de tusschenkomst van het Glassicaal Bestuur inroepen
tot ophefiBing daarvan, als zijnde onwettig en niet wen-
schelijk , vooral ook wegens den nadeeligen invloed ^ welken
die regeling uitoefent op de noodzakelijke eendragt en
zamenwerking in de gemeente, omdat men, door klein-
geestigen naijver gedreven, meer de belangen van zijn dorp
dan die der gemeente voorstaat;
Overwegende dat het Glassicaal Bestuur van Heeren-
veen den 26 Maart 1879, na kennis genomen te hebben
van de consideratiën en het advies van den Kerkeraad
der Hervormde gemeente te Oldelamer c. a. , van de
bezwaren der minderheid in den Kerkeraad en van het
rapport zijner gecommitteerden ad hoc 10 Febr. 1879 der-
waarts afgevaardigd, op grond dat al de diaconieeigen-
dommen, zoowel die onder Oldelamer als die onder
Oldetrijne, staan ten name der diaconie der gecombineerde
gemeente van Oldelamer en Oldetrijne; dat er slechts
ééne diaconie voor de geheele gemeente bestaat, uit wier
inkomsten dus al de arme lidmaten der gemeente , in welk
deel ook woonachtig, ondersteuning moeten erlangen ; dat,
wat betreft de bestemming der slikgelden en het daarmede
in verband staande oprigten van een burgerlijk armbe-
stuur, dit eene zaak is die geheel buiten den werkkring
der diaconie ligt, als zijnde deze eene kerkelijke instel-
ling; dat art. 14 van het Reglement op de diaconiën
nadrukkelijk verklaart , dat kerkelijke gemeenten geene
subsidie mogen aannemen van het burgerlijk bestuur en
met dat bestuur geene zoodanige overeenkomsten mogen
aangaan , als waardoor diakenen op eenigerlei wijze zouden
beperkt worden in de vrijheid en onafhankelijkheid hunner
111 Bul. B.
handelingen en in de naleving der kerkelijke wet; gezien
artt. 1 , 6 en 14 van het Seglement op de diaooniën , de
iu 1872 gemaakte regeling der armenzaken tasschen Ol-
delamer en Oldetrijne verklaard heeft in strijd te
zijn met de wet, den Kerkeraad te kennen gevende dat
het zijne goedkeuring niet kan en mag schenken aan eene
langere bestendiging dezer onwettige regeling, en hem
gelastende, dat, zoolang de eigendommen en mitsdien ook
de inkomsten der diaconie massaal zijn, de diaconie van
Oldelamer en Oldetrijne ook als ééne diaconie moet
worden beschouwd, en daj; onder ééne administratie daar-
uit de verzorging der armen , die in het kerkelijk ressort
der gemeente, onverschillig welk deel daarvan, wonen,
moet plaats hebben overeenkomstig art. 3 van het Regle-
ment op de diaconiën;
Overwegende , dat J. de Ruiter Bz, en J, H, de Jong
leden van den meergenoemden Kerkeraad den 10 April
1879 bij het Provinciaal Kerkbestuur van Friesland
in hooger beroep gekomen ^ijn van deze beslissing van
het Glassicaal Bestuur van Heerenveeu, terwijl de me-
morie van toelichting , waarbij de bezwaren daartegen wor-
den ontwikkeld, behalve door de twee genoemden, door
onderscheiden leden der gemeente mede onderteekend is;
Overwegende, dat het Provinciaal Kerkbestuur van Fries-
land, in zijne vergadering van 11 September 1879 uit-
spraak doende in hooger beroep, de beslissing van het
Glassicaal Bestuur wegens een gebrek in den vorm heeft
vernietigd , maar overigens op gelijke gronden dezelfde be-
slissing heeft genomen als dat Glassicaal Bestuur;
Overwegende, dat adressanten in hunne memorie van
toelichting tot het verzoek om vernietiging dier beslissing
vermeenen dat het Provinciaal Kerkbestuur in de scheid-
acte van 1872 ten onregte heeft gezien een bijzonder regle-
ment volgens art. 29 van het Beglement op de diaconiën , en
verder verschillende redenen aanvoeren waarom zij de op-
heffing der in 1872 gemaakte regeling schadelijk achten
en onbillijk voor een deel der gemeente, maar tevens er-
kennen dat het uit de zoogenaamde slikgelden afkomstige
fonds, om den wille waarvan die regeling gemaakt is , een
fonds is van zuiver burgerlijken aard , en dat de gemeente
slechts ééne diaconie heeft , al is de administratie over de
gecombineerde deelen om plaatselijke behoeften in 1872
tweeledig geworden ;
Bijl. B. 112
Overwegende in regten , dat de verssoekers geene midde-
len tot vernietiging der uitspraak hebben bijgebragt, maar
dat zij er zich toe bepalen te wijzen op bezwaren betref-
fende 1®. de in hun oog onjuiste opvatting door het
Provinciaal Kerkbestuur van de strekking der door den
Kerkeraad in 1872 met het burgerlijk bestuur of de Com-
missie tot regeling der armenzaken gesloten overeenkomst
over een fonds van zuiver burgerlijken aard^ en 2^ de
voor de diaconie nadeelige gevolgen die de uitspraak zal
hebben; welke beide punten zijn zoo van feitelijken aard
als niet betreffende schennis of verkeerde toepassing der
reglementen^ en mitsdien buiten beschouwing moeten blij-
ven bij het oordeel over het verzoek om vernietiging eener
uitspraak ;
Overwegende, dat het Provinciaal Kerkbestuur, aan-
nemende , dat de meergenoemde overeenkomst is eei\e
overeenkomst , die diakenen beperkt in de vrijheid en on-
afhankelijkheid hunner handelingen en in de naleving der
kerkelijke wet , op die overeenkomst juist heeft toegepast
art. 14 van het Eeglement voor de diaooniën en haar
teregt in strijd met de wet heeft verklaard;
Gezien art. 15 van het Algemeen Reglement, artt. 61
j^. 56 en 71 van het Eeglement voor kerkelijk opzigt en
tucht , artt. 1 , 3 , .6 en art. 14 van het Beglement op
de diaconiëu ;
Verwerpt het verzoek om vernietiging van mterge-
noemde beslissing van het Provinciaal Kerkbestuur van
Priesland;
Bepaalt dat afschrift dezer beslissing zal gezonden wor-
den aan adressanten en aan het Provinciaal Kerkbestuur
van Priesland.
Gedaan in onze vergadering van den 17 November
1879.
Tegenwoordig G, Molenkamp, President, J.J.L.Luti,
Vice-president , S. F, van Hasselt, adviserend lid en Se-
cretaris , Dr. J. K. Koch , Mr. É. O. Feith , H. Q. Jans-
sen^ /. van der Tegt , G. Bruna en Mr. M, Crommelin.
(Volgen de onderteekeningen.)
3 •. Verzoek van c. 3°. Een verzoek van C. de Wolf , godsdienstonderwijzer
rfé? Fö^/^godsdienston- te Harderwijk om vernietiging van eene uitspraak van
derwijzer te Harderwijk, 1 . rii • i t> i. o j •• i u" u- •
om vernietiging van "®^ Classicaal Bestuur van Harderwijk, waarbij hij m
nene uitspraak van het hooger beroep uit zijne betrekking ontslagen werd (n°.
118 Bijl. B.
262, 255, 270, 276) werd niet ontvankelijk verklaard Classicaal Bestuur van
volgens de na te melden beslissing. uit'^^^'bXkkb^
. De Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche werd ontslagen.
Hervormde Kerk:
Gelezen de in tijds ingekomen missive van den gewe-
zen Godsdienstonderwijzer C. de "Wolf. daarbij verzoekende
vernietiging van de uitspraak van het Classicaal Bestuur
vau Harderwijk d.d. 14 Januarij 1880, bij welke
uitspraak is bevestigd de uitspraak van den Kerkeraad
der Hervormde gemeente te Harderwijk van 9 Decem-
ber 1879, «waarbij de godsdienstonderwijzer is ontslagen
uit zijne bediening als godsdienstonderwijzer in dienst der
genoemde gemeente ;
Gelezen de bovengenoemde uitspraak van het Classicaal
Bestuur van Harderwijk;
Gezien en gelezen de beide memoriëu van C. de Wolf
d.d. 30 Januarij en Februarij 1880, bij welke memoriën
zeven gronden tot vernietiging der uitspraak door den ver-
zoeker worden opgegeven;
Overwegende, dat de adressant niet is veroordeeld we-
gens tucht tot een der tuchtmiddelen in art. 4 van het
Eeglement voor kerkelijk opzigt en tucht, maar dat de
Kerkeraad den beklaagde, met toepassing van art. 14,
9^ van het Reglement voor de kerkeraden in verband met
art. 46 van het Reglement voor kerkelijk opzigt en tucht
ongeschikt heeft verklaard om in de dienst der gemeente
werkzaam te zijn en mitsdien hem heeft ontslagen uit de
dienst der gemeente te Harderwijk;
Overwegende, dat zoodanig ontslag geschiedt bij besluit
en geenszins bij uitspraak bedoeld in zake van vervolging
wegens tucht;
Overwegende, dat de uitspraken van den Kerkeraad en
van het Classicaal Bestuur te Harderwijk, al mogen zij
al den vorm van eene uitspraak hebben, inderdaad voor
niet anders dan als besluiten kunnen worden gehouden;
Overwegende, dat alleen van uitspraken in hooger be-
roep en niet van besluiten vernietiging wegens schennis
of verkeerde toepassing der Reglementen kan worden ge-
vraagd ;
Gelet op art. 15 van het Algemeen Reglement, artt. 4,
46 , 56 en 58 van het Reglement voor kerkelijk opzigt
en tucht en art. 14 9® van het Reglement voor de Ker-
keraden ;
8
Bijl. B. 114
Verklaart den adressantniet ontvankelijk in zijn verzoek;
Bepaalt dat afschriften van deze uitspraak zullen worden
gezonden aan het Glassicaal Bestuur van Harderw^'i
aan den Kerkeraad te Harderwijk en aan den adressant
C. de Wolf.
Aldus gedaan door de Vergadering der Algemeene Sy-
nodale Commissie te ^sGravenhage den 2 April 1880,
tegenvroordig G, Molenkamp president, J. J, L. Lnti
vice^esident , 8. F, van Hasselt adviserend lid en se-
cretaris, Dr, J, K. Koek, Mr. H. O, Feitk, H, Steenberg
secundus van den keer E, Q. Janssen , J, van der Vegt ,
6, Bruna en Mr. Jf. Crommelin, leden.
Volgen de onderteekeningen.
4^. Van /. P. van 4^. Nog kwam in de voorjaarsvergadering tot ons een
rf<?r Wier c. s. te ygjgoek van /. P. van der Wier c. s. te Goënga, om
tiging van'°een bwluit Vernietiging van een besluit van het Glassicaal Bestuur
van het Glassicaal Be- van S n e e k , waarbij zij niet ontvankelijk werden verklaard
stuur vanSneek.waar- jj^ j^^j^ bezwaar over de weiffcrinff van den Kerkeraad tot
bij zü met ontvanke- , ,^^ , , ,. , ° ° t i-i -i
lijk werden verklaard afgiite van de hun noodige bewijzen van zedelijk gedrag om m
in hun bezwaar over de naburige gemeente te D e e r s u m tot lidmaat te worden
Kerkeraad'^^tor^Mft ^^^^S^^^"'^^" > ^^^ ^® betrekkelijke stukken, gereg. onder
van de hun noodige n^ 415, 427 en 437. Uit deze stukken bleek ons dat de
bewijzen van zedelijk Kerkeraad te Goënga aan deze jongelieden het naar art.
Ud^t ^^ordeTaan* ^^ ^^^ ^^^ Jleglement op het Godsdienstonderwijs gevor-
genomen. derde getuigschrift zonder opgaaf van redenen had gewei-
gerd , en dat zij in hun beklag daarover bij het Glassicaal
Bestuur door dat Bestuur of liever door Praeses en Scriba
niet ontvankelijk werden verklaard op grond , dat zij niet
binnen den termijn van 14 dagen hun bezwaar hadden
ingediend. Daar in deze zaak geene uitspraak was gedaan ,
was gemeld verzoek uit den aard der zaak niet vatbaar voor
behandeling. Wij vonden ons echter verpligt bij schrijven
van 22 Mei n°. 72, het Glassicaal Bestuur van Sn eek
wegens de verkeerde behandeling dezer zaak te regt te
wijzen, door de opmerking, dat het vooreerst niet aan-
ging adressanten niet ontvankelijk te verklaren met toe-
passing der bepalingen omtrent den voor het komen in
hooger beroep in zake van tucht in acht te nemen termijn
en zulks in elk geval niet door een bloot besluit van Praeses
en Scriba had kunnen geschieden , maar dat het Glassicaal
Bestuur hier geroepen was om bij den Kerkeraad te
Goënga onderzoek te doen naar deredenen, waarom hij
115 Bijl. B.
geweigerd had de bedoelde bewijzen van zedelijk gedrag
af te geven, en zich van de verpligting daartoe alsnog
niet ontslagen mogt achten om, indien die redenen niet
afdoende bevonden werden , den Kerkeraad te wijzen op zijne
verpligting tot het afgeven van bewijzen van zedelijk gedrag.
Aan adressanten gaven wij bij schrijven van dezelfde dag-
teekening kennis , dat wij hun verzoek om gemelde reden
niet in behandeling hadden kunnen nemen, maar bij het
Classicaal Bestuur hadden aangedrongen op het onderzoek
der zaak en zij nu derhalve de beslissing van dat Bestuur
hadden af te wachten.
Volgens een ons later door dat Bestuur toegezonden
afschrift zijner beslissing in deze (gereg. onder n®. 528),
is de zaak werkelijk door dat Bestuur ter hand genomen ,
maar vermits adressanten bij die beslissing in het ongelijk
zijn gesteld is daarvan door hen thans vernietiging aan-
gevraagd (gereg. onder n^ 544), welke aanvraag tot eene
volgende vergadering moet worden aangehouden.
i. Voordat wij ons verslag eindigen deelen wij u nog i. Mededeeling van
mede , dat wij naar de bevoegdheid ons bij art. 59 van ^®* besluit der Com-
,.., -ni i. 'uiij • mi88ie om de openiug
het Algemeen Reglement gegeven eenparig besloten de opening ^^„^1^ aanstaande Ver-
Uwer Vergadering een dag later te stellen , op grond van gadering der Synode een
de mededeeling van onzen Secretaris dat de huwelij ksinze- ^*8 ^^^^ ^ stellen,
gen ing van een zijner dochters hem zou verhinderen de
eerste zitting bij te wonen , wanneer de vergadering op
den gewonen tijd bijeenkwam.
's Gravenhage^ 12 Junij 1880.
De Algemeene Synodale Commissie der
Nederlandsche Hervormde Kerk,
G. Molenkamp, President.
S. r. VA.N Hasselt, Secretaris.
BIJLAGE C.
Overzigt van den staat der Neder-
landsche Hervormde Kerk.
Bijl. C. Overzigt van Wij hebben U nog de gewone mededeelingen te doen
den staat der Neder- betreffende den 9Óaat der Nederlandsche Hervormde Kerk,
landsche Hervormde
Kerk.
a. Getal van de a. Onze opgaaf van het getal der leden ^ gemeetUen en
leden , gemeenten en predikanUploatêeti kan, wat de leden betreft, onzes ondanks,
predikantsplaatsen. i j'. i i i j • j i_j.
^ ook ditmaal geene aanspraak maken op de m deze gewenschte
juistheid en volledigheid. Vooreerst is de nadere opgaaf omtrent
Gelderland toch nog maar van 1 Januarij 1879. Slechts
die omtrent Drenthe en Limburg dagteekent van 1
Januarij 1880. Omtrent alle andere provinciën hebben wij
geene opgaven van latere dagteekening dan verleden jaar
gemeld werd kunnen verkrijgen. Wij vleijen ons dat in
een volgend jaar de uitkomsten der volbragte volkstelling
ons in deze ten dienste zullen staan. Ten anderen zijn
wij nog onzeker, of b.v. in de opgaven omtrent Gelder-
land en Drenthe, die beide eene vermeerdering van
het getal der Hervormde leden aanwijzen, wel in bereke-
ning is genomen het verlies wat de Kerk te Arnhem,
Lochem en Mep pel ondergaan heeft door de stichting
van Bemonstrantsche gemeenten. Dezelfde onzekerheid be-
staat ten aanzien van Groningen, waar insgelijks uit
leden der Hervormde gemeente eene Eemonstrantsche ge-
meente is opgerigt , en van Noordholland, waar de
stichting der zoogenaamde vrije gemeente te Amsterdam
onze kerk op het verlies van een aanmerkelijk getal van
leden is te staan genomen. In aanmerking echter nemende,
dat de opgaven omtrent de andere provinciën alle van
vroegere dagteekening dan van 1 Januarij 1879 zijn en de be-
volking aldaar intusschen wel toegenomen zal zijn, mogen wij
aannemen dat het totaal getal van de leden der Hervormde Kerk
niet beneden het verleden jaar gemelde cijfer zal gedaald zijn.
Het getal der gemeenten is met één vermeerderd , name-
117
Bijl. C.
lijk te Bergumerheide, in Friesland^ bij afschei-
ding van Bergum als zelfstandige gemeente gevestigd.
De erkenning der gemeente te Bergumerheide
heeft intusschen geen invloed op het getal der predikants-
plaatsen gehad , dewijl die gemeente den tweeden predikant te
Bergum^ die haar tot dusverre reeds bediende , voor zich
heeft behouden. Nogtans is het getal der predikantsplaatsen
met één verminderd door de ophefSng der predikantsplaats
te Helle voet sluis.
Het getal van leden , gemeenten en predikantsplaatsen
is als volgt:
PROVINCiëN.
LEDEN.
GBUEENTBN.
PRKDIKANTS-
FT.AAT8EN.
Gelderland
Zuidholland ....
Noordholland . . .
Zeeland
Utrecht
Friesland
Overijssel
Groningen
Noordbrabant . . .
Drenthe
Limburg
275738
543121
313521
127089
110353
253754
171352
187756
46608
97277
2941
195
202
170
101
69
219
72
155
95
53
17
228
278
223
116
85
237
96
169
100
59
18
In het geheel .
2129510
1348
1609
b. Uit ons financieel verslag is u reeds gebleken, dat h, Sabsidiën uit
voor kerk- of pastorijbouw bij betrekkelijke Koninklijke '» Rijks kas verstrekt
besluiten in 1879 de som van f 10000 en in dit jaar J^^^]'"'^ °^ P"*^"j-
reeds de som van f3000 aan rijkssubsidie is verstrekt ,
namelijk in 1879 aan de gemeenten te:
MiUingen f 1000
Zevenhoven - 2000
Molkwerum - 2000
HoUum op Ameland - 2500
Westkapelle - 2500
te zamen ~.~^f 10000
Bijl. C. 118
in 1880 aan de gemeenten te:
Driebuizen • 1500
Nieuwe Pekela - 1500
ie zamen . f 3000
(?. Subsidiën uit Pro- c. Van in 1879 uit Provinciale fondsen verleende sub-
vinciale fondsen. sidiën dragen wij geen andere kennis dan van de subsidie
van f lOOy welke de gemeente te Grevenbicht uitde
Provinciale fondsen van Limburg genoten heeft.
d. Rijksbijdragen d. Aangenaam zal u het berigt zijn^ dat weder onder-
tot predikantstracte- gcheidene Koninklijke besluiten ons door den Minister van
jnanrnn w
financiën zijn medegedeeld ^ waarbij op zijne gewaardeerde
voordragt verschillende predikantstractementen verboogd
zijn , als :
te Kropswolde^ classis Groningen, volg. berigt van
22 Aug. , gereg. onder n°. 39 , bij Koninklijk besluit van
16 Augustus, n°. 27, met f98, tot dusverre door den
predikant als personele toelage genoten, tegenover eene
verhooging der gemeentelijke toelage met f 100 , waardoor
het vaste tractement f1003 zal bedragen, te w. f 448
uit ^sLands kas, f183 uit de kerkelijke fondsen der
gemeente, f322 uit pastorijgoederen en f 50 uit het fonds
tot verbetering der schraalste predikantstractementen;
te Grootegast en Doezum, classis Groningeo,
volgens berigt van 1 December, gereg. onder n°. 205,
bij Koninklijk besluit van 25 Maart, n^ 19 , met f 53.50 ,
insgelijks door den vertrokken predikant als personele toe-
lage genoten , tegenover eene nieuwe verhooging van de
toelage der gemeente met f 100, zoodat het predikantstrac-
tement voortaan bedraagt f 1058.70, namelijk f286.50
uit 'sLands kas, f 50 uit het fonds tot verbetering der
schraalste predikantstractementen , f 462.20 van de kerke-
lijke gemeente te Grootegast en 260 van de kerkelijke
gemeente te Doezum;
te Zoelmond, classis Tiel, volgens berigt van 24
December, gereg. onder n^ 226, bij Koninklijk besluit
van 17 December n®. 26, met f34, eveneens door den
, vertrokken predikant als personele toelage genoten, tegen-
over eene verhooging van de ioelage der gemeente met
f25, om het predikantstractement op f 863 te brengen,
waarvan f713 komt uit 'sLands kas, f 100 van de ge-
119 Bijl. C.
meen te en f 50 uit het fonds tot verbetering der schraalste
predikantstractementen ;
te Medemblik classis Hoorn^ volgens berigt van
24 Januari], gereg. onder n^ 259, bij Koninklijk besluit
van 10 Januari] n®. 6, met f90, tegenover eene ver-
hooging van de bijdrage der gemeente met f150 om het
vaste tracteroent f1550 te doen bedragen, t. w. f 1100
uit ^sLands kas en f 450 uit de gemeentefondsen, met
terugbetaling der personele belasting , zijnde daarmede intus-
schen de tijdelijke verhooging van het rijkstractement
met f300 'sjaars vervallen, in verband met de opheffing
der tweede predikantsplaats , door den laatsten predikant
genoten ;
in vier onderscheidene gemeenten, volgens berigt van
14 Februarij, gereg. onder n°. 282 , bij Koninklijk besluit
van 9 Februari] n°. 8 , namelijk :
te Sijnsaterwoude, classis Leiden, met f 100, tegen-
over gelijke verhooging met f 100 van de gemeente, om
het vaste tractement f1050 te doen bedragen, t. w. f 850
uit ^sLands kas, en f200 uit de kerkelijke gemeente-
fondsen , behalve nog terugbetaling der personele belasting ;
te Nieuwen dam, classis Edam, met f50 tegenover
f150 verhooging van de gemeente, waardoor het vaste
tractement in zijn geheel f 1000 zal bedragen, t. w. f 630
uit ^sLands kas en f470 van de gemeente;
te Kerkwerve, classis Zierikzee , met f 1 0 O tegenover
eene verhooging met f 150 van de gemeente, om het pre-
dikantstractement op f1200 te brengen, t. w. f950 uit
'sLands kas en f250 van de gemeente;
te Ossendrecht, classis Breda , met f50 tegenover
eene verhooging met f40 van de gemeente, zoodat het
tractement in het geheel f 1014 zal bedragen, t. w. f 950
uit ^sLands kas en f64 van de gemeente, echter zonder
vrije woning;
te Kol ham, classis Appingedam, volgens berigt van
6 Maart, gereg. onder n^ 306, bij Koninklijk besluit van
29 Februarij n®. 11, met f70 tegenover eene verhooging
der gemeentelijke toelage met gelijk bedrag van f 70, om
het vaste tractement op f 1000 te brengen, waarvan f 738
komt uit ^sLands kas, minstens f163 uit de kerkelijke
fondsen der gemeente, f49 aan jaarrenten van kapitalen
en f 50 uit het fonds tot verbetering der schraalste pre-
dikantstractementen ;
Bijl. C. 1^0
te Windeweer en Lula^ classis Groningen^ volgens
berigt van 13 April, gereg. onder n®. 392 , bij Koninkii/k
besluit van 7 April n^. 108 met f65 tegenover eene ver-
hooging van gelijk bedrag van f65 der gemeeDtelijke
toelage, waardoor het vaste tractement f 1000 wordt, t. ir.
f167 uit de kerkelijke fondsen der gemeente, f170 on-
zuiver aan landhuur en f230 dusgenoemd predikantengeld ,
behalve terugbetaling van personele belasting;
te Engelen, classis ^s Hertogenbosch , volgens berigt van
22 April, gereg. onder n^. 413^ bij Koninklijk besluit
van 15 April n". 30, met f20 tegenover eene verhooging
der toelage van de gemeente met f 50 , zoodat het trac-
tement voortaan bedraagt f925.50, t. w. f 850 uit ^sLands
kas en f75.50 uit de kerkelijke fondsen der gemeente,
behalve terugbetaling der personele belasting.
Nog is ons medegedeeld , dat bij Koninklijk besluit van
9 Februarij n^ 9 tot verhooging van het predikantstrac-
tement te Oosterland, classis Alkmaar, uit 's Bijks kas
voor den te beroepen predikant eene personele toelage van
f 100 is toegestaan.
Yerder werd ons door den Minister bij missive van
10 April, gereg. onder n^. 382 , gemeld , dat bij Koninklijk
besluit van 5 April n®. 12 is bepaald, dat het rijkstrac-
tement van f800, dat tot hiertoe door den heer ü. fF'.
Thoden van Velzen als tweeden predikant van Berg urn
genoten werd, na de afscheiding van de gemeente te
Bergumerheide, aan hem als predikant van laatstge-
noemde gemeente is toegekend.
Volgens berigt van den Minister van 22 September is
bij Koninklijk besluit van 15 September n^. 5 de lands-
jaarwedde van f500, die aan de tweede predikantsplaats
te Hellevoetsluis verbonden was, na de ophefKng
daarvan door de bevoegde kerkelijke magt, ingetrokken.
Ook vernamen wij, dat bij Koninklijk besluit van 11
November n^ 14, ter gelegenheid der te K o Hum er-
zwaag, classis Dokkum, ontstane vacature, de personele
verhooging van het predikantstractement aldaar is inge-
trokken.
A». Aangekomen can- e. Bij het groot aantal van predikantsvacaturen is het
didaten. ^eer te betreuren, dat er nog geen toeneming van het
aantal van aangekomen candidaten te vermelden is. Het
cijfer is zelfs vier minder dan verleden jaar. Toen bedroeg
121 Bijl. C.
het nog 41; thans slechts 37 ^ ten gevolge ook van den
ongunstigen afloop van onderscheiden examina.
ƒ. Volgens de ontvangen mededeelingen zijn er van de /. studenten in en
Leidsche Universiteit bij de Kerkelijke Hoogleeraren 21 ^^ot de Godgeleerd-
studenten ingeschreven , waaronder 8 hunne voorbereidende
stadiën voor de Godgeleerdheid nog niet volbragt hebben ;
van de 18 die in de Godgeleerdheid studeren, volgen 9
de lessen der kerkelijke hoogleeraren , terwijl bovendien 8 ,
uiet ingeschreven , voor korter of langeren tijd die lessen
hebben gehouden.
Bij de Kerkelijke hoogleeraren te Utrecht werden 134
ingeschreven, waarvan 92 hunne lessen volgden. Onder
de ingeschreven studenten waren er toch velen, die zich
nog aan de voorbereidende studiën voor de Godgeleerdheid
moesten wijden. Aan de Universiteit bedroeg het aantal
van studenten in de Godgeleerdheid 104, in de voorbe-
reidende studiën 69.
Te Groningen zijn aan de Universiteit in het geheel 21
studenten ingeschreven , waarvan 8 zich nog voor de God-
geleerdheid voorbereiden. Van de 18, die in de Godge-
leerdheid studeren, volgen 9 de lessen der Kerkelijke
Hoogleeraren.
Aan de Universiteit te Amsterdam bevinden zich voor-
alsnog 7 studenten , die zich aan de voorbereidende studiën
vf^ijden , maar slechts 2 die de Godgeleerde lessen bijwonen ,
daar van hen , die te Amsterdam hunne eerste opleiding
genoten zich thans 8 te Leiden en 10 te Utrecht bevinden
om naar den eisch van het Eeglement op het Hooger Onder-
vï^ijs hunne Godgeleerde studiën voort te zetten.
^sGravenhage f De Algemeene Synodale Commmie der
19 Junij 1880. Nederlandsche Hervormde Kerky
G. Molenkamp , President,
S. F, VAN Hasselt, Secretaris.
8-*
■PPPP^F
t